The full dataset viewer is not available (click to read why). Only showing a preview of the rows.
The dataset generation failed
Error code: DatasetGenerationError Exception: ArrowInvalid Message: Failed to parse string: '' as a scalar of type int64 Traceback: Traceback (most recent call last): File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 1492, in compute_config_parquet_and_info_response fill_builder_info(builder, hf_endpoint=hf_endpoint, hf_token=hf_token, validate=validate) File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 683, in fill_builder_info ) = retry_validate_get_features_num_examples_size_and_compression_ratio( File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 602, in retry_validate_get_features_num_examples_size_and_compression_ratio validate(pf) File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 640, in validate raise TooBigRowGroupsError( worker.job_runners.config.parquet_and_info.TooBigRowGroupsError: Parquet file has too big row groups. First row group has 1474264638 which exceeds the limit of 300000000 During handling of the above exception, another exception occurred: Traceback (most recent call last): File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/builder.py", line 1995, in _prepare_split_single for _, table in generator: File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 797, in wrapped for item in generator(*args, **kwargs): File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/packaged_modules/parquet/parquet.py", line 97, in _generate_tables yield f"{file_idx}_{batch_idx}", self._cast_table(pa_table) File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/packaged_modules/parquet/parquet.py", line 75, in _cast_table pa_table = table_cast(pa_table, self.info.features.arrow_schema) File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 2302, in table_cast return cast_table_to_schema(table, schema) File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 2261, in cast_table_to_schema arrays = [cast_array_to_feature(table[name], feature) for name, feature in features.items()] File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 2261, in <listcomp> arrays = [cast_array_to_feature(table[name], feature) for name, feature in features.items()] File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 1802, in wrapper return pa.chunked_array([func(chunk, *args, **kwargs) for chunk in array.chunks]) File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 1802, in <listcomp> return pa.chunked_array([func(chunk, *args, **kwargs) for chunk in array.chunks]) File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 2116, in cast_array_to_feature return array_cast( File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 1804, in wrapper return func(array, *args, **kwargs) File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/table.py", line 1963, in array_cast return array.cast(pa_type) File "pyarrow/array.pxi", line 996, in pyarrow.lib.Array.cast File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/pyarrow/compute.py", line 404, in cast return call_function("cast", [arr], options, memory_pool) File "pyarrow/_compute.pyx", line 590, in pyarrow._compute.call_function File "pyarrow/_compute.pyx", line 385, in pyarrow._compute.Function.call File "pyarrow/error.pxi", line 154, in pyarrow.lib.pyarrow_internal_check_status File "pyarrow/error.pxi", line 91, in pyarrow.lib.check_status pyarrow.lib.ArrowInvalid: Failed to parse string: '' as a scalar of type int64 The above exception was the direct cause of the following exception: Traceback (most recent call last): File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 1505, in compute_config_parquet_and_info_response parquet_operations, partial, estimated_dataset_info = stream_convert_to_parquet( File "/src/services/worker/src/worker/job_runners/config/parquet_and_info.py", line 1099, in stream_convert_to_parquet builder._prepare_split( File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/builder.py", line 1882, in _prepare_split for job_id, done, content in self._prepare_split_single( File "/src/services/worker/.venv/lib/python3.9/site-packages/datasets/builder.py", line 2038, in _prepare_split_single raise DatasetGenerationError("An error occurred while generating the dataset") from e datasets.exceptions.DatasetGenerationError: An error occurred while generating the dataset
Need help to make the dataset viewer work? Make sure to review how to configure the dataset viewer, and open a discussion for direct support.
identifier
string | creator
string | title
string | publication_date
int64 | word_count
int64 | text
string |
---|---|---|---|---|---|
b24765193 | Dompeling, Janus Balduinus | London School of Hygiene and Tropical Medicine | Waarom is het goed dat men tien steekjes bij de vaccinatie doet | 1,879 | 2,941 | IS. d
• ^ .
WAAROM IS HET GOED DAT MEN TIEN STEEKJES
BIJ DE VACCINATIE DOET,
DOOK
Dr. DOMPELING-.
- ” «msjzs " "
• Uiï Vipi verritten Vcin vsccin3.tiën niij
Dikwerf lieb ik in vroeg?™ J" baarbij tot het doen van een zeker getal
zelven afgevraagd, waarom ik J J . eel meer of minder deed,
steekjes bepaalde, waarom rk er zoove 1 e n m e t zoovee^^ ^ ^
«at ik daarbij beoogde. Is - J „ccinepuisten te zien
in het organisme te brengen of om en zeker^g ^ ^ fcfar
ontwikkelen, die tegen de pokziekte zu t ondeelbare
de quantiteit? Maar «ij zren, dat de smetst ^ ™ hw4e li^am
hoeveelheid voldoende rs om een algemeen ^ eQ
voort te brengen ke„n “en Volstaan? Het sebijnt van neen, uit analogie
Z men Mer del fedeneeren, dewiji de werking dezer twee smetstoffen zoo
‘Twerf'ta tgen hoevele vaeeinepunten zijn er noodig tot voorbeboe-
b ek wUt bet niet en meende de ondervinding zon b.er moeten leeren
!„ ?de mannen van autoriteit in de wetenschap op deze materie zouden het
6 v | nnph die lieten ons lang in de steek. Zij zeiden wel,
"" dTgetal vaeeinepunten voldoende, maar het waarom bleven
lk. acht , ° Tn miine dissertatie in 1840 heb ik dit punt reeds behan-
zij ons schuldig. J EIChhorn van meening was, dat men zeer vele
deld en aangetoond dat btjv. Bt— a^ ^ ^ 2u|ks „g
redementm°voor de militairen zeer werd aanbevolen. Het waarom verklaart
bh evenmin als na hem hufeland, NAümanN en vele anderen De laatste
raadde aan 16-20 steken, terwijl fakcher in Amerika zeide, dat men zooveel
stof als maar mogelijk is in het ligchaam moest brengen. Dat verschilt veel
met de handelwijze van jenner,, die in zijn casus 17 twee oppervlakkige
incisiën deed met humane vaccine, terwijl hy in casus 21 zegt de vaccine
“« een meisje van 7 jaren op 3 verschillende plaatsen te hebben ingebragt.
Tn de eerste tijden na jenner deed men slechts een steek, zooals men dat
bij de inoculatie der kinderpokken gewoon was, meenendc dat het meer op
de qualiteit aankwam 6n niet bedenkende bet bestaande onderscheid tus-
Bchen de werking . dezer beide smetstoffen. Eene inoculatie van pokkengift
brengt een algemeen uitslag over het geheele ligcbaam voort, daarentegen
ééne vaccinatie maar ééne puist. Het is hierbij opmerkelijk, dat van al de
tot dusverre bekende smetstoffen de vaccine de eenige is, die in hare onmid-
dellijke werking gelocaliscerd blijft. Wel moeten wij aannemen dat hare
verdere werking algemeen is en het geheele gestel doordringt, daar wij
ons anders hare voorbehocding tegen de kinderziekte nog minder kunnen
verklaren.
Uit de berigten bij de Neierlandsche Vereeniging tot bevordering der Koe-
pokinenting ingekomen blijkt, dat het meerendeel der inzenders in ons land
er nog al voor is 6, 8 a 10 inentingen te doen, slechts dén berigtgever
spreekt van ééne pok als voldoende. Mogelijk is dit in navolging van de
Duitschers, want nadat de Duitsche bondsraad de tot hiertoe bestaande for-
mulieren voor de Rijksinentingswet veranderd en omtrent de toepassing
daarvan nadere ophelderingen gegeven heeft, vindt men thans in de aanmer-
king IV tot formulieren V en VI het volgende, namelijk dat elke ontwik-
keling van minstens eene goed gevormde vaccinepuist die op de inenting
volgt, als met gevolg moet worden beschouwd. Als gelukte revaccinatie is
eene zoodanige te beschouwen, na welke minstens eene min of meer inge-
droogde puist, of de korst van eene of meer snel in ontwikkeling verloopende
puisten gevonden wordt 1). Het gevolg hiervan zal zijn, dat de artsen slechts
ééne vaccinepuist zullen trachten te verkrijgen en de voorbehoeding tegen de
pokken loopt ouzes inziens groot gevaar, terwijl de tegenstanders zullen
juicheu. Het is niet te hopen, dat deze wijze van handelen over onze
grenzen moge waaien of hier ingang vinden, wij zouden vreezen voor treurige
gevolgen in de toekomst.
Daar de ondervinding Dr. dietbich 2) geleerd had, dat zoo bij eene eerste
vaccinatie slechts ééne pok was opgekomen, er bij eene hervaccinatie nooit
anders dan abortiefpokken te voorschijn kwamen, zoo stelt hij zich met die
eene pok te vreden. Wel etn bewijs hoe men met weinig te vreden kan zijn.
Bohn in zijn Handbuch der Vaccination meent, dat eene vaccinepunt niet-
langer dan een jaar preserveert en dat de duur der immuniteit tegen variolae
met het getal vaccinepokken toeneemt. Ook Dr. bebnhabdt is van meening
dat eene vaccinepok verkregen zijnde, eene herhaling der vaccinatie onvrucht-
baar maakt. Hetzelfde neemt ook Dr. maNdelbaum, naar aanleiding van
een schrijven van Dr. koemgeb, aan. Het ligt voor de hand, zegt hij, dat
bij deze evenals bij andere infectiestoffen het niet om het quantum, maar
om het quale te doen is, dat in het organisme wordt ingebragt (!) Hij doet
nooit meer dan twee steekjes en wel maar op één arm. Een zou genoeg
zijn als men zeker wist, dat die opkwam. Hy heeft tijdeus pokkenepidemiën
die kinderen herhaalde malen, maar te vergeefs gerevaccineerd en geen van
al die kinderen die ééne vaccinepok hadden vertoond, werd door de variolae
aangetast. Hij meent het dus volkomen overbodig meerdere of vele entingen
lj Dr. DEUT8CHBE1N in Berliuvr Klinisch WoChenschrift, 21 April 1879.
2) Derlincr Klinisch WochenschriJ'l, n°. 52, 1877,
op een individu te doen. Het is maar vermorsen van de vaccine, want
goede vaccine van goede afkomst is eene zeldzaamheid.
Het zou niet moeielijk maar wel onvruchtbaar zijn, hier nog een tal van
aanhalingen neder te schrijven van verschillende waarnemers over dit onder-
werp. Ieder heeft zijne eigene meening, die op zijne ondervinding berust;
maar die weder verschilt van die van anderen, die ook mvenen goed te hebben
waargenomen. Het geeft ons echter geen licht en wij moeten en kunnen
in ons land ons voorloopig houden aan hetgeen de uitkomsten van de ver-
rigtingen in onze Parcs vaccinogènes opleveren en die blijken vrij eenstem-
mig te zijn, op het punt van revaccinatie en autorevaccinatie vrij voldoende
te zijn en veel anders te leeren dan in de boeken staat vermeld.
Het is opmerkelijk, ruim 80 jaren zijn voorbij gegaan sedert jennee zijne
heerlijke uitvinding bekend maakte. Wat is er al niet in dat tijdsverloop
■waargenomen, verzameld, geschreven, wat zijn er al niet tabellen en becijfe-
ringen gemaakt. Dat alles is niet te overzien en nog zijn wij weinig verder
gekomen en weten nog weinig meer dan hij ons geopenbaard heeft, namelijk
dat de vaccine behoedt tegen de pokken. Het hoe, het waarom of waardoor
weten wij nog niet, doch wij kunnen ons over gelukkig achten, dat wij dat
ééne weten. Dat wij in onze geheele geneeskunde althans één middel be-
zitten, dat met tamelijke zekerheid tegen eene vreeselijke ziekte behoedt. Wij
kennen geen ander en houden dat middel hoog in eere, een vaandel in den
strijd tegen den vijand. Dat de vaccine tegen de kinderpokken behoedt, dat
is eene waarheid, die onomstootelijk vast staat als een ouderwetsche muur.
Het is vermakelijk te zien, hoe dikwerf de tegenstanders met het hoofd tegen
dien muur aanloopen, of ze dien ook omver konden stooten. Te vergeefs, de
stevigheid van den muur blijkt er des te duidelijker door en de triomph van
de verdedigers is des te grooter.
Yrij algemeen is men thans van gevoelen, dat er eene zekere hoeveelheid
vaccine moet worden aangebragt om de vaccinatie waarborgen van deugde-
lijkheid te geven. De vraag is echter hoeveel. In de laatste jaren is men
een bepaalden weg ingeslagen, om tot de oplossing dezer vraag te komen.
Men heeft naar eene verhouding gezocht, die er misschien kan bestaan tus-
schen het aantal likteekenen als overgebleven bewijzen eener vroegere bijge-
bragte zekere hoeveelheid vaccine en de intensiteit eener later voorkomende
pokziekte en of er eene verhouding bestaat tusschen het aantal likteekenen
en de sterfte aan pokken en men heeft gevonden, dat het getal likteekenen
in omgekeerde verhouding staat tot de sterfte, dus hoe meer likteekenen, hoe
minder sterfte. Zoo dit waar is, zal men naar ik meen op den goeden weg
zijn, om te kunnen bepalen hoeveel steekjes men zul moeten doen, om de
vaccinatie voldoende tegen de pokken te doen waarborgen.
Eene eerste vraag voor wij verder gaan, is: Zijn alle likteekenen goed,
zijn ze allen mede te tellen en welke zijn hunne kenmerken? Zeker treft
men eene groote verscheidenheid aan in het voorkomen van de likteekenen.
In de eerste tijden na de invoering der vaccinatie hechtte men weinig of niet
aan de likteekenen. Men deed als proef de inoculatie der natuurlijke variola,
iets waartoe men toen meende geregtigd te zijn en die wel als de beste proef
voor de deugdelijkheid der vaccine mogt geldeu. Want, zegt jenneb, in
- fl —
zijne Inquiry, de vaccine beschermt beter nog tegen de variola dan tegen
de vaccine. Later, toen men zag, dat ook na de inenting der vaccine zich
pokken begonnen voor te doen, zocht men naar een criterium, dat de deugde-
lykhcid der inenting zou kunnen aanwijzen en begon men zijne aandacht op
de likteekenen te vestigen. J. P- Frank in 1811 spreekt nog maar van
#superstite parva fovcola”, maar guegory 1) geeft er eene goede beschrijving
van, ook gendrin 2). Volgens hem zijn goede en deugdelijke likteekenen
rond, of bijna rond, de grootte doet niets af, eenigzins ingedrukt, bleeker
dan de omringende huid vertoonen zij regelmatig stralen van het midden
uitgaande, met kleine indrukjes als prikjes (punctatïje). Zij blij\ en gedurende
een groot deel van het leven zigtbaar. Bij het toenemen van embonpoint
verdwijnen zij spoediger. Vertoont iemand dergelijke kenmerken dan kan
men aannemen, dat hij met goed gevolg is gevaccineerd geworden, zoo niet
dan zal het beloop der vaccinatie gestoord kunnen zijn geweest en de voor-
behoeding meer onzeker zijn.
Lat bij lijders aan variolae, die likteekenen vertoonden eener vroegere vacci-
natie, het beloop der ziekte goedaardiger en de sterfte geringer is, was reeds
lang bekend en marson en gregory hebben later daaromtrent belangrijke
mededeelingen gedaan. Zijn die likteekenen deugdelijk, dan is de sterfte geringer
nog dan bij hen, waar ze een minder goed aanzien vertoonen. Ik neem tot
voorbeeld hier over wat Dr. post 3) in zijne mededeelingen over de pokken-
epidemie in 1870—1871 in Utrecht schrijft.
103 Personen, die goede L. hadden, werden door de ziekte aangetast, daar
van stierven 7 of 6.79 pCt.
Bij 551 werd geconstateerd, dat zij minder deugdelijke L. hadden, van
deze overleden 41 of 7.44 pCt.
Van 229 welke gevaccineerd waren geweest, doch geene L. vertoonden,
stierven er 52 of 22.70 pCt.
Vergelijkt men hiermede wat marson en gregory vonden, namelijk eene
sterfte bij duidelijke L. van 3.04 pCt., onduidelijke L. van 9.77 pCt., geene
L. van 21.75 pCt., dan blijkt de epidemie te Utrecht zeer moorddadig te
zijn geweest, iets wat trouwens bekend is, maar dat ook bij goede L. de
sterfte aanmerkelijk minder was.
Ik zelf 4) vond onder een getal van omstreeks 400 poklijders, die ik als
student in het Groot Rijks-Hospitaal meerendeels zelf heb waargenomen, 49
die zeer goede L. vertoonden, 27 die goede, 53 die minder goede en 70 wier
L. nog even te onderscheiden waren. Bij de eerste soort was de ziekte zeer
ligt, slechts 3 gevallen eenigzins ernstig. Bij de 2de werd hetzelfde waarge-
nomen, mede met 3 ernstige gevallen. Bij de 3de soort was de ziekte wel
niet kwaadaardig, doch 4 leden hevig. Bij de 4de soort kwamen 9 hevige
gevallen voor.
Om nu echter uit het voorkomen der L. te willen besluiten, of iemand
1) ïroriep’s Nolizen , 1827, n°. 374, pag. 345.
2) Gendrin, Tom. I, § 553.
3) Dr. A. post, Dissertatio.
4) Zie mijne Dissertatio de varioloïdibus et vaccinae insitione , 1840,
— 7 —
tijdens dit onderzoek nog tegen de besmetting der pokziekte is gevrijwaard,
daartoe zou men moeten aannemen, dat die voorbehoeding met het aanwezig
zijn of verdwijnen der L. gelijken tred hield, hetgeen blijkbaar niet aangaat,
daar deze allengs door andere oorzaken kunnen verdwijnen. Alleen dit: de
pokziekte kan voorkomen zoowel bij hen die goede als die slechte L. ver-
toonen, hebben zij goede dan zal de ziekte in den regel zachtaardig, zelden
kwaadaardig zijn.
Is de houding, het voorkomen der L. van veel belang bij de prognose
der kinderpokken, van veel meer gewigt schijnt het getal L. te zijn. Het
epitheton duidelijk of onduidelijk is zoo rekbaar, wat de een duidelijk noemt,
vindt de ander onduidelijk, maar getallen zijn positief, door een ieder te
waardeeren in deze tijden van tellen, wegen en meten. Men weet dat 3 meer
is dan 2 en 5 meer dan 4. Getallen laten zich ook beter in tabellen brengen
en zijn zoo aan de statistiek dienstbaar.
Wie het eerst de aandacht heeft gevestigd op het getal L. bij voorkomende
poklijders weet ik niet, maar het is reeds meerderen jaren dat men er allengs
meer notitie van genomen heeft en dat men gezien heeft, dat hij die 3, 4
of 5 L. bezit, weinig kans heeft de pokken te krijgen, bij 6 of 7 de kans
zeer gering is en zoo men de ziekte krijgt, dat dan niet in hevige mate is
en dat men nog nimmer iemand zag bezwijken, die 10 L. droeg.
Zonder twijfel komt de eer toe aan de Engelsche geneeskundigen, dat zij
deze zaak ter harte hebben genomen, vele waarnemingen gedaan en cijfers
bekend gemaakt.
Volgens eulenberg 1) heeft grbgory de stelling reeds geopperd, die later
is verworpen, doch daarna weder is verdedigd door harvieux en ballard.
Men zou thans reeds de bevindingen van vele waarnemers kunnen aanhalen,
die de stelling voor onomstootelijk houden, dat de mortaliteit afneerat bij de
toename van de likteekenen, doch wij hebben eigenlijk al genoeg wanneer
wij melding maken van de resultaten, die marson verkreeg in het Pokken-
hospitaal te Londen, dewijl deze over zulke groote cijfers loopen, namelijk
over 10,671 zieken, dat zij zeer veel grond van waarschijnlijkheid voor zich
hebben. Volgens zijne löjarige ondervinding vond hij, dat de mortaliteit
gemiddeld bedroeg bij 1, 2, 3, 4 of meer L. van goede qualiteit 1.26 pCt.,
bij slechte 11 pCt. Bij 10 L., zegt eulenberg, heeft morson nimmer een
doodelijk einde gezien. Ook oppert in Hamburg zag bij de ligtere ziekte-
gevallen gemiddeld 5 1 2/2 L., bij eenigzins erge 4 Vs L. en bij zware ge-
vallen 3>/2 L. voorkomen. Alzoo neemt ook volgens deze waarnemingen
de hevigheid der pokziekte met het toenemend getal likteekenen af en is hef
besluit geregtvaardigd, dat bij de vaccinatie een zeker aantal vaccinepuisten
en dientengevolge een zeker aantal likteekenen van goede qualiteit gewigtige
factoren zijn voor de prognose der pokziekte.
Dr. grieve 2) nam in het Pokkenhospitaal te Hampstead 6221 lijders waar,
waarvan 1248 zonder L., van deze stierf 51.12 pCt., van de 4973 die blijken
1) H. Eclenberq in Vierteljahrachri/t j. ger„ Medicin. Neue Folge. Bd, XIX,
Heft 1, Julü 1873.
2) British Medical Review, GUI, .Inlij 1873.
\
gaven te zijn gevaccineerd geweest, stierven 11.40 pCt. Bij hen die
1 L. vertoonden was de sterfte 17.39 pCt,.
2 L. # # » 12.17 »
3 L. # » » » 10. B8 „
4 L. t r • K ir n 8.38 »
5 L. en meer • « * 6.43 »
De algemeene sterfteverhouding was 19.36 pCt. De doodelijkheid stond
dus ook hier weder in omgekeerde verhouding van het getal L. en 'blijkt
dus ook hier weder, dat boe grooter het getal steeken is bij de vaccinatie
des te grooter de voorbehoeding zal zijn.
Doch genoeg. Alleen dit kleine voorbeeld nog uit ons land. Dr. Verbeek l)
te Wijk bij D., nam waar in de epidemie van 1870—1871 bij 117 poklijders,
dat van de ingeënten die aan pokken leden er slechts één overleed die 2 L.
vertoonde en het was nog eene zwangere vrouw.
Ten slotte, op de vraag hoeveel puisten zijn er bij de inenting noodig,
luidt het antwoord uit het voorgaande afgeleid, dat 10 voldoende zijn, want
dat bij 10 L. de prognose het aller gunstigst is. Meer dan 10 pokjes bij
de vaccinatie te willen ontwikkelen meenen wij dat moet vermeden worden,
want men kan niet ontkennen, dat met het aantal puisten ook het gevaar
voor plaatselijke of algemeene verschijnselen toeneemt. Dus, zoo eindigt
eulenbebg, niet meer dan tien maar ook niet minder dan 6 vaccinepuisten.
Ziedaar dan op wetenschappelijke ervaringsgronden de handelwijze voorge-
schreven en geregtvaardigd, die n ij in het Pare vaccinogène alhier en anderen
ook in andere Parcs volgen en die wij sedert den aanvang, dat is voor zes
jaren, hebben gevolgd, om namelijk bij alle in te enten personen 10 steekjes
te doen. Komen die alle op, des te beter, komen er minder dan vijf tot
ontwikkeling, zoo worden cr na eene week bij eene tweede inenting met stof
van het kalf, of wel uit de aanwezige pokjes (autorevaccinatie) genomen,
nog zoo vele bij gezet als er aan de tien ontbreken.
Wij gelooven naar ons vermogen op die wijze het meest doelmatig tot
voorbehoeding tegen de kinderpokken werkzaam te zijn. Op Woensdag 24
September verlieten 39 kinderen onze inrigting, die te zamen de vorige week
390 steekjes hadden gehad en nu 386 schoone pokjes hadden vertoond, de
een meer dan 10, de ander minder, doch geen minder dan vijf, alzoo door
elkander ongeveer 10 per individu. Het was een prachtig gezicht voor de
kenners en liefhebbers, schoon zij allen tot de zoogenaamd onvermogenden
behoorden, waren zij in dit opzigt gelukskinderen, daar zij hoogstwaarschijn-
lijk nooit het leven door de afschuwelijke ziekte zullen, verliezen, ja zelfs er
niet door zullen geschonden worden. Moge de tijd het zegel der waarheid
zetten op deze voorspelling.
Utrecht, 30 September 1879. Dr. dompeling.
i; Zie Verslag van de pokken* epidemie in Nederland in 1870—71, blz. 37
(Overgedrukt üit het Nederlandse h Tijdschrift Voor Geneeskunde. Jaargang 1879)
é
|
ned-kbn-all-00001089-001 | Nepos, Cornelius. | "Van het leeven der doorluchtige veld-ooversten, onder de aal-oude Grieken: en andere.-fCornelius Ne(...TRUNCATED) | 1,686 | 73,854 | "\nEarly European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. \n\nImages reproduced by courtesy of Konin(...TRUNCATED) |
natuurkundigtijd43koni | "Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in Nederlandsch Indië | Natuurkundige Vereeniging in Nederla(...TRUNCATED) | Natuurkundig tijdschrift voor Nederlandsch Indië | 1,850 | 75,916 | "221 \n\n\ndie Verwandtschaft mit den Phyllopoden, andrerseits aber die \nAnatomie und namentlich de(...TRUNCATED) |
ned-kbn-all-00004449-003 | null | Synodvs | 1,619 | 17,376 | "\nEarly European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. \n\nImages reproduced by courfesy of Konin(...TRUNCATED) |
gri_33125011116239 | Luiken, Jan, 1649-1712 | Sys, Kornelis van der | "Jezus en de Ziel : een geestelyke Spiegel voor't gemoed, bestaande in veertig aangenaame en stichte(...TRUNCATED) | 1,722 | 40,796 | "\n\nr*r- \n\n\n\n\n\n\n\n\nmrnm \n\n\n\n\n\n\n\n\nJEZUS EN DE ZIEL. \n\nEen \n\nGeeflelyke Spiegel (...TRUNCATED) |
philipsvanmarni00aldegoog | Johannes Justus van Toorenenbergen, Philips van Marnix van St . Aldegonde | Philips van Marnix van St. Aldegonde godsdienstige en kerkelijke geschriften | 1,878 | 82,164 | "Google \n\n\n\nThis is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclv(...TRUNCATED) |
ned-kbn-all-00000803-001 | Rossetti, Giacomo, 16th-17th cent. | "De seldsaemheden der liefde, vertoond in de waeraghtige geschiedenissen van Harminius en Zeraida: F(...TRUNCATED) | 1,671 | 106,417 | "\nEarly European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. \n\nImages reproduced by courtesy of Konink(...TRUNCATED) |
wotb_6743721 | [Winckelman, Jacoba P. (Jacoba Petronella)] | "Samenspraak tusschen eenen min Ervarenen en meer Geöefenden Christen, Over de betamelyke geschikth(...TRUNCATED) | 1,761 | 60,092 | "SAMENSPRAAK \n\nt y S S C 1% E N \n\n♦ \n\nEenenminERVARENENenmeer GEOEFENDEJif * \n\n\n(...TRUNCATED) |
ned-kbn-all-00003456-001 | Strada, Famiano | "De thien eerste boecken der Nederlandtsche oorloge, in't Latijn beschreven door ... Famianus Stra(...TRUNCATED) | 1,655 | 305,478 | "Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. \n\nImages reproduced by courtesy(...TRUNCATED) |
onzereisnaarsag01postgoog | Montanus Hettema , Rinse Posthumus | Onze reis naar Sagelterland, benevens deszelfs geschiedenis, eene ... | 1,836 | 94,645 | "\nThis is a digital copy of a book that was preserved for generations on library shelves bef ore it(...TRUNCATED) |
End of preview.