text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 710
Datum indiening 29 april 2019
Datum akkoord 5 juni 2019
Publicatiedatum 6 juni 2019
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake de kraak
aan de Bijlmerdreef door We Are Here.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De fractie van Forum voor Democratie heeft signalen1 ontvangen dat er een pand is
gekraakt aan de Bijlmerdreef bij winkelcentrum Ganzepoort. Het zou gaan om krakers
van de We Are Here-groep. Niet bekend is hoe lang de krakers van plan zijn in de op
illegaal verkregen woonruimte te verblijven. De panden zouden eigendom zijn van
Rochdale.
De fractie van Forum voor Democratie vindt dat eigendomsrechten als fundament van
ons economische systeem gehandhaafd moeten worden en dat inbreuk op deze
rechten in beginsel onacceptabel is. De We Are Here-groep heeft tientallen illegale
kraakacties op haar naam en blijft hier ondanks dat kraken strafbaar is gewoon mee
doorgaan. De fractie van Forum voor Democratie wil dat We Are Here stopt met
kraken, dat de krakers vervolgd en bestraft worden en dat zij géén toegang krijgen tot
de 24-uursopvang.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor
Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen
van het lid Poot van 29 april 2019, namens de fractie van de VVD (nr. 769) — aan
het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college de kraak bij winkelcentrum Ganzepoort aan de Bijlmerdreef
bevestigen”?
Antwoord
Ja.
2. Klopt het dat Rochdale eigenaar is van de gekraakte panden? Is er aangifte
gedaan door de eigenaar aangifte gedaan?
Antwoord
Klopt, er is 31 maart aangifte gedaan.
1
https://www facebook. com/story.php?story_fbid=101616184552807048&id=457208415703
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 6 uni 2019 Schriftelijke vragen, maandag 29 april 2019
3. Op welke termijn gaat het pand ontruimd worden?
Antwoord
Wanneer er ontruimd wordt, is nog niet bekend. Het OM heeft de krakers
aangeschreven dat zij voornemens is het pand te ontruimen. De krakers hebben
tegen dit voornemen een kort geding aangespannen. Dat zal 6 juni plaatsvinden.
4. Welke bestemming heeft het pand?
Antwoord
De panden hebben een gemengde bestemming, onder andere voor bedrijven,
kantoren en voorzieningen.
5. Zijn er naast de kraak andere illegale activiteiten geconstateerd? Is er bij de kraak
schade aangericht en zo ja op welk bedrag wordt de schade geschat?
Antwoord
Nee, dat is niet geconstateerd.
6. Zijn er naast de kraak andere openbare ordeverstoringen geconstateerd”?
Antwoord
Nee, dat is niet geconstateerd.
7. Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie eens dat kraken
illegaal is, en dat er na aangifte zo snel mogelijk ontruimd moet worden?
Antwoord
Ja, kraken is strafbaar. Het OM bepaalt of en zo ja wanneer een pand ontruimd
wordt. Zodra een eigenaar concrete plannen heeft met het pand, wordt gemiddeld
binnen 6 tot 8 weken ontruimd.
8. Is er contact tussen de politie en/of gemeente en de omwonenden geweest en
worden omwonenden geholpen bij eventuele overlast?
Antwoord
De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de
pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van
overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente.
9. Klopt het dat We Are Here verantwoordelijk is voor de kraak? Is het college het
met de fractie van Forum voor Democratie eens dat We Are Here moet stoppen
met kraken?
Antwoord
Ja, de personen in het pand zijn onderdeel van We Are Here. Kraken is strafbaar.
Het college werkt momenteel aan de aanstaande 24-uurs opvang. Het college
verwacht dat leden van diverse We Are Here subgroepen gaan deelnemen aan
het programma en willen werken aan perspectief.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 6 uni 2019 Schriftelijke vragen, maandag 29 april 2019
10. Op 9 april 2019 riep de fractievoorzitter van GroenLinks, Femke Roosma, tijdens
de eindmanifestatie van “Kille Nachten” illegalen op meer panden te kraken.
Steunt het college de oproep van de fractievoorzitter van GroenLinks en is dit een
collegestandpunt? Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie
eens dat de fractievoorzitter van GroenLinks hier oproept tot strafbaar gedrag?
Antwoord
Dit is geen collegestandpunt. Kraken is strafbaar.
11. Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie eens, dat indien het
om krakers uit de We Are Here-groep gaat, deze geen toegang tot de 24-
uursopvang zouden moeten krijgen?
Antwoord
Het college sluit mensen die hebben gekraakt niet op voorhand uit van deelname
aan de 24-uursopvang.
12. Hoeveel We Are Here-leden zijn er tot nu toe vervolgd in verband met de
tientallen kraakacties?
Antwoord
Het OM beslist over opvolging van strafbare feiten, vervolging is geen
aangelegenheid van het college. Het optreden middels ontruiming is er op gericht
de kraak te beëindigen. Het OM registreert niet specifiek of vervolgde personen
behoren tot We Are Here.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | test |
x Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 13.00 tot 17.00 uur en van 20.00 — 22.00 uur
Locatie MIDDAGDEEL De Rooszaal, 0239, stadhuis, AVONDDEEL De Mirandazaal, 0235
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV
d.d. 14 oktober 2009
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie [email protected]
6B Conceptverslag van de openbare vergadering van de gecombineerde
raadscommissies VV en WIJ d.d. 8 oktober 2009
Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie [email protected]
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009
7 Openstaande toezeggingen
8 Rondvraag
Financiën
9 Begroting 2010 Gemeente Amsterdam Nr. BD2009-006052
Resultaatsgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2010;
Portefeuilles Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
e De Begrotingsboeken 2010 zijn separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden;
e Bespreking eerste termijn van de Begroting 2010 en het indienen van moties/
amendementen.
10 Halfjaarrapportage uitvoering moties Nr. BD2009-005491
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Volkshuisvesting
11 _Initiatiefvoorstel van het raadslid Flos van 16 september 2009, getiteld: gevolgen
bovenwettelijke milieueisen aan woningen Nr. BD2009-007979
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Portefeuillehouder en de leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel
en Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hierbij uitgenodigd.
e _Ditagendapunt komt om 15.00 uur aan de orde i.v.m. de aanwezigheid van de
portefeuillehouder Milieu.
12 “Bestuurlijke reactie op Initiatiefvoorstel Gevolgen bovenwettelijke milieueisen
aan woningen Nr. BD2009-007987
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11.
13 Vaststellen plan van aanpak studenten- en jongerenhuisvesting Nr. BD2009-
007988
2
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 16 december 2009).
14 Beantwoording raadsadres Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord Nr.
BD2009-007943
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP): zorg over sociale huisvesting.
15 Rapportage Aanjaagteam Wonen Zorg en Dienstverlening Nr. BD2009-007941
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP): zorg over sociale huisvesting.
Monumenten
16 Intrekken Monumentenverordening 2005 en vaststellen Erfgoedverordening
Amsterdam 2010 Nr. BD2009-007030
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 18 november 2009).
AVONDDEEL
MIRANDAZAAL 0235 vanaf 20.00 uur
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
17 Beschikbaar stellen uitvoeringskrediet vervanging roltrappen metro Oostlijn Nr.
BD2009-005044
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 18 november 2009).
3
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009
18 Evaluatie 3 maanden Gratis OV Amsterdamse 65+ers Nr. BD2009-007664
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Vaststellen wijziging subsidieverordening Amsterdamse sloopregeling oude
personen- en bestelauto's raadsbesluit 194.504.3A.09 d.d. 9 september 2009 Nr.
BD2009-007599
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18
november 2009).
20 Beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. de uitvoering van J. Huizingalaan (P.
Calandlaan-afrit C. Lelylaan) Nr. BD2009-006181
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 18 november 2009).
21 Fietsparkeerverbod APV Nr. BD2009-007543
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 18 november 2009).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst,
Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie zijn hierbij
uitgenodigd.
22 Gewijzigde boorrichting Noord-Zuidlijn Nr. BD2009-006698
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
23 Noord-Zuidlijn: rapport prof. Maidl inzake blow-out veiligheid Nr. BD2009-007940
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 22.
4
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009
24 Intrekken Verordening Parkeerbelastingen 2009 en vaststellen Verordening
Parkeerbelastingen 2010 Nr. BD2009-007102
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 18 november 2009).
25 Reactie naar een fijnmazig en maximaal toegankelijk openbaar vervoer in
Amsterdam Nr. BD2009-008023
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
26 Voortgangsrapportage Naar een Gezonde Taximarkt Nr. BD2009-007985
e Vervallen (zie brief Wethouder)
Toegevoegde agendapunten
Volkshuisvesting
27 Vaststelling van de verordening tot wijziging van de Verordening op de
stadsdelen wegens opname artikel inzake de bestuurlijke boete Huisvestingswet
in de Regionale Huisvestingsverordening 2010 en vaststellen van het stedelijk
beleid woningonttrekking Nr. BD2009-007986
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad 18 nuvember 2009).
5
| Agenda | 5 | discard |
ozon 040 N% Gemeente De raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
oractie Veoh 5 Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 08 september 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 9
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over het stedelijke
horecabeleid in de TAR van 19 mei 2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van de burgemeester ter afdoening van de
toezeggingen in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 19-05-2022 over het stedelijk
horecabeleid
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 19-05-2022 heeft de
burgemeester op verzoek van raadslid Koyuncu van DENK toegezegd met de Koninklijke Horeca
Nederland (KHN) te kijken op welke manier horecaondernemers beter over de ontwikkelingen
omtrent het stedelijk horecabeleid kunnen worden geïnformeerd. Tevens heb ik op verzoek van
diverse commissieleden toegezegd om de commissie na de participatieperiode te informeren op
welke manier er met de inspraakreacties zal worden omgegaan.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-024230 % Gemeente De raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Z
Directie Openbare 9 Amsterdam ee jn
ed Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Ordeen Veiligheid €
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 08 september 2022
Ter kennisneming
Ja, TA2022-000438 en TA2022-00439
Welke stukken treft v aan?
AD2022-073147 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2022-073152 Raadsinformatiebrief - afdoening toezegging TAR 19052022.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OOV, E. Boer, 06 2824 9897, [email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
Nummer BD2011-008124 x Gemeente Amsterdam AZ
Deore oov Raadscommissie voor Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde
iens % en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en
x Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie
Ter kennisneming voor de commissievergadering
van 8 september 2011
Portefeuille 5
Agendapunt TKN 14
Datum besluit B&W <vrije tekst>
Onderwerp
Raadsadres gemeente Bergeijk
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres van de Gemeente
Bergeijk
Wettelijke grondslag
n.v.t.
Bestuurlijke achtergrond
Op 5 juli heeft de Gemeenteraad van de Gemeente Bergeijk een motie aangenomen
en het College opgeroepen alle Nederlandse gemeenten aan te schrijven om het
behoud van de gemeentelijke brandweer landelijk te bepleiten. De brief is in
Amsterdam als raadsadres behandeld en het College verzocht een antwoord te
formuleren. Op 22 juli heeft het College een antwoord aan de Gemeente Bergeijk
verzonden. De raad ontvangt nu de brief van de Gemeente Bergeijk en het antwoord
van het College.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd 1. Brief College van B&W gemeente Bergeijk d.d. 5 juli
2. Antwoordbrief College B&W Amsterdam d.d. 22 juli
Ter inzage gelegd n.v.t.
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
1
Portefeuille 5 Gemeente Amsterdam AZ
Agendapunt TKN 14 Raadscommissie voor Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden en Communicatie
Ter kennisneming voor de commissievergadering van 8 september 2011
S. Alta, [email protected]
2
| Raadsadres | 2 | val |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 september 2021
Portefeuille(s) Inkoop
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Directie SIS, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 222 ‘Inkoopstrategie bij stelselwijzigingen’ van de leden De
Fockert (GL), Bakker (PvdD), De Graaff (D66) en Heinhuis (PvdA)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 31 maart 2021 heeft uw raad bij de behandeling van
het agendapunt ‘Start aanbesteding inburgeringsvoorzieningen nieuwe Wet inburgering’ de motie
Inkoopstrategie bij stelselwijzigingen (nr. 222) van de leden De Fockert c.s. aangenomen. Met
deze motie wordt het college gevraagd om bij toekomstige grote stelselwijzigingen of
decentralisaties vanuit het Rijk waarbij de inkoop van diensten voor langere tijd wordt vastgesteld,
de inkoopstrategie met de gemeenteraad te bespreken voordat deze wordt vastgesteld door het
college. Dit biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om wensen mee te geven.
Het college geeft, zoals ook toegelicht bij de preadvisering, als volgt uitvoering aan de motie:
Bij aanbestedingen in grote stelselwijzigingen verzoekt de raad het college om haar wensen te
mogen uiten. Hoewel het opstellen van een inkoopstrategie en een (aanbesteding)leidraad de
taak van het college is, is het bij stelselwijzigingen opportuun om de wensen en aandachtspunten
van de raad hierin mee te nemen. De raad kan ook betrokken worden bij de afweging hoe de
gestelde doelen het beste gerealiseerd kunnen worden (uitvoeren in eigen beheer of door het
inzetten van een instrument als inkoop of subsidie). Dat is in het verleden ook bij verschillende
stelselwijzigingen gebeurd.
Recent heeft het college de raad betrokken bij de introductie van de Buurtteams, een wijziging in
het Amsterdamse zorgstelsel en zijn de raadsleden betrokken bij voorgenomen wijzingen in de
aanvullende Wmo en MO/BW (Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen). Een ander
voorbeeld is de expertsessie die is georganiseerd voor de Raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en
Sport. Hierin zijn de uitgangspunten en afwegingen aan de orde geweest die van belang zijn bij het
kiezen van een passende inkoopprocedure voor Aanvullende Wmo-zorg. Voor de aanstaande
aanbesteding Enkelvoudige Specialistische Jeugdhulp zal het college met de raad afstermmen op
welke wijze zij vooraf haar wensen kan meegeven.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 september 2021
Pagina 2 van 2
Het college beschouwt deze motie als een aansporing om in de toekomst, bij het vormgeven van
complexe inkooptrajecten aandacht te hebben voor het tijdig betrekken van de raad. Met name in
het sociaal domein waar de decentralisaties spelen. Het college beschouwt de wijze waarop zij
over een inkooptraject zal afstemmen met de raad als maatwerk, de vak wethouders gaan hier
immers zelf over. Per traject zal daarom bekeken worden wat de meest passende manier is om de
gemeenteraad te betrekken bij complexe inkooptrajecten en de daarbij horende
stelselwijzigingen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Inkoop
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 oktober 2022
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door Openbare Orde en Veiligheid ([email protected])
Onderwerp Professioneel controleren
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik u over het volgende. Op 19 september 2022 besprak de driehoek de
voortgang van de aanpak professioneel controleren van de politie. Het betreft de voortgang van
de aanpak over het jaar 2021. Graag deel ik de voortgangsbrief van de politiechef met u. In het
najaar van 2021 ontving v een raadsinformatiebrief over de voortgang over het kalenderjaar 2020
en het resultaat van het eerste half jaar van 2021.*
De Politie Eenheid Amsterdam spreekt zich nadrukkelijk vit tegen etnisch profileren en investeert
al jaren in een stevige aanpak. In 2021 zijn weer belangrijke stappen gezet in het verder
professionaliseren van controles om (gevoelens van) etnisch profileren te voorkomen. Hiervoor
spreek ik graag mijn waardering vit. Eris een breed draagvlak onder politiemedewerkers voor de
maatregelen die de organisatie neemt om etnisch profileren tegen te gaan en nagenoeg 100%
bekendheid met het handelingskader professioneel controleren. Ook de toename van de
algemene tevredenheid van bewoners over de politie naar 87% is één van de resultaten om trots
op te zijn. Te prijzen is dat de politie onverminderd kritisch naar zichzelf blijft kijken en concludeert
dat, ondanks de voortgang, nog veel werk is te verzetten. De driehoek steunt de politie in haar
streven om door te gaan op de ingeslagen weg om de organisatie veilig, divers en inclusief te
maken en te houden.
Het plan van aanpak Professioneel Controleren loopt eind 2022 af. De werkwijze wordt geborgd in
de lijnorganisatie van de politie. Voor de zomer zult v over de voortgang van 2022 en de wijze van
borging in de lijnorganisatie geïnformeerd worden.
* Etnisch profileren en voortgang aanpak professioneel controleren politie-eenheid Amsterdam.
d.d. 8 november 2021.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 oktober 2022
Pagina 2 van 2
Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
ze) A
ï Í ij #
7 Lj ,
B
Fr ee ee
Femke Halsema
Burgemeester
Bijlagen
1. Voortgangsbrief professioneel controleren 2021
2. Plan van aanpak professioneel controleren
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | val |
> Gemeente
Amsterdam
x Motie
Datum raadsvergadering 24 december
Ingekomen onder nummer 544
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake rapport rekenkamer
participatieparagraaf.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de beraadslaging
Constaterende dat:
-_De rekenkamer vaststelt dat participatie onvoldoende leeft bij de gemeente
-_De rekenkamer aanbevelingen heeft gedaan voor de verbetering van de
participatieparagraaf
Overwegende dag
-__ Het college de meeste aanbevelingen pas invoert na de rapportage van de
participatiemonitor 2023
-__ Dat de rekenkamer aangeeft dat de overname van de aanbevelingen door het college
onvoldoende concreet zijn
-__Dat het van belang is dat burgers daadwerkelijk invloed hebben op beleid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Een concrete definitie op te stellen van de term ‘draagvlak’, met meetbare parameters.
-_In toekomstige projecten meetbare doelen op te nemen voor draagvlak, met duidelijke
minimale waarden waaraan een project moet voldoen om verder te mogen gaan.
Indiener(s),
K.M. Kreuger
| Motie | 1 | discard |
en Advis,
Ö p
5 a
> le.
ò (B) 8
OOST
AGENDA
voor de vergadering op donderdag 7 juli 2016 van de
Ouderen Advies Raad Oost in de Raadzaal, Stadsdeelhuis
Aanvang 1400 — 16.00 uur
1. Opening en vaststelling van de agenda.
2. Korte mededelingen + berichten van verhindering.
3. Gast: Suzanne Paanen (Flying Squad) en een medewerker van Buurt Bel.
4. Toelichting lijst bijeenkomsten in juli 2016 (zie bijlage) en wat u nog kwijt wilt
om dat in een volgende vergadering te behandelen.
5. Vaststellen notulen van de vergadering op donderdag 2 juni jl.
6. Laatste ontwikkelingen bij Hulp bij het Huishouden in Amsterdam (zie bijlage
brief dd 27-5-2016)
7. De 2 — minuten ronde : _
* Verslag “Bestuurlijk overleg met Nevin Ozütok (2/06/2016
* Verslag “Informatiemarkt WGM op Chr. Huygensplein (4/06/2016)
* Verslag symposium ‘Goed Wonen voor Ouderen’ (6/06/2016)
* Verslag presentatie onderzoek wijkzorg en mantelzorg (13/06/2016)
* Verslag alg.bestuur POA i.o. (22/06/2016) zie brief over OV en N/Z-lijn.
* Verslag bijeenkomst doorstart WOO op 28/06/2016
* Verslag “Het nieuwe Jeruzalem”in De Zwijger 30/6/2016
8. Dwars door de Buurt #187 is vanaf 1 juli as in de buurten verspreid.
Zijn er nog tips voor onderwerpen voor het volgende nummer? Deadline:25/8
9. Rondvraag en sluiting.
Aansluitend op de openbare vergadering zal er tussen 16.00 — 18.30 uur in Grand Café Genieten de
de Zomerbijeenkomst van de OAR-Oost zijn met een hapje, drankje en sfeervolle muziek.
Tevens zullen er vanuit het Dagelijks Bestuur enkele mededelingen zijn.
Vereniging Ouderen Advies Raad Oost (OAR-Oost)
Voorzitter: Joke Krull, Weesperzijde 142-1, 1091 ET, Amsterdam, tel.: 020-665 18 89.
Secretaris: Dick Oosterbaan, e-mail: [email protected] , tel.: 06-51 19 67 25.
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 2 februari 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 uur tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK
d.d. 12 januari 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
e Wordt nagezonden
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 2 februari 2011
7 Openstaande toezeggingen
e _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
8 Termijnagenda
, _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
9 Openstaande Schriftelijke vragen
10 Rondvraag - Tkn lijst
Ruimtelijke Ordening
11 Vaststelling van de Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en
duurzaam Nr. BD2011-000397
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011)
e Voortzetting bespreking van 24 november 2010 en 12 januari 2011
e 2 termijn
e _ Stukken reeds in uw bezit
e Aanvullende stukken bijgevoegd
e _Deleden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en
Organisatie, raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur en
raadscommissie Onderwijs, Zorg en Kunst zijn hierbij uitgenodigd
12 Vaststelling Voorbereidingsbesluit AMC-terrein Nr. BD2010-005665
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011)
13 3e Kwartaalrapportage Zuidas 2010 Nr. BD2010-008018
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd n.a.v. toezegging wethouder in commissie, d.d. 12 januari 2011
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 2 februari 2011
Grondzaken
14 Werkplan kantorenloods 2011-2014 Nr. BD2010-006603
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
15 Afwikkeling grondtransacties met het Rijk en de Nederlandse Spoorwegen inzake
rijkswegen A4-gedeeltelijk en A10 en Ringbaan en beschikbaar stellen van de
gemeentelijke financiële bijdrage voor deze afwikkeling Nr. BD2010-005120
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011)
16 Definitieve beschikking VROM inzake de ongerechtvaardigde verrijking bij
bodemsanering Nr. BD2011-000398
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Sahin (D66)
e Was Tkn 8 in de raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010
e _ Uitgesteld in de raadscommissie BWK d.d. 12 januari 2011 i.v.m. afwezigheid raadslid
Sahin
e _ Stukken reeds in uw bezit
17 Bouwen aan de Stad Nr. BD2010-008953
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011)
e Informatief besproken in de raadscommissie van 12 januari 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
e _ Nieuwe commissieflap bijgevoegd
e Vragen en antwoorden uit de raadscommissie van 12 januari 2011 worden
nagezonden
Volkshuisvesting
18 Woningmarktpositie senioren Nr. BD2010-008955
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 2 februari 2011
19 leegstand in Amsterdam: inzet op gebruik, aanpak van leegstand Nr. BD2011-
000409
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Gevoegd bespreken met agendapunt 20
e De heer Bakker, indiener initiatiefvoorstel, is hierbij uitgenodigd
e _Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en
Handhaving, Raadsaangelegenheden, Communicatie en Financiën zijn hierbij
uitgenodigd
20 notitie tijdelijke verhuur 2010 Nr. BD2010-008821
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Gevoegd bespreken met agendapunt 19
Wijkaanpak en Stedenbeleid
21 Evaluatie Richting Parkstad 2015 en Koers Nieuw West Nr. BD2010-008937
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Openbare Ruimte en Groen
22 Bestedingsvoorstel prioriteit groengelden 2011 Nr. BD2011-000396
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Raan (PvdD)
e Was Tkn 10 in de raadscommissie BWK d.d. 12 januari 2010
e _ Stukken reeds in uw bezit
23 Bestuurlijke reactie op motie 450 Programma van Eisen Tuinen van West
(duurzaamheid) van het raadslid Geurts Nr. BD2010-008520
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | discard |
VN2021-035781 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Zuidas % Gemeente Marineterrein Energietransitie RO
% Amsterdam '
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Zuidas en Marineterrein
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (40)
Agendapunt 14
Datum besluit 30 november 2021
Onderwerp
Kennisnemen van de Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 1 januari tot en met 30 juni 2021 en de
bijbehorende aanbiedingsbrief
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok 1 janvari
tot en met 30 juni 2021, waarin v wordt geïnformeerd over de voortgang van het programma
Zuidasdok, ontwikkeling van de prognose eindstand en de planning.
Wettelijke grondslag
Artikel 169, lid 2 en lid 2 Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn
leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn
taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 9 juli 2012 hebben het Rijk, de gemeente Amsterdam, de Stadsregio Amsterdam en de Provincie
Noord-Holland een voorkeursbeslissing genomen voor het project Zuidasdok. Deze is vastgelegd
in de Bestuursovereenkomst Zuidasdok (projectscope en financiële afspraken) en de Structuurvisie
Zuidasdok (juridische planologische procedure). Voor de knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel
is in de Bestuursovereenkomst overeengekomen dat deze in een gecombineerde aanpak met het
project Zuidasdok worden voorbereid en gerealiseerd, waarbij de aanpak van de knooppunten
voor rekening en risico van het Rijk komt. Op 17 oktober 2012 heeft de gemeenteraad unaniem
ingestemd met de voorkeursbeslissing Zuidasdok.
In de Bestuursovereenkomst 2012 is vastgelegd dat Rijk en Amsterdam samen de risicodragende
partijen zijn in de verhouding 75% (Rijk) — 25% (Amsterdam). Daarbij is afgesproken dat het
projectrisico voor Amsterdam is gemaximeerd (‘gecapped’) tot een bijdrage van ten hoogste €
55 min. prijspeil 2011 (= € 61,77 min. prijspeil 2020). Het Rijk en de gemeente Amsterdam dragen
ook het verschil tussen de indexering van de kosten van het project (= GWW-index) en de IBOI-
indexering in de verhouding 75% (Rijk) resp. 25% (gemeente), waarbij de gemeente Amsterdam
nadere afspraken kan maken met de Vervoerregio Amsterdam over een extra subsidiabele bijdrage
van de Vervoerregio Amsterdam. Het indexeringsrisico dat voor 25% door de gemeente wordt
gedragen is geen onderdeel van de overeengekomen Amsterdamse ‘cap’ in het projectrisico. Het
programma Zuidasdok is door de gemeente Amsterdam als risicovol project opgenomen in de
Regeling Risicovolle Projecten (RRP).
Op 18 maart 2016 heeft de minister het Tracébesluit getekend. Op 20 april 2016 is het
bestemmingsplan Zuidasdok door de gemeenteraad vastgesteld. Hiermee is voorzien in het
juridisch-planologisch kader waarbinnen het programma Zuidasdok kan worden gerealiseerd.
Op 15 februari 2017 is de opdracht voor het ontwerpen en realiseren van het project Zuidasdok
aan ZuidPlus verstrekt. Uitvoering van het project Zuidasdok is echter zeer complex gebleken.
Voor de voortzetting van de realisatie van Zuidasdok is op 25 maart 2020 door de gezamenlijke
opdrachtgevers besloten tot het minnelijk beëindigen van het contract met de huidige aannemer
Gegenereerd: vl.4 1
VN2021-035781 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Zuidas % Amsterdam ‚ ‚ ‚ nm RO
% Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
en het opnieuw aanbesteden van de scope van Zuidasdok in hanteerbare deelpakketten. Daarnaast
is het advies van mw Dekker om voortvarend door te gaan met de realisatie van Zuidasdok door de
opdrachtgevers integraal omarmd en hebben zij de huidige scope van Zuidasdok herbevestigd.
Bijgaand gaat de halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok 1 januari tot en met 30 juni 2021. Samengevat
is in deze rapportage het volgende opgenomen:
1. _Projectvoortgang over het afgelopen halfjaar en de relevante actuele ontwikkelingen na de
verslagperiode voor de deelprojecten Openbaar Vervoerterminal (OVT), Signalling & Control
(S&CHICT Metro, Knooppunten en Tunnels. Aangezien de informatie in de rapportage
gebaseerd is op gegevens uit de periode 2 janvari tot en met 30 juni 2021 kan het zijn dat de
informatie als gevolg van de laatste ontwikkelingen is verouderd.
2. Scope: Er zijn in de afgelopen verslagperiode geen scopewijzigingen doorgevoerd.
3. Planning: De actuele stand van de mijlpalen past binnen de afgesproken bandbreedtes, met
uitzondering van de mijlpaal ‘Start aanbesteding OVT-2' en mijlpaal ‘Start aanbesteding
Tunnels’. Deze mijlpalen hebben een smalle bandbreedte van één kwartaal, waardoor de
bandbreedte snel overschreden wordt. De opstartfase van project Tunnels is vertraagd
door de thuiswerksituatie als gevolg van de COVID-maatregelen. Het team bestaat
grotendeels vit mensen die elkaar en het project nog niet kennen. Als gevolg hiervan is er
meer tijd nodig voor de voorbereiding en aanbesteding van het project. Start aanbesteding
project Tunnels is nu voorzien in Q3-2022. In de Kamerbrief van maart 2020 hebben de
bestuurders aangegeven dat de huidige verwachting is dat het laatste deelproject in de
periode 2032-2036 wordt opgeleverd. Daarbij geldt een voorbehoud, de haalbaarheid van de
planning is afhankelijk van de besluitvorming over het budget. Naarmate de besluitvorming
over het budget langer uitblijft, leidt dit tot meer kosten en zullen de planning en financiële
kaders meer onder druk komen te staan.
4. _ Financiën: Het budgettekort voor het programma Zuidasdok is berekend op ca. €1,2
mld. Rijk en regio zijn in gesprek over de invulling van het advies om een eenmalige
extra budgetbijdrage te doen, buiten de Bestuursovereenkomst uit 2012 om. Het
OGO is geïnformeerd dat besluitvorming over het project in maart 2022 nodig is.
Deze datum heeft betrekking op de programma- en projectenplanning. Bestuurlijke
besluitvormingsmomenten dienen hieraan vooraf te gaan.
5. Risico's: Er worden drie toprisico's vermeld: 1) de besluitvorming over het toekennen van
aanvullend budget voor Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag, 2) De transitie naar de
nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende voortvarend en 3) Er is onvoldoende
coördinatie tussen de projecten.
6. _Omgevingsmanagement en communicatie: de Programmaorganisatie werkt aan het
uitbouwen van de relatie met de beheerders van toekomstige onderdelen van het
programma. Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt eveneens per kwartaal
overleg gevoerd. Ook met de verschillende gebruikersgroepen wordt regelmatig overleg
gevoerd, waarbij deze overleggen steeds meer een regulier karakter krijgen. Indachtig het
advies van mw Dekker wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan het nog meer betrekken
van de (eind)gebruikers én het gezamenlijk vitdragen van het projectverhaal.
In de commissievergadering van 30 juni 2021 is toegezegd dat in de Halfjaarlijkse Rapportage meer
kleur (data, frequentie) zal worden opgenomen in de voortgang van de gebruikersoverleggen. Dit is
gebeurd; deze informatie is in hoofdstuk 5 opgenomen.
De Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 1 janvari tot en met 30 juni 2021, en bij behorende
raadsinformatiebrief is u reeds aangeboden via de Dagmail van 30 november 2021.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.4 2
VN2021-035781 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Zuidas % Amsterdam ‚ ‚ ‚
% Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
o.v.v. het lid Leenders.
Uitkomsten extern advies
Op 6 oktober 2021 heeft het Opdrachtgeversoverleg Zuidasdok (OGO) ingestemd met de
Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 2 janvari tot en met 30 juni 2021.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Leden commissie MLW.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
Bijlage 1 Aanbiedingsbrief bij Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 2 januari
AD2021-136816
tot en met 30 juni 2021. pdf (pdf)
AD2021-136815 | Bijlage 2 Halfjaarrapportage H1-2021 Definitief.pdf (pdf) |
AD2021-136817 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Zuidas, Fanneke Faasen, 06 222.07105, f.faasen®amsterdam.nl Directie Zuidas, Monique
Bouman, 06 2220.6928, [email protected]
Gegenereerd: vl.4 3
| Voordracht | 3 | train |
AGENDA (concept)
Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
Datum: Dinsdag 4 maart 20.00 uur
Aanvang: 20.00 uur
Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
Nr. [Onderwerp ________________________\Nadereinfo
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 12 februari 2014 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
‚Nr. |Onderwerp__________________\Nadereinfo |Regnr.
7. Vaststelling 1° herziening bestemmingsplan Landelijk | Ter advisering 6317
Noord
Vaststelling bestemmingsplan Sportpark Melkweg en | Ter advisering 6315
besluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder
voor bestemmingsplan Sportpark Melkweg
Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan NDSM-werf Ter advisering 6308
West
Havenatlas NDSM-werf Terbespreking | ___ |
Vervolg vergadering op donderdag 6 maart vanaf 20.00 uur.
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-2529924 of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en
commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen.
www.noord.amsterdam.nl/deelraad
| Agenda | 1 | discard |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1444
Datum indienen 9 augustus 2019
Datum akkoord 10 september 2019
Publicatiedatum 11 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmé en Torn inzake de
positie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en eventuele financiële risico’s
voor de gemeente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Onlangs berichtte Binnenlandsbestuur.nl over de twijfels die zijn ontstaan over de
vraag of het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) aan haar financiële
verplichtingen kan voldoen. De toezichthouder van het WSW, de Autoriteit
woningcorporaties, concludeerde in haar rapport van 7 juni 2019 namelijk dat het
onzeker is of het WSW eventuele toekomstige verliezen kan dekken uit haar eigen
risicovermogen. In dit scenario bestaat er een kans dat het Rijk en gemeenten,
waaronder dus Amsterdam, financieel moeten bijspringen.
Kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P) schatte tot voor kort de outlook voor het
WSW in als ‘negatief’. De Amsterdamse fractie van de VVD heeft hierover in de
raadscommissie Wonen en Bouwen van 17 april 2019 haar zorgen geuit en hier
de nodige vragen over gesteld.® Deze inschatting van S&P hield namelijk in dat er
een 50%-kans bestond op afwaardering van de kredietwaardigheid.
Op 25 juli jl. heeft S&P de outlook voor het WSW opgewaardeerd van negatief naar
stabiel en de AAA-status herbevestigd.” Dit is een voorzichtig goed teken, maar er
wordt tegelijkertijd benadrukt dat er kans is op een nieuwe afwaardering als nieuwe
financiële zwaktes zich voordoen. Zo kan stress in de sociale woonsector ervoor
zorgen dat de beoordeling van het WSW weer onder druk komt te staan.
Het is wat de fractie van de VVD betreft bovendien van belang dat de afspraken en
maatregelen uit het strategisch programma 2019 van het WSW worden nageleefd en
uitgevoerd.
' https://www. binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/twijfels-over-positie-borger-sociale-
woningbouw. 10260962 lynkx
https/amsterdam raadsinformatie.nl/documeni/7636430//definitef verslag WB 17 04 2019
https://www.wsw.nl/uploads/user upload/RatingsDirect ResearchUpdateDutchSocialHousingGuaranteeFundW
SWOutlookRev…… pdf
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019
Gezien het vorenstaande hebben de leden Naoum Néhmé en Torn, beiden namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kent het college het bericht “Twijfels over positie Borger sociale woningbouw”
verschenen in Binnenlands Bestuur op 23 juli 2019? En is het college op de
hoogte van het rapport van de Autoriteit woningcorporaties (“Toezicht WSW 2018
Rapport over het toezicht op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw”) van 7 juni
2019?
Antwoord: Ja.
2. Deelt het college de mening van de Amsterdamse fractie van de VVD dat het geld
van het WSW op is doordat de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (te) veel geld aan Humanitas Huisvesting en Geertruidenberg
heeft laten uitkeren?
Antwoord: Nee. In het jaarverslag 2018 van de gemeente Amsterdam (pagina
402) en de brief aan de raadscommissie Wonen van 26 februari 2019 is een
analyse van de achtervang verwerkt. Hierin is gemeld dat in het saneringsbesluit
besloten is dat het WSW als borger bijdraagt aan de oplossing van de financiële
problemen. Tevens is gemeld dat de Minister van Binnenlandse Zaken heeft
gemeld dat het WSW voor de aankomende jaren voldoende middelen
beschikbaar heeft.
Naar aanleiding van deze twee aanspraken op het WSW heeft het WSW een
Strategisch Programma opgezet met het doel om een voldoende robuust
borgstelsel te kunnen garanderen en het zo mogelijk te blijven maken dat
corporaties tegen zo laag mogelijke kosten financierbaar zijn. Dit programma
heeft mede als uitkomst dat daarmee de door de Autoriteit Woningcorporaties
geconstateerde onzekerheid over het risicokapitaal van WSW voor de achtervang
op de lange termijn wordt. weggenomen.
3. Deelt het college de mening van de Amsterdamse fractie van de VVD dat de
keuzes van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en
de corporatiesector de problemen bij het WSW hebben veroorzaakt en zelf
moeten oplossen?
Antwoord: Zie antwoord bij 2.
4. Volgens pagina 24 van voornoemd Rapport van 7 juni 2019 dient het eigen
vermogen van het WSW te worden verhoogd van 268 miljoen euro tot minimaal
400 miljoen euro. In 2019 zal de toezichthouder beoordelen of en in hoeverre dit
gebeurd is. Hoe kan het college waarborgen dat het WSW, daadwerkelijk geld
(obligo} ophaalt bij de corporaties dan wel de premie verhoogt en pas als
allerlaatste stap aanklopt bij gemeentes om aanspraak te maken op de
achtervangpositie? Welke acties heeft het college in dit verband genomen en/of is
het college bereid nog te gaan nemen?
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Vs Gemeenteblad
Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019
Antwoord: De mogelijkheden van het college tot waarborging van het verrichten
van handelingen door WSW zijn beperkt. Verwacht mag worden dat WSW, gelet
op het belang in de sector en het behoud van zijn credit rating zijn bevoegdheden
zal gebruiken om het eigen vermogen op voldoende niveau te brengen.
WSW werkt middels zijn Strategisch Programma eraan zijn risicovermogen tijdig
aan te vullen met het doel dat er geen twijfel ontstaat over de kredietwaardigheid
en rating van WSW. Een prioriteit is het percentage van het garantieniveau te
verhogen in het Reglement van Deelneming zodat het moment van innen van
obligo bij deelnemers (corporaties) in de tijd naar voren wordt gehaald. Door een
verhoging van dat percentage zal dit niveau eerder onderschreden worden en kan
WSW tijdig overgaan tot het innen van obligo bij deelnemers waardoor de
benodigde liquiditeitspositie in stand kan worden gehouden. De hoogte van dit
niveau wordt 0,65% (nu 0,25%).
Gelet op de structurering van de achtervang in 3 lagen, zie ook het jaarverslag
van de gemeente zal de aanspraak van WSW op gemeente en Rijk pas als
laatste (3° laag) kunnen plaatsvinden.
5. Hoe groot acht het college de kans dat gemeenten moeten bijspringen als het
WSW niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen?
Antwoord: Het college is zich mede op basis van het rapport van Autoriteit
Woningcorporaties bewust van de onzekerheden omtrent het WSW. Het door het
Rijk en de VNG gedeelde vertrouwen, dat het WSW voldoet aan de afspraak dat
er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen beroep wordt
gedaan op het Rijk en gemeenten als achtervang, staat op basis van analyses
van het WSW voorop. Ook is het behoud van de zeer hoge ‘AAA’ rating van
ratingagency S&P en het intrekken van een mogelijke verlaging van de
kredietwaardigheid van WSW gepubliceerd op 25 juli 2019 een belangrijk signaal.
We blijven de ontwikkelingen omtrent het risicoprofiel van het WSW, de sector en
de implementatie van het Strategisch Programma kritisch volgen. Vooralsnog
continueren we het risico op laag’.
6. Indien de achterborgstelling van het Rijk en Gemeenten (50/50) wordt
aangesproken, hoeveel kan de rekening voor gemeente Amsterdam maximaal
bedragen?
Antwoord: Het WSW staat borg voor de rente en aflossingen van leningen aan
woningcorporaties, waardoor deze toegang hebben tot de kapitaalmarkt en tegen
gunstige voorwaarden kunnen lenen. De achtervang van de deelnemende
Nederlandse gemeenten en het Rijk is onderdeel van een bredere
zekerheidsstructuur die uit drie lagen bestaat. Als vanuit de achtervang er
renteloze leningen aan het WSW worden verstrekt, derft de gemeente gedurende
de looptijd van deze leningen de rente. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de
leningen volledig terugbetaald worden door het WSW. Eris sprake van een
‘overbruggingskrediet’ zodat het WSW tijd nodig heeft om de zaken op orde te
brengen en zekerheden uit te winnen. Het risico van rentederving betreft een
resterend risico dat wordt opgenomen en verwerkt bij de bepaling van het
gemeentelijke weerstandsvermogen.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Vs Gemeenteblad
Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019
7. Wat vindt het college van het recente oordeel van kredietbeoordelaar S&P (d.d.
25 juli 2019) dat de kredietwaardigheid van het WSW neerwaarts kan worden
bijgesteld wanneer wederom blijkt dat het beschikbaar vermogen onvoldoende
is?
Antwoord: Het college heeft kennis genomen dat de kredietbeoordelaar S&P een
eerder gedane melding van mogelijke verlaging van de kredietwaardigheid van
WSW heeft ingetrokken en de hoogste credit rating van AAA voor het WSW heeft
herbevestigd. Het college heeft geen reden tot twijfel aan hun oordeel.
8. Op 17 april 2019 heeft de wethouder Wonen in de commissievergadering WB
aangegeven geen aanleiding te zien tot heel grote zorgen over de financiële
risico’s die bij gemeente liggen.“ Is het college deze mening nog steeds
toegedaan? Graag een toelichting.
Antwoord: Ja, zie de beantwoording van de vragen 4-7.
Toelichting door vragenstellers:
Ook wenst de Amsterdamse fractie van de VVD enkele vragen te stellen over de
systematiek van het nieuwe saneringsstelsel waarin het WSW een sleutelpositie heeft
en de rol van de gemeentes daarin.
9. In het nieuwe saneringsstelsel mag alleen zogeheten ‘noodzakelijk DAEB:
(woningen die nodig zijn voor de sociale huisvesting’) gered worden. De
gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het aanwijzen van wat ‘noodzakelijk
DAEB’ is:
a. Welke richtlijnen heeft gemeente Amsterdam voor het aanwijzen van
‘noodzakelijk DEAB'? Hoe gaat dat in de praktijk?
b. Wat vindt de gemeente dat er moet gebeuren met het bezit dat als ‘niet-
noodzakelijk DEAB' kan worden gekwalificeerd”?
c. Hoe wil gemeente Amsterdam voorkomen een ruimhartige aanwijzing van
‘noodzakelijk DAEB’ te plegen waardoor een te grote rekening wordt gelegd
bij de hele corporatiesector via het WSW?
d. Hoe wil Amsterdam voorkomen dat andere gemeentes in Nederland een
ruimhartige aanwijzing van ‘noodzakelijk DAEB’ plegen waardoor een te grote
rekening wordt gelegd bij gemeente Amsterdam via het WSW?
e. Hoe kijkt het college aan tegen de casus ‘Geertruidenberg’ die al zijn sociale
huurwoningen als ‘noodzakelijk DAEB’ heeft bestempeld en waardoor de
uiteindelijke rekening hierdoor 600 à 800 miljoen euro werd en Amsterdamse
corporaties 10% hiervan moeten betalen?
Antwoord: Pas als een corporatie een saneringsaanvraag indient gaat het
vraagstuk rondom noodzakelijke DAEB-spelen. In het proces om te komen tot een
besluit door de saneerder over een saneringssubsidie heeft de gemeente de rol
om een zienswijze af te geven.
4 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7636430/1/definitief verslag WB 17 04 2019
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Vs Gemeenteblad R
Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019
Dit is een zienswijze over het verrichten of voortzetten van die (DAEB)
werkzaamheden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders van de
gemeenten waar zij worden verricht noodzakelijk is voor het in stand houden van
voldoende woongelegenheden.
De zienswijze van de gemeente vormt een bovengrens voor de DAEB-
werkzaamheden waarvoor saneringssubsidie verstrekt kan worden. De zienswijze
is echter niet leidend op zichzelf. Hieruit volgt dat zowel scenario’s onderzocht
moeten worden met behoud van de door gemeenten noodzakelijke DAEB-
werkzaamheden als scenario's waarin dat niet het geval is. De door de gemeente
als noodzakelijk aangemerkte DAEB-werkzaamheden kunnen vervolgens worden
beoordeeld in het kader van de evenredigheidtoets.
Oftewel de gemeente geeft de bovengrens van de noodzakelijke DAEB aan maar
de saneerder besluit over de toekenning van saneringssubsidie.
Bovenstaande is vastgelegd in de ” Beleidsregels financiële sanering toegelaten
instellingen 2019” (https://wetten. overheid.nl/BWBRO041961/2019-03-01)
a. Hetcollege kent geen aanleiding voor de noodzaak van het aanwijzen of
ontwikkelen van richtlijnen van noodzakelijke DAEB-werkzaamheden.
b. Zie antwoord bij a.
c. Zie antwoord bij a.
d. Zie de inleiding.
e. Zie de inleiding.
10. De huidige achtervangovereenkomst tussen gemeente Amsterdam en het WSW
loopt per 31 december 2019 af. Zal de nieuwe overeenkomst op onderdelen
gewijzigd worden, mede in het licht van de financiële kwetsbaarheden die onlangs
zichtbaar zijn geworden? Zo ja, om welke onderdelen gaat het?
Antwoord: Het proces naar een nieuwe achtervangovereenkomst wordt
voorbereid in samenhang met nieuwe prestatieafspraken. Besluitvorming over
een nieuwe achtervangovereenkomst zal conform het Lening en Garantiebeleid
worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
11. In de analyse van het achtervangrisico dat het college met de gemeenteraad
heeft gedeeld (besproken in de raadscommissie Wonen en Bouwen in april jl.)
staat dat de informatievoorziening aan de gemeente in het kader van de
achtervangovereenkomst met het WSW is verbeterd. Op welke punten is er
sprake van verbetering? Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord: De informatievoorziening aan gemeenten krijgt sinds 2016 meer
aandacht. Het WSW stemde in 2016 in met het verzoek van de VNG om
afgestemde financiële ratio's per corporatie te delen met de gemeenten die
betrokken zijn bij de corporatie. Dit gebeurt vanaf 2017 jaarlijks in de maart’ april
tezamen met de lening overzichten, de schuld-/WOZ-overzichten en het
borgingsplafond per corporatie met de gemeenten. Daarnaast worden individuele
gemeenten over hun betrokkenheid bij corporaties in de hoogste risicocategorie
geïnformeerd.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Vs Gemeenteblad
Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019
De samenwerking tussen de gemeente en het WSW is in 2018 verder
geïntensiveerd middels intensieve gesprekken over onder meer de
informatieverstrekking en de structuur van de overeenkomst. Het college is van
mening dat dit een positieve trend is maar dat er nog steeds ruimte is voor
verbetering.
12. In de analyse van het achtervangrisico dat het college met de gemeenteraad
heeft gedeeld, meldt het college dat “o.a. ambities op duurzaamheid op termijn
zorgen voor een toename van de risico’s op de borg” (p. 22). Wat kan dit concreet
inhouden voor de achtervangborg van gemeente Amsterdam? Houdt dit ook in
dat de gemeente haar duurzaamheidsambities neerwaarts moet bijstellen om
financiële tegenvallers te voorkomen? Zo nee, wat houdt bovengenoemde
zinsnede in?
Antwoord: De zinsnede uit het rapport refereert naar een onderzoek van het
WSW over verduurzaming bij corporaties. Daarin staat dat er grenzen zijn aan
investeren in duurzaamheid bij corporaties. Wanneer zij hun DAEB-bezit in 2030
naar gemiddeld energielabel A willen brengen is dat niet haalbaar. Dit scenario
leidt tot een toename van de investeringsdruk, maar ook tot meer financiële en
bedrijfsrisico's bij corporaties. Ook is in dit scenario geen rekening gehouden met
nieuwbouw buiten de huidige corporatieplannen. En ten slotte verschilt de
haalbaarheid van de benodigde investeringen sterk per regio. (
https://www.wsw.nl/contact/nieuwsbericht/wsw-onderzoek-ziet-grenzen-aan-
investeren-in-verduurzaming-bij-corporaties/)
13. Is in de verwachte stijging van het borgingsplafond voor de in Amsterdam actieve
corporaties met 700 miljoen euro in 2018-2020 (dus van 8.3 miljard naar 9 miljard)
rekening gehouden met de duurzaamheidsambities van het huidige college”?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Nee. De huidige overeenkomst is eind 2017 voor 2018 en 2019
gesloten. De stijging is gebaseerd op een verwachte toename van de
borgingsbehoefte van de Amsterdamse corporaties. Deze is het saldo van de
eigen financieringsmiddelen van de corporaties, de herfinancieringsbehoefte en
de nieuwe financieringsbehoefte voor nieuwe investeringen en daarmee ook
verduurzaming. Daarnaast wordt de ontwikkeling getoetst aan de financiële ratio's
van de corporaties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 461
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van Doorninck, mevrouw Moorman en de heer
Paternotte inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (evaluatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Overwegende dat:
— het voor het functioneren van het nieuwe bestuurlijk stelsel van groot belang is
dat dit voortdurend wordt gemonitord en geëvalueerd;
— ook na 2014 flexibele aanpassingen binnen het bestuurlijk stelsel nodig en
mogelijk blijven en de bevoegdheidsverdeling periodiek wordt herzien;
— in 2015 drie grote decentralisaties plaatsvinden, waardoor het aantal
bevoegdheden en taken van de stad enorm zal toenemen;
— nadat de decentralisaties hebben plaatsgevonden, een evaluatie van de
bevoegdheidsverdeling binnen het nieuwe bestuurlijk stelsel zinvol is;
— het college het voornemen heeft een eerste evaluatie van het bestuurlijk stelsel
als geheel — inclusief de bevoegdheidsverdeling — in 2016 te laten plaatsvinden,
Van mening zijnde dat:
— de evaluatie uitgevoerd moet worden door een daartoe speciaal in te stellen
onafhankelijke commissie;
— de opdrachtgever van die commissie moet bestaan uit leden van het college van
burgemeester en wethouders en de bestuurscommissies in gezamenlijkheid,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 461 Moti
Datum _ 26 juni 2013 otie
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
samen met de bestuurscommissies in 2016 een onafhankelijke evaluatiecommissie in
te stellen voor de evaluatie van het bestuurlijk stelsel als geheel, inclusief de
bevoegdheidsverdeling.
De leden van de gemeenteraad,
M. Moorman
G.A.M. van Doorninck
J.M. Paternotte
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 745
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder AL
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake de invoering van eeuwigdurende erfpacht
voor nieuwe uitgiften (risicopercentage maximaal 1,0 procent).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe
uitgiften (Gemeenteblad afd. 1, nr. 664).
Overwegende dat:
— de gemeente onder andere over zeer sterke verhaalmogelijkheden beschikt,
onder andere daardoor nauwelijks debiteurenrisico loopt, en zelf eigenaar blijft
van de grond;
— het voorgestelde risicopercentage van 1,5 procent niet goed is onderbouwd;
— daarbij geldt: hoe hoger het percentage, hoe belangrijker om een zorgvuldige
onderbouwing te geven, mede gezien de verbondenheid van partijen, de
machtspositie van de gemeente;
— er experts zijn die tot veel lagere risicopercentages komen (onder andere
het rapport van de Marktwaardecommissie en de inspraak van Dr. Wesseling);
— de vergelijking met hypotheekrente die banken hanteren niet opgaat omdat
de gemeente zelf geen bank is en er tussen verschillende banken concurrentie
bestaat, terwijl de erfpachters alleen op de gemeente zijn aangewezen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij de vaststelling van het canonpercentage voor eeuwigdurende erfpacht uit te
gaan van een risico-opslag van maximaal 1,0 procent;
— het vorenstaande te verwerken in het Grondprijzenbeleid 2016 voor nieuwe
uitgiften in eeuwigdurende erfpacht en de andere relevante beleidsstukken.
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 377
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder P
Ingekomen op woensdag 20 april 2016
Behandeld op woensdag 20 april 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Flentge inzake het Amsterdams taalbeleid voor volwassenen 2016—
2018 (taalbeleid voor niet-uitkeringsgerechtigden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Amsterdams taalbeleid voor volwassenen 2016-2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 322).
Overwegende dat:
— taalachterstanden bij niet-uitkeringsgerechtigden In de nabije toekomst geen
standaardonderdeel meer uitmaakt van het Amsterdams taalbeleid voor
volwassenen;
— hierdoor taalonderwijs voor deze groep minder toegankelijk wordt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken hoe niet-uitkeringsgerechtigden vanaf 2017 een volwaardig
aanbod voor taalonderwijs blijven houden;
— de raad hierover te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | discard |
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina Ì van 6
Stadhuis Amstel 1 Gemeenteraad Amsterdam
oep erdam Raadsgriffie Stand van zaken op: 10-4-2020
1000 AE Amsterdam
Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille “Grondzaken”
Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken
Ingediend houder
Motie Principebesluit In de voorbereidingen van NT. 9-11-2017 31-3-2018 van Grondzaken Door het gewijzigde
Marineterrein Amsterdam de Projectnota — tussen Bakker, Doorninck Dienst rve standpunt van Defensie
- uitspreken voor nu en de verkiezingen — Nuijens, grond en om aanwezig te blijven op
opstelling wh RO en niet alleen de Geenen, ontwikkel het Marineterrein wordt
verschillen benoemen Principenota maar ook Boomsma opnieuw met het Rijk
met Principenota bovenstaande uitspraken onderzocht wat voor
Marineterrein van de — nu zittende — ontwikkeling mogelijk is.
(TA2017-001334) raad als basis voor In de gesprekken met het
verdere samenwerking Rijk is en wordt de
met het Kabinet te strekking van de motie
gebruiken meegenomen. Het
overleg is nog gaande.
Wanneer de gesprekken
afgerond zijn, zal de
commissie geïnformeerd
worden.
Motie Ontwikkelperspectief 1. Verschillende opties Geenen 21-12-2017 21-3-2018 van Grondzaken Afgehandeld: de
Amstel III - voor Doorninck Dienst rve gemeenteraad is op 18
woningbouwprogramma's woningbouwprogramma's grond en september 2019 per brief
nader doorgelicht de wijken van Amstel III ontwikkel geïnformeerd over het
(TA2017-001584) door te rekenen en voor uitstel. De motie wordt in
te leggen aan de raad bij Q4 2020 tegelijkertijd met
besluitvorming over deze de herziening van de
gebieden, zodat er meer grondexploitatiebegroting
inzicht ontstaat in en bijbehorend
effecten van de ‘knoppen’ Ontwikkelperspectief
waar de raad aan kan voor Amstel II
draaien; 2. Hiertoe beantwoord.
verschillende scenario's
op te nemen, waarin in
ieder geval inzichtelijk is
wat de effecten zijn aan
van het draaien van de
volgende ‘knoppen’: «
Grotere of kleinere
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 2 van 6
Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken
Ingediend houder
woningen * Meer of
minder
studentenwoningen
binnen de sociale huur «
Relatief meer of minder
woningen met 1-, 2-, 3-, of
4+kamerwoningen * Meer
of minder koop binnen
middenhuur * Meer of
minder betaalbare
middenwoningen (< 800
euro) * Meer of minder
sociale huurwoningen
(bandbreedte: 0-100%) «
Meer of minder
middenwoningen
(bandbreedte: 0-100%) «
Meer of minder dure
woningen (bandbreedte:
0-100%); 3. In ieder geval
inzicht te bieden in de
effecten van het draaien
aan de verschillende
knoppen op: « Het aantal
en type woningen (ook in
bvo/gbo) * De exploitatie «
De mate waarin voldaan
wordt aan de vraag of
behoefte « De
vastgestelde
uitgangspunten van
Amstel III
Motie Canonherziening einde Te onderzoeken of en hoe Naoum 19-12-2019 19-3-2020 van Grondzaken Planning is de
tijdvak en Verlengde de procedure voor een Néhmé, Doorninck Dienst rve bestuurlijke reactie april
afkoop erfpacht - geef aanvraag voor overstap Boomsma, grond en naar de commissie te
erfpachters met op eeuwigdurende van ontwikkel sturen.
gemengde bestemming erfpacht bij erfpachters Schijndel,
en onbezwaarde waarde met een gemengde Bloemberg-
de kans om ene bestemming en Issa, Kilic,
afgewogen keuze te onbezwaarde waarde kan Ceder, van
maken worden gewijzigd zodat Soest
(TA2019-001686) zij een weloverwogen
beslissing kunnen nemen
door bijv. een
overstapaanbieding te
doen onder de
ontbindende voorwaarde
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 3 van 6
Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken
Ingediend houder
dat de noodzakelijke
aanpassingen worden
gedaan, waarbij blijft
staan dat zij, om in
aanmerking te komen
voor de gunstige
voorwaarden die in 2019
gelden, vóór 1 januari
2020 een datum hebben
geregistreerd
Motie Canonherziening einde Aan erfpachters ten Bloemberg- 19-12-2019 19-3-2020 van Grondzaken Planning is de
tijdvak en Verlengde aanzien van het Issa, Doorninck Dienst rve bestuurlijke reactie april
afkoop erfpacht - maak overstappen op Ceder, grond en naar de commissie te
erfpachtberekeningen eeuwigdurende erfpacht Kilic, ontwikkel sturen.
inzichtelijk de benodigde informatie Naoum
(TA2019-001687) ter beschikking te zullen Néhmé,
stellen, zodat erfpachters van
en/of hun financiële Schijndel,
adviseurs zelf de Boomsma,
afkoopsom kunnen van Soest
narekenen
Motie Evaluatie van het 1. De verschillende vormen _ van 22-1-2020 29-4-2020 van Grondzaken Gesprek gevoerd met het
participatieproces van participatie gedurende Renssen Doorninck Dienst rve team democratisering om
Klaprozenbuurt het planvormingsproces grond en de evaluatie van het
(TA2020-000096) voor de Klaprozenbuurt te ontwikkel participatieproces te
evalueren ten behoeve van begeleiden. Het komt onder
toekomstig beleid en een grotere
ontwikkelingen; 2. Van deze evaluatie/leeropgave te
evaluatie een rapportage op vallen waarin ook andere
te stellen, met belangrijke planvormingsprocessen en
aandachtspunten en programma's worden
aanbevelingen en deze zo geëvalueerd op gebied van
spoedig mogelijk aan de participatie. Planning volgt
raad te sturen later.
Motie Sportfaciliteit APGS voor In gesprek te gaan met de Naoum 11-3-2020 10-6-2020 van Grondzaken Afhankelijk van de
Amstelkwartier fase III Nationale Politie en zich Néhmé Doorninck Dienst rve doorlooptijd van de corono-
(TA2020-000317) daarbij in te zetten voor grond en maatregelen wordt het
openstelling van de politie- ontwikkel overleg met de politie
sportfaciliteit APGS gestart. Het is nog
(Amsterdamse Politie onduidelijk of 10 juni kan
Gymnastiek & worden gehaald. Hierover
Sportvereniging) in het volgt meer duidelijkheid in
weekend voor alle één van de volgende
Amsterdammers dus ook termijnagenda's.
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 4 van 6
Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken
Ingediend houder
voor niet-leden van de
Nationale Politie.
Raadsadres Moratorium van in handen van het college 18-12-2019 29-1-2020 van Grondzaken Door een misverstand is
overstapaanbiedingen van b&w te stellen ter Doorninck Dienst rve het net niet gelukt om de
voor iedere erfpachter afhandeling en kopie grond en commissie van 25 maart
(TA2019-001637) antwoord naar ontwikkel te halen. De commissie
raadscommissie RO ontvangt de
beantwoording 15 april
2020 tkn.
Raadsadres Alarmerende ontwikkeling in handen college b&w te 22-4-2020 3-6-2020 van Grondzaken planning is beantwoording
in de Lutkemeerpolder stellen ter afhandeling en Doorninck Dienst rve begin juni
(TA2020-000382) kopie antwoord naar grond en
raadscommissie RO ontwikkel
Raadsadres Ingebrekestelling door de in handen college b&w te 22-4-2020 3-6-2020 van Grondzaken planning is beantwoording
gemeente Amsterdam bij stellen ter afhandeling en Doorninck Dienst rve begin juni
de berekening van afkoop kopie antwoord naar grond en
voor erfpacht raadscommissie RO ontwikkel
(TA2020-000383)
Schriftelijke vraag Duurzaamheidsnormen Kreuger 13-3-2020 10-4-2020 van Grondzaken De commissie ontvangt
voor nieuwbouw Doorninck Dienst rve de beantwoording
(TA2020-000310) grond en uiterlijk 10 april 2020
ontwikkel
Termijnagendapunt RO Marineterrein Nota van uitgangspunten Van der 18-1-2017 30-9-2017 Kock Grondzaken Door het gewijzigde
Commissie (TA2017-000152) wordt na de zomer Burg Dienst rve standpunt van Defensie
verwacht. grond en om aanwezig te blijven op
ontwikkel het Marineterrein zal
opnieuw met het Rijk
onderzocht moeten
worden wat voor
ontwikkeling mogelijk is.
Het overleg hierover met
het Rijk wordt voortgezet.
Wanneer de gesprekken
afgerond zijn, zal de
commissie geïnformeerd
worden.
Termijnagendapunt RO Herziening De grondexploitaties voor Van der 2-3-2017 31-12-2020 van Grondzaken Na uitwerking van de
Commissie investeringsbesluit ArenA Poort West en Oost Burg Doorninck Dienst rve planning van de
ArenaPoort Oost en West worden in 2018 herzien en grond en ontwikkelstrategie, incl. het
(TA2017-000268) vastgesteld. De herziening ontwikkel advies- en toetstraject, blijkt
wordt onderbouwd door o.a. inspraak vanaf mei/juni
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 5 van 6
Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken
Ingediend houder
het stedenbouwkundige 2020 mogelijk. Dit betekent
kader dat richting moet dat na het zomerreces de
gaan geven aan de diverse besluitvorming over de
ontwikkelingen en definitieve
transformaties in het gebied ontwikkelstrategie inclusief
en kwaliteitsverbetering van investeringsbesluit (met
de openbare ruimte. aanpassingen) en de Nota
van Beantwoording kan
starten, met Cie. en Raad
in nov/dec 2020.
Termijnagendapunt RO Kop Dijksgracht In verband met de Van der 2-3-2017 30-9-2017 van Grondzaken Planvorming van een
Commissie (TA2017-000270) ontwikkeling van kavel Burg Doorninck Dienst rve definitief plan voor de
5b6 op het grond en ontwikkeling van Kop
Oosterdokseiland is de ontwikkel Dijksgracht wordt
ontwikkeling van een aangehouden tot na
definitief plan tijdelijk besluitvorming over
stopgezet. Naar NvUfprojectplan
verwachting zal voor het Marineterrein; overleg
werken aan het definitieve tussen gemeente en het
plan Kop Oosterdok begin Rijk n.a.v. het gewijzigde
volgend jaar weer standpunt van Defensie
opdracht gegeven over aanwezigheid op het
worden. Dan zal er ook Marineterrein is nog
een planning volgen. Er is gaande. De planvorming
een tijdelijke wordt opgepakt zodra het
situatie/inrichting tot 2019 overleg duidelijkheid over
op de Kop Dijksgracht. de verdere ontwikkeling
heeft opgeleverd. De
tijdelijke inrichting van
het gebied zal met vijf
jaar verlengd worden.
Termijnagendapunt RO actualiteit longstay- Inzake de actualiteit van Bakker 6-3-2019 17-4-2019 van Grondzaken
Commissie appartementen hotel het lid Bakker (SP) (SP) Doorninck Dienst bc
Kinkerbuurt omtrent longstay- west
(TA2019-000335) appartementen hotel
Kinkerbuurt zegt de
wethouder toe dat er een
brief met uitkomsten
onderzoek (verkeer en
parkeren en
sloopvoorwaarden) volgt.
Termijnagendapunt RO Nota bodembeheer, Wethouder heeft o.v.v. het Leenders 2-10-2019 30-10-2019 van Grondzaken
Commissie subsidieaanvraag lid Leenders toegezegd Doorninck Dienst rve
om de commissie nader
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 6 van 6
Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken
Ingediend houder
Amsterdam Wetlands. te informeren over de ruimte en
(TA2019-001301) subsidie aanvraag duurzaamheid
Amsterdam Wetlands.
Termijnagendapunt RO Vangnetregeling, Wethouder heeft o.v.v. het Van 2-10-2019 29-2-2020 van Grondzaken In het eerste kwartaal van
Commissie beperkingen SVN lid Van Dantzig toegezegd Dantzig Doorninck Dienst rve 2020 mag worden
(TA2019-001302) om de commissie bij de grond en verwacht dat de
second opinion nader te ontwikkel definitieve second
informeren over de opinion is gegeven en
wettelijke beperkingen wordt de commissie over
waarover het SVN rept. de inhoud hiervan
geïnformeerd. Er zal dan
tevens antwoord komen
op de vraag van raadslid
Van Dantzig tijdens de
Cie van 2 oktober 2019
over wettelijke
beperkingen.
Termijnagendapunt RO Erfpacht, aantallen De wethouder heeft, in alle 15-1-2020 4-3-2020 van Grondzaken De commissie is via de
Commissie overstappers. aansluiting op de raadsleden Doorninck Dienst rve dagmail van 3 februari
(TA2020-000073) discussie over de grond en door middel van een
actualiteit over het ontwikkel nieuwe
overstapportaal, voortgangsrapportage
toegezegd dat zij de overstap geïnformeerd
commissie schriftelijk zal over de stand van zaken
informeren over de en de aantallen
aantallen overstappers. overstapaanvragen
Termijnagendapunt RO Overstapregeling Wethouder heeft o.v.v. het Naoum 5-2-2020 25-3-2020 van Grondzaken Planning is
Commissie erfpacht, aanbiedingenen lid Naoum Néhmé Néhmé Doorninck Dienst rve beantwoording via de
spambox toegezegd om de grond en voortgangsbrief over de
(TA2020-000215) commissie nader te ontwikkel uitvoering van de
informeren of Overstapregeling in de
aanbiedingen die de dagmail vóór de
gemeente per mail heeft commissie van 4 maart.
gedaan wellicht in de
spambox van aanvragers
terecht is gekomen.
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
| Actualiteit | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 864
Datum akkoord college b&w van 4 juli 2017 m.i.v. wijzigingen
wijzigingen 12 juli 2017 akkoord
Publicatiedatum 13 juli 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 24 mei 2017 inzake
het artikel in de Groene Amsterdammer over het uit de hand lopende massatoerisme
in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De Groene Amsterdammer berichtte op 23 mei 2017 over het uit de hand lopende
massatoerisme in Amsterdam’. Onderzoek van het weekblad, in samenwerking met
Investico, zet de kosten en de baten van dit massatoerisme naast elkaar. Daaruit
trekken zij de conclusie dat de opbrengsten van het massatoerisme voor de stad
structureel worden onderschat [vraagsteller bedoelt hier overschat] terwijl de kosten
ervan veel hoger uitvallen dan door betrokken partijen, zoals Amsterdam Marketing,
wordt voorgehouden. Waar een klein groepje grootkapitalisten zijn zakken vult,
krijgen Amsterdammers de rekening gepresenteerd in de vorm van overlast, extra
druk op de woningmarkt, verschraling van het winkelaanbod en verloedering van de
openbare ruimte.
De fractie van de SP heeft eerder verschillende malen aan de bel getrokken als het
gaat om de negatieve effecten van massatoerisme op de stad. Het baart ons zorgen
dat de eerder gepresenteerde cijfers qua lusten en lasten, waarop de raad vaak heeft
gedebatteerd, niet volledig of mogelijk zelfs gekleurd zijn.
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Hoe verklaart het college de grote verschillen tussen de berekeningen van de
kosten en de baten van massatoerisme door Amsterdam Marketing en OiS, zoals
beschreven in het artikel?
Antwoord:
De berekeningen die door de Groene Amsterdammer zijn gemaakt doen geen
recht aan de complexiteit van het vraagstuk wat toerisme kost en wat het
opbrengt voor de stad. Het artikel verwijst naar berekeningen van de
economische betekenis van toerisme, niet naar de berekening van kosten en
! https://www.groene.nl/artikel/oprollen-die-rotkoffertjes
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng le Gemeenteblad R
Datum 13 juli 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 24 mei 2017
baten van massatoerisme door Amsterdam Marketing (AM) of OIS. De
geconstateerde verschillen zijn het gevolg van verschillen in gebruikte methoden.
In haar periodieke Grote Bezoekersonderzoek 2016 raamt AM op basis van een
enquête onder een groot aantal bezoekers de omvang van de bestedingen en
leidt daarvan de omvang van de werkgelegenheid in de hospitalitysector af. Het
valt op dat AM aanzienlijk hoger uitkomt dan de ramingen van OIS of CBS. Dit
lijkt te worden veroorzaakt doordat AM de definitie van het woord ‘bezoeker’ van
de UN World Tourism Organisation gebruikt, waarbij ook bewoners van direct
aan Amsterdam grenzende gemeenten (voor zover zij niet studeren of werken in
Amsterdam) tot dagbezoekers worden gerekend. Dit zijn dus ook bezoekers die
Amsterdam niet uit toeristisch motief bezoeken, maar ook voor familie- of
vriendenbezoek hier komen. Evenals inwoners uit de regio, die Amsterdam
regulier bezoeken om te winkelen of uit te gaan.
De in het artikel genoemde cijfers afkomstig van OIS over werkgelegenheid
hebben betrekking op een andere veelgebruikte definitie van de toeristische
sector. Deze definitie biedt een nauwkeurig beeld van de werkgelegenheid in de
betrokken bedrijfstakken, maar niet alle werkgelegenheid is toe te schrijven aan
bezoekers uit binnen- en buitenland. Inmers, ook Amsterdammers gaan naar het
café, uit eten en maken gebruik van culturele voorzieningen. Anderzijds besteden
toeristen ook in niet-toeristische sectoren.
2. Deelt het college de mening van de SP dat het onrechtvaardig is dat de
opbrengsten van massatoerisme verdwijnen in de zak van een kleine groep
grootkapitalisten, terwijl de lasten worden neergelegd op de samenleving?
Graag een toelichting.
Antwoord:
Alvorens uitspraken te kunnen doen over de verdeling van die kosten en baten
over de verschillende sectoren en segmenten van de samenleving, acht het
college het noodzakelijk eerst grondig onderzoek te doen naar de lasten en
baten van toerisme conform de aanbeveling van de Rekenkamer Metropool
Amsterdam. Dit onderzoek loopt op dit moment en we verwachten de eerste
uitkomsten daarvan in het najaar met u te kunnen bespreken.
3. Hoe komt het dat de pogingen van Amsterdam Marketing om de drukte te
spreiden tot op heden nog niet tot resultaat leiden? Graag een toelichting.
Antwoord:
Amsterdam Marketing heeft spreiding van het toerisme als één van de
speerpunten. Hier zijn al resultaten op geboekt. Succesvolle toeristische
activiteiten buiten het drukke centrum zijn bijvoorbeeld Eye op Overhoeks en de
Sloterplas. Met de campagne Offroute worden bezoekers vanaf de Zeedijk
verleid om de Plantagebuurt te bezoeken (experiment Stad in Balans). De
toename van het aantal bezoekers uit binnen- en buitenland werkt door in een
toename van het aantal bezoekers dat ook andere delen in de stad dan de
drukke gebieden in het centrum en de regio bezoekt. Tegelijkertijd blijft het een
feit dat publiekstrekkers als het Anne Frankhuis, het Rijksmuseum en gebieden
als de Wallen en de Kalverstraat geliefd zijn.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng le Gemeenteblad
Datum 13 juli 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 24 mei 2017
4. Hoeveel panden in het 1012-gebied worden er verhuurd aan toeristische
aanbieders van monocultuur? Is het college bereid te onderzoeken of en hoe
deze aanbieders kunnen worden verwijderd, en vervangen door winkels met een
functie voor buurtbewoners?
Antwoord:
Een divers winkel- en voorzieningenaanbod is één van de vier doelen van het
uitvoeringsprogramma Stad in Balans. In het concept detailhandelsbeleid 2018-
2022, dat is vrijgegeven voor advies van de stadsdelen en in het najaar 2017 ter
bespreking en besluitvorming wordt aangeboden aan de gemeenteraad, wordt
inzicht geboden in het aanbod winkels voor dagelijkse boodschappen voor
bewoners en voor toeristen. Ruime aandacht wordt besteed aan het borgen van
de mogelijkheid van dagelijkse boodschappen voor bewoners en het
aantrekkelijk en divers houden van winkelgebieden in de stad. Om de diversiteit
van het winkelaanbod te bevorderen, heeft het college onlangs besloten om een
retailloods in te zetten. De retailloods gaat onderzoeken welke internationale
winkelformules een positieve waarde kunnen toevoegen aan het huidige
winkelaanbod. Op basis daarvan ontwikkelt hij of zij een acquisitiestrategie voor
het aantrekken van gewenste winkelformules.
Daarnaast wordt in opdracht van de gemeente door Centrum XL een
straatgerichte aanpak uitgevoerd in de Damstraat, De Hoogstraten, de
Breestraten en de Spuistraat. Dit houdt in dat met vastgoedeigenaren,
ondernemers, bewoners en gemeente een gezamenlijke straatvisie wordt
opgesteld. Er wordt momenteel voor twee straten een convenant uitgewerkt met
de betrokken partijen om de diversiteit te behouden of te verbeteren. Er wordt
tevens een vervolgonderzoek gedaan naar het ruimtelijk instrumentarium in het
kader van de diversiteit van het winkelaanbod en de vervroegde wijziging van het
bestemmingsplan voor het 1012 gebied. De uitkomsten van het
vervolgonderzoek zullen mogelijkheden bieden om de diversiteit te beschermen.
Wij verwachten u hier in het najaar over te kunnen informeren.
5. Deelt het college de mening van de SP dat, gezien de huidige drukte in de stad
en alle daaraan gerelateerde overlast en de verwachte groei van het aantal
toeristen in de komende jaren, het college naast spreiding ook een plan moet
gaan bedenken om toeristen te gaan weren uit de stad? Is het college bereid,
daarvoor een plan van aanpak op te stellen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Amsterdam is een prachtige stad met grote aantrekkingskracht. Nieuwe
bewoners, bedrijven, dagjesmensen en toeristen: uit binnen- en buitenland
komen ze graag naar onze stad. Daarmee wordt het steeds drukker. En dat gaat
de komende jaren niet veranderen. Drukte is iets dat we niet tegen kunnen
houden. We kunnen niet tegen bezoekers zeggen dat ze niet naar de grachten
mogen kijken of naar het Anne Frankhuis mogen gaan. Dat strookt ook helemaal
niet met de waarden van de stad: internationaal, open, inclusief en gastvrij. Maar
de groei gaat hard en sneller dan gedacht. Dat leidt tot overlast. Tot rotzooi op
straat. En in sommige buurten staat de leefbaarheid onder druk. We hebben een
punt bereikt dat veel Amsterdammers als kritiek ervaren.
Het college kan en wil de groei niet tegenhouden. Maar we kunnen de drukte wel
in goede banen leiden. De bewoners weer op de eerste plaats zetten. Gemeente
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng le Gemeenteblad
Datum 13 juli 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 24 mei 2017
en samenwerkingspartners nemen daarom maatregelen op verschillende
terreinen. Pijlers in de aanpak zijn: Meer kwaliteit en diversiteit van het winkel- en
voorzieningenaanbod, Verminderen van overlast en meer grenzen stellen,
Spreiden van bezoekers over stad en regio en Creëren van meer ruimte op straat
in drukke gebieden.
We plukken niet altijd direct de vruchten van een nieuwe maatregel, maar de
verwachting is dat de maatregelen tezamen een positieve invloed hebben op de
leefbaarheid in de buurt en in de hele stad. We doen dit samen met bewoners,
ondernemers en instellingen in de stad en we staan open voor slimme
innovatieve oplossingen om de groei in goede banen te leiden.
Het programma Stad in Balans bestaat uit meer dan 100 grote en kleine
maatregelen. Ook experimenteert het college met manieren om grip te krijgen op
de groei en stelt (beperkende) randvoorwaarden. Bezoekers worden bijvoorbeeld
met citymarketing activiteiten geleid naar de minder drukke gebieden in stad en
regio. Differentiatie van toeristenbelasting en het nieuwe overnachtingenbeleid
en kunst- en cultuurbeleid bevorderen spreiding over de stad en de regio.
Bovendien geldt: niet alles kan en mag in onze stad. Daarom is bijvoorbeeld de
bierfiets niet langer welkom in bepaalde delen van het centrum vanaf november
dit jaar en wordt met het Binnenstadoffensief in samenwerking met de politie
tijdelijk extra gehandhaafd in het Wallengebied. Het college ziet daarnaast toe op
naleving van de regels uit het Convenant grote groepen d.d. 3 april 2017 en is
hierover in gesprek met bewoners en de branche. Ook wordt ingezet op het
vergroten van het aantal deelnemers aan het convenant. Zo hebben na 3 april
ruim 20 andere organisaties zich aangemeld als convenantpartner. Als het
gewenst resultaat de komende maanden uitblijft, wordt een strenger regime
ingevoerd. Het college onderzoekt momenteel op welke manier dat het beste
kan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 372
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder K
Ingekomen op woensdag 20 april 2016
Behandeld op woensdag 20 april 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de uitzending van Zembla over de
gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof (geen woningbouw
nabij Schiphol).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Van Lammeren inzake de
uitzending van Zembla over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan
ultrafijnstof (Gemeenteblad afd. 1, nr. 326).
Overwegende dat:
— verschillende omliggende gemeenten van Schiphol, waaronder Amsterdam, op
een aantal reeds bebouwde woninbouwlocaties nabij de vluchtroutes van
vliegtuigen woningen mogen bijbouwen;
— het onverstandig is woningen onder de rook van Schiphol te realiseren zolang er
nog onderzoek loopt naar de gezondheidsschade van ultrafijnstof van vliegverkeer
op omwonenden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
geen nieuwe woningen nabij Schiphol te realiseren tot er meer duidelijkheid is over
de gezondheidseffecten van (ultra)fijnstof van vliegverkeer op omwonenden.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, WIJ
% Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid
% Ter kennisnamelijst, donderdag 28 januari 2010
Werk en Inkomen
TKN 1 Stand van zaken toezeggingen en termijnagenda wethouder Ossel.
(BD2009-009958)
TKN 2 Wetsvoorstel minnelijke schuldhulpverlening. (BD2009-009850)
TKN 3 Beantwoording vraag inzet loonkostensubsidie bij plaatsing op regulier
werk nav casus. (BD2010-000220)
TKN 4 Stroomlijnen van armoedevoorzieningen. (BD2010-000222)
TKN 5 Brief nadere toelichting nieuwe regels onkosten vergoedingen chronisch
zieken en gehandicapten. (BD2010-000281)
TKN 6 Brief Commissie WIJ - WSW-pilot Commissie De Vries. (BD2010-
000023)
Jeugdzaken
TKN 7 Onderzoeksrapport Scan van Streetcornerwork 2008-2009. (BD2010-
000212)
Inburgering
TKN 8 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA0945025 “Trage
klachtbehandeling belemmert inburgering. (BD2009-009933)
TKN 9 Toelichting Taal en Ouderbetrokkenheid. (BD2010-000300)
Grote Stedenbeleid
TKN 10 Wijkaanpak-Rapportage bewonersparticipatie 2009. (BD2009-008922)
Openbare Orde en Veiligheid
TKN 11 stand van zaken intensivering zuidoost. (BD2010-000312)
1
Gemeente Amsterdam Wi J
Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken,
Diversiteit en Grotestedenbeleid
Ter kennisneming en Ter visie/inzage, donderdag 28 januari 2010
Programma Maatschappelijke Investeringen
Geen punten ter kennisname.
Educatie
Geen punten ter kennisname.
Jong Amsterdam - Kinderen Eerst
Geen punten ter kennisname.
Diversiteit
Geen punten ter kennisname.
Ter visie/ter inzage (alleen voor raadsleden in de leeskamer raad)
2
| Agenda | 2 | val |
Van: [email protected] [mailto:[email protected]]
Verzonden: zondag 20 mei 2018 18:16
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: raadsadres jihadistische Palestijnse bedreiging
1.1 Formulier raadsadres
Naam
Uw bericht
Raadsadres jihadistische Palestijnse bedreiging
Geachte raadsleden,
Op 6 februari 2018 ontving mijn bedrijf een volgens het CIDI
jinadistische Palestijnse bedreiging: de ramen van het pand waar mijn
bedrijf bij de KvK ingeschreven staat zijn in de nacht van 4 op 5
februari 2018 ingegooid en er is een papier achtergelaten waarop in
fonetisch Arabisch stond geschreven Qaadimoen. Deze tekst
betekent: Jerusalem we komen voor de strijd om Palestina en wordt
gebruikt in de gewapende strijd van Hezbolah en Hamas in GAZA. Ik
heb aangifte gedaan en een melding gemaakt bij het meldpunt
radicalisering waar ik zelf ook mee heb gewerkt een aantal jaren
geleden. Zelf heb het idee dat deze bedreiging voortkomt uit de 30
vragen die in de raadsbrief van 3 oktober 2017 over de
werkzaamheden van mijn bedrijf zijn beantwoord. Na de bedreiging
volgende een tal van anonieme mails van iemand die zich uitgaf als
medewerker Indische Buurt van de hulpverleningsorganisatie voor
jongeren Streetcornerwork en alle bedreigingen gingen over de
gederadicaliserende jongerenwerker mn
De politie Amsterdam Amstelland ziet dergelijke jihadistische uitingen
als vrijheid van meningsuiting en ziet geen reden tot onderzoek. Het
meldpunt radicalisering heeft helemaal niet gereageerd. Ik heb in
2014 zelf met ÏM in oparacht van de gemeente moeten
samenwerken en heb aangegeven dat er sprake was van
radicalisering. Ik wil de gemeenteraad verzoeken om stelling in te
nemen of teksten zoals Qadimoon die door het CIDI als jihadistisch
worden bestempeld in het tolerante Amsterdam als vrijheid van
meningsuiting worden gezien, ook als het de veiligheid van de joodse
gemeenschap in gevaar brengt. Mijn bedrijf heeft uit voorzorg de
preview van de documentaire Vluchtelingen Toen en Nu met daarin
het verhaal van Groningse overlevenden van de Holocaust die nu
verspreid over het land wonen gecanceld. De gemeente was niet
bereid om mee te kijken naar een oplossing of om met de partij van
waaruit de bedreiging komt in gesprek te gaan. Een kwalificatie van
dergelijke uitspraken helpt de veiligheid te waarborgen. De politie
adviseert mij alleen om een camera aan te schaffen maar de
gemeente verstrekt geen lening.
na de aangifte ontving ik ook een anonieme mail van een nieuwe
zogenaamde jongerenwerker die naar de landelijke recherche
verwees. Uit eigen ervaring weet ik dat de politie het meldpunt en het
OM samenwerken maar dit is bizar. Ik ga ervan uit dat de
gemeenteraad na de zaak met NM en nu dit waakzaam blijft voor
de veiligheid van de Joodse gemeenschap.
Uw bijlage
Bijlage. Mailwisseling met jeugdwerker Indische Buurt
| Raadsadres | 2 | train |
Opmerkingen voor publicatie:
Urerijkbekendmakenop |
Gevolgen voor de werking van een Financiële verordening gemeente Amsterdam 2017 wordt ingetrokken
andere regeling:
Externe informatieve bijlage voor de nvt.
leesbaarheid:
Andere bijzonderheden: ||
Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam houdende
regels over het financiële stelsel (Financiële verordening gemeente
Amsterdam 2022)
De raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juni 2021 en gelet op artikel 212 van
de Gemeentewet,
besluit de volgende verordening vast te stellen:
1
Financiële Verordening gemeente Amsterdam 2022
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en
verstrekken van informatie met als doel het besturen, functioneren en
beheersen van de gemeente alsmede het afleggen van verantwoording;
b. Administratieve organisatie: administratieve organisatie en interne
beheersing: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot
stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de
bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de
verantwoordelijke leiding;
c. Begroting: de begroting als bedoeld in de Gemeentewet en de inhoud daarvan
zoals nader bepaald in het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten;
d. Beheer van vermogenswaarden: het vitoefenen van bestuur over en toezicht
op het geheel van gemeentelijke middelen en rechten;
e. Beleidsnota: een nadere uitwerking van deze verordening op grond van artikel
212 van de Gemeentewet, vast te stellen door de raad;
f. College: het college van burgemeesters en wethouders;
g. Deelneming: een participatie in een besloten of naamloze vennootschap
waarin de gemeente aandelen heeft;
h. Doelmatigheid: het realiseren van de beoogde maatschappelijke effecten van
het beleid met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;
i. _Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten
daadwerkelijk worden behaald;
j. Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat tot doel heeft
het zodanig vastleggen en verwerken van aantekeningen inzake de financiële
gegevens van de organisatie van de gemeente (en eventueel onderdelen) dat
een goed inzicht mogelijk is in:
a. de financieel-economische positie;
b. het financieel beheer;
c. het beheer van vermogenswaarden;
d. de vitvoering van het jaarplan/begroting;
e. het afwikkelen van vorderingen en schulden;
2
f. het afleggen van verantwoording in de rekening/verantwoording en
tussentijdse rapportages;
k. Jaarstukken: de jaarrekening en het jaarverslag als bedoeld in de
Gemeentewet en de inhoud daarvan zoals nader bepaald in het Besluit
begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
L_ Overheadkosten: alle kosten die samenhangen met de sturing en
ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.
m. Product: een door het college vastgestelde nadere onderverdeling van de
programma onderdelen naar een aan te bieden voorziening, dienst of goed;
n. Productenraming: het geheel van de door het college vastgestelde producten
waarin het college per product een budget en taakstellende prestatieafspraken
heeft toegekend;
o. Programma: een geheel van met elkaar samenhangende beleidsterreinen
waarin door de raad geformuleerde doelstellingen worden beschreven in
termen van beoogde effecten en de te bereiken resultaten én waarin
doelstellingen en middelen worden gekoppeld;
p. Rechtmatigheid: het overeenstemmen van de financiële beheershandelingen
en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals
omschreven in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten;
dq. Taakveld: voorgeschreven rubriek waarop wettelijk gedefinieerde baten en/of
lasten in de begroting en jaarstukken worden gebundeld en gerapporteerd.
r. Regeling: een nadere uitwerking van de Verordening op grond van artikel 212
van de Gemeentewet in de vorm van een regeling in het geval dat de raad het
college heeft opgedragen regels vast te stellen of de mogelijkheid daartoe
heeft gecreëerd of dat het college het gegeven zijn verantwoordelijkheid
noodzakelijk acht.
s. Tolerantie: de door de gemeenteraad bepaalde toegestane afwijking van
begrote mutaties van reserves in de jaarrekening;
t. Verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie
waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 2. Planning en controlcyclus
1. Het college biedt de raad een beleidsnota Planning en control aan. De raad
stelt deze nota vast.
3
2. Vóór aanvang van een kalenderjaar biedt het college aan de raad ter
kennisname een overzicht aan met daarin in elk geval:
a. de data voor het aanbieden door het college van de jaarstukken, de
kadernota, de begroting, de meerjarenraming en de tussenrapportages
en
b. de data van het behandelen door de raad van de jaarstukken, de
kadernota en de begroting, de meerjarenraming en de
tussenrapportages.
Artikel 3. Programma's en programma-indeling
1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-
indeling en een nadere onderverdeling van programma's naar
programmaonderdelen voor de komende raadsperiode vast.
2. De raad stelt op voorstel van het college per programma of onderdeel daarvan
relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van
verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de daarvoor uitgevoerde
activiteiten en de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid. De
indicatoren omvatten tenminste de wettelijk voorgeschreven indicatoren.
3. Het college kan de programma’s en programmaonderdelen ten behoeve van
de begrotingsuitvoering nader onderverdelen. Deze onderverdeling maakt
geen deel vit van de begroting en wordt vastgesteld door het college.
b. De programma-indeling en de onderverdeling daarvan naar
programmaonderdelen staan voor de duur van de raadsperiode vast, tenzij er
dringende redenen zijn tot wijziging. Wijzigingen worden bij de vaststelling
van de begroting expliciet vermeld.
Artikel ,. Kadernota
1. Het college biedt vóór het zomerreces een kadernota aan met de
beleidsmatige en financiële kaders voor het volgend begrotingsjaar. In deze
nota worden ten minste de ontwikkelingen aangegeven die van belang zijn
voor de uitvoering van de programma's.
2. De kadernota is een zelfstandig te lezen nota en als zodanig herkenbaar, ook
als deze deel vitmaakt van een tussenrapportage.
3. De raad stelt de kadernota vóór het zomerreces vast.
Artikel 5. Aanvullende eisen inrichting begroting en jaarstukken
1. In de begroting wordt bij de investeringen per portfolio de investeringsruimte
weergegeven en per nieuwe investering het benodigde investeringskrediet.
2. In de jaarrekening wordt per portfolio de uitputting van de geautoriseerde
investeringsruimte weergegeven en wordt van de lopende investeringen de
uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming
van de totale uitgaven weergegeven.
Artikel 6. Autorisatie begroting, investeringsruimte en investeringskredieten
4
1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting:
a. de totale lasten en baten op programmaniveau en de lasten en baten
per onderdeel daarvan als het programma is onderverdeeld;
b. de mutaties in reserves op programmaniveau en per onderdeel daarvan
als het programma is onderverdeeld;
C. de in de begroting opgenomen investeringsruimte van een portfolio;
d. het overzicht algemene dekkingsmiddelen;
e. het overzicht kosten van overhead.
2. Het college legt investeringsruimte die in de loop van het jaar benodigd is en
niet in de begroting is opgenomen ter vaststelling aan de raad voor.
3. Voor:
a. investeringen die een bedrag van € 20 miljoen na aftrek van bijdragen
van derden te boven gaan of
b. investeringen waarvan de gemeenteraad dat bij de
begrotingsbehandeling aangeeft legt het college voorafgaand aan het
aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel
voor een investeringskrediet aan de gemeenteraad ter vaststelling
voor.
b. De raad autoriseert met het vaststellen van een begrotingswijziging het
aanpassen van de begroting waar de wijziging de onder lid 1 genoemde
onderdelen raakt.
5. Het college draagt er zorg voor, dat alle door de raad vastgestelde wijzigingen
van de begroting en investeringen juist en volledig in de budgetten van de
programma's, de programmaonderdelen, de investeringsruimte van een
portfolio en de budgetten van de investeringskredieten worden verwerkt.
Artikel 7. Taakvelden
Het college draagt er zorg voor dat de baten en lasten van de programma’s
respectievelijk programmaonderdelen en de door de raad vastgestelde wijzigingen
daarvan naar de juiste taakvelden worden verdeeld.
Artikel 8. Uitvoering begroting en tussentijdse rapportage
1. Het college stelt regels vast die tot doel hebben dat:
a. de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend
verloopt,
b. de uitvoering van de begroting op de door het college ingestelde
onderverdeling als bedoeld in artikel 3, derde lid alsmede op
apparaatskosten en personele formatie beheerst verloopt.
2. Het college draagt er tenminste zorg voor dat:
a. detotale lasten van een programma niet worden overschreden en de
baten niet worden onderschreden;
b. detotale lasten van een programmaonderdeel niet worden overschreden
en de baten niet worden onderschreden;
5
c. _detotale lasten in het overzicht algemene dekkingsmiddelen en het
overzicht kosten van overhead niet worden overschreden en de baten niet
worden onderschreden;
d. mutaties in reserves niet worden overschreden;
e. de investeringsruimte van een portfolio niet wordt overschreden;
f. _de lasten van investeringskredieten niet worden overschreden;
3. Het college rapporteert in tussentijdse rapportage(s) over de uitvoering van de
begroting.
4. De indeling van de tussentijdse rapportages volgt de programma-indeling
respectievelijk de onderverdeling naar programmaonderdelen van de
begroting, maar beperkt zich tot die programma's of onderdelen daarvan
waarvoor een begrotingswijziging door het college wordt voorgesteld.
5. Het college meldt in de tussentijdse rapportage(s) met in acht name van de
regels als bedoeld in het eerste lid afwijkingen van de begroting en doet met
opgave van redenen voorstellen aan de raad voor wijziging van de begroting,
bijstelling van het beleid of wijziging van de investeringsruimte van een
portfolio of van investeringskredieten als:
a. bekenden duidelijk is dat aan de bepalingen van lid 2 onder a tot en met c
niet kan worden voldaan en daardoor het totaal van de baten of lasten van
een programmaonderdeel of als die ontbreken een programma, het
overzicht kosten van overhead of het overzicht algemene
dekkingsmiddelen met meer dan €1 miljoen op- of neerwaarts afwijkt van
de eerder vastgestelde begroting of
b. bekenden duidelijk is dat mutaties in reserves zullen worden overschreden
of onderschreden buiten de op grond van artikel 15 lid 2, onder e, door de
raad vastgestelde toleranties of
c. bekenden duidelijk is dat de investeringsruimte van een portfolio zal
worden overschreden of onderschreden met meer dan € 5 miljoen of 10
procent van de beschikbaar gestelde investeringsruimte van een portfolio
als dat lager is of
d. bekenden duidelijk is dat investeringskredieten die door de raad zijn
vastgesteld zullen worden overschreden of onderschreden met meer dan €
1 miljoen of 10 procent van het beschikbaar gestelde investeringskrediet
als dat lager is.
Artikel 9. EMU-saldo
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve
aandeel van gemeenten in het EMU-tekort als bedoeld in de Wet houdbare
overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een
aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet
het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 10. Verantwoording
6
1. De indeling van de jaarstukken volgt de programma-indeling respectievelijk de
onderverdeling naar programmaonderdelen van de begroting.
2. Het college licht in de jaarstukken met opgave van redenen begrotingsonder-
en overschrijdingen toe ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting.
3. Het college kan regels vaststellen gericht op of verband houdend met het
opstellen van de jaarstukken. Het college kan daarbij onderscheid maken naar
(groepen van) organisatie eenheden.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 11. Evaluatie beleidsnota's
Het college evalueert vier jaarlijks de vastgestelde beleidsnota's benoemd in de
artikelen: 2, 12, 14, 15, 19, 20, 21en 22.
Artikel 12. Financieel stelsel — ramen en bekostigen
1. Het college biedt de raad een beleidsnota ramen en bekostigen aan. De raad
stelt deze nota vast.
2. De beleidsnota bevat minimaal voorschriften voor de wijze van ramen van
baten en lasten van programma’s en voor de bekostiging van organisatie
eenheden. In de beleidsnota wordt onderscheid gemaakt naar (groepen) van
gemeentelijke organisatie eenheden als specifieke kenmerken van die
organisatie eenheden dat rechtvaardigen.
Artikel 13. Adviesorgaan
Het college kan voor bepaalde of onbepaalde tijd een onafhankelijk deskundig
adviesorgaan instellen. Dit orgaan adviseert het college over financiële onderwerpen
binnen de kaders van het bestuurlijk en financieel stelsel.
Artikel 14. Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa
1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over waarderen, activeren en
afschrijven van vaste activa. De raad stelt deze nota vast.
2. De beleidsnota behandelt ten minste:
a. de grondslagen voor activering en waardering van vaste activa;
b. de termijnen en methodieken voor afschrijvingen van vaste activa;
c. het moment waarop de afschrijving van vaste activa aanvangt.
3. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over grondbeleid. De raad stelt
deze nota vast.
Artikel 15. Reserves en voorzieningen
1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over reserves en voorzieningen.
De raad stelt deze nota vast.
7
2. De beleidsnota behandelt ten minste:
a. het soort reserves en voorzieningen dat wordt onderscheiden;
b. voorschriften voor het instellen, besteden en opheffen van reserves;
C. de omstandigheden waarin vorming van voorzieningen kan of moet
plaatsvinden;
d. de toerekening en verwerking van rente over reserves en
voorzieningen;
e. de verwerking van reserves en mutaties daarin bij opmaak van de
jaarstukken en in het bijzonder de tolerantie die daarbij mag worden
gehanteerd voor het verwerken van overschrijdingen bij toevoegen of
onttrekken;
f. de informatievoorziening aan de raad over reserves en voorzieningen
en de informatiemomenten die daaraan gekoppeld zijn.
Artikel 16. Kostprijsberekening
1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten
wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de
kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten
betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende
diensten.
2. Kosten van overhead worden toegerekend:
a. op basis van één of meer verdeelsleutels gerelateerd aan personele
inzet waaronder in elk geval wordt begrepen personeelskosten of
b. op basis van de financiële omvang van taakvelden of
C. op basis van een combinatie van a en b.
3. Bij het overzicht “kosten van overhead” wordt de gehanteerde
kostentoerekening gemotiveerd toegelicht.
b. Bij de bepaling van de kosten worden betrokken de bijdragen aan en
onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de
betrokken activa en de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa
5. Voor rioolheffing en afvalstoffenheffing worden de compensabele belasting
over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het
kwijtscheldingsbeleid betrokken.
6. Bij de bepaling van de indirecte kosten bij heffingen worden de instructies van
de rijksoverheid en relevante wet- en regelgeving gevolgd.
Artikel 17. Prijzen economische activiteiten
1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en
derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie
met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in
rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze
activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang
van de activiteit wordt gemotiveerd.
2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden
brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking
8
doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang
van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en
derden gaat het college vit van een vergoeding van tenminste de geraamde
integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college
vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de
kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
b. Raadbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de
vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:
a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van
leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze
leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de
publieke taak door die andere overheid;
b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet
opgedragen publiekrechtelijke taak;
C. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend
bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;
d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
f. een bevoordeling van publieke media-instellingen; en
g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels
van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee
verenigbaar is.
Artikel 18. Voorziening voor oninbare vorderingen
1. Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening
wegens oninbare vorderingen gevormd op basis van een individuele
beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen voor elke
vordering die een bedrag van € 10.000 te boven gaat.
2. Voor openstaande vorderingen betreffende:
a. onroerende zaakbelasting eigenaren;
b. precariobelasting;
C. parkeerbelasting;
d. rioolheffing;
d. afvalstoffenheffing;
d. erfpacht en
g. bijstandsvertrekking
wordt, voor de groep van vorderingen die individveel kleiner zijn dan € 10.000,
een voorziening wegens oninbare vorderingen gevormd ter grootte van het
gemiddelde percentage van oninbaarheid in de drie voorafgaande jaren.
Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel ter vaststelling voor de hoogte
van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten,
afvalstoffenheffing en overige leges waarvan jaarlijkse vaststelling wenselijk is.
9
2. Het college biedt de raad een beleidsnota aan met de kaders voor de prijzen
van de verhuur en verkoop van vastgoed. De raad stelt de nota vast.
3. Het college biedt jaarlijks het kader voor de prijzen voor de uitgifte van
gronden en erfpachtcanons aan de raad aan. De raad stelt dit kader vast.
b. Het college legt bij een tussentijdse wijziging van de onder lid 2 tot en met 3
genoemde prijzen en tarieven ten opzichte van de kaders vooraf een besluit
voor aan de raad.
5. Door het college genomen besluiten over het vaststellen van prijzen en het
wijzigen van prijzen worden ter kennisneming aan de raad aangeboden als
deze betrekking hebben op externe leveringen van goederen, werken en
diensten.
Artikel 20. Financieringsfunctie
1. Het college zorgt bij het vitoefenen van de financieringsfunctie voor:
a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van
overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad
vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;
b. het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie,
zoals renterisico’s, koersrisico's en kredietrisico's;
C. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een
voldoende rendement op uitzettingen;
d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij
het beheren van de geldstromen en financiële posities.
2. Het college stelt nadere regels op ter vitvoering van het gestelde in het eerste
lid aangevuld met regels voor taken en bevoegdheden, de
verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en legt
deze vast in een Treasurystatuut.
3. Het college biedt de raad het Treasurystatuut aan. De raad stelt het
Treasurystatuut vast.
hb. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over leningen en garanties. De
raad stelt de nota vast. De beleidsnota behandelt ten minste de volgende
onderwerpen:
a. voorschriften voor het verstrekken van nieuwe leningen en garanties;
b. voorschriften voor het wijzigingen van bestaande leningen en
garanties;
c. het beheer van leningen en garanties.
Artikel 21. Verbonden partijen
1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over de verbonden partijen. De
raad stelt de nota vast.
2. De beleidsnota behandelt ten minste de wijze waarop wordt omgegaan met
oprichting, beheer, verkoop en liquidatie van de verbonden partijen van de
gemeente.
3. Het college voert iedere collegeperiode een herijking vit voor alle
deelnemingen en biedt deze ter kennisname aan de raad aan. Op basis hiervan
10
wordt per deelneming bekeken of het verstandig is deze aan te houden, te
verkopen of te liquideren.
Artikel 22. Weerstandsvermogen en risicomanagement
1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over het gemeentelijke beleid
voor het weerstandsvermogen en het risicomanagement. De raad stelt de nota
vast.
2. De beleidsnota behandelt ten minste de volgende onderwerpen:
a. uitgangspunten risicobereidheid;
b. toepassing spelregels weerstandsvermogen;
c. beleid beheersing risico's.
Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen
1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten
minste de volgende kapitaalgoederen:
a. wegen;
b. riolering;
C. water;
d. groen;
e. gebouwen;
f. sportaccommodaties en -parken.
2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven:
a. de (actualiteit van de) beleidskaders ter beoordeling van de
onderhoudsniveaus, waaronder de beheerplannen, met bijbehorende
financiële prognoses;
b. de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele
achterstallig onderhoud per kapitaalgoed.
Hoofdstuk 4. Administratie, organisatie en interne beheersing
Artikel 24. Administratie
1. Het college stelt regels vast gericht op de opzet, de inrichting en de wijze van
registreren in de financiële administratie, die ten minste waarborgen dat:
a. registraties op uniforme wijze worden uitgevoerd;
b. wordt voldaan aan relevante wet- en regelgeving;
C. kan worden voldaan aan de verstrekking van de vereiste informatie aan
het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere
instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan
gemeente.
2. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van de
gemeente;
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van
activa en passiva;
11
C. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende
budgetten en investeringskredieten en voor het maken van
kostencalculaties;
d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de
gemeentelijke producten en diensten;
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de
doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in
relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en
regelgeving;
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de
daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de
rechtmatigheid, en de uitvoering van onderzoeken naar de
doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in
relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en
regelgeving.
Artikel 25. Financiële organisatie
Het college stelt regels vast gericht op:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een
eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken en budgetten aan de
organisatie- eenheden;
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden gericht op het waarborgen van de
betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en
beheersorganen;
C. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van
verplichtingen ten laste van toegewezen budgetten en
investeringskredieten;
d. de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de
bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
e. de te maken afspraken met de organisatie eenheden over te leveren
prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie
van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van
middelen;
f. de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;
g. de steunverlening en toekenning van subsidies aan ondernemingen en
instellingen;
h. het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke
regelingen en eigendommen.
Artikel 26. Interne beheersing
1. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de
implementatie en uitvoering van relevante wet- en regelgeving, vastgesteld
beleid en procedures, bewaking van activa of waarden inclusief de
12
bedrijfsvoering en de administratieve processen en interne
beheersingsmaatregelen die daarbij passen.
2. Het college draagt zorg voor interne toetsing van de getrouwheid van de
informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheers handelingen en
de interne toetsing op de naleving van de gestelde kaders en overige interne
regelgeving in de gemeentelijke organisatie. Bij afwijkingen neemt het college
maatregelen tot herstel van geconstateerde tekortkomingen.
3. Het college informeert de raad in de paragraaf bedrijfsvoering over de
uitkomsten van de interne audits en over de stand van zaken van en
ontwikkelingen in het stelsel van interne beheersing.
Artikel 27. Subsidieverstrekking
Het college legt de raad een algemene subsidieverordening voor, die een algemeen
kader bevat voor de subsidieverstrekking aan instellingen, ondernemingen en
particulieren. De raad stelt deze verordening vast.
Hoofdstuk 5. Slotbepalingen
Artikel 28. Intrekking
De Financiële verordening gemeente Amsterdam 2017 wordt ingetrokken.
Artikel 29. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
De stukken voor het begrotingsjaar 2022 en latere begrotingsjaren voldoen aan de
bepalingen van deze verordening.
Artikel 30. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Financiële verordening gemeente
Amsterdam 2022’.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2021
De voorzitter
Femke Halsema
De griffier
Jolien Houtman
13
Toelichting
Algemene toelichting
De basis van het stelsel van financiële regels van de gemeente Amsterdam wordt
gevormd door de financiële verordening op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet. In deze verordening zijn de primaire regels vastgelegd voor het
financiële beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie. Artikel 212 van de
Gemeentewet bepaalt ten aanzien van de financiële verordening:
1. De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid,
alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie
vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid,
verantwoording en controle wordt voldaan.
2. De verordening bevat in ieder geval:
a. regels voor waardering en afschrijving van activa;
b. grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te
brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b (het gebruik
van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare
dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in
onderhoud zijn, door of vanwege de gemeente verstrekte diensten en het geven van
vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van
het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of
waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde
van het gemeentebestuur getroffen wordt) en, voor zover deze wordt geheven, voor
de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (inzameling van
huishoudelijke afvalstoffen);
c. regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten
van de financieringsfunctie.
Het stelsel van financiële regels kent een hiërarchie in de financiële regelgeving:
1. Het hoogste niveau is de financiële verordening. Hierin worden de kaders op
hoofdlijnen vastgelegd. Deze verordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad.
2. De vitwerking van het kader van de financiële verordening wordt als daar in de
financiële verordening om wordt gevraagd opgenomen in beleidsnota's. Ook de
beleidsnota's worden vastgesteld door de gemeenteraad.
3. De uitwerking van het kader kan verder in de financiële verordening expliciet
worden opgedragen aan het college of kan aan het college worden overgelaten als de
verordening er niet expliciet om vraagt. In dat geval is sprake van uitvoeringsregels.
Het college stelt deze vast en stuurt deze ter kennisname aan de gemeenteraad.
14
b. De vitwerking van de kaders naar praktische toepassing in de organisatie
wordt geregeld in toepassingsregels. Dit zijn regels die, viteraard binnen de kaders,
verdere uitwerking geven aan de toepassing van de financiële verordening, de
beleidsnota's en de vitvoeringsregels. De verantwoordelijkheid voor ontwerp en
vaststelling van de toepassingsregels ligt bij de gemeentesecretaris en de directeur
DMC. Te denken valt hier bijvoorbeeld aan procesbeschrijvingen.
Deze verdeling past bij het doel van de dualisering van het gemeentebestuur: de
gemeenteraad stelt de kaders vast en het college van burgemeester en wethouders
bestuurt daarbinnen de gemeente. De ambtelijke organisatie voert vervolgens de
door het college opgedragen taken uit.
De verordeningen, vitvoeringsregels en toepassingsregels gelden voor alle organisatie
eenheden van de gemeente. Alleen in vitzonderingssituaties wordt in de regels
onderscheid gemaakt naar verschillende organisatie eenheden.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Definities
Bij de gehanteerde begrippen in de verordening wordt aangesloten op (definities uit)
de Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten
(BBV) en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado).
Artikel 2. Kalender planning en control cyclus
Dit artikel bepaalt dat het college een voorstel doet voor de toe te passen planning en
control cyclus en deze aanbiedt aan de raad ter vaststelling. Daarnaast biedt het
college jaarlijks aan de raad een overzicht aan met de data waarop de planning-en-
control producten in de raad worden geagendeerd.
Artikel 3. Programma's en programma-indeling
Dit artikel bevat bepalingen over de inrichting van de begroting waarin de kader
stellende functie van de raad tot uiting komt. De raad stelt bij aanvang van een
raadsperiode de indeling van de begroting in programma’s en desgewenst een nadere
onderverdeling daarvan vast. Dat geldt ook voor de indicatoren waarop de raad wil
sturen en controleren. Het doel van dit artikel is niet om per se elke nieuwe
raadsperiode de gehele begroting en jaarstukken te herindelen. Veel van de
gemeentelijke taken/activiteiten veranderen in de loop der jaren niet, zodat een
noodzaak om te veranderen ontbreekt. Als de indeling en gebruikte indicatoren de
vorige raadsperiode adequaat waren, dan kan deze indeling ook ongewijzigd of met
beperkte bijstellingen of wijzigingen worden vastgesteld. Het artikel biedt het college
de gelegenheid om ten behoeve van de sturing de begroting nader onder te verdelen.
De voorname achtergrond daarvan is de begroting en de uitvoering daarvan te
kunnen koppelen aan budgetten voor de uitvoerende organisatie eenheden.
Artikel ,. Kadernota
15
Dit artikel bepaalt dat de raad vooraf aan het opstellen van de begroting (vóór het
zomerreces) een nota vaststelt waarin de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële
kaders voor de komende jaren zijn vastgelegd. Deze nota kan onderdeel vitmaken van
een planning en control product, maar moet als zodanig dan wel zelfstandig leesbaar
zijn. In praktijk komt dat er op neer dat de kadernota dan een zelfstandig stuk is of een
duidelijk onderscheidbaar onderdeel in een planning en control product. Op grond van
de Gemeentewet berust het budgetrecht bij de raad. De raad stelt het budgettaire
kader vast. Met het vaststellen van de nota geeft de raad in een vroegtijdig stadium
kaders aan het college voor de invulling van de begroting voor het komende jaar. In
een verkiezingsjaar worden de beleidsmatige en financiële kaders gewoonlijk
vastgelegd in een program- of coalitieakkoord. Zo'n akkoord is het document waarin
de afspraken tussen de politieke partijen zijn vastgelegd en die de basis is voor de
vorming het college van B&W. Dat akkoord komt in dat jaar dan in de plaats van de
kadernota.
Artikel 5. Aanvullende eisen inrichting begroting en jaarstukken
In dit artikel zijn enkele aanvullende eisen gesteld aan de inrichting van de begroting
en jaarstukken met betrekking tot de informatieverstrekking aan de raad op het
gebied van investeringen.
Artikel 6. Autorisatie begroting, investeringsruimte en investeringskredieten
Dit artikel geeft aan wat de raad bij de begroting (of een wijziging daarvan) in
budgettaire zin autoriseert. De autorisatie vindt plaats op programmaniveau of per
programmaonderdeel als het programma is onderverdeeld. De raad autoriseert per
portfolio de investeringsruimte van het begrotingsjaar. De raad neemt kennis, per
porfolio, van de meerjarige investeringsruimte en van de lopende en nieuwe
investeringen. In het geval van een begrotingswijzing kan de autorisatie een deel van
de begroting omvatten. In het derde lid is expliciet gemaakt in welke gevallen aan de
raad een investeringsvoorstel moet worden voorgelegd. Lid 5 draagt het college op
om de wijzigingen die de raad aanbrengt in de begroting, op juiste wijze te verwerken.
Artikel 7. Taakvelden
Met ingang van 2017 wordt een taakveldenraming verlangt. Deze maakt deel vit van
de toelichting van de begroting en wordt daarmee door de raad vastgesteld. De
taakveldenraming is een indeling van de begroting die door het rijk wordt
voorgeschreven. Om deze samen te stellen is een relatie aanwezig tussen de
budgetten in de programma’s en het taakveld waartoe die behoren.
Artikel 8. Uitvoering begroting en tussentijdse rapportage
In dit artikel legt de raad het college een aantal eisen op die voor een goede uitvoering
van de begroting noodzakelijk zijn. In het eerste lid wordt bepaald dat het college
regels opstelt die de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de
16
uitvoering waarborgen . Daarnaast bepaalt de verordening hier dat het college regels
stelt voor de sturing op apparaatskosten en personele formatie.
Lid 2 tot en met 5 regelt de zorgplicht voor het college om de begroting binnen de
door de raad gestelde financiële kaders uit te voeren en daarover tussentijds te
rapporteren en voorstellen te doen aan de raad als de uitvoering van de begroting, de
investeringsruimte van een portfolio of de investeringskredieten die de raad heeft
vastgesteld in het gedrang komt.
Artikel 9. EMU saldo
Voor gemeenten is in de Wet houdbare overheidsfinanciën vastgelegd dat ze aandeel
hebben in plafond voor het totale EMU-tekort van Nederland. Wordt dit gemeentelijk
aandeel in het EMU-tekort door de gezamenlijke gemeenten overschreden dan kan
dat tot een correctieve maatregel van het Rijk leiden of tot een boete uit Europa die
naar gemeenten wordt door vertaald.
Gemeenten krijgen in het voorjaar van het Rijk bericht of het gemeentelijk aandeel in
het nationale toegestane EMU-tekort met de lopende begroting dreigt te worden
overschreden. Ook wordt dan duidelijk of daarop actie van gemeenten is gewenst. Pas
als dit laatste het geval is, moeten gemeenten met een individueel EMU-saldo hoger
dan gemeentelijke EMU-referentiewaarde hun begroting neerwaarts bijstellen om de
overschrijding van het collectieve aandeel ongedaan te maken.
In het artikel is opgenomen dat het college de raad informeert bij een overschrijding
van het toegestane EMU-tekort voor alle gemeenten. Als daarop actie nodig is van de
gemeente, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 10. Verantwoording
Dit artikel is het sluitstuk van de planning en controlcyclus. De eindverantwoording
over de begrotingsuitvoering door het college en de controle van de raad daarop. Met
dit artikel legt de raad de basis voor de vorm van verantwoording en stelt zij het
college in staat om nadere regels op te stellen voor de totstandkoming van de
jaarrekening. De zogenaamde jaarrekening circulaire is daar een voorbeeld van.
Artikel 11. Evaluatie beleidsnota's
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 12. Financieel stelsel ramen en bekostigen
De gemeenteraad heeft in de Kadernota 2013 de ambitie geformuleerd om te komen
tot een integrale raming van inkomsten en vitgaven van de gemeentelijke
programma's. Het doel is het optimaliseren van inkomsten en uitgaven stadsbreed. In
de begroting 2013 heeft de gemeenteraad uitgangspunten vastgesteld voor het
nieuwe ramingmodel. Uitwerking van deze uitgangspunten binnen de kaders van het
nieuw bestuurlijk stelsel en de organisatieontwikkeling leidt tot nieuwe voorschriften.
Dit artikel bepaalt dat het college een beleidsnota over ramen en bekostigen aanbiedt
ter behandeling en vaststelling door de raad.
17
Artikel 13. Adviesorgaan
Dit artikel regelt de mogelijkheid om een financieel adviesorgaan in te stellen.
Doelstelling van het adviesorgaan is om binnen de kaders van het nieuwe bestuurlijk
en financieel stelsel gevraagd of op eigen initiatief te adviseren over onderwerpen die
relevant zijn voor de financiën van de gemeente Amsterdam.
Artikel 14,. Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa
De verordening moet volgens de Gemeentewet in elk geval regels bevatten voor
activering en afschrijving van activa. In het BBV en de uitleg daarvan zijn nadere regels
daarvoor opgenomen. Het laatste geldt ook voor het beleid ten aanzien van
grondexploitaties. In financiële zin gaat het in deze nota specifiek over de wijze van
omgaan met en verantwoording van de grondexploitaties en de erfpachtuitgiftes. Dit
artikel van de verordening bepaalt dat het college nota's hierover ter vaststelling aan
de raad aanbiedt.
Artikel 15. Reserves en voorzieningen
Dit artikel bepaalt dat het college een nota over de reserves en voorzieningen
aanbiedt ter behandeling en vaststelling van de raad. Met deze nota stelt de raad
regels voor de vorming van reserves. Kaders stellen voor voorzieningen is beperkt aan
de orde en betreft qua vrijheid uitsluitend het instellen van voorzieningen met een
kosten egaliserend karakter, zoals een onderhoudsvoorziening bedoeld om de kosten
van onderhoud in de tijd gezien constant te houden.
Artikel 16. Kostprijsberekening
De Gemeentewet bepaalt dat de verordening in ieder geval de grondslagen voor de
berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en
tarieven voor rechten benoemd. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de
samenstelling van de kostprijs van de diensten waarvoor prijzen en heffingen in
rekening worden gebracht. In dit artikel van de verordening zijn de kaders voor de
bepaling van de kostprijzen opgenomen. Ook is in dit artikel opgenomen wat de
basisprincipes zijn waarmee overhead (als en voor zover die deel mag vitmaken van
de kostprijs) wordt toegerekend.
Artikel 17. Prijzen economische activiteiten
Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of
derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische
activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn activiteiten waarmee de gemeenten
in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt
feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen,
diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening
moet worden gebracht. Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een
18
integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het
verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal vitzonderingen.
Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd. Van deze verplichting kan
verder worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het
publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de
activiteit wordt gemotiveerd. Het raadbesluit moet worden aangemerkt als een
concretiserend besluit van algemene strekking. Het besluit moet worden
bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of
huis-aan-huisblad en moet open staan voor bezwaar en beroep.
Artikel 18. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de oninbaarheid van vorderingen moet een gemeente een voorziening vormen.
In het artikel wordt rekening gehouden met gemeentelijke aanslagen en heffingen
die het karakter hebben van bulkfacturen en overige vorderingen.
Vorderingen groter dan € 10.000 worden altijd individueel beoordeeld op
oninbaarheid. Voor de in het tweede lid genoemde soorten vorderingen wordt (voor
zover de bovengrens van € 10.000 per vordering) niet wordt bereikt een voorziening
getroffen op basis van het historisch percentage van oninbaarheid. Een individuele
beoordeling per aanslag of heffing is gezien het bulkkarakter van dit soort
vorderingen te bewerkelijk.
Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid
van de raad, die niet kan worden gedelegeerd. Hier gaat dit artikel van de verordening
over.
Het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen
of werken is een privaatrechtelijk besluit. Dergelijke besluiten zijn een bevoegdheid
van het college.
Echter, daar waar bij het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de
levering van goederen of werken een publiek belang in het geding is en prijzen lager
dan marktconform worden vastgesteld, is het aan de raad om het publiek belang te
definiëren en het college kaders mee te geven voor het afwijken van marktconforme
prijzen. Hiervoor is het al toegelichte artikel 17 in het leven geroepen.
Lid 2 benoemt een nota voor kaders voor prijzen en verhuur van vastgoed. Deze nota
bevat een algemeen kader voor de prijzen van de verhuur en verkoop van vastgoed.
Lid 3 benoemt de jaarlijkse grondprijzenbrief.
Lid 4 en 5 zien toe op de informatieverstrekking en de betrokkenheid van de raad bij
wijzigingen.
Artikel 20. Financieringsfunctie
De Gemeentewet bepaalt dat de verordening in ieder geval regels bevat over het
beleid en de organisatie van de financieringsfunctie. Dit artikel van de verordening
geeft invulling aan deze wettelijke plicht. Het Treasurystatuut is een regeling voor het
sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de
19
financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's,
rekening houdend met regels over financiering zoals die zijn vastgelegd in de Wet
Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO).
Artikel 21. Verbonden partijen
Het artikel verbonden partijen van deze verordening legt vast dat het college naast de
paragraaf verbonden partijen een nota opstelt met het beleidskader voor oprichting,
beheer, verkoop en liquidatie van de verbonden partijen van de gemeente.
In aanvulling op de wettelijke voorschriften is voor verbonden partijen in dit artikel
bepaald dat het college iedere collegeperiode de deelnemingen herijkt. De
deelnemingen worden geëvalveerd, waarbij gekeken wordt of de deelneming de
afgelopen periode succesvol is geweest in de behartiging van dit publieke belang, of
een deelneming nog steeds de beste manier is om dit publieke belang te behartigen,
of dat de deelneming beter afgestoten kan worden. Daarnaast worden de risico’s en
het financieel belang van elke deelneming in kaart gebracht. Op basis hiervan wordt
per deelneming bekeken of het verstandig is om deze aan te houden, te verkopen of
te liquideren. Indien het afstoten van een deelneming budgettaire consequenties
heeft, dient dit onderwerp te zijn van een integraal besluitvormingsmoment over
rekening of begroting.
Artikel 22. Weerstandsvermogen en risicomanangement
Dit artikel van de verordening bepaalt dat het college een apart beleidskader voor het
weerstandsvermogen en risicomanagement opstelt en ter vaststelling aanbiedt aan
de raad. Daarbij worden tenminste de onderwerpen als genoemd in het tweede lid
behandeld.
Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen
In dit artikel is een aanvullende informatievraag van de raad gedefinieerd. Er is
opgenomen dat de raad in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ook wordt
geïnformeerd over de voortgang van het geplande onderhoud en de omvang van het
achterstallig onderhoud.
Artikel 24. Administratie
In dit artikel zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de
gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens
systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten
voldoen. Het college wordt opdracht gegeven regels vast te stellen gericht op de
opzet, inrichting en wijze van registreren in de financiële administratie.
Artikel 25. Financiële organisatie
Dit artikel geeft de vitgangspunten voor de financiële organisatie. Dit artikel geeft in
de brede de mogelijkheid voor het college om vitvoeringsregels vast te stellen gericht
20
op financiële aspecten in de vitvoering door de ambtelijke organisatie van de
gemeente.
Artikel 26. Interne beheersing
Dit artikel is gericht op de interne beheersing binnen de gemeente die omvattender is
dan alleen de financiële organisatie. Het artikel onderkent de verantwoordelijkheid
van het college daarin en over de ontwikkelingen daarin te rapporteren. Afgezien
daarvan biedt ook dit artikel een basis voor het college om in den brede
uitvoeringsregels op te stellen die niet per sé een financiële dimensie hebben.
Artikel 27. Subsidieverstrekking
Voor de subsidieverstrekking aan ondernemingen en instellingen is een algemene titel
nodig op basis waarvan subsidies verleend kunnen worden. Dit volgt vit de Algemene
Wet bestuursrecht. Deze verplichting is in de verordening vertaald naar een opdracht
aan het college deze algemene titel in de vorm van een subsidieverordening aan de
raad ter vaststelling voor te leggen.
Artikel 28. Intrekking
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 29. Inwerkingtreding
De verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2022 zodat bij en
vanaf de begroting 2022 besluitvorming volgens de onderhavig verordening kan
plaatsvinden.
Artikel 30. Citeertitel
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
21
| Besluit | 21 | train |
x Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 18 en 23 juni 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Kunst en Cultuur
11 _Initiatiefvoorstel lid Ernsting (GL), getiteld: ‘Schrappen toetsen partnerinkomen bij
toewijzing van atelier- of werkruimtes door de CAWA' Nr. BD2015-010587
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel
(gemeenteraad d.d. 9 september 2015).
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GrlLi).
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
e Voorgesteld wordt dit agendapunt gevoegd te behandelen met agendapunt 12.
12 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel raadslid Ernsting over schrappen toetsing
partnerinkomen bij toewijzing atelier- of werkruimte door CAWA Nr. BD2015-
011062
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
e Indiener zal in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e Voorgesteld wordt dit agendapunt gevoegd te behandelen met agendapunt 11.
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015
Diversiteit
13 Onderzoek inburgeringsplichtige gezins- en huwelijksmigranten Nr. BD2015-
010596
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
14 Raadsadres De Staatskrant inzake het verzoek om financiële steun aan de
buurtkrant De Staatskrant. Nr. BD2015-011221
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groot Wassink (GrLi).
Jeugd
15 Vaststellen van een Verordening tot wijziging van de Verordening geldelijke
voorzieningen externe commissieleden Nr. BD2015-010300
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 september 2015).
16 Aangekondigde correcties op het macrobudget Zorg en Jeugd Nr. BD2015-
010593
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Zorg en Sport zijn hierbij uitgenodigd.
17 _Toekomstscenario's voor het borgen van het Preventief Interventie Team (PIT)
Nr. BD2015-010585
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van de leden Moorman (PvdA) en Bouchibti (VVD).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 18 juni 2015.
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015
18 Aanvraag extra middelen nieuwe taken jeugdhulp en Wet maatschappelijke
ondersteuning (mo) Nr. BD2015-010597
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Tevens geagendeerd voor de Commissievergadering Zorg en Sport van 25 juni 2015
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
Onderwijs
19 Vaststellen Integraal Huisvestingsplannen Primair en Voortgezet Onderwijs 2016-
2020+ Nr. BD2015-010588
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 september 2015).
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 21.
20 Goedkeuren statutenwijziging Openbare Stichting Scholengemeenschap
Reigerbos Nr. BD2015-006079
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 september 2015).
21 Leerlingenprognose primair en voortgezet onderwijs Nr. BD2015-010589
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Timman (D66).
e Was TKN 12 in de Commissievergadering JC van 21 mei 2015.
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19.
22 Onderzoek schoolloopbanen Voortgezet Onderwijs 2014 Nr. BD2015-010592
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA).
e Was TKN 14 in de Commissievergadering JC van 21 mei 2015.
e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015.
4
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015
23 Kennisnemen van de voortgang pilot spookjongeren in stadsdeel Nieuw West Nr.
BD2015-010586
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Moorman (PvdA) en Blom (GrlLií).
e Was TKN 8 in de Commissievergadering JC van 18 juni 2015.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
24 Initiatiefvoorstel leden Paternotte (D66), Torn (VVD) en Timman (D66), getiteld:
‘Zicht op moslimdiscriminatie' Nr. BD2015-011677
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van de leden Paternotte (D66), Torn (VVD) en Timman
(D66).
e Bestuurlijke reactie niet gereed. Indieners willen het toch bespreken.
BESLOTEN DEEL
5
| Agenda | 5 | discard |
Vaio 023059 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
erk, Participatie " : : …
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en
en Inkomen % Amsterdam PRE 9, „eugdkzorg) | °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van o1 november 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening
Agendapunt 9
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op het ongevraagde advies van de Stedelijke WMO-adviesraad over de
uitvoering aanpak energiearmoede 2023.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de reactie op het ongevraagde advies van de Stedelijke WMO-adviesraad over
de vitvoering aanpak energiearmoede.
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Artikel 55, lid 3 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Als de raad
besluit een ingekomen stuk ter beantwoording in handen van de burgemeester of het college te
stellen, bedraagt de termijn voor de beantwoording zes weken.
Bestuurlijke achtergrond
Op 6 juli jl. heeft het college een ongevraagd advies ontvangen van de Stedelijke WMO-adviesraad
over de uitvoering aanpak energiearmoede 2023. De adviesraad adviseert het college om 1) op korte
termijn de voorwaarden, bedragen en uitbetalingsmomenten voor de energietoeslag 2023 vast te
stellen; 2) nog voor de zomer 2023 een voorschot van € 5oo uit te keren 3) duidelijk te communiceren
over de energietoeslag; 4) chronisch zieken en mensen met een beperking extra te compenseren
door tenminste de energiecomponent in de regeling tegemoetkoming meerkosten te verhogen.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Wehkamp (D66).
Graag gaat D66 met de commissie in gesprek over de uitvoering aanpak energiearmoede 2023 en
wat deze precies betekent voor Amsterdammers met een laag inkomen.
Uitkomsten extern advies
Geheimhouding
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-023059 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA
Werk, Participatie _%$ Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoed
en Inkomen % aatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van o1 november 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
AD2023-079370 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf)
AD2023-079368 Raadsinformatiebrief_Stedelijke WMO-adviesraad.pdf (pdf)
AD2023-079367 beantwoording_WMO-adviesraad energietoeslag 2023.pdf (pdf)
AD2023-079366 ongevraagd-advies_energietoeslag_def.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Geerten Kruis, WPI, 0648178351, [email protected]
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
Jaar 2021
Nummer 272
Behandeld op 21/22 april 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021
Onderwerp
Motie van de leden Khan, Veldhuyzen, La Rose en Blom inzake aanpak institutioneel racisme
in Zuidoost
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de intentie om ambities en doorbraken zoals beschreven in het
Masterplan Zuidoost te realiseren
Constaterende dat:
-__De Black Lives Matter-protesten institutioneel racisme op de agenda heeft gezet?;
-_ Institutioneel racisme een groot probleem is in onze stad, onder meer in Zuidoost?;
-_In het Masterplan Zuidoost er geen referentie wordt gemaakt van de problemen die
ervaren worden met institutioneel racisme en welke maatregelen daartegen nodig
zijn.
Verder constaterende dat:
-_ Rolmodellen uit onder meer Zuidoost een zogeheten ‘Zwart Manifest’ hebben
gepubliceerd met daarin maatregelen tegen institutioneel racisme};
-__Het Kennisplatform Integratie & Samenleving onlangs een literatvurverkenning
heeft gepubliceerd met daarin maatregelen om institutioneel racisme te bestrijden.
Overwegende dat:
-__Een Masterplan Zuidoost niet compleet is zonder een antwoord op institutioneel
racisme.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In gesprek te treden met de makers van het Zwart Manifest en maatregelen ter bestrijding
van institutioneel racisme te integreren in het Masterplan Zuidoost.
De leden van de gemeenteraad
S.Y. Khan
J.A. Veldhuyzen
N.V.M. la Rose
S.R.H. Blom
1 https://www.nrc.nl/nieuws{2020/11/13/een-klein-informeel-clubje-kreeg-institutioneel-racisme-
op-de-politieke-agenda-a4019974
2 https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatiefcollege/burgemeester/{persberichten/masterplan-zuidoost-bewoners-ondernemers/
3 https://zwartmanifest.nl/home/
4 https: //www.kis.nl/publicatie/wat-werkt-de-aanpak-van-institutioneel-racisme
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1886
Ingekomen onder BA
Ingekomen op donderdag 7 november 2019
Behandeld op donderdag 7 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Ceder, Marttin, Kreuger, Van Lammeren en Van Soest
inzake exploitatievergunningen voor passagiersvaart (Verruimen looptijden
vergunningen beeldbepalend/historisch)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de concept beleidsregels voor het omzetten van
exploitatievergunningen voor passagiersvaart en de conceptwijziging van de Regeling
op het binnenwater 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1798).
Overwegende dat:
— de concept beleidsregels passagiersvaart (en gerelateerd beleid) uitgaan van een
looptijd van 10 jaar voor het segment beeldbepalend / historisch;
— dit beleid gebaseerd is op gemiddelden en onvoldoende rekening houdt met
ondernemers die meerkosten hebben doordat zij meer kwaliteit aanbieden;
— het voorgestelde systeem een perverse financiële prikkel biedt waarin lage
kwaliteit tegen lage kosten beloond wordt;
— ereen algemeen belang is om perverse prikkels uit het beleid te verwijderen;
— de gemeenteraad — en niet het college — primair bevoegd is om een afweging te
maken tussen de verschillende belangen en de kaderstelling van het beleid
hierop in te richten;
— het wenselijk is dat vergunningen een looptijd hebben van een even aantal jaren,
gegeven dat de vergunningen elke twee jaar worden uitgegeven,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De looptijd voor het segment beeldbepalend/historisch te verruimen naar 12 jaar.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
A.A.M. Marttin
K.M. Kreuger
J.F.W. van Lammeren
W. van Soest
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1424
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder F
Ingekomen op woensdag 16 december 2015
Behandeld op woensdag 16 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het Definitief Ontwerp en Uitvoeringsbesluit
Beursgebied (deelproject Rode Loper) (bestemmen van laad- en losplekken voor
uitstootvrije voertuigen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Definitief Ontwerp en Uitvoeringsbesluit Beursgebied
(deelproject Rode Loper) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1362).
Overwegende dat:
— bij dit project 13 laad- en losplekken waarvan drie dubbel gebruikt worden als
taxistandplaats met laad- en los- regime van 7:00 uur tot 17:00 uur en taxiregime
van 17:00 uur tot 7:00 uur;
— de stad een opgave heeft om verkeer uitstootvrij te maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de mogelijkheden te onderzoeken voor het bestemmen van zoveel mogelijk laad- en
losplekken voor uitstootvrije voertuigen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1073
Publicatiedatum 4 december 2013
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 27 november 2013
Behandeld op woensdag 27 november 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de notitie, getiteld:
‘Regionale Hotelstrategie 2016-2022’ (Green Key-vermelding op website
www.iamsterdam.com).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 29 oktober 2013 inzake de notitie, getiteld: ‘Regionale Hotelstrategie
2016-2022’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1039);
Overwegende dat:
— Green Key een duurzaamheidskeurmerk is voor onder andere hotels;
— hotels die aan duurzaamheidscriteria van Green Key moeten voldoen een
bronzen, zilveren of gouden Green Key kunnen ontvangen;
— Green Key in een onderzoek van de Consumentenbond eind 2012 als beste
groene hotelkeurmerk uit de bus kwam, terwijl andere grote keurmerken volgens
de Consumentenbond ‘weinigzeggend’ waren door lage eisen het ontbreken van
serieuze controle“;
— _in Amsterdam 45% van de hotelkamers een Green Key-certificering heeft;
— op de gemeentelijke website www.iamsterdam.com de Green Key nog niet
voorkomt in het hotelzoeksysteem:;
— _hettonen van het criterium Green Key toeristen kan helpen een bewuste keuze
te maken en hotels kan motiveren om zich te certificeren,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
op de website www.iamsterdam.com in het systeem waarmee men een hotelkamer
kan zoeken, naast het aantal sterren ook bij ieder hotel het wel of niet hebben van
een Green Key-keurmerk (en het type: brons, zilver, goud) te vermelden.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
“Bron: ‘Ecolabels voor hotels stellen weinig voor’, Consumentenbond, 28 december 2012.
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1007
Publicatiedatum 15 november 2013
Ingekomen onder AA
Ingekomen op donderdag 7 november 2013
Behandeld op donderdag 7 november 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Molenaar inzake het benutten van het busplatform
achter het Centraal Station voor het opvangen van touringcars met als bestemming
de binnenstad.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 8 oktober 2013 tot instemmen met de realisatie van de definitieve
inrichting van het busstation CS en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet ten
behoeve van de inrichting van het busstation Centraal Station (Project IJsei)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 974);
Overwegende dat:
— achter het Centraal Station een nieuw busplatform verrijst met als doel zoveel
mogelijk bussen te verplaatsen van het Stationsplein naar de IJzijde;
— _ het ontwerp van het busplatform geoptimaliseerd is, uitgaande van een flexibele
inzet van de perrons om de halteercapaciteit te optimaliseren;
Voorts overwegende dat:
— de huidige touringcarhalteerplekken op de openbare weg rond het Stationsplein
en de Prins Hendrikkade bijdragen aan overlast en gevaarlijke verkeerssituaties;
— de doelstelling van het touringcarbeleid is om de binnenstad te ontlasten,
het college aangeeft elke mogelijkheid daartoe aan te willen grijpen, en
het busplatform achter het Centraal Station hiervoor een uitgelezen kans lijkt te
bieden;
— de capaciteit van het busplatform berekend is op de drukke pieken tijdens de
spits, zodat er buiten de spits ruimte moet zijn voor het opvangen van touringcars
die op dit moment op de openbare weg hun passagiers ophalen en wegbrengen;
Constaterende dat bepaalde lijndiensten met als eindstation Amsterdam Centraal
wellicht vanaf 2017 kunnen worden verlegd om elders (Station Noord) aan te sluiten
op de Noord-Zuidlijn,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 1007 Motie
Datum 15 november 2013
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— in overleg met de vervoerbedrijven en de Stadsregio te onderzoeken welke
mogelijkheden er zijn om het nieuwe busplatform achter het Centraal Station nog
beter te benutten door het opvangen van touringcars met bestemming
binnenstad;
— _ daarbij primair in te zetten op het (buiten de spits) ruimte vinden voor het
opvangen van touringcars die hun passagiers nu op straat ophalen en afzetten,
en zo bij te dragen aan vermindering van overlast en verkeersonveiligheid;
— voorts te bezien welke specifieke groepen touringcars (transfer- en
excursiebussen) nog meer op het busplatform terecht kunnen om de binnenstad
te ontlasten;
— de consessie houders te verzoeken inzichtelijk te maken welke kansen de
ingebruikname van de Noord-Zuidlijn (2017) biedt om de hoeveelheid busverkeer
door de binnenstad en naar het Centraal Station te verminderen;
— de raad vóór 1 november 2014 te informeren over de uitkomst, om hier vanaf
de openstelling van het busplatform (dienstregeling 2015) op in te kunnen spelen.
Het lid van de gemeenteraad,
F.M. Molenaar
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 741
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder BG
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de wijziging van
de Verordening Parkeerbelastingen 2015-Il (ook in winkelcentrum Boven 't Y z.s.m.
parkeren eerste anderhalf uur vrij - 2).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen
2015-Il, waarmee het betaald parkeren op het Waterlandplein en Bezaanjachtplein
wordt afgeschaft (Gemeenteblad afd. 1, nr. 635);
Overwegende dat:
— met dit voorstel het parkeerregime slechts in twee van de drie winkelcentra in
Noord wordt aangepast, en het funest is voor de concurrentiepositie van een
winkelcentrum als klanten moeten betalen maar bij nabije winkelcentra wel gratis
kunnen parkeren;
— Ondernemers van het Buikslotermeerplein door dit gemeentelijke beleid dus in
grote problemen kunnen raken, met mogelijk zelfs faillissementen als gevolg;
— het dus cruciaal is om qua parkeerregime een gelijk speelveld te creëren;
— de ondernemers het voorstel hebben gedaan om tenminste € 80.000 van de
gederfde inkomsten van € 434.500 per jaar voor de gemeente gedeeltelijk te
dekken;
— de onderhandelingen tussen ondernemers en stadsdeel eerder strandden o.a.
omdat de gemeente een rekenfout had gemaakt bij het berekenen van de
gederfde inkomsten;
— het college heeft aangeven dat de technische voorbereiding van de uitvoering van
het eerste anderhalf uur gratis parkeren rond het Buikslotermeerplein twee
maanden duurt,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
binnen drie maanden met een oplossing te komen voor de ongelijkheid in het
parkeerregime rond winkelcentra in Noord, waarbij in ieder geval de eerste 1,5 uur
gratis kan worden geparkeerd in de garages Buikslotermeerplein, en hierover aan de
raad te rapporteren, alsmede met een voorstel te komen om de gederfde
parkeerinkomsten te dekken.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 741 Moti
Datum 7 augustus 2015 ome
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1299
Datum indiening 1 augustus 2017
Datum akkoord college van b&w van 17 oktober 2017
Publicatiedatum 17 oktober 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Dijk inzake de verkoop van sociale
huurwoningen aan wooncoöperaties.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Wooncoöperaties zijn in toenemende mate in trek onder huurders. In een dergelijk
verband kopen huurders een aantal sociale huurwoningen, bijvoorbeeld in een straat,
en beginnen vervolgens een eigen coöperatie waardoor de woningen in eigen beheer
sociaal verhuurd blijven. Onder meer in de Haagse Roggeveenstraat is de
wooncoöperatie een succes.
In de Van der Pekbuurt hebben buurtbewoners zich verenigd in initiatief
Copekcabana. Op 1 augustus 2017 verscheen het bericht dat hun aankoopbod door
Ymere is afgewezen. De VVD betreurt deze ontwikkeling aangezien een
wooncoöperatie een goede manier is om bij te dragen aan een andere verdeling van
de woningvoorraad en een verhoogde leefbaarheid in de buurt. De initiatiefnemers
van Copekcabana vragen zich openlijk af of ‘corporaties er wel klaar voor zijn om
daadwerkelijk de regie uit handen te geven aan kleine, sociale initiatieven’.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Dijk, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe beoordeelt het college het niet doorgaan van het initiatief van
Copekcabana om panden in de Van der Pekbuurt te kopen en deze in eigen
beheer sociaal te verhuren?
Antwoord:
Het college begrijpt de teleurstelling bij Copekcabana dat het niet is gelukt om de
panden in de Van der Pekbuurt te kopen. De koop van sociale huurwoningen is in
principe een zaak tussen het initiatief en de betreffende woningcorporatie.
Belangrijkste argumenten volgens Ymere om het bod niet te accepteren zijn:
_de gevraagde korting;
e de wachtrij die wordt omzeild door de meerderheid van de leden
e _de financiële risico’s gezien de grote verschillen tussen de bouwkosten zoals
Ymere inschat en de opgave van de groep.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng 09 Gemeenteblad
Datum 47 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 augustus 2017
Het college is verheugd dat beide partijen nu samenwerken aan een nieuw plan.
Het plan behelst dit keer een beheercoöperatie. Dit is een coöperatievorm waarbij
huurders (delen van) het beheer van hun wooncomplex overnemen, zonder de
woningen te kopen.
2. Wat is het standpunt van het college ten aanzien van wooncoöperaties?
Antwoord:
Het college is voorstander van wooncoöperaties, maar ziet ook dat deze vorm nog
experimenteel is. Het faciliteren van wooncoöperaties is gemeentelijk in volle gang
(zie ook de brief aan de raadscommissie WB van 2 juni 2017 over de stand van
zaken betreffende het Actieteam Wooncoöperaties Amsterdam). Het college heeft
drie pilotlocaties beschikbaar gesteld voor nieuwbouwontwikkeling door
wooncoöperaties: Centrumeiland, Archimedesplantsoen en Havenstraatterrein.
Daarnaast speelt de gemeente een rol in het gemeentelijk actieteam. Dit actieteam
bestaat verder uit vertegenwoordigers van wooncoöperatie-initiatieven,
woningcorporaties, stichting WOON en de gemeente. Het heeft als doel om met
de leden gezamenlijk wooncoöperatie-initiatieven in Amsterdam sneller tot
realisatie te laten komen. Ook heeft de gemeente een rol als ambassadeur in het
landelijk actieteam wooncoöperaties, samen met andere gemeenten,
woningcorporaties, belangenorganisaties en banken.
3. Is het college van mening dat woningcorporaties er wel klaar voor zijn om
daadwerkelijk de regie uit handen te geven aan kleine, sociale initiatieven,
zoals de initiatiefnemers van Copekcabana zich afvragen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord:
Sinds de nieuwe Woningwet van 1 juli 2015 hebben toegelaten instellingen de
plicht huurders de ruimte te geven om de oprichting van een wooncoöperatie te
verkennen. Daarmee is het echter nog geen opeisbaar recht voor burgers
geworden. In de Woningwet 2015 is de wooncoöperatie voor het eerst
opgenomen. Voor betrokken partijen is het nog vrij nieuw en is het nog zoeken
naar de mogelijkheden en verkeert het in een experimentele fase. Dat geldt dus
ook voor woningcorporaties.
4. Hoeveel wooncoöperaties zijn in Amsterdam actief in onderhandeling met
de betrokken woningcorporatie en hoeveel wooncoöperaties hebben
daadwerkelijk het eigendom van de betrokken woningen gekregen?
Antwoord:
Voor zover nu bekend (oktober 2017) zijn er drie wooncoöperatie-initiatieven actief
in onderhandeling over een eigendom/verhuur- dan wel een beheercoöperatie in
Amsterdam. Drie andere eigendom/verhuur-coöperatieplannen zijn niet
doorgegaan. Zie ook de lijst met wooncoöperatie-initiatieven als bijlage bij de brief
aan de raadscommissie WB van 2 juni 2017 over de stand van zaken betreffende
het Actieteam Wooncoöperaties Amsterdam.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le tober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 augustus 2017
5. In hoeverre ontvangen wooncoöperaties van gemeentewege steun in hun
onderhandeling met de woningcorporatie?
Antwoord:
In principe zijn de onderhandelingen een zaak tussen de corporaties en het
wooncoöperatie-initiatief. De gemeente gaat hier niet tussen zitten. De gemeente
subsidieert stichting WOON waar wooncoöperatie-initiatieven terecht kunnen voor
advies over het oprichten van een wooncoöperatie en onderhandelingen hierover
met woningcorporaties. In de realisatie van wooncoöperaties heeft de gemeente
een faciliterende rol. Zij ondersteunt initiatieven bij het zoeken naar een oplossing
van juridische of financiële knelpunten dan wel door diverse partijen met elkaar te
verbinden. Concreet komt dit tot uiting in het Actieteam Wooncoöperaties
Amsterdam.
6. Is het college het met de VVD eens dat wooncoöperaties een positieve
bijdrage leveren aan hun buurt, onder meer omdat het eigendom van de
woningen voor meer betrokkenheid bij de leefomgeving zorgt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Het college vindt het belangrijk dat burgers de mogelijkheid wordt geboden om
woonwensen te realiseren die niet door de markt worden aangeboden. Alsook dat
burgers de kans krijgen om zelf de eigen woningen te beheren, of zeggenschap
te krijgen over en verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen woonsituatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris K.H. Ollongren, (loco) burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 547
Datum indiening 5 maart 2019
Datum akkoord 14 mei 2019
Publicatiedatum 14 mei 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake een borgsom voor
kunstenaars Egelantiersgracht.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De kunstenaars aan de Egelantiersgracht zitten soms al vijftig jaar in hun ateliers aan
de Egelantiersgracht. De kunstenaars die gemiddeld 80 jaar oud zijn en vaak rond
moeten komen van enkel AOW worden nu gedwongen om een borgsom van drie
maanden huur te gaan betalen. Het duoraadslid De Wolff was aanwezig bij een
gesprek tussen de kunstenaars en ambtenaren van de gemeente.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Via een e-mail en tijdens het bezoek zelf, werd ons duoraadslid De Wolff te
verstaan gegeven dat het niet gebruikelijk is dat (duo)raadsleden aanwezig zijn bij
gesprekken tussen ambtenaren en burgers. Is dat correct en kan het college dat
toelichten?
Antwoord:
Het college draagt de politieke verantwoordelijkheid voor het handelen van de
ambtelijke organisatie en aan die verantwoordelijkheid moet een
portefeuillehouder ook (vooraf) invulling kunnen geven. Daarom gaan ambtenaren
er van uit dat rechtstreeks contact met raadsleden via het college of een
portefeuillehouder verloopt of dat hier een verzoek om ambtelijke bijstand aan
vooraf is gegaan. Dat is in dit geval niet gebeurd.
Het gesprek tussen de ambtenaren van Gemeentelijk Vastgoed en de huurders
van de Egelantiersgracht ging over een verschil van mening over de vereiste
waarborgsom. Indien er sprake is van een verschil van mening tussen de
gemeente en een wederpartij zijn er bepaalde regels van toepassing.
Artikel 15 lid 1 sub a van de Gemeentewet bepaalt dat een raadslid niet als
advocaat of adviseur in geschillen werkzaam mag zijn ten behoeve van de
gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van
de gemeente of het gemeentebestuur. In dezen moet een bezwaar (van een
wederpartij) ook gezien worden als een geschil. De ‘Gedragscode gemeenteraad
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ne 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 maart 2019
en raadscommissies Amsterdam’ onderschrijft hetgeen in artikel 15 lid 1 sub a
van de Gemeentewet is vastgelegd (zie de toelichting op paragraaf 2 van deze
gedragscode).
Op basis van deze regels begrijpt het college dat tegen de heer De Wolff is
gezegd dat het niet gebruikelijk is dat raadsleden aanwezig zijn bij gesprekken
tussen ambtenaren en burgers.
2. De kunstenaars aan de Egelantiersgracht die vaak tussen de dertig en vijftig jaar
lang werkzaam zijn in hun ateliers, moeten nu een borgsom gaan betalen. De
kunstenaars zijn gemiddeld 80 jaar oud en komen vaak rond van enkel AOW. Is
het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het
onrechtvaardig is om deze mensen, op deze leeftijd nog op zulke kosten te
jagen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Voor het antwoord op deze vraag verwijst het college naar haar reactie op het
raadsadres dat op 28 juni 2018 door een huurder van de Egelantiersgracht 484
werd ingediend. De beantwoording van dit raadsadres werd geagendeerd voor de
commissievergadering KDD op 9 januari 2019.
3. Is het college bereid, de eis voor de borgsom te schrappen voor de bestaande
huurders en deze eis enkel neer te leggen bij nieuwe huurders? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord:
Het college heeft begrip voor de situatie waarin deze huurders verkeren.
Tegelijkertijd is het college van mening dat alle huurders van de gemeente een
waarborgsom moeten betalen, ook als zij er al langere tijd zitten. Het is
rechtvaardig dat huurvoorwaarden voor iedereen gelijk zijn en het beleid voor
iedereen geldt. De wethouder gemeentelijk vastgoed heeft dit verwoord tijdens de
commissievergadering KDD op 9 januari 2019, toen een raadsadres over dit
onderwerp werd besproken.
Aan de zittende huurders van de Egelantiersgracht is een betalingsregeling
aangeboden om de waarborgsom in termijnen te betalen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam KSZ
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn,
Monumenten en Lokale Media
% Agenda, woensdag 5 september 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale
Media
Tijd 19.30 tot 22.30 uur
Locatie NB: niet in Boekmanzaal, maar in de De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
Procedureel gedeelte van 19.30 uur tot 19.45 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSZ
d.d. 4 juli 2012
Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieKSZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam K SZ
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten
en Lokale Media
Agenda, woensdag 5 september 2012
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 19.45 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
e Actualiteit inzake de Drie Hoven en St. Jacob van het raadslid mevrouw Burke (PvdA).
e Actualiteit inzake actualisering advies Amsterdamse Kunstraad van de raadsleden
Evans-Knaup (RA) en Paternotte (D66)
10 Rondvraag
Zorg en Welzijn
11 Halfjaarlijkse rapportage bestuursambitie langdurige ouderenzorg Nr. BD2012-
007451
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
12 Intramurale capaciteit voor clienten met een licht verstandelijk beperking Nr.
BD2012-007868
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam K SZ
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten
en Lokale Media
Agenda, woensdag 5 september 2012
13 Voortgang Verbeterplan dienstverlening en klachtafhandeling Wmo Nr. BD2012-
007456
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012.
14 Brief Gemeentelijke Ombudsman aangaande voortgang verbeterplan DWZS Nr.
BD2012-007457
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP).
e Was TKN 14 in de Commissievergadering KSZ van 16 mei 2012,
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in Commissievergaderingen van 6 juni 2012en 4 juli 2012.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15.
15 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA120677 Gehandicapte vrouw woont
meer dan vier jaar ongeschikt Nr. BD2012-007458
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP).
e Was TKN 1 in de Commissievergadering KSZ van 6 juni 2012,
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 4 juli 2012,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14.
16 Eindrapportage pilots en kwaliteitsverbetering individuele Wmo voorzieningen
2009-2011 Nr. BD2012-007448
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP).
e Was TKN 5 in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 17.
17 Eindrapportage pilots en kwaliteitsverbetering individuele Wmo voorzieningen:
Wmo thuisbegeleiding Nr. BD2012-008209
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Voorgeteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16.
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten KSZ
en Lokale Media
Agenda, woensdag 5 september 2012
18 Evaluatie aanbesteding Hulp bij het huishouden 2011 Nr. BD2012-007459
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012.
19 Definitieve gunning aanbesteding Aanvullend Openbaar Vervoer, perceel A Nr.
BD2012-007452
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP).
e Was TKN 12 in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20.
20 Stand van zaken implementatie aanbesteding Aanvullend Openbaar Vervoer
2012 Nr. BD2012-008162
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 21
21 Uitvoering toezeggingen initiatiefvoorstel buurtbedrijf april 2012 Nr. BD2012-
007460
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012.
22 Evaluatie Uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet Vervolg Nr. BD2012-007730
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
23 Beschrijving Winterkoudeopvang 2012 Nr. BD2012-007715
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
Gemeente Amsterdam K SZ
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten
en Lokale Media
Agenda, woensdag 5 september 2012
5
| Agenda | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1684
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder AZ
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op donderdag 21 december 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Geenen inzake de Ontwikkelstrategie Haven-Stad
(onderzoek naar vervolgonderwijsvoorzieningen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1582).
Besluit:
In de ontwikkelstrategie Haven-Stad op pagina 29 de volgende zin te schrappen:
“Hiervoor nemen we in de woningbouwprogramma's o.a. sociale huurwoningen,
woningen voor ouderen en woningen voor gehandicapten op.”
en te vervangen door:
“Hiervoor nemen we in de woningbouwprogramma's o.a. voldoende
middenhuurwoningen, sociale huurwoningen, woningen voor ouderen en woningen
voor gehandicapten op. Menging van verschillende woningtypes binnen één straat en
blok, en wanneer dit voor corporaties weer mogelijk is ook pand en/of portiek behoren
tot de mogelijkheden.”
het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te
passen.
Het lid van de gemeenteraad
T.A.J. Geenen
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 372
Publicatiedatum 10 april 2019
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 3 april 2019
Behandeld op woensdag 3 april 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Nadif, Biemond en Kilig inzake het actieprogramma Life Sciences
& Health Amsterdam 2019-2022 (genderdiversiteit en genetische diversiteit in het
wetenschappelijk onderzoek)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het actieprogramma Life Sciences & Health Amsterdam
2019-2022 en kennisnemen van de afhandeling van motie 1043 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 247).
Constaterende dat:
— Vrouwen 50-70% meer kans op bijwerkingen hebben van medicijnen;
— 54% van de hartinfarcten van vrouwen niet wordt herkend;
— Gezondheidsonderzoek in veel gevallen uitsluitend gebruik maakt van mannelijke
proefpersonen;
— Doordat mannen de norm zijn in medisch onderzoek, dit bij vrouwen zorgt voor
late of verkeerde diagnose, hogere ziektelasten, verkeerde behandeling,
onnodige ziekte, oplopende zorgkosten en in het uiterste geval tot vermijdbare
sterfte":
Voorts constaterende dat;
— Wereldwijd vooral mensen met Europese voorouders mee doen aan genetisch
onderzoek;
— Gemiddeld 80 procent van een onderzoekspopulatie Europese voorouders heeft.
Slechts 2 procent van de deelnemers Afrikaanse voorouders heeft en maar
1 procent wortels in Zuid-Amerika heeft;
— Mensen met Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse voorouders nauwelijks van
genetisch onderzoek profiteren?
Overwegende dat;
— Amsterdam een Life Sciences & Health (LSH) Hub wil worden;
— Er nog meer bedrijven naar Amsterdam komen in de sectoren medische
— technologie, zorg, medicijnontwikkeling en e-health toepassingen.
1 Alle cijfers: https://www.womeninc.nl/gezondheid/
2 https://nos.nl/artikel/2277081-genetisch-onderzoek-is-weinig-divers-en-daar-zitten-medische-
risico-s-aan.html
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 372 Motie
Datum _ 10 april 2019 o
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. In gesprekken met bedrijven in de LSH-sector die overwegen om naar
Amsterdam te verhuizen, maar ook de bedrijven die al in Amsterdam zitten, op te
roepen in onderzoek rekening te houden met genderdiversiteit en genetische
diversiteit;
2. Bedrijven op te roepen om uitwisselen van onderzoeksgegevens tussen
wetenschappers uit verschillende landen te stimuleren;
3. In gesprekken met de Rijksoverheid/EZK te pleiten voor regelgeving om gender-
en genetische diversiteit binnen wetenschappelijk onderzoek te bevorderen.
De leden van de gemeenteraad
|. Nadif
H.J.T. Biemond
A. Kilig
2
| Motie | 2 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Onderwerpen
|
2021
12-mei- - Presentatie Mobiliteitsplan (verzorgd door projectteam)
2021 - Hoofdlijnen Bestuurlijk stelsel
- TKN: Projectnota Buikslotermeerplein.
- TKN: Adviesaanvraag verordening kansspelautomaten en
speelautomatenhallen.
2021 \ vergadering
26-mei- - Behandeling adviesaanvraag Mobiliteitsplan.
2021 - Adviesaanvraag Raamwerk Haven-Stad.
- Projectnota Banne-Noord ter behandeling.
- Projectnota Buikslotermeerplein ter behandeling.
- Adviesaanvraag verordening kansspelautomaten en
speelautomatenhallen.
- TKN: Principenota Waterlandpleinbuurt.
vergadering
9-jun-2021 - TKN: Principenota de Kleine Wereld.
- Projectnota Banne-Noord ter vaststelling.
- Principenota Waterlandpleinbuurt ter behandeling.
2021 | vergadering
23-jun- - De Staat van Noord inzake impact Corona op Noord en het onderwijs.
2021 - Principenota de Kleine Wereld ter behandeling.
- Principenota Waterlandpleinbuurt ter vaststelling.
2021 | vergadering
a nn
- Principenota de Kleine Wereld ter vaststelling.
Seemee
2021
EEn heee
2021 \ vergadering
eee
2021
en |
2021 \ vergadering
Sl
2021
EEn |
2021 \ vergadering
B
EE
2021t | vergadering
Se
2021t
Bm |
2021 | vergadering
BB
2021
Salm
2021 \ vergadering
Sm
2021
EE |
2021 \ vergadering
EL
2021
Em |
2021 | vergadering
EE
2021
B
2022
Hen |
2022 | vergadering
EL
2022
B
hd n
vergadering
EE
2022
ap vermaerng |
2022 | vergadering
B
2022
EP |
2022
Nog niet ingeplande onderwerpen:
TEE le Datum Onderwerp EEC Bijzonderheden
16-okt | Verloedering straatbeeld Canan Uyar, Dennis
Overweg
n.n.b. |n.n.b. Participatie Nicoline van der Voorgesteld in
Torre, Canan Uyar SDC 14 nov 2018
n.n.b. [n.n.b. Culturele locatie Hamerstraatgebied Canan Uyar, Dennis
Overweg
n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis
mensen met een beperking/ Overweg, Paul
toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels
Ras
n.n.b. |n.n.b. Buurtbudgetten 2021-2022 Esther Lagendijk
Ambitiedocument Sport in Noord Esther Lagendijk
n.n.b. |n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland - Voorgesteld door
Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa.
weken later de daadwerkelijke Precieze datums
adviesbehandeling. hangen af van
verloop
besluitvormingspr
oces. Verwacht: na
zomerreces
n.n.b [n.n.b Projectnota Waterlandpleinbuurt Komt naar
verwachting begin
juni in de
stadsdeelcommissi
e.
n.n.b [n.n.b Presentatie ‘30 KM Tenzij’ (Misschien
adviesaanvraag)
2022 |[n.n.b (Q1/Q2) |Adviesaanvraag uitbreiding sportpark
Kadoelen.
2021 |n.n.b. Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld Info volgt.
en Kindermishandeling
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp EEK CT Bijzonderheden
Only Friends En
12-jul |n.n.b. Bezoek opvanglocatie
Dwergvinvisstraat 69-75
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 209
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder BC
Ingekomen op donderdag 15 februari 2018
Behandeld op donderdag 15 februari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Hammelburg en Van Soest inzake de Voortgangsrapportage 2017
van het programma ouderenhuisvesting 2015-2018.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voortgangsrapportage 2017 van het programma
ouderenhuisvesting 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 120).
Overwegende dat:
* Raad en college zich gezamenlijk op het standpunt stellen dat ouderen in
Amsterdam zelfstandig moeten kunnen wonen;
e Dit standpunt doel en uitgangspunt is van beleid;
* Het de wens is van ondergetekenden dat ouderen, bij door omstandigheden
noodzakelijke verhuizingen, zoveel als mogelijk in hun oude omgeving moeten
kunnen blijven wonen waar zij een ondersteunend sociaal netwerk hebben ter
voorkoming van eenzaamheid;
Constaterende dat:
* Veel ouderen nog steeds niet in staat zijn een passende woning te vinden om
zelfstandig te kunnen blijven wonen;
* Voor ouderen passende woningen in gebieden met een hoge marktdruk in sommige
gevallen niet worden toegewezen aan ouderen met een aangepaste woonbehoefte;
* De voorraad van passende woningen voor ouderen in de oudere delen van de stad
moeilijk uit te breiden is met nieuwbouw;
* De schaarse bestaande voorraad van ouderenwoningen in de oudere delen van de
stad nodig zijn om ouderen in hun eigen buurt te kunnen laten blijven wonen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Met de Federatie van Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) te
bespreken hoe zij ervoor kunnen zorgen dat alle voor ouderen passende woningen in
gebieden met hoge marktdruk, die de corporaties plannen te verkopen, tóch worden
toegewezen aan ouderen met een laag -of middeninkomen uit de desbetreffende
buurten en over de uitkomst van het gesprek te rapporteren aan de Raad.
De leden van de gemeenteraad
A.R. Hammelburg
W. van Soest
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 209 Motie
Datum 21 februari 2018
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 5 april 2022
Portefeuille(s) Onderwijs
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Directie OJZ [email protected]
Onderwerp Jaarrapportage Stedelijk Toelatingsbeleid 2021-2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
leder kind in deze stad heeft dezelfde mogelijkheden om op een school van zijn of haar voorkeur
terecht te komen. Het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs van de Amsterdamse
schoolbesturen bevordert dit.
Over het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs van de Amsterdamse schoolbesturen (verenigd
in het Breed Bestuurlijk Overleg, BBO) wordt jaarlijks door het BBO een rapportage opgesteld.
Bijgaand vindt u de jaarrapportage over schooljaar 2021-2022
In deze brief informeer ik u verder over:
1. de resultaten van de 1° plaatsingsronde schooljaar 2022-2023 (d.d. 10 maart jl);
2. de resultaten van schooljaar 2021-2022;
3. de resultaten van het onderzoek naar de aanmeldgraad van het stedelijk toelatingsbeleid.
1. Resultaten 12° plaatsingsronde schooljaar 2022- 2023
Voor de meest recente plaatsingsronde schooljaar 2022-2023 zijn 1862 kinderen aangemeld (per
sluitingsdatum 3 maart 2022).
De resultaten zijn als volgt:
-__ 94% vande kinderen zijn op de eerst opgegeven voorkeur geplaatst;
-__ 99% van de kinderen zijn in de top drie van de opgegeven voorkeur geplaatst;
-_Erzijngeen kinderen geplaatst lager dan de vijfde voorkeur;
-_ 6 kinderen hadden na de plaatsing geen plek. De helpdesk van het toelatingsbeleid
ondersteunt de ouders van deze kinderen bij het vinden van een goede plek.
-__ De basisscholen hebben opgegeven dat zij voor deze plaatsingsronde in totaal plek
hebben voor 3656 kinderen. In de stad is dus ruimschoots meer capaciteit t.o.v. het aantal
aanmeldingen. Er zijn dus veel (176) basisscholen waar weinig druk op staat.
De uitkomsten van de plaatsingsronde van maart 2022 zijn vergelijkbaar met de uitkomsten van
voorgaande plaatsingsrondes. Het percentage aanmeldingen ligt hoger dan andere jaren. Het
grote verschil tussen vraag en aanbod is een blijvende ontwikkeling die opvalt. Ik blijf daarom met
de schoolbesturen in gesprek over het tegengaan van de versnippering in het primair onderwijs.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 5 april 2022
Pagina 2 van 4
Op 26 januari jl. heeft er opnieuw een digitale open dag van de basisschool plaatsgevonden. Dit
omdat het voor veel scholen lastig was om ouders te ontvangen met de toen geldende corona
restricties. Voor de digitale open dag van de basisschool en ook voor de 21° plaatsingsronde is er
een herinnering uitgestuurd via de GGD groeiapp. Momenteel onderzoeken we in hoeverre deze
digitale reminder een groter bereik heeft dan een papieren herinneringskaart die ouders voorheen
thuis gestuurd kregen.
Niet-deelnemende scholen
Bij de start van het stedelijk toelatingsbeleid in 2015 besloten elf basisscholen (de zogenaamde
BOVO-scholen) niet deel te nemen. Inmiddels is dit aantal gedaald naar tien. Deze daling is te
verklaren door het aansluiten van de Vrije Scholen aan het stedelijk toelatingsbeleid.
Het betreft de volgende scholen:
-__ Centrum: de ASVO;
-__ Zuid: Amsterdamse Montessorischool (AMS), Buitenveldertse Montessorischool (BMS),
Cornelis Vrij, 1° en 2° Openluchtschool, Hildebrand-Van Loonschool, Peetersschool en
Willemsparkschool.
Acht van deze tien hanteren een gezamenlijke werkwijze voor het aanmelden en plaatsen; ASVO
en Cornelis Vrij voeren elk hun eigen beleid.
Het BBO en de niet-deelnemende scholen verkennen gezamenlijk de mogelijkheden voor
deelname aan het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs. Daarnaast blijf ik in gesprek met de
niet- deelnemende scholen en het BBO over de eventuele deelname aan het stedelijk
toelatingsbeleid.
Vervolg uitvoering stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs
In november 2021 hebben ouders die hun kind moeten aanmelden voor de basisschool voor
schooljaar 2022-2023, net als elk jaar, een informatiepakket van de gemeente en het BBO
ontvangen. Het informatiepakket zal voor de mailing van november 2022 worden aangepast naar
het taalniveau A2. Dit om te zorgen dat de informatie nog toegankelijker is voor een grotere groep
ouders.
In 2022 volgen in juni en november nog 2 plaatsingsrondes voor het plaatsen van de nieuwe
kinderen voor schooljaar 2022-2023. Ouders kunnen met vragen terecht bij de Helpdesk stedelijk
toelatingsbeleid van de Amsterdamse schoolbesturen. Daarnaast is de (open) data met betrekking
tot het stedelijk toelatingsbeleid toegankelijk voor geïnteresseerden’.
* De data mbt het toelatingsbeleid is realtime beschikbaar via zowel de site Schoolwijzer als via de site
van het BBO. De link op Schoolwijzer wordt gebruikt door zowel instellingen als ambtenaren als
bewonersfouders. Mensen die technisch minder onderlegd zijn, kunnen via het mailadres van
Schoolwijzer ook een vraag stellen en krijgen dan het gevraagde overzicht toegestuurd. Zie verder:
https://schoolwijzer.amsterdam.nl/nl/apijdocumentatie ; http://bboamsterdam.nlfrecente-resultaten-
en-capaciteit-per-school/ ; http://bboamsterdam.nl{lege-plekken-na-plaatsing/ en
http://bboamsterdam.nl/{rapportages-plaatsingen/
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 5 april 2022
Pagina 3 van 4
2. Resultaten stedelijk toelatingsbeleid schooljaar 2021-2022
In schooljaar 2021-2022 hebben, net als elk jaar, 3 plaatsingsrondes plaatsgevonden, te weten in
maart, juni en november. Zie verder ook de bijgevoegde infographic en bijlage 2, de
jaarrapportage schooljaar 2021-2022.
Bij de start van het toelatingsbeleid hebben de schoolbesturen de volgende vitgangspunten
opgesteld:
-__ De plaatsingsmethodiek heeft ten doel een kind op de hoogst mogelijke voorkeurschool
te plaatsen: minimaal 75% van de aangemelde kinderen krijgt een plaats op de school van
eerste voorkeur;
-__ Alle kinderen kunnen in hun buurt naar de basisschool;
-__Hettoelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam is voor alle scholen hetzelfde;
-__ De rechtsgelijkheid bij het krijgen van een plaats wordt gegarandeerd;
-__De keuzevrijheid van ouders is zoveel mogelijk gewaarborgd.
Belangrijkste resultaten 3 plaatsingsrondes 2021-2022
-__op 199 deelnemende scholen konden kinderen aangemeld worden;
-__ 8.774 kinderen ontvingen de brochure en het gepersonaliseerde aanmeldformulier;
-__ 6.023 kinderen (69% van de aangeschreven doelgroep) staan geregistreerd in
Scholenring. In vorige schooljaren was dit vanaf 2015-2016 tot dit schooljaar resp. 76, 72,
70 , 69, 71 en 69% van de doelgroep. Zie verder ook de bijgevoegde infographic.
De aangemelde kinderen zijn als volgt geplaatst:
-__94% heeft de school van aste voorkeur;
-__ 98% heeft een school in de top-3;
-__1,5% heeft de „de - 6de voorkeurschool of een niet-voorkeursschool
-__Erzijngeen kinderen geplaatst op de 7de — zode voorkeursschool
-__9 kinderen zijn niet geplaatst binnen het stedelijk beleid; van hen hebben 5 een plek op
een niet-deelnemende school of een school buiten Amsterdam.
3. Resultaten van het onderzoek naar de aanmeldgraad stedelijk toelatingsbeleid
In opdracht van het BBO is er een onderzoek vitgevoerd dat de aanmeldgraad van het stedelijk
toelatingsbeleid moet duiden. We signaleren een trend dat er een groep ouders is die (vlak)
voordat hun kind 4 jaar wordt de stad uit verhuist. Hierdoor ontstaat er een discrepantie tussen de
ouders die aangeschreven worden en de kinderen die daadwerkelijk op 4-jarige leeftijd in
Amsterdam naar school gaan. Dit geeft een vertekend beeld van de aanmeldgraad waar tot nu toe
vanuit is gegaan. In andere woorden, het aantal kinderen dat een brief heeft gekregen om mee te
doen met de plaatsingsronde is niet meer gelijk aan het aantal kinderen dat meedoet. Er zijn een
aantal omstandigheden waar bij de huidige aanmeldgraad geen rekening wordt gehouden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 5 april 2022
Pagina 4 van 4
Tot op heden is er bij de huidige aanmeldgraad vitgegaan van het aantal aangeschreven kinderen
met een leeftijd tussen de 2 jaar & 2 maanden en 3 jaar & 2 maanden in vergelijking met de
geregistreerde kinderen in Scholenring. Bij deze benadering van de aanmeldgraad is er geen
rekening gehouden met het wegverhuizen van gezinnen en is er geen correctie toegepast op de
leerlingen die naar de eenpitters, particulier onderwijs en het SO/SBO gaan. Daarom is ervoor
gekozen om een realistischere aanmeldgraad als vitgangspunt te nemen. Hierbij wordt gekeken
naar het aantal 4-jarigen dat geregistreerd staat in Amsterdam en het aantal 4-jarigen dat ook
daadwerkelijk naar school gaat. Deze gegevens worden afgezet tegen de gegevens van
scholenring. Daarnaast is de bovengenoemde correctie toegepast van leerlingen die gebruik
maken het onderwijs in de stad dat niet deelneemt aan het stedelijk toelatingsbeleid. Deze nieuwe
benadering van de aanmeldgraad levert een aanmeldgraad van 84% op ten opzichte van de 72%
volgens de huidige benadering.
Het BBO is blij met de vitkomsten van het onderzoek naar de aanmeldgraad. Momenteel wordt er
gewerkt aan een verdiepingsslag slag in het onderzoek en zal er worden gekeken naar de
daadwerkelijke aanmeldgraad op stadsdeelniveau. Deze vitkomsten zullen worden meegenomen
in de terugkoppeling van de 2° plaatsingsronde.
Ik blijf v op de hoogte houden van de voortgang.
Met vriendelijke groet,
Namens het college\van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
LA 1
| [\/
Marjolein Moorman \
Wethouder Onderwijs
Bijlagen
1. Infographic Stedelijk Toelatingsbeleid 2021-2022
2. Jaarrapportage Stedelijk Toelatingsbeleid 2021-2022
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
k =3 e ä í de
ne en : ES € at
=Y=janu: dà Wet 5E
Se Bet il -s
ERR A Ek Ex
e=, Sl Pe \ Ee '& Mien
| wd Ji í in r ie, P/ \ E mn
Erk IJ lee _— nl 5 ne dl \
# if is Vids has k His Az dj £ oe 5 NN Re ed 4 | h „
“ N F | 4 in / | / ai l 4 74 & B \
ik GE } TN
n | Nl k En
ij 4 A Wen A ed ge er
JA hi En, RES
« R
: LS oe
et” DE
| EE er A N ' Û
Ô 5 Tk , Kd
en kr BO aks 1
ä - el En % k PS f of u | ” wy " Á ) : ' i D 1
f PS Ee se aen kn 4 6 a 48 Le E ' ' : t
(on Kit À u ed Ln se a:
4 - ann E A _
| br 22 EN des TIE /N Tre
1E _ NN ik let J Kn le \ AR [
an do ger RL.
f in f k 8 gp N ns én pn N 5 \ |
- ä | di / S u Pe a à
Ed _ Te ne en 5 En ’ _
KR á ” ï en | f Ä = E ed ==
he Be EE , Kk Ni | D 4
IN
SN | Dh
A | pe r É if | hs
TA PRE Ark
mm AMA Or OR PS
hak ij WE l D Is Ti Tc EL 5 4 } al ERN | eert:
tt mr di if: El i|-e Hi ll | e d Eerd sk 2 An Dl Ei
oe Gl NE Ee A Oy Rt ©
A F IE ee Sl EE KE WEE £
en MEE TR 4 PT ed IE LS
mi Lt EN TI el mn en | EEL Moe
iS ik fn el Te WE am ll Kaf
| OO er L
te FAA
% Amsterdam al
, 1
eg | ER
> A ZN Î ei E- fl h
E an î Ô Te IN) \ SN be
a p= | | ie : Ni en ie
Û Pi Fl | 8 ú al L ij _N à N F Ï ii ij B
itis | 4 a i | 4 | il IE E je 4 ES ui À ae
Pall =f zl Kel hl Elbe cs x
EE cd OEM. - eN TE
E de Eis | EEE ld nne: °
a and al V/ F4 IS di nj | u Ù % en. 8 :
Ontwikkelbuurten 2019 | a
Voor u ligt de jaarrapportage 2019 van Inhoud
de aanpak in de 32 ontwikkelbuurten in 2 Voorwoord
onze stad. 4 Inleiding
Alle 32 ontwikkelbuurten komen in Nieuw-West
9 Slotermeer Noordoost
deze rapportage aan bod. In stadsdeel 12 _ Couperus- en Dichtersbuurt en
Nieuw-West zijn de 19 ontwikkelbuurten de Noordoever Sloterplas
geclusterd in 10 rapportages. In de inleiding 15 _ Slotermeer Noordwest
worden de aanleiding en doelstellingen 18 Lodewijk van Deysselbuurt
. . 21 _Confuciuspleinbuurt
van de ontwikkelbuurtenaanpak kort uiteen 24 Geuzenveld
gezet en een aantal gezamenlijke, over- 27 _Wildeman- en Blomwijckerbuurt
koepelende keuzes en inspanningen 30 _Reimerswaalbuurt
. eee . . 33 De Punt
toegelicht. Na de inleiding is per buurt is 36 Jacob Geelbuurt
een overzicht opgenomen van de inspan-
ningen in 2019 door de gemeente en Zuidoost
haar partners. Ook is de belangrijkste 39 _H-buurt
doelstelling voor de desbetreffende buurt de ogserpolder
in beeld gebracht en wordt duidelijk welke 48 _E-/G-buurt Noord
inspanningen hieraan bijdragen. Per buurt 51 Reigersbos
zetten we een project van het afgelopen 54 Holendrecht
jaar in de schijnwerpers en wordt inzicht Noord
gegeven in de huidige duurzaamheid 57 _Waterlandpleinbuurt
van woningen (nul-meting). Hoewel de 60 De Kleine Wereld
rapportage gericht is op 2019 biedt deze 63 Banne Noord
ook een doorkijk naar de aanpak voor 2020. 65 Banne Zuid
69 Molenwijk
72 IJplein-Vogelbuurt
75 Volewijck
Bijlagen
78 Bijlage 1: Duurzaamheid van de woningen
88 Bijlage 2: Financiën: terugblik en vooruitblik
89 Bijlage 3: Besteding incidentele middelen 2019
2
Voorwoord Ontwikkelbuurten 2019
In 2000 werd Laetitia geboren in de E-buurt, in 8 be £
stadsdeel Zuidoost. De afgelopen twintig jaar heeft 5 4 | |
zij de buurt nauwelijks zien veranderen. Ouders Ë le , | 9 ee
hadden moeite om rond te komen, woonden in ce _ en en en : ij weze
slechte woningen en voelden zich onveilig, il gm: A: í ard, nn
sommige vrienden en vriendinnen maakten school ns a Ma 7
niet af, speelplekken waren er nauwelijks, de Pz
openbare ruimte zag er slecht uit. Terwijl andere /
plekken in Amsterdam wel verbeterden in deze n
periode, bleven de leefomstandigheden voor veel 5 4
opgroeiende kinderen als Laetitia gelijk. e N IN
° Er
Vorig jaar werd in dezelfde buurt Ronnie geboren. b
Ronnie gaat de komende jaren naar dezelfde
school als Laetitia en speelt in dezelfde straten. besloten om stevig in te zetten op de ontwikkelbuur-
Hoe ziet zijn buurt eruit over twintig jaar? Woont tenaanpak. Het doel van deze aanpak is om de
hij straks wel in een buurt met de mooiste speel- bewoners van de 32 ontwikkelbuurten in de stadsde-
plekken en voldoende groen? En kunnen hij en zijn len Nieuw-West, Noord en Zuidoost een wenkend
ouders daar wel met een veilig gevoel over straat? perspectief te bieden en ook te laten profiteren van
Hoe zorgen we ervoor dat we het tij keren en de voorspoed in onze stad. Met een Amsterdamse
Ronnie een ander perspectief bieden dan Laetitia? aanpak krijgen deze ontwikkelbuurten — in de woor-
den van een actieve bewoner uit Zuidoost: de
De gemeente Amsterdam en haar partners willen Ontwikkel-Je-Buurt-Buurten — nu extra inzet en focus.
bewoners van de E-buurt en andere ‘ontwikkel-
buurten’ in de stad dezelfde leefomstandigheden Als college kiezen wij met de ontwikkelbuurtenaan-
bieden als andere Amsterdammers. Daarom wordt pak expliciet mèt en vóór de mensen — en daarmee
de komende periode prioriteit gegeven aan deze de buurten — die het het moeilijkst hebben. Dat doen
buurten. we door keuzes te maken in regulier beleid, met
reguliere middelen en capaciteit. Binnen de eigen
Veel grote steden hebben het probleem dat sommige organisatie kijken wij hoe wij de activiteiten van
buurten achterblijven bij de rest van de stad. De directies in ontwikkelbuurten voorrang kunnen geven
bewoners van die buurten hebben minder kansen en en kunnen verdiepen. In 2019 heeft het de aanpak al
mogelijkheden dan andere stadgenoten. Het college veelbelovende resultaten opgeleverd. In 2020, 2021
heeft op basis van eigen waarnemingen en onderzoek en 2022 wil het college middels deze jaarlijkse
rapportage onderzoeken welke structurele verbete-
ver neee va ee ringen er zijn geboekt in de 32 ontwikkelbuurten.
BEANS (VO SURE
re p Wy
ES! N zeen. SN Zulke structurele veranderingen worden alleen bereikt
Ë u EE al 1: Li Wie met langdurige, ingrijpende en effectieve ingrepen.
| PE ES Het college baseert zich op een belangrijke les uit het
f F u | zl Fr 5 En 8 verleden: incidentele aandacht brengt een buurt niet
Û . ij Á, Ì | kel | BE _ duurzaam verder. Het is daarom belangrijk om te
A Te Ze Ë Eet EN Ae d werken naar een structurele aanpak van de opgave in
Tt | er Á 4 Kal á MLF de buurten. Dat betekent langdurige toewijding van
me e= ii ee de gemeente, maar ook van partners in en rondom
eN de buurten. Deze toewijding laat zien dat wij een
4 tt î Re Ee betrouwbare partner zijn in de buurt en dat we een
eee _ lange adem en geduld hebben om zichtbare verbete-
3
HN Ts: ze ER : ” ,
Î Re Pie MEN ; er
el LE ze | Iek: FEN
Jij B Jr ks ze En - $ ® ne }
LIEREN A ke WE ti 27: an p
Î vS 7 Tj | ki is 4 hel
enn = ’é ae Se NN
: _ R E 5 Y À
ì Fe 4 bh : Í
4 dip
ringen tot stand te brengen. Bijvoorbeeld door juist in waar zij echt iets aan hebben. Of dat nieuw groen in
ontwikkelbuurten reguliere inzet vanuit de gemeente buurten wordt aangelegd en goed wordt onder-
te versterken en te intensiveren. houden. Of dat buurten aan elkaar worden verbon-
den door middel van een goede fietsverbinding en
Verschillende gemeentelijke directies integreren de goede (maatschappelijke) voorzieningen. Het ontwik-
ontwikkelbuurtenaanpak in regulier beleid en regulie- _kelbuurtenbudget wordt aangewend om dit op te
re processen. Hierdoor wordt op een duurzame starten, waarna het de bedoeling is dat het wordt
manier aandacht geschonken aan de buurten die opgenomen in het “gewone” aanbod vanuit de
achterblijven bij de rest van de stad. In 2019 zijn gemeente. Dat aanbod moet voor alle buurten van
belangrijke stappen gezet. Denk bijvoorbeeld aan hoogwaardig niveau zijn, zodat alle Amsterdammers
een versnelling van de verbetering (en vergroening) hier graag gebruik van maken.
van schoolpleinen in ontwikkelbuurten, de extra
aandacht die er is voor ontwikkelbuurten in het Zodat Amsterdamse kinderen niet opgroeien in
Amsterdamse cultuurbeleid, de intensivering van armoede en onzekerheid, en verzekerd zijn van goed
de inname van grofvuil, het programma Kansen- onderwijs, aandacht en professionele zorg. De
gelijkheid, de stimulering van de buurteconomie Amsterdammers, de bewoners van ontwikkelbuurten,
en de middelen die vanuit de groenbegroting zijn gaan de komende jaren nog veel meer merken van de
vrijgemaakt voor de vergroening van ontwikkel- ontwikkelbuurtenaanpak. Het heeft tijd gekost om
buurten. Dit maakt de aanpak ontwikkelbuurten in samen met bewoners te komen tot plannen voor hun
2019 tot een stedelijke beweging waarin de aandacht buurt. In 2019 zijn projecten uitgevoerd, 2020 wordt
verschuift naar de buurten die die het hardst nodig het jaar waarin nog meer van de plannen tot zichtbare
hebben. Deze beweging wordt in 2020 verder veranderingen in de buurt gaan leiden.
doorgevoerd met een nadruk op de domeinen die
in de buurten aandacht behoeven. Samen werken wij hieraan!
We werken echter ook aan projecten die al gelijk
zichtbaar zijn in de buurten. Juist het aanleggen van Laurens Ivens, wethouder ontwikkelbuurten
een speelplein of het plaatsen van bankjes in de buurt
kan een fundamenteel verschil maken voor de manier Simone Kukenheim, coördinerend wethouder voor de
waarop bewoners hun eigen buurt beleven. Het zijn sociale portefeuilles in de ontwikkelbuurten
deze initiatieven die een vliegwiel vormen voor Erna Berends, portefeuillehouder ontwikkelbuurten
verandering. stadsdeel Noord
Voor alle ontwikkelbuurten zijn prioriteiten gesteld ee mgen porteleullehouder ontwikkelbuurten
die leidend zijn in de aanpak van de buurt. Denk
bijvoorbeeld aan groot achterstallig onderhoud van Ronald Mauer, portefeuillehouder ontwikkelbuurten
de openbare ruimte, armoede, laaggeletterdheid en stadsdeel Nieuw-West
een gevoel van onveiligheid in de buurt. Hoe ziet
deze aanpak eruit in de praktijk? Het betekent
bijvoorbeeld dat er in buurten met veel overlast door
jongeren mogelijkheden zijn om samen met jongeren
een jongerencentrum te ontwikkelen, met aanbod
4
Ontwikkelbuurten 2019
em, VES Re
it rn dn amen ra ERN Rl NER DT ams PRN rd
med IE eeen nt sj ef A En vet Bei El Ed
Dir VA MER Ve RT amd Wee f EN re P Eg
E mn AS ENEN et AN ND to/ Pe 4 KNP
\ ' np 5 ô 28) B Er d Es ie f - pe dn | 5 es AE AS ee
ì id kr é ' Pl Ld dre E
Ast rf EN pe | eN e ë, 8 AE An fi Er AT EE
En nk de Ee) 4 d re
ne, in IES) zi TK À =
ennn ki PS A
ns en 4 ai Pi: N 8
hann EE = Es 7 E a À a k. 25 ze En E & ne / EK al
TM AN SA -
Ts rme). ì vi & GRA ij
as = Z p / Z
Ees Ek NK |
de Tm rr ee Ee EE Rt es es tn #
Se Pe re y y TE EN B 5 Se
Bes Ò ARN nn Me E
Ben B IN a OM
en EEn NR MN P,
Ee NAS rd
5 En pi he A A EEn == te ee ed a E
2E ij Rd en EN f
AE en RS
EE 4 kl
B NN
Er } ee ee dend E
EE REE mrd ar Eg 2 he” en je En rn. En =
en Eed EA en TE
Samen met bewoners, corporaties en andere De leefbaarheids-, sociale en sociaaleconomische
maatschappelijke partners en ondernemers werkt doelstellingen van de ontwikkelbuurtenaanpak
de gemeente aan vijf doelstellingen voor ontwikkel- (doelstellingen 2 en 3) worden vanzelfsprekend niet
buurten: alleen bereikt door fysieke ingrepen. Amsterdam zet
daarom met de ontwikkelbuurtenaanpak in op een
1. Verbetering van de kwaliteit van woningen, integrale aanpak van de sociale opgave en daarbij
woonomgeving en gebouwde voorzieningen behorende samenhangende aanpak van deze veelal
2. Verbetering van de leefbaarheid ‘wicked’ ‘(ingewikkelde en meervoudige) problema-
3. Verbetering van de sociale en sociaaleconomische _ tiek. Dit start met integrale analyse (een ‘verkenning')
positie van de buurt en zijn bewoners van de opgave in de buurt. In de verkenningen wordt
4. Koppeling van stedelijke ontwikkelingsgebieden — samen met de maatschappelijke partners in de
aan strategische buurtontwikkeling, door verbin- buurten — geïdentificeerd wat buurt en mensen nodig
dingen aan te gaan met omliggende buurten hebben. Deze verkenningen zijn gemaakt voor de
5. Verbetering van de energetische kwaliteit (duur- meeste ontwikkelbuurten. De resterende buurten
zaamheid) van de woningen, waaronder het volgen in het eerste half jaar van 2020.
aardgasvrij maken van bestaande bouw en
nieuwbouw De ontwikkelbuurtenaanpak is complementair aan en
onmisbaar voor de grote veranderingen in het sociaal
Deze doelstellingen zijn deels te bereiken met fysieke domein die Amsterdam realiseert. Het is de gebieds-
ingrepen in de buurten. Soms zijn het kleine ingrepen _ gerichte vertaling en implementatie van deze belang-
zoals het aanbrengen van meer groen of het opknap- rijke veranderingen. Andersom geldt hetzelfde. Om
pen van de stoep. Het kan ook gaan om infrastructu- duurzame verbeteringen te bereiken bij de doelstel-
rele ingrepen zoals het aanleggen van een fietspad lingen van de ontwikkelbuurtenaanpak is het nodig
waardoor nieuwe verbindingen tussen wijken ontstaan. aan te sluiten bij het werk van de buurtteams, de
sociale basis, het participatiebeleid en programma's
als Kansengelijkheid, Positief Perspectief, Weerbare
Stad en ‘Weerbare mensen, weerbare wijken’.
5
Terugblik op 2019 kansen (ook wel bekend als principenota's) vastge-
TT steld. De verkenningen vormen het uitgangspunt voor
In 2019 zijn flinke stappen gezet met het verbeteren, de aanpak in de buurt. Hierin zijn zowel de gebieds-
versterken en duurzaam verbinden van de ontwikkel- ontwikkelingsopgave als de sociale opgave voor de
buurtenaanpak met het sociale en veiligheidsdomein. buurt opgenomen. Deze verkenningen van kansen
De gebiedsgerichte insteek van het Kansengelijk- worden vervolgens geconcretiseerd in jaarlijkse
heidsprogramma wordt met voorrang gerealiseerd in werkplannen. Daarbij wordt extra aandacht gegeven
de ontwikkelbuurten. De genoemde transities leiden aan de kenmerkende prioriteiten van elke buurt.
ertoe dat het zwaartepunt van inzet en middelen van
buurtteams, sociale basis en participatie steeds De ontwikkelbuurtenaanpak heeft als doel om sociale
sterker in de ontwikkelbuurten komt te liggen. De en fysieke problemen samen te lijf te gaan. Voor-
gebieds- en opgavegerichte inzet van de buurtteams beelden daarvan zijn een voormalig brandweerpand
(het zogenaamde Verbond van 100) is gestart in in Reigersbos dat verbouwd wordt naar een broed-
ontwikkelbuurten, het programma Positief Perspectief plaats met werkplekken en buurtactiviteiten of de
is van start gegaan in onder meer Zuidoost. verdere verbetering van een kinderboerderij- en
ontmoetingsplaats in de Molenwijk. Dit doen we ook
Wat wil de bewoner? door buurten beter bereikbaar te maken met goede
Steevast is de eerste stap bij het maken van plannen fietsroutes, verbeterde doorstroming of toegankelijk
de vraag: wat wil de bewoner? Het ophalen van lokale openbaar vervoer.
wensen en behoeften is daarom een vast onderdeel
van de aanpak. Een belemmering hierbij is dat dit voor Ondertussen wordt samen met bewoners aan de slag
de economische crisis ook al is gedaan, maar dat aan gegaan in de buurten, ook op het gebied van de
een groot deel van deze plannen in de huidige ontwik- verduurzaming van woningen. Op dit moment
kelbuurten door de crisis geen vervolg is gegeven. ondersteunt het Programma Aardgasvrij projecten in
Het aanzien van de overheid is daardoor achteruit vijftien ontwikkelbuurten. De andere ontwikkelbuur-
gegaan. Amsterdammers in de ontwikkelbuurten ten staan op de planning. Corporaties renoveren
voelen zich vergeten. woningen (of maken er plannen voor) en knappen de
ruimte rondom de woningen op. Soms staat op de
Een belangrijke opgave in de buurten is dan ook het korte termijn gebiedsontwikkeling gepland, zodat er
terugwinnen van het vertrouwen van bewoners. Dit tijdelijke verbeteringen worden doorgevoerd.
gaat niet over een nacht ijs: tijd, zichtbaarheid en een
flink aantal goede gesprekken zijn nodig om vervol- Betere openbare ruimte en meer groen
gens veranderingen tot stand te brengen die de Naast de renovatie van woningen is gewerkt aan het
bewoners belangrijk vinden voor hun buurt. Juist verbeteren van de gebouwde omgeving en een
relatief kleine en zichtbare successen dienen als herinrichting van openbare ruimte en groen. Bijvoor-
vliegwiel voor de verbetering van de buurt. beeld op het Parlevinkerplein in Banne Noord. Hier
Wethouders gaan regelmatig op werkbezoeken en 8 E e Zi ME kul ee ' de 2e ER Rn Ee
stadsdeelbestuurders hebben continu de vinger aan DE, En rs 5 Rn 1 8 bs 5 ze 7 1e E nj
de pols bij de bewoners in de ontwikkelbuurten. Het ed ej b iel 41e 7 LA
afgelopen jaar intensiveerde wethouder Laurens Ivens zh - 4 } Û laf Re kr Ke A4
de contacten met bewoners en voerde hij in menig Pie AR LN ‘ 4 8 El
ontwikkelbuurt straatgesprekken met bewoners om j Ke Ld LA OA S pe rn GS '
wensen en behoeften op te halen. Deze gesprekken oe Nf EA Jer AB
zet hij voort in 2020. ed ef pe Ee eé, S E amel
/ AAN id
Kansen en opgaven n : . d Ga
Eind 2019 zijn voor 21 buurten verkenningen van TZ u Se
6
D EE
la llen il
OS CA a | he ú st f mers en andere betrokkenen en geïnteresseerden
a TL % nr tastbaar in bijvoorbeeld: de Amsterdam Krant
À à d Pe (informatie en verslagen over participatiebijeenkom-
1 PE en ” sten); door herkenbare participatiekalenders op de
Á 4 4 u EB hi websites van Noord, Zuidoost en Nieuw-West; door
8 == Ee een rapportage van AT5 over ontwikkelbuurt
2 <= PE == men Molenwijk; door de rubriek Trots op… in Krant
el hea . .
® De Ei Amsterdam voor de ontwikkelbuurten. In navolging
van de wijkkrant die door stadsdeel Noord gemaakt is
hebben bewoners meegewerkt aan een tijdelijke voor Banne Noord — en door bewoners zeer gewaard
inrichting. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw werd als manier om op de hoogte gehouden en
ontwerp voor het plein en de omgeving. Parken en betrokken te worden — zal in alle ontwikkelbuurten dit
speelplekken worden in vrijwel alle buurten opnieuw format ingezet worden.
ingericht. Cruciaal voor de sociale cohesie in de buurt
zijn lokale maatschappelijke voorzieningen. Omdat Sterkere focus op de sociale en economische
deze in de ontwikkelbuurten meestal sterk verouderd opgave
zijn of helemaal ontbreken, worden ze toegevoegd of De sociale problematiek in deze buurten is hardnekkig
verbeterd. en vergt een langdurige aanpak. Het college heeft
zich in 2019 daarom extra toegelegd op de sociale
In 2019 zijn zestig werkbrigadisten aan het werk opgave. Het beschikbare incidentele budget is
gegaan in de ontwikkelbuurten. Zij hebben een bedoeld om projecten aan te jagen. Gemeentelijke
belangrijke rol gespeeld bij het schoon en netjes directies en de stadsdelen zetten zich met partners in
houden van de openbare ruimte. Bewoners waarde- om dit in de komende jaren voort te zetten.
ren deze extra ‘ogen en oren’ in de buurt die snel
kunnen handelen als dat nodig is. Hun aanwezigheid Ook de buurteconomie in ontwikkelbuurten wordt,
draagt ook bij aan de lokale zichtbaarheid van de daar waar dat (economisch) verstandig is, gestimu-
gemeente. leerd. Winkelgebieden worden aantrekkelijker door
investeringen in de openbare ruimte en door
Om ervoor te zorgen dat álle Amsterdammers maatschappelijke voorzieningen te verbeteren.
profiteren van de groei van de stad worden de Ontmoeting en levendigheid worden gestimuleerd
verbindingen versterkt tussen ontwikkelbuurten en met ‘placemaking’ (een ontwikkeling van de open-
aangrenzende gebieden waar veranderingen plaats- bare ruimte die inspeelt op de specifiek lokale
vinden. Denk bijvoorbeeld aan de ambities 1Zuidoost eigenschappen). Op sommige plekken wordt slecht-
en de Ongedeelde Wijk in Noord, het gebied Amstel lopend commercieel vastgoed omgevormd. Wanneer
II, grenzend aan ontwikkelbuurt H-buurt in stadsdeel economische activiteiten illegaal worden, de samen-
Zuidoost of aan de ontwikkeling van het Hamer- leving ondermijnen en negatief bijdragen aan de
kwartier, grenzend aan ontwikkelbuurt Oud-Noord veiligheid, worden ze ook onderdeel van de aanpak
(IJplein-/ Vogelbuurt) in stadsdeel Noord. in een buurt.
Eenduidig en herkenbaar communiceren
In 2019 is ingezet op meer gezamenlijkheid en Vooruitblik op 2020
herkenbaarheid in de gemeentelijke communicatie TZ
over en in de ontwikkelbuurten. Uitgangspunten zijn Ook als is dit jaarrapportage 2019, toch ook aan
dat de bewoners aan zet zijn, dat de gebiedsmana- het eind van deze inleiding een vooruitblik op 2020
gers maximaal worden gefaciliteerd en dat ingezet en de jaren daarna. We gaan door op de ingeslagen
wordt op small wins zichtbaar maken. Want vele weg en willen deze verstevigen om zo meer resulta-
kleine resultaten leiden samen tot grote veranderin- ten te behalen. De ambities voor 2020 zijn:
gen. Deze interne samenwerking van stadsdelen,
directies en stedelijk team is voor bewoners, onderne- De Amsterdammers, de buurtbewoners, gaan veel
7
meer merken van de verbetering van hun buurt. =n e Sen
Hiertoe wordt onder andere de samenwerking tussen ii Ke en ES ES es EE
stadsbeheer en de ontwikkelbuurtenaanpak geïnten- Ce Ee Mh e | EUN
siveerd. In 2020 wordt de inzet van werkbrigadisten in EC UB JA mi p bide Á 4 f INK el Ee id
. Ed Soar 1de Ch besafe JDITSE
de ontwikkelbuurten verdubbeld naar 120. De werk- a | rn AJ Er me, _
brigadisten worden niet alleen ingezet voor leefbaar- KTR teren ri Ik ;
heid in de fysieke leefomgeving maar zullen in 2020 & THE BALLROOM . or | u =r
ook vaker een rol gaan spelen in het bevorderen van Pe rouwen KCEIBUR a en hl es
het sociaal cement van de buurten. —_N ve, ee A fu
In 2020 wordt ook steviger ingezet op de daad- "
werkelijke verbetering van de veiligheid in de buurten
waar veiligheidsproblematiek speelt. De uitvoering maken en uit te voeren. Daar zijn we al mee begon-
van de programma's Weerbare Stad en 'Weerbare nen, dat is zoeken, maar gaat tot een werkwijze
mensen, weerbare wijken’ die hierop gericht zijn en leiden die ondersteunend is aan het behalen van
de ontwikkelbuurtenaanpak worden daartoe op meer resultaten.
elkaar afgestemd. Zodat beiden elkaar verstevigen.
Dat gaat over sneller handelen in de veiligheid in de De belangrijkste opdracht voor 2020 is misschien
fysieke omgeving, over aanpak van ondermijning, wel het verder verdiepen en uitwerken van ‘het
over afstemmen en over faciliteren. regulier maken’ van de ontwikkelbuurtenaanpak.
Zowel de methodiek (die nog wel goed beschreven
In 2020 blijven we inzetten op de verdere verstevi- moet worden, daar begint het mee) als inspanningen
ging van het gebiedsgericht werken en de gebieds- onderdeel te maken van het reguliere beleid, financie-
sturing door gebiedsmanagers en stadsdeelbestuur- ring, uitvoering — zeker als ze vruchten blijken af te
ders in de ontwikkelbuurten. Dat doen we onder werpen is regulier maken erg belangrijk. We doen
andere door samen met directies werkplannen te dat samen met de zgn. ‘lijn’ (van directies en
stadsdelen). Alleen zo kunnen incidentenvalkuil
_ en projectencarroussel voorkomen worden.
De en. De ontwikkelbuurtenaanpak is meer dan dat.
SES m2 d Op 17 december 2019 heeft het college van B&W
pe J Nn en een besluit genomen gericht op een duurzame aanpak
, AN ET Se (Masterplan) van hardnekkige maatschappelijke
4 … 4 Se vragen in Zuidoost. De ontwikkelbuurtenaanpak en
: ê ee En de bestuursopdracht zijn complementair, de ambitie
. R ass D en verwachting is dat ze elkaar gaan versterken. De
& he U Ee EN > 4 2 doelen van de bestuursopdracht ontwikkelbuurten
/ A we A2 OS @&-8 gaan direct bijdragen aan de doelen van de bestuurs-
en, " het kk 4 opdracht cq zullen naar verwachting in grote mate
\ En  Ef al KA & overeen gaan komen met de doelstellingen van het
) EN We VN N : < Masterplan. En vice versa.
RR
n WT _ 7 Pr
gp , N n 2020 gaat ook een stevige impuls gegeven worden
k: a aan de zogenaamde lerende aanpak. We willen ‘leren-
h - der’ worden, beter weten en kunnen zeggen dat we
a de goede dingen doen, op de goede manier. Meer
N an en beter bewezen interventies (evidence based)
en inzetten èn tegelijkertijd meer ruimte voor innovatie
en initiatief creëren dan tot nu toe.
8
Nieuw-West EN |
4
Slotermeer Noordoost 7
en
Slotermeer Noordoost
De ontwikkelbuurt Slotermeer Noordoost Initiatieven
is een cluster van de Dobbebuurt en de On
Burgemeestersbuurt. Deze ontwikkelbuurt Het mooier maken van de buurt staat hoog op de
: ar. agenda. Samen met ondernemers en andere partijen
bevindt zich in het noordoosten van ran ee,
wordt gewerkt aan Plein '40-'45. Een ‘marktconciërge
stadsdeel Nieuw-West, tussen het zet zich in voor het verminderen van afvaloverlast op
metrospoor (oost) en de Haarlemmerweg de markt. Om het afval in de buurt makkelijker te
(noord). Slotermeer Noordoost kent een verzamelen, zijn enkele afvaleilanden gerealiseerd en
grote vernieuwingsopgave, zowel fysiek is een perscontainer ingezet. Ook zijn er een tweetal
(verloederde openbare ruimte) als sociaal kunstwerken geplaatst. Doordat de plaza van het
, Tuinstadhuis openbaar toegankelijk is geworden voor
(achterstanden op gebied van armoede en .
. . rans publiek, heeft de buurt een nieuwe ontmoetingsplek.
sociale cohesie). Met name het Plein '40-“45 ingezet op het tegengaan van armoede en
en omgeving zijn zeer sterk in ontwikkeling. laaggeletterdheid met een sociaal spreekuur, in
Dit moet uiteindelijk een plein worden samenwerking met corporatie Rochdale. Hier vinden
waar actieve ondernemers samen met bewoners laagdrempelige hulp bij uiteenlopende
bewoners en bezoekers het plein ontwerpen _ Problemen.
en programmeren volgens de identiteit Om de openbare ruimte te verbeteren en de buurt-
van Nieuw-West (en Slotermeer in het . . .
economie te stimuleren, is in 2019 de omgeving van
bijzonder). De voorzieningen (winkels, markt _ pain 40-45 opgeknapt. De komende jaren vindt hier
en horeca) op en rondom dit plein trekken een grote ingreep plaats. Bewoners en ondernemers
ook bezoekers van buiten Amsterdam. rondom het plein worden intensief betrokken bij de
plannen voor het plein. Met deze nieuwe vorm van
eigenaarschap van onderaf (een ‘commons') werd in
Buurtprioriteiten 2019-2020 2019 ook al gewerkt aan diverse cohesieversterkende
activiteiten, zoals de Blendmarket, de Vijf Meiviering
De belangrijkste prioriteiten voor de aanpak van de en het Grachtenfestival.
ontwikkelbuurt Slotermeer Noordoost zijn:
De uitkomst van enkele bewonersbijeenkomsten
m De verloedering verminderen en de openbare leverde onder meer op dat er behoefte was aan een
ruimte verbeteren, waaronder Plein ‘40-'45 en herdenkingsmonument voor verzetsstrijders in het
directe omgeving; Meerwaldtplantsoen. Dit park had al langere tijd
m Armoede en laaggeletterdheid tegengaan; wateroverlast. De gemeente heeft dit park in 2018 en
m Het versterken van de sociale cohesie en 2019, in samenspraak met omwonenden, uitgebreid
ontmoeting in de buurt. Het doel daarbij is om gerenoveerd. Er worden momenteel plannen gemaakt
lokale spanningen te verminderen. voor de komst van het monument Participatie
versterkt sociale cohesie en ontmoeting in de buurt.
De bewoners zijn enthousiast, en er is een grote
9
Slotermeer Noordoost
betrokkenheid. Er zijn in 2019 dan ook 144 plannen Duurzaamheid van de woningen
ingediend voor het Buurtbudget. Hieruit kozen de eee
bewoners uiteindelijk dertien plannen, waaronder In Slotermeer Noordoost staan relatief veel woningen
‘Plein ‘40-'45 is het schoonste plein van Nederland’, met labels E en F. In vergelijking met ontwikkel-
‘Maak een groene tuinkade van de Jan de Jongkade’, buurten in stadsdeel Nieuw-West als geheel wonen
‘Bewoners helpen met financiële problemen’ en de bewoners van deze buurten veel minder vaak in
‘Organiseren van uitjes voor ouderen’. Deze plannen woningen met label A (3% tegenover 8% in heel
worden vanaf 2020 uitgevoerd. Nieuw-West) en label B (4% tegenover 8%). Op het
vlak van duurzaamheid lopen de woningen in
Slotermeer Noordoost dus achter op het
Corporaties stadsdeelgemiddelde van ontwikkelbuurten en
TT bevinden zich relatief vaker in de lagere categorieën
In Slotermeer Noordoost hebben met name de van energielabels.
corporaties Rochdale, de Alliantie en Eigen Haard
bezit. De afgelopen jaren heeft woningbouw-
corporatie Eigen Haard zijn woningen in de
Aireystrook gerenoveerd, zodat de woningen nu
leefbaarder en energiezuiniger zijn. Het plan is om in
2020 met bewoners in gesprek te gaan over de
vernieuwing in de buurt en aan te sluiten bij het
aardgasvrij maken van de wijk. Rochdale is begonnen
met de renovatie van driehonderd woningen in de
Dobbebuurt. De Alliantie heeft hier 112 woningen
gerenoveerd en is van plan om in 2020 extra beheer
uit te voeren. De gemeente heeft de afgelopen jaren
de openbare ruimte in de Dobbebuurt vernieuwd.
Gebiedsontwikkeling
Momenteel wordt gewerkt aan verdere plannen
voor de vernieuwing van Slotermeer Noordoost.
Er moet veel gebeuren in deze buurten. Voor de
Nieuwenhuysenbuurt wordt gewerkt aan een
investeringsnota die in 2020 ter besluitvorming aan
het gemeentebestuur zal worden voorgelegd.
De investeringsnota heeft betrekking op de sloop
van 291 woningen en de nieuwbouw van ruim
450 woningen.
In 2019 is gewerkt aan herinrichting van de openbare
ruimte in de Aireystrook. Ook is het Meerwaldt-
plantsoen gerenoveerd en de openbare ruimte in de
Anton Struikbuurt verbeterd.
Slotermeer Noordoost loopt voorop bij de verduur-
zaming van woningen. De aardgasvrijmaking van
450 woningen in de Dobbebuurt bevindt zich in de
uitvoerende fase.
10
Slotermeer Noordoost
Project in beeld: Wij zijn Plein ‘40-'45
Plein '40-'45 is het hart van Slotermeer en van bovenaf, maar van een brede coalitie uit
bovendien op 4 mei het tweede herdenkingsplein de buurt. Amsterdammers die zelf met ideeën
van Amsterdam. Bewoners en ondernemers en suggesties komen en zelf aan de slag
vonden dat het plein beter en gezelliger kan. gaan. Bewoners en ondernemers hebben een
Samen maken ze als ‘Wij zijn Plein ‘40-'45* gezamenlijk plan gemaakt om van het plein het
voorstellen om het plein opnieuw in te richten. schoonste plein van Nederland te maken, dit
En om dingen te organiseren op het plein. De omdat ze af willen van het vele plastic op de
ingeslagen weg naar verandering komt niet markt.
Dl df *
ef ii In Ï á ‚ . r
F, e P ,, p : El f
dd Pr n d El ï
Jan 5 KR
' ht En
“
mams â … |
p ) 4 á Ki
ai es f Î 1
| x ‚ /
Î _ El
e } ene
4 Ns Rad
GR en ,
ls Nn, df EE „
Ed Î Er A4 p :
ee NE a, e 4
| E p k ï ml
a |
Rn / :
B ke k = / E el k Á
11
_ ==
Couperus- en Dichtersbuuri
en de Noordoever Sloterplas
OS
Couperus- en Dichtersbuurt
en de Noordoever Sloterplas
De Couperusbuurt, de Dichtersbuurt Initiatieven
en de Noordoever van de Sloterplas OO
bevinden zich in het noordoosten van Om de binding en ontmoeting in de buurt te
. . verbeteren en eenzaamheidsgevoelens tegen te gaan
stadsdeel Nieuw-West, ten zuiden van a "
is in 2019 buurtkamer De Cactus gecreëerd — naast
het Gerbrandypark. De noordoever van de al bestaande en belangrijke buurthuiskamer
de Sloterplas is beschermd stadgezicht De Dichter. Omdat bewoners de programmering
vanwege de kenmerkende bouwstijl grotendeels zelf vormgeven, sluit dit goed aan bij
van stedenbouwkundige Van Eesteren. de lokale behoeftes.
Bewoners in deze buurten hebben te
, De openbare ruimte in deze ontwikkelbuurten is op
maken met armoede, eenzaamheid,
en. . . bepaalde plekken verloederd. Daarom is de Aanpak
onveiligheidsgevoelens en een gebrekkige Bijplaatsingen Grofvuil versterkt. Bewoners en
sociale cohesie. Mensen leven hier langs ondernemers zijn hier erg blij mee. Helaas hebben
elkaar heen in het dagelijks leven. Bewoners bewoners last van ratten in deze ontwikkelbuurten.
maken zich zorgen over de instroom van In samenwerking met bewoners wordt deze overlast
kwetsbare groepen, de slechte staat aangepakt (zie kader).
van de openbare ruimte en kwaliteit .
…. Het afgelopen jaar is in Couperus- en Dichtersbuurt
van voorzieningen. Zij hebben wel veel tink geï din h b d
. . Ink geïnvesteerd In het verbeteren van de
waardering voor het vele groen in de buurt. gezondheid van bewoners. Bijvoorbeeld door het
opleiden van gezondheidsambassadeurs. Deze
buurtbewoners zijn na het behalen van hun certificaat
Buurtprioriteiten 2019-2020 op verschillende plekken in de buurt inzetbaar om
ee een gezonde leefstijl en een gezond eetpatroon
Voor de nabije en verdere toekomst zijn er voor de te bevorderen. De komende periode wordt deze
aanpak van de Couperus- en Dichtersbuurt en de aanpak verder geprofessionaliseerd.
Noordoever van de Sloterplas enkele prioriteiten.
De belangrijkste zijn: Bewoners gaven aan last te hebben van enkele kleine
knelpunten in de openbare ruimte. Dit is onder meer
m De verloedering verminderen en de openbare te lijf gegaan door extra fietsnietjes te plaatsen. Door
ruimte verbeteren; snel kleine - maar voor bewoners wezenlijke punten
m Armoede en eenzaamheid tegengaan; -op te pakken wordt zo gewerkt aan het vertrouwen
m Het verbeteren van de sociale cohesie en inzetten van bewoners over de ontwikkeling van hun buurt.
op (het gevoel van) veiligheid — onder andere door
de komende jaren te investeren in ontmoetings- New Metropolis, een dependance van Pakhuis
plekken en voorzieningen. Bijvoorbeeld aan de De Zwijger, heeft zich in 2019 gevestigd in de buurt.
noordoever van de Sloterplas, zodat de Sloterpark Deze dependance organiseert tal van activiteiten op
met de wijk verbonden wordt. locatie en in de verschillende wijken die voor heel
Nieuw-West toegankelijk zijn.
12
Cou el EN Dichtersbuurt en de Noordoever Sloterplas
Stichting WOON onderhoudt hier en in de Lodewijk project- en investeringsnota in voorbereiding. Deze
van Deysselbuurt drie meedenknetwerken. Bewoners gaat over de sloop en/of renovatie van 650 woningen.
konden hier vorig jaar dagelijks terecht voor vragen. Ook wordt de Noordmansschool vernieuwd en krijgt
Het afgelopen jaar organiseerde de stichting tien nieuwbouw.
bijeenkomsten met buurtbewoners en enkele sessies
met de corporaties en gemeente. Op dit moment wordt verkend welke woningen vanuit
het programma Aardgasvrij van het aardgas afgehaald
kunnen worden.
Corporaties
Momenteel verschillen de bewonersgroepen, Duurzaamheid van de woningen
gemeente en Stadgenoot van mening over de TE
omvang van de sloop- en renovatieopgave in de Bewoners van de Couperus- en Dichtersbuurt wonen
Louis Couperusbuurt. Stadgenoot is van plan om in vergelijking met andere Nieuw-Westenaren relatief
samen met bewoners een zorgvuldig en breed vaker in woningen met energielabel E (56% tegenover
participatieproces in te gaan voor de vernieuwing 42% ontwikkelbuurten in het hele stadsdeel).
van de buurt. Naar aanleiding hiervan vond in 2019 Opvallend is ook dat in deze buurten vrijwel geen
vier keer formeel overleg plaats. woningen staan met energielabel A. Dit geldt niet
voor de woningen aan de Noordoever van de
In de Dichtersbuurt worden de sloop-nieuwbouw- Sloterplas. Daar ligt het percentage woningen met
plannen uit 2010 op dit moment herzien. Begin 2019 energielabel E onder het stadsdeelgemiddelde (34%),
is in samenwerking met IWWOON een MeeDenk- en het aantal woningen met energielabel A en B
Netwerk (MDN) voor deze buurt opgezet. Hieraan boven het gemiddelde van Nieuw-West.
doen meerdere huurders van Stadgenoot mee. Deze
groep is in juni en in oktober 2019 bij elkaar geweest.
Aan de kop van de Sloterplas is Stadgenoot in
gesprek met de huurders over het onderhoud van het
complex Dorus Rijkershof (in totaal 258 portiek-
etagewoningen).
Gebiedsontwikkeling
Vanwege de bijzondere cultuurhistorische waarde van
de buurten zijn de Couperus- en Dichtersbuurt door
het Rijk aangewezen als Rijkswederopbouwgebied.
De gemeente heeft de taak op zich genomen om op
een zorgvuldige wijze met deze waarde om te gaan.
De bestaande woningen zijn toe aan vernieuwing.
Langs de Burgemeester Röellstraat liggen kansen om
met sloop-nieuwbouw extra woningen te realiseren.
In overleg met corporaties wordt daarom gewerkt
aan een vernieuwing van het gebied.
Om de uitdagingen van deze ontwikkelbuurten aan te
gaan worden de buurten al op verschillende plekken
verbeterd. In 2019 is de openbare ruimte in het
zuiden van de buurt Noorderhof vernieuwd. Voor de
Dichtersbuurt wordt een investeringsnota voorbereid.
Dit betreft de vernieuwing van 400 woningen door
sloop en/of renovatie. Voor de Couperusbuurt is een
13
Cou el EN Dichtersbuurt en de Noordoever Sloterplas
Project in beeld: de aanpak van de rattenoverlast
De gebiedsmakelaar vertelt: ‘Het afgelopen broodbakken en legden bewoners uit waarom
jaar is onze gezamenlijke aanpak tegen de het voeren van vogels geen goed idee is. We
rattenoverlast bijzonder succesvol geweest. plaatsten verbodsborden op hotspots bij het
Het begon bij meldingen van bewoners. Ik water. We zetten gastheren in om bewoners
schakelde de GGD in, die metingen verrichte, te informeren. Later werden ook handhavers
en constateerde dat het intussen om een ingezet. We vertoonden de film “Stop de Rat” op
bijna onbeheersbaar probleem ging. We bewonersbijeenkomsten. Dat alles bij elkaar heeft
besloten tot een groot aantal gezamenlijke zichtbaar bijgedragen aan bewustwording onder
maatregelen. Samen met de projectleider bewoners. Het rattenprobleem is intussen onder
sprak ik met ondernemers, bewoners, woning- controle. Dat kunnen we zien aan de hoeveelheid
bouwcorporaties en moskeeën om op alle meldingen. Die zijn intussen een stuk minder
niveaus commitment te krijgen. We plaatsten geworden!’
me El .
Ee E ES ns ne nk
E AN
RK
e=
e” pe
ed
-
RT TRE
ä
_S Verboden te voeren
PE _@ _ Art 5.18 APV
Ee
N Ti Pl N
N n PE mn wr N: as
mn n | ie | La el hd
4 mi 4 Ee n
ï He
& ” « RE b
ed Le ed Ee k
14
Nieuw-West ek
Slotermeer OE
di
Slotermeer Noordwest
Slotermeer-Noordwest beslaat de Jan de Initiatieven
Louterbuurt, de Struijckenkade en de West-
entree. Dit gebied ligt ten zuiden van de Het Ontwikkelbuurtenbudget is het afgelopen jaar
N200/Haarlemmerweg en is goed ontsloten aangewend om kinderen en Jongeren de buurt
… meer kansen te geven. Hiervoor zijn enkele studie-
door tram- en buslijnen. Een gedeelte van zalen in de buurt verbeterd. Er is een roadshow
de buurtbewoners heeft te maken met georganiseerd onder de titel Actieve Kinderen zijn
armoede en de gezondheid van bewoners Blije Kinderen. Deze tour, onder andere voor profes-
blijft achter ten opzichte van andere sionals en bewoners, heeft kinderen en ouders kennis
Amsterdammers. Daarnaast ervaart een laten maken met een gezonde leefstijl. Een roadshow
deel de bewoners van Slotermeer is ook een goede manier om eenzaamheid terug te
groot . ee „van . dringen en binding met de buurt te versterken. Je
onveiligheid in hun buurt. De laatste jaren komt hiermee dicht bij de bewoners. Sinds vorig jaar
zijn er veel jonge gezinnen komen wonen. is een aantal gezondheidsambassadeurs actief in de
Hierdoor ontstaat een mooie mix van buurten om een gezonde leefstijl in de buurt te
type huishoudens. Het tegengaan van de bevorderen.
verloedering en het leeftijdsbestendig
maken van de openbare ruimte is een De openbare ruimte in Slotermeer Noordwest is toe
belangrijk speerpunt voor de komende aan verbetering (zie ook het kader). Het A.E.
. . Kokplantsoen is opgeknapt. De gemeente heeft
jaren. Er is gestart met het opknappen van groenvakken aangelegd, bosschages toegevoegd en
de openbare ruimte. Het is ook belangrijk een grasveld in ere hersteld. Bewoners geven aan dat
dat bewoners geactiveerd worden om hun ze graag een vlindertuin willen in het plantsoen.
buurt schoon en mooi te houden. Momenteel wordt deze tuin aangelegd en gaan de
bewoners (delen van) het plantsoen en de vlindertuin
in eigen beheer onderhouden.
Buurtprioriteiten 2019-2020
eOS=CE neee Ook op andere plekken wordt de gebouwde
Slotermeer-Noordwest kent een aantal terugkerende omgeving in Slotermeer Noordwest aangepakt.
problemen. De volgende drie thema's hebben voor Aan de Burgemeester van Leeuwenlaan zijn drie
de aanpak van deze ontwikkelbuurten prioriteit: speelplekken opgeknapt. De speeltoestellen worden
namelijk intensief gebruikt door de kinderen in de
m Het terugdringen van armoede en buurt. is de nieuwbouw van de Burgemeester de
laaggeletterdheid; Vlugtschool en Immanuelschool opgeleverd. Een deel
m De aanpak van de verloedering van de van de openbare ruimte in deze buurt is opnieuw
openbare ruimte; vormgegeven. Het overige deel van de buurt volgt
m Het verbeteren van de sociale cohesie en nadat de woningen zijn vernieuwd.
terugdringen van eenzaamheid.
15
Slotermeer Noordwest
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Aan de Struijckenkade hebben Stadgenoot en Slotermeer Noordwest zit ongeveer op het
Rochdale samen 110 woningen. Samen met de gemiddelde van de ontwikkelbuurten in het
gemeente werken de corporaties aan de vernieuwing stadsdeel. Dat betekent relatief veel labels E. Het
van de buurt. Het doel is sloop-nieuwbouw vanaf aantal woningen met energielabel E zit zelfs iets
2021 of 2022 waarbij het aantal woningen zal boven het gemiddelde van ontwikkelbuurten in dit
toenemen. In 2020 zal hiervoor een investeringsnota stadsdeel (49% tegenover 42%). Bewoners van
worden voorgelegd aan het gemeentebestuur. Slotermeer Noordwest wonen dus niet in bij uitstek
duurzame woningen. De energetische kwaliteit van
Rochdale heeft onder andere huisbezoeken afgelegd hun woningen wijkt echter niet opvallend af van de
bij bewoners om technische en sociale problemen rest van het stadsdeel.
verhelpen.
Eigen Haard heeft uitgebreide plannen voor de
woningen aan de Bernard Loderstraat en de Jan de
Louterstraat Noord. Aan de Bernard Loderstraat
worden 132 woningen gerenoveerd en voor
40 woningen wordt uitgegaan van sloop/nieuwbouw.
In de Jan de Louter Noord wil Eigen Haard
72 woningen slopen en vervangen door ongeveer
100 nieuwe. In 2020 begint de corporatie met het
project aardgasvrij.
Gebiedsontwikkeling
Lange tijd stond buurtvernieuwing, renovatie dan wel
sloop en nieuwbouw van woningen op een laag pitje
in Slotermeer Noordwest. Voor de Struijckenkade
wordt in 2020 een investeringsnota voorgelegd aan
het gemeentebestuur voor de sloop van 110
woningen en nieuwbouw van 260 woningen.
16
Project in beeld: Speeltoestellen
op de Burgemeester van Leeuwenlaan
De gebiedsmakelaar kreeg het verzoek kwamen nog bruikbare speeltoestellen die over
van een bewoonster om de speeltuintjes waren. Die toestellen hebben we van een nieuwe
op de Burgemeester van Leeuwenlaan wat ondergrond voorzien, gefinancierd uit de pot
aantrekkelijker te maken. In het hier en nu ontwikkelbuurten. De toestellen staan nu op de
zien de tuintjes er weinig uitdagend uit. De Burgemeester van Leeuwenlaan. Bewoners zijn
gebiedsmakelaar ondernam actie: “De zandbak er heel blij mee. Ik heb verschillende bedankjes
is om hygiënische redenen dichtmaakt. De en foto's gekregen. De speeltuintjes zijn nu weer
stedelijke vernieuwing in de buurt duurt nog aantrekkelijk voor de buurtkinderen en worden
wel een aantal jaar. Uit een andere speeltuin weer goed gebruikt.”
En 1 n= | | TT f zi
Eel EE | EE | |E | LA ij | : ER
Smak Ak | ij | Il B En 5
E Nn | | | | Í & Ü | PJ
Selk Mk N | ee nn | NET | | | | ri
ee NMS Ko | al | hoes | | |
\ | | ik Ma | | In | | Sr ú
1 Rt \ et hi | Ï IN st
Ade MAKE - =| eg sm) ;
Ne le El | EIN EEE
A Ee Fn | | | E ij FE HE
Ki En Er A : DA dl | | Ee | EF ) af
5 kj n 5 NT MER MET N, 2 Kf Ä , Pe en
kl ES DN er geen be nl al (LSI
A ee BN EEK Meten helt A hed AR en TTT
Hi LEREN TEE DEd OTIEN AET STEMMEN ET
ME ri hi | | | MELA MIL
| ke bl
ens Le se n
| nf Ee d Ek > ;
ee E | | ;
f ï —_ ee n Tek
En Ard nd KN ME 3 7 EEn CE mee Ta
Ee ETEN SS
Eeen e er ’ el Ee ge B en
me EN _ E B, MP en
es Ee an (NR ed
en eN H 5 ne en |
CR ER AEL é EE nn
Se SS ä ide L PN EC OT
en ARS ee Ee en er
re Red ie ee Ee de, > nr
RE Ae en En Zi hemd Def Oe ee
Er B Pe: OEE ed En nn En H
PRN nn
ee st De En en ERE El
gat A aen Ke EE EK
BER ern A Er EE ten de
BE BE: LE AA AANEEN de
EEE PAR SEAN ed ee
Rin ERR Gek eer en Es
Rae EN Oe Be
WEES Haden 0 ir 7 oi iel en Ee SE AE ee
Aje EER ALE Red A en RENE RET NT
A err EEn Jee eg , Là Ee eden A pe: a ij ee ken RE ern ee Dn
DN DOED eren tide AAE gr ten Ee eeb DA EEn
ENE En TE de
Ben Ee aa
17
Nieuw-West ,
Lodewijk van ha
Lodewijk van Deysselbuurt
De Lodewijk van Deysselbuurt, grotendeels Initiatieven
met jaren vijftig bebouwing, ligt in het OO
vierkant tussen de Burgemeester Röellstraat, Om problemen rond zelfredzaamheid en laaggelet-
terdheid tegen te gaan, ondersteunt de Lodewijk van
Slotermeerlaan, Du Perronstraat en het D academi an
Ea eysselacademie vrouwen met een migratie
Heksenpad. Het is één van de meest kwets- achtergrond uit de buurt. De academie helpt bij het
bare buurten van Amsterdam. Bewoners inzetten van talenten en het vinden van de juiste
hebben te maken met een opeenstapeling voorzieningen. Cascoland, een internationaal netwerk
van sociale problematiek. Meer dan de helft _ van kunstenaars en architecten, is op een aantal onder-
van de bewoners is laaggeletterd en velen delen actief in de buurt. Zoals bijvoorbeeld met de
hebben te maken met armoede. De open- Eendagzaak. Bewoners kunnen voor één dag gebruik
eppen Te make e Pp … .
. . . maken van deze plek bij het starten van een eigen
bare ruimte in deze buurt is op veel plekken onderneming. Als de onderneming een succes blijkt,
in slechte staat. Bewoners hebben veel wordt er een passende locatie gezocht waar de
waardering voor het vele groen in de buurt, onderneming definitief of voor langere tijd gevestigd
maar ze zien dat die niet altijd in goede kan worden.
staat verkeert. Ook moet flink geïnvesteerd
worden in de kwaliteit van de woningen en Het Frascati Theater werkt met allerlei vormen van
. . . theater om bewoners uit te nodigen om mee te
het voorzieningenpeil, zodat bewoners die denken over de toekomst van hun buurt. Theater-
leven met armoede en achterstanden makers maken samen met bewoners voorstellingen
vooruit geholpen worden. over brandende kwesties in hun buurt. Bij de
ontwikkeling hiervan wordt volop gebruik gemaakt van
al bestaande initiatieven in de buurt zoals Bakkerij de
Buurtprioriteiten 201 9-2020 Eenvoud en de buurtkeuken. Radio van Deyssel is
eo sinds enige tijd actief en bereikt bewoners op een
De Lodewijk van Deysselbuurt heeft extra inzet nodig. andere manier.
Op dit moment gelden voor de aanpak van deze
buurt de volgende vier prioriteiten: In de centraal gelegen Lodewijk van Deysselstraat
hebben in 2019 een aantal buurtfuncties een impuls
m Het tegengaan van de verloedering van de gekregen. Het gaat bijvoorbeeld om de binnentuin
openbare ruimte; van buurthuis The Social Garden. Hier zijn de
m Extra inzetten om kansenongelijkheid tegen te moestuintjes opgeknapt. Inmiddels is er zelfs een
gaan; wachtlijst voor bewoners die gebruik willen maken
m Het verminderen van jeugdoverlast; van één van de moestuintjes.
m Armoede en laaggeletterdheid tegengaan.
De pilot Van Overleven naar Leven is verdiept. Met
deze pilot worden gezinnen met schulden één-op-één
begeleid om zo snel mogelijk weer uit de schulden te
18
Lodewijk van Deysselbuurt
komen en hun kansen te versterken. De werk- Duurzaamheid van de woningen
brigadisten hebben zich in de buurt beziggehouden eee
met het schoon houden van de openbare ruimte. De Lodewijk van Deysselbuurt heeft relatief weinig
woningen in het hoge segment van energielabels. Het
aantal woningen met label A is zelfs slechts 1% van
Corporaties het totale aantal in deze buurt. De meerderheid van
TE de woningen heeft label E (56%). Dit percentage ligt
Woningbouwcorporatie Rochdale bereidt een boven het gemiddelde van woningen het stadsdeel
vernieuwingsplan voor. Al in 2019 is de renovatie van van 42% voor woningen met label E.
enkele blokken in het noordelijk deelgebied gestart.
Rochdale heeft een buurtteam en -punt opgericht.
Vanuit deze plek legt het team huisbezoeken af bij
bewoners om technische en sociale problemen
tegen te gaan. Samen met de gemeente werkt deze
corporatie aan het Sociaal Spreekuur in de buurt
en aan het programma in het Buurtpunt De Leeuw.
Begin 2020 maakt de corporatie samen met de
gemeente plannen om de activiteiten op sociaal
vlak met de kansen van gebiedsontwikkeling te
versterken en beter met elkaar te verbinden.
Gebiedsontwikkeling
Op dit moment werkt de gemeente — in nauwe
samenwerking met woningbouwcorporatie Rochdale
en buurtbewoners — aan verbeterplannen voor de
buurt. De laatste renovatie van een deel van de buurt
dateert uit 2009. Nieuwe plannen hebben betrekking
op zowel de woningen als de openbare ruimte.
De herstelactiviteiten zijn afgelopen jaar begonnen;
op een aantal plaatsen heeft de gemeente de
bestrating vernieuwd en speeltuinen opgeknapt.
In de rest van de buurt worden in 2020 alle straten
opgeknapt.
De Lodewijk van Deysselbuurt is ook onderdeel van
de principenota Geuzenveld-Slotermeer (in april 2019
vastgesteld door de gemeenteraad). Op dit moment
werkt het projectteam aan een stedenbouwkundig
plan voor de buurt.
Stichting WOON heeft begin 2019 de sleutelfiguren
in de Van Deysselbuurt geïnterviewd. Op uitnodiging
van de gemeente heeft daarop een sleutelfiguren-
bijeenkomst plaatsgevonden waar huurders en
particuliere eigenaren bij aanwezig waren. De
participatie op het vlak van aardgasvrij haakt waar
mogelijk hierop aan.
19
Project in beeld: Buurttheater Radio van Deyssel
Radio Van Deyssel is het nieuwe kleine liefst middenin de buurt. In 2017 vroeg Frascati
buurttheater in de Lodewijk van Deysselbuurt. deze theatermaker om zich te verdiepen in de
Er worden verhalen uit de buurt verteld. Lodewijk van Deysselbuurt. Het resulteerde
Bijvoorbeeld over wat goed wonen is. Maar in een voorstelling over de buurt vanuit het
ook over dingen die we samen vieren. ledereen perspectief van de professionals die er werken.
is welkom. Een theatermaker en de drijvende Radio Van Deyssel is een theatervoorstelling in de
kracht achter dit initiatief. Deze maker woont vorm van een radioshow. Tot aan de zomer van
nu drie jaar in de buurt en gebruikt theater dit jaar worden er vier afleveringen gemaakt.
em mensen samen iets te laten beleven. Het
TN Se
Eee | q EE El
E 5 a -— TREES | En
ae u Fe S BNS hi | =d :
ej hts Mal Î De 3
pn - ee |M 7 zc
[en - ke an u E .
EN RG mn gn ten = Men
IN be ee en
EA = »| jk rin s ' Td
Reeke EE en
KR Kn 8 tk ë ) Wz
oid! TS [| za 5
NN 7 a man n == mn Ee nd Hd
rt — mm nn a: pe 4 T m1
ED SUL UD Ke
EE: kh. EIN ij u, ü © | Î ze
EE, | eg
oh | BR ==
Ee A Baak
A E | B: a el Ï ï Bard.
RIN ze | | md
ME 0 ge: Ì Er rn P
| re 4 4
5 | 3 dl e 3 N = L
K Ki , : 5 Ke | nd | 4
. Á P_ 1 5 | a
{ — et È P mi
8 rn IE EEE ld R 6 IJ ed
ie ; a od | | |
ci ì f
| , zn
| … Annik 8 Ea
En REE A 4
Dn
kN ve
20
Nieuw-West eaf Ee
Confuciuspleinbuurt
Confuciuspleinbuurt
De Confuciuspleinbuurt bestaat onder Initiatieven
andere uit de Wijsgerenbuurt, Bierens de OO
Haanbuurt, Rousseaubuurt en Descartes- 2019 stond onder andere in het teken van het
ar verbeteren van de openbare ruimte. Een goed
buurt. Deze wijk ligt ten noordwesten van functi a
unctionerend plein is cruciaal voor de sociale cohesie
de Sloterplas, tussen de Slotermeerlaan, in de buurt. Het Confuciusplein is opnieuw ingericht.
Burgemeester Röellstraat en een gedeelte Het plein nodigt nu meer uit voor ontmoeting en
van het Sloterpark (tot de kinderboerderij). activiteiten. Om het plein aantrekkelijker en
In deze buurt zijn enkele woningen en een bedrijviger te maken wordt in 2020 samen met
groot gedeelte van de openbare ruimte bewoners gewerkt aan een programma voor
gerenoveerd. Dit maakt het contrast tussen acHwitelten.
de woningen die in oude staat zijn De werkbrigadisten hebben hard gewerkt aan het
behoorlijk zichtbaar. Buurbewoners ervaren schoon houden van de openbare ruimte in de buurt.
dit ook zo. Deze ruimtelijke scheiding Er is een containertuintje gemaakt om mensen uit te
vergroot de tweedeling in de buurt. nodigen om afval efficiënter te scheiden. In de
Met name rond het Confuciusplein moet Bierens de Haanbuurt zijn groenhofjes aangebracht
geïnvesteerd worden, zodat de buurt meer __ °7|s de openbare ruimte opgeknapt.
een eenheid wordt en bewoners elkaar Een buurt heeft baat bij een goed draaiende
kunnen ontmoeten. Bewoners ervaren buurteconomie, onder andere om armoede terug te
tevens eenzaamheid en hebben te maken dringen en levendigheid te vergroten. Het afgelopen
met gezondheidsachterstanden. jaar is daarom ingezet op meer samenwerking tussen
de ondernemers aan de Burgemeester van
Leeuwenlaan. Sommige van de kleine ondernemers
Buurtprioriteiten 2019-2020 die hier werken hebben het niet heel breed. Daarom
ee is het moeilijk om tot een samenwerking te komen
Bij de aanpak van de Confuciuspleinbuurt waar alle ondernemers iets aan hebben. Om de sfeer
gelden de volgende drie prioriteiten: in de straat te verbeteren en de winkels aantrekke-
lijker te maken is tijdens de donkere winterperiode
m Het verbeteren van de gezondheid van sfeerverlichting aangebracht. De geplande her-
de bewoners; profilering van de Burgemeester van Leeuwenlaan zal
m De aanpak van eenzaamheid, door ruimte een positieve impact hebben op de bedrijfskwaliteit
te bieden voor ontmoeting; in de straat.
m Het tegengaan van verloedering en het
verbeteren van de openbare ruimte.
21
Confuciuspleinbuurt
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Woningbouwcorporatie Ymere heeft in 2019 hekken Bewoners van de Confuciuspleinbuurt wonen in
geplaatst rondom de tuin Hof van Descartes en de vergelijking met bewoners van andere ontwikkel-
semi openbare ruimte daar opnieuw ingericht. Dit buurten in Nieuw-West in woningen met een hogere
jaar (2020) is het doel om bewoners in de Descartes- energetische kwaliteit. Woningen met label A (12%
buurt mee te nemen in de renovatie van de buurt, die tegenover 8%), label B (10% tegenover 8%) en label
in 2021 moet beginnen. Vooruitlopend op die C (20% tegenover 16%) komen in deze buurt relatief
renovatie pakt de corporatie de rattenoverlast in de vaker voor dan elders in het stadsdeel. Toch staan hier
buurt aan. ook meer woningen met label F (8% tegenover 4%).
Corporatie Stadgenoot heeft halverwege 2019 een
buurtvisie vastgesteld voor de Confuciuspleinbuurt.
Het plan is om in de periode 2021-2025 tachtig
procent van de woningen (447 in totaal) te verbeteren
in bewoonde staat. Afhankelijk van de geplande
nieuwbouw in de buurt, staan vier complexen op de
planning voor sloop-nieuwbouw. Bewoners zouden
dan kunnen doorstromen in de eigen buurt. Over
deze plannen overlegt Stadgenoot met bewoners-
groepen.
Gebiedsontwikkeling
In de Confuciuspleinbuurt moet op het vlak van
gebiedsontwikkeling veel gebeuren. De vernieuwing
van de buurt heeft hier nog niet overal plaats-
gevonden. Daarom steekt de kwaliteit van de
woningen en openbare ruimte op deze plekken schril
af bij de wel vernieuwde buurten.
In 2019 is het investeringsbesluit Diderotblok
genomen. Daarnaast is er gewerkt aan het voorlopig
ontwerp voor de herinrichting van de Rousseaubuurt,
dat is het deel van de Confuciuspleinbuurt tussen de
Burgemeester Röellstraat, de Burgemeester van
Leeuwenlaan en de Savornin Lohmanstraat.
22
Project in beeld: De Werkbrigade werkt
De Werkbrigade heeft de afgelopen jaren veel de boom voor kinderen! Niet onbelangrijk is hun
Amsterdammers aan het werk geholpen die een zichtbaarheid op straat, in Nieuw-West. Bewoners
wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt hadden. merken dat er toezicht is op straat, en dat er oog
Met name in Nieuw-West is de brigade heel is voor veiligheid. Genoeg te doen overigens, in
succesvol. Het mes snijdt aan twee kanten: de het stadsdeel. Afval is een belangrijk speerpunt.
Werkbrigadiers doen werkervaring, vaardigheden Maar ook verkeersregelaars en gastheren
en kennis op en andersom krijgt de stad een zijn meer dan welkom. De talenten van de
flinke opknapbeurt. De brigadiers blijken van alle _Werkbrigade worden intussen breed ingezet.
markten thuis te zijn. Ze halen zelfs voetballen uit
EER ERE | f
= EE /
LA t ee In, en ‚ PC EN 4 |
een nie ER | | |
Ì Ti lk 0e 5. 5 Fen A
RR RR AR B |
NE ee de Hf
krt EE Nn | jn il z af LN Pi / er es
at Men Es
EP En de pen ef nn
ee / | Me ing ks KE he
Eel RK, ki Mi Ë B MH OO —
25 if t en nn Bei / SN |
5 rt - 6 ee
ei Es 5 ben. EA |
_ _ fs rk er zel Er |
oe Re EE a
Ke Jr …
D …
. gE Eee
23
0 Eh
Geuzenveld
Geuzenveld bestaat uit een aantal ontwikkel- Initiatieven
buurten: de Wegener Sleeswijk,- en Dudok- OO
buurtbuurt Zuid, Van Tijenbuurt, Bakema- Er is extra ingezet op een verbetering van de
…. . kwaliteit van de openbare ruimte door versterking
buurt en het Lambertus Zijlplein. Deze … eN
van de aanpak Bijplaatsingen Grofvuil. Dit heeft in
buurten liggen ten zuiden van de Haarlemmer- _ | orte tijd zichtbare verbetering en veel tevreden
weg (N200), ten westen van Slotermeer- buurtbewoners opgeleverd. Ook zijn werkbrigadisten
Noordoost en ten oosten van de Tuinen van ingezet om de buurt schoon te houden. Er is nog
West. Er is veel laaggeletterdheid onder de __ ruimte voor verdere verbetering.
buurtbewoners. Daarnaast blijft de gezond- _
heid b hter ten opzichte van Plekken van ontmoeting dragen bij aan een sterke
era van bewoners ac Pp . En .
sociale cohesie in een buurt. Daarom heeft corporatie
andere Amsterdammers. Jongeren hebben Eigen Haard in Geuzenveld een ruimte beschikbaar
vaak last van problemen als schooluitval. gesteld voor een buurtkamer (zie het kader).
Veel oudere bewoners hebben te kampen Bewoners gaven aan hier behoefte aan te hebben.
met eenzaamheid. Teveel bewoners voelen De gemeente draagt bij aan een aansprekende
zich nu niet veilig of leven langs elkaar heen. programmering. Hier kunnen bewoners terecht voor
De afgelopen jaren zijn wel veel renovatie- activiteiten, maar ze kunnen zichzelf hier ook
. . . . ontwikkelen.
nieuwbouwprojecten uitgevoerd. Er is ook
een zelfbouwproject gerealiseerd. Dit wordt Om de bedrijvigheid op het Lambertus Zijlplein een
de komende jaren verder doorgezet. impuls te geven, zijn er veel activiteiten rondom dit
plein georganiseerd. In opdracht van Stadgenoot is
Buurtprioriteiten 201 9-2020 een collectief van kunstenaars, architecten en andere
ee creatievelingen actief in de Pleinkamer. Dit moet
De belangrijkste prioriteiten voor de aanpak van de leiden tot zichtbare verbeteringen in en voor de
ontwikkelbuurt Geuzenveld zijn: buurt. Samen met de gemeente en andere vastgoed-
m De verblijfskwaliteit rondom het Lambertus Zijlplein eigenaren heeft de corporatie een omgevings-
en het Eendrachtspark verbeteren; manager voor het plein aangesteld. Deze houdt zich
m De laaggeletterdheid en een ongezonde leefstijl bezig met de verbetering van de uitstraling van het
van buurtbewoners tegengaan; plein, de winkels en branchering. Een mooi voorbeeld
m Het realiseren en uitbouwen van voorzieningen en van de verbetering zijn de verschillende sociale
programmering gericht op ontmoeting, taal en activiteiten die in 2019 op het plein werden
participatie versterken. Meer en betere voorzienin- georganiseerd.
gen (zoals een duurzame technische havo/vwo-
school) moeten er uiteindelijk voor zorgen dat De jongeren in Geuzenveld hadden geen goede
volwassenen, jongeren en kinderen in de buurt zich _ontmoetingsruimte. In de Confuciusspeeltuin is
in (de omgeving van) de eigen buurt kunnen daarom in een voormalig speeltuingebouw een nieuw
ontwikkelen. centrum voor de jongeren uit Geuzenveld geopend.
24
Geuzenveld
Het jongerenwerk verzorgt hier de begeleiding van Duurzaamheid van de woningen
de jongeren en maakt meteen ook een verbinding eee
met de ouders in de speeltuin. Samen met jongeren Geuzenveld heeft, vergeleken met de ontwikkel-
wordt hier onder begeleiding van het street art- buurten in de rest van het stadsdeel, veel
museum ieder kwartaal een nieuwe muurschildering woningen met labels A, B en C, omdat er relatief
gemaakt. veel nieuwe en gerenoveerde woningen zijn
opgeleverd in de afgelopen jaren. Daarnaast valt
daarom ook op dat er relatief weinig woningen
Corporaties staan met energielabel E.
De buurt heeft behoefte aan voorzieningen. Eigen
Haard heeft daarom de buurtwerkkamer geopend in
samenwerking met de gemeente, Rochdale en
Stadgenoot. Een aparte ruimte is beschikbaar gesteld
als buurthuis. Om de openbare ruimte een impuls te
geven is een kunstwerk op een flatgebouw
opgeleverd, samen met de gemeente en het Street
Art Museum Amsterdam.
Momenteel zetten de corporaties Stadgenoot en
Eigen Haard in deze ontwikkelbuurt in op renovatie,
sloop, nieuwbouw en sociale activiteiten. Zo heeft
Stadgenoot in 2019 atelierwoningen gevestigd in
woningen in de Dudokbuurt Zuid. In aanloop naar de
sloop en nieuwbouw van levensloopbestendige
woningen in het najaar van 2020 in de Van Tijenbuurt
(de Nolensblokken) heeft Stadgenoot bedrijfsruimtes
ingericht voor enkele projecten. Dit leidde bijvoor-
beeld tot een ruilwinkel voor fietsen, meubilair en
speelgoed.
Gebiedsontwikkeling
Geuzenveld is onderdeel van de verkenning van
kansen voor Geuzenveld-Slotermeer (principebesluit).
Deze is vastgesteld in het voorjaar van 2019 en
wordt nu verder uitgewerkt. Er wordt gewerkt aan
een enkele vernieuwingsprojecten die zich in
verschillende fases bevinden. In het afgelopen jaar
zijn in Geuzenveld nieuwe woningen en is de
nieuw gebouwde Troelstra-basisschool opgeleverd,
verschillende openbare ruimtes vernieuwd, groen
toegevoegd en een aantal speelplekken aangelegd.
25
Geuzenveld
Project in beeld: Buurtwerkkamer Geuzennest
Buurtkamer Geuzennest biedt een vol programma huiswerkklasje opzetten of een formulierenhulp
aan activiteiten. Alles voor en door bewoners. beginnen. Er zijn ook bewoners die helpen
Wie iets wil doen voor de buurt, krijgt de sleutel met schulden. Anderen vinden het leuk om iets
van de voordeur. Eén van de drijvende krachten creatiefs te doen, een knutselmiddag organiseren
achter de buurtwerkkamer zegt: ‘Samen met de bijvoorbeeld. Bijna alles kan. Naast meedoen aan
bewoners hebben we gekeken wat er nodig is activiteiten, kunnen bewoners altijd binnenlopen
in de buurt. Huis-aan-huis hebben we geflyerd met een hulpvraag of zomaar voor een bakkie
en we hebben echt heel veel reacties gekregen. koffie met een buur.’
Er zijn bewoners die koken voor de buurt, een
Via Î BE
en IAA EN Ho
hen ie Es E ee { Ze is Ee 4 d
zm 5 : EN EN
w BREA MI he il \ EN
Ze ne Ei De MT} Ee En ij BÀ a
pi hi Hrs Ei : ol ‚| Î fi Pi ed n E d ,
a iK he
| mk Me
| S ,
5 | E
ali
26
0 Be
O0 KS
Wildeman- en Blomwijckerbuurt
De Wildeman- en Blomwijckerbuurt is een Initiatieven
centraal gelegen wijk in stadsdeel Nieuw- OO
West. De buurt ligt tussen de Ookmeerweg Afgelopen jaar is extra ingezet op het verbeteren van
. . de openbare ruimte en zijn bewoners meer betrokken
(noorden) en het winkelcentrum Osdorpplein
ij wat er in hun buurt gebeurt. Ontmoetingen tussen
(zuid) en maakt onderdeel uit van Osdorp. buurtbewoners hebben hiermee een impuls gekregen.
De buurt telt ongeveer vijfduizend bewoners. Kinderen worden in de Wildeman- en Blomwijcker-
De woningverdeling is eenzijdig. Bijna 90% buurt onvoldoende uitgedaagd door het beschikbare
bestaat uit sociaal huurwoningen. Enkele aanbod van voorzieningen. Daarom is het afgelopen
jaren geleden stagneerde de vernieuwing van jaar ingezet op naschoolse sportactiviteiten voor de
de buurt vanwege de crisis. Relatief veel jeugd.
75-plussers en kwetsbare groepen (zwakke De laatste jaren is er extra ingezet op de gevoelens van
sociaaleconomische status, psychiatrische en/ onveiligheid in de Wildeman- en Blomwijckerbuurt.
of verslavingsachtergrond) wonen hier. Dit wordt in 2020 voortgezet met onder andere extra
aandacht voor handhaving, reiniging van de openbare
ruimte en aanpak op jeugdoverlast en criminaliteit.
Buurtprioriteiten 2019-2020
ee Bewoners in de Wildeman- en Blomwijckerbuurt
De Wildeman- en Blomwijckerbuurt heeft kansen, krijgen de mogelijkheid om invloed uitoefenen op
maar het is ook nodig dat op bepaalde terreinen de veranderingen in hun wijk. De gemeente hecht
extra wordt ingezet. Het is een buurt met hoge veel waarde aan hun mening. Daarom was stichting
criminaliteitscijfers, een relatief hoog onveilig- IWOON heel 2019 actief in de Wildemanbuurt,
heidsgevoel, veel armoede en een lage waardering onder andere in het eigen buurtkantoor. Stichting
door bewoners voor de woonomgeving. Om meer IWOON stond in nauw contact met het Huis van de
perspectief te bieden gelden voor de aanpak van Wijk Het Blommetje, Vooruit, De Lucas Community,
deze buurt de volgende prioriteiten: SEZO, Het Talent en het WijkPraktijkTeam (WPT).
Een WPT-bus stond in de wijk om bewoners te vragen
m Investeren in basisvoorzieningen, om zo te komen wat zij weten van ontwikkelbuurten en van aardgas-
tot een ruim aanbod naschoolse activiteiten; vrij. En of ze mee wilden praten over vernieuwing
m Vernieuwing van de woningvoorraad en inzet op van de buurt. Dit heeft een groep van 38 bewoners
achter-de-voordeurproblematiek; opgeleverd die betrokken zijn en blijven bij wat er in
m Inzet op achterstallig onderhoud, een schone hun buurt gebeurt.
openbare ruimte en placemaking.
27
Wildeman- en Blomwijckerbuurt
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
De openbare ruimte in de Wildeman-Blomwijcker- Vergeleken met de rest van het stadsdeel heeft
buurt is aan verbetering toe. Eigen Haard heeft de Wildeman- en Blomwijckerbuurt relatief minder
daarom ingezet op schoonmaakacties en wijkbeheer. woningen met label A, maar meer met label B.
Stadgenoot heeft samen met het stadsdeel Nieuw- Het percentage woningen met label E bevindt zich
West en Lucas Groen in een drietal woonblokken een ook onder het gemiddelde van ontwikkelbuurten
moestuin gemaakt, in de gemeenschappelijke tuin. in Nieuw-West.
Ook is de corporatie in een wooncomplex een
‘schoon- en opgeruimd’-project gestart. Dit moet
leiden tot meer sociale veiligheid in de algemene
ruimten van de gebouwen. Een andere flat, waar veel
ouderen wonen, is voorzien van extra beveiliging.
Samen met de bewonerscommissie is in een ander
complex door middel van enkele informatie-
bijeenkomsten een sociaal plan opgesteld. Ook
elders in de buurt zijn informatiebijeenkomsten en
een huis-aan-huis woonwensenonderzoek uitgevoerd,
onder andere om in beeld te brengen welke
kwetsbare huishoudens hier wonen. Eigen Haard is
aangesloten bij het aardgasvrij maken van de
woningen in de buurt.
Gebiedsontwikkeling
De huidige situatie in de Wildeman- en Blomwijcker-
buurt vraagt om extra aandacht voor sociale en
fysieke thema's. In 2019 zijn de belangrijkste wensen
van bewoners rondom doelen en activiteiten
geïnventariseerdin de Wildemanbuurt. Dit integrale
plan van aanpak zet in op veiligheid, kansengelijkheid
voor de jeugd, een gezonde buurt, verbetering van
de positie van bewoners, een betere buitenruimte,
een aantrekkelijke woonomgeving en een beter
ondernemingsklimaat.
Op dit moment wordt een investeringsnota opgesteld
voor enkele specifieke locaties in de buurten.
Eind 2019 is er de Investeringsnota Aardgasvrij
Wildemanbuurt vastgesteld. Dit maakt de weg vrij
om in 2020 voorbereidingen te treffen om een aantal
complexen van Stadgenoot aardgasvrij te maken.
De Alliantie heeft het voornemen om in 2021 of 2022
de galerijflat Klarenburg aardgasvrij te maken.
Daarover gaat zij in 2020 in gesprek met de
bewonerscommissie en de bewoners zelf.
28
. . . 1 . z 1
Project in beeld: Moedernetwerk ‘Duizend en Eén Kracht
Buurtgenoten die er voor elkaar zijn, dat maakt elkaar in contact komen, zodat ze steun aan elkaar
een goede buurt. Moedernetwerk ‘duizend en één hebben en elkaar kunnen helpen. Moeders die
kracht” is een netwerk voor en door moeders met deelnemen aan het Moedernetwerk geven aan
een kind met een lichamelijke en/of geestelijke dat zij zich hierdoor zelfverzekerder en minder
beperking. De zorg voor deze kinderen kan erg eenzaam voelen.
zwaar zijn. Het moedernetwerk laat vrouwen met
RENES ) EE TE Re rd:
% hel 2 hs ee hr Weth rd Kb Ber ME 7
Eed iet Un ie LENT A-R nt IAN
x 0 dd be EE EEE Ke VON er SE
SEON en —{ me ed Nef OEM 5 Kr US bf)
et EE Mes | Y IN \e Thee htm le. É
Ed EN hei A teid AS nd
Ne es | : el 1E ND AEN 7 7 Ah. /
é A Enk ” Er NU no ste Ee PTS _ iN Ô
… Pek a NT Ed NK, Ee ' B) | vem > hk À, te 0 a | Ee
‚. je We "4 mien ke af Pi | Ì | nt! A an N
Ef 8 RES Cil = u K, . Lr TA
A it 4 ke - hi Wi d e / Î : = 8
k | kid ï 5 kend LAS { É ben f)
n be oe FERNS Td hed 1 id e „ Á
Er B \ ek %
e | Kd Nn ' k hi Á f
ie Pa | At | \ Ee mie ij * El
be LN | 3 Er | Á / 5 5
EREA M= ln
ait Lj dl ì LL Dl — _ Lj mj Pi IN Re
MEAT ij ef: \ 7 a kN NAT >
nd i RN À DN EN hd
etn A RAEON EN
En ef N n ee
ee I E bar 8 | / 4
ad a | sí | amen, AW
zj ps f AR 4
ef Zn | kk
es EN Nt | | B IE Á
RN ERR ZN EE, IN
Knel Id 3 k IE 5 | ad | # :
ed Ep en eN nd
ad ke +57 hin 8 e= Rel et ei =S - í ed e
: He de ; A | ' = we nn en A B 4 Ì hiet
nd hd ed carne NL ek 3 en B eert
„A mr En Ee EE Ee EEE en
. r ET EE. Dans Ee rd we En EE ZE tn Es Eeen Re
Em u . en ee
en = ee 7 en gel tE nn EER ee
dE
li ze EI EE ES 5 EE
EE TE Een je
BO ON oe ee et
ent Ee
Ee EE EM Can eee re
29
0 LE
Reimerswaalbuurt
8
Reimerswaalbuurt
De Reimerswaalbuurt ligt in Osdorp-Midden- Initiatieven
Noord, in het vierkant Ookmeerweg, CO
Baden Powellweg, het Botteskerkpark (met Bewoners van de Reimerswaalbuurt geven aan last
7 . te hebben van zwerfvuil. Om bewoners meer te
de stadsboerderij) en de Wildeman- en b if ee: En
" . etrekken bij de kwaliteit van hun openbare ruimte is
Blomwijckerbuurt. Vanwege de economische in 2019 in de Reimerswaalbuurt een aanpak voor dit
crisis is de stedelijke vernieuwing in de buurt probleem gestart. Een aantal moestuinengebruikers
enkele jaren terug gestagneerd. In deze gaan vanuit het Buurtbeheerbedrijf van woning-
buurt staan vooral corporatiewoningen. bouwcorporatie Ymere als groep samen de wijk in
De buurt heeft te kampen met een beperkt om afval te prikken. Dit doen ze één keer per maand.
ses Ook kinderen doen hier aan mee tegen een kleine
aanbod aan naschoolse activiteiten en een belonin
gebrekkige sociale cohesie. Er wonen 9
relatief veel kinderen en ouderen en de Deze stadsboerderij functioneert als basisvoorziening
betrokkenheid van bewoners bij hun buurt en ontmoetingsplek in de buurt (zie kader). Hier
is zeer gering. wordt ook de afvalaanpak op een andere manier
voortgezet. In 2019 zijn onder andere in de stads-
boerderij broodbakken geplaatst. Vanwege het
Buurtprioriteiten 201 9-2020 succes en de grote behoefte aan extra bakken wordt
eo dit geïntensiveerd. Samen met Ymere heeft de
Voor de aanpak van de Reimerswaalbuurt gelden gemeente begin 2019 een bewonersbrief gestuurd
op dit moment de volgende drie prioriteiten: met een flyer. Hierin worden bewoners geattendeerd
op het voerverbod, de broodbakken en aangegeven
m De (semi-)openbare ruimte verbeteren en dat zij hun afval op een juiste manier moeten aan-
bewoners daarbij betrekken; bieden om overlast van ratten te voorkomen.
m Het creëren van ontmoetingsplekken en sociale
cohesie bevorderen; Bewoners hebben op verschillende bijeenkomsten
m Het investeren in basisvoorzieningen, zodat meegedacht over de inrichting van de openbare
dit leidt tot een ruim aanbod aan naschoolse ruimte. Ook is ingezet op het stimuleren van
activiteiten. ontmoetingen tussen buurtbewoners, onder andere
door activiteiten in de stadsboerderij. Hiervoor is de
schuur van de boerderij in 2019 aangepast om ook
als klaslokaal/ontmoetingsruimte te kunnen dienen.
De programmering is breed en op uiteenlopende
buurtbewoners gericht.
30
Reimerswaalbuurt
Corporaties On
Te De openbare ruimte in de Reimerswaalbuurt moet
Corporatie Ymere heeft in 2019 252 woningen in deels opnieuw worden ingericht of verbeterd. Ymere
de ‘metselwerkblokken' van deze buurt gerenoveerd. en de gemeente hebben afgelopen jaar een integraal
Deze renovatie wordt dit jaar voortgezet voor plan ontwikkeld voor de openbare ruimte en de
de ‘stucwerkblokken’. Deze 234 woningen zijn na binnentuinen(semi openbaar) van renovatieblokken.
de renovatie ook aangesloten op stadswarmte. Vanaf dit jaar wordt de openbare en semiopenbare
De woningen zijn verduurzaamd en toegankelijker ruimte gefaseerd opnieuw ingericht.
gemaakt met een duurzaamheidslabel B, zonne-
panelen, nieuwe badkamer, keuken en toilet. Team Aardgasvrij blijft plannen maken om de hele
Daarnaast zijn tien van de woningen van Ymere Reimerswaalbuurt van het aardgas af te halen.
verhuurd aan medewerkers uit het onderwijs en Aan het einde van 2019 ontvingen de bewoners
de gezondheidszorg. Via het Buurtbeheerbedrijf een startbrief. Om de meningen over dit onderwerp
heeft Ymere woonfraude en overlast aangepakt. te verzamelen heeft stichting WOON een
In 2020 maakt Ymere werk van het aanpakken van dwarsdoorsnede van bewoners, maatschappelijke
de rattenoverlast in deze buurt. instellingen en ondernemers geïnterviewd. De
uitkomsten hiervan waren een aanleiding om begin
Het Green & Cleanteam helpt om direct af te gaan 2020 een participatie- en communicatiewerkgroep
op problemen die bewoners aankaarten. Het team op te richten.
heeft een impuls gegeven aan de aantrekkelijkheid
en veiligheid van de buurt. Het team zet zich samen
met bewoners in voor het groen in de wijk. Ook heeft Duurzaamheid van de woningen
het team een belangrijke rol bij het vergroten en TZ
het aanwakkeren van bewustwording omtrent Vergeleken met de rest van het stadsdeel heeft deze
buurthygiëne. Het team probeert dit te bereiken door _ontwikkelbuurt relatief veel woningen met label A.
de inzet van verschillende (voorlichtings)campagnes Daarnaast wonen bewoners van de Reimerswaalbuurt
en acties. Bijvoorbeeld door het opknappen van overwegend minder vaak in woningen met lagere
achtertuinen van mensen die zelf niet in staat zijn energielabels D, E en F. Hoewel de het woningen in
om dit te doen. deze buurt voor een belangrijk deel energielabel E
hebben, ligt dit percentage onder het gemiddelde
van ontwikkelbuurten in het stadsdeel (35%
Gebiedsontwikkeling tegenover 42%).
Met Ymere kwam de gemeente in 2018 overeen dat
de 'metsel’- en ‘stucwerkblokken' behouden blijven
en gerenoveerd worden. In de eerste helft van 2020
wordt een ontwikkelaar geselecteerd voor de bouw
van twee nieuwbouwblokken. De bouw gaat volgens
planning starten in 2021. Met deze nieuwbouw
worden middeldure huurwoningen en vrije sector-
woningen toegevoegd aan de buurt.
De Lucaskerk krijgt een nieuwe bestemming. Met de
verhuurder vinden gesprekken plaats over de manier
waarop de kerk daarmee een versterking voor de
buurt kan betekenen.
31
Project in beeld: Stadsboerderij Osdorp
Een ondernemer uit Osdorp wilde meer voor iedereen. Er is een moestuin, je kunt er heerlijk
de stad betekenen: “Rond mijn 50e levensjaar eten en wandelen of de stal met dieren bezoeken.
wilde ik me richten op mijn passie: stadsboeren. Alle hulp is welkom, en iedereen kan op zijn
p mijn p p p zij
Het stadsdeel zocht een nieuwe invulling van of haar manier een steentje bijdragen aan de
een kinderboerderij en schreef een wedstrijd buurtboerderij.” Het afgelopen jaar realiseerde
uit. Ik deed mee met een voorstel voor een deze ondernemer, in samenwerking met het
stadsboerderij en won. De stadsboerderij werd stadsdeel, een leslokaal op locatie.
in 2014 geopend. De plek staat open voor
REN LEN: EL DK
ee et tr za, DEN 4 EER ke] Ei ed er ABE
Berater Eed ti EPE PR RE ser GE er ARE
B A Ja zn EEN EE Kak OO
ME A Er Je ien Ln Eek ee zet PE: ie OE Ee
Pe Ee A er sd OAN 7 Ee EE za
En je EU ZN zt Pr hes 4 B En EE ik En en, en rd EN le Ea En E 0 ik- en Di ef
EN, AT NE je EE EE
OE ne NE
BN DEE AE NANSEN ln
dee W 0 | eeN Ee maal
Eder ID EANNIN l = _NN NTÜGÜüÜÜum 65 Pe
en aan à f Ee he
ze el B fe IJ a N À er / ee Na 3
ES ed 4 -
ed Ve hl Kn INE rr AD 24 Wi
3. Ts mz 4 D es b PN | e. hed kercke dt
_ nl ed À RAe |
__ Á ae ël Ke B a LN Pe
ERE ger EE in U Erman re iid
RE tn ld A- Op oRP (7 enne a
en lg Ne de i K Z P/R
EN EE ee ke SW MS NE
nn Em EEN rk
eit die DEE a en is, A Es BK
fl 2 ls eN : he ET Nn 2 NN hi a B Ds
32
0 Ee
De Punt
De Punt ligt aan de rand van stadsdeel Initiatieven
Nieuw-West, tussen De Aker en Osdorp- OO _
Midden. Deze buurt, die werd gebouwd in De verbetering van het Dijkgraafplein in De Punt
. . . staat centraal in het gebiedsplan 2020. Nadat
de jaren zestig en zeventig, maakt onder- bewoners meldden te maken te hebben met overlast
deel uit van de tuinstad Osdorp. Aan het en onveiligheidsgevoelens op dit plein, is in Osdorp
Dijkgraafplein, midden in De Punt, staan met een pleinaanpak gestart. Het doel is om — samen
de bekende ‘Hangbrugmaisonettes’ van met bewoners, ondernemers en bezoekers — de
architect J.P. Kloos. Dit bijzondere flat- leefbaarheid van het plein te verbeteren. Om de
gebouw met hangbruggen als loopbruggen pleinaanpak op touw te zetten is een Wijkpraktijk-
. … team opgezet, met daarin verschillende instanties en
is een gemeentelijk monument. Toch hebben
instellingen. Daarnaast wordt in 2020 met verschil-
buurtbewoners ook te maken een gebrek- lende activiteiten rond het plein aan de slag gegaan,
kige sociale cohesie, gezondheidsachter- zoals een nieuw toetsingskader voor de horeca en
standen en gevoelens van onveiligheid. een inventarisatie van de cliënten van de daar
Dat heeft vooral te maken met de deels gelegen maatschappelijke opvang.
braakliggende ‘Grando'-locatie en het _
winkelblokje aan het Dijkgraafplein. Er wordt ingezet op meer (positieve) betrokkenheid
van bewoners bij het plein. Dit kan bijvoorbeeld door
betrokkenheid bij het organiseren van evenementen,
Buurtprioriteiten 2019-2020 maar ook door actieve participatie bij het schoon-
TT houden van de buurt.
De Punt heeft de volgende uitdagingen voor 2019 en
2020. Deze prioriteiten zijn: Om overgewicht terug te dringen gaan in 2020 onder
andere een aantal gezondheidsambassadeurs aan de
m Het Dijkgraafplein opnieuw ontwikkelen met slag. De naast De Punt gelegen Stadsboerderij speelt
behulp van placemaking; een belangrijke rol bij deze ambitie.
m De gezondheid van buurtbewoners verbeteren,
onder andere door de (speel)voorzieningen te Bewoners geven aan dat zwerfvuil een terugkerend
vernieuwen; probleem is. Tegen dit probleem is de gemeente in
m Het (gevoel van) veiligheid en de sociale cohesie 2019 gestart met het vergroten van de betrokkenheid
versterken. van bewoners. Om een brede doelgroep te bereiken
is dit probleem tastbaar gemaakt met pinguïns
gemaakt van afval. Deze pinguïns worden in 2020 in
de buurt geplaatst.
Een ander terugkerend probleem is de overlast en
onveiligheid in de buurt. Daarom zijn het afgelopen
jaar de cliënten uit de openbare opvang geïnven-
33
De Punt
tariseerd. Het doel is om overlast goed in kaart te Duurzaamheid van de woningen
brengen en om deze cliënten te koppelen aan eOCSoE—“ eee
gepaste voorzieningen in de buurt. Een goed De Punt zit qua duurzaamheid van de woningen
voorbeeld daarvan is de stadsboerderij aan de rand min of meer op het gemiddelde van de ontwikkel-
van De Punt. Hier vinden al verschillende activiteiten buurten in het stadsdeel en heeft zelfs meer
plaats waar cliënten aan meedoen. woningen met label A. De percentages van
woningen met bepaalde energielabels lopen
nauwelijks uiteen in vergelijking met het
Corporaties stadsdeelgemiddelde. Dit betekent niet dat de
TZ energetische kwaliteit van de woningen hoog is.
In 2019 heeft woningbouwcorporatie Ymere extra Bijna 38% van de woningen in De Punt heeft
aandacht besteed aan een schone, hele en veilige bijvoorbeeld energielabel E.
buurt, onder andere vanuit het Buurtbeheerbedrijf
en de Aanpak Jongerenoverlast. Verder plant de
corporatie om in 2020 een veiligheidsaanpak en
inbraakpreventie uit te voeren in De Punt.
De vernieuwbouw van 162 woningen aan de
Overhaalstraat, Stoomgemaalstraat en
Ingelandenweg start in 2021.
Gebiedsontwikkeling
Om de kwaliteit en het wooncomfort te verbeteren
is ervoor gekozen om bepaalde woningen in De Punt
te strippen. In het kader van het afmaken van de
stedelijke ontwikkeling van De Punt Noord (Stempel
II) zijn de gemeente Amsterdam en Ymere XS
overeengekomen om de drie flats aan de Ingelanden-
weg, Stoomgemaalstraat en Overhaalstraat
hoogwaardig te renoveren. Het niveau van deze
renovatie is zo hoog dat er kan worden gesproken
van vernieuwbouw. Deze vernieuwing start in 2021.
Daarna plant de gemeente onderhoud aan de
openbare ruimte rondom de woningen. Verdere
planvorming voor het gebied rondom het
Dijkgraafplein wordt dit jaar afgerond. Samen
met vastgoedpartijen kijkt de gemeente naar
mogelijkheden om de verloederde winkelrij en
een braakliggend terrein te ontwikkelen.
34
De Punt
Project in beeld: samen met de buurt
Om de sociale cohesie bij bewoners te versterken de buurt. Mensen konden elkaar wat beter leren
nam de buurt zelf het initiatief om een feest te kennen. Er was van alles te doen: Muziek en dans,
organiseren. Dit deden ze samen met onder- sport en spel en een talentenjacht. Het was een
nemers, maatschappelijke organisaties en erg geslaagde dag die voor herhaling vatbaar is.
bewoners. Het was echt een feest voor en door
Po En KE k - F Es /
Aer on 1 Te Ait md | fr
à FRE ne nn | 5
RC MPAA ZEN ORE rs
PNR oe OR AE,
Er } nf mn lef Te Ad ik ib ,
Ey ALM Ddl Ser ol 0 PLZ
MRS E |
B F. = L k he L
DO En ee oes IA SS
nn rl te bn me me dk â tan
ze 4 pe E Le fe Ea je & Inn 1 e Ee Ie
Een : | Bel Ten ED
g A An te men NN
35
0 Ee
Jacob Geelbuurt
De Jacob Geelbuurt ligt in Slotervaart, aan Initiatieven
de oostflank van Nieuw-West. De buurt ligt
niet ver van de Sloterplas en wordt aan Om de sociale cohesie in de Jacob Geelbuurt te
…. …. versterken is het afgelopen jaar onder andere een
oostelijke zijde begrensd door de
aantal sport- en spelinstuiven voor kinderen en hun
Ringspoordijk. De bouw dateert voor een ouders georganiseerd. Het ging onder andere om
groot deel uit de jaren vijftig. Hier vindt een voetbaltoernooi voor ouders en kinderen. Een
stedelijke vernieuwing plaats. Het is een aantal gezondheidsambassadeurs is opgeleid om
buurt waar kinderen gemiddeld de laagste bewoners meer bewust te maken van een gezonde
citoscore van de stad behalen. Een leefstijl.
belangrijk doel mn deze buurt is daarom om De sociale voorzieningen in de Jacob Geelbuurt
de kansen voor kinderen verbeteren, onder worden op peil gebracht — in de eerste plaats voor de
andere met goed lokaal basisonderwijs. kinderen. Het aanbod van studiezalen is versterkt,
zodat meer kinderen de ondersteuning krijgen die zij
nodig hebben. Buurtbewoners beheren en gebruiken
Buurtprioriteiten 201 92020 een activiteitenruimte in het Comenius Lyceum. In het
ee stuk groen grenzend aan dit lokaal wordt in 2020 een
Voor de aanpak van de Jacob Geelbuurt gelden de tuin voor de buurt gemaakt. Centraal hierbij staat het
volgende prioriteiten: principe van permacultuur: een efficiënt, duurzaam en
zelfvoorzienend ecosysteem. Buurtbewoners spelen
m De aanpak van verloedering en de vervuiling van een centrale rol bij het ontwerp, de ontwikkeling en
de openbare ruimte; activiteiten in de tuin.
m Het creëren van een divers woningaanbod;
m Het terugdringen van sociale problematiek, onder Veiligheid en leefbaarheid staan hoog op de agenda.
andere door betere gebruikmaking van (armoede) In het winkelgebied aan de Johan Huizingalaan gaan
voorzieningen. bewoners, ondernemers en het Hervormd Lyceum
West in 2020 aan de slag om overlast door leerlingen
in het winkelgebied tegen te gaan. Het doel is om de
aantrekkelijkheid en veiligheid van het gebied te
vergroten. Er zijn plantenbakken en bankjes
neergezet. Verder werden uiteenlopende activiteiten
op het vlak van leefbaarheid georganiseerd.
36
Jacob Geelbuurt
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Na de renovatie van 228 eengezinswoningen in Het percentage woningen met label E is relatief hoog
2016-2017 en de nieuwbouw van 76 appartementen in de Jacob Geelbuurt. Het percentage woningen in
in 2018 heeft de Alliantie in 2019 de Hemsterhuisflat deze buurt met dit energielabel ligt ver boven het
gerenoveerd. Bij deze renovatie zijn de 72 woningen gemiddelde van ontwikkelbuurten in stadsdeel
ingrijpend geïsoleerd en aardgasvrij gemaakt. Nieuw-West: 64% tegenover 42%. Daarnaast heeft de
Daarnaast zijn er op de zolders in een voormalige buurt nauwelijks woningen met energielabel A of B,
bedrijfsruimte nog twaalf extra woningen gereali- maar hetzelfde geldt voor energielabels F en G.
seerd. In de zomer van 2019 ging 84 procent van de
bewoners akkoord met het sociaal plan bij sloop van
312 portieketagewoningen in het oostelijk deel van
de Jacob Geelbuurt. In het voorjaar van 2021 worden
145 woningen gesloopt. Twee jaar later volgen de
overige 167. In totaal komen er minstens 500 nieuwe
woningen.
Eigen Haard is aangesloten bij het overleg voor
het aardgasvrij maken in de buurt en heeft ingezet
op het wijkbeheer.
Gebiedsontwikkeling
De plannen voor de woningbouw bevinden zich
in een vergevorderd stadium. In 2019 is het
stedenbouwkundig plan voor de Jacob Geelbuurt
Oost vastgesteld. Hierbij gaat het om de sloop van
312 woningen en nieuwbouw van 511 woningen.
Dit plan zet in op de verdichting van woningen in de
Jacob Geelbuurt, met behoud van de voorraad aan
sociale huur. Dit betekent dat minstens evenveel
sociale huurwoningen worden gebouwd als er
worden gesloopt. Deze woningen worden aangevuld
met middeldure huur en koop.
De openbare ruimte is in de Jacob Geelbuurt in
slechte staat. Rondom de woningen die woning-
bouwcorporatie De Alliantie het afgelopen jaar heeft
gerenoveerd, is daarom de openbare ruimte
vernieuwd. Daarnaast zijn in samenwerking met de
Alliantie 76 woningen in de Hemsterhuisflat
gerenoveerd en is de vernieuwde Halbertsmastraat
opgeleverd. Het voornemen voor 2020 is om het
bouwplan voor de buurt vast te stellen. De hele
vernieuwing van de Jacob Geelbuurt moet in 2025
klaar zijn. Team Aardgasvrij verkent de mogelijkheden
om in de Jacob Geelbuurt 244 woningen aardgasvrij
te maken.
37
Project in beeld: De Huizingaschool
De Huizingaschool in de Jacob Geelbuurt was de lessen kunnen overnemen waarvoor geen
één van de zestien scholen in Amsterdam die in reguliere leerkrachten beschikbaar zijn. Een
november een week sloten om onder meer te aantal pedagogen van een organisatie in de
brainstormen over onorthodoxe maatregelen om buurt die veel met jongeren werkt, gaat vanaf
de gevolgen van het lerarentekort te beperken. januari 2020 een dagdeel lesgeven op school.
Het lerarentekort op de school liep het afgelopen Zij zien de problemen hier in de wijk groeien, en
jaar verder op. De directeur maakt zich ernstig daarom willen ze meer doen aan preventie, in
zorgen. Het tekort heeft gevolgen voor de samenwerking met school. De directeur hoopt dat
kwaliteit van onderwijs. De directeur gooit het meer partijen in de buurt zich op die manier aan
daarom over een andere boeg. Zo is het goed de school willen verbinden. Dat zou een alternatief
mogelijk dat mensen met een andere expertise kunnen zijn.
naar de school worden getrokken - mensen die
rn NI
RR ils rale. ie nn “AE
EN eme) B Nerve F2
EN Ce WI TA Hit id
he 3 Ae ME El F nn et 7 a E
E…. Wil Î | E re | 5 jn 9 Lil
Et 4 ne Vann “in Li bie : a, i ij |
emil ete EE SN À ev a Hi Pr
Ep : er Oi nd mm ed PE de LP [ME |
EN $ re 2 N ik RE TUT even Kalf
\ ho Pl EAS kh De 3
Ile al ijk ek | AE } ke dl à RE hA A dn
B Le RAS EE ge AT
A ANR EE d
Ö Br PR PE A nm CR
De ARA, \ ESA f, Nd d EEn ij A EN
- aal bi AS] AAE 7 ME AOT Emm nn, GN EIN
, Se PA iech fr De Ö 1 df en f Hij Nef ' A5
re ne 4 Er Er En che ded Ô
Edi f ; k f Hp ed OEL 8 # rd \ he
B zer T 4 ij | fl } " vr | L L Ht 5 ii S ie s \ =r |
E57 En RAT, s 4 , 4’ ER ak 7 / zier | EN de PA Ns
38
Re
Zuidoost Pe Ze
> 0
OA
H-buurt
De H-buurt is een wijk tussen het spoor Initiatieven
(west), de A9 (zuid), de Bijlmerdreef (noord) On _
en het Nelson Mandelapark (oost). In de H- buurt is ingezet op maatschappelijke voor-
zieningen en sociale ondersteuning voor bewoners,
Buurtbewoners hebben onder andere te f
met name gericht op jongeren. Het voornemen is om
maken met armoedeproblemen, beperkte een jongerentalentenhuis te realiseren in de H-buurt.
kansen voor de jeugd, gezondheidsachter- In aanloop daar naar toe wordt een bus gebruikt als
standen en beperkte sociale cohesie. mobiel jongerencentrum. De programmering wordt
samen met de jongeren ontwikkeld zodat deze goed
aansluit bij hun behoeften.
Buurtprioriteiten 2019-2020
ee Sleutelfiguren in de buurt zijn opgeleid om personen
De volgende prioriteiten zijn van toepassing op de met een psychische kwetsbaarheid te herkennen,
H-buurt: zodat die personen de juiste ondersteuning kunnen
krijgen. In 2020 reist een sportcontainer door de
m Het terugdringen van langdurige armoede onder H-buurt, K-buurt en Reigersbos. De sportactiviteiten
éénoudergezinnen en alleenstaanden; die hier plaatsvinden, helpen bij het verbeteren van
m Het creëren van kansen voor de jeugd in de vorm de gezondheid van de buurbewoners.
van een jongerencentrum;
m Het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke Rondom scholen en de lokale moestuin worden
gezondheid van bewoners. kunstwerken gerealiseerd zodat een beter leefklimaat
en beleving van de openbare ruimte ontstaat (zie het
kader). Zo zijn ook geveltuintjes aangelegd, is een
klein pleintje voor buurtwerkkamer De Handreiking
aangelegd en is een moestuin gerealiseerd voor de
vrouwentuiniersclub Bloei en Groei.
In de H-buurt is een groep buurtbewoners
samen met een ontwerpbureau van start gegaan
met CLT (Community Land Trust) Bijlmer. Dit
is een bewonersvereniging in oprichting met
gemeenschappelijk eigendom van de grond waar
(koop)woningen op worden gebouwd. Het doel is
om betaalbare woningen te realiseren. De gemeente
levert een bijdrage aan dit project.
Samen met bewonersvereniging Hakfort is een
participatietraject gestart rond de verbetering van
het groen in de buurt. De plannen worden in 2020
gerealiseerd.
39
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Het afgelopen jaar heeft woningbouwcorporatie Het duurzaamheidspeil in de H-buurt is laag. De
Ymere — naast een onderzoek naar de stads- meeste woningen bevinden zich op het niveau
verwarming en ventilatie van een complex — van label C en E. Ook heeft de buurt weinig
geïnvesteerd in buurtwerkkamer De Handreiking. woningen met label A (1% tegenover 11% in alle
Eigen Haard, Rochdale en Ymere hebben ingezet op ontwikkelbuurten in Zuidoost). Wel heeft een
het verbeteren van de veiligheid in de buurt. significant percentage woningen in de H-buurt
Dit willen de corporaties in 2020 voortzetten. (20%) energielabel B.
Eigen Haard heeft de helft van het eigendom in de
buurt de afgelopen jaren verkocht aan bewoners en
is voornemens de overige woningen bij mutatie ook
te verkopen. Rochdale zet vooral in op het veiliger
maken en schoon houden van de portieken. Daarbij
is verkoop van bezit geen doel op zich.
Gebiedsontwikkeling
De verkenning van kansen (principenota) voor de
H-buurt is door de gemeenteraad vastgesteld op
21 mei 2019. Deze verkenning laat zien dat de buurt
relatief veel problemen kent op het gebied van
armoede, ((eugd)werkloosheid, drugsgebruik, en
veiligheid. In de verkenning wordt de kracht van het
groen in de buurt onderschreven, maar blijkt ook
duidelijk dat de openbare ruimte aan vernieuwing
toe is.
In de verkenning is onderzocht hoe ingrepen kunnen
bijdragen aan het verbeteren van de sociaalecono-
mische positie van de buurtbewoners, bijvoorbeeld
door het verbeteren van lokale voorzieningen.
De verkenning wordt momenteel uitgewerkt tot een
scenariostudie (naar verwachting eind 2020 gereed).
Ook wordt gewerkt aan een stedenbouwkundig plan
voor de H-buurt Midden. Deze is naar verwachting
eind 2021 klaar.
Rochdale, CO-force en Liander ontwikkelen op dit
moment een plan voor de transitie naar aardgasvrij.
Stichting WOON ondersteunt bewoners bij het
invloed uitoefenen op de verduurzaming van de wijk.
40
Project in beeld: Speelkunstwerk BIOOM,
symbool voor de H-buurt
Eind 2019 onthulden gemeente Amsterdam, onderin wortels die voor een deel boven de
Centrum Beeldende Kunst Zuidoost (CBK) en grond uitkomen. Om onderdoor te kruipen, aan
HOBU het speelkunstwerk BIOOM in de H-Buurt te hangen, op te zitten of te klimmen. Bovenin
in Zuidoost — Bullewijkpad ter hoogte van zijn er takken, met nestkastjes voor de vele
nummer 35 — op de locatie van de voormalige gierzwaluwen in de buurt. In de avond wordt
garage met een feestelijk programma. BIOOM BIOOM verlicht in allerlei mooie kleuren. BIOOM
stelt een mangrovebos voor — een boomgebied is een symbool voor de rijkheid aan culturen die
waar veel verschillende soorten planten en aanwezig is in de H-buurt.
dieren samenleven. Het kunstwerk heeft daarom
Fi hili nr nen ne enn EE er Û
E - | | ä ' 2 L
ST IJ ne 4 u
mmm I E
BEP r Ri
: a u 5 ‚a I PS u 7 n
EN Eef EE Dm | Bama
a hd el. É u 5. De  5 L = en =
meme, Te
ne A
4 - | = En B
Ë 1 k rÄl IJ
s ES Ë s a ek fi Fer E ami”, : DN …_ A n
« es Ee Dit EK 5 ES BANT 4
ce nn Ec de 5 een 1 A h/ | 5 E ì Se P S j A Ee ge Ik re F je a
eN nn En Ve; Bree eg ie
Be He
: ee es B
EN et ee EE EN an
41
Re
Zuidoost Pe Ze
ben
2
Venserpolder 5
Venserpolder
Venserpolder is een buurt in het noordwesten Initiatieven
van de Bijlmermeer. De wijk wordt omsloten
door de gemeenten Diemen en Ouder- In 2019 is ingezet op de realisatie van een buurtplek
Amstel. Bewoners in de buurt hebben te in Venserpolder: ‘t Spinnewiel. Dit is de enige
centraal gelegen buurtplek in Venserpolder-Oost.
maken met hardnekkige sociaaleconomische __ Bewoners kunnen hier op een laagdrempelige manier
problematiek en gezondheidsachterstanden. terecht voor allerlei onderwerpen, zoals opvoeding,
De buurt is wel kansrijk, omdat er ruimte is vrijetijdsbesteding en (arbeids)participatie. Het
voor gebiedsontwikkeling. ontbrak hier aan coördinatie en professionele
aansturing. Daar is in 2019 extra op ingezet.
Buurtprioriteiten 2019-2020 Voor de sociale binding met de wijk is het belangrijk
eOS=CE neee dat ‘t Spinnewiel behouden blijft voor Venserpolder.
Voor de aanpak van Venserpolder zijn de volgende Daarom hebben vrijwilligers onder leiding van
drie prioriteiten vastgesteld: stichting Going Social het afgelopen jaar gewerkt
aan een nieuwe toekomstvisie. Sinds de feestelijke
m Het verbeteren van de economische positie van heropening in juli 2019 organiseert ‘t Spinnewiel
bewoners en de kansen voor de jeugd; onder andere een Girls Club en — om de gezondheid
m Het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke van bewoners te verbeteren — een spelletjesdag
gezondheid van de buurtbewoners; Fit & Fun. De salon is nu een ontmoetingscentrum,
m Het verhogen van buurttevredenheid en gevoelens bestuurd door bevlogen vrijwilligers uit de buurt.
van veiligheid. Er worden activiteiten georganiseerd voor en door
buurtbewoners van alle leeftijden. Uiteindelijk
(met een aanlooptijd van een à twee jaar) moet dit
centrum een zelfredzame buurtonderneming worden.
In de buurt was veel behoefte aan vergroening en
een schonere openbare ruimte. Om die reden is de
openbare ruimte opgeknapt en wordt momenteel
onderzoek gedaan naar de komst van een circulaire
werkplaats. Een aanpak voor het ophalen van grofvuil
is in voorbereiding.
Venserpolder heeft te maken met relatief veel werke-
loosheid en een slechte economische positie van de
bewoners. In de buurt zijn weinig ondernemingen
gevestigd. Een economische analyse van de buurt
wordt in 2020 daarom samen met bewoners verder
uitgewerkt tot concrete projecten. Met een reizende
buurttentoonstelling (zie het kader) is gewerkt aan de
42 verbetering van de buurttevredenheid.
Venserpolder
Corporaties
Om het gevoel van veiligheid te verbeteren heeft wordt uitgegaan van een verdeling die passend is bij
Ymere onder andere op de onderdoorgangen naar de omgeving en bij het woonadvies van de directie
de binnentuinen muurschilderingen aangebracht en wonen.
de verlichting verbeterd. Daarnaast heeft Ymere in
de buurtwerkkamer Multibron ingezet op een betere In het kader van Aardgasvrij is een aantal
doorverwijzing voor mensen met betalingsproblemen. _bewonersadviseurs van stichting I\WOON bezig
Ymere blijft ook in 2020 in gesprek met bewoners met een verkenning in de buurt. Er wordt gezocht
over verbeteringen aan hun woningen en de buurt. naar betrokken bewoners of andere mogelijke
samenwerkingspartners. In januari 2020 vond de
De Alliantie heeft het afgelopen jaar ingezet op het eerste bewonersavond over dit onderwerp plaats.
vergroten van het veiligheidsgevoel onder bewoners,
door de portiekverlichting te vervangen. Een locatie
van de corporatie is gratis ter beschikking gesteld Duurzaamheid van de woningen
voor 't Spinnewiel. De Alliantie onderzoekt of het in ee
2020 mogelijk is om in samenwerking met het tuin- Venserpolder heeft relatief veel woningen met
project Bloei en Groei in een binnentuin een moestuin energielabel C. Het percentage woningen met dit
op te zetten. energielabel is zelfs 74% - in vergelijking met 45%
in de ontwikkelbuurten in Zuidoost. Woningen in
Corporatie Stadgenoot maakt op dit moment — Venserpolder zijn relatief duurzaam. De buurt heeft
samen met bewoners, zorginstelling Amstelring en nauwelijks woningen met energielabel E‚ F of G.
de gemeente — plannen voor de transformatie van
het woon-zorgcomplex De Venser. Bij de sociale
huurwoningen in de buurt heeft de corporatie het
afgelopen jaar technisch onderhoud gepleegd.
Eigen Haard heeft buurtwerkkamer Multilbron onder-
steund en een wijkbeheerder ingezet in de buurt.
Deze heeft ingezet op het onderhouden van contacten
met buurtbewoners en het verbinden van initiatieven
in de buurt zoals bijvoorbeeld stichting Groei en Bloei
in de binnentuin van blok 10. De bergingsgangen
rondom het winkelcentrum zijn van coating voorzien.
En er zijn diverse maatregelen getroffen om de
bergingen van de woningen veiliger te maken.
Gebiedsontwikkeling
Momenteel wordt gewerkt aan een verkenning van
kansen voor Venserpolder. Bewoners, corporaties
en andere samenwerkingspartners worden
betrokken in de uitvoering van deze verkenning.
Onderdeel hiervan is onderzoek naar locaties voor
gebiedsontwikkeling, bijvoorbeeld op het kavel voor
de onderdoorgang naar Duivendrecht.
Samen met woningbouwcorporatie Stadgenoot werkt
de gemeente aan plannen voor sloop-nieuwbouw van
het verzorg- en verpleeghuis De Venser. In de plannen
43
Venserpolder
Project in beeld: Picknicktafels
Bewoners van Venserpolder vroegen in 2018 om er nog meer mee? Hoodlab organiseerde een
meer kleur in hun wijk. En om een fijne plek waar reizende tentoonstelling over de mensen uit
ze elkaar in de buitenlucht kunnen ontmoeten. In Venserpolder die de tafels gebruiken en onder-
samenwerking met Hoodlab zijn daarom begin houden. Deze organisatie ging met de bewoners
2019 picknicktafels in de wijk gezet. Hoodlab in gesprek. De verhalen en foto's van de buurt zie
is een organisatie die in samenwerking met de en hoor je op een tentoonstelling. De tentoonstel-
gemeente buurten wil verbeteren. Samen met ling was tot eind januari 2020 te bezichtigen in
bewoners werden die tafels in vrolijke kleuren verzorgingshuis De Venser, om daarna naar buurt-
geverfd. Maar hoe worden de tafels nou precies werkkamer Multibron te verhuizen. Vervolgens
gebruikt? Wie houdt ze schoon en wat kun je gaat de tentoonstelling naar een nieuwe plek.
RK eo „
e > k, te $ gp as ES ‘ Î
nk © MS me Í
Ld ‘ di bp « he VE Gn Î
pe EENS "
r if pn » k j=
ke em ae 4 En:
ek 4 P] =,
Be , ff S kb
a 5: ut
k a De GE be as 4 b ae
hr a 4 pf ‚ et ad Tk | i A h d p
Le TO in | 1
a Aarde Nanne Gh ll B eN
| me en er EE
en A mre, é d men 1 d
es hmmm VENSE af wv N 5 2 p-
B nn h | Là £ Fa en as LP
pet pe a > d F| ki ' aen „& ee! Á \ A el
ds a kn EE N 5 @ aa DP pe f
pe) : à kr en | mr pn PE: il d 2 ' et
Ns dl dd
el * 3 B AA ; 4 p |
44
Re
Zuidoost Pe Ze
ben
Ô a
K-buurt
De K-buurt ligt in het oosten van de Bijlmer, Initiatieven
rondom het metrostation Kraaiennest. Aan OO
de randen van de buurt bevinden zich de Enkele van de meest drukkende problemen in de
. K-buurt is het hoge percentage schoolverlaters en
Gooiseweg, de Gaasperdammerweg, het d derd b imte. Om i
e verouderde openbare ruimte. Om jongeren meer
groen van de Bijlmerweide en de G-buurt. kansen en toekomstperspectief te bieden, wordt
De buurt kent een grote opgave als het gaat ingezet op een aansprekende programmering van
om sociale problematiek, onder andere met _ het Talentenhuis K-buurt. Naast breed jongerenwerk
vroegtijdige schoolverlaters. Tevens wordt wordt hier extra aandacht en begeleiding gegevens
de staat van de openbare ruimte als zeer aan jongeren met bijzondere talenten.
slecht ervaren. Het bewonersplatform Hart
. ee. . Om de bewoners zeggenschap te geven over de
van de K-buurt is actief in de buurt en is openbare ruimte hebben leden van het buurtplatform
nauw betrokken bij de totstandkoming en Hart voor de K-buurt het afgelopen jaar ideeën uit
uitvoering van de plannen. de buurt opgehaald. In overleg met bewoners zijn
71 ideeën geselecteerd. Het gaat onder andere om
het plaatsen van bankjes voor ouderen en een
Buurtprioriteiten 2019-2020 voetbalkooi, (het opknappen van) speelplaatsen en
eOS=CE neee afvalplekken, een honden uitlaatplek en een opknap-
De volgende prioriteiten zijn voor de aanpak van de beurt voor Fort Kraaiennest (een karakteristiek
K-buurt vastgesteld: toezichthoudershuisje bij een speelplaats). Een aantal
projecten is uitgevoerd in 2018 en 2019, de rest staat
m Het terugdringen van schoolverlaters. Veel gepland voor 2020.
jongeren verlaten school zonder startkwalificatie en
daardoor is er een groot risico op doorstroom in In de K-buurt zijn verschillende zelfsturende buurt-
de criminaliteit; groepen actief, waaronder Hart voor de K-buurt.
m Eenzaamheid onder ouderen, alleenstaanden en Er is een inventarisatie gemaakt van mogelijkheden
eenoudergezinnen verminderen; om de woningen van het aardgas af te halen. Deze
m Verloederde en verouderde plekken in de openba- inventarisatie wordt verder uitgewerkt met Hart voor
re ruimte verbeteren. de K-buurt.
45
K-buurt
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Ymere heeft enkele plannen voor 2020. Naast het Bewoners van de K-buurt wonen vaker dan andere
vervangen van rookgasafvoeren en het vervangen van bewoners van ontwikkelbuurten in Zuidoost in
ramen bij een VVE wil Ymere verlichting plaatsen in duurzame woningen, met energielabel A (21% in
donkere steegjes rondom het Krimpertplein. de K-buurt tegenover 11% in de ontwikkelbuurten
Verder plant de corporatie om samen met de in Zuidoost). Toch zijn er ook veel woningen met
Buurtwerkkamer Samen Sterk de betalingsproblemen _ label C en E. Weinig bewoners van de K-buurt
van huurders in de buurt terug te dringen. wonen in woningen met een lage energetische
kwaliteit.
In 2019 heeft Eigen Haard een aantal nieuwbouw-
woningen opgeleverd (sociale huur en midden-
segment). Daarnaast is gestart met de bouw van
84 sociale huurwoningen. De corporatie heeft in
2019 voorbereidingen getroffen voor de renovatie
van een complex aan de Kuilsenhofweg. Dit wordt
in 2020 uitgevoerd. Ook wordt de herontwikkeling
van Kelbergen voorbereid.
Rochdale heeft het afgelopen jaar deelgenomen aan
de inventarisatie van de mogelijkheden om de buurt
van het aardgas af te halen. Op dit moment heeft de
corporatie op de korte termijn geen plannen op dit
gebied. Het afgelopen jaar stond in het teken van het
onderhouden van contacten met bewonerscommissies.
Gebiedsontwikkeling
Naar aanleiding van een participatietraject in 2018 is
besloten om het stedenbouwkundig plan voor de
K-buurt opnieuw te herzien. Hart voor de K-buurt
krijgt de kans om zelf een stedenbouwkundig plan op
te stellen. De gemeente faciliteert en stelt kennis
beschikbaar. Op dit moment zijn 183 nieuwe
woningen in deze buurt in aanbouw, de komende
jaren staat de bouw van meer woningen op de
planning.
46
Project in beeld: Hart voor de K-buurt
Een organisator van Hart voor de K-buurt zegt: veel zelf deden, is de sociale infrastructuur de
‘Wij zijn er als buurt erg trots op dat wij ontwik- afgelopen tijd enorm verbeterd. Dat versterkt
kelbuurt zijn geworden. Daar hebben we dan de buurt en daar zijn we trots op!’
ook zelf flink voor gelobbyd. Als buurt wilden wij ‘Met de betrokken ambtenaren werken we
meer zeggenschap over het geld dat de gemeen- als buurt erg goed samen. We hebben intus-
te beschikbaar stelt voor de buurt. De integrale sen door samenwerking met de winkeliers van
aanpak zorgt zowel op fysiek als sociaal gebied winkelcentrum de Bonte Kraai en het senioren-
voor veel verbeteringen. We namen zelf het hele complex voor betere straatverlichting gezorgd.
participatietraject ter hand en ontwikkelden hier Ontwikkelbuurt? Dat klinkt allemaal een beetje
zelfs een bruikbaar model voor. Doordat we heel ambtelijk. Wij noemen het: Ontwikkel-Je-Buurt!’
ï a 1 : _ p
od nn
| Ü
| SNS k
ge EE IL Een IE 1 H
Lj
rn |
a Ln BONTEKKAAI
| en IR | LR ij =| R
ed _} eN _ED Ce
| Kl hi À á ak ik Ì Eg |
G A ms le mm
D zl EE aal al eN 5 s N ee En Se SA Hi iS En mn = EE a E
Es re kn SD Sn , ei Ee s S 5 en 5
ere zits EN) EE Me ed Ee B En a ten fn Been Ee En B -
47
Re
Zuidoost Pe Ze
> 0
vo
E-/G-buurt Noord
De E-/G-Buurt Noord bestaat uit de E-buurt Initiatieven
Oost, de G-buurt Noord en het winkel- OO
centrum Ganzenpoort. De leefbaarheid van Om het winkelcentrum een impuls te geven is daar
. . . . nu een straatmanager werkzaam en heeft de lokale
de buurt is verbeterd sinds de vernieuwing : En
winkeliersvereniging financiële ondersteuning
van de Bijlmer. Toch hebben bewoners van ontvangen. Daarnaast is gestart met de aanpak van
de G-Buurt Noord en de ondernemers van ondermijning. Gemeente en zorgaanbieders in de
het winkelcentrum Ganzenpoort nog te buurt hebben betere afspraken gemaakt over de
maken met meerdere problemen, zoals toegankelijkheid van sociale voorzieningen in de
gebrekkige voorzieningen en kansen- buurt en hoe deze beter aansluiten bij de behoeften
ongelijkheid. De buurt scoort laag op alle van bewoners.
indicatoren voor ontwikkelbuurten: de staat _sewoners geven aan dat zij weinig binding voelen
en waardering van de woningen, leefbaar- met de buurt. Om die reden is ingezet op een aantal
heid, sociaaleconomische positie en bewonersbijeenkomsten en activiteiten. Zoals bij-
gezondheid van bewoners. voorbeeld het Men's Cookout festival, georganiseerd
door het bewonersplatform. De mannen uit de buurt
hebben op het festival gekookt voor de buurtbewo-
Buurtprioriteiten 201 9-2020 ners. Vanuit het bewonersplatform had de Cookout
eo als doel om de ‘hangmannen’ van de G-buurt op een
De volgende prioriteiten zijn vastgesteld voor de positieve manier in de schijnwerpers te zetten.
E-G- Buurt Noord:
Bewoners zijn bij de organisatie begeleid door een
m Toegankelijkheid van de basisvoorzieningen eneen professionele partij die evenementen organiseert.
goede aansluiting bij behoeften van bewoners; Hierdoor is bij de leden van het bewonersplatform
m Kansengelijkheid voor de jeugd; meer inzicht ontstaan in wat er allemaal komt kijken
m Verbetering van winkelcentrum de Ganzenpoort. bij de organisatie van een evenement.
Ook is de ontmoetingsplaats Lola Buitenpost
geopend met daarin een eigen restaurant, culturele
activiteiten en werkplekken. Dit is mede mogelijk
gemaakt dankzij een opstartsubsidie uit de grond-
exploitatie. Met het geld van de ontwikkelbuurten-
aanpak en ondersteund door een lokale winkelier
heeft Stichting 45+ een voorstel uitgewerkt voor een
sociëteit om mannen in de buurt te activeren.
De buurt vraagt ook om een verbetering van de
fysieke leefomgeving. Rond een speelveld is een hek
48
E-/G-buurt Noord
geplaatst om honden en ganzen buiten te houden. Gebiedsontwikkeling
In 2020 staat een verbetering van het binnenterrein TT
gepland. Tot die tijd worden in schoolvakanties De vernieuwingen in de E-/G-buurt Noord dragen bij
sport,- en spelactiviteiten voor kinderen uit de buurt aan het terugdringen van enkele knellende problemen
georganiseerd. in de buurt. Eind 2019 is het stedenbouwkundig
plan E-buurt Oost, voor de bouw van ongeveer
Het bewonersplatform en zelforganisatie van de 550 woningen, vastgesteld. Tegelijkertijd is het
G-Buurt heeft een eigen buurtplan gemaakt. Dit plan investeringsbesluit herzien en is de G-buurt Noord
vertaalt verbetervoorstellen voor de buurt in concrete toegevoegd aan de grondexploitatie. Rochdale
activiteiten. Bewoners hebben inmiddels zelf, maakt plannen voor de renovatie van de flats
gefaciliteerd door het buurtbudget en met advies van (960 woningen), het toevoegen van nieuwe
stichting WOON, deze activiteiten ter hand genomen. _ doelgroepen en herhuisvesting in de E-buurt.
Bij een deel van de activiteiten springt de gemeente
bij. Denk bijvoorbeeld aan verkeersmaatregelen of
het schoonhouden van de openbare ruimte. Duurzaamheid van de woningen
Woningen in de E-/G-buurt Noord zijn relatief
Corporaties van goede kwaliteit, met veel aantallen met
TT energielabel A. Een derde van alle woningen in
Woningbouwcorporatie Rochdale bezit alle 960 deze buurt heeft het hoogste energielabel.
sociale huurwoningen in de flats Geldershoofd en Hoewel toch 15% van de woningen in deze buurt
Gravestein in de G-buurt Noord. De corporatie en de energielabel E heeft, zijn er niet of nauwelijks
gemeente bereiden samen een intentieovereenkomst woningen met label F of G.
voor. Afspraken over onder andere renovatie van de
woningen en plinten, het verhogen van de ener-
getische duurzaamheid (richting label A, Aardgasvrij),
de realisatie van een meer evenwichtige mix van
bewoners en woningtypen, het stimuleren van
coöperaties en het vergroten van de sociale cohesie
in de buurt zijn hier onderdeel van. Als bewoners
door renovatie of transformatie hun woning moeten
verlaten, dan is het uitgangspunt dat bewoners die in
de buurt willen blijven, een betaalbare woning krijgen
aangeboden.
Rochdale probeert buurtbewoners bij de buurt te
betrekken, bijvoorbeeld via een radio-uitzending en
een speciale Ghanese avond (in de eigen taal). Samen
met de gemeente heeft de corporatie verschillende
bewonersbijeenkomsten georganiseerd.
49
E-/G-buurt Noord
Project in beeld: buurt-appgroep
In de flats Gravestein en Geldershoofd wonen hebben kennis met elkaar gemaakt en ervaringen
relatief veel bewoners met sociaaleconomische gedeeld. Dat doen ze onder andere met een
problemen. Allerlei organisaties proberen daarbij nieuwe appgroep. Een betrokkene namens
te ondersteunen. Amsta Karaad begeleidt Amsta Karaad zegt daarover: ‘Mensen uit allerlei
bijvoorbeeld achttien bewoners vanuit een organisaties zijn als collega's gaan samenwerken.
steunpunt in Geldershoofd. Social Work richt zich Dat kan in kleine dingen zitten. Als iemand hulp
op jongeren, maar ook Cordaan, het Leger des nodig heeft omdat Ziggo omschakelt van analoog
Heils, Rochdale en de gemeente zijn er actief. naar digitaal dan zijn er meer bewoners die daar
In 2018 is een project gestart waarbij al deze moeite mee hebben. Door dit project kunnen die
partijen zijn gaan samenwerken. Medewerkers sneller en efficiënter geholpen worden.’
van zorginstellingen, Rochdale en de gemeente
p \ en : fa ï en me. | | a B |
; _ oN | | | | | EE N ==
/ zr co fe 8 Á
zij } | Bik be Ka
ee \ = ä r mmm A Î me Ì
î | zf 5 =f ij E Me 1 Ä AN _ Et s
É Ik =S el en Á | E Ti
Ke! i _ EN ak E - h IS rn le ae
Wed, 4 a N
Ee mp. _ EE En 5 p p
d EN AN _ li
TR A me Hi
/ 4 p 7 af
8 == _ ra
Ve e CSE Met
4 / / 2 h E s
î 7 den Ja
7 Kr L s
50
Re
Zuidoost Pe Ze
ben
( Ò
Reigersbos
Reigersbos is een groene buurt in Initiatieven
Gaasperdam, in het zuiden van stadsdeel On _
Zuidoost, tussen Holendrecht, Gein, het Het afgelopen jaar is ingezet op het verrijken van de
spoor en de Broekzijdsche Polder. De buurt gat met nieuwe maatschappelijke voorzieningen.
uurtbewoners misten de enkele jaren geleden
viert binnenkort haar veertigste verjaardag. verdwenen buurtkeuken. Daarom hebben Cordaan en
De leefomgeving wordt echter als de gemeente deze keuken nieuw leven ingeblazen.
verloederd en onveilig ervaren. Ook hebben _ Vrijwilligers uit de buurt houden de keuken draaiende.
buurtbewoners vaak te maken met armoede ledere maandag en woensdag komen hier gemiddeld
en andere sociale problematiek. Betere 35 mensen voor eten en een praatje.
voorzieningen helpen bij het terugdringen Dankzij beschikbare middelen vanuit de grond-
van deze problemen. exploitatie is een voormalig brandweerpand
aangekocht. Deze voormalige kazerne wordt nu
Buurtprioriteiten 201 9-2020 verbouwd tot broedplaats. Hier is vanaf februari
ee plaats voor allerlei buurtinitiatieven: jongeren die
Voor de aanpak Reigersbos zijn de volgende muziek maken, of ouderen die sporten. Het winkel-
prioriteiten vastgesteld. centrum is verbeterd met een tijdelijke winkel-
centrummanager, het aanpakken van de openbare
m Tegengaan van armoede door onder andere ruimte en de creatie van een ondernemers-
ondernemerschap te stimuleren; informatiepunt.
m Realiseren van een maatschappelijke voorziening
in het voormalige brandweerpand. En het Om de op sommige plaatsen onverzorgde openbare
ontwikkelen van een passende programmering ruimte te verbeteren, zijn het afgelopen jaar enkele
voor buurtbewoners; prullenbakken en fietsnietjes geplaatst. Ook is een
m Een nieuwe impuls voor het winkelcentrum. speelplek opgeknapt en zijn de openbare ruimte en
het schoolplein heringericht. Er wordt een plan
uitgewerkt hoe de leefbaarheid en veiligheid in de
buurt verbeterd kan worden. Ook wordt ingezet
op een verbetering van het basketbalveld achter het
Lely Lyceum.
Om huizen in de buurt te verduurzamen is, met
ondersteuning vanuit het programma Klimaatneutraal,
een pilot gestart met het Europese fonds Climate-KIC
voor de gevelaanpak van 280 woningen. Stichting
IWOON ondersteunt enkele VvE's bij deelname aan
dit pilot.
51
Reigersbos
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Woningbouwcorporatie Stadgenoot is nauw betrokken Woningen in Reigersbos bevinden zich vooral in
bij het onderzoek naar verduurzamingscenario’s in het middensegment van energielabels. Weliswaar
het kader van Climate-KIC. Daarnaast sluit deze weinig tot geen woningen met label E‚ F of G,
corporatie aan bij het proces van placemaking, een maar veel met label C. Bijna tweederde van alle
methode om de openbare ruimte in samenspraak met woningen in deze buurt heeft label C. Het percen-
bewoners in te richten en een eigen identiteit te tage woningen met het hoogste label A is wel laag:
geven. 2% tegenover 11% in de ontwikkelbuurten in dit
stadsdeel.
Eigen Haard heeft in de P- buurt een bedrijfspand
opgeknapt. Samen met een groep bewoners worden
hier vanaf 2020 activiteiten voor de buurt
georganiseerd. In de T- buurt is een start gemaakt
met het opknappen van algemene ruimten en de
voortuinen, deze opknap loopt door tot in 2020.
Gebiedsontwikkeling
Voor Reigersbos is een verkenning van kansen
opgesteld. Deze is op 9 juli 2019 door het college
vastgesteld. Momenteel wordt de haalbaarheid van
de woningbouwopgave in beeld gebracht (technisch
en financieel). Dit wordt verwerkt in een projectnota.
Een belangrijk onderdeel hiervan is de mogelijke
verdichting aan de Reigersbosdreef.
52
Reigersbos
Project in beeld: Buurtkazerne Reigersbos
Reigersbos heeft na tien jaar weer een buurthuis De recent geopende buurtkeuken voorziet
— in de voormalige brandweerkazerne aan het deels in deze behoefte. Er zijn straks dagelijks
Remmerdenplein 100. Omwonenden kunnen er activiteiten en workshops: van ouderendisco's
terecht voor een kop koffie. Tegelijkertijd krijgen tot open podia voor jong talent, van een
zeker twintig kunstenaars en creatievelingen uit papierwinkel spreekuur tot dubyoga, van dj-
Zuidoost hier een werkruimte. Jongeren hebben workshops tot spelletjesavonden en van zzp-
er bovendien een plek om hun talent te etaleren. cafe's tot computerlessen. Buurtbewoners gaan
Het nieuwe buurthuis is in januari 2020 geopend. het programma grotendeels zelf vormgeven en
Het was een grote wens van alle omwonenden. invullen.
Zij misten al langere tijd een ontmoetingsplaats.
Ge GRK me S aa
—! Jen E / = "
KT MN
le ; ff te se EN Nek zn B = / ai ed b
F A eN Ee 5 5 _Ì
| n ë el K_ } Le Ma EN En pe B | EE; hed En
Ei UAF de C _
sa 7 A} pe NR B ik
5 a je ik 7 A El \ ï F
EN „4 NU eN ; 3e
NE Aa MOS SE ej a
An | E) p el 4 |
e ë NE en
= \ CR | ej KE
5 DEES
Len N Ee f. 5
53
Re
Zuidoost Pe Ze
ben
vo
Holendrecht
Holendrecht is een woonbuurt in Initiatieven
Gaasperdam tussen de A9, de Gaasperplas OO
en metrolijn 54. Buurtbewoners hebben Bewoners van Holendrecht hebben behoefte aan een
. verbeterde leefomgeving. De gebrekkige gezondheid
te maken met armoedeproblematiek,
van bewoners zelf is een volgend aandachtspunt.
schulden en gevoelens van onveiligheid. Om die reden is in 2019 ingezet op verbetering van
Ook is er een groot aantal werklozen in de het Cruyff Court en de omgeving. Rondom dit
buurt. Daarnaast hebben jongere bewoners _ voetbalveld maken bewoners gebruik van het
achterstanden op het gebied van sociale ‘stangenpark’ voor krachttraining, een basketbal-
kansen en gezondheid. veldje en een sportzaal. Kinderen uit de buurt gaan
hier wekelijks naar een sportinstuif. Rondom sport-
activiteiten ontmoeten bewoners elkaar op deze plek.
Buurtprioriteiten 2019-2020 Nadat aanpassingen zijn doorgevoerd sluiten de
eo voorzieningen nog beter aan op de behoeften van
Voor de aanpak van Holendrecht zijn de volgende bewoners.
prioriteiten vastgesteld:
Bewoners hebben het afgelopen jaar, onder andere
m Het verbeteren van de kansengelijkheid voor de bij de voorbereidingen voor de verkenning van
jeugd; kansen, op meerdere momenten mee kunnen denken
m Het terugdringen van langdurige armoede; over plannen die in hun buurt uitgevoerd moeten
m Het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke worden. Er zijn veel gesprekken gevoerd met
gezondheid van de jeugd. bewoners, bewonerscommissies en participatie-
organisaties. Samenwerkingspartners zoals woning-
corporaties, vastgoedeigenaren, het zorgcentrum
de Drecht, scholen en politie waren hier ook bij
betrokken. De komende tijd wordt deze samen-
werking met de buurt verdiept in een participatieplan.
Stichting WOON ondersteunt bewoners bij de
opbouw van een buurtplatform.
Bewoners van Holendrecht hebben het initiatief
Groen Gas Quick Fit opgericht. Het initiatief is erop
gericht om van het rioolafval, gecombineerd met
GFT-afval, groen gas te produceren met behulp van
een hogedruk-vergistingsinstallatie. De gemeente
Amsterdam steunt dit initiatief en vanuit het
programma Aardgasvrij wordt dit een stap verder
gebracht.
54
Holendrecht
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Stadgenoot bereidt het onderhoud voor van de eigen Hoewel de bewoners van Holendrecht niet in wonin-
corporatiewoningen en het dichtzetten van de loggia's. gen wonen met energielabel A, hebben veel huizen
Het streven is om dit eind 2021 af te ronden. De label B of C. Zelfs 58% van de woningen heeft
bewonerscommissie en het Bewonerscollectief energielabel C. Weinig tot geen woningen hebben
Holendrecht zijn hier nauw bij betrokken. Stadgenoot, energielabel F en G.
gemeente en politie maken afspraken over een
effectievere samenwerking bij de aanpak van
leefbaarheids- en veiligheidsproblemen.
Eigen Haard heeft een wijkbeheerder ingezet om meer
in contact te staan met bewoners. De trappen van
diverse trappenhuizen zijn voorzien van een coating.
Ook zet Eigen Haard in op de ondersteuning van de
buurtwerkkamer.
In 2020 wordt door Eigen Haard onderzoek gedaan
naar eventuele nieuwbouw en Gebiedsontwikkeling
rondom de Ochtendhof.
Ymere is eigenaar van het E.G.W. Maldenhof. Vanuit
de corporatie wordt een plan uitgewerkt voor
verbeteringen aan het complex en de woningen.
Gebiedsontwikkeling
Momenteel wordt gewerkt aan een verkenning van
kansen voor Holendrecht. Deze is in het eerste
kwartaal van 2020 gereed voor bestuurlijke besluit-
vorming.
55
Holendrecht
Project in beeld: Aansluiting Holendrecht-Amstel III
De komende tijd wordt actief aansluiting met een grote keuken. Leuk natuurlijk, als de
gezocht bij Amstel III, aan de andere kant van Holendrechters daar ook iets zouden kunnen
het spoor. ‘Een logische ontwikkeling’, vindt de gaan doen. In Holendrecht is de werkloosheid vrij
projectmanager van Holendrecht. ‘De wijk Amstel hoog, en aan de Amstel III kant zijn bedrijven die
Il krijgt weinig voorzieningen. Mensen uit die personeel zoeken. Ook een gegeven waarin de
buurt moeten naar het Holendrechtplein voor twee buurten elkaar zouden kunnen versterken.
hun boodschappen. Onder het spoor door. Een Bewoners volgen de ontwikkelingen met veel
kans voor het winkelcentrum! Het afgelopen jaar interesse. Er staan al mensen op die met goede
zijn we gestart met verkenningen om de buurten ideeën komen. Dat gaan we dit jaar verder
meer op elkaar te laten aansluiten. Aan de Amstel uitwerken met elkaar.'
Il kant wordt binnenkort een gebouw opgeleverd
a
Er ih r
A L
LE | | mn
| |
| DPR ne L male a ei nl nnbng nn Ne a
eme een Let A eer ee
meren TE
NT re len -
- nn nn
E en OT
nf en
56
Noord eN
î
Waterlandpleinbuurt
De Waterlandpleinbuurt is een woonwijk in Initiatieven
het noordoosten van Amsterdam, gebouwd
in de jaren zestig, met in het hart een Er wonen in de Waterlandpleinbuurt bovengemiddeld
. . . veel mensen met een inkomen onder de armoede-
vernieuwd winkelcentrum. Achter de A10 in
grens. Het gaat hier grotendeels om gezinnen met
het noorden ligt Waterland. Sinds 2001 kinderen. Bewoners hebben meer dan elders in de
hebben de gemeente en corporaties de wijk stad te maken met werkloosheid, schulden, een
vernieuwd. De buurten Markengouw Zuiden lichtverstandelijke beperking en laaggeletterdheid.
-Midden en Werengouw Zuid en -Midden Daarom is gewerkt aan de toegankelijkheid van het
maakten van die vernieuwing grotendeels aanbod maatschappelijke voorzieningen en is geld
derdeel uit. Bewoners van deze gereserveerd voor de stimulering van jongerenwerk.
geen onder . Er is met het actieprogramma ‘Betere Kansen voor
buurten kampen relatief vaak met armoede Kinderen’ ingezet op diverse projecten in de buurt om
en psychische- en gezondheidsklachten. kansen voor de toekomst van de jeugd te vergroten.
Diverse groepen kwetsbare bewoners weten de
Buurtprioriteiten 2019-2020 maatschappelijke voorzieningen en het onder-
ee steunende aanbod niet goed te vinden. Andersom
Voor de aanpak van de Waterlandpleinbuurt gelden geldt hetzelfde voor de organisaties die deze
de volgende drie prioriteiten: bewonersgroepen ondersteunen. Daarom is in 2019
geïnvesteerd in een pilot, uitgevoerd door de
m Het beperken van tegenstellingen in de buurt samenwerkende partners in het stadsdeel op het
en het gevoel van sociale onveiligheid; gebied van welzijn en zorg (Samen Noord) - in
m Verbeteren van het onderhoud van de openbare samenwerking met de corporaties en de directie WPI.
ruimte; Met deze pilot worden verschillende welzijn- en
m Aanpakken van de sociale problemen die zich zorgmethodes onderzocht om diverse doelgroepen
bij buurtbewoners opstapelen. beter te bereiken en de juiste ondersteuning te
bieden. De gemeente is gestart met een locatie-
onderzoek voor een jongerenvoorziening in de wijk.
Dit kan zowel een bestaande als een nieuwe locatie
betekenen, met de benodigde programmering.
Andere initiatieven dragen bij aan het verbeteren van
de leefbaarheid en openbare ruimte van de wijk. In
2019 is geld gereserveerd voor ‘Buurtambassadeurs'’,
een samenwerkingsproject met de woningbouw-
corporaties. Hierbij worden actieve buurtbewoners
ondersteund bij initiatieven voor de buurt op het
gebied van leefbaarheid en gedrag (bijvoorbeeld het
aanspreken van buren die de vuilnis over het balkon
57
Waterlandpleinbuurt
gooien). Er zijn groengelden ingezet voor het Gebiedsontwikkeling
Waalenburggroen, een groenstrook langs een wijk TT
met veel kwetsbare bewoners. De openbare ruimte In de Waterlandpleinbuurt is in 2019 gewerkt aan een
wordt hier door middel van een uitgebreid integrale analyse en beschrijving van wat er nodig is
participatietraject aantrekkelijk gemaakt voor in de buurt de komende jaren. Dit is een ambtelijk
recreatie en spelen (zie het kader). document met daarin een verkenning van kansen
(principenota). De analyse is naar verwachting in het
Het participatiebudget financierde het openingsfeest voorjaar van 2020 klaar. Projecten vanuit de stedelijke
van het Parc des Rêves aan de Naardermeerstraat. vernieuwing zijn en worden aardgasvrij gebouwd en
De opening van een voetbalveld vond plaats in afgerond rond 2022. Er wordt door woningbouw-
september 2019, met oud-voetballers- en oud- corporatie Ymere onderzocht of zij een complex aan
bewoners van deze buurt: Edgar Davids en Clarence de Spanderwoudstraat gaan slopen en nieuwbouwen
Seedorf. De stichting van Davids, die zich inzet voor of kiezen voor renovatie. In het geval van sloop zal de
kinderen in kansarme buurten, leverde hiervoor een nieuwbouw aardgasvrij zijn, maar ook bij renovatie
financiële bijdrage. wordt gekeken naar de mogelijkheden om de
woningen aardgasvrij te maken.
Corporaties
TO Duurzaamheid van de woningen
In het kader van de leefbaarheid en veiligheid is door
Ymere het hele jaar intensief samengewerkt in de Woningen in de Waterlandpleinbuurt hebben
complex-gerichte aanpak van de Waterlandpleinbuurt. _ relatief veel energielabel E. In andere ontwikkel-
Deze aanpak werd gerealiseerd samen met onder buurten in stadsdeel Noord staan minder
andere het stadsdeel, ondernemers, bewoners, woningen met energielabel E: 26% in deze buurt
politie, andere vastgoedeigenaren en VvE's. De tegenover 14% in de rest van het stadsdeel.
resultaten zijn onder andere: een oplossing voor de
laatste opleverpunten van de nieuwbouw, dagvullende
programmering voor en door bewoners in de
buurtkamer in de Bussumstraat en de start van een
pilot over inpandige jeugdoverlast in de toren aan
het Waterlandplein.
De reguliere plannen van Stadgenoot zijn om in de
Slootdorpstraat nieuwbouw met 93 woningen op te
leveren. De corporatie treft tevens voorbereidingen
voor de nieuwbouw van de locaties Kubus-Katrijp en
Vianneykerk. Verder vond afgelopen jaar planmatig
onderhoud plaats bij enkele VvE's.
58
. .
Project in beeld: Waalenburggroen
De groenstrook tussen de Waalenburgsingel alle Amsterdammers voldoende, dus elke extra
en de A10 langs de Waterlandpleinbuurt wordt plek is meegenomen. Ideeën voor het nieuwe
helemaal opgeknapt. Het wordt straks een Waalenburggroen komen van omwonenden zelf
mooie plek om samen te bewegen, te spelen en van kinderen van de kinderraad. Het is een
en op andere manieren de vrije tijd door te mooi voorbeeld van hoe bewoners hun eigen
brengen. Groen biedt rust. Ook bewegen niet omgeving helpen vormgeven.
ENEN NEE RTEEER BRAL ANT A
ld A AE
West) Y it NSE SSN MES IDE (GER Be NIEK
Heu iN eV EN Ha 7 EN
ik py Ee OE U TN ORN ERD
Aleh EN À A NP RE 4
i dl Adin ER KN ENE Ne AOP
AE A SM
V/a Ronse en ADP Ek / ZEN Sn 493 ï Ek
A dn Pa ie ek PEI Nn nee ee d En ge vf t Oi en des A ik Hi £ Z ZPAL A aoe be Ds Ì Eel Rh ded
LR eN re Dn BN AS AEN B A
NAE ee B Le A AE EN A
N ACN ENT EE eld \ AND A Ee
NAT EEE ANN AE Ean N/A
à BNA eN MI ee NZ ES er RN
RD EN TT RE EL OREN
ORNE VN AN EE ee ee EA
IN EN LN KON MOEN 3 DZ Re
AZ AEN EN AN
NE ned dj B | ANNE NIT en
Are RE B PE £ da d Te AE el Ù En 1% We Ea een s ee Si ä El f je ee Ús iS En LA E
= b ek EE RE) k et et ie B | Ki EE PA h B re: ek. re Ehm a
ì ee le fi 1 MD ln Ô é f Ë id” f é : É 3 rs
ie 1 RR j Ì AE Hd ij 3 } 1 J dE,
EE Tae Seale I ME ed PER FN RER Zet A
Ee 5 AK ns
Dl EEE
Me NVN
eN Ee ER
En
dE
ge EEN AE RE en
EE
A Ee RAA
Ee EE PE ME GE Ee A
Se Nen en
59
Noord eN
î
De Kleine Wereld
De gemeente Amsterdam besloot in de Initiatieven
jaren vijftig tot de bouw van de wijk Oe En
Buikslotermeer, waarvan De Kleine Wereld Om een beter bereik van sociale voorzieningen
onderdeel is. Aan de zuidkant grenst de mogelijk te maken is in 201 budget gereserveerd
(zie ook het kader). Ook is budget ingezet voor
buurt aan het winkelcentrum Boven 't IJ en het creëren van kansen voor kinderen en voor
aan de noordkant aan het polderlandschap outreachende opbouwwerkers. Van de groengelden
(achter de A10). De buurt bestaat uit veel is een deel besteed aan het opknappen van het
middelhoogbouwflats. De buurt kent veel groen op de Cleyndertweg.
armoede, kansenachterstanden voor de
jeugd en weinig sociale cohesie. In het voorjaar van 2019 is er door studenten van de
Master Urban Management van de HvA een voor-
onderzoek uitgevoerd in de Kleine Wereld. Dit
Buurtprioriteiten 2019-2020 diende als voorbereiding op een breder participatie-
ee traject met de buurt dat vanaf september 2019 heeft
Op bepaalde thema's heeft de buurt extra inzet plaatsgevonden. Omdat De Kleine Wereld is
nodig. Voor de aanpak van De Kleine Wereld gelden aangewezen is als buurt voor een experiment met
de volgende prioriteiten: een buurtbudget, is samen opgetrokken in de
gesprekken met bewoners. Na meerdere bijeen-
m Meer kansen creëren voor de jeugd; komsten is een afsluitend Winterbuurtfestival
m Het tegengaan van stapeling van sociale georganiseerd op 18 januari.
problemen zoals armoede, schulden,
laaggeletterdheid, huiselijk geweld, slechte Tijdens die bijeenkomsten is het buurtbudget
gezondheid en werkloosheid; verdeeld over zes thema's: jeugdactiviteiten,
m Aanpakken van het achterstallig onderhoud sportactiviteiten, ratten- en muizenpreventie, het
in de openbare ruimte; tegengaan van eenzaamheid, en onderhoud van
m Meer ruimte creëren voor voorzieningen, groen en de pleinen. Door bewoners en organisaties
zowel tijdelijk als op de lange termijn. zijn projectideeën ingediend op deze bedragen.
Tijdens het Winterbuurtfestival zijn de definitieve
projecten gekozen. Ook zijn tijdens het festival
gesprekken met bewoners gevoerd over kansen voor
de langere termijn, die in de principenota worden
meegenomen.
60
De Kleine Wereld
Corporaties Duurzaamheid van de woningen
Het grootste deel van de corporatiewoningen Het duurzaamheidspeil van de woningen in
hier is bezit van De Key. Stadgenoot heeft hier De Kleine Wereld ontloopt qua percentages de
geen onderhoudsplannen. Wel zullen de plannen andere ontwikkelbuurten in dit stadsdeel niet veel.
rondom de Salvatorkerk worden uitgewerkt. Het is opvallend dat geen enkele woning in deze
En het “Beweegplein” zal samen met het stadsdeel buurt energielabel A heeft. De meeste woningen in
worden gerealiseerd. Eigen Haard onderzoekt dit stadsdeel hebben label C (23%) of label E
de mogelijkheden tot herontwikkeling van het (20%).
Korthagenhuis.
Gebiedsontwikkeling
In De Kleine Wereld wordt gewerkt om in beeld te
brengen wat de buurt de komende jaren nodig heeft
en welke kansen er liggen. Dit traject zal uiteindelijk
leiden tot een uitgewerkte verkenning van kansen
(principenota), die naar verwachting in het voorjaar
van 2020 klaar is. Er zijn nog geen concrete plannen
om woningen (in totaal 1.151) aardgasvrij te maken.
61
Project in beeld: Beweegplein in De Kleine Wereld
‘Beweegplein is onze werktitel’, vertelt de kan bewoners stimuleren om naar buiten te
projectleider van De Kleine Wereld enthousiast. gaan en elkaar te ontmoeten. Gezond leven
‘De bestaande openbare tuin die hoort bij de en eten is lekker én belangrijk. Samen met
woongebouwen aan de Zilverberg biedt ruimte woningcorporatie Stadgenoot willen wij daar
voor ontmoeting, maar nodigt nu niet uit om graag ruimte voor maken. Bij het ontwerp wordt
te verblijven. In één van de woongebouwen is verbinding gezocht met de openbare ruimte
een huisartsenpraktijk gevestigd. De huisartsen van de rest van de wijk én met andere sport- en
willen graag hun focus richten op gezond gewicht beweegstimuleringsmogelijkheden/programma's.
en bewegen. Ze hebben de wens uitgesproken Het Beweegplein wordt samen met bewoners en
dat de openbare ruimte, grenzend aan hun andere gebruikers ontworpen. Er wordt zo veel
praktijk, hiervoor beter benut kan worden. mogelijk van dit ontwerp gerealiseerd.’
Een ‘beweegvriendelijke’ openbare ruimte
REC EN KET NEEN, AIEE NEE 0 EK \ PNG
ws as dd a e=! ed nf . 8 ij Ô df a A eh Em
TENEN dpi VP N ON SEEN vend VEN EEE LTES
Nc A ene Se
. BS Eee RAS IS NPA A On 3 Mn pa
bk EE Ge Ser bat jer 8 KR 1e A z Td en Es Ae ey / zm
- EN PETE tr Ee, } ek Ta ne nn
‚eN Es Er AE JE gee
al hi [ Re Gal Dei N S5, hels le i LZ f EN db tek B
ls p \ RA dn a DN Ï sd IN AW Ee ie n rd pÀ 7 Pe TT es
ee AAE RN ian ON hes LA he
zie eld ER er dn A
RB BR EN ENT ONE NE
en te arch K |E mn 7 Een u "
El ERE E ) ie Bli Lr ; ï El | ï Ik Ee he: 1 |
gnd Ei EE el Nn
ed SA Eee en
Et Tete P =d Eet AN r_n et a Ad ae ed EE,
EE ied we nn nn SN Veer ten Et en En nt ee
en pr EEN SD
ni EP Ee ; - EN RE nm
EE An ee En es EE EE
a eN ef nn
A
EN A RE A Ea Rn hdi
En En NS TN En ien Ee Ein ER
en En nn er, EE er mon A een Ed 4
Eee VE ee dm ed ie gn fn
Ee Se TE
ee EE Ee nn Ea Re
62
Noord
GEN
zj
Banne Noord
Banne Noord is een groene woonwijk uit Initiatieven
de jaren zeventig, aan de noordrand van OO
Amsterdam Noord, omgeven door water In 2020 wordt gestart met het uitwerken van de
sociale en economische opgave in Banne Noord.
en grenzend aan de A10. Vanwege deze Daarbii zin de b de prioriteiten leidend
aarbij zijn de bovengenoemde prioriteiten leidend.
barrières is de buurt relatief geïsoleerd. Op basis hiervan wordt bepaald waarop er in 2020
De afgelopen jaren zijn enkele voorzieningen extra wordt ingezet en welke projecten en activiteiten
verdwenen uit de buurt en namen gevoelens worden opgestart.
van onveiligheid onder bewoners toe.
Bewoners kampen onder andere met Bewoners en gemeente hebben de komst van een
, tijdelijke jeugdplek in Banne Noord verkend. Het idee
armoede en laaggeletterdheid. .
is samen met jongeren uit de buurt bedacht, passend
bij het beleid om vroegtijdig schoolverlaten te
Buurtprioriteiten 2019-2020 verminderen en voorzieningen bereikbaarder te
maken. Het gebouw moet een huiskamer, een
Voor de aanpak van ontwikkelbuurt Banne Noord keukentje en een ruimte voor huiswerkbegeleiding
gelden de volgende prioriteiten: hebben, voor kinderen van verschillende leeftijden.
De gemeente is met bewoners in gesprek om zorgen
m Terugdringing van het grote aantal vroegtijdig over de gevolgen van een keuze voor deze locatie
schoolverlaters; weg te nemen.
m Meer aandacht voor laaggeletterdheid, problemen
met een lichte verstandelijke beperking en Rondom het Parlevinkerplein is samen met bewoners
armoede verminderen; en ondernemers de omgeving op inventieve wijze
m De bereikbaarheid van voorzieningen en (buurt) opnieuw ingericht (zie ook het kader). De Hogeschool
economische functies verbeteren. van Amsterdam sprak het afgelopen jaar met
organisaties en ondernemers rond het plein (onder
andere Rochdale, het lokale theater, de kledingbank,
coffeeshop, basisschool) en met omwonenden. De
Theaterstraat, een theatercollectief uit Banne Noord,
gaat hier verder mee aan de slag. Samen met
studenten van de Hogeschool voor de Kunsten
Utrecht ontwikkelden zij een game om de lokale
kennis van ouders en opvoeders om te zetten naar
ideeën voor de openbare ruimte.
Stichting WOON heeft in Banne Noord en Zuid twaalf
bijeenkomsten of groepsinterviews georganiseerd,
sprak ongeveer driehonderd bewoners en richtte vijf
thema-meedenknetwerken op. In deze netwerken
kunnen bewoners meedenken over hun buurt.
63
Banne Noord
Corporaties Gebiedsontwikkeling
De sociale huurwoningen in Banne Noord zijn in het De verkenning van kansen (principenota) voor
bezit van Rochdale, Stadgenoot, Eigen Haard en Banne Noord is op 18 december 2018 vastgesteld
Ymere. Er wordt door Rochdale gewerkt aan de door de gemeenteraad. Er wordt aan een projectnota
sloop-nieuwbouw van bedrijfspand De Parlevinker en gewerkt, parallel aan het programma Aardgasvrij.
van een seniorencomplex. Gesprekken met de Als één van de eerste buurten zal Banne Noord van
bewoners van dat laatste complex volgen. Mogelijk het gas af gaan. Hoeveel woningen van het totale
zal het seniorencomplex verhuizen naar de nieuw- aantal in Banne Noord (2588) aardgasvrij worden, is
bouw op de plek van De Parlevinker. Begin 2020 nog niet bekend. De gemeente, Nuon/Vattenfall, de
moeten zij samen een voorkeursscenario opstellen. corporaties (met uitzondering van Ymere) en Alliander
overleggen hierover met bewoners.
Naar aanleiding van een petitie van bewoners heeft
corporatie Stadgenoot afgesproken dat de komende
tien jaar geen sloop-nieuwbouw plaatsvindt in het Duurzaamheid van de woningen
complex de Binnenvaart. Stadgenoot heeft de EE
slechtste portieken van een ander complex opnieuw Woningen in Banne Noord hebben relatief (dat is in
geschilderd en schoongemaakt. Het komend jaar vergelijking met andere ontwikkelbuurten in dit
plant deze corporatie om in een ander complex alle stadsdeel) een redelijke energetische kwaliteit.
kozijnen, daken en ventilatie te verbeteren — zonder 93% van alle woningen bevindt zich in de bovenste
huurverhoging. drie segmenten van energielabels. De buurt heeft
geen enkele woning met label E‚ F of G.
Afgelopen jaar en dit jaar vervangt woningbouw-
corporatie Ymere bij verschillende VvE's de rookgas-
afvoerkanalen. Daarnaast is een aantal verwaarloosde
tuinen en balkons verbeterd en investeerde Ymere
— samen met het stadsdeel — in de openbare ruimte.
Van de kleine groep woningen van Eigen Haard in
Banne Noord gaat deze corporatie het grootste deel
bij mutatie verkopen, een klein deel in de
middenhuur verhuren en een klein deel (grote
woningen) voor sociale huur behouden. Deze
corporatie heeft het afgelopen jaar
buitenschilderwerk uitgevoerd aan een complex. De
twee WvE's van Eigen Haard hebben wijkbeheer
ingehuurd. Voor 2020 staan kleinere werkzaamheden
in de planning.
64
Project in beeld: De Parlevinker
Dit was vroeger echt het centrum van de buurt! nieuw leven inblazen. Het zal met nadruk een
Winkels, een snackbar en een buurtcentrum. Die culturele functie krijgen, werkplekken, horeca
voorzieningen werden verplaatst naar het nieuwe en aanvullende sociale voorzieningen. Ook de
winkelcentrum in Banne Zuid. De Parlevinker ligt moskee is geïnteresseerd in een plek en de
er nu leeg en kaal bij. ‘Daar zijn we als gemeente Vierwindstrekenschool aan het plein zal ook
verandering in aan het brengen’, vertelt de nieuwbouw krijgen. Er zijn hier en daar nog wel
projectleider in Banne Noord. ‘In De Parlevinker wat nostalgische gevoelens over hoe het was.
en de Rietwijker huizen op dit moment al veel Dat zal niet in die vorm terugkomen, maar er
tijdelijke gebruikers, deels uit de creatieve sector. komt wel weer een leuk, bruisend en vooral
Als gemeente faciliteren we dat. Met de nieuwe leefbaar plein terug.”
plannen voor De Parlevinker willen we het plein
pe:
Al
ij Lr
SEREEN NZ
oe hm ital DN | De te 4 Se! ij: 5 5
Ti | oi SU
en k nr ita
400) Nn
St df IN Cn
ie | | ON!
wered 2 EN nn PD TE ane : ” :
ee see ee Ee ES …p
65
Noord
EN
Banne Zuid
Banne Zuid ligt in Amsterdam-Noord, Initiatieven
tussen de IJdoornlaan, de Buiksloterdijk, OO
de Kadoeler Scheg en het Noordhollandsch _ Het afgelopen jaar is vanuit de Ontwikkelbuurten-
Z . . aanpak geïnvesteerd in stichting VoorUit (zie ook
Kanaal. De buurt is in de jaren zestig en h a:
et kader). Deze stichting brengt in een reeks
zeventig gebouwd voor de middenklasse. Amsterdamse buurten bewoners, studenten en
Sinds 2004 hebben de gemeente en organisaties samen. De studenten wonen in een
corporaties een stedelijke vernieuwing seniorencomplex van Eigen Haard samen met oudere
uitgevoerd in een deel van de buurt. Het is bewoners. Om ontmoeting en veiligheidsbeleving te
vooral in Banne Zuidwest dat bewoners nog bevorderen organiseren zij activiteiten. Het afgelopen
te kampen hebben met sociale achterstand, jaar organiseerden studenten een vragenuurtje in de
en. . Openbare Bibliotheek, waar ouderen vragen konden
gevoelens van onveiligheid en overlast. stellen over sociale media en internet. Ook vond elke
week een spelletjesmiddag plaats en organiseerden
de studenten activiteiten met ouderen over veiligheid
Buurtprioriteiten 2019-2020 In de buurt.
Voor de aanpak van Banne Zuid gelden de volgende Ook is gewerkt aan de realisatie van een jeugd-
prioriteiten: voorziening in Banne Noord, waar de jeugd uit Banne
Zuid van zal profiteren. Daarnaast is een bedrag
m Onveilige plekken die bewoners in de openbare gereserveerd om de afvaloverlast in Banne Noord en
ruimte ervaren, beperken; Zuid tegen te gaan.
m Realisatie van een jeugdvoorziening met
activiteiten voor verschillende leeftijdsgroepen; Om bewoners te ondersteunen, heeft stichting
m Kansen bieden voor bedrijvigheid in de buurt IWOON in Banne Noord en Zuid twaalf bijeen-
voor bewoners en ondernemers. komsten of groepsinterviews georganiseerd,
ongeveer driehonderd bewoners gesproken en
vijf thematische meedenknetwerken opgericht.
66
Banne Zuid
Corporaties Gebiedsontwikkeling
In de Banne Zuid hebben woningbouwcorporaties In de Banne Zuid worden plannen gemaakt om in
Ymere, Stadgenoot, Eigen Haard en Rochdale bezit. beeld te brengen wat er nodig is in de buurt de
Om de veiligheid te verbeteren, zijn door Ymere komende jaren. De verkenning van de fysieke kansen
inbraak werende maatregelen genomen in het wordt uitgewerkt in een principenota, die naar
complex Kadoelerbreek. Daarnaast zijn in alle verwachting in het voorjaar van 2020 klaar is. Kansen
gemeenschappelijke trapruimtes extra trapleuningen liggen vooral in het verbeteren van de openbare
geplaatst. ruimte, de fiets- en voetgangersverbindingen, de
veiligheid en het beter bereikbaar maken van
Stadgenoot is in de Viermasterstraat begonnen met maatschappelijke voorzieningen. Parallel daaraan
de verbetering van de gemeenschappelijke tuinen worden sociale kansen uitgewerkt.
met als doel meer overzicht en veiligheid, minder
zwerfvuil en blije bewoners. Verder ondersteunde Het doel reikt echter verder dan het fysiek en sociaal
Stadgenoot buurtkamer de Klipper — een ruimte waar versterken van de buurt. Grote delen van Banne Zuid
buurbewoners elkaar ontmoeten. In 2020 wordt zijn sinds de stedelijke vernieuwing al van het gas af,
volgens plan een gemeenschappelijke tuin verbeterd net als het ziekenhuis. In Banne Zuidwest gaan zowel
en onderhoud gepleegd aan het vastgoed. Daarnaast Stadgenoot als Rochdale de komende jaren over op
bereidt Stadgenoot vervanging voor van de stadswarmte. Een enkele VvE is de mogelijkheden op
collectieve verwarming (mogelijk aardgasvrij), en dit gebied al aan het onderzoeken.
wordt de transformatie van de plint onderzocht.
Door Rochdale is geïnvesteerd in de woning-
complexen in Banne Zuidwest, in lijn met de relatief Duurzaamheid van de woningen
grote overlast in dit deel van de buurt. Corporatie eee
Alliantie voegt in Banne Zuidwest woningen toe voor De duurzaamheid van de woningen in Banne Zuid is
onder andere statushouders. Eigen Haard werkt aan beter dan die van ontwikkelbuurten elders in
de voorbereiding van renovatie van seniorencomplex _ stadsdeel Noord. Bijna een kwart van alle woningen
Statenjachtstraat. in deze buurt heeft energielabel A. Er staan bijna
geen woningen met energielabel F of G. Toch heeft
ook 29% van de woningen energielabel D of F.
67
Banne Zuid
Project in beeld: Studenten wonen samen met ouderen
Een aantal studenten in Banne Zuid wonen samen wandelen en de studenten helpen de senioren
met zo'n honderd senioren. Met zijn allen wonen met de computer en social media. Los van het
ze in een flat van woningcorporatie Eigen Haard gezelschap geeft het de senioren ook een veilig
in de Statenjachtstraat in de wijk Banne Zuid. gevoel dat de studenten in de flat wonen. De
Vanuit Stichting VoorUit besteedt de student tien wijkbeheerder van Eigen Haard ziet ook dat
uur per week aan het organiseren van sociale en het samenleven van senioren met studenten
creatieve activiteiten voor de senioren in de flat. werkt. ‘De jongeren melden dingen die ze
In ruil daarvoor mag de student gratis in de flat zien gebeuren in de flat. Zaken die anders niet
wonen. Een keer per week gaan ze breien en gemeld worden. Dit is echt een win-win situatie’
andere creatieve dingen doen, ze gaan samen
b | |
° |
/ E | DRE $
10
4 E ] e df À
| | 5 | 5 SOCIAAL PLAN -& 4 5
@ Ain er Ee ard hd ne
B À ie 440) Í nt De f Ì
7 ee el :
keen & IRE Te Meeter: ie EE
N 5 | ri | En \ N ee en
ae Ze ads as 5
NO Nn En Ee
NK Ee RE en En re
4 ZES B Ee ln k
EE et en Gee ee ed Ee EREN rn REE. NN e oi
eer g Et bren EE a en 4
rr — ; ) on EEE E: le en Ree ns & Ee a
= 5 Peene MEE Ee 5 7 Ei 5 De : 5 E PS 5 sm Ene 4 e hen pn z %
ze er a oe OEE Hiken SER EN S
68
Noord Vs,
AKO Ta Er
Molenwijk is een groene woonwijk in het Initiatieven
noordwesten van Amsterdam, omringd door
de verhoogde Stellingweg en de De openbare ruimte is op sommige plekken slecht
. onderhouden. Er is veel achterstallig onderhoud.
Molenaarsweg. Architect Klaas Geerts R an f
ecent zijn in de openbare ruimte enkele grote
ontwierp de indrukwekkende molenvormige verzakkingen in de buurt aangepakt en geëgaliseerd.
flats in de jaren zestig volgens de In de vernieuwde Stellingwegflat komt een gemeen-
modernistische principes van zijn bekende schappelijke ruimte beschikbaar voor bewoners en
collega Le Corbusier. Deze eenzijdige opzet een aparte ruimte voor de maatschappelijk dienst-
van scheiding van functies maakt helaas ook verlener. Ook heeft de gemeente geïnvesteerd in een
d es es apart bewonersbudget voor het interim beheer van
at de buurt weinig voorzieningen heeft …
de flatgebouwen. De Molenwijk is een mooie, groene
waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. wijk, maar deze eigenschap moet worden versterkt.
Een eerste stap in de meerderjarige aanpak van de
vervuiling is bijvoorbeeld de versiering met bloemen-
Buurtprioriteiten 201 9-2020 tapijten rond de afvalcontainers.
De Molenwijk is een mooie buurt, maar heeft op Molenwijk heeft dringend behoefte aan ontmoetings-
bepaalde thema's extra inzet nodig. Voor de aanpak plekken. Aan de zuidkant van Molenwijk ligt zo’n
van de Molenwijk gelden de volgende prioriteiten: soort plek: de bijzondere kinderboerderij en natuur-
speeltuin Diereneiland. Stichting Spin en vrijwilligers
m Het wegwerken van het grote achterstallig organiseren hier verschillende activiteiten (hutten
onderhoud in de openbare ruimte; bouwen, een moestuin en een bijenkolonie onder-
m Locaties met wijkvoorziening en activiteiten houden). Dankzij het Ontwikkelbuurtenbudget
gericht op ontmoeting bevorderen; verbetert de gemeente hier Diereneiland zelf — en de
m De laaggeletterdheid onder bewoners van bereikbaarheid ervan voor bewoners uit de omgeving
de Molenwijk terugdringen. en omliggende buurten (zie ook het kader). Dit sluit
aan bij het beleid van het stadsdeel om in het kader
van de Ongedeelde Wijk tegenstellingen en twee-
delingen binnen en tussen buurten tegen te gaan.
Bewoners worden nauw bij lokale veranderingen
betrokken. In 2019 hebben bewoners van de
Molenwijk gestemd op plannen om hun buurt mooier
en leuker te maken. Deze plannen waren ideeën van
de bewoners zelf. Het stemmen verliep online met de
website Molenwijk Kiest. Bewoners konden ook in de
lokale bibliotheek stemmen. Het resultaat was een
hoge opkomst van stemmers. De stemronde leverde
vier plannen op (hoge bankjes, fitnesstoestellen,
69
Molenwijk
picknicktafels en een bijenkorf). Het participatie- Gebiedsontwikkeling
budget van de Ontwikkelbuurtenaanpak financierde TT
het stemproces. In de Molenwijk worden fysieke plannen gemaakt,
maar ook aan sociaaleconomische aandachtspunten
Bij de uitvoering van Molenwijk Kiest heeft de wordt gewerkt. Samen met partijen in de buurt,
gemeente expliciet rekening gehouden met het waaronder de corporaties Eigen Haard en De Alliantie,
relatief grote aantal laaggeletterde buurtbewoners. heeft de gemeente in maart 2019 een gebiedsuit-
Daarom zijn in de buurt momenten gecreëerd waarop werking opgesteld. Dit is een ambtelijk document op
bewoners in gesprek konden over dit initiatief en basis waarvan een verkenning van kansen (principe-
werd uitgelegd waar zij hun stem konden uitbrengen. nota) wordt uitgewerkt. In aanloop daar naar toe zijn
Om bewoners te ondersteunen om invloed uit te in 2019 de wensen, mogelijkheden en kansen
oefenen, heeft stichting WOON gesprekken gevoerd verzameld. De gemeenteraad wordt hier medio 2020
en een bewonersbijeenkomst georganiseerd. over geïnformeerd. In het vervolgtraject (de haalbaar-
heidsfase of projectnota) wordt een plan van aanpak
voor de sociaal-economische thema's opgesteld.
Corporaties En ‚
TT Het doel is niet alleen om Molenwijk op fysiek en
In de Molenwijk hebben de woningbouwcorporaties sociaal vlak krachtiger te maken — de buurt moet op
De Alliantie en Eigen Haard bezit. Het afgelopen jaar termijn ook aardgasvrij worden. In het kader hiervan
hebben bewoners en De Alliantie, met ondersteuning _ is in het voorjaar van 2019 een eerste bijeenkomst
van WOON, zich gericht op de voor de buurt belang- georganiseerd. De verschillende partijen onderzoeken
rijke thema's van wonen en parkeren. Een groep op dit moment de mogelijkheden. Woningbouw-
bewoners heeft op eigen initiatief een aanvullend corporatie De Alliantie heeft plannen om vijf flat-
scenario opgesteld voor warmteoplossingen in de gebouwen (vierhonderd woningen) te verduurzamen
buurt. De corporatie gaat dit scenario verder en aardgasvrij te maken. Inmiddels is ook gestart met
onderzoeken op haalbaarheid. het betrekken van de bewoners van de VvE's.
Een langdurige wens van bewoners was om betaald
parkeren voor bezoekers in te voeren op het maaiveld Duurzaamheid van de woningen
van de garages van De Alliantie. Dit is uitgevoerd in eee eee
2019. Intussen wordt verder gewerkt aan de plan- De Molenwijk heeft relatief veel woningen met
vorming voor de sloop-nieuwbouw van de garages. label D. Deze buurt heeft nauwelijks woningen met
De Alliantie won het afgelopen jaar de Circulaire energielabel A. Hoewel er ook weinig woningen staan
Challenge van de gemeente. Het doel is om hiermee met label F of G, heeft 21% van de huizen label E.
te streven naar minder parkeerplaatsen en deel-
mobiliteit. Daarvoor kijkt De Alliantie goed naar de
mobiliteitsbehoeften van de bewoners. Bewoners en
de corporatie gaan in 2020 gezamenlijk verder met
dit onderwerp.
Eigen Haard werkt inmiddels aan de voorbereiding
van de renovatie van de seniorenappartementen in
de Stellingwegflat. Deze flat wordt dan ook
uitgebreid met zestig appartementen.
70
. . . . ….
Project in beeld: Diereneiland Molenwijk
Het Diereneiland is een plek in Molenwijk voor moestuin. Zo wordt het Diereneiland een fijne
kinderen. Een speeltuin en een kinderboerderij, plek voor alle leeftijden. Er wordt gekeken
omgeven door water. Het eiland krijgt een hoe de verbindingen met de overige buurten
opknapbeurt. Er komt een nieuw gebouw, en ook verbeterd kan worden, zodat straks nog meer
de buitenruimte wordt mooier gemaakt. In het bewoners van Noord kunnen genieten van het
gebouw komt een goede keuken. Buurtbewoners vernieuwde Diereneiland.
kunnen straks voor elkaar gezond koken uit de
he an 1 \ sli WA BETULA RN EE
NR N NINE Lt A EE
ie 9 NW SAKE S IN MOE ik ml
Van LW ZERE ved SND AR iik PE
” gn TE a Di ban NZ li ER En PA
tn Oe MRP Dd Tm me AN ó el AREA
ES UD EN DK es NV NID
\ WEE Ne a IP, NE EER
Ef EN, En f u BEE AE RP ss Een ER
Î - Á p KJS fi POE
ES Bà gn ke GPe 7; Ö / lS | he
Ie on e-H EA, d mnd se
: k En - Dein 4 4 en pe Jl P k e
Pe 4 el A TR EE ze nf ì ë ria Ì
5 Et rd | , N
en 3 ne ke n kil
ne ZN gf ij \ 7
er an 8 b wigs aj Ea ÁS
en han \ Aen B 8 de
Ee ea 8 OM pe
es an eN EE AR Aen Á
Ee le. ER B B
ae eN a SE , ner es 3
EN WSF rd ed fg
En nn - Ei a De ne jl
Ee | Ee en
ed A GE Ee
ren | | TR VE nn ne ener oe
3 Dn ni | EN ee ne \
Et f nn 6
en OO ee
EC NE et na
TnT DE s ie Pi ere Re en EE En Rn PRE :
# ze EA fend zi rt En kes Ad à es Ed Be Ë e a 5 EE À é Ln en TA in Sn ee hd he ge he an =
71
Noord
Ja
OS
IJplein-Vogelbuurt
De IJplein-Vogelbuurt is onderdeel van Initiatieven
Oud Noord. Er wordt ingezet op een OO
verbonden gebied waarbij de bouw van In de Vogelbuurt wordt een armoede-aanpak gestart
. . die het ondersteuningsaanbod voor de bewoners
nieuwe woon-werkgebieden samengaat met
inricht op basis van de behoeften van bewoners en de
de benodigde investeringen in de bestaande aanwezigheid van belangrijke sleutelfiguren in de
wijken. Daarbij gaat het niet alleen over wijk. Dit programma ‘De armen ineen’ verbindt de
het opknappen van de openbare ruimte expertise uit de buurt (ervaringsdeskundigen) met de
en nieuwe verbindingen tussen wijken, maar kansen en mogelijkheden die vanuit het gemeentelijk
ook over investeringen in voorzieningen beleid beschikbaar zijn. Het doel is om meer
: … … bewoners uit de armoede te halen.
(plekken en programmering). Tegelijkertijd
blijft het verbeteren van de sociaal- De kwaliteit van de openbare ruimte in de buurt laat
economische positie van bewoners en op sommige plekken te wensen over. In het kader van
leefbaarheid een belangrijke doelstelling 'De ongedeelde wijk’ zijn diverse samenwerkings-
voor de IJplein-Vogelbuurt. afspraken gemaakt met betrokken partners,
waaronder een integrale visie op de aanpak van de
Meeuwenlaan en een pleinenaanpak voor de IJplein-
Vogelbuurt, om zo de verbinding tussen de bestaande
Buurtprioriteiten 2019-2020 buurt en het nieuw te ontwikkelen Hamerkwartier te
ee versterken en een ongedeelde wijk te realiseren.
De IJplein-Vogelbuurt vraagt op een aantal punten
om extra inzet. Voor de aanpak van deze buurt gel- In fasen pakt woningbouwcorporatie De Key de
den de volgende prioriteiten: grootschalige verbetering op van De Punt. Na afloop
van de bouwwerkzaamheden zullen de openbare
m Het wegwerken van achterstallig onderhoud in de ruimte en de inrichting van de pleinen in dit deel van
openbare ruimte; de buurt definitief verbeterd zijn. Ook elders wordt
m Diversificatie van de voorraad corporatiewoningen de openbare ruimte verbeterd, onder andere door
en een inhaalslag maken op het achterstallig een tijdelijk plantsoen in te richten op de oude
onderhoud aan deze woningen; bouwplaats van de Noord-Zuidlijn (de Buurthaven).
m Verminderen van een aantal buurtbewoners Hier worden tal van activiteiten georganiseerd voor
in (langdurige) armoede en met schulden- en door buurtbewoners zoals de Soeptuin, de
problematiek. hondenspeeltuin en de Gallische tafel.
In het kader van ongedeelde wijk en de verbinding
van de buurt met het Hamerkwartier zijn door de
gemeente en de vijf corporaties ambities geformuleerd
over het bouwen van woningen voor kwetsbare
doelgroepen, doorstroming, woningonderhoud en
buurtschouwen. Deze afspraken vormen de basis voor
72
IJplein-Vogelbuurt
de verkenning van kansen (principenota) IJplein- Er wordt door Ymere al jarenlang samen met
Vogelbuurt. Er is een buurtconciërge aangesteld die stadsdeel, politie en zorgorganisaties een complex-
nauw samenwerkt met de gebiedsmakelaars. gerichte aanpak uitgevoerd. Via data-analyse en
Daarnaast is er gestart met een plan voor de 1-op-1 gesprekken met huurders zijn kansen en
buurteconomie. problemen op sociaal, ruimtelijk, criminogeen en
economisch vlak in beeld gebracht. Hierop zijn onder
Ook opende de gemeente samen met de corporaties andere een servicemonteur voor het complex
de Samenwerkingsplek (co-creatieplek) in de buurt aangesteld en werden dertig bewoners doorverwezen
van het Spreeuwenpark, waar bewoners uit de naar zorg- en hulpverleners.
Iplein-Vogelbuurt geïnformeerd worden over de
ontwikkelingen. Zo kunnen ook professionals elkaar Rochdale heeft grootschalig onderhoud gepleegd
kunnen ontmoeten om samen te werken aan de buurt aan verschillende complexen in de buurt. Daarnaast
(zie ook het kader). heeft de corporatie het Proefblok opgeleverd.
Corporaties Gebiedsontwikkeling
In de IJplein-Vogelbuurt hebben de woningbouw- Op dit moment wordt een verkenning van kansen
corporaties Ymere, de Key, Stadgenoot, Rochdale en (principenota) opgesteld voor de IJplein- en
Eigen Haard bezit. De gemeente streeft naar het Vogelbuurt. Deze wordt medio 2020 geagendeerd in
verbinden van de buurt met het aangrenzende de raadscommissie Wonen en Bouwen.
Hamerkwartier. Eigen Haard investeert daarom samen
met het stadsdeel in ‘De academie van de stad’.
Via initiatieven als het buurtdiner voor status- en Duurzaamheid van de woningen
stadspashouders wordt de verbinding van de IJplein- OUÁ Oee
Vogelbuurt met het Hamerkwartier versterkt. De IJplein-Vogelbuurt heeft relatief veel woningen
met label C en G. Een kwart van alle woningen in
Verder verbouwde de corporatie Stadgenoot in 2019 deze buurt heeft het laagste energielabel.
twee scholen tot 34 woningen voor jongeren en jonge Desondanks heeft ruim een derde van de woningen
statushouders en is door het project ‘Muziekstraat' aan energielabel C.
kansarme jongeren de mogelijkheid geboden om met
muziek bezig te zijn. Intussen wordt door de corporatie
de renovatie van woningen aan de Fazantenweg
voorbereid en wordt samen met het stadsdeel
gewerkt aan een aanpak om de zelfredzaamheid van
kwetsbare bewoners te vergroten.
73
Project in beeld: samenwerkingsplek voor bewoners in de buurt
Begin 2019 ontstond het idee om een aanwezig zijn. Bovendien wil de gemeente steeds
samenwerkingsplek in de buurt te openen meer plannen maken samen met bewoners.
voor bewoners. In de Vogelbuurt en omgeving Er is extra geld beschikbaar om de buurt te
verandert veel. Het is goed om bewoners verbeteren. Plannen zullen op de aangegeven
daar nog meer bij te betrekken, vindt de momenten met de buurtbewoners besproken
gebiedsmakelaar. ‘Vijf corporaties en twee worden. Het is met nadruk de bedoeling dat
projectteams houden zich bezig met deze buurt. organisaties en buurtbewoners samen de weg
Op deze manier kunnen ze meer in de wijk naar een samenwerkingsplek organiseren.’
een waden he N ck
. De à ax /
lo en pe
CHO pe nn
SK E 0 LA LA GE |P
| Winkel | Workshops | P Á A vj
4 Cl NT
wen pe 7 EE Î A, St) ia 8
‚online ze. m7 ik LJM |
a EEA |
| je es se} & be Wk Lj Ee en ed ee
| Ë Ïi k Ad Eed Hie LIN Be EN ì Î 3
& Á Ne; Ede HD
vam Me EKO \
re m EE Hy ti :
) | 8 4 Kh f in ue od 8 ir f
ms EN VB
| OV
ged za Pl Md PA lW =
Nm me as # K Aen A ;
Sj En St EN di
at A Ln CN IK B
Pi ar Ee ea Lp PD Ke
ET ger Te a Á \ Ne
74
Noord
Volewijck
De buurt Volewijck maakt onderdeel uit van Initiatieven
Oud-Noord en ligt naast IJplein-Vogelbuurt
en de oevers van het IJ. Dit deel van Noord Vanwege het achterstallige onderhoud wordt gestart
bestaat uit de Van der Pekbuurt en de met het opknappen van de openbare ruimte in de
oemenbuurt en de Heggerankweg. Daarnaast wordt
Bloemenbuurt (respectievelijk ten noorden er in 2020 er een aantal tijdelijke kleine maatregelen
en ten zuiden van het Mosveld), gebouwd getroffen om de verkeersveiligheid in de buurt te
als een van de eerste tuindorpen in het verbeteren. Vooruitlopend op een definitieve
noorden van de stad in de jaren twintig en oplossing wordt de rotonde Mosplein aangepast om
dertig van de vorige eeuw. Ondanks de trek de snelheid te beperken. Op de Hagedoornweg
, worden voorbereidingen getroffen om de verkeers-
van nieuwe bewoners naar de Van der er
… . veiligheid voor langzaam verkeer te verbeteren. Ook
Pekbuurt telt de wijk relatief veel kwetsbare is er een buurtconciërge aangesteld om knelpunten in
huishoudens. de openbare ruimte op het gebied van schoon, heel
veilig op te pakken en erop toe te zien dat hier iets
aan gedaan wordt (zie ook het kader).
Buurtprioriteiten 2019-2020
ee Samen met bewoners werkt de gemeente aan een leef-
Voor de aanpak van de Volewijck gelden volgende bare wijk. In de Bloemenbuurt-Noord (Floradorp) is
prioriteiten: gestart met het buurtbudget. Bewoners kunnen plannen
indienen ten behoeve van hun buurt en vervolgens
m Het wegwerken van achterstallig onderhoud stemmen welke plannen uitgevoerd gaan worden.
in de openbare ruimte;
m Het creëren van een brede buurthuisfunctie Een belangrijke prioriteit in deze ontwikkelbuurt is het
in de Van der Pekbuurt met plek voor jeugd; versterken van kwetsbare huishoudens. In de Volewijck
m Het ondersteunen en versterken van kwetsbare is daarom een ‘Aanpak kwetsbare huishoudens’
huishoudens. Verschillende factoren kunnen ervoor gestart. Dit biedt extra hulp en ondersteuning bij
zorgen dat mensen (tijdelijk) meer problemen allerlei sociale problemen. Er wordt gezocht naar een
ondervinden in het dagelijks leven. Samen met passende locatie voor de Kluzzfabriek. Het buurthuis
bewoners wordt gezocht naar oplossingen. van de Pek heeft zich gericht op een betere aansluiting
van de programmering bij de buurtbewoners, om
deze gewenste brede buurthuisfunctie bereikbaar te
maken voor alle buurtbewoners. Komend jaar zal ook
het buurthuis zelf worden verbeterd. Tevens wordt
een aantal speelplekken opgeknapt.
In de Van der Pekbuurt is het programma Aardgas vrij
gestart. De stichting WOON is ten behoeve van dit
project in 2019 begonnen met het opbouwen van een
netwerk van bewoners.
75
Volewijck
Corporaties Gebiedsontwikkeling
In de Volewijck hebben de woningbouwcorporaties Op basis van gebiedsuitwerking zal een verkenning
Stadgenoot, Eigen Haard, Rochdale, de Alliantie, de van kansen (principenota) worden gemaakt. De
Key en Ymere bezit. Het afgelopen jaar is door verwachting is dat deze medio 2020 is uitgewerkt.
Stadgenoot onder bewoners van de CX. Heggerank- De verkenning komt dan in de commissie Wonen
weg onderzoek gedaan naar het verbeteren van hun Bouwen. In de Gentiaanbuurt is Team Aargasvrij van
woningen. In 2020 gaat de corporatie hiervoor een start gegaan. Op dit moment zijn in het eerste blok al
bewonerscommissie opzetten. woningen van het aardgas afgehaald.
Om het onveiligheidsgevoel terug te dringen zijn Duurzaamheid van de woningen
door Eigen Haard (samen met het stadsdeel) de mm
achterpaden op de Heggerankweg afgesloten. Deze Het duurzaamheidspeil van de woningen in de
paden brachten voor buurtbewoners een gevoel van Volewijck is laag. Slechts een kwart van alle
onveiligheid met zich mee. Daarnaast is de corporatie woningen heeft energielabel A, B of C. 45% van de
gestart met het opknappen van tuinen van kwetsbare woningen heeft zelfs label F of G. Dit staat in
bewoners. In de Bloemenbuurt is in 2019 in samen- negatief contrast met woningen elders in de
werking met de GGD, een aantal corporaties en het ontwikkelbuurten in Noord.
stadsdeel een gezondheidsproject voor volwassenen
uitgevoerd. Na vertrek van de projectleider is gestart
met voorbereidingen voor een vervolgtraject.
Ten noorden van de Van der Pekstraat (de Gentiaan-
buurt) heeft de Ymere veertig woningen gerenoveerd
Daarnaast is er door de corporatie een aantal
portieken opgeknapt die kampten met achterstallig
onderhoud. Dit geldt ook voor paden achter de
woningen van Ymere. De achterpaden in de Van der
Pekbuurt met achterstallig onderhoud krijgen een
onderhoudsbeurt in 2020. In 2019 heeft Ymere
330 woningen voorzien van inbraakwerende voor-
zieningen. Dit heeft het aantal woninginbraken sinds
2015 met 72 procent doen afnemen. In samenwerking
met de gemeente zullen in 2020 nog eens 450
corporatiewoningen beter tegen inbraak worden
beveiligd.
76
Project in beeld: Buurtconciërge Volewijck
In de Volewijck is recent een buurtconciërge ruimte. Beide wijken zijn kwetsbaar en de sociale
aangesteld. Veel bewoners en ondernemers samenhang is fragiel. Juist extra inzet in de
in de Volewijck en IJplein-Vogelbuurt zijn openbare ruimte, met direct zichtbaar resultaat,
bereid om hun steentje bij te dragen aan het versterkt de samenhang in de buurt en zorgt
verbeteren van de openbare ruimte in hun voor een positieve sfeer. De buurtconciërge,
(directe) leefomgeving. Om de initiatieven en die in beide wijken actief is, kan snel handelen
betrokkenheid van bewoners in de wijk te kunnen en signalen van bewoners en ondernemers
ondersteunen is het van belang dat er een doorgeven aan de desbetreffende afdelingen.
aanspreekpunt is voor vragen over de openbare
| N U
N NS
ST
W Ee EN
P, Pr
nn 8 kN JN N
ä es Ey hal: Bin Ke
| KT Ln 8
dl ek \ SI is 4
hd < | b Er 5 bre pi VE en wl út
UP AP | Î me = |
SC Bd MJ hes MAD Á = nd =
er Ì, AN 4 ne A RTS 8 ( EN 1e Ns „el
e ROS ge DE HN 4
ed 5 ij ; 5 Â d : ln je ese, Ë 5 AE Ek „B Cl /
® Tkn dd a
/ ij, eert hd, ME
es ok Á | ee KN Ee 5 ee À 4 3
77
. Ld
uurzaamheld van Nieuw-West
Dl
de Woningen
Slotermeer Noordoost
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Slotermeer Noordoost | Label E 102 3% 113 4% 335 11%
Ontwikkelbuurten Label D Label D% | LabelE Label E ®% _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Slotermeer Noordoost 440 14% 1540 50% 220 7% 37 1%
Couperus- en Dichterbuurt en de Noordoever van de Sloterplas
Ontwikkelbuurten Energielabel «Label A Label A % Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Couperus- en Label E 5 0% 92 5% 369 18%
Dichtersbuurt
Noordoever Sloterplas ‚ Label E 147 9% 255 15% 286 17%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Couperus- en 214 11% 1113 56% 75 4% 18 1%
Dichtersbuurt
Noordoever Sloterplas 194 12% 575 34% 66 4% 9 1%
Slotermeer Noordwest
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Slotermeer Noordwest | Label E 101 6% 95 6% 184 11%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E ®% _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Slotermeer Noordwest 174 10% 826 49% 88 5% 27 2%
78
. Ld
uurzaamheld van Nieuw-West
el
de Woningen
Lodewijk van Deysselbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Lodewijk van Label E 18 1% 74 5% 265 17%
Deysselbuurt
Ontwikkelbuurten Label D Label D % LabelE Label E % _ Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Lodewijk van 94 6% 862 56% 87 6% 29 2%
Deysselbuurt
Confuciuspleinbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Confuciuspleinbuurt Label E 227 12% 185 10% 385 20%
Ontwikkelbuurten Label D Label D% | LabelE Label E ®% _ Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Confuciuspleinbuurt 169 9% 491 26% 145 8% 53 3%
Geuzenveld
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Geuzenveld Label A 1646 25% 1137 17% 1321 20%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % LabelE Label E % _ Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Geuzenveld 712 11% 1193 18% 222 3% 36 1%
79
. Kd
uurzaamheld van Nieuw-West
Dd
de Woningen
Wildeman- en Blomwijckerbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Wildeman- en Label E 89 3% 455 17% 310 11%
Blomwijckerbuurt
Ontwikkelbuurten Label D Label D % ‘| LabelE Label E % Label F Label F % Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Wildeman- en 519 19% 892 33% 145 5% 23 1%
Blomwijckerbuurt
Reimerswaalbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Reimerswaalbuurt Label E 322 20% 105 7% 268 17%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % Label E Label E % _ Label F Label F % Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Reimerswaalbuurt 80 5% 550 35% 45 3% 68 4%
De Punt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
De Punt Label E 373 13% 70 2% 465 16%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % ‘| LabelE Label E % Label F Label F % Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
De Punt 447 15% 1115 38% 101 3% 79 3%
80
. Kd
uurzaamheld van Nieuw-West
Dd
de Woningen
Jacob Geelbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16%
Jacob Geelbuurt Label E 8 1% 9 1% 247 16%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _LabelE Label E % Label F Label F % Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2%
Jacob Geelbuurt 129 9% 958 64% 20 1% 7 0%
81
. ®
uurzaam eld van Zuidoost
de Woningen
H-buurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
H-buurt Label E 21 1% 690 20% 773 22%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
H-buurt 550 16% 1338 38% 17 0% 22 1%
Venserpolder
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
Venserpolder Label C 311 7% 577 13% 3368 74%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E % _ Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
Venserpolder 254 6% 16 0% 10 0% 0 0%
Duurzaamheid van de woningen
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
K-buurt Label C 1480 21% 1108 16% 1691 24%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E ®% _ Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
K-buurt 1133 16% 1169 17% 1 0% 14 0%
82
. ®
uurzaam eld van Zuidoost
de Woningen
E-/G-buurt Noord
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
E-/G-buurt Noord Label A 545 33% 88 5% 409 25%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
E-/G-buurt Noord 303 18% 242 15% 2 0% 0 0%
Reigersbos
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
Reigersbos Label C 98 2% 848 20% 2684 64%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
Reigersbos 426 10% 20 0% 0 0% 13 0%
Holendrecht
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
Holendrecht Label C 0 0% 1052 24% 2544 58%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
Holendrecht 333 8% 356 8% 12 0% 0 0%
83
. ®
uurzaam eld van Zuidoost
de Woningen
E-/G-buurt Noord
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
E-/G-buurt Noord Label A 545 33% 88 5% 409 25%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
E-/G-buurt Noord 303 18% 242 15% 2 0% 0 0%
Reigersbos
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
Reigersbos Label C 98 2% 848 20% 2684 64%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
Reigersbos 426 10% 20 0% 0 0% 13 0%
Holendrecht
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45%
Holendrecht Label C 0 0% 1052 24% 2544 58%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0%
Holendrecht 333 8% 356 8% 12 0% 0 0%
84
Duurzaamheid van
de Woningen
Waterlandpleinbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
Waterlandpleinbuurt Label E 704 12% 412 7% 1285 21%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
Waterlandpleinbuurt 1058 17% 1605 26% 95 2% 10 0%
De Kleine Wereld
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
De Kleine Wereld Label C 0 0% 148 9% 377 23%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
De Kleine Wereld 216 13% 323 20% 62 4% 30 2%
Banne Noord
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
Banne Noord Label C 268 10% 780 30% 1382 53%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
Banne Noord 153 6% 7 0% 0 0% 0 0%
85
Duurzaamheid van
de Woningen
Waterlandpleinbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
Waterlandpleinbuurt Label E 704 12% 412 7% 1285 21%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
Waterlandpleinbuurt 1058 17% 1605 26% 95 2% 10 0%
Banne Zuid
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
Banne Zuid Label A 849 24% 526 15% 654 18%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
Banne Zuid 561 16% 464 13% 61 2% 4 0%
Molenwijk
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
Molenwijk Label D 4 0% 142 10% 114 8%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
Molenwijk 829 56% 317 21% 16 1% 0 0%
86
Duurzaamheid van
de Woningen
IJplein-Vogelbuurt
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
IJplein-Vogelbuurt Label C 229 5% 451 11% 1482 35%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ Label E LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
IJplein-Vogelbuurt 295 7% 274 7% 309 7% 1067 25%
Volewijck
Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C %
meest aantal aantal aantal
voorkomend _ woningen woningen woningen
Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24%
Volewijck Label G 136 3% 406 8% 631 12%
Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ Label E LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G %
aantal aantal aantal aantal
woningen woningen woningen woningen
Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8%
Volewijck 705 14% 732 14% 799 16% 1504 29%
87
| EE blik itblik
Kd
Financiën: terugblik en vooruitbli
Deze financiële stand van zaken wordt ter Doordat in 2019 veel is geïnvesteerd in het opbouwen
kennisname aan de leden van de commissie van het netwerk in de buurt en het gezamenlijk
Bouwen Wonen meegezonden. Het beeld dat in ontwikkelen van plannen, is de verwachting dat in 2020
deze bijlage wordt geschetst is op hoofdlijnen. sneller resultaten worden geboekt en dat de beschik-
bare middelen de komende jaren alsnog worden
Terugblik uitgegeven.
In 2019 zijn in de buurten mooie en zichtbare resulta- Vooruitblik
ten geboekt. Tevens is een groot aantal plannen in TT
voorbereiding waardoor bewoners de concrete Per buurt is de opgave en zijn de belangrijkste priori-
opbrengst van de ontwikkelbuurtenaanpak nog niet teiten in beeld gebracht. Tevens zijn plannen in
altijd direct terug zien in hun buurt. voorbereiding en in ontwikkeling. Dat maakt dat
beschikbare middelen in 2020 doelgericht gaan
In 2019 is samen met bewoners gewerkt aan een groot worden uitgegeven. De begroting is ingedeeld volgens
aantal plannen waarin de integrale opgave op buurt- een verdeling over de drie stadsdelen. Uitgangspunt in
niveau in beeld is gebracht. Het gezamenlijk ontwikke- de bestuurlijke wens van wethouders en de raadscom-
len van deze plannen kost tijd, maar levert ook veel missie om de proceskosten te verminderen en zoveel
commitment en positieve energie op in de buurt. mogelijk budget naar de uitvoering van de ontwikkel-
buurtenaanpak in de buurten te laten gaan. Het
In 2019 zijn mooie resultaten geboekt maar is ook veel __ontwikkelbuurtenbudget wordt in 2020 gezien en
(met name) voorbereidend werk verzet. Het opstarten behandeld als één budget voor de 32 buurten dat
van veel zaken heeft meer tijd gevergd afhankelijk van de opgave wordt besteed.
dan aanvankelijk gedacht. Dit heeft als gevolg dat niet
alle beschikbare middelen voor ontwikkelbuurten zijn
uitgegeven: er is sprake van een onderbesteding
van 5 miljoen. Deze middelen worden in 2020 en Dit leidt tot de volgende begroting (op hoofdlijnen):
de jaren daarna alsnog besteed aan de aanpak
ontwikkelbuurten.
Indicatieve begroting Budget Bijdrage
ontwikkelbuurtenbudget 2020 ontwikkelbuurten stadsdelen
Zuidoost
Subtotaal 3.015.000,- 220.000,-
Noord
Subtotaal 3.015.000,- 220.000,-
Nieuw West
Subtotaal 3.015.000,- 220.000,-
Lerende Aanpak
Subtotaal 260.000,- 220.000,-
Gezamenlijke inspanningen e/o proces
Subtotaal 2.403.000,- 220.000,-
Totaal 11.708.000,- 660.000,-
88
Besteding incidentele middelen AN re uw-We st
Ontwikkelbuurten 2019
Fysiek Sociaal
m Opknappen gebouw Speeltuin Confucius voor m Fietslab in Geuzenveld-Slotermeer
Jongerenwerk in Geuzenveld m Pilot met een BuurtWerkKamer in Geuzenveld-
m Ondersteuning voor New Metropolis in Slotermeer
Geuzenveld-Slotermeer (ook Sociale Gelden) m Social placemaking in Geuzenveld
m Bewonersplatform Wij Zijn de Wijk in de Jacob m Gezondheidsambassadeurs in de Jacob
Geelbuurt Geelbuurt, de Couperusbuurt en Noordoever
m Place-making in de Johan Huizingalaan in de van de Sloterplas
Jacob Geelbuurt m Mentoraten in de Jacob Geelbuurt, Geuzenveld-
m Nieuwe maatschappelijke invulling voor het Slotermeer en de Wildeman-Blomwijckerbuurt
Kraemerschoolgebouw in de Wildeman- m Sport en bewegen voor kinderen en
Blomwijckerbuurt volwassenen in de Jacob Geelbuurt en de
m Verbeteren van de leefbaarheid in Lodewijk van Deysselbuurt
winkelgebieden van Geuzenveld-Slotermeer m Impuls voor de Lodewijk van Deysselacademie
tijdens de donkere winterperiode m Cascoland in de Lodewijk van Deysselbuurt
m Speelplekken in Slotermeer (2) en Geuzenveld (4) (cofinanciering met Rochdale)
m Programmering buurtevenementen in het = Intensiveren van Overleven naar Leven in de
Eendrachtspark in Geuzenveld Lodewijk van Deysselbuurt
m Uitvoeringsbudget voor omgevingsmanagement _m Versterken van taal en participatie in de
rond het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld Lodewijk van Deysselbuurt
m Geef Straten een Gezicht (buurtbewoners maken wm Nieuwe perspectieven op de Lodewijk van
kennis met straatnaamgevers) in Geuzenveld- Deysselbuurt
Slotermeer m Extra impuls voor de Stadsboerderij Osdorp bij
m Street art voor het verbeteren van de openbare De Punt
ruimte in Geuzenveld-Slotermeer m Bevorderen van bewonersbetrokkenheid
m Drie buurtinlopen in de Dobbebuurt/Aireystrook, bij de Aanpak (Zwerf)vuil in De Punt,
Couperusbuurt en Lodewijk van Deysselbuurt de Reimerswaalbuurt en Wildeman-
= Buurttheater Van Deyssel met bewoners Blomwijckerbuurt
door het Frascati Theater in de Lodewijk van m Inzet van veldwerk met volwassenen in de
Deysselbuurt Reimerswaalbuurt
m Aanbrengen van luifels boven de winkels op het wm Tijdelijke invulling van een braakliggend terrein
Lambertus Zijlplein in Geuzenveld Reimerswaalbuurt
m Verbetering van de openbare ruimte bij m Roadshow (Actieve Kinderen zijn Blije Kinderen)
de speelplek “Loekoe” op Plein ‘40-45 in in Slotermeer Noordwest
Slotermeer Noordoost m Naschoolse sportactiviteiten in de Wildeman-
m Programmering van het Lambertus Zijlplein in Blomwijckerbuurt
Geuzenveld = Buurtontmoetingen in de Wildemanbuurt
m Vernieuwing van Plein '40-'45 met placemaking- __m Kwartiermaker Ons Huis in de Wildemanbuurt (in
interventies samen met de buurtcoalitie Wij Zijn het gebouw van de oude Kraemerschool)
Plein ‘40-45 = Buurtprogramma voor een beter bereik
m Landmark in het Eendrachtspark en Landmark van kwetsbare bewoners in Wildeman-
op het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld Blomwijckerbuurt
m Vernieuwing van Plein '40-'45: grote
evenementen met buurtcoalitie Wij Zijn Plein
'40-'45 en co-creatie Atelier Wij Zijn Plein ‘40-'45
m Verbetering van het herdenkingsmonument
in het Meerwaldplantsoen in Slotermeer
Noordoost
89
Besteding incidentele middelen Z T id oost
Ontwikkelbuurten 2019
Fysiek Sociaal
m Kunst in twee onderdoorgangen bij scholen en m Programmering en beheer van een Talentenhuis
bij een moestuin in de H-buurt in de H-buurt, Reigersbos en K-buurt
m Opdracht voor een Bewonersvereniging met een _m Ondersteuning bewoners met een psychische
Community Land Trust (CLT) in de H-buurt kwetsbaarheid in de H-buurt
m Gebied rond het Cruijff Court in Holendrecht m Stimulering van sport en beweging met
aangepast, zodat hier beter gesport kan worden sportcontainers in de K-buurt, H-buurt en
m Een echte kerstboom voor de Bontekraai en Reigersbos
kerstverlichting voor De Kameleon m Verbeteren, professionaliseren en versterken
(Hart voor de K-buurt) van de buurteconomie door het inhuren
m Bankjes op hoogte voor de ouderen winkelstraatmanager in Reigersbos
(Hart voor de K-buurt) m Opzetten en operationaliseren van een
m Een voetbalkooi en een speelplaats tussen buurtkeuken in een gebouw van Cordaan in
Kantershof en Laag Kouwe (Hart voor de Reigersbos
K-buurt) m Opzetten van een zelfredzame buurtplek in
m Drie afgebakende hondenuitlaatplekken Venserpolder
(Hart voor de K-buurt) m Organisatie van een Men's Cookout in de
=m Opknapbeurt voor vijf jaar van Fort Kraaiennest E-/G-buurt Noord
(Hart voor de K-buurt) m Pilot Activiteit voor groepsmannen in de
m Sporttuin naast het Cruifveldje bij de E-/G-buurt Noord
Kormelinkweg (Hart voor de K buurt) m Verbeteren van de toegankelijkheid van de
m Een speeltuin optrekken (samen met sociale basis in de E-/G-buurt Noord
ontwikkelaar Synchroon) en speeltuintje m Verhogen van de instroom van de havo/vwo in
opknappen met extra toestel de E-/G-buurt Noord en de H-buurt
(Hart voor de K buurt)
m Beperken van geluidsoverlast in voetbalkooien Participatie
(o.a. d.m.v. een groene geluidswerende haag) TE
(Hart voor de K buurt) m Participatietraject met de bewonersvereniging
m Diverse aanpassingen in de openbare ruimte Hakfort
(o.a. bloemenbakken, stoepranden) in de
K-buurt, H-buurt, Venserpolder en Reigersbos
m Opknappen van een speelveldje bij het
Renkumhof in Reigersbos
m Plaatsen van prullenbakken en fietsnietjes in
Reigersbos
m Programmering, operationaliseren en verbouwen
van de buurtlocatie De Brandweerkazerne in
Reigersbos (ook sociale gelden)
m Herinrichting van de openbare ruimte en
schoolplein bij de school De Tamboerijn in
Reigersbos
m Circulaire werkplaats (groeiplaats) in
Venserpolder
m Pilot Grofvuil in Venserpolder
m Speelplaats de Schakel in Venserpolder
m Tijdelijke maatregelen om sport, spel en
ontmoeten mogelijk te maken in een binnentuin
in de E-/G-buurt Noord
90
Besteding incidentele middelen
Ontwikkelbuurten 2019
Fysiek Participatie
m Placemaking onder andere Parlevinkerplein m Voor nieuw te realiseren jeugdcentrum Ontwerp
in de Banne. Uitgevoerd door de Nieuwe Banne gemaakt voor een nieuw Jeugdcentrum, locatie
en de Hogeschool van Amsterdam en programmering.
m Aanpak afvaloverlast in ontwikkelbuurten Banne mw Participatietool Molenwijk kiest!
Noord en Zuid m Openingsfeest Parc des Rêves in de
m Inzet van een ‘buurtconciërge! in ontwikkel- Waterlandpleinbuurt
buurten IJplein/Vogelbuurt & Volewijck.
m Beschikbaar stellen van bewonersbudget t.b.v.
kleine aanpassingen in de openbare ruimte en
rondom de flats in de Molenwijk
m Realiseren van een nieuwe accommodatie op
het Diereneiland in de Molenwijk
m Aanleg van bloementapijten rond de resterende
afvalcontainers in de Molenwijk.
m Verbetering van de bereikbaarheid van
Diereneiland in de Molenwijk voor met name
bewoners van Tuindorp Oostzaan.
m Verbeteren van de onderdoorgang van de flat
IJplein-West in ontwikkelbuurt Vogelbuurt/
IJplein (cofinanciering met Eigen Haard).
Sociaal
m Realiseren van een tijdelijke Jeugdvoorziening
in de Banne
m Inzet Stichting Vooruit in Banne Zuid
m Inzet op beter gebruik en bereikbaarheid van
de Sociale Voorzieningen in de Kleine Wereld en
de IJpleinNVogelbuurt
m Inzet van outreachende opbouwwerkers in de
Kleine Wereld
m Inzet op het vergroten van kansengelijkheid
voor kinderen in de Kleine Wereld en de
Waterlandpleinbuurt
m inzet van outreachend Kinderwerkers in de
Molenwijk
m Aanpak Kwetsbare Huishoudens in de Volewijck
m Verbetering van de jeugdlocatie Kluzzfabriek 2.0
in de Volewijck
m Opwaarderen van het Buurthuis Van der Pek in
de Volewijck
m Inzet van jongerenwerk en outreachende
opbouwwerkers in de Waterlandpleinbuurt
91
| Onderzoeksrapport | 91 | train |
Motie
Datum raadsvergadering > december 2021
Ingekomen onder nummer 819
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Grooten en Vroege inzake Beleidskader Buurtrechten
Onderwerp
Omgekeerde vitdaagrecht meenemen in uitvoering van buurtrechten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief eerste ervaringen buurtteams Amsterdam
Constaterende dat:
— Het college voornemens is buurtrechten vast te leggen waarmee Amsterdammers gestimuleerd
worden om initiatief te nemen;
Overwegende dat:
— voor het uitdagen van de gemeente Amsterdammers informatie, kennis, ondersteuning en
vithoudingsvermogen nodig hebben;
— communicatie vanuit de gemeente hierin essentieel is;
— _in Groningen wordt gewerkt met het zogenaamde ‘omgekeerde vitdaagrecht’ waarin de gemeente
inzichtelijk maakt welke taken voor welk geld in een gebied worden uitgevoerd;
— _ hiermee de transparantie wordt vergroot en de communicatie actief bewoners uit kan dagen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het omgekeerde vitdaagrecht mee te nemen in de uitvoering van de buurtrechten en in de evaluatie te
kijken hoe deze zich verhoudt tot het normale vitdaagrecht.
Indieners
L. Grooten
J.S.A. Vroege
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 320
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder BE
Ingekomen op donderdag 13 maart 2014
Behandeld op donderdag 13 maart 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer De Goede en mevrouw Ruigrok inzake
de uitgangspunten voor het wijzigen van de Verordening op de Straathandel 2008
(pilot(s) met privaat georganiseerde markten mogelijk maken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 februari 2014 tot kennisnemen van de uitgangspunten voor
het wijzigen van de Verordening op de Straathandel 2008 (VoS) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 247);
Constaterende dat:
— het door een gerechtelijke uitspraak niet mogelijk bleek om een privaat
georganiseerde markt op IJburg te organiseren;
— er nog geen uitspraak van de Raad van State is aangezien er eerst nog een zitting
moet komen;
— dat stadsdeel Oost de uitspraak en overwegingen van de Rechtbank heeft
aanvaard, vandaar dat het stadsdeel na ampele overweging besloten heeft geen
hoger beroep in te stellen;
— door derden wel hoger beroep is ingesteld;
Overwegende dat:
— de Rechtbank overwoog dat de enkele wens om de waarborgen van de reguliere
inschrijvings- en toewijzingsprocedure die in de hoofdstukken 2 en 3 van de Vos
zijn geregeld niet in acht te nemen door een zogenaamde ‘markt op afstand’ te
creëren, niet meebrengt dat er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in
artikel 3.3, tweede lid, van de VoS, in het bijzonder op basis van de huidige
toelichting daarbij,
— de Rechtbank oordeelt dat het karakter van de te organiseren markt bepalend is
voor de vraag of er sprake is van een bijzonder geval, eveneens op basis van de
huidige toelichting daarbij. De rechtbank citeert hiertoe immers praktisch die
gehele toelichting. Omdat de onderhavige markt op IJburg zich qua karakter en te
verhandelen waren niet onderscheidt van andere reguliere dag- en weekmarkten
in Amsterdam wordt deze door de rechtbank dus als ‘gewone’ markt gezien en niet
als bijzonder, althans met de gegeven toelichting;
— de raad het wenselijk vindt voor stadsdelen (of straks bestuurscommissies) om te
experimenteren met privaat georganiseerde markten,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 320 Motie
Datum 4 april 2014
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. de Verordening op de Straathandel (VoS) 2008 zo te wijzigen opdat het voor
stadsdelen (of straks bestuurscommissies) mogelijk is om al dan niet op tijdelijke
basis markten te kunnen laten organiseren door private partijen;
2. een of meerdere pilots te organiseren waarbij de mogelijkheid wordt geboden om
op tijdelijke basis markten te laten organiseren door private partijen, dit totdat de
Verordening op de Straathandel 2008 is aangepast;
3. de kennis die met deze vorm van organisatie wordt opgedaan wordt betrokken bij
de modernisering van de Verordening op de Straathandel.
De leden van de gemeenteraad,
M. de Goede
M.H. Ruigrok
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 512
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder AN"
Ingekomen op donderdag 13 juni 2013
Behandeld op donderdag 13 juni 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Molenaar en de heer Winsemius inzake
de mobiliteitsaanpak Amsterdam (aanwijzing van Spuistraat/Nieuwezijds Voorburgwal
als Plusnet Auto).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 16 april 2013 inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam, getiteld:
‘Amsterdam Aantrekkelijk Bereikbaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422);
Constaterende dat:
— het college voorstelt om Plusnet Auto uit te breiden met een “inprikker” via de Piet
Heinkade, de Martelaarsgracht en de Spuistraat en/of de Nieuwezijds
Voorburgwal;
— de gemeenteraad een definitief ontwerp heeft vastgesteld voor de
Martelaarsgracht;
— de Nieuwezijds Voorburgwal in het kader van het Project 1012 is aangewezen als
aan te pakken openbare ruimte ten behoeve van de verblijfsfunctie (Hart van
Amsterdam);
— de Spuistraat ook zonder toevoeging aan Plusnet Auto kan blijven functioneren
als voorkeursnet goederenvervoer,
Besluit:
ontwerp-voordracht nr. 442 van 2013, de mobiliteitsaanpak Amsterdam, als volgt te
wijzigen:
op de overzichtskaart op blz. 37 de extra inprikker over de Piet Heinkade,
de Martelaarsgracht en de Spuistraat/de Nieuwezijds Voorburgwal te schrappen
en deze geen onderdeel te maken van het Plusnet Auto.
De leden van de gemeenteraad,
F.M. Molenaar
R. Winsemius
1
| Motie | 1 | train |
|
Ì
|
Pen |
Van: .M.Ligthart [mailto:[email protected]] __Neuw-West
Verzonden: maandag 20 december 2010 11:58 | OZ
Aan: Raad | Orde. }
Onderwerp: Adres Openbaar Vervoer Osdorperweg i £0 DEL 2010 >
Pr ko
Geachte Raad, EN 7, „OSE
|___Archief Exemplaaf | |
Connexxion regioliner buslijn 80 rijdt van Zandvoort via Haarlem en |
Halfweg over de Haarlemmerweg via Slotermeer naar de Marnix- |
straat. ij
Tussen Halfweg en Plein 40-45 is deze regioliner kort na Halfweg |
door het passeren van de stadsgrens geen regioliner maar een |
cityliner. |
Op het lijnstuk tussen Halfweg en Plein 40-45 worden door deze |
cityliner lijn 80 geen passagiers opgenomen door het ontbreken van |
haltes.Zij voldoet daarmede niet aan de verplichting tot het hebben
van inkomsten ter gedeeltelijke financiering der kosten.De kosten-
dekkingsgraad op dit lijnstuk is 0% hetgeen verboden is waardoor
buslijn 80 op dit routestuk illegaal wordt geëxploiteerd. |
Als de buslijn 80 route wordt doorgebogen via Osdorper- Ookmeer-
weg,Allende- Slotermeerlaan zullen er op deze iets langere route
de inkomsten hoger zijn dan de kostentoename.
Op de Osdorperweg geldt een breedtebeperking van 2,30 meter terwijl de |
Connexxion bussen 2,35 meter breed zijn.In Nederland |
zijn diverse smalle wegen, vergelijkbaar met de Osdorperweg,waar- |
op normale bussen rijden,waarvoor ontheffing is gegeven.Ook voor de |
Osdorperweg kan aan de Rijksdienst voor het wegverkeer ont- ij
heffing worden gevraagd en verkregen. |
In de sloot aan de oostzijde der Osdorperweg zijn 52 kleine en 3 grote |
dempingen.Daardoor is op veel plaatsen de Osdorperweg bre- |
der geworden zodat de breedtebeperking steeds minder van toe- |
passing is. |
De gemeente is voornemens de Osdorperweg te reconstrueren |
waardoor deze weg breder wordt en er een fietspad komt aan de |
oostzijde. Daardoor is ontheffing naderhand niet langer nodig. |
Wegens de hoge kosten zijn GVB en Connexxion niet bereid tot
vervoer met busjes via de Osdorperweg. |
De enige manier tot realisatie van uw wens tot Openbaar Vervoer |
via de Osdorperweg vanaf 1-6-2012 t.g.v.de opening van een NS |
station in Halfweg,is doorbuiging van route buslijn 80. |
Daarom vraag ik U ontheffing aan te vragen voor het rijden van |
bussen van 2,35 meter breed over de Osdorperweg. |
Met vriendelijke groet, |
Jan Ligthart. |
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1472
Publicatiedatum 27 september 2019
Ingekomen onder K
Ingekomen op donderdag 19 september 2019
Behandeld op donderdag 19 september 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid A.L. Bakker inzake het raadsadres van het Adviesbureau Monster
en de biologische boerderij De Boterbloem van 5 juni 2019 inzake de bestemming
van deelgebied Lutkemeerpolder 3 in het bestemmingsplan Lutkemeerpolder
(onmiddellijke staking werkzaamheden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het raadsadres van het Adviesbureau Monster en de
biologische boerderij De Boterbloem inzake de bestemming van het deelgebied
Lutkemeerpolder 3 in het bestemmingsplan Lutkemeerpolder (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1412).
Constaterende dat er een aangenomen motie is met als dictum:
1. GEM dringend te verzoeken de ontwikkeling gefaseerd ter hand te nemen zodat
zoveel mogelijk van de Lutkemeerpolder, aan open landschap en onverharde grond,
zolang mogelijk kan worden behouden;
2. Geen gronden te verharden c.q. bouwrijp te maken, voordat de nieuwe gebruikers
bekend zijn, de reserveringsovereenkomsten en de ontwikkeling van die kavels
definitief zijn”;
Constaterende dat er is begonnen met graafwerkzaamheden zonder dat aan deze
voorwaarden is voldaan;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De werkzaamheden in de Lutkemeerpolder onmiddellijk te stoppen en zoveel
mogelijk terug te draaien.
Het lid van de gemeenteraad
A.L. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 25 januari 2022
Ingekomen onder nummer 051
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid IJmker inzake Rapportage deelmobiliteit 2022
Onderwerp
Niet alleen huren, ook echt delen mogelijk maken
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Rapportage deelmobiliteit 2022
Constaterende dat
-_Deelmobiliteit beleid nu alleen gefocust is op het verlenen van vergunningen voor het
aanbod van deelvoertuigen met commerciële doeleinden
-_Erook niet-commerciële vormen van deelvervoer actief zijn in Amsterdam zoals coöpera-
tie DeelCentrum op IJburg
-__Deze bewonersinitiatieven vaak tegen allerlei obstakels aanlopen zoals de benodigde
rechtsvorm voor vergunningen en andere juridische overwegingen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Niet-commerciële vormen van deelmobiliteit ook op te nemen in toekomstige rapportages over
deelmobiliteit en een plek te geven in de actualisatie van het gemeentelijk beleid deelmobiliteit
2023
Indiener(s),
E.C. IJmker
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres |
P Gemeente
en mstel 1
Äm ste rd am 1011 PN Amsterdam |
Postbus 202
5 1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
6 amsterdam.nl |
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam |
== es |
Datum 29 mei 2018 |
Behandeld door Grond & Ontwikkeling, S. van den Eijkhof, [email protected] |
Onderwerp __Raadadres van 19 februari 2018 over uw verhaal betreffende Havenstraatterrein |
Zeer geachte / |
Hartelijk dank voor vw brief d.d. 19 februari 2018 over uw verhaal betreffende Havenstraatterrein |
aan de gemeenteraad. In vw brief vraagt u zich waarom u moet verdwijnen van het ij
Havenstraatterrein, terwijl er niet wordt gebouwd op die locatie. U geeft aan dat v uw woon-en |
werkplek nu dreigt te verdwijnen door woningbouw. U vraagt de gemeenteraad dan ook uw |
situatie alsnog te bekijken. U heeft dit ook naar voren gebracht tijdens diverse |
inspraakmogelijkheden. De gemeente begrijpt vw standpunt, maar heeft hierin een |
belangenafweging te maken. In onderstaande reactie wordt dit uiteengezet. Eveneens geeft de
gemeente uitleg over hoe het proces verder zal verlopen. De gemeente blijft hierover graag met u |
in gesprek.
Uw raadsadres is betrokken bij de vaststelling van het bestemmingsplan Havenstraatterrein in de |
raadsvergadering van 14 maart 2018. In deze raadsvergadering is vnaniem besloten het
bestemmingsplan vast te stellen. |
Zoals reeds lange tijd bekend zijn de gronden op het Havenstraatterrein in eigendom van de |
gemeente. Daarnaast is bekend dat deze tijdelijke situatie beëindigd c.q. gewijzigd zou worden bij |
(her)ontwikkeling van het terrein. Met de 'Strategienota van 25 mei 2010 is besloten het |
Havenstraatterrein te transformeren naar een hoogwaardig gemengd woon-werkgebied. Hiermee |
is de belangenafweging gemaakt om op de plaats van het huidige terrein een nieuw stukje stad ||
toe te voegen met ruimte voor 5oo woningen (waarvan een groot deel voor lagere en |
middeninkomens), gemengd met bedrijven, maatschappelijke dienstverlening, een basisschool en |
horeca. |
Op 6 en 18 oktober 2015 heeft u zienswijzen ingediend over het ontwerpbestemmingsplan |
Havenstraatterrein. In bijbehorende nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan |
Havenstraatterrein heeft v antwoord gekregen op de vraag waarom uw loods moet verdwijnen ten |
behoeve van een groenstrook. ‘Om de nieuwe bouwblokken te kunnen realiseren is het noodzakelijk ij
dat de huidige loodsen verdwijnen. Ook voor het realiseren van de bij deze dichtheden behorende |
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. |
Gemeente Amsterdam “e' Datum 29 mei 2018
Pagina 2 van |
« 3 À ed Í |
openbare ruimte en het verbeteren van de aansluiting op Park Schinkeleilanden en de aansluiting van
het groen op het beoogde buurtplein moeten een aantal loodsen verdwijnen. Naast de gewenste
stedenbouwkundige ontwikkeling van het Havenstraatterrein is een belangrijk uitgangspunt van het |
plan om de hoofdgroenstructuur te versterken. Dit gebeurt door het zuidelijk deel van het plangebied |
als hoogwaardige groene inrichting te geven. Het bouwen in stedelijke dichtheid vraagt om een
kwalitatief goede openbare ruimte. Bovendien draagt deze groene openbare ruimte bij aan een
regenbestendige inrichting, waarbij wordt voorzien in voldoende capaciteit voor opvang van
regenwater. Om de beoogde parkachtige inrichting te kunnen realiseren is het nodig dat de gemeente ||
de beschikking krijgt over de gronden. Daartoe worden de contracten voor tijdelijke grondhuur |
opgezegd.’ | |
Met de zittende gebruikers van het terrein worden afspraken gemaakt op basis van het |
huurcontract dat zij met de grondeigenaar, te weten de gemeente Amsterdam, hebben en de |
geldende wetgeving. Op basis van het huurcontract is de gemeente niet verplicht een alternatieve
locatie aan te bieden. De gemeente is echter wel bereid de ondernemers bij het zoeken naar een
alternatieve locatie te ondersteunen. |
Voor een deel van het Havenstraatterrein zijn de grondhuurovereenkomsten reeds beëindigd, |
voor het deel van het terrein waarop uw loods zich bevindt zullen de grondhuurcontracten |
binnenkort worden opgezegd. Dit zal gebeuren volgens een vaste procedure die bij alle |
grondhuurders het uitgangspunt is. De gemeente streeft ernaar om een minnelijke regeling te |
treffen met de huurders over de condities van de ontruiming door middel van het sluiten van een |
ontruimingsovereenkomst. De gemeente gaat daarom, direct na verzending van de |
huuropzeggingsbrief, individueel met alle huurders in overleg, om te bezien of een |
ontruimingsovereenkomst kan worden gesloten. Het doel van deze minnelijke regeling is: |
1. De huurder kan zo lang mogelijk de exploitatie voortzetten op het Havenstraatterrein. |
2. De huurder heeft meer tijd om te zoeken naar een alternatieve locatie ten behoeve van de |
eventuele voortzetting van zijn/haar onderneming. |
3. De gemeente heeft de garantie dat de gronden ten behoeve van de planontwikkeling, tijdig |
beschikbaar komen. |
4. De gemeente heeft de garantie dat zij de benodigde (bodem)onderzoeken ten behoeve van | |
de planontwikkeling, tijdig en volledig kan uitvoeren. |
5. Het voorkomen van dure juridische procedures |
Voor het betreffende perceel bent v een grondhuurcontract aangegaan voor de opslag van |
rijwielonderdelen. Het gebruik van deze gronden als woonbestemming, waarin een bed & ||
breakfast wordt gevoerd, is in strijd met het voorgaande bestemmingsplan Schinkeleilanden uit |
2001. Er is geen huisvestingsvergunning afgegeven voor dit adres. Daarnaast is het alleen mogelijk |
om een B&B te houden in een eigen woning. Hiervoor is dus ook geen toestemming verleent door |
de gemeente. |
|
|
|
Gemeente Amsterdam Datum 29 mei 2018
Pagina 3 van
3
Binnenkort wordt er contact met v opgenomen over het opzeggen van het grondhvurcontract. Ik
vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ter informatie geef ik v mee dat een
afschrift van deze brief naar het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid en de gemeenteraad wordt
gestuurd. |
Pp |
Met de meeste hoogachtirg, |
|
Eric van dér-Búyó |
Wethouder R ordening | |
E 4
|
|
m
|
a
|
|
|
| |
: |
|
|
|
Í
|
Í
|
|
|
|
|
| Raadsadres | 3 | train |
VNO En MN
Á | £ Ï 1 d mai 7 di 6 EN ek K 5 el
OO A ESE
TA gr ba a ee ed Á
LA vid” pe Es : eek 6 + a
OA A READ Rs
bed BR A VA dik LE BE
: ge z 3 * (li \ Ì + zo 7 6 er En j a
a : A es EP WS
inte Zojn Kr en
vi Ei Le ARR. ene. ze Ks PET,
Gek En KE Ti es A <t Ml EDE A EK ID ERCHTES p ’ ï 5, ie :
TE EN ve a
Ek dk ee. Hes ee : mn A EEE AE OT DME, k er Pt
5 EN NE en rr NE hie 3 ni Te zie a et ' : RE A
A EE AE A
Ee s d ie e ze iT: ke (MI ï ESE zi ; nd A rf 7 eg 5 ok ij 5 4 ge 3% Er ee : 3 ES i
eran Ô SSN vit A ig Sen ES Bets En ai Ne EE Ee AE eN ns E À
bergen EE A DOEN AE |
RC ie | 4 5 7 er : EA if it | tE f n #, Eid ee tt ADM ie 5 oe ke EE re mr
z NE EEA pe een nt ek Be ke Ae EP oe EV her EAN, en gn Kee
AE OT eN A |
ns A EES Lj En in DD) is 3 nt ode en B
PE on EEM) ki td re SE idd “rd A be E 6 ie ha 4 en
8 EE Wd nl Eeen ze ' me zj NWN sl b ik
ER | ü we AN Bie fl [ Ik
ze et LE dst eN VE ee St PP, ha 2 WE _ ge
Be \ | “ d J. EA ES 1 Ù A ‚Ik IS 5 - ik = Ei ie 5 Te d 4 5 N
Sf : le 4 Een E | P EN e 1 me d \ À ä A: G mk re EN : a) ze À S ja > Ee 9
wl AE 1 an U ik \ ES ES e EN A 5 JS “ Ee |
k EIA Ke HS ER FE E 2 , H k ne W ki en NS
NE fs EN | mn NA — ge a 1
Ge EN RATEN DN EE an, > W ES
ps tl 4 rd p k ° \ KN ed Ee HL nd / | — _—_ 5 É 5 7, ha L N
EE RRS mat Z TY
ER À : al B / e 5 hs ol
Ek M= 5 „
we Ri - EN N E- Ô p B : i
= L zak al & -
en ze | / ne | ee
N Ì ie ve pe. K, el
à 4 [ WS < ES
a En Tl De AN a nn A
si a î en hs Ne pi
Í ka 5 Ì _ ES
5 : 5 Ee nn Een
i 5 ee
HS DE A
Î Bamm A {
man Dr | Ï í |
en
dae ennn
ke DP ee |
4 oe? 1. INLEIDING mn | =
et e . E
… ek Zuidas bouwt aan een unieke Amsterdamse stadswijk, die zowel een economische toplocatie is voor |
d Ear d het internationale bedrijfsleven als een aangenaam gebied om te wonen en te verblijven voor alle
te 4 Amsterdammers. De uitwerking van deze visie op Zuidas (vastgesteld in de Visie Zuidas 2016) werpt me
R we iz 8, he merkbaar haar vruchten af. Steeds meer bewoners zien Zuidas als hun buurt. Dat blijkt onder andere $
oe 4 s: ee s uit de grote bereidheid om mee te beslissen over de inrichting van de openbare ruimte. En ook uit
| kg Es Minden S: het intensievere gebruik van diezelfde openbare ruimte. Bewoners (en andere gebruikers) vragen om
87 ai En k beheer op een hoger niveau dan tot dusverre het geval is.
Maak 7 Ke Dat Zuidas meer en meer een wijk is waar mensen ook wonen en leven, blijkt daarnaast uit het
S WE S steeds betere voorzieningenaanbod. Zo opende onlangs een apotheek de deuren aan de Gustav
p : eN re at Mahlerlaan. Wij werken aan een visie op kunst en cultuur in Zuidas. En we verkennen de haalbaarheid
L PO van een vestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam in Zuidas.
em s Bereikbaarheid en leefbaar
Tegelijkertijd laten de vele bouwkranen zien dat Zuidas zeer intensief in ontwikkeling is. Het is
van groot belang ook tijdens alle werkzaamheden de kwaliteit van het gebied hoog te houden
en ervoor te zorgen dat Zuidas bereikbaar en leefbaar blijft. Met de Zuidas Mobility Experience
Un en het concept Mobility as a Service proberen we gedragsverandering te bewerkstelligen bij
„ - d met name (lease)autogebruikers. Voor fietsers is in mei de stalling Strawinskylaan opengegaan,
lens 5 ed, de derde ondergrondse stalling bij station Amsterdam Zuid.
Eed en Te LA Bouwactiviteit gaat gepaard met overlast. Om het gebied leefbaar te houden, werken we p.
N ik 2 Äe continu aan goede afspraken met aannemers, goede afstemming tussen bouwprojecten, goed es Dn
es omgevingsmanagement en goede communicatie met de omgeving. B: ere
' Zuidasdok Kn
K | id Ì Zuidasdok is een gezamenlijk project van Rijk, provincie Noord-Holland, Vervoerregio da
ie BE Amsterdam en gemeente Amsterdam. Rijkswaterstaat, ProRail en de gemeente Amsterdam AN
Ln etl ï lin vormen als uitvoerende organisaties gezamenlijk de projectorganisatie Zuidasdok. Dit enorme Ke ee
d Ae zes À infrastructuurproject is in voorbereiding. De A10 Zuid wordt verbreed en gaat in het hart van se Ee 4
nde Ad Zuidas onder de grond. Daarboven komt een compleet vernieuwd station Amsterdam Zuid. B A
EE Ee MEE
0 NG De bouwwerkzaamheden in Zuidas en aan Zuidasdok raken intensief aan elkaar en behoeven ME
ze eN zorgvuldige afstemming. Dat is een complexe uitdaging voor de komende tijd. ES
P ' u / A Kennisintensieve biotoop E iz b
Ne 1 , a. 4 De komst van het Europees Geneesmiddelen Agentschap in november 2019 leidt nu al ER
N he Nd 4 kk \K tot groeiende belangstelling van bedrijven in de medische sector. Onze ambities met Ss ie 8
| iN, en / Kenniskwartier Zuidas, het gebied rondom VU en Amsterdam UMC, sluit hier naadloos op hen sil
vp KN h | aan. In samenwerking met onze partners in wetenschap en bedrijfsleven werken we aan ne
K \ ER ON di het opbouwen van een netwerk , waarin onderzoek, kennisontwikkeling en technologische Wi
AIS / vernieuwing samenkomen. Een gebied dat bovendien gaat bruisen van levendigheid, dankzij N et 5 3
ik et duizenden bewoners, onderzoekers en studenten. Fe 8
A: | pie k
| | 4 4 Pl iK nd „%
NA EEN eN A De Pts OE GUT RSS
U ms Pd / inl te MIR Ad rf NN
pr | / Zi \ hok Ps, zeg aë E els’ t | ey N d ‚N Wiss a\
‚ « \ Pi Ay há Aha âs Nn ps en } ti 4 N ARS Ô à d
fj Ve 1 hr Dd eve ' L AN Í B re ’ Ì ln
zin w- ( bi? ke « wp ke d DR! Nr, en Kn
t ij7 Nel x ge s ko UN if r 8 A Et
Ô A IOA b\ F4 J ‚A A EA rÀ Wein Ce
d & ‚Nn en EN ‚ hi ms Ib es rine * Ee dek
/ ep ‚B r
ze A Et 1E
VE |
i_D e ki
if A Eel . El d
Biel | ” KA
' 4 Keen kt
he = : 4
5 : aunt 4 | n LE Fn En Len
p > ied We : pe | É B « - PX
4 8 tn bad
£ Pa rn wer AE ’:
sf e 5 À x rs nt rit b 4
heer pe. es „ EV 3
Ì \ pt 8 Kl ‚ jp gd s4 f 4 bs
Ke AN rr Pe H ee en Ao ES TES
hi ik hd nF Pand | ° TI
Í Î B van RAL LN
EJ - Pd En be ij Ü Ee
Ke Es î € À E Kk PE
" Mk a El |
: S An Aes ve ver Ke _ À 4 Ji
VP À gean © a Sang Et AV
mee zE af L : Ml Ë Me Ne LE
a ER Oz | an Lm ER
er 7 4 an ni Saki
KRESS nr ne ee, Ai |
er Bbed en sd , ET ò E Eke N A Í | |
: Ne he 0 EE e K. pe N Î 9 Be E E „r
k: EIN À. A : by â 8 s kel k NR Pe | H p Kk 8 Î
ER vat 3 Lode EPT A dt eN NJ NGE ar !
NAO KAMES 0 EAN AN he IE Wels Ae ne
ER BRS RON TE REC | DN Per
me Apr en: & } dn EEA ee mhd. Ee. wr … Ë: ae ah Pita 8 1% | î ik
ir AREN N Ê EE moie en Ee al hk wet te € IR
nn If rs k Er. Pe AN RE Â REE N ie, Saer erp E SE bera Da
rt en ER EP eea oe SON Set es Sie EN kee ZE OENE 8 wt
AAN iS IN len Gn En EN TUN Ah (Rn
PNO EN sak Ne
RR BE ne & k te ERE RE Eee via \ we ck
vs en 4 Vk 8 e ke Er Pe :
Se FO ZA AP han
ch, EN / EN
Dee Mi WS 7 A ETE
ae ge Zi 8 d ES
KL B PS Gr TAD |
Art SOME En
heh Nn ‚is a 8 & | Ne LIN
Ô À FZ \ NN ) le DE. ene
- 3 PN & Dm IN Ee ' NEN Ì N id ij
| ED de Oe DN DS ANN KA
vee ei AG jd Nd ON _ De mm ' k hi N
KEINE OS EENES AN A Ne Ze EA
BL Ene MN C® Nl k Rh /A | ED Bm
ES TN EES NNS AR AS i zn
UK ot MEN ER tt Ne
ERE tn ke Ae depo” 19 HONK AES NE Ee
aA | AR EN Ie AN EN Ù 1 a Keje Ee
SAE HERT Dre a A en teen Nh E es
EN OMAN oen RAE
Planvorming
(kijk voor de Zuidas-deelgebieden op pagina 16-17 van deze publicatie).
* De planvorming voor het gebied Parnas (met uitzondering van de Rechtbankkavel
waarvoor al een Investeringsbesluit is genomen) is opgestart, we werken aan initiële
visievorming. De herbestemming van de monumentale rechtbank heeft een nauwe relatie
met de planvorming. Nadat een Principebesluit is genomen, werken we toe naar een
Investeringsbesluit eind 2019,
* Voor Beethoven 2e fase bereiden we de tender voor van kavel 2, in samenhang met de
planvorming van kavel 687. Op beide kavels komt hoofdzakelijk woningbouw.
* De tender voor kavel 2A in Kenniskwartier Zuidas bereiden we nu voor en start in het vierde
kwartaal van 2018.
* We voeren een verkenning uit naar de haalbaarheid van een vestiging van de Openbare
Bibliotheek Amsterdam (OBA) in Kenniskwartier. We streven naar een principebesluit door
de gemeenteraad begin 2019.
* Het krediet voor het Dokdakpark is in februari 2018 door de gemeenteraad vastgesteld. Het
vervolg is afhankelijk van het voorlopig ontwerp van Zuidasdok.
* Het Groenplan is in het eerste kwartaal van 2018 vastgesteld door de gemeenteraad.
* In deelgebied Ravel werken we aan een visie voor Ontwikkelveld 2. De ambitie voor dit
gebied is het maken van een nieuwe groene en autovrije woonbuurt in een hoge dichtheid,
primair gericht op gezinnen.
* We bereiden de herziening voor van het uitvoeringsbesluit RAI, op basis van een RAI-
masterplan 2030. We begeleiden de RAI met het uitbreidingsplan voor hal 5 aan de
Wielingenstraat.
* Voor Verdi werken we aan een Investerings- en Projectnota. Participatie met de omgeving is
in volle gang en er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd in het gebied (milieu, verkeer).
Ee, en ge” en
a cl x en e ” er ee P alie Ee
zi B rl „ast td h ETNA he HOE Bn di
Ee _ ee — . 7 ada kd ë Ki idee 7 EE Babs EL ndr. , A
nn ne
r ; en ei ET AE ee n Ten PA mm Ti E | P 3 |
ES: LI | nn =
à ee OO a NA SES
ii U ammee
Verdi
Foto: Kees Winkelman
ä
enn, Le dn zz | El EN -
en En A Ie tt zn Sn | zh ee,
K WE TS x= . Te en ei I= ie E
Gr De eg en 4 5 DET AW H pie B
pe en ee Ee EE ld Fe kn Ed Vr : ps: | Eh En ee En
dl il Ee RN rn Ee Ni - Er Esen
| ER nn Peen EN oa ek EE B “
ien eed | 5 ER EE ee & el ad en,
Ed mm wi a 8 p PE en iel AN - ee
3 TE EEE a EE RE De Ee ' _, ,
Lis pr zo di dd pe Ed Feet Îd EE
pe hed í el er Er Í EE 4 mi = mn: gn klas = -
Dn Á ie PP 5 Ni en De Î mn nn AS
Eg EEN BE If! De ea ne Eee EES, rs ed
PT re À B ne mk Tm
Ps es SE gd Ted Me kn, En (7 En nd = Ee mi A | Aal
ù BI Ed el ld en en p Ea mi ij Ë ee ' nf == Ei n Wms AN
en PE Pd kn ij Ke chi 0 ARIE VR r
Ee ID EPL Nera Wp _ a 4 ij
PA PE, 4 EE He EP . E Een ra = ë DE en a mi _ wf Er 5 End
PE) OJ OA) AE Ene er Sh 4 E 40 mtr
TS SONS EE ENE de Et A Hin mhenes
POS) GNS dk mr Ps i
PES ANP / 4 Pd $ dE | In. | ge il EEN " ee
4 OS IN Sr Wd Ge ig : T E | Be em 4 in rl
Pf MN AO) RN fi ige NP eed ei gl A ee a.
EA PEN | AA Pda 7 Le Te ATL Se BRE E ei En rg
EA AE l Me 2 ON n/ md ee hie ee ERLE ” 3 ie red Sl e GA nk Ei
Ji BN ús TA 5 1 En a a er Zj 2e : sn 5 rin nen Aij nn ï Es
IP MA A MA We en TR Ï di ÜNS 5 | aid ‘ 8
€ gj LTR d AE EE Wee de di Ie re L e 4 ja
‚lj Ri 5 TA / 3 | 2 Nn me: Í En : H NE Ee ä 7 Ë er T iS es hel J De *
AA 2 mn (enne a ND en ee et ae
WEN ie dl k ee, 1 fj | Eler n d Î
NAG Bee We Ied | ie ES
rd hi / 4 | aa ke . ij ki, EEn EN Ï | : 8 k \
Hi A & / Pa in | md \
F, Ë Pre orn | ef 3 5 u
Deelgebied Ravel
. Foto: YourCaptain
Bestemmingsplannen Luchtfotografie
* Het bestemmingsplan Beethoven 2e fase is in februari door de gemeenteraad vastgesteld.
e Voorde onbebouwde zone in Kenniskwartier, tussen de A10 en de Manhlerlaan, heeft
het bestemmingsplan ter visie gelegen. Het wordt in het vierde kwartaal 2018 aan de
gemeenteraad aangeboden.
* Het bestemmingsplan Kop Zuidas is inmiddels vastgesteld door de gemeenteraad.
B
TZ
ARE SA SNE
rt je ZINE
4 ki) 4 Ze Net Js An kn
Ree, VK en ei ke FS if
hs Er! Ns : je à ee je EN 5 ik ' EN nà : eis, | | |
BEI An Ee iede A ed Ea =
WAR | Ned ENE MEE | EN [] ET r
Ee hi es EV kee eK gee!
S zi a ef hin elkeen Y ee EN Kl Eh a
Ee ek nn nn A, EN OA Fri Ah ME)
ee EE iddelen
A pr fe Ren ak Ee Es EL gd í ve ze Ee ee Le tz en Ka en p te 5 : gt Thet - = 8 / E Impressie DokDakPark
gn
en —) | | 3
mn ne | » |
nn
Zuidas in uitvoering
Bouwwerken per deelgebied
* In Parnas vordert de bouw van de nieuwe rechtbank (NACH) gestaag. Na de zomer 2018 zit
de bouw op maaiveldniveau en start het gevelwerk.
* In Kenniskwartier wordt in het vierde kwartaal van 2018 het gebouw Imaging van
Amsterdam UMC opgeleverd. Hourglass (een combinatie van kantoor en hotel voor de
zakelijke markt) is in aanbouw.
* In Kop Zuidas is in mei 2018 kavel G1 (Sud) uitgegeven. De bouw van dit wooncomplex met
commerciële voorzieningen is gestart. Op de kavels C2 (Suitsupply) en G2 (Cordaan) is de
bouw begin dit jaar gestart.
e In Vivaldi zijn de bouwwerkzaamheden voor het kantoor van het Europese Geneesmiddelen
Agentschap (EMA), waarvan de kaveluitgifte plaatsvond in mei, in volle gang. Vlak daarnaast
wordt gebouwd aan hotel Van der Valk.
DE _ ij ï Pk
Imaging Center van ; a h = TAN ij k \ DA
Amsterdam UMC ‘ er eh Ì N ! ze!
in aanbouw if ee en | Kn \ \ En
Foto: Marcel Steinbach 4 f N Î Ë \ E d mn \ | NN A )
A Al EE ij mid rm Er 1 Zij
Sloop van de ‚A ï ad 8 Ü IE DE E bid bf
parkeergarage van | he À Ê Ee : | EN 4 ár Ë Ee si EE) jn =
2Amsterdam B IE me : 8 Ar 4 Bd?
Foto: Marcel Steinbach En an nn | Ue Ee IT .
IE en e — | E Di Î , Ni DE; | a
en Te wa ze an per
El | ú Ì ej ie rt f
ii kl - Ë oe IE | | IRE Tm Kan rd
ins Í zn pmm el me WES
SIE | ” PAT & | En \ HEEE Ts sf} maman Tr rar:
8 zi Es } E zl . FA dn Ì je Liet à | B „ì Í lar ml, { \;
MEER, ene: EN n lel APE ee NK JM (al ey
Ze En | B innen 1 je Md ai) | EOL p IN ran: : Brie — hale Î Í A
p ei LM 4 TT TN | mn) en dt PD
fl F | | EE ENZ EF PEER RN B rf TTET 5
ee ENE ONE LD OLE EEE BELEE SEN
In EN eere ETE Pd
A Task 6 TN:
We - TAN /N ASIN A
A \ ane nk a U OE
\ É At w A mA zj Ie Dan Ri be d
EE: 1 , ven Lr Aa | Ä 5 he B, "an Jen
5 Rn RE En EE rà 1 ee f | Na Kien Ee tn
DE Ee NE L neren en \ k ml Ge 2 jr f En kl En
ET en tand nm ES En
A RE
si en OL nn NL en 5 en Pf DE -
Le CM / RR rn an Al ol MES
O3 BN ae ee a pe EE A / 7 bd
EN ( AB |} Mer En sE B k er AN ON en Dn De Ë
a es RS NE dl 4 fi Pe a : À en | „_ mn Hi Pen Rent
A ER gen Fon Ee Rh j En p ed - he NE ‚k jn
« mn | Tt et styf AN MM - f : ee Ee
id MEN Pet MN Ee ee gen ilk
Li ij Fi Fen | ë En ij A Es IJ il | 8 hiet Pr aa: el ree Se 5 _Á | 3 pe as
EMR is De 5 Oane.
Start bouw EMA-kantoor op 28 mei 2018 Pe De a LN Ae 5 JD We
Foto: Marcel Steinbach == aft SL kn RS Er Bel d -
Pd Te Der d ii’ - ar / RE et NL
6 Rechtbank in aanbouw ee pe 1 pr hd f et kn
Foto: Marcel Steinbach Í fi ener B ef Ad =e
Î p B nt 4 n zi Pr pe le
É í Pnt OO AA PP
* In Gershwin zijn drie appartementencomplexen in aanbouw, te weten The George,
The Gustav en Xavier.
* In RAI verrijst het Nhow Amsterdam RAI hotel. In station RAI start in september de
verbouwing van de hal en de uitbreiding van de fietsenstalling.
* In Strawinsky werken we aan het bouwrijp maken ten behoeve van de herontwikkeling
en uitbreiding van 2Amsterdam en het WTC. De werkzaamheden aan het gebouw van
IJ lech
de Goede Doelen Loterij zijn iets vertraagd. Oplevering vindt naar verwachting plaats in The George en
h:
november 2018. We hebben de aanleg van het omliggende maaiveld aanbesteed. en
De uitvoering start in het derde kwartaal van 2018. De fietsparkeergarage Strawinskylaan
(onder de voormalige Vijfhoek) is in mei 2018 opgeleverd en in gebruik genomen. Bouwen aan
woongebouw Xavier
Foto: Marcel Steinbach
mee BE TE ze ON EREN
„menin | 1 SNN N
d Ann OOOH EE EER NEK il
5 Dibi \ Ui ON e |= NN | |
Le Men: 4 AT SEEN NL NN
| ZE OR î TA EN EK \ nn
gnd nr en A ee” BIE En SL Ì B ll \\
ETEN A EN, Wer PS TBE ene ale 4 emt MLR ln
8 EE ne te hete ) 5 ES En es sn Fol! AE é > ET | ss EE) = ä SE
Î | EN ke er : | te PE SNT | et | . MS} BAT
| if IE TE A en Et Mr Die
Ter Lr PE DE EAR é 4 S B EN L Ke AEN ser LA Ï
es 4 Ne Ee MAO Ent | et iN ek LE
eeens EN 7 ï ER SK FA Mrt 55 HOI 4 Eer OS EN ÄL dat & [EL
Ed N PS LEL IPL NAM IADS et DE HE AEN NL iP AN E
ee ad Amen) nn | (en Je je Die ILIAD RN ENE L ä
Er ANR arn MI ee ag ll BP AR ar
AR NS dq EEEN BT De (ID EN ma
EINER NN Ih A STIN el ME Pci | A 1 kte
EE mi EN K: / ê À |: Ë Sl Ee NN TN EE B
ú zl AAN N SSN WOU A16 Ô ELN L Eee en
DE ZSS\\\N N EE À MIAT ee
Ee | / DS eN VA MW der Ee
EEE OOS NU SAS VE TTT TA "SG
4 h | A \
4 er Ke ii an \
JD PA Dame) we
Aid ef En HH a oi) A
KE Es À weke eenn AN
el en a xj Hi LN ME Mn
| EE - =| IG me Ee El NV EENSN LA NIA ii, Á NIV
lo Ed || Bouw HED de DE en | e et
ee TAPE OEE Cal ns nr hen 3 mna Zn
ne! |
Sg s
eme Pe " NeMA House
d Ef EE el TE 0 DONE IE AE HEE nn ER Rel ú januari 2018 met op
EN | Ten EN EA AA kn ne jl b de voorgrond de
; tel Bin I WET VAUBAN INS n u | | en Î a Foto: Marcel Steinbach
Ee ENNE Heee EE
WE CI fi ENE: oo
B wann INE: Slk an
Ie Ee Ne: ee
enn eN 3 bb n ! en je js if Ee ed Bouw Nhow Amsterdam RAI hotel Nm
nr id Ri Ad NE ie Reo zel, k \ Dd ad Foto: Marcel Steinbach
ei EE
/ ES gin
NN: pee Pe OR u
: An Te MRE: In Ae
eN f/ IN RENNO
Es En ON: PI isk NN
3 ES =| EY, HOREN INNEN NN NN
De laatste hand ne AN | NN u ENEN
aan fietsenstalling nn en H| Eh \ f EON NNI
Semil gjken nnn En fg ANNM
Foto: Marcel Steinbach EEn En nn E F | NLA KAA
Openbare ruimte
* We starten na de zomer met de herinrichting van de Prinses Irenestraat.
* De inrichting van het maaiveld van de Fred. Roeskestraat ronden we in de tweede helft
van 2018 af. Dit is een aantal maanden later dan gepland, als gevolg van onvoorziene
werkzaamheden aan gas- en warmteleidingen.
* In de zomer en het najaar van 2018 richten we de De Boelelaan ter hoogte van de
VU opnieuw in. Het gaat om de inrichting van het maaiveld tussen het Nieuwe
Universiteitsgebouw en de straat, de herinrichting van het zuidelijk deel van de De Boelelaan
en vervanging van de riolering.
* Inhet eerste kwartaal van 2018 is het maaiveld rondom het in 2017 opgeleverde gebouw
NoMA aangelegd.
* De maaiveldinrichting Havenkom-zuid is gereed en in gebruik genomen.
* De openbare ruimte boven de fietsparkeergarage Strawinskylaan krijgt een mooie nieuwe
inrichting waar spelen én verblijven centraal staan. Dit ontwerp is tot stand gekomen na
uitgebreid overleg met bewoners en is enthousiast ontvangen. De uitvoering is in de zomer
gestart. De oplevering staat gepland voor eind 2018.
* De gemeenteraad nam een motie aan die ervoor pleit om het groen in Zuidas op niveau ‘top’
te beheren. Hierover zijn gesprekken gaande
met Verkeer en Openbare ruimte (V&OR) en ar ENA ER Hi F - nm
de nieuwe directie Stadswerken. EN =
* In Kop Zuidas richten we rondom blok H At | i , | 4
de straat in, graven we water uit en maken ES 4 EA Eed ke iu
we een kade en brug naar de synagoge. en EE Nen pT
Najaar 2018 is het werk gereed. De eije A \ eednchas
Zuidasdok ie 4 en ee
De projectorganisatie Zuidasdok, een samen- ns hee we Ò td eens
werking tussen gemeente, Rijkswaterstaat we An LES wan 4 ak tE En
en ProRail, realiseert het project Zuidasdok. en Jeen nn =N
en ee An
Voorbouwlocatie voor de Brittenpassage
Foto: Marcel Steinbach
8
MD
en et mn fn nn Ee e hen ene en En en
Ene ee nn eN mr
le d  nn
el ie ; En CRD 1 rpg
e- IN A ELL
VD 5 er D \ 5 fl ii Nl
d | 7 d en = IJ d El Lu À jE F3 sl ap en Ee di
NS JJ A B) U B Es ne B it 8 É je | EE DE à 5 5 E
Tes M/M re an & / AA SE O7 ed. a
A % me Me = a DE = à B zn c en k e as A Ee 5 De Sn ar
Krt EEN KAN AS Be ee Ee en, s EES ES = En R | | E be El 3
el SL ns e= r nen Es en : A ins En E z ie
Le Ck e jd ES | pr ; mn k Ee Kl dÁ
(SLesl AV INE EE
ee, ef EE, 8
Be ed jpk P Ondergrondse fietsen-
Ì ml stalling Strawinskylaan
Eid ten vlak na de opening op
en 7 mei 2018
dd Foto: Marcel Steinbach
De projectorganisatie Zuidasdok kent een eigen verantwoordingscyclus (twee keer per jaar
rapporteert ze aan de gemeenteraad). De dossiers die in het eerste halfjaar van 2018 specifieke
aandacht en afstemming behoefden, zijn onder andere het toenemend aantal raakvlakken
tussen Zuidas en Zuidasdok, de metrobeveiliging, de mogelijke uitbreiding van station
Amsterdam Zuid met het 5e en 6e spoor en de hulpwarmtecentrale op de Sporendriehoek.
Het managen van de raakvlakken met Zuidasdok is intensief en omvangrijk, ook omdat er
steeds meer bekend is over het ontwerp en de bouwlogistiek van Zuidasdok. Vooral voor de
kavels direct grenzend aan Zuidasdok, zoals in Kenniskwartier, Ravel en Beethoven is veel
afstemming nodig.
Omgevingsmanagement
De samenwerking met bewoners(verenigingen) ontwikkelt zich goed. Met behulp van een
subsidie van gemeente Amsterdam wordt het Bewonersplatform Zuidas in staat gesteld
zich te ontwikkelen als een platform van bewonersorganisaties. Met de buurtverenigingen
van omwonenden (de Irenebuurt, het Beatrixpark, het RAI-gebied) en de besturen van een
groeiend aantal verenigingen van eigenaren van appartementencomplexen in Zuidas voeren we
constructief periodiek overleg.
Communicatie
ae * De communicatie is gericht op open en
ì | Ik realistische interactie met de omgeving en
DE NN \ A Ô op gemeenschapsvorming. Een pilot met een
5 4 hb Nij en ha g app voor bewonersparticipatie (LetsOpp) die
G A HN MA ®& N i startte in mei in het deelgebied Gershwin
# pr ee \ ANT En RE verloopt tot nu toe boven verwachting. Van
EN ï pe lg K/ de circa 900 bewoners nemen 200 deel aan
Á N $ Ee een dialoog over de vraag hoe de openbare
WS Eh D# ruimte in het gebied het beste kan worden
Á | Nn DP } , ingericht. Er zijn zo'n 450 ideeën gedeeld.
fs Pi De,
j. EL AE /
brfeadse CAE
Dialoog met bewoners over Verdi
Foto: Marcel Steinbach
EEE an
== A ET DE En cil , : ®
me: 4 in 5 pt ge in PRE rd A
er - fd { ; A n a ES Vs A el | ' D ” "
TTA ak P- Aaf AAS Oo KR Tae t
A | E A Ale eN IC nk
| : TE kil ce en Er. u E ere Ln a hf KE i ) EN en , Shen, 4
ad er e= ne 5 L. d en S AN ze
pe erder 6 ERS e
Nn ee BIA
| pf TS es Kern nn 2 4 Sl -
Û 5 ä | Bk CE Ramne Tt nd == BA ri A
a 3 ne RS eeh AS
At an BE 5 _— hk er Lm
A nds x / a 4 E a |
$ N NA tg Ì
een p 5 n° A TAS tm a Ö
S ( ES PAN
a We ' 2 f E 6 IN
en ON 5
Bezoekers bij de
maquette in het . . . . . . : : : :
Amsterdam Zuidas * De website zuidas.nl die eind 2017 online ging, bouwen we verder uit. Er is Engelstalige versie
Informatiecentrum . . . . : :
gemaakt, vanwege de informatievraag van de internationale gemeenschap in Zuidas. Andere
toevoegingen volgen, zoals een evenementenagenda en een bibliotheek. Het bereik van de
website steeg van ruim 5.000 bezoekers per maand bij de start naar 12.000 medio 2018. Ook
ons het bereik op de social media groeit sterk.
* Belangstellenden weten het Amsterdam Zuidas Informatiecentrum, in de centrale hal van
het WTC, steeds beter te vinden. Sinds februari is het informatiecentrum 24/7 telefonisch
bereikbaar. In het voorjaar startte het informatiecentrum met rondleidingen die in het
teken staan van architectuur en groen. Met twee scholen in de buurt is een samenwerking
aangegaan om leerlingen meer te betrekken bij de ontwikkelingen in Zuidas.
Internationaal en ambitieus
* De Visie Kunst en Cultuur is afgerond. Hierop volgt een uitwerking in een meerjarenplan.
* De GET LOST Art route ging in juni van start. Deze kunstroute toont kunst in de openbare
ruimte en slaat een brug tussen het bedrijfsleven en jonge, talentvolle kunstenaars.
* Amsterdam werkt aan een geactualiseerde kantorenstrategie. Deze gaat ook in op het
uitbreiden en versterken van Zuidas als internationale vestigingslocatie, met een gevarieerd
economisch profiel. De stadsbrede Kantorenstrategie krijgt een apart hoofdstuk voor Zuidas.
* Op de website is een pagina voor bedrijven opgezet, een corporate brochure gemaakt en
gezorgd voor meer (Engelstalige) content.
* Zuidas was aanwezig op de Provada (vastgoedbeurs in de RAI) en is in oktober aanwezig op
Expo Real (vastgoedbeurs in München).
* Verschillende ondernemers openden hun deuren, waaronder de Zuidas Apotheek, Loetje,
Lebkov en Doctor Feelgood massagesalon.
10
| ES Ï rme Je
4 RK En, 4 "
1 je Pp
DE Î a ä
Ì _N me 2
NE R 5
| Ï | - Ì Zi hik
| AN ams „ Sor be ee
| H | i A Â » Def fes TE |
E OOR | u : Ee |
Ef 8 é _h Wins d al e EE Y
Á ij | | î bnn Ee Ze | ij!
EE | ng á ek
| Ï \ ge } \ En
DH (| A
8 Ha Ee zj Fn Ee
B kb E KE ne bk: : men Ri
nn _ A nn |
: Eerste apotheek
Foto: Daan Jansen
Een levendige woonwijk
* We werken aan de vertaling van het nieuwe stedelijk beleid ten aanzien van
woningbouwprogrammering (40% sociale huur, 40% middensegment huur en 20% vrije
sector), de verwerking daarvan in grondexploitaties van Zuidas en de inpassing in de
stedenbouwkundige plannen.
* We droegen bij aan het verlevendigen van Zuidas, onder meer in de vorm van kunst
(de GET LOST Art Route, sport (de opening van padelbanen), evenementen (WeMakeTheCity)
en gemeenschapsvorming (Zuidas Engage).
Verbonden door groen en water
* Het Groenplan is in het eerste kwartaal van 2018 vastgesteld door de gemeenteraad.
We werken aan concrete maatregelen, zoals het vergroenen van Mahlerplein Zuid,
vergroening en herinrichting van Europaboulevard Oost, van Amsteloever/schoolplein, het
Hoogenlandplein, de Claude Debussylaan en de De Boelelaan Midden.
: = RK [ e
| | | Ss sl KIR Fz. |
È Hi en F dr PE lee EN - | ri
ï == il Ee eerde rh)
en nn IE ER ge
ik EO
5 8 | GERE Nr Ee
r eK AN On Ns
AN ER ERN En IRE NA REN
re Ee EN Een Ie ' en K re f
7 k Ser hete = er ief Veie A En À FE
| ouer ld zi Zr ee VA Hg ETA, Ve
ne de 50 mn NE GENE SND AE A Nee
En | Ta mma be En we HS ERLE ENE ager Pete : n=
| hk [> > zg 4 pn ln Se E 8 ej eh Ee . gs -
DA | aen
re B ARE EE
9 eden 0 Md En
UT DE ae aen KDE En
Í if | En ES En
bs BR = î ú 5 ni Een zE en
ee A eenn
N 5 ms, GI E Ak Û Ee
| De en NE PS Dn
ee MR nee
it Ser | ze P Ens
rr AN ee
tE ee EE Ee ennen
Ed Eg 1 CE ennn
ak eeen
ESD iv EE en ee OO Visseninde
Ee TA AP NE De Boelegracht
B É min: ee ene ne Foto: Kees Winkelman
ni
INN |
HINA Nhant dale $ 4 k
HIN aan ak A, En ee
| 4 NEREMENNE eb At £
INE ERE RORRRANDE® pen # 8
L Hi BERNE in 4 À vd
IKE PPN EE BA Os OO
IERSE: Rn, VA RN VEA BE
I Sn RCN, ke ede ARMER Ee, Ps rd
U 8 d RN EE Pe gd BR DE FL
| RAA EE IE et mat ú AE
IIS Bi EEN tet ie Te
k Ot Kn Oe
" a \ lr ls EP ti * id Ed TE. Ee 1 A di Pal a LL #
at WE aj he AEMEE APE DEL be. He PE no | L
Ee ONE ESE BERT Ee en
ee re EERE El A RE bre f
VAA Ten Rl EPR Lt RE, VR VR
HTp. Pe ed KE LL TR (z ES WPT ERA
He Rr BDA a Ie Nen EN A A WEER
NS de U AT qe Ge Wad
PF eN jak ‚% e en EB ih Nier (rn er Zi \
fe _i N r, ie NG 4 Él MG Pii, es ek at:
Í E , RIN (1 zh h 8 im PE ek
ie a Oa B EN dmg 1 BN Att A:
ee h hin A hr B bar Sed LME E
Rt 5 PIE DA a ) i kN #i Ed Sat NEN Belk.
| Ee RNN UU ME Nar
7 OE EN lg tk EN: dl le! AK br
NN VEREN ER ie Ge EE: TE
dee Pe MAM er EN edn PRE ten Pe | EE ha
Re er Eh EN INN RR ee Tk
oe Se A ie! aj A En Ir hs Ee A EN pee! be
k 4 45 5 pe 4 5 r ee A EA Sd nl $ en Ees et +
s bb mn in 5 Ù k Ka aren A AN A n
cr fi í ; se AE lS i dT
al of 4 n : À A De el Ll EN
ij é q 4 d £ n 4 Arcs e : ; es 5 N . EN ee = Li Pp ES
Jee nen en ne Ee ina ee be, NR en
Daktuin van Circl na „ iks hen t, Pe Le Be, 0 oes wed eh
op het Mahlerplein 5 d : he ln. Ee nj ki
Foto: Jan Vonk Pd : an
* Voor slimme en schone distributie is samen met V&OR een projectplan opgesteld, dat we in
het derde kwartaal bespreken.
* De inventarisatie van de laadinfrastructuur voor het opladen van elektrische deelauto’s is
in samenwerking met V&OR afgerond en wordt in de tweede helft van 2018 aan de directie
Zuidas voorgelegd.
* Het warmteplan is in concept gereed en gaat eind 2018 naar de gemeenteraad.
* We werken aan klimaatadaptieve maatregelen, zoals rainproof ontwerpen. In samenwerking
met Waternet, het Ingenieursbureau (IB) en AGV (Waterschap Amstel Gooi en Vechtstreek)
ontwikkelen we een integraal watermodel.
ern ve ten Ì ==, ER
ZE dl WE EN
r zeen mn Er , annnnnn nnen { lk dd hij | seh ki
ä Een : q Ee peusnnnn E li T en ' IBE 2 / >
8 been 0 lslallellelekeheeig ie Te } E == Ì
| earmnrrzecnnnndj elf ee | LN | RTE
| ij E EEn fi | E
1 LI elf
rn FUEGHGENEEEED nn I ,
| ì p LN G nanunnnnnes! E (7 San I / m! L
8 LE En ij Nien E
Tan
|t ale, NN iel, | fy
Fi | R ii he _ Ld
5 Id ven Ei Ln j- awe) it Ti:
Ì n MR ee | Î el
Kim | Ni ï IE | CRN | wá 4D
| } LL 4
zl Ì al mg Sb
> : / / j rm | aam t % | ij | | =
Ee am zl
Ee \ | 7, L | ADD | Dn: BE l | 4 di I | | Ee
lj lj f Rak | BEHEE OLILEN
nt it al | Dn {
pr | En hd RN =|
Be id Í Het fi a Ü
Á J rh 4 al: NE ij Wel oan r et S , 5 e
Tek MENE ANA: de Lee Â
à lj d / JP, Î , ne, K Re: nnee \ =e
kei, Nik IS k zh On hl EN B DR
DE ee elen ke
N Ee At Pip AN / A A Kit p, id r PS pe AA Ta a
A OVOM AE NOOD CED 10 NN ee ZAL
zlN al RELOAD 1 WER Apen 0 ere ij ' IK ZEN
ha it PRE NORD nd ms Ad Je il,
À,
Uitzicht vanaf De Boel \
Foto: Jan Vonk
Tulpendag in de
12 Claude Debussylaan
Foto: Marcel Steinbach
Kiezen voor fiets en ov Be as ne ET En an
mm Ì Les. 5 clk hen GR zn se aj
e In mei 2018 is de ondergrondse fietsenstalling Eme Ha ERE A 7 kP t
, , … , le ORR al Bee | AN % Lr
Strawinskylaan (onder de voormalige Vijfhoek) in a meere nn Á ME
re > dit ni ren 5 Kr ri, Ur EN di
gebruik genomen, met ruimte voor 3.700 fietsen. Het KS nn Ea ef ee Wk: Bel 7 RENN art D
is de derde stalling nabij station Amsterdam Zuid. IN a ne! a Á _à, X ee
TO EN er: bri Ae Lb AE espace.
In april vond de tweede Zuidas Mobility Experience mie jn Ges: AL n
plaats. We volgden 75 deelnemers die een maand Ö Ad pe jj} | has Kr AS ek
lang hun (lease)auto lieten staan in ruil voor een En (Den Tr \ 7) HS Dn Dr
rene : ES ” gn ' Vm al E f BE „mn
mobiliteitsbudget. Onder een deel van de doelgroep is Nim (, N | rf / IA | Be
een gedragsonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten zijn Anr En Xe 4 li F 2 ee Eend
Sl Pi N hef Ja NE | # PA Ain en
halverwege 2018 opgeleverd. EE ES ee {AN sk, IAN Pre ERE)
* Inhet kader van het project Mobility as a Service 5 Je TEN / DMD De, JA Tina
PMR Oe AR, Sm Ia mm
(MaaS) voerden we het afgelopen halfjaar een SE STE Sd : ie (ki BE OO
aantal acties uit. Met werkgevers is op 15 maart een rd A Ke MA 15 VEEN Ae A NS EN:
samenwerkingsovereenkomst gesloten. De afspraak is Cp Rd Ei Ï 3 =
gemaakt dat de gemeente (samen met het Ministerie RE pr Je EM mi 4
van Infrastructuur en Waterstaat en de VRA) een & Ed DN zer : _— 5
MaaS-dienst aanbesteedt en werkgevers deze SE Boer | EA ì
aanbieden aan hun personeel. lis En
Ken: Pe Pal |
* Amsterdam wil het aantal parkeerplaatsen hs HN ek q i
| A! "AE dt
terugdringen en daarmee het aantal autobewegingen. EN BAE es pig Hs! Ji |
ai | MARKEREN: A DN RAA |
Er vindt onderzoek plaats naar een dynamische RR REN Ke ge rie Pe Vs ie
parkeerbalans voor Zuidas. Deze gebruiken we om te | | | / Ed À SS |
kijken hoe de parkeeropgave binnen Zuidas optimaal ï Es e | EEN Ee t
kan worden ingebed in de gebiedsontwikkeling. Met h 8 | | ij ‘ 7 \ Kij} kl ie
. . É k RER ik '
Ruimte en Duurzaamheid (R&D), V&OR, Parkeren en | IN u Erne
Grond en Ontwikkeling (G&O) studeren we verder op IR | P 4 Ì Nn
het realiseren van publieke garages in Zuidas. £ Ee
P, ij
* Samen met de Green Business Club, ORAM, Hello PA py RE
. . TK E DN 2 hi SES
Zuidas is er een programma opgezet om onderzoek te a le B | AN d ARE
doen naar het aandeel van logistiek in het totale aantal je HD Ni; 5 Ne
verkeersbewegingen in Zuidas. De Topsector Logistiek EN: daf Sf Ad | vA SAN >
is betrokken en er is draagvlak onder bedrijven op a AS SN A 4 FEEN
directieniveau gerealiseerd tijdens het CEO-ontbijt met vee EA AN =ò dd / H AN
. . . is 5 Û a gnd A Ee MS end
de ondertekening van de GreenDealZES in mei 2018. ( Mi EEN ene. NTS | En oe f
e De fiets speelt een belangrijke rol bij het in stand id Vn UR jE Ei hl | ee nel
houden en verbeteren van de bereikbaarheid Em ol rn AT en ER ed He dl
, , , , nn ach di TTT
van Zuidas. Doelstelling van het actieplan Fiets Ed Erf ES | df ee |
Eren em |, fe Ll
is het verbeteren van de fietsbereikbaarheid van ee mt Ie
het gebied. Hieronder valt het verbeteren van de =
fietsinfrastructuur in en rond Zuidas en het verbeteren B ek f | ee: Ee
van de fietsparkeermogelijkheden in het gebied. Bn Zn BRA | Ge
eend Va en
be A À je a
A AA AAA
Laadpalen voor elektrische De NoordZuidlijn arriveert Deelfiets Hello Bike
taxi's op de Strawinksylaan ook in Zuidas (21 juli) Foto: Kees Winkelman
Foto: Kees Winkelman Foto: Jan Vonk
13
4. PROGRAMMA EN FINANCIËN
In het Werkplan 2018 is de verwachting opgenomen dat in 2018 in totaal voor circa 94.000 m?
bvo programma grond in erfpacht wordt uitgegeven (exclusief parkeren), onderverdeeld in
de vastgoedsegmenten wonen, kantoren en voorzieningen. Hierin hebben zich enkele kleine
wijzigingen voorgedaan, waardoor het aandeel kantoren licht is toegenomen en het metrage
voorzieningen iets is afgenomen.
In mei van dit jaar is de kavel voor het EMA-kantoor in erfpacht uitgegeven in deelgebied Vivaldi en
in deelgebied Kop Zuidas is, ook in mei, een kavel uitgegeven ten behoeve van het nieuwbouwproject
Sud (commerciële plint met daarboven 45 koopwoningen en een ondergrondse parkeerplaatsen).
Voor de tweede helft van 2018 zijn twee transformatieprojecten voorzien (bestemmings-
wijzigingen en uitbreiding metrage met een meerwaarde op de grondwaarde). Het betreffen
de herontwikkeling en uitbreiding van 2Amsterdam en de uitbreiding van het WTC-complex in
deelgebied Strawinsky. Vooralsnog is er geen aanleiding om de huidige prognoses ten aanzien
van de in de tweede helft van 2018 geplande uitgiftevolume bij te stellen.
In de tabel is de voortgang van de gronduitgiftes gedurende het eerste en tweede kwartaal van
2018 weergegeven. Ook worden de gerealiseerde gronduitgiftes vergeleken met de geplande
gronduitgiftes in het Werkplan 2018.
EE Bijgestelde Realisatie Realisatie
Programma in m? bvo Werkplan 2018 prognose Q2 Qlen Q2 Qlen Q2 in %
ED, Totaal 94.000 94.000 45.000 48
en prognose
- he =, me mmm
3 ER
el ei Pk Ln nT #
RN ne EN fg ERE
ENE Am nn es B
Dee dn dn
5 zi A En Bres a Ee A ee Ee Ne nn
eld en En [ ne ï
Ee Ee 5 Ô ok 2 rd
en Gn A Er
= - ee Pen ps pr: FP Mr in
EA El En,
REN en ge
PS Mm Ee
Vk kn eline Tae dad NELE
Ne ee SN
in je 5 il en BE ji i 5 E En En en Ei ,
ze pr Et : Na af eer PR VA
S 3 ' TT n ES 4 5 e sn ME 5
14 Ë » EE 7 = « ed : en daa tete zn Ed Ke
| Ee ee PR Ne Ms
sl EE EE EES
Financieel overzicht
In deze rapportage worden de gerealiseerde kosten en opbrengsten in het eerste halfjaar
van 2018 afgezet tegen de begroting uit het Werkplan 2018. Daarnaast worden er prognoses
afgegeven voor de verwachte uitgaven en inkomsten voor 2018 in zijn geheel.
Opbrengsten
In het eerste halfjaar is er voor € 101,9 min. aan opbrengsten gerealiseerd, wat overeenkomt met
62% van de totaal geraamde opbrengsten voor 2018. Hiervan betreft € 100,6 min. opbrengsten
uit gronduitgiftes en € 1,3 mIn. overige opbrengsten.
De optelling van alle geraamde opbrengsten kwamen in het Werkplan 2018 uit op bijna
€ 161,4 min. Omdat allerlei ontwikkelingen kunnen leiden tot vertraging in gronduitgifte of
bijstelling van grondprijzen, zijn de verwachte inkomsten op portefeuilleniveau conservatiever
ingeschat. Bij het opstellen van het Werkplan werden de grondopbrengsten voor 2018 geraamd
op € 113,0 min. Na het verstrijken van de eerste helft van 2018 worden de grondopbrengsten
(optelling van de realisatie in de eerste helft van 2018 en de prognose voor de tweede helft)
geschat op € 148,0 mln.
Kosten
Van de bijna € 63,0 min. aan geraamde kosten is na een half jaar € 27,3 min. gerealiseerd.
De kosten zijn uitgesplitst in kosten voor verwervingen, uitvoering, voorbereiding en toezicht
en proceskosten. Alle verwervingskosten zijn gerealiseerd en vallen lager uit dan begroot.
De uitvoeringskosten lopen met 31% achter op schema. Deels is dit te verklaren doordat een
aantal omvangrijke werken en bijdragen voorzien zijn in de tweede helft van 2018.
ST TRS ze
Dn ren ET Dl a ne, Bs oo PE Oi k 1} En Pr
d | n RNN Nn
EE kai B De Gen Es 5 4
K. ï Tú X Ae Ld En 2 5 Li ke Á Í Î
kk k len Pec IRS." ;
ih hd Aa me # | (f } - foo, Ù B
f ee: pe 5 et | aaf | il t
zi AET Na 8 - ek NA 2e 8 7 Î \
ene S d
Pr eg Id 5 Rae 4 PE in re
Zie re, Ee ed ENT Re f Ï h
se ed Ns mi >
an, 5 ‚ Ee hlerplei
43 ES ed dd EE L b Fa a mj Ee Wilting
Tt e ke Koe -/ Î Ì Ka / d | |
kn 5 15
RA et Ke PO
„
„ee 1
„” 1
e ï
' \
1
1 e-T……eemmcasaaaen ns
' Ü 1 pees AeerT 5 en Lt 2e
1 1‘ „„” et 41 1
: Te ii IE à 4
î en a ||| Î À _=
1 e | De; ef meeomnnnensssnese nn
d _k | Ä 7 je: dl 8 nn nn nnen ' m í
1 nn 5 al Mi: U
} Me neee TRE
; Co ji: ge IE
1 VI dl |
E Gs eN C
| ra |
1 en je Ï 1m E
BELL ln aen
en î 7 It ee en, Sen | e
em: 4 Us ee, nn ; 7. == BN msn
NL ® ‘ ) di 3 et nd
\ $ be | gr Wi
Se se meen Ì dh |
EN melk Lt ee
zerseef em U engpnannnsn:
Dad Ne hj Ik memmen RR E if EN
ene oi Dn u nn en
5 mmm F Ee B ij | Z.
En ss MR --- T en rj
EE zi | Oz pn Al B OZA U
ee P Ì Ein rk SA KN
mm ee - : ï : LA : |
- 5 a Un er mn he md HT
mnd Eid à rr d e°) ep je eens Inns Edse elssn SRR OO \ mms.
“ai „/ ”t ; elk À Se geeen nn genegen
1 de ed TE: : Aert 4 E of
Ne L q ES sle ke 5 Û fs 8 3 ij Hi je
1 eije oja Ä 8 me B jb en:
zl nnn ” nn e }
‘ s En 7 ns Gi hennen nnb
ï == E 3 a Mr = BES Eh e 5 pmm ee
{ sE | Bl f nd '
elk | gel ; Hi
' 0 5: me = al, t Ei Hi
ü 0 EE 4 En kie
lk (Se Li:
| RE ens iere
; | Í S= í en sets
u emme | 3 î Ee ‚t
„°° LT Ad Ee) ï Ù bb T Ke ne LL | {
- OEI , ii
„ Ui [ d N k HRe dl
‚af Û oib o ï k RE Bis Ja
„ i k 0 ee
ô eeeh Les | | Ir
„ „ema 5 Ma 1 gi Ela BN | AE pd
ee“ ge Seemeemeemeet d 5 4 Ù Ï ennn a NS 4
ke. # 1 TI 1 besmnennnnnnn n n veeeseveeensssassssnntd
& De 1 1
4 , bmm d
on en
CJ Infrastructuur in uitvoering - 2018
WEGEN: WATER:
a Werk onder kunstwerken, Piet Kranenbergpad: 2017 - 2018 Vv, Aanleg duikers AJ. Ernststraat: 2018
b. _ Herprofilering Fred. Roeskestraat incl. K&L: 2017 - 2018 w. _ Aanleg De Boelegracht tpv. Gershwin kavels 9-15: 2018
c. Schadeherstel Parnassusweg: 2018
d. __Maaiveldinrichting Prinses Irenestraat oostzijde: 2017 - 2018 SPORT:
e. Uitvoering fietsverbinding RAI: 2017 - 2018 (indicatief) Xx, Herinrichting tennispark Joy Jaagpad: 2017 - 2018
f. Van der Boechorststraat en tussenstraat (project 13b): 2018 yl. AFC, aanleg nieuw hoofdveld 1: 2018
g. Herprofilering De Boelelaan zuidzijde incl. onderheid transportriool: 2018 y2. AFC, aanleg nieuw veld 3 op parkeergarage Ravel: 2018
h. _ Aanpassing fietspad Beethovenstraat: 2018
i Herprofilering Vivaldistraat noordzijde: 2017 - 2018 WERKTERREINEN:
A. _ Werkterreinen Zuidasdok: 2018 - 2028
TRAM: B. Werkterrein Zuidplus: 2018 - 2028
jl. _ Vervanging rails tramlijn 4 ten noorden van Station Amsterdam RAI: Q4 2018 C. Bouwterrein Noord/Zuidlijn: 2012 - 2018
j2. Vervanging rails tramlijn 4 t‚h‚v. tramlus: Q4 2018
ZUIDASDOK:
K&L: Z. Zuidasdok: 2018 - 2028
k. Uitvoering werk IJsbaanpad (Waternet): 2018
m. _ Aanleg nutsvoorz, (o.a. 20kV tracé) in noordzone fietspad Strawinskylaan: 2017 - 2018
n. _ Verleggen K&L Eduard van Beinumstraat t.b.v. bouwrijpmaken 2Amsterdam: 2018
o. _ Bouwrijpmaken WTC (incl. K&L): 2017 - 2018
p. _ Vervangen riool Beethovenstraat (Waternet): 2018 - 2019
ql. Aanleg diepriool fietstunnel onder Europaboulevard (Waternet): 2018
q2. Aanleg dieprool richting begraafplaats Zorgvlied (Waternet): 2018
r Schakelstation bij Deloitte: 2018
5. Stadsverwarming Van der Boechorststraat (tot AJ. Ernststraat): 2018
t Menz-ring 1e fase, Liandon 20kV (Ravel): 2017 - 2018
u. Vervangen stadsverwarming NUON warmte: 2018
rm man hd
FE meenesanre 8
boen jee A
f ek
| 8
p j
j an
| ®
se
Ì Ek
| F e «
} mg
dn, remmen Ke EN. e=
KE [| el A Et il “Et?
KL Í ï ï a > B de
LG En : d B A bet IJ dE }
45 ï À al & \: ni 5 me ga 8
Ne | Na AB zi | Saabs
nn ER tss md: ï med
= nf EE eos
Ei rise me tmf dl 0 B se î
rl ee En NAE bf Tan |
tk 5 A Bf se 1
dei Z, Arke 4 Î | u
En — === Í ams er! Dn KE ES js 8
En ze mn Pl a PP | !
ea E BE 8 Nemen mensee=enn —__n er mn Ee if 1
Ee PED e nn tl '
II Ten : en nn > 7 |
5 ifs en U e Í is | 1
ennn ne nn dl sn Oi U nn AE-S n Ë 1
mmm Dn fn If _… SE 5 edes en A8 à 1
Le zo| nn NN kn
Î = enn — nen Dn WE PSeeseann:
A en * Tr hed: 25M ze !
ms en NG Del 7 8 Rl
en - E in „8, t-:
x KJ EN. MA KU #
ed ne Kn eN zeten ,
% Ge Op, Ee BT p
Je 32 itt Bei is. SP 2 M A x 5
Ej \ mj En NZ Oz NN \i B
| hk sn Hi î B Ae ER MN e
en, wntsnnashnhaas SUN NEemeelers eel: Pe a a a 2 N, : hk #
kk u ki z B Ù De a 9 TK C NN Ne, aa e
meae ET Ü EE WRR
SG ORAt Sr | FE Uelh Se NNT G
Kee À 4 ij Tm NE
N he ! ih Ef zen EE. N h. Ge Ne Ba
EE Ö 1 Ke oet B Dn ee er)
Bel 88 EN. Nx he Nn
=susssvessereesseeesterleeees / en Bij oh B | En Ve
-szs men) |, rd í Dn, Vh re
Senn Ï OK OM
Venmmasseneet A Bs. N ER, __%,
ï ï 8 Wi. s. 5 Nn %
Ve # En “s Ri
& fe En in
2 an NE OM
ve € et en RE £
mn dt ie q En. > Ne nr
Buen Ô en Si '
En Le Î 7 BENN „/ ® EN
EN U 5 ee
NS Ze ee \
u NE hi
a E „NS
N hr SN \%
We <A
EE Vastgoed in uitvoering - 2018
GERSHWIN: KOP ZUIDAS:
1b. Kavel lb, woningen The George incl. parkeergarage (BPD/AM): 2017 - 2020 24. Kavel C2, kantoor Suitsupply incl. parkeergarage: 2018 - 2020
2b. Kavel 2b, woningen The Gustav incl. parkeergarage (BPD/AM): 2017 - 2020 25. Kavel G1, woningen Sud incl. parkeergarage (COD): 2018 - 2019
4, Kavel 4, woningen Xavier incl. parkeergarage (BPD/AM): 2016 - 2019 26. Kavel G2, woningen De Hoofdstad incl. parkeergarage (Cordaan): 2018 - 2019
VIVALDI: KENNISKWARTIER:
12. Kavel 12, kantoor EMA (Rijksvastgoedbedrijf): 2018 - 2019 27. VUmc, Imaging Center: 2016 - 2019
14. Kavel 14, hotel Van der Valk Zuidas: 2017 - 2019 28. VUmc, Diagnostisch Centrum en Atrium: 2018 - 2021
15. Hoogspanningsonderstation Zorgvlied, uitbreiding (Liander): 2014 - 2018 29. Nieuwe Universiteitsgebouw incl. parkeergarage: 2014 - 2018
30. Hourglass (Bouwinvest) incl. parkeergarage: 2017 - 2019
FRED. ROESKESTRAAT:
16. Gerrit Rietveld Academie, uitbreiding: 2016 - 2018 RAVEL:
31 _ Valley incl, parkeergarage (OVG): 2017 - 2021
PARNAS: 32. AFC, clubgebouw en tribune: 2018
17. Rechtbank Amsterdam, nieuwbouw (NACH): 2017 - 2020
SLOOP:
STRAWINSKY: aa. Sloop autoparkeergarage Atrium/CRI en tijdelijke herinrichting: 2018
18. Fietsparkeergarage Strawinskylaan: 2017 - 2018 bb. Sloop Zusterflat VUmc: 2018
19. Goede Doelen Loterijen, herontwikkeling (NPL): 2016 - 2018 cc. _ Sloop parkeerdek Vivaldi kavel 12: 2018
20. 2Amsterdam, sloop (2018) en verbouw hotel/kantoor/p.garage (Provast) (2018 - 2021)
21. WTC, uitbreiding toren D incl. kelder (CBRE): 2018 - 2020
RAI:
22. Hotel nhow Amsterdam RAI (COD): 2016 - 2019
23. Station Amsterdam RAI, metrohal en fietsenstalling (MET): 2018 - 2019
EE
Mir AN
MEE ATEN OEE
Ii DEL IRE isc HIE Í Ë ME: | NN
HI SEL Í MEE edel | #, : N
| | if it NM | | | L | MEE IN
dell Pa BA 1 in LE TIE EE > use TEA
BEEN | ir Ai A | | JE iN WE | IE EN Ie ve
An rg Sch A EA Am
TTT äm Tor RMA TI EI bn ERE DN 7
IM’ EINCEN ARE W IE ä ES IE Er
Ë TL Deme | H ke n ij - | En ie
AT sl T | L If WE ,N A id ‚EL 5 zi! li 4 ve 8 7 EET
Ue. BAE chardhell Ânes
RR NE - SANG \ A ,
Sen n/ Be S 9 bouwt aan Waal er NEA Ke en
er. ‚de toekomst SEE en
eneen en | CI WR
Er in | | HD NN SAN IN 4 Dn
PSA TL nn EN HRN Kockko BN ml Sh
EN Rt ps Ë 5 Dh) Ü | | A an sf | À Mi 5 Un bn 8 RK ij he i j il a der
Ul epe ts NEN dn A allee Pae EN Vi NR
Her { ej 4 IJ er’ Ì AE | ie L=| Ï } mie E LN | ej | fi id
DE OR lk (LSD eri Ae Kk A
ARE + rar EEE MR Oren AE ES EE > 4E)
ET IE biet wi EA ERVE 5
AS EN hIONMTEEAAE ze
ENG ne rg Eh Ù EA Ì Eli vd ij 3 KAR dl Hi g, ee t EK bl \ L) " bmg E
So SN Ear Meert ll / 17 Vd FAA ij Vl 3
On TEER BO ONS lk e if cf ij IJ EE Ab Jl hAl F0 hens A Ee N Ì Me Ei
ree lint tn is ln! Om Bj } Kl, eam al | en à Ne | he
ii validen ESE eN Nh KS! IJN id a SJ Ne En ij rme e KA | ä 4 EF
ad nn rd Ii js ê\ L Aaf IA Hal Edom He 4 iv 5 pe fr [7 5 4 Le Á 18
Ee En an | Zal LE it Ml „A b NI REE. 5 | 5 3 Sat 5 B |
ES pa on AI Is I= Ke
ED Er OTN UE nl zeil je |
en a dl RA, ST ONIN SRR fs ANC (NEE ee kn
Pr. AEN ee er U NN bored IN
Kan H RE Ne Pr DAN Î ‚N Í a MANNS
Bd en RR m1 ® KR | Mi AN ( AN | ' BN
ann Wets Jade B Me AUT BAN ae | BREN a
rn eN nn RS ant he 4 | AAA Ceep A REN en
0 Mm ENAME SPHE
j | Kk | NN î | eN l Dj | | | Ï ei Fi mild Ane
= ANNE le
AU KEA AAN
Amsterdam Zuidas Informatiecentrum SalfN x KE | | 5 { fe ij | Wrs } dk se oa Re
WTC, Centrale Hal 2 Ni Ei | EN, 4 pr
Strawinskylaan 59 18 oe R Inn |. / ir ER
1077 XW Amsterdam fe We hi | en ij FN Ik . jd Maks 3
Telefoon: 0800 505 1e OR IRE, NINE ea gn
E-mail: [email protected] | ZN ik N- / Eed | | 0 Wi RN
www.zuidas.nl CI 7 HS SN - | Li 4 re
etl Ì rl d É an Kie nf f bi es et
en ZEE NH stik 2E
AT. ZZE TEN ie INL INN AN UT ENE
vd CARE | Se js ld E AE
| e AE en NEER E PE" n
| EE EE
| Onderzoeksrapport | 18 | train |
> < Gemeente
Amsterdam 18 janvari 2022
Notitie Middengroepen in Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Samenvatting
De middengroepen in Amsterdam zijn voor het grootste deel zelfredzame huishoudens en
werknemers. Voor delen van de middengroepen zijn er wel uitdagingen op de woningmarkt en
arbeidsmarkt die gevolgen kunnen hebben voor hun financiële positie, kwaliteit van leven en
perspectief voor de toekomst. Daarnaast hebben deze uitdagingen ook gevolgen voor de
maatschappelijke basis, de economie en de toekomst van de stad. De middengroepen of
middenklasse als algemeen begrip bieden echter onvoldoende houvast voor effectief beleid om
deze uitdagingen te adresseren. Daarom hanteert deze notitie verschillende definiëringen op
basis van inkomen, opleiding, beroep of huishoudsamenstelling. Het gebruik van een bepaalde
definitie is afhankelijk van het te adresseren vraagstuk.
Nog geen sterke indicatie dat middengroepen in de stad afnemen, samenstelling verandert wel
e De definitiekeuze van ‘middengroepen’ is bepalend voor welke trends gesignaleerd en
onderbouwd worden.
e _Definiëring op basis van inkomen laat zien dat de middeninkomens groepen dan wel stabiel
dan wel dalend zijn in Amsterdam.
e Definiëring naar opleiding maakt zichtbaar dat het aandeel middelbaar opgeleiden
vooralsnog redelijk stabiel blijft. De inkomenspositie lijkt voor een deel van die groep
achteruit te gaan.
e Definiëring op basis van beroepsgroepen is zeer complex gezien de uiteenlopende
inkomens, opleidingen en werkomstandigheden binnen die beroepsgroepen en is daarom
niet goed in kaart te brengen.
e Erisonderde middeninkomen huishoudens een toename van eenpersoonshuishoudens en
huishoudens met westerse en niet-westerse migratieachtergrond. Het is hiermee
aannemelijk dat vooral inwoners die ‘tijdelijk’ tot de middeninkomens groep behoren in
aandeel toenemen.
Middeninkomens hebben steeds beperkter toegang tot de woningmarkt
e _Middeninkomens die al in de stad wonen kunnen moeilijk doorstromen als er geen
veranderingen in inkomen of vermogen optreden.
e _Middeninkomens die de woningmarkt willen betreden worden geconfronteerd met
afnemend aanbod en hoge huizenprijzen. Zonder vermogen is het heel lastig om een
koopwoning te bemachtigen.
e Het aandeel sociaal en middensegment in de totale woningvoorraad (zoals nu begrensd)
krimpt door nationaal beleid en prijsontwikkelingen op de woningmarkt. Het aandeel
hoger segment stijgt en het verlies van het middensegment wordt niet gecompenseerd.
e _Prijsontwikkelingen zorgen er voor dat middensegment woningen steeds kleiner worden.
e De positie van lage inkomens op de Amsterdamse woningmarkt staat nog meer dan de
middeninkomens onder druk. Lage inkomens hebben nog minder kansen op de
woningmarkt omdat de sociale huursector krimpt en het aandeel woningen dat zij in de
vrije sector kunnen betalen kleiner is.
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
De Amsterdamse arbeidsmarkt biedt zowel kansen als bedreigingen voor middengroepen
e Op de arbeidsmarkt heeft een deel van de middengroepen te maken met een onzekere
inkomenssitvatie door flexibele dienstverbanden, werk dat verdwijnt door
technologisering, automatisering en de gevolgen van de coronacrisis en diplomadeflatie.
e Lage inkomens zijn nog meer dan middengroepen kwetsbaar op de arbeidsmarkt doordat
trends als flexibilisering en automatisering hen nog meer raakt
e Op de arbeidsmarkt speelt ook dat in sommige sectoren die met middengroepen
geassocieerd worden zoals cruciale publieke beroepen en beroepen in de techniek, bouw
en duurzaamheidsopgave, grote tekorten zijn. Een gemene deler voor deze beroepen is een
toenemende concurrentiestrijd omdat de tekorten ook in andere delen van het land en de
wereld spelen.
Woon-werk balans voor praktische en middelbaar opgeleiden verslechtert
e Eris een verstedelijkingsbeweging zichtbaar waarin meer mensen in de hoog stedelijke
gebieden van de regio willen wonen. Deze toenemende vraag in combinatie met
ontwikkelingen zoals meer beleggingen in de woningmarkt en een lagere bezetting per
woning zorgen voor schaarste en prijsstijgingen.
e De stijgende woningprijzen in Amsterdam en andere stedelijke gebieden in de MRA maken
de toegang voor praktische en middelbaar opgeleiden (die veelal een laag tot
middeninkomen hebben) moeilijker en als gevolg gaan zij zich meer spreiden over de regio
en wonen op betaalbaarder maar minder goed bereikbare plekken.
e _Hetwerk, ook voor praktisch en middelbaar opgeleiden, concentreert zich juist meer in het
economisch kerngebied Amsterdam en Amstelland Meerlanden.
e Deze tegengestelde bewegingen zorgen voor een toenemende pendel met druk op het
mobiliteitssysteem en groeiende vervoersongelijkheid als gevolg.
e _Hoogstedelijke kerngebieden zoals Amsterdam kunnen te maken krijgen met verder
toenemende personeelstekorten onder praktisch en middelbaar opgeleiden omdat zij door
schaarste op de arbeidsmarkt kunnen gaan kiezen voor banen dichter bij huis.
Middeninkomens worden niet zwaarder belast door gemeentelijke lasten of energietransitie-
lasten dan lager of hoger opgeleiden maar ook niet veel tegemoet gekomen
e _Middeninkomens hebben minder toegang tot overheidssteun ten opzichte van lage
inkomens, terwijl hun lasten een groter aandeel van het inkomen vragen dan van hogere
inkomens. Deze marginale druk komt met name door het voorzieningen- en lastensysteem
op landelijk niveau en geldt in mindere mate op gemeentelijk niveau.
e Amsterdamse middeninkomens kunnen gebruik maken van generieke regelingen die de
gemeente Amsterdam aanbiedt om tot meer duurzame energievoorzieningen en -
besparing te komen. Specifieke regelingen voor middeninkomens ontbreken waar die wel
specifiek voor lage inkomens gelden.
e Bij het bepalen van de gemeentelijke lasten wordt geen rekening gehouden met de
huishoudinkomens of vermogen maar wordt gekeken naar woning en/of autobezit en
grootte van huishouden. Alleen huishoudens met een inkomen op of rond bijstandsniveau
en weinig spaargeld kunnen kwijtschelding van de gemeentelijke lasten aanvragen.
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Niet de middengroepen an sich maar gezinnen, creatieve en publieke professionals en
langverblijvers spelen een positieve rol in het sociaal weefsel van de stad
e Amsterdamse middeninkomens hebben niet meer dan andere inkomensgroepen contact
met buren en/of andere bevolkingsgroepen. Het effect van middeninkomens op het
vergroten van kansengelijkheid in een buurt lijkt beperkt. Het grootste ‘middenklasse-
effect’ in een buurten waar veel inwoners met een lage ses wonen en waar meer
middeninkomens toetreden is de verbetering van het imago en de (ervaren) veiligheid van
een buurt.
® Gezinnen, mensen in maatschappelijke of creatieve beroepen of langverblijvers (langer dan
5 jaar), ongeacht de inkomensgroep waar zij toe behoren beïnvloeden het sociale weefsel
van de stad positief. Verdere analyse is hierop nodig om sterkere conclusies te kunnen
trekken.
e _Hetaandeel gezinnen neemt in Amsterdam niet af. Het aandeel jonge gezinnen neemt wel
af waardoor op de langere termijn het aandeel gezinnen kan afnemen.
e _Ditlijktte worden beïnvloed door de woonsituatie voor gezinnen in de stad waardoor met
name gezinnen met middeninkomens en hoge inkomens uit de stad vertrekken. Gezinnen
met een laag inkomen hebben vaker te maken met te krappe behuizing.
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Inhoud
1 Inleiding … ss nnsnnnnnn eneen verrenenennenenrenrereesennnnsnenvereesennnsnenenseenvensnnnnnenenenven venen Ó
2 Wie zijn de middengroepen?… …… … …………..nnsssunssnnnrnerenersenennnnenenneenersennnenen verven vennen J
2.1 Inkomens definiëring … nennen eenen veneenvenveneenenevenenne enen venvenvenveneenvenreneenenveneenvenee Ö
2.2 Opleiding definiëring … nennen vereen enennvenvenreneenenvenvenvenveneenveneneeeveneneenvenveneene 12
2.3 Beroepsgroepen definiëring … nanne nennen venen eenv enen enrenenvenvenvenvenvenense enerverend
2.4 Overige kenmerken van middengroepen in Amsterdam annen eenen en eneen enneenveeneen 15
3 Wat is de positie van middengroepen op de Amsterdamse woningmarkt? ….…………...…….. 18
3.1 Toegang tot sociale huur, middeldure huur en middensegment koop … eeen. 20
3-2 Betaalbaarheid voor middeninkomens … anneer ennen enneenennenenneneneenennerennseenneerenseenennen: 23
3.3 Spreiding, woninggrootte en verhuisbewegingen van middeninkomens … nn. 25
4 Wat is de positie van middengroepen op de arbeidsmarkt? … …… onsen ee reen ereen 29
4-1 Baanzekerheid ………....nnn nonnen enenseenennereenenenneenenneeeeeneenneeneneenennenennenenenenenneennenenneenenneeeennen« 30
4-2 Cruciale beroepen... nnnnnnnenennnrenneneenenennveneneenennenennnnneneenennenennenenseenennenennnnenneeneneeeennen 3Á
5 Hoe ontwikkelt de woon-werk balans van praktisch en middelbaar opgeleiden in de
5.1 Wonen in de MRA nnn anneer eneenvenneneenenenneenenneerennenennnnnenseerennenenneneneenenerenneenneenenseeeennen: 3Ö
5.2 Werk in de MRA nnn nnen neeenennereenenenneenenneerenneevenseneneenenneneneenenseenennnenenenenneenenseenennnn GO
5.3 Bereikbaarheid en mobiliteit in de MRA nanne ennenrennerenneneneenenneerenserennnvenseerenerennner 42
6 In hoeverre worden middeninkomens financieel geraakt door gemeentelijke lasten en
de energietransitie? ……….….…….nnssonsesneneeneenreneesenennenenreenensennsnsnenensernervenvnvnneneere eren hÔ
6.1 Energie (transitie) lasten … nnen neenneense eene vene eenvenenenenseenveenenenvennvennvenseerseeveevenvene ÁÔ
6.2 Gemeentelijke voorzieningen en lasten … nnn ereen erven enveneenenenvenvenneenveneerneenveenen. ÁO
7 Welke rol spelen middengroepen in het sociale weefstel van de stad? … … … ………………………. 52
7.1 Sociale cohesie, kansengelijkheid en leefbaarheid … nennen enen neneenveneeneenven 52
7.2 Gezinnen in de stad … anne noorennverenenneerenensservenenseenenenseerenenseerrnenseerreenseeneeenseerveensenrer DJ
8 Conclusies … ………….nnsuunsesssenneeereneneervsnenenrvennnservennnnersenvnnenrvenenversennnnnenrvvenerervvnneree Ó1
Bronnen .…..nnnnennennnsenennenenensenneenvenennnsenenneneneeneneernennvenennnennenvennneenennenenennennerne enen. O3
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
1 Inleiding
De Amsterdamse gemeenteraad heeft het College van B&W via motie 810 (2019), motie 1285
accent (2021), motie 341 (2021) en motie 359 accent (2021) gevraagd naar de positie van de
middenklasse in Amsterdam en hoe de gemeente aan hun behoud voor de stad werkt. Deze notitie
informeert de gemeenteraad over de positie van de middengroepen en voor deze groepen relevante
ontwikkelingen en trends. Daarnaast wordt uitgebreid aandacht besteed aan de definiëring van
middengroepen hetgeen het debat hierover scherper en concreter kan maken. Specifiek wordt
ingegaan op de thema's zoals gevraagd in motie 1285 accent: wonen (H3), economie en werk (Ha),
mobiliteit en bereikbaarheid (Hs), gemeentelijke lasten en energietransitie (H6). In lijn met motie
810 wordt ook ingegaan op het percentage en de ontwikkeling rondom gezinnen in de stad,
specifiek gezinnen met een middeninkomen (H7). De bijhorende raadsinformatiebrief ‘Inzet op de
middengroepen’ beschrijft de huidige inzet en aanvullend handelingsperspectief voor de gemeente
Amsterdam, mogelijke beleidskeuzes zijn daarom niet meegenomen in deze notitie.
In navolging van het onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid ‘De val van
de middenklasse’, wordt in deze notitie gesproken over middengroepen in plaats van de
middenklasse. De WRR geeft hierover aan: ‘Het middensegment van de Nederlandse samenleving is
te heterogeen en te breed om van ‘de’ middenklasse of ‘de’ middengroep te spreken’. De ervaringen uit
dit onderzoek zijn daarin hetzelfde.
Het is complex om voor een groot deel van de Amsterdamse inwoners met verschillende
achtergronden, banen, levensfases, woonomstandigheden en huishoudsamenstellingen een
alomvattende analyse te maken. ledere Amsterdammer is uniek en zal zijn of haar positie op de
woningmarkt en arbeidsmarkt op een eigen manier beleven. Deze notitie beschrijft
veelvoorkomende situaties en trends en maakt verbindingen tussen de thema's waar
middengroepen in de stad mee te maken hebben.
Over de thema's die aan bod komen in deze notitie is een grote hoeveelheid informatie en data
beschikbaar. De notitie beoogt niet een compleet en uitputtend wetenschappelijk overzicht te
geven van die informatie. Bij het opstellen van deze notitie zijn continue keuzes gemaakt welke
informatie wel en welke informatie niet meegenomen wordt. Leidend in deze afweging zijn de
vragen die in de moties naar voren zijn gebracht.
Leeswijzer
De notitie gaat eerst in op de definiëring van middengroepen. Wie behoort hiertoe en hoe kun je
deze groepen afbakenen? Wat doet deze afbakening met de trends en aannames rondom deze
groepen? Vervolgens wordt per domein ingegaan op de positie van middengroepen: de
woningmarkt, de arbeidsmarkt, de woon-werk balans van praktisch en middelbaar opgeleiden in de
MRA, gemeentelijke lasten en de energietransitie en het sociaal weefsel van de stad. Elk hoofdstuk
begint met een duidelijk gemarkeerd overzicht van de kerninzichten. In het overige deel van het
hoofdstuk worden deze inzichten uitgelegd en onderbouwd. De conclusie verbindt de dynamiek
rondom de middengroepen tussen de verschillende domeinen.
6
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
2 Wie zijn de middengroepen?
e De definitiekeuze van ‘middengroepen’ is bepalend voor welke trends gesignaleerd en
onderbouwd worden. Voor het goed duiden van de positie van middengroepen,
bijbehorende maatschappelijke vraagstukken en effectief beleid is het nodig om van
algemene begrippen ‘middengroepen’ of ‘middenklasse’ af te stappen en in te zoomen op
de problemen die spelen voor delen van die groepen.
e _Definiëring op basis van inkomen laat zien dat de middeninkomens groepen dan wel
stabiel dan wel dalend zijn in Amsterdam. Definiëring naar opleiding maakt zichtbaar dat
het aandeel middelbaar opgeleiden redelijk stabiel blijft. Hun inkomenspositie lijkt voor
een deel van die groep achteruit te gaan. Definiëring op basis van beroepsgroepen is zeer
complex gezien de uiteenlopende inkomens, opleidingen en werkomstandigheden binnen
die beroepsgroepen.
e De inkomensgerelateerde data in deze notitie is gebaseerd op een samengestelde
inkomens definiëring gebaseerd op beschikbare data, afbakeningen binnen de gemeente
Amsterdam en internationale standaarden. De volgende indeling is gebruikt en kan ook in
de toekomst geïndexeerd gebruikt worden.
Lage inkomens €o - €22.700 (huurtoeslaggrens
eenpersoonshuishoudens)/ €30.825
(huurtoeslaggrens voor meerpersoonshuishoudens)
middeninkomens
e Vanuit een inkomensdefinitie benaderd laat de trend zien dat de middeninkomen
huishoudens qua samenstelling veranderen. Er is een toename van
eenpersoonshuishoudens en huishoudens van westerse en niet-westerse herkomst. Het is
hiermee aannemelijk dat vooral inwoners die ‘tijdelijk’ tot de middeninkomens groep
behoren in aandeel toenemen. Zodra inwoners een stel vormen en een gezamenlijk
huishouden hebben, beschikken zij over een hoog inkomen.
Wanneer in media of in de politiek wordt gesproken over het wegtrekken van de middengroepen
uit de stad lijkt het te gaan over een groep met in ieder geval een grote gemene deler die hen als
middengroepen (of middenklasse) aan elkaar verbindt. Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkelingen
rondom middengroepen vanuit een dergelijke brede definitie. Er wordt onderscheid gemaakt naar
definiëring op basis van inkomen, opleiding en beroepsgroepen omdat de meest voorkomende
7
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
definitie kaders zijn die met de middengroepen worden geassocieerd in de politiek, media en
(wetenschappelijke) onderzoeken.
2.1 Inkomens definiëring
Er zijn verschillende definities mogelijk voor middeninkomens. Deze notitie onderscheidt drie
afbakeningen, die gebruikt zijn voor de analyse:
1) De eerste afbakening voor middeninkomens is gebaseerd op de aanname dat de
middengroepen de grootste inwonersgroep van een land vormen. Wanneer alle inkomens van
een land zouden worden ingedeeld in kwintielen (5 gelijke delen van 20%), dan bestaat
inkomensverdeling van een bevolking uit 20% laagste inkomens, 60% middeninkomens en 20%
hoogste inkomens. (NOS, Wie zijn eigenlijk de middeninkomens?)
Wanneer deze definiëring toegepast wordt op het gestandaardiseerd inkomen in Amsterdam
(besteedbaar inkomen gecorrigeerd naar huishoudgrootte en samenstelling), is het volgende beeld
zichtbaar:
Figuur 2.1 De middeninkomens (de middelste 60%) blijven stabiel
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
percentage kwintiel_1 = percentage kwintiel_2 B percentage kwintiel_3
m percentage kwintiel_4 percentage kwintiel_5
Bron: CBS - Verdeling van hoogte van inkomen in Amsterdam in kwintielen gebaseerd op het
gestandaardiseerd inkomen in Nederland
Afgezet tegen de Nederlandse inkomensgrenzen, zijn de middeninkomens ongeveer 47%-49% van
de inwoners van Amsterdam en dit aandeel is al langere tijd stabiel. De verandering zit met name in
een kleine daling van de laagste inkomensgroep en een stijging in de hoogste inkomensgroep.
8
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
2) Internationaal wordt veelal gebruikt gemaakt van een middeninkomen definiëring die vitgaat
van een huishoudinkomen tussen de 75% en 200% van het mediane nationale inkomen (OECD
2019, Under Pressure: The Squeezed Middle Class). Het mediane inkomen is de inkomensgrens
waarbij de groep met een inkomen onder die grens even groot is als de groep mensen met een
inkomen boven die grens. Wanneer dit wordt toegepast op de Amsterdamse
inkomensgegevens ten opzichte van het landelijke mediaan besteedbaar inkomen sinds 2011,
laat dit zien dat de inkomensgroep tussen de 75% en 200% de grootste groep is en stabiel blijft
rond de 55-56%. In Nederland is deze groep zo'n 67% gemiddeld. De groep tot 75% gaat in deze
jaren fluctverend van 38% naar 36% ten opzichte van zo'n 28% in Nederland. De groep boven
de 200% neemt van toe van 8 naar 9% ten opzichte van 6% landelijk.
Figuur 2.2 De middeninkomens (75% tot 200% van mediaan besteedbaar inkomen) blijven
stabiel
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% Ì Ì Ì Ì Ì Ì Ì Ì Ì
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
percentage tot 75% percentage 75% t/m 200% B percentage meer dan 200%
Bron: CBS - Amsterdamse inkomensverdeling ten opzichte van het landelijke mediane
besteedbaar inkomen
Ook volgens deze definitie is een kleine verschuiving te zien van de lagere inkomensgroep onder
de 75% en een kleine stijging van de hogere inkomensgroep boven de 200% en een redelijk
stabiele middeninkomens groep.
3) Binnen de gemeente Amsterdam is geen brede inkomens definiëring voor middengroepen van
kracht. In verschillende beleidsterreinen worden andere afbakeningen gebruikt, afhankelijk van
het doel van het beleid. De directies Wonen en Grond & Ontwikkeling hanteren een definitie
van een middeninkomen voor huishoudens tussen de door de EU bepaalde sociale huurgrens
en de bovengrens van €60.095 (in peiljaar 2019). In het sociaal domein worden ook lagere
huishoudinkomens tot middeninkomens gerekend. Om hiermee rekening te houden wordt ook
gekeken naar de trend met een huishoudinkomens ondergrens vanaf de huurtoeslaggrens. In
9
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
onderzoek dat de gemeente heeft gedaan naar middengroepen is ook nog een hogere
middeninkomens categorie meegenomen die ligt rond de grens van twee keer modaal zoals in
internationale voorbeelden veelal gebeurt.
Deze onderverdeling leidt tot deze afbakeningen gebaseerd op grenzen in het peiljaar 2019:
Inkomens bandbreedte (bruto jaarinkomen)
Lage inkomens €o - €22.700 (huurtoeslaggrens
eenpersoonshuishoudens)/ €30.825
(huurtoeslaggrens voor meerpersoonshuishoudens)
Laag segment middeninkomens | Huurtoeslag grens - €38.035 (EU sociale huurgrens)
Middensegment €38.035 - €57.053
middeninkomens
Hoog segment middeninkomens | €57.053 - €76.070
Vanaf €76.070
Bron: OIS inkomenssegmenten naar bandbreedte (bruto jaarinkomen)
Nb. Het modaal bruto-inkomen (het meest voorkomende inkomen) in 2019 voor Nederlandse
huishoudens lag op €35.000.
Dit definitiekader van middeninkomens wordt ook in de rest van deze notitie gebruikt als basis voor
data-analyse. De beschikbare gegevens over ontwikkelingen in Amsterdam, vooral afkomstig uit
Wonen in Amsterdam (WIA), kunnen ook gebruikt worden op basis van deze onderverdeling. Op
basis van deze definitie wordt het volgende trend beeld zichtbaar voor Amsterdam sinds 2001:
10
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Figuur 2.3. De middeninkomens (gedefinieerd van de huurtoeslaggrens tot 2 x sociale
huurgrens) dalen gestaag
2001 |
2003 |
2005 |
2007 |
2009 |
2011 el
2013 |
2015 |
2017 |
2019 el %
o 20 40 60 80 100
lage inkomens tot huurtoeslaggrens
laag segment middeninkomens tot sociale huurgrens (2019
€38085)
B midden segment middeninkomens (tot 1,5x sociale huurgrens)
m hoge middeninkomens (tot 2x sociale huurgrens)
hoge inkomens (meer dan 2x sociale huurgrens)
Bron: WiA gegevens 2019 - Verdeling van middeninkomens in Amsterdam naar jaartal
In 2019 vormen de middeninkomen huishoudens met 4,2% nog wel de grootste groep vergeleken
met de lage inkomen huishoudens (29%) en de hoge inkomens huishoudens (28%). Het is wel
zichtbaar dat er een neerwaartse trend is waarbij zowel de het lage segment middeninkomens als
het middensegment afneemt. Het hoge middensegment fluctueert maar is in 2019 op een laag
punt vergeleken met de jaren daarvoor. Het hoge inkomenssegment neemt sterk toe.
Op basis van inkomensdefinities laten de verschillende definities een wisselend beeld zien.
Algemene definities en vergelijkingen met Nederlandse inkomensontwikkeling laten een stabiele
middengroep zien waarin verschuivingen vooral plaatsvinden door het kleiner worden van de
laagste inkomensgroep en het groeien van de hoogste inkomensgroep. Inzoomen op Amsterdamse
inkomens laat zien dat er een neerwaartse trend is en dat met name de lage en middensegmenten
middeninkomens gestaag afnemen. Dit verschil komt doordat in de eerste definities naar een
relatief aandeel wordt gekeken (aandeel van middeninkomens ten opzichte van een landelijke
middeninkomen groep) en bij de definiëring binnen de gemeente Amsterdam wordt gewerkt met
absolute inkomensgrenzen die, hoewel geïndexeerd door de jaren heen, niet afgezet zijn tegen
dezelfde grenzen landelijk.
Naast inkomen speelt ook vermogen een grote rol in bijvoorbeeld de financiële mogelijkheden van
een middeninkomen huishouden. Dit kan gaan over het bezitten van een koopwoning, het hebben
van veel spaargeld, investeringen en/of aandelen of indirect via vermogende naasten. Vanwege
11
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
deze verschillende vormen van vermogen is het lastig om dit zuiver in kaart te kunnen brengen.
Bijvoorbeeld de toegang tot vermogen via vermogende naasten wordt nergens bijgehouden.
2.2 Opleiding definiëring
Er is een algemeen gebruikte categorisering voor een laag, middelbaar en hoog opleidingsniveau.
Een laag opleidingsniveau is basisschool of onderbouw middelbare school, VMBO of MBO 1.
Laagopgeleid wordt ook regelmatig aangeduid als praktisch opgeleid. In deze notitie worden —
afhankelijk van de gebruikte bronnen — de termen door elkaar gebruikt. Een middelbaar
opleidingsniveau is HAVO, VWO en MBO 2-4. Een hoog opleidingsniveau is HBO en WO. De
beschikbare trenddata over opleidingsniveau is nog in ontwikkeling en daarom niet van zoveel jaar
beschikbaar als andere gegevens zoals inkomen. Doordat definiëringen en grenzen soms
veranderen en de bestaande datasets nog bijgewerkt worden, geeft dit soms nog een vertekend
beeld.
Uit gegevens van het peiljaar 2019 blijkt dat middelbaar opgeleiden de grootste groep opgeleiden
zijn in Nederland (41%). In Amsterdam ligt dit percentage een stuk lager (29%).
Figuur 2.4. In 2019 is ongeveer 1/3e van de Amsterdamse bevolking middelbaar opgeleid
_|Praktisch |Middelbaar |Hoog |Totaal_|Praktisch [Middelbaar |Hoog |Totaal
476800 _|6864zo __|714zzo [1877560
INL ____Íspaszoo Ísusspo _ |3988760
Bron: OIS 2019 - Opleidingsniveau, absoluut en percentage voor Amsterdam, MRA en Nederland
Wanneer naar het opleidingsniveau gekeken wordt in trendgegevens dan is zichtbaar dat sinds 2013
het aandeel praktisch opgeleiden afneemt, het aandeel middelbaar opgeleiden licht fluctueert
rondom eenzelfde grootte en dat het aandeel hoog opgeleiden toeneemt.
Figuur 2.5. Sinds 2013 fluctueert het aandeel middelbaar opgeleiden maar neemt niet
significant af
50
40
30
20
10
0
2013 2015 2017 2019
Praktisch opgeleid Middelbaar opgeleid __m Hoog opgeleid
Bron: OIS 2019 - Trend in percentage huishoudens naar opleidingsniveau in Amsterdam
Nb. Lichte verschillen in de data worden veroorzaakt doordat deze datasets nog in ontwikkeling zijn.
12
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Wanneer de opleidingen van Amsterdammers worden afgezet tegen hun inkomen in het peiljaar
2019 is de volgende ontwikkeling te zien:
Figuur 2.6. Inwoners met middelbare opleiding hebben vaker een lager inkomen
2011 A
Lage inkomenst/m _ 2013 nT
2015 EE
huurtoeslag grens 2017 En
2019 nd eenn!
2011
Lage segment 2013
middeninkomens 2015
2017
2019
2011
Midden segment 2013 A
2015 7
middeninkomens 2017 A
2019 A
2011 mmm Ús nnn
Hoog segment 2013 eel
2015
middeninkomens 2017
2019 nnn nnen
2011 <
Hoge inkomens 2013 2
2015 mmm nnn
2017 |
2019 nn
Praktisch opgeleid middelbaar opgeleid _m hoog opgeleid
Bron: OIS 2019 - Ontwikkeling van opleiding afgezet tegen inkomen in Amsterdam
Toelichting: Tussen 2011 en 2019 is per inkomensgroep een verschuiving zichtbaar in het
opleidingsniveau binnen deze groepen. Algemene ontwikkeling is dat het aandeel hoogopgeleiden
binnen iedere inkomensgroep groeit. Voor alle inkomensgroepen geldt dat het aandeel inwoners
met een middelbare opleiding afneemt of nagenoeg gelijk blijft. Alleen onder de groep met een laag
inkomen is het aandeel inwoners met een middelbare opleiding tussen 2011 en 2019 toegenomen.
De trend laat wel zien dat sinds 2010 personen met een middelbare opleiding steeds vaker een lager
inkomen hebben. Dit komt door diplomatie inflatie [of devaluatie]; het steeds minder waard worden
van een middelbaar opleidingsdiploma.
Dit overzicht laat ook zien dat hoewel er een correlatie is tussen het opleidingsniveau en het
inkomensniveau, dit zeker niet 2 op 1 het geval is. In peiljaar 2019 is in de categorie inkomens van
38.000-60.000 meer dan de helft van de mensen hoog opgeleid. Het grootste deel van de
middelbaar opgeleiden (42%) zit in 2019 in de lagere inkomensklasse.
13
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
2.3 Beroepsgroepen definiëring
Een derde manier om middengroepen te typeren is door te kijken naar beroepsgroepen. Dit is van
de drie type definities de meest complexe om als gemene deler voor de middengroepen te
gebruiken. In nieuwsartikelen over middengroepen worden vaak referenties gemaakt naar
beroepen als agenten, leraren, verpleegster, de bakker of schoenmaker op de hoek of
winkelpersoneel. Deze beroepsgroepen verschillen in de opleidingsachtergrond die ervoor nodig is
(kan gaan van laag tot hoog opleidingsniveau) evenals het inkomen dat ermee verdiend wordt. Het
aantal jaren werkervaring, full- of parttime werkend, onregelmatigheidstoeslagen,
doorgroeimogelijkheden en andere factoren spelen daarin ook mee.
Een tweede reden waarom het lastig is om beroepsgroepen als definitie te gebruiken is dat het een
individuele indicator is. Het hoeft daarmee niet meteen iets te zeggen over de bestedingsruimte van
een huishouden. Op basis van inkomensgegevens van UWV uit Amsterdam vit 2019 wordt hiervan
een voorbeeld gegeven gerelateerd aan maatschappelijke beroepsgroepen:
Figuur 2.7 Gemiddeld loon geen indicatie van bestedingsruimte huishouden
Beroep Gemiddeld uurloon in €|Jaarloon o.b.v. 38-urige
(gebaseerd op wonend in | werkweek (exclusief
TE
gegevens) toeslagen)
eme
Gemiddeld bruto uurloon | 24,40 50.200
Amsterdam (alle
Amsterdammers werkend in
loondienst)
[MBO IB
Politie | 14940
Bron: UWV, bewerking OIS 2019 - Gemiddelde lonen naar beroepsgroep inwoners Amsterdam
Huishoudinkomen is cruciaal in bepalen van financiële mogelijkheden of knelpunten. De tabel geeft
aan dat alleenwonenden in deze beroepen tot de middeninkomens behoren maar zodra men een
stel vormt worden het snel de hogere inkomensgroepen. Er dient rekening mee gehouden te
worden dat in sommige sectoren veel in deeltijd gewerkt wordt.
Een rekenvoorbeeld: een gezin met de agent en leraar laat zien dat wanneer de een 36 vur werkt (ca.
€46.800 per jaar) en de ander 24 vur (ca. €30.000 per jaar) zij samen met een jaarlijks huishoudinkomen
(exclusief vakantiegeld en toeslagen) van 76.800 al nagenoeg bij de hoge inkomenscategorie horen.
Een derde reden is dat inwoners van de stad niet per se in de stad hoeven te werken en andersom
hoeven de werkenden in de stad niet altijd in de stad te wonen. Het is daarom lastiger om op dat
niveau trends voor de stad weer te geven. Om dit te illustreren nog een voorbeeld: als in kaart wordt
14
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
gebracht hoeveel inwoners van Amsterdam als beroep leraar/lerares hebben, weten we nog niet of
zij ook in de stad werken als leraar/lerares of dat ze dat elders doen. Als er door de tijd heen minder
leraren/leraressen in Amsterdam zouden wonen, hoeft dat niet direct te betekenen dat er ook
minder leraren/leraressen werken. De hoeveelheid beschikbare banen en vacatures geven hier een
betere impressie van.
Beroepsgroepen bieden om deze redenen te weinig houvast voor een brede middengroepen
definitie. Vaak zal dit teruggeleid worden naar of een inkomensgroep of een opleidingsgroep. Er zijn
wel ontwikkelingen met impact op bepaalde beroepsgroepen in de stad die een meer specifiek
perspectief vragen dan een brede focus op een middeninkomen of middelbare opleiding. Hoofdstuk
4 gaat hier dieper op in.
2.4 Overige kenmerken van middengroepen in Amsterdam
Uitgaande van de in Amsterdamse data gebruikte inkomens indeling zoals weergegeven in
deelparagraaf 2.1, kunnen andere kenmerken van de middengroepen in Amsterdam bekeken
worden die een beeld geven van de demografische ontwikkeling van de middengroepen. Deze
notitie kijkt naar huishoudsamenstelling en migratieachtergrond.
Figuur 2.8. De lage inkomens en lage middeninkomens zijn relatief vaak alleenwonenden
lage inkomens tot huurtoeslaggrens ml
8 inkomens vanaf hts-groep tot en met € 38.035 mn
Ke)
ij middeninkomens (38.035-1,5X modaal) el
5 hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) |
hogere inkomens (vanaf 2x modaal) nl
lage inkomens tot huurtoeslaggrens el
3 8 inkomens vanaf hts-groep tot en met € 38.035 mn
Ss 0
8 ij middeninkomens (38.035-1,5X modaal) el
1 w
5 5 hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) |
hogere inkomens (vanaf 2x modaal) ,
o 20 40 60 80 100
alleenwonend stel zonder kind meenoudergezin _mstel met kinderen overig
Bron: OIS 2019 - Huishoudsamenstelling per inkomensgroep in Amsterdam in 2019
15
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Voor de middeninkomens geldt dat naar mate het huishoudinkomen stijgt, het aandeel
alleenstaanden afneemt en het aantal stellen en stellen met kinderen toeneemt. In de lage
middeninkomens groep is het aandeel stellen met kinderen 7% en in het hoge segment
middeninkomens is dit aandeel 29%. In de gegevens over de MRA zonder Amsterdam is een
vergelijkbare opbouw te zien hoewel in de MRA in het geheel meer stellen en gezinnen wonen in
vergelijking tot Amsterdam.
Figuur 2.9. Stellen met en zonder kinderen steeds vaker huishoudens met een hoog inkomen
100
go hoge inkomens (meer dan 2x
sociale huurgrens)
80 l
70
| hoge middeninkomens (tot 2x
60 RES | sociale huurgrens)
50 Ee |
40 Elage middeninkomens (tot
30 | l 1,5X sociale huurgrens)
20 I |
10 = lage inkomens tot sociale
Ï Ú IJ a i ú Ì huurgrens (2019 €38085)
0
AAN Es As AA AN AN AN Es as AA AN
alleenwonend, stelzonder eenoudergezin stel met alleenwonend, stel zonder ‚
: : ‚ . i m lage inkomens tot
<65 jaar kinderen, <65 kinderen 65 jaaren ouder kinderen, 65
. . huurtoeslaggrens
jaar jaar en ouder
Bron: OIS 2019 - percentage Amsterdamse huishoudens naar inkomensniveau en leeftijd
Naast huishoudsamenstelling wordt stilgestaan bij de migratieachtergrond van middeninkomens in
Amsterdam. Onderstaande tabel geeft weer voor elke inkomensgroep wat de verdeling in termen
van migratieachtergrond is. Daarnaast wordt de trend sinds de meting in 2011 getoond. In
toenemende mate heeft het midden en hoge segment middeninkomens, evenals de hoge inkomens
een westerse herkomst.
16
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Figuur 2.10. Middeninkomen huishoudens in toenemende mate westerse herkomst
u 2 DJ nd mmm!
v ® gn mmm
5 5 8 g v 2015 eeen mnl
E 5 D 2017 en mmm
5 2 ZO nl
nw U 2 JN 0 mmm
w 5 8 u DN Á 2013 meen) mmm
TD E oo 3 Ò 2015 meen) mmm
LoasSsN@
E B 57 W 2017 me mm
=p CG 2019 mmm
g U A ml
w 2 8 8 TOO mn emme
2e 2 5 5 201 en el
mene) me!
2 EZ 2017
E TE 20 mn mmm
Sn gy 20 mn nn
= 8 TD & mee nn
vEE Ey 2013
eo E OD 20 mmm mmmenmmmmm
ESL 5 el
0 E Xx 5 2017 mmm
E NE 2019 eel nen!
ncegy 0 nl
50E 201 mm mn
sE pe Dn 201 mn
YVES 201) mn nn
c EX 3 o
nand £ 2019 mmm) mmm 0/5
. Oo . 20 40 . 60 . 8 100
Em niet-westerse herkomst, 1e generatie = westerse herkomst, 1e generatie B niet-westerse herkomst, ze generatie
m westerse herkomst, ze generatie autochtoon
Bron: OIS 2019 - Verdeling van inkomen naar herkomst Amsterdammers
17
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
3 Wat is de positie van middengroepen op de
Amsterdamse woningmarkt?
e Wanneer het gaat om de positie van middengroepen op de woningmarkt kijken we vanuit
een inkomensdefinitie. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen
middeninkomens die al in de stad wonen en middeninkomen huishoudens die toegang tot
de stad zouden willen. Zij die al in de stad wonen kunnen moeilijk doorstromen als er
geen veranderingen in inkomen of vermogen optreden. Zij die de markt willen betreden
worden geconfronteerd met afnemend aanbod en hoge huizenprijzen.
e Lage middeninkomens (huurtoeslag grens tot sociale huurgrens) zijn volledig aangewezen
op de sociale huur sector omdat er geen goedkope koop meer in de stad aanwezig is. Het
midden segment middeninkomens (sociale huurgrens tot €63.237 peiljaar 2021) kan voor
een deel terecht in de sociale huur en de middeldure huur en koop maar dit segment staat
onder druk (zie volgende punt). Hoge middeninkomens (€63.237 -€80.048 peiljaar 2021)
hebben nog wat ruimte op de woningmarkt door de vrije sector huur en koopsector maar
de hoge prijzen maken ook voor hen de woonquote (deel van het inkomen dat aan wonen
wordt besteed) hoog.
e Het middensegment woningen (zoals nu begrensd) krimpt. Dit komt doordat
middensegment huur- en koopwoningen in de bestaande bouw door de
prijsontwikkelingen op de woningmarkt snel wegvloeien naar een hoger segment en dit
niet met de nieuwbouw gecompenseerd kan worden. Daarnaast zorgen de
prijsontwikkelingen ervoor dat middensegment huur- en koopwoningen steeds kleiner
worden. Recent toegetreden middeninkomens hebben een hogere woonlasten ten
opzichte van middeninkomens die langer in de stad wonen.
e Ook het aandeel sociale huurvoorraad van de totale woonvoorraad in Amsterdam neemt
af. Een deel van de huishouden met een laag- of middensegment middeninkomen is
aangewezen op sociale huur.
e _Middeninkomens die kunnen doorstromen binnen de stad zijn daartoe in staat dat omdat
ze vermogen tot hun beschikking hebben (in de vorm van een koopwoning of op andere
manieren) en/of naar een hogere inkomenspositie zijn gegroeid. Middeninkomens die nog
kunnen toetreden vallen of binnen speciale regelingen (beroepsgroepen,
belastingvoordelen voor buitenlandse werknemers) en /of zitten meer aan de bovenkant
van de middeninkomens en/of accepteren relatief hoge woonlasten en een kleiner
woonoppervlakte.
e Hoewel de groep middeninkomens in zijn totaliteit daardoor deze ontwikkelingen nog
niet heel hard daalt, hebben de woningmarkt ontwikkelingen wel invloed op de
samenstelling van de middeninkomen huishoudens in de stad en zijn dit vaker
alleenwonenden.
18
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
De zorg bestaat dat de middengroepen niet meer in Amsterdam kunnen (komen) wonen. De snelle
prijsstijgingen op de woningmarkt in combinatie met een slinkend aanbod in de middeldure huur en
middensegment koopsector worden hiervoor als verklaringen genoemd. Dit hoofdstuk beschrijft
welke bewegingen en trends er zijn en wat dit betekent voor de toegang en betaalbaarheid van de
woningmarkt voor middengroepen.
Wanneer gesproken wordt over middengroepen op de woningmarkt zijn de belangrijkste
indicatoren het inkomen en het vermogen. Inkomen of inkomenseisen en/ of vermogen zijn
voorwaardelijk om toegang te hebben tot de woningmarkt. Omdat er geen goed beeld beschikbaar
is over de aanwezigheid van vermogen bij de verschillende inkomensgroepen, wordt dat hier buiten
beschouwing gelaten. Deze toegang is niet direct afhankelijk van een opleidingsniveau of een
beroepsgroep. Een vitzondering zijn woningen die aan speciale doelgroepen worden toegewezen.
Hierover wordt meer toegelicht in de raadsinformatiebrief ‘Inzet op middengroepen’ die met deze
notitie wordt meegestuurd.
Overzicht van de huidige inkomenseisen of passende inkomensgrenzen en prijsniveaus (prijspeil
2021) voor verschillende woonsegmenten in de Amsterdamse woningmarkt:
Sociale huur € 40.024 (woningcorporatie) € 752,33 =liberalisatiegrens. Als
€ 44.655 (woningcorporatie 10% de huur bij het afsluiten van het
voor meerpersoonshuishoudens) huurcontract boven dit bedrag
€ 46.679 (particulier) ligt, dan komt een huurder niet
in aanmerking voor huurtoeslag
inkomen)
Dure huur en koop Inkomens > €63.237 Prijzen boven €1.040,73 huur
per maand
Koopprijzen boven €314.000
Let op: de onderzoeksdata in deze notitie zijn overwegend gebaseerd op de grenzen van 2019 omdat
dit de meest recente data is die tijdens dit schrijven beschikbaar is. Bij het opstellen van deze notitie
waren de cijfers van de WiA 2021 nog niet beschikbaar. Waar mogelijk wordt aangegeven of de
verwachting is dat een trend doorzet of afvlakt.
19
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 3.1. Het aandeel middeninkomens in de vrije huursector neemt substantieel toe
£ 5 0 am
U U E 2013 eenen -
TT XX 2 — 2017 enn nel
Cc 2
== Cc 2019 nnen me
oi LsSoÛ DO a
zESeGDeRg DO nn
== OoEtosS5sN EN 2 mmm |
uv .= E 5 we 7
a E Ö Cc 2019 ennen mmm
Je X © W DD mmm
SEL D On Vl
EEG mmm
a E o 2 2019 mmm mn
X Ss Vv DN 2 |
vc 2 ‚© 5 2013 mmm) mmm
8 £ e 8 Sn ZO mn
Ec 0 2 2 5 201 mn el
E oo NN 2 2019 mmm |
2 5 wv @ 2011 mmm
v Vv o.0 u 2013 __ mmm
8 E 5 8 5 2015 nn
GC e 2 3 5 On
ZEN e pe Ke mmm 0%
o 20 40 60 80 100
m sociale huur, corporaties sociale huur, particulier m vrije sector huur, corporaties
Em vrije sector huur, particulier koopwoning
Bron: OIS bewerking WiA data 2019 - Woonsegmenten en trend van bewoning naar
inkomensgroepen in Amsterdam
De verschillende segmenten middeninkomens hebben te maken met de volgende trends:
e _Middeninkomens bewonen steeds minder vaak een sociale huurwoning.
e _ Middeninkomens die nog in de sociale huurwoning wonen, wonen hier al lang. Er zijn maar
weinig nieuwe toetreders.
e _Hetaandeel middeninkomens in de vrije huursector neemt substantieel toe. Deze toename
is ookte zien in de andere inkomensklassen.
e Het aandeel middeninkomens in de koopsector fluctueert en neemt de laatste jaren weer
iets af. In het lage segment middeninkomens heeft 23% een koopwoning in 2019. In het
midden segment middeninkomens heeft 42% een koopwoning in 2019 en in het hoge
segment heeft 50% een koopwoning in 2019. Dit betekent dat een kwart tot de helft van
de middeninkomens in de stad over vermogen in de vorm van een eigen woning
beschikken.
3.1 Toegang tot sociale huur, middeldure huur en middensegment koop
Sociale huur
Een laag segment middeninkomens met een inkomen tussen de huurtoeslaggrens en de EU-sociale
huurgrens (ook wel de secundaire doelgroep genoemd) heeft toegang tot de sociale huurmarkt. In
2019 werd 17% van de sociale huurwoningen van corporaties toegewezen aan de secundaire
20
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
doelgroep (bron: jaarbericht AFWC). Gereguleerde huurwoningen van corporaties mogen ook
worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot €42.436. De inkomensgrens voor
sociale huurwoningen van particuliere verhuurders ligt hoger dan de inkomensgrens voor de
gereguleerde huur van corporaties, namelijk op €44.360. Het particuliere sociale huursegment is
daardoor een segment waar veel huishoudens in het midden segment middeninkomens op
aangewezen zijn.
De ontwikkeling van de sociale woningvoorraad houdt geen gelijke tred met de groei van de totale
woningvoorraad. Het aandeel sociale huurwoningen in de totale woningvoorraad neemt af, onder
andere door verkoop en liberalisatie. Het aantal voor de verhuur vrijkomende woningen van
corporaties fluctueert rondom eenzelfde aantal sinds 2015, zo’n 7500 (bron: AFWC jaarbericht
2020). De wachttijd voor een sociale huurwoning ligt (in 2019) gemiddeld op ruim 23 jaar.
Een deel van de sociale huurwoningen wordt met voorrang toegewezen aan bijzondere
doelgroepen, zoals stadsvernieuwingsurgenten, statushouders, uitstroom maatschappelijke
opvang of mensen met een sociaal-medische urgentie. In totaal wordt circa 30% van de vrijgekomen
sociale huurwoningen van corporaties aan kwetsbare groepen toegewezen en 15 % aan
stadsvernieuwingsurgenten. Ruim 50% is beschikbaar voor reguliere woningzoekenden.
Het afgelopen decennium is het taakveld van de corporaties steeds sterker begrensd en in de
Woningwet 2015 is vastgelegd dat de belangrijkste taak van woningcorporaties het zorgen is voor
betaalbare woningen voor de lagere inkomens. Alleen het lage segment middeninkomens hebben
daardoor toegang tot sociale huurwoningen van woningcorporaties en hogere
middeninkomensgroepen nog maar zeer beperkt. Voor huishoudens met drie of meer personen,
veelal gezinnen, geldt dat zij bijna altijd in een relatief kleine woning terecht komen. Wanneer
huishoudens met een middeninkomen al in de sociale huursector zitten, is er weinig prikkel of
perspectief om door te groeien naar middeldure huur of middensegment koop. Hier wordt in de
volgende paragrafen op ingegaan.
Middeldure huur
In Amsterdam wordt het middeldure huursegment gedefinieerd als woningen die betaalbaar zijn
voor een huishouden met een inkomen vanaf de EU sociale huurgrens tot € 63.237 (2021). Daarnaast
gaat het om een huurprijs tot € 1.040,73 per maand (prijspeil 2021). Het is belangrijk om aan te geven
dat de bestaande middeldure huurwoningen niet binnen het gereguleerde segment vallen. Alleen
nieuwe woningen die ontwikkeld zijn onder de voorwaarden van het Actieplan Meer Middeldure
Huur (2017) hebben gedurende 25 jaar een huurregulering, vastgelegd in de erfpachtvoorwaarden.
Binnen dit segment is ook nog een “knip” gemaakt tussen goedkope middeldure en dure
middeldure woningen. Voor goedkopere middeldure huurwoningen (2021: huurprijs tot € 911,95)
komen eerst mensen met een middeninkomen tot € 51.997,- (per jaar, peiljaar 2021) in aanmerking
en daarna de overige middeninkomens. In de bestaande bouw zijn dergelijke afspraken er niet en
gelden er geen landelijke regels rondom het verhogen van de huurprijs. Wel hanteert de overheid in
2021 voor het eerste een maximale huurverhoging in de vrije sector, van 2,4%.
Veel middeldure huurwoningen in de bestaande bouw schieten door marktontwikkeling door naar
het hogere segment bij huurderswisselingen. Ondanks dat er veel nieuwbouwwoningen met
21
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
huurprijsafspraken zijn bijgekomen, is deze trend in de bestaande bouw sterker. De verwachting is
dat uit de WiA cijfers van 2021 zal blijken dat het totaal aantal middeldure huurwoningen hierdoor
niet of maar langzaam toeneemt. Op het totaal aan beschikbare woningen is het middeldure huur
segment een van de kleinere segmenten en ook in de planning voor nieuwbouwwoningen in de
middeldure huur in de planvoorraad is dit een relatief klein onderdeel.
Figuur 3.2 Kwart gestarte en geplande nieuwbouw tot 2024 is middeldure huur
sociale huur middeldure huur dure huuren koop |onbekend | Totaal
2018-2025
(oer jeem [geer [oem Jamet Jpem | | |
2008 36 | Jaa | [43 | | __ }8639
zig 293 | |aze | [ao | | |razs |
203 |___ au | [aen | \a3s Jo log |
zoa | ass | [422 | |aa46 Jeu |a228 |
Totaal [8.579 |17.444 |3-930 L4-059 12.081 [15.733 [397 72.223
= % 12% 24% 5,5% 19% 17% 22% 0,5% 100%
Bron: Directie Grond en Ontwikkeling gemeente Amsterdam — Planvoorraad (inclusief start bouw
Woningbouwplan 2018-2025 per segment, svz 1 juli 2021)
Het aantal in aanbouw genomen woningen is in rode cijfers geschreven en de planvoorraad in
zwarte cijfers. De planvoorraad voor 2021-2025 omvat in totaal 47.633 woningen. Het grootste deel
van het planaanbod bestaat uit betaalbare woningen (31.503 woningen, 66 %). Het aandeel sociaal
en middelduur in de planvoorraad neemt in de loop der jaren toe, daarin komt de gemeentelijke
inzet op betaalbare woningen tot uiting (40-40-20).
De dynamiek in de projecten zorgt voor plussen en minnen. De planvoorraad vermindert omdat een
deel van de geplande woningen doorschuift naar 2025 of verder. Tegelijkertijd kan de planvoorraad
groeien door besluitvorming over nieuwe plannen. Het gaat dan met name om projecten in
ontwikkelbuurten en transformatiegebieden. Daarnaast kunnen projecten in de loop van de tijd
meer of minder woningen gaan bevatten en/of na besluitvorming in een ander segment worden
gerealiseerd. Planningen worden altijd in de loop van de tijd scherper gemaakt en bijgesteld. De
planvoorraad voor de hele periode tot 2025 is ondanks de coronacrisis op peil gebleven.
Middensegment koop
In Amsterdam wordt middensegment koop gedefinieerd als woningen met een WOZ-waarde van
€188.000 tot €314.000 (prijspeil 2021). Deze grenzen zijn bepaald op basis van wat er met een
middeninkomen gemiddeld aan hypotheek verkregen kan worden (hierbij is eigen extra inleg niet
meegenomen).
22
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
De voorraad middensegment koop is, net als de bestaande middeldure huur, sinds 2015 met het
aantrekken van de economie hard afgenomen door de prijsstijgingen in de woningmarkt. Veel
middensegment koop is daardoor doorgeschoven naar het hogere segment. Er wordt op dit
moment niet gestuurd op aantallen middensegment koop in de nieuwbouw. Dit segment bedraagt
maar een klein aandeel van de planvoorraad. Er staan per 1-7-2021 ongeveer 1.000 middensegment
koopwoningen in de plannen.
Onderstaande grafieken geven een overzicht van de trend en de verdeling van de woningvoorraad
in Amsterdam. Hierin is zichtbaar dat het middensegment (zowel huur als koop) het kleinste
segment is en daarnaast ook kleiner wordt door de tijd. De laatste gegevens zijn van 2019, naar
verwachting zal het middensegment in 2021 verder zijn afgenomen.
Figuur 3.2 Het middesegment huur en koop krimpt gestaag
Ed
100
50
80
70
40
50
40
30
20
10
ü
E 5 E 4 E E z 5 5 & S Ee & E
a EE ä EE E- a EE ä EE
8 EE S EE S EE S EE 8 EE
Ez Ee n Ee Dn Ee 5 EE Dn Ee
5 ER 5 ER 5 eg 5 ER DER
ES ES ES EO ES
S= 2 = 2 = >= 8=
5 E E 5 5
2011 2013 2015 2017 2019
m hoog inkomen nm dure huur en koop
m middeninkomen nm middeldure huur en koop
mn laag inkomen mn gereguleerde huur en betaalbare koop
Bron: WiA 2019 - Woonsegmenten en inkomenssegmenten Amsterdam
3-2 Betaalbaarheid voor middeninkomens
Betaalbaarheid van een woning is afhankelijk van de specifieke situatie van een huishouden. Het
Nibud geeft geen standaard normen voor de gewenste hoogte van woonlasten ten opzichte van
andere kosten die het huishouden moet maken. Dit hangt namelijk te veel af van woonfactoren
zoals: aanvullend vermogen naast het inkomen, energiekosten, kosten van heffingen,
23
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
onderhoudskosten voor het huis enzovoorts. Ook hanteren verhuurders in de vrije sector en
hypotheekverstrekkers inkomenseisen voor het huren of kopen van een woning die de
betaalbaarheid en toegang beïnvloeden.
Met betrekking tot vermogen wordt inmiddels steeds duidelijker dat dit bijna een voorwaarde is om
een huis in Amsterdam te kunnen kopen indien je over een middeninkomen beschikt. In 2021 was
de gemiddelde verkoopprijs volgens de Makelaars Vereniging Amsterdam (MVA) €564.000.
Wanneer gekeken wordt naar eisen rondom hypotheek verstrekking dan geldt voor een
middeninkomen tot €63.237 dat er een hypotheek van €314.000 kon worden opgenomen (2021).
Voor de hoge middeninkomens tot €80.048 (2 x de EU sociale huurgrens in 2021) geldt dat dit
hypotheek bedrag op de €443000 lag in 2021. Afgezet deze de gemiddelde woningprijs in
Amsterdam betekent dit er een gat van €250.000 voor het middensegment middeninkomens of
€121000 voor hoge inkomens tussen zit.
Op basis van verzamelde gegevens over de woonquote* (percentage lasten dat een huishouden aan
kale huurprijs of hypotheekrente besteedt, bron: WiA2019) voor huurders en huiseigenaren in
Amsterdam kan ook een aantal ontwikkelingen in betaalbaarheid uitgelicht worden. Onderstaande
tabel geeft de verdeling aan voor middeninkomen huishoudens in verschillende woonsegmenten.
Er is een onderscheid gemaakt tussen middeninkomen huishoudens die langer dan 2,5 jaar in
Amsterdam wonen en degenen die korter dan die periode in Amsterdam wonen. Deze gegevens
laten zien dat recentelijk toegetreden middeninkomens voor het grootste deel (32%) in de dure
huursector terecht komen. Een groot verschil is te zien in het gereguleerde huursegment (sociale
huur). Dit is, zoals eerder beschreven, verklaarbaar, door de beperktere toegang die deze doelgroep
heeft tot dit segment.
Wanneer gekeken wordt naar de woonquote voor kopers en huurders valt op dat huurders in het
vrije huursegment gemiddeld een hogere huurguote hebben dan in het gereguleerde segment of
het koopsegment. Voor middeninkomens die in de afgelopen 2,5 jaar zijn toegetreden tot de
Amsterdamse woningmarkt (ongeveer 20% van de middeninkomens huishoudens in 2019) geldt
dat over alle segmenten heen de woonquote voor hen is toegenomen, met name in het vrije sector
segment. Dit betekent dat met name toetreders meer in de dure huur terecht komen en dat zij daar
relatief een groter deel van hun inkomsten aan kwijt zijn.
+ netto huurguote = kale huur minus de huurtoeslag als percentage van het inkomen;
netto hypotheekquote = hypotheeklasten minus de belastingaftrek als percentage van het inkomen
24
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 3.3 Middeninkomens die in 2019 korter dan 2,5 jaar in Amsterdam woonden, woonden
relatief veel meer in dure huur
gereguleerd| goedkope [middeldure | middenseg
EU Id koop* alte ment koop | dure huur | dure koop Totaal
beki 21% 3% 22% 11% ae 100%
<2,5 jaar
> 2,5 jaar
Bron: WiA 2019 - Woonsituatie middeninkomens op korte en lange termijn
Figuur 3.4 De huurguote van recent toegetreden middeninkomens in de vrije sector is fors
gestegen
huurguote bewoners huurguote bewoners
hypotheekquote gereguleerde huur vrije sector
<2,5 Jaar
> 2,5 jaar
Bron: WiA 2019 - Huur en hypotheekquote bewoners met een korte of lange woonduur met een
middeninkomen
3-3 Spreiding, woninggrootte en verhuisbewegingen van middeninkomens
Spreiding
Onlangs is de rapportage ‘Wijken in de mix’ vitgebracht als verdieping op het onderzoek van de
Rekenkamer Metropool Amsterdam ‘De gemengde stad’ waarin werd geadviseerd om voor een
goede monitoring van demografische, sociaaleconomische en fysieke menging inde stad te zorgen.
In deze rapportage is uitgebreid gekeken naar hoe verschillende inkomensgroepen in de wijken van
de stad verdeeld zijn. Een belangrijke conclusie is dat deze verdeling sterk samenhangt met de
ontwikkeling van woonsegmenten in wijken. De verschuivingen in de woningvoorraad werken ook
snel door in de inkomensverdeling. In de centrale zone (grofweg Amsterdam binnen de ring en ten
zuiden van het IJ) creëren de hierboven beschreven ontwikkelingen een verdeling waarbij er meer
lage en hoge inkomens in wijken zijn en steeds minder middeninkomens. Dit resulteert in een
minder gemengde inkomensverdeling. In de randzone (Amsterdam buiten de ring en ten noorden
van het IJ) zijn dezelfde woningmarktkrachten aanwezig maar minder sterk. Een groter aandeel
sociale huur en een grote inzet op nieuwbouwwoningen in het sociale en middensegment maken
dat deze zone juist een grotere gemengde inkomensverdeling kan krijgen.
25
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Woninggrootte
Een belangrijke factor voor woonkwaliteit is de grootte van de woning. Onderstaande kaarten
geven een indicatie van de maximale woninggrootte van marktconforme middensegment huur- en
koopwoningen in de nieuwbouw (prijspeil 2021).
Figuur 3.5. Nieuwbouw middeldure huurwoningen met huidig prijspeil max 5oM2
nn 2 Ë 5 TEE Ed Ee dl
Ine ne en Par
= mn de i) … e ; u = 5 Ee il
en ee A eN Á 4 Ì
EEN ER
À El er Te LE Ne JL
EE E 3 Ede A A rt
Elan | … ik _ er
E j» jn Lets 4 Eb Ef nn Met - il
‚ : nn B | Er a
ij 7 EE : ’ een ke eet
Pd bels we Zele] E cam) Een | ha |
8 , # e\ Pa Í e Ì ED Ge Pd J
| en Ee
ÚN De. RNN
dr” = Kr L. gs meer 7
ar dn e, En he :
ISF FN
í Ee Ed Ne NNP SME
z Eet me Ei AE 1 ' t Ï à el
el De k nen ES /
dl dE |; ij egt lk der.
P vern Ae ES
je OE Dee ea is
Ei pe en BAN We | F
dt ú Ms er
Bron: Directie G&O en Wonen 2021 - Maximale woninggrootte van marktconforme middeldure
huurwoningen in de nieuwbouw
Voor huurwoningen (afbeelding hierboven) is zichtbaar dat met het huidige prijspeil een
middeldure huurwoning qua grootte niet boven de 5oM2 uitkomt. Voor koopwoningen
(afbeelding hieronder) is dat max 75 ma.
26
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 3.6. Nieuwbouw middensegment koopwoningen met huidig prijspeil max 75M2
. ‘
EEN FR
ee A
L Eü za
u jn BIG
Á KE ln NE OO
ait hr Zi ei Lj E Jg M= ( -
Sn PE: MIELE pe Vat 4 r cersTautd Er he
k a ën a a El Den Af
et A dE Be ik El é
en AE Em on, |
: B ek EN Oe
1d a a / cn
| he RE leden:
b et pe NO a
fl ee A N ik me À Br in
| hd he ie nn
| IJ ie EN zt er
Bron: Directie G&O en Wonen 2021 - Maximale woninggrootte van marktconforme
middensegment koopwoningen in de nieuwbouw
Door de marktontwikkelingen zijn ook de nieuwgebouwde woningen de afgelopen jaren gemiddeld
kleiner geworden. Dit komt voornamelijk omdat de nieuwe koopwoningen kleiner zijn geworden.
De sociale huurwoningen en middeldure huurwoningen zijn sinds 2016 ongeveer even groot
gebleven. Als deze trend zich doorzet, dan is de verwachting dat de nieuwe woningen de komende
jaren kleiner worden. Corporaties geven aan dat kleine woningen beter aansluiten bij de
veranderende demografie van de stad. Daarnaast is de prijs per vierkante meter van kleine
woningen ook hoger en daarmee is er op de meeste stedelijke locaties ook een hogere opbrengst
per vierkante meter. Zeker bij huurwoningen speelt deze financiële prikkel een rol. Voor de sociale
huurwoningen is de huurprijs is gemaximeerd door de wetgeving. Dit leidt ertoe dat bij een gelijk
huurniveau de bouw van kleine woningen sociale huurwoningen minder onrendabel is dan de bouw
van grotere sociale huurwoningen. In de praktijk hebben marktpartijen bij particuliere
transformatie een sterkere positie dan bij gemeentelijke tenders. Aangezien er steeds meer van de
woningbouwproductie door particuliere transformatie tot stand komt bestaat het risico dat deze
trend van kleinere woningen in de planvoorraad toeneemt. Daarnaast heeft de ontwikkeling van
buy-to-let en verkamering bijgedragen aan de trend van meer kleine woningen. Door het opkopen
van woningen en deze in kleine kamers te verdelen voor verhuur aan studenten of buitenlandse
werknemers zijn deze woningen niet meer beschikbaar als gezinswoning.
27
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Verhuisbewegingen
Verhuisbewegingen dienen bekeken te worden vanuit het migratiesaldo; wie vertrekt en wie treedt
toe. Hieronder staat weergegeven wat bekend is over de verhuisbewegingen per inkomensgroep in
de periode 2017-2018. Het totaal aantal verhuizingen vanuit Amsterdam naar de MRA en de rest van
Nederland bedroeg ongeveer 34.000. Het totaal aantal verhuizingen naar Amsterdam vanuit de
MRA en de rest van Nederland bedroeg ongeveer 59.000.
Uit deze gegevens blijkt dat van alle verhuizingen in 2017-2018 van Amsterdam naar buiten
Amsterdam, de middeninkomen segmenten (laag, midden en hoog) samen het grootste deel
vormden van de vertrekkers (51% van de vertrekkers richting MRA en 49% van de vertrekkers
richting elders in Nederland). Wanneer naar de losse segmenten gekeken wordt dat zijn de hoge
inkomens verreweg het grootst qua vertrekkers. Binnen de middeninkomens waren het in 2019
relatief iets meer lage middeninkomens die zijn vertrokken.
Andersom zijn binnen de groep toetreders de middeninkomen groepen tezamen ook de grootste
groep (50% van de toetreders uit de MRA en 4,3% van de toetreders vanuit elders in Nederland. Als
naar de losse segmenten wordt gekeken dan is bij toetreding het grootste aandeel de lage inkomens
en het kleinste aandeel bij de hoge middeninkomens.
Figuur 3.7 Middeninkomens vormen grootste groep toetreders en vertrekkers
%
8
uh
Ke
1 uK
KE: hed
VANUIT VANUIT NIET BINNEN VANUIT _ NAAR ELDERS
ELDERS IN NL ELDERS IN DE VERHUISD AMSTERDAM AMSTERDAM IN NL
NAAR MRA NAAR VERHUISD NAAR ELDERS VERHUISD,
AMSTERDAM AMSTERDAM IN DE MRA VANUIT
VERHUISD _ VERHUISD VERHUISD AMSTERDAM
tot €19018 m£19018-€38035 M£38035-€57053 M€57053-€76070 €76070 en meer
Bron: WiMRA 2019 - Verhuisbewegingen naar inkomen van, in en naar Amsterdam periode 2017 —
2018
28
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
4 Wat is de positie van middengroepen op de
arbeidsmarkt?
e De positie van middengroepen op de arbeidsmarkt kan vanuit twee perspectieven
benaderd worden. Het eerste perspectief hanteert een definiëring op basis van opleiding.
Dit betreft mensen uit middengroepen die te maken hebben met een onzekere
baansituatie met daardoor een instabiele financiële situatie en gebrek aan
toekomstperspectief. De volgende factoren spelen hierin mee:
o Inwoners die werken op een flexibel contract zijn kwetsbaarder voor baanverlies
en daarmee een daling van inkomen dan inwoners met een vast contract. Met
name lage inkomen huishoudens hebben vaker een flexibel dienstverband. De
middeninkomen huishoudens hebben dit minder dan lage inkomens maar meer
dan hoge inkomen huishoudens.
o Middelbaar opgeleiden lopen meer dan praktische of hoger opgeleiden het risico
dat hun baan door technologische ontwikkelingen verdwijnt. Dit is afhankelijk van
de sector waarin ze werken en de mate waarin er daar sprake is van digitalisering
en/of automatisering. Er komen wel andere banen voor terug die ook met een
middelbare opleiding ingevuld kunnen worden. Dit vraagt dan wel om actieve om-
en bijscholing.
o De erkenning van een diploma voor een middelbare opleiding is aan inflatie
onderhevig: middelbaar opgeleiden verdienen relatief gezien steeds minder.
e Inhet tweede perspectief hanteren we geen vaststaande definitie maar nemen een aantal
specifieke beroepen onder de loep die grotendeels worden uitgeoefend door
middengroepen uitgaande van inkomen en opleiding. Dit perspectief betreft een
toenemende schaarste van aanbod voor cruciale beroepen die nodig zijn om de stad
draaiende te houden en de Amsterdams stedelijke ambities en transities te kunnen
realiseren. Dit zijn cruciale publieke beroepen zoals agenten, onderwijzers en verplegers
maar ook beroepen in de techniek, bouw en duurzaamheidsopgave. Deze beroepen
kunnen niet op basis van middeninkomen op middelbare opleiding als middengroepen
gedefinieerd worden omdat ze uiteenlopen qua opleidingen en inkomensschalen.
Afhankelijk van de sector liggen er andere oorzaken ten grondslag aan de tekorten. Een
brede gemene deler voor deze beroepen is een toenemende concurrentiestrijd omdat de
tekorten ook in andere delen van het land en de wereld spelen. In het licht van deze
concurrentiestrijd worden onder andere de toegang tot het stedelijk wonen, werken en
leven of de bereikbaarheid daarvan belangrijker.
29
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
4-1 Baanzekerheid
Na een krimp van 3,7% in 2020, is de Nederlandse en Amsterdamse economie weer groeiende. Het
werkloosheidspercentage ligt landelijk met 3,3 procent historisch laag. In Amsterdam ligt het
actuele werkloosheidcijfer op 4.9% (Q2, 2021).
Figuur 4.1. Actuele werkloosheidcijfer Amsterdam lager dan in 2017
7
6 6,5
5 NNS 4,9
4 3,7
3
2
1
0
le 2e 3e 4e le 2e 3e 4e le Ze 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e
kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw
2017 2018 2019 2020 2021
Bron: OIS 2021 - Ontwikkeling werkloosheid in Amsterdam
Ondanks het herstel heeft de coronacrisis een aantal gevoelige punten op de arbeidsmarkt
zichtbaar gemaakt en problemen die al voor de crisis speelden nog duidelijker voor het voetlicht
gebracht. Tijdens de coronacrisis steeg de werkeloosheid vooral onder laag- en
middelbaaropgeleiden. Dit hangt samen met deze ontwikkelingen op de arbeidsmarkt:
a. Flexibilisering
b. Verdwijn- en verschijnwerk
c. _Diplomadevalvatie
d. Risico op sociale daling
Flexibilisering
De economische conjunctuur heeft impact op het aantal werklozen maar lijkt nauwelijks invloed te
hebben op de groei van het aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Het aandeel flexibel
werkenden (tijdelijk werk, wisselend aantal vren per week of zelfstandige) onder middelbaar
opgeleiden in Nederland tussen 2003 en 2015 is gestegen van 25% naar 37%.
In Amsterdam heeft bijna 1 op de 4 middeninkomens een flexibel dienstverband. De Amsterdamse
economie leunt sterk op flexibele arbeidskrachten en vooral onder jongeren is dit een structurele
trend. Een bijna even groot deel werkt als zelfstandige zonder personeel. Zelfstandigen zonder
personeel zijn in Amsterdam vooral werkzaam in de zakelijke dienstverlening, de cultuursector en
de IT.
30
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 4.2. Aandeel Amsterdamse werknemers met flexibel dienstverband hoogst onder lage
inkomens
- in |
eren EN 1e
oenen EN 1
eee | 7
0 5 Ls 15% 20% 25% JC 15% ZO AEK
Bron: OIS bewerking CBS 2019 - Aandeel Amsterdamse werknemers met flexibel dienstverband
naar inkomen
Figuur 4.3. Aandeel Amsterdamse ZZP'ers hoogst onder lage inkomens
Hage middeninkomens En 16%
0% 5% 1 15% 20% 25% zn 35%
Bron: OIS bewerking CBS 2019 - Aandeel Amsterdamse ZZP'ers naar inkomen
In laagconjunctuur leveren zzp'ers inkomen in terwijl hun inkomen groeit tijdens hoogconjunctuur.
Daarmee vangen zzp'ers conjuncturele schokken op. Dat maakt de economie weerbaar, maar de
ZZP'er kwetsbaar. Vooral werknemers met een flexibel contract, veelal jongeren, verloren tijdens
de coronacrisis hun baan. Vooral daalde de participatie van laag- en middelbaar opgeleide
werkenden. Hier staat tegenover dat de Amsterdamse economie ná de grote coronaklap van 2020
weer relatief snel opveerde. Dit is deels te danken aan de flexwerkers.
Hoewel de arbeidsmarkt flink is aangetrokken sinds het uitbreken van de coronacrisis blijven de
cultuursector en de bezoekerseconomie achter. Met name in de cultuursector zien we dat veel
mensen met een flexibel contract werken.
31
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Het effect van de groeiende groep ZZP'ers is dat middeninkomens steeds vaker te maken met
flexibiliteit en tijdelijkheid van werk. Middeninkomens moeten hierdoor harder werken in meer
onzekere omstandigheden. Flexibiliteit brengt meer risico’s met zich mee voor medewerkers: het
zorgt voor een grotere kans op werkloosheid. Het inkomensniveau en inkomenszekerheid is lager;
flexibele medewerkers maken een drie keer zo hoge kans op armoede dan medewerkers met een
vast contract. Daarnaast is er voor flexwerkers minder goede kans op scholing en ontwikkeling en is
de duurzame inzetbaarheid minder geborgd, ook omdat zij vaker gevaarlijk werk doen en minder
toegang hebben tot een bedrijfsarts.
Verdwijn- en verschijnwerk
Volgens de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) is technologisering een
bedreigende ontwikkeling doordat bepaalde beroepen verdwijnen of al verdwenen zijn. Experts als
econoom Robert Went nuanceren de impact van technologisering doordat zij verwachten dat
tegenover het banenverlies er nieuwe banen terugkomen.
Volgens onderzoek van McKinsey (2018) heeft naar schatting 1 op de 4 werknemers in Amsterdam
een baan met een hoog automatiseringsrisico. Voor de MRA geldt dat bijna de helft van de
werknemers een hoog risico heeft. De verandering van werk door technologisering raakt alle
opleidingsniveaus, maar experts zijn het erover eens dat vooral praktisch en middelbaaropgeleiden
tot en met mbo-niveau 2 het grootste automatiseringsrisico lopen. In de MRA is door
technologisering al een groot deel van de administratieve en financiële banen veranderd of zelfs
verdwenen. Een kwart van het Amsterdamse WW bestand bestaat vit mensen die eerder werkzaam
waren in de administratieve sector.
Figuur 4.4. Praktisch en middelbaaropgeleiden lopen grootste automatiseringsrisico
0 100900 200000 300000 400000 500DEO 60000 700000
Beroepsbevolking naar opleidingsnwveau MBanen met hoog automatiseringsrisico
Bron: Stedelijk Strategieteam 2018 - Aantal banen met een hoog automatiseringsrisico,
opgedeeld naar opleidingsniveau
32
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Accountantskantoor PwC voorspelt dat de komende jaren zo'n 1,6 miljoen banen dreigen te
verdwijnen in Nederland, waarvan een aanzienlijk deel in Amsterdam (bron: PWC: how to make
vulnerable jobs ready fort he future, 2021). Redenen hiervoor zijn een verdere verschuiving van
maakindustrie naar een diensteneconomie en verandering in inhoud van het werk. Het gaat dan met
name om beroepen die vatbaar zijn voor digitaliserig en automatisering, zoals receptionisten,
callcenter medewerkers, boekhoudkundigen en kassamedewerkers. Ook hier is de nuancering dat
het verdwijnen van deze banen niet betekent dat er 1,6 miljoen extra werklozen te verwachten zijn.
Deze mensen kunnen instromen in nieuwe of andersoortige banen, waarvoor zij de skills al in huis
hebben of kunnen bijleren. Volgens het rapport zijn mensen die werken in het onderwijs, zorg en de
techniek op termijn juist zeer gewild. Een deel van deze arbeidsplaatsen (kunnen) worden ingevuld
door mensen met een middelbare opleiding.
Diplomadevaluatie
Onder lage inkomens neemt het aandeel middelbaar en hoog opgeleiden toe. Onder hoge
middeninkomens en de hoge inkomens, neemt het percentage middelbaar opgeleiden af. Van de
lage inkomensklasse in Amsterdam had in 2019 41% een middelbare opleiding ten opzichte van 29%
met een lage opleiding en 30% met een hoge opleiding. De trend laat zien dat het segment met een
middelbare opleiding binnen de lage inkomensklasse groeit en binnen de middeninkomen en hoge
inkomensklassen daalt. Redenen hiervoor zijn dat je voor je diploma steeds een stukje minder
beroep krijgt. Dit noemen we diplomadevaluatie. Bovendien heb je voor de hoogste beroepen net
zo veel opleiding nodig als vroeger, maar voor de laagste beroepen nemen de ‘opleidingseisen! juist
toe. Kort gezegd: een middelbare opleiding is steeds minder een garantie op een middelbaar
inkomen.
Risico op sociale daling
Door flexibel werk, verdwijnbanen en diplomadeflatie zijn middengroepen met een baan in
sommige sectoren (cultuur- en bezoekerseconomie, administratief werk), met een middelbare
opleiding of een instabiel middeninkomen financieel kwetsbaar. Zodra inkomsten wegvallen of
kosten stijgen is sociale daling al snel een realiteit. Zes op de tien gezinnen met een middeninkomen
hadden in 2019 moeite met rondkomen.
Overigens is het merendeel van de Amsterdamse middeninkomens niet kwetsbaar voor sociale
daling. Dit zijn veelal alleenstaanden of stellen die starten op de arbeidsmarkt en veel perspectief
hebben voor de toekomst. Zij hebben nu misschien nog een middeninkomen, maar je kunt
redelijkerwijs verwachten dat het inkomen snel zal stijgen. Dit geldt bijvoorbeeld voor
hoogopgeleide starters, tweeverdieners en jonge gezinnen.
33
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
4.2 Cruciale beroepen
Een maatschappelijke ontwikkeling die veelal ook met de middenklasse of middengroepen wordt
geassocieerd zijn de personeelstekorten in cruciale en belangrijke sectoren. Onder cruciale
beroepen verstaan we in deze notitie beroepen in het onderwijs, zorg, kinderopvang en veiligheid.
Daarnaast zijn er belangrijke beroepen in de techniek (inclusief banen in de bouw en in
duurzaamheid) en ICT. Deze beroepen zijn belangrijk om ambities die Amsterdam heeft op het
gebied van bijvoorbeeld woningbouw en klimaatadaptatie waar te maken. Waar we het in deze
notitie over ‘cruciale beroepen’ hebben, bedoelen we daarmee ook de belangrijke beroepen.
In het eerste hoofdstuk is uitgelegd waarom beroepsgroepen een lastig kader bieden om
middengroepen mee te definiëren. Wat we wel kunnen stellen is dat cruciale beroepen belangrijk
zijn om de stad draaiende te houden, nu en in de toekomst. En dat cruciale beroepen onder andere
uitgevoerd worden door middelbaar opgeleiden en dat mensen daar een middelbaar inkomen mee
kunnen verdienen (maar ook hoger of lager). Daarom kijken we in dit onderdeel naar de relatie
tussen cruciale beroepen, middengroepen en de stad en zoomen we in op het vraagstuk van
personeelstekorten.
Toenemende vergrijzing leidt ertoe dat de beroepsbevolking in totaal kleiner wordt. Daarnaast zien
we een verschuiving van praktische en middelbaar opgeleiden naar meer hoger opgeleiden
waardoor er een kleiner deel van de beroepsbevolking kwalificaties heeft voor praktische banen.
Om deze twee redenen ontstaat er naar verwachting een flink tekort aan lager en middelbaar
opgeleiden in Amsterdam om de banen die er zijn te vervullen. Dit effect wordt versterkt door de
omstandigheden op de woningmarkt en arbeidsmarkt (zie voor deze trends ook hoofdstuk 3 over
de woon-werk balans in de regio).
In bijvoorbeeld ICT- en technische beroepen is er sprake van krapte en die krapte is in de regio
Amsterdam groter dan gemiddeld in Nederland. In onderstaande grafiek is te zien in welke sectoren
de krapte op de arbeidsmarkt het grootst is. Het getal op de horizontale as geeft weer hoeveel
openstaande vacatures er zijn per 1000 banen. Krapte zien we met name in de ICT, horeca en
bouwnijverheid, maar ook in de zorg en in het onderwijs is er sprake van krapte.
34
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 4.5. Personeelskrapte het grootst in de ICT, horeca, bouwnijverheid
J Informatie en communicatie nn
| HOreCa On
F Bouwnijverheid Mn
M Specialistische zakelijke diensten Gn
B Delfstoffenwinning Gn
K Financiële dienstverlening nn.
G Handel MM en
H Vervoeren opslag nn
C Industrie en
D Energievoorziening
L Verhuur en handel van onroerend goed en
Q Gezondheids- en welzijnszorg en
S Overige dienstverlening nn
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten mn
R Cultuur, sporten recreatie nn
E Waterbedrijven en afvalbeheer Men
A Landbouw, bosbouw en visserij
N Verhuur en overige zakelijke diensten Gen
P Onderwijs Gn
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
2019 2e kwartaal” Mm 2020 2e kwartaal” m 2021 2e kwartaal”
Bron: CBS Statline, bewerking SEO Economisch Onderzoek2019g- Krapte op de arbeidsmarkt: het
aantal openstaande vacatures per 1000 banen per sector
Ook het ROA (Research Centre for Education and the Labour Market), dat kijkt naar toekomstige
verwachtingen rondom tekorten, stelt dat werkgevers moeite verwachten te hebben met het vullen
van vacatures van technische en pedagogische beroepen en in de zorg en welzijn.
Tekorten in de ICT en andere maatschappelijke sectoren zijn niet per se een ‘middengroepen
probleem’. Voor al deze sectoren geldt dat mensen die hierin werken inkomens hebben die
uiteenlopen. Onderstaande grafiek laat zien welke type inkomen wordt verdiend in de
‘problematische groepen’. De verwachting is dat de krapte de komende jaren aan blijft houden.
35
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 4.6. Inkomens ‘probleem beroepen! lopen uiteen
or-Pedagagische beroepen Nn
a2-Creatieve en taalkundige beroepen nn
a3-Commerciële beroepen NN
o4-Bedrijfseconamische en administratieve.
os-Managers
o6-Openbaar bestuur, veiligheid en, me
07-Technische beroepen
o8-ICT beroepen
ag-Agrarische beroepen
10-Zorg en welzijn beroepen
1-Dienstverlenende beroepen
12-Transport en logistiek beroepen
1-Overig
totaal %
0 20 40 5o 8o 100
B lage inkomens B lage middeninkomens
hoge middeninkomens hoge inkomens
Bron: OIS bewerking CBS 2020 - Beroepen naar inkomensgroepen: Aandeel Amsterdams
huishoudens naar inkomensgroep
Cruciale beroepen en stedelijke ambities
Cruciale beroepen zoals pedagogische medewerkers, zorgverleners en handhavers en agenten zijn
van belang om een basisniveau van dienstverlening aan burgers te kunnen bieden: goed onderwijs,
goede zorg en veiligheid. Als er geen personeel is om deze cruciale beroepen te vervullen kan dat
de kwaliteit van het onderwijs aantasten: zwakkere scholen in kwetsbare gebieden worden
daardoor het hardst geraakt. In de kinderopvang zien we al dat groepen naar huis worden gestuurd
doordat er te weinig personeel beschikbaar is. De kwaliteit van zorg kan aangetast worden, met
impact op kwetsbare groepen zoals ouderen. Op het gebied van veiligheid wordt het lastiger om
het basisniveau van veiligheid te garanderen. En is het moeilijker om ruimte vrij te maken om in te
spelen op nieuwe, groeiende vormen van criminaliteit zoals cybercrime.
Ook het realiseren van stedelijke ambities rondom verduurzaming of een grote bouwopgave vraagt
om specifiek personeel dat nu (nog) niet voor handen is. Ook hierbij is het belangrijk te realiseren
dat de beroepstekorten in de maatschappelijke sector en die gerelateerd zijn aan de stedelijke
ambities, op basis van inkomen en opleiding niet uitsluitend aan de middengroepen te koppelen
zijn. Praktisch en hoogopgeleiden zijn evengoed nodig om de maatschappelijke sector draaiend te
houden en de ambities van de stad te realiseren.
Er is een nationale en internationale concurrentiestrijd om goed personeel aan te kunnen trekken
en daarvoor zijn stedelijke voorzieningen belangrijk. Als stad staat Amsterdam onder druk om dit
te kunnen blijven leveren aan een diverse groep van inwoners. Het schaalniveau waarop naar deze
problematiek gekeken wordt en gehandeld wordt is steeds belangrijker. Het volgende hoofdstuk
gaat in op de ontwikkelingen in de MRA.
36
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
5 Hoe ontwikkelt de woon-werk balans van
praktisch en middelbaar opgeleiden in de
MRA?
e _Indit onderdeel dat de woon-werk balans in de MRA beschrijft, kijken we naar
middengroepen op basis van opleidingsniveau.
e Door de stijgende woningprijzen in Amsterdam en andere (hoog) stedelijke gebieden in de
MRA gaan praktische en middelbaar opgeleiden (die veelal een laag tot middeninkomen
hebben) zich meer spreiden over de regio en wonen op betaalbaarder maar minder goed
bereikbare plekken, op grotere afstand van o.a. Amsterdam en vervoersknooppunten. De
banen, ook voor praktisch en middelbaar opgeleiden, concentreren juist meer in het
economisch kerngebied Amsterdam en Amstelland Meerlanden.
e Toenemende pendelen grotere druk op het mobiliteit systeem is het gevolg. Prognoses
laten zien dat het mobiliteitssysteem in de MRA snel verzadigd zal raken, als deze trends
ook na herstel van de coronacrisis doorzetten.
e Een daarmee gepaard gaande ontwikkeling is groeiende vervoersongelijkheid. Dit gebeurt
omdat praktisch en middelbaar opgeleiden ten opzichte van theoretische opgeleiden:
o vaker banen hebben die fysieke aanwezigheid vragen;
o minder goede reiskostenvergoedingen hebben;
o vaker op locaties werken of op tijden werken waardoor alleen autovervoer mogelijk is
en daardoor relatief meer moeten investeren (tijd, geld en moeite) in woon-werk
verplaatsingen.
e Door deze ontwikkelingen is er een risico dat met name hoogstedelijke kerngebieden
zoals Amsterdam te maken krijgen met verder toenemende personeelstekorten onder
praktisch en middelbaar opgeleiden. Afhankelijk van de sector waarin zij werken kunnen
deze groepen door schaarste in vaak ook kiezen voor banen dichter bij huis.
Dit onderdeel van de notitie focust zich op onderzoek dat in het kader van de sociaal
maatschappelijke agenda in de Verstedelijkingsstrategie van de MRA is gedaan is door de
gemeente Amsterdam naar woon-werk balans voor praktisch en middelbaar opgeleiden in de
MRA. Er speelt een aantal factoren een grote rol in woon-werk verkeer:
e De ontwikkelingen op de woningmarkt en daarmee de spreiding van verschillende
groepen werkenden over de regio;
e _ Ontwikkelingen op het gebied van werk en bedrijfsvestiging waar toenemende
concentratie zichtbaar is;
e _ Ontwikkelingen in het steeds drukker wordende mobiliteitssysteem.
37
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
In de samenhang tussen deze factoren bevindt zich de ontwikkeling van bereikbaarheid van werk
voor praktisch- en middelbaar opgeleiden, die vaak een baan hebben met een lager tot
middeninkomen. Dit hoofdstuk gaat kort in op deze ontwikkelingen en op de gevolgen die ze
hebben voor specifiek deze lager en middelbaar opgeleiden. In het verlengde daarvan wordt ook
stilgestaan bij de andere kant van deze problematiek, namelijk de bereikbaarheid voor
werknemers in sectoren waar arbeidstekorten zijn of dreigen te ontstaan.
5.1 Wonen in de MRA
In hoofdstuk 2 is vitgebreid ingegaan op de woningmarkt in Amsterdam. In dit hoofdstuk wordt
ook gekeken naar de ontwikkeling op het gebied van wonen in de MRA en specifiek naar de positie
van inwoners met een praktische en/ of middelbare opleiding en een laag en/of middeninkomen.
De historische ontwikkeling van de MRA kent trends van verstedelijking (urbanisatie) en
suburbanisatie. Momenteel is er een verstedelijkingsbeweging zichtbaar waarin meer mensen in
de hoog stedelijke gebieden van de regio willen wonen. Deze toenemende vraag in combinatie
met ontwikkelingen zoals meer beleggingen in de woningmarkt en een lagere bezetting per
woning zorgen voor schaarste en prijsstijgingen.
De helft van de inwoners van de MRA (check met of zonder Amsterdam) is praktisch of middelbaar
opgeleid, een groot deel heeft een laag of middeninkomen en de helft van hen woont in een
sociale huurwoning. De woningmarkt in de rest van de MRA laat paralellen zien met de
woningmarkt in Amsterdam. Door de woningmarktsituatie zijn starters zonder vermogen (vaak
praktisch en middelbaar opgeleiden) vrijwel volledig aangewezen op sociale huursector.
Nog relatief veel praktisch en middelbaar opgeleiden wonen in de MRA in een koopwoning; van de
middelbaar opgeleiden is dit 53% en van de praktische opgeleiden 34%. Ook in de MRA zijn er
forse prijsstijgingen op de koopmarkt waardoor laag of middeninkomens steeds moeilijker een
huis kunnen kopen. Ook in gemeenten waar dat voorheen nog goed kon (zoals Zaanstad,
Purmerend en Lelystad) wordt dat moeilijker. Het alternatief is beperkt: voor middeldure huur
gelden vaak inkomenszekerheidseisen die fors zijn en sociale huur kent lange wachtlijsten en met
passend toewijzen is dit alleen toegankelijk voor lage inkomens en niet meer voor de groep daar
net boven.
38
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 5.1. Schaarste beschikbaar woningaanbod het grootst voor starters en doorstromers in
de goedkope en middensegment en middeldure huur
140000
120000
100000
Boooo
Goaoo
40000
n m |] m [|
mn 1
tot £175.000 £175.000- £279.000- meerdan toten met £720-£1009 £1009- meer dan
€279.000 €409.000 €£409.000 €720 €1341 E1341
koop naar WOZ-klasse huur naar huurklasse
buitenland starter e vestigers B doorstromer OQ aanbod (recent betrokken)
Bron: WiMRA 2019 - Woonwensen ten opzichte van beschikbaar woonsegment aanbod
Een gevolg van deze dynamiek is ruimtelijke vitsortering waarbij er buurten en wijken ontstaan
waar bovengemiddeld veel inwoners met lagere inkomens wonen (daar waar veel sociale
huurwoningen zijn) en buurten en wijken met een hoge concentratie van hogere inkomens (daar
waar veel koopwoningen en vrije huursector woningen zijn). Onderstaande kaart laat deze
clustering in de MRA zien.
39
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 5.2. Ruimtelijke uitsortering: lage en hoge inkomens clusteren in de MRA
Te 2
ek & U
Af Be 4 7
AES En 5
8 h
A
ige >
e ze, ir ee & ke
ee z IJ | WEA Ee is nd
e kt ” Mal Ak te Er he En : +
JN, Ce )
L Rn PVEN 5 Ee
se ee IN Sj rj
5 4 kt wl FE Gs £
Sn KR een
8 Ge Kr
8 Sat de nr Clustering naar inkomen
L e d E:: clustering hoge inkomens
de Clustering hoge inkomens
= __ Gemengd of Middeninkomens
8 & pe £\ aandachtsgebied
En kij E Clustering lage inkomens
* SES benaderd door CBS Kerncijfers Wijken en Buurten - percentages hoge en lage inkomens per buurt en Hoge clustering lage inkomens
Bron: Verstedelijkingsconcept MRA 2021 - Clustering huishoudens naar inkomen in de MRA
Door de historische samenstelling en locatie van de woningvoorraad, nieuwbouwprojecten,
prijsstijgingen en verhuizingen wordt het moeilijker om op goed bereikbare plekken en kernen in de
regio een betaalbare woning te kopen of huren. Praktisch en middelbaar opgeleiden kunnen vooral
in nieuwbouw terecht op plekken waar relatief weinig werk is. Vanaf plekken die wel betaalbaar zijn
is het verder reizen naar werk, wat zorgt voor hogere vervoerskosten.
Op plekken met hogere druk zijn de woningen vaak duur en klein. Dit zijn de plekken die het best
bereikbaar zijn met OV. Er is een groot verschil in betaalbaarheid tussen oude en nieuwe bewoners
(starters).
5.2 Werk in de MRA
De MRA is een economische topregio dankzij een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een goed
opgeleide beroepsbevolking. De MRA is een polycentrische regio qua wonen (zoals hierboven
toegelicht) en heeft een monocentrische economische dynamiek: veel banen bevinden zich in het
Amsterdam en in Amstelland Meerlanden. Dit wordt, zonder aanvullend beleid, sterker naar de
toekomst toe. De werkgelegenheid in Amsterdam en rond Schiphol groeit al geruime tijd harder
dan in de andere regio's van de MRA (tot Corona). Economische groei in Zuid-Kennemerland en
IJmond blijft achter op de rest.
In de MRA zijn relatief veel banen in financiële diensten, informatie en communicatie, cultuur,
recreatie en sport, horeca, specialistische zakelijke diensten, vervoer en opslag, overige zakelijke
diensten en groothandel. Groei is er vooral in horeca en informatie en communicatie. Toekomstige
40
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
groei wordt verwacht in zorg en welzijn, techniek en ICT en in het onderwijs. Werken op
bedrijventerreinen verschuift meer naar randen van steden en rest van regio doordat stedelijke
bedrijventerreinen vaker worden getransformeerd naar woningbouw. Het werken op
kantoorlocaties kent een grote concentratie en planvoorraad in Amsterdam en Amstelland —
Meerlanden op internationale milieus (o.a. Zuidas).
Er zijn drie relevante ontwikkelingen gaande rondom de beroepsbevolking van de MRA met
betrekking tot praktische en middelbaar opgeleiden:
1. toenemende vergrijzing zorgt voor een afnemende beroepsbevolking en toekomstige krapte;
2. een steeds groter wordende groep theoretisch opgeleiden ten opzichte van praktisch en
middelbaar opgeleiden;
3. een grotere geografische spreiding van praktische en middelbaar opgeleiden binnen de MRA.
Door deze veranderingen in de (locatie van de) beroepsbevolking ontstaan er op lokaal niveau
tekorten aan praktisch en middelbaar opgeleiden in de kerngebieden, vooral in Amsterdam.
Er is sprake van disbalans tussen de woon- en werklocaties van werknemers in de MRA, en deze
disbalans wordt groter. Werk is geconcentreerd in Amsterdam en Amstelland Meerlanden en
werknemers zijn zoals eerder werd aangegeven ongelijk gespreid over de MRA. De volgende
ontwikkelingen komen uit nadere analyse:
e Een groeiend surplus aan theoretisch opgeleide inwoners. Rond de eeuwwisseling woonden er
in alle deelregio's, behalve Amstelland Meerlanden iets meer theoretisch opgeleide
werknemers in de MRA dan er banen voor hen waren. Dit verschil groeide licht tot 2018, en zal
naar verwachting versterken richting 2040.
e Een groeiend tekort aan middelbaar opgeleide werknemers, en een groeiende geografische
disbalans. Rond de eeuwwisseling woonden in de MRA aanzienlijk meer middelbaar opgeleiden
dan er banen op dat niveau waren. De tekorten aan middelbaar geschoolden in deelregio’s
Amsterdam en Amstelland Meerlanden werden ruimschoots gecompenseerd in de andere
deelregio’s. In 2018 is de lokale disbalans in de deelregio's Amsterdam en Amstelland
Meerlanden sterk gegroeid doordat vooral hier het aantal middenbanen in de tussenliggende
periode sterk groeide. Deze groei is niet gecompenseerd door de groei van het aantal
middelbaar opgeleide werknemers in deze deelregio’s, en ook niet in de MRA als geheel,
waardoor het totale surplus aan werknemers op middelbaar niveau is omgeslagen in een tekort
in 2018. Een tendens die zich naar verwachting zal voortzetten in de toekomst.
e Een nijpend tekort aan praktisch opgeleiden: In 2003 was ongeveer een kwart van de actieve
beroepsbevolking praktisch opgeleid, terwijl maar rond de 20% van de banen een praktische
opleiding nodig was. In 2018 was dat surplus omgeslagen naar een klein tekort, waarbij ook een
geografische disbalans was ontstaan: een flink tekort in Amsterdam en Amstelland Meerlanden
werd gecompenseerd door een licht surplus in elke deelregio. Naar 2040 is de verwachting dat
dit lichte surplus in alle deelregio's is omgeslagen in een tekort.
In onderstaande afbeelding staat de geografische disbalans weergegeven. In de blauwe gebieden is
een concentratie van banen voor praktische en middelbaar opgeleiden. In de rode gebieden een
concentratie van praktisch en middelbaar opgeleide beroepsbevolking.
41
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 5.3 Geografische disbalans in banen (blauwe ringen) en woonlocaties (rode ringen)
praktisch en middelbaar opgeleiden binnen de MRA _
J B
pr k
ri LO \
dt / |
ll 1 |
(EN “\@ be {
O e © )
AS
re \ -
al Kr
E. X
Kk u dj Pa Pé D
{ 5 / % À
| a Ì /
C APT FB. 4 /
Bron: Verstedelijkingsconcept MRA 2021 - Concentratie van banen in de MRA naar
opleidingsniveau
Door de boven genoemde tendensen zijn werkgevers in Amsterdam en Amstelland Meerlanden
steeds meer afhankelijkheid van praktisch en middelbaar opgeleiden die in of buiten de regio
wonen, en die bereid zijn om een grotere woon-werk afstand af te leggen. Het probleem hierbij is
echter dat praktisch en middelbaar opgeleiden minder dan theoretisch opgeleiden bereid of in staat
zijn deze grote woonwerkafstanden afte leggen en dat dit hen ook in een lastiger positie brengt dan
theoretisch opgeleiden. Daarnaast is het huidige mobiliteitssysteem niet in staat deze groeiende
mobiliteitsbehoefte te bedienen.
5.3 Bereikbaarheid en mobiliteit in de MRA
Het Daily Urban System van Amsterdam (het gebied waarin de belangrijkste dagelijkse
verplaatsingen (woon-werk, studie, sport etc. plaatsvinden) is de afgelopen decennia flink gegroeid
en is inmiddels groter dan het territorium van de MRA. Dat komt door de toenemende doordat het
aantal banen in de regio sneller groeit dan de beroepsbevolking, maar ook door verbeteringen in de
bereikbaarheid, groeiende mogelijkheden om deels thuis te werken waardoor het voor met name
hoog opgeleiden mogelijk is om verder van het werk te gaan wonen of om verder van het wonen te
gaan werken. Historisch gezien zijn mensen met een praktische of middelbare opleiding minder
bereid en/of in staat om grotere afstanden tot werk af te leggen.
42
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 5.4 Gemiddelde woonwerkafstand van praktisch en middelbaar opgeleiden lager dan
van theoretisch opgeleiden
Gem. woon-werkafstand Nederlanders (km)
Geen opleiding Basisonderwijs, lager Lager Middelbaar Hoger
voltooid onderwijs beroepsonderwijsof beroepsonderwijsof beroepsonderwijs,
wmbo, vbo, lwoo, vso, havo, atheneum, universiteit
valo, mavo, vla, mule gymnasium, mms, hbs
Bron: CBS, ODIN - Gemiddelde woonwerkafstand naar opleidingsniveau
De laatste decennia is er veel geïnvesteerd in de uitbreiding van de wegcapaciteit in de MRA en
(beperkter) in de IC-treinverbindingen (zie bijvoorbeeld het spoorboekloos rijden tussen
Amsterdam Utrecht en Eindhoven). Hiermee is deze dagelijkse pendel over langere afstanden ook
bevorderd.
Een verdere uitbreiding van deze nationale infrastructuur is kostbaar, kost veel tijd en is ook steeds
meer omstreden vanwege de aantasting van het landschap die dat met zich meebrengt. Volgens
het college van Rijksadviseurs is verdere groei van het DUS niet wenselijk omdat dit nog meer
pendel betekent en daarmee nog meer congestie en druk op de infrastructuur.
De fijnmazige regionale en lokale netwerkstructuur is veel minder uitgebreid. Voor vitbreiding van
weginfrastructuur is geen ruimte en draagvlak en voor de ov-infrastructuur is beschikbaarheid van
financiële middelen vaak de beperkende factor. De belangrijkste bron daarvoor is de Brede
Doelitkering (BDU) van het Rijk die al vele jaren niet meer meegroeit met de groei van de
bevolking en hat aantal banen in de MRA. Om toch de groei van de reizigersstromen te kunnen
faciliteren is in het lokale en regionale ov vaak ingezet op het efficiënter maken van de
netwerkstructuur: meer inzet op snelle rechtstreeks verbindende R-netlijnen (hoogwaardige
regionale buslijnen met hoge frequenties, relatief weinig haltes en deels vrije banen) in
spitsperiodes en minder op ontsluitende lijnen, wat meer kronkelende lijnen, die zeker in de
dalperiodes duur zijn in exploitatie.
Dat heeft voor veel reizigers geleid tot snellere ov-verbindingen, maar voor ander deel van de
reizigers tot een versobering van het ov-aanbod door langere loopafstanden en vaker overstappen.
Ook zijn de kosten van het ov-gebruik de afgelopen 10 jaar sterker gestegen dan die van het
autogebruik, onder meer door verhoging van het lage BTW-tarief (OV+30%; Auto+25%). Voor
mensen met een hoger inkomen zijn de vergoedingen voor woon-werkverkeer vaak hoger dan voor
lagere inkomensgroepen.
Voor praktisch en middelbaar opgeleiden in laag stedelijke gebieden met een beperkter en steeds
duurder ov-aanbod is de auto steeds vaker een beter alternatief dan het ov, zeker als een
43
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
fietsalternatief door te lange afstanden geen optie is. Alleen al binnen Amsterdam leidt de ligging
van het woongebied binnen of buiten de ring tot grote verschillen in bereikbaarheid van banen.
Figuur 5.5. Relatief grote verschillen in bereikbaarheid van banen praktisch geschoolden
binnen en buiten de ring
Oosterpark
IJburg _ Nieuw he
! Oost West Bijlmer
gemiddelde -73% -37% „11%
binnen de ring Ï B mm
Bron: Rapport Mobiliteit op Strandeiland, Bureau Overmorgen 2020 — Aantal werkplekken met
praktisch geschoold werk bereikbaar in een half vur met OV
Praktisch en middelbaar opgeleiden reizen dan ook vaker met de auto dan theoretisch opgeleiden.
Behalve met de locatie van hun werkplekken speelt hier ook mee dat ze vaak werktijden kunnen
hebben waarin het ov-aanbod afwezig of veel geringer is. Voorbeelden zijn nachtdiensten voor
verplegend personeel, maar ook 24-uursshifts bij productiewerk en logistiek werk op Schiphol in de
Havens en in distributiecentra. Thuiswerken, wat altijd al veel voorkwam in bepaalde
beroepsgroepen en door de coronacrisis een enorme toename heeft gehad, is vaak voor praktisch
en middelbaar opgeleiden minder goed mogelijk.
Figuur 5.6. Thuiswerken onder praktisch en middelbaar opgeleiden minder gebruikelijk
IN workplace IN home office
5
AR EN
5
2
Lel
E
8 ' mmm n
lower medium higher lower medium higher
education education education education education education
before COVID-19 late March
Bron: Tilburg University 2020 — Aantal vren werk verdeeld tussen thuis en op de werkplaats naar
opleidingsniveau, voor Covid-19 en maart 2020
bh
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Overige uitdagingen voor de nabije toekomst zijn dat de ruimte voor parkeren schaarser en
daarmee ook duurder zal worden in nieuwe woonwijken met een hoge dichtheid. Voor de variabele
autokosten wordt verwacht dat die zullen afnemen met de komst van de elektrische auto's, maar
de aanschafprijzen zijn vooralsnog hoog. Daardoor kan de scheefheid in betaalbaarheid tussen
hoger inkomensgroepen met een goede reiskostenvergoeding en de lagere inkomensgroepen met
een beperktere reiskostenvergoeding groter worden (met gelijkblijvende regelgeving hieromtrent).
45
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
6 In hoeverre worden middeninkomens
financieel geraakt door gemeentelijke lasten
en de energietransitie?
e Bij de beschrijving van de effecten van gemeentelijke lasten en de lasten van de
energietransitie kijken we naar middengroepen op basis van inkomen.
e _Middeninkomens hebben minder toegang tot overheidssteun ten opzichte van lage
inkomens, terwijl hun lasten een groter aandeel van het inkomen vragen dan van hogere
inkomens. Middengroepen hebben daardoor soms niet (veel) meer te besteden dan lage
inkomens. Deze marginale druk komt met name door het voorzieningen en lasten
systeem op landelijk niveau en geldt in mindere mate op gemeentelijk niveau.
e Amsterdamse middeninkomens kunnen gebruik maken van generieke regelingen die de
gemeente Amsterdam aanbiedt om tot andere energievoorzieningen-en besparing te
komen. Specifieke regelingen voor middeninkomens ontbreken waar die wel specifiek
voor lage inkomens gelden.
e _Middeninkomens worden net als andere inkomensgroepen door het Rijk gecompenseerd
in hun energielasten (de energierekening) die door de hogere energieprijzen toenemen.
Lage inkomens krijgen hiernaast nog extra compensatie.
e _Middeninkomens met een eigen woning in Amsterdam betalen OZB, rioolheffing en
afvalstofheffing. Middeninkomens met een huurwoning betalen direct voor
afvalstofheffing, andere lasten zitten indirect in de huurprijs verwerkt. Bij het bepalen van
de gemeentelijke lasten wordt geen rekening wordt gehouden met de huishoudinkomens.
Wel kunnen huishoudens met een inkomen op of rond bijstandsniveau en weinig
spaargeld kwijtschelding van de gemeentelijke lasten aanvragen.
De WRR concludeert in het rapport ‘De val van de middenklasse’ dat het in absolute zin financieel
niet slechter gaat met de middeninkomens, maar dat er meer gewerkt moet worden door de leden
van het middeninkomen huishouden om op dat niveau te blijven en hun koopkracht te behouden.
Volgens Hoogleraar Housing systems Technische Universiteit Delft- Peter Boelhouwer is meer
specifiek de positie van gezinnen met een middeninkomen precair. Dit komt omdat voor deze groep
vrijwel alle toeslagen vervallen waardoor de marginale druk voor hen zeer hoog is. Hierdoor hebben
bijvoorbeeld gezinnen met een inkomen van 38.000 slechts ongeveer 160 euro meer te besteden
dan gezinnen met het minimumloon.
Maar ook middeninkomens zonder kinderen zouden te maken hebben met een hogere marginale
druk. De marginale druk is het deel van de stijging van het bruto-inkomen dat niet resulteert in een
46
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
toename van het besteedbare inkomen. Als gevolg van een stijging van het bruto-inkomen moet
bijvoorbeeld meer belasting worden betaald en/of daalt het recht op toeslagen. Tegelijkertijd
blijven de lasten voor het huishouden vaak wel gelijk en wordt het besteedbaar inkomen daarmee
niet groter. Middengroepen hebben dan soms niet (veel) meer te besteden dan lage inkomens.
Deze lasten raken middeninkomens relatief harder dan hogere inkomens omdat zij moeilijker in
staat zijn makkelijker in staat zijn om financiële tegenvallers zelf op te vangen. En omdat de lage
inkomens gesteund worden draagt dit volgens de WRR onder middengroepen bij aan
maatschappelijk onbehagen.
Het huishoudboekje is een relflectie van een heel persoonlijke situatie. Gezien de brede en diverse
kenmerken van de middengroepen is het niet mogelijk om een gemiddeld huishoudboekje van een
Amsterdams huishouden in de middengroepen te presenteren. De belangrijkste bouwstenen van
het huishoudboekje die voor ieder huishouden van invloed zijn naast inkomen de kosten voor de
huur/ hypotheek en de energie en zorgkosten. Daar bovenop komen de landelijke en gemeentelijke
lasten.
Circa één op de drie Amsterdamse middeninkomens had in 2018 moeite met rondkomen. Met name
middeninkomen gezinnen ervaren dit als moeilijk; zes op de tien middeninkomen gezinnen hebben
moeite met rondkomen.
Figuur 6.1. Meer dan de helft van de middeninkomen gezinnen heeft moeite met rondkomen
Hoge irikomens mi qu Gezinnen met hoog Wikomen ü EM
Bron: bewerking van data OIS Staat van de Stad X 2018 - Ervaren moeite met rondkomen
Inkomen en vermogen zijn de belangrijkste indicatoren voor de financiële positie van
middengroepen. In dit onderdeel van de notitie gaan we vit van het huishoudinkomen als basis
voor het betalen van de dagelijkse kosten. Enerzijds zijn er zorgen om financiële kwetsbaarheid
vanwege het risico op daling van het inkomen door flexibilisering en technologisering van de
arbeidsmarkt (zie hoofdstuk 3 arbeidsmarkt), anderzijds gaat het om de financiële draagkracht en
koopkracht door stijgende lasten. Deze lastenverzwaring kan het gevolg zijn van hogere
woonprijzen (zie ook hoofdstuk 2 woningmarkt), maar ook door toename van vaste lasten zoals de
energielasten en (in mindere mate) de gemeentelijke belastingen.
In dit hoofdstuk van de notitie wordt gekeken naar lasten die gepaard gaan met de energietransitie
en de gemeentelijke lasten. Voor de energietransitie wordt ook stilgestaan bij de rol van het Rijk.
Verder biedt de afbakening van deze notitie niet de ruimte voor een uitgebreide analyse van alle
landelijke belastingen, toeslagen en voorzieningen voor middeninkomens te maken. Een recente
maatregel zoals een compensatie voor gestegen energielasten, evenals aangekondigde
maatregelen in het Regeerakkoord zoals de verhoging van de vergoeding voor kinderopvang, zijn
47
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
in dit stuk niet meegenomen — maar kunnen wel impact hebben op de lasten en financiële situatie
van middengroepen.
6.1 Energie (transitie) lasten
De energielasten (de energierekening) kan voor huishoudens een grote kostenpost zijn. Het
verduurzamen van woningen kan leiden tot een lagere energierekening, maar gaat ook gepaard
met investeringskosten. Dit zijn de lasten als gevolg van de energietransitie.
Energielasten
Uit onderzoek Energiearmoede in Amsterdam van OIS (2020) blijkt dat de energielasten voor
middeninkomens gemiddeld genomen 4 tot 5 % van het totale inkomen innemen. Voor 3% van de
lage middeninkomens is sprake is van energiearmoede. Er is sprake van energiearmoede wanneer
de energierekening 10% of meer van het totale inkomen beslaat. De energielasten zijn relatief
gezien het hoogst voor huishoudens met een laag inkomen; 37%.
Figuur 6.2. Energielasten middeninkomens nemen 4 tot 5% van het totale inkomen in
lage inkomens tot huurtoeslaggrens” u q 10 aa 31 113 100 108 (8%)
inkomens vanaf pot.hts-groep tm € 38.035 6 5 5 q 3 3 104 95 103 (8%)
lage middeninkomens € 38.035- €47.544 5 ä 6 1 117 105 114(9%)
middeninkomens (47,544-1,5x modaal) 5 ä Á á 2 2 17 12 124(10%)
hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) 4 3 d Ì û 1 131 116 123(6%)
hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 3 3 3 | ù 1 154 129 140 (856)
totaal 7 5 5 18 1 u 124 10 120(9%)
1 Eenpersoonshuishoudens €22-700, meerpersoonshuishoudens €30.825
2 De energiequote onder lage middeninkomens is niet significant gestegen
Bron: Energiearmoede in Amsterdam OIS 2020 - Energiequote, huishoudens met energiearmoede
en gemiddelde energierekening
Eris geen gemeentelijke compensatieregeling voor energielasten, wel een landelijke. Het Rijk heeft
geen directe invloed op de leveringstarieven (dit is aan de markt), maar kan wel via belastingen
compenseren. Het Rijk voert naar aanleiding van de huidige hoge gas-en elektriciteitsprijzen twee
aanpassingen door in de belastingen voor 2022 om huishoudens te compenseren voor de hogere
energierekeningen:
e _Belastingvermindering van €230,- om tegemoet te komen aan de hogere energierekening
door de stijgende gasprijzen. Deze belastingvermindering is een vaste korting op het
belastingdeel van de energierekening en geldt voor iedereen. De hoogte van de
belastingvermindering energiebelasting varieert per jaar en is sinds 2020 verhoogd.
e Verlaging van de energiebelasting; een tegemoetkoming in het energiegebruik. Dit wordt
verrekend in het verbruik.
Aanvullend op deze aanpassingen krijgen huishoudens met een laag inkomen via de gemeente
€200,- extra voor het betalen van de energierekening.
48
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Lasten als gevolg van de energietransitie
De lasten die gepaard gaan met de energietransitie vormen vooral de investeringen die gedaan
moeten worden om tot andere energievoorzieningen en -besparing te komen. Wanneer een
huishouden eenmaal een individuele duurzame energievoorziening heeft en/of de woning heeft
geïsoleerd dan leidt dit tot lagere energiekosten. Collectieve energievoorzieningen daartegenover
leiden nu (nog) niet tot een lagere energierekening voor huishouders die hieraan meedoen. Dit is
omdat de tarieven van de leveranciers van collectieve energievoorzieningen zijn gekoppeld aan de
gasprijzen. Met andere woorden: men betaalt bij collectieve energievoorzieningen dezelfde prijs als
dat er betaald zou moeten worden bij gebruik van aardgas. In de nieuwe Wet Collectieve
Warmtevoorziening wordt deze relatie ontkoppeld. Wanneer deze wordt vastgesteld is onzeker.
Dat kan over een jaar, maar het kan ook nog enkele jaren duren.
Amsterdam heeft de ambitie om in 2040 aardgasvrij te zijn. Dit betekent dat woningen moeten
worden aangesloten op stadswarmte of alternatieven. Voor een deel van de woningen is de
collectieve energievoorziening van het warmtenet het alternatief voor aardgas met de laagste
maatschappelijke kosten voor de transitie. Omdat het warmtenet een collectieve
energievoorziening is betalen huishoudens op dit moment evenveel voor hun energierekening als
zij betaalden voor het gebruik van aardgas.
Bewoners kunnen niet gedwongen worden om van het aardgas af te gaan of op andere manieren te
verduurzamen. Het gaat dan ook om een vrijwillige keuze en vrijwillige investeringskosten. Vanuit
het Rijk wordt geld beschikbaar gesteld voor gemeenten om kwetsbare huishoudens met een hoge
energierekening en/of een slecht geïsoleerde woning te ondersteunen in het verduurzamen van hun
(huur)woning. En ook door de gemeente Amsterdam zijn er maatregelen getroffen die huishoudens
in de transitie moeten ondersteunen zoals de subsidies aardgasvrij en vouchers bij energiearmoede.
Deze maatregelen zijn of gericht op lage inkomens* (bijvoorbeeld de aankomende witgoedregeling
minima) of generiek toegankelijk (zoals de collectieve inkoop van zonnepanelen en isolatie). Er zijn
geen maatregelen die specifiek gericht zijn op de middeninkomens.# Recent onderzoek van de
Rekenkamer (november 2021) concludeert dan ook dat in het beleid van Amsterdam voor het
realiseren van de energietransitie maatregelen voor middeninkomens ontbreken.
6.2 Gemeentelijke voorzieningen en lasten
Voor inwoners van de gemeente Amsterdam geldt dat zij mogelijk in hun lasten worden verlicht
wanneer zij gebruik maken van de diverse voorzieningen die de gemeente (ter compensatie)
aanbiedt.
Gemeentelijke voorzieningen
De gemeente Amsterdam biedt onder andere de volgende voorzieningen aan om lasten te
verlichten: de stadspas, sportvergoeding, scholingsvoucher, individuele inkomenstoeslag,
collectieve zorgverzekering, gratis dierenarts, gratis identiteitskaart, gratis openbaar vervoer voor
ouderen, gratis laptop middelbare school, gratis laptop of tablet basisschool, individuele
inkomenstoeslag, kindbonnen, OV-vergoeding voor mantelzorgers, regeling tegemoetkoming
49
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
meerkosten, reiskostenvergoeding voor scholieren, scholierenvergoedingen, tegemoetkoming
aanvullend openbaar vervoer en de regeling tegemoetkoming meerkosten (RTM).
Deze gemeentelijke voorzieningen gelden alleen voor minima huishoudens (120% wettelijk sociaal
minimum). De grens voor een gezin met kind(eren) jonger dan 18 jaar is € 25.741 (2021). Zelfs met
de ambitie om dit te verruimen naar 130%, ligt het jaarinkomen van €27,556 (2021) onder de
inkomensgrens voor lage middeninkomens (huurtoeslag grens). Deze voorzieningen zijn daarmee
gericht op de lage inkomensgroepen. Middeninkomens kunnen hier geen gebruik van maken.
Naast de gemeentelijke voorzieningen kunnen bewoners via maatschappelijke initiatieven met
partners tegemoet gekomen worden. Dit zijn geen directe voorzieningen van de gemeente zelf
maar voorzieningen die via partners worden aangeboden. In sommige gevallen worden voor deze
initiatieven ruimere inkomensgrenzen gehanteerd (tot circa 150% wettelijk sociaal minimum).
Tenslotte zijn er in de stad voedselinitiatieven (anders dan de Voedselbank) waar bewoners
ongeacht hun inkomen gebruik van kunnen maken. Dit zijn veelal initiatieven die door de
Coronacrisis zijn ontstaan.
Gemeentelijke lasten
De belangrijkste lasten vanuit de gemeente die gelden voor alle middeninkomens in Amsterdam
zijn de gemeentelijke belastingen. Afhankelijk van de woning en het bezit van een auto kunnen daar
nog kosten voor erfpacht en parkeervergunningen bijkomen.
Met de Gemeentewet is bepaald welke belastingen gemeenten mogen heffen. Middeninkomens
met een eigen koopwoningen in Amsterdam hebben te maken met de onroerendezaakbelasting
(OZB). De hoogte van deze belasting is afhankelijk van de waarde van de woning. Eigenaren van
woningen moeten daarnaast nog rioolheffing (voor de aansluiting op het riool) betalen.
Middeninkomens met een huurwoning betalen alleen afvalstofheffing (die ook voor
woningeigenaren geldt) voor het ophalen en verwerken van huisvuil. De hoogte hiervan is
afhankelijk van de grootte van het huishouden.
De Gemeentewet verbiedt belastingheffing naar winst, draagkracht of vermogen (dat is
voorbehouden aan het Rijk). Gekeken naar inkomen en vermogen is er wel een
kwijtscheldingsregeling voor huishoudens die niet in staat zijn hun belastingen te betalen.
Huishoudens met een inkomen op of rond bijstandsniveau (120% wettelijk sociaal minimum) na
aftrek van woonlasten en ziektekostenpremie en weinig vermogen/spaargeld komen in aanmerking
voor de kwijtschelding.
De hoogte van de belastingen verschillen per gemeente. In de Atlas van de lokale lasten (2021) van
de Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) staan de
lasten van alle gemeenten van Nederland beschreven. Volgens het COELO betaalden Nederlandse
huishoudens met een eigen woning in 2021 gemiddeld €811,- per jaar aan gemeentelijke lasten. En
huurders €411,-. Dit bedrag is lager voor huurders omdat zij geen onroerendezaakbelasting betalen.
In Amsterdam betaalt een tweepersoonshuishouden in 2021 met een eigen woning €761,- aan
gemeentelijke lasten. Dit is meer dan in de gemeente Den Haag (€700,-), maar minder dan in
50
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Utrecht (€882,-), Rotterdam (€903,-) en het landelijk gemiddelde (€811,-). Naast deze lasten betaalt
een groot deel van de huishoudens met een eigen woning in Amsterdam erfpacht. Anders dan in de
meeste andere gemeenten komen deze lasten nog bovenop de gemeentelijke belastingen die
middeninkomens moeten betalen. De hoogte van de erfpacht is afhankelijk van de resterende tijd
van de canon.
Figuur 6.3. Gemiddelde lokale lasten voor tweepersoonshuishouden met eigen woning in
Amsterdam lager dan in Rotterdam
Berekend op basis van de volgende gegevens:
- Tweepersoonshuishouden
Craen dta alt
- WOZ-waarde: 425.106 euro
Gemeentelijke Lasten
NEE Lul elek ged
" : Vetus R : Velen Ars
Bedragen in euro's en [ERE gert NT gee orde EEEN
Ozb IE: pd 22,3 EPL] Le
PN ille iin akan ae) 435 18,2 ed je)
Rioolheffing 144 Ed 226 EM)
Totale gemeentelijke lasten Fi u EDE] 1,9
Bij het berekenen van de verandering van de ozb is rekening gehouden met de gemiddelde verandering in de waarde van woningen.
Bron: Lokale lasten calculator COELO 2021 - Gemiddelde lokale lasten 2021
tweepersoonshuishouden met eigen woning
Een tweepersoonshuishouden met een huurwoning betaalde in Amsterdam in 2021 €435,- per jaar
aan gemeentelijke lasten. Dit is meer dan het landelijk gemiddelde (€411,-) en in de gemeenten
Utrecht (€345,-), Rotterdam (€348,-) en Den haag (€330,-). Dit verschil heeft te maken met de
relatief hoge afvalstoffenheffing. Het college heeft ervoor gekozen om de heffing kostendekkend
in te richten.
Figuur 6.4. Gemiddelde lokale lasten voor een tweepersoonshuishouden met huurwoning in
Amsterdam hoger dan in Rotterdam
Berekend op basis van de volgende gegevens:
- Tweepersoonshuishouden
- Huurwoning
Gemeentelijke Lasten
EEL) Bil
ei Verschil met F zi Verschil met
Bedragen in euro's en Bedragen in euro's ven
OFI) ais nvt ij LNjS
Afvalstoffenheffing Eke Ee EE] 17
Rioolheffing nvt ii ih La 48
Totale gemeentelijke lasten Eh 18,2 348 Lj
Bron: Lokale lasten calculator COELO 2021 - Gemiddelde lokale lasten 2021
tweepersoonshuishouden met huurwoning
Tenslotte hebben de meeste Amsterdamse huishoudens die in het bezit zijn van een auto naast de
gemeentelijke belastingen te maken met de kosten voor hun parkeervergunning. De hoogte van
de parkeervergunningen is afhankelijk van het stadsdeel waar het huishouden woont. Dit geldt
ook voor de parkeerkosten (parkeertarieven voor parkeren zonder vergunningen).
51
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
7 Welke rol spelen middengroepen in het
sociale weefstel van de stad?
e Bijhet beschrijven van het sociale weefsel in de stad en welke rol middengroepen daarin
spelen kijken we naar inkomen, beroepen en huishoudsamenstelling .
e Amsterdamse middeninkomens hebben niet meer dan andere inkomensgroepen een
‘cement functie’ in de stedelijke samenleving. Ze hebben niet meer dan andere
inkomensgroepen contact met buren en/of andere bevolkingsgroepen. Het effect van
middeninkomens op kansengelijkheid lijkt ook beperkt. Het grootste middenklasse-effect
is de verbetering van het imago en de (ervaren) veiligheid van een buurt.
e Erzijn aanwijzingen dat het sociaal weefsel van de stad positief wordt beïnvloed door
gezinnen, mensen in maatschappelijke of creatieve beroepen of lang verblijvers, ongeacht
de inkomensgroep waar zij toe behoren. Verdere analyse is hierop nodig om sterkere
conclusies te kunnen trekken.
e Het aandeel gezinnen neemt in Amsterdam in zijn totaliteit (nog) niet af. Het aandeel
jonge gezinnen neemt wel af waardoor op de langere termijn het aandeel gezinnen kan
afnemen. Dit lijkt te worden beïnvloed door de woonsituatie voor gezinnen in de stad
waardoor met name middeninkomen en hoge inkomen gezinnen uit de stad vertrekken.
Lage inkomen gezinnen hebben vaker te maken met te krappe behuizing.
Naar de middengroepen wordt vaak gerefereerd als het ‘cement van de samenleving’. Verlies van
middengroepen zou gepaard gaan met afname van sociale cohesie in de stad en in buurten omdat
wordt aangenomen dat zij de “schakel” zijn tussen de lage en hoge inkomens omdat zij met beide
groepen contacten hebben. In dit hoofdstuk is gekeken naar de rol van middengroepen in het
sociaal weefsel van de stad en of deze uitspraak op basis van literatuurstudies en interviews
onderbouwd kan worden. Sociaal weefsel wordt in deze notitie vertaald in sociale cohesie,
kansengelijkheid en leefbaarheid. Daarnaast is specifiek gekeken naar de rol van gezinnen in de
stad.
7.1 Sociale cohesie, kansengelijkheid en leefbaarheid
Sociale cohesie betreft de interne bindingskracht van een sociaal systeem dat kan variëren van
kleine groepen tot gehele samenlevingen. Het gaat om de binding die mensen met het sociaal
systeem hebben en onderling met elkaar. En wordt onder andere gevormd door gedeelde
gevoelens van saamhorigheid, frequent contact en participatie in het groepsleven (Verwey en
Jonker, 2008). De zorgen rondom afname van sociale cohesie gaan gepaard met de gevolgen die dit
kan hebben voor de leefbaarheid en kansengelijkheid.
52
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Volgens literatuurstudie van Verwey & Jonker (2008) blijkt dat minder sociale cohesie negatieve
gevolgen kan hebben voor kansengelijkheid. Dit zou komen omdat bij mensen met beperkte sociale
netwerken de kans groter is dat zij minder perspectief hebben om hoger op de ‘maatschappelijke
ladder’ te komen. Omdat zij hierdoor minder kunnen profiteren van anderen waar ze zich aan op
kunnen trekken. Dit geldt zowel voor de onderwijsloopbaan als voor de kansen op de arbeidsmarkt.
De zorg is dat afname van middengroepen bijdraagt aan minder kansengelijkheid voor mensen met
een lage SES omdat zij doorgaans minder sterke sociale netwerken hebben en zich dan minder
kunnen optrekken.
Tenslotte wordt gevreesd dat afname van sociale cohesie leidt tot een verminderde leefbaarheid
van de stad. Uit de studie van Verwey & Jonker (2008) komt naar voren dat meerdere studies
aantonen dat veiligheid en veiligheidsbeleving sterk samenhangen met aspecten van sociale
cohesie in de buurten.
Daarnaast kennen buurten met grotere sociale cohesie een grotere verbondenheid met de buurten
daaruit volgend een hogere vrijwillige bijdrage en participatie van inwoners om de leefbaarheid van
deze buurten te verbeteren. Tenslotte zijn bewoners in buurten met veel sociale cohesie over het
algemeen meer tevreden met hun woonomgeving en buurt.
Sociale cohesie
Uit analyse op basis van de statistieken van de Staat van de Stad (2020) blijkt dat er een sterke
correlatie is tussen de ervaren sociale cohesie in de buurten de contacten in de buurt. Amsterdamse
middeninkomens hebben niet meer dan andere inkomensgroepen contact hebben met hun buren
of met andere bevolkingsgroepen. Ook participeren zij niet meer dan andere inkomensgroepen in
activiteiten of verenigingen. Wel is hun politieke participatie (evenals hoge inkomens) relatief hoog.
Figuur 7.1. Middeninkomens hebben nagenoeg evenveel contact met buren of andere
bevolkingsgroepen als andere inkomensgroepen
Hage inkamens
A2 a
kidde inkomens
Deelname vereniging (1 # maand) Î 3186 B Lage inkomens
Contact met andere Ee
bevolkingsgroepen (waak) ze
Contact met buren [1 x week) da
Cr 10% 2 JOH, AU Link Gis
Bron: bewerking data OIS Staat van de Stad X 2020 - Participatie en contact, percentage
Amsterdammers naar inkomensniveau
53
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Uit ditzelfde onderzoek komt naar voren dat gekeken naar verschillende type huishoudens in
Amsterdam de bewoners met kinderen het meeste contact hebben met buren, ongeacht de
inkomensgroep.
Figuur 7.2. Stellen met kinderen hebben het meester contact met buren
mk
Alleenstaanden 42 PER 34
Stel zonder kind 46 48 43
Bron: bewerking data OIS Staat van de Stad X 2020 - Contact met buren, percentage
Amsterdammers naar huishoudsamenstelling
Dit wordt in het boek Stadskinderen (2004) van stadsgeograaf Lia Karsten (UvA) onderschreven.
“Een meer kindvriendelijke leefomgeving is van belang voor de ontwikkeling van leefbare steden.
Gezinnen onderhouden sociale netwerken. Ook economisch is er verlies; wanneer zij meer gaan
verdienen verlaten zij de stad. Wanneer beleid gericht is op het behouden van de middenklassen zal er
iets moeten gebeuren voor de sociaal-ruimtelijke condities voor stedelijk gezinsleven. ”
Figuur 7.3. Mate van contact met buren en overige buurtbewoners neemt in Amsterdam af
100 en 1 an Ee ij = en
90 5 nae a 5 …N
80
70 10 8
zo
60 ii
50 n
al 14 1
id EZ AE 5
ES 42
30 Bene
20 Jaz F
10
0
"14 '16 "18 '20 "14 "16 "18 '20 14 '16 "18 '20 "14 "16 '18 "20
i zin overige
vrienden familie buren buatbelsnars
El = 1 keer per week mj 2keer per maand __ 1 keer per maand
m < 1 keer per maand Ei zelden of nooit weet niet
Bron: OIS Staat van de Stad Xl 2021 - Mate van contact met buren en overige buurtbewoners
54
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Uit het onderzoek Staat van de Stad Amsterdam Xl van OIS (2021) blijkt dat er in Amsterdam sprake
is van een afname aan burencontact. Dat heeft volgens senior onderzoeker Hester Booi (OIS)
waarschijnlijk te maken met internationalisering, groeiend aandeel 2o'ers en 3o'ers en kortere
woonduur. “Wanneer er minder gezinnen in de stad wonen, zal dit nog verder dalen.” Uit analyse
van Wonen in Amsterdam (WiA) (2019) komt naar voren dat gezinnen meer contact met buren
hebben dan andere huishoudens. En dat dit verschil vooral groot is bij de huishoudens die ergens
nog maar kort wonen.
Daarnaast lijken gezinnen van belang voor de leefbaarheid van de stad. In het NRC stelt hoogleraar
Zef Hemel dat jonge gezinnen "de graadmeter voor leefbaarheid in de stad” omdat zij zich inzetten
voor een omgeving die schoon, veilig en kindvriendelijk is. Gezien de bijdrage die gezinnen hebben
aan de sociale cohesie en leefbaarheid wordt in de volgende paragraaf dieper ingegaan op gezinnen
in de stad.
Kansengelijkheid
Volgens onderzoek van Driessen (‘Peer group!’ effecten op onderwijsprestaties, 2007) gaan hogere
of lagere schoolprestaties maar in beperkte mate samen met de sociaal-milieu samenstelling van
de leerlingenpopulatie van een klas. "Kenmerken op het individuele leerling niveau, zoals het sociaal
milieu en etnische migratieachtergrond zijn veel belangrijker en bepalender voor de schoolpresentaties
dan die op het klas-en schoolniveau”. Onderzoek van het CPB (Verschillen in leerresultaten
basisscholen, 2019) daarentegen toont aan dat het voor leerprestaties van kinderen wel degelijk
vitmaakt wie de medeleerlingen zijn en hoe zij presteren. In dit onderzoek wordt echter geen
specifieke uitspraak gedaan over de rol van middeninkomens. Meer medeleerlingen met ouders
met hoge SES heeft volgens het CPB een positief effect op de leerresultaten. Wanneer de
verschillen tussen de leerresultaten te groot zijn, heeft dit een negatief effect op de leerprestaties
van leerlingen.
Er wordt aangenomen dat middengroepen in buurten bijdragen aan sterkere netwerken en sociaal
kapitaal voor bewoners met een lage SES en dat dit hen zou helpen betere kansen op de
arbeidsmarkt. Volgens onderzoek van het CPB is het effect van middengroepen in de buurt gering.
“Gemengde buurten kunnen (gevoelens van) veiligheid en geestelijke gezondheid van bewoners
bevorderen. Dit draagt echter niet bij aan een verbetering van hun sociaaleconomische positie” — CPB,
‘Buurteffecten in perspectief’. En ook professor Stedelijke geografie Maarten van Ham (TU Delft)
benadrukt in het NRC dat buurteffecten in Nederland heel klein zijn.
Leefbaarheid
Uit analyse op basis van de statistieken van de Staat van de Stad (2020) blijkt dat inzet voor de buurt
en stad ook samen hangt met sociale cohesie, maar in mindere mate. Amsterdamse
middeninkomens zich niet vaker dan andere inkomensgroepen inzetten voor hun buurt of voor de
stad. Amsterdamse middeninkomens lijken wel iets vaker vrijwilligerswerk te verlenen en naasten
te helpen dan andere inkomensgroepen. Dit verschil is echter klein.
55
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 7.4. Middeninkomens verlenen iets meer vrijwilligerswerk, maar zetten zich minder in
voor buurt of stad
GE Hoge inkomens
Midde ninkamen:
Wrijwilligerswerk verleend il ml 10% a Lage mkomens
12%
Ingezel voor barur, familielid of ander IK
20%
Ingezet waar buurt of stad ik
O3 1005 20 Ell al as GO FE BO
Bron: bewerking data OIS Staat van de Stad X 2020 - Betrokkenheid, percentage Amsterdammers
naar inkomensniveau
Uit het onderzoek van lector Stedelijk Sociaal Werken Lex Veldboer (Helpt de middenklasse?, 2008)
komt naar voren dat niet alle middenklasse bewoners, maar alleen die met bepaalde beroepen
bijdragen aan de leefbaarheid. Met name de creatieve klasse en onderwijzers zetten zich relatief
vaak in voor de wijken waar zij wonen. “ In Amsterdam zet een bepaald deel van de creatieve klasse
[wetenschappers, ontwerpers, kunstenaars en andere hoogopgeleide creatieven] zich in voor de
achterstandswijk waar ze wonen. Onderwijzers ín achterstandswijken zijn relatief sterk geneigd om
zich ook ín hun vrije tijd in te zetten voor mensen met sociale problemen. Of dit effect even sterk
optreedt bij de andere sociale professionals (politieagenten en verpleegkundigen) valt nog niet vast te
stellen.”
Zoals beschreven in de inleiding blijkt uit literatuurstudie dat bewoners met een grotere
verbondenheid met de buurt een hogere vrijwillige bijdrage en participatie kennen om de
leefbaarheid van deze buurten te verbeteren. Uit de Amsterdamse Burgermonitor van OIS (2017)
blijkt dat langdurige bewoners zich veel sterker met Amsterdam verbonden voelen dan
kortverblijvers (korter dan 5 jaar woonachtig in Amsterdam). Internationals zijn over het algemeen
kortverblijvers; gemiddeld genomen verhuist circa 70% van de internationals binnen 5 jaar weer
door naar een nieuwe verblijfplaats.
56
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
Figuur 7.5. Betrokkenheid bij Amsterdam het laagst onder bewoners die minder dan 5 jaar in
Amsterdam wonen
Gemiddeld onder Amsterdammers | 81%
In Amsterdam gebaren A, E73
Minder dan 5 jaar in Amsterdam nn 66%
0% 20% AC 60% 805% 100%
Bron: bewerking data Amsterdamse Burgermonitor 2017 - Betrokkenheid, percentage
Amsterdammers naar geboorteplaats en verblijfsduur
Veiligheid en de veiligheidsbeleving zijn belangrijke aspecten van de leefbaarheid van een buurt. Uit
literatuurstudie van Verwey & Jonker (2008) blijkt dat deze hangen sterk samenhangen met
aspecten van sociale cohesie in de buurten. En ook het CPB stelt in het onderzoek 'Buurteffecten in
perspectief dat gemengde buurten kunnen bijdragen aan gevoelens van veiligheid en daarmee de
geestelijke gezondheid van bewoners bevorderen’. Volgens lector Stedelijk Sociaal Werken Lex
Veldboer is het kansrijkste middenklasse-effect de verbetering van de veiligheid, de voorzieningen,
het buurtvertrouwen en imago van een gebied.
7-2 Gezinnen in de stad
In de vorige paragraaf werd de bijdrage van gezinnen aan de sociale cohesie beschreven. In deze
paragraaf staan we stil bij de ontwikkelingen van gezinnen in Amsterdam.
Amsterdam telt 74.ooo stellen met kinderen, 16% van alle huishoudens in de stad. Dit aantal en
aandeel is tussen 2017 en 2019 nagenoeg gelijk gebleven. Dit is het gevolg van de bevolkingsgroei
en de ontwikkeling dat kinderen langer thuis blijven wonen. De instroom van gezinnen naar de stad
is klein.
57
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 7.6. Aandeel jonge gezinnen neemt af
&o.000
roo000
gezinnen Met volwassen
60.000 kinderen)
50.000
gezinnen Met
zienerkind(eren}
40.000
30.000
B geznnen
basisschaalleetijd
20.000
19.000 B jonge gezinnen
0
2007 2007 2013 2015 2017 2010
Bron: CBS/bewerking OIS 2019 - Aandeel gezinnen in Amsterdam naar soort gezin. Indeling op basis
van de leeftijd van het oudste kind
Hoewel het aandeel gezinnen gelijk is gebleven en vertrek van gezinnen van alle tijden is, zijn er drie
ontwikkelingen die relevant zijn in het kader van het sociaal weefsel van de stad.
Ten eerste neemt het aandeel jonge gezinnen (0-3 jaar) af. Dit komt omdat in deze groep in
toenemende mate meer gezinnen de stad verlaten dan dat er nieuwe gezinnen worden gevormd.
Het jaarlijks vertrekpercentage van jonge gezinnen lag in de jaren ‘go op 6%, in 2019 was dit
toegenomen tot 10%.
Figuur 7.7. Vertrek van jonge gezinnen is toegenomen
B
7 nk aj par
En
5 ze hf ar
r
nn > ass
ht mnd ee |
Bron: CBS/bewerking OIS 2019 - Vertrek van gezinnen in Amsterdam naar soort gezin
58
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Daarnaast hebben jonge gezinnen die in de stad gevormd worden in toenemende mate een hoog
inkomen. En hoe hoger het inkomen, hoe groter de kans dat een gezin uit de stad vertrekt omdat er
voor hen meer keus is op de woningmarkt buiten Amsterdam. Dit betekent dat het aandeel jonge
gezinnen met een laag of middensegment middeninkomen afneemt.
Het vertrek van gezinnen uit de stad hangt samen met de woningprijzen en de beschikbaarheid van
(koop)woningen die groot genoeg zijn. Een groot deel van de Amsterdamse woningvoorraad, en
dan met name het deel dat vrijkomt voor nieuwe bewoners, is niet geschikt voor gezinnen omdat
deze bestaat uit kleine woningen en particuliere huurwoningen, terwijl gezinnen vaak op zoek zijn
naar grotere koopwoningen.
Een laatste ontwikkeling die Amsterdamse gezinnen steeds meer kenmerkt is dat gezinnen steeds
vaker een internationale migratieachtergrond hebben doordat zij instromen vit veelal westerse
migratielanden (internationals).
Wonen voor gezinnen ín de stad
De Amsterdamse woningvoorraad wordt gekenmerkt door veel kleine woningen. Ongeveer de helft
van de woningen is kleiner dan 7o m2? gebruiksoppervlak. Uitgesplitst naarsegment wordt zichtbaar
dat er vooral veel kleine woningen te vinden zijn in de sociale huursector.
Sociale huurwoningen groter dan 61 m? woonoppervlak en met 3 of meer kamers worden op basis
van de Huisvestingsverordening met voorrang toegewezen aan een gezin met één of meer
kinderen. Woningen groter dan 7o m2? woonoppervlak en met 4 of meer kamers worden op basis van
de Huisvestingsverordening met voorrang toegewezen aan een gezin met drie of meer kinderen.”
Volgens deze systematiek is er dus altijd één slaapkamer voor de ouder(s)/verzorger(s) en één
slaapkamer voor twee kinderen beschikbaar. Daarnaast een woonkamer voor het hele gezin.
Door de marktontwikkelingen zijn ook de nieuwgebouwde woningen de afgelopen jaren gemiddeld
kleiner geworden. Dit komt voornamelijk omdat de nieuwe koopwoningen kleiner zijn geworden.
Daarnaast heeft de ontwikkeling van buy-to-let en verkamering bijgedragen aan de trend van meer
kleine woningen. Door het opkopen van woningen en deze in kleine kamers te verdelen voor
verhuur aan studenten of buitenlandse werknemers zijn deze woningen niet meer beschikbaar als
gezinswoning.
2 Let op: Woonoppervlak en gebruikersoppervlak komen qua definitie niet overeen. Een woning van 61m?
woonoppervlak komt overeen met ca 73 m2 gebruikersoppervlak. In deze notitie wordt 7o m? gbo als gangbaar
voor een (klein) gezin gehanteerd.
59
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Figuur 7.8. Meer dan helft middensegment koop kleiner dan 7zom2
_______|kleinerdanzom*gbo_|groter dan zom” gbo |
koop
A
Bron WIA 2019 - Woningvoorraad Amsterdam in 2019 naar prijssegment en woningomvang)
De woonsituatie voor gezinnen in verschillende inkomensgroepen kan als volgt worden
samengevat:
e De gezinnen met lage inkomens hebben weinig kans op een grotere woning. In sommige
buurten van Amsterdam is meer dan 20% van de huishoudens een groot gezin dat krap woont
(volgens de norm zoals beschreven in de huisvestingsverordening).
e _Middeninkomen gezinnen hebben een kleine kans op sociale huur en middeldure huur en
middensegment koop is te klein en komt nauwelijks beschikbaar. Middeninkomen gezinnen
zullen daarom ook sneller buiten de stad gaan kijken.
e Hoge inkomens gezinnen kunnen op zich voldoende aanbod vinden in de Amsterdamse
woningmarkt. Toch trekt deze groep ook veel de stad uit. Dit suggereert dat de woningen die
er zijn toch niet voldoende aan hun wensen voldoen. Bijvoorbeeld qua oppervlakte of
aanwezigheid van een tuin.
60
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022
8 Conclusies
De maatschappelijke zorgen die er zijn over de middengroepen zijn terecht, maar worden onjuist
geframed als ‘problemen’ voor de (gehele) middengroep of middenklasse. Het merendeel van de
middengroepen is stabiel en zelfredzaam. Een effectieve inzet van de gemeente op middengroepen
vraagstukken vraagt om het specifiek maken wie door welke ontwikkeling geraakt wordt en wat dit
betekent voor de toekomst van de stad. In deze notitie zijn de middengroepen vanuit twee
perspectieven benaderd; het perspectief van de inwoner en het perspectief van de stad als geheel.
Het is belangrijk aan te geven dat op nagenoeg alle bekeken domeinen (toegang woningmarkt,
kwetsbaarheid arbeidsmarkt, gezinnen in de stad) de lage inkomensgroepen in een lastigere positie
zitten dan middengroepen.
Het eerste perspectief is dat van inwoners met een middeninkomen, middelbare opleiding en/of een
beroep dat met de middenklasse wordt geassocieerd. Zij worden geconfronteerd met de volgende
ontwikkelingen die een effect kunnen hebben op hun kwaliteit van leven en hun
keuzemogelijkheden:
e Voor alle middeninkomen-huishoudens die willen doorstromen of toetreden tot de
Amsterdamse woningmarkt geldt dat hun mogelijkheden steeds beperkter worden. Alleen met
extra vermogen of een groeiend inkomen worden de mogelijkheden groter. De beschikbare
woningen zijn schaars.
e Het merendeel van de Amsterdamse middengroepen is (financieel) zelfredzaam. Een deel van
de middengroepen is financieel kwetsbaar. Dit zijn middengroepen die te maken hebben met
inkomensonzekerheid door flexibele dienstverbanden, die werkzaam zijn in sectoren die
verdwijnen door automatisering of in sectoren die hard geraakt zijn door de coronacrisis en/of
die te maken hebben met lagere inkomens omdat hun opleidingservaring lager gewaardeerd
wordt. Deze groepen zijn kwetsbaar omdat zij bij tegenslag (ongelukken, scheiding,
baanverlies) een groter risico lopen in een laag inkomen terecht te komen.
e _Middeninkomens in Nederland hebben te maken met een relatief hoge marginale druk omdat
zij weinig recht hebben op financiële tegemoetkomingen maar de vaste lasten wel een relatief
groot deel van hun inkomen vragen. Met name middeninkomen gezinnen in de stad ervaren
moeite met rondkomen. Gemeentelijke lasten worden niet op inkomensbasis doorgerekend
maar hangen samen het bezit van een woning en/of auto.
e Door een steeds schaarser woningaanbod komen praktisch en middelbaar opgeleiden steeds
verder van hun werk te wonen. Hierdoor stijgen hun vervoerskosten relatief meer dan voor
theoretisch opgeleiden. Dit kan de vervoersongelijkheid tussen deze groepen vergroten.
Sommige inwoners of werknemers in de stad hebben met alle bovenstaande punten tegelijk te
maken, anderen alleen met een deel ervan. Dit hangt daarnaast samen met persoonlijke factoren
zoals huishoudsamentelling, gezondheid, vermogen en relatie status.
61
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
De beschreven ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de stad en regio als geheel. Het tweede
perspectief is dat van het collectief, de stad Amsterdam, waar de volgende trends langzaam
zichtbaarder worden:
e De samenstelling van de huishoudens in de stad wordt beïnvloed door de woningmarkt
ontwikkelingen. De middengroepen als geheel worden nog niet significant kleiner maar worden
meer gekenmerkt door ‘tijdelijkheid’. Het zijn de hoge inkomens in spe of internationals die na
een kort verblijf vertrekken. Dit kan geïnterpreteerd worden als in lijn met de functie van de stad
als motor van sociaaleconomische ontwikkeling. Echter omdat het toetreden tot de
woningmarkt voor middeninkomens steeds moeilijker wordt, is het mogelijk dat de doorstroom
vanuit de lagere inkomensgroepen en instroom van startende en /of lagere middeninkomen
huishoudens steeds kleiner wordt en dat deze functie van de stad daar ook mee onder druk
komt te staan.
e Door personeelstekorten in het onderwijs, de zorg, de kinderopvang en in het
veiligheidsdomein staat de kwaliteit van maatschappelijke voorzieningen van de stad onder
druk. Deze voorzieningen spelen een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de stad voor
haar inwoners.
e _Doortekorten in personeel met een praktische en middelbare opleiding, ook in sectoren zoals
de techniek en de bouw, kunnen stedelijke ambities zoals de bouwopgave en verduurzaming
vertraging oplopen. Deze vertraging heeft weer effecten op de toegang tot de woningmarkt
voor lage en middeninkomens en op hun energielasten.
e Wat de invloed van deze ontwikkelingen op het sociaal weefsel van de stad zal zijn is moeilijk
vast te stellen. De analyse wijst vit dat middengroepen as sich niet de sleutel zijn tot een sterk
sociaal weefsel. De aanwezigheid van gezinnen, creatieve en maatschappelijke betrokken
professionals en inwoners die langdurig in de stad verblijven spelen hier een belangrijker rol in
ongeacht hun opleidingsniveau of inkomen. De aanwezigheid van deze drie groepen staat
onder druk.
Veel van de beschreven trends en ontwikkelingen ontstijgen het schaalniveau en de invloedsfeer
van de gemeente. Ze zijn het gevolg van internationale trends zoals internationalisering,
digitalisering en marktwerking. Daarnaast worden ze beïnvloed door Europese en landelijke wet-
en regelgeving. Het adresseren van de negatieve effecten van deze ontwikkelingen voor sommige
groepen inwoners vraagt daarom om samenwerking binnen de MRA, met het Rijk en andere
betrokken partners en ligt zelden alleen bij de gemeente.
De raadsinformatiebrief ‘Inzet op middengroepen’ gaat in op wat de gemeente Amsterdam in
samenwerking met partners al in werking heeft gesteld om negatieve effecten voor middengroepen
en de stad te dempen. Daarnaast worden handreikingen gedaan waar in een volgende
bestuursperiode nog meer op ingezet kan worden.
62
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
Bronnen
e Aanpak Segregatie (2020) Gemeente Amsterdam Stedelijk strategieteam
e Amsterdam steeds rijker: meer miljonairs, minder middenklasse (2021) Parool
e _ Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, Facts & Figures Amsterdam (2019) Sigra
e _ Atlas vande lokale lasten (2021) Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lage Overheden
(COELO)
e _ Bindende invloed van middengroepen in gemengde buurten (2010) Jan Willem Duyvendak
Universiteit van Amsterdam (UvA)
e Bouwinvest: Corona meeste impact op retail, hotels en co-working (2020) Gabrielle Klaver
Property NL
e Capital Valve: Huurwoning is nu veilige haven voor belegger (2020) Vastgoedmarkt
e Corona heeft grote invloed op wonen en verhuizen (2020) Vereniging Eigen Huis
e De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2024 Research centrum voor onderwijs en
arbeidsmarkt (2019) Research centrum voor onderwijs en arbeidsmarkt (ROA)
e De middengroep houdt stand, maar moet er hard voor werken (2017) Trouw
e _Destaat van het onderwijs (2018) Inspectie van het Onderwijs Inspectie van het Onderwijs
e De val van de middenklasse? (2017) Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)
e Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam (EVMRA) (2019) Gemeente Amsterdam,
Economische Zaken
e Eersteresultaten structureel landelijk vitstroomonderzoek (2019) Sigra
e Eindrapport In wat voor land willen wij werken? (2020) Commissie Regulering van Werk
(Commissie-Borstlap)
e Eindrapport Woon- en werkoverwegingen kinderopvang en (jeugd)zorg (2018) Regioplan
Regioplan
e Eindrapport Woon- en werkoverwegingen kinderopvang en (jeugd)zorg (2018) Regioplan
e Factsheet arbeidsmarkt Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (2019)
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
e Hoe de Amsterdamse middenklasse in de knel raakte (2019) Parool
e Hoe kan de krimp van de middenklasse in Amsterdam worden gekeerd? (2021) Parool
e _ Huurwoningen Amsterdam (2019) Watson + Holmes
e Impact Coronacrisis op economie (2020) Amsterdam SEO Economisch Onderzoek (SEO)
e Internationals in de Metropoolregio Amsterdam. Literatuurstudie en analyse van de statistiek over
de (huisvesting van) internationals in de MRA (2011) Decisio
e _Kamerbrief Gasprijzen en het functioneren van de internationale gasmarkt (2021) Rijksoverheid
e Kloof tussen arm en rijk in Amsterdam neemt toe (2015) Volkskrant
e _ Knelpunten huisvesting leraren (2017) Regioplan
e Lage inkomens krijgen 200 euro extra compensatie energiekosten (2021) NOS
e Literatuurstudie Sociale Cohesie (2008) Verwey en jonker
e _Lokalelasten calculator (2021) Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lage Overheden
(COELO)
e Maatregelen stijgende energierekening (2021) Rijksoverheid
e Meedoen op de Arbeidsmarkt (2018) Gemeente Amsterdam Stedelijk strategieteam
63
Gemeente Amsterdam
Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022
e Met de gezinnen verdwijnt ook de leefbaarheid (2017) NRC
e Met de middenklasse verdwijnt het cement Degi Ter Haar (2020) Parool
e _Middeninkomens op de woningmarkt Planbureau voor de Leefomgeving ((2017) Planbureau voor
de Leefomgeving (PBL)
e Middenklasse dreigt te verdwijnen (2015) Volkskrant
e _ Monitor internationale werknemers, Metropoolregio Amsterdam (2019) Daan van Gent Decisio
e Noodplan lerarentekort Amsterdam (2020) Gemeente Amsterdam & het Breed Bestuurlijk Overleg
Amsterdam Onderwijs
e Notitie Vooruitzichten voor de bouw na de Coronacrisis (2020) Economisch Instituut voor de Bouw
e _OIS Burgermonitor (2017) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS)
e OIS Factsheet Gezinnen (2020) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS)
e Onzekerheid en druk op middenklasse groeit, overheid moet ingrijpen (2017) NOS
e Opzoek naar de voorbeeldige middenklasse (2006) Lex Veldboer Universiteit van Amsterdam
(UvA)
e _ Particuliere verhuurders op de Nederlandse woningmarkt (2019) Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL)
e Position paper Woningmarktbeleid leidt tot uitsluiting van middeninkomens en vraagt om forse
aanpassingen in het woonbeleid (2020) Peter Boelhouwer TU Delft
e Rapport Energiearmoede in Amsterdam (2020) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en
Statistiek (OIS)
e Rapport Internationals over stadsdeel Zuid, Buurtenquête Zuid Gemeente Amsterdam Onderzoek
(2017) Informatie en Statistiek (OIS)
e Rapport Uitvoering ambities coalitieakkoord 2018-2022 (2021) Rekenkamer
e Rapportage stand van zaken woningbouwplan (2020) Gemeente Amsterdam Grond &
Ontwikkeling (G&O)
e Regio in Beeld (2020) Uitvoeringsinstituut Werknemers-verzekeringen
e _ Rijk bij rijk, arm bij arm, prima! 2012 NRC
Staat vande Stad X (2019) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS)
e Staat vande Stad Xl (2021) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS)
e _Stadskinderen, verschillende generaties over de dagelijkse strijd om ruimte (2004) Carolien Bouw,
Lia Karsten
e Under Pressure: The Squeezed Middle Class (2019) OECD
e Utrecht draait roltrap sneller (2013) Nul 20
e Verkenning werkgelegenheidseffecten klimaatmaatregelen Ton van Dril Nederlandse Organisatie
voor toegepast natuurwetenschappelijk (2019) TNO
e Whitepaper Energiearmoede en de energietransitie (2020) TNO
e Wie zijn eigenlijk de middeninkomens? (2019) NOS
e _ Wie zijn onze stadswachters als gezinnen de stad verlaten? Mark Verhoeven Parool (2019)
e Wonen in Amsterdam (WiA) (2019) Gemeente Amsterdam Wonen
e _‘Woningmarktbeleid leidt tot uitsluiting van middeninkomens en vraagt om forse aanpassingen in
het woonbeleid (2020) Peter Boelhouwer TU Delft
e _ Wooncarriêre in de veranderende stad Amsterdam (2007) Regioplan
e _Wooncorporaties slaan alarm: Kwetsbare wijken gaan hard achteruit (2020) RTLnieuws
e Zet gemengde wijken niet bij oud vuil (2008) Jan Willem Duyvendak, Lex Veldboer, Radboud
Engbersen en Matthijs Uyterlinde Trouw
64
| Onderzoeksrapport | 64 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 889
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 10 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie WPA
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014
(kinderen uit minimumhuishoudens gratis naar het museum).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— _ kinderen uit arme gezinnen minder met kunst en cultuur in aanraking komen dan
andere kinderen;
— dit wel van groot belang is voor de ontwikkeling van een kind,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met de Amsterdamse musea in overleg te treden om bezoek van musea voor
kinderen met een stadspas gratis te maken.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1116
Behandeld op 30 september 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Biemond inzake aanpassen van het financieel kader van het
Kunstenplan 2021-2024 (Banen in de cultuursector)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
Gehoord de discussie inzake het aanpassen van het financieel kader van het
Kunstenplan 2021-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1068).
Constaterende dat:
-— De COVID-maatregelen culturele instellingen confronteren met een
aanscherping in het aanbod en toegankelijkheid;
— Instellingen hierdoor nu al snijden in hun personele lasten, waardoor
Amsterdammers hun baan en zekerheid kwijtraken;
— De notitie ‘Samen sterker uit de crisis’ het college verzoekt om een banenplan
uit te werken.
Overwegende dat:
-— De Amsterdamse Cultuursector veel banen creëert en veel Amsterdammers
voor hun inkomen van deze sector afhankelijk zijn;
— Culturele instellingen die een positieve AFK beoordeling hebben gekregen
maar geen subsidie krijgen omdat het budget ontoereikend is in het bijzonder
hard worden getroffen door de corona maatregelen;
— Banen die nu verdwijnen als gevolg van de COVID-maatregelen mogelijk nooit
meer terugkomen;
— Een levendige cultuursector van vitaal belang is voor een bruisende en
aantrekkelijke stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De mogelijkheden te onderzoeken hoe de culturele sector kan profiteren van
het nog uit te werken banenplan dat is voorgesteld in de notitie ‘Samen sterker
uit de crisis’ waarmee het college aan de slag gaat.
2. De uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen bij de Begroting 2021.
Het lid van de gemeenteraad,
H.J.T. Biemond
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1640
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 20 december 2017
Behandeld op woensdag 20 december 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Groen inzake subsidieregeling aardgasloos III.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders inzake kennisnemen van het besluit Subsidieregeling Amsterdam
aardgasloos (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1575);
Overwegende dat:
- De subsidieregeling in zijn huidige vorm het risico kent dat die veel gebruikt wordt
door individuen die alleen hun eigen woning in een blok of complex van het aardgas
af halen;
- Dat later een obstakel kan zijn als andere bewoners van het blok gezamenlijk willen
opereren om het blok te verduurzamen;
- Collectief verduurzamen van woningblokken en complexen sneller meer CO2
bespaart.
Voorts overwegend dat;
- Het de expliciete bedoeling van de wethouder is om lering te trekken uit de wijze
waarop de subsidieregeling wordt gebruikt, maar thans pas gevolg gegeven kan
worden als de hele 5 miljoen is uitgegeven, en die lessen daarom niet kunnen worden
toegepast bij deze subsidieregeling zelf.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De subsidieregeling zo aan te passen dat er een stimulans in zit om met een groep
bewoners of coöperatie een aantal woningen in een blok of complex tegelijkertijd
aardgasvrij te maken, door 1 miljoen euro uit de regeling te reserveren voor dergelijke
projecten.
Het lid van de gemeenteraad
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
Ù
De stadsdeelraad Centrum Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1
1011 PN Amsterdam
RAADSADRES
Amsterdam, 14 februari 2013
Betreft:
Raadsadres over verplaatsen haltes toeristenbussen naar Prins Hendrikkade
Geachte leden van de Raad,
Wij, bewoners van VVE Prins Hendrikkade 86, richten ons tot u met dit
raadsadres betreffende de plannen voor het verhuizen van de toeristenbushaltes
van het Damrak en voor het Victoria verhuizen begin mei 2013 naar de Prins
Hendrikkade ter hoogte van het Barbizon.
Wij verzoeken u deze verhuizingen te stoppen, omdat er geen onderzoek is
gedaan naar de effecten op de luchtkwaliteit, leefbaarheid van de buurt en de
verkeersveiligheid, een lange termijn visie op toeristenbussen in de binnenstad
ontbreekt en bovendien het stadsdeel niet de gebruikelijke informatie- en
inspraakprocedures heeft gevolgd.
Achtergronden
Wij hadden na meer dan 10 jaar werkzaamheden op ODE en voor de Noord-Zuid
Lijn gehoopt op mooie Prins Hendrikkade zoals de gemeente dat bij de start van
de werkzaamheden had beloofd; een mooi wandelboulevard met één-
richtingsverkeer en alle bussen aan de achterzijde van het Centraal Station.
1
Inmiddels heeft de gemeente concrete plannen om de toeristenbushaltes van het
Damrak en voor het Victoria (al begin mei 2013) naar de Prins Hendrikkade ter
hoogte van het Barbizon ter verplaatsen.
DIVV heeft de besluitvorming over verhuizing door een ‘gelegenheidscommissie’
laten uitwerken. Hierbij geeft de toeristensector zelf aan niet in de plannen te
geloven. Er ligt ook een door Goudappel Coffeng uitgewerkt alternatief plan van
de ondernemers zelf. Hierin komen de bussen op een aangepast Prins
Hendrikplantsoen, voor het Victoria bij de bestaande bootopstapplaatsen. Een
prima en doordacht plan, gemaakt door de ondernemers zelf.
Inspraakprocedures
De gemeente heeft in het voorjaar 2011 verzuimd om bij de inspraak over de
plannen voor het verplaatsen van de haltes de echt betrokkenen op de Prins
Hendrikkade te informeren. Er zijn over de Rode Loper plannen drie
bijeenkomsten geweest voor bewoners en ondernemers van respectievelijk
Damrak, Rokin en Vijzelstraat. Niet voor de bewoners van de Prins Hendrikkade.
In de latere plannen van het Stationsplein zijn de bushaltes wel gemeld in de
toelichting. Hierbij zijn bewoners en ondernemers in de gelegenheid gesteld om
vragen te stellen. Dit is ook gebeurd, waarbij meerdere bezwaren zijn genoemd,
waarmee niets is gedaan.
Omdat het stadsdeel Centrum het besluit over de verplaatsing van de haltes niet
formeel heeft gepubliceerd (ook geen zogenoemde verkeersbesluit), en het
ontwerp bestemmingsplan voor Stationseiland /PHkade stadszijde niet ter visie
heeft gelegd, kan niemand bezwaar indienen of een zienswijze indienen.
Inmiddels ingediende bezwaren zijn door de Sector Middelen ‘niet ontvankelijk’
verklaard. Waar sta je dan als burger nog? En, de invoering is inmiddels gewoon
in volle gang.
Inhoudelijke argumenten
De Prins Hendrikkade, op deze hoogte, is al een onveilige black spot. De
veiligheid van voetgangers en fietsers wordt er niet beter op als op dit smalle
deel van de Prins Hendrikkade de haltes worden gerealiseerd.
Ervaring bij de halte bij het Victoria Hotel is dat bussen er op drukke dagen twee
rijen dik wachten, met hun stinkende motoren aan vanwege de airco,
wildplassers en horden schreeuwende toeristen die op de stoep staan en afval en
peuken achter laten. Handhaving vindt nu al nagenoeg niet plaats.
Er zijn zo’n 60 direct betrokken appartementeigenaren. Voor de bewoners op de
begaande grond betekent dit een Chinese muur van ronkende bussen van 's
ochtends vroeg tot diep in de nacht (volgens de gegevens van DIVV). Dat is in
strijd met alles wat is beloofd bij de start van het Noord-Zuid lijn project.
Verplaatsing naar de Prins Hendrikkade ter hoogte van de St. Nicolaaskerk is
geen gewenste, en geen duurzame, oplossing voor het probleem met
toeristenbussen in de stad. Bovendien is het aantal geplande halteplaatsen veel
te klein voor de enorme stroom bussen van en naar het Stationsplein. Vanuit
2
verkeerskundig perspectief is over de stroom toeristenbussen duidelijk nog niet
voldoende nagedacht. Een lange termijn visie van de gemeente op
toeristenbussen in de binnenstad ontbreekt nog steeds (die is in ontwikkeling).
Om de halte te bereiken, moeten de bussen in de toekomst via de Stadshartlus
rijden. Dit is zeker niet bevorderlijk voor de doorstroming en veiligheid in de
binnenstad die, volgens hetzelfde stadsdeel, autoluw moet worden.
De luchtkwaliteit op de Prins Hendrikkade is een van de slechtste van
Amsterdam. Er is geen rapport gemaakt over de gevolgen van de verplaatsing
voor de luchtkwaliteit.
Vanwege de verplaatsing van de bushaltes moeten ook nieuwe opstapplaatsen
worden gemaakt voor rondvaartboten op de Prins Hendrikkade. Samen het
verhuizen van de toeristenbussen betekent dit een uitermate intensief gebruik
van dit gedeelte van de Prins Hendrikkade.
Nergens ligt vast wat de effecten van (op piekdagen) honderden bussen
per dag voor de luchtkwaliteit, de verkeersdoorstroming, leefbaarheid en
veiligheid. Zo'n 25.000 in- en uitstappende toeristen gaat veel betekenen voor de
Zeedijk, Prins Hendrikkade en omgeving.
Afrondend
Wij verzoeken u de verhuizing van de toeristenbushaltes van het Damrak en voor
het Victoria naar de Prins Hendrikkade ter hoogte van het Barbizon in mei 2013 te
stoppen, omdat er geen onderzoek is gedaan naar de effecten op de luchtkwaliteit,
leefbaarheid van de buurten de verkeersveiligheid, een lange termijn visie op
toeristenbussen in de binnenstad ontbreekt en omdat het stadsdeel Centrum niet de
gebruikelijke inspraakprocedures heeft.
Wij hopen snel een reactie op dit raadsadvies te mogen ontvangen.
Hoogachtend,
Mede namens andere VVE bewoners:
3
| Raadsadres | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1497
Datum indiening 19 november 2020
Datum akkoord 27 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmé en De Grave-Verkerk
inzake het collegevoornemen om eeuwige grafrust in Amsterdam te gaan faciliteren.
Aan de gemeenteraad
Toelichting vragenstellers:
Op 9 oktober 2020 heeft het college de raad geïnformeerd over een collegebesluit om
eeuwigdurende grafrust op twee Amsterdamse begraafplaatsen mogelijk te gaan
maken, De Nieuwe Noorder en de Nieuwe Ooster. Bewoners kunnen tot eind
december hun mening over dit voorstel geven. Het college streeft ernaar om eind dit
jaar een wijziging van de beheerverordening die eeuwige grafrust vanaf het eerste
kwartaal van 2021 mogelijk zou moeten maken, voor te leggen aan de raad.
De fractie van de Amsterdamse VVD heeft technische en politieke vragen over de
uitwerking en praktische en financiële gevolgen van dit voorstel.
Gezien het vorenstaande stellen de leden Naoum Néhmé en De Grave- Verkerk,
beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het
college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoeveel graven zijn er op de twee bovengenoemde begraafplaatsen in
totaal?
Antwoord
Het precieze aantal graven op de twee gemeentelijke begraafplaatsen is moeilijk
exact te geven, gezien de grote diversiteit aan type graven, of het graven zijn voor
1,2 of 3 personen, nog te ruimen graven, nog uit te geven vakken en fluctuatie
van het beschikbare aantal, afhankelijk van de persoonlijke wensen.
In grote lijnen gaat het om meer dan 18.000 graven op De Nieuwe Ooster en om
meer dan 3.000 graven op De Nieuwe Noorder.
2. Hoeveel graven voor onbepaalde tijd wil het college op deze twee
begraafplaatsen aanbieden? En kan dit worden uitgesplitst per
begraafplaats”?
Antwoord
Dit is nog niet bepaald, zodra hierover meer bekend is wordt de informatie
gedeeld. De term ‘graf voor onbepaalde tijd’ wordt vaak gebruikt voor graven die
‘eeuwig’ worden uitgegeven. 'Eeuwig' bestaat wettelijk niet, maar in de volksmond
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020
wordt het zo genoemd. Het college wil tegemoetkomen aan de erkende wens om
begraven voor onbepaalde tijd mogelijk te maken op de gemeentelijke
begraafplaatsen. Aan de wijze van invulling wordt nog hard gewerkt.
3. Iser een schatting gemaakt van het aantal bewoners dat gebruik zou willen
maken van de mogelijkheid om zichzelf voor onbepaalde tijd te laten
begraven? Zo ja, kan deze schatting met de raad gedeeld worden? Zo nee,
waar is de gereserveerde capaciteit die het college voor ogen heeft dan op
gebaseerd?
Antwoord
Deze inschatting is heel moeilijk te maken en is van vele factoren afhankelijk,
waarbij de kosten een belangrijke rol spelen. Om die reden is er ook nog geen
bepaalde capaciteit gereserveerd.
4. Mogelijk zijn er meer Amsterdammers geïnteresseerd in een graf voor
onbepaalde tijd dan dat er qua plekken is voorzien. Hoe gaat de gemeente
dan selecteren wie er wel of niet een plek voor onbepaalde tijd krijgt
toegewezen?
Antwoord
Het aantal beschikbare plaatsen op de beide begraafplaatsen is zeer aanzienlijk,
zodat niet verwacht wordt dat dit probleem zich de komende tientallen jaren voor
zal doen.
5. Is er een jaarlijks maximum aan Amsterdammers die zich mogen laten
begraven voor onbepaalde tijd, om te voorkomen dat de plekken voor
onbepaalde tijd na enkele jaren vol zijn?
Antwoord
Nee dat is niet het geval, zie de antwoorden op de vragen 2 en 4.
6. Wordt de religie of levensbeschouwing van geïnteresseerden door de
gemeente in acht genomen bij het toekennen of afwijzen van een aanvraag
voor eeuwige grafrust? Zo ja, hoe?
Antwoord
Religie of levensbeschouwing speelt geen rol voor toekennen van grafrust voor
onbepaalde tijd, deze mogelijkheid is er voor iedereen.
7. Verwacht het college dat niet-religieuze Amsterdammers — om wat voor
reden dan ook — ook aanspraak zullen willen maken op een grafrecht voor
onbepaalde tijd? Zo ja, kunnen zij dit ook krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja dat verwacht de gemeente ook van niet-religieuze Amsterdammers, zie verder
antwoord op vraag 6.
8. Zouden niet-Amsterdammers wat het college betreft aansprak moeten
kunnen maken op een grafrecht voor onbepaalde tijd”?
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020
Antwoord
De gemeentelijke begraafplaatsen staan nu ook open voor niet Amsterdammers,
dat zal niet veranderen. De gemeentelijke Beheersverordening kent hierop geen
beperking. Zo kan een rechthebbende gedurende zijn leven verhuizen, waarmee
niet het recht vervalt om gebruik te maken van een particulier graf.
9. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat de gereserveerde
capaciteit voor eeuwige graven per definitie geen verloop kent, omdat de
graven nooit geruimd worden?
Antwoord
Graven die voor onbepaalde tijd worden uitgegeven kennen geen vaste
einddatum. Van een gereserveerde capaciteit van graven voor onbepaalde tijd is
op dit moment geen sprake. Efficiënt ruimtegebruik is het uitgangspunt. Daarbij
kan naast een meer gerichte sturing op het beschikbare aanbod in en om
Amsterdam, nagedacht worden over vernieuwende ruimtelijke concepten waarbij
het aanbod binnen het bestaande areaal wordt vergroot, zoals ophoging met een
extra begraaflaag. De beheersverordening is het instrument om op voldoende
begraafaanbod te sturen op de gemeentelijke begraafplaatsen, naast het aanbod
dat de particuliere begraafplaatsen bieden en zelf hun beleid in deze bepalen.
10. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat door het ontbreken
van een verloop de gereserveerde capaciteit op den duur vol zal raken? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord
Nee, zie het antwoord op vraag 9.
11. Na hoeveel jaar verwacht het college dat de gereserveerde capaciteit voor
graven met onbepaalde tijd vol zal raken? Wat zou de gemeente volgens het
college in de toekomst moeten doen als de volledige capaciteit wordt
benut?
Antwoord
Er is (zie ook antwoord op vraag 3} nu nog heel moeilijk een inschatting te maken,
maar gelet op de beschikbare capaciteit verwachten we dit probleem de komende
tientallen jaren niet. De vraag is, zeker gelet op de zeer lange termijn welke
ontwikkelingen nog meer van invloed zijn, zoals de demografische ontwikkelingen
en nieuwe vormen van lijkbezorging, waaronder bijvoorbeeld resomeren.
12. In de brief die over dit collegebesluit dat naar de raad is gestuurd, staat dat
eeuwigdurende grafrust kans biedt ‘voor het bestendigen van de
groenfuncties’!. Kan het college aangeven in hoeverre deze overweging een
rol heeft gespeeld in de besluitvorming?
Antwoord
Dit betreft een gunstige bijkomstigheid. Op de begraafplaatsen ligt immers reeds
een groenbestemming. Bovendien maken alle begraafplaatsen onderdeel uit van
de Amsterdamse Hoofdgroenstructuur.
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9263509/1#search=%22grafrust%22
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020
13. Denkt het college net als de fractie van de VVD dat eeuwige graven in de
verre toekomst de opties om de begraafplaatsen op te heffen of te verhuizen
ernstig beperken, waardoor doorontwikkeling van de stad in de verre
toekomst zou kunnen worden belemmerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Op dit moment bestaan verspreid op de begraafplaatsen al graven die in het
verleden voor eeuwig zijn uitgegeven (waaronder oorlogsgraven). Daarnaast zijn
er vele andere factoren die opheffen of verhuizen kunnen beperken, waaronder
bijvoorbeeld de rijksmonumentale status van het park De Nieuwe Ooster de
gebouwen en een aantal graven. Het merendeel van deze graven is al meer dan
100 jaar oud. Daar staat tegenover dat op basis van de huidige wet- en
regelgeving geen planologische zekerheid van voortbestaan tot in de eeuwigheid
gegeven kan worden. Deze garantie kan slechts geboden worden ‘zolang een
begraafplaats blijft bestaat’.
14. Hoe gaat het college om met eeuwigdurende graven mocht de begraafplaats
in de toekomst failliet gaan of om een andere reden verdwijnen?
Antwoord
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn onderdeel van de gemeentelijke
organisatie.
15. Hoe gaat het college om met eeuwigdurende graven mocht de begraafplaats
in de toekomst in een bestemmingsplan een andere bestemming krijgen?
Antwoord
Wijziging van een bestemming die onderdeel uitmaakt van de
Hoofdgroenstructuur, vraagt om instemming van de gemeenteraad. In het kader
van een goede ruimtelijke ordening vraagt een dergelijk wijzigingsvoorstel om een
integrale en goed gemotiveerde belangenafweging. Mocht de keuze op basis
daarvan vallen op het opheffen van een (gedeelte van een) begraafplaats, dan
gaat dat gepaard met een besluit over de vraag of er al dan niet herbegraving
elders dient plaats te vinden. De wet schrijft bovendien voor dat bij sluiting van
een begraafplaats de graven nog een x aantal jaren onaangeroerd moeten
blijven.
16. Wat zijn de totale jaarlijkse kosten voor een graf op deze bergraaf plaatsen?
Antwoord
Dit varieert sterk, zie hiervoor de onlangs in uw raad vastgestelde
tarievenverordening. De tarieven voor begraven voor onbepaalde tijd moeten nog
bepaald worden. Onderhoudskosten van de begraafplaats zijn hier onderdeel
van.
17. Hoeveel kosten particuliere graven jaarlijks op deze begraafplaatsen?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 16.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020
18. Kan het college schetsen hoe de financiering van een graf voor onbepaalde
tijd eruitziet? Welke kosten hiermee gemoeid gaan en wie deze precies
betaald’?
Antwoord
Hierover is nu nog geen duidelijkheid te geven. De tariefstelling sluit aan bij de
huidige tariefstelling van de gemeentelijke begraafplaatsen. Componenten die
betrokken worden zijn naast duur van uitgifte, de situering van het graf op de
begraafplaats en de onderhoudskosten voor het park als geheel richting
toekomst. Uitgangspunt is dat alle kosten aan de voorkant worden voldaan en dat
in het tarief voor de aanschaf van een graf voor onbepaalde tijd zowel de kosten
voor het onderhoud van het graf als het park als geheel verdisconteerd zijn, nu en
richting toekomst. De kosten zijn voor rekening van degene die een graf
aanschaft, ongeacht de denominatie van de aanvrager.
19. Moeten nabestaanden voor een graf voor onbepaalde tijd betalen? Zo ja,
hoe lang? En stel dat zij hiertoe niet meer in staat zijn of niet meer willen
betalen?
Antwoord
Uiteraard moet er vooraf betaald worden voor een graf voor zowel bepaalde als
onbepaalde tijd, inclusief onderhoudskosten. Deze worden bij aanschaf van een
(familie)graf in één keer geïnd. Zie verder het antwoord op vraag 18.
20. Op de inspraakpagina voor eeuwige grafrust staat dat de gemeente voor de
graven gaat zorgen als er geen nabestaanden meer zijn. Welke kosten gaan
hier jaarlijks mee gemoeid? En wat is de ratio hierachter”?
Antwoord
Dit is een mogelijkheid. Zie verder het antwoord op vraag 18.
21. Kan het college aangeven waarom het van mening is dat het deze graven
voor eeuwig met gemeenschapsgeld zou moeten financieren? Denkt het
college dat er in de verre toekomst nog steeds van alle Amsterdammers
solidariteit is om via belastingoverdracht deze eeuwige graven te
financieren?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 18.
22. Is de mogelijkheid onderzocht dat organisaties die deze eeuwige grafrust
voorstaan, zoals bijvoorbeeld kerkgemeenschappen en moslimorganisaties,
hiervoor (mee)betalen? Zo ja, welk percentage van de kosten nemen zij op
zich? Zo nee, waarom is dit niet onderzocht?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 18.
23. Heeft het college een schatting gemaakt wat het aanbieden van eeuwige
grafrust voor de gereserveerde capaciteit op de lange termijn aan
structurele kosten oplevert? Zo ja, wordt dit gebudgetteerd in begrotingen?
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 18.
24. Vindt het college dat het gelijkheidsprincipe, dat wat de fractie van de VVD
betreft te allen tijden zou moeten gelden voor alle Amsterdammers, wordt
ondermijnd als een bepaalde groep Amsterdammers moet betalen voor
grafrecht met een bepaalde tijd terwijl een andere groep grafrecht voor
onbepaalde tijd krijgt toegewezen?
Antwoord
Hier is geen sprake van, iedereen moet ook zoals altijd voor dezelfde dienst
hetzelfde betalen, conform de door uw raad vast te stelen tarieven in de
heffingsverordening. Zie verder het antwoord op vraag 18.
25. In de raadsvergadering van 22 april 2020 heeft wethouder Van Doorninck
aangegeven dat Amsterdam in de jaren 90 gestopt is met eeuwigdurend
grafrecht en dat dit besluit destijds werd ingegeven door het stedelijk
ruimteperspectief waardoor het steeds moeilijker werd om ruimte te vinden.
De wethouder zei diezelfde vergadering ook meermaals dat Amsterdam nu
ook kampt met een enorm ruimtegebrek. Waarom was het college eerst
terughoudend en wat heeft dit doen veranderen?
Antwoord
Door de gesprekken met vertegenwoordigers van diverse
geloofsgemeenschappen en de begraafplaatsen is bekend dat er op de twee
gemeentelijke begraafplaatsen ruim voldoende capaciteit is om aan deze
groeiende behoefte tegemoet te komen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam KS B
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop
% Agenda, donderdag 17 april 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen
en Inkoop
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering
van de Raadscommissie KSB d.d. 27 maart 2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam K S B
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven,
Deelnemingen en Inkoop
Agenda, donderdag 17 april 2008
Sport en Recreatie
10 Nieuw hockeystadion Nr. BD2008-002130
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van commissielid Van der Pligt (SP) geagendeerd
, Was Tkn 3 in de raadscommissie van 6 maart 2008
e _ Uitgesteld in de raadscommissie van 27 maart 2008
Kunst en Cultuur
11 Uitwerking bestedingsvoorstel Brede Talentontwikkeling Nr. BD2008-002127
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van commissielid Graumans (PvdA) geagendeerd
, Was Tkn 1 in de raadscommissie van 27 maart 2008
e De leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur,
Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grote Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd
12 Zwamvorming in gebouw Felix Meritis Nr. BD2008-002128
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van commissielid Graumans (PvdA) geagendeerd
, Was Tkn 2 in de raadscommissie van 27 maart 2008
BESLOTEN DEEL
> Na afloop van de vergadering staat er voor de commissieleden een
bijeenkomst gepland inzake de commissiereis
2
| Agenda | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Amendement
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 413
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Krom inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Inzet op gezonde plantaardige schoollunches en -ontbijten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
-_ het college in reactie op het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam gaat met mes en vork de kli-
maatcrisis te lijf! van de Partij voor de Dieren het Actieplan Eiwittransitie heeft opgesteld;
-__scholen in dit Actieplan Eiwittransitie onder stakeholders en actoren worden genoemd
voor het versnellen van de eiwittransitie;
-_ het stimuleren van een groter plantaardig voedselaanbod in publieke instellingen en ‘Aan-
sluiten bij huidig beleid AAGG met betrekking tot gezond voedselaanbod bij scholen’
doelstellingen van het Actieplan Eiwittransitie zijn.
Overwegende dat:
-__plantaardige schoollunches en —ontbijten behalve de meest gezonde ook de meest inclu-
sieve, klimaatbewuste en diervriendelijke optie zijn.
Besluit:
Onderstaande passages;
-_ ‘Gezonde schoollunches’ p.18
-_‘We zetten in op schoollunches en een rijke schooldag.” P.118
-_‘We investeren ook in gezonde schoollunches.” p.122
-_ ‘Hogere lasten van in totaal € 3 miljoen verdeeld over de jaren 2023 tot en met 2026, om-
dat we experimenteren met het aanbieden van gratis gezonde ontbijten en/of schoollun-
ches in wijken waar dat het hardste nodig is.’ p.229
-_ ‘Gezonde schoollunches voor € 0,4 miljoen in 2023, € 10 miljoen in 2024 en 2025 en €1,6
miljoen in 2026.’ p.251
als volgt te wijzigen door het woord ‘plantaardig’ in te voegen:
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
-_ ‘Gezonde plantaardige schoollunches’ p.18
-_‘We zetten in op plantaardige schoollunches en een rijke schooldag.” P.118
-_‘We investeren ook in gezonde plantaardige school-lunches.” p.122
-_ ‘Hogere lasten van in totaal € 3 miljoen verdeeld over de jaren 2023 tot en met 2026, om-
dat we experimenteren met het aanbieden van gratis gezonde plantaardige ontbijten
en/of schoollunches in wijken waar dat het hardste nodig is.” p.229
-_ ‘Gezonde plantaardige schoollunches voor € 0,4 miljoen in 2023, € 10 miljoen in 2024 en
2025 en €1,6 miljoen in 2026.’ p.251
Indiener,
J.M. Krom
| Motie | 2 | train |
za . fp ä rk RB Be De ij he 17
DT Bas (jha -l ALs 7 Á ) a 0 Menssrarttuo, 1 f 7 Al
ren LS Gila, Bu AAT btn p Í
En 2} bi
4 LP Pel 5 3 . ê Û e _ ev N |
7 ) 2 boten C- YU UAle |
En Le, NEA AAA alat, C ere. Ien d (2 3 / Dd q eed 2e Laad Pe 6 hk /
SL old anzthad, Ei Lee CS Erterd ber nn În df KA | eb earl, ë
p 7 in
p 3 daf ade. Ge d DAL zaken ts
Lan pt ba df z bern
ha
| olb ordehol 9 Al Kru vid
Lo vitre. Lv OLD OS T ASM tar
À Lr shsvol A ’ ' nd LAA
SAS dd Aan „don laan AL WROAA DA Ce ej
y, | JÁ Û y £ Á
}
S ÚQ DA AAAAD Ol, LO } weodo. u es col „oog vraag KAA
Cr Á / ' £
A4
5 ì Ls aan face Ó Lkar Celhp vb br, otor ËAEr ola
10 / C Jes Alvo el ’ En,
L ] me v 7 7 Lu êl EN Lt << lar.
Ô #
« dn Ada ns
2 Ovnhrrorwor weldlij mager be tT) bo
se fe U LOL) a Da 31 PA MEE vet |.
0d getelde mj hf aj). GD
0d boy wl ll tes, A'Ol
„ir . CA £ , hd A
Loet Srpska Mad Sud a bowuntl, /
4 ! E à
erde Kroeshaar Jo (lak nog op de, la rate?
Hemelmer aande henberst
i Teen wor en. BER EA: 1 al Bede LEL Ae 1 EAN
1 Na |T i q Ie 5 EE \ | ij O 1 5 AT 5 k Ì S ô LO B 7 | @ = VDT
_Sinterklaasklooster en paardengraf
| ‚ ELIZABETH VOGELZANG ij gewijd aan de heilige Nicolaas, bis- een doorsnee van 8 meter: Archeolo-
| OS «schop van Myra, Hetwerdbewoond gen onderzoeken nuwatditisge |
__HEMELUM Archeologen zijn opeen door benedictijner nonnen enlater weest
Bl bijzondere vondst gestuit in Hemne- monniken en werd gesticht vanuit _ Ookisnog niet duidelijk uit welke
: Tum, Uitdeaardekomteen.middel- het doordezee verzwolgen klooster periode de sporen stammen. De’
__|___eeuwsloostervoorSinterkdaasen Sint Odulphus van Stavoren, Dehui- _ kloostermoppen, leisteen en ver
eenpaardengraftevoorschijn. _ dige Nicolaaskerk is op de funda sierd vensterglas bevestigen dathet
rn Oe menten van die kloosterkapel ge om conldoostertemein gaat Op het
_ De bodem bij Hemelum wordtbin- bouwd © veld werd nog een bijzondere
|__menkort flink omgewroet voor de ___Hetterrein dat nu wordtafgegra vondst gedaan: een goed bewaard
| aanleg van een rondweg rond het ven ligt zuidelijk van deze kapelsDe paardengraf.
| dorp. Súdwest-Fryslân laat daarom _loosterheuvel is in het verleden al __ Kloosters hadden inde middel.
| archeologisch onderzoek doen om wegecgraven, maar én blijken toch eeuwen cen belangrijksfandtie in
Ú „bodemschatten veilig te stellen, Vo- nog volop sporensin de grond te zit het maatschappelijke leven, Rond
|_…_rig jaar bleekbij een verkennendon- ten. Om hetterreinligt een enorme „1500 waren in Friesland ongeveer
jeder zoekal,dater resten van een:oud kloostergracht:Erzijn\diverse kuilen + vijftig kloosters, Nade reformatie in
klooster onder,de‘graszoden ver- « (paalkuilen,afvalkuilenenleemwin; „1580 werden ze-door de provinciale
___& vs owstoptzitten.st on onl oe ofer ming)ysgreppels vens stenen funda- overheid inbeslaggenomen en gro- … - |
‚1 Het middeleeuwse Klooster was … menten gevonden: Het geheel heeft tendeels gesloopt. pe |
5 & LR
fant VA, els, olde rl 1 Ee E
NA
Blan m0? LO Laad Cv. bean E |
AAveliu vaa (Ì AGN
| : De if | Ri
ze EM
if bel halik. bo Wss Crad , fl
EN |
ll Ll arl Cn Alan Er 2 AO gen Ó Dj | | l
: IE RE
zelf pers ú Erkens hoh REE
verpist ag Naka haalijdoa . | lib
| PRIJSCODE en
INE e
| Raadsadres | 2 | train |
Amsterdam, 1 juli 2011
Raadsadres
Geachte leden van de Raad van de Gemeente Amsterdam,
Geachte leden van de Raad van Stadsdeel Centrum,
De Bewonersraad Groot Waterloo heeft met verbazing en afkeuring kennis genomen van de plannen
om de kunstwerken in de metrostations van de Oostlijn deels te vervangen en te vernietigen. De
plannen voor de renovatie van de stations door architectenbureau Group A omvatten ideeën voor het
wegpoetsen van de bestaande kunstwerken en het moderniseren van de metrostations. Hoewel in
2010 bij de aanbesteding van de inrichting van de metrostations door Group A alleen tekeningen zijn
gepresenteerd voor het station Wibautstraat en station Bullewijk, gaan er nu berichten rond dat de
bijzondere inrichting van de metrostations grotendeels gaat verdwijnen.
Wij verzoeken de raad om dit te voorkomen en bij de uitwerking van het definitieve ontwerp de
opdracht te geven om de inrichting van de metrostations en vooral de ondergrondse stations als een
totaal kunstwerk te zien en dit te restaureren en te behouden voor toekomstige generaties.
Als bewoners van de oostelijke binnenstad zijn wij direct betrokken bij deze metrolijn. Dit geldt
vanzelfsprekend vanuit het verleden bij de stedelijke strijd rond de stadsafbraak voor de aanleg van
de metro in de jaren zeventig, maar het geldt ook voor de periode daarna bij de aankleding en
inrichting van de stations. Destijds is er voor gekozen om alle stations een bijzondere inrichting te
geven, waarbij de relatie met de directe omgeving voorop stond. Er is toen een Werkgroep
Kunstzaken Metro Amsterdam in het leven geroepen met daarin architecten en beeldend
kunstenaars, medewerkers van GVB Amsterdam en van Openbare Werken Amsterdam en
Kunstzaken Amsterdam.
Deze Werkgroep Kunstzaken Metro Amsterdam heeft daarbij sterk nagedacht over een simultane
relatie tussen de metro en vele wijken. De Werkgroep heeft geprobeerd de betrokkenheid van de
buurten een mogelijkheid tot uiting te geven. Voor de stations Bijlmermeer en Weesperplein
werkten buurtvertegenwoordigers mee aan de jurering, voor station Nieuwmarkt is door de
bewoners een kunstenaarsgroep gekozen die in wisselwerking met de bewoners een ontwerp heeft
gemaakt.
De kunst in de metrostations is dus met zorg ingericht en bedacht rond 1980. De inrichting van de
metrostations is niet willekeurig, het kan alleen in Amsterdam zijn én alleen op die plek.
Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn
De plaatselijke herkenbaarheid van de stations is groot. Het totaalbeeld geeft een boeiend verhaal
van kunststromingen en maatschappelijke betrokkenheid in die periode. En het vertelt ook
ondergronds het verhaal van de bovengrondse omgeving van de stations: wat speelt en speelde er in
het gebied?
De Werkgroep Kunstzaken Metro heeft zich bij de inrichting van de stations als doel gesteld: “te
komen tot integratie van beeldende middelen en gebouwde omgeving. De ruimtelijk geïntegreerde
uitingen van beeldende kunst vormen een belangrijk element in de verwerkelijking van de
herkenbaarheid der menselijke omgeving. Het zou bepaald een verkeerde indruk wekken, indien men
met betrekking tot het aandeel van de beelden discipline bij het Metro-object zou spreken van
‘opsmuk’ of van ‘helen van de wonden’.”… “Onder integratie als vormvraagstuk verstaat de
Werkgroep dat de beeldende ingreep geen in zich zelf besloten aanwezigheid moest zijn, noch een
arbitraire toevoeging aan de gebouwde omgeving, doch een ingreep die de totale architectonische
situatie tot een onverbrekelijk geheel maakt (en wel allerminst wilde de Werkgroep dat het werk van
de beeldende kunstenaar min of meer geruisloos in of aan het bouwwerk werd ingepast of
aangepast)”…. “Integratie in de omgeving houdt in dat de integratie als vormvraagstuk, en als
inhoudelijke opgaaf niet ophoudt bij de stations zelf, maar zich uitstrekt tot de directe omgeving
ervan. De metro behoort geen verwoestende werking te hebben, noch in een oude omgeving, noch in
een nieuwe. De metro moet stedebouwkundig ‘eigen’ in de gegeven situatie en tegelijkertijd sociaal
passend in de gegeven buurt zijn.“(uit: Van metro tot beeldbuis, beeldende kunst in de Amsterdamse
Metro, Stadsdrukkerij van Amsterdam, waarschijnlijk 1980).
De inspanningen van de Werkgroep Kunstzaken Metro hebben geloond. Vanaf het Centraal Station
tot in Amsterdam zuidoost zijn de stations bijzonder vormgegeven.
Directe betrokkenheid voelen wij als Bewonersraad Groot Waterloo bij de ondergrondse stations
Nieuwmarkt, Waterlooplein, Weesperplein en Wibautstraat. De geschiedenis van de stadsstrijd die
zichtbaar is in station Nieuwmarkt; de bijzondere belettering van Sandberg op het Waterlooplein en
de archeologische geschiedenis van het gebied; de letter collages van de bekende tekenaar Opland
en de herinneringen aan het drukken van kranten in de Wibautstraat met voorbeelden van
krantenzetsel toen er nog in lood werd gezet; het plafond in de Weesperstraat met een beeld dat je
daadwerkelijk ‘onder’ de trams loopt: het zijn evenzoveel voorbeelden van stations die plaatselijke
herkenbaarheid uitstralen.
Waarom zou dit zogenaamd ‘eigentijds’ gemaakt moeten worden? Laat Amsterdam eens leren om
trots te zijn op stijlkenmerken uit bepaalde perioden! Wees trots om een lang snoer van kunst uit
een bepaalde periode te hebben, knap het op en houd de nog korte historie van de metro in stand.
En moet Station Wibautstraat dan zo worden als op het voorbeeld van de nieuwe ontwerpers, Group
A: een willekeurige plek, een station dat overal kan staan?
Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn
|
| |
Sd B |
Ee | _
en EE piooustaat
7 de es + gk Á A
B ZEE
| Dek Rd
aal
e EE ji ES >
Helaas wordt noch op de website van Group A noch op de website van de gemeente Amsterdam
duidelijke impressies gegeven van de tekeningen en plannen voor alle stations. Waarom is er niet
gewoon een overzichtsbeeld naar buiten gebracht van de plannen voor de stationsinrichting?
Wij begrijpen dat er na 30 jaar een aanpassing en renovatie van de metro nodig is. En wij
ondersteunen het voornemen om de metro-opgangen lichter en veiliger te maken en de aansluiting
bij de bovengrondse omgeving te verbeteren.
Maar wij maken bezwaar tegen de aantasting van de kunstwerken bij de perrons in de metrostations.
Wij hopen dat het nog niet te laat is om de ontwikkeling te keren en wij doen een dringend beroep
op de raad om:
1. een halt toe te roepen aan de aantasting van de kunst en de inrichting van de metrostations.
2. de bestaande kunstwerken in de metrostations als waardevol erfgoed te zien.
3. te besluiten om de inrichting uit beginjaren 80 van de metrostations als een totaalbeeld te
zien en dit te restaureren en te behouden voor komende generaties.
Namens Bewonersraad Groot Waterloo:
Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn
F
Bijlage 1: a’ Eis
Ë: PE à
Renovatie Oostlijn Metro Amsterdam Ef ki
18-10-2010 - Architectenbureau GROUP A en multi-disciplinair ontwerpbureau
Fabrique hebben de Europese aanbesteding voor de stationsrenovatie van de 30
jaar oude Oostlijn van de Amsterdamse metro gewonnen. Het voorstel van
GROUP A en Fabrique gaat volgens de jury ‘terug naar de basis van het
oorspronkelijke ontwerp’, maar is ook ‘een visie op de toekomst’.
De Oostlijn loopt deels ondergronds, deels bovengronds, van het Centraal Station
naar Amsterdam Zuidoost. Het brutalistische ontwerp voor de Oostlijn, van de
hand van architecten Spängberg en Van Rhijn, dateert uit de jaren zeventig. Het
oorspronkelijke concept is in de loop der jaren echter sterk verrommeld, en niet
meer toegerust op veranderingen in de toekomst. De opdracht omvat de
herinrichting van de ondergrondse perrons, de verdeelhallen en de
ingangspartijen van zestien stations. Voor de aanbesteding hebben GROUP A en
Fabrique een visie gepresenteerd aan de hand van het ondergrondse station
Wibautstraat en het bovengrondse station Bullewijk. Momenteel wordt gewerkt
aan de uitwerking van een visie voor alle stations afzonderlijk, waarna een
definitief ontwerp zal worden gemaakt.
Het doel van de renovatie is volgens GROUP A / Fabrique het creëren van een
eigentijdse metro die goed functioneert, overzichtelijk is en prettig om te
gebruiken. Dit wordt gerealiseerd zonder het oorspronkelijke karakter van de
metro te ontkennen. Dit “DNA ’ vormt juist een solide en rustige achtergrond.
Door indirecte verlichting van deze achtergrond wordt de ruimte op een
comfortabele manier voelbaar. Lichtaccenten en vides op de juiste plaatsen
zorgen voor de oriëntatie van de reiziger. Tenslotte worden alle “verrommelende’
elementen samengebracht en geïntegreerd in clusters. Deze clusters zorgen voor
helderheid en kleur. Zij zijn aanpasbaar voor veranderingen in de toekomst. Door
deze ingrepen wordt de metro weer helder en fris, en een comfortabele aanvulling
op de openbare ruimte van Amsterdam.
GROUP A heeft al eerder gewerkt aan renovatieopgaves, zoals de
CaballeroFabriek, de Cobercofabriek en de NDSM-Smederij. Fabrique heeft
ervaring in het ontwikkelen van visies, huisstijlen, bewegwijzering en meubilair
voor infrastructurele projecten, onder meer voor de NS en het Belgische De Lijn.
De renovatie van de stations door GROUP A en Fabrique is deel van een
grootscheepse renovatie van de Amsterdamse metro. De Oostlijn van de
Amsterdamse metro (vanaf Amsterdam Centraal lijn 53 naar Gaasperplas en lijn
54 naar Gein) is 30 jaar oud. Veel onderdelen zijn aan vernieuwing toe. De
sporen in de ondergrondse tunnel zijn in 2008 vernieuwd. De komende jaren
worden de vluchtwegmaatregelen en de brandveiligheid verbeterd en de boven-
en ondergrondse stations gerenoveerd. Als het werk in 2014 voltooid is, voldoet
de Oostlijn aan de verscherpte eisen van nieuwe wet- en regelgeving.
e _http://www.groupa.nl/
e _http://www.fabrique.nl/
Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn
Bijlage 2:
Nr. 152
Schriftelijke vragen van de raadslid de heer Verbeet (PvdA) inzake de geplande
verwijdering van kunstwerken van Opland en Sandberg uit de metrostations
Amsterdam, 29 juni 2011
Aan het college van burgemeester en wethouders
Inleiding
Uit ingezonden brieven In Het Parool van 27 juni 2011, blijkt dat uit metrostations
Nieuwmarkt, Wibautstraat en Weesperplein werk van Opland en Sandberg dreigt te
verdwijnen. Dit gebeurt naar verluid op grond van een advies van het uitvoerende
architectenbureau.
Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen te stellen:
1. Is het college bekend met de voorgenomen verwijdering van werk van Opland en
Sandberg uit het metrostations?
2. Welk besluit ligt hieraan ten grondslag?
3. Vindt het college deze verwijdering wenselijk?
4. Zo ja, met welke argumenten?
5. Zo nee, welke stappen gaat het college ondernemen om dit te voorkomen?
De lid van de gemeenteraad,
M.P. Verbeet
Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn
Dit raadsadres wordt afgehandeld door de centrale stad.
| Raadsadres | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1127
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder AG
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Groen en Boutkan inzake de Watervisie Amsterdam 2040
(veiligheid op de Amstel).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Watervisie 2040 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 874).
Constaterende dat:
— de toegenomen drukte van gemotoriseerde boten op de Amstel als gevolg van
het spreidingsbeleid van de gemeente specifiek voor de roeisport grote
veiligheidsrisico's met zich meebrengt;
— gemotoriseerde boten op de Amstel het onmogelijk maken om op een veilige
manier roeiwedstrijden te organiseren op de Amstel;
Overwegende dat succesvol spreidingsbeleid voor gebruik van het water rekening
moet houden met de belangen van alle gebruikersgroepen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in overleg te treden met de roeisportverenigingen op de Amstel om te
onderzoeken wat voor aanvullende afspraken en maatregelen nodig zijn om de
veiligheid op het water te garanderen;
— daarbij ten minste aandacht te besteden aan:
e beslissingen over nieuwe vaarbewegingen, havens en ligplaatsen op en om
de Amstel;
e de vaarsnelheid op de Amstel en de gevolgen daarvan voor de veiligheid van
roeiers;
e de mogelijkheid om in vergunningen van bootverhuurders, en vervoerders
over het water, op te nemen dat er tijdens de 7 jaarlijkse grote roeiwedstrijden
niet gevaren kan worden
e voorlichting over en handhaving op vaarregels en veiligheid en op het water.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
D.F. Boutkan
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 april 2022
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door R&D, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 884 van het lid Issa-Bloemberg van de Partij voor de Dieren,
inzake dieren niet storen met licht en geluid bij de verdere ontwikkeling van
de volkstuinparken
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 23-12-2021 heeft uw raad bij de behandeling van
‘Vaststellen van de gezamenlijke vitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van de
volkstuinparken in gemeente Amsterdam en de notitie Aanpak voor ontwikkeling van de
Amsterdamse volkstuinparken’ motie 884 aangenomen van het raadslid Bloemberg-lssa van de
Partij voor de Dieren, waarin het college gevraagd wordt om:
1. Pertuinpark door een stadsecoloog te laten beoordelen of nieuwe ontwikkelingen die
(meer) geluid en licht veroorzaken (zoals ruimere openingstijden, zaalverhuur en
commerciële exploitatie) verantwoord zijn met het oog op het behouden van de
biodiversiteit;
2. Ontwikkelingen niet toe te staan indien de inschatting is dat dieren hierdoor verstoord
kunnen worden in hun natuurlijke gedrag.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
1. Elk volkstuinpark stelt een plan van aanpak op om de publieke toegankelijkheid te
vergroten, het medegebruik te versterken, ecologie/biodiversiteit te versterken en
samenwerking in de buurt te intensiveren. Die ontwikkelingen hebben mede als doel dat
er meer bezoekers komen, en dat leidt mogelijk tot extra licht en geluid, waardoor de
dieren worden verstoord. Alle plannen van aanpak zullen daarom ecologisch worden
beoordeeld, voor een juiste balans en voldoende bescherming van het dierenleven.
Daarbij wordt ook beoordeeld of de Wet natuurbescherming niet wordt overtreden.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 april 2022
Pagina 2 van 2
2. Als uit de ecologische beoordeling blijkt dat dieren verstoord kunnen worden in hun
natuurlijke gedrag, dan zal er worden gezocht naar alternatieve manieren van
ontwikkeling die de ecologische beoordeling wel kunnen doorstaan.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
CAN
Zk Len lan é Pa
ke emme:
Marieke van Doorninck
Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 1juni2022
Ingekomen onder nummer 220
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Koyuncu inzake het Coalitieakkoord 2022-2026
Onderwerp
Geen onnodige druk leggen op het verkeer
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2022-2026 “Amsterdams Akkoord”
Constaterende dat:
-__ Poorstroming van het verkeer in Amsterdam belangrijk is voor onder meer het micromi-
lieu van de straat en wijk.
Overwegende dat:
-__ De drukte niet wordt opgelost door het opleggen van bepaalde partijidealen;
-__De drukte vooral kan worden opgelost in voldoende investeren in het OV en deze toegan-
kelijker, (financieel) bereikbaarder en aantrekkelijker te maken;
-__ Ookelektrische deelmobiliteit een positieve bijdrage kan leveren.
Besluit:
In hoofdstuk 3 “Verantwoorde groei” onder de paragraaf “Verkeer en vervoer” op pagina 61 de ali-
nea
“We geven ruim baan aan fietsers en voetgangers. Er komen meer fietsstraten en we houden vast
aan de eerdere ambitie voor het opheffen van parkeerplekken. We bezien op welke plekken super-
blocks kunnen worden ingevoerd. Waar het een te grote druk op de leefbaarheid of verkeersveilig-
heid vormt, weren we doorgaand autoverkeer dwars door de stad of door woonwijken. In het
kader voor het opheffen van parkeerplaatsen kijken we niet meer uitsluitend naar de parkeerdruk,
maar ook andere noden in de buurt zoals de drukte in de openbare ruimte en het groen.”
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Te vervangen door:
“We geven fietsers en voetgangers waar mogelijk meer ruimte. Er komen meer fietsstraten
waar het geen onnodige druk geeft op het verkeer. We bezien op welke plekken superblocks
kunnen worden ingevoerd. Waar het een te grote druk op de leefbaarheid of verkeersveiligheid
vormt, weren we doorgaand autoverkeer dwars door de stad of door woonwijken. Maar alleen als
dit niet zorgt voor kilometers lang omrijden, lange files en extra uitstoot en er voldoende
draagvlak is onder de betrokkenen.”
Indiener
S. Koyuncu
| Motie | 2 | train |
Ee o1B5 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 6
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Initiatiefvoorstel van de leden Taimounti en Veldhuyzen getiteld Intrekken APV bevoegdheid
burgemeester.
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van het initiatiefvoorstel.
Wettelijke grondslag
Artikel 76 Reglement van orde
Bestuurlijke achtergrond
Zie initiatiefvoorstel.
Reden bespreking
o.v.v. de leden Taimounti en Veldhuyzen
Uitkomsten extern advies
n.v.t
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-018511 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Taimounti en Veldhuyzen inzake
AD2021-068291
schrappen art. 2.6 APV.pdf (pdf)
AD2021-068293 Commissie AZ (11) Voordracht (pdf)
initiatiefvoorstel Ontnemen bevoegdheid aanwijzing
AD2021-068292 veiligheidsrisicogebieden door paragraaf 2 artikel 6 van de APV inte
trekken. pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij de leden Taimounti (Denk) en Veldhuyzen (Bijz).
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 864
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 9 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie VVL
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Molenaar inzake de begroting voor 2014 (Oostveer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— de bestaande veerverbindingen over het IJ overvol zijn en naar verwachting in de
toekomst nog meer passagiers gaan trekken;
— Amsterdam aan de Oostzijde een veerverbinding voor voetgangers en fietsers
over het IJ ontbeert, terwijl er drie autoverbindingen zijn;
— het Azartplein zich goed leent als aanmeerlocatie in stadsdeel Oost, goed
aansluit op het bestaande fietsnetwerk en maar liefst drie directe openbaar-
vervoerverbindingen kent in plaats van één;
— _ het Hamerstraatgebied in Noord sterk in ontwikkeling is als nieuwe creatieve hot
spot met onder andere M-Lab, Dansmakers/Danshuis, I-technica, restaurants
Stork en Goudfazant, de Zamenhofstraat broedplaats en de Versmarkt;
— een reguliere veerverbinding — net als bij het NDSM-terrein — de verdere groei en
bloei van het Hamerstraatgebied en stadsdeel Noord sterk zal stimuleren;
Constaterende dat:
— stadsdeel Noord vóór 1 maart 2014 een veilige aansluiting op de belangrijkste
fietsroutes toezegt langs Meeuwenlaan (noord-zuid), de Van Hasseltweg (via een
nieuwe fietsbrug over Noord-Hollands Kanaal) naar het Mosplein en (via een
nieuwe fietsbrug over Zijkanaal I) naar het NDSM-terrein (oost-west);
— een Oostveer tussen Azartplein en Hamerstraatgebied zich qua aansluiting op
zowel noord-zuid als oost-west fietsroutes positief onderscheid van het
genoemde alternatief tussen de kop van het Java-eiland en het IJplein,
Besluit:
1. kennis te nemen van de bestuurlijke reactie van 25 september 2013 op
het raadsinitiatief Het Oostveer;
2. voorde proefperiode van een jaar te kiezen voor de in het raadsinitiatief
genoemde verbinding tussen Azartplein en Hamerstraat en deze proef uiterlijk
15 maart 2014 aan te vangen;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 864 Moti
Datum _ 11oktober2013 “OH
3. de proef te dekken uit het opgenomen budget voor Het Oostveer in Hoofdstuk 5.4
Goede Mobiliteit in Amsterdam;
4. de proef voor het einde van de periode te evalueren, teneinde een besluit over
continuering van het Oostveer tijdig voor te leggen aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad,
F.M. Molenaar
2
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Wethouder E.D. Wiebes
1000 AE Amsterdam Portefeuille Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Noord/Zuidlijn en ICT
www.amsterdam.nl
Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Postbus 202
1000 AE AMSTERDAM
ZAND
Datum 13 november 2013
Ons kenmerk DIVV/UIT/201 3011740
Behandeld door L.P. Kooij
Telefoonnummer 020 556 5337
Faxnummer
E-mail L.Kooij @ IVV.amsterdam.nl
Bijlage
Onderwerp Bestuurlijk advies initiatiefvoorstel Molenaar inzake Oostveer
Geachte leden van de commissie VVL,
Naar aanleiding van het aangenomen initiatiefvoorstel om een Oostveer te starten, is
onderzoek gedaan naar nut en noodzaak van deze verbinding. Hieruit kan geconcludeerd
worden dat het Oostveer ten aanzien van kosteneffectiviteit slecht scoort ten opzichte van
de bestaande veerverbindingen. Ook sluit het Oostveer slecht aan op het fietsnetwerk in
Amsterdam Noord. Om deze redenen raadt het college de proef af. Mocht de
gemeenteraad van mening blijven dat er extra geld gestoken moet worden in
oeververbindingen, dan raadt het college aan om onderzoek te doen naar meer
kosteneffectieve maatregelen binnen het verendossier of om de proef met het Oostveer
uit te voeren tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland.
Achtergrond
Op 22 maart 2013 is door het raadslid F.M. Molenaar (GL) een initiatiefvoorstel ingediend,
getiteld: ‘Het Oostveer: Een missende schakel over het IJ’. GroenLinks zet hierbij in op
een extra veerverbinding tussen Amsterdam Oost en Amsterdam Noord in de vorm van
een proef van een jaar, te starten vanaf april 2014. De aanleiding wordt gevormd door
met name de groeiende aantallen passagiers op de bestaande verbindingen, die
daardoor volgens GroenLinks overvol dreigen te geraken. Dit initiatiefvoorstel is
behandeld in de commissie VVL op 6 juni 2013.
De kosten voor de proef zijn gedekt door € 850.000,- aan rentebaten in 2014 te begroten.
Hiertoe is een amendement in de raad aangenomen op 4 juli 2013, eveneens ingediend
door het raadslid Molenaar (GL). De dekking van de kosten voor de aanlandingen (€
50.000,-) moet voor rekening komen van de stadsdelen.
Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
Pagina 2 van 6
Gemeente Amsterdam
Wethouders
In een bestuurlijke reactie, vastgesteld op 14 mei 2013, heeft het college van B&W laten
weten dat eventuele wijzigingen in het verenaanbod, ook als het gaat om een proef, goed
onderbouwd moeten zijn. Hierbij moet onder andere kritisch gekeken worden naar de
kosten en de baten.
Inmiddels is door DIVV een onderzoek uitgevoerd naar het Oostveer. Naast een
kwantitatieve analyse is ook een kwalitatieve analyse uitgevoerd. De belangrijkste
bevindingen zijn weergegeven in deze brief.
De proef met het Oostveer
De in het initiatiefvoorstel van GroenLinks benoemde proef met het Oostveer moet gaan
varen tussen de Johan van Hasseltweg (SD Noord) en het Azartplein (SD Oost). De
vaartijd van deze verbinding bedraagt ruim 7 minuten. De directie van GVB Veren heeft
aangegeven het Oostveer met inzet van bestaand materieel te kunnen verzorgen. GVB
zal hiervoor dan een veer uit de 30-serie (max. 120 personen) kunnen inzetten en
garandeert een vaarfrequentie van drie keer per uur. Het Oostveer zal bij de voorgestelde
proef met ingang van 1 april 2014 gedurende één jaar varen, 7 dagen per week van 6.30u
tot 22.30u.
Kwantitatieve analyse Oostveer
Door DIVV is een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd naar de potentie van het
Oostveer. Op basis van modelberekeningen en telcijfers, wordt een vervoerwaarde
geprognosticeerd van ongeveer 1400 reizigers per etmaal. Omdat de kosten voor de
proef bekend zijn (€ 850.000,- per jaar) kan berekend worden wat de kosten bedragen per
overgezette passagier. Dit kan ook gedaan worden voor de bestaande veerverbindingen,
zodat de kosteneffectiviteit van de verschillende veerverbindingen onderling met elkaar
vergeleken kan worden. De onderstaande getallen zijn bij benadering, maar geven wel
een goed beeld van de verschillen in kosteneffectiviteit.
Veerverbinding __________ | Kosten) Index
Kosten per passagier. De kosten die jaarlijks gemoeid zijn met een veerverbinding zijn gedeeld door het aantal
passagiers dat jaarlijks gebruik maakt van de veerverbinding. Dit getal is vervolgens geïndexeerd, waarbij de
kosten per reiziger op 1 gesteld zijn voor het Buiksloterwegveer.
Uit deze vergelijking blijkt dat het overzetten van een passagier met het Oostveer 5,5 keer
zo duur is als het overzetten van een passagier met het Buiksloterwegveer.
Kwalitatieve analyse Oostveer
Bij de kwalitatieve analyse zijn de aanlandingen onderzocht, is gekeken naar de
2
Pagina 3 van 6
Gemeente Amsterdam
Wethouders
inpassingsmogelijkheden en naar de functie van het Oostveer binnen het Amsterdamse
verkeer- en vervoersysteem.
Bij de aanlanding aan de Johan van Hasseltweg zal het één en ander moeten gebeuren
voordat de veren hier kunnen aanlanden.
Nabij de aanlanding is geen openbaar vervoer aanwezig. Ook zijn er weinig woningen en
weinig bestemmingen die veel bezoekers trekken. Het Oostveer zal hierdoor naar
verwachting weinig voetgangers trekken. De toekomstige passagiers bestaan vooral uit
fietsers, brom- en snorfietsers. Het Oostveer ligt echter niet op een logische plek binnen
het bestaande fietsnetwerk. Het Zijkanaal K naar Nieuwendam en het W.H. Vliegenbos
maken het slecht mogelijk om vanaf de aanlanding bij de Johan van Hasseltweg naar het
noorden of het oosten te fietsen. De aanlanding is alleen ontsloten in westelijke richting
(richting Adelaarsweg). Deze ontsluiting is niet optimaal. De Johan van Hasseltweg kent
geen fietspaden en ligt op een industrieterrein. De combinatie van fietsers en
vrachtwagens die hier laden en lossen is mogelijk verkeersonveilig. Het Oostveer op de
door GroenLinks voorgestelde locatie is daarmee geen logische en goede schakel in het
fietsnetwerk.
Aan de Zuidzijde bevindt de aanlanding zich bij het Azartplein. Hier kan vrij eenvoudig
een ponton worden aangemeerd, waaraan het veer kan aanlanden. Hier sluit het
Oostveer wel goed aan op het fietsnetwerk. De aanwezigheid van de tramhalte heeft
weinig toegevoegde waarde, omdat verwacht wordt dat weinig voetgangers gebruik zullen
maken van het Oostveer vanwege de gebiedskenmerken nabij de noordelijke aanlanding.
Verenonderzoek 2020
Bij de afweging van nut en noodzaak van een nieuwe veerverbinding als het Oostveer wil
het college de raad wijzen op het lopende onderzoek naar de veren. Dit onderzoek richt
zich op de vervoersvraag van het verenaanbod tot het jaar 2020. Op basis van dit
onderzoek stelt de gemeente een visie op, waaruit moet blijken wanneer er knelpunten
optreden en op welke wijze deze eventuele knelpunten opgelost kunnen worden. Deze
oplossingen worden bezien in nauwe relatie tot het fietsnetwerk in Amsterdam.
De uitkomsten van deze studie bieden meer handvatten voor een zorgvuldige afweging
ten aanzien van het verenaanbod over het IJ. De resultaten van het onderzoek worden dit
najaar verwacht.
Conclusie onderzoek naar Oostveer
Conclusie van de kwalitatieve analyse is dat het Oostveer, gelet op de verwachting dat
vooral fietsers, brom- en snorfietsers gebruik van deze verbinding maken, gezien kan
worden als een schakel in het fietsnetwerk. Deze nieuwe schakel sluit ten noorden van
het IJ slecht aan op het fietsnetwerk. De locatie van het Oostveer is daarmee niet
optimaal.
Op basis van de kwantitatieve analyse kan geconcludeerd worden dat het Oostveer de
minst kosteneffectieve veerverbinding over het IJ zal zijn. Een proef met het Oostveer
wordt om deze redenen afgeraden door het college.
3
Pagina 4 van 6
Gemeente Amsterdam
Wethouders
Een dergelijke proef wordt zinvoller als onder andere het fietsnetwerk in Amsterdam
Noord beter aansluit op deze veerverbinding, als de noordelijke IJ-oevers aan de
oostzijde van het IJplein zijn herontwikkeld en als nabij het Azartplein de plannen die het
stadsdeel heeft ten aanzien van de ontwikkeling van een paviljoen zijn gerealiseerd. De
proef zal echter worden uitgevoerd gedurende een jaar, te beginnen op 1 april 2014. Op
dat moment is niet aan deze voorwaarden voldaan.
Alternatieven voor eenjarige proef Oostveer
Mocht de gemeenteraad vast blijven houden aan het plan om geld uit te trekken voor
oeververbindingen, dan raadt het college aan om op zoek te gaan naar maatregelen met
een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit. Dit kunnen nieuwe veerverbindingen zijn, maar
ook verbeteringen van het bestaande verenaanbod. Deze verbeteringen kunnen zich
richten op bijvoorbeeld infrastructuur, materieel, capaciteit en regulering.
Mocht de gemeenteraad vast blijven houden aan het starten van een nieuwe
veerverbinding, dan raadt het college aan om te kiezen voor een meer westelijk gelegen
verbinding, hierna te noemen het alternatieve Oostveer.
Ae rel ji NE U Po Zin 5 EPN } erijd live
GA . En IEA Dn DT re LOL Sne
# PMO NE UE Ol ne en
Pe ee es
a En
mn Us Ti De AE ed
E REE: Ek Nt et
ral —e Ber en ee jj karen in n Ir aa pe
en MER ak rn TE ee 4
Alternatieve locatie Oostveer
Het alternatieve Oostveer tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland heeft een
aantal voordelen in vergelijking tot het door GroenLinks voorgestelde Oostveer:
= _Aanlanden bij het IJplein sluit beter aan op het fietsnetwerk in Noord. Omdat deze
verbinding ook aan de zuidzijde van het IJ goed aansluit op het fietsnetwerk is
deze veerverbinding een logischere schakel in het netwerk.
= Bij het IJplein kan gebruik worden gemaakt van een bestaande aanlanding. Dit
biedt niet alleen kostentechnisch voordelen, maar door bundeling van het
verenaanbod ontstaat ook een aantrekkelijkere ‘knoop’. Door een groter aantal
afvaarten wordt het IJplein voor reizigers aantrekkelijker. Dit komt het aantal
reizigers dat gebruik maakt van het Oostveer ten goede.
4
Pagina 5 van 6
Gemeente Amsterdam
Wethouders
= De meer westelijk gelegen aanlanding aan de zuidzijde van het IJ maakt het
Oostveer niet alleen aantrekkelijk voor reizigers met herkomst of bestemming in
Amsterdam Oost, maar ook voor reizigers met herkomst of bestemming in het
oostelijke deel van de binnenstad. Dit is te zien in de onderstaande plaatjes).
= Door DIVV is geprognosticeerd dat een Oostveer tussen het IJplein en de kop van
het Java-eiland tot ongeveer 50% meer passagiers kan trekken dan de door
GroenLinks voorgestelde variant. Hiermee verbetert de kosteneffectiviteit.
= Het alternatieve Oostveer leidt tot een grotere afname van de vervoersvraag op
de bestaande veerverbindingen, waaronder het IJpleinveer en het
Buiksloterwegveer. Deze afname wordt geschat op ongeveer 5%. Hiermee heeft
deze variant meer oplossend vermogen ten aanzien van het door GroenLinks
aangestipte probleem van de drukke ponten.
PED SLEEK IRS
5 SL LD | NS } 8 Á és d 2 (f Á
SE AE CNG
SA Ae ( ADS
SS ES Y If fia Re 5 As | Ges
Ne ESL ee NE Â
ZEN EN Te as \ NEN \ ee KS) ES
BS 4 TT TN NAS
EN 1 UID ARE ols , ES
ee EL KE
ES AE es
Ee A RS, L TRR SE Se Nel
ZG hes ER Ss EEEN Een
Vervoersstromen Oostveer Vervoersstromen alternatieve Oostveer
Veerverbinding | Kosten | Index_
* scenario waarbij alternatieve Oostveer 50% meer passagiers trekt dan Oostveer GroenLinks
Advies aan raad
1. Het college raadt een jaarlijkse proef met het Oostveer af om twee redenen. Ten
eerste scoort de verbinding scoort de verbinding ten aanzien van kosteneffectiviteit
5
Pagina 6 van 6
Gemeente Amsterdam
Wethouders
slecht ten opzichte van de bestaande veerverbindingen. Ten tweede sluit het
Oostveer slecht aan op het fietsnetwerk in Amsterdam Noord.
2. Als de raad niet instemt met advies 1 en van mening blijft dat er extra geld gestoken
moet worden in oeververbindingen, dan raadt het college aan om te onderzoeken
hoe het geld zo kosteneffectief mogelijk ingezet kan worden binnen het verendossier.
Hierbij wordt aangeraden om niet alleen te kijken naar nieuwe verbindingen, maar
ook naar mogelijke verbeteringen in het bestaande verenaanbod. Het
verenonderzoek geeft mogelijk ook nieuwe informatie voor verbetering van het
verenaanbod. Bovendien geeft deze studie handvatten ten aanzien van nut en
noodzaak van nieuwe veerverbindingen en ten aanzien van optimale locaties.
3. Als de raad niet instemt met advies 2 en, vooruitlopend op resultaten van lopende
onderzoeken, wil vasthouden aan een proef met een nieuwe veerverbinding ten
oosten van de bestaande veerverbindingen, dan raadt het college een proef aan met
het alternatieve Oostveer tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland.
4. Als de raad niet instemt met advies 3 raadt het college aan om een proef met het
Oostveer, zoals voorgesteld in het initiatiefvoorstel, niet eerder uit te voeren totdat het
fietsnetwerk in Amsterdam Noord beter aansluit op deze veerverbinding, de
noordelijke IJ-oevers aan de oostzijde van het IJplein zijn herontwikkeld en nabij het
Azartplein de plannen die het stadsdeel heeft ten aanzien van de ontwikkeling van
een paviljoen zijn gerealiseerd.
Met vriendelijke groet,
Eric D. Wiebes
Wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
6
| Motie | 8 | discard |
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2014-2015
34 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het
Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2015
Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN
WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2014
Hierbij beantwoord ik de vraag van het lid De Graaf (PVV), gedaan tijdens
het ordedebat op 12 november 2014 (Handelingen Il 2014/15, nr. 23,
item 5), om een gedetailleerde uitleg te geven over de uitspraak van het
Hof van Justitie EU in de zaak Dano (C-333/13). Dit naar aanleiding van het
bericht «EU-hof: geen bijstand voor werkloze Roemeense» (Telegraaf.nl,
11 november 2014). Volledigheidshalve merk ik op dat het in de uitspraak
geen bijstandsuitkering betrof, maar een bijzondere non-contributieve
uitkering. Ik zal allereerst de feiten van de zaak weergeven. Vervolgens sta
ik stil bij het begrip bijzondere non-contributieve uitkering en bij het arrest
van het Hof van Justitie EU. Ten slotte geef ik de consequenties van de
uitspraak aan.
Casus
Mevrouw Dano en haar in Duitsland geboren zoon hebben de Roemeense
nationaliteit. Zij zijn uit Roemenië naar Duitsland gekomen en wonen daar
in het appartement van een zus van mevrouw Dano. De zus voorziet in
hun onderhoud. Mevrouw Dano ontvangt ten behoeve van haar zoon
kinderbijslag en een maandelijks onderhoudsvoorschot van het bureau
jeugdzorg. Mevrouw Dano heeft geen beroep geleerd en heeft noch in
Duitsland, noch in Roemenië gewerkt. Niets wijst er op dat zij werk heeft
gezocht. Mevrouw Dano vraagt voor haar en haar zoon bij het Jobcenter
Leipzig uitkeringen van de basisvoorziening voor werkzoekenden aan.
Deze aanvraag wordt afgewezen. De Duitse rechter heeft het Hof van
Justitie EU hierover prejudiciële vragen gesteld.
Begrip bijzondere non-contributieve uitkering
De uitkering in kwestie (basisvoorziening voor werkzoekenden) is een
zogenaamde bijzondere non-contributieve uitkering voor levenson-
kst-34000-XV-55
8 Gravenhaas 2014 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 XV, nr. 55 1
derhoud. Bijzondere non-contributieve uitkeringen worden geregeld in
artikel 70 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie
van de socialezekerheidsstelsels en hoeven niet naar een andere lidstaat
te worden geëxporteerd. Bijzondere non-contributieve uitkeringen zijn
«bijzonder» omdat ze zowel kenmerken van bijstand als van socialeverze-
keringen hebben. Er wordt voor deze uitkeringen geen premie betaald
(non-contributief). De financiering vindt plaats uit de algemene middelen.
De uitkeringen zijn bedoeld voor de extra, aanvullende of bijkomende
dekking van socialeverzekeringsrisico’s (zoals ziekte, invaliditeit of
werkloosheid) en om de betrokken personen een minimum voor
levensonderhoud te garanderen in verhouding tot de economische en
sociale situatie van het betreffende land. In Nederland zijn dat de
uitkeringen krachtens de Toeslagenwet. De uitkeringen kunnen ook
bedoeld zijn om uitsluitend personen met een handicap een bijzondere
bescherming te bieden die nauw aansluit bij hun sociale omstandigheden
in de betrokken lidstaat. In Nederland zijn dat de uitkeringen krachtens de
Wajong.
Arrest Hof van Justitie EU in de Dano zaak
Het Hof van Justitie EU heeft op 11 november 2014 uitspraak gedaan over
de vraag of economisch niet-actieve EU-burgers zoals mevrouw Dano die
naar een andere lidstaat gaan om een bijzondere non-contributieve
uitkering voor levensonderhoud te ontvangen of om werk te zoeken,
uitgesloten mogen worden van die uitkering.
Het Hof van Justitie EU verklaart voor recht dat op bijzondere
non-contributieve uitkeringen de gelijke behandelingsbepaling (artikel 4)
van Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing is. Maar het Hof van
Justitie EU overweegt verder dat een burger van de Unie zich er alleen op
kan beroepen gelijk te worden behandeld als een onderdaan van het
gastland, indien zijn verblijf op het grondgebied van het gastland voldoet
aan de voorwaarden van de Burgerschapsrichtlijn 2004/38/EG.
De Burgerschapsrichtlijn geeft regels voor het verblijfsrecht van
EU-burgers:
* Alle EU-burgers hebben het recht in een andere lidstaat te verblijven.
* Gedurende de eerste drie maanden van het verblijf kent Nederland, op
grond van artikel 24, tweede lid, van de Burgerschapsrichtlijn, aan
EU-burgers gedurende de eerste drie maanden van het verblijf geen
bijstand toe.
* Met betrekking tot EU-burgers die langer dan drie maanden, maar
korter dan vijf jaar in een andere lidstaat verblijven, wordt in de
richtlijn onderscheid gemaakt tussen economisch actieven en
economisch niet-actieven. Voor economisch niet-actieve EU burgers
geldt dat zij alleen een verblijfsrecht hebben als zij over voldoende
bestaansmiddelen beschikken. Een beroep op bijstand of op een
bijzondere non-contributieve uitkering door een economisch niet-
actieve EU-burger kan gevolgen hebben voor zijn of haar verblijfsrecht.
Dit is om te voorkomen dat zij tijdens hun verblijf ten laste komen van
het socialebijstandsstelsel van het gastland (artikel 7, eerste lid 1,
onder b, van de Burgerschapsrichtlijn).
* Ten slotte hebben EU-burgers die langer dan vijf jaar onafgebroken in
een andere lidstaat verblijven een permanent verblijfsrecht. Een
beroep op bijstand of op een bijzondere non-contributieve uitkering
kan in dat geval geen gevolgen meer hebben voor het verblijfsrecht.
Mevrouw Dano, die langer dan drie maanden maar korter dan vijf jaar in
Duitsland verblijft, voldoet niet aan de voorwaarden voor een verblijfs-
recht op grond van de Burgerschapsrichtlijn, omdat ze niet beschikt over
Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 XV, nr. 55 2
voldoende middelen van bestaan. Wanneer een niet-actieve EU-burger
zoals mevrouw Dano zich zou kunnen beroepen op het beginsel van
non-discriminatie zou dat, aldus het Hof, indruisen tegen de doelstelling
van de richtlijn die beoogt te voorkomen dat EU-burgers die onderdaan
zijn van een andere lidstaat een onredelijke belasting voor het socialebij-
standsstelsel van het gastland vormen. Wel moet in elk individueel geval
bepaald worden of iemand al dan niet beschikt over voldoende bestaans-
middelen. Bij die beoordeling blijft een aangevraagde uitkering buiten
beschouwing.
Consequenties uitspraak
Dit arrest draagt bij aan het voorkomen van een beroep op uitkeringen
door niet- actieve EU-burgers. Het recht op een bijzondere
non-contributieve uitkering mag volgens het Hof voor een niet-actieve
EU-burger afhankelijk gesteld worden van een verblijfsrecht op grond van
de Burgerschapsrichtlijn. Hoewel de uitspraak van het Hof van Justitie EU
alleen betrekking heeft op een bijzondere non-contributieve uitkering
geldt hetzelfde voor een bijstandsuitkering. Voor de bijstandsuitkering is
dit geregeld in de Burgerschapsrichtlijn. Er is geen sprake van een
verblijfsrecht op grond van de Burgerschapsrichtlijn, als een niet-actieve
EU-burger over onvoldoende middelen van bestaan beschikt. De toetsing
of sprake is van een verblijfsrecht mag plaatsvinden voorafgaande aan de
toekenning van een uitkering. Als iemand niet beschikt over een verblijfs-
recht op grond van de Burgerschapsrichtlijn kan een bijzondere
non-contributieve uitkering of een bijstandsuitkering worden geweigerd.
De Nederlandse Wet werk en bijstand en de bijzondere non-contributieve
uitkeringen waarvoor als voorwaarde geldt dat iemand over een verblijfs-
recht dient te beschikken, zijn in lijn met deze uitspraak.
De uitspraak van het Hof in de zaak Dano is in lijn met het bij de bijstand
gevoerde beleid. Op dit moment worden de mogelijkheden voor een
effectievere inzet van de beoordelingsprocedure bij een aanvraag voor
bijstand door een EU-burger onderzocht. De voorliggende uitspraak van
het Hof zal hierbij worden betrokken. Tevens zullen de consequenties van
de uitspraak worden bezien voor de beoordelingsprocedure bij een
aanvraag voor de bijzondere non-contributieve uitkering.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 XV, nr. 55 3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 079
Behandeld op 10 februari 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021
Onderwerp
Motie van de leden Martens, Boomsma, Kreuger en Kat inzake Amsterdam
congresstad vraagt om consistent beleid
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het meerjarenplan Amsterdam congresstad
2021-2024.
Constaterende dat:
- Ereen breed gedragen wens is om in Amsterdam meer in te zetten
op het aantrekken van zakelijke bezoekers en congressen;
- Grote en relevante congressen vaak al een jaren vooruit worden
gepland.
Overwegende dat:
- De ambitie voor het aantrekken van congressen alleen succesvol
kan worden verwezenlijkt indien de markt kan rekenen op
consistent en stabiel vanuit de gemeente gevoerd beleid;
- Tussentijdse budgetwijzigingen of -verminderingen de markt geen
zekerheid bieden en het doel van Amsterdam congresstad daardoor
kan belemmeren.
De raad verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om de ambitie van Amsterdam congresstad succesvol te laten zijn,
zekerheid en stabiliteit te creëren door nu vast te leggen tot in ieder geval
2024 geen verminderingen door te voeren;
De raad spreekt uit:
Ook na 2024 de ambities uit het meerjarenplan inzake het aantrekken van
congressen voort te willen zetten.
De leden van de gemeenteraad
C. Martens
D.T. Boomsma
K.M. Kreuger
H. Kat
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7 november 2023
Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door Directie V&OR — afdeling Stedelijk Beheer
(bestuurlijke. [email protected])
Onderwerp Beantwoording vragen investeringskrediet Verhardingen uit de
commissievergadering van 1 november 2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de commissievergadering van 1 november 2023 heb ik op de vragen van raadslid Ernsting
(GroenLinks) toegezegd u nader te informeren over vragen naar aanleiding van de voordracht over
het investeringskrediet verhardingen:
Selectie van projecten wordt gemaakt of basis van een technische beoordeling en einde van
economische levensduur. Kan daar wat extra uitleg over komen? Hoe ziet dat eruit, hoe wordt die
prioritering gemaakt? Tweede is of er ook andere beleidsdoelen, klimaatadaptatie of vergroening
meegenomen worden in de vervanging van de verharding of dat het terugleggen is van wat er nu ligt?
Hier is de volgende vraag aan toegevoegd:
Worden de inrichtingsprincipes van een autoluwe stad (agenda autoluw) ook betrokken bij de
vervangingsopgave? En/of is dat een zinvol idee?
Vraag 1: de selectie van projecten wordt gemaakt of basis van een technische beoordeling en einde
van economische levensduur. Kan daar wat extra uitleg over komen? Hoe ziet dat eruit, hoe wordt die
prioritering gemaakt?
Het onderhouds- en vervangingsprogramma van asset Verhardingen wordt jaarlijks bepaald aan
de hand van planningsgegevens, onderzoeken en maatregeltoetsen op straat. De Gemeente
Amsterdam volgt hierbij de CROW wegbeheersystematiek, welke door het merendeel van
gemeenten in Nederland wordt gebruikt om de onderhoudsstaat van verhardingen in kaart te
brengen.
Met de planningsgegevens kan de onderhoudsstaat van de verhardingen worden afgeleid. Waar
de kwaliteit als slecht (kans op bezwijken, of onveiligheid) wordt beoordeeld, worden projecten als
concept in een kaart ingetekend. Vervolgens worden de voorlopige projecten buiten door
deskundigen van de gemeente getoetst. Tijdens deze maatregeltoets worden ernst en omvang
van schades, verzakkingen, slijtage, gebruik en andere opvallende zaken aan de verhardingen
(zoals afwatering) visueel opgenomen. Dit levert het opvoeren van een definitief project met
pakket aan maatregelen op. Afhankelijk van de aard, ernst en omvang van de onderhoudsstaat
vindt nader onderzoek plaats. Dit zijn metingen en asfaltboringen om de conditie van de
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 7 november 2023
Pagina 2 van 3
wegconstructie in beeld te brengen, milieu- en bodemonderzoek en meestal ook
bomenonderzoek en hydrologisch onderzoek. Daarnaast wordt gekeken naar de leeftijd van de
straat of weg, het gebruik door zwaar verkeer en klachten en meldingen vit de afgelopen periode.
Indien vit de onderzoekgegevens blijkt dat de onderhoudsstaat van de verhardingen dermate
slecht is en de (verwachte) levensduur onvoldoende is om met reguliere onderhoudsmaatregelen
in stand te houden, dan wordt besloten om tot vervanging over te gaan. Dit betekent in het
algemeen dat de hele wegconstructie inclusief fundering wordt vervangen. In het maaiveld
worden nieuw asfalt, stenen of tegels aangebracht of door hergebruik van bestratingsmateriaal
herstraat.
De prioritering van vervangingsprojecten wordt primair bepaald door technische noodzaak en
snelheid van degradatie van de verhardingen bovengronds en de wegconstructie ondergronds; de
gebruiksintensiteit; het in standhouden van de functie van de straat of weg; en het waarborgen
van veilig gebruik en toegankelijkheid houden voor bewoners, bezoekers en bedrijven van de
straat en van de stad. Daarnaast kan werk aan de ondergrondse infrastructuur (riolering,
warmtenet, gas- en elektra) aanleiding zijn om de wegconstructie en verhardingen te moeten
vervangen.
Vraag 2: worden er ook andere beleidsdoelen, klimaatadaptatie of vergroening meegenomen in de
vervanging van de verharding of dat het terugleggen is van wat er nu ligt?
Het college heeft het onderscheid tussen onderhoud, vervanging en herinrichting en de relatie
daarvan tot andere beleidsdoelen in april 2023 uitgewerkt in de Uitvoeringsstandaard
Toekomstbestendig Werken aan de Openbare Ruimte (USTOR). Om slagkracht te behouden in de
uitvoering en de héle stad goed te onderhouden is het zaak om de juiste maatregel op het juiste
moment door te voeren.
Bij vervangingsprojecten kunnen beperkte aanpassingen aan de inrichting van de openbare ruimte
meegenomen worden. Denk hierbij aan het verbeteren van een oversteekplaats, het vervangen
van autoparkeerplaatsen voor fietsparkeerruimte of extra groen of het verbreden van de stoep.
Voor fundamentele wijzigingen aan de inrichting en functie van een straat, is het nodig om over te
gaan tot een herinrichting, met bijbehorend planvormingsproces, participatie en aanvullende
middelen vanuit programma stadsverbetering. In de vitvoeringsstandaard is vastgelegd welke
‘plussen’ meegenomen kunnen worden bij welk type werk, telkens geredeneerd vanuit
duurzaamheid (niet eerder of meer vervangen dan nodig), toekomstbestendigheid en kosten-
efficiëntie.
Standaardverbeteringen: klimaatadaptatie en verkeersveiligheid
Bij onderhouds- en vervangingsprojecten wordt altijd gekeken of, waar en hoe klimaatadaptieve
maatregelen kunnen worden gerealiseerd om de gevolgen van hittestress, wateroverlast en
watertekort in de stad te beperken. In de vitvoeringsstandaard zijn klimaatadaptatie en
verkeersveiligheid dan ook aangewezen als standaard-verbeteringen: als er knelpunten op deze
gebieden zijn, dan nemen we hiervoor maatregelen. Bij vervangingsprojecten is vitgangspunt dat
de bestaande verharding wordt hergebruikt. De mate van hergebruik wordt per project per
verhardingssoort (betonsteen, gebakken steen, tegel) beoordeeld door vakspecialisten van de
gemeente.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 7 november 2023
Pagina 3 van 3
Het college heeft in de begroting 2024 voor de periode 2023-2027 €25 miljoen vrijgemaakt om het
toevoegen van verbeteringen in de inrichting bij onderhoud of vervanging mogelijk te maken.
Vraag 3: Worden de inrichtingsprincipes van een autoluwe stad (agenda autoluw) ook betrokken bij de
vervangingsopgave? En/of is dat een zinvol idee?
De inrichtingsprincipes bij de agenda autoluw richten zich op een herverdeling van de ruimte:
minder ruimte voor autoverkeer en parkeren, méér ruimte voor groen, fietsers, voetgangers,
spelende kinderen en ontmoetingen op straat. Deze principes zijn bedoeld als leidraad bij
herinrichting, maar kunnen deels ook betrokken worden bij de vervangingsopgave. Dit gebeurt in
de praktijk ook al.
Zoals bij de beantwoording op vraag 2 beschreven staat, is de uitvoeringsstandaard
toekomstbestendig werken aan de openbare ruimte hierbij het kader. Bij onderhoud of vervanging
wordt gekeken of er binnen de grenzen van de parkeerdruk parkeerplaatsen kunnen worden
weggehaald. De vrijgekomen ruimte kan (één op één) worden gebruikt voor vergroening,
fietsparkeerplaatsen of extra stoep, als daarmee knelpunten verholpen worden. Wanneer voor het
autoluw maken grote veranderingen in het profiel nodig zijn, is er sprake van een herinrichting.
Daarover is aanvullende dekking en besluitvorming nodig en is gedurende het planvormingstraject
ook sprake van actieve participatie met de omgeving.
Huidige vervangingsprogramma: 36 projecten
Bovenstaande werkwijze is onderdeel van de totstandkoming van de programma’s Stadsbehoud
en Stadsverbetering. Na de bepaling van de technisch noodzakelijke opgave zijn de plannen en
wensen uit gebieden en stadsdelen en beleidsopgaves naast de onderhouds- vervangingsopgave
gelegd en afgestemd. Dit heeft geresulteerd in de projectenlijst met 36 vervangingsprojecten voor
verhardingen die opgenomen zijn in de kredietaanvraag.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
7 it A « N
Î ELS \
_ AE |
Melanie van der Horst
Wethouder portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | test |
FE ms
a
INLEIDING
Aan de vooravond van de Kunstenplanperiode 2021-2024 staan we als stad voor ongekende
uitdagingen. De uitbraak van het Covid-19 virus zorgt voor een nieuwe realiteit. Te midden van de
worsteling van veel culturele organisaties om overeind te blijven, ontstaan nieuwe bewegingen en
publiek debat over welke vormen van cultuur we willen bewaren en hoe we deze toekomstbestendig
kunnen maken. De kern hiervan wordt telkens gevormd door een zoektocht naar een wereld en een
stad waarin we willen leven.
Het huidig tijdsgewricht maakt nóg zichtbaarder en voelbaarder hoe betekenisvol kunst is voor
mens en samenleving. Op momenten dat alles in verandering is, biedt kunst ons houvast en nieuwe
perspectieven, inspiratie en ruimte om te reflecteren en te bevragen. Kunst laat ons voelen, luisteren
en kijken. In een samenleving waarin verdeeldheid en eenzaamheid toenemen verbindt kunst
ons. Met onszelf, de ander, de wereld en onze stad. Ze laat ons verhalen beleven waar we anders
misschien aan voorbij zouden gaan, ze laat ons perspectieven zien die we zelf niet hadden kunnen
bedenken, ze laat ons collectiviteit ervaren en raakt ons.
Dit beleidsplan is ontwikkeld in een tijd waarin de samenleving op haar grondvesten schudt en de
culturele sector probeert te overleven en met een steeds veranderende realiteit om te gaan. Het
plan dient daarom vooral als kompas en omvat een visie en uitgangspunten waarop we, wat de tijd
ook brengt, zullen varen en die we, wat de situatie op dat moment ook is, voor ogen blijven houden.
Met dit kompas in de hand kijken we naar de horizon: een vergezicht naar het AFK in 2028 helpt ons
om in de juiste richting te bewegen.
In 2028 is het AFK een fonds van en voor een culturele wereldstad. Het AFK kent de stad en de stad
kent het AFK, het is de pleitbezorger en aanjager van de kunst in Amsterdam en omgeving. Het AFK
is een ondersteunende kracht voor de kunst die wordt ontwikkeld, gemaakt en getoond: van klein en
fijn tot indrukwekkend en iconisch.
De impact van het fonds gaat verder dan het verstrekken van subsidie. Het AFK biedt financiële
ondersteuning maar is daarnaast ook door kennis en communicatie een verbindende kracht van
betekenis voor culturele organisaties en kunstenaars in de professionele sector en cultuurmakers in
de vrije tijd. Het AFK is een plek waar iedereen digitaal of live terecht kan om te weten hoe het staat
met de kunst in de stad.
Het AFK heeft in 2028 een kleine vaste plek en een kernteam als basis, maar beweegt vooral
dynamisch in een netwerk door de stad. Het AFK werkt met bondgenootschappen in zowel de
stadsdelen als de metropoolregio. Daar zorgt het fonds voor een evenwichtige en effectieve verdeling
van publieke middelen voor kunst en cultuur.
Het AFK staat in 2028 bekend om zijn innovatieve kunstfinanciering. In samenwerking met onder meer
lokale, nationale en internationale collega-subsidiënten is het fonds continu op zoek naar nieuwe en
passende financieringsinstrumenten die aansluiten op de behoeftes van de stad en de sector. Het
fonds ondersteunt hiermee de culturele sector bij het realiseren van een gezonde financieringsmix
en het aanboren van aanvullende private geldstromen en maatschappelijke partnerschappen.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 2
Het AFK staat in 2028 in permanente en directe dialoog met kunstenaars en Amsterdammers.
Met open source werkwijzen, ludieke acties en dynamische groepen en media als klankbord en voor
advies, houdt het fonds zichzelf scherp en aangesloten op de actualiteit. Het stelt de stad en de kunst
in staat om actief mee te denken over de beste vormen van stimulans en ondersteuning en de beste
manieren om keuzes te maken.
In 2028 is kunst overal in de stad aanwezig en zichtbaar. Het AFK speelt in op wat er leeft in de stad
en investeert voortdurend in de directe zichtbaarheid van kunst in de buitenruimte. Kunst kan mede
dankzij het AFK rekenen op een breed draagvlak onder Amsterdammers. Diversiteit is vanzelfsprekend
in de culturele sector. Er is een breed en inclusief aanbod en de stad barst van de cultureel diverse
programmering en kunstenaars. Steeds meer Amsterdammers voelen zich aangesproken door het
aanbod en weten hun weg naar de kunst te vinden. Het is niet meer nodig om diversiteit en inclusie
tot thema te verheffen en er beleid of criteria voor te formuleren.
In 2028 staat het AFK voor een stad met een sterke, pluriforme cultuursector die de toon zet,
toekomstbestendig is, alle delen van de stad bereikt en toereikend gefinancierd is. Als fonds speelt
het daarin de rol van mede=initiator, facilitator, onderzoeker en wegwijzer. Het fonds is een sterke
sparringpartner voor de sector en de gemeente Amsterdam. Er is een wederkerige relatie met de
politiek die dankzij een open uitwisseling van informatie en ideeën zorgt voor gezamenlijke reflectie
en een inspirerende culturele koers van de stad. In 2028 viert het AFK samen met Amsterdam de kunst
in de stad.
Bewegend naar 2028 zetten we in 2021-2024 de eerste stappen vanuit een vernieuwde missie:
Fantastische kunst voor alle Amsterdammers. Een aanbod dat de verbeelding prikkelt van publiek
en maker, voor een culturele wereldstad die altijd in ontwikkeling is. Het AFK staat voor een stad waar
fantastische kunst wordt gemaakt en waar iedereen de kans heeft die kunst te ervaren of beoefenen.
We zijn er voor de gehele Amsterdamse cultuursector. Van professionele kunst tot cultuurbeoefening
in de vrije tijd, van afzonderlijke projecten tot meerjarig gefinancierde organisaties.
Het AFK stimuleert en ondersteunt talenten, individuele makers en organisaties in alle kunstdisciplines.
We zorgen voor een stevige culturele infrastructuur en ondersteunen de kunst die er binnen én buiten
deze infrastructuur tot stand komt. We zijn er voor de rafelranden en de pioniers evengoed als voor
organisaties met een lange staat van dienst. Het AFK zorgt dat alle Amsterdammers die dat willen, kunst
kunnen ervaren en mee kunnen doen. We ondersteunen kunst in elk stadsdeel en in elke wijk, en waar
nodig geven we extra impulsen.
Het AFK zet in op een kunstenveld dat zich telkens weer vernieuwt en waar nieuwe organisaties
de ruimte krijgen. We staan voor een sterke sector in een culturele wereldstad, die duurzaam
is en reageert op de tijd. Zo zorgen we voor een inspirerend, spannend, uitdagend, verrassend,
internationaal kunstklimaat.
Om onze missie te verwezenlijken, geven we onze activiteiten vorm aan de hand van drie groepen
waarop we ons richten: kunstenaars en culturele organisaties, Amsterdammers, en de cultuursector
als geheel. Bij onze activiteiten zijn artistiek belang, belang voor de stad, uitvoerbaarheid en diversiteit
& inclusie leidende criteria om scherpe keuzes te maken.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 3
FANTASTISCHE KUNST
Kunstenaars en organisaties zorgen voor de fantastische kunst in onze stad, van aanstormend talent
tot gerenommeerde instellingen. Het AFK draagt bij aan het maken en het tonen van hun kunst.
De veelzijdigheid van de kunst die het AFK mede mogelijk maakt is groot. Van kleine intieme projecten
voor de wijk tot grote iconische werken met internationaal bereik. Wat die kunst gemeen heeft is dat
het een sterk eigen artistiek karakter heeft en betekenis geeft aan het leven in de stad. Samen vormt
het een divers, veelkleurig kunstlandschap dat een steeds bredere groep Amsterdammers weet te
raken. In 2021-2024 investeren we in sterk werk en in futureproof makers en organisaties.
VOOR ALLE AMSTERDAMMERS
Als stadsfonds investeert het AFK in kunst namens de stad Amsterdam, en daarmee namens alle
Amsterdammers. We werken eraan dat de kunst in onze stad door zo veel mogelijk Amsterdammers
wordt gezien, ervaren, beoefend en gedragen. Het AFK zet daarom in deze kunstenplanperiode in op
meer actieve deelname aan kunst en cultuur door Amsterdamse cultuurmakers in de vrije tijd, meer
zichtbaarheid van kunst in de stad, en meer betrokkenheid van de Amsterdammers bij kunst.
CULTURELE WERELDSTAD
Amsterdam heeft zich van nationale culturele hoofdstad ontwikkeld naar een internationale culturele
metropool waar lokale en internationale kunst hand in hand gaan. Het AFK maakt zich er sterk voor
dat dit zo blijft door de sector als geheel te ondersteunen. Dit doen we door kennis te delen van het
fonds over het Amsterdamse culturele veld, samen met de sector en de gemeente te investeren in een
sterke internationale positie, en extra ondersteuning te bieden in stadsdelen, wijken en buurten waar
dat nodig is.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 4
De AFK activiteiten richten zich op drie pijlers
KUNSTENAARS EN
AMSTERDAMMERS SECTOR
CULTURELE ORGANISATIES
Sterk werk Deelnemen Kennis delen
Vierjarige subsidies Tweejarige subsidies Cultuurmakers Publicaties en inhoudelijk programma
Projectsubsidies Professionele kunst Projectsubsidies Cultuurmakers Publieksonderzoek
Actie op de Actualiteit Regeling Cultuurcoaches >
Internationale kracht 7
Futureproof makers en organisaties Zien en ervaren Internationale activiteiten =
Ontwikkelsubsidies organisaties Amsterdamprijs voor de Kunst 2
Professionele kunst Kunst in de Openbare Ruimte De Hele Stad E
Projectsubsidies Professionele kunst Cultuurverkenners 5
Stipendia Betrekken Online toegankelijkheid en offline 1
3PackageDeal Development support es
Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans Voordekunst & Cinecrowd Andere manieren van aanvragen >
Cultuurlening Mensen Maken Amsterdam Metropoolregio Amsterdam 2
O
©
5
ú
>
Oo
S
—
Veelzijdig kunstaanbod met impact De kunst weet haar publiek te vinden Kunstinstellingen weten elkaar ö
en betekenis voor de stad en haar en het publiek weet haar kunst te (o.a. via het AFK) te vinden, zijn 8
inwoners vinden verbonden en leren van elkaar 3
Organisaties en kunstenaars blijven Kunst wordt door veel Er is veel kennis over de praktijk 2
m
zich ontwikkelen en vernieuwen Amsterdammers in de hele stad van het Amsterdamse kunstenveld; 0
en reageren op de tijd ervaren en/of beoefend het AFK wordt geraadpleegd 0
Nieuwe kunstenaars en Kunst wordt gedragen door sector, overheden e.a. <
kunstinstellingen komen op (en medegefinancierd) door De sector bedient de hele stad 3
Talent ontwikkelt zich en vestigt Amsterdammers en is internationaal sterk mi
be: tt d
zich in Amsterdam gepositioneerd ge
z
o
rm
Cc
u
m
Er is een fantastisch Kunst is van en voor alle Amsterdam is een
kunstaanbod Amsterdammers culturele wereldstad
Fantastische kunst voor
in een culturele wereldstad waar iedereen de kans
heeft kunst te ervaren of beoefenen
KUNSTENAARS EN CULTURELE ORGANISATIES
Ke me - Js
| | / per tT
Er is een fantastisch kunstaanbod « , Ì s j |
Loy Nee Ke Ed
Sterk werk e \ IS np / 7 ms en
Î ek 4 f Y Î
Futureproof makers en organisaties br, | Ef A m.N 6
' € Xx d df mh
PA Ì_ Sterk werk XN A ® $ pal
Pil 4 EAN « ,
p Vierjarige subsidies Tik de far ‚ Î $
iS , Projectsubsidies Professionele kunst p \ ì Pp fi # 4 °
hi, Actie op de Actualiteit / \S ee
à ds mp  - i
s__Futureproof makers en organisaties Y Vid gr be |
De Ontwikkelsubsidies organisaties / / Z H
SIN j Professionele kunst Ed /e EE nd
Projectsubsidies Professionele kunst Ke ke _
Stipendia E PD id Re ac
en 3PackageDeal Ny V AS ie. «
8 Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans pf PJ 4 Kk : .
Cultuurlening 2 N
/ dt á
De subsidieregelingen en activiteiten van het AFK richten zich in de eerste plaats op kunstenaars en
culturele organisaties. Musea, festivals en podia die al generaties lang Amsterdammers verwelkomen,
nieuwe initiatieven met grensverleggende projecten en internationale uitstraling, aanstormende
kunsttalenten met veelbelovende plannen, spraakmakende kunstenaars die vanuit onze stad de wereld
rondtoeren met hun werk, een curator met een spannend nieuw project in Zuidoost, een groot jaarlijks
terugkerend festival in het Centrum. Het Amsterdamse kunstenlandschap is rijk en divers. Het zijn deze
spelers die voor de fantastische kunst in onze stad zorgen. We ondersteunen zowel nieuwe makers en
individuele kunstenaars met bewezen talent, als jonge en gevestigde culturele organisaties die de stad
uitdagen met hun aanbod.
Met een op elkaar aansluitende combinatie van subsidieregelingen ondersteunt het AFK impactvolle
makers en organisaties, stimuleert het kansrijke ontwikkelingen en investeert het in fantastische kunst.
De regelingen zijn afgestemd op de verschillende doelgroepen en het type ondersteuning dat een
aanvrager zoekt. In het algemeen geldt: hoe uitgebreider de ondersteuning en hoe ervarener de
aanvrager, des te uitvoeriger de toetsing.
Het AFK ontwikkelt en onderzoekt daarnaast verschillende alternatieve wijzen om subsidie te verdelen
en verschillende vormen van aanvragen. Sommige worden direct geïmplementeerd in regelingen,
andere krijgen eerst een testfase. Te denken valt bijvoorbeeld aan doelgerichte calls, subsidies die
culturele organisaties aan een collega of maker kunnen doorgeven, en multimediaal aanvragen. Het
doel is om het aanvragen van subsidie zo inclusief mogelijk te maken zodat aanvragen nog meer uit
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 6
de hele stad komen. Tegelijkertijd willen we subsidiemogelijkheden zo goed mogelijk op de doelgroep
richten, zodat het aantal aanvragen realistisch blijft ten opzichte van het budget. Zo worden onnodige
inspanningen en teleurstellingen voorkomen.
Om een fantastisch kunstaanbod mogelijk te maken zet het AFK in deze beleidsperiode in op:
P Sterk werk waarbij het AFK bijdraagt aan overtuigende en ambitieuze (meerjaren)plannen
en projecten met impact en zichtbaarheid in de stad.
> Futureproof makers en instellingen waarmee we opkomend talent, innovatie en ontwikkeling
in de sector stimuleren.
De projectsubsidies voor professionele kunst bieden ruimte aan zowel ‘sterk werk’ dat stevig staat, als
aan ‘futureproof' projecten gericht op talent en artistieke innovaties waar nog meer risico mee gemoeid
is, De oude subsidiemogelijkheid voor een ontwikkelbudget wordt vervangen door stipendia gericht
op de doorontwikkeling van kunstenaars. Voor opkomend talent zijn er de projectsubsidies en de
3Package Deal.
In deze beleidsperiode wil het AFK meer impact maken met dat wat het ondersteunt. Dit betekent
dat we scherper kiezen voor organisaties en kunstenaars die het verschil maken. We investeren
in overtuigende culturele plannen die zowel in vorm als inhoud van artistiek belang zijn, maar ook
zichtbaar zijn en impact hebben in de stad. Het zijn artistiek én organisatorisch sterke projecten die
kunnen rekenen op draagvlak onder de bewoners van de stad. Deze projecten vertellen de verhalen
van de stad of bieden juist vanuit hun autonome kracht nieuwe perspectieven. Ze worden uitgevoerd
door organisaties en makers van bewezen kwaliteit die zich bewust zijn van hun omgeving. Gezamenlijk
bieden al deze activiteiten door de hele stad heen een veelvormig aanbod voor een publiek dat de
veelkleurigheid van de stad representeert.
Vierjarige subsidies
De regeling Vierjarige Subsidies 2021-2024 zorgt ervoor dat organisaties in continuïteit fantastisch
cultureel aanbod kunnen realiseren. De aanvragen voor 2021-2024 zijn behandeld in 2020. De
regeling ondersteunt producerende organisaties zoals theatergroepen, dansgezelschappen, orkesten
en medialabs en presenterende organisaties zoals podia, festivals, digitale platforms en presentatie-
instellingen voor beeldende kunst. Ook erfgoedorganisaties en musea, ontwikkelinstellingen,
organisaties voor cultuureducatie en debatpodia maken deel uit van de regeling. De subsidies vormen
een bijdrage aan de exploitatie van de organisatie. De regeling is gericht op organisaties die artistiek
excelleren en zich sterk weten te verbinden aan de stad en al haar bewoners maar die dikwijls ook
landelijk en internationaal een belangrijke rol vervullen in productie, presentatie en ontwikkeling van
nieuw aanbod.
In 2021-2024 ontvangen 126 organisaties een vierjarige subsidie van het AFK, waarvan er 32 nieuw
zijn in dit Kunstenplan. In wisselwerking met de Amsterdamse Basisinfrastructuur vormen zij gedurende
deze beleidsperiode de basis voor het Amsterdamse kunstenlandschap. We staan in nauw contact met
de organisaties in deze regeling. Door monitorgesprekken en regelmatige activiteitbezoeken van onze
adviseurs en medewerkers volgen we hen en hun werk op de voet.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 7
Projectsubsidies Professionele kunst
Met Projectsubsidies Professionele kunst ondersteunt het AFK in de eerste plaats prikkelende,
ambitieuze en betekenisvolle projecten in de stad. Deze plannen van organisaties en makers hebben
een overtuigend artistiek belang, maar maken ook impact in de stad. Het zijn organisatorisch en
financieel uitvoerbare projecten met overtuigende communicatieplannen gericht op een passend
publieksbereik. We kijken daarbij ook naar de bijdrage die deze projecten leveren aan de spreiding
en diversiteit van het aanbod en het publieksbereik in de stad.
Actie op de actualiteit
Het AFK wil agenderend en stimulerend zijn in reactie op belangrijke ontwikkelingen waarin kunst
en cultuur een rol kunnen spelen, en hier flexibel op in kunnen spelen. Verbinding tussen kunst en
actualiteit draagt bij aan de zichtbaarheid en betekenis van kunst in de stad. Periodiek schrijft het AFK
gerichte calls uit om kunstenaars uit te dagen om met kunst te reageren op een specifiek thema of een
specifieke doelgroep die op dat moment voor de stad belangrijk is. Wat die thema's of doelgroepen
zijn, bepalen we gedurende de beleidsperiode in gesprek met de stad.
De veranderende stedelijke samenleving vraagt om een sterk kunstenveld dat in staat is om zich aan
te passen, te reageren, kritisch te bevragen en de samenleving uit te dagen. De stad groeit in rap
tempo en de behoefte aan kunst en cultuur groeit navenant. Beweging en dynamiek in de sector zijn
belangrijk voor de impact van kunst op Amsterdam. Het AFK stimuleert kunstenaars en organisaties
om zich te blijven ontwikkelen. De ontwikkelingsregeling geeft relatief jonge organisaties de kans
om met subsidies van één à twee jaar uit te groeien tot volwaardige professionele organisaties.
Met de Projectsubsidies Professionele kunst ondersteunen we daarnaast ook nieuw talent en artistieke
innovatie. Met stipendia en het internationaal talentontwikkelingsprogramma 3Package Deal investeren
we in de ontwikkeling van excellente kunstenaars.
Ontwikkelsubsidies voor organisaties professionele kunst
De regeling Ontwikkeling is de upgrade van de Tweejarige regeling Professionele kunst, die het AFK in
de vorige beleidsperiode nieuw introduceerde. Met succes, want van de 23 tweejarig ondersteunde
organisaties dienden er vijftien een aanvraag in voor vierjarige subsidie 2021-2024 en kregen tien
organisaties die daadwerkelijk toegewezen. De regeling Ontwikkeling is in de periode 2021-2024
opnieuw bedoeld voor relatief jonge Amsterdamse organisaties voor versterking op bijvoorbeeld
artistiek en zakelijk vlak of op het gebied van publieksbereik. De regeling is flexibeler geworden. Zo is
het nu mogelijk om voor één dan wel twee jaar tegelijk aan te vragen. Bovendien kunnen aanvragen
op elk moment worden ingediend, tot het jaarlijks budget van de regeling is bereikt. Het AFK behandelt
de aanvragen dus ook niet meer in een tenderprocedure maar net als bij de regeling Projectsubsidies
op het moment van aanvraag binnen enkele maanden. Ontwikkel- en reguliere activiteiten gaan vaak
hand in hand, waardoor de subsidie ook voor beide mag worden gebruikt, mits er sprake is van een
ontwikkelplan.
Projectsubsidies Professionele kunst
Naast sterk werk zijn de projectsubsidies voor professionele kunst er ook voor artistiek innovatieve
projecten met veel potentie waarvan de uitkomst nog niet altijd vaststaat, en voor projecten
van opkomend talent. We zetten op deze manier met de regeling ook in op kansrijke nieuwe
ontwikkelingen en nieuw makers met betekenis voor de stad.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 8
Stipendia
Met stipendia kiest het AFK voor een nieuwe vorm voor het huidige ontwikkelbudget, dat al een aantal
beleidsperioden deel uitmaakt van de projectsubsidies van het fonds. De stipendia zijn er voor
kunstenaars, onafhankelijke curatoren en programmeurs die hun carrière een artistieke impuls willen
geven door middel van een individueel traject. Door een toenemend aantal aanvragen van wisselende
kwaliteit zag het AFK het ontwikkelbudget in de afgelopen periode versnipperen, terwijl de culturele
sector zit te springen om doorontwikkeling van individuele kunstenaars met bewezen kwaliteit
en potentie. Met de nieuwe vorm van stipendia wil het AFK het budget gerichter inzetten. De stipendia
zullen in enkele rondes per jaar worden toegekend met een maximaal aantal aanvragers en
toekenningen per ronde. De stipendiaten zijn sterke en interessante makers die een bijzondere kans
krijgen om hun eigen praktijk te verdiepen.
3PackageDeal
Voor veelbelovende kunstenaars die op het punt van doorbreken staan, is er de 3PackageDeal. Met dit
internationaal talentontwikkelingsprogramma ondersteunt het AFK talent dat zorgt voor de fantastische
kunst van vandaag en morgen. De 3PackageDeal maakt het mogelijk dat dit nieuwe (internationale)
toptalent zich in Amsterdam vestigt en verder ontwikkelt, om zo de aantrekkelijkheid van de stad en
de impact van kunst op de Amsterdammer te vergroten. Dit succesprogramma is een samenwerking
van het AFK met Bureau Broedplaatsen en de Amsterdamse culturele sector. Jaarlijks krijgen vijftien
talenten uit binnen- en buitenland de ruimte om zich in de stad stevig te ontwikkelen, werk te maken
en hun netwerk uit te breiden. In 2023 bestaat het programma tien jaar. We zetten in dit kunstenplan
extra in op de verbinding tussen de deelnemers van verschillende lichtingen en we monitoren en
evalueren het programma zelf scherp om te kijken waar we het aan kunnen passen aan de noden
van talenten nu.
Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans
De Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans (SED) maakt het mogelijk voor dansers en choreografen in
Amsterdam om te repeteren, monteren of onderzoek te doen. Een goed uitgeruste studio is daarbij
een vereiste, Met de SED helpen wij danstalent voor de stad te behouden en creëren we ruimte voor
spannende ontwikkelingen in het Amsterdamse dansveld dat ook internationaal veel belangstelling
heeft.
Cultuurlening
Middels een voortzetting van de Amsterdamse Cultuurlening in samenwerking met
Cultuur+Ondernemen en het ministerie van OCW ondersteunt het AFK de mogelijkheid voor
Amsterdamse kunstenaars en culturele organisaties om zelf duurzaam te investeren in hun
beroepspraktijk en zich zo futureproof te kunnen ontwikkelen. De lening met lage rente kan
bijvoorbeeld worden gebruikt voor de aanschaf van instrumenten, apparatuur, materiaal, computers,
(digitale) camera's of software, maar ook voor onderzoek, collectie-opbouw, presentatiemateriaal
en scholing (training en begeleiding). De leningsmogelijkheden zijn uitgebreid en sluiten aan op de
landelijke modaliteiten en vereisten van Cultuur+Ondernemen en het ministerie van OCW.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 9
AMSTERDAMMERS
Kunst is van en voor alle Amsterdammers
Pin. Amsterdammers nemen deel aan kunst : EJ
NN Amsterdammers zien en ervaren kunst ki ER
| Ki … … Ì
$ Amsterdammers zijn betrokken bij kunst pi pl Ne
En hs a
ne“, EA ee |
Nd Deelnemen if | B
— dl Tweejarige subsidies Cultuurmakers ni ed N
| vn Projectsubsidies Cultuurmakers " z
ann , k Regeling Cultuurcoaches EN Ì
Zien en ervaren
> Amsterdamprijs voor de Kunst
pe Kunst in de Openbare Ruimte
En. Betrekken : '
asin Development
KO \\/ _» Voordekunst & Cinecrowd
_ Mensen Maken Amsterdam
GE
Amsterdammers zijn de cultuurmakers, het publiek en de eigenaar van de fantastische kunst in de
stad. Het AFK ondersteunt fantastische kunst namens alle Amsterdammers. We zetten daarom in deze
kunstenplanperiode als fonds nadrukkelijk in op de volgende uitgangspunten:
P Amsterdammers nemen deel aan kunst
Beoefening van kunst als vrijetijdsbesteding is een manier om kunst en cultuur persoonlijk te ervaren.
De tweejarige subsidies en Projectsubsidies Cultuurmakers zijn gericht op Amsterdammers die zelf in
een kleine of grotere groep kunst maken in hun vrije tijd. Met de regeling Cultuurcoaches zet het
AFK zich in om zo veel mogelijk Amsterdammers al op jonge leeftijd in aanraking met kunst te brengen.
De coaches verbinden scholen, kinderen en hun ouders met het cultuureducatieaanbod in hun wijk.
> Amsterdammers zien en ervaren kunst
We vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen in aanraking komen met de fantastische kunst
die er in onze stad wordt gemaakt. We willen de rijkdom van alle kunst die we mede mogelijk maken
onder de aandacht brengen bij Amsterdammers met als doel het verbreden van draagvlak voor cultuur
in de stad. Dat doen we onder meer met de jaarlijkse Amsterdamprijs voor de Kunst en door het
ondersteunen van kunst in de openbare ruimte, die voor elke Amsterdammer toegankelijk is.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 10
P Amsterdammers zijn betrokken bij kunst
Kunst is niet alleen voor en door Amsterdammers gemaakt, maar ook ván alle Amsterdammers.
We willen dat zoveel mogelijk Amsterdammers dat ook zo ervaren. Door een sterkere publieke
positionering en door concreet de mogelijkheid te geven om ook zelf financieel bij te dragen, willen
we dat kunst door Amsterdammers wordt gesteund.
ledereen kent wel een buurvrouw die graag zingt, een neef die geweldige spoken word performances
geeft of een vriend die vlogs en podcasts maakt. Het AFK is er voor alle Amsterdammers die uit passie,
plezier of engagement kunst beoefenen in hun vrije tijd. Deze Amsterdammers benaderen we vanaf
nu als ‘cultuurmakers’, en ze zijn overal in de stad aanwezig. Ze genieten samen van kunstbeoefening
en functioneren ook nog eens als enthousiaste ambassadeurs voor de kunst, maken deze voor hun
omgeving laagdrempelig en halen daarmee kunst en cultuur dichtbij. Ze zijn essentieel voor het
draagvlak, de zichtbaarheid en de spreiding van kunst in de stad. Het AFK ondersteunt cultuurmakers
die in groepsverband kunst beoefenen met een tweejarige subsidie. Met de projectsubsidies
ondersteunt het AFK ambitieuze cultuurmakers en projecten van organisaties die gericht zijn op de
deelname van Amsterdammers. Daarnaast investeert het AFK namens de gemeente en het rijk in deze
kunstenplanperiode voor het eerst in Cultuurcoaches. Zij bewerkstelligen meer actieve deelname van
jonge Amsterdammers aan kunst en cultuur en verbeteren de aansluiting bij cultuureducatie in het
naschoolse en buitenschoolse domein.
Tweejarige subsidies Cultuurmakers
De regeling Tweejarige subsidies Cultuurmakers ondersteunt cultuurmakers die in gezelschapsverband
kunst beoefenen in de vrije tijd. De nieuwe regeling vervangt de regeling Tweejarige subsidies
Amateurkunst. Het belangrijkste doel van de regeling is om nog beter aan te sluiten op de
hedendaagse praktijk van cultuurmakers en ruimte te maken voor nieuwe instroom, nieuwe genres
en andere organisatievormen naast de traditionele stichting of vereniging. Het aantal categorieën met
vaste subsidiebedragen waarvoor kan worden aangevraagd is teruggebracht van negen naar drie, en
is vanaf nu gekoppeld aan de omvang van de jaarbegroting in plaats van aan disciplines. Dit maakt de
regeling simpeler en toegankelijker voor nieuwe genres.
Projectsubsidies Cultuurmakers
Met de regeling Projectsubsidies Cultuurmakers (voorheen de regeling Projectsubsidies
Amateurkunst) draagt het AFK bij aan bijzondere kunstprojecten voor alle Amsterdammers. De regeling
ondersteunt culturele en creatieve activiteiten voor, met en door Amsterdammers die in hun vrije tijd
actief meedoen met kunst en cultuur. Dat kan als uitvoerende cultuurmaker(s) — zoals een zeefdrukker,
acteur in een toneelgroep of dj - maar ook als organiserende cultuurmaker — zoals iemand die
vrijwillig een cultureel buurtfestival organiseert. Daarnaast is de regeling er voor ‘mogelijkmakers’ - de
professionals en culturele organisaties die zorgen dat cultuurmakers cultuur kunnen (leren) maken. Het
doel van de regeling is tweeledig. Enerzijds willen we Amsterdammers enthousiasmeren om actief mee
te doen met kunst en cultuur. Anderzijds willen we de zichtbaarheid van kunst- en cultuurbeoefening
in de vrije tijd binnen de gemeente Amsterdam bevorderen.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 11
Subsidies Cultuurcoaches
Door cultuurcoaches worden jonge Amsterdammers zowel onder als na schooltijd gestimuleerd om
actief kunst te beoefenen. Deze coaches verbinden scholen, kinderen en ouders/verzorgers met
het cultuureducatieaanbod in de wijken van de stad. Het doel is om meer kinderen en jongeren in
aanraking te laten komen met kunst en cultuur en hen de mogelijkheid bieden om hun creativiteit te
ontwikkelen. Uitgangspunt daarbij is dat de culturele instellingen bijdragen aan kansengelijkheid door
zich op specifieke scholen en specifieke wijken te richten waar veel kinderen met een grotere afstand
tot kunst en cultuur zijn. De prioriteit ligt dan ook bij samenwerkingen tussen culturele instellingen en
scholen met een hoog percentage leerlingen met een (risico op) onderwijsachterstand. De structurele
inzet van cultuurcoaches op de scholen die dit het hardst nodig hebben, vermindert bovendien de
hoge werkdruk in het onderwijs en levert — naast toegenomen kansengelijkheid — zo ook een bijdrage
aan de oplossing van het lerarentekort.
Cultuurcoaches verbeteren de aansluiting met cultuureducatie in het naschoolse en buitenschoolse
domein en bouwen aan duurzame relaties tussen scholen, culturele partners, welzijnsinstellingen en
BSO's. Ze zijn er voor elke kunstdiscipline met als doel kunst- en cultuureducatie toegankelijk en
dichtbij te maken voor alle Amsterdamse kinderen en jongeren. Ze kunnen werken als vakleerkracht,
als verbinder tussen binnen- en buitenschools aanbod en/of als talentbegeleider. Om het kunst-
en cultuuraanbod onder schooltijd te verbreden, wordt de cultuurcoach vooral ingezet voor andere
vakken dan muziek. Deze actieve verbinding tussen jonge Amsterdammers, scholen en culturele
instellingen zet door de verbinding met het buitenschoolse domein een stap verder dan het
Basispakket Kunst- en Cultuureducatie.
Na een pilot in 2020 en 2021 start het AFK in samenwerking met de gemeente en Mocca vanaf
1 januari 2022 met een regeling waarmee jaarlijks 30 fte aan cultuurcoaches worden ondersteund.
Een breed scala aan cultuureducatieve organisaties kan hiervoor aanvragen bij het AFK. Mocca
verzorgt diverse kennisbijeenkomsten rondom de Cultuurcoaches en neemt een deel van de
monitoring en evaluatie voor haar rekening.
Amsterdamprijs voor de Kunst
De Amsterdamprijs voor de Kunst is de belangrijkste kunstprijs van de stad. Het AFK is
verantwoordelijk voor de organisatie, jurering en uitreiking van Amsterdamprijs in opdracht van de
gemeente Amsterdam. De prijs zet de bijzondere bijdrage van kunstenaars en organisaties aan de stad
in de schijnwerpers. Met de prijs bedankt de stad de kunstenaars. Een professionele jury selecteert
zeven genomineerden uit de voordrachten van alle Amsterdammers. In 2022 bestaat de prijs 40 jaar.
De Amsterdamprijs voor de Kunst bestaat uit drie categorieën: Stimuleringsprijs, Prijs voor Beste
Prestatie en Bewezen Talent.
In deze periode herzien we de categorieën en maken ze passend bij de actuele bewegingen in
het kunstenveld. In de categorie Bewezen Kwaliteit, voor kunstenaars met een onbetwistbare
staat van dienst die boven onderlinge vergelijking uitstijgt, wijzen we nog maar één genomineerde
aan, die daarmee ook direct de winnaar is. In de afgelopen jaren heeft het AFK zich ingezet om de
bekendheid en zichtbaarheid van de prijs onder de Amsterdammers te versterken. Dit heeft geleid
tot een pluriforme en meer representatieve aanwas van nominaties en daarmee ook van winnaars
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 12
in de afgelopen jaren. In dit Kunstenplan evalueren we de prijs, en onderzoeken we hoe we de
betrokkenheid en het zeggenschap van Amsterdammers verder kunnen vergroten.
Kunst in de openbare ruimte
Kunst in de openbare ruimte is de kunst die onbetwistbaar het grootste publieksbereik heeft. Ze is
toegankelijk voor iedereen en het geeft een eigen invulling aan een specifieke plek die dagelijks
onbewust of bewust door Amsterdammers ervaren wordt. Kunst in de openbare ruimte zit in het DNA
van het AFK, al sinds 1995 is het fonds de belangrijkste subsidieverstrekker van deze kunstvorm in
de stad. Het AFK maakte de afgelopen decennia een groot deel van de Amsterdamse beeldende
buitenkunstcollectie mede mogelijk, van relatief kleine projecten als kunstuitingen in abri's en
muurschilderingen tot iconisch of monumentaal werk. In 2019 is, in samenwerking met het AFK, het
Stadscuratorium ingesteld dat opkomt voor het belang van beeldende kunst in de openbare ruimte
in het algemeen en vanuit een integrale visie adviseert over de collectie van de stad, hoe ervoor te
zorgen en hoe deze aan te vullen. Voor beeldende kunst in de openbare ruimte kan ook in 2021-2024
bij het AFK financiering worden aangevraagd, waarbij een positief advies van het Stadscuratorium als
instap-eis geldt.
Development
Het AFK verkrijgt zijn middelen van zijn opdrachtgever, Gemeente Amsterdam. Naast het stimuleren
en ondersteunen van kunst en actieve deelname aan kunst, beoogt het AFK Amsterdammers dichter
bij de kunst te betrekken, door hier ook financieel aan bij te dragen. De kunst die we als fonds mede
mogelijk maken is er voor Amsterdammers. Voor de toekomst van de kunst en kunstenaars in de stad is
het belangrijk dat betrokkenheid en eigenaarschap gevoeld worden. Dat willen we als fonds versterken
door Amsterdammers de kans te geven meer direct bij te dragen aan de kunst van onze stad.
Het AFK heeft in het verleden meerdere activiteiten opgezet en organisaties ondersteund die
andere en nieuwe financieringsstromen op gang brengen naast subsidies. Dit begon in 2010 met
de oprichting van het eerste culturele crowdfundingsplatform ‘voordekunst vanuit het AFK. Daarna
volgde de oprichting van de Amsterdamse Cultuurlening, een pilot voor het stimuleren van cultureel
ondernemerschap, en tenslotte het ‘creative funding’ programma City, Company & Crowd. Dit
programma matcht sponsoring, crrowdfunding en subsidie en brengt culturele organisaties in contact
met het bedrijfsleven en professionele sponsorwervers.
In 2020 heeft het AFK het initiatief genomen om zelf private middelen te werven. De crowdfunding-
campagne Futureproof was gericht op het investeren in de toekomstbestendigheid van makers
als vervolg op het snelloket voor culturele ‘coronaprojecten’. Met onze ervaring met Futureproof
als basis blijven we de werving van financiële middelen voor de kunst in de stad stimuleren door
Amsterdammers, organisaties en bedrijven sterker te verbinden aan de Amsterdamse kunst. We
gaan door met City, Company & Crowd en helpen culturele organisaties hun kennis en ervaring te
vergroten in het verkrijgen van meer private middelen en het ontwikkelen van publieke en private
samenwerkingen.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 13
Daarnaast participeert het AFK in het initiatief van de Amsterdamse Kunstraad; de Amsterdamse
Maatschappij tot behoud van Kunst en Cultuur (AMBKC). Het AFK is een belangrijke dragende partner
in dit initiatief dat zich richt op een duurzaam gefinancierde sector voor de middellange en lange
termijn, waarbij met partners als grootbanken, familieoffices, de gemeente Amsterdam, de Provincie
Noord Holland en MeKinsey gezocht wordt naar een innovatieve mix van financiering, structurering
en advisering van culturele organisaties. In het komende kunstenplan wordt hier verder aan gewerkt.
Voordekunst en Cinecrowd
Het AFK beschouwt crowdfunding als een waardevol instrument om de betrokkenheid van
Amsterdammers bij kunst te vergroten. Niet zozeer de financiering zelf maar de communicatie
over een project, het creëren van draagvlak en het vergroten van de zichtbaarheid zijn vaak de
voornaamste resultaten van een crowdfundingcampagne. Toch levert het ook daadwerkelijk financiële
betrokkenheid van Amsterdammers op. Als initiator en partner van voordekunst heeft het AFK sinds
de oprichting van voordekunst in 2010 gefunctioneerd als stimulator voor meer dan 28.000 donateurs
die samen met het AFK voor meer dan drie miljoen euro hebben bijgedragen aan ruim 400 projecten
in de stad. In deze beleidsperiode blijft het AFK als partner betrokken bij voordekunst en Cinecrowd,
het crowdfundingplatform voor filmliefhebbers.
Mensen Maken Amsterdam — buurtfondsen
Het AFK is founding partner van Mensen Maken Amsterdam, de overkoepelende stichting van de
buurtfondsen voor en door de stadsdelen van Amsterdam (Noord, Oost, West, Zuidoost, Nieuw-West
en Zuid). De buurtfondsen werven en verdelen geld uit de wijken. Het gaat hierbij om projecten die
de buurt verrijken op het gebied van kunst en cultuur. Deze zijn vaak gecombineerd met welzijn,
gezondheid, ouderen, natuur, sport, jeugd en veiligheid. De nadruk van de buurfondsen ligt op
de actieve betrokkenheid van Amsterdammers, de onderlinge verbinding en het verhogen van
saamhorigheid in de buurt. De verschillende buurtfondsen worden verder verstevigd en er wordt
ingezet op zichtbaarheid en private werving.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 14
SECTOR
ES Amsterdam is een culturele wereldstad
N Er”
5
Kennis delen a
S Internationale kracht 5 KA p
|__> De hele stad S EK 3
je mf el pe EE #
POD & HE Ei
DM Of m. d Kennis delen 4 N= mt Er
lak ‘ p Publicaties en inhoudelijk programma AN DE an |, a pe
ef Ge Publieksonderzoek _ Nm EE f
ie SN EN REE 7 5 ; a
de [2 ke <4 Internationale kracht pe â , 5 Li D
ee, q i ivitei DE ae ed AN Dn s KS LNE IN
DEET Internationale activiteiten ve A] 15 s re beed | {
De Hele Stad F ä A ger DEN
_ Cultuurverkenners Bees pek KS Red :
en Online toegankelijkheid & offline support ME 2 ke od 0
Andere manieren van aanvragen # 5 0). RO Ke ì
Metropoolregio Amsterdam eK En hd
ala Ne
Een sterke sector is het fundament voor fantastische kunst in de stad. Een sterke sector zorgt
ervoor dat alle kunstprojecten en instellingen elkaar versterken en meer zijn dan de som der delen.
Amsterdam is door zijn aantrekkingskracht en zijn vrije, creatieve en intellectuele klimaat niet alleen
de culturele hoofdstad van Nederland maar ook een internationale cultuurmetropool. Op een naar
mondiale maatstaven kleine oppervlakte is artistiek aanbod van wereldniveau voorhanden, dat
bezoekers van heinde en verre trekt. De geografische en demografische groei van de stad is terug
te zien in het culturele landschap. De stad wordt daarbij steeds beter in het verbinden van lokaal met
internationaal — talent, thema's, verhalen. Mede daardoor is Amsterdam ook landelijk een kraamkamer
voor nieuwe artistieke ontwikkelingen en toonaangevende kunstenaars.
Deze unieke positie van Amsterdam staat wel onder druk. De stad dijt uit en opkomende
stadsgebieden hebben behoefte aan culturele voorzieningen en nieuw eigentijds aanbod waarmee
de beschikbare budgetten geen gelijke tred houden. Het vestigingsklimaat verslechtert door stijgende
prijzen van cultureel vastgoed en woonruimte. Internationale programmering is voor een steeds
kleinere groep culturele organisaties financieel haalbaar. Dit zet een aantal grootstedelijke vraagstukken
steeds dringender op de agenda van de Amsterdamse cultuursector.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de wijze waarop cultuur op langere termijn publiek en deelnemers
aan zich blijft binden in een DIY-samenleving met smaakversplintering en keuzestress. En over de
manier waarop kunst ten goede kan komen aan de steeds veelvormiger bevolking van de stad,
inclusief potentieel publiek dat nu nog niet of nauwelijks wordt bereikt. Voor een subsidiënt houdt het
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 15
daarnaast ook de vraag in hoe ruimte te maken is voor kunst(enaars) in opkomende stadsdelen, en wat
de beste manieren zijn om keuzes te maken en kunst te ondersteunen binnen een begrensd budget.
Het AFK draagt bij aan een krachtige toekomstbestendige sector over de volle breedte door niet
alleen kunst mede te financieren en Amsterdammers bij zijn werk te betrekken, maar door ook in te
zetten op:
P Kennis delen
We maken de informatie over de sector toegankelijk waarover we als fonds beschikken zodat deze ten
goede komt van de sector.
> Internationale kracht
Samen met de gemeente en partners zetten we in op de internationale verbondenheid van de sector,
een sterke internationale positionering van Amsterdam als culturele wereldstad, en uitwisseling van
good practice met collega-subsidiënten in buitenlandse grote steden.
> De hele stad
We willen dat kunst in de hele stad ervaren en beoefend kan worden. Daarom investeren we
in de toegankelijkheid van onze subsidies door onder meer nieuwe manieren van aanvragen,
doelgroepgerichte communicatie en actieve aanwezigheid in de stadsdelen.
Het AFK bedient een aanzienlijk deel van de Amsterdamse cultuursector. Het fonds heeft hierdoor
een up to date overzicht over de culturele activiteit en spelers in de stad en de belangrijkste
ontwikkelingen en trends. Tot nu toe wenden we deze schat aan data en praktijkvoorbeelden vooral
aan voor evaluatie en de beleidsvoorbereidende taak van het fonds. We willen deze kennis nu ook
actief teruggeven aan de sector. Dat kan immers van waarde zijn voor de sector, partners en de
verschillende financiers van de kunsten in de stad, om tijdig te anticiperen op de toekomst. Uit de
losse verhalen en gegevens zijn grotere lijnen te destilleren en bewegingen te signaleren. Enerzijds
wordt hiermee beter zichtbaar wat de impact is van de subsidies die het AFK verstrekt en hoe het
Amsterdamse veld zich ontwikkelt. Anderzijds biedt deze kennis een basis en inspiratie voor nieuw
beleid binnen de stedelijke culturele agenda.
Publicaties en (inhoudelijk) programma
Het delen van kennis doen we op verschillende manieren. We dragen allereerst met onze data en
kennis bij aan voor de stad relevante sectoranalyses, verkenningen en publicaties in samenwerking
met partners. Bij gelegenheden waar het AFK naar buiten treedt, leggen we inhoudelijke verbanden
door (opdracht geven tot) beschouwingen over grotere bewegingen of dringende thema’s in kunst
en cultuur. Dat doen we bijvoorbeeld door stedelijke en (inter)nationale sprekers uit te nodigen bij
gelegenheden als de Nieuwjaarsborrel, in samenwerking met de Kunstraad en het ACI.
De meest urgente thema's beleggen we als specialisatie bij onze medewerkers, in aanvulling op
hun reguliere werk. Op kleinere schaal organiseren we gesprekken met het veld over specifieke
onderwerpen. Zo is het AFK een goed ingevoerde kennispartner met zicht op actuele literatuur,
opinion leaders en praktijkvoorbeelden.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 16
Publieksonderzoek
Kennis is ook de basis voor een groter, breder en toekomstbestendig publieksbereik voor alle
fantastische kunst in de stad. Het AFK vindt het belangrijk dat stad en sector goed inzicht hebben in
het Amsterdamse (potentiële) publiek. Onderzoek naar stedelijke bezoekers en niet-bezoekers vindt
in verschillende steden al plaats. Amsterdam kan zijn voordeel doen met die ervaringen en het stokje
overnemen. Het AFK zet zich ervoor in dat onderzoek naar publiek en publiekssegmenten wordt
gestart door samenwerkende partners in de stad, en draagt daar met de eigen gegevens en kennis
over de sector aan bij.
Internationale activiteiten
Amsterdam is een culturele wereldstad. Kunstenaars van over de hele wereld werken hier en tonen
hun werk. Internationaal toonaangevende makers die hier voor korte of lange tijd verblijven, maken
onze stad aantrekkelijk en dragen bij aan het vestigingsklimaat, de leefbaarheid en het toerisme.
Tegelijkertijd vliegen kunstenaars van Amsterdamse bodem uit en zijn op tal van plekken over de
wereld te zien. Het kenmerkt Amsterdam om met een open blik naar de wereld te kijken, geïnspireerd
te worden door perspectieven uit andere landen en kennis op te doen door samenwerking met
buitenlandse steden. De internationale uitwisseling die plaats vindt op het gebied van kunst en cultuur
biedt veel kansen om van elkaar te leren en kennis te delen.
Het AFK draagt op twee manieren bij aan de ontwikkeling van kennis en kunde in een internationaal
verband. Enerzijds doen we dat via de regelingen. Zo bieden we met de projectsubsidies ruimte aan
internationale samenwerking en uitwisseling die verbonden is met artistiek werk in de stad. Instellingen
hebben ook bij de meerjarige subsidie de mogelijkheid om met de uitwerking van het thema
‘wereldstad’ hier invulling aan te geven.
Anderzijds doen we dat door kennisuitwisseling met grote steden in Europa en ook daarbuiten.
Deze uitwisseling is een belangrijke inspiratiebron voor eigentijdse manieren om kunst en cultuur
te ondersteunen en de up-to-date regelingen en activiteiten van het AFK. Steden als Parijs, Berlijn,
London, Barcelona en Stockholm hebben veel overeen met Amsterdam. Zo kunnen we van elkaar
leren over eigentijdse vraagstukken van stedelijke kunst en kunstsubsidiëring. Gemeenschappelijke
thema's zijn bijvoorbeeld de trend van centrum naar hele stad, de ontwikkeling van cultureel divers
aanbod en publiek, en nieuwe modellen voor organisatie, financiering en samenwerking. Deze
kennisuitwisseling krijgt vorm door onder meer onze deelname aan de gemeentelijke cultuurmissies
en relaties met buitenlandse collega-fondsen.
De stad groeit in alle opzichten en daarmee ook het kunstenveld. Nieuwe initiatieven en nieuwe
organisaties komen op, het aanbod wordt meer divers en pluriform. Toch zien we ook wijken en
buurten waar het aanbod nog beperkt is. Het AFK streeft ernaar dat kunst in de hele stad wordt
beoefend en ervaren en voor alle Amsterdammers toegankelijk is.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 17
Cultuurverkenners
De Cultuurverkenners van het AFK zorgen ervoor dat het fonds tot in de haarvaten van de stad
vertegenwoordigd is. Ze zijn erbij waar kunst uit de grond schiet en zorgen ervoor dat deze kunst kan
ontwikkelen. Cultuurverkenners verkennen, onderzoeken en ondersteunen het culturele veld zichtbaar
in de stadsdelen. Zij houden belangrijke ontwikkelingen in de stadsdelen scherp in de gaten, spotten
kansen voor cultuur en reiken mogelijkheden voor (potentiële) aanvragers aan. Het AFK stimuleert
op deze manier nieuw talent om een aanvraag in te dienen, toont hen de weg naar het fonds en legt
verbindingen tussen grotere instellingen en kleinere initiatieven. Cultuurverkenners organiseren lokale
campagnes en informatiebijeenkomsten in de stadsdelen.
Online toegankelijkheid & offline support
Het AFK vindt het belangrijk dat het aanvraagproces per regeling toegankelijk is voor een zo breed en
divers mogelijke doelgroep. We spannen ons daarvoor in op verschillende manieren. Er is contact met
(potentiële) aanvragers voorafgaand aan het indienen van een aanvraag en er zijn spreekuren voor
nieuwe aanvragers. We organiseren informatiebijeenkomsten op locatie in verschillende stadsdelen,
de Cultuurverkenners zijn als ‘Eerste Hulp Bij Aanvragen’ actief in de wijken van de stad, en
een nieuwe regeling introduceren we standaard met een uitgebreide voorlichting. Voor nieuwe
(meerjarige) aanvragers zijn er Speeddates met AFK-medewerkers en de mogelijkheid om kennis te
maken met de adviescommissie, naast verschillende monitorgesprekken waarin kennis en ervaring kan
worden uitgewisseld.
Bij het vergroten van de toegankelijkheid kijken we niet alleen naar onze boodschap en begeleiding,
maar ook naar ons instrumentarium. Daarbij stellen we ons als AFK steeds de vraag: welke manieren
van aanvragen passen bij welke doelgroep en hoe kunnen we hier zo goed mogelijk op aansluiten?
Met andere woorden, hoe zorgen we dat iedereen de weg naar het AFK even makkelijk weet te
vinden?
We richten ons nog sterker dan voorheen op de verbinding met onervaren aanvragers uit specifieke
doelgroepen die nog niet bekend zijn met het AFK. We gebruiken onder andere het spreekuur om
nieuwe aanvragen uit de verschillende stadsdelen te stimuleren. We kijken naar nieuwe online tools
die de (potentiële) aanvrager in zijn eerste kennismaking begeleiden in het aanvraagproces. Minder
ervaren aanvragers ondersteunen we met online en offline trainingen op maat, bijvoorbeeld voor
het maken van marketingplannen en begrotingen. We volgen de ontwikkelingen op het gebied van
social media op de voet en passen onze marketingdoelen vroegtijdig aan op de beweging van onze
(potentiële) doelgroepen. Ook onderzoeken we continu de digitale toegankelijkheid van onze website
in relatie tot de hoofdpijlers van ons beleid, inclusief het te bereiken publiek.
Andere manieren van aanvragen
Als fonds beweegt het AFK mee met de tijd en daarbij hoort een eigentijdse manier om grootstedelijke
cultuur te ondersteunen. Deze kunstenplanperiode onderzoeken we - naast peer review via
schriftelijke indiening - verschillende vormen van aanvragen die beter aansluiten bij de brede en
diverse doelgroep die we willen bedienen. We kijken bijvoorbeeld naar video en audio als (deels
vervangende) middelen bij het doen van een aanvraag. Ook breiden we de mogelijkheid uit van live
contact tijdens het aanvragen (zoals tijdens de AFK Spreekuren) met nieuwe vormen van pitchen op
locatie.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 18
Metropoolregio Amsterdam
Niet alleen Amsterdam groeit, dat geldt ook voor onze omgeving. Er komen meer mensen bij, zowel
inwoners als bezoekers. De economie groeit, mobiliteit neemt toe, huizen worden duurder, meer
werkruimtes worden gebruikt voor economische activiteiten en er zijn meer internationale bedrijven
bijgekomen. De grenzen van de steden en regio’s worden steeds meer fluïde. Voor steeds meer
Amsterdamse kunstenaars is wonen in de stad financieel problematisch. Mensen trekken naar de
randgemeenten, maar blijven werken in de stad. Andersom maken inwoners uit de bredere omgeving
van Amsterdam gebruik van onze culturele voorzieningen.
Het is duidelijk dat we samen meer zijn dan de som der delen. De Metropoolregio Amsterdam is
een samenwerkingsverband van de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de
Vervoerregio Amsterdam. Het AFK is als gesprekspartner onderdeel van dit samenwerkingsverband,
waaruit een strategische agenda voor cultuur is voortgekomen die is gericht op het bevorderen van
cultuurparticipatie en het faciliteren van toekomstbestendige cultuur- en erfgoedsectoren.
Naast de strategische en beleidsmatige samenwerking binnen de metropoolregio onderzoekt
het AFK welke rol buurtgemeenten (kunnen) spelen met betrekking tot woon- en werkruimten
voor kunstenaars en wat dit betekent voor onze regelingen. We kijken waar nieuwe
samenwerkingsverbanden en projecten de regio kracht bij kunnen zetten. In deze beleidsperiode
fuseert Weesp volledig met Amsterdam. Hiermee valt dit gebied vanaf dat moment ook onder de
directe reikwijdte van de regelingen van het AFK. In aanloop naar de fusie werken we samen met
Weesp om dit nieuwe stuk Amsterdam vervolgens zo goed mogelijk te kunnen bedienen.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 19
CRITERIA VAN DE REGELINGEN
In alle regelingen wordt (een deel van) de volgende vier hoofdcriteria toegepast: artistiek belang,
belang voor de stad, uitvoerbaarheid en diversiteit & inclusie. De invulling en weging van de criteria
is afgestemd op het doel van de betreffende regeling en de groep aanvragers waarvoor deze
bedoeld is. Daarnaast vraagt het AFK van aanvragers dat zij de Code Diversiteit & Inclusie,
de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code onderschrijven en toepassen.
Met het criterium artistiek belang kiezen we voor de artistieke eigenheid van de kunst en de
impact ervan op het publiek. Kunst die tot de verbeelding spreekt en sporen nalaat ontstaat bij een
intrinsiek sterk idee. Daarbij is de kracht van het idee vaak belangrijker dan een perfecte uitvoering.
Daarom kijken we in de eerste plaats naar de artistieke voornemens en de artistieke eigenheid
daarvan. Eigenheid en impact zijn ook waarden die vrijheid en tijd vragen van kunstenaars om zich te
ontwikkelen. Meer beginnend talent of experimentele innovaties bekijken we op hun eigen merites.
We zetten bovendien in op makers en organisaties die zich blijven ontwikkelen door de jaren heen en
daarop kunnen reflecteren.
Naast eigenheid is verbinding met het publiek belangrijk. De stad biedt een scala aan kunst die een
breed of juist gespecialiseerd publiek keer op keer weet te raken. We verwachten van kunstenaars en
organisaties dat zij hun publiek kennen en een heldere visie hebben op wat ze maken en voor wie.
Als innoverend stadsfonds kiezen we voor kunst die van betekenis is voor de stad. Van meerjarig
ondersteunde organisaties verwachten we dat ze zich weten te verhouden tot hun omgeving, of dat
nu gaat om de maatschappelijke context of meer concreet de buurt of wijk waarin zij zich bevinden. De
maatschappelijke betrokkenheid van kunstenaars en organisaties is groot. Dit draagt in veel gevallen
bij aan een sterke artistieke betekenis van het werk voor het publiek, terwijl andersom een artistiek
gelaagde en conceptuele benadering een maatschappelijk vraagstuk in een heel nieuw daglicht kan
stellen. We juichen toe dat organisaties steeds dieper de stad intrekken op zoek naar nieuw publiek en
proberen dat publiek sterker bij hun werk te betrekken. Ook voor 2021-2024 is de spreiding van het
cultuuraanbod over de stad een speerpunt in het gemeentelijk cultuurbeleid, zodat kunst voor zoveel
mogelijk Amsterdammers dichtbij is. Van aanvragers binnen de projectsubsidies verwachten we dat ze
iets brengen waar de stad behoefte aan heeft, dat wil zeggen projecten met draagvlak en impact in de
stad of juist met innovatieve waarde.
Met diversiteit & inclusie als criterium wil het AFK dat het in Amsterdam gesubsidieerde
kunstenlandschap de diversiteit van de Amsterdamse bevolking beter representeert - voor en achter
de schermen en in het inhoudelijke aanbod. In de projectsubsidies bestrijkt het criterium diversiteit
in brede zin: van de toegankelijkheid voor publieksgroepen met een beperking tot etnisch-culturele
diversiteit en projecten rond LHBTI-verwante thematiek of publiek. Voor een toekenning is het niet
noodzakelijk dat een project zich hierop richt. Wel vergroot een overtuigend plan op dit vlak de kans
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 20
op honoreren, net zoals een goede beoordeling op de andere criteria. Het doel van het criterium is
niet dat elk ondersteund project op diversiteit is gericht, wel dat het in de stad gesubsidieerde aanbod
als geheel meer inclusief en divers wordt.
Het AFK heeft in de vierjarige regeling expliciet gekozen voor culturele diversiteit, omdat daar
de noodzaak voor versnelling het meest gevoeld wordt, Waar diversiteit vier jaar geleden in de
AFK-regelingen onderdeel was van de criteria zakelijke kwaliteit en publiek, is het nu een zelfstandig
criterium en is er het Actieplan diversiteit en inclusie dat voor alle vierjarig ondersteunde organisaties
in het Kunstenplan 2021-2024 als instap-eis verplicht is. Culturele diversiteit komt niet enkel tot
stand bij organisaties die hierin gespecialiseerd zijn, ook al zijn zij belangrijk om vaart te maken
met diversiteit en als bron van kennis voor anderen. Er zijn tal van podia, festivals, producenten en
ontwikkelorganisaties met een aanbod dat niet uit alleen cultureel divers werk bestaat, maar dat hier
wel substantieel ruimte voor maakt. Het beleid van de van de gemeente Amsterdam en het AFK in het
Kunstenplan 2021-2024 is erop gericht om diversiteit in het totale gesubsidieerde aanbod en in de
hele stad vanzelfsprekender te maken.
Met het criterium uitvoerbaarheid kiest het AFK voor een meer praktische en toegepaste benadering
van wat voorheen omschreven werd als ‘zakelijke kwaliteit, De beoordeling is nu een lichtere toets
op de haalbaarheid en het realisme van ingediende plannen, in plaats van een streven naar zo goed
mogelijk ondernemerschap als doel op zich. Hiermee vergroten we de toegankelijkheid van onze
regelingen. De beoordeling op dit criterium betreft als het ware een ‘reality check’ van de beoogde
plannen: is het plan met deze mensen, middelen en marketing uitvoerbaar? Dat houdt wel in dat als de
uitvoerbaarheid ernstig tekortschiet, we daar als fonds ook strenger mee omgaan.
Het AFK vraagt van aanvragers dat zij de Code Diversiteit & Inclusie, de Governance Code Cultuur en
de Fair Practice Code onderschrijven en toepassen. We constateren dat culturele organisaties steeds
meer vertrouwd raken met de toepassing van de Governance Code Cultuur, en ook meer beginnende
organisaties zich hier al steeds vroeger bewust van worden. Met het oog op de veranderende
arbeidsmarkt is de in 2017 ontwikkelde Fair Practice Code een belangrijk instrument dat uitnodigt tot
kritische reflectie en een handreiking biedt voor hoe de sector samen tot een toekomstbestendige
arbeidsmarkt en beroepspraktijk komt. Het AFK wil de sector hierbij helpen door een eerlijke culturele
ondernemerspraktijk te stimuleren en financieren. We toetsen of de aanvrager oog heeft voor goed
werkgeverschap en sociale duurzaamheid en of er sprake is van een eerlijke betaling in lijn met de
binnen de betreffende discipline geldende cao's of honorariumrichtlijnen.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 21
ORGANISATIE EN WERKWIJZE
Het AFK werkt met een passende en wendbare formatie voor het realiseren van de doelstellingen.
Alle medewerkers zetten zich met volle kracht in om fantastische kunst voor alle Amsterdammers
mogelijk te maken. Het AFK is betrokken, staat dicht bij het veld en is voor iedereen zo toegankelijk
mogelijk. Als fonds zijn we flexibel en reageren waar mogelijk en nodig met aangepaste of nieuwe
instrumenten direct op veranderende situaties. De kosten voor de formatie blijven onder het landelijk
geldende percentage van 10% voor de subsidieverdeling, en 3% voor de overige activiteiten.
In de afgelopen kunstenplanperiode 2017-2020 heeft het AFK bovenop de begrote uitvoeringskosten
een extra bedrag besteed aan de uitvoering van zijn doelstellingen. Dit was noodzakelijk om alle
taken goed uit te voeren en het gevolg van een te bescheiden inschatting bij de herverdeling van
de taken tussen gemeente, Amsterdamse Kunstraad en het AFK in 2016. Voor de voorliggende
kunstenplanperiode verwacht het AFK meer werkzaamheden, voortvloeiend uit het beleid in het
kunstenplan. De groei van de stad en het succes van de alsmaar toenemende toegankelijkheid en
bereikbaarheid van het fonds spelen daar ook een rol bij.
Naast de verwachte circa 150 meerjarig gesubsidieerde professionele en circa 225 meerjarig
gesubsidieerde Cultuurmakersgezelschappen verwacht het AFK ook een groei in het aantal
projectaanvragen. Het is belangrijk dat elke medewerker naast zijn grondige kennis over een bepaalde
discipline, expertise heeft op een van de activiteiten van het fonds. Cultuurverkenners houden daarbij
de ontwikkelingen de stadsdelen scherp in de gaten en zorgen voor ontwikkeling en aanwas van kunst
en cultuur in de stad.
Gedurende de kunstenplanperiode is het werk van het AFK niet gelijkmatig verdeeld. Daarom
werkt het AFK de eerste drie jaar van het kunstenplan met een andere formatie dan in het laatste
jaar, wanneer de organisatie de vierjarige subsidie verdeelt. Omdat er in het laatste jaar veel
meer mankracht nodig is, werken zoveel mogelijk vaste medewerkers mee aan de vierjarige
subsidieverdeling. Zij hebben immers kennis en ervaring binnen het fonds. De projectaanvragen
worden in deze periode behandeld door de flexibele schil van projectmedewerkers, die ook in de
basisbezetting bij het fonds betrokken zijn. Zij staan onder leiding van ervaren professionals die de
behandeling van projecten als kerntaak hebben.
De bezetting bestaat naast de subsidiebehandelaars uit een team dat zorgt voor de financiën, ICT,
P&O en facilitaire zaken, een communicatieteam, een juridisch medewerker en een team dat zorgt
voor ons bureau, dat alle makers en organisaties te woord staat en hen ontvangt. De organisatie wordt
aangestuurd door de directie en het MT.
De basis van een zorgvuldige subsidiebeoordeling is peer review. Onafhankelijke deskundigen
adviseren het AFK over de verdeling van de middelen in de verschillende regelingen. Zij komen uit
de stedelijke en landelijke (soms internationale) cultuursector en zijn geselecteerd op basis van hun
professionele deskundigheid in één of meer relevante disciplines en thema's binnen de kunsten.
De adviseurs beschikken over relevante kennis met betrekking tot de positie van gevestigde
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 22
kunsten en nieuwe culturele ontwikkelingen in de stad, kennen de balans tussen presenterende en
producerende organisaties en zijn vaardig in het beoordelen van culturele diversiteit. Ze hebben ruime
praktijkervaring, bijvoorbeeld als kunstenaar, artistiek leider, zakelijk leider, directeur, programmeur,
marketeer, beleidsmaker of recensent. Samen hebben ze kennis van een veelheid aan disciplines,
genres, artistieke en zakelijke ontwikkelingen. Bij de samenstelling van de poule van adviseurs
waarborgt het AFK deze pluriformiteit. Ook zorgen we voor een goede balans wat betreft leeftijd,
gendervertegenwoordiging en culturele achtergrond. Tijdens de basisbezetting werkt het AFK met
circa zeventig projectadviseurs en voor het vierde jaar van het kunstenplan worden er circa zestig
extra adviseurs betrokken voor de meerjarige subsidies. Zij zijn verdeeld over 8 commissies, die elk
worden voorgezeten door een onafhankelijke, extern aangetrokken voorzitter.
Het AFK zorgt voor transparante en eerlijke behandeling van alle aanvragen. Daarom zijn alle
regelingen, toelichtingen, het huishoudelijk reglement, de namen van de adviseurs en medewerkers,
de subsidiebesluiten en het reglement voor de bezwaarcommissie op de website gepubliceerd.
Het AFK monitort zijn organisatorische doelstellingen scherp en onderzoekt voortdurend of de
gestelde resultaten gehaald worden. We werken met Kritische Prestatie Indicatoren (KPI's) om dit te
meten en waar mogelijk bij te sturen. Aandachtsgebieden zijn onder andere het verhogen van de
toegankelijk voor aanvragers, beheersen van risico's, beheersen van processen en geldstromen en
de professionaliteit van en kennis in de organisatie.
De werking van de regelingen, de gestelde criteria en de voorwaarden in relatie tot ontwikkelingen
bij makers, in Amsterdam en in de sector, worden periodiek tegen het licht gehouden. Jaarlijks wordt
minimaal één regeling geëvalueerd. Daarnaast monitort het AFK tussentijds zijn regelingen door
inhoudelijke reflectie en cijfermatige analyse van de aanvragen en impact van de toekenningen.
Het KPl-dashboard geeft ons inzicht in de afwijkingen tussen realisatiegegevens en vooraf bepaalde
streefwaarden, zodat we daarop kunnen handelen.
Het AFK en de stad
Het AFK is geen fonds op afstand, maar staat dichtbij kunstenaars en culturele organisaties, de
Amsterdammers en de sector. We versterken ons omgevingsbewustzijn en willen ons actief verhouden
tot wat er leeft in de stad en in de sector, en daar met ons beleid, regelingen en activiteiten op
aansluiten. Naast de eigen medewerkers en de Cultuurverkenners spelen de adviseurs een belangrijke
rol om ons te voeden met actuele thema's en bewegingen. Daarnaast vinden we het belangrijk om
stemmen van buiten te horen. Naast onze vaste gespreks- en samenwerkingspartners zoals het ACI,
de Amsterdamse Kunstraad en Gemeente Amsterdam, spreken we daarom ook met maatschappelijke
partners buiten de sector, die samen met ons staan voor de inspirerende internationale veelkleurige
wereldstad.
We voeren een doorlopend gesprek met kunstenaars en culturele organisaties. Dit doen we al jaren
door individuele (monitor)gesprekken met onze aanvragers en rondetafelgesprekken over specifieke
thema's. Tijdens deze kunstenplanperiode organiseren we bovendien terugkerende sessies waarin
instellingen en makers met elkaar en ons in gesprek gaan over de stand van de kunst. Hierbij worden
ook makers en organisaties uitgenodigd die we (nog) niet bereiken. Hun blik scherpt ons denken,
voedt ons en maakt ons een fonds van de stad.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 23
We vinden het belangrijk om ook kritisch op ons eigen functioneren te blijven reflecteren en het
gesprek daarover te voeren met een bredere groep Amsterdammers. In de afgelopen periode heeft
het AFK met de pilot Advies uit de Stad geëxperimenteerd met een adviespanel van betrokken
Amsterdammers die aanvragers adviseerden over het verbreden van hun publieksbereik en binding
met de buurt. In navolging hiervan ontwikkelt het AFK het adviespanel nu door tot een bredere
denktank en klankbordgroep van geëngageerde, kritische, lenige geesten van binnen en buiten de
stad en van binnen en buiten de cultuursector. Zij voorzien ons van advies ten aanzien van actuele
thema's, beleid, strategie en werkwijze van het AFK, en vormen een brug naar nieuwe aanvragers en
stakeholders.
Onderzoeken nieuwe vormen beoordeling
De voorliggende kunstenplanperiode gaan we bovendien verder om naast peer review met andere
vormen van beoordeling van aanvragen op kleine schaal te experimenteren. Zo onderzoeken we of
we de representatie en het betrekken van de wijken bij ons werk kunnen verbeteren en zodoende
de kwaliteit van ons werk in de stad.
Als stadsfonds van en voor heel Amsterdam staan voor het AFK in de periode 2021-2024 twee
bewegingen centraal. We werken aan een breder draagvlak voor kunst en vergroten de zichtbaarheid
van cultuur, als vaste meerwaarde voor de stad. Bij onze inzet op deze gebieden houden we onze
drie doelgroepen voor ogen: de Amsterdammer, de kunstenaar en culturele organisaties, en de
sector. Het AFK fungeert als aanjager en facilitator van fantastische kunst en staat voor het verbreden
van draagvlak voor die kunst onder Amsterdammers: als vrijetijdsbesteding die het stadsleven kleur
geeft en als waardevolle, noodzakelijke investering. Met het vergroten van de zichtbaarheid van
Amsterdamse kunst werken we aan de bewustmaking van deze waarden. Daarnaast willen we onze
kennis van het culturele veld en de relevante trends en ontwikkelingen op dit gebied delen met een
breder publiek.
De herpositionering van het AFK naar aanleiding van voorliggend document wordt gerealiseerd
met als aftrap een positioneringssessie in 2021. De communicatiestrategie die volgt uit deze sessie
concretiseren we in een toegankelijke marketingmix, in directe aansluiting op het geformuleerde
doelgroepenbeleid.
Het AFK draagt bij aan een diverse en inclusieve cultuursector en brengt deze een stap verder.
Als grootstedelijk cultuurfonds van een stad met rond de 180 nationaliteiten, staat culturele diversiteit
en inclusie al meer dan vijftien jaar bij ons op de agenda. Inclusie gaat over het toegankelijk maken
van de samenleving met al zijn middelen, voor iedereen. In deze context hanteren we een breed
uitgangspunt: het openstellen van kunst en cultuur voor alle bewoners van de stad. Geografische
spreiding van kunst en cultuur over de stad en haar publiek, is daar nauw mee verbonden.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 24
Diversiteit omsluit voor het AFK naast culturele afkomst ook gender, leeftijd, sociale achtergrond,
religieuze overtuiging en het hebben van een beperking. Door de jaren heen worden er steeds
nieuwe accenten gelegd, passend bij de tijd en ontwikkelingen in de samenleving en de culturele
sector. Waar noodzakelijk kunnen we ons uitgangspunt tijdelijk toespitsen op specifieke aspecten
van diversiteit zoals cultuur, gender of toegankelijkheid. Het AFK sluit hierbij steeds aan bij de Code
Diversiteit & Inclusie.
Het beleid voor diversiteit en inclusie van het AFK heeft drie pijlers:
P De AFK-organisatie: personeel, toezicht, adviseurs
P Regelingen en andere activiteiten
P Communicatie en marketing
Diversiteit en inclusie in de organisatie van het AFK
Vanuit de gedachte dat diversiteit is wat je bent, in plaats van wat je doet - werkt het AFK doorlopend
aan een diverse samenstelling van zijn medewerkers, governance en adviseurs. Het AFK wil een
organisatie zijn waar iedereen zich gehoord, gezien en gewaardeerd voelt, ongeacht zijn culturele
afkomst, geaardheid of religie. We doen dit vanuit de overtuiging dat verschillende perspectieven,
achtergronden en inzichten de toegankelijkheid, impact en denkkracht van het fonds vergroten en
onze werkwijze verbeteren. Onze dienstverlening wint aan kwaliteit naarmate de samenstelling van het
personeelbestand (inclusief Cultuurverkenners), adviseurspool, bezwaarcommissie en raad van toezicht
beter aansluit bij de samenstelling van de Amsterdamse bevolking.
We spannen ons voortdurend in om de diverse samenstelling van de organisatie en de adviseurspoule
op peil te houden en verder te vergroten. Bij zowel adviseurs als medewerkers is evenwicht in
gender, generaties en professionele expertise van wezenlijk belang. Het belangrijkste aandachtspunt
binnen het diversiteitsbeleid, blijft de diversiteit in culturele achtergrond. Bij werving maken we naast
de reguliere kanalen consequent gebruik van sleutelfiguren en wervingsbureaus met een relevant
netwerk van professionals met een cultureel diverse achtergrond. Op het moment dat dit beleidsplan
werd opgesteld, had ongeveer een derde van de vaste medewerkers een biculturele achtergrond.
Wij streven naar een toename tot tenminste veertig procent in de periode 2021-2024, om in de
periode daarna op vijftig procent uit te komen. Bij vacatures is het uitgangspunt daarom dat de
voorkeur uitgaat naar biculturele kandidaten.
De adviescommissies voor de meerjarige subsidies bestonden op het moment dat dit beleidsplan werd
opgesteld voor ruim veertig procent uit adviseurs met een biculturele achtergrond. In het geval van
de voorzitters is dat ruim zestig procent. Onder de adviseurs voor projectsubsidies is dit bijna dertig
procent. Het AFK zorgt ervoor dat de in de loop van de voorliggende periode minimaal de helft van alle
adviseurs een biculturele achtergrond heeft. Het streefpercentage tot en met 2024 ligt voor adviseurs
hoger dan voor medewerkers, omdat de adviseurspoule werkt met tijdelijke benoemingen.
Om de variatie aan culturele referentiekaders en deskundigheden die we in huis hebben nog beter
in te zetten en onderlinge kennis in de organisatie te vergroten, organiseert het AFK jaarlijks één
of meer (artistiek-)inhoudelijke bijeenkomsten. Adviseurs en medewerkers van het AFK wisselen
daar aan de hand van voorbeelden en thema's hun visies op kunst, de beoordeling daarvan en
hun inspiratiebronnen daarbij uit. De bijeenkomsten geven de mogelijkheid om meer fundamenteel
over -— niet zelden gevoelige - onderwerpen rond diversiteit en inclusie te discussiëren op een
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 25
wijze die de projectbeoordeling overstijgt. Het AFK traint de medewerkers, en zo nodig ook de
adviseurs, gericht op het gebied van diversiteit. Daarbij gaat het zowel over bijvoorbeeld inclusiviteit
en bias in professionele relaties en samenwerking, als over het verbreden van artistieke kennis en
referentiekaders.
In samenwerking met de Cultuurverkenners wordt de klankbordgroep en denktank die het AFK in
deze periode opzet onder andere gevraagd om te reflecteren op de diversiteit en inclusiviteit van het
beleid, de regelingen, organisatie en communicatie. De klankbordgroep houdt de organisatie scherp
en denkt mee over kwesties zoals de toegankelijkheid van onze regelingen, kansen om de diversiteit
van de door ons gesubsidieerde sector te vergroten, en een inclusieve manier van werken en
communiceren. Effectieve manieren om als fonds te reageren op dringende actualiteit (zoals de Black
Lives Matter protesten in 2020) is onderwerp van gesprek en advies in de klankbordgroep.
Diversiteit en inclusie in de regelingen van het AFK
Met diversiteit en inclusie als uitgangspunt wil het AFK dat het gesubsidieerde kunstenlandschap
van de stad de diversiteit van de Amsterdamse bevolking representeert - voor en achter de schermen
en in het inhoudelijke aanbod. Het AFK stimuleert culturele activiteiten die aansluiten bij een gemengd
publiek met een intercultureel referentiekader. Het gaat hierbij zowel om nieuw werk als goede
vertolkingen en presentaties van bestaand werk, ondersteund door doelgroepgerichte marketing
en communicatie. Daarnaast ondersteunen we waar mogelijk samenwerkingsprojecten gericht op
het vergroten van diversiteit waarin de sector zelf het voortouw neemt.
Het AFK kiest in de vierjarige regeling expliciet voor culturele diversiteit, omdat daar wat het
kunstenplan en het fonds betreft nu grote urgentie is voor een inhaalslag. Er is een flink potentieel
grootstedelijk publiek met een gemengde culturele achtergrond, dat nog slechts beperkt wordt
bereikt met het gesubsidieerde cultuuraanbod in de stad. Tegelijkertijd draagt wel de hele stad, in
al haar culturele verscheidenheid, bij aan de publieke middelen voor kunst en cultuur. Bovendien is
de cultuursector voor een vitale toekomst mede afhankelijk van zijn publiek en van draagvlak in de
samenleving.
Culturele diversiteit en geografische spreiding van activiteiten en publiek zijn daarom expliciete
beoordelingscriteria in de projectsubsidies en meerjarige subsidies. In de meerjarige subsidies
voor professionele kunst bijvoorbeeld zijn de culturele diversiteit van aanbod, publiek, personeel
en bestuur/toezicht alle onderdeel van de criteria. Vierjarig gesubsidieerde organisaties in het
Kunstenplan voeren bovendien hun eigen Actieplan diversiteit en inclusie uit.
De plannen binnen alle regelingen worden wat betreft diversiteit niet alleen beoordeeld op ambitie
maar ook haalbaarheid. Beide moeten passen bij de organisatie, Daardoor kunnen niet alleen
organisaties met veel ervaring op het gebied van diversiteit, maar ook organisaties die in dit opzicht
nog meer aan het begin staan, een voldoende waardering op dit criterium krijgen. De uitwerking van
de cultureel diverse intenties bij door het AFK ondersteunde organisaties monitoren we jaarlijks, omdat
uiteindelijk concreet resultaat voorop staat.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 26
Inclusieve communicatie
Het AFK doet regelmatig onderzoek naar de effectiviteit van zijn communicatiemiddelen en -kanalen.
Alle typen (mogelijke) aanvragers, Amsterdammers en de sectorvertegenwoordigers worden daarbij
betrokken: uit verschillende delen van de stad en gevarieerd in culturele achtergrond, gender
en leeftijd. Diversiteit en inclusie blijft een uitgangspunt in de communicatie bij voorbeelden van
gesubsidieerde organisaties en kunstenaars in media van het fonds zoals het online Jaaroverzicht,
nieuwsberichten, voorbeeldprojecten en artikelen. De communicatiestrategie van het AFK sluit aan bij
de hierboven beschreven visie en doelen uit het beleidsplan. Het AFK wil een toegankelijk en inclusief
fonds zijn en blijven, dat effectief uitdraagt waar het voor staat, wie kunnen aanvragen en wat voor
bijzondere en veelzijdige resultaten het de Amsterdamse samenleving biedt.
Om te zorgen dat het AFK blijvend in verbinding staat met mensen van verschillende achtergronden en
leeftijden, verbreden we onze contacten in de stad en komen we bij een grotere variëteit aan culturele
netwerken in beeld als gespreks- en samenwerkingspartner. Met grote regelmaat laat het AFK via
presentaties bij (kunstvak)opleidingen of netwerkorganisaties en meeloopstages zien wat het werk
van een stadsfonds inhoudt. Hiermee dragen we bij aan draagvlak voor publieke kunstsubsidiëring,
maar kunnen we ook interesse wekken van nieuwe potentiële adviseurs, Cultuurverkenners of
medewerkers buiten ons netwerk. Waar mogelijk trekken we hierbij gezamenlijk op met collega-
fondsen. Het AFK maakt deel uit van twee landelijke netwerken voor culturele diversiteit, waaraan
verschillende subsidiënten en culturele organisaties verbonden zijn.
Het AFK past de codes waaraan aanvragers moeten voldoen, ook op zichzelf toe. We onderschrijven
de Fair Practice Code en geven als organisatie invulling aan de vijf waarden Solidariteit, Duurzaamheid,
Transparantie, Diversiteit en Vertrouwen. De directeur- bestuurder gaat zorgvuldig en verantwoord
om met de mensen van de organisatie en de middelen. Zo heeft de bestuurder in 2020 een
personeelsvertegenwoordiging geïnitieerd. Deze personeelsvertegenwoordiging komt enkele keren
per jaar met directeur en hoofd HRM/P&O bijeen om te praten over onderwerpen die het werk en
de collega's aangaan, zoals de ARBO-omstandigheden, werkplekken en bezetting, vakantieplanning
en personeelsregelingen. Het AFK heeft aan de medewerkers de mogelijkheid geboden om een
collectieve zorgverzekering af te sluiten. Een externe ARBO-deskundige heeft de werkplekken
ingesteld en kan door medewerkers worden ingeschakeld. De gedrag- en integriteitscodes zijn
geborgd in het huishoudelijk reglement van het AFK. Het bespreken van de codes is een vast
onderdeel van de sollicitatiegesprekken voor nieuwe werknemers, leden raad van toezicht en
voor adviseurs. Door het toepassen van de Fair Practice Code voor de eigen organisatie zijn de
Cultuurverkenners inmiddels in dienst van het AFK. In de raad van toezicht is een vertrouwenspersoon
aangesteld bij wie medewerkers en adviseurs eventuele misstanden kunnen melden. Ook geeft het
fonds ruimte voor scholing en ontwikkeling van de medewerkers.
De Governance Code Cultuur biedt een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele
organisaties. Het AFK is mede vormgever van dit document. Aanvragende organisaties bij het AFK
wordt gevraagd om de Governance Code Cultuur toe te passen en uit te leggen, volgens de in
2019 vernieuwde code. Het AFK vindt het daarom belangrijk om zelf ook de code, zijn principes en
aanbevelingen toe te passen.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 27
Het AFK realiseert zijn maatschappelijke doelstelling door het financieren van organisaties die culturele
waarde creëren, overdragen en/of bewaren. De Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst is zelf
geen culturele instelling in de zin dat het zelf culturele waarde creëert, Het AFK verstrekt subsidie
middels verschillende regelingen aan instellingen die dat wel doen. Formele en informele interactie met
onze stakeholders is een van de pijlers van de werkwijze van het AFK. We doen dit door regelmatig
consultaties en gesprekken te initiëren met het veld, evaluaties uit te voeren, en deel te nemen aan
landelijke, gemeentelijke en internationale debatten, symposia en culturele missies. We borgen op deze
wijze aansluiting bij de behoeften van onze doelgroepen en bij bredere culturele en maatschappelijke
ontwikkelingen en daarmee de kwaliteit en innovatie in onze regelingen.
Raad van toezicht
Het AFK is georganiseerd via het raad van toezichtmodel en hecht belang aan transparant werken en
een goede verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de directeur-bestuurder
en de raad van toezicht. De leden van de raad van toezicht, kortweg Raad, worden formeel benoemd
door het college van B&W van de gemeente Amsterdam, op voordracht van de Raad zelf. De Raad
houdt integraal toezicht op het functioneren van het AFK. De Raad keurt vooraf strategie, beleidsplan,
jaarplan en begroting goed en ziet achteraf toe op het beleid van de directeur-bestuurder, op de
realisatie van de doelstellingen en activiteiten, het risicobeheer en de algemene gang van zaken.
De Raad fungeert als adviseur en sparringpartner van de directie.
De directeur-bestuurder van het AFK is verantwoordelijk voor de algemene en dagelijkse leiding,
het functioneren en de resultaten van de organisatie. De raad van toezicht houdt hier toezicht
op en beoordeelt de bestuurder jaarlijks. De Raad voert zijn toezichthoudende, adviserende en
werkgeversrol op een professionele en onafhankelijke wijze uit door het systematisch toepassen
en uitvoeren van een termijnagenda waarin alle taken en verantwoordelijkheden zijn geagendeerd.
Om haar rol goed te vervullen heeft de Raad te allen tijde ongelimiteerd en zonder restricties toegang
tot alle onderdelen van het AFK.
Bij de samenstelling van de Raad streeft deze naar een evenwichtige opbouw met aandacht voor
diversiteit, zowel wat betreft gender als culturele achtergrond en leeftijdsopbouw. Daarnaast streeft
de Raad naar variëteit wat betreft deskundigheid, kennis en ervaring. De taken en bevoegdheden van
de Raad zijn vastgelegd in de statuten en in profielschetsen en vinden hun weerslag in het Directie en
raad van toezicht reglement en het Reglement financiële commissie. Er vindt jaarlijks een zelfevaluatie
plaats waarin de Raad haar samenstelling en werking toetst en waar nodig bijstelt.
Transparantie
Het AFK waarborgt transparantie over de manier waarop het zijn publieke taak uitoefent. Het
voorkomen van belangenverstrengeling is essentieel voor een eerlijke, objectieve beoordeling van
subsidieaanvragen. De directeur-bestuurder en toezichthouders zijn onafhankelijk en handelen integer.
Zij zijn alert op en vermijden ongewenste belangenverstrengeling en gaan op een transparante en
zorgvuldige wijze om met tegenstrijdige belangen. Het AFK heeft in zijn werkwijze verschillende
instrumenten om belangenverstrengeling, en de schijn daarvan, tegen te gaan. Belangenverstrengeling
is een belangrijk onderdeel van het toegepaste reglement voor directeur-bestuurder en raad van
toezicht alsook van het protocol voor medewerkers en adviseurs. Naast protocollaire maatregelen
zorgen we voor een cultuur van alertheid en verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen, zodat
mogelijke belangenverstrengeling tijdig wordt herkend en gemeld. Het is daarom een terugkerend
onderwerp bij commissievergaderingen, vergaderingen van de raad van toezicht, in het MT en andere
vergaderstructuren.
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 28
Meerjarenbegroting (€) concept concept concept concept
begroting 2021 begroting 2022 begroting 2023 begroting 2024
A. ACTIVITEITEN
ACTIVITEITENBATEN
1. Projectsubsidies 9.150.463 9.150.463 9.150.463 9150463
2. Kunstenplansubsidies 22.309.935 22.309.935 22.309.935 22.309.935
Totaal activiteitenbaten 31.460.398 31.460.398 31.460.398 31.460.398
ACTIVITEITENLASTEN
1. Projectsubsidies 9150463 9.150.463 9.150.463 9150463
2. Kunstenplansubsidies 22.309.935 22.309.935 22.309.935 22.309.935
Totaal activiteitenlasten 31.460.398 31.460.398 31.460.398 31.460.398
Saldo Activiteiten - - - -
B. BEDRIJFSVOERING
Totaal baten bedrijfsvoering 2.926.789 2.926.789 2.926.789 2.926.789
Totaal lasten bedrijfsvoering 2.982.578 2.982.578 2.982.578 3.620.000
Saldo Bedrijfsvoering -55.789 -55.789 -55.789 -693.211
C. DEKKING
Dekking uit taakstellingen en aanwenden 290.000 290.000 290.000 -
reserves
D. INCIDENTELE BEZUINIGINGEN
Incidentele bezuiniging per jaar -500.000 -500.000 -500.000
Dekking nog te bepalen uit A en B 500.000 500.000 500.000
Saldo Incidentele bezuinigingen - - -
EXPLOITATIESALDO 234.211 234.211 234.211 -693.211
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 29
Het AFK Beleidsplan 2021-2024 is een uitgave van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.
Amsterdams Fonds voor de Kunst
Pirafa grafisch ontwerp
Raymond van Mil
Eva Plevier
Oliver Look
Bezoekadres
Pakhuis de Zwijger
Piet Heinkade 1 79
1019 HC Amsterdam
Postadres
Postbus 1079
1000 BB Amsterdam
Tel: 020 — 5200520
Fax: 020 — 5200599
www.beleidsplan202 1 -2024.afk.nl
www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl
www.afk.nl
[email protected]
facebook.com/afk020
twitter.com/AFKO20
instagram.com/afk020
linkedin.com/afk
Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 30
| Onderzoeksrapport | 30 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1505
Datum indiening 7 mei 2019
Datum akkoord 26 september 2019
Publicatiedatum 27 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake watertappunten op
schoolpleinen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 12 april 2019 maakte staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) bekend dat er op
schoolpleinen door heel Nederland in de komende twee jaar zo’n 1000 nieuwe
watertappunten worden gebouwd’. De staatssecretaris doet dit in het kader van het
Nationale Preventieakkoord. Om dit te realiseren stelt de staatssecretaris een
subsidieregeling in, die in de loop van mei van dit jaar open gaat en zo’n twee jaar
duurt. In totaal is er 2 miljoen euro beschikbaar.
Scholen in het primair onderwijs krijgen driekwart van de kosten vergoed. Het overige
deel moeten scholen vergoeden. Gemeenten of bijvoorbeeld buurtverenigingen
kunnen dat natuurlijk ook voor hun rekening nemen. Want een hele straat of buurt
heeft iets aan een openbare watertap. De praktische uitvoering van deze regeling
wordt verzorgd door het programma Gezonde School en Jongeren Op Gezond
Gewicht (JOGG). Zo eenvoudig mogelijk, zodat het voor scholen zo weinig mogelijk
administratieve lasten oplevert.
De fractie van de ChristenUnie ziet graag dat de gemeente Amsterdamse scholen die
een watertap op hun schoolplein willen, maar zelf niet de overige deel van de kosten
kunnen dragen, ondersteunt om toch een watertappunt te krijgen. Dit past goed
binnen de aanpak gezond gewicht die erop richt dat alle Amsterdamse kinderen in
2033 op gezond gewicht zitten. De fractie van de ChristenUnie wil dan ook weten of
er binnen de aanpak de financiële ruimte is om de steun aan scholen voor een
watertappunt te kunnen dekken.
De fractie van de ChristenUnie ziet graag dat er zoveel mogelijk Amsterdamse
basisscholen een watertappunt op of naast hun schoolplein krijgen en is van mening
dat de gemeente dergelijke initiatieven waar nodig moet ondersteunen, zeker bij die
scholen waar obesitas een groter probleem is dan elders.
1 https://www .rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/04/12/blokhuis-1000-watertappunten-
op-schoolpleinen
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 27 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 mei 2019
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Deelt het college de mening van de fractie van de ChristenUnie dat met een
openbaar watertappunt op/naast een schoolplein het aantrekkelijker wordt voor
kinderen en jongeren om water te drinken en dat het daarmee een belangrijk
middel kan zijn in de strijd tegen overgewicht?
Antwoord op vraag 1:
Ja. De omgeving is van grote invloed op de leefstijl van kinderen. Het plaatsen
van watertappunten op schoolpleinen draagt bij aan het creëren van een
omgeving waarin voor opgroeiende kinderen de gezonde keuze de normale
keuze wordt.
2. Is het college bereid te inventariseren welke basisscholen een watertap willen
realiseren?
3. Is het college bereid om samen met scholen en/of buurtverenigingen op te
trekken en initiatieven waar nodig te faciliteren? Zo nee, waarom niet?
4. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het ondersteunen
van basisscholen bij het realiseren van een watertappunt op/naast hun
schoolplein goed past binnen de aanpak gezond gewicht?
Antwoord op vragen 2, 3 en 4:
De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) is actief op de Amsterdamse
basisscholen. Vanuit de AAGG ondersteunt de gemeente basisscholen bij de
inzet voor een gezonde leefstijl, door middel van advies over bewegen en
voeding. Daarbij zullen adviseurs van de Aanpak de scholen waar zij actief zijn
informeren over de landelijke stimuleringsregeling voor watertappunten en waar .
De wethouder Zorg en Jeugd heeft recentelijk op een schoolplein het 300°°
watertappunt geopend.
Zoals in de inleiding is genoemd, financiert de landelijke regeling tot maximaal
75% van de plaatsingskosten van een watertappunt. In het budget van AAGG is
geen ruimte om de resterende 25% aan te vullen. Scholen kunnen hiervoor wel
gebruik maken van de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen. Subsidie vanuit de
Amsterdamse Impuls Schoolpleinen is incidenteel. De jaarlijkse
onderhoudskosten zijn voor rekening van de scholen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 792
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Nadif, Van Renssen en Boomsma inzake proefgebieden
verduurzaming erfgoed
Onderwerp
Motie van de leden Nadif, Van Renssen en Boomsma inzake proefgebieden verduurzaming
erfgoed
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Erfgoed in een dynamische stad,
Constaterende dat:
— Loket Duurzaam Erfgoed meerdere succesvolle verduurzamingsaanvragen van erfgoed in Am-
sterdam heeft kunnen voltooien;
— _ Op basis van deze successen, we buurtbewoners kunnen betrekken die dezelfde wens hebben
waarbij het proces van een aanvraag van een vergunning vergemakkelijkt wordt;
— Door het inzetten van proefgebieden dit proces kunnen omkeren en bewoners kunnen stimu-
leren om hun woning te verduurzamen door de vergunningverlening te vergemakkelijken;
— _ Klimaatadaptatie en verduurzaming een noodzaak is, niet alleen in teken van klimaatverande-
ring maar ook van behoud van erfgoed.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— de lessen die we leren van het lopende project Duurzaam Erfgoed/het loket Duurzaam Erf-
goed te rapporteren aan de raad en naar aanleiding daarvan te komen met aanbevelingen
voor het verduurzamen van erfgoed;
— _ naar aanleiding van deze lessen, proefgebieden aan te wijzen waarbij er ook onderzocht kan
worden welke duurzaamheidsmaatregelen generiek toegepast kunnen worden.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indieners
|. Nadif
N.A. van Renssen
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 372
Status 8 mei 2014
Publicatiedatum 9 mei 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer B.L. Vink van 2 april 2014
inzake verstedelijking, hoogbouw en Schiphol.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
In de afgelopen weken berichtte Het Parool over de (hoogte)beperkingen die het rijk
zou gaan opleggen aan nieuwe bebouwing op de Zuidas en elders in Amsterdam.
Deze beperkingen hangen samen met de actualisering van het Luchthavenindeling-
besluit waaraan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (lenM) werkt. Het
beeld dat in Het Parool werd geschetst gaf de indruk dat gemeentelijke ambities uit
de Structuurvisie en de hoogbouwvisie (‘Hoogbouw in Amsterdam’) door deze
Algemene Maatregel! van Bestuur (AMvB) werden doorkruist en dat daarover in maart
met de staatssecretaris van lenM zou worden gesproken. Het Parool beschreef ook
het verschil in beleving van gemeente en rijk ten aanzien van de gemaakte afspraken
en de onhelderheid op dat punt.
In een ruimer gebied dan waarop de genoemde AMvB betrekking heeft, gelden
momenteel ook ruimtelijke beperkingen, gebaseerd op de eerdere Nota Ruimte.
Deze restricties kunnen de verstedelijkingsambities van Amsterdam en enkele
omliggende gemeenten bemoeilijken, zeker wanneer uitvliegroutes veranderen en
binnenstedelijke transformatie binnen de zogenaamde 20Ke-zone verboden blijft.
De toekomstige transformatie van delen van de haven (‘Havenstad'), maar mogelijk
ook andere bouwplekken in en om stad kunnen hierdoor ter discussie komen te
staan.
In een nog ruimer gebied rond Schiphol (48 Lden-zone) geldt momenteel in het
verlengde van de Alderstafel hinderbeleid, maar formeel geen ruimtelijke
beperkingenbeleid. Gelet op de berichtgeving over de bezwaren vanuit de
luchtvaartsector tegen de gebiedsontwikkeling van de Weespse Bloemendalerpolder,
lijkt het niet ondenkbaar dat de ruimtelijke beperkingen zelfs een nog groter gebied
gaan bestrijken dan tot nu toe.
Eind 2013 jaar bracht de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Ri) een advies
uit over de wijze van sturing rond Schiphol (‘Sturen op samenhang, governance in de
metropolitane regio Schiphol/Amsterdam'). Daarin adviseerde de raad dat het rijk zich
zou moeten beperken tot slechts enkele spelregels die met de directe
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing 92 Gemeenteblad
Datum 9 mei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 2 april 2014
verantwoordelijkheid van het rijk samenhangen, met name veiligheid in de directe
nabijheid van de luchthaven, en verder — net als bij andere ruimtelijke afwegingen in
Nederland — ruimte moest geven aan decentrale (in plaats van ‘Haagse') afwegingen.
De voormalige Haarlemmermeerse wethouder Bezuyen en gedeputeerde Talsma
gaven publiekelijk aan dat te willen oppakken en daarbij een ‘luchtvaarttoets’ te willen
introduceren.
De fractie van D66 vraagt zich af welke ruimte de gemeente Amsterdam (en de
metropoolregio) behoudt voor de noodzakelijke (woning)bouwproductie in het
algemeen en de ambities de Zuidas tot een toplocatie te maken in het bijzonder.
Ook vraagt de fractie van D66 zich af of er nu keuzes worden gemaakt die het
komende college van burgemeester en wethouders voor voldongen feiten stellen c.q.
met welke realiteit het komende college te maken krijgt.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 2 april 2014, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven of er dit voorjaar met de staatssecretaris van lenM
afspraken zijn gemaakt over de aanpassing van het eind 2013 aan de Kamer
gestuurde Luchthavenindelingbesluit? Zo ja, welke?
Antwoord:
Met de Staatssecretaris is afgesproken meer tijd te nemen om oplossingen te
vinden voor de bezwaren van de gemeenten. De inwerkingtreding van de AMvB
Luchthavenindelingbesluit (LIB) is verschoven van 1 juli 2014 naar 1 januari 2015.
Er wordt nu met het ministerie gewerkt aan een nadere analyse van de
geïnventariseerde knelpunten met het LIB en oplossingen voor deze knelpunten.
Naar verwachting zal dit leiden tot aanpassing van het LIB, maar daarover is geen
zekerheid te geven. Dit is mede afhankelijk van hoe de oplossingen voor
knelpunten worden geborgd. Daarnaast wordt gesproken over wie de kosten voor
eventuele technische oplossingen zal gaan betalen. Bestuurlijk is het standpunt
ingenomen dat de gemeenten en de investerende partijen uit de markt geen
schade mogen lijden van de nieuwe regelgeving.
Het betreft hier afspraken over de actualisatie van het LIB ten aanzien van
vliegveiligheid, er wordt parallel gewerkt aan de actualisatie van het LIB ten
aanzien van externe veiligheid en geluid. De AMvB ten aanzien van externe
veiligheid en geluid zal komende december ter inzage worden gelegd.
2. Moeten de hoogbouwambities en de zgn. hoogbouwaccenten op de Zuidas (en
elders) zoals vastgesteld in de Amsterdamse Structuurvisie en de hoogbouwvisie
(Hoogbouw in Amsterdam’) door rijksregels worden bijgesteld? Zo ja, wat
betekent dat voor de Zuidas-ambitie en de daar beoogde toplocatie en
stedenbouwkundige kwaliteit? En wat betekent dit elders in Amsterdam?
Antwoord:
Dat is op dit moment nog niet helemaal duidelijk. Bouwprojecten moeten een
bepaalde concreetheid hebben voordat er getoetst kan worden wat wel en niet
kan worden gerealiseerd. De hoogbouwvisie is daarvoor niet concreet genoeg.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing 92 Gemeenteblad R
Datum 9 mei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 2 april 2014
Duidelijk is wel dat vrijwel alle hoogbouwaccenten te maken krijgen met
beperkingen voor de radar. Samen met het ministerie wordt er gekeken of hier
een oplossing voor kan worden gevonden.
Over de Zuidas is het maken van afspraken met het ministerie van lenM ver
gevorderd. Voor een groot deel van de Zuidas is inmiddels duidelijk dat de
ambitie zonder meer doorgang kan vinden, onder andere door gebruik te maken
van de radar op Soesterberg. Voor een klein deel van de Zuidas vindt er op dit
moment een beoordeling plaats om vast te stellen of er toch enige beperkingen
bestaan vanwege het nieuwe LIB. Daarnaast gaat de discussie bij de Zuidas nu
ook in het bijzonder over de juridische borging van de afspraken.
3. Heeft het college zich — gezien de Schipholbeperkingen ter plaatse — hard
gemaakt richting de staatssecretaris voor de mogelijkheid studentenwoningen te
realiseren voor Amsterdamse VU-studenten net over de gemeentegrens in de
leegstaande Amstelveense kantoren ‘Kronenburg’?
Antwoord:
Nee, het college heeft zich hiervoor (nog) niet hard gemaakt. Reden is dat
‘Kronenburg’ in de zogeheten LIB4 ligt. Binnen de LIB4 zijn er in principe geen
nieuwe woningen, woonwagens, woonboten, scholen en
gezondheidszorggebouwen toegestaan, tenzij het bestaand gebruik betreft.
Over de actualisatie van de LIB4 wordt gesproken in de tweede fase van de
actualisatie van het LIB, dat gaat over externe veiligheid en geluid. Voorstellen
voor deze fase van de actualisatie worden op dit moment (verder) uitgewerkt.
Onderdeel van de uitwerking is het inventariseren van knelpunten met de
(huidige) LIB4 geluidscontour. De gemeente Amstelveen is ambtelijk bij de
tweede fase van de actualisatie van het LIB betrokken. Het college gaat er vanuit
dat de gemeente Amstelveen ‘Kronenburg’ als knelpunt bij het ministerie
aanmeldt.
4. Kan het college aangeven wat de stand van zaken is wat betreft de
besluitvorming over de ruimte voor verstedelijking in het gebied buiten
de LIB-contouren (en binnen de huidige 20Ke-contouren uit de Nota Ruimte)?
Antwoord:
Vanuit het bestuurlijk overleg van het Rijksprogramma Structuurvisie Mainport
Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH), waar de gemeente Amsterdam
aan deelneemt, is er een advies uitgebracht aan de Staatssecretaris.
De bestuurders hebben geadviseerd om de 20 Ke juridisch vast te leggen in
de AMvB Luchthavenindelingbesluit (LIB). Ten aanzien van (binnenstedelijke)
transformatie binnen de 20Ke zijn de standpunten verdeeld. De regionale
overheden (gemeenten en provincies) zijn voor transformatie. De sector is tegen
transformatie. De Staatssecretaris zal hier binnenkort een beslissing over nemen.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer si 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 2 april 2014
5. Moet Amsterdam zich volgens het college daadwerkelijk zorgen maken over de
beperkingen wat betreft stedelijke transformatie binnen (en buiten) de
gemeentegrenzen als gevolg van de ‘Haagse’ Schipholregels?
Antwoord:
Het college ziet stedelijke transformatie als belangrijk instrument tegen
verloedering van gebieden. Daarom is zij voorstander om stedelijke transformatie
mogelijk te maken.
6. Onderschrijft het college het genoemde advies van de Rli? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, heeft het dit advies gebruikt om te pleiten voor het afschaffen van ‘Haagse’
regels waar die niet expliciet slaan op de veiligheid?
Antwoord:
Het college heeft kennis genomen van het Rli-advies. Het college is in principe
voorstander van het zo veel mogelijk decentraal leggen van verantwoordelijk-
heden, maar acht het vanzelfsprekend dat (inter)nationale afspraken over
vliegveiligheid bindend zijn voor de regio. Het overleg met het Rijk spitst zich toe
op de regels die niet expliciet te herleiden zijn naar vliegveiligheid of inhoudelijk
niet overtuigend onderbouwd zijn.
7. Kan het college aangeven hoeveel woningen er in stad (en regio) zijn gepland in
de gehele hinderzone rond Schiphol (48 Lden) binnen en buiten het bestaande
bebouwde gebied en in hoeverre deze nieuwbouwwoningen in de komende
periode ter discussie (kunnen) komen als gevolg de ruimtelijke Schipholbesluiten?
Antwoord:
In de hinderzone 48 Lden zijn er in de regio tot 2040 ca.118.000 woningen
gepland. Daarvan liggen er ca. 28.000 binnen de 20Ke. Het overgrote deel van
deze woningen kunnen worden gerealiseerd omdat het gaat om binnenstedelijke
herstructurering en intensivering. Áls stedelijke transformatie binnen de 20Ke niet
wordt toegestaan dan kunnen er ca. 2400 woningen niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 918
Datum akkoord college van b&w van 22 september 2015
Publicatiedatum 30 september 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M.H. Ruigrok en
de heer J.S.A. Vroege van 1 juli 2015 inzake de recente stroomstoringen in de
binnenstad.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
De laatste weken werd de Amsterdamse binnenstad wederom getroffen door een
aantal stroomstoringen waarvan de laatste volgens netbeheerder Liander bij
benadering 700 huishouden trof. Naast bewoners worden ook bedrijven en
ondernemers getroffen door de stroomstoringen. Zij kunnen hun bedrijf niet openen of
sluiten, klanten worden niet geholpen en er kunnen geen transacties plaatsvinden.
Daarnaast leidt stroomuitval tot verschillende ongemakken zoals vastzittende liften of
platliggende computernetwerken, die groter worden naarmate de stroomstoring
aanhoudt.
De fracties van VVD en D66 hebben het probleem van veelvuldige stroomstoringen
reeds in 2014 aangekaart (zie gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 483). Wat hen betreft
moet de gemeente met de netbeheerder in gesprek gaan om te kijken op welke wijze
prestaties verbeterd kunnen worden. Tevens moet voor de gedupeerden duidelijk zijn
op welke wijze zij de geleden schade kunnen verhalen.
Gezien het vorenstaande hebben vagenstilers op 1 juli 2015, respectievelijk namens
de fracties van de VVD en D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven wat de oorzaak was van de twee meest recente
stroomstoringen die de binnenstad troffen? Hoeveel ondernemers en particulieren
werden getroffen door de storing? Hoeveel bedroeg — naar schatting - de
economische schade van beide storingen?
Antwoord vraag 1:
Liander heeft ons gemeld dat de stroomstoringen zijn veroorzaakt door een
specifiek type kabelverbinding die slecht bestand is tegen extreme hitte in
combinatie met droogte. Door deze combinatie waren de verbindingsstukken
doorgebrand. Recent waren er drie stroomstoringen:
1. op 28 juni in de Transvaalbuurt (2630 getroffen consumenten en bedrijven);
2. op 30 juni in het Centrum (1880 getroffen consumenten en bedrijven);
3. op 30 juni in Bullewijk (650 getroffen consumenten en bedrijven).
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 30 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 1 juli 2015
Zowel Liander als de gemeente beschikken niet over gegevens om de
economische schade te schatten.
2. Wat zijn de mogelijkheden voor ondernemers en particulieren om in het geval van
stroomstoring de geleden schade te verhalen op de netbeheerder? Op welke
wijze worden deze mogelijkheden gecommuniceerd? Gebeurt dit ook direct na
een stroomstoring?
Antwoord vraag 2:
Liander heeft een compensatieregeling voor dit soort situaties die vermeld staat
op www.Liander.nl/storingen/compensatie.
In deze regeling is opgenomen dat bij een stroomonderbreking die langer duurt
dan vier uur hebben huishoudens recht op een vergoeding van 35 euro die zij
automatisch ontvangen. Elke vier uur dat de stroomstoring langer duurt wordt het
bedrag met 20 euro verhoogd. Voor zakelijke klanten wordt afhankelijk van de
soort aansluiting 195 euro tot 910 euro vergoed. Zie verder bijlage 1 met de
specifieke informatie.
Gederfde inkomsten worden niet vergoed door energieleveranciers. Dat zou
leiden tot een onaanvaardbare stijging van de tarieven voor alle klanten.
3. Hoeveel stroomstoringen hebben zich tot nu toe dit jaar in Amsterdam
voorgedaan? Wat waren de oorzaken van deze storingen? Hoe verhoudt dit
aantal zich tot de afgelopen jaren?
4. Bestaat er volgens het college een verband tussen de storingen en de staat van
het onderhoud en/of de ouderdom van het netwerk op de locaties waar de
storingen plaatsvinden? Zo ja, welke acties gaat het college hierop ondernemen?
Zo nee, zijn er andere verbanden tussen locaties en de oorzaak van storingen en
welke zijn dit?
Antwoord vragen 3 en 4:
Van 1 januari tot 5 juli Zijn er in Amsterdam ruim 500 stroomstoringen geweest.
Het merendeel van de storingen in het netwerk trof gemiddeld 36 klanten. Er
waren 35 grote storingen waar gemiddeld 1.500 klanten door werden getroffen,
19 daarvan waren tijdens de hittegolf. Tot de hittegolf was de prestatie van het
elektriciteitsnet vergelijkbaar met voorgaande jaren, maar inclusief de hittegolf zijn
er substantieel meer stroomstoringen geweest dan in vergelijkbare periodes.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 30 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 1 juli 2015
De oorzaken van stroomstoringen zijn divers. Veroudering, graafschades en
extreme weersomstandigheden kunnen leiden tot defecten. In haar jaarverslag
rapporteert Liander over de oorzaken van stroomstoringen, zie bijgevoegde tabel.
Oorzaken uitvalduur elektriciteit 2014
zen 27e
Llander Endinet
Tabel oorzaken uitvalduur elektriciteit 2014, pagina 24 jaarverslag Alliander 2014
In Nederland is de verantwoordelijkheid voor het netwerk eenduidig neergelegd
bij de betreffende netbeheerder. Liander geeft aan hard te werken aan het
opruimen van kwetsbare kabelverbindingen, het vervangen van
storingsgevoelige kabels en installaties én het aanpassen van de structuur van
het net (waardoor bij een storing minder klanten getroffen worden). Voor het
specifieke kabelverbindingsstuk dat slecht tegen de combinatie van extreme hitte
en droogte kan, loopt een landelijk vervangingsprogramma, dat uiterlijk 2018 is
afgerond. Liander heeft inmiddels besloten dat het vervangingsprogramma voor
Amsterdam versneld wordt. Vanzelfsprekend moeten deze extra
werkzaamheden goed worden ingepast in het totaal van werkzaamheden in de
stad. Dit om de druk op de verkeersdoorstroming en bereikbaarheid van de stad
minimaliseren. Liander verwacht dat de grootste knelpunten in Amsterdam eind
2016 zijn opgelost.
Als er een hete en droge periode verwacht wordt, neemt Liander
voorzorgsmaatregelen. Zo worden extra storingsploegen opgeroepen om
voorkomende storingen zo snel mogelijk op te lossen en worden niet-urgente
werkzaamheden uitgesteld om de capaciteit van het elektriciteitsnet zo goed
mogelijk te benutten.
Voor het verbeteren van netwerk en het terugdringen van de storingen investeert
Liander in 2015 bijna 70 miljoen euro in de netten van Amsterdam.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 30 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 1 juli 2015
5. Wat zijn de mogelijkheden die de gemeente heeft om de netbeheerder aan te
spreken op geleverde prestaties? Zijn er grenzen wat betreft het maximum aantal
storingen dat zich mag voordoen voordat de gemeente met de netbeheerder in
gesprek gaat over de geleverde prestaties?
Antwoord vraag 5:
De gemeente zal in het kader van het publieke belang van betrouwbare
energielevering de problematiek bespreken met Liander. Het toezien op de
kwaliteit van levering is in Nederland echter helder belegd bij de Autoriteit
Consument en Markt (ACM). Alle netbeheerders, ook Liander, opereren onder
toezicht van de ACM. De ACM stuurt op veiligheid en betrouwbaarheid van de
energielevering en op zo laag mogelijke maatschappelijke kosten en tarieven voor
klanten. Via een zogeheten benchmarkregulering waarbij Liander met de andere
regionale netbeheerders wordt vergeleken, wordt door de ACM zorgvuldig
gemonitord hoe de investeringen in de netten zich verhouden tot bijvoorbeeld de
veiligheid en de uitvalduur. Bij uitvalduur gaat het om het aantal storingsminuten
per klant per jaar te verlagen. De ACM stuurt op zowel onderbrekingsduur als
onderbrekingsfrequentie. Slecht presteren kan leiden tot korting op de inkomsten
van netbeheerders. Informatie over de kwaliteit van Liander en overige
netbeheerders vindt u terug in rapportages op de website van de ACM.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit AB
Registratienummer Z-18-39202/ INT-18-13996
Afdeling Bestuur en Organisatie
Onderwerp
Vaststellen fractievergoedingen 2017
Portefeuille n.v.t.
DB lid n.v.t.
Gebied n.v.t.
Datum DB n.v.t.
Datum AB voorbereidend _n.v.t.
Datum AB besluitvormend 13 maart 2018
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Joep Timmermans
020 253 BOOG
[email protected]
*ZOO4492527B« Paginaa van4
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
gezien het voorstel van de Kascommissie;
overwegende dat het op grond van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning
bestuurscommissies 2014, de bestedingen van de fractiesubsidies dient vast te stellen,
gelet op de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014,
1. De hoogte van de fractievergoedingen 2017 vast te stellen conform onderstaand
overzicht
D66 PvdA SP ND) en VVD
€4.366,80| €4.065,60| €3.764,40 | €3.463,20| €4.065,60| €3.764,40
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van 4
Bevoegdheid
Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014.
Bestuurlijke achtergrond
Deze verantwoording is voorbereid door een kascommissie, bestaande uit de
(buitengewoon) bestuurscommissieleden De Boer, Ceha en Molenaar, ondersteund door
een medewerker van Bestuur & Organisatie (Joep Timmermans). Zij bieden u dit stuk ter
besluitvorming aan.
Op grond van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies
2014, dient het AB de bestedingen van de fractiesubsidies vast te stellen. Daarbij wordt
gekeken of de bedragen zijn besteed in overeenstemming met het doel waarvoor de
subsidie verstrekt is en naar de saldering tussen de ontvangen voorschotten en de bestede
bedragen.
De kascommissie heeft geen bestedingen gezien die niet aan de voorwaarden voldeden en
zij beveelt u dus aan de uitgaven te accorderen en de bedragen zoals door de fracties
opgegeven, vast te stellen.
Van het in totaal aan alle fracties toegekende bedrag, € 23.490,00, wordt een ruim
gedeelte, te weten € 8.012,43 (34%) teruggestort in de gemeentekas.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
De rechtmatigheid van de uitgaven wordt met dit besluit vastgesteld.
Argumenten
De uitgaven zijn alle gedaan in overeenstemming met de verordening
In art. 3 van de verordening wordt bepaald dat de subsidie niet mag worden gebruikt ter
bekostiging van:
a. uitgaven die in strijd zijn met een wettelijk voorschrift;
b. vitgaven aan of ten behoeve van politieke partijen, met politieke partijen
verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van
prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de
fractieondersteuning op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;
c. giften, leningen en voorschotten;
d. vitgaven waarvoor op grond van de Verordening voorzieningen
bestuurscommissieleden 2013, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
alsmede de Verordening vergoedingen raadsleden en commissieleden 2003
aanspraak op vergoeding bestaat;
e. uitgaven ten behoeve van de beroepsmatige inzet van de leden van de
bestuurscommissies of bedrijven waarover de leden van de bestuurscommissies
middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben;
f. (herverkiezing van de leden van de bestuurscommissies;
g. kosten voor kantoorruimte buiten het stadsdeelkantoor.
Zoals hierboven al gezegd, is in geen van de aangeboden verantwoordingen een uitgave
aangetroffen die naar het oordeel van de kascommissie onder een van bovenstaande
categorieën valt.
Kanttekeningen
Over de doelmatigheid kan de kascommissie geen uitspraak doen.
Pagina 3 van 4
Risico's / Neveneffecten
n.v.t.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau n.v.t.
Financiën n.v.t.
Communicatie n.v.t.
Overige n.v.t.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? ja Indien ja, incidenteel (hieronder nader specificeren)
Indien ja, dekking aanwezig? ja
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting De bedragen die overblijven na aftrek van de gemaakte kosten, worden of zijn in een aantal
geval al teruggestort in de gemeentekas.
Voorlichting en communicatie
De stukken zijn als onderdeel van de vergaderstukken openbaar en kunnen dus door
eenieder ingezien worden. Voor actieve communicatie is geen aanleiding.
Uitkomsten inspraak
n.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Einde geheimhouding n.v.t.
Stukken
Meegestuurd Scans van de verantwoordingsformulieren
Ter inzage gelegd De fysieke bescheiden
Parafen
Namens de kascommissie,
Gery de Boer
Sharona Ceha
Martijn Molenaar
Pagina 4 van 4
| Besluit | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 21 december 2023
Portefeuille(s) Jeugd en Zorg
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman en Alexander Scholtes
Behandeld door Beleid Jeugd en Zorg, Margreet Wiegand ([email protected])
Onderwerp Stand van zaken Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
Geachte leden van de gemeenteraad,
Het jeugd- en zorgstelsel is volop in beweging. De afgelopen jaren is er in Amsterdam een nieuwe
aanpak voor huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld onder de naam Blijvend Veilig.
Gezinnen en huishoudens waarin onveiligheid speelt worden niet meer overgedragen van de ene
instantie naar de andere, maar bijgestaan door integraal werkende veiligheidsexperts. De
resultaten zijn hoopgevend: er worden doorbraken bereikt na langdurige eerdere hulptrajecten en
er is minder inzet nodig van ondertoezichtstellingen of vithuisplaatsingen. De cliënten voelen zich
serieus genomen en meer gehoord en ondersteund. Per 1 december zijn we gestart met het
invoeren van de aanpak in Amsterdam-Noord en Uithoorn. Graag informeren wij v over deze
belangwekkende stap.
Aanleiding en achtergrond
Wij zijn tot nu toe als samenleving nog onvoldoende in staat om duurzame veiligheid te creëren in
gezinnen en huishoudens waar sprake is van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat blijkt uit
de langjarige studies van het Verwey-Jonker instituut en de vele rapporten van de Inspecties over
de brede keten van jeugdbescherming waarover u geregeld bent geïnformeerd.
Gezinnen en huishoudens hebben in het zorg- en veiligheidsdomein te maken met vele partijen die
niet op elkaar aansluiten en aparte schakels vormen. Dat betekent voor hen keer op keer hun
verhaal vertellen aan steeds andere hulpverleners. Het maakt hen moedeloos en zij verliezen het
vertrouwen in de hulp. Professionals kunnen onvoldoende naast gezinnen en huishoudens staan
en hen adequate ondersteuning bieden. Ook zien we dat deze gezinnen/huishoudens vaak te
maken hebben met vraagstukken rond bestaanszekerheid, verslaving of mentale problematiek.
Vanuit de urgentie van de situatie heeft Amsterdam-Amstelland als één van de eerste regio's
besloten een pilot te worden ten behoeve van een nieuwe aanpak. In juni 2019 werd er onder de
naam Blijvend Veilig gestart. Erwerd gekozen voor een gecombineerde aanpak van huiselijk
geweld en kindermishandeling: de patronen die geweld en onveiligheid veroorzaken zijn immers
dezelfde in huishoudens met of zonder kinderen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023
Pagina 2 van7
Verloop van de pilot en het Toekomstscenario
Professionals van de Gecertificeerde Instellingen (GI), Veilig Thuis, de Raad voor de
Kinderbescherming en de Blijf Groep ontwikkelden aan de hand van casuïstiek een nieuwe manier
van werken voor gezinnen en huishoudens waarin sprake is van ernstig, structureel huiselijk
geweld en kindermishandeling. Er wordt met hen gewerkt aan veiligheid op korte en lange termijn
en gekeken naar achterliggende persoonlijke, opvoedings- en relatieproblemen.
Het OKT en buurtteam kunnen de veiligheidsexperts van Blijvend Veilig vragen hen te helpen in
gezinnen en huishoudens die zij begeleiden en waar complexe veiligheidsproblematiek speelt.
Veelal werken professionals van het lokaal team en Blijvend Veilig samen in een duo. In de
ernstigste, meest complexe situaties waar ook sprake is van zorgmijding begeleidt een duo van
Blijvend Veilig een gezin of huishouden. De lokale teams kunnen in dat geval de gezinnen en
huishoudens ondersteunen met hulp bij het huishouden of bij andere problemen die zij ervaren,
zoals bij wonen, werk of schulden.
Niet alleen voor de gezinnen en huishoudens, maar ook voor de verschillende professionals in het
sociaal domein vormt de integrale aanpak van Blijvend Veilig een veel overzichtelijker geheel dan
het huidige stelsel. Het in duo's werken met de meest complexe gezinnen en huishoudens is
bovendien minder zwaar voor professionals. Deze elementen dragen bij aan een optimale inzet
van professionals in een tijd waarin zorgpersoneel schaars is en het belangrijk is hen te behouden.
De nieuwe ontwikkeling is sinds 2020 opgenomen in de Regioaanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling 2020-2024 ‘Voor Elkaar’.
De ervaringen en inzichten van Blijvend Veilig en de vijf andere pilots in Nederland vormden
belangrijke inbreng voor het landelijke Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming dat in
maart 2021 aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Het Toekomstscenario beschrijft een
fundamentele verandering waardoor gezinnen en huishoudens sneller steun krijgen bij hun
problemen, wat onveiligheid kan voorkómen. Burgers die de hulpverlening durven te vertrouwen
en het gevoel hebben daar geholpen te worden. Kinderen die de ruimte en steun krijgen zichzelf te
zijn en zich te kunnen ontwikkelen naar eigen vermogen. Waar voldoende tijd, ruimte,
deskundigheid, empathie en naastenliefde aanwezig is om hen te laten leren en ontwikkelen. Eén
veiligheidsteam, in plaats van drie aparte organisaties die achter elkaar elk een eigen aanpak
hanteren, past uitstekend bij het in de wijk, nabij de burger, hulp bieden.
Deze ontwikkelingen vinden plaats binnen de context van een vastlopend beschermingsstelsel
met ernstige personeelsproblematiek, diverse zorgelijke rapporten van de Inspecties over de
gehele beschermingsketen en onvoldoende beschikbaarheid van jeugdhulp. Voor de lange termijn
wordt het Toekomstscenario als oplossing gezien. Op 5 september 2022 heeft minister Weerwind
in de Kamer aangegeven dat dit de stip op de horizon is die versneld moet worden ingevoerd. De
Gecertificeerde Instellingen, Veilig Thuis en Raad voor de Kinderbescherming zullen dan (ten dele)
opgaan in de Regionale Veiligheidsteams* (RVT). Voor de korte termijn is in oktober 2023 in de
* In deze brief zal vanaf hier de landelijke term RVT worden gehanteerd. Dat is een werktitel in afwachting van een
betere term. In de praktijk worden de namen RVT en Blijvend Veilig nu door elkaar gebruikt
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023
Pagina 3 van 7
Kamer een pakket ondersteunende maatregelen vastgesteld voor de Gecertificeerde Instellingen,
zoals een lagere werklast en meer mogelijkheden voor zij-instromers en ondersteuners.
De stap naar invoeren
De regio Amsterdam-Amstelland heeft na ruim drie jaar werken als proeftuin besloten om Blijvend
Veilig stapsgewijs in de stad in te voeren. De afgelopen periode is in de praktijk geleerd hoe we
ervoor kunnen zorgen dat gezinnen en huishoudens zich beter gehoord en gezien voelen. En
Blijvend Veilig hen, aanvullend op de hulp van collega's van de lokale teams, eerder en meer op
maat helpt thuis veiligheid te creëren. Wij gunnen alle gezinnen en huishoudens de nieuwe
aanpak.
Vanaf 1 december 2023 is in Amsterdam in stadsdeel Noord gestart met de integrale
veiligheidsaanpak. Er zijn nu teams van veiligheidsexperts in plaats van losse organisaties op het
gebied van bescherming bij huiselijk geweld en kindermishandeling. De teams zullen ook
bijdragen aan specifieke maatschappelijke opgaven op veiligheid in het stadsdeel. De ambitie is
per 2026 in de gehele regio volledig met de Regionale Veiligheidsteams in de wijken te werken.
We gaan stap voor stap invoeren en blijven leren en bijsturen waar nodig. Er is een regionale
Transformatieleider aangesteld die hier met de vitvoeringspartijen vorm aan geeft.
Wat merkt de Amsterdammer per 1 december 2023
Vanaf 1 december zijn er in geheel Amsterdam-Noord drie RVT teams gestart, in de wijken Oud-
Noord, Noord-West en Noord-Oost. Zij versterken het OKT en buurtteam en ondersteunen
huishoudens en gezinnen bij het direct en duurzaam stoppen van geweld. De professionals
analyseren met de betrokkenen wat hun vraag is en bij welke problematiek zij ondersteuning
willen. Huishoudens en gezinnen worden geholpen door vaste, vertrouwde mensen van het OKT
of buurtteam, waar nodig ondersteund door een vertrouwd gezicht van het RVT. Het streven is dit
2026 in de hele regio te hebben ingevoerd.
Binnen het RVT is ook een ervaringsdeskundige werkzaam die een brugfunctie kan vervullen
tussen professionals en gezin. Tevens is er een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige werkzaam
die mee kan gaan op huisbezoek; volwassenen en ouders ervaren die als steun voor hun positie en
problematiek. De teams kunnen zelf onderzoek doen naar kindermishandeling en huiselijk
geweld, als dat aan de orde komt. Mocht er in een situatie een gedwongen maatregel voor
kinderbescherming nodig zijn en door de rechter worden opgelegd, dan kan het RVT deze
maatregel vitvoeren. Voor de situaties waar dat nodig is wordt gezocht naar een verantwoorde
vorm van rechtsbescherming, zonder dat er overdrachten aan te pas komen. Voor de jongeren en
ouders wordt in dat geval ook voorzien in de mogelijkheid van (juridische) ondersteuning.
Verdere doorontwikkeling in onze regio in relatie met de landelijke ontwikkelingen
De komende jaren wordt in heel Nederland de nieuwe aanpak van huiselijk geweld en
kindermishandeling ingevoerd. Die is ook nodig, want het werken als een keten is niet langer
houdbaar. Het is ook een cultuuromslag, waarin professionals de ruimte krijgen om (langdurig)
gezinnen en huishoudens te kunnen bijstaan in het oplossen van hun problemen die vaak ten
grondslag liggen aan onveiligheid.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023
Pagina 4 van 7
Het gaat grote veranderingen brengen in de inhoud van het werk en vraagt ook om
organisatorische of wettelijke aanpassingen. Er is nog een aantal landelijke politieke beslissingen
te nemen over belangrijke onderdelen. In 2024 zullen landelijk inhoudelijke keuzes worden
gemaakt over welke taken in de regionaal Veiligheidsteams worden belegd en ook over
organisatie en bestuurlijke onderbrenging. Politieke besluitvorming is de tweede helft van 2025
voorzien en nieuwe wetgeving in 2027.
Tijdens onze proeftuin zijn dus nog niet alle (landelijke, politieke) beslissingen genomen. Het is
ook lastig dat er geen experimenteerwetgeving is die het mogelijk maakt volledig te werken
conform het Toekomstscenario. Voor een aantal zaken is daarom nog een bypass in het
werkproces nodig, zoveel mogelijk in de geest van het Toekomstscenario. Dat wordt zorgvuldig
vormgegeven om te voorkomen dat de integraal werkende professionals een risico zouden lopen
met betrekking tot hun beroepsregistratie. Wij blijven met het Rijk zoeken naar betere facilitering
van het werken conform het Toekomstscenario. De uiteindelijke oplossing hiervoor is nieuwe,
passende wetgeving.
Wij streven in onze regio naar zoveel mogelijk continuïteit voor gezinnen en huishouden, ook in
geval er gedwongen begeleiding overwogen wordt. Dat wil zeggen dat we de rechtsbescherming
binnen het RVT willen organiseren en de noodzakelijke tegenspraak in het werkproces van het
RVT vormgeven. Deze stap kan nog niet worden gezet, totdat de landelijk ingestelde
Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid haar advies heeft opgeleverd. Hun
advies en de daarop volgende besluitvorming bepaalt hoe integraal het Regionaal Veiligheidsteam
uiteindelijk zal kunnen zijn. Dat advies wordt in janvari 2024 verwacht.
Vooruitlopend op de landelijke besluitvorming blijft onze regio zich ontwikkelen binnen de
wettelijke mogelijkheden en draagt vanuit de praktijk bij aan de keuzes die gemaakt gaan worden.
Zo kan een groot deel van het onderzoekswerk dat in het huidige stelsel door de Raad voor de
Kinderbescherming wordt gedaan al binnen het RVT kan worden uitgevoerd en heeft de Raad voor
de Kinderbescherming veelal enkel nog een toetsende taak uit te voeren. In de wijken wordt door
lokale teams en RVT gewerkt aan meer toegankelijkheid van hulp bij dreigende
kindermishandeling of huiselijk geweld, wat mogelijk het aantal meldingen bij Veilig Thuis omlaag
brengt. Het RVT is er voor alle Amsterdammers, ook bijvoorbeeld voor mensen met een licht
verstandelijke beperking. De komende periode wordt gewerkt aan het verder borgen van de
deskundigheid die dat vraagt.
Kansen in de brede beweging in het Amsterdamse sociale en veiligheidsdomein
De nieuwe werkwijze van het RVT en het samenspel met het OKT en Buurtteam en met
specialistische hulp en zorg biedt tal van kansen om een andere manier van hulpverlening en
bescherming vorm te geven. Deze nieuwe aanpak, die we in een paar jaar willen invoeren in de
gehele regio, maakt het voorkómen en begeleiden van de Amsterdammers in zeer complexe
situaties met onveiligheid eenvoudiger, toegankelijker en minder bedreigend. Wij doen het vóór
de gezinnen en huishoudens en mét hen, zodat zij weer zelfstandig verder kunnen. De aanpak van
het RVT sluit aan bij de gebiedsgerichte beweging die in Amsterdam gaande is en de beide
bewegingen versterken elkaar.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023
Pagina 5 van7
Het RVT werkt voor Amsterdam-Noord met de Blijf Groep samen tijdens tijdelijke huisverboden
(THV's), waardoor een vloeiende overgang mogelijk is als daarna verdere begeleiding door het
RVT noodzakelijk is. Verder is met de politie samengewerkt in een aantal complexe gezinnen en
huishoudens. De eerste resultaten van het samenwerken van wijkagent en de professional van het
RVT waren hoopgevend. Ook is er een vergelijkbare samenwerking met de volwassenreclassering
(plegeraanpak). Momenteel wordt ook met het Centrum Seksueel Geweld (CSG) verkend hoe er
kan worden samengewerkt: de doelgroepen van huiselijk geweld en seksueel geweld overlappen
voor een deel.
Wat nog niet voldoende is gelukt is het verkleinen van de afstand tussen de volwassenen GGZ
(inclusief verslavingszorg) en de gezinnen en huishoudens met de meest complexe problematiek.
Er is nog geen sprake van een gezamenlijke aanpak in gezinnen en huishoudens. Dat is de
volgende uitdaging, waar wij zelf aan werken, met de zorgverzekeraar over in gesprek gaan en ook
het Rijk op aanspreken.
Organisatorische gevolgen en randvoorwaarden
Er wordt voor de regio een meerjarenplan opgesteld dat schetst wat het volledig invoeren van het
Toekomstscenario vraagt van uitvoeringsorganisaties en overheden. Daarin zal de planning van de
brede invoering in de regio worden geschetst, alle consequenties die dat heeft en op welke manier
dit wordt gemonitord. Er wordt ook een meerjarenbegroting opgesteld. Grotere onderwerpen die
in elk geval worden vitgewerkt zijn bijvoorbeeld een nieuwe organisatievorm en de bestuurlijke
onderbrenging inde regio. In deze brief treft v een eerste schets van financiële dekking van deze
beweging tijdens de proeftuinfase en de financiële gevolgen op de langere termijn.
De gemeenten in de proeftuinregio's hebben landelijk twee verschillende typen incidentele
middelen ter beschikking gesteld gekregen. Dat betreft voor de jaren 2022 t/m 2025 t.b.v. het
Toekomstscenario middelen ter versterking van de gemeentelijke dienstverlening? Voor onze
regio is dat een bedrag van € 2,1 miljoen per jaar in genoemde periode. Tot 2026 kunnen wij
tevens bij het landelijk Programma jaarlijks een bijdrage aanvragen voor proeftuininnovatie. Het
directe werk ten behoeve van gezinnen en huishoudens wordt gefinancierd vit gemeentelijke
middelen, die nu bestemd zijn voor de inzet vanuit Veilig Thuis, de Gl etc.
Tijdens de invoering van de Regionale Veiligheidsteams zullen de huidige organisaties steeds
minder cliënten bedienen en geleidelijk in omvang afnemen. Dat vraagt om een verantwoord en
afgestemd (boven)regionaal ombouwen en een samenhangende sturing van de gemeenten. Dit
zal zorgvuldig en stapsgewijs worden uitgelijnd en gemonitord. Het Toekomstscenario heeft ook
impact op het werk van de lokale teams. Zij blijven het vaste gezicht voor de gezinnen en
huishoudens, ook als er sprake is van onveiligheid en moeten daarvoor geëquipeerd worden in tijd
en kwaliteit (gedragsdeskundigen en mogelijkheden tot reflectie). Zij kunnen de
veiligheidsexperts vragen aan te sluiten en als duo samen te werken in gezinnen en huishoudens,
maar het vraagt van hen zelf ook meer deskundigheid op het terrein van veiligheid.
* Deze komen voort uit de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (de zogenaamde POK
middelen) en worden verdeeld via het gemeentefonds in de vorm van een Decentralisatie Uitkering). In de regio
Amsterdam Amstelland is besloten dat deze middelen volledig aan het Toekomstscenario zullen worden besteed.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023
Pagina 6 van 7
In de regio Amsterdam-Amstelland wordt de komende maanden in kaart gebracht wat we
voorzien aan frictiekosten als gevolg van de invoering van het Toekomstscenario. Nu het nieuwe
werken steeds meer is vitgekristalliseerd is het mogelijk een kostprijs te bepalen en een
businesscase op te stellen. Het landelijk Programmateam, waar wij intensief mee samenwerken,
hoopt dit medio 2024, op te leveren. Daarnaast onderzoeken wij dat ook zelf vanuit de praktijk met
de twee andere langstlopende proeftuinen (Utrecht en Foodvalley).
Door de eerder genoemde incidentele bijdragen kunnen wij deze frictiekosten voor een deel
opvangen en verder zal het Rijk naar verwachting bijdragen aan de brede landelijke
implementatie. We zullen u in het voorjaar nader informeren over de voortgang van het invoeren
en het meerjarig perspectief op verdere ontwikkeling, inrichting en financiering. Op dit moment is
het structurele financiële plaatje voor de langere termijn nog onduidelijk en worden de stappen
van verdere invoering daarmee in overeenstemming gebracht.
Tot slot
Wij hebben de overtuiging dat de Amsterdammers zich door deze aanpak beter ondersteund
voelen en de professionals meer tevredenheid ervaren als zij samen voor een gezin of huishouden
het verschil kunnen maken. Het kan hiermee ook een stap zijn naar meer vertrouwen in de
hulpverlening.
Als wethouders Jeugd en Zorg ondersteunen wij deze beweging volledig. Nog niet alles is
uitgewerkt, maar dit is onmiskenbaar de toekomst. De ontwikkelingen zijn dermate hoopgevend
dat in Amsterdam-Amstelland en ook de rest van Nederland duidelijk is geworden dat dit een
onomkeerbare beweging is. Het zal nog enkele jaren duren voordat wetgeving en de landelijke en
lokale instituties hier geheel op ingericht zijn en van onze proeftuin die al vele stappen heeft gezet
zal geduld en inventiviteit worden gevraagd.
Er is ook in de context van deze proeftuin nog een lange weg te gaan, zoals in de
Hervormingsagenda is aangegeven. Teveel kinderen wachten nog op hulp. Als de betrokken
Amsterdammers dankzij hun intensieve vertrouwensrelatie met professionals willen werken aan
hun problemen is het funest als die specialistische hulp op dat moment niet beschikbaar is. We
verwachten in 2024 daarin een stap te zetten met de gebiedsgerichte samenwerking. Doordat op
één punt per stadsdeel de aanmeldingen voor jeugdhulp worden ontvangen ontstaat een
eenduidig beeld op de kinderen en gezinnen die wachten op hulp. De gezinnen en kinderen die
complexe problemen ervaren en die het meeste baat hebben bij jeugdhulp worden geprioriteerd.
In Amsterdam-Noord, waar Blijvend Veilig meedoet in het gebiedsgericht werken, kunnen we in
de praktijk zien wat de combinatie van de beide bewegingen voor de Amsterdammers betekent.
De gemeente zelf zal ook stappen moeten zetten, door de verschillende opgaven in het sociale
domein goed te synchroniseren. Lokale teams, de partijen die het RVT vormen, ingekochte
jeugdhulp en Wmo zorg zijn allen noodzakelijk om de nieuwe aanpak bij onveiligheid tot een
succes te maken. De gemeente als opdrachtgever zal haar inkoop, subsidie en sturing daarop
moeten afstemmen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023
Pagina 7 van7
De beweging die met het Toekomstscenario is ingezet gaat ons helpen gezinnen en huishoudens
beter en sneller de hulp te bieden en hen op kwetsbare momenten bij te staan. Dat is hard nodig in
deze onzekere tijden, waarin extra aandacht en ondersteuning voor de meest kwetsbaren
onontbeerlijk is. Door meer eenvoud en effectiviteit zal het jeugd- en zorgstelsel op termijn beter
bereikbaar en betaalbaar worden en bovendien aantrekkelijker als werkplek voor personeel.
Het vraagt een omslag van de professionals en zij verdienen daarbij alle steun. Door het ontbreken
van nieuwe wetgeving zijn de omstandigheden waaronder ze werken nog niet optimaal, maar zij
doen ongelofelijk belangrijk werk. Deze nieuwe aanpak vraagt hen buiten het eigen bekende
kader te kijken en het elkaar blijven vertrouwen ook als er helaas toch iets niet goed gaat. Maar,
het is duidelijk dat we nu iets moois te pakken hebben wat een wezenlijke verbetering tot stand zal
kunnen brengen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
VS
Marjolein Moorman,
DO Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening
Alexander Scholtes,
Wethouder Zorg en Maatschappelijke ontwikkeling, Publieke gezondheid en preventie
| Brief | 7 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1494
Datum indiening 26 juni 2017
Datum akkoord 27 november 2017
Datum publicatie 28 november 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van lid Poot inzake een groep jetski's in
de Amsterdamse grachten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
In het weekend van 24/25 juni 2017 voer een groep jetski's door de Amsterdamse
grachten, langs onder meer de Prinsengracht, Amstel en Oudezijds Kolk. Dit ging,
op basis van videobeelden, gepaard met de nodige golfslag en geluid van motoren.
Wat de fractie van de VVD betreft is het op deze manier onvergund varen met jetski's
op het Amsterdamse binnenwater geen wenselijke ontwikkeling
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke feiten zijn er bekend rondom de vaartocht van jetski's in het weekend van
24/25 juni 2017? Is er sprake geweest van een gevaarlijke situatie?
Antwoord:
Bij de afdeling Nautisch Toezicht en Handhaving van Waternet kwamen
meldingen binnen van een groep waterscooters die bij de Hermitage op de
Amstel en later op de Oudezijds Voorburgwal aan het varen waren.
Of de veiligheid in het geding was, heeft de afdeling niet goed kunnen beoordelen
aan de hand van de camerabeelden. Na een melding van de Klantenservice van
Waternet zijn de toezichthouders op zoek gegaan naar deze waterscooters. De
overtreders konden helaas niet op heterdaad betrapt worden.
In artikel 6.20 van het Binnenvaartpolitiereglement staat dat een vaartuig — dus
ook een waterscooter — zijn vaarsnelheid zodanig moet regelen dat hinderlijke
waterbeweging (golfslag) waardoor schade of hinder zou kunnen ontstaan, moet
worden vermeden. Voor strafbaarheid moet er wel sprake zijn van (reële kans op)
schade. De huidige maximumsnelheid op de Amsterdamse grachten is 6 km/u.
Op de doorgaande routes (Amstelroute, Kostverlorenvaartroute) en de Oostelijke
Havenbekkens mag 7,5 km/u gevaren worden. Dit is in de Verordening op het
binnenwater geregeld.
1
Artikel 6.20 Hinderlijke waterbeweging
1. Een schip moet zijn snelheid zodanig regelen, dat hinderlijke waterbeweging waardoor
schade aan een varend of een stilliggend schip of drijvend voorwerp of aan een werk zou
kunnen worden veroorzaakt wordt vermeden. Het moet daartoe tijdig zijn snelheid
verminderen, echter niet beneden de snelheid die nodig is voor veilig sturen:
- voor een havenmond;
- in de nabijheid van een schip dat gemeerd is aan de oever of aan een
ontschepingsplaats dan wel dat wordt geladen of gelost;
- in de nabijheid van een schip dat op een gebruikelijke ligplaats stilligt;
- in de nabijheid van een veerpont die dienst doet;
-in een vak van of op een plaats in de vaarweg, aangeduid door het teken A.9.
2. Een schip moet bij het voorbijvaren van een schip, een drijvend voorwerp of een drijvende
inrichting, voerende de tekens bedoeld in artikel 3.29 of artikel 3.38, tijdig zijn snelheid
verminderen, zoals bij de tweede volzin van het eerste lid wordt bepaald. Het moet voorts
zover mogelijk daarvan verwijderd blijven.
3. Een schip moet bij het voorbijvaren van een schip als bedoeld in artikel 3.25 aan de zijde
waar de tekens van het eerste lid onder c van dit artikel worden gevoerd tijdig zijn snelheid
verminderen, zoals bij de tweede volzin van het eerste lid wordt bepaald. Het moet voorts
zover mogelijk daarvan verwijderd blijven.
2. Welke regels zijn er omtrent het varen in groepsverband, al dan niet met jetski's,
op de Amsterdamse grachten?
Antwoord:
De regels voor het varen in groepsverband staan vermeld in artikel 1.23 van het
Binnenvaartpolitiereglement. Groepen (een of meer vaartuigen) die samen gaan
varen, moeten dit van te voren melden bij de bevoegde autoriteit (bij de senior
beheerder werkzaam bij de Afdeling Beleid & Assets en Nautisch Beheer van
Waternet). Een dergelijke melding is door Waternet niet ontvangen.
Artikel 1.23 Melden van en toestemming voor evenementen
1. Het is verboden een sportevenement, een festiviteit of een ander evenement, waarbij
een of meer schepen of drijvende voorwerpen zijn betrokken, dan wel werkzaamheden
of een tewaterlating van een schip of van een drijvend voorwerp op een vaarweg te
doen plaats hebben zonder dit tijdig tevoren bij de bevoegde autoriteit te melden.
2. Indien een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid de veiligheid of het vlotte verloop
van de scheepvaart in gevaar kan brengen, is het verboden deze zonder toestemming
van de bevoegde autoriteit te doen plaats hebben. Aan een toestemming kunnen
voorschriften worden verbonden.
3. Hetis verboden een evenement, waarbij zich personen anders dan op een schip te
water bevinden en waardoor hinder of gevaar voor het scheepvaartverkeer kan
ontstaan, zonder toestemming van de bevoegde autoriteit te doen plaats hebben. Aan
een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden.
3. Indien er sprake is van verhuur van de betreffende jetski's, kan dan tegen de
verhuurder worden opgetreden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Waternet heeft de organisatie rondom de vaartocht van de jetski's hierop
aangesproken. AT5 heeft hiervan verslag gedaan.
2
De verhuurder van de vaartuigen heeft een verplichting om de huurder op de
hoogte te brengen van de regels die gelden op het water (welke snelheden er
waar gevaren mogen worden). Het verbaliseren van de verhuurder is echter niet
mogelijk. Dit is alleen mogelijk door constatering van de overtreding van de
opsporingsambtenaar op heterdaad. Het is niet mogelijk om aan de hand van
filmopnames of meldingen een proces-verbaal op te maken. Dit is landelijke
wetgeving.
4. Welke schadegevallen zijn bekend naar aanleiding van de vaartocht? Is er
schade ontstaan aan woonboten maar ook bijvoorbeeld vogelnesten?
Antwoord:
Tot op heden zijn er geen schadegevallen bekend bij Waternet.
5. Waserten tijde van de vaartocht handhavingscapaciteit beschikbaar in de buurt?
Zo ja, waarom zijn deze klaarblijkelijk te laat op locatie aangekomen? Zo nee,
waarom was er geen capaciteit beschikbaar?
Antwoord:
Er was capaciteit beschikbaar. Toen de handhavers op de locatie aankwamen
waren de waterscooters al vertrokken van de gemelde locaties. Ze zijn ook niet
elders aangetroffen.
6. Welke acties gaat het college ondernemen om dergelijke vaartochten in de
toekomst te voorkomen?
Antwoord:
Juridisch gezien is het momenteel niet mogelijk om individuele jetski's te
verbieden op het binnenwater van Amsterdam en dienen de jetski's zich gewoon
te houden aan de maximum vaarsnelheden ter plaatse. Bij overtreding hiervan zal
er handhavend worden opgetreden.
In groepsverband zal er een melding moeten worden gedaan en zal beoordeeld
worden of de activiteit voldoet aan de criteria van het Binnenvaartpolitiereglement
inzake evenementen. Zo nodig worden er voorschriften verbonden aan de
toestemming. Tot op heden is dit de eerste keer dat er een groep jetski’s is gaan
varen op de grachten. Mocht het zich vaker gaan voordoen en leiden tot overlast,
dan kan het college onderzoeken of het mogelijk is om een waterscooter of jetski
of een ander gemotoriseerd — niet bootachtig — vaartuig te verbieden de grachten
op te gaan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 76
Publicatiedatum 31 januari 2014
Ingekomen onder P
Ingekomen op woensdag 22 januari 2014
Behandeld op woensdag 22 januari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Ivens en de heer
Paternotte inzake het verlengen van de subsidierelatie met de Stichting Jaap Eden
IJscomplex.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 3 december 2013 tot kennisnemen van het besluit van het college
van burgemeester en wethouders inzake het verlengen van de subsidierelatie met
de Stichting Jaap Eden IJscomplex (Gemeenteblad afd. 1, nr. 18);
Constaterende dat:
— er weer voor vijf jaar een subsidierelatie is aangegaan met de stichting Jaap Eden
ijsbaan met als doel zoveel mogelijk Amsterdammers te laten schaatsen op
het kunstijs van de Jaap Edenbaan en -hal;
— de relatie tussen het bestuur en (sommige) gebruikers van de baan de laatste
jaren op gespannen voet heeft gestaan;
Overwegende dat het succes van de publiek gefinancierde ijsbaan valt of staat met
een goede kwaliteit van de service, en met een goede relatie van het bestuur en
de directie met de gebruikers van de ijsbaan,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het bestuur van de Jaap Eden ijsbaan aan te sporen acties te ondernemen om de
relatie met het deel van de schaatsers die zich de laatste jaren hebben geroerd te
herstellen, bijvoorbeeld door (maar niet uitsluitend):
— brede vertegenwoordiging in de Gebruikersraad die een stevig mandaat heeft;
— het doen van een klanttevredenheidsonderzoek in 2014;
— goede kwaliteitsbewaking van de nieuwe Schaatsschool;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 76 Moti
Datum _ 31 januari 2014 otie
— op regelmatige en structurele basis contact te onderhouden met de gebruikers
van de Jaap Edenbaan en -hal.
De leden van de gemeenteraad,
E.T.W. van Roemburg
L.G.F. Ivens
J.M. Paternotte
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 438
Datum akkoord 12 mei 2016
Publicatiedatum 13 mei 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius (VVD) en
Groot Wassink (GroenLinks) van 26 april 2016 inzake de inbraak in de woning van
Ebru Umar.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 25 april 2016 berichtte telegraaf.nl dat de inbraak in het Amsterdamse huis van
journalist Ebru Umar door de politie als iedere andere inbraak zou worden behandeld.
De inbraak vond plaats op de maandagochtend nadat Umar in Turkije was opgepakt
vanwege het plaatsen van kritische berichten over de Turkse president Erdogan op
social media. Uit het huis werd een oude laptop gestolen tevens werd de
slaapkamermuur beklad met kwetsende teksten. Door de timing, de verdwenen
laptop en de achtergelaten tekst bestaat het vermoeden dat een politiek in plaats van
een hebzuchtig motief aan de inbraak ten grondslag ligt en dat het doel met name
intimidatie was.
De indieners van deze vragen maken zich zorgen over het effect die gebeurtenissen
als deze hebben op zowel mevrouw Umar als andere Nederlanders van Turkse
origine die zich kritisch uitlaten over het Turkse regime.
De fracties van de VVD en GroenLinks zullen dit onderwerp dan ook agenderen voor
de raadscommissie voor Algemene Zaken c.a. van 12 mei 2016. Gezien de ernst van
het onderwerp en het feit dat sporenonderzoek in de eerste periode na het delict het
meest effectief is, stellen zij aanvullend daarop deze vragen. Het wordt op prijs
gesteld wanneer de beantwoording eerder plaatsvindt dan de daarvoor gestelde
termijn van vier weken.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Yesilgöz-Zegerius en Groot Wassink,
respectievelijk namens de fracties van de VVD en GroenLinks, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college aangeven waarom de politie ondanks de timing en het mogelijke
motief van de inbraak afziet van extra maatregelen?
Antwoord:
De opsporing van strafbare feiten valt niet onder de verantwoordelijkheid van
het college, maar onder die van de Officier van Justitie. Het Openbaar Ministerie
Amsterdam heeft mij laten weten dat ze, gelet op het opsporingsbelang, in dit
stadium geen uitspraken kan doen over het verloop van het strafrechtelijke onder-
zoek, maar dat in het onderzoek alle mogelijke motieven worden meegenomen.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing as Gemeenteblad
Datum 13 mei 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016
Extra maatregelen worden getroffen indien daartoe op basis van (dreigings-)
informatie aanleiding is. Hierbij is het stelsel bewaken en beveiligen leidend,
waarin onder meer is opgenomen dat het treffen van maatregelen primair een
eigen verantwoordelijkheid is. Wanneer de dreiging hiertoe aanleiding geeft zal de
overheid aanvullende
maatregelen treffen. De hoofdofficier van Justitie is verantwoordelijk voor het
beveiligen van personen. De burgemeester is verantwoordelijk voor het bewaken
van gebouwen. De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het
bewaken en beveiligen van specifieke door het rijk benoemde objecten en
subjecten.
Zoals u weet doet de burgemeester nooit uitspraken over specifieke
dreigingsinformatie en de aard en omvang van eventuele maatregelen.
De burgemeester wil opmerken dat de vrijheid van meningsuiting en de
persvrijheid in Amsterdam een groot goed zijn en slechts worden beperkt door de
grenzen van de wet. Deze rechten worden beschermd door de overheid. Indien
noodzakelijk worden maatregelen getroffen ter bescherming van de personen die
gebruik maken van deze rechten en ten gevolge daarvan geïntimideerd en/of
bedreigd worden. Uiteraard worden meldingen van een dergelijke intimidatie of
bedreiging door de overheid serieus genomen.
In dit licht is er afgelopen weken dan ook veelvuldig contact geweest tussen
de driehoekspartners en de NCTV over deze specifieke zaak.
2. Mocht het motief van de inbraak politiek blijken te zijn, wordt het misdrijf dan
behandeld als een daad met terroristisch oogmerk zoals wordt verstaan onder
artikel 83a uit het Wetboek van Strafrecht?
Antwoord:
De vervolging van strafbare feiten valt zoals gezegd niet onder de
verantwoordelijkheid van het college, maar onder die van de Officier van Justitie.
Het is aan het Openbaar Ministerie om, nadat het opsporingsonderzoek is
afgerond, alle feiten en omstandigheden af te wegen en te bepalen of er
voldoende bewijs is dat er een strafbaar feit is gepleegd, of een strafrechtelijke
vervolging op zijn plaats is en zo ja, voor welk feit de dader of daders in dat geval
dienen te worden vervolgd.
3. Heeft het college signalen ontvangen van Amsterdammers die zich bedreigd
voelen naar aanleiding van kritische uitlatingen over Erdogan? Wat wordt
momenteel gedaan om deze Amsterdammers te beschermen tegen eventuele
vergeldingsacties?
Antwoord:
Bij het college zijn geen signalen bekend van Amsterdammers die zich bedreigd
voelen naar aanleiding van kritische uitlatingen over Erdogan.
Het college staat in contact met allerlei verschillende personen en organisaties
met een Turkse (en Koerdische) achtergrond. Via dit netwerk is gebleken dat de
mail van het consulaat — die later per ongeluk verstuurd zou zijn — om melding te
doen over beledigingen tegen president Erdogan, ook door Amsterdamse
organisaties is ontvangen. Dit is niet overal goed gevallen.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Ee 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016
Het beleid van de gemeente is er op gericht om de invloed van buitenlandse
conflicten op Amsterdam zoveel mogelijk tegen te gaan. In dat kader heeft de
gemeente in de afgelopen jaren een aantal keer de Amsterdamse organisaties
van Turkse en Koerdische komaf bij elkaar geroepen om problemen te
bespreken. Dit heeft geresulteerd in gezamenlijke verklaringen waarin is
aangeven dat we allen Amsterdammers zijn en buitenlandse conflicten niet naar
Amsterdam importeren. Indien de situatie daarom vraagt zal ik opnieuw een
dergelijke bijeenkomst organiseren.
Indien er informatie bekend wordt dat Amsterdammers zich bedreigd voelen zal
net als bij alle andere bedreigingen worden bezien welke maatregelen getroffen
dienen te worden. Het is van belang dat er altijd aangifte van bedreiging wordt
gedaan zodat de politie en het OM zo goed en snel mogelijk over kunnen gaan tot
opsporing en vervolging van de dader.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Verbeteraanpak Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland naar
aanleiding van het inspectierapport De kwaliteit van Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland
Stap 2 (Zicht op Veiligheid)
Periode januari — september 2017
AMSTERDAM-
AMSTELLAND
Definitief d.d. 27 september 2017
Inleiding
Op 24 januari 2017 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (de
inspecties) onderzoek gedaan bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland (verder Veilig Thuis). Dit is stap 2
in het toezicht op alle Veilig Thuis organisaties. In stap 2 richt het toezicht zicht op de kwaliteit van het
inzetten van vervolgtrajecten en het doen van onderzoek door Veilig Thuis. De inspecties hebben
geconcludeerd dat de kwaliteit van Veilig Thuis matig is. Veilig Thuis voldoet aan 23 van de 30
verwachtingen uit het toetsingskader.
Veilig Thuis heeft een verbeterplan opgesteld waarin per criterium van de inspecties wordt aangegeven
hoe Veilig Thuis de verbeterpunten vorm (gaat) geven en wanneer de verbetermaatregelen uitgevoerd
zijn. Veilig Thuis heeft met de inspecties afgesproken dat zij eind september inzicht geeft in de
voortgang van de verbetermaatregelen.
In deze notitie wordt eerst ingegaan op de verbeterpunten van Veilig Thuis te weten de wachtlijst, zicht
op veiligheid, vastleggen van de veiligheidsafspraken, uitvoering van de monitoring en
vertrouwenspersoon AKJ. Ook wordt de opzet van de interne audit, de auditvragen en de resultaten
ervan beschreven.
1. Instroom en uitdeellijst Veilig Thuis
a. Instroom januari tot en met augustus 2017
800
731 707
589
600 574 : 574 576
SEN ENNE N
400 214 37 D m Adviesvragen
NAR AAR df |
300 Ì — — 28 — — — 274 = Meldingen
ANNEN EN
ANDER
0
Jan Febr Maart April Mei Juni Juli Aug
2
Adviesvragen [418 |344 [425 |280 [321 |366 |352 |274 |
Meldingen 574 _\538 |s89 _ |574 |629 |731 |7o7 |576 |
M- hh zonder
kinderen 112 91 120 104 132 142 131 118
M-hh met kinderen
Het aantal meldingen is sinds januari flink gestegen ten opzichte van 2016. Het gemiddeld aantal
meldingen per maand in 2016 was 535. Voor 2017 is het gemiddelde tot en met augustus 614 meldingen
per maand. Uitschieters tot nu toe zijn de maanden juni en juli. In juni is het aantal meldingen sinds de
start van Veilig Thuis voor het eerst boven de 7oo uitgekomen. De stijging zit vooral in de huishoudens
met kinderen. Het aantal meldingen van huishoudens zonder kinderen is redelijk stabiel gebleven. Er is
geen duiding te geven waarom in de maanden juni en juli het aantal meldingen zo hoog is geweest. Dit
wordt nog nader onderzocht. De verhoogde instroom van juni en juli heeft geleid tot 65 extra
onderzoeken op de vitdeellijst ten opzichte van het maandelijkse gemiddelde in 2017.
b. Aantal onderzoeken op de uitdeellijst per 26 september
Op 26 september is het aantal meldingen voor onderzoek 4,8. Het aantal meldingen dat langer dan vier
weken op de vitdeellijst staat is 26. De maximale wachttijd is zeven weken.
De wachttijd heeft vooral te maken met de verhoogde instroom in juni en juli. Daarnaast krijgen recent
binnengekomen meldingen met het triagebesluit spoed of urgent voorrang waardoor andere meldingen
een langere wachttijd hebben.
De uitdeellijst bestaat vit urgente zaken en reguliere zaken. Afspraak is dat urgente zaken binnen twee
weken starten. Er staan geen urgente zaken op de uitdeellijst ouder dan twee weken. Bij alle meldingen
die langer dan twee weken op de uitdeellijst staan zijn betrokkenen benaderd voor Zicht op Veiligheid.
c. Wettelijke termijn triage (5 werkdagen)
In onderstaande tabel is de gemiddelde doorlooptijd (in werkdagen) tussen binnenkomst van de melding
en datum van triage vermeld. Daaronder wordt weergegeven welk deel binnen de wettelijke termijn van
vijf dagen uitgevoerd is.
Gemiddelde looptijd triagebesluit in aantal werkdagen + percentage binnen wettelijke termijn.
Jan _ Febr. Maart April Mei Juni __ Juli __Aug IJ
1,7 1,6 1,5 1,6 1,7 1,9 1,6 1,2
937% 937% 96,3% 957% 90,9% 92,8% 91,6% 95,9%
Uit de tabel blijkt dat het aandeel triagebesluiten dat binnen vijf dagen wordt genomen gemiddeld rond
de 95% schommelt.
3
d. Wettelijke termijn onderzoek (120 weken)
De onderstaande tabel en figuur laten zowel de gemiddelde doorlooptijd zien tussen triage en het einde
onderzoek en de doorlooptijden van de afgesloten onderzoeken per maand.
Gemiddeld aantal weken tussen triage en afronding onderzoek + percentage binnen wettelijke termijn.
Jan Feb Mrt Apr Mei Juni SI Aug
9,7 9,3 9,6 8,2 10,4 9,9 9,0 8,3
589% 55,4% 50,0% 653% 51,0% 53,2% 54,7% 63,0%
Percentage doorlooptijd onderzoek onderverdeeld naar 0-10, 10-15 en 15+ weken
100%
ox R B R_ NE BE B B
Z X Z
NM NRN B KE BE
m>15 weken
<A NR RN B B B B
m 10-15 weken
<A RR ER BE B B
m 0-10 wek
wnRRE E weken
xe OW B B OW
<A RN B B B B
‚NEE EEn
januari februari maart april mei juni juli augustus
Het aantal onderzoeken dat binnen tien weken afgerond wordt, schommelt sinds januari rond de 55%. In
augustus is dit aandeel gestegen naar 63%
Tevens is het aandeel onderzoeken langer dan 15 weken gedaald tot 10%.
e. Beheersmaatregelen
e Werving personeel en extra inhuur BMC
Het vinden van gekwalificeerd personeel blijft een opgave. Zowel in de werving van nieuw regulier
personeel als voor een bureau als BMC dat interim personeel aan Veilig Thuis organisaties kan leveren.
Dit aspect speelt niet alleen een rol bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland maar ook bij andere Veilig
Thuis organisaties. Het is een breder probleem dat ook voor andere organisaties in de regio Amsterdam
geldt. Binnen de zwaardere jeugdzorg (zoals de Jeugdbescherming) is het moeizaam om goed
gekwalificeerd personeel te krijgen en te behouden. AEF doet onderzoek hiernaar in de regio
Amsterdam en Veilig Thuis participeert in dat onderzoek.
4
In februari 2017 zijn er vijf nieuwe medewerkers geworven, welke gestart zijn in april en mei. In juni 2017
zijn er zes medewerkers geworven waarvan één SPV-er (allemaal gestart op 1 september).
Het werven van nieuw personeel is een voortdurend proces. Doel is dat er in het vierde kwartaal
nogmaals vier nieuwe medewerkers worden aangenomen.
In de afgelopen periode is de extra additionele inzet vanuit BMC uitgebreid van vijf naar zeven
medewerkers.
e _Samenwerkingsafspraken lokale veld
Door de samenwerkingsafspraken met de lokale teams kunnen de Evident Lokale Veld (ELV) zaken nu
direct afgeschaald worden naar de lokale teams. In onderstaande tabel is te zien dat het aantal directe
doorverwijzingen naar het lokale veld sinds januari gestegen is, maar nog wel een wisselend beeld laat
zien. De meeste directe doorverwijzingen vinden plaats naar de Ouder-en Kindteams in Amsterdam,
gevolgd door het sociaal team in Amstelveen.
Aantal directe doorverwijzingen naar lokale teams (Evident Lokale Veld)
90
80 1
70
70 060
OO a
RENE
48
jn ER B
RNR NEE EB
30
RR EN B B
NN EE B B
NN Nn
0
januari februari maart april mei juni juli augustus
Lokaal Team EX asl |
OKT 280
Sociaal team Amstelveen 102
Brede Hoed Team 15
Sociaal team Uithoorn 8
Kernteam Ouder-Amstel 5
Totaal A47
5
De samenwerking met de lokale teams is, zeker in Amsterdam, onderwerp van gesprek met de
gemeenten. De evaluatie van de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de lokale teams is
opgepakt door de opdrachtnemers van zowel Veilig Thuis als de lokale teams, c.q. de zes gemeenten. Zij
hebben gezamenlijk een voorstel voor een evaluatie opgesteld, inclusief vragenlijst. Deze vragenlijst is
eind augustus aan alle partijen voorgelegd ter commentaar en wordt nu aangepast. Uitkomsten van de
evaluatie worden in het najaar verwacht.
Met de lokale teams wordt bekeken hoe meer zaken die gemeld worden bij Veilig Thuis door het lokale
veld kunnen worden opgepakt. Dit zijn meldingen van gezinnen/huishoudens die niet eerder in beeld zijn
geweest bij Veilig Thuis, het lokale veld of Jeugdbescherming en geen onderzoek van Veilig Thuis
behoeven, maar niet volledig binnen de ELV criteria vallen. Het betreft zo’n 30-40% van de huidige
vitdeellijst.
Ook wordt de rol die de Blijf Groep heeft binnen het stelsel besproken met de gemeente Amsterdam.
Doel is om te komen tot een nauwere verbinding tussen de Samen DOEN teams en de ambulante zorg
van de Blijf Groep. Voordeel voor Veilig Thuis hierbij is dat de Blijf Groep vaker ingezet kan worden om
meldingen op te pakken en in die zaken regie te voeren.
e Analyse benodigde formatie Veilig Thuis
Om beter zicht te krijgen in de benodigde formatie en kosten, rekening houdend met de huidige en
de te verwachten instroom en de opgestelde kwaliteitseisen en adviezen uit het handelingsprotocol,
heeft Veilig Thuis in samenwerking met Q-Consult Zorg het formatie- en kostenmodel Veilig Thuis
ontwikkeld.
Dit model ondersteunt Veilig Thuis in het opstellen van een (meerjaren)begroting en de financiële
ontwikkeling van verschillende scenario’s voor de toekomst. Door een vergelijking met andere Veilig
Thuis organisaties te maken (benchmark) wordt inzichtelijk op welke punten de situatie bij Veilig Thuis
afwijkt van het landelijk beeld.
Daarnaast is Q-Consult gevraagd om de formatie en kosten voor de crisisdienst van o tot 18 jaar (jeugd)
meer inzichtelijk te maken (exclusief GGZ beoordeling).
De planning is dat de analyses van Q-consult in het vierde kwartaal van 2017 gereed zijn.
2. Verbeterpunten en verbetermaatregelen
De Inspectie heeft vier verbeterpunten genoemd in haar rapport. Het betreft:
a. Zicht op Veiligheid
b. Vastleggen veiligheidsafspraken
c. Uitvoering monitoring
d. Vertrouwenspersoon AKJ
Ten behoeve van deze verbeterpunten is op 28 augustus een interne audit vitgevoerd. De beschrijving
van de audit en de auditvragen zijn te vinden in de bijlage.
6
a. Zicht op Veiligheid
Verbetermaatregelen naar aanleiding inspectieonderzoek
e Extra inhuur BMC voor contact met alle wachtenden die langer dan twee weken op
de uitdeellijst staan
Veilig Thuis heeft een medewerker van BMC ingehuurd om contact op te nemen met alle wachtenden
die langer dan twee weken op de uitdeellijst staan. De uitkomsten van deze acties worden vastgelegd in
CLAVIS.
e _Huisbezoeken als onderdeel van de triage
Er is voor de zomer gestart met een werkwijze in de stadsdelen Noord, Oost en Centrum West om een
huisbezoek af te leggen in of rond de triagefase.
In deze werkwijze wordt tijdens het huisbezoek:
a. eeninschatting gemaakt van de acute veiligheid en snelheid waarmee een casus moet
worden opgepakt (veiligheidsafspraken voor de korte termijn);
b. uitgevraagd of mogelijke hulpverlening, anders dan is gebleken uit de verrijking,
betrokken is zodat deze casus warm overdragen kan worden;
c. bekeken wanneer het een casus betreft waarbij geen hulpverlening bekend is, de
mogelijkheid bestaat of de casus direct kan worden overgedragen aan het lokale veld;
d. worden alle relevante telefoonnummers gevraagd zodat makkelijk contact kan worden
opgenomen met de betrokkenen. Soms wordt ter plekke in het bijzijn van betrokkenen
de huisarts of de school gebeld.
De eerste ervaringen van medewerkers zijn dat het de samenwerking tussen de front- en backoffice
bevordert, soms gaat men samen op werkbezoek. De urgente zaken worden als eerste opgepakt om zo
direct ter plaatse een veiligheidsinschatting te kunnen maken. Ook wordt er meer specifiek vooraf
gekeken of een zaak beter te triëren is wanneer er eerst een huisbezoek wordt gedaan.
Bij zaken die nog niet bekend waren bij Veilig Thuis of een andere organisatie kunnen door snelle
interventie, kort na het incident, ouders beter gemotiveerd worden voor hulpverlening en kunnen direct
veiligheidsafspraken gemaakt worden. Zo wordt er bijvoorbeeld ter plekke een huisarts gebeld en direct
doorgezet naar hulpverlening, waardoor deze zaken niet op de vitdeellijst komen. Ook is het team op
deze manier meer betrokken bij het terugdringen van de doorlooptijd van de vitdeellijst.
Door deze werkwijze is de uitdeellijst in deze stadsdelen kleiner en is er meer grip op de vitdeellijst.
Uitkomst audit
Dit onderdeel zicht op veiligheid was nog niet helemaal op orde ten tijde van de audit. Aanscherping van
de afspraken hierover met de werkbegeleiders zijn daarom per direct doorgevoerd.
Tijdens de audit stonden er 94 dossiers op de uitdeellijst waarvan er bij 34 zicht op veiligheid is
uitgevoerd.
Uit de registraties tijdens de audit blijkt dat contact met de cliënt(en) vaak niet gelukt is
(voicemailbericht, niet thuis, afgesloten, vakantie). Er is dan wel geregistreerd dat het contact niet tot
stand is gekomen, maar was onvoldoende geregistreerd wat de vervolgactie is.
Het algemeen beeld van Zicht op Veiligheid geeft de noodzaak aan om zo vroeg mogelijk na
binnenkomst van de melding (tijdens of na triage) contact te hebben met betrokkenen, hetzij
telefonisch, hetzij middels een huisbezoek.
7
Uitgangspunt is dat er geen meldingen op de uitdeellijst komen zonder contact met betrokkenen. Voor 2
oktober wordt daarnaast besloten op welke wijze het “afleggen huisbezoeken onderdeel van triage”
breed geïmplementeerd kan worden binnen de overige basisteams.
Als betrokkenen langer dan 14 dagen wachten voor een onderzoek wordt er aanvullend zicht op
veiligheid vitgevoerd.
De bovengenoemde verbeteracties hebben er reeds toe geleid dat met alle betrokkenen op de
vitdeellijst contact is opgenomen.
b. Vastleggen veiligheidsafspraken
Verbetermaatregelen naar aanleiding Inspectieonderzoek:
e Verbeteren kwaliteit onderzoeken en eenduidiger werkwijze
Veilig Thuis streeft naar verdere kwaliteitsverbetering, optimalisatie van de werkprocessen en een
betere positionering in de keten. Veilig Thuis wil meer eenduidigheid en transparantie is in het (doen
van) onderzoek en meer mogelijkheden (afspraken) om meldingen over te dragen aan het lokale veld.
Daarnaast motiveren ook landelijke ontwikkelingen Veilig Thuis in het verbeteren van haar
werkprocessen, zoals de aanscherping van de Wet Meldcode en de MDA++ benadering.
Veilig Thuis heeft BMC ingehuurd om de huidige werkprocessen door te lichten en te verbeteren
waardoor een kwaliteitsslag plaatsvindt binnen Veilig Thuis en op een juiste manier ingespeeld kan
worden op de landelijke ontwikkelingen.
BMC maakt hiervoor gebruik van de ervaringen van de interne werkgroep BackOffice die vanaf februari
2017 gestart is om te inventariseren waar kwaliteitsverbetering gewenst is bij het doen van onderzoek.
Ook de resultaten van de interne audit zullen in het proces meegenomen worden.
De aanpak is in drie fasen opgedeeld: oriëntatiefase, ontwerpfase en ontwikkelfase. De planning is dat
de ontwikkelfase half november afgerond zal zijn.
e Controle op vastleggen afspraken door gedragswetenschapper en werkbegeleiders
De verantwoordelijkheid voor de controle of de veiligheidsafspraken goed worden vastgelegd
ligt bij de gedragswetenschappers en werkbegeleiders. De gedragswetenschappers hebben
in de afgelopen periode aandacht aan dit punt besteed in de afsluit MDO’s (Multi Disciplinaire Overleg).
De werkbegeleiders hebben dit op hun beurt gedaan bij het afsluiten van de dossiers en tijdens de
caseload besprekingen met de medewerkers.
e Aanpassing registratiesysteem
Het onderdeel conclusie in CLAVIS is zodanig aangepast dat het de medewerkers behulpzaam is bij het
juist, concreet en volledig vastleggen van de gemaakte (veiligheids)afspraken.
Uitkomst audit
De uitslag van de onderzochte dossiers (36 dossiers in totaal) was relatief goed. Bij bijna alle dossiers is
een ingevuld veiligheidsplan aanwezig met daarin vastgelegde veiligheidsafspraken. De uitslag van de
vragen over concrete advisering welke moet leiden tot blijvende veiligheid is bij 75% van de dossiers in
orde. Bij 25% van de dossiers week dit af van de norm en is er nog een verbeterslag te maken. Dit betreft
vooral de advisering gericht op blijvende veiligheid.
8
Er is door Veilig Thuis professionele hulpverlening geadviseerd bij de dossiers waar dit van toepassing
was.
Bij de dossiers waar kinderen > 12 jaar betrokken zijn, zijn deze meestal genoemd in het
veiligheidsplan en is er bij 2/3 van deze dossiers met hen gesproken over de veiligheidsafspraken. Deze
aantallen moeten in de komende tijd verder omhoog. Dit is onderdeel van het BMC traject.
c. Uitvoering monitoring
Verbetermaatregelen naar aanleiding Inspectieonderzoek
e Inhaalslag begin 2017
In de afgelopen maanden zijn twee medewerkers vrijgemaakt om een inhaalslag te maken in het
monitoren van alle afgesloten dossiers waar nog geen monitoring had plaatsgevonden.
e Implementatie plan van aanpak Monitoring
Het plan van aanpak Monitoring is volledig geïmplementeerd onder alle medewerkers.
Monitoring is nu standaard onderdeel van de werkwijze van de medewerkers van Veilig
Thuis.
Uitkomst audit
De uitkomst van de audit op de uitvoering monitoring was relatief goed. Er is bij de dossiers vit de
steekproef vastgelegd met wie monitoring wordt uitgevoerd (betrokkenen en/of hulpverleners). Ook
blijkt dat de betrokkenen en/of hulpverleners het advies van Veilig Thuis hebben uitgevoerd of hiermee
bezig zijn.
Binnen de steekproef (13 dossiers) bleek bij alle dossiers monitoring volgens de juiste termijn uitgevoerd.
De tijdigheid van monitoring over alle dossiers (eerste halfjaar 2017) bleek echter bij een kwart van de
gevallen binnen de o-12 weken uitgevoerd te zijn. Dit is onderwerp van gesprek in de
caseloadgesprekken tussen werkbegeleider en medewerker.
d. Vertrouwenspersoon AKJ
De vertrouwenspersoon voor cliënten, betrokkenen en melders bij Veilig Thuis wordt vitgevoerd door
het AKJ. De website van Veilig Thuis is aangepast. Het AKJ wordt nu apart genoemd op de website en
kent een aparte “knop”. Daarmee is de informatie over het AKJ direct zichtbaar en opvraagbaar en zit
het niet meer onder het kopje “klachten”. Er wordt meer informatie gegeven over de diensten van de
Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Er wordt vermeld dat het AKJ er niet alleen is voor
betrokkenen in de jeugdhulp, maar ook volwassenen en ouderen die te maken krijgen met enige vorm
van huiselijk geweld en mishandeling. Ook wordt aangegeven dat het AKJ ondersteuning kan bieden
aan adviesvragers of aan diegenen die een melding hebben gedaan bij Veilig Thuis, dan wel als
informant betrokken zijn bij een melding.
Een filmpje over wat er gebeurt er als je een melding doet bij Veilig Thuis is geplaatst op de website.
Veilig Thuis heeft een gesprek gehad met het AKJ over de cijfers van 2016 en de onderlinge
samenwerking. Het AKJ heeft nu een vast contactpersoon voor de regio. Ook binnen Veilig Thuis is een
vast contactpersoon voor het AKJ aangewezen. Afgesproken is om een werkbezoek voor het hele AKJ
team te organiseren zodat Veilig Thuis de werkwijze en de routes en wat er met meldingen en
9
adviesvragen gebeurd kan toelichten. Eveneens zal het AKJ een presentatie geven over haar werkwijze
aan enkele medewerkers van Veilig Thuis. Dit zal begin oktober plaatsvinden.
Tot slot maakt Veilig Thuis gebruik van het foldermateriaal van het AKJ, zowel voor huishoudens met
kinderen als huishoudens zonder kinderen. Deze worden verstuurd aan betrokkenen op basis van de
casus. Daarnaast wordt het AKJ standaard genoemd in de brieven die zijn opgesteld voor de
beantwoording van klachten. Deze brieven zijn ook te vinden in het kwaliteitssysteem van Veilig Thuis.
3. Informeren medewerkers over directe verwijzing naar de Raad voor
de Kinderbescherming
Naast bovengenoemde verbeterpunten heeft de inspectie ook nog een aandachtspunt meegegeven in
haar rapport over het informeren van medewerkers over de directe verwijzing naar de Raad voor de
Kinderbescherming.
De huidige afspraken met de Raad voor de Kinderbescherming bieden ruimte om naast spoed,
En indien nodig ook in andere gevallen, rechtstreeks te verwijzen naar de Raad.
De werkwijze in de regio is in principe zo georganiseerd dat zaken die mogelijk in aanmerking komen
voor een dwang-maatregel eerst starten bij een Gecertificeerde Instelling in een drang-kader.
Dit sluit echter niet vit dat Veilig Thuis ook in reguliere zaken waar evident noodzakelijk is dat er een
dwangmaatregel nodig lijkt, dit direct kan melden bij de Raad voor de Kinderbescherming.
De medewerkers van Veilig Thuis zijn van deze afspraak nogmaals op de hoogte gebracht tijdens een
bijeenkomst voor alle medewerkers.
Ook is hier in de basisteams aandacht aan besteed. En het is in de wekelijkse update gemeld.
Op teamleidersniveau is er tussen Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming overleg geweest
over dit punt. Er is overeenstemming dat Veilig Thuis ook regulier verzoeken tot onderzoek rechtstreeks
kan doen bij de Raad voor de Kinderbescherming indien de casus daarom vraagt.
10
Bijlage |. Opzet Audit en vragenlijst
Opzet interne audit
De interne audit is gebaseerd op de veldnormen van de inspectie waar Veilig Thuis vanaf begin 2017
verbeteringen op heeft ingezet. Het toepassingsgebied van de audit is hier tevens op bepaald en
bestond uit:
1-Afgesloten onderzoeken (36 dossiers)
2-Monitoring (14 dossiers)
3-Zicht op veiligheid (12 dossiers)
Voor deze audit is gebruik gemaakt van dossiers van Veilig Thuis. Deze dossiers zijn aangeleverd in
steekproeven door de onderzoeker van de afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en
Zorginnovatie van de GGD welke verbonden is aan Veilig Thuis.
Het aantal dossiers is bepaald door de onderzoeker. Bij een gelijkmatig beeld van de uitslagen mocht er
met een grote kans besloten worden dat de uitslagen een weergave waren van de realiteit. Dit was met
alle drie hierboven genoemde processen het geval.
Het auditteam bestond uit vier medewerkers: een werkbegeleider, een kwaliteitsadviseur, een
onderzoeker en een GZ psycholoog.
Om een zo objectief mogelijke beoordeling van de dossiers te kunnen krijgen en is voorafgaand aan de
audit veel tijd geïnvesteerd in het bepalen van de auditvragen. De vragen moeten dan toepasbaar zijn op
de registraties in de dossiers en slechts voor één opvatting (beoordeling) mogelijk zijn. Deze criteria zijn
bij sommige normen van de inspectie herhaaldelijk bijgesteld, zelfs nog tijdens de audit.
De kwaliteitsadviseur heeft voorafgaande aan de audit aan het auditteam de belangrijkste
auditprincipes vitgelegd:
e Eeninterne audit heeft als doel goede verbeteringen te definiëren en door te voeren voor
cliënten/patiënten/klanten;
e Erwordt beoordeeld en gekeken op procesniveau;
e Erwordt anoniem gerapporteerd (geen namen van medewerkers, geen namen of
dossiernummers van cliënten worden vermeld);
e _ Privacy: inzage cliëntgegevens is toegestaan mits er anoniem gerapporteerd wordt en
cliënten vooraf bezwaar kunnen maken.
Auditvragen
Voor het bepalen van de auditvragen zijn criteria van de inspecties en werkwijzen van Veilig Thuis
Amsterdam Amstelland gebruikt.
Het auditteam heeft voor het auditgedeelte Zicht op veiligheid hoofdzakelijk zelf de vragen opgesteld.
De werkinstructie Zicht op veiligheid bleek te vitvoerend en niet volledig toepasbaar op de realiteit Het
document geeft aan wat er gedaan moet worden als er telefonisch contact is. In de werkelijkheid blijkt in
veel gevallen direct telefonisch contact met de betrokkenen niet mogelijk is of niet tot stand komt.
Voor het auditgedeelte ‘Afgesloten onderzoeken’ zijn auditcriteria bepaald op basis van opmerkingen
van de inspectie. Het ging hier om veiligheidsafspraken, inzetten vervolgtraject, dit alles moest
concreet, aantoonbaar en gericht zijn op blijvende veiligheid.
Voor het auditgedeelte ‘Monitoring’, zijn auditcriteria bepaald op basis van een werkinstructie
‘Monitoring, juli 2017’ en zijn bepaald door het auditteam. De auditvragen staan hieronder.
11
Vragenlijst ‘Afgesloten onderzoeken’
Vraag Vraag Score Oorzaak afwijking
nr.
1a Is er een ingevuld veiligheidsplan Ja=1
aanwezig? Nee=0
1b Zijn er bij deze casus kinderen betrokken | Ja-> naar vraag ac
> 12 jaar? Nee-> naar vraag 2a
(Introductievraag)
1C Zijn deze kinderen genoemd in het Ja->1
veiligheidsplan? Nee->0
1d Is er met deze kinderen gesproken over | Ja->1
de veiligheidsafspraken? Nee-> 0
2a Zijn er veiligheidsafspraken in het Ja->1
veiligheidsplan vastgelegd? Nee-> 0
2b Is er door VT casusregie ingezet? Ja-> naar vraag…
(inventariserende vraag) Nee-> naar vraag.……
2C Is de eindrapportage VT verzonden aan Ja->1
de casusregisseur? Nee-> 0
2d Is er door VT professionele hulp, Ja->1
ondersteuning of behandeling Nee-> 0
geadviseerd?
2e Is het gewenste resultaat in termen van | Ja->1
blijvende veiligheid concreet Nee->0
beschreven?
2f Is de eindrapportage VT verzonden aan Ja->1
de professionele hulpverlener? Nee-> 0
12
Vragenlijst ‘Monitoring’
Vraag | Vraag Score Oorzaak afwijking
nr.
3a Komt dit dossier in aanmerking voor Ja-> vraag 3b
monitoring door VT? Nee-> wat is de reden?
3b Is monitoring volgens de juiste termijnen | Ja->1
uitgevoerd? Nee-> 0
3C Is vastgelegd met wie de monitoring Ja=1
wordt uitgevoerd? Nee= 0
(Betrokkenen/casusregisseur/professional)
3d Is de monitoring uitgevoerd? Ja=1
Nee= 0
3e Hebben de betrokken Ja=1
professionals/gezinsleden de stappen Nee= 0
n.a.v. het onderzoeksresultaat
uitgevoerd?
3f Hebben de stappen uit het veiligheidsplan | Ja->1
geleid tot het stoppen van geweld/herstel | Nee->o
van veiligheid?
34 Wordt een veiligheidscijfer toegekend? Ja->1
Nee-> 0
13
Vragenlijst ‘Zicht op veiligheid’
Vraag Vraag Score Oorzaak
nr.
1 Is zicht op veiligheid vitgevoerd? Ja-> vraag 2
Nee-> vraag 3
2 Hoeveel dagen na de triage is de zicht op | Open antwoord:
veiligheid uitgevoerd? aenennenseneneenvenen
3 Hoeveel dagen na de triage staat dit Open antwoord:
dossier op de uitdeellijst? enenneevenennerenvenn
L Is het gelukt om telefonisch contact met | Ja
de cliënt(en) te krijgen? Nee
5 Voldoet de beschrijving van het contact | Ja->1
aan de eisen die Veilig Thuis hieraan Nee-> 0
stelt?
Heeft het contact geleid tot een beter Ja->1
zicht op veiligheid? Nee->0
7 Heeft het contact geleid tot een besluit | Ja
of een actie ten behoeve van de Nee
veiligheid? NVT
14
| Onderzoeksrapport | 14 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 april
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening & Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Directie Ruimte en Duurzaamheid, Grond & Ontwikkeling, Jan Straub,
06 536 80 227, [email protected]
Onderwerp Bodemdaling/Zettingen in Sluisbuurt-Zeeburgereiland
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende bericht vanuit Grond & Ontwikkeling.
Hierbij wil ik v informeren over een geconstateerde extra bodemdaling in de Sluisbuurt op
Zeeburgereiland. Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat de bodem van de Sluisbuurt op
Zeeburgereiland meer daalt dan verwacht. In vaktermen heet dit het ‘zetten van de
bodem’. Normaal gesproken wordt na het bebouwen van een gebied rekening gehouden met
een bodemdaling van 20 cm over een periode van 30 jaar, dat heet de Restzettingseis.
Uit het laatste onderzoek in de Sluisbuurt blijkt dat de daling daar groter zal zijn, naar
verwachting 30 tot 5o cm extra. Er moeten in de Sluisbuurt maatregelen genomen worden,
om te zorgen dat de straten en pleinen op de gewenste hoogte blijven en kabels en leidingen
op hun plek blijven liggen. Huizen en gebouwen blijven gewoon op hun plek staan, omdat
deze zijn gefundeerd op palen diep in de grond.
De extra daling in de Sluisbuurt wordt veroorzaakt doordat de diepere bodem onder andere
uit een laag baggerslib bestaat. Dit baggerslib daalt meer dan verwacht. Omdat het hele
Zeeburgereiland ongeveer dezelfde bodemopbouw heeft, is het belangrijk te controleren of
deze daling ook geldt voor andere delen van het eiland zoals in de Sportheldenbuurt. Het
onderzoek krijgt daarom nv een vervolg door extra metingen te doen, om te kunnen
beoordelen welke maatregelen daar eventueel nodig zijn. De Sportheldenbuurt is al een
aantal jaren bewoond. De resultaten van de nieuwe onderzoeken zijn binnen enkele weken
beschikbaar.
Hiernaast zoekt het ingenieursbureau uit welke maatregelen er eventueel nodig zijn om de
gevolgen van extra bodemdaling te verhelpen. In Nederland is veel ervaring met
bodemdalingen, en er zijn verschillende oplossingen. Bijvoorbeeld het extra ophogen van de
straten en pleinen met zand.
Oorzaak
De fysieke oorzaak is een waterlaag op een grotere diepte in de bodem die langzaam door het
opgebrachte zandpakket wordt leeggedrukt. Door dat leegdrukken daalt de bodem. Dit is een
normaal proces bij het ophogen in Amsterdam. Het wegdrukken van het water, en daarmee
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 april 2022
Pagina 2 van 3
het inklinken van de bodem gaat in de Sluisbuurt echter veel langzamer dan verwacht. Om die
reden is in 2019 de indruk ontstaan dat het zettingsproces tot stilstand was gekomen.
Afgelopen najaar bleek echter dat één meetpunt meer is gedaald dan verwacht. Daarna is
nieuw onderzoek gedaan naar de zettingen en de oorzaak. Hieruit blijkt dat de zetting zonder
extra maatregelen mogelijk nog lange tijd doorgaat en veel groter is dan de normaal
gehanteerde restzettingseis van 20 cm in 30 jaar.
Communicatie
De Sluisbuurt is nog niet bewoond, de ontwikkelaars die actief zijn en de nutspartijen die
kabels en leidingen leggen in de buurt zijn geïnformeerd over het onderzoek. We gaan de
komende tijd met hen in gesprek over eventueel noodzakelijke maatregelen. Doel is om de
bouw van de woningen en onderwijsgebouwen in de Sluisbuurt volgens planning te laten
verlopen. Ook is het belangrijk dat woningen en voorzieningen bij oplevering bereikbaar zijn
en aangesloten zijn op de nutsvoorzieningen.
Hoewel we nog niet zeker weten wat eventuele gevolgen voor de naastgelegen
Sportheldenbuurt zijn, hebben we alle bewoners en gebruikers via een huis aan huisbrief
geïnformeerd. Ook in de Sportheldenbuurt geldt dat de gebouwen geen risico lopen, omdat
die zijn gefundeerd op heipalen op een stevige zandlaag. In de Sportheldenbuurt wordt de
komende weken eerst nader bodemonderzoek gedaan. Op basis van de vitkomsten van dat
onderzoek zullen eventuele maatregelen getroffen worden. De vitkomsten worden op de
eerstvolgende bewonersbijeenkomst van 18 mei besproken. Ook is er een omgevings-
manager van het Ingenieursbureau beschikbaar en bereikbaar voor vragen van bewoners.
Gevolgen
Als er in de Sluisbuurt geen extra maatregelen worden getroffen zal het maaiveld rondom de
gebouwen nog lange tijd blijven zakken. Dit leidt tot ongemak (moeilijkere toegankelijkheid
van gebouwen), mogelijk tot het losschieten of afbreken van aansluitingen op de gebouwen
(water, riolering, ondergronds afvaltransport, warmtenetten) en het ongelijkmatig verzakken
van wegen en voetpaden. Om dit te aan te pakken moet extra zand opgebracht worden. Het
Ingenieursbureau werkt maatregelen uit die passend zijn bij de situatie.
De extra zettingen en de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van deze extra zettingen
op te heffen of te beperken leiden tot extra werk voor de gemeente en zouden kunnen leiden
tot verstoring van de bouwwerkzaamheden. Zoals ik reeds eerder stelde, is het doel om
vertraging van de bouw en oplevering van woningen te voorkomen. Samen met de
nutsbedrijven, ontwikkelaars en aannemers zullen we mogelijke maatregelen bespreken en
passende maatregelen vitvoeren. Deze maatregelen zullen tot extra kosten leiden.
Uitgezocht wordt wie voor deze kosten aansprakelijk is. Zodra hier een beter beeld van is, leg
ik voor zover nodig een voorstel ter dekking aan vw Raad voor. Dit laatste geldt ook voor
eventuele maatregelen in de Sportheldenbuurt. Uit onderzoek moet nog blijken of daar
maatregelen nodig zijn.
In de komende jaren wordt ook in de Baaibuurten en op de Oostpunt van het Zeeburgereiland
gebouwd. Vooruitlopend daarop zal de grond opgehoogd moeten worden. Met de kennis van
nu kunnen we ervoor zorgen dat daar op tijd de juiste maatregelen worden genomen. De
kosten van die maatregelen zullen op termijn onderdeel worden van de grondexploitaties die
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 april 2022
Pagina 3 van 3
voor deze gebieden worden opgesteld en te zijner tijd aan vw vergadering worden
voorgelegd.
Meer informatie is ook te vinden op
https://www.amsterdam.nl/projecten/zeeburgereiland/bodemdaling-zeeburgereiland/
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 89
Publicatiedatum 20 februari 2015
Ingekomen onder Q
Ingekomen op 11 februari 2015
Behandeld op 11 februari 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van Soest inzake de Nadere regels en het Financieel
besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (betalingsachterstanden jegens
zorgbehoevenden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Nadere regels en het Financieel besluit
maatschappelijke ondersteuning 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 51);
Overwegende dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) grote administratieve en
technische problemen heeft bij de verwerking van de taak, om aan de hand van de
declaraties van budgethouders, de zorgverlening te betalen;
Constaterende dat dit leidt tot onacceptabele betalingsachterstanden, waarbij
zorgbehoevende gezinnen financieel in de problemen komen,
Van mening zijnde dat het Amsterdamse stadsbestuur in de bres moet springen voor
Amsterdammers die dit lot ondergaan,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
de SVB op de vingers te tikken en te sommeren, de betalingsachterstanden jegens
zorgbehoevende Amsterdammers subiet ongedaan te maken.
Het lid van de gemeenteraad,
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 161
Datum akkoord college van b&w van 16 februari 2016
Publicatiedatum 19 februari 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bosman van 26 augustus 2015 inzake
spookmeters in de openbare ruimte en gemeentelijk vastgoed.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Uit het bericht in De Telegraaf, getiteld: ‘Vaak onnodig hoge schattingen van het
verbruik: Forse besparing op stadsspookmeters’ van 26 augustus 2015 blijkt dat er in
Rotterdam veel energiemeters staan die eigendom zijn van de gemeente, maar vaak
niet meer of ten dele werkzaam zijn. Volgens de Rotterdammers zijn rekeningen vaak
gebaseerd op schattingen, bijvoorbeeld van omliggende bedrijven en gemiddeld
verbruik. Als een pand leeg staat betaal je op die manier veel meer dan daadwerkelijk
hoeft.
Daarnaast heeft D66 Amsterdam het signaal ontvangen dat het vastrecht niet altijd
aansluit op gebruik en noodzaak. Het vastrecht is het gebruiksonafhankelijke deel van
de energienota. Voor een aansluiting op het Nederlandse elektriciteitsnet wordt een
vastrecht betaald aan de netbeheerder en aan de energieleverancier. Dit is
afhankelijk van het aantal ampères op de aansluiting. Echter ontving de fractie van
D66 Amsterdam het signaal dat deze ampères vaak veel te ruim zijn geschat in het
verleden. Vaak is het vastrecht bepaald voorafgaand aan de liberalisatie en ook
voorafgaand aan eventuele energiebesparingsmaatregelen. Dit maakt het vastrecht in
gevallen onnodig hoog.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Bosman op 26 augustus 2015, namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het bericht Vaak onnodig hoge schattingen
van het verbruik: Forse besparing op stadsspookmeters’ van 26 augustus 2015?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van het bericht in De Telegraaf van
26 augustus 2015.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing ler Gemeenteblad
Datum 49 februari 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2015
2. Herkent het college de problematiek van spookmeters die geschetst wordt in
Rotterdam ook voor Amsterdam?
Antwoord:
Nee, het college herkent de in Rotterdam geschetste problematiek van
spookmeters niet voor Amsterdam. Binnen de gemeente Amsterdam worden
spookaansluitingen voorkomen door gebruik te maken van een centraal
aansluitingenregister waarin mutaties worden bijgehouden.
De in het artikel geschetste problematiek dat spookmeters tot onnodig hoge
kosten leidt is een definitie die wij niet onderbouwen; onnodig hoge schattingen
van het verbruik leiden niet tot extra energiekosten. Energiekosten worden
betaald op basis van werkelijk verbruik of schattingen met voorschotbetalingen.
Als de energiekosten op voorschot worden berekend volgt jaarlijks een
eindafrekening op basis van opgenomen meterstanden. Dus mocht het voorschot
te hoog zijn omdat een pand niet meer in gebruik is, wordt dit rechtgetrokken met
de eindafrekening. Er wordt dus niet teveel of te weinig betaald voor het
energieverbruik. De voorschotsystematiek wordt inmiddels voorkomen door
zoveel mogelijk oude aansluitingen door ‘slimme meters’ te vervangen, zodat per
maand het werkelijke verbruik in rekening wordt gebracht.
De administratieve lasten worden teruggedrongen door verzamelfacturen voor
energie.
Inmiddels zijn alle gemeentelijke aansluitingen ondergebracht in een
monitoringsysteem, waarin de energiefacturen centraal worden behandeld.
3. Is het college het met de fractie van D66 eens dat een te hoog aantal ampères op
een aansluiting met bijbehorende vastrechtkosten onwenselijk is, wat onnodige
kosten oplevert voor de gemeente”?
Antwoord:
Ja, het college vindt dit ook onwenselijk.
Voor het transport van energie gelden tarieven afhankelijk van de benodigde
vermogens en/of energiemetercapaciteiten. Als de energievraag van een gebouw
afneemt, kan het contractvermogen of de metercapaciteit hoger worden dan
het benodigde, wat resulteert in te hoge ‘vastrechtkosten’ voor die aansluiting.
Onnodige en onwenselijke kosten door te hoge contractvermogens en/of te grote
energiemetercapaciteiten voor energietransport worden voorkomen door
maandelijks het energieverbruik per pand te registreren en te vergelijken.
4. Zijn in Amsterdam na de liberalisatie de elektriciteitsaansluitingen wel eens
heroverwogen en onderzocht? Graag een toelichting.
Antwoord:
Ja, aansluitingen worden zelfs regelmatig heroverwogen. Met behulp van
meetgegevens worden de aansluitingen onderzocht op overeenkomstige
capaciteit. Door het plaatsen van ‘slimme meters’ komen steeds meer meetdata
beschikbaar, en kunnen aansluitingen beter heroverwogen worden.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng | ‘ Gemeenteblad
Datum ha februari 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2015
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 309
Datum akkoord 16 april 2015
Publicatiedatum 17 april 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari-
Jansen van 25 maart 205 inzake de barricades in de Spuistraat.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
In de ochtend van 25 maart 2015 werd bekend dat in de Spuistraat in de nacht van
dinsdag 24 op woensdag 25 maart 2015 barricades zijn opgericht en in brand
gestoken, nabij het zogenaamde ‘Slangenpand’. Op 24 maart 2015 zouden krakers
hebben aangekondigd dat zij het pand hadden opengebroken; dit alles om een
ontruiming van panden van woningcorporatie De Key in de Spuistraat te bemoeilijken.
Op 25 maart 2015 heeft de ontruiming van deze panden in de Spuistraat
plaatsgevonden en is er mogelijk nog verdere schade te verwachten.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 25 maart 2015, namens de fractie
van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Hoeveel bedraagt de totale schade die is aangericht, inclusief de kosten van
het blussen en opruimen van deze barricades en de politie-inzet hierbij?
Antwoord:
Vooralsnog is er alleen schade gemeld door het stadsdeel. Voor zover het
stadsdeel het nu kan overzien bedraagt de schade voor het herstel van de straat
en het reiniging 160.000 euro. Het stadsdeel heeft ook aangifte gedaan van
vernieling.
Ten aanzien van de kosten van politie-inzet kunnen wij geen uitspraken doen.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer dr april 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 25 maart 2015
2. Wat gaat de gemeente doen om erop aan te sturen dat deze schade wordt
verhaald op de daders?
Antwoord:
Het stadsdeel heeft aangifte gedaan van vernieling. Beeldmateriaal zal worden
uitgerechercheerd met als doel tot bewijslast te komen. Dit biedt mogelijk een
kans om de schade te verhalen. Echter, het verleden heeft uitgewezen dat de
bewijslast ingewikkeld of zelfs onmogelijk is.
Daarnaast is het optreden van de politie een publieke taak, waarvan de kosten
niet kunnen worden doorberekend aan demonstranten. Ook niet aan mensen die
de wet overtreden. Er bestaan verschillende andere wettelijke instrumenten om
overtreders aan te pakken. Dit is primair de verantwoordelijkheid van politie en
justitie.
3. Kan de burgemeester deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, het liefst
nog voor de raadsvergadering van 1 april 2015?
Antwoord:
Nee, dat is niet gelukt. Ja, er zal wel zo snel mogelijk geantwoord worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Voortgangsrapportage 2020
Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de klas’
x Gemeente
Amsterdam
Inhoudsopgave
1 Samenvatting … ness onnnnnnnennenennsnnen sere veneeensnnnnnsnnenenenvenvnrnenennnnnseneneevenenvnrnensennnenre 3
2 Inleiding … ann onoenesernsennernenrenevenvnrenerennenenennseervenvennnennenenenenenenvenvensenennnnnnenre Ó
3 Verbeteren aantrekkelijkheid van het beroep … nnen nnn sennenennneneneenenvereresennnnnnenen 7
3.1 De Amsterdamse imago en wervingscampagne ‘Liever voor de klas’ … 7
3.2 Statushouders voor de klas … nnn nnen nennen ee nnenenseereennenenserrennereneeeenneeennneerneeennnenner ennn
4 Meer leraren aantrekken en behouden: aantrekkelijk Amsterdam … e= Q
4.1 Reiskostenregeling … nnn ennen eenen venneenen evene veneenevenvenvenveneenvenveenenvenveeneeneenen Q
4-2 Parkeren …...nnnnnnnennnnenrennenneneerennerennenennneernneeenneernnnneeene ners neenneensneenen neen nerenseeen venen G
4.3 Woningen ….…....nnnnnnnnnnnnenvenenrvennn neee ennnerenennserrvennenverenennversnennerseenen seven ennvervvenenveren verven LO
5 Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals … …….……unsesoneenennnnsnnnnenennerneeensenrenn 12
5.1 Professionalisering — De Amsterdamse teambeurs … nnen venveneenene renee 12
5.2 Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep … nennen venne renvenerenverneenvereneernerenveren 13
5.3 Voorziening ondersteuning directeuren primair onderwijs … nennen verversen 16
Bijlage 1: Eerste resultaten Noodplan Lerarentekort PO … nonnen ren eneneneenennn 18
5.4 Pijler 1: Werving en behoud … … erneer se eennersevennerenven serre enne vente venvenveeeve eene erven 1)
5.4.1 Modulair opleiden: bevoegd voor de klas & loopbaanperspectief voor ondersteuners.… 19
5.5 Pijler 2: Ondersteuning van scholen in omgaan met langdurig tekort … nee. 20
5.5.1 Project Omgaan met langdurige tekorten … … nnee eneen eneeneeeneenveneenveneeene. 20
5.6 Pijler 3: Monitoring … nnen eeneeneeneneneenveneeeneenvenreneeneneevenveneeneeeneevenevenvennven verversen. 20
5.6.1 Werkgroep Monitoring … … nnee eenen venvenseenvenr vereen nennen venen eeveeneeneeeeerenvenveneeenne 20
5.7 Pijler 4, mobiliteit en dienstverlening … nnn oneens eererenvene verversen enveenveenve renee nnee 2
5.7.1 Servicecentrum onderwijs en zorg... ennen eenen eenen eeneeneneeneneen evene eeveervereenveeneee 21
5.7.2 Mobiliteitsaanpak publieke professionals … nennen eneen veneenenvenvenvenveneevenvenvenvenen 22
Bijlage 2: Begroting Lerarenagenda 2019-2023 …….nnsnnereneneneneennnennnnenrenenenvernennen 24
1.1 Amsterdamse teambeurs … ……….…nnnnnonnennenenneerennenenneeennneerneerennnsensnereeneensnnneennnenennennene rennen Zh
2
x Gemeente
Amsterdam
1 Samenvatting
Voor ulligt de tweede voortgangsrapportage van de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023
‘Liever voor de Klas’. De gemeenteraad van Amsterdam heeft op 4 april 2019 de
Lerarenagenda vastgesteld. Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de vitwerking van de
maatregelen voor het jaar 2020 uit de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023. Alle
maatregelen richten zich op het bestrijden van het lerarentekort door het aantrekken van
nieuwe leraren en het behoud van ervaren leraren voor de stad.
Lerarenagenda ‘Liever voor de klas’ versterkt door het Noodplan
Het lerarentekort heeft enorme impact op de scholen, ouders en leerlingen. In het primair
onderwijs zijn de tekorten nog altijd het grootst. Hierbij is het tekort op scholen met veel kinderen
met een risico op onderwijsachterstand groter dan bij scholen met nauwelijks kinderen met een
risico daarop. In februari 2020 zagen we het tekort in het primair onderwijs afnemen naar een
gemiddeld tekort van ruim 10%. In het voortgezet onderwijs raakt het lerarentekort specifiek een
aantal tekortvakken, zoals wiskunde, natuurkunde en Frans. Op dit moment is het tekort circa
12,5% en de prognoses laten zien dat het lerarentekort de komende jaren verder toeneemt, mede
door de pensionering van een grote groep leraren.
De coronacrisis raakt onze gehele samenleving diep. De pandemie vraagt nog steeds veel van het
onderwijs en heeft enorme impact op de draagkracht van scholen, die toch al zwaar belast zijn
door het voortdurende lerarentekort. Het onderwijs toont ondanks alle tegenslagen veerkracht en
flexibiliteit, maar we bereiken inmiddels wel de grens. De noodzaak om scholen en schoolbesturen
te ondersteunen bij het terugdringen van de tekorten is onverminderd hoog.
Om het lerarentekort te bestrijden heeft de gemeente samen met de Amsterdamse
schoolbesturen en lerarenopleidingen op 4 april 2019 de lerarenagenda vastgesteld. Hierin staan
de volgende ambities:
Ambitie 1: We willen geen lerarentekort meer en zetten er daarom op in dat er in 2023 500 fte
méér leraren beschikbaar zijn voor een baan in het Amsterdamse onderwijs dan in 2019. Dat
bereiken we door het verhogen van de instroom, het behoud van leraren voor het onderwijsvak en
het behoud en aantrekken van leraren voor Amsterdam.
Ambitie 2: We willen dat elke Amsterdamse leraar, directeur en ondersteuner én elke extra leraar
die we voor Amsterdam winnen of behouden, ook op de langere termijn, graag wil blijven werken
in het Amsterdamse onderwijs. Daarmee werken we aan de weerbaarheid van het
onderwijssysteem en zorgen we dat een lerarentekort als dit in de toekomst niet meer voorkomt.
Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de vitwerking van de maatregelen voor het jaar 2020
uit de Amsterdamse Lerarenagenda, die in samenwerking met de Amsterdamse schoolbesturen
en kennisinstellingen is opgesteld en wordt uitgevoerd. Doordat de tekorten vooral het primair
onderwijs raken en de urgentie voor extra maatregelen steeds groter werd, is de aanpak in 2020
op initiatief van de Amsterdamse schoolbesturen geïntensiveerd met de inzet van het Noodplan
Lerarentekort Amsterdam (2020-2014). Hierdoor hebben we bestaande projecten, gestart in de
Lerarenagenda, kunnen uitbouwen en verstevigen. Het college van B&W heeft in 2019 € 23
3
x Gemeente
Amsterdam
miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2019-2023. Daarbij komt voor de periode 2020-2024
een extra investering van in totaal € 82,1 miljoen voor het Noodplan (waarvan € 32,6 miljoen voor
het project zij-instroom). Dit bedrag bestaat naast de rijksbijdrage voor € 18,4 miljoen vit
cofinanciering door de schoolbesturen po, en € 2,07 miljoen door de gemeente.
We doen het samen
De Lerarenagenda is een gezamenlijk product van de Taskforce Lerarentekort Amsterdam. In deze
Taskforce zijn de gemeente, schoolbesturen en lerarenopleidingen verenigd om het lerarentekort
in Amsterdam aan te pakken. De Taskforce maakt daarbij voortdurend gebruik van de inzet,
ervaring en kennis van vele Amsterdamse onderwijsprofessionals, zoals leraren, directeuren,
schoolleiders, bestuurders en vertegenwoordigers van lerarenopleidingen.
De gemeente Amsterdam heeft regelmatig overleg met andere steden. Zo deelt Amsterdam haar
kennis en werkt samen met onder andere de G4-partners. De aanpak van deze steden is
vergelijkbaar, omdat de vitdagingen van de grote steden overeenkomsten vertonen. Tot slot doen
we voortdurend een beroep op de verantwoordelijkheid van de landelijke overheid om de
investeringen te doen die noodzakelijk zijn. Investeringen in salarissen en werkdrukverlaging
bijvoorbeeld, maar ook gericht op regelruimte.
Maatregelen
Met de Amsterdamse Lerarenagenda voert de Taskforce een doordachte set aan maatregelen uit
die erop gericht is om de instroom en werving te stimuleren en het behoud van leraren te
vergroten. Dit doet de Taskforce volgens twee pijlers:
1. Weg met het lerarentekort
2. Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals
Weg met het lerarentekort
De maatregelen om het lerarentekort te bestrijden richten zich op werving en het opleiden van
meer nieuwe leraren. De Amsterdamse maatregelen dragen bij aan een verhoogde instroom van
leraren. In schooljaar 2019-2020 namen 152 kandidaten deel aan een kennismakingstraject voor
het primair en voortgezet onderwijs. Dit is een traject waarin je in tien dagen in theorie en praktijk
leert wat het lesgeven op een school inhoudt. Van deze kandidaten zijn 89 dit schooljaar gestart
met opleiding tot leraar of werkervaringstraject. Tussen september 2020 en maart 2021 hebben 60
kandidaten het kennismakingstraject gevolgd, waarvan 45 binnenkort starten als zij-instromer.
Voor 94 zij-instromers is de aanvraag van een voorziening toegekend voor het realiseren van
intensievere begeleiding op de school. Zo hebben de kennismakingstrajecten en de voorziening
voor extra begeleiding er mede voor gezorgd dat het aantal zij-instromers in Amsterdam de
afgelopen jaren enorm is toegenomen, tot 125 startende zij-instromers in schooljaar 2020-2021.
Met de reiskostenregeling, extra parkeervergunningen en voorrang op woningen verlagen we
(financiële) drempels voor leraren om in Amsterdam te gaan of blijven werken. Samen met de
schoolbesturen komt de gemeente met de reiskostenregeling het grootste gedeelte van het
onderwijspersoneel tegemoet, bijna 1.500 fte in totaal. De regeling staat open voor leraren,
onderwijsondersteunend personeel en directeuren. In het primair onderwijs maakt ruim 60% van
het onderwijspersoneel dat buiten Amsterdam woont, gebruik van deze regeling.
Scholen maken ook gebruik van de mogelijkheid om extra parkeervergunningen aan te vragen,
maar onderzoeken ook duurzamere vervoersopties. Zo maken steeds meer schoolbesturen
gebruik van het mobiliteitsadvies dat Stichting Breikers in opdracht van de gemeente aanbiedt.
4
x Gemeente
x Amsterdam
Samen met de mobiliteitsadviseur stelt een schoolbestuur een mobiliteitsagenda op gericht op
slimmer, goedkoper en duurzamer woon-werkverkeer.
De campagne en de ondersteunende helpdesk ‘Liever voor de Klas’ richt zich op
imagoverbetering, werving en advies voor potentiële nieuwe leraren voor het Amsterdamse
onderwijs. Daarnaast heeft de gemeente de afgelopen periode met ‘De Amsterdamse Klas’
gebouwd aan een actieve community van zo’n 6ooo leraren. Hier zorgen we met een breed scala
(online) activiteiten en informatie voor meer verbinding en betrokkenheid tussen Amsterdamse
onderwijsprofessionals „Het project Leraar voor een dag is een voorlichtingsactiviteit specifiek
voor havo- en vwo-leerlingen geïnteresseerd in het beroep van leraar.
In 2019-2020 zijn er 11 statushouders (vanuit het project ‘Statushouders voor de klas’) gestart met
het oriëntatietraject tot leraar. Dit zijn veelal kandidaten die al ervaring hebben als leraar in een
van de tekortvakken wiskunde, scheikunde en/of natuurkunde. Het enthousiasme bij de
schoolbesturen zorgt voor een welkome plek op scholen voor de statushouders om het lesgeven in
Amsterdam te leren.
Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals
Een sterke beroepsgroep is de basis van goede onderwijskwaliteit. We moeten niet alleen
voldoende nieuwe leraren aantrekken voor Amsterdam, maar juist ook zittende, ervaren leraren
voor ons onderwijs behouden. Dit doet de gemeente Amsterdam onder andere met de
ontwikkeling van leergangen die het loopbaanperspectief en de ontwikkelmogelijkheden van
leraren vergroten. Afgelopen jaar hebben, ondanks de coronacrisis, 45 leraren uit het voortgezet
onderwijs deelgenomen aan de leergangen van Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep. Leraren
zijn enthousiast over de leergangen en geven de leergangen gemiddeld een 8. Daarnaast hebben
16 leraren deelgenomen aan loopbaanoriëntatietraject en werden twee online masterclasses door
zo leraren bezocht. In 2020 konden scholen voor de tweede keer een Amsterdamse teambeurs
aanvragen; in totaal gingen 57 scholen aan de slag met een teambeurs.
De voorziening waarmee directeuren in het primair onderwijs ondersteuning kunnen organiseren,
is door 60 directeuren aangevraagd. Aanvragen zijn voor diverse activiteiten aangevraagd zodat er
voor directeuren meer tijd ontstaat voor de onderwijskwaliteit door klassenbezoek, contact met
ouders en onderwijsontwikkeling.
Resultaat
De maatregelen zijn succesvol. Het aantal zij-instromers is in Amsterdam de afgelopen jaren
gigantisch gestegen van 5 zij-instromers in 2018 naar circa 140 in 2020. Amsterdamse leraren
geven aan dat reiskosten en extra parkeerplekken noodzakelijk zijn om in Amsterdam te blijven
werken. We zien dan ook dat er volop gebruik wordt gemaakt van de reiskostenregeling en de
extra parkeerplekken die de gemeente beschikbaar heeft gesteld. Tot slot helpt de voorziening
voor ondersteuning van directeuren daadwerkelijk bij het verminderen van de werkdruk voor
directeuren in het primair onderwijs.
Tegelijk blijft het lerarentekort toenemen en wordt de uitdaging voor Amsterdam steeds groter.
De coronapandemie vraagt veel van het onderwijs. Momenteel heeft de coronacrisis de hoogste
prioriteit, maar aandacht voor het lerarentekort blijft onverminderd hard nodig is. Deze dubbele
crisis raakt het hele Amsterdamse onderwijs. Samen met de Taskforce Lerarentekort blijven wij
ons dan ook maximaal inzetten om het lerarentekort aan te pakken.
5
x Gemeente
Amsterdam
2 Inleiding
Voor uligt de tweede voortgangsrapportage van de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2020
‘Liever voor de klas’. Amsterdam kampt met een urgent tekort aan leraren. In het primair
onderwijs (po) zijn de problemen het grootst en is het tekort op dit moment 389 fte. Voor het
voortgezet onderwijs (vo) concentreren de tekorten zich met name rondom bepaalde vakken
zoals wiskunde en Frans. De voortgangsrapportage biedt u inzicht in de maatregelen vanuit
de Amsterdamse Lerarenagenda om het lerarentekort te bestrijden.
Amsterdamse Lerarenagenda
De Amsterdamse Lerarenagenda is op 4 april 2019 vastgesteld door de gemeenteraad van
Amsterdam. In de periode 2019-2023 investeert de gemeente bijna € 23 miljoen om de volgende
resultaten te behalen:
1. Weg met het lerarentekort
2. Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals
In Amsterdam bundelen het onderwijs, de lerarenopleidingen en de gemeente de krachten in een
Taskforce Lerarentekort om het lerarentekort aan te pakken. In deze Taskforce Lerarentekort
worden maatregelen bedacht, vitgevoerd en gemonitord. De maatregelen hebben allen als direct
betrekking op het aantrekken of behouden van leraren, en variëren van zij-instroombeurzen tot
het realiseren van ontwikkelmogelijkheden voor leraren en onderwijsondersteuners. Daarnaast
investeert de gemeente extra in randvoorwaarden zoals aanvullende reiskostenvergoedingen en
extra parkeerplekken voor scholen.
In deze voortgangsrapportage leest u de evaluatie en stand van zaken van alle maatregelen zoals
opgenomen in de Lerarenagenda.
Leeswijzer
In deze rapportage wordt eerst een beeld geschetst van de diverse maatregelen die vallen onder
de ambitie ‘Weg met het tekort’ en daarna de maatregelen behorend bij de ambitie ‘Sterke
Amsterdamse onderwijsprofessionals’. Er zijn twee bijlages toegevoegd aan deze
voortgangsrapportage. In bijlage 1 staan de resultaten beschreven behorende bij de actielijnen uit
het Noodplan Lerarentekort waar de gemeente direct bij betrokken is. In bijlage 2 vindt ude
begroting van de Lerarenagenda 2019-2023.
6
x Gemeente
Amsterdam
3 Verbeteren aantrekkelijkheid van het beroep
3-1 De Amsterdamse imago en wervingscampagne ‘Liever voor de klas’
Sinds eind 2017 loopt de Amsterdamse wervings- en imagocampagne ‘Liever voor de klas’, die zich
richt op potentiële zij-instromers, scholieren en studenten hbo/wo. Liever voor de klas is een
samenwerking van de gemeente met het Amsterdamse onderwijs en de lerarenopleidingen. Doel
is het werven van leraren voor het basisonderwijs en de tekortvakken in het vo.
In 2020 is de campagne gericht op zij-instromers op een lager pitje gezet. Vanwege de sterk
groeiende belangstelling voor zij-instroom in het onderwijs was een brede wervingscampagne
voor deze doelgroep niet meer nodig. Wel is er gedurende het hele jaar ingezet op
zoekmachinemarketing voor de website Lievervoordeklas.nl en de daaraan verbonden helpdesk
die potentiële zij-instromers op weg helpen naar de juiste opleiding en werkplek in de stad.
Het aantal bezoekers van de website Lievervoordeklas.nl is in 2020 mede daardoor iets
afgenomen ten opzichte van 2019. Tegelijkertijd nam de kwaliteit van de bezoekers toe (dit wordt
gemeten op basis van tijd en het aantal pagina’s dat een bezoeker bekijkt).
Adviezen Helpdesk ‘Liever voor de klas’
Om bezoekers van de website www.lievervoordeklas.nl verder te begeleiden richting het werken
in het Amsterdamse onderwijs heeft de website ook een helpdeskfunctie. De helpdesk is in beheer
van het CAOP en ondersteunt de gemeente Amsterdam door potentiële toekomstige leraren te
voorzien van advies op maat, specifieke vragen te beantwoorden en hen waar nodig door te
verwijzen naar andere organisaties (zoals schoolbesturen of lerarenopleidingen). Dit met als doel
zoveel mogelijk potentiële leraren verder te helpen in hun keuzeproces.
De helpdesk heeft sinds de start van de campagne eind 2017 ruim 2300 maatwerkadviezen
verstrekt aan potentiële leraren. In tabel 3.1 is te zien dat in totaal 487 personen in 2020 contact
zochten met de helpdesk, zij hebben allen maatwerkadvies ontvangen.
In 2021 zijn tot eind maart 86 maatwerkadviezen gegeven.
Tabel 3.1 Adviezen Helpdesk ‘Liever voor de Klas’
2020 Totaal*
Aantal maatwerkadviezen 487 2365
Beantwoording aanvullende vragen 8 253
Totaal 495 2618
* Het totaal zijn cijfers sinds de start van de helpdesk eind 2017, tot en met december 2020.
Nieuwe campagne gericht op de jonge studiekiezer tijdelijk ‘on hold’ door corona
Door de corona-maatregelen eind 2020 zou een geheel nieuwe (online) wervingscampagne
starten, gericht op scholieren en studenten in Amsterdam en omgeving om hen te interesseren
voor het beroep van leraar in Amsterdam.
Het nieuwe campagneconcept gericht op de jongere studiekiezer maakt gebruik van authentieke
verhalen en ervaringen van Amsterdamse rolmodellen waarbij de bijzondere en mooie kanten van
werken in het Amsterdamse onderwijs worden uitgelicht en deze worden gekoppeld aan de eigen
herkenbare talenten van jongeren. Daarbij worden studiekiezers tot actie aangezet om zelf te
7
x Gemeente
x Amsterdam
ervaren hoe het is om voor de klas te staan door deel te nemen aan Leraar voor een dag. Het ‘zelf
ervaren’ is voor deze doelgroep een belangrijk aspect bij de oriëntatie op studie en beroep.
Door de aangescherpte coronamaatregelen is de productie van de nieuwe campagne dit najaar
helaas ‘on hold’ gezet. Het was en is nog niet mogelijk om met groepen kinderen en volwassenen
in de openbare ruimte te filmen. Zodra dat weer kan wordt de productie alsnog opgestart. Door
de coronamaatregelen was er ook zeer beperkt ruimte voor scholieren om mee te lopen in de klas
via het traject ‘Leraar voor een Dag’.
Mini-campagne in samenwerking met jongerenplatform VICE
In oktober is daarom als alternatief een online mini-campagne ingezet in samenwerking met het
jongeren mediaplatform VICE op basis van een aantal interviews met jonge leraren en leraressen.
Het artikel heeft ruim 150.000 jongeren bereikt via hun tijdlijn op social media en is daarbij door
ruim 8400 jongeren gelezen. De interviews kregen ook veel positieve feedback op social media.
3-2 Statushouders voor de klas
In schooljaar 2019-2020 zijn er 11 statushouders gestart met het oriëntatietraject. In dit tweede
jaar zijn de statushouders geselecteerd op een hoog taalniveau, zodat ze sneller het minimale
taalniveau Nederlands Bz bereiken. Het oriëntatiejaar wordt door de deelnemers benut om de taal
meer eigen te maken, te leren over het Nederlandse onderwijssysteem en een reëel beeld te
krijgen van de lespraktijk in Amsterdam. Voor de meeste statushouders is het oriëntatietraject de
start van een meerjarig traject richting het onderwijs, met uitzondering van diegenen die een
gewaardeerde bevoegdheid hebben. Van de 24 deelnemers uit de eerste 2 jaar hebben 7
deelnemers een (deel)aanstelling, doen 5 deelnemers deeltijd met stage en lopen 5 deelnemers
extra stage. 7 deelnemers zijn niet verder gegaan in het onderwijs. Driekwart van de deelnemers
komt uit Syrië en Turkije en het merendeel van de deelnemers heeft een wiskunde achtergrond.
In september is een derde groep van 13 deelnemers gestart met het oriëntatietraject waarbij het
vinden van stageplekken binnen Amsterdam een uitdaging was. Over een beter koppeling van
stageplekken voor dit traject worden met het onderwijs gesprekken gevoerd.
8
x Gemeente
Amsterdam
4 Meer leraren aantrekken en behouden:
aantrekkelijk Amsterdam
4.1 _Reiskostenregeling
Ruim veertig procent! van de Amsterdamse leraren woont buiten de stad. Voor het huidige
onderwijspersoneel is dit dus iets meer dan 2.000 fte. Vanwege beperkte reiskostenvergoeding in
de cao reizen veel leraren op eigen kosten. Om het werken in Amsterdam voor deze mensen
aantrekkelijk te houden en om nieuwe leraren aan te trekken, heeft het college voor schooljaar
2020-2021 € 900.000 beschikbaar gesteld voor tegemoetkoming in reiskosten voor leraren,
onderwijsondersteunend personeel en directeuren die meer dan 20 km naar hun werk reizen.
Schoolbesturen investeren eenzelfde bedrag (bovenop cao-vergoeding) in reiskosten voor hun
medewerkers.
Voor schooljaar 2020-2021 hebben 41 schoolbesturen in totaal ruim € 869.000 aangevraagd voor
tegemoetkoming in reiskosten van hun leraren en personeel. Zo'n € 790.000 hiervan is door het
primair onderwijs aangevraagd. Hiermee vergoedt de gemeente aanvullende reiskosten voor
1.285 fte in het po en 363 fte in het vo (tabel 4.1). Dit betekent dat ruim 82 procent van het
onderwijspersoneel dat buiten Amsterdam woont, gebruikmaakt van deze regeling.
Tabel 4.1 Totaal toegekende tegemoetkoming reiskosten per onderwijssector
Sector Afstand Totaal fte waarvoor is
aangevraagd
po/so 21-25 km 227
25-30 km 253
30-40 km 385
40+ km 420
Subtotaal 1.285
vo 25-30 km 83
30-40 km 131
40-50 km 149
Subtotaal 363
Totaal 1.648
4.2 Parkeren
Scholen geven aan dat een gebrek aan voldoende parkeergelegenheid of het verdwijnen van
(gratis) parkeerplekken een groot knelpunt vormt bij het werven en behouden van leraren.
Scholen hebben op dit moment al recht op twee keer zoveel parkeervergunningen als bedrijven
* https://data.amsterdam.nl{publicaties/publicatie/fact-sheet-woon-werkstromen-van-amsterdams-
onderwijspersoneel-po-so-en-vof250e8856-0388-446C-ag50o-ch2531170acaf
9
x Gemeente
Amsterdam
(zowel bedrijfsvergunningen als maatschappelijke vergunningen). Het aantal
parkeervergunningen is verder afhankelijk van de ligging van de schoollocatie en het aantal
medewerkers.
Voor 2020 stelde de gemeente voor iedere schoollocatie twee extra parkeervergunningen
beschikbaar, met vitzondering van stadsdeel Centrum waar één extra vergunning beschikbaar is.
Met deze regeling maakt de gemeente werken op een Amsterdamse school op de korte termijn
aantrekkelijk. Het college heeft 20 april 2021 besloten deze maatregel te verlengen tot en met 31
juli 2022. Door de coronacrisis is het ontwikkelen van structurele mobiliteitsoplossingen immers
vertraagd. Tegelijkertijd zorgt de pandemie voor meer gebruik van de auto ten opzichte van het
openbaar vervoer.
De tijdelijke extra maatschappelijke vergunningen worden niet apart geregistreerd. Daardoor is
het niet mogelijk uitspraken te doen over het gebruik van specifiek de tijdelijke maatschappelijke
parkeervergunningen. Uit tabel 4.2 blijkt wel dat het totale gebruik aan parkeervergunningen is
toegenomen met 23. Hierbij valt op dat scholen meer maatschappelijke parkeervergunningen
gebruiken dan in 2019. Het aantal bedrijfsparkeervergunningen is daarentegen afgenomen. Dit
komt doordat een aantal bedrijfsparkeervergunningen is omgezet naar maatschappelijke
parkeervergunningen, in het kader van een opschoningsactie naar het nieuwe
vergunningensysteem van afdeling Parkeren. Scholen merken hier zelf niets van.
Tabel 4.2 Totaal toegekende parkeervergunningen
November 2019 December 2020
Totaal maatschappelijke parkeervergunningen 690 784
Totaal bedrijfsparkeervergunningen 786 715
Totaal 1.476 1.499
4.3 Woningen
De Taskforce Lerarentekort en de gemeente blijven zich inzetten voor passende en betaalbare
woonruimte voor leraren. Een passend woningaanbod maakt de stad immers aantrekkelijk om in
te werken. Zo kunnen leraren, die anders wegtrekken naar elders waar ze wel een woning vinden,
behouden blijven.
Woningen voor beroepsgroepen
De gemeente zet het volledige beschikbare instrumentarium in om tot meer betaalbare woningen
voor leraren en zorgmedewerkers te komen.
1. Per1 januari 2020 is de voorrangsregeling voor Amsterdamse onderwijs- en zorgprofessionals
opgenomen in de Huisvestingsverordening.
Resultaat: In 2020 hebben 140 onderwijs- en zorgprofessionals een woning geaccepteerd na
succesvolle bemiddeling door de gemeente. In totaal zijn daarvoor 222 aanbiedingen geweest
van 176 afzonderlijke adressen. 39 woningen zijn door een leraar geaccepteerd.
2. De gemeente heeft met het IVBN (Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed,
Nederland), Vastgoed Belang en NEPROM afgesproken dat er jaarlijks ten minste 300 nieuw
10
x Gemeente
x Amsterdam
beschikbaar komende middeldure huurwoningen met voorrang voor deze doelgroep worden
aangeboden.
Resultaat: Het aanbod van nieuwe middeldure huurwoningen komt langzaam op gang. Er zijn
15 woningen van private verhuurders geaccepteerd. Met name middeldure huurwoningen en
specifiek gemeubileerde studio's worden vaak geweigerd. Veel gehoorde weigeringsgronden
zijn de huurhoogte, de aantrekkelijkheid van de woning of de buurt, het huurconcept, de
woninggrootte en parkeermogelijkheden. Vanuit de markt is er interesse om woningen aan
maatschappelijke beroepsgroepen toe te wijzen, ook bij leden die niet aangesloten zijn bij
IVBN of Vastgoed Belang. De gemeente werkt aan communicatie om de voorrangsregeling bij
meer marktpartijen onder de aandacht te brengen.
3. De gemeente heeft in de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties afgesproken dat zij
jaarlijks 50-100 sociale huurwoningen en 50-100 middeldure huurwoningen met voorrang
beschikbaar stellen voor deze doelgroep.
Resultaat: In 2020 hebben de corporaties gezamenlijk 125 woningen aangeboden via de
voorrangsregeling. Het gaat om 94 sociale huurwoningen en 31 middeldure huurwoningen.
4. Verhuurders in de vrije sector worden door het college uitgenodigd om een deel van de
leegkomende bestaande woningen met voorrang beschikbaar te stellen voor Amsterdamse
onderwijs- en zorgprofessionals.
Resultaat: Er hebben zich een aantal particuliere verhuurders gemeld. Drie daarvan hebben
daadwerkelijk een middeldure huurwoningfwoningen aangeboden. In twee gevallen heeft dit
tot een geaccepteerd aanbod geleid.
5. De gemeente heeft een loket ingesteld op www.amsterdam.nl/woningberoepsgroepen waar
werkgevers Amsterdamse onderwijs- en zorgprofessionals kunnen aanmelden.
Resultaat: Het loket is onderdeel geworden van het Servicecentrum Onderwijs en Zorg.
Leraren, schooldirecteuren en bestuurders met vragen over de voorrangsregeling worden op
werkdagen direct te woord gestaan door servicecentrummedewerkers. Op de website van het
Servicecentrum kunnen woningzoekende leraren nagaan of zij in aanmerking komen voor
voorrang op woonruimte. Via hun werkgever kunnen zij zich aanmelden voor deze regeling.
Leraren op zoek naar woonruimte
Om goed in kaart te hebben welke knelpunten er spelen en waar de behoeftes liggen, heeft OIS in
2020 onderzoek gedaan naar de woonsituatie en woonbehoeften van leraren in Amsterdam.
Hieruit blijkt dat de grootste groep leraren met een verwachte verhuisbehoefte (circa 950 leraren)
geen zelfstandige woning heeft. Een groep van circa 300 leraren die met een gezin op minder dan
60 vierkante meter wonen, wil graag binnen 2 jaar verhuizen naar een ruimere woning binnen
Amsterdam. Het college blijft zich inzetten om het aanbod zo goed mogelijk te benutten en waar
mogelijk te vergroten in zowel de middeldure huur als het koopsegment.
Tijdelijke woningen in schoolgebouwen
Omdat de nood hoog is heeft de gemeente gekeken naar de ruimtelijke en juridische
mogelijkheden om woonruimte voor Amsterdamse leraren te creëren in tijdelijke (deels)
leegstaande schoolgebouwen. Voor meerdere locaties is een haalbaarheidsonderzoek gedaan.
Maar dit biedt niet de hoogwaardige woningen die leraren (vooral met een gezin) nodig hebben,
en vraagt om zeer hoge verbouwingskosten. Dit plan biedt geen realistische oplossing voor het
woningprobleem van leraren en zal daarom niet worden gerealiseerd.
11
x Gemeente
Amsterdam
5 Sterke Amsterdamse
onderwijsprofessionals
5.1 _Professionalisering — De Amsterdamse teambeurs
Met de Amsterdamse teambeurs kunnen onderwijsprofessionals werken aan hun professionele
ontwikkeling en het versterken van hun onderwijskundige vaardigheden. Onderwijs is teamwork
en de onderwijsteams dragen binnen de scholen voor primair en voortgezet (speciaal) onderwijs
samen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van kwalitatief goed onderwijs. Professionele
ontwikkeling is hierbij cruciaal.
Aanvragen In 2020
In 2020 konden scholen voor de tweede keer een Amsterdamse teambeurs aanvragen. In totaal
hebben 57 scholen een teambeurs toegekend gekregen. Er was sprake van een onderaanvraag; 7o
procent van het beschikbare budget is aangevraagd. Dit is te verklaren door de enorme
overaanvraag in 2019, waarbij 214 aanvragen zijn ingediend en ruim 5o procent van het budget
van vier jaar is toegekend. Ook heeft de coronacrisis mogelijk een rol gespeeld bij de keuze om
geen teambeurs aan te vragen.
In tabel 5.1 is te zien dat het grootste deel van de toegekende teambeurzen net als in 2019
afkomstig is vit het primair onderwijs. Vanuit het speciaal onderwijs zijn er relatief veel aanvragen
toegekend ten opzichte van het totaal. Scholen kunnen hun beschikbare budget verdelen over
verschillende aanvragen in verschillende jaren. Daarom is een kolom opgenomen met het aantal
unieke scholen dat een of meerdere teambeurzen heeft aangevraagd. Aan de hand van deze
aantallen is te zien dat in het po, vo en so een ruime meerderheid van de scholen in 2019 of 2020
een teambeurs heeft gekregen. Alleen het vso loopt achter; daar heeft slechts 32 procent een
teambeurs ontvangen.
Tabel 5.1 Aantal toegekende teambeurzen per onderwijssector
ze 2° Aantal unieke Totaal aantal % met een
aanvraagrond aanvraagronde scholen meteen scholen teambeurs in
2020 of meerdere 2019 of 2020
beren
po 133 34 153 206 74%
vo 64 12 62 72 86%
50 14 7 17 27 63%
vso 3 4 6 19 32%
Totaal 214 57 238 324 73%
Bij de aanvraag geeft elke school aan voor hoeveel personeelsleden de school de teambeurs
aanvraagt. In 2020 hebben ruim 1.900 teamleden profijt gehad van professionaliserings-
mogelijkheden door middel van de toegekende teambeurs. Verder laat tabel 5.2 zien dat 69% van
de teamleden leraren betreft. Bij het (voortgezet) speciaal onderwijs is dit percentage lager en
maakt relatief veel onderwijsondersteunend personeel en overig personeel gebruik van de
12
x Gemeente
x Amsterdam
teambeurs. Een verklaring hiervoor is dat in deze sectoren verhoudingsgewijs meer
ondersteunend en extra personeel werkzaam is naast leraren.
Tabel 5.2 Aantal toegekende teambeurzen — bereik onderwijspersoneel
# ondersteunend Aantal Aantal overig Totaal aantal % leraren van
Aantal leraren personeel schoolleiding personeel teamleden het totaal
po 807 188 55 54 1.104 73%
vo 312 61 17 5 395 79%
So 84 65 8 35 192 44%
vso 139 118 15 4 248 56%
Totaal 1.342 404 95 98 1.939 69%
Scholen geven in hun aanvraag aan op welke pijlers voor betere kansen ze focussen binnen hun
teambeurstraject. Deze pijlers zijn opgesteld door het Kohnstamm Instituut.? Het is
wetenschappelijk aangetoond dat deze pijlers bijdragen aan professionalisering en ontwikkeling
van lerarenteams. De pijlers zijn:
1. Educatief partnerschap en contact met gemeenschap
2. Pedagogisch klimaat, pedagogisch handelen en schoolcultuur
3. Didactisch handelen
4. Professionalisering en ondersteuning van docenten; professionele leergemeenschap
5. Extra aandacht en ondersteuning voor leerlingen
6. Extra leertijd
7. Leiderschap
De meest voorkomende pijlers in 2020 zijn professionalisering en ondersteuning van docenten
(pijler 4, 86 procent), pedagogisch klimaat, pedagogisch handelen en schoolcultuur (pijler 2, 54
procent) en didactisch handelen (pijler 3, 53 procent).
5.2 Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep
Het versterken van het lerarenberoep is ontzettend belangrijk om, ook op de lange termijn, het
beroep aantrekkelijk te houden. Het gaat hierbij om het bieden van inspiratie,
ontwikkelingsmogelijkheden, doorlopende leerlijnen en loopbaankansen. De ambitie in
Amsterdam is dat de Amsterdamse leraren continue ontwikkelingsmogelijkheden hebben: van
goed opgeleide leraar, naar begeleide starter, naar medior met verdiepingsmogelijkheden, naar
expert.
Leraren geven aan dat loopbaankansen en ontwikkelingsperspectief belangrijke factoren zijn bij
de keuze om in het beroep te blijven. Het is van belang dat alle actoren in het onderwijs zich
bewust zijn van de diverse ontwikkelingsmogelijkheden die in het onderwijs mogelijk zijn. In
navolging van het voortgezet onderwijs is ook het primair onderwijs hier afgelopen jaar mee
begonnen. In beide sectoren werken schoolbesturen, lerarenopleidingen en gemeente nu samen
om de ontwikkelmogelijkheden van leraren te vergroten. Uitgangspunt hierbij is het
‘beroepsbeeld van de leraar’ dat in 2017 is ontwikkeld.
* Zie: https://kohnstamminstitvut.nl{rapport/succesvolle-basisscholen-aan-het-woord/
3 Zie: www.beroepsbeeldvoordeleraar.nl
13
x Gemeente
x Amsterdam
Leergangen voortgezet onderwijs
Omdat nieuwe loopbaanstappen ook vragen om nieuwe kwaliteiten en competenties, biedt Leraar
in Amsterdam, een kleurrijk beroep verschillende leergangen aan. In het voortgezet onderwijs zijn
dat:
1. Expert didactiek
2. Expert pedagogiek
3. Leiderschap van leraren
4. _Ontwikkelingsgericht leidinggeven
In schooljaar 2019-2020 hebben 45 leraren deelgenomen aan de leergangen. Deze leraren
kwamen van 17 verschillende vo-scholen, verdeeld over 10 schoolbesturen. In schooljaar 2020-
2021 nemen 41 leraren deel. Naast de leraren die deelnemen aan de leergangen zelf, worden bij
elke school ook teamleiders en hr-medewerkers betrokken. Op deze manier brengt de leergang
naast persoonlijke ontwikkeling ook een ontwikkelingsverandering in de school teweeg. Dit is ook
de reden dat minstens drie personen per school deel moeten nemen aan de leergangen. Door
meerdere personen te betrekken is het bereik binnen de school groter dan alleen de deelnemers
van de leergangen zelf en ontstaat een olievlekwerking bij deelnemende scholen.
Uit kleinschalig onderzoek van André Koffeman (UvA) blijkt dat de leergangen in grote mate
bijdragen aan ervaren werkplezier en afwisseling. Ook ervaren deelnemers meer vertrouwen in
eigen kunnen en regelruimte. Er is een klein positief effect op waardering, betrokkenheid en
werkdruk. Dat laatste wil zeggen dat de deelnemers minder werkdruk ervaren door de leergangen.
Het onderzoek laat hoge correlaties zien tussen waardering en werkplezier, tussen waardering en
aantrekkelijkheid van het beroep en tussen afwisseling van werk en werkplezier. Deelnemers
schatten hun de kans dat de leergang leidt tot meer invloed of nieuwe taken of rollen hoog in.
Loopbaanoriëntatietraject en masterclasses voortgezet onderwijs
Daarnaast kunnen leraren in het voortgezet onderwijs deelnemen aan een
loopbaanoriëntatietraject. Hier zijn in 2020 16 deelnemers mee gestart; dit is het maximum. Het
doel van dit loopbaanoriëntatietraject is tweeledig. Allereest maakt het traject leraren en
schoolleiders bewust van de loopbaanmogelijkheden in het onderwijs. Daarnaast geeft dit traject
een impuls aan de rol en positie van de hr-professional; die kan hierdoor groeien van uitvoerend
naar strategisch.
Tot slot kunnen leraren en schoolleiders gratis deelnemen aan masterclasses, die bezocht zijn door
zo'n 5o geïnteresseerden:
1. Formatief handelen door Dominique Sluismans
2. Organisatieverandering ‘Veranderen als samenspel’ door Jaap Boonstra
Door corona vinden alle sessies van leergangen en masterclasses digitaal plaats. Hoewel dit niet
ideaal is, zijn de deelnemers enthousiast over de sessies en de (digitale) ontmoeting met elkaar.
Wel zijn de sessies digitaal korter. Schoolleiders en leraren geven aan het door alle veranderingen
rondom corona nog drukker te hebben dan normaal.
Primair onderwijs
Na de positieve ervaringen in het voortgezet onderwijs is ook het primair onderwijs in 2020 gestart
met het creëren van een ontwikkel- en loopbaanperspectief voor leraren. Schoolbesturen,
14
x Gemeente
Amsterdam
lerarenopleidingen en gemeente werken in gezamenlijke verantwoordelijkheid aan het ontwerpen
van de leergangen.
Het afgelopen halfjaar zijn in samenwerking met leraren, schoolleiders, hr-medewerkers en
schoolbestuurders vijf lijnen gekozen om op te richten:
1. Leergang Gedeeld leiderschap
Na het volgen van dit leerarrangement is het persoonlijk leiderschap van leraren versterkt
en is er in de organisatie een slag gemaakt in het versterken van een professionele cultuur
waarbij kennis, ervaring en expertise wordt gedeeld. De leergang telt 8 bijeenkomsten en
36 deelnemers per lichting.
2. Leerarrangement Coach Light
Na het volgen van dit leerarrangement zijn de leraren goed toegerust om startende
leraren en/of onderwijsassistenten krachtig te coachen. Hierbij gebruiken zij
coachingsinstrumenten die wetenschappelijk effectief blijken. Jaarlijks zijn er 8
bijeenkomsten voor 36 leraren.
3. Netwerk hr-professionals
Hr-professionals vanuit de verschillende schoolbesturen komen hier bijeen om samen
beleid te ontwikkelen, waarbij zij schoolleiders en leraren kunnen begeleiden als het gaat
om loopbaanontwikkeling, loopbaanambities, loopbaanperspectief en
loopbaancompetenties van leraren. Momenteel zijn er 15 hr-medewerkers bij het netwerk
aangesloten.
4. Netwerk Schoolleiders
Schoolleiders worden getraind om een productief en effectief gesprek over
loopbaanambities en -mogelijkheden te voeren met leraren, om vervolgens collega-
schoolleiders uit de stad te trainen en te inspireren. Het netwerk gaat in april 2021 van
start met 15 schoolleiders.
5. Oriëntatie op loopbaanpaden
Het helpen richting te geven aan de zoektocht van leraren die op een kruispunt staan,
waarna zij leren om hun eigen loopbaanplan te ontwikkelen. De kick-off is in juni 2021 en
er is plek voor 60 leraren.
Naast deze vijf lijnen hebben de besturen de ambitie uitgesproken om een stadskaart te
ontwikkelen met alle professionaliseringsmogelijkheden vanuit opleidingsinstituten en besturen
op een rijtje. De intentie van schoolbesturen om professionaliseringstrajecten binnen een bestuur
open te stellen voor leraren uit de hele stad is een mooi voorbeeld van de steeds verdere stedelijke
samenwerking.
Vanwege de maatregelen rondom Covid-19 hebben de leergangen een half jaar vertraging
opgelopen. Veel schoolleiders en leraren gaven aan een hoge werkdruk te ervaren en weinig
ruimte te voelen om te starten met een ontwikkeltraject. Tegelijk is er bij een groep leraren nu
juist energie om naast de dagelijkse werkelijkheid van achterstanden door corona en online
onderwijs, ook op andere onderwerpen met professionalisering bezig te zijn.
Meer informatie is te vinden op www.leraareenkleurrijkberoep.nl
Amsterdamse Lerarenbrigade (2018-2020)
De Gemeente Amsterdam ziet het als haar verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan
de onderwijskwaliteit van basisscholen in de stad. Hiervoor is de pilot Amsterdamse Lerarenbrigade
(2018-2020) opgesteld. Het doel van deze voorziening was te onderzoeken hoe de
onderwijskwaliteit op Amsterdamse basisscholen kan worden verhoogd door de inzet van daartoe
15
x Gemeente
x Amsterdam
gemotiveerde samenwerkende lerarenteams van twee of meer verschillende basisscholen. Op
deze manier konden de scholen basis van zelf geformuleerde kwaliteitsvragen en bijbehorende
doelstellingen een kwaliteitsslag maken.
Eind 2019 is als tussenevaluatie de stand van zaken in beeld gebracht via interviews met
directeuren en/of andere sleutelfiguren. Eind 2020 is het project geëvalueerd met de
schoolbesturen. Hieronder treft u de belangrijkste conclusies.
Bevorderende factoren:
o _Bottom-up werken heeft bij een aantal aanvragen een grote rol gespeeld in het succes.
Bottom-up werken komt echter vooral tot stand wanneer de onderwerpen en inhoud relevant
zijn voor de leraren en aansluit bij de praktijk. Leraren voelen zich eerder verbonden met de
gedachten en acties wanneer deze relevant zijn voor hun werkelijkheid.
o Op kleine schaal kan een initiatief als deze heel succesvol en nuttig blijken. Daarmee is het
echter nog niet vanzelfsprekend dat de grotere organisatie hiervan mee profiteert. Wanneer
de aanvraag samenvalt in een bredere context en op een strategische keuze is gebaseerd, lijkt
de kans op een breder effect groter en krachtiger, van de klas tot de bestuurskamer.
Belemmerende factoren:
o Erwordt veel waarde gehecht aan het samen leren van leerkrachten. Hierbij is het bij elkaar
kijken onder onderwijstijd bijzonder leerzaam. Kennisdeling op het niveau van de leerkracht
vraagt veel tijd en inzet van vervanging. Het lerarentekort drukt een zware stempel op de
mogelijkheden en belemmert hiermee het leren van en met elkaar.
o Het stimuleren van lerende netwerken of PLG's (professionele leergemeenschap) in scholen
en tussen scholen vraagt om gedeeld leiderschap. Er ontstaat een andere lijn dan de
hiërarchische. Dat kan spanningen opleveren. De positionering van ‘aanjagers, kartrekkers en
specialisten’ in het systeem is belangrijk en dat vraagt ook wat van directeuren.
Aanbevelingen bij kennisdeling:
o Verdere kennisdeling moet aansluiten bij vraagstukken die leven in de organisatie of de
scholen. Wanneer aanbod en vraag inhoudelijk niet op elkaar aansluiten, voelt het als een
verplichting (terwijl er al zo efficiënt mogelijk omgegaan moet worden met menskracht).
Relevantie is daarmee een voorwaarde. Dit sluit overigens ook aan bij de relevantie voor
leerkrachten om tot gezamenlijk leren te komen (zie hierboven bij bevorderende factoren).
o Vanuit de Gemeente Amsterdam wordt er veel georganiseerd en gefaciliteerd in overleg of
andere activiteiten. Het heeft de voorkeur om waar mogelijk hierbij aan te sluiten.
5.3 Voorziening ondersteuning directeuren primair
onderwijs
Schooldirecteuren zijn een essentiële schakel in het goed functioneren van een school. Door de
pandemie is de druk op schoolleiders alleen maar groter geworden. Schooldirecteuren verdienen,
zeker nu, een extra steun in de rug. Daarom stelt de gemeente € 10.000 euro per Amsterdamse
schooldirecteur beschikbaar voor het organiseren van passende ondersteuning. Directeuren van
Amsterdamse scholen voor primair onderwijs kunnen deze subsidie aanvragen om ondersteuning
op maat te organiseren en zo de werkdruk te verlagen. Op deze wijze komt er meer tijd
beschikbaar voor het primaire onderwijsproces, zoals leiding geven aan het lerarenteam en
investeren in schoolontwikkeling.
Gedurende deze collegeperiode wordt er € 2.250.000 voor gereserveerd (€ 562.500 per jaar),
waarmee er voor alle directeuren ruimte voor ondersteuning is vanuit deze voorziening.
16
x Gemeente
Amsterdam
Resultaten
Er zijn in dit schooljaar (2020/21) 60 ondersteuningsaanvragen ingediend en toegekend voor in
totaal € 597.919,-. Het subsidieplafond is opgehoogd om alle goedgekeurde aanvragen te kunnen
honoreren. Uit de tweede ronde van aanvragen blijkt opnieuw dat bij de Amsterdamse po
directeuren behoefte is aan maatwerk in de ondersteuning, waardoor de inrichting van de
voorziening goed aansluit bij het doel. Directeuren kunnen dankzij de ondersteuning op maat
taken delegeren wat helpt bij het verlichten van de werkdruk.
17
x% Gemeente
Amsterdam
Bijlage 1: Eerste resultaten Noodplan
Lerarentekort PO
Noodplan Lerarentekort
Inleiding
In janvari 2020 is het Noodplan lerarentekort Amsterdam gepresenteerd, waarin de gemeente
samenwerkt met Amsterdamse schoolbesturen in het primair onderwijs en de lerarenopleidingen.
De aanpak bestaat vit vier actielijnen die noodzakelijk zijn om het lerarentekort tegen te gaan.
De actielijnen vormen de basis, omdat ze -in samenhang- op de korte termijn acute problemen
verhelpen en op de lange termijn het lerarentekort duurzaam helpen oplossen.
De lijn ‘werving en behoud! richt zich op zowel nieuwe aanwas als op het behouden van leraren
voor de stad. Belangrijk is ook de actielijn ‘omgaan met tekorten’, die met maatregelen direct de
druk vermindert op scholen waar de tekorten het hoogst zijn. De actielijn ‘wonen, mobiliteit en
dienstverlening’ richt zich op voorzieningen die het voor leraren aantrekkelijker maken om in de
stad te (blijven) werken. Met de ‘monitoring’ worden de resultaten inzichtelijk en wordt er ook
stevig ingezet op steun en maatregelen vanuit het Rijk.
Ook de komende jaren blijft het tekort een belangrijke rol spelen. Door de opgelopen
achterstanden door de coronacrisis zijn goede bevoegde leraren op de juiste plekken harder nodig
dan ooit. De interventies van het Noodplan Lerarentekort PO dragen bij om het tekort tegen te
gaan.
Doel van de aanpak
In 2023 het gemiddelde tekort aan bevoegde leraren in het basisonderwijs in Amsterdam kleiner is
dan 5% en er geen ongelijkheid meer is in de verdeling van het tekort over de stad.
Speerpunten
ENCI
ALL Ig ERVE)
behoud
3. Handelen in
tekortsituatie
18
x Gemeente
Amsterdam
5.4 _ Pijler1: Werving en behoud
5.4.1 Modulair opleiden: bevoegd voor de klas & loopbaanperspectief voor
ondersteuners.
Het advies komt van veel verschillende kanten, zowel uit de wetenschap als de praktijk: zet de
student centraal flexibiliseer de opleidingen zodat dit beter aansluit bij de doelgroep en de
onderwijspraktijk*. Schoolbesturen agenderen dit al enige jaren bij de Amsterdamse pabo's, tot nu
toe leidde dit niet tot verandering. De noodzaak is echter hoog: onderwijsassistenten staan
onbevoegd voor Amsterdamse klassen, met name in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en
Zuidoost. Dit zijn deels of grotendeels bekwame onderwijsassistenten, met de potentie om leraar
te worden. Dat betekent nu nog: minimaal een tweejarig traject voordat ze bevoegd zijn. Dit
vraagt veel van studenten in studiebelasting, tijdelijk een achteruitgang in salaris, naast een leven
met bijvoorbeeld een koophuis en kinderen. Door flexibele trajecten aan onderwijsondersteunerss
te bieden, wordt het interessanter en minder belastend om je om te scholen tot bevoegd leraar of
educatief professional. Zo verhogen we het aantal bevoegde leraren voor de klas, verhogen we de
onderwijskwaliteit en bieden loopbaanperspectief aan onderwijsondersteuners met potentieel.
120 maatwerktrajecten in 4 jaar
De komende vier jaar worden 120 onderwijsondersteuners opgeleid tot leraar, leraarondersteuner
of gespecialiseerde onderwijsondersteuner, met daarnaast als blijvend resultaat dat opleidingen
flexibele ontwikkeltrajecten aanbieden richting een bevoegdheid. De doelstelling is opgenomen in
het convenant behorende bij het noodplan. Dit schooljaar volgen de eerste 45 deelnemers de
oriëntatiemodule. Zij kunnen leraar of leraarondersteuner worden, of zich specialiseren binnen
hun functie. In februari en maart stromen er naar verwachting 10 tot 15 deelnemers door naar de
lerarenopleiding, 25-30 deelnemers stromen door naar de opleiding tot leraarondersteuner of een
van de andere aparte modules. De pilot start in de stadsdelen Noord, Nieuw-West of Zuidoost,
daar waar de tekorten het meest nijpend zijn. Hier staan ook de meeste onderwijsassistenten
onbevoegd voor de klas. Doelstelling is dan ook dat tenminste de helft van de deelnemers
werkzaam is op een school in één van deze stadsdelen.
Flexibel & maatwerk
ledere onderwijsondersteuner doorloopt een eigen traject, passend bij zijn of haar kennis en
kunde. Dit wordt vooraf onder andere bepaald door EVC’s®, waarna ontwikkelaars van de pabo’s
gezamenlijk modules ontwikkelen die leiden tot het diploma van bijvoorbeeld leraarondersteuner
of leraar. ledere module die de onderwijsondersteuner doet leidt tot vrijstelling binnen het
reguliere pabo programma. Gedurende het traject word je begeleid door een mentor of buddy;
een ervaren (leer)kracht die eerder een soortgelijke stap heeft gemaakt Hierin wordt
samengewerkt met de begeleidingspoule voor zij-instromers. Ook start een peer- en leernetwerk
4 Samen sterk voor elk kind, eindconclusies Merel van Vroonhoven, juli 2020.
5 Onderwijsondersteuners zijn: onderwijsassistenten, klassenassistenten en leraarondersteuners
6 EVC’s staat voor certificaten voor Eerder Verworven Competenties.
19
x Gemeente
Amsterdam
om gezamenlijk te leren. Excellente of academisch geschoolde leraren zetten hun kennis en
expertise in door het ontwikkelen en uitvoeren van modules, en het begeleiden van
onderwijsondersteunend personeel tijdens de opleiding.
5.5 _ Pijler 2: Ondersteuning van scholen in omgaan met langdurig tekort
5.5.1 Project Omgaan met langdurige tekorten
Het project Anders omgaan met langdurige tekorten heeft in het eerste jaar 31 schoolteams
ondersteund in het vinden van externe professionals die een deel van de onderwijstijd
invullen. Met nog acht andere scholen worden op dit moment gesprekken gevoerd. Ruim
13.200 lesuren zijn inmiddels ingevuld door bewezen bekwame professionals. Meer dan 7650
leerlingen hebben deze lessen gevolgd. Voor 13.000 lesuren zijn dus leraren vrijgespeeld voor
werkdrukverlaging, teamtraining of plekken opgevuld waar geen leraar was. Uit een eerste
leergesprek met schoolleiders die gebruik hebben gemaakt van de middelen bleek dat alle zes
zeer te spreken zijn over de mogelijkheden die het project hen heeft geboden. Uit een eerste
evaluatie onder deelnemende scholen blijkt dat 90% van de scholen tevreden is over de
matching, 80% van de deelnemende scholenteams ervaart lagere werkdruk.
“Het loopt als een trein. Ik ben heel erg tevreden zoals het nu gaat.”
Conny van Coesant — directeur De Zeven Zeeën
‘Het levert veel op, ik ben er blij mee”
Rober Poggeklaas — directeur De Schakel
Ondertussen is de borging van de geleerde lessen opgestart en wordt er gewerkt aan een
online platform waar scholen het aanbod makkelijk kunnen vinden en selecteren en waar
schooldirecteuren geholpen worden bij de organisatie en het vinden van de juiste match.
Ook als COVID 19 straks achter de rug is, hebben teams meer handen in de klas nodig om
leerachterstanden weg te werken en de kansenongelijkheid niet verder te laten toenemen. De
maatregelen rondom COVID-19 zijn dan ook het grootste knelpunt gebleken voor dit project.
Sinds de tweede lockdown zijn scholen niet alleen terecht terughoudend om (nieuwe, extra)
volwassenen de school in te halen, er treedt ook in toenemende mate een mentale moeheid
op: er past gewoon even niets nieuws bij. Wel merken we dat scholen al bezig zijn met het
inrichten van het volgend schooljaar, waarmee het platform ter ondersteuning van alle
scholen in Amsterdam alleen maar van meer belang geworden is.
5.6 Pijler 3: Monitoring
5.6.1 Werkgroep Monitoring
Het inventariseren en monitoren van het lerarentekort is essentieel, maar ook complex. Het
geeft inzicht in (verschillen in) het tekort op gebiedsniveau en per schoolgewicht. In oktober
2019 en 2020 heeft Amsterdam het tekort zelf geïnventariseerd door middel van de
Amsterdamse Monitor. Vanaf 2021 sluit Amsterdam aan bij de meting van het lerarentekort
zoals dat voor de G5 wordt uitgevoerd op basis van de OCW-methodiek.
20
x Gemeente
st Amsterdam
Nieuwe methodiek voor bepalen van het lerarentekort
Deelnemen aan de meting in G5-verband en met de OCW-methodiek heeft als voordeel dat er
nu jaarlijks zowel in februari als in oktober een meting kan worden gedaan, dat resultaten
kunnen worden vergeleken met de andere G5 en dat de data voor de tekortbepaling
decentraal bij de scholen en besturen in plaats van centraal op basis van open DUO data
wordt verzameld.
Betrouwbaarheid van de OCW-methodiek verhogen
De betrouwbaarheid van de OCW-methodiek en de resultaten van de recente meting in
februari 2021 is nog onvoldoende. Amsterdam werkt in aanloop naar de aanstaande
oktobermeting samen met OCW en de G5 aan het verbeteren van de methodiek en
inventarisatie. Belangrijke verbeterpunten zijn het eenduidig invullen van de inventarisatie op
schoolniveau, het inbouwen van een controle op bestuursniveau en het verhogen van de
respons van Amsterdamse scholen (2021: 67%, 2020: 91%).
Resultaat van de meting met de nieuwe methodiek
Vanwege de overstap naar de nog onvoldoende betrouwbare OCW-methodiek en het nieuwe
peilmoment in februari zijn de resultaten van de eerste meting met de OCW-methodiek niet
te vergelijken met de eerdere metingen met de Amsterdamse monitor (2019: 12,6% en 2020:
10,3%). Het lerarentekort in februari 2021 is met de OCW-methodiek vastgesteld op 12,5%.
Net als in voorgaande metingen hebben scholen met een hoog schoolgewicht een hoog
tekort.
Vergeleken met de andere Gs ligt het Amsterdamse tekort in lijn met Den Haag, Almere en
Rotterdam. Uit de metingen van februari en oktober 2020 blijkt dat in de overige G5 de
tekorten in oktober 2020 kleiner waren dan in februari 2020 en dat de tekorten in februari
2021 weer waren toegenomen.
Naar aanleiding van het gebruik van de nieuwe methodiek zijn zeven schoolbesturen
geïnterviewd. Zij erkennen dat het tekort nog steeds zorgwekkend hoog is en dat het niet op
korte termijn opgelost zal zijn. De verwachting is dat leraren na de coronacrisis weer meer van
baan zullen wisselen en vit Amsterdam zullen vertrekken.
5.7 Pijler 4 ‚ mobiliteit en dienstverlening
5.7.1 Servicecentrum onderwijs en zorg
Met het servicecentrum onderwijs en zorg zetten we in op een verbetering van
dienstverlening voor professionals in het onderwijs en de zorg. Door de gemeentelijke
voorzieningen op het vlak van parkeren, mobiliteit, reiskosten en woonruimte zo goed
mogelijk afgestemd op die beroepsgroepen aan te bieden, streven we naar behoud en
toename van leraren en zorgmedewerkers In Amsterdam. Leraren, schooldirecteuren en
schoolbestuurders kunnen bij het servicecentrum terecht voor parkeervergunningen voor
scholen, de reiskostenregeling voor onderwijspersoneel en de voorrangsregeling wonen. In
2021 worden het mobiliteitsadvies van Stichting Breikers en het probeeraanbod deelvervoer
toegevoegd.
Het servicecentrum is geopend op 6 juli 2020. Het servicecentrum werkt via het stadsloket
Centrum met twee medewerkers, een eigen website, e-mailadres en telefoonnummer en een
21
x% Gemeente
Amsterdam
goed werkend cliëntrelatiesysteem. De medewerkers geven informatie over onze producten,
helpen en pakken regie op zaken die vastzitten binnen de gemeentelijke organisatie. Zij
hebben daartoe een directe lijn met de directies Parkeren, V&OR, Wonen en OJZD. Het
servicecentrum werkt goed. Cliënten zijn blij met de hulp. Sinds 8 februari 2021 is het
servicecentrum ook bereikbaar voor professionals vit de (jeugd)zorg.
Voor de periode van juli tot en met janvari 2021 waar het servicecentrum alleen voor het
primair en voortgezet onderwijs beschikbaar was, was er sprake van 330 contacten, waarvan
119 casussen. In die gevallen is regie op de casus gevoerd, zijn zaken uitgezocht, is informatie
verstrekt, de procedure versneld en/of heeft het servicecentrum bespoedigd dat een product
werd geleverd. Tabel 5.3 laat de contacten en casussen in detail zien.
Tabel 5.3. Contacten en casussen servicecentrum Ts e t/m a 2021
Contacten 164 116 3 47 330
Casussen „8 42 2 27 119
5.7.2 Mobiliteitsaanpak publieke professionals
Amsterdam werkt vanuit de Agenda Autoluw aan het verbeteren van de leefbaarheid en
bereikbaarheid van de stad door niet-noodzakelijk autoverkeer te ontmoedigen. Dit heeft
gevolgen voor de ruim veertig procent van de Amsterdamse leraren die buiten de stad
wonen.” Deze leraren zijn onmisbaar voor de stad. Daarom werkt de gemeente in
samenwerking met schoolbesturen aan een mobiliteitsaanpak voor onderwijspersoneel.
Mobiliteitsadvies voor schoolbesturen
Daarom kunnen schoolbesturen sinds eind 2020 gebruikmaken van mobiliteitsscans en
mobiliteitsadvies van Stichting Breikers. Breikers ondersteunt bedrijven en organisaties bij
hun transitie naar slimme en duurzame mobiliteit. De gemeente faciliteert de scans en het
advies voor schoolbesturen. Een schoolbestuur krijgt in een adviestraject zo'n 40 uur
ondersteuning van een mobiliteitscoach. Deze coach helpt het schoolbestuur bij het
vormgeven van een eigen mobiliteitsagenda: van inspiratiesessie tot verbeterplan, van
implementatie tot evaluatie. In 2020 hebben 25 schoolbesturen data aangeleverd voor de
mobiliteitsscan en zijn vijf schoolbesturen gestart met het adviestraject. Schoolbesturen
geven aan mobiliteit niet hoog op de prioriteitenlijst te hebben staan vanwege corona.
Ontwikkeling probeeraanbod deelmobiliteit
Vanuit het programma Deelmobiliteit (Verkeer en openbare ruimte) werkt de gemeente aan
een probeeraanbod deelmobiliteit, waarbij onderwijs- en zorgmedewerkers gratis reistegoed
krijgen voor deelfietsen en elektrische deelscooters. Deze kunnen worden getest als goed
7 https:/{data.amsterdam.nl{publicaties/publicatie{fact-sheet-woon-werkstromen-van-amsterdams-
onderwijspersoneel-po-so-en-vof250e8856-0388-446C-ag50o-ch2531170acaf
22
x Gemeente
Amsterdam
vervoersalternatief vanaf een (metro)station of P+R-voorziening, of tussen twee werklocaties.
Het probeeraanbod is ontwikkeld in 2020 en gaat van start in het voorjaar van 2021. De
planning is vertraagd door corona.
Stimuleren elektrisch fietsen
Omdat de Agenda Autoluw en de tekorten in zorg en onderwijs op gespannen voet met elkaar
staan, werkt de afdeling Verkeer en openbare ruimte aan mobiliteitsarrangementen voor
publieke professionals. Het stimuleren van elektrisch fietsen heeft daarbij veel potentie.
Leraren reizen op die manier snel, duurzaam en gezond. De mobiliteitsscans van Breikers
laten ook zien dat elektrisch fietsen voor veel leraren een goed vervoersalternatief is, evenals
de pilot Elektrisch fietsen uit 2019. De hoge aanschafkosten vormen een belemmering voor
leraren. Ook maken ze zich zorgen over veilige stallings- en laadmogelijkheden op school.
Team Lerarenagenda is nauw betrokken bij de vitwerking van dit mobiliteitsarrangement.
23
x Gemeente
Amsterdam
Bijlage 2: Begroting Lerarenagenda 2019-2023
de 2023-
2020-2021 2021-2022 2022-2023 Totaal
2020 2024
Monitoring, communicatie en
organisatie 490.000 260.800 217.200 217.200 1.185.200
1.1 Amsterdamse teambeurs shame || li
deceverberaen Nog Joon stosee |stase | assem
Toelichting
** loopt van 1 augustus 2020 tot 1 augustus 2024. Projecten met bedragen in schooljaar 2019-
2020 vallen onder de Lerarenagenda voor dat schooljaar en per 1 augustus 2020 onder het
Noodplan.
*** loopt van 1 augustus 2019 tot 1 augustus 2023. Per 1 augustus 2020 zijn bepaalde projecten
deel gaan vitmaken van het Noodplan.
Hierboven staat de geïntegreerde meerjarige begroting voor de Lerarenagenda en het in 2020 er
aan toegevoegde Noodplan. Deze vormen samen de Meerjarenbegroting (MJB) Aanpak
Lerarentekort (gemeentelijk deel).
Aan het Noodplan dragen de schoolbesturen in het primair onderwijs in Amsterdam bij. Dit is een
verplichting horend bij de subsidie vanuit OCW voor het convenant dat op basis van dit Noodplan
24
x Gemeente
Amsterdam
door OCW, de Amsterdamse schoolbesturen in het primair onderwijs en de gemeente Amsterdam
is gesloten. In totaal krijgen de schoolbesturen in de periode van augustus 2020 tot augustus 2024
€ 27 miljoen subsidie. Deze wordt in zijn geheel besteed aan de grotestedentoelage. De gemeente
en schoolbesturen moeten daartoe € 13,6 miljoen aan cofinanciering over dezelfde periode
bijdragen. Er is tevens een aparte subsidie vanuit OCW voor het project zij-instroom (deel van
Behoud en werving leraren). Ook hier zit een cofinancieringsverplichting aan vast (€ 6,8 miljoen in
totaal).
In totaal bedraagt de meerjarige begroting voor het Noodplan € 82,1 miljoen (waarvan € 32,6
miljoen voor het project zij-instroom). Wijzigingen tussen de oorspronkelijke meerjarige begroting
Lerarenagenda 19-23 en de MJB Aanpak Lerarentekort zitten vooral in de teambeurzen
(opgehoogd met € 2,8 miljoen voor schooljaar 19-20 en stopgezet per augustus 2021 (vanwege
gemeentelijke bezuinigingen) en in de toevoeging van schooljaar 2023-2024 voor het
gemeentelijke aandeel in het Noodplan, vanwege de looptijd van het convenant tot 1 augustus
2024.
25
| Onderzoeksrapport | 25 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1260
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder N
Ingekomen op woensdag 17 december 2014
Behandeld op woensdag 17 december 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Nuijens en mevrouw Moorman inzake het Concept
Startdocument Eeuwigdurende erfpacht (geen speculatie met commerciële
bestemmingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 november 2014 inzake het Concept Startdocument
Eeuwigdurende erfpacht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1226);
Overwegende dat:
— in de erfpachtparagraaf van het coalitieakkoord 2014-2018 te lezen valt dat er in
het kader van de invoering van een stelsel van eeuwigdurende erfpacht met de
mogelijkheid tot afkoop een ‘uitgewerkt voorstel’ komt ‘om speculatie tegen te
gaan’;
— het college en meerdere raadsfracties aan hebben gegeven speculatie als een
onwenselijk en bestrijdenswaardig risico te beschouwen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
eeuwigdurende erfpacht voor commerciële bestemmingen alleen in te voeren als
vaststaat dat het ‘uitgewerkte voorstel om speculatie tegen te gaan’ speculatie met
Amsterdamse grond daadwerkelijk uitsluit.
De leden van de gemeenteraad,
J.W. Nuijens
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 999
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder CA
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Moorman en Nuijens inzake de uitwerking van
de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente
(onmiddellijk intreden dynamisch evenwicht).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen
huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675).
Overwegende dat:
— Het college met de corporaties en huurdersvereniging heeft afgesproken te
streven naar een dynamisch evenwicht met een minimum van 162.000 sociale
corporatiewoningen;
— De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) heeft aangegeven
dat corporaties per 1 januari 2016 nog 166.191 zelfstandige huurwoningen in
bezit hadden;
— Het aantal verkochte corporatiewoningen in 2014 en 2015 gemiddeld 55% hoger
lag dan in de periode 2010 tot 2014 (2510 woningen ten opzichte van 1618
woningen) en het AFWC ook aangeeft dat een grote versnelling is opgetreden in
het aantal woningen dat uit de voorraad is verdwenen, mede door sloop en
nieuwbouw;
— Uit de monitor Wonen in Amsterdam blijkt dat het aantal mensen dat aanspraak
kan maken op een sociale huurwoning, in het afgelopen jaar is gestegen;
— De wachttijd voor sociale huurwoningen inmiddels in bijna alle delen van de stad
boven de 14 jaar ligt;
— Het percentage sociale huurwoningen in de stad nu ongeveer even groot is als
het percentage mensen dat er aanspraak op kan maken, maar dat deze
verhouding snel uit evenwicht kan raken, omdat de particuliere sociale
huurvoorraad in rap tempo kan slinken;
— In de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en
gemeente is afgesproken dat de verkoop na 2025 maximaal gelijk is aan
nieuwbouw minus sloop minus liberalisering (dynamisch evenwicht).
Van mening dat:
— Het verkopen en liberaliseren van corporatiewoningen nodig kan zijn om wijken
gemengder te maken en/of investeringscapaciteit voor corporaties te vergroten,
1
maar dat de totale voorraad niet verder moet afnemen om wonen in de stad ook
voor mensen met een lager tot modaal inkomen betaalbaar en bereikbaar te
houden;
— Dat het daarom een goed idee is om zo snel mogelijk een dynamisch evenwicht
in de sociale huurvoorraad te bewerkstelligen, waarbij het aantal te verkopen
woningen maximaal gelijk is aan nieuwbouw minus sloop minus liberalisering.
— Dat hierbij een compartimentering nodig is van het type woningen en locaties
binnen de voorraad, om te voorkomen dat kleine (studenten) woningen in de
plaats komen van grote gezinswoningen en dat sociale woningen op populaire
plekken worden ingeruild voor woningen op minder populaire plekken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De onderhandelingen met de corporaties en de huurdersvereniging te heropenen
ten aanzien van het gestelde minimum van 162.000 sociale corporatiewoningen;
2. Daarbij in te zetten op intreden van het dynamisch evenwicht per 1 september,
zodat corporaties uitsluitend nog het aantal woningen kunnen verkopen of
liberaliseren dat zij hebben opgeleverd.
3. Hierbij ook een compartimentering aan te brengen in type woningen en locatie.
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
J.W. Nuijens
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1470
Publicatiedatum 27 september 2019
Ingekomen onder
Ingekomen op donderdag 19 september 2019
Behandeld op donderdag 19 september 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid A.L. Bakker inzake de conceptnota Duurzaam Landschap,
de Amsterdamse inzet voor het metropolitane landschap en bouwsteen voor
de omgevingsvisie (geen kunstgrasvelden en parkeerplekken in de parken, scheggen
en ruigtegebieden)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de conceptnota Duurzaam Landschap, de Amsterdamse
inzet voor het metropolitane landschap en bouwsteen voor de omgevingsvisie
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1409).
Constaterende dat het college overweegt om in de hoofdgroenstructuur buiten het
groentype ‘sportpark’ te gaan kijken naar het realiseren van sportvelden en daarbij
behorende faciliteiten (kleedkamers, parkeren), zoals in bestaand stedelijk groen of in
de scheggen (zie p.12);
Constaterende dat nu alleen binnen het groentype ‘sportpark’ in de
hoofdgroenstructuur het realiseren van sportvelden en daarbij behorende faciliteiten
(kleedkamers, parkeren) mogelijk is;
Overwegende dat het stadsgroen bescherming nodig heeft en dat het niet wenselijk is
om in de toekomst sportgebouwen, parkeerplekken en kunstgrasvelden te gaan
realiseren in de groentypes ‘stadspark’, ‘ruigtegebied/struinnatuur', ‘stadsrandpolder',
‘corridor’, ‘volkstuinpark/schoolwerktuin', ‘begraafplaats’ of ‘curiosa!
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om de hoofdgroenstructuur te beschermen en niet te gaan kijken naar mogelijkheden
om sportvelden en daarbij behorende faciliteiten (kleedkamers, parkeren) te
realiseren in de volgende groentypes binnen de hoofdgroenstructuur: ‘stadspark’,
‘ruigtegebied/struinnatuur'’, ‘stadsrandpolder', ‘corridor’, ‘volkstuinpark/
schoolwerktuin', ‘begraafplaats’ of ‘curiosa’.
Het lid van de gemeenteraad
A.L. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
Gemee nte Bezoekadres
Plein'40'45 nr. 1
Ám ste rda Mm 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
> < Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 17 december 2014,
Decos nummer 2014/int/2103
Onderwerp Instellen Ondernemersadviescommissie Nieuw-West |
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 18 november 2014
Besluit
|
In te stemmen met het per 1 januari 2015 instellen van een adviescommissies ex artikel 84 van de
Gemeentewet, zijnde de Ondernemersadviescommissie
} EE ennn ie |
// | |
defieer H. Wink TO de heerA. Baâdoud _
staflsdeelsecretdris voorzitter
|
|
|
|
Î
|
|
|
|
En
| Besluit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 227
Ingekomen onder AF
Ingekomen op woensdag 12 februari 2020
Behandeld op donderdag 13 februari 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Yilmaz inzake Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs
2019 (meer leraren met niet-westerse migratieachtergrond)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Segregatiemonitor.
Constaterende dat:
- Leraren met een niet-westerse migratieachtergrond achterblijven in verhouding
met het aantal leerlingen met gelijke afkomst;
-__Er voldoende leraren met een niet-westerse migratieachtergrond in Amsterdam
wonen en werken.
Overwegende dat:
-__ Leerlingen zich meer kunnen herkennen in deze rolmodellen en daardoor wellicht
gemotiveerd worden om zelf ook leraar te worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Leraren met een niet-westerse migratieachtergrond een podium te bieden om
bijvoorbeeld gastlessen te verzorgen waarin zij hun succesverhalen delen met
leerlingen (denk bijv. aan Meesters met Dromen), met als doel de leerlingen te
motiveren om leraar te worden.
Het lid van de gemeenteraad
N. Yilmaz
1
| Motie | 1 | discard |
2x City of
Amsterdam
Stakeholders meeting clean fuels to West Africa
30 June 2017
The Hague, The Netherlands
Introduction
On 30 November 2016 the city council of Amsterdam adopted a motion, in which the
city board of Amsterdam is requested to discuss the export of toxic fuels with the Port
of Amsterdam. The motion concerns fuels with a sulphur content higher than is
permitted for use within the European Union (EU). To carry out the motion, the City of
Amsterdam organised with the support from the Ports of Rotterdam and Antwerp a
stakeholders meeting on 30 June 2017. The participants were representatives of
various departments of the Dutch and Flemish government, the ports of Amsterdam,
Rotterdam, Antwerp and Ghana, the oil sector and international organizations.
There is an ongoing debate on the roles and responsibilities of the various
stakeholders in the oil chain. It focusses on efforts which contribute to the transition
of importing cleaner fuels into West- Africa. The goal of this meeting was to establish
a shared view of the problem and review the already existing and future actions to
tackle the issue. The meeting focused on fuel blend stocks with a sulphur content
higher than is permitted for use within the EU.
Kajsa Ollongren, Alderman Seaport opened the meeting. Six presentations followed,
each with a different angle on the issue. After every presentation there was room for
questions and comments from the group of stakeholders. This is a brief summary of
the meeting.
Chatham House Rules
All attendees agreed on the Chatham House Rules. Therefore all statements and
perspectives shared in this report are anonymous unless the statement or perspective
has already been shared in public.
Results:
At the meeting numerous insights on the complexity of the problem have been
shared. In the following paragraphs the agreed follow-up steps are summarised and a
outline of the discussion is given.
Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017
Page 2 van 4
Follow up actions:
-_The Port of Antwerp announced to host a follow-up meeting to continue this
dialogue.
-_Stakeholders from the oil-sector expressed their willingness to cooperate with
local actors in West Africa to motivate their national government to accelerate
the introduction of new regulations.
-_Stakeholders from the oil-sector expressed their willingness to share their
expertise with West African governments and companies.
-__Governmental bodies as well as companies present during the meeting
expressed their enthusiasm for an expedition aiming to stimulate cooperation,
sharing expertise and to advocate for more strict regulations (this expedition is
projected in march/April 2018).
-_ All stakeholders will cooperate to share and retrieve the necessary information
for a transparent oil chain.
Common ground:
The stakeholders agreed on the following points.
The use of high-sulphur transport fuel should be limited to the very minimum.
Various speakers emphasised that the use of high-sulphur transport fuels is one of the
causes of air pollution in West African cities. This leads to different public health
issues. By introducing clean and low sulphur fuel and clean vehicles, the toxicity of the
emission can be reduced by 99%. The international community has already decided
that emissions have to be lowered to 5o ppm, at the latest by 2020. By 2050 if low
quality fuels are replaced by clean fuels 5oo.ooo deaths can annually be avoided .
Clean air is a human right therefor these fuels should no longer be used.
The train has left the station: it is not the question if, but when new standards will be
effective
More and more African countries are implementing (Ghana) or planning on
implementing (Nigeria, Togo, Benin) new and stricter regulations. According to the
United Nations Environment Programme (UNEP), an United Nations organization
that works with different African countries to advance better regulations. The biggest
challenges they face are political commitment, dependency between countries and
transparency on blending of fuels in ports. In Nigeria, for example, there are parties
lobbying for a delayed introduction of the new standards. Benin and Togo depend on
Nigeria's regulations as 85% of their fuel is smuggled in from Nigeria.
Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017
Page 3 van 4
Regionally harmonized standards are needed
To have a real effect the new standards should be implemented in the whole region.
The Economic Community of West African states (ECOWAS), wants all Ministers of
West African countries to push for the transition of the region to low sulphur fuels, in a
time frame still to be decided. Ghana will also advocate for the harmonisation of fuel
specifications in the West African sub-region.
Companies can and want to help with their expertise
The introduction of new standards will result in demand for a new product. Taking out
sulphur requires replacing it with other components. This complex process requires
specific knowledge which certain oil companies can deliver to West African clients.
Also, the industry will deliver the information that is needed by West African countries
in order to regulate and monitor more strict specifications.
Companies will use the support of the Dutch government
The Dutch government encourages partnerships between companies, civil society,
unions, knowledge institutions and other governments. Together they have more
leverage to accelerate the transition to clean fuels. One of the key tasks of Dutch
embassies is to support companies in responsible business conduct. They can also
provide companies with information on the local business environment, arrange
meetings with local actors and intend to raise companies’ concerns with local and
national governments.
Pain points
The following questions remained debated.
Should the oil sector stop supplying these type of fuels while the demand still exists?
Some participants of the meeting called on the oil producers and traders to stop with
the production and trade of the concerning fuels. In case the companies do not stop
this business themselves, governments should interfere with legal instruments.
However, the existing regulations do not prohibit the production or trade of high
sulphur fuels. Solely the use these fuels within the European Union is forbidden. There
are certain regulations such as the EU Waste Shipment regulation on the ways to deal
with residuval and waste products. The fuels at hand are blends of different residual
(and maybe waste) products on which possibly these regulations should be applied.
The Human Environment and Transport Inspectorate (ILT) is currently investigating if
Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017
Page 4 van 4
and how waste regulations apply to these blends. Possibly, new and more clear
prescriptions on what can be blended and traded will result from this investigation.
The investigations has started in Amsterdam and will be extended to Rotterdam and
perhaps Antwerp. The results are to be expected by the end of 2017.
So for now legal instruments to ban the concerning fuels are limited. Yet, as some
attendees expressed, companies should ask themselves if the production and trade of
these fuels is responsible business conduct. Everyone recognises that the larger part
of the solution lies in West Africa, but these countries need time and money.
Companies could accelerate the transition by (the announcement of ) a immediate
stop of the production and trade of high sulphur fuels.
The judgment that companies should ask themselves if their business in the
concerning fuels is responsible andis reinforced by the guidelines on Corporate Social
Responsibility (CSR) of the Organization for Economic Co-operation and
Development (OECD). According to the OECD guidelines, CSR is more than simply
following the law. CRS means that companies have to look into the supply chain and
ask themselves where their products end up. They have to avoid causing adverse
impacts, like air pollution. The Dutch National Contact Point, OECD carries out
research on how Dutch gas and oil companies comply to the OECD guidelines. This
research will result in recommendations for Dutch companies.
Other attendees judged that banning export from The Netherlands and Belgium is a
pointless solution. The ban would only relocate the market. The demanded fuels
would be imported from other regions and there would be a huge increase in offshore
blending before the coast of West Africa. Depending on the importing country this
could mean less control on the supply/oil chain. In this manner the real problem would
not be solved and even be worsened. One of the stakeholders from the oil sector
expressed its company would opportunely deliver other fuels as soon as clients
demand them. This company calls on West African countries to demand for cleaner
fuels.
How should we gain more transparency in the supply chain?
The ILT has visited terminals asking where the products came from. Some
stakeholders have expressed their concern with this approach. To explain the analogy
of the hotel owner was used in comparison: the ILT is asking the hotel owner where its
guests have been before arriving at the hotel. The oil terminals feel vncomfortable
with this request. If the ILT wants to have information on the quests, it should ask the
producers. The ILT responded by saying it starts at the terminal, as they want to know
who the clients are. At a later stage the clients and producers will be inquired.
| Schriftelijke Vraag | 4 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2021
Afdeling 2
Vergaderdatum 20 januari 2021
Publicatiedatum 3 februari 2021
Avondzitting op woensdag 20 januari 2021
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier: mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland)
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur.
Goedenavond allemaal. Ik heropen deze vergadering en wij beginnen met
agendapunt 32 a, de installatie van een wethouder.
32.
INSTALLATIE
a.
Installatie van een wethouder
De VOORZITTER: Dan heb ik voor u de stemmingen van de benoeming van de
wethouder, de heer Egbert de Vries.
Benoemd tot wethouder van de gemeente Amsterdam:
De heer Egbert de Vries met 38 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 2 stemmen
blanco.
Dan zou ik hiermee de griffier willen vragen de heer De Vries binnen te geleiden.
Mijnheer De Vries, welkom in ons midden. Aanvaart u uw benoeming?
De heer DE VRIES: Ja.
De VOORZITTER: Dan zou ik u willen uitnodigen om daar de schriftelijke
aanvaarding te tekenen.
Dan is de heer De Vries benoemd tot wethouder en dan vindt nu de aflegging van
de eed plaats.
‘Ik zweer dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk
onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk
enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en
dat ik mijn plichten als lid van de gemeenteraad naar eer en geweten zal vervullen.”
De heer DE VRIES: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER: Dan bent u hiermee geïnstalleerd als wethouder in de gemeente
Amsterdam en dan heb ik de grote eer u als eerste te mogen feliciteren. Van harte.
Er wordt ook digitaal voor u geklapt. Bloemen zullen bij u thuis worden bezorgd.
b
Installatie van een raadslid
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot in verband met het
onderzoek van de geloofsbrieven van kandidaat-raadslid mevrouw IJmker.
Mevrouw POOT: De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven ingezonden
door mevrouw Elisabeth Christel IJmker, benoemd verklaard tot lid van de gemeenteraad
op 18 januari 2021 heeft de eer de raad mede te delen dat zij de geloofsbrieven en de
verder bij de Kieswet gevorderde stukken heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft
bevonden terwijl haar niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van een
onverenigbaarheid. De commissie adviseert de raad op grond hiervan tot toelating van
mevrouw IJmker als lid van de gemeenteraad.
De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de commissie te
besluiten en in te stemmen met de toelating als raadslid van de gemeenteraad mevrouw
IJmker. Ik zou de raadsgriffier willen vragen het kandidaat-raadslid mevrouw IJmker de
raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de eed.
Welkom, mevrouw IJmker.
‘Ik zweer dat ik, om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk
onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk
enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en
dat ik mijn plichten als lid van de gemeenteraad naar eer en geweten zal vervullen.”
Mevrouw IJMKER: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER: Dan zou ik u namens de hele gemeenteraad willen feliciteren
en van harte welkom. Bloemen worden bij u thuis afgegeven.
Cc.
Installatie van fractievertegenwoordigers
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik geef opnieuw het woord aan mevrouw Poot in verband met
het onderzoek naar de ingezonden bescheiden van de kandidaat-
fractievertegenwoordigers mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp.
Mevrouw POOT: De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven ingezonden
door mevrouw Marijn van der List en mevrouw Sara Brigitte Berckenkamp, geen raadslid
zijnde, hebben de bescheiden zoals bedoeld in artikel 12, derde lid van het Reglement van
Orde voor gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam onderzocht. De commissie tot
onderzoek van de geloofsbrieven heeft de eer de raad mede te delen dat zij de
geloofsbrieven heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden terwijl haar niet is
gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De
commissie adviseert de raad op grond hiervan tot toelating als lid en plaatsvervangend lid
in een raadscommissie mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp.
De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de commissie te
besluiten en in te stemmen met de toelating als fractievertegenwoordiger van de
gemeenteraad mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp zoals genoemd in het
advies. Ik zou de raadsgriffier opnieuw willen vragen de kandidaat-
fractievertegenwoordigers mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp de raadszaal
binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte.
Welkom mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp.
“Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of
beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten
rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal
aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en
dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.”
Mevrouw VAN DER LIST: Dat verklaar en beloof ik.
Mevrouw BERCKENKAMP: Dat verklaar en beloof ik
De VOORZITTER: Dan wil ik u namens de hele gemeenteraad van harte feliciteren
met uw installatie als fractievertegenwoordiger en dan geldt ook voor u dat de bloemen
worden thuisbezorgd.
De VOORZITTER: Dan kunnen wij doorgaan met de actualiteit.
3. INTERPELLATIES EN ACTUALITEITEN
a.
Actualiteit inzake de gevolgen van recente ontwikkelingen in de coronacrisis
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik schors voor een kort moment zodat de heer Torn de
voorzitterspositie kan overnemen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor een minuut.
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
68° Motie van de leden Rooderkerk, Blom, Heinhuis, Schreuders en Yilmaz
inzake leerlingen koppelen aan studenten voor tegengaan van onderwijsachterstanden (nr.
001.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om middelen die worden toegekend
vanuit het rijk concreet in te zetten om:
o leerlingen te verbinden aan studenten voor bijles om
onderwijsachterstanden tegen te gaan in samenwerking met
schoolbesturen, onderwijsinstellingen en bijlesorganisaties;
o kwetsbare leerlingen in kaart brengen en die voorrang te verlenen voor
extra bijlessen.
69° Motie van de leden Van Pijpen, La Rose en N.T. Bakker inzake een
landelijk steunpakket voor mentale gezondheidsproblemen voortkomend uit de coronacrisis
(nr. 009.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het kabinet te verzoeken een steunpakket in te zetten voor ondersteuning bij
mentale problemen voortkomend uit de Corona crisis. En in dit steunpakket
gemeentes en organisaties financiële ruimte te bieden voor extra inzet ten
behoeve van de verbetering van de mentale gezondheid.
- daarbij het programma ‘“Thrive’ als voorbeeld te hanteren en indien er extra
financiële ruimte komt dat in Amsterdam te benutten door meer bekendheid en
uitbreiding daarvan te realiseren.
70° Motie van de lid Kreuger inzake actualiteit over de coronacrisis, Geen
avondklok (nr. 014.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen voorstander te zijn van het invoeren van een avondklok en roept het
kabinet op alsnog af te zien van de invoer van een avondklok.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
4
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Dan neem ik graag even de sprekers met u door. Eerst de heer Ernsting, dan de
heer Van Dantzig, mevrouw Poot, de heer Mbarki, de heer Flentge, de heer Van Lammeren,
de heer Taimounti, de heer Kreuger, de heer Boomsma, de heer Veldhuyzen, de heer
Ceder, mevrouw Van Soest en de heer Van Schijndel. Daarbij merk ik op dat de heer Van
Schijndel bijna geen spreektijd meer heeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Toen wij hierover de laatste keer vlak voor de kerstvakantie
spraken en we een nieuwe lockdown ingingen, noemde ik dat een bittere pil. Dat was vorige
maand maar het lijkt alweer zo veel langer geleden. Nu worden we geconfronteerd met een
mutant, een besmettelijker variant van het virus en met nog zwaardere maatregelen. En dat
terwijl aan de andere kant de cijfers in Amsterdam aan het verbeteren waren. Het is allemaal
moeilijk te bevatten. Dat vind ik zelf en dat herken ik ook bij anderen. Nu springt na de
persconferentie van vanmiddag vooral die aangekondigde avondklok er uit. Hoe je het
wendt of keert, dat is een heftige maatregel die heel direct en heel pregnant mensen beperkt
in hun fundamenteel recht op bewegingsvrijheid: gewoon de straat op gaan. En ja, ’s avonds
of ’s nachts doen misschien überhaupt weinig mensen dat in de winter, maar toch. Je wordt
geacht binnen te blijven en dat terwijl juist in steden mensen zo dicht op elkaar wonen en
vaak ook heel klein zijn behuisd. En dat terwijl er misschien toch andere maatregelen
denkbaar zijn die die mutant kunnen indammen. Zo gaan bijvoorbeeld nog heel veel
mensen naar hun werk terwijl dat niet nodig is, naar kantoor. Mijn vraag is dan, kan dat dan
niet beter worden verboden? Het schijnt dat kantoren sluiten juridisch ingewikkelder is dan
een avondklok instellen. Dat vond ik verbazingwekkend. En hoe zit het met reizen? Kortom,
hoe zien de cijfers en de inschatting eruit die de ene maatregel beter maken dan de andere?
Hoe wordt er gewogen en welke hiërarchie van maatregelen zit daar achter. We hebben
daarop hier lokaal maar beperkt zicht. Als die avondklok er dan zou komen, wat betekent
dat dan voor onze burgers en voor onze organisatie als lokale overheid die dat moet gaan
regelen. Al met al is de fractie van GroenLinks heel kritisch over die avondklok en mijn
fractie heeft naast deze eerder genoemde zorg daarover nog tal van vragen. Zoals: wat
betekent het precies? Wat zijn de uitzonderingen? Hoe zou er moeten worden
gehandhaafd? Komen er geen kat-en-muisspelletjes op straat? En wat zijn de voorwaarden
voor ontheffingen of iets dergelijks? Hoe breed is er afgewogen tegen maatregelen met
minder impact? Maar het belangrijkste, hoe wordt er omgegaan met bijvoorbeeld daklozen
of kwetsbare jongeren? Ik ben erg bezorgd dat het instellen van zo’n avondklok onevenredig
hard kwetsbare groepen raakt. Tot zover de avondklok.
Ik heb ook nog andere belangrijke vragen want we hebben het over de hele
coronacrisis en niet alleen daarover. Bijvoorbeeld over de huidige lockdown en dat er geen
verlichting is voor het basisonderwijs. Daarover is al veel gezegd in de krant, maar toch
moeten daarover ook vragen worden gesteld. Wat betekent dat voor de kansengelijkheid?
En hoe gaan we in Amsterdam om met de schooladviezen voor achtstegroepers de
komende maand?
Een andere vraag is wat de huidige lockdown en de verlenging daarvan betekent
voor huiselijk geweld en zeker ook in combinatie met een avondklok. Hoe blijven we daar
alert op?
In de steunpakketten voor het rijk voor getroffen sectoren gaat het voornamelijk
over economische sectoren maar wij willen ook nadrukkelijk aandacht vragen voor
5
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
psychosociale problematiek. Daarom heeft mijn collega mevrouw Van Pijpen daarvoor een
motie ingediend die in de stukken te vinden is.
Over vaccinaties. Hoe gaat het met de voortgang van de voorbereidingen van de
GGD? Welk tempo zou op een gegeven moment kunnen worden bereikt voor het aantal
vaccinaties per dag als dat eenmaal loskomt met de vaccins? Wat is daarvoor nodig? Is
daarvoor meer nodig dan we nu hebben ingeregeld? En tot slot ook over de vaccinaties
maar niet onbelangrijk, hoe bereiken we daarin moeilijk bereikbare groepen en in het
bijzonder ongedocumenteerden? Er moet echt een waarborg komen voor veiligheid en
anonimiteit voor die mensen om veilig een vaccin te halen niet alleen voor hun eigen
gezondheid maar voor ons aller gezondheid. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Ik denk dat het goed is dat we op deze vooravond van
een belangrijk Kamerdebat ook met elkaar in de gemeenteraad van Amsterdam van
gedachten wisselen over de staat waarin we verkeren met betrekking tot corona, maar toch
ook vooral over de maatregelen die nu wellicht aanstaande zijn. Dat zal geen verrassing
zijn dat de fractie van D66 echt vindt dat er meer mogelijk is binnen de bestaande
regelgeving. De oproep is toch echt werk thuis. Nog te vaak hoor ik van vrienden en
bekenden en contacten in de stad dat ze onder zachte dwang door werkgevers worden
opgeroepen op kantoor te verschijnen. Als we nu weten dat zeker tien procent maar
misschien wel 1 op de 6 besmettingen op het werk plaatsvindt, dan is dat natuurlijk echt
heel zorgelijk. Ik wil dan ook een oproep doen aan al die werkgevers, probeer dit nu te
voorkomen. We zullen als overheid echt moeten bedenken hoe we dit in al die maanden
naar het vaccin toe, kunnen voorkomen.
Mijn eerste vraag is dan ook aan de wethouder Economische Zaken om te kijken
wat hij nu nog vanuit zijn rol in allerlei overleggen met het bedrijfsleven kan bijdragen om
toch echt op te roepen zo veel mogelijk thuis te werken. Tegelijkertijd is van groot belang
dat het inreizen wordt beperkt. Dat is een maatregel die D66 zeker zal steunen. Het is
natuurlijk niet uit te leggen wanneer je varianten uit allerlei landen bestrijdt en tegelijkertijd
komen die vluchten aan op Schiphol met een PCR-test van 72 uur geleden. Je hebt de
maatregelen die het kabinet nu daarvoor heeft genomen en die zijn goed maar ik wil
iedereen oproepen: beperk de reisbewegingen. Het komt er de komende maanden op aan,
dames en heren, zeg ik via de voorzitter tot iedereen die meeluistert. Het vaccin is onderweg
maar vrij vertaald naar een goed Engels gezegde, de nacht is altijd op Z'n donkerst net
voordat het licht wordt. Dus we zullen ons nu zo veel mogelijk moeten beperken in onze
contacten.
Tegelijkertijd kom ik dan op de avondklok. Dat is een bijzonder heftig middel. Het
beperkt natuurlijk allerhande vrijheden en dat is iets waarnaar je in deze crisis heel zinnig
moet kijken. Het is eigenlijk een beslissing die je alleen kunt nemen als je overtuigd bent
van de positieve effecten. En die positieve effecten zijn maar heel moeilijk vast te stellen.
Nu vind ik dat vanuit het Amsterdamse perspectief niet het doorslaggevende argument,
want dingen die helpen moet je op dit moment overwegen. Maar er zijn zo veel argumenten
tegen. Ik hoop straks, zeg ik dan even in de richting van de burgemeester, dat zij daarop
kan reflecteren. Allereerst is de handhavingsopdracht die over Amsterdam wordt uitgestort,
onvoorstelbaar zo niet onuitvoerbaar. We hebben hier te maken met vijfduizend agenten
die onder immense druk staan. Laten we niet vergeten dat we eerder vandaag spraken over
een demonstratie op het Museumplein die weer het uiterste heeft gevraagd van al die
mensen die de vrijheid en veiligheid in de stad verdedigen. Niemand sluit uit dat zo’n
bijeenkomst zondag niet weer plaatsvindt. Tegelijkertijd zouden deze helden van de stad 's
6
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
nachts de straten moeten schoonhouden van mensen. Ik maak me daar grote zorgen over.
Tegelijkertijd de spanningen van klein behuisde huishoudens zoals we die zoveel hebben
in de stad. Daar moet vaak overdag worden gewerkt en daar moeten de kinderen hun
schoolwerk doen. Kunnen die dan niet meer naar buiten? Die vluchtweg zou ook wel eens
kunnen zorgen voor ongelooflijke problematiek achter de voordeur. Het is niet zomaar dat
de meldingen van huiselijk geweld enorm zijn toegenomen. In deze discussie horen we
natuurlijk ook te weinig het geluid van de jongeren en zeker van de alleenstaande jongeren.
Er is laatst een enquête uitgevoerd onder studenten waarin wordt aangegeven dat
studenten hier zich gemiddeld veel beter aan de maatregelen houden dan in het hele land.
Zo’n 99% ten opzichte van 72%. Maar een heel grimmig detail is dat een derde op dit
moment het eigen leven een dikke onvoldoende geeft. Vervolgens geeft een avondklok ook
geen mogelijkheid meer voor kinderen om te sporten. Dat is eigenlijk niet uit te leggen in
een crisis waarin iedereen ervan overtuigd is dat de beste manier om je te wapenen het feit
is dat je gezond bent. En dan misschien als laatste gewoon een observatieargument. Het
is in Amsterdam op dit moment echt rustig op straat. Het gaat hier relatief goed. Ik ben het
zeer eens en laat dat ook mijn oproep zijn aan iedereen die zich toch nog in te grote groepen
ophoudt en illegaal een feestje geeft, doe dat niet. Maar laten we ook niet naïef zijn. Ik ben
ook 23 geweest. Dan was van half negen tot half vijf met Z'n veertienen wakker blijven echt
niet zo’n enorme opgave. Dus ik maak me grote zorgen over dat laat ik het maar het paard
achter de wagen spannen-effect noemen. Als jongeren nu langer en de hele nacht bij elkaar
gaan zitten, hebben we dan inderdaad wel die rem op de besmettingen die er misschien in
allerhande rekenmodellen wel of niet uitkomt? D66 is daarvan verre van overtuigd.
Daarom dient D66 samen met onder andere GroenLinks, de Partij voor de Dieren,
DENK, BIJ1 en JA21 een motie in waarin we onze bezwaren voor de avondklok uitspreken
en op dit moment stellen dat invoering op dit moment niet proportioneel is en waarin we het
college van burgemeester en wethouders verzoeken deze constateringen onder de
aandacht te brengen bij de Tweede Kamer zodat deze kunnen worden meegewogen in het
raadsdebat. Ik denk dat dat bijzonder belangrijk is aangezien de situatie in de hoofdstad er
echt een die zal moeten meegewogen.
(Mevrouw POOT: Laat ik beginnen met te zeggen dat ik echt meevoel dat
een avondklok echt een hele heftige maatregel is. Maar ik zoek ook een
beetje naar wat de heer Van Dantzig nu precies aan de Amsterdammers
stelt. Hij vertelt eigenlijk dat een avondklok niet proportioneel is en niet
werkt, maar wat nu, en die kans is natuurlijk heel erg groot, als er straks
wel wordt besloten de avondklok in te voeren? Wat heeft de heer Van
Dantzig dan nu net voor boodschap aan de Amsterdammer gebracht? Hij
heeft net de boodschap gebracht, Amsterdammers, wij vinden dat dit niet
hoeft. Ik wil de heer Van Dantzig vragen of hij dit nu daadwerkelijk een
verstandige oproep vindt die hij net aan de Amsterdammer heeft gedaan}
Ik ga hierop geen antwoord geven. Ik vind het altijd wel moeilijk als mij woorden in
de mond worden gelegd en ik daarop vervolgens moet reageren. Dat zeg ik dan maar even
in reactie op mevrouw Poot. Weet u, ik denk dat de Amsterdammers nu van politici
verwachten dat ze inperkingen van de vrijheid bijzonder goed afwegen tegen alle andere
argumenten. En die argumenten zijn legio. Ik zeg ook niet dat ik hier principieel tegen ben,
dat het onbestaanbaar is. Ik gebruik geen grote woorden. Voor mij en ook voor de andere
indieners van de motie ondanks dat je altijd voorzichtig moet zijn met voor hen te spreken,
is het echt een kwestie van weging en goed naar de stad kijken en kijken of deze maatregel
nu het effect gaat hebben dat we ervan hopen. Op dit moment betwijfel ik dat. Zijn er niet
meer maatregelen te bedenken? Ik begon mijn bijdrage met de oproep en ik zou het
7
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
waarderen als de VVD als ondernemerspartij die herhaalt, aan werkgevers om echt op alle
mogelijke manieren thuis te werken. Ik wil graag de oproep doen aan ouderen om zo
voorzichtig mogelijk te zijn totdat het vaccin binnen twee of drie maanden in de arm staat.
Dat zijn denk ik de dingen die we kunnen doen. Maar geen misverstand, zal de Tweede
Kamer instemmen met een avondklok, dan zal ik in alle toonaarden iedereen oproepen zich
daaraan te houden. Maar ik denk en dat is de weging van D66 dat de Amsterdammer
daarvoor meer begrip heeft als we in Amsterdam een debat voeren op al die punten die zo
ingewikkeld zijn. Ik wil mevrouw Poot toch ook uitdagen een uitspraak te doen in haar
bijdrage straks over de manier waarop dit moet worden gehandhaafd. Mijn mening zou toch
zijn dat je dat dan stevig moet handhaven. Ik ben wel benieuwd wat dat met de algemene
veiligheid doet en hoe mevrouw Poot dat dan voor zich ziet.
(Mevrouw POOT: Ik ben het met de heer Van Dantzig eens dat je die
discussie goed moet voeren, maar tegelijkertijd en dan herhaal ik even de
woorden van de heer Van Dantzig, komt het er de komende maanden op
aan. We moeten de contacten beperken. De heer Van Dantzig zei dat
letterlijk. Ik zou dan ook zeggen dat de heer Van Dantzig er heel goed aan
zou doen samen met de andere indieners om echt nog eens heel goed naar
die motie te kijken. Er staat dat zij vinden dat de avondklok niet
proportioneel is. Dat mag natuurlijk. Maar de boodschap die je daarmee
afgeeft, is er eentje van verdeeldheid in plaats van kom op, laten we de
schouders eronder zetten. Ik zou de heer Van Dantzig willen oproepen en
ik hoop dat hij daarop wil reageren, om op die manier toch nog eens even
naar die motie te kijken.)
Het luistert natuurlijk extreem nauw, want er staat ‘op dit moment’ niet proportioneel
is. Dat betekent niet dat er nog een moment kan aanbreken waarop het wél nodig is.
Wellicht als de andere maatregelen geen effect sorteren, wellicht als het inderdaad niet lukt
om mensen gewoon thuis te laten werken, dan hebben we een andere situatie. Tegelijkertijd
denk ik dat we in onze democratie zijn gebaat bij het bediscussiëren van meerdere
stellingen. Ik denk niet dat we — ondanks dat dat misschien de wens is van mevrouw Poot
— bij de eerste persconferentie van de heer Rutte denken, dan zal dat wel het beste idee
zijn. Het is natuurlijk evident dat daarop zaken aan te merken zijn en we weten dat er binnen
het OMT ook verschillende bewegingen zijn geweest totdat er één oordeel uit komt. Dus ik
denk zeker niet dat we discussie moeten doodslaan uit een soort vals gevoel van
saamhorigheid. Ik denk dat saamhorigheid voortkomt uit een goede en gedegen politieke
discussie waarbij je ook van mening mag verschillen, waarbij je ook andere argumenten
mag aandragen. Natuurlijk is het van mevrouw Poot haar goed recht om te zeggen alles
overwegende maak ik een andere afweging. Dat zou ik steunen. Maar de stelling dat er een
persconferentie is geweest dus laten we dat dan maar doen, die werp ik verre van mij.
(Mevrouw POOT: Weer, je mag zeker van mening verschillen. Maar de
motie zegt dat de avondklok niet proportioneel is. En de heer Van Dantzig
zegt het is nu niet proportioneel. Als hij zegt dat het nu niet proportioneel
is, doe deze motie dan ook niet. Die roept verdeeldheid op en niet de
gezamenlijkheid. Mijn laatste oproep.)
Ik ben op zoek naar een manier waarop ik de VVD kan meekrijgen. Ik hecht niet
aan het woord proportioneel. We zouden zeker nog in gesprek kunnen gaan over een
andere formulering als de VVD bereid is dat te steunen aangezien zij zo graag
eensgezindheid wil uitstralen. Ik hoop dat de VVD daar nog op kan ingaan. Wellicht kunnen
we de motie dan aanpassen in een tweede termijn.
8
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
(De heer CEDER: Even in aanvulling op mevrouw Poot. Stelt u zich voor
dat uw motie het haalt en dat er morgen een meerderheid is. Maar omdat
wij hierover niet gaan, wat denkt u dan dat de boodschap is richting
Amsterdam vanuit de gemeenteraad als het gaat om het handhaven van
de avondklok die er dan gewoon komt?)
Ik zeg met veel begrip dat ik de vragen van de heer Ceder echt even moet laten
inwerken. We hebben een goede traditie als Amsterdam dat we onze stad voorop zetten,
dat we de zorgen van onze stad uiten. We zitten als volksvertegenwoordigers daarvoor bij
elkaar. Ik geloof niet dat Amsterdammers denken als er een discussie is en er vervolgens
een besluit valt, dat de handhaving dan niks is. Ik ben benieuwd of de burgemeester een
inkijkje kan geven in het burgemeestersoverleg, want allerlei burgemeesters hebben
allerhande bezwaren en bedenkingen geuit. Maar uiteindelijk hebben ze gezegd, als het
hoogste orgaan, de Kamer, dit besluit, dan zullen wij dat loyaal uitvoeren. Zo moet u mijn
bijdrage ook zien. Niettemin is de boodschap van deze motie dat de avondklok alles
overwegende, met alle bezwaren die in de motie worden genoemd en die ik met u ben
langsgelopen, op dit moment niet proportioneel lijkt.
Ik wil graag door met nog een tweetal punten. Het eerste gaat over de zorgen over
de onderwijsachterstanden. Mijn collega mevrouw Rooderkerk heeft daarvoor een motie
ingediend. Ik denk dat dat een slimme is. We maken ons natuurlijk allemaal zorgen over de
verschillen die nu in de ontwikkelingen ontstaan van de verschillende kinderen. Laten we
niet om de hete brij heen draaien want daar houden we in de gemeenteraad van Amsterdam
niet van. De grootste last zal bij de meest kwetsbaren terechtkomen in onze meest
kwetsbare wijken. Deze jongeren zullen toegang moeten hebben tot bijles. Tegelijkertijd zijn
er heel veel studenten eenzaam en werkloos maar wel in de gelegenheid die bijlessen te
geven. Dus wij willen graag werk met werk maken en een motie indienen waarin we willen
onderzoeken of het mogelijk is om van het geld dat het kabinet beschikbaar stelt om de
onderwijsachterstanden in te lopen, bijlesvouchers te geven aan deze kinderen zodat ze
die bijles bij de studenten kunnen afnemen. Volgens mij wordt iedereen daar beter van. Die
motie hebben we ingediend.
Dan kunst en cultuur. Ik heb toch sterk de indruk hoe erger de crisis voortvloeit, hoe
meer het leed in de culturele sector naar de achtergrond verdwijnt. We zijn het al bijna
vergeten. Ooit zaten de theaters vol en de festivalterreinen. We waren aan het hossen en
je had nog wel eens een tent waar een druppel zweet op je neus viel. Uiteindelijk zullen we
naar die situatie terug moeten. Maar naar die situatie kunnen we alleen maar terug wanneer
de voorbereidingen nu starten. We zullen echt een plan moeten bedenken hoe we straks
met sneltesten snel mogelijkheden kunnen geven. We zullen moeten bedenken hoe we het
garantiefonds dat er straks komt, kunnen inzetten zodat Amsterdamse evenementen weer
snel kunnen opstarten. Ik wil daarvoor echt een lans breken en ik hoop dat de burgemeester
mij weer een update kan geven hoe zij op dit moment aankijkt tegen het herstarten van de
kunst- en cultuursector en de evenementensector in Amsterdam.
(De heer MBARKI: Mijn vraag gaat eigenlijk nog over het eerste deel. Ik
hoor een betoog van de heer Van Dantzig en mijn vraag gaat over het
volgende. Het is de eerste keer dat ik de heer Van Dantzig in deze raad
een maatregel ter discussie stelt die we wellicht in Nederland gaan
invoeren. Ik ben benieuwd waarin het ‘m nou precies zit. Waarom is het nu
het moment om dit te doen?)
Ik heb veel respect voor de heer Mbarki want die heb ik hoog zitten, maar ik weet
niet naar welk antwoord de heer Mbarki op zoek is. Ik denk dat het simpelste antwoord is
dat het een maatregel is die vanochtend is aangekondigd. Die hangt natuurlijk al een tijd in
9
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
de lucht, maar wij hebben op dit moment een debat en wij hebben op dit moment de
gelegenheid ons daarover uit te spreken. Ja, dat lijkt me dan ook het moment op dat te
doen. Tegelijkertijd hoop ik dat u mijn trackrecord wel scherp heeft. Ik heb allerhande
maatregelen al ter discussie gesteld. Meestal was de governance ingewikkeld, was
onduidelijk hoe wij daarover als gemeenteraad gingen. Maar nu hebben we als
gemeenteraad de unieke kans om voor een belangrijk debat morgen als gemeenteraad
duidelijk uiteen te zetten welke bezwaren wij zien. Ik ben natuurlijk ook benieuwd naar de
weging van de burgemeester op die bezwaren.
(De heer MBARKI: Wellicht heeft het ook te maken met het feit dat er nu
een demissionair kabinet is. Ik ken de heer Van Dantzig als iemand die
gedurende dit onderwerp altijd eensgezind met de rest van de raad is
opgetrokken. Ik vind het een heel ding omdat Amsterdammers nu naar ons
kijken en morgen het debat pas plaatsvindt. Dus ik zou heel graag van hem
willen horen of dit nu het moment is om dit te doen volgens hem.)
Ja, volgens mij is dit het enige moment dat ons de kans geeft nog voor de
beraadslagingen in de Tweede Kamer die hierover gaat, onze bezwaren te uiten. Dat zal
aan de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer zijn uiteindelijk die weging te maken.
Welke uitkomst daaruit voortvloeit, die zal ik loyaal steunen en ik zal ook zeggen dat we
ons daar dan doorheen moeten trekken. Maar ik zie dat er nu nog een kans is om onze
bezwaren goed vooruit te brengen en die bezwaren zijn legio.
Tot slot wil ik nog graag een paar woorden zeggen. Ik wil graag afsluiten zoals ik
dat bij elk debat doe met een woord van hoop. In al deze donkerte komen we elke dag een
stapje dichter bij die verlossende prik. Dat betekent dat er voor de mensen die zich nu het
schompes werken in de zorg, al die handhavers en de politie die het misschien nog veel
drukker gaan krijgen, toch kans is op een beetje plezier. Ik wil iedereen oproepen: hou je
veilig, zonder je af, neem geen risico’s op dit moment, we komen hier samen doorheen. De
laatste loodjes zullen zwaar zijn maar dan is het wel voorbij.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
71° Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti,
Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok (nr. 022.21)
De raad spreekt uit: dat gezien alle voornoemde bezwaren op dit moment de
invoering van een avondklok niet proportioneel is en
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- deze constateringen bij de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen opdat
deze bezwaren en de praktische uitwerking van een avondklok in de
Amsterdamse context worden meegewogen bij de finale afweging voor een
avondklok in de Tweede Kamer.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik en mijn fractie zijn best wel een beetje ontdaan door alle
maatregelen die zijn aangekondigd. Laat helder zijn dat dat ons raakt. Nee, dat vinden we
ook allemaal niet fijn. Tegelijkertijd denken we ook dat dat nu niet anders kan en dat we dit
10
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
moeten doen om dat virus nu de kop in te drukken. Het grappige is dat ik dat de heer Van
Dantzig eigenlijk ook hoor zeggen. Ik hoor hem ook zeggen, elke dag komt die prik dichterbij
en hij roept mensen op zich af te zonderen en om geen contacten te hebben. Dat deel ik,
hoe moeilijk ik dat ook vind. Ik wil het zo ook nog hebben over de mentale gezondheid van
Amsterdammers. Als je dat deelt en als je werkelijk vindt dat we ervoor moeten zorgen dat
mensen zo weinig mogelijk contact hebben met elkaar om dat virus eronder te krijgen, laten
we dan hoe akelig ook gewoon onze schouders eronder zetten en die avondklok die er gaat
komen en het feit dat je nog maar één bezoeker mag ontvangen, laten we er gewoon voor
gaan. Schouders eronder een aantal weken en dan hoop ik echt, en dat is ook de
verwachting, dat er weer wat versoepeling kan komen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vroeg mij af of de VVD dan wil ingaan op
de voorgestelde maatregel van 20.30 tot 04.30 uur en wil zeggen wat ze
daarvan vindt. Is dat dan de avondklok of had de VVD nog iets anders
willen zien?)
Dat zijn altijd van die ingewikkelde vragen want ik ben geen viroloog, ik zit niet bij
die technische briefings. Wat ik doe is luisteren naar wat er wordt voorgesteld en wat ik hoor
en wat ik ook zeker weet, niemand vindt het leuk wat er nu wordt voorgesteld. Niemand
denkt, joh, laten we eens even een avondklok invoeren. Maar dat dit gebeurt, geeft mij wel
de overtuiging dat het echt niet anders kan en dat we er inderdaad even de schouders
onder moeten zetten. Laat ik er nog een ding aan toevoegen. Ik zie ook dat de hoeveelheid
besmettingen omlaag gaat alhoewel dat vandaag overigens weer niet het geval was. Maar
als ik de zorgen hoor over de Engelse variant, over de Zuid-Afrikaanse variant en als ik de
vergelijkingen hoor dat we nu moeten afremmen omdat die bocht eraan komt, dan zeg ik,
laten we de schouders eronder zetten met elkaar.
(De heer VAN LAMMEREN: De reden dat ik dat vraag en daar kom ik zo
in mijn eigen termijn ook nog op, is dat ik wil weten wat nu maakt dat het 's
avonds dan zo veel effectiever zou zijn dan overdag? Ik bedoel, ik snap de
rationaliteit niet van deze avondklok en kennelijk ziet de VVD die wel. Dan
ben ik benieuwd wat de VVD daar dan zo rationeel aan vindt.)
Daarover kunnen we natuurlijk hele debatten voeren. Ik geloof er inderdaad in dat
een avondklok ervoor zorgt dat jongeren elkaar minder ontmoeten. Vind ik het leuk? Nee,
natuurlijk vind ik het niet leuk. Had ik het graag anders gezien? Ja, natuurlijk.
(De heer KREUGER: Ik hoor de VVD hier in Amsterdam de hele tijd braaf
het kabinetsbeleid verdedigen. Dat mag natuurlijk. Nu ook weer. We
moeten even doorbijten. Mevrouw Poot probeert ook te insinueren dat het
de schuld is van D66 als mensen zich straks niet aan de regels houden
omdat D66 iets bespreekbaar maakt. Dat is natuurlijk onzin. Maar is er nu
niet één kritiekpuntje dat de VVD gewoon out of the box op het eigen
kabinet heeft, één kritiekpuntje, één ding dat niet goed is?)
Ik zou bijna aan de heer Kreuger willen vragen, hoeveel wilt u er horen? Ja,
natuurlijk, maar ik denk dat dat in deze situatie gewoon niet zo zinvol is.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de VVD nu zeggen in haar
beantwoording op mijn tweede interruptie dat die jongeren elkaar niet zien.
Is de VVD dan van mening dat deze avondklok puur voor de jongeren is?)
Ik weet niet precies wat de heer Van Lammeren probeert te doen. Ik heb het gevoel
dat hij mij probeert te vangen op een aantal woorden. Ik kan daarop gewoon niet zo goed
antwoord geven. Zoals gezegd, ik vind het niet leuk en tegelijkertijd, als het wordt
geadviseerd door het OMT, als de experts zeggen, dit hebben we nodig om het virus de
11
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
kop in te drukken, dan denk ik dat je op een gegeven moment moet zeggen, schouders
eronder.
Ik heb nog een paar vragen van een heel andere orde en gemakshalve zeg ik even
dat ik me aansluit bij de vragen over besmettingen, de vaccinaties, handhaving en
basisonderwijs. Maar ik zou ook graag in navolging van mijn collega Ernsting aandacht
willen vragen voor de mentale gezondheid van Amsterdammers. Het wordt er natuurlijk niet
makkelijker op. Dat geldt zowel voor de jonge mensen, de oude mensen als voor studenten.
Ik zou de wethouder Zorg er graag over horen of er meer meldingen over eenzaamheid
binnenkomen of wat er nog meer kan worden gedaan om presentie daarvan te voorkomen.
(De heer ERNSTING: Het ging nog even over het voorgaande punt. Ik snap
heus ook wel wat mevrouw Poot hier allemaal zegt. Die afweging is ook
heel lastig. Maar even heel praktisch. U stelde net ook de vraag wat het nu
betekent voor de handhaving. Daar ligt juist die grote zorg. Zo’n avondklok,
hoe zou je dat in godsnaam moeten handhaven? Wat betekent dat nu
precies? Hoe voorkom je nu willekeur op straat als je de een wel beboet en
de ander niet? Hoe voorkom je nu kat en muisspelletjes op straat tussen
de agent? Moet die er achteraan gaan rennen als die een jongere op straat
ziet lopen? Heeft u daarover nagedacht?)
Die zorg die de heer Ernsting uit, natuurlijk heb ik die ook. Die heeft de VVD ook.
Maar het zit ‘m een beetje in welke keuze je maakt. Maak je de keuze om te zeggen, het
kan niet want we krijgen de handhaving niet op orde of maak je de keuze en zeg je, we
horen dat dit een maatregel is waarmee we zeer waarschijnlijk in twee weken dat R-getal
enorm omlaag kunnen krijgen. Ja, dan hebben we een uitdaging op handhaving maar dan
kiezen we toch voor die weg. Ik vind het ook lastig, maar wij kiezen voor die laatste weg.
Weet ik dan exact hoe die handhaving eruit gaat zien? Nee, dat weet ik ook niet, maar toch
kies ik voor die weg in plaats van voor de weg om te zeggen, ik weet niet hoe we het moeten
handhaven, dus vind ik het geen proportionele maatregel.
(De heer ERNSTING: En wegen mevrouw Poot en de VVD deze maatregel
dan tegen eventuele alternatieve maatregelen zoals het sluiten van
kantoren of iets dergelijks? En hoe beoordeelt mijn collega dan het feit dat
het juridisch ingewikkelder schijnt te zijn om een kantoor te sluiten dan om
een avondklok in te stellen?)
Vind ik het leuk dat dat juridisch ingewikkelder is? Nee, dat vind ik niet leuk. Maar
we staan nu voor deze opgave. En ik steun daarbij uw oproep en de oproep van de heer
Van Dantzig om niet naar kantoor te gaan? Ja, die steun ik duizend procent. Ik vind het ook
raar om heel eerlijk te zijn, dat mensen naar kantoor gaan of naar kantoor moeten als het
niet per se moet. Ik vind dat echt raar in deze tijd.
Ik wilde nog even een opmerking maken over die psychische nood. We horen van
huisartsen dat die ook heel vaak samenhangt met onzekerheid over inkomen. Dat zie je
natuurlijk vaak bij de ondernemers en de kleine ondernemers die nog maar net het hoofd
boven water kunnen houden. Dat zijn overigens wel de ondernemers die in Amsterdam voor
de banen zorgen. Dus mijn oproep aan de wethouder Economische Zaken is om nog een
keer heel goed te kijken wat de gemeente kan doen. We riepen de gemeente al op om zich
als huurbaas coulanter op te stellen; we riepen al op de horeca ook dit jaar te verzekeren
van uitbreiding van terrassen en winterterrassen. Tegelijkertijd hoop ik dat de wethouder
Economische Zaken ons nog een aantal zaken kan zeggen die hij kan doen om kleine
ondernemers te helpen en om mensen baanzekerheid te geven.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
12
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De heer MBARKI: De coronacrisis duurt voort. Dat merken we en we zitten daar
allemaal in. Het kabinet heeft vandaag bekend gemaakt dat na instemming van het
parlement een avondklok wordt ingevoerd met als doel het coronavirus terug te dringen en
te beteugelen. Ik zie ook dat we wel ons best doen in Amsterdam om ons aan de
maatregelen te houden. Aan de andere kant, als we ons in Nederland allemaal goed hadden
gehouden aan het thuiswerken, dan waren aanvullende maatregelen wellicht niet nodig
geweest. Zo zitten we nu dus al tien maanden aan deze maatregelen vast en het blijft
continu zoeken naar middelen om het virus tegen te gaan. We hebben hier in Amsterdam
natuurlijk allerlei discussies gevoerd over de verschillende maatregelen. Hoewel we daar
niet zelf over gaan, worden we wel geconfronteerd met de uitkomsten. Ik moet er wel bij
zeggen nu we een demissionair kabinet hebben dat er een verschuiving in de discussie lijkt
te ontstaan. Waar we eerst met Z'n allen gezamenlijkheid benadrukten omdat dat nodig is
in de bestrijding van het virus, sluipen er nu toch ook argumenten in die voorheen niet aan
de orde waren. Ik vind het best opmerkelijk ook omdat we weten dat de maatregelen pijnlijk
zijn. Dat weten we allemaal. Niemand is blij met deze maatregelen. We zien natuurlijk ook
dat ze noodzakelijk zijn en we hebben vertrouwen in de afwegingen van de deskundigen.
Laten we niet vergeten dat onze burgemeester in het Veiligheidsberaad de pijn die we als
stad hebben bij de maatregelen overbrengt in de gesprekken met het kabinet.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik ga het bijna voor D66 opnemen. Alsof het
denken moet stoppen wanneer een maatregel nog niet is aangenomen. Is
de PvdA echt van mening dat je elke maatregel die wordt voorgesteld niet
moet bediscussiëren opdat we die dan in pais en vree moeten uitvoeren?)
Dat is volgens mij ook niet wat ik zet. Ik zeg dat iedereen de pijn voelt en dat we
van meet af aan als raad allemaal hebben gezegd dat we de maatregelen niet als zoete
koek hoeven slikken, maar we hebben ook met elkaar geconstateerd dat de adviezen
natuurlijk vanuit de professionals komen, de deskundigen, in dit geval het OMT. En laten
we ook niet vergeten wat we eerder ook al in de raad hebben gezegd, of we kunnen bekijken
in hoeverre we de burgemeester vooraf zaken kunnen meegeven. Die bespreekt ze in het
veiligheidsberaad en dat komt uiteindelijk bij het kabinet terecht. Dus ik denk dat we op die
manier vooral aan de voorkant met elkaar kunnen concluderen dat we een burgemeester
hebben die vanuit het veiligheidsberaad maar ook in de regio de stad en haar belangen aan
het vertegenwoordigen is. Er zijn natuurlijk allemaal zorgen met betrekking tot de
handhaving maar er zit ook een sociale kant aan. Ik wil hier zeker niet zeggen alles maar
voor zoete koek te slikken, maar we moeten wel eensgezind en collectief dit virus bestrijden.
Als wij als Amsterdam wat anders vinden dan andere steden in dit land, dan vrees ik dat
we nog heel lang met deze maatregelen te maken hebben.
We hebben hier in deze raad eerder nagedacht over hoe we ondernemers kunnen
helpen, over hoe we Amsterdammers kunnen ondersteunen. Dit college heeft
steunpakketten opgetuigd. Daarmee ben ik blij. De crisis duurt echter langer voort en we
zullen dus moeten blijven ondersteunen daar waar nodig. Wat daarin belangrijk is, is dat
we vooral die eensgezindheid moeten betrachten. Dat vraagt echt niet dat we blind moeten
zijn voor de effecten van de maatregelen want die zijn er en die zijn heftig. Deze crisis gaat
nog jaren doorwerken op ons en met name op onze kinderen die nu niet naar school gaan.
Dat is wat mij betreft waar nu de meeste kwetsbaarheid zit. Ik wil daarom zo snel mogelijk
uit deze crisis komen en er alles aan doen. Als ik moet kiezen tussen twee kwaden, een
avondklok of een dichte school, dan kies ik voor het eerste. Maar ik weet en dat is de realiteit
dat we niet de luxe hebben om op dit moment te kunnen kiezen. De meeste pijn zit wat de
PvdA betreft bij het sluiten van de scholen. De aanhoudende lockdownmaatregelen zorgen
13
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
voor leerachterstanden bij de Amsterdamse kinderen. Vooral de leerachterstanden van de
leerlingen van groep 8 is een zorg voor de fractie. Ze zijn zich namelijk aan het voorbereiden
op het VO en zouden daarvoor binnenkort hun schooladvies krijgen. Maar laten we naast
deze leerachterstanden ook de sociaalemotionele, mentale en fysieke ontwikkeling van
jonge kinderen niet vergeten. De school is een veilige haven en juist in dit soort onzekere
tijden zullen we de kinderen moeten ontzien door hun veilige haven zeker te stellen. We
zullen dus echt moeten nadenken over steunmaatregelen voor deze kinderen, voor het
onderwijs en daarmee ook dus voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie.
Daarom ben ik heel blij met de oproep van wethouder Moorman voor een
steunpakket voor het onderwijs. Daarover heb ik een aantal vragen. Heeft het college inzicht
in de beloofde extra middelen van de minister die per januari 2021 beschikbaar zouden
komen om onder andere deze achterstanden het hoofd te kunnen bieden? En dan het goed
in de gaten blijven houden van jonge Amsterdammers, jonge leerlingen. Dat is namelijk
cruciaal om verdere achterstanden te voorkomen. Zoals we allemaal weten, zijn scholen
verplicht om verzuim te melden als leerlingen niet deelnemen aan het onderwijs, of dat nu
georganiseerd is, of dat nu op afstand is of in de noodopvang. Ik ben benieuwd naar die
cijfers. Worden er op dit moment nog verzuimmeldingen gedaan bij Bureau Leerplicht en
wat doet Bureau Leerplicht samen met de scholen om kinderen op te sporen wanneer ze
uit beeld zijn omdat ze of geen internetverbinding hebben, of omdat er problemen thuis zijn
of omdat ze het niet kunnen bijbenen. Kortom, genoeg redenen die om de hoek komen
kijken bij afstandsonderwijs en bij gebrek aan contact met docenten. In de Tweede Kamer
is afgesproken om te beginnen met sneltesten in het VO. Dat is met name bedoeld om op
een gegeven moment de scholen weer te kunnen openen en snel te kunnen schakelen bij
eventuele besmettingen. Ik ben benieuwd of er in Amsterdam voorbereidingen worden
getroffen om ook in Amsterdam heel snel met die sneltesten aan de slag te gaan.
Uiteindelijk willen we allemaal dat de scholen weer open gaan. Deze sociale ramp voor
jonge Amsterdammers is er eentje die we zo snel mogelijk moeten zien op te lossen.
Ik ga afsluiten. Aan deze crisis komt op enig moment een einde. Helaas weten we
nu al dat veel ondernemers de eindstreep niet gaan halen omdat hun bedrijf dan al failliet
is gegaan. Ik zou daar wel een bijzondere groep uit willen lichten, de Amsterdamse
taxichauffeurs. Veel taxichauffeurs hebben de afgelopen tijd hun daklicht ingeleverd en zijn
noodgedwongen gestopt. Net als veel andere ondernemers is er voor hen nu geen inkomen,
geen geld en kunnen ze geen investeringen doen. Toch hebben we als gemeente hoge
verwachtingen van deze groep als het bijvoorbeeld gaat om investeringen in het beperken
van de uitstoot. Het zou zonde zijn als we deze ambities niet halen, maar het zou ook zonde
zijn als taxichauffeurs hierdoor niet meer in de stad kunnen rijden. Ik hoop daarom dat we
daarvoor voldoende aandacht zullen hebben tijdens maar ook na deze crisis. Tot zover voor
nu.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Ik begin ermee te zeggen dat ik zeer terughoudend zou willen
zijn met zo’n avondklok. Dat zou mijn oproep zijn naar Den Haag. Maar ik mis wel iets
namelijk de cijfers van het OMT en het RIVM. In zekere zin voeren we hier een discussie
terwijl ik me niet uit en te na heb kunnen oriënteren. Ik hoor alarmerende geluiden van het
RIVM maar ik heb me er nog niet volledig op kunnen oriënteren. Dat betekent ook dat ik
vind dat we hier een slag om de arm moeten houden bij alles wat we hier zeggen. Ik denk
dat we erg terughoudend moeten zijn voordat we deze stap uiteindelijk zetten, zeker voor
een grote stad. En er zit een dubbelhartigheid in. Ook 's avonds zou je dan niet meer alleen
14
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
op pad mogen, terwijl je overdag door je baas wel wordt opgeroepen om naar kantoor te
komen waar je vervolgens met Z'n tienen in een ruimte zit. Die dubbelhartigheid is erg sterk
aanwezig. Ik vind ook als je het serieus neemt als kabinet, als Amsterdam, als beleidsmaker
dat je daarop je pijlen zult moeten richten om te voorkomen dat mensen op kantoren zitten
terwijl het niet nodig is. Die moeten daadwerkelijk thuis blijven en achter een scherm gaan
zitten. Corona is geen democratisch virus. Rijk wordt rijker en arm wordt armer.
Vakkenvullers verdienen nog steeds een minimumloon terwijl de bazen van Ahold, Delhaize
en de aandeelhouders een verdubbeling zagen van de miljarden euro's netto winst.
Daarover kan ik hier leeglopen, maar dat ga ik niet doen. Ik wil het vooral terugbrengen tot
lokale behapbare schaal. Als iets duidelijk is geworden in deze tijd, dan is het dat gratis Wifi
een basisvoorziening moet worden. Nog te veel kwetsbare leerlingen hebben geen Wifi
thuis; nog te veel mensen zijn uitgesloten van noodzakelijke informatie. Al in 2016 deed
mijn SP-collega Bakker een voorstel voor gratis Wifi in heel Amsterdam. Daarmee is in de
bibliotheek en in het buurthuis al heel veel gebeurd, maar een versnelling en een verbreding
zou goed zijn. Wil het college dat en kan het aangeven hoe en op welke termijn het dat zou
willen doen?
Dan het zorgpersoneel. Problemen met veilige mondkapjes zijn nog niet voorbij.
We hebben allemaal gezien hoe de discussie met het RIVM verliep toen de schaarste
gewoon werd weg gedefinieerd en mensen naar onveilige werkplekken werden gestuurd.
En wat de SP betreft verdienen zorgverleners zo veel mogelijk bescherming. Nog steeds
moeten ze zelf het initiatief nemen als ze veilige FFP2-maskers willen gebruiken terwijl de
magazijnen inmiddels vol liggen met deze maskers. Waarom? Kan het college helpen om
bij de zorgbestuurders erop aan te dringen dat zorgpersoneel dat dat wil, altijd een FFP2-
masker kunnen krijgen?
De heer Mbarki heeft een aantal goede onderwijsvragen gesteld waarbij ik mij
volledig kan aansluiten, dus ik beperk me vandaag.
Tot slot over testen. Niet alleen in de gemeente Lansingerland een grote uitbraak
op een basisschool maar ook in Rotterdam Charlois, daarvoor ook in Dronten, voorheen
ook in Tsjechië wordt er grootschalig getest vooral omdat er bij Charlois virussporen waren
in het rioolwater. Ik vroeg me af of het een goed idee zou zijn hetzelfde te doen in 020? Het
kan heel veel nieuwe ellende voorkomen met betrekking tot besmettingen en juist misschien
in wijken waar arbeiders niet de luxe hebben om van achter een schermpje thuiswerk te
doen. Vaak moeten ze voor hun werk op pad en ze lopen dus het risico op besmetting. Ik
vraag de wethouder Zorg of zij dat idee zou willen omarmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Corona, daarover kun je het heel lang hebben.
Waarover we het weinig hebben, is de oorzaak van corona en dat is gewoon zoönose, een
ziekte die is overgesprongen van dier op mens. Nu is de hoop van de wereld gericht op een
vaccin, maar het volgende virus is waarschijnlijk al onder ons of in de maak. Willen wij in
de toekomst niet van lockdown naar lockdown springen, dan zullen we echt anders moeten
omgaan met onze voedselvoorziening en de wijze waarop we met dieren denken te kunnen
omgaan. Denk niet dat dit alleen maar komt door een markt in China. Ik noem even de
antibioticaresistentie die wordt veroorzaakt door de Nederlandse varkenshouderijen omdat
de dieren daar zo dicht op elkaar zitten dat daar gewoon preventief antibiotica wordt
gegeven waardoor bacteriën resistent worden.
Maar goed, ik adviseer u straks het initiatiefvoorstel van mijn collega Anke Bakker
goed te bekijken en daar voor te stemmen. Dat gaat namelijk over de eiwittransitie.
15
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Dan wil ik de scholen complimenteren, de basisscholen, hoe snel alles is opgepakt
en hoe ongelooflijk veel werk leraren verrichten om Kinderen zo goed mogelijk onderwijs te
geven via het internet. Ik mag het zelf dagelijks meemaken en ik vind het echt fantastisch
hoe leraren zich inzetten en zich alles eigen maken om onze kinderen wat bij te brengen.
Ik heb nog twee vragen aan de burgemeester. Ik denk dat ze al zijn gesteld maar
ik herhaal ze toch nog maar even. Wat is het plan van aanpak voor vaccinatie? Is er nu ook
al een plan in de maak voor het moment dat we de lockdown uitkomen in 2021? Dus hoe
gaan we dan langzaam onze economie en onze start weer opstarten? Kunnen we daarover
een keer worden bijgepraat want ik wil geen Hugo de Jong zijn en met alles net te laat zijn.
Last but not least de avondklok. Ik vind het een beetje laf dat een collega van mij
kritisch wordt bevraagd omdat hij vragen stelt bij een avondklok en daarmee zou hij niet
eensgezind zijn en een verkeerd signaal uitzenden naar de Amsterdammer. Dat is natuurlijk
heel raar. Dat betekent immers dat je bij alles moet tekenen want stel je ergens vragen
over, dan stuur je een verkeerd signaal. Wij hebben hier altijd debatten. En vervolgens
beslist de meerderheid van de raad en daar staan we dan ook gewoon achter. Zo werkt het
democratische proces.
(De heer MBARKI: Ik wil het zeker voor de heer Van Dantzig opnemen. Hij
heeft alle recht om die vragen te stellen. Ik vraag me alleen af of de heer
Van Lammeren heeft gezien onder welke motie hij zijn handtekening heeft
gezet. Dat is namelijk niet een vraag; daar wordt stelling genomen tegen
de avondklok. Dus dat is niet de vraag. Ik ben benieuwd of de heer Van
Lammeren weet waarvoor hij heeft getekend.)
Het is bijna een beledigende vraag van mijn collega van de PvdA. Weet u
waaronder u uw handtekening heeft gezet? Ik ben niet Koot en de Bie die af en toe de
handtekening hebben geoefend tijdens de parlementaire enquête. Als je het verband tussen
een cassettebandje en een potlood weet, dan zit je in mijn generatie. Natuurlijk heb ik dat
gezien en ik neem op dit moment ook stelling tegen de avondklok. Op dit moment zijn wij
niet overtuigd dat dit een proportionele maatregel is. De Partij voor de Dieren is niet coûte
que coûte tegen. Het is simpel weg omdat er verdeeldheid is over de effectiviteit van de
maatregel. Wat wel zeker is, is dat het een hele grote inperking van de persoonlijke vrijheid
betekent. Het wordt aangebracht op de sociale contacten te beperken, maar dat heb je ook
met de een-persoonbezoekersregeling; dat heb je ook met het thuiswerken; dat heb je ook
met de lockdown nu. Die avondklok komt erover heen maar daarmee beperk je wel mensen
die bijvoorbeeld een rondje willen gaan hardlopen. Die zijn helemaal niet op zoek naar
sociale contacten, maar die na een lange dag achter Zoom te hebben gezeten of Teams
hun hoofd vrij willen maken. Daarnaast denk ik dat de handhaving ongelooflijk ingewikkeld
wordt. Dus ik geloof er niet in dat het nu proportioneel is en je beperkt ook niet-sociale
contacten — die sociale contacten zouden toch al moeten worden beperkt en de handhaving
wordt onmogelijk zeker gezien de enorme waslijst aan uitzonderingen. Sterker nog, een
zzp'er zou zijn eigen ontheffing mogen schrijven. Dus ik denk dat het onhaalbaar is en dat
alleen de mensen die zich aan alle regels proberen te houden eronder gaan lijden en dat
het materieel op dit moment niets zal uitmaken vanwege de uitzonderingen, de niet-
haalbaarheid en het verzet tegen elke andere maatregel. Dat was het.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Er zijn al veel punten ingebracht en we hebben veel goede
punten gehoord. En er zijn terechte vragen gesteld over die avondklok. Ik zal het niet te
lang maken. Onze fractie vreest dat deze maatregel wanneer die van kracht wordt, zal
16
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
worden gezien als weer een extra onderdrukking. Dus mijn vraag aan de burgemeester is
hoe zij haar burgers op deze maatregel wil voorbereiden en hoe zij draagvlak wil creëren.
Weten de burgers waarom zij hun laatste beetje vrijheid wordt afgenomen? Daarnaast
bestaan er zorgen over de handhaving. Ons komt helaas vaker ter ore dat niet-witte
ondernemers vaker worden gecontroleerd en vaker een boete krijgen uitgeschreven. Vaak
komen witte collega’s er met een mondelinge waarschuwing vanaf of ze worden helemaal
niet gecontroleerd. We hopen natuurlijk dat dit niet klopt. Ik ben eigenlijk benieuwd hoe de
burgemeester dit wil gaan voorkomen. Misschien kan ze het nog een keer doornemen met
de handhaving en waarschuwen dat het niet moet gebeuren. En hoe zal het dan gaan met
de handhaving van de avondklok? Ik hoop niet dat er onderscheid wordt gemaakt tussen
niet-witte en witte ondernemers. Daar wil ik het bij laten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: De avondklok, ik val meteen met de deur in huis. De fractie
van JA21 heeft daar grote moeite mee. Wij vinden dit echt heel ver gaan. Voor zover we nu
kunnen beoordelen is er ook helemaal geen draagvlak voor deze maatregel. ledereen moet
er even heel goed bij stilstaan dat het gaat om het draagvlak voor de maatregelen dat
mensen zich aan een maatregel houden. Dat is een van de belangrijke redenen dat we
hierbij zeggen, dit gaan we dus niet doen. Het zou ook vooral zijn bedoeld om de
verspreiding onder jongeren te voorkomen, huisfeestjes en dergelijke. Even voor de goede
orde: huisfeestjes mogen op dit moment ook al niet. Dus laten we eerst bestaande regels
handhaven, daarvoor draagvlak realiseren en dan pas nieuwe regels invoeren. Maar eerst
dus de oude regels handhaven. Daarnaast denk ik ook dat deze regel in de praktijk heel
makkelijk te omzeilen is. Mensen verzinnen wel een list om het op een andere manier te
doen. Het huisfeestje begint nu niet om 22.00 uur maar om 20.29 uur. Dus mensen gaan
daar heel creatief mee om. Daarom gaan wij twee moties indienen, eentje tekenen we mee
met D66 en we dienen zelf nog een aparte motie in. Wij vinden dit op dit moment
buitenproportioneel. Ik zou er ook nog bij willen zeggen dat ik de suggesties van de VVD
en de PvdA dat je mensen de verkeerde kant op stuurt als je hier een afwijkend standpunt
hebt — en we moeten nog maar zien zo meteen of het afwijkend is. Ik vind het echt heel erg
onterecht dat je bepaalde vragen niet zou mogen stellen. Dus ik zou willen vragen dat niet
meer te doen, voorzitter.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: De avondklok. Ik deel de zorgen die de heer Van Dantzig en
veel anderen hebben genoemd en die ook in de moties staan opgesomd over de
handhaving, over de effecten, over de alternatieven zoals het beperken van werken op
kantoren, en ook dat mensen zullen proberen er onderuit te komen en ze kunnen ook niet
meer sporten. Ik denk dat we ervanuit kunnen gaan dat de experts net als het kabinet en
de Kamerleden die zorg ook kennen. De Kamer heeft ook niet voor niets gevraagd het debat
naar morgen te verplaatsen omdat de leden eerst alle stukken uitvoerig willen bestuderen.
Niemand is enthousiast over een avondklok. Ik heb eerder met een avondklok te maken
gehad. Toen woonde ik op Sri Lanka en daar was op dat moment een burgeroorlog gaande
en er werden veel mensen vermoord. Het is absurd dat die avondklok hier nu op tafel ligt,
maar ja, dat is de situatie waarin we nu zitten. Aan de andere kant is het ook wel zo dat
andere maatregelen in sommige opzichten aanzienlijk ingrijpender zijn voor individuele
burgers. Als je je eigen bedrijf failliet moet laten gaan, is dat eigenlijk nog ingrijpender. Maar
17
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
goed, je moet er ook geen wedloop van maken. Die discussie vindt gewoon plaats in de
Tweede Kamer. Ik denk dat het niet zo heel veel zin heeft als alle gemeenten alle
coronamaatregelen zelf gaan recenseren. Dus ik ben het wel eens met de heer Flentge dat
we ook een slag om de arm moeten houden. Ik zal de motie nu in ieder geval niet steunen.
Ten aanzien van het vaccinatieprogramma is het goed dat mensen die illegaal in
Nederland zijn ook worden gevaccineerd. Maar hoe ga je ervoor zorgen dat je bijhoudt dat
mensen de eerste vaccinatie hebben gehad omdat je toch ook die tweede prik moet kunnen
toedienen? Dus hoe gaat dat in z'n werk”?
Over de scholen sluit ik me aan bij de vragen die de heer Mbarki daarover stelde
en ook of sneltesten een optie is. De wethouder heeft er al veel over gezegd, ook over het
risico op die achterstanden juist bij de kwetsbare leerlingen. Het is natuurlijk ook zaak om
te kunnen bekijken wat we in de gemeente zelf kunnen doen om dat te voorkomen.
Afgelopen zomer waren er zomerscholen georganiseerd. Zijn daaruit nog extra lessen te
trekken? Kunnen we die ook deze zomer weer gaan plannen en zijn er dan dingen die nog
beter kunnen om ook echt al die leerlingen te bereiken die het grootste risico hebben op
een achterstand? Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: De instelling van de avondklok moet worden gezien in de
context van het zwalkende coronabeleid waarin er uitermate slecht is gecommuniceerd over
de getroffen maatregelen waarvan het tot op de dag van vandaag grotendeels onduidelijk
is wat nu de achterliggende afwegingen zijn geweest. Het staat buiten kijf dat er rekening
moet worden gehouden met de Britse mutatie van het coronavirus maar ik betwijfel echt of
een avondklok de juiste keuze is. Waarom een avondklok terwijl kantoren nog open zijn,
treinen van en naar het Verenigd Koninkrijk nog rijden? Wat betekent die avondklok voor
mensen van kleur die nu al te maken hebben met etnisch profileren? Hoe wordt de
politiecapaciteit zo meteen verspreid over de verschillende stadsdelen om die avondklok te
handhaven? Hoe gaan handhavers om met dak- en thuislozen die ze ’s avonds buiten
aantreffen of ’s nachts? En wordt er een uitzondering gemaakt voor mensen die om
gezondheidsgerelateerde zaken naar buiten moeten in de avond of de nacht? Ik heb
eigenlijk te veel zorgen om die hier allemaal te kunnen uiten. Wegens de spreektijd beperk
ik met tot drie vragen.
Kan wethouder Kukenheim toezeggen dat zij het plan om ongedocumenteerden te
vaccineren tijdig met de raad deelt zodat er ook vanuit de raadscommissie nog suggesties
kunnen worden gedaan? Mensen met een beperking zijn vaak aangewezen op een
speciale taxi om naar een testlocatie te gaan die hen 30 euro kost. Kan wethouder
Kukenheim aangeven welke mogelijkheden zij ziet om de toegang tot testlocaties voor
mensen met een beperking te verbeteren? En wat zijn de gevolgen van het verlengen van
de lockdown op het schooladvies van leerlingen en dan specifiek als het gaat om het niet
doorgaan van de eindtoets en de invloed hiervan op het eindadvies.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Ook de ChristenUnie maakt zich uiteraard zorgen over de
mogelijke avondklok die eraan komt. We willen wel benadrukken dat het besluit nog niet is
genomen. Er is morgen een debat en daarover gaan dan 150 Kamerleden stemmen. Er
wordt nog een inhoudelijk debat gevoerd en de ChristenUnie acht het verstandig om dat
debat ook in de Kamer te laten en de besluitvorming af te wachten. Ik heb natuurlijk wel
18
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
begrip voor de vragen die in de raad leven. Wij zullen de motie dus ook niet steunen omdat
we denken dat dit een landelijke aangelegenheid is waarbij de fracties van sommige partijen
in dit gremium nog niet hebben gesproken. Dus ik denk dat morgen duidelijk zal worden of
er een politieke meerderheid in de Kamer is. Daar wil ik het dan ook laten.
Ik wil het verder nog wel even hebben over de gevolgen van die avondklok want
dat heeft natuurlijk ernstige gevolgen. Ik zou de burgemeester vragen voorsorterend hoe
wij omgaan met de schaarse capaciteit. Wat gaat hierdoor anders, wat voor gevolgen heeft
dit als het gaat om inzet op andere domeinen, dus waar kijken we tegenaan en wat is de
verdeling tussen agenten en boa's?
(De heer ERNSTING: Nog even op het voorgaande punt. Hij heeft natuurlijk
gelijk dat uiteindelijk de Tweede Kamer hierover een beslissing neemt. De
motie zegt natuurlijk ook, houd rekening met onze Amsterdammers in de
specifieke context van de grote stad die Amsterdam is met de gevolgen die
het kan hebben zowel qua handhaving als voor kwetsbare mensen. Ik weet
dat de heer Ceder daarmee uitermate begaan is. Dan is het toch heel
verstandig dat perspectief nog mee te geven aan de Tweede Kamer?)
Dat is zeker zo. Die zorgen leven ook bij mij. Volgens mij heeft de burgemeester al
namens de stad al input gegeven en misschien is het goed dat zij er nog duidelijkheid over
geeft of dat al is overgebracht. Maar de motie strekt wel verder. Die heeft ook een oordeel.
Dat mag, maar laat het debat dan ook in de Kamer worden gevoerd. Dus ik voel er niet zo
veel voor de motie te steunen. Als die wordt aangenomen, prima. Dan hoop ik ook dat deze
punten opnieuw worden meegenomen. Ik ga er eigenlijk vanuit dat de burgemeester in het
overleg met de burgemeesters de zorgen al heeft overgebracht. Als dat niet zo is, dan hoor
ik dat graag van de burgemeester. Dus dat is dan ook gelijk een vraag, of zij deze zorgen
voldoende heeft meegenomen bij wat er gisteravond is besproken.
Ik ga vanwege de spreektijd door. Even over het vaccineren en dan over het
vaccineren van ongedocumenteerden. Ik weet dat er vorige week tijdens de rondvraag van
GroenLinks kort is aangegeven dat daarvoor uiteraard aandacht is maar daarvoor is geen
concrete tijdslijn of plan gekomen. Dus ik zou graag concreter van de wethouder willen
weten of het feitelijk betekent of ongedocumenteerden achteraan de rij sluiten of dat ze
eigenlijk nu al, nu er wordt gevaccineerd, worden ingepland en zo ja, hoe dan. Er leven heel
veel vragen en ik merk dat het antwoord van de wethouder niet afdoende is. Er is ook een
suggestie gedaan over 24 uur vaccineren. Nu weet ik niet of de GGD in Amsterdam daarin
een zelfstandige afweging kan maken. Ik weet het niet, ik vraag me af of de wethouder
daarover wat licht kan laten schijnen. Als het zou kunnen, dan vraag ik me af of ze dat ook
verstandig vindt omdat we daarmee meer mensen kunnen beschermen. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik roep de burgemeester op zich aan te sluiten bij haar
collega in Amersfoort die zegt, een avondklok, nee, dankjewel. Hij noemt daar een aantal
voorbeelden bij maar dan moeten we de krant er even bij pakken. De heer Ernsting en de
heer Van Dantzig noemden ook al een aantal knelpunten zoals de handhaving, dak- en
thuislozen. Hoe kunnen we dat realiseren? Juist omdat zich nu een daling doorzet van de
coronacijfers wordt het hoe langer hoe moeilijker om de mensen in het gareel te houden.
We zijn geen voorstander van een avondklok. Mocht de regering ons daartoe verplichten,
dan zullen we er gevolg aan geven.
Ik heb nog een aantal vragen. Stel dat de avondklok toch door gaat, wat doen we
dan met de dak- en thuislozen? Gaan we ze onder brengen in hotels? Als die avondklok
19
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
toch moet, dan graag vanaf 22.00 uur zodat de kinderen alsnog naar hun clubjes kunnen.
En mogen winkels wel worden bevoorraad? Dat moet toch ook allemaal doorgaan?
Controle op mensen die toch naar kantoor moeten vanwege hun werkgevers, ik zou toch
een dringende oproep willen doen net als de anderen om daarop meer te gaan handhaven.
Er wordt zo vaak gevraagd dat alsjeblieft niet te doen, maar ik zal u vertellen, ik heb deze
week al twee keer in de file gestaan midden op de dag. Het is te gek zo veel mensen als er
nu weer op de wegen zijn. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: De gezaghebbende aanbeveling uit Yale, Harvard,
Stanford, Oxford luidt: kies voor gerichte bescherming, voor de twee stromensamenleving
en in Nederland kunnen we dat met ons fijnmazige systeem van huisartsen in drie of vier
weken realiseren. Het huidige beleid wordt een puinhoop. De feitelijke machthebbers zijn
het RIVM en het OMT. Ik zou zeggen, als je adviseurs niet voldoen, zoek dan betere.
Amsterdam zou dat zeker moeten doen.
De VOORZITTER: Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de eerste
termijn van de zijde van de raad.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik ben een heel belangrijk stukje vergeten. Er zijn zo veel
fitte ouderen en die willen graag snel worden gevaccineerd. Waarom kan de regering er nu
niet voor zorgen dat we sneller worden gevaccineerd tegen dit virus.
De VOORZITTER: De vraag is bij dezen genoteerd. Goed. Dan zijn we nu echt aan
het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. Dan schors ik even voor
een heel kort ogenblik.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Ik deel eigenlijk wel in veel van de somberte die wordt
uitgesproken door een aantal leden. Ik denk dat we ons bijna een jaar geleden niet konden
voorstellen dat bestrijding van het coronavirus zo’n lange adem zou vergen. We zien ook
elke keer opnieuw dat de inspanningen van onze bevolking vaak worden beloond met
nieuwe teleurstellingen. Dat vergt heel veel van mensen. Ik zou als eerste een compliment
aan onze bevolking willen maken. Wij zien dat het aantal besmettingen in onze regio daalt.
Dat is goed nieuws. Het is te weinig. Het niveau is nog steeds op zeer ernstig en dat is nog
steeds heel zorgelijk, maar het wijst er wel degelijk op dat mensen zich inspannen in groten
getale om ervoor te zorgen dat anderen zo min mogelijk worden besmet. En dat in een heel
druk bevolkte stad waar veel mensen klein behuisd zijn. Ik vind dat onze inwoners daarvoor
een groot compliment verdienen. Maar onze stad bloedt en onze inwoners voelen de pijn
daarvan. We zien daarbovenop dat zich natuurlijk nieuwe dreigingen voordoen zoals het
20
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Britse virus. Er wordt gesproken van een Zuid-Afrikaans virus en er zou zelfs sprake zijn
van een Braziliaans virus dat nieuwe risico’s met zich meebrengt. Vanuit dat perspectief is
het denk ik logisch en ook heel verstandig dat het kabinet naar nieuwe maatregelen zoekt
die niet alleen de termijn van een lockdown kunnen verkleinen, verkorten waardoor
bijvoorbeeld met name de scholen zo snel mogelijk weer open kunnen, maar waarmee we
er ook voor zouden kunnen zorgen dat de derde golf ons niet overspoelt terwijl de tweede
golf nog niet is uitgewoed. Dan doet zich ook in onze stad een situatie voor die
buitengewoon zorgelijk is. Dus laat ik als eerste zeggen dat ik me schaar achter het kabinet,
dat er noodzaak is om extra maatregelen te nemen en dat dat ook voor onze
veiligheidsregio geldt. Dat wil niet zeggen dat de maatregelen die worden voorgesteld geen
pijn doen. Dat ze pijn doen bij onze bevolking, dat werd eigenlijk door iedereen zo
uitgesproken. Ook degenen die zeggen wel een avondklok te willen aanvaarden, zeggen
daarbij ook dat ze grote zorgen hebben over de sociale effecten en de handhaving. Dus ik
bemerkte eigenlijk bij alle raadsleden een gelijkgestemdheid. Laat ik u er een ding over
zeggen. Het oordeel over de maatregelen is aan het kabinet en aan de Tweede Kamer. Ik
denk dat het verstandig is om het advies van het OMT en het RIVM daarin te volgen en ook
de beslissing van het kabinet daarin te volgen. Dat neemt niet weg dat ik ook in het
veiligheidsberaad heb laten weten dat bij de uitwerking van bijvoorbeeld de avondklok — als
die van toepassing wordt — er wel zorgen zijn in onze stad over de effecten die dit teweeg
kan brengen. Daarbij wens ik mij niet in te laten met het oordeel over de proportionaliteit
zoals dat door een aantal is gegeven. Zoals u weet, is proportionaliteit geen absolute eis.
Die is altijd afhankelijk van de risico’s, de gevaren die daar tegenover worden geplaatst. Op
dit moment zien we onszelf voor grote gevaren geplaatst, maar er zijn bij ons als bestuur
en bij onze veiligheidsregio zorgen over de effecten van bijvoorbeeld de invoering van de
avondklok maar ook voor het verder terugdringen van het bezoek dat mensen nog mogen
hebben tot één persoon. Ook dat heeft effecten. Dat betekent bijvoorbeeld heel praktisch
dat een koppeltje ook overdag niet meer op bezoek mag komen en dat doet mensen pijn.
In het veiligheidsberaad heb ik eigenlijk steeds drie soorten zorgen onder de
aandacht gebracht. Als eerste de sociale zorg en dat beluisterde ik eigenlijk bij iedereen
terug. Dat zijn de zorgen die we hebben over de psychisch kwetsbaren. De kwetsbare
groepen in onze stad, de dak- en thuislozen, de mensen die in de war zijn, de mensen die
heel eenzaam zijn en het nodig hebben om af en toe 's avonds iemand te kunnen
ontmoeten. De zorgen die we hebben over bijvoorbeeld het wegvallen van mantelzorg en
de noodzaak om daaraan wel aandacht te besteden en ook te kijken of in de regelingen die
worden getroffen daarvoor aandacht kan zijn. Dan gaat het zowel om fysieke mantelzorg
maar ook om psychische mantelzorg. Dus het kunnen afleggen van een bezoek aan
mensen die in grote psychische nood verkeren en daarin hulp nodig hebben. En natuurlijk
ook de zorgen over onze jongeren. Het doel van de extra maatregelen is natuurlijk om
jongeren ook weer te kunnen bevrijden, om ze weer naar school te kunnen laten gaan en
ze weer de ruimte te geven om zich meer te kunnen bewegen. We zien natuurlijk ook dat
het een hard gelag is met name voor de 12- tot 18-jarigen voor wie het zicht op het weer
naar school kunnen gaan verder in de toekomst is gesteld dan voor het lager onderwijs.
Vooral voor die jongeren die heel klein behuisd zijn en die in grote gezinnen leven en daarbij
eigenlijk een onduidelijk en onzeker perspectief hebben. Dan vergt de avondklok veel van
mensen en daarvoor zullen we aandacht moeten hebben bij de uitwerking ervan.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik zou dolgraag van de burgemeester horen dat er
wat meer vaart wordt gezet achter het vaccineren van ouderen. Het blijft
maar achter lopen en iedere keer gebeurt er weer wat. Laten we die dan in
21
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
ieder geval zo snel mogelijk inenten. Meer snelheid en dan ontlopen we
misschien de avondklok.…)
Laat ik u als eerste de illusie helaas ontnemen dat ook versnelde vaccinatie er niet
voor kan zorgen dat we geen maatregelen hoeven te treffen de komende tijd. Hoe snel de
vaccinatie ook zou zijn, hoe zeer deze ook zou kunnen worden versneld, en dat zie je
bijvoorbeeld ook in landen als het Verenigd Koninkrijk en Israël, dan zijn er nog steeds
verregaande maatregelen nodig. Wethouder Kukenheim zal zo meteen uitgebreider ingaan
op de vaccinatieprogramma's. Zoals u weet, is het inkopen van de vaccins landelijk. De
verdeling van de vaccins is ook landelijk. Wij doen er in onze regio, in de ROAZ-regio en in
Amsterdam alles aan om dit zo veel mogelijk te helpen versnellen. We zorgen er in ieder
geval voor dat we er klaar voor zijn ook als er versnelling kan plaatsvinden om hier aan de
slag te kunnen. Dus we zorgen ervoor dat er in onze regio in ieder geval geen
belemmeringen zijn.
Ik was eigenlijk bezig te benoemen waar de zorg ligt bij de uitwerking en ik had het
over de sociale zorgen die er zijn bij de uitwerking. Als eerste zijn er vanzelfsprekend ook
zorgen over de handhaving en de beheersing en ik zal zo iets uitgebreider ingaan op de
wijze waarop wij de handhaving voor ons zien. En tot slot heb ik ook in het veiligheidsberaad
natuurlijk onder de aandacht gebracht dat er ook zorgen moeten zijn over maatschappelijke
onrust die de maatregel teweeg zou kunnen brengen bij mensen die daartegen in verzet
komen. Daarvoor zal dus aandacht moeten zijn waarom de maatregel nodig is, waarom we
die op dit moment moeten invoeren met name in communicatiecampagnes waardoor
mensen kunnen delen in de noodzaak ervan en daarvan overtuigd kunnen zijn.
Laat ik een aantal opmerkingen maken over hoe wij ermee omgaan. U weet dat
zojuist is aangekondigd dat de avondklok zal worden ingevoerd tussen 20.30 en 04.30 uur
als de Tweede Kamer daarmee akkoord gaat. Wij bereiden ons in de regio daar uitgebreid
op voor. Er is een landelijke lijn die wordt vastgesteld bij de uitzonderingen op de avondklok
en tevens zal er een landelijk uniform ontheffingsproces worden opgesteld. Er worden bij
rijksoverheid.nl formulieren voorbereid die kunnen worden gedownload door burgers en
werkgevers. Ten aanzien van de handhaving zijn we op dit moment bezig de
handhavingsstrategie verder uit te werken en aanstaande vrijdag zullen wij in het regionaal
beleidsteam een uitgewerkte handhavingsstrategie opnieuw met elkaar bespreken. Wat ik
daarover op dit moment kan zeggen, is het volgende. Er is een landelijk handhavingskader
en er zijn landelijke afspraken gemaakt met de Nationale politie en daarbij sluiten wij
regionaal aan. Wanneer de avondklok wordt ingevoerd, zal direct worden gestart met de
handhaving. De eerste dagen wordt ingezet op intensieve, statische en dynamische
controles met extra zichtbaarheid van politie op straat. We achten dat noodzakelijk omdat
we natuurlijk een eerste slag moeten maken in het doordringen van mensen van de
noodzaak om de regels van de avondklok te volgen. Een dergelijke intensieve handhaving
kunnen we kortstondig inzetten. Met de eerste ervaringen die we opdoen, zullen we
vervolgens overgaan tot informatiegestuurde handhaving en meldingsgerichte handhaving
waarbij onze allereerste aandacht natuurlijk zal uitgaan naar excessen. Uitgangspunt is dat
we regionaal hetzelfde handelingsperspectief hanteren en navraag maakt namelijk duidelijk
dat de ervaring in België heeft geleerd dat dit essentieel is om verschuivingseffecten zo veel
mogelijk te voorkomen. Het beeld is nu dat landelijk zal worden gekozen voor een lik op
stukbeleid door de politie: aanspreken, direct verbaliseren en in het uiterste geval
aanhouden. We denken na over de inzet van een host en straatcoaches die de mensen
kunnen aanspreken en informeren en die een signalerende rol kunnen vervullen.
Het was de heer Ceder die expliciet vroeg meen ik mij te herinneren, naar de rol
van de boa's. Ingevolge de wetgeving die van toepassing is bij de avondklok hebben de
22
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
boa's geen bevoegdheid om te beboeten. Wij willen ze wel kunnen inzetten en daarover
zullen we uiteraard ook landelijk overleg voeren en we willen kijken wat we regionaal
kunnen doen om te signaleren, om burgers te kunnen aanspreken en mogelijk als het nodig
is iets te kunnen doorzetten naar de politie ook omdat wij het wel degelijk noodzakelijk
vinden dat de politie hulp heeft bij de informatiegestuurde inzet. Dak- en thuislozen worden
uitgezonderd door het rijk, maar wij vinden dat er aandacht dient te zijn voor de bijzondere
situatie van mensen die psychisch kwetsbaar zijn. Dit zullen wij zo veel mogelijk gaan
verwerken in het regionaal handelingsperspectief voor de handhaving. Zichtbare
handhaving achten wij noodzakelijk voor het behoud van draagvlak en voor naleving van
het belang van de avondklok en daarbij vragen we het rijk dan ook om fors in te zetten op
landelijke publiekscommunicatie en dat zullen wij ook regionaal doen waarbij wij er echt
vanuit gaan dat handhaving het sluitstuk daarop is.
Er werd mij ook een vraag gesteld ik dacht door de heer Yilmaz en die ging over de
regionale communicatie. Wij zullen een animatiefilmpje maken dat langzaam zal worden
afgespeeld. Ik geloof dat de heer Taimounti daarop de vorige keer enig commentaar had.
Dat zal in acht talen in de stad worden verspreid. Er komt een bewonersbericht en
attentieberichten zullen overal worden verspreid. We zullen ook opnieuw aandacht gaan
vragen voor het belang van de site van Voor elkaar in Amsterdam waar we alle sociale
initiatieven verzamelen omdat juist in deze periode waarin eenzaamheid groter zou kunnen
worden onder mensen die kwetsbaar zijn, het ook van groot belang is dat we voor elkaar
zorgen. Niets met schending van de eventuele avondklok maar wel in de uren daaraan
voorafgaand. Met andere woorden, als u in staat bent een pannetje soep te maken voor
een eenzame buurvrouw of iemand verder op, doet u het vooral. Mensen hebben de
komende tijd echt elkaars aandacht een beetje nodig.
Daarbij zou ik nog even langs de vragen willen lopen. Laat ik daarbij nu meteen
zeggen dat vragen over de scholen en kansengelijkheid door wethouder Moorman zullen
worden beantwoord. De vragen over huiselijk geweld en andere vormen van hulp, hulp aan
kwetsbaren zullen door wethouder Kukenheim worden beantwoord net als de hulp aan
jongeren en de vaccinatiestrategie en de vaccinatieprogramma’s. De vragen die zijn gesteld
over ondernemers en de economische gevolgen zullen door wethouder Everhardt worden
behandeld.
Daarmee kom ik aan de vragen. Als eerste de heer Ernsting. De avondklok heb ik
beantwoord. Hoe komt men tot de afwegingen? Weet u, wij volgen daarin natuurlijk de
afwegingen die worden gemaakt in de procedure die het rijk volgt. Op basis van het advies
van het OMT, het RIVM vindt er vervolgens besluitvorming plaats in de ministeriële
crisiscommissie. Daarin opereert het veiligheidsberaad als adviseur en zoals terecht
opgemerkt heb ik zitting in het veiligheidsberaad en ik maak overvloedig van die positie
gebruik.
De heer Van Dantzig sprak opnieuw over het belang van thuiswerken. Ik ben dat
volledig met u eens, mijnheer Van Dantzig. Ik geloof dat anderen er ook over spraken,
mevrouw Poot bijvoorbeeld. Het is een dringend advies zo veel mogelijk thuis te werken.
We kunnen er niet op handhaven; we kunnen het niet beboeten. Eigenlijk zou ik wel willen
zeggen tegen die werkgevers die druk uitoefenen op mensen om wel naar kantoor te
komen, dat het onverantwoord is. Je plaatst je eigen werknemers in een onmogelijke positie
waarbij ze moeten kiezen tussen loyaliteit aan de werkgever en loyaliteit aan de
volksgezondheid. In die positie mogen de werknemers niet worden geplaatst. Dus houd u
eraan, werk thuis. En werkgevers, plaats uw personeel niet in die positie.
Ten aanzien van de regionale reisbewegingen en bovenregionale reisbewegingen
geldt: zo min mogelijk. Blijf zo veel mogelijk in de regio, leg geen grote afstanden af en zorg
23
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
ervoor dat de reisbewegingen zo klein mogelijk zijn. U vroeg naar de discussie in het
veiligheidsberaad. Dat heb ik u volgens mij gegeven. U vroeg naar de herstart van culturele
instellingen en de evenementensector. Weet u, op dit moment is dat natuurlijk nauwelijks
aan de orde met de maximale lockdown die wij kennen. Dat neemt niet weg dat wij in
overleg zijn met de culturele instellingen en in samenspraak met de culturele instellingen
en de evenementensector zijn we ook bezig om een route te maken naar de geleidelijke
openstelling als dat weer mogelijk is. Dat doen we in samenspraak met de culturele
instellingen om ervoor te zorgen dat het geleidelijk kan worden opgebouwd als ze weer
open kunnen zodat je niet weer dat jojo-effect krijgt waardoor ze open, dicht, moeten en
niet weten hoe te plannen, niet weten waar ze volgend jaar aan toe zijn. Ik geloof dat dat
het ergste is op dit moment voor de culturele instellingen.
Dan de motie. Laat ik daarover het volgende zeggen. Ik deel in de zorgen die
spreken uit uw motie en ik geloof eigenlijk dat de hele raad deelt in de zorgen die daaruit
spreken. Ik wil mij niet wagen aan het oordeel over de proportionaliteit. Dat is echt een
afweging die thuishoort in de boezem van het kabinet en in de Tweede Kamer. Ik ben het
wel met de heer Boomsma eens dat het geen pas geeft om als regiobestuurder en als
burgemeester alle kabinetsmaatregelen te gaan recenseren en tot dusver heb ik dat ook
nog nooit gedaan. Ik zou daarmee ook niet willen beginnen. Tegelijkertijd spreekt u wel uit
dat de raad grote zorgen heeft over de uitwerking van de maatregelen en ik zie dat
inmiddels een meerderheid van de raad zich achter uw motie heeft geschaard. Dus ik ben
vanzelfsprekend wel bereid het gevoelen van een meerderheid van de raad onder de
aandacht te brengen van de Tweede Kamer waarbij ik dat overbreng als een gevoelen van
de raad. Daarmee doe ik denk ik recht aan een meerderheid van de raad zonder dat ik mij
daarachter schaar. Als uitvoerder van het kabinetsbeleid wens ik een aparte positie in te
nemen. Tegelijkertijd zou ik u ook nog eens willen oproepen als u grote zorgen heeft over
de proportionaliteit van de maatregel en over de sociale en handhavingseffecten van de
avondklok en andere maatregelen, beweegt u dan ook uw landelijke fracties. Ik hoop dat ik
daarmee voldoende heb gezegd over de motie. Met andere woorden, ik laat het oordeel
aan de raad, maar ik ben vanzelfsprekend bereid de kamer op de hoogte te brengen van
het gevoelen van een meerderheid van de Amsterdamse raad.
De heer Mbarki, volgens mij heb ik zijn vragen voldoende beantwoord en hetzelfde
geldt volgens mij ook voor de heer Flentge die ook vragen aan mij stelde over de avondklok
en verder met name vragen stelde op het terrein van de wethouders. Datzelfde geldt ook
voor de heer Van Lammeren.
De heer Yilmaz sprak over extra onderdrukking als gevolg van de avondklok. Daar
heb ik toch wel moeite mee. Het gaat inderdaad om verregaande beperking van de
bewegingsvrijheid maar het gaat niet om onderdrukking van de bevolking. Het gaat om
bescherming van de bevolking tegen de risico’s van besmetting. Ik denk ook dat we het in
die proportie moeten houden en dat we ook die termen moeten blijven gebruiken omdat
onze bevolking ervan doordrongen moet zijn dat er een doel is met deze maatregelen en
het doel met deze maatregel is te voorkomen dat mensen ziek worden en dood gaan.
Daarnaast had u het over een selectie van ondernemers, etnische ondernemers
omdat u dat gehoord zou hebben. Daarover zou ik toch ook wel eens een opmerking willen
maken. Als u aanwijzingen heeft die u hard kunt maken, dan wil ik ze vanavond nog van u
ontvangen. Maar vage geruchten die leiden tot onvrede en die zomaar hier worden
geponeerd zonder dat er bewijs bij wordt gegeven maar die wel beschadigend zijn voor ons
politiekorps, daarmee heb ik echt moeite. Dat gebeurt me net te vaak. Dat wil ik u toch even
hebben gezegd. Ik ben het namelijk met u eens dat etnisch profileren niet kan, niet mag
24
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
maar ik vind ook niet dat er aantijgingen aan het adres van de politie kunnen zijn op vage
niet gesubstantieerde geruchten.
Dan sprak de heer Kreuger uit hele grote problemen te hebben met de avondklok
en deze niet proportioneel te vinden. Ik respecteer vanzelfsprekend uw standpunt. De
zorgen die u daarbij uitspreekt over de effecten op de bevolking, die begrijp ik en daar deel
ik ook in. De zorgen die u heeft ten aanzien van de handhaving begrijp ik ook. We staan als
Amsterdam voor een forse taak en tegelijkertijd zullen we ons daarvan kwijten en we zullen
er ook voor zorgen dat de avondklok als deze wordt ingevoerd en goed wordt gehandhaafd
in onze stad. U heeft een motie ingediend en deze motie geeft eigenlijk geen opdracht aan
mij, maar het is een uitspraak die u voorlegt aan de raad. Dat betekent dat ik volgens mij
geen oordeel hoef te vellen over uw motie en dat doe ik dan ook niet. Ik laat deze motie aan
de raad.
(Mevrouw POOT: Het is eigenlijk meer een verduidelijkende vraag. Ik hoor
de burgemeester zeggen dat ze bij de motie van de heer Van Dantzig van
D66 de meerderheid zal respecteren en naar de Tweede Kamer zal gaan
met deze opdracht. Maar ik begrijp het niet helemaal goed want de uitslag
van de stemming op deze motie is er natuurlijk pas maandag. Dus ik begrijp
niet helemaal goed hoe de burgemeester dat ziet.)
Daarin heeft u volstrekt gelijk. Dat begrijp ik. Tegelijkertijd is het Kamerdebat
waarop als ik het goed begrijp deze motie nog van invloed wil zijn, morgen. Ik ga niet naar
de Kamer met de boodschap dat dit mijn opvatting is. Het enige wat ik kan doen is een brief
aan de Kamer schrijven waarin ik de motie onder de aandacht breng als een gevoelen van
een belangrijk deel van de raad. De meerderheid moet natuurlijk bij stemming blijken.
Daarin heeft u gelijk. Tegelijkertijd vind ik het ook ingewikkeld om de raad die wel bij
meerderheid van partijen deze motie heeft ondertekend, te negeren als het gaat om een
verzoek dat morgen de Kamer zou moeten bereiken en niet volgende week. Dus misschien
kunt u mij helpen bij het dilemma.
(Mevrouw POOT: Wat ik erover wilde zeggen is als de burgemeester dit bij
de Tweede Kamer onder de aandacht brengt, dan kan dat mijns inziens
niet anders dan dat ze zegt dat deze motie is ingediend. Ze kan niets
zeggen over wat de uitslag daarvan is. Ook al is de motie ingediend door
meerdere partijen, uiteindelijk is er nog geen stemmingsuitslag op deze
motie.)
Daarin heeft u gelijk. Dat is precies de formulering die ik zal kiezen. Dat is namelijk
buitengewoon nauwkeurig. Ik zal een kort briefje aan de Tweede Kamer sturen waarin ik
zeg dat ik deze motie onder de aandacht wil brengen en dat die is ingediend door een aantal
politieke partijen die in principe samen een meerderheid zouden kunnen vormen in de raad
maar dat ik niet vooruit kan lopen op de stemming daarover. Daarmee denk ik zorgvuldig
te zijn.
(Mevrouw POOT: Ik stel dit natuurlijk zelf voor maar het voelt toch wel een
beetje raar om een motie die niet is aangenomen onder de aandacht van
de Tweede Kamer te brengen. Het zou toch zeker geen precedent mogen
worden dat we moties die niet zijn aangenomen onder de aandacht gaan
brengen van Tweede Kamers of bewindspersonen. Ik zou toch nog een
keer aan de burgemeester willen vragen dat te heroverwegen vanuit dit
staatsrechtelijke principe.)
U plaatst mij daarmee in een lastig parket als ik heel eerlijk ben. Want de reden dat
er geen stemmingen plaatsvinden vanavond is een effect van corona. Er moet schriftelijk
worden gestemd en daarbij zijn natuurlijk gewoon de partijen die deze motie hebben
25
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
ingediend, in het nadeel. Ik zeg u dat ik een buitengewoon secure omschrijving zal kiezen.
Ik vind dat de partijen die zich hierachter scharen wel mogen weten dat ik natuurlijk
zorgvuldig zal omgaan met de opvattingen die zij verwoorden in hun motie zonder dat ik
vooruit zal lopen op de stemmingen. En dat zal ik aangeven.
(Mevrouw POOT: Een oplossing zou ook kunnen zijn dat de burgemeester
de indienende partijen vraagt om de motie bij hun eigen Tweede
Kamerfracties onder de aandacht te brengen.)
Ik heb zo’n grijs vermoeden dat de verschillende fracties dat ook zullen doen.
De heer Boomsma heeft zijn zorg uitgesproken over de avondklok. Ik denk dat ik
dat voldoende heb beantwoord.
De heer Veldhuyzen heeft specifiek aandacht gevraagd voor de kwetsbare
groepen. Ik ben me daar zeer van bewust; het college is zich daarvan bewust. Dat heeft
onze volle aandacht.
De heer Ceder heeft ook aandacht gevraagd voor de kwetsbare positie van de
boa’s. Dat heb ik beantwoord.
Mevrouw Van Soest heeft mij gevraagd me aan te sluiten bij de burgemeester van
Amersfoort. Dat zal ik niet doen en dat heb ik inmiddels duidelijk gemaakt, geloof ik. Het
verplaatsen van de avondklok naar 22.00 uur is een debat dat in de Tweede Kamer zal
moeten worden gevoerd. Dan de bevoorrading van winkels. Dat was een zeer praktische
vraag die u stelde. Volgens mij valt dat onder werk en dat kan ook na instelling van de
avondklok plaatsvinden mits er een verklaring van de werkgever bij ligt.
En de heer Van Schijndel heeft mij geen vragen gesteld.
De VOORZITTER: Dan ga ik even kijken naar de andere drie leden van het college
die nog een aantal vragen moeten beantwoorden. Dat is allereerst wethouder Everhardt
van Economische Zaken. Ik zou hem willen vragen zo concreet mogelijk te beantwoorden
en een uitgebreide inleiding achterwege te laten omwille van de tijd.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: Er zijn geen moties op mijn terrein ingediend. Ik zal het
kort houden. Ik wil erop wijzen dat wij natuurlijk doen wat we kunnen ook op economisch
vlak. Er is een economisch herstelplan. U weet dat de lastenverlichting is ingezet. Er gaat
natuurlijk ook weer een nieuw steunpakket komen vanuit het rijk. We hebben er nauw
contact over hoe dat er precies komt uit te zien. Ik ben het ook eens met de Partij voor de
Dieren dat we goed moeten kijken naar de maatschappelijke routekaart om weer terug te
keren. Dat is natuurlijk ook de intentie van het kabinet om extra maatregelen te nemen om
eerder te kunnen terugkeren. We hebben daarover hele goede ideeën en concrete
uitwerkingen. Die delen we nu proactief met het rijk. We zullen ervoor zorgen dat dat ook
echt handen en voeten gaat krijgen. Ik wijs alleen al op het Nationale garantiefonds
evenementen dat nu in de benen lijkt te worden geroepen. Dat is een initiatief vanuit de
VVD en de D66-fractie landelijk. Dus dat zijn allemaal hele goede zaken. Een heel belangrijk
punt dat door meerdere fracties werd aangegeven is inderdaad het niet naar kantoor komen
of in ieder geval het niet overbodig naar kantoor komen. Daar moet men heel terughoudend
mee omgaan. Ik heb dat tijdens de persconferentie nog een keertje heel duidelijk horen
zeggen, dat het kabinet de werkgevers daarop gaat aanspreken. Ik zal dat ook met klem
naar voren brengen in de gesprekken die ik heb met het bedrijfsleven hier in Amsterdam
om aan te sluiten op wat er landelijk gebeurt. Daarop kunt u mij aanspreken.
26
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
En ten slotte was er nog een vraag van de SP-fractie over gratis Wifi en daarover
zal mijn collega Meliani nog even kort het woord voeren. Daarmee heb ik mijn inbreng
gedaan.
De VOORZITTER: Ik zou zeggen, laten we dat direct doen. Dan geef ik nu het
woord aan wethouder Meliani om die vraag te beantwoorden.
Wethouder MELIANI: De vraag ging over een motie die de SP heeft ingediend in
2016 voor gratis hotspotplekken voor Wifi. Ik ben het volledig eens met de heer Flentge dat
collectiviteit meer dan ooit belangrijk is. Vanuit de agenda Digitale stad zijn we op allerlei
manieren bezig ervoor te zorgen dat mensen en zeker de mensen die moeilijker toegang
hebben omdat ze geen laptop hebben, die wel krijgen. We zijn in de zomer bij de eerste
loekdown daarmee aan de slag gegaan met verschillende wethouders door 35 opgeknapte
laptops maar ook 23 van de 50 internetverbindingen te regelen voor juist die
minimahuishoudens. Dat was eenmalig en het doel is naar aanleiding hiervan ervoor te
zorgen dat dat structureel kan worden. Dat doe ik samen met de andere wethouders. We
gaan er in ieder geval voor zorgen dat daar een versnelling komt. Ik ben het met u eens,
daarmee kunnen we niet wachten. Dat was volgens mij de vraag.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Ook haar wil ik
vragen zo veel mogelijk de vragen te beantwoorden en de moties op haar terrein van een
preadvies te voorzien.
Wethouder KUKENHEIM: Het eerste onderwerp dat ik zal afhandelen, betreft
vaccinaties. De vraag luidde of we snelheid konden maken en of dat niet heel belangrijk
was. Daarop is het antwoord natuurlijk ja. We willen allemaal snelheid maken op die
vaccins. Mevrouw Van Soest vroeg dat nog eens expliciet en ook de heer Ernsting merkte
dat op. Dat is het allerbelangrijkste. Waar hangt dat van af? Heel simpel, van het aantal
vaccins dat we krijgen. Op dit moment is dat nog maar heel beperkt. Het aantal vaccins
wordt landelijk ingekocht en landelijk krijgt men op dit moment nog een heel beperkt aantal
vaccins van nog maar twee leveranciers en die worden landelijk verdeeld naar
inwoneraantal. Zodra dat gaat oplopen, gaan we opschalen. Daarbij is een aantal dingen
belangrijk en dan kom ik op de vraag wat wij daarvoor dan nodig hebben. Er wordt een
landelijke strategie opgevoerd dus het is ook belangrijk dat we goed weten wat die strategie
is en ook wanneer die onder welke omstandigheden verandert. Dan kunnen we gewoon
snel mee veranderen. We zijn best wel flexibel; we kunnen snel opschalen of snel andere
processen inrichten maar hoe meer we van te voren weten wanneer de hoeveelheden
komen en voor wie die zijn bedoeld en wie die dan moeten gaan zetten, ja, hoe sneller we
daar dan kunnen handelen. U moet zich namelijk voorstellen dat de strategie die overigens
ook met u is gedeeld in de stukken en anders zal ik nog een keer kijken of u die kunt krijgen,
die kan veranderen omdat je soms van een bepaald vaccin meer binnen krijgt dan was
voorspeld. Het ene vaccin is misschien veel beter geschikt voor een bepaalde doelgroep
en dan ga je bijvoorbeeld die doelgroep naar voren trekken. Je ziet ook dat sommige
vaccins heel geschikt zijn om vooral in hele grote aantallen uit te delen, dus dat is een taak
die de GGD heel goed kan uitvoeren. Het is wel veel moeilijker die op te splitsen in kleinere
aantallen waardoor de huisartsen er minder goed mee uit te voeten kunnen. Maar het kan
ook andersom zijn en dan trek je weer de rol van de huisartsen naar voren. Kortom, al die
zaken spelen mee om te kunnen beoordelen welke groep we nu eerder gaan vaccineren.
Gaan we dat grootschalig doen via de GGD of hebben de werkgevers in de zorg daar een
27
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
rol of de huisartsen? We spreken daar heel intensief over en hoe eerder we dit weten, hoe
beter we dat kunnen doen. Het is precies zoals de burgemeester al zei, aan ons zal het niet
liggen. Wij kunnen heel snel handelen en dat vinden we ook belangrijk dus daar zetten we
alles op in.
Er zijn nog een paar specifieke vragen gesteld. Kun je ook 24 uur lang vaccineren?
Theoretisch kan dat maar op dit moment gaat het echt nog om een heel beperkt aantal
vaccins en het feit dat we dat niet midden in de nacht zetten, vormt ook helemaal niet de
drempel waarom mensen nu niet worden gevaccineerd. Het is helemaal niet nodig die
openingstijden te hanteren. Du moment dat we zien dat andere openingstijden ertoe leiden
dat we meer kunnen vaccineren, dan zullen we dat natuurlijk gebruiken. Maar dat is nog
niet aan de orde. Er is ook een specifieke vraag gesteld of leraren nu eerder kunnen worden
gevaccineerd. De landelijke strategie is echt om dat niet te doen. Wij volgen die landelijke
strategie.
Dan wil ik het onderwerp over de mentale gezondheid en de psychische druk
aflopen. Er is al veel over gezegd. De burgemeester heeft volgens mij heel goed verwoord
dat dat volgens mij een van onze grootste zorgen is bij de mogelijke maatregelen waar onze
stad nu tegenaan kijkt. Je ziet dat het nu al zwaar is voor mensen en op het moment dat er
aanvullende maatregelen worden genomen, snappen we echt dat mensen zich nog meer
onder druk voelen zitten en dat de muren op hen afkomen. Voor jonge mensen geldt dat
inderdaad in het bijzonder. Een paar dingen zal ik u daarover zeggen. We zijn samen met
de partners in de buurten heel erg nauwkeurig bezig om eenzaamheid op te sporen zodat
we echt programma’s voor mensen die dat nodig hebben, kunnen intensiveren. Het is
bijvoorbeeld heel belangrijk dat we nog steeds de website Voor elkaar in Amsterdam
hebben. Daar staan echt honderden vrijwilligers te wachten om mensen te helpen. Dat is
een belangrijk platform dat we nu weer intensiveren. Dat bestond natuurlijk al maar dat
wordt ook nu weer nog belangrijker. Voor jongeren in het bijzonder zijn we aan het
voorsorteren om nog een aantal intensievere maatregelen te treffen. We hadden eerder
natuurlijk al vanuit het programma Amsterdam mentaal gezond youth mental aid-
programma’s; we hadden een extra project over depressie en we zijn nu bezig met het
maken van een jongerenhulplijn, gewoon één nummer, een beetje zoals de Kindertelefoon,
om jongeren echt de gelegenheid te geven aan de bel te trekken. We zijn aan het praten
met jongerenwerkers om misschien op huisbezoek te gaan. We kijken naar een veel
intensiever online aanbod. We kijken of we openingstijden kunnen verbreden van
programma’s als At ease, heel laagdrempelig meer psychisch georiënteerd jongerenwerk
en het inrichten van extra trajecten voor met name LVB-jongeren. En we zijn heel erg bezig
met de onderwijsinstellingen. Zelf het Mbo, Hbo met Webinars maar ook met de
studentenverenigingen om maar zo veel mogelijk mensen te bereiken. Kortom, dit is echt
een onderwerp dat ons aan het hart gaat. We delen uw zorgen. Hieruit vloeit voort dat we
natuurlijk geen bezwaar hebben tegen de motie 009.21.
De VOORZITTER: Dus motie nr. 009.21 krijgt geen bezwaar dan wel positief
preadvies.
Wethouder KUKENHEIM: Ik heb nog een paar kleine onderwerpen en die zal ik
proberen heel staccato af te lopen. De heer Flentge wil graag dat de FFP2-maskers worden
gebruikt in de zorg. Hij vraagt zich af of er wel genoeg zijn. Wij hebben geen signalen dat
er niet genoeg maskers zijn. Ik meen ook dat de vakbond CNV dat ook niet zegt. Er is op
dit moment geen verplichting van het gebruik van die maskers en ik ben wel van mening
dat de deskundigen echt moeten aangeven dat nu juist die maskers verplicht zouden
28
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
moeten worden. Dat is niet aan de gemeente. Dan heeft de SP ook nog gevraagd of er in
Amsterdam niet heel grootschalig moet worden getest zoals in Lansingerland is gebeurd.
(De heer FLENTGE: Ik heb niet gezegd dat ik me afvraag of er wel FFP2-
maskers zijn. Ik stelde juist dat ze er in overvloed zijn. Maar als een
zorgmedewerker erom vraagt, kan het nog wel eens zijn dat ze die niet
krijgt. Mijn vraag was of de gemeente een rol kan spelen bij het benaderen
van zorgbestuurders om deze altijd ter beschikking te stellen. Dat is wat de
CNV ook vraagt en ik denk dat die daarin gelijk heeft. De vaccins zijn nog
niet voor alle zorgmedewerkers geregeld. De mate waarin de vaccins
volledige veiligheid bieden is nog niet helemaal helder en daarom vragen
zij daarom. Ik hoop echt dat u daarbij een rol kunt spelen.)
Ik vind echt dat de sector zelf, de deskundigen, de mensen uit de zorg die precies
weten welk masker wat doet en hoe veilig die maskers zijn, dat die moeten beoordelen of
het belangrijk is welke groep daarmee werkt en of het verplicht is. Die mensen zitten heel
vaak met elkaar aan tafel en daar worden al dit soort dingen besproken. Het is niet zo dat
de gemeente nodig is om daar een nieuw onderwerp op tafel te leggen. U heeft zelf ook
gezegd dat de CNV dat in dit geval ook doet. Dus ik wil de beoordeling van welk specifiek
masker je in welke sector moet gebruiken, echt bij die sector en bij de zorg zelf leggen. Ik
vind ook echt dat die daartoe in staat is.
(De heer FLENTGE: Ik vind het jammer. Ik snap het een beetje. Zeker, het
ligt voor een deel ook bij andere partijen, maar ik denk dat u zich als
gemeente daarvoor als voorvechter kunt opstellen. U heeft overleg met de
zorginstellingen, met de zorgbestuurders, ook in de veiligheidsregio’s. Dus
er is intensief en veelvuldig contact. We hebben nu gezien dat het RIVM de
schaarste heeft weggeredeneerd waardoor de zorgmedewerkers in de kou
staan. Als ze nu vragen om veilige maskers zowel voor de patiënt als voor
henzelf laten de zorgbestuurders hen in de kou staan. Dat is onacceptabel.
Ik zou u toch willen verzoeken om wel iets te doen, die handschoen op te
pakken en dit belangrijke signaal aan de bestuurders over te brengen.)
Ik zie mijzelf er een rol in hebben mij ervan te vergewissen dat partijen aan tafel
zitten en dit type onderwerpen goed met elkaar bespreekt. Dat hebben we gedaan. Ik zie
dat er landelijk echt overleg over is en in de ROAZ wordt goed bijgehouden of er
bijvoorbeeld genoeg middelen zijn en welke dat moeten zijn. Ik vind het niet aan de
gemeente om vervolgens tegen deze partijen te zeggen, overigens, u moet de FFP2-
maskers beschikbaar stellen voor die en die groep of type handschoen zus en zo. Zo
kunnen we nog wat meer materialen benoemen. Dat kunnen die deskundigen uit die
sectoren van de zorg echt veel beter beoordelen dan de gemeente. Ik denk dat we die rollen
zuiver moeten houden. Wij kunnen ons gelukkig prijzen dat de partijen in deze regio echt
goed bij elkaar zitten.
(De heer FLENTGE: Ik vind dat jammer, ik vind dat jammer. Ik vraag ook
helemaal niet of u op de stoel van de besturen van zorginstellingen wilt
gaan zitten. Ik vroeg alleen maar, als een zorgmedewerker om zo’n masker
vraagt, dat u die zorgmedewerker steunt. Dat is de vraag die ik bedoel. Je
kunt natuurlijk zeggen, waarom zou een zorgmedewerker niet degene zijn
die goed kan inschatten welk masker hij of zij nodig heeft. Ik vind het
jammer dat u die handschoen niet oppakt. Het zou een kleine moeite zijn.
Dus ik hoop nog steeds dat u daartoe wel bereid bent. Helaas zie ik tot
dusver weinig beweging.)
29
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Tot slot: omdat ik niet kan beoordelen of dat in alle gevallen een terechte vraag is
van de zorgmedewerkers. Ik wil u geloven. U heeft duidelijk onderzoek gedaan naar FFP2-
maskers. Alleen, de gemeente is nooit in staat om te zeggen, luister eens, wie er ook om
vraagt, die moet je altijd bedienen want die ene medewerker kan dat zelf goed inschatten.
Daarover zijn belangrijke afspraken met de sector gemaakt. Ik begrijp ook dat men op die
manier opereert. Ik vind het belangrijk dat dat echt op basis van deskundigheid gebeurt. Ik
zie dat dat is geborgd juist binnen die branches. Dus het is belangrijk dat dat gesprek
plaatsvindt. Ik vind dat de gemeente geen rol heeft om het ene type materiaal of het andere
type aan medewerkers verplicht beschikbaar te stellen op het moment dat ze daarom
vragen. Dat is echt aan de branche en aan de zorg zelf. Ik zeg het overigens heel erg
technisch en daaraan wil ik een ding toevoegen. Ik snap natuurlijk heel goed dat al die
mensen die nu in de zorg werken zich ook zorgen maken over hun eigen veiligheid. Zeker
als je bedenkt dat in de eerste golf met name in de VVT-sector mensen zich heel lang heel
erg onbeschermd hebben gevoeld en eigenlijk hebben gevoeld alsof ze achter in de rij
stonden. Dat was heel akelig. Dus ik snap heel goed dat die mensen kampen met constante
zenuwachtigheid. Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat met name de VVT vanuit dat
perspectief goed aan tafel zit. Dus ik wil met mijn technische, wat formele antwoord niet te
niet doen dat ik de zorg van de mensen op de vloer echt wel goed begrijp.
Ik wil nog ingaan op een andere vraag van de SP. Kunnen wij in Amsterdam of in
een stadsdeel van Amsterdam ook niet grootschalig testen zoals dat in Lansingerland is
gebeurd? Daarop is het antwoord dat de strategie door het RIVM wordt bepaald ook op het
moment dat je zo’n type actie zou doen. Op dit moment ziet men geen aanleiding in
Amsterdam zoals die er was in Lansingerland om over te gaan op zo’n actie. Het
asymptomatisch testen is zonder aanleiding eigenlijk weinig effectief. Dat is de gedachte
vanuit het RIVM die daarachter zit. Wij volgen dat. We doen zoals u weet, niet een eigen
teststrategie. We volgen het landelijke beleid op dat punt.
(De VOORZITTER: Voordat u verder gaat, wil de heer Flentge u nog een
keer interrumperen. Ik wil de heer Flentge erop wijzen dat interrupties
volgens het Reglement van orde bestaan uit een vraag zonder inleiding of
een korte opmerking. Dus graag nu een korte interruptie.)
(De heer FLENTGE: Dan is de vraag natuurlijk wat de aanleiding was van
het RIVM om Rotterdam Charlois te gaan testen.)
Dat is een hele specifieke casus waarnaar u mij vraagt die ik niet paraat heb. Ik zal
kijken of ik dat kan meenemen de volgende keer dat we u informeren over de situatie.
Daarin wil ik u graag bedienen maar ik heb de casus Charlois niet voor me liggen.
(De heer FLENTGE: Ik vraag juist om Charlois omdat daar alleen maar aan
de hand van metingen in het rioolwater is besloten extra testen in te voeren.
In Lansingerland was er een duidelijke aanleiding, in Charlois niet. Dus dan
zou het zo kunnen zijn als er in Charlois ook geen specifieke aanleiding
was, dat Amsterdam daar ook toe behoort. Ik hoop dat de wethouder dat
toch wil bekijken of dat ook voor Amsterdam mogelijk zou zijn}
U ziet het alsof er voor Amsterdam kansen zijn, maar er moet wel echt een
aanleiding zijn waarom je zoiets doet. En die ontbreekt op dit moment. Het RIVM heeft echt
alle cijfers over Amsterdam zoals het die ook had voor Lansingerland en Charlois. Dat is
mede gebaseerd op het feit dat asymptomatisch testen op dit moment nog niet wordt gezien
door de deskundigen als heel effectief. Dus zodra er informatie uit Amsterdam komt die wel
aanleiding geeft om zoiets te doen, dan zal het RIVM daarin een andere keuze maken en
dan zal de gemeente in de uitvoering daarop meteen acteren. Dus dat is de volgorde.
30
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Verschillende partijen, het CDA en ook BIJ1, hebben aandacht gevraagd voor de
positie van ongedocumenteerden en dat vind ik ontzettend fijn. Dat is een groep die je in
deze situatie niet mag vergeten. Ze moeten zeker worden gevaccineerd. Dat staat buiten
kijf. En ze worden ook niet overgeslagen op dit moment. Zoals u weet, worden op dit
moment alleen nog maar de zorgmedewerkers gevaccineerd en mensen van 85+ in
verzorgingstehuizen. De ongedocumenteerden behoren over het algemeen niet tot die
groepen. Maar er zal wel snel een strategie moeten komen om ook met hen aan de slag te
gaan en daar vragen wij ook om bij het rijk. We dringen daarop aan en het wordt ons ook
bevestigd dat die daar komt. We blijven daarop aandringen. We kunnen daar zelf ook over
nadenken. Het gaat er natuurlijk over dat je mensen goed moet bereiken. Dat kan ook.
Daarvoor hoef je geen BSN te hebben of iets. We hebben natuurlijk een heel nauw netwerk
van partners om mensen te bereiken. We kunnen met de mobiel heel veel doen. Dus ik ga
me daar echt hard voor maken. Op het moment dat er een strategie of een plan ligt, dan
zal ik die u zeker doen toekomen.
(De VOORZITTER: Het college is ook echt door zijn spreektijd heen. We
moeten door want er staan nog heel veel agendapunten. Ik zou u willen
vragen als er nog openstaande vragen zijn, die nu te beantwoorden en dan
gaan we door naar de volgende wethouder. U bent niet de laatste.)
Ik doe mijn best. BIJ1 vroeg of mensen met een beperking ook kunnen worden
getest en ze wees op de moeilijkheid om soms naar een testlocatie te komen die verder
weg is. Dat kan. Veel mensen kiezen over het algemeen voor eigen vervoer uit hun netwerk.
Juist om het laagdrempelig te maken hebben we ervoor gezorgd dat er meerdere locaties
zijn. We werken ook met bussen zodat we dichtbij mensen kunnen komen en we testen ook
bij mensen thuis, nog steeds elke dag. Dus een combinatie van maatregelen moet ervoor
zorgen dat mensen met een beperking ook een test kunnen krijgen en niet van het AOV
gebruik hoeven maken — dat is vaak niet veilig.
Tot slot de laatste vraag over veilig thuis. Dat is een zorg. Juist omdat mensen weer
meer op elkaar zitten. Dus wij intensiveren de campagnes om de meldingsbereidheid te
verhogen zoals we dat ook in het voorjaar hebben gedaan en we zorgen dat we echt goed
bereikbaar zijn voor mensen die in de knel zitten. Niet alleen door de telefoon te pakken
maar ook via de app en via al die informele zorgorganisaties die echt een hele goede
toegang hebben. Daarmee hebben we veel ervaring opgedaan tijdens de eerste golf. En er
is nog altijd een apotheekgroep. Die wordt niet veel gebruikt, maar die is er wel. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Ook haar wil ik vragen
de aan haar gestelde vragen beknopt te beantwoorden het liefst zonder uitgebreide
inleiding. Motie nr. 001.21 moet nog van een preadvies worden voorzien.
Wethouder MOORMAN: Ik ga de vragen aflopen en ik zal ze zo snel mogelijk
beantwoorden. De eerste vraag van het lid Ernsting over schooladviezen, en daarnaar
vroegen meerdere leden. Dit heeft natuurlijk impact. Vanmiddag is er een persbericht
uitgegaan van het OSVO dat de schooladviezen van de basisscholen met twee weken zijn
uitgesteld tot 1 maart. Dat betekent dat scholen langer de tijd hebben om de toetsen af te
nemen. Overigens hebben de meeste scholen dat al wel gedaan. Ik denk dat inmiddels zo’n
75 tot 80 procent van de scholen daarmee bezig zijn of al hebben gedaan. De verwachting
is dat dat voor 1 maart goed afgerond moet kunnen zijn. Ik denk dat u ook doelt op het
effect op schooladviezen. Dat is er natuurlijk. Deze Citotoetsen zijn echt anders dan de
toetsen in het verleden. Die kun je niet zo maar naast elkaar leggen. Dat weet het onderwijs
ook. Ik ben heel veelvuldig met zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs in
31
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
gesprek. Men heeft mij aangegeven zo kansrijk mogelijk te gaan adviseren maar ze zullen
ook kansrijk begeleiden. Je kunt misschien wel een hoger advies krijgen dan je toets
aangeeft, maar als je allerlei hiaten hebt opgelopen, dan ben je er nog niet bij gebaat om
dat te doen want dat zou zo maar tot een mislukking kunnen leiden. Dus het begeleiden en
dat zal langdurig moeten gebeuren, is zeker van belang. U heeft dat ook kunnen lezen in
het pleidooi dat ik heb gehouden met de wethouders uit de andere G4-steden. Dit vindt
natuurlijk niet alleen in de grote steden plaats maar dit geldt voor het hele land. De heer
Boomsma verwees daar ook naar.
Dan motie nr. 001.21 van de D66-fractie. Ik vind het een sympathiek idee. Het
gebeurt ook al veelvuldig in de stad. Je ziet veel solidariteit in de stad en je ziet het juist bij
studenten die tijd over hebben. Ik vind het ook wel goed om dat wat beter in kaart te brengen
en te kijken waar we nog dingen kunnen verbinden die op dit moment een kans bieden. Ik
wil hier graag positief adviseren.
Dan had de heer Mbarki drie specifieke vragen. Ten eerste inzicht in de extra
middelen. Wij hebben die 210 miljoen euro die landelijk beschikbaar is gesteld voor extra
hulp in het onderwijs plus nog een bedrag voor inhaalondersteuningsubsidie. Daarvan
wordt in de stad goed gebruik gemaakt. Dat gaat overigens wel rechtstreeks naar de
scholen dus dat komt niet bij de gemeente terecht. Dat helpt op korte termijn zeker. Zoals
ik u eerder heb laten weten, moeten we niet alleen kijken naar het nu maar we moeten
zeker kijken naar het straks ook omdat we de ongelijkheid enorm zien toenemen.
Verzuimmeldingen kunnen nog steeds worden gedaan maar net als bij de eerste
loekdown is het vooral zaak te kijken hoe scholen zo goed mogelijk kunnen worden
ondersteund op het moment dat er sprake is van online afwezigheid. Dus we hebben
hetzelfde regime als destijds. Daarbij is het aantal meldingen dat wordt geregistreerd als
verkeerd, wel lager. We moeten daarmee op een andere manier omgaan. We proberen
scholen zo goed mogelijk bij te staan.
De sneltesten. U weet dat er op dit moment pilots lopen om te kijken of dat kan
helpen om scholen weer zo snel mogelijk open te krijgen. Dat vindt plaats op zo’n tien tot
vijftien scholen — overigens niet in Amsterdam. Zodra daarover meer kennis is, zal ik dat de
raad laten weten. Het is belangrijk alles in het werk te stellen om scholen zo snel mogelijk
weer open te krijgen als dat enigszins behapbaar is. De impact van de schoolsluiting is echt
heel groot en er zijn inmiddels meerdere onderzoeken die dat aantonen.
De heer Flentge had dezelfde vragen. De heer Veldhuyzen ook. Dan kom ik tot slot
bij de heer Boomsma en zijn zeer terechte vragen over zomerscholen. Daar is een zeer
intensief programma gedraaid tijdens de zomer, Midzomermokum. Een afgeschaalde
versie daarvan tijdens de kerstvakantie omdat er toen minder mogelijk was. Maar we
hebben gelukkig wel iets kunnen laten doorgaan, Midwintermokum. U heeft eerder een
evaluatie ontvangen over Midzomermokum die laat zien dat dat echt ontzettend positief is
geweest. We zijn zeker van zins dat deze zomer ook door te zetten.
Ik hoop dat hiermee alle vragen zijn beantwoord.
De VOORZITTER: Dan zijn we volgens mij aan het einde gekomen van de eerste
termijn van deze actualiteit. Is er behoefte aan een tweede termijn? Ik merk wel op dat de
spreektijden een beetje beginnen op te raken. Ik zie dat de heer Ernsting behoefte heeft
aan een tweede termijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
32
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De heer ERNSTING: Het is een ongelooflijk belangrijk onderwerp en we hebben
het er lang over gehad en terecht. Ik wil graag recht doen aan mijn collega’s die denk ik
over de avondklok een goede discussie hebben gevoerd. Ik denk dat het belangrijk is dat
ook te erkennen. Ik wil daarom de motie van D66 en GroenLinks over de avondklok wijzigen
en een accentmotie indienen door het besluit over de proportionaliteit en het oordeel over
die proportionaliteit te schrappen. Dan blijft over het verzoek aan het college om die
constateringen over te brengen aan de Tweede Kamer. Ik hoop daarmee recht te doen aan
wat de collega’s daarover hebben gezegd. Ik denk dat het terecht is wat de burgemeester
zei dat er heel veel overeenstemming is over de zorgen die er breed in de raad leven over
het instellen van zo’n avondklok als dat zou gebeuren. Ik hoop dat de collega-raadsleden
dat herkennen en dat ze daarmee breed kunnen instemmen met die motie. Ik doe dit
voorstel mede namens de heer Van Dantzig.
De motie-Van Dantzig e.a. (nr. 022.21) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer
uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
72° Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti,
Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok (nr. 022.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- deze constateringen bij de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen opdat
deze bezwaren en de praktische uitwerking van een avondklok in de
Amsterdamse context worden meegewogen bij de finale afweging voor een
avondklok in de Tweede Kamer.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: JA21 heeft net twee moties ingediend die zich keren tegen
een avondklok. Laat daarbij wel een ding voorop staan. Als er zo meteen een avondklok
komt, als die avondklok de regel wordt, dan is dat gewoon de regel en dan zullen mensen
zich daar allemaal aan moeten houden. Nogmaals, ik vind het heel kwalijk dat er net door
twee partijen, de VVD en de PvdA de suggestie wordt gewekt dat wanneer mensen zich
daar niet aan houden, dat het dan door de partijen komt die dit soort moties indienen. Wij
roepen echt heel nadrukkelijk op dat mensen zich aan de regel moeten houden als die
avondklok de regel wordt. Dus graag in het vervolg niet meer dit soort dingen doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: Ik hoef niet het woord te voeren.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Als ik het goed begrijp, wijzigt u de motie zo dat de
Amsterdamse raad daarmee geen oordeel meer uitspreekt over de proportionaliteit van de
33
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
avondklok maar dat laat aan de Tweede Kamer en het kabinet, maar wel vanuit Amsterdam
haar zorgen wil overbrengen over de effecten van de uitwerking. Mij lijkt dat een zuiver
onderscheid dat u maakt. U kunt als raad wel degelijk uw zorgen hebben over het effect
van een bepaalde maatregel.
De VOORZITTER: Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit
agendapunt.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een punt van orde.
De heer KREUGER: Ik weet niet of dit het goede moment is, maar agendapunt 21,
daar heeft D66 geen spreektijd meer en ik wilde daar ook het woord voren maar ik zit ook
een beetje krap. Ik verzoek dus dat punt door te schuiven.
De VOORZITTER: Wij kijken even in het Reglement van orde.
Voordat we een heel ordedebat gaan voeren het volgende. In principe is het
uitgangspunt dat de raad aan het begin van de vergadering de agenda vaststelt. De
volgorde van de agendapunten kan tussentijds eventueel wel worden gewijzigd per
ordevoorstel, maar als iets eenmaal op de agenda staat, staat het op de agenda. Als er
geen leden meer zijn die daarover het woord willen voeren, dan wordt het punt onbesproken
gelaten. ledereen heeft natuurlijk beperkte spreektijd en daarmee kan iedereen rekening
houden. Er zijn veel raadsleden die ervoor hebben gekozen over twee actualiteiten het
woord te voeren. Een groot deel van de reguliere agenda hebben we nog niet behandeld.
Dat moeten we wel gaan doen. Het is inmiddels 22.00 uur. De spreektijden zijn beperkt
maar we zullen toch de agenda moeten afmaken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Kijk, wat hier gebeurt, is dat we niet van te voren weten of
actualiteiten worden doorgelaten. Dan staan er in een keer twee actualiteiten op de agenda.
De spreektijd gaat in principe over de agendapunten die staan geagendeerd. Dan komen
er twee grote punten bij waarvan wij van te voren niet weten of die erbij komen. Dan wordt
er nu gezegd, hou maar rekening met de spreektijd. Dat weten wij ook niet van te voren.
Dat is waarom ik nu vraag daarmee rekening te houden.
De VOORZITTER: Het is als volgt en dat staat in artikel 54 van het Reglement van
orde. Aan het begin van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Dat is gebeurd. Toen
was overigens ook bekend dat de actualiteiten zouden doorgaan. Toen had u dat punt
moeten maken. Dus dat is nu niet meer aan de orde. We moeten gewoon door. We zullen
de agenda gaan afronden. De punten zoals die aan het begin van de vergadering zijn
vastgesteld, worden zo behandeld en we hebben de spreektijden zoals die er zijn.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
Voorzitter: burgemeester Halsema
De VOORZITTER heropent de vergadering.
34
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
8.
Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Jeugdhulp in Amsterdam:
inkoop specialistische jeugdhulp’ en de aanbevelingen overnemen Nr. VN2020-030009
De VOORZITTER: Dan zijn we gekomen bij agendapunt 8.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
73° Motie van de leden Grooten, El Ksaihi, N.T. Bakker en La Rose inzake het
rekenkamerrapport specialistische jeugdhulp, Ontwikkelen van een app voor jeugdhulp
(011.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te zorgen dat cliëntervaringen binnen de jeugdhulp makkelijker en sneller
terecht komen bij de gemeente en jeugdhulpinstellingen, bijvoorbeeld door
middel van het ontwikkelen van een app waar cliënten hun ervaringen makkelijk
kunnen delen. 2. De resultaten hiervan uiterlijk voor de Voorjaarsnota van 2022
met de gemeenteraad te delen.
74° Motie van de leden Boomsma en De Grave-Verkerk inzake het rapport van
de rekenkamer “jeugdhulp in Amsterdam”, Reële budgetten voor de specialistische
jeugdhulp (nr. 012.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de Raad uiterlijk in het tweede kwartaal van 2021 te informeren welk gedeelte
van het budget voor de specialistische Jeugdzorg in 2021 in principe bedoeld
is voor doorontwikkeling, innovatie en samenwerking, en welk gedeelte voor
zorg, en dat jaarlijks te doen voor de opvolgende jaren.
75° Motie van de leden De Grave-Verkerk en Boomsma inzake de juiste
indicatoren voor de jeugdhulp (nr. 020.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Met een voorstel te komen voor indicatoren met het doel tot een betere
monitoring van de effecten van het beleid in de jeugdhulp te komen, zoals de
unieke in- en uitstroom in de jeugdhulp per jaar, uitstroom al dan niet richting
wet langdurige zorg of andere vormen van hulp, op basis van leeftijd en/of
andere indicatoren;
- dit voorstel voor de zomer van 2021 aan de gemeenteraad te presenteren ter
voorbereiding van een gesprek met de gemeenteraad over de indicatoren.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
Bij dit agendapunt hebben zich gemeld om het woord te voeren mevrouw De Grave-
Verkerk, mevrouw La Rose, de heer N.T. Bakker, de heer Boomsma, mevrouw El Ksaihi
en mevrouw Grooten.
35
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Het rekenkamerrapport geeft reden genoeg om
kritisch stil te staan bij de rol van het college en die van de raad zelf. In de achterliggende
jaren bij het doorvragen op en het op zoek gaan naar hoe dat nu komt dat de uitgaven in
de Jeugdzorg zo veel hoger zijn dan verwacht gaat het erom wat we kunnen doen om
daarvoor de gronden te achterhalen Dit punt is in de raadscommissievergadering al
uitvoerig behandeld. Dus vandaag wil ik daarop niet verder ingaan, maar ik wil vaststellen
dat ook in de raadscommissie met elkaar is bevonden dat wij aan onszelf als grote stad
verplicht zijn met elkaar de goede weg op te gaan door nauwer te gaan kijken en nauwer
te gaan monitoren waar het ‘m nu precies in zit. Om die reden dien ik samen met de CDA-
fractie een motie in die beoogt dat we scherp Krijgen met elkaar wanneer we nu tevreden
zijn over de Jeugdhulp, over de kwaliteit daarvan, over de in- en uitstroom. De uitnodiging
of het verzoek aan het college is een aanzet te geven voor een debat over de indicatoren.
Daar wil ik het bij laten.
(De heer N.T. BAKKER: Ik heb hierover in de raadscommissie ook al
gerept. Ik vind het vrij stuitend. We hebben gezien dat de VVD op landelijk
gebied in dit geval de Jeugdhulp zwaar heeft gedecentraliseerd. De
budgetplafonds werken heel slecht en nu begint de VVD in een motie
hierover. Ik vind dat echt heel laakbaar gedrag, echt heel problematisch
omdat u de veroorzaker bent van dit beleid in Den Haag. Ik zou graag willen
vragen: waarom deze motie?)
De aanname bij de decentralisatie was dat nabijheid van zorg goed zou gaan
werken en op termijn zou leiden tot kostenbesparing. Dat is niet helemaal een juiste
inschatting geweest maar we weten ook pas sinds heel erg kort dat het langere verblijf in
de Jeugdzorg heeft geleid tot hogere kosten. Ook dat was geen te voorzien effect. Het
stelsel op zich werkte best wel goed. De wachttijden zijn in 2018 weggewerkt maar nu lopen
de kosten toch weer op. Wij willen weten hoe dat komt. De VVD-fractie is er zeker niet op
uit te bezuinigen of kosten te besparen ten laste van de jeugd die hulp nodig heeft. Een
wedervraag. Ik nodig de SP echt uit een bijdrage aan het debat te leveren op dit punt. Hoe
pakt nu de SP-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad, coalitiepartij nog wel, haar eigen
verantwoordelijkheden hierin en wat zijn precies de concrete voorstellen van de SP?
(De VOORZITTER: Dit beluister ik wel als enige uitlokking van een
interruptie. Heel kort dan.)
(De heer N.T. BAKKER: Ik vind het bepaald niet netjes om hier een vraag
met een wedervraag te stellen en zeker niet in het licht van het feit dat de
VVD hier begint met een excuus. Het excuus moet worden gemaakt, want
de rekenkamer, de heer De Ridder heeft ook gezegd dat het probleem echt
in Den Haag zit. Dat heeft hij in de beantwoording van mijn vragen gezegd.
Daar walst mevrouw De Grave-Verkerk nu overheen. Ik vind het uiterst
problematisch en ik vind het ook uiterst problematisch dat zij mij uitlokt tot
een wedervraag. Zij moet gewoon erkennen dat het financieringsprobleem
en dat staat expliciet in het rekenkamerrapport, in Den Haag ligt.)
Mag ik nog kort reageren? Het rijk heeft en daarvoor is het huidige kabinet
verantwoordelijk waarin een aantal partijen van deze gemeenteraad zijn vertegenwoordigd,
gewoon bijgeplust. Er is helemaal geen tekort opgelopen. Er zijn geen uitgaven
achtergebleven. Er moet nu iets worden gedaan. De SP selecteert naar willekeur uit de
bevindingen van het rekenkamerrapport. De rekenkamer heeft gezegd dat Amsterdam als
grote stad beter haar best moet doen om data op te halen en te analyseren en daarmee
aan de slag gaan. Ik wijs er ten slotte nog op dat de motie die de VVD indient het zoeken
36
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
naar indicatoren betreft. Dit gaat niet over de budgetten. Dat komt nog in een volgend
stadium.
(De heer N.T. BAKKER: Ik vind dit stuitend. U komt met moties aan die
werkelijk kant noch wal raken. De wethouder doet er alles aan om op allerlei
manieren bij te plussen, op allerlei manieren te zorgen dat die
budgetplafonds toch nog op een andere manier kunnen worden bekeken,
maar het hele grote probleem ligt in de structuurverandering in Den Haag.
Dat heeft het rekenkamerrapport laten zien, dat heeft de heer De Ridder in
de raadscommissie toegelicht en nu gaat u daar een beetje overheen. Ik
vind het stuitend, ik vind het echt stuitend.)
Ik vind de stellingname van de SP onbegrijpelijk. Wil de SP niet dat de financiële
middelen die er zijn, worden besteed aan de beste jeugdhulp en is de SP het niet eens met
de bevindingen nota bene van de rekenkamer die de VVD-fractie samen met het CDA
verwoordt in de motie die hier onderwerp van gesprek is dat we goed met elkaar moeten
kijken waaraan het geld wordt uitgegeven en of het goed terecht komt? Dat zal de SP toch
ook willen, voorzitter?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose.
Mevrouw LA ROSE: Vanuit verschillende invalshoeken zijn we in de
raadscommissie Zorg en Jeugdzorg uitvoerig geïnformeerd over dit onderwerp en terecht
want het is taaie materie en de Jeugdzorg en met name de zwaardere, specialistische
Jeugdzorg is lang het heen en weer geschoven kindje geweest zowel landelijk als in
Amsterdam. De kosten rezen en rijzen de pan uit. Het sturen op kosten met budgetplafonds
bij deze zwaardere specialistische jeugdhulp moest soelaas bieden maar ook dat loopt
moeizaam, hebben we gemerkt. Ook hierover is in de raadscommissie uitvoerig gesproken.
De PvdA wil in deze raad kort benadrukken wat ook door het rekenkameronderzoek wordt
bepleit namelijk dat er bij de inkoop van specialistische jeugdhulp een standvastige aanpak
van de gemeente met concreet geformuleerde doelen van groot belang is. Ook de
noodzaak van reflectie en het acteren op de oorzaken van de gesignaleerde problemen is
hierbij cruciaal.
Tot slot mijn vraag aan de wethouder in dit verband. Hoewel de aanbevelingen van
de rekenkamer door het college worden ondersteund, is de vraag hoe de wethouder van
plan is deze op korte termijn te integreren in het huidige beleid.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Ik heb in de interrupties al laten blijken dat het ongelooflijk
belangrijk is dat wij dit rekenkamerrapport goed lezen want dat legt inderdaad het probleem
heel duidelijk bij de wijze waarop in Den Haag de beslissingen vallen. Wij hebben gezien
dat een halfjaar na de stelselwijziging in september 2018 de raad een brief heeft gekregen
dat de kosten binnen dit nieuwe stelsel uit de hand zijn gelopen. Er zijn grote tekorten
ontstaan. Een aantal oorzaken wordt genoemd in het rekenkamerrapport onder andere de
kostenstijging door onderlinge concurrentie en marktwerking tussen de aanbieders. Nou ja,
mind you, dat is de VVD bij uitstek. Een andere conclusie is dat vooral de doorverwijzing
naar zwaardere zorg door OuderKindTeams eens goed moet worden onderzocht. Uit een
brief uit november 2019 valt op te maken dat het college behoefte heeft aan sturen op de
kosten. Het college merkt op dat budgetplafonds enorme bedragen omrekenen in het
nieuwe stelsel. Uiteindelijk komen in 2020 deze budgetplafonds er wel onder andere in het
37
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
zogeheten segment C, de zware specialistische Jeugdhulp. Nu deze stelselveranderingen
weer in herinnering zijn geroepen, keer ik terug naar de conclusie van de rekenkamer. We
blijken helemaal geen gedegen onderbouwing of adequate analyse te hebben voor de
ingrijpende stelselwijziging en de invoering van de budgetplafonds. Als SP hebben we altijd
politiek van mening verschild met de wethouder over de wenselijkheid van budgetplafonds.
Hiervan hebben we ook nooit een geheim gemaakt. We willen er zo snel mogelijk vanaf.
De VOORZITTER: U bent echt ruim door uw spreektijd heen. Ik vind het vervelend
u te moeten interrumperen, maar die is echt op.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Dank aan de rekenkamer voor dit doorwrochte en goede
onderzoek. Het is een van de grote dilemma's van deze gemeente en overigens ook van
andere gemeenten, die inkoop van specialistische Jeugdhulp en hoe je omgaat met die
enorme kostenstijging als je onvoldoende grip hebt op wat nu precies de oorzaak is. Het is
heel goed dat het college alle aanbevelingen overneemt. Het is een Kritisch rapport en
terecht. Het was inderdaad problematisch. De heer Bakker wijst daar op zich wel terecht
op, die decentralisatie in 2015, dat overhevelen zonder extra budget, terwijl die kosten
gewoon toenemen. Maar goed, dan moet je als gemeente niet dezelfde fout maken dus met
een vermindering van het budget komen. Er komt nu een nieuw systeem van inkoop. Je
moet een realistisch tijdpad instellen en zo’n nieuw systeem de kans geven om te kunnen
werken. Nou ja, de rekenkamer geeft in het rapport ook aan dat de gemeente bij het
vaststellen van het budget onvoldoende heeft uitgewerkt wat er dan nodig is aan
investeringen. Dat is op dit moment misschien moeilijk te zeggen, maar je hebt wel een
soort van innovatiebudget nodig om hiervan een succes te maken. De gemeente vraagt
natuurlijk ook van aanbieders om inzet te plegen op innovatie, op doorontwikkeling.
Daarvoor moet dan ook ruimte zijn want de ontvangers kunnen die budgetten naar eigen
inzicht verdelen maar de gemeente moet die dan wel reëel kunnen vaststellen zodat je als
contractpartner aan die eisen kunt voldoen. Daarom hebben we daarvoor een motie
opgesteld samen met collega De Grave-Verkerk. Ik hoop dat die steun krijgt. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi. Oh, ik moet u
teleurstellen. U heeft helemaal geen spreektijd meer.
Mevrouw EL KSAIHI: U maakt me wel blij met een dode mus, voorzitter. Ik had er
inderdaad niet meer op gerekend.
De VOORZITTER: Excuses. Dan is het woord aan mevrouw Grooten.
Mevrouw GROOTEN: Ik ben ook de rekenkamer dankbaar voor het rapport zeker
ook vanwege het woord reflectie dat een paar keer in het rapport voorkomt. Ik denk dat het
echt belangrijk is dat wij goed met elkaar kijken naar wat we doen, voor wie we dat doen en
of dat het effect heeft dat we zouden willen. We hebben in de raadscommissie een goed en
inhoudelijk gesprek gehad met elkaar en bij mij is de zorg wel weggenomen dat het een
beetje is: we nemen de aanbevelingen over en we gaan weer gewoon door. Soms kan dat
een beetje het gevoel zijn bij rekenkamerrapporten. We hebben ook wel een aantal goede
toezeggingen gekregen voor een plan van aanpak en voor monitoring die we nog met de
38
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
instellingen willen gaan doen. Dat komt allemaal naar ons toe. Dat heeft de wethouder ons
toegezegd dus daarop wachten we gewoon.
Ik zou nog drie punten even willen aanstippen. Dat gaat over die innovatie zonder
middelen. Dat was nog iets waarop een aantal instellingen naar aanleiding van de
raadscommissie bij mij terugkwamen. Hoe moeten zij dat nu zien? Dat vind ik nog wel echt
een inhoudelijk punt om even te maken. Het tweede is de positie van de raad. Het is nu
ongeveer een jaar voor de verkiezingen en ik vind het heel belangrijk dat we dit jaar met
elkaar blijven reflecteren op wat nu onze rol is en hoe we die rol nu echt goed kunnen
spelen. Dit rapport maakt dat wel echt duidelijk dat het zicht, de grip die we wel moeten
hebben op zo’n groot onderwerp als dit, nu ontbreekt. Dat vind ik zelf een heel frustrerend
en machteloos gevoel. Dus ik wil graag mijn collega’s daartoe uitnodigen om samen die
reflectie daarop te blijven plegen. En als laatste gaat het over de zeggenschap en het
gesprek met kinderen, met jongeren, met ouders. We hebben het hier de hele tijd over
kosten en cijfers, maar niet over wie het gaat, wat het betekent in je leven, wat de kwaliteit
van de zorg moet zijn. Dat gesprek willen we natuurlijk eigenlijk voeren. Daarover wil je het
hebben. Daarom onze motie die de stem van die kinderen en die cliënten probeert wat meer
prominent te maken.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Wij danken nogmaals de rekenkamer voor dit goede en kritische
rapport. Het is voor ons als raad een wake up call en vooral voor het college. We hebben
zitten slapen. We hebben een nieuw inkoopstelsel opgetuigd maar de conclusie liegt er niet
om. Het is zeker niet gegarandeerd dat het nieuwe inkoopstelsel zal leiden tot het realiseren
van kostenbesparing en beheersing. En waarom? Oké, de uitloop van de oude situatie in
de nieuwe, daaraan kan het college niets doen. Maar tegenstrijdigheden in de inrichting,
risico’s die niet worden onderkend, het schorten aan monitoring en beheersing, dat klinkt
als een Boeing 747 die elk moment uit de lucht kan worden gehaald vanwege het
neerstortingsgevaar. Hoeveel tijd en dus hoeveel rampen gaat het kosten om versie 2 van
deze inkoopstrategie in te voeren? Daarnaast is er geen vergelijkingsmateriaal want er zijn
geen betrouwbare cijfers van het oude systeem. Die waren niet nodig want er kwam toch
een nieuw systeem. De Boeing 747 die aan het neerstorten was- who cares?
Er is een nieuw vliegtuig, maar de resten dan? Who cares? We moeten dus een nieuwe
nullijn gaan vastleggen en terwijl we dat moeten doen, moeten we ook nog gaan verbeteren
waardoor de nullijn onbetrouwbaar wordt. Onze fractie wil daarvoor niet een kind opofferen.
Dus ja, wanneer gaat het college deze aanbevelingen omzetten in beleid en vanaf wanneer
is het ingebouwd in het systeem? Ik hoor graag een datum want dan pas kunnen we
opnieuw beginnen met leren om tot effectiever en gezonder beleid te komen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: In mijn introductie had ik eigenlijk willen bevestigen wat
de toezegging in de raadscommissie was en het feit dat we dit echt een heel gedegen
onderzoek vinden van de rekenkamer. Daarom zei ik dat ik ook echt de aanbevelingen
herken en omarm. Eigenlijk alles wat mevrouw Grooten daarover gezegd heeft. Ik zal daar
vervolgens gewoon naar verwijzen. Dan heb ik er toch iets over gezegd. We nemen het
echt erg serieus als college. Ik heb dat vrij uitgebreid toegelicht in de raadscommissie en ik
vind de bewoordingen van mevrouw Kilig niet op Z'n plaats op dit punt.
39
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Ik zal iets zeggen over de moties en dan neem ik de vragen die nog open staan,
meteen mee in die preadviezen. Ik begin met motie nr. 011.21 over de app om te kijken
naar een andere manier om cliëntervaring op te halen. Ik vind dat een hele goede
innovatieve manier dus daartegen heb ik geen bezwaar. Daarmee gaan we graag aan de
slag.
Dan de motie over innovatie. Daarover wil ik een paar dingen zeggen. Er wordt een
onderscheid gemaakt alsof er zoiets is als zorg verlenen en innovatie, maar op het moment
dat je op een nieuwe manier zorg verleent, want daar gaat het natuurlijk om, ben je ook aan
het zorg verlenen. Dus die twee dingen zijn in die zin niet tegen elkaar af te zetten. Het
tweede dat ik daarover wil zeggen, is dat innovatie op het moment dat het echt gaat over
transformatie namelijk gewoon anders gaan werken met het idee dat dat eigenlijk gewoon
de nieuwe werkwijze moet worden, geen projectje is dat je er even bij doet. We gaan niet
doen wat we altijd al deden. En als we genoeg geld hebben, dan gaan we er iets bij doen.
Sterker nog, we gaan er namelijk van uit en dat is niet alleen wij maar ook de aanbieders
dat we met datzelfde geld veel meer kinderen kunnen bedienen en veel sneller ook kunnen
voorkomen dat kinderen heel specialistische jeugdhulp krijgen als we anders gaan werken,
veel dichter op de wijkteams. Daarvan zijn ook voorbeelden waarbij bijvoorbeeld is
voorkomen dat kinderen in heel specialistische klinieken terecht kwamen omdat er al
specialistische hulp werd geboden en bijvoorbeeld de eetstoornis nog maar net begon. Dat
gezegd hebbende, dus dat ik echt vind dat die transformatie een integrale opdracht is en
niet een projectje dat je erbij doet, vind ik het wel wijs om het inzicht te geven aan de
raadscommissie hoe dat dan loopt in de praktijk als je met lumpsumfinanciering werkt en
hoe maak je welke keuzes binnen de transformatie die je doet omdat je eigenlijk te weinig
budget hebt. Dat herken ik wel. Dat zijn de gesprekken die we met de aanbieders hebben
gevoerd. Dus vanuit dat perspectief heb ik helemaal geen bezwaar tegen motie nr. 012.21.
Dan is er nog een derde motie en dat is een motie over indicatoren. Daar wordt ook
gevraagd er scherpte in te brengen en dat past heel erg in de lijn van de aanbevelingen van
de rekenkamer. Ik heb u inderdaad toegezegd dat we gaan werken aan een
ontwikkelagenda en we gaan ervoor zorgen dat die aanbevelingen daarvan integraal
onderdeel worden. Ik ga u daarover binnenkort een brief sturen. Dat hebben we
afgesproken. Onderdeel van die ontwikkelagenda zijn niet alleen de grote einddoelen van
kinderen die zich goed kunnen ontwikkelen en ondersteuning krijgen, maar daar moeten
natuurlijk veel scherpere tussendoelen en resultaten worden geformuleerd zoals de
rekenkamer ook aangeeft zodat je daarop kunt controleren of met elkaar het gesprek over
kunt voeren. Zo lees ik die motie. De Wlz wordt dan als voorbeeld genoemd. Dat is een
lastig voorbeeld maar ik zie het echt als voorbeeld, maar ik heb geen bezwaar tegen de
motie en ik kom gewoon met een uitwerking daarvan en dan kunt u beoordelen of u dat
verstandig vindt. Daarmee wil ik mijn termijn afsluiten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Ook dat is niet het geval.
9.
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Amsterdam gaat met mes en vork
de klimaatcrisis te lijf! van het lid A.L. Bakker en kennisnemen van de bestuurlijke reactie
op het oorspronkelijke voorstel Nr. VN2021-000045
40
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een punt van orde.
Excuses, dat was ik even vergeten.
De heer KREUGER: Geeft niks. Ik had net een ordevoorstel om agendapunt 21
door te schuiven. Toen zei de voorzitter dat dat niet kon worden doorgeschoven, maar ik
kreeg net een paar appjes van mensen die zeiden, dat ik met een kluitje het riet in werd
gestuurd. Volgens hen moet dit gewoon in stemming worden gebracht. Dus ik zou daartoe
een verzoek willen doen om mijn ordevoorstel om agendapunt 21 door te schuiven.
De VOORZITTER: Ik snap uw punt, maar we kunnen op dit moment helemaal niet
stemmen. Dat moet dan schriftelijk worden gedaan. Bovendien zijn deze afspraken eerder
door de raad zelf gemaakt en daar zal ik toch echt niet van afwijken.
De heer KREUGER: Maar een punt van orde kan toch wel. Dat kan gewoon in de
chat. Dat doen we ook bij raadscommissies.
De VOORZITTER: Dat is in een raadscommissie met veel minder mensen maar
dat kunnen we niet bij een officiële raadsbehandeling doen. U heeft echt een beetje pech.
Ik snap uw punt, maar ik kan u daarin op dit moment niet tegemoetkomen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw AL. Bakker.
Mevrouw A.L. BAKKER: Onze wethouder de heer Ivens kwam in 2019 al met een
stevige notitie over zijn conclusie dat er iets grondig mis is in ons voedselsysteem. Hij zette
hierin uiteen waarom het systeem niet gezond en niet duurzaam is. Goedkoop en ongezond
voedsel is op elke straathoek in Amsterdam te krijgen met gezondheids-problemen als
obesitas tot gevolg. Ook is er veel verspilling van voedsel en veel afval en het
voedselsysteem draagt bij aan milieu- en klimaatproblematiek. Het gaat bovendien gepaard
met dierenleed. De wethouder benoemde expliciet de lange transportafstanden voor de
slacht. Hij pleitte voor een ingrijpende verandering, een voedseltransitie, en hij wees op het
belang van het verminderen van onze vleesconsumptie. De Partij voor de Dieren steunt de
voedselstrategie van het college en was ook verheugd toen ze de uitgebreide lijst ontving
van samenwerkingsverbanden en initiatieven rondom regionale productie en distributie van
voedsel en het voorkomen van afval en voedselverspilling. Alleen de laatste actielijn over
dierenwelzijn en eiwittransitie en kringlooplandbouw bleef nog vrijwel onuitgewerkt. De term
eiwittransitie word steeds vaker gebruikt en houdt in dat we toegaan naar minder dierlijk
eten waarbij we onze eiwitten meer uit plantaardig voedsel halen. Omdat deze actielijn in
de voedselstrategie nog opvallend weinig was ingevuld, heb ik de kans gegrepen om het
college te voeden met mogelijke maatregelen die bijdragen aan deze grote en ook
noodzakelijke opgave. Het initiatiefvoorstel dat voorligt, bevat ideeën om het aanbod van
plantaardig en gezond eiwit te vergroten en om Amsterdammers en bezoekers te verleiden
vaker voor plantaardig voedsel te kiezen en om als gemeente bij te dragen aan de
eiwittransitie via wegen die de gemeente overstijgen. Dat is heel hard nodig want vlees, vis
en zuivel hebben een grote ecologische voetafdruk. Tegelijk biedt dit ook hoopvol nieuws.
Een wetenschappelijke publicatie in Nature toonde afgelopen september nog aan dat we
de biodiversiteit op aarde kunnen redden als we de helft minder vlees eten en de helft
minder voedsel verspillen. Dat betekent dus dat we met mes en vork en een smaakvolle
maaltijd op ons bord de klimaat- en de ecologische crisis te lijf kunnen gaan. Ik wil de
41
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
wethouder en de beleidsadviseurs nogmaals danken voor hun snelle en uitgebreide
bestuurlijke reactie. Hieruit blijkt dat het college het initiatiefvoorstel met interesse heeft
gelezen en dat het aan de slag gaat met het signaal dat de actielijn over de eiwittransitie
nog verdere uitwerking behoeft. Er werd ook aangekondigd dat de wethouder daarom in
2021, dit jaar, een actieplan eiwitransitie zal opstellen waarbij zo veel mogelijk de
voorstellen uit het initiatiefvoorstel ter inspiratie zullen worden gebruikt. Daarbij zal ook
inzicht worden gegeven in de nodige middelen. Ik heb precies daartoe het voorstel
aangepast en ik hoop op grote steun van de raad. Ik kijk uit naar dit actieprogramma
eiwittransitie.
De VOORZITTER: Inmiddels heeft mevrouw Van Pijpen ook aangegeven het
woord te willen voeren. Laat ik in algemene zin opmerken dat ik en met mij de griffie het
zeer op prijs stel als u van te voren opgeeft dat u het woord wil voeren. Dus ik bedoel in de
dagen voorafgaand aan het debat. Dan kunnen wij reële inschattingen maken van de tijd
die benodigd is voor de behandeling van alle kwesties.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen.
Mevrouw VAN PIJPEN: Ik ga het erg kort houden. Ik wilde mijn dank uitspreken
voor het uitgebreide initiatiefvoorstel, doorwrocht, goed op thema, eiwittransitie. Dat kunnen
wij zeer steunen. We zijn blij met de bestuurlijke reactie want er zit een aantal zaken in het
initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren dat we niet op voorhand kunnen steunen, maar
om dat als inspiratie mee te geven aan het college, daarmee kunnen we instemmen. We
kijken uit naar het plan van de wethouder op dat punt om dan uiteindelijk een eindoordeel
daarover te kunnen geven.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens.
Wethouder IVENS: Mevrouw Bakker heeft het allemaal heel goed verwoord. Ik kan
uit eigen ervaring zeggen dat het ook op een hele lekkere manier ook kan, dus dat je zonder
dierlijke producten voedsel maakt. Het is een voorstel dat echt in lijn is met wat ook de Raad
voor de Leefomgeving en Infrastructuur adviseert. Er wordt ook landelijk aandacht aan
besteed en dan kunnen we toch lokaal zeker niet achterblijven. Dus ik ben vol enthousiasme
om dat plan te gaan uitvoeren als u ten minste dit voorstel van mevrouw Bakker aanneemt.
Dat is aan u.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
10.
Instemmen met een krediet voor de herinrichting van delen van het Noorderpark
Nr. VN2021-030007
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
42
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Mevrouw KILIG: We begrijpen dat het even heeft geduurd maar dan is er toch
uiteindelijk de financiering voor het verbeteren van het groen. Sommige parken zijn
inderdaad aan onderhoud toe, maar het verbeteren van het groen wil niet zeggen dat men
er dan maar met duizenden naartoe moet komen. Inmiddels is de tijdgeest ook veranderd
niet in de laatste plaats door Covid 19. We hebben problemen met de
evenemententerreinen vooral met die op het Noorderpark. Dat wordt met negentienduizend
extra woningen een tsunami aan klachten. Nu al zou een dergelijk evenemententerrein te
dicht bij woningen staan. De ligging van het park is er gewoonweg niet geschikt voor.
Hiervoor dienen we dan ook een motie in. Daarnaast hoop ik dat het college met het
aanpassen van de evenemententerreinen op het Gaasperpark en het Maarten Luther
Kingpark vooral bedoelt zodanig aanpassen dat de overlast tot een minimum beperkt blijft
voor de buurtbewoners en de natuur. Ook hiervoor dienen wij een motie in. Tot slot merk ik
op dat in de voordracht voor de collegevergadering van 28 maart 2017 staat vermeld dat
de volkstuinen en schooltuintjes worden geïntegreerd in de plannen voor het Groot
Westerpark. Maar hebben we niet juist een inspraak gehad over het verworden van
volkstuintjes tot openbaar park? Waarom is dit niet aangepast al is het uit een voordracht
uit 2017? Of is er geen toelichting bijgevoegd om dit te verhelderen? Nu lijkt het alsof het
college dit er alsnog op slinkse wijze wil doordrukken. Graag ontvangen wij hierop alsnog
een toezegging van de wethouder.
De VOORZITTER: Ik heb helemaal vergeten te melden dat u twee moties heeft
ingediend.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
76° Motie van de leden Kilig en Veldhuyzen inzake aanpassingen van de
evenemententerreinen op het Gaasperpark en het Martin Luther King Park (015.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de criteria voor de aanpassingen van de evenemententerreinen op het
Gaasperpark en Martin Luther Kingpark zodanig te wijzigen dat deze primair
gericht zijn op het minimaliseren van de overlast voor omwonenden en het
herstellen van de biodiversiteit van de natuur.
77° Motie van de leden Kilig, Veldhuyzen en AL. Bakker inzake geen
evenemententerrein op het Noorderpark (016.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de plannen voor een evenemententerrein voor het Noorderpark te verwijderen
uit de voordracht en het krediet slechts te gebruiken voor het bewerkstelligen
van de overige criteria en plannen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens.
Wethouder IVENS: Het verraste me wat, deze inbreng, omdat er in de
raadscommissie verder niet over is gesproken. Dan had ik u kunnen vertellen dat u het wat
43
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
groter aanzet dan waarom het hier gaat. Er is inderdaad besloten in 2017 dat het om een
kwaliteitsimpuls park gaat vanuit de gedachte dat het drukker wordt in de parken en dat we
in een aantal parken zullen moeten investeren om daarvoor klaar te staan. Daarvoor is toen
geld gereserveerd en dat geld wordt pas vrijgegeven en daarvoor vraag ik dan uw
toestemming op het moment dat er ook een goed financieel plan onder ligt. Dit gaat dus
niet om de inhoud van de plannen, maar het gaat er alleen over of het uiteindelijk financieel
goed en degelijk is om dat geld vrij te spelen. De inhoud van de plannen is voor een deel
gedaan. U vraagt mij om iets aan te passen uit een collegebesluit uit 2017, dat kan ik
onmogelijk doen. Dat is gewoon besloten. Ik heb u namelijk met de stukken die ik heb
gestuurd, van dienst willen zijn door de voorgaande stukken ook mee te sturen. Het gaat
hier vandaag om de aanvraag voor het Noorderpark en ik heb daarnaast dus ook de stukken
meegestuurd over de totale kwaliteitsimpuls uit 2017 en de stukken over wat er uiteindelijk
eerder is besloten over bijvoorbeeld het Martin Luther Kingpark. U vraagt in uw motie ook
nog iets voor het Maarten Luther Kingpark te veranderen. Dat kan niet meer, want dat is al
besloten. Sterker, u heeft zelf eerder besloten die uitgave te gaan doen. Dat maakt dat ik
automatisch een negatief oordeel moet even op motie nr. 016.21. Het uitgangspunt is juist
dat we de parken geschikt maken voor een hoger gebruik door bewoners en dat we
investeren in de bodemgesteldheid. Relaties die nu worden gelegd met evenementen, ja,
juist als je evenementen hebt, dan heb je een goede bodemgesteldheid nodig. Maar als het
gaat om de biodiversiteit heb ik u recent een onderzoek doen toesturen dat die biodiversiteit
en evenementen niet zo’n 1:1 relatie hebben. Het is heel moeilijk om die relatie te leggen.
Dus motie nr. 016.21 kan ik niet uitvoeren want we zijn deels al verder in het traject, maar
ik denk ook dat het niet het juiste moment is om dat te doen. U wilt het hebben over het
evenementenbeleid. Dat moeten we zeker bespreken maar dat doet u met de burgemeester
in de raadscommissie Algemene Zaken. Dit gaat alleen maar over investeringen in parken
die eerder zijn afgesproken.
(Mevrouw KILIG: Ik was er even uitgegooid dus ik heb een deel van wat de
wethouder zei, niet gehoord. Het enige wat ik heb meegekregen was het
feit dat het niet het juiste moment is om dit te bespreken. Wanneer is het
dan wel het juiste moment? Dat evenementengebeuren vind ik nog wel een
dingetje in het hele gebeuren. Ik snap dat het een besluit is uit 2017 maar
welke invloed hebben we er dan nog wel op?)
Wanneer het evenementenbeleid wordt besproken en waar wel of niet
evenementen plaatsvinden, dat is echt een ander, los besluit. Daarvan weet ik niet wanneer
dat wordt besproken, maar dat komt wellicht ergens binnenkort in de raadscommissie
Algemene Zaken met de burgemeester. Die gaat over het evenementenbeleid. Als het gaat
om de investeringen, de investeringen in het Martin Luther Kingpark, dan hebben we die
reeds vastgesteld — uit mijn hoofd in 2018 of in 2019. Als het gaat over het Gaasperpark,
dan komen de investeringen daar nog langs in een los besluit. Vandaag gaat het over het
Noorderpark. Motie nr. 016.21, daarvoor is het nu niet het moment. Dat is gek om nu te
bespreken. Dat is een ander verhaal bij motie nr. 015.21. Die motie gaat inderdaad over het
Noorderpark maar ik vind het wel vreemd dat u met die motie iets gaat zeggen over de
inhoud van het plan dat er ligt. Juist de inhoud is eerder, in 2018 vastgesteld door stadsdeel
Noord destijds. Daar is de inhoud van het plan vastgesteld. Wij hebben het vandaag over
de financiering van het plan. Ik zou het heel gek vinden aangezien dit park al is aangewezen
om ook evenementen te hebben dat we de bodem daarvoor niet geschikt willen maken. Er
mogen evenementen plaatsvinden in het Noorderpark maar nu vraagt u aan de wethouder
die juist de ecologie moet beschermen, om niet te investeren in het geschikt maken van de
bodem daarvoor. Ik zou zeggen, laten we daarin wel investeren want evenementen zijn er
44
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
op dit moment volgens uw eigen beleid dus laten we ervoor zorgen dat de bodem die op
een goede manier aan kan. En als we dan toch het park aanpakken, laten we dat dan
meteen doen. Dat er evenementen plaatsvinden in het Noorderpark, dat is al in 2005
besloten; dat is in 2013 nog een keer besloten en in 2018 is dat nog een keer besloten. Dat
maakt het nu wel een gek moment om nu te zeggen, dan gaan we daar de grond maar niet
geschikt maken. Dus ook over motie nr. 015.21 ben ik helaas negatief.
(Mevrouw KILIG: Ik vind uiteraard dat we in de bodem moeten investeren.
Daar moeten we zeker mee bezig zijn. Maar het gaat mij echt om het
gedeelte van het evenementengebeuren. Het is weliswaar een besluit uit
2005. Ik laat het voor wat het is. Ik ben het er niet mee eens, maar goed,
daarover kan ik niet meer oordelen. Ik wil zo nog wel een antwoord op mijn
laatste vraag met betrekking tot de volkstuinen.)
(De VOORZITTER: Vanuit de raad wordt opgemerkt dat het college geen
spreektijd meer heeft, maar ik ga ervanuit dat de raadsleden wel graag
antwoord willen op de vragen die ze stellen. Ik zou de wethouder wel willen
vragen de antwoorden kort te houden.)
Dat wordt dan lastig, voorzitter, want ik moet in herhaling vallen omdat mevrouw
Kilig er even uit was gevallen. Ik had al antwoord gegeven op die vraag. Ik kan voorstellen
uit 2017 niet opnieuw dateren. Dit is gewoon een besluit uit 2017. Daaraan ga ik niet iets
veranderen. Dit heeft geen enkele invloed op de volkstuindiscussie die er nu ligt. In 2017 is
deze lijn aangegeven en dat besluit is niet gewijzigd. Dat volkstuinenbeleid wordt allemaal
nog rustig besproken.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Geen behoefte aan een tweede termijn maar nog wel even een
opmerking naar de wethouder wat betreft het laatste. We zijn nog bezig met het
volkstuinenbeleid maar het was wel handig geweest wanneer er was vermeld dat de
discussie nog gaande was.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker voor een stemverklaring.
Mevrouw AL. BAKKER (stemverklaring): Zoals ik in de
raadscommissievergadering uitgebreid heb toegelicht zal de fractie van de Partij voor de
Dieren tegen deze financiering stemmen omdat wij niet achter de plannen staan voor
verharding, horeca en een nieuw evenemententerrein in het Noorderpark.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig voor een stemverklaring.
Mevrouw KILIG (stemverklaring): Ik sluit me voor wat betreft de motivatie aan bij de
woorden van de Partij voor de Dieren. Wij zullen daarom ook tegen stemmen.
45
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Daarmee ga ik ervan uit dat dit onderwerp voldoende is
besproken.
11.
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Van buurtwerk naar betaald werk!
van het lid Grooten en het voormalige lid De Heer en kennisnemen van de bestuurlijke
reactie op het oorspronkelijke voorstel Nr. VN2021-000291
De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. Bij dit agendapunt hebben zich
de volgende sprekers aangemeld: mevrouw Grooten en de heer Mbarki.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten.
Mevrouw GROOTEN: Het mooiste aan raadslid zijn en misschien wel wat ik het
meest mis in deze periode is dat Amsterdammers je benaderen en je willen laten zien wat
zij aan het doen zijn in de stad. Helemaal aan het begin van de periode werd ik benaderd
door een vrouw die mij wilde laten zien wat zij in het buurthuis deed als eerste echte
‘buurtbaner’ en wat zij daar deed, was de post open maken met mensen. Het klinkt
misschien super klein, de post open maken, maar voor sommige mensen is dat echt
supergroot, want als je dat al een hele tijd niet meer hebt gedaan, dan kan je leven behoorlijk
de slechte kant op gaan als alle brieven zich opstapelen en je weet niet meer waar te
beginnen. De vrouw die dat dus deed, die bleef mij daarna op de hoogte houden en
uiteindelijk kreeg ze een betaalde baan en begon ze mij te bestoken met wat haar was
gebeurd en veel meer mensen zouden die stap moeten kunnen maken. De tweede
buurtbaner is toen ook op de Stopera geweest en heeft inmiddels ook een betaalde baan.
Dit voorstel geeft waardering aan deze mensen die vaak stil en ongezien heel veel
betekenen in hun buurt. Deze stille krachten willen wij waarderen met perspectief. Deze
vrouw liet ook zien dat ze echt een waardevolle brug kon zijn tussen de mensen die wij
vaak niet bereiken en die we juist wel willen bereiken. Dus zij zijn een prachtige spil en een
brug die we als gemeente vaak willen zijn. We zijn heel blij dat het college dit voorstel
omarmt en misschien nog wel iets groter wil maken dan wij zelf hoopten zoals we konden
lezen in Samen sterker uit de crisis. We hopen dat we nu snel stappen kunnen zetten en
deze banen nu in deze tijd waarin veel mensen geïsoleerd thuis zitten, gaan creëren. Voor
ons staat voorop dat de mensen over wie het gaat, de buurtbaners zelf, in het hart staan
van deze ontwikkeling, elkaar gaan coachen en zeggenschap hebben over hoe het eruit
gaat zien. Zij weten immers waarover het gaat en waarvoor het hart klopt.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Ik zal het kort houden, niet omdat het geen belangrijk onderwerp
zou zijn maar omdat ik me volledig kan aansluiten bij de woorden van de mede-indiener
mevrouw Grooten. Ik neem gewoon waar voor voormalig raadslid mevrouw De Heer. In dat
licht kan ik wel stellen dat voormalig raadslid De Heer in haar rol als stadsdeelbestuurder
voortvarend aan de slag is gegaan met het initiatiefvoorstel van mevrouw Grooten en
mevrouw De Heer omdat er namelijk al sprake is van twee buurtbanen die nu zijn opgezet
in betaald werk in de Kolenkitbuurt, de buurt waarin mevrouw De Heer zelf ook aan de slag
is gegaan. Dus dat is mooi nieuws. Ik roep alle andere raadsleden op dit te steunen. De
wethouder heeft bij de raadscommissiebespreking aangegeven dit plan te omarmen en ook
46
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
te kijken in hoeverre we het nog kunnen opplussen als het gaat om de aantallen. Dus alleen
maar mooi.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Ik kan het buitengewoon kort houden. Er zijn mij
geen vragen gesteld. Ik wil de indieners feliciteren met dit initiatiefvoorstel, een
buitengewoon goed idee. Ik hoop hiermee met gezwinde spoed aan de slag te gaan en
ook dat dit door een zeer grote meerderheid van uw raad wordt ondersteund.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
Dan gaan we door met het volgende onderwerp.
12.
Vaststellen van het bestemmingsplan Osdorperweg Westrandweg Nr. VN2020-
030008
De VOORZITTER: Tot nu toe heeft zich voor dit onderwerp alleen mevrouw Van
Soest gemeld maar mevrouw Van Soest is afwezig. Ik vraag maar meteen of er nog andere
sprekers zijn. Dat is niet het geval.
15.
Vaststellen van de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark e.o. Nr. VN2020-030012
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
78° Motie van het lid Ceder inzake de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark,
Behoud buitenbad De Mirandabad (002.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- binnen de gebiedsvisie te garanderen dat het 50-meter buitenbad van het De
Mirandabad in huidige of vernieuwde vorm kan blijven bestaan.
79° Motie van het lid N.T. Bakker inzake verlevendigen Martin Luther Kingpark
met kunstprojecten (003.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ in deze nieuwe gebiedsvisie als algemeen uitgangspunt op te nemen om meer
aandacht te besteden aan kunst en cultuur in het parkgebied om dit
bijvoorbeeld te verlevendigen met kunstprojecten.
47
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Als woordvoerders hebben zich gemeld de heer Ceder en de
heer N.T. Bakker maar die heeft geen spreektijd meer en mevrouw Van Pijpen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Een belangrijk stuk. Wegens de spreektijd wil ik het kort hebben
over De Mirandabad. Daarover is discussie, ook in de raadscommissie. Wethouder Van
Doorninck wilde niet toezeggen dat het buitenbad in zijn huidige vorm namelijk 50 meter
blijft. Daarom hebben we de motie ingediend om dat 50 meter belangrijk is zodat het een
wedstrijdbad is en blijft. Ik heb begrepen dat wethouder Kukenheim heeft bevestigd dat er
een bad blijft maar ze heeft ook nog geen duidelijkheid verschaft dat het 50 meter blijft.
Daarom deze motie. Het is belangrijk; er is ook belang bij waarom het 50 meter moet zijn.
Dus als er geen plannen zijn om dat te wijzigen, dan hoop ik dat deze motie wordt
aangenomen zodat dit wordt verankerd en er een oplossing komt voor de jarenlange
onzekerheid.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen.
Mevrouw VAN PIJPEN: Ik neem even waar voor mijn collega Van Renssen. Het
Martin Luther Kingpark is een belangrijk onderdeel van de Amstelscheg en graag ziet
GroenLinks ook in de toekomst een groene strook in de stad die langs de Amstel loopt met
zicht op het water waar het goed wandelen en sporten is. De gebiedsvisie gaat uit van meer
openbaarheid en toegankelijkheid. Belangrijk is dat er een impuls wordt gegeven aan de
kwaliteit van het groen. Daarbij is opgenomen dat de bestaande verharding en bebouwing
nu is versnipperd en dat dit moet veranderen. Het is heel goed dat die integrale visie er
komt want de visie alleen dekt nog niet alles.
Over de plannen voor het zwembad. Daarover hebben we natuurlijk al veel
gehoord. Het is ons ook duidelijk dat daarover nu niet wordt beslist omdat de verschillende
opties daarvoor niet hier worden besproken maar in de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening en de raadscommissie Sport. Graag wel een toezegging dat er alle ruimte blijft
om het buitenbad te behouden en dat de omvang in het park daarvoor beschikbaar blijft
zodat we in de raadscommissie Sport daarover kunnen oordelen en uiteindelijk natuurlijk in
de raad.
Verder heeft de wethouder in de raadscommissie toegezegd dat de tijdelijke
verharding op de plaats van Spinoza 20first niet als bestaande verharding wordt
meegenomen en dat geeft heel veel duidelijkheid. Het park moet net zo groen blijven en
liefst nog groener. We gaan ervanuit dat we dat met deze visie zullen bereiken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Ik denk dat dit een heel goed kader is voor de verdere
ontwikkeling van het park. Een goed idee om die gebouwen naar de randen van het gebied
te schuiven zodat er meer ruimte komt voor groen en dat het aaneengesloten groen is. Ik
denk dat dat echt een kwaliteitsslag kan opleveren. Dus het CDA is het zeer eens met deze
plannen. Ook eens met de heer Ceder dat het buitenbad van het De Mirandabad behouden
moet blijven. Ik denk dat het goed is gezien de zorgen die er leven dat de wethouder
bevestigt dat er geen plannen zijn om dat te verwijderen. In die zin sluit ik me ook aan bij
de vraag van mevrouw Van Pijpen. Als er plannen zijn, dan moeten we daarover natuurlijk
48
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
wel als raad worden geïnformeerd. Ik begrijp dat die er op dit moment niet zijn. Dus het is
goed om dat nog even te benadrukken. Wij steunen de motie van de heer Ceder.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: De heer Ceder had zorgen over het buitenbad. Ik
heb in de raadscommissie al duidelijk verteld dat we in deze visie gewoon voor alles ruimte
kan worden gemaakt. Dus deze visie gaat er niet over. Zowel het behoud als de herbouw
van het 50 m-bad is op de nieuwe locatie mogelijk. Dat heb ik toen gezegd en dat blijft zo.
Voor de beantwoording van de moties zou ik de voorzitter willen vragen straks het woord
te geven aan wethouder Kukenheim. Zij kan wellicht de zorgen nog wat verder wegnemen,
maar de visie gaat niet over wat we met het De Mirandabad gaan doen. Zoals mevrouw
Van Pijpen al zei, dat wordt besproken en besloten in de raadscommissie Sport. Dat lijkt
mij ook de beste plek om dat te bespreken.
Zowel de heer Boomsma als mevrouw Van Pijpen hebben gezegd wat fijn dat die
versnippering wordt tegengegaan en dat de bebouwing naar de randen gaat. Daarvoor
wordt in deze visie mogelijkheid gemaakt. Het is natuurlijk altijd aan de eigenaren en
degenen die op die gronden zitten of ze dat willen doen of niet. Maar wij maken dat met
deze visie mogelijk. Dan laat ik het dus aan wethouder Kukenheim om een preadvies op
motie nr. 002.21 te geven. Ik zal wel op motie nr. 003.21 adviseren. Die is ingediend maar
niet toegelicht. Ik kan zeggen dat er tegen die motie over het mogelijk maken van kunst en
cultuur geen bezwaar is. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: Dank dat ik even het woord mag voeren. Ik ben echt dol
op het buitenbad van het De Mirandabad. Ik vind het fijn dat ik dat nog een keer in deze
arena kan herhalen. Juist in deze tijd zie je natuurlijk hoeveel mensen daar zo veel plezier
beleven als bijna niets meer kan. En op een hele veilige manier, zeg ik er meteen bij, want
het wordt ontzettend goed gecontroleerd. Dat buitenbad is ontzettend belangrijk voor een
hele grote groep Amsterdammers. Sterker nog, daarom ontwikkelen we eigenlijk een visie
om te kijken hoe we nu met die buitenbaden in heel Amsterdam omgaan. We hebben
natuurlijk veel meer zwembadparken dan het De Mirandabad. Wat zie je nu in deze visie?
Daar zie je twee dingen gebeuren. Je ziet dat het park van het De Mirandabad heel goed
wordt beschermd dus heel erg beschikbaar blijft voor sport. Daar wordt niets afgeknabbeld.
Dat is natuurlijk hartstikke belangrijk. En het tweede dat je ziet, is dat er niet een bad op
precies dezelfde plek is ingetekend maar er is een vlek gemaakt waar je het bad kunt
brengen. De reden daarvoor is omdat het bad aan Z'n einde is. Dus we zullen het moeten
gaan vervangen. Zoals we dat altijd doen als we op zo’n punt staan, dan moeten we eerst
ons huiswerk gaan doen. Dan moet er een participatietraject worden ingericht, dan moeten
we allerlei verschillende opties doorrekenen. We moeten met de raad overleggen. En dan
wil je dus niet aan de voorkant alle opties op de millimeter van tafel hebben. Kortom, er
komt wat mij betreft gewoon een buitenbad bij het De Mirandabad, een mooi bad waaraan
iedereen ontzettend veel plezier aan gaat beleven. We gaan die besluitvorming naar de
raad brengen. Daarmee is motie nr. 002.21 echt overbodig.
(De heer CEDER: Wat natuurlijk in de lucht blijft hangen en waarop ook nu
geen antwoord komt van beide wethouders is of de 50 meter wat volgens
mij een grondkwestelijke afstand is, ook 50 meter blijft. Dat
wedstrijdbadformaat is belangrijk. Zoals u het nu stelt, kan het ook een
49
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
pierenbad zijn. Mijn motie richt zich op de 50 meter. Ik ben heel blij dat er
een buitenbad komt en blijft. Dus daarover zijn we het eens. Maar u weet
dat de strekking van mijn motie gaat over het waarborgen van die 50 meter
en tot nu toe heb ik geen van de twee wethouders dat horen bevestigen.
Kunt u bevestigen dat het nieuwe bad waar dat ook komt, 50 meter is?)
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: De vraag in de motie van de ChristenUnie is letterlijk of
het in Z'n huidige vorm kan blijven bestaan. Het antwoord is gewoon ja. We hebben niet
alleen precies een rechthoekje van het zwembad getekend, maar we hebben een vlek
getekend zodat er eigenlijk veel meer kan en dat je dus wat keuzes kunt hebben in waar je
het doet. Dus ja, dat kan zeker, dat 50 meter bad. Ik zou het alleen een beetje gek vinden
als ik dat nu ter besluitvorming zonder gedegen onderzoek, zonder advies van de Tac,
zonder het financiële plaatje dat daarachter ligt, aan u zou voorleggen. Dan zou ik echt elke
procedure die we in de gemeente met elkaar hebben afgesproken, omzeilen. Maar waar
mijn voorkeur ligt en volgens mij heb ik dat aan het begin van mijn betoog al meteen duidelijk
gemaakt. We hebben een prachtig 50 meter bad. Ontzettend veel mensen beleven daar
plezier aan. Dus ik ga u voorleggen hoe we dat kunnen voortzetten op het moment dat het
huidige bad aan Z'n einde is en dat is bijna zo.
(De VOORZITTER: De heer Ceder heeft aangegeven nogmaals te willen
interrumperen maar daarbij zeg ik dan enigszins dreigend dat u dan wel
door uw spreektijd heen bent.)
(De heer CEDER: Het is wel belangrijk. Het is mijn laatste interruptie. De
wethouder zegt allereerst dat het natuurlijk 50 meter kan blijven.
Vervolgens zegt zij dat het natuurlijk wel afhankelijk is van vervolgtrajecten,
participaties, van het financiële plaatje. Daarmee zegt ze eigenlijk dat die
50 meter helemaal niet in stand kan blijven want het is mede afhankelijk
van het traject dat zij voor ogen heeft. Daarom is mijn motie wel degelijk
van belang. We zitten echt niet op dezelfde lijn omdat mijn motie nu al aan
de voorkant zegt dat het bad 50 meter blijft. Het maakt mij niet uit waar het
binnen de vlek komt. Dus op dat punt zijn we het eens. Dat het 50 meter
blijft, is ook een wens van de bewoners en de mensen die het bad
bezoeken. Die toezegging geeft u mij niet en dat maakt dat ik mijn motie
handhaaf omdat we op dat punt niet op dezelfde lijn zitten. Ik denk dat er
duidelijkheid nodig is. Bent u het met mij eens of kunt u toezeggen dat het
50 meter blijft ondanks de trajecten die u zojuist heeft geschetst?)
Ik heb daar een voorkeur voor, maar de gemeenteraad gaat erover. Ik kan u niet
garanderen dat u en al uw collega’s dat gaan bepalen. Ik hoop het, maar om ze te
overtuigen zal ik ook wat huiswerk moeten doen. Dan zal ik in de eerste plaats breed in de
stad aan mensen moeten vragen wat ze ervan vinden, wat ze eigenlijk willen. Willen jullie
dit bad of zijn er andere baden die jullie zien zitten? Ik zal mijn huiswerk moeten doen op
het gebied van financiën. Zoals u weet, kosten investeringen en zeker deze, best wel wat
geld. Daarin moeten we als college en ook als raad een goede afweging maken. Ik kan nu
natuurlijk heel makkelijk roepen wat ik het leukst vind en waarin ik het fijnst zwem, maar
uiteindelijk is het de gemeenteraad die daarop een klap moet geven. Dan doen ze op basis
van het huiswerk dat ik aanlever. Ik vind dat eigenlijk ook wel heel terecht dat de
gemeenteraad zo opereert. Daarmee doen ze de participatie van al die Amsterdammers
50
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
recht en daarmee doen we ook recht aan alle procedures die überhaupt gelden op het
moment dat we grote investeringen doen.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
16.
Vaststellen van het gewijzigde Afwegingskader grondwaterneutrale kelders
Amsterdam Nr. VN2020-030011
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
80° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Ceder en Veldhuyzen
inzake het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Informeren
omwonenden (017.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- omwonenden en buurtbewoners te informeren over kelderbouw, de inhoud van
de wet- en regelgeving, waaronder het Afwegingskader grondwaterneutrale
kelders Amsterdam, over toezicht en handhaving en verschillende technieken
bij kelderbouw.
81° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Veldhuyzen inzake het
Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Toezicht en handhaving (018.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in de jaarevaluatie van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH)
de maatregelen die worden toegepast bij het bouwen van kelders te evalueren
op de mogelijkheden voor toezicht en handhaving.
82° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Veldhuyzen en Ceder,
inzake het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Onderzoeken
klimaatadaptatie kelders (019.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken of er voorschriften kunnen worden opgenomen, uit de nog vast
te stellen Hemelwaterverordening, in het binnenkort op te stellen paraplu-
bestemmingsplan, voor maatregelen ter compensatie van de verminderde
waterberging en ter bevordering van de klimaatadaptatie, op het perceel waar
de kelders worden aangelegd (zoals groene daken of minder verharding).
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
o1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Als sprekers hebben zich gemeld de heer N.T. Bakker en de
heer Van Schijndel. Beiden hebben echter geen spreektijd meer. Zijn er anderen die het
woord willen voeren?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Mevrouw Van Renssen had hier eigenlijk het woord moeten
voeren maar die heeft helaas de vergadering moeten verlaten. In haar plaats wil ik hierover
graag iets zeggen. Het afwegingskader grondwaterneutrale kelders ligt voor in de raad en
dat is hartstikke goed. Het is een ongelooflijk ingewikkeld onderwerp maar ook hartstikke
goed want wat er in de ondergrond gebeurt, is dan misschien niet zichtbaar, maar dat kan
wel grote gevolgen hebben voor grondwater en voor de funderingen en de palen waarop
onze stad staat zoals het gedicht gaat. In mei 2018 vroeg collega Van Renssen bij haar
maidenspeech al om onderzoek en maatregelen naar ongewenste kelderbouw om dat
tegen te gaan. En dat onderzoek is er gekomen met een goede gebiedsanalyse. Graag
willen wij de wethouder en de ambtenaren danken voor die onderzoeken en het gedegen
afwegingskader dat er nu ligt en voor de beleidsregel die nu per direct ingaat zodat kelders
alleen nog kunnen worden vergund in lijn met dit kader. Er kan dit voorjaar al een
bestemmingsplan over dit kader ter inzage worden gelegd met duidelijke, gelijkluidende
voorwaarden voor alle kelders in Amsterdam en dat zal er in april of mei komen. Uiteraard
moeten we wat GroenLinks betreft ook oog houden voor de gevolgen van kelderbouw voor
de omgeving en voor onze stad. U kent ons. We hebben nog een paar voorstellen daarvoor.
De drie moties die de burgemeester zojuist heeft genoemd, gaan daar verder op in. Zo
moeten we de omwonenden en buurtbewoners goed informeren over de gevolgen van
kelderbouw en de verschillende maatregelen. Ook zien we graag een evaluatie uitgevoerd
van de maatregelen die gelden voor nieuwe kelders en in hoeverre toezicht en handhaving
mogelijk is. Ook de waterberging kan door kelderbouw worden verminderd en dat is niet
goed voor een klimaatbestendige stad. Om wateroverlast en hittestress tegen te gaan is
het goed om te onderzoeken welke voorschriften uit de hemelwaterverordening ook kunnen
worden gesteld in het bestemmingsplan zodat het paraplubestemmingsplan straks
bovengronds en ondergronds bescherming biedt tegen zware regenbuien. GroenLinks is
nu echter verheugd dat we dit afwegingskader als raad kunnen aannemen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINGK: Inderdaad, het is mevrouw Van Renssen die hier
met een enorme doorzettingskracht ervoor heeft gezorgd dat we nu het afwegingskader
grondwaterneutrale kelders met elkaar bespreken en gaan werken aan een
paraplubestemmingsplan. Dus alle lof voor haar kant. Het is een taai dossier maar we zijn
een stuk verder gekomen en ik denk inderdaad dat het zeker in een stad die de gevolgen
van klimaatverandering zo gaat merken, belangrijk is dat we ons grondwaterpeil goed
beschermen. We zijn er nog niet. Er komt natuurlijk nog een paraplubestemmingsplan en
dat zal de volgende stap zijn. Dat is volgens mij een mooi sluitstuk van het drieluik
beleidsregel, afwegingskader en straks paraplubestemmingsplan.
Vanwege de tijd ga ik meteen naar de moties. De eerste, motie nr. 017.21 gaat over
het informeren van omwonenden. We moeten inderdaad kijken hoe we dat zo goed mogelijk
online kunnen doen zodat alle informatie goed beschikbaar is. Maar ik denk ook offline via
bouwborden. Het is een belangrijk onderwerp en het college heeft dan ook geen bezwaar
tegen het aannemen van deze motie.
92
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Dan de motie over toezicht en handhaving en dan gaat het met name om de
evaluatie van de vergunningsverlening, toezicht en handhaving dat de maatregelen rondom
kelders ook echt goed worden meegenomen. Wij zullen dat doen. Daarnaast zullen we
natuurlijk ook goed kijken dat alle toezichthouders goed worden geïnformeerd. Daarom
hebben we geen bezwaar tegen aanneming.
Als laatste motie nr. 019.21 over in hoeverre we de voorschriften uit de
hemelwaterverordening kunnen meenemen in het paraplubestemmingsplan. Dat wil ik
toezeggen. Dat kan ik gaan onderzoeken. Maar het is natuurlijk wel zo, mocht er ergens
een vertraging komen bij de hemelwaterverordening, dan moet je kijken of het wel in het
paraplubestemmingsplan wordt meegenomen want dan zit daarin ook weer een vertraging.
Dat gaat ook betekenen dat de aanhoudingsplicht van de kelderaanvragen niet voldoet om
het nieuwe beleid te vertragen. Volgens mij moeten we gewoon onderzoeken of het kan,
maar laten we wel even opletten dat het niet een extra vertraging voor het
paraplubestemmingsplan oplevert. Ik denk niet dat mevrouw Van Renssen dat zou willen.
Dat merken we op het moment dat we het onderzoek doen. Dus volgens mij is er geen
bezwaar tegen de motie. Mocht er hierdoor vertraging komen, dan zal ik dat uw raad laten
weten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
20.
Kennisnemen van het onderzoek naar duurzaam cremeren gemeentelijke
crematoria De Nieuwe Noorder en De Nieuwe Ooster Nr. VN-2020-030002
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
83° Motie van de leden Timman en Groen inzake duurzaam cremeren (021.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de volgende aanbevelingen voor de korte termijn overneemt en uitvoert:
o energiebesparing bij de bestaande gasovens. Deze zou optreden bij onder
andere een betere ovenplanning en het finetunen van de machine, wat een
besparing op gasverbruik van 20-25% en 20% op stroomverbruik zou
betekenen;
o Amsterdamse crematoria/begraafplaatsen kunnen zich duidelijker
onderscheiden op het terrein van duurzame producten;
o de bosmaaiers op brandstof vervangen door duurzamere elektrische
bosmaaiers;
o de bewustwording over de keuze voor duurzamere materialen van kisten
en de kleding die een overledene draagt te vergroten;
o een duurzaamheidsscan te laten uitvoeren door de gemeentelijke directie
Ruimte & Duurzaamheid: wat kan er allemaal om nog meer te
verduurzamen;
53
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
o het plaatsen van oplaadpalen voor elektrische auto’s; het plaatsen van
zonnepanelen op de daken; het inrichten van groene daken op de
gebouwen waar dat mogelijk is.
- de raad op middellange termijn een voorstel doet toekomen waarin de
‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen’ wordt aangepast zodat
op gemeentelijke begraafplaatsen alleen duurzame materialen mogen worden
gebruikt.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Mevrouw Timman heeft dit onderwerp gepiept. Ik moet
bekennen dat er nog twaalf seconden staan anders dan ik aan mevrouw El Ksaihi had
gezegd. Dat wil zeggen dat u net kunt ademhalen. Zou u het toch willen proberen? En
verder heeft mevrouw Heinhuis zich gemeld.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman.
Mevrouw TIMMAN: Ik ga mijn best doen. De motie is eigenlijk een oproep aan het
college om de aanbevelingen uit het rapport over te nemen en uit te voeren zowel op korte
termijn als op lange termijn. We zien ernaar uit en we danken het college voor de mooie
rapportage.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Heinhuis.
Mevrouw HEINHUIS: Ook van ons heel kort. Dank aan de collega’s van D66 en
GroenLinks voor het agenderen van het rapport en ook de motie die daarbij hoort. Daarbij
wil ik nog kort opmerken als de motie wordt aangenomen en wordt uitgevoerd en het college
dus met een voorstel komt over meer gebruik van duurzame materialen bij uitvaarten, dat
we het bij de bespreking van het voorstel dan ook gaan hebben over meer
duurzaamheidseisen die niet in de weg zullen staan van mensen met lagere inkomens of
minder budget voor een uitvaart om toch te kunnen deelnemen aan uitvaarten op deze
begraafplaatsen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: We hebben inderdaad een rapport laten opstellen
en het is logisch dat je dan iets doet met de aanbevelingen. Maar dat moet de raad natuurlijk
ook vinden dus ik denk dat het via de motie een goede manier is dat we de
duurzaamheidsmogelijkheden die er zijn, gebruiken. De Nieuwe Noorder en de Ooster zijn
ook heel erg gespitst op die duurzaamheidsmaatregelen. Maar het is natuurlijk altijd goed
als de raad daarover ook een uitspraak doet. Fijn dat u die motie daarover indient.
De begraafplaats en de crematoria gaan niet over de keuze van kisten. Daar zou
eventueel een verhoging van prijzen in kunnen zitten. Maar dat is geen onderdeel dat de
begraafplaatsen of crematoria zelf beïnvloeden. Ik kan ook wel zeggen dat steeds meer
uitvaartondernemers en grote verzekeraars duurzame kisten introduceren. Dus op die
manier komt het van die andere kant ook. Als er steeds meer duurzame kisten zijn, betekent
dat ook iets voor de prijs. Dus ook daarvoor is het goed. Maar niets van de aanpak van de
Nieuwe Noorder en de Nieuwe Ooster heeft effect op mensen met een kleine portemonnee.
Dus dat ter geruststelling van mevrouw Heinhuis. Tegen aanneming van de motie heeft het
college geen bezwaar.
94
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
21.
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op de risicoanalyse van Bureau Integriteit
inzake ontvreemding gemeenschapsmiddelen G-buurt Nr. VN-2020-030015
De VOORZITTER: De heer Kreuger had een motie ingediend maar heeft deze
inmiddels ingetrokken. Dat betreft motie nr. 013.21.
84° Motie van het lid Kreuger inzake kennisnemen van de bestuurlijke reactie
op analyse Bureau Integriteit over ontvreemding van gemeenschapsgeld in de G-buurt,
Stichting Democratisering G-Buurt had geen subsidie mogen ontvangen (013.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- dat de Stichting Democratisering G-buurt niet bottom-up is ontstaan;
- dat de subsidie (250.000 euro) in kader van buurtbudgetten derhalve niet had
moeten worden toegekend aan deze stichting.
De motie-Kreuger (nr. 013.21) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de
beraadslaging.
De VOORZITTER: Bij dit agendapunt hebben zich aangemeld om het woord te
voeren de heer Kreuger, de heer Veldhuyzen en de heer Vroege maar die heeft geen
spreektijd meer.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Wij zien daar vanaf.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: Idem.
De discussie wordt gesloten.
22.
Kennisnemen van een artikel uit Het Parool ‘Amsterdam stopt met opvang grote
groep ongedocumenteerden’ VN2020-030297
De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. Gemeld hebben zich om te
spreken de heer Veldhuyzen, mevrouw Poot, de heer Van Schijndel. Alleen de heer
Veldhuyzen heeft nog spreektijd.
59
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: Hulporganisaties uiten zorgwekkende signalen dat grote
groepen ongedocumenteerden op korte termijn op straat komen te staan. Het
gelagkameroverleg verwees al in een brief van november naar een uitspraak van het
Europees Comité voor sociale rechten dat Nederland basisvoorzieningen zoals voedsel,
kleding en onderdak moet bieden aan ongedocumenteerden. Is het college bereid om in lijn
met deze uitspraak opvang te organiseren voor een ieder die in de nabije toekomst op straat
komt te staan en zo niet, wat is dan de reden om dat niet te doen?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Zoals ik eerder in de raadscommissie heb gezegd
omvat het besluit van het college dat we stoppen met de Dublinpilot. Dat betekent dat we
Dublinclaimanten zoals we die bij wijze van experiment na een overeenkomst met de
toenmalige staatssecretaris van VVD-huize waren overeengekomen, zouden opvangen.
We zien nu dat dat experiment tot onvoldoende resultaat heeft geleid en dat het verder is
bemoeilijkt door corona. We zullen dus genoodzaakt zijn de opvang van Dublinclaimanten
te staken. Daarvoor is een voorliggende voorziening zoals de heer Veldhuyzen weet. Wij
zullen de plaatsen die vrij vallen, de 150 plaatsen, opvullen met andere
ongedocumenteerden zodat we ons houden aan de afspraak met de raad namelijk dat we
500 ongedocumenteerden opvangen. Dus voor deze Dublinclaimanten zal inderdaad met
uitzonderingen van kwetsbaarheid geen opvang meer zijn. Wij zijn ook niet voornemens dat
te gaan doen.
(De heer VELDHUYZEN: Dat was inderdaad duidelijk. Daarvoor hadden
we ook een motie ingediend, collega Ceder en ik, die het niet haalde. Maar
het gaat niet alleen om Dublinclaimanten. Er zijn natuurlijk ook andere
mensen die nu uit het programma komen voor wie nu geen opvang is. Of
gewoon mensen die niet in de opvang kunnen omdat de opvang vol is. Ik
verwijs specifiek naar die uitspraak van het Europees Comité voor sociale
rechten en hoe Amsterdam zich daartoe dan verhoudt. Zijn we dus niet
verplicht alsnog een vorm van opvang te creëren dus op Z'n minst die
humanitaire ondergrens naast de al bestaande voorzieningen?)
De kern van het programma is duidelijk. Doorstroom is het doel. Je werkt aan je
perspectief of dat nu hier of elders ligt. Het goede nieuws is dat de wachtlijst buitengewoon
kort is. Juist ook door het beëindigen van de opvang van Dublinclaimanten verwacht ik dat
de wachtlijst daarmee wordt weggewerkt. Dus ik verwacht voor de groep niet-zijnde
Dublinclaimanten niet dat die lang zullen moeten wachten op de opvang zoals in het 24-
uursprogramma. Daarnaast zijn er nog andere vormen van opvang. Dat wil niet zeggen dat
er nooit iemand geen opvang zal krijgen omdat we het in aantal hebben gelimiteerd
waarmee naar ik meen de fractie van BIJ1 ook heeft ingestemd. Naast het 24-
uursprogramma zijn er andere vormen van opvang, maar dat betekent niet dat er nooit
iemand geen plek zou kunnen krijgen in die 24-uursopvang.
(De heer VELDHUYZEN: Dank voor het antwoord, wethouder. Wij hebben
natuurlijk die 500 plekken gesteund en we hebben ook moties ingediend
om het aantal plekken te verhogen. Maar ja, ik moet helaas wel vaststellen
dat Nederland en Amsterdam dan niet aan de uitspraak van het Europees
56
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
Comité voor sociale rechten voldoet. Daar houd ik het voor nu bij maar daar
kom ik nog wel op terug.)
Volgens mij is die uitspraak van het Comité geen bindende uitspraak voor zover ik
die zag. Het probleem is natuurlijk dat we daarin gelimiteerd zijn. Even voor de helderheid,
er is geen enkel misverstand over waar de heer Veldhuyzen staat, wat zijn inzet is en wat
hij bepleit. Ik prijs hem daarvoor.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
23.
Kennisnemen van de voortgangsbrief Amsterdammerschap in het onderwijs Nr.
VN-2020-030010
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
85° Motie van het lid Yilmaz inzake gastarbeiders opnemen in de Amsterdamse
canon (004.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in gesprek te treden met stichting entoen.nu en het Nederlands
Openluchtmuseum en te pleiten voor het opnemen van de gastarbeiders in de
Amsterdamse Canon en hierover terug te rapporteren aan de raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Als sprekers hebben zich gemeld de heer Yilmaz en de heer
Veldhuyzen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Van vmbo-basis tot vwo, van de eerste klas tot en met de derde
en van Volendam tot en met Amsterdam, ik heb het voordeel gehad om op verschillende
niveaus en in verschillende steden les te geven. Daarom kan ik ook de vergelijking maken
tussen verschillende soorten leerlingen, niveaus, steden en leraren. Vooral deze laatste
groep is natuurlijk erg belangrijk om de doelstellingen in het onderwijs te bereiken. Met alle
respect voor de rest van Nederland natuurlijk en ik wil niemand te kort doen, maar les geven
in een grote stad vergt toch iets extra’s van een docent. Veel leraren ervaren al een hoge
werkdruk en als je niet goed bent voorbereid om les te geven in Amsterdam, dan wordt die
werkdruk daar ondraaglijk. Daarom ben ik erg blij met de extra begeleidingsmogelijkheden
die we hebben die worden aangeboden in de stad. Complimenten aan de wethouder en
aan alle andere betrokkenen die dat mogelijk hebben gemaakt.
Als ik leerlingen of studenten vraag wat zij belangrijk vinden aan een leraar, dan
komt het aspect herkenning heel vaak naar voren. Leerlingen willen worden begrepen. Die
willen zich het liefst kunnen identificeren met de leraar. Daarom is het belangrijk dat leraren
ook de stad en de geschiedenis van de stad kennen. Als we naar de geschiedenis van onze
stad kijken en naar de leerlingsamenstelling van onze stad, dan zien we grote sporen van
97
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
gastarbeiders. De stempel die gastarbeiders op deze stad hebben gedrukt, is er een die
onuitwisbaar is en dat heeft Amsterdam in de afgelopen vijftig jaar vorm gegeven. Wat mij
betreft verdienen de gastarbeiders een standbeeld, maar goed, misschien komt dat later.
Voor nu zou ik het prachtig vinden als ze een plek in de Amsterdamse canon krijgen. De
Amsterdamse canon is een van de tools die leraren krijgen aangeboden tijdens de
lerarenopleiding en als gastarbeiders worden opgenomen in deze canon, zal dat niet alleen
de leerlingen maar ook de leraren helpen. Het is dat stukje herkenning en erkenning die
leerlingen kunnen helpen. Daarom dien ik de motie in waarmee ik de wethouder vraag te
pleiten voor het toevoegen van gastarbeiders aan de Amsterdamse canon.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman.
Wethouder MOORMAN: Gezien het tijdstip en de tijd die we nog hebben vanavond
houd ik het heel kort. Ik ben het eens met het betoog van de heer Yilmaz. Het zou heel mooi
zijn als het onderdeel uitmaakt van de Amsterdamse canon want het is onderdeel van de
Amsterdamse geschiedenis en verdient daarmee ook een plek. U weet dat wij die canon
niet zelf maken als college maar we willen daar zeker over praten met de partijen die dat
wel doen. Dus ik kan daar een positief preadvies op geven.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
24.
Kennisnemen van de brief schuldenrust in tijden van corona Nr. VN-2020-029854
De VOORZITTER: Bij dit agendapunt zijn geen moties ingediend. Het woord
hebben gevraagd de leden Ceder, Marttin, Schreuder en El Ksaihi maar voor alle leden
geldt dat zij geen spreektijd meer hebben.
Zijn er nog andere leden die het woord zouden willen voeren? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
Aangezien er ook geen moties zijn ingediend, hoeft er ook geen stemverklaring te
worden afgelegd.
25.
Kennisnemen van de voortgangsbrief Tegengaan Kansenongelijkheid Nr. VN-
2020-029669
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
86° Motie van het lid Yilmaz inzake platform opzetten om studenten en
leerlingen (met een leerachterstand) te koppelen aan elkaar (005.21)
58
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een platform op te (helpen) zetten zodat studenten die bijles of extra
begeleiding zouden willen geven, ondersteund kunnen worden om leerlingen
met een achterstand te helpen.
87° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de inzet van de klassenassistent in
kansenongelijkheidsbestrijding (006.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- In vervolgonderzoek de rol van de klassenassistent uitgebreider toe te lichten
door middel van deelvragen over de verschillende manieren waarop de
klassenassistent wordt ingezet — De resultaten van dit onderzoek mee te
nemen in kennisuitwisselingprogramma’s.
88° Motie van het lid Veldhuyzen inzake meenemen leerlingmotivatie in
vervolgonderzoek kansenongelijkheidsaanpak (007.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- In vervolgonderzoek de samenhang tussen motivatie voor de specifieke
interventie van de leerling en de resultaten en effectiviteit van de interventie te
onderzoeken — De resultaten van dit onderzoek mee te nemen in
kennisuitwisselingprogramma’s.
89° Motie van het lid Veldhuyzen inzake eerder inzetten van
leerwegondersteuningsgelden (008.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Te onderzoeken wat de eventuele positieve gevolgen zouden kunnen zijn van
het besteden van (een gedeelte van) de leerwegondersteuningsgelden in het
VO aan high dosage tutoring in het PO;
- dit onderzoek af te stemmen met de te betrekken organisaties zoals de
samenwerkingsverbanden, het BBO en het OSVO om de interventie met deze
middelen op een jongere leeftijd te kunnen doen;
- hierover, zo nodig, in gesprek te gaan met het ministerie van OCW in verband
met de thans geldende restricties;
- de resultaten van dit onderzoek terug te koppelen naar de raad.
90° Motie van de leden Blom en Veldhuyzen inzake Kansenongelijkheid,
Effectiviteit van het onderwijskansenbeleid (010.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken op welke wijze de effectiviteit van het gemeentelijk beleid
gelijke kansen onderwijs nog beter in beeld kan worden gebracht, op basis van
analyses van relevante data door gecertificeerde onderzoeksinstellingen;
59
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
- te onderzoeken op welke wijze deze analyse een nog meer structurele plek kan
krijgen in de cycli van beleidsevaluaties, richting de raad en in de gesprekken
van de gemeente met het onderwijsveld;
- te onderzoeken of en zo ja op welke wijze de informatie toegankelijk kan
worden gemaakt voor ouders.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Als spreker hebben zich gemeld de heer Veldhuyzen, mevrouw
Marttin, de heer Yilmaz en de heer Blom maar de VVD heeft geen spreektijd meer.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: Ik ga het snel doen. Bijl zoekt nog altijd naar manieren
om meer scholen te betrekken bij de ambities van het college omtrent kansengelijkheid in
het onderwijs en naar manieren om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
dat ook daadwerkelijk te laten krijgen. Daarom hebben we twee moties ingediend over het
vervolgonderzoek naar de effectiviteit van de kansenongelijkheidsaanpak. Een motie gaat
over het beter uitlichten van de rol van de klassenassisten; de andere gaat over het
onderzoek van de samenhang tussen de motivatie van leerlingen voor specifieke
interventies en de effectiviteit daarvan. Tot slot dienen we ook een onderzoeksmotie in over
het inzetten van leerwegenondersteuningsgelden om de kosten van het ‘high dosage
tutoring’ dat bijzonder effectief lijkt te zijn, te kunnen dekken om zo veel mogelijk leerlingen.
Uit onderzoek blijkt dat des te vroeger leerlingen ondersteuning krijgen des te makkelijker
het voor hen is om een eventuele achterstand in te lopen.
De VOORZITTER: De VVD protesteert want die zegt nog 41 seconden te hebben.
De griffier heeft het uitgezocht en het blijkt te kloppen. Dus excuses. Dan geef ik het woord
aan mevrouw Marttin.
Mevrouw MARTTIN: We hebben een vraag aan de wethouder want er zijn heel veel
projecten en initiatieven die worden gesubsidieerd om kansenongelijkheid te verkleinen. In
de brief is daarvan uitgebreid verslag gedaan. We hebben nog wel weinig zicht op de
effecten van deze investeringen. Nou is er deze zomer gestart met een traject bij het thema
onderwijs om meer inzicht te krijgen in de inzet en of dat ook daadwerkelijk bij de juiste
mensen komt en welke programma’s het beste effect hebben. Ik wil graag van de wethouder
weten of daarover al wat bekend is en wanneer wij kunnen verwachten dat we bruikbare
gegevens krijgen die ze met de raad kan delen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Een paar weken geleden in de vakantie was ik aan het nadenken
over dit agendapunt en toen dacht ik, er zijn zo veel studenten die zich vervelen of die niet
naar les kunnen gaan en er zijn zo veel leerlingen die hulp nodig hebben. Laten we ze bij
elkaar brengen. Maar de collega’s van D66 dachten waarschijnlijk precies hetzelfde. Dus
we hebben allebei een soortgelijke motie ingediend maar wij waren helaas net wat later.
Daarom trek ik mijn motie in en sluit ik me aan bij de motie van collega Rooderkerk.
60
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
De motie-Yilmaz (nr. 005.21) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de
beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Blom.
De heer BLOM: De toenemende ongelijkheid in Nederland zien we vooral terug in
het onderwijs. Daarom dien ik met de heer Veldhuyzen een motie in om veel beter inzicht
te krijgen hoe effectief ons beleid kansenongelijkheidsaanpak is in het onderwijs. We weten
heel veel maar niet alles. Het uitgangspunt van GroenLinks is dat het vele geld en ook de
aandacht die we hebben voor dit probleem echt tot resultaat moet hebben dat
onderwijsachterstanden worden ingehaald en worden weggewerkt. Ik wil zien in onze
analyses wat het rendement is voor doelgroepkinderen ten opzichte van kinderen die dat
niet zijn. Het onderwijs moet wat Groenlinks betreft echt de gelijkmaker worden en
Amsterdam de stad van emancipatie en sociale mobiliteit. Met de Amsterdamse erkenning
een aandacht voor dit probleem van ongelijkheid zijn we al goed op weg, maar met het
weten van de precieze effectiviteit moeten we hier echt het verschil gaan maken.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman.
Wethouder MOORMAN: Ik zal snel naar de moties gaan maar als u mij toestaat,
wil ik heel snel een inleiding doen. Het gaat bij dit onderwerp heel vaak over onderzoek en
over effectiviteit. Dat is terecht want we willen natuurlijk de dingen doen die zo goed mogelijk
helpen. Tegelijkertijd als ik alle rapporten zou meenemen naar uw raad, maar we zijn hier
niet fysiek bij elkaar, dan ben ik ervan overtuigd dat het aantal onderzoeken en het aantal
monitoren dat u vanuit deze opdracht van ons krijgt, verreweg het allergrootst is van alle
dingen die we doen. Dus ik wil ook wel aan u teruggeven dat het terecht is dat u daarom
vraagt, maar dat u ook heel erg wordt bediend. Tegelijkertijd wil ik daarbij aangeven dat het
doen van onderzoek naar het effect van interventie op kansenongelijkheid te maken heeft
met twee lastige problemen. Enerzijds is het een ontzettend lastig probleem om te
bestrijden dus het kost ook gewoon tijd. U moet niet verwachten dat we volgend jaar opeens
alle ongelijkheid uit de stad hebben gehaald. En twee, het is zeer veelkoppig. Dus er zullen
veel dingen tegelijkertijd moeten gebeuren en dat zit niet alleen op het gebied van
onderwijs, dat zit ook op andere gebieden. Ik ben het met u eens dat we dit allemaal zo
goed mogelijk in kaart moeten brengen maar tegelijkertijd wil ik uw verwachtingen ook wat
temperen als het gaat om wat ik u allemaal op korte termijn kan bieden en welke effecten u
dan kunt verwachten in de onderzoeken. Dat neemt niet weg dat wij ons best moeten doen
om dat zo goed mogelijk in kaart te brengen.
Daarom wil ik meteen een positief preadvies geven op de motie van de heer Blom,
motie nr. 010.21. Ja, wij gaan kijken hoe we dit allemaal zo goed mogelijk in de cyclus
kunnen meenemen en zo goed mogelijk kunnen onderzoeken met alle kanttekeningen die
ik daar net bij heb gegeven.
Dan de moties van de heer Veldhuyzen. De inzet van klassenassistenten. Laat ik
maar meteen zeggen dat klassenassistenten ontzettend belangrijk zijn en dat in onze
kansenaanpak het niet voor niets zo is dat ook dat daarvoor kan worden gebruikt. Ik vind
het verstandig om ook mee te nemen in het onderzoek welk effect dat heeft, dus ik wil dit
graag positief preadviseren. Dat was overigens motie nr. 006.21.
Dat geldt helaas niet voor motie nr. 007.21 en motie nr. 008.21. Bij 007.21 gaat het
over de correlatie bij leerlingemotivatie met de kansengelijkheidsaanpak. Dit is een
ongelooflijk interessant onderwerp. Hierover kun je echt meerdere proefschriften schrijven.
61
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
U heeft daarstraks de nieuwe wethouder De Vries ondervraagt over zijn proefschrift. Ik hoop
dat er in de toekomst nog iemand gaat promoveren op dit zeer interessante onderwerp.
Maar dit is echt te ingewikkeld en verstrekkend om in makkelijke monitoren mee te nemen.
We hebben natuurlijk wel het Kenniscentrum kansenongelijkheid. Misschien is het mooi om
het daar in langeretermijnonderzoeken eens mee te nemen, maar tegelijkertijd weten we
dat ze ook een eigen raad hebben om dat soort thema’s met elkaar te bespreken. Ze zullen
ongetwijfeld volgen wat hier wordt gewisseld. Dus daarover kan ik nu niet positief zijn.
Hetzelfde geldt voor motie nr. 008.21, het inzetten van
leerwegondersteuningsgelden. Dat is simpelweg om het feit dat het via het
samenwerkingsverband gaat. Dus dat is geen geld dat bij ons binnenkomt. Dat gaat via de
samenwerkingsverbanden. Wij investeren als een van de weinigen in gemeenten die heel
veel doen met ‘high dosage tutoring’, een dure interventie maar die levert zeker wat op. Dus
ik ben het met u eens dat het goed is dat we dat doen, maar deze manier van dat financieren
is gewoonweg niet mogelijk. Dus dan heeft het ook geen zin dat uit te zoeken.
Tot zover.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
27.
Kennisnemen van de Luchtvaartnota 2020-2050 Nr. VN-2020-030287
De VOORZITTER: Er zijn bij dit onderwerp geen moties ingediend. Gemeld hebben
zich om te spreken de leden Veldhuyzen, Boutkan, Kat en N.T. Bakker. Mevrouw Nadif
heeft aangegeven niet meer het woord te hoeven voeren bij dit onderwerp. De heer
Veldhuyzen ziet ook af van zijn inbreng.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: We hebben het hierover in de raadscommissie al gehad en
ik wil nog benadrukken dat de fractie van de PvdA heel kritisch staat ten opzichte van de
Luchtvaartnota. Wij vinden dat we de huidige crisis moeten gebruiken om de komende twee
jaar samen met de regio tot hele goede uitvoeringsafspraken te komen op die zogenaamde
uitvoeringsagenda. We vragen het college dan ook om specifiek aandacht te besteden aan
het thema netwerk kwaliteit. Dat gaat eigenlijk over wat de vluchten naar de verschillende
bestemmingen toevoegen aan deze regio en toevoegen aan Nederland. We vinden dat ook
essentieel voor de discussie over het aantal vluchten en daarmee dus ook de belasting voor
de regio.
Het tweede punt dat ik wil aangeven gaat over het belang van goede
werkgelegenheid. Dat hebben we hier in de raad al heel vaak besproken. Dat zullen we ook
steeds blijven doen. Ik ga er vanuit dat het college dat ook blijft doen en het college heeft
daarin afgelopen jaar goede slagen gemaakt.
Tot slot ligt er een nieuw advies van de Commissie Van Geel over de
participatieronde om Schiphol. Wat we eigenlijk zien is dat bij de huidige structuur van
inspraak de belangentegenstellingen te groot zijn. Ik denk dat de kritische brief van de
62
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
bestuurlijke regiegroep Schiphol ook heel goed laat zien hoe groot eigenlijk die afstand is
tussen het rijk, de provincie en de gemeenten. Als PvdA vinden we dat best wel zorgelijk.
Er worden tien hoofduitgangspunten geformuleerd en die betekenen wat ons betreft een
vernieuwing voor meer invloed vanuit de regio dus bewoners en gemeenten samen. We
vragen Amsterdam om samen met de buurtgemeenten eensgezind op te trekken maar ook
te discussiëren over de footprint van Schiphol op deze regio. De vraag is hoe het college
hiertegenover staat. Ik hoop in ieder geval dat Amsterdam dat volop onderschrijft en ook
samen met die regio gaat optrekken en dat het college daarmee een bijdrage gaat leveren
aan betere zeggenschap.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadif.
Mevrouw NADIF: Ik verkeerde in de veronderstelling dat wij geen spreektijd meer
hadden. Allereerst wil ik het college en de leden die tijdens de raadscommissie hebben
gereageerd op dit rapport bedanken, ook voor de duidelijkheid. Mijn collega de heer
Boutkan heeft het al gehad over het rapport Van Geel en de voorstellen als het gaat om
inspraak. Ik maak me daarover toch wel zorgen omdat ik merk dat bewonersorganisaties
niet blij zijn met de voorstellen die worden gedaan. Ik vraag me af wat de mogelijkheden
zijn als gemeente Amsterdam om daarvoor toch suggesties te doen om te bezien hoe we
ervoor zorgen als het gaat om zeggenschap, als het gaat om inspraak, als het gaat om
geluidsoverlast, luchtverontreiniging en de voorstellen die bewoners willen doen, dat hun
stemmen worden gehoord. Ik weet dat het college met een reactie komt op het voorstel van
Geel, maar ik wilde dit toch meegeven aan het college dat wij vanuit GroenLinks het echt
belangrijk vinden dat juist de bewoners maar ook alle gemeenten apart van elkaar goed
worden gehoord. De ene gemeente heeft nu eenmaal niet dezelfde band met Schiphol als
de andere gemeente. Dat geldt niet alleen voor de bewonersorganisaties maar ook voor de
provincie. Verder is het wel bekend wat ik vind van de Luchtvaartnota die vanuit het kabinet
is voorgesteld. Ik wil er nog een keer bij stilstaan dat ik het echt schandalig vind dat het
advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur niet is overgenomen en dat er
maar één zin is opgenomen in het hele rapport. En ik wil nog eens benadrukken dat een
onafhankelijke instantie dit als advies geeft, kijk nu uit met die groei, dat is niet de kant die
we willen opgaan als het gaat om het versterken van onze economische positie en ons
vestigingsklimaat. Het gaat er hier juist om dat wij in Nederland in allerlei dingen investeren.
We hebben gezien hoe dat nu gaat met de Noord/Zuidlijn. Daarmee zijn we ook heel blij,
Maar laten we nu investeren in duurzame verbindingen met het buitenland en niet in groei
van de luchtvaart.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: Dank dat ik nog even de kans krijg om een belangrijke
nota op dit late tijdstip nog even te bespreken. U weet dat ik over de kwaliteit ook niet erg
te spreken ben. U kent de reactie vanuit ons gezamenlijk overleg dus die eensgezindheid
zat er al in en blijft er ook in. We gaan heel zorgvuldig kijken naar het advies van de
Commissie Van Geel. De titel Schiphol vernieuwd verbinden spreekt inderdaad de wens uit
om de bewoners daar heel goed bij te betrekken. Ik hoor dat van GroenLinks en ik zal me
daartoe verhouden. U krijgt natuurlijk ook nog de reactie dus dan kunnen we daarover
verder gaan spreken. Ik ben het helemaal eens met de PvdA dat we moeten inzetten op die
netwerkkwaliteit zeker op dit moment nu er weinig vluchten zijn en wij voor de economie
63
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021
Raadsnotulen
een belangrijk onderdeel te pakken hebben. Daar zou Schiphol zich op moeten gaan
focussen. Ik hoor dat ook wel terug.
Goede werkgelegenheid, helder. U kent de inzet van het college. Ik voel enorm
steun en niet alleen bij de PvdA-fractie maar bij de hele raad om dat steeds goed naar
voeren te brengen. Dus dat zal ik doen namens het college. Daarbij doe ik recht aan beide
fracties maar vooral aan deze belangrijke discussie. We komen hierover zeker verder te
spreken met elkaar.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor een minuut.
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering.
28.
Kennisnemen van twee artikelen uit het NRC ‘Ambtenaren met Marokkaanse
wortels voelen zich niet veilig op het werk' en 'OM deelde strafdossier rond
radicaliseringsambtenaar met gemeente Amsterdam’ Nr. VN2020-030296
De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. Het woord is gevraagd door de
heer Yilmaz, de heer Veldhuyzen en de heer Van Schijndel die geen spreektijd meer
heeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Eigenlijk zou mijn collega Taimounti het woord voeren op dit
dossier maar vanwege omstandigheden is hij er vanavond niet bij. Daarom zal ik het kort
proberen te houden. Onveiligheid en discriminatie bij onze eigen ambtelijke organisatie
moeten we keihard bestrijden. Daarover zijn we het allemaal eens maar daarvoor is het
belangrijk dat we goed schoon schip maken. Ik wil daarom van de burgemeester weten hoe
het momenteel staat met de gesprekken met de ambtenaren over onveiligheid en
discriminatie sinds de afgelopen bespreking in de raadscommissie. Welke ontwikkelingen
zijn er geweest? Ik hoor het graag.
In het verlengde van voorgaande kan ik aankondigen dat de fractie van DENK bezig
is met een initiatiefvoorstel om het integriteitsbeleid te verbeteren. Daarover ontvangt de
raad op korte termijn het voorstel van de fractie van DENK.
Ten slotte hebben we zojuist de beantwoording van een aantal vragen ontvangen
over deze zaak en die van mevrouw Ait-Taleb. Ik moet daarbij aanmerken dat nog steeds
een deel van onze vragen niet is beantwoord. Zo vroeg mijn collega op 27 augustus ’20 of
het college eindelijk kan erkennen dat de grijze campagne wel of toch niet heeft bestaan.
Het officiële standpunt van het college is namelijk nog steeds dat deze niet heeft bestaan.
Het college zei ook, als er iemand voor strafontslag wordt voorgedragen, dan is daarvoor
een reden. We vroegen naar de reden, maar ook hierop hebben we nog geen antwoord
gekregen. We hebben vragen gesteld over de gevolgen van de zaak Ait-Taleb. Is er met
64
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
deze vlogger gesproken? Zijn er excuses aangeboden? Wat is daarmee gebeurd? En hoe
ziet het met de ingehuurde krachten, de sleutelfiguren die ook waren benadeeld? Ik hoop
dat we eindelijk antwoord krijgen op deze vragen. Het mag ook schriftelijk maar dan wel op
korte termijn anders zullen mijn collega’s het verder opnemen in de raadscommissie.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: Het is terecht dat de naam van Saadia Ait-Taleb eindelijk
is gezuiverd en dat er een minnelijke regeling is getroffen. Ik wens haar het allerbeste
namens de fractie van BIJ1. Hiermee is de zaak echter niet afgerond. Hoe zit het
bijvoorbeeld met de meer dan 300 sleutelfiguren die ook zijn besmeurd en verdacht
gemaakt in deze zaak? Het gaat om mensen die zich jarenlang voor de stad hebben ingezet
en als gevolg van die hele lastercampagne hebben ze hun ervaringen en expertise als
sleutelfiguur uit hun cv's gehaald. Hoe is de burgemeester van plan het vertrouwen bij deze
sleutelfiguren te herstellen? En is de burgemeester bereid hun excuses aan te bieden?
Aansluitend vraag ik me ook af hoe het er nu voor staat met Bureau Integriteit en het
onderzoek naar de rol van dit bureau in deze kwestie. Kan de burgemeester hierop een
toelichting geven?
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Ik begrijp heel goed uit welke zorg de vragen
voortkomen. Laat ik een ding heel duidelijk zeggen. Ambtenaren bij de gemeente
Amsterdam behoren in veiligheid hun werk te kunnen doen. Dat beschouw ik als een grote
verantwoordelijkheid en met mij de gemeentesecretaris en alle andere ambtenaren.
Daarvoor is beleid opgezet en daarover heb ik u bericht. Ten aanzien van mevrouw Saadia
Ait-Taleb en de vragen die daarover zijn gesteld, zou ik het volgend willen zeggen. Wij
hebben afgesproken dat we ons naar buiten toe houden aan de verklaring die samen is
opgesteld. Dat is niet omdat we onnodig geheimzinnig willen doen, maar dat is omdat we
ons echt nadrukkelijk op de toekomst willen richten. Dat betekent ook dat ik de vragen die
u daarover heeft gesteld, niet verder kan beantwoorden. Het is namelijk zoals u weet,
buitengewoon ongebruikelijk om over individuele ambtenaren te spreken in het openbaar.
Dat is in dit geval al te veel gebeurd. In dit geval heeft ook de publiciteit die daarvan het
gevolg was, meer maar dan ook meer dan genoeg schade berokkend. Ik hoop dat u dat
respecteert.
Vervolgens stelde u mij nog een groot aantal vragen met zo’n snelheid dat ik ze niet
eens allemaal goed kon opschrijven. Ik zou u eigenlijk het volgende willen vragen ook met
het oog op het tijdstip. Wij beantwoorden uw vragen per ommegaande in een korte brief en
daarmee hoop ik dan afdoende antwoord te hebben gegeven.
(De heer YILMAZ: Ik wil eigenlijk vragen op welke termijn we de brief
kunnen verwachten. Ik hoop dat dat op korte termijn kan.)
Als ik tegen u zeg binnen twee weken, dan denk ik dat u tevreden bent.
De VOORZITTER: Ik zie de heer Yilmaz knikken. Is er behoefte aan een tweede
termijn? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
65
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van deze raadsvergadering. Ik wijs
alle leden er nog op dat zij morgen via een koerier een tweetal stembiljetten ontvangen.
Een voor de openbare stemming en een voor de geheime stemming over de benoemingen.
Er zit ook een hele duidelijke instructie bij hoe u dat stemformulier kunt invullen en wanneer.
U moet dat uiterlijk maandag aanstaande voor 14.00 uur bij de griffie hebben ingeleverd in
de daarvoor bestemde stembussen, u inmiddels wel bekend. Dat staat allemaal heel
duidelijk in de brief die bij het stembiljet zit. Dus morgen ontvangt u die stembiljetten.
Rest mij niets anders dan te constateren dat het 23.57 uur is en dat ik deze
vergadering ga sluiten. Ik wens u allen nog een prettige avond. We wachten de stembiljetten
af,
De vergadering is gesloten.
66
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
INDEX
001.21 Motie van de leden Rooderkerk, Blom, Heinhuis, Schreuders en Yilmaz inzake
leerlingen koppelen aan studenten voor tegengaan van onderwijsachterstanden…… ….4
002.21 Motie van het lid Ceder inzake de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark, Behoud
buitenbad De Mirandabad … nnee eeennereeennereveeneer vennen
003.21 Motie van het lid N.T. Bakker inzake verlevendigen Martin Luther Kingpark met
kunstprojecten. nonsense vereer eenseeeevenner ereen eeneer vennen vennenee ÂÔ
004.21 Motie van het lid Yilmaz inzake gastarbeiders opnemen in de Amsterdamse
CANON nnee eeeer renners renee re veneee venen eeeneeeeen eener rennen eener eener OÌ
005.21 Motie van het lid Yilmaz inzake platform opzetten om studenten en leerlingen
(met een leerachterstand) te koppelen aan elkaar … … nnen eneen nennen OÛ
006.21 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de inzet van de klassenassistent in
kansenongelijkheidsbestrijding … … nennen eener reen eeen ÔÎ
008.21 Motie van het lid Veldhuyzen inzake eerder inzetten van
leerwegondersteuningsgelden … … … … nnee eener veennvenneeeeeeeeneeneerveern ÔÎ
009.21 Motie van de leden Van Pijpen, La Rose en N.T. Bakker inzake een landelijk
steunpakket voor mentale gezondheidsproblemen voortkomend uit de coronacrisis … 4
010.21 Motie van de leden Blom en Veldhuyzen inzake Kansenongelijkheid, Effectiviteit
van het onderwijskansenbeleid nnee venen eeenee renee ÔÎ
011.21 Motie van de leden Grooten, El Ksaihi, N.T. Bakker en La Rose inzake het
rekenkamerrapport specialistische jeugdhulp, Ontwikkelen van een app voor jeugdhulp
012.21 Motie van de leden Boomsma en De Grave-Verkerk inzake het rapport van de
rekenkamer “jeugdhulp in Amsterdam”, Reële budgetten voor de specialistische
jeugdhulp … … neee eenenerseeeeeeerenvererenennnerenenneen neee veereeereeenneeen eener vereren OÔ
013.21 Motie van het lid Kreuger inzake kennisnemen van de bestuurlijke reactie op
analyse Bureau Integriteit over ontvreemding van gemeenschapsgeld in de G-buurt,
Stichting Democratisering G-Buurt had geen subsidie mogen ontvangen … … 56
014.21 Motie van de lid Kreuger inzake actualiteit over de coronacrisis, Geen avondklok
015.21 Motie van de leden Kili en Veldhuyzen inzake aanpassingen van de
evenemententerreinen op het Gaasperpark en het Martin Luther King Park … … … 44
016.21 Motie van de leden Kilic, Veldhuyzen en A.L. Bakker inzake geen
evenemententerrein op het Noorderpark … nnn ennnennereeen svenn ÂÂ
017.21 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Ceder en Veldhuyzen
inzake het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam, Informeren
omwonenden … … ….nnnnnenneneeneerevenver svenn eener reenenver vennen veneee renners vennen eenen OÙ
018.21 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Veldhuyzen inzake het
Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam, Toezicht en handhaving … 52
019.21 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Veldhuyzen en Ceder,
inzake het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam, Onderzoeken
klimaatadaptatie kelders … nnn enereeeen serene ree ren vereen OO
020.21 Motie van de leden De Grave-Verkerk en Boomsma inzake de juiste indicatoren
voor de jeugdhulp … … anneer renners eener seeenvere vennen eener venenvers verevenen SÓ
021.21 Motie van de leden Timman en Groen inzake duurzaam cremeren … 55
67
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen
022.21 Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti,
Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok … … … 10
022.21 Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti,
Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok … … … …… 33
VN2020-029669 Kennisnemen van de voortgangsbrief Tegengaan Kansenongelijkheid
VN2020-029854 Kennisnemen van de brief schuldenrust in tijden van corona…… …….60
VN2020-030002 Kennisnemen van het onderzoek naar duurzaam cremeren
gemeentelijke crematoria De Nieuwe Noorder en De Nieuwe Ooster …… … … 55
VN2020-030008 Vaststellen van het bestemmingsplan Osdorperweg Westrandweg .….48
VN2020-030009 Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Jeugdhulp in
Amsterdam: inkoop specialistische jeugdhulp’ en de aanbevelingen overnemen … ….35
VN2020-030010 Kennisnemen van de voortgangsbrief Amsterdammerschap in het
onderwijs … unne enn ereeeeneeeneeenversveneeeeneee eere reeenvervennnnereeeneeeennenver nnee O
VN2020-030011 Vaststellen van het gewijzigde Afwegingskader Grondwaterneutrale
Kelders Amsterdam … …… neee enerennverennerennseenenerenveereeverveer eenen Of
VN2020-030012 Vaststellen van de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark e.0……… 48
VN2020-030015 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op de risicoanalyse van
Bureau Integriteit inzake ontvreemding gemeenschapsmiddelen G-buurt. … … … 56
VN2020-030287 Kennisnemen van de Luchtvaartnota 2020-2050 … …… … 64
VN2020-030295 Kennisnemen van twee artikelen uit het NRC ‘Ambtenaren met
Marokkaanse wortels voelen zich niet veilig op het werk' en 'OM deelde strafdossier
rond radicaliseringsambtenaar met gemeente Amsterdam’ … … neren. 66
VN2020-030297 Kennisnemen van een artikel uit Het Parool Amsterdam stopt met
opvang grote groep ongedocumenteerden…… nnee veen OT.
VN2021-000045 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Amsterdam gaat met
mes en vork de klimaatcrisis te lijf! van het lid A.L. Bakker en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel … nnee 41
VN2021-000291 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel 'Van buurtwerk naar
betaald werk! van het lid Grooten en het voormalige lid De Heer en kennisnemen van
de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel … … … neee AT
VN2021-030007 Instemmen met een krediet voor de herinrichting van delen van het
Noorderpark … nnen nee eneeeenenneneeeensnseeeeeenennnereeenvenenenneeneeeevenen vennen
68
| Raadsnotulen | 68 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 september 2021
Portefeuille(s) Zorg
Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim
Behandeld door Directie OJZ
Onderwerp Verdeling subsidiebudget buurtteamorganisaties
Geachte leden,
Met deze brief informeer ik u namens het college over de keuze voor de verdeelsystematiek van
het stedelijke subsidieplafond over de buurtteamorganisaties en het ingroeipad daarvoor. In 2021
is het plafond nog verdeeld over de buurtteamorganisaties op basis van de werkelijke levering van
ondersteuning door MaDi's en Zorgaanbieders per stadsdeel in 2018. In het Uitvoeringsbesluit
Buurtteams Amsterdam d.d. 12 maart 2020 van uw raad is besloten het stedelijke subsidieplafond
objectief over de buurtteamorganisaties te verdelen met gebruik van de maatstaven die ook voor
de Sociale Basis worden gebruikt. Het voordeel van een dergelijke objectieve verdeling is dat het
budget zo terecht komt op de plek waar de problematiek verwacht wordt (vraaggericht in plaats
van aanbodgericht) en dat onderlinge vergelijking van inzet en behaalde resultaten beter mogelijk
wordt. Daardoor kunnen we als gemeente ook beter sturen op de gewenste ontwikkelingen. Vanaf
2022 zetten we een eerste stap richting die objectieve verdeling.
Voor de verdeling van het stedelijk subsidiebudget voor de Sociale Basis wordt gebruik gemaakt
van de maatstaven voor verdeling van het Sociaal Domein deel van het Gemeentefonds over de
Nederlandse gemeenten. In het vitvoeringsdocument is als nadere toelichting bij dit beslispunt
opgenomen:
“Voor de vertaling naar een objectieve verdeling onderzoeken we in hoeverre de gemeentefonds
maatstaven die voor de sociale basis zijn gebruikt een goede indicator zijn voor het beroep op een
buurtteam in een bepaald gebied. Daarbij kijken we ook naar de resultaten van de herijking van de
verdeling van het gemeentefonds in de Meicirculaire 2020 en welke impact dat heeft op de
gehanteerde maatstaven. Op basis daarvan komen we bij de Voorjaarsnota 2021 met een voorstel
voor objectieve verdeling en het bijbehorende ingroeipad. Voor 2021 houden we voor de verdeling het
historisch gebruik aan.”
In deze brief staan de uitkomsten van dit onderzoek en de definitieve keuze voor een
verdeelsytematiek. Deze verdeelsystematiek geldt vooralsnog alleen voor het Wmo deel van de
subsidie buurtteams Amsterdam. Het subsidiedeel dat betrekking heeft op de uitvoering van
Integrale Schuldhulpverlening en Sociaal Raadsliedenwerk kent -in ieder geval voor de eerste twee
jaren- een eigen verdeelsystematiek, op basis van te leveren prestaties. Op termijn zal worden
bezien of en hoe een gezamenlijke verdeelsystematiek vorm kan krijgen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2021
Pagina 2 van 4
Onderzochte alternatieven
Om de effecten van een objectieve verdeling in beeld te brengen zijn onderstaande systematieken
nader uitgewerkt:
1) Het huidige gemeentefondsmodel: dit wordt momenteel herijkt en dient als vitgangspunt
voor de huidige herverdeling van subsidiemiddelen Sociale Basis over de stadsdelen (69
indicatoren die deels niet meer worden gemonitord en gerapporteerd);
2) Het herziene gemeentefondsmodel: dit treedt naar verwachting per 2023 in werking (6
indicatoren: # inwoners; inkomen; leeftijd; migratieachtergrond; GGZ-gebruik en
opleidingsniveau);
3) De kwetsbaarheidsmonitor: een instrument ontwikkeld in Amsterdam om te duiden waar
kwetsbare Amsterdammers wonen (6 indicatoren waarbij sprake moet zijn van een lage score
op 3 daarvan: inkomen; werk; ouderdom/alleenstaand; ziektekosten; opleidingsniveau;
kwetsbare gezinssituatie).
ledere verdeelsystematiek laat een relatief hoog bedrag per inwoner zien voor de buurtteams in
Noord, Zuidoost en Nieuw West. Dat is conform verwachting, omdat in die stadsdelen de
(ingeschatte) problematiek ook het meest aanwezig is. Ten opzichte van de verdeling op basis van
historische gegevens (werkelijke zorglevering in fte in 2018) neemt het bedrag per inwoner voor
de buurtteamorganisaties in Noord en Zuidoost bij elk van de onderzochte systematieken wel af.
Dit is te verklaren vanuit het feit dat de inzet van budget per inwoner in die stadsdelen al relatief
hoog was.
Keuze verdeelsystematiek
Op grond van de volgende argumenten heeft het college gekozen voor een verdeelsystematiek
met gebruik van de herijkte maatstaven van het Gemeentefonds:
e De maatstaven zijn uit recent, grondig onderzoek naar correlatie tussen populatiekenmerken
en uitgaven in het Sociaal Domein voortgekomen en geaccepteerd voor de landelijke
verdeling.
e Het aantal maatstaven is overzichtelijk en uitlegbaar.
e De maatstaven zijn toekomstbestendig, met toepassing hiervan voorkomen we dat de
verdeelsystematiek na 2023 weer wijzigt.
e De maatstaven zijn volledig objectief, ze worden via het CBS opgehaald en gepubliceerd en
jaarlijks geactualiseerd.
e De toepassing van de maatstaven leidt tot inzet van budget op de plekken waar de
problematiek naar verwachting het grootst is.
Relevantie maatstaven
Het college heeft geconstateerd dat in de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds twee
maatstaven zijn opgenomen die voor de verdeling van het subsidieplafonds binnen de stad
Amsterdam weinig tot geen toegevoegde waarde hebben. Het gaat daarbij om de maatstaf
“Klantenpotentieel Regionaal” en “Inwoners in de leeftijdscategorie 75+”.
Klantenpotentieel regionaal: deze maatstaf wordt in het landelijke model gebruikt om
grootstedelijke problematiek te kunnen verwerken in de verdeling. Toepassing binnen Amsterdam
werkt nivellerend in plaats van dat het bijdraagt aan de adressering van de opgaven.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2021
Pagina 3 van 4
Inwoners 75+: deze leeftijdscategorie is een indicator voor gebruik van Wmo voorzieningen als
Wonen/Rollen/Vervoer, Hulp bij huishouden en Dagbesteding. In het totaal van Ambulante
Ondersteuning heeft deze leeftijdscategorie een aandeel van 13,8%. Daarmee past de maatstaf
minder goed bij de opgave van de buurtteams om kortdurende, op ontwikkeling gerichte
ondersteuning te bieden.
Het college heeft besloten deze maatstaven buiten beschouwing te laten en het deel van het
plafond dat met deze maatstaven verdeeld zou worden te verdelen met de maatstaven “Inwoners
met laag inkomen”; “Inwoners met een migratieachtergrond” en “Inwoners met een lage
opleiding”. Samen met de maatstaven “Aantal inwoners”, “Gebruik specialistische GGZ” en een
vast bedrag per stadsdeel vormen zij de verdeelsystematiek van het stedelijk subsidieplafond over
de stadsdelen.
Het college hecht eraan te benadrukken dat Amsterdammers ondersteuning ontvangen die past
bij hun individuele zorgvraag en persoonlijke situatie, zonder dat etiketten worden gebruikt als
“migratieachtergrond” of “laag opgeleid”. De gebruikte maatstaven zijn kenmerken van de
samenstelling van de populatie van een stadsdeel. Uit onderzoek blijkt dat die samenstelling iets
zegt over de omvang van de te verwachten vraag in het stadsdeel, waardoor deze bruikbaar is
voor de verdeling van het subsidieplafond.
Samenstelling verdeelsystematiek cluster Sociale Basis en cluster Wmo-voorzieningen
De nieuwe maatstaven voor verdeling van het Sociaal Domein deel van het Gemeentefonds
kennen twee clusters die voor deze exercitie relevant zijn:
1. Hetcluster Sociale Basis wordt voor 75% verdeeld op basis van het inwoneraantal en voor het
restant door de maatstaven migratieachtergrond en GGZ-gebruik.
2. Het cluster Wmo voorzieningen bevat naast deze maatstaven meer kenmerken, te weten
opleidingsniveau, leeftijd en inkomen.
Het budget voor de buurtteams is een samensmelting van taken die in de
gemeentefondssystematiek verdeeld worden met de maatstaven voor het cluster Sociale Basis
(bijv. Informatie en Advies, voormalig maatschappelijk werk) en taken die verdeeld worden met de
maatstaven voor het cluster Wmo voorzieningen (bijv. Ambulante Ondersteuning). De verhouding
hiertussen is ongeveer 30% maatstaven Sociale Basis en 70% maatstaven Wmo voorzieningen.
Deze verdeling vertalen we door naar de verdeling van het subsidieplafond, waardoor een
gewogen en evenwichtige verdeling ontstaat.
Ingroeipad
De oorspronkelijke gedachte over invoering van de verdeelsystematiek in het vitvoeringsbesluit
sloot aan bij de duur van het ingroeipad van de herverdeling Sociale Basis en besloeg een termijn
van 4 jaar, gerekend vanaf het eerste jaar van volledig functioneren van de buurtteams: 2022.
Daarmee zou in 2025 de herverdeling volledig ingevoerd zijn.
Inmiddels is de startdatum en fasering van de buurtteams gewijzigd. De buurtteams zijn op 1 april
2021 gestart en de overdracht van cliënten vindt plaats tot 1 april 2022. Daarmee is de opbouw en
ingroei van het subsidiebudget ook gewijzigd. Het totale subsidiebudget is namelijk pas
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2021
Pagina 4 van 4
beschikbaar vanaf het moment dat de overdracht van cliënten vit de Ambulante Ondersteuning is
afgerond. Het eerste jaar dat het volledige budget wordt verdeeld over de buurtteamorganisaties
is daarom 2023. De buurtteamorganisaties groeien dus zowel in 2021 als in 2022 naar hun
volledige capaciteit.
Een verdeling met gebruik van de herijkte, relevante maatstaven uit het nieuwe
gemeentefondsmodel maakt het mogelijk om een ingroeipad van 2 jaar te realiseren. Er resteert
na toepassing van de verdeelsystematiek en de maximering van de afwijkingen een
herverdeelsaldo. Dit saldo ontstaat doordat de (gemaximeerde) afname van budget bij krimpende
buurtteamorganisaties groter is dan de (gemaximeerde) toename bij groeiende
buurtteamorganisaties. Als dit herverdeelsaldo wordt ingezet om de afname bij de meest
krimpende buurtteamorganisatie te compenseren, dan wordt dit beperkt tot 5%. Daarmee blijft
de gemeente bij een ingroeipad van 2 jaar binnen de gemaximeerde afwijking van 2,5% per jaar. Er
zijn dan wel buurtteamorganisaties die meer dan 2,5% per jaar groeien, maar die ondervinden
daarvan geen nadeel.
Monitoring
De gekozen verdeelsystematiek komt voort uit gedegen landelijk onderzoek naar de samenhang
tussen uitgaven van gemeenten op de onderdelen van het Sociaal Domein en kenmerken van hun
inwoners. De verwachting is dat met de toepassing van deze systematiek het stedelijk plafond
zodanig wordt verdeeld, dat het recht doet aan de te verwachten vraag in de afzonderlijke
stadsdelen. We monitoren of dat in de praktijk ook blijkt, door met de buurtteamorganisaties één-
op-één én gezamenlijk in gesprek te gaan over de ontwikkeling van de vraag en instroom van
Amsterdammers en de specifieke kenmerken van de instroom. Op die manier kunnen we een
gedeeld beeld opbouwen van de juistheid en volledigheid van de gehanteerde maatstaven en -
indien nodig- gepaste actie ondernemen. Het eerste gezamenlijke gesprek hierover voeren we in
de eerste helft van 2022.
Vervolg
Het college verwerkt de gekozen verdeling in de publicatie van de jaarlijkse subsidieplafonds, op
basis waarvan de buurtteamorganisaties hun jaarplannen opstellen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
gi
Simone Kukenheim
Wethouder Zorg, Jeugd{zorg), Beroepsonderwijs en Sport
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1638
Publicatiedatum 9 december 2016
Ingekomen onder w
Ingekomen op woensdag 30 november 2016
Behandeld op woensdag 30 november 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Boldewijn inzake het concept-vervoerplan GVB 2018
(stadspashouders gebruikmaken van streekvervoer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het concept-vervoerplan GVB 2018 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1600).
Overwegende dat:
— _stadspashouders die een GVB-kaart ontvangen, geen toegang hebben tot het
openbaar vervoer in die wijken waar alleen streekvervoer beschikbaar is;
— deze groep hierdoor in hun rechten wordt beknot;
— ereen oplossing gevonden moet worden voor dit probleem.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij het GVB en andere vervoerders op aan te dringen samen (voordat de nieuwe
dienstregeling ingaat) tot een oplossing te komen zodat stadspashouders ook gebruik
kunnen maken van het streekvervoer in Amsterdam.
Het lid van de gemeenteraad
H.B. Boldewijn
1
| Motie | 1 | discard |
Stagepact MBO 2023 - 2027
_ 1 BEROEPSVERENIGING
Î BSPLEIDERS 7 AP NRTO VNO NCW
| meo | E-MBO MBO Raad _ sinsctsadvorannoeonedn ee
Nederland
Jongeren Organisatie Beroepsvereniging MBO Raad Nederlandse Raad voor VNO-NCW MKB-Nederland
Beroepsonderwijs (JOB Opleiders MBO (BVMBO) Training en Opleiding
MBO) (NRTO)
Onderwij Jongeren
VN G beroepsonderwijs ro bedrijfsleven DE 014 3 AU
gt
Vereniging Nederlands Samenwerkingsorganisatie CNV Onderwijs CNV Jongeren Federatie Nederlandse
Gemeenten (VNG) Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Vakbeweging (FNV)
(SBB)
éU N ITED AG b FO, regle Zaken en Venen Onderwijs, Cultuur en
Onderwijsvakorganisaties
FNV Young & United Algemene Onderwijsbond Federatie van Ministerie van Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs
(AOb) Onderwijsvakorganisaties (FvOv) Werkgelegenheid (SZW) Cultuur en Wetenschap (OCW)
® ®
| n | e I d I ng Bovenop de afspraken die we al hebben gemaakt over
stages, bijvoorbeeld in een beroepspraktijkvorming (bpv)
Leren in de praktijk is een onmisbaar onderdeel van alle protocol, cao of servicedocument, committeren we ons aan
mbo-opleidingen.’ Tijdens de praktijk ontwikkelen de afspraken uit dit stagepact. We verwerken deze in de
studenten vaardigheden en motivatie om na het halen documenten, afspraken en werkwijzen die we al hebben.
van een diploma aan de slag te gaan. Het leren in de
praktijk is een ontdekkingstocht, zowel voor zij-instro- Samenwerking
mers als voor jongeren die meteen doorstromen na de Dit stagepact heeft ambitieuze doelen die geen enkele
middelbare school. Via een stage of leerbaan maken ze partner alleen kan realiseren. Nauwe samenwerking en
kennis met een nieuw werkveld en een nieuwe rol, een bijdrage van alle partners, ook regionaal en sectoraal,
waarbij ze onder begeleiding nieuwe ervaringen opdoen is nodig. Het stagepact is daarvoor een belangrijke stap,
en hun professionele identiteit ontwikkelen. want door het ondertekenen ervan committeren wij ons
om de regionale en sectorale achterban te informeren en
Wij, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB MBO), te mobiliseren. Bekostigde mbo-scholen nemen initiatief
Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO), de MBO Raad, de om met interne en externe stakeholders regionale
Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO), VNO-NCW afspraken te maken over interventies, beleid en maatre-
MKB-Nederland, Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG), gelen om de ambities uit het stagepact te realiseren
Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB),
CNV Onderwijs en CNV Jongeren, Federatie Nederlandse Monitoring en bijsturing
Vakbeweging (FNV) en FNV Young & United, Algemene Elk thema in het stagepact wordt uitgewerkt met doelstel -
Onderwijsbond (AOb), Federatie van Onderwijsvakorganisaties lingen, concrete maatregelen en indicatoren die we
(FvOv), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezamenlijk zullen monitoren. We vinden het namelijk
(SZW) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belangrijk om te weten of we doen wat we toegezegd
(OCW), zetten ons ervoor in dat alle studenten een stage of hebben, of het leidt tot een verandering in gedrag en of
leerbaan krijgen met uitstekende begeleiding en rand- we onze doelstellingen behalen. We willen leren over het
voorwaarden, waaronder een passende vergoeding voor effect van beleid en acties uit het stagepact om de stages
de stage. We hechten aan gelijke behandeling van alle te verbeteren voor mbo-studenten. Daarvoor is nodig om
studenten bij het toekennen van stageplaatsen en inzichtelijk te maken waar we staan, uitvoering van acties
leerbanen en zorgen ervoor dat studenten zich welkom te monitoren en waar nodig bij te sturen.
voelen en gelijk behandeld worden bij hun leerbedrijf en
binnen de branche. Stagediscriminatie? is onacceptabel. We sluiten zoveel mogelijk aan bij bestaande indicatoren.
Met dit stagepact maken we daar afspraken voor en We doen een nulmeting in 2023 waarbij we de huidige
committeren we ons om concreet bij te dragen aan deze stand op de doelstellingen en indicatoren vaststellen of
gezamenlijke ambities. We handelen per direct in de geest gezamenlijk nieuwe (kwantificeerbare) doelstellingen
van het pact. vaststellen. OCW neemt het voortouw voor gezamenlijke
monitoring en zorgt voor betrokkenheid van studenten.
Het stagepact richt zich op vier thema’s: De eerste twee jaar van het stagepact wordt het effect van
*_ Verbeteren van stagebegeleiding de maatregelen onderzocht en gemonitord. Als na twee
+ _ Uitbannen van stagediscriminatie jaar blijkt dat er geen positieve beweging op gang komt,
* Realiseren van voldoende stageplaatsen dan worden de maatregelen heroverwogen, waarbij de
* Bieden van een passende vergoeding stap naar wet- en regelgeving niet wordt uitgesloten. In
2027 maken we gezamenlijk de balans op en herijken we
het stagepact met alle ondertekenaars.
1 Inhet stagepact bedoelen we alle vormen van beroepspraktijkvorming
zowel in het bekostigd als niet-bekostigd mbo, tenzij specifiek vermeld
dat het anders is.
2 Stagediscriminatie is (een) student(en) anders behandelen, achterstel-
len of uitsluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken. Discriminatie
op de volgende gronden is wettelijk niet toegestaan: godsdienst,
levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, OO
seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap of chronische ziekte 3 _Mbo-scholen betrekken gemeenten en antidiscriminatievoorzieningen
en/of leeftijd. (ADV's) bij de planvorming voor de aanpak van stagediscriminatie.
-2-
vertegenwoordigers van school en leerbedrijf elkaar
Ve rb ete re n Va n beter leren kennen. Dit persoonlijke contact zorgt
e ge ervoor dat ‘lastige’ gesprekken tussen leerbedrijf en
sta ge bege | e Í d I ng school, bijvoorbeeld over stagediscriminatie, eerder en
beter gevoerd kunnen worden.
Doel 1: Het aantal studenten dat tevreden is ° Deze afspraken worden conform het BPV-protocol in
over de begeleiding tijdens de stage vanuit de de praktijkovereenkomst vastgelegd. Op deze manier
school en vanuit het leerbedrijf stijgt. landt de afspraak in het stagebeleid van iedere
* Stagebegeleiding door de school is net zo belangrijk als mbo-school en is het een duidelijke afspraak voor de
stagebegeleiding door het leerbedrijf. Docenten, student en leerbedrijf in hun praktijkovereenkomst.
beroepspraktijkvormingsbegeleiders, en -coördinato- * Ook leerbedrijven zetten zich in om de begeleiding van
ren en andere onderwijsprofessionals hebben een studenten te verbeteren. Het leerbedrijf neemt deel
belangrijke rol in het begeleiden van studenten voor, aan drie contactmomenten met de school en de
tijdens en na hun stage. Mbo-scholen zetten zich in om stagiair over de stage. Het regelt samen met de school
hun stagebeleid en de uitvoering ervan verder te een contactmoment bij het leerbedrijf zelf.
professionaliseren, met als doel dat alle studenten zich * SBB verbetert de basisondersteuning aan (beginnende)
bij de voorbereiding op, en tijdens de stage, goed praktijkopleiders. SBB, scholen en werkgevers brengen
geïnformeerd, gezien en gesteund voelen. En alle in kaart welke mogelijkheden er nu al zijn bij SBB, in de
stagebegeleiders bij mbo-scholen kunnen passend markt en bij branches/opleidings- en ontwikkelings-
adequaat handelen voor het volgende: fondsen en waarom ze wel of niet worden gebruikt.
— warme overdracht tussen student en leerbedrijf bij Waar nodig en mogelijk breidt SBB de ondersteuning
studenten met een extra hulpbehoefte; aan praktijkopleiders uit en wijst ze leerbedrijven op de
— begeleiding op maat aan studenten met een extra opleidingsmogelijkheden die de andere partijen
ondersteuningsbehoefte; bieden. SBB sluit hiervoor aan bij de wensen van
— inzet op preventie en optreden bij praktijkopleiders, zodat we praktijkopleiders zo goed
stagediscriminatie; mogelijk ondersteunen.
— optreden bij (vermoeden van) oneigenlijke inzet van * _Loopbaanoriëntatie en —-(studie)begeleiding (LOB) helpt
stagiairs als werknemers. mbo-studenten om de juiste studiekeuze te maken en
* _ Voor optimale begeleiding van de student tijdens de zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. De inzet op
stageperiode is goed contact nodig tussen het leerbe- LOB is daarom onderdeel van de werkagenda MBO.
drijf, de begeleider vanuit de school en de student.
Persoonlijk contact zorgt ervoor zorgt dat studenten hun e
begeleiding beter waarderen en dat werkgevers een U Itba n n e n Va n sta ge =
duidelijk contact en aanspreekpunt hebben op school. . . . .
Om die reden is het uitgangspunt dat er per stage in d l SCFI m l nati e
ieder geval drie contactmomenten tussen school,
student en leerbedrijf zijn, waarvan tenminste een fysiek Doel 2: Stagediscriminatie in het mbo daalt.
op locatie van het leerbedrijf. Bij de overige twee We bouwen kennis op over het (herkennen,
contactmomenten kunnen school, student en leerbedrijf voorkomen en aanpakken van discriminatie.
onderling besluiten op welke wijze contact wenselijk is. * _ Onderwijsprofessionals erkennen stagediscriminatie
* Er zijn uitzonderlijke situaties denkbaar waarbij drie als probleem, kennen en gebruiken effectieve interven-
contactmomenten of fysieke contactmomenten niet ties en voelen zich gesteund door het bestuur van de
mogelijk of wenselijk zijn. In die gevallen kunnen onderwijsinstelling.
scholen hier van afwijken. We vertrouwen op de *_ Leerbedrijven werken actief aan het voorkomen van
professionele afweging van de school om hierin in het stagediscriminatie en het creëren van een sociaal
belang van de student het juiste besluit te nemen en veilige werkomgeving.
dit alleen bij uitzondering toe te passen. * SBB helpt leerbedrijven daarbij en handelt richting
*_ Bijkomend voordeel van minimaal drie contactmo- leerbedrijven bij discriminatie.
menten tussen school, leerbedrijf en student is dat *_ Studenten weten waar ze terecht kunnen op school
TT bij stagediscriminatie en voelen zich meer gesteund
q Indicator JOB monitor. door school.
-$-
Het is tijd voor een grote en zichtbare stap vooruit tegen werving en selectie? en aanscherping van het erkennings-
stagediscriminatie. Het voorkomen en tegengaan van reglement van SBB (zie hieronder) de sociale norm dat
stagediscriminatie en het zorgen voor een inclusieve discriminatie verboden en onwenselijk is en dat leerbe-
werkomgeving, wordt onderdeel van het reguliere drijven beleid moeten hebben voor een sociaal veilige
werkproces van overheid, leerbedrijven en scholen. De leeromgeving en om gelijke kansen op stages te creëren.
ondertekenaars zetten zich met het stagepact in om * We stimuleren en organiseren kennisuitwisseling
discriminatie en vooroordelen tegen te gaan. Studenten tussen scholen, leerbedrijven en brancheverenigingen.
merken met dit stagepact het verschil.
Het uitbannen van stagediscriminatie omvat drie pijlers5: 2. Het stelsel inrichten om stagediscriminatie te
1. Sociale normstelling voorkomen en tegen te gaan
2. Het stelsel inrichten om stagediscriminatie te voorko- *_ ledere student heeft recht op een veilige eerste
men en tegen te gaan kennismaking met de arbeidsmarkt. Stagediscriminatie
3. Aanpakken van stagediscriminatie is onacceptabel. We bundelen onze krachten en gaan
De drie pijlers worden tegelijk opgepakt, omdat de stagediscriminatie samen uitbannen. We schuwen
maatregelen erbinnen elkaar versterken en in samenhang ongemakkelijke maatregelen niet. Voorop staat wat
moeten worden gezien. daadwerkelijk kan werken.
*_Op verschillende plekken doen scholen en bedrijven nu
1. Sociale normstelling al ervaring op met het objectief matchen en plaatsen
+ _ Discriminatie is verboden in Nederland en is nooit de van studenten bij een stageplek. Uit onderzoek van KIS
fout van de student. De wortel van het probleem ligt blijkt dat dit een kansrijke maatregel is om stagediscri-
bij machtsverschillen en (onbewuste) vooroordelen in minatie te voorkomen? Stagematching zorgt ervoor
de maatschappij. We willen niet dat jongeren te maken dat studenten niet worden geconfronteerd met
krijgen met sociaal onveilige situaties op de plekken uitsluiting bij de zoektocht naar een stage.
waar zij leren en zich professioneel ontwikkelen. *_ Dit nieuwe, kansrijke instrument voegen we daarom toe
* We gaan actief stagediscriminatie tegen en zorgen voor aan onze gezamenlijke aanpak van stagediscriminatie.
een veilige leer- en werksfeer. We zien allen het belang Stagematching is een onderdeel van het totale pakket
van diversiteit en inclusie binnen onze organisaties. We dat we in het stagepact afspreken om stagediscriminatie
dragen dit uit binnen onze organisaties en richting onze te voorkomen en de kwaliteit van stages te verbeteren.
achterban. We erkennen dat het stellen van deze sociale * De invoering is een gezamenlijk leerproces. Dit vraagt
norm bijdraagt aan het voorkomen van discriminatie. De van alle partners substantieel extra inzet.
top van de organisatie heeft daar een belangrijke rol in. Stagematching vraagt een andere werkwijze van
* We hebben als ondertekenaars van het pact een onderwijsteams en van leerbedrijven. We kiezen voor
voorbeeldfunctie. Met ons gedrag in onze organisaties een ambitieuze en realistische implementatiestrategie,
en onze manier van handelen bij het werven, selecteren, waarbij we verschillende varianten beproeven. Dit
begeleiden en beoordelen van studenten rondom hun vraagt om een programmatische aanpak, waarin alle
stage, laten we zien dat we ons committeren aan een partijen een zichtbare rol hebben.
eerlijke en (sociaal) veilige behandeling van studenten. * We volgen of de maatregel werkt en sturen waar nodig
* _ Als overheid, bedrijfsleven, scholen en studenten bij. We kijken daarbij naar de uitvoering van de
kunnen we elkaar aanspreken op onze inzet en onze maatregel, en naar de werkzaamheid van de maatregel
voorbeeldfunctie. Dat doen we ook om gezamenlijk te als zodanig binnen het totale pakket aan maatregelen.
leren, zodat we de stagemarkt echt verbeteren en Het doel is dat alle studenten een veilige eerste
zorgen voor minder stagediscriminatie. kennismaking met de arbeidsmarkt hebben. We volgen
» _Westellen met het wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij samen de realisatie van deze ambitie en spreken elkaar
aan op onze inzet.
* We starten met een substantiële stap. De beweging
Oe start daarom vanaf het begin op iedere school. We
5 We maken ook gebruik van bestaande maatregelen uit onder andere
het actieplan arbeidsmarktdiscriminatie en de werkagenda VIA (TK OO
29544, nr. 1119 Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2022-2025: 7 TK 35673, nr. 2 Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Nog
Gelijkwaardige kansen voor iedereen). in behandeling in het parlement.
6 MBO-Stagediscriminatie voorkomen en aanpakken: wat kan werken? 8 KIS (2021). MBO-stagediscriminatie voorkomen en aanpakken:
(p. 16) KIS, 2021. wat kan werken?
-4-
starten met een kopgroep van bedrijven en onderwijs- Sectoren kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.
teams die dit mogelijk maakt en hebben de ambitie om
deze groep steeds verder uit te breiden. MKB * _Stagebegeleiders vertellen de student vooraf en tijdens
Nederland en VNO-NCW roepen leerbedrijven op om de stage hoe de student stagediscriminatie kan
voortvarend deel te gaan nemen. herkennen, op school kan melden en hoe de school
* We kiezen voor eerstejaars bol-studenten omdat dit ermee omgaat. Ook blijft de begeleider vanuit school
(meestal) jonge studenten zijn die voor het eerst in gesprek met de student om te monitoren hoe het
kennismaken met de arbeidsmarkt. Voor hen hebben gaat op de stageplek.
we een extra verantwoordelijkheid om die start *_ Scholen informeren onderwijsprofessionals over hoe ze
succesvol te maken. kunnen escaleren wanneer een student bij hen komt
* Matching gebeurt binnen alle varianten die we beproe- met een casus. Stagebegeleiders op school professiona-
ven op basis van de leerwens en competenties van de liseren verder (zie ook het thema ‘verbeteren stagebege-
student en op basis van wat het leerbedrijf kan bieden. leiding’) en bouwen expertise op om stagediscriminatie
Er wordt niet gematcht op basis van de persoonlijkheid te kunnen (herkennen, voorkomen en aanpakken.
of persoonlijke kenmerken van de student. Het bedrijf Daardoor voelen ze zich bekwaam om het ‘lastige
voert bij gematchte studenten geen ‘klikgesprek’, gesprek’ te voeren met studenten en leerbedrijven.
* Voor het slagen van de maatregel is het belangrijk dat er »__ Stagebegeleiders bespreken de visie van de school op het
een goede samenwerking is tussen SBB, school, voorkomen van stagediscriminatie met leerbedrijven. Ze
stagebedrijf en student. Een belangrijke randvoorwaar- spreken leerbedrijven aan bij signalen van studenten.
de is dat scholen hun studenten en hun stagebedrijven * _ Elke mbo-school heeft een laagdrempelig meldpunt
goed kennen en dat de scholen de deelnemende waar studenten stagediscriminatie en oneigenlijke inzet
bedrijven (uit de kopgroep) weten te vinden. Studenten van stagiairs kunnen melden, ondersteuning en nazorg
krijgen begeleiding bij het opstellen van hun leerwens krijgen, bijvoorbeeld de toegankelijke klachtenfaciliteit.>
en worden door de school goed voorbereid op de stage. * _ Alle mbo-scholen stimuleren studenten om stagedis-
*_ Studenten kunnen altijd zelf een stageplek zoeken, ook criminatie en oneigenlijk gebruik van stagiairs te
in het eerste jaar. Studenten die zelf een stageplek willen melden. Studenten krijgen bij melding altijd mogelijk-
zoeken stemmen dit af met de school. Bedrijven zijn en heid tot een vervangende stage.” Scholen zorgen
blijven verantwoordelijk voor wie er op hun werkvloer ervoor dat studenten weten waar ze stagediscriminatie
rondlopen. Bedrijven en studenten kunnen altijd op school kunnen melden, welke stappen de onderwijs-
onderbouwd bij de school aangeven als de gematchte professional onderneemt en dat studenten mogelijkheid
stageplek volgens hen niet passend is. De school komt in hebben tot een vervangende stage zonder dat ze studie-
dat geval samen met de student tot een oplossing. vertraging oplopen, bijvoorbeeld via een routekaart.
* We besteden in de mid-term evaluatie van de werk- *_ Scholen zorgen er ook voor dat studenten weten waar ze
agenda MBO en het stagepact in 2025 speciaal aan- buiten de school stagediscriminatie kunnen melden, als
dacht aan stagematching. We monitoren en optimali- ze zich niet veilig genoeg voelen om dat op school te
seren de effectiviteit van de maatregel. Ook het doen. Studenten kunnen buiten de school melden bij een
initiatief van het bedrijfsleven rond open hiring is veel regionaal anti-discriminatievoorziening die de student
belovend voor een toegankelijke arbeidsmarkt en vervolgens kan bijstaan.” Scholen informeren studenten
volgen we met veel belangstelling. dat ze ook bij de Vertrouwensinspecteur van de Inspectie
* De mid-term evaluatie geeft ons eerste inzichten of het
instrument werkt, niet werkt of in bepaalde gevallen
werkt. Op basis van deze informatie kunnen we 9 Mbo-scholen kunnen het meldpunt koppelen aan de toegankelijke
bijsturen. Op de uitvoering van de maatregel, of op de faciliteit die elke mbo-instelling met de invoering van de Wet verbetering
rechtsbescherming mbo-studenten (1 augustus 2023) moet hebben
maatregel als zodanig binnen het totale pakket. De om studenten met klachten en bezwaren door te verwijzen naar de
veilige kennismaking met de arbeidsmarkt voor alle juiste commissie. Naast deze verwijzende functie kan de toegankelijke
audenten staat voorop niet deinswumentendiedaar AU Ne
aan bij moeten dragen. bieden indien het bevoegd gezag en SBB vaststellen dat de beroeps-
*_ Het bedrijfsleven spant zich in om stagediscriminatie praktijkvorming niet naar behoren zal kunnen plaats vinden (artikel
als permanent thema in de bedrijfsvoering en het 7.2.9, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
. . 1 Daarnaast kunnen studenten stagediscriminatie melden bij het College
HR-beleid in te bedden. Dit doen ze onder andere door voor de Rechten van de Mens en de politie. Een antidiscriminatie-
goede voorlichting en het delen van best practices. bureau kan een student bijstaan bij melding bij deze organisaties.
„5D -
van het Onderwijs om advies kunnen vragen. 3. Aanpakken van discriminatie
* SBB is verantwoordelijk voor het bevorderen van de * We vinden opvolging van meldingen van discriminatie
kwaliteit van leerbedrijven. Een (sociaal) veilige essentieel voor het vertrouwen van studenten in
leeromgeving, vrij van stagediscriminatie, is daar een onderwijs en arbeidsmarkt en zorgen voor opvolging
belangrijk onderdeel van. We scherpen het erkennings- van alle meldingen?
reglement aan, door bij de voorwaarde dat ‘voor iedere *_ Studenten melden signalen van discriminatie in eerste
student een relevante leerplaats in sociaal veilige instantie op school. Scholen ontwikkelen een regionale
omstandigheden beschikbaar is’ te expliciteren en te werkwijze voor het opvolgen van meldingen, steun en
benoemen dat de leerplaats gevrijwaard dient te zijn nazorg voor de student en het aanpakken van discrimi-
van omstandigheden waardoor de persoonlijke natie. Scholen maken hierbij gebruik van de inzichten
belangen van de student kunnen worden geschaad, uit het onderzoek van KIS naar het studentenperspec-
waaronder omstandigheden waarbij sprake is van tief bij het melden van stagediscriminatie.*
discriminatie maar ook ander ongewenst gedrag zoals * Naar aanleiding van de melding vindt in de driehoek van
o.a. (seksuele) intimidatie, agressie en pesten. student, leerbedrijf, school het gesprek plaats.5 Indien
*_ Als onderdeel van de erkenningsvoorwaarden het gesprek hier aanleiding toe geeft, meldt de school
bespreekt SBB met het leerbedrijf hoe men gelijke stagediscriminatie en/of een (sociaal) onveilige omge-
kansen bij werving en selectie vormgeeft en discrimi- ving voor studenten bij het klachtenloket van SBB, SBB
natie en ander ongewenst gedrag op de werkvloer doet onderzoek, waarbij de erkenning gedurende het
voorkomt. Het leerbedrijf wordt ook gewezen op onderzoek kan worden geschorst en in samenwerking
wet- en regelgeving zoals arbowetgeving en het met de school of scholen voor ook eventuele andere
wetsvoorstel Toezicht Gelijke Kansen bij Werving en stagiairs bij het leerbedrijf een alternatieve stageplek
Selectie van SZW, waarbij de Nederlandse arbeidsin- kan worden geregeld. Op basis van de uitkomsten van
spectie de toezichthoudende rol heeft. het onderzoek (waarop ook hoor en wederhoor zal
* __Praktijkbegeleiders bij leerbedrijven worden geëqui- worden gepleegd) kan SBB vervolgens besluiten tot
peerd op inclusief werkgeverschap, zodat ze discrimi- intrekking van de erkenning. SBB bouwt hiertoe de
natie kunnen (herkennen, voorkomen en aanpakken. benodigde expertise op. SBB geeft duidelijkheid en
Leerbedrijven werven en selecteren stagiairs op een inzicht in de klachtenprocedure voor stagediscriminatie
eerlijke manier en creëren een veilige sfeer op de zodat alle partijen weten wat SBB kan doen.
werkvloer. SBB biedt alle leerbedrijven de mogelijkheid * _OCW, SZW, SBB en toezichthoudende instanties,
om zich daarvoor verder te ontwikkelen. SBB bouwt waaronder de Nederlandse Arbeidsinspectie en Inspectie
hiertoe expertise op over de eisen die volgen uit het van het Onderwijs gaan met elkaar in gesprek over het
wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en delen van signalen en besluiten over stagediscriminatie.
selectie, over stagediscriminatie en over effectieve *__Mbo-scholen registreren alle meldingen en signalen
interventies. SBB gebruikt daarbij kennis en expertise van studenten over erkende leerbedrijven en geven
van andere organisaties. Adviseurs van SBB spreken deze door aan SBB. Ook wanneer geen actie van SBB
leerbedrijven aan bij signalen van discriminatie (zie ook wordt gevraagd. SBB registreert alle meldingen en
‘Aanpakken van discriminatie’).
* We gebruiken en ontwikkelen kennis en expertise over _
het tegengaan van stagediscriminatie. OCW faciliteert 12 Ongelijke kansen op de stagemarkt: Onderzoek naar objectief vast-
, . . . gestelde en ervaren stagediscriminatie in het mbo in Utrecht (p. 8).
het beschikbaar maken van deze kennis en expertise via Verwey-Jonker Instituut, 202
een landelijk punt voor ondersteuning van mbo-scho- 13 De school kan hulp vragen aan het landelijk punt voor ondersteu-
len, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van een route- ning van mbo-scholen, of aan het regionaal antidiscriminatiebureau
kaart of escalatieladder. Organisaties met specialistische afhankelijk van de regionale afspraken, direct escaleren naar SBB,
| 0 8 Nl | pEclalsu aangifte doen bij de politie of de zaak voorleggen aan het College voor
expertise op het gebied van bijvoorbeeld LGBTQIA+- de Rechten van de Mens, als de student het daarmee eens is.
studenten of bijvoorbeeld studenten met een onder- 1q Onderzoek wordt begin 2023 afgerond. De resultaten worden vervol-
steuningsbehoefte, worden aangesloten zodat zij deze gens openbaar gemaakt op de websitevan KS. —
. , ‚ 15 De school kijkt hierbij altijd of een gesprek in de driehoek van student,
specifieke kennis en expertise kunnen delen. leerbedrijf en school veilig is voor de student. Als de student zich niet
veilig voelt om bij het gesprek aanwezig te zijn, voert de school met het
leerbedrijf een gesprek naar aanleiding van de melding.
16 Voor het doorzetten van meldingen wordt toestemming van de student
gevraagd. Signalen worden geanonimiseerd zodat ze niet herleidbaar
zijn naar de student.
-6-
rapporteert hierover jaarlijks geanonimiseerd aan subsidieregeling praktijkleren en streven er naar het
OCW, de SBB studentenkamer en aan de branches. SBB maximale bedrag van €2700,- per praktijkleerplaats uit te
gebruikt die informatie om zicht te houden op de kunnen keren. OCW verkent daarom of de hoogte van de
kwaliteit van leerbedrijven en bij het ondersteunen van subsidie praktijkleren beter afgestemd kan worden op het
leerbedrijven om stagediscriminatie te voorkomen en aantal verwachtte bbl-studenten.
tegen te gaan. * We erkennen dat een stagiair verschilt van een regulie-
re werknemer. In de bpv werken bol en bbl studenten
e niet alleen, maar leren zij ook. Het leerbedrijf zorgt dat
Rea | se re n Va n vol = er voldoende ruimte is om te leren tijdens de stage en
dat het bedrijf niet afhankelijk is van de inzet van
d oe n d e sta ge D | d atse n stagiairs zoals van een werknemer.
* We zorgen voor goede voorlichting voor bedrijven en
Doel 3: Het aantal stagetekorten daalt. studenten over de regels en afspraken rondom
* Het is van groot belang dat er voor iedere student een beroepspraktijkvorming (bpv) en over hoe meldingen
stageplaats is. De stage is een essentieel onderdeel van van oneigenlijk gebruik van stagiairs en stagediscrimi-
de opleiding, waar studenten in de praktijk leren en natie kunnen worden gemeld. Daardoor zijn de rechten
vaardigheden opdoen voor de arbeidsmarkt. Zonder en plichten ook voor studenten helder. Het BPV-
stage kunnen studenten hun opleiding niet afronden. protocol en afspraken zoals die zijn vastgelegd in de
* Werkgevers en SBB spannen zich samen in om te BPVO zijn daarbij het uitgangspunt.
zorgen voor voldoende kwalitatief goede en toeganke- * _ Zoals in de werkagenda afgesproken starten we een
lijke stageplaatsen en leerbanen. bbl-offensief. Onder andere door in het regionaal
* Binnen de werkwijze ‘Kansrijk opleiden’ zorgen scholen mobiliteitsteam (RMT) aandacht te vragen voor
en bedrijfsleven er gezamenlijk voor dat de student scholing van werkenden en werkzoekenden via de bbl,
een kansrijke opleiding geboden wordt. MBO-certificaten en praktijkverklaringen.
* Het is cruciaal dat het aanbod op Stagemarkt en
Leerbanenmarkt actueel is. Bedrijfsleven en SBB e
hebben hier de verantwoordelijkheid voor. SBB geeft B I ed e n Va n ee n
structureel opvolging aan het actieplan stages en e
leerbanen, waarbij geleerd wordt van de ervaringen pa sse n d e ve rgoed I ng
met het actieplan tot nu toe.
SBB brengt vraag en aanbod naar stages en leerbanen Doel q: Elke student krijgt een passende ver-
in beeld. Branches, werkgevers en SBB delen goede goeding voor de stage. Die bestaat minimaal
voorbeelden over hoe knelpunten in de beschikbaar- uit een vergoeding die alle onkosten omvat.
heid van stageplaatsen zijn opgelost. Daarbovenop staan in elke cao afspraken’?
“OCW ondersteunt bedrijven met de Subsidieregeling over een passende stagevergoeding.
praktijkleren bij het begeleiden van studenten bij bbl-leer- * We vinden het belangrijk dat studenten een passende
banen. De regeling wordt momenteel geëvalueerd. Het is vergoeding krijgen en geen extra onkosten hoeven te
wettelijk vereist dit iedere vijf jaar te doen. Inzichten uit de maken voor hun stage.
evaluatie worden gebruikt om te beoordelen of de * We zorgen er daarom voor dat alle studenten in 2023
subsidieregeling in de huidige vorm kan worden voortge- een onkostenvergoeding krijgen die ten minste alle
zet of dat er aanleiding is om inhoudelijke wijzigingen kosten in euro's omvat die een student moet maken
door te voeren of de regeling stop te zetten. Het wederom (van het bedrijf of van de wet) om stage te kunnen
meerjarig verplichten van de regeling ligt ons inziens voor lopen bij een bedrijf (inclusief reiskosten als deze niet
de hand. Bij een positieve evaluatie zullen de huidige op een andere manier vergoed worden en VOG).
middelen ingezet worden voor een vervolgregeling van Het leerbedrijf betaalt deze onkostenvergoeding.
5 jaar (zie ook de werkagenda). * Bovenop de onkostenvergoeding stimuleren we
» We besteden aandacht aan de informatievoorziening rond (semi-) publieke en private werkgevers tot het geven
de verwachte hoogte van het bedrag in het mbo voor de
subsidie praktijkleren. Het maximale subsidieplafond is in .
. . 17 In sommige cao’s staan alleen afspraken over werknemers. In dat geval
deze regeling leidend voor het bedrag per student. We wordt dit in een bijlage bij de cao geregeld. Deze heeft dezelfde waarde
onderschrijven het belang van een stabiele hoogte van de als de cao zelf.
-{-
van een passende stagevergoeding voor bol-studenten
en hierover afspraken te maken in alle cao's. Sociale
partners nemen het voortouw om in de Stichting van
de Arbeid afspraken te maken over een aanbeveling op
dat punt.
* Met dit stagepact willen we bijdragen aan het gelijk-
waardig behandelen van alle studenten in Nederland.
Ons uitgangspunt is daarom dat wanneer afspraken
worden gemaakt in cao's over stagevergoedingen deze
voor alle studenten gelijk zijn.
* We dragen allen het belang van een passende stage-
vergoeding uit, zodat ook bedrijven die niet onder een
cao vallen, zich geroepen voelen een vergoeding te
bieden aan hun studenten.
* We spreken af dat alle bbl-studenten, naast een
onkostenvergoeding een arbeidscontract en loon
ontvangen dat minimaal conform de wettelijk vastge-
stelde bedragen is.#
* Ook studenten in de derde leerweg hebben recht op
een passende vergoeding. Studenten in de derde
leerweg hebben vaak een diverse achtergrond èn voor
hen geldt geen wettelijk minimum aantal bpv-uren.
Student en leerbedrijf (en waar relevant de uitkerings-
instantie) bepalen daarom wat een passende vergoe-
ding is.
* Het vragen van een vergoeding voor plaatsing van een
student was en is in geen enkele situatie toegestaan.
18 Afhankelijk van de situatie geldt het besluit minimum jeugdloon of de
regelgeving omtrent het minimum loon.
-8-
. .
Het stagepact MBO 2023-2027 is op 1q februari 2023
te Den Haag ondertekend door:
.
_ q BEROEPSVERENIGING ij
OPLEIDERS n NRTO
Ea 0 =M BO MI B oo FR aa dd Nederlandse Raad voor Training en Opleiding ]
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Beroepsvereniging Opleiders MBO MBO Raad Nederlandse Raad voor Training en
WOB MBO) {BVMBO) Opleiding (NRTO)
V N 0) N C W MKB ( VN G ) beroepsonderwijs ro bedrijfsleven
Nederland
VNO-NCW MKB-Nederland Vereniging Nederlands Gemeenten Samenwerkingsorganisatie
(VNG) Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)
Onderwijs Cv Jongeren AT FNW/oUNG
CNV Onderwijs CNV Jongeren Federatie Nederlandse Vakbeweging FNV Young & United
(FNV)
AS b E3 | Ministerie van Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Federatie van Pasa Werkgelegenheid PA Wetenschap
Onderwijsvakorganisaties
Algemene Onderwijsbond (AOb) Federatie van Onderwijsvakorganisaties Ministerie van Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs Cultuur en
(FvOv) Werkgelegenheid (SZW) Wetenschap (OCW)
Dit is een uitgave door:
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Postbus16375 | 25008} Den Haag
T 070 412 34 56
februari 2023 | Publicatie-nr. 23400359
| Onderzoeksrapport | 10 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 151
Datum indiening 4 januari 2019
Datum akkoord 13 februari 2019
Publicatiedatum 14 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake het bericht
dat BOA's bewust risicovolle wijken hebben vermeden op oudejaarsdag en tijdens de
jaarwisseling.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Uit berichtgeving van At5' op 4 januari 2019 bleek dat Buitengewoon
opsporingsambtenaren (BOA's) op de laatste dag van het jaar en tijdens de
jaarwisseling bepaalde wijken in de stad bewust hebben gemeden uit
veiligheidsoverwegingen. Volgens de Nederlandse BOA Bond, de vakbond voor
BOA's, was dit ‘om te voorkomen dat ze een schietschijf werden’ tijdens oud en
nieuw. Het gaat om gebieden in Zuidoost, Nieuw-West, West en het Wallengebied in
het centrum.
Tevens werd al eerder bekend dat een derde van de handhavers aangeeft dagelijks
met zwaar geweld te maken te hebben. Het gaat dan om schoppen, slaan of bijten.
Dat bleek afgelopen zomer uit een enquête-onderzoek van EenVandaag. Het zou
voornamelijk uit de hand lopen op het moment dat een handhaver een boete wil
uitschrijven.
De fractie van de ChristenUnie is van mening dat Boa's hun werk moeten kunnen
doen en vindt deze situatie onwenselijk. Tevens acht de fractie van de ChristenUnie
het onwenselijk dat burgers in een bepaald wijken het op sommige momenten zonder
boa's moeten stellen en is van mening dat de gemeente Amsterdam dergelijke
situaties moet voorkomen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid
Poot, namens de fractie van de VVD van 4 januari 2019 (nr. 149) en op de
schriftelijke vragen van het lid Mbarki, namens de fractie van de PvdA van 4 januari
2019 (nr. 150) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1 https://www.at5.nl/artikelen/19027 7/boas-vermeden-bewust-risicovolle-wijken-op-oudjaarsdag-en-
tijdens-jaarwisseling
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng det Gemeenteblad R
Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019
1. Was het college op de hoogte van het feit dat de BOA's in een aantal wijken niet
aanwezig zouden zijn? Zo ja, wanneer en waarom is de raad hier niet over
ingelicht?
Antwoord:
Handhavers zijn ingezet volgens het operationeel plan. Vorig jaar zijn er 6
handhavers ingezet rondom Oud en Nieuw. Dit jaar waren dat er 36. Dat betekent
dat er 18 koppels voor 2 diensten van 8 uur inzetbaar waren voor heel
Amsterdam. Gelet op de beperkte capaciteit is het niet mogelijk om handhavers in
de hele stad in te zetten. Daar is Oud en Nieuw geen uitzondering op.
Voorafgaand aan alle handhavingsacties is altijd een inschatting van de risico's
op escalatie gemaakt. Uitgangspunt: indien er niet veilig kan worden gewerkt
en/of indien de back-up van politie niet aanwezig is of kan zijn, worden de boa's
niet ingezet. Dit geldt overigens niet alleen voor de inzet tijdens Oud en Nieuw.
Handhavers zijn tijdens Oud en Nieuw ingezet zoals afgesproken in de vooraf
opgestelde draaiboeken; de boa's zijn in gebieden ingezet waar sprake is van
aantasting van de leefbaarheid. Afhankelijk van de aard en omvang van de
incidenten werd besloten waar daadwerkelijk ingezet werd. Het is niet gebruikelijk
om dergelijke operationele informatie met de Raad te delen, en zoals hierboven
toegelicht was er ook geen aanleiding toe.
2. Hoe ziet de college de rol van BOA's ten opzicht van de politie in het algemeen?
En op risicodagen in bijzonder ? (Oudejaarsdag, voetbalwedstrijden etc.)
Antwoord:
De handhavers worden ingezet om de leefbaarheid (overlast) te handhaven, de
politie is er voor de openbare orde. De minister van Justitie en Veiligheid heeft in
zijn brief van 10 december 2018. nog eens herhaald dat dit het uitgangspunt blijft
voor de samenwerking tussen politie en handhavers.
3. BOA's hebben eerder zorgen uitgesproken over oudjaarsdag. Welke stappen
heeft het college vooraf genomen om de veiligheid van BOA's te verzekeren? Is
het college van mening dat, ondanks deze keuze van de BOA's, het college
voldoende heeft gedaan om de veiligheid van Boa's te garanderen?
Antwoord:
Handhavers zijn in gebieden ingeroosterd waar sprake is van aantasting van de
leefbaarheid. Op basis van informatiegestuurde informatie is tijdens oud en nieuw
besloten waar daadwerkelijk ingezet werd. Alle boa's zijn vanaf dit jaar tijdens
Oud en Nieuw uitgerust met van dienstwege verstrekte veiligheidsbril en
oordoppen en zijn verplicht deze te gebruiken. Verder zijn de boa's uitgerust met
gele zichtbaarheidsvesten. Zodoende waren zij sneller waar te nemen door
collega's, door de politie en de collega's die meekeken vanuit de centrale
cameratoezichtruimte. De boa's zijn standaard uitgerust met 2 portofoons voor
contact met de meldkamer en de politie (inclusief noodhulp). De veiligheid van
alle betrokken THOR- medewerkers is nadrukkelijk prioriteit nummer één.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng det Gemeenteblad R
Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019
4. Is het college van mening dat de veiligheid van bewoners in de stadsdelen waar
er geen boa's waren, minder gegarandeerd kon worden dan bewoners in de
stadsdelen waar de BOA's wel actief waren? Zo ja, acht het college dat een
wenselijke situatie? Zo nee, kan het college dan uitleggen waarom de
afwezigheid van BOA's volgens het college niet tot minder veiligheid leidt, maar
de aanwezigheid van BOA's in de stad wel noodzakelijk wordt geacht door dit
college.
Antwoord:
Nee, deze mening deelt het college niet. Om de inzet van de handhavers tijdens
de jaarwisseling in goede banen te leiden is er een operationeel plan Oud en
Nieuw gemaakt, dat tot stand is gekomen i.s.m. de stedelijke projectgroep Oud en
Nieuw, Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) en politie. Dit plan is
in de subvijfhoek evenementen (hierin zitten; gemeente, politie, Openbaar
Ministerie, brandweer en ambulance) geagendeerd en geaccordeerd, de inzet is
dus verantwoord geacht door alle partijen.
De boa's zijn tijdens oud en nieuw ingezet zoals afgesproken in hierboven
genoemde operationeel plan.
5. Is het college van mening dat de vrees van Boa's terecht en proportioneel is?
Zo ja, wat stelt het college voor om deze vrees weg te nemen, eventueel extra
hulpmiddelen, bodycams etc.? Wanneer extra hulpmiddelen volgens college niet
gewenst zijn, wat stelt het college dan voor? Indien het college van mening is dat
de vrees onterecht is, hoe duidt het college het handelen van de BOA's?
Antwoord:
Helaas moet worden geconstateerd dat zich rond Oud en Nieuw onveilige
situaties voor kunnen doen voor medewerkers met een publieke taak, waaronder
boa's. Maar voorafgaand aan alle handhavingsacties is altijd een inschatting van
de risico's op escalatie gemaakt. Uitgangspunt: indien er niet veilig kan worden
gewerkt en/of indien de back-up van politie niet aanwezig is of kan zijn, treden de
boa's niet op. Dit geldt overigens niet alleen voor de inzet tijdens Oud en Nieuw.
Boa's worden voorafgaand aan de inzet altijd gebrieft, daar wordt uiteindelijk
bepaald op basis van actuele informatie wat de boa's wel en niet gaan doen.
Burgemeester Halsema heeft op 6 februari jl, met vertegenwoordigers van
verschillende vakbonden, afgesproken dat de eerste 100 Boa's deze zomer een
bodycam krijgen.
Verder heeft de burgemeester op 26 november 2018 een brief naar de commissie
AZ gestuurd waarin zij een pakket aan maatregelen beschrijft die genomen gaan
worden om agressie en geweld tegen handhavers te voorkomen.
6. Hoe ziet het college de inzet van BOA's bij de komende jaarwisseling voor zich in
relatie tot dit probleem?
Antwoord:
De inzet van de handhaving rondom Oud en Nieuw wordt uitgebreid geëvalueerd.
Aan de hand van deze evaluatie, die naar verwachting eind maart gereed zal zijn
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing det Gemeenteblad
ummer - =: ne . :
Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019
en de ontwikkelingen over het omgaan met vuurwerk in toekomst, wordt er
gekeken waar en op welke wijze de boa's tijdens de volgende jaarwisseling
worden ingezet.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Nummer _BD2011-005356 x Gemeente Amsterdam AZF
Deore oov Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid,
ens % Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
x Raadsaangelegenheden, Communicatie
Ter kennisneming voor de commissievergadering
van 30 juni 2011
Portefeuille 5
Agendapunt TKN 5
Datum besluit B&W <vrije tekst>
Onderwerp
Raadsadres overlast Raamgracht 29.
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
De beantwoording van het raadsadres met betrekking tot de overlast die
ondervonden wordt van de gebruikers van het pand Raamgracht 29.
Wettelijke grondslag
Artikel 179 Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De beantwoording is overgenomen door stadsdeel Centrum, aangezien het pand
waarop de klachten van de verzoeker betrekking heeft binnen de grenzen van
stadsdeel Centrum ligt en verder ook valt binnen de bevoegdheden van het
stadsdeel.
„Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd 1 raadsadres
2 brief stadsdeel Centrum aan de klager
3 brief aan gebruikers Raamgracht 29.
Ter inzage gelegd n.v.t.
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
R. van Binsbergen, 5522108, [email protected]
1
| Raadsadres | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
x Motie
Datum raadsvergadering 7 juni 2023
Ingekomen onder 349
nummer
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Nanninga inzake Overnemen Rotterdamse aanpak
wapengeweld, indien deze succesvol aanpakt
Onderwerp
Overnemen Rotterdamse aanpak wapenproblematiek
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over “Wapenproblematiek”.
Constaterende dat:
-__ het aantal steekpartijen onder tieners de laatste jaren sterk is gestegen’;
-___in Rotterdam momenteel een beproefde methode wordt ingevoerd;
-__de aanpak van toenemend wapenbezit en -gebruik onder jongeren de hoogste prioriteit
moet hebben;
Overwegende dat:
-__de huidige aanpak vooral een voortzetting is van wat we altijd al doen;
-__als de huidige aanpak goed zou werken het probleem niet zo groot kan zijn;
-___de jeugd de toekomst heeft;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
indien de pilot in Rotterdam aantoonbaar succes heeft zich tot het uiterste in te spannen om
middelen te vinden (Rijksgeld of gemeentelijk) om dit concept ook in Amsterdam mogelijk te
maken.
1 https://www.telegraaf.nl/nieuws/464862174/rambo-mes-favoriet-bij-straatjeugd-pas-als-er-een-
dode-valt-wordt-er-
ingegrepen? utm_source=twitter&utm_medium=referral&utrmm _campaign=twitterfeed
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
Indiener(s),
A. Nanninga
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 73
Publicatiedatum 30 januari 2019
Ingekomen onder Al
Ingekomen op donderdag 24 januari 2019
Behandeld op donderdag 24 januari 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24-uursopvang
voor ongedocumenteerden (betrek ongedocumenteerden bij opzetten nieuw model)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor
ongedocumenteerden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16).
Overwegende dat het AKSV geadviseerd heeft om ongedocumenteerden te
betrekken bij het opzetten van een nieuw model en de begeleiding.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Ongedocumenteerden te betrekken bij het opzetten van het nieuwe model en
begeleiding en ga daarbij niet alleen in overleg met potentiele deelnemers aan de 24-
uursopvang, maar ook ongedocumenteerden die de opvang in Groningen hebben
doorlopen en de medewerkers daar.
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
S.H. Simons
A. Kilig
1
| Motie | 1 | discard |
is2021-004008 % Gemeente vaadscommse voor oen nen, Or, W B
ierenwelzijn enbare Ruimte en Groen, Reinigin
% Amsterdam Jp Senn
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 15
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres over het verbeteren van de leefbaarheid
door betaalbare woonruimte
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres over het verbeteren van de leefbaarheid
door betaalbare woonruimte met de volgende punten:
1. Corporaties mogen hun woningen alleen aan eigenaar-bewoners verkopen, die
daarvervolgens minimaal 2, soms 3 jaar zelf moeten gaan wonen.
2. De gemeente is in overleg met het Rijk over een zelfbewoningsplicht waarmee voorkomen
kan worden dat koopwoningen gekocht worden om duur te verhuren.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lida). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
De indiener maakt zich er zorgen over dat een voormalige sociale huurwoning die gekocht is door
de voormalige buren, nu door deze buren duur verhuurd wordt, het zogenaamde leave-to-let. In
de reactie wordt aangegeven dat corporaties alleen verkopen aan eigenaar-bewoners,waarbij ze
vervolgens de voorwaarde stellen dat de woning 2 of 3 jaar niet verhuurd of verkocht mag worden.
Daarnaast wordt er gewerkt aan een zelfbewoningsplicht waarmee bovenstaande situaties kunnen
worden voorkomen. De minister heeft daarvoor eind 2020 een conceptwetsvoorstel ter consultatie
voorgelegd.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-004008 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter kennisneming
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
1. Raadsadres verbeteren leefbaarheid door betaalbare woonruimte
AD2021-014384 ‚
anoniem.pdf (pdf)
2. Brief beantwoording raadsadres leefbaarheid en verkopen woningen
AD2021-014383 ‚
anoniem.pdf (pdf)
AD2021-014385 3. Raadsadres leefbaarheid en verkopen woningen.docx (mswa2)
4. Brief beantwoording raadsadres leefbaarheid en verkopen woningen.pdf
AD2021-014380
(pdf)
AD2021-014376 Commissie WB Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Wonen, Dirk Konings, o6 8355 2919, d.konings@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 338
Ingekomen onder AF
Ingekomen op woensdag 12 maart 2020
Behandeld op woensdag 12 maart 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker, Grooten, El Ksaihi en Kilig inzake personeel
Buurtteams
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de buurtteams
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 271).
Overwegende dat:
— De taken van de Buurtteams bestaan uit zaken die nu worden uitgevoerd door
andere organisaties als Madi en Samen Doen;
— Inde uitvoeringsopdracht de overname van personeel verplicht is;
— Veel personeel echter nog in onzekerheid verkeert over de vraag wat de komst
van de Buurtteams voor hun baan betekent;
— De komst van de Buurtteams zo'n grote operatie is in het sociale domein, dat een
moment van reflectie op de wijze hoe de personeelsovername verloopt geen
overbodige luxe is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Erbij de organisaties die opgaan in de Buurtteams (Madi, Samen DOEN etc.) op
aan te dringen dat er richting het personeel helder gecommuniceerd moet worden
over de toekomst van hun baan, zodat mensen niet in het ongewisse worden
gelaten;
— En gedurende de overgangsperiode een moment in te bouwen dat wordt gebruikt
om stil te staan bij de wijze waarop de overname van het personeel verloopt. En
hierbij in ieder geval in kaart te brengen of er inderdaad sprake is van
baanbehoud en hoe het personeel de overgang/overname ervaart.
— En hierover te rapporteren aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
L. Grooten
Y. el Ksaihi
À. Kilig
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente
Amsterdam
Oost
Agenda
Voorbereidend AB
datum 8 september 2015
Deel 1: aanvang om 19:00 vur
Deel 2: aanvang ca. 20:30 UUr
plaats Stadsdeelhuis, Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal
voorzitter \var Manvel
secretaris Liane Pielanen
Tijden na 19.00 vur zijn bij benadering
1. Opening (Deel 1) 19.00
2. Parallelle sessies in Flevozaal en Nesciozaal over de totstandkoming van de 19.02
Gebiedsplannen 2016
Heropening (Deel 2) 20.15
3. Vaststellen agenda
4. _ Insprekers zonder agendapunt
5. _ Parallelle sessies 20.30
a. richtinggevende discussie over het gebruik van het water, inleidende presentatie
6. Toekomst Spelregels Zeeburgerpad (keuzenotitie) 20.30
7. Plenaire terugkoppeling Gebiedsplansessies 21.30
8. Wijziging Reglement van Orde 21.45
g. Vragenronde 21.50
10. Kijk opde wijk 21.55
11. Sluiting 22.00
| Agenda | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 1,
woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
Datum en tijd woensdag 18 december 2019 13.00 en 19.30 uur
donderdag 19 december 2019 09.00 en 13.00 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Benoemingen
6A Aanwijzen van de griffier en de plaatsvervangend griffiers.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 2061)
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
9A Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Betere omgang
regenbooggezinnen’ van het lid Vroege en kennisnemen van de bestuurlijke
reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2058)
TOEGEVOEGDE ACTUALITEITEN
Onderwijs
33A Actualiteit van het lid Yilmaz inzake de stijging van het lerarentekort.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 2059)
Water
33B Actualiteit van het lid Van Lammeren inzake het uitstellen van het intrekken van
vergunningen voor reders. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2062)
Zorg
33C Actualiteit van het lid van Soest inzake het verbod op lachgas.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 2060)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
16 Brief van wethouder Meliani van 12 december 2019 inzake beantwoording van
de in de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering van 4 december
2019 gestelde vragen over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7,
Vaststellen van de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024.
17 Raadsadres van een burger van 8 december 2019 inzake de toekomst van
het Pianola Museum.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 7, Vaststellen van de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024.
18 Raadsadres van een burger van 10 december 2019 inzake het verzoek om
een langere overgangsperiode voor aanvragen voor omzetttingsvergunningen
met betrekking tot woningdelen.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam
2020.
19 Raadsadres van Hielkema & Co advocaten van 10 december 2019 inzake
een dringend verzoek om een toelichting op de Huisvestingsverordening 2020
met betrekking tot de studentenhuisvesting.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam
2020.
20 Raadsadres van een burger van 11 december 2019 inzake aanpassing van
huurcontracten als gevolg van de nieuwe wetgeving voor woningdelen.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam
2020.
21 Brief van wethouder Moorman van 12 december 2019 inzake de crisis in
het basisonderwijs vanwege de stijging van het lerarentekort in Amsterdam.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
33A, Actualiteit van het lid Yilmaz over de stijging van het lerarentekort.
2
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
22 Raadsadres van de Stichting Eigenwijks van 6 december 2019 inzake
de verkapte bezuiniging op de Sociale Basis en de gevolgen voor de Stichting
Eigenwijks.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
23 Raadsadres van een burger van 10 december 2019 inzake het opzetten van een
project voor online logopedie in bestaande Amsterdamse logopediepraktijken.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
24 Raadsadres van Zwiers en Robbers huisartsen van 6 december 2019 inzake
een algeheel verbod op houtstook voor particulieren.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
25 Raadsadres van een burger van 10 december 2019 inzake een verbod op
houtstook in de stad in het algemeen maar met name op woonboten.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
26 Raadsadres van een burger van 5 december 2019 inzake het tegengaan van
wildplak in de stad.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
27 Zienswijze van Kwaku Summerfestival van 15 oktober 2019 over de invoering
van vermakelijkheidsretributie voor evenementen en de voorgestelde
legesverhoging.
Voorgesteld wordt deze zienswijze in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
28 Raadsadres van een burger van 4 december 2019 inzake de goedkeuring voor
de aanleg van het mobiele telecommunicatienetwerk 5G.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
3
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
29 Brief van Recreatieschap Spaarnwoude van 4 december 2019 inzake
de zienswijzeperiode voor de conceptvisie Spaarnwoude Park 2040 - Van groen
buiten de stad naar park tussen de steden.
Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
30 Raadsadres van een burger van 5 december 2019 inzake parkeren op straat
nergens ter wereld duurder dan in Amsterdam.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
31 Raadsadres van een burger van 6 december 2019 inzake verplaatsing van het
monument voor aids slachtoffers naar een veilige stad.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
32 Raadsadres van de Stichting Lucas Ontwikkelt en Beheert van 10 december
2019 inzake de verklaring over de opheffing en liquidatie van de Stichting Lucas
Ontwikkelt en Beheert.
Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
4
| Actualiteit | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1086
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 27 september 2017
Behandeld op woensdag 27 september 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Roosma en Geenen inzake de brief over de afdoening
van motie 991 van 2015 - herstructurering financiering AEB, naar een duurzaam
grondstoffenbedrijf.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief over de afdoening van motie 991 van 2015 -
herstructurering financiering AEB, naar een duurzaam grondstoffenbedrijf
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 771).
Overwegende dat:
— Het AEB een strategische doorkijk heeft opgesteld die kan worden beschouwd als
visie op de ontwikkeling richting een duurzaam grondstoffen bedrijf.
— De motie Roosma/Saadi (2015/991) daarnaast vraagt om “een plan op te stellen
met welke stappen genomen moeten worden om op die termijn dat duurzaam
grondstoffen bedrijf te realiseren”, en vraagt om “aan te geven hoe de gemeente
daar als aandeelhouder op gaat sturen.”
— Bovengenoemde punten nog niet concreet zijn uitgewerkt.
— De motie pas kan worden afgedaan wanneer die stappen richting een duurzaam
energie bedrijf daadwerkelijk concreet zijn geformuleerd.
Besluit:
De voordracht als volgt aan te passen:
Te schrappen beslispunt 1:
“Kennis te nemen van bijgevoegde brief, waarin het college u informeert hoe de de
motie Roosma/Saadi (2015/991) wordt afgedaan.”
En te vervangen door het volgende beslispunt:
“Kennis te nemen van bijgevoegde brief en de motie Roosma/Saadi (2015/991) als
afgedaan te beschouwen wanneer:
1) de drie bestuursopdrachten ter kennisname aan de raad zijn voorgelegd in het
najaar.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1086 Moti
Datum 4 oktober 2017 otie
2) de concrete projecten die worden ontwikkeld om de ontwikkeling naar een
duurzaam grondstoffenbedrijf te realiseren, ter kennisname aan de raad zijn
voorgelegd bij de bespreking van het meerjarenplan 2018-2022."
De leden van de gemeenteraad
F, Roosma
T.A.J. Geenen
2
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres
> < Gemeente Bezoek
Amste rd a m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad Amsterdam
Datum 12 december 2018
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door A. Vander Leeuw
Kopie aan
Bijlage 2 1. Motie inzake de subsidieregeling Wonen boven winkels en bedrijven’
2. De verzonden brief van 5 april 2018
Onderwerp Definitieve afdoening van de motie 210 ‘Wonen boven winkels en bedrijven van de
raadsleden Dijk (VVD), Hammelburg en Vink (beide D66).
Geachte raadsleden,
Op 15 februari 2018 werd door de raadsleden Dijk (VVD), Hammelburg (D66) en Vink (D66) de
motie 210 ingediend inzake de subsidieregeling ‘Wonen boven winkels en bedrijven’. In de motie
werd het college verzocht contact te zoeken met de ondernemers — en winkeliersverenigingen
teneinde de subsidieregeling breder bekend te maken bij deze doelgroep. Tevens werd gevraagd
de gemeenteraad over de uitkomst te informeren.
In een brief van 5 april 2018 heeft het college de raad geïnformeerd dat de motie wordt uitgevoerd
zodra duidelijk is dat er voor de komende jaren voldoende budget beschikbaar is om de
subsidieregeling voort te zetten. Vervolgens heeft raadslid Néhmé (VVD) in de TAR van 23 mei van
dit jaar gevraagd de motie nog niet af te handelen maar eerst de besluitvorming ten aanzien van
de begroting 2019 af te wachten.
Op 8 november jongstleden heeft de raad de begroting voor 2019 vastgesteld. Daarmee is in de
begroting € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld voor continvering van de subsidieregeling ‘Wonen
boven winkels en bedrijven’ voor de jaren 2019 en 2020. Ook het nieuwe college onderschrijft het
belang van voortzetting van deze subsidieregeling.
In vervolg hierop zijn alle ondernemers- en winkeliersverenigingen (ruim 60) schriftelijk
geïnformeerd over de subsidieregeling.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 12 december 2018
Kenmerk
Pagina 2 van 2
In de jaarrapportage leegstaande woningen 2018 zal onder meer aandacht worden geschonken
aan het aantal gerealiseerde woningen boven winkels en bedrijven. De verwachting is dat u in het
eerste kwartaal 2019 over het jaaroverzicht 2018 wordt geïnformeerd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en beschouw motie 210 hiermee definitief
als afgehandeld.
Laurens Ivens
Wethouder Bouwen en Wonen
| Motie | 2 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.