text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 710 Datum indiening 29 april 2019 Datum akkoord 5 juni 2019 Publicatiedatum 6 juni 2019 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake de kraak aan de Bijlmerdreef door We Are Here. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De fractie van Forum voor Democratie heeft signalen1 ontvangen dat er een pand is gekraakt aan de Bijlmerdreef bij winkelcentrum Ganzepoort. Het zou gaan om krakers van de We Are Here-groep. Niet bekend is hoe lang de krakers van plan zijn in de op illegaal verkregen woonruimte te verblijven. De panden zouden eigendom zijn van Rochdale. De fractie van Forum voor Democratie vindt dat eigendomsrechten als fundament van ons economische systeem gehandhaafd moeten worden en dat inbreuk op deze rechten in beginsel onacceptabel is. De We Are Here-groep heeft tientallen illegale kraakacties op haar naam en blijft hier ondanks dat kraken strafbaar is gewoon mee doorgaan. De fractie van Forum voor Democratie wil dat We Are Here stopt met kraken, dat de krakers vervolgd en bestraft worden en dat zij géén toegang krijgen tot de 24-uursopvang. Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Poot van 29 april 2019, namens de fractie van de VVD (nr. 769) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college de kraak bij winkelcentrum Ganzepoort aan de Bijlmerdreef bevestigen”? Antwoord Ja. 2. Klopt het dat Rochdale eigenaar is van de gekraakte panden? Is er aangifte gedaan door de eigenaar aangifte gedaan? Antwoord Klopt, er is 31 maart aangifte gedaan. 1 https://www facebook. com/story.php?story_fbid=101616184552807048&id=457208415703 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 6 uni 2019 Schriftelijke vragen, maandag 29 april 2019 3. Op welke termijn gaat het pand ontruimd worden? Antwoord Wanneer er ontruimd wordt, is nog niet bekend. Het OM heeft de krakers aangeschreven dat zij voornemens is het pand te ontruimen. De krakers hebben tegen dit voornemen een kort geding aangespannen. Dat zal 6 juni plaatsvinden. 4. Welke bestemming heeft het pand? Antwoord De panden hebben een gemengde bestemming, onder andere voor bedrijven, kantoren en voorzieningen. 5. Zijn er naast de kraak andere illegale activiteiten geconstateerd? Is er bij de kraak schade aangericht en zo ja op welk bedrag wordt de schade geschat? Antwoord Nee, dat is niet geconstateerd. 6. Zijn er naast de kraak andere openbare ordeverstoringen geconstateerd”? Antwoord Nee, dat is niet geconstateerd. 7. Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie eens dat kraken illegaal is, en dat er na aangifte zo snel mogelijk ontruimd moet worden? Antwoord Ja, kraken is strafbaar. Het OM bepaalt of en zo ja wanneer een pand ontruimd wordt. Zodra een eigenaar concrete plannen heeft met het pand, wordt gemiddeld binnen 6 tot 8 weken ontruimd. 8. Is er contact tussen de politie en/of gemeente en de omwonenden geweest en worden omwonenden geholpen bij eventuele overlast? Antwoord De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente. 9. Klopt het dat We Are Here verantwoordelijk is voor de kraak? Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie eens dat We Are Here moet stoppen met kraken? Antwoord Ja, de personen in het pand zijn onderdeel van We Are Here. Kraken is strafbaar. Het college werkt momenteel aan de aanstaande 24-uurs opvang. Het college verwacht dat leden van diverse We Are Here subgroepen gaan deelnemen aan het programma en willen werken aan perspectief. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 6 uni 2019 Schriftelijke vragen, maandag 29 april 2019 10. Op 9 april 2019 riep de fractievoorzitter van GroenLinks, Femke Roosma, tijdens de eindmanifestatie van “Kille Nachten” illegalen op meer panden te kraken. Steunt het college de oproep van de fractievoorzitter van GroenLinks en is dit een collegestandpunt? Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie eens dat de fractievoorzitter van GroenLinks hier oproept tot strafbaar gedrag? Antwoord Dit is geen collegestandpunt. Kraken is strafbaar. 11. Is het college het met de fractie van Forum voor Democratie eens, dat indien het om krakers uit de We Are Here-groep gaat, deze geen toegang tot de 24- uursopvang zouden moeten krijgen? Antwoord Het college sluit mensen die hebben gekraakt niet op voorhand uit van deelname aan de 24-uursopvang. 12. Hoeveel We Are Here-leden zijn er tot nu toe vervolgd in verband met de tientallen kraakacties? Antwoord Het OM beslist over opvolging van strafbare feiten, vervolging is geen aangelegenheid van het college. Het optreden middels ontruiming is er op gericht de kraak te beëindigen. Het OM registreert niet specifiek of vervolgde personen behoren tot We Are Here. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
test
x Gemeente Amsterdam VV % Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten % Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Tijd 13.00 tot 17.00 uur en van 20.00 — 22.00 uur Locatie MIDDAGDEEL De Rooszaal, 0239, stadhuis, AVONDDEEL De Mirandazaal, 0235 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Inspreekhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV d.d. 14 oktober 2009 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie [email protected] 6B Conceptverslag van de openbare vergadering van de gecombineerde raadscommissies VV en WIJ d.d. 8 oktober 2009 Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie [email protected] Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009 7 Openstaande toezeggingen 8 Rondvraag Financiën 9 Begroting 2010 Gemeente Amsterdam Nr. BD2009-006052 Resultaatsgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2010; Portefeuilles Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. e De Begrotingsboeken 2010 zijn separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden; e Bespreking eerste termijn van de Begroting 2010 en het indienen van moties/ amendementen. 10 Halfjaarrapportage uitvoering moties Nr. BD2009-005491 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Volkshuisvesting 11 _Initiatiefvoorstel van het raadslid Flos van 16 september 2009, getiteld: gevolgen bovenwettelijke milieueisen aan woningen Nr. BD2009-007979 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Portefeuillehouder en de leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hierbij uitgenodigd. e _Ditagendapunt komt om 15.00 uur aan de orde i.v.m. de aanwezigheid van de portefeuillehouder Milieu. 12 “Bestuurlijke reactie op Initiatiefvoorstel Gevolgen bovenwettelijke milieueisen aan woningen Nr. BD2009-007987 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11. 13 Vaststellen plan van aanpak studenten- en jongerenhuisvesting Nr. BD2009- 007988 2 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 16 december 2009). 14 Beantwoording raadsadres Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord Nr. BD2009-007943 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP): zorg over sociale huisvesting. 15 Rapportage Aanjaagteam Wonen Zorg en Dienstverlening Nr. BD2009-007941 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP): zorg over sociale huisvesting. Monumenten 16 Intrekken Monumentenverordening 2005 en vaststellen Erfgoedverordening Amsterdam 2010 Nr. BD2009-007030 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18 november 2009). AVONDDEEL MIRANDAZAAL 0235 vanaf 20.00 uur Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 17 Beschikbaar stellen uitvoeringskrediet vervanging roltrappen metro Oostlijn Nr. BD2009-005044 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18 november 2009). 3 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009 18 Evaluatie 3 maanden Gratis OV Amsterdamse 65+ers Nr. BD2009-007664 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 19 Vaststellen wijziging subsidieverordening Amsterdamse sloopregeling oude personen- en bestelauto's raadsbesluit 194.504.3A.09 d.d. 9 september 2009 Nr. BD2009-007599 De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18 november 2009). 20 Beschikbaar stellen van een krediet t.b.v. de uitvoering van J. Huizingalaan (P. Calandlaan-afrit C. Lelylaan) Nr. BD2009-006181 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18 november 2009). 21 Fietsparkeerverbod APV Nr. BD2009-007543 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18 november 2009). e _Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie zijn hierbij uitgenodigd. 22 Gewijzigde boorrichting Noord-Zuidlijn Nr. BD2009-006698 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 23 Noord-Zuidlijn: rapport prof. Maidl inzake blow-out veiligheid Nr. BD2009-007940 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 22. 4 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Gewijzigde agenda, woensdag 11 november 2009 24 Intrekken Verordening Parkeerbelastingen 2009 en vaststellen Verordening Parkeerbelastingen 2010 Nr. BD2009-007102 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 18 november 2009). 25 Reactie naar een fijnmazig en maximaal toegankelijk openbaar vervoer in Amsterdam Nr. BD2009-008023 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 26 Voortgangsrapportage Naar een Gezonde Taximarkt Nr. BD2009-007985 e Vervallen (zie brief Wethouder) Toegevoegde agendapunten Volkshuisvesting 27 Vaststelling van de verordening tot wijziging van de Verordening op de stadsdelen wegens opname artikel inzake de bestuurlijke boete Huisvestingswet in de Regionale Huisvestingsverordening 2010 en vaststellen van het stedelijk beleid woningonttrekking Nr. BD2009-007986 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad 18 nuvember 2009). 5
Agenda
5
discard
ozon 040 N% Gemeente De raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ oractie Veoh 5 Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 08 september 2022 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Ruimtelijke Ordening Agendapunt 9 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de raadinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over het stedelijke horecabeleid in de TAR van 19 mei 2022 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van de burgemeester ter afdoening van de toezeggingen in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 19-05-2022 over het stedelijk horecabeleid Wettelijke grondslag Art 169 Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 19-05-2022 heeft de burgemeester op verzoek van raadslid Koyuncu van DENK toegezegd met de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) te kijken op welke manier horecaondernemers beter over de ontwikkelingen omtrent het stedelijk horecabeleid kunnen worden geïnformeerd. Tevens heb ik op verzoek van diverse commissieleden toegezegd om de commissie na de participatieperiode te informeren op welke manier er met de inspraakreacties zal worden omgegaan. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.8 1 VN2022-024230 % Gemeente De raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Z Directie Openbare 9 Amsterdam ee jn ed Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Ordeen Veiligheid € Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 08 september 2022 Ter kennisneming Ja, TA2022-000438 en TA2022-00439 Welke stukken treft v aan? AD2022-073147 Commissie AZ Voordracht (pdf) AD2022-073152 Raadsinformatiebrief - afdoening toezegging TAR 19052022.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OOV, E. Boer, 06 2824 9897, [email protected] Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
Nummer BD2011-008124 x Gemeente Amsterdam AZ Deore oov Raadscommissie voor Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde iens % en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en x Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Ter kennisneming voor de commissievergadering van 8 september 2011 Portefeuille 5 Agendapunt TKN 14 Datum besluit B&W <vrije tekst> Onderwerp Raadsadres gemeente Bergeijk De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres van de Gemeente Bergeijk Wettelijke grondslag n.v.t. Bestuurlijke achtergrond Op 5 juli heeft de Gemeenteraad van de Gemeente Bergeijk een motie aangenomen en het College opgeroepen alle Nederlandse gemeenten aan te schrijven om het behoud van de gemeentelijke brandweer landelijk te bepleiten. De brief is in Amsterdam als raadsadres behandeld en het College verzocht een antwoord te formuleren. Op 22 juli heeft het College een antwoord aan de Gemeente Bergeijk verzonden. De raad ontvangt nu de brief van de Gemeente Bergeijk en het antwoord van het College. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd 1. Brief College van B&W gemeente Bergeijk d.d. 5 juli 2. Antwoordbrief College B&W Amsterdam d.d. 22 juli Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) 1 Portefeuille 5 Gemeente Amsterdam AZ Agendapunt TKN 14 Raadscommissie voor Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Ter kennisneming voor de commissievergadering van 8 september 2011 S. Alta, [email protected] 2
Raadsadres
2
val
2 gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 september 2021 Portefeuille(s) Inkoop Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door Directie SIS, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 222 ‘Inkoopstrategie bij stelselwijzigingen’ van de leden De Fockert (GL), Bakker (PvdD), De Graaff (D66) en Heinhuis (PvdA) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 31 maart 2021 heeft uw raad bij de behandeling van het agendapunt ‘Start aanbesteding inburgeringsvoorzieningen nieuwe Wet inburgering’ de motie Inkoopstrategie bij stelselwijzigingen (nr. 222) van de leden De Fockert c.s. aangenomen. Met deze motie wordt het college gevraagd om bij toekomstige grote stelselwijzigingen of decentralisaties vanuit het Rijk waarbij de inkoop van diensten voor langere tijd wordt vastgesteld, de inkoopstrategie met de gemeenteraad te bespreken voordat deze wordt vastgesteld door het college. Dit biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om wensen mee te geven. Het college geeft, zoals ook toegelicht bij de preadvisering, als volgt uitvoering aan de motie: Bij aanbestedingen in grote stelselwijzigingen verzoekt de raad het college om haar wensen te mogen uiten. Hoewel het opstellen van een inkoopstrategie en een (aanbesteding)leidraad de taak van het college is, is het bij stelselwijzigingen opportuun om de wensen en aandachtspunten van de raad hierin mee te nemen. De raad kan ook betrokken worden bij de afweging hoe de gestelde doelen het beste gerealiseerd kunnen worden (uitvoeren in eigen beheer of door het inzetten van een instrument als inkoop of subsidie). Dat is in het verleden ook bij verschillende stelselwijzigingen gebeurd. Recent heeft het college de raad betrokken bij de introductie van de Buurtteams, een wijziging in het Amsterdamse zorgstelsel en zijn de raadsleden betrokken bij voorgenomen wijzingen in de aanvullende Wmo en MO/BW (Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen). Een ander voorbeeld is de expertsessie die is georganiseerd voor de Raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en Sport. Hierin zijn de uitgangspunten en afwegingen aan de orde geweest die van belang zijn bij het kiezen van een passende inkoopprocedure voor Aanvullende Wmo-zorg. Voor de aanstaande aanbesteding Enkelvoudige Specialistische Jeugdhulp zal het college met de raad afstermmen op welke wijze zij vooraf haar wensen kan meegeven. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 september 2021 Pagina 2 van 2 Het college beschouwt deze motie als een aansporing om in de toekomst, bij het vormgeven van complexe inkooptrajecten aandacht te hebben voor het tijdig betrekken van de raad. Met name in het sociaal domein waar de decentralisaties spelen. Het college beschouwt de wijze waarop zij over een inkooptraject zal afstemmen met de raad als maatwerk, de vak wethouders gaan hier immers zelf over. Per traject zal daarom bekeken worden wat de meest passende manier is om de gemeenteraad te betrekken bij complexe inkooptrajecten en de daarbij horende stelselwijzigingen. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Rutger Groot Wassink Wethouder Inkoop Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 11 oktober 2022 Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder(s): Femke Halsema Behandeld door Openbare Orde en Veiligheid ([email protected]) Onderwerp Professioneel controleren Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik u over het volgende. Op 19 september 2022 besprak de driehoek de voortgang van de aanpak professioneel controleren van de politie. Het betreft de voortgang van de aanpak over het jaar 2021. Graag deel ik de voortgangsbrief van de politiechef met u. In het najaar van 2021 ontving v een raadsinformatiebrief over de voortgang over het kalenderjaar 2020 en het resultaat van het eerste half jaar van 2021.* De Politie Eenheid Amsterdam spreekt zich nadrukkelijk vit tegen etnisch profileren en investeert al jaren in een stevige aanpak. In 2021 zijn weer belangrijke stappen gezet in het verder professionaliseren van controles om (gevoelens van) etnisch profileren te voorkomen. Hiervoor spreek ik graag mijn waardering vit. Eris een breed draagvlak onder politiemedewerkers voor de maatregelen die de organisatie neemt om etnisch profileren tegen te gaan en nagenoeg 100% bekendheid met het handelingskader professioneel controleren. Ook de toename van de algemene tevredenheid van bewoners over de politie naar 87% is één van de resultaten om trots op te zijn. Te prijzen is dat de politie onverminderd kritisch naar zichzelf blijft kijken en concludeert dat, ondanks de voortgang, nog veel werk is te verzetten. De driehoek steunt de politie in haar streven om door te gaan op de ingeslagen weg om de organisatie veilig, divers en inclusief te maken en te houden. Het plan van aanpak Professioneel Controleren loopt eind 2022 af. De werkwijze wordt geborgd in de lijnorganisatie van de politie. Voor de zomer zult v over de voortgang van 2022 en de wijze van borging in de lijnorganisatie geïnformeerd worden. * Etnisch profileren en voortgang aanpak professioneel controleren politie-eenheid Amsterdam. d.d. 8 november 2021. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 oktober 2022 Pagina 2 van 2 Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, ze) A ï Í ij # 7 Lj , B Fr ee ee Femke Halsema Burgemeester Bijlagen 1. Voortgangsbrief professioneel controleren 2021 2. Plan van aanpak professioneel controleren Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
val
> Gemeente Amsterdam x Motie Datum raadsvergadering 24 december Ingekomen onder nummer 544 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake rapport rekenkamer participatieparagraaf. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de beraadslaging Constaterende dat: -_De rekenkamer vaststelt dat participatie onvoldoende leeft bij de gemeente -_De rekenkamer aanbevelingen heeft gedaan voor de verbetering van de participatieparagraaf Overwegende dag -__ Het college de meeste aanbevelingen pas invoert na de rapportage van de participatiemonitor 2023 -__ Dat de rekenkamer aangeeft dat de overname van de aanbevelingen door het college onvoldoende concreet zijn -__Dat het van belang is dat burgers daadwerkelijk invloed hebben op beleid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Een concrete definitie op te stellen van de term ‘draagvlak’, met meetbare parameters. -_In toekomstige projecten meetbare doelen op te nemen voor draagvlak, met duidelijke minimale waarden waaraan een project moet voldoen om verder te mogen gaan. Indiener(s), K.M. Kreuger
Motie
1
discard
en Advis, Ö p 5 a > le. ò (B) 8 OOST AGENDA voor de vergadering op donderdag 7 juli 2016 van de Ouderen Advies Raad Oost in de Raadzaal, Stadsdeelhuis Aanvang 1400 — 16.00 uur 1. Opening en vaststelling van de agenda. 2. Korte mededelingen + berichten van verhindering. 3. Gast: Suzanne Paanen (Flying Squad) en een medewerker van Buurt Bel. 4. Toelichting lijst bijeenkomsten in juli 2016 (zie bijlage) en wat u nog kwijt wilt om dat in een volgende vergadering te behandelen. 5. Vaststellen notulen van de vergadering op donderdag 2 juni jl. 6. Laatste ontwikkelingen bij Hulp bij het Huishouden in Amsterdam (zie bijlage brief dd 27-5-2016) 7. De 2 — minuten ronde : _ * Verslag “Bestuurlijk overleg met Nevin Ozütok (2/06/2016 * Verslag “Informatiemarkt WGM op Chr. Huygensplein (4/06/2016) * Verslag symposium ‘Goed Wonen voor Ouderen’ (6/06/2016) * Verslag presentatie onderzoek wijkzorg en mantelzorg (13/06/2016) * Verslag alg.bestuur POA i.o. (22/06/2016) zie brief over OV en N/Z-lijn. * Verslag bijeenkomst doorstart WOO op 28/06/2016 * Verslag “Het nieuwe Jeruzalem”in De Zwijger 30/6/2016 8. Dwars door de Buurt #187 is vanaf 1 juli as in de buurten verspreid. Zijn er nog tips voor onderwerpen voor het volgende nummer? Deadline:25/8 9. Rondvraag en sluiting. Aansluitend op de openbare vergadering zal er tussen 16.00 — 18.30 uur in Grand Café Genieten de de Zomerbijeenkomst van de OAR-Oost zijn met een hapje, drankje en sfeervolle muziek. Tevens zullen er vanuit het Dagelijks Bestuur enkele mededelingen zijn. Vereniging Ouderen Advies Raad Oost (OAR-Oost) Voorzitter: Joke Krull, Weesperzijde 142-1, 1091 ET, Amsterdam, tel.: 020-665 18 89. Secretaris: Dick Oosterbaan, e-mail: [email protected] , tel.: 06-51 19 67 25.
Agenda
1
discard
x Gemeente Amsterdam BWK % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 2 februari 2011 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 uur tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Inspreekhalfuur Publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 12 januari 2011 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl e Wordt nagezonden Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 2 februari 2011 7 Openstaande toezeggingen e _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar 8 Termijnagenda , _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar 9 Openstaande Schriftelijke vragen 10 Rondvraag - Tkn lijst Ruimtelijke Ordening 11 Vaststelling van de Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Nr. BD2011-000397 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011) e Voortzetting bespreking van 24 november 2010 en 12 januari 2011 e 2 termijn e _ Stukken reeds in uw bezit e Aanvullende stukken bijgevoegd e _Deleden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie, raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur en raadscommissie Onderwijs, Zorg en Kunst zijn hierbij uitgenodigd 12 Vaststelling Voorbereidingsbesluit AMC-terrein Nr. BD2010-005665 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011) 13 3e Kwartaalrapportage Zuidas 2010 Nr. BD2010-008018 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd n.a.v. toezegging wethouder in commissie, d.d. 12 januari 2011 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 2 februari 2011 Grondzaken 14 Werkplan kantorenloods 2011-2014 Nr. BD2010-006603 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 15 Afwikkeling grondtransacties met het Rijk en de Nederlandse Spoorwegen inzake rijkswegen A4-gedeeltelijk en A10 en Ringbaan en beschikbaar stellen van de gemeentelijke financiële bijdrage voor deze afwikkeling Nr. BD2010-005120 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011) 16 Definitieve beschikking VROM inzake de ongerechtvaardigde verrijking bij bodemsanering Nr. BD2011-000398 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van commissielid Sahin (D66) e Was Tkn 8 in de raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010 e _ Uitgesteld in de raadscommissie BWK d.d. 12 januari 2011 i.v.m. afwezigheid raadslid Sahin e _ Stukken reeds in uw bezit 17 Bouwen aan de Stad Nr. BD2010-008953 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 16 februari 2011) e Informatief besproken in de raadscommissie van 12 januari 2011 e _ Stukken reeds in uw bezit e _ Nieuwe commissieflap bijgevoegd e Vragen en antwoorden uit de raadscommissie van 12 januari 2011 worden nagezonden Volkshuisvesting 18 Woningmarktpositie senioren Nr. BD2010-008955 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Agenda, woensdag 2 februari 2011 19 leegstand in Amsterdam: inzet op gebruik, aanpak van leegstand Nr. BD2011- 000409 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Gevoegd bespreken met agendapunt 20 e De heer Bakker, indiener initiatiefvoorstel, is hierbij uitgenodigd e _Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden, Communicatie en Financiën zijn hierbij uitgenodigd 20 notitie tijdelijke verhuur 2010 Nr. BD2010-008821 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Gevoegd bespreken met agendapunt 19 Wijkaanpak en Stedenbeleid 21 Evaluatie Richting Parkstad 2015 en Koers Nieuw West Nr. BD2010-008937 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Openbare Ruimte en Groen 22 Bestedingsvoorstel prioriteit groengelden 2011 Nr. BD2011-000396 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Raan (PvdD) e Was Tkn 10 in de raadscommissie BWK d.d. 12 januari 2010 e _ Stukken reeds in uw bezit 23 Bestuurlijke reactie op motie 450 Programma van Eisen Tuinen van West (duurzaamheid) van het raadslid Geurts Nr. BD2010-008520 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen BESLOTEN DEEL 4
Agenda
4
discard
VN2021-035781 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Zuidas % Gemeente Marineterrein Energietransitie RO % Amsterdam ' Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Zuidas en Marineterrein Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (40) Agendapunt 14 Datum besluit 30 november 2021 Onderwerp Kennisnemen van de Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 1 januari tot en met 30 juni 2021 en de bijbehorende aanbiedingsbrief De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok 1 janvari tot en met 30 juni 2021, waarin v wordt geïnformeerd over de voortgang van het programma Zuidasdok, ontwikkeling van de prognose eindstand en de planning. Wettelijke grondslag Artikel 169, lid 2 en lid 2 Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 9 juli 2012 hebben het Rijk, de gemeente Amsterdam, de Stadsregio Amsterdam en de Provincie Noord-Holland een voorkeursbeslissing genomen voor het project Zuidasdok. Deze is vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Zuidasdok (projectscope en financiële afspraken) en de Structuurvisie Zuidasdok (juridische planologische procedure). Voor de knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel is in de Bestuursovereenkomst overeengekomen dat deze in een gecombineerde aanpak met het project Zuidasdok worden voorbereid en gerealiseerd, waarbij de aanpak van de knooppunten voor rekening en risico van het Rijk komt. Op 17 oktober 2012 heeft de gemeenteraad unaniem ingestemd met de voorkeursbeslissing Zuidasdok. In de Bestuursovereenkomst 2012 is vastgelegd dat Rijk en Amsterdam samen de risicodragende partijen zijn in de verhouding 75% (Rijk) — 25% (Amsterdam). Daarbij is afgesproken dat het projectrisico voor Amsterdam is gemaximeerd (‘gecapped’) tot een bijdrage van ten hoogste € 55 min. prijspeil 2011 (= € 61,77 min. prijspeil 2020). Het Rijk en de gemeente Amsterdam dragen ook het verschil tussen de indexering van de kosten van het project (= GWW-index) en de IBOI- indexering in de verhouding 75% (Rijk) resp. 25% (gemeente), waarbij de gemeente Amsterdam nadere afspraken kan maken met de Vervoerregio Amsterdam over een extra subsidiabele bijdrage van de Vervoerregio Amsterdam. Het indexeringsrisico dat voor 25% door de gemeente wordt gedragen is geen onderdeel van de overeengekomen Amsterdamse ‘cap’ in het projectrisico. Het programma Zuidasdok is door de gemeente Amsterdam als risicovol project opgenomen in de Regeling Risicovolle Projecten (RRP). Op 18 maart 2016 heeft de minister het Tracébesluit getekend. Op 20 april 2016 is het bestemmingsplan Zuidasdok door de gemeenteraad vastgesteld. Hiermee is voorzien in het juridisch-planologisch kader waarbinnen het programma Zuidasdok kan worden gerealiseerd. Op 15 februari 2017 is de opdracht voor het ontwerpen en realiseren van het project Zuidasdok aan ZuidPlus verstrekt. Uitvoering van het project Zuidasdok is echter zeer complex gebleken. Voor de voortzetting van de realisatie van Zuidasdok is op 25 maart 2020 door de gezamenlijke opdrachtgevers besloten tot het minnelijk beëindigen van het contract met de huidige aannemer Gegenereerd: vl.4 1 VN2021-035781 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Zuidas % Amsterdam ‚ ‚ ‚ nm RO % Marineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming en het opnieuw aanbesteden van de scope van Zuidasdok in hanteerbare deelpakketten. Daarnaast is het advies van mw Dekker om voortvarend door te gaan met de realisatie van Zuidasdok door de opdrachtgevers integraal omarmd en hebben zij de huidige scope van Zuidasdok herbevestigd. Bijgaand gaat de halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok 1 januari tot en met 30 juni 2021. Samengevat is in deze rapportage het volgende opgenomen: 1. _Projectvoortgang over het afgelopen halfjaar en de relevante actuele ontwikkelingen na de verslagperiode voor de deelprojecten Openbaar Vervoerterminal (OVT), Signalling & Control (S&CHICT Metro, Knooppunten en Tunnels. Aangezien de informatie in de rapportage gebaseerd is op gegevens uit de periode 2 janvari tot en met 30 juni 2021 kan het zijn dat de informatie als gevolg van de laatste ontwikkelingen is verouderd. 2. Scope: Er zijn in de afgelopen verslagperiode geen scopewijzigingen doorgevoerd. 3. Planning: De actuele stand van de mijlpalen past binnen de afgesproken bandbreedtes, met uitzondering van de mijlpaal ‘Start aanbesteding OVT-2' en mijlpaal ‘Start aanbesteding Tunnels’. Deze mijlpalen hebben een smalle bandbreedte van één kwartaal, waardoor de bandbreedte snel overschreden wordt. De opstartfase van project Tunnels is vertraagd door de thuiswerksituatie als gevolg van de COVID-maatregelen. Het team bestaat grotendeels vit mensen die elkaar en het project nog niet kennen. Als gevolg hiervan is er meer tijd nodig voor de voorbereiding en aanbesteding van het project. Start aanbesteding project Tunnels is nu voorzien in Q3-2022. In de Kamerbrief van maart 2020 hebben de bestuurders aangegeven dat de huidige verwachting is dat het laatste deelproject in de periode 2032-2036 wordt opgeleverd. Daarbij geldt een voorbehoud, de haalbaarheid van de planning is afhankelijk van de besluitvorming over het budget. Naarmate de besluitvorming over het budget langer uitblijft, leidt dit tot meer kosten en zullen de planning en financiële kaders meer onder druk komen te staan. 4. _ Financiën: Het budgettekort voor het programma Zuidasdok is berekend op ca. €1,2 mld. Rijk en regio zijn in gesprek over de invulling van het advies om een eenmalige extra budgetbijdrage te doen, buiten de Bestuursovereenkomst uit 2012 om. Het OGO is geïnformeerd dat besluitvorming over het project in maart 2022 nodig is. Deze datum heeft betrekking op de programma- en projectenplanning. Bestuurlijke besluitvormingsmomenten dienen hieraan vooraf te gaan. 5. Risico's: Er worden drie toprisico's vermeld: 1) de besluitvorming over het toekennen van aanvullend budget voor Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag, 2) De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende voortvarend en 3) Er is onvoldoende coördinatie tussen de projecten. 6. _Omgevingsmanagement en communicatie: de Programmaorganisatie werkt aan het uitbouwen van de relatie met de beheerders van toekomstige onderdelen van het programma. Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt eveneens per kwartaal overleg gevoerd. Ook met de verschillende gebruikersgroepen wordt regelmatig overleg gevoerd, waarbij deze overleggen steeds meer een regulier karakter krijgen. Indachtig het advies van mw Dekker wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan het nog meer betrekken van de (eind)gebruikers én het gezamenlijk vitdragen van het projectverhaal. In de commissievergadering van 30 juni 2021 is toegezegd dat in de Halfjaarlijkse Rapportage meer kleur (data, frequentie) zal worden opgenomen in de voortgang van de gebruikersoverleggen. Dit is gebeurd; deze informatie is in hoofdstuk 5 opgenomen. De Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 1 janvari tot en met 30 juni 2021, en bij behorende raadsinformatiebrief is u reeds aangeboden via de Dagmail van 30 november 2021. Reden bespreking Gegenereerd: vl.4 2 VN2021-035781 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Zuidas % Amsterdam ‚ ‚ ‚ % Marineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022 Ter bespreking en ter kennisneming o.v.v. het lid Leenders. Uitkomsten extern advies Op 6 oktober 2021 heeft het Opdrachtgeversoverleg Zuidasdok (OGO) ingestemd met de Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 2 janvari tot en met 30 juni 2021. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Leden commissie MLW. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam Bijlage 1 Aanbiedingsbrief bij Halfjaarlijkse Rapportage Zuidasdok, 2 januari AD2021-136816 tot en met 30 juni 2021. pdf (pdf) AD2021-136815 | Bijlage 2 Halfjaarrapportage H1-2021 Definitief.pdf (pdf) | AD2021-136817 Commissie RO (a) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam | Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Zuidas, Fanneke Faasen, 06 222.07105, f.faasen®amsterdam.nl Directie Zuidas, Monique Bouman, 06 2220.6928, [email protected] Gegenereerd: vl.4 3
Voordracht
3
train
AGENDA (concept) Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Datum: Dinsdag 4 maart 20.00 uur Aanvang: 20.00 uur Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel Nr. [Onderwerp ________________________\Nadereinfo Opening/Mededelingen DO Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde onderwerpen Verslag 12 februari 2014 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen 6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s Blok B Bespreking beleidsonderwerpen ‚Nr. |Onderwerp__________________\Nadereinfo |Regnr. 7. Vaststelling 1° herziening bestemmingsplan Landelijk | Ter advisering 6317 Noord Vaststelling bestemmingsplan Sportpark Melkweg en | Ter advisering 6315 besluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder voor bestemmingsplan Sportpark Melkweg Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan NDSM-werf Ter advisering 6308 West Havenatlas NDSM-werf Terbespreking | ___ | Vervolg vergadering op donderdag 6 maart vanaf 20.00 uur. Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-2529924 of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen. www.noord.amsterdam.nl/deelraad
Agenda
1
discard
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1444 Datum indienen 9 augustus 2019 Datum akkoord 10 september 2019 Publicatiedatum 11 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmé en Torn inzake de positie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en eventuele financiële risico’s voor de gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Onlangs berichtte Binnenlandsbestuur.nl over de twijfels die zijn ontstaan over de vraag of het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De toezichthouder van het WSW, de Autoriteit woningcorporaties, concludeerde in haar rapport van 7 juni 2019 namelijk dat het onzeker is of het WSW eventuele toekomstige verliezen kan dekken uit haar eigen risicovermogen. In dit scenario bestaat er een kans dat het Rijk en gemeenten, waaronder dus Amsterdam, financieel moeten bijspringen. Kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P) schatte tot voor kort de outlook voor het WSW in als ‘negatief’. De Amsterdamse fractie van de VVD heeft hierover in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 17 april 2019 haar zorgen geuit en hier de nodige vragen over gesteld.® Deze inschatting van S&P hield namelijk in dat er een 50%-kans bestond op afwaardering van de kredietwaardigheid. Op 25 juli jl. heeft S&P de outlook voor het WSW opgewaardeerd van negatief naar stabiel en de AAA-status herbevestigd.” Dit is een voorzichtig goed teken, maar er wordt tegelijkertijd benadrukt dat er kans is op een nieuwe afwaardering als nieuwe financiële zwaktes zich voordoen. Zo kan stress in de sociale woonsector ervoor zorgen dat de beoordeling van het WSW weer onder druk komt te staan. Het is wat de fractie van de VVD betreft bovendien van belang dat de afspraken en maatregelen uit het strategisch programma 2019 van het WSW worden nageleefd en uitgevoerd. ' https://www. binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/twijfels-over-positie-borger-sociale- woningbouw. 10260962 lynkx https/amsterdam raadsinformatie.nl/documeni/7636430//definitef verslag WB 17 04 2019 https://www.wsw.nl/uploads/user upload/RatingsDirect ResearchUpdateDutchSocialHousingGuaranteeFundW SWOutlookRev…… pdf 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019 Gezien het vorenstaande hebben de leden Naoum Néhmé en Torn, beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kent het college het bericht “Twijfels over positie Borger sociale woningbouw” verschenen in Binnenlands Bestuur op 23 juli 2019? En is het college op de hoogte van het rapport van de Autoriteit woningcorporaties (“Toezicht WSW 2018 Rapport over het toezicht op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw”) van 7 juni 2019? Antwoord: Ja. 2. Deelt het college de mening van de Amsterdamse fractie van de VVD dat het geld van het WSW op is doordat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (te) veel geld aan Humanitas Huisvesting en Geertruidenberg heeft laten uitkeren? Antwoord: Nee. In het jaarverslag 2018 van de gemeente Amsterdam (pagina 402) en de brief aan de raadscommissie Wonen van 26 februari 2019 is een analyse van de achtervang verwerkt. Hierin is gemeld dat in het saneringsbesluit besloten is dat het WSW als borger bijdraagt aan de oplossing van de financiële problemen. Tevens is gemeld dat de Minister van Binnenlandse Zaken heeft gemeld dat het WSW voor de aankomende jaren voldoende middelen beschikbaar heeft. Naar aanleiding van deze twee aanspraken op het WSW heeft het WSW een Strategisch Programma opgezet met het doel om een voldoende robuust borgstelsel te kunnen garanderen en het zo mogelijk te blijven maken dat corporaties tegen zo laag mogelijke kosten financierbaar zijn. Dit programma heeft mede als uitkomst dat daarmee de door de Autoriteit Woningcorporaties geconstateerde onzekerheid over het risicokapitaal van WSW voor de achtervang op de lange termijn wordt. weggenomen. 3. Deelt het college de mening van de Amsterdamse fractie van de VVD dat de keuzes van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de corporatiesector de problemen bij het WSW hebben veroorzaakt en zelf moeten oplossen? Antwoord: Zie antwoord bij 2. 4. Volgens pagina 24 van voornoemd Rapport van 7 juni 2019 dient het eigen vermogen van het WSW te worden verhoogd van 268 miljoen euro tot minimaal 400 miljoen euro. In 2019 zal de toezichthouder beoordelen of en in hoeverre dit gebeurd is. Hoe kan het college waarborgen dat het WSW, daadwerkelijk geld (obligo} ophaalt bij de corporaties dan wel de premie verhoogt en pas als allerlaatste stap aanklopt bij gemeentes om aanspraak te maken op de achtervangpositie? Welke acties heeft het college in dit verband genomen en/of is het college bereid nog te gaan nemen? 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Vs Gemeenteblad Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019 Antwoord: De mogelijkheden van het college tot waarborging van het verrichten van handelingen door WSW zijn beperkt. Verwacht mag worden dat WSW, gelet op het belang in de sector en het behoud van zijn credit rating zijn bevoegdheden zal gebruiken om het eigen vermogen op voldoende niveau te brengen. WSW werkt middels zijn Strategisch Programma eraan zijn risicovermogen tijdig aan te vullen met het doel dat er geen twijfel ontstaat over de kredietwaardigheid en rating van WSW. Een prioriteit is het percentage van het garantieniveau te verhogen in het Reglement van Deelneming zodat het moment van innen van obligo bij deelnemers (corporaties) in de tijd naar voren wordt gehaald. Door een verhoging van dat percentage zal dit niveau eerder onderschreden worden en kan WSW tijdig overgaan tot het innen van obligo bij deelnemers waardoor de benodigde liquiditeitspositie in stand kan worden gehouden. De hoogte van dit niveau wordt 0,65% (nu 0,25%). Gelet op de structurering van de achtervang in 3 lagen, zie ook het jaarverslag van de gemeente zal de aanspraak van WSW op gemeente en Rijk pas als laatste (3° laag) kunnen plaatsvinden. 5. Hoe groot acht het college de kans dat gemeenten moeten bijspringen als het WSW niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen? Antwoord: Het college is zich mede op basis van het rapport van Autoriteit Woningcorporaties bewust van de onzekerheden omtrent het WSW. Het door het Rijk en de VNG gedeelde vertrouwen, dat het WSW voldoet aan de afspraak dat er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen beroep wordt gedaan op het Rijk en gemeenten als achtervang, staat op basis van analyses van het WSW voorop. Ook is het behoud van de zeer hoge ‘AAA’ rating van ratingagency S&P en het intrekken van een mogelijke verlaging van de kredietwaardigheid van WSW gepubliceerd op 25 juli 2019 een belangrijk signaal. We blijven de ontwikkelingen omtrent het risicoprofiel van het WSW, de sector en de implementatie van het Strategisch Programma kritisch volgen. Vooralsnog continueren we het risico op laag’. 6. Indien de achterborgstelling van het Rijk en Gemeenten (50/50) wordt aangesproken, hoeveel kan de rekening voor gemeente Amsterdam maximaal bedragen? Antwoord: Het WSW staat borg voor de rente en aflossingen van leningen aan woningcorporaties, waardoor deze toegang hebben tot de kapitaalmarkt en tegen gunstige voorwaarden kunnen lenen. De achtervang van de deelnemende Nederlandse gemeenten en het Rijk is onderdeel van een bredere zekerheidsstructuur die uit drie lagen bestaat. Als vanuit de achtervang er renteloze leningen aan het WSW worden verstrekt, derft de gemeente gedurende de looptijd van deze leningen de rente. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de leningen volledig terugbetaald worden door het WSW. Eris sprake van een ‘overbruggingskrediet’ zodat het WSW tijd nodig heeft om de zaken op orde te brengen en zekerheden uit te winnen. Het risico van rentederving betreft een resterend risico dat wordt opgenomen en verwerkt bij de bepaling van het gemeentelijke weerstandsvermogen. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Vs Gemeenteblad Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019 7. Wat vindt het college van het recente oordeel van kredietbeoordelaar S&P (d.d. 25 juli 2019) dat de kredietwaardigheid van het WSW neerwaarts kan worden bijgesteld wanneer wederom blijkt dat het beschikbaar vermogen onvoldoende is? Antwoord: Het college heeft kennis genomen dat de kredietbeoordelaar S&P een eerder gedane melding van mogelijke verlaging van de kredietwaardigheid van WSW heeft ingetrokken en de hoogste credit rating van AAA voor het WSW heeft herbevestigd. Het college heeft geen reden tot twijfel aan hun oordeel. 8. Op 17 april 2019 heeft de wethouder Wonen in de commissievergadering WB aangegeven geen aanleiding te zien tot heel grote zorgen over de financiële risico’s die bij gemeente liggen.“ Is het college deze mening nog steeds toegedaan? Graag een toelichting. Antwoord: Ja, zie de beantwoording van de vragen 4-7. Toelichting door vragenstellers: Ook wenst de Amsterdamse fractie van de VVD enkele vragen te stellen over de systematiek van het nieuwe saneringsstelsel waarin het WSW een sleutelpositie heeft en de rol van de gemeentes daarin. 9. In het nieuwe saneringsstelsel mag alleen zogeheten ‘noodzakelijk DAEB: (woningen die nodig zijn voor de sociale huisvesting’) gered worden. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het aanwijzen van wat ‘noodzakelijk DAEB’ is: a. Welke richtlijnen heeft gemeente Amsterdam voor het aanwijzen van ‘noodzakelijk DEAB'? Hoe gaat dat in de praktijk? b. Wat vindt de gemeente dat er moet gebeuren met het bezit dat als ‘niet- noodzakelijk DEAB' kan worden gekwalificeerd”? c. Hoe wil gemeente Amsterdam voorkomen een ruimhartige aanwijzing van ‘noodzakelijk DAEB’ te plegen waardoor een te grote rekening wordt gelegd bij de hele corporatiesector via het WSW? d. Hoe wil Amsterdam voorkomen dat andere gemeentes in Nederland een ruimhartige aanwijzing van ‘noodzakelijk DAEB’ plegen waardoor een te grote rekening wordt gelegd bij gemeente Amsterdam via het WSW? e. Hoe kijkt het college aan tegen de casus ‘Geertruidenberg’ die al zijn sociale huurwoningen als ‘noodzakelijk DAEB’ heeft bestempeld en waardoor de uiteindelijke rekening hierdoor 600 à 800 miljoen euro werd en Amsterdamse corporaties 10% hiervan moeten betalen? Antwoord: Pas als een corporatie een saneringsaanvraag indient gaat het vraagstuk rondom noodzakelijke DAEB-spelen. In het proces om te komen tot een besluit door de saneerder over een saneringssubsidie heeft de gemeente de rol om een zienswijze af te geven. 4 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7636430/1/definitief verslag WB 17 04 2019 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Vs Gemeenteblad R Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019 Dit is een zienswijze over het verrichten of voortzetten van die (DAEB) werkzaamheden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders van de gemeenten waar zij worden verricht noodzakelijk is voor het in stand houden van voldoende woongelegenheden. De zienswijze van de gemeente vormt een bovengrens voor de DAEB- werkzaamheden waarvoor saneringssubsidie verstrekt kan worden. De zienswijze is echter niet leidend op zichzelf. Hieruit volgt dat zowel scenario’s onderzocht moeten worden met behoud van de door gemeenten noodzakelijke DAEB- werkzaamheden als scenario's waarin dat niet het geval is. De door de gemeente als noodzakelijk aangemerkte DAEB-werkzaamheden kunnen vervolgens worden beoordeeld in het kader van de evenredigheidtoets. Oftewel de gemeente geeft de bovengrens van de noodzakelijke DAEB aan maar de saneerder besluit over de toekenning van saneringssubsidie. Bovenstaande is vastgelegd in de ” Beleidsregels financiële sanering toegelaten instellingen 2019” (https://wetten. overheid.nl/BWBRO041961/2019-03-01) a. Hetcollege kent geen aanleiding voor de noodzaak van het aanwijzen of ontwikkelen van richtlijnen van noodzakelijke DAEB-werkzaamheden. b. Zie antwoord bij a. c. Zie antwoord bij a. d. Zie de inleiding. e. Zie de inleiding. 10. De huidige achtervangovereenkomst tussen gemeente Amsterdam en het WSW loopt per 31 december 2019 af. Zal de nieuwe overeenkomst op onderdelen gewijzigd worden, mede in het licht van de financiële kwetsbaarheden die onlangs zichtbaar zijn geworden? Zo ja, om welke onderdelen gaat het? Antwoord: Het proces naar een nieuwe achtervangovereenkomst wordt voorbereid in samenhang met nieuwe prestatieafspraken. Besluitvorming over een nieuwe achtervangovereenkomst zal conform het Lening en Garantiebeleid worden voorgelegd aan de gemeenteraad. 11. In de analyse van het achtervangrisico dat het college met de gemeenteraad heeft gedeeld (besproken in de raadscommissie Wonen en Bouwen in april jl.) staat dat de informatievoorziening aan de gemeente in het kader van de achtervangovereenkomst met het WSW is verbeterd. Op welke punten is er sprake van verbetering? Graag een gedetailleerd antwoord. Antwoord: De informatievoorziening aan gemeenten krijgt sinds 2016 meer aandacht. Het WSW stemde in 2016 in met het verzoek van de VNG om afgestemde financiële ratio's per corporatie te delen met de gemeenten die betrokken zijn bij de corporatie. Dit gebeurt vanaf 2017 jaarlijks in de maart’ april tezamen met de lening overzichten, de schuld-/WOZ-overzichten en het borgingsplafond per corporatie met de gemeenten. Daarnaast worden individuele gemeenten over hun betrokkenheid bij corporaties in de hoogste risicocategorie geïnformeerd. 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Vs Gemeenteblad Datum 11 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 9 augustus 2019 De samenwerking tussen de gemeente en het WSW is in 2018 verder geïntensiveerd middels intensieve gesprekken over onder meer de informatieverstrekking en de structuur van de overeenkomst. Het college is van mening dat dit een positieve trend is maar dat er nog steeds ruimte is voor verbetering. 12. In de analyse van het achtervangrisico dat het college met de gemeenteraad heeft gedeeld, meldt het college dat “o.a. ambities op duurzaamheid op termijn zorgen voor een toename van de risico’s op de borg” (p. 22). Wat kan dit concreet inhouden voor de achtervangborg van gemeente Amsterdam? Houdt dit ook in dat de gemeente haar duurzaamheidsambities neerwaarts moet bijstellen om financiële tegenvallers te voorkomen? Zo nee, wat houdt bovengenoemde zinsnede in? Antwoord: De zinsnede uit het rapport refereert naar een onderzoek van het WSW over verduurzaming bij corporaties. Daarin staat dat er grenzen zijn aan investeren in duurzaamheid bij corporaties. Wanneer zij hun DAEB-bezit in 2030 naar gemiddeld energielabel A willen brengen is dat niet haalbaar. Dit scenario leidt tot een toename van de investeringsdruk, maar ook tot meer financiële en bedrijfsrisico's bij corporaties. Ook is in dit scenario geen rekening gehouden met nieuwbouw buiten de huidige corporatieplannen. En ten slotte verschilt de haalbaarheid van de benodigde investeringen sterk per regio. ( https://www.wsw.nl/contact/nieuwsbericht/wsw-onderzoek-ziet-grenzen-aan- investeren-in-verduurzaming-bij-corporaties/) 13. Is in de verwachte stijging van het borgingsplafond voor de in Amsterdam actieve corporaties met 700 miljoen euro in 2018-2020 (dus van 8.3 miljard naar 9 miljard) rekening gehouden met de duurzaamheidsambities van het huidige college”? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee. De huidige overeenkomst is eind 2017 voor 2018 en 2019 gesloten. De stijging is gebaseerd op een verwachte toename van de borgingsbehoefte van de Amsterdamse corporaties. Deze is het saldo van de eigen financieringsmiddelen van de corporaties, de herfinancieringsbehoefte en de nieuwe financieringsbehoefte voor nieuwe investeringen en daarmee ook verduurzaming. Daarnaast wordt de ontwikkeling getoetst aan de financiële ratio's van de corporaties. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 461 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder G Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van Doorninck, mevrouw Moorman en de heer Paternotte inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (evaluatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 inzake: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437); — intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438); Overwegende dat: — het voor het functioneren van het nieuwe bestuurlijk stelsel van groot belang is dat dit voortdurend wordt gemonitord en geëvalueerd; — ook na 2014 flexibele aanpassingen binnen het bestuurlijk stelsel nodig en mogelijk blijven en de bevoegdheidsverdeling periodiek wordt herzien; — in 2015 drie grote decentralisaties plaatsvinden, waardoor het aantal bevoegdheden en taken van de stad enorm zal toenemen; — nadat de decentralisaties hebben plaatsgevonden, een evaluatie van de bevoegdheidsverdeling binnen het nieuwe bestuurlijk stelsel zinvol is; — het college het voornemen heeft een eerste evaluatie van het bestuurlijk stelsel als geheel — inclusief de bevoegdheidsverdeling — in 2016 te laten plaatsvinden, Van mening zijnde dat: — de evaluatie uitgevoerd moet worden door een daartoe speciaal in te stellen onafhankelijke commissie; — de opdrachtgever van die commissie moet bestaan uit leden van het college van burgemeester en wethouders en de bestuurscommissies in gezamenlijkheid, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 461 Moti Datum _ 26 juni 2013 otie Draagt het college van burgemeester en wethouders op: samen met de bestuurscommissies in 2016 een onafhankelijke evaluatiecommissie in te stellen voor de evaluatie van het bestuurlijk stelsel als geheel, inclusief de bevoegdheidsverdeling. De leden van de gemeenteraad, M. Moorman G.A.M. van Doorninck J.M. Paternotte 2
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 745 Publicatiedatum 1 juli 2016 Ingekomen onder AL Ingekomen op woensdag 22 juni 2016 Behandeld op woensdag 22 juni 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe uitgiften (risicopercentage maximaal 1,0 procent). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe uitgiften (Gemeenteblad afd. 1, nr. 664). Overwegende dat: — de gemeente onder andere over zeer sterke verhaalmogelijkheden beschikt, onder andere daardoor nauwelijks debiteurenrisico loopt, en zelf eigenaar blijft van de grond; — het voorgestelde risicopercentage van 1,5 procent niet goed is onderbouwd; — daarbij geldt: hoe hoger het percentage, hoe belangrijker om een zorgvuldige onderbouwing te geven, mede gezien de verbondenheid van partijen, de machtspositie van de gemeente; — er experts zijn die tot veel lagere risicopercentages komen (onder andere het rapport van de Marktwaardecommissie en de inspraak van Dr. Wesseling); — de vergelijking met hypotheekrente die banken hanteren niet opgaat omdat de gemeente zelf geen bank is en er tussen verschillende banken concurrentie bestaat, terwijl de erfpachters alleen op de gemeente zijn aangewezen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — bij de vaststelling van het canonpercentage voor eeuwigdurende erfpacht uit te gaan van een risico-opslag van maximaal 1,0 procent; — het vorenstaande te verwerken in het Grondprijzenbeleid 2016 voor nieuwe uitgiften in eeuwigdurende erfpacht en de andere relevante beleidsstukken. Het lid van de gemeenteraad M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 377 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder P Ingekomen op woensdag 20 april 2016 Behandeld op woensdag 20 april 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Flentge inzake het Amsterdams taalbeleid voor volwassenen 2016— 2018 (taalbeleid voor niet-uitkeringsgerechtigden). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Amsterdams taalbeleid voor volwassenen 2016-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 322). Overwegende dat: — taalachterstanden bij niet-uitkeringsgerechtigden In de nabije toekomst geen standaardonderdeel meer uitmaakt van het Amsterdams taalbeleid voor volwassenen; — hierdoor taalonderwijs voor deze groep minder toegankelijk wordt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken hoe niet-uitkeringsgerechtigden vanaf 2017 een volwaardig aanbod voor taalonderwijs blijven houden; — de raad hierover te informeren. Het lid van de gemeenteraad E.A. Flentge 1
Motie
1
discard
Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina Ì van 6 Stadhuis Amstel 1 Gemeenteraad Amsterdam oep erdam Raadsgriffie Stand van zaken op: 10-4-2020 1000 AE Amsterdam Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille “Grondzaken” Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken Ingediend houder Motie Principebesluit In de voorbereidingen van NT. 9-11-2017 31-3-2018 van Grondzaken Door het gewijzigde Marineterrein Amsterdam de Projectnota — tussen Bakker, Doorninck Dienst rve standpunt van Defensie - uitspreken voor nu en de verkiezingen — Nuijens, grond en om aanwezig te blijven op opstelling wh RO en niet alleen de Geenen, ontwikkel het Marineterrein wordt verschillen benoemen Principenota maar ook Boomsma opnieuw met het Rijk met Principenota bovenstaande uitspraken onderzocht wat voor Marineterrein van de — nu zittende — ontwikkeling mogelijk is. (TA2017-001334) raad als basis voor In de gesprekken met het verdere samenwerking Rijk is en wordt de met het Kabinet te strekking van de motie gebruiken meegenomen. Het overleg is nog gaande. Wanneer de gesprekken afgerond zijn, zal de commissie geïnformeerd worden. Motie Ontwikkelperspectief 1. Verschillende opties Geenen 21-12-2017 21-3-2018 van Grondzaken Afgehandeld: de Amstel III - voor Doorninck Dienst rve gemeenteraad is op 18 woningbouwprogramma's woningbouwprogramma's grond en september 2019 per brief nader doorgelicht de wijken van Amstel III ontwikkel geïnformeerd over het (TA2017-001584) door te rekenen en voor uitstel. De motie wordt in te leggen aan de raad bij Q4 2020 tegelijkertijd met besluitvorming over deze de herziening van de gebieden, zodat er meer grondexploitatiebegroting inzicht ontstaat in en bijbehorend effecten van de ‘knoppen’ Ontwikkelperspectief waar de raad aan kan voor Amstel II draaien; 2. Hiertoe beantwoord. verschillende scenario's op te nemen, waarin in ieder geval inzichtelijk is wat de effecten zijn aan van het draaien van de volgende ‘knoppen’: « Grotere of kleinere Gemaakt met gegevens uit Andreas file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020 Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 2 van 6 Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken Ingediend houder woningen * Meer of minder studentenwoningen binnen de sociale huur « Relatief meer of minder woningen met 1-, 2-, 3-, of 4+kamerwoningen * Meer of minder koop binnen middenhuur * Meer of minder betaalbare middenwoningen (< 800 euro) * Meer of minder sociale huurwoningen (bandbreedte: 0-100%) « Meer of minder middenwoningen (bandbreedte: 0-100%) « Meer of minder dure woningen (bandbreedte: 0-100%); 3. In ieder geval inzicht te bieden in de effecten van het draaien aan de verschillende knoppen op: « Het aantal en type woningen (ook in bvo/gbo) * De exploitatie « De mate waarin voldaan wordt aan de vraag of behoefte « De vastgestelde uitgangspunten van Amstel III Motie Canonherziening einde Te onderzoeken of en hoe Naoum 19-12-2019 19-3-2020 van Grondzaken Planning is de tijdvak en Verlengde de procedure voor een Néhmé, Doorninck Dienst rve bestuurlijke reactie april afkoop erfpacht - geef aanvraag voor overstap Boomsma, grond en naar de commissie te erfpachters met op eeuwigdurende van ontwikkel sturen. gemengde bestemming erfpacht bij erfpachters Schijndel, en onbezwaarde waarde met een gemengde Bloemberg- de kans om ene bestemming en Issa, Kilic, afgewogen keuze te onbezwaarde waarde kan Ceder, van maken worden gewijzigd zodat Soest (TA2019-001686) zij een weloverwogen beslissing kunnen nemen door bijv. een overstapaanbieding te doen onder de ontbindende voorwaarde Gemaakt met gegevens uit Andreas file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020 Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 3 van 6 Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken Ingediend houder dat de noodzakelijke aanpassingen worden gedaan, waarbij blijft staan dat zij, om in aanmerking te komen voor de gunstige voorwaarden die in 2019 gelden, vóór 1 januari 2020 een datum hebben geregistreerd Motie Canonherziening einde Aan erfpachters ten Bloemberg- 19-12-2019 19-3-2020 van Grondzaken Planning is de tijdvak en Verlengde aanzien van het Issa, Doorninck Dienst rve bestuurlijke reactie april afkoop erfpacht - maak overstappen op Ceder, grond en naar de commissie te erfpachtberekeningen eeuwigdurende erfpacht Kilic, ontwikkel sturen. inzichtelijk de benodigde informatie Naoum (TA2019-001687) ter beschikking te zullen Néhmé, stellen, zodat erfpachters van en/of hun financiële Schijndel, adviseurs zelf de Boomsma, afkoopsom kunnen van Soest narekenen Motie Evaluatie van het 1. De verschillende vormen _ van 22-1-2020 29-4-2020 van Grondzaken Gesprek gevoerd met het participatieproces van participatie gedurende Renssen Doorninck Dienst rve team democratisering om Klaprozenbuurt het planvormingsproces grond en de evaluatie van het (TA2020-000096) voor de Klaprozenbuurt te ontwikkel participatieproces te evalueren ten behoeve van begeleiden. Het komt onder toekomstig beleid en een grotere ontwikkelingen; 2. Van deze evaluatie/leeropgave te evaluatie een rapportage op vallen waarin ook andere te stellen, met belangrijke planvormingsprocessen en aandachtspunten en programma's worden aanbevelingen en deze zo geëvalueerd op gebied van spoedig mogelijk aan de participatie. Planning volgt raad te sturen later. Motie Sportfaciliteit APGS voor In gesprek te gaan met de Naoum 11-3-2020 10-6-2020 van Grondzaken Afhankelijk van de Amstelkwartier fase III Nationale Politie en zich Néhmé Doorninck Dienst rve doorlooptijd van de corono- (TA2020-000317) daarbij in te zetten voor grond en maatregelen wordt het openstelling van de politie- ontwikkel overleg met de politie sportfaciliteit APGS gestart. Het is nog (Amsterdamse Politie onduidelijk of 10 juni kan Gymnastiek & worden gehaald. Hierover Sportvereniging) in het volgt meer duidelijkheid in weekend voor alle één van de volgende Amsterdammers dus ook termijnagenda's. Gemaakt met gegevens uit Andreas file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020 Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 4 van 6 Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken Ingediend houder voor niet-leden van de Nationale Politie. Raadsadres Moratorium van in handen van het college 18-12-2019 29-1-2020 van Grondzaken Door een misverstand is overstapaanbiedingen van b&w te stellen ter Doorninck Dienst rve het net niet gelukt om de voor iedere erfpachter afhandeling en kopie grond en commissie van 25 maart (TA2019-001637) antwoord naar ontwikkel te halen. De commissie raadscommissie RO ontvangt de beantwoording 15 april 2020 tkn. Raadsadres Alarmerende ontwikkeling in handen college b&w te 22-4-2020 3-6-2020 van Grondzaken planning is beantwoording in de Lutkemeerpolder stellen ter afhandeling en Doorninck Dienst rve begin juni (TA2020-000382) kopie antwoord naar grond en raadscommissie RO ontwikkel Raadsadres Ingebrekestelling door de in handen college b&w te 22-4-2020 3-6-2020 van Grondzaken planning is beantwoording gemeente Amsterdam bij stellen ter afhandeling en Doorninck Dienst rve begin juni de berekening van afkoop kopie antwoord naar grond en voor erfpacht raadscommissie RO ontwikkel (TA2020-000383) Schriftelijke vraag Duurzaamheidsnormen Kreuger 13-3-2020 10-4-2020 van Grondzaken De commissie ontvangt voor nieuwbouw Doorninck Dienst rve de beantwoording (TA2020-000310) grond en uiterlijk 10 april 2020 ontwikkel Termijnagendapunt RO Marineterrein Nota van uitgangspunten Van der 18-1-2017 30-9-2017 Kock Grondzaken Door het gewijzigde Commissie (TA2017-000152) wordt na de zomer Burg Dienst rve standpunt van Defensie verwacht. grond en om aanwezig te blijven op ontwikkel het Marineterrein zal opnieuw met het Rijk onderzocht moeten worden wat voor ontwikkeling mogelijk is. Het overleg hierover met het Rijk wordt voortgezet. Wanneer de gesprekken afgerond zijn, zal de commissie geïnformeerd worden. Termijnagendapunt RO Herziening De grondexploitaties voor Van der 2-3-2017 31-12-2020 van Grondzaken Na uitwerking van de Commissie investeringsbesluit ArenA Poort West en Oost Burg Doorninck Dienst rve planning van de ArenaPoort Oost en West worden in 2018 herzien en grond en ontwikkelstrategie, incl. het (TA2017-000268) vastgesteld. De herziening ontwikkel advies- en toetstraject, blijkt wordt onderbouwd door o.a. inspraak vanaf mei/juni Gemaakt met gegevens uit Andreas file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020 Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 5 van 6 Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken Ingediend houder het stedenbouwkundige 2020 mogelijk. Dit betekent kader dat richting moet dat na het zomerreces de gaan geven aan de diverse besluitvorming over de ontwikkelingen en definitieve transformaties in het gebied ontwikkelstrategie inclusief en kwaliteitsverbetering van investeringsbesluit (met de openbare ruimte. aanpassingen) en de Nota van Beantwoording kan starten, met Cie. en Raad in nov/dec 2020. Termijnagendapunt RO Kop Dijksgracht In verband met de Van der 2-3-2017 30-9-2017 van Grondzaken Planvorming van een Commissie (TA2017-000270) ontwikkeling van kavel Burg Doorninck Dienst rve definitief plan voor de 5b6 op het grond en ontwikkeling van Kop Oosterdokseiland is de ontwikkel Dijksgracht wordt ontwikkeling van een aangehouden tot na definitief plan tijdelijk besluitvorming over stopgezet. Naar NvUfprojectplan verwachting zal voor het Marineterrein; overleg werken aan het definitieve tussen gemeente en het plan Kop Oosterdok begin Rijk n.a.v. het gewijzigde volgend jaar weer standpunt van Defensie opdracht gegeven over aanwezigheid op het worden. Dan zal er ook Marineterrein is nog een planning volgen. Er is gaande. De planvorming een tijdelijke wordt opgepakt zodra het situatie/inrichting tot 2019 overleg duidelijkheid over op de Kop Dijksgracht. de verdere ontwikkeling heeft opgeleverd. De tijdelijke inrichting van het gebied zal met vijf jaar verlengd worden. Termijnagendapunt RO actualiteit longstay- Inzake de actualiteit van Bakker 6-3-2019 17-4-2019 van Grondzaken Commissie appartementen hotel het lid Bakker (SP) (SP) Doorninck Dienst bc Kinkerbuurt omtrent longstay- west (TA2019-000335) appartementen hotel Kinkerbuurt zegt de wethouder toe dat er een brief met uitkomsten onderzoek (verkeer en parkeren en sloopvoorwaarden) volgt. Termijnagendapunt RO Nota bodembeheer, Wethouder heeft o.v.v. het Leenders 2-10-2019 30-10-2019 van Grondzaken Commissie subsidieaanvraag lid Leenders toegezegd Doorninck Dienst rve om de commissie nader Gemaakt met gegevens uit Andreas file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020 Termijnagendarapport uit Andreas: portefeuille "" ( 10-4-2020 ) pagina 6 van 6 Type Onderwerp Toezegging Indiener Datum Einddatum Port. Portefeuille Organisatie Stand van zaken Ingediend houder Amsterdam Wetlands. te informeren over de ruimte en (TA2019-001301) subsidie aanvraag duurzaamheid Amsterdam Wetlands. Termijnagendapunt RO Vangnetregeling, Wethouder heeft o.v.v. het Van 2-10-2019 29-2-2020 van Grondzaken In het eerste kwartaal van Commissie beperkingen SVN lid Van Dantzig toegezegd Dantzig Doorninck Dienst rve 2020 mag worden (TA2019-001302) om de commissie bij de grond en verwacht dat de second opinion nader te ontwikkel definitieve second informeren over de opinion is gegeven en wettelijke beperkingen wordt de commissie over waarover het SVN rept. de inhoud hiervan geïnformeerd. Er zal dan tevens antwoord komen op de vraag van raadslid Van Dantzig tijdens de Cie van 2 oktober 2019 over wettelijke beperkingen. Termijnagendapunt RO Erfpacht, aantallen De wethouder heeft, in alle 15-1-2020 4-3-2020 van Grondzaken De commissie is via de Commissie overstappers. aansluiting op de raadsleden Doorninck Dienst rve dagmail van 3 februari (TA2020-000073) discussie over de grond en door middel van een actualiteit over het ontwikkel nieuwe overstapportaal, voortgangsrapportage toegezegd dat zij de overstap geïnformeerd commissie schriftelijk zal over de stand van zaken informeren over de en de aantallen aantallen overstappers. overstapaanvragen Termijnagendapunt RO Overstapregeling Wethouder heeft o.v.v. het Naoum 5-2-2020 25-3-2020 van Grondzaken Planning is Commissie erfpacht, aanbiedingenen lid Naoum Néhmé Néhmé Doorninck Dienst rve beantwoording via de spambox toegezegd om de grond en voortgangsbrief over de (TA2020-000215) commissie nader te ontwikkel uitvoering van de informeren of Overstapregeling in de aanbiedingen die de dagmail vóór de gemeente per mail heeft commissie van 4 maart. gedaan wellicht in de spambox van aanvragers terecht is gekomen. Gemaakt met gegevens uit Andreas file:///H:/Termijnagendaobjecten”“%20portefeuille%20Grondzaken”%2020200410%20061827.htm 14-4-2020
Actualiteit
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 864 Datum akkoord college b&w van 4 juli 2017 m.i.v. wijzigingen wijzigingen 12 juli 2017 akkoord Publicatiedatum 13 juli 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 24 mei 2017 inzake het artikel in de Groene Amsterdammer over het uit de hand lopende massatoerisme in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De Groene Amsterdammer berichtte op 23 mei 2017 over het uit de hand lopende massatoerisme in Amsterdam’. Onderzoek van het weekblad, in samenwerking met Investico, zet de kosten en de baten van dit massatoerisme naast elkaar. Daaruit trekken zij de conclusie dat de opbrengsten van het massatoerisme voor de stad structureel worden onderschat [vraagsteller bedoelt hier overschat] terwijl de kosten ervan veel hoger uitvallen dan door betrokken partijen, zoals Amsterdam Marketing, wordt voorgehouden. Waar een klein groepje grootkapitalisten zijn zakken vult, krijgen Amsterdammers de rekening gepresenteerd in de vorm van overlast, extra druk op de woningmarkt, verschraling van het winkelaanbod en verloedering van de openbare ruimte. De fractie van de SP heeft eerder verschillende malen aan de bel getrokken als het gaat om de negatieve effecten van massatoerisme op de stad. Het baart ons zorgen dat de eerder gepresenteerde cijfers qua lusten en lasten, waarop de raad vaak heeft gedebatteerd, niet volledig of mogelijk zelfs gekleurd zijn. Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe verklaart het college de grote verschillen tussen de berekeningen van de kosten en de baten van massatoerisme door Amsterdam Marketing en OiS, zoals beschreven in het artikel? Antwoord: De berekeningen die door de Groene Amsterdammer zijn gemaakt doen geen recht aan de complexiteit van het vraagstuk wat toerisme kost en wat het opbrengt voor de stad. Het artikel verwijst naar berekeningen van de economische betekenis van toerisme, niet naar de berekening van kosten en ! https://www.groene.nl/artikel/oprollen-die-rotkoffertjes 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng le Gemeenteblad R Datum 13 juli 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 24 mei 2017 baten van massatoerisme door Amsterdam Marketing (AM) of OIS. De geconstateerde verschillen zijn het gevolg van verschillen in gebruikte methoden. In haar periodieke Grote Bezoekersonderzoek 2016 raamt AM op basis van een enquête onder een groot aantal bezoekers de omvang van de bestedingen en leidt daarvan de omvang van de werkgelegenheid in de hospitalitysector af. Het valt op dat AM aanzienlijk hoger uitkomt dan de ramingen van OIS of CBS. Dit lijkt te worden veroorzaakt doordat AM de definitie van het woord ‘bezoeker’ van de UN World Tourism Organisation gebruikt, waarbij ook bewoners van direct aan Amsterdam grenzende gemeenten (voor zover zij niet studeren of werken in Amsterdam) tot dagbezoekers worden gerekend. Dit zijn dus ook bezoekers die Amsterdam niet uit toeristisch motief bezoeken, maar ook voor familie- of vriendenbezoek hier komen. Evenals inwoners uit de regio, die Amsterdam regulier bezoeken om te winkelen of uit te gaan. De in het artikel genoemde cijfers afkomstig van OIS over werkgelegenheid hebben betrekking op een andere veelgebruikte definitie van de toeristische sector. Deze definitie biedt een nauwkeurig beeld van de werkgelegenheid in de betrokken bedrijfstakken, maar niet alle werkgelegenheid is toe te schrijven aan bezoekers uit binnen- en buitenland. Inmers, ook Amsterdammers gaan naar het café, uit eten en maken gebruik van culturele voorzieningen. Anderzijds besteden toeristen ook in niet-toeristische sectoren. 2. Deelt het college de mening van de SP dat het onrechtvaardig is dat de opbrengsten van massatoerisme verdwijnen in de zak van een kleine groep grootkapitalisten, terwijl de lasten worden neergelegd op de samenleving? Graag een toelichting. Antwoord: Alvorens uitspraken te kunnen doen over de verdeling van die kosten en baten over de verschillende sectoren en segmenten van de samenleving, acht het college het noodzakelijk eerst grondig onderzoek te doen naar de lasten en baten van toerisme conform de aanbeveling van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Dit onderzoek loopt op dit moment en we verwachten de eerste uitkomsten daarvan in het najaar met u te kunnen bespreken. 3. Hoe komt het dat de pogingen van Amsterdam Marketing om de drukte te spreiden tot op heden nog niet tot resultaat leiden? Graag een toelichting. Antwoord: Amsterdam Marketing heeft spreiding van het toerisme als één van de speerpunten. Hier zijn al resultaten op geboekt. Succesvolle toeristische activiteiten buiten het drukke centrum zijn bijvoorbeeld Eye op Overhoeks en de Sloterplas. Met de campagne Offroute worden bezoekers vanaf de Zeedijk verleid om de Plantagebuurt te bezoeken (experiment Stad in Balans). De toename van het aantal bezoekers uit binnen- en buitenland werkt door in een toename van het aantal bezoekers dat ook andere delen in de stad dan de drukke gebieden in het centrum en de regio bezoekt. Tegelijkertijd blijft het een feit dat publiekstrekkers als het Anne Frankhuis, het Rijksmuseum en gebieden als de Wallen en de Kalverstraat geliefd zijn. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng le Gemeenteblad Datum 13 juli 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 24 mei 2017 4. Hoeveel panden in het 1012-gebied worden er verhuurd aan toeristische aanbieders van monocultuur? Is het college bereid te onderzoeken of en hoe deze aanbieders kunnen worden verwijderd, en vervangen door winkels met een functie voor buurtbewoners? Antwoord: Een divers winkel- en voorzieningenaanbod is één van de vier doelen van het uitvoeringsprogramma Stad in Balans. In het concept detailhandelsbeleid 2018- 2022, dat is vrijgegeven voor advies van de stadsdelen en in het najaar 2017 ter bespreking en besluitvorming wordt aangeboden aan de gemeenteraad, wordt inzicht geboden in het aanbod winkels voor dagelijkse boodschappen voor bewoners en voor toeristen. Ruime aandacht wordt besteed aan het borgen van de mogelijkheid van dagelijkse boodschappen voor bewoners en het aantrekkelijk en divers houden van winkelgebieden in de stad. Om de diversiteit van het winkelaanbod te bevorderen, heeft het college onlangs besloten om een retailloods in te zetten. De retailloods gaat onderzoeken welke internationale winkelformules een positieve waarde kunnen toevoegen aan het huidige winkelaanbod. Op basis daarvan ontwikkelt hij of zij een acquisitiestrategie voor het aantrekken van gewenste winkelformules. Daarnaast wordt in opdracht van de gemeente door Centrum XL een straatgerichte aanpak uitgevoerd in de Damstraat, De Hoogstraten, de Breestraten en de Spuistraat. Dit houdt in dat met vastgoedeigenaren, ondernemers, bewoners en gemeente een gezamenlijke straatvisie wordt opgesteld. Er wordt momenteel voor twee straten een convenant uitgewerkt met de betrokken partijen om de diversiteit te behouden of te verbeteren. Er wordt tevens een vervolgonderzoek gedaan naar het ruimtelijk instrumentarium in het kader van de diversiteit van het winkelaanbod en de vervroegde wijziging van het bestemmingsplan voor het 1012 gebied. De uitkomsten van het vervolgonderzoek zullen mogelijkheden bieden om de diversiteit te beschermen. Wij verwachten u hier in het najaar over te kunnen informeren. 5. Deelt het college de mening van de SP dat, gezien de huidige drukte in de stad en alle daaraan gerelateerde overlast en de verwachte groei van het aantal toeristen in de komende jaren, het college naast spreiding ook een plan moet gaan bedenken om toeristen te gaan weren uit de stad? Is het college bereid, daarvoor een plan van aanpak op te stellen? Graag een toelichting. Antwoord: Amsterdam is een prachtige stad met grote aantrekkingskracht. Nieuwe bewoners, bedrijven, dagjesmensen en toeristen: uit binnen- en buitenland komen ze graag naar onze stad. Daarmee wordt het steeds drukker. En dat gaat de komende jaren niet veranderen. Drukte is iets dat we niet tegen kunnen houden. We kunnen niet tegen bezoekers zeggen dat ze niet naar de grachten mogen kijken of naar het Anne Frankhuis mogen gaan. Dat strookt ook helemaal niet met de waarden van de stad: internationaal, open, inclusief en gastvrij. Maar de groei gaat hard en sneller dan gedacht. Dat leidt tot overlast. Tot rotzooi op straat. En in sommige buurten staat de leefbaarheid onder druk. We hebben een punt bereikt dat veel Amsterdammers als kritiek ervaren. Het college kan en wil de groei niet tegenhouden. Maar we kunnen de drukte wel in goede banen leiden. De bewoners weer op de eerste plaats zetten. Gemeente 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng le Gemeenteblad Datum 13 juli 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 24 mei 2017 en samenwerkingspartners nemen daarom maatregelen op verschillende terreinen. Pijlers in de aanpak zijn: Meer kwaliteit en diversiteit van het winkel- en voorzieningenaanbod, Verminderen van overlast en meer grenzen stellen, Spreiden van bezoekers over stad en regio en Creëren van meer ruimte op straat in drukke gebieden. We plukken niet altijd direct de vruchten van een nieuwe maatregel, maar de verwachting is dat de maatregelen tezamen een positieve invloed hebben op de leefbaarheid in de buurt en in de hele stad. We doen dit samen met bewoners, ondernemers en instellingen in de stad en we staan open voor slimme innovatieve oplossingen om de groei in goede banen te leiden. Het programma Stad in Balans bestaat uit meer dan 100 grote en kleine maatregelen. Ook experimenteert het college met manieren om grip te krijgen op de groei en stelt (beperkende) randvoorwaarden. Bezoekers worden bijvoorbeeld met citymarketing activiteiten geleid naar de minder drukke gebieden in stad en regio. Differentiatie van toeristenbelasting en het nieuwe overnachtingenbeleid en kunst- en cultuurbeleid bevorderen spreiding over de stad en de regio. Bovendien geldt: niet alles kan en mag in onze stad. Daarom is bijvoorbeeld de bierfiets niet langer welkom in bepaalde delen van het centrum vanaf november dit jaar en wordt met het Binnenstadoffensief in samenwerking met de politie tijdelijk extra gehandhaafd in het Wallengebied. Het college ziet daarnaast toe op naleving van de regels uit het Convenant grote groepen d.d. 3 april 2017 en is hierover in gesprek met bewoners en de branche. Ook wordt ingezet op het vergroten van het aantal deelnemers aan het convenant. Zo hebben na 3 april ruim 20 andere organisaties zich aangemeld als convenantpartner. Als het gewenst resultaat de komende maanden uitblijft, wordt een strenger regime ingevoerd. Het college onderzoekt momenteel op welke manier dat het beste kan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 372 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder K Ingekomen op woensdag 20 april 2016 Behandeld op woensdag 20 april 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de uitzending van Zembla over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof (geen woningbouw nabij Schiphol). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Van Lammeren inzake de uitzending van Zembla over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof (Gemeenteblad afd. 1, nr. 326). Overwegende dat: — verschillende omliggende gemeenten van Schiphol, waaronder Amsterdam, op een aantal reeds bebouwde woninbouwlocaties nabij de vluchtroutes van vliegtuigen woningen mogen bijbouwen; — het onverstandig is woningen onder de rook van Schiphol te realiseren zolang er nog onderzoek loopt naar de gezondheidsschade van ultrafijnstof van vliegverkeer op omwonenden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: geen nieuwe woningen nabij Schiphol te realiseren tot er meer duidelijkheid is over de gezondheidseffecten van (ultra)fijnstof van vliegverkeer op omwonenden. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, WIJ % Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid % Ter kennisnamelijst, donderdag 28 januari 2010 Werk en Inkomen TKN 1 Stand van zaken toezeggingen en termijnagenda wethouder Ossel. (BD2009-009958) TKN 2 Wetsvoorstel minnelijke schuldhulpverlening. (BD2009-009850) TKN 3 Beantwoording vraag inzet loonkostensubsidie bij plaatsing op regulier werk nav casus. (BD2010-000220) TKN 4 Stroomlijnen van armoedevoorzieningen. (BD2010-000222) TKN 5 Brief nadere toelichting nieuwe regels onkosten vergoedingen chronisch zieken en gehandicapten. (BD2010-000281) TKN 6 Brief Commissie WIJ - WSW-pilot Commissie De Vries. (BD2010- 000023) Jeugdzaken TKN 7 Onderzoeksrapport Scan van Streetcornerwork 2008-2009. (BD2010- 000212) Inburgering TKN 8 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA0945025 “Trage klachtbehandeling belemmert inburgering. (BD2009-009933) TKN 9 Toelichting Taal en Ouderbetrokkenheid. (BD2010-000300) Grote Stedenbeleid TKN 10 Wijkaanpak-Rapportage bewonersparticipatie 2009. (BD2009-008922) Openbare Orde en Veiligheid TKN 11 stand van zaken intensivering zuidoost. (BD2010-000312) 1 Gemeente Amsterdam Wi J Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Ter kennisneming en Ter visie/inzage, donderdag 28 januari 2010 Programma Maatschappelijke Investeringen Geen punten ter kennisname. Educatie Geen punten ter kennisname. Jong Amsterdam - Kinderen Eerst Geen punten ter kennisname. Diversiteit Geen punten ter kennisname. Ter visie/ter inzage (alleen voor raadsleden in de leeskamer raad) 2
Agenda
2
val
Van: [email protected] [mailto:[email protected]] Verzonden: zondag 20 mei 2018 18:16 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: raadsadres jihadistische Palestijnse bedreiging 1.1 Formulier raadsadres Naam Uw bericht Raadsadres jihadistische Palestijnse bedreiging Geachte raadsleden, Op 6 februari 2018 ontving mijn bedrijf een volgens het CIDI jinadistische Palestijnse bedreiging: de ramen van het pand waar mijn bedrijf bij de KvK ingeschreven staat zijn in de nacht van 4 op 5 februari 2018 ingegooid en er is een papier achtergelaten waarop in fonetisch Arabisch stond geschreven Qaadimoen. Deze tekst betekent: Jerusalem we komen voor de strijd om Palestina en wordt gebruikt in de gewapende strijd van Hezbolah en Hamas in GAZA. Ik heb aangifte gedaan en een melding gemaakt bij het meldpunt radicalisering waar ik zelf ook mee heb gewerkt een aantal jaren geleden. Zelf heb het idee dat deze bedreiging voortkomt uit de 30 vragen die in de raadsbrief van 3 oktober 2017 over de werkzaamheden van mijn bedrijf zijn beantwoord. Na de bedreiging volgende een tal van anonieme mails van iemand die zich uitgaf als medewerker Indische Buurt van de hulpverleningsorganisatie voor jongeren Streetcornerwork en alle bedreigingen gingen over de gederadicaliserende jongerenwerker mn De politie Amsterdam Amstelland ziet dergelijke jihadistische uitingen als vrijheid van meningsuiting en ziet geen reden tot onderzoek. Het meldpunt radicalisering heeft helemaal niet gereageerd. Ik heb in 2014 zelf met ÏM in oparacht van de gemeente moeten samenwerken en heb aangegeven dat er sprake was van radicalisering. Ik wil de gemeenteraad verzoeken om stelling in te nemen of teksten zoals Qadimoon die door het CIDI als jihadistisch worden bestempeld in het tolerante Amsterdam als vrijheid van meningsuiting worden gezien, ook als het de veiligheid van de joodse gemeenschap in gevaar brengt. Mijn bedrijf heeft uit voorzorg de preview van de documentaire Vluchtelingen Toen en Nu met daarin het verhaal van Groningse overlevenden van de Holocaust die nu verspreid over het land wonen gecanceld. De gemeente was niet bereid om mee te kijken naar een oplossing of om met de partij van waaruit de bedreiging komt in gesprek te gaan. Een kwalificatie van dergelijke uitspraken helpt de veiligheid te waarborgen. De politie adviseert mij alleen om een camera aan te schaffen maar de gemeente verstrekt geen lening. na de aangifte ontving ik ook een anonieme mail van een nieuwe zogenaamde jongerenwerker die naar de landelijke recherche verwees. Uit eigen ervaring weet ik dat de politie het meldpunt en het OM samenwerken maar dit is bizar. Ik ga ervan uit dat de gemeenteraad na de zaak met NM en nu dit waakzaam blijft voor de veiligheid van de Joodse gemeenschap. Uw bijlage Bijlage. Mailwisseling met jeugdwerker Indische Buurt
Raadsadres
2
train
Opmerkingen voor publicatie: Urerijkbekendmakenop | Gevolgen voor de werking van een Financiële verordening gemeente Amsterdam 2017 wordt ingetrokken andere regeling: Externe informatieve bijlage voor de nvt. leesbaarheid: Andere bijzonderheden: || Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam houdende regels over het financiële stelsel (Financiële verordening gemeente Amsterdam 2022) De raad van de gemeente Amsterdam, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juni 2021 en gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, besluit de volgende verordening vast te stellen: 1 Financiële Verordening gemeente Amsterdam 2022 Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie met als doel het besturen, functioneren en beheersen van de gemeente alsmede het afleggen van verantwoording; b. Administratieve organisatie: administratieve organisatie en interne beheersing: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de verantwoordelijke leiding; c. Begroting: de begroting als bedoeld in de Gemeentewet en de inhoud daarvan zoals nader bepaald in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten; d. Beheer van vermogenswaarden: het vitoefenen van bestuur over en toezicht op het geheel van gemeentelijke middelen en rechten; e. Beleidsnota: een nadere uitwerking van deze verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen door de raad; f. College: het college van burgemeesters en wethouders; g. Deelneming: een participatie in een besloten of naamloze vennootschap waarin de gemeente aandelen heeft; h. Doelmatigheid: het realiseren van de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen; i. _Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten daadwerkelijk worden behaald; j. Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat tot doel heeft het zodanig vastleggen en verwerken van aantekeningen inzake de financiële gegevens van de organisatie van de gemeente (en eventueel onderdelen) dat een goed inzicht mogelijk is in: a. de financieel-economische positie; b. het financieel beheer; c. het beheer van vermogenswaarden; d. de vitvoering van het jaarplan/begroting; e. het afwikkelen van vorderingen en schulden; 2 f. het afleggen van verantwoording in de rekening/verantwoording en tussentijdse rapportages; k. Jaarstukken: de jaarrekening en het jaarverslag als bedoeld in de Gemeentewet en de inhoud daarvan zoals nader bepaald in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten; L_ Overheadkosten: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. m. Product: een door het college vastgestelde nadere onderverdeling van de programma onderdelen naar een aan te bieden voorziening, dienst of goed; n. Productenraming: het geheel van de door het college vastgestelde producten waarin het college per product een budget en taakstellende prestatieafspraken heeft toegekend; o. Programma: een geheel van met elkaar samenhangende beleidsterreinen waarin door de raad geformuleerde doelstellingen worden beschreven in termen van beoogde effecten en de te bereiken resultaten én waarin doelstellingen en middelen worden gekoppeld; p. Rechtmatigheid: het overeenstemmen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals omschreven in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten; dq. Taakveld: voorgeschreven rubriek waarop wettelijk gedefinieerde baten en/of lasten in de begroting en jaarstukken worden gebundeld en gerapporteerd. r. Regeling: een nadere uitwerking van de Verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet in de vorm van een regeling in het geval dat de raad het college heeft opgedragen regels vast te stellen of de mogelijkheid daartoe heeft gecreëerd of dat het college het gegeven zijn verantwoordelijkheid noodzakelijk acht. s. Tolerantie: de door de gemeenteraad bepaalde toegestane afwijking van begrote mutaties van reserves in de jaarrekening; t. Verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording Artikel 2. Planning en controlcyclus 1. Het college biedt de raad een beleidsnota Planning en control aan. De raad stelt deze nota vast. 3 2. Vóór aanvang van een kalenderjaar biedt het college aan de raad ter kennisname een overzicht aan met daarin in elk geval: a. de data voor het aanbieden door het college van de jaarstukken, de kadernota, de begroting, de meerjarenraming en de tussenrapportages en b. de data van het behandelen door de raad van de jaarstukken, de kadernota en de begroting, de meerjarenraming en de tussenrapportages. Artikel 3. Programma's en programma-indeling 1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma- indeling en een nadere onderverdeling van programma's naar programmaonderdelen voor de komende raadsperiode vast. 2. De raad stelt op voorstel van het college per programma of onderdeel daarvan relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de daarvoor uitgevoerde activiteiten en de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid. De indicatoren omvatten tenminste de wettelijk voorgeschreven indicatoren. 3. Het college kan de programma’s en programmaonderdelen ten behoeve van de begrotingsuitvoering nader onderverdelen. Deze onderverdeling maakt geen deel vit van de begroting en wordt vastgesteld door het college. b. De programma-indeling en de onderverdeling daarvan naar programmaonderdelen staan voor de duur van de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijziging. Wijzigingen worden bij de vaststelling van de begroting expliciet vermeld. Artikel ,. Kadernota 1. Het college biedt vóór het zomerreces een kadernota aan met de beleidsmatige en financiële kaders voor het volgend begrotingsjaar. In deze nota worden ten minste de ontwikkelingen aangegeven die van belang zijn voor de uitvoering van de programma's. 2. De kadernota is een zelfstandig te lezen nota en als zodanig herkenbaar, ook als deze deel vitmaakt van een tussenrapportage. 3. De raad stelt de kadernota vóór het zomerreces vast. Artikel 5. Aanvullende eisen inrichting begroting en jaarstukken 1. In de begroting wordt bij de investeringen per portfolio de investeringsruimte weergegeven en per nieuwe investering het benodigde investeringskrediet. 2. In de jaarrekening wordt per portfolio de uitputting van de geautoriseerde investeringsruimte weergegeven en wordt van de lopende investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven. Artikel 6. Autorisatie begroting, investeringsruimte en investeringskredieten 4 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting: a. de totale lasten en baten op programmaniveau en de lasten en baten per onderdeel daarvan als het programma is onderverdeeld; b. de mutaties in reserves op programmaniveau en per onderdeel daarvan als het programma is onderverdeeld; C. de in de begroting opgenomen investeringsruimte van een portfolio; d. het overzicht algemene dekkingsmiddelen; e. het overzicht kosten van overhead. 2. Het college legt investeringsruimte die in de loop van het jaar benodigd is en niet in de begroting is opgenomen ter vaststelling aan de raad voor. 3. Voor: a. investeringen die een bedrag van € 20 miljoen na aftrek van bijdragen van derden te boven gaan of b. investeringen waarvan de gemeenteraad dat bij de begrotingsbehandeling aangeeft legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor een investeringskrediet aan de gemeenteraad ter vaststelling voor. b. De raad autoriseert met het vaststellen van een begrotingswijziging het aanpassen van de begroting waar de wijziging de onder lid 1 genoemde onderdelen raakt. 5. Het college draagt er zorg voor, dat alle door de raad vastgestelde wijzigingen van de begroting en investeringen juist en volledig in de budgetten van de programma's, de programmaonderdelen, de investeringsruimte van een portfolio en de budgetten van de investeringskredieten worden verwerkt. Artikel 7. Taakvelden Het college draagt er zorg voor dat de baten en lasten van de programma’s respectievelijk programmaonderdelen en de door de raad vastgestelde wijzigingen daarvan naar de juiste taakvelden worden verdeeld. Artikel 8. Uitvoering begroting en tussentijdse rapportage 1. Het college stelt regels vast die tot doel hebben dat: a. de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt, b. de uitvoering van de begroting op de door het college ingestelde onderverdeling als bedoeld in artikel 3, derde lid alsmede op apparaatskosten en personele formatie beheerst verloopt. 2. Het college draagt er tenminste zorg voor dat: a. detotale lasten van een programma niet worden overschreden en de baten niet worden onderschreden; b. detotale lasten van een programmaonderdeel niet worden overschreden en de baten niet worden onderschreden; 5 c. _detotale lasten in het overzicht algemene dekkingsmiddelen en het overzicht kosten van overhead niet worden overschreden en de baten niet worden onderschreden; d. mutaties in reserves niet worden overschreden; e. de investeringsruimte van een portfolio niet wordt overschreden; f. _de lasten van investeringskredieten niet worden overschreden; 3. Het college rapporteert in tussentijdse rapportage(s) over de uitvoering van de begroting. 4. De indeling van de tussentijdse rapportages volgt de programma-indeling respectievelijk de onderverdeling naar programmaonderdelen van de begroting, maar beperkt zich tot die programma's of onderdelen daarvan waarvoor een begrotingswijziging door het college wordt voorgesteld. 5. Het college meldt in de tussentijdse rapportage(s) met in acht name van de regels als bedoeld in het eerste lid afwijkingen van de begroting en doet met opgave van redenen voorstellen aan de raad voor wijziging van de begroting, bijstelling van het beleid of wijziging van de investeringsruimte van een portfolio of van investeringskredieten als: a. bekenden duidelijk is dat aan de bepalingen van lid 2 onder a tot en met c niet kan worden voldaan en daardoor het totaal van de baten of lasten van een programmaonderdeel of als die ontbreken een programma, het overzicht kosten van overhead of het overzicht algemene dekkingsmiddelen met meer dan €1 miljoen op- of neerwaarts afwijkt van de eerder vastgestelde begroting of b. bekenden duidelijk is dat mutaties in reserves zullen worden overschreden of onderschreden buiten de op grond van artikel 15 lid 2, onder e, door de raad vastgestelde toleranties of c. bekenden duidelijk is dat de investeringsruimte van een portfolio zal worden overschreden of onderschreden met meer dan € 5 miljoen of 10 procent van de beschikbaar gestelde investeringsruimte van een portfolio als dat lager is of d. bekenden duidelijk is dat investeringskredieten die door de raad zijn vastgesteld zullen worden overschreden of onderschreden met meer dan € 1 miljoen of 10 procent van het beschikbaar gestelde investeringskrediet als dat lager is. Artikel 9. EMU-saldo Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort als bedoeld in de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting. Artikel 10. Verantwoording 6 1. De indeling van de jaarstukken volgt de programma-indeling respectievelijk de onderverdeling naar programmaonderdelen van de begroting. 2. Het college licht in de jaarstukken met opgave van redenen begrotingsonder- en overschrijdingen toe ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting. 3. Het college kan regels vaststellen gericht op of verband houdend met het opstellen van de jaarstukken. Het college kan daarbij onderscheid maken naar (groepen van) organisatie eenheden. Hoofdstuk 3. Financieel beleid Artikel 11. Evaluatie beleidsnota's Het college evalueert vier jaarlijks de vastgestelde beleidsnota's benoemd in de artikelen: 2, 12, 14, 15, 19, 20, 21en 22. Artikel 12. Financieel stelsel — ramen en bekostigen 1. Het college biedt de raad een beleidsnota ramen en bekostigen aan. De raad stelt deze nota vast. 2. De beleidsnota bevat minimaal voorschriften voor de wijze van ramen van baten en lasten van programma’s en voor de bekostiging van organisatie eenheden. In de beleidsnota wordt onderscheid gemaakt naar (groepen) van gemeentelijke organisatie eenheden als specifieke kenmerken van die organisatie eenheden dat rechtvaardigen. Artikel 13. Adviesorgaan Het college kan voor bepaalde of onbepaalde tijd een onafhankelijk deskundig adviesorgaan instellen. Dit orgaan adviseert het college over financiële onderwerpen binnen de kaders van het bestuurlijk en financieel stelsel. Artikel 14. Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa 1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa. De raad stelt deze nota vast. 2. De beleidsnota behandelt ten minste: a. de grondslagen voor activering en waardering van vaste activa; b. de termijnen en methodieken voor afschrijvingen van vaste activa; c. het moment waarop de afschrijving van vaste activa aanvangt. 3. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over grondbeleid. De raad stelt deze nota vast. Artikel 15. Reserves en voorzieningen 1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over reserves en voorzieningen. De raad stelt deze nota vast. 7 2. De beleidsnota behandelt ten minste: a. het soort reserves en voorzieningen dat wordt onderscheiden; b. voorschriften voor het instellen, besteden en opheffen van reserves; C. de omstandigheden waarin vorming van voorzieningen kan of moet plaatsvinden; d. de toerekening en verwerking van rente over reserves en voorzieningen; e. de verwerking van reserves en mutaties daarin bij opmaak van de jaarstukken en in het bijzonder de tolerantie die daarbij mag worden gehanteerd voor het verwerken van overschrijdingen bij toevoegen of onttrekken; f. de informatievoorziening aan de raad over reserves en voorzieningen en de informatiemomenten die daaraan gekoppeld zijn. Artikel 16. Kostprijsberekening 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten. 2. Kosten van overhead worden toegerekend: a. op basis van één of meer verdeelsleutels gerelateerd aan personele inzet waaronder in elk geval wordt begrepen personeelskosten of b. op basis van de financiële omvang van taakvelden of C. op basis van een combinatie van a en b. 3. Bij het overzicht “kosten van overhead” wordt de gehanteerde kostentoerekening gemotiveerd toegelicht. b. Bij de bepaling van de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa 5. Voor rioolheffing en afvalstoffenheffing worden de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken. 6. Bij de bepaling van de indirecte kosten bij heffingen worden de instructies van de rijksoverheid en relevante wet- en regelgeving gevolgd. Artikel 17. Prijzen economische activiteiten 1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd. 2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking 8 doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd. 3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college vit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd. b. Raadbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van: a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid; b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak; C. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden; d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen; e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen; f. een bevoordeling van publieke media-instellingen; en g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is. Artikel 18. Voorziening voor oninbare vorderingen 1. Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbare vorderingen gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen voor elke vordering die een bedrag van € 10.000 te boven gaat. 2. Voor openstaande vorderingen betreffende: a. onroerende zaakbelasting eigenaren; b. precariobelasting; C. parkeerbelasting; d. rioolheffing; d. afvalstoffenheffing; d. erfpacht en g. bijstandsvertrekking wordt, voor de groep van vorderingen die individveel kleiner zijn dan € 10.000, een voorziening wegens oninbare vorderingen gevormd ter grootte van het gemiddelde percentage van oninbaarheid in de drie voorafgaande jaren. Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel ter vaststelling voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing en overige leges waarvan jaarlijkse vaststelling wenselijk is. 9 2. Het college biedt de raad een beleidsnota aan met de kaders voor de prijzen van de verhuur en verkoop van vastgoed. De raad stelt de nota vast. 3. Het college biedt jaarlijks het kader voor de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons aan de raad aan. De raad stelt dit kader vast. b. Het college legt bij een tussentijdse wijziging van de onder lid 2 tot en met 3 genoemde prijzen en tarieven ten opzichte van de kaders vooraf een besluit voor aan de raad. 5. Door het college genomen besluiten over het vaststellen van prijzen en het wijzigen van prijzen worden ter kennisneming aan de raad aangeboden als deze betrekking hebben op externe leveringen van goederen, werken en diensten. Artikel 20. Financieringsfunctie 1. Het college zorgt bij het vitoefenen van de financieringsfunctie voor: a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren; b. het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico's en kredietrisico's; C. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen; d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. 2. Het college stelt nadere regels op ter vitvoering van het gestelde in het eerste lid aangevuld met regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en legt deze vast in een Treasurystatuut. 3. Het college biedt de raad het Treasurystatuut aan. De raad stelt het Treasurystatuut vast. hb. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over leningen en garanties. De raad stelt de nota vast. De beleidsnota behandelt ten minste de volgende onderwerpen: a. voorschriften voor het verstrekken van nieuwe leningen en garanties; b. voorschriften voor het wijzigingen van bestaande leningen en garanties; c. het beheer van leningen en garanties. Artikel 21. Verbonden partijen 1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over de verbonden partijen. De raad stelt de nota vast. 2. De beleidsnota behandelt ten minste de wijze waarop wordt omgegaan met oprichting, beheer, verkoop en liquidatie van de verbonden partijen van de gemeente. 3. Het college voert iedere collegeperiode een herijking vit voor alle deelnemingen en biedt deze ter kennisname aan de raad aan. Op basis hiervan 10 wordt per deelneming bekeken of het verstandig is deze aan te houden, te verkopen of te liquideren. Artikel 22. Weerstandsvermogen en risicomanagement 1. Het college biedt de raad een beleidsnota aan over het gemeentelijke beleid voor het weerstandsvermogen en het risicomanagement. De raad stelt de nota vast. 2. De beleidsnota behandelt ten minste de volgende onderwerpen: a. uitgangspunten risicobereidheid; b. toepassing spelregels weerstandsvermogen; c. beleid beheersing risico's. Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen 1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen: a. wegen; b. riolering; C. water; d. groen; e. gebouwen; f. sportaccommodaties en -parken. 2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: a. de (actualiteit van de) beleidskaders ter beoordeling van de onderhoudsniveaus, waaronder de beheerplannen, met bijbehorende financiële prognoses; b. de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud per kapitaalgoed. Hoofdstuk 4. Administratie, organisatie en interne beheersing Artikel 24. Administratie 1. Het college stelt regels vast gericht op de opzet, de inrichting en de wijze van registreren in de financiële administratie, die ten minste waarborgen dat: a. registraties op uniforme wijze worden uitgevoerd; b. wordt voldaan aan relevante wet- en regelgeving; C. kan worden voldaan aan de verstrekking van de vereiste informatie aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeente. 2. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor: a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van de gemeente; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa en passiva; 11 C. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties; d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke producten en diensten; e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, en de uitvoering van onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving. Artikel 25. Financiële organisatie Het college stelt regels vast gericht op: a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken en budgetten aan de organisatie- eenheden; b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden gericht op het waarborgen van de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen; C. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van toegewezen budgetten en investeringskredieten; d. de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie; e. de te maken afspraken met de organisatie eenheden over te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen; f. de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten; g. de steunverlening en toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen; h. het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen. Artikel 26. Interne beheersing 1. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van relevante wet- en regelgeving, vastgesteld beleid en procedures, bewaking van activa of waarden inclusief de 12 bedrijfsvoering en de administratieve processen en interne beheersingsmaatregelen die daarbij passen. 2. Het college draagt zorg voor interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheers handelingen en de interne toetsing op de naleving van de gestelde kaders en overige interne regelgeving in de gemeentelijke organisatie. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel van geconstateerde tekortkomingen. 3. Het college informeert de raad in de paragraaf bedrijfsvoering over de uitkomsten van de interne audits en over de stand van zaken van en ontwikkelingen in het stelsel van interne beheersing. Artikel 27. Subsidieverstrekking Het college legt de raad een algemene subsidieverordening voor, die een algemeen kader bevat voor de subsidieverstrekking aan instellingen, ondernemingen en particulieren. De raad stelt deze verordening vast. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Artikel 28. Intrekking De Financiële verordening gemeente Amsterdam 2017 wordt ingetrokken. Artikel 29. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. De stukken voor het begrotingsjaar 2022 en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening. Artikel 30. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als ‘Financiële verordening gemeente Amsterdam 2022’. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2021 De voorzitter Femke Halsema De griffier Jolien Houtman 13 Toelichting Algemene toelichting De basis van het stelsel van financiële regels van de gemeente Amsterdam wordt gevormd door de financiële verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet. In deze verordening zijn de primaire regels vastgelegd voor het financiële beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie. Artikel 212 van de Gemeentewet bepaalt ten aanzien van de financiële verordening: 1. De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. 2. De verordening bevat in ieder geval: a. regels voor waardering en afschrijving van activa; b. grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b (het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn, door of vanwege de gemeente verstrekte diensten en het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt) en, voor zover deze wordt geheven, voor de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (inzameling van huishoudelijke afvalstoffen); c. regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie. Het stelsel van financiële regels kent een hiërarchie in de financiële regelgeving: 1. Het hoogste niveau is de financiële verordening. Hierin worden de kaders op hoofdlijnen vastgelegd. Deze verordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad. 2. De vitwerking van het kader van de financiële verordening wordt als daar in de financiële verordening om wordt gevraagd opgenomen in beleidsnota's. Ook de beleidsnota's worden vastgesteld door de gemeenteraad. 3. De uitwerking van het kader kan verder in de financiële verordening expliciet worden opgedragen aan het college of kan aan het college worden overgelaten als de verordening er niet expliciet om vraagt. In dat geval is sprake van uitvoeringsregels. Het college stelt deze vast en stuurt deze ter kennisname aan de gemeenteraad. 14 b. De vitwerking van de kaders naar praktische toepassing in de organisatie wordt geregeld in toepassingsregels. Dit zijn regels die, viteraard binnen de kaders, verdere uitwerking geven aan de toepassing van de financiële verordening, de beleidsnota's en de vitvoeringsregels. De verantwoordelijkheid voor ontwerp en vaststelling van de toepassingsregels ligt bij de gemeentesecretaris en de directeur DMC. Te denken valt hier bijvoorbeeld aan procesbeschrijvingen. Deze verdeling past bij het doel van de dualisering van het gemeentebestuur: de gemeenteraad stelt de kaders vast en het college van burgemeester en wethouders bestuurt daarbinnen de gemeente. De ambtelijke organisatie voert vervolgens de door het college opgedragen taken uit. De verordeningen, vitvoeringsregels en toepassingsregels gelden voor alle organisatie eenheden van de gemeente. Alleen in vitzonderingssituaties wordt in de regels onderscheid gemaakt naar verschillende organisatie eenheden. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Definities Bij de gehanteerde begrippen in de verordening wordt aangesloten op (definities uit) de Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado). Artikel 2. Kalender planning en control cyclus Dit artikel bepaalt dat het college een voorstel doet voor de toe te passen planning en control cyclus en deze aanbiedt aan de raad ter vaststelling. Daarnaast biedt het college jaarlijks aan de raad een overzicht aan met de data waarop de planning-en- control producten in de raad worden geagendeerd. Artikel 3. Programma's en programma-indeling Dit artikel bevat bepalingen over de inrichting van de begroting waarin de kader stellende functie van de raad tot uiting komt. De raad stelt bij aanvang van een raadsperiode de indeling van de begroting in programma’s en desgewenst een nadere onderverdeling daarvan vast. Dat geldt ook voor de indicatoren waarop de raad wil sturen en controleren. Het doel van dit artikel is niet om per se elke nieuwe raadsperiode de gehele begroting en jaarstukken te herindelen. Veel van de gemeentelijke taken/activiteiten veranderen in de loop der jaren niet, zodat een noodzaak om te veranderen ontbreekt. Als de indeling en gebruikte indicatoren de vorige raadsperiode adequaat waren, dan kan deze indeling ook ongewijzigd of met beperkte bijstellingen of wijzigingen worden vastgesteld. Het artikel biedt het college de gelegenheid om ten behoeve van de sturing de begroting nader onder te verdelen. De voorname achtergrond daarvan is de begroting en de uitvoering daarvan te kunnen koppelen aan budgetten voor de uitvoerende organisatie eenheden. Artikel ,. Kadernota 15 Dit artikel bepaalt dat de raad vooraf aan het opstellen van de begroting (vóór het zomerreces) een nota vaststelt waarin de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële kaders voor de komende jaren zijn vastgelegd. Deze nota kan onderdeel vitmaken van een planning en control product, maar moet als zodanig dan wel zelfstandig leesbaar zijn. In praktijk komt dat er op neer dat de kadernota dan een zelfstandig stuk is of een duidelijk onderscheidbaar onderdeel in een planning en control product. Op grond van de Gemeentewet berust het budgetrecht bij de raad. De raad stelt het budgettaire kader vast. Met het vaststellen van de nota geeft de raad in een vroegtijdig stadium kaders aan het college voor de invulling van de begroting voor het komende jaar. In een verkiezingsjaar worden de beleidsmatige en financiële kaders gewoonlijk vastgelegd in een program- of coalitieakkoord. Zo'n akkoord is het document waarin de afspraken tussen de politieke partijen zijn vastgelegd en die de basis is voor de vorming het college van B&W. Dat akkoord komt in dat jaar dan in de plaats van de kadernota. Artikel 5. Aanvullende eisen inrichting begroting en jaarstukken In dit artikel zijn enkele aanvullende eisen gesteld aan de inrichting van de begroting en jaarstukken met betrekking tot de informatieverstrekking aan de raad op het gebied van investeringen. Artikel 6. Autorisatie begroting, investeringsruimte en investeringskredieten Dit artikel geeft aan wat de raad bij de begroting (of een wijziging daarvan) in budgettaire zin autoriseert. De autorisatie vindt plaats op programmaniveau of per programmaonderdeel als het programma is onderverdeeld. De raad autoriseert per portfolio de investeringsruimte van het begrotingsjaar. De raad neemt kennis, per porfolio, van de meerjarige investeringsruimte en van de lopende en nieuwe investeringen. In het geval van een begrotingswijzing kan de autorisatie een deel van de begroting omvatten. In het derde lid is expliciet gemaakt in welke gevallen aan de raad een investeringsvoorstel moet worden voorgelegd. Lid 5 draagt het college op om de wijzigingen die de raad aanbrengt in de begroting, op juiste wijze te verwerken. Artikel 7. Taakvelden Met ingang van 2017 wordt een taakveldenraming verlangt. Deze maakt deel vit van de toelichting van de begroting en wordt daarmee door de raad vastgesteld. De taakveldenraming is een indeling van de begroting die door het rijk wordt voorgeschreven. Om deze samen te stellen is een relatie aanwezig tussen de budgetten in de programma’s en het taakveld waartoe die behoren. Artikel 8. Uitvoering begroting en tussentijdse rapportage In dit artikel legt de raad het college een aantal eisen op die voor een goede uitvoering van de begroting noodzakelijk zijn. In het eerste lid wordt bepaald dat het college regels opstelt die de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de 16 uitvoering waarborgen . Daarnaast bepaalt de verordening hier dat het college regels stelt voor de sturing op apparaatskosten en personele formatie. Lid 2 tot en met 5 regelt de zorgplicht voor het college om de begroting binnen de door de raad gestelde financiële kaders uit te voeren en daarover tussentijds te rapporteren en voorstellen te doen aan de raad als de uitvoering van de begroting, de investeringsruimte van een portfolio of de investeringskredieten die de raad heeft vastgesteld in het gedrang komt. Artikel 9. EMU saldo Voor gemeenten is in de Wet houdbare overheidsfinanciën vastgelegd dat ze aandeel hebben in plafond voor het totale EMU-tekort van Nederland. Wordt dit gemeentelijk aandeel in het EMU-tekort door de gezamenlijke gemeenten overschreden dan kan dat tot een correctieve maatregel van het Rijk leiden of tot een boete uit Europa die naar gemeenten wordt door vertaald. Gemeenten krijgen in het voorjaar van het Rijk bericht of het gemeentelijk aandeel in het nationale toegestane EMU-tekort met de lopende begroting dreigt te worden overschreden. Ook wordt dan duidelijk of daarop actie van gemeenten is gewenst. Pas als dit laatste het geval is, moeten gemeenten met een individueel EMU-saldo hoger dan gemeentelijke EMU-referentiewaarde hun begroting neerwaarts bijstellen om de overschrijding van het collectieve aandeel ongedaan te maken. In het artikel is opgenomen dat het college de raad informeert bij een overschrijding van het toegestane EMU-tekort voor alle gemeenten. Als daarop actie nodig is van de gemeente, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting. Artikel 10. Verantwoording Dit artikel is het sluitstuk van de planning en controlcyclus. De eindverantwoording over de begrotingsuitvoering door het college en de controle van de raad daarop. Met dit artikel legt de raad de basis voor de vorm van verantwoording en stelt zij het college in staat om nadere regels op te stellen voor de totstandkoming van de jaarrekening. De zogenaamde jaarrekening circulaire is daar een voorbeeld van. Artikel 11. Evaluatie beleidsnota's Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 12. Financieel stelsel ramen en bekostigen De gemeenteraad heeft in de Kadernota 2013 de ambitie geformuleerd om te komen tot een integrale raming van inkomsten en vitgaven van de gemeentelijke programma's. Het doel is het optimaliseren van inkomsten en uitgaven stadsbreed. In de begroting 2013 heeft de gemeenteraad uitgangspunten vastgesteld voor het nieuwe ramingmodel. Uitwerking van deze uitgangspunten binnen de kaders van het nieuw bestuurlijk stelsel en de organisatieontwikkeling leidt tot nieuwe voorschriften. Dit artikel bepaalt dat het college een beleidsnota over ramen en bekostigen aanbiedt ter behandeling en vaststelling door de raad. 17 Artikel 13. Adviesorgaan Dit artikel regelt de mogelijkheid om een financieel adviesorgaan in te stellen. Doelstelling van het adviesorgaan is om binnen de kaders van het nieuwe bestuurlijk en financieel stelsel gevraagd of op eigen initiatief te adviseren over onderwerpen die relevant zijn voor de financiën van de gemeente Amsterdam. Artikel 14,. Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa De verordening moet volgens de Gemeentewet in elk geval regels bevatten voor activering en afschrijving van activa. In het BBV en de uitleg daarvan zijn nadere regels daarvoor opgenomen. Het laatste geldt ook voor het beleid ten aanzien van grondexploitaties. In financiële zin gaat het in deze nota specifiek over de wijze van omgaan met en verantwoording van de grondexploitaties en de erfpachtuitgiftes. Dit artikel van de verordening bepaalt dat het college nota's hierover ter vaststelling aan de raad aanbiedt. Artikel 15. Reserves en voorzieningen Dit artikel bepaalt dat het college een nota over de reserves en voorzieningen aanbiedt ter behandeling en vaststelling van de raad. Met deze nota stelt de raad regels voor de vorming van reserves. Kaders stellen voor voorzieningen is beperkt aan de orde en betreft qua vrijheid uitsluitend het instellen van voorzieningen met een kosten egaliserend karakter, zoals een onderhoudsvoorziening bedoeld om de kosten van onderhoud in de tijd gezien constant te houden. Artikel 16. Kostprijsberekening De Gemeentewet bepaalt dat de verordening in ieder geval de grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten benoemd. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de samenstelling van de kostprijs van de diensten waarvoor prijzen en heffingen in rekening worden gebracht. In dit artikel van de verordening zijn de kaders voor de bepaling van de kostprijzen opgenomen. Ook is in dit artikel opgenomen wat de basisprincipes zijn waarmee overhead (als en voor zover die deel mag vitmaken van de kostprijs) wordt toegerekend. Artikel 17. Prijzen economische activiteiten Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn activiteiten waarmee de gemeenten in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen, diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening moet worden gebracht. Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een 18 integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal vitzonderingen. Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd. Van deze verplichting kan verder worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd. Het raadbesluit moet worden aangemerkt als een concretiserend besluit van algemene strekking. Het besluit moet worden bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en moet open staan voor bezwaar en beroep. Artikel 18. Voorziening voor oninbare vorderingen Voor de oninbaarheid van vorderingen moet een gemeente een voorziening vormen. In het artikel wordt rekening gehouden met gemeentelijke aanslagen en heffingen die het karakter hebben van bulkfacturen en overige vorderingen. Vorderingen groter dan € 10.000 worden altijd individueel beoordeeld op oninbaarheid. Voor de in het tweede lid genoemde soorten vorderingen wordt (voor zover de bovengrens van € 10.000 per vordering) niet wordt bereikt een voorziening getroffen op basis van het historisch percentage van oninbaarheid. Een individuele beoordeling per aanslag of heffing is gezien het bulkkarakter van dit soort vorderingen te bewerkelijk. Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid van de raad, die niet kan worden gedelegeerd. Hier gaat dit artikel van de verordening over. Het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen of werken is een privaatrechtelijk besluit. Dergelijke besluiten zijn een bevoegdheid van het college. Echter, daar waar bij het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen of werken een publiek belang in het geding is en prijzen lager dan marktconform worden vastgesteld, is het aan de raad om het publiek belang te definiëren en het college kaders mee te geven voor het afwijken van marktconforme prijzen. Hiervoor is het al toegelichte artikel 17 in het leven geroepen. Lid 2 benoemt een nota voor kaders voor prijzen en verhuur van vastgoed. Deze nota bevat een algemeen kader voor de prijzen van de verhuur en verkoop van vastgoed. Lid 3 benoemt de jaarlijkse grondprijzenbrief. Lid 4 en 5 zien toe op de informatieverstrekking en de betrokkenheid van de raad bij wijzigingen. Artikel 20. Financieringsfunctie De Gemeentewet bepaalt dat de verordening in ieder geval regels bevat over het beleid en de organisatie van de financieringsfunctie. Dit artikel van de verordening geeft invulling aan deze wettelijke plicht. Het Treasurystatuut is een regeling voor het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de 19 financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's, rekening houdend met regels over financiering zoals die zijn vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Artikel 21. Verbonden partijen Het artikel verbonden partijen van deze verordening legt vast dat het college naast de paragraaf verbonden partijen een nota opstelt met het beleidskader voor oprichting, beheer, verkoop en liquidatie van de verbonden partijen van de gemeente. In aanvulling op de wettelijke voorschriften is voor verbonden partijen in dit artikel bepaald dat het college iedere collegeperiode de deelnemingen herijkt. De deelnemingen worden geëvalveerd, waarbij gekeken wordt of de deelneming de afgelopen periode succesvol is geweest in de behartiging van dit publieke belang, of een deelneming nog steeds de beste manier is om dit publieke belang te behartigen, of dat de deelneming beter afgestoten kan worden. Daarnaast worden de risico’s en het financieel belang van elke deelneming in kaart gebracht. Op basis hiervan wordt per deelneming bekeken of het verstandig is om deze aan te houden, te verkopen of te liquideren. Indien het afstoten van een deelneming budgettaire consequenties heeft, dient dit onderwerp te zijn van een integraal besluitvormingsmoment over rekening of begroting. Artikel 22. Weerstandsvermogen en risicomanangement Dit artikel van de verordening bepaalt dat het college een apart beleidskader voor het weerstandsvermogen en risicomanagement opstelt en ter vaststelling aanbiedt aan de raad. Daarbij worden tenminste de onderwerpen als genoemd in het tweede lid behandeld. Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen In dit artikel is een aanvullende informatievraag van de raad gedefinieerd. Er is opgenomen dat de raad in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ook wordt geïnformeerd over de voortgang van het geplande onderhoud en de omvang van het achterstallig onderhoud. Artikel 24. Administratie In dit artikel zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen. Het college wordt opdracht gegeven regels vast te stellen gericht op de opzet, inrichting en wijze van registreren in de financiële administratie. Artikel 25. Financiële organisatie Dit artikel geeft de vitgangspunten voor de financiële organisatie. Dit artikel geeft in de brede de mogelijkheid voor het college om vitvoeringsregels vast te stellen gericht 20 op financiële aspecten in de vitvoering door de ambtelijke organisatie van de gemeente. Artikel 26. Interne beheersing Dit artikel is gericht op de interne beheersing binnen de gemeente die omvattender is dan alleen de financiële organisatie. Het artikel onderkent de verantwoordelijkheid van het college daarin en over de ontwikkelingen daarin te rapporteren. Afgezien daarvan biedt ook dit artikel een basis voor het college om in den brede uitvoeringsregels op te stellen die niet per sé een financiële dimensie hebben. Artikel 27. Subsidieverstrekking Voor de subsidieverstrekking aan ondernemingen en instellingen is een algemene titel nodig op basis waarvan subsidies verleend kunnen worden. Dit volgt vit de Algemene Wet bestuursrecht. Deze verplichting is in de verordening vertaald naar een opdracht aan het college deze algemene titel in de vorm van een subsidieverordening aan de raad ter vaststelling voor te leggen. Artikel 28. Intrekking Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 29. Inwerkingtreding De verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2022 zodat bij en vanaf de begroting 2022 besluitvorming volgens de onderhavig verordening kan plaatsvinden. Artikel 30. Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. 21
Besluit
21
train
x Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC d.d. 18 en 23 juni 2015 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJC@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Kunst en Cultuur 11 _Initiatiefvoorstel lid Ernsting (GL), getiteld: ‘Schrappen toetsen partnerinkomen bij toewijzing van atelier- of werkruimtes door de CAWA' Nr. BD2015-010587 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel (gemeenteraad d.d. 9 september 2015). e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GrlLi). e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. e Voorgesteld wordt dit agendapunt gevoegd te behandelen met agendapunt 12. 12 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel raadslid Ernsting over schrappen toetsing partnerinkomen bij toewijzing atelier- of werkruimte door CAWA Nr. BD2015- 011062 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. e Indiener zal in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is. e Voorgesteld wordt dit agendapunt gevoegd te behandelen met agendapunt 11. 2 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015 Diversiteit 13 Onderzoek inburgeringsplichtige gezins- en huwelijksmigranten Nr. BD2015- 010596 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. 14 Raadsadres De Staatskrant inzake het verzoek om financiële steun aan de buurtkrant De Staatskrant. Nr. BD2015-011221 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Groot Wassink (GrLi). Jeugd 15 Vaststellen van een Verordening tot wijziging van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden Nr. BD2015-010300 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 september 2015). 16 Aangekondigde correcties op het macrobudget Zorg en Jeugd Nr. BD2015- 010593 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. e _Deleden van de Raadscommissie voor Zorg en Sport zijn hierbij uitgenodigd. 17 _Toekomstscenario's voor het borgen van het Preventief Interventie Team (PIT) Nr. BD2015-010585 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van de leden Moorman (PvdA) en Bouchibti (VVD). e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 18 juni 2015. 3 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015 18 Aanvraag extra middelen nieuwe taken jeugdhulp en Wet maatschappelijke ondersteuning (mo) Nr. BD2015-010597 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Tevens geagendeerd voor de Commissievergadering Zorg en Sport van 25 juni 2015 e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. Onderwijs 19 Vaststellen Integraal Huisvestingsplannen Primair en Voortgezet Onderwijs 2016- 2020+ Nr. BD2015-010588 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 september 2015). e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 21. 20 Goedkeuren statutenwijziging Openbare Stichting Scholengemeenschap Reigerbos Nr. BD2015-006079 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 september 2015). 21 Leerlingenprognose primair en voortgezet onderwijs Nr. BD2015-010589 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Timman (D66). e Was TKN 12 in de Commissievergadering JC van 21 mei 2015. e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19. 22 Onderzoek schoolloopbanen Voortgezet Onderwijs 2014 Nr. BD2015-010592 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA). e Was TKN 14 in de Commissievergadering JC van 21 mei 2015. e _ Uitgesteld in de commissievergadering van 18 juni 2015. 4 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 augustus 2015 23 Kennisnemen van de voortgang pilot spookjongeren in stadsdeel Nieuw West Nr. BD2015-010586 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de leden Moorman (PvdA) en Blom (GrlLií). e Was TKN 8 in de Commissievergadering JC van 18 juni 2015. TOEGEVOEGD AGENDAPUNT 24 Initiatiefvoorstel leden Paternotte (D66), Torn (VVD) en Timman (D66), getiteld: ‘Zicht op moslimdiscriminatie' Nr. BD2015-011677 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van de leden Paternotte (D66), Torn (VVD) en Timman (D66). e Bestuurlijke reactie niet gereed. Indieners willen het toch bespreken. BESLOTEN DEEL 5
Agenda
5
discard
Vaio 023059 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA erk, Participatie " : : … Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en en Inkomen % Amsterdam PRE 9, „eugdkzorg) | ° Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van o1 november 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening Agendapunt 9 Datum besluit Onderwerp Kennisnemen van de reactie op het ongevraagde advies van de Stedelijke WMO-adviesraad over de uitvoering aanpak energiearmoede 2023. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de reactie op het ongevraagde advies van de Stedelijke WMO-adviesraad over de vitvoering aanpak energiearmoede. Wettelijke grondslag Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Artikel 55, lid 3 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Als de raad besluit een ingekomen stuk ter beantwoording in handen van de burgemeester of het college te stellen, bedraagt de termijn voor de beantwoording zes weken. Bestuurlijke achtergrond Op 6 juli jl. heeft het college een ongevraagd advies ontvangen van de Stedelijke WMO-adviesraad over de uitvoering aanpak energiearmoede 2023. De adviesraad adviseert het college om 1) op korte termijn de voorwaarden, bedragen en uitbetalingsmomenten voor de energietoeslag 2023 vast te stellen; 2) nog voor de zomer 2023 een voorschot van € 5oo uit te keren 3) duidelijk te communiceren over de energietoeslag; 4) chronisch zieken en mensen met een beperking extra te compenseren door tenminste de energiecomponent in de regeling tegemoetkoming meerkosten te verhogen. Reden bespreking O.v.v. het lid Wehkamp (D66). Graag gaat D66 met de commissie in gesprek over de uitvoering aanpak energiearmoede 2023 en wat deze precies betekent voor Amsterdammers met een laag inkomen. Uitkomsten extern advies Geheimhouding Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.5 1 VN2023-023059 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA Werk, Participatie _%$ Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoed en Inkomen % aatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van o1 november 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? AD2023-079370 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf) AD2023-079368 Raadsinformatiebrief_Stedelijke WMO-adviesraad.pdf (pdf) AD2023-079367 beantwoording_WMO-adviesraad energietoeslag 2023.pdf (pdf) AD2023-079366 ongevraagd-advies_energietoeslag_def.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Geerten Kruis, WPI, 0648178351, [email protected] Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
Jaar 2021 Nummer 272 Behandeld op 21/22 april 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021 Onderwerp Motie van de leden Khan, Veldhuyzen, La Rose en Blom inzake aanpak institutioneel racisme in Zuidoost Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de intentie om ambities en doorbraken zoals beschreven in het Masterplan Zuidoost te realiseren Constaterende dat: -__De Black Lives Matter-protesten institutioneel racisme op de agenda heeft gezet?; -_ Institutioneel racisme een groot probleem is in onze stad, onder meer in Zuidoost?; -_In het Masterplan Zuidoost er geen referentie wordt gemaakt van de problemen die ervaren worden met institutioneel racisme en welke maatregelen daartegen nodig zijn. Verder constaterende dat: -_ Rolmodellen uit onder meer Zuidoost een zogeheten ‘Zwart Manifest’ hebben gepubliceerd met daarin maatregelen tegen institutioneel racisme}; -__Het Kennisplatform Integratie & Samenleving onlangs een literatvurverkenning heeft gepubliceerd met daarin maatregelen om institutioneel racisme te bestrijden. Overwegende dat: -__Een Masterplan Zuidoost niet compleet is zonder een antwoord op institutioneel racisme. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In gesprek te treden met de makers van het Zwart Manifest en maatregelen ter bestrijding van institutioneel racisme te integreren in het Masterplan Zuidoost. De leden van de gemeenteraad S.Y. Khan J.A. Veldhuyzen N.V.M. la Rose S.R.H. Blom 1 https://www.nrc.nl/nieuws{2020/11/13/een-klein-informeel-clubje-kreeg-institutioneel-racisme- op-de-politieke-agenda-a4019974 2 https://www.amsterdam.nl/bestuur- organisatiefcollege/burgemeester/{persberichten/masterplan-zuidoost-bewoners-ondernemers/ 3 https://zwartmanifest.nl/home/ 4 https: //www.kis.nl/publicatie/wat-werkt-de-aanpak-van-institutioneel-racisme
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1886 Ingekomen onder BA Ingekomen op donderdag 7 november 2019 Behandeld op donderdag 7 november 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Ceder, Marttin, Kreuger, Van Lammeren en Van Soest inzake exploitatievergunningen voor passagiersvaart (Verruimen looptijden vergunningen beeldbepalend/historisch) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de concept beleidsregels voor het omzetten van exploitatievergunningen voor passagiersvaart en de conceptwijziging van de Regeling op het binnenwater 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1798). Overwegende dat: — de concept beleidsregels passagiersvaart (en gerelateerd beleid) uitgaan van een looptijd van 10 jaar voor het segment beeldbepalend / historisch; — dit beleid gebaseerd is op gemiddelden en onvoldoende rekening houdt met ondernemers die meerkosten hebben doordat zij meer kwaliteit aanbieden; — het voorgestelde systeem een perverse financiële prikkel biedt waarin lage kwaliteit tegen lage kosten beloond wordt; — ereen algemeen belang is om perverse prikkels uit het beleid te verwijderen; — de gemeenteraad — en niet het college — primair bevoegd is om een afweging te maken tussen de verschillende belangen en de kaderstelling van het beleid hierop in te richten; — het wenselijk is dat vergunningen een looptijd hebben van een even aantal jaren, gegeven dat de vergunningen elke twee jaar worden uitgegeven, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De looptijd voor het segment beeldbepalend/historisch te verruimen naar 12 jaar. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma D.G.M. Ceder A.A.M. Marttin K.M. Kreuger J.F.W. van Lammeren W. van Soest 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1424 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder F Ingekomen op woensdag 16 december 2015 Behandeld op woensdag 16 december 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het Definitief Ontwerp en Uitvoeringsbesluit Beursgebied (deelproject Rode Loper) (bestemmen van laad- en losplekken voor uitstootvrije voertuigen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Definitief Ontwerp en Uitvoeringsbesluit Beursgebied (deelproject Rode Loper) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1362). Overwegende dat: — bij dit project 13 laad- en losplekken waarvan drie dubbel gebruikt worden als taxistandplaats met laad- en los- regime van 7:00 uur tot 17:00 uur en taxiregime van 17:00 uur tot 7:00 uur; — de stad een opgave heeft om verkeer uitstootvrij te maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de mogelijkheden te onderzoeken voor het bestemmen van zoveel mogelijk laad- en losplekken voor uitstootvrije voertuigen. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1073 Publicatiedatum 4 december 2013 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 27 november 2013 Behandeld op woensdag 27 november 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de notitie, getiteld: ‘Regionale Hotelstrategie 2016-2022’ (Green Key-vermelding op website www.iamsterdam.com). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 inzake de notitie, getiteld: ‘Regionale Hotelstrategie 2016-2022’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1039); Overwegende dat: — Green Key een duurzaamheidskeurmerk is voor onder andere hotels; — hotels die aan duurzaamheidscriteria van Green Key moeten voldoen een bronzen, zilveren of gouden Green Key kunnen ontvangen; — Green Key in een onderzoek van de Consumentenbond eind 2012 als beste groene hotelkeurmerk uit de bus kwam, terwijl andere grote keurmerken volgens de Consumentenbond ‘weinigzeggend’ waren door lage eisen het ontbreken van serieuze controle“; — _in Amsterdam 45% van de hotelkamers een Green Key-certificering heeft; — op de gemeentelijke website www.iamsterdam.com de Green Key nog niet voorkomt in het hotelzoeksysteem:; — _hettonen van het criterium Green Key toeristen kan helpen een bewuste keuze te maken en hotels kan motiveren om zich te certificeren, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: op de website www.iamsterdam.com in het systeem waarmee men een hotelkamer kan zoeken, naast het aantal sterren ook bij ieder hotel het wel of niet hebben van een Green Key-keurmerk (en het type: brons, zilver, goud) te vermelden. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren “Bron: ‘Ecolabels voor hotels stellen weinig voor’, Consumentenbond, 28 december 2012. 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1007 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen onder AA Ingekomen op donderdag 7 november 2013 Behandeld op donderdag 7 november 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Molenaar inzake het benutten van het busplatform achter het Centraal Station voor het opvangen van touringcars met als bestemming de binnenstad. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013 tot instemmen met de realisatie van de definitieve inrichting van het busstation CS en beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet ten behoeve van de inrichting van het busstation Centraal Station (Project IJsei) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 974); Overwegende dat: — achter het Centraal Station een nieuw busplatform verrijst met als doel zoveel mogelijk bussen te verplaatsen van het Stationsplein naar de IJzijde; — _ het ontwerp van het busplatform geoptimaliseerd is, uitgaande van een flexibele inzet van de perrons om de halteercapaciteit te optimaliseren; Voorts overwegende dat: — de huidige touringcarhalteerplekken op de openbare weg rond het Stationsplein en de Prins Hendrikkade bijdragen aan overlast en gevaarlijke verkeerssituaties; — de doelstelling van het touringcarbeleid is om de binnenstad te ontlasten, het college aangeeft elke mogelijkheid daartoe aan te willen grijpen, en het busplatform achter het Centraal Station hiervoor een uitgelezen kans lijkt te bieden; — de capaciteit van het busplatform berekend is op de drukke pieken tijdens de spits, zodat er buiten de spits ruimte moet zijn voor het opvangen van touringcars die op dit moment op de openbare weg hun passagiers ophalen en wegbrengen; Constaterende dat bepaalde lijndiensten met als eindstation Amsterdam Centraal wellicht vanaf 2017 kunnen worden verlegd om elders (Station Noord) aan te sluiten op de Noord-Zuidlijn, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteraad R Nummer 1007 Motie Datum 15 november 2013 Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — in overleg met de vervoerbedrijven en de Stadsregio te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het nieuwe busplatform achter het Centraal Station nog beter te benutten door het opvangen van touringcars met bestemming binnenstad; — _ daarbij primair in te zetten op het (buiten de spits) ruimte vinden voor het opvangen van touringcars die hun passagiers nu op straat ophalen en afzetten, en zo bij te dragen aan vermindering van overlast en verkeersonveiligheid; — voorts te bezien welke specifieke groepen touringcars (transfer- en excursiebussen) nog meer op het busplatform terecht kunnen om de binnenstad te ontlasten; — de consessie houders te verzoeken inzichtelijk te maken welke kansen de ingebruikname van de Noord-Zuidlijn (2017) biedt om de hoeveelheid busverkeer door de binnenstad en naar het Centraal Station te verminderen; — de raad vóór 1 november 2014 te informeren over de uitkomst, om hier vanaf de openstelling van het busplatform (dienstregeling 2015) op in te kunnen spelen. Het lid van de gemeenteraad, F.M. Molenaar 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 741 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen onder BG Ingekomen op donderdag 2 juli 2015 Behandeld op donderdag 2 juli 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-Il (ook in winkelcentrum Boven 't Y z.s.m. parkeren eerste anderhalf uur vrij - 2). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-Il, waarmee het betaald parkeren op het Waterlandplein en Bezaanjachtplein wordt afgeschaft (Gemeenteblad afd. 1, nr. 635); Overwegende dat: — met dit voorstel het parkeerregime slechts in twee van de drie winkelcentra in Noord wordt aangepast, en het funest is voor de concurrentiepositie van een winkelcentrum als klanten moeten betalen maar bij nabije winkelcentra wel gratis kunnen parkeren; — Ondernemers van het Buikslotermeerplein door dit gemeentelijke beleid dus in grote problemen kunnen raken, met mogelijk zelfs faillissementen als gevolg; — het dus cruciaal is om qua parkeerregime een gelijk speelveld te creëren; — de ondernemers het voorstel hebben gedaan om tenminste € 80.000 van de gederfde inkomsten van € 434.500 per jaar voor de gemeente gedeeltelijk te dekken; — de onderhandelingen tussen ondernemers en stadsdeel eerder strandden o.a. omdat de gemeente een rekenfout had gemaakt bij het berekenen van de gederfde inkomsten; — het college heeft aangeven dat de technische voorbereiding van de uitvoering van het eerste anderhalf uur gratis parkeren rond het Buikslotermeerplein twee maanden duurt, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: binnen drie maanden met een oplossing te komen voor de ongelijkheid in het parkeerregime rond winkelcentra in Noord, waarbij in ieder geval de eerste 1,5 uur gratis kan worden geparkeerd in de garages Buikslotermeerplein, en hierover aan de raad te rapporteren, alsmede met een voorstel te komen om de gederfde parkeerinkomsten te dekken. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 741 Moti Datum 7 augustus 2015 ome Het lid van de gemeenteraad M.D. Shahsavari-Jansen 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1299 Datum indiening 1 augustus 2017 Datum akkoord college van b&w van 17 oktober 2017 Publicatiedatum 17 oktober 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Dijk inzake de verkoop van sociale huurwoningen aan wooncoöperaties. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Wooncoöperaties zijn in toenemende mate in trek onder huurders. In een dergelijk verband kopen huurders een aantal sociale huurwoningen, bijvoorbeeld in een straat, en beginnen vervolgens een eigen coöperatie waardoor de woningen in eigen beheer sociaal verhuurd blijven. Onder meer in de Haagse Roggeveenstraat is de wooncoöperatie een succes. In de Van der Pekbuurt hebben buurtbewoners zich verenigd in initiatief Copekcabana. Op 1 augustus 2017 verscheen het bericht dat hun aankoopbod door Ymere is afgewezen. De VVD betreurt deze ontwikkeling aangezien een wooncoöperatie een goede manier is om bij te dragen aan een andere verdeling van de woningvoorraad en een verhoogde leefbaarheid in de buurt. De initiatiefnemers van Copekcabana vragen zich openlijk af of ‘corporaties er wel klaar voor zijn om daadwerkelijk de regie uit handen te geven aan kleine, sociale initiatieven’. Gezien het vorenstaande heeft het lid Dijk, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe beoordeelt het college het niet doorgaan van het initiatief van Copekcabana om panden in de Van der Pekbuurt te kopen en deze in eigen beheer sociaal te verhuren? Antwoord: Het college begrijpt de teleurstelling bij Copekcabana dat het niet is gelukt om de panden in de Van der Pekbuurt te kopen. De koop van sociale huurwoningen is in principe een zaak tussen het initiatief en de betreffende woningcorporatie. Belangrijkste argumenten volgens Ymere om het bod niet te accepteren zijn: _de gevraagde korting; e de wachtrij die wordt omzeild door de meerderheid van de leden e _de financiële risico’s gezien de grote verschillen tussen de bouwkosten zoals Ymere inschat en de opgave van de groep. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng 09 Gemeenteblad Datum 47 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 augustus 2017 Het college is verheugd dat beide partijen nu samenwerken aan een nieuw plan. Het plan behelst dit keer een beheercoöperatie. Dit is een coöperatievorm waarbij huurders (delen van) het beheer van hun wooncomplex overnemen, zonder de woningen te kopen. 2. Wat is het standpunt van het college ten aanzien van wooncoöperaties? Antwoord: Het college is voorstander van wooncoöperaties, maar ziet ook dat deze vorm nog experimenteel is. Het faciliteren van wooncoöperaties is gemeentelijk in volle gang (zie ook de brief aan de raadscommissie WB van 2 juni 2017 over de stand van zaken betreffende het Actieteam Wooncoöperaties Amsterdam). Het college heeft drie pilotlocaties beschikbaar gesteld voor nieuwbouwontwikkeling door wooncoöperaties: Centrumeiland, Archimedesplantsoen en Havenstraatterrein. Daarnaast speelt de gemeente een rol in het gemeentelijk actieteam. Dit actieteam bestaat verder uit vertegenwoordigers van wooncoöperatie-initiatieven, woningcorporaties, stichting WOON en de gemeente. Het heeft als doel om met de leden gezamenlijk wooncoöperatie-initiatieven in Amsterdam sneller tot realisatie te laten komen. Ook heeft de gemeente een rol als ambassadeur in het landelijk actieteam wooncoöperaties, samen met andere gemeenten, woningcorporaties, belangenorganisaties en banken. 3. Is het college van mening dat woningcorporaties er wel klaar voor zijn om daadwerkelijk de regie uit handen te geven aan kleine, sociale initiatieven, zoals de initiatiefnemers van Copekcabana zich afvragen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Sinds de nieuwe Woningwet van 1 juli 2015 hebben toegelaten instellingen de plicht huurders de ruimte te geven om de oprichting van een wooncoöperatie te verkennen. Daarmee is het echter nog geen opeisbaar recht voor burgers geworden. In de Woningwet 2015 is de wooncoöperatie voor het eerst opgenomen. Voor betrokken partijen is het nog vrij nieuw en is het nog zoeken naar de mogelijkheden en verkeert het in een experimentele fase. Dat geldt dus ook voor woningcorporaties. 4. Hoeveel wooncoöperaties zijn in Amsterdam actief in onderhandeling met de betrokken woningcorporatie en hoeveel wooncoöperaties hebben daadwerkelijk het eigendom van de betrokken woningen gekregen? Antwoord: Voor zover nu bekend (oktober 2017) zijn er drie wooncoöperatie-initiatieven actief in onderhandeling over een eigendom/verhuur- dan wel een beheercoöperatie in Amsterdam. Drie andere eigendom/verhuur-coöperatieplannen zijn niet doorgegaan. Zie ook de lijst met wooncoöperatie-initiatieven als bijlage bij de brief aan de raadscommissie WB van 2 juni 2017 over de stand van zaken betreffende het Actieteam Wooncoöperaties Amsterdam. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Le tober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 augustus 2017 5. In hoeverre ontvangen wooncoöperaties van gemeentewege steun in hun onderhandeling met de woningcorporatie? Antwoord: In principe zijn de onderhandelingen een zaak tussen de corporaties en het wooncoöperatie-initiatief. De gemeente gaat hier niet tussen zitten. De gemeente subsidieert stichting WOON waar wooncoöperatie-initiatieven terecht kunnen voor advies over het oprichten van een wooncoöperatie en onderhandelingen hierover met woningcorporaties. In de realisatie van wooncoöperaties heeft de gemeente een faciliterende rol. Zij ondersteunt initiatieven bij het zoeken naar een oplossing van juridische of financiële knelpunten dan wel door diverse partijen met elkaar te verbinden. Concreet komt dit tot uiting in het Actieteam Wooncoöperaties Amsterdam. 6. Is het college het met de VVD eens dat wooncoöperaties een positieve bijdrage leveren aan hun buurt, onder meer omdat het eigendom van de woningen voor meer betrokkenheid bij de leefomgeving zorgt? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college vindt het belangrijk dat burgers de mogelijkheid wordt geboden om woonwensen te realiseren die niet door de markt worden aangeboden. Alsook dat burgers de kans krijgen om zelf de eigen woningen te beheren, of zeggenschap te krijgen over en verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen woonsituatie. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris K.H. Ollongren, (loco) burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 547 Datum indiening 5 maart 2019 Datum akkoord 14 mei 2019 Publicatiedatum 14 mei 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake een borgsom voor kunstenaars Egelantiersgracht. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De kunstenaars aan de Egelantiersgracht zitten soms al vijftig jaar in hun ateliers aan de Egelantiersgracht. De kunstenaars die gemiddeld 80 jaar oud zijn en vaak rond moeten komen van enkel AOW worden nu gedwongen om een borgsom van drie maanden huur te gaan betalen. Het duoraadslid De Wolff was aanwezig bij een gesprek tussen de kunstenaars en ambtenaren van de gemeente. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Via een e-mail en tijdens het bezoek zelf, werd ons duoraadslid De Wolff te verstaan gegeven dat het niet gebruikelijk is dat (duo)raadsleden aanwezig zijn bij gesprekken tussen ambtenaren en burgers. Is dat correct en kan het college dat toelichten? Antwoord: Het college draagt de politieke verantwoordelijkheid voor het handelen van de ambtelijke organisatie en aan die verantwoordelijkheid moet een portefeuillehouder ook (vooraf) invulling kunnen geven. Daarom gaan ambtenaren er van uit dat rechtstreeks contact met raadsleden via het college of een portefeuillehouder verloopt of dat hier een verzoek om ambtelijke bijstand aan vooraf is gegaan. Dat is in dit geval niet gebeurd. Het gesprek tussen de ambtenaren van Gemeentelijk Vastgoed en de huurders van de Egelantiersgracht ging over een verschil van mening over de vereiste waarborgsom. Indien er sprake is van een verschil van mening tussen de gemeente en een wederpartij zijn er bepaalde regels van toepassing. Artikel 15 lid 1 sub a van de Gemeentewet bepaalt dat een raadslid niet als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam mag zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur. In dezen moet een bezwaar (van een wederpartij) ook gezien worden als een geschil. De ‘Gedragscode gemeenteraad 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ne 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 maart 2019 en raadscommissies Amsterdam’ onderschrijft hetgeen in artikel 15 lid 1 sub a van de Gemeentewet is vastgelegd (zie de toelichting op paragraaf 2 van deze gedragscode). Op basis van deze regels begrijpt het college dat tegen de heer De Wolff is gezegd dat het niet gebruikelijk is dat raadsleden aanwezig zijn bij gesprekken tussen ambtenaren en burgers. 2. De kunstenaars aan de Egelantiersgracht die vaak tussen de dertig en vijftig jaar lang werkzaam zijn in hun ateliers, moeten nu een borgsom gaan betalen. De kunstenaars zijn gemiddeld 80 jaar oud en komen vaak rond van enkel AOW. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het onrechtvaardig is om deze mensen, op deze leeftijd nog op zulke kosten te jagen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Voor het antwoord op deze vraag verwijst het college naar haar reactie op het raadsadres dat op 28 juni 2018 door een huurder van de Egelantiersgracht 484 werd ingediend. De beantwoording van dit raadsadres werd geagendeerd voor de commissievergadering KDD op 9 januari 2019. 3. Is het college bereid, de eis voor de borgsom te schrappen voor de bestaande huurders en deze eis enkel neer te leggen bij nieuwe huurders? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college heeft begrip voor de situatie waarin deze huurders verkeren. Tegelijkertijd is het college van mening dat alle huurders van de gemeente een waarborgsom moeten betalen, ook als zij er al langere tijd zitten. Het is rechtvaardig dat huurvoorwaarden voor iedereen gelijk zijn en het beleid voor iedereen geldt. De wethouder gemeentelijk vastgoed heeft dit verwoord tijdens de commissievergadering KDD op 9 januari 2019, toen een raadsadres over dit onderwerp werd besproken. Aan de zittende huurders van de Egelantiersgracht is een betalingsregeling aangeboden om de waarborgsom in termijnen te betalen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam KSZ % Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media % Agenda, woensdag 5 september 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media Tijd 19.30 tot 22.30 uur Locatie NB: niet in Boekmanzaal, maar in de De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen Procedureel gedeelte van 19.30 uur tot 19.45 uur 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSZ d.d. 4 juli 2012 Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieKSZ@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam K SZ Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media Agenda, woensdag 5 september 2012 5 Termijnagenda, per portefeuille Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 19.45 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen e Actualiteit inzake de Drie Hoven en St. Jacob van het raadslid mevrouw Burke (PvdA). e Actualiteit inzake actualisering advies Amsterdamse Kunstraad van de raadsleden Evans-Knaup (RA) en Paternotte (D66) 10 Rondvraag Zorg en Welzijn 11 Halfjaarlijkse rapportage bestuursambitie langdurige ouderenzorg Nr. BD2012- 007451 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 12 Intramurale capaciteit voor clienten met een licht verstandelijk beperking Nr. BD2012-007868 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 2 Gemeente Amsterdam K SZ Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media Agenda, woensdag 5 september 2012 13 Voortgang Verbeterplan dienstverlening en klachtafhandeling Wmo Nr. BD2012- 007456 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012. 14 Brief Gemeentelijke Ombudsman aangaande voortgang verbeterplan DWZS Nr. BD2012-007457 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP). e Was TKN 14 in de Commissievergadering KSZ van 16 mei 2012, e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in Commissievergaderingen van 6 juni 2012en 4 juli 2012. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15. 15 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA120677 Gehandicapte vrouw woont meer dan vier jaar ongeschikt Nr. BD2012-007458 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP). e Was TKN 1 in de Commissievergadering KSZ van 6 juni 2012, e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 4 juli 2012, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14. 16 Eindrapportage pilots en kwaliteitsverbetering individuele Wmo voorzieningen 2009-2011 Nr. BD2012-007448 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP). e Was TKN 5 in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 17. 17 Eindrapportage pilots en kwaliteitsverbetering individuele Wmo voorzieningen: Wmo thuisbegeleiding Nr. BD2012-008209 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Voorgeteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16. 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten KSZ en Lokale Media Agenda, woensdag 5 september 2012 18 Evaluatie aanbesteding Hulp bij het huishouden 2011 Nr. BD2012-007459 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012. 19 Definitieve gunning aanbesteding Aanvullend Openbaar Vervoer, perceel A Nr. BD2012-007452 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP). e Was TKN 12 in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20. 20 Stand van zaken implementatie aanbesteding Aanvullend Openbaar Vervoer 2012 Nr. BD2012-008162 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 21 21 Uitvoering toezeggingen initiatiefvoorstel buurtbedrijf april 2012 Nr. BD2012- 007460 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 4 juli 2012. 22 Evaluatie Uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet Vervolg Nr. BD2012-007730 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 23 Beschrijving Winterkoudeopvang 2012 Nr. BD2012-007715 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 4 Gemeente Amsterdam K SZ Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media Agenda, woensdag 5 september 2012 5
Agenda
5
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1684 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder AZ Ingekomen op donderdag 21 december 2017 Behandeld op donderdag 21 december 2017 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Geenen inzake de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (onderzoek naar vervolgonderwijsvoorzieningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1582). Besluit: In de ontwikkelstrategie Haven-Stad op pagina 29 de volgende zin te schrappen: “Hiervoor nemen we in de woningbouwprogramma's o.a. sociale huurwoningen, woningen voor ouderen en woningen voor gehandicapten op.” en te vervangen door: “Hiervoor nemen we in de woningbouwprogramma's o.a. voldoende middenhuurwoningen, sociale huurwoningen, woningen voor ouderen en woningen voor gehandicapten op. Menging van verschillende woningtypes binnen één straat en blok, en wanneer dit voor corporaties weer mogelijk is ook pand en/of portiek behoren tot de mogelijkheden.” het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad T.A.J. Geenen 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 372 Publicatiedatum 10 april 2019 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 3 april 2019 Behandeld op woensdag 3 april 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nadif, Biemond en Kilig inzake het actieprogramma Life Sciences & Health Amsterdam 2019-2022 (genderdiversiteit en genetische diversiteit in het wetenschappelijk onderzoek) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het actieprogramma Life Sciences & Health Amsterdam 2019-2022 en kennisnemen van de afhandeling van motie 1043 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 247). Constaterende dat: — Vrouwen 50-70% meer kans op bijwerkingen hebben van medicijnen; — 54% van de hartinfarcten van vrouwen niet wordt herkend; — Gezondheidsonderzoek in veel gevallen uitsluitend gebruik maakt van mannelijke proefpersonen; — Doordat mannen de norm zijn in medisch onderzoek, dit bij vrouwen zorgt voor late of verkeerde diagnose, hogere ziektelasten, verkeerde behandeling, onnodige ziekte, oplopende zorgkosten en in het uiterste geval tot vermijdbare sterfte": Voorts constaterende dat; — Wereldwijd vooral mensen met Europese voorouders mee doen aan genetisch onderzoek; — Gemiddeld 80 procent van een onderzoekspopulatie Europese voorouders heeft. Slechts 2 procent van de deelnemers Afrikaanse voorouders heeft en maar 1 procent wortels in Zuid-Amerika heeft; — Mensen met Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse voorouders nauwelijks van genetisch onderzoek profiteren? Overwegende dat; — Amsterdam een Life Sciences & Health (LSH) Hub wil worden; — Er nog meer bedrijven naar Amsterdam komen in de sectoren medische — technologie, zorg, medicijnontwikkeling en e-health toepassingen. 1 Alle cijfers: https://www.womeninc.nl/gezondheid/ 2 https://nos.nl/artikel/2277081-genetisch-onderzoek-is-weinig-divers-en-daar-zitten-medische- risico-s-aan.html 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 372 Motie Datum _ 10 april 2019 o Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. In gesprekken met bedrijven in de LSH-sector die overwegen om naar Amsterdam te verhuizen, maar ook de bedrijven die al in Amsterdam zitten, op te roepen in onderzoek rekening te houden met genderdiversiteit en genetische diversiteit; 2. Bedrijven op te roepen om uitwisselen van onderzoeksgegevens tussen wetenschappers uit verschillende landen te stimuleren; 3. In gesprekken met de Rijksoverheid/EZK te pleiten voor regelgeving om gender- en genetische diversiteit binnen wetenschappelijk onderzoek te bevorderen. De leden van de gemeenteraad |. Nadif H.J.T. Biemond A. Kilig 2
Motie
2
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Onderwerpen | 2021 12-mei- - Presentatie Mobiliteitsplan (verzorgd door projectteam) 2021 - Hoofdlijnen Bestuurlijk stelsel - TKN: Projectnota Buikslotermeerplein. - TKN: Adviesaanvraag verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen. 2021 \ vergadering 26-mei- - Behandeling adviesaanvraag Mobiliteitsplan. 2021 - Adviesaanvraag Raamwerk Haven-Stad. - Projectnota Banne-Noord ter behandeling. - Projectnota Buikslotermeerplein ter behandeling. - Adviesaanvraag verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen. - TKN: Principenota Waterlandpleinbuurt. vergadering 9-jun-2021 - TKN: Principenota de Kleine Wereld. - Projectnota Banne-Noord ter vaststelling. - Principenota Waterlandpleinbuurt ter behandeling. 2021 | vergadering 23-jun- - De Staat van Noord inzake impact Corona op Noord en het onderwijs. 2021 - Principenota de Kleine Wereld ter behandeling. - Principenota Waterlandpleinbuurt ter vaststelling. 2021 | vergadering a nn - Principenota de Kleine Wereld ter vaststelling. Seemee 2021 EEn heee 2021 \ vergadering eee 2021 en | 2021 \ vergadering Sl 2021 EEn | 2021 \ vergadering B EE 2021t | vergadering Se 2021t Bm | 2021 | vergadering BB 2021 Salm 2021 \ vergadering Sm 2021 EE | 2021 \ vergadering EL 2021 Em | 2021 | vergadering EE 2021 B 2022 Hen | 2022 | vergadering EL 2022 B hd n vergadering EE 2022 ap vermaerng | 2022 | vergadering B 2022 EP | 2022 Nog niet ingeplande onderwerpen: TEE le Datum Onderwerp EEC Bijzonderheden 16-okt | Verloedering straatbeeld Canan Uyar, Dennis Overweg n.n.b. |n.n.b. Participatie Nicoline van der Voorgesteld in Torre, Canan Uyar SDC 14 nov 2018 n.n.b. [n.n.b. Culturele locatie Hamerstraatgebied Canan Uyar, Dennis Overweg n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis mensen met een beperking/ Overweg, Paul toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels Ras n.n.b. |n.n.b. Buurtbudgetten 2021-2022 Esther Lagendijk Ambitiedocument Sport in Noord Esther Lagendijk n.n.b. |n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland - Voorgesteld door Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa. weken later de daadwerkelijke Precieze datums adviesbehandeling. hangen af van verloop besluitvormingspr oces. Verwacht: na zomerreces n.n.b [n.n.b Projectnota Waterlandpleinbuurt Komt naar verwachting begin juni in de stadsdeelcommissi e. n.n.b [n.n.b Presentatie ‘30 KM Tenzij’ (Misschien adviesaanvraag) 2022 |[n.n.b (Q1/Q2) |Adviesaanvraag uitbreiding sportpark Kadoelen. 2021 |n.n.b. Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld Info volgt. en Kindermishandeling Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp EEK CT Bijzonderheden Only Friends En 12-jul |n.n.b. Bezoek opvanglocatie Dwergvinvisstraat 69-75
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 209 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder BC Ingekomen op donderdag 15 februari 2018 Behandeld op donderdag 15 februari 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Hammelburg en Van Soest inzake de Voortgangsrapportage 2017 van het programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voortgangsrapportage 2017 van het programma ouderenhuisvesting 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 120). Overwegende dat: * Raad en college zich gezamenlijk op het standpunt stellen dat ouderen in Amsterdam zelfstandig moeten kunnen wonen; e Dit standpunt doel en uitgangspunt is van beleid; * Het de wens is van ondergetekenden dat ouderen, bij door omstandigheden noodzakelijke verhuizingen, zoveel als mogelijk in hun oude omgeving moeten kunnen blijven wonen waar zij een ondersteunend sociaal netwerk hebben ter voorkoming van eenzaamheid; Constaterende dat: * Veel ouderen nog steeds niet in staat zijn een passende woning te vinden om zelfstandig te kunnen blijven wonen; * Voor ouderen passende woningen in gebieden met een hoge marktdruk in sommige gevallen niet worden toegewezen aan ouderen met een aangepaste woonbehoefte; * De voorraad van passende woningen voor ouderen in de oudere delen van de stad moeilijk uit te breiden is met nieuwbouw; * De schaarse bestaande voorraad van ouderenwoningen in de oudere delen van de stad nodig zijn om ouderen in hun eigen buurt te kunnen laten blijven wonen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Met de Federatie van Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) te bespreken hoe zij ervoor kunnen zorgen dat alle voor ouderen passende woningen in gebieden met hoge marktdruk, die de corporaties plannen te verkopen, tóch worden toegewezen aan ouderen met een laag -of middeninkomen uit de desbetreffende buurten en over de uitkomst van het gesprek te rapporteren aan de Raad. De leden van de gemeenteraad A.R. Hammelburg W. van Soest 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 209 Motie Datum 21 februari 2018 2
Motie
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 5 april 2022 Portefeuille(s) Onderwijs Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Directie OJZ [email protected] Onderwerp Jaarrapportage Stedelijk Toelatingsbeleid 2021-2022 Geachte leden van de gemeenteraad, leder kind in deze stad heeft dezelfde mogelijkheden om op een school van zijn of haar voorkeur terecht te komen. Het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs van de Amsterdamse schoolbesturen bevordert dit. Over het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs van de Amsterdamse schoolbesturen (verenigd in het Breed Bestuurlijk Overleg, BBO) wordt jaarlijks door het BBO een rapportage opgesteld. Bijgaand vindt u de jaarrapportage over schooljaar 2021-2022 In deze brief informeer ik u verder over: 1. de resultaten van de 1° plaatsingsronde schooljaar 2022-2023 (d.d. 10 maart jl); 2. de resultaten van schooljaar 2021-2022; 3. de resultaten van het onderzoek naar de aanmeldgraad van het stedelijk toelatingsbeleid. 1. Resultaten 12° plaatsingsronde schooljaar 2022- 2023 Voor de meest recente plaatsingsronde schooljaar 2022-2023 zijn 1862 kinderen aangemeld (per sluitingsdatum 3 maart 2022). De resultaten zijn als volgt: -__ 94% vande kinderen zijn op de eerst opgegeven voorkeur geplaatst; -__ 99% van de kinderen zijn in de top drie van de opgegeven voorkeur geplaatst; -_Erzijngeen kinderen geplaatst lager dan de vijfde voorkeur; -_ 6 kinderen hadden na de plaatsing geen plek. De helpdesk van het toelatingsbeleid ondersteunt de ouders van deze kinderen bij het vinden van een goede plek. -__ De basisscholen hebben opgegeven dat zij voor deze plaatsingsronde in totaal plek hebben voor 3656 kinderen. In de stad is dus ruimschoots meer capaciteit t.o.v. het aantal aanmeldingen. Er zijn dus veel (176) basisscholen waar weinig druk op staat. De uitkomsten van de plaatsingsronde van maart 2022 zijn vergelijkbaar met de uitkomsten van voorgaande plaatsingsrondes. Het percentage aanmeldingen ligt hoger dan andere jaren. Het grote verschil tussen vraag en aanbod is een blijvende ontwikkeling die opvalt. Ik blijf daarom met de schoolbesturen in gesprek over het tegengaan van de versnippering in het primair onderwijs. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 5 april 2022 Pagina 2 van 4 Op 26 januari jl. heeft er opnieuw een digitale open dag van de basisschool plaatsgevonden. Dit omdat het voor veel scholen lastig was om ouders te ontvangen met de toen geldende corona restricties. Voor de digitale open dag van de basisschool en ook voor de 21° plaatsingsronde is er een herinnering uitgestuurd via de GGD groeiapp. Momenteel onderzoeken we in hoeverre deze digitale reminder een groter bereik heeft dan een papieren herinneringskaart die ouders voorheen thuis gestuurd kregen. Niet-deelnemende scholen Bij de start van het stedelijk toelatingsbeleid in 2015 besloten elf basisscholen (de zogenaamde BOVO-scholen) niet deel te nemen. Inmiddels is dit aantal gedaald naar tien. Deze daling is te verklaren door het aansluiten van de Vrije Scholen aan het stedelijk toelatingsbeleid. Het betreft de volgende scholen: -__ Centrum: de ASVO; -__ Zuid: Amsterdamse Montessorischool (AMS), Buitenveldertse Montessorischool (BMS), Cornelis Vrij, 1° en 2° Openluchtschool, Hildebrand-Van Loonschool, Peetersschool en Willemsparkschool. Acht van deze tien hanteren een gezamenlijke werkwijze voor het aanmelden en plaatsen; ASVO en Cornelis Vrij voeren elk hun eigen beleid. Het BBO en de niet-deelnemende scholen verkennen gezamenlijk de mogelijkheden voor deelname aan het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs. Daarnaast blijf ik in gesprek met de niet- deelnemende scholen en het BBO over de eventuele deelname aan het stedelijk toelatingsbeleid. Vervolg uitvoering stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs In november 2021 hebben ouders die hun kind moeten aanmelden voor de basisschool voor schooljaar 2022-2023, net als elk jaar, een informatiepakket van de gemeente en het BBO ontvangen. Het informatiepakket zal voor de mailing van november 2022 worden aangepast naar het taalniveau A2. Dit om te zorgen dat de informatie nog toegankelijker is voor een grotere groep ouders. In 2022 volgen in juni en november nog 2 plaatsingsrondes voor het plaatsen van de nieuwe kinderen voor schooljaar 2022-2023. Ouders kunnen met vragen terecht bij de Helpdesk stedelijk toelatingsbeleid van de Amsterdamse schoolbesturen. Daarnaast is de (open) data met betrekking tot het stedelijk toelatingsbeleid toegankelijk voor geïnteresseerden’. * De data mbt het toelatingsbeleid is realtime beschikbaar via zowel de site Schoolwijzer als via de site van het BBO. De link op Schoolwijzer wordt gebruikt door zowel instellingen als ambtenaren als bewonersfouders. Mensen die technisch minder onderlegd zijn, kunnen via het mailadres van Schoolwijzer ook een vraag stellen en krijgen dan het gevraagde overzicht toegestuurd. Zie verder: https://schoolwijzer.amsterdam.nl/nl/apijdocumentatie ; http://bboamsterdam.nlfrecente-resultaten- en-capaciteit-per-school/ ; http://bboamsterdam.nl{lege-plekken-na-plaatsing/ en http://bboamsterdam.nl/{rapportages-plaatsingen/ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 5 april 2022 Pagina 3 van 4 2. Resultaten stedelijk toelatingsbeleid schooljaar 2021-2022 In schooljaar 2021-2022 hebben, net als elk jaar, 3 plaatsingsrondes plaatsgevonden, te weten in maart, juni en november. Zie verder ook de bijgevoegde infographic en bijlage 2, de jaarrapportage schooljaar 2021-2022. Bij de start van het toelatingsbeleid hebben de schoolbesturen de volgende vitgangspunten opgesteld: -__ De plaatsingsmethodiek heeft ten doel een kind op de hoogst mogelijke voorkeurschool te plaatsen: minimaal 75% van de aangemelde kinderen krijgt een plaats op de school van eerste voorkeur; -__ Alle kinderen kunnen in hun buurt naar de basisschool; -__Hettoelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam is voor alle scholen hetzelfde; -__ De rechtsgelijkheid bij het krijgen van een plaats wordt gegarandeerd; -__De keuzevrijheid van ouders is zoveel mogelijk gewaarborgd. Belangrijkste resultaten 3 plaatsingsrondes 2021-2022 -__op 199 deelnemende scholen konden kinderen aangemeld worden; -__ 8.774 kinderen ontvingen de brochure en het gepersonaliseerde aanmeldformulier; -__ 6.023 kinderen (69% van de aangeschreven doelgroep) staan geregistreerd in Scholenring. In vorige schooljaren was dit vanaf 2015-2016 tot dit schooljaar resp. 76, 72, 70 , 69, 71 en 69% van de doelgroep. Zie verder ook de bijgevoegde infographic. De aangemelde kinderen zijn als volgt geplaatst: -__94% heeft de school van aste voorkeur; -__ 98% heeft een school in de top-3; -__1,5% heeft de „de - 6de voorkeurschool of een niet-voorkeursschool -__Erzijngeen kinderen geplaatst op de 7de — zode voorkeursschool -__9 kinderen zijn niet geplaatst binnen het stedelijk beleid; van hen hebben 5 een plek op een niet-deelnemende school of een school buiten Amsterdam. 3. Resultaten van het onderzoek naar de aanmeldgraad stedelijk toelatingsbeleid In opdracht van het BBO is er een onderzoek vitgevoerd dat de aanmeldgraad van het stedelijk toelatingsbeleid moet duiden. We signaleren een trend dat er een groep ouders is die (vlak) voordat hun kind 4 jaar wordt de stad uit verhuist. Hierdoor ontstaat er een discrepantie tussen de ouders die aangeschreven worden en de kinderen die daadwerkelijk op 4-jarige leeftijd in Amsterdam naar school gaan. Dit geeft een vertekend beeld van de aanmeldgraad waar tot nu toe vanuit is gegaan. In andere woorden, het aantal kinderen dat een brief heeft gekregen om mee te doen met de plaatsingsronde is niet meer gelijk aan het aantal kinderen dat meedoet. Er zijn een aantal omstandigheden waar bij de huidige aanmeldgraad geen rekening wordt gehouden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 5 april 2022 Pagina 4 van 4 Tot op heden is er bij de huidige aanmeldgraad vitgegaan van het aantal aangeschreven kinderen met een leeftijd tussen de 2 jaar & 2 maanden en 3 jaar & 2 maanden in vergelijking met de geregistreerde kinderen in Scholenring. Bij deze benadering van de aanmeldgraad is er geen rekening gehouden met het wegverhuizen van gezinnen en is er geen correctie toegepast op de leerlingen die naar de eenpitters, particulier onderwijs en het SO/SBO gaan. Daarom is ervoor gekozen om een realistischere aanmeldgraad als vitgangspunt te nemen. Hierbij wordt gekeken naar het aantal 4-jarigen dat geregistreerd staat in Amsterdam en het aantal 4-jarigen dat ook daadwerkelijk naar school gaat. Deze gegevens worden afgezet tegen de gegevens van scholenring. Daarnaast is de bovengenoemde correctie toegepast van leerlingen die gebruik maken het onderwijs in de stad dat niet deelneemt aan het stedelijk toelatingsbeleid. Deze nieuwe benadering van de aanmeldgraad levert een aanmeldgraad van 84% op ten opzichte van de 72% volgens de huidige benadering. Het BBO is blij met de vitkomsten van het onderzoek naar de aanmeldgraad. Momenteel wordt er gewerkt aan een verdiepingsslag slag in het onderzoek en zal er worden gekeken naar de daadwerkelijke aanmeldgraad op stadsdeelniveau. Deze vitkomsten zullen worden meegenomen in de terugkoppeling van de 2° plaatsingsronde. Ik blijf v op de hoogte houden van de voortgang. Met vriendelijke groet, Namens het college\van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, LA 1 | [\/ Marjolein Moorman \ Wethouder Onderwijs Bijlagen 1. Infographic Stedelijk Toelatingsbeleid 2021-2022 2. Jaarrapportage Stedelijk Toelatingsbeleid 2021-2022 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
k =3 e ä í de ne en : ES € at =Y=janu: dà Wet 5E Se Bet il -s ERR A Ek Ex e=, Sl Pe \ Ee '& Mien | wd Ji í in r ie, P/ \ E mn Erk IJ lee _— nl 5 ne dl \ # if is Vids has k His Az dj £ oe 5 NN Re ed 4 | h „ “ N F | 4 in / | / ai l 4 74 & B \ ik GE } TN n | Nl k En ij 4 A Wen A ed ge er JA hi En, RES « R : LS oe et” DE | EE er A N ' Û Ô 5 Tk , Kd en kr BO aks 1 ä - el En % k PS f of u | ” wy " Á ) : ' i D 1 f PS Ee se aen kn 4 6 a 48 Le E ' ' : t (on Kit À u ed Ln se a: 4 - ann E A _ | br 22 EN des TIE /N Tre 1E _ NN ik let J Kn le \ AR [ an do ger RL. f in f k 8 gp N ns én pn N 5 \ | - ä | di / S u Pe a à Ed _ Te ne en 5 En ’ _ KR á ” ï en | f Ä = E ed == he Be EE , Kk Ni | D 4 IN SN | Dh A | pe r É if | hs TA PRE Ark mm AMA Or OR PS hak ij WE l D Is Ti Tc EL 5 4 } al ERN | eert: tt mr di if: El i|-e Hi ll | e d Eerd sk 2 An Dl Ei oe Gl NE Ee A Oy Rt © A F IE ee Sl EE KE WEE £ en MEE TR 4 PT ed IE LS mi Lt EN TI el mn en | EEL Moe iS ik fn el Te WE am ll Kaf | OO er L te FAA % Amsterdam al , 1 eg | ER > A ZN Î ei E- fl h E an î Ô Te IN) \ SN be a p= | | ie : Ni en ie Û Pi Fl | 8 ú al L ij _N à N F Ï ii ij B itis | 4 a i | 4 | il IE E je 4 ES ui À ae Pall =f zl Kel hl Elbe cs x EE cd OEM. - eN TE E de Eis | EEE ld nne: ° a and al V/ F4 IS di nj | u Ù % en. 8 : Ontwikkelbuurten 2019 | a Voor u ligt de jaarrapportage 2019 van Inhoud de aanpak in de 32 ontwikkelbuurten in 2 Voorwoord onze stad. 4 Inleiding Alle 32 ontwikkelbuurten komen in Nieuw-West 9 Slotermeer Noordoost deze rapportage aan bod. In stadsdeel 12 _ Couperus- en Dichtersbuurt en Nieuw-West zijn de 19 ontwikkelbuurten de Noordoever Sloterplas geclusterd in 10 rapportages. In de inleiding 15 _ Slotermeer Noordwest worden de aanleiding en doelstellingen 18 Lodewijk van Deysselbuurt . . 21 _Confuciuspleinbuurt van de ontwikkelbuurtenaanpak kort uiteen 24 Geuzenveld gezet en een aantal gezamenlijke, over- 27 _Wildeman- en Blomwijckerbuurt koepelende keuzes en inspanningen 30 _Reimerswaalbuurt . eee . . 33 De Punt toegelicht. Na de inleiding is per buurt is 36 Jacob Geelbuurt een overzicht opgenomen van de inspan- ningen in 2019 door de gemeente en Zuidoost haar partners. Ook is de belangrijkste 39 _H-buurt doelstelling voor de desbetreffende buurt de ogserpolder in beeld gebracht en wordt duidelijk welke 48 _E-/G-buurt Noord inspanningen hieraan bijdragen. Per buurt 51 Reigersbos zetten we een project van het afgelopen 54 Holendrecht jaar in de schijnwerpers en wordt inzicht Noord gegeven in de huidige duurzaamheid 57 _Waterlandpleinbuurt van woningen (nul-meting). Hoewel de 60 De Kleine Wereld rapportage gericht is op 2019 biedt deze 63 Banne Noord ook een doorkijk naar de aanpak voor 2020. 65 Banne Zuid 69 Molenwijk 72 IJplein-Vogelbuurt 75 Volewijck Bijlagen 78 Bijlage 1: Duurzaamheid van de woningen 88 Bijlage 2: Financiën: terugblik en vooruitblik 89 Bijlage 3: Besteding incidentele middelen 2019 2 Voorwoord Ontwikkelbuurten 2019 In 2000 werd Laetitia geboren in de E-buurt, in 8 be £ stadsdeel Zuidoost. De afgelopen twintig jaar heeft 5 4 | | zij de buurt nauwelijks zien veranderen. Ouders Ë le , | 9 ee hadden moeite om rond te komen, woonden in ce _ en en en : ij weze slechte woningen en voelden zich onveilig, il gm: A: í ard, nn sommige vrienden en vriendinnen maakten school ns a Ma 7 niet af, speelplekken waren er nauwelijks, de Pz openbare ruimte zag er slecht uit. Terwijl andere / plekken in Amsterdam wel verbeterden in deze n periode, bleven de leefomstandigheden voor veel 5 4 opgroeiende kinderen als Laetitia gelijk. e N IN ° Er Vorig jaar werd in dezelfde buurt Ronnie geboren. b Ronnie gaat de komende jaren naar dezelfde school als Laetitia en speelt in dezelfde straten. besloten om stevig in te zetten op de ontwikkelbuur- Hoe ziet zijn buurt eruit over twintig jaar? Woont tenaanpak. Het doel van deze aanpak is om de hij straks wel in een buurt met de mooiste speel- bewoners van de 32 ontwikkelbuurten in de stadsde- plekken en voldoende groen? En kunnen hij en zijn len Nieuw-West, Noord en Zuidoost een wenkend ouders daar wel met een veilig gevoel over straat? perspectief te bieden en ook te laten profiteren van Hoe zorgen we ervoor dat we het tij keren en de voorspoed in onze stad. Met een Amsterdamse Ronnie een ander perspectief bieden dan Laetitia? aanpak krijgen deze ontwikkelbuurten — in de woor- den van een actieve bewoner uit Zuidoost: de De gemeente Amsterdam en haar partners willen Ontwikkel-Je-Buurt-Buurten — nu extra inzet en focus. bewoners van de E-buurt en andere ‘ontwikkel- buurten’ in de stad dezelfde leefomstandigheden Als college kiezen wij met de ontwikkelbuurtenaan- bieden als andere Amsterdammers. Daarom wordt pak expliciet mèt en vóór de mensen — en daarmee de komende periode prioriteit gegeven aan deze de buurten — die het het moeilijkst hebben. Dat doen buurten. we door keuzes te maken in regulier beleid, met reguliere middelen en capaciteit. Binnen de eigen Veel grote steden hebben het probleem dat sommige organisatie kijken wij hoe wij de activiteiten van buurten achterblijven bij de rest van de stad. De directies in ontwikkelbuurten voorrang kunnen geven bewoners van die buurten hebben minder kansen en en kunnen verdiepen. In 2019 heeft het de aanpak al mogelijkheden dan andere stadgenoten. Het college veelbelovende resultaten opgeleverd. In 2020, 2021 heeft op basis van eigen waarnemingen en onderzoek en 2022 wil het college middels deze jaarlijkse rapportage onderzoeken welke structurele verbete- ver neee va ee ringen er zijn geboekt in de 32 ontwikkelbuurten. BEANS (VO SURE re p Wy ES! N zeen. SN Zulke structurele veranderingen worden alleen bereikt Ë u EE al 1: Li Wie met langdurige, ingrijpende en effectieve ingrepen. | PE ES Het college baseert zich op een belangrijke les uit het f F u | zl Fr 5 En 8 verleden: incidentele aandacht brengt een buurt niet Û . ij Á, Ì | kel | BE _ duurzaam verder. Het is daarom belangrijk om te A Te Ze Ë Eet EN Ae d werken naar een structurele aanpak van de opgave in Tt | er Á 4 Kal á MLF de buurten. Dat betekent langdurige toewijding van me e= ii ee de gemeente, maar ook van partners in en rondom eN de buurten. Deze toewijding laat zien dat wij een 4 tt î Re Ee betrouwbare partner zijn in de buurt en dat we een eee _ lange adem en geduld hebben om zichtbare verbete- 3 HN Ts: ze ER : ” , Î Re Pie MEN ; er el LE ze | Iek: FEN Jij B Jr ks ze En - $ ® ne } LIEREN A ke WE ti 27: an p Î vS 7 Tj | ki is 4 hel enn = ’é ae Se NN : _ R E 5 Y À ì Fe 4 bh : Í 4 dip ringen tot stand te brengen. Bijvoorbeeld door juist in waar zij echt iets aan hebben. Of dat nieuw groen in ontwikkelbuurten reguliere inzet vanuit de gemeente buurten wordt aangelegd en goed wordt onder- te versterken en te intensiveren. houden. Of dat buurten aan elkaar worden verbon- den door middel van een goede fietsverbinding en Verschillende gemeentelijke directies integreren de goede (maatschappelijke) voorzieningen. Het ontwik- ontwikkelbuurtenaanpak in regulier beleid en regulie- _kelbuurtenbudget wordt aangewend om dit op te re processen. Hierdoor wordt op een duurzame starten, waarna het de bedoeling is dat het wordt manier aandacht geschonken aan de buurten die opgenomen in het “gewone” aanbod vanuit de achterblijven bij de rest van de stad. In 2019 zijn gemeente. Dat aanbod moet voor alle buurten van belangrijke stappen gezet. Denk bijvoorbeeld aan hoogwaardig niveau zijn, zodat alle Amsterdammers een versnelling van de verbetering (en vergroening) hier graag gebruik van maken. van schoolpleinen in ontwikkelbuurten, de extra aandacht die er is voor ontwikkelbuurten in het Zodat Amsterdamse kinderen niet opgroeien in Amsterdamse cultuurbeleid, de intensivering van armoede en onzekerheid, en verzekerd zijn van goed de inname van grofvuil, het programma Kansen- onderwijs, aandacht en professionele zorg. De gelijkheid, de stimulering van de buurteconomie Amsterdammers, de bewoners van ontwikkelbuurten, en de middelen die vanuit de groenbegroting zijn gaan de komende jaren nog veel meer merken van de vrijgemaakt voor de vergroening van ontwikkel- ontwikkelbuurtenaanpak. Het heeft tijd gekost om buurten. Dit maakt de aanpak ontwikkelbuurten in samen met bewoners te komen tot plannen voor hun 2019 tot een stedelijke beweging waarin de aandacht buurt. In 2019 zijn projecten uitgevoerd, 2020 wordt verschuift naar de buurten die die het hardst nodig het jaar waarin nog meer van de plannen tot zichtbare hebben. Deze beweging wordt in 2020 verder veranderingen in de buurt gaan leiden. doorgevoerd met een nadruk op de domeinen die in de buurten aandacht behoeven. Samen werken wij hieraan! We werken echter ook aan projecten die al gelijk zichtbaar zijn in de buurten. Juist het aanleggen van Laurens Ivens, wethouder ontwikkelbuurten een speelplein of het plaatsen van bankjes in de buurt kan een fundamenteel verschil maken voor de manier Simone Kukenheim, coördinerend wethouder voor de waarop bewoners hun eigen buurt beleven. Het zijn sociale portefeuilles in de ontwikkelbuurten deze initiatieven die een vliegwiel vormen voor Erna Berends, portefeuillehouder ontwikkelbuurten verandering. stadsdeel Noord Voor alle ontwikkelbuurten zijn prioriteiten gesteld ee mgen porteleullehouder ontwikkelbuurten die leidend zijn in de aanpak van de buurt. Denk bijvoorbeeld aan groot achterstallig onderhoud van Ronald Mauer, portefeuillehouder ontwikkelbuurten de openbare ruimte, armoede, laaggeletterdheid en stadsdeel Nieuw-West een gevoel van onveiligheid in de buurt. Hoe ziet deze aanpak eruit in de praktijk? Het betekent bijvoorbeeld dat er in buurten met veel overlast door jongeren mogelijkheden zijn om samen met jongeren een jongerencentrum te ontwikkelen, met aanbod 4 Ontwikkelbuurten 2019 em, VES Re it rn dn amen ra ERN Rl NER DT ams PRN rd med IE eeen nt sj ef A En vet Bei El Ed Dir VA MER Ve RT amd Wee f EN re P Eg E mn AS ENEN et AN ND to/ Pe 4 KNP \ ' np 5 ô 28) B Er d Es ie f - pe dn | 5 es AE AS ee ì id kr é ' Pl Ld dre E Ast rf EN pe | eN e ë, 8 AE An fi Er AT EE En nk de Ee) 4 d re ne, in IES) zi TK À = ennn ki PS A ns en 4 ai Pi: N 8 hann EE = Es 7 E a À a k. 25 ze En E & ne / EK al TM AN SA - Ts rme). ì vi & GRA ij as = Z p / Z Ees Ek NK | de Tm rr ee Ee EE Rt es es tn # Se Pe re y y TE EN B 5 Se Bes Ò ARN nn Me E Ben B IN a OM en EEn NR MN P, Ee NAS rd 5 En pi he A A EEn == te ee ed a E 2E ij Rd en EN f AE en RS EE 4 kl B NN Er } ee ee dend E EE REE mrd ar Eg 2 he” en je En rn. En = en Eed EA en TE Samen met bewoners, corporaties en andere De leefbaarheids-, sociale en sociaaleconomische maatschappelijke partners en ondernemers werkt doelstellingen van de ontwikkelbuurtenaanpak de gemeente aan vijf doelstellingen voor ontwikkel- (doelstellingen 2 en 3) worden vanzelfsprekend niet buurten: alleen bereikt door fysieke ingrepen. Amsterdam zet daarom met de ontwikkelbuurtenaanpak in op een 1. Verbetering van de kwaliteit van woningen, integrale aanpak van de sociale opgave en daarbij woonomgeving en gebouwde voorzieningen behorende samenhangende aanpak van deze veelal 2. Verbetering van de leefbaarheid ‘wicked’ ‘(ingewikkelde en meervoudige) problema- 3. Verbetering van de sociale en sociaaleconomische _ tiek. Dit start met integrale analyse (een ‘verkenning') positie van de buurt en zijn bewoners van de opgave in de buurt. In de verkenningen wordt 4. Koppeling van stedelijke ontwikkelingsgebieden — samen met de maatschappelijke partners in de aan strategische buurtontwikkeling, door verbin- buurten — geïdentificeerd wat buurt en mensen nodig dingen aan te gaan met omliggende buurten hebben. Deze verkenningen zijn gemaakt voor de 5. Verbetering van de energetische kwaliteit (duur- meeste ontwikkelbuurten. De resterende buurten zaamheid) van de woningen, waaronder het volgen in het eerste half jaar van 2020. aardgasvrij maken van bestaande bouw en nieuwbouw De ontwikkelbuurtenaanpak is complementair aan en onmisbaar voor de grote veranderingen in het sociaal Deze doelstellingen zijn deels te bereiken met fysieke domein die Amsterdam realiseert. Het is de gebieds- ingrepen in de buurten. Soms zijn het kleine ingrepen _ gerichte vertaling en implementatie van deze belang- zoals het aanbrengen van meer groen of het opknap- rijke veranderingen. Andersom geldt hetzelfde. Om pen van de stoep. Het kan ook gaan om infrastructu- duurzame verbeteringen te bereiken bij de doelstel- rele ingrepen zoals het aanleggen van een fietspad lingen van de ontwikkelbuurtenaanpak is het nodig waardoor nieuwe verbindingen tussen wijken ontstaan. aan te sluiten bij het werk van de buurtteams, de sociale basis, het participatiebeleid en programma's als Kansengelijkheid, Positief Perspectief, Weerbare Stad en ‘Weerbare mensen, weerbare wijken’. 5 Terugblik op 2019 kansen (ook wel bekend als principenota's) vastge- TT steld. De verkenningen vormen het uitgangspunt voor In 2019 zijn flinke stappen gezet met het verbeteren, de aanpak in de buurt. Hierin zijn zowel de gebieds- versterken en duurzaam verbinden van de ontwikkel- ontwikkelingsopgave als de sociale opgave voor de buurtenaanpak met het sociale en veiligheidsdomein. buurt opgenomen. Deze verkenningen van kansen De gebiedsgerichte insteek van het Kansengelijk- worden vervolgens geconcretiseerd in jaarlijkse heidsprogramma wordt met voorrang gerealiseerd in werkplannen. Daarbij wordt extra aandacht gegeven de ontwikkelbuurten. De genoemde transities leiden aan de kenmerkende prioriteiten van elke buurt. ertoe dat het zwaartepunt van inzet en middelen van buurtteams, sociale basis en participatie steeds De ontwikkelbuurtenaanpak heeft als doel om sociale sterker in de ontwikkelbuurten komt te liggen. De en fysieke problemen samen te lijf te gaan. Voor- gebieds- en opgavegerichte inzet van de buurtteams beelden daarvan zijn een voormalig brandweerpand (het zogenaamde Verbond van 100) is gestart in in Reigersbos dat verbouwd wordt naar een broed- ontwikkelbuurten, het programma Positief Perspectief plaats met werkplekken en buurtactiviteiten of de is van start gegaan in onder meer Zuidoost. verdere verbetering van een kinderboerderij- en ontmoetingsplaats in de Molenwijk. Dit doen we ook Wat wil de bewoner? door buurten beter bereikbaar te maken met goede Steevast is de eerste stap bij het maken van plannen fietsroutes, verbeterde doorstroming of toegankelijk de vraag: wat wil de bewoner? Het ophalen van lokale openbaar vervoer. wensen en behoeften is daarom een vast onderdeel van de aanpak. Een belemmering hierbij is dat dit voor Ondertussen wordt samen met bewoners aan de slag de economische crisis ook al is gedaan, maar dat aan gegaan in de buurten, ook op het gebied van de een groot deel van deze plannen in de huidige ontwik- verduurzaming van woningen. Op dit moment kelbuurten door de crisis geen vervolg is gegeven. ondersteunt het Programma Aardgasvrij projecten in Het aanzien van de overheid is daardoor achteruit vijftien ontwikkelbuurten. De andere ontwikkelbuur- gegaan. Amsterdammers in de ontwikkelbuurten ten staan op de planning. Corporaties renoveren voelen zich vergeten. woningen (of maken er plannen voor) en knappen de ruimte rondom de woningen op. Soms staat op de Een belangrijke opgave in de buurten is dan ook het korte termijn gebiedsontwikkeling gepland, zodat er terugwinnen van het vertrouwen van bewoners. Dit tijdelijke verbeteringen worden doorgevoerd. gaat niet over een nacht ijs: tijd, zichtbaarheid en een flink aantal goede gesprekken zijn nodig om vervol- Betere openbare ruimte en meer groen gens veranderingen tot stand te brengen die de Naast de renovatie van woningen is gewerkt aan het bewoners belangrijk vinden voor hun buurt. Juist verbeteren van de gebouwde omgeving en een relatief kleine en zichtbare successen dienen als herinrichting van openbare ruimte en groen. Bijvoor- vliegwiel voor de verbetering van de buurt. beeld op het Parlevinkerplein in Banne Noord. Hier Wethouders gaan regelmatig op werkbezoeken en 8 E e Zi ME kul ee ' de 2e ER Rn Ee stadsdeelbestuurders hebben continu de vinger aan DE, En rs 5 Rn 1 8 bs 5 ze 7 1e E nj de pols bij de bewoners in de ontwikkelbuurten. Het ed ej b iel 41e 7 LA afgelopen jaar intensiveerde wethouder Laurens Ivens zh - 4 } Û laf Re kr Ke A4 de contacten met bewoners en voerde hij in menig Pie AR LN ‘ 4 8 El ontwikkelbuurt straatgesprekken met bewoners om j Ke Ld LA OA S pe rn GS ' wensen en behoeften op te halen. Deze gesprekken oe Nf EA Jer AB zet hij voort in 2020. ed ef pe Ee eé, S E amel / AAN id Kansen en opgaven n : . d Ga Eind 2019 zijn voor 21 buurten verkenningen van TZ u Se 6 D EE la llen il OS CA a | he ú st f mers en andere betrokkenen en geïnteresseerden a TL % nr tastbaar in bijvoorbeeld: de Amsterdam Krant À à d Pe (informatie en verslagen over participatiebijeenkom- 1 PE en ” sten); door herkenbare participatiekalenders op de Á 4 4 u EB hi websites van Noord, Zuidoost en Nieuw-West; door 8 == Ee een rapportage van AT5 over ontwikkelbuurt 2 <= PE == men Molenwijk; door de rubriek Trots op… in Krant el hea . . ® De Ei Amsterdam voor de ontwikkelbuurten. In navolging van de wijkkrant die door stadsdeel Noord gemaakt is hebben bewoners meegewerkt aan een tijdelijke voor Banne Noord — en door bewoners zeer gewaard inrichting. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw werd als manier om op de hoogte gehouden en ontwerp voor het plein en de omgeving. Parken en betrokken te worden — zal in alle ontwikkelbuurten dit speelplekken worden in vrijwel alle buurten opnieuw format ingezet worden. ingericht. Cruciaal voor de sociale cohesie in de buurt zijn lokale maatschappelijke voorzieningen. Omdat Sterkere focus op de sociale en economische deze in de ontwikkelbuurten meestal sterk verouderd opgave zijn of helemaal ontbreken, worden ze toegevoegd of De sociale problematiek in deze buurten is hardnekkig verbeterd. en vergt een langdurige aanpak. Het college heeft zich in 2019 daarom extra toegelegd op de sociale In 2019 zijn zestig werkbrigadisten aan het werk opgave. Het beschikbare incidentele budget is gegaan in de ontwikkelbuurten. Zij hebben een bedoeld om projecten aan te jagen. Gemeentelijke belangrijke rol gespeeld bij het schoon en netjes directies en de stadsdelen zetten zich met partners in houden van de openbare ruimte. Bewoners waarde- om dit in de komende jaren voort te zetten. ren deze extra ‘ogen en oren’ in de buurt die snel kunnen handelen als dat nodig is. Hun aanwezigheid Ook de buurteconomie in ontwikkelbuurten wordt, draagt ook bij aan de lokale zichtbaarheid van de daar waar dat (economisch) verstandig is, gestimu- gemeente. leerd. Winkelgebieden worden aantrekkelijker door investeringen in de openbare ruimte en door Om ervoor te zorgen dat álle Amsterdammers maatschappelijke voorzieningen te verbeteren. profiteren van de groei van de stad worden de Ontmoeting en levendigheid worden gestimuleerd verbindingen versterkt tussen ontwikkelbuurten en met ‘placemaking’ (een ontwikkeling van de open- aangrenzende gebieden waar veranderingen plaats- bare ruimte die inspeelt op de specifiek lokale vinden. Denk bijvoorbeeld aan de ambities 1Zuidoost eigenschappen). Op sommige plekken wordt slecht- en de Ongedeelde Wijk in Noord, het gebied Amstel lopend commercieel vastgoed omgevormd. Wanneer II, grenzend aan ontwikkelbuurt H-buurt in stadsdeel economische activiteiten illegaal worden, de samen- Zuidoost of aan de ontwikkeling van het Hamer- leving ondermijnen en negatief bijdragen aan de kwartier, grenzend aan ontwikkelbuurt Oud-Noord veiligheid, worden ze ook onderdeel van de aanpak (IJplein-/ Vogelbuurt) in stadsdeel Noord. in een buurt. Eenduidig en herkenbaar communiceren In 2019 is ingezet op meer gezamenlijkheid en Vooruitblik op 2020 herkenbaarheid in de gemeentelijke communicatie TZ over en in de ontwikkelbuurten. Uitgangspunten zijn Ook als is dit jaarrapportage 2019, toch ook aan dat de bewoners aan zet zijn, dat de gebiedsmana- het eind van deze inleiding een vooruitblik op 2020 gers maximaal worden gefaciliteerd en dat ingezet en de jaren daarna. We gaan door op de ingeslagen wordt op small wins zichtbaar maken. Want vele weg en willen deze verstevigen om zo meer resulta- kleine resultaten leiden samen tot grote veranderin- ten te behalen. De ambities voor 2020 zijn: gen. Deze interne samenwerking van stadsdelen, directies en stedelijk team is voor bewoners, onderne- De Amsterdammers, de buurtbewoners, gaan veel 7 meer merken van de verbetering van hun buurt. =n e Sen Hiertoe wordt onder andere de samenwerking tussen ii Ke en ES ES es EE stadsbeheer en de ontwikkelbuurtenaanpak geïnten- Ce Ee Mh e | EUN siveerd. In 2020 wordt de inzet van werkbrigadisten in EC UB JA mi p bide Á 4 f INK el Ee id . Ed Soar 1de Ch besafe JDITSE de ontwikkelbuurten verdubbeld naar 120. De werk- a | rn AJ Er me, _ brigadisten worden niet alleen ingezet voor leefbaar- KTR teren ri Ik ; heid in de fysieke leefomgeving maar zullen in 2020 & THE BALLROOM . or | u =r ook vaker een rol gaan spelen in het bevorderen van Pe rouwen KCEIBUR a en hl es het sociaal cement van de buurten. —_N ve, ee A fu In 2020 wordt ook steviger ingezet op de daad- " werkelijke verbetering van de veiligheid in de buurten waar veiligheidsproblematiek speelt. De uitvoering maken en uit te voeren. Daar zijn we al mee begon- van de programma's Weerbare Stad en 'Weerbare nen, dat is zoeken, maar gaat tot een werkwijze mensen, weerbare wijken’ die hierop gericht zijn en leiden die ondersteunend is aan het behalen van de ontwikkelbuurtenaanpak worden daartoe op meer resultaten. elkaar afgestemd. Zodat beiden elkaar verstevigen. Dat gaat over sneller handelen in de veiligheid in de De belangrijkste opdracht voor 2020 is misschien fysieke omgeving, over aanpak van ondermijning, wel het verder verdiepen en uitwerken van ‘het over afstemmen en over faciliteren. regulier maken’ van de ontwikkelbuurtenaanpak. Zowel de methodiek (die nog wel goed beschreven In 2020 blijven we inzetten op de verdere verstevi- moet worden, daar begint het mee) als inspanningen ging van het gebiedsgericht werken en de gebieds- onderdeel te maken van het reguliere beleid, financie- sturing door gebiedsmanagers en stadsdeelbestuur- ring, uitvoering — zeker als ze vruchten blijken af te ders in de ontwikkelbuurten. Dat doen we onder werpen is regulier maken erg belangrijk. We doen andere door samen met directies werkplannen te dat samen met de zgn. ‘lijn’ (van directies en stadsdelen). Alleen zo kunnen incidentenvalkuil _ en projectencarroussel voorkomen worden. De en. De ontwikkelbuurtenaanpak is meer dan dat. SES m2 d Op 17 december 2019 heeft het college van B&W pe J Nn en een besluit genomen gericht op een duurzame aanpak , AN ET Se (Masterplan) van hardnekkige maatschappelijke 4 … 4 Se vragen in Zuidoost. De ontwikkelbuurtenaanpak en : ê ee En de bestuursopdracht zijn complementair, de ambitie . R ass D en verwachting is dat ze elkaar gaan versterken. De & he U Ee EN > 4 2 doelen van de bestuursopdracht ontwikkelbuurten / A we A2 OS @&-8 gaan direct bijdragen aan de doelen van de bestuurs- en, " het kk 4 opdracht cq zullen naar verwachting in grote mate \ En  Ef al KA & overeen gaan komen met de doelstellingen van het ) EN We VN N : < Masterplan. En vice versa. RR n WT _ 7 Pr gp , N n 2020 gaat ook een stevige impuls gegeven worden k: a aan de zogenaamde lerende aanpak. We willen ‘leren- h - der’ worden, beter weten en kunnen zeggen dat we a de goede dingen doen, op de goede manier. Meer N an en beter bewezen interventies (evidence based) en inzetten èn tegelijkertijd meer ruimte voor innovatie en initiatief creëren dan tot nu toe. 8 Nieuw-West EN | 4 Slotermeer Noordoost 7 en Slotermeer Noordoost De ontwikkelbuurt Slotermeer Noordoost Initiatieven is een cluster van de Dobbebuurt en de On Burgemeestersbuurt. Deze ontwikkelbuurt Het mooier maken van de buurt staat hoog op de : ar. agenda. Samen met ondernemers en andere partijen bevindt zich in het noordoosten van ran ee, wordt gewerkt aan Plein '40-'45. Een ‘marktconciërge stadsdeel Nieuw-West, tussen het zet zich in voor het verminderen van afvaloverlast op metrospoor (oost) en de Haarlemmerweg de markt. Om het afval in de buurt makkelijker te (noord). Slotermeer Noordoost kent een verzamelen, zijn enkele afvaleilanden gerealiseerd en grote vernieuwingsopgave, zowel fysiek is een perscontainer ingezet. Ook zijn er een tweetal (verloederde openbare ruimte) als sociaal kunstwerken geplaatst. Doordat de plaza van het , Tuinstadhuis openbaar toegankelijk is geworden voor (achterstanden op gebied van armoede en . . . rans publiek, heeft de buurt een nieuwe ontmoetingsplek. sociale cohesie). Met name het Plein '40-“45 ingezet op het tegengaan van armoede en en omgeving zijn zeer sterk in ontwikkeling. laaggeletterdheid met een sociaal spreekuur, in Dit moet uiteindelijk een plein worden samenwerking met corporatie Rochdale. Hier vinden waar actieve ondernemers samen met bewoners laagdrempelige hulp bij uiteenlopende bewoners en bezoekers het plein ontwerpen _ Problemen. en programmeren volgens de identiteit Om de openbare ruimte te verbeteren en de buurt- van Nieuw-West (en Slotermeer in het . . . economie te stimuleren, is in 2019 de omgeving van bijzonder). De voorzieningen (winkels, markt _ pain 40-45 opgeknapt. De komende jaren vindt hier en horeca) op en rondom dit plein trekken een grote ingreep plaats. Bewoners en ondernemers ook bezoekers van buiten Amsterdam. rondom het plein worden intensief betrokken bij de plannen voor het plein. Met deze nieuwe vorm van eigenaarschap van onderaf (een ‘commons') werd in Buurtprioriteiten 2019-2020 2019 ook al gewerkt aan diverse cohesieversterkende activiteiten, zoals de Blendmarket, de Vijf Meiviering De belangrijkste prioriteiten voor de aanpak van de en het Grachtenfestival. ontwikkelbuurt Slotermeer Noordoost zijn: De uitkomst van enkele bewonersbijeenkomsten m De verloedering verminderen en de openbare leverde onder meer op dat er behoefte was aan een ruimte verbeteren, waaronder Plein ‘40-'45 en herdenkingsmonument voor verzetsstrijders in het directe omgeving; Meerwaldtplantsoen. Dit park had al langere tijd m Armoede en laaggeletterdheid tegengaan; wateroverlast. De gemeente heeft dit park in 2018 en m Het versterken van de sociale cohesie en 2019, in samenspraak met omwonenden, uitgebreid ontmoeting in de buurt. Het doel daarbij is om gerenoveerd. Er worden momenteel plannen gemaakt lokale spanningen te verminderen. voor de komst van het monument Participatie versterkt sociale cohesie en ontmoeting in de buurt. De bewoners zijn enthousiast, en er is een grote 9 Slotermeer Noordoost betrokkenheid. Er zijn in 2019 dan ook 144 plannen Duurzaamheid van de woningen ingediend voor het Buurtbudget. Hieruit kozen de eee bewoners uiteindelijk dertien plannen, waaronder In Slotermeer Noordoost staan relatief veel woningen ‘Plein ‘40-'45 is het schoonste plein van Nederland’, met labels E en F. In vergelijking met ontwikkel- ‘Maak een groene tuinkade van de Jan de Jongkade’, buurten in stadsdeel Nieuw-West als geheel wonen ‘Bewoners helpen met financiële problemen’ en de bewoners van deze buurten veel minder vaak in ‘Organiseren van uitjes voor ouderen’. Deze plannen woningen met label A (3% tegenover 8% in heel worden vanaf 2020 uitgevoerd. Nieuw-West) en label B (4% tegenover 8%). Op het vlak van duurzaamheid lopen de woningen in Slotermeer Noordoost dus achter op het Corporaties stadsdeelgemiddelde van ontwikkelbuurten en TT bevinden zich relatief vaker in de lagere categorieën In Slotermeer Noordoost hebben met name de van energielabels. corporaties Rochdale, de Alliantie en Eigen Haard bezit. De afgelopen jaren heeft woningbouw- corporatie Eigen Haard zijn woningen in de Aireystrook gerenoveerd, zodat de woningen nu leefbaarder en energiezuiniger zijn. Het plan is om in 2020 met bewoners in gesprek te gaan over de vernieuwing in de buurt en aan te sluiten bij het aardgasvrij maken van de wijk. Rochdale is begonnen met de renovatie van driehonderd woningen in de Dobbebuurt. De Alliantie heeft hier 112 woningen gerenoveerd en is van plan om in 2020 extra beheer uit te voeren. De gemeente heeft de afgelopen jaren de openbare ruimte in de Dobbebuurt vernieuwd. Gebiedsontwikkeling Momenteel wordt gewerkt aan verdere plannen voor de vernieuwing van Slotermeer Noordoost. Er moet veel gebeuren in deze buurten. Voor de Nieuwenhuysenbuurt wordt gewerkt aan een investeringsnota die in 2020 ter besluitvorming aan het gemeentebestuur zal worden voorgelegd. De investeringsnota heeft betrekking op de sloop van 291 woningen en de nieuwbouw van ruim 450 woningen. In 2019 is gewerkt aan herinrichting van de openbare ruimte in de Aireystrook. Ook is het Meerwaldt- plantsoen gerenoveerd en de openbare ruimte in de Anton Struikbuurt verbeterd. Slotermeer Noordoost loopt voorop bij de verduur- zaming van woningen. De aardgasvrijmaking van 450 woningen in de Dobbebuurt bevindt zich in de uitvoerende fase. 10 Slotermeer Noordoost Project in beeld: Wij zijn Plein ‘40-'45 Plein '40-'45 is het hart van Slotermeer en van bovenaf, maar van een brede coalitie uit bovendien op 4 mei het tweede herdenkingsplein de buurt. Amsterdammers die zelf met ideeën van Amsterdam. Bewoners en ondernemers en suggesties komen en zelf aan de slag vonden dat het plein beter en gezelliger kan. gaan. Bewoners en ondernemers hebben een Samen maken ze als ‘Wij zijn Plein ‘40-'45* gezamenlijk plan gemaakt om van het plein het voorstellen om het plein opnieuw in te richten. schoonste plein van Nederland te maken, dit En om dingen te organiseren op het plein. De omdat ze af willen van het vele plastic op de ingeslagen weg naar verandering komt niet markt. Dl df * ef ii In Ï á ‚ . r F, e P ,, p : El f dd Pr n d El ï Jan 5 KR ' ht En “ mams â … | p ) 4 á Ki ai es f Î 1 | x ‚ / Î _ El e } ene 4 Ns Rad GR en , ls Nn, df EE „ Ed Î Er A4 p : ee NE a, e 4 | E p k ï ml a | Rn / : B ke k = / E el k Á 11 _ == Couperus- en Dichtersbuuri en de Noordoever Sloterplas OS Couperus- en Dichtersbuurt en de Noordoever Sloterplas De Couperusbuurt, de Dichtersbuurt Initiatieven en de Noordoever van de Sloterplas OO bevinden zich in het noordoosten van Om de binding en ontmoeting in de buurt te . . verbeteren en eenzaamheidsgevoelens tegen te gaan stadsdeel Nieuw-West, ten zuiden van a " is in 2019 buurtkamer De Cactus gecreëerd — naast het Gerbrandypark. De noordoever van de al bestaande en belangrijke buurthuiskamer de Sloterplas is beschermd stadgezicht De Dichter. Omdat bewoners de programmering vanwege de kenmerkende bouwstijl grotendeels zelf vormgeven, sluit dit goed aan bij van stedenbouwkundige Van Eesteren. de lokale behoeftes. Bewoners in deze buurten hebben te , De openbare ruimte in deze ontwikkelbuurten is op maken met armoede, eenzaamheid, en. . . bepaalde plekken verloederd. Daarom is de Aanpak onveiligheidsgevoelens en een gebrekkige Bijplaatsingen Grofvuil versterkt. Bewoners en sociale cohesie. Mensen leven hier langs ondernemers zijn hier erg blij mee. Helaas hebben elkaar heen in het dagelijks leven. Bewoners bewoners last van ratten in deze ontwikkelbuurten. maken zich zorgen over de instroom van In samenwerking met bewoners wordt deze overlast kwetsbare groepen, de slechte staat aangepakt (zie kader). van de openbare ruimte en kwaliteit . …. Het afgelopen jaar is in Couperus- en Dichtersbuurt van voorzieningen. Zij hebben wel veel tink geï din h b d . . Ink geïnvesteerd In het verbeteren van de waardering voor het vele groen in de buurt. gezondheid van bewoners. Bijvoorbeeld door het opleiden van gezondheidsambassadeurs. Deze buurtbewoners zijn na het behalen van hun certificaat Buurtprioriteiten 2019-2020 op verschillende plekken in de buurt inzetbaar om ee een gezonde leefstijl en een gezond eetpatroon Voor de nabije en verdere toekomst zijn er voor de te bevorderen. De komende periode wordt deze aanpak van de Couperus- en Dichtersbuurt en de aanpak verder geprofessionaliseerd. Noordoever van de Sloterplas enkele prioriteiten. De belangrijkste zijn: Bewoners gaven aan last te hebben van enkele kleine knelpunten in de openbare ruimte. Dit is onder meer m De verloedering verminderen en de openbare te lijf gegaan door extra fietsnietjes te plaatsen. Door ruimte verbeteren; snel kleine - maar voor bewoners wezenlijke punten m Armoede en eenzaamheid tegengaan; -op te pakken wordt zo gewerkt aan het vertrouwen m Het verbeteren van de sociale cohesie en inzetten van bewoners over de ontwikkeling van hun buurt. op (het gevoel van) veiligheid — onder andere door de komende jaren te investeren in ontmoetings- New Metropolis, een dependance van Pakhuis plekken en voorzieningen. Bijvoorbeeld aan de De Zwijger, heeft zich in 2019 gevestigd in de buurt. noordoever van de Sloterplas, zodat de Sloterpark Deze dependance organiseert tal van activiteiten op met de wijk verbonden wordt. locatie en in de verschillende wijken die voor heel Nieuw-West toegankelijk zijn. 12 Cou el EN Dichtersbuurt en de Noordoever Sloterplas Stichting WOON onderhoudt hier en in de Lodewijk project- en investeringsnota in voorbereiding. Deze van Deysselbuurt drie meedenknetwerken. Bewoners gaat over de sloop en/of renovatie van 650 woningen. konden hier vorig jaar dagelijks terecht voor vragen. Ook wordt de Noordmansschool vernieuwd en krijgt Het afgelopen jaar organiseerde de stichting tien nieuwbouw. bijeenkomsten met buurtbewoners en enkele sessies met de corporaties en gemeente. Op dit moment wordt verkend welke woningen vanuit het programma Aardgasvrij van het aardgas afgehaald kunnen worden. Corporaties Momenteel verschillen de bewonersgroepen, Duurzaamheid van de woningen gemeente en Stadgenoot van mening over de TE omvang van de sloop- en renovatieopgave in de Bewoners van de Couperus- en Dichtersbuurt wonen Louis Couperusbuurt. Stadgenoot is van plan om in vergelijking met andere Nieuw-Westenaren relatief samen met bewoners een zorgvuldig en breed vaker in woningen met energielabel E (56% tegenover participatieproces in te gaan voor de vernieuwing 42% ontwikkelbuurten in het hele stadsdeel). van de buurt. Naar aanleiding hiervan vond in 2019 Opvallend is ook dat in deze buurten vrijwel geen vier keer formeel overleg plaats. woningen staan met energielabel A. Dit geldt niet voor de woningen aan de Noordoever van de In de Dichtersbuurt worden de sloop-nieuwbouw- Sloterplas. Daar ligt het percentage woningen met plannen uit 2010 op dit moment herzien. Begin 2019 energielabel E onder het stadsdeelgemiddelde (34%), is in samenwerking met IWWOON een MeeDenk- en het aantal woningen met energielabel A en B Netwerk (MDN) voor deze buurt opgezet. Hieraan boven het gemiddelde van Nieuw-West. doen meerdere huurders van Stadgenoot mee. Deze groep is in juni en in oktober 2019 bij elkaar geweest. Aan de kop van de Sloterplas is Stadgenoot in gesprek met de huurders over het onderhoud van het complex Dorus Rijkershof (in totaal 258 portiek- etagewoningen). Gebiedsontwikkeling Vanwege de bijzondere cultuurhistorische waarde van de buurten zijn de Couperus- en Dichtersbuurt door het Rijk aangewezen als Rijkswederopbouwgebied. De gemeente heeft de taak op zich genomen om op een zorgvuldige wijze met deze waarde om te gaan. De bestaande woningen zijn toe aan vernieuwing. Langs de Burgemeester Röellstraat liggen kansen om met sloop-nieuwbouw extra woningen te realiseren. In overleg met corporaties wordt daarom gewerkt aan een vernieuwing van het gebied. Om de uitdagingen van deze ontwikkelbuurten aan te gaan worden de buurten al op verschillende plekken verbeterd. In 2019 is de openbare ruimte in het zuiden van de buurt Noorderhof vernieuwd. Voor de Dichtersbuurt wordt een investeringsnota voorbereid. Dit betreft de vernieuwing van 400 woningen door sloop en/of renovatie. Voor de Couperusbuurt is een 13 Cou el EN Dichtersbuurt en de Noordoever Sloterplas Project in beeld: de aanpak van de rattenoverlast De gebiedsmakelaar vertelt: ‘Het afgelopen broodbakken en legden bewoners uit waarom jaar is onze gezamenlijke aanpak tegen de het voeren van vogels geen goed idee is. We rattenoverlast bijzonder succesvol geweest. plaatsten verbodsborden op hotspots bij het Het begon bij meldingen van bewoners. Ik water. We zetten gastheren in om bewoners schakelde de GGD in, die metingen verrichte, te informeren. Later werden ook handhavers en constateerde dat het intussen om een ingezet. We vertoonden de film “Stop de Rat” op bijna onbeheersbaar probleem ging. We bewonersbijeenkomsten. Dat alles bij elkaar heeft besloten tot een groot aantal gezamenlijke zichtbaar bijgedragen aan bewustwording onder maatregelen. Samen met de projectleider bewoners. Het rattenprobleem is intussen onder sprak ik met ondernemers, bewoners, woning- controle. Dat kunnen we zien aan de hoeveelheid bouwcorporaties en moskeeën om op alle meldingen. Die zijn intussen een stuk minder niveaus commitment te krijgen. We plaatsten geworden!’ me El . Ee E ES ns ne nk E AN RK e= e” pe ed - RT TRE ä _S Verboden te voeren PE _@ _ Art 5.18 APV Ee N Ti Pl N N n PE mn wr N: as mn n | ie | La el hd 4 mi 4 Ee n ï He & ” « RE b ed Le ed Ee k 14 Nieuw-West ek Slotermeer OE di Slotermeer Noordwest Slotermeer-Noordwest beslaat de Jan de Initiatieven Louterbuurt, de Struijckenkade en de West- entree. Dit gebied ligt ten zuiden van de Het Ontwikkelbuurtenbudget is het afgelopen jaar N200/Haarlemmerweg en is goed ontsloten aangewend om kinderen en Jongeren de buurt … meer kansen te geven. Hiervoor zijn enkele studie- door tram- en buslijnen. Een gedeelte van zalen in de buurt verbeterd. Er is een roadshow de buurtbewoners heeft te maken met georganiseerd onder de titel Actieve Kinderen zijn armoede en de gezondheid van bewoners Blije Kinderen. Deze tour, onder andere voor profes- blijft achter ten opzichte van andere sionals en bewoners, heeft kinderen en ouders kennis Amsterdammers. Daarnaast ervaart een laten maken met een gezonde leefstijl. Een roadshow deel de bewoners van Slotermeer is ook een goede manier om eenzaamheid terug te groot . ee „van . dringen en binding met de buurt te versterken. Je onveiligheid in hun buurt. De laatste jaren komt hiermee dicht bij de bewoners. Sinds vorig jaar zijn er veel jonge gezinnen komen wonen. is een aantal gezondheidsambassadeurs actief in de Hierdoor ontstaat een mooie mix van buurten om een gezonde leefstijl in de buurt te type huishoudens. Het tegengaan van de bevorderen. verloedering en het leeftijdsbestendig maken van de openbare ruimte is een De openbare ruimte in Slotermeer Noordwest is toe belangrijk speerpunt voor de komende aan verbetering (zie ook het kader). Het A.E. . . Kokplantsoen is opgeknapt. De gemeente heeft jaren. Er is gestart met het opknappen van groenvakken aangelegd, bosschages toegevoegd en de openbare ruimte. Het is ook belangrijk een grasveld in ere hersteld. Bewoners geven aan dat dat bewoners geactiveerd worden om hun ze graag een vlindertuin willen in het plantsoen. buurt schoon en mooi te houden. Momenteel wordt deze tuin aangelegd en gaan de bewoners (delen van) het plantsoen en de vlindertuin in eigen beheer onderhouden. Buurtprioriteiten 2019-2020 eOS=CE neee Ook op andere plekken wordt de gebouwde Slotermeer-Noordwest kent een aantal terugkerende omgeving in Slotermeer Noordwest aangepakt. problemen. De volgende drie thema's hebben voor Aan de Burgemeester van Leeuwenlaan zijn drie de aanpak van deze ontwikkelbuurten prioriteit: speelplekken opgeknapt. De speeltoestellen worden namelijk intensief gebruikt door de kinderen in de m Het terugdringen van armoede en buurt. is de nieuwbouw van de Burgemeester de laaggeletterdheid; Vlugtschool en Immanuelschool opgeleverd. Een deel m De aanpak van de verloedering van de van de openbare ruimte in deze buurt is opnieuw openbare ruimte; vormgegeven. Het overige deel van de buurt volgt m Het verbeteren van de sociale cohesie en nadat de woningen zijn vernieuwd. terugdringen van eenzaamheid. 15 Slotermeer Noordwest Corporaties Duurzaamheid van de woningen Aan de Struijckenkade hebben Stadgenoot en Slotermeer Noordwest zit ongeveer op het Rochdale samen 110 woningen. Samen met de gemiddelde van de ontwikkelbuurten in het gemeente werken de corporaties aan de vernieuwing stadsdeel. Dat betekent relatief veel labels E. Het van de buurt. Het doel is sloop-nieuwbouw vanaf aantal woningen met energielabel E zit zelfs iets 2021 of 2022 waarbij het aantal woningen zal boven het gemiddelde van ontwikkelbuurten in dit toenemen. In 2020 zal hiervoor een investeringsnota stadsdeel (49% tegenover 42%). Bewoners van worden voorgelegd aan het gemeentebestuur. Slotermeer Noordwest wonen dus niet in bij uitstek duurzame woningen. De energetische kwaliteit van Rochdale heeft onder andere huisbezoeken afgelegd hun woningen wijkt echter niet opvallend af van de bij bewoners om technische en sociale problemen rest van het stadsdeel. verhelpen. Eigen Haard heeft uitgebreide plannen voor de woningen aan de Bernard Loderstraat en de Jan de Louterstraat Noord. Aan de Bernard Loderstraat worden 132 woningen gerenoveerd en voor 40 woningen wordt uitgegaan van sloop/nieuwbouw. In de Jan de Louter Noord wil Eigen Haard 72 woningen slopen en vervangen door ongeveer 100 nieuwe. In 2020 begint de corporatie met het project aardgasvrij. Gebiedsontwikkeling Lange tijd stond buurtvernieuwing, renovatie dan wel sloop en nieuwbouw van woningen op een laag pitje in Slotermeer Noordwest. Voor de Struijckenkade wordt in 2020 een investeringsnota voorgelegd aan het gemeentebestuur voor de sloop van 110 woningen en nieuwbouw van 260 woningen. 16 Project in beeld: Speeltoestellen op de Burgemeester van Leeuwenlaan De gebiedsmakelaar kreeg het verzoek kwamen nog bruikbare speeltoestellen die over van een bewoonster om de speeltuintjes waren. Die toestellen hebben we van een nieuwe op de Burgemeester van Leeuwenlaan wat ondergrond voorzien, gefinancierd uit de pot aantrekkelijker te maken. In het hier en nu ontwikkelbuurten. De toestellen staan nu op de zien de tuintjes er weinig uitdagend uit. De Burgemeester van Leeuwenlaan. Bewoners zijn gebiedsmakelaar ondernam actie: “De zandbak er heel blij mee. Ik heb verschillende bedankjes is om hygiënische redenen dichtmaakt. De en foto's gekregen. De speeltuintjes zijn nu weer stedelijke vernieuwing in de buurt duurt nog aantrekkelijk voor de buurtkinderen en worden wel een aantal jaar. Uit een andere speeltuin weer goed gebruikt.” En 1 n= | | TT f zi Eel EE | EE | |E | LA ij | : ER Smak Ak | ij | Il B En 5 E Nn | | | | Í & Ü | PJ Selk Mk N | ee nn | NET | | | | ri ee NMS Ko | al | hoes | | | \ | | ik Ma | | In | | Sr ú 1 Rt \ et hi | Ï IN st Ade MAKE - =| eg sm) ; Ne le El | EIN EEE A Ee Fn | | | E ij FE HE Ki En Er A : DA dl | | Ee | EF ) af 5 kj n 5 NT MER MET N, 2 Kf Ä , Pe en kl ES DN er geen be nl al (LSI A ee BN EEK Meten helt A hed AR en TTT Hi LEREN TEE DEd OTIEN AET STEMMEN ET ME ri hi | | | MELA MIL | ke bl ens Le se n | nf Ee d Ek > ; ee E | | ; f ï —_ ee n Tek En Ard nd KN ME 3 7 EEn CE mee Ta Ee ETEN SS Eeen e er ’ el Ee ge B en me EN _ E B, MP en es Ee an (NR ed en eN H 5 ne en | CR ER AEL é EE nn Se SS ä ide L PN EC OT en ARS ee Ee en er re Red ie ee Ee de, > nr RE Ae en En Zi hemd Def Oe ee Er B Pe: OEE ed En nn En H PRN nn ee st De En en ERE El gat A aen Ke EE EK BER ern A Er EE ten de BE BE: LE AA AANEEN de EEE PAR SEAN ed ee Rin ERR Gek eer en Es Rae EN Oe Be WEES Haden 0 ir 7 oi iel en Ee SE AE ee Aje EER ALE Red A en RENE RET NT A err EEn Jee eg , Là Ee eden A pe: a ij ee ken RE ern ee Dn DN DOED eren tide AAE gr ten Ee eeb DA EEn ENE En TE de Ben Ee aa 17 Nieuw-West , Lodewijk van ha Lodewijk van Deysselbuurt De Lodewijk van Deysselbuurt, grotendeels Initiatieven met jaren vijftig bebouwing, ligt in het OO vierkant tussen de Burgemeester Röellstraat, Om problemen rond zelfredzaamheid en laaggelet- terdheid tegen te gaan, ondersteunt de Lodewijk van Slotermeerlaan, Du Perronstraat en het D academi an Ea eysselacademie vrouwen met een migratie Heksenpad. Het is één van de meest kwets- achtergrond uit de buurt. De academie helpt bij het bare buurten van Amsterdam. Bewoners inzetten van talenten en het vinden van de juiste hebben te maken met een opeenstapeling voorzieningen. Cascoland, een internationaal netwerk van sociale problematiek. Meer dan de helft _ van kunstenaars en architecten, is op een aantal onder- van de bewoners is laaggeletterd en velen delen actief in de buurt. Zoals bijvoorbeeld met de hebben te maken met armoede. De open- Eendagzaak. Bewoners kunnen voor één dag gebruik eppen Te make e Pp … . . . . maken van deze plek bij het starten van een eigen bare ruimte in deze buurt is op veel plekken onderneming. Als de onderneming een succes blijkt, in slechte staat. Bewoners hebben veel wordt er een passende locatie gezocht waar de waardering voor het vele groen in de buurt, onderneming definitief of voor langere tijd gevestigd maar ze zien dat die niet altijd in goede kan worden. staat verkeert. Ook moet flink geïnvesteerd worden in de kwaliteit van de woningen en Het Frascati Theater werkt met allerlei vormen van . . . theater om bewoners uit te nodigen om mee te het voorzieningenpeil, zodat bewoners die denken over de toekomst van hun buurt. Theater- leven met armoede en achterstanden makers maken samen met bewoners voorstellingen vooruit geholpen worden. over brandende kwesties in hun buurt. Bij de ontwikkeling hiervan wordt volop gebruik gemaakt van al bestaande initiatieven in de buurt zoals Bakkerij de Buurtprioriteiten 201 9-2020 Eenvoud en de buurtkeuken. Radio van Deyssel is eo sinds enige tijd actief en bereikt bewoners op een De Lodewijk van Deysselbuurt heeft extra inzet nodig. andere manier. Op dit moment gelden voor de aanpak van deze buurt de volgende vier prioriteiten: In de centraal gelegen Lodewijk van Deysselstraat hebben in 2019 een aantal buurtfuncties een impuls m Het tegengaan van de verloedering van de gekregen. Het gaat bijvoorbeeld om de binnentuin openbare ruimte; van buurthuis The Social Garden. Hier zijn de m Extra inzetten om kansenongelijkheid tegen te moestuintjes opgeknapt. Inmiddels is er zelfs een gaan; wachtlijst voor bewoners die gebruik willen maken m Het verminderen van jeugdoverlast; van één van de moestuintjes. m Armoede en laaggeletterdheid tegengaan. De pilot Van Overleven naar Leven is verdiept. Met deze pilot worden gezinnen met schulden één-op-één begeleid om zo snel mogelijk weer uit de schulden te 18 Lodewijk van Deysselbuurt komen en hun kansen te versterken. De werk- Duurzaamheid van de woningen brigadisten hebben zich in de buurt beziggehouden eee met het schoon houden van de openbare ruimte. De Lodewijk van Deysselbuurt heeft relatief weinig woningen in het hoge segment van energielabels. Het aantal woningen met label A is zelfs slechts 1% van Corporaties het totale aantal in deze buurt. De meerderheid van TE de woningen heeft label E (56%). Dit percentage ligt Woningbouwcorporatie Rochdale bereidt een boven het gemiddelde van woningen het stadsdeel vernieuwingsplan voor. Al in 2019 is de renovatie van van 42% voor woningen met label E. enkele blokken in het noordelijk deelgebied gestart. Rochdale heeft een buurtteam en -punt opgericht. Vanuit deze plek legt het team huisbezoeken af bij bewoners om technische en sociale problemen tegen te gaan. Samen met de gemeente werkt deze corporatie aan het Sociaal Spreekuur in de buurt en aan het programma in het Buurtpunt De Leeuw. Begin 2020 maakt de corporatie samen met de gemeente plannen om de activiteiten op sociaal vlak met de kansen van gebiedsontwikkeling te versterken en beter met elkaar te verbinden. Gebiedsontwikkeling Op dit moment werkt de gemeente — in nauwe samenwerking met woningbouwcorporatie Rochdale en buurtbewoners — aan verbeterplannen voor de buurt. De laatste renovatie van een deel van de buurt dateert uit 2009. Nieuwe plannen hebben betrekking op zowel de woningen als de openbare ruimte. De herstelactiviteiten zijn afgelopen jaar begonnen; op een aantal plaatsen heeft de gemeente de bestrating vernieuwd en speeltuinen opgeknapt. In de rest van de buurt worden in 2020 alle straten opgeknapt. De Lodewijk van Deysselbuurt is ook onderdeel van de principenota Geuzenveld-Slotermeer (in april 2019 vastgesteld door de gemeenteraad). Op dit moment werkt het projectteam aan een stedenbouwkundig plan voor de buurt. Stichting WOON heeft begin 2019 de sleutelfiguren in de Van Deysselbuurt geïnterviewd. Op uitnodiging van de gemeente heeft daarop een sleutelfiguren- bijeenkomst plaatsgevonden waar huurders en particuliere eigenaren bij aanwezig waren. De participatie op het vlak van aardgasvrij haakt waar mogelijk hierop aan. 19 Project in beeld: Buurttheater Radio van Deyssel Radio Van Deyssel is het nieuwe kleine liefst middenin de buurt. In 2017 vroeg Frascati buurttheater in de Lodewijk van Deysselbuurt. deze theatermaker om zich te verdiepen in de Er worden verhalen uit de buurt verteld. Lodewijk van Deysselbuurt. Het resulteerde Bijvoorbeeld over wat goed wonen is. Maar in een voorstelling over de buurt vanuit het ook over dingen die we samen vieren. ledereen perspectief van de professionals die er werken. is welkom. Een theatermaker en de drijvende Radio Van Deyssel is een theatervoorstelling in de kracht achter dit initiatief. Deze maker woont vorm van een radioshow. Tot aan de zomer van nu drie jaar in de buurt en gebruikt theater dit jaar worden er vier afleveringen gemaakt. em mensen samen iets te laten beleven. Het TN Se Eee | q EE El E 5 a -— TREES | En ae u Fe S BNS hi | =d : ej hts Mal Î De 3 pn - ee |M 7 zc [en - ke an u E . EN RG mn gn ten = Men IN be ee en EA = »| jk rin s ' Td Reeke EE en KR Kn 8 tk ë ) Wz oid! TS [| za 5 NN 7 a man n == mn Ee nd Hd rt — mm nn a: pe 4 T m1 ED SUL UD Ke EE: kh. EIN ij u, ü © | Î ze EE, | eg oh | BR == Ee A Baak A E | B: a el Ï ï Bard. RIN ze | | md ME 0 ge: Ì Er rn P | re 4 4 5 | 3 dl e 3 N = L K Ki , : 5 Ke | nd | 4 . Á P_ 1 5 | a { — et È P mi 8 rn IE EEE ld R 6 IJ ed ie ; a od | | | ci ì f | , zn | … Annik 8 Ea En REE A 4 Dn kN ve 20 Nieuw-West eaf Ee Confuciuspleinbuurt Confuciuspleinbuurt De Confuciuspleinbuurt bestaat onder Initiatieven andere uit de Wijsgerenbuurt, Bierens de OO Haanbuurt, Rousseaubuurt en Descartes- 2019 stond onder andere in het teken van het ar verbeteren van de openbare ruimte. Een goed buurt. Deze wijk ligt ten noordwesten van functi a unctionerend plein is cruciaal voor de sociale cohesie de Sloterplas, tussen de Slotermeerlaan, in de buurt. Het Confuciusplein is opnieuw ingericht. Burgemeester Röellstraat en een gedeelte Het plein nodigt nu meer uit voor ontmoeting en van het Sloterpark (tot de kinderboerderij). activiteiten. Om het plein aantrekkelijker en In deze buurt zijn enkele woningen en een bedrijviger te maken wordt in 2020 samen met groot gedeelte van de openbare ruimte bewoners gewerkt aan een programma voor gerenoveerd. Dit maakt het contrast tussen acHwitelten. de woningen die in oude staat zijn De werkbrigadisten hebben hard gewerkt aan het behoorlijk zichtbaar. Buurbewoners ervaren schoon houden van de openbare ruimte in de buurt. dit ook zo. Deze ruimtelijke scheiding Er is een containertuintje gemaakt om mensen uit te vergroot de tweedeling in de buurt. nodigen om afval efficiënter te scheiden. In de Met name rond het Confuciusplein moet Bierens de Haanbuurt zijn groenhofjes aangebracht geïnvesteerd worden, zodat de buurt meer __ °7|s de openbare ruimte opgeknapt. een eenheid wordt en bewoners elkaar Een buurt heeft baat bij een goed draaiende kunnen ontmoeten. Bewoners ervaren buurteconomie, onder andere om armoede terug te tevens eenzaamheid en hebben te maken dringen en levendigheid te vergroten. Het afgelopen met gezondheidsachterstanden. jaar is daarom ingezet op meer samenwerking tussen de ondernemers aan de Burgemeester van Leeuwenlaan. Sommige van de kleine ondernemers Buurtprioriteiten 2019-2020 die hier werken hebben het niet heel breed. Daarom ee is het moeilijk om tot een samenwerking te komen Bij de aanpak van de Confuciuspleinbuurt waar alle ondernemers iets aan hebben. Om de sfeer gelden de volgende drie prioriteiten: in de straat te verbeteren en de winkels aantrekke- lijker te maken is tijdens de donkere winterperiode m Het verbeteren van de gezondheid van sfeerverlichting aangebracht. De geplande her- de bewoners; profilering van de Burgemeester van Leeuwenlaan zal m De aanpak van eenzaamheid, door ruimte een positieve impact hebben op de bedrijfskwaliteit te bieden voor ontmoeting; in de straat. m Het tegengaan van verloedering en het verbeteren van de openbare ruimte. 21 Confuciuspleinbuurt Corporaties Duurzaamheid van de woningen Woningbouwcorporatie Ymere heeft in 2019 hekken Bewoners van de Confuciuspleinbuurt wonen in geplaatst rondom de tuin Hof van Descartes en de vergelijking met bewoners van andere ontwikkel- semi openbare ruimte daar opnieuw ingericht. Dit buurten in Nieuw-West in woningen met een hogere jaar (2020) is het doel om bewoners in de Descartes- energetische kwaliteit. Woningen met label A (12% buurt mee te nemen in de renovatie van de buurt, die tegenover 8%), label B (10% tegenover 8%) en label in 2021 moet beginnen. Vooruitlopend op die C (20% tegenover 16%) komen in deze buurt relatief renovatie pakt de corporatie de rattenoverlast in de vaker voor dan elders in het stadsdeel. Toch staan hier buurt aan. ook meer woningen met label F (8% tegenover 4%). Corporatie Stadgenoot heeft halverwege 2019 een buurtvisie vastgesteld voor de Confuciuspleinbuurt. Het plan is om in de periode 2021-2025 tachtig procent van de woningen (447 in totaal) te verbeteren in bewoonde staat. Afhankelijk van de geplande nieuwbouw in de buurt, staan vier complexen op de planning voor sloop-nieuwbouw. Bewoners zouden dan kunnen doorstromen in de eigen buurt. Over deze plannen overlegt Stadgenoot met bewoners- groepen. Gebiedsontwikkeling In de Confuciuspleinbuurt moet op het vlak van gebiedsontwikkeling veel gebeuren. De vernieuwing van de buurt heeft hier nog niet overal plaats- gevonden. Daarom steekt de kwaliteit van de woningen en openbare ruimte op deze plekken schril af bij de wel vernieuwde buurten. In 2019 is het investeringsbesluit Diderotblok genomen. Daarnaast is er gewerkt aan het voorlopig ontwerp voor de herinrichting van de Rousseaubuurt, dat is het deel van de Confuciuspleinbuurt tussen de Burgemeester Röellstraat, de Burgemeester van Leeuwenlaan en de Savornin Lohmanstraat. 22 Project in beeld: De Werkbrigade werkt De Werkbrigade heeft de afgelopen jaren veel de boom voor kinderen! Niet onbelangrijk is hun Amsterdammers aan het werk geholpen die een zichtbaarheid op straat, in Nieuw-West. Bewoners wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt hadden. merken dat er toezicht is op straat, en dat er oog Met name in Nieuw-West is de brigade heel is voor veiligheid. Genoeg te doen overigens, in succesvol. Het mes snijdt aan twee kanten: de het stadsdeel. Afval is een belangrijk speerpunt. Werkbrigadiers doen werkervaring, vaardigheden Maar ook verkeersregelaars en gastheren en kennis op en andersom krijgt de stad een zijn meer dan welkom. De talenten van de flinke opknapbeurt. De brigadiers blijken van alle _Werkbrigade worden intussen breed ingezet. markten thuis te zijn. Ze halen zelfs voetballen uit EER ERE | f = EE / LA t ee In, en ‚ PC EN 4 | een nie ER | | | Ì Ti lk 0e 5. 5 Fen A RR RR AR B | NE ee de Hf krt EE Nn | jn il z af LN Pi / er es at Men Es EP En de pen ef nn ee / | Me ing ks KE he Eel RK, ki Mi Ë B MH OO — 25 if t en nn Bei / SN | 5 rt - 6 ee ei Es 5 ben. EA | _ _ fs rk er zel Er | oe Re EE a Ke Jr … D … . gE Eee 23 0 Eh Geuzenveld Geuzenveld bestaat uit een aantal ontwikkel- Initiatieven buurten: de Wegener Sleeswijk,- en Dudok- OO buurtbuurt Zuid, Van Tijenbuurt, Bakema- Er is extra ingezet op een verbetering van de …. . kwaliteit van de openbare ruimte door versterking buurt en het Lambertus Zijlplein. Deze … eN van de aanpak Bijplaatsingen Grofvuil. Dit heeft in buurten liggen ten zuiden van de Haarlemmer- _ | orte tijd zichtbare verbetering en veel tevreden weg (N200), ten westen van Slotermeer- buurtbewoners opgeleverd. Ook zijn werkbrigadisten Noordoost en ten oosten van de Tuinen van ingezet om de buurt schoon te houden. Er is nog West. Er is veel laaggeletterdheid onder de __ ruimte voor verdere verbetering. buurtbewoners. Daarnaast blijft de gezond- _ heid b hter ten opzichte van Plekken van ontmoeting dragen bij aan een sterke era van bewoners ac Pp . En . sociale cohesie in een buurt. Daarom heeft corporatie andere Amsterdammers. Jongeren hebben Eigen Haard in Geuzenveld een ruimte beschikbaar vaak last van problemen als schooluitval. gesteld voor een buurtkamer (zie het kader). Veel oudere bewoners hebben te kampen Bewoners gaven aan hier behoefte aan te hebben. met eenzaamheid. Teveel bewoners voelen De gemeente draagt bij aan een aansprekende zich nu niet veilig of leven langs elkaar heen. programmering. Hier kunnen bewoners terecht voor De afgelopen jaren zijn wel veel renovatie- activiteiten, maar ze kunnen zichzelf hier ook . . . . ontwikkelen. nieuwbouwprojecten uitgevoerd. Er is ook een zelfbouwproject gerealiseerd. Dit wordt Om de bedrijvigheid op het Lambertus Zijlplein een de komende jaren verder doorgezet. impuls te geven, zijn er veel activiteiten rondom dit plein georganiseerd. In opdracht van Stadgenoot is Buurtprioriteiten 201 9-2020 een collectief van kunstenaars, architecten en andere ee creatievelingen actief in de Pleinkamer. Dit moet De belangrijkste prioriteiten voor de aanpak van de leiden tot zichtbare verbeteringen in en voor de ontwikkelbuurt Geuzenveld zijn: buurt. Samen met de gemeente en andere vastgoed- m De verblijfskwaliteit rondom het Lambertus Zijlplein eigenaren heeft de corporatie een omgevings- en het Eendrachtspark verbeteren; manager voor het plein aangesteld. Deze houdt zich m De laaggeletterdheid en een ongezonde leefstijl bezig met de verbetering van de uitstraling van het van buurtbewoners tegengaan; plein, de winkels en branchering. Een mooi voorbeeld m Het realiseren en uitbouwen van voorzieningen en van de verbetering zijn de verschillende sociale programmering gericht op ontmoeting, taal en activiteiten die in 2019 op het plein werden participatie versterken. Meer en betere voorzienin- georganiseerd. gen (zoals een duurzame technische havo/vwo- school) moeten er uiteindelijk voor zorgen dat De jongeren in Geuzenveld hadden geen goede volwassenen, jongeren en kinderen in de buurt zich _ontmoetingsruimte. In de Confuciusspeeltuin is in (de omgeving van) de eigen buurt kunnen daarom in een voormalig speeltuingebouw een nieuw ontwikkelen. centrum voor de jongeren uit Geuzenveld geopend. 24 Geuzenveld Het jongerenwerk verzorgt hier de begeleiding van Duurzaamheid van de woningen de jongeren en maakt meteen ook een verbinding eee met de ouders in de speeltuin. Samen met jongeren Geuzenveld heeft, vergeleken met de ontwikkel- wordt hier onder begeleiding van het street art- buurten in de rest van het stadsdeel, veel museum ieder kwartaal een nieuwe muurschildering woningen met labels A, B en C, omdat er relatief gemaakt. veel nieuwe en gerenoveerde woningen zijn opgeleverd in de afgelopen jaren. Daarnaast valt daarom ook op dat er relatief weinig woningen Corporaties staan met energielabel E. De buurt heeft behoefte aan voorzieningen. Eigen Haard heeft daarom de buurtwerkkamer geopend in samenwerking met de gemeente, Rochdale en Stadgenoot. Een aparte ruimte is beschikbaar gesteld als buurthuis. Om de openbare ruimte een impuls te geven is een kunstwerk op een flatgebouw opgeleverd, samen met de gemeente en het Street Art Museum Amsterdam. Momenteel zetten de corporaties Stadgenoot en Eigen Haard in deze ontwikkelbuurt in op renovatie, sloop, nieuwbouw en sociale activiteiten. Zo heeft Stadgenoot in 2019 atelierwoningen gevestigd in woningen in de Dudokbuurt Zuid. In aanloop naar de sloop en nieuwbouw van levensloopbestendige woningen in het najaar van 2020 in de Van Tijenbuurt (de Nolensblokken) heeft Stadgenoot bedrijfsruimtes ingericht voor enkele projecten. Dit leidde bijvoor- beeld tot een ruilwinkel voor fietsen, meubilair en speelgoed. Gebiedsontwikkeling Geuzenveld is onderdeel van de verkenning van kansen voor Geuzenveld-Slotermeer (principebesluit). Deze is vastgesteld in het voorjaar van 2019 en wordt nu verder uitgewerkt. Er wordt gewerkt aan een enkele vernieuwingsprojecten die zich in verschillende fases bevinden. In het afgelopen jaar zijn in Geuzenveld nieuwe woningen en is de nieuw gebouwde Troelstra-basisschool opgeleverd, verschillende openbare ruimtes vernieuwd, groen toegevoegd en een aantal speelplekken aangelegd. 25 Geuzenveld Project in beeld: Buurtwerkkamer Geuzennest Buurtkamer Geuzennest biedt een vol programma huiswerkklasje opzetten of een formulierenhulp aan activiteiten. Alles voor en door bewoners. beginnen. Er zijn ook bewoners die helpen Wie iets wil doen voor de buurt, krijgt de sleutel met schulden. Anderen vinden het leuk om iets van de voordeur. Eén van de drijvende krachten creatiefs te doen, een knutselmiddag organiseren achter de buurtwerkkamer zegt: ‘Samen met de bijvoorbeeld. Bijna alles kan. Naast meedoen aan bewoners hebben we gekeken wat er nodig is activiteiten, kunnen bewoners altijd binnenlopen in de buurt. Huis-aan-huis hebben we geflyerd met een hulpvraag of zomaar voor een bakkie en we hebben echt heel veel reacties gekregen. koffie met een buur.’ Er zijn bewoners die koken voor de buurt, een Via Î BE en IAA EN Ho hen ie Es E ee { Ze is Ee 4 d zm 5 : EN EN w BREA MI he il \ EN Ze ne Ei De MT} Ee En ij BÀ a pi hi Hrs Ei : ol ‚| Î fi Pi ed n E d , a iK he | mk Me | S , 5 | E ali 26 0 Be O0 KS Wildeman- en Blomwijckerbuurt De Wildeman- en Blomwijckerbuurt is een Initiatieven centraal gelegen wijk in stadsdeel Nieuw- OO West. De buurt ligt tussen de Ookmeerweg Afgelopen jaar is extra ingezet op het verbeteren van . . de openbare ruimte en zijn bewoners meer betrokken (noorden) en het winkelcentrum Osdorpplein ij wat er in hun buurt gebeurt. Ontmoetingen tussen (zuid) en maakt onderdeel uit van Osdorp. buurtbewoners hebben hiermee een impuls gekregen. De buurt telt ongeveer vijfduizend bewoners. Kinderen worden in de Wildeman- en Blomwijcker- De woningverdeling is eenzijdig. Bijna 90% buurt onvoldoende uitgedaagd door het beschikbare bestaat uit sociaal huurwoningen. Enkele aanbod van voorzieningen. Daarom is het afgelopen jaren geleden stagneerde de vernieuwing van jaar ingezet op naschoolse sportactiviteiten voor de de buurt vanwege de crisis. Relatief veel jeugd. 75-plussers en kwetsbare groepen (zwakke De laatste jaren is er extra ingezet op de gevoelens van sociaaleconomische status, psychiatrische en/ onveiligheid in de Wildeman- en Blomwijckerbuurt. of verslavingsachtergrond) wonen hier. Dit wordt in 2020 voortgezet met onder andere extra aandacht voor handhaving, reiniging van de openbare ruimte en aanpak op jeugdoverlast en criminaliteit. Buurtprioriteiten 2019-2020 ee Bewoners in de Wildeman- en Blomwijckerbuurt De Wildeman- en Blomwijckerbuurt heeft kansen, krijgen de mogelijkheid om invloed uitoefenen op maar het is ook nodig dat op bepaalde terreinen de veranderingen in hun wijk. De gemeente hecht extra wordt ingezet. Het is een buurt met hoge veel waarde aan hun mening. Daarom was stichting criminaliteitscijfers, een relatief hoog onveilig- IWOON heel 2019 actief in de Wildemanbuurt, heidsgevoel, veel armoede en een lage waardering onder andere in het eigen buurtkantoor. Stichting door bewoners voor de woonomgeving. Om meer IWOON stond in nauw contact met het Huis van de perspectief te bieden gelden voor de aanpak van Wijk Het Blommetje, Vooruit, De Lucas Community, deze buurt de volgende prioriteiten: SEZO, Het Talent en het WijkPraktijkTeam (WPT). Een WPT-bus stond in de wijk om bewoners te vragen m Investeren in basisvoorzieningen, om zo te komen wat zij weten van ontwikkelbuurten en van aardgas- tot een ruim aanbod naschoolse activiteiten; vrij. En of ze mee wilden praten over vernieuwing m Vernieuwing van de woningvoorraad en inzet op van de buurt. Dit heeft een groep van 38 bewoners achter-de-voordeurproblematiek; opgeleverd die betrokken zijn en blijven bij wat er in m Inzet op achterstallig onderhoud, een schone hun buurt gebeurt. openbare ruimte en placemaking. 27 Wildeman- en Blomwijckerbuurt Corporaties Duurzaamheid van de woningen De openbare ruimte in de Wildeman-Blomwijcker- Vergeleken met de rest van het stadsdeel heeft buurt is aan verbetering toe. Eigen Haard heeft de Wildeman- en Blomwijckerbuurt relatief minder daarom ingezet op schoonmaakacties en wijkbeheer. woningen met label A, maar meer met label B. Stadgenoot heeft samen met het stadsdeel Nieuw- Het percentage woningen met label E bevindt zich West en Lucas Groen in een drietal woonblokken een ook onder het gemiddelde van ontwikkelbuurten moestuin gemaakt, in de gemeenschappelijke tuin. in Nieuw-West. Ook is de corporatie in een wooncomplex een ‘schoon- en opgeruimd’-project gestart. Dit moet leiden tot meer sociale veiligheid in de algemene ruimten van de gebouwen. Een andere flat, waar veel ouderen wonen, is voorzien van extra beveiliging. Samen met de bewonerscommissie is in een ander complex door middel van enkele informatie- bijeenkomsten een sociaal plan opgesteld. Ook elders in de buurt zijn informatiebijeenkomsten en een huis-aan-huis woonwensenonderzoek uitgevoerd, onder andere om in beeld te brengen welke kwetsbare huishoudens hier wonen. Eigen Haard is aangesloten bij het aardgasvrij maken van de woningen in de buurt. Gebiedsontwikkeling De huidige situatie in de Wildeman- en Blomwijcker- buurt vraagt om extra aandacht voor sociale en fysieke thema's. In 2019 zijn de belangrijkste wensen van bewoners rondom doelen en activiteiten geïnventariseerdin de Wildemanbuurt. Dit integrale plan van aanpak zet in op veiligheid, kansengelijkheid voor de jeugd, een gezonde buurt, verbetering van de positie van bewoners, een betere buitenruimte, een aantrekkelijke woonomgeving en een beter ondernemingsklimaat. Op dit moment wordt een investeringsnota opgesteld voor enkele specifieke locaties in de buurten. Eind 2019 is er de Investeringsnota Aardgasvrij Wildemanbuurt vastgesteld. Dit maakt de weg vrij om in 2020 voorbereidingen te treffen om een aantal complexen van Stadgenoot aardgasvrij te maken. De Alliantie heeft het voornemen om in 2021 of 2022 de galerijflat Klarenburg aardgasvrij te maken. Daarover gaat zij in 2020 in gesprek met de bewonerscommissie en de bewoners zelf. 28 . . . 1 . z 1 Project in beeld: Moedernetwerk ‘Duizend en Eén Kracht Buurtgenoten die er voor elkaar zijn, dat maakt elkaar in contact komen, zodat ze steun aan elkaar een goede buurt. Moedernetwerk ‘duizend en één hebben en elkaar kunnen helpen. Moeders die kracht” is een netwerk voor en door moeders met deelnemen aan het Moedernetwerk geven aan een kind met een lichamelijke en/of geestelijke dat zij zich hierdoor zelfverzekerder en minder beperking. De zorg voor deze kinderen kan erg eenzaam voelen. zwaar zijn. Het moedernetwerk laat vrouwen met RENES ) EE TE Re rd: % hel 2 hs ee hr Weth rd Kb Ber ME 7 Eed iet Un ie LENT A-R nt IAN x 0 dd be EE EEE Ke VON er SE SEON en —{ me ed Nef OEM 5 Kr US bf) et EE Mes | Y IN \e Thee htm le. É Ed EN hei A teid AS nd Ne es | : el 1E ND AEN 7 7 Ah. / é A Enk ” Er NU no ste Ee PTS _ iN Ô … Pek a NT Ed NK, Ee ' B) | vem > hk À, te 0 a | Ee ‚. je We "4 mien ke af Pi | Ì | nt! A an N Ef 8 RES Cil = u K, . Lr TA A it 4 ke - hi Wi d e / Î : = 8 k | kid ï 5 kend LAS { É ben f) n be oe FERNS Td hed 1 id e „ Á Er B \ ek % e | Kd Nn ' k hi Á f ie Pa | At | \ Ee mie ij * El be LN | 3 Er | Á / 5 5 EREA M= ln ait Lj dl ì LL Dl — _ Lj mj Pi IN Re MEAT ij ef: \ 7 a kN NAT > nd i RN À DN EN hd etn A RAEON EN En ef N n ee ee I E bar 8 | / 4 ad a | sí | amen, AW zj ps f AR 4 ef Zn | kk es EN Nt | | B IE Á RN ERR ZN EE, IN Knel Id 3 k IE 5 | ad | # : ed Ep en eN nd ad ke +57 hin 8 e= Rel et ei =S - í ed e : He de ; A | ' = we nn en A B 4 Ì hiet nd hd ed carne NL ek 3 en B eert „A mr En Ee EE Ee EEE en . r ET EE. Dans Ee rd we En EE ZE tn Es Eeen Re Em u . en ee en = ee 7 en gel tE nn EER ee dE li ze EI EE ES 5 EE EE TE Een je BO ON oe ee et ent Ee Ee EE EM Can eee re 29 0 LE Reimerswaalbuurt 8 Reimerswaalbuurt De Reimerswaalbuurt ligt in Osdorp-Midden- Initiatieven Noord, in het vierkant Ookmeerweg, CO Baden Powellweg, het Botteskerkpark (met Bewoners van de Reimerswaalbuurt geven aan last 7 . te hebben van zwerfvuil. Om bewoners meer te de stadsboerderij) en de Wildeman- en b if ee: En " . etrekken bij de kwaliteit van hun openbare ruimte is Blomwijckerbuurt. Vanwege de economische in 2019 in de Reimerswaalbuurt een aanpak voor dit crisis is de stedelijke vernieuwing in de buurt probleem gestart. Een aantal moestuinengebruikers enkele jaren terug gestagneerd. In deze gaan vanuit het Buurtbeheerbedrijf van woning- buurt staan vooral corporatiewoningen. bouwcorporatie Ymere als groep samen de wijk in De buurt heeft te kampen met een beperkt om afval te prikken. Dit doen ze één keer per maand. ses Ook kinderen doen hier aan mee tegen een kleine aanbod aan naschoolse activiteiten en een belonin gebrekkige sociale cohesie. Er wonen 9 relatief veel kinderen en ouderen en de Deze stadsboerderij functioneert als basisvoorziening betrokkenheid van bewoners bij hun buurt en ontmoetingsplek in de buurt (zie kader). Hier is zeer gering. wordt ook de afvalaanpak op een andere manier voortgezet. In 2019 zijn onder andere in de stads- boerderij broodbakken geplaatst. Vanwege het Buurtprioriteiten 201 9-2020 succes en de grote behoefte aan extra bakken wordt eo dit geïntensiveerd. Samen met Ymere heeft de Voor de aanpak van de Reimerswaalbuurt gelden gemeente begin 2019 een bewonersbrief gestuurd op dit moment de volgende drie prioriteiten: met een flyer. Hierin worden bewoners geattendeerd op het voerverbod, de broodbakken en aangegeven m De (semi-)openbare ruimte verbeteren en dat zij hun afval op een juiste manier moeten aan- bewoners daarbij betrekken; bieden om overlast van ratten te voorkomen. m Het creëren van ontmoetingsplekken en sociale cohesie bevorderen; Bewoners hebben op verschillende bijeenkomsten m Het investeren in basisvoorzieningen, zodat meegedacht over de inrichting van de openbare dit leidt tot een ruim aanbod aan naschoolse ruimte. Ook is ingezet op het stimuleren van activiteiten. ontmoetingen tussen buurtbewoners, onder andere door activiteiten in de stadsboerderij. Hiervoor is de schuur van de boerderij in 2019 aangepast om ook als klaslokaal/ontmoetingsruimte te kunnen dienen. De programmering is breed en op uiteenlopende buurtbewoners gericht. 30 Reimerswaalbuurt Corporaties On Te De openbare ruimte in de Reimerswaalbuurt moet Corporatie Ymere heeft in 2019 252 woningen in deels opnieuw worden ingericht of verbeterd. Ymere de ‘metselwerkblokken' van deze buurt gerenoveerd. en de gemeente hebben afgelopen jaar een integraal Deze renovatie wordt dit jaar voortgezet voor plan ontwikkeld voor de openbare ruimte en de de ‘stucwerkblokken’. Deze 234 woningen zijn na binnentuinen(semi openbaar) van renovatieblokken. de renovatie ook aangesloten op stadswarmte. Vanaf dit jaar wordt de openbare en semiopenbare De woningen zijn verduurzaamd en toegankelijker ruimte gefaseerd opnieuw ingericht. gemaakt met een duurzaamheidslabel B, zonne- panelen, nieuwe badkamer, keuken en toilet. Team Aardgasvrij blijft plannen maken om de hele Daarnaast zijn tien van de woningen van Ymere Reimerswaalbuurt van het aardgas af te halen. verhuurd aan medewerkers uit het onderwijs en Aan het einde van 2019 ontvingen de bewoners de gezondheidszorg. Via het Buurtbeheerbedrijf een startbrief. Om de meningen over dit onderwerp heeft Ymere woonfraude en overlast aangepakt. te verzamelen heeft stichting WOON een In 2020 maakt Ymere werk van het aanpakken van dwarsdoorsnede van bewoners, maatschappelijke de rattenoverlast in deze buurt. instellingen en ondernemers geïnterviewd. De uitkomsten hiervan waren een aanleiding om begin Het Green & Cleanteam helpt om direct af te gaan 2020 een participatie- en communicatiewerkgroep op problemen die bewoners aankaarten. Het team op te richten. heeft een impuls gegeven aan de aantrekkelijkheid en veiligheid van de buurt. Het team zet zich samen met bewoners in voor het groen in de wijk. Ook heeft Duurzaamheid van de woningen het team een belangrijke rol bij het vergroten en TZ het aanwakkeren van bewustwording omtrent Vergeleken met de rest van het stadsdeel heeft deze buurthygiëne. Het team probeert dit te bereiken door _ontwikkelbuurt relatief veel woningen met label A. de inzet van verschillende (voorlichtings)campagnes Daarnaast wonen bewoners van de Reimerswaalbuurt en acties. Bijvoorbeeld door het opknappen van overwegend minder vaak in woningen met lagere achtertuinen van mensen die zelf niet in staat zijn energielabels D, E en F. Hoewel de het woningen in om dit te doen. deze buurt voor een belangrijk deel energielabel E hebben, ligt dit percentage onder het gemiddelde van ontwikkelbuurten in het stadsdeel (35% Gebiedsontwikkeling tegenover 42%). Met Ymere kwam de gemeente in 2018 overeen dat de 'metsel’- en ‘stucwerkblokken' behouden blijven en gerenoveerd worden. In de eerste helft van 2020 wordt een ontwikkelaar geselecteerd voor de bouw van twee nieuwbouwblokken. De bouw gaat volgens planning starten in 2021. Met deze nieuwbouw worden middeldure huurwoningen en vrije sector- woningen toegevoegd aan de buurt. De Lucaskerk krijgt een nieuwe bestemming. Met de verhuurder vinden gesprekken plaats over de manier waarop de kerk daarmee een versterking voor de buurt kan betekenen. 31 Project in beeld: Stadsboerderij Osdorp Een ondernemer uit Osdorp wilde meer voor iedereen. Er is een moestuin, je kunt er heerlijk de stad betekenen: “Rond mijn 50e levensjaar eten en wandelen of de stal met dieren bezoeken. wilde ik me richten op mijn passie: stadsboeren. Alle hulp is welkom, en iedereen kan op zijn p mijn p p p zij Het stadsdeel zocht een nieuwe invulling van of haar manier een steentje bijdragen aan de een kinderboerderij en schreef een wedstrijd buurtboerderij.” Het afgelopen jaar realiseerde uit. Ik deed mee met een voorstel voor een deze ondernemer, in samenwerking met het stadsboerderij en won. De stadsboerderij werd stadsdeel, een leslokaal op locatie. in 2014 geopend. De plek staat open voor REN LEN: EL DK ee et tr za, DEN 4 EER ke] Ei ed er ABE Berater Eed ti EPE PR RE ser GE er ARE B A Ja zn EEN EE Kak OO ME A Er Je ien Ln Eek ee zet PE: ie OE Ee Pe Ee A er sd OAN 7 Ee EE za En je EU ZN zt Pr hes 4 B En EE ik En en, en rd EN le Ea En E 0 ik- en Di ef EN, AT NE je EE EE OE ne NE BN DEE AE NANSEN ln dee W 0 | eeN Ee maal Eder ID EANNIN l = _NN NTÜGÜüÜÜum 65 Pe en aan à f Ee he ze el B fe IJ a N À er / ee Na 3 ES ed 4 - ed Ve hl Kn INE rr AD 24 Wi 3. Ts mz 4 D es b PN | e. hed kercke dt _ nl ed À RAe | __ Á ae ël Ke B a LN Pe ERE ger EE in U Erman re iid RE tn ld A- Op oRP (7 enne a en lg Ne de i K Z P/R EN EE ee ke SW MS NE nn Em EEN rk eit die DEE a en is, A Es BK fl 2 ls eN : he ET Nn 2 NN hi a B Ds 32 0 Ee De Punt De Punt ligt aan de rand van stadsdeel Initiatieven Nieuw-West, tussen De Aker en Osdorp- OO _ Midden. Deze buurt, die werd gebouwd in De verbetering van het Dijkgraafplein in De Punt . . . staat centraal in het gebiedsplan 2020. Nadat de jaren zestig en zeventig, maakt onder- bewoners meldden te maken te hebben met overlast deel uit van de tuinstad Osdorp. Aan het en onveiligheidsgevoelens op dit plein, is in Osdorp Dijkgraafplein, midden in De Punt, staan met een pleinaanpak gestart. Het doel is om — samen de bekende ‘Hangbrugmaisonettes’ van met bewoners, ondernemers en bezoekers — de architect J.P. Kloos. Dit bijzondere flat- leefbaarheid van het plein te verbeteren. Om de gebouw met hangbruggen als loopbruggen pleinaanpak op touw te zetten is een Wijkpraktijk- . … team opgezet, met daarin verschillende instanties en is een gemeentelijk monument. Toch hebben instellingen. Daarnaast wordt in 2020 met verschil- buurtbewoners ook te maken een gebrek- lende activiteiten rond het plein aan de slag gegaan, kige sociale cohesie, gezondheidsachter- zoals een nieuw toetsingskader voor de horeca en standen en gevoelens van onveiligheid. een inventarisatie van de cliënten van de daar Dat heeft vooral te maken met de deels gelegen maatschappelijke opvang. braakliggende ‘Grando'-locatie en het _ winkelblokje aan het Dijkgraafplein. Er wordt ingezet op meer (positieve) betrokkenheid van bewoners bij het plein. Dit kan bijvoorbeeld door betrokkenheid bij het organiseren van evenementen, Buurtprioriteiten 2019-2020 maar ook door actieve participatie bij het schoon- TT houden van de buurt. De Punt heeft de volgende uitdagingen voor 2019 en 2020. Deze prioriteiten zijn: Om overgewicht terug te dringen gaan in 2020 onder andere een aantal gezondheidsambassadeurs aan de m Het Dijkgraafplein opnieuw ontwikkelen met slag. De naast De Punt gelegen Stadsboerderij speelt behulp van placemaking; een belangrijke rol bij deze ambitie. m De gezondheid van buurtbewoners verbeteren, onder andere door de (speel)voorzieningen te Bewoners geven aan dat zwerfvuil een terugkerend vernieuwen; probleem is. Tegen dit probleem is de gemeente in m Het (gevoel van) veiligheid en de sociale cohesie 2019 gestart met het vergroten van de betrokkenheid versterken. van bewoners. Om een brede doelgroep te bereiken is dit probleem tastbaar gemaakt met pinguïns gemaakt van afval. Deze pinguïns worden in 2020 in de buurt geplaatst. Een ander terugkerend probleem is de overlast en onveiligheid in de buurt. Daarom zijn het afgelopen jaar de cliënten uit de openbare opvang geïnven- 33 De Punt tariseerd. Het doel is om overlast goed in kaart te Duurzaamheid van de woningen brengen en om deze cliënten te koppelen aan eOCSoE—“ eee gepaste voorzieningen in de buurt. Een goed De Punt zit qua duurzaamheid van de woningen voorbeeld daarvan is de stadsboerderij aan de rand min of meer op het gemiddelde van de ontwikkel- van De Punt. Hier vinden al verschillende activiteiten buurten in het stadsdeel en heeft zelfs meer plaats waar cliënten aan meedoen. woningen met label A. De percentages van woningen met bepaalde energielabels lopen nauwelijks uiteen in vergelijking met het Corporaties stadsdeelgemiddelde. Dit betekent niet dat de TZ energetische kwaliteit van de woningen hoog is. In 2019 heeft woningbouwcorporatie Ymere extra Bijna 38% van de woningen in De Punt heeft aandacht besteed aan een schone, hele en veilige bijvoorbeeld energielabel E. buurt, onder andere vanuit het Buurtbeheerbedrijf en de Aanpak Jongerenoverlast. Verder plant de corporatie om in 2020 een veiligheidsaanpak en inbraakpreventie uit te voeren in De Punt. De vernieuwbouw van 162 woningen aan de Overhaalstraat, Stoomgemaalstraat en Ingelandenweg start in 2021. Gebiedsontwikkeling Om de kwaliteit en het wooncomfort te verbeteren is ervoor gekozen om bepaalde woningen in De Punt te strippen. In het kader van het afmaken van de stedelijke ontwikkeling van De Punt Noord (Stempel II) zijn de gemeente Amsterdam en Ymere XS overeengekomen om de drie flats aan de Ingelanden- weg, Stoomgemaalstraat en Overhaalstraat hoogwaardig te renoveren. Het niveau van deze renovatie is zo hoog dat er kan worden gesproken van vernieuwbouw. Deze vernieuwing start in 2021. Daarna plant de gemeente onderhoud aan de openbare ruimte rondom de woningen. Verdere planvorming voor het gebied rondom het Dijkgraafplein wordt dit jaar afgerond. Samen met vastgoedpartijen kijkt de gemeente naar mogelijkheden om de verloederde winkelrij en een braakliggend terrein te ontwikkelen. 34 De Punt Project in beeld: samen met de buurt Om de sociale cohesie bij bewoners te versterken de buurt. Mensen konden elkaar wat beter leren nam de buurt zelf het initiatief om een feest te kennen. Er was van alles te doen: Muziek en dans, organiseren. Dit deden ze samen met onder- sport en spel en een talentenjacht. Het was een nemers, maatschappelijke organisaties en erg geslaagde dag die voor herhaling vatbaar is. bewoners. Het was echt een feest voor en door Po En KE k - F Es / Aer on 1 Te Ait md | fr à FRE ne nn | 5 RC MPAA ZEN ORE rs PNR oe OR AE, Er } nf mn lef Te Ad ik ib , Ey ALM Ddl Ser ol 0 PLZ MRS E | B F. = L k he L DO En ee oes IA SS nn rl te bn me me dk â tan ze 4 pe E Le fe Ea je & Inn 1 e Ee Ie Een : | Bel Ten ED g A An te men NN 35 0 Ee Jacob Geelbuurt De Jacob Geelbuurt ligt in Slotervaart, aan Initiatieven de oostflank van Nieuw-West. De buurt ligt niet ver van de Sloterplas en wordt aan Om de sociale cohesie in de Jacob Geelbuurt te …. …. versterken is het afgelopen jaar onder andere een oostelijke zijde begrensd door de aantal sport- en spelinstuiven voor kinderen en hun Ringspoordijk. De bouw dateert voor een ouders georganiseerd. Het ging onder andere om groot deel uit de jaren vijftig. Hier vindt een voetbaltoernooi voor ouders en kinderen. Een stedelijke vernieuwing plaats. Het is een aantal gezondheidsambassadeurs is opgeleid om buurt waar kinderen gemiddeld de laagste bewoners meer bewust te maken van een gezonde citoscore van de stad behalen. Een leefstijl. belangrijk doel mn deze buurt is daarom om De sociale voorzieningen in de Jacob Geelbuurt de kansen voor kinderen verbeteren, onder worden op peil gebracht — in de eerste plaats voor de andere met goed lokaal basisonderwijs. kinderen. Het aanbod van studiezalen is versterkt, zodat meer kinderen de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Buurtbewoners beheren en gebruiken Buurtprioriteiten 201 92020 een activiteitenruimte in het Comenius Lyceum. In het ee stuk groen grenzend aan dit lokaal wordt in 2020 een Voor de aanpak van de Jacob Geelbuurt gelden de tuin voor de buurt gemaakt. Centraal hierbij staat het volgende prioriteiten: principe van permacultuur: een efficiënt, duurzaam en zelfvoorzienend ecosysteem. Buurtbewoners spelen m De aanpak van verloedering en de vervuiling van een centrale rol bij het ontwerp, de ontwikkeling en de openbare ruimte; activiteiten in de tuin. m Het creëren van een divers woningaanbod; m Het terugdringen van sociale problematiek, onder Veiligheid en leefbaarheid staan hoog op de agenda. andere door betere gebruikmaking van (armoede) In het winkelgebied aan de Johan Huizingalaan gaan voorzieningen. bewoners, ondernemers en het Hervormd Lyceum West in 2020 aan de slag om overlast door leerlingen in het winkelgebied tegen te gaan. Het doel is om de aantrekkelijkheid en veiligheid van het gebied te vergroten. Er zijn plantenbakken en bankjes neergezet. Verder werden uiteenlopende activiteiten op het vlak van leefbaarheid georganiseerd. 36 Jacob Geelbuurt Corporaties Duurzaamheid van de woningen Na de renovatie van 228 eengezinswoningen in Het percentage woningen met label E is relatief hoog 2016-2017 en de nieuwbouw van 76 appartementen in de Jacob Geelbuurt. Het percentage woningen in in 2018 heeft de Alliantie in 2019 de Hemsterhuisflat deze buurt met dit energielabel ligt ver boven het gerenoveerd. Bij deze renovatie zijn de 72 woningen gemiddelde van ontwikkelbuurten in stadsdeel ingrijpend geïsoleerd en aardgasvrij gemaakt. Nieuw-West: 64% tegenover 42%. Daarnaast heeft de Daarnaast zijn er op de zolders in een voormalige buurt nauwelijks woningen met energielabel A of B, bedrijfsruimte nog twaalf extra woningen gereali- maar hetzelfde geldt voor energielabels F en G. seerd. In de zomer van 2019 ging 84 procent van de bewoners akkoord met het sociaal plan bij sloop van 312 portieketagewoningen in het oostelijk deel van de Jacob Geelbuurt. In het voorjaar van 2021 worden 145 woningen gesloopt. Twee jaar later volgen de overige 167. In totaal komen er minstens 500 nieuwe woningen. Eigen Haard is aangesloten bij het overleg voor het aardgasvrij maken in de buurt en heeft ingezet op het wijkbeheer. Gebiedsontwikkeling De plannen voor de woningbouw bevinden zich in een vergevorderd stadium. In 2019 is het stedenbouwkundig plan voor de Jacob Geelbuurt Oost vastgesteld. Hierbij gaat het om de sloop van 312 woningen en nieuwbouw van 511 woningen. Dit plan zet in op de verdichting van woningen in de Jacob Geelbuurt, met behoud van de voorraad aan sociale huur. Dit betekent dat minstens evenveel sociale huurwoningen worden gebouwd als er worden gesloopt. Deze woningen worden aangevuld met middeldure huur en koop. De openbare ruimte is in de Jacob Geelbuurt in slechte staat. Rondom de woningen die woning- bouwcorporatie De Alliantie het afgelopen jaar heeft gerenoveerd, is daarom de openbare ruimte vernieuwd. Daarnaast zijn in samenwerking met de Alliantie 76 woningen in de Hemsterhuisflat gerenoveerd en is de vernieuwde Halbertsmastraat opgeleverd. Het voornemen voor 2020 is om het bouwplan voor de buurt vast te stellen. De hele vernieuwing van de Jacob Geelbuurt moet in 2025 klaar zijn. Team Aardgasvrij verkent de mogelijkheden om in de Jacob Geelbuurt 244 woningen aardgasvrij te maken. 37 Project in beeld: De Huizingaschool De Huizingaschool in de Jacob Geelbuurt was de lessen kunnen overnemen waarvoor geen één van de zestien scholen in Amsterdam die in reguliere leerkrachten beschikbaar zijn. Een november een week sloten om onder meer te aantal pedagogen van een organisatie in de brainstormen over onorthodoxe maatregelen om buurt die veel met jongeren werkt, gaat vanaf de gevolgen van het lerarentekort te beperken. januari 2020 een dagdeel lesgeven op school. Het lerarentekort op de school liep het afgelopen Zij zien de problemen hier in de wijk groeien, en jaar verder op. De directeur maakt zich ernstig daarom willen ze meer doen aan preventie, in zorgen. Het tekort heeft gevolgen voor de samenwerking met school. De directeur hoopt dat kwaliteit van onderwijs. De directeur gooit het meer partijen in de buurt zich op die manier aan daarom over een andere boeg. Zo is het goed de school willen verbinden. Dat zou een alternatief mogelijk dat mensen met een andere expertise kunnen zijn. naar de school worden getrokken - mensen die rn NI RR ils rale. ie nn “AE EN eme) B Nerve F2 EN Ce WI TA Hit id he 3 Ae ME El F nn et 7 a E E…. Wil Î | E re | 5 jn 9 Lil Et 4 ne Vann “in Li bie : a, i ij | emil ete EE SN À ev a Hi Pr Ep : er Oi nd mm ed PE de LP [ME | EN $ re 2 N ik RE TUT even Kalf \ ho Pl EAS kh De 3 Ile al ijk ek | AE } ke dl à RE hA A dn B Le RAS EE ge AT A ANR EE d Ö Br PR PE A nm CR De ARA, \ ESA f, Nd d EEn ij A EN - aal bi AS] AAE 7 ME AOT Emm nn, GN EIN , Se PA iech fr De Ö 1 df en f Hij Nef ' A5 re ne 4 Er Er En che ded Ô Edi f ; k f Hp ed OEL 8 # rd \ he B zer T 4 ij | fl } " vr | L L Ht 5 ii S ie s \ =r | E57 En RAT, s 4 , 4’ ER ak 7 / zier | EN de PA Ns 38 Re Zuidoost Pe Ze > 0 OA H-buurt De H-buurt is een wijk tussen het spoor Initiatieven (west), de A9 (zuid), de Bijlmerdreef (noord) On _ en het Nelson Mandelapark (oost). In de H- buurt is ingezet op maatschappelijke voor- zieningen en sociale ondersteuning voor bewoners, Buurtbewoners hebben onder andere te f met name gericht op jongeren. Het voornemen is om maken met armoedeproblemen, beperkte een jongerentalentenhuis te realiseren in de H-buurt. kansen voor de jeugd, gezondheidsachter- In aanloop daar naar toe wordt een bus gebruikt als standen en beperkte sociale cohesie. mobiel jongerencentrum. De programmering wordt samen met de jongeren ontwikkeld zodat deze goed aansluit bij hun behoeften. Buurtprioriteiten 2019-2020 ee Sleutelfiguren in de buurt zijn opgeleid om personen De volgende prioriteiten zijn van toepassing op de met een psychische kwetsbaarheid te herkennen, H-buurt: zodat die personen de juiste ondersteuning kunnen krijgen. In 2020 reist een sportcontainer door de m Het terugdringen van langdurige armoede onder H-buurt, K-buurt en Reigersbos. De sportactiviteiten éénoudergezinnen en alleenstaanden; die hier plaatsvinden, helpen bij het verbeteren van m Het creëren van kansen voor de jeugd in de vorm de gezondheid van de buurbewoners. van een jongerencentrum; m Het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke Rondom scholen en de lokale moestuin worden gezondheid van bewoners. kunstwerken gerealiseerd zodat een beter leefklimaat en beleving van de openbare ruimte ontstaat (zie het kader). Zo zijn ook geveltuintjes aangelegd, is een klein pleintje voor buurtwerkkamer De Handreiking aangelegd en is een moestuin gerealiseerd voor de vrouwentuiniersclub Bloei en Groei. In de H-buurt is een groep buurtbewoners samen met een ontwerpbureau van start gegaan met CLT (Community Land Trust) Bijlmer. Dit is een bewonersvereniging in oprichting met gemeenschappelijk eigendom van de grond waar (koop)woningen op worden gebouwd. Het doel is om betaalbare woningen te realiseren. De gemeente levert een bijdrage aan dit project. Samen met bewonersvereniging Hakfort is een participatietraject gestart rond de verbetering van het groen in de buurt. De plannen worden in 2020 gerealiseerd. 39 Corporaties Duurzaamheid van de woningen Het afgelopen jaar heeft woningbouwcorporatie Het duurzaamheidspeil in de H-buurt is laag. De Ymere — naast een onderzoek naar de stads- meeste woningen bevinden zich op het niveau verwarming en ventilatie van een complex — van label C en E. Ook heeft de buurt weinig geïnvesteerd in buurtwerkkamer De Handreiking. woningen met label A (1% tegenover 11% in alle Eigen Haard, Rochdale en Ymere hebben ingezet op ontwikkelbuurten in Zuidoost). Wel heeft een het verbeteren van de veiligheid in de buurt. significant percentage woningen in de H-buurt Dit willen de corporaties in 2020 voortzetten. (20%) energielabel B. Eigen Haard heeft de helft van het eigendom in de buurt de afgelopen jaren verkocht aan bewoners en is voornemens de overige woningen bij mutatie ook te verkopen. Rochdale zet vooral in op het veiliger maken en schoon houden van de portieken. Daarbij is verkoop van bezit geen doel op zich. Gebiedsontwikkeling De verkenning van kansen (principenota) voor de H-buurt is door de gemeenteraad vastgesteld op 21 mei 2019. Deze verkenning laat zien dat de buurt relatief veel problemen kent op het gebied van armoede, ((eugd)werkloosheid, drugsgebruik, en veiligheid. In de verkenning wordt de kracht van het groen in de buurt onderschreven, maar blijkt ook duidelijk dat de openbare ruimte aan vernieuwing toe is. In de verkenning is onderzocht hoe ingrepen kunnen bijdragen aan het verbeteren van de sociaalecono- mische positie van de buurtbewoners, bijvoorbeeld door het verbeteren van lokale voorzieningen. De verkenning wordt momenteel uitgewerkt tot een scenariostudie (naar verwachting eind 2020 gereed). Ook wordt gewerkt aan een stedenbouwkundig plan voor de H-buurt Midden. Deze is naar verwachting eind 2021 klaar. Rochdale, CO-force en Liander ontwikkelen op dit moment een plan voor de transitie naar aardgasvrij. Stichting WOON ondersteunt bewoners bij het invloed uitoefenen op de verduurzaming van de wijk. 40 Project in beeld: Speelkunstwerk BIOOM, symbool voor de H-buurt Eind 2019 onthulden gemeente Amsterdam, onderin wortels die voor een deel boven de Centrum Beeldende Kunst Zuidoost (CBK) en grond uitkomen. Om onderdoor te kruipen, aan HOBU het speelkunstwerk BIOOM in de H-Buurt te hangen, op te zitten of te klimmen. Bovenin in Zuidoost — Bullewijkpad ter hoogte van zijn er takken, met nestkastjes voor de vele nummer 35 — op de locatie van de voormalige gierzwaluwen in de buurt. In de avond wordt garage met een feestelijk programma. BIOOM BIOOM verlicht in allerlei mooie kleuren. BIOOM stelt een mangrovebos voor — een boomgebied is een symbool voor de rijkheid aan culturen die waar veel verschillende soorten planten en aanwezig is in de H-buurt. dieren samenleven. Het kunstwerk heeft daarom Fi hili nr nen ne enn EE er Û E - | | ä ' 2 L ST IJ ne 4 u mmm I E BEP r Ri : a u 5 ‚a I PS u 7 n EN Eef EE Dm | Bama a hd el. É u 5. De  5 L = en = meme, Te ne A 4 - | = En B Ë 1 k rÄl IJ s ES Ë s a ek fi Fer E ami”, : DN …_ A n « es Ee Dit EK 5 ES BANT 4 ce nn Ec de 5 een 1 A h/ | 5 E ì Se P S j A Ee ge Ik re F je a eN nn En Ve; Bree eg ie Be He : ee es B EN et ee EE EN an 41 Re Zuidoost Pe Ze ben 2 Venserpolder 5 Venserpolder Venserpolder is een buurt in het noordwesten Initiatieven van de Bijlmermeer. De wijk wordt omsloten door de gemeenten Diemen en Ouder- In 2019 is ingezet op de realisatie van een buurtplek Amstel. Bewoners in de buurt hebben te in Venserpolder: ‘t Spinnewiel. Dit is de enige centraal gelegen buurtplek in Venserpolder-Oost. maken met hardnekkige sociaaleconomische __ Bewoners kunnen hier op een laagdrempelige manier problematiek en gezondheidsachterstanden. terecht voor allerlei onderwerpen, zoals opvoeding, De buurt is wel kansrijk, omdat er ruimte is vrijetijdsbesteding en (arbeids)participatie. Het voor gebiedsontwikkeling. ontbrak hier aan coördinatie en professionele aansturing. Daar is in 2019 extra op ingezet. Buurtprioriteiten 2019-2020 Voor de sociale binding met de wijk is het belangrijk eOS=CE neee dat ‘t Spinnewiel behouden blijft voor Venserpolder. Voor de aanpak van Venserpolder zijn de volgende Daarom hebben vrijwilligers onder leiding van drie prioriteiten vastgesteld: stichting Going Social het afgelopen jaar gewerkt aan een nieuwe toekomstvisie. Sinds de feestelijke m Het verbeteren van de economische positie van heropening in juli 2019 organiseert ‘t Spinnewiel bewoners en de kansen voor de jeugd; onder andere een Girls Club en — om de gezondheid m Het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke van bewoners te verbeteren — een spelletjesdag gezondheid van de buurtbewoners; Fit & Fun. De salon is nu een ontmoetingscentrum, m Het verhogen van buurttevredenheid en gevoelens bestuurd door bevlogen vrijwilligers uit de buurt. van veiligheid. Er worden activiteiten georganiseerd voor en door buurtbewoners van alle leeftijden. Uiteindelijk (met een aanlooptijd van een à twee jaar) moet dit centrum een zelfredzame buurtonderneming worden. In de buurt was veel behoefte aan vergroening en een schonere openbare ruimte. Om die reden is de openbare ruimte opgeknapt en wordt momenteel onderzoek gedaan naar de komst van een circulaire werkplaats. Een aanpak voor het ophalen van grofvuil is in voorbereiding. Venserpolder heeft te maken met relatief veel werke- loosheid en een slechte economische positie van de bewoners. In de buurt zijn weinig ondernemingen gevestigd. Een economische analyse van de buurt wordt in 2020 daarom samen met bewoners verder uitgewerkt tot concrete projecten. Met een reizende buurttentoonstelling (zie het kader) is gewerkt aan de 42 verbetering van de buurttevredenheid. Venserpolder Corporaties Om het gevoel van veiligheid te verbeteren heeft wordt uitgegaan van een verdeling die passend is bij Ymere onder andere op de onderdoorgangen naar de omgeving en bij het woonadvies van de directie de binnentuinen muurschilderingen aangebracht en wonen. de verlichting verbeterd. Daarnaast heeft Ymere in de buurtwerkkamer Multibron ingezet op een betere In het kader van Aardgasvrij is een aantal doorverwijzing voor mensen met betalingsproblemen. _bewonersadviseurs van stichting I\WOON bezig Ymere blijft ook in 2020 in gesprek met bewoners met een verkenning in de buurt. Er wordt gezocht over verbeteringen aan hun woningen en de buurt. naar betrokken bewoners of andere mogelijke samenwerkingspartners. In januari 2020 vond de De Alliantie heeft het afgelopen jaar ingezet op het eerste bewonersavond over dit onderwerp plaats. vergroten van het veiligheidsgevoel onder bewoners, door de portiekverlichting te vervangen. Een locatie van de corporatie is gratis ter beschikking gesteld Duurzaamheid van de woningen voor 't Spinnewiel. De Alliantie onderzoekt of het in ee 2020 mogelijk is om in samenwerking met het tuin- Venserpolder heeft relatief veel woningen met project Bloei en Groei in een binnentuin een moestuin energielabel C. Het percentage woningen met dit op te zetten. energielabel is zelfs 74% - in vergelijking met 45% in de ontwikkelbuurten in Zuidoost. Woningen in Corporatie Stadgenoot maakt op dit moment — Venserpolder zijn relatief duurzaam. De buurt heeft samen met bewoners, zorginstelling Amstelring en nauwelijks woningen met energielabel E‚ F of G. de gemeente — plannen voor de transformatie van het woon-zorgcomplex De Venser. Bij de sociale huurwoningen in de buurt heeft de corporatie het afgelopen jaar technisch onderhoud gepleegd. Eigen Haard heeft buurtwerkkamer Multilbron onder- steund en een wijkbeheerder ingezet in de buurt. Deze heeft ingezet op het onderhouden van contacten met buurtbewoners en het verbinden van initiatieven in de buurt zoals bijvoorbeeld stichting Groei en Bloei in de binnentuin van blok 10. De bergingsgangen rondom het winkelcentrum zijn van coating voorzien. En er zijn diverse maatregelen getroffen om de bergingen van de woningen veiliger te maken. Gebiedsontwikkeling Momenteel wordt gewerkt aan een verkenning van kansen voor Venserpolder. Bewoners, corporaties en andere samenwerkingspartners worden betrokken in de uitvoering van deze verkenning. Onderdeel hiervan is onderzoek naar locaties voor gebiedsontwikkeling, bijvoorbeeld op het kavel voor de onderdoorgang naar Duivendrecht. Samen met woningbouwcorporatie Stadgenoot werkt de gemeente aan plannen voor sloop-nieuwbouw van het verzorg- en verpleeghuis De Venser. In de plannen 43 Venserpolder Project in beeld: Picknicktafels Bewoners van Venserpolder vroegen in 2018 om er nog meer mee? Hoodlab organiseerde een meer kleur in hun wijk. En om een fijne plek waar reizende tentoonstelling over de mensen uit ze elkaar in de buitenlucht kunnen ontmoeten. In Venserpolder die de tafels gebruiken en onder- samenwerking met Hoodlab zijn daarom begin houden. Deze organisatie ging met de bewoners 2019 picknicktafels in de wijk gezet. Hoodlab in gesprek. De verhalen en foto's van de buurt zie is een organisatie die in samenwerking met de en hoor je op een tentoonstelling. De tentoonstel- gemeente buurten wil verbeteren. Samen met ling was tot eind januari 2020 te bezichtigen in bewoners werden die tafels in vrolijke kleuren verzorgingshuis De Venser, om daarna naar buurt- geverfd. Maar hoe worden de tafels nou precies werkkamer Multibron te verhuizen. Vervolgens gebruikt? Wie houdt ze schoon en wat kun je gaat de tentoonstelling naar een nieuwe plek. RK eo „ e > k, te $ gp as ES ‘ Î nk © MS me Í Ld ‘ di bp « he VE Gn Î pe EENS " r if pn » k j= ke em ae 4 En: ek 4 P] =, Be , ff S kb a 5: ut k a De GE be as 4 b ae hr a 4 pf ‚ et ad Tk | i A h d p Le TO in | 1 a Aarde Nanne Gh ll B eN | me en er EE en A mre, é d men 1 d es hmmm VENSE af wv N 5 2 p- B nn h | Là £ Fa en as LP pet pe a > d F| ki ' aen „& ee! Á \ A el ds a kn EE N 5 @ aa DP pe f pe) : à kr en | mr pn PE: il d 2 ' et Ns dl dd el * 3 B AA ; 4 p | 44 Re Zuidoost Pe Ze ben Ô a K-buurt De K-buurt ligt in het oosten van de Bijlmer, Initiatieven rondom het metrostation Kraaiennest. Aan OO de randen van de buurt bevinden zich de Enkele van de meest drukkende problemen in de . K-buurt is het hoge percentage schoolverlaters en Gooiseweg, de Gaasperdammerweg, het d derd b imte. Om i e verouderde openbare ruimte. Om jongeren meer groen van de Bijlmerweide en de G-buurt. kansen en toekomstperspectief te bieden, wordt De buurt kent een grote opgave als het gaat ingezet op een aansprekende programmering van om sociale problematiek, onder andere met _ het Talentenhuis K-buurt. Naast breed jongerenwerk vroegtijdige schoolverlaters. Tevens wordt wordt hier extra aandacht en begeleiding gegevens de staat van de openbare ruimte als zeer aan jongeren met bijzondere talenten. slecht ervaren. Het bewonersplatform Hart . ee. . Om de bewoners zeggenschap te geven over de van de K-buurt is actief in de buurt en is openbare ruimte hebben leden van het buurtplatform nauw betrokken bij de totstandkoming en Hart voor de K-buurt het afgelopen jaar ideeën uit uitvoering van de plannen. de buurt opgehaald. In overleg met bewoners zijn 71 ideeën geselecteerd. Het gaat onder andere om het plaatsen van bankjes voor ouderen en een Buurtprioriteiten 2019-2020 voetbalkooi, (het opknappen van) speelplaatsen en eOS=CE neee afvalplekken, een honden uitlaatplek en een opknap- De volgende prioriteiten zijn voor de aanpak van de beurt voor Fort Kraaiennest (een karakteristiek K-buurt vastgesteld: toezichthoudershuisje bij een speelplaats). Een aantal projecten is uitgevoerd in 2018 en 2019, de rest staat m Het terugdringen van schoolverlaters. Veel gepland voor 2020. jongeren verlaten school zonder startkwalificatie en daardoor is er een groot risico op doorstroom in In de K-buurt zijn verschillende zelfsturende buurt- de criminaliteit; groepen actief, waaronder Hart voor de K-buurt. m Eenzaamheid onder ouderen, alleenstaanden en Er is een inventarisatie gemaakt van mogelijkheden eenoudergezinnen verminderen; om de woningen van het aardgas af te halen. Deze m Verloederde en verouderde plekken in de openba- inventarisatie wordt verder uitgewerkt met Hart voor re ruimte verbeteren. de K-buurt. 45 K-buurt Corporaties Duurzaamheid van de woningen Ymere heeft enkele plannen voor 2020. Naast het Bewoners van de K-buurt wonen vaker dan andere vervangen van rookgasafvoeren en het vervangen van bewoners van ontwikkelbuurten in Zuidoost in ramen bij een VVE wil Ymere verlichting plaatsen in duurzame woningen, met energielabel A (21% in donkere steegjes rondom het Krimpertplein. de K-buurt tegenover 11% in de ontwikkelbuurten Verder plant de corporatie om samen met de in Zuidoost). Toch zijn er ook veel woningen met Buurtwerkkamer Samen Sterk de betalingsproblemen _ label C en E. Weinig bewoners van de K-buurt van huurders in de buurt terug te dringen. wonen in woningen met een lage energetische kwaliteit. In 2019 heeft Eigen Haard een aantal nieuwbouw- woningen opgeleverd (sociale huur en midden- segment). Daarnaast is gestart met de bouw van 84 sociale huurwoningen. De corporatie heeft in 2019 voorbereidingen getroffen voor de renovatie van een complex aan de Kuilsenhofweg. Dit wordt in 2020 uitgevoerd. Ook wordt de herontwikkeling van Kelbergen voorbereid. Rochdale heeft het afgelopen jaar deelgenomen aan de inventarisatie van de mogelijkheden om de buurt van het aardgas af te halen. Op dit moment heeft de corporatie op de korte termijn geen plannen op dit gebied. Het afgelopen jaar stond in het teken van het onderhouden van contacten met bewonerscommissies. Gebiedsontwikkeling Naar aanleiding van een participatietraject in 2018 is besloten om het stedenbouwkundig plan voor de K-buurt opnieuw te herzien. Hart voor de K-buurt krijgt de kans om zelf een stedenbouwkundig plan op te stellen. De gemeente faciliteert en stelt kennis beschikbaar. Op dit moment zijn 183 nieuwe woningen in deze buurt in aanbouw, de komende jaren staat de bouw van meer woningen op de planning. 46 Project in beeld: Hart voor de K-buurt Een organisator van Hart voor de K-buurt zegt: veel zelf deden, is de sociale infrastructuur de ‘Wij zijn er als buurt erg trots op dat wij ontwik- afgelopen tijd enorm verbeterd. Dat versterkt kelbuurt zijn geworden. Daar hebben we dan de buurt en daar zijn we trots op!’ ook zelf flink voor gelobbyd. Als buurt wilden wij ‘Met de betrokken ambtenaren werken we meer zeggenschap over het geld dat de gemeen- als buurt erg goed samen. We hebben intus- te beschikbaar stelt voor de buurt. De integrale sen door samenwerking met de winkeliers van aanpak zorgt zowel op fysiek als sociaal gebied winkelcentrum de Bonte Kraai en het senioren- voor veel verbeteringen. We namen zelf het hele complex voor betere straatverlichting gezorgd. participatietraject ter hand en ontwikkelden hier Ontwikkelbuurt? Dat klinkt allemaal een beetje zelfs een bruikbaar model voor. Doordat we heel ambtelijk. Wij noemen het: Ontwikkel-Je-Buurt!’ ï a 1 : _ p od nn | Ü | SNS k ge EE IL Een IE 1 H Lj rn | a Ln BONTEKKAAI | en IR | LR ij =| R ed _} eN _ED Ce | Kl hi À á ak ik Ì Eg | G A ms le mm D zl EE aal al eN 5 s N ee En Se SA Hi iS En mn = EE a E Es re kn SD Sn , ei Ee s S 5 en 5 ere zits EN) EE Me ed Ee B En a ten fn Been Ee En B - 47 Re Zuidoost Pe Ze > 0 vo E-/G-buurt Noord De E-/G-Buurt Noord bestaat uit de E-buurt Initiatieven Oost, de G-buurt Noord en het winkel- OO centrum Ganzenpoort. De leefbaarheid van Om het winkelcentrum een impuls te geven is daar . . . . nu een straatmanager werkzaam en heeft de lokale de buurt is verbeterd sinds de vernieuwing : En winkeliersvereniging financiële ondersteuning van de Bijlmer. Toch hebben bewoners van ontvangen. Daarnaast is gestart met de aanpak van de G-Buurt Noord en de ondernemers van ondermijning. Gemeente en zorgaanbieders in de het winkelcentrum Ganzenpoort nog te buurt hebben betere afspraken gemaakt over de maken met meerdere problemen, zoals toegankelijkheid van sociale voorzieningen in de gebrekkige voorzieningen en kansen- buurt en hoe deze beter aansluiten bij de behoeften ongelijkheid. De buurt scoort laag op alle van bewoners. indicatoren voor ontwikkelbuurten: de staat _sewoners geven aan dat zij weinig binding voelen en waardering van de woningen, leefbaar- met de buurt. Om die reden is ingezet op een aantal heid, sociaaleconomische positie en bewonersbijeenkomsten en activiteiten. Zoals bij- gezondheid van bewoners. voorbeeld het Men's Cookout festival, georganiseerd door het bewonersplatform. De mannen uit de buurt hebben op het festival gekookt voor de buurtbewo- Buurtprioriteiten 201 9-2020 ners. Vanuit het bewonersplatform had de Cookout eo als doel om de ‘hangmannen’ van de G-buurt op een De volgende prioriteiten zijn vastgesteld voor de positieve manier in de schijnwerpers te zetten. E-G- Buurt Noord: Bewoners zijn bij de organisatie begeleid door een m Toegankelijkheid van de basisvoorzieningen eneen professionele partij die evenementen organiseert. goede aansluiting bij behoeften van bewoners; Hierdoor is bij de leden van het bewonersplatform m Kansengelijkheid voor de jeugd; meer inzicht ontstaan in wat er allemaal komt kijken m Verbetering van winkelcentrum de Ganzenpoort. bij de organisatie van een evenement. Ook is de ontmoetingsplaats Lola Buitenpost geopend met daarin een eigen restaurant, culturele activiteiten en werkplekken. Dit is mede mogelijk gemaakt dankzij een opstartsubsidie uit de grond- exploitatie. Met het geld van de ontwikkelbuurten- aanpak en ondersteund door een lokale winkelier heeft Stichting 45+ een voorstel uitgewerkt voor een sociëteit om mannen in de buurt te activeren. De buurt vraagt ook om een verbetering van de fysieke leefomgeving. Rond een speelveld is een hek 48 E-/G-buurt Noord geplaatst om honden en ganzen buiten te houden. Gebiedsontwikkeling In 2020 staat een verbetering van het binnenterrein TT gepland. Tot die tijd worden in schoolvakanties De vernieuwingen in de E-/G-buurt Noord dragen bij sport,- en spelactiviteiten voor kinderen uit de buurt aan het terugdringen van enkele knellende problemen georganiseerd. in de buurt. Eind 2019 is het stedenbouwkundig plan E-buurt Oost, voor de bouw van ongeveer Het bewonersplatform en zelforganisatie van de 550 woningen, vastgesteld. Tegelijkertijd is het G-Buurt heeft een eigen buurtplan gemaakt. Dit plan investeringsbesluit herzien en is de G-buurt Noord vertaalt verbetervoorstellen voor de buurt in concrete toegevoegd aan de grondexploitatie. Rochdale activiteiten. Bewoners hebben inmiddels zelf, maakt plannen voor de renovatie van de flats gefaciliteerd door het buurtbudget en met advies van (960 woningen), het toevoegen van nieuwe stichting WOON, deze activiteiten ter hand genomen. _ doelgroepen en herhuisvesting in de E-buurt. Bij een deel van de activiteiten springt de gemeente bij. Denk bijvoorbeeld aan verkeersmaatregelen of het schoonhouden van de openbare ruimte. Duurzaamheid van de woningen Woningen in de E-/G-buurt Noord zijn relatief Corporaties van goede kwaliteit, met veel aantallen met TT energielabel A. Een derde van alle woningen in Woningbouwcorporatie Rochdale bezit alle 960 deze buurt heeft het hoogste energielabel. sociale huurwoningen in de flats Geldershoofd en Hoewel toch 15% van de woningen in deze buurt Gravestein in de G-buurt Noord. De corporatie en de energielabel E heeft, zijn er niet of nauwelijks gemeente bereiden samen een intentieovereenkomst woningen met label F of G. voor. Afspraken over onder andere renovatie van de woningen en plinten, het verhogen van de ener- getische duurzaamheid (richting label A, Aardgasvrij), de realisatie van een meer evenwichtige mix van bewoners en woningtypen, het stimuleren van coöperaties en het vergroten van de sociale cohesie in de buurt zijn hier onderdeel van. Als bewoners door renovatie of transformatie hun woning moeten verlaten, dan is het uitgangspunt dat bewoners die in de buurt willen blijven, een betaalbare woning krijgen aangeboden. Rochdale probeert buurtbewoners bij de buurt te betrekken, bijvoorbeeld via een radio-uitzending en een speciale Ghanese avond (in de eigen taal). Samen met de gemeente heeft de corporatie verschillende bewonersbijeenkomsten georganiseerd. 49 E-/G-buurt Noord Project in beeld: buurt-appgroep In de flats Gravestein en Geldershoofd wonen hebben kennis met elkaar gemaakt en ervaringen relatief veel bewoners met sociaaleconomische gedeeld. Dat doen ze onder andere met een problemen. Allerlei organisaties proberen daarbij nieuwe appgroep. Een betrokkene namens te ondersteunen. Amsta Karaad begeleidt Amsta Karaad zegt daarover: ‘Mensen uit allerlei bijvoorbeeld achttien bewoners vanuit een organisaties zijn als collega's gaan samenwerken. steunpunt in Geldershoofd. Social Work richt zich Dat kan in kleine dingen zitten. Als iemand hulp op jongeren, maar ook Cordaan, het Leger des nodig heeft omdat Ziggo omschakelt van analoog Heils, Rochdale en de gemeente zijn er actief. naar digitaal dan zijn er meer bewoners die daar In 2018 is een project gestart waarbij al deze moeite mee hebben. Door dit project kunnen die partijen zijn gaan samenwerken. Medewerkers sneller en efficiënter geholpen worden.’ van zorginstellingen, Rochdale en de gemeente p \ en : fa ï en me. | | a B | ; _ oN | | | | | EE N == / zr co fe 8 Á zij } | Bik be Ka ee \ = ä r mmm A Î me Ì î | zf 5 =f ij E Me 1 Ä AN _ Et s É Ik =S el en Á | E Ti Ke! i _ EN ak E - h IS rn le ae Wed, 4 a N Ee mp. _ EE En 5 p p d EN AN _ li TR A me Hi / 4 p 7 af 8 == _ ra Ve e CSE Met 4 / / 2 h E s î 7 den Ja 7 Kr L s 50 Re Zuidoost Pe Ze ben ( Ò Reigersbos Reigersbos is een groene buurt in Initiatieven Gaasperdam, in het zuiden van stadsdeel On _ Zuidoost, tussen Holendrecht, Gein, het Het afgelopen jaar is ingezet op het verrijken van de spoor en de Broekzijdsche Polder. De buurt gat met nieuwe maatschappelijke voorzieningen. uurtbewoners misten de enkele jaren geleden viert binnenkort haar veertigste verjaardag. verdwenen buurtkeuken. Daarom hebben Cordaan en De leefomgeving wordt echter als de gemeente deze keuken nieuw leven ingeblazen. verloederd en onveilig ervaren. Ook hebben _ Vrijwilligers uit de buurt houden de keuken draaiende. buurtbewoners vaak te maken met armoede ledere maandag en woensdag komen hier gemiddeld en andere sociale problematiek. Betere 35 mensen voor eten en een praatje. voorzieningen helpen bij het terugdringen Dankzij beschikbare middelen vanuit de grond- van deze problemen. exploitatie is een voormalig brandweerpand aangekocht. Deze voormalige kazerne wordt nu Buurtprioriteiten 201 9-2020 verbouwd tot broedplaats. Hier is vanaf februari ee plaats voor allerlei buurtinitiatieven: jongeren die Voor de aanpak Reigersbos zijn de volgende muziek maken, of ouderen die sporten. Het winkel- prioriteiten vastgesteld. centrum is verbeterd met een tijdelijke winkel- centrummanager, het aanpakken van de openbare m Tegengaan van armoede door onder andere ruimte en de creatie van een ondernemers- ondernemerschap te stimuleren; informatiepunt. m Realiseren van een maatschappelijke voorziening in het voormalige brandweerpand. En het Om de op sommige plaatsen onverzorgde openbare ontwikkelen van een passende programmering ruimte te verbeteren, zijn het afgelopen jaar enkele voor buurtbewoners; prullenbakken en fietsnietjes geplaatst. Ook is een m Een nieuwe impuls voor het winkelcentrum. speelplek opgeknapt en zijn de openbare ruimte en het schoolplein heringericht. Er wordt een plan uitgewerkt hoe de leefbaarheid en veiligheid in de buurt verbeterd kan worden. Ook wordt ingezet op een verbetering van het basketbalveld achter het Lely Lyceum. Om huizen in de buurt te verduurzamen is, met ondersteuning vanuit het programma Klimaatneutraal, een pilot gestart met het Europese fonds Climate-KIC voor de gevelaanpak van 280 woningen. Stichting IWOON ondersteunt enkele VvE's bij deelname aan dit pilot. 51 Reigersbos Corporaties Duurzaamheid van de woningen Woningbouwcorporatie Stadgenoot is nauw betrokken Woningen in Reigersbos bevinden zich vooral in bij het onderzoek naar verduurzamingscenario’s in het middensegment van energielabels. Weliswaar het kader van Climate-KIC. Daarnaast sluit deze weinig tot geen woningen met label E‚ F of G, corporatie aan bij het proces van placemaking, een maar veel met label C. Bijna tweederde van alle methode om de openbare ruimte in samenspraak met woningen in deze buurt heeft label C. Het percen- bewoners in te richten en een eigen identiteit te tage woningen met het hoogste label A is wel laag: geven. 2% tegenover 11% in de ontwikkelbuurten in dit stadsdeel. Eigen Haard heeft in de P- buurt een bedrijfspand opgeknapt. Samen met een groep bewoners worden hier vanaf 2020 activiteiten voor de buurt georganiseerd. In de T- buurt is een start gemaakt met het opknappen van algemene ruimten en de voortuinen, deze opknap loopt door tot in 2020. Gebiedsontwikkeling Voor Reigersbos is een verkenning van kansen opgesteld. Deze is op 9 juli 2019 door het college vastgesteld. Momenteel wordt de haalbaarheid van de woningbouwopgave in beeld gebracht (technisch en financieel). Dit wordt verwerkt in een projectnota. Een belangrijk onderdeel hiervan is de mogelijke verdichting aan de Reigersbosdreef. 52 Reigersbos Project in beeld: Buurtkazerne Reigersbos Reigersbos heeft na tien jaar weer een buurthuis De recent geopende buurtkeuken voorziet — in de voormalige brandweerkazerne aan het deels in deze behoefte. Er zijn straks dagelijks Remmerdenplein 100. Omwonenden kunnen er activiteiten en workshops: van ouderendisco's terecht voor een kop koffie. Tegelijkertijd krijgen tot open podia voor jong talent, van een zeker twintig kunstenaars en creatievelingen uit papierwinkel spreekuur tot dubyoga, van dj- Zuidoost hier een werkruimte. Jongeren hebben workshops tot spelletjesavonden en van zzp- er bovendien een plek om hun talent te etaleren. cafe's tot computerlessen. Buurtbewoners gaan Het nieuwe buurthuis is in januari 2020 geopend. het programma grotendeels zelf vormgeven en Het was een grote wens van alle omwonenden. invullen. Zij misten al langere tijd een ontmoetingsplaats. Ge GRK me S aa —! Jen E / = " KT MN le ; ff te se EN Nek zn B = / ai ed b F A eN Ee 5 5 _Ì | n ë el K_ } Le Ma EN En pe B | EE; hed En Ei UAF de C _ sa 7 A} pe NR B ik 5 a je ik 7 A El \ ï F EN „4 NU eN ; 3e NE Aa MOS SE ej a An | E) p el 4 | e ë NE en = \ CR | ej KE 5 DEES Len N Ee f. 5 53 Re Zuidoost Pe Ze ben vo Holendrecht Holendrecht is een woonbuurt in Initiatieven Gaasperdam tussen de A9, de Gaasperplas OO en metrolijn 54. Buurtbewoners hebben Bewoners van Holendrecht hebben behoefte aan een . verbeterde leefomgeving. De gebrekkige gezondheid te maken met armoedeproblematiek, van bewoners zelf is een volgend aandachtspunt. schulden en gevoelens van onveiligheid. Om die reden is in 2019 ingezet op verbetering van Ook is er een groot aantal werklozen in de het Cruyff Court en de omgeving. Rondom dit buurt. Daarnaast hebben jongere bewoners _ voetbalveld maken bewoners gebruik van het achterstanden op het gebied van sociale ‘stangenpark’ voor krachttraining, een basketbal- kansen en gezondheid. veldje en een sportzaal. Kinderen uit de buurt gaan hier wekelijks naar een sportinstuif. Rondom sport- activiteiten ontmoeten bewoners elkaar op deze plek. Buurtprioriteiten 2019-2020 Nadat aanpassingen zijn doorgevoerd sluiten de eo voorzieningen nog beter aan op de behoeften van Voor de aanpak van Holendrecht zijn de volgende bewoners. prioriteiten vastgesteld: Bewoners hebben het afgelopen jaar, onder andere m Het verbeteren van de kansengelijkheid voor de bij de voorbereidingen voor de verkenning van jeugd; kansen, op meerdere momenten mee kunnen denken m Het terugdringen van langdurige armoede; over plannen die in hun buurt uitgevoerd moeten m Het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke worden. Er zijn veel gesprekken gevoerd met gezondheid van de jeugd. bewoners, bewonerscommissies en participatie- organisaties. Samenwerkingspartners zoals woning- corporaties, vastgoedeigenaren, het zorgcentrum de Drecht, scholen en politie waren hier ook bij betrokken. De komende tijd wordt deze samen- werking met de buurt verdiept in een participatieplan. Stichting WOON ondersteunt bewoners bij de opbouw van een buurtplatform. Bewoners van Holendrecht hebben het initiatief Groen Gas Quick Fit opgericht. Het initiatief is erop gericht om van het rioolafval, gecombineerd met GFT-afval, groen gas te produceren met behulp van een hogedruk-vergistingsinstallatie. De gemeente Amsterdam steunt dit initiatief en vanuit het programma Aardgasvrij wordt dit een stap verder gebracht. 54 Holendrecht Corporaties Duurzaamheid van de woningen Stadgenoot bereidt het onderhoud voor van de eigen Hoewel de bewoners van Holendrecht niet in wonin- corporatiewoningen en het dichtzetten van de loggia's. gen wonen met energielabel A, hebben veel huizen Het streven is om dit eind 2021 af te ronden. De label B of C. Zelfs 58% van de woningen heeft bewonerscommissie en het Bewonerscollectief energielabel C. Weinig tot geen woningen hebben Holendrecht zijn hier nauw bij betrokken. Stadgenoot, energielabel F en G. gemeente en politie maken afspraken over een effectievere samenwerking bij de aanpak van leefbaarheids- en veiligheidsproblemen. Eigen Haard heeft een wijkbeheerder ingezet om meer in contact te staan met bewoners. De trappen van diverse trappenhuizen zijn voorzien van een coating. Ook zet Eigen Haard in op de ondersteuning van de buurtwerkkamer. In 2020 wordt door Eigen Haard onderzoek gedaan naar eventuele nieuwbouw en Gebiedsontwikkeling rondom de Ochtendhof. Ymere is eigenaar van het E.G.W. Maldenhof. Vanuit de corporatie wordt een plan uitgewerkt voor verbeteringen aan het complex en de woningen. Gebiedsontwikkeling Momenteel wordt gewerkt aan een verkenning van kansen voor Holendrecht. Deze is in het eerste kwartaal van 2020 gereed voor bestuurlijke besluit- vorming. 55 Holendrecht Project in beeld: Aansluiting Holendrecht-Amstel III De komende tijd wordt actief aansluiting met een grote keuken. Leuk natuurlijk, als de gezocht bij Amstel III, aan de andere kant van Holendrechters daar ook iets zouden kunnen het spoor. ‘Een logische ontwikkeling’, vindt de gaan doen. In Holendrecht is de werkloosheid vrij projectmanager van Holendrecht. ‘De wijk Amstel hoog, en aan de Amstel III kant zijn bedrijven die Il krijgt weinig voorzieningen. Mensen uit die personeel zoeken. Ook een gegeven waarin de buurt moeten naar het Holendrechtplein voor twee buurten elkaar zouden kunnen versterken. hun boodschappen. Onder het spoor door. Een Bewoners volgen de ontwikkelingen met veel kans voor het winkelcentrum! Het afgelopen jaar interesse. Er staan al mensen op die met goede zijn we gestart met verkenningen om de buurten ideeën komen. Dat gaan we dit jaar verder meer op elkaar te laten aansluiten. Aan de Amstel uitwerken met elkaar.' Il kant wordt binnenkort een gebouw opgeleverd a Er ih r A L LE | | mn | | | DPR ne L male a ei nl nnbng nn Ne a eme een Let A eer ee meren TE NT re len - - nn nn E en OT nf en 56 Noord eN î Waterlandpleinbuurt De Waterlandpleinbuurt is een woonwijk in Initiatieven het noordoosten van Amsterdam, gebouwd in de jaren zestig, met in het hart een Er wonen in de Waterlandpleinbuurt bovengemiddeld . . . veel mensen met een inkomen onder de armoede- vernieuwd winkelcentrum. Achter de A10 in grens. Het gaat hier grotendeels om gezinnen met het noorden ligt Waterland. Sinds 2001 kinderen. Bewoners hebben meer dan elders in de hebben de gemeente en corporaties de wijk stad te maken met werkloosheid, schulden, een vernieuwd. De buurten Markengouw Zuiden lichtverstandelijke beperking en laaggeletterdheid. -Midden en Werengouw Zuid en -Midden Daarom is gewerkt aan de toegankelijkheid van het maakten van die vernieuwing grotendeels aanbod maatschappelijke voorzieningen en is geld derdeel uit. Bewoners van deze gereserveerd voor de stimulering van jongerenwerk. geen onder . Er is met het actieprogramma ‘Betere Kansen voor buurten kampen relatief vaak met armoede Kinderen’ ingezet op diverse projecten in de buurt om en psychische- en gezondheidsklachten. kansen voor de toekomst van de jeugd te vergroten. Diverse groepen kwetsbare bewoners weten de Buurtprioriteiten 2019-2020 maatschappelijke voorzieningen en het onder- ee steunende aanbod niet goed te vinden. Andersom Voor de aanpak van de Waterlandpleinbuurt gelden geldt hetzelfde voor de organisaties die deze de volgende drie prioriteiten: bewonersgroepen ondersteunen. Daarom is in 2019 geïnvesteerd in een pilot, uitgevoerd door de m Het beperken van tegenstellingen in de buurt samenwerkende partners in het stadsdeel op het en het gevoel van sociale onveiligheid; gebied van welzijn en zorg (Samen Noord) - in m Verbeteren van het onderhoud van de openbare samenwerking met de corporaties en de directie WPI. ruimte; Met deze pilot worden verschillende welzijn- en m Aanpakken van de sociale problemen die zich zorgmethodes onderzocht om diverse doelgroepen bij buurtbewoners opstapelen. beter te bereiken en de juiste ondersteuning te bieden. De gemeente is gestart met een locatie- onderzoek voor een jongerenvoorziening in de wijk. Dit kan zowel een bestaande als een nieuwe locatie betekenen, met de benodigde programmering. Andere initiatieven dragen bij aan het verbeteren van de leefbaarheid en openbare ruimte van de wijk. In 2019 is geld gereserveerd voor ‘Buurtambassadeurs'’, een samenwerkingsproject met de woningbouw- corporaties. Hierbij worden actieve buurtbewoners ondersteund bij initiatieven voor de buurt op het gebied van leefbaarheid en gedrag (bijvoorbeeld het aanspreken van buren die de vuilnis over het balkon 57 Waterlandpleinbuurt gooien). Er zijn groengelden ingezet voor het Gebiedsontwikkeling Waalenburggroen, een groenstrook langs een wijk TT met veel kwetsbare bewoners. De openbare ruimte In de Waterlandpleinbuurt is in 2019 gewerkt aan een wordt hier door middel van een uitgebreid integrale analyse en beschrijving van wat er nodig is participatietraject aantrekkelijk gemaakt voor in de buurt de komende jaren. Dit is een ambtelijk recreatie en spelen (zie het kader). document met daarin een verkenning van kansen (principenota). De analyse is naar verwachting in het Het participatiebudget financierde het openingsfeest voorjaar van 2020 klaar. Projecten vanuit de stedelijke van het Parc des Rêves aan de Naardermeerstraat. vernieuwing zijn en worden aardgasvrij gebouwd en De opening van een voetbalveld vond plaats in afgerond rond 2022. Er wordt door woningbouw- september 2019, met oud-voetballers- en oud- corporatie Ymere onderzocht of zij een complex aan bewoners van deze buurt: Edgar Davids en Clarence de Spanderwoudstraat gaan slopen en nieuwbouwen Seedorf. De stichting van Davids, die zich inzet voor of kiezen voor renovatie. In het geval van sloop zal de kinderen in kansarme buurten, leverde hiervoor een nieuwbouw aardgasvrij zijn, maar ook bij renovatie financiële bijdrage. wordt gekeken naar de mogelijkheden om de woningen aardgasvrij te maken. Corporaties TO Duurzaamheid van de woningen In het kader van de leefbaarheid en veiligheid is door Ymere het hele jaar intensief samengewerkt in de Woningen in de Waterlandpleinbuurt hebben complex-gerichte aanpak van de Waterlandpleinbuurt. _ relatief veel energielabel E. In andere ontwikkel- Deze aanpak werd gerealiseerd samen met onder buurten in stadsdeel Noord staan minder andere het stadsdeel, ondernemers, bewoners, woningen met energielabel E: 26% in deze buurt politie, andere vastgoedeigenaren en VvE's. De tegenover 14% in de rest van het stadsdeel. resultaten zijn onder andere: een oplossing voor de laatste opleverpunten van de nieuwbouw, dagvullende programmering voor en door bewoners in de buurtkamer in de Bussumstraat en de start van een pilot over inpandige jeugdoverlast in de toren aan het Waterlandplein. De reguliere plannen van Stadgenoot zijn om in de Slootdorpstraat nieuwbouw met 93 woningen op te leveren. De corporatie treft tevens voorbereidingen voor de nieuwbouw van de locaties Kubus-Katrijp en Vianneykerk. Verder vond afgelopen jaar planmatig onderhoud plaats bij enkele VvE's. 58 . . Project in beeld: Waalenburggroen De groenstrook tussen de Waalenburgsingel alle Amsterdammers voldoende, dus elke extra en de A10 langs de Waterlandpleinbuurt wordt plek is meegenomen. Ideeën voor het nieuwe helemaal opgeknapt. Het wordt straks een Waalenburggroen komen van omwonenden zelf mooie plek om samen te bewegen, te spelen en van kinderen van de kinderraad. Het is een en op andere manieren de vrije tijd door te mooi voorbeeld van hoe bewoners hun eigen brengen. Groen biedt rust. Ook bewegen niet omgeving helpen vormgeven. ENEN NEE RTEEER BRAL ANT A ld A AE West) Y it NSE SSN MES IDE (GER Be NIEK Heu iN eV EN Ha 7 EN ik py Ee OE U TN ORN ERD Aleh EN À A NP RE 4 i dl Adin ER KN ENE Ne AOP AE A SM V/a Ronse en ADP Ek / ZEN Sn 493 ï Ek A dn Pa ie ek PEI Nn nee ee d En ge vf t Oi en des A ik Hi £ Z ZPAL A aoe be Ds Ì Eel Rh ded LR eN re Dn BN AS AEN B A NAE ee B Le A AE EN A N ACN ENT EE eld \ AND A Ee NAT EEE ANN AE Ean N/A à BNA eN MI ee NZ ES er RN RD EN TT RE EL OREN ORNE VN AN EE ee ee EA IN EN LN KON MOEN 3 DZ Re AZ AEN EN AN NE ned dj B | ANNE NIT en Are RE B PE £ da d Te AE el Ù En 1% We Ea een s ee Si ä El f je ee Ús iS En LA E = b ek EE RE) k et et ie B | Ki EE PA h B re: ek. re Ehm a ì ee le fi 1 MD ln Ô é f Ë id” f é : É 3 rs ie 1 RR j Ì AE Hd ij 3 } 1 J dE, EE Tae Seale I ME ed PER FN RER Zet A Ee 5 AK ns Dl EEE Me NVN eN Ee ER En dE ge EEN AE RE en EE A Ee RAA Ee EE PE ME GE Ee A Se Nen en 59 Noord eN î De Kleine Wereld De gemeente Amsterdam besloot in de Initiatieven jaren vijftig tot de bouw van de wijk Oe En Buikslotermeer, waarvan De Kleine Wereld Om een beter bereik van sociale voorzieningen onderdeel is. Aan de zuidkant grenst de mogelijk te maken is in 201 budget gereserveerd (zie ook het kader). Ook is budget ingezet voor buurt aan het winkelcentrum Boven 't IJ en het creëren van kansen voor kinderen en voor aan de noordkant aan het polderlandschap outreachende opbouwwerkers. Van de groengelden (achter de A10). De buurt bestaat uit veel is een deel besteed aan het opknappen van het middelhoogbouwflats. De buurt kent veel groen op de Cleyndertweg. armoede, kansenachterstanden voor de jeugd en weinig sociale cohesie. In het voorjaar van 2019 is er door studenten van de Master Urban Management van de HvA een voor- onderzoek uitgevoerd in de Kleine Wereld. Dit Buurtprioriteiten 2019-2020 diende als voorbereiding op een breder participatie- ee traject met de buurt dat vanaf september 2019 heeft Op bepaalde thema's heeft de buurt extra inzet plaatsgevonden. Omdat De Kleine Wereld is nodig. Voor de aanpak van De Kleine Wereld gelden aangewezen is als buurt voor een experiment met de volgende prioriteiten: een buurtbudget, is samen opgetrokken in de gesprekken met bewoners. Na meerdere bijeen- m Meer kansen creëren voor de jeugd; komsten is een afsluitend Winterbuurtfestival m Het tegengaan van stapeling van sociale georganiseerd op 18 januari. problemen zoals armoede, schulden, laaggeletterdheid, huiselijk geweld, slechte Tijdens die bijeenkomsten is het buurtbudget gezondheid en werkloosheid; verdeeld over zes thema's: jeugdactiviteiten, m Aanpakken van het achterstallig onderhoud sportactiviteiten, ratten- en muizenpreventie, het in de openbare ruimte; tegengaan van eenzaamheid, en onderhoud van m Meer ruimte creëren voor voorzieningen, groen en de pleinen. Door bewoners en organisaties zowel tijdelijk als op de lange termijn. zijn projectideeën ingediend op deze bedragen. Tijdens het Winterbuurtfestival zijn de definitieve projecten gekozen. Ook zijn tijdens het festival gesprekken met bewoners gevoerd over kansen voor de langere termijn, die in de principenota worden meegenomen. 60 De Kleine Wereld Corporaties Duurzaamheid van de woningen Het grootste deel van de corporatiewoningen Het duurzaamheidspeil van de woningen in hier is bezit van De Key. Stadgenoot heeft hier De Kleine Wereld ontloopt qua percentages de geen onderhoudsplannen. Wel zullen de plannen andere ontwikkelbuurten in dit stadsdeel niet veel. rondom de Salvatorkerk worden uitgewerkt. Het is opvallend dat geen enkele woning in deze En het “Beweegplein” zal samen met het stadsdeel buurt energielabel A heeft. De meeste woningen in worden gerealiseerd. Eigen Haard onderzoekt dit stadsdeel hebben label C (23%) of label E de mogelijkheden tot herontwikkeling van het (20%). Korthagenhuis. Gebiedsontwikkeling In De Kleine Wereld wordt gewerkt om in beeld te brengen wat de buurt de komende jaren nodig heeft en welke kansen er liggen. Dit traject zal uiteindelijk leiden tot een uitgewerkte verkenning van kansen (principenota), die naar verwachting in het voorjaar van 2020 klaar is. Er zijn nog geen concrete plannen om woningen (in totaal 1.151) aardgasvrij te maken. 61 Project in beeld: Beweegplein in De Kleine Wereld ‘Beweegplein is onze werktitel’, vertelt de kan bewoners stimuleren om naar buiten te projectleider van De Kleine Wereld enthousiast. gaan en elkaar te ontmoeten. Gezond leven ‘De bestaande openbare tuin die hoort bij de en eten is lekker én belangrijk. Samen met woongebouwen aan de Zilverberg biedt ruimte woningcorporatie Stadgenoot willen wij daar voor ontmoeting, maar nodigt nu niet uit om graag ruimte voor maken. Bij het ontwerp wordt te verblijven. In één van de woongebouwen is verbinding gezocht met de openbare ruimte een huisartsenpraktijk gevestigd. De huisartsen van de rest van de wijk én met andere sport- en willen graag hun focus richten op gezond gewicht beweegstimuleringsmogelijkheden/programma's. en bewegen. Ze hebben de wens uitgesproken Het Beweegplein wordt samen met bewoners en dat de openbare ruimte, grenzend aan hun andere gebruikers ontworpen. Er wordt zo veel praktijk, hiervoor beter benut kan worden. mogelijk van dit ontwerp gerealiseerd.’ Een ‘beweegvriendelijke’ openbare ruimte REC EN KET NEEN, AIEE NEE 0 EK \ PNG ws as dd a e=! ed nf . 8 ij Ô df a A eh Em TENEN dpi VP N ON SEEN vend VEN EEE LTES Nc A ene Se . BS Eee RAS IS NPA A On 3 Mn pa bk EE Ge Ser bat jer 8 KR 1e A z Td en Es Ae ey / zm - EN PETE tr Ee, } ek Ta ne nn ‚eN Es Er AE JE gee al hi [ Re Gal Dei N S5, hels le i LZ f EN db tek B ls p \ RA dn a DN Ï sd IN AW Ee ie n rd pÀ 7 Pe TT es ee AAE RN ian ON hes LA he zie eld ER er dn A RB BR EN ENT ONE NE en te arch K |E mn 7 Een u " El ERE E ) ie Bli Lr ; ï El | ï Ik Ee he: 1 | gnd Ei EE el Nn ed SA Eee en Et Tete P =d Eet AN r_n et a Ad ae ed EE, EE ied we nn nn SN Veer ten Et en En nt ee en pr EEN SD ni EP Ee ; - EN RE nm EE An ee En es EE EE a eN ef nn A EN A RE A Ea Rn hdi En En NS TN En ien Ee Ein ER en En nn er, EE er mon A een Ed 4 Eee VE ee dm ed ie gn fn Ee Se TE ee EE Ee nn Ea Re 62 Noord GEN zj Banne Noord Banne Noord is een groene woonwijk uit Initiatieven de jaren zeventig, aan de noordrand van OO Amsterdam Noord, omgeven door water In 2020 wordt gestart met het uitwerken van de sociale en economische opgave in Banne Noord. en grenzend aan de A10. Vanwege deze Daarbii zin de b de prioriteiten leidend aarbij zijn de bovengenoemde prioriteiten leidend. barrières is de buurt relatief geïsoleerd. Op basis hiervan wordt bepaald waarop er in 2020 De afgelopen jaren zijn enkele voorzieningen extra wordt ingezet en welke projecten en activiteiten verdwenen uit de buurt en namen gevoelens worden opgestart. van onveiligheid onder bewoners toe. Bewoners kampen onder andere met Bewoners en gemeente hebben de komst van een , tijdelijke jeugdplek in Banne Noord verkend. Het idee armoede en laaggeletterdheid. . is samen met jongeren uit de buurt bedacht, passend bij het beleid om vroegtijdig schoolverlaten te Buurtprioriteiten 2019-2020 verminderen en voorzieningen bereikbaarder te maken. Het gebouw moet een huiskamer, een Voor de aanpak van ontwikkelbuurt Banne Noord keukentje en een ruimte voor huiswerkbegeleiding gelden de volgende prioriteiten: hebben, voor kinderen van verschillende leeftijden. De gemeente is met bewoners in gesprek om zorgen m Terugdringing van het grote aantal vroegtijdig over de gevolgen van een keuze voor deze locatie schoolverlaters; weg te nemen. m Meer aandacht voor laaggeletterdheid, problemen met een lichte verstandelijke beperking en Rondom het Parlevinkerplein is samen met bewoners armoede verminderen; en ondernemers de omgeving op inventieve wijze m De bereikbaarheid van voorzieningen en (buurt) opnieuw ingericht (zie ook het kader). De Hogeschool economische functies verbeteren. van Amsterdam sprak het afgelopen jaar met organisaties en ondernemers rond het plein (onder andere Rochdale, het lokale theater, de kledingbank, coffeeshop, basisschool) en met omwonenden. De Theaterstraat, een theatercollectief uit Banne Noord, gaat hier verder mee aan de slag. Samen met studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht ontwikkelden zij een game om de lokale kennis van ouders en opvoeders om te zetten naar ideeën voor de openbare ruimte. Stichting WOON heeft in Banne Noord en Zuid twaalf bijeenkomsten of groepsinterviews georganiseerd, sprak ongeveer driehonderd bewoners en richtte vijf thema-meedenknetwerken op. In deze netwerken kunnen bewoners meedenken over hun buurt. 63 Banne Noord Corporaties Gebiedsontwikkeling De sociale huurwoningen in Banne Noord zijn in het De verkenning van kansen (principenota) voor bezit van Rochdale, Stadgenoot, Eigen Haard en Banne Noord is op 18 december 2018 vastgesteld Ymere. Er wordt door Rochdale gewerkt aan de door de gemeenteraad. Er wordt aan een projectnota sloop-nieuwbouw van bedrijfspand De Parlevinker en gewerkt, parallel aan het programma Aardgasvrij. van een seniorencomplex. Gesprekken met de Als één van de eerste buurten zal Banne Noord van bewoners van dat laatste complex volgen. Mogelijk het gas af gaan. Hoeveel woningen van het totale zal het seniorencomplex verhuizen naar de nieuw- aantal in Banne Noord (2588) aardgasvrij worden, is bouw op de plek van De Parlevinker. Begin 2020 nog niet bekend. De gemeente, Nuon/Vattenfall, de moeten zij samen een voorkeursscenario opstellen. corporaties (met uitzondering van Ymere) en Alliander overleggen hierover met bewoners. Naar aanleiding van een petitie van bewoners heeft corporatie Stadgenoot afgesproken dat de komende tien jaar geen sloop-nieuwbouw plaatsvindt in het Duurzaamheid van de woningen complex de Binnenvaart. Stadgenoot heeft de EE slechtste portieken van een ander complex opnieuw Woningen in Banne Noord hebben relatief (dat is in geschilderd en schoongemaakt. Het komend jaar vergelijking met andere ontwikkelbuurten in dit plant deze corporatie om in een ander complex alle stadsdeel) een redelijke energetische kwaliteit. kozijnen, daken en ventilatie te verbeteren — zonder 93% van alle woningen bevindt zich in de bovenste huurverhoging. drie segmenten van energielabels. De buurt heeft geen enkele woning met label E‚ F of G. Afgelopen jaar en dit jaar vervangt woningbouw- corporatie Ymere bij verschillende VvE's de rookgas- afvoerkanalen. Daarnaast is een aantal verwaarloosde tuinen en balkons verbeterd en investeerde Ymere — samen met het stadsdeel — in de openbare ruimte. Van de kleine groep woningen van Eigen Haard in Banne Noord gaat deze corporatie het grootste deel bij mutatie verkopen, een klein deel in de middenhuur verhuren en een klein deel (grote woningen) voor sociale huur behouden. Deze corporatie heeft het afgelopen jaar buitenschilderwerk uitgevoerd aan een complex. De twee WvE's van Eigen Haard hebben wijkbeheer ingehuurd. Voor 2020 staan kleinere werkzaamheden in de planning. 64 Project in beeld: De Parlevinker Dit was vroeger echt het centrum van de buurt! nieuw leven inblazen. Het zal met nadruk een Winkels, een snackbar en een buurtcentrum. Die culturele functie krijgen, werkplekken, horeca voorzieningen werden verplaatst naar het nieuwe en aanvullende sociale voorzieningen. Ook de winkelcentrum in Banne Zuid. De Parlevinker ligt moskee is geïnteresseerd in een plek en de er nu leeg en kaal bij. ‘Daar zijn we als gemeente Vierwindstrekenschool aan het plein zal ook verandering in aan het brengen’, vertelt de nieuwbouw krijgen. Er zijn hier en daar nog wel projectleider in Banne Noord. ‘In De Parlevinker wat nostalgische gevoelens over hoe het was. en de Rietwijker huizen op dit moment al veel Dat zal niet in die vorm terugkomen, maar er tijdelijke gebruikers, deels uit de creatieve sector. komt wel weer een leuk, bruisend en vooral Als gemeente faciliteren we dat. Met de nieuwe leefbaar plein terug.” plannen voor De Parlevinker willen we het plein pe: Al ij Lr SEREEN NZ oe hm ital DN | De te 4 Se! ij: 5 5 Ti | oi SU en k nr ita 400) Nn St df IN Cn ie | | ON! wered 2 EN nn PD TE ane : ” : ee see ee Ee ES …p 65 Noord EN Banne Zuid Banne Zuid ligt in Amsterdam-Noord, Initiatieven tussen de IJdoornlaan, de Buiksloterdijk, OO de Kadoeler Scheg en het Noordhollandsch _ Het afgelopen jaar is vanuit de Ontwikkelbuurten- Z . . aanpak geïnvesteerd in stichting VoorUit (zie ook Kanaal. De buurt is in de jaren zestig en h a: et kader). Deze stichting brengt in een reeks zeventig gebouwd voor de middenklasse. Amsterdamse buurten bewoners, studenten en Sinds 2004 hebben de gemeente en organisaties samen. De studenten wonen in een corporaties een stedelijke vernieuwing seniorencomplex van Eigen Haard samen met oudere uitgevoerd in een deel van de buurt. Het is bewoners. Om ontmoeting en veiligheidsbeleving te vooral in Banne Zuidwest dat bewoners nog bevorderen organiseren zij activiteiten. Het afgelopen te kampen hebben met sociale achterstand, jaar organiseerden studenten een vragenuurtje in de en. . Openbare Bibliotheek, waar ouderen vragen konden gevoelens van onveiligheid en overlast. stellen over sociale media en internet. Ook vond elke week een spelletjesmiddag plaats en organiseerden de studenten activiteiten met ouderen over veiligheid Buurtprioriteiten 2019-2020 In de buurt. Voor de aanpak van Banne Zuid gelden de volgende Ook is gewerkt aan de realisatie van een jeugd- prioriteiten: voorziening in Banne Noord, waar de jeugd uit Banne Zuid van zal profiteren. Daarnaast is een bedrag m Onveilige plekken die bewoners in de openbare gereserveerd om de afvaloverlast in Banne Noord en ruimte ervaren, beperken; Zuid tegen te gaan. m Realisatie van een jeugdvoorziening met activiteiten voor verschillende leeftijdsgroepen; Om bewoners te ondersteunen, heeft stichting m Kansen bieden voor bedrijvigheid in de buurt IWOON in Banne Noord en Zuid twaalf bijeen- voor bewoners en ondernemers. komsten of groepsinterviews georganiseerd, ongeveer driehonderd bewoners gesproken en vijf thematische meedenknetwerken opgericht. 66 Banne Zuid Corporaties Gebiedsontwikkeling In de Banne Zuid hebben woningbouwcorporaties In de Banne Zuid worden plannen gemaakt om in Ymere, Stadgenoot, Eigen Haard en Rochdale bezit. beeld te brengen wat er nodig is in de buurt de Om de veiligheid te verbeteren, zijn door Ymere komende jaren. De verkenning van de fysieke kansen inbraak werende maatregelen genomen in het wordt uitgewerkt in een principenota, die naar complex Kadoelerbreek. Daarnaast zijn in alle verwachting in het voorjaar van 2020 klaar is. Kansen gemeenschappelijke trapruimtes extra trapleuningen liggen vooral in het verbeteren van de openbare geplaatst. ruimte, de fiets- en voetgangersverbindingen, de veiligheid en het beter bereikbaar maken van Stadgenoot is in de Viermasterstraat begonnen met maatschappelijke voorzieningen. Parallel daaraan de verbetering van de gemeenschappelijke tuinen worden sociale kansen uitgewerkt. met als doel meer overzicht en veiligheid, minder zwerfvuil en blije bewoners. Verder ondersteunde Het doel reikt echter verder dan het fysiek en sociaal Stadgenoot buurtkamer de Klipper — een ruimte waar versterken van de buurt. Grote delen van Banne Zuid buurbewoners elkaar ontmoeten. In 2020 wordt zijn sinds de stedelijke vernieuwing al van het gas af, volgens plan een gemeenschappelijke tuin verbeterd net als het ziekenhuis. In Banne Zuidwest gaan zowel en onderhoud gepleegd aan het vastgoed. Daarnaast Stadgenoot als Rochdale de komende jaren over op bereidt Stadgenoot vervanging voor van de stadswarmte. Een enkele VvE is de mogelijkheden op collectieve verwarming (mogelijk aardgasvrij), en dit gebied al aan het onderzoeken. wordt de transformatie van de plint onderzocht. Door Rochdale is geïnvesteerd in de woning- complexen in Banne Zuidwest, in lijn met de relatief Duurzaamheid van de woningen grote overlast in dit deel van de buurt. Corporatie eee Alliantie voegt in Banne Zuidwest woningen toe voor De duurzaamheid van de woningen in Banne Zuid is onder andere statushouders. Eigen Haard werkt aan beter dan die van ontwikkelbuurten elders in de voorbereiding van renovatie van seniorencomplex _ stadsdeel Noord. Bijna een kwart van alle woningen Statenjachtstraat. in deze buurt heeft energielabel A. Er staan bijna geen woningen met energielabel F of G. Toch heeft ook 29% van de woningen energielabel D of F. 67 Banne Zuid Project in beeld: Studenten wonen samen met ouderen Een aantal studenten in Banne Zuid wonen samen wandelen en de studenten helpen de senioren met zo'n honderd senioren. Met zijn allen wonen met de computer en social media. Los van het ze in een flat van woningcorporatie Eigen Haard gezelschap geeft het de senioren ook een veilig in de Statenjachtstraat in de wijk Banne Zuid. gevoel dat de studenten in de flat wonen. De Vanuit Stichting VoorUit besteedt de student tien wijkbeheerder van Eigen Haard ziet ook dat uur per week aan het organiseren van sociale en het samenleven van senioren met studenten creatieve activiteiten voor de senioren in de flat. werkt. ‘De jongeren melden dingen die ze In ruil daarvoor mag de student gratis in de flat zien gebeuren in de flat. Zaken die anders niet wonen. Een keer per week gaan ze breien en gemeld worden. Dit is echt een win-win situatie’ andere creatieve dingen doen, ze gaan samen b | | ° | / E | DRE $ 10 4 E ] e df À | | 5 | 5 SOCIAAL PLAN -& 4 5 @ Ain er Ee ard hd ne B À ie 440) Í nt De f Ì 7 ee el : keen & IRE Te Meeter: ie EE N 5 | ri | En \ N ee en ae Ze ads as 5 NO Nn En Ee NK Ee RE en En re 4 ZES B Ee ln k EE et en Gee ee ed Ee EREN rn REE. NN e oi eer g Et bren EE a en 4 rr — ; ) on EEE E: le en Ree ns & Ee a = 5 Peene MEE Ee 5 7 Ei 5 De : 5 E PS 5 sm Ene 4 e hen pn z % ze er a oe OEE Hiken SER EN S 68 Noord Vs, AKO Ta Er Molenwijk is een groene woonwijk in het Initiatieven noordwesten van Amsterdam, omringd door de verhoogde Stellingweg en de De openbare ruimte is op sommige plekken slecht . onderhouden. Er is veel achterstallig onderhoud. Molenaarsweg. Architect Klaas Geerts R an f ecent zijn in de openbare ruimte enkele grote ontwierp de indrukwekkende molenvormige verzakkingen in de buurt aangepakt en geëgaliseerd. flats in de jaren zestig volgens de In de vernieuwde Stellingwegflat komt een gemeen- modernistische principes van zijn bekende schappelijke ruimte beschikbaar voor bewoners en collega Le Corbusier. Deze eenzijdige opzet een aparte ruimte voor de maatschappelijk dienst- van scheiding van functies maakt helaas ook verlener. Ook heeft de gemeente geïnvesteerd in een d es es apart bewonersbudget voor het interim beheer van at de buurt weinig voorzieningen heeft … de flatgebouwen. De Molenwijk is een mooie, groene waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. wijk, maar deze eigenschap moet worden versterkt. Een eerste stap in de meerderjarige aanpak van de vervuiling is bijvoorbeeld de versiering met bloemen- Buurtprioriteiten 201 9-2020 tapijten rond de afvalcontainers. De Molenwijk is een mooie buurt, maar heeft op Molenwijk heeft dringend behoefte aan ontmoetings- bepaalde thema's extra inzet nodig. Voor de aanpak plekken. Aan de zuidkant van Molenwijk ligt zo’n van de Molenwijk gelden de volgende prioriteiten: soort plek: de bijzondere kinderboerderij en natuur- speeltuin Diereneiland. Stichting Spin en vrijwilligers m Het wegwerken van het grote achterstallig organiseren hier verschillende activiteiten (hutten onderhoud in de openbare ruimte; bouwen, een moestuin en een bijenkolonie onder- m Locaties met wijkvoorziening en activiteiten houden). Dankzij het Ontwikkelbuurtenbudget gericht op ontmoeting bevorderen; verbetert de gemeente hier Diereneiland zelf — en de m De laaggeletterdheid onder bewoners van bereikbaarheid ervan voor bewoners uit de omgeving de Molenwijk terugdringen. en omliggende buurten (zie ook het kader). Dit sluit aan bij het beleid van het stadsdeel om in het kader van de Ongedeelde Wijk tegenstellingen en twee- delingen binnen en tussen buurten tegen te gaan. Bewoners worden nauw bij lokale veranderingen betrokken. In 2019 hebben bewoners van de Molenwijk gestemd op plannen om hun buurt mooier en leuker te maken. Deze plannen waren ideeën van de bewoners zelf. Het stemmen verliep online met de website Molenwijk Kiest. Bewoners konden ook in de lokale bibliotheek stemmen. Het resultaat was een hoge opkomst van stemmers. De stemronde leverde vier plannen op (hoge bankjes, fitnesstoestellen, 69 Molenwijk picknicktafels en een bijenkorf). Het participatie- Gebiedsontwikkeling budget van de Ontwikkelbuurtenaanpak financierde TT het stemproces. In de Molenwijk worden fysieke plannen gemaakt, maar ook aan sociaaleconomische aandachtspunten Bij de uitvoering van Molenwijk Kiest heeft de wordt gewerkt. Samen met partijen in de buurt, gemeente expliciet rekening gehouden met het waaronder de corporaties Eigen Haard en De Alliantie, relatief grote aantal laaggeletterde buurtbewoners. heeft de gemeente in maart 2019 een gebiedsuit- Daarom zijn in de buurt momenten gecreëerd waarop werking opgesteld. Dit is een ambtelijk document op bewoners in gesprek konden over dit initiatief en basis waarvan een verkenning van kansen (principe- werd uitgelegd waar zij hun stem konden uitbrengen. nota) wordt uitgewerkt. In aanloop daar naar toe zijn Om bewoners te ondersteunen om invloed uit te in 2019 de wensen, mogelijkheden en kansen oefenen, heeft stichting WOON gesprekken gevoerd verzameld. De gemeenteraad wordt hier medio 2020 en een bewonersbijeenkomst georganiseerd. over geïnformeerd. In het vervolgtraject (de haalbaar- heidsfase of projectnota) wordt een plan van aanpak voor de sociaal-economische thema's opgesteld. Corporaties En ‚ TT Het doel is niet alleen om Molenwijk op fysiek en In de Molenwijk hebben de woningbouwcorporaties sociaal vlak krachtiger te maken — de buurt moet op De Alliantie en Eigen Haard bezit. Het afgelopen jaar termijn ook aardgasvrij worden. In het kader hiervan hebben bewoners en De Alliantie, met ondersteuning _ is in het voorjaar van 2019 een eerste bijeenkomst van WOON, zich gericht op de voor de buurt belang- georganiseerd. De verschillende partijen onderzoeken rijke thema's van wonen en parkeren. Een groep op dit moment de mogelijkheden. Woningbouw- bewoners heeft op eigen initiatief een aanvullend corporatie De Alliantie heeft plannen om vijf flat- scenario opgesteld voor warmteoplossingen in de gebouwen (vierhonderd woningen) te verduurzamen buurt. De corporatie gaat dit scenario verder en aardgasvrij te maken. Inmiddels is ook gestart met onderzoeken op haalbaarheid. het betrekken van de bewoners van de VvE's. Een langdurige wens van bewoners was om betaald parkeren voor bezoekers in te voeren op het maaiveld Duurzaamheid van de woningen van de garages van De Alliantie. Dit is uitgevoerd in eee eee 2019. Intussen wordt verder gewerkt aan de plan- De Molenwijk heeft relatief veel woningen met vorming voor de sloop-nieuwbouw van de garages. label D. Deze buurt heeft nauwelijks woningen met De Alliantie won het afgelopen jaar de Circulaire energielabel A. Hoewel er ook weinig woningen staan Challenge van de gemeente. Het doel is om hiermee met label F of G, heeft 21% van de huizen label E. te streven naar minder parkeerplaatsen en deel- mobiliteit. Daarvoor kijkt De Alliantie goed naar de mobiliteitsbehoeften van de bewoners. Bewoners en de corporatie gaan in 2020 gezamenlijk verder met dit onderwerp. Eigen Haard werkt inmiddels aan de voorbereiding van de renovatie van de seniorenappartementen in de Stellingwegflat. Deze flat wordt dan ook uitgebreid met zestig appartementen. 70 . . . . …. Project in beeld: Diereneiland Molenwijk Het Diereneiland is een plek in Molenwijk voor moestuin. Zo wordt het Diereneiland een fijne kinderen. Een speeltuin en een kinderboerderij, plek voor alle leeftijden. Er wordt gekeken omgeven door water. Het eiland krijgt een hoe de verbindingen met de overige buurten opknapbeurt. Er komt een nieuw gebouw, en ook verbeterd kan worden, zodat straks nog meer de buitenruimte wordt mooier gemaakt. In het bewoners van Noord kunnen genieten van het gebouw komt een goede keuken. Buurtbewoners vernieuwde Diereneiland. kunnen straks voor elkaar gezond koken uit de he an 1 \ sli WA BETULA RN EE NR N NINE Lt A EE ie 9 NW SAKE S IN MOE ik ml Van LW ZERE ved SND AR iik PE ” gn TE a Di ban NZ li ER En PA tn Oe MRP Dd Tm me AN ó el AREA ES UD EN DK es NV NID \ WEE Ne a IP, NE EER Ef EN, En f u BEE AE RP ss Een ER Î - Á p KJS fi POE ES Bà gn ke GPe 7; Ö / lS | he Ie on e-H EA, d mnd se : k En - Dein 4 4 en pe Jl P k e Pe 4 el A TR EE ze nf ì ë ria Ì 5 Et rd | , N en 3 ne ke n kil ne ZN gf ij \ 7 er an 8 b wigs aj Ea ÁS en han \ Aen B 8 de Ee ea 8 OM pe es an eN EE AR Aen Á Ee le. ER B B ae eN a SE , ner es 3 EN WSF rd ed fg En nn - Ei a De ne jl Ee | Ee en ed A GE Ee ren | | TR VE nn ne ener oe 3 Dn ni | EN ee ne \ Et f nn 6 en OO ee EC NE et na TnT DE s ie Pi ere Re en EE En Rn PRE : # ze EA fend zi rt En kes Ad à es Ed Be Ë e a 5 EE À é Ln en TA in Sn ee hd he ge he an = 71 Noord Ja OS IJplein-Vogelbuurt De IJplein-Vogelbuurt is onderdeel van Initiatieven Oud Noord. Er wordt ingezet op een OO verbonden gebied waarbij de bouw van In de Vogelbuurt wordt een armoede-aanpak gestart . . die het ondersteuningsaanbod voor de bewoners nieuwe woon-werkgebieden samengaat met inricht op basis van de behoeften van bewoners en de de benodigde investeringen in de bestaande aanwezigheid van belangrijke sleutelfiguren in de wijken. Daarbij gaat het niet alleen over wijk. Dit programma ‘De armen ineen’ verbindt de het opknappen van de openbare ruimte expertise uit de buurt (ervaringsdeskundigen) met de en nieuwe verbindingen tussen wijken, maar kansen en mogelijkheden die vanuit het gemeentelijk ook over investeringen in voorzieningen beleid beschikbaar zijn. Het doel is om meer : … … bewoners uit de armoede te halen. (plekken en programmering). Tegelijkertijd blijft het verbeteren van de sociaal- De kwaliteit van de openbare ruimte in de buurt laat economische positie van bewoners en op sommige plekken te wensen over. In het kader van leefbaarheid een belangrijke doelstelling 'De ongedeelde wijk’ zijn diverse samenwerkings- voor de IJplein-Vogelbuurt. afspraken gemaakt met betrokken partners, waaronder een integrale visie op de aanpak van de Meeuwenlaan en een pleinenaanpak voor de IJplein- Vogelbuurt, om zo de verbinding tussen de bestaande Buurtprioriteiten 2019-2020 buurt en het nieuw te ontwikkelen Hamerkwartier te ee versterken en een ongedeelde wijk te realiseren. De IJplein-Vogelbuurt vraagt op een aantal punten om extra inzet. Voor de aanpak van deze buurt gel- In fasen pakt woningbouwcorporatie De Key de den de volgende prioriteiten: grootschalige verbetering op van De Punt. Na afloop van de bouwwerkzaamheden zullen de openbare m Het wegwerken van achterstallig onderhoud in de ruimte en de inrichting van de pleinen in dit deel van openbare ruimte; de buurt definitief verbeterd zijn. Ook elders wordt m Diversificatie van de voorraad corporatiewoningen de openbare ruimte verbeterd, onder andere door en een inhaalslag maken op het achterstallig een tijdelijk plantsoen in te richten op de oude onderhoud aan deze woningen; bouwplaats van de Noord-Zuidlijn (de Buurthaven). m Verminderen van een aantal buurtbewoners Hier worden tal van activiteiten georganiseerd voor in (langdurige) armoede en met schulden- en door buurtbewoners zoals de Soeptuin, de problematiek. hondenspeeltuin en de Gallische tafel. In het kader van ongedeelde wijk en de verbinding van de buurt met het Hamerkwartier zijn door de gemeente en de vijf corporaties ambities geformuleerd over het bouwen van woningen voor kwetsbare doelgroepen, doorstroming, woningonderhoud en buurtschouwen. Deze afspraken vormen de basis voor 72 IJplein-Vogelbuurt de verkenning van kansen (principenota) IJplein- Er wordt door Ymere al jarenlang samen met Vogelbuurt. Er is een buurtconciërge aangesteld die stadsdeel, politie en zorgorganisaties een complex- nauw samenwerkt met de gebiedsmakelaars. gerichte aanpak uitgevoerd. Via data-analyse en Daarnaast is er gestart met een plan voor de 1-op-1 gesprekken met huurders zijn kansen en buurteconomie. problemen op sociaal, ruimtelijk, criminogeen en economisch vlak in beeld gebracht. Hierop zijn onder Ook opende de gemeente samen met de corporaties andere een servicemonteur voor het complex de Samenwerkingsplek (co-creatieplek) in de buurt aangesteld en werden dertig bewoners doorverwezen van het Spreeuwenpark, waar bewoners uit de naar zorg- en hulpverleners. Iplein-Vogelbuurt geïnformeerd worden over de ontwikkelingen. Zo kunnen ook professionals elkaar Rochdale heeft grootschalig onderhoud gepleegd kunnen ontmoeten om samen te werken aan de buurt aan verschillende complexen in de buurt. Daarnaast (zie ook het kader). heeft de corporatie het Proefblok opgeleverd. Corporaties Gebiedsontwikkeling In de IJplein-Vogelbuurt hebben de woningbouw- Op dit moment wordt een verkenning van kansen corporaties Ymere, de Key, Stadgenoot, Rochdale en (principenota) opgesteld voor de IJplein- en Eigen Haard bezit. De gemeente streeft naar het Vogelbuurt. Deze wordt medio 2020 geagendeerd in verbinden van de buurt met het aangrenzende de raadscommissie Wonen en Bouwen. Hamerkwartier. Eigen Haard investeert daarom samen met het stadsdeel in ‘De academie van de stad’. Via initiatieven als het buurtdiner voor status- en Duurzaamheid van de woningen stadspashouders wordt de verbinding van de IJplein- OUÁ Oee Vogelbuurt met het Hamerkwartier versterkt. De IJplein-Vogelbuurt heeft relatief veel woningen met label C en G. Een kwart van alle woningen in Verder verbouwde de corporatie Stadgenoot in 2019 deze buurt heeft het laagste energielabel. twee scholen tot 34 woningen voor jongeren en jonge Desondanks heeft ruim een derde van de woningen statushouders en is door het project ‘Muziekstraat' aan energielabel C. kansarme jongeren de mogelijkheid geboden om met muziek bezig te zijn. Intussen wordt door de corporatie de renovatie van woningen aan de Fazantenweg voorbereid en wordt samen met het stadsdeel gewerkt aan een aanpak om de zelfredzaamheid van kwetsbare bewoners te vergroten. 73 Project in beeld: samenwerkingsplek voor bewoners in de buurt Begin 2019 ontstond het idee om een aanwezig zijn. Bovendien wil de gemeente steeds samenwerkingsplek in de buurt te openen meer plannen maken samen met bewoners. voor bewoners. In de Vogelbuurt en omgeving Er is extra geld beschikbaar om de buurt te verandert veel. Het is goed om bewoners verbeteren. Plannen zullen op de aangegeven daar nog meer bij te betrekken, vindt de momenten met de buurtbewoners besproken gebiedsmakelaar. ‘Vijf corporaties en twee worden. Het is met nadruk de bedoeling dat projectteams houden zich bezig met deze buurt. organisaties en buurtbewoners samen de weg Op deze manier kunnen ze meer in de wijk naar een samenwerkingsplek organiseren.’ een waden he N ck . De à ax / lo en pe CHO pe nn SK E 0 LA LA GE |P | Winkel | Workshops | P Á A vj 4 Cl NT wen pe 7 EE Î A, St) ia 8 ‚online ze. m7 ik LJM | a EEA | | je es se} & be Wk Lj Ee en ed ee | Ë Ïi k Ad Eed Hie LIN Be EN ì Î 3 & Á Ne; Ede HD vam Me EKO \ re m EE Hy ti : ) | 8 4 Kh f in ue od 8 ir f ms EN VB | OV ged za Pl Md PA lW = Nm me as # K Aen A ; Sj En St EN di at A Ln CN IK B Pi ar Ee ea Lp PD Ke ET ger Te a Á \ Ne 74 Noord Volewijck De buurt Volewijck maakt onderdeel uit van Initiatieven Oud-Noord en ligt naast IJplein-Vogelbuurt en de oevers van het IJ. Dit deel van Noord Vanwege het achterstallige onderhoud wordt gestart bestaat uit de Van der Pekbuurt en de met het opknappen van de openbare ruimte in de oemenbuurt en de Heggerankweg. Daarnaast wordt Bloemenbuurt (respectievelijk ten noorden er in 2020 er een aantal tijdelijke kleine maatregelen en ten zuiden van het Mosveld), gebouwd getroffen om de verkeersveiligheid in de buurt te als een van de eerste tuindorpen in het verbeteren. Vooruitlopend op een definitieve noorden van de stad in de jaren twintig en oplossing wordt de rotonde Mosplein aangepast om dertig van de vorige eeuw. Ondanks de trek de snelheid te beperken. Op de Hagedoornweg , worden voorbereidingen getroffen om de verkeers- van nieuwe bewoners naar de Van der er … . veiligheid voor langzaam verkeer te verbeteren. Ook Pekbuurt telt de wijk relatief veel kwetsbare is er een buurtconciërge aangesteld om knelpunten in huishoudens. de openbare ruimte op het gebied van schoon, heel veilig op te pakken en erop toe te zien dat hier iets aan gedaan wordt (zie ook het kader). Buurtprioriteiten 2019-2020 ee Samen met bewoners werkt de gemeente aan een leef- Voor de aanpak van de Volewijck gelden volgende bare wijk. In de Bloemenbuurt-Noord (Floradorp) is prioriteiten: gestart met het buurtbudget. Bewoners kunnen plannen indienen ten behoeve van hun buurt en vervolgens m Het wegwerken van achterstallig onderhoud stemmen welke plannen uitgevoerd gaan worden. in de openbare ruimte; m Het creëren van een brede buurthuisfunctie Een belangrijke prioriteit in deze ontwikkelbuurt is het in de Van der Pekbuurt met plek voor jeugd; versterken van kwetsbare huishoudens. In de Volewijck m Het ondersteunen en versterken van kwetsbare is daarom een ‘Aanpak kwetsbare huishoudens’ huishoudens. Verschillende factoren kunnen ervoor gestart. Dit biedt extra hulp en ondersteuning bij zorgen dat mensen (tijdelijk) meer problemen allerlei sociale problemen. Er wordt gezocht naar een ondervinden in het dagelijks leven. Samen met passende locatie voor de Kluzzfabriek. Het buurthuis bewoners wordt gezocht naar oplossingen. van de Pek heeft zich gericht op een betere aansluiting van de programmering bij de buurtbewoners, om deze gewenste brede buurthuisfunctie bereikbaar te maken voor alle buurtbewoners. Komend jaar zal ook het buurthuis zelf worden verbeterd. Tevens wordt een aantal speelplekken opgeknapt. In de Van der Pekbuurt is het programma Aardgas vrij gestart. De stichting WOON is ten behoeve van dit project in 2019 begonnen met het opbouwen van een netwerk van bewoners. 75 Volewijck Corporaties Gebiedsontwikkeling In de Volewijck hebben de woningbouwcorporaties Op basis van gebiedsuitwerking zal een verkenning Stadgenoot, Eigen Haard, Rochdale, de Alliantie, de van kansen (principenota) worden gemaakt. De Key en Ymere bezit. Het afgelopen jaar is door verwachting is dat deze medio 2020 is uitgewerkt. Stadgenoot onder bewoners van de CX. Heggerank- De verkenning komt dan in de commissie Wonen weg onderzoek gedaan naar het verbeteren van hun Bouwen. In de Gentiaanbuurt is Team Aargasvrij van woningen. In 2020 gaat de corporatie hiervoor een start gegaan. Op dit moment zijn in het eerste blok al bewonerscommissie opzetten. woningen van het aardgas afgehaald. Om het onveiligheidsgevoel terug te dringen zijn Duurzaamheid van de woningen door Eigen Haard (samen met het stadsdeel) de mm achterpaden op de Heggerankweg afgesloten. Deze Het duurzaamheidspeil van de woningen in de paden brachten voor buurtbewoners een gevoel van Volewijck is laag. Slechts een kwart van alle onveiligheid met zich mee. Daarnaast is de corporatie woningen heeft energielabel A, B of C. 45% van de gestart met het opknappen van tuinen van kwetsbare woningen heeft zelfs label F of G. Dit staat in bewoners. In de Bloemenbuurt is in 2019 in samen- negatief contrast met woningen elders in de werking met de GGD, een aantal corporaties en het ontwikkelbuurten in Noord. stadsdeel een gezondheidsproject voor volwassenen uitgevoerd. Na vertrek van de projectleider is gestart met voorbereidingen voor een vervolgtraject. Ten noorden van de Van der Pekstraat (de Gentiaan- buurt) heeft de Ymere veertig woningen gerenoveerd Daarnaast is er door de corporatie een aantal portieken opgeknapt die kampten met achterstallig onderhoud. Dit geldt ook voor paden achter de woningen van Ymere. De achterpaden in de Van der Pekbuurt met achterstallig onderhoud krijgen een onderhoudsbeurt in 2020. In 2019 heeft Ymere 330 woningen voorzien van inbraakwerende voor- zieningen. Dit heeft het aantal woninginbraken sinds 2015 met 72 procent doen afnemen. In samenwerking met de gemeente zullen in 2020 nog eens 450 corporatiewoningen beter tegen inbraak worden beveiligd. 76 Project in beeld: Buurtconciërge Volewijck In de Volewijck is recent een buurtconciërge ruimte. Beide wijken zijn kwetsbaar en de sociale aangesteld. Veel bewoners en ondernemers samenhang is fragiel. Juist extra inzet in de in de Volewijck en IJplein-Vogelbuurt zijn openbare ruimte, met direct zichtbaar resultaat, bereid om hun steentje bij te dragen aan het versterkt de samenhang in de buurt en zorgt verbeteren van de openbare ruimte in hun voor een positieve sfeer. De buurtconciërge, (directe) leefomgeving. Om de initiatieven en die in beide wijken actief is, kan snel handelen betrokkenheid van bewoners in de wijk te kunnen en signalen van bewoners en ondernemers ondersteunen is het van belang dat er een doorgeven aan de desbetreffende afdelingen. aanspreekpunt is voor vragen over de openbare | N U N NS ST W Ee EN P, Pr nn 8 kN JN N ä es Ey hal: Bin Ke | KT Ln 8 dl ek \ SI is 4 hd < | b Er 5 bre pi VE en wl út UP AP | Î me = | SC Bd MJ hes MAD Á = nd = er Ì, AN 4 ne A RTS 8 ( EN 1e Ns „el e ROS ge DE HN 4 ed 5 ij ; 5  d : ln je ese, Ë 5 AE Ek „B Cl / ® Tkn dd a / ij, eert hd, ME es ok Á | ee KN Ee 5 ee À 4 3 77 . Ld uurzaamheld van Nieuw-West Dl de Woningen Slotermeer Noordoost Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Slotermeer Noordoost | Label E 102 3% 113 4% 335 11% Ontwikkelbuurten Label D Label D% | LabelE Label E ®% _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Slotermeer Noordoost 440 14% 1540 50% 220 7% 37 1% Couperus- en Dichterbuurt en de Noordoever van de Sloterplas Ontwikkelbuurten Energielabel «Label A Label A % Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Couperus- en Label E 5 0% 92 5% 369 18% Dichtersbuurt Noordoever Sloterplas ‚ Label E 147 9% 255 15% 286 17% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Couperus- en 214 11% 1113 56% 75 4% 18 1% Dichtersbuurt Noordoever Sloterplas 194 12% 575 34% 66 4% 9 1% Slotermeer Noordwest Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Slotermeer Noordwest | Label E 101 6% 95 6% 184 11% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E ®% _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Slotermeer Noordwest 174 10% 826 49% 88 5% 27 2% 78 . Ld uurzaamheld van Nieuw-West el de Woningen Lodewijk van Deysselbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Lodewijk van Label E 18 1% 74 5% 265 17% Deysselbuurt Ontwikkelbuurten Label D Label D % LabelE Label E % _ Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Lodewijk van 94 6% 862 56% 87 6% 29 2% Deysselbuurt Confuciuspleinbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Confuciuspleinbuurt Label E 227 12% 185 10% 385 20% Ontwikkelbuurten Label D Label D% | LabelE Label E ®% _ Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Confuciuspleinbuurt 169 9% 491 26% 145 8% 53 3% Geuzenveld Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Geuzenveld Label A 1646 25% 1137 17% 1321 20% Ontwikkelbuurten Label D Label D % LabelE Label E % _ Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Geuzenveld 712 11% 1193 18% 222 3% 36 1% 79 . Kd uurzaamheld van Nieuw-West Dd de Woningen Wildeman- en Blomwijckerbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Wildeman- en Label E 89 3% 455 17% 310 11% Blomwijckerbuurt Ontwikkelbuurten Label D Label D % ‘| LabelE Label E % Label F Label F % Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Wildeman- en 519 19% 892 33% 145 5% 23 1% Blomwijckerbuurt Reimerswaalbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Reimerswaalbuurt Label E 322 20% 105 7% 268 17% Ontwikkelbuurten Label D Label D % Label E Label E % _ Label F Label F % Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Reimerswaalbuurt 80 5% 550 35% 45 3% 68 4% De Punt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% De Punt Label E 373 13% 70 2% 465 16% Ontwikkelbuurten Label D Label D % ‘| LabelE Label E % Label F Label F % Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% De Punt 447 15% 1115 38% 101 3% 79 3% 80 . Kd uurzaamheld van Nieuw-West Dd de Woningen Jacob Geelbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Nieuw-West Label E 3038 8% 2590 8% 4435 16% Jacob Geelbuurt Label E 8 1% 9 1% 247 16% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _LabelE Label E % Label F Label F % Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Nieuw-West 3172 11% 10115 42% 1214 4% 386 2% Jacob Geelbuurt 129 9% 958 64% 20 1% 7 0% 81 . ® uurzaam eld van Zuidoost de Woningen H-buurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% H-buurt Label E 21 1% 690 20% 773 22% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% H-buurt 550 16% 1338 38% 17 0% 22 1% Venserpolder Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% Venserpolder Label C 311 7% 577 13% 3368 74% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E % _ Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% Venserpolder 254 6% 16 0% 10 0% 0 0% Duurzaamheid van de woningen Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% K-buurt Label C 1480 21% 1108 16% 1691 24% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE Label E ®% _ Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% K-buurt 1133 16% 1169 17% 1 0% 14 0% 82 . ® uurzaam eld van Zuidoost de Woningen E-/G-buurt Noord Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% E-/G-buurt Noord Label A 545 33% 88 5% 409 25% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% E-/G-buurt Noord 303 18% 242 15% 2 0% 0 0% Reigersbos Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% Reigersbos Label C 98 2% 848 20% 2684 64% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% Reigersbos 426 10% 20 0% 0 0% 13 0% Holendrecht Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% Holendrecht Label C 0 0% 1052 24% 2544 58% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% Holendrecht 333 8% 356 8% 12 0% 0 0% 83 . ® uurzaam eld van Zuidoost de Woningen E-/G-buurt Noord Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% E-/G-buurt Noord Label A 545 33% 88 5% 409 25% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% E-/G-buurt Noord 303 18% 242 15% 2 0% 0 0% Reigersbos Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% Reigersbos Label C 98 2% 848 20% 2684 64% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% Reigersbos 426 10% 20 0% 0 0% 13 0% Holendrecht Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Zuidoost Label C 2455 11% 4363 16% 11469 45% Holendrecht Label C 0 0% 1052 24% 2544 58% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % Label F Label F% _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Zuidoost 2999 12% 3141 13% 52 0% 49 0% Holendrecht 333 8% 356 8% 12 0% 0 0% 84 Duurzaamheid van de Woningen Waterlandpleinbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% Waterlandpleinbuurt Label E 704 12% 412 7% 1285 21% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% Waterlandpleinbuurt 1058 17% 1605 26% 95 2% 10 0% De Kleine Wereld Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% De Kleine Wereld Label C 0 0% 148 9% 377 23% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% De Kleine Wereld 216 13% 323 20% 62 4% 30 2% Banne Noord Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% Banne Noord Label C 268 10% 780 30% 1382 53% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% Banne Noord 153 6% 7 0% 0 0% 0 0% 85 Duurzaamheid van de Woningen Waterlandpleinbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% Waterlandpleinbuurt Label E 704 12% 412 7% 1285 21% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% Waterlandpleinbuurt 1058 17% 1605 26% 95 2% 10 0% Banne Zuid Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% Banne Zuid Label A 849 24% 526 15% 654 18% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% Banne Zuid 561 16% 464 13% 61 2% 4 0% Molenwijk Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% Molenwijk Label D 4 0% 142 10% 114 8% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ LabelE LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% Molenwijk 829 56% 317 21% 16 1% 0 0% 86 Duurzaamheid van de Woningen IJplein-Vogelbuurt Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% IJplein-Vogelbuurt Label C 229 5% 451 11% 1482 35% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ Label E LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% IJplein-Vogelbuurt 295 7% 274 7% 309 7% 1067 25% Volewijck Ontwikkelbuurten Energielabel Label A Label A % _ Label B Label B % _ Label C Label C % meest aantal aantal aantal voorkomend _ woningen woningen woningen Noord Label C 2190 8% 2865 13% 5925 24% Volewijck Label G 136 3% 406 8% 631 12% Ontwikkelbuurten Label D Label D % _ Label E LabelE % _ Label F Label F % _ Label G Label G % aantal aantal aantal aantal woningen woningen woningen woningen Noord 3817 18% 3722 14% 1342 5% 2615 8% Volewijck 705 14% 732 14% 799 16% 1504 29% 87 | EE blik itblik Kd Financiën: terugblik en vooruitbli Deze financiële stand van zaken wordt ter Doordat in 2019 veel is geïnvesteerd in het opbouwen kennisname aan de leden van de commissie van het netwerk in de buurt en het gezamenlijk Bouwen Wonen meegezonden. Het beeld dat in ontwikkelen van plannen, is de verwachting dat in 2020 deze bijlage wordt geschetst is op hoofdlijnen. sneller resultaten worden geboekt en dat de beschik- bare middelen de komende jaren alsnog worden Terugblik uitgegeven. In 2019 zijn in de buurten mooie en zichtbare resulta- Vooruitblik ten geboekt. Tevens is een groot aantal plannen in TT voorbereiding waardoor bewoners de concrete Per buurt is de opgave en zijn de belangrijkste priori- opbrengst van de ontwikkelbuurtenaanpak nog niet teiten in beeld gebracht. Tevens zijn plannen in altijd direct terug zien in hun buurt. voorbereiding en in ontwikkeling. Dat maakt dat beschikbare middelen in 2020 doelgericht gaan In 2019 is samen met bewoners gewerkt aan een groot worden uitgegeven. De begroting is ingedeeld volgens aantal plannen waarin de integrale opgave op buurt- een verdeling over de drie stadsdelen. Uitgangspunt in niveau in beeld is gebracht. Het gezamenlijk ontwikke- de bestuurlijke wens van wethouders en de raadscom- len van deze plannen kost tijd, maar levert ook veel missie om de proceskosten te verminderen en zoveel commitment en positieve energie op in de buurt. mogelijk budget naar de uitvoering van de ontwikkel- buurtenaanpak in de buurten te laten gaan. Het In 2019 zijn mooie resultaten geboekt maar is ook veel __ontwikkelbuurtenbudget wordt in 2020 gezien en (met name) voorbereidend werk verzet. Het opstarten behandeld als één budget voor de 32 buurten dat van veel zaken heeft meer tijd gevergd afhankelijk van de opgave wordt besteed. dan aanvankelijk gedacht. Dit heeft als gevolg dat niet alle beschikbare middelen voor ontwikkelbuurten zijn uitgegeven: er is sprake van een onderbesteding van 5 miljoen. Deze middelen worden in 2020 en Dit leidt tot de volgende begroting (op hoofdlijnen): de jaren daarna alsnog besteed aan de aanpak ontwikkelbuurten. Indicatieve begroting Budget Bijdrage ontwikkelbuurtenbudget 2020 ontwikkelbuurten stadsdelen Zuidoost Subtotaal 3.015.000,- 220.000,- Noord Subtotaal 3.015.000,- 220.000,- Nieuw West Subtotaal 3.015.000,- 220.000,- Lerende Aanpak Subtotaal 260.000,- 220.000,- Gezamenlijke inspanningen e/o proces Subtotaal 2.403.000,- 220.000,- Totaal 11.708.000,- 660.000,- 88 Besteding incidentele middelen AN re uw-We st Ontwikkelbuurten 2019 Fysiek Sociaal m Opknappen gebouw Speeltuin Confucius voor m Fietslab in Geuzenveld-Slotermeer Jongerenwerk in Geuzenveld m Pilot met een BuurtWerkKamer in Geuzenveld- m Ondersteuning voor New Metropolis in Slotermeer Geuzenveld-Slotermeer (ook Sociale Gelden) m Social placemaking in Geuzenveld m Bewonersplatform Wij Zijn de Wijk in de Jacob m Gezondheidsambassadeurs in de Jacob Geelbuurt Geelbuurt, de Couperusbuurt en Noordoever m Place-making in de Johan Huizingalaan in de van de Sloterplas Jacob Geelbuurt m Mentoraten in de Jacob Geelbuurt, Geuzenveld- m Nieuwe maatschappelijke invulling voor het Slotermeer en de Wildeman-Blomwijckerbuurt Kraemerschoolgebouw in de Wildeman- m Sport en bewegen voor kinderen en Blomwijckerbuurt volwassenen in de Jacob Geelbuurt en de m Verbeteren van de leefbaarheid in Lodewijk van Deysselbuurt winkelgebieden van Geuzenveld-Slotermeer m Impuls voor de Lodewijk van Deysselacademie tijdens de donkere winterperiode m Cascoland in de Lodewijk van Deysselbuurt m Speelplekken in Slotermeer (2) en Geuzenveld (4) (cofinanciering met Rochdale) m Programmering buurtevenementen in het = Intensiveren van Overleven naar Leven in de Eendrachtspark in Geuzenveld Lodewijk van Deysselbuurt m Uitvoeringsbudget voor omgevingsmanagement _m Versterken van taal en participatie in de rond het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld Lodewijk van Deysselbuurt m Geef Straten een Gezicht (buurtbewoners maken wm Nieuwe perspectieven op de Lodewijk van kennis met straatnaamgevers) in Geuzenveld- Deysselbuurt Slotermeer m Extra impuls voor de Stadsboerderij Osdorp bij m Street art voor het verbeteren van de openbare De Punt ruimte in Geuzenveld-Slotermeer m Bevorderen van bewonersbetrokkenheid m Drie buurtinlopen in de Dobbebuurt/Aireystrook, bij de Aanpak (Zwerf)vuil in De Punt, Couperusbuurt en Lodewijk van Deysselbuurt de Reimerswaalbuurt en Wildeman- = Buurttheater Van Deyssel met bewoners Blomwijckerbuurt door het Frascati Theater in de Lodewijk van m Inzet van veldwerk met volwassenen in de Deysselbuurt Reimerswaalbuurt m Aanbrengen van luifels boven de winkels op het wm Tijdelijke invulling van een braakliggend terrein Lambertus Zijlplein in Geuzenveld Reimerswaalbuurt m Verbetering van de openbare ruimte bij m Roadshow (Actieve Kinderen zijn Blije Kinderen) de speelplek “Loekoe” op Plein ‘40-45 in in Slotermeer Noordwest Slotermeer Noordoost m Naschoolse sportactiviteiten in de Wildeman- m Programmering van het Lambertus Zijlplein in Blomwijckerbuurt Geuzenveld = Buurtontmoetingen in de Wildemanbuurt m Vernieuwing van Plein '40-'45 met placemaking- __m Kwartiermaker Ons Huis in de Wildemanbuurt (in interventies samen met de buurtcoalitie Wij Zijn het gebouw van de oude Kraemerschool) Plein ‘40-45 = Buurtprogramma voor een beter bereik m Landmark in het Eendrachtspark en Landmark van kwetsbare bewoners in Wildeman- op het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld Blomwijckerbuurt m Vernieuwing van Plein '40-'45: grote evenementen met buurtcoalitie Wij Zijn Plein '40-'45 en co-creatie Atelier Wij Zijn Plein ‘40-'45 m Verbetering van het herdenkingsmonument in het Meerwaldplantsoen in Slotermeer Noordoost 89 Besteding incidentele middelen Z T id oost Ontwikkelbuurten 2019 Fysiek Sociaal m Kunst in twee onderdoorgangen bij scholen en m Programmering en beheer van een Talentenhuis bij een moestuin in de H-buurt in de H-buurt, Reigersbos en K-buurt m Opdracht voor een Bewonersvereniging met een _m Ondersteuning bewoners met een psychische Community Land Trust (CLT) in de H-buurt kwetsbaarheid in de H-buurt m Gebied rond het Cruijff Court in Holendrecht m Stimulering van sport en beweging met aangepast, zodat hier beter gesport kan worden sportcontainers in de K-buurt, H-buurt en m Een echte kerstboom voor de Bontekraai en Reigersbos kerstverlichting voor De Kameleon m Verbeteren, professionaliseren en versterken (Hart voor de K-buurt) van de buurteconomie door het inhuren m Bankjes op hoogte voor de ouderen winkelstraatmanager in Reigersbos (Hart voor de K-buurt) m Opzetten en operationaliseren van een m Een voetbalkooi en een speelplaats tussen buurtkeuken in een gebouw van Cordaan in Kantershof en Laag Kouwe (Hart voor de Reigersbos K-buurt) m Opzetten van een zelfredzame buurtplek in m Drie afgebakende hondenuitlaatplekken Venserpolder (Hart voor de K-buurt) m Organisatie van een Men's Cookout in de =m Opknapbeurt voor vijf jaar van Fort Kraaiennest E-/G-buurt Noord (Hart voor de K-buurt) m Pilot Activiteit voor groepsmannen in de m Sporttuin naast het Cruifveldje bij de E-/G-buurt Noord Kormelinkweg (Hart voor de K buurt) m Verbeteren van de toegankelijkheid van de m Een speeltuin optrekken (samen met sociale basis in de E-/G-buurt Noord ontwikkelaar Synchroon) en speeltuintje m Verhogen van de instroom van de havo/vwo in opknappen met extra toestel de E-/G-buurt Noord en de H-buurt (Hart voor de K buurt) m Beperken van geluidsoverlast in voetbalkooien Participatie (o.a. d.m.v. een groene geluidswerende haag) TE (Hart voor de K buurt) m Participatietraject met de bewonersvereniging m Diverse aanpassingen in de openbare ruimte Hakfort (o.a. bloemenbakken, stoepranden) in de K-buurt, H-buurt, Venserpolder en Reigersbos m Opknappen van een speelveldje bij het Renkumhof in Reigersbos m Plaatsen van prullenbakken en fietsnietjes in Reigersbos m Programmering, operationaliseren en verbouwen van de buurtlocatie De Brandweerkazerne in Reigersbos (ook sociale gelden) m Herinrichting van de openbare ruimte en schoolplein bij de school De Tamboerijn in Reigersbos m Circulaire werkplaats (groeiplaats) in Venserpolder m Pilot Grofvuil in Venserpolder m Speelplaats de Schakel in Venserpolder m Tijdelijke maatregelen om sport, spel en ontmoeten mogelijk te maken in een binnentuin in de E-/G-buurt Noord 90 Besteding incidentele middelen Ontwikkelbuurten 2019 Fysiek Participatie m Placemaking onder andere Parlevinkerplein m Voor nieuw te realiseren jeugdcentrum Ontwerp in de Banne. Uitgevoerd door de Nieuwe Banne gemaakt voor een nieuw Jeugdcentrum, locatie en de Hogeschool van Amsterdam en programmering. m Aanpak afvaloverlast in ontwikkelbuurten Banne mw Participatietool Molenwijk kiest! Noord en Zuid m Openingsfeest Parc des Rêves in de m Inzet van een ‘buurtconciërge! in ontwikkel- Waterlandpleinbuurt buurten IJplein/Vogelbuurt & Volewijck. m Beschikbaar stellen van bewonersbudget t.b.v. kleine aanpassingen in de openbare ruimte en rondom de flats in de Molenwijk m Realiseren van een nieuwe accommodatie op het Diereneiland in de Molenwijk m Aanleg van bloementapijten rond de resterende afvalcontainers in de Molenwijk. m Verbetering van de bereikbaarheid van Diereneiland in de Molenwijk voor met name bewoners van Tuindorp Oostzaan. m Verbeteren van de onderdoorgang van de flat IJplein-West in ontwikkelbuurt Vogelbuurt/ IJplein (cofinanciering met Eigen Haard). Sociaal m Realiseren van een tijdelijke Jeugdvoorziening in de Banne m Inzet Stichting Vooruit in Banne Zuid m Inzet op beter gebruik en bereikbaarheid van de Sociale Voorzieningen in de Kleine Wereld en de IJpleinNVogelbuurt m Inzet van outreachende opbouwwerkers in de Kleine Wereld m Inzet op het vergroten van kansengelijkheid voor kinderen in de Kleine Wereld en de Waterlandpleinbuurt m inzet van outreachend Kinderwerkers in de Molenwijk m Aanpak Kwetsbare Huishoudens in de Volewijck m Verbetering van de jeugdlocatie Kluzzfabriek 2.0 in de Volewijck m Opwaarderen van het Buurthuis Van der Pek in de Volewijck m Inzet van jongerenwerk en outreachende opbouwwerkers in de Waterlandpleinbuurt 91
Onderzoeksrapport
91
train
Motie Datum raadsvergadering > december 2021 Ingekomen onder nummer 819 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Grooten en Vroege inzake Beleidskader Buurtrechten Onderwerp Omgekeerde vitdaagrecht meenemen in uitvoering van buurtrechten Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief eerste ervaringen buurtteams Amsterdam Constaterende dat: — Het college voornemens is buurtrechten vast te leggen waarmee Amsterdammers gestimuleerd worden om initiatief te nemen; Overwegende dat: — voor het uitdagen van de gemeente Amsterdammers informatie, kennis, ondersteuning en vithoudingsvermogen nodig hebben; — communicatie vanuit de gemeente hierin essentieel is; — _in Groningen wordt gewerkt met het zogenaamde ‘omgekeerde vitdaagrecht’ waarin de gemeente inzichtelijk maakt welke taken voor welk geld in een gebied worden uitgevoerd; — _ hiermee de transparantie wordt vergroot en de communicatie actief bewoners uit kan dagen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Het omgekeerde vitdaagrecht mee te nemen in de uitvoering van de buurtrechten en in de evaluatie te kijken hoe deze zich verhoudt tot het normale vitdaagrecht. Indieners L. Grooten J.S.A. Vroege
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 320 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder BE Ingekomen op donderdag 13 maart 2014 Behandeld op donderdag 13 maart 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer De Goede en mevrouw Ruigrok inzake de uitgangspunten voor het wijzigen van de Verordening op de Straathandel 2008 (pilot(s) met privaat georganiseerde markten mogelijk maken). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 februari 2014 tot kennisnemen van de uitgangspunten voor het wijzigen van de Verordening op de Straathandel 2008 (VoS) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 247); Constaterende dat: — het door een gerechtelijke uitspraak niet mogelijk bleek om een privaat georganiseerde markt op IJburg te organiseren; — er nog geen uitspraak van de Raad van State is aangezien er eerst nog een zitting moet komen; — dat stadsdeel Oost de uitspraak en overwegingen van de Rechtbank heeft aanvaard, vandaar dat het stadsdeel na ampele overweging besloten heeft geen hoger beroep in te stellen; — door derden wel hoger beroep is ingesteld; Overwegende dat: — de Rechtbank overwoog dat de enkele wens om de waarborgen van de reguliere inschrijvings- en toewijzingsprocedure die in de hoofdstukken 2 en 3 van de Vos zijn geregeld niet in acht te nemen door een zogenaamde ‘markt op afstand’ te creëren, niet meebrengt dat er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, van de VoS, in het bijzonder op basis van de huidige toelichting daarbij, — de Rechtbank oordeelt dat het karakter van de te organiseren markt bepalend is voor de vraag of er sprake is van een bijzonder geval, eveneens op basis van de huidige toelichting daarbij. De rechtbank citeert hiertoe immers praktisch die gehele toelichting. Omdat de onderhavige markt op IJburg zich qua karakter en te verhandelen waren niet onderscheidt van andere reguliere dag- en weekmarkten in Amsterdam wordt deze door de rechtbank dus als ‘gewone’ markt gezien en niet als bijzonder, althans met de gegeven toelichting; — de raad het wenselijk vindt voor stadsdelen (of straks bestuurscommissies) om te experimenteren met privaat georganiseerde markten, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 320 Motie Datum 4 april 2014 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. de Verordening op de Straathandel (VoS) 2008 zo te wijzigen opdat het voor stadsdelen (of straks bestuurscommissies) mogelijk is om al dan niet op tijdelijke basis markten te kunnen laten organiseren door private partijen; 2. een of meerdere pilots te organiseren waarbij de mogelijkheid wordt geboden om op tijdelijke basis markten te laten organiseren door private partijen, dit totdat de Verordening op de Straathandel 2008 is aangepast; 3. de kennis die met deze vorm van organisatie wordt opgedaan wordt betrokken bij de modernisering van de Verordening op de Straathandel. De leden van de gemeenteraad, M. de Goede M.H. Ruigrok 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 512 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder AN" Ingekomen op donderdag 13 juni 2013 Behandeld op donderdag 13 juni 2013 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Molenaar en de heer Winsemius inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam (aanwijzing van Spuistraat/Nieuwezijds Voorburgwal als Plusnet Auto). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 april 2013 inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam, getiteld: ‘Amsterdam Aantrekkelijk Bereikbaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422); Constaterende dat: — het college voorstelt om Plusnet Auto uit te breiden met een “inprikker” via de Piet Heinkade, de Martelaarsgracht en de Spuistraat en/of de Nieuwezijds Voorburgwal; — de gemeenteraad een definitief ontwerp heeft vastgesteld voor de Martelaarsgracht; — de Nieuwezijds Voorburgwal in het kader van het Project 1012 is aangewezen als aan te pakken openbare ruimte ten behoeve van de verblijfsfunctie (Hart van Amsterdam); — de Spuistraat ook zonder toevoeging aan Plusnet Auto kan blijven functioneren als voorkeursnet goederenvervoer, Besluit: ontwerp-voordracht nr. 442 van 2013, de mobiliteitsaanpak Amsterdam, als volgt te wijzigen: op de overzichtskaart op blz. 37 de extra inprikker over de Piet Heinkade, de Martelaarsgracht en de Spuistraat/de Nieuwezijds Voorburgwal te schrappen en deze geen onderdeel te maken van het Plusnet Auto. De leden van de gemeenteraad, F.M. Molenaar R. Winsemius 1
Motie
1
train
| Ì | Pen | Van: .M.Ligthart [mailto:[email protected]] __Neuw-West Verzonden: maandag 20 december 2010 11:58 | OZ Aan: Raad | Orde. } Onderwerp: Adres Openbaar Vervoer Osdorperweg i £0 DEL 2010 > Pr ko Geachte Raad, EN 7, „OSE |___Archief Exemplaaf | | Connexxion regioliner buslijn 80 rijdt van Zandvoort via Haarlem en | Halfweg over de Haarlemmerweg via Slotermeer naar de Marnix- | straat. ij Tussen Halfweg en Plein 40-45 is deze regioliner kort na Halfweg | door het passeren van de stadsgrens geen regioliner maar een | cityliner. | Op het lijnstuk tussen Halfweg en Plein 40-45 worden door deze | cityliner lijn 80 geen passagiers opgenomen door het ontbreken van | haltes.Zij voldoet daarmede niet aan de verplichting tot het hebben van inkomsten ter gedeeltelijke financiering der kosten.De kosten- dekkingsgraad op dit lijnstuk is 0% hetgeen verboden is waardoor buslijn 80 op dit routestuk illegaal wordt geëxploiteerd. | Als de buslijn 80 route wordt doorgebogen via Osdorper- Ookmeer- weg,Allende- Slotermeerlaan zullen er op deze iets langere route de inkomsten hoger zijn dan de kostentoename. Op de Osdorperweg geldt een breedtebeperking van 2,30 meter terwijl de | Connexxion bussen 2,35 meter breed zijn.In Nederland | zijn diverse smalle wegen, vergelijkbaar met de Osdorperweg,waar- | op normale bussen rijden,waarvoor ontheffing is gegeven.Ook voor de | Osdorperweg kan aan de Rijksdienst voor het wegverkeer ont- ij heffing worden gevraagd en verkregen. | In de sloot aan de oostzijde der Osdorperweg zijn 52 kleine en 3 grote | dempingen.Daardoor is op veel plaatsen de Osdorperweg bre- | der geworden zodat de breedtebeperking steeds minder van toe- | passing is. | De gemeente is voornemens de Osdorperweg te reconstrueren | waardoor deze weg breder wordt en er een fietspad komt aan de | oostzijde. Daardoor is ontheffing naderhand niet langer nodig. | Wegens de hoge kosten zijn GVB en Connexxion niet bereid tot vervoer met busjes via de Osdorperweg. | De enige manier tot realisatie van uw wens tot Openbaar Vervoer | via de Osdorperweg vanaf 1-6-2012 t.g.v.de opening van een NS | station in Halfweg,is doorbuiging van route buslijn 80. | Daarom vraag ik U ontheffing aan te vragen voor het rijden van | bussen van 2,35 meter breed over de Osdorperweg. | Met vriendelijke groet, | Jan Ligthart. |
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1472 Publicatiedatum 27 september 2019 Ingekomen onder K Ingekomen op donderdag 19 september 2019 Behandeld op donderdag 19 september 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid A.L. Bakker inzake het raadsadres van het Adviesbureau Monster en de biologische boerderij De Boterbloem van 5 juni 2019 inzake de bestemming van deelgebied Lutkemeerpolder 3 in het bestemmingsplan Lutkemeerpolder (onmiddellijke staking werkzaamheden). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het raadsadres van het Adviesbureau Monster en de biologische boerderij De Boterbloem inzake de bestemming van het deelgebied Lutkemeerpolder 3 in het bestemmingsplan Lutkemeerpolder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1412). Constaterende dat er een aangenomen motie is met als dictum: 1. GEM dringend te verzoeken de ontwikkeling gefaseerd ter hand te nemen zodat zoveel mogelijk van de Lutkemeerpolder, aan open landschap en onverharde grond, zolang mogelijk kan worden behouden; 2. Geen gronden te verharden c.q. bouwrijp te maken, voordat de nieuwe gebruikers bekend zijn, de reserveringsovereenkomsten en de ontwikkeling van die kavels definitief zijn”; Constaterende dat er is begonnen met graafwerkzaamheden zonder dat aan deze voorwaarden is voldaan; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De werkzaamheden in de Lutkemeerpolder onmiddellijk te stoppen en zoveel mogelijk terug te draaien. Het lid van de gemeenteraad A.L. Bakker 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 25 januari 2022 Ingekomen onder nummer 051 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid IJmker inzake Rapportage deelmobiliteit 2022 Onderwerp Niet alleen huren, ook echt delen mogelijk maken Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Rapportage deelmobiliteit 2022 Constaterende dat -_Deelmobiliteit beleid nu alleen gefocust is op het verlenen van vergunningen voor het aanbod van deelvoertuigen met commerciële doeleinden -_Erook niet-commerciële vormen van deelvervoer actief zijn in Amsterdam zoals coöpera- tie DeelCentrum op IJburg -__Deze bewonersinitiatieven vaak tegen allerlei obstakels aanlopen zoals de benodigde rechtsvorm voor vergunningen en andere juridische overwegingen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Niet-commerciële vormen van deelmobiliteit ook op te nemen in toekomstige rapportages over deelmobiliteit en een plek te geven in de actualisatie van het gemeentelijk beleid deelmobiliteit 2023 Indiener(s), E.C. IJmker
Motie
1
discard
Bezoekadres | P Gemeente en mstel 1 Äm ste rd am 1011 PN Amsterdam | Postbus 202 5 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 6 amsterdam.nl | Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | == es | Datum 29 mei 2018 | Behandeld door Grond & Ontwikkeling, S. van den Eijkhof, [email protected] | Onderwerp __Raadadres van 19 februari 2018 over uw verhaal betreffende Havenstraatterrein | Zeer geachte / | Hartelijk dank voor vw brief d.d. 19 februari 2018 over uw verhaal betreffende Havenstraatterrein | aan de gemeenteraad. In vw brief vraagt u zich waarom u moet verdwijnen van het ij Havenstraatterrein, terwijl er niet wordt gebouwd op die locatie. U geeft aan dat v uw woon-en | werkplek nu dreigt te verdwijnen door woningbouw. U vraagt de gemeenteraad dan ook uw | situatie alsnog te bekijken. U heeft dit ook naar voren gebracht tijdens diverse | inspraakmogelijkheden. De gemeente begrijpt vw standpunt, maar heeft hierin een | belangenafweging te maken. In onderstaande reactie wordt dit uiteengezet. Eveneens geeft de gemeente uitleg over hoe het proces verder zal verlopen. De gemeente blijft hierover graag met u | in gesprek. Uw raadsadres is betrokken bij de vaststelling van het bestemmingsplan Havenstraatterrein in de | raadsvergadering van 14 maart 2018. In deze raadsvergadering is vnaniem besloten het bestemmingsplan vast te stellen. | Zoals reeds lange tijd bekend zijn de gronden op het Havenstraatterrein in eigendom van de | gemeente. Daarnaast is bekend dat deze tijdelijke situatie beëindigd c.q. gewijzigd zou worden bij | (her)ontwikkeling van het terrein. Met de 'Strategienota van 25 mei 2010 is besloten het | Havenstraatterrein te transformeren naar een hoogwaardig gemengd woon-werkgebied. Hiermee | is de belangenafweging gemaakt om op de plaats van het huidige terrein een nieuw stukje stad || toe te voegen met ruimte voor 5oo woningen (waarvan een groot deel voor lagere en | middeninkomens), gemengd met bedrijven, maatschappelijke dienstverlening, een basisschool en | horeca. | Op 6 en 18 oktober 2015 heeft u zienswijzen ingediend over het ontwerpbestemmingsplan | Havenstraatterrein. In bijbehorende nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan | Havenstraatterrein heeft v antwoord gekregen op de vraag waarom uw loods moet verdwijnen ten | behoeve van een groenstrook. ‘Om de nieuwe bouwblokken te kunnen realiseren is het noodzakelijk ij dat de huidige loodsen verdwijnen. Ook voor het realiseren van de bij deze dichtheden behorende | Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. | Gemeente Amsterdam “e' Datum 29 mei 2018 Pagina 2 van | « 3 À ed Í | openbare ruimte en het verbeteren van de aansluiting op Park Schinkeleilanden en de aansluiting van het groen op het beoogde buurtplein moeten een aantal loodsen verdwijnen. Naast de gewenste stedenbouwkundige ontwikkeling van het Havenstraatterrein is een belangrijk uitgangspunt van het | plan om de hoofdgroenstructuur te versterken. Dit gebeurt door het zuidelijk deel van het plangebied | als hoogwaardige groene inrichting te geven. Het bouwen in stedelijke dichtheid vraagt om een kwalitatief goede openbare ruimte. Bovendien draagt deze groene openbare ruimte bij aan een regenbestendige inrichting, waarbij wordt voorzien in voldoende capaciteit voor opvang van regenwater. Om de beoogde parkachtige inrichting te kunnen realiseren is het nodig dat de gemeente || de beschikking krijgt over de gronden. Daartoe worden de contracten voor tijdelijke grondhuur | opgezegd.’ | | Met de zittende gebruikers van het terrein worden afspraken gemaakt op basis van het | huurcontract dat zij met de grondeigenaar, te weten de gemeente Amsterdam, hebben en de | geldende wetgeving. Op basis van het huurcontract is de gemeente niet verplicht een alternatieve locatie aan te bieden. De gemeente is echter wel bereid de ondernemers bij het zoeken naar een alternatieve locatie te ondersteunen. | Voor een deel van het Havenstraatterrein zijn de grondhuurovereenkomsten reeds beëindigd, | voor het deel van het terrein waarop uw loods zich bevindt zullen de grondhuurcontracten | binnenkort worden opgezegd. Dit zal gebeuren volgens een vaste procedure die bij alle | grondhuurders het uitgangspunt is. De gemeente streeft ernaar om een minnelijke regeling te | treffen met de huurders over de condities van de ontruiming door middel van het sluiten van een | ontruimingsovereenkomst. De gemeente gaat daarom, direct na verzending van de | huuropzeggingsbrief, individueel met alle huurders in overleg, om te bezien of een | ontruimingsovereenkomst kan worden gesloten. Het doel van deze minnelijke regeling is: | 1. De huurder kan zo lang mogelijk de exploitatie voortzetten op het Havenstraatterrein. | 2. De huurder heeft meer tijd om te zoeken naar een alternatieve locatie ten behoeve van de | eventuele voortzetting van zijn/haar onderneming. | 3. De gemeente heeft de garantie dat de gronden ten behoeve van de planontwikkeling, tijdig | beschikbaar komen. | 4. De gemeente heeft de garantie dat zij de benodigde (bodem)onderzoeken ten behoeve van | | de planontwikkeling, tijdig en volledig kan uitvoeren. | 5. Het voorkomen van dure juridische procedures | Voor het betreffende perceel bent v een grondhuurcontract aangegaan voor de opslag van | rijwielonderdelen. Het gebruik van deze gronden als woonbestemming, waarin een bed & || breakfast wordt gevoerd, is in strijd met het voorgaande bestemmingsplan Schinkeleilanden uit | 2001. Er is geen huisvestingsvergunning afgegeven voor dit adres. Daarnaast is het alleen mogelijk | om een B&B te houden in een eigen woning. Hiervoor is dus ook geen toestemming verleent door | de gemeente. | | | | Gemeente Amsterdam Datum 29 mei 2018 Pagina 3 van 3 Binnenkort wordt er contact met v opgenomen over het opzeggen van het grondhvurcontract. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ter informatie geef ik v mee dat een afschrift van deze brief naar het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid en de gemeenteraad wordt gestuurd. | Pp | Met de meeste hoogachtirg, | | Eric van dér-Búyó | Wethouder R ordening | | E 4 | | m | a | | | | | : | | | | Í | Í | | | | |
Raadsadres
3
train
VNO En MN Á | £ Ï 1 d mai 7 di 6 EN ek K 5 el OO A ESE TA gr ba a ee ed Á LA vid” pe Es : eek 6 + a OA A READ Rs bed BR A VA dik LE BE : ge z 3 * (li \ Ì + zo 7 6 er En j a a : A es EP WS inte Zojn Kr en vi Ei Le ARR. ene. ze Ks PET, Gek En KE Ti es A <t Ml EDE A EK ID ERCHTES p ’ ï 5, ie : TE EN ve a Ek dk ee. Hes ee : mn A EEE AE OT DME, k er Pt 5 EN NE en rr NE hie 3 ni Te zie a et ' : RE A A EE AE A Ee s d ie e ze iT: ke (MI ï ESE zi ; nd A rf 7 eg 5 ok ij 5 4 ge 3% Er ee : 3 ES i eran Ô SSN vit A ig Sen ES Bets En ai Ne EE Ee AE eN ns E À bergen EE A DOEN AE | RC ie | 4 5 7 er : EA if it | tE f n #, Eid ee tt ADM ie 5 oe ke EE re mr z NE EEA pe een nt ek Be ke Ae EP oe EV her EAN, en gn Kee AE OT eN A | ns A EES Lj En in DD) is 3 nt ode en B PE on EEM) ki td re SE idd “rd A be E 6 ie ha 4 en 8 EE Wd nl Eeen ze ' me zj NWN sl b ik ER | ü we AN Bie fl [ Ik ze et LE dst eN VE ee St PP, ha 2 WE _ ge Be \ | “ d J. EA ES 1 Ù A ‚Ik IS 5 - ik = Ei ie 5 Te d 4 5 N Sf : le 4 Een E | P EN e 1 me d \ À ä A: G mk re EN : a) ze À S ja > Ee 9 wl AE 1 an U ik \ ES ES e EN A 5 JS “ Ee | k EIA Ke HS ER FE E 2 , H k ne W ki en NS NE fs EN | mn NA — ge a 1 Ge EN RATEN DN EE an, > W ES ps tl 4 rd p k ° \ KN ed Ee HL nd / | — _—_ 5 É 5 7, ha L N EE RRS mat Z TY ER À : al B / e 5 hs ol Ek M= 5 „ we Ri - EN N E- Ô p B : i = L zak al & - en ze | / ne | ee N Ì ie ve pe. K, el à 4 [ WS < ES a En Tl De AN a nn A si a î en hs Ne pi Í ka 5 Ì _ ES 5 : 5 Ee nn Een i 5 ee HS DE A Î Bamm A { man Dr | Ï í | en dae ennn ke DP ee | 4 oe? 1. INLEIDING mn | = et e . E … ek Zuidas bouwt aan een unieke Amsterdamse stadswijk, die zowel een economische toplocatie is voor | d Ear d het internationale bedrijfsleven als een aangenaam gebied om te wonen en te verblijven voor alle te 4 Amsterdammers. De uitwerking van deze visie op Zuidas (vastgesteld in de Visie Zuidas 2016) werpt me R we iz 8, he merkbaar haar vruchten af. Steeds meer bewoners zien Zuidas als hun buurt. Dat blijkt onder andere $ oe 4 s: ee s uit de grote bereidheid om mee te beslissen over de inrichting van de openbare ruimte. En ook uit | kg Es Minden S: het intensievere gebruik van diezelfde openbare ruimte. Bewoners (en andere gebruikers) vragen om 87 ai En k beheer op een hoger niveau dan tot dusverre het geval is. Maak 7 Ke Dat Zuidas meer en meer een wijk is waar mensen ook wonen en leven, blijkt daarnaast uit het S WE S steeds betere voorzieningenaanbod. Zo opende onlangs een apotheek de deuren aan de Gustav p : eN re at Mahlerlaan. Wij werken aan een visie op kunst en cultuur in Zuidas. En we verkennen de haalbaarheid L PO van een vestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam in Zuidas. em s Bereikbaarheid en leefbaar Tegelijkertijd laten de vele bouwkranen zien dat Zuidas zeer intensief in ontwikkeling is. Het is van groot belang ook tijdens alle werkzaamheden de kwaliteit van het gebied hoog te houden en ervoor te zorgen dat Zuidas bereikbaar en leefbaar blijft. Met de Zuidas Mobility Experience Un en het concept Mobility as a Service proberen we gedragsverandering te bewerkstelligen bij „ - d met name (lease)autogebruikers. Voor fietsers is in mei de stalling Strawinskylaan opengegaan, lens 5 ed, de derde ondergrondse stalling bij station Amsterdam Zuid. Eed en Te LA Bouwactiviteit gaat gepaard met overlast. Om het gebied leefbaar te houden, werken we p. N ik 2 Äe continu aan goede afspraken met aannemers, goede afstemming tussen bouwprojecten, goed es Dn es omgevingsmanagement en goede communicatie met de omgeving. B: ere ' Zuidasdok Kn K | id Ì Zuidasdok is een gezamenlijk project van Rijk, provincie Noord-Holland, Vervoerregio da ie BE Amsterdam en gemeente Amsterdam. Rijkswaterstaat, ProRail en de gemeente Amsterdam AN Ln etl ï lin vormen als uitvoerende organisaties gezamenlijk de projectorganisatie Zuidasdok. Dit enorme Ke ee d Ae zes À infrastructuurproject is in voorbereiding. De A10 Zuid wordt verbreed en gaat in het hart van se Ee 4 nde Ad Zuidas onder de grond. Daarboven komt een compleet vernieuwd station Amsterdam Zuid. B A EE Ee MEE 0 NG De bouwwerkzaamheden in Zuidas en aan Zuidasdok raken intensief aan elkaar en behoeven ME ze eN zorgvuldige afstemming. Dat is een complexe uitdaging voor de komende tijd. ES P ' u / A Kennisintensieve biotoop E iz b Ne 1 , a. 4 De komst van het Europees Geneesmiddelen Agentschap in november 2019 leidt nu al ER N he Nd 4 kk \K tot groeiende belangstelling van bedrijven in de medische sector. Onze ambities met Ss ie 8 | iN, en / Kenniskwartier Zuidas, het gebied rondom VU en Amsterdam UMC, sluit hier naadloos op hen sil vp KN h | aan. In samenwerking met onze partners in wetenschap en bedrijfsleven werken we aan ne K \ ER ON di het opbouwen van een netwerk , waarin onderzoek, kennisontwikkeling en technologische Wi AIS / vernieuwing samenkomen. Een gebied dat bovendien gaat bruisen van levendigheid, dankzij N et 5 3 ik et duizenden bewoners, onderzoekers en studenten. Fe 8 A: | pie k | | 4 4 Pl iK nd „% NA EEN eN A De Pts OE GUT RSS U ms Pd / inl te MIR Ad rf NN pr | / Zi \ hok Ps, zeg aë E els’ t | ey N d ‚N Wiss a\ ‚ « \ Pi Ay há Aha âs Nn ps en } ti 4 N ARS Ô à d fj Ve 1 hr Dd eve ' L AN Í B re ’ Ì ln zin w- ( bi? ke « wp ke d DR! Nr, en Kn t ij7 Nel x ge s ko UN if r 8 A Et Ô A IOA b\ F4 J ‚A A EA rÀ Wein Ce d & ‚Nn en EN ‚ hi ms Ib es rine * Ee dek / ep ‚B r ze A Et 1E VE | i_D e ki if A Eel . El d Biel | ” KA ' 4 Keen kt he = : 4 5 : aunt 4 | n LE Fn En Len p > ied We : pe | É B « - PX 4 8 tn bad £ Pa rn wer AE ’: sf e 5 À x rs nt rit b 4 heer pe. es „ EV 3 Ì \ pt 8 Kl ‚ jp gd s4 f 4 bs Ke AN rr Pe H ee en Ao ES TES hi ik hd nF Pand | ° TI Í Î B van RAL LN EJ - Pd En be ij Ü Ee Ke Es î € À E Kk PE " Mk a El | : S An Aes ve ver Ke _ À 4 Ji VP À gean © a Sang Et AV mee zE af L : Ml Ë Me Ne LE a ER Oz | an Lm ER er 7 4 an ni Saki KRESS nr ne ee, Ai | er Bbed en sd , ET ò E Eke N A Í | | : Ne he 0 EE e K. pe N Î 9 Be E E „r k: EIN À. A : by â 8 s kel k NR Pe | H p Kk 8 Î ER vat 3 Lode EPT A dt eN NJ NGE ar ! NAO KAMES 0 EAN AN he IE Wels Ae ne ER BRS RON TE REC | DN Per me Apr en: & } dn EEA ee mhd. Ee. wr … Ë: ae ah Pita 8 1% | î ik ir AREN N Ê EE moie en Ee al hk wet te € IR nn If rs k Er. Pe AN RE  REE N ie, Saer erp E SE bera Da rt en ER EP eea oe SON Set es Sie EN kee ZE OENE 8 wt AAN iS IN len Gn En EN TUN Ah (Rn PNO EN sak Ne RR BE ne & k te ERE RE Eee via \ we ck vs en 4 Vk 8 e ke Er Pe : Se FO ZA AP han ch, EN / EN Dee Mi WS 7 A ETE ae ge Zi 8 d ES KL B PS Gr TAD | Art SOME En heh Nn ‚is a 8 & | Ne LIN Ô À FZ \ NN ) le DE. ene - 3 PN & Dm IN Ee ' NEN Ì N id ij | ED de Oe DN DS ANN KA vee ei AG jd Nd ON _ De mm ' k hi N KEINE OS EENES AN A Ne Ze EA BL Ene MN C® Nl k Rh /A | ED Bm ES TN EES NNS AR AS i zn UK ot MEN ER tt Ne ERE tn ke Ae depo” 19 HONK AES NE Ee aA | AR EN Ie AN EN Ù 1 a Keje Ee SAE HERT Dre a A en teen Nh E es EN OMAN oen RAE Planvorming (kijk voor de Zuidas-deelgebieden op pagina 16-17 van deze publicatie). * De planvorming voor het gebied Parnas (met uitzondering van de Rechtbankkavel waarvoor al een Investeringsbesluit is genomen) is opgestart, we werken aan initiële visievorming. De herbestemming van de monumentale rechtbank heeft een nauwe relatie met de planvorming. Nadat een Principebesluit is genomen, werken we toe naar een Investeringsbesluit eind 2019, * Voor Beethoven 2e fase bereiden we de tender voor van kavel 2, in samenhang met de planvorming van kavel 687. Op beide kavels komt hoofdzakelijk woningbouw. * De tender voor kavel 2A in Kenniskwartier Zuidas bereiden we nu voor en start in het vierde kwartaal van 2018. * We voeren een verkenning uit naar de haalbaarheid van een vestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) in Kenniskwartier. We streven naar een principebesluit door de gemeenteraad begin 2019. * Het krediet voor het Dokdakpark is in februari 2018 door de gemeenteraad vastgesteld. Het vervolg is afhankelijk van het voorlopig ontwerp van Zuidasdok. * Het Groenplan is in het eerste kwartaal van 2018 vastgesteld door de gemeenteraad. * In deelgebied Ravel werken we aan een visie voor Ontwikkelveld 2. De ambitie voor dit gebied is het maken van een nieuwe groene en autovrije woonbuurt in een hoge dichtheid, primair gericht op gezinnen. * We bereiden de herziening voor van het uitvoeringsbesluit RAI, op basis van een RAI- masterplan 2030. We begeleiden de RAI met het uitbreidingsplan voor hal 5 aan de Wielingenstraat. * Voor Verdi werken we aan een Investerings- en Projectnota. Participatie met de omgeving is in volle gang en er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd in het gebied (milieu, verkeer). Ee, en ge” en a cl x en e ” er ee P alie Ee zi B rl „ast td h ETNA he HOE Bn di Ee _ ee — . 7 ada kd ë Ki idee 7 EE Babs EL ndr. , A nn ne r ; en ei ET AE ee n Ten PA mm Ti E | P 3 | ES: LI | nn = à ee OO a NA SES ii U ammee Verdi Foto: Kees Winkelman ä enn, Le dn zz | El EN - en En A Ie tt zn Sn | zh ee, K WE TS x= . Te en ei I= ie E Gr De eg en 4 5 DET AW H pie B pe en ee Ee EE ld Fe kn Ed Vr : ps: | Eh En ee En dl il Ee RN rn Ee Ni - Er Esen | ER nn Peen EN oa ek EE B “ ien eed | 5 ER EE ee & el ad en, Ed mm wi a 8 p PE en iel AN - ee 3 TE EEE a EE RE De Ee ' _, , Lis pr zo di dd pe Ed Feet Îd EE pe hed í el er Er Í EE 4 mi = mn: gn klas = - Dn Á ie PP 5 Ni en De Î mn nn AS Eg EEN BE If! De ea ne Eee EES, rs ed PT re À B ne mk Tm Ps es SE gd Ted Me kn, En (7 En nd = Ee mi A | Aal ù BI Ed el ld en en p Ea mi ij Ë ee ' nf == Ei n Wms AN en PE Pd kn ij Ke chi 0 ARIE VR r Ee ID EPL Nera Wp _ a 4 ij PA PE, 4 EE He EP . E Een ra = ë DE en a mi _ wf Er 5 End PE) OJ OA) AE Ene er Sh 4 E 40 mtr TS SONS EE ENE de Et A Hin mhenes POS) GNS dk mr Ps i PES ANP / 4 Pd $ dE | In. | ge il EEN " ee 4 OS IN Sr Wd Ge ig : T E | Be em 4 in rl Pf MN AO) RN fi ige NP eed ei gl A ee a. EA PEN | AA Pda 7 Le Te ATL Se BRE E ei En rg EA AE l Me 2 ON n/ md ee hie ee ERLE ” 3 ie red Sl e GA nk Ei Ji BN ús TA 5 1 En a a er Zj 2e : sn 5 rin nen Aij nn ï Es IP MA A MA We en TR Ï di ÜNS 5 | aid ‘ 8 € gj LTR d AE EE Wee de di Ie re L e 4 ja ‚lj Ri 5 TA / 3 | 2 Nn me: Í En : H NE Ee ä 7 Ë er T iS es hel J De * AA 2 mn (enne a ND en ee et ae WEN ie dl k ee, 1 fj | Eler n d Î NAG Bee We Ied | ie ES rd hi / 4 | aa ke . ij ki, EEn EN Ï | : 8 k \ Hi A & / Pa in | md \ F, Ë Pre orn | ef 3 5 u Deelgebied Ravel . Foto: YourCaptain Bestemmingsplannen Luchtfotografie * Het bestemmingsplan Beethoven 2e fase is in februari door de gemeenteraad vastgesteld. e Voorde onbebouwde zone in Kenniskwartier, tussen de A10 en de Manhlerlaan, heeft het bestemmingsplan ter visie gelegen. Het wordt in het vierde kwartaal 2018 aan de gemeenteraad aangeboden. * Het bestemmingsplan Kop Zuidas is inmiddels vastgesteld door de gemeenteraad. B TZ ARE SA SNE rt je ZINE 4 ki) 4 Ze Net Js An kn Ree, VK en ei ke FS if hs Er! Ns : je à ee je EN 5 ik ' EN nà : eis, | | | BEI An Ee iede A ed Ea = WAR | Ned ENE MEE | EN [] ET r Ee hi es EV kee eK gee! S zi a ef hin elkeen Y ee EN Kl Eh a Ee ek nn nn A, EN OA Fri Ah ME) ee EE iddelen A pr fe Ren ak Ee Es EL gd í ve ze Ee ee Le tz en Ka en p te 5 : gt Thet - = 8 / E Impressie DokDakPark gn en —) | | 3 mn ne | » | nn Zuidas in uitvoering Bouwwerken per deelgebied * In Parnas vordert de bouw van de nieuwe rechtbank (NACH) gestaag. Na de zomer 2018 zit de bouw op maaiveldniveau en start het gevelwerk. * In Kenniskwartier wordt in het vierde kwartaal van 2018 het gebouw Imaging van Amsterdam UMC opgeleverd. Hourglass (een combinatie van kantoor en hotel voor de zakelijke markt) is in aanbouw. * In Kop Zuidas is in mei 2018 kavel G1 (Sud) uitgegeven. De bouw van dit wooncomplex met commerciële voorzieningen is gestart. Op de kavels C2 (Suitsupply) en G2 (Cordaan) is de bouw begin dit jaar gestart. e In Vivaldi zijn de bouwwerkzaamheden voor het kantoor van het Europese Geneesmiddelen Agentschap (EMA), waarvan de kaveluitgifte plaatsvond in mei, in volle gang. Vlak daarnaast wordt gebouwd aan hotel Van der Valk. DE _ ij ï Pk Imaging Center van ; a h = TAN ij k \ DA Amsterdam UMC ‘ er eh Ì N ! ze! in aanbouw if ee en | Kn \ \ En Foto: Marcel Steinbach 4 f N Î Ë \ E d mn \ | NN A ) A Al EE ij mid rm Er 1 Zij Sloop van de ‚A ï ad 8 Ü IE DE E bid bf parkeergarage van | he À Ê Ee : | EN 4 ár Ë Ee si EE) jn = 2Amsterdam B IE me : 8 Ar 4 Bd? Foto: Marcel Steinbach En an nn | Ue Ee IT . IE en e — | E Di Î , Ni DE; | a en Te wa ze an per El | ú Ì ej ie rt f ii kl - Ë oe IE | | IRE Tm Kan rd ins Í zn pmm el me WES SIE | ” PAT & | En \ HEEE Ts sf} maman Tr rar: 8 zi Es } E zl . FA dn Ì je Liet à | B „ì Í lar ml, { \; MEER, ene: EN n lel APE ee NK JM (al ey Ze En | B innen 1 je Md ai) | EOL p IN ran: : Brie — hale Î Í A p ei LM 4 TT TN | mn) en dt PD fl F | | EE ENZ EF PEER RN B rf TTET 5 ee ENE ONE LD OLE EEE BELEE SEN In EN eere ETE Pd A Task 6 TN: We - TAN /N ASIN A A \ ane nk a U OE \ É At w A mA zj Ie Dan Ri be d EE: 1 , ven Lr Aa | Ä 5 he B, "an Jen 5 Rn RE En EE rà 1 ee f | Na Kien Ee tn DE Ee NE L neren en \ k ml Ge 2 jr f En kl En ET en tand nm ES En A RE si en OL nn NL en 5 en Pf DE - Le CM / RR rn an Al ol MES O3 BN ae ee a pe EE A / 7 bd EN ( AB |} Mer En sE B k er AN ON en Dn De Ë a es RS NE dl 4 fi Pe a : À en | „_ mn Hi Pen Rent A ER gen Fon Ee Rh j En p ed - he NE ‚k jn « mn | Tt et styf AN MM - f : ee Ee id MEN Pet MN Ee ee gen ilk Li ij Fi Fen | ë En ij A Es IJ il | 8 hiet Pr aa: el ree Se 5 _Á | 3 pe as EMR is De 5 Oane. Start bouw EMA-kantoor op 28 mei 2018 Pe De a LN Ae 5 JD We Foto: Marcel Steinbach == aft SL kn RS Er Bel d - Pd Te Der d ii’ - ar / RE et NL 6 Rechtbank in aanbouw ee pe 1 pr hd f et kn Foto: Marcel Steinbach Í fi ener B ef Ad =e Î p B nt 4 n zi Pr pe le É í Pnt OO AA PP * In Gershwin zijn drie appartementencomplexen in aanbouw, te weten The George, The Gustav en Xavier. * In RAI verrijst het Nhow Amsterdam RAI hotel. In station RAI start in september de verbouwing van de hal en de uitbreiding van de fietsenstalling. * In Strawinsky werken we aan het bouwrijp maken ten behoeve van de herontwikkeling en uitbreiding van 2Amsterdam en het WTC. De werkzaamheden aan het gebouw van IJ lech de Goede Doelen Loterij zijn iets vertraagd. Oplevering vindt naar verwachting plaats in The George en h: november 2018. We hebben de aanleg van het omliggende maaiveld aanbesteed. en De uitvoering start in het derde kwartaal van 2018. De fietsparkeergarage Strawinskylaan (onder de voormalige Vijfhoek) is in mei 2018 opgeleverd en in gebruik genomen. Bouwen aan woongebouw Xavier Foto: Marcel Steinbach mee BE TE ze ON EREN „menin | 1 SNN N d Ann OOOH EE EER NEK il 5 Dibi \ Ui ON e |= NN | | Le Men: 4 AT SEEN NL NN | ZE OR î TA EN EK \ nn gnd nr en A ee” BIE En SL Ì B ll \\ ETEN A EN, Wer PS TBE ene ale 4 emt MLR ln 8 EE ne te hete ) 5 ES En es sn Fol! AE é > ET | ss EE) = ä SE Î | EN ke er : | te PE SNT | et | . MS} BAT | if IE TE A en Et Mr Die Ter Lr PE DE EAR é 4 S B EN L Ke AEN ser LA Ï es 4 Ne Ee MAO Ent | et iN ek LE eeens EN 7 ï ER SK FA Mrt 55 HOI 4 Eer OS EN ÄL dat & [EL Ed N PS LEL IPL NAM IADS et DE HE AEN NL iP AN E ee ad Amen) nn | (en Je je Die ILIAD RN ENE L ä Er ANR arn MI ee ag ll BP AR ar AR NS dq EEEN BT De (ID EN ma EINER NN Ih A STIN el ME Pci | A 1 kte EE mi EN K: / ê À |: Ë Sl Ee NN TN EE B ú zl AAN N SSN WOU A16 Ô ELN L Eee en DE ZSS\\\N N EE À MIAT ee Ee | / DS eN VA MW der Ee EEE OOS NU SAS VE TTT TA "SG 4 h | A \ 4 er Ke ii an \ JD PA Dame) we Aid ef En HH a oi) A KE Es À weke eenn AN el en a xj Hi LN ME Mn | EE - =| IG me Ee El NV EENSN LA NIA ii, Á NIV lo Ed || Bouw HED de DE en | e et ee TAPE OEE Cal ns nr hen 3 mna Zn ne! | Sg s eme Pe " NeMA House d Ef EE el TE 0 DONE IE AE HEE nn ER Rel ú januari 2018 met op EN | Ten EN EA AA kn ne jl b de voorgrond de ; tel Bin I WET VAUBAN INS n u | | en Î a Foto: Marcel Steinbach Ee ENNE Heee EE WE CI fi ENE: oo B wann INE: Slk an Ie Ee Ne: ee enn eN 3 bb n ! en je js if Ee ed Bouw Nhow Amsterdam RAI hotel Nm nr id Ri Ad NE ie Reo zel, k \ Dd ad Foto: Marcel Steinbach ei EE / ES gin NN: pee Pe OR u : An Te MRE: In Ae eN f/ IN RENNO Es En ON: PI isk NN 3 ES =| EY, HOREN INNEN NN NN De laatste hand ne AN | NN u ENEN aan fietsenstalling nn en H| Eh \ f EON NNI Semil gjken nnn En fg ANNM Foto: Marcel Steinbach EEn En nn E F | NLA KAA Openbare ruimte * We starten na de zomer met de herinrichting van de Prinses Irenestraat. * De inrichting van het maaiveld van de Fred. Roeskestraat ronden we in de tweede helft van 2018 af. Dit is een aantal maanden later dan gepland, als gevolg van onvoorziene werkzaamheden aan gas- en warmteleidingen. * In de zomer en het najaar van 2018 richten we de De Boelelaan ter hoogte van de VU opnieuw in. Het gaat om de inrichting van het maaiveld tussen het Nieuwe Universiteitsgebouw en de straat, de herinrichting van het zuidelijk deel van de De Boelelaan en vervanging van de riolering. * Inhet eerste kwartaal van 2018 is het maaiveld rondom het in 2017 opgeleverde gebouw NoMA aangelegd. * De maaiveldinrichting Havenkom-zuid is gereed en in gebruik genomen. * De openbare ruimte boven de fietsparkeergarage Strawinskylaan krijgt een mooie nieuwe inrichting waar spelen én verblijven centraal staan. Dit ontwerp is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met bewoners en is enthousiast ontvangen. De uitvoering is in de zomer gestart. De oplevering staat gepland voor eind 2018. * De gemeenteraad nam een motie aan die ervoor pleit om het groen in Zuidas op niveau ‘top’ te beheren. Hierover zijn gesprekken gaande met Verkeer en Openbare ruimte (V&OR) en ar ENA ER Hi F - nm de nieuwe directie Stadswerken. EN = * In Kop Zuidas richten we rondom blok H At | i , | 4 de straat in, graven we water uit en maken ES 4 EA Eed ke iu we een kade en brug naar de synagoge. en EE Nen pT Najaar 2018 is het werk gereed. De eije A \ eednchas Zuidasdok ie 4 en ee De projectorganisatie Zuidasdok, een samen- ns hee we Ò td eens werking tussen gemeente, Rijkswaterstaat we An LES wan 4 ak tE En en ProRail, realiseert het project Zuidasdok. en Jeen nn =N en ee An Voorbouwlocatie voor de Brittenpassage Foto: Marcel Steinbach 8 MD en et mn fn nn Ee e hen ene en En en Ene ee nn eN mr le d  nn el ie ; En CRD 1 rpg e- IN A ELL VD 5 er D \ 5 fl ii Nl d | 7 d en = IJ d El Lu À jE F3 sl ap en Ee di NS JJ A B) U B Es ne B it 8 É je | EE DE à 5 5 E Tes M/M re an & / AA SE O7 ed. a A % me Me = a DE = à B zn c en k e as A Ee 5 De Sn ar Krt EEN KAN AS Be ee Ee en, s EES ES = En R | | E be El 3 el SL ns e= r nen Es en : A ins En E z ie Le Ck e jd ES | pr ; mn k Ee Kl dÁ (SLesl AV INE EE ee, ef EE, 8 Be ed jpk P Ondergrondse fietsen- Ì ml stalling Strawinskylaan Eid ten vlak na de opening op en 7 mei 2018 dd Foto: Marcel Steinbach De projectorganisatie Zuidasdok kent een eigen verantwoordingscyclus (twee keer per jaar rapporteert ze aan de gemeenteraad). De dossiers die in het eerste halfjaar van 2018 specifieke aandacht en afstemming behoefden, zijn onder andere het toenemend aantal raakvlakken tussen Zuidas en Zuidasdok, de metrobeveiliging, de mogelijke uitbreiding van station Amsterdam Zuid met het 5e en 6e spoor en de hulpwarmtecentrale op de Sporendriehoek. Het managen van de raakvlakken met Zuidasdok is intensief en omvangrijk, ook omdat er steeds meer bekend is over het ontwerp en de bouwlogistiek van Zuidasdok. Vooral voor de kavels direct grenzend aan Zuidasdok, zoals in Kenniskwartier, Ravel en Beethoven is veel afstemming nodig. Omgevingsmanagement De samenwerking met bewoners(verenigingen) ontwikkelt zich goed. Met behulp van een subsidie van gemeente Amsterdam wordt het Bewonersplatform Zuidas in staat gesteld zich te ontwikkelen als een platform van bewonersorganisaties. Met de buurtverenigingen van omwonenden (de Irenebuurt, het Beatrixpark, het RAI-gebied) en de besturen van een groeiend aantal verenigingen van eigenaren van appartementencomplexen in Zuidas voeren we constructief periodiek overleg. Communicatie ae * De communicatie is gericht op open en ì | Ik realistische interactie met de omgeving en DE NN \ A Ô op gemeenschapsvorming. Een pilot met een 5 4 hb Nij en ha g app voor bewonersparticipatie (LetsOpp) die G A HN MA ®& N i startte in mei in het deelgebied Gershwin # pr ee \ ANT En RE verloopt tot nu toe boven verwachting. Van EN ï pe lg K/ de circa 900 bewoners nemen 200 deel aan Á N $ Ee een dialoog over de vraag hoe de openbare WS Eh D# ruimte in het gebied het beste kan worden Á | Nn DP } , ingericht. Er zijn zo'n 450 ideeën gedeeld. fs Pi De, j. EL AE / brfeadse CAE Dialoog met bewoners over Verdi Foto: Marcel Steinbach EEE an == A ET DE En cil , : ® me: 4 in 5 pt ge in PRE rd A er - fd { ; A n a ES Vs A el | ' D ” " TTA ak P- Aaf AAS Oo KR Tae t A | E A Ale eN IC nk | : TE kil ce en Er. u E ere Ln a hf KE i ) EN en , Shen, 4 ad er e= ne 5 L. d en S AN ze pe erder 6 ERS e Nn ee BIA | pf TS es Kern nn 2 4 Sl - Û 5 ä | Bk CE Ramne Tt nd == BA ri A a 3 ne RS eeh AS At an BE 5 _— hk er Lm A nds x / a 4 E a | $ N NA tg Ì een p 5 n° A TAS tm a Ö S ( ES PAN a We ' 2 f E 6 IN en ON 5 Bezoekers bij de maquette in het . . . . . . : : : : Amsterdam Zuidas * De website zuidas.nl die eind 2017 online ging, bouwen we verder uit. Er is Engelstalige versie Informatiecentrum . . . . : : gemaakt, vanwege de informatievraag van de internationale gemeenschap in Zuidas. Andere toevoegingen volgen, zoals een evenementenagenda en een bibliotheek. Het bereik van de website steeg van ruim 5.000 bezoekers per maand bij de start naar 12.000 medio 2018. Ook ons het bereik op de social media groeit sterk. * Belangstellenden weten het Amsterdam Zuidas Informatiecentrum, in de centrale hal van het WTC, steeds beter te vinden. Sinds februari is het informatiecentrum 24/7 telefonisch bereikbaar. In het voorjaar startte het informatiecentrum met rondleidingen die in het teken staan van architectuur en groen. Met twee scholen in de buurt is een samenwerking aangegaan om leerlingen meer te betrekken bij de ontwikkelingen in Zuidas. Internationaal en ambitieus * De Visie Kunst en Cultuur is afgerond. Hierop volgt een uitwerking in een meerjarenplan. * De GET LOST Art route ging in juni van start. Deze kunstroute toont kunst in de openbare ruimte en slaat een brug tussen het bedrijfsleven en jonge, talentvolle kunstenaars. * Amsterdam werkt aan een geactualiseerde kantorenstrategie. Deze gaat ook in op het uitbreiden en versterken van Zuidas als internationale vestigingslocatie, met een gevarieerd economisch profiel. De stadsbrede Kantorenstrategie krijgt een apart hoofdstuk voor Zuidas. * Op de website is een pagina voor bedrijven opgezet, een corporate brochure gemaakt en gezorgd voor meer (Engelstalige) content. * Zuidas was aanwezig op de Provada (vastgoedbeurs in de RAI) en is in oktober aanwezig op Expo Real (vastgoedbeurs in München). * Verschillende ondernemers openden hun deuren, waaronder de Zuidas Apotheek, Loetje, Lebkov en Doctor Feelgood massagesalon. 10 | ES Ï rme Je 4 RK En, 4 " 1 je Pp DE Î a ä Ì _N me 2 NE R 5 | Ï | - Ì Zi hik | AN ams „ Sor be ee | H | i A  » Def fes TE | E OOR | u : Ee | Ef 8 é _h Wins d al e EE Y Á ij | | î bnn Ee Ze | ij! EE | ng á ek | Ï \ ge } \ En DH (| A 8 Ha Ee zj Fn Ee B kb E KE ne bk: : men Ri nn _ A nn | : Eerste apotheek Foto: Daan Jansen Een levendige woonwijk * We werken aan de vertaling van het nieuwe stedelijk beleid ten aanzien van woningbouwprogrammering (40% sociale huur, 40% middensegment huur en 20% vrije sector), de verwerking daarvan in grondexploitaties van Zuidas en de inpassing in de stedenbouwkundige plannen. * We droegen bij aan het verlevendigen van Zuidas, onder meer in de vorm van kunst (de GET LOST Art Route, sport (de opening van padelbanen), evenementen (WeMakeTheCity) en gemeenschapsvorming (Zuidas Engage). Verbonden door groen en water * Het Groenplan is in het eerste kwartaal van 2018 vastgesteld door de gemeenteraad. We werken aan concrete maatregelen, zoals het vergroenen van Mahlerplein Zuid, vergroening en herinrichting van Europaboulevard Oost, van Amsteloever/schoolplein, het Hoogenlandplein, de Claude Debussylaan en de De Boelelaan Midden. : = RK [ e | | | Ss sl KIR Fz. | È Hi en F dr PE lee EN - | ri ï == il Ee eerde rh) en nn IE ER ge ik EO 5 8 | GERE Nr Ee r eK AN On Ns AN ER ERN En IRE NA REN re Ee EN Een Ie ' en K re f 7 k Ser hete = er ief Veie A En À FE | ouer ld zi Zr ee VA Hg ETA, Ve ne de 50 mn NE GENE SND AE A Nee En | Ta mma be En we HS ERLE ENE ager Pete : n= | hk [> > zg 4 pn ln Se E 8 ej eh Ee . gs - DA | aen re B ARE EE 9 eden 0 Md En UT DE ae aen KDE En Í if | En ES En bs BR = î ú 5 ni Een zE en ee A eenn N 5 ms, GI E Ak Û Ee | De en NE PS Dn ee MR nee it Ser | ze P Ens rr AN ee tE ee EE Ee ennen Ed Eg 1 CE ennn ak eeen ESD iv EE en ee OO Visseninde Ee TA AP NE De Boelegracht B É min: ee ene ne Foto: Kees Winkelman ni INN | HINA Nhant dale $ 4 k HIN aan ak A, En ee | 4 NEREMENNE eb At £ INE ERE RORRRANDE® pen # 8 L Hi BERNE in 4 À vd IKE PPN EE BA Os OO IERSE: Rn, VA RN VEA BE I Sn RCN, ke ede ARMER Ee, Ps rd U 8 d RN EE Pe gd BR DE FL | RAA EE IE et mat ú AE IIS Bi EEN tet ie Te k Ot Kn Oe " a \ lr ls EP ti * id Ed TE. Ee 1 A di Pal a LL # at WE aj he AEMEE APE DEL be. He PE no | L Ee ONE ESE BERT Ee en ee re EERE El A RE bre f VAA Ten Rl EPR Lt RE, VR VR HTp. Pe ed KE LL TR (z ES WPT ERA He Rr BDA a Ie Nen EN A A WEER NS de U AT qe Ge Wad PF eN jak ‚% e en EB ih Nier (rn er Zi \ fe _i N r, ie NG 4 Él MG Pii, es ek at: Í E , RIN (1 zh h 8 im PE ek ie a Oa B EN dmg 1 BN Att A: ee h hin A hr B bar Sed LME E Rt 5 PIE DA a ) i kN #i Ed Sat NEN Belk. | Ee RNN UU ME Nar 7 OE EN lg tk EN: dl le! AK br NN VEREN ER ie Ge EE: TE dee Pe MAM er EN edn PRE ten Pe | EE ha Re er Eh EN INN RR ee Tk oe Se A ie! aj A En Ir hs Ee A EN pee! be k 4 45 5 pe 4 5 r ee A EA Sd nl $ en Ees et + s bb mn in 5 Ù k Ka aren A AN A n cr fi í ; se AE lS i dT al of 4 n : À A De el Ll EN ij é q 4 d £ n 4 Arcs e : ; es 5 N . EN ee = Li Pp ES Jee nen en ne Ee ina ee be, NR en Daktuin van Circl na „ iks hen t, Pe Le Be, 0 oes wed eh op het Mahlerplein 5 d : he ln. Ee nj ki Foto: Jan Vonk Pd : an * Voor slimme en schone distributie is samen met V&OR een projectplan opgesteld, dat we in het derde kwartaal bespreken. * De inventarisatie van de laadinfrastructuur voor het opladen van elektrische deelauto’s is in samenwerking met V&OR afgerond en wordt in de tweede helft van 2018 aan de directie Zuidas voorgelegd. * Het warmteplan is in concept gereed en gaat eind 2018 naar de gemeenteraad. * We werken aan klimaatadaptieve maatregelen, zoals rainproof ontwerpen. In samenwerking met Waternet, het Ingenieursbureau (IB) en AGV (Waterschap Amstel Gooi en Vechtstreek) ontwikkelen we een integraal watermodel. ern ve ten Ì ==, ER ZE dl WE EN r zeen mn Er , annnnnn nnen { lk dd hij | seh ki ä Een : q Ee peusnnnn E li T en ' IBE 2 / > 8 been 0 lslallellelekeheeig ie Te } E == Ì | earmnrrzecnnnndj elf ee | LN | RTE | ij E EEn fi | E 1 LI elf rn FUEGHGENEEEED nn I , | ì p LN G nanunnnnnes! E (7 San I / m! L 8 LE En ij Nien E Tan |t ale, NN iel, | fy Fi | R ii he _ Ld 5 Id ven Ei Ln j- awe) it Ti: Ì n MR ee | Î el Kim | Ni ï IE | CRN | wá 4D | } LL 4 zl Ì al mg Sb > : / / j rm | aam t % | ij | | = Ee am zl Ee \ | 7, L | ADD | Dn: BE l | 4 di I | | Ee lj lj f Rak | BEHEE OLILEN nt it al | Dn { pr | En hd RN =| Be id Í Het fi a Ü Á J rh 4 al: NE ij Wel oan r et S , 5 e Tek MENE ANA: de Lee  à lj d / JP, Î , ne, K Re: nnee \ =e kei, Nik IS k zh On hl EN B DR DE ee elen ke N Ee At Pip AN / A A Kit p, id r PS pe AA Ta a A OVOM AE NOOD CED 10 NN ee ZAL zlN al RELOAD 1 WER Apen 0 ere ij ' IK ZEN ha it PRE NORD nd ms Ad Je il, À, Uitzicht vanaf De Boel \ Foto: Jan Vonk Tulpendag in de 12 Claude Debussylaan Foto: Marcel Steinbach Kiezen voor fiets en ov Be as ne ET En an mm Ì Les. 5 clk hen GR zn se aj e In mei 2018 is de ondergrondse fietsenstalling Eme Ha ERE A 7 kP t , , … , le ORR al Bee | AN % Lr Strawinskylaan (onder de voormalige Vijfhoek) in a meere nn Á ME re > dit ni ren 5 Kr ri, Ur EN di gebruik genomen, met ruimte voor 3.700 fietsen. Het KS nn Ea ef ee Wk: Bel 7 RENN art D is de derde stalling nabij station Amsterdam Zuid. IN a ne! a Á _à, X ee TO EN er: bri Ae Lb AE espace. In april vond de tweede Zuidas Mobility Experience mie jn Ges: AL n plaats. We volgden 75 deelnemers die een maand Ö Ad pe jj} | has Kr AS ek lang hun (lease)auto lieten staan in ruil voor een En (Den Tr \ 7) HS Dn Dr rene : ES ” gn ' Vm al E f BE „mn mobiliteitsbudget. Onder een deel van de doelgroep is Nim (, N | rf / IA | Be een gedragsonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten zijn Anr En Xe 4 li F 2 ee Eend Sl Pi N hef Ja NE | # PA Ain en halverwege 2018 opgeleverd. EE ES ee {AN sk, IAN Pre ERE) * Inhet kader van het project Mobility as a Service 5 Je TEN / DMD De, JA Tina PMR Oe AR, Sm Ia mm (MaaS) voerden we het afgelopen halfjaar een SE STE Sd : ie (ki BE OO aantal acties uit. Met werkgevers is op 15 maart een rd A Ke MA 15 VEEN Ae A NS EN: samenwerkingsovereenkomst gesloten. De afspraak is Cp Rd Ei Ï 3 = gemaakt dat de gemeente (samen met het Ministerie RE pr Je EM mi 4 van Infrastructuur en Waterstaat en de VRA) een & Ed DN zer : _— 5 MaaS-dienst aanbesteedt en werkgevers deze SE Boer | EA ì aanbieden aan hun personeel. lis En Ken: Pe Pal | * Amsterdam wil het aantal parkeerplaatsen hs HN ek q i | A! "AE dt terugdringen en daarmee het aantal autobewegingen. EN BAE es pig Hs! Ji | ai | MARKEREN: A DN RAA | Er vindt onderzoek plaats naar een dynamische RR REN Ke ge rie Pe Vs ie parkeerbalans voor Zuidas. Deze gebruiken we om te | | | / Ed À SS | kijken hoe de parkeeropgave binnen Zuidas optimaal ï Es e | EEN Ee t kan worden ingebed in de gebiedsontwikkeling. Met h 8 | | ij ‘ 7 \ Kij} kl ie . . É k RER ik ' Ruimte en Duurzaamheid (R&D), V&OR, Parkeren en | IN u Erne Grond en Ontwikkeling (G&O) studeren we verder op IR | P 4 Ì Nn het realiseren van publieke garages in Zuidas. £ Ee P, ij * Samen met de Green Business Club, ORAM, Hello PA py RE . . TK E DN 2 hi SES Zuidas is er een programma opgezet om onderzoek te a le B | AN d ARE doen naar het aandeel van logistiek in het totale aantal je HD Ni; 5 Ne verkeersbewegingen in Zuidas. De Topsector Logistiek EN: daf Sf Ad | vA SAN > is betrokken en er is draagvlak onder bedrijven op a AS SN A 4 FEEN directieniveau gerealiseerd tijdens het CEO-ontbijt met vee EA AN =ò dd / H AN . . . is 5 Û a gnd A Ee MS end de ondertekening van de GreenDealZES in mei 2018. ( Mi EEN ene. NTS | En oe f e De fiets speelt een belangrijke rol bij het in stand id Vn UR jE Ei hl | ee nel houden en verbeteren van de bereikbaarheid Em ol rn AT en ER ed He dl , , , , nn ach di TTT van Zuidas. Doelstelling van het actieplan Fiets Ed Erf ES | df ee | Eren em |, fe Ll is het verbeteren van de fietsbereikbaarheid van ee mt Ie het gebied. Hieronder valt het verbeteren van de = fietsinfrastructuur in en rond Zuidas en het verbeteren B ek f | ee: Ee van de fietsparkeermogelijkheden in het gebied. Bn Zn BRA | Ge eend Va en be A À je a A AA AAA Laadpalen voor elektrische De NoordZuidlijn arriveert Deelfiets Hello Bike taxi's op de Strawinksylaan ook in Zuidas (21 juli) Foto: Kees Winkelman Foto: Kees Winkelman Foto: Jan Vonk 13 4. PROGRAMMA EN FINANCIËN In het Werkplan 2018 is de verwachting opgenomen dat in 2018 in totaal voor circa 94.000 m? bvo programma grond in erfpacht wordt uitgegeven (exclusief parkeren), onderverdeeld in de vastgoedsegmenten wonen, kantoren en voorzieningen. Hierin hebben zich enkele kleine wijzigingen voorgedaan, waardoor het aandeel kantoren licht is toegenomen en het metrage voorzieningen iets is afgenomen. In mei van dit jaar is de kavel voor het EMA-kantoor in erfpacht uitgegeven in deelgebied Vivaldi en in deelgebied Kop Zuidas is, ook in mei, een kavel uitgegeven ten behoeve van het nieuwbouwproject Sud (commerciële plint met daarboven 45 koopwoningen en een ondergrondse parkeerplaatsen). Voor de tweede helft van 2018 zijn twee transformatieprojecten voorzien (bestemmings- wijzigingen en uitbreiding metrage met een meerwaarde op de grondwaarde). Het betreffen de herontwikkeling en uitbreiding van 2Amsterdam en de uitbreiding van het WTC-complex in deelgebied Strawinsky. Vooralsnog is er geen aanleiding om de huidige prognoses ten aanzien van de in de tweede helft van 2018 geplande uitgiftevolume bij te stellen. In de tabel is de voortgang van de gronduitgiftes gedurende het eerste en tweede kwartaal van 2018 weergegeven. Ook worden de gerealiseerde gronduitgiftes vergeleken met de geplande gronduitgiftes in het Werkplan 2018. EE Bijgestelde Realisatie Realisatie Programma in m? bvo Werkplan 2018 prognose Q2 Qlen Q2 Qlen Q2 in % ED, Totaal 94.000 94.000 45.000 48 en prognose - he =, me mmm 3 ER el ei Pk Ln nT # RN ne EN fg ERE ENE Am nn es B Dee dn dn 5 zi A En Bres a Ee A ee Ee Ne nn eld en En [ ne ï Ee Ee 5 Ô ok 2 rd en Gn A Er = - ee Pen ps pr: FP Mr in EA El En, REN en ge PS Mm Ee Vk kn eline Tae dad NELE Ne ee SN in je 5 il en BE ji i 5 E En En en Ei , ze pr Et : Na af eer PR VA S 3 ' TT n ES 4 5 e sn ME 5 14 Ë » EE 7 = « ed : en daa tete zn Ed Ke | Ee ee PR Ne Ms sl EE EE EES Financieel overzicht In deze rapportage worden de gerealiseerde kosten en opbrengsten in het eerste halfjaar van 2018 afgezet tegen de begroting uit het Werkplan 2018. Daarnaast worden er prognoses afgegeven voor de verwachte uitgaven en inkomsten voor 2018 in zijn geheel. Opbrengsten In het eerste halfjaar is er voor € 101,9 min. aan opbrengsten gerealiseerd, wat overeenkomt met 62% van de totaal geraamde opbrengsten voor 2018. Hiervan betreft € 100,6 min. opbrengsten uit gronduitgiftes en € 1,3 mIn. overige opbrengsten. De optelling van alle geraamde opbrengsten kwamen in het Werkplan 2018 uit op bijna € 161,4 min. Omdat allerlei ontwikkelingen kunnen leiden tot vertraging in gronduitgifte of bijstelling van grondprijzen, zijn de verwachte inkomsten op portefeuilleniveau conservatiever ingeschat. Bij het opstellen van het Werkplan werden de grondopbrengsten voor 2018 geraamd op € 113,0 min. Na het verstrijken van de eerste helft van 2018 worden de grondopbrengsten (optelling van de realisatie in de eerste helft van 2018 en de prognose voor de tweede helft) geschat op € 148,0 mln. Kosten Van de bijna € 63,0 min. aan geraamde kosten is na een half jaar € 27,3 min. gerealiseerd. De kosten zijn uitgesplitst in kosten voor verwervingen, uitvoering, voorbereiding en toezicht en proceskosten. Alle verwervingskosten zijn gerealiseerd en vallen lager uit dan begroot. De uitvoeringskosten lopen met 31% achter op schema. Deels is dit te verklaren doordat een aantal omvangrijke werken en bijdragen voorzien zijn in de tweede helft van 2018. ST TRS ze Dn ren ET Dl a ne, Bs oo PE Oi k 1} En Pr d | n RNN Nn EE kai B De Gen Es 5 4 K. ï Tú X Ae Ld En 2 5 Li ke Á Í Î kk k len Pec IRS." ; ih hd Aa me # | (f } - foo, Ù B f ee: pe 5 et | aaf | il t zi AET Na 8 - ek NA 2e 8 7 Î \ ene S d Pr eg Id 5 Rae 4 PE in re Zie re, Ee ed ENT Re f Ï h se ed Ns mi > an, 5 ‚ Ee hlerplei 43 ES ed dd EE L b Fa a mj Ee Wilting Tt e ke Koe -/ Î Ì Ka / d | | kn 5 15 RA et Ke PO „ „ee 1 „” 1 e ï ' \ 1 1 e-T……eemmcasaaaen ns ' Ü 1 pees AeerT 5 en Lt 2e 1 1‘ „„” et 41 1 : Te ii IE à 4 î en a ||| Î À _= 1 e | De; ef meeomnnnensssnese nn d _k | Ä 7 je: dl 8 nn nn nnen ' m í 1 nn 5 al Mi: U } Me neee TRE ; Co ji: ge IE 1 VI dl | E Gs eN C | ra | 1 en je Ï 1m E BELL ln aen en î 7 It ee en, Sen | e em: 4 Us ee, nn ; 7. == BN msn NL ® ‘ ) di 3 et nd \ $ be | gr Wi Se se meen Ì dh | EN melk Lt ee zerseef em U engpnannnsn: Dad Ne hj Ik memmen RR E if EN ene oi Dn u nn en 5 mmm F Ee B ij | Z. En ss MR --- T en rj EE zi | Oz pn Al B OZA U ee P Ì Ein rk SA KN mm ee - : ï : LA : | - 5 a Un er mn he md HT mnd Eid à rr d e°) ep je eens Inns Edse elssn SRR OO \ mms. “ai „/ ”t ; elk À Se geeen nn genegen 1 de ed TE: : Aert 4 E of Ne L q ES sle ke 5 Û fs 8 3 ij Hi je 1 eije oja Ä 8 me B jb en: zl nnn ” nn e } ‘ s En 7 ns Gi hennen nnb ï == E 3 a Mr = BES Eh e 5 pmm ee { sE | Bl f nd ' elk | gel ; Hi ' 0 5: me = al, t Ei Hi ü 0 EE 4 En kie lk (Se Li: | RE ens iere ; | Í S= í en sets u emme | 3 î Ee ‚t „°° LT Ad Ee) ï Ù bb T Ke ne LL | { - OEI , ii „ Ui [ d N k HRe dl ‚af Û oib o ï k RE Bis Ja „ i k 0 ee ô eeeh Les | | Ir „ „ema 5 Ma 1 gi Ela BN | AE pd ee“ ge Seemeemeemeet d 5 4 Ù Ï ennn a NS 4 ke. # 1 TI 1 besmnennnnnnn n n veeeseveeensssassssnntd & De 1 1 4 , bmm d on en CJ Infrastructuur in uitvoering - 2018 WEGEN: WATER: a Werk onder kunstwerken, Piet Kranenbergpad: 2017 - 2018 Vv, Aanleg duikers AJ. Ernststraat: 2018 b. _ Herprofilering Fred. Roeskestraat incl. K&L: 2017 - 2018 w. _ Aanleg De Boelegracht tpv. Gershwin kavels 9-15: 2018 c. Schadeherstel Parnassusweg: 2018 d. __Maaiveldinrichting Prinses Irenestraat oostzijde: 2017 - 2018 SPORT: e. Uitvoering fietsverbinding RAI: 2017 - 2018 (indicatief) Xx, Herinrichting tennispark Joy Jaagpad: 2017 - 2018 f. Van der Boechorststraat en tussenstraat (project 13b): 2018 yl. AFC, aanleg nieuw hoofdveld 1: 2018 g. Herprofilering De Boelelaan zuidzijde incl. onderheid transportriool: 2018 y2. AFC, aanleg nieuw veld 3 op parkeergarage Ravel: 2018 h. _ Aanpassing fietspad Beethovenstraat: 2018 i Herprofilering Vivaldistraat noordzijde: 2017 - 2018 WERKTERREINEN: A. _ Werkterreinen Zuidasdok: 2018 - 2028 TRAM: B. Werkterrein Zuidplus: 2018 - 2028 jl. _ Vervanging rails tramlijn 4 ten noorden van Station Amsterdam RAI: Q4 2018 C. Bouwterrein Noord/Zuidlijn: 2012 - 2018 j2. Vervanging rails tramlijn 4 t‚h‚v. tramlus: Q4 2018 ZUIDASDOK: K&L: Z. Zuidasdok: 2018 - 2028 k. Uitvoering werk IJsbaanpad (Waternet): 2018 m. _ Aanleg nutsvoorz, (o.a. 20kV tracé) in noordzone fietspad Strawinskylaan: 2017 - 2018 n. _ Verleggen K&L Eduard van Beinumstraat t.b.v. bouwrijpmaken 2Amsterdam: 2018 o. _ Bouwrijpmaken WTC (incl. K&L): 2017 - 2018 p. _ Vervangen riool Beethovenstraat (Waternet): 2018 - 2019 ql. Aanleg diepriool fietstunnel onder Europaboulevard (Waternet): 2018 q2. Aanleg dieprool richting begraafplaats Zorgvlied (Waternet): 2018 r Schakelstation bij Deloitte: 2018 5. Stadsverwarming Van der Boechorststraat (tot AJ. Ernststraat): 2018 t Menz-ring 1e fase, Liandon 20kV (Ravel): 2017 - 2018 u. Vervangen stadsverwarming NUON warmte: 2018 rm man hd FE meenesanre 8 boen jee A f ek | 8 p j j an | ® se Ì Ek | F e « } mg dn, remmen Ke EN. e= KE [| el A Et il “Et? KL Í ï ï a > B de LG En : d B A bet IJ dE } 45 ï À al & \: ni 5 me ga 8 Ne | Na AB zi | Saabs nn ER tss md: ï med = nf EE eos Ei rise me tmf dl 0 B se î rl ee En NAE bf Tan | tk 5 A Bf se 1 dei Z, Arke 4 Î | u En — === Í ams er! Dn KE ES js 8 En ze mn Pl a PP | ! ea E BE 8 Nemen mensee=enn —__n er mn Ee if 1 Ee PED e nn tl ' II Ten : en nn > 7 | 5 ifs en U e Í is | 1 ennn ne nn dl sn Oi U nn AE-S n Ë 1 mmm Dn fn If _… SE 5 edes en A8 à 1 Le zo| nn NN kn Î = enn — nen Dn WE PSeeseann: A en * Tr hed: 25M ze ! ms en NG Del 7 8 Rl en - E in „8, t-: x KJ EN. MA KU # ed ne Kn eN zeten , % Ge Op, Ee BT p Je 32 itt Bei is. SP 2 M A x 5 Ej \ mj En NZ Oz NN \i B | hk sn Hi î B Ae ER MN e en, wntsnnashnhaas SUN NEemeelers eel: Pe a a a 2 N, : hk # kk u ki z B Ù De a 9 TK C NN Ne, aa e meae ET Ü EE WRR SG ORAt Sr | FE Uelh Se NNT G Kee À 4 ij Tm NE N he ! ih Ef zen EE. N h. Ge Ne Ba EE Ö 1 Ke oet B Dn ee er) Bel 88 EN. Nx he Nn =susssvessereesseeesterleeees / en Bij oh B | En Ve -szs men) |, rd í Dn, Vh re Senn Ï OK OM Venmmasseneet A Bs. N ER, __%, ï ï 8 Wi. s. 5 Nn % Ve # En “s Ri & fe En in 2 an NE OM ve € et en RE £ mn dt ie q En. > Ne nr Buen Ô en Si ' En Le Î 7 BENN „/ ® EN EN U 5 ee NS Ze ee \ u NE hi a E „NS N hr SN \% We <A EE Vastgoed in uitvoering - 2018 GERSHWIN: KOP ZUIDAS: 1b. Kavel lb, woningen The George incl. parkeergarage (BPD/AM): 2017 - 2020 24. Kavel C2, kantoor Suitsupply incl. parkeergarage: 2018 - 2020 2b. Kavel 2b, woningen The Gustav incl. parkeergarage (BPD/AM): 2017 - 2020 25. Kavel G1, woningen Sud incl. parkeergarage (COD): 2018 - 2019 4, Kavel 4, woningen Xavier incl. parkeergarage (BPD/AM): 2016 - 2019 26. Kavel G2, woningen De Hoofdstad incl. parkeergarage (Cordaan): 2018 - 2019 VIVALDI: KENNISKWARTIER: 12. Kavel 12, kantoor EMA (Rijksvastgoedbedrijf): 2018 - 2019 27. VUmc, Imaging Center: 2016 - 2019 14. Kavel 14, hotel Van der Valk Zuidas: 2017 - 2019 28. VUmc, Diagnostisch Centrum en Atrium: 2018 - 2021 15. Hoogspanningsonderstation Zorgvlied, uitbreiding (Liander): 2014 - 2018 29. Nieuwe Universiteitsgebouw incl. parkeergarage: 2014 - 2018 30. Hourglass (Bouwinvest) incl. parkeergarage: 2017 - 2019 FRED. ROESKESTRAAT: 16. Gerrit Rietveld Academie, uitbreiding: 2016 - 2018 RAVEL: 31 _ Valley incl, parkeergarage (OVG): 2017 - 2021 PARNAS: 32. AFC, clubgebouw en tribune: 2018 17. Rechtbank Amsterdam, nieuwbouw (NACH): 2017 - 2020 SLOOP: STRAWINSKY: aa. Sloop autoparkeergarage Atrium/CRI en tijdelijke herinrichting: 2018 18. Fietsparkeergarage Strawinskylaan: 2017 - 2018 bb. Sloop Zusterflat VUmc: 2018 19. Goede Doelen Loterijen, herontwikkeling (NPL): 2016 - 2018 cc. _ Sloop parkeerdek Vivaldi kavel 12: 2018 20. 2Amsterdam, sloop (2018) en verbouw hotel/kantoor/p.garage (Provast) (2018 - 2021) 21. WTC, uitbreiding toren D incl. kelder (CBRE): 2018 - 2020 RAI: 22. Hotel nhow Amsterdam RAI (COD): 2016 - 2019 23. Station Amsterdam RAI, metrohal en fietsenstalling (MET): 2018 - 2019 EE Mir AN MEE ATEN OEE Ii DEL IRE isc HIE Í Ë ME: | NN HI SEL Í MEE edel | #, : N | | if it NM | | | L | MEE IN dell Pa BA 1 in LE TIE EE > use TEA BEEN | ir Ai A | | JE iN WE | IE EN Ie ve An rg Sch A EA Am TTT äm Tor RMA TI EI bn ERE DN 7 IM’ EINCEN ARE W IE ä ES IE Er Ë TL Deme | H ke n ij - | En ie AT sl T | L If WE ,N A id ‚EL 5 zi! li 4 ve 8 7 EET Ue. BAE chardhell Ânes RR NE - SANG \ A , Sen n/ Be S 9 bouwt aan Waal er NEA Ke en er. ‚de toekomst SEE en eneen en | CI WR Er in | | HD NN SAN IN 4 Dn PSA TL nn EN HRN Kockko BN ml Sh EN Rt ps Ë 5 Dh) Ü | | A an sf | À Mi 5 Un bn 8 RK ij he i j il a der Ul epe ts NEN dn A allee Pae EN Vi NR Her { ej 4 IJ er’ Ì AE | ie L=| Ï } mie E LN | ej | fi id DE OR lk (LSD eri Ae Kk A ARE + rar EEE MR Oren AE ES EE > 4E) ET IE biet wi EA ERVE 5 AS EN hIONMTEEAAE ze ENG ne rg Eh Ù EA Ì Eli vd ij 3 KAR dl Hi g, ee t EK bl \ L) " bmg E So SN Ear Meert ll / 17 Vd FAA ij Vl 3 On TEER BO ONS lk e if cf ij IJ EE Ab Jl hAl F0 hens A Ee N Ì Me Ei ree lint tn is ln! Om Bj } Kl, eam al | en à Ne | he ii validen ESE eN Nh KS! IJN id a SJ Ne En ij rme e KA | ä 4 EF ad nn rd Ii js ê\ L Aaf IA Hal Edom He 4 iv 5 pe fr [7 5 4 Le Á 18 Ee En an | Zal LE it Ml „A b NI REE. 5 | 5 3 Sat 5 B | ES pa on AI Is I= Ke ED Er OTN UE nl zeil je | en a dl RA, ST ONIN SRR fs ANC (NEE ee kn Pr. AEN ee er U NN bored IN Kan H RE Ne Pr DAN Î ‚N Í a MANNS Bd en RR m1 ® KR | Mi AN ( AN | ' BN ann Wets Jade B Me AUT BAN ae | BREN a rn eN nn RS ant he 4 | AAA Ceep A REN en 0 Mm ENAME SPHE j | Kk | NN î | eN l Dj | | | Ï ei Fi mild Ane = ANNE le AU KEA AAN Amsterdam Zuidas Informatiecentrum SalfN x KE | | 5 { fe ij | Wrs } dk se oa Re WTC, Centrale Hal 2 Ni Ei | EN, 4 pr Strawinskylaan 59 18 oe R Inn |. / ir ER 1077 XW Amsterdam fe We hi | en ij FN Ik . jd Maks 3 Telefoon: 0800 505 1e OR IRE, NINE ea gn E-mail: [email protected] | ZN ik N- / Eed | | 0 Wi RN www.zuidas.nl CI 7 HS SN - | Li 4 re etl Ì rl d É an Kie nf f bi es et en ZEE NH stik 2E AT. ZZE TEN ie INL INN AN UT ENE vd CARE | Se js ld E AE | e AE en NEER E PE" n | EE EE
Onderzoeksrapport
18
train
> < Gemeente Amsterdam 18 janvari 2022 Notitie Middengroepen in Amsterdam Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Samenvatting De middengroepen in Amsterdam zijn voor het grootste deel zelfredzame huishoudens en werknemers. Voor delen van de middengroepen zijn er wel uitdagingen op de woningmarkt en arbeidsmarkt die gevolgen kunnen hebben voor hun financiële positie, kwaliteit van leven en perspectief voor de toekomst. Daarnaast hebben deze uitdagingen ook gevolgen voor de maatschappelijke basis, de economie en de toekomst van de stad. De middengroepen of middenklasse als algemeen begrip bieden echter onvoldoende houvast voor effectief beleid om deze uitdagingen te adresseren. Daarom hanteert deze notitie verschillende definiëringen op basis van inkomen, opleiding, beroep of huishoudsamenstelling. Het gebruik van een bepaalde definitie is afhankelijk van het te adresseren vraagstuk. Nog geen sterke indicatie dat middengroepen in de stad afnemen, samenstelling verandert wel e De definitiekeuze van ‘middengroepen’ is bepalend voor welke trends gesignaleerd en onderbouwd worden. e _Definiëring op basis van inkomen laat zien dat de middeninkomens groepen dan wel stabiel dan wel dalend zijn in Amsterdam. e Definiëring naar opleiding maakt zichtbaar dat het aandeel middelbaar opgeleiden vooralsnog redelijk stabiel blijft. De inkomenspositie lijkt voor een deel van die groep achteruit te gaan. e Definiëring op basis van beroepsgroepen is zeer complex gezien de uiteenlopende inkomens, opleidingen en werkomstandigheden binnen die beroepsgroepen en is daarom niet goed in kaart te brengen. e Erisonderde middeninkomen huishoudens een toename van eenpersoonshuishoudens en huishoudens met westerse en niet-westerse migratieachtergrond. Het is hiermee aannemelijk dat vooral inwoners die ‘tijdelijk’ tot de middeninkomens groep behoren in aandeel toenemen. Middeninkomens hebben steeds beperkter toegang tot de woningmarkt e _Middeninkomens die al in de stad wonen kunnen moeilijk doorstromen als er geen veranderingen in inkomen of vermogen optreden. e _Middeninkomens die de woningmarkt willen betreden worden geconfronteerd met afnemend aanbod en hoge huizenprijzen. Zonder vermogen is het heel lastig om een koopwoning te bemachtigen. e Het aandeel sociaal en middensegment in de totale woningvoorraad (zoals nu begrensd) krimpt door nationaal beleid en prijsontwikkelingen op de woningmarkt. Het aandeel hoger segment stijgt en het verlies van het middensegment wordt niet gecompenseerd. e _Prijsontwikkelingen zorgen er voor dat middensegment woningen steeds kleiner worden. e De positie van lage inkomens op de Amsterdamse woningmarkt staat nog meer dan de middeninkomens onder druk. Lage inkomens hebben nog minder kansen op de woningmarkt omdat de sociale huursector krimpt en het aandeel woningen dat zij in de vrije sector kunnen betalen kleiner is. Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 De Amsterdamse arbeidsmarkt biedt zowel kansen als bedreigingen voor middengroepen e Op de arbeidsmarkt heeft een deel van de middengroepen te maken met een onzekere inkomenssitvatie door flexibele dienstverbanden, werk dat verdwijnt door technologisering, automatisering en de gevolgen van de coronacrisis en diplomadeflatie. e Lage inkomens zijn nog meer dan middengroepen kwetsbaar op de arbeidsmarkt doordat trends als flexibilisering en automatisering hen nog meer raakt e Op de arbeidsmarkt speelt ook dat in sommige sectoren die met middengroepen geassocieerd worden zoals cruciale publieke beroepen en beroepen in de techniek, bouw en duurzaamheidsopgave, grote tekorten zijn. Een gemene deler voor deze beroepen is een toenemende concurrentiestrijd omdat de tekorten ook in andere delen van het land en de wereld spelen. Woon-werk balans voor praktische en middelbaar opgeleiden verslechtert e Eris een verstedelijkingsbeweging zichtbaar waarin meer mensen in de hoog stedelijke gebieden van de regio willen wonen. Deze toenemende vraag in combinatie met ontwikkelingen zoals meer beleggingen in de woningmarkt en een lagere bezetting per woning zorgen voor schaarste en prijsstijgingen. e De stijgende woningprijzen in Amsterdam en andere stedelijke gebieden in de MRA maken de toegang voor praktische en middelbaar opgeleiden (die veelal een laag tot middeninkomen hebben) moeilijker en als gevolg gaan zij zich meer spreiden over de regio en wonen op betaalbaarder maar minder goed bereikbare plekken. e _Hetwerk, ook voor praktisch en middelbaar opgeleiden, concentreert zich juist meer in het economisch kerngebied Amsterdam en Amstelland Meerlanden. e Deze tegengestelde bewegingen zorgen voor een toenemende pendel met druk op het mobiliteitssysteem en groeiende vervoersongelijkheid als gevolg. e _Hoogstedelijke kerngebieden zoals Amsterdam kunnen te maken krijgen met verder toenemende personeelstekorten onder praktisch en middelbaar opgeleiden omdat zij door schaarste op de arbeidsmarkt kunnen gaan kiezen voor banen dichter bij huis. Middeninkomens worden niet zwaarder belast door gemeentelijke lasten of energietransitie- lasten dan lager of hoger opgeleiden maar ook niet veel tegemoet gekomen e _Middeninkomens hebben minder toegang tot overheidssteun ten opzichte van lage inkomens, terwijl hun lasten een groter aandeel van het inkomen vragen dan van hogere inkomens. Deze marginale druk komt met name door het voorzieningen- en lastensysteem op landelijk niveau en geldt in mindere mate op gemeentelijk niveau. e Amsterdamse middeninkomens kunnen gebruik maken van generieke regelingen die de gemeente Amsterdam aanbiedt om tot meer duurzame energievoorzieningen en - besparing te komen. Specifieke regelingen voor middeninkomens ontbreken waar die wel specifiek voor lage inkomens gelden. e Bij het bepalen van de gemeentelijke lasten wordt geen rekening gehouden met de huishoudinkomens of vermogen maar wordt gekeken naar woning en/of autobezit en grootte van huishouden. Alleen huishoudens met een inkomen op of rond bijstandsniveau en weinig spaargeld kunnen kwijtschelding van de gemeentelijke lasten aanvragen. Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Niet de middengroepen an sich maar gezinnen, creatieve en publieke professionals en langverblijvers spelen een positieve rol in het sociaal weefsel van de stad e Amsterdamse middeninkomens hebben niet meer dan andere inkomensgroepen contact met buren en/of andere bevolkingsgroepen. Het effect van middeninkomens op het vergroten van kansengelijkheid in een buurt lijkt beperkt. Het grootste ‘middenklasse- effect’ in een buurten waar veel inwoners met een lage ses wonen en waar meer middeninkomens toetreden is de verbetering van het imago en de (ervaren) veiligheid van een buurt. ® Gezinnen, mensen in maatschappelijke of creatieve beroepen of langverblijvers (langer dan 5 jaar), ongeacht de inkomensgroep waar zij toe behoren beïnvloeden het sociale weefsel van de stad positief. Verdere analyse is hierop nodig om sterkere conclusies te kunnen trekken. e _Hetaandeel gezinnen neemt in Amsterdam niet af. Het aandeel jonge gezinnen neemt wel af waardoor op de langere termijn het aandeel gezinnen kan afnemen. e _Ditlijktte worden beïnvloed door de woonsituatie voor gezinnen in de stad waardoor met name gezinnen met middeninkomens en hoge inkomens uit de stad vertrekken. Gezinnen met een laag inkomen hebben vaker te maken met te krappe behuizing. Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Inhoud 1 Inleiding … ss nnsnnnnnn eneen verrenenennenenrenrereesennnnsnenvereesennnsnenenseenvensnnnnnenenenven venen Ó 2 Wie zijn de middengroepen?… …… … …………..nnsssunssnnnrnerenersenennnnenenneenersennnenen verven vennen J 2.1 Inkomens definiëring … nennen eenen veneenvenveneenenevenenne enen venvenvenveneenvenreneenenveneenvenee Ö 2.2 Opleiding definiëring … nennen vereen enennvenvenreneenenvenvenvenveneenveneneeeveneneenvenveneene 12 2.3 Beroepsgroepen definiëring … nanne nennen venen eenv enen enrenenvenvenvenvenvenense enerverend 2.4 Overige kenmerken van middengroepen in Amsterdam annen eenen en eneen enneenveeneen 15 3 Wat is de positie van middengroepen op de Amsterdamse woningmarkt? ….…………...…….. 18 3.1 Toegang tot sociale huur, middeldure huur en middensegment koop … eeen. 20 3-2 Betaalbaarheid voor middeninkomens … anneer ennen enneenennenenneneneenennerennseenneerenseenennen: 23 3.3 Spreiding, woninggrootte en verhuisbewegingen van middeninkomens … nn. 25 4 Wat is de positie van middengroepen op de arbeidsmarkt? … …… onsen ee reen ereen 29 4-1 Baanzekerheid ………....nnn nonnen enenseenennereenenenneenenneeeeeneenneeneneenennenennenenenenenneennenenneenenneeeennen« 30 4-2 Cruciale beroepen... nnnnnnnenennnrenneneenenennveneneenennenennnnneneenennenennenenseenennenennnnenneeneneeeennen 3Á 5 Hoe ontwikkelt de woon-werk balans van praktisch en middelbaar opgeleiden in de 5.1 Wonen in de MRA nnn anneer eneenvenneneenenenneenenneerennenennnnnenseerennenenneneneenenerenneenneenenseeeennen: 3Ö 5.2 Werk in de MRA nnn nnen neeenennereenenenneenenneerenneevenseneneenenneneneenenseenennnenenenenneenenseenennnn GO 5.3 Bereikbaarheid en mobiliteit in de MRA nanne ennenrennerenneneneenenneerenserennnvenseerenerennner 42 6 In hoeverre worden middeninkomens financieel geraakt door gemeentelijke lasten en de energietransitie? ……….….…….nnssonsesneneeneenreneesenennenenreenensennsnsnenensernervenvnvnneneere eren hÔ 6.1 Energie (transitie) lasten … nnen neenneense eene vene eenvenenenenseenveenenenvennvennvenseerseeveevenvene ÁÔ 6.2 Gemeentelijke voorzieningen en lasten … nnn ereen erven enveneenenenvenvenneenveneerneenveenen. ÁO 7 Welke rol spelen middengroepen in het sociale weefstel van de stad? … … … ………………………. 52 7.1 Sociale cohesie, kansengelijkheid en leefbaarheid … nennen enen neneenveneeneenven 52 7.2 Gezinnen in de stad … anne noorennverenenneerenensservenenseenenenseerenenseerrnenseerreenseeneeenseerveensenrer DJ 8 Conclusies … ………….nnsuunsesssenneeereneneervsnenenrvennnservennnnersenvnnenrvenenversennnnnenrvvenerervvnneree Ó1 Bronnen .…..nnnnennennnsenennenenensenneenvenennnsenenneneneeneneernennvenennnennenvennneenennenenennennerne enen. O3 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 1 Inleiding De Amsterdamse gemeenteraad heeft het College van B&W via motie 810 (2019), motie 1285 accent (2021), motie 341 (2021) en motie 359 accent (2021) gevraagd naar de positie van de middenklasse in Amsterdam en hoe de gemeente aan hun behoud voor de stad werkt. Deze notitie informeert de gemeenteraad over de positie van de middengroepen en voor deze groepen relevante ontwikkelingen en trends. Daarnaast wordt uitgebreid aandacht besteed aan de definiëring van middengroepen hetgeen het debat hierover scherper en concreter kan maken. Specifiek wordt ingegaan op de thema's zoals gevraagd in motie 1285 accent: wonen (H3), economie en werk (Ha), mobiliteit en bereikbaarheid (Hs), gemeentelijke lasten en energietransitie (H6). In lijn met motie 810 wordt ook ingegaan op het percentage en de ontwikkeling rondom gezinnen in de stad, specifiek gezinnen met een middeninkomen (H7). De bijhorende raadsinformatiebrief ‘Inzet op de middengroepen’ beschrijft de huidige inzet en aanvullend handelingsperspectief voor de gemeente Amsterdam, mogelijke beleidskeuzes zijn daarom niet meegenomen in deze notitie. In navolging van het onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid ‘De val van de middenklasse’, wordt in deze notitie gesproken over middengroepen in plaats van de middenklasse. De WRR geeft hierover aan: ‘Het middensegment van de Nederlandse samenleving is te heterogeen en te breed om van ‘de’ middenklasse of ‘de’ middengroep te spreken’. De ervaringen uit dit onderzoek zijn daarin hetzelfde. Het is complex om voor een groot deel van de Amsterdamse inwoners met verschillende achtergronden, banen, levensfases, woonomstandigheden en huishoudsamenstellingen een alomvattende analyse te maken. ledere Amsterdammer is uniek en zal zijn of haar positie op de woningmarkt en arbeidsmarkt op een eigen manier beleven. Deze notitie beschrijft veelvoorkomende situaties en trends en maakt verbindingen tussen de thema's waar middengroepen in de stad mee te maken hebben. Over de thema's die aan bod komen in deze notitie is een grote hoeveelheid informatie en data beschikbaar. De notitie beoogt niet een compleet en uitputtend wetenschappelijk overzicht te geven van die informatie. Bij het opstellen van deze notitie zijn continue keuzes gemaakt welke informatie wel en welke informatie niet meegenomen wordt. Leidend in deze afweging zijn de vragen die in de moties naar voren zijn gebracht. Leeswijzer De notitie gaat eerst in op de definiëring van middengroepen. Wie behoort hiertoe en hoe kun je deze groepen afbakenen? Wat doet deze afbakening met de trends en aannames rondom deze groepen? Vervolgens wordt per domein ingegaan op de positie van middengroepen: de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de woon-werk balans van praktisch en middelbaar opgeleiden in de MRA, gemeentelijke lasten en de energietransitie en het sociaal weefsel van de stad. Elk hoofdstuk begint met een duidelijk gemarkeerd overzicht van de kerninzichten. In het overige deel van het hoofdstuk worden deze inzichten uitgelegd en onderbouwd. De conclusie verbindt de dynamiek rondom de middengroepen tussen de verschillende domeinen. 6 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 2 Wie zijn de middengroepen? e De definitiekeuze van ‘middengroepen’ is bepalend voor welke trends gesignaleerd en onderbouwd worden. Voor het goed duiden van de positie van middengroepen, bijbehorende maatschappelijke vraagstukken en effectief beleid is het nodig om van algemene begrippen ‘middengroepen’ of ‘middenklasse’ af te stappen en in te zoomen op de problemen die spelen voor delen van die groepen. e _Definiëring op basis van inkomen laat zien dat de middeninkomens groepen dan wel stabiel dan wel dalend zijn in Amsterdam. Definiëring naar opleiding maakt zichtbaar dat het aandeel middelbaar opgeleiden redelijk stabiel blijft. Hun inkomenspositie lijkt voor een deel van die groep achteruit te gaan. Definiëring op basis van beroepsgroepen is zeer complex gezien de uiteenlopende inkomens, opleidingen en werkomstandigheden binnen die beroepsgroepen. e De inkomensgerelateerde data in deze notitie is gebaseerd op een samengestelde inkomens definiëring gebaseerd op beschikbare data, afbakeningen binnen de gemeente Amsterdam en internationale standaarden. De volgende indeling is gebruikt en kan ook in de toekomst geïndexeerd gebruikt worden. Lage inkomens €o - €22.700 (huurtoeslaggrens eenpersoonshuishoudens)/ €30.825 (huurtoeslaggrens voor meerpersoonshuishoudens) middeninkomens e Vanuit een inkomensdefinitie benaderd laat de trend zien dat de middeninkomen huishoudens qua samenstelling veranderen. Er is een toename van eenpersoonshuishoudens en huishoudens van westerse en niet-westerse herkomst. Het is hiermee aannemelijk dat vooral inwoners die ‘tijdelijk’ tot de middeninkomens groep behoren in aandeel toenemen. Zodra inwoners een stel vormen en een gezamenlijk huishouden hebben, beschikken zij over een hoog inkomen. Wanneer in media of in de politiek wordt gesproken over het wegtrekken van de middengroepen uit de stad lijkt het te gaan over een groep met in ieder geval een grote gemene deler die hen als middengroepen (of middenklasse) aan elkaar verbindt. Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkelingen rondom middengroepen vanuit een dergelijke brede definitie. Er wordt onderscheid gemaakt naar definiëring op basis van inkomen, opleiding en beroepsgroepen omdat de meest voorkomende 7 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 definitie kaders zijn die met de middengroepen worden geassocieerd in de politiek, media en (wetenschappelijke) onderzoeken. 2.1 Inkomens definiëring Er zijn verschillende definities mogelijk voor middeninkomens. Deze notitie onderscheidt drie afbakeningen, die gebruikt zijn voor de analyse: 1) De eerste afbakening voor middeninkomens is gebaseerd op de aanname dat de middengroepen de grootste inwonersgroep van een land vormen. Wanneer alle inkomens van een land zouden worden ingedeeld in kwintielen (5 gelijke delen van 20%), dan bestaat inkomensverdeling van een bevolking uit 20% laagste inkomens, 60% middeninkomens en 20% hoogste inkomens. (NOS, Wie zijn eigenlijk de middeninkomens?) Wanneer deze definiëring toegepast wordt op het gestandaardiseerd inkomen in Amsterdam (besteedbaar inkomen gecorrigeerd naar huishoudgrootte en samenstelling), is het volgende beeld zichtbaar: Figuur 2.1 De middeninkomens (de middelste 60%) blijven stabiel 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 percentage kwintiel_1 = percentage kwintiel_2 B percentage kwintiel_3 m percentage kwintiel_4 percentage kwintiel_5 Bron: CBS - Verdeling van hoogte van inkomen in Amsterdam in kwintielen gebaseerd op het gestandaardiseerd inkomen in Nederland Afgezet tegen de Nederlandse inkomensgrenzen, zijn de middeninkomens ongeveer 47%-49% van de inwoners van Amsterdam en dit aandeel is al langere tijd stabiel. De verandering zit met name in een kleine daling van de laagste inkomensgroep en een stijging in de hoogste inkomensgroep. 8 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 2) Internationaal wordt veelal gebruikt gemaakt van een middeninkomen definiëring die vitgaat van een huishoudinkomen tussen de 75% en 200% van het mediane nationale inkomen (OECD 2019, Under Pressure: The Squeezed Middle Class). Het mediane inkomen is de inkomensgrens waarbij de groep met een inkomen onder die grens even groot is als de groep mensen met een inkomen boven die grens. Wanneer dit wordt toegepast op de Amsterdamse inkomensgegevens ten opzichte van het landelijke mediaan besteedbaar inkomen sinds 2011, laat dit zien dat de inkomensgroep tussen de 75% en 200% de grootste groep is en stabiel blijft rond de 55-56%. In Nederland is deze groep zo'n 67% gemiddeld. De groep tot 75% gaat in deze jaren fluctverend van 38% naar 36% ten opzichte van zo'n 28% in Nederland. De groep boven de 200% neemt van toe van 8 naar 9% ten opzichte van 6% landelijk. Figuur 2.2 De middeninkomens (75% tot 200% van mediaan besteedbaar inkomen) blijven stabiel 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ì Ì Ì Ì Ì Ì Ì Ì Ì 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 percentage tot 75% percentage 75% t/m 200% B percentage meer dan 200% Bron: CBS - Amsterdamse inkomensverdeling ten opzichte van het landelijke mediane besteedbaar inkomen Ook volgens deze definitie is een kleine verschuiving te zien van de lagere inkomensgroep onder de 75% en een kleine stijging van de hogere inkomensgroep boven de 200% en een redelijk stabiele middeninkomens groep. 3) Binnen de gemeente Amsterdam is geen brede inkomens definiëring voor middengroepen van kracht. In verschillende beleidsterreinen worden andere afbakeningen gebruikt, afhankelijk van het doel van het beleid. De directies Wonen en Grond & Ontwikkeling hanteren een definitie van een middeninkomen voor huishoudens tussen de door de EU bepaalde sociale huurgrens en de bovengrens van €60.095 (in peiljaar 2019). In het sociaal domein worden ook lagere huishoudinkomens tot middeninkomens gerekend. Om hiermee rekening te houden wordt ook gekeken naar de trend met een huishoudinkomens ondergrens vanaf de huurtoeslaggrens. In 9 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 onderzoek dat de gemeente heeft gedaan naar middengroepen is ook nog een hogere middeninkomens categorie meegenomen die ligt rond de grens van twee keer modaal zoals in internationale voorbeelden veelal gebeurt. Deze onderverdeling leidt tot deze afbakeningen gebaseerd op grenzen in het peiljaar 2019: Inkomens bandbreedte (bruto jaarinkomen) Lage inkomens €o - €22.700 (huurtoeslaggrens eenpersoonshuishoudens)/ €30.825 (huurtoeslaggrens voor meerpersoonshuishoudens) Laag segment middeninkomens | Huurtoeslag grens - €38.035 (EU sociale huurgrens) Middensegment €38.035 - €57.053 middeninkomens Hoog segment middeninkomens | €57.053 - €76.070 Vanaf €76.070 Bron: OIS inkomenssegmenten naar bandbreedte (bruto jaarinkomen) Nb. Het modaal bruto-inkomen (het meest voorkomende inkomen) in 2019 voor Nederlandse huishoudens lag op €35.000. Dit definitiekader van middeninkomens wordt ook in de rest van deze notitie gebruikt als basis voor data-analyse. De beschikbare gegevens over ontwikkelingen in Amsterdam, vooral afkomstig uit Wonen in Amsterdam (WIA), kunnen ook gebruikt worden op basis van deze onderverdeling. Op basis van deze definitie wordt het volgende trend beeld zichtbaar voor Amsterdam sinds 2001: 10 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Figuur 2.3. De middeninkomens (gedefinieerd van de huurtoeslaggrens tot 2 x sociale huurgrens) dalen gestaag 2001 | 2003 | 2005 | 2007 | 2009 | 2011 el 2013 | 2015 | 2017 | 2019 el % o 20 40 60 80 100 lage inkomens tot huurtoeslaggrens laag segment middeninkomens tot sociale huurgrens (2019 €38085) B midden segment middeninkomens (tot 1,5x sociale huurgrens) m hoge middeninkomens (tot 2x sociale huurgrens) hoge inkomens (meer dan 2x sociale huurgrens) Bron: WiA gegevens 2019 - Verdeling van middeninkomens in Amsterdam naar jaartal In 2019 vormen de middeninkomen huishoudens met 4,2% nog wel de grootste groep vergeleken met de lage inkomen huishoudens (29%) en de hoge inkomens huishoudens (28%). Het is wel zichtbaar dat er een neerwaartse trend is waarbij zowel de het lage segment middeninkomens als het middensegment afneemt. Het hoge middensegment fluctueert maar is in 2019 op een laag punt vergeleken met de jaren daarvoor. Het hoge inkomenssegment neemt sterk toe. Op basis van inkomensdefinities laten de verschillende definities een wisselend beeld zien. Algemene definities en vergelijkingen met Nederlandse inkomensontwikkeling laten een stabiele middengroep zien waarin verschuivingen vooral plaatsvinden door het kleiner worden van de laagste inkomensgroep en het groeien van de hoogste inkomensgroep. Inzoomen op Amsterdamse inkomens laat zien dat er een neerwaartse trend is en dat met name de lage en middensegmenten middeninkomens gestaag afnemen. Dit verschil komt doordat in de eerste definities naar een relatief aandeel wordt gekeken (aandeel van middeninkomens ten opzichte van een landelijke middeninkomen groep) en bij de definiëring binnen de gemeente Amsterdam wordt gewerkt met absolute inkomensgrenzen die, hoewel geïndexeerd door de jaren heen, niet afgezet zijn tegen dezelfde grenzen landelijk. Naast inkomen speelt ook vermogen een grote rol in bijvoorbeeld de financiële mogelijkheden van een middeninkomen huishouden. Dit kan gaan over het bezitten van een koopwoning, het hebben van veel spaargeld, investeringen en/of aandelen of indirect via vermogende naasten. Vanwege 11 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 deze verschillende vormen van vermogen is het lastig om dit zuiver in kaart te kunnen brengen. Bijvoorbeeld de toegang tot vermogen via vermogende naasten wordt nergens bijgehouden. 2.2 Opleiding definiëring Er is een algemeen gebruikte categorisering voor een laag, middelbaar en hoog opleidingsniveau. Een laag opleidingsniveau is basisschool of onderbouw middelbare school, VMBO of MBO 1. Laagopgeleid wordt ook regelmatig aangeduid als praktisch opgeleid. In deze notitie worden — afhankelijk van de gebruikte bronnen — de termen door elkaar gebruikt. Een middelbaar opleidingsniveau is HAVO, VWO en MBO 2-4. Een hoog opleidingsniveau is HBO en WO. De beschikbare trenddata over opleidingsniveau is nog in ontwikkeling en daarom niet van zoveel jaar beschikbaar als andere gegevens zoals inkomen. Doordat definiëringen en grenzen soms veranderen en de bestaande datasets nog bijgewerkt worden, geeft dit soms nog een vertekend beeld. Uit gegevens van het peiljaar 2019 blijkt dat middelbaar opgeleiden de grootste groep opgeleiden zijn in Nederland (41%). In Amsterdam ligt dit percentage een stuk lager (29%). Figuur 2.4. In 2019 is ongeveer 1/3e van de Amsterdamse bevolking middelbaar opgeleid _|Praktisch |Middelbaar |Hoog |Totaal_|Praktisch [Middelbaar |Hoog |Totaal 476800 _|6864zo __|714zzo [1877560 INL ____Íspaszoo Ísusspo _ |3988760 Bron: OIS 2019 - Opleidingsniveau, absoluut en percentage voor Amsterdam, MRA en Nederland Wanneer naar het opleidingsniveau gekeken wordt in trendgegevens dan is zichtbaar dat sinds 2013 het aandeel praktisch opgeleiden afneemt, het aandeel middelbaar opgeleiden licht fluctueert rondom eenzelfde grootte en dat het aandeel hoog opgeleiden toeneemt. Figuur 2.5. Sinds 2013 fluctueert het aandeel middelbaar opgeleiden maar neemt niet significant af 50 40 30 20 10 0 2013 2015 2017 2019 Praktisch opgeleid Middelbaar opgeleid __m Hoog opgeleid Bron: OIS 2019 - Trend in percentage huishoudens naar opleidingsniveau in Amsterdam Nb. Lichte verschillen in de data worden veroorzaakt doordat deze datasets nog in ontwikkeling zijn. 12 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Wanneer de opleidingen van Amsterdammers worden afgezet tegen hun inkomen in het peiljaar 2019 is de volgende ontwikkeling te zien: Figuur 2.6. Inwoners met middelbare opleiding hebben vaker een lager inkomen 2011 A Lage inkomenst/m _ 2013 nT 2015 EE huurtoeslag grens 2017 En 2019 nd eenn! 2011 Lage segment 2013 middeninkomens 2015 2017 2019 2011 Midden segment 2013 A 2015 7 middeninkomens 2017 A 2019 A 2011 mmm Ús nnn Hoog segment 2013 eel 2015 middeninkomens 2017 2019 nnn nnen 2011 < Hoge inkomens 2013 2 2015 mmm nnn 2017 | 2019 nn Praktisch opgeleid middelbaar opgeleid _m hoog opgeleid Bron: OIS 2019 - Ontwikkeling van opleiding afgezet tegen inkomen in Amsterdam Toelichting: Tussen 2011 en 2019 is per inkomensgroep een verschuiving zichtbaar in het opleidingsniveau binnen deze groepen. Algemene ontwikkeling is dat het aandeel hoogopgeleiden binnen iedere inkomensgroep groeit. Voor alle inkomensgroepen geldt dat het aandeel inwoners met een middelbare opleiding afneemt of nagenoeg gelijk blijft. Alleen onder de groep met een laag inkomen is het aandeel inwoners met een middelbare opleiding tussen 2011 en 2019 toegenomen. De trend laat wel zien dat sinds 2010 personen met een middelbare opleiding steeds vaker een lager inkomen hebben. Dit komt door diplomatie inflatie [of devaluatie]; het steeds minder waard worden van een middelbaar opleidingsdiploma. Dit overzicht laat ook zien dat hoewel er een correlatie is tussen het opleidingsniveau en het inkomensniveau, dit zeker niet 2 op 1 het geval is. In peiljaar 2019 is in de categorie inkomens van 38.000-60.000 meer dan de helft van de mensen hoog opgeleid. Het grootste deel van de middelbaar opgeleiden (42%) zit in 2019 in de lagere inkomensklasse. 13 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 2.3 Beroepsgroepen definiëring Een derde manier om middengroepen te typeren is door te kijken naar beroepsgroepen. Dit is van de drie type definities de meest complexe om als gemene deler voor de middengroepen te gebruiken. In nieuwsartikelen over middengroepen worden vaak referenties gemaakt naar beroepen als agenten, leraren, verpleegster, de bakker of schoenmaker op de hoek of winkelpersoneel. Deze beroepsgroepen verschillen in de opleidingsachtergrond die ervoor nodig is (kan gaan van laag tot hoog opleidingsniveau) evenals het inkomen dat ermee verdiend wordt. Het aantal jaren werkervaring, full- of parttime werkend, onregelmatigheidstoeslagen, doorgroeimogelijkheden en andere factoren spelen daarin ook mee. Een tweede reden waarom het lastig is om beroepsgroepen als definitie te gebruiken is dat het een individuele indicator is. Het hoeft daarmee niet meteen iets te zeggen over de bestedingsruimte van een huishouden. Op basis van inkomensgegevens van UWV uit Amsterdam vit 2019 wordt hiervan een voorbeeld gegeven gerelateerd aan maatschappelijke beroepsgroepen: Figuur 2.7 Gemiddeld loon geen indicatie van bestedingsruimte huishouden Beroep Gemiddeld uurloon in €|Jaarloon o.b.v. 38-urige (gebaseerd op wonend in | werkweek (exclusief TE gegevens) toeslagen) eme Gemiddeld bruto uurloon | 24,40 50.200 Amsterdam (alle Amsterdammers werkend in loondienst) [MBO IB Politie | 14940 Bron: UWV, bewerking OIS 2019 - Gemiddelde lonen naar beroepsgroep inwoners Amsterdam Huishoudinkomen is cruciaal in bepalen van financiële mogelijkheden of knelpunten. De tabel geeft aan dat alleenwonenden in deze beroepen tot de middeninkomens behoren maar zodra men een stel vormt worden het snel de hogere inkomensgroepen. Er dient rekening mee gehouden te worden dat in sommige sectoren veel in deeltijd gewerkt wordt. Een rekenvoorbeeld: een gezin met de agent en leraar laat zien dat wanneer de een 36 vur werkt (ca. €46.800 per jaar) en de ander 24 vur (ca. €30.000 per jaar) zij samen met een jaarlijks huishoudinkomen (exclusief vakantiegeld en toeslagen) van 76.800 al nagenoeg bij de hoge inkomenscategorie horen. Een derde reden is dat inwoners van de stad niet per se in de stad hoeven te werken en andersom hoeven de werkenden in de stad niet altijd in de stad te wonen. Het is daarom lastiger om op dat niveau trends voor de stad weer te geven. Om dit te illustreren nog een voorbeeld: als in kaart wordt 14 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 gebracht hoeveel inwoners van Amsterdam als beroep leraar/lerares hebben, weten we nog niet of zij ook in de stad werken als leraar/lerares of dat ze dat elders doen. Als er door de tijd heen minder leraren/leraressen in Amsterdam zouden wonen, hoeft dat niet direct te betekenen dat er ook minder leraren/leraressen werken. De hoeveelheid beschikbare banen en vacatures geven hier een betere impressie van. Beroepsgroepen bieden om deze redenen te weinig houvast voor een brede middengroepen definitie. Vaak zal dit teruggeleid worden naar of een inkomensgroep of een opleidingsgroep. Er zijn wel ontwikkelingen met impact op bepaalde beroepsgroepen in de stad die een meer specifiek perspectief vragen dan een brede focus op een middeninkomen of middelbare opleiding. Hoofdstuk 4 gaat hier dieper op in. 2.4 Overige kenmerken van middengroepen in Amsterdam Uitgaande van de in Amsterdamse data gebruikte inkomens indeling zoals weergegeven in deelparagraaf 2.1, kunnen andere kenmerken van de middengroepen in Amsterdam bekeken worden die een beeld geven van de demografische ontwikkeling van de middengroepen. Deze notitie kijkt naar huishoudsamenstelling en migratieachtergrond. Figuur 2.8. De lage inkomens en lage middeninkomens zijn relatief vaak alleenwonenden lage inkomens tot huurtoeslaggrens ml 8 inkomens vanaf hts-groep tot en met € 38.035 mn Ke) ij middeninkomens (38.035-1,5X modaal) el 5 hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) | hogere inkomens (vanaf 2x modaal) nl lage inkomens tot huurtoeslaggrens el 3 8 inkomens vanaf hts-groep tot en met € 38.035 mn Ss 0 8 ij middeninkomens (38.035-1,5X modaal) el 1 w 5 5 hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) | hogere inkomens (vanaf 2x modaal) , o 20 40 60 80 100 alleenwonend stel zonder kind meenoudergezin _mstel met kinderen overig Bron: OIS 2019 - Huishoudsamenstelling per inkomensgroep in Amsterdam in 2019 15 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Voor de middeninkomens geldt dat naar mate het huishoudinkomen stijgt, het aandeel alleenstaanden afneemt en het aantal stellen en stellen met kinderen toeneemt. In de lage middeninkomens groep is het aandeel stellen met kinderen 7% en in het hoge segment middeninkomens is dit aandeel 29%. In de gegevens over de MRA zonder Amsterdam is een vergelijkbare opbouw te zien hoewel in de MRA in het geheel meer stellen en gezinnen wonen in vergelijking tot Amsterdam. Figuur 2.9. Stellen met en zonder kinderen steeds vaker huishoudens met een hoog inkomen 100 go hoge inkomens (meer dan 2x sociale huurgrens) 80 l 70 | hoge middeninkomens (tot 2x 60 RES | sociale huurgrens) 50 Ee | 40 Elage middeninkomens (tot 30 | l 1,5X sociale huurgrens) 20 I | 10 = lage inkomens tot sociale Ï Ú IJ a i ú Ì huurgrens (2019 €38085) 0 AAN Es As AA AN AN AN Es as AA AN alleenwonend, stelzonder eenoudergezin stel met alleenwonend, stel zonder ‚ : : ‚ . i m lage inkomens tot <65 jaar kinderen, <65 kinderen 65 jaaren ouder kinderen, 65 . . huurtoeslaggrens jaar jaar en ouder Bron: OIS 2019 - percentage Amsterdamse huishoudens naar inkomensniveau en leeftijd Naast huishoudsamenstelling wordt stilgestaan bij de migratieachtergrond van middeninkomens in Amsterdam. Onderstaande tabel geeft weer voor elke inkomensgroep wat de verdeling in termen van migratieachtergrond is. Daarnaast wordt de trend sinds de meting in 2011 getoond. In toenemende mate heeft het midden en hoge segment middeninkomens, evenals de hoge inkomens een westerse herkomst. 16 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Figuur 2.10. Middeninkomen huishoudens in toenemende mate westerse herkomst u 2 DJ nd mmm! v ® gn mmm 5 5 8 g v 2015 eeen mnl E 5 D 2017 en mmm 5 2 ZO nl nw U 2 JN 0 mmm w 5 8 u DN Á 2013 meen) mmm TD E oo 3 Ò 2015 meen) mmm LoasSsN@ E B 57 W 2017 me mm =p CG 2019 mmm g U A ml w 2 8 8 TOO mn emme 2e 2 5 5 201 en el mene) me! 2 EZ 2017 E TE 20 mn mmm Sn gy 20 mn nn = 8 TD & mee nn vEE Ey 2013 eo E OD 20 mmm mmmenmmmmm ESL 5 el 0 E Xx 5 2017 mmm E NE 2019 eel nen! ncegy 0 nl 50E 201 mm mn sE pe Dn 201 mn YVES 201) mn nn c EX 3 o nand £ 2019 mmm) mmm 0/5 . Oo . 20 40 . 60 . 8 100 Em niet-westerse herkomst, 1e generatie = westerse herkomst, 1e generatie B niet-westerse herkomst, ze generatie m westerse herkomst, ze generatie autochtoon Bron: OIS 2019 - Verdeling van inkomen naar herkomst Amsterdammers 17 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 3 Wat is de positie van middengroepen op de Amsterdamse woningmarkt? e Wanneer het gaat om de positie van middengroepen op de woningmarkt kijken we vanuit een inkomensdefinitie. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen middeninkomens die al in de stad wonen en middeninkomen huishoudens die toegang tot de stad zouden willen. Zij die al in de stad wonen kunnen moeilijk doorstromen als er geen veranderingen in inkomen of vermogen optreden. Zij die de markt willen betreden worden geconfronteerd met afnemend aanbod en hoge huizenprijzen. e Lage middeninkomens (huurtoeslag grens tot sociale huurgrens) zijn volledig aangewezen op de sociale huur sector omdat er geen goedkope koop meer in de stad aanwezig is. Het midden segment middeninkomens (sociale huurgrens tot €63.237 peiljaar 2021) kan voor een deel terecht in de sociale huur en de middeldure huur en koop maar dit segment staat onder druk (zie volgende punt). Hoge middeninkomens (€63.237 -€80.048 peiljaar 2021) hebben nog wat ruimte op de woningmarkt door de vrije sector huur en koopsector maar de hoge prijzen maken ook voor hen de woonquote (deel van het inkomen dat aan wonen wordt besteed) hoog. e Het middensegment woningen (zoals nu begrensd) krimpt. Dit komt doordat middensegment huur- en koopwoningen in de bestaande bouw door de prijsontwikkelingen op de woningmarkt snel wegvloeien naar een hoger segment en dit niet met de nieuwbouw gecompenseerd kan worden. Daarnaast zorgen de prijsontwikkelingen ervoor dat middensegment huur- en koopwoningen steeds kleiner worden. Recent toegetreden middeninkomens hebben een hogere woonlasten ten opzichte van middeninkomens die langer in de stad wonen. e Ook het aandeel sociale huurvoorraad van de totale woonvoorraad in Amsterdam neemt af. Een deel van de huishouden met een laag- of middensegment middeninkomen is aangewezen op sociale huur. e _Middeninkomens die kunnen doorstromen binnen de stad zijn daartoe in staat dat omdat ze vermogen tot hun beschikking hebben (in de vorm van een koopwoning of op andere manieren) en/of naar een hogere inkomenspositie zijn gegroeid. Middeninkomens die nog kunnen toetreden vallen of binnen speciale regelingen (beroepsgroepen, belastingvoordelen voor buitenlandse werknemers) en /of zitten meer aan de bovenkant van de middeninkomens en/of accepteren relatief hoge woonlasten en een kleiner woonoppervlakte. e Hoewel de groep middeninkomens in zijn totaliteit daardoor deze ontwikkelingen nog niet heel hard daalt, hebben de woningmarkt ontwikkelingen wel invloed op de samenstelling van de middeninkomen huishoudens in de stad en zijn dit vaker alleenwonenden. 18 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 De zorg bestaat dat de middengroepen niet meer in Amsterdam kunnen (komen) wonen. De snelle prijsstijgingen op de woningmarkt in combinatie met een slinkend aanbod in de middeldure huur en middensegment koopsector worden hiervoor als verklaringen genoemd. Dit hoofdstuk beschrijft welke bewegingen en trends er zijn en wat dit betekent voor de toegang en betaalbaarheid van de woningmarkt voor middengroepen. Wanneer gesproken wordt over middengroepen op de woningmarkt zijn de belangrijkste indicatoren het inkomen en het vermogen. Inkomen of inkomenseisen en/ of vermogen zijn voorwaardelijk om toegang te hebben tot de woningmarkt. Omdat er geen goed beeld beschikbaar is over de aanwezigheid van vermogen bij de verschillende inkomensgroepen, wordt dat hier buiten beschouwing gelaten. Deze toegang is niet direct afhankelijk van een opleidingsniveau of een beroepsgroep. Een vitzondering zijn woningen die aan speciale doelgroepen worden toegewezen. Hierover wordt meer toegelicht in de raadsinformatiebrief ‘Inzet op middengroepen’ die met deze notitie wordt meegestuurd. Overzicht van de huidige inkomenseisen of passende inkomensgrenzen en prijsniveaus (prijspeil 2021) voor verschillende woonsegmenten in de Amsterdamse woningmarkt: Sociale huur € 40.024 (woningcorporatie) € 752,33 =liberalisatiegrens. Als € 44.655 (woningcorporatie 10% de huur bij het afsluiten van het voor meerpersoonshuishoudens) huurcontract boven dit bedrag € 46.679 (particulier) ligt, dan komt een huurder niet in aanmerking voor huurtoeslag inkomen) Dure huur en koop Inkomens > €63.237 Prijzen boven €1.040,73 huur per maand Koopprijzen boven €314.000 Let op: de onderzoeksdata in deze notitie zijn overwegend gebaseerd op de grenzen van 2019 omdat dit de meest recente data is die tijdens dit schrijven beschikbaar is. Bij het opstellen van deze notitie waren de cijfers van de WiA 2021 nog niet beschikbaar. Waar mogelijk wordt aangegeven of de verwachting is dat een trend doorzet of afvlakt. 19 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 3.1. Het aandeel middeninkomens in de vrije huursector neemt substantieel toe £ 5 0 am U U E 2013 eenen - TT XX 2 — 2017 enn nel Cc 2 == Cc 2019 nnen me oi LsSoÛ DO a zESeGDeRg DO nn == OoEtosS5sN EN 2 mmm | uv .= E 5 we 7 a E Ö Cc 2019 ennen mmm Je X © W DD mmm SEL D On Vl EEG mmm a E o 2 2019 mmm mn X Ss Vv DN 2 | vc 2 ‚© 5 2013 mmm) mmm 8 £ e 8 Sn ZO mn Ec 0 2 2 5 201 mn el E oo NN 2 2019 mmm | 2 5 wv @ 2011 mmm v Vv o.0 u 2013 __ mmm 8 E 5 8 5 2015 nn GC e 2 3 5 On ZEN e pe Ke mmm 0% o 20 40 60 80 100 m sociale huur, corporaties sociale huur, particulier m vrije sector huur, corporaties Em vrije sector huur, particulier koopwoning Bron: OIS bewerking WiA data 2019 - Woonsegmenten en trend van bewoning naar inkomensgroepen in Amsterdam De verschillende segmenten middeninkomens hebben te maken met de volgende trends: e _Middeninkomens bewonen steeds minder vaak een sociale huurwoning. e _ Middeninkomens die nog in de sociale huurwoning wonen, wonen hier al lang. Er zijn maar weinig nieuwe toetreders. e _Hetaandeel middeninkomens in de vrije huursector neemt substantieel toe. Deze toename is ookte zien in de andere inkomensklassen. e Het aandeel middeninkomens in de koopsector fluctueert en neemt de laatste jaren weer iets af. In het lage segment middeninkomens heeft 23% een koopwoning in 2019. In het midden segment middeninkomens heeft 42% een koopwoning in 2019 en in het hoge segment heeft 50% een koopwoning in 2019. Dit betekent dat een kwart tot de helft van de middeninkomens in de stad over vermogen in de vorm van een eigen woning beschikken. 3.1 Toegang tot sociale huur, middeldure huur en middensegment koop Sociale huur Een laag segment middeninkomens met een inkomen tussen de huurtoeslaggrens en de EU-sociale huurgrens (ook wel de secundaire doelgroep genoemd) heeft toegang tot de sociale huurmarkt. In 2019 werd 17% van de sociale huurwoningen van corporaties toegewezen aan de secundaire 20 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 doelgroep (bron: jaarbericht AFWC). Gereguleerde huurwoningen van corporaties mogen ook worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot €42.436. De inkomensgrens voor sociale huurwoningen van particuliere verhuurders ligt hoger dan de inkomensgrens voor de gereguleerde huur van corporaties, namelijk op €44.360. Het particuliere sociale huursegment is daardoor een segment waar veel huishoudens in het midden segment middeninkomens op aangewezen zijn. De ontwikkeling van de sociale woningvoorraad houdt geen gelijke tred met de groei van de totale woningvoorraad. Het aandeel sociale huurwoningen in de totale woningvoorraad neemt af, onder andere door verkoop en liberalisatie. Het aantal voor de verhuur vrijkomende woningen van corporaties fluctueert rondom eenzelfde aantal sinds 2015, zo’n 7500 (bron: AFWC jaarbericht 2020). De wachttijd voor een sociale huurwoning ligt (in 2019) gemiddeld op ruim 23 jaar. Een deel van de sociale huurwoningen wordt met voorrang toegewezen aan bijzondere doelgroepen, zoals stadsvernieuwingsurgenten, statushouders, uitstroom maatschappelijke opvang of mensen met een sociaal-medische urgentie. In totaal wordt circa 30% van de vrijgekomen sociale huurwoningen van corporaties aan kwetsbare groepen toegewezen en 15 % aan stadsvernieuwingsurgenten. Ruim 50% is beschikbaar voor reguliere woningzoekenden. Het afgelopen decennium is het taakveld van de corporaties steeds sterker begrensd en in de Woningwet 2015 is vastgelegd dat de belangrijkste taak van woningcorporaties het zorgen is voor betaalbare woningen voor de lagere inkomens. Alleen het lage segment middeninkomens hebben daardoor toegang tot sociale huurwoningen van woningcorporaties en hogere middeninkomensgroepen nog maar zeer beperkt. Voor huishoudens met drie of meer personen, veelal gezinnen, geldt dat zij bijna altijd in een relatief kleine woning terecht komen. Wanneer huishoudens met een middeninkomen al in de sociale huursector zitten, is er weinig prikkel of perspectief om door te groeien naar middeldure huur of middensegment koop. Hier wordt in de volgende paragrafen op ingegaan. Middeldure huur In Amsterdam wordt het middeldure huursegment gedefinieerd als woningen die betaalbaar zijn voor een huishouden met een inkomen vanaf de EU sociale huurgrens tot € 63.237 (2021). Daarnaast gaat het om een huurprijs tot € 1.040,73 per maand (prijspeil 2021). Het is belangrijk om aan te geven dat de bestaande middeldure huurwoningen niet binnen het gereguleerde segment vallen. Alleen nieuwe woningen die ontwikkeld zijn onder de voorwaarden van het Actieplan Meer Middeldure Huur (2017) hebben gedurende 25 jaar een huurregulering, vastgelegd in de erfpachtvoorwaarden. Binnen dit segment is ook nog een “knip” gemaakt tussen goedkope middeldure en dure middeldure woningen. Voor goedkopere middeldure huurwoningen (2021: huurprijs tot € 911,95) komen eerst mensen met een middeninkomen tot € 51.997,- (per jaar, peiljaar 2021) in aanmerking en daarna de overige middeninkomens. In de bestaande bouw zijn dergelijke afspraken er niet en gelden er geen landelijke regels rondom het verhogen van de huurprijs. Wel hanteert de overheid in 2021 voor het eerste een maximale huurverhoging in de vrije sector, van 2,4%. Veel middeldure huurwoningen in de bestaande bouw schieten door marktontwikkeling door naar het hogere segment bij huurderswisselingen. Ondanks dat er veel nieuwbouwwoningen met 21 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 huurprijsafspraken zijn bijgekomen, is deze trend in de bestaande bouw sterker. De verwachting is dat uit de WiA cijfers van 2021 zal blijken dat het totaal aantal middeldure huurwoningen hierdoor niet of maar langzaam toeneemt. Op het totaal aan beschikbare woningen is het middeldure huur segment een van de kleinere segmenten en ook in de planning voor nieuwbouwwoningen in de middeldure huur in de planvoorraad is dit een relatief klein onderdeel. Figuur 3.2 Kwart gestarte en geplande nieuwbouw tot 2024 is middeldure huur sociale huur middeldure huur dure huuren koop |onbekend | Totaal 2018-2025 (oer jeem [geer [oem Jamet Jpem | | | 2008 36 | Jaa | [43 | | __ }8639 zig 293 | |aze | [ao | | |razs | 203 |___ au | [aen | \a3s Jo log | zoa | ass | [422 | |aa46 Jeu |a228 | Totaal [8.579 |17.444 |3-930 L4-059 12.081 [15.733 [397 72.223 = % 12% 24% 5,5% 19% 17% 22% 0,5% 100% Bron: Directie Grond en Ontwikkeling gemeente Amsterdam — Planvoorraad (inclusief start bouw Woningbouwplan 2018-2025 per segment, svz 1 juli 2021) Het aantal in aanbouw genomen woningen is in rode cijfers geschreven en de planvoorraad in zwarte cijfers. De planvoorraad voor 2021-2025 omvat in totaal 47.633 woningen. Het grootste deel van het planaanbod bestaat uit betaalbare woningen (31.503 woningen, 66 %). Het aandeel sociaal en middelduur in de planvoorraad neemt in de loop der jaren toe, daarin komt de gemeentelijke inzet op betaalbare woningen tot uiting (40-40-20). De dynamiek in de projecten zorgt voor plussen en minnen. De planvoorraad vermindert omdat een deel van de geplande woningen doorschuift naar 2025 of verder. Tegelijkertijd kan de planvoorraad groeien door besluitvorming over nieuwe plannen. Het gaat dan met name om projecten in ontwikkelbuurten en transformatiegebieden. Daarnaast kunnen projecten in de loop van de tijd meer of minder woningen gaan bevatten en/of na besluitvorming in een ander segment worden gerealiseerd. Planningen worden altijd in de loop van de tijd scherper gemaakt en bijgesteld. De planvoorraad voor de hele periode tot 2025 is ondanks de coronacrisis op peil gebleven. Middensegment koop In Amsterdam wordt middensegment koop gedefinieerd als woningen met een WOZ-waarde van €188.000 tot €314.000 (prijspeil 2021). Deze grenzen zijn bepaald op basis van wat er met een middeninkomen gemiddeld aan hypotheek verkregen kan worden (hierbij is eigen extra inleg niet meegenomen). 22 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 De voorraad middensegment koop is, net als de bestaande middeldure huur, sinds 2015 met het aantrekken van de economie hard afgenomen door de prijsstijgingen in de woningmarkt. Veel middensegment koop is daardoor doorgeschoven naar het hogere segment. Er wordt op dit moment niet gestuurd op aantallen middensegment koop in de nieuwbouw. Dit segment bedraagt maar een klein aandeel van de planvoorraad. Er staan per 1-7-2021 ongeveer 1.000 middensegment koopwoningen in de plannen. Onderstaande grafieken geven een overzicht van de trend en de verdeling van de woningvoorraad in Amsterdam. Hierin is zichtbaar dat het middensegment (zowel huur als koop) het kleinste segment is en daarnaast ook kleiner wordt door de tijd. De laatste gegevens zijn van 2019, naar verwachting zal het middensegment in 2021 verder zijn afgenomen. Figuur 3.2 Het middesegment huur en koop krimpt gestaag Ed 100 50 80 70 40 50 40 30 20 10 ü E 5 E 4 E E z 5 5 & S Ee & E a EE ä EE E- a EE ä EE 8 EE S EE S EE S EE 8 EE Ez Ee n Ee Dn Ee 5 EE Dn Ee 5 ER 5 ER 5 eg 5 ER DER ES ES ES EO ES S= 2 = 2 = >= 8= 5 E E 5 5 2011 2013 2015 2017 2019 m hoog inkomen nm dure huur en koop m middeninkomen nm middeldure huur en koop mn laag inkomen mn gereguleerde huur en betaalbare koop Bron: WiA 2019 - Woonsegmenten en inkomenssegmenten Amsterdam 3-2 Betaalbaarheid voor middeninkomens Betaalbaarheid van een woning is afhankelijk van de specifieke situatie van een huishouden. Het Nibud geeft geen standaard normen voor de gewenste hoogte van woonlasten ten opzichte van andere kosten die het huishouden moet maken. Dit hangt namelijk te veel af van woonfactoren zoals: aanvullend vermogen naast het inkomen, energiekosten, kosten van heffingen, 23 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 onderhoudskosten voor het huis enzovoorts. Ook hanteren verhuurders in de vrije sector en hypotheekverstrekkers inkomenseisen voor het huren of kopen van een woning die de betaalbaarheid en toegang beïnvloeden. Met betrekking tot vermogen wordt inmiddels steeds duidelijker dat dit bijna een voorwaarde is om een huis in Amsterdam te kunnen kopen indien je over een middeninkomen beschikt. In 2021 was de gemiddelde verkoopprijs volgens de Makelaars Vereniging Amsterdam (MVA) €564.000. Wanneer gekeken wordt naar eisen rondom hypotheek verstrekking dan geldt voor een middeninkomen tot €63.237 dat er een hypotheek van €314.000 kon worden opgenomen (2021). Voor de hoge middeninkomens tot €80.048 (2 x de EU sociale huurgrens in 2021) geldt dat dit hypotheek bedrag op de €443000 lag in 2021. Afgezet deze de gemiddelde woningprijs in Amsterdam betekent dit er een gat van €250.000 voor het middensegment middeninkomens of €121000 voor hoge inkomens tussen zit. Op basis van verzamelde gegevens over de woonquote* (percentage lasten dat een huishouden aan kale huurprijs of hypotheekrente besteedt, bron: WiA2019) voor huurders en huiseigenaren in Amsterdam kan ook een aantal ontwikkelingen in betaalbaarheid uitgelicht worden. Onderstaande tabel geeft de verdeling aan voor middeninkomen huishoudens in verschillende woonsegmenten. Er is een onderscheid gemaakt tussen middeninkomen huishoudens die langer dan 2,5 jaar in Amsterdam wonen en degenen die korter dan die periode in Amsterdam wonen. Deze gegevens laten zien dat recentelijk toegetreden middeninkomens voor het grootste deel (32%) in de dure huursector terecht komen. Een groot verschil is te zien in het gereguleerde huursegment (sociale huur). Dit is, zoals eerder beschreven, verklaarbaar, door de beperktere toegang die deze doelgroep heeft tot dit segment. Wanneer gekeken wordt naar de woonquote voor kopers en huurders valt op dat huurders in het vrije huursegment gemiddeld een hogere huurguote hebben dan in het gereguleerde segment of het koopsegment. Voor middeninkomens die in de afgelopen 2,5 jaar zijn toegetreden tot de Amsterdamse woningmarkt (ongeveer 20% van de middeninkomens huishoudens in 2019) geldt dat over alle segmenten heen de woonquote voor hen is toegenomen, met name in het vrije sector segment. Dit betekent dat met name toetreders meer in de dure huur terecht komen en dat zij daar relatief een groter deel van hun inkomsten aan kwijt zijn. + netto huurguote = kale huur minus de huurtoeslag als percentage van het inkomen; netto hypotheekquote = hypotheeklasten minus de belastingaftrek als percentage van het inkomen 24 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 3.3 Middeninkomens die in 2019 korter dan 2,5 jaar in Amsterdam woonden, woonden relatief veel meer in dure huur gereguleerd| goedkope [middeldure | middenseg EU Id koop* alte ment koop | dure huur | dure koop Totaal beki 21% 3% 22% 11% ae 100% <2,5 jaar > 2,5 jaar Bron: WiA 2019 - Woonsituatie middeninkomens op korte en lange termijn Figuur 3.4 De huurguote van recent toegetreden middeninkomens in de vrije sector is fors gestegen huurguote bewoners huurguote bewoners hypotheekquote gereguleerde huur vrije sector <2,5 Jaar > 2,5 jaar Bron: WiA 2019 - Huur en hypotheekquote bewoners met een korte of lange woonduur met een middeninkomen 3-3 Spreiding, woninggrootte en verhuisbewegingen van middeninkomens Spreiding Onlangs is de rapportage ‘Wijken in de mix’ vitgebracht als verdieping op het onderzoek van de Rekenkamer Metropool Amsterdam ‘De gemengde stad’ waarin werd geadviseerd om voor een goede monitoring van demografische, sociaaleconomische en fysieke menging inde stad te zorgen. In deze rapportage is uitgebreid gekeken naar hoe verschillende inkomensgroepen in de wijken van de stad verdeeld zijn. Een belangrijke conclusie is dat deze verdeling sterk samenhangt met de ontwikkeling van woonsegmenten in wijken. De verschuivingen in de woningvoorraad werken ook snel door in de inkomensverdeling. In de centrale zone (grofweg Amsterdam binnen de ring en ten zuiden van het IJ) creëren de hierboven beschreven ontwikkelingen een verdeling waarbij er meer lage en hoge inkomens in wijken zijn en steeds minder middeninkomens. Dit resulteert in een minder gemengde inkomensverdeling. In de randzone (Amsterdam buiten de ring en ten noorden van het IJ) zijn dezelfde woningmarktkrachten aanwezig maar minder sterk. Een groter aandeel sociale huur en een grote inzet op nieuwbouwwoningen in het sociale en middensegment maken dat deze zone juist een grotere gemengde inkomensverdeling kan krijgen. 25 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Woninggrootte Een belangrijke factor voor woonkwaliteit is de grootte van de woning. Onderstaande kaarten geven een indicatie van de maximale woninggrootte van marktconforme middensegment huur- en koopwoningen in de nieuwbouw (prijspeil 2021). Figuur 3.5. Nieuwbouw middeldure huurwoningen met huidig prijspeil max 5oM2 nn 2 Ë 5 TEE Ed Ee dl Ine ne en Par = mn de i) … e ; u = 5 Ee il en ee A eN Á 4 Ì EEN ER À El er Te LE Ne JL EE E 3 Ede A A rt Elan | … ik _ er E j» jn Lets 4 Eb Ef nn Met - il ‚ : nn B | Er a ij 7 EE : ’ een ke eet Pd bels we Zele] E cam) Een | ha | 8 , # e\ Pa Í e Ì ED Ge Pd J | en Ee ÚN De. RNN dr” = Kr L. gs meer 7 ar dn e, En he : ISF FN í Ee Ed Ne NNP SME z Eet me Ei AE 1 ' t Ï à el el De k nen ES / dl dE |; ij egt lk der. P vern Ae ES je OE Dee ea is Ei pe en BAN We | F dt ú Ms er Bron: Directie G&O en Wonen 2021 - Maximale woninggrootte van marktconforme middeldure huurwoningen in de nieuwbouw Voor huurwoningen (afbeelding hierboven) is zichtbaar dat met het huidige prijspeil een middeldure huurwoning qua grootte niet boven de 5oM2 uitkomt. Voor koopwoningen (afbeelding hieronder) is dat max 75 ma. 26 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 3.6. Nieuwbouw middensegment koopwoningen met huidig prijspeil max 75M2 . ‘ EEN FR ee A L Eü za u jn BIG Á KE ln NE OO ait hr Zi ei Lj E Jg M= ( - Sn PE: MIELE pe Vat 4 r cersTautd Er he k a ën a a El Den Af et A dE Be ik El é en AE Em on, | : B ek EN Oe 1d a a / cn | he RE leden: b et pe NO a fl ee A N ik me À Br in | hd he ie nn | IJ ie EN zt er Bron: Directie G&O en Wonen 2021 - Maximale woninggrootte van marktconforme middensegment koopwoningen in de nieuwbouw Door de marktontwikkelingen zijn ook de nieuwgebouwde woningen de afgelopen jaren gemiddeld kleiner geworden. Dit komt voornamelijk omdat de nieuwe koopwoningen kleiner zijn geworden. De sociale huurwoningen en middeldure huurwoningen zijn sinds 2016 ongeveer even groot gebleven. Als deze trend zich doorzet, dan is de verwachting dat de nieuwe woningen de komende jaren kleiner worden. Corporaties geven aan dat kleine woningen beter aansluiten bij de veranderende demografie van de stad. Daarnaast is de prijs per vierkante meter van kleine woningen ook hoger en daarmee is er op de meeste stedelijke locaties ook een hogere opbrengst per vierkante meter. Zeker bij huurwoningen speelt deze financiële prikkel een rol. Voor de sociale huurwoningen is de huurprijs is gemaximeerd door de wetgeving. Dit leidt ertoe dat bij een gelijk huurniveau de bouw van kleine woningen sociale huurwoningen minder onrendabel is dan de bouw van grotere sociale huurwoningen. In de praktijk hebben marktpartijen bij particuliere transformatie een sterkere positie dan bij gemeentelijke tenders. Aangezien er steeds meer van de woningbouwproductie door particuliere transformatie tot stand komt bestaat het risico dat deze trend van kleinere woningen in de planvoorraad toeneemt. Daarnaast heeft de ontwikkeling van buy-to-let en verkamering bijgedragen aan de trend van meer kleine woningen. Door het opkopen van woningen en deze in kleine kamers te verdelen voor verhuur aan studenten of buitenlandse werknemers zijn deze woningen niet meer beschikbaar als gezinswoning. 27 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Verhuisbewegingen Verhuisbewegingen dienen bekeken te worden vanuit het migratiesaldo; wie vertrekt en wie treedt toe. Hieronder staat weergegeven wat bekend is over de verhuisbewegingen per inkomensgroep in de periode 2017-2018. Het totaal aantal verhuizingen vanuit Amsterdam naar de MRA en de rest van Nederland bedroeg ongeveer 34.000. Het totaal aantal verhuizingen naar Amsterdam vanuit de MRA en de rest van Nederland bedroeg ongeveer 59.000. Uit deze gegevens blijkt dat van alle verhuizingen in 2017-2018 van Amsterdam naar buiten Amsterdam, de middeninkomen segmenten (laag, midden en hoog) samen het grootste deel vormden van de vertrekkers (51% van de vertrekkers richting MRA en 49% van de vertrekkers richting elders in Nederland). Wanneer naar de losse segmenten gekeken wordt dat zijn de hoge inkomens verreweg het grootst qua vertrekkers. Binnen de middeninkomens waren het in 2019 relatief iets meer lage middeninkomens die zijn vertrokken. Andersom zijn binnen de groep toetreders de middeninkomen groepen tezamen ook de grootste groep (50% van de toetreders uit de MRA en 4,3% van de toetreders vanuit elders in Nederland. Als naar de losse segmenten wordt gekeken dan is bij toetreding het grootste aandeel de lage inkomens en het kleinste aandeel bij de hoge middeninkomens. Figuur 3.7 Middeninkomens vormen grootste groep toetreders en vertrekkers % 8 uh Ke 1 uK KE: hed VANUIT VANUIT NIET BINNEN VANUIT _ NAAR ELDERS ELDERS IN NL ELDERS IN DE VERHUISD AMSTERDAM AMSTERDAM IN NL NAAR MRA NAAR VERHUISD NAAR ELDERS VERHUISD, AMSTERDAM AMSTERDAM IN DE MRA VANUIT VERHUISD _ VERHUISD VERHUISD AMSTERDAM tot €19018 m£19018-€38035 M£38035-€57053 M€57053-€76070 €76070 en meer Bron: WiMRA 2019 - Verhuisbewegingen naar inkomen van, in en naar Amsterdam periode 2017 — 2018 28 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 4 Wat is de positie van middengroepen op de arbeidsmarkt? e De positie van middengroepen op de arbeidsmarkt kan vanuit twee perspectieven benaderd worden. Het eerste perspectief hanteert een definiëring op basis van opleiding. Dit betreft mensen uit middengroepen die te maken hebben met een onzekere baansituatie met daardoor een instabiele financiële situatie en gebrek aan toekomstperspectief. De volgende factoren spelen hierin mee: o Inwoners die werken op een flexibel contract zijn kwetsbaarder voor baanverlies en daarmee een daling van inkomen dan inwoners met een vast contract. Met name lage inkomen huishoudens hebben vaker een flexibel dienstverband. De middeninkomen huishoudens hebben dit minder dan lage inkomens maar meer dan hoge inkomen huishoudens. o Middelbaar opgeleiden lopen meer dan praktische of hoger opgeleiden het risico dat hun baan door technologische ontwikkelingen verdwijnt. Dit is afhankelijk van de sector waarin ze werken en de mate waarin er daar sprake is van digitalisering en/of automatisering. Er komen wel andere banen voor terug die ook met een middelbare opleiding ingevuld kunnen worden. Dit vraagt dan wel om actieve om- en bijscholing. o De erkenning van een diploma voor een middelbare opleiding is aan inflatie onderhevig: middelbaar opgeleiden verdienen relatief gezien steeds minder. e Inhet tweede perspectief hanteren we geen vaststaande definitie maar nemen een aantal specifieke beroepen onder de loep die grotendeels worden uitgeoefend door middengroepen uitgaande van inkomen en opleiding. Dit perspectief betreft een toenemende schaarste van aanbod voor cruciale beroepen die nodig zijn om de stad draaiende te houden en de Amsterdams stedelijke ambities en transities te kunnen realiseren. Dit zijn cruciale publieke beroepen zoals agenten, onderwijzers en verplegers maar ook beroepen in de techniek, bouw en duurzaamheidsopgave. Deze beroepen kunnen niet op basis van middeninkomen op middelbare opleiding als middengroepen gedefinieerd worden omdat ze uiteenlopen qua opleidingen en inkomensschalen. Afhankelijk van de sector liggen er andere oorzaken ten grondslag aan de tekorten. Een brede gemene deler voor deze beroepen is een toenemende concurrentiestrijd omdat de tekorten ook in andere delen van het land en de wereld spelen. In het licht van deze concurrentiestrijd worden onder andere de toegang tot het stedelijk wonen, werken en leven of de bereikbaarheid daarvan belangrijker. 29 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 4-1 Baanzekerheid Na een krimp van 3,7% in 2020, is de Nederlandse en Amsterdamse economie weer groeiende. Het werkloosheidspercentage ligt landelijk met 3,3 procent historisch laag. In Amsterdam ligt het actuele werkloosheidcijfer op 4.9% (Q2, 2021). Figuur 4.1. Actuele werkloosheidcijfer Amsterdam lager dan in 2017 7 6 6,5 5 NNS 4,9 4 3,7 3 2 1 0 le 2e 3e 4e le 2e 3e 4e le Ze 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw kw 2017 2018 2019 2020 2021 Bron: OIS 2021 - Ontwikkeling werkloosheid in Amsterdam Ondanks het herstel heeft de coronacrisis een aantal gevoelige punten op de arbeidsmarkt zichtbaar gemaakt en problemen die al voor de crisis speelden nog duidelijker voor het voetlicht gebracht. Tijdens de coronacrisis steeg de werkeloosheid vooral onder laag- en middelbaaropgeleiden. Dit hangt samen met deze ontwikkelingen op de arbeidsmarkt: a. Flexibilisering b. Verdwijn- en verschijnwerk c. _Diplomadevalvatie d. Risico op sociale daling Flexibilisering De economische conjunctuur heeft impact op het aantal werklozen maar lijkt nauwelijks invloed te hebben op de groei van het aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Het aandeel flexibel werkenden (tijdelijk werk, wisselend aantal vren per week of zelfstandige) onder middelbaar opgeleiden in Nederland tussen 2003 en 2015 is gestegen van 25% naar 37%. In Amsterdam heeft bijna 1 op de 4 middeninkomens een flexibel dienstverband. De Amsterdamse economie leunt sterk op flexibele arbeidskrachten en vooral onder jongeren is dit een structurele trend. Een bijna even groot deel werkt als zelfstandige zonder personeel. Zelfstandigen zonder personeel zijn in Amsterdam vooral werkzaam in de zakelijke dienstverlening, de cultuursector en de IT. 30 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 4.2. Aandeel Amsterdamse werknemers met flexibel dienstverband hoogst onder lage inkomens - in | eren EN 1e oenen EN 1 eee | 7 0 5 Ls 15% 20% 25% JC 15% ZO AEK Bron: OIS bewerking CBS 2019 - Aandeel Amsterdamse werknemers met flexibel dienstverband naar inkomen Figuur 4.3. Aandeel Amsterdamse ZZP'ers hoogst onder lage inkomens Hage middeninkomens En 16% 0% 5% 1 15% 20% 25% zn 35% Bron: OIS bewerking CBS 2019 - Aandeel Amsterdamse ZZP'ers naar inkomen In laagconjunctuur leveren zzp'ers inkomen in terwijl hun inkomen groeit tijdens hoogconjunctuur. Daarmee vangen zzp'ers conjuncturele schokken op. Dat maakt de economie weerbaar, maar de ZZP'er kwetsbaar. Vooral werknemers met een flexibel contract, veelal jongeren, verloren tijdens de coronacrisis hun baan. Vooral daalde de participatie van laag- en middelbaar opgeleide werkenden. Hier staat tegenover dat de Amsterdamse economie ná de grote coronaklap van 2020 weer relatief snel opveerde. Dit is deels te danken aan de flexwerkers. Hoewel de arbeidsmarkt flink is aangetrokken sinds het uitbreken van de coronacrisis blijven de cultuursector en de bezoekerseconomie achter. Met name in de cultuursector zien we dat veel mensen met een flexibel contract werken. 31 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Het effect van de groeiende groep ZZP'ers is dat middeninkomens steeds vaker te maken met flexibiliteit en tijdelijkheid van werk. Middeninkomens moeten hierdoor harder werken in meer onzekere omstandigheden. Flexibiliteit brengt meer risico’s met zich mee voor medewerkers: het zorgt voor een grotere kans op werkloosheid. Het inkomensniveau en inkomenszekerheid is lager; flexibele medewerkers maken een drie keer zo hoge kans op armoede dan medewerkers met een vast contract. Daarnaast is er voor flexwerkers minder goede kans op scholing en ontwikkeling en is de duurzame inzetbaarheid minder geborgd, ook omdat zij vaker gevaarlijk werk doen en minder toegang hebben tot een bedrijfsarts. Verdwijn- en verschijnwerk Volgens de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) is technologisering een bedreigende ontwikkeling doordat bepaalde beroepen verdwijnen of al verdwenen zijn. Experts als econoom Robert Went nuanceren de impact van technologisering doordat zij verwachten dat tegenover het banenverlies er nieuwe banen terugkomen. Volgens onderzoek van McKinsey (2018) heeft naar schatting 1 op de 4 werknemers in Amsterdam een baan met een hoog automatiseringsrisico. Voor de MRA geldt dat bijna de helft van de werknemers een hoog risico heeft. De verandering van werk door technologisering raakt alle opleidingsniveaus, maar experts zijn het erover eens dat vooral praktisch en middelbaaropgeleiden tot en met mbo-niveau 2 het grootste automatiseringsrisico lopen. In de MRA is door technologisering al een groot deel van de administratieve en financiële banen veranderd of zelfs verdwenen. Een kwart van het Amsterdamse WW bestand bestaat vit mensen die eerder werkzaam waren in de administratieve sector. Figuur 4.4. Praktisch en middelbaaropgeleiden lopen grootste automatiseringsrisico 0 100900 200000 300000 400000 500DEO 60000 700000 Beroepsbevolking naar opleidingsnwveau MBanen met hoog automatiseringsrisico Bron: Stedelijk Strategieteam 2018 - Aantal banen met een hoog automatiseringsrisico, opgedeeld naar opleidingsniveau 32 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Accountantskantoor PwC voorspelt dat de komende jaren zo'n 1,6 miljoen banen dreigen te verdwijnen in Nederland, waarvan een aanzienlijk deel in Amsterdam (bron: PWC: how to make vulnerable jobs ready fort he future, 2021). Redenen hiervoor zijn een verdere verschuiving van maakindustrie naar een diensteneconomie en verandering in inhoud van het werk. Het gaat dan met name om beroepen die vatbaar zijn voor digitaliserig en automatisering, zoals receptionisten, callcenter medewerkers, boekhoudkundigen en kassamedewerkers. Ook hier is de nuancering dat het verdwijnen van deze banen niet betekent dat er 1,6 miljoen extra werklozen te verwachten zijn. Deze mensen kunnen instromen in nieuwe of andersoortige banen, waarvoor zij de skills al in huis hebben of kunnen bijleren. Volgens het rapport zijn mensen die werken in het onderwijs, zorg en de techniek op termijn juist zeer gewild. Een deel van deze arbeidsplaatsen (kunnen) worden ingevuld door mensen met een middelbare opleiding. Diplomadevaluatie Onder lage inkomens neemt het aandeel middelbaar en hoog opgeleiden toe. Onder hoge middeninkomens en de hoge inkomens, neemt het percentage middelbaar opgeleiden af. Van de lage inkomensklasse in Amsterdam had in 2019 41% een middelbare opleiding ten opzichte van 29% met een lage opleiding en 30% met een hoge opleiding. De trend laat zien dat het segment met een middelbare opleiding binnen de lage inkomensklasse groeit en binnen de middeninkomen en hoge inkomensklassen daalt. Redenen hiervoor zijn dat je voor je diploma steeds een stukje minder beroep krijgt. Dit noemen we diplomadevaluatie. Bovendien heb je voor de hoogste beroepen net zo veel opleiding nodig als vroeger, maar voor de laagste beroepen nemen de ‘opleidingseisen! juist toe. Kort gezegd: een middelbare opleiding is steeds minder een garantie op een middelbaar inkomen. Risico op sociale daling Door flexibel werk, verdwijnbanen en diplomadeflatie zijn middengroepen met een baan in sommige sectoren (cultuur- en bezoekerseconomie, administratief werk), met een middelbare opleiding of een instabiel middeninkomen financieel kwetsbaar. Zodra inkomsten wegvallen of kosten stijgen is sociale daling al snel een realiteit. Zes op de tien gezinnen met een middeninkomen hadden in 2019 moeite met rondkomen. Overigens is het merendeel van de Amsterdamse middeninkomens niet kwetsbaar voor sociale daling. Dit zijn veelal alleenstaanden of stellen die starten op de arbeidsmarkt en veel perspectief hebben voor de toekomst. Zij hebben nu misschien nog een middeninkomen, maar je kunt redelijkerwijs verwachten dat het inkomen snel zal stijgen. Dit geldt bijvoorbeeld voor hoogopgeleide starters, tweeverdieners en jonge gezinnen. 33 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 4.2 Cruciale beroepen Een maatschappelijke ontwikkeling die veelal ook met de middenklasse of middengroepen wordt geassocieerd zijn de personeelstekorten in cruciale en belangrijke sectoren. Onder cruciale beroepen verstaan we in deze notitie beroepen in het onderwijs, zorg, kinderopvang en veiligheid. Daarnaast zijn er belangrijke beroepen in de techniek (inclusief banen in de bouw en in duurzaamheid) en ICT. Deze beroepen zijn belangrijk om ambities die Amsterdam heeft op het gebied van bijvoorbeeld woningbouw en klimaatadaptatie waar te maken. Waar we het in deze notitie over ‘cruciale beroepen’ hebben, bedoelen we daarmee ook de belangrijke beroepen. In het eerste hoofdstuk is uitgelegd waarom beroepsgroepen een lastig kader bieden om middengroepen mee te definiëren. Wat we wel kunnen stellen is dat cruciale beroepen belangrijk zijn om de stad draaiende te houden, nu en in de toekomst. En dat cruciale beroepen onder andere uitgevoerd worden door middelbaar opgeleiden en dat mensen daar een middelbaar inkomen mee kunnen verdienen (maar ook hoger of lager). Daarom kijken we in dit onderdeel naar de relatie tussen cruciale beroepen, middengroepen en de stad en zoomen we in op het vraagstuk van personeelstekorten. Toenemende vergrijzing leidt ertoe dat de beroepsbevolking in totaal kleiner wordt. Daarnaast zien we een verschuiving van praktische en middelbaar opgeleiden naar meer hoger opgeleiden waardoor er een kleiner deel van de beroepsbevolking kwalificaties heeft voor praktische banen. Om deze twee redenen ontstaat er naar verwachting een flink tekort aan lager en middelbaar opgeleiden in Amsterdam om de banen die er zijn te vervullen. Dit effect wordt versterkt door de omstandigheden op de woningmarkt en arbeidsmarkt (zie voor deze trends ook hoofdstuk 3 over de woon-werk balans in de regio). In bijvoorbeeld ICT- en technische beroepen is er sprake van krapte en die krapte is in de regio Amsterdam groter dan gemiddeld in Nederland. In onderstaande grafiek is te zien in welke sectoren de krapte op de arbeidsmarkt het grootst is. Het getal op de horizontale as geeft weer hoeveel openstaande vacatures er zijn per 1000 banen. Krapte zien we met name in de ICT, horeca en bouwnijverheid, maar ook in de zorg en in het onderwijs is er sprake van krapte. 34 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 4.5. Personeelskrapte het grootst in de ICT, horeca, bouwnijverheid J Informatie en communicatie nn | HOreCa On F Bouwnijverheid Mn M Specialistische zakelijke diensten Gn B Delfstoffenwinning Gn K Financiële dienstverlening nn. G Handel MM en H Vervoeren opslag nn C Industrie en D Energievoorziening L Verhuur en handel van onroerend goed en Q Gezondheids- en welzijnszorg en S Overige dienstverlening nn O Openbaar bestuur en overheidsdiensten mn R Cultuur, sporten recreatie nn E Waterbedrijven en afvalbeheer Men A Landbouw, bosbouw en visserij N Verhuur en overige zakelijke diensten Gen P Onderwijs Gn 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 2019 2e kwartaal” Mm 2020 2e kwartaal” m 2021 2e kwartaal” Bron: CBS Statline, bewerking SEO Economisch Onderzoek2019g- Krapte op de arbeidsmarkt: het aantal openstaande vacatures per 1000 banen per sector Ook het ROA (Research Centre for Education and the Labour Market), dat kijkt naar toekomstige verwachtingen rondom tekorten, stelt dat werkgevers moeite verwachten te hebben met het vullen van vacatures van technische en pedagogische beroepen en in de zorg en welzijn. Tekorten in de ICT en andere maatschappelijke sectoren zijn niet per se een ‘middengroepen probleem’. Voor al deze sectoren geldt dat mensen die hierin werken inkomens hebben die uiteenlopen. Onderstaande grafiek laat zien welke type inkomen wordt verdiend in de ‘problematische groepen’. De verwachting is dat de krapte de komende jaren aan blijft houden. 35 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 4.6. Inkomens ‘probleem beroepen! lopen uiteen or-Pedagagische beroepen Nn a2-Creatieve en taalkundige beroepen nn a3-Commerciële beroepen NN o4-Bedrijfseconamische en administratieve. os-Managers o6-Openbaar bestuur, veiligheid en, me 07-Technische beroepen o8-ICT beroepen ag-Agrarische beroepen 10-Zorg en welzijn beroepen 1-Dienstverlenende beroepen 12-Transport en logistiek beroepen 1-Overig totaal % 0 20 40 5o 8o 100 B lage inkomens B lage middeninkomens hoge middeninkomens hoge inkomens Bron: OIS bewerking CBS 2020 - Beroepen naar inkomensgroepen: Aandeel Amsterdams huishoudens naar inkomensgroep Cruciale beroepen en stedelijke ambities Cruciale beroepen zoals pedagogische medewerkers, zorgverleners en handhavers en agenten zijn van belang om een basisniveau van dienstverlening aan burgers te kunnen bieden: goed onderwijs, goede zorg en veiligheid. Als er geen personeel is om deze cruciale beroepen te vervullen kan dat de kwaliteit van het onderwijs aantasten: zwakkere scholen in kwetsbare gebieden worden daardoor het hardst geraakt. In de kinderopvang zien we al dat groepen naar huis worden gestuurd doordat er te weinig personeel beschikbaar is. De kwaliteit van zorg kan aangetast worden, met impact op kwetsbare groepen zoals ouderen. Op het gebied van veiligheid wordt het lastiger om het basisniveau van veiligheid te garanderen. En is het moeilijker om ruimte vrij te maken om in te spelen op nieuwe, groeiende vormen van criminaliteit zoals cybercrime. Ook het realiseren van stedelijke ambities rondom verduurzaming of een grote bouwopgave vraagt om specifiek personeel dat nu (nog) niet voor handen is. Ook hierbij is het belangrijk te realiseren dat de beroepstekorten in de maatschappelijke sector en die gerelateerd zijn aan de stedelijke ambities, op basis van inkomen en opleiding niet uitsluitend aan de middengroepen te koppelen zijn. Praktisch en hoogopgeleiden zijn evengoed nodig om de maatschappelijke sector draaiend te houden en de ambities van de stad te realiseren. Er is een nationale en internationale concurrentiestrijd om goed personeel aan te kunnen trekken en daarvoor zijn stedelijke voorzieningen belangrijk. Als stad staat Amsterdam onder druk om dit te kunnen blijven leveren aan een diverse groep van inwoners. Het schaalniveau waarop naar deze problematiek gekeken wordt en gehandeld wordt is steeds belangrijker. Het volgende hoofdstuk gaat in op de ontwikkelingen in de MRA. 36 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 5 Hoe ontwikkelt de woon-werk balans van praktisch en middelbaar opgeleiden in de MRA? e _Indit onderdeel dat de woon-werk balans in de MRA beschrijft, kijken we naar middengroepen op basis van opleidingsniveau. e Door de stijgende woningprijzen in Amsterdam en andere (hoog) stedelijke gebieden in de MRA gaan praktische en middelbaar opgeleiden (die veelal een laag tot middeninkomen hebben) zich meer spreiden over de regio en wonen op betaalbaarder maar minder goed bereikbare plekken, op grotere afstand van o.a. Amsterdam en vervoersknooppunten. De banen, ook voor praktisch en middelbaar opgeleiden, concentreren juist meer in het economisch kerngebied Amsterdam en Amstelland Meerlanden. e Toenemende pendelen grotere druk op het mobiliteit systeem is het gevolg. Prognoses laten zien dat het mobiliteitssysteem in de MRA snel verzadigd zal raken, als deze trends ook na herstel van de coronacrisis doorzetten. e Een daarmee gepaard gaande ontwikkeling is groeiende vervoersongelijkheid. Dit gebeurt omdat praktisch en middelbaar opgeleiden ten opzichte van theoretische opgeleiden: o vaker banen hebben die fysieke aanwezigheid vragen; o minder goede reiskostenvergoedingen hebben; o vaker op locaties werken of op tijden werken waardoor alleen autovervoer mogelijk is en daardoor relatief meer moeten investeren (tijd, geld en moeite) in woon-werk verplaatsingen. e Door deze ontwikkelingen is er een risico dat met name hoogstedelijke kerngebieden zoals Amsterdam te maken krijgen met verder toenemende personeelstekorten onder praktisch en middelbaar opgeleiden. Afhankelijk van de sector waarin zij werken kunnen deze groepen door schaarste in vaak ook kiezen voor banen dichter bij huis. Dit onderdeel van de notitie focust zich op onderzoek dat in het kader van de sociaal maatschappelijke agenda in de Verstedelijkingsstrategie van de MRA is gedaan is door de gemeente Amsterdam naar woon-werk balans voor praktisch en middelbaar opgeleiden in de MRA. Er speelt een aantal factoren een grote rol in woon-werk verkeer: e De ontwikkelingen op de woningmarkt en daarmee de spreiding van verschillende groepen werkenden over de regio; e _ Ontwikkelingen op het gebied van werk en bedrijfsvestiging waar toenemende concentratie zichtbaar is; e _ Ontwikkelingen in het steeds drukker wordende mobiliteitssysteem. 37 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 In de samenhang tussen deze factoren bevindt zich de ontwikkeling van bereikbaarheid van werk voor praktisch- en middelbaar opgeleiden, die vaak een baan hebben met een lager tot middeninkomen. Dit hoofdstuk gaat kort in op deze ontwikkelingen en op de gevolgen die ze hebben voor specifiek deze lager en middelbaar opgeleiden. In het verlengde daarvan wordt ook stilgestaan bij de andere kant van deze problematiek, namelijk de bereikbaarheid voor werknemers in sectoren waar arbeidstekorten zijn of dreigen te ontstaan. 5.1 Wonen in de MRA In hoofdstuk 2 is vitgebreid ingegaan op de woningmarkt in Amsterdam. In dit hoofdstuk wordt ook gekeken naar de ontwikkeling op het gebied van wonen in de MRA en specifiek naar de positie van inwoners met een praktische en/ of middelbare opleiding en een laag en/of middeninkomen. De historische ontwikkeling van de MRA kent trends van verstedelijking (urbanisatie) en suburbanisatie. Momenteel is er een verstedelijkingsbeweging zichtbaar waarin meer mensen in de hoog stedelijke gebieden van de regio willen wonen. Deze toenemende vraag in combinatie met ontwikkelingen zoals meer beleggingen in de woningmarkt en een lagere bezetting per woning zorgen voor schaarste en prijsstijgingen. De helft van de inwoners van de MRA (check met of zonder Amsterdam) is praktisch of middelbaar opgeleid, een groot deel heeft een laag of middeninkomen en de helft van hen woont in een sociale huurwoning. De woningmarkt in de rest van de MRA laat paralellen zien met de woningmarkt in Amsterdam. Door de woningmarktsituatie zijn starters zonder vermogen (vaak praktisch en middelbaar opgeleiden) vrijwel volledig aangewezen op sociale huursector. Nog relatief veel praktisch en middelbaar opgeleiden wonen in de MRA in een koopwoning; van de middelbaar opgeleiden is dit 53% en van de praktische opgeleiden 34%. Ook in de MRA zijn er forse prijsstijgingen op de koopmarkt waardoor laag of middeninkomens steeds moeilijker een huis kunnen kopen. Ook in gemeenten waar dat voorheen nog goed kon (zoals Zaanstad, Purmerend en Lelystad) wordt dat moeilijker. Het alternatief is beperkt: voor middeldure huur gelden vaak inkomenszekerheidseisen die fors zijn en sociale huur kent lange wachtlijsten en met passend toewijzen is dit alleen toegankelijk voor lage inkomens en niet meer voor de groep daar net boven. 38 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 5.1. Schaarste beschikbaar woningaanbod het grootst voor starters en doorstromers in de goedkope en middensegment en middeldure huur 140000 120000 100000 Boooo Goaoo 40000 n m |] m [| mn 1 tot £175.000 £175.000- £279.000- meerdan toten met £720-£1009 £1009- meer dan €279.000 €409.000 €£409.000 €720 €1341 E1341 koop naar WOZ-klasse huur naar huurklasse buitenland starter e vestigers B doorstromer OQ aanbod (recent betrokken) Bron: WiMRA 2019 - Woonwensen ten opzichte van beschikbaar woonsegment aanbod Een gevolg van deze dynamiek is ruimtelijke vitsortering waarbij er buurten en wijken ontstaan waar bovengemiddeld veel inwoners met lagere inkomens wonen (daar waar veel sociale huurwoningen zijn) en buurten en wijken met een hoge concentratie van hogere inkomens (daar waar veel koopwoningen en vrije huursector woningen zijn). Onderstaande kaart laat deze clustering in de MRA zien. 39 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 5.2. Ruimtelijke uitsortering: lage en hoge inkomens clusteren in de MRA Te 2 ek & U Af Be 4 7 AES En 5 8 h A ige > e ze, ir ee & ke ee z IJ | WEA Ee is nd e kt ” Mal Ak te Er he En : + JN, Ce ) L Rn PVEN 5 Ee se ee IN Sj rj 5 4 kt wl FE Gs £ Sn KR een 8 Ge Kr 8 Sat de nr Clustering naar inkomen L e d E:: clustering hoge inkomens de Clustering hoge inkomens = __ Gemengd of Middeninkomens 8 & pe £\ aandachtsgebied En kij E Clustering lage inkomens * SES benaderd door CBS Kerncijfers Wijken en Buurten - percentages hoge en lage inkomens per buurt en Hoge clustering lage inkomens Bron: Verstedelijkingsconcept MRA 2021 - Clustering huishoudens naar inkomen in de MRA Door de historische samenstelling en locatie van de woningvoorraad, nieuwbouwprojecten, prijsstijgingen en verhuizingen wordt het moeilijker om op goed bereikbare plekken en kernen in de regio een betaalbare woning te kopen of huren. Praktisch en middelbaar opgeleiden kunnen vooral in nieuwbouw terecht op plekken waar relatief weinig werk is. Vanaf plekken die wel betaalbaar zijn is het verder reizen naar werk, wat zorgt voor hogere vervoerskosten. Op plekken met hogere druk zijn de woningen vaak duur en klein. Dit zijn de plekken die het best bereikbaar zijn met OV. Er is een groot verschil in betaalbaarheid tussen oude en nieuwe bewoners (starters). 5.2 Werk in de MRA De MRA is een economische topregio dankzij een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een goed opgeleide beroepsbevolking. De MRA is een polycentrische regio qua wonen (zoals hierboven toegelicht) en heeft een monocentrische economische dynamiek: veel banen bevinden zich in het Amsterdam en in Amstelland Meerlanden. Dit wordt, zonder aanvullend beleid, sterker naar de toekomst toe. De werkgelegenheid in Amsterdam en rond Schiphol groeit al geruime tijd harder dan in de andere regio's van de MRA (tot Corona). Economische groei in Zuid-Kennemerland en IJmond blijft achter op de rest. In de MRA zijn relatief veel banen in financiële diensten, informatie en communicatie, cultuur, recreatie en sport, horeca, specialistische zakelijke diensten, vervoer en opslag, overige zakelijke diensten en groothandel. Groei is er vooral in horeca en informatie en communicatie. Toekomstige 40 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 groei wordt verwacht in zorg en welzijn, techniek en ICT en in het onderwijs. Werken op bedrijventerreinen verschuift meer naar randen van steden en rest van regio doordat stedelijke bedrijventerreinen vaker worden getransformeerd naar woningbouw. Het werken op kantoorlocaties kent een grote concentratie en planvoorraad in Amsterdam en Amstelland — Meerlanden op internationale milieus (o.a. Zuidas). Er zijn drie relevante ontwikkelingen gaande rondom de beroepsbevolking van de MRA met betrekking tot praktische en middelbaar opgeleiden: 1. toenemende vergrijzing zorgt voor een afnemende beroepsbevolking en toekomstige krapte; 2. een steeds groter wordende groep theoretisch opgeleiden ten opzichte van praktisch en middelbaar opgeleiden; 3. een grotere geografische spreiding van praktische en middelbaar opgeleiden binnen de MRA. Door deze veranderingen in de (locatie van de) beroepsbevolking ontstaan er op lokaal niveau tekorten aan praktisch en middelbaar opgeleiden in de kerngebieden, vooral in Amsterdam. Er is sprake van disbalans tussen de woon- en werklocaties van werknemers in de MRA, en deze disbalans wordt groter. Werk is geconcentreerd in Amsterdam en Amstelland Meerlanden en werknemers zijn zoals eerder werd aangegeven ongelijk gespreid over de MRA. De volgende ontwikkelingen komen uit nadere analyse: e Een groeiend surplus aan theoretisch opgeleide inwoners. Rond de eeuwwisseling woonden er in alle deelregio's, behalve Amstelland Meerlanden iets meer theoretisch opgeleide werknemers in de MRA dan er banen voor hen waren. Dit verschil groeide licht tot 2018, en zal naar verwachting versterken richting 2040. e Een groeiend tekort aan middelbaar opgeleide werknemers, en een groeiende geografische disbalans. Rond de eeuwwisseling woonden in de MRA aanzienlijk meer middelbaar opgeleiden dan er banen op dat niveau waren. De tekorten aan middelbaar geschoolden in deelregio’s Amsterdam en Amstelland Meerlanden werden ruimschoots gecompenseerd in de andere deelregio’s. In 2018 is de lokale disbalans in de deelregio's Amsterdam en Amstelland Meerlanden sterk gegroeid doordat vooral hier het aantal middenbanen in de tussenliggende periode sterk groeide. Deze groei is niet gecompenseerd door de groei van het aantal middelbaar opgeleide werknemers in deze deelregio’s, en ook niet in de MRA als geheel, waardoor het totale surplus aan werknemers op middelbaar niveau is omgeslagen in een tekort in 2018. Een tendens die zich naar verwachting zal voortzetten in de toekomst. e Een nijpend tekort aan praktisch opgeleiden: In 2003 was ongeveer een kwart van de actieve beroepsbevolking praktisch opgeleid, terwijl maar rond de 20% van de banen een praktische opleiding nodig was. In 2018 was dat surplus omgeslagen naar een klein tekort, waarbij ook een geografische disbalans was ontstaan: een flink tekort in Amsterdam en Amstelland Meerlanden werd gecompenseerd door een licht surplus in elke deelregio. Naar 2040 is de verwachting dat dit lichte surplus in alle deelregio's is omgeslagen in een tekort. In onderstaande afbeelding staat de geografische disbalans weergegeven. In de blauwe gebieden is een concentratie van banen voor praktische en middelbaar opgeleiden. In de rode gebieden een concentratie van praktisch en middelbaar opgeleide beroepsbevolking. 41 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 5.3 Geografische disbalans in banen (blauwe ringen) en woonlocaties (rode ringen) praktisch en middelbaar opgeleiden binnen de MRA _ J B pr k ri LO \ dt / | ll 1 | (EN “\@ be { O e © ) AS re \ - al Kr E. X Kk u dj Pa Pé D { 5 / % À | a Ì / C APT FB. 4 / Bron: Verstedelijkingsconcept MRA 2021 - Concentratie van banen in de MRA naar opleidingsniveau Door de boven genoemde tendensen zijn werkgevers in Amsterdam en Amstelland Meerlanden steeds meer afhankelijkheid van praktisch en middelbaar opgeleiden die in of buiten de regio wonen, en die bereid zijn om een grotere woon-werk afstand af te leggen. Het probleem hierbij is echter dat praktisch en middelbaar opgeleiden minder dan theoretisch opgeleiden bereid of in staat zijn deze grote woonwerkafstanden afte leggen en dat dit hen ook in een lastiger positie brengt dan theoretisch opgeleiden. Daarnaast is het huidige mobiliteitssysteem niet in staat deze groeiende mobiliteitsbehoefte te bedienen. 5.3 Bereikbaarheid en mobiliteit in de MRA Het Daily Urban System van Amsterdam (het gebied waarin de belangrijkste dagelijkse verplaatsingen (woon-werk, studie, sport etc. plaatsvinden) is de afgelopen decennia flink gegroeid en is inmiddels groter dan het territorium van de MRA. Dat komt door de toenemende doordat het aantal banen in de regio sneller groeit dan de beroepsbevolking, maar ook door verbeteringen in de bereikbaarheid, groeiende mogelijkheden om deels thuis te werken waardoor het voor met name hoog opgeleiden mogelijk is om verder van het werk te gaan wonen of om verder van het wonen te gaan werken. Historisch gezien zijn mensen met een praktische of middelbare opleiding minder bereid en/of in staat om grotere afstanden tot werk af te leggen. 42 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 5.4 Gemiddelde woonwerkafstand van praktisch en middelbaar opgeleiden lager dan van theoretisch opgeleiden Gem. woon-werkafstand Nederlanders (km) Geen opleiding Basisonderwijs, lager Lager Middelbaar Hoger voltooid onderwijs beroepsonderwijsof beroepsonderwijsof beroepsonderwijs, wmbo, vbo, lwoo, vso, havo, atheneum, universiteit valo, mavo, vla, mule gymnasium, mms, hbs Bron: CBS, ODIN - Gemiddelde woonwerkafstand naar opleidingsniveau De laatste decennia is er veel geïnvesteerd in de uitbreiding van de wegcapaciteit in de MRA en (beperkter) in de IC-treinverbindingen (zie bijvoorbeeld het spoorboekloos rijden tussen Amsterdam Utrecht en Eindhoven). Hiermee is deze dagelijkse pendel over langere afstanden ook bevorderd. Een verdere uitbreiding van deze nationale infrastructuur is kostbaar, kost veel tijd en is ook steeds meer omstreden vanwege de aantasting van het landschap die dat met zich meebrengt. Volgens het college van Rijksadviseurs is verdere groei van het DUS niet wenselijk omdat dit nog meer pendel betekent en daarmee nog meer congestie en druk op de infrastructuur. De fijnmazige regionale en lokale netwerkstructuur is veel minder uitgebreid. Voor vitbreiding van weginfrastructuur is geen ruimte en draagvlak en voor de ov-infrastructuur is beschikbaarheid van financiële middelen vaak de beperkende factor. De belangrijkste bron daarvoor is de Brede Doelitkering (BDU) van het Rijk die al vele jaren niet meer meegroeit met de groei van de bevolking en hat aantal banen in de MRA. Om toch de groei van de reizigersstromen te kunnen faciliteren is in het lokale en regionale ov vaak ingezet op het efficiënter maken van de netwerkstructuur: meer inzet op snelle rechtstreeks verbindende R-netlijnen (hoogwaardige regionale buslijnen met hoge frequenties, relatief weinig haltes en deels vrije banen) in spitsperiodes en minder op ontsluitende lijnen, wat meer kronkelende lijnen, die zeker in de dalperiodes duur zijn in exploitatie. Dat heeft voor veel reizigers geleid tot snellere ov-verbindingen, maar voor ander deel van de reizigers tot een versobering van het ov-aanbod door langere loopafstanden en vaker overstappen. Ook zijn de kosten van het ov-gebruik de afgelopen 10 jaar sterker gestegen dan die van het autogebruik, onder meer door verhoging van het lage BTW-tarief (OV+30%; Auto+25%). Voor mensen met een hoger inkomen zijn de vergoedingen voor woon-werkverkeer vaak hoger dan voor lagere inkomensgroepen. Voor praktisch en middelbaar opgeleiden in laag stedelijke gebieden met een beperkter en steeds duurder ov-aanbod is de auto steeds vaker een beter alternatief dan het ov, zeker als een 43 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 fietsalternatief door te lange afstanden geen optie is. Alleen al binnen Amsterdam leidt de ligging van het woongebied binnen of buiten de ring tot grote verschillen in bereikbaarheid van banen. Figuur 5.5. Relatief grote verschillen in bereikbaarheid van banen praktisch geschoolden binnen en buiten de ring Oosterpark IJburg _ Nieuw he ! Oost West Bijlmer gemiddelde -73% -37% „11% binnen de ring Ï B mm Bron: Rapport Mobiliteit op Strandeiland, Bureau Overmorgen 2020 — Aantal werkplekken met praktisch geschoold werk bereikbaar in een half vur met OV Praktisch en middelbaar opgeleiden reizen dan ook vaker met de auto dan theoretisch opgeleiden. Behalve met de locatie van hun werkplekken speelt hier ook mee dat ze vaak werktijden kunnen hebben waarin het ov-aanbod afwezig of veel geringer is. Voorbeelden zijn nachtdiensten voor verplegend personeel, maar ook 24-uursshifts bij productiewerk en logistiek werk op Schiphol in de Havens en in distributiecentra. Thuiswerken, wat altijd al veel voorkwam in bepaalde beroepsgroepen en door de coronacrisis een enorme toename heeft gehad, is vaak voor praktisch en middelbaar opgeleiden minder goed mogelijk. Figuur 5.6. Thuiswerken onder praktisch en middelbaar opgeleiden minder gebruikelijk IN workplace IN home office 5 AR EN 5 2 Lel E 8 ' mmm n lower medium higher lower medium higher education education education education education education before COVID-19 late March Bron: Tilburg University 2020 — Aantal vren werk verdeeld tussen thuis en op de werkplaats naar opleidingsniveau, voor Covid-19 en maart 2020 bh Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Overige uitdagingen voor de nabije toekomst zijn dat de ruimte voor parkeren schaarser en daarmee ook duurder zal worden in nieuwe woonwijken met een hoge dichtheid. Voor de variabele autokosten wordt verwacht dat die zullen afnemen met de komst van de elektrische auto's, maar de aanschafprijzen zijn vooralsnog hoog. Daardoor kan de scheefheid in betaalbaarheid tussen hoger inkomensgroepen met een goede reiskostenvergoeding en de lagere inkomensgroepen met een beperktere reiskostenvergoeding groter worden (met gelijkblijvende regelgeving hieromtrent). 45 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 6 In hoeverre worden middeninkomens financieel geraakt door gemeentelijke lasten en de energietransitie? e Bij de beschrijving van de effecten van gemeentelijke lasten en de lasten van de energietransitie kijken we naar middengroepen op basis van inkomen. e _Middeninkomens hebben minder toegang tot overheidssteun ten opzichte van lage inkomens, terwijl hun lasten een groter aandeel van het inkomen vragen dan van hogere inkomens. Middengroepen hebben daardoor soms niet (veel) meer te besteden dan lage inkomens. Deze marginale druk komt met name door het voorzieningen en lasten systeem op landelijk niveau en geldt in mindere mate op gemeentelijk niveau. e Amsterdamse middeninkomens kunnen gebruik maken van generieke regelingen die de gemeente Amsterdam aanbiedt om tot andere energievoorzieningen-en besparing te komen. Specifieke regelingen voor middeninkomens ontbreken waar die wel specifiek voor lage inkomens gelden. e _Middeninkomens worden net als andere inkomensgroepen door het Rijk gecompenseerd in hun energielasten (de energierekening) die door de hogere energieprijzen toenemen. Lage inkomens krijgen hiernaast nog extra compensatie. e _Middeninkomens met een eigen woning in Amsterdam betalen OZB, rioolheffing en afvalstofheffing. Middeninkomens met een huurwoning betalen direct voor afvalstofheffing, andere lasten zitten indirect in de huurprijs verwerkt. Bij het bepalen van de gemeentelijke lasten wordt geen rekening wordt gehouden met de huishoudinkomens. Wel kunnen huishoudens met een inkomen op of rond bijstandsniveau en weinig spaargeld kwijtschelding van de gemeentelijke lasten aanvragen. De WRR concludeert in het rapport ‘De val van de middenklasse’ dat het in absolute zin financieel niet slechter gaat met de middeninkomens, maar dat er meer gewerkt moet worden door de leden van het middeninkomen huishouden om op dat niveau te blijven en hun koopkracht te behouden. Volgens Hoogleraar Housing systems Technische Universiteit Delft- Peter Boelhouwer is meer specifiek de positie van gezinnen met een middeninkomen precair. Dit komt omdat voor deze groep vrijwel alle toeslagen vervallen waardoor de marginale druk voor hen zeer hoog is. Hierdoor hebben bijvoorbeeld gezinnen met een inkomen van 38.000 slechts ongeveer 160 euro meer te besteden dan gezinnen met het minimumloon. Maar ook middeninkomens zonder kinderen zouden te maken hebben met een hogere marginale druk. De marginale druk is het deel van de stijging van het bruto-inkomen dat niet resulteert in een 46 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 toename van het besteedbare inkomen. Als gevolg van een stijging van het bruto-inkomen moet bijvoorbeeld meer belasting worden betaald en/of daalt het recht op toeslagen. Tegelijkertijd blijven de lasten voor het huishouden vaak wel gelijk en wordt het besteedbaar inkomen daarmee niet groter. Middengroepen hebben dan soms niet (veel) meer te besteden dan lage inkomens. Deze lasten raken middeninkomens relatief harder dan hogere inkomens omdat zij moeilijker in staat zijn makkelijker in staat zijn om financiële tegenvallers zelf op te vangen. En omdat de lage inkomens gesteund worden draagt dit volgens de WRR onder middengroepen bij aan maatschappelijk onbehagen. Het huishoudboekje is een relflectie van een heel persoonlijke situatie. Gezien de brede en diverse kenmerken van de middengroepen is het niet mogelijk om een gemiddeld huishoudboekje van een Amsterdams huishouden in de middengroepen te presenteren. De belangrijkste bouwstenen van het huishoudboekje die voor ieder huishouden van invloed zijn naast inkomen de kosten voor de huur/ hypotheek en de energie en zorgkosten. Daar bovenop komen de landelijke en gemeentelijke lasten. Circa één op de drie Amsterdamse middeninkomens had in 2018 moeite met rondkomen. Met name middeninkomen gezinnen ervaren dit als moeilijk; zes op de tien middeninkomen gezinnen hebben moeite met rondkomen. Figuur 6.1. Meer dan de helft van de middeninkomen gezinnen heeft moeite met rondkomen Hoge irikomens mi qu Gezinnen met hoog Wikomen ü EM Bron: bewerking van data OIS Staat van de Stad X 2018 - Ervaren moeite met rondkomen Inkomen en vermogen zijn de belangrijkste indicatoren voor de financiële positie van middengroepen. In dit onderdeel van de notitie gaan we vit van het huishoudinkomen als basis voor het betalen van de dagelijkse kosten. Enerzijds zijn er zorgen om financiële kwetsbaarheid vanwege het risico op daling van het inkomen door flexibilisering en technologisering van de arbeidsmarkt (zie hoofdstuk 3 arbeidsmarkt), anderzijds gaat het om de financiële draagkracht en koopkracht door stijgende lasten. Deze lastenverzwaring kan het gevolg zijn van hogere woonprijzen (zie ook hoofdstuk 2 woningmarkt), maar ook door toename van vaste lasten zoals de energielasten en (in mindere mate) de gemeentelijke belastingen. In dit hoofdstuk van de notitie wordt gekeken naar lasten die gepaard gaan met de energietransitie en de gemeentelijke lasten. Voor de energietransitie wordt ook stilgestaan bij de rol van het Rijk. Verder biedt de afbakening van deze notitie niet de ruimte voor een uitgebreide analyse van alle landelijke belastingen, toeslagen en voorzieningen voor middeninkomens te maken. Een recente maatregel zoals een compensatie voor gestegen energielasten, evenals aangekondigde maatregelen in het Regeerakkoord zoals de verhoging van de vergoeding voor kinderopvang, zijn 47 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 in dit stuk niet meegenomen — maar kunnen wel impact hebben op de lasten en financiële situatie van middengroepen. 6.1 Energie (transitie) lasten De energielasten (de energierekening) kan voor huishoudens een grote kostenpost zijn. Het verduurzamen van woningen kan leiden tot een lagere energierekening, maar gaat ook gepaard met investeringskosten. Dit zijn de lasten als gevolg van de energietransitie. Energielasten Uit onderzoek Energiearmoede in Amsterdam van OIS (2020) blijkt dat de energielasten voor middeninkomens gemiddeld genomen 4 tot 5 % van het totale inkomen innemen. Voor 3% van de lage middeninkomens is sprake is van energiearmoede. Er is sprake van energiearmoede wanneer de energierekening 10% of meer van het totale inkomen beslaat. De energielasten zijn relatief gezien het hoogst voor huishoudens met een laag inkomen; 37%. Figuur 6.2. Energielasten middeninkomens nemen 4 tot 5% van het totale inkomen in lage inkomens tot huurtoeslaggrens” u q 10 aa 31 113 100 108 (8%) inkomens vanaf pot.hts-groep tm € 38.035 6 5 5 q 3 3 104 95 103 (8%) lage middeninkomens € 38.035- €47.544 5 ä 6 1 117 105 114(9%) middeninkomens (47,544-1,5x modaal) 5 ä Á á 2 2 17 12 124(10%) hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) 4 3 d Ì û 1 131 116 123(6%) hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 3 3 3 | ù 1 154 129 140 (856) totaal 7 5 5 18 1 u 124 10 120(9%) 1 Eenpersoonshuishoudens €22-700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2 De energiequote onder lage middeninkomens is niet significant gestegen Bron: Energiearmoede in Amsterdam OIS 2020 - Energiequote, huishoudens met energiearmoede en gemiddelde energierekening Eris geen gemeentelijke compensatieregeling voor energielasten, wel een landelijke. Het Rijk heeft geen directe invloed op de leveringstarieven (dit is aan de markt), maar kan wel via belastingen compenseren. Het Rijk voert naar aanleiding van de huidige hoge gas-en elektriciteitsprijzen twee aanpassingen door in de belastingen voor 2022 om huishoudens te compenseren voor de hogere energierekeningen: e _Belastingvermindering van €230,- om tegemoet te komen aan de hogere energierekening door de stijgende gasprijzen. Deze belastingvermindering is een vaste korting op het belastingdeel van de energierekening en geldt voor iedereen. De hoogte van de belastingvermindering energiebelasting varieert per jaar en is sinds 2020 verhoogd. e Verlaging van de energiebelasting; een tegemoetkoming in het energiegebruik. Dit wordt verrekend in het verbruik. Aanvullend op deze aanpassingen krijgen huishoudens met een laag inkomen via de gemeente €200,- extra voor het betalen van de energierekening. 48 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Lasten als gevolg van de energietransitie De lasten die gepaard gaan met de energietransitie vormen vooral de investeringen die gedaan moeten worden om tot andere energievoorzieningen en -besparing te komen. Wanneer een huishouden eenmaal een individuele duurzame energievoorziening heeft en/of de woning heeft geïsoleerd dan leidt dit tot lagere energiekosten. Collectieve energievoorzieningen daartegenover leiden nu (nog) niet tot een lagere energierekening voor huishouders die hieraan meedoen. Dit is omdat de tarieven van de leveranciers van collectieve energievoorzieningen zijn gekoppeld aan de gasprijzen. Met andere woorden: men betaalt bij collectieve energievoorzieningen dezelfde prijs als dat er betaald zou moeten worden bij gebruik van aardgas. In de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening wordt deze relatie ontkoppeld. Wanneer deze wordt vastgesteld is onzeker. Dat kan over een jaar, maar het kan ook nog enkele jaren duren. Amsterdam heeft de ambitie om in 2040 aardgasvrij te zijn. Dit betekent dat woningen moeten worden aangesloten op stadswarmte of alternatieven. Voor een deel van de woningen is de collectieve energievoorziening van het warmtenet het alternatief voor aardgas met de laagste maatschappelijke kosten voor de transitie. Omdat het warmtenet een collectieve energievoorziening is betalen huishoudens op dit moment evenveel voor hun energierekening als zij betaalden voor het gebruik van aardgas. Bewoners kunnen niet gedwongen worden om van het aardgas af te gaan of op andere manieren te verduurzamen. Het gaat dan ook om een vrijwillige keuze en vrijwillige investeringskosten. Vanuit het Rijk wordt geld beschikbaar gesteld voor gemeenten om kwetsbare huishoudens met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerde woning te ondersteunen in het verduurzamen van hun (huur)woning. En ook door de gemeente Amsterdam zijn er maatregelen getroffen die huishoudens in de transitie moeten ondersteunen zoals de subsidies aardgasvrij en vouchers bij energiearmoede. Deze maatregelen zijn of gericht op lage inkomens* (bijvoorbeeld de aankomende witgoedregeling minima) of generiek toegankelijk (zoals de collectieve inkoop van zonnepanelen en isolatie). Er zijn geen maatregelen die specifiek gericht zijn op de middeninkomens.# Recent onderzoek van de Rekenkamer (november 2021) concludeert dan ook dat in het beleid van Amsterdam voor het realiseren van de energietransitie maatregelen voor middeninkomens ontbreken. 6.2 Gemeentelijke voorzieningen en lasten Voor inwoners van de gemeente Amsterdam geldt dat zij mogelijk in hun lasten worden verlicht wanneer zij gebruik maken van de diverse voorzieningen die de gemeente (ter compensatie) aanbiedt. Gemeentelijke voorzieningen De gemeente Amsterdam biedt onder andere de volgende voorzieningen aan om lasten te verlichten: de stadspas, sportvergoeding, scholingsvoucher, individuele inkomenstoeslag, collectieve zorgverzekering, gratis dierenarts, gratis identiteitskaart, gratis openbaar vervoer voor ouderen, gratis laptop middelbare school, gratis laptop of tablet basisschool, individuele inkomenstoeslag, kindbonnen, OV-vergoeding voor mantelzorgers, regeling tegemoetkoming 49 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 meerkosten, reiskostenvergoeding voor scholieren, scholierenvergoedingen, tegemoetkoming aanvullend openbaar vervoer en de regeling tegemoetkoming meerkosten (RTM). Deze gemeentelijke voorzieningen gelden alleen voor minima huishoudens (120% wettelijk sociaal minimum). De grens voor een gezin met kind(eren) jonger dan 18 jaar is € 25.741 (2021). Zelfs met de ambitie om dit te verruimen naar 130%, ligt het jaarinkomen van €27,556 (2021) onder de inkomensgrens voor lage middeninkomens (huurtoeslag grens). Deze voorzieningen zijn daarmee gericht op de lage inkomensgroepen. Middeninkomens kunnen hier geen gebruik van maken. Naast de gemeentelijke voorzieningen kunnen bewoners via maatschappelijke initiatieven met partners tegemoet gekomen worden. Dit zijn geen directe voorzieningen van de gemeente zelf maar voorzieningen die via partners worden aangeboden. In sommige gevallen worden voor deze initiatieven ruimere inkomensgrenzen gehanteerd (tot circa 150% wettelijk sociaal minimum). Tenslotte zijn er in de stad voedselinitiatieven (anders dan de Voedselbank) waar bewoners ongeacht hun inkomen gebruik van kunnen maken. Dit zijn veelal initiatieven die door de Coronacrisis zijn ontstaan. Gemeentelijke lasten De belangrijkste lasten vanuit de gemeente die gelden voor alle middeninkomens in Amsterdam zijn de gemeentelijke belastingen. Afhankelijk van de woning en het bezit van een auto kunnen daar nog kosten voor erfpacht en parkeervergunningen bijkomen. Met de Gemeentewet is bepaald welke belastingen gemeenten mogen heffen. Middeninkomens met een eigen koopwoningen in Amsterdam hebben te maken met de onroerendezaakbelasting (OZB). De hoogte van deze belasting is afhankelijk van de waarde van de woning. Eigenaren van woningen moeten daarnaast nog rioolheffing (voor de aansluiting op het riool) betalen. Middeninkomens met een huurwoning betalen alleen afvalstofheffing (die ook voor woningeigenaren geldt) voor het ophalen en verwerken van huisvuil. De hoogte hiervan is afhankelijk van de grootte van het huishouden. De Gemeentewet verbiedt belastingheffing naar winst, draagkracht of vermogen (dat is voorbehouden aan het Rijk). Gekeken naar inkomen en vermogen is er wel een kwijtscheldingsregeling voor huishoudens die niet in staat zijn hun belastingen te betalen. Huishoudens met een inkomen op of rond bijstandsniveau (120% wettelijk sociaal minimum) na aftrek van woonlasten en ziektekostenpremie en weinig vermogen/spaargeld komen in aanmerking voor de kwijtschelding. De hoogte van de belastingen verschillen per gemeente. In de Atlas van de lokale lasten (2021) van de Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) staan de lasten van alle gemeenten van Nederland beschreven. Volgens het COELO betaalden Nederlandse huishoudens met een eigen woning in 2021 gemiddeld €811,- per jaar aan gemeentelijke lasten. En huurders €411,-. Dit bedrag is lager voor huurders omdat zij geen onroerendezaakbelasting betalen. In Amsterdam betaalt een tweepersoonshuishouden in 2021 met een eigen woning €761,- aan gemeentelijke lasten. Dit is meer dan in de gemeente Den Haag (€700,-), maar minder dan in 50 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Utrecht (€882,-), Rotterdam (€903,-) en het landelijk gemiddelde (€811,-). Naast deze lasten betaalt een groot deel van de huishoudens met een eigen woning in Amsterdam erfpacht. Anders dan in de meeste andere gemeenten komen deze lasten nog bovenop de gemeentelijke belastingen die middeninkomens moeten betalen. De hoogte van de erfpacht is afhankelijk van de resterende tijd van de canon. Figuur 6.3. Gemiddelde lokale lasten voor tweepersoonshuishouden met eigen woning in Amsterdam lager dan in Rotterdam Berekend op basis van de volgende gegevens: - Tweepersoonshuishouden Craen dta alt - WOZ-waarde: 425.106 euro Gemeentelijke Lasten NEE Lul elek ged " : Vetus R : Velen Ars Bedragen in euro's en [ERE gert NT gee orde EEEN Ozb IE: pd 22,3 EPL] Le PN ille iin akan ae) 435 18,2 ed je) Rioolheffing 144 Ed 226 EM) Totale gemeentelijke lasten Fi u EDE] 1,9 Bij het berekenen van de verandering van de ozb is rekening gehouden met de gemiddelde verandering in de waarde van woningen. Bron: Lokale lasten calculator COELO 2021 - Gemiddelde lokale lasten 2021 tweepersoonshuishouden met eigen woning Een tweepersoonshuishouden met een huurwoning betaalde in Amsterdam in 2021 €435,- per jaar aan gemeentelijke lasten. Dit is meer dan het landelijk gemiddelde (€411,-) en in de gemeenten Utrecht (€345,-), Rotterdam (€348,-) en Den haag (€330,-). Dit verschil heeft te maken met de relatief hoge afvalstoffenheffing. Het college heeft ervoor gekozen om de heffing kostendekkend in te richten. Figuur 6.4. Gemiddelde lokale lasten voor een tweepersoonshuishouden met huurwoning in Amsterdam hoger dan in Rotterdam Berekend op basis van de volgende gegevens: - Tweepersoonshuishouden - Huurwoning Gemeentelijke Lasten EEL) Bil ei Verschil met F zi Verschil met Bedragen in euro's en Bedragen in euro's ven OFI) ais nvt ij LNjS Afvalstoffenheffing Eke Ee EE] 17 Rioolheffing nvt ii ih La 48 Totale gemeentelijke lasten Eh 18,2 348 Lj Bron: Lokale lasten calculator COELO 2021 - Gemiddelde lokale lasten 2021 tweepersoonshuishouden met huurwoning Tenslotte hebben de meeste Amsterdamse huishoudens die in het bezit zijn van een auto naast de gemeentelijke belastingen te maken met de kosten voor hun parkeervergunning. De hoogte van de parkeervergunningen is afhankelijk van het stadsdeel waar het huishouden woont. Dit geldt ook voor de parkeerkosten (parkeertarieven voor parkeren zonder vergunningen). 51 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 7 Welke rol spelen middengroepen in het sociale weefstel van de stad? e Bijhet beschrijven van het sociale weefsel in de stad en welke rol middengroepen daarin spelen kijken we naar inkomen, beroepen en huishoudsamenstelling . e Amsterdamse middeninkomens hebben niet meer dan andere inkomensgroepen een ‘cement functie’ in de stedelijke samenleving. Ze hebben niet meer dan andere inkomensgroepen contact met buren en/of andere bevolkingsgroepen. Het effect van middeninkomens op kansengelijkheid lijkt ook beperkt. Het grootste middenklasse-effect is de verbetering van het imago en de (ervaren) veiligheid van een buurt. e Erzijn aanwijzingen dat het sociaal weefsel van de stad positief wordt beïnvloed door gezinnen, mensen in maatschappelijke of creatieve beroepen of lang verblijvers, ongeacht de inkomensgroep waar zij toe behoren. Verdere analyse is hierop nodig om sterkere conclusies te kunnen trekken. e Het aandeel gezinnen neemt in Amsterdam in zijn totaliteit (nog) niet af. Het aandeel jonge gezinnen neemt wel af waardoor op de langere termijn het aandeel gezinnen kan afnemen. Dit lijkt te worden beïnvloed door de woonsituatie voor gezinnen in de stad waardoor met name middeninkomen en hoge inkomen gezinnen uit de stad vertrekken. Lage inkomen gezinnen hebben vaker te maken met te krappe behuizing. Naar de middengroepen wordt vaak gerefereerd als het ‘cement van de samenleving’. Verlies van middengroepen zou gepaard gaan met afname van sociale cohesie in de stad en in buurten omdat wordt aangenomen dat zij de “schakel” zijn tussen de lage en hoge inkomens omdat zij met beide groepen contacten hebben. In dit hoofdstuk is gekeken naar de rol van middengroepen in het sociaal weefsel van de stad en of deze uitspraak op basis van literatuurstudies en interviews onderbouwd kan worden. Sociaal weefsel wordt in deze notitie vertaald in sociale cohesie, kansengelijkheid en leefbaarheid. Daarnaast is specifiek gekeken naar de rol van gezinnen in de stad. 7.1 Sociale cohesie, kansengelijkheid en leefbaarheid Sociale cohesie betreft de interne bindingskracht van een sociaal systeem dat kan variëren van kleine groepen tot gehele samenlevingen. Het gaat om de binding die mensen met het sociaal systeem hebben en onderling met elkaar. En wordt onder andere gevormd door gedeelde gevoelens van saamhorigheid, frequent contact en participatie in het groepsleven (Verwey en Jonker, 2008). De zorgen rondom afname van sociale cohesie gaan gepaard met de gevolgen die dit kan hebben voor de leefbaarheid en kansengelijkheid. 52 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Volgens literatuurstudie van Verwey & Jonker (2008) blijkt dat minder sociale cohesie negatieve gevolgen kan hebben voor kansengelijkheid. Dit zou komen omdat bij mensen met beperkte sociale netwerken de kans groter is dat zij minder perspectief hebben om hoger op de ‘maatschappelijke ladder’ te komen. Omdat zij hierdoor minder kunnen profiteren van anderen waar ze zich aan op kunnen trekken. Dit geldt zowel voor de onderwijsloopbaan als voor de kansen op de arbeidsmarkt. De zorg is dat afname van middengroepen bijdraagt aan minder kansengelijkheid voor mensen met een lage SES omdat zij doorgaans minder sterke sociale netwerken hebben en zich dan minder kunnen optrekken. Tenslotte wordt gevreesd dat afname van sociale cohesie leidt tot een verminderde leefbaarheid van de stad. Uit de studie van Verwey & Jonker (2008) komt naar voren dat meerdere studies aantonen dat veiligheid en veiligheidsbeleving sterk samenhangen met aspecten van sociale cohesie in de buurten. Daarnaast kennen buurten met grotere sociale cohesie een grotere verbondenheid met de buurten daaruit volgend een hogere vrijwillige bijdrage en participatie van inwoners om de leefbaarheid van deze buurten te verbeteren. Tenslotte zijn bewoners in buurten met veel sociale cohesie over het algemeen meer tevreden met hun woonomgeving en buurt. Sociale cohesie Uit analyse op basis van de statistieken van de Staat van de Stad (2020) blijkt dat er een sterke correlatie is tussen de ervaren sociale cohesie in de buurten de contacten in de buurt. Amsterdamse middeninkomens hebben niet meer dan andere inkomensgroepen contact hebben met hun buren of met andere bevolkingsgroepen. Ook participeren zij niet meer dan andere inkomensgroepen in activiteiten of verenigingen. Wel is hun politieke participatie (evenals hoge inkomens) relatief hoog. Figuur 7.1. Middeninkomens hebben nagenoeg evenveel contact met buren of andere bevolkingsgroepen als andere inkomensgroepen Hage inkamens A2 a kidde inkomens Deelname vereniging (1 # maand) Î 3186 B Lage inkomens Contact met andere Ee bevolkingsgroepen (waak) ze Contact met buren [1 x week) da Cr 10% 2 JOH, AU Link Gis Bron: bewerking data OIS Staat van de Stad X 2020 - Participatie en contact, percentage Amsterdammers naar inkomensniveau 53 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Uit ditzelfde onderzoek komt naar voren dat gekeken naar verschillende type huishoudens in Amsterdam de bewoners met kinderen het meeste contact hebben met buren, ongeacht de inkomensgroep. Figuur 7.2. Stellen met kinderen hebben het meester contact met buren mk Alleenstaanden 42 PER 34 Stel zonder kind 46 48 43 Bron: bewerking data OIS Staat van de Stad X 2020 - Contact met buren, percentage Amsterdammers naar huishoudsamenstelling Dit wordt in het boek Stadskinderen (2004) van stadsgeograaf Lia Karsten (UvA) onderschreven. “Een meer kindvriendelijke leefomgeving is van belang voor de ontwikkeling van leefbare steden. Gezinnen onderhouden sociale netwerken. Ook economisch is er verlies; wanneer zij meer gaan verdienen verlaten zij de stad. Wanneer beleid gericht is op het behouden van de middenklassen zal er iets moeten gebeuren voor de sociaal-ruimtelijke condities voor stedelijk gezinsleven. ” Figuur 7.3. Mate van contact met buren en overige buurtbewoners neemt in Amsterdam af 100 en 1 an Ee ij = en 90 5 nae a 5 …N 80 70 10 8 zo 60 ii 50 n al 14 1 id EZ AE 5 ES 42 30 Bene 20 Jaz F 10 0 "14 '16 "18 '20 "14 "16 "18 '20 14 '16 "18 '20 "14 "16 '18 "20 i zin overige vrienden familie buren buatbelsnars El = 1 keer per week mj 2keer per maand __ 1 keer per maand m < 1 keer per maand Ei zelden of nooit weet niet Bron: OIS Staat van de Stad Xl 2021 - Mate van contact met buren en overige buurtbewoners 54 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Uit het onderzoek Staat van de Stad Amsterdam Xl van OIS (2021) blijkt dat er in Amsterdam sprake is van een afname aan burencontact. Dat heeft volgens senior onderzoeker Hester Booi (OIS) waarschijnlijk te maken met internationalisering, groeiend aandeel 2o'ers en 3o'ers en kortere woonduur. “Wanneer er minder gezinnen in de stad wonen, zal dit nog verder dalen.” Uit analyse van Wonen in Amsterdam (WiA) (2019) komt naar voren dat gezinnen meer contact met buren hebben dan andere huishoudens. En dat dit verschil vooral groot is bij de huishoudens die ergens nog maar kort wonen. Daarnaast lijken gezinnen van belang voor de leefbaarheid van de stad. In het NRC stelt hoogleraar Zef Hemel dat jonge gezinnen "de graadmeter voor leefbaarheid in de stad” omdat zij zich inzetten voor een omgeving die schoon, veilig en kindvriendelijk is. Gezien de bijdrage die gezinnen hebben aan de sociale cohesie en leefbaarheid wordt in de volgende paragraaf dieper ingegaan op gezinnen in de stad. Kansengelijkheid Volgens onderzoek van Driessen (‘Peer group!’ effecten op onderwijsprestaties, 2007) gaan hogere of lagere schoolprestaties maar in beperkte mate samen met de sociaal-milieu samenstelling van de leerlingenpopulatie van een klas. "Kenmerken op het individuele leerling niveau, zoals het sociaal milieu en etnische migratieachtergrond zijn veel belangrijker en bepalender voor de schoolpresentaties dan die op het klas-en schoolniveau”. Onderzoek van het CPB (Verschillen in leerresultaten basisscholen, 2019) daarentegen toont aan dat het voor leerprestaties van kinderen wel degelijk vitmaakt wie de medeleerlingen zijn en hoe zij presteren. In dit onderzoek wordt echter geen specifieke uitspraak gedaan over de rol van middeninkomens. Meer medeleerlingen met ouders met hoge SES heeft volgens het CPB een positief effect op de leerresultaten. Wanneer de verschillen tussen de leerresultaten te groot zijn, heeft dit een negatief effect op de leerprestaties van leerlingen. Er wordt aangenomen dat middengroepen in buurten bijdragen aan sterkere netwerken en sociaal kapitaal voor bewoners met een lage SES en dat dit hen zou helpen betere kansen op de arbeidsmarkt. Volgens onderzoek van het CPB is het effect van middengroepen in de buurt gering. “Gemengde buurten kunnen (gevoelens van) veiligheid en geestelijke gezondheid van bewoners bevorderen. Dit draagt echter niet bij aan een verbetering van hun sociaaleconomische positie” — CPB, ‘Buurteffecten in perspectief’. En ook professor Stedelijke geografie Maarten van Ham (TU Delft) benadrukt in het NRC dat buurteffecten in Nederland heel klein zijn. Leefbaarheid Uit analyse op basis van de statistieken van de Staat van de Stad (2020) blijkt dat inzet voor de buurt en stad ook samen hangt met sociale cohesie, maar in mindere mate. Amsterdamse middeninkomens zich niet vaker dan andere inkomensgroepen inzetten voor hun buurt of voor de stad. Amsterdamse middeninkomens lijken wel iets vaker vrijwilligerswerk te verlenen en naasten te helpen dan andere inkomensgroepen. Dit verschil is echter klein. 55 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 7.4. Middeninkomens verlenen iets meer vrijwilligerswerk, maar zetten zich minder in voor buurt of stad GE Hoge inkomens Midde ninkamen: Wrijwilligerswerk verleend il ml 10% a Lage mkomens 12% Ingezel voor barur, familielid of ander IK 20% Ingezet waar buurt of stad ik O3 1005 20 Ell al as GO FE BO Bron: bewerking data OIS Staat van de Stad X 2020 - Betrokkenheid, percentage Amsterdammers naar inkomensniveau Uit het onderzoek van lector Stedelijk Sociaal Werken Lex Veldboer (Helpt de middenklasse?, 2008) komt naar voren dat niet alle middenklasse bewoners, maar alleen die met bepaalde beroepen bijdragen aan de leefbaarheid. Met name de creatieve klasse en onderwijzers zetten zich relatief vaak in voor de wijken waar zij wonen. “ In Amsterdam zet een bepaald deel van de creatieve klasse [wetenschappers, ontwerpers, kunstenaars en andere hoogopgeleide creatieven] zich in voor de achterstandswijk waar ze wonen. Onderwijzers ín achterstandswijken zijn relatief sterk geneigd om zich ook ín hun vrije tijd in te zetten voor mensen met sociale problemen. Of dit effect even sterk optreedt bij de andere sociale professionals (politieagenten en verpleegkundigen) valt nog niet vast te stellen.” Zoals beschreven in de inleiding blijkt uit literatuurstudie dat bewoners met een grotere verbondenheid met de buurt een hogere vrijwillige bijdrage en participatie kennen om de leefbaarheid van deze buurten te verbeteren. Uit de Amsterdamse Burgermonitor van OIS (2017) blijkt dat langdurige bewoners zich veel sterker met Amsterdam verbonden voelen dan kortverblijvers (korter dan 5 jaar woonachtig in Amsterdam). Internationals zijn over het algemeen kortverblijvers; gemiddeld genomen verhuist circa 70% van de internationals binnen 5 jaar weer door naar een nieuwe verblijfplaats. 56 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 Figuur 7.5. Betrokkenheid bij Amsterdam het laagst onder bewoners die minder dan 5 jaar in Amsterdam wonen Gemiddeld onder Amsterdammers | 81% In Amsterdam gebaren A, E73 Minder dan 5 jaar in Amsterdam nn 66% 0% 20% AC 60% 805% 100% Bron: bewerking data Amsterdamse Burgermonitor 2017 - Betrokkenheid, percentage Amsterdammers naar geboorteplaats en verblijfsduur Veiligheid en de veiligheidsbeleving zijn belangrijke aspecten van de leefbaarheid van een buurt. Uit literatuurstudie van Verwey & Jonker (2008) blijkt dat deze hangen sterk samenhangen met aspecten van sociale cohesie in de buurten. En ook het CPB stelt in het onderzoek 'Buurteffecten in perspectief dat gemengde buurten kunnen bijdragen aan gevoelens van veiligheid en daarmee de geestelijke gezondheid van bewoners bevorderen’. Volgens lector Stedelijk Sociaal Werken Lex Veldboer is het kansrijkste middenklasse-effect de verbetering van de veiligheid, de voorzieningen, het buurtvertrouwen en imago van een gebied. 7-2 Gezinnen in de stad In de vorige paragraaf werd de bijdrage van gezinnen aan de sociale cohesie beschreven. In deze paragraaf staan we stil bij de ontwikkelingen van gezinnen in Amsterdam. Amsterdam telt 74.ooo stellen met kinderen, 16% van alle huishoudens in de stad. Dit aantal en aandeel is tussen 2017 en 2019 nagenoeg gelijk gebleven. Dit is het gevolg van de bevolkingsgroei en de ontwikkeling dat kinderen langer thuis blijven wonen. De instroom van gezinnen naar de stad is klein. 57 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 7.6. Aandeel jonge gezinnen neemt af &o.000 roo000 gezinnen Met volwassen 60.000 kinderen) 50.000 gezinnen Met zienerkind(eren} 40.000 30.000 B geznnen basisschaalleetijd 20.000 19.000 B jonge gezinnen 0 2007 2007 2013 2015 2017 2010 Bron: CBS/bewerking OIS 2019 - Aandeel gezinnen in Amsterdam naar soort gezin. Indeling op basis van de leeftijd van het oudste kind Hoewel het aandeel gezinnen gelijk is gebleven en vertrek van gezinnen van alle tijden is, zijn er drie ontwikkelingen die relevant zijn in het kader van het sociaal weefsel van de stad. Ten eerste neemt het aandeel jonge gezinnen (0-3 jaar) af. Dit komt omdat in deze groep in toenemende mate meer gezinnen de stad verlaten dan dat er nieuwe gezinnen worden gevormd. Het jaarlijks vertrekpercentage van jonge gezinnen lag in de jaren ‘go op 6%, in 2019 was dit toegenomen tot 10%. Figuur 7.7. Vertrek van jonge gezinnen is toegenomen B 7 nk aj par En 5 ze hf ar r nn > ass ht mnd ee | Bron: CBS/bewerking OIS 2019 - Vertrek van gezinnen in Amsterdam naar soort gezin 58 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Daarnaast hebben jonge gezinnen die in de stad gevormd worden in toenemende mate een hoog inkomen. En hoe hoger het inkomen, hoe groter de kans dat een gezin uit de stad vertrekt omdat er voor hen meer keus is op de woningmarkt buiten Amsterdam. Dit betekent dat het aandeel jonge gezinnen met een laag of middensegment middeninkomen afneemt. Het vertrek van gezinnen uit de stad hangt samen met de woningprijzen en de beschikbaarheid van (koop)woningen die groot genoeg zijn. Een groot deel van de Amsterdamse woningvoorraad, en dan met name het deel dat vrijkomt voor nieuwe bewoners, is niet geschikt voor gezinnen omdat deze bestaat uit kleine woningen en particuliere huurwoningen, terwijl gezinnen vaak op zoek zijn naar grotere koopwoningen. Een laatste ontwikkeling die Amsterdamse gezinnen steeds meer kenmerkt is dat gezinnen steeds vaker een internationale migratieachtergrond hebben doordat zij instromen vit veelal westerse migratielanden (internationals). Wonen voor gezinnen ín de stad De Amsterdamse woningvoorraad wordt gekenmerkt door veel kleine woningen. Ongeveer de helft van de woningen is kleiner dan 7o m2? gebruiksoppervlak. Uitgesplitst naarsegment wordt zichtbaar dat er vooral veel kleine woningen te vinden zijn in de sociale huursector. Sociale huurwoningen groter dan 61 m? woonoppervlak en met 3 of meer kamers worden op basis van de Huisvestingsverordening met voorrang toegewezen aan een gezin met één of meer kinderen. Woningen groter dan 7o m2? woonoppervlak en met 4 of meer kamers worden op basis van de Huisvestingsverordening met voorrang toegewezen aan een gezin met drie of meer kinderen.” Volgens deze systematiek is er dus altijd één slaapkamer voor de ouder(s)/verzorger(s) en één slaapkamer voor twee kinderen beschikbaar. Daarnaast een woonkamer voor het hele gezin. Door de marktontwikkelingen zijn ook de nieuwgebouwde woningen de afgelopen jaren gemiddeld kleiner geworden. Dit komt voornamelijk omdat de nieuwe koopwoningen kleiner zijn geworden. Daarnaast heeft de ontwikkeling van buy-to-let en verkamering bijgedragen aan de trend van meer kleine woningen. Door het opkopen van woningen en deze in kleine kamers te verdelen voor verhuur aan studenten of buitenlandse werknemers zijn deze woningen niet meer beschikbaar als gezinswoning. 2 Let op: Woonoppervlak en gebruikersoppervlak komen qua definitie niet overeen. Een woning van 61m? woonoppervlak komt overeen met ca 73 m2 gebruikersoppervlak. In deze notitie wordt 7o m? gbo als gangbaar voor een (klein) gezin gehanteerd. 59 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Figuur 7.8. Meer dan helft middensegment koop kleiner dan 7zom2 _______|kleinerdanzom*gbo_|groter dan zom” gbo | koop A Bron WIA 2019 - Woningvoorraad Amsterdam in 2019 naar prijssegment en woningomvang) De woonsituatie voor gezinnen in verschillende inkomensgroepen kan als volgt worden samengevat: e De gezinnen met lage inkomens hebben weinig kans op een grotere woning. In sommige buurten van Amsterdam is meer dan 20% van de huishoudens een groot gezin dat krap woont (volgens de norm zoals beschreven in de huisvestingsverordening). e _Middeninkomen gezinnen hebben een kleine kans op sociale huur en middeldure huur en middensegment koop is te klein en komt nauwelijks beschikbaar. Middeninkomen gezinnen zullen daarom ook sneller buiten de stad gaan kijken. e Hoge inkomens gezinnen kunnen op zich voldoende aanbod vinden in de Amsterdamse woningmarkt. Toch trekt deze groep ook veel de stad uit. Dit suggereert dat de woningen die er zijn toch niet voldoende aan hun wensen voldoen. Bijvoorbeeld qua oppervlakte of aanwezigheid van een tuin. 60 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 janvari 2022 8 Conclusies De maatschappelijke zorgen die er zijn over de middengroepen zijn terecht, maar worden onjuist geframed als ‘problemen’ voor de (gehele) middengroep of middenklasse. Het merendeel van de middengroepen is stabiel en zelfredzaam. Een effectieve inzet van de gemeente op middengroepen vraagstukken vraagt om het specifiek maken wie door welke ontwikkeling geraakt wordt en wat dit betekent voor de toekomst van de stad. In deze notitie zijn de middengroepen vanuit twee perspectieven benaderd; het perspectief van de inwoner en het perspectief van de stad als geheel. Het is belangrijk aan te geven dat op nagenoeg alle bekeken domeinen (toegang woningmarkt, kwetsbaarheid arbeidsmarkt, gezinnen in de stad) de lage inkomensgroepen in een lastigere positie zitten dan middengroepen. Het eerste perspectief is dat van inwoners met een middeninkomen, middelbare opleiding en/of een beroep dat met de middenklasse wordt geassocieerd. Zij worden geconfronteerd met de volgende ontwikkelingen die een effect kunnen hebben op hun kwaliteit van leven en hun keuzemogelijkheden: e Voor alle middeninkomen-huishoudens die willen doorstromen of toetreden tot de Amsterdamse woningmarkt geldt dat hun mogelijkheden steeds beperkter worden. Alleen met extra vermogen of een groeiend inkomen worden de mogelijkheden groter. De beschikbare woningen zijn schaars. e Het merendeel van de Amsterdamse middengroepen is (financieel) zelfredzaam. Een deel van de middengroepen is financieel kwetsbaar. Dit zijn middengroepen die te maken hebben met inkomensonzekerheid door flexibele dienstverbanden, die werkzaam zijn in sectoren die verdwijnen door automatisering of in sectoren die hard geraakt zijn door de coronacrisis en/of die te maken hebben met lagere inkomens omdat hun opleidingservaring lager gewaardeerd wordt. Deze groepen zijn kwetsbaar omdat zij bij tegenslag (ongelukken, scheiding, baanverlies) een groter risico lopen in een laag inkomen terecht te komen. e _Middeninkomens in Nederland hebben te maken met een relatief hoge marginale druk omdat zij weinig recht hebben op financiële tegemoetkomingen maar de vaste lasten wel een relatief groot deel van hun inkomen vragen. Met name middeninkomen gezinnen in de stad ervaren moeite met rondkomen. Gemeentelijke lasten worden niet op inkomensbasis doorgerekend maar hangen samen het bezit van een woning en/of auto. e Door een steeds schaarser woningaanbod komen praktisch en middelbaar opgeleiden steeds verder van hun werk te wonen. Hierdoor stijgen hun vervoerskosten relatief meer dan voor theoretisch opgeleiden. Dit kan de vervoersongelijkheid tussen deze groepen vergroten. Sommige inwoners of werknemers in de stad hebben met alle bovenstaande punten tegelijk te maken, anderen alleen met een deel ervan. Dit hangt daarnaast samen met persoonlijke factoren zoals huishoudsamentelling, gezondheid, vermogen en relatie status. 61 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 De beschreven ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de stad en regio als geheel. Het tweede perspectief is dat van het collectief, de stad Amsterdam, waar de volgende trends langzaam zichtbaarder worden: e De samenstelling van de huishoudens in de stad wordt beïnvloed door de woningmarkt ontwikkelingen. De middengroepen als geheel worden nog niet significant kleiner maar worden meer gekenmerkt door ‘tijdelijkheid’. Het zijn de hoge inkomens in spe of internationals die na een kort verblijf vertrekken. Dit kan geïnterpreteerd worden als in lijn met de functie van de stad als motor van sociaaleconomische ontwikkeling. Echter omdat het toetreden tot de woningmarkt voor middeninkomens steeds moeilijker wordt, is het mogelijk dat de doorstroom vanuit de lagere inkomensgroepen en instroom van startende en /of lagere middeninkomen huishoudens steeds kleiner wordt en dat deze functie van de stad daar ook mee onder druk komt te staan. e Door personeelstekorten in het onderwijs, de zorg, de kinderopvang en in het veiligheidsdomein staat de kwaliteit van maatschappelijke voorzieningen van de stad onder druk. Deze voorzieningen spelen een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de stad voor haar inwoners. e _Doortekorten in personeel met een praktische en middelbare opleiding, ook in sectoren zoals de techniek en de bouw, kunnen stedelijke ambities zoals de bouwopgave en verduurzaming vertraging oplopen. Deze vertraging heeft weer effecten op de toegang tot de woningmarkt voor lage en middeninkomens en op hun energielasten. e Wat de invloed van deze ontwikkelingen op het sociaal weefsel van de stad zal zijn is moeilijk vast te stellen. De analyse wijst vit dat middengroepen as sich niet de sleutel zijn tot een sterk sociaal weefsel. De aanwezigheid van gezinnen, creatieve en maatschappelijke betrokken professionals en inwoners die langdurig in de stad verblijven spelen hier een belangrijker rol in ongeacht hun opleidingsniveau of inkomen. De aanwezigheid van deze drie groepen staat onder druk. Veel van de beschreven trends en ontwikkelingen ontstijgen het schaalniveau en de invloedsfeer van de gemeente. Ze zijn het gevolg van internationale trends zoals internationalisering, digitalisering en marktwerking. Daarnaast worden ze beïnvloed door Europese en landelijke wet- en regelgeving. Het adresseren van de negatieve effecten van deze ontwikkelingen voor sommige groepen inwoners vraagt daarom om samenwerking binnen de MRA, met het Rijk en andere betrokken partners en ligt zelden alleen bij de gemeente. De raadsinformatiebrief ‘Inzet op middengroepen’ gaat in op wat de gemeente Amsterdam in samenwerking met partners al in werking heeft gesteld om negatieve effecten voor middengroepen en de stad te dempen. Daarnaast worden handreikingen gedaan waar in een volgende bestuursperiode nog meer op ingezet kan worden. 62 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 Bronnen e Aanpak Segregatie (2020) Gemeente Amsterdam Stedelijk strategieteam e Amsterdam steeds rijker: meer miljonairs, minder middenklasse (2021) Parool e _ Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, Facts & Figures Amsterdam (2019) Sigra e _ Atlas vande lokale lasten (2021) Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lage Overheden (COELO) e _ Bindende invloed van middengroepen in gemengde buurten (2010) Jan Willem Duyvendak Universiteit van Amsterdam (UvA) e Bouwinvest: Corona meeste impact op retail, hotels en co-working (2020) Gabrielle Klaver Property NL e Capital Valve: Huurwoning is nu veilige haven voor belegger (2020) Vastgoedmarkt e Corona heeft grote invloed op wonen en verhuizen (2020) Vereniging Eigen Huis e De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2024 Research centrum voor onderwijs en arbeidsmarkt (2019) Research centrum voor onderwijs en arbeidsmarkt (ROA) e De middengroep houdt stand, maar moet er hard voor werken (2017) Trouw e _Destaat van het onderwijs (2018) Inspectie van het Onderwijs Inspectie van het Onderwijs e De val van de middenklasse? (2017) Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) e Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam (EVMRA) (2019) Gemeente Amsterdam, Economische Zaken e Eersteresultaten structureel landelijk vitstroomonderzoek (2019) Sigra e Eindrapport In wat voor land willen wij werken? (2020) Commissie Regulering van Werk (Commissie-Borstlap) e Eindrapport Woon- en werkoverwegingen kinderopvang en (jeugd)zorg (2018) Regioplan Regioplan e Eindrapport Woon- en werkoverwegingen kinderopvang en (jeugd)zorg (2018) Regioplan e Factsheet arbeidsmarkt Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (2019) Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) e Hoe de Amsterdamse middenklasse in de knel raakte (2019) Parool e Hoe kan de krimp van de middenklasse in Amsterdam worden gekeerd? (2021) Parool e _ Huurwoningen Amsterdam (2019) Watson + Holmes e Impact Coronacrisis op economie (2020) Amsterdam SEO Economisch Onderzoek (SEO) e Internationals in de Metropoolregio Amsterdam. Literatuurstudie en analyse van de statistiek over de (huisvesting van) internationals in de MRA (2011) Decisio e _Kamerbrief Gasprijzen en het functioneren van de internationale gasmarkt (2021) Rijksoverheid e Kloof tussen arm en rijk in Amsterdam neemt toe (2015) Volkskrant e _ Knelpunten huisvesting leraren (2017) Regioplan e Lage inkomens krijgen 200 euro extra compensatie energiekosten (2021) NOS e Literatuurstudie Sociale Cohesie (2008) Verwey en jonker e _Lokalelasten calculator (2021) Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lage Overheden (COELO) e Maatregelen stijgende energierekening (2021) Rijksoverheid e Meedoen op de Arbeidsmarkt (2018) Gemeente Amsterdam Stedelijk strategieteam 63 Gemeente Amsterdam Notitie Middengroepen in Amsterdam 18 januari 2022 e Met de gezinnen verdwijnt ook de leefbaarheid (2017) NRC e Met de middenklasse verdwijnt het cement Degi Ter Haar (2020) Parool e _Middeninkomens op de woningmarkt Planbureau voor de Leefomgeving ((2017) Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) e Middenklasse dreigt te verdwijnen (2015) Volkskrant e _ Monitor internationale werknemers, Metropoolregio Amsterdam (2019) Daan van Gent Decisio e Noodplan lerarentekort Amsterdam (2020) Gemeente Amsterdam & het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam Onderwijs e Notitie Vooruitzichten voor de bouw na de Coronacrisis (2020) Economisch Instituut voor de Bouw e _OIS Burgermonitor (2017) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) e OIS Factsheet Gezinnen (2020) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) e Onzekerheid en druk op middenklasse groeit, overheid moet ingrijpen (2017) NOS e Opzoek naar de voorbeeldige middenklasse (2006) Lex Veldboer Universiteit van Amsterdam (UvA) e _ Particuliere verhuurders op de Nederlandse woningmarkt (2019) Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) e Position paper Woningmarktbeleid leidt tot uitsluiting van middeninkomens en vraagt om forse aanpassingen in het woonbeleid (2020) Peter Boelhouwer TU Delft e Rapport Energiearmoede in Amsterdam (2020) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) e Rapport Internationals over stadsdeel Zuid, Buurtenquête Zuid Gemeente Amsterdam Onderzoek (2017) Informatie en Statistiek (OIS) e Rapport Uitvoering ambities coalitieakkoord 2018-2022 (2021) Rekenkamer e Rapportage stand van zaken woningbouwplan (2020) Gemeente Amsterdam Grond & Ontwikkeling (G&O) e Regio in Beeld (2020) Uitvoeringsinstituut Werknemers-verzekeringen e _ Rijk bij rijk, arm bij arm, prima! 2012 NRC Staat vande Stad X (2019) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) e Staat vande Stad Xl (2021) Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) e _Stadskinderen, verschillende generaties over de dagelijkse strijd om ruimte (2004) Carolien Bouw, Lia Karsten e Under Pressure: The Squeezed Middle Class (2019) OECD e Utrecht draait roltrap sneller (2013) Nul 20 e Verkenning werkgelegenheidseffecten klimaatmaatregelen Ton van Dril Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk (2019) TNO e Whitepaper Energiearmoede en de energietransitie (2020) TNO e Wie zijn eigenlijk de middeninkomens? (2019) NOS e _ Wie zijn onze stadswachters als gezinnen de stad verlaten? Mark Verhoeven Parool (2019) e Wonen in Amsterdam (WiA) (2019) Gemeente Amsterdam Wonen e _‘Woningmarktbeleid leidt tot uitsluiting van middeninkomens en vraagt om forse aanpassingen in het woonbeleid (2020) Peter Boelhouwer TU Delft e _ Wooncarriêre in de veranderende stad Amsterdam (2007) Regioplan e _Wooncorporaties slaan alarm: Kwetsbare wijken gaan hard achteruit (2020) RTLnieuws e Zet gemengde wijken niet bij oud vuil (2008) Jan Willem Duyvendak, Lex Veldboer, Radboud Engbersen en Matthijs Uyterlinde Trouw 64
Onderzoeksrapport
64
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 889 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 10 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie WPA Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014 (kinderen uit minimumhuishoudens gratis naar het museum). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — _ kinderen uit arme gezinnen minder met kunst en cultuur in aanraking komen dan andere kinderen; — dit wel van groot belang is voor de ontwikkeling van een kind, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met de Amsterdamse musea in overleg te treden om bezoek van musea voor kinderen met een stadspas gratis te maken. Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad x Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1116 Behandeld op 30 september 2020 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Biemond inzake aanpassen van het financieel kader van het Kunstenplan 2021-2024 (Banen in de cultuursector) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: Gehoord de discussie inzake het aanpassen van het financieel kader van het Kunstenplan 2021-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1068). Constaterende dat: -— De COVID-maatregelen culturele instellingen confronteren met een aanscherping in het aanbod en toegankelijkheid; — Instellingen hierdoor nu al snijden in hun personele lasten, waardoor Amsterdammers hun baan en zekerheid kwijtraken; — De notitie ‘Samen sterker uit de crisis’ het college verzoekt om een banenplan uit te werken. Overwegende dat: -— De Amsterdamse Cultuursector veel banen creëert en veel Amsterdammers voor hun inkomen van deze sector afhankelijk zijn; — Culturele instellingen die een positieve AFK beoordeling hebben gekregen maar geen subsidie krijgen omdat het budget ontoereikend is in het bijzonder hard worden getroffen door de corona maatregelen; — Banen die nu verdwijnen als gevolg van de COVID-maatregelen mogelijk nooit meer terugkomen; — Een levendige cultuursector van vitaal belang is voor een bruisende en aantrekkelijke stad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. De mogelijkheden te onderzoeken hoe de culturele sector kan profiteren van het nog uit te werken banenplan dat is voorgesteld in de notitie ‘Samen sterker uit de crisis’ waarmee het college aan de slag gaat. 2. De uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen bij de Begroting 2021. Het lid van de gemeenteraad, H.J.T. Biemond 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1640 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder Ingekomen op woensdag 20 december 2017 Behandeld op woensdag 20 december 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groen inzake subsidieregeling aardgasloos III. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders inzake kennisnemen van het besluit Subsidieregeling Amsterdam aardgasloos (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1575); Overwegende dat: - De subsidieregeling in zijn huidige vorm het risico kent dat die veel gebruikt wordt door individuen die alleen hun eigen woning in een blok of complex van het aardgas af halen; - Dat later een obstakel kan zijn als andere bewoners van het blok gezamenlijk willen opereren om het blok te verduurzamen; - Collectief verduurzamen van woningblokken en complexen sneller meer CO2 bespaart. Voorts overwegend dat; - Het de expliciete bedoeling van de wethouder is om lering te trekken uit de wijze waarop de subsidieregeling wordt gebruikt, maar thans pas gevolg gegeven kan worden als de hele 5 miljoen is uitgegeven, en die lessen daarom niet kunnen worden toegepast bij deze subsidieregeling zelf. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De subsidieregeling zo aan te passen dat er een stimulans in zit om met een groep bewoners of coöperatie een aantal woningen in een blok of complex tegelijkertijd aardgasvrij te maken, door 1 miljoen euro uit de regeling te reserveren voor dergelijke projecten. Het lid van de gemeenteraad RJ. Groen 1
Motie
1
discard
Ù De stadsdeelraad Centrum Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 1011 PN Amsterdam RAADSADRES Amsterdam, 14 februari 2013 Betreft: Raadsadres over verplaatsen haltes toeristenbussen naar Prins Hendrikkade Geachte leden van de Raad, Wij, bewoners van VVE Prins Hendrikkade 86, richten ons tot u met dit raadsadres betreffende de plannen voor het verhuizen van de toeristenbushaltes van het Damrak en voor het Victoria verhuizen begin mei 2013 naar de Prins Hendrikkade ter hoogte van het Barbizon. Wij verzoeken u deze verhuizingen te stoppen, omdat er geen onderzoek is gedaan naar de effecten op de luchtkwaliteit, leefbaarheid van de buurt en de verkeersveiligheid, een lange termijn visie op toeristenbussen in de binnenstad ontbreekt en bovendien het stadsdeel niet de gebruikelijke informatie- en inspraakprocedures heeft gevolgd. Achtergronden Wij hadden na meer dan 10 jaar werkzaamheden op ODE en voor de Noord-Zuid Lijn gehoopt op mooie Prins Hendrikkade zoals de gemeente dat bij de start van de werkzaamheden had beloofd; een mooi wandelboulevard met één- richtingsverkeer en alle bussen aan de achterzijde van het Centraal Station. 1 Inmiddels heeft de gemeente concrete plannen om de toeristenbushaltes van het Damrak en voor het Victoria (al begin mei 2013) naar de Prins Hendrikkade ter hoogte van het Barbizon ter verplaatsen. DIVV heeft de besluitvorming over verhuizing door een ‘gelegenheidscommissie’ laten uitwerken. Hierbij geeft de toeristensector zelf aan niet in de plannen te geloven. Er ligt ook een door Goudappel Coffeng uitgewerkt alternatief plan van de ondernemers zelf. Hierin komen de bussen op een aangepast Prins Hendrikplantsoen, voor het Victoria bij de bestaande bootopstapplaatsen. Een prima en doordacht plan, gemaakt door de ondernemers zelf. Inspraakprocedures De gemeente heeft in het voorjaar 2011 verzuimd om bij de inspraak over de plannen voor het verplaatsen van de haltes de echt betrokkenen op de Prins Hendrikkade te informeren. Er zijn over de Rode Loper plannen drie bijeenkomsten geweest voor bewoners en ondernemers van respectievelijk Damrak, Rokin en Vijzelstraat. Niet voor de bewoners van de Prins Hendrikkade. In de latere plannen van het Stationsplein zijn de bushaltes wel gemeld in de toelichting. Hierbij zijn bewoners en ondernemers in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen. Dit is ook gebeurd, waarbij meerdere bezwaren zijn genoemd, waarmee niets is gedaan. Omdat het stadsdeel Centrum het besluit over de verplaatsing van de haltes niet formeel heeft gepubliceerd (ook geen zogenoemde verkeersbesluit), en het ontwerp bestemmingsplan voor Stationseiland /PHkade stadszijde niet ter visie heeft gelegd, kan niemand bezwaar indienen of een zienswijze indienen. Inmiddels ingediende bezwaren zijn door de Sector Middelen ‘niet ontvankelijk’ verklaard. Waar sta je dan als burger nog? En, de invoering is inmiddels gewoon in volle gang. Inhoudelijke argumenten De Prins Hendrikkade, op deze hoogte, is al een onveilige black spot. De veiligheid van voetgangers en fietsers wordt er niet beter op als op dit smalle deel van de Prins Hendrikkade de haltes worden gerealiseerd. Ervaring bij de halte bij het Victoria Hotel is dat bussen er op drukke dagen twee rijen dik wachten, met hun stinkende motoren aan vanwege de airco, wildplassers en horden schreeuwende toeristen die op de stoep staan en afval en peuken achter laten. Handhaving vindt nu al nagenoeg niet plaats. Er zijn zo’n 60 direct betrokken appartementeigenaren. Voor de bewoners op de begaande grond betekent dit een Chinese muur van ronkende bussen van 's ochtends vroeg tot diep in de nacht (volgens de gegevens van DIVV). Dat is in strijd met alles wat is beloofd bij de start van het Noord-Zuid lijn project. Verplaatsing naar de Prins Hendrikkade ter hoogte van de St. Nicolaaskerk is geen gewenste, en geen duurzame, oplossing voor het probleem met toeristenbussen in de stad. Bovendien is het aantal geplande halteplaatsen veel te klein voor de enorme stroom bussen van en naar het Stationsplein. Vanuit 2 verkeerskundig perspectief is over de stroom toeristenbussen duidelijk nog niet voldoende nagedacht. Een lange termijn visie van de gemeente op toeristenbussen in de binnenstad ontbreekt nog steeds (die is in ontwikkeling). Om de halte te bereiken, moeten de bussen in de toekomst via de Stadshartlus rijden. Dit is zeker niet bevorderlijk voor de doorstroming en veiligheid in de binnenstad die, volgens hetzelfde stadsdeel, autoluw moet worden. De luchtkwaliteit op de Prins Hendrikkade is een van de slechtste van Amsterdam. Er is geen rapport gemaakt over de gevolgen van de verplaatsing voor de luchtkwaliteit. Vanwege de verplaatsing van de bushaltes moeten ook nieuwe opstapplaatsen worden gemaakt voor rondvaartboten op de Prins Hendrikkade. Samen het verhuizen van de toeristenbussen betekent dit een uitermate intensief gebruik van dit gedeelte van de Prins Hendrikkade. Nergens ligt vast wat de effecten van (op piekdagen) honderden bussen per dag voor de luchtkwaliteit, de verkeersdoorstroming, leefbaarheid en veiligheid. Zo'n 25.000 in- en uitstappende toeristen gaat veel betekenen voor de Zeedijk, Prins Hendrikkade en omgeving. Afrondend Wij verzoeken u de verhuizing van de toeristenbushaltes van het Damrak en voor het Victoria naar de Prins Hendrikkade ter hoogte van het Barbizon in mei 2013 te stoppen, omdat er geen onderzoek is gedaan naar de effecten op de luchtkwaliteit, leefbaarheid van de buurten de verkeersveiligheid, een lange termijn visie op toeristenbussen in de binnenstad ontbreekt en omdat het stadsdeel Centrum niet de gebruikelijke inspraakprocedures heeft. Wij hopen snel een reactie op dit raadsadvies te mogen ontvangen. Hoogachtend, Mede namens andere VVE bewoners: 3
Raadsadres
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1497 Datum indiening 19 november 2020 Datum akkoord 27 november 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmé en De Grave-Verkerk inzake het collegevoornemen om eeuwige grafrust in Amsterdam te gaan faciliteren. Aan de gemeenteraad Toelichting vragenstellers: Op 9 oktober 2020 heeft het college de raad geïnformeerd over een collegebesluit om eeuwigdurende grafrust op twee Amsterdamse begraafplaatsen mogelijk te gaan maken, De Nieuwe Noorder en de Nieuwe Ooster. Bewoners kunnen tot eind december hun mening over dit voorstel geven. Het college streeft ernaar om eind dit jaar een wijziging van de beheerverordening die eeuwige grafrust vanaf het eerste kwartaal van 2021 mogelijk zou moeten maken, voor te leggen aan de raad. De fractie van de Amsterdamse VVD heeft technische en politieke vragen over de uitwerking en praktische en financiële gevolgen van dit voorstel. Gezien het vorenstaande stellen de leden Naoum Néhmé en De Grave- Verkerk, beiden namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel graven zijn er op de twee bovengenoemde begraafplaatsen in totaal? Antwoord Het precieze aantal graven op de twee gemeentelijke begraafplaatsen is moeilijk exact te geven, gezien de grote diversiteit aan type graven, of het graven zijn voor 1,2 of 3 personen, nog te ruimen graven, nog uit te geven vakken en fluctuatie van het beschikbare aantal, afhankelijk van de persoonlijke wensen. In grote lijnen gaat het om meer dan 18.000 graven op De Nieuwe Ooster en om meer dan 3.000 graven op De Nieuwe Noorder. 2. Hoeveel graven voor onbepaalde tijd wil het college op deze twee begraafplaatsen aanbieden? En kan dit worden uitgesplitst per begraafplaats”? Antwoord Dit is nog niet bepaald, zodra hierover meer bekend is wordt de informatie gedeeld. De term ‘graf voor onbepaalde tijd’ wordt vaak gebruikt voor graven die ‘eeuwig’ worden uitgegeven. 'Eeuwig' bestaat wettelijk niet, maar in de volksmond 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020 wordt het zo genoemd. Het college wil tegemoetkomen aan de erkende wens om begraven voor onbepaalde tijd mogelijk te maken op de gemeentelijke begraafplaatsen. Aan de wijze van invulling wordt nog hard gewerkt. 3. Iser een schatting gemaakt van het aantal bewoners dat gebruik zou willen maken van de mogelijkheid om zichzelf voor onbepaalde tijd te laten begraven? Zo ja, kan deze schatting met de raad gedeeld worden? Zo nee, waar is de gereserveerde capaciteit die het college voor ogen heeft dan op gebaseerd? Antwoord Deze inschatting is heel moeilijk te maken en is van vele factoren afhankelijk, waarbij de kosten een belangrijke rol spelen. Om die reden is er ook nog geen bepaalde capaciteit gereserveerd. 4. Mogelijk zijn er meer Amsterdammers geïnteresseerd in een graf voor onbepaalde tijd dan dat er qua plekken is voorzien. Hoe gaat de gemeente dan selecteren wie er wel of niet een plek voor onbepaalde tijd krijgt toegewezen? Antwoord Het aantal beschikbare plaatsen op de beide begraafplaatsen is zeer aanzienlijk, zodat niet verwacht wordt dat dit probleem zich de komende tientallen jaren voor zal doen. 5. Is er een jaarlijks maximum aan Amsterdammers die zich mogen laten begraven voor onbepaalde tijd, om te voorkomen dat de plekken voor onbepaalde tijd na enkele jaren vol zijn? Antwoord Nee dat is niet het geval, zie de antwoorden op de vragen 2 en 4. 6. Wordt de religie of levensbeschouwing van geïnteresseerden door de gemeente in acht genomen bij het toekennen of afwijzen van een aanvraag voor eeuwige grafrust? Zo ja, hoe? Antwoord Religie of levensbeschouwing speelt geen rol voor toekennen van grafrust voor onbepaalde tijd, deze mogelijkheid is er voor iedereen. 7. Verwacht het college dat niet-religieuze Amsterdammers — om wat voor reden dan ook — ook aanspraak zullen willen maken op een grafrecht voor onbepaalde tijd? Zo ja, kunnen zij dit ook krijgen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Ja dat verwacht de gemeente ook van niet-religieuze Amsterdammers, zie verder antwoord op vraag 6. 8. Zouden niet-Amsterdammers wat het college betreft aansprak moeten kunnen maken op een grafrecht voor onbepaalde tijd”? 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020 Antwoord De gemeentelijke begraafplaatsen staan nu ook open voor niet Amsterdammers, dat zal niet veranderen. De gemeentelijke Beheersverordening kent hierop geen beperking. Zo kan een rechthebbende gedurende zijn leven verhuizen, waarmee niet het recht vervalt om gebruik te maken van een particulier graf. 9. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat de gereserveerde capaciteit voor eeuwige graven per definitie geen verloop kent, omdat de graven nooit geruimd worden? Antwoord Graven die voor onbepaalde tijd worden uitgegeven kennen geen vaste einddatum. Van een gereserveerde capaciteit van graven voor onbepaalde tijd is op dit moment geen sprake. Efficiënt ruimtegebruik is het uitgangspunt. Daarbij kan naast een meer gerichte sturing op het beschikbare aanbod in en om Amsterdam, nagedacht worden over vernieuwende ruimtelijke concepten waarbij het aanbod binnen het bestaande areaal wordt vergroot, zoals ophoging met een extra begraaflaag. De beheersverordening is het instrument om op voldoende begraafaanbod te sturen op de gemeentelijke begraafplaatsen, naast het aanbod dat de particuliere begraafplaatsen bieden en zelf hun beleid in deze bepalen. 10. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat door het ontbreken van een verloop de gereserveerde capaciteit op den duur vol zal raken? Zo nee, waarom niet? Antwoord Nee, zie het antwoord op vraag 9. 11. Na hoeveel jaar verwacht het college dat de gereserveerde capaciteit voor graven met onbepaalde tijd vol zal raken? Wat zou de gemeente volgens het college in de toekomst moeten doen als de volledige capaciteit wordt benut? Antwoord Er is (zie ook antwoord op vraag 3} nu nog heel moeilijk een inschatting te maken, maar gelet op de beschikbare capaciteit verwachten we dit probleem de komende tientallen jaren niet. De vraag is, zeker gelet op de zeer lange termijn welke ontwikkelingen nog meer van invloed zijn, zoals de demografische ontwikkelingen en nieuwe vormen van lijkbezorging, waaronder bijvoorbeeld resomeren. 12. In de brief die over dit collegebesluit dat naar de raad is gestuurd, staat dat eeuwigdurende grafrust kans biedt ‘voor het bestendigen van de groenfuncties’!. Kan het college aangeven in hoeverre deze overweging een rol heeft gespeeld in de besluitvorming? Antwoord Dit betreft een gunstige bijkomstigheid. Op de begraafplaatsen ligt immers reeds een groenbestemming. Bovendien maken alle begraafplaatsen onderdeel uit van de Amsterdamse Hoofdgroenstructuur. 1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9263509/1#search=%22grafrust%22 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020 13. Denkt het college net als de fractie van de VVD dat eeuwige graven in de verre toekomst de opties om de begraafplaatsen op te heffen of te verhuizen ernstig beperken, waardoor doorontwikkeling van de stad in de verre toekomst zou kunnen worden belemmerd? Zo nee, waarom niet? Antwoord Op dit moment bestaan verspreid op de begraafplaatsen al graven die in het verleden voor eeuwig zijn uitgegeven (waaronder oorlogsgraven). Daarnaast zijn er vele andere factoren die opheffen of verhuizen kunnen beperken, waaronder bijvoorbeeld de rijksmonumentale status van het park De Nieuwe Ooster de gebouwen en een aantal graven. Het merendeel van deze graven is al meer dan 100 jaar oud. Daar staat tegenover dat op basis van de huidige wet- en regelgeving geen planologische zekerheid van voortbestaan tot in de eeuwigheid gegeven kan worden. Deze garantie kan slechts geboden worden ‘zolang een begraafplaats blijft bestaat’. 14. Hoe gaat het college om met eeuwigdurende graven mocht de begraafplaats in de toekomst failliet gaan of om een andere reden verdwijnen? Antwoord De gemeentelijke begraafplaatsen zijn onderdeel van de gemeentelijke organisatie. 15. Hoe gaat het college om met eeuwigdurende graven mocht de begraafplaats in de toekomst in een bestemmingsplan een andere bestemming krijgen? Antwoord Wijziging van een bestemming die onderdeel uitmaakt van de Hoofdgroenstructuur, vraagt om instemming van de gemeenteraad. In het kader van een goede ruimtelijke ordening vraagt een dergelijk wijzigingsvoorstel om een integrale en goed gemotiveerde belangenafweging. Mocht de keuze op basis daarvan vallen op het opheffen van een (gedeelte van een) begraafplaats, dan gaat dat gepaard met een besluit over de vraag of er al dan niet herbegraving elders dient plaats te vinden. De wet schrijft bovendien voor dat bij sluiting van een begraafplaats de graven nog een x aantal jaren onaangeroerd moeten blijven. 16. Wat zijn de totale jaarlijkse kosten voor een graf op deze bergraaf plaatsen? Antwoord Dit varieert sterk, zie hiervoor de onlangs in uw raad vastgestelde tarievenverordening. De tarieven voor begraven voor onbepaalde tijd moeten nog bepaald worden. Onderhoudskosten van de begraafplaats zijn hier onderdeel van. 17. Hoeveel kosten particuliere graven jaarlijks op deze begraafplaatsen? Antwoord Zie antwoord op vraag 16. 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020 18. Kan het college schetsen hoe de financiering van een graf voor onbepaalde tijd eruitziet? Welke kosten hiermee gemoeid gaan en wie deze precies betaald’? Antwoord Hierover is nu nog geen duidelijkheid te geven. De tariefstelling sluit aan bij de huidige tariefstelling van de gemeentelijke begraafplaatsen. Componenten die betrokken worden zijn naast duur van uitgifte, de situering van het graf op de begraafplaats en de onderhoudskosten voor het park als geheel richting toekomst. Uitgangspunt is dat alle kosten aan de voorkant worden voldaan en dat in het tarief voor de aanschaf van een graf voor onbepaalde tijd zowel de kosten voor het onderhoud van het graf als het park als geheel verdisconteerd zijn, nu en richting toekomst. De kosten zijn voor rekening van degene die een graf aanschaft, ongeacht de denominatie van de aanvrager. 19. Moeten nabestaanden voor een graf voor onbepaalde tijd betalen? Zo ja, hoe lang? En stel dat zij hiertoe niet meer in staat zijn of niet meer willen betalen? Antwoord Uiteraard moet er vooraf betaald worden voor een graf voor zowel bepaalde als onbepaalde tijd, inclusief onderhoudskosten. Deze worden bij aanschaf van een (familie)graf in één keer geïnd. Zie verder het antwoord op vraag 18. 20. Op de inspraakpagina voor eeuwige grafrust staat dat de gemeente voor de graven gaat zorgen als er geen nabestaanden meer zijn. Welke kosten gaan hier jaarlijks mee gemoeid? En wat is de ratio hierachter”? Antwoord Dit is een mogelijkheid. Zie verder het antwoord op vraag 18. 21. Kan het college aangeven waarom het van mening is dat het deze graven voor eeuwig met gemeenschapsgeld zou moeten financieren? Denkt het college dat er in de verre toekomst nog steeds van alle Amsterdammers solidariteit is om via belastingoverdracht deze eeuwige graven te financieren? Antwoord Zie antwoord op vraag 18. 22. Is de mogelijkheid onderzocht dat organisaties die deze eeuwige grafrust voorstaan, zoals bijvoorbeeld kerkgemeenschappen en moslimorganisaties, hiervoor (mee)betalen? Zo ja, welk percentage van de kosten nemen zij op zich? Zo nee, waarom is dit niet onderzocht? Antwoord Zie antwoord op vraag 18. 23. Heeft het college een schatting gemaakt wat het aanbieden van eeuwige grafrust voor de gereserveerde capaciteit op de lange termijn aan structurele kosten oplevert? Zo ja, wordt dit gebudgetteerd in begrotingen? 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 19 november 2020 Zo nee, waarom niet? Antwoord Zie antwoord op vraag 18. 24. Vindt het college dat het gelijkheidsprincipe, dat wat de fractie van de VVD betreft te allen tijden zou moeten gelden voor alle Amsterdammers, wordt ondermijnd als een bepaalde groep Amsterdammers moet betalen voor grafrecht met een bepaalde tijd terwijl een andere groep grafrecht voor onbepaalde tijd krijgt toegewezen? Antwoord Hier is geen sprake van, iedereen moet ook zoals altijd voor dezelfde dienst hetzelfde betalen, conform de door uw raad vast te stelen tarieven in de heffingsverordening. Zie verder het antwoord op vraag 18. 25. In de raadsvergadering van 22 april 2020 heeft wethouder Van Doorninck aangegeven dat Amsterdam in de jaren 90 gestopt is met eeuwigdurend grafrecht en dat dit besluit destijds werd ingegeven door het stedelijk ruimteperspectief waardoor het steeds moeilijker werd om ruimte te vinden. De wethouder zei diezelfde vergadering ook meermaals dat Amsterdam nu ook kampt met een enorm ruimtegebrek. Waarom was het college eerst terughoudend en wat heeft dit doen veranderen? Antwoord Door de gesprekken met vertegenwoordigers van diverse geloofsgemeenschappen en de begraafplaatsen is bekend dat er op de twee gemeentelijke begraafplaatsen ruim voldoende capaciteit is om aan deze groeiende behoefte tegemoet te komen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
train
x Gemeente Amsterdam KS B % Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop % Agenda, donderdag 17 april 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSB d.d. 27 maart 2008 e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl 7 Openstaande toezeggingen 8 Termijnagenda 9 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam K S B Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Agenda, donderdag 17 april 2008 Sport en Recreatie 10 Nieuw hockeystadion Nr. BD2008-002130 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van commissielid Van der Pligt (SP) geagendeerd , Was Tkn 3 in de raadscommissie van 6 maart 2008 e _ Uitgesteld in de raadscommissie van 27 maart 2008 Kunst en Cultuur 11 Uitwerking bestedingsvoorstel Brede Talentontwikkeling Nr. BD2008-002127 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van commissielid Graumans (PvdA) geagendeerd , Was Tkn 1 in de raadscommissie van 27 maart 2008 e De leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grote Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd 12 Zwamvorming in gebouw Felix Meritis Nr. BD2008-002128 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Op verzoek van commissielid Graumans (PvdA) geagendeerd , Was Tkn 2 in de raadscommissie van 27 maart 2008 BESLOTEN DEEL > Na afloop van de vergadering staat er voor de commissieleden een bijeenkomst gepland inzake de commissiereis 2
Agenda
2
discard
> Gemeente Amsterdam DS Amendement Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 413 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Krom inzake de Begroting 2023 Onderwerp Inzet op gezonde plantaardige schoollunches en -ontbijten Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: -_ het college in reactie op het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam gaat met mes en vork de kli- maatcrisis te lijf! van de Partij voor de Dieren het Actieplan Eiwittransitie heeft opgesteld; -__scholen in dit Actieplan Eiwittransitie onder stakeholders en actoren worden genoemd voor het versnellen van de eiwittransitie; -_ het stimuleren van een groter plantaardig voedselaanbod in publieke instellingen en ‘Aan- sluiten bij huidig beleid AAGG met betrekking tot gezond voedselaanbod bij scholen’ doelstellingen van het Actieplan Eiwittransitie zijn. Overwegende dat: -__plantaardige schoollunches en —ontbijten behalve de meest gezonde ook de meest inclu- sieve, klimaatbewuste en diervriendelijke optie zijn. Besluit: Onderstaande passages; -_ ‘Gezonde schoollunches’ p.18 -_‘We zetten in op schoollunches en een rijke schooldag.” P.118 -_‘We investeren ook in gezonde schoollunches.” p.122 -_ ‘Hogere lasten van in totaal € 3 miljoen verdeeld over de jaren 2023 tot en met 2026, om- dat we experimenteren met het aanbieden van gratis gezonde ontbijten en/of schoollun- ches in wijken waar dat het hardste nodig is.’ p.229 -_ ‘Gezonde schoollunches voor € 0,4 miljoen in 2023, € 10 miljoen in 2024 en 2025 en €1,6 miljoen in 2026.’ p.251 als volgt te wijzigen door het woord ‘plantaardig’ in te voegen: Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 -_ ‘Gezonde plantaardige schoollunches’ p.18 -_‘We zetten in op plantaardige schoollunches en een rijke schooldag.” P.118 -_‘We investeren ook in gezonde plantaardige school-lunches.” p.122 -_ ‘Hogere lasten van in totaal € 3 miljoen verdeeld over de jaren 2023 tot en met 2026, om- dat we experimenteren met het aanbieden van gratis gezonde plantaardige ontbijten en/of schoollunches in wijken waar dat het hardste nodig is.” p.229 -_ ‘Gezonde plantaardige schoollunches voor € 0,4 miljoen in 2023, € 10 miljoen in 2024 en 2025 en €1,6 miljoen in 2026.’ p.251 Indiener, J.M. Krom
Motie
2
train
za . fp ä rk RB Be De ij he 17 DT Bas (jha -l ALs 7 Á ) a 0 Menssrarttuo, 1 f 7 Al ren LS Gila, Bu AAT btn p Í En 2} bi 4 LP Pel 5 3 . ê Û e _ ev N | 7 ) 2 boten C- YU UAle | En Le, NEA AAA alat, C ere. Ien d (2 3 / Dd q eed 2e Laad Pe 6 hk / SL old anzthad, Ei Lee CS Erterd ber nn În df KA | eb earl, ë p 7 in p 3 daf ade. Ge d DAL zaken ts Lan pt ba df z bern ha | olb ordehol 9 Al Kru vid Lo vitre. Lv OLD OS T ASM tar À Lr shsvol A ’ ' nd LAA SAS dd Aan „don laan AL WROAA DA Ce ej y, | JÁ Û y £ Á } S ÚQ DA AAAAD Ol, LO } weodo. u es col „oog vraag KAA Cr Á / ' £ A4 5 ì Ls aan face Ó Lkar Celhp vb br, otor ËAEr ola 10 / C Jes Alvo el ’ En, L ] me v 7 7 Lu êl EN Lt << lar. Ô # « dn Ada ns 2 Ovnhrrorwor weldlij mager be tT) bo se fe U LOL) a Da 31 PA MEE vet |. 0d getelde mj hf aj). GD 0d boy wl ll tes, A'Ol „ir . CA £ , hd A Loet Srpska Mad Sud a bowuntl, / 4 ! E à erde Kroeshaar Jo (lak nog op de, la rate? Hemelmer aande henberst i Teen wor en. BER EA: 1 al Bede LEL Ae 1 EAN 1 Na |T i q Ie 5 EE \ | ij O 1 5 AT 5 k Ì S ô LO B 7 | @ = VDT _Sinterklaasklooster en paardengraf | ‚ ELIZABETH VOGELZANG ij gewijd aan de heilige Nicolaas, bis- een doorsnee van 8 meter: Archeolo- | OS «schop van Myra, Hetwerdbewoond gen onderzoeken nuwatditisge | __HEMELUM Archeologen zijn opeen door benedictijner nonnen enlater weest Bl bijzondere vondst gestuit in Hemne- monniken en werd gesticht vanuit _ Ookisnog niet duidelijk uit welke : Tum, Uitdeaardekomteen.middel- het doordezee verzwolgen klooster periode de sporen stammen. De’ __|___eeuwsloostervoorSinterkdaasen Sint Odulphus van Stavoren, Dehui- _ kloostermoppen, leisteen en ver eenpaardengraftevoorschijn. _ dige Nicolaaskerk is op de funda sierd vensterglas bevestigen dathet rn Oe menten van die kloosterkapel ge om conldoostertemein gaat Op het _ De bodem bij Hemelum wordtbin- bouwd © veld werd nog een bijzondere |__menkort flink omgewroet voor de ___Hetterrein dat nu wordtafgegra vondst gedaan: een goed bewaard | aanleg van een rondweg rond het ven ligt zuidelijk van deze kapelsDe paardengraf. | dorp. Súdwest-Fryslân laat daarom _loosterheuvel is in het verleden al __ Kloosters hadden inde middel. | archeologisch onderzoek doen om wegecgraven, maar én blijken toch eeuwen cen belangrijksfandtie in Ú „bodemschatten veilig te stellen, Vo- nog volop sporensin de grond te zit het maatschappelijke leven, Rond |_…_rig jaar bleekbij een verkennendon- ten. Om hetterreinligt een enorme „1500 waren in Friesland ongeveer jeder zoekal,dater resten van een:oud kloostergracht:Erzijn\diverse kuilen + vijftig kloosters, Nade reformatie in klooster onder,de‘graszoden ver- « (paalkuilen,afvalkuilenenleemwin; „1580 werden ze-door de provinciale ___& vs owstoptzitten.st on onl oe ofer ming)ysgreppels vens stenen funda- overheid inbeslaggenomen en gro- … - | ‚1 Het middeleeuwse Klooster was … menten gevonden: Het geheel heeft tendeels gesloopt. pe | 5 & LR fant VA, els, olde rl 1 Ee E NA Blan m0? LO Laad Cv. bean E | AAveliu vaa (Ì AGN | : De if | Ri ze EM if bel halik. bo Wss Crad , fl EN | ll Ll arl Cn Alan Er 2 AO gen Ó Dj | | l : IE RE zelf pers ú Erkens hoh REE verpist ag Naka haalijdoa . | lib | PRIJSCODE en INE e
Raadsadres
2
train
Amsterdam, 1 juli 2011 Raadsadres Geachte leden van de Raad van de Gemeente Amsterdam, Geachte leden van de Raad van Stadsdeel Centrum, De Bewonersraad Groot Waterloo heeft met verbazing en afkeuring kennis genomen van de plannen om de kunstwerken in de metrostations van de Oostlijn deels te vervangen en te vernietigen. De plannen voor de renovatie van de stations door architectenbureau Group A omvatten ideeën voor het wegpoetsen van de bestaande kunstwerken en het moderniseren van de metrostations. Hoewel in 2010 bij de aanbesteding van de inrichting van de metrostations door Group A alleen tekeningen zijn gepresenteerd voor het station Wibautstraat en station Bullewijk, gaan er nu berichten rond dat de bijzondere inrichting van de metrostations grotendeels gaat verdwijnen. Wij verzoeken de raad om dit te voorkomen en bij de uitwerking van het definitieve ontwerp de opdracht te geven om de inrichting van de metrostations en vooral de ondergrondse stations als een totaal kunstwerk te zien en dit te restaureren en te behouden voor toekomstige generaties. Als bewoners van de oostelijke binnenstad zijn wij direct betrokken bij deze metrolijn. Dit geldt vanzelfsprekend vanuit het verleden bij de stedelijke strijd rond de stadsafbraak voor de aanleg van de metro in de jaren zeventig, maar het geldt ook voor de periode daarna bij de aankleding en inrichting van de stations. Destijds is er voor gekozen om alle stations een bijzondere inrichting te geven, waarbij de relatie met de directe omgeving voorop stond. Er is toen een Werkgroep Kunstzaken Metro Amsterdam in het leven geroepen met daarin architecten en beeldend kunstenaars, medewerkers van GVB Amsterdam en van Openbare Werken Amsterdam en Kunstzaken Amsterdam. Deze Werkgroep Kunstzaken Metro Amsterdam heeft daarbij sterk nagedacht over een simultane relatie tussen de metro en vele wijken. De Werkgroep heeft geprobeerd de betrokkenheid van de buurten een mogelijkheid tot uiting te geven. Voor de stations Bijlmermeer en Weesperplein werkten buurtvertegenwoordigers mee aan de jurering, voor station Nieuwmarkt is door de bewoners een kunstenaarsgroep gekozen die in wisselwerking met de bewoners een ontwerp heeft gemaakt. De kunst in de metrostations is dus met zorg ingericht en bedacht rond 1980. De inrichting van de metrostations is niet willekeurig, het kan alleen in Amsterdam zijn én alleen op die plek. Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn De plaatselijke herkenbaarheid van de stations is groot. Het totaalbeeld geeft een boeiend verhaal van kunststromingen en maatschappelijke betrokkenheid in die periode. En het vertelt ook ondergronds het verhaal van de bovengrondse omgeving van de stations: wat speelt en speelde er in het gebied? De Werkgroep Kunstzaken Metro heeft zich bij de inrichting van de stations als doel gesteld: “te komen tot integratie van beeldende middelen en gebouwde omgeving. De ruimtelijk geïntegreerde uitingen van beeldende kunst vormen een belangrijk element in de verwerkelijking van de herkenbaarheid der menselijke omgeving. Het zou bepaald een verkeerde indruk wekken, indien men met betrekking tot het aandeel van de beelden discipline bij het Metro-object zou spreken van ‘opsmuk’ of van ‘helen van de wonden’.”… “Onder integratie als vormvraagstuk verstaat de Werkgroep dat de beeldende ingreep geen in zich zelf besloten aanwezigheid moest zijn, noch een arbitraire toevoeging aan de gebouwde omgeving, doch een ingreep die de totale architectonische situatie tot een onverbrekelijk geheel maakt (en wel allerminst wilde de Werkgroep dat het werk van de beeldende kunstenaar min of meer geruisloos in of aan het bouwwerk werd ingepast of aangepast)”…. “Integratie in de omgeving houdt in dat de integratie als vormvraagstuk, en als inhoudelijke opgaaf niet ophoudt bij de stations zelf, maar zich uitstrekt tot de directe omgeving ervan. De metro behoort geen verwoestende werking te hebben, noch in een oude omgeving, noch in een nieuwe. De metro moet stedebouwkundig ‘eigen’ in de gegeven situatie en tegelijkertijd sociaal passend in de gegeven buurt zijn.“(uit: Van metro tot beeldbuis, beeldende kunst in de Amsterdamse Metro, Stadsdrukkerij van Amsterdam, waarschijnlijk 1980). De inspanningen van de Werkgroep Kunstzaken Metro hebben geloond. Vanaf het Centraal Station tot in Amsterdam zuidoost zijn de stations bijzonder vormgegeven. Directe betrokkenheid voelen wij als Bewonersraad Groot Waterloo bij de ondergrondse stations Nieuwmarkt, Waterlooplein, Weesperplein en Wibautstraat. De geschiedenis van de stadsstrijd die zichtbaar is in station Nieuwmarkt; de bijzondere belettering van Sandberg op het Waterlooplein en de archeologische geschiedenis van het gebied; de letter collages van de bekende tekenaar Opland en de herinneringen aan het drukken van kranten in de Wibautstraat met voorbeelden van krantenzetsel toen er nog in lood werd gezet; het plafond in de Weesperstraat met een beeld dat je daadwerkelijk ‘onder’ de trams loopt: het zijn evenzoveel voorbeelden van stations die plaatselijke herkenbaarheid uitstralen. Waarom zou dit zogenaamd ‘eigentijds’ gemaakt moeten worden? Laat Amsterdam eens leren om trots te zijn op stijlkenmerken uit bepaalde perioden! Wees trots om een lang snoer van kunst uit een bepaalde periode te hebben, knap het op en houd de nog korte historie van de metro in stand. En moet Station Wibautstraat dan zo worden als op het voorbeeld van de nieuwe ontwerpers, Group A: een willekeurige plek, een station dat overal kan staan? Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn | | | Sd B | Ee | _ en EE piooustaat 7 de es + gk Á A B ZEE | Dek Rd aal e EE ji ES > Helaas wordt noch op de website van Group A noch op de website van de gemeente Amsterdam duidelijke impressies gegeven van de tekeningen en plannen voor alle stations. Waarom is er niet gewoon een overzichtsbeeld naar buiten gebracht van de plannen voor de stationsinrichting? Wij begrijpen dat er na 30 jaar een aanpassing en renovatie van de metro nodig is. En wij ondersteunen het voornemen om de metro-opgangen lichter en veiliger te maken en de aansluiting bij de bovengrondse omgeving te verbeteren. Maar wij maken bezwaar tegen de aantasting van de kunstwerken bij de perrons in de metrostations. Wij hopen dat het nog niet te laat is om de ontwikkeling te keren en wij doen een dringend beroep op de raad om: 1. een halt toe te roepen aan de aantasting van de kunst en de inrichting van de metrostations. 2. de bestaande kunstwerken in de metrostations als waardevol erfgoed te zien. 3. te besluiten om de inrichting uit beginjaren 80 van de metrostations als een totaalbeeld te zien en dit te restaureren en te behouden voor komende generaties. Namens Bewonersraad Groot Waterloo: Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn F Bijlage 1: a’ Eis Ë: PE à Renovatie Oostlijn Metro Amsterdam Ef ki 18-10-2010 - Architectenbureau GROUP A en multi-disciplinair ontwerpbureau Fabrique hebben de Europese aanbesteding voor de stationsrenovatie van de 30 jaar oude Oostlijn van de Amsterdamse metro gewonnen. Het voorstel van GROUP A en Fabrique gaat volgens de jury ‘terug naar de basis van het oorspronkelijke ontwerp’, maar is ook ‘een visie op de toekomst’. De Oostlijn loopt deels ondergronds, deels bovengronds, van het Centraal Station naar Amsterdam Zuidoost. Het brutalistische ontwerp voor de Oostlijn, van de hand van architecten Spängberg en Van Rhijn, dateert uit de jaren zeventig. Het oorspronkelijke concept is in de loop der jaren echter sterk verrommeld, en niet meer toegerust op veranderingen in de toekomst. De opdracht omvat de herinrichting van de ondergrondse perrons, de verdeelhallen en de ingangspartijen van zestien stations. Voor de aanbesteding hebben GROUP A en Fabrique een visie gepresenteerd aan de hand van het ondergrondse station Wibautstraat en het bovengrondse station Bullewijk. Momenteel wordt gewerkt aan de uitwerking van een visie voor alle stations afzonderlijk, waarna een definitief ontwerp zal worden gemaakt. Het doel van de renovatie is volgens GROUP A / Fabrique het creëren van een eigentijdse metro die goed functioneert, overzichtelijk is en prettig om te gebruiken. Dit wordt gerealiseerd zonder het oorspronkelijke karakter van de metro te ontkennen. Dit “DNA ’ vormt juist een solide en rustige achtergrond. Door indirecte verlichting van deze achtergrond wordt de ruimte op een comfortabele manier voelbaar. Lichtaccenten en vides op de juiste plaatsen zorgen voor de oriëntatie van de reiziger. Tenslotte worden alle “verrommelende’ elementen samengebracht en geïntegreerd in clusters. Deze clusters zorgen voor helderheid en kleur. Zij zijn aanpasbaar voor veranderingen in de toekomst. Door deze ingrepen wordt de metro weer helder en fris, en een comfortabele aanvulling op de openbare ruimte van Amsterdam. GROUP A heeft al eerder gewerkt aan renovatieopgaves, zoals de CaballeroFabriek, de Cobercofabriek en de NDSM-Smederij. Fabrique heeft ervaring in het ontwikkelen van visies, huisstijlen, bewegwijzering en meubilair voor infrastructurele projecten, onder meer voor de NS en het Belgische De Lijn. De renovatie van de stations door GROUP A en Fabrique is deel van een grootscheepse renovatie van de Amsterdamse metro. De Oostlijn van de Amsterdamse metro (vanaf Amsterdam Centraal lijn 53 naar Gaasperplas en lijn 54 naar Gein) is 30 jaar oud. Veel onderdelen zijn aan vernieuwing toe. De sporen in de ondergrondse tunnel zijn in 2008 vernieuwd. De komende jaren worden de vluchtwegmaatregelen en de brandveiligheid verbeterd en de boven- en ondergrondse stations gerenoveerd. Als het werk in 2014 voltooid is, voldoet de Oostlijn aan de verscherpte eisen van nieuwe wet- en regelgeving. e _http://www.groupa.nl/ e _http://www.fabrique.nl/ Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn Bijlage 2: Nr. 152 Schriftelijke vragen van de raadslid de heer Verbeet (PvdA) inzake de geplande verwijdering van kunstwerken van Opland en Sandberg uit de metrostations Amsterdam, 29 juni 2011 Aan het college van burgemeester en wethouders Inleiding Uit ingezonden brieven In Het Parool van 27 juni 2011, blijkt dat uit metrostations Nieuwmarkt, Wibautstraat en Weesperplein werk van Opland en Sandberg dreigt te verdwijnen. Dit gebeurt naar verluid op grond van een advies van het uitvoerende architectenbureau. Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen: 1. Is het college bekend met de voorgenomen verwijdering van werk van Opland en Sandberg uit het metrostations? 2. Welk besluit ligt hieraan ten grondslag? 3. Vindt het college deze verwijdering wenselijk? 4. Zo ja, met welke argumenten? 5. Zo nee, welke stappen gaat het college ondernemen om dit te voorkomen? De lid van de gemeenteraad, M.P. Verbeet Raadsadres Bewonersraad Groot Waterloo over metrostations Oostlijn Dit raadsadres wordt afgehandeld door de centrale stad.
Raadsadres
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1127 Publicatiedatum 23 september 2016 Ingekomen onder AG Ingekomen op 14 september 2016 Behandeld op 14 september 2016 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Groen en Boutkan inzake de Watervisie Amsterdam 2040 (veiligheid op de Amstel). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Watervisie 2040 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 874). Constaterende dat: — de toegenomen drukte van gemotoriseerde boten op de Amstel als gevolg van het spreidingsbeleid van de gemeente specifiek voor de roeisport grote veiligheidsrisico's met zich meebrengt; — gemotoriseerde boten op de Amstel het onmogelijk maken om op een veilige manier roeiwedstrijden te organiseren op de Amstel; Overwegende dat succesvol spreidingsbeleid voor gebruik van het water rekening moet houden met de belangen van alle gebruikersgroepen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in overleg te treden met de roeisportverenigingen op de Amstel om te onderzoeken wat voor aanvullende afspraken en maatregelen nodig zijn om de veiligheid op het water te garanderen; — daarbij ten minste aandacht te besteden aan: e beslissingen over nieuwe vaarbewegingen, havens en ligplaatsen op en om de Amstel; e de vaarsnelheid op de Amstel en de gevolgen daarvan voor de veiligheid van roeiers; e de mogelijkheid om in vergunningen van bootverhuurders, en vervoerders over het water, op te nemen dat er tijdens de 7 jaarlijkse grote roeiwedstrijden niet gevaren kan worden e voorlichting over en handhaving op vaarregels en veiligheid en op het water. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen D.F. Boutkan 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 april 2022 Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door R&D, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 884 van het lid Issa-Bloemberg van de Partij voor de Dieren, inzake dieren niet storen met licht en geluid bij de verdere ontwikkeling van de volkstuinparken Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 23-12-2021 heeft uw raad bij de behandeling van ‘Vaststellen van de gezamenlijke vitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van de volkstuinparken in gemeente Amsterdam en de notitie Aanpak voor ontwikkeling van de Amsterdamse volkstuinparken’ motie 884 aangenomen van het raadslid Bloemberg-lssa van de Partij voor de Dieren, waarin het college gevraagd wordt om: 1. Pertuinpark door een stadsecoloog te laten beoordelen of nieuwe ontwikkelingen die (meer) geluid en licht veroorzaken (zoals ruimere openingstijden, zaalverhuur en commerciële exploitatie) verantwoord zijn met het oog op het behouden van de biodiversiteit; 2. Ontwikkelingen niet toe te staan indien de inschatting is dat dieren hierdoor verstoord kunnen worden in hun natuurlijke gedrag. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: 1. Elk volkstuinpark stelt een plan van aanpak op om de publieke toegankelijkheid te vergroten, het medegebruik te versterken, ecologie/biodiversiteit te versterken en samenwerking in de buurt te intensiveren. Die ontwikkelingen hebben mede als doel dat er meer bezoekers komen, en dat leidt mogelijk tot extra licht en geluid, waardoor de dieren worden verstoord. Alle plannen van aanpak zullen daarom ecologisch worden beoordeeld, voor een juiste balans en voldoende bescherming van het dierenleven. Daarbij wordt ook beoordeeld of de Wet natuurbescherming niet wordt overtreden. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 april 2022 Pagina 2 van 2 2. Als uit de ecologische beoordeling blijkt dat dieren verstoord kunnen worden in hun natuurlijke gedrag, dan zal er worden gezocht naar alternatieve manieren van ontwikkeling die de ecologische beoordeling wel kunnen doorstaan. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, CAN Zk Len lan é Pa ke emme: Marieke van Doorninck Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Amendement Datum raadsvergadering 1juni2022 Ingekomen onder nummer 220 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Koyuncu inzake het Coalitieakkoord 2022-2026 Onderwerp Geen onnodige druk leggen op het verkeer Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2022-2026 “Amsterdams Akkoord” Constaterende dat: -__ Poorstroming van het verkeer in Amsterdam belangrijk is voor onder meer het micromi- lieu van de straat en wijk. Overwegende dat: -__ De drukte niet wordt opgelost door het opleggen van bepaalde partijidealen; -__De drukte vooral kan worden opgelost in voldoende investeren in het OV en deze toegan- kelijker, (financieel) bereikbaarder en aantrekkelijker te maken; -__ Ookelektrische deelmobiliteit een positieve bijdrage kan leveren. Besluit: In hoofdstuk 3 “Verantwoorde groei” onder de paragraaf “Verkeer en vervoer” op pagina 61 de ali- nea “We geven ruim baan aan fietsers en voetgangers. Er komen meer fietsstraten en we houden vast aan de eerdere ambitie voor het opheffen van parkeerplekken. We bezien op welke plekken super- blocks kunnen worden ingevoerd. Waar het een te grote druk op de leefbaarheid of verkeersveilig- heid vormt, weren we doorgaand autoverkeer dwars door de stad of door woonwijken. In het kader voor het opheffen van parkeerplaatsen kijken we niet meer uitsluitend naar de parkeerdruk, maar ook andere noden in de buurt zoals de drukte in de openbare ruimte en het groen.” Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Te vervangen door: “We geven fietsers en voetgangers waar mogelijk meer ruimte. Er komen meer fietsstraten waar het geen onnodige druk geeft op het verkeer. We bezien op welke plekken superblocks kunnen worden ingevoerd. Waar het een te grote druk op de leefbaarheid of verkeersveiligheid vormt, weren we doorgaand autoverkeer dwars door de stad of door woonwijken. Maar alleen als dit niet zorgt voor kilometers lang omrijden, lange files en extra uitstoot en er voldoende draagvlak is onder de betrokkenen.” Indiener S. Koyuncu
Motie
2
train
Ee o1B5 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie % Amsterdam en Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 6 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Initiatiefvoorstel van de leden Taimounti en Veldhuyzen getiteld Intrekken APV bevoegdheid burgemeester. De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van het initiatiefvoorstel. Wettelijke grondslag Artikel 76 Reglement van orde Bestuurlijke achtergrond Zie initiatiefvoorstel. Reden bespreking o.v.v. de leden Taimounti en Veldhuyzen Uitkomsten extern advies n.v.t Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-018511 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Griffie % Amsterdam 0 ee % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Taimounti en Veldhuyzen inzake AD2021-068291 schrappen art. 2.6 APV.pdf (pdf) AD2021-068293 Commissie AZ (11) Voordracht (pdf) initiatiefvoorstel Ontnemen bevoegdheid aanwijzing AD2021-068292 veiligheidsrisicogebieden door paragraaf 2 artikel 6 van de APV inte trekken. pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nadere informatie bij de leden Taimounti (Denk) en Veldhuyzen (Bijz). Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 864 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 9 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie VVL Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Molenaar inzake de begroting voor 2014 (Oostveer). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — de bestaande veerverbindingen over het IJ overvol zijn en naar verwachting in de toekomst nog meer passagiers gaan trekken; — Amsterdam aan de Oostzijde een veerverbinding voor voetgangers en fietsers over het IJ ontbeert, terwijl er drie autoverbindingen zijn; — het Azartplein zich goed leent als aanmeerlocatie in stadsdeel Oost, goed aansluit op het bestaande fietsnetwerk en maar liefst drie directe openbaar- vervoerverbindingen kent in plaats van één; — _ het Hamerstraatgebied in Noord sterk in ontwikkeling is als nieuwe creatieve hot spot met onder andere M-Lab, Dansmakers/Danshuis, I-technica, restaurants Stork en Goudfazant, de Zamenhofstraat broedplaats en de Versmarkt; — een reguliere veerverbinding — net als bij het NDSM-terrein — de verdere groei en bloei van het Hamerstraatgebied en stadsdeel Noord sterk zal stimuleren; Constaterende dat: — stadsdeel Noord vóór 1 maart 2014 een veilige aansluiting op de belangrijkste fietsroutes toezegt langs Meeuwenlaan (noord-zuid), de Van Hasseltweg (via een nieuwe fietsbrug over Noord-Hollands Kanaal) naar het Mosplein en (via een nieuwe fietsbrug over Zijkanaal I) naar het NDSM-terrein (oost-west); — een Oostveer tussen Azartplein en Hamerstraatgebied zich qua aansluiting op zowel noord-zuid als oost-west fietsroutes positief onderscheid van het genoemde alternatief tussen de kop van het Java-eiland en het IJplein, Besluit: 1. kennis te nemen van de bestuurlijke reactie van 25 september 2013 op het raadsinitiatief Het Oostveer; 2. voorde proefperiode van een jaar te kiezen voor de in het raadsinitiatief genoemde verbinding tussen Azartplein en Hamerstraat en deze proef uiterlijk 15 maart 2014 aan te vangen; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 864 Moti Datum _ 11oktober2013 “OH 3. de proef te dekken uit het opgenomen budget voor Het Oostveer in Hoofdstuk 5.4 Goede Mobiliteit in Amsterdam; 4. de proef voor het einde van de periode te evalueren, teneinde een besluit over continuering van het Oostveer tijdig voor te leggen aan de raad. Het lid van de gemeenteraad, F.M. Molenaar 2 Bezoekadres Gemeente Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Wethouder E.D. Wiebes 1000 AE Amsterdam Portefeuille Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Noord/Zuidlijn en ICT www.amsterdam.nl Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM ZAND Datum 13 november 2013 Ons kenmerk DIVV/UIT/201 3011740 Behandeld door L.P. Kooij Telefoonnummer 020 556 5337 Faxnummer E-mail L.Kooij @ IVV.amsterdam.nl Bijlage Onderwerp Bestuurlijk advies initiatiefvoorstel Molenaar inzake Oostveer Geachte leden van de commissie VVL, Naar aanleiding van het aangenomen initiatiefvoorstel om een Oostveer te starten, is onderzoek gedaan naar nut en noodzaak van deze verbinding. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het Oostveer ten aanzien van kosteneffectiviteit slecht scoort ten opzichte van de bestaande veerverbindingen. Ook sluit het Oostveer slecht aan op het fietsnetwerk in Amsterdam Noord. Om deze redenen raadt het college de proef af. Mocht de gemeenteraad van mening blijven dat er extra geld gestoken moet worden in oeververbindingen, dan raadt het college aan om onderzoek te doen naar meer kosteneffectieve maatregelen binnen het verendossier of om de proef met het Oostveer uit te voeren tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland. Achtergrond Op 22 maart 2013 is door het raadslid F.M. Molenaar (GL) een initiatiefvoorstel ingediend, getiteld: ‘Het Oostveer: Een missende schakel over het IJ’. GroenLinks zet hierbij in op een extra veerverbinding tussen Amsterdam Oost en Amsterdam Noord in de vorm van een proef van een jaar, te starten vanaf april 2014. De aanleiding wordt gevormd door met name de groeiende aantallen passagiers op de bestaande verbindingen, die daardoor volgens GroenLinks overvol dreigen te geraken. Dit initiatiefvoorstel is behandeld in de commissie VVL op 6 juni 2013. De kosten voor de proef zijn gedekt door € 850.000,- aan rentebaten in 2014 te begroten. Hiertoe is een amendement in de raad aangenomen op 4 juli 2013, eveneens ingediend door het raadslid Molenaar (GL). De dekking van de kosten voor de aanlandingen (€ 50.000,-) moet voor rekening komen van de stadsdelen. Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein Pagina 2 van 6 Gemeente Amsterdam Wethouders In een bestuurlijke reactie, vastgesteld op 14 mei 2013, heeft het college van B&W laten weten dat eventuele wijzigingen in het verenaanbod, ook als het gaat om een proef, goed onderbouwd moeten zijn. Hierbij moet onder andere kritisch gekeken worden naar de kosten en de baten. Inmiddels is door DIVV een onderzoek uitgevoerd naar het Oostveer. Naast een kwantitatieve analyse is ook een kwalitatieve analyse uitgevoerd. De belangrijkste bevindingen zijn weergegeven in deze brief. De proef met het Oostveer De in het initiatiefvoorstel van GroenLinks benoemde proef met het Oostveer moet gaan varen tussen de Johan van Hasseltweg (SD Noord) en het Azartplein (SD Oost). De vaartijd van deze verbinding bedraagt ruim 7 minuten. De directie van GVB Veren heeft aangegeven het Oostveer met inzet van bestaand materieel te kunnen verzorgen. GVB zal hiervoor dan een veer uit de 30-serie (max. 120 personen) kunnen inzetten en garandeert een vaarfrequentie van drie keer per uur. Het Oostveer zal bij de voorgestelde proef met ingang van 1 april 2014 gedurende één jaar varen, 7 dagen per week van 6.30u tot 22.30u. Kwantitatieve analyse Oostveer Door DIVV is een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd naar de potentie van het Oostveer. Op basis van modelberekeningen en telcijfers, wordt een vervoerwaarde geprognosticeerd van ongeveer 1400 reizigers per etmaal. Omdat de kosten voor de proef bekend zijn (€ 850.000,- per jaar) kan berekend worden wat de kosten bedragen per overgezette passagier. Dit kan ook gedaan worden voor de bestaande veerverbindingen, zodat de kosteneffectiviteit van de verschillende veerverbindingen onderling met elkaar vergeleken kan worden. De onderstaande getallen zijn bij benadering, maar geven wel een goed beeld van de verschillen in kosteneffectiviteit. Veerverbinding __________ | Kosten) Index Kosten per passagier. De kosten die jaarlijks gemoeid zijn met een veerverbinding zijn gedeeld door het aantal passagiers dat jaarlijks gebruik maakt van de veerverbinding. Dit getal is vervolgens geïndexeerd, waarbij de kosten per reiziger op 1 gesteld zijn voor het Buiksloterwegveer. Uit deze vergelijking blijkt dat het overzetten van een passagier met het Oostveer 5,5 keer zo duur is als het overzetten van een passagier met het Buiksloterwegveer. Kwalitatieve analyse Oostveer Bij de kwalitatieve analyse zijn de aanlandingen onderzocht, is gekeken naar de 2 Pagina 3 van 6 Gemeente Amsterdam Wethouders inpassingsmogelijkheden en naar de functie van het Oostveer binnen het Amsterdamse verkeer- en vervoersysteem. Bij de aanlanding aan de Johan van Hasseltweg zal het één en ander moeten gebeuren voordat de veren hier kunnen aanlanden. Nabij de aanlanding is geen openbaar vervoer aanwezig. Ook zijn er weinig woningen en weinig bestemmingen die veel bezoekers trekken. Het Oostveer zal hierdoor naar verwachting weinig voetgangers trekken. De toekomstige passagiers bestaan vooral uit fietsers, brom- en snorfietsers. Het Oostveer ligt echter niet op een logische plek binnen het bestaande fietsnetwerk. Het Zijkanaal K naar Nieuwendam en het W.H. Vliegenbos maken het slecht mogelijk om vanaf de aanlanding bij de Johan van Hasseltweg naar het noorden of het oosten te fietsen. De aanlanding is alleen ontsloten in westelijke richting (richting Adelaarsweg). Deze ontsluiting is niet optimaal. De Johan van Hasseltweg kent geen fietspaden en ligt op een industrieterrein. De combinatie van fietsers en vrachtwagens die hier laden en lossen is mogelijk verkeersonveilig. Het Oostveer op de door GroenLinks voorgestelde locatie is daarmee geen logische en goede schakel in het fietsnetwerk. Aan de Zuidzijde bevindt de aanlanding zich bij het Azartplein. Hier kan vrij eenvoudig een ponton worden aangemeerd, waaraan het veer kan aanlanden. Hier sluit het Oostveer wel goed aan op het fietsnetwerk. De aanwezigheid van de tramhalte heeft weinig toegevoegde waarde, omdat verwacht wordt dat weinig voetgangers gebruik zullen maken van het Oostveer vanwege de gebiedskenmerken nabij de noordelijke aanlanding. Verenonderzoek 2020 Bij de afweging van nut en noodzaak van een nieuwe veerverbinding als het Oostveer wil het college de raad wijzen op het lopende onderzoek naar de veren. Dit onderzoek richt zich op de vervoersvraag van het verenaanbod tot het jaar 2020. Op basis van dit onderzoek stelt de gemeente een visie op, waaruit moet blijken wanneer er knelpunten optreden en op welke wijze deze eventuele knelpunten opgelost kunnen worden. Deze oplossingen worden bezien in nauwe relatie tot het fietsnetwerk in Amsterdam. De uitkomsten van deze studie bieden meer handvatten voor een zorgvuldige afweging ten aanzien van het verenaanbod over het IJ. De resultaten van het onderzoek worden dit najaar verwacht. Conclusie onderzoek naar Oostveer Conclusie van de kwalitatieve analyse is dat het Oostveer, gelet op de verwachting dat vooral fietsers, brom- en snorfietsers gebruik van deze verbinding maken, gezien kan worden als een schakel in het fietsnetwerk. Deze nieuwe schakel sluit ten noorden van het IJ slecht aan op het fietsnetwerk. De locatie van het Oostveer is daarmee niet optimaal. Op basis van de kwantitatieve analyse kan geconcludeerd worden dat het Oostveer de minst kosteneffectieve veerverbinding over het IJ zal zijn. Een proef met het Oostveer wordt om deze redenen afgeraden door het college. 3 Pagina 4 van 6 Gemeente Amsterdam Wethouders Een dergelijke proef wordt zinvoller als onder andere het fietsnetwerk in Amsterdam Noord beter aansluit op deze veerverbinding, als de noordelijke IJ-oevers aan de oostzijde van het IJplein zijn herontwikkeld en als nabij het Azartplein de plannen die het stadsdeel heeft ten aanzien van de ontwikkeling van een paviljoen zijn gerealiseerd. De proef zal echter worden uitgevoerd gedurende een jaar, te beginnen op 1 april 2014. Op dat moment is niet aan deze voorwaarden voldaan. Alternatieven voor eenjarige proef Oostveer Mocht de gemeenteraad vast blijven houden aan het plan om geld uit te trekken voor oeververbindingen, dan raadt het college aan om op zoek te gaan naar maatregelen met een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit. Dit kunnen nieuwe veerverbindingen zijn, maar ook verbeteringen van het bestaande verenaanbod. Deze verbeteringen kunnen zich richten op bijvoorbeeld infrastructuur, materieel, capaciteit en regulering. Mocht de gemeenteraad vast blijven houden aan het starten van een nieuwe veerverbinding, dan raadt het college aan om te kiezen voor een meer westelijk gelegen verbinding, hierna te noemen het alternatieve Oostveer. Ae rel ji NE U Po Zin 5 EPN } erijd live GA . En IEA Dn DT re LOL Sne # PMO NE UE Ol ne en Pe ee es a En mn Us Ti De AE ed E REE: Ek Nt et ral —e Ber en ee jj karen in n Ir aa pe en MER ak rn TE ee 4 Alternatieve locatie Oostveer Het alternatieve Oostveer tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland heeft een aantal voordelen in vergelijking tot het door GroenLinks voorgestelde Oostveer: = _Aanlanden bij het IJplein sluit beter aan op het fietsnetwerk in Noord. Omdat deze verbinding ook aan de zuidzijde van het IJ goed aansluit op het fietsnetwerk is deze veerverbinding een logischere schakel in het netwerk. = Bij het IJplein kan gebruik worden gemaakt van een bestaande aanlanding. Dit biedt niet alleen kostentechnisch voordelen, maar door bundeling van het verenaanbod ontstaat ook een aantrekkelijkere ‘knoop’. Door een groter aantal afvaarten wordt het IJplein voor reizigers aantrekkelijker. Dit komt het aantal reizigers dat gebruik maakt van het Oostveer ten goede. 4 Pagina 5 van 6 Gemeente Amsterdam Wethouders = De meer westelijk gelegen aanlanding aan de zuidzijde van het IJ maakt het Oostveer niet alleen aantrekkelijk voor reizigers met herkomst of bestemming in Amsterdam Oost, maar ook voor reizigers met herkomst of bestemming in het oostelijke deel van de binnenstad. Dit is te zien in de onderstaande plaatjes). = Door DIVV is geprognosticeerd dat een Oostveer tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland tot ongeveer 50% meer passagiers kan trekken dan de door GroenLinks voorgestelde variant. Hiermee verbetert de kosteneffectiviteit. = Het alternatieve Oostveer leidt tot een grotere afname van de vervoersvraag op de bestaande veerverbindingen, waaronder het IJpleinveer en het Buiksloterwegveer. Deze afname wordt geschat op ongeveer 5%. Hiermee heeft deze variant meer oplossend vermogen ten aanzien van het door GroenLinks aangestipte probleem van de drukke ponten. PED SLEEK IRS 5 SL LD | NS } 8 Á és d 2 (f Á SE AE CNG SA Ae ( ADS SS ES Y If fia Re 5 As | Ges Ne ESL ee NE Â ZEN EN Te as \ NEN \ ee KS) ES BS 4 TT TN NAS EN 1 UID ARE ols , ES ee EL KE ES AE es Ee A RS, L TRR SE Se Nel ZG hes ER Ss EEEN Een Vervoersstromen Oostveer Vervoersstromen alternatieve Oostveer Veerverbinding | Kosten | Index_ * scenario waarbij alternatieve Oostveer 50% meer passagiers trekt dan Oostveer GroenLinks Advies aan raad 1. Het college raadt een jaarlijkse proef met het Oostveer af om twee redenen. Ten eerste scoort de verbinding scoort de verbinding ten aanzien van kosteneffectiviteit 5 Pagina 6 van 6 Gemeente Amsterdam Wethouders slecht ten opzichte van de bestaande veerverbindingen. Ten tweede sluit het Oostveer slecht aan op het fietsnetwerk in Amsterdam Noord. 2. Als de raad niet instemt met advies 1 en van mening blijft dat er extra geld gestoken moet worden in oeververbindingen, dan raadt het college aan om te onderzoeken hoe het geld zo kosteneffectief mogelijk ingezet kan worden binnen het verendossier. Hierbij wordt aangeraden om niet alleen te kijken naar nieuwe verbindingen, maar ook naar mogelijke verbeteringen in het bestaande verenaanbod. Het verenonderzoek geeft mogelijk ook nieuwe informatie voor verbetering van het verenaanbod. Bovendien geeft deze studie handvatten ten aanzien van nut en noodzaak van nieuwe veerverbindingen en ten aanzien van optimale locaties. 3. Als de raad niet instemt met advies 2 en, vooruitlopend op resultaten van lopende onderzoeken, wil vasthouden aan een proef met een nieuwe veerverbinding ten oosten van de bestaande veerverbindingen, dan raadt het college een proef aan met het alternatieve Oostveer tussen het IJplein en de kop van het Java-eiland. 4. Als de raad niet instemt met advies 3 raadt het college aan om een proef met het Oostveer, zoals voorgesteld in het initiatiefvoorstel, niet eerder uit te voeren totdat het fietsnetwerk in Amsterdam Noord beter aansluit op deze veerverbinding, de noordelijke IJ-oevers aan de oostzijde van het IJplein zijn herontwikkeld en nabij het Azartplein de plannen die het stadsdeel heeft ten aanzien van de ontwikkeling van een paviljoen zijn gerealiseerd. Met vriendelijke groet, Eric D. Wiebes Wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 6
Motie
8
discard
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014-2015 34 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2015 Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 november 2014 Hierbij beantwoord ik de vraag van het lid De Graaf (PVV), gedaan tijdens het ordedebat op 12 november 2014 (Handelingen Il 2014/15, nr. 23, item 5), om een gedetailleerde uitleg te geven over de uitspraak van het Hof van Justitie EU in de zaak Dano (C-333/13). Dit naar aanleiding van het bericht «EU-hof: geen bijstand voor werkloze Roemeense» (Telegraaf.nl, 11 november 2014). Volledigheidshalve merk ik op dat het in de uitspraak geen bijstandsuitkering betrof, maar een bijzondere non-contributieve uitkering. Ik zal allereerst de feiten van de zaak weergeven. Vervolgens sta ik stil bij het begrip bijzondere non-contributieve uitkering en bij het arrest van het Hof van Justitie EU. Ten slotte geef ik de consequenties van de uitspraak aan. Casus Mevrouw Dano en haar in Duitsland geboren zoon hebben de Roemeense nationaliteit. Zij zijn uit Roemenië naar Duitsland gekomen en wonen daar in het appartement van een zus van mevrouw Dano. De zus voorziet in hun onderhoud. Mevrouw Dano ontvangt ten behoeve van haar zoon kinderbijslag en een maandelijks onderhoudsvoorschot van het bureau jeugdzorg. Mevrouw Dano heeft geen beroep geleerd en heeft noch in Duitsland, noch in Roemenië gewerkt. Niets wijst er op dat zij werk heeft gezocht. Mevrouw Dano vraagt voor haar en haar zoon bij het Jobcenter Leipzig uitkeringen van de basisvoorziening voor werkzoekenden aan. Deze aanvraag wordt afgewezen. De Duitse rechter heeft het Hof van Justitie EU hierover prejudiciële vragen gesteld. Begrip bijzondere non-contributieve uitkering De uitkering in kwestie (basisvoorziening voor werkzoekenden) is een zogenaamde bijzondere non-contributieve uitkering voor levenson- kst-34000-XV-55 8 Gravenhaas 2014 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 XV, nr. 55 1 derhoud. Bijzondere non-contributieve uitkeringen worden geregeld in artikel 70 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en hoeven niet naar een andere lidstaat te worden geëxporteerd. Bijzondere non-contributieve uitkeringen zijn «bijzonder» omdat ze zowel kenmerken van bijstand als van socialeverze- keringen hebben. Er wordt voor deze uitkeringen geen premie betaald (non-contributief). De financiering vindt plaats uit de algemene middelen. De uitkeringen zijn bedoeld voor de extra, aanvullende of bijkomende dekking van socialeverzekeringsrisico’s (zoals ziekte, invaliditeit of werkloosheid) en om de betrokken personen een minimum voor levensonderhoud te garanderen in verhouding tot de economische en sociale situatie van het betreffende land. In Nederland zijn dat de uitkeringen krachtens de Toeslagenwet. De uitkeringen kunnen ook bedoeld zijn om uitsluitend personen met een handicap een bijzondere bescherming te bieden die nauw aansluit bij hun sociale omstandigheden in de betrokken lidstaat. In Nederland zijn dat de uitkeringen krachtens de Wajong. Arrest Hof van Justitie EU in de Dano zaak Het Hof van Justitie EU heeft op 11 november 2014 uitspraak gedaan over de vraag of economisch niet-actieve EU-burgers zoals mevrouw Dano die naar een andere lidstaat gaan om een bijzondere non-contributieve uitkering voor levensonderhoud te ontvangen of om werk te zoeken, uitgesloten mogen worden van die uitkering. Het Hof van Justitie EU verklaart voor recht dat op bijzondere non-contributieve uitkeringen de gelijke behandelingsbepaling (artikel 4) van Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing is. Maar het Hof van Justitie EU overweegt verder dat een burger van de Unie zich er alleen op kan beroepen gelijk te worden behandeld als een onderdaan van het gastland, indien zijn verblijf op het grondgebied van het gastland voldoet aan de voorwaarden van de Burgerschapsrichtlijn 2004/38/EG. De Burgerschapsrichtlijn geeft regels voor het verblijfsrecht van EU-burgers: * Alle EU-burgers hebben het recht in een andere lidstaat te verblijven. * Gedurende de eerste drie maanden van het verblijf kent Nederland, op grond van artikel 24, tweede lid, van de Burgerschapsrichtlijn, aan EU-burgers gedurende de eerste drie maanden van het verblijf geen bijstand toe. * Met betrekking tot EU-burgers die langer dan drie maanden, maar korter dan vijf jaar in een andere lidstaat verblijven, wordt in de richtlijn onderscheid gemaakt tussen economisch actieven en economisch niet-actieven. Voor economisch niet-actieve EU burgers geldt dat zij alleen een verblijfsrecht hebben als zij over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Een beroep op bijstand of op een bijzondere non-contributieve uitkering door een economisch niet- actieve EU-burger kan gevolgen hebben voor zijn of haar verblijfsrecht. Dit is om te voorkomen dat zij tijdens hun verblijf ten laste komen van het socialebijstandsstelsel van het gastland (artikel 7, eerste lid 1, onder b, van de Burgerschapsrichtlijn). * Ten slotte hebben EU-burgers die langer dan vijf jaar onafgebroken in een andere lidstaat verblijven een permanent verblijfsrecht. Een beroep op bijstand of op een bijzondere non-contributieve uitkering kan in dat geval geen gevolgen meer hebben voor het verblijfsrecht. Mevrouw Dano, die langer dan drie maanden maar korter dan vijf jaar in Duitsland verblijft, voldoet niet aan de voorwaarden voor een verblijfs- recht op grond van de Burgerschapsrichtlijn, omdat ze niet beschikt over Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 XV, nr. 55 2 voldoende middelen van bestaan. Wanneer een niet-actieve EU-burger zoals mevrouw Dano zich zou kunnen beroepen op het beginsel van non-discriminatie zou dat, aldus het Hof, indruisen tegen de doelstelling van de richtlijn die beoogt te voorkomen dat EU-burgers die onderdaan zijn van een andere lidstaat een onredelijke belasting voor het socialebij- standsstelsel van het gastland vormen. Wel moet in elk individueel geval bepaald worden of iemand al dan niet beschikt over voldoende bestaans- middelen. Bij die beoordeling blijft een aangevraagde uitkering buiten beschouwing. Consequenties uitspraak Dit arrest draagt bij aan het voorkomen van een beroep op uitkeringen door niet- actieve EU-burgers. Het recht op een bijzondere non-contributieve uitkering mag volgens het Hof voor een niet-actieve EU-burger afhankelijk gesteld worden van een verblijfsrecht op grond van de Burgerschapsrichtlijn. Hoewel de uitspraak van het Hof van Justitie EU alleen betrekking heeft op een bijzondere non-contributieve uitkering geldt hetzelfde voor een bijstandsuitkering. Voor de bijstandsuitkering is dit geregeld in de Burgerschapsrichtlijn. Er is geen sprake van een verblijfsrecht op grond van de Burgerschapsrichtlijn, als een niet-actieve EU-burger over onvoldoende middelen van bestaan beschikt. De toetsing of sprake is van een verblijfsrecht mag plaatsvinden voorafgaande aan de toekenning van een uitkering. Als iemand niet beschikt over een verblijfs- recht op grond van de Burgerschapsrichtlijn kan een bijzondere non-contributieve uitkering of een bijstandsuitkering worden geweigerd. De Nederlandse Wet werk en bijstand en de bijzondere non-contributieve uitkeringen waarvoor als voorwaarde geldt dat iemand over een verblijfs- recht dient te beschikken, zijn in lijn met deze uitspraak. De uitspraak van het Hof in de zaak Dano is in lijn met het bij de bijstand gevoerde beleid. Op dit moment worden de mogelijkheden voor een effectievere inzet van de beoordelingsprocedure bij een aanvraag voor bijstand door een EU-burger onderzocht. De voorliggende uitspraak van het Hof zal hierbij worden betrokken. Tevens zullen de consequenties van de uitspraak worden bezien voor de beoordelingsprocedure bij een aanvraag voor de bijzondere non-contributieve uitkering. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 000 XV, nr. 55 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad % Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 079 Behandeld op 10 februari 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021 Onderwerp Motie van de leden Martens, Boomsma, Kreuger en Kat inzake Amsterdam congresstad vraagt om consistent beleid Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het meerjarenplan Amsterdam congresstad 2021-2024. Constaterende dat: - Ereen breed gedragen wens is om in Amsterdam meer in te zetten op het aantrekken van zakelijke bezoekers en congressen; - Grote en relevante congressen vaak al een jaren vooruit worden gepland. Overwegende dat: - De ambitie voor het aantrekken van congressen alleen succesvol kan worden verwezenlijkt indien de markt kan rekenen op consistent en stabiel vanuit de gemeente gevoerd beleid; - Tussentijdse budgetwijzigingen of -verminderingen de markt geen zekerheid bieden en het doel van Amsterdam congresstad daardoor kan belemmeren. De raad verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om de ambitie van Amsterdam congresstad succesvol te laten zijn, zekerheid en stabiliteit te creëren door nu vast te leggen tot in ieder geval 2024 geen verminderingen door te voeren; De raad spreekt uit: Ook na 2024 de ambities uit het meerjarenplan inzake het aantrekken van congressen voort te willen zetten. De leden van de gemeenteraad C. Martens D.T. Boomsma K.M. Kreuger H. Kat 2
Motie
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 7 november 2023 Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door Directie V&OR — afdeling Stedelijk Beheer (bestuurlijke. [email protected]) Onderwerp Beantwoording vragen investeringskrediet Verhardingen uit de commissievergadering van 1 november 2023 Geachte leden van de gemeenteraad, In de commissievergadering van 1 november 2023 heb ik op de vragen van raadslid Ernsting (GroenLinks) toegezegd u nader te informeren over vragen naar aanleiding van de voordracht over het investeringskrediet verhardingen: Selectie van projecten wordt gemaakt of basis van een technische beoordeling en einde van economische levensduur. Kan daar wat extra uitleg over komen? Hoe ziet dat eruit, hoe wordt die prioritering gemaakt? Tweede is of er ook andere beleidsdoelen, klimaatadaptatie of vergroening meegenomen worden in de vervanging van de verharding of dat het terugleggen is van wat er nu ligt? Hier is de volgende vraag aan toegevoegd: Worden de inrichtingsprincipes van een autoluwe stad (agenda autoluw) ook betrokken bij de vervangingsopgave? En/of is dat een zinvol idee? Vraag 1: de selectie van projecten wordt gemaakt of basis van een technische beoordeling en einde van economische levensduur. Kan daar wat extra uitleg over komen? Hoe ziet dat eruit, hoe wordt die prioritering gemaakt? Het onderhouds- en vervangingsprogramma van asset Verhardingen wordt jaarlijks bepaald aan de hand van planningsgegevens, onderzoeken en maatregeltoetsen op straat. De Gemeente Amsterdam volgt hierbij de CROW wegbeheersystematiek, welke door het merendeel van gemeenten in Nederland wordt gebruikt om de onderhoudsstaat van verhardingen in kaart te brengen. Met de planningsgegevens kan de onderhoudsstaat van de verhardingen worden afgeleid. Waar de kwaliteit als slecht (kans op bezwijken, of onveiligheid) wordt beoordeeld, worden projecten als concept in een kaart ingetekend. Vervolgens worden de voorlopige projecten buiten door deskundigen van de gemeente getoetst. Tijdens deze maatregeltoets worden ernst en omvang van schades, verzakkingen, slijtage, gebruik en andere opvallende zaken aan de verhardingen (zoals afwatering) visueel opgenomen. Dit levert het opvoeren van een definitief project met pakket aan maatregelen op. Afhankelijk van de aard, ernst en omvang van de onderhoudsstaat vindt nader onderzoek plaats. Dit zijn metingen en asfaltboringen om de conditie van de Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 7 november 2023 Pagina 2 van 3 wegconstructie in beeld te brengen, milieu- en bodemonderzoek en meestal ook bomenonderzoek en hydrologisch onderzoek. Daarnaast wordt gekeken naar de leeftijd van de straat of weg, het gebruik door zwaar verkeer en klachten en meldingen vit de afgelopen periode. Indien vit de onderzoekgegevens blijkt dat de onderhoudsstaat van de verhardingen dermate slecht is en de (verwachte) levensduur onvoldoende is om met reguliere onderhoudsmaatregelen in stand te houden, dan wordt besloten om tot vervanging over te gaan. Dit betekent in het algemeen dat de hele wegconstructie inclusief fundering wordt vervangen. In het maaiveld worden nieuw asfalt, stenen of tegels aangebracht of door hergebruik van bestratingsmateriaal herstraat. De prioritering van vervangingsprojecten wordt primair bepaald door technische noodzaak en snelheid van degradatie van de verhardingen bovengronds en de wegconstructie ondergronds; de gebruiksintensiteit; het in standhouden van de functie van de straat of weg; en het waarborgen van veilig gebruik en toegankelijkheid houden voor bewoners, bezoekers en bedrijven van de straat en van de stad. Daarnaast kan werk aan de ondergrondse infrastructuur (riolering, warmtenet, gas- en elektra) aanleiding zijn om de wegconstructie en verhardingen te moeten vervangen. Vraag 2: worden er ook andere beleidsdoelen, klimaatadaptatie of vergroening meegenomen in de vervanging van de verharding of dat het terugleggen is van wat er nu ligt? Het college heeft het onderscheid tussen onderhoud, vervanging en herinrichting en de relatie daarvan tot andere beleidsdoelen in april 2023 uitgewerkt in de Uitvoeringsstandaard Toekomstbestendig Werken aan de Openbare Ruimte (USTOR). Om slagkracht te behouden in de uitvoering en de héle stad goed te onderhouden is het zaak om de juiste maatregel op het juiste moment door te voeren. Bij vervangingsprojecten kunnen beperkte aanpassingen aan de inrichting van de openbare ruimte meegenomen worden. Denk hierbij aan het verbeteren van een oversteekplaats, het vervangen van autoparkeerplaatsen voor fietsparkeerruimte of extra groen of het verbreden van de stoep. Voor fundamentele wijzigingen aan de inrichting en functie van een straat, is het nodig om over te gaan tot een herinrichting, met bijbehorend planvormingsproces, participatie en aanvullende middelen vanuit programma stadsverbetering. In de vitvoeringsstandaard is vastgelegd welke ‘plussen’ meegenomen kunnen worden bij welk type werk, telkens geredeneerd vanuit duurzaamheid (niet eerder of meer vervangen dan nodig), toekomstbestendigheid en kosten- efficiëntie. Standaardverbeteringen: klimaatadaptatie en verkeersveiligheid Bij onderhouds- en vervangingsprojecten wordt altijd gekeken of, waar en hoe klimaatadaptieve maatregelen kunnen worden gerealiseerd om de gevolgen van hittestress, wateroverlast en watertekort in de stad te beperken. In de vitvoeringsstandaard zijn klimaatadaptatie en verkeersveiligheid dan ook aangewezen als standaard-verbeteringen: als er knelpunten op deze gebieden zijn, dan nemen we hiervoor maatregelen. Bij vervangingsprojecten is vitgangspunt dat de bestaande verharding wordt hergebruikt. De mate van hergebruik wordt per project per verhardingssoort (betonsteen, gebakken steen, tegel) beoordeeld door vakspecialisten van de gemeente. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 7 november 2023 Pagina 3 van 3 Het college heeft in de begroting 2024 voor de periode 2023-2027 €25 miljoen vrijgemaakt om het toevoegen van verbeteringen in de inrichting bij onderhoud of vervanging mogelijk te maken. Vraag 3: Worden de inrichtingsprincipes van een autoluwe stad (agenda autoluw) ook betrokken bij de vervangingsopgave? En/of is dat een zinvol idee? De inrichtingsprincipes bij de agenda autoluw richten zich op een herverdeling van de ruimte: minder ruimte voor autoverkeer en parkeren, méér ruimte voor groen, fietsers, voetgangers, spelende kinderen en ontmoetingen op straat. Deze principes zijn bedoeld als leidraad bij herinrichting, maar kunnen deels ook betrokken worden bij de vervangingsopgave. Dit gebeurt in de praktijk ook al. Zoals bij de beantwoording op vraag 2 beschreven staat, is de uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken aan de openbare ruimte hierbij het kader. Bij onderhoud of vervanging wordt gekeken of er binnen de grenzen van de parkeerdruk parkeerplaatsen kunnen worden weggehaald. De vrijgekomen ruimte kan (één op één) worden gebruikt voor vergroening, fietsparkeerplaatsen of extra stoep, als daarmee knelpunten verholpen worden. Wanneer voor het autoluw maken grote veranderingen in het profiel nodig zijn, is er sprake van een herinrichting. Daarover is aanvullende dekking en besluitvorming nodig en is gedurende het planvormingstraject ook sprake van actieve participatie met de omgeving. Huidige vervangingsprogramma: 36 projecten Bovenstaande werkwijze is onderdeel van de totstandkoming van de programma’s Stadsbehoud en Stadsverbetering. Na de bepaling van de technisch noodzakelijke opgave zijn de plannen en wensen uit gebieden en stadsdelen en beleidsopgaves naast de onderhouds- vervangingsopgave gelegd en afgestemd. Dit heeft geresulteerd in de projectenlijst met 36 vervangingsprojecten voor verhardingen die opgenomen zijn in de kredietaanvraag. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, 7 it A « N Î ELS \ _ AE | Melanie van der Horst Wethouder portefeuille Openbare Ruimte en Groen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
test
FE ms a INLEIDING Aan de vooravond van de Kunstenplanperiode 2021-2024 staan we als stad voor ongekende uitdagingen. De uitbraak van het Covid-19 virus zorgt voor een nieuwe realiteit. Te midden van de worsteling van veel culturele organisaties om overeind te blijven, ontstaan nieuwe bewegingen en publiek debat over welke vormen van cultuur we willen bewaren en hoe we deze toekomstbestendig kunnen maken. De kern hiervan wordt telkens gevormd door een zoektocht naar een wereld en een stad waarin we willen leven. Het huidig tijdsgewricht maakt nóg zichtbaarder en voelbaarder hoe betekenisvol kunst is voor mens en samenleving. Op momenten dat alles in verandering is, biedt kunst ons houvast en nieuwe perspectieven, inspiratie en ruimte om te reflecteren en te bevragen. Kunst laat ons voelen, luisteren en kijken. In een samenleving waarin verdeeldheid en eenzaamheid toenemen verbindt kunst ons. Met onszelf, de ander, de wereld en onze stad. Ze laat ons verhalen beleven waar we anders misschien aan voorbij zouden gaan, ze laat ons perspectieven zien die we zelf niet hadden kunnen bedenken, ze laat ons collectiviteit ervaren en raakt ons. Dit beleidsplan is ontwikkeld in een tijd waarin de samenleving op haar grondvesten schudt en de culturele sector probeert te overleven en met een steeds veranderende realiteit om te gaan. Het plan dient daarom vooral als kompas en omvat een visie en uitgangspunten waarop we, wat de tijd ook brengt, zullen varen en die we, wat de situatie op dat moment ook is, voor ogen blijven houden. Met dit kompas in de hand kijken we naar de horizon: een vergezicht naar het AFK in 2028 helpt ons om in de juiste richting te bewegen. In 2028 is het AFK een fonds van en voor een culturele wereldstad. Het AFK kent de stad en de stad kent het AFK, het is de pleitbezorger en aanjager van de kunst in Amsterdam en omgeving. Het AFK is een ondersteunende kracht voor de kunst die wordt ontwikkeld, gemaakt en getoond: van klein en fijn tot indrukwekkend en iconisch. De impact van het fonds gaat verder dan het verstrekken van subsidie. Het AFK biedt financiële ondersteuning maar is daarnaast ook door kennis en communicatie een verbindende kracht van betekenis voor culturele organisaties en kunstenaars in de professionele sector en cultuurmakers in de vrije tijd. Het AFK is een plek waar iedereen digitaal of live terecht kan om te weten hoe het staat met de kunst in de stad. Het AFK heeft in 2028 een kleine vaste plek en een kernteam als basis, maar beweegt vooral dynamisch in een netwerk door de stad. Het AFK werkt met bondgenootschappen in zowel de stadsdelen als de metropoolregio. Daar zorgt het fonds voor een evenwichtige en effectieve verdeling van publieke middelen voor kunst en cultuur. Het AFK staat in 2028 bekend om zijn innovatieve kunstfinanciering. In samenwerking met onder meer lokale, nationale en internationale collega-subsidiënten is het fonds continu op zoek naar nieuwe en passende financieringsinstrumenten die aansluiten op de behoeftes van de stad en de sector. Het fonds ondersteunt hiermee de culturele sector bij het realiseren van een gezonde financieringsmix en het aanboren van aanvullende private geldstromen en maatschappelijke partnerschappen. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 2 Het AFK staat in 2028 in permanente en directe dialoog met kunstenaars en Amsterdammers. Met open source werkwijzen, ludieke acties en dynamische groepen en media als klankbord en voor advies, houdt het fonds zichzelf scherp en aangesloten op de actualiteit. Het stelt de stad en de kunst in staat om actief mee te denken over de beste vormen van stimulans en ondersteuning en de beste manieren om keuzes te maken. In 2028 is kunst overal in de stad aanwezig en zichtbaar. Het AFK speelt in op wat er leeft in de stad en investeert voortdurend in de directe zichtbaarheid van kunst in de buitenruimte. Kunst kan mede dankzij het AFK rekenen op een breed draagvlak onder Amsterdammers. Diversiteit is vanzelfsprekend in de culturele sector. Er is een breed en inclusief aanbod en de stad barst van de cultureel diverse programmering en kunstenaars. Steeds meer Amsterdammers voelen zich aangesproken door het aanbod en weten hun weg naar de kunst te vinden. Het is niet meer nodig om diversiteit en inclusie tot thema te verheffen en er beleid of criteria voor te formuleren. In 2028 staat het AFK voor een stad met een sterke, pluriforme cultuursector die de toon zet, toekomstbestendig is, alle delen van de stad bereikt en toereikend gefinancierd is. Als fonds speelt het daarin de rol van mede=initiator, facilitator, onderzoeker en wegwijzer. Het fonds is een sterke sparringpartner voor de sector en de gemeente Amsterdam. Er is een wederkerige relatie met de politiek die dankzij een open uitwisseling van informatie en ideeën zorgt voor gezamenlijke reflectie en een inspirerende culturele koers van de stad. In 2028 viert het AFK samen met Amsterdam de kunst in de stad. Bewegend naar 2028 zetten we in 2021-2024 de eerste stappen vanuit een vernieuwde missie: Fantastische kunst voor alle Amsterdammers. Een aanbod dat de verbeelding prikkelt van publiek en maker, voor een culturele wereldstad die altijd in ontwikkeling is. Het AFK staat voor een stad waar fantastische kunst wordt gemaakt en waar iedereen de kans heeft die kunst te ervaren of beoefenen. We zijn er voor de gehele Amsterdamse cultuursector. Van professionele kunst tot cultuurbeoefening in de vrije tijd, van afzonderlijke projecten tot meerjarig gefinancierde organisaties. Het AFK stimuleert en ondersteunt talenten, individuele makers en organisaties in alle kunstdisciplines. We zorgen voor een stevige culturele infrastructuur en ondersteunen de kunst die er binnen én buiten deze infrastructuur tot stand komt. We zijn er voor de rafelranden en de pioniers evengoed als voor organisaties met een lange staat van dienst. Het AFK zorgt dat alle Amsterdammers die dat willen, kunst kunnen ervaren en mee kunnen doen. We ondersteunen kunst in elk stadsdeel en in elke wijk, en waar nodig geven we extra impulsen. Het AFK zet in op een kunstenveld dat zich telkens weer vernieuwt en waar nieuwe organisaties de ruimte krijgen. We staan voor een sterke sector in een culturele wereldstad, die duurzaam is en reageert op de tijd. Zo zorgen we voor een inspirerend, spannend, uitdagend, verrassend, internationaal kunstklimaat. Om onze missie te verwezenlijken, geven we onze activiteiten vorm aan de hand van drie groepen waarop we ons richten: kunstenaars en culturele organisaties, Amsterdammers, en de cultuursector als geheel. Bij onze activiteiten zijn artistiek belang, belang voor de stad, uitvoerbaarheid en diversiteit & inclusie leidende criteria om scherpe keuzes te maken. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 3 FANTASTISCHE KUNST Kunstenaars en organisaties zorgen voor de fantastische kunst in onze stad, van aanstormend talent tot gerenommeerde instellingen. Het AFK draagt bij aan het maken en het tonen van hun kunst. De veelzijdigheid van de kunst die het AFK mede mogelijk maakt is groot. Van kleine intieme projecten voor de wijk tot grote iconische werken met internationaal bereik. Wat die kunst gemeen heeft is dat het een sterk eigen artistiek karakter heeft en betekenis geeft aan het leven in de stad. Samen vormt het een divers, veelkleurig kunstlandschap dat een steeds bredere groep Amsterdammers weet te raken. In 2021-2024 investeren we in sterk werk en in futureproof makers en organisaties. VOOR ALLE AMSTERDAMMERS Als stadsfonds investeert het AFK in kunst namens de stad Amsterdam, en daarmee namens alle Amsterdammers. We werken eraan dat de kunst in onze stad door zo veel mogelijk Amsterdammers wordt gezien, ervaren, beoefend en gedragen. Het AFK zet daarom in deze kunstenplanperiode in op meer actieve deelname aan kunst en cultuur door Amsterdamse cultuurmakers in de vrije tijd, meer zichtbaarheid van kunst in de stad, en meer betrokkenheid van de Amsterdammers bij kunst. CULTURELE WERELDSTAD Amsterdam heeft zich van nationale culturele hoofdstad ontwikkeld naar een internationale culturele metropool waar lokale en internationale kunst hand in hand gaan. Het AFK maakt zich er sterk voor dat dit zo blijft door de sector als geheel te ondersteunen. Dit doen we door kennis te delen van het fonds over het Amsterdamse culturele veld, samen met de sector en de gemeente te investeren in een sterke internationale positie, en extra ondersteuning te bieden in stadsdelen, wijken en buurten waar dat nodig is. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 4 De AFK activiteiten richten zich op drie pijlers KUNSTENAARS EN AMSTERDAMMERS SECTOR CULTURELE ORGANISATIES Sterk werk Deelnemen Kennis delen Vierjarige subsidies Tweejarige subsidies Cultuurmakers Publicaties en inhoudelijk programma Projectsubsidies Professionele kunst Projectsubsidies Cultuurmakers Publieksonderzoek Actie op de Actualiteit Regeling Cultuurcoaches > Internationale kracht 7 Futureproof makers en organisaties Zien en ervaren Internationale activiteiten = Ontwikkelsubsidies organisaties Amsterdamprijs voor de Kunst 2 Professionele kunst Kunst in de Openbare Ruimte De Hele Stad E Projectsubsidies Professionele kunst Cultuurverkenners 5 Stipendia Betrekken Online toegankelijkheid en offline 1 3PackageDeal Development support es Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans Voordekunst & Cinecrowd Andere manieren van aanvragen > Cultuurlening Mensen Maken Amsterdam Metropoolregio Amsterdam 2 O © 5 ú > Oo S — Veelzijdig kunstaanbod met impact De kunst weet haar publiek te vinden Kunstinstellingen weten elkaar ö en betekenis voor de stad en haar en het publiek weet haar kunst te (o.a. via het AFK) te vinden, zijn 8 inwoners vinden verbonden en leren van elkaar 3 Organisaties en kunstenaars blijven Kunst wordt door veel Er is veel kennis over de praktijk 2 m zich ontwikkelen en vernieuwen Amsterdammers in de hele stad van het Amsterdamse kunstenveld; 0 en reageren op de tijd ervaren en/of beoefend het AFK wordt geraadpleegd 0 Nieuwe kunstenaars en Kunst wordt gedragen door sector, overheden e.a. < kunstinstellingen komen op (en medegefinancierd) door De sector bedient de hele stad 3 Talent ontwikkelt zich en vestigt Amsterdammers en is internationaal sterk mi be: tt d zich in Amsterdam gepositioneerd ge z o rm Cc u m Er is een fantastisch Kunst is van en voor alle Amsterdam is een kunstaanbod Amsterdammers culturele wereldstad Fantastische kunst voor in een culturele wereldstad waar iedereen de kans heeft kunst te ervaren of beoefenen KUNSTENAARS EN CULTURELE ORGANISATIES Ke me - Js | | / per tT Er is een fantastisch kunstaanbod « , Ì s j | Loy Nee Ke Ed Sterk werk e \ IS np / 7 ms en Î ek 4 f Y Î Futureproof makers en organisaties br, | Ef A m.N 6 ' € Xx d df mh PA Ì_ Sterk werk XN A ® $ pal Pil 4 EAN « , p Vierjarige subsidies Tik de far ‚ Î $ iS , Projectsubsidies Professionele kunst p \ ì Pp fi # 4 ° hi, Actie op de Actualiteit / \S ee à ds mp  - i s__Futureproof makers en organisaties Y Vid gr be | De Ontwikkelsubsidies organisaties / / Z H SIN j Professionele kunst Ed /e EE nd Projectsubsidies Professionele kunst Ke ke _ Stipendia E PD id Re ac en 3PackageDeal Ny V AS ie. « 8 Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans pf PJ 4 Kk : . Cultuurlening 2 N / dt á De subsidieregelingen en activiteiten van het AFK richten zich in de eerste plaats op kunstenaars en culturele organisaties. Musea, festivals en podia die al generaties lang Amsterdammers verwelkomen, nieuwe initiatieven met grensverleggende projecten en internationale uitstraling, aanstormende kunsttalenten met veelbelovende plannen, spraakmakende kunstenaars die vanuit onze stad de wereld rondtoeren met hun werk, een curator met een spannend nieuw project in Zuidoost, een groot jaarlijks terugkerend festival in het Centrum. Het Amsterdamse kunstenlandschap is rijk en divers. Het zijn deze spelers die voor de fantastische kunst in onze stad zorgen. We ondersteunen zowel nieuwe makers en individuele kunstenaars met bewezen talent, als jonge en gevestigde culturele organisaties die de stad uitdagen met hun aanbod. Met een op elkaar aansluitende combinatie van subsidieregelingen ondersteunt het AFK impactvolle makers en organisaties, stimuleert het kansrijke ontwikkelingen en investeert het in fantastische kunst. De regelingen zijn afgestemd op de verschillende doelgroepen en het type ondersteuning dat een aanvrager zoekt. In het algemeen geldt: hoe uitgebreider de ondersteuning en hoe ervarener de aanvrager, des te uitvoeriger de toetsing. Het AFK ontwikkelt en onderzoekt daarnaast verschillende alternatieve wijzen om subsidie te verdelen en verschillende vormen van aanvragen. Sommige worden direct geïmplementeerd in regelingen, andere krijgen eerst een testfase. Te denken valt bijvoorbeeld aan doelgerichte calls, subsidies die culturele organisaties aan een collega of maker kunnen doorgeven, en multimediaal aanvragen. Het doel is om het aanvragen van subsidie zo inclusief mogelijk te maken zodat aanvragen nog meer uit Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 6 de hele stad komen. Tegelijkertijd willen we subsidiemogelijkheden zo goed mogelijk op de doelgroep richten, zodat het aantal aanvragen realistisch blijft ten opzichte van het budget. Zo worden onnodige inspanningen en teleurstellingen voorkomen. Om een fantastisch kunstaanbod mogelijk te maken zet het AFK in deze beleidsperiode in op: P Sterk werk waarbij het AFK bijdraagt aan overtuigende en ambitieuze (meerjaren)plannen en projecten met impact en zichtbaarheid in de stad. > Futureproof makers en instellingen waarmee we opkomend talent, innovatie en ontwikkeling in de sector stimuleren. De projectsubsidies voor professionele kunst bieden ruimte aan zowel ‘sterk werk’ dat stevig staat, als aan ‘futureproof' projecten gericht op talent en artistieke innovaties waar nog meer risico mee gemoeid is, De oude subsidiemogelijkheid voor een ontwikkelbudget wordt vervangen door stipendia gericht op de doorontwikkeling van kunstenaars. Voor opkomend talent zijn er de projectsubsidies en de 3Package Deal. In deze beleidsperiode wil het AFK meer impact maken met dat wat het ondersteunt. Dit betekent dat we scherper kiezen voor organisaties en kunstenaars die het verschil maken. We investeren in overtuigende culturele plannen die zowel in vorm als inhoud van artistiek belang zijn, maar ook zichtbaar zijn en impact hebben in de stad. Het zijn artistiek én organisatorisch sterke projecten die kunnen rekenen op draagvlak onder de bewoners van de stad. Deze projecten vertellen de verhalen van de stad of bieden juist vanuit hun autonome kracht nieuwe perspectieven. Ze worden uitgevoerd door organisaties en makers van bewezen kwaliteit die zich bewust zijn van hun omgeving. Gezamenlijk bieden al deze activiteiten door de hele stad heen een veelvormig aanbod voor een publiek dat de veelkleurigheid van de stad representeert. Vierjarige subsidies De regeling Vierjarige Subsidies 2021-2024 zorgt ervoor dat organisaties in continuïteit fantastisch cultureel aanbod kunnen realiseren. De aanvragen voor 2021-2024 zijn behandeld in 2020. De regeling ondersteunt producerende organisaties zoals theatergroepen, dansgezelschappen, orkesten en medialabs en presenterende organisaties zoals podia, festivals, digitale platforms en presentatie- instellingen voor beeldende kunst. Ook erfgoedorganisaties en musea, ontwikkelinstellingen, organisaties voor cultuureducatie en debatpodia maken deel uit van de regeling. De subsidies vormen een bijdrage aan de exploitatie van de organisatie. De regeling is gericht op organisaties die artistiek excelleren en zich sterk weten te verbinden aan de stad en al haar bewoners maar die dikwijls ook landelijk en internationaal een belangrijke rol vervullen in productie, presentatie en ontwikkeling van nieuw aanbod. In 2021-2024 ontvangen 126 organisaties een vierjarige subsidie van het AFK, waarvan er 32 nieuw zijn in dit Kunstenplan. In wisselwerking met de Amsterdamse Basisinfrastructuur vormen zij gedurende deze beleidsperiode de basis voor het Amsterdamse kunstenlandschap. We staan in nauw contact met de organisaties in deze regeling. Door monitorgesprekken en regelmatige activiteitbezoeken van onze adviseurs en medewerkers volgen we hen en hun werk op de voet. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 7 Projectsubsidies Professionele kunst Met Projectsubsidies Professionele kunst ondersteunt het AFK in de eerste plaats prikkelende, ambitieuze en betekenisvolle projecten in de stad. Deze plannen van organisaties en makers hebben een overtuigend artistiek belang, maar maken ook impact in de stad. Het zijn organisatorisch en financieel uitvoerbare projecten met overtuigende communicatieplannen gericht op een passend publieksbereik. We kijken daarbij ook naar de bijdrage die deze projecten leveren aan de spreiding en diversiteit van het aanbod en het publieksbereik in de stad. Actie op de actualiteit Het AFK wil agenderend en stimulerend zijn in reactie op belangrijke ontwikkelingen waarin kunst en cultuur een rol kunnen spelen, en hier flexibel op in kunnen spelen. Verbinding tussen kunst en actualiteit draagt bij aan de zichtbaarheid en betekenis van kunst in de stad. Periodiek schrijft het AFK gerichte calls uit om kunstenaars uit te dagen om met kunst te reageren op een specifiek thema of een specifieke doelgroep die op dat moment voor de stad belangrijk is. Wat die thema's of doelgroepen zijn, bepalen we gedurende de beleidsperiode in gesprek met de stad. De veranderende stedelijke samenleving vraagt om een sterk kunstenveld dat in staat is om zich aan te passen, te reageren, kritisch te bevragen en de samenleving uit te dagen. De stad groeit in rap tempo en de behoefte aan kunst en cultuur groeit navenant. Beweging en dynamiek in de sector zijn belangrijk voor de impact van kunst op Amsterdam. Het AFK stimuleert kunstenaars en organisaties om zich te blijven ontwikkelen. De ontwikkelingsregeling geeft relatief jonge organisaties de kans om met subsidies van één à twee jaar uit te groeien tot volwaardige professionele organisaties. Met de Projectsubsidies Professionele kunst ondersteunen we daarnaast ook nieuw talent en artistieke innovatie. Met stipendia en het internationaal talentontwikkelingsprogramma 3Package Deal investeren we in de ontwikkeling van excellente kunstenaars. Ontwikkelsubsidies voor organisaties professionele kunst De regeling Ontwikkeling is de upgrade van de Tweejarige regeling Professionele kunst, die het AFK in de vorige beleidsperiode nieuw introduceerde. Met succes, want van de 23 tweejarig ondersteunde organisaties dienden er vijftien een aanvraag in voor vierjarige subsidie 2021-2024 en kregen tien organisaties die daadwerkelijk toegewezen. De regeling Ontwikkeling is in de periode 2021-2024 opnieuw bedoeld voor relatief jonge Amsterdamse organisaties voor versterking op bijvoorbeeld artistiek en zakelijk vlak of op het gebied van publieksbereik. De regeling is flexibeler geworden. Zo is het nu mogelijk om voor één dan wel twee jaar tegelijk aan te vragen. Bovendien kunnen aanvragen op elk moment worden ingediend, tot het jaarlijks budget van de regeling is bereikt. Het AFK behandelt de aanvragen dus ook niet meer in een tenderprocedure maar net als bij de regeling Projectsubsidies op het moment van aanvraag binnen enkele maanden. Ontwikkel- en reguliere activiteiten gaan vaak hand in hand, waardoor de subsidie ook voor beide mag worden gebruikt, mits er sprake is van een ontwikkelplan. Projectsubsidies Professionele kunst Naast sterk werk zijn de projectsubsidies voor professionele kunst er ook voor artistiek innovatieve projecten met veel potentie waarvan de uitkomst nog niet altijd vaststaat, en voor projecten van opkomend talent. We zetten op deze manier met de regeling ook in op kansrijke nieuwe ontwikkelingen en nieuw makers met betekenis voor de stad. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 8 Stipendia Met stipendia kiest het AFK voor een nieuwe vorm voor het huidige ontwikkelbudget, dat al een aantal beleidsperioden deel uitmaakt van de projectsubsidies van het fonds. De stipendia zijn er voor kunstenaars, onafhankelijke curatoren en programmeurs die hun carrière een artistieke impuls willen geven door middel van een individueel traject. Door een toenemend aantal aanvragen van wisselende kwaliteit zag het AFK het ontwikkelbudget in de afgelopen periode versnipperen, terwijl de culturele sector zit te springen om doorontwikkeling van individuele kunstenaars met bewezen kwaliteit en potentie. Met de nieuwe vorm van stipendia wil het AFK het budget gerichter inzetten. De stipendia zullen in enkele rondes per jaar worden toegekend met een maximaal aantal aanvragers en toekenningen per ronde. De stipendiaten zijn sterke en interessante makers die een bijzondere kans krijgen om hun eigen praktijk te verdiepen. 3PackageDeal Voor veelbelovende kunstenaars die op het punt van doorbreken staan, is er de 3PackageDeal. Met dit internationaal talentontwikkelingsprogramma ondersteunt het AFK talent dat zorgt voor de fantastische kunst van vandaag en morgen. De 3PackageDeal maakt het mogelijk dat dit nieuwe (internationale) toptalent zich in Amsterdam vestigt en verder ontwikkelt, om zo de aantrekkelijkheid van de stad en de impact van kunst op de Amsterdammer te vergroten. Dit succesprogramma is een samenwerking van het AFK met Bureau Broedplaatsen en de Amsterdamse culturele sector. Jaarlijks krijgen vijftien talenten uit binnen- en buitenland de ruimte om zich in de stad stevig te ontwikkelen, werk te maken en hun netwerk uit te breiden. In 2023 bestaat het programma tien jaar. We zetten in dit kunstenplan extra in op de verbinding tussen de deelnemers van verschillende lichtingen en we monitoren en evalueren het programma zelf scherp om te kijken waar we het aan kunnen passen aan de noden van talenten nu. Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans De Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans (SED) maakt het mogelijk voor dansers en choreografen in Amsterdam om te repeteren, monteren of onderzoek te doen. Een goed uitgeruste studio is daarbij een vereiste, Met de SED helpen wij danstalent voor de stad te behouden en creëren we ruimte voor spannende ontwikkelingen in het Amsterdamse dansveld dat ook internationaal veel belangstelling heeft. Cultuurlening Middels een voortzetting van de Amsterdamse Cultuurlening in samenwerking met Cultuur+Ondernemen en het ministerie van OCW ondersteunt het AFK de mogelijkheid voor Amsterdamse kunstenaars en culturele organisaties om zelf duurzaam te investeren in hun beroepspraktijk en zich zo futureproof te kunnen ontwikkelen. De lening met lage rente kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor de aanschaf van instrumenten, apparatuur, materiaal, computers, (digitale) camera's of software, maar ook voor onderzoek, collectie-opbouw, presentatiemateriaal en scholing (training en begeleiding). De leningsmogelijkheden zijn uitgebreid en sluiten aan op de landelijke modaliteiten en vereisten van Cultuur+Ondernemen en het ministerie van OCW. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 9 AMSTERDAMMERS Kunst is van en voor alle Amsterdammers Pin. Amsterdammers nemen deel aan kunst : EJ NN Amsterdammers zien en ervaren kunst ki ER | Ki … … Ì $ Amsterdammers zijn betrokken bij kunst pi pl Ne En hs a ne“, EA ee | Nd Deelnemen if | B — dl Tweejarige subsidies Cultuurmakers ni ed N | vn Projectsubsidies Cultuurmakers " z ann , k Regeling Cultuurcoaches EN Ì Zien en ervaren > Amsterdamprijs voor de Kunst pe Kunst in de Openbare Ruimte En. Betrekken : ' asin Development KO \\/ _» Voordekunst & Cinecrowd _ Mensen Maken Amsterdam GE Amsterdammers zijn de cultuurmakers, het publiek en de eigenaar van de fantastische kunst in de stad. Het AFK ondersteunt fantastische kunst namens alle Amsterdammers. We zetten daarom in deze kunstenplanperiode als fonds nadrukkelijk in op de volgende uitgangspunten: P Amsterdammers nemen deel aan kunst Beoefening van kunst als vrijetijdsbesteding is een manier om kunst en cultuur persoonlijk te ervaren. De tweejarige subsidies en Projectsubsidies Cultuurmakers zijn gericht op Amsterdammers die zelf in een kleine of grotere groep kunst maken in hun vrije tijd. Met de regeling Cultuurcoaches zet het AFK zich in om zo veel mogelijk Amsterdammers al op jonge leeftijd in aanraking met kunst te brengen. De coaches verbinden scholen, kinderen en hun ouders met het cultuureducatieaanbod in hun wijk. > Amsterdammers zien en ervaren kunst We vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen in aanraking komen met de fantastische kunst die er in onze stad wordt gemaakt. We willen de rijkdom van alle kunst die we mede mogelijk maken onder de aandacht brengen bij Amsterdammers met als doel het verbreden van draagvlak voor cultuur in de stad. Dat doen we onder meer met de jaarlijkse Amsterdamprijs voor de Kunst en door het ondersteunen van kunst in de openbare ruimte, die voor elke Amsterdammer toegankelijk is. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 10 P Amsterdammers zijn betrokken bij kunst Kunst is niet alleen voor en door Amsterdammers gemaakt, maar ook ván alle Amsterdammers. We willen dat zoveel mogelijk Amsterdammers dat ook zo ervaren. Door een sterkere publieke positionering en door concreet de mogelijkheid te geven om ook zelf financieel bij te dragen, willen we dat kunst door Amsterdammers wordt gesteund. ledereen kent wel een buurvrouw die graag zingt, een neef die geweldige spoken word performances geeft of een vriend die vlogs en podcasts maakt. Het AFK is er voor alle Amsterdammers die uit passie, plezier of engagement kunst beoefenen in hun vrije tijd. Deze Amsterdammers benaderen we vanaf nu als ‘cultuurmakers’, en ze zijn overal in de stad aanwezig. Ze genieten samen van kunstbeoefening en functioneren ook nog eens als enthousiaste ambassadeurs voor de kunst, maken deze voor hun omgeving laagdrempelig en halen daarmee kunst en cultuur dichtbij. Ze zijn essentieel voor het draagvlak, de zichtbaarheid en de spreiding van kunst in de stad. Het AFK ondersteunt cultuurmakers die in groepsverband kunst beoefenen met een tweejarige subsidie. Met de projectsubsidies ondersteunt het AFK ambitieuze cultuurmakers en projecten van organisaties die gericht zijn op de deelname van Amsterdammers. Daarnaast investeert het AFK namens de gemeente en het rijk in deze kunstenplanperiode voor het eerst in Cultuurcoaches. Zij bewerkstelligen meer actieve deelname van jonge Amsterdammers aan kunst en cultuur en verbeteren de aansluiting bij cultuureducatie in het naschoolse en buitenschoolse domein. Tweejarige subsidies Cultuurmakers De regeling Tweejarige subsidies Cultuurmakers ondersteunt cultuurmakers die in gezelschapsverband kunst beoefenen in de vrije tijd. De nieuwe regeling vervangt de regeling Tweejarige subsidies Amateurkunst. Het belangrijkste doel van de regeling is om nog beter aan te sluiten op de hedendaagse praktijk van cultuurmakers en ruimte te maken voor nieuwe instroom, nieuwe genres en andere organisatievormen naast de traditionele stichting of vereniging. Het aantal categorieën met vaste subsidiebedragen waarvoor kan worden aangevraagd is teruggebracht van negen naar drie, en is vanaf nu gekoppeld aan de omvang van de jaarbegroting in plaats van aan disciplines. Dit maakt de regeling simpeler en toegankelijker voor nieuwe genres. Projectsubsidies Cultuurmakers Met de regeling Projectsubsidies Cultuurmakers (voorheen de regeling Projectsubsidies Amateurkunst) draagt het AFK bij aan bijzondere kunstprojecten voor alle Amsterdammers. De regeling ondersteunt culturele en creatieve activiteiten voor, met en door Amsterdammers die in hun vrije tijd actief meedoen met kunst en cultuur. Dat kan als uitvoerende cultuurmaker(s) — zoals een zeefdrukker, acteur in een toneelgroep of dj - maar ook als organiserende cultuurmaker — zoals iemand die vrijwillig een cultureel buurtfestival organiseert. Daarnaast is de regeling er voor ‘mogelijkmakers’ - de professionals en culturele organisaties die zorgen dat cultuurmakers cultuur kunnen (leren) maken. Het doel van de regeling is tweeledig. Enerzijds willen we Amsterdammers enthousiasmeren om actief mee te doen met kunst en cultuur. Anderzijds willen we de zichtbaarheid van kunst- en cultuurbeoefening in de vrije tijd binnen de gemeente Amsterdam bevorderen. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 11 Subsidies Cultuurcoaches Door cultuurcoaches worden jonge Amsterdammers zowel onder als na schooltijd gestimuleerd om actief kunst te beoefenen. Deze coaches verbinden scholen, kinderen en ouders/verzorgers met het cultuureducatieaanbod in de wijken van de stad. Het doel is om meer kinderen en jongeren in aanraking te laten komen met kunst en cultuur en hen de mogelijkheid bieden om hun creativiteit te ontwikkelen. Uitgangspunt daarbij is dat de culturele instellingen bijdragen aan kansengelijkheid door zich op specifieke scholen en specifieke wijken te richten waar veel kinderen met een grotere afstand tot kunst en cultuur zijn. De prioriteit ligt dan ook bij samenwerkingen tussen culturele instellingen en scholen met een hoog percentage leerlingen met een (risico op) onderwijsachterstand. De structurele inzet van cultuurcoaches op de scholen die dit het hardst nodig hebben, vermindert bovendien de hoge werkdruk in het onderwijs en levert — naast toegenomen kansengelijkheid — zo ook een bijdrage aan de oplossing van het lerarentekort. Cultuurcoaches verbeteren de aansluiting met cultuureducatie in het naschoolse en buitenschoolse domein en bouwen aan duurzame relaties tussen scholen, culturele partners, welzijnsinstellingen en BSO's. Ze zijn er voor elke kunstdiscipline met als doel kunst- en cultuureducatie toegankelijk en dichtbij te maken voor alle Amsterdamse kinderen en jongeren. Ze kunnen werken als vakleerkracht, als verbinder tussen binnen- en buitenschools aanbod en/of als talentbegeleider. Om het kunst- en cultuuraanbod onder schooltijd te verbreden, wordt de cultuurcoach vooral ingezet voor andere vakken dan muziek. Deze actieve verbinding tussen jonge Amsterdammers, scholen en culturele instellingen zet door de verbinding met het buitenschoolse domein een stap verder dan het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie. Na een pilot in 2020 en 2021 start het AFK in samenwerking met de gemeente en Mocca vanaf 1 januari 2022 met een regeling waarmee jaarlijks 30 fte aan cultuurcoaches worden ondersteund. Een breed scala aan cultuureducatieve organisaties kan hiervoor aanvragen bij het AFK. Mocca verzorgt diverse kennisbijeenkomsten rondom de Cultuurcoaches en neemt een deel van de monitoring en evaluatie voor haar rekening. Amsterdamprijs voor de Kunst De Amsterdamprijs voor de Kunst is de belangrijkste kunstprijs van de stad. Het AFK is verantwoordelijk voor de organisatie, jurering en uitreiking van Amsterdamprijs in opdracht van de gemeente Amsterdam. De prijs zet de bijzondere bijdrage van kunstenaars en organisaties aan de stad in de schijnwerpers. Met de prijs bedankt de stad de kunstenaars. Een professionele jury selecteert zeven genomineerden uit de voordrachten van alle Amsterdammers. In 2022 bestaat de prijs 40 jaar. De Amsterdamprijs voor de Kunst bestaat uit drie categorieën: Stimuleringsprijs, Prijs voor Beste Prestatie en Bewezen Talent. In deze periode herzien we de categorieën en maken ze passend bij de actuele bewegingen in het kunstenveld. In de categorie Bewezen Kwaliteit, voor kunstenaars met een onbetwistbare staat van dienst die boven onderlinge vergelijking uitstijgt, wijzen we nog maar één genomineerde aan, die daarmee ook direct de winnaar is. In de afgelopen jaren heeft het AFK zich ingezet om de bekendheid en zichtbaarheid van de prijs onder de Amsterdammers te versterken. Dit heeft geleid tot een pluriforme en meer representatieve aanwas van nominaties en daarmee ook van winnaars Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 12 in de afgelopen jaren. In dit Kunstenplan evalueren we de prijs, en onderzoeken we hoe we de betrokkenheid en het zeggenschap van Amsterdammers verder kunnen vergroten. Kunst in de openbare ruimte Kunst in de openbare ruimte is de kunst die onbetwistbaar het grootste publieksbereik heeft. Ze is toegankelijk voor iedereen en het geeft een eigen invulling aan een specifieke plek die dagelijks onbewust of bewust door Amsterdammers ervaren wordt. Kunst in de openbare ruimte zit in het DNA van het AFK, al sinds 1995 is het fonds de belangrijkste subsidieverstrekker van deze kunstvorm in de stad. Het AFK maakte de afgelopen decennia een groot deel van de Amsterdamse beeldende buitenkunstcollectie mede mogelijk, van relatief kleine projecten als kunstuitingen in abri's en muurschilderingen tot iconisch of monumentaal werk. In 2019 is, in samenwerking met het AFK, het Stadscuratorium ingesteld dat opkomt voor het belang van beeldende kunst in de openbare ruimte in het algemeen en vanuit een integrale visie adviseert over de collectie van de stad, hoe ervoor te zorgen en hoe deze aan te vullen. Voor beeldende kunst in de openbare ruimte kan ook in 2021-2024 bij het AFK financiering worden aangevraagd, waarbij een positief advies van het Stadscuratorium als instap-eis geldt. Development Het AFK verkrijgt zijn middelen van zijn opdrachtgever, Gemeente Amsterdam. Naast het stimuleren en ondersteunen van kunst en actieve deelname aan kunst, beoogt het AFK Amsterdammers dichter bij de kunst te betrekken, door hier ook financieel aan bij te dragen. De kunst die we als fonds mede mogelijk maken is er voor Amsterdammers. Voor de toekomst van de kunst en kunstenaars in de stad is het belangrijk dat betrokkenheid en eigenaarschap gevoeld worden. Dat willen we als fonds versterken door Amsterdammers de kans te geven meer direct bij te dragen aan de kunst van onze stad. Het AFK heeft in het verleden meerdere activiteiten opgezet en organisaties ondersteund die andere en nieuwe financieringsstromen op gang brengen naast subsidies. Dit begon in 2010 met de oprichting van het eerste culturele crowdfundingsplatform ‘voordekunst vanuit het AFK. Daarna volgde de oprichting van de Amsterdamse Cultuurlening, een pilot voor het stimuleren van cultureel ondernemerschap, en tenslotte het ‘creative funding’ programma City, Company & Crowd. Dit programma matcht sponsoring, crrowdfunding en subsidie en brengt culturele organisaties in contact met het bedrijfsleven en professionele sponsorwervers. In 2020 heeft het AFK het initiatief genomen om zelf private middelen te werven. De crowdfunding- campagne Futureproof was gericht op het investeren in de toekomstbestendigheid van makers als vervolg op het snelloket voor culturele ‘coronaprojecten’. Met onze ervaring met Futureproof als basis blijven we de werving van financiële middelen voor de kunst in de stad stimuleren door Amsterdammers, organisaties en bedrijven sterker te verbinden aan de Amsterdamse kunst. We gaan door met City, Company & Crowd en helpen culturele organisaties hun kennis en ervaring te vergroten in het verkrijgen van meer private middelen en het ontwikkelen van publieke en private samenwerkingen. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 13 Daarnaast participeert het AFK in het initiatief van de Amsterdamse Kunstraad; de Amsterdamse Maatschappij tot behoud van Kunst en Cultuur (AMBKC). Het AFK is een belangrijke dragende partner in dit initiatief dat zich richt op een duurzaam gefinancierde sector voor de middellange en lange termijn, waarbij met partners als grootbanken, familieoffices, de gemeente Amsterdam, de Provincie Noord Holland en MeKinsey gezocht wordt naar een innovatieve mix van financiering, structurering en advisering van culturele organisaties. In het komende kunstenplan wordt hier verder aan gewerkt. Voordekunst en Cinecrowd Het AFK beschouwt crowdfunding als een waardevol instrument om de betrokkenheid van Amsterdammers bij kunst te vergroten. Niet zozeer de financiering zelf maar de communicatie over een project, het creëren van draagvlak en het vergroten van de zichtbaarheid zijn vaak de voornaamste resultaten van een crowdfundingcampagne. Toch levert het ook daadwerkelijk financiële betrokkenheid van Amsterdammers op. Als initiator en partner van voordekunst heeft het AFK sinds de oprichting van voordekunst in 2010 gefunctioneerd als stimulator voor meer dan 28.000 donateurs die samen met het AFK voor meer dan drie miljoen euro hebben bijgedragen aan ruim 400 projecten in de stad. In deze beleidsperiode blijft het AFK als partner betrokken bij voordekunst en Cinecrowd, het crowdfundingplatform voor filmliefhebbers. Mensen Maken Amsterdam — buurtfondsen Het AFK is founding partner van Mensen Maken Amsterdam, de overkoepelende stichting van de buurtfondsen voor en door de stadsdelen van Amsterdam (Noord, Oost, West, Zuidoost, Nieuw-West en Zuid). De buurtfondsen werven en verdelen geld uit de wijken. Het gaat hierbij om projecten die de buurt verrijken op het gebied van kunst en cultuur. Deze zijn vaak gecombineerd met welzijn, gezondheid, ouderen, natuur, sport, jeugd en veiligheid. De nadruk van de buurfondsen ligt op de actieve betrokkenheid van Amsterdammers, de onderlinge verbinding en het verhogen van saamhorigheid in de buurt. De verschillende buurtfondsen worden verder verstevigd en er wordt ingezet op zichtbaarheid en private werving. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 14 SECTOR ES Amsterdam is een culturele wereldstad N Er” 5 Kennis delen a S Internationale kracht 5 KA p |__> De hele stad S EK 3 je mf el pe EE # POD & HE Ei DM Of m. d Kennis delen 4 N= mt Er lak ‘ p Publicaties en inhoudelijk programma AN DE an |, a pe ef Ge Publieksonderzoek _ Nm EE f ie SN EN REE 7 5 ; a de [2 ke <4 Internationale kracht pe â , 5 Li D ee, q i ivitei DE ae ed AN Dn s KS LNE IN DEET Internationale activiteiten ve A] 15 s re beed | { De Hele Stad F ä A ger DEN _ Cultuurverkenners Bees pek KS Red : en Online toegankelijkheid & offline support ME 2 ke od 0 Andere manieren van aanvragen # 5 0). RO Ke ì Metropoolregio Amsterdam eK En hd ala Ne Een sterke sector is het fundament voor fantastische kunst in de stad. Een sterke sector zorgt ervoor dat alle kunstprojecten en instellingen elkaar versterken en meer zijn dan de som der delen. Amsterdam is door zijn aantrekkingskracht en zijn vrije, creatieve en intellectuele klimaat niet alleen de culturele hoofdstad van Nederland maar ook een internationale cultuurmetropool. Op een naar mondiale maatstaven kleine oppervlakte is artistiek aanbod van wereldniveau voorhanden, dat bezoekers van heinde en verre trekt. De geografische en demografische groei van de stad is terug te zien in het culturele landschap. De stad wordt daarbij steeds beter in het verbinden van lokaal met internationaal — talent, thema's, verhalen. Mede daardoor is Amsterdam ook landelijk een kraamkamer voor nieuwe artistieke ontwikkelingen en toonaangevende kunstenaars. Deze unieke positie van Amsterdam staat wel onder druk. De stad dijt uit en opkomende stadsgebieden hebben behoefte aan culturele voorzieningen en nieuw eigentijds aanbod waarmee de beschikbare budgetten geen gelijke tred houden. Het vestigingsklimaat verslechtert door stijgende prijzen van cultureel vastgoed en woonruimte. Internationale programmering is voor een steeds kleinere groep culturele organisaties financieel haalbaar. Dit zet een aantal grootstedelijke vraagstukken steeds dringender op de agenda van de Amsterdamse cultuursector. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de wijze waarop cultuur op langere termijn publiek en deelnemers aan zich blijft binden in een DIY-samenleving met smaakversplintering en keuzestress. En over de manier waarop kunst ten goede kan komen aan de steeds veelvormiger bevolking van de stad, inclusief potentieel publiek dat nu nog niet of nauwelijks wordt bereikt. Voor een subsidiënt houdt het Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 15 daarnaast ook de vraag in hoe ruimte te maken is voor kunst(enaars) in opkomende stadsdelen, en wat de beste manieren zijn om keuzes te maken en kunst te ondersteunen binnen een begrensd budget. Het AFK draagt bij aan een krachtige toekomstbestendige sector over de volle breedte door niet alleen kunst mede te financieren en Amsterdammers bij zijn werk te betrekken, maar door ook in te zetten op: P Kennis delen We maken de informatie over de sector toegankelijk waarover we als fonds beschikken zodat deze ten goede komt van de sector. > Internationale kracht Samen met de gemeente en partners zetten we in op de internationale verbondenheid van de sector, een sterke internationale positionering van Amsterdam als culturele wereldstad, en uitwisseling van good practice met collega-subsidiënten in buitenlandse grote steden. > De hele stad We willen dat kunst in de hele stad ervaren en beoefend kan worden. Daarom investeren we in de toegankelijkheid van onze subsidies door onder meer nieuwe manieren van aanvragen, doelgroepgerichte communicatie en actieve aanwezigheid in de stadsdelen. Het AFK bedient een aanzienlijk deel van de Amsterdamse cultuursector. Het fonds heeft hierdoor een up to date overzicht over de culturele activiteit en spelers in de stad en de belangrijkste ontwikkelingen en trends. Tot nu toe wenden we deze schat aan data en praktijkvoorbeelden vooral aan voor evaluatie en de beleidsvoorbereidende taak van het fonds. We willen deze kennis nu ook actief teruggeven aan de sector. Dat kan immers van waarde zijn voor de sector, partners en de verschillende financiers van de kunsten in de stad, om tijdig te anticiperen op de toekomst. Uit de losse verhalen en gegevens zijn grotere lijnen te destilleren en bewegingen te signaleren. Enerzijds wordt hiermee beter zichtbaar wat de impact is van de subsidies die het AFK verstrekt en hoe het Amsterdamse veld zich ontwikkelt. Anderzijds biedt deze kennis een basis en inspiratie voor nieuw beleid binnen de stedelijke culturele agenda. Publicaties en (inhoudelijk) programma Het delen van kennis doen we op verschillende manieren. We dragen allereerst met onze data en kennis bij aan voor de stad relevante sectoranalyses, verkenningen en publicaties in samenwerking met partners. Bij gelegenheden waar het AFK naar buiten treedt, leggen we inhoudelijke verbanden door (opdracht geven tot) beschouwingen over grotere bewegingen of dringende thema’s in kunst en cultuur. Dat doen we bijvoorbeeld door stedelijke en (inter)nationale sprekers uit te nodigen bij gelegenheden als de Nieuwjaarsborrel, in samenwerking met de Kunstraad en het ACI. De meest urgente thema's beleggen we als specialisatie bij onze medewerkers, in aanvulling op hun reguliere werk. Op kleinere schaal organiseren we gesprekken met het veld over specifieke onderwerpen. Zo is het AFK een goed ingevoerde kennispartner met zicht op actuele literatuur, opinion leaders en praktijkvoorbeelden. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 16 Publieksonderzoek Kennis is ook de basis voor een groter, breder en toekomstbestendig publieksbereik voor alle fantastische kunst in de stad. Het AFK vindt het belangrijk dat stad en sector goed inzicht hebben in het Amsterdamse (potentiële) publiek. Onderzoek naar stedelijke bezoekers en niet-bezoekers vindt in verschillende steden al plaats. Amsterdam kan zijn voordeel doen met die ervaringen en het stokje overnemen. Het AFK zet zich ervoor in dat onderzoek naar publiek en publiekssegmenten wordt gestart door samenwerkende partners in de stad, en draagt daar met de eigen gegevens en kennis over de sector aan bij. Internationale activiteiten Amsterdam is een culturele wereldstad. Kunstenaars van over de hele wereld werken hier en tonen hun werk. Internationaal toonaangevende makers die hier voor korte of lange tijd verblijven, maken onze stad aantrekkelijk en dragen bij aan het vestigingsklimaat, de leefbaarheid en het toerisme. Tegelijkertijd vliegen kunstenaars van Amsterdamse bodem uit en zijn op tal van plekken over de wereld te zien. Het kenmerkt Amsterdam om met een open blik naar de wereld te kijken, geïnspireerd te worden door perspectieven uit andere landen en kennis op te doen door samenwerking met buitenlandse steden. De internationale uitwisseling die plaats vindt op het gebied van kunst en cultuur biedt veel kansen om van elkaar te leren en kennis te delen. Het AFK draagt op twee manieren bij aan de ontwikkeling van kennis en kunde in een internationaal verband. Enerzijds doen we dat via de regelingen. Zo bieden we met de projectsubsidies ruimte aan internationale samenwerking en uitwisseling die verbonden is met artistiek werk in de stad. Instellingen hebben ook bij de meerjarige subsidie de mogelijkheid om met de uitwerking van het thema ‘wereldstad’ hier invulling aan te geven. Anderzijds doen we dat door kennisuitwisseling met grote steden in Europa en ook daarbuiten. Deze uitwisseling is een belangrijke inspiratiebron voor eigentijdse manieren om kunst en cultuur te ondersteunen en de up-to-date regelingen en activiteiten van het AFK. Steden als Parijs, Berlijn, London, Barcelona en Stockholm hebben veel overeen met Amsterdam. Zo kunnen we van elkaar leren over eigentijdse vraagstukken van stedelijke kunst en kunstsubsidiëring. Gemeenschappelijke thema's zijn bijvoorbeeld de trend van centrum naar hele stad, de ontwikkeling van cultureel divers aanbod en publiek, en nieuwe modellen voor organisatie, financiering en samenwerking. Deze kennisuitwisseling krijgt vorm door onder meer onze deelname aan de gemeentelijke cultuurmissies en relaties met buitenlandse collega-fondsen. De stad groeit in alle opzichten en daarmee ook het kunstenveld. Nieuwe initiatieven en nieuwe organisaties komen op, het aanbod wordt meer divers en pluriform. Toch zien we ook wijken en buurten waar het aanbod nog beperkt is. Het AFK streeft ernaar dat kunst in de hele stad wordt beoefend en ervaren en voor alle Amsterdammers toegankelijk is. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 17 Cultuurverkenners De Cultuurverkenners van het AFK zorgen ervoor dat het fonds tot in de haarvaten van de stad vertegenwoordigd is. Ze zijn erbij waar kunst uit de grond schiet en zorgen ervoor dat deze kunst kan ontwikkelen. Cultuurverkenners verkennen, onderzoeken en ondersteunen het culturele veld zichtbaar in de stadsdelen. Zij houden belangrijke ontwikkelingen in de stadsdelen scherp in de gaten, spotten kansen voor cultuur en reiken mogelijkheden voor (potentiële) aanvragers aan. Het AFK stimuleert op deze manier nieuw talent om een aanvraag in te dienen, toont hen de weg naar het fonds en legt verbindingen tussen grotere instellingen en kleinere initiatieven. Cultuurverkenners organiseren lokale campagnes en informatiebijeenkomsten in de stadsdelen. Online toegankelijkheid & offline support Het AFK vindt het belangrijk dat het aanvraagproces per regeling toegankelijk is voor een zo breed en divers mogelijke doelgroep. We spannen ons daarvoor in op verschillende manieren. Er is contact met (potentiële) aanvragers voorafgaand aan het indienen van een aanvraag en er zijn spreekuren voor nieuwe aanvragers. We organiseren informatiebijeenkomsten op locatie in verschillende stadsdelen, de Cultuurverkenners zijn als ‘Eerste Hulp Bij Aanvragen’ actief in de wijken van de stad, en een nieuwe regeling introduceren we standaard met een uitgebreide voorlichting. Voor nieuwe (meerjarige) aanvragers zijn er Speeddates met AFK-medewerkers en de mogelijkheid om kennis te maken met de adviescommissie, naast verschillende monitorgesprekken waarin kennis en ervaring kan worden uitgewisseld. Bij het vergroten van de toegankelijkheid kijken we niet alleen naar onze boodschap en begeleiding, maar ook naar ons instrumentarium. Daarbij stellen we ons als AFK steeds de vraag: welke manieren van aanvragen passen bij welke doelgroep en hoe kunnen we hier zo goed mogelijk op aansluiten? Met andere woorden, hoe zorgen we dat iedereen de weg naar het AFK even makkelijk weet te vinden? We richten ons nog sterker dan voorheen op de verbinding met onervaren aanvragers uit specifieke doelgroepen die nog niet bekend zijn met het AFK. We gebruiken onder andere het spreekuur om nieuwe aanvragen uit de verschillende stadsdelen te stimuleren. We kijken naar nieuwe online tools die de (potentiële) aanvrager in zijn eerste kennismaking begeleiden in het aanvraagproces. Minder ervaren aanvragers ondersteunen we met online en offline trainingen op maat, bijvoorbeeld voor het maken van marketingplannen en begrotingen. We volgen de ontwikkelingen op het gebied van social media op de voet en passen onze marketingdoelen vroegtijdig aan op de beweging van onze (potentiële) doelgroepen. Ook onderzoeken we continu de digitale toegankelijkheid van onze website in relatie tot de hoofdpijlers van ons beleid, inclusief het te bereiken publiek. Andere manieren van aanvragen Als fonds beweegt het AFK mee met de tijd en daarbij hoort een eigentijdse manier om grootstedelijke cultuur te ondersteunen. Deze kunstenplanperiode onderzoeken we - naast peer review via schriftelijke indiening - verschillende vormen van aanvragen die beter aansluiten bij de brede en diverse doelgroep die we willen bedienen. We kijken bijvoorbeeld naar video en audio als (deels vervangende) middelen bij het doen van een aanvraag. Ook breiden we de mogelijkheid uit van live contact tijdens het aanvragen (zoals tijdens de AFK Spreekuren) met nieuwe vormen van pitchen op locatie. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 18 Metropoolregio Amsterdam Niet alleen Amsterdam groeit, dat geldt ook voor onze omgeving. Er komen meer mensen bij, zowel inwoners als bezoekers. De economie groeit, mobiliteit neemt toe, huizen worden duurder, meer werkruimtes worden gebruikt voor economische activiteiten en er zijn meer internationale bedrijven bijgekomen. De grenzen van de steden en regio’s worden steeds meer fluïde. Voor steeds meer Amsterdamse kunstenaars is wonen in de stad financieel problematisch. Mensen trekken naar de randgemeenten, maar blijven werken in de stad. Andersom maken inwoners uit de bredere omgeving van Amsterdam gebruik van onze culturele voorzieningen. Het is duidelijk dat we samen meer zijn dan de som der delen. De Metropoolregio Amsterdam is een samenwerkingsverband van de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de Vervoerregio Amsterdam. Het AFK is als gesprekspartner onderdeel van dit samenwerkingsverband, waaruit een strategische agenda voor cultuur is voortgekomen die is gericht op het bevorderen van cultuurparticipatie en het faciliteren van toekomstbestendige cultuur- en erfgoedsectoren. Naast de strategische en beleidsmatige samenwerking binnen de metropoolregio onderzoekt het AFK welke rol buurtgemeenten (kunnen) spelen met betrekking tot woon- en werkruimten voor kunstenaars en wat dit betekent voor onze regelingen. We kijken waar nieuwe samenwerkingsverbanden en projecten de regio kracht bij kunnen zetten. In deze beleidsperiode fuseert Weesp volledig met Amsterdam. Hiermee valt dit gebied vanaf dat moment ook onder de directe reikwijdte van de regelingen van het AFK. In aanloop naar de fusie werken we samen met Weesp om dit nieuwe stuk Amsterdam vervolgens zo goed mogelijk te kunnen bedienen. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 19 CRITERIA VAN DE REGELINGEN In alle regelingen wordt (een deel van) de volgende vier hoofdcriteria toegepast: artistiek belang, belang voor de stad, uitvoerbaarheid en diversiteit & inclusie. De invulling en weging van de criteria is afgestemd op het doel van de betreffende regeling en de groep aanvragers waarvoor deze bedoeld is. Daarnaast vraagt het AFK van aanvragers dat zij de Code Diversiteit & Inclusie, de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code onderschrijven en toepassen. Met het criterium artistiek belang kiezen we voor de artistieke eigenheid van de kunst en de impact ervan op het publiek. Kunst die tot de verbeelding spreekt en sporen nalaat ontstaat bij een intrinsiek sterk idee. Daarbij is de kracht van het idee vaak belangrijker dan een perfecte uitvoering. Daarom kijken we in de eerste plaats naar de artistieke voornemens en de artistieke eigenheid daarvan. Eigenheid en impact zijn ook waarden die vrijheid en tijd vragen van kunstenaars om zich te ontwikkelen. Meer beginnend talent of experimentele innovaties bekijken we op hun eigen merites. We zetten bovendien in op makers en organisaties die zich blijven ontwikkelen door de jaren heen en daarop kunnen reflecteren. Naast eigenheid is verbinding met het publiek belangrijk. De stad biedt een scala aan kunst die een breed of juist gespecialiseerd publiek keer op keer weet te raken. We verwachten van kunstenaars en organisaties dat zij hun publiek kennen en een heldere visie hebben op wat ze maken en voor wie. Als innoverend stadsfonds kiezen we voor kunst die van betekenis is voor de stad. Van meerjarig ondersteunde organisaties verwachten we dat ze zich weten te verhouden tot hun omgeving, of dat nu gaat om de maatschappelijke context of meer concreet de buurt of wijk waarin zij zich bevinden. De maatschappelijke betrokkenheid van kunstenaars en organisaties is groot. Dit draagt in veel gevallen bij aan een sterke artistieke betekenis van het werk voor het publiek, terwijl andersom een artistiek gelaagde en conceptuele benadering een maatschappelijk vraagstuk in een heel nieuw daglicht kan stellen. We juichen toe dat organisaties steeds dieper de stad intrekken op zoek naar nieuw publiek en proberen dat publiek sterker bij hun werk te betrekken. Ook voor 2021-2024 is de spreiding van het cultuuraanbod over de stad een speerpunt in het gemeentelijk cultuurbeleid, zodat kunst voor zoveel mogelijk Amsterdammers dichtbij is. Van aanvragers binnen de projectsubsidies verwachten we dat ze iets brengen waar de stad behoefte aan heeft, dat wil zeggen projecten met draagvlak en impact in de stad of juist met innovatieve waarde. Met diversiteit & inclusie als criterium wil het AFK dat het in Amsterdam gesubsidieerde kunstenlandschap de diversiteit van de Amsterdamse bevolking beter representeert - voor en achter de schermen en in het inhoudelijke aanbod. In de projectsubsidies bestrijkt het criterium diversiteit in brede zin: van de toegankelijkheid voor publieksgroepen met een beperking tot etnisch-culturele diversiteit en projecten rond LHBTI-verwante thematiek of publiek. Voor een toekenning is het niet noodzakelijk dat een project zich hierop richt. Wel vergroot een overtuigend plan op dit vlak de kans Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 20 op honoreren, net zoals een goede beoordeling op de andere criteria. Het doel van het criterium is niet dat elk ondersteund project op diversiteit is gericht, wel dat het in de stad gesubsidieerde aanbod als geheel meer inclusief en divers wordt. Het AFK heeft in de vierjarige regeling expliciet gekozen voor culturele diversiteit, omdat daar de noodzaak voor versnelling het meest gevoeld wordt, Waar diversiteit vier jaar geleden in de AFK-regelingen onderdeel was van de criteria zakelijke kwaliteit en publiek, is het nu een zelfstandig criterium en is er het Actieplan diversiteit en inclusie dat voor alle vierjarig ondersteunde organisaties in het Kunstenplan 2021-2024 als instap-eis verplicht is. Culturele diversiteit komt niet enkel tot stand bij organisaties die hierin gespecialiseerd zijn, ook al zijn zij belangrijk om vaart te maken met diversiteit en als bron van kennis voor anderen. Er zijn tal van podia, festivals, producenten en ontwikkelorganisaties met een aanbod dat niet uit alleen cultureel divers werk bestaat, maar dat hier wel substantieel ruimte voor maakt. Het beleid van de van de gemeente Amsterdam en het AFK in het Kunstenplan 2021-2024 is erop gericht om diversiteit in het totale gesubsidieerde aanbod en in de hele stad vanzelfsprekender te maken. Met het criterium uitvoerbaarheid kiest het AFK voor een meer praktische en toegepaste benadering van wat voorheen omschreven werd als ‘zakelijke kwaliteit, De beoordeling is nu een lichtere toets op de haalbaarheid en het realisme van ingediende plannen, in plaats van een streven naar zo goed mogelijk ondernemerschap als doel op zich. Hiermee vergroten we de toegankelijkheid van onze regelingen. De beoordeling op dit criterium betreft als het ware een ‘reality check’ van de beoogde plannen: is het plan met deze mensen, middelen en marketing uitvoerbaar? Dat houdt wel in dat als de uitvoerbaarheid ernstig tekortschiet, we daar als fonds ook strenger mee omgaan. Het AFK vraagt van aanvragers dat zij de Code Diversiteit & Inclusie, de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code onderschrijven en toepassen. We constateren dat culturele organisaties steeds meer vertrouwd raken met de toepassing van de Governance Code Cultuur, en ook meer beginnende organisaties zich hier al steeds vroeger bewust van worden. Met het oog op de veranderende arbeidsmarkt is de in 2017 ontwikkelde Fair Practice Code een belangrijk instrument dat uitnodigt tot kritische reflectie en een handreiking biedt voor hoe de sector samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk komt. Het AFK wil de sector hierbij helpen door een eerlijke culturele ondernemerspraktijk te stimuleren en financieren. We toetsen of de aanvrager oog heeft voor goed werkgeverschap en sociale duurzaamheid en of er sprake is van een eerlijke betaling in lijn met de binnen de betreffende discipline geldende cao's of honorariumrichtlijnen. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 21 ORGANISATIE EN WERKWIJZE Het AFK werkt met een passende en wendbare formatie voor het realiseren van de doelstellingen. Alle medewerkers zetten zich met volle kracht in om fantastische kunst voor alle Amsterdammers mogelijk te maken. Het AFK is betrokken, staat dicht bij het veld en is voor iedereen zo toegankelijk mogelijk. Als fonds zijn we flexibel en reageren waar mogelijk en nodig met aangepaste of nieuwe instrumenten direct op veranderende situaties. De kosten voor de formatie blijven onder het landelijk geldende percentage van 10% voor de subsidieverdeling, en 3% voor de overige activiteiten. In de afgelopen kunstenplanperiode 2017-2020 heeft het AFK bovenop de begrote uitvoeringskosten een extra bedrag besteed aan de uitvoering van zijn doelstellingen. Dit was noodzakelijk om alle taken goed uit te voeren en het gevolg van een te bescheiden inschatting bij de herverdeling van de taken tussen gemeente, Amsterdamse Kunstraad en het AFK in 2016. Voor de voorliggende kunstenplanperiode verwacht het AFK meer werkzaamheden, voortvloeiend uit het beleid in het kunstenplan. De groei van de stad en het succes van de alsmaar toenemende toegankelijkheid en bereikbaarheid van het fonds spelen daar ook een rol bij. Naast de verwachte circa 150 meerjarig gesubsidieerde professionele en circa 225 meerjarig gesubsidieerde Cultuurmakersgezelschappen verwacht het AFK ook een groei in het aantal projectaanvragen. Het is belangrijk dat elke medewerker naast zijn grondige kennis over een bepaalde discipline, expertise heeft op een van de activiteiten van het fonds. Cultuurverkenners houden daarbij de ontwikkelingen de stadsdelen scherp in de gaten en zorgen voor ontwikkeling en aanwas van kunst en cultuur in de stad. Gedurende de kunstenplanperiode is het werk van het AFK niet gelijkmatig verdeeld. Daarom werkt het AFK de eerste drie jaar van het kunstenplan met een andere formatie dan in het laatste jaar, wanneer de organisatie de vierjarige subsidie verdeelt. Omdat er in het laatste jaar veel meer mankracht nodig is, werken zoveel mogelijk vaste medewerkers mee aan de vierjarige subsidieverdeling. Zij hebben immers kennis en ervaring binnen het fonds. De projectaanvragen worden in deze periode behandeld door de flexibele schil van projectmedewerkers, die ook in de basisbezetting bij het fonds betrokken zijn. Zij staan onder leiding van ervaren professionals die de behandeling van projecten als kerntaak hebben. De bezetting bestaat naast de subsidiebehandelaars uit een team dat zorgt voor de financiën, ICT, P&O en facilitaire zaken, een communicatieteam, een juridisch medewerker en een team dat zorgt voor ons bureau, dat alle makers en organisaties te woord staat en hen ontvangt. De organisatie wordt aangestuurd door de directie en het MT. De basis van een zorgvuldige subsidiebeoordeling is peer review. Onafhankelijke deskundigen adviseren het AFK over de verdeling van de middelen in de verschillende regelingen. Zij komen uit de stedelijke en landelijke (soms internationale) cultuursector en zijn geselecteerd op basis van hun professionele deskundigheid in één of meer relevante disciplines en thema's binnen de kunsten. De adviseurs beschikken over relevante kennis met betrekking tot de positie van gevestigde Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 22 kunsten en nieuwe culturele ontwikkelingen in de stad, kennen de balans tussen presenterende en producerende organisaties en zijn vaardig in het beoordelen van culturele diversiteit. Ze hebben ruime praktijkervaring, bijvoorbeeld als kunstenaar, artistiek leider, zakelijk leider, directeur, programmeur, marketeer, beleidsmaker of recensent. Samen hebben ze kennis van een veelheid aan disciplines, genres, artistieke en zakelijke ontwikkelingen. Bij de samenstelling van de poule van adviseurs waarborgt het AFK deze pluriformiteit. Ook zorgen we voor een goede balans wat betreft leeftijd, gendervertegenwoordiging en culturele achtergrond. Tijdens de basisbezetting werkt het AFK met circa zeventig projectadviseurs en voor het vierde jaar van het kunstenplan worden er circa zestig extra adviseurs betrokken voor de meerjarige subsidies. Zij zijn verdeeld over 8 commissies, die elk worden voorgezeten door een onafhankelijke, extern aangetrokken voorzitter. Het AFK zorgt voor transparante en eerlijke behandeling van alle aanvragen. Daarom zijn alle regelingen, toelichtingen, het huishoudelijk reglement, de namen van de adviseurs en medewerkers, de subsidiebesluiten en het reglement voor de bezwaarcommissie op de website gepubliceerd. Het AFK monitort zijn organisatorische doelstellingen scherp en onderzoekt voortdurend of de gestelde resultaten gehaald worden. We werken met Kritische Prestatie Indicatoren (KPI's) om dit te meten en waar mogelijk bij te sturen. Aandachtsgebieden zijn onder andere het verhogen van de toegankelijk voor aanvragers, beheersen van risico's, beheersen van processen en geldstromen en de professionaliteit van en kennis in de organisatie. De werking van de regelingen, de gestelde criteria en de voorwaarden in relatie tot ontwikkelingen bij makers, in Amsterdam en in de sector, worden periodiek tegen het licht gehouden. Jaarlijks wordt minimaal één regeling geëvalueerd. Daarnaast monitort het AFK tussentijds zijn regelingen door inhoudelijke reflectie en cijfermatige analyse van de aanvragen en impact van de toekenningen. Het KPl-dashboard geeft ons inzicht in de afwijkingen tussen realisatiegegevens en vooraf bepaalde streefwaarden, zodat we daarop kunnen handelen. Het AFK en de stad Het AFK is geen fonds op afstand, maar staat dichtbij kunstenaars en culturele organisaties, de Amsterdammers en de sector. We versterken ons omgevingsbewustzijn en willen ons actief verhouden tot wat er leeft in de stad en in de sector, en daar met ons beleid, regelingen en activiteiten op aansluiten. Naast de eigen medewerkers en de Cultuurverkenners spelen de adviseurs een belangrijke rol om ons te voeden met actuele thema's en bewegingen. Daarnaast vinden we het belangrijk om stemmen van buiten te horen. Naast onze vaste gespreks- en samenwerkingspartners zoals het ACI, de Amsterdamse Kunstraad en Gemeente Amsterdam, spreken we daarom ook met maatschappelijke partners buiten de sector, die samen met ons staan voor de inspirerende internationale veelkleurige wereldstad. We voeren een doorlopend gesprek met kunstenaars en culturele organisaties. Dit doen we al jaren door individuele (monitor)gesprekken met onze aanvragers en rondetafelgesprekken over specifieke thema's. Tijdens deze kunstenplanperiode organiseren we bovendien terugkerende sessies waarin instellingen en makers met elkaar en ons in gesprek gaan over de stand van de kunst. Hierbij worden ook makers en organisaties uitgenodigd die we (nog) niet bereiken. Hun blik scherpt ons denken, voedt ons en maakt ons een fonds van de stad. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 23 We vinden het belangrijk om ook kritisch op ons eigen functioneren te blijven reflecteren en het gesprek daarover te voeren met een bredere groep Amsterdammers. In de afgelopen periode heeft het AFK met de pilot Advies uit de Stad geëxperimenteerd met een adviespanel van betrokken Amsterdammers die aanvragers adviseerden over het verbreden van hun publieksbereik en binding met de buurt. In navolging hiervan ontwikkelt het AFK het adviespanel nu door tot een bredere denktank en klankbordgroep van geëngageerde, kritische, lenige geesten van binnen en buiten de stad en van binnen en buiten de cultuursector. Zij voorzien ons van advies ten aanzien van actuele thema's, beleid, strategie en werkwijze van het AFK, en vormen een brug naar nieuwe aanvragers en stakeholders. Onderzoeken nieuwe vormen beoordeling De voorliggende kunstenplanperiode gaan we bovendien verder om naast peer review met andere vormen van beoordeling van aanvragen op kleine schaal te experimenteren. Zo onderzoeken we of we de representatie en het betrekken van de wijken bij ons werk kunnen verbeteren en zodoende de kwaliteit van ons werk in de stad. Als stadsfonds van en voor heel Amsterdam staan voor het AFK in de periode 2021-2024 twee bewegingen centraal. We werken aan een breder draagvlak voor kunst en vergroten de zichtbaarheid van cultuur, als vaste meerwaarde voor de stad. Bij onze inzet op deze gebieden houden we onze drie doelgroepen voor ogen: de Amsterdammer, de kunstenaar en culturele organisaties, en de sector. Het AFK fungeert als aanjager en facilitator van fantastische kunst en staat voor het verbreden van draagvlak voor die kunst onder Amsterdammers: als vrijetijdsbesteding die het stadsleven kleur geeft en als waardevolle, noodzakelijke investering. Met het vergroten van de zichtbaarheid van Amsterdamse kunst werken we aan de bewustmaking van deze waarden. Daarnaast willen we onze kennis van het culturele veld en de relevante trends en ontwikkelingen op dit gebied delen met een breder publiek. De herpositionering van het AFK naar aanleiding van voorliggend document wordt gerealiseerd met als aftrap een positioneringssessie in 2021. De communicatiestrategie die volgt uit deze sessie concretiseren we in een toegankelijke marketingmix, in directe aansluiting op het geformuleerde doelgroepenbeleid. Het AFK draagt bij aan een diverse en inclusieve cultuursector en brengt deze een stap verder. Als grootstedelijk cultuurfonds van een stad met rond de 180 nationaliteiten, staat culturele diversiteit en inclusie al meer dan vijftien jaar bij ons op de agenda. Inclusie gaat over het toegankelijk maken van de samenleving met al zijn middelen, voor iedereen. In deze context hanteren we een breed uitgangspunt: het openstellen van kunst en cultuur voor alle bewoners van de stad. Geografische spreiding van kunst en cultuur over de stad en haar publiek, is daar nauw mee verbonden. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 24 Diversiteit omsluit voor het AFK naast culturele afkomst ook gender, leeftijd, sociale achtergrond, religieuze overtuiging en het hebben van een beperking. Door de jaren heen worden er steeds nieuwe accenten gelegd, passend bij de tijd en ontwikkelingen in de samenleving en de culturele sector. Waar noodzakelijk kunnen we ons uitgangspunt tijdelijk toespitsen op specifieke aspecten van diversiteit zoals cultuur, gender of toegankelijkheid. Het AFK sluit hierbij steeds aan bij de Code Diversiteit & Inclusie. Het beleid voor diversiteit en inclusie van het AFK heeft drie pijlers: P De AFK-organisatie: personeel, toezicht, adviseurs P Regelingen en andere activiteiten P Communicatie en marketing Diversiteit en inclusie in de organisatie van het AFK Vanuit de gedachte dat diversiteit is wat je bent, in plaats van wat je doet - werkt het AFK doorlopend aan een diverse samenstelling van zijn medewerkers, governance en adviseurs. Het AFK wil een organisatie zijn waar iedereen zich gehoord, gezien en gewaardeerd voelt, ongeacht zijn culturele afkomst, geaardheid of religie. We doen dit vanuit de overtuiging dat verschillende perspectieven, achtergronden en inzichten de toegankelijkheid, impact en denkkracht van het fonds vergroten en onze werkwijze verbeteren. Onze dienstverlening wint aan kwaliteit naarmate de samenstelling van het personeelbestand (inclusief Cultuurverkenners), adviseurspool, bezwaarcommissie en raad van toezicht beter aansluit bij de samenstelling van de Amsterdamse bevolking. We spannen ons voortdurend in om de diverse samenstelling van de organisatie en de adviseurspoule op peil te houden en verder te vergroten. Bij zowel adviseurs als medewerkers is evenwicht in gender, generaties en professionele expertise van wezenlijk belang. Het belangrijkste aandachtspunt binnen het diversiteitsbeleid, blijft de diversiteit in culturele achtergrond. Bij werving maken we naast de reguliere kanalen consequent gebruik van sleutelfiguren en wervingsbureaus met een relevant netwerk van professionals met een cultureel diverse achtergrond. Op het moment dat dit beleidsplan werd opgesteld, had ongeveer een derde van de vaste medewerkers een biculturele achtergrond. Wij streven naar een toename tot tenminste veertig procent in de periode 2021-2024, om in de periode daarna op vijftig procent uit te komen. Bij vacatures is het uitgangspunt daarom dat de voorkeur uitgaat naar biculturele kandidaten. De adviescommissies voor de meerjarige subsidies bestonden op het moment dat dit beleidsplan werd opgesteld voor ruim veertig procent uit adviseurs met een biculturele achtergrond. In het geval van de voorzitters is dat ruim zestig procent. Onder de adviseurs voor projectsubsidies is dit bijna dertig procent. Het AFK zorgt ervoor dat de in de loop van de voorliggende periode minimaal de helft van alle adviseurs een biculturele achtergrond heeft. Het streefpercentage tot en met 2024 ligt voor adviseurs hoger dan voor medewerkers, omdat de adviseurspoule werkt met tijdelijke benoemingen. Om de variatie aan culturele referentiekaders en deskundigheden die we in huis hebben nog beter in te zetten en onderlinge kennis in de organisatie te vergroten, organiseert het AFK jaarlijks één of meer (artistiek-)inhoudelijke bijeenkomsten. Adviseurs en medewerkers van het AFK wisselen daar aan de hand van voorbeelden en thema's hun visies op kunst, de beoordeling daarvan en hun inspiratiebronnen daarbij uit. De bijeenkomsten geven de mogelijkheid om meer fundamenteel over -— niet zelden gevoelige - onderwerpen rond diversiteit en inclusie te discussiëren op een Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 25 wijze die de projectbeoordeling overstijgt. Het AFK traint de medewerkers, en zo nodig ook de adviseurs, gericht op het gebied van diversiteit. Daarbij gaat het zowel over bijvoorbeeld inclusiviteit en bias in professionele relaties en samenwerking, als over het verbreden van artistieke kennis en referentiekaders. In samenwerking met de Cultuurverkenners wordt de klankbordgroep en denktank die het AFK in deze periode opzet onder andere gevraagd om te reflecteren op de diversiteit en inclusiviteit van het beleid, de regelingen, organisatie en communicatie. De klankbordgroep houdt de organisatie scherp en denkt mee over kwesties zoals de toegankelijkheid van onze regelingen, kansen om de diversiteit van de door ons gesubsidieerde sector te vergroten, en een inclusieve manier van werken en communiceren. Effectieve manieren om als fonds te reageren op dringende actualiteit (zoals de Black Lives Matter protesten in 2020) is onderwerp van gesprek en advies in de klankbordgroep. Diversiteit en inclusie in de regelingen van het AFK Met diversiteit en inclusie als uitgangspunt wil het AFK dat het gesubsidieerde kunstenlandschap van de stad de diversiteit van de Amsterdamse bevolking representeert - voor en achter de schermen en in het inhoudelijke aanbod. Het AFK stimuleert culturele activiteiten die aansluiten bij een gemengd publiek met een intercultureel referentiekader. Het gaat hierbij zowel om nieuw werk als goede vertolkingen en presentaties van bestaand werk, ondersteund door doelgroepgerichte marketing en communicatie. Daarnaast ondersteunen we waar mogelijk samenwerkingsprojecten gericht op het vergroten van diversiteit waarin de sector zelf het voortouw neemt. Het AFK kiest in de vierjarige regeling expliciet voor culturele diversiteit, omdat daar wat het kunstenplan en het fonds betreft nu grote urgentie is voor een inhaalslag. Er is een flink potentieel grootstedelijk publiek met een gemengde culturele achtergrond, dat nog slechts beperkt wordt bereikt met het gesubsidieerde cultuuraanbod in de stad. Tegelijkertijd draagt wel de hele stad, in al haar culturele verscheidenheid, bij aan de publieke middelen voor kunst en cultuur. Bovendien is de cultuursector voor een vitale toekomst mede afhankelijk van zijn publiek en van draagvlak in de samenleving. Culturele diversiteit en geografische spreiding van activiteiten en publiek zijn daarom expliciete beoordelingscriteria in de projectsubsidies en meerjarige subsidies. In de meerjarige subsidies voor professionele kunst bijvoorbeeld zijn de culturele diversiteit van aanbod, publiek, personeel en bestuur/toezicht alle onderdeel van de criteria. Vierjarig gesubsidieerde organisaties in het Kunstenplan voeren bovendien hun eigen Actieplan diversiteit en inclusie uit. De plannen binnen alle regelingen worden wat betreft diversiteit niet alleen beoordeeld op ambitie maar ook haalbaarheid. Beide moeten passen bij de organisatie, Daardoor kunnen niet alleen organisaties met veel ervaring op het gebied van diversiteit, maar ook organisaties die in dit opzicht nog meer aan het begin staan, een voldoende waardering op dit criterium krijgen. De uitwerking van de cultureel diverse intenties bij door het AFK ondersteunde organisaties monitoren we jaarlijks, omdat uiteindelijk concreet resultaat voorop staat. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 26 Inclusieve communicatie Het AFK doet regelmatig onderzoek naar de effectiviteit van zijn communicatiemiddelen en -kanalen. Alle typen (mogelijke) aanvragers, Amsterdammers en de sectorvertegenwoordigers worden daarbij betrokken: uit verschillende delen van de stad en gevarieerd in culturele achtergrond, gender en leeftijd. Diversiteit en inclusie blijft een uitgangspunt in de communicatie bij voorbeelden van gesubsidieerde organisaties en kunstenaars in media van het fonds zoals het online Jaaroverzicht, nieuwsberichten, voorbeeldprojecten en artikelen. De communicatiestrategie van het AFK sluit aan bij de hierboven beschreven visie en doelen uit het beleidsplan. Het AFK wil een toegankelijk en inclusief fonds zijn en blijven, dat effectief uitdraagt waar het voor staat, wie kunnen aanvragen en wat voor bijzondere en veelzijdige resultaten het de Amsterdamse samenleving biedt. Om te zorgen dat het AFK blijvend in verbinding staat met mensen van verschillende achtergronden en leeftijden, verbreden we onze contacten in de stad en komen we bij een grotere variëteit aan culturele netwerken in beeld als gespreks- en samenwerkingspartner. Met grote regelmaat laat het AFK via presentaties bij (kunstvak)opleidingen of netwerkorganisaties en meeloopstages zien wat het werk van een stadsfonds inhoudt. Hiermee dragen we bij aan draagvlak voor publieke kunstsubsidiëring, maar kunnen we ook interesse wekken van nieuwe potentiële adviseurs, Cultuurverkenners of medewerkers buiten ons netwerk. Waar mogelijk trekken we hierbij gezamenlijk op met collega- fondsen. Het AFK maakt deel uit van twee landelijke netwerken voor culturele diversiteit, waaraan verschillende subsidiënten en culturele organisaties verbonden zijn. Het AFK past de codes waaraan aanvragers moeten voldoen, ook op zichzelf toe. We onderschrijven de Fair Practice Code en geven als organisatie invulling aan de vijf waarden Solidariteit, Duurzaamheid, Transparantie, Diversiteit en Vertrouwen. De directeur- bestuurder gaat zorgvuldig en verantwoord om met de mensen van de organisatie en de middelen. Zo heeft de bestuurder in 2020 een personeelsvertegenwoordiging geïnitieerd. Deze personeelsvertegenwoordiging komt enkele keren per jaar met directeur en hoofd HRM/P&O bijeen om te praten over onderwerpen die het werk en de collega's aangaan, zoals de ARBO-omstandigheden, werkplekken en bezetting, vakantieplanning en personeelsregelingen. Het AFK heeft aan de medewerkers de mogelijkheid geboden om een collectieve zorgverzekering af te sluiten. Een externe ARBO-deskundige heeft de werkplekken ingesteld en kan door medewerkers worden ingeschakeld. De gedrag- en integriteitscodes zijn geborgd in het huishoudelijk reglement van het AFK. Het bespreken van de codes is een vast onderdeel van de sollicitatiegesprekken voor nieuwe werknemers, leden raad van toezicht en voor adviseurs. Door het toepassen van de Fair Practice Code voor de eigen organisatie zijn de Cultuurverkenners inmiddels in dienst van het AFK. In de raad van toezicht is een vertrouwenspersoon aangesteld bij wie medewerkers en adviseurs eventuele misstanden kunnen melden. Ook geeft het fonds ruimte voor scholing en ontwikkeling van de medewerkers. De Governance Code Cultuur biedt een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. Het AFK is mede vormgever van dit document. Aanvragende organisaties bij het AFK wordt gevraagd om de Governance Code Cultuur toe te passen en uit te leggen, volgens de in 2019 vernieuwde code. Het AFK vindt het daarom belangrijk om zelf ook de code, zijn principes en aanbevelingen toe te passen. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 27 Het AFK realiseert zijn maatschappelijke doelstelling door het financieren van organisaties die culturele waarde creëren, overdragen en/of bewaren. De Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst is zelf geen culturele instelling in de zin dat het zelf culturele waarde creëert, Het AFK verstrekt subsidie middels verschillende regelingen aan instellingen die dat wel doen. Formele en informele interactie met onze stakeholders is een van de pijlers van de werkwijze van het AFK. We doen dit door regelmatig consultaties en gesprekken te initiëren met het veld, evaluaties uit te voeren, en deel te nemen aan landelijke, gemeentelijke en internationale debatten, symposia en culturele missies. We borgen op deze wijze aansluiting bij de behoeften van onze doelgroepen en bij bredere culturele en maatschappelijke ontwikkelingen en daarmee de kwaliteit en innovatie in onze regelingen. Raad van toezicht Het AFK is georganiseerd via het raad van toezichtmodel en hecht belang aan transparant werken en een goede verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de directeur-bestuurder en de raad van toezicht. De leden van de raad van toezicht, kortweg Raad, worden formeel benoemd door het college van B&W van de gemeente Amsterdam, op voordracht van de Raad zelf. De Raad houdt integraal toezicht op het functioneren van het AFK. De Raad keurt vooraf strategie, beleidsplan, jaarplan en begroting goed en ziet achteraf toe op het beleid van de directeur-bestuurder, op de realisatie van de doelstellingen en activiteiten, het risicobeheer en de algemene gang van zaken. De Raad fungeert als adviseur en sparringpartner van de directie. De directeur-bestuurder van het AFK is verantwoordelijk voor de algemene en dagelijkse leiding, het functioneren en de resultaten van de organisatie. De raad van toezicht houdt hier toezicht op en beoordeelt de bestuurder jaarlijks. De Raad voert zijn toezichthoudende, adviserende en werkgeversrol op een professionele en onafhankelijke wijze uit door het systematisch toepassen en uitvoeren van een termijnagenda waarin alle taken en verantwoordelijkheden zijn geagendeerd. Om haar rol goed te vervullen heeft de Raad te allen tijde ongelimiteerd en zonder restricties toegang tot alle onderdelen van het AFK. Bij de samenstelling van de Raad streeft deze naar een evenwichtige opbouw met aandacht voor diversiteit, zowel wat betreft gender als culturele achtergrond en leeftijdsopbouw. Daarnaast streeft de Raad naar variëteit wat betreft deskundigheid, kennis en ervaring. De taken en bevoegdheden van de Raad zijn vastgelegd in de statuten en in profielschetsen en vinden hun weerslag in het Directie en raad van toezicht reglement en het Reglement financiële commissie. Er vindt jaarlijks een zelfevaluatie plaats waarin de Raad haar samenstelling en werking toetst en waar nodig bijstelt. Transparantie Het AFK waarborgt transparantie over de manier waarop het zijn publieke taak uitoefent. Het voorkomen van belangenverstrengeling is essentieel voor een eerlijke, objectieve beoordeling van subsidieaanvragen. De directeur-bestuurder en toezichthouders zijn onafhankelijk en handelen integer. Zij zijn alert op en vermijden ongewenste belangenverstrengeling en gaan op een transparante en zorgvuldige wijze om met tegenstrijdige belangen. Het AFK heeft in zijn werkwijze verschillende instrumenten om belangenverstrengeling, en de schijn daarvan, tegen te gaan. Belangenverstrengeling is een belangrijk onderdeel van het toegepaste reglement voor directeur-bestuurder en raad van toezicht alsook van het protocol voor medewerkers en adviseurs. Naast protocollaire maatregelen zorgen we voor een cultuur van alertheid en verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen, zodat mogelijke belangenverstrengeling tijdig wordt herkend en gemeld. Het is daarom een terugkerend onderwerp bij commissievergaderingen, vergaderingen van de raad van toezicht, in het MT en andere vergaderstructuren. Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 28 Meerjarenbegroting (€) concept concept concept concept begroting 2021 begroting 2022 begroting 2023 begroting 2024 A. ACTIVITEITEN ACTIVITEITENBATEN 1. Projectsubsidies 9.150.463 9.150.463 9.150.463 9150463 2. Kunstenplansubsidies 22.309.935 22.309.935 22.309.935 22.309.935 Totaal activiteitenbaten 31.460.398 31.460.398 31.460.398 31.460.398 ACTIVITEITENLASTEN 1. Projectsubsidies 9150463 9.150.463 9.150.463 9150463 2. Kunstenplansubsidies 22.309.935 22.309.935 22.309.935 22.309.935 Totaal activiteitenlasten 31.460.398 31.460.398 31.460.398 31.460.398 Saldo Activiteiten - - - - B. BEDRIJFSVOERING Totaal baten bedrijfsvoering 2.926.789 2.926.789 2.926.789 2.926.789 Totaal lasten bedrijfsvoering 2.982.578 2.982.578 2.982.578 3.620.000 Saldo Bedrijfsvoering -55.789 -55.789 -55.789 -693.211 C. DEKKING Dekking uit taakstellingen en aanwenden 290.000 290.000 290.000 - reserves D. INCIDENTELE BEZUINIGINGEN Incidentele bezuiniging per jaar -500.000 -500.000 -500.000 Dekking nog te bepalen uit A en B 500.000 500.000 500.000 Saldo Incidentele bezuinigingen - - - EXPLOITATIESALDO 234.211 234.211 234.211 -693.211 Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 29 Het AFK Beleidsplan 2021-2024 is een uitgave van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Amsterdams Fonds voor de Kunst Pirafa grafisch ontwerp Raymond van Mil Eva Plevier Oliver Look Bezoekadres Pakhuis de Zwijger Piet Heinkade 1 79 1019 HC Amsterdam Postadres Postbus 1079 1000 BB Amsterdam Tel: 020 — 5200520 Fax: 020 — 5200599 www.beleidsplan202 1 -2024.afk.nl www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl www.afk.nl [email protected] facebook.com/afk020 twitter.com/AFKO20 instagram.com/afk020 linkedin.com/afk Amsterdams Fonds voor de Kunst Beleidsplan 2021-2024 30
Onderzoeksrapport
30
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1505 Datum indiening 7 mei 2019 Datum akkoord 26 september 2019 Publicatiedatum 27 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake watertappunten op schoolpleinen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 12 april 2019 maakte staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) bekend dat er op schoolpleinen door heel Nederland in de komende twee jaar zo’n 1000 nieuwe watertappunten worden gebouwd’. De staatssecretaris doet dit in het kader van het Nationale Preventieakkoord. Om dit te realiseren stelt de staatssecretaris een subsidieregeling in, die in de loop van mei van dit jaar open gaat en zo’n twee jaar duurt. In totaal is er 2 miljoen euro beschikbaar. Scholen in het primair onderwijs krijgen driekwart van de kosten vergoed. Het overige deel moeten scholen vergoeden. Gemeenten of bijvoorbeeld buurtverenigingen kunnen dat natuurlijk ook voor hun rekening nemen. Want een hele straat of buurt heeft iets aan een openbare watertap. De praktische uitvoering van deze regeling wordt verzorgd door het programma Gezonde School en Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). Zo eenvoudig mogelijk, zodat het voor scholen zo weinig mogelijk administratieve lasten oplevert. De fractie van de ChristenUnie ziet graag dat de gemeente Amsterdamse scholen die een watertap op hun schoolplein willen, maar zelf niet de overige deel van de kosten kunnen dragen, ondersteunt om toch een watertappunt te krijgen. Dit past goed binnen de aanpak gezond gewicht die erop richt dat alle Amsterdamse kinderen in 2033 op gezond gewicht zitten. De fractie van de ChristenUnie wil dan ook weten of er binnen de aanpak de financiële ruimte is om de steun aan scholen voor een watertappunt te kunnen dekken. De fractie van de ChristenUnie ziet graag dat er zoveel mogelijk Amsterdamse basisscholen een watertappunt op of naast hun schoolplein krijgen en is van mening dat de gemeente dergelijke initiatieven waar nodig moet ondersteunen, zeker bij die scholen waar obesitas een groter probleem is dan elders. 1 https://www .rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/04/12/blokhuis-1000-watertappunten- op-schoolpleinen 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 27 september 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 mei 2019 Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Deelt het college de mening van de fractie van de ChristenUnie dat met een openbaar watertappunt op/naast een schoolplein het aantrekkelijker wordt voor kinderen en jongeren om water te drinken en dat het daarmee een belangrijk middel kan zijn in de strijd tegen overgewicht? Antwoord op vraag 1: Ja. De omgeving is van grote invloed op de leefstijl van kinderen. Het plaatsen van watertappunten op schoolpleinen draagt bij aan het creëren van een omgeving waarin voor opgroeiende kinderen de gezonde keuze de normale keuze wordt. 2. Is het college bereid te inventariseren welke basisscholen een watertap willen realiseren? 3. Is het college bereid om samen met scholen en/of buurtverenigingen op te trekken en initiatieven waar nodig te faciliteren? Zo nee, waarom niet? 4. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het ondersteunen van basisscholen bij het realiseren van een watertappunt op/naast hun schoolplein goed past binnen de aanpak gezond gewicht? Antwoord op vragen 2, 3 en 4: De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) is actief op de Amsterdamse basisscholen. Vanuit de AAGG ondersteunt de gemeente basisscholen bij de inzet voor een gezonde leefstijl, door middel van advies over bewegen en voeding. Daarbij zullen adviseurs van de Aanpak de scholen waar zij actief zijn informeren over de landelijke stimuleringsregeling voor watertappunten en waar . De wethouder Zorg en Jeugd heeft recentelijk op een schoolplein het 300°° watertappunt geopend. Zoals in de inleiding is genoemd, financiert de landelijke regeling tot maximaal 75% van de plaatsingskosten van een watertappunt. In het budget van AAGG is geen ruimte om de resterende 25% aan te vullen. Scholen kunnen hiervoor wel gebruik maken van de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen. Subsidie vanuit de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen is incidenteel. De jaarlijkse onderhoudskosten zijn voor rekening van de scholen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
val
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 11 november 2021 Ingekomen onder nummer 792 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nadif, Van Renssen en Boomsma inzake proefgebieden verduurzaming erfgoed Onderwerp Motie van de leden Nadif, Van Renssen en Boomsma inzake proefgebieden verduurzaming erfgoed Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Erfgoed in een dynamische stad, Constaterende dat: — Loket Duurzaam Erfgoed meerdere succesvolle verduurzamingsaanvragen van erfgoed in Am- sterdam heeft kunnen voltooien; — _ Op basis van deze successen, we buurtbewoners kunnen betrekken die dezelfde wens hebben waarbij het proces van een aanvraag van een vergunning vergemakkelijkt wordt; — Door het inzetten van proefgebieden dit proces kunnen omkeren en bewoners kunnen stimu- leren om hun woning te verduurzamen door de vergunningverlening te vergemakkelijken; — _ Klimaatadaptatie en verduurzaming een noodzaak is, niet alleen in teken van klimaatverande- ring maar ook van behoud van erfgoed. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — de lessen die we leren van het lopende project Duurzaam Erfgoed/het loket Duurzaam Erf- goed te rapporteren aan de raad en naar aanleiding daarvan te komen met aanbevelingen voor het verduurzamen van erfgoed; — _ naar aanleiding van deze lessen, proefgebieden aan te wijzen waarbij er ook onderzocht kan worden welke duurzaamheidsmaatregelen generiek toegepast kunnen worden. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indieners |. Nadif N.A. van Renssen D.T. Boomsma
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 372 Status 8 mei 2014 Publicatiedatum 9 mei 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer B.L. Vink van 2 april 2014 inzake verstedelijking, hoogbouw en Schiphol. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: In de afgelopen weken berichtte Het Parool over de (hoogte)beperkingen die het rijk zou gaan opleggen aan nieuwe bebouwing op de Zuidas en elders in Amsterdam. Deze beperkingen hangen samen met de actualisering van het Luchthavenindeling- besluit waaraan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (lenM) werkt. Het beeld dat in Het Parool werd geschetst gaf de indruk dat gemeentelijke ambities uit de Structuurvisie en de hoogbouwvisie (‘Hoogbouw in Amsterdam’) door deze Algemene Maatregel! van Bestuur (AMvB) werden doorkruist en dat daarover in maart met de staatssecretaris van lenM zou worden gesproken. Het Parool beschreef ook het verschil in beleving van gemeente en rijk ten aanzien van de gemaakte afspraken en de onhelderheid op dat punt. In een ruimer gebied dan waarop de genoemde AMvB betrekking heeft, gelden momenteel ook ruimtelijke beperkingen, gebaseerd op de eerdere Nota Ruimte. Deze restricties kunnen de verstedelijkingsambities van Amsterdam en enkele omliggende gemeenten bemoeilijken, zeker wanneer uitvliegroutes veranderen en binnenstedelijke transformatie binnen de zogenaamde 20Ke-zone verboden blijft. De toekomstige transformatie van delen van de haven (‘Havenstad'), maar mogelijk ook andere bouwplekken in en om stad kunnen hierdoor ter discussie komen te staan. In een nog ruimer gebied rond Schiphol (48 Lden-zone) geldt momenteel in het verlengde van de Alderstafel hinderbeleid, maar formeel geen ruimtelijke beperkingenbeleid. Gelet op de berichtgeving over de bezwaren vanuit de luchtvaartsector tegen de gebiedsontwikkeling van de Weespse Bloemendalerpolder, lijkt het niet ondenkbaar dat de ruimtelijke beperkingen zelfs een nog groter gebied gaan bestrijken dan tot nu toe. Eind 2013 jaar bracht de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Ri) een advies uit over de wijze van sturing rond Schiphol (‘Sturen op samenhang, governance in de metropolitane regio Schiphol/Amsterdam'). Daarin adviseerde de raad dat het rijk zich zou moeten beperken tot slechts enkele spelregels die met de directe 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing 92 Gemeenteblad Datum 9 mei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 2 april 2014 verantwoordelijkheid van het rijk samenhangen, met name veiligheid in de directe nabijheid van de luchthaven, en verder — net als bij andere ruimtelijke afwegingen in Nederland — ruimte moest geven aan decentrale (in plaats van ‘Haagse') afwegingen. De voormalige Haarlemmermeerse wethouder Bezuyen en gedeputeerde Talsma gaven publiekelijk aan dat te willen oppakken en daarbij een ‘luchtvaarttoets’ te willen introduceren. De fractie van D66 vraagt zich af welke ruimte de gemeente Amsterdam (en de metropoolregio) behoudt voor de noodzakelijke (woning)bouwproductie in het algemeen en de ambities de Zuidas tot een toplocatie te maken in het bijzonder. Ook vraagt de fractie van D66 zich af of er nu keuzes worden gemaakt die het komende college van burgemeester en wethouders voor voldongen feiten stellen c.q. met welke realiteit het komende college te maken krijgt. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 2 april 2014, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan het college aangeven of er dit voorjaar met de staatssecretaris van lenM afspraken zijn gemaakt over de aanpassing van het eind 2013 aan de Kamer gestuurde Luchthavenindelingbesluit? Zo ja, welke? Antwoord: Met de Staatssecretaris is afgesproken meer tijd te nemen om oplossingen te vinden voor de bezwaren van de gemeenten. De inwerkingtreding van de AMvB Luchthavenindelingbesluit (LIB) is verschoven van 1 juli 2014 naar 1 januari 2015. Er wordt nu met het ministerie gewerkt aan een nadere analyse van de geïnventariseerde knelpunten met het LIB en oplossingen voor deze knelpunten. Naar verwachting zal dit leiden tot aanpassing van het LIB, maar daarover is geen zekerheid te geven. Dit is mede afhankelijk van hoe de oplossingen voor knelpunten worden geborgd. Daarnaast wordt gesproken over wie de kosten voor eventuele technische oplossingen zal gaan betalen. Bestuurlijk is het standpunt ingenomen dat de gemeenten en de investerende partijen uit de markt geen schade mogen lijden van de nieuwe regelgeving. Het betreft hier afspraken over de actualisatie van het LIB ten aanzien van vliegveiligheid, er wordt parallel gewerkt aan de actualisatie van het LIB ten aanzien van externe veiligheid en geluid. De AMvB ten aanzien van externe veiligheid en geluid zal komende december ter inzage worden gelegd. 2. Moeten de hoogbouwambities en de zgn. hoogbouwaccenten op de Zuidas (en elders) zoals vastgesteld in de Amsterdamse Structuurvisie en de hoogbouwvisie (Hoogbouw in Amsterdam’) door rijksregels worden bijgesteld? Zo ja, wat betekent dat voor de Zuidas-ambitie en de daar beoogde toplocatie en stedenbouwkundige kwaliteit? En wat betekent dit elders in Amsterdam? Antwoord: Dat is op dit moment nog niet helemaal duidelijk. Bouwprojecten moeten een bepaalde concreetheid hebben voordat er getoetst kan worden wat wel en niet kan worden gerealiseerd. De hoogbouwvisie is daarvoor niet concreet genoeg. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing 92 Gemeenteblad R Datum 9 mei 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 2 april 2014 Duidelijk is wel dat vrijwel alle hoogbouwaccenten te maken krijgen met beperkingen voor de radar. Samen met het ministerie wordt er gekeken of hier een oplossing voor kan worden gevonden. Over de Zuidas is het maken van afspraken met het ministerie van lenM ver gevorderd. Voor een groot deel van de Zuidas is inmiddels duidelijk dat de ambitie zonder meer doorgang kan vinden, onder andere door gebruik te maken van de radar op Soesterberg. Voor een klein deel van de Zuidas vindt er op dit moment een beoordeling plaats om vast te stellen of er toch enige beperkingen bestaan vanwege het nieuwe LIB. Daarnaast gaat de discussie bij de Zuidas nu ook in het bijzonder over de juridische borging van de afspraken. 3. Heeft het college zich — gezien de Schipholbeperkingen ter plaatse — hard gemaakt richting de staatssecretaris voor de mogelijkheid studentenwoningen te realiseren voor Amsterdamse VU-studenten net over de gemeentegrens in de leegstaande Amstelveense kantoren ‘Kronenburg’? Antwoord: Nee, het college heeft zich hiervoor (nog) niet hard gemaakt. Reden is dat ‘Kronenburg’ in de zogeheten LIB4 ligt. Binnen de LIB4 zijn er in principe geen nieuwe woningen, woonwagens, woonboten, scholen en gezondheidszorggebouwen toegestaan, tenzij het bestaand gebruik betreft. Over de actualisatie van de LIB4 wordt gesproken in de tweede fase van de actualisatie van het LIB, dat gaat over externe veiligheid en geluid. Voorstellen voor deze fase van de actualisatie worden op dit moment (verder) uitgewerkt. Onderdeel van de uitwerking is het inventariseren van knelpunten met de (huidige) LIB4 geluidscontour. De gemeente Amstelveen is ambtelijk bij de tweede fase van de actualisatie van het LIB betrokken. Het college gaat er vanuit dat de gemeente Amstelveen ‘Kronenburg’ als knelpunt bij het ministerie aanmeldt. 4. Kan het college aangeven wat de stand van zaken is wat betreft de besluitvorming over de ruimte voor verstedelijking in het gebied buiten de LIB-contouren (en binnen de huidige 20Ke-contouren uit de Nota Ruimte)? Antwoord: Vanuit het bestuurlijk overleg van het Rijksprogramma Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH), waar de gemeente Amsterdam aan deelneemt, is er een advies uitgebracht aan de Staatssecretaris. De bestuurders hebben geadviseerd om de 20 Ke juridisch vast te leggen in de AMvB Luchthavenindelingbesluit (LIB). Ten aanzien van (binnenstedelijke) transformatie binnen de 20Ke zijn de standpunten verdeeld. De regionale overheden (gemeenten en provincies) zijn voor transformatie. De sector is tegen transformatie. De Staatssecretaris zal hier binnenkort een beslissing over nemen. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer si 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 2 april 2014 5. Moet Amsterdam zich volgens het college daadwerkelijk zorgen maken over de beperkingen wat betreft stedelijke transformatie binnen (en buiten) de gemeentegrenzen als gevolg van de ‘Haagse’ Schipholregels? Antwoord: Het college ziet stedelijke transformatie als belangrijk instrument tegen verloedering van gebieden. Daarom is zij voorstander om stedelijke transformatie mogelijk te maken. 6. Onderschrijft het college het genoemde advies van de Rli? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft het dit advies gebruikt om te pleiten voor het afschaffen van ‘Haagse’ regels waar die niet expliciet slaan op de veiligheid? Antwoord: Het college heeft kennis genomen van het Rli-advies. Het college is in principe voorstander van het zo veel mogelijk decentraal leggen van verantwoordelijk- heden, maar acht het vanzelfsprekend dat (inter)nationale afspraken over vliegveiligheid bindend zijn voor de regio. Het overleg met het Rijk spitst zich toe op de regels die niet expliciet te herleiden zijn naar vliegveiligheid of inhoudelijk niet overtuigend onderbouwd zijn. 7. Kan het college aangeven hoeveel woningen er in stad (en regio) zijn gepland in de gehele hinderzone rond Schiphol (48 Lden) binnen en buiten het bestaande bebouwde gebied en in hoeverre deze nieuwbouwwoningen in de komende periode ter discussie (kunnen) komen als gevolg de ruimtelijke Schipholbesluiten? Antwoord: In de hinderzone 48 Lden zijn er in de regio tot 2040 ca.118.000 woningen gepland. Daarvan liggen er ca. 28.000 binnen de 20Ke. Het overgrote deel van deze woningen kunnen worden gerealiseerd omdat het gaat om binnenstedelijke herstructurering en intensivering. Áls stedelijke transformatie binnen de 20Ke niet wordt toegestaan dan kunnen er ca. 2400 woningen niet worden gebouwd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 918 Datum akkoord college van b&w van 22 september 2015 Publicatiedatum 30 september 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M.H. Ruigrok en de heer J.S.A. Vroege van 1 juli 2015 inzake de recente stroomstoringen in de binnenstad. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. De laatste weken werd de Amsterdamse binnenstad wederom getroffen door een aantal stroomstoringen waarvan de laatste volgens netbeheerder Liander bij benadering 700 huishouden trof. Naast bewoners worden ook bedrijven en ondernemers getroffen door de stroomstoringen. Zij kunnen hun bedrijf niet openen of sluiten, klanten worden niet geholpen en er kunnen geen transacties plaatsvinden. Daarnaast leidt stroomuitval tot verschillende ongemakken zoals vastzittende liften of platliggende computernetwerken, die groter worden naarmate de stroomstoring aanhoudt. De fracties van VVD en D66 hebben het probleem van veelvuldige stroomstoringen reeds in 2014 aangekaart (zie gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 483). Wat hen betreft moet de gemeente met de netbeheerder in gesprek gaan om te kijken op welke wijze prestaties verbeterd kunnen worden. Tevens moet voor de gedupeerden duidelijk zijn op welke wijze zij de geleden schade kunnen verhalen. Gezien het vorenstaande hebben vagenstilers op 1 juli 2015, respectievelijk namens de fracties van de VVD en D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan het college aangeven wat de oorzaak was van de twee meest recente stroomstoringen die de binnenstad troffen? Hoeveel ondernemers en particulieren werden getroffen door de storing? Hoeveel bedroeg — naar schatting - de economische schade van beide storingen? Antwoord vraag 1: Liander heeft ons gemeld dat de stroomstoringen zijn veroorzaakt door een specifiek type kabelverbinding die slecht bestand is tegen extreme hitte in combinatie met droogte. Door deze combinatie waren de verbindingsstukken doorgebrand. Recent waren er drie stroomstoringen: 1. op 28 juni in de Transvaalbuurt (2630 getroffen consumenten en bedrijven); 2. op 30 juni in het Centrum (1880 getroffen consumenten en bedrijven); 3. op 30 juni in Bullewijk (650 getroffen consumenten en bedrijven). 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 30 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 1 juli 2015 Zowel Liander als de gemeente beschikken niet over gegevens om de economische schade te schatten. 2. Wat zijn de mogelijkheden voor ondernemers en particulieren om in het geval van stroomstoring de geleden schade te verhalen op de netbeheerder? Op welke wijze worden deze mogelijkheden gecommuniceerd? Gebeurt dit ook direct na een stroomstoring? Antwoord vraag 2: Liander heeft een compensatieregeling voor dit soort situaties die vermeld staat op www.Liander.nl/storingen/compensatie. In deze regeling is opgenomen dat bij een stroomonderbreking die langer duurt dan vier uur hebben huishoudens recht op een vergoeding van 35 euro die zij automatisch ontvangen. Elke vier uur dat de stroomstoring langer duurt wordt het bedrag met 20 euro verhoogd. Voor zakelijke klanten wordt afhankelijk van de soort aansluiting 195 euro tot 910 euro vergoed. Zie verder bijlage 1 met de specifieke informatie. Gederfde inkomsten worden niet vergoed door energieleveranciers. Dat zou leiden tot een onaanvaardbare stijging van de tarieven voor alle klanten. 3. Hoeveel stroomstoringen hebben zich tot nu toe dit jaar in Amsterdam voorgedaan? Wat waren de oorzaken van deze storingen? Hoe verhoudt dit aantal zich tot de afgelopen jaren? 4. Bestaat er volgens het college een verband tussen de storingen en de staat van het onderhoud en/of de ouderdom van het netwerk op de locaties waar de storingen plaatsvinden? Zo ja, welke acties gaat het college hierop ondernemen? Zo nee, zijn er andere verbanden tussen locaties en de oorzaak van storingen en welke zijn dit? Antwoord vragen 3 en 4: Van 1 januari tot 5 juli Zijn er in Amsterdam ruim 500 stroomstoringen geweest. Het merendeel van de storingen in het netwerk trof gemiddeld 36 klanten. Er waren 35 grote storingen waar gemiddeld 1.500 klanten door werden getroffen, 19 daarvan waren tijdens de hittegolf. Tot de hittegolf was de prestatie van het elektriciteitsnet vergelijkbaar met voorgaande jaren, maar inclusief de hittegolf zijn er substantieel meer stroomstoringen geweest dan in vergelijkbare periodes. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 30 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 1 juli 2015 De oorzaken van stroomstoringen zijn divers. Veroudering, graafschades en extreme weersomstandigheden kunnen leiden tot defecten. In haar jaarverslag rapporteert Liander over de oorzaken van stroomstoringen, zie bijgevoegde tabel. Oorzaken uitvalduur elektriciteit 2014 zen 27e Llander Endinet Tabel oorzaken uitvalduur elektriciteit 2014, pagina 24 jaarverslag Alliander 2014 In Nederland is de verantwoordelijkheid voor het netwerk eenduidig neergelegd bij de betreffende netbeheerder. Liander geeft aan hard te werken aan het opruimen van kwetsbare kabelverbindingen, het vervangen van storingsgevoelige kabels en installaties én het aanpassen van de structuur van het net (waardoor bij een storing minder klanten getroffen worden). Voor het specifieke kabelverbindingsstuk dat slecht tegen de combinatie van extreme hitte en droogte kan, loopt een landelijk vervangingsprogramma, dat uiterlijk 2018 is afgerond. Liander heeft inmiddels besloten dat het vervangingsprogramma voor Amsterdam versneld wordt. Vanzelfsprekend moeten deze extra werkzaamheden goed worden ingepast in het totaal van werkzaamheden in de stad. Dit om de druk op de verkeersdoorstroming en bereikbaarheid van de stad minimaliseren. Liander verwacht dat de grootste knelpunten in Amsterdam eind 2016 zijn opgelost. Als er een hete en droge periode verwacht wordt, neemt Liander voorzorgsmaatregelen. Zo worden extra storingsploegen opgeroepen om voorkomende storingen zo snel mogelijk op te lossen en worden niet-urgente werkzaamheden uitgesteld om de capaciteit van het elektriciteitsnet zo goed mogelijk te benutten. Voor het verbeteren van netwerk en het terugdringen van de storingen investeert Liander in 2015 bijna 70 miljoen euro in de netten van Amsterdam. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 30 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 1 juli 2015 5. Wat zijn de mogelijkheden die de gemeente heeft om de netbeheerder aan te spreken op geleverde prestaties? Zijn er grenzen wat betreft het maximum aantal storingen dat zich mag voordoen voordat de gemeente met de netbeheerder in gesprek gaat over de geleverde prestaties? Antwoord vraag 5: De gemeente zal in het kader van het publieke belang van betrouwbare energielevering de problematiek bespreken met Liander. Het toezien op de kwaliteit van levering is in Nederland echter helder belegd bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Alle netbeheerders, ook Liander, opereren onder toezicht van de ACM. De ACM stuurt op veiligheid en betrouwbaarheid van de energielevering en op zo laag mogelijke maatschappelijke kosten en tarieven voor klanten. Via een zogeheten benchmarkregulering waarbij Liander met de andere regionale netbeheerders wordt vergeleken, wordt door de ACM zorgvuldig gemonitord hoe de investeringen in de netten zich verhouden tot bijvoorbeeld de veiligheid en de uitvalduur. Bij uitvalduur gaat het om het aantal storingsminuten per klant per jaar te verlagen. De ACM stuurt op zowel onderbrekingsduur als onderbrekingsfrequentie. Slecht presteren kan leiden tot korting op de inkomsten van netbeheerders. Informatie over de kwaliteit van Liander en overige netbeheerders vindt u terug in rapportages op de website van de ACM. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit AB Registratienummer Z-18-39202/ INT-18-13996 Afdeling Bestuur en Organisatie Onderwerp Vaststellen fractievergoedingen 2017 Portefeuille n.v.t. DB lid n.v.t. Gebied n.v.t. Datum DB n.v.t. Datum AB voorbereidend _n.v.t. Datum AB besluitvormend 13 maart 2018 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Joep Timmermans 020 253 BOOG [email protected] *ZOO4492527B« Paginaa van4 Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd gezien het voorstel van de Kascommissie; overwegende dat het op grond van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014, de bestedingen van de fractiesubsidies dient vast te stellen, gelet op de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014, 1. De hoogte van de fractievergoedingen 2017 vast te stellen conform onderstaand overzicht D66 PvdA SP ND) en VVD €4.366,80| €4.065,60| €3.764,40 | €3.463,20| €4.065,60| €3.764,40 Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van 4 Bevoegdheid Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014. Bestuurlijke achtergrond Deze verantwoording is voorbereid door een kascommissie, bestaande uit de (buitengewoon) bestuurscommissieleden De Boer, Ceha en Molenaar, ondersteund door een medewerker van Bestuur & Organisatie (Joep Timmermans). Zij bieden u dit stuk ter besluitvorming aan. Op grond van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014, dient het AB de bestedingen van de fractiesubsidies vast te stellen. Daarbij wordt gekeken of de bedragen zijn besteed in overeenstemming met het doel waarvoor de subsidie verstrekt is en naar de saldering tussen de ontvangen voorschotten en de bestede bedragen. De kascommissie heeft geen bestedingen gezien die niet aan de voorwaarden voldeden en zij beveelt u dus aan de uitgaven te accorderen en de bedragen zoals door de fracties opgegeven, vast te stellen. Van het in totaal aan alle fracties toegekende bedrag, € 23.490,00, wordt een ruim gedeelte, te weten € 8.012,43 (34%) teruggestort in de gemeentekas. Onderbouwing besluit Beoogd effect De rechtmatigheid van de uitgaven wordt met dit besluit vastgesteld. Argumenten De uitgaven zijn alle gedaan in overeenstemming met de verordening In art. 3 van de verordening wordt bepaald dat de subsidie niet mag worden gebruikt ter bekostiging van: a. uitgaven die in strijd zijn met een wettelijk voorschrift; b. vitgaven aan of ten behoeve van politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractieondersteuning op basis van een gespecificeerde, reële declaratie; c. giften, leningen en voorschotten; d. vitgaven waarvoor op grond van de Verordening voorzieningen bestuurscommissieleden 2013, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden alsmede de Verordening vergoedingen raadsleden en commissieleden 2003 aanspraak op vergoeding bestaat; e. uitgaven ten behoeve van de beroepsmatige inzet van de leden van de bestuurscommissies of bedrijven waarover de leden van de bestuurscommissies middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben; f. (herverkiezing van de leden van de bestuurscommissies; g. kosten voor kantoorruimte buiten het stadsdeelkantoor. Zoals hierboven al gezegd, is in geen van de aangeboden verantwoordingen een uitgave aangetroffen die naar het oordeel van de kascommissie onder een van bovenstaande categorieën valt. Kanttekeningen Over de doelmatigheid kan de kascommissie geen uitspraak doen. Pagina 3 van 4 Risico's / Neveneffecten n.v.t. Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau n.v.t. Financiën n.v.t. Communicatie n.v.t. Overige n.v.t. Financiële paragraaf Financiële gevolgen? ja Indien ja, incidenteel (hieronder nader specificeren) Indien ja, dekking aanwezig? ja Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting De bedragen die overblijven na aftrek van de gemaakte kosten, worden of zijn in een aantal geval al teruggestort in de gemeentekas. Voorlichting en communicatie De stukken zijn als onderdeel van de vergaderstukken openbaar en kunnen dus door eenieder ingezien worden. Voor actieve communicatie is geen aanleiding. Uitkomsten inspraak n.v.t. Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Einde geheimhouding n.v.t. Stukken Meegestuurd Scans van de verantwoordingsformulieren Ter inzage gelegd De fysieke bescheiden Parafen Namens de kascommissie, Gery de Boer Sharona Ceha Martijn Molenaar Pagina 4 van 4
Besluit
4
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 21 december 2023 Portefeuille(s) Jeugd en Zorg Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman en Alexander Scholtes Behandeld door Beleid Jeugd en Zorg, Margreet Wiegand ([email protected]) Onderwerp Stand van zaken Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming Geachte leden van de gemeenteraad, Het jeugd- en zorgstelsel is volop in beweging. De afgelopen jaren is er in Amsterdam een nieuwe aanpak voor huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld onder de naam Blijvend Veilig. Gezinnen en huishoudens waarin onveiligheid speelt worden niet meer overgedragen van de ene instantie naar de andere, maar bijgestaan door integraal werkende veiligheidsexperts. De resultaten zijn hoopgevend: er worden doorbraken bereikt na langdurige eerdere hulptrajecten en er is minder inzet nodig van ondertoezichtstellingen of vithuisplaatsingen. De cliënten voelen zich serieus genomen en meer gehoord en ondersteund. Per 1 december zijn we gestart met het invoeren van de aanpak in Amsterdam-Noord en Uithoorn. Graag informeren wij v over deze belangwekkende stap. Aanleiding en achtergrond Wij zijn tot nu toe als samenleving nog onvoldoende in staat om duurzame veiligheid te creëren in gezinnen en huishoudens waar sprake is van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat blijkt uit de langjarige studies van het Verwey-Jonker instituut en de vele rapporten van de Inspecties over de brede keten van jeugdbescherming waarover u geregeld bent geïnformeerd. Gezinnen en huishoudens hebben in het zorg- en veiligheidsdomein te maken met vele partijen die niet op elkaar aansluiten en aparte schakels vormen. Dat betekent voor hen keer op keer hun verhaal vertellen aan steeds andere hulpverleners. Het maakt hen moedeloos en zij verliezen het vertrouwen in de hulp. Professionals kunnen onvoldoende naast gezinnen en huishoudens staan en hen adequate ondersteuning bieden. Ook zien we dat deze gezinnen/huishoudens vaak te maken hebben met vraagstukken rond bestaanszekerheid, verslaving of mentale problematiek. Vanuit de urgentie van de situatie heeft Amsterdam-Amstelland als één van de eerste regio's besloten een pilot te worden ten behoeve van een nieuwe aanpak. In juni 2019 werd er onder de naam Blijvend Veilig gestart. Erwerd gekozen voor een gecombineerde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling: de patronen die geweld en onveiligheid veroorzaken zijn immers dezelfde in huishoudens met of zonder kinderen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023 Pagina 2 van7 Verloop van de pilot en het Toekomstscenario Professionals van de Gecertificeerde Instellingen (GI), Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de Blijf Groep ontwikkelden aan de hand van casuïstiek een nieuwe manier van werken voor gezinnen en huishoudens waarin sprake is van ernstig, structureel huiselijk geweld en kindermishandeling. Er wordt met hen gewerkt aan veiligheid op korte en lange termijn en gekeken naar achterliggende persoonlijke, opvoedings- en relatieproblemen. Het OKT en buurtteam kunnen de veiligheidsexperts van Blijvend Veilig vragen hen te helpen in gezinnen en huishoudens die zij begeleiden en waar complexe veiligheidsproblematiek speelt. Veelal werken professionals van het lokaal team en Blijvend Veilig samen in een duo. In de ernstigste, meest complexe situaties waar ook sprake is van zorgmijding begeleidt een duo van Blijvend Veilig een gezin of huishouden. De lokale teams kunnen in dat geval de gezinnen en huishoudens ondersteunen met hulp bij het huishouden of bij andere problemen die zij ervaren, zoals bij wonen, werk of schulden. Niet alleen voor de gezinnen en huishoudens, maar ook voor de verschillende professionals in het sociaal domein vormt de integrale aanpak van Blijvend Veilig een veel overzichtelijker geheel dan het huidige stelsel. Het in duo's werken met de meest complexe gezinnen en huishoudens is bovendien minder zwaar voor professionals. Deze elementen dragen bij aan een optimale inzet van professionals in een tijd waarin zorgpersoneel schaars is en het belangrijk is hen te behouden. De nieuwe ontwikkeling is sinds 2020 opgenomen in de Regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2024 ‘Voor Elkaar’. De ervaringen en inzichten van Blijvend Veilig en de vijf andere pilots in Nederland vormden belangrijke inbreng voor het landelijke Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming dat in maart 2021 aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Het Toekomstscenario beschrijft een fundamentele verandering waardoor gezinnen en huishoudens sneller steun krijgen bij hun problemen, wat onveiligheid kan voorkómen. Burgers die de hulpverlening durven te vertrouwen en het gevoel hebben daar geholpen te worden. Kinderen die de ruimte en steun krijgen zichzelf te zijn en zich te kunnen ontwikkelen naar eigen vermogen. Waar voldoende tijd, ruimte, deskundigheid, empathie en naastenliefde aanwezig is om hen te laten leren en ontwikkelen. Eén veiligheidsteam, in plaats van drie aparte organisaties die achter elkaar elk een eigen aanpak hanteren, past uitstekend bij het in de wijk, nabij de burger, hulp bieden. Deze ontwikkelingen vinden plaats binnen de context van een vastlopend beschermingsstelsel met ernstige personeelsproblematiek, diverse zorgelijke rapporten van de Inspecties over de gehele beschermingsketen en onvoldoende beschikbaarheid van jeugdhulp. Voor de lange termijn wordt het Toekomstscenario als oplossing gezien. Op 5 september 2022 heeft minister Weerwind in de Kamer aangegeven dat dit de stip op de horizon is die versneld moet worden ingevoerd. De Gecertificeerde Instellingen, Veilig Thuis en Raad voor de Kinderbescherming zullen dan (ten dele) opgaan in de Regionale Veiligheidsteams* (RVT). Voor de korte termijn is in oktober 2023 in de * In deze brief zal vanaf hier de landelijke term RVT worden gehanteerd. Dat is een werktitel in afwachting van een betere term. In de praktijk worden de namen RVT en Blijvend Veilig nu door elkaar gebruikt Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023 Pagina 3 van 7 Kamer een pakket ondersteunende maatregelen vastgesteld voor de Gecertificeerde Instellingen, zoals een lagere werklast en meer mogelijkheden voor zij-instromers en ondersteuners. De stap naar invoeren De regio Amsterdam-Amstelland heeft na ruim drie jaar werken als proeftuin besloten om Blijvend Veilig stapsgewijs in de stad in te voeren. De afgelopen periode is in de praktijk geleerd hoe we ervoor kunnen zorgen dat gezinnen en huishoudens zich beter gehoord en gezien voelen. En Blijvend Veilig hen, aanvullend op de hulp van collega's van de lokale teams, eerder en meer op maat helpt thuis veiligheid te creëren. Wij gunnen alle gezinnen en huishoudens de nieuwe aanpak. Vanaf 1 december 2023 is in Amsterdam in stadsdeel Noord gestart met de integrale veiligheidsaanpak. Er zijn nu teams van veiligheidsexperts in plaats van losse organisaties op het gebied van bescherming bij huiselijk geweld en kindermishandeling. De teams zullen ook bijdragen aan specifieke maatschappelijke opgaven op veiligheid in het stadsdeel. De ambitie is per 2026 in de gehele regio volledig met de Regionale Veiligheidsteams in de wijken te werken. We gaan stap voor stap invoeren en blijven leren en bijsturen waar nodig. Er is een regionale Transformatieleider aangesteld die hier met de vitvoeringspartijen vorm aan geeft. Wat merkt de Amsterdammer per 1 december 2023 Vanaf 1 december zijn er in geheel Amsterdam-Noord drie RVT teams gestart, in de wijken Oud- Noord, Noord-West en Noord-Oost. Zij versterken het OKT en buurtteam en ondersteunen huishoudens en gezinnen bij het direct en duurzaam stoppen van geweld. De professionals analyseren met de betrokkenen wat hun vraag is en bij welke problematiek zij ondersteuning willen. Huishoudens en gezinnen worden geholpen door vaste, vertrouwde mensen van het OKT of buurtteam, waar nodig ondersteund door een vertrouwd gezicht van het RVT. Het streven is dit 2026 in de hele regio te hebben ingevoerd. Binnen het RVT is ook een ervaringsdeskundige werkzaam die een brugfunctie kan vervullen tussen professionals en gezin. Tevens is er een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige werkzaam die mee kan gaan op huisbezoek; volwassenen en ouders ervaren die als steun voor hun positie en problematiek. De teams kunnen zelf onderzoek doen naar kindermishandeling en huiselijk geweld, als dat aan de orde komt. Mocht er in een situatie een gedwongen maatregel voor kinderbescherming nodig zijn en door de rechter worden opgelegd, dan kan het RVT deze maatregel vitvoeren. Voor de situaties waar dat nodig is wordt gezocht naar een verantwoorde vorm van rechtsbescherming, zonder dat er overdrachten aan te pas komen. Voor de jongeren en ouders wordt in dat geval ook voorzien in de mogelijkheid van (juridische) ondersteuning. Verdere doorontwikkeling in onze regio in relatie met de landelijke ontwikkelingen De komende jaren wordt in heel Nederland de nieuwe aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling ingevoerd. Die is ook nodig, want het werken als een keten is niet langer houdbaar. Het is ook een cultuuromslag, waarin professionals de ruimte krijgen om (langdurig) gezinnen en huishoudens te kunnen bijstaan in het oplossen van hun problemen die vaak ten grondslag liggen aan onveiligheid. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023 Pagina 4 van 7 Het gaat grote veranderingen brengen in de inhoud van het werk en vraagt ook om organisatorische of wettelijke aanpassingen. Er is nog een aantal landelijke politieke beslissingen te nemen over belangrijke onderdelen. In 2024 zullen landelijk inhoudelijke keuzes worden gemaakt over welke taken in de regionaal Veiligheidsteams worden belegd en ook over organisatie en bestuurlijke onderbrenging. Politieke besluitvorming is de tweede helft van 2025 voorzien en nieuwe wetgeving in 2027. Tijdens onze proeftuin zijn dus nog niet alle (landelijke, politieke) beslissingen genomen. Het is ook lastig dat er geen experimenteerwetgeving is die het mogelijk maakt volledig te werken conform het Toekomstscenario. Voor een aantal zaken is daarom nog een bypass in het werkproces nodig, zoveel mogelijk in de geest van het Toekomstscenario. Dat wordt zorgvuldig vormgegeven om te voorkomen dat de integraal werkende professionals een risico zouden lopen met betrekking tot hun beroepsregistratie. Wij blijven met het Rijk zoeken naar betere facilitering van het werken conform het Toekomstscenario. De uiteindelijke oplossing hiervoor is nieuwe, passende wetgeving. Wij streven in onze regio naar zoveel mogelijk continuïteit voor gezinnen en huishouden, ook in geval er gedwongen begeleiding overwogen wordt. Dat wil zeggen dat we de rechtsbescherming binnen het RVT willen organiseren en de noodzakelijke tegenspraak in het werkproces van het RVT vormgeven. Deze stap kan nog niet worden gezet, totdat de landelijk ingestelde Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid haar advies heeft opgeleverd. Hun advies en de daarop volgende besluitvorming bepaalt hoe integraal het Regionaal Veiligheidsteam uiteindelijk zal kunnen zijn. Dat advies wordt in janvari 2024 verwacht. Vooruitlopend op de landelijke besluitvorming blijft onze regio zich ontwikkelen binnen de wettelijke mogelijkheden en draagt vanuit de praktijk bij aan de keuzes die gemaakt gaan worden. Zo kan een groot deel van het onderzoekswerk dat in het huidige stelsel door de Raad voor de Kinderbescherming wordt gedaan al binnen het RVT kan worden uitgevoerd en heeft de Raad voor de Kinderbescherming veelal enkel nog een toetsende taak uit te voeren. In de wijken wordt door lokale teams en RVT gewerkt aan meer toegankelijkheid van hulp bij dreigende kindermishandeling of huiselijk geweld, wat mogelijk het aantal meldingen bij Veilig Thuis omlaag brengt. Het RVT is er voor alle Amsterdammers, ook bijvoorbeeld voor mensen met een licht verstandelijke beperking. De komende periode wordt gewerkt aan het verder borgen van de deskundigheid die dat vraagt. Kansen in de brede beweging in het Amsterdamse sociale en veiligheidsdomein De nieuwe werkwijze van het RVT en het samenspel met het OKT en Buurtteam en met specialistische hulp en zorg biedt tal van kansen om een andere manier van hulpverlening en bescherming vorm te geven. Deze nieuwe aanpak, die we in een paar jaar willen invoeren in de gehele regio, maakt het voorkómen en begeleiden van de Amsterdammers in zeer complexe situaties met onveiligheid eenvoudiger, toegankelijker en minder bedreigend. Wij doen het vóór de gezinnen en huishoudens en mét hen, zodat zij weer zelfstandig verder kunnen. De aanpak van het RVT sluit aan bij de gebiedsgerichte beweging die in Amsterdam gaande is en de beide bewegingen versterken elkaar. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023 Pagina 5 van7 Het RVT werkt voor Amsterdam-Noord met de Blijf Groep samen tijdens tijdelijke huisverboden (THV's), waardoor een vloeiende overgang mogelijk is als daarna verdere begeleiding door het RVT noodzakelijk is. Verder is met de politie samengewerkt in een aantal complexe gezinnen en huishoudens. De eerste resultaten van het samenwerken van wijkagent en de professional van het RVT waren hoopgevend. Ook is er een vergelijkbare samenwerking met de volwassenreclassering (plegeraanpak). Momenteel wordt ook met het Centrum Seksueel Geweld (CSG) verkend hoe er kan worden samengewerkt: de doelgroepen van huiselijk geweld en seksueel geweld overlappen voor een deel. Wat nog niet voldoende is gelukt is het verkleinen van de afstand tussen de volwassenen GGZ (inclusief verslavingszorg) en de gezinnen en huishoudens met de meest complexe problematiek. Er is nog geen sprake van een gezamenlijke aanpak in gezinnen en huishoudens. Dat is de volgende uitdaging, waar wij zelf aan werken, met de zorgverzekeraar over in gesprek gaan en ook het Rijk op aanspreken. Organisatorische gevolgen en randvoorwaarden Er wordt voor de regio een meerjarenplan opgesteld dat schetst wat het volledig invoeren van het Toekomstscenario vraagt van uitvoeringsorganisaties en overheden. Daarin zal de planning van de brede invoering in de regio worden geschetst, alle consequenties die dat heeft en op welke manier dit wordt gemonitord. Er wordt ook een meerjarenbegroting opgesteld. Grotere onderwerpen die in elk geval worden vitgewerkt zijn bijvoorbeeld een nieuwe organisatievorm en de bestuurlijke onderbrenging inde regio. In deze brief treft v een eerste schets van financiële dekking van deze beweging tijdens de proeftuinfase en de financiële gevolgen op de langere termijn. De gemeenten in de proeftuinregio's hebben landelijk twee verschillende typen incidentele middelen ter beschikking gesteld gekregen. Dat betreft voor de jaren 2022 t/m 2025 t.b.v. het Toekomstscenario middelen ter versterking van de gemeentelijke dienstverlening? Voor onze regio is dat een bedrag van € 2,1 miljoen per jaar in genoemde periode. Tot 2026 kunnen wij tevens bij het landelijk Programma jaarlijks een bijdrage aanvragen voor proeftuininnovatie. Het directe werk ten behoeve van gezinnen en huishoudens wordt gefinancierd vit gemeentelijke middelen, die nu bestemd zijn voor de inzet vanuit Veilig Thuis, de Gl etc. Tijdens de invoering van de Regionale Veiligheidsteams zullen de huidige organisaties steeds minder cliënten bedienen en geleidelijk in omvang afnemen. Dat vraagt om een verantwoord en afgestemd (boven)regionaal ombouwen en een samenhangende sturing van de gemeenten. Dit zal zorgvuldig en stapsgewijs worden uitgelijnd en gemonitord. Het Toekomstscenario heeft ook impact op het werk van de lokale teams. Zij blijven het vaste gezicht voor de gezinnen en huishoudens, ook als er sprake is van onveiligheid en moeten daarvoor geëquipeerd worden in tijd en kwaliteit (gedragsdeskundigen en mogelijkheden tot reflectie). Zij kunnen de veiligheidsexperts vragen aan te sluiten en als duo samen te werken in gezinnen en huishoudens, maar het vraagt van hen zelf ook meer deskundigheid op het terrein van veiligheid. * Deze komen voort uit de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (de zogenaamde POK middelen) en worden verdeeld via het gemeentefonds in de vorm van een Decentralisatie Uitkering). In de regio Amsterdam Amstelland is besloten dat deze middelen volledig aan het Toekomstscenario zullen worden besteed. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023 Pagina 6 van 7 In de regio Amsterdam-Amstelland wordt de komende maanden in kaart gebracht wat we voorzien aan frictiekosten als gevolg van de invoering van het Toekomstscenario. Nu het nieuwe werken steeds meer is vitgekristalliseerd is het mogelijk een kostprijs te bepalen en een businesscase op te stellen. Het landelijk Programmateam, waar wij intensief mee samenwerken, hoopt dit medio 2024, op te leveren. Daarnaast onderzoeken wij dat ook zelf vanuit de praktijk met de twee andere langstlopende proeftuinen (Utrecht en Foodvalley). Door de eerder genoemde incidentele bijdragen kunnen wij deze frictiekosten voor een deel opvangen en verder zal het Rijk naar verwachting bijdragen aan de brede landelijke implementatie. We zullen u in het voorjaar nader informeren over de voortgang van het invoeren en het meerjarig perspectief op verdere ontwikkeling, inrichting en financiering. Op dit moment is het structurele financiële plaatje voor de langere termijn nog onduidelijk en worden de stappen van verdere invoering daarmee in overeenstemming gebracht. Tot slot Wij hebben de overtuiging dat de Amsterdammers zich door deze aanpak beter ondersteund voelen en de professionals meer tevredenheid ervaren als zij samen voor een gezin of huishouden het verschil kunnen maken. Het kan hiermee ook een stap zijn naar meer vertrouwen in de hulpverlening. Als wethouders Jeugd en Zorg ondersteunen wij deze beweging volledig. Nog niet alles is uitgewerkt, maar dit is onmiskenbaar de toekomst. De ontwikkelingen zijn dermate hoopgevend dat in Amsterdam-Amstelland en ook de rest van Nederland duidelijk is geworden dat dit een onomkeerbare beweging is. Het zal nog enkele jaren duren voordat wetgeving en de landelijke en lokale instituties hier geheel op ingericht zijn en van onze proeftuin die al vele stappen heeft gezet zal geduld en inventiviteit worden gevraagd. Er is ook in de context van deze proeftuin nog een lange weg te gaan, zoals in de Hervormingsagenda is aangegeven. Teveel kinderen wachten nog op hulp. Als de betrokken Amsterdammers dankzij hun intensieve vertrouwensrelatie met professionals willen werken aan hun problemen is het funest als die specialistische hulp op dat moment niet beschikbaar is. We verwachten in 2024 daarin een stap te zetten met de gebiedsgerichte samenwerking. Doordat op één punt per stadsdeel de aanmeldingen voor jeugdhulp worden ontvangen ontstaat een eenduidig beeld op de kinderen en gezinnen die wachten op hulp. De gezinnen en kinderen die complexe problemen ervaren en die het meeste baat hebben bij jeugdhulp worden geprioriteerd. In Amsterdam-Noord, waar Blijvend Veilig meedoet in het gebiedsgericht werken, kunnen we in de praktijk zien wat de combinatie van de beide bewegingen voor de Amsterdammers betekent. De gemeente zelf zal ook stappen moeten zetten, door de verschillende opgaven in het sociale domein goed te synchroniseren. Lokale teams, de partijen die het RVT vormen, ingekochte jeugdhulp en Wmo zorg zijn allen noodzakelijk om de nieuwe aanpak bij onveiligheid tot een succes te maken. De gemeente als opdrachtgever zal haar inkoop, subsidie en sturing daarop moeten afstemmen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 21 december 2023 Pagina 7 van7 De beweging die met het Toekomstscenario is ingezet gaat ons helpen gezinnen en huishoudens beter en sneller de hulp te bieden en hen op kwetsbare momenten bij te staan. Dat is hard nodig in deze onzekere tijden, waarin extra aandacht en ondersteuning voor de meest kwetsbaren onontbeerlijk is. Door meer eenvoud en effectiviteit zal het jeugd- en zorgstelsel op termijn beter bereikbaar en betaalbaar worden en bovendien aantrekkelijker als werkplek voor personeel. Het vraagt een omslag van de professionals en zij verdienen daarbij alle steun. Door het ontbreken van nieuwe wetgeving zijn de omstandigheden waaronder ze werken nog niet optimaal, maar zij doen ongelofelijk belangrijk werk. Deze nieuwe aanpak vraagt hen buiten het eigen bekende kader te kijken en het elkaar blijven vertrouwen ook als er helaas toch iets niet goed gaat. Maar, het is duidelijk dat we nu iets moois te pakken hebben wat een wezenlijke verbetering tot stand zal kunnen brengen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, VS Marjolein Moorman, DO Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening Alexander Scholtes, Wethouder Zorg en Maatschappelijke ontwikkeling, Publieke gezondheid en preventie
Brief
7
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1494 Datum indiening 26 juni 2017 Datum akkoord 27 november 2017 Datum publicatie 28 november 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van lid Poot inzake een groep jetski's in de Amsterdamse grachten. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: In het weekend van 24/25 juni 2017 voer een groep jetski's door de Amsterdamse grachten, langs onder meer de Prinsengracht, Amstel en Oudezijds Kolk. Dit ging, op basis van videobeelden, gepaard met de nodige golfslag en geluid van motoren. Wat de fractie van de VVD betreft is het op deze manier onvergund varen met jetski's op het Amsterdamse binnenwater geen wenselijke ontwikkeling Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke feiten zijn er bekend rondom de vaartocht van jetski's in het weekend van 24/25 juni 2017? Is er sprake geweest van een gevaarlijke situatie? Antwoord: Bij de afdeling Nautisch Toezicht en Handhaving van Waternet kwamen meldingen binnen van een groep waterscooters die bij de Hermitage op de Amstel en later op de Oudezijds Voorburgwal aan het varen waren. Of de veiligheid in het geding was, heeft de afdeling niet goed kunnen beoordelen aan de hand van de camerabeelden. Na een melding van de Klantenservice van Waternet zijn de toezichthouders op zoek gegaan naar deze waterscooters. De overtreders konden helaas niet op heterdaad betrapt worden. In artikel 6.20 van het Binnenvaartpolitiereglement staat dat een vaartuig — dus ook een waterscooter — zijn vaarsnelheid zodanig moet regelen dat hinderlijke waterbeweging (golfslag) waardoor schade of hinder zou kunnen ontstaan, moet worden vermeden. Voor strafbaarheid moet er wel sprake zijn van (reële kans op) schade. De huidige maximumsnelheid op de Amsterdamse grachten is 6 km/u. Op de doorgaande routes (Amstelroute, Kostverlorenvaartroute) en de Oostelijke Havenbekkens mag 7,5 km/u gevaren worden. Dit is in de Verordening op het binnenwater geregeld. 1 Artikel 6.20 Hinderlijke waterbeweging 1. Een schip moet zijn snelheid zodanig regelen, dat hinderlijke waterbeweging waardoor schade aan een varend of een stilliggend schip of drijvend voorwerp of aan een werk zou kunnen worden veroorzaakt wordt vermeden. Het moet daartoe tijdig zijn snelheid verminderen, echter niet beneden de snelheid die nodig is voor veilig sturen: - voor een havenmond; - in de nabijheid van een schip dat gemeerd is aan de oever of aan een ontschepingsplaats dan wel dat wordt geladen of gelost; - in de nabijheid van een schip dat op een gebruikelijke ligplaats stilligt; - in de nabijheid van een veerpont die dienst doet; -in een vak van of op een plaats in de vaarweg, aangeduid door het teken A.9. 2. Een schip moet bij het voorbijvaren van een schip, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting, voerende de tekens bedoeld in artikel 3.29 of artikel 3.38, tijdig zijn snelheid verminderen, zoals bij de tweede volzin van het eerste lid wordt bepaald. Het moet voorts zover mogelijk daarvan verwijderd blijven. 3. Een schip moet bij het voorbijvaren van een schip als bedoeld in artikel 3.25 aan de zijde waar de tekens van het eerste lid onder c van dit artikel worden gevoerd tijdig zijn snelheid verminderen, zoals bij de tweede volzin van het eerste lid wordt bepaald. Het moet voorts zover mogelijk daarvan verwijderd blijven. 2. Welke regels zijn er omtrent het varen in groepsverband, al dan niet met jetski's, op de Amsterdamse grachten? Antwoord: De regels voor het varen in groepsverband staan vermeld in artikel 1.23 van het Binnenvaartpolitiereglement. Groepen (een of meer vaartuigen) die samen gaan varen, moeten dit van te voren melden bij de bevoegde autoriteit (bij de senior beheerder werkzaam bij de Afdeling Beleid & Assets en Nautisch Beheer van Waternet). Een dergelijke melding is door Waternet niet ontvangen. Artikel 1.23 Melden van en toestemming voor evenementen 1. Het is verboden een sportevenement, een festiviteit of een ander evenement, waarbij een of meer schepen of drijvende voorwerpen zijn betrokken, dan wel werkzaamheden of een tewaterlating van een schip of van een drijvend voorwerp op een vaarweg te doen plaats hebben zonder dit tijdig tevoren bij de bevoegde autoriteit te melden. 2. Indien een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar kan brengen, is het verboden deze zonder toestemming van de bevoegde autoriteit te doen plaats hebben. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden. 3. Hetis verboden een evenement, waarbij zich personen anders dan op een schip te water bevinden en waardoor hinder of gevaar voor het scheepvaartverkeer kan ontstaan, zonder toestemming van de bevoegde autoriteit te doen plaats hebben. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden. 3. Indien er sprake is van verhuur van de betreffende jetski's, kan dan tegen de verhuurder worden opgetreden? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Waternet heeft de organisatie rondom de vaartocht van de jetski's hierop aangesproken. AT5 heeft hiervan verslag gedaan. 2 De verhuurder van de vaartuigen heeft een verplichting om de huurder op de hoogte te brengen van de regels die gelden op het water (welke snelheden er waar gevaren mogen worden). Het verbaliseren van de verhuurder is echter niet mogelijk. Dit is alleen mogelijk door constatering van de overtreding van de opsporingsambtenaar op heterdaad. Het is niet mogelijk om aan de hand van filmopnames of meldingen een proces-verbaal op te maken. Dit is landelijke wetgeving. 4. Welke schadegevallen zijn bekend naar aanleiding van de vaartocht? Is er schade ontstaan aan woonboten maar ook bijvoorbeeld vogelnesten? Antwoord: Tot op heden zijn er geen schadegevallen bekend bij Waternet. 5. Waserten tijde van de vaartocht handhavingscapaciteit beschikbaar in de buurt? Zo ja, waarom zijn deze klaarblijkelijk te laat op locatie aangekomen? Zo nee, waarom was er geen capaciteit beschikbaar? Antwoord: Er was capaciteit beschikbaar. Toen de handhavers op de locatie aankwamen waren de waterscooters al vertrokken van de gemelde locaties. Ze zijn ook niet elders aangetroffen. 6. Welke acties gaat het college ondernemen om dergelijke vaartochten in de toekomst te voorkomen? Antwoord: Juridisch gezien is het momenteel niet mogelijk om individuele jetski's te verbieden op het binnenwater van Amsterdam en dienen de jetski's zich gewoon te houden aan de maximum vaarsnelheden ter plaatse. Bij overtreding hiervan zal er handhavend worden opgetreden. In groepsverband zal er een melding moeten worden gedaan en zal beoordeeld worden of de activiteit voldoet aan de criteria van het Binnenvaartpolitiereglement inzake evenementen. Zo nodig worden er voorschriften verbonden aan de toestemming. Tot op heden is dit de eerste keer dat er een groep jetski’s is gaan varen op de grachten. Mocht het zich vaker gaan voordoen en leiden tot overlast, dan kan het college onderzoeken of het mogelijk is om een waterscooter of jetski of een ander gemotoriseerd — niet bootachtig — vaartuig te verbieden de grachten op te gaan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 76 Publicatiedatum 31 januari 2014 Ingekomen onder P Ingekomen op woensdag 22 januari 2014 Behandeld op woensdag 22 januari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Ivens en de heer Paternotte inzake het verlengen van de subsidierelatie met de Stichting Jaap Eden IJscomplex. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 december 2013 tot kennisnemen van het besluit van het college van burgemeester en wethouders inzake het verlengen van de subsidierelatie met de Stichting Jaap Eden IJscomplex (Gemeenteblad afd. 1, nr. 18); Constaterende dat: — er weer voor vijf jaar een subsidierelatie is aangegaan met de stichting Jaap Eden ijsbaan met als doel zoveel mogelijk Amsterdammers te laten schaatsen op het kunstijs van de Jaap Edenbaan en -hal; — de relatie tussen het bestuur en (sommige) gebruikers van de baan de laatste jaren op gespannen voet heeft gestaan; Overwegende dat het succes van de publiek gefinancierde ijsbaan valt of staat met een goede kwaliteit van de service, en met een goede relatie van het bestuur en de directie met de gebruikers van de ijsbaan, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het bestuur van de Jaap Eden ijsbaan aan te sporen acties te ondernemen om de relatie met het deel van de schaatsers die zich de laatste jaren hebben geroerd te herstellen, bijvoorbeeld door (maar niet uitsluitend): — brede vertegenwoordiging in de Gebruikersraad die een stevig mandaat heeft; — het doen van een klanttevredenheidsonderzoek in 2014; — goede kwaliteitsbewaking van de nieuwe Schaatsschool; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 76 Moti Datum _ 31 januari 2014 otie — op regelmatige en structurele basis contact te onderhouden met de gebruikers van de Jaap Edenbaan en -hal. De leden van de gemeenteraad, E.T.W. van Roemburg L.G.F. Ivens J.M. Paternotte 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 438 Datum akkoord 12 mei 2016 Publicatiedatum 13 mei 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius (VVD) en Groot Wassink (GroenLinks) van 26 april 2016 inzake de inbraak in de woning van Ebru Umar. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op 25 april 2016 berichtte telegraaf.nl dat de inbraak in het Amsterdamse huis van journalist Ebru Umar door de politie als iedere andere inbraak zou worden behandeld. De inbraak vond plaats op de maandagochtend nadat Umar in Turkije was opgepakt vanwege het plaatsen van kritische berichten over de Turkse president Erdogan op social media. Uit het huis werd een oude laptop gestolen tevens werd de slaapkamermuur beklad met kwetsende teksten. Door de timing, de verdwenen laptop en de achtergelaten tekst bestaat het vermoeden dat een politiek in plaats van een hebzuchtig motief aan de inbraak ten grondslag ligt en dat het doel met name intimidatie was. De indieners van deze vragen maken zich zorgen over het effect die gebeurtenissen als deze hebben op zowel mevrouw Umar als andere Nederlanders van Turkse origine die zich kritisch uitlaten over het Turkse regime. De fracties van de VVD en GroenLinks zullen dit onderwerp dan ook agenderen voor de raadscommissie voor Algemene Zaken c.a. van 12 mei 2016. Gezien de ernst van het onderwerp en het feit dat sporenonderzoek in de eerste periode na het delict het meest effectief is, stellen zij aanvullend daarop deze vragen. Het wordt op prijs gesteld wanneer de beantwoording eerder plaatsvindt dan de daarvoor gestelde termijn van vier weken. Gezien het vorenstaande hebben de leden Yesilgöz-Zegerius en Groot Wassink, respectievelijk namens de fracties van de VVD en GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college aangeven waarom de politie ondanks de timing en het mogelijke motief van de inbraak afziet van extra maatregelen? Antwoord: De opsporing van strafbare feiten valt niet onder de verantwoordelijkheid van het college, maar onder die van de Officier van Justitie. Het Openbaar Ministerie Amsterdam heeft mij laten weten dat ze, gelet op het opsporingsbelang, in dit stadium geen uitspraken kan doen over het verloop van het strafrechtelijke onder- zoek, maar dat in het onderzoek alle mogelijke motieven worden meegenomen. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing as Gemeenteblad Datum 13 mei 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016 Extra maatregelen worden getroffen indien daartoe op basis van (dreigings-) informatie aanleiding is. Hierbij is het stelsel bewaken en beveiligen leidend, waarin onder meer is opgenomen dat het treffen van maatregelen primair een eigen verantwoordelijkheid is. Wanneer de dreiging hiertoe aanleiding geeft zal de overheid aanvullende maatregelen treffen. De hoofdofficier van Justitie is verantwoordelijk voor het beveiligen van personen. De burgemeester is verantwoordelijk voor het bewaken van gebouwen. De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het bewaken en beveiligen van specifieke door het rijk benoemde objecten en subjecten. Zoals u weet doet de burgemeester nooit uitspraken over specifieke dreigingsinformatie en de aard en omvang van eventuele maatregelen. De burgemeester wil opmerken dat de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid in Amsterdam een groot goed zijn en slechts worden beperkt door de grenzen van de wet. Deze rechten worden beschermd door de overheid. Indien noodzakelijk worden maatregelen getroffen ter bescherming van de personen die gebruik maken van deze rechten en ten gevolge daarvan geïntimideerd en/of bedreigd worden. Uiteraard worden meldingen van een dergelijke intimidatie of bedreiging door de overheid serieus genomen. In dit licht is er afgelopen weken dan ook veelvuldig contact geweest tussen de driehoekspartners en de NCTV over deze specifieke zaak. 2. Mocht het motief van de inbraak politiek blijken te zijn, wordt het misdrijf dan behandeld als een daad met terroristisch oogmerk zoals wordt verstaan onder artikel 83a uit het Wetboek van Strafrecht? Antwoord: De vervolging van strafbare feiten valt zoals gezegd niet onder de verantwoordelijkheid van het college, maar onder die van de Officier van Justitie. Het is aan het Openbaar Ministerie om, nadat het opsporingsonderzoek is afgerond, alle feiten en omstandigheden af te wegen en te bepalen of er voldoende bewijs is dat er een strafbaar feit is gepleegd, of een strafrechtelijke vervolging op zijn plaats is en zo ja, voor welk feit de dader of daders in dat geval dienen te worden vervolgd. 3. Heeft het college signalen ontvangen van Amsterdammers die zich bedreigd voelen naar aanleiding van kritische uitlatingen over Erdogan? Wat wordt momenteel gedaan om deze Amsterdammers te beschermen tegen eventuele vergeldingsacties? Antwoord: Bij het college zijn geen signalen bekend van Amsterdammers die zich bedreigd voelen naar aanleiding van kritische uitlatingen over Erdogan. Het college staat in contact met allerlei verschillende personen en organisaties met een Turkse (en Koerdische) achtergrond. Via dit netwerk is gebleken dat de mail van het consulaat — die later per ongeluk verstuurd zou zijn — om melding te doen over beledigingen tegen president Erdogan, ook door Amsterdamse organisaties is ontvangen. Dit is niet overal goed gevallen. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Ee 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016 Het beleid van de gemeente is er op gericht om de invloed van buitenlandse conflicten op Amsterdam zoveel mogelijk tegen te gaan. In dat kader heeft de gemeente in de afgelopen jaren een aantal keer de Amsterdamse organisaties van Turkse en Koerdische komaf bij elkaar geroepen om problemen te bespreken. Dit heeft geresulteerd in gezamenlijke verklaringen waarin is aangeven dat we allen Amsterdammers zijn en buitenlandse conflicten niet naar Amsterdam importeren. Indien de situatie daarom vraagt zal ik opnieuw een dergelijke bijeenkomst organiseren. Indien er informatie bekend wordt dat Amsterdammers zich bedreigd voelen zal net als bij alle andere bedreigingen worden bezien welke maatregelen getroffen dienen te worden. Het is van belang dat er altijd aangifte van bedreiging wordt gedaan zodat de politie en het OM zo goed en snel mogelijk over kunnen gaan tot opsporing en vervolging van de dader. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Verbeteraanpak Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland naar aanleiding van het inspectierapport De kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland Stap 2 (Zicht op Veiligheid) Periode januari — september 2017 AMSTERDAM- AMSTELLAND Definitief d.d. 27 september 2017 Inleiding Op 24 januari 2017 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (de inspecties) onderzoek gedaan bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland (verder Veilig Thuis). Dit is stap 2 in het toezicht op alle Veilig Thuis organisaties. In stap 2 richt het toezicht zicht op de kwaliteit van het inzetten van vervolgtrajecten en het doen van onderzoek door Veilig Thuis. De inspecties hebben geconcludeerd dat de kwaliteit van Veilig Thuis matig is. Veilig Thuis voldoet aan 23 van de 30 verwachtingen uit het toetsingskader. Veilig Thuis heeft een verbeterplan opgesteld waarin per criterium van de inspecties wordt aangegeven hoe Veilig Thuis de verbeterpunten vorm (gaat) geven en wanneer de verbetermaatregelen uitgevoerd zijn. Veilig Thuis heeft met de inspecties afgesproken dat zij eind september inzicht geeft in de voortgang van de verbetermaatregelen. In deze notitie wordt eerst ingegaan op de verbeterpunten van Veilig Thuis te weten de wachtlijst, zicht op veiligheid, vastleggen van de veiligheidsafspraken, uitvoering van de monitoring en vertrouwenspersoon AKJ. Ook wordt de opzet van de interne audit, de auditvragen en de resultaten ervan beschreven. 1. Instroom en uitdeellijst Veilig Thuis a. Instroom januari tot en met augustus 2017 800 731 707 589 600 574 : 574 576 SEN ENNE N 400 214 37 D m Adviesvragen NAR AAR df | 300 Ì — — 28 — — — 274 = Meldingen ANNEN EN ANDER 0 Jan Febr Maart April Mei Juni Juli Aug 2 Adviesvragen [418 |344 [425 |280 [321 |366 |352 |274 | Meldingen 574 _\538 |s89 _ |574 |629 |731 |7o7 |576 | M- hh zonder kinderen 112 91 120 104 132 142 131 118 M-hh met kinderen Het aantal meldingen is sinds januari flink gestegen ten opzichte van 2016. Het gemiddeld aantal meldingen per maand in 2016 was 535. Voor 2017 is het gemiddelde tot en met augustus 614 meldingen per maand. Uitschieters tot nu toe zijn de maanden juni en juli. In juni is het aantal meldingen sinds de start van Veilig Thuis voor het eerst boven de 7oo uitgekomen. De stijging zit vooral in de huishoudens met kinderen. Het aantal meldingen van huishoudens zonder kinderen is redelijk stabiel gebleven. Er is geen duiding te geven waarom in de maanden juni en juli het aantal meldingen zo hoog is geweest. Dit wordt nog nader onderzocht. De verhoogde instroom van juni en juli heeft geleid tot 65 extra onderzoeken op de vitdeellijst ten opzichte van het maandelijkse gemiddelde in 2017. b. Aantal onderzoeken op de uitdeellijst per 26 september Op 26 september is het aantal meldingen voor onderzoek 4,8. Het aantal meldingen dat langer dan vier weken op de vitdeellijst staat is 26. De maximale wachttijd is zeven weken. De wachttijd heeft vooral te maken met de verhoogde instroom in juni en juli. Daarnaast krijgen recent binnengekomen meldingen met het triagebesluit spoed of urgent voorrang waardoor andere meldingen een langere wachttijd hebben. De uitdeellijst bestaat vit urgente zaken en reguliere zaken. Afspraak is dat urgente zaken binnen twee weken starten. Er staan geen urgente zaken op de uitdeellijst ouder dan twee weken. Bij alle meldingen die langer dan twee weken op de uitdeellijst staan zijn betrokkenen benaderd voor Zicht op Veiligheid. c. Wettelijke termijn triage (5 werkdagen) In onderstaande tabel is de gemiddelde doorlooptijd (in werkdagen) tussen binnenkomst van de melding en datum van triage vermeld. Daaronder wordt weergegeven welk deel binnen de wettelijke termijn van vijf dagen uitgevoerd is. Gemiddelde looptijd triagebesluit in aantal werkdagen + percentage binnen wettelijke termijn. Jan _ Febr. Maart April Mei Juni __ Juli __Aug IJ 1,7 1,6 1,5 1,6 1,7 1,9 1,6 1,2 937% 937% 96,3% 957% 90,9% 92,8% 91,6% 95,9% Uit de tabel blijkt dat het aandeel triagebesluiten dat binnen vijf dagen wordt genomen gemiddeld rond de 95% schommelt. 3 d. Wettelijke termijn onderzoek (120 weken) De onderstaande tabel en figuur laten zowel de gemiddelde doorlooptijd zien tussen triage en het einde onderzoek en de doorlooptijden van de afgesloten onderzoeken per maand. Gemiddeld aantal weken tussen triage en afronding onderzoek + percentage binnen wettelijke termijn. Jan Feb Mrt Apr Mei Juni SI Aug 9,7 9,3 9,6 8,2 10,4 9,9 9,0 8,3 589% 55,4% 50,0% 653% 51,0% 53,2% 54,7% 63,0% Percentage doorlooptijd onderzoek onderverdeeld naar 0-10, 10-15 en 15+ weken 100% ox R B R_ NE BE B B Z X Z NM NRN B KE BE m>15 weken <A NR RN B B B B m 10-15 weken <A RR ER BE B B m 0-10 wek wnRRE E weken xe OW B B OW <A RN B B B B ‚NEE EEn januari februari maart april mei juni juli augustus Het aantal onderzoeken dat binnen tien weken afgerond wordt, schommelt sinds januari rond de 55%. In augustus is dit aandeel gestegen naar 63% Tevens is het aandeel onderzoeken langer dan 15 weken gedaald tot 10%. e. Beheersmaatregelen e Werving personeel en extra inhuur BMC Het vinden van gekwalificeerd personeel blijft een opgave. Zowel in de werving van nieuw regulier personeel als voor een bureau als BMC dat interim personeel aan Veilig Thuis organisaties kan leveren. Dit aspect speelt niet alleen een rol bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland maar ook bij andere Veilig Thuis organisaties. Het is een breder probleem dat ook voor andere organisaties in de regio Amsterdam geldt. Binnen de zwaardere jeugdzorg (zoals de Jeugdbescherming) is het moeizaam om goed gekwalificeerd personeel te krijgen en te behouden. AEF doet onderzoek hiernaar in de regio Amsterdam en Veilig Thuis participeert in dat onderzoek. 4 In februari 2017 zijn er vijf nieuwe medewerkers geworven, welke gestart zijn in april en mei. In juni 2017 zijn er zes medewerkers geworven waarvan één SPV-er (allemaal gestart op 1 september). Het werven van nieuw personeel is een voortdurend proces. Doel is dat er in het vierde kwartaal nogmaals vier nieuwe medewerkers worden aangenomen. In de afgelopen periode is de extra additionele inzet vanuit BMC uitgebreid van vijf naar zeven medewerkers. e _Samenwerkingsafspraken lokale veld Door de samenwerkingsafspraken met de lokale teams kunnen de Evident Lokale Veld (ELV) zaken nu direct afgeschaald worden naar de lokale teams. In onderstaande tabel is te zien dat het aantal directe doorverwijzingen naar het lokale veld sinds januari gestegen is, maar nog wel een wisselend beeld laat zien. De meeste directe doorverwijzingen vinden plaats naar de Ouder-en Kindteams in Amsterdam, gevolgd door het sociaal team in Amstelveen. Aantal directe doorverwijzingen naar lokale teams (Evident Lokale Veld) 90 80 1 70 70 060 OO a RENE 48 jn ER B RNR NEE EB 30 RR EN B B NN EE B B NN Nn 0 januari februari maart april mei juni juli augustus Lokaal Team EX asl | OKT 280 Sociaal team Amstelveen 102 Brede Hoed Team 15 Sociaal team Uithoorn 8 Kernteam Ouder-Amstel 5 Totaal A47 5 De samenwerking met de lokale teams is, zeker in Amsterdam, onderwerp van gesprek met de gemeenten. De evaluatie van de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de lokale teams is opgepakt door de opdrachtnemers van zowel Veilig Thuis als de lokale teams, c.q. de zes gemeenten. Zij hebben gezamenlijk een voorstel voor een evaluatie opgesteld, inclusief vragenlijst. Deze vragenlijst is eind augustus aan alle partijen voorgelegd ter commentaar en wordt nu aangepast. Uitkomsten van de evaluatie worden in het najaar verwacht. Met de lokale teams wordt bekeken hoe meer zaken die gemeld worden bij Veilig Thuis door het lokale veld kunnen worden opgepakt. Dit zijn meldingen van gezinnen/huishoudens die niet eerder in beeld zijn geweest bij Veilig Thuis, het lokale veld of Jeugdbescherming en geen onderzoek van Veilig Thuis behoeven, maar niet volledig binnen de ELV criteria vallen. Het betreft zo’n 30-40% van de huidige vitdeellijst. Ook wordt de rol die de Blijf Groep heeft binnen het stelsel besproken met de gemeente Amsterdam. Doel is om te komen tot een nauwere verbinding tussen de Samen DOEN teams en de ambulante zorg van de Blijf Groep. Voordeel voor Veilig Thuis hierbij is dat de Blijf Groep vaker ingezet kan worden om meldingen op te pakken en in die zaken regie te voeren. e Analyse benodigde formatie Veilig Thuis Om beter zicht te krijgen in de benodigde formatie en kosten, rekening houdend met de huidige en de te verwachten instroom en de opgestelde kwaliteitseisen en adviezen uit het handelingsprotocol, heeft Veilig Thuis in samenwerking met Q-Consult Zorg het formatie- en kostenmodel Veilig Thuis ontwikkeld. Dit model ondersteunt Veilig Thuis in het opstellen van een (meerjaren)begroting en de financiële ontwikkeling van verschillende scenario’s voor de toekomst. Door een vergelijking met andere Veilig Thuis organisaties te maken (benchmark) wordt inzichtelijk op welke punten de situatie bij Veilig Thuis afwijkt van het landelijk beeld. Daarnaast is Q-Consult gevraagd om de formatie en kosten voor de crisisdienst van o tot 18 jaar (jeugd) meer inzichtelijk te maken (exclusief GGZ beoordeling). De planning is dat de analyses van Q-consult in het vierde kwartaal van 2017 gereed zijn. 2. Verbeterpunten en verbetermaatregelen De Inspectie heeft vier verbeterpunten genoemd in haar rapport. Het betreft: a. Zicht op Veiligheid b. Vastleggen veiligheidsafspraken c. Uitvoering monitoring d. Vertrouwenspersoon AKJ Ten behoeve van deze verbeterpunten is op 28 augustus een interne audit vitgevoerd. De beschrijving van de audit en de auditvragen zijn te vinden in de bijlage. 6 a. Zicht op Veiligheid Verbetermaatregelen naar aanleiding inspectieonderzoek e Extra inhuur BMC voor contact met alle wachtenden die langer dan twee weken op de uitdeellijst staan Veilig Thuis heeft een medewerker van BMC ingehuurd om contact op te nemen met alle wachtenden die langer dan twee weken op de uitdeellijst staan. De uitkomsten van deze acties worden vastgelegd in CLAVIS. e _Huisbezoeken als onderdeel van de triage Er is voor de zomer gestart met een werkwijze in de stadsdelen Noord, Oost en Centrum West om een huisbezoek af te leggen in of rond de triagefase. In deze werkwijze wordt tijdens het huisbezoek: a. eeninschatting gemaakt van de acute veiligheid en snelheid waarmee een casus moet worden opgepakt (veiligheidsafspraken voor de korte termijn); b. uitgevraagd of mogelijke hulpverlening, anders dan is gebleken uit de verrijking, betrokken is zodat deze casus warm overdragen kan worden; c. bekeken wanneer het een casus betreft waarbij geen hulpverlening bekend is, de mogelijkheid bestaat of de casus direct kan worden overgedragen aan het lokale veld; d. worden alle relevante telefoonnummers gevraagd zodat makkelijk contact kan worden opgenomen met de betrokkenen. Soms wordt ter plekke in het bijzijn van betrokkenen de huisarts of de school gebeld. De eerste ervaringen van medewerkers zijn dat het de samenwerking tussen de front- en backoffice bevordert, soms gaat men samen op werkbezoek. De urgente zaken worden als eerste opgepakt om zo direct ter plaatse een veiligheidsinschatting te kunnen maken. Ook wordt er meer specifiek vooraf gekeken of een zaak beter te triëren is wanneer er eerst een huisbezoek wordt gedaan. Bij zaken die nog niet bekend waren bij Veilig Thuis of een andere organisatie kunnen door snelle interventie, kort na het incident, ouders beter gemotiveerd worden voor hulpverlening en kunnen direct veiligheidsafspraken gemaakt worden. Zo wordt er bijvoorbeeld ter plekke een huisarts gebeld en direct doorgezet naar hulpverlening, waardoor deze zaken niet op de vitdeellijst komen. Ook is het team op deze manier meer betrokken bij het terugdringen van de doorlooptijd van de vitdeellijst. Door deze werkwijze is de uitdeellijst in deze stadsdelen kleiner en is er meer grip op de vitdeellijst. Uitkomst audit Dit onderdeel zicht op veiligheid was nog niet helemaal op orde ten tijde van de audit. Aanscherping van de afspraken hierover met de werkbegeleiders zijn daarom per direct doorgevoerd. Tijdens de audit stonden er 94 dossiers op de uitdeellijst waarvan er bij 34 zicht op veiligheid is uitgevoerd. Uit de registraties tijdens de audit blijkt dat contact met de cliënt(en) vaak niet gelukt is (voicemailbericht, niet thuis, afgesloten, vakantie). Er is dan wel geregistreerd dat het contact niet tot stand is gekomen, maar was onvoldoende geregistreerd wat de vervolgactie is. Het algemeen beeld van Zicht op Veiligheid geeft de noodzaak aan om zo vroeg mogelijk na binnenkomst van de melding (tijdens of na triage) contact te hebben met betrokkenen, hetzij telefonisch, hetzij middels een huisbezoek. 7 Uitgangspunt is dat er geen meldingen op de uitdeellijst komen zonder contact met betrokkenen. Voor 2 oktober wordt daarnaast besloten op welke wijze het “afleggen huisbezoeken onderdeel van triage” breed geïmplementeerd kan worden binnen de overige basisteams. Als betrokkenen langer dan 14 dagen wachten voor een onderzoek wordt er aanvullend zicht op veiligheid vitgevoerd. De bovengenoemde verbeteracties hebben er reeds toe geleid dat met alle betrokkenen op de vitdeellijst contact is opgenomen. b. Vastleggen veiligheidsafspraken Verbetermaatregelen naar aanleiding Inspectieonderzoek: e Verbeteren kwaliteit onderzoeken en eenduidiger werkwijze Veilig Thuis streeft naar verdere kwaliteitsverbetering, optimalisatie van de werkprocessen en een betere positionering in de keten. Veilig Thuis wil meer eenduidigheid en transparantie is in het (doen van) onderzoek en meer mogelijkheden (afspraken) om meldingen over te dragen aan het lokale veld. Daarnaast motiveren ook landelijke ontwikkelingen Veilig Thuis in het verbeteren van haar werkprocessen, zoals de aanscherping van de Wet Meldcode en de MDA++ benadering. Veilig Thuis heeft BMC ingehuurd om de huidige werkprocessen door te lichten en te verbeteren waardoor een kwaliteitsslag plaatsvindt binnen Veilig Thuis en op een juiste manier ingespeeld kan worden op de landelijke ontwikkelingen. BMC maakt hiervoor gebruik van de ervaringen van de interne werkgroep BackOffice die vanaf februari 2017 gestart is om te inventariseren waar kwaliteitsverbetering gewenst is bij het doen van onderzoek. Ook de resultaten van de interne audit zullen in het proces meegenomen worden. De aanpak is in drie fasen opgedeeld: oriëntatiefase, ontwerpfase en ontwikkelfase. De planning is dat de ontwikkelfase half november afgerond zal zijn. e Controle op vastleggen afspraken door gedragswetenschapper en werkbegeleiders De verantwoordelijkheid voor de controle of de veiligheidsafspraken goed worden vastgelegd ligt bij de gedragswetenschappers en werkbegeleiders. De gedragswetenschappers hebben in de afgelopen periode aandacht aan dit punt besteed in de afsluit MDO’s (Multi Disciplinaire Overleg). De werkbegeleiders hebben dit op hun beurt gedaan bij het afsluiten van de dossiers en tijdens de caseload besprekingen met de medewerkers. e Aanpassing registratiesysteem Het onderdeel conclusie in CLAVIS is zodanig aangepast dat het de medewerkers behulpzaam is bij het juist, concreet en volledig vastleggen van de gemaakte (veiligheids)afspraken. Uitkomst audit De uitslag van de onderzochte dossiers (36 dossiers in totaal) was relatief goed. Bij bijna alle dossiers is een ingevuld veiligheidsplan aanwezig met daarin vastgelegde veiligheidsafspraken. De uitslag van de vragen over concrete advisering welke moet leiden tot blijvende veiligheid is bij 75% van de dossiers in orde. Bij 25% van de dossiers week dit af van de norm en is er nog een verbeterslag te maken. Dit betreft vooral de advisering gericht op blijvende veiligheid. 8 Er is door Veilig Thuis professionele hulpverlening geadviseerd bij de dossiers waar dit van toepassing was. Bij de dossiers waar kinderen > 12 jaar betrokken zijn, zijn deze meestal genoemd in het veiligheidsplan en is er bij 2/3 van deze dossiers met hen gesproken over de veiligheidsafspraken. Deze aantallen moeten in de komende tijd verder omhoog. Dit is onderdeel van het BMC traject. c. Uitvoering monitoring Verbetermaatregelen naar aanleiding Inspectieonderzoek e Inhaalslag begin 2017 In de afgelopen maanden zijn twee medewerkers vrijgemaakt om een inhaalslag te maken in het monitoren van alle afgesloten dossiers waar nog geen monitoring had plaatsgevonden. e Implementatie plan van aanpak Monitoring Het plan van aanpak Monitoring is volledig geïmplementeerd onder alle medewerkers. Monitoring is nu standaard onderdeel van de werkwijze van de medewerkers van Veilig Thuis. Uitkomst audit De uitkomst van de audit op de uitvoering monitoring was relatief goed. Er is bij de dossiers vit de steekproef vastgelegd met wie monitoring wordt uitgevoerd (betrokkenen en/of hulpverleners). Ook blijkt dat de betrokkenen en/of hulpverleners het advies van Veilig Thuis hebben uitgevoerd of hiermee bezig zijn. Binnen de steekproef (13 dossiers) bleek bij alle dossiers monitoring volgens de juiste termijn uitgevoerd. De tijdigheid van monitoring over alle dossiers (eerste halfjaar 2017) bleek echter bij een kwart van de gevallen binnen de o-12 weken uitgevoerd te zijn. Dit is onderwerp van gesprek in de caseloadgesprekken tussen werkbegeleider en medewerker. d. Vertrouwenspersoon AKJ De vertrouwenspersoon voor cliënten, betrokkenen en melders bij Veilig Thuis wordt vitgevoerd door het AKJ. De website van Veilig Thuis is aangepast. Het AKJ wordt nu apart genoemd op de website en kent een aparte “knop”. Daarmee is de informatie over het AKJ direct zichtbaar en opvraagbaar en zit het niet meer onder het kopje “klachten”. Er wordt meer informatie gegeven over de diensten van de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Er wordt vermeld dat het AKJ er niet alleen is voor betrokkenen in de jeugdhulp, maar ook volwassenen en ouderen die te maken krijgen met enige vorm van huiselijk geweld en mishandeling. Ook wordt aangegeven dat het AKJ ondersteuning kan bieden aan adviesvragers of aan diegenen die een melding hebben gedaan bij Veilig Thuis, dan wel als informant betrokken zijn bij een melding. Een filmpje over wat er gebeurt er als je een melding doet bij Veilig Thuis is geplaatst op de website. Veilig Thuis heeft een gesprek gehad met het AKJ over de cijfers van 2016 en de onderlinge samenwerking. Het AKJ heeft nu een vast contactpersoon voor de regio. Ook binnen Veilig Thuis is een vast contactpersoon voor het AKJ aangewezen. Afgesproken is om een werkbezoek voor het hele AKJ team te organiseren zodat Veilig Thuis de werkwijze en de routes en wat er met meldingen en 9 adviesvragen gebeurd kan toelichten. Eveneens zal het AKJ een presentatie geven over haar werkwijze aan enkele medewerkers van Veilig Thuis. Dit zal begin oktober plaatsvinden. Tot slot maakt Veilig Thuis gebruik van het foldermateriaal van het AKJ, zowel voor huishoudens met kinderen als huishoudens zonder kinderen. Deze worden verstuurd aan betrokkenen op basis van de casus. Daarnaast wordt het AKJ standaard genoemd in de brieven die zijn opgesteld voor de beantwoording van klachten. Deze brieven zijn ook te vinden in het kwaliteitssysteem van Veilig Thuis. 3. Informeren medewerkers over directe verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming Naast bovengenoemde verbeterpunten heeft de inspectie ook nog een aandachtspunt meegegeven in haar rapport over het informeren van medewerkers over de directe verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming. De huidige afspraken met de Raad voor de Kinderbescherming bieden ruimte om naast spoed, En indien nodig ook in andere gevallen, rechtstreeks te verwijzen naar de Raad. De werkwijze in de regio is in principe zo georganiseerd dat zaken die mogelijk in aanmerking komen voor een dwang-maatregel eerst starten bij een Gecertificeerde Instelling in een drang-kader. Dit sluit echter niet vit dat Veilig Thuis ook in reguliere zaken waar evident noodzakelijk is dat er een dwangmaatregel nodig lijkt, dit direct kan melden bij de Raad voor de Kinderbescherming. De medewerkers van Veilig Thuis zijn van deze afspraak nogmaals op de hoogte gebracht tijdens een bijeenkomst voor alle medewerkers. Ook is hier in de basisteams aandacht aan besteed. En het is in de wekelijkse update gemeld. Op teamleidersniveau is er tussen Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming overleg geweest over dit punt. Er is overeenstemming dat Veilig Thuis ook regulier verzoeken tot onderzoek rechtstreeks kan doen bij de Raad voor de Kinderbescherming indien de casus daarom vraagt. 10 Bijlage |. Opzet Audit en vragenlijst Opzet interne audit De interne audit is gebaseerd op de veldnormen van de inspectie waar Veilig Thuis vanaf begin 2017 verbeteringen op heeft ingezet. Het toepassingsgebied van de audit is hier tevens op bepaald en bestond uit: 1-Afgesloten onderzoeken (36 dossiers) 2-Monitoring (14 dossiers) 3-Zicht op veiligheid (12 dossiers) Voor deze audit is gebruik gemaakt van dossiers van Veilig Thuis. Deze dossiers zijn aangeleverd in steekproeven door de onderzoeker van de afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Zorginnovatie van de GGD welke verbonden is aan Veilig Thuis. Het aantal dossiers is bepaald door de onderzoeker. Bij een gelijkmatig beeld van de uitslagen mocht er met een grote kans besloten worden dat de uitslagen een weergave waren van de realiteit. Dit was met alle drie hierboven genoemde processen het geval. Het auditteam bestond uit vier medewerkers: een werkbegeleider, een kwaliteitsadviseur, een onderzoeker en een GZ psycholoog. Om een zo objectief mogelijke beoordeling van de dossiers te kunnen krijgen en is voorafgaand aan de audit veel tijd geïnvesteerd in het bepalen van de auditvragen. De vragen moeten dan toepasbaar zijn op de registraties in de dossiers en slechts voor één opvatting (beoordeling) mogelijk zijn. Deze criteria zijn bij sommige normen van de inspectie herhaaldelijk bijgesteld, zelfs nog tijdens de audit. De kwaliteitsadviseur heeft voorafgaande aan de audit aan het auditteam de belangrijkste auditprincipes vitgelegd: e Eeninterne audit heeft als doel goede verbeteringen te definiëren en door te voeren voor cliënten/patiënten/klanten; e Erwordt beoordeeld en gekeken op procesniveau; e Erwordt anoniem gerapporteerd (geen namen van medewerkers, geen namen of dossiernummers van cliënten worden vermeld); e _ Privacy: inzage cliëntgegevens is toegestaan mits er anoniem gerapporteerd wordt en cliënten vooraf bezwaar kunnen maken. Auditvragen Voor het bepalen van de auditvragen zijn criteria van de inspecties en werkwijzen van Veilig Thuis Amsterdam Amstelland gebruikt. Het auditteam heeft voor het auditgedeelte Zicht op veiligheid hoofdzakelijk zelf de vragen opgesteld. De werkinstructie Zicht op veiligheid bleek te vitvoerend en niet volledig toepasbaar op de realiteit Het document geeft aan wat er gedaan moet worden als er telefonisch contact is. In de werkelijkheid blijkt in veel gevallen direct telefonisch contact met de betrokkenen niet mogelijk is of niet tot stand komt. Voor het auditgedeelte ‘Afgesloten onderzoeken’ zijn auditcriteria bepaald op basis van opmerkingen van de inspectie. Het ging hier om veiligheidsafspraken, inzetten vervolgtraject, dit alles moest concreet, aantoonbaar en gericht zijn op blijvende veiligheid. Voor het auditgedeelte ‘Monitoring’, zijn auditcriteria bepaald op basis van een werkinstructie ‘Monitoring, juli 2017’ en zijn bepaald door het auditteam. De auditvragen staan hieronder. 11 Vragenlijst ‘Afgesloten onderzoeken’ Vraag Vraag Score Oorzaak afwijking nr. 1a Is er een ingevuld veiligheidsplan Ja=1 aanwezig? Nee=0 1b Zijn er bij deze casus kinderen betrokken | Ja-> naar vraag ac > 12 jaar? Nee-> naar vraag 2a (Introductievraag) 1C Zijn deze kinderen genoemd in het Ja->1 veiligheidsplan? Nee->0 1d Is er met deze kinderen gesproken over | Ja->1 de veiligheidsafspraken? Nee-> 0 2a Zijn er veiligheidsafspraken in het Ja->1 veiligheidsplan vastgelegd? Nee-> 0 2b Is er door VT casusregie ingezet? Ja-> naar vraag… (inventariserende vraag) Nee-> naar vraag.…… 2C Is de eindrapportage VT verzonden aan Ja->1 de casusregisseur? Nee-> 0 2d Is er door VT professionele hulp, Ja->1 ondersteuning of behandeling Nee-> 0 geadviseerd? 2e Is het gewenste resultaat in termen van | Ja->1 blijvende veiligheid concreet Nee->0 beschreven? 2f Is de eindrapportage VT verzonden aan Ja->1 de professionele hulpverlener? Nee-> 0 12 Vragenlijst ‘Monitoring’ Vraag | Vraag Score Oorzaak afwijking nr. 3a Komt dit dossier in aanmerking voor Ja-> vraag 3b monitoring door VT? Nee-> wat is de reden? 3b Is monitoring volgens de juiste termijnen | Ja->1 uitgevoerd? Nee-> 0 3C Is vastgelegd met wie de monitoring Ja=1 wordt uitgevoerd? Nee= 0 (Betrokkenen/casusregisseur/professional) 3d Is de monitoring uitgevoerd? Ja=1 Nee= 0 3e Hebben de betrokken Ja=1 professionals/gezinsleden de stappen Nee= 0 n.a.v. het onderzoeksresultaat uitgevoerd? 3f Hebben de stappen uit het veiligheidsplan | Ja->1 geleid tot het stoppen van geweld/herstel | Nee->o van veiligheid? 34 Wordt een veiligheidscijfer toegekend? Ja->1 Nee-> 0 13 Vragenlijst ‘Zicht op veiligheid’ Vraag Vraag Score Oorzaak nr. 1 Is zicht op veiligheid vitgevoerd? Ja-> vraag 2 Nee-> vraag 3 2 Hoeveel dagen na de triage is de zicht op | Open antwoord: veiligheid uitgevoerd? aenennenseneneenvenen 3 Hoeveel dagen na de triage staat dit Open antwoord: dossier op de uitdeellijst? enenneevenennerenvenn L Is het gelukt om telefonisch contact met | Ja de cliënt(en) te krijgen? Nee 5 Voldoet de beschrijving van het contact | Ja->1 aan de eisen die Veilig Thuis hieraan Nee-> 0 stelt? Heeft het contact geleid tot een beter Ja->1 zicht op veiligheid? Nee->0 7 Heeft het contact geleid tot een besluit | Ja of een actie ten behoeve van de Nee veiligheid? NVT 14
Onderzoeksrapport
14
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 april Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening & Duurzaamheid Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Directie Ruimte en Duurzaamheid, Grond & Ontwikkeling, Jan Straub, 06 536 80 227, [email protected] Onderwerp Bodemdaling/Zettingen in Sluisbuurt-Zeeburgereiland Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende bericht vanuit Grond & Ontwikkeling. Hierbij wil ik v informeren over een geconstateerde extra bodemdaling in de Sluisbuurt op Zeeburgereiland. Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat de bodem van de Sluisbuurt op Zeeburgereiland meer daalt dan verwacht. In vaktermen heet dit het ‘zetten van de bodem’. Normaal gesproken wordt na het bebouwen van een gebied rekening gehouden met een bodemdaling van 20 cm over een periode van 30 jaar, dat heet de Restzettingseis. Uit het laatste onderzoek in de Sluisbuurt blijkt dat de daling daar groter zal zijn, naar verwachting 30 tot 5o cm extra. Er moeten in de Sluisbuurt maatregelen genomen worden, om te zorgen dat de straten en pleinen op de gewenste hoogte blijven en kabels en leidingen op hun plek blijven liggen. Huizen en gebouwen blijven gewoon op hun plek staan, omdat deze zijn gefundeerd op palen diep in de grond. De extra daling in de Sluisbuurt wordt veroorzaakt doordat de diepere bodem onder andere uit een laag baggerslib bestaat. Dit baggerslib daalt meer dan verwacht. Omdat het hele Zeeburgereiland ongeveer dezelfde bodemopbouw heeft, is het belangrijk te controleren of deze daling ook geldt voor andere delen van het eiland zoals in de Sportheldenbuurt. Het onderzoek krijgt daarom nv een vervolg door extra metingen te doen, om te kunnen beoordelen welke maatregelen daar eventueel nodig zijn. De Sportheldenbuurt is al een aantal jaren bewoond. De resultaten van de nieuwe onderzoeken zijn binnen enkele weken beschikbaar. Hiernaast zoekt het ingenieursbureau uit welke maatregelen er eventueel nodig zijn om de gevolgen van extra bodemdaling te verhelpen. In Nederland is veel ervaring met bodemdalingen, en er zijn verschillende oplossingen. Bijvoorbeeld het extra ophogen van de straten en pleinen met zand. Oorzaak De fysieke oorzaak is een waterlaag op een grotere diepte in de bodem die langzaam door het opgebrachte zandpakket wordt leeggedrukt. Door dat leegdrukken daalt de bodem. Dit is een normaal proces bij het ophogen in Amsterdam. Het wegdrukken van het water, en daarmee Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 april 2022 Pagina 2 van 3 het inklinken van de bodem gaat in de Sluisbuurt echter veel langzamer dan verwacht. Om die reden is in 2019 de indruk ontstaan dat het zettingsproces tot stilstand was gekomen. Afgelopen najaar bleek echter dat één meetpunt meer is gedaald dan verwacht. Daarna is nieuw onderzoek gedaan naar de zettingen en de oorzaak. Hieruit blijkt dat de zetting zonder extra maatregelen mogelijk nog lange tijd doorgaat en veel groter is dan de normaal gehanteerde restzettingseis van 20 cm in 30 jaar. Communicatie De Sluisbuurt is nog niet bewoond, de ontwikkelaars die actief zijn en de nutspartijen die kabels en leidingen leggen in de buurt zijn geïnformeerd over het onderzoek. We gaan de komende tijd met hen in gesprek over eventueel noodzakelijke maatregelen. Doel is om de bouw van de woningen en onderwijsgebouwen in de Sluisbuurt volgens planning te laten verlopen. Ook is het belangrijk dat woningen en voorzieningen bij oplevering bereikbaar zijn en aangesloten zijn op de nutsvoorzieningen. Hoewel we nog niet zeker weten wat eventuele gevolgen voor de naastgelegen Sportheldenbuurt zijn, hebben we alle bewoners en gebruikers via een huis aan huisbrief geïnformeerd. Ook in de Sportheldenbuurt geldt dat de gebouwen geen risico lopen, omdat die zijn gefundeerd op heipalen op een stevige zandlaag. In de Sportheldenbuurt wordt de komende weken eerst nader bodemonderzoek gedaan. Op basis van de vitkomsten van dat onderzoek zullen eventuele maatregelen getroffen worden. De vitkomsten worden op de eerstvolgende bewonersbijeenkomst van 18 mei besproken. Ook is er een omgevings- manager van het Ingenieursbureau beschikbaar en bereikbaar voor vragen van bewoners. Gevolgen Als er in de Sluisbuurt geen extra maatregelen worden getroffen zal het maaiveld rondom de gebouwen nog lange tijd blijven zakken. Dit leidt tot ongemak (moeilijkere toegankelijkheid van gebouwen), mogelijk tot het losschieten of afbreken van aansluitingen op de gebouwen (water, riolering, ondergronds afvaltransport, warmtenetten) en het ongelijkmatig verzakken van wegen en voetpaden. Om dit te aan te pakken moet extra zand opgebracht worden. Het Ingenieursbureau werkt maatregelen uit die passend zijn bij de situatie. De extra zettingen en de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van deze extra zettingen op te heffen of te beperken leiden tot extra werk voor de gemeente en zouden kunnen leiden tot verstoring van de bouwwerkzaamheden. Zoals ik reeds eerder stelde, is het doel om vertraging van de bouw en oplevering van woningen te voorkomen. Samen met de nutsbedrijven, ontwikkelaars en aannemers zullen we mogelijke maatregelen bespreken en passende maatregelen vitvoeren. Deze maatregelen zullen tot extra kosten leiden. Uitgezocht wordt wie voor deze kosten aansprakelijk is. Zodra hier een beter beeld van is, leg ik voor zover nodig een voorstel ter dekking aan vw Raad voor. Dit laatste geldt ook voor eventuele maatregelen in de Sportheldenbuurt. Uit onderzoek moet nog blijken of daar maatregelen nodig zijn. In de komende jaren wordt ook in de Baaibuurten en op de Oostpunt van het Zeeburgereiland gebouwd. Vooruitlopend daarop zal de grond opgehoogd moeten worden. Met de kennis van nu kunnen we ervoor zorgen dat daar op tijd de juiste maatregelen worden genomen. De kosten van die maatregelen zullen op termijn onderdeel worden van de grondexploitaties die Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 april 2022 Pagina 3 van 3 voor deze gebieden worden opgesteld en te zijner tijd aan vw vergadering worden voorgelegd. Meer informatie is ook te vinden op https://www.amsterdam.nl/projecten/zeeburgereiland/bodemdaling-zeeburgereiland/ Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 89 Publicatiedatum 20 februari 2015 Ingekomen onder Q Ingekomen op 11 februari 2015 Behandeld op 11 februari 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van Soest inzake de Nadere regels en het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (betalingsachterstanden jegens zorgbehoevenden). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Nadere regels en het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 51); Overwegende dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) grote administratieve en technische problemen heeft bij de verwerking van de taak, om aan de hand van de declaraties van budgethouders, de zorgverlening te betalen; Constaterende dat dit leidt tot onacceptabele betalingsachterstanden, waarbij zorgbehoevende gezinnen financieel in de problemen komen, Van mening zijnde dat het Amsterdamse stadsbestuur in de bres moet springen voor Amsterdammers die dit lot ondergaan, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: de SVB op de vingers te tikken en te sommeren, de betalingsachterstanden jegens zorgbehoevende Amsterdammers subiet ongedaan te maken. Het lid van de gemeenteraad, W. van Soest 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 161 Datum akkoord college van b&w van 16 februari 2016 Publicatiedatum 19 februari 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bosman van 26 augustus 2015 inzake spookmeters in de openbare ruimte en gemeentelijk vastgoed. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Uit het bericht in De Telegraaf, getiteld: ‘Vaak onnodig hoge schattingen van het verbruik: Forse besparing op stadsspookmeters’ van 26 augustus 2015 blijkt dat er in Rotterdam veel energiemeters staan die eigendom zijn van de gemeente, maar vaak niet meer of ten dele werkzaam zijn. Volgens de Rotterdammers zijn rekeningen vaak gebaseerd op schattingen, bijvoorbeeld van omliggende bedrijven en gemiddeld verbruik. Als een pand leeg staat betaal je op die manier veel meer dan daadwerkelijk hoeft. Daarnaast heeft D66 Amsterdam het signaal ontvangen dat het vastrecht niet altijd aansluit op gebruik en noodzaak. Het vastrecht is het gebruiksonafhankelijke deel van de energienota. Voor een aansluiting op het Nederlandse elektriciteitsnet wordt een vastrecht betaald aan de netbeheerder en aan de energieleverancier. Dit is afhankelijk van het aantal ampères op de aansluiting. Echter ontving de fractie van D66 Amsterdam het signaal dat deze ampères vaak veel te ruim zijn geschat in het verleden. Vaak is het vastrecht bepaald voorafgaand aan de liberalisatie en ook voorafgaand aan eventuele energiebesparingsmaatregelen. Dit maakt het vastrecht in gevallen onnodig hoog. Gezien het vorenstaande heeft het lid Bosman op 26 augustus 2015, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van het bericht Vaak onnodig hoge schattingen van het verbruik: Forse besparing op stadsspookmeters’ van 26 augustus 2015? Antwoord: Ja, het college heeft kennisgenomen van het bericht in De Telegraaf van 26 augustus 2015. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing ler Gemeenteblad Datum 49 februari 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2015 2. Herkent het college de problematiek van spookmeters die geschetst wordt in Rotterdam ook voor Amsterdam? Antwoord: Nee, het college herkent de in Rotterdam geschetste problematiek van spookmeters niet voor Amsterdam. Binnen de gemeente Amsterdam worden spookaansluitingen voorkomen door gebruik te maken van een centraal aansluitingenregister waarin mutaties worden bijgehouden. De in het artikel geschetste problematiek dat spookmeters tot onnodig hoge kosten leidt is een definitie die wij niet onderbouwen; onnodig hoge schattingen van het verbruik leiden niet tot extra energiekosten. Energiekosten worden betaald op basis van werkelijk verbruik of schattingen met voorschotbetalingen. Als de energiekosten op voorschot worden berekend volgt jaarlijks een eindafrekening op basis van opgenomen meterstanden. Dus mocht het voorschot te hoog zijn omdat een pand niet meer in gebruik is, wordt dit rechtgetrokken met de eindafrekening. Er wordt dus niet teveel of te weinig betaald voor het energieverbruik. De voorschotsystematiek wordt inmiddels voorkomen door zoveel mogelijk oude aansluitingen door ‘slimme meters’ te vervangen, zodat per maand het werkelijke verbruik in rekening wordt gebracht. De administratieve lasten worden teruggedrongen door verzamelfacturen voor energie. Inmiddels zijn alle gemeentelijke aansluitingen ondergebracht in een monitoringsysteem, waarin de energiefacturen centraal worden behandeld. 3. Is het college het met de fractie van D66 eens dat een te hoog aantal ampères op een aansluiting met bijbehorende vastrechtkosten onwenselijk is, wat onnodige kosten oplevert voor de gemeente”? Antwoord: Ja, het college vindt dit ook onwenselijk. Voor het transport van energie gelden tarieven afhankelijk van de benodigde vermogens en/of energiemetercapaciteiten. Als de energievraag van een gebouw afneemt, kan het contractvermogen of de metercapaciteit hoger worden dan het benodigde, wat resulteert in te hoge ‘vastrechtkosten’ voor die aansluiting. Onnodige en onwenselijke kosten door te hoge contractvermogens en/of te grote energiemetercapaciteiten voor energietransport worden voorkomen door maandelijks het energieverbruik per pand te registreren en te vergelijken. 4. Zijn in Amsterdam na de liberalisatie de elektriciteitsaansluitingen wel eens heroverwogen en onderzocht? Graag een toelichting. Antwoord: Ja, aansluitingen worden zelfs regelmatig heroverwogen. Met behulp van meetgegevens worden de aansluitingen onderzocht op overeenkomstige capaciteit. Door het plaatsen van ‘slimme meters’ komen steeds meer meetdata beschikbaar, en kunnen aansluitingen beter heroverwogen worden. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng | ‘ Gemeenteblad Datum ha februari 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2015 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 309 Datum akkoord 16 april 2015 Publicatiedatum 17 april 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 25 maart 205 inzake de barricades in de Spuistraat. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. In de ochtend van 25 maart 2015 werd bekend dat in de Spuistraat in de nacht van dinsdag 24 op woensdag 25 maart 2015 barricades zijn opgericht en in brand gestoken, nabij het zogenaamde ‘Slangenpand’. Op 24 maart 2015 zouden krakers hebben aangekondigd dat zij het pand hadden opengebroken; dit alles om een ontruiming van panden van woningcorporatie De Key in de Spuistraat te bemoeilijken. Op 25 maart 2015 heeft de ontruiming van deze panden in de Spuistraat plaatsgevonden en is er mogelijk nog verdere schade te verwachten. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 25 maart 2015, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Hoeveel bedraagt de totale schade die is aangericht, inclusief de kosten van het blussen en opruimen van deze barricades en de politie-inzet hierbij? Antwoord: Vooralsnog is er alleen schade gemeld door het stadsdeel. Voor zover het stadsdeel het nu kan overzien bedraagt de schade voor het herstel van de straat en het reiniging 160.000 euro. Het stadsdeel heeft ook aangifte gedaan van vernieling. Ten aanzien van de kosten van politie-inzet kunnen wij geen uitspraken doen. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer dr april 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 25 maart 2015 2. Wat gaat de gemeente doen om erop aan te sturen dat deze schade wordt verhaald op de daders? Antwoord: Het stadsdeel heeft aangifte gedaan van vernieling. Beeldmateriaal zal worden uitgerechercheerd met als doel tot bewijslast te komen. Dit biedt mogelijk een kans om de schade te verhalen. Echter, het verleden heeft uitgewezen dat de bewijslast ingewikkeld of zelfs onmogelijk is. Daarnaast is het optreden van de politie een publieke taak, waarvan de kosten niet kunnen worden doorberekend aan demonstranten. Ook niet aan mensen die de wet overtreden. Er bestaan verschillende andere wettelijke instrumenten om overtreders aan te pakken. Dit is primair de verantwoordelijkheid van politie en justitie. 3. Kan de burgemeester deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, het liefst nog voor de raadsvergadering van 1 april 2015? Antwoord: Nee, dat is niet gelukt. Ja, er zal wel zo snel mogelijk geantwoord worden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Voortgangsrapportage 2020 Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de klas’ x Gemeente Amsterdam Inhoudsopgave 1 Samenvatting … ness onnnnnnnennenennsnnen sere veneeensnnnnnsnnenenenvenvnrnenennnnnseneneevenenvnrnensennnenre 3 2 Inleiding … ann onoenesernsennernenrenevenvnrenerennenenennseervenvennnennenenenenenenvenvensenennnnnnenre Ó 3 Verbeteren aantrekkelijkheid van het beroep … nnen nnn sennenennneneneenenvereresennnnnnenen 7 3.1 De Amsterdamse imago en wervingscampagne ‘Liever voor de klas’ … 7 3.2 Statushouders voor de klas … nnn nnen nennen ee nnenenseereennenenserrennereneeeenneeennneerneeennnenner ennn 4 Meer leraren aantrekken en behouden: aantrekkelijk Amsterdam … e= Q 4.1 Reiskostenregeling … nnn ennen eenen venneenen evene veneenevenvenvenveneenvenveenenvenveeneeneenen Q 4-2 Parkeren …...nnnnnnnennnnenrennenneneerennerennenennneernneeenneernnnneeene ners neenneensneenen neen nerenseeen venen G 4.3 Woningen ….…....nnnnnnnnnnnnenvenenrvennn neee ennnerenennserrvennenverenennversnennerseenen seven ennvervvenenveren verven LO 5 Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals … …….……unsesoneenennnnsnnnnenennerneeensenrenn 12 5.1 Professionalisering — De Amsterdamse teambeurs … nnen venveneenene renee 12 5.2 Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep … nennen venne renvenerenverneenvereneernerenveren 13 5.3 Voorziening ondersteuning directeuren primair onderwijs … nennen verversen 16 Bijlage 1: Eerste resultaten Noodplan Lerarentekort PO … nonnen ren eneneneenennn 18 5.4 Pijler 1: Werving en behoud … … erneer se eennersevennerenven serre enne vente venvenveeeve eene erven 1) 5.4.1 Modulair opleiden: bevoegd voor de klas & loopbaanperspectief voor ondersteuners.… 19 5.5 Pijler 2: Ondersteuning van scholen in omgaan met langdurig tekort … nee. 20 5.5.1 Project Omgaan met langdurige tekorten … … nnee eneen eneeneeeneenveneenveneeene. 20 5.6 Pijler 3: Monitoring … nnen eeneeneeneneneenveneeeneenvenreneeneneevenveneeneeeneevenevenvennven verversen. 20 5.6.1 Werkgroep Monitoring … … nnee eenen venvenseenvenr vereen nennen venen eeveeneeneeeeerenvenveneeenne 20 5.7 Pijler 4, mobiliteit en dienstverlening … nnn oneens eererenvene verversen enveenveenve renee nnee 2 5.7.1 Servicecentrum onderwijs en zorg... ennen eenen eenen eeneeneneeneneen evene eeveervereenveeneee 21 5.7.2 Mobiliteitsaanpak publieke professionals … nennen eneen veneenenvenvenvenveneevenvenvenvenen 22 Bijlage 2: Begroting Lerarenagenda 2019-2023 …….nnsnnereneneneneennnennnnenrenenenvernennen 24 1.1 Amsterdamse teambeurs … ……….…nnnnnonnennenenneerennenenneeennneerneerennnsensnereeneensnnneennnenennennene rennen Zh 2 x Gemeente Amsterdam 1 Samenvatting Voor ulligt de tweede voortgangsrapportage van de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de Klas’. De gemeenteraad van Amsterdam heeft op 4 april 2019 de Lerarenagenda vastgesteld. Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de vitwerking van de maatregelen voor het jaar 2020 uit de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023. Alle maatregelen richten zich op het bestrijden van het lerarentekort door het aantrekken van nieuwe leraren en het behoud van ervaren leraren voor de stad. Lerarenagenda ‘Liever voor de klas’ versterkt door het Noodplan Het lerarentekort heeft enorme impact op de scholen, ouders en leerlingen. In het primair onderwijs zijn de tekorten nog altijd het grootst. Hierbij is het tekort op scholen met veel kinderen met een risico op onderwijsachterstand groter dan bij scholen met nauwelijks kinderen met een risico daarop. In februari 2020 zagen we het tekort in het primair onderwijs afnemen naar een gemiddeld tekort van ruim 10%. In het voortgezet onderwijs raakt het lerarentekort specifiek een aantal tekortvakken, zoals wiskunde, natuurkunde en Frans. Op dit moment is het tekort circa 12,5% en de prognoses laten zien dat het lerarentekort de komende jaren verder toeneemt, mede door de pensionering van een grote groep leraren. De coronacrisis raakt onze gehele samenleving diep. De pandemie vraagt nog steeds veel van het onderwijs en heeft enorme impact op de draagkracht van scholen, die toch al zwaar belast zijn door het voortdurende lerarentekort. Het onderwijs toont ondanks alle tegenslagen veerkracht en flexibiliteit, maar we bereiken inmiddels wel de grens. De noodzaak om scholen en schoolbesturen te ondersteunen bij het terugdringen van de tekorten is onverminderd hoog. Om het lerarentekort te bestrijden heeft de gemeente samen met de Amsterdamse schoolbesturen en lerarenopleidingen op 4 april 2019 de lerarenagenda vastgesteld. Hierin staan de volgende ambities: Ambitie 1: We willen geen lerarentekort meer en zetten er daarom op in dat er in 2023 500 fte méér leraren beschikbaar zijn voor een baan in het Amsterdamse onderwijs dan in 2019. Dat bereiken we door het verhogen van de instroom, het behoud van leraren voor het onderwijsvak en het behoud en aantrekken van leraren voor Amsterdam. Ambitie 2: We willen dat elke Amsterdamse leraar, directeur en ondersteuner én elke extra leraar die we voor Amsterdam winnen of behouden, ook op de langere termijn, graag wil blijven werken in het Amsterdamse onderwijs. Daarmee werken we aan de weerbaarheid van het onderwijssysteem en zorgen we dat een lerarentekort als dit in de toekomst niet meer voorkomt. Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de vitwerking van de maatregelen voor het jaar 2020 uit de Amsterdamse Lerarenagenda, die in samenwerking met de Amsterdamse schoolbesturen en kennisinstellingen is opgesteld en wordt uitgevoerd. Doordat de tekorten vooral het primair onderwijs raken en de urgentie voor extra maatregelen steeds groter werd, is de aanpak in 2020 op initiatief van de Amsterdamse schoolbesturen geïntensiveerd met de inzet van het Noodplan Lerarentekort Amsterdam (2020-2014). Hierdoor hebben we bestaande projecten, gestart in de Lerarenagenda, kunnen uitbouwen en verstevigen. Het college van B&W heeft in 2019 € 23 3 x Gemeente Amsterdam miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2019-2023. Daarbij komt voor de periode 2020-2024 een extra investering van in totaal € 82,1 miljoen voor het Noodplan (waarvan € 32,6 miljoen voor het project zij-instroom). Dit bedrag bestaat naast de rijksbijdrage voor € 18,4 miljoen vit cofinanciering door de schoolbesturen po, en € 2,07 miljoen door de gemeente. We doen het samen De Lerarenagenda is een gezamenlijk product van de Taskforce Lerarentekort Amsterdam. In deze Taskforce zijn de gemeente, schoolbesturen en lerarenopleidingen verenigd om het lerarentekort in Amsterdam aan te pakken. De Taskforce maakt daarbij voortdurend gebruik van de inzet, ervaring en kennis van vele Amsterdamse onderwijsprofessionals, zoals leraren, directeuren, schoolleiders, bestuurders en vertegenwoordigers van lerarenopleidingen. De gemeente Amsterdam heeft regelmatig overleg met andere steden. Zo deelt Amsterdam haar kennis en werkt samen met onder andere de G4-partners. De aanpak van deze steden is vergelijkbaar, omdat de vitdagingen van de grote steden overeenkomsten vertonen. Tot slot doen we voortdurend een beroep op de verantwoordelijkheid van de landelijke overheid om de investeringen te doen die noodzakelijk zijn. Investeringen in salarissen en werkdrukverlaging bijvoorbeeld, maar ook gericht op regelruimte. Maatregelen Met de Amsterdamse Lerarenagenda voert de Taskforce een doordachte set aan maatregelen uit die erop gericht is om de instroom en werving te stimuleren en het behoud van leraren te vergroten. Dit doet de Taskforce volgens twee pijlers: 1. Weg met het lerarentekort 2. Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals Weg met het lerarentekort De maatregelen om het lerarentekort te bestrijden richten zich op werving en het opleiden van meer nieuwe leraren. De Amsterdamse maatregelen dragen bij aan een verhoogde instroom van leraren. In schooljaar 2019-2020 namen 152 kandidaten deel aan een kennismakingstraject voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit is een traject waarin je in tien dagen in theorie en praktijk leert wat het lesgeven op een school inhoudt. Van deze kandidaten zijn 89 dit schooljaar gestart met opleiding tot leraar of werkervaringstraject. Tussen september 2020 en maart 2021 hebben 60 kandidaten het kennismakingstraject gevolgd, waarvan 45 binnenkort starten als zij-instromer. Voor 94 zij-instromers is de aanvraag van een voorziening toegekend voor het realiseren van intensievere begeleiding op de school. Zo hebben de kennismakingstrajecten en de voorziening voor extra begeleiding er mede voor gezorgd dat het aantal zij-instromers in Amsterdam de afgelopen jaren enorm is toegenomen, tot 125 startende zij-instromers in schooljaar 2020-2021. Met de reiskostenregeling, extra parkeervergunningen en voorrang op woningen verlagen we (financiële) drempels voor leraren om in Amsterdam te gaan of blijven werken. Samen met de schoolbesturen komt de gemeente met de reiskostenregeling het grootste gedeelte van het onderwijspersoneel tegemoet, bijna 1.500 fte in totaal. De regeling staat open voor leraren, onderwijsondersteunend personeel en directeuren. In het primair onderwijs maakt ruim 60% van het onderwijspersoneel dat buiten Amsterdam woont, gebruik van deze regeling. Scholen maken ook gebruik van de mogelijkheid om extra parkeervergunningen aan te vragen, maar onderzoeken ook duurzamere vervoersopties. Zo maken steeds meer schoolbesturen gebruik van het mobiliteitsadvies dat Stichting Breikers in opdracht van de gemeente aanbiedt. 4 x Gemeente x Amsterdam Samen met de mobiliteitsadviseur stelt een schoolbestuur een mobiliteitsagenda op gericht op slimmer, goedkoper en duurzamer woon-werkverkeer. De campagne en de ondersteunende helpdesk ‘Liever voor de Klas’ richt zich op imagoverbetering, werving en advies voor potentiële nieuwe leraren voor het Amsterdamse onderwijs. Daarnaast heeft de gemeente de afgelopen periode met ‘De Amsterdamse Klas’ gebouwd aan een actieve community van zo’n 6ooo leraren. Hier zorgen we met een breed scala (online) activiteiten en informatie voor meer verbinding en betrokkenheid tussen Amsterdamse onderwijsprofessionals „Het project Leraar voor een dag is een voorlichtingsactiviteit specifiek voor havo- en vwo-leerlingen geïnteresseerd in het beroep van leraar. In 2019-2020 zijn er 11 statushouders (vanuit het project ‘Statushouders voor de klas’) gestart met het oriëntatietraject tot leraar. Dit zijn veelal kandidaten die al ervaring hebben als leraar in een van de tekortvakken wiskunde, scheikunde en/of natuurkunde. Het enthousiasme bij de schoolbesturen zorgt voor een welkome plek op scholen voor de statushouders om het lesgeven in Amsterdam te leren. Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals Een sterke beroepsgroep is de basis van goede onderwijskwaliteit. We moeten niet alleen voldoende nieuwe leraren aantrekken voor Amsterdam, maar juist ook zittende, ervaren leraren voor ons onderwijs behouden. Dit doet de gemeente Amsterdam onder andere met de ontwikkeling van leergangen die het loopbaanperspectief en de ontwikkelmogelijkheden van leraren vergroten. Afgelopen jaar hebben, ondanks de coronacrisis, 45 leraren uit het voortgezet onderwijs deelgenomen aan de leergangen van Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep. Leraren zijn enthousiast over de leergangen en geven de leergangen gemiddeld een 8. Daarnaast hebben 16 leraren deelgenomen aan loopbaanoriëntatietraject en werden twee online masterclasses door zo leraren bezocht. In 2020 konden scholen voor de tweede keer een Amsterdamse teambeurs aanvragen; in totaal gingen 57 scholen aan de slag met een teambeurs. De voorziening waarmee directeuren in het primair onderwijs ondersteuning kunnen organiseren, is door 60 directeuren aangevraagd. Aanvragen zijn voor diverse activiteiten aangevraagd zodat er voor directeuren meer tijd ontstaat voor de onderwijskwaliteit door klassenbezoek, contact met ouders en onderwijsontwikkeling. Resultaat De maatregelen zijn succesvol. Het aantal zij-instromers is in Amsterdam de afgelopen jaren gigantisch gestegen van 5 zij-instromers in 2018 naar circa 140 in 2020. Amsterdamse leraren geven aan dat reiskosten en extra parkeerplekken noodzakelijk zijn om in Amsterdam te blijven werken. We zien dan ook dat er volop gebruik wordt gemaakt van de reiskostenregeling en de extra parkeerplekken die de gemeente beschikbaar heeft gesteld. Tot slot helpt de voorziening voor ondersteuning van directeuren daadwerkelijk bij het verminderen van de werkdruk voor directeuren in het primair onderwijs. Tegelijk blijft het lerarentekort toenemen en wordt de uitdaging voor Amsterdam steeds groter. De coronapandemie vraagt veel van het onderwijs. Momenteel heeft de coronacrisis de hoogste prioriteit, maar aandacht voor het lerarentekort blijft onverminderd hard nodig is. Deze dubbele crisis raakt het hele Amsterdamse onderwijs. Samen met de Taskforce Lerarentekort blijven wij ons dan ook maximaal inzetten om het lerarentekort aan te pakken. 5 x Gemeente Amsterdam 2 Inleiding Voor uligt de tweede voortgangsrapportage van de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2020 ‘Liever voor de klas’. Amsterdam kampt met een urgent tekort aan leraren. In het primair onderwijs (po) zijn de problemen het grootst en is het tekort op dit moment 389 fte. Voor het voortgezet onderwijs (vo) concentreren de tekorten zich met name rondom bepaalde vakken zoals wiskunde en Frans. De voortgangsrapportage biedt u inzicht in de maatregelen vanuit de Amsterdamse Lerarenagenda om het lerarentekort te bestrijden. Amsterdamse Lerarenagenda De Amsterdamse Lerarenagenda is op 4 april 2019 vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam. In de periode 2019-2023 investeert de gemeente bijna € 23 miljoen om de volgende resultaten te behalen: 1. Weg met het lerarentekort 2. Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals In Amsterdam bundelen het onderwijs, de lerarenopleidingen en de gemeente de krachten in een Taskforce Lerarentekort om het lerarentekort aan te pakken. In deze Taskforce Lerarentekort worden maatregelen bedacht, vitgevoerd en gemonitord. De maatregelen hebben allen als direct betrekking op het aantrekken of behouden van leraren, en variëren van zij-instroombeurzen tot het realiseren van ontwikkelmogelijkheden voor leraren en onderwijsondersteuners. Daarnaast investeert de gemeente extra in randvoorwaarden zoals aanvullende reiskostenvergoedingen en extra parkeerplekken voor scholen. In deze voortgangsrapportage leest u de evaluatie en stand van zaken van alle maatregelen zoals opgenomen in de Lerarenagenda. Leeswijzer In deze rapportage wordt eerst een beeld geschetst van de diverse maatregelen die vallen onder de ambitie ‘Weg met het tekort’ en daarna de maatregelen behorend bij de ambitie ‘Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals’. Er zijn twee bijlages toegevoegd aan deze voortgangsrapportage. In bijlage 1 staan de resultaten beschreven behorende bij de actielijnen uit het Noodplan Lerarentekort waar de gemeente direct bij betrokken is. In bijlage 2 vindt ude begroting van de Lerarenagenda 2019-2023. 6 x Gemeente Amsterdam 3 Verbeteren aantrekkelijkheid van het beroep 3-1 De Amsterdamse imago en wervingscampagne ‘Liever voor de klas’ Sinds eind 2017 loopt de Amsterdamse wervings- en imagocampagne ‘Liever voor de klas’, die zich richt op potentiële zij-instromers, scholieren en studenten hbo/wo. Liever voor de klas is een samenwerking van de gemeente met het Amsterdamse onderwijs en de lerarenopleidingen. Doel is het werven van leraren voor het basisonderwijs en de tekortvakken in het vo. In 2020 is de campagne gericht op zij-instromers op een lager pitje gezet. Vanwege de sterk groeiende belangstelling voor zij-instroom in het onderwijs was een brede wervingscampagne voor deze doelgroep niet meer nodig. Wel is er gedurende het hele jaar ingezet op zoekmachinemarketing voor de website Lievervoordeklas.nl en de daaraan verbonden helpdesk die potentiële zij-instromers op weg helpen naar de juiste opleiding en werkplek in de stad. Het aantal bezoekers van de website Lievervoordeklas.nl is in 2020 mede daardoor iets afgenomen ten opzichte van 2019. Tegelijkertijd nam de kwaliteit van de bezoekers toe (dit wordt gemeten op basis van tijd en het aantal pagina’s dat een bezoeker bekijkt). Adviezen Helpdesk ‘Liever voor de klas’ Om bezoekers van de website www.lievervoordeklas.nl verder te begeleiden richting het werken in het Amsterdamse onderwijs heeft de website ook een helpdeskfunctie. De helpdesk is in beheer van het CAOP en ondersteunt de gemeente Amsterdam door potentiële toekomstige leraren te voorzien van advies op maat, specifieke vragen te beantwoorden en hen waar nodig door te verwijzen naar andere organisaties (zoals schoolbesturen of lerarenopleidingen). Dit met als doel zoveel mogelijk potentiële leraren verder te helpen in hun keuzeproces. De helpdesk heeft sinds de start van de campagne eind 2017 ruim 2300 maatwerkadviezen verstrekt aan potentiële leraren. In tabel 3.1 is te zien dat in totaal 487 personen in 2020 contact zochten met de helpdesk, zij hebben allen maatwerkadvies ontvangen. In 2021 zijn tot eind maart 86 maatwerkadviezen gegeven. Tabel 3.1 Adviezen Helpdesk ‘Liever voor de Klas’ 2020 Totaal* Aantal maatwerkadviezen 487 2365 Beantwoording aanvullende vragen 8 253 Totaal 495 2618 * Het totaal zijn cijfers sinds de start van de helpdesk eind 2017, tot en met december 2020. Nieuwe campagne gericht op de jonge studiekiezer tijdelijk ‘on hold’ door corona Door de corona-maatregelen eind 2020 zou een geheel nieuwe (online) wervingscampagne starten, gericht op scholieren en studenten in Amsterdam en omgeving om hen te interesseren voor het beroep van leraar in Amsterdam. Het nieuwe campagneconcept gericht op de jongere studiekiezer maakt gebruik van authentieke verhalen en ervaringen van Amsterdamse rolmodellen waarbij de bijzondere en mooie kanten van werken in het Amsterdamse onderwijs worden uitgelicht en deze worden gekoppeld aan de eigen herkenbare talenten van jongeren. Daarbij worden studiekiezers tot actie aangezet om zelf te 7 x Gemeente x Amsterdam ervaren hoe het is om voor de klas te staan door deel te nemen aan Leraar voor een dag. Het ‘zelf ervaren’ is voor deze doelgroep een belangrijk aspect bij de oriëntatie op studie en beroep. Door de aangescherpte coronamaatregelen is de productie van de nieuwe campagne dit najaar helaas ‘on hold’ gezet. Het was en is nog niet mogelijk om met groepen kinderen en volwassenen in de openbare ruimte te filmen. Zodra dat weer kan wordt de productie alsnog opgestart. Door de coronamaatregelen was er ook zeer beperkt ruimte voor scholieren om mee te lopen in de klas via het traject ‘Leraar voor een Dag’. Mini-campagne in samenwerking met jongerenplatform VICE In oktober is daarom als alternatief een online mini-campagne ingezet in samenwerking met het jongeren mediaplatform VICE op basis van een aantal interviews met jonge leraren en leraressen. Het artikel heeft ruim 150.000 jongeren bereikt via hun tijdlijn op social media en is daarbij door ruim 8400 jongeren gelezen. De interviews kregen ook veel positieve feedback op social media. 3-2 Statushouders voor de klas In schooljaar 2019-2020 zijn er 11 statushouders gestart met het oriëntatietraject. In dit tweede jaar zijn de statushouders geselecteerd op een hoog taalniveau, zodat ze sneller het minimale taalniveau Nederlands Bz bereiken. Het oriëntatiejaar wordt door de deelnemers benut om de taal meer eigen te maken, te leren over het Nederlandse onderwijssysteem en een reëel beeld te krijgen van de lespraktijk in Amsterdam. Voor de meeste statushouders is het oriëntatietraject de start van een meerjarig traject richting het onderwijs, met uitzondering van diegenen die een gewaardeerde bevoegdheid hebben. Van de 24 deelnemers uit de eerste 2 jaar hebben 7 deelnemers een (deel)aanstelling, doen 5 deelnemers deeltijd met stage en lopen 5 deelnemers extra stage. 7 deelnemers zijn niet verder gegaan in het onderwijs. Driekwart van de deelnemers komt uit Syrië en Turkije en het merendeel van de deelnemers heeft een wiskunde achtergrond. In september is een derde groep van 13 deelnemers gestart met het oriëntatietraject waarbij het vinden van stageplekken binnen Amsterdam een uitdaging was. Over een beter koppeling van stageplekken voor dit traject worden met het onderwijs gesprekken gevoerd. 8 x Gemeente Amsterdam 4 Meer leraren aantrekken en behouden: aantrekkelijk Amsterdam 4.1 _Reiskostenregeling Ruim veertig procent! van de Amsterdamse leraren woont buiten de stad. Voor het huidige onderwijspersoneel is dit dus iets meer dan 2.000 fte. Vanwege beperkte reiskostenvergoeding in de cao reizen veel leraren op eigen kosten. Om het werken in Amsterdam voor deze mensen aantrekkelijk te houden en om nieuwe leraren aan te trekken, heeft het college voor schooljaar 2020-2021 € 900.000 beschikbaar gesteld voor tegemoetkoming in reiskosten voor leraren, onderwijsondersteunend personeel en directeuren die meer dan 20 km naar hun werk reizen. Schoolbesturen investeren eenzelfde bedrag (bovenop cao-vergoeding) in reiskosten voor hun medewerkers. Voor schooljaar 2020-2021 hebben 41 schoolbesturen in totaal ruim € 869.000 aangevraagd voor tegemoetkoming in reiskosten van hun leraren en personeel. Zo'n € 790.000 hiervan is door het primair onderwijs aangevraagd. Hiermee vergoedt de gemeente aanvullende reiskosten voor 1.285 fte in het po en 363 fte in het vo (tabel 4.1). Dit betekent dat ruim 82 procent van het onderwijspersoneel dat buiten Amsterdam woont, gebruikmaakt van deze regeling. Tabel 4.1 Totaal toegekende tegemoetkoming reiskosten per onderwijssector Sector Afstand Totaal fte waarvoor is aangevraagd po/so 21-25 km 227 25-30 km 253 30-40 km 385 40+ km 420 Subtotaal 1.285 vo 25-30 km 83 30-40 km 131 40-50 km 149 Subtotaal 363 Totaal 1.648 4.2 Parkeren Scholen geven aan dat een gebrek aan voldoende parkeergelegenheid of het verdwijnen van (gratis) parkeerplekken een groot knelpunt vormt bij het werven en behouden van leraren. Scholen hebben op dit moment al recht op twee keer zoveel parkeervergunningen als bedrijven * https://data.amsterdam.nl{publicaties/publicatie/fact-sheet-woon-werkstromen-van-amsterdams- onderwijspersoneel-po-so-en-vof250e8856-0388-446C-ag50o-ch2531170acaf 9 x Gemeente Amsterdam (zowel bedrijfsvergunningen als maatschappelijke vergunningen). Het aantal parkeervergunningen is verder afhankelijk van de ligging van de schoollocatie en het aantal medewerkers. Voor 2020 stelde de gemeente voor iedere schoollocatie twee extra parkeervergunningen beschikbaar, met vitzondering van stadsdeel Centrum waar één extra vergunning beschikbaar is. Met deze regeling maakt de gemeente werken op een Amsterdamse school op de korte termijn aantrekkelijk. Het college heeft 20 april 2021 besloten deze maatregel te verlengen tot en met 31 juli 2022. Door de coronacrisis is het ontwikkelen van structurele mobiliteitsoplossingen immers vertraagd. Tegelijkertijd zorgt de pandemie voor meer gebruik van de auto ten opzichte van het openbaar vervoer. De tijdelijke extra maatschappelijke vergunningen worden niet apart geregistreerd. Daardoor is het niet mogelijk uitspraken te doen over het gebruik van specifiek de tijdelijke maatschappelijke parkeervergunningen. Uit tabel 4.2 blijkt wel dat het totale gebruik aan parkeervergunningen is toegenomen met 23. Hierbij valt op dat scholen meer maatschappelijke parkeervergunningen gebruiken dan in 2019. Het aantal bedrijfsparkeervergunningen is daarentegen afgenomen. Dit komt doordat een aantal bedrijfsparkeervergunningen is omgezet naar maatschappelijke parkeervergunningen, in het kader van een opschoningsactie naar het nieuwe vergunningensysteem van afdeling Parkeren. Scholen merken hier zelf niets van. Tabel 4.2 Totaal toegekende parkeervergunningen November 2019 December 2020 Totaal maatschappelijke parkeervergunningen 690 784 Totaal bedrijfsparkeervergunningen 786 715 Totaal 1.476 1.499 4.3 Woningen De Taskforce Lerarentekort en de gemeente blijven zich inzetten voor passende en betaalbare woonruimte voor leraren. Een passend woningaanbod maakt de stad immers aantrekkelijk om in te werken. Zo kunnen leraren, die anders wegtrekken naar elders waar ze wel een woning vinden, behouden blijven. Woningen voor beroepsgroepen De gemeente zet het volledige beschikbare instrumentarium in om tot meer betaalbare woningen voor leraren en zorgmedewerkers te komen. 1. Per1 januari 2020 is de voorrangsregeling voor Amsterdamse onderwijs- en zorgprofessionals opgenomen in de Huisvestingsverordening. Resultaat: In 2020 hebben 140 onderwijs- en zorgprofessionals een woning geaccepteerd na succesvolle bemiddeling door de gemeente. In totaal zijn daarvoor 222 aanbiedingen geweest van 176 afzonderlijke adressen. 39 woningen zijn door een leraar geaccepteerd. 2. De gemeente heeft met het IVBN (Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland), Vastgoed Belang en NEPROM afgesproken dat er jaarlijks ten minste 300 nieuw 10 x Gemeente x Amsterdam beschikbaar komende middeldure huurwoningen met voorrang voor deze doelgroep worden aangeboden. Resultaat: Het aanbod van nieuwe middeldure huurwoningen komt langzaam op gang. Er zijn 15 woningen van private verhuurders geaccepteerd. Met name middeldure huurwoningen en specifiek gemeubileerde studio's worden vaak geweigerd. Veel gehoorde weigeringsgronden zijn de huurhoogte, de aantrekkelijkheid van de woning of de buurt, het huurconcept, de woninggrootte en parkeermogelijkheden. Vanuit de markt is er interesse om woningen aan maatschappelijke beroepsgroepen toe te wijzen, ook bij leden die niet aangesloten zijn bij IVBN of Vastgoed Belang. De gemeente werkt aan communicatie om de voorrangsregeling bij meer marktpartijen onder de aandacht te brengen. 3. De gemeente heeft in de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties afgesproken dat zij jaarlijks 50-100 sociale huurwoningen en 50-100 middeldure huurwoningen met voorrang beschikbaar stellen voor deze doelgroep. Resultaat: In 2020 hebben de corporaties gezamenlijk 125 woningen aangeboden via de voorrangsregeling. Het gaat om 94 sociale huurwoningen en 31 middeldure huurwoningen. 4. Verhuurders in de vrije sector worden door het college uitgenodigd om een deel van de leegkomende bestaande woningen met voorrang beschikbaar te stellen voor Amsterdamse onderwijs- en zorgprofessionals. Resultaat: Er hebben zich een aantal particuliere verhuurders gemeld. Drie daarvan hebben daadwerkelijk een middeldure huurwoningfwoningen aangeboden. In twee gevallen heeft dit tot een geaccepteerd aanbod geleid. 5. De gemeente heeft een loket ingesteld op www.amsterdam.nl/woningberoepsgroepen waar werkgevers Amsterdamse onderwijs- en zorgprofessionals kunnen aanmelden. Resultaat: Het loket is onderdeel geworden van het Servicecentrum Onderwijs en Zorg. Leraren, schooldirecteuren en bestuurders met vragen over de voorrangsregeling worden op werkdagen direct te woord gestaan door servicecentrummedewerkers. Op de website van het Servicecentrum kunnen woningzoekende leraren nagaan of zij in aanmerking komen voor voorrang op woonruimte. Via hun werkgever kunnen zij zich aanmelden voor deze regeling. Leraren op zoek naar woonruimte Om goed in kaart te hebben welke knelpunten er spelen en waar de behoeftes liggen, heeft OIS in 2020 onderzoek gedaan naar de woonsituatie en woonbehoeften van leraren in Amsterdam. Hieruit blijkt dat de grootste groep leraren met een verwachte verhuisbehoefte (circa 950 leraren) geen zelfstandige woning heeft. Een groep van circa 300 leraren die met een gezin op minder dan 60 vierkante meter wonen, wil graag binnen 2 jaar verhuizen naar een ruimere woning binnen Amsterdam. Het college blijft zich inzetten om het aanbod zo goed mogelijk te benutten en waar mogelijk te vergroten in zowel de middeldure huur als het koopsegment. Tijdelijke woningen in schoolgebouwen Omdat de nood hoog is heeft de gemeente gekeken naar de ruimtelijke en juridische mogelijkheden om woonruimte voor Amsterdamse leraren te creëren in tijdelijke (deels) leegstaande schoolgebouwen. Voor meerdere locaties is een haalbaarheidsonderzoek gedaan. Maar dit biedt niet de hoogwaardige woningen die leraren (vooral met een gezin) nodig hebben, en vraagt om zeer hoge verbouwingskosten. Dit plan biedt geen realistische oplossing voor het woningprobleem van leraren en zal daarom niet worden gerealiseerd. 11 x Gemeente Amsterdam 5 Sterke Amsterdamse onderwijsprofessionals 5.1 _Professionalisering — De Amsterdamse teambeurs Met de Amsterdamse teambeurs kunnen onderwijsprofessionals werken aan hun professionele ontwikkeling en het versterken van hun onderwijskundige vaardigheden. Onderwijs is teamwork en de onderwijsteams dragen binnen de scholen voor primair en voortgezet (speciaal) onderwijs samen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van kwalitatief goed onderwijs. Professionele ontwikkeling is hierbij cruciaal. Aanvragen In 2020 In 2020 konden scholen voor de tweede keer een Amsterdamse teambeurs aanvragen. In totaal hebben 57 scholen een teambeurs toegekend gekregen. Er was sprake van een onderaanvraag; 7o procent van het beschikbare budget is aangevraagd. Dit is te verklaren door de enorme overaanvraag in 2019, waarbij 214 aanvragen zijn ingediend en ruim 5o procent van het budget van vier jaar is toegekend. Ook heeft de coronacrisis mogelijk een rol gespeeld bij de keuze om geen teambeurs aan te vragen. In tabel 5.1 is te zien dat het grootste deel van de toegekende teambeurzen net als in 2019 afkomstig is vit het primair onderwijs. Vanuit het speciaal onderwijs zijn er relatief veel aanvragen toegekend ten opzichte van het totaal. Scholen kunnen hun beschikbare budget verdelen over verschillende aanvragen in verschillende jaren. Daarom is een kolom opgenomen met het aantal unieke scholen dat een of meerdere teambeurzen heeft aangevraagd. Aan de hand van deze aantallen is te zien dat in het po, vo en so een ruime meerderheid van de scholen in 2019 of 2020 een teambeurs heeft gekregen. Alleen het vso loopt achter; daar heeft slechts 32 procent een teambeurs ontvangen. Tabel 5.1 Aantal toegekende teambeurzen per onderwijssector ze 2° Aantal unieke Totaal aantal % met een aanvraagrond aanvraagronde scholen meteen scholen teambeurs in 2020 of meerdere 2019 of 2020 beren po 133 34 153 206 74% vo 64 12 62 72 86% 50 14 7 17 27 63% vso 3 4 6 19 32% Totaal 214 57 238 324 73% Bij de aanvraag geeft elke school aan voor hoeveel personeelsleden de school de teambeurs aanvraagt. In 2020 hebben ruim 1.900 teamleden profijt gehad van professionaliserings- mogelijkheden door middel van de toegekende teambeurs. Verder laat tabel 5.2 zien dat 69% van de teamleden leraren betreft. Bij het (voortgezet) speciaal onderwijs is dit percentage lager en maakt relatief veel onderwijsondersteunend personeel en overig personeel gebruik van de 12 x Gemeente x Amsterdam teambeurs. Een verklaring hiervoor is dat in deze sectoren verhoudingsgewijs meer ondersteunend en extra personeel werkzaam is naast leraren. Tabel 5.2 Aantal toegekende teambeurzen — bereik onderwijspersoneel # ondersteunend Aantal Aantal overig Totaal aantal % leraren van Aantal leraren personeel schoolleiding personeel teamleden het totaal po 807 188 55 54 1.104 73% vo 312 61 17 5 395 79% So 84 65 8 35 192 44% vso 139 118 15 4 248 56% Totaal 1.342 404 95 98 1.939 69% Scholen geven in hun aanvraag aan op welke pijlers voor betere kansen ze focussen binnen hun teambeurstraject. Deze pijlers zijn opgesteld door het Kohnstamm Instituut.? Het is wetenschappelijk aangetoond dat deze pijlers bijdragen aan professionalisering en ontwikkeling van lerarenteams. De pijlers zijn: 1. Educatief partnerschap en contact met gemeenschap 2. Pedagogisch klimaat, pedagogisch handelen en schoolcultuur 3. Didactisch handelen 4. Professionalisering en ondersteuning van docenten; professionele leergemeenschap 5. Extra aandacht en ondersteuning voor leerlingen 6. Extra leertijd 7. Leiderschap De meest voorkomende pijlers in 2020 zijn professionalisering en ondersteuning van docenten (pijler 4, 86 procent), pedagogisch klimaat, pedagogisch handelen en schoolcultuur (pijler 2, 54 procent) en didactisch handelen (pijler 3, 53 procent). 5.2 Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep Het versterken van het lerarenberoep is ontzettend belangrijk om, ook op de lange termijn, het beroep aantrekkelijk te houden. Het gaat hierbij om het bieden van inspiratie, ontwikkelingsmogelijkheden, doorlopende leerlijnen en loopbaankansen. De ambitie in Amsterdam is dat de Amsterdamse leraren continue ontwikkelingsmogelijkheden hebben: van goed opgeleide leraar, naar begeleide starter, naar medior met verdiepingsmogelijkheden, naar expert. Leraren geven aan dat loopbaankansen en ontwikkelingsperspectief belangrijke factoren zijn bij de keuze om in het beroep te blijven. Het is van belang dat alle actoren in het onderwijs zich bewust zijn van de diverse ontwikkelingsmogelijkheden die in het onderwijs mogelijk zijn. In navolging van het voortgezet onderwijs is ook het primair onderwijs hier afgelopen jaar mee begonnen. In beide sectoren werken schoolbesturen, lerarenopleidingen en gemeente nu samen om de ontwikkelmogelijkheden van leraren te vergroten. Uitgangspunt hierbij is het ‘beroepsbeeld van de leraar’ dat in 2017 is ontwikkeld. * Zie: https://kohnstamminstitvut.nl{rapport/succesvolle-basisscholen-aan-het-woord/ 3 Zie: www.beroepsbeeldvoordeleraar.nl 13 x Gemeente x Amsterdam Leergangen voortgezet onderwijs Omdat nieuwe loopbaanstappen ook vragen om nieuwe kwaliteiten en competenties, biedt Leraar in Amsterdam, een kleurrijk beroep verschillende leergangen aan. In het voortgezet onderwijs zijn dat: 1. Expert didactiek 2. Expert pedagogiek 3. Leiderschap van leraren 4. _Ontwikkelingsgericht leidinggeven In schooljaar 2019-2020 hebben 45 leraren deelgenomen aan de leergangen. Deze leraren kwamen van 17 verschillende vo-scholen, verdeeld over 10 schoolbesturen. In schooljaar 2020- 2021 nemen 41 leraren deel. Naast de leraren die deelnemen aan de leergangen zelf, worden bij elke school ook teamleiders en hr-medewerkers betrokken. Op deze manier brengt de leergang naast persoonlijke ontwikkeling ook een ontwikkelingsverandering in de school teweeg. Dit is ook de reden dat minstens drie personen per school deel moeten nemen aan de leergangen. Door meerdere personen te betrekken is het bereik binnen de school groter dan alleen de deelnemers van de leergangen zelf en ontstaat een olievlekwerking bij deelnemende scholen. Uit kleinschalig onderzoek van André Koffeman (UvA) blijkt dat de leergangen in grote mate bijdragen aan ervaren werkplezier en afwisseling. Ook ervaren deelnemers meer vertrouwen in eigen kunnen en regelruimte. Er is een klein positief effect op waardering, betrokkenheid en werkdruk. Dat laatste wil zeggen dat de deelnemers minder werkdruk ervaren door de leergangen. Het onderzoek laat hoge correlaties zien tussen waardering en werkplezier, tussen waardering en aantrekkelijkheid van het beroep en tussen afwisseling van werk en werkplezier. Deelnemers schatten hun de kans dat de leergang leidt tot meer invloed of nieuwe taken of rollen hoog in. Loopbaanoriëntatietraject en masterclasses voortgezet onderwijs Daarnaast kunnen leraren in het voortgezet onderwijs deelnemen aan een loopbaanoriëntatietraject. Hier zijn in 2020 16 deelnemers mee gestart; dit is het maximum. Het doel van dit loopbaanoriëntatietraject is tweeledig. Allereest maakt het traject leraren en schoolleiders bewust van de loopbaanmogelijkheden in het onderwijs. Daarnaast geeft dit traject een impuls aan de rol en positie van de hr-professional; die kan hierdoor groeien van uitvoerend naar strategisch. Tot slot kunnen leraren en schoolleiders gratis deelnemen aan masterclasses, die bezocht zijn door zo'n 5o geïnteresseerden: 1. Formatief handelen door Dominique Sluismans 2. Organisatieverandering ‘Veranderen als samenspel’ door Jaap Boonstra Door corona vinden alle sessies van leergangen en masterclasses digitaal plaats. Hoewel dit niet ideaal is, zijn de deelnemers enthousiast over de sessies en de (digitale) ontmoeting met elkaar. Wel zijn de sessies digitaal korter. Schoolleiders en leraren geven aan het door alle veranderingen rondom corona nog drukker te hebben dan normaal. Primair onderwijs Na de positieve ervaringen in het voortgezet onderwijs is ook het primair onderwijs in 2020 gestart met het creëren van een ontwikkel- en loopbaanperspectief voor leraren. Schoolbesturen, 14 x Gemeente Amsterdam lerarenopleidingen en gemeente werken in gezamenlijke verantwoordelijkheid aan het ontwerpen van de leergangen. Het afgelopen halfjaar zijn in samenwerking met leraren, schoolleiders, hr-medewerkers en schoolbestuurders vijf lijnen gekozen om op te richten: 1. Leergang Gedeeld leiderschap Na het volgen van dit leerarrangement is het persoonlijk leiderschap van leraren versterkt en is er in de organisatie een slag gemaakt in het versterken van een professionele cultuur waarbij kennis, ervaring en expertise wordt gedeeld. De leergang telt 8 bijeenkomsten en 36 deelnemers per lichting. 2. Leerarrangement Coach Light Na het volgen van dit leerarrangement zijn de leraren goed toegerust om startende leraren en/of onderwijsassistenten krachtig te coachen. Hierbij gebruiken zij coachingsinstrumenten die wetenschappelijk effectief blijken. Jaarlijks zijn er 8 bijeenkomsten voor 36 leraren. 3. Netwerk hr-professionals Hr-professionals vanuit de verschillende schoolbesturen komen hier bijeen om samen beleid te ontwikkelen, waarbij zij schoolleiders en leraren kunnen begeleiden als het gaat om loopbaanontwikkeling, loopbaanambities, loopbaanperspectief en loopbaancompetenties van leraren. Momenteel zijn er 15 hr-medewerkers bij het netwerk aangesloten. 4. Netwerk Schoolleiders Schoolleiders worden getraind om een productief en effectief gesprek over loopbaanambities en -mogelijkheden te voeren met leraren, om vervolgens collega- schoolleiders uit de stad te trainen en te inspireren. Het netwerk gaat in april 2021 van start met 15 schoolleiders. 5. Oriëntatie op loopbaanpaden Het helpen richting te geven aan de zoektocht van leraren die op een kruispunt staan, waarna zij leren om hun eigen loopbaanplan te ontwikkelen. De kick-off is in juni 2021 en er is plek voor 60 leraren. Naast deze vijf lijnen hebben de besturen de ambitie uitgesproken om een stadskaart te ontwikkelen met alle professionaliseringsmogelijkheden vanuit opleidingsinstituten en besturen op een rijtje. De intentie van schoolbesturen om professionaliseringstrajecten binnen een bestuur open te stellen voor leraren uit de hele stad is een mooi voorbeeld van de steeds verdere stedelijke samenwerking. Vanwege de maatregelen rondom Covid-19 hebben de leergangen een half jaar vertraging opgelopen. Veel schoolleiders en leraren gaven aan een hoge werkdruk te ervaren en weinig ruimte te voelen om te starten met een ontwikkeltraject. Tegelijk is er bij een groep leraren nu juist energie om naast de dagelijkse werkelijkheid van achterstanden door corona en online onderwijs, ook op andere onderwerpen met professionalisering bezig te zijn. Meer informatie is te vinden op www.leraareenkleurrijkberoep.nl Amsterdamse Lerarenbrigade (2018-2020) De Gemeente Amsterdam ziet het als haar verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de onderwijskwaliteit van basisscholen in de stad. Hiervoor is de pilot Amsterdamse Lerarenbrigade (2018-2020) opgesteld. Het doel van deze voorziening was te onderzoeken hoe de onderwijskwaliteit op Amsterdamse basisscholen kan worden verhoogd door de inzet van daartoe 15 x Gemeente x Amsterdam gemotiveerde samenwerkende lerarenteams van twee of meer verschillende basisscholen. Op deze manier konden de scholen basis van zelf geformuleerde kwaliteitsvragen en bijbehorende doelstellingen een kwaliteitsslag maken. Eind 2019 is als tussenevaluatie de stand van zaken in beeld gebracht via interviews met directeuren en/of andere sleutelfiguren. Eind 2020 is het project geëvalueerd met de schoolbesturen. Hieronder treft u de belangrijkste conclusies. Bevorderende factoren: o _Bottom-up werken heeft bij een aantal aanvragen een grote rol gespeeld in het succes. Bottom-up werken komt echter vooral tot stand wanneer de onderwerpen en inhoud relevant zijn voor de leraren en aansluit bij de praktijk. Leraren voelen zich eerder verbonden met de gedachten en acties wanneer deze relevant zijn voor hun werkelijkheid. o Op kleine schaal kan een initiatief als deze heel succesvol en nuttig blijken. Daarmee is het echter nog niet vanzelfsprekend dat de grotere organisatie hiervan mee profiteert. Wanneer de aanvraag samenvalt in een bredere context en op een strategische keuze is gebaseerd, lijkt de kans op een breder effect groter en krachtiger, van de klas tot de bestuurskamer. Belemmerende factoren: o Erwordt veel waarde gehecht aan het samen leren van leerkrachten. Hierbij is het bij elkaar kijken onder onderwijstijd bijzonder leerzaam. Kennisdeling op het niveau van de leerkracht vraagt veel tijd en inzet van vervanging. Het lerarentekort drukt een zware stempel op de mogelijkheden en belemmert hiermee het leren van en met elkaar. o Het stimuleren van lerende netwerken of PLG's (professionele leergemeenschap) in scholen en tussen scholen vraagt om gedeeld leiderschap. Er ontstaat een andere lijn dan de hiërarchische. Dat kan spanningen opleveren. De positionering van ‘aanjagers, kartrekkers en specialisten’ in het systeem is belangrijk en dat vraagt ook wat van directeuren. Aanbevelingen bij kennisdeling: o Verdere kennisdeling moet aansluiten bij vraagstukken die leven in de organisatie of de scholen. Wanneer aanbod en vraag inhoudelijk niet op elkaar aansluiten, voelt het als een verplichting (terwijl er al zo efficiënt mogelijk omgegaan moet worden met menskracht). Relevantie is daarmee een voorwaarde. Dit sluit overigens ook aan bij de relevantie voor leerkrachten om tot gezamenlijk leren te komen (zie hierboven bij bevorderende factoren). o Vanuit de Gemeente Amsterdam wordt er veel georganiseerd en gefaciliteerd in overleg of andere activiteiten. Het heeft de voorkeur om waar mogelijk hierbij aan te sluiten. 5.3 Voorziening ondersteuning directeuren primair onderwijs Schooldirecteuren zijn een essentiële schakel in het goed functioneren van een school. Door de pandemie is de druk op schoolleiders alleen maar groter geworden. Schooldirecteuren verdienen, zeker nu, een extra steun in de rug. Daarom stelt de gemeente € 10.000 euro per Amsterdamse schooldirecteur beschikbaar voor het organiseren van passende ondersteuning. Directeuren van Amsterdamse scholen voor primair onderwijs kunnen deze subsidie aanvragen om ondersteuning op maat te organiseren en zo de werkdruk te verlagen. Op deze wijze komt er meer tijd beschikbaar voor het primaire onderwijsproces, zoals leiding geven aan het lerarenteam en investeren in schoolontwikkeling. Gedurende deze collegeperiode wordt er € 2.250.000 voor gereserveerd (€ 562.500 per jaar), waarmee er voor alle directeuren ruimte voor ondersteuning is vanuit deze voorziening. 16 x Gemeente Amsterdam Resultaten Er zijn in dit schooljaar (2020/21) 60 ondersteuningsaanvragen ingediend en toegekend voor in totaal € 597.919,-. Het subsidieplafond is opgehoogd om alle goedgekeurde aanvragen te kunnen honoreren. Uit de tweede ronde van aanvragen blijkt opnieuw dat bij de Amsterdamse po directeuren behoefte is aan maatwerk in de ondersteuning, waardoor de inrichting van de voorziening goed aansluit bij het doel. Directeuren kunnen dankzij de ondersteuning op maat taken delegeren wat helpt bij het verlichten van de werkdruk. 17 x% Gemeente Amsterdam Bijlage 1: Eerste resultaten Noodplan Lerarentekort PO Noodplan Lerarentekort Inleiding In janvari 2020 is het Noodplan lerarentekort Amsterdam gepresenteerd, waarin de gemeente samenwerkt met Amsterdamse schoolbesturen in het primair onderwijs en de lerarenopleidingen. De aanpak bestaat vit vier actielijnen die noodzakelijk zijn om het lerarentekort tegen te gaan. De actielijnen vormen de basis, omdat ze -in samenhang- op de korte termijn acute problemen verhelpen en op de lange termijn het lerarentekort duurzaam helpen oplossen. De lijn ‘werving en behoud! richt zich op zowel nieuwe aanwas als op het behouden van leraren voor de stad. Belangrijk is ook de actielijn ‘omgaan met tekorten’, die met maatregelen direct de druk vermindert op scholen waar de tekorten het hoogst zijn. De actielijn ‘wonen, mobiliteit en dienstverlening’ richt zich op voorzieningen die het voor leraren aantrekkelijker maken om in de stad te (blijven) werken. Met de ‘monitoring’ worden de resultaten inzichtelijk en wordt er ook stevig ingezet op steun en maatregelen vanuit het Rijk. Ook de komende jaren blijft het tekort een belangrijke rol spelen. Door de opgelopen achterstanden door de coronacrisis zijn goede bevoegde leraren op de juiste plekken harder nodig dan ooit. De interventies van het Noodplan Lerarentekort PO dragen bij om het tekort tegen te gaan. Doel van de aanpak In 2023 het gemiddelde tekort aan bevoegde leraren in het basisonderwijs in Amsterdam kleiner is dan 5% en er geen ongelijkheid meer is in de verdeling van het tekort over de stad. Speerpunten ENCI ALL Ig ERVE) behoud 3. Handelen in tekortsituatie 18 x Gemeente Amsterdam 5.4 _ Pijler1: Werving en behoud 5.4.1 Modulair opleiden: bevoegd voor de klas & loopbaanperspectief voor ondersteuners. Het advies komt van veel verschillende kanten, zowel uit de wetenschap als de praktijk: zet de student centraal flexibiliseer de opleidingen zodat dit beter aansluit bij de doelgroep en de onderwijspraktijk*. Schoolbesturen agenderen dit al enige jaren bij de Amsterdamse pabo's, tot nu toe leidde dit niet tot verandering. De noodzaak is echter hoog: onderwijsassistenten staan onbevoegd voor Amsterdamse klassen, met name in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Dit zijn deels of grotendeels bekwame onderwijsassistenten, met de potentie om leraar te worden. Dat betekent nu nog: minimaal een tweejarig traject voordat ze bevoegd zijn. Dit vraagt veel van studenten in studiebelasting, tijdelijk een achteruitgang in salaris, naast een leven met bijvoorbeeld een koophuis en kinderen. Door flexibele trajecten aan onderwijsondersteunerss te bieden, wordt het interessanter en minder belastend om je om te scholen tot bevoegd leraar of educatief professional. Zo verhogen we het aantal bevoegde leraren voor de klas, verhogen we de onderwijskwaliteit en bieden loopbaanperspectief aan onderwijsondersteuners met potentieel. 120 maatwerktrajecten in 4 jaar De komende vier jaar worden 120 onderwijsondersteuners opgeleid tot leraar, leraarondersteuner of gespecialiseerde onderwijsondersteuner, met daarnaast als blijvend resultaat dat opleidingen flexibele ontwikkeltrajecten aanbieden richting een bevoegdheid. De doelstelling is opgenomen in het convenant behorende bij het noodplan. Dit schooljaar volgen de eerste 45 deelnemers de oriëntatiemodule. Zij kunnen leraar of leraarondersteuner worden, of zich specialiseren binnen hun functie. In februari en maart stromen er naar verwachting 10 tot 15 deelnemers door naar de lerarenopleiding, 25-30 deelnemers stromen door naar de opleiding tot leraarondersteuner of een van de andere aparte modules. De pilot start in de stadsdelen Noord, Nieuw-West of Zuidoost, daar waar de tekorten het meest nijpend zijn. Hier staan ook de meeste onderwijsassistenten onbevoegd voor de klas. Doelstelling is dan ook dat tenminste de helft van de deelnemers werkzaam is op een school in één van deze stadsdelen. Flexibel & maatwerk ledere onderwijsondersteuner doorloopt een eigen traject, passend bij zijn of haar kennis en kunde. Dit wordt vooraf onder andere bepaald door EVC’s®, waarna ontwikkelaars van de pabo’s gezamenlijk modules ontwikkelen die leiden tot het diploma van bijvoorbeeld leraarondersteuner of leraar. ledere module die de onderwijsondersteuner doet leidt tot vrijstelling binnen het reguliere pabo programma. Gedurende het traject word je begeleid door een mentor of buddy; een ervaren (leer)kracht die eerder een soortgelijke stap heeft gemaakt Hierin wordt samengewerkt met de begeleidingspoule voor zij-instromers. Ook start een peer- en leernetwerk 4 Samen sterk voor elk kind, eindconclusies Merel van Vroonhoven, juli 2020. 5 Onderwijsondersteuners zijn: onderwijsassistenten, klassenassistenten en leraarondersteuners 6 EVC’s staat voor certificaten voor Eerder Verworven Competenties. 19 x Gemeente Amsterdam om gezamenlijk te leren. Excellente of academisch geschoolde leraren zetten hun kennis en expertise in door het ontwikkelen en uitvoeren van modules, en het begeleiden van onderwijsondersteunend personeel tijdens de opleiding. 5.5 _ Pijler 2: Ondersteuning van scholen in omgaan met langdurig tekort 5.5.1 Project Omgaan met langdurige tekorten Het project Anders omgaan met langdurige tekorten heeft in het eerste jaar 31 schoolteams ondersteund in het vinden van externe professionals die een deel van de onderwijstijd invullen. Met nog acht andere scholen worden op dit moment gesprekken gevoerd. Ruim 13.200 lesuren zijn inmiddels ingevuld door bewezen bekwame professionals. Meer dan 7650 leerlingen hebben deze lessen gevolgd. Voor 13.000 lesuren zijn dus leraren vrijgespeeld voor werkdrukverlaging, teamtraining of plekken opgevuld waar geen leraar was. Uit een eerste leergesprek met schoolleiders die gebruik hebben gemaakt van de middelen bleek dat alle zes zeer te spreken zijn over de mogelijkheden die het project hen heeft geboden. Uit een eerste evaluatie onder deelnemende scholen blijkt dat 90% van de scholen tevreden is over de matching, 80% van de deelnemende scholenteams ervaart lagere werkdruk. “Het loopt als een trein. Ik ben heel erg tevreden zoals het nu gaat.” Conny van Coesant — directeur De Zeven Zeeën ‘Het levert veel op, ik ben er blij mee” Rober Poggeklaas — directeur De Schakel Ondertussen is de borging van de geleerde lessen opgestart en wordt er gewerkt aan een online platform waar scholen het aanbod makkelijk kunnen vinden en selecteren en waar schooldirecteuren geholpen worden bij de organisatie en het vinden van de juiste match. Ook als COVID 19 straks achter de rug is, hebben teams meer handen in de klas nodig om leerachterstanden weg te werken en de kansenongelijkheid niet verder te laten toenemen. De maatregelen rondom COVID-19 zijn dan ook het grootste knelpunt gebleken voor dit project. Sinds de tweede lockdown zijn scholen niet alleen terecht terughoudend om (nieuwe, extra) volwassenen de school in te halen, er treedt ook in toenemende mate een mentale moeheid op: er past gewoon even niets nieuws bij. Wel merken we dat scholen al bezig zijn met het inrichten van het volgend schooljaar, waarmee het platform ter ondersteuning van alle scholen in Amsterdam alleen maar van meer belang geworden is. 5.6 Pijler 3: Monitoring 5.6.1 Werkgroep Monitoring Het inventariseren en monitoren van het lerarentekort is essentieel, maar ook complex. Het geeft inzicht in (verschillen in) het tekort op gebiedsniveau en per schoolgewicht. In oktober 2019 en 2020 heeft Amsterdam het tekort zelf geïnventariseerd door middel van de Amsterdamse Monitor. Vanaf 2021 sluit Amsterdam aan bij de meting van het lerarentekort zoals dat voor de G5 wordt uitgevoerd op basis van de OCW-methodiek. 20 x Gemeente st Amsterdam Nieuwe methodiek voor bepalen van het lerarentekort Deelnemen aan de meting in G5-verband en met de OCW-methodiek heeft als voordeel dat er nu jaarlijks zowel in februari als in oktober een meting kan worden gedaan, dat resultaten kunnen worden vergeleken met de andere G5 en dat de data voor de tekortbepaling decentraal bij de scholen en besturen in plaats van centraal op basis van open DUO data wordt verzameld. Betrouwbaarheid van de OCW-methodiek verhogen De betrouwbaarheid van de OCW-methodiek en de resultaten van de recente meting in februari 2021 is nog onvoldoende. Amsterdam werkt in aanloop naar de aanstaande oktobermeting samen met OCW en de G5 aan het verbeteren van de methodiek en inventarisatie. Belangrijke verbeterpunten zijn het eenduidig invullen van de inventarisatie op schoolniveau, het inbouwen van een controle op bestuursniveau en het verhogen van de respons van Amsterdamse scholen (2021: 67%, 2020: 91%). Resultaat van de meting met de nieuwe methodiek Vanwege de overstap naar de nog onvoldoende betrouwbare OCW-methodiek en het nieuwe peilmoment in februari zijn de resultaten van de eerste meting met de OCW-methodiek niet te vergelijken met de eerdere metingen met de Amsterdamse monitor (2019: 12,6% en 2020: 10,3%). Het lerarentekort in februari 2021 is met de OCW-methodiek vastgesteld op 12,5%. Net als in voorgaande metingen hebben scholen met een hoog schoolgewicht een hoog tekort. Vergeleken met de andere Gs ligt het Amsterdamse tekort in lijn met Den Haag, Almere en Rotterdam. Uit de metingen van februari en oktober 2020 blijkt dat in de overige G5 de tekorten in oktober 2020 kleiner waren dan in februari 2020 en dat de tekorten in februari 2021 weer waren toegenomen. Naar aanleiding van het gebruik van de nieuwe methodiek zijn zeven schoolbesturen geïnterviewd. Zij erkennen dat het tekort nog steeds zorgwekkend hoog is en dat het niet op korte termijn opgelost zal zijn. De verwachting is dat leraren na de coronacrisis weer meer van baan zullen wisselen en vit Amsterdam zullen vertrekken. 5.7 Pijler 4 ‚ mobiliteit en dienstverlening 5.7.1 Servicecentrum onderwijs en zorg Met het servicecentrum onderwijs en zorg zetten we in op een verbetering van dienstverlening voor professionals in het onderwijs en de zorg. Door de gemeentelijke voorzieningen op het vlak van parkeren, mobiliteit, reiskosten en woonruimte zo goed mogelijk afgestemd op die beroepsgroepen aan te bieden, streven we naar behoud en toename van leraren en zorgmedewerkers In Amsterdam. Leraren, schooldirecteuren en schoolbestuurders kunnen bij het servicecentrum terecht voor parkeervergunningen voor scholen, de reiskostenregeling voor onderwijspersoneel en de voorrangsregeling wonen. In 2021 worden het mobiliteitsadvies van Stichting Breikers en het probeeraanbod deelvervoer toegevoegd. Het servicecentrum is geopend op 6 juli 2020. Het servicecentrum werkt via het stadsloket Centrum met twee medewerkers, een eigen website, e-mailadres en telefoonnummer en een 21 x% Gemeente Amsterdam goed werkend cliëntrelatiesysteem. De medewerkers geven informatie over onze producten, helpen en pakken regie op zaken die vastzitten binnen de gemeentelijke organisatie. Zij hebben daartoe een directe lijn met de directies Parkeren, V&OR, Wonen en OJZD. Het servicecentrum werkt goed. Cliënten zijn blij met de hulp. Sinds 8 februari 2021 is het servicecentrum ook bereikbaar voor professionals vit de (jeugd)zorg. Voor de periode van juli tot en met janvari 2021 waar het servicecentrum alleen voor het primair en voortgezet onderwijs beschikbaar was, was er sprake van 330 contacten, waarvan 119 casussen. In die gevallen is regie op de casus gevoerd, zijn zaken uitgezocht, is informatie verstrekt, de procedure versneld en/of heeft het servicecentrum bespoedigd dat een product werd geleverd. Tabel 5.3 laat de contacten en casussen in detail zien. Tabel 5.3. Contacten en casussen servicecentrum Ts e t/m a 2021 Contacten 164 116 3 47 330 Casussen „8 42 2 27 119 5.7.2 Mobiliteitsaanpak publieke professionals Amsterdam werkt vanuit de Agenda Autoluw aan het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van de stad door niet-noodzakelijk autoverkeer te ontmoedigen. Dit heeft gevolgen voor de ruim veertig procent van de Amsterdamse leraren die buiten de stad wonen.” Deze leraren zijn onmisbaar voor de stad. Daarom werkt de gemeente in samenwerking met schoolbesturen aan een mobiliteitsaanpak voor onderwijspersoneel. Mobiliteitsadvies voor schoolbesturen Daarom kunnen schoolbesturen sinds eind 2020 gebruikmaken van mobiliteitsscans en mobiliteitsadvies van Stichting Breikers. Breikers ondersteunt bedrijven en organisaties bij hun transitie naar slimme en duurzame mobiliteit. De gemeente faciliteert de scans en het advies voor schoolbesturen. Een schoolbestuur krijgt in een adviestraject zo'n 40 uur ondersteuning van een mobiliteitscoach. Deze coach helpt het schoolbestuur bij het vormgeven van een eigen mobiliteitsagenda: van inspiratiesessie tot verbeterplan, van implementatie tot evaluatie. In 2020 hebben 25 schoolbesturen data aangeleverd voor de mobiliteitsscan en zijn vijf schoolbesturen gestart met het adviestraject. Schoolbesturen geven aan mobiliteit niet hoog op de prioriteitenlijst te hebben staan vanwege corona. Ontwikkeling probeeraanbod deelmobiliteit Vanuit het programma Deelmobiliteit (Verkeer en openbare ruimte) werkt de gemeente aan een probeeraanbod deelmobiliteit, waarbij onderwijs- en zorgmedewerkers gratis reistegoed krijgen voor deelfietsen en elektrische deelscooters. Deze kunnen worden getest als goed 7 https:/{data.amsterdam.nl{publicaties/publicatie{fact-sheet-woon-werkstromen-van-amsterdams- onderwijspersoneel-po-so-en-vof250e8856-0388-446C-ag50o-ch2531170acaf 22 x Gemeente Amsterdam vervoersalternatief vanaf een (metro)station of P+R-voorziening, of tussen twee werklocaties. Het probeeraanbod is ontwikkeld in 2020 en gaat van start in het voorjaar van 2021. De planning is vertraagd door corona. Stimuleren elektrisch fietsen Omdat de Agenda Autoluw en de tekorten in zorg en onderwijs op gespannen voet met elkaar staan, werkt de afdeling Verkeer en openbare ruimte aan mobiliteitsarrangementen voor publieke professionals. Het stimuleren van elektrisch fietsen heeft daarbij veel potentie. Leraren reizen op die manier snel, duurzaam en gezond. De mobiliteitsscans van Breikers laten ook zien dat elektrisch fietsen voor veel leraren een goed vervoersalternatief is, evenals de pilot Elektrisch fietsen uit 2019. De hoge aanschafkosten vormen een belemmering voor leraren. Ook maken ze zich zorgen over veilige stallings- en laadmogelijkheden op school. Team Lerarenagenda is nauw betrokken bij de vitwerking van dit mobiliteitsarrangement. 23 x Gemeente Amsterdam Bijlage 2: Begroting Lerarenagenda 2019-2023 de 2023- 2020-2021 2021-2022 2022-2023 Totaal 2020 2024 Monitoring, communicatie en organisatie 490.000 260.800 217.200 217.200 1.185.200 1.1 Amsterdamse teambeurs shame || li deceverberaen Nog Joon stosee |stase | assem Toelichting ** loopt van 1 augustus 2020 tot 1 augustus 2024. Projecten met bedragen in schooljaar 2019- 2020 vallen onder de Lerarenagenda voor dat schooljaar en per 1 augustus 2020 onder het Noodplan. *** loopt van 1 augustus 2019 tot 1 augustus 2023. Per 1 augustus 2020 zijn bepaalde projecten deel gaan vitmaken van het Noodplan. Hierboven staat de geïntegreerde meerjarige begroting voor de Lerarenagenda en het in 2020 er aan toegevoegde Noodplan. Deze vormen samen de Meerjarenbegroting (MJB) Aanpak Lerarentekort (gemeentelijk deel). Aan het Noodplan dragen de schoolbesturen in het primair onderwijs in Amsterdam bij. Dit is een verplichting horend bij de subsidie vanuit OCW voor het convenant dat op basis van dit Noodplan 24 x Gemeente Amsterdam door OCW, de Amsterdamse schoolbesturen in het primair onderwijs en de gemeente Amsterdam is gesloten. In totaal krijgen de schoolbesturen in de periode van augustus 2020 tot augustus 2024 € 27 miljoen subsidie. Deze wordt in zijn geheel besteed aan de grotestedentoelage. De gemeente en schoolbesturen moeten daartoe € 13,6 miljoen aan cofinanciering over dezelfde periode bijdragen. Er is tevens een aparte subsidie vanuit OCW voor het project zij-instroom (deel van Behoud en werving leraren). Ook hier zit een cofinancieringsverplichting aan vast (€ 6,8 miljoen in totaal). In totaal bedraagt de meerjarige begroting voor het Noodplan € 82,1 miljoen (waarvan € 32,6 miljoen voor het project zij-instroom). Wijzigingen tussen de oorspronkelijke meerjarige begroting Lerarenagenda 19-23 en de MJB Aanpak Lerarentekort zitten vooral in de teambeurzen (opgehoogd met € 2,8 miljoen voor schooljaar 19-20 en stopgezet per augustus 2021 (vanwege gemeentelijke bezuinigingen) en in de toevoeging van schooljaar 2023-2024 voor het gemeentelijke aandeel in het Noodplan, vanwege de looptijd van het convenant tot 1 augustus 2024. 25
Onderzoeksrapport
25
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1260 Publicatiedatum 9 januari 2015 Ingekomen onder N Ingekomen op woensdag 17 december 2014 Behandeld op woensdag 17 december 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Nuijens en mevrouw Moorman inzake het Concept Startdocument Eeuwigdurende erfpacht (geen speculatie met commerciële bestemmingen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 inzake het Concept Startdocument Eeuwigdurende erfpacht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1226); Overwegende dat: — in de erfpachtparagraaf van het coalitieakkoord 2014-2018 te lezen valt dat er in het kader van de invoering van een stelsel van eeuwigdurende erfpacht met de mogelijkheid tot afkoop een ‘uitgewerkt voorstel’ komt ‘om speculatie tegen te gaan’; — het college en meerdere raadsfracties aan hebben gegeven speculatie als een onwenselijk en bestrijdenswaardig risico te beschouwen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: eeuwigdurende erfpacht voor commerciële bestemmingen alleen in te voeren als vaststaat dat het ‘uitgewerkte voorstel om speculatie tegen te gaan’ speculatie met Amsterdamse grond daadwerkelijk uitsluit. De leden van de gemeenteraad, J.W. Nuijens M. Moorman 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 999 Publicatiedatum 5 augustus 2016 Ingekomen op 14 juli 2016 Ingekomen onder CA Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van de leden Moorman en Nuijens inzake de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (onmiddellijk intreden dynamisch evenwicht). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675). Overwegende dat: — Het college met de corporaties en huurdersvereniging heeft afgesproken te streven naar een dynamisch evenwicht met een minimum van 162.000 sociale corporatiewoningen; — De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) heeft aangegeven dat corporaties per 1 januari 2016 nog 166.191 zelfstandige huurwoningen in bezit hadden; — Het aantal verkochte corporatiewoningen in 2014 en 2015 gemiddeld 55% hoger lag dan in de periode 2010 tot 2014 (2510 woningen ten opzichte van 1618 woningen) en het AFWC ook aangeeft dat een grote versnelling is opgetreden in het aantal woningen dat uit de voorraad is verdwenen, mede door sloop en nieuwbouw; — Uit de monitor Wonen in Amsterdam blijkt dat het aantal mensen dat aanspraak kan maken op een sociale huurwoning, in het afgelopen jaar is gestegen; — De wachttijd voor sociale huurwoningen inmiddels in bijna alle delen van de stad boven de 14 jaar ligt; — Het percentage sociale huurwoningen in de stad nu ongeveer even groot is als het percentage mensen dat er aanspraak op kan maken, maar dat deze verhouding snel uit evenwicht kan raken, omdat de particuliere sociale huurvoorraad in rap tempo kan slinken; — In de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente is afgesproken dat de verkoop na 2025 maximaal gelijk is aan nieuwbouw minus sloop minus liberalisering (dynamisch evenwicht). Van mening dat: — Het verkopen en liberaliseren van corporatiewoningen nodig kan zijn om wijken gemengder te maken en/of investeringscapaciteit voor corporaties te vergroten, 1 maar dat de totale voorraad niet verder moet afnemen om wonen in de stad ook voor mensen met een lager tot modaal inkomen betaalbaar en bereikbaar te houden; — Dat het daarom een goed idee is om zo snel mogelijk een dynamisch evenwicht in de sociale huurvoorraad te bewerkstelligen, waarbij het aantal te verkopen woningen maximaal gelijk is aan nieuwbouw minus sloop minus liberalisering. — Dat hierbij een compartimentering nodig is van het type woningen en locaties binnen de voorraad, om te voorkomen dat kleine (studenten) woningen in de plaats komen van grote gezinswoningen en dat sociale woningen op populaire plekken worden ingeruild voor woningen op minder populaire plekken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. De onderhandelingen met de corporaties en de huurdersvereniging te heropenen ten aanzien van het gestelde minimum van 162.000 sociale corporatiewoningen; 2. Daarbij in te zetten op intreden van het dynamisch evenwicht per 1 september, zodat corporaties uitsluitend nog het aantal woningen kunnen verkopen of liberaliseren dat zij hebben opgeleverd. 3. Hierbij ook een compartimentering aan te brengen in type woningen en locatie. De leden van de gemeenteraad M. Moorman J.W. Nuijens 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1470 Publicatiedatum 27 september 2019 Ingekomen onder Ingekomen op donderdag 19 september 2019 Behandeld op donderdag 19 september 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid A.L. Bakker inzake de conceptnota Duurzaam Landschap, de Amsterdamse inzet voor het metropolitane landschap en bouwsteen voor de omgevingsvisie (geen kunstgrasvelden en parkeerplekken in de parken, scheggen en ruigtegebieden) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de conceptnota Duurzaam Landschap, de Amsterdamse inzet voor het metropolitane landschap en bouwsteen voor de omgevingsvisie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1409). Constaterende dat het college overweegt om in de hoofdgroenstructuur buiten het groentype ‘sportpark’ te gaan kijken naar het realiseren van sportvelden en daarbij behorende faciliteiten (kleedkamers, parkeren), zoals in bestaand stedelijk groen of in de scheggen (zie p.12); Constaterende dat nu alleen binnen het groentype ‘sportpark’ in de hoofdgroenstructuur het realiseren van sportvelden en daarbij behorende faciliteiten (kleedkamers, parkeren) mogelijk is; Overwegende dat het stadsgroen bescherming nodig heeft en dat het niet wenselijk is om in de toekomst sportgebouwen, parkeerplekken en kunstgrasvelden te gaan realiseren in de groentypes ‘stadspark’, ‘ruigtegebied/struinnatuur', ‘stadsrandpolder', ‘corridor’, ‘volkstuinpark/schoolwerktuin', ‘begraafplaats’ of ‘curiosa! Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om de hoofdgroenstructuur te beschermen en niet te gaan kijken naar mogelijkheden om sportvelden en daarbij behorende faciliteiten (kleedkamers, parkeren) te realiseren in de volgende groentypes binnen de hoofdgroenstructuur: ‘stadspark’, ‘ruigtegebied/struinnatuur'’, ‘stadsrandpolder', ‘corridor’, ‘volkstuinpark/ schoolwerktuin', ‘begraafplaats’ of ‘curiosa’. Het lid van de gemeenteraad A.L. Bakker 1
Motie
1
discard
Gemee nte Bezoekadres Plein'40'45 nr. 1 Ám ste rda Mm 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 > < Nieuwwest.amsterdam.nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 17 december 2014, Decos nummer 2014/int/2103 Onderwerp Instellen Ondernemersadviescommissie Nieuw-West | Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 18 november 2014 Besluit | In te stemmen met het per 1 januari 2015 instellen van een adviescommissies ex artikel 84 van de Gemeentewet, zijnde de Ondernemersadviescommissie } EE ennn ie | // | | defieer H. Wink TO de heerA. Baâdoud _ staflsdeelsecretdris voorzitter | | | | Î | | | | En
Besluit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 227 Ingekomen onder AF Ingekomen op woensdag 12 februari 2020 Behandeld op donderdag 13 februari 2020 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs 2019 (meer leraren met niet-westerse migratieachtergrond) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Segregatiemonitor. Constaterende dat: - Leraren met een niet-westerse migratieachtergrond achterblijven in verhouding met het aantal leerlingen met gelijke afkomst; -__Er voldoende leraren met een niet-westerse migratieachtergrond in Amsterdam wonen en werken. Overwegende dat: -__ Leerlingen zich meer kunnen herkennen in deze rolmodellen en daardoor wellicht gemotiveerd worden om zelf ook leraar te worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Leraren met een niet-westerse migratieachtergrond een podium te bieden om bijvoorbeeld gastlessen te verzorgen waarin zij hun succesverhalen delen met leerlingen (denk bijv. aan Meesters met Dromen), met als doel de leerlingen te motiveren om leraar te worden. Het lid van de gemeenteraad N. Yilmaz 1
Motie
1
discard
2x City of Amsterdam Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017 The Hague, The Netherlands Introduction On 30 November 2016 the city council of Amsterdam adopted a motion, in which the city board of Amsterdam is requested to discuss the export of toxic fuels with the Port of Amsterdam. The motion concerns fuels with a sulphur content higher than is permitted for use within the European Union (EU). To carry out the motion, the City of Amsterdam organised with the support from the Ports of Rotterdam and Antwerp a stakeholders meeting on 30 June 2017. The participants were representatives of various departments of the Dutch and Flemish government, the ports of Amsterdam, Rotterdam, Antwerp and Ghana, the oil sector and international organizations. There is an ongoing debate on the roles and responsibilities of the various stakeholders in the oil chain. It focusses on efforts which contribute to the transition of importing cleaner fuels into West- Africa. The goal of this meeting was to establish a shared view of the problem and review the already existing and future actions to tackle the issue. The meeting focused on fuel blend stocks with a sulphur content higher than is permitted for use within the EU. Kajsa Ollongren, Alderman Seaport opened the meeting. Six presentations followed, each with a different angle on the issue. After every presentation there was room for questions and comments from the group of stakeholders. This is a brief summary of the meeting. Chatham House Rules All attendees agreed on the Chatham House Rules. Therefore all statements and perspectives shared in this report are anonymous unless the statement or perspective has already been shared in public. Results: At the meeting numerous insights on the complexity of the problem have been shared. In the following paragraphs the agreed follow-up steps are summarised and a outline of the discussion is given. Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017 Page 2 van 4 Follow up actions: -_The Port of Antwerp announced to host a follow-up meeting to continue this dialogue. -_Stakeholders from the oil-sector expressed their willingness to cooperate with local actors in West Africa to motivate their national government to accelerate the introduction of new regulations. -_Stakeholders from the oil-sector expressed their willingness to share their expertise with West African governments and companies. -__Governmental bodies as well as companies present during the meeting expressed their enthusiasm for an expedition aiming to stimulate cooperation, sharing expertise and to advocate for more strict regulations (this expedition is projected in march/April 2018). -_ All stakeholders will cooperate to share and retrieve the necessary information for a transparent oil chain. Common ground: The stakeholders agreed on the following points. The use of high-sulphur transport fuel should be limited to the very minimum. Various speakers emphasised that the use of high-sulphur transport fuels is one of the causes of air pollution in West African cities. This leads to different public health issues. By introducing clean and low sulphur fuel and clean vehicles, the toxicity of the emission can be reduced by 99%. The international community has already decided that emissions have to be lowered to 5o ppm, at the latest by 2020. By 2050 if low quality fuels are replaced by clean fuels 5oo.ooo deaths can annually be avoided . Clean air is a human right therefor these fuels should no longer be used. The train has left the station: it is not the question if, but when new standards will be effective More and more African countries are implementing (Ghana) or planning on implementing (Nigeria, Togo, Benin) new and stricter regulations. According to the United Nations Environment Programme (UNEP), an United Nations organization that works with different African countries to advance better regulations. The biggest challenges they face are political commitment, dependency between countries and transparency on blending of fuels in ports. In Nigeria, for example, there are parties lobbying for a delayed introduction of the new standards. Benin and Togo depend on Nigeria's regulations as 85% of their fuel is smuggled in from Nigeria. Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017 Page 3 van 4 Regionally harmonized standards are needed To have a real effect the new standards should be implemented in the whole region. The Economic Community of West African states (ECOWAS), wants all Ministers of West African countries to push for the transition of the region to low sulphur fuels, in a time frame still to be decided. Ghana will also advocate for the harmonisation of fuel specifications in the West African sub-region. Companies can and want to help with their expertise The introduction of new standards will result in demand for a new product. Taking out sulphur requires replacing it with other components. This complex process requires specific knowledge which certain oil companies can deliver to West African clients. Also, the industry will deliver the information that is needed by West African countries in order to regulate and monitor more strict specifications. Companies will use the support of the Dutch government The Dutch government encourages partnerships between companies, civil society, unions, knowledge institutions and other governments. Together they have more leverage to accelerate the transition to clean fuels. One of the key tasks of Dutch embassies is to support companies in responsible business conduct. They can also provide companies with information on the local business environment, arrange meetings with local actors and intend to raise companies’ concerns with local and national governments. Pain points The following questions remained debated. Should the oil sector stop supplying these type of fuels while the demand still exists? Some participants of the meeting called on the oil producers and traders to stop with the production and trade of the concerning fuels. In case the companies do not stop this business themselves, governments should interfere with legal instruments. However, the existing regulations do not prohibit the production or trade of high sulphur fuels. Solely the use these fuels within the European Union is forbidden. There are certain regulations such as the EU Waste Shipment regulation on the ways to deal with residuval and waste products. The fuels at hand are blends of different residual (and maybe waste) products on which possibly these regulations should be applied. The Human Environment and Transport Inspectorate (ILT) is currently investigating if Stakeholders meeting clean fuels to West Africa 30 June 2017 Page 4 van 4 and how waste regulations apply to these blends. Possibly, new and more clear prescriptions on what can be blended and traded will result from this investigation. The investigations has started in Amsterdam and will be extended to Rotterdam and perhaps Antwerp. The results are to be expected by the end of 2017. So for now legal instruments to ban the concerning fuels are limited. Yet, as some attendees expressed, companies should ask themselves if the production and trade of these fuels is responsible business conduct. Everyone recognises that the larger part of the solution lies in West Africa, but these countries need time and money. Companies could accelerate the transition by (the announcement of ) a immediate stop of the production and trade of high sulphur fuels. The judgment that companies should ask themselves if their business in the concerning fuels is responsible andis reinforced by the guidelines on Corporate Social Responsibility (CSR) of the Organization for Economic Co-operation and Development (OECD). According to the OECD guidelines, CSR is more than simply following the law. CRS means that companies have to look into the supply chain and ask themselves where their products end up. They have to avoid causing adverse impacts, like air pollution. The Dutch National Contact Point, OECD carries out research on how Dutch gas and oil companies comply to the OECD guidelines. This research will result in recommendations for Dutch companies. Other attendees judged that banning export from The Netherlands and Belgium is a pointless solution. The ban would only relocate the market. The demanded fuels would be imported from other regions and there would be a huge increase in offshore blending before the coast of West Africa. Depending on the importing country this could mean less control on the supply/oil chain. In this manner the real problem would not be solved and even be worsened. One of the stakeholders from the oil sector expressed its company would opportunely deliver other fuels as soon as clients demand them. This company calls on West African countries to demand for cleaner fuels. How should we gain more transparency in the supply chain? The ILT has visited terminals asking where the products came from. Some stakeholders have expressed their concern with this approach. To explain the analogy of the hotel owner was used in comparison: the ILT is asking the hotel owner where its guests have been before arriving at the hotel. The oil terminals feel vncomfortable with this request. If the ILT wants to have information on the quests, it should ask the producers. The ILT responded by saying it starts at the terminal, as they want to know who the clients are. At a later stage the clients and producers will be inquired.
Schriftelijke Vraag
4
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2021 Afdeling 2 Vergaderdatum 20 januari 2021 Publicatiedatum 3 februari 2021 Avondzitting op woensdag 20 januari 2021 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn Raadsgriffier: mevrouw Houtman Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland) De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur. Goedenavond allemaal. Ik heropen deze vergadering en wij beginnen met agendapunt 32 a, de installatie van een wethouder. 32. INSTALLATIE a. Installatie van een wethouder De VOORZITTER: Dan heb ik voor u de stemmingen van de benoeming van de wethouder, de heer Egbert de Vries. Benoemd tot wethouder van de gemeente Amsterdam: De heer Egbert de Vries met 38 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 2 stemmen blanco. Dan zou ik hiermee de griffier willen vragen de heer De Vries binnen te geleiden. Mijnheer De Vries, welkom in ons midden. Aanvaart u uw benoeming? De heer DE VRIES: Ja. De VOORZITTER: Dan zou ik u willen uitnodigen om daar de schriftelijke aanvaarding te tekenen. Dan is de heer De Vries benoemd tot wethouder en dan vindt nu de aflegging van de eed plaats. ‘Ik zweer dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de gemeenteraad naar eer en geweten zal vervullen.” De heer DE VRIES: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De VOORZITTER: Dan bent u hiermee geïnstalleerd als wethouder in de gemeente Amsterdam en dan heb ik de grote eer u als eerste te mogen feliciteren. Van harte. Er wordt ook digitaal voor u geklapt. Bloemen zullen bij u thuis worden bezorgd. b Installatie van een raadslid De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot in verband met het onderzoek van de geloofsbrieven van kandidaat-raadslid mevrouw IJmker. Mevrouw POOT: De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven ingezonden door mevrouw Elisabeth Christel IJmker, benoemd verklaard tot lid van de gemeenteraad op 18 januari 2021 heeft de eer de raad mede te delen dat zij de geloofsbrieven en de verder bij de Kieswet gevorderde stukken heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden terwijl haar niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De commissie adviseert de raad op grond hiervan tot toelating van mevrouw IJmker als lid van de gemeenteraad. De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de commissie te besluiten en in te stemmen met de toelating als raadslid van de gemeenteraad mevrouw IJmker. Ik zou de raadsgriffier willen vragen het kandidaat-raadslid mevrouw IJmker de raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de eed. Welkom, mevrouw IJmker. ‘Ik zweer dat ik, om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de gemeenteraad naar eer en geweten zal vervullen.” Mevrouw IJMKER: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De VOORZITTER: Dan zou ik u namens de hele gemeenteraad willen feliciteren en van harte welkom. Bloemen worden bij u thuis afgegeven. Cc. Installatie van fractievertegenwoordigers 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik geef opnieuw het woord aan mevrouw Poot in verband met het onderzoek naar de ingezonden bescheiden van de kandidaat- fractievertegenwoordigers mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp. Mevrouw POOT: De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven ingezonden door mevrouw Marijn van der List en mevrouw Sara Brigitte Berckenkamp, geen raadslid zijnde, hebben de bescheiden zoals bedoeld in artikel 12, derde lid van het Reglement van Orde voor gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam onderzocht. De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven heeft de eer de raad mede te delen dat zij de geloofsbrieven heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden terwijl haar niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De commissie adviseert de raad op grond hiervan tot toelating als lid en plaatsvervangend lid in een raadscommissie mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp. De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de commissie te besluiten en in te stemmen met de toelating als fractievertegenwoordiger van de gemeenteraad mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp zoals genoemd in het advies. Ik zou de raadsgriffier opnieuw willen vragen de kandidaat- fractievertegenwoordigers mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp de raadszaal binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte. Welkom mevrouw Van der List en mevrouw Berckenkamp. “Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.” Mevrouw VAN DER LIST: Dat verklaar en beloof ik. Mevrouw BERCKENKAMP: Dat verklaar en beloof ik De VOORZITTER: Dan wil ik u namens de hele gemeenteraad van harte feliciteren met uw installatie als fractievertegenwoordiger en dan geldt ook voor u dat de bloemen worden thuisbezorgd. De VOORZITTER: Dan kunnen wij doorgaan met de actualiteit. 3. INTERPELLATIES EN ACTUALITEITEN a. Actualiteit inzake de gevolgen van recente ontwikkelingen in de coronacrisis 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik schors voor een kort moment zodat de heer Torn de voorzitterspositie kan overnemen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor een minuut. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 68° Motie van de leden Rooderkerk, Blom, Heinhuis, Schreuders en Yilmaz inzake leerlingen koppelen aan studenten voor tegengaan van onderwijsachterstanden (nr. 001.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om middelen die worden toegekend vanuit het rijk concreet in te zetten om: o leerlingen te verbinden aan studenten voor bijles om onderwijsachterstanden tegen te gaan in samenwerking met schoolbesturen, onderwijsinstellingen en bijlesorganisaties; o kwetsbare leerlingen in kaart brengen en die voorrang te verlenen voor extra bijlessen. 69° Motie van de leden Van Pijpen, La Rose en N.T. Bakker inzake een landelijk steunpakket voor mentale gezondheidsproblemen voortkomend uit de coronacrisis (nr. 009.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het kabinet te verzoeken een steunpakket in te zetten voor ondersteuning bij mentale problemen voortkomend uit de Corona crisis. En in dit steunpakket gemeentes en organisaties financiële ruimte te bieden voor extra inzet ten behoeve van de verbetering van de mentale gezondheid. - daarbij het programma ‘“Thrive’ als voorbeeld te hanteren en indien er extra financiële ruimte komt dat in Amsterdam te benutten door meer bekendheid en uitbreiding daarvan te realiseren. 70° Motie van de lid Kreuger inzake actualiteit over de coronacrisis, Geen avondklok (nr. 014.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen voorstander te zijn van het invoeren van een avondklok en roept het kabinet op alsnog af te zien van de invoer van een avondklok. De moties maken deel uit van de beraadslaging. 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Dan neem ik graag even de sprekers met u door. Eerst de heer Ernsting, dan de heer Van Dantzig, mevrouw Poot, de heer Mbarki, de heer Flentge, de heer Van Lammeren, de heer Taimounti, de heer Kreuger, de heer Boomsma, de heer Veldhuyzen, de heer Ceder, mevrouw Van Soest en de heer Van Schijndel. Daarbij merk ik op dat de heer Van Schijndel bijna geen spreektijd meer heeft. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Toen wij hierover de laatste keer vlak voor de kerstvakantie spraken en we een nieuwe lockdown ingingen, noemde ik dat een bittere pil. Dat was vorige maand maar het lijkt alweer zo veel langer geleden. Nu worden we geconfronteerd met een mutant, een besmettelijker variant van het virus en met nog zwaardere maatregelen. En dat terwijl aan de andere kant de cijfers in Amsterdam aan het verbeteren waren. Het is allemaal moeilijk te bevatten. Dat vind ik zelf en dat herken ik ook bij anderen. Nu springt na de persconferentie van vanmiddag vooral die aangekondigde avondklok er uit. Hoe je het wendt of keert, dat is een heftige maatregel die heel direct en heel pregnant mensen beperkt in hun fundamenteel recht op bewegingsvrijheid: gewoon de straat op gaan. En ja, ’s avonds of ’s nachts doen misschien überhaupt weinig mensen dat in de winter, maar toch. Je wordt geacht binnen te blijven en dat terwijl juist in steden mensen zo dicht op elkaar wonen en vaak ook heel klein zijn behuisd. En dat terwijl er misschien toch andere maatregelen denkbaar zijn die die mutant kunnen indammen. Zo gaan bijvoorbeeld nog heel veel mensen naar hun werk terwijl dat niet nodig is, naar kantoor. Mijn vraag is dan, kan dat dan niet beter worden verboden? Het schijnt dat kantoren sluiten juridisch ingewikkelder is dan een avondklok instellen. Dat vond ik verbazingwekkend. En hoe zit het met reizen? Kortom, hoe zien de cijfers en de inschatting eruit die de ene maatregel beter maken dan de andere? Hoe wordt er gewogen en welke hiërarchie van maatregelen zit daar achter. We hebben daarop hier lokaal maar beperkt zicht. Als die avondklok er dan zou komen, wat betekent dat dan voor onze burgers en voor onze organisatie als lokale overheid die dat moet gaan regelen. Al met al is de fractie van GroenLinks heel kritisch over die avondklok en mijn fractie heeft naast deze eerder genoemde zorg daarover nog tal van vragen. Zoals: wat betekent het precies? Wat zijn de uitzonderingen? Hoe zou er moeten worden gehandhaafd? Komen er geen kat-en-muisspelletjes op straat? En wat zijn de voorwaarden voor ontheffingen of iets dergelijks? Hoe breed is er afgewogen tegen maatregelen met minder impact? Maar het belangrijkste, hoe wordt er omgegaan met bijvoorbeeld daklozen of kwetsbare jongeren? Ik ben erg bezorgd dat het instellen van zo’n avondklok onevenredig hard kwetsbare groepen raakt. Tot zover de avondklok. Ik heb ook nog andere belangrijke vragen want we hebben het over de hele coronacrisis en niet alleen daarover. Bijvoorbeeld over de huidige lockdown en dat er geen verlichting is voor het basisonderwijs. Daarover is al veel gezegd in de krant, maar toch moeten daarover ook vragen worden gesteld. Wat betekent dat voor de kansengelijkheid? En hoe gaan we in Amsterdam om met de schooladviezen voor achtstegroepers de komende maand? Een andere vraag is wat de huidige lockdown en de verlenging daarvan betekent voor huiselijk geweld en zeker ook in combinatie met een avondklok. Hoe blijven we daar alert op? In de steunpakketten voor het rijk voor getroffen sectoren gaat het voornamelijk over economische sectoren maar wij willen ook nadrukkelijk aandacht vragen voor 5 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen psychosociale problematiek. Daarom heeft mijn collega mevrouw Van Pijpen daarvoor een motie ingediend die in de stukken te vinden is. Over vaccinaties. Hoe gaat het met de voortgang van de voorbereidingen van de GGD? Welk tempo zou op een gegeven moment kunnen worden bereikt voor het aantal vaccinaties per dag als dat eenmaal loskomt met de vaccins? Wat is daarvoor nodig? Is daarvoor meer nodig dan we nu hebben ingeregeld? En tot slot ook over de vaccinaties maar niet onbelangrijk, hoe bereiken we daarin moeilijk bereikbare groepen en in het bijzonder ongedocumenteerden? Er moet echt een waarborg komen voor veiligheid en anonimiteit voor die mensen om veilig een vaccin te halen niet alleen voor hun eigen gezondheid maar voor ons aller gezondheid. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. De heer VAN DANTZIG: Ik denk dat het goed is dat we op deze vooravond van een belangrijk Kamerdebat ook met elkaar in de gemeenteraad van Amsterdam van gedachten wisselen over de staat waarin we verkeren met betrekking tot corona, maar toch ook vooral over de maatregelen die nu wellicht aanstaande zijn. Dat zal geen verrassing zijn dat de fractie van D66 echt vindt dat er meer mogelijk is binnen de bestaande regelgeving. De oproep is toch echt werk thuis. Nog te vaak hoor ik van vrienden en bekenden en contacten in de stad dat ze onder zachte dwang door werkgevers worden opgeroepen op kantoor te verschijnen. Als we nu weten dat zeker tien procent maar misschien wel 1 op de 6 besmettingen op het werk plaatsvindt, dan is dat natuurlijk echt heel zorgelijk. Ik wil dan ook een oproep doen aan al die werkgevers, probeer dit nu te voorkomen. We zullen als overheid echt moeten bedenken hoe we dit in al die maanden naar het vaccin toe, kunnen voorkomen. Mijn eerste vraag is dan ook aan de wethouder Economische Zaken om te kijken wat hij nu nog vanuit zijn rol in allerlei overleggen met het bedrijfsleven kan bijdragen om toch echt op te roepen zo veel mogelijk thuis te werken. Tegelijkertijd is van groot belang dat het inreizen wordt beperkt. Dat is een maatregel die D66 zeker zal steunen. Het is natuurlijk niet uit te leggen wanneer je varianten uit allerlei landen bestrijdt en tegelijkertijd komen die vluchten aan op Schiphol met een PCR-test van 72 uur geleden. Je hebt de maatregelen die het kabinet nu daarvoor heeft genomen en die zijn goed maar ik wil iedereen oproepen: beperk de reisbewegingen. Het komt er de komende maanden op aan, dames en heren, zeg ik via de voorzitter tot iedereen die meeluistert. Het vaccin is onderweg maar vrij vertaald naar een goed Engels gezegde, de nacht is altijd op Z'n donkerst net voordat het licht wordt. Dus we zullen ons nu zo veel mogelijk moeten beperken in onze contacten. Tegelijkertijd kom ik dan op de avondklok. Dat is een bijzonder heftig middel. Het beperkt natuurlijk allerhande vrijheden en dat is iets waarnaar je in deze crisis heel zinnig moet kijken. Het is eigenlijk een beslissing die je alleen kunt nemen als je overtuigd bent van de positieve effecten. En die positieve effecten zijn maar heel moeilijk vast te stellen. Nu vind ik dat vanuit het Amsterdamse perspectief niet het doorslaggevende argument, want dingen die helpen moet je op dit moment overwegen. Maar er zijn zo veel argumenten tegen. Ik hoop straks, zeg ik dan even in de richting van de burgemeester, dat zij daarop kan reflecteren. Allereerst is de handhavingsopdracht die over Amsterdam wordt uitgestort, onvoorstelbaar zo niet onuitvoerbaar. We hebben hier te maken met vijfduizend agenten die onder immense druk staan. Laten we niet vergeten dat we eerder vandaag spraken over een demonstratie op het Museumplein die weer het uiterste heeft gevraagd van al die mensen die de vrijheid en veiligheid in de stad verdedigen. Niemand sluit uit dat zo’n bijeenkomst zondag niet weer plaatsvindt. Tegelijkertijd zouden deze helden van de stad 's 6 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen nachts de straten moeten schoonhouden van mensen. Ik maak me daar grote zorgen over. Tegelijkertijd de spanningen van klein behuisde huishoudens zoals we die zoveel hebben in de stad. Daar moet vaak overdag worden gewerkt en daar moeten de kinderen hun schoolwerk doen. Kunnen die dan niet meer naar buiten? Die vluchtweg zou ook wel eens kunnen zorgen voor ongelooflijke problematiek achter de voordeur. Het is niet zomaar dat de meldingen van huiselijk geweld enorm zijn toegenomen. In deze discussie horen we natuurlijk ook te weinig het geluid van de jongeren en zeker van de alleenstaande jongeren. Er is laatst een enquête uitgevoerd onder studenten waarin wordt aangegeven dat studenten hier zich gemiddeld veel beter aan de maatregelen houden dan in het hele land. Zo’n 99% ten opzichte van 72%. Maar een heel grimmig detail is dat een derde op dit moment het eigen leven een dikke onvoldoende geeft. Vervolgens geeft een avondklok ook geen mogelijkheid meer voor kinderen om te sporten. Dat is eigenlijk niet uit te leggen in een crisis waarin iedereen ervan overtuigd is dat de beste manier om je te wapenen het feit is dat je gezond bent. En dan misschien als laatste gewoon een observatieargument. Het is in Amsterdam op dit moment echt rustig op straat. Het gaat hier relatief goed. Ik ben het zeer eens en laat dat ook mijn oproep zijn aan iedereen die zich toch nog in te grote groepen ophoudt en illegaal een feestje geeft, doe dat niet. Maar laten we ook niet naïef zijn. Ik ben ook 23 geweest. Dan was van half negen tot half vijf met Z'n veertienen wakker blijven echt niet zo’n enorme opgave. Dus ik maak me grote zorgen over dat laat ik het maar het paard achter de wagen spannen-effect noemen. Als jongeren nu langer en de hele nacht bij elkaar gaan zitten, hebben we dan inderdaad wel die rem op de besmettingen die er misschien in allerhande rekenmodellen wel of niet uitkomt? D66 is daarvan verre van overtuigd. Daarom dient D66 samen met onder andere GroenLinks, de Partij voor de Dieren, DENK, BIJ1 en JA21 een motie in waarin we onze bezwaren voor de avondklok uitspreken en op dit moment stellen dat invoering op dit moment niet proportioneel is en waarin we het college van burgemeester en wethouders verzoeken deze constateringen onder de aandacht te brengen bij de Tweede Kamer zodat deze kunnen worden meegewogen in het raadsdebat. Ik denk dat dat bijzonder belangrijk is aangezien de situatie in de hoofdstad er echt een die zal moeten meegewogen. (Mevrouw POOT: Laat ik beginnen met te zeggen dat ik echt meevoel dat een avondklok echt een hele heftige maatregel is. Maar ik zoek ook een beetje naar wat de heer Van Dantzig nu precies aan de Amsterdammers stelt. Hij vertelt eigenlijk dat een avondklok niet proportioneel is en niet werkt, maar wat nu, en die kans is natuurlijk heel erg groot, als er straks wel wordt besloten de avondklok in te voeren? Wat heeft de heer Van Dantzig dan nu net voor boodschap aan de Amsterdammer gebracht? Hij heeft net de boodschap gebracht, Amsterdammers, wij vinden dat dit niet hoeft. Ik wil de heer Van Dantzig vragen of hij dit nu daadwerkelijk een verstandige oproep vindt die hij net aan de Amsterdammer heeft gedaan} Ik ga hierop geen antwoord geven. Ik vind het altijd wel moeilijk als mij woorden in de mond worden gelegd en ik daarop vervolgens moet reageren. Dat zeg ik dan maar even in reactie op mevrouw Poot. Weet u, ik denk dat de Amsterdammers nu van politici verwachten dat ze inperkingen van de vrijheid bijzonder goed afwegen tegen alle andere argumenten. En die argumenten zijn legio. Ik zeg ook niet dat ik hier principieel tegen ben, dat het onbestaanbaar is. Ik gebruik geen grote woorden. Voor mij en ook voor de andere indieners van de motie ondanks dat je altijd voorzichtig moet zijn met voor hen te spreken, is het echt een kwestie van weging en goed naar de stad kijken en kijken of deze maatregel nu het effect gaat hebben dat we ervan hopen. Op dit moment betwijfel ik dat. Zijn er niet meer maatregelen te bedenken? Ik begon mijn bijdrage met de oproep en ik zou het 7 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen waarderen als de VVD als ondernemerspartij die herhaalt, aan werkgevers om echt op alle mogelijke manieren thuis te werken. Ik wil graag de oproep doen aan ouderen om zo voorzichtig mogelijk te zijn totdat het vaccin binnen twee of drie maanden in de arm staat. Dat zijn denk ik de dingen die we kunnen doen. Maar geen misverstand, zal de Tweede Kamer instemmen met een avondklok, dan zal ik in alle toonaarden iedereen oproepen zich daaraan te houden. Maar ik denk en dat is de weging van D66 dat de Amsterdammer daarvoor meer begrip heeft als we in Amsterdam een debat voeren op al die punten die zo ingewikkeld zijn. Ik wil mevrouw Poot toch ook uitdagen een uitspraak te doen in haar bijdrage straks over de manier waarop dit moet worden gehandhaafd. Mijn mening zou toch zijn dat je dat dan stevig moet handhaven. Ik ben wel benieuwd wat dat met de algemene veiligheid doet en hoe mevrouw Poot dat dan voor zich ziet. (Mevrouw POOT: Ik ben het met de heer Van Dantzig eens dat je die discussie goed moet voeren, maar tegelijkertijd en dan herhaal ik even de woorden van de heer Van Dantzig, komt het er de komende maanden op aan. We moeten de contacten beperken. De heer Van Dantzig zei dat letterlijk. Ik zou dan ook zeggen dat de heer Van Dantzig er heel goed aan zou doen samen met de andere indieners om echt nog eens heel goed naar die motie te kijken. Er staat dat zij vinden dat de avondklok niet proportioneel is. Dat mag natuurlijk. Maar de boodschap die je daarmee afgeeft, is er eentje van verdeeldheid in plaats van kom op, laten we de schouders eronder zetten. Ik zou de heer Van Dantzig willen oproepen en ik hoop dat hij daarop wil reageren, om op die manier toch nog eens even naar die motie te kijken.) Het luistert natuurlijk extreem nauw, want er staat ‘op dit moment’ niet proportioneel is. Dat betekent niet dat er nog een moment kan aanbreken waarop het wél nodig is. Wellicht als de andere maatregelen geen effect sorteren, wellicht als het inderdaad niet lukt om mensen gewoon thuis te laten werken, dan hebben we een andere situatie. Tegelijkertijd denk ik dat we in onze democratie zijn gebaat bij het bediscussiëren van meerdere stellingen. Ik denk niet dat we — ondanks dat dat misschien de wens is van mevrouw Poot — bij de eerste persconferentie van de heer Rutte denken, dan zal dat wel het beste idee zijn. Het is natuurlijk evident dat daarop zaken aan te merken zijn en we weten dat er binnen het OMT ook verschillende bewegingen zijn geweest totdat er één oordeel uit komt. Dus ik denk zeker niet dat we discussie moeten doodslaan uit een soort vals gevoel van saamhorigheid. Ik denk dat saamhorigheid voortkomt uit een goede en gedegen politieke discussie waarbij je ook van mening mag verschillen, waarbij je ook andere argumenten mag aandragen. Natuurlijk is het van mevrouw Poot haar goed recht om te zeggen alles overwegende maak ik een andere afweging. Dat zou ik steunen. Maar de stelling dat er een persconferentie is geweest dus laten we dat dan maar doen, die werp ik verre van mij. (Mevrouw POOT: Weer, je mag zeker van mening verschillen. Maar de motie zegt dat de avondklok niet proportioneel is. En de heer Van Dantzig zegt het is nu niet proportioneel. Als hij zegt dat het nu niet proportioneel is, doe deze motie dan ook niet. Die roept verdeeldheid op en niet de gezamenlijkheid. Mijn laatste oproep.) Ik ben op zoek naar een manier waarop ik de VVD kan meekrijgen. Ik hecht niet aan het woord proportioneel. We zouden zeker nog in gesprek kunnen gaan over een andere formulering als de VVD bereid is dat te steunen aangezien zij zo graag eensgezindheid wil uitstralen. Ik hoop dat de VVD daar nog op kan ingaan. Wellicht kunnen we de motie dan aanpassen in een tweede termijn. 8 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen (De heer CEDER: Even in aanvulling op mevrouw Poot. Stelt u zich voor dat uw motie het haalt en dat er morgen een meerderheid is. Maar omdat wij hierover niet gaan, wat denkt u dan dat de boodschap is richting Amsterdam vanuit de gemeenteraad als het gaat om het handhaven van de avondklok die er dan gewoon komt?) Ik zeg met veel begrip dat ik de vragen van de heer Ceder echt even moet laten inwerken. We hebben een goede traditie als Amsterdam dat we onze stad voorop zetten, dat we de zorgen van onze stad uiten. We zitten als volksvertegenwoordigers daarvoor bij elkaar. Ik geloof niet dat Amsterdammers denken als er een discussie is en er vervolgens een besluit valt, dat de handhaving dan niks is. Ik ben benieuwd of de burgemeester een inkijkje kan geven in het burgemeestersoverleg, want allerlei burgemeesters hebben allerhande bezwaren en bedenkingen geuit. Maar uiteindelijk hebben ze gezegd, als het hoogste orgaan, de Kamer, dit besluit, dan zullen wij dat loyaal uitvoeren. Zo moet u mijn bijdrage ook zien. Niettemin is de boodschap van deze motie dat de avondklok alles overwegende, met alle bezwaren die in de motie worden genoemd en die ik met u ben langsgelopen, op dit moment niet proportioneel lijkt. Ik wil graag door met nog een tweetal punten. Het eerste gaat over de zorgen over de onderwijsachterstanden. Mijn collega mevrouw Rooderkerk heeft daarvoor een motie ingediend. Ik denk dat dat een slimme is. We maken ons natuurlijk allemaal zorgen over de verschillen die nu in de ontwikkelingen ontstaan van de verschillende kinderen. Laten we niet om de hete brij heen draaien want daar houden we in de gemeenteraad van Amsterdam niet van. De grootste last zal bij de meest kwetsbaren terechtkomen in onze meest kwetsbare wijken. Deze jongeren zullen toegang moeten hebben tot bijles. Tegelijkertijd zijn er heel veel studenten eenzaam en werkloos maar wel in de gelegenheid die bijlessen te geven. Dus wij willen graag werk met werk maken en een motie indienen waarin we willen onderzoeken of het mogelijk is om van het geld dat het kabinet beschikbaar stelt om de onderwijsachterstanden in te lopen, bijlesvouchers te geven aan deze kinderen zodat ze die bijles bij de studenten kunnen afnemen. Volgens mij wordt iedereen daar beter van. Die motie hebben we ingediend. Dan kunst en cultuur. Ik heb toch sterk de indruk hoe erger de crisis voortvloeit, hoe meer het leed in de culturele sector naar de achtergrond verdwijnt. We zijn het al bijna vergeten. Ooit zaten de theaters vol en de festivalterreinen. We waren aan het hossen en je had nog wel eens een tent waar een druppel zweet op je neus viel. Uiteindelijk zullen we naar die situatie terug moeten. Maar naar die situatie kunnen we alleen maar terug wanneer de voorbereidingen nu starten. We zullen echt een plan moeten bedenken hoe we straks met sneltesten snel mogelijkheden kunnen geven. We zullen moeten bedenken hoe we het garantiefonds dat er straks komt, kunnen inzetten zodat Amsterdamse evenementen weer snel kunnen opstarten. Ik wil daarvoor echt een lans breken en ik hoop dat de burgemeester mij weer een update kan geven hoe zij op dit moment aankijkt tegen het herstarten van de kunst- en cultuursector en de evenementensector in Amsterdam. (De heer MBARKI: Mijn vraag gaat eigenlijk nog over het eerste deel. Ik hoor een betoog van de heer Van Dantzig en mijn vraag gaat over het volgende. Het is de eerste keer dat ik de heer Van Dantzig in deze raad een maatregel ter discussie stelt die we wellicht in Nederland gaan invoeren. Ik ben benieuwd waarin het ‘m nou precies zit. Waarom is het nu het moment om dit te doen?) Ik heb veel respect voor de heer Mbarki want die heb ik hoog zitten, maar ik weet niet naar welk antwoord de heer Mbarki op zoek is. Ik denk dat het simpelste antwoord is dat het een maatregel is die vanochtend is aangekondigd. Die hangt natuurlijk al een tijd in 9 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen de lucht, maar wij hebben op dit moment een debat en wij hebben op dit moment de gelegenheid ons daarover uit te spreken. Ja, dat lijkt me dan ook het moment op dat te doen. Tegelijkertijd hoop ik dat u mijn trackrecord wel scherp heeft. Ik heb allerhande maatregelen al ter discussie gesteld. Meestal was de governance ingewikkeld, was onduidelijk hoe wij daarover als gemeenteraad gingen. Maar nu hebben we als gemeenteraad de unieke kans om voor een belangrijk debat morgen als gemeenteraad duidelijk uiteen te zetten welke bezwaren wij zien. Ik ben natuurlijk ook benieuwd naar de weging van de burgemeester op die bezwaren. (De heer MBARKI: Wellicht heeft het ook te maken met het feit dat er nu een demissionair kabinet is. Ik ken de heer Van Dantzig als iemand die gedurende dit onderwerp altijd eensgezind met de rest van de raad is opgetrokken. Ik vind het een heel ding omdat Amsterdammers nu naar ons kijken en morgen het debat pas plaatsvindt. Dus ik zou heel graag van hem willen horen of dit nu het moment is om dit te doen volgens hem.) Ja, volgens mij is dit het enige moment dat ons de kans geeft nog voor de beraadslagingen in de Tweede Kamer die hierover gaat, onze bezwaren te uiten. Dat zal aan de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer zijn uiteindelijk die weging te maken. Welke uitkomst daaruit voortvloeit, die zal ik loyaal steunen en ik zal ook zeggen dat we ons daar dan doorheen moeten trekken. Maar ik zie dat er nu nog een kans is om onze bezwaren goed vooruit te brengen en die bezwaren zijn legio. Tot slot wil ik nog graag een paar woorden zeggen. Ik wil graag afsluiten zoals ik dat bij elk debat doe met een woord van hoop. In al deze donkerte komen we elke dag een stapje dichter bij die verlossende prik. Dat betekent dat er voor de mensen die zich nu het schompes werken in de zorg, al die handhavers en de politie die het misschien nog veel drukker gaan krijgen, toch kans is op een beetje plezier. Ik wil iedereen oproepen: hou je veilig, zonder je af, neem geen risico’s op dit moment, we komen hier samen doorheen. De laatste loodjes zullen zwaar zijn maar dan is het wel voorbij. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 71° Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok (nr. 022.21) De raad spreekt uit: dat gezien alle voornoemde bezwaren op dit moment de invoering van een avondklok niet proportioneel is en Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - deze constateringen bij de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen opdat deze bezwaren en de praktische uitwerking van een avondklok in de Amsterdamse context worden meegewogen bij de finale afweging voor een avondklok in de Tweede Kamer. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. Mevrouw POOT: Ik en mijn fractie zijn best wel een beetje ontdaan door alle maatregelen die zijn aangekondigd. Laat helder zijn dat dat ons raakt. Nee, dat vinden we ook allemaal niet fijn. Tegelijkertijd denken we ook dat dat nu niet anders kan en dat we dit 10 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen moeten doen om dat virus nu de kop in te drukken. Het grappige is dat ik dat de heer Van Dantzig eigenlijk ook hoor zeggen. Ik hoor hem ook zeggen, elke dag komt die prik dichterbij en hij roept mensen op zich af te zonderen en om geen contacten te hebben. Dat deel ik, hoe moeilijk ik dat ook vind. Ik wil het zo ook nog hebben over de mentale gezondheid van Amsterdammers. Als je dat deelt en als je werkelijk vindt dat we ervoor moeten zorgen dat mensen zo weinig mogelijk contact hebben met elkaar om dat virus eronder te krijgen, laten we dan hoe akelig ook gewoon onze schouders eronder zetten en die avondklok die er gaat komen en het feit dat je nog maar één bezoeker mag ontvangen, laten we er gewoon voor gaan. Schouders eronder een aantal weken en dan hoop ik echt, en dat is ook de verwachting, dat er weer wat versoepeling kan komen. (De heer VAN LAMMEREN: Ik vroeg mij af of de VVD dan wil ingaan op de voorgestelde maatregel van 20.30 tot 04.30 uur en wil zeggen wat ze daarvan vindt. Is dat dan de avondklok of had de VVD nog iets anders willen zien?) Dat zijn altijd van die ingewikkelde vragen want ik ben geen viroloog, ik zit niet bij die technische briefings. Wat ik doe is luisteren naar wat er wordt voorgesteld en wat ik hoor en wat ik ook zeker weet, niemand vindt het leuk wat er nu wordt voorgesteld. Niemand denkt, joh, laten we eens even een avondklok invoeren. Maar dat dit gebeurt, geeft mij wel de overtuiging dat het echt niet anders kan en dat we er inderdaad even de schouders onder moeten zetten. Laat ik er nog een ding aan toevoegen. Ik zie ook dat de hoeveelheid besmettingen omlaag gaat alhoewel dat vandaag overigens weer niet het geval was. Maar als ik de zorgen hoor over de Engelse variant, over de Zuid-Afrikaanse variant en als ik de vergelijkingen hoor dat we nu moeten afremmen omdat die bocht eraan komt, dan zeg ik, laten we de schouders eronder zetten met elkaar. (De heer VAN LAMMEREN: De reden dat ik dat vraag en daar kom ik zo in mijn eigen termijn ook nog op, is dat ik wil weten wat nu maakt dat het 's avonds dan zo veel effectiever zou zijn dan overdag? Ik bedoel, ik snap de rationaliteit niet van deze avondklok en kennelijk ziet de VVD die wel. Dan ben ik benieuwd wat de VVD daar dan zo rationeel aan vindt.) Daarover kunnen we natuurlijk hele debatten voeren. Ik geloof er inderdaad in dat een avondklok ervoor zorgt dat jongeren elkaar minder ontmoeten. Vind ik het leuk? Nee, natuurlijk vind ik het niet leuk. Had ik het graag anders gezien? Ja, natuurlijk. (De heer KREUGER: Ik hoor de VVD hier in Amsterdam de hele tijd braaf het kabinetsbeleid verdedigen. Dat mag natuurlijk. Nu ook weer. We moeten even doorbijten. Mevrouw Poot probeert ook te insinueren dat het de schuld is van D66 als mensen zich straks niet aan de regels houden omdat D66 iets bespreekbaar maakt. Dat is natuurlijk onzin. Maar is er nu niet één kritiekpuntje dat de VVD gewoon out of the box op het eigen kabinet heeft, één kritiekpuntje, één ding dat niet goed is?) Ik zou bijna aan de heer Kreuger willen vragen, hoeveel wilt u er horen? Ja, natuurlijk, maar ik denk dat dat in deze situatie gewoon niet zo zinvol is. (De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de VVD nu zeggen in haar beantwoording op mijn tweede interruptie dat die jongeren elkaar niet zien. Is de VVD dan van mening dat deze avondklok puur voor de jongeren is?) Ik weet niet precies wat de heer Van Lammeren probeert te doen. Ik heb het gevoel dat hij mij probeert te vangen op een aantal woorden. Ik kan daarop gewoon niet zo goed antwoord geven. Zoals gezegd, ik vind het niet leuk en tegelijkertijd, als het wordt geadviseerd door het OMT, als de experts zeggen, dit hebben we nodig om het virus de 11 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen kop in te drukken, dan denk ik dat je op een gegeven moment moet zeggen, schouders eronder. Ik heb nog een paar vragen van een heel andere orde en gemakshalve zeg ik even dat ik me aansluit bij de vragen over besmettingen, de vaccinaties, handhaving en basisonderwijs. Maar ik zou ook graag in navolging van mijn collega Ernsting aandacht willen vragen voor de mentale gezondheid van Amsterdammers. Het wordt er natuurlijk niet makkelijker op. Dat geldt zowel voor de jonge mensen, de oude mensen als voor studenten. Ik zou de wethouder Zorg er graag over horen of er meer meldingen over eenzaamheid binnenkomen of wat er nog meer kan worden gedaan om presentie daarvan te voorkomen. (De heer ERNSTING: Het ging nog even over het voorgaande punt. Ik snap heus ook wel wat mevrouw Poot hier allemaal zegt. Die afweging is ook heel lastig. Maar even heel praktisch. U stelde net ook de vraag wat het nu betekent voor de handhaving. Daar ligt juist die grote zorg. Zo’n avondklok, hoe zou je dat in godsnaam moeten handhaven? Wat betekent dat nu precies? Hoe voorkom je nu willekeur op straat als je de een wel beboet en de ander niet? Hoe voorkom je nu kat en muisspelletjes op straat tussen de agent? Moet die er achteraan gaan rennen als die een jongere op straat ziet lopen? Heeft u daarover nagedacht?) Die zorg die de heer Ernsting uit, natuurlijk heb ik die ook. Die heeft de VVD ook. Maar het zit ‘m een beetje in welke keuze je maakt. Maak je de keuze om te zeggen, het kan niet want we krijgen de handhaving niet op orde of maak je de keuze en zeg je, we horen dat dit een maatregel is waarmee we zeer waarschijnlijk in twee weken dat R-getal enorm omlaag kunnen krijgen. Ja, dan hebben we een uitdaging op handhaving maar dan kiezen we toch voor die weg. Ik vind het ook lastig, maar wij kiezen voor die laatste weg. Weet ik dan exact hoe die handhaving eruit gaat zien? Nee, dat weet ik ook niet, maar toch kies ik voor die weg in plaats van voor de weg om te zeggen, ik weet niet hoe we het moeten handhaven, dus vind ik het geen proportionele maatregel. (De heer ERNSTING: En wegen mevrouw Poot en de VVD deze maatregel dan tegen eventuele alternatieve maatregelen zoals het sluiten van kantoren of iets dergelijks? En hoe beoordeelt mijn collega dan het feit dat het juridisch ingewikkelder schijnt te zijn om een kantoor te sluiten dan om een avondklok in te stellen?) Vind ik het leuk dat dat juridisch ingewikkelder is? Nee, dat vind ik niet leuk. Maar we staan nu voor deze opgave. En ik steun daarbij uw oproep en de oproep van de heer Van Dantzig om niet naar kantoor te gaan? Ja, die steun ik duizend procent. Ik vind het ook raar om heel eerlijk te zijn, dat mensen naar kantoor gaan of naar kantoor moeten als het niet per se moet. Ik vind dat echt raar in deze tijd. Ik wilde nog even een opmerking maken over die psychische nood. We horen van huisartsen dat die ook heel vaak samenhangt met onzekerheid over inkomen. Dat zie je natuurlijk vaak bij de ondernemers en de kleine ondernemers die nog maar net het hoofd boven water kunnen houden. Dat zijn overigens wel de ondernemers die in Amsterdam voor de banen zorgen. Dus mijn oproep aan de wethouder Economische Zaken is om nog een keer heel goed te kijken wat de gemeente kan doen. We riepen de gemeente al op om zich als huurbaas coulanter op te stellen; we riepen al op de horeca ook dit jaar te verzekeren van uitbreiding van terrassen en winterterrassen. Tegelijkertijd hoop ik dat de wethouder Economische Zaken ons nog een aantal zaken kan zeggen die hij kan doen om kleine ondernemers te helpen en om mensen baanzekerheid te geven. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. 12 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De heer MBARKI: De coronacrisis duurt voort. Dat merken we en we zitten daar allemaal in. Het kabinet heeft vandaag bekend gemaakt dat na instemming van het parlement een avondklok wordt ingevoerd met als doel het coronavirus terug te dringen en te beteugelen. Ik zie ook dat we wel ons best doen in Amsterdam om ons aan de maatregelen te houden. Aan de andere kant, als we ons in Nederland allemaal goed hadden gehouden aan het thuiswerken, dan waren aanvullende maatregelen wellicht niet nodig geweest. Zo zitten we nu dus al tien maanden aan deze maatregelen vast en het blijft continu zoeken naar middelen om het virus tegen te gaan. We hebben hier in Amsterdam natuurlijk allerlei discussies gevoerd over de verschillende maatregelen. Hoewel we daar niet zelf over gaan, worden we wel geconfronteerd met de uitkomsten. Ik moet er wel bij zeggen nu we een demissionair kabinet hebben dat er een verschuiving in de discussie lijkt te ontstaan. Waar we eerst met Z'n allen gezamenlijkheid benadrukten omdat dat nodig is in de bestrijding van het virus, sluipen er nu toch ook argumenten in die voorheen niet aan de orde waren. Ik vind het best opmerkelijk ook omdat we weten dat de maatregelen pijnlijk zijn. Dat weten we allemaal. Niemand is blij met deze maatregelen. We zien natuurlijk ook dat ze noodzakelijk zijn en we hebben vertrouwen in de afwegingen van de deskundigen. Laten we niet vergeten dat onze burgemeester in het Veiligheidsberaad de pijn die we als stad hebben bij de maatregelen overbrengt in de gesprekken met het kabinet. (De heer VAN LAMMEREN: Ik ga het bijna voor D66 opnemen. Alsof het denken moet stoppen wanneer een maatregel nog niet is aangenomen. Is de PvdA echt van mening dat je elke maatregel die wordt voorgesteld niet moet bediscussiëren opdat we die dan in pais en vree moeten uitvoeren?) Dat is volgens mij ook niet wat ik zet. Ik zeg dat iedereen de pijn voelt en dat we van meet af aan als raad allemaal hebben gezegd dat we de maatregelen niet als zoete koek hoeven slikken, maar we hebben ook met elkaar geconstateerd dat de adviezen natuurlijk vanuit de professionals komen, de deskundigen, in dit geval het OMT. En laten we ook niet vergeten wat we eerder ook al in de raad hebben gezegd, of we kunnen bekijken in hoeverre we de burgemeester vooraf zaken kunnen meegeven. Die bespreekt ze in het veiligheidsberaad en dat komt uiteindelijk bij het kabinet terecht. Dus ik denk dat we op die manier vooral aan de voorkant met elkaar kunnen concluderen dat we een burgemeester hebben die vanuit het veiligheidsberaad maar ook in de regio de stad en haar belangen aan het vertegenwoordigen is. Er zijn natuurlijk allemaal zorgen met betrekking tot de handhaving maar er zit ook een sociale kant aan. Ik wil hier zeker niet zeggen alles maar voor zoete koek te slikken, maar we moeten wel eensgezind en collectief dit virus bestrijden. Als wij als Amsterdam wat anders vinden dan andere steden in dit land, dan vrees ik dat we nog heel lang met deze maatregelen te maken hebben. We hebben hier in deze raad eerder nagedacht over hoe we ondernemers kunnen helpen, over hoe we Amsterdammers kunnen ondersteunen. Dit college heeft steunpakketten opgetuigd. Daarmee ben ik blij. De crisis duurt echter langer voort en we zullen dus moeten blijven ondersteunen daar waar nodig. Wat daarin belangrijk is, is dat we vooral die eensgezindheid moeten betrachten. Dat vraagt echt niet dat we blind moeten zijn voor de effecten van de maatregelen want die zijn er en die zijn heftig. Deze crisis gaat nog jaren doorwerken op ons en met name op onze kinderen die nu niet naar school gaan. Dat is wat mij betreft waar nu de meeste kwetsbaarheid zit. Ik wil daarom zo snel mogelijk uit deze crisis komen en er alles aan doen. Als ik moet kiezen tussen twee kwaden, een avondklok of een dichte school, dan kies ik voor het eerste. Maar ik weet en dat is de realiteit dat we niet de luxe hebben om op dit moment te kunnen kiezen. De meeste pijn zit wat de PvdA betreft bij het sluiten van de scholen. De aanhoudende lockdownmaatregelen zorgen 13 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen voor leerachterstanden bij de Amsterdamse kinderen. Vooral de leerachterstanden van de leerlingen van groep 8 is een zorg voor de fractie. Ze zijn zich namelijk aan het voorbereiden op het VO en zouden daarvoor binnenkort hun schooladvies krijgen. Maar laten we naast deze leerachterstanden ook de sociaalemotionele, mentale en fysieke ontwikkeling van jonge kinderen niet vergeten. De school is een veilige haven en juist in dit soort onzekere tijden zullen we de kinderen moeten ontzien door hun veilige haven zeker te stellen. We zullen dus echt moeten nadenken over steunmaatregelen voor deze kinderen, voor het onderwijs en daarmee ook dus voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie. Daarom ben ik heel blij met de oproep van wethouder Moorman voor een steunpakket voor het onderwijs. Daarover heb ik een aantal vragen. Heeft het college inzicht in de beloofde extra middelen van de minister die per januari 2021 beschikbaar zouden komen om onder andere deze achterstanden het hoofd te kunnen bieden? En dan het goed in de gaten blijven houden van jonge Amsterdammers, jonge leerlingen. Dat is namelijk cruciaal om verdere achterstanden te voorkomen. Zoals we allemaal weten, zijn scholen verplicht om verzuim te melden als leerlingen niet deelnemen aan het onderwijs, of dat nu georganiseerd is, of dat nu op afstand is of in de noodopvang. Ik ben benieuwd naar die cijfers. Worden er op dit moment nog verzuimmeldingen gedaan bij Bureau Leerplicht en wat doet Bureau Leerplicht samen met de scholen om kinderen op te sporen wanneer ze uit beeld zijn omdat ze of geen internetverbinding hebben, of omdat er problemen thuis zijn of omdat ze het niet kunnen bijbenen. Kortom, genoeg redenen die om de hoek komen kijken bij afstandsonderwijs en bij gebrek aan contact met docenten. In de Tweede Kamer is afgesproken om te beginnen met sneltesten in het VO. Dat is met name bedoeld om op een gegeven moment de scholen weer te kunnen openen en snel te kunnen schakelen bij eventuele besmettingen. Ik ben benieuwd of er in Amsterdam voorbereidingen worden getroffen om ook in Amsterdam heel snel met die sneltesten aan de slag te gaan. Uiteindelijk willen we allemaal dat de scholen weer open gaan. Deze sociale ramp voor jonge Amsterdammers is er eentje die we zo snel mogelijk moeten zien op te lossen. Ik ga afsluiten. Aan deze crisis komt op enig moment een einde. Helaas weten we nu al dat veel ondernemers de eindstreep niet gaan halen omdat hun bedrijf dan al failliet is gegaan. Ik zou daar wel een bijzondere groep uit willen lichten, de Amsterdamse taxichauffeurs. Veel taxichauffeurs hebben de afgelopen tijd hun daklicht ingeleverd en zijn noodgedwongen gestopt. Net als veel andere ondernemers is er voor hen nu geen inkomen, geen geld en kunnen ze geen investeringen doen. Toch hebben we als gemeente hoge verwachtingen van deze groep als het bijvoorbeeld gaat om investeringen in het beperken van de uitstoot. Het zou zonde zijn als we deze ambities niet halen, maar het zou ook zonde zijn als taxichauffeurs hierdoor niet meer in de stad kunnen rijden. Ik hoop daarom dat we daarvoor voldoende aandacht zullen hebben tijdens maar ook na deze crisis. Tot zover voor nu. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge. De heer FLENTGE: Ik begin ermee te zeggen dat ik zeer terughoudend zou willen zijn met zo’n avondklok. Dat zou mijn oproep zijn naar Den Haag. Maar ik mis wel iets namelijk de cijfers van het OMT en het RIVM. In zekere zin voeren we hier een discussie terwijl ik me niet uit en te na heb kunnen oriënteren. Ik hoor alarmerende geluiden van het RIVM maar ik heb me er nog niet volledig op kunnen oriënteren. Dat betekent ook dat ik vind dat we hier een slag om de arm moeten houden bij alles wat we hier zeggen. Ik denk dat we erg terughoudend moeten zijn voordat we deze stap uiteindelijk zetten, zeker voor een grote stad. En er zit een dubbelhartigheid in. Ook 's avonds zou je dan niet meer alleen 14 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen op pad mogen, terwijl je overdag door je baas wel wordt opgeroepen om naar kantoor te komen waar je vervolgens met Z'n tienen in een ruimte zit. Die dubbelhartigheid is erg sterk aanwezig. Ik vind ook als je het serieus neemt als kabinet, als Amsterdam, als beleidsmaker dat je daarop je pijlen zult moeten richten om te voorkomen dat mensen op kantoren zitten terwijl het niet nodig is. Die moeten daadwerkelijk thuis blijven en achter een scherm gaan zitten. Corona is geen democratisch virus. Rijk wordt rijker en arm wordt armer. Vakkenvullers verdienen nog steeds een minimumloon terwijl de bazen van Ahold, Delhaize en de aandeelhouders een verdubbeling zagen van de miljarden euro's netto winst. Daarover kan ik hier leeglopen, maar dat ga ik niet doen. Ik wil het vooral terugbrengen tot lokale behapbare schaal. Als iets duidelijk is geworden in deze tijd, dan is het dat gratis Wifi een basisvoorziening moet worden. Nog te veel kwetsbare leerlingen hebben geen Wifi thuis; nog te veel mensen zijn uitgesloten van noodzakelijke informatie. Al in 2016 deed mijn SP-collega Bakker een voorstel voor gratis Wifi in heel Amsterdam. Daarmee is in de bibliotheek en in het buurthuis al heel veel gebeurd, maar een versnelling en een verbreding zou goed zijn. Wil het college dat en kan het aangeven hoe en op welke termijn het dat zou willen doen? Dan het zorgpersoneel. Problemen met veilige mondkapjes zijn nog niet voorbij. We hebben allemaal gezien hoe de discussie met het RIVM verliep toen de schaarste gewoon werd weg gedefinieerd en mensen naar onveilige werkplekken werden gestuurd. En wat de SP betreft verdienen zorgverleners zo veel mogelijk bescherming. Nog steeds moeten ze zelf het initiatief nemen als ze veilige FFP2-maskers willen gebruiken terwijl de magazijnen inmiddels vol liggen met deze maskers. Waarom? Kan het college helpen om bij de zorgbestuurders erop aan te dringen dat zorgpersoneel dat dat wil, altijd een FFP2- masker kunnen krijgen? De heer Mbarki heeft een aantal goede onderwijsvragen gesteld waarbij ik mij volledig kan aansluiten, dus ik beperk me vandaag. Tot slot over testen. Niet alleen in de gemeente Lansingerland een grote uitbraak op een basisschool maar ook in Rotterdam Charlois, daarvoor ook in Dronten, voorheen ook in Tsjechië wordt er grootschalig getest vooral omdat er bij Charlois virussporen waren in het rioolwater. Ik vroeg me af of het een goed idee zou zijn hetzelfde te doen in 020? Het kan heel veel nieuwe ellende voorkomen met betrekking tot besmettingen en juist misschien in wijken waar arbeiders niet de luxe hebben om van achter een schermpje thuiswerk te doen. Vaak moeten ze voor hun werk op pad en ze lopen dus het risico op besmetting. Ik vraag de wethouder Zorg of zij dat idee zou willen omarmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: Corona, daarover kun je het heel lang hebben. Waarover we het weinig hebben, is de oorzaak van corona en dat is gewoon zoönose, een ziekte die is overgesprongen van dier op mens. Nu is de hoop van de wereld gericht op een vaccin, maar het volgende virus is waarschijnlijk al onder ons of in de maak. Willen wij in de toekomst niet van lockdown naar lockdown springen, dan zullen we echt anders moeten omgaan met onze voedselvoorziening en de wijze waarop we met dieren denken te kunnen omgaan. Denk niet dat dit alleen maar komt door een markt in China. Ik noem even de antibioticaresistentie die wordt veroorzaakt door de Nederlandse varkenshouderijen omdat de dieren daar zo dicht op elkaar zitten dat daar gewoon preventief antibiotica wordt gegeven waardoor bacteriën resistent worden. Maar goed, ik adviseer u straks het initiatiefvoorstel van mijn collega Anke Bakker goed te bekijken en daar voor te stemmen. Dat gaat namelijk over de eiwittransitie. 15 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Dan wil ik de scholen complimenteren, de basisscholen, hoe snel alles is opgepakt en hoe ongelooflijk veel werk leraren verrichten om Kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven via het internet. Ik mag het zelf dagelijks meemaken en ik vind het echt fantastisch hoe leraren zich inzetten en zich alles eigen maken om onze kinderen wat bij te brengen. Ik heb nog twee vragen aan de burgemeester. Ik denk dat ze al zijn gesteld maar ik herhaal ze toch nog maar even. Wat is het plan van aanpak voor vaccinatie? Is er nu ook al een plan in de maak voor het moment dat we de lockdown uitkomen in 2021? Dus hoe gaan we dan langzaam onze economie en onze start weer opstarten? Kunnen we daarover een keer worden bijgepraat want ik wil geen Hugo de Jong zijn en met alles net te laat zijn. Last but not least de avondklok. Ik vind het een beetje laf dat een collega van mij kritisch wordt bevraagd omdat hij vragen stelt bij een avondklok en daarmee zou hij niet eensgezind zijn en een verkeerd signaal uitzenden naar de Amsterdammer. Dat is natuurlijk heel raar. Dat betekent immers dat je bij alles moet tekenen want stel je ergens vragen over, dan stuur je een verkeerd signaal. Wij hebben hier altijd debatten. En vervolgens beslist de meerderheid van de raad en daar staan we dan ook gewoon achter. Zo werkt het democratische proces. (De heer MBARKI: Ik wil het zeker voor de heer Van Dantzig opnemen. Hij heeft alle recht om die vragen te stellen. Ik vraag me alleen af of de heer Van Lammeren heeft gezien onder welke motie hij zijn handtekening heeft gezet. Dat is namelijk niet een vraag; daar wordt stelling genomen tegen de avondklok. Dus dat is niet de vraag. Ik ben benieuwd of de heer Van Lammeren weet waarvoor hij heeft getekend.) Het is bijna een beledigende vraag van mijn collega van de PvdA. Weet u waaronder u uw handtekening heeft gezet? Ik ben niet Koot en de Bie die af en toe de handtekening hebben geoefend tijdens de parlementaire enquête. Als je het verband tussen een cassettebandje en een potlood weet, dan zit je in mijn generatie. Natuurlijk heb ik dat gezien en ik neem op dit moment ook stelling tegen de avondklok. Op dit moment zijn wij niet overtuigd dat dit een proportionele maatregel is. De Partij voor de Dieren is niet coûte que coûte tegen. Het is simpel weg omdat er verdeeldheid is over de effectiviteit van de maatregel. Wat wel zeker is, is dat het een hele grote inperking van de persoonlijke vrijheid betekent. Het wordt aangebracht op de sociale contacten te beperken, maar dat heb je ook met de een-persoonbezoekersregeling; dat heb je ook met het thuiswerken; dat heb je ook met de lockdown nu. Die avondklok komt erover heen maar daarmee beperk je wel mensen die bijvoorbeeld een rondje willen gaan hardlopen. Die zijn helemaal niet op zoek naar sociale contacten, maar die na een lange dag achter Zoom te hebben gezeten of Teams hun hoofd vrij willen maken. Daarnaast denk ik dat de handhaving ongelooflijk ingewikkeld wordt. Dus ik geloof er niet in dat het nu proportioneel is en je beperkt ook niet-sociale contacten — die sociale contacten zouden toch al moeten worden beperkt en de handhaving wordt onmogelijk zeker gezien de enorme waslijst aan uitzonderingen. Sterker nog, een zzp'er zou zijn eigen ontheffing mogen schrijven. Dus ik denk dat het onhaalbaar is en dat alleen de mensen die zich aan alle regels proberen te houden eronder gaan lijden en dat het materieel op dit moment niets zal uitmaken vanwege de uitzonderingen, de niet- haalbaarheid en het verzet tegen elke andere maatregel. Dat was het. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Er zijn al veel punten ingebracht en we hebben veel goede punten gehoord. En er zijn terechte vragen gesteld over die avondklok. Ik zal het niet te lang maken. Onze fractie vreest dat deze maatregel wanneer die van kracht wordt, zal 16 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen worden gezien als weer een extra onderdrukking. Dus mijn vraag aan de burgemeester is hoe zij haar burgers op deze maatregel wil voorbereiden en hoe zij draagvlak wil creëren. Weten de burgers waarom zij hun laatste beetje vrijheid wordt afgenomen? Daarnaast bestaan er zorgen over de handhaving. Ons komt helaas vaker ter ore dat niet-witte ondernemers vaker worden gecontroleerd en vaker een boete krijgen uitgeschreven. Vaak komen witte collega’s er met een mondelinge waarschuwing vanaf of ze worden helemaal niet gecontroleerd. We hopen natuurlijk dat dit niet klopt. Ik ben eigenlijk benieuwd hoe de burgemeester dit wil gaan voorkomen. Misschien kan ze het nog een keer doornemen met de handhaving en waarschuwen dat het niet moet gebeuren. En hoe zal het dan gaan met de handhaving van de avondklok? Ik hoop niet dat er onderscheid wordt gemaakt tussen niet-witte en witte ondernemers. Daar wil ik het bij laten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: De avondklok, ik val meteen met de deur in huis. De fractie van JA21 heeft daar grote moeite mee. Wij vinden dit echt heel ver gaan. Voor zover we nu kunnen beoordelen is er ook helemaal geen draagvlak voor deze maatregel. ledereen moet er even heel goed bij stilstaan dat het gaat om het draagvlak voor de maatregelen dat mensen zich aan een maatregel houden. Dat is een van de belangrijke redenen dat we hierbij zeggen, dit gaan we dus niet doen. Het zou ook vooral zijn bedoeld om de verspreiding onder jongeren te voorkomen, huisfeestjes en dergelijke. Even voor de goede orde: huisfeestjes mogen op dit moment ook al niet. Dus laten we eerst bestaande regels handhaven, daarvoor draagvlak realiseren en dan pas nieuwe regels invoeren. Maar eerst dus de oude regels handhaven. Daarnaast denk ik ook dat deze regel in de praktijk heel makkelijk te omzeilen is. Mensen verzinnen wel een list om het op een andere manier te doen. Het huisfeestje begint nu niet om 22.00 uur maar om 20.29 uur. Dus mensen gaan daar heel creatief mee om. Daarom gaan wij twee moties indienen, eentje tekenen we mee met D66 en we dienen zelf nog een aparte motie in. Wij vinden dit op dit moment buitenproportioneel. Ik zou er ook nog bij willen zeggen dat ik de suggesties van de VVD en de PvdA dat je mensen de verkeerde kant op stuurt als je hier een afwijkend standpunt hebt — en we moeten nog maar zien zo meteen of het afwijkend is. Ik vind het echt heel erg onterecht dat je bepaalde vragen niet zou mogen stellen. Dus ik zou willen vragen dat niet meer te doen, voorzitter. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: De avondklok. Ik deel de zorgen die de heer Van Dantzig en veel anderen hebben genoemd en die ook in de moties staan opgesomd over de handhaving, over de effecten, over de alternatieven zoals het beperken van werken op kantoren, en ook dat mensen zullen proberen er onderuit te komen en ze kunnen ook niet meer sporten. Ik denk dat we ervanuit kunnen gaan dat de experts net als het kabinet en de Kamerleden die zorg ook kennen. De Kamer heeft ook niet voor niets gevraagd het debat naar morgen te verplaatsen omdat de leden eerst alle stukken uitvoerig willen bestuderen. Niemand is enthousiast over een avondklok. Ik heb eerder met een avondklok te maken gehad. Toen woonde ik op Sri Lanka en daar was op dat moment een burgeroorlog gaande en er werden veel mensen vermoord. Het is absurd dat die avondklok hier nu op tafel ligt, maar ja, dat is de situatie waarin we nu zitten. Aan de andere kant is het ook wel zo dat andere maatregelen in sommige opzichten aanzienlijk ingrijpender zijn voor individuele burgers. Als je je eigen bedrijf failliet moet laten gaan, is dat eigenlijk nog ingrijpender. Maar 17 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen goed, je moet er ook geen wedloop van maken. Die discussie vindt gewoon plaats in de Tweede Kamer. Ik denk dat het niet zo heel veel zin heeft als alle gemeenten alle coronamaatregelen zelf gaan recenseren. Dus ik ben het wel eens met de heer Flentge dat we ook een slag om de arm moeten houden. Ik zal de motie nu in ieder geval niet steunen. Ten aanzien van het vaccinatieprogramma is het goed dat mensen die illegaal in Nederland zijn ook worden gevaccineerd. Maar hoe ga je ervoor zorgen dat je bijhoudt dat mensen de eerste vaccinatie hebben gehad omdat je toch ook die tweede prik moet kunnen toedienen? Dus hoe gaat dat in z'n werk”? Over de scholen sluit ik me aan bij de vragen die de heer Mbarki daarover stelde en ook of sneltesten een optie is. De wethouder heeft er al veel over gezegd, ook over het risico op die achterstanden juist bij de kwetsbare leerlingen. Het is natuurlijk ook zaak om te kunnen bekijken wat we in de gemeente zelf kunnen doen om dat te voorkomen. Afgelopen zomer waren er zomerscholen georganiseerd. Zijn daaruit nog extra lessen te trekken? Kunnen we die ook deze zomer weer gaan plannen en zijn er dan dingen die nog beter kunnen om ook echt al die leerlingen te bereiken die het grootste risico hebben op een achterstand? Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: De instelling van de avondklok moet worden gezien in de context van het zwalkende coronabeleid waarin er uitermate slecht is gecommuniceerd over de getroffen maatregelen waarvan het tot op de dag van vandaag grotendeels onduidelijk is wat nu de achterliggende afwegingen zijn geweest. Het staat buiten kijf dat er rekening moet worden gehouden met de Britse mutatie van het coronavirus maar ik betwijfel echt of een avondklok de juiste keuze is. Waarom een avondklok terwijl kantoren nog open zijn, treinen van en naar het Verenigd Koninkrijk nog rijden? Wat betekent die avondklok voor mensen van kleur die nu al te maken hebben met etnisch profileren? Hoe wordt de politiecapaciteit zo meteen verspreid over de verschillende stadsdelen om die avondklok te handhaven? Hoe gaan handhavers om met dak- en thuislozen die ze ’s avonds buiten aantreffen of ’s nachts? En wordt er een uitzondering gemaakt voor mensen die om gezondheidsgerelateerde zaken naar buiten moeten in de avond of de nacht? Ik heb eigenlijk te veel zorgen om die hier allemaal te kunnen uiten. Wegens de spreektijd beperk ik met tot drie vragen. Kan wethouder Kukenheim toezeggen dat zij het plan om ongedocumenteerden te vaccineren tijdig met de raad deelt zodat er ook vanuit de raadscommissie nog suggesties kunnen worden gedaan? Mensen met een beperking zijn vaak aangewezen op een speciale taxi om naar een testlocatie te gaan die hen 30 euro kost. Kan wethouder Kukenheim aangeven welke mogelijkheden zij ziet om de toegang tot testlocaties voor mensen met een beperking te verbeteren? En wat zijn de gevolgen van het verlengen van de lockdown op het schooladvies van leerlingen en dan specifiek als het gaat om het niet doorgaan van de eindtoets en de invloed hiervan op het eindadvies. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Ook de ChristenUnie maakt zich uiteraard zorgen over de mogelijke avondklok die eraan komt. We willen wel benadrukken dat het besluit nog niet is genomen. Er is morgen een debat en daarover gaan dan 150 Kamerleden stemmen. Er wordt nog een inhoudelijk debat gevoerd en de ChristenUnie acht het verstandig om dat debat ook in de Kamer te laten en de besluitvorming af te wachten. Ik heb natuurlijk wel 18 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen begrip voor de vragen die in de raad leven. Wij zullen de motie dus ook niet steunen omdat we denken dat dit een landelijke aangelegenheid is waarbij de fracties van sommige partijen in dit gremium nog niet hebben gesproken. Dus ik denk dat morgen duidelijk zal worden of er een politieke meerderheid in de Kamer is. Daar wil ik het dan ook laten. Ik wil het verder nog wel even hebben over de gevolgen van die avondklok want dat heeft natuurlijk ernstige gevolgen. Ik zou de burgemeester vragen voorsorterend hoe wij omgaan met de schaarse capaciteit. Wat gaat hierdoor anders, wat voor gevolgen heeft dit als het gaat om inzet op andere domeinen, dus waar kijken we tegenaan en wat is de verdeling tussen agenten en boa's? (De heer ERNSTING: Nog even op het voorgaande punt. Hij heeft natuurlijk gelijk dat uiteindelijk de Tweede Kamer hierover een beslissing neemt. De motie zegt natuurlijk ook, houd rekening met onze Amsterdammers in de specifieke context van de grote stad die Amsterdam is met de gevolgen die het kan hebben zowel qua handhaving als voor kwetsbare mensen. Ik weet dat de heer Ceder daarmee uitermate begaan is. Dan is het toch heel verstandig dat perspectief nog mee te geven aan de Tweede Kamer?) Dat is zeker zo. Die zorgen leven ook bij mij. Volgens mij heeft de burgemeester al namens de stad al input gegeven en misschien is het goed dat zij er nog duidelijkheid over geeft of dat al is overgebracht. Maar de motie strekt wel verder. Die heeft ook een oordeel. Dat mag, maar laat het debat dan ook in de Kamer worden gevoerd. Dus ik voel er niet zo veel voor de motie te steunen. Als die wordt aangenomen, prima. Dan hoop ik ook dat deze punten opnieuw worden meegenomen. Ik ga er eigenlijk vanuit dat de burgemeester in het overleg met de burgemeesters de zorgen al heeft overgebracht. Als dat niet zo is, dan hoor ik dat graag van de burgemeester. Dus dat is dan ook gelijk een vraag, of zij deze zorgen voldoende heeft meegenomen bij wat er gisteravond is besproken. Ik ga vanwege de spreektijd door. Even over het vaccineren en dan over het vaccineren van ongedocumenteerden. Ik weet dat er vorige week tijdens de rondvraag van GroenLinks kort is aangegeven dat daarvoor uiteraard aandacht is maar daarvoor is geen concrete tijdslijn of plan gekomen. Dus ik zou graag concreter van de wethouder willen weten of het feitelijk betekent of ongedocumenteerden achteraan de rij sluiten of dat ze eigenlijk nu al, nu er wordt gevaccineerd, worden ingepland en zo ja, hoe dan. Er leven heel veel vragen en ik merk dat het antwoord van de wethouder niet afdoende is. Er is ook een suggestie gedaan over 24 uur vaccineren. Nu weet ik niet of de GGD in Amsterdam daarin een zelfstandige afweging kan maken. Ik weet het niet, ik vraag me af of de wethouder daarover wat licht kan laten schijnen. Als het zou kunnen, dan vraag ik me af of ze dat ook verstandig vindt omdat we daarmee meer mensen kunnen beschermen. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik roep de burgemeester op zich aan te sluiten bij haar collega in Amersfoort die zegt, een avondklok, nee, dankjewel. Hij noemt daar een aantal voorbeelden bij maar dan moeten we de krant er even bij pakken. De heer Ernsting en de heer Van Dantzig noemden ook al een aantal knelpunten zoals de handhaving, dak- en thuislozen. Hoe kunnen we dat realiseren? Juist omdat zich nu een daling doorzet van de coronacijfers wordt het hoe langer hoe moeilijker om de mensen in het gareel te houden. We zijn geen voorstander van een avondklok. Mocht de regering ons daartoe verplichten, dan zullen we er gevolg aan geven. Ik heb nog een aantal vragen. Stel dat de avondklok toch door gaat, wat doen we dan met de dak- en thuislozen? Gaan we ze onder brengen in hotels? Als die avondklok 19 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen toch moet, dan graag vanaf 22.00 uur zodat de kinderen alsnog naar hun clubjes kunnen. En mogen winkels wel worden bevoorraad? Dat moet toch ook allemaal doorgaan? Controle op mensen die toch naar kantoor moeten vanwege hun werkgevers, ik zou toch een dringende oproep willen doen net als de anderen om daarop meer te gaan handhaven. Er wordt zo vaak gevraagd dat alsjeblieft niet te doen, maar ik zal u vertellen, ik heb deze week al twee keer in de file gestaan midden op de dag. Het is te gek zo veel mensen als er nu weer op de wegen zijn. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: De gezaghebbende aanbeveling uit Yale, Harvard, Stanford, Oxford luidt: kies voor gerichte bescherming, voor de twee stromensamenleving en in Nederland kunnen we dat met ons fijnmazige systeem van huisartsen in drie of vier weken realiseren. Het huidige beleid wordt een puinhoop. De feitelijke machthebbers zijn het RIVM en het OMT. Ik zou zeggen, als je adviseurs niet voldoen, zoek dan betere. Amsterdam zou dat zeker moeten doen. De VOORZITTER: Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik ben een heel belangrijk stukje vergeten. Er zijn zo veel fitte ouderen en die willen graag snel worden gevaccineerd. Waarom kan de regering er nu niet voor zorgen dat we sneller worden gevaccineerd tegen dit virus. De VOORZITTER: De vraag is bij dezen genoteerd. Goed. Dan zijn we nu echt aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. Dan schors ik even voor een heel kort ogenblik. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik deel eigenlijk wel in veel van de somberte die wordt uitgesproken door een aantal leden. Ik denk dat we ons bijna een jaar geleden niet konden voorstellen dat bestrijding van het coronavirus zo’n lange adem zou vergen. We zien ook elke keer opnieuw dat de inspanningen van onze bevolking vaak worden beloond met nieuwe teleurstellingen. Dat vergt heel veel van mensen. Ik zou als eerste een compliment aan onze bevolking willen maken. Wij zien dat het aantal besmettingen in onze regio daalt. Dat is goed nieuws. Het is te weinig. Het niveau is nog steeds op zeer ernstig en dat is nog steeds heel zorgelijk, maar het wijst er wel degelijk op dat mensen zich inspannen in groten getale om ervoor te zorgen dat anderen zo min mogelijk worden besmet. En dat in een heel druk bevolkte stad waar veel mensen klein behuisd zijn. Ik vind dat onze inwoners daarvoor een groot compliment verdienen. Maar onze stad bloedt en onze inwoners voelen de pijn daarvan. We zien daarbovenop dat zich natuurlijk nieuwe dreigingen voordoen zoals het 20 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Britse virus. Er wordt gesproken van een Zuid-Afrikaans virus en er zou zelfs sprake zijn van een Braziliaans virus dat nieuwe risico’s met zich meebrengt. Vanuit dat perspectief is het denk ik logisch en ook heel verstandig dat het kabinet naar nieuwe maatregelen zoekt die niet alleen de termijn van een lockdown kunnen verkleinen, verkorten waardoor bijvoorbeeld met name de scholen zo snel mogelijk weer open kunnen, maar waarmee we er ook voor zouden kunnen zorgen dat de derde golf ons niet overspoelt terwijl de tweede golf nog niet is uitgewoed. Dan doet zich ook in onze stad een situatie voor die buitengewoon zorgelijk is. Dus laat ik als eerste zeggen dat ik me schaar achter het kabinet, dat er noodzaak is om extra maatregelen te nemen en dat dat ook voor onze veiligheidsregio geldt. Dat wil niet zeggen dat de maatregelen die worden voorgesteld geen pijn doen. Dat ze pijn doen bij onze bevolking, dat werd eigenlijk door iedereen zo uitgesproken. Ook degenen die zeggen wel een avondklok te willen aanvaarden, zeggen daarbij ook dat ze grote zorgen hebben over de sociale effecten en de handhaving. Dus ik bemerkte eigenlijk bij alle raadsleden een gelijkgestemdheid. Laat ik u er een ding over zeggen. Het oordeel over de maatregelen is aan het kabinet en aan de Tweede Kamer. Ik denk dat het verstandig is om het advies van het OMT en het RIVM daarin te volgen en ook de beslissing van het kabinet daarin te volgen. Dat neemt niet weg dat ik ook in het veiligheidsberaad heb laten weten dat bij de uitwerking van bijvoorbeeld de avondklok — als die van toepassing wordt — er wel zorgen zijn in onze stad over de effecten die dit teweeg kan brengen. Daarbij wens ik mij niet in te laten met het oordeel over de proportionaliteit zoals dat door een aantal is gegeven. Zoals u weet, is proportionaliteit geen absolute eis. Die is altijd afhankelijk van de risico’s, de gevaren die daar tegenover worden geplaatst. Op dit moment zien we onszelf voor grote gevaren geplaatst, maar er zijn bij ons als bestuur en bij onze veiligheidsregio zorgen over de effecten van bijvoorbeeld de invoering van de avondklok maar ook voor het verder terugdringen van het bezoek dat mensen nog mogen hebben tot één persoon. Ook dat heeft effecten. Dat betekent bijvoorbeeld heel praktisch dat een koppeltje ook overdag niet meer op bezoek mag komen en dat doet mensen pijn. In het veiligheidsberaad heb ik eigenlijk steeds drie soorten zorgen onder de aandacht gebracht. Als eerste de sociale zorg en dat beluisterde ik eigenlijk bij iedereen terug. Dat zijn de zorgen die we hebben over de psychisch kwetsbaren. De kwetsbare groepen in onze stad, de dak- en thuislozen, de mensen die in de war zijn, de mensen die heel eenzaam zijn en het nodig hebben om af en toe 's avonds iemand te kunnen ontmoeten. De zorgen die we hebben over bijvoorbeeld het wegvallen van mantelzorg en de noodzaak om daaraan wel aandacht te besteden en ook te kijken of in de regelingen die worden getroffen daarvoor aandacht kan zijn. Dan gaat het zowel om fysieke mantelzorg maar ook om psychische mantelzorg. Dus het kunnen afleggen van een bezoek aan mensen die in grote psychische nood verkeren en daarin hulp nodig hebben. En natuurlijk ook de zorgen over onze jongeren. Het doel van de extra maatregelen is natuurlijk om jongeren ook weer te kunnen bevrijden, om ze weer naar school te kunnen laten gaan en ze weer de ruimte te geven om zich meer te kunnen bewegen. We zien natuurlijk ook dat het een hard gelag is met name voor de 12- tot 18-jarigen voor wie het zicht op het weer naar school kunnen gaan verder in de toekomst is gesteld dan voor het lager onderwijs. Vooral voor die jongeren die heel klein behuisd zijn en die in grote gezinnen leven en daarbij eigenlijk een onduidelijk en onzeker perspectief hebben. Dan vergt de avondklok veel van mensen en daarvoor zullen we aandacht moeten hebben bij de uitwerking ervan. (Mevrouw VAN SOEST: Ik zou dolgraag van de burgemeester horen dat er wat meer vaart wordt gezet achter het vaccineren van ouderen. Het blijft maar achter lopen en iedere keer gebeurt er weer wat. Laten we die dan in 21 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen ieder geval zo snel mogelijk inenten. Meer snelheid en dan ontlopen we misschien de avondklok.…) Laat ik u als eerste de illusie helaas ontnemen dat ook versnelde vaccinatie er niet voor kan zorgen dat we geen maatregelen hoeven te treffen de komende tijd. Hoe snel de vaccinatie ook zou zijn, hoe zeer deze ook zou kunnen worden versneld, en dat zie je bijvoorbeeld ook in landen als het Verenigd Koninkrijk en Israël, dan zijn er nog steeds verregaande maatregelen nodig. Wethouder Kukenheim zal zo meteen uitgebreider ingaan op de vaccinatieprogramma's. Zoals u weet, is het inkopen van de vaccins landelijk. De verdeling van de vaccins is ook landelijk. Wij doen er in onze regio, in de ROAZ-regio en in Amsterdam alles aan om dit zo veel mogelijk te helpen versnellen. We zorgen er in ieder geval voor dat we er klaar voor zijn ook als er versnelling kan plaatsvinden om hier aan de slag te kunnen. Dus we zorgen ervoor dat er in onze regio in ieder geval geen belemmeringen zijn. Ik was eigenlijk bezig te benoemen waar de zorg ligt bij de uitwerking en ik had het over de sociale zorgen die er zijn bij de uitwerking. Als eerste zijn er vanzelfsprekend ook zorgen over de handhaving en de beheersing en ik zal zo iets uitgebreider ingaan op de wijze waarop wij de handhaving voor ons zien. En tot slot heb ik ook in het veiligheidsberaad natuurlijk onder de aandacht gebracht dat er ook zorgen moeten zijn over maatschappelijke onrust die de maatregel teweeg zou kunnen brengen bij mensen die daartegen in verzet komen. Daarvoor zal dus aandacht moeten zijn waarom de maatregel nodig is, waarom we die op dit moment moeten invoeren met name in communicatiecampagnes waardoor mensen kunnen delen in de noodzaak ervan en daarvan overtuigd kunnen zijn. Laat ik een aantal opmerkingen maken over hoe wij ermee omgaan. U weet dat zojuist is aangekondigd dat de avondklok zal worden ingevoerd tussen 20.30 en 04.30 uur als de Tweede Kamer daarmee akkoord gaat. Wij bereiden ons in de regio daar uitgebreid op voor. Er is een landelijke lijn die wordt vastgesteld bij de uitzonderingen op de avondklok en tevens zal er een landelijk uniform ontheffingsproces worden opgesteld. Er worden bij rijksoverheid.nl formulieren voorbereid die kunnen worden gedownload door burgers en werkgevers. Ten aanzien van de handhaving zijn we op dit moment bezig de handhavingsstrategie verder uit te werken en aanstaande vrijdag zullen wij in het regionaal beleidsteam een uitgewerkte handhavingsstrategie opnieuw met elkaar bespreken. Wat ik daarover op dit moment kan zeggen, is het volgende. Er is een landelijk handhavingskader en er zijn landelijke afspraken gemaakt met de Nationale politie en daarbij sluiten wij regionaal aan. Wanneer de avondklok wordt ingevoerd, zal direct worden gestart met de handhaving. De eerste dagen wordt ingezet op intensieve, statische en dynamische controles met extra zichtbaarheid van politie op straat. We achten dat noodzakelijk omdat we natuurlijk een eerste slag moeten maken in het doordringen van mensen van de noodzaak om de regels van de avondklok te volgen. Een dergelijke intensieve handhaving kunnen we kortstondig inzetten. Met de eerste ervaringen die we opdoen, zullen we vervolgens overgaan tot informatiegestuurde handhaving en meldingsgerichte handhaving waarbij onze allereerste aandacht natuurlijk zal uitgaan naar excessen. Uitgangspunt is dat we regionaal hetzelfde handelingsperspectief hanteren en navraag maakt namelijk duidelijk dat de ervaring in België heeft geleerd dat dit essentieel is om verschuivingseffecten zo veel mogelijk te voorkomen. Het beeld is nu dat landelijk zal worden gekozen voor een lik op stukbeleid door de politie: aanspreken, direct verbaliseren en in het uiterste geval aanhouden. We denken na over de inzet van een host en straatcoaches die de mensen kunnen aanspreken en informeren en die een signalerende rol kunnen vervullen. Het was de heer Ceder die expliciet vroeg meen ik mij te herinneren, naar de rol van de boa's. Ingevolge de wetgeving die van toepassing is bij de avondklok hebben de 22 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen boa's geen bevoegdheid om te beboeten. Wij willen ze wel kunnen inzetten en daarover zullen we uiteraard ook landelijk overleg voeren en we willen kijken wat we regionaal kunnen doen om te signaleren, om burgers te kunnen aanspreken en mogelijk als het nodig is iets te kunnen doorzetten naar de politie ook omdat wij het wel degelijk noodzakelijk vinden dat de politie hulp heeft bij de informatiegestuurde inzet. Dak- en thuislozen worden uitgezonderd door het rijk, maar wij vinden dat er aandacht dient te zijn voor de bijzondere situatie van mensen die psychisch kwetsbaar zijn. Dit zullen wij zo veel mogelijk gaan verwerken in het regionaal handelingsperspectief voor de handhaving. Zichtbare handhaving achten wij noodzakelijk voor het behoud van draagvlak en voor naleving van het belang van de avondklok en daarbij vragen we het rijk dan ook om fors in te zetten op landelijke publiekscommunicatie en dat zullen wij ook regionaal doen waarbij wij er echt vanuit gaan dat handhaving het sluitstuk daarop is. Er werd mij ook een vraag gesteld ik dacht door de heer Yilmaz en die ging over de regionale communicatie. Wij zullen een animatiefilmpje maken dat langzaam zal worden afgespeeld. Ik geloof dat de heer Taimounti daarop de vorige keer enig commentaar had. Dat zal in acht talen in de stad worden verspreid. Er komt een bewonersbericht en attentieberichten zullen overal worden verspreid. We zullen ook opnieuw aandacht gaan vragen voor het belang van de site van Voor elkaar in Amsterdam waar we alle sociale initiatieven verzamelen omdat juist in deze periode waarin eenzaamheid groter zou kunnen worden onder mensen die kwetsbaar zijn, het ook van groot belang is dat we voor elkaar zorgen. Niets met schending van de eventuele avondklok maar wel in de uren daaraan voorafgaand. Met andere woorden, als u in staat bent een pannetje soep te maken voor een eenzame buurvrouw of iemand verder op, doet u het vooral. Mensen hebben de komende tijd echt elkaars aandacht een beetje nodig. Daarbij zou ik nog even langs de vragen willen lopen. Laat ik daarbij nu meteen zeggen dat vragen over de scholen en kansengelijkheid door wethouder Moorman zullen worden beantwoord. De vragen over huiselijk geweld en andere vormen van hulp, hulp aan kwetsbaren zullen door wethouder Kukenheim worden beantwoord net als de hulp aan jongeren en de vaccinatiestrategie en de vaccinatieprogramma’s. De vragen die zijn gesteld over ondernemers en de economische gevolgen zullen door wethouder Everhardt worden behandeld. Daarmee kom ik aan de vragen. Als eerste de heer Ernsting. De avondklok heb ik beantwoord. Hoe komt men tot de afwegingen? Weet u, wij volgen daarin natuurlijk de afwegingen die worden gemaakt in de procedure die het rijk volgt. Op basis van het advies van het OMT, het RIVM vindt er vervolgens besluitvorming plaats in de ministeriële crisiscommissie. Daarin opereert het veiligheidsberaad als adviseur en zoals terecht opgemerkt heb ik zitting in het veiligheidsberaad en ik maak overvloedig van die positie gebruik. De heer Van Dantzig sprak opnieuw over het belang van thuiswerken. Ik ben dat volledig met u eens, mijnheer Van Dantzig. Ik geloof dat anderen er ook over spraken, mevrouw Poot bijvoorbeeld. Het is een dringend advies zo veel mogelijk thuis te werken. We kunnen er niet op handhaven; we kunnen het niet beboeten. Eigenlijk zou ik wel willen zeggen tegen die werkgevers die druk uitoefenen op mensen om wel naar kantoor te komen, dat het onverantwoord is. Je plaatst je eigen werknemers in een onmogelijke positie waarbij ze moeten kiezen tussen loyaliteit aan de werkgever en loyaliteit aan de volksgezondheid. In die positie mogen de werknemers niet worden geplaatst. Dus houd u eraan, werk thuis. En werkgevers, plaats uw personeel niet in die positie. Ten aanzien van de regionale reisbewegingen en bovenregionale reisbewegingen geldt: zo min mogelijk. Blijf zo veel mogelijk in de regio, leg geen grote afstanden af en zorg 23 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen ervoor dat de reisbewegingen zo klein mogelijk zijn. U vroeg naar de discussie in het veiligheidsberaad. Dat heb ik u volgens mij gegeven. U vroeg naar de herstart van culturele instellingen en de evenementensector. Weet u, op dit moment is dat natuurlijk nauwelijks aan de orde met de maximale lockdown die wij kennen. Dat neemt niet weg dat wij in overleg zijn met de culturele instellingen en in samenspraak met de culturele instellingen en de evenementensector zijn we ook bezig om een route te maken naar de geleidelijke openstelling als dat weer mogelijk is. Dat doen we in samenspraak met de culturele instellingen om ervoor te zorgen dat het geleidelijk kan worden opgebouwd als ze weer open kunnen zodat je niet weer dat jojo-effect krijgt waardoor ze open, dicht, moeten en niet weten hoe te plannen, niet weten waar ze volgend jaar aan toe zijn. Ik geloof dat dat het ergste is op dit moment voor de culturele instellingen. Dan de motie. Laat ik daarover het volgende zeggen. Ik deel in de zorgen die spreken uit uw motie en ik geloof eigenlijk dat de hele raad deelt in de zorgen die daaruit spreken. Ik wil mij niet wagen aan het oordeel over de proportionaliteit. Dat is echt een afweging die thuishoort in de boezem van het kabinet en in de Tweede Kamer. Ik ben het wel met de heer Boomsma eens dat het geen pas geeft om als regiobestuurder en als burgemeester alle kabinetsmaatregelen te gaan recenseren en tot dusver heb ik dat ook nog nooit gedaan. Ik zou daarmee ook niet willen beginnen. Tegelijkertijd spreekt u wel uit dat de raad grote zorgen heeft over de uitwerking van de maatregelen en ik zie dat inmiddels een meerderheid van de raad zich achter uw motie heeft geschaard. Dus ik ben vanzelfsprekend wel bereid het gevoelen van een meerderheid van de raad onder de aandacht te brengen van de Tweede Kamer waarbij ik dat overbreng als een gevoelen van de raad. Daarmee doe ik denk ik recht aan een meerderheid van de raad zonder dat ik mij daarachter schaar. Als uitvoerder van het kabinetsbeleid wens ik een aparte positie in te nemen. Tegelijkertijd zou ik u ook nog eens willen oproepen als u grote zorgen heeft over de proportionaliteit van de maatregel en over de sociale en handhavingseffecten van de avondklok en andere maatregelen, beweegt u dan ook uw landelijke fracties. Ik hoop dat ik daarmee voldoende heb gezegd over de motie. Met andere woorden, ik laat het oordeel aan de raad, maar ik ben vanzelfsprekend bereid de kamer op de hoogte te brengen van het gevoelen van een meerderheid van de Amsterdamse raad. De heer Mbarki, volgens mij heb ik zijn vragen voldoende beantwoord en hetzelfde geldt volgens mij ook voor de heer Flentge die ook vragen aan mij stelde over de avondklok en verder met name vragen stelde op het terrein van de wethouders. Datzelfde geldt ook voor de heer Van Lammeren. De heer Yilmaz sprak over extra onderdrukking als gevolg van de avondklok. Daar heb ik toch wel moeite mee. Het gaat inderdaad om verregaande beperking van de bewegingsvrijheid maar het gaat niet om onderdrukking van de bevolking. Het gaat om bescherming van de bevolking tegen de risico’s van besmetting. Ik denk ook dat we het in die proportie moeten houden en dat we ook die termen moeten blijven gebruiken omdat onze bevolking ervan doordrongen moet zijn dat er een doel is met deze maatregelen en het doel met deze maatregel is te voorkomen dat mensen ziek worden en dood gaan. Daarnaast had u het over een selectie van ondernemers, etnische ondernemers omdat u dat gehoord zou hebben. Daarover zou ik toch ook wel eens een opmerking willen maken. Als u aanwijzingen heeft die u hard kunt maken, dan wil ik ze vanavond nog van u ontvangen. Maar vage geruchten die leiden tot onvrede en die zomaar hier worden geponeerd zonder dat er bewijs bij wordt gegeven maar die wel beschadigend zijn voor ons politiekorps, daarmee heb ik echt moeite. Dat gebeurt me net te vaak. Dat wil ik u toch even hebben gezegd. Ik ben het namelijk met u eens dat etnisch profileren niet kan, niet mag 24 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen maar ik vind ook niet dat er aantijgingen aan het adres van de politie kunnen zijn op vage niet gesubstantieerde geruchten. Dan sprak de heer Kreuger uit hele grote problemen te hebben met de avondklok en deze niet proportioneel te vinden. Ik respecteer vanzelfsprekend uw standpunt. De zorgen die u daarbij uitspreekt over de effecten op de bevolking, die begrijp ik en daar deel ik ook in. De zorgen die u heeft ten aanzien van de handhaving begrijp ik ook. We staan als Amsterdam voor een forse taak en tegelijkertijd zullen we ons daarvan kwijten en we zullen er ook voor zorgen dat de avondklok als deze wordt ingevoerd en goed wordt gehandhaafd in onze stad. U heeft een motie ingediend en deze motie geeft eigenlijk geen opdracht aan mij, maar het is een uitspraak die u voorlegt aan de raad. Dat betekent dat ik volgens mij geen oordeel hoef te vellen over uw motie en dat doe ik dan ook niet. Ik laat deze motie aan de raad. (Mevrouw POOT: Het is eigenlijk meer een verduidelijkende vraag. Ik hoor de burgemeester zeggen dat ze bij de motie van de heer Van Dantzig van D66 de meerderheid zal respecteren en naar de Tweede Kamer zal gaan met deze opdracht. Maar ik begrijp het niet helemaal goed want de uitslag van de stemming op deze motie is er natuurlijk pas maandag. Dus ik begrijp niet helemaal goed hoe de burgemeester dat ziet.) Daarin heeft u volstrekt gelijk. Dat begrijp ik. Tegelijkertijd is het Kamerdebat waarop als ik het goed begrijp deze motie nog van invloed wil zijn, morgen. Ik ga niet naar de Kamer met de boodschap dat dit mijn opvatting is. Het enige wat ik kan doen is een brief aan de Kamer schrijven waarin ik de motie onder de aandacht breng als een gevoelen van een belangrijk deel van de raad. De meerderheid moet natuurlijk bij stemming blijken. Daarin heeft u gelijk. Tegelijkertijd vind ik het ook ingewikkeld om de raad die wel bij meerderheid van partijen deze motie heeft ondertekend, te negeren als het gaat om een verzoek dat morgen de Kamer zou moeten bereiken en niet volgende week. Dus misschien kunt u mij helpen bij het dilemma. (Mevrouw POOT: Wat ik erover wilde zeggen is als de burgemeester dit bij de Tweede Kamer onder de aandacht brengt, dan kan dat mijns inziens niet anders dan dat ze zegt dat deze motie is ingediend. Ze kan niets zeggen over wat de uitslag daarvan is. Ook al is de motie ingediend door meerdere partijen, uiteindelijk is er nog geen stemmingsuitslag op deze motie.) Daarin heeft u gelijk. Dat is precies de formulering die ik zal kiezen. Dat is namelijk buitengewoon nauwkeurig. Ik zal een kort briefje aan de Tweede Kamer sturen waarin ik zeg dat ik deze motie onder de aandacht wil brengen en dat die is ingediend door een aantal politieke partijen die in principe samen een meerderheid zouden kunnen vormen in de raad maar dat ik niet vooruit kan lopen op de stemming daarover. Daarmee denk ik zorgvuldig te zijn. (Mevrouw POOT: Ik stel dit natuurlijk zelf voor maar het voelt toch wel een beetje raar om een motie die niet is aangenomen onder de aandacht van de Tweede Kamer te brengen. Het zou toch zeker geen precedent mogen worden dat we moties die niet zijn aangenomen onder de aandacht gaan brengen van Tweede Kamers of bewindspersonen. Ik zou toch nog een keer aan de burgemeester willen vragen dat te heroverwegen vanuit dit staatsrechtelijke principe.) U plaatst mij daarmee in een lastig parket als ik heel eerlijk ben. Want de reden dat er geen stemmingen plaatsvinden vanavond is een effect van corona. Er moet schriftelijk worden gestemd en daarbij zijn natuurlijk gewoon de partijen die deze motie hebben 25 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen ingediend, in het nadeel. Ik zeg u dat ik een buitengewoon secure omschrijving zal kiezen. Ik vind dat de partijen die zich hierachter scharen wel mogen weten dat ik natuurlijk zorgvuldig zal omgaan met de opvattingen die zij verwoorden in hun motie zonder dat ik vooruit zal lopen op de stemmingen. En dat zal ik aangeven. (Mevrouw POOT: Een oplossing zou ook kunnen zijn dat de burgemeester de indienende partijen vraagt om de motie bij hun eigen Tweede Kamerfracties onder de aandacht te brengen.) Ik heb zo’n grijs vermoeden dat de verschillende fracties dat ook zullen doen. De heer Boomsma heeft zijn zorg uitgesproken over de avondklok. Ik denk dat ik dat voldoende heb beantwoord. De heer Veldhuyzen heeft specifiek aandacht gevraagd voor de kwetsbare groepen. Ik ben me daar zeer van bewust; het college is zich daarvan bewust. Dat heeft onze volle aandacht. De heer Ceder heeft ook aandacht gevraagd voor de kwetsbare positie van de boa’s. Dat heb ik beantwoord. Mevrouw Van Soest heeft mij gevraagd me aan te sluiten bij de burgemeester van Amersfoort. Dat zal ik niet doen en dat heb ik inmiddels duidelijk gemaakt, geloof ik. Het verplaatsen van de avondklok naar 22.00 uur is een debat dat in de Tweede Kamer zal moeten worden gevoerd. Dan de bevoorrading van winkels. Dat was een zeer praktische vraag die u stelde. Volgens mij valt dat onder werk en dat kan ook na instelling van de avondklok plaatsvinden mits er een verklaring van de werkgever bij ligt. En de heer Van Schijndel heeft mij geen vragen gesteld. De VOORZITTER: Dan ga ik even kijken naar de andere drie leden van het college die nog een aantal vragen moeten beantwoorden. Dat is allereerst wethouder Everhardt van Economische Zaken. Ik zou hem willen vragen zo concreet mogelijk te beantwoorden en een uitgebreide inleiding achterwege te laten omwille van de tijd. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt. Wethouder EVERHARDT: Er zijn geen moties op mijn terrein ingediend. Ik zal het kort houden. Ik wil erop wijzen dat wij natuurlijk doen wat we kunnen ook op economisch vlak. Er is een economisch herstelplan. U weet dat de lastenverlichting is ingezet. Er gaat natuurlijk ook weer een nieuw steunpakket komen vanuit het rijk. We hebben er nauw contact over hoe dat er precies komt uit te zien. Ik ben het ook eens met de Partij voor de Dieren dat we goed moeten kijken naar de maatschappelijke routekaart om weer terug te keren. Dat is natuurlijk ook de intentie van het kabinet om extra maatregelen te nemen om eerder te kunnen terugkeren. We hebben daarover hele goede ideeën en concrete uitwerkingen. Die delen we nu proactief met het rijk. We zullen ervoor zorgen dat dat ook echt handen en voeten gaat krijgen. Ik wijs alleen al op het Nationale garantiefonds evenementen dat nu in de benen lijkt te worden geroepen. Dat is een initiatief vanuit de VVD en de D66-fractie landelijk. Dus dat zijn allemaal hele goede zaken. Een heel belangrijk punt dat door meerdere fracties werd aangegeven is inderdaad het niet naar kantoor komen of in ieder geval het niet overbodig naar kantoor komen. Daar moet men heel terughoudend mee omgaan. Ik heb dat tijdens de persconferentie nog een keertje heel duidelijk horen zeggen, dat het kabinet de werkgevers daarop gaat aanspreken. Ik zal dat ook met klem naar voren brengen in de gesprekken die ik heb met het bedrijfsleven hier in Amsterdam om aan te sluiten op wat er landelijk gebeurt. Daarop kunt u mij aanspreken. 26 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen En ten slotte was er nog een vraag van de SP-fractie over gratis Wifi en daarover zal mijn collega Meliani nog even kort het woord voeren. Daarmee heb ik mijn inbreng gedaan. De VOORZITTER: Ik zou zeggen, laten we dat direct doen. Dan geef ik nu het woord aan wethouder Meliani om die vraag te beantwoorden. Wethouder MELIANI: De vraag ging over een motie die de SP heeft ingediend in 2016 voor gratis hotspotplekken voor Wifi. Ik ben het volledig eens met de heer Flentge dat collectiviteit meer dan ooit belangrijk is. Vanuit de agenda Digitale stad zijn we op allerlei manieren bezig ervoor te zorgen dat mensen en zeker de mensen die moeilijker toegang hebben omdat ze geen laptop hebben, die wel krijgen. We zijn in de zomer bij de eerste loekdown daarmee aan de slag gegaan met verschillende wethouders door 35 opgeknapte laptops maar ook 23 van de 50 internetverbindingen te regelen voor juist die minimahuishoudens. Dat was eenmalig en het doel is naar aanleiding hiervan ervoor te zorgen dat dat structureel kan worden. Dat doe ik samen met de andere wethouders. We gaan er in ieder geval voor zorgen dat daar een versnelling komt. Ik ben het met u eens, daarmee kunnen we niet wachten. Dat was volgens mij de vraag. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Ook haar wil ik vragen zo veel mogelijk de vragen te beantwoorden en de moties op haar terrein van een preadvies te voorzien. Wethouder KUKENHEIM: Het eerste onderwerp dat ik zal afhandelen, betreft vaccinaties. De vraag luidde of we snelheid konden maken en of dat niet heel belangrijk was. Daarop is het antwoord natuurlijk ja. We willen allemaal snelheid maken op die vaccins. Mevrouw Van Soest vroeg dat nog eens expliciet en ook de heer Ernsting merkte dat op. Dat is het allerbelangrijkste. Waar hangt dat van af? Heel simpel, van het aantal vaccins dat we krijgen. Op dit moment is dat nog maar heel beperkt. Het aantal vaccins wordt landelijk ingekocht en landelijk krijgt men op dit moment nog een heel beperkt aantal vaccins van nog maar twee leveranciers en die worden landelijk verdeeld naar inwoneraantal. Zodra dat gaat oplopen, gaan we opschalen. Daarbij is een aantal dingen belangrijk en dan kom ik op de vraag wat wij daarvoor dan nodig hebben. Er wordt een landelijke strategie opgevoerd dus het is ook belangrijk dat we goed weten wat die strategie is en ook wanneer die onder welke omstandigheden verandert. Dan kunnen we gewoon snel mee veranderen. We zijn best wel flexibel; we kunnen snel opschalen of snel andere processen inrichten maar hoe meer we van te voren weten wanneer de hoeveelheden komen en voor wie die zijn bedoeld en wie die dan moeten gaan zetten, ja, hoe sneller we daar dan kunnen handelen. U moet zich namelijk voorstellen dat de strategie die overigens ook met u is gedeeld in de stukken en anders zal ik nog een keer kijken of u die kunt krijgen, die kan veranderen omdat je soms van een bepaald vaccin meer binnen krijgt dan was voorspeld. Het ene vaccin is misschien veel beter geschikt voor een bepaalde doelgroep en dan ga je bijvoorbeeld die doelgroep naar voren trekken. Je ziet ook dat sommige vaccins heel geschikt zijn om vooral in hele grote aantallen uit te delen, dus dat is een taak die de GGD heel goed kan uitvoeren. Het is wel veel moeilijker die op te splitsen in kleinere aantallen waardoor de huisartsen er minder goed mee uit te voeten kunnen. Maar het kan ook andersom zijn en dan trek je weer de rol van de huisartsen naar voren. Kortom, al die zaken spelen mee om te kunnen beoordelen welke groep we nu eerder gaan vaccineren. Gaan we dat grootschalig doen via de GGD of hebben de werkgevers in de zorg daar een 27 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen rol of de huisartsen? We spreken daar heel intensief over en hoe eerder we dit weten, hoe beter we dat kunnen doen. Het is precies zoals de burgemeester al zei, aan ons zal het niet liggen. Wij kunnen heel snel handelen en dat vinden we ook belangrijk dus daar zetten we alles op in. Er zijn nog een paar specifieke vragen gesteld. Kun je ook 24 uur lang vaccineren? Theoretisch kan dat maar op dit moment gaat het echt nog om een heel beperkt aantal vaccins en het feit dat we dat niet midden in de nacht zetten, vormt ook helemaal niet de drempel waarom mensen nu niet worden gevaccineerd. Het is helemaal niet nodig die openingstijden te hanteren. Du moment dat we zien dat andere openingstijden ertoe leiden dat we meer kunnen vaccineren, dan zullen we dat natuurlijk gebruiken. Maar dat is nog niet aan de orde. Er is ook een specifieke vraag gesteld of leraren nu eerder kunnen worden gevaccineerd. De landelijke strategie is echt om dat niet te doen. Wij volgen die landelijke strategie. Dan wil ik het onderwerp over de mentale gezondheid en de psychische druk aflopen. Er is al veel over gezegd. De burgemeester heeft volgens mij heel goed verwoord dat dat volgens mij een van onze grootste zorgen is bij de mogelijke maatregelen waar onze stad nu tegenaan kijkt. Je ziet dat het nu al zwaar is voor mensen en op het moment dat er aanvullende maatregelen worden genomen, snappen we echt dat mensen zich nog meer onder druk voelen zitten en dat de muren op hen afkomen. Voor jonge mensen geldt dat inderdaad in het bijzonder. Een paar dingen zal ik u daarover zeggen. We zijn samen met de partners in de buurten heel erg nauwkeurig bezig om eenzaamheid op te sporen zodat we echt programma’s voor mensen die dat nodig hebben, kunnen intensiveren. Het is bijvoorbeeld heel belangrijk dat we nog steeds de website Voor elkaar in Amsterdam hebben. Daar staan echt honderden vrijwilligers te wachten om mensen te helpen. Dat is een belangrijk platform dat we nu weer intensiveren. Dat bestond natuurlijk al maar dat wordt ook nu weer nog belangrijker. Voor jongeren in het bijzonder zijn we aan het voorsorteren om nog een aantal intensievere maatregelen te treffen. We hadden eerder natuurlijk al vanuit het programma Amsterdam mentaal gezond youth mental aid- programma’s; we hadden een extra project over depressie en we zijn nu bezig met het maken van een jongerenhulplijn, gewoon één nummer, een beetje zoals de Kindertelefoon, om jongeren echt de gelegenheid te geven aan de bel te trekken. We zijn aan het praten met jongerenwerkers om misschien op huisbezoek te gaan. We kijken naar een veel intensiever online aanbod. We kijken of we openingstijden kunnen verbreden van programma’s als At ease, heel laagdrempelig meer psychisch georiënteerd jongerenwerk en het inrichten van extra trajecten voor met name LVB-jongeren. En we zijn heel erg bezig met de onderwijsinstellingen. Zelf het Mbo, Hbo met Webinars maar ook met de studentenverenigingen om maar zo veel mogelijk mensen te bereiken. Kortom, dit is echt een onderwerp dat ons aan het hart gaat. We delen uw zorgen. Hieruit vloeit voort dat we natuurlijk geen bezwaar hebben tegen de motie 009.21. De VOORZITTER: Dus motie nr. 009.21 krijgt geen bezwaar dan wel positief preadvies. Wethouder KUKENHEIM: Ik heb nog een paar kleine onderwerpen en die zal ik proberen heel staccato af te lopen. De heer Flentge wil graag dat de FFP2-maskers worden gebruikt in de zorg. Hij vraagt zich af of er wel genoeg zijn. Wij hebben geen signalen dat er niet genoeg maskers zijn. Ik meen ook dat de vakbond CNV dat ook niet zegt. Er is op dit moment geen verplichting van het gebruik van die maskers en ik ben wel van mening dat de deskundigen echt moeten aangeven dat nu juist die maskers verplicht zouden 28 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen moeten worden. Dat is niet aan de gemeente. Dan heeft de SP ook nog gevraagd of er in Amsterdam niet heel grootschalig moet worden getest zoals in Lansingerland is gebeurd. (De heer FLENTGE: Ik heb niet gezegd dat ik me afvraag of er wel FFP2- maskers zijn. Ik stelde juist dat ze er in overvloed zijn. Maar als een zorgmedewerker erom vraagt, kan het nog wel eens zijn dat ze die niet krijgt. Mijn vraag was of de gemeente een rol kan spelen bij het benaderen van zorgbestuurders om deze altijd ter beschikking te stellen. Dat is wat de CNV ook vraagt en ik denk dat die daarin gelijk heeft. De vaccins zijn nog niet voor alle zorgmedewerkers geregeld. De mate waarin de vaccins volledige veiligheid bieden is nog niet helemaal helder en daarom vragen zij daarom. Ik hoop echt dat u daarbij een rol kunt spelen.) Ik vind echt dat de sector zelf, de deskundigen, de mensen uit de zorg die precies weten welk masker wat doet en hoe veilig die maskers zijn, dat die moeten beoordelen of het belangrijk is welke groep daarmee werkt en of het verplicht is. Die mensen zitten heel vaak met elkaar aan tafel en daar worden al dit soort dingen besproken. Het is niet zo dat de gemeente nodig is om daar een nieuw onderwerp op tafel te leggen. U heeft zelf ook gezegd dat de CNV dat in dit geval ook doet. Dus ik wil de beoordeling van welk specifiek masker je in welke sector moet gebruiken, echt bij die sector en bij de zorg zelf leggen. Ik vind ook echt dat die daartoe in staat is. (De heer FLENTGE: Ik vind het jammer. Ik snap het een beetje. Zeker, het ligt voor een deel ook bij andere partijen, maar ik denk dat u zich als gemeente daarvoor als voorvechter kunt opstellen. U heeft overleg met de zorginstellingen, met de zorgbestuurders, ook in de veiligheidsregio’s. Dus er is intensief en veelvuldig contact. We hebben nu gezien dat het RIVM de schaarste heeft weggeredeneerd waardoor de zorgmedewerkers in de kou staan. Als ze nu vragen om veilige maskers zowel voor de patiënt als voor henzelf laten de zorgbestuurders hen in de kou staan. Dat is onacceptabel. Ik zou u toch willen verzoeken om wel iets te doen, die handschoen op te pakken en dit belangrijke signaal aan de bestuurders over te brengen.) Ik zie mijzelf er een rol in hebben mij ervan te vergewissen dat partijen aan tafel zitten en dit type onderwerpen goed met elkaar bespreekt. Dat hebben we gedaan. Ik zie dat er landelijk echt overleg over is en in de ROAZ wordt goed bijgehouden of er bijvoorbeeld genoeg middelen zijn en welke dat moeten zijn. Ik vind het niet aan de gemeente om vervolgens tegen deze partijen te zeggen, overigens, u moet de FFP2- maskers beschikbaar stellen voor die en die groep of type handschoen zus en zo. Zo kunnen we nog wat meer materialen benoemen. Dat kunnen die deskundigen uit die sectoren van de zorg echt veel beter beoordelen dan de gemeente. Ik denk dat we die rollen zuiver moeten houden. Wij kunnen ons gelukkig prijzen dat de partijen in deze regio echt goed bij elkaar zitten. (De heer FLENTGE: Ik vind dat jammer, ik vind dat jammer. Ik vraag ook helemaal niet of u op de stoel van de besturen van zorginstellingen wilt gaan zitten. Ik vroeg alleen maar, als een zorgmedewerker om zo’n masker vraagt, dat u die zorgmedewerker steunt. Dat is de vraag die ik bedoel. Je kunt natuurlijk zeggen, waarom zou een zorgmedewerker niet degene zijn die goed kan inschatten welk masker hij of zij nodig heeft. Ik vind het jammer dat u die handschoen niet oppakt. Het zou een kleine moeite zijn. Dus ik hoop nog steeds dat u daartoe wel bereid bent. Helaas zie ik tot dusver weinig beweging.) 29 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Tot slot: omdat ik niet kan beoordelen of dat in alle gevallen een terechte vraag is van de zorgmedewerkers. Ik wil u geloven. U heeft duidelijk onderzoek gedaan naar FFP2- maskers. Alleen, de gemeente is nooit in staat om te zeggen, luister eens, wie er ook om vraagt, die moet je altijd bedienen want die ene medewerker kan dat zelf goed inschatten. Daarover zijn belangrijke afspraken met de sector gemaakt. Ik begrijp ook dat men op die manier opereert. Ik vind het belangrijk dat dat echt op basis van deskundigheid gebeurt. Ik zie dat dat is geborgd juist binnen die branches. Dus het is belangrijk dat dat gesprek plaatsvindt. Ik vind dat de gemeente geen rol heeft om het ene type materiaal of het andere type aan medewerkers verplicht beschikbaar te stellen op het moment dat ze daarom vragen. Dat is echt aan de branche en aan de zorg zelf. Ik zeg het overigens heel erg technisch en daaraan wil ik een ding toevoegen. Ik snap natuurlijk heel goed dat al die mensen die nu in de zorg werken zich ook zorgen maken over hun eigen veiligheid. Zeker als je bedenkt dat in de eerste golf met name in de VVT-sector mensen zich heel lang heel erg onbeschermd hebben gevoeld en eigenlijk hebben gevoeld alsof ze achter in de rij stonden. Dat was heel akelig. Dus ik snap heel goed dat die mensen kampen met constante zenuwachtigheid. Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat met name de VVT vanuit dat perspectief goed aan tafel zit. Dus ik wil met mijn technische, wat formele antwoord niet te niet doen dat ik de zorg van de mensen op de vloer echt wel goed begrijp. Ik wil nog ingaan op een andere vraag van de SP. Kunnen wij in Amsterdam of in een stadsdeel van Amsterdam ook niet grootschalig testen zoals dat in Lansingerland is gebeurd? Daarop is het antwoord dat de strategie door het RIVM wordt bepaald ook op het moment dat je zo’n type actie zou doen. Op dit moment ziet men geen aanleiding in Amsterdam zoals die er was in Lansingerland om over te gaan op zo’n actie. Het asymptomatisch testen is zonder aanleiding eigenlijk weinig effectief. Dat is de gedachte vanuit het RIVM die daarachter zit. Wij volgen dat. We doen zoals u weet, niet een eigen teststrategie. We volgen het landelijke beleid op dat punt. (De VOORZITTER: Voordat u verder gaat, wil de heer Flentge u nog een keer interrumperen. Ik wil de heer Flentge erop wijzen dat interrupties volgens het Reglement van orde bestaan uit een vraag zonder inleiding of een korte opmerking. Dus graag nu een korte interruptie.) (De heer FLENTGE: Dan is de vraag natuurlijk wat de aanleiding was van het RIVM om Rotterdam Charlois te gaan testen.) Dat is een hele specifieke casus waarnaar u mij vraagt die ik niet paraat heb. Ik zal kijken of ik dat kan meenemen de volgende keer dat we u informeren over de situatie. Daarin wil ik u graag bedienen maar ik heb de casus Charlois niet voor me liggen. (De heer FLENTGE: Ik vraag juist om Charlois omdat daar alleen maar aan de hand van metingen in het rioolwater is besloten extra testen in te voeren. In Lansingerland was er een duidelijke aanleiding, in Charlois niet. Dus dan zou het zo kunnen zijn als er in Charlois ook geen specifieke aanleiding was, dat Amsterdam daar ook toe behoort. Ik hoop dat de wethouder dat toch wil bekijken of dat ook voor Amsterdam mogelijk zou zijn} U ziet het alsof er voor Amsterdam kansen zijn, maar er moet wel echt een aanleiding zijn waarom je zoiets doet. En die ontbreekt op dit moment. Het RIVM heeft echt alle cijfers over Amsterdam zoals het die ook had voor Lansingerland en Charlois. Dat is mede gebaseerd op het feit dat asymptomatisch testen op dit moment nog niet wordt gezien door de deskundigen als heel effectief. Dus zodra er informatie uit Amsterdam komt die wel aanleiding geeft om zoiets te doen, dan zal het RIVM daarin een andere keuze maken en dan zal de gemeente in de uitvoering daarop meteen acteren. Dus dat is de volgorde. 30 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Verschillende partijen, het CDA en ook BIJ1, hebben aandacht gevraagd voor de positie van ongedocumenteerden en dat vind ik ontzettend fijn. Dat is een groep die je in deze situatie niet mag vergeten. Ze moeten zeker worden gevaccineerd. Dat staat buiten kijf. En ze worden ook niet overgeslagen op dit moment. Zoals u weet, worden op dit moment alleen nog maar de zorgmedewerkers gevaccineerd en mensen van 85+ in verzorgingstehuizen. De ongedocumenteerden behoren over het algemeen niet tot die groepen. Maar er zal wel snel een strategie moeten komen om ook met hen aan de slag te gaan en daar vragen wij ook om bij het rijk. We dringen daarop aan en het wordt ons ook bevestigd dat die daar komt. We blijven daarop aandringen. We kunnen daar zelf ook over nadenken. Het gaat er natuurlijk over dat je mensen goed moet bereiken. Dat kan ook. Daarvoor hoef je geen BSN te hebben of iets. We hebben natuurlijk een heel nauw netwerk van partners om mensen te bereiken. We kunnen met de mobiel heel veel doen. Dus ik ga me daar echt hard voor maken. Op het moment dat er een strategie of een plan ligt, dan zal ik die u zeker doen toekomen. (De VOORZITTER: Het college is ook echt door zijn spreektijd heen. We moeten door want er staan nog heel veel agendapunten. Ik zou u willen vragen als er nog openstaande vragen zijn, die nu te beantwoorden en dan gaan we door naar de volgende wethouder. U bent niet de laatste.) Ik doe mijn best. BIJ1 vroeg of mensen met een beperking ook kunnen worden getest en ze wees op de moeilijkheid om soms naar een testlocatie te komen die verder weg is. Dat kan. Veel mensen kiezen over het algemeen voor eigen vervoer uit hun netwerk. Juist om het laagdrempelig te maken hebben we ervoor gezorgd dat er meerdere locaties zijn. We werken ook met bussen zodat we dichtbij mensen kunnen komen en we testen ook bij mensen thuis, nog steeds elke dag. Dus een combinatie van maatregelen moet ervoor zorgen dat mensen met een beperking ook een test kunnen krijgen en niet van het AOV gebruik hoeven maken — dat is vaak niet veilig. Tot slot de laatste vraag over veilig thuis. Dat is een zorg. Juist omdat mensen weer meer op elkaar zitten. Dus wij intensiveren de campagnes om de meldingsbereidheid te verhogen zoals we dat ook in het voorjaar hebben gedaan en we zorgen dat we echt goed bereikbaar zijn voor mensen die in de knel zitten. Niet alleen door de telefoon te pakken maar ook via de app en via al die informele zorgorganisaties die echt een hele goede toegang hebben. Daarmee hebben we veel ervaring opgedaan tijdens de eerste golf. En er is nog altijd een apotheekgroep. Die wordt niet veel gebruikt, maar die is er wel. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Ook haar wil ik vragen de aan haar gestelde vragen beknopt te beantwoorden het liefst zonder uitgebreide inleiding. Motie nr. 001.21 moet nog van een preadvies worden voorzien. Wethouder MOORMAN: Ik ga de vragen aflopen en ik zal ze zo snel mogelijk beantwoorden. De eerste vraag van het lid Ernsting over schooladviezen, en daarnaar vroegen meerdere leden. Dit heeft natuurlijk impact. Vanmiddag is er een persbericht uitgegaan van het OSVO dat de schooladviezen van de basisscholen met twee weken zijn uitgesteld tot 1 maart. Dat betekent dat scholen langer de tijd hebben om de toetsen af te nemen. Overigens hebben de meeste scholen dat al wel gedaan. Ik denk dat inmiddels zo’n 75 tot 80 procent van de scholen daarmee bezig zijn of al hebben gedaan. De verwachting is dat dat voor 1 maart goed afgerond moet kunnen zijn. Ik denk dat u ook doelt op het effect op schooladviezen. Dat is er natuurlijk. Deze Citotoetsen zijn echt anders dan de toetsen in het verleden. Die kun je niet zo maar naast elkaar leggen. Dat weet het onderwijs ook. Ik ben heel veelvuldig met zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs in 31 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen gesprek. Men heeft mij aangegeven zo kansrijk mogelijk te gaan adviseren maar ze zullen ook kansrijk begeleiden. Je kunt misschien wel een hoger advies krijgen dan je toets aangeeft, maar als je allerlei hiaten hebt opgelopen, dan ben je er nog niet bij gebaat om dat te doen want dat zou zo maar tot een mislukking kunnen leiden. Dus het begeleiden en dat zal langdurig moeten gebeuren, is zeker van belang. U heeft dat ook kunnen lezen in het pleidooi dat ik heb gehouden met de wethouders uit de andere G4-steden. Dit vindt natuurlijk niet alleen in de grote steden plaats maar dit geldt voor het hele land. De heer Boomsma verwees daar ook naar. Dan motie nr. 001.21 van de D66-fractie. Ik vind het een sympathiek idee. Het gebeurt ook al veelvuldig in de stad. Je ziet veel solidariteit in de stad en je ziet het juist bij studenten die tijd over hebben. Ik vind het ook wel goed om dat wat beter in kaart te brengen en te kijken waar we nog dingen kunnen verbinden die op dit moment een kans bieden. Ik wil hier graag positief adviseren. Dan had de heer Mbarki drie specifieke vragen. Ten eerste inzicht in de extra middelen. Wij hebben die 210 miljoen euro die landelijk beschikbaar is gesteld voor extra hulp in het onderwijs plus nog een bedrag voor inhaalondersteuningsubsidie. Daarvan wordt in de stad goed gebruik gemaakt. Dat gaat overigens wel rechtstreeks naar de scholen dus dat komt niet bij de gemeente terecht. Dat helpt op korte termijn zeker. Zoals ik u eerder heb laten weten, moeten we niet alleen kijken naar het nu maar we moeten zeker kijken naar het straks ook omdat we de ongelijkheid enorm zien toenemen. Verzuimmeldingen kunnen nog steeds worden gedaan maar net als bij de eerste loekdown is het vooral zaak te kijken hoe scholen zo goed mogelijk kunnen worden ondersteund op het moment dat er sprake is van online afwezigheid. Dus we hebben hetzelfde regime als destijds. Daarbij is het aantal meldingen dat wordt geregistreerd als verkeerd, wel lager. We moeten daarmee op een andere manier omgaan. We proberen scholen zo goed mogelijk bij te staan. De sneltesten. U weet dat er op dit moment pilots lopen om te kijken of dat kan helpen om scholen weer zo snel mogelijk open te krijgen. Dat vindt plaats op zo’n tien tot vijftien scholen — overigens niet in Amsterdam. Zodra daarover meer kennis is, zal ik dat de raad laten weten. Het is belangrijk alles in het werk te stellen om scholen zo snel mogelijk weer open te krijgen als dat enigszins behapbaar is. De impact van de schoolsluiting is echt heel groot en er zijn inmiddels meerdere onderzoeken die dat aantonen. De heer Flentge had dezelfde vragen. De heer Veldhuyzen ook. Dan kom ik tot slot bij de heer Boomsma en zijn zeer terechte vragen over zomerscholen. Daar is een zeer intensief programma gedraaid tijdens de zomer, Midzomermokum. Een afgeschaalde versie daarvan tijdens de kerstvakantie omdat er toen minder mogelijk was. Maar we hebben gelukkig wel iets kunnen laten doorgaan, Midwintermokum. U heeft eerder een evaluatie ontvangen over Midzomermokum die laat zien dat dat echt ontzettend positief is geweest. We zijn zeker van zins dat deze zomer ook door te zetten. Ik hoop dat hiermee alle vragen zijn beantwoord. De VOORZITTER: Dan zijn we volgens mij aan het einde gekomen van de eerste termijn van deze actualiteit. Is er behoefte aan een tweede termijn? Ik merk wel op dat de spreektijden een beetje beginnen op te raken. Ik zie dat de heer Ernsting behoefte heeft aan een tweede termijn. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. 32 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De heer ERNSTING: Het is een ongelooflijk belangrijk onderwerp en we hebben het er lang over gehad en terecht. Ik wil graag recht doen aan mijn collega’s die denk ik over de avondklok een goede discussie hebben gevoerd. Ik denk dat het belangrijk is dat ook te erkennen. Ik wil daarom de motie van D66 en GroenLinks over de avondklok wijzigen en een accentmotie indienen door het besluit over de proportionaliteit en het oordeel over die proportionaliteit te schrappen. Dan blijft over het verzoek aan het college om die constateringen over te brengen aan de Tweede Kamer. Ik hoop daarmee recht te doen aan wat de collega’s daarover hebben gezegd. Ik denk dat het terecht is wat de burgemeester zei dat er heel veel overeenstemming is over de zorgen die er breed in de raad leven over het instellen van zo’n avondklok als dat zou gebeuren. Ik hoop dat de collega-raadsleden dat herkennen en dat ze daarmee breed kunnen instemmen met die motie. Ik doe dit voorstel mede namens de heer Van Dantzig. De motie-Van Dantzig e.a. (nr. 022.21) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 72° Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok (nr. 022.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - deze constateringen bij de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen opdat deze bezwaren en de praktische uitwerking van een avondklok in de Amsterdamse context worden meegewogen bij de finale afweging voor een avondklok in de Tweede Kamer. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: JA21 heeft net twee moties ingediend die zich keren tegen een avondklok. Laat daarbij wel een ding voorop staan. Als er zo meteen een avondklok komt, als die avondklok de regel wordt, dan is dat gewoon de regel en dan zullen mensen zich daar allemaal aan moeten houden. Nogmaals, ik vind het heel kwalijk dat er net door twee partijen, de VVD en de PvdA de suggestie wordt gewekt dat wanneer mensen zich daar niet aan houden, dat het dan door de partijen komt die dit soort moties indienen. Wij roepen echt heel nadrukkelijk op dat mensen zich aan de regel moeten houden als die avondklok de regel wordt. Dus graag in het vervolg niet meer dit soort dingen doen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Ik hoef niet het woord te voeren. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Als ik het goed begrijp, wijzigt u de motie zo dat de Amsterdamse raad daarmee geen oordeel meer uitspreekt over de proportionaliteit van de 33 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen avondklok maar dat laat aan de Tweede Kamer en het kabinet, maar wel vanuit Amsterdam haar zorgen wil overbrengen over de effecten van de uitwerking. Mij lijkt dat een zuiver onderscheid dat u maakt. U kunt als raad wel degelijk uw zorgen hebben over het effect van een bepaalde maatregel. De VOORZITTER: Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit agendapunt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een punt van orde. De heer KREUGER: Ik weet niet of dit het goede moment is, maar agendapunt 21, daar heeft D66 geen spreektijd meer en ik wilde daar ook het woord voren maar ik zit ook een beetje krap. Ik verzoek dus dat punt door te schuiven. De VOORZITTER: Wij kijken even in het Reglement van orde. Voordat we een heel ordedebat gaan voeren het volgende. In principe is het uitgangspunt dat de raad aan het begin van de vergadering de agenda vaststelt. De volgorde van de agendapunten kan tussentijds eventueel wel worden gewijzigd per ordevoorstel, maar als iets eenmaal op de agenda staat, staat het op de agenda. Als er geen leden meer zijn die daarover het woord willen voeren, dan wordt het punt onbesproken gelaten. ledereen heeft natuurlijk beperkte spreektijd en daarmee kan iedereen rekening houden. Er zijn veel raadsleden die ervoor hebben gekozen over twee actualiteiten het woord te voeren. Een groot deel van de reguliere agenda hebben we nog niet behandeld. Dat moeten we wel gaan doen. Het is inmiddels 22.00 uur. De spreektijden zijn beperkt maar we zullen toch de agenda moeten afmaken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Kijk, wat hier gebeurt, is dat we niet van te voren weten of actualiteiten worden doorgelaten. Dan staan er in een keer twee actualiteiten op de agenda. De spreektijd gaat in principe over de agendapunten die staan geagendeerd. Dan komen er twee grote punten bij waarvan wij van te voren niet weten of die erbij komen. Dan wordt er nu gezegd, hou maar rekening met de spreektijd. Dat weten wij ook niet van te voren. Dat is waarom ik nu vraag daarmee rekening te houden. De VOORZITTER: Het is als volgt en dat staat in artikel 54 van het Reglement van orde. Aan het begin van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Dat is gebeurd. Toen was overigens ook bekend dat de actualiteiten zouden doorgaan. Toen had u dat punt moeten maken. Dus dat is nu niet meer aan de orde. We moeten gewoon door. We zullen de agenda gaan afronden. De punten zoals die aan het begin van de vergadering zijn vastgesteld, worden zo behandeld en we hebben de spreektijden zoals die er zijn. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. Voorzitter: burgemeester Halsema De VOORZITTER heropent de vergadering. 34 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen 8. Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Jeugdhulp in Amsterdam: inkoop specialistische jeugdhulp’ en de aanbevelingen overnemen Nr. VN2020-030009 De VOORZITTER: Dan zijn we gekomen bij agendapunt 8. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 73° Motie van de leden Grooten, El Ksaihi, N.T. Bakker en La Rose inzake het rekenkamerrapport specialistische jeugdhulp, Ontwikkelen van een app voor jeugdhulp (011.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te zorgen dat cliëntervaringen binnen de jeugdhulp makkelijker en sneller terecht komen bij de gemeente en jeugdhulpinstellingen, bijvoorbeeld door middel van het ontwikkelen van een app waar cliënten hun ervaringen makkelijk kunnen delen. 2. De resultaten hiervan uiterlijk voor de Voorjaarsnota van 2022 met de gemeenteraad te delen. 74° Motie van de leden Boomsma en De Grave-Verkerk inzake het rapport van de rekenkamer “jeugdhulp in Amsterdam”, Reële budgetten voor de specialistische jeugdhulp (nr. 012.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de Raad uiterlijk in het tweede kwartaal van 2021 te informeren welk gedeelte van het budget voor de specialistische Jeugdzorg in 2021 in principe bedoeld is voor doorontwikkeling, innovatie en samenwerking, en welk gedeelte voor zorg, en dat jaarlijks te doen voor de opvolgende jaren. 75° Motie van de leden De Grave-Verkerk en Boomsma inzake de juiste indicatoren voor de jeugdhulp (nr. 020.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Met een voorstel te komen voor indicatoren met het doel tot een betere monitoring van de effecten van het beleid in de jeugdhulp te komen, zoals de unieke in- en uitstroom in de jeugdhulp per jaar, uitstroom al dan niet richting wet langdurige zorg of andere vormen van hulp, op basis van leeftijd en/of andere indicatoren; - dit voorstel voor de zomer van 2021 aan de gemeenteraad te presenteren ter voorbereiding van een gesprek met de gemeenteraad over de indicatoren. De moties maken deel uit van de beraadslaging. Bij dit agendapunt hebben zich gemeld om het woord te voeren mevrouw De Grave- Verkerk, mevrouw La Rose, de heer N.T. Bakker, de heer Boomsma, mevrouw El Ksaihi en mevrouw Grooten. 35 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Het rekenkamerrapport geeft reden genoeg om kritisch stil te staan bij de rol van het college en die van de raad zelf. In de achterliggende jaren bij het doorvragen op en het op zoek gaan naar hoe dat nu komt dat de uitgaven in de Jeugdzorg zo veel hoger zijn dan verwacht gaat het erom wat we kunnen doen om daarvoor de gronden te achterhalen Dit punt is in de raadscommissievergadering al uitvoerig behandeld. Dus vandaag wil ik daarop niet verder ingaan, maar ik wil vaststellen dat ook in de raadscommissie met elkaar is bevonden dat wij aan onszelf als grote stad verplicht zijn met elkaar de goede weg op te gaan door nauwer te gaan kijken en nauwer te gaan monitoren waar het ‘m nu precies in zit. Om die reden dien ik samen met de CDA- fractie een motie in die beoogt dat we scherp Krijgen met elkaar wanneer we nu tevreden zijn over de Jeugdhulp, over de kwaliteit daarvan, over de in- en uitstroom. De uitnodiging of het verzoek aan het college is een aanzet te geven voor een debat over de indicatoren. Daar wil ik het bij laten. (De heer N.T. BAKKER: Ik heb hierover in de raadscommissie ook al gerept. Ik vind het vrij stuitend. We hebben gezien dat de VVD op landelijk gebied in dit geval de Jeugdhulp zwaar heeft gedecentraliseerd. De budgetplafonds werken heel slecht en nu begint de VVD in een motie hierover. Ik vind dat echt heel laakbaar gedrag, echt heel problematisch omdat u de veroorzaker bent van dit beleid in Den Haag. Ik zou graag willen vragen: waarom deze motie?) De aanname bij de decentralisatie was dat nabijheid van zorg goed zou gaan werken en op termijn zou leiden tot kostenbesparing. Dat is niet helemaal een juiste inschatting geweest maar we weten ook pas sinds heel erg kort dat het langere verblijf in de Jeugdzorg heeft geleid tot hogere kosten. Ook dat was geen te voorzien effect. Het stelsel op zich werkte best wel goed. De wachttijden zijn in 2018 weggewerkt maar nu lopen de kosten toch weer op. Wij willen weten hoe dat komt. De VVD-fractie is er zeker niet op uit te bezuinigen of kosten te besparen ten laste van de jeugd die hulp nodig heeft. Een wedervraag. Ik nodig de SP echt uit een bijdrage aan het debat te leveren op dit punt. Hoe pakt nu de SP-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad, coalitiepartij nog wel, haar eigen verantwoordelijkheden hierin en wat zijn precies de concrete voorstellen van de SP? (De VOORZITTER: Dit beluister ik wel als enige uitlokking van een interruptie. Heel kort dan.) (De heer N.T. BAKKER: Ik vind het bepaald niet netjes om hier een vraag met een wedervraag te stellen en zeker niet in het licht van het feit dat de VVD hier begint met een excuus. Het excuus moet worden gemaakt, want de rekenkamer, de heer De Ridder heeft ook gezegd dat het probleem echt in Den Haag zit. Dat heeft hij in de beantwoording van mijn vragen gezegd. Daar walst mevrouw De Grave-Verkerk nu overheen. Ik vind het uiterst problematisch en ik vind het ook uiterst problematisch dat zij mij uitlokt tot een wedervraag. Zij moet gewoon erkennen dat het financieringsprobleem en dat staat expliciet in het rekenkamerrapport, in Den Haag ligt.) Mag ik nog kort reageren? Het rijk heeft en daarvoor is het huidige kabinet verantwoordelijk waarin een aantal partijen van deze gemeenteraad zijn vertegenwoordigd, gewoon bijgeplust. Er is helemaal geen tekort opgelopen. Er zijn geen uitgaven achtergebleven. Er moet nu iets worden gedaan. De SP selecteert naar willekeur uit de bevindingen van het rekenkamerrapport. De rekenkamer heeft gezegd dat Amsterdam als grote stad beter haar best moet doen om data op te halen en te analyseren en daarmee aan de slag gaan. Ik wijs er ten slotte nog op dat de motie die de VVD indient het zoeken 36 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen naar indicatoren betreft. Dit gaat niet over de budgetten. Dat komt nog in een volgend stadium. (De heer N.T. BAKKER: Ik vind dit stuitend. U komt met moties aan die werkelijk kant noch wal raken. De wethouder doet er alles aan om op allerlei manieren bij te plussen, op allerlei manieren te zorgen dat die budgetplafonds toch nog op een andere manier kunnen worden bekeken, maar het hele grote probleem ligt in de structuurverandering in Den Haag. Dat heeft het rekenkamerrapport laten zien, dat heeft de heer De Ridder in de raadscommissie toegelicht en nu gaat u daar een beetje overheen. Ik vind het stuitend, ik vind het echt stuitend.) Ik vind de stellingname van de SP onbegrijpelijk. Wil de SP niet dat de financiële middelen die er zijn, worden besteed aan de beste jeugdhulp en is de SP het niet eens met de bevindingen nota bene van de rekenkamer die de VVD-fractie samen met het CDA verwoordt in de motie die hier onderwerp van gesprek is dat we goed met elkaar moeten kijken waaraan het geld wordt uitgegeven en of het goed terecht komt? Dat zal de SP toch ook willen, voorzitter? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose. Mevrouw LA ROSE: Vanuit verschillende invalshoeken zijn we in de raadscommissie Zorg en Jeugdzorg uitvoerig geïnformeerd over dit onderwerp en terecht want het is taaie materie en de Jeugdzorg en met name de zwaardere, specialistische Jeugdzorg is lang het heen en weer geschoven kindje geweest zowel landelijk als in Amsterdam. De kosten rezen en rijzen de pan uit. Het sturen op kosten met budgetplafonds bij deze zwaardere specialistische jeugdhulp moest soelaas bieden maar ook dat loopt moeizaam, hebben we gemerkt. Ook hierover is in de raadscommissie uitvoerig gesproken. De PvdA wil in deze raad kort benadrukken wat ook door het rekenkameronderzoek wordt bepleit namelijk dat er bij de inkoop van specialistische jeugdhulp een standvastige aanpak van de gemeente met concreet geformuleerde doelen van groot belang is. Ook de noodzaak van reflectie en het acteren op de oorzaken van de gesignaleerde problemen is hierbij cruciaal. Tot slot mijn vraag aan de wethouder in dit verband. Hoewel de aanbevelingen van de rekenkamer door het college worden ondersteund, is de vraag hoe de wethouder van plan is deze op korte termijn te integreren in het huidige beleid. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Ik heb in de interrupties al laten blijken dat het ongelooflijk belangrijk is dat wij dit rekenkamerrapport goed lezen want dat legt inderdaad het probleem heel duidelijk bij de wijze waarop in Den Haag de beslissingen vallen. Wij hebben gezien dat een halfjaar na de stelselwijziging in september 2018 de raad een brief heeft gekregen dat de kosten binnen dit nieuwe stelsel uit de hand zijn gelopen. Er zijn grote tekorten ontstaan. Een aantal oorzaken wordt genoemd in het rekenkamerrapport onder andere de kostenstijging door onderlinge concurrentie en marktwerking tussen de aanbieders. Nou ja, mind you, dat is de VVD bij uitstek. Een andere conclusie is dat vooral de doorverwijzing naar zwaardere zorg door OuderKindTeams eens goed moet worden onderzocht. Uit een brief uit november 2019 valt op te maken dat het college behoefte heeft aan sturen op de kosten. Het college merkt op dat budgetplafonds enorme bedragen omrekenen in het nieuwe stelsel. Uiteindelijk komen in 2020 deze budgetplafonds er wel onder andere in het 37 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen zogeheten segment C, de zware specialistische Jeugdhulp. Nu deze stelselveranderingen weer in herinnering zijn geroepen, keer ik terug naar de conclusie van de rekenkamer. We blijken helemaal geen gedegen onderbouwing of adequate analyse te hebben voor de ingrijpende stelselwijziging en de invoering van de budgetplafonds. Als SP hebben we altijd politiek van mening verschild met de wethouder over de wenselijkheid van budgetplafonds. Hiervan hebben we ook nooit een geheim gemaakt. We willen er zo snel mogelijk vanaf. De VOORZITTER: U bent echt ruim door uw spreektijd heen. Ik vind het vervelend u te moeten interrumperen, maar die is echt op. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Dank aan de rekenkamer voor dit doorwrochte en goede onderzoek. Het is een van de grote dilemma's van deze gemeente en overigens ook van andere gemeenten, die inkoop van specialistische Jeugdhulp en hoe je omgaat met die enorme kostenstijging als je onvoldoende grip hebt op wat nu precies de oorzaak is. Het is heel goed dat het college alle aanbevelingen overneemt. Het is een Kritisch rapport en terecht. Het was inderdaad problematisch. De heer Bakker wijst daar op zich wel terecht op, die decentralisatie in 2015, dat overhevelen zonder extra budget, terwijl die kosten gewoon toenemen. Maar goed, dan moet je als gemeente niet dezelfde fout maken dus met een vermindering van het budget komen. Er komt nu een nieuw systeem van inkoop. Je moet een realistisch tijdpad instellen en zo’n nieuw systeem de kans geven om te kunnen werken. Nou ja, de rekenkamer geeft in het rapport ook aan dat de gemeente bij het vaststellen van het budget onvoldoende heeft uitgewerkt wat er dan nodig is aan investeringen. Dat is op dit moment misschien moeilijk te zeggen, maar je hebt wel een soort van innovatiebudget nodig om hiervan een succes te maken. De gemeente vraagt natuurlijk ook van aanbieders om inzet te plegen op innovatie, op doorontwikkeling. Daarvoor moet dan ook ruimte zijn want de ontvangers kunnen die budgetten naar eigen inzicht verdelen maar de gemeente moet die dan wel reëel kunnen vaststellen zodat je als contractpartner aan die eisen kunt voldoen. Daarom hebben we daarvoor een motie opgesteld samen met collega De Grave-Verkerk. Ik hoop dat die steun krijgt. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi. Oh, ik moet u teleurstellen. U heeft helemaal geen spreektijd meer. Mevrouw EL KSAIHI: U maakt me wel blij met een dode mus, voorzitter. Ik had er inderdaad niet meer op gerekend. De VOORZITTER: Excuses. Dan is het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Ik ben ook de rekenkamer dankbaar voor het rapport zeker ook vanwege het woord reflectie dat een paar keer in het rapport voorkomt. Ik denk dat het echt belangrijk is dat wij goed met elkaar kijken naar wat we doen, voor wie we dat doen en of dat het effect heeft dat we zouden willen. We hebben in de raadscommissie een goed en inhoudelijk gesprek gehad met elkaar en bij mij is de zorg wel weggenomen dat het een beetje is: we nemen de aanbevelingen over en we gaan weer gewoon door. Soms kan dat een beetje het gevoel zijn bij rekenkamerrapporten. We hebben ook wel een aantal goede toezeggingen gekregen voor een plan van aanpak en voor monitoring die we nog met de 38 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen instellingen willen gaan doen. Dat komt allemaal naar ons toe. Dat heeft de wethouder ons toegezegd dus daarop wachten we gewoon. Ik zou nog drie punten even willen aanstippen. Dat gaat over die innovatie zonder middelen. Dat was nog iets waarop een aantal instellingen naar aanleiding van de raadscommissie bij mij terugkwamen. Hoe moeten zij dat nu zien? Dat vind ik nog wel echt een inhoudelijk punt om even te maken. Het tweede is de positie van de raad. Het is nu ongeveer een jaar voor de verkiezingen en ik vind het heel belangrijk dat we dit jaar met elkaar blijven reflecteren op wat nu onze rol is en hoe we die rol nu echt goed kunnen spelen. Dit rapport maakt dat wel echt duidelijk dat het zicht, de grip die we wel moeten hebben op zo’n groot onderwerp als dit, nu ontbreekt. Dat vind ik zelf een heel frustrerend en machteloos gevoel. Dus ik wil graag mijn collega’s daartoe uitnodigen om samen die reflectie daarop te blijven plegen. En als laatste gaat het over de zeggenschap en het gesprek met kinderen, met jongeren, met ouders. We hebben het hier de hele tijd over kosten en cijfers, maar niet over wie het gaat, wat het betekent in je leven, wat de kwaliteit van de zorg moet zijn. Dat gesprek willen we natuurlijk eigenlijk voeren. Daarover wil je het hebben. Daarom onze motie die de stem van die kinderen en die cliënten probeert wat meer prominent te maken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Wij danken nogmaals de rekenkamer voor dit goede en kritische rapport. Het is voor ons als raad een wake up call en vooral voor het college. We hebben zitten slapen. We hebben een nieuw inkoopstelsel opgetuigd maar de conclusie liegt er niet om. Het is zeker niet gegarandeerd dat het nieuwe inkoopstelsel zal leiden tot het realiseren van kostenbesparing en beheersing. En waarom? Oké, de uitloop van de oude situatie in de nieuwe, daaraan kan het college niets doen. Maar tegenstrijdigheden in de inrichting, risico’s die niet worden onderkend, het schorten aan monitoring en beheersing, dat klinkt als een Boeing 747 die elk moment uit de lucht kan worden gehaald vanwege het neerstortingsgevaar. Hoeveel tijd en dus hoeveel rampen gaat het kosten om versie 2 van deze inkoopstrategie in te voeren? Daarnaast is er geen vergelijkingsmateriaal want er zijn geen betrouwbare cijfers van het oude systeem. Die waren niet nodig want er kwam toch een nieuw systeem. De Boeing 747 die aan het neerstorten was- who cares? Er is een nieuw vliegtuig, maar de resten dan? Who cares? We moeten dus een nieuwe nullijn gaan vastleggen en terwijl we dat moeten doen, moeten we ook nog gaan verbeteren waardoor de nullijn onbetrouwbaar wordt. Onze fractie wil daarvoor niet een kind opofferen. Dus ja, wanneer gaat het college deze aanbevelingen omzetten in beleid en vanaf wanneer is het ingebouwd in het systeem? Ik hoor graag een datum want dan pas kunnen we opnieuw beginnen met leren om tot effectiever en gezonder beleid te komen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Wethouder KUKENHEIM: In mijn introductie had ik eigenlijk willen bevestigen wat de toezegging in de raadscommissie was en het feit dat we dit echt een heel gedegen onderzoek vinden van de rekenkamer. Daarom zei ik dat ik ook echt de aanbevelingen herken en omarm. Eigenlijk alles wat mevrouw Grooten daarover gezegd heeft. Ik zal daar vervolgens gewoon naar verwijzen. Dan heb ik er toch iets over gezegd. We nemen het echt erg serieus als college. Ik heb dat vrij uitgebreid toegelicht in de raadscommissie en ik vind de bewoordingen van mevrouw Kilig niet op Z'n plaats op dit punt. 39 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Ik zal iets zeggen over de moties en dan neem ik de vragen die nog open staan, meteen mee in die preadviezen. Ik begin met motie nr. 011.21 over de app om te kijken naar een andere manier om cliëntervaring op te halen. Ik vind dat een hele goede innovatieve manier dus daartegen heb ik geen bezwaar. Daarmee gaan we graag aan de slag. Dan de motie over innovatie. Daarover wil ik een paar dingen zeggen. Er wordt een onderscheid gemaakt alsof er zoiets is als zorg verlenen en innovatie, maar op het moment dat je op een nieuwe manier zorg verleent, want daar gaat het natuurlijk om, ben je ook aan het zorg verlenen. Dus die twee dingen zijn in die zin niet tegen elkaar af te zetten. Het tweede dat ik daarover wil zeggen, is dat innovatie op het moment dat het echt gaat over transformatie namelijk gewoon anders gaan werken met het idee dat dat eigenlijk gewoon de nieuwe werkwijze moet worden, geen projectje is dat je er even bij doet. We gaan niet doen wat we altijd al deden. En als we genoeg geld hebben, dan gaan we er iets bij doen. Sterker nog, we gaan er namelijk van uit en dat is niet alleen wij maar ook de aanbieders dat we met datzelfde geld veel meer kinderen kunnen bedienen en veel sneller ook kunnen voorkomen dat kinderen heel specialistische jeugdhulp krijgen als we anders gaan werken, veel dichter op de wijkteams. Daarvan zijn ook voorbeelden waarbij bijvoorbeeld is voorkomen dat kinderen in heel specialistische klinieken terecht kwamen omdat er al specialistische hulp werd geboden en bijvoorbeeld de eetstoornis nog maar net begon. Dat gezegd hebbende, dus dat ik echt vind dat die transformatie een integrale opdracht is en niet een projectje dat je erbij doet, vind ik het wel wijs om het inzicht te geven aan de raadscommissie hoe dat dan loopt in de praktijk als je met lumpsumfinanciering werkt en hoe maak je welke keuzes binnen de transformatie die je doet omdat je eigenlijk te weinig budget hebt. Dat herken ik wel. Dat zijn de gesprekken die we met de aanbieders hebben gevoerd. Dus vanuit dat perspectief heb ik helemaal geen bezwaar tegen motie nr. 012.21. Dan is er nog een derde motie en dat is een motie over indicatoren. Daar wordt ook gevraagd er scherpte in te brengen en dat past heel erg in de lijn van de aanbevelingen van de rekenkamer. Ik heb u inderdaad toegezegd dat we gaan werken aan een ontwikkelagenda en we gaan ervoor zorgen dat die aanbevelingen daarvan integraal onderdeel worden. Ik ga u daarover binnenkort een brief sturen. Dat hebben we afgesproken. Onderdeel van die ontwikkelagenda zijn niet alleen de grote einddoelen van kinderen die zich goed kunnen ontwikkelen en ondersteuning krijgen, maar daar moeten natuurlijk veel scherpere tussendoelen en resultaten worden geformuleerd zoals de rekenkamer ook aangeeft zodat je daarop kunt controleren of met elkaar het gesprek over kunt voeren. Zo lees ik die motie. De Wlz wordt dan als voorbeeld genoemd. Dat is een lastig voorbeeld maar ik zie het echt als voorbeeld, maar ik heb geen bezwaar tegen de motie en ik kom gewoon met een uitwerking daarvan en dan kunt u beoordelen of u dat verstandig vindt. Daarmee wil ik mijn termijn afsluiten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Ook dat is niet het geval. 9. Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Amsterdam gaat met mes en vork de klimaatcrisis te lijf! van het lid A.L. Bakker en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel Nr. VN2021-000045 40 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een punt van orde. Excuses, dat was ik even vergeten. De heer KREUGER: Geeft niks. Ik had net een ordevoorstel om agendapunt 21 door te schuiven. Toen zei de voorzitter dat dat niet kon worden doorgeschoven, maar ik kreeg net een paar appjes van mensen die zeiden, dat ik met een kluitje het riet in werd gestuurd. Volgens hen moet dit gewoon in stemming worden gebracht. Dus ik zou daartoe een verzoek willen doen om mijn ordevoorstel om agendapunt 21 door te schuiven. De VOORZITTER: Ik snap uw punt, maar we kunnen op dit moment helemaal niet stemmen. Dat moet dan schriftelijk worden gedaan. Bovendien zijn deze afspraken eerder door de raad zelf gemaakt en daar zal ik toch echt niet van afwijken. De heer KREUGER: Maar een punt van orde kan toch wel. Dat kan gewoon in de chat. Dat doen we ook bij raadscommissies. De VOORZITTER: Dat is in een raadscommissie met veel minder mensen maar dat kunnen we niet bij een officiële raadsbehandeling doen. U heeft echt een beetje pech. Ik snap uw punt, maar ik kan u daarin op dit moment niet tegemoetkomen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw AL. Bakker. Mevrouw A.L. BAKKER: Onze wethouder de heer Ivens kwam in 2019 al met een stevige notitie over zijn conclusie dat er iets grondig mis is in ons voedselsysteem. Hij zette hierin uiteen waarom het systeem niet gezond en niet duurzaam is. Goedkoop en ongezond voedsel is op elke straathoek in Amsterdam te krijgen met gezondheids-problemen als obesitas tot gevolg. Ook is er veel verspilling van voedsel en veel afval en het voedselsysteem draagt bij aan milieu- en klimaatproblematiek. Het gaat bovendien gepaard met dierenleed. De wethouder benoemde expliciet de lange transportafstanden voor de slacht. Hij pleitte voor een ingrijpende verandering, een voedseltransitie, en hij wees op het belang van het verminderen van onze vleesconsumptie. De Partij voor de Dieren steunt de voedselstrategie van het college en was ook verheugd toen ze de uitgebreide lijst ontving van samenwerkingsverbanden en initiatieven rondom regionale productie en distributie van voedsel en het voorkomen van afval en voedselverspilling. Alleen de laatste actielijn over dierenwelzijn en eiwittransitie en kringlooplandbouw bleef nog vrijwel onuitgewerkt. De term eiwittransitie word steeds vaker gebruikt en houdt in dat we toegaan naar minder dierlijk eten waarbij we onze eiwitten meer uit plantaardig voedsel halen. Omdat deze actielijn in de voedselstrategie nog opvallend weinig was ingevuld, heb ik de kans gegrepen om het college te voeden met mogelijke maatregelen die bijdragen aan deze grote en ook noodzakelijke opgave. Het initiatiefvoorstel dat voorligt, bevat ideeën om het aanbod van plantaardig en gezond eiwit te vergroten en om Amsterdammers en bezoekers te verleiden vaker voor plantaardig voedsel te kiezen en om als gemeente bij te dragen aan de eiwittransitie via wegen die de gemeente overstijgen. Dat is heel hard nodig want vlees, vis en zuivel hebben een grote ecologische voetafdruk. Tegelijk biedt dit ook hoopvol nieuws. Een wetenschappelijke publicatie in Nature toonde afgelopen september nog aan dat we de biodiversiteit op aarde kunnen redden als we de helft minder vlees eten en de helft minder voedsel verspillen. Dat betekent dus dat we met mes en vork en een smaakvolle maaltijd op ons bord de klimaat- en de ecologische crisis te lijf kunnen gaan. Ik wil de 41 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen wethouder en de beleidsadviseurs nogmaals danken voor hun snelle en uitgebreide bestuurlijke reactie. Hieruit blijkt dat het college het initiatiefvoorstel met interesse heeft gelezen en dat het aan de slag gaat met het signaal dat de actielijn over de eiwittransitie nog verdere uitwerking behoeft. Er werd ook aangekondigd dat de wethouder daarom in 2021, dit jaar, een actieplan eiwitransitie zal opstellen waarbij zo veel mogelijk de voorstellen uit het initiatiefvoorstel ter inspiratie zullen worden gebruikt. Daarbij zal ook inzicht worden gegeven in de nodige middelen. Ik heb precies daartoe het voorstel aangepast en ik hoop op grote steun van de raad. Ik kijk uit naar dit actieprogramma eiwittransitie. De VOORZITTER: Inmiddels heeft mevrouw Van Pijpen ook aangegeven het woord te willen voeren. Laat ik in algemene zin opmerken dat ik en met mij de griffie het zeer op prijs stel als u van te voren opgeeft dat u het woord wil voeren. Dus ik bedoel in de dagen voorafgaand aan het debat. Dan kunnen wij reële inschattingen maken van de tijd die benodigd is voor de behandeling van alle kwesties. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen. Mevrouw VAN PIJPEN: Ik ga het erg kort houden. Ik wilde mijn dank uitspreken voor het uitgebreide initiatiefvoorstel, doorwrocht, goed op thema, eiwittransitie. Dat kunnen wij zeer steunen. We zijn blij met de bestuurlijke reactie want er zit een aantal zaken in het initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren dat we niet op voorhand kunnen steunen, maar om dat als inspiratie mee te geven aan het college, daarmee kunnen we instemmen. We kijken uit naar het plan van de wethouder op dat punt om dan uiteindelijk een eindoordeel daarover te kunnen geven. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens. Wethouder IVENS: Mevrouw Bakker heeft het allemaal heel goed verwoord. Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat het ook op een hele lekkere manier ook kan, dus dat je zonder dierlijke producten voedsel maakt. Het is een voorstel dat echt in lijn is met wat ook de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur adviseert. Er wordt ook landelijk aandacht aan besteed en dan kunnen we toch lokaal zeker niet achterblijven. Dus ik ben vol enthousiasme om dat plan te gaan uitvoeren als u ten minste dit voorstel van mevrouw Bakker aanneemt. Dat is aan u. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 10. Instemmen met een krediet voor de herinrichting van delen van het Noorderpark Nr. VN2021-030007 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. 42 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Mevrouw KILIG: We begrijpen dat het even heeft geduurd maar dan is er toch uiteindelijk de financiering voor het verbeteren van het groen. Sommige parken zijn inderdaad aan onderhoud toe, maar het verbeteren van het groen wil niet zeggen dat men er dan maar met duizenden naartoe moet komen. Inmiddels is de tijdgeest ook veranderd niet in de laatste plaats door Covid 19. We hebben problemen met de evenemententerreinen vooral met die op het Noorderpark. Dat wordt met negentienduizend extra woningen een tsunami aan klachten. Nu al zou een dergelijk evenemententerrein te dicht bij woningen staan. De ligging van het park is er gewoonweg niet geschikt voor. Hiervoor dienen we dan ook een motie in. Daarnaast hoop ik dat het college met het aanpassen van de evenemententerreinen op het Gaasperpark en het Maarten Luther Kingpark vooral bedoelt zodanig aanpassen dat de overlast tot een minimum beperkt blijft voor de buurtbewoners en de natuur. Ook hiervoor dienen wij een motie in. Tot slot merk ik op dat in de voordracht voor de collegevergadering van 28 maart 2017 staat vermeld dat de volkstuinen en schooltuintjes worden geïntegreerd in de plannen voor het Groot Westerpark. Maar hebben we niet juist een inspraak gehad over het verworden van volkstuintjes tot openbaar park? Waarom is dit niet aangepast al is het uit een voordracht uit 2017? Of is er geen toelichting bijgevoegd om dit te verhelderen? Nu lijkt het alsof het college dit er alsnog op slinkse wijze wil doordrukken. Graag ontvangen wij hierop alsnog een toezegging van de wethouder. De VOORZITTER: Ik heb helemaal vergeten te melden dat u twee moties heeft ingediend. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 76° Motie van de leden Kilig en Veldhuyzen inzake aanpassingen van de evenemententerreinen op het Gaasperpark en het Martin Luther King Park (015.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de criteria voor de aanpassingen van de evenemententerreinen op het Gaasperpark en Martin Luther Kingpark zodanig te wijzigen dat deze primair gericht zijn op het minimaliseren van de overlast voor omwonenden en het herstellen van de biodiversiteit van de natuur. 77° Motie van de leden Kilig, Veldhuyzen en AL. Bakker inzake geen evenemententerrein op het Noorderpark (016.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de plannen voor een evenemententerrein voor het Noorderpark te verwijderen uit de voordracht en het krediet slechts te gebruiken voor het bewerkstelligen van de overige criteria en plannen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens. Wethouder IVENS: Het verraste me wat, deze inbreng, omdat er in de raadscommissie verder niet over is gesproken. Dan had ik u kunnen vertellen dat u het wat 43 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen groter aanzet dan waarom het hier gaat. Er is inderdaad besloten in 2017 dat het om een kwaliteitsimpuls park gaat vanuit de gedachte dat het drukker wordt in de parken en dat we in een aantal parken zullen moeten investeren om daarvoor klaar te staan. Daarvoor is toen geld gereserveerd en dat geld wordt pas vrijgegeven en daarvoor vraag ik dan uw toestemming op het moment dat er ook een goed financieel plan onder ligt. Dit gaat dus niet om de inhoud van de plannen, maar het gaat er alleen over of het uiteindelijk financieel goed en degelijk is om dat geld vrij te spelen. De inhoud van de plannen is voor een deel gedaan. U vraagt mij om iets aan te passen uit een collegebesluit uit 2017, dat kan ik onmogelijk doen. Dat is gewoon besloten. Ik heb u namelijk met de stukken die ik heb gestuurd, van dienst willen zijn door de voorgaande stukken ook mee te sturen. Het gaat hier vandaag om de aanvraag voor het Noorderpark en ik heb daarnaast dus ook de stukken meegestuurd over de totale kwaliteitsimpuls uit 2017 en de stukken over wat er uiteindelijk eerder is besloten over bijvoorbeeld het Martin Luther Kingpark. U vraagt in uw motie ook nog iets voor het Maarten Luther Kingpark te veranderen. Dat kan niet meer, want dat is al besloten. Sterker, u heeft zelf eerder besloten die uitgave te gaan doen. Dat maakt dat ik automatisch een negatief oordeel moet even op motie nr. 016.21. Het uitgangspunt is juist dat we de parken geschikt maken voor een hoger gebruik door bewoners en dat we investeren in de bodemgesteldheid. Relaties die nu worden gelegd met evenementen, ja, juist als je evenementen hebt, dan heb je een goede bodemgesteldheid nodig. Maar als het gaat om de biodiversiteit heb ik u recent een onderzoek doen toesturen dat die biodiversiteit en evenementen niet zo’n 1:1 relatie hebben. Het is heel moeilijk om die relatie te leggen. Dus motie nr. 016.21 kan ik niet uitvoeren want we zijn deels al verder in het traject, maar ik denk ook dat het niet het juiste moment is om dat te doen. U wilt het hebben over het evenementenbeleid. Dat moeten we zeker bespreken maar dat doet u met de burgemeester in de raadscommissie Algemene Zaken. Dit gaat alleen maar over investeringen in parken die eerder zijn afgesproken. (Mevrouw KILIG: Ik was er even uitgegooid dus ik heb een deel van wat de wethouder zei, niet gehoord. Het enige wat ik heb meegekregen was het feit dat het niet het juiste moment is om dit te bespreken. Wanneer is het dan wel het juiste moment? Dat evenementengebeuren vind ik nog wel een dingetje in het hele gebeuren. Ik snap dat het een besluit is uit 2017 maar welke invloed hebben we er dan nog wel op?) Wanneer het evenementenbeleid wordt besproken en waar wel of niet evenementen plaatsvinden, dat is echt een ander, los besluit. Daarvan weet ik niet wanneer dat wordt besproken, maar dat komt wellicht ergens binnenkort in de raadscommissie Algemene Zaken met de burgemeester. Die gaat over het evenementenbeleid. Als het gaat om de investeringen, de investeringen in het Martin Luther Kingpark, dan hebben we die reeds vastgesteld — uit mijn hoofd in 2018 of in 2019. Als het gaat over het Gaasperpark, dan komen de investeringen daar nog langs in een los besluit. Vandaag gaat het over het Noorderpark. Motie nr. 016.21, daarvoor is het nu niet het moment. Dat is gek om nu te bespreken. Dat is een ander verhaal bij motie nr. 015.21. Die motie gaat inderdaad over het Noorderpark maar ik vind het wel vreemd dat u met die motie iets gaat zeggen over de inhoud van het plan dat er ligt. Juist de inhoud is eerder, in 2018 vastgesteld door stadsdeel Noord destijds. Daar is de inhoud van het plan vastgesteld. Wij hebben het vandaag over de financiering van het plan. Ik zou het heel gek vinden aangezien dit park al is aangewezen om ook evenementen te hebben dat we de bodem daarvoor niet geschikt willen maken. Er mogen evenementen plaatsvinden in het Noorderpark maar nu vraagt u aan de wethouder die juist de ecologie moet beschermen, om niet te investeren in het geschikt maken van de bodem daarvoor. Ik zou zeggen, laten we daarin wel investeren want evenementen zijn er 44 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen op dit moment volgens uw eigen beleid dus laten we ervoor zorgen dat de bodem die op een goede manier aan kan. En als we dan toch het park aanpakken, laten we dat dan meteen doen. Dat er evenementen plaatsvinden in het Noorderpark, dat is al in 2005 besloten; dat is in 2013 nog een keer besloten en in 2018 is dat nog een keer besloten. Dat maakt het nu wel een gek moment om nu te zeggen, dan gaan we daar de grond maar niet geschikt maken. Dus ook over motie nr. 015.21 ben ik helaas negatief. (Mevrouw KILIG: Ik vind uiteraard dat we in de bodem moeten investeren. Daar moeten we zeker mee bezig zijn. Maar het gaat mij echt om het gedeelte van het evenementengebeuren. Het is weliswaar een besluit uit 2005. Ik laat het voor wat het is. Ik ben het er niet mee eens, maar goed, daarover kan ik niet meer oordelen. Ik wil zo nog wel een antwoord op mijn laatste vraag met betrekking tot de volkstuinen.) (De VOORZITTER: Vanuit de raad wordt opgemerkt dat het college geen spreektijd meer heeft, maar ik ga ervanuit dat de raadsleden wel graag antwoord willen op de vragen die ze stellen. Ik zou de wethouder wel willen vragen de antwoorden kort te houden.) Dat wordt dan lastig, voorzitter, want ik moet in herhaling vallen omdat mevrouw Kilig er even uit was gevallen. Ik had al antwoord gegeven op die vraag. Ik kan voorstellen uit 2017 niet opnieuw dateren. Dit is gewoon een besluit uit 2017. Daaraan ga ik niet iets veranderen. Dit heeft geen enkele invloed op de volkstuindiscussie die er nu ligt. In 2017 is deze lijn aangegeven en dat besluit is niet gewijzigd. Dat volkstuinenbeleid wordt allemaal nog rustig besproken. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Geen behoefte aan een tweede termijn maar nog wel even een opmerking naar de wethouder wat betreft het laatste. We zijn nog bezig met het volkstuinenbeleid maar het was wel handig geweest wanneer er was vermeld dat de discussie nog gaande was. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker voor een stemverklaring. Mevrouw AL. BAKKER (stemverklaring): Zoals ik in de raadscommissievergadering uitgebreid heb toegelicht zal de fractie van de Partij voor de Dieren tegen deze financiering stemmen omdat wij niet achter de plannen staan voor verharding, horeca en een nieuw evenemententerrein in het Noorderpark. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig voor een stemverklaring. Mevrouw KILIG (stemverklaring): Ik sluit me voor wat betreft de motivatie aan bij de woorden van de Partij voor de Dieren. Wij zullen daarom ook tegen stemmen. 45 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Daarmee ga ik ervan uit dat dit onderwerp voldoende is besproken. 11. Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Van buurtwerk naar betaald werk! van het lid Grooten en het voormalige lid De Heer en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel Nr. VN2021-000291 De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. Bij dit agendapunt hebben zich de volgende sprekers aangemeld: mevrouw Grooten en de heer Mbarki. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Het mooiste aan raadslid zijn en misschien wel wat ik het meest mis in deze periode is dat Amsterdammers je benaderen en je willen laten zien wat zij aan het doen zijn in de stad. Helemaal aan het begin van de periode werd ik benaderd door een vrouw die mij wilde laten zien wat zij in het buurthuis deed als eerste echte ‘buurtbaner’ en wat zij daar deed, was de post open maken met mensen. Het klinkt misschien super klein, de post open maken, maar voor sommige mensen is dat echt supergroot, want als je dat al een hele tijd niet meer hebt gedaan, dan kan je leven behoorlijk de slechte kant op gaan als alle brieven zich opstapelen en je weet niet meer waar te beginnen. De vrouw die dat dus deed, die bleef mij daarna op de hoogte houden en uiteindelijk kreeg ze een betaalde baan en begon ze mij te bestoken met wat haar was gebeurd en veel meer mensen zouden die stap moeten kunnen maken. De tweede buurtbaner is toen ook op de Stopera geweest en heeft inmiddels ook een betaalde baan. Dit voorstel geeft waardering aan deze mensen die vaak stil en ongezien heel veel betekenen in hun buurt. Deze stille krachten willen wij waarderen met perspectief. Deze vrouw liet ook zien dat ze echt een waardevolle brug kon zijn tussen de mensen die wij vaak niet bereiken en die we juist wel willen bereiken. Dus zij zijn een prachtige spil en een brug die we als gemeente vaak willen zijn. We zijn heel blij dat het college dit voorstel omarmt en misschien nog wel iets groter wil maken dan wij zelf hoopten zoals we konden lezen in Samen sterker uit de crisis. We hopen dat we nu snel stappen kunnen zetten en deze banen nu in deze tijd waarin veel mensen geïsoleerd thuis zitten, gaan creëren. Voor ons staat voorop dat de mensen over wie het gaat, de buurtbaners zelf, in het hart staan van deze ontwikkeling, elkaar gaan coachen en zeggenschap hebben over hoe het eruit gaat zien. Zij weten immers waarover het gaat en waarvoor het hart klopt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Ik zal het kort houden, niet omdat het geen belangrijk onderwerp zou zijn maar omdat ik me volledig kan aansluiten bij de woorden van de mede-indiener mevrouw Grooten. Ik neem gewoon waar voor voormalig raadslid mevrouw De Heer. In dat licht kan ik wel stellen dat voormalig raadslid De Heer in haar rol als stadsdeelbestuurder voortvarend aan de slag is gegaan met het initiatiefvoorstel van mevrouw Grooten en mevrouw De Heer omdat er namelijk al sprake is van twee buurtbanen die nu zijn opgezet in betaald werk in de Kolenkitbuurt, de buurt waarin mevrouw De Heer zelf ook aan de slag is gegaan. Dus dat is mooi nieuws. Ik roep alle andere raadsleden op dit te steunen. De wethouder heeft bij de raadscommissiebespreking aangegeven dit plan te omarmen en ook 46 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen te kijken in hoeverre we het nog kunnen opplussen als het gaat om de aantallen. Dus alleen maar mooi. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: Ik kan het buitengewoon kort houden. Er zijn mij geen vragen gesteld. Ik wil de indieners feliciteren met dit initiatiefvoorstel, een buitengewoon goed idee. Ik hoop hiermee met gezwinde spoed aan de slag te gaan en ook dat dit door een zeer grote meerderheid van uw raad wordt ondersteund. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. Dan gaan we door met het volgende onderwerp. 12. Vaststellen van het bestemmingsplan Osdorperweg Westrandweg Nr. VN2020- 030008 De VOORZITTER: Tot nu toe heeft zich voor dit onderwerp alleen mevrouw Van Soest gemeld maar mevrouw Van Soest is afwezig. Ik vraag maar meteen of er nog andere sprekers zijn. Dat is niet het geval. 15. Vaststellen van de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark e.o. Nr. VN2020-030012 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 78° Motie van het lid Ceder inzake de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark, Behoud buitenbad De Mirandabad (002.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - binnen de gebiedsvisie te garanderen dat het 50-meter buitenbad van het De Mirandabad in huidige of vernieuwde vorm kan blijven bestaan. 79° Motie van het lid N.T. Bakker inzake verlevendigen Martin Luther Kingpark met kunstprojecten (003.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ in deze nieuwe gebiedsvisie als algemeen uitgangspunt op te nemen om meer aandacht te besteden aan kunst en cultuur in het parkgebied om dit bijvoorbeeld te verlevendigen met kunstprojecten. 47 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Als woordvoerders hebben zich gemeld de heer Ceder en de heer N.T. Bakker maar die heeft geen spreektijd meer en mevrouw Van Pijpen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Een belangrijk stuk. Wegens de spreektijd wil ik het kort hebben over De Mirandabad. Daarover is discussie, ook in de raadscommissie. Wethouder Van Doorninck wilde niet toezeggen dat het buitenbad in zijn huidige vorm namelijk 50 meter blijft. Daarom hebben we de motie ingediend om dat 50 meter belangrijk is zodat het een wedstrijdbad is en blijft. Ik heb begrepen dat wethouder Kukenheim heeft bevestigd dat er een bad blijft maar ze heeft ook nog geen duidelijkheid verschaft dat het 50 meter blijft. Daarom deze motie. Het is belangrijk; er is ook belang bij waarom het 50 meter moet zijn. Dus als er geen plannen zijn om dat te wijzigen, dan hoop ik dat deze motie wordt aangenomen zodat dit wordt verankerd en er een oplossing komt voor de jarenlange onzekerheid. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen. Mevrouw VAN PIJPEN: Ik neem even waar voor mijn collega Van Renssen. Het Martin Luther Kingpark is een belangrijk onderdeel van de Amstelscheg en graag ziet GroenLinks ook in de toekomst een groene strook in de stad die langs de Amstel loopt met zicht op het water waar het goed wandelen en sporten is. De gebiedsvisie gaat uit van meer openbaarheid en toegankelijkheid. Belangrijk is dat er een impuls wordt gegeven aan de kwaliteit van het groen. Daarbij is opgenomen dat de bestaande verharding en bebouwing nu is versnipperd en dat dit moet veranderen. Het is heel goed dat die integrale visie er komt want de visie alleen dekt nog niet alles. Over de plannen voor het zwembad. Daarover hebben we natuurlijk al veel gehoord. Het is ons ook duidelijk dat daarover nu niet wordt beslist omdat de verschillende opties daarvoor niet hier worden besproken maar in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de raadscommissie Sport. Graag wel een toezegging dat er alle ruimte blijft om het buitenbad te behouden en dat de omvang in het park daarvoor beschikbaar blijft zodat we in de raadscommissie Sport daarover kunnen oordelen en uiteindelijk natuurlijk in de raad. Verder heeft de wethouder in de raadscommissie toegezegd dat de tijdelijke verharding op de plaats van Spinoza 20first niet als bestaande verharding wordt meegenomen en dat geeft heel veel duidelijkheid. Het park moet net zo groen blijven en liefst nog groener. We gaan ervanuit dat we dat met deze visie zullen bereiken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Ik denk dat dit een heel goed kader is voor de verdere ontwikkeling van het park. Een goed idee om die gebouwen naar de randen van het gebied te schuiven zodat er meer ruimte komt voor groen en dat het aaneengesloten groen is. Ik denk dat dat echt een kwaliteitsslag kan opleveren. Dus het CDA is het zeer eens met deze plannen. Ook eens met de heer Ceder dat het buitenbad van het De Mirandabad behouden moet blijven. Ik denk dat het goed is gezien de zorgen die er leven dat de wethouder bevestigt dat er geen plannen zijn om dat te verwijderen. In die zin sluit ik me ook aan bij de vraag van mevrouw Van Pijpen. Als er plannen zijn, dan moeten we daarover natuurlijk 48 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen wel als raad worden geïnformeerd. Ik begrijp dat die er op dit moment niet zijn. Dus het is goed om dat nog even te benadrukken. Wij steunen de motie van de heer Ceder. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: De heer Ceder had zorgen over het buitenbad. Ik heb in de raadscommissie al duidelijk verteld dat we in deze visie gewoon voor alles ruimte kan worden gemaakt. Dus deze visie gaat er niet over. Zowel het behoud als de herbouw van het 50 m-bad is op de nieuwe locatie mogelijk. Dat heb ik toen gezegd en dat blijft zo. Voor de beantwoording van de moties zou ik de voorzitter willen vragen straks het woord te geven aan wethouder Kukenheim. Zij kan wellicht de zorgen nog wat verder wegnemen, maar de visie gaat niet over wat we met het De Mirandabad gaan doen. Zoals mevrouw Van Pijpen al zei, dat wordt besproken en besloten in de raadscommissie Sport. Dat lijkt mij ook de beste plek om dat te bespreken. Zowel de heer Boomsma als mevrouw Van Pijpen hebben gezegd wat fijn dat die versnippering wordt tegengegaan en dat de bebouwing naar de randen gaat. Daarvoor wordt in deze visie mogelijkheid gemaakt. Het is natuurlijk altijd aan de eigenaren en degenen die op die gronden zitten of ze dat willen doen of niet. Maar wij maken dat met deze visie mogelijk. Dan laat ik het dus aan wethouder Kukenheim om een preadvies op motie nr. 002.21 te geven. Ik zal wel op motie nr. 003.21 adviseren. Die is ingediend maar niet toegelicht. Ik kan zeggen dat er tegen die motie over het mogelijk maken van kunst en cultuur geen bezwaar is. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Wethouder KUKENHEIM: Dank dat ik even het woord mag voeren. Ik ben echt dol op het buitenbad van het De Mirandabad. Ik vind het fijn dat ik dat nog een keer in deze arena kan herhalen. Juist in deze tijd zie je natuurlijk hoeveel mensen daar zo veel plezier beleven als bijna niets meer kan. En op een hele veilige manier, zeg ik er meteen bij, want het wordt ontzettend goed gecontroleerd. Dat buitenbad is ontzettend belangrijk voor een hele grote groep Amsterdammers. Sterker nog, daarom ontwikkelen we eigenlijk een visie om te kijken hoe we nu met die buitenbaden in heel Amsterdam omgaan. We hebben natuurlijk veel meer zwembadparken dan het De Mirandabad. Wat zie je nu in deze visie? Daar zie je twee dingen gebeuren. Je ziet dat het park van het De Mirandabad heel goed wordt beschermd dus heel erg beschikbaar blijft voor sport. Daar wordt niets afgeknabbeld. Dat is natuurlijk hartstikke belangrijk. En het tweede dat je ziet, is dat er niet een bad op precies dezelfde plek is ingetekend maar er is een vlek gemaakt waar je het bad kunt brengen. De reden daarvoor is omdat het bad aan Z'n einde is. Dus we zullen het moeten gaan vervangen. Zoals we dat altijd doen als we op zo’n punt staan, dan moeten we eerst ons huiswerk gaan doen. Dan moet er een participatietraject worden ingericht, dan moeten we allerlei verschillende opties doorrekenen. We moeten met de raad overleggen. En dan wil je dus niet aan de voorkant alle opties op de millimeter van tafel hebben. Kortom, er komt wat mij betreft gewoon een buitenbad bij het De Mirandabad, een mooi bad waaraan iedereen ontzettend veel plezier aan gaat beleven. We gaan die besluitvorming naar de raad brengen. Daarmee is motie nr. 002.21 echt overbodig. (De heer CEDER: Wat natuurlijk in de lucht blijft hangen en waarop ook nu geen antwoord komt van beide wethouders is of de 50 meter wat volgens mij een grondkwestelijke afstand is, ook 50 meter blijft. Dat wedstrijdbadformaat is belangrijk. Zoals u het nu stelt, kan het ook een 49 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen pierenbad zijn. Mijn motie richt zich op de 50 meter. Ik ben heel blij dat er een buitenbad komt en blijft. Dus daarover zijn we het eens. Maar u weet dat de strekking van mijn motie gaat over het waarborgen van die 50 meter en tot nu toe heb ik geen van de twee wethouders dat horen bevestigen. Kunt u bevestigen dat het nieuwe bad waar dat ook komt, 50 meter is?) De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Wethouder KUKENHEIM: De vraag in de motie van de ChristenUnie is letterlijk of het in Z'n huidige vorm kan blijven bestaan. Het antwoord is gewoon ja. We hebben niet alleen precies een rechthoekje van het zwembad getekend, maar we hebben een vlek getekend zodat er eigenlijk veel meer kan en dat je dus wat keuzes kunt hebben in waar je het doet. Dus ja, dat kan zeker, dat 50 meter bad. Ik zou het alleen een beetje gek vinden als ik dat nu ter besluitvorming zonder gedegen onderzoek, zonder advies van de Tac, zonder het financiële plaatje dat daarachter ligt, aan u zou voorleggen. Dan zou ik echt elke procedure die we in de gemeente met elkaar hebben afgesproken, omzeilen. Maar waar mijn voorkeur ligt en volgens mij heb ik dat aan het begin van mijn betoog al meteen duidelijk gemaakt. We hebben een prachtig 50 meter bad. Ontzettend veel mensen beleven daar plezier aan. Dus ik ga u voorleggen hoe we dat kunnen voortzetten op het moment dat het huidige bad aan Z'n einde is en dat is bijna zo. (De VOORZITTER: De heer Ceder heeft aangegeven nogmaals te willen interrumperen maar daarbij zeg ik dan enigszins dreigend dat u dan wel door uw spreektijd heen bent.) (De heer CEDER: Het is wel belangrijk. Het is mijn laatste interruptie. De wethouder zegt allereerst dat het natuurlijk 50 meter kan blijven. Vervolgens zegt zij dat het natuurlijk wel afhankelijk is van vervolgtrajecten, participaties, van het financiële plaatje. Daarmee zegt ze eigenlijk dat die 50 meter helemaal niet in stand kan blijven want het is mede afhankelijk van het traject dat zij voor ogen heeft. Daarom is mijn motie wel degelijk van belang. We zitten echt niet op dezelfde lijn omdat mijn motie nu al aan de voorkant zegt dat het bad 50 meter blijft. Het maakt mij niet uit waar het binnen de vlek komt. Dus op dat punt zijn we het eens. Dat het 50 meter blijft, is ook een wens van de bewoners en de mensen die het bad bezoeken. Die toezegging geeft u mij niet en dat maakt dat ik mijn motie handhaaf omdat we op dat punt niet op dezelfde lijn zitten. Ik denk dat er duidelijkheid nodig is. Bent u het met mij eens of kunt u toezeggen dat het 50 meter blijft ondanks de trajecten die u zojuist heeft geschetst?) Ik heb daar een voorkeur voor, maar de gemeenteraad gaat erover. Ik kan u niet garanderen dat u en al uw collega’s dat gaan bepalen. Ik hoop het, maar om ze te overtuigen zal ik ook wat huiswerk moeten doen. Dan zal ik in de eerste plaats breed in de stad aan mensen moeten vragen wat ze ervan vinden, wat ze eigenlijk willen. Willen jullie dit bad of zijn er andere baden die jullie zien zitten? Ik zal mijn huiswerk moeten doen op het gebied van financiën. Zoals u weet, kosten investeringen en zeker deze, best wel wat geld. Daarin moeten we als college en ook als raad een goede afweging maken. Ik kan nu natuurlijk heel makkelijk roepen wat ik het leukst vind en waarin ik het fijnst zwem, maar uiteindelijk is het de gemeenteraad die daarop een klap moet geven. Dan doen ze op basis van het huiswerk dat ik aanlever. Ik vind dat eigenlijk ook wel heel terecht dat de gemeenteraad zo opereert. Daarmee doen ze de participatie van al die Amsterdammers 50 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen recht en daarmee doen we ook recht aan alle procedures die überhaupt gelden op het moment dat we grote investeringen doen. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 16. Vaststellen van het gewijzigde Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam Nr. VN2020-030011 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 80° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Ceder en Veldhuyzen inzake het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Informeren omwonenden (017.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - omwonenden en buurtbewoners te informeren over kelderbouw, de inhoud van de wet- en regelgeving, waaronder het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, over toezicht en handhaving en verschillende technieken bij kelderbouw. 81° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Veldhuyzen inzake het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Toezicht en handhaving (018.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in de jaarevaluatie van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) de maatregelen die worden toegepast bij het bouwen van kelders te evalueren op de mogelijkheden voor toezicht en handhaving. 82° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Veldhuyzen en Ceder, inzake het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Onderzoeken klimaatadaptatie kelders (019.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken of er voorschriften kunnen worden opgenomen, uit de nog vast te stellen Hemelwaterverordening, in het binnenkort op te stellen paraplu- bestemmingsplan, voor maatregelen ter compensatie van de verminderde waterberging en ter bevordering van de klimaatadaptatie, op het perceel waar de kelders worden aangelegd (zoals groene daken of minder verharding). De moties maken deel uit van de beraadslaging. o1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Als sprekers hebben zich gemeld de heer N.T. Bakker en de heer Van Schijndel. Beiden hebben echter geen spreektijd meer. Zijn er anderen die het woord willen voeren? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Mevrouw Van Renssen had hier eigenlijk het woord moeten voeren maar die heeft helaas de vergadering moeten verlaten. In haar plaats wil ik hierover graag iets zeggen. Het afwegingskader grondwaterneutrale kelders ligt voor in de raad en dat is hartstikke goed. Het is een ongelooflijk ingewikkeld onderwerp maar ook hartstikke goed want wat er in de ondergrond gebeurt, is dan misschien niet zichtbaar, maar dat kan wel grote gevolgen hebben voor grondwater en voor de funderingen en de palen waarop onze stad staat zoals het gedicht gaat. In mei 2018 vroeg collega Van Renssen bij haar maidenspeech al om onderzoek en maatregelen naar ongewenste kelderbouw om dat tegen te gaan. En dat onderzoek is er gekomen met een goede gebiedsanalyse. Graag willen wij de wethouder en de ambtenaren danken voor die onderzoeken en het gedegen afwegingskader dat er nu ligt en voor de beleidsregel die nu per direct ingaat zodat kelders alleen nog kunnen worden vergund in lijn met dit kader. Er kan dit voorjaar al een bestemmingsplan over dit kader ter inzage worden gelegd met duidelijke, gelijkluidende voorwaarden voor alle kelders in Amsterdam en dat zal er in april of mei komen. Uiteraard moeten we wat GroenLinks betreft ook oog houden voor de gevolgen van kelderbouw voor de omgeving en voor onze stad. U kent ons. We hebben nog een paar voorstellen daarvoor. De drie moties die de burgemeester zojuist heeft genoemd, gaan daar verder op in. Zo moeten we de omwonenden en buurtbewoners goed informeren over de gevolgen van kelderbouw en de verschillende maatregelen. Ook zien we graag een evaluatie uitgevoerd van de maatregelen die gelden voor nieuwe kelders en in hoeverre toezicht en handhaving mogelijk is. Ook de waterberging kan door kelderbouw worden verminderd en dat is niet goed voor een klimaatbestendige stad. Om wateroverlast en hittestress tegen te gaan is het goed om te onderzoeken welke voorschriften uit de hemelwaterverordening ook kunnen worden gesteld in het bestemmingsplan zodat het paraplubestemmingsplan straks bovengronds en ondergronds bescherming biedt tegen zware regenbuien. GroenLinks is nu echter verheugd dat we dit afwegingskader als raad kunnen aannemen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINGK: Inderdaad, het is mevrouw Van Renssen die hier met een enorme doorzettingskracht ervoor heeft gezorgd dat we nu het afwegingskader grondwaterneutrale kelders met elkaar bespreken en gaan werken aan een paraplubestemmingsplan. Dus alle lof voor haar kant. Het is een taai dossier maar we zijn een stuk verder gekomen en ik denk inderdaad dat het zeker in een stad die de gevolgen van klimaatverandering zo gaat merken, belangrijk is dat we ons grondwaterpeil goed beschermen. We zijn er nog niet. Er komt natuurlijk nog een paraplubestemmingsplan en dat zal de volgende stap zijn. Dat is volgens mij een mooi sluitstuk van het drieluik beleidsregel, afwegingskader en straks paraplubestemmingsplan. Vanwege de tijd ga ik meteen naar de moties. De eerste, motie nr. 017.21 gaat over het informeren van omwonenden. We moeten inderdaad kijken hoe we dat zo goed mogelijk online kunnen doen zodat alle informatie goed beschikbaar is. Maar ik denk ook offline via bouwborden. Het is een belangrijk onderwerp en het college heeft dan ook geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie. 92 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Dan de motie over toezicht en handhaving en dan gaat het met name om de evaluatie van de vergunningsverlening, toezicht en handhaving dat de maatregelen rondom kelders ook echt goed worden meegenomen. Wij zullen dat doen. Daarnaast zullen we natuurlijk ook goed kijken dat alle toezichthouders goed worden geïnformeerd. Daarom hebben we geen bezwaar tegen aanneming. Als laatste motie nr. 019.21 over in hoeverre we de voorschriften uit de hemelwaterverordening kunnen meenemen in het paraplubestemmingsplan. Dat wil ik toezeggen. Dat kan ik gaan onderzoeken. Maar het is natuurlijk wel zo, mocht er ergens een vertraging komen bij de hemelwaterverordening, dan moet je kijken of het wel in het paraplubestemmingsplan wordt meegenomen want dan zit daarin ook weer een vertraging. Dat gaat ook betekenen dat de aanhoudingsplicht van de kelderaanvragen niet voldoet om het nieuwe beleid te vertragen. Volgens mij moeten we gewoon onderzoeken of het kan, maar laten we wel even opletten dat het niet een extra vertraging voor het paraplubestemmingsplan oplevert. Ik denk niet dat mevrouw Van Renssen dat zou willen. Dat merken we op het moment dat we het onderzoek doen. Dus volgens mij is er geen bezwaar tegen de motie. Mocht er hierdoor vertraging komen, dan zal ik dat uw raad laten weten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 20. Kennisnemen van het onderzoek naar duurzaam cremeren gemeentelijke crematoria De Nieuwe Noorder en De Nieuwe Ooster Nr. VN-2020-030002 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 83° Motie van de leden Timman en Groen inzake duurzaam cremeren (021.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de volgende aanbevelingen voor de korte termijn overneemt en uitvoert: o energiebesparing bij de bestaande gasovens. Deze zou optreden bij onder andere een betere ovenplanning en het finetunen van de machine, wat een besparing op gasverbruik van 20-25% en 20% op stroomverbruik zou betekenen; o Amsterdamse crematoria/begraafplaatsen kunnen zich duidelijker onderscheiden op het terrein van duurzame producten; o de bosmaaiers op brandstof vervangen door duurzamere elektrische bosmaaiers; o de bewustwording over de keuze voor duurzamere materialen van kisten en de kleding die een overledene draagt te vergroten; o een duurzaamheidsscan te laten uitvoeren door de gemeentelijke directie Ruimte & Duurzaamheid: wat kan er allemaal om nog meer te verduurzamen; 53 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen o het plaatsen van oplaadpalen voor elektrische auto’s; het plaatsen van zonnepanelen op de daken; het inrichten van groene daken op de gebouwen waar dat mogelijk is. - de raad op middellange termijn een voorstel doet toekomen waarin de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen’ wordt aangepast zodat op gemeentelijke begraafplaatsen alleen duurzame materialen mogen worden gebruikt. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Mevrouw Timman heeft dit onderwerp gepiept. Ik moet bekennen dat er nog twaalf seconden staan anders dan ik aan mevrouw El Ksaihi had gezegd. Dat wil zeggen dat u net kunt ademhalen. Zou u het toch willen proberen? En verder heeft mevrouw Heinhuis zich gemeld. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman. Mevrouw TIMMAN: Ik ga mijn best doen. De motie is eigenlijk een oproep aan het college om de aanbevelingen uit het rapport over te nemen en uit te voeren zowel op korte termijn als op lange termijn. We zien ernaar uit en we danken het college voor de mooie rapportage. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Heinhuis. Mevrouw HEINHUIS: Ook van ons heel kort. Dank aan de collega’s van D66 en GroenLinks voor het agenderen van het rapport en ook de motie die daarbij hoort. Daarbij wil ik nog kort opmerken als de motie wordt aangenomen en wordt uitgevoerd en het college dus met een voorstel komt over meer gebruik van duurzame materialen bij uitvaarten, dat we het bij de bespreking van het voorstel dan ook gaan hebben over meer duurzaamheidseisen die niet in de weg zullen staan van mensen met lagere inkomens of minder budget voor een uitvaart om toch te kunnen deelnemen aan uitvaarten op deze begraafplaatsen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: We hebben inderdaad een rapport laten opstellen en het is logisch dat je dan iets doet met de aanbevelingen. Maar dat moet de raad natuurlijk ook vinden dus ik denk dat het via de motie een goede manier is dat we de duurzaamheidsmogelijkheden die er zijn, gebruiken. De Nieuwe Noorder en de Ooster zijn ook heel erg gespitst op die duurzaamheidsmaatregelen. Maar het is natuurlijk altijd goed als de raad daarover ook een uitspraak doet. Fijn dat u die motie daarover indient. De begraafplaats en de crematoria gaan niet over de keuze van kisten. Daar zou eventueel een verhoging van prijzen in kunnen zitten. Maar dat is geen onderdeel dat de begraafplaatsen of crematoria zelf beïnvloeden. Ik kan ook wel zeggen dat steeds meer uitvaartondernemers en grote verzekeraars duurzame kisten introduceren. Dus op die manier komt het van die andere kant ook. Als er steeds meer duurzame kisten zijn, betekent dat ook iets voor de prijs. Dus ook daarvoor is het goed. Maar niets van de aanpak van de Nieuwe Noorder en de Nieuwe Ooster heeft effect op mensen met een kleine portemonnee. Dus dat ter geruststelling van mevrouw Heinhuis. Tegen aanneming van de motie heeft het college geen bezwaar. 94 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 21. Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op de risicoanalyse van Bureau Integriteit inzake ontvreemding gemeenschapsmiddelen G-buurt Nr. VN-2020-030015 De VOORZITTER: De heer Kreuger had een motie ingediend maar heeft deze inmiddels ingetrokken. Dat betreft motie nr. 013.21. 84° Motie van het lid Kreuger inzake kennisnemen van de bestuurlijke reactie op analyse Bureau Integriteit over ontvreemding van gemeenschapsgeld in de G-buurt, Stichting Democratisering G-Buurt had geen subsidie mogen ontvangen (013.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - dat de Stichting Democratisering G-buurt niet bottom-up is ontstaan; - dat de subsidie (250.000 euro) in kader van buurtbudgetten derhalve niet had moeten worden toegekend aan deze stichting. De motie-Kreuger (nr. 013.21) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Bij dit agendapunt hebben zich aangemeld om het woord te voeren de heer Kreuger, de heer Veldhuyzen en de heer Vroege maar die heeft geen spreektijd meer. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Wij zien daar vanaf. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Idem. De discussie wordt gesloten. 22. Kennisnemen van een artikel uit Het Parool ‘Amsterdam stopt met opvang grote groep ongedocumenteerden’ VN2020-030297 De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. Gemeld hebben zich om te spreken de heer Veldhuyzen, mevrouw Poot, de heer Van Schijndel. Alleen de heer Veldhuyzen heeft nog spreektijd. 59 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Hulporganisaties uiten zorgwekkende signalen dat grote groepen ongedocumenteerden op korte termijn op straat komen te staan. Het gelagkameroverleg verwees al in een brief van november naar een uitspraak van het Europees Comité voor sociale rechten dat Nederland basisvoorzieningen zoals voedsel, kleding en onderdak moet bieden aan ongedocumenteerden. Is het college bereid om in lijn met deze uitspraak opvang te organiseren voor een ieder die in de nabije toekomst op straat komt te staan en zo niet, wat is dan de reden om dat niet te doen? De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: Zoals ik eerder in de raadscommissie heb gezegd omvat het besluit van het college dat we stoppen met de Dublinpilot. Dat betekent dat we Dublinclaimanten zoals we die bij wijze van experiment na een overeenkomst met de toenmalige staatssecretaris van VVD-huize waren overeengekomen, zouden opvangen. We zien nu dat dat experiment tot onvoldoende resultaat heeft geleid en dat het verder is bemoeilijkt door corona. We zullen dus genoodzaakt zijn de opvang van Dublinclaimanten te staken. Daarvoor is een voorliggende voorziening zoals de heer Veldhuyzen weet. Wij zullen de plaatsen die vrij vallen, de 150 plaatsen, opvullen met andere ongedocumenteerden zodat we ons houden aan de afspraak met de raad namelijk dat we 500 ongedocumenteerden opvangen. Dus voor deze Dublinclaimanten zal inderdaad met uitzonderingen van kwetsbaarheid geen opvang meer zijn. Wij zijn ook niet voornemens dat te gaan doen. (De heer VELDHUYZEN: Dat was inderdaad duidelijk. Daarvoor hadden we ook een motie ingediend, collega Ceder en ik, die het niet haalde. Maar het gaat niet alleen om Dublinclaimanten. Er zijn natuurlijk ook andere mensen die nu uit het programma komen voor wie nu geen opvang is. Of gewoon mensen die niet in de opvang kunnen omdat de opvang vol is. Ik verwijs specifiek naar die uitspraak van het Europees Comité voor sociale rechten en hoe Amsterdam zich daartoe dan verhoudt. Zijn we dus niet verplicht alsnog een vorm van opvang te creëren dus op Z'n minst die humanitaire ondergrens naast de al bestaande voorzieningen?) De kern van het programma is duidelijk. Doorstroom is het doel. Je werkt aan je perspectief of dat nu hier of elders ligt. Het goede nieuws is dat de wachtlijst buitengewoon kort is. Juist ook door het beëindigen van de opvang van Dublinclaimanten verwacht ik dat de wachtlijst daarmee wordt weggewerkt. Dus ik verwacht voor de groep niet-zijnde Dublinclaimanten niet dat die lang zullen moeten wachten op de opvang zoals in het 24- uursprogramma. Daarnaast zijn er nog andere vormen van opvang. Dat wil niet zeggen dat er nooit iemand geen opvang zal krijgen omdat we het in aantal hebben gelimiteerd waarmee naar ik meen de fractie van BIJ1 ook heeft ingestemd. Naast het 24- uursprogramma zijn er andere vormen van opvang, maar dat betekent niet dat er nooit iemand geen plek zou kunnen krijgen in die 24-uursopvang. (De heer VELDHUYZEN: Dank voor het antwoord, wethouder. Wij hebben natuurlijk die 500 plekken gesteund en we hebben ook moties ingediend om het aantal plekken te verhogen. Maar ja, ik moet helaas wel vaststellen dat Nederland en Amsterdam dan niet aan de uitspraak van het Europees 56 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Comité voor sociale rechten voldoet. Daar houd ik het voor nu bij maar daar kom ik nog wel op terug.) Volgens mij is die uitspraak van het Comité geen bindende uitspraak voor zover ik die zag. Het probleem is natuurlijk dat we daarin gelimiteerd zijn. Even voor de helderheid, er is geen enkel misverstand over waar de heer Veldhuyzen staat, wat zijn inzet is en wat hij bepleit. Ik prijs hem daarvoor. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. 23. Kennisnemen van de voortgangsbrief Amsterdammerschap in het onderwijs Nr. VN-2020-030010 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 85° Motie van het lid Yilmaz inzake gastarbeiders opnemen in de Amsterdamse canon (004.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in gesprek te treden met stichting entoen.nu en het Nederlands Openluchtmuseum en te pleiten voor het opnemen van de gastarbeiders in de Amsterdamse Canon en hierover terug te rapporteren aan de raad. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Als sprekers hebben zich gemeld de heer Yilmaz en de heer Veldhuyzen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Van vmbo-basis tot vwo, van de eerste klas tot en met de derde en van Volendam tot en met Amsterdam, ik heb het voordeel gehad om op verschillende niveaus en in verschillende steden les te geven. Daarom kan ik ook de vergelijking maken tussen verschillende soorten leerlingen, niveaus, steden en leraren. Vooral deze laatste groep is natuurlijk erg belangrijk om de doelstellingen in het onderwijs te bereiken. Met alle respect voor de rest van Nederland natuurlijk en ik wil niemand te kort doen, maar les geven in een grote stad vergt toch iets extra’s van een docent. Veel leraren ervaren al een hoge werkdruk en als je niet goed bent voorbereid om les te geven in Amsterdam, dan wordt die werkdruk daar ondraaglijk. Daarom ben ik erg blij met de extra begeleidingsmogelijkheden die we hebben die worden aangeboden in de stad. Complimenten aan de wethouder en aan alle andere betrokkenen die dat mogelijk hebben gemaakt. Als ik leerlingen of studenten vraag wat zij belangrijk vinden aan een leraar, dan komt het aspect herkenning heel vaak naar voren. Leerlingen willen worden begrepen. Die willen zich het liefst kunnen identificeren met de leraar. Daarom is het belangrijk dat leraren ook de stad en de geschiedenis van de stad kennen. Als we naar de geschiedenis van onze stad kijken en naar de leerlingsamenstelling van onze stad, dan zien we grote sporen van 97 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen gastarbeiders. De stempel die gastarbeiders op deze stad hebben gedrukt, is er een die onuitwisbaar is en dat heeft Amsterdam in de afgelopen vijftig jaar vorm gegeven. Wat mij betreft verdienen de gastarbeiders een standbeeld, maar goed, misschien komt dat later. Voor nu zou ik het prachtig vinden als ze een plek in de Amsterdamse canon krijgen. De Amsterdamse canon is een van de tools die leraren krijgen aangeboden tijdens de lerarenopleiding en als gastarbeiders worden opgenomen in deze canon, zal dat niet alleen de leerlingen maar ook de leraren helpen. Het is dat stukje herkenning en erkenning die leerlingen kunnen helpen. Daarom dien ik de motie in waarmee ik de wethouder vraag te pleiten voor het toevoegen van gastarbeiders aan de Amsterdamse canon. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Wethouder MOORMAN: Gezien het tijdstip en de tijd die we nog hebben vanavond houd ik het heel kort. Ik ben het eens met het betoog van de heer Yilmaz. Het zou heel mooi zijn als het onderdeel uitmaakt van de Amsterdamse canon want het is onderdeel van de Amsterdamse geschiedenis en verdient daarmee ook een plek. U weet dat wij die canon niet zelf maken als college maar we willen daar zeker over praten met de partijen die dat wel doen. Dus ik kan daar een positief preadvies op geven. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 24. Kennisnemen van de brief schuldenrust in tijden van corona Nr. VN-2020-029854 De VOORZITTER: Bij dit agendapunt zijn geen moties ingediend. Het woord hebben gevraagd de leden Ceder, Marttin, Schreuder en El Ksaihi maar voor alle leden geldt dat zij geen spreektijd meer hebben. Zijn er nog andere leden die het woord zouden willen voeren? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. Aangezien er ook geen moties zijn ingediend, hoeft er ook geen stemverklaring te worden afgelegd. 25. Kennisnemen van de voortgangsbrief Tegengaan Kansenongelijkheid Nr. VN- 2020-029669 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 86° Motie van het lid Yilmaz inzake platform opzetten om studenten en leerlingen (met een leerachterstand) te koppelen aan elkaar (005.21) 58 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een platform op te (helpen) zetten zodat studenten die bijles of extra begeleiding zouden willen geven, ondersteund kunnen worden om leerlingen met een achterstand te helpen. 87° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de inzet van de klassenassistent in kansenongelijkheidsbestrijding (006.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - In vervolgonderzoek de rol van de klassenassistent uitgebreider toe te lichten door middel van deelvragen over de verschillende manieren waarop de klassenassistent wordt ingezet — De resultaten van dit onderzoek mee te nemen in kennisuitwisselingprogramma’s. 88° Motie van het lid Veldhuyzen inzake meenemen leerlingmotivatie in vervolgonderzoek kansenongelijkheidsaanpak (007.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - In vervolgonderzoek de samenhang tussen motivatie voor de specifieke interventie van de leerling en de resultaten en effectiviteit van de interventie te onderzoeken — De resultaten van dit onderzoek mee te nemen in kennisuitwisselingprogramma’s. 89° Motie van het lid Veldhuyzen inzake eerder inzetten van leerwegondersteuningsgelden (008.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Te onderzoeken wat de eventuele positieve gevolgen zouden kunnen zijn van het besteden van (een gedeelte van) de leerwegondersteuningsgelden in het VO aan high dosage tutoring in het PO; - dit onderzoek af te stemmen met de te betrekken organisaties zoals de samenwerkingsverbanden, het BBO en het OSVO om de interventie met deze middelen op een jongere leeftijd te kunnen doen; - hierover, zo nodig, in gesprek te gaan met het ministerie van OCW in verband met de thans geldende restricties; - de resultaten van dit onderzoek terug te koppelen naar de raad. 90° Motie van de leden Blom en Veldhuyzen inzake Kansenongelijkheid, Effectiviteit van het onderwijskansenbeleid (010.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken op welke wijze de effectiviteit van het gemeentelijk beleid gelijke kansen onderwijs nog beter in beeld kan worden gebracht, op basis van analyses van relevante data door gecertificeerde onderzoeksinstellingen; 59 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen - te onderzoeken op welke wijze deze analyse een nog meer structurele plek kan krijgen in de cycli van beleidsevaluaties, richting de raad en in de gesprekken van de gemeente met het onderwijsveld; - te onderzoeken of en zo ja op welke wijze de informatie toegankelijk kan worden gemaakt voor ouders. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Als spreker hebben zich gemeld de heer Veldhuyzen, mevrouw Marttin, de heer Yilmaz en de heer Blom maar de VVD heeft geen spreektijd meer. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Ik ga het snel doen. Bijl zoekt nog altijd naar manieren om meer scholen te betrekken bij de ambities van het college omtrent kansengelijkheid in het onderwijs en naar manieren om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben dat ook daadwerkelijk te laten krijgen. Daarom hebben we twee moties ingediend over het vervolgonderzoek naar de effectiviteit van de kansenongelijkheidsaanpak. Een motie gaat over het beter uitlichten van de rol van de klassenassisten; de andere gaat over het onderzoek van de samenhang tussen de motivatie van leerlingen voor specifieke interventies en de effectiviteit daarvan. Tot slot dienen we ook een onderzoeksmotie in over het inzetten van leerwegenondersteuningsgelden om de kosten van het ‘high dosage tutoring’ dat bijzonder effectief lijkt te zijn, te kunnen dekken om zo veel mogelijk leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat des te vroeger leerlingen ondersteuning krijgen des te makkelijker het voor hen is om een eventuele achterstand in te lopen. De VOORZITTER: De VVD protesteert want die zegt nog 41 seconden te hebben. De griffier heeft het uitgezocht en het blijkt te kloppen. Dus excuses. Dan geef ik het woord aan mevrouw Marttin. Mevrouw MARTTIN: We hebben een vraag aan de wethouder want er zijn heel veel projecten en initiatieven die worden gesubsidieerd om kansenongelijkheid te verkleinen. In de brief is daarvan uitgebreid verslag gedaan. We hebben nog wel weinig zicht op de effecten van deze investeringen. Nou is er deze zomer gestart met een traject bij het thema onderwijs om meer inzicht te krijgen in de inzet en of dat ook daadwerkelijk bij de juiste mensen komt en welke programma’s het beste effect hebben. Ik wil graag van de wethouder weten of daarover al wat bekend is en wanneer wij kunnen verwachten dat we bruikbare gegevens krijgen die ze met de raad kan delen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Een paar weken geleden in de vakantie was ik aan het nadenken over dit agendapunt en toen dacht ik, er zijn zo veel studenten die zich vervelen of die niet naar les kunnen gaan en er zijn zo veel leerlingen die hulp nodig hebben. Laten we ze bij elkaar brengen. Maar de collega’s van D66 dachten waarschijnlijk precies hetzelfde. Dus we hebben allebei een soortgelijke motie ingediend maar wij waren helaas net wat later. Daarom trek ik mijn motie in en sluit ik me aan bij de motie van collega Rooderkerk. 60 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen De motie-Yilmaz (nr. 005.21) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Blom. De heer BLOM: De toenemende ongelijkheid in Nederland zien we vooral terug in het onderwijs. Daarom dien ik met de heer Veldhuyzen een motie in om veel beter inzicht te krijgen hoe effectief ons beleid kansenongelijkheidsaanpak is in het onderwijs. We weten heel veel maar niet alles. Het uitgangspunt van GroenLinks is dat het vele geld en ook de aandacht die we hebben voor dit probleem echt tot resultaat moet hebben dat onderwijsachterstanden worden ingehaald en worden weggewerkt. Ik wil zien in onze analyses wat het rendement is voor doelgroepkinderen ten opzichte van kinderen die dat niet zijn. Het onderwijs moet wat Groenlinks betreft echt de gelijkmaker worden en Amsterdam de stad van emancipatie en sociale mobiliteit. Met de Amsterdamse erkenning een aandacht voor dit probleem van ongelijkheid zijn we al goed op weg, maar met het weten van de precieze effectiviteit moeten we hier echt het verschil gaan maken. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Wethouder MOORMAN: Ik zal snel naar de moties gaan maar als u mij toestaat, wil ik heel snel een inleiding doen. Het gaat bij dit onderwerp heel vaak over onderzoek en over effectiviteit. Dat is terecht want we willen natuurlijk de dingen doen die zo goed mogelijk helpen. Tegelijkertijd als ik alle rapporten zou meenemen naar uw raad, maar we zijn hier niet fysiek bij elkaar, dan ben ik ervan overtuigd dat het aantal onderzoeken en het aantal monitoren dat u vanuit deze opdracht van ons krijgt, verreweg het allergrootst is van alle dingen die we doen. Dus ik wil ook wel aan u teruggeven dat het terecht is dat u daarom vraagt, maar dat u ook heel erg wordt bediend. Tegelijkertijd wil ik daarbij aangeven dat het doen van onderzoek naar het effect van interventie op kansenongelijkheid te maken heeft met twee lastige problemen. Enerzijds is het een ontzettend lastig probleem om te bestrijden dus het kost ook gewoon tijd. U moet niet verwachten dat we volgend jaar opeens alle ongelijkheid uit de stad hebben gehaald. En twee, het is zeer veelkoppig. Dus er zullen veel dingen tegelijkertijd moeten gebeuren en dat zit niet alleen op het gebied van onderwijs, dat zit ook op andere gebieden. Ik ben het met u eens dat we dit allemaal zo goed mogelijk in kaart moeten brengen maar tegelijkertijd wil ik uw verwachtingen ook wat temperen als het gaat om wat ik u allemaal op korte termijn kan bieden en welke effecten u dan kunt verwachten in de onderzoeken. Dat neemt niet weg dat wij ons best moeten doen om dat zo goed mogelijk in kaart te brengen. Daarom wil ik meteen een positief preadvies geven op de motie van de heer Blom, motie nr. 010.21. Ja, wij gaan kijken hoe we dit allemaal zo goed mogelijk in de cyclus kunnen meenemen en zo goed mogelijk kunnen onderzoeken met alle kanttekeningen die ik daar net bij heb gegeven. Dan de moties van de heer Veldhuyzen. De inzet van klassenassistenten. Laat ik maar meteen zeggen dat klassenassistenten ontzettend belangrijk zijn en dat in onze kansenaanpak het niet voor niets zo is dat ook dat daarvoor kan worden gebruikt. Ik vind het verstandig om ook mee te nemen in het onderzoek welk effect dat heeft, dus ik wil dit graag positief preadviseren. Dat was overigens motie nr. 006.21. Dat geldt helaas niet voor motie nr. 007.21 en motie nr. 008.21. Bij 007.21 gaat het over de correlatie bij leerlingemotivatie met de kansengelijkheidsaanpak. Dit is een ongelooflijk interessant onderwerp. Hierover kun je echt meerdere proefschriften schrijven. 61 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen U heeft daarstraks de nieuwe wethouder De Vries ondervraagt over zijn proefschrift. Ik hoop dat er in de toekomst nog iemand gaat promoveren op dit zeer interessante onderwerp. Maar dit is echt te ingewikkeld en verstrekkend om in makkelijke monitoren mee te nemen. We hebben natuurlijk wel het Kenniscentrum kansenongelijkheid. Misschien is het mooi om het daar in langeretermijnonderzoeken eens mee te nemen, maar tegelijkertijd weten we dat ze ook een eigen raad hebben om dat soort thema’s met elkaar te bespreken. Ze zullen ongetwijfeld volgen wat hier wordt gewisseld. Dus daarover kan ik nu niet positief zijn. Hetzelfde geldt voor motie nr. 008.21, het inzetten van leerwegondersteuningsgelden. Dat is simpelweg om het feit dat het via het samenwerkingsverband gaat. Dus dat is geen geld dat bij ons binnenkomt. Dat gaat via de samenwerkingsverbanden. Wij investeren als een van de weinigen in gemeenten die heel veel doen met ‘high dosage tutoring’, een dure interventie maar die levert zeker wat op. Dus ik ben het met u eens dat het goed is dat we dat doen, maar deze manier van dat financieren is gewoonweg niet mogelijk. Dus dan heeft het ook geen zin dat uit te zoeken. Tot zover. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 27. Kennisnemen van de Luchtvaartnota 2020-2050 Nr. VN-2020-030287 De VOORZITTER: Er zijn bij dit onderwerp geen moties ingediend. Gemeld hebben zich om te spreken de leden Veldhuyzen, Boutkan, Kat en N.T. Bakker. Mevrouw Nadif heeft aangegeven niet meer het woord te hoeven voeren bij dit onderwerp. De heer Veldhuyzen ziet ook af van zijn inbreng. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: We hebben het hierover in de raadscommissie al gehad en ik wil nog benadrukken dat de fractie van de PvdA heel kritisch staat ten opzichte van de Luchtvaartnota. Wij vinden dat we de huidige crisis moeten gebruiken om de komende twee jaar samen met de regio tot hele goede uitvoeringsafspraken te komen op die zogenaamde uitvoeringsagenda. We vragen het college dan ook om specifiek aandacht te besteden aan het thema netwerk kwaliteit. Dat gaat eigenlijk over wat de vluchten naar de verschillende bestemmingen toevoegen aan deze regio en toevoegen aan Nederland. We vinden dat ook essentieel voor de discussie over het aantal vluchten en daarmee dus ook de belasting voor de regio. Het tweede punt dat ik wil aangeven gaat over het belang van goede werkgelegenheid. Dat hebben we hier in de raad al heel vaak besproken. Dat zullen we ook steeds blijven doen. Ik ga er vanuit dat het college dat ook blijft doen en het college heeft daarin afgelopen jaar goede slagen gemaakt. Tot slot ligt er een nieuw advies van de Commissie Van Geel over de participatieronde om Schiphol. Wat we eigenlijk zien is dat bij de huidige structuur van inspraak de belangentegenstellingen te groot zijn. Ik denk dat de kritische brief van de 62 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen bestuurlijke regiegroep Schiphol ook heel goed laat zien hoe groot eigenlijk die afstand is tussen het rijk, de provincie en de gemeenten. Als PvdA vinden we dat best wel zorgelijk. Er worden tien hoofduitgangspunten geformuleerd en die betekenen wat ons betreft een vernieuwing voor meer invloed vanuit de regio dus bewoners en gemeenten samen. We vragen Amsterdam om samen met de buurtgemeenten eensgezind op te trekken maar ook te discussiëren over de footprint van Schiphol op deze regio. De vraag is hoe het college hiertegenover staat. Ik hoop in ieder geval dat Amsterdam dat volop onderschrijft en ook samen met die regio gaat optrekken en dat het college daarmee een bijdrage gaat leveren aan betere zeggenschap. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadif. Mevrouw NADIF: Ik verkeerde in de veronderstelling dat wij geen spreektijd meer hadden. Allereerst wil ik het college en de leden die tijdens de raadscommissie hebben gereageerd op dit rapport bedanken, ook voor de duidelijkheid. Mijn collega de heer Boutkan heeft het al gehad over het rapport Van Geel en de voorstellen als het gaat om inspraak. Ik maak me daarover toch wel zorgen omdat ik merk dat bewonersorganisaties niet blij zijn met de voorstellen die worden gedaan. Ik vraag me af wat de mogelijkheden zijn als gemeente Amsterdam om daarvoor toch suggesties te doen om te bezien hoe we ervoor zorgen als het gaat om zeggenschap, als het gaat om inspraak, als het gaat om geluidsoverlast, luchtverontreiniging en de voorstellen die bewoners willen doen, dat hun stemmen worden gehoord. Ik weet dat het college met een reactie komt op het voorstel van Geel, maar ik wilde dit toch meegeven aan het college dat wij vanuit GroenLinks het echt belangrijk vinden dat juist de bewoners maar ook alle gemeenten apart van elkaar goed worden gehoord. De ene gemeente heeft nu eenmaal niet dezelfde band met Schiphol als de andere gemeente. Dat geldt niet alleen voor de bewonersorganisaties maar ook voor de provincie. Verder is het wel bekend wat ik vind van de Luchtvaartnota die vanuit het kabinet is voorgesteld. Ik wil er nog een keer bij stilstaan dat ik het echt schandalig vind dat het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur niet is overgenomen en dat er maar één zin is opgenomen in het hele rapport. En ik wil nog eens benadrukken dat een onafhankelijke instantie dit als advies geeft, kijk nu uit met die groei, dat is niet de kant die we willen opgaan als het gaat om het versterken van onze economische positie en ons vestigingsklimaat. Het gaat er hier juist om dat wij in Nederland in allerlei dingen investeren. We hebben gezien hoe dat nu gaat met de Noord/Zuidlijn. Daarmee zijn we ook heel blij, Maar laten we nu investeren in duurzame verbindingen met het buitenland en niet in groei van de luchtvaart. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt. Wethouder EVERHARDT: Dank dat ik nog even de kans krijg om een belangrijke nota op dit late tijdstip nog even te bespreken. U weet dat ik over de kwaliteit ook niet erg te spreken ben. U kent de reactie vanuit ons gezamenlijk overleg dus die eensgezindheid zat er al in en blijft er ook in. We gaan heel zorgvuldig kijken naar het advies van de Commissie Van Geel. De titel Schiphol vernieuwd verbinden spreekt inderdaad de wens uit om de bewoners daar heel goed bij te betrekken. Ik hoor dat van GroenLinks en ik zal me daartoe verhouden. U krijgt natuurlijk ook nog de reactie dus dan kunnen we daarover verder gaan spreken. Ik ben het helemaal eens met de PvdA dat we moeten inzetten op die netwerkkwaliteit zeker op dit moment nu er weinig vluchten zijn en wij voor de economie 63 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen een belangrijk onderdeel te pakken hebben. Daar zou Schiphol zich op moeten gaan focussen. Ik hoor dat ook wel terug. Goede werkgelegenheid, helder. U kent de inzet van het college. Ik voel enorm steun en niet alleen bij de PvdA-fractie maar bij de hele raad om dat steeds goed naar voeren te brengen. Dus dat zal ik doen namens het college. Daarbij doe ik recht aan beide fracties maar vooral aan deze belangrijke discussie. We komen hierover zeker verder te spreken met elkaar. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor een minuut. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering. 28. Kennisnemen van twee artikelen uit het NRC ‘Ambtenaren met Marokkaanse wortels voelen zich niet veilig op het werk' en 'OM deelde strafdossier rond radicaliseringsambtenaar met gemeente Amsterdam’ Nr. VN2020-030296 De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. Het woord is gevraagd door de heer Yilmaz, de heer Veldhuyzen en de heer Van Schijndel die geen spreektijd meer heeft. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Eigenlijk zou mijn collega Taimounti het woord voeren op dit dossier maar vanwege omstandigheden is hij er vanavond niet bij. Daarom zal ik het kort proberen te houden. Onveiligheid en discriminatie bij onze eigen ambtelijke organisatie moeten we keihard bestrijden. Daarover zijn we het allemaal eens maar daarvoor is het belangrijk dat we goed schoon schip maken. Ik wil daarom van de burgemeester weten hoe het momenteel staat met de gesprekken met de ambtenaren over onveiligheid en discriminatie sinds de afgelopen bespreking in de raadscommissie. Welke ontwikkelingen zijn er geweest? Ik hoor het graag. In het verlengde van voorgaande kan ik aankondigen dat de fractie van DENK bezig is met een initiatiefvoorstel om het integriteitsbeleid te verbeteren. Daarover ontvangt de raad op korte termijn het voorstel van de fractie van DENK. Ten slotte hebben we zojuist de beantwoording van een aantal vragen ontvangen over deze zaak en die van mevrouw Ait-Taleb. Ik moet daarbij aanmerken dat nog steeds een deel van onze vragen niet is beantwoord. Zo vroeg mijn collega op 27 augustus ’20 of het college eindelijk kan erkennen dat de grijze campagne wel of toch niet heeft bestaan. Het officiële standpunt van het college is namelijk nog steeds dat deze niet heeft bestaan. Het college zei ook, als er iemand voor strafontslag wordt voorgedragen, dan is daarvoor een reden. We vroegen naar de reden, maar ook hierop hebben we nog geen antwoord gekregen. We hebben vragen gesteld over de gevolgen van de zaak Ait-Taleb. Is er met 64 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen deze vlogger gesproken? Zijn er excuses aangeboden? Wat is daarmee gebeurd? En hoe ziet het met de ingehuurde krachten, de sleutelfiguren die ook waren benadeeld? Ik hoop dat we eindelijk antwoord krijgen op deze vragen. Het mag ook schriftelijk maar dan wel op korte termijn anders zullen mijn collega’s het verder opnemen in de raadscommissie. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Het is terecht dat de naam van Saadia Ait-Taleb eindelijk is gezuiverd en dat er een minnelijke regeling is getroffen. Ik wens haar het allerbeste namens de fractie van BIJ1. Hiermee is de zaak echter niet afgerond. Hoe zit het bijvoorbeeld met de meer dan 300 sleutelfiguren die ook zijn besmeurd en verdacht gemaakt in deze zaak? Het gaat om mensen die zich jarenlang voor de stad hebben ingezet en als gevolg van die hele lastercampagne hebben ze hun ervaringen en expertise als sleutelfiguur uit hun cv's gehaald. Hoe is de burgemeester van plan het vertrouwen bij deze sleutelfiguren te herstellen? En is de burgemeester bereid hun excuses aan te bieden? Aansluitend vraag ik me ook af hoe het er nu voor staat met Bureau Integriteit en het onderzoek naar de rol van dit bureau in deze kwestie. Kan de burgemeester hierop een toelichting geven? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik begrijp heel goed uit welke zorg de vragen voortkomen. Laat ik een ding heel duidelijk zeggen. Ambtenaren bij de gemeente Amsterdam behoren in veiligheid hun werk te kunnen doen. Dat beschouw ik als een grote verantwoordelijkheid en met mij de gemeentesecretaris en alle andere ambtenaren. Daarvoor is beleid opgezet en daarover heb ik u bericht. Ten aanzien van mevrouw Saadia Ait-Taleb en de vragen die daarover zijn gesteld, zou ik het volgend willen zeggen. Wij hebben afgesproken dat we ons naar buiten toe houden aan de verklaring die samen is opgesteld. Dat is niet omdat we onnodig geheimzinnig willen doen, maar dat is omdat we ons echt nadrukkelijk op de toekomst willen richten. Dat betekent ook dat ik de vragen die u daarover heeft gesteld, niet verder kan beantwoorden. Het is namelijk zoals u weet, buitengewoon ongebruikelijk om over individuele ambtenaren te spreken in het openbaar. Dat is in dit geval al te veel gebeurd. In dit geval heeft ook de publiciteit die daarvan het gevolg was, meer maar dan ook meer dan genoeg schade berokkend. Ik hoop dat u dat respecteert. Vervolgens stelde u mij nog een groot aantal vragen met zo’n snelheid dat ik ze niet eens allemaal goed kon opschrijven. Ik zou u eigenlijk het volgende willen vragen ook met het oog op het tijdstip. Wij beantwoorden uw vragen per ommegaande in een korte brief en daarmee hoop ik dan afdoende antwoord te hebben gegeven. (De heer YILMAZ: Ik wil eigenlijk vragen op welke termijn we de brief kunnen verwachten. Ik hoop dat dat op korte termijn kan.) Als ik tegen u zeg binnen twee weken, dan denk ik dat u tevreden bent. De VOORZITTER: Ik zie de heer Yilmaz knikken. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. 65 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van deze raadsvergadering. Ik wijs alle leden er nog op dat zij morgen via een koerier een tweetal stembiljetten ontvangen. Een voor de openbare stemming en een voor de geheime stemming over de benoemingen. Er zit ook een hele duidelijke instructie bij hoe u dat stemformulier kunt invullen en wanneer. U moet dat uiterlijk maandag aanstaande voor 14.00 uur bij de griffie hebben ingeleverd in de daarvoor bestemde stembussen, u inmiddels wel bekend. Dat staat allemaal heel duidelijk in de brief die bij het stembiljet zit. Dus morgen ontvangt u die stembiljetten. Rest mij niets anders dan te constateren dat het 23.57 uur is en dat ik deze vergadering ga sluiten. Ik wens u allen nog een prettige avond. We wachten de stembiljetten af, De vergadering is gesloten. 66 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen INDEX 001.21 Motie van de leden Rooderkerk, Blom, Heinhuis, Schreuders en Yilmaz inzake leerlingen koppelen aan studenten voor tegengaan van onderwijsachterstanden…… ….4 002.21 Motie van het lid Ceder inzake de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark, Behoud buitenbad De Mirandabad … nnee eeennereeennereveeneer vennen 003.21 Motie van het lid N.T. Bakker inzake verlevendigen Martin Luther Kingpark met kunstprojecten. nonsense vereer eenseeeevenner ereen eeneer vennen vennenee ÂÔ 004.21 Motie van het lid Yilmaz inzake gastarbeiders opnemen in de Amsterdamse CANON nnee eeeer renners renee re veneee venen eeeneeeeen eener rennen eener eener OÌ 005.21 Motie van het lid Yilmaz inzake platform opzetten om studenten en leerlingen (met een leerachterstand) te koppelen aan elkaar … … nnen eneen nennen OÛ 006.21 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de inzet van de klassenassistent in kansenongelijkheidsbestrijding … … nennen eener reen eeen ÔÎ 008.21 Motie van het lid Veldhuyzen inzake eerder inzetten van leerwegondersteuningsgelden … … … … nnee eener veennvenneeeeeeeeneeneerveern ÔÎ 009.21 Motie van de leden Van Pijpen, La Rose en N.T. Bakker inzake een landelijk steunpakket voor mentale gezondheidsproblemen voortkomend uit de coronacrisis … 4 010.21 Motie van de leden Blom en Veldhuyzen inzake Kansenongelijkheid, Effectiviteit van het onderwijskansenbeleid nnee venen eeenee renee ÔÎ 011.21 Motie van de leden Grooten, El Ksaihi, N.T. Bakker en La Rose inzake het rekenkamerrapport specialistische jeugdhulp, Ontwikkelen van een app voor jeugdhulp 012.21 Motie van de leden Boomsma en De Grave-Verkerk inzake het rapport van de rekenkamer “jeugdhulp in Amsterdam”, Reële budgetten voor de specialistische jeugdhulp … … neee eenenerseeeeeeerenvererenennnerenenneen neee veereeereeenneeen eener vereren OÔ 013.21 Motie van het lid Kreuger inzake kennisnemen van de bestuurlijke reactie op analyse Bureau Integriteit over ontvreemding van gemeenschapsgeld in de G-buurt, Stichting Democratisering G-Buurt had geen subsidie mogen ontvangen … … 56 014.21 Motie van de lid Kreuger inzake actualiteit over de coronacrisis, Geen avondklok 015.21 Motie van de leden Kili en Veldhuyzen inzake aanpassingen van de evenemententerreinen op het Gaasperpark en het Martin Luther King Park … … … 44 016.21 Motie van de leden Kilic, Veldhuyzen en A.L. Bakker inzake geen evenemententerrein op het Noorderpark … nnn ennnennereeen svenn ÂÂ 017.21 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Ceder en Veldhuyzen inzake het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam, Informeren omwonenden … … ….nnnnnenneneeneerevenver svenn eener reenenver vennen veneee renners vennen eenen OÙ 018.21 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Veldhuyzen inzake het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam, Toezicht en handhaving … 52 019.21 Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kilig, Veldhuyzen en Ceder, inzake het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam, Onderzoeken klimaatadaptatie kelders … nnn enereeeen serene ree ren vereen OO 020.21 Motie van de leden De Grave-Verkerk en Boomsma inzake de juiste indicatoren voor de jeugdhulp … … anneer renners eener seeenvere vennen eener venenvers verevenen SÓ 021.21 Motie van de leden Timman en Groen inzake duurzaam cremeren … 55 67 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 20 januari 2021 Raadsnotulen 022.21 Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok … … … 10 022.21 Motie van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok … … … …… 33 VN2020-029669 Kennisnemen van de voortgangsbrief Tegengaan Kansenongelijkheid VN2020-029854 Kennisnemen van de brief schuldenrust in tijden van corona…… …….60 VN2020-030002 Kennisnemen van het onderzoek naar duurzaam cremeren gemeentelijke crematoria De Nieuwe Noorder en De Nieuwe Ooster …… … … 55 VN2020-030008 Vaststellen van het bestemmingsplan Osdorperweg Westrandweg .….48 VN2020-030009 Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer ‘Jeugdhulp in Amsterdam: inkoop specialistische jeugdhulp’ en de aanbevelingen overnemen … ….35 VN2020-030010 Kennisnemen van de voortgangsbrief Amsterdammerschap in het onderwijs … unne enn ereeeeneeeneeenversveneeeeneee eere reeenvervennnnereeeneeeennenver nnee O VN2020-030011 Vaststellen van het gewijzigde Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam … …… neee enerennverennerennseenenerenveereeverveer eenen Of VN2020-030012 Vaststellen van de Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark e.0……… 48 VN2020-030015 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op de risicoanalyse van Bureau Integriteit inzake ontvreemding gemeenschapsmiddelen G-buurt. … … … 56 VN2020-030287 Kennisnemen van de Luchtvaartnota 2020-2050 … …… … 64 VN2020-030295 Kennisnemen van twee artikelen uit het NRC ‘Ambtenaren met Marokkaanse wortels voelen zich niet veilig op het werk' en 'OM deelde strafdossier rond radicaliseringsambtenaar met gemeente Amsterdam’ … … neren. 66 VN2020-030297 Kennisnemen van een artikel uit Het Parool Amsterdam stopt met opvang grote groep ongedocumenteerden…… nnee veen OT. VN2021-000045 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Amsterdam gaat met mes en vork de klimaatcrisis te lijf! van het lid A.L. Bakker en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel … nnee 41 VN2021-000291 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel 'Van buurtwerk naar betaald werk! van het lid Grooten en het voormalige lid De Heer en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel … … … neee AT VN2021-030007 Instemmen met een krediet voor de herinrichting van delen van het Noorderpark … nnen nee eneeeenenneneeeensnseeeeeenennnereeenvenenenneeneeeevenen vennen 68
Raadsnotulen
68
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20 september 2021 Portefeuille(s) Zorg Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim Behandeld door Directie OJZ Onderwerp Verdeling subsidiebudget buurtteamorganisaties Geachte leden, Met deze brief informeer ik u namens het college over de keuze voor de verdeelsystematiek van het stedelijke subsidieplafond over de buurtteamorganisaties en het ingroeipad daarvoor. In 2021 is het plafond nog verdeeld over de buurtteamorganisaties op basis van de werkelijke levering van ondersteuning door MaDi's en Zorgaanbieders per stadsdeel in 2018. In het Uitvoeringsbesluit Buurtteams Amsterdam d.d. 12 maart 2020 van uw raad is besloten het stedelijke subsidieplafond objectief over de buurtteamorganisaties te verdelen met gebruik van de maatstaven die ook voor de Sociale Basis worden gebruikt. Het voordeel van een dergelijke objectieve verdeling is dat het budget zo terecht komt op de plek waar de problematiek verwacht wordt (vraaggericht in plaats van aanbodgericht) en dat onderlinge vergelijking van inzet en behaalde resultaten beter mogelijk wordt. Daardoor kunnen we als gemeente ook beter sturen op de gewenste ontwikkelingen. Vanaf 2022 zetten we een eerste stap richting die objectieve verdeling. Voor de verdeling van het stedelijk subsidiebudget voor de Sociale Basis wordt gebruik gemaakt van de maatstaven voor verdeling van het Sociaal Domein deel van het Gemeentefonds over de Nederlandse gemeenten. In het vitvoeringsdocument is als nadere toelichting bij dit beslispunt opgenomen: “Voor de vertaling naar een objectieve verdeling onderzoeken we in hoeverre de gemeentefonds maatstaven die voor de sociale basis zijn gebruikt een goede indicator zijn voor het beroep op een buurtteam in een bepaald gebied. Daarbij kijken we ook naar de resultaten van de herijking van de verdeling van het gemeentefonds in de Meicirculaire 2020 en welke impact dat heeft op de gehanteerde maatstaven. Op basis daarvan komen we bij de Voorjaarsnota 2021 met een voorstel voor objectieve verdeling en het bijbehorende ingroeipad. Voor 2021 houden we voor de verdeling het historisch gebruik aan.” In deze brief staan de uitkomsten van dit onderzoek en de definitieve keuze voor een verdeelsytematiek. Deze verdeelsystematiek geldt vooralsnog alleen voor het Wmo deel van de subsidie buurtteams Amsterdam. Het subsidiedeel dat betrekking heeft op de uitvoering van Integrale Schuldhulpverlening en Sociaal Raadsliedenwerk kent -in ieder geval voor de eerste twee jaren- een eigen verdeelsystematiek, op basis van te leveren prestaties. Op termijn zal worden bezien of en hoe een gezamenlijke verdeelsystematiek vorm kan krijgen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2021 Pagina 2 van 4 Onderzochte alternatieven Om de effecten van een objectieve verdeling in beeld te brengen zijn onderstaande systematieken nader uitgewerkt: 1) Het huidige gemeentefondsmodel: dit wordt momenteel herijkt en dient als vitgangspunt voor de huidige herverdeling van subsidiemiddelen Sociale Basis over de stadsdelen (69 indicatoren die deels niet meer worden gemonitord en gerapporteerd); 2) Het herziene gemeentefondsmodel: dit treedt naar verwachting per 2023 in werking (6 indicatoren: # inwoners; inkomen; leeftijd; migratieachtergrond; GGZ-gebruik en opleidingsniveau); 3) De kwetsbaarheidsmonitor: een instrument ontwikkeld in Amsterdam om te duiden waar kwetsbare Amsterdammers wonen (6 indicatoren waarbij sprake moet zijn van een lage score op 3 daarvan: inkomen; werk; ouderdom/alleenstaand; ziektekosten; opleidingsniveau; kwetsbare gezinssituatie). ledere verdeelsystematiek laat een relatief hoog bedrag per inwoner zien voor de buurtteams in Noord, Zuidoost en Nieuw West. Dat is conform verwachting, omdat in die stadsdelen de (ingeschatte) problematiek ook het meest aanwezig is. Ten opzichte van de verdeling op basis van historische gegevens (werkelijke zorglevering in fte in 2018) neemt het bedrag per inwoner voor de buurtteamorganisaties in Noord en Zuidoost bij elk van de onderzochte systematieken wel af. Dit is te verklaren vanuit het feit dat de inzet van budget per inwoner in die stadsdelen al relatief hoog was. Keuze verdeelsystematiek Op grond van de volgende argumenten heeft het college gekozen voor een verdeelsystematiek met gebruik van de herijkte maatstaven van het Gemeentefonds: e De maatstaven zijn uit recent, grondig onderzoek naar correlatie tussen populatiekenmerken en uitgaven in het Sociaal Domein voortgekomen en geaccepteerd voor de landelijke verdeling. e Het aantal maatstaven is overzichtelijk en uitlegbaar. e De maatstaven zijn toekomstbestendig, met toepassing hiervan voorkomen we dat de verdeelsystematiek na 2023 weer wijzigt. e De maatstaven zijn volledig objectief, ze worden via het CBS opgehaald en gepubliceerd en jaarlijks geactualiseerd. e De toepassing van de maatstaven leidt tot inzet van budget op de plekken waar de problematiek naar verwachting het grootst is. Relevantie maatstaven Het college heeft geconstateerd dat in de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds twee maatstaven zijn opgenomen die voor de verdeling van het subsidieplafonds binnen de stad Amsterdam weinig tot geen toegevoegde waarde hebben. Het gaat daarbij om de maatstaf “Klantenpotentieel Regionaal” en “Inwoners in de leeftijdscategorie 75+”. Klantenpotentieel regionaal: deze maatstaf wordt in het landelijke model gebruikt om grootstedelijke problematiek te kunnen verwerken in de verdeling. Toepassing binnen Amsterdam werkt nivellerend in plaats van dat het bijdraagt aan de adressering van de opgaven. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2021 Pagina 3 van 4 Inwoners 75+: deze leeftijdscategorie is een indicator voor gebruik van Wmo voorzieningen als Wonen/Rollen/Vervoer, Hulp bij huishouden en Dagbesteding. In het totaal van Ambulante Ondersteuning heeft deze leeftijdscategorie een aandeel van 13,8%. Daarmee past de maatstaf minder goed bij de opgave van de buurtteams om kortdurende, op ontwikkeling gerichte ondersteuning te bieden. Het college heeft besloten deze maatstaven buiten beschouwing te laten en het deel van het plafond dat met deze maatstaven verdeeld zou worden te verdelen met de maatstaven “Inwoners met laag inkomen”; “Inwoners met een migratieachtergrond” en “Inwoners met een lage opleiding”. Samen met de maatstaven “Aantal inwoners”, “Gebruik specialistische GGZ” en een vast bedrag per stadsdeel vormen zij de verdeelsystematiek van het stedelijk subsidieplafond over de stadsdelen. Het college hecht eraan te benadrukken dat Amsterdammers ondersteuning ontvangen die past bij hun individuele zorgvraag en persoonlijke situatie, zonder dat etiketten worden gebruikt als “migratieachtergrond” of “laag opgeleid”. De gebruikte maatstaven zijn kenmerken van de samenstelling van de populatie van een stadsdeel. Uit onderzoek blijkt dat die samenstelling iets zegt over de omvang van de te verwachten vraag in het stadsdeel, waardoor deze bruikbaar is voor de verdeling van het subsidieplafond. Samenstelling verdeelsystematiek cluster Sociale Basis en cluster Wmo-voorzieningen De nieuwe maatstaven voor verdeling van het Sociaal Domein deel van het Gemeentefonds kennen twee clusters die voor deze exercitie relevant zijn: 1. Hetcluster Sociale Basis wordt voor 75% verdeeld op basis van het inwoneraantal en voor het restant door de maatstaven migratieachtergrond en GGZ-gebruik. 2. Het cluster Wmo voorzieningen bevat naast deze maatstaven meer kenmerken, te weten opleidingsniveau, leeftijd en inkomen. Het budget voor de buurtteams is een samensmelting van taken die in de gemeentefondssystematiek verdeeld worden met de maatstaven voor het cluster Sociale Basis (bijv. Informatie en Advies, voormalig maatschappelijk werk) en taken die verdeeld worden met de maatstaven voor het cluster Wmo voorzieningen (bijv. Ambulante Ondersteuning). De verhouding hiertussen is ongeveer 30% maatstaven Sociale Basis en 70% maatstaven Wmo voorzieningen. Deze verdeling vertalen we door naar de verdeling van het subsidieplafond, waardoor een gewogen en evenwichtige verdeling ontstaat. Ingroeipad De oorspronkelijke gedachte over invoering van de verdeelsystematiek in het vitvoeringsbesluit sloot aan bij de duur van het ingroeipad van de herverdeling Sociale Basis en besloeg een termijn van 4 jaar, gerekend vanaf het eerste jaar van volledig functioneren van de buurtteams: 2022. Daarmee zou in 2025 de herverdeling volledig ingevoerd zijn. Inmiddels is de startdatum en fasering van de buurtteams gewijzigd. De buurtteams zijn op 1 april 2021 gestart en de overdracht van cliënten vindt plaats tot 1 april 2022. Daarmee is de opbouw en ingroei van het subsidiebudget ook gewijzigd. Het totale subsidiebudget is namelijk pas Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2021 Pagina 4 van 4 beschikbaar vanaf het moment dat de overdracht van cliënten vit de Ambulante Ondersteuning is afgerond. Het eerste jaar dat het volledige budget wordt verdeeld over de buurtteamorganisaties is daarom 2023. De buurtteamorganisaties groeien dus zowel in 2021 als in 2022 naar hun volledige capaciteit. Een verdeling met gebruik van de herijkte, relevante maatstaven uit het nieuwe gemeentefondsmodel maakt het mogelijk om een ingroeipad van 2 jaar te realiseren. Er resteert na toepassing van de verdeelsystematiek en de maximering van de afwijkingen een herverdeelsaldo. Dit saldo ontstaat doordat de (gemaximeerde) afname van budget bij krimpende buurtteamorganisaties groter is dan de (gemaximeerde) toename bij groeiende buurtteamorganisaties. Als dit herverdeelsaldo wordt ingezet om de afname bij de meest krimpende buurtteamorganisatie te compenseren, dan wordt dit beperkt tot 5%. Daarmee blijft de gemeente bij een ingroeipad van 2 jaar binnen de gemaximeerde afwijking van 2,5% per jaar. Er zijn dan wel buurtteamorganisaties die meer dan 2,5% per jaar groeien, maar die ondervinden daarvan geen nadeel. Monitoring De gekozen verdeelsystematiek komt voort uit gedegen landelijk onderzoek naar de samenhang tussen uitgaven van gemeenten op de onderdelen van het Sociaal Domein en kenmerken van hun inwoners. De verwachting is dat met de toepassing van deze systematiek het stedelijk plafond zodanig wordt verdeeld, dat het recht doet aan de te verwachten vraag in de afzonderlijke stadsdelen. We monitoren of dat in de praktijk ook blijkt, door met de buurtteamorganisaties één- op-één én gezamenlijk in gesprek te gaan over de ontwikkeling van de vraag en instroom van Amsterdammers en de specifieke kenmerken van de instroom. Op die manier kunnen we een gedeeld beeld opbouwen van de juistheid en volledigheid van de gehanteerde maatstaven en - indien nodig- gepaste actie ondernemen. Het eerste gezamenlijke gesprek hierover voeren we in de eerste helft van 2022. Vervolg Het college verwerkt de gekozen verdeling in de publicatie van de jaarlijkse subsidieplafonds, op basis waarvan de buurtteamorganisaties hun jaarplannen opstellen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, gi Simone Kukenheim Wethouder Zorg, Jeugd{zorg), Beroepsonderwijs en Sport Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1638 Publicatiedatum 9 december 2016 Ingekomen onder w Ingekomen op woensdag 30 november 2016 Behandeld op woensdag 30 november 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Boldewijn inzake het concept-vervoerplan GVB 2018 (stadspashouders gebruikmaken van streekvervoer). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het concept-vervoerplan GVB 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1600). Overwegende dat: — _stadspashouders die een GVB-kaart ontvangen, geen toegang hebben tot het openbaar vervoer in die wijken waar alleen streekvervoer beschikbaar is; — deze groep hierdoor in hun rechten wordt beknot; — ereen oplossing gevonden moet worden voor dit probleem. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij het GVB en andere vervoerders op aan te dringen samen (voordat de nieuwe dienstregeling ingaat) tot een oplossing te komen zodat stadspashouders ook gebruik kunnen maken van het streekvervoer in Amsterdam. Het lid van de gemeenteraad H.B. Boldewijn 1
Motie
1
discard
Stagepact MBO 2023 - 2027 _ 1 BEROEPSVERENIGING Î BSPLEIDERS 7 AP NRTO VNO NCW | meo | E-MBO MBO Raad _ sinsctsadvorannoeonedn ee Nederland Jongeren Organisatie Beroepsvereniging MBO Raad Nederlandse Raad voor VNO-NCW MKB-Nederland Beroepsonderwijs (JOB Opleiders MBO (BVMBO) Training en Opleiding MBO) (NRTO) Onderwij Jongeren VN G beroepsonderwijs ro bedrijfsleven DE 014 3 AU gt Vereniging Nederlands Samenwerkingsorganisatie CNV Onderwijs CNV Jongeren Federatie Nederlandse Gemeenten (VNG) Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Vakbeweging (FNV) (SBB) éU N ITED AG b FO, regle Zaken en Venen Onderwijs, Cultuur en Onderwijsvakorganisaties FNV Young & United Algemene Onderwijsbond Federatie van Ministerie van Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs (AOb) Onderwijsvakorganisaties (FvOv) Werkgelegenheid (SZW) Cultuur en Wetenschap (OCW) ® ® | n | e I d I ng Bovenop de afspraken die we al hebben gemaakt over stages, bijvoorbeeld in een beroepspraktijkvorming (bpv) Leren in de praktijk is een onmisbaar onderdeel van alle protocol, cao of servicedocument, committeren we ons aan mbo-opleidingen.’ Tijdens de praktijk ontwikkelen de afspraken uit dit stagepact. We verwerken deze in de studenten vaardigheden en motivatie om na het halen documenten, afspraken en werkwijzen die we al hebben. van een diploma aan de slag te gaan. Het leren in de praktijk is een ontdekkingstocht, zowel voor zij-instro- Samenwerking mers als voor jongeren die meteen doorstromen na de Dit stagepact heeft ambitieuze doelen die geen enkele middelbare school. Via een stage of leerbaan maken ze partner alleen kan realiseren. Nauwe samenwerking en kennis met een nieuw werkveld en een nieuwe rol, een bijdrage van alle partners, ook regionaal en sectoraal, waarbij ze onder begeleiding nieuwe ervaringen opdoen is nodig. Het stagepact is daarvoor een belangrijke stap, en hun professionele identiteit ontwikkelen. want door het ondertekenen ervan committeren wij ons om de regionale en sectorale achterban te informeren en Wij, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB MBO), te mobiliseren. Bekostigde mbo-scholen nemen initiatief Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO), de MBO Raad, de om met interne en externe stakeholders regionale Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO), VNO-NCW afspraken te maken over interventies, beleid en maatre- MKB-Nederland, Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG), gelen om de ambities uit het stagepact te realiseren Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), CNV Onderwijs en CNV Jongeren, Federatie Nederlandse Monitoring en bijsturing Vakbeweging (FNV) en FNV Young & United, Algemene Elk thema in het stagepact wordt uitgewerkt met doelstel - Onderwijsbond (AOb), Federatie van Onderwijsvakorganisaties lingen, concrete maatregelen en indicatoren die we (FvOv), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezamenlijk zullen monitoren. We vinden het namelijk (SZW) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belangrijk om te weten of we doen wat we toegezegd (OCW), zetten ons ervoor in dat alle studenten een stage of hebben, of het leidt tot een verandering in gedrag en of leerbaan krijgen met uitstekende begeleiding en rand- we onze doelstellingen behalen. We willen leren over het voorwaarden, waaronder een passende vergoeding voor effect van beleid en acties uit het stagepact om de stages de stage. We hechten aan gelijke behandeling van alle te verbeteren voor mbo-studenten. Daarvoor is nodig om studenten bij het toekennen van stageplaatsen en inzichtelijk te maken waar we staan, uitvoering van acties leerbanen en zorgen ervoor dat studenten zich welkom te monitoren en waar nodig bij te sturen. voelen en gelijk behandeld worden bij hun leerbedrijf en binnen de branche. Stagediscriminatie? is onacceptabel. We sluiten zoveel mogelijk aan bij bestaande indicatoren. Met dit stagepact maken we daar afspraken voor en We doen een nulmeting in 2023 waarbij we de huidige committeren we ons om concreet bij te dragen aan deze stand op de doelstellingen en indicatoren vaststellen of gezamenlijke ambities. We handelen per direct in de geest gezamenlijk nieuwe (kwantificeerbare) doelstellingen van het pact. vaststellen. OCW neemt het voortouw voor gezamenlijke monitoring en zorgt voor betrokkenheid van studenten. Het stagepact richt zich op vier thema’s: De eerste twee jaar van het stagepact wordt het effect van *_ Verbeteren van stagebegeleiding de maatregelen onderzocht en gemonitord. Als na twee + _ Uitbannen van stagediscriminatie jaar blijkt dat er geen positieve beweging op gang komt, * Realiseren van voldoende stageplaatsen dan worden de maatregelen heroverwogen, waarbij de * Bieden van een passende vergoeding stap naar wet- en regelgeving niet wordt uitgesloten. In 2027 maken we gezamenlijk de balans op en herijken we het stagepact met alle ondertekenaars. 1 Inhet stagepact bedoelen we alle vormen van beroepspraktijkvorming zowel in het bekostigd als niet-bekostigd mbo, tenzij specifiek vermeld dat het anders is. 2 Stagediscriminatie is (een) student(en) anders behandelen, achterstel- len of uitsluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken. Discriminatie op de volgende gronden is wettelijk niet toegestaan: godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, OO seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap of chronische ziekte 3 _Mbo-scholen betrekken gemeenten en antidiscriminatievoorzieningen en/of leeftijd. (ADV's) bij de planvorming voor de aanpak van stagediscriminatie. -2- vertegenwoordigers van school en leerbedrijf elkaar Ve rb ete re n Va n beter leren kennen. Dit persoonlijke contact zorgt e ge ervoor dat ‘lastige’ gesprekken tussen leerbedrijf en sta ge bege | e Í d I ng school, bijvoorbeeld over stagediscriminatie, eerder en beter gevoerd kunnen worden. Doel 1: Het aantal studenten dat tevreden is ° Deze afspraken worden conform het BPV-protocol in over de begeleiding tijdens de stage vanuit de de praktijkovereenkomst vastgelegd. Op deze manier school en vanuit het leerbedrijf stijgt. landt de afspraak in het stagebeleid van iedere * Stagebegeleiding door de school is net zo belangrijk als mbo-school en is het een duidelijke afspraak voor de stagebegeleiding door het leerbedrijf. Docenten, student en leerbedrijf in hun praktijkovereenkomst. beroepspraktijkvormingsbegeleiders, en -coördinato- * Ook leerbedrijven zetten zich in om de begeleiding van ren en andere onderwijsprofessionals hebben een studenten te verbeteren. Het leerbedrijf neemt deel belangrijke rol in het begeleiden van studenten voor, aan drie contactmomenten met de school en de tijdens en na hun stage. Mbo-scholen zetten zich in om stagiair over de stage. Het regelt samen met de school hun stagebeleid en de uitvoering ervan verder te een contactmoment bij het leerbedrijf zelf. professionaliseren, met als doel dat alle studenten zich * SBB verbetert de basisondersteuning aan (beginnende) bij de voorbereiding op, en tijdens de stage, goed praktijkopleiders. SBB, scholen en werkgevers brengen geïnformeerd, gezien en gesteund voelen. En alle in kaart welke mogelijkheden er nu al zijn bij SBB, in de stagebegeleiders bij mbo-scholen kunnen passend markt en bij branches/opleidings- en ontwikkelings- adequaat handelen voor het volgende: fondsen en waarom ze wel of niet worden gebruikt. — warme overdracht tussen student en leerbedrijf bij Waar nodig en mogelijk breidt SBB de ondersteuning studenten met een extra hulpbehoefte; aan praktijkopleiders uit en wijst ze leerbedrijven op de — begeleiding op maat aan studenten met een extra opleidingsmogelijkheden die de andere partijen ondersteuningsbehoefte; bieden. SBB sluit hiervoor aan bij de wensen van — inzet op preventie en optreden bij praktijkopleiders, zodat we praktijkopleiders zo goed stagediscriminatie; mogelijk ondersteunen. — optreden bij (vermoeden van) oneigenlijke inzet van * _Loopbaanoriëntatie en —-(studie)begeleiding (LOB) helpt stagiairs als werknemers. mbo-studenten om de juiste studiekeuze te maken en * _ Voor optimale begeleiding van de student tijdens de zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. De inzet op stageperiode is goed contact nodig tussen het leerbe- LOB is daarom onderdeel van de werkagenda MBO. drijf, de begeleider vanuit de school en de student. Persoonlijk contact zorgt ervoor zorgt dat studenten hun e begeleiding beter waarderen en dat werkgevers een U Itba n n e n Va n sta ge = duidelijk contact en aanspreekpunt hebben op school. . . . . Om die reden is het uitgangspunt dat er per stage in d l SCFI m l nati e ieder geval drie contactmomenten tussen school, student en leerbedrijf zijn, waarvan tenminste een fysiek Doel 2: Stagediscriminatie in het mbo daalt. op locatie van het leerbedrijf. Bij de overige twee We bouwen kennis op over het (herkennen, contactmomenten kunnen school, student en leerbedrijf voorkomen en aanpakken van discriminatie. onderling besluiten op welke wijze contact wenselijk is. * _ Onderwijsprofessionals erkennen stagediscriminatie * Er zijn uitzonderlijke situaties denkbaar waarbij drie als probleem, kennen en gebruiken effectieve interven- contactmomenten of fysieke contactmomenten niet ties en voelen zich gesteund door het bestuur van de mogelijk of wenselijk zijn. In die gevallen kunnen onderwijsinstelling. scholen hier van afwijken. We vertrouwen op de *_ Leerbedrijven werken actief aan het voorkomen van professionele afweging van de school om hierin in het stagediscriminatie en het creëren van een sociaal belang van de student het juiste besluit te nemen en veilige werkomgeving. dit alleen bij uitzondering toe te passen. * SBB helpt leerbedrijven daarbij en handelt richting *_ Bijkomend voordeel van minimaal drie contactmo- leerbedrijven bij discriminatie. menten tussen school, leerbedrijf en student is dat *_ Studenten weten waar ze terecht kunnen op school TT bij stagediscriminatie en voelen zich meer gesteund q Indicator JOB monitor. door school. -$- Het is tijd voor een grote en zichtbare stap vooruit tegen werving en selectie? en aanscherping van het erkennings- stagediscriminatie. Het voorkomen en tegengaan van reglement van SBB (zie hieronder) de sociale norm dat stagediscriminatie en het zorgen voor een inclusieve discriminatie verboden en onwenselijk is en dat leerbe- werkomgeving, wordt onderdeel van het reguliere drijven beleid moeten hebben voor een sociaal veilige werkproces van overheid, leerbedrijven en scholen. De leeromgeving en om gelijke kansen op stages te creëren. ondertekenaars zetten zich met het stagepact in om * We stimuleren en organiseren kennisuitwisseling discriminatie en vooroordelen tegen te gaan. Studenten tussen scholen, leerbedrijven en brancheverenigingen. merken met dit stagepact het verschil. Het uitbannen van stagediscriminatie omvat drie pijlers5: 2. Het stelsel inrichten om stagediscriminatie te 1. Sociale normstelling voorkomen en tegen te gaan 2. Het stelsel inrichten om stagediscriminatie te voorko- *_ ledere student heeft recht op een veilige eerste men en tegen te gaan kennismaking met de arbeidsmarkt. Stagediscriminatie 3. Aanpakken van stagediscriminatie is onacceptabel. We bundelen onze krachten en gaan De drie pijlers worden tegelijk opgepakt, omdat de stagediscriminatie samen uitbannen. We schuwen maatregelen erbinnen elkaar versterken en in samenhang ongemakkelijke maatregelen niet. Voorop staat wat moeten worden gezien. daadwerkelijk kan werken. *_Op verschillende plekken doen scholen en bedrijven nu 1. Sociale normstelling al ervaring op met het objectief matchen en plaatsen + _ Discriminatie is verboden in Nederland en is nooit de van studenten bij een stageplek. Uit onderzoek van KIS fout van de student. De wortel van het probleem ligt blijkt dat dit een kansrijke maatregel is om stagediscri- bij machtsverschillen en (onbewuste) vooroordelen in minatie te voorkomen? Stagematching zorgt ervoor de maatschappij. We willen niet dat jongeren te maken dat studenten niet worden geconfronteerd met krijgen met sociaal onveilige situaties op de plekken uitsluiting bij de zoektocht naar een stage. waar zij leren en zich professioneel ontwikkelen. *_ Dit nieuwe, kansrijke instrument voegen we daarom toe * We gaan actief stagediscriminatie tegen en zorgen voor aan onze gezamenlijke aanpak van stagediscriminatie. een veilige leer- en werksfeer. We zien allen het belang Stagematching is een onderdeel van het totale pakket van diversiteit en inclusie binnen onze organisaties. We dat we in het stagepact afspreken om stagediscriminatie dragen dit uit binnen onze organisaties en richting onze te voorkomen en de kwaliteit van stages te verbeteren. achterban. We erkennen dat het stellen van deze sociale * De invoering is een gezamenlijk leerproces. Dit vraagt norm bijdraagt aan het voorkomen van discriminatie. De van alle partners substantieel extra inzet. top van de organisatie heeft daar een belangrijke rol in. Stagematching vraagt een andere werkwijze van * We hebben als ondertekenaars van het pact een onderwijsteams en van leerbedrijven. We kiezen voor voorbeeldfunctie. Met ons gedrag in onze organisaties een ambitieuze en realistische implementatiestrategie, en onze manier van handelen bij het werven, selecteren, waarbij we verschillende varianten beproeven. Dit begeleiden en beoordelen van studenten rondom hun vraagt om een programmatische aanpak, waarin alle stage, laten we zien dat we ons committeren aan een partijen een zichtbare rol hebben. eerlijke en (sociaal) veilige behandeling van studenten. * We volgen of de maatregel werkt en sturen waar nodig * _ Als overheid, bedrijfsleven, scholen en studenten bij. We kijken daarbij naar de uitvoering van de kunnen we elkaar aanspreken op onze inzet en onze maatregel, en naar de werkzaamheid van de maatregel voorbeeldfunctie. Dat doen we ook om gezamenlijk te als zodanig binnen het totale pakket aan maatregelen. leren, zodat we de stagemarkt echt verbeteren en Het doel is dat alle studenten een veilige eerste zorgen voor minder stagediscriminatie. kennismaking met de arbeidsmarkt hebben. We volgen » _Westellen met het wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij samen de realisatie van deze ambitie en spreken elkaar aan op onze inzet. * We starten met een substantiële stap. De beweging Oe start daarom vanaf het begin op iedere school. We 5 We maken ook gebruik van bestaande maatregelen uit onder andere het actieplan arbeidsmarktdiscriminatie en de werkagenda VIA (TK OO 29544, nr. 1119 Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2022-2025: 7 TK 35673, nr. 2 Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Nog Gelijkwaardige kansen voor iedereen). in behandeling in het parlement. 6 MBO-Stagediscriminatie voorkomen en aanpakken: wat kan werken? 8 KIS (2021). MBO-stagediscriminatie voorkomen en aanpakken: (p. 16) KIS, 2021. wat kan werken? -4- starten met een kopgroep van bedrijven en onderwijs- Sectoren kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. teams die dit mogelijk maakt en hebben de ambitie om deze groep steeds verder uit te breiden. MKB * _Stagebegeleiders vertellen de student vooraf en tijdens Nederland en VNO-NCW roepen leerbedrijven op om de stage hoe de student stagediscriminatie kan voortvarend deel te gaan nemen. herkennen, op school kan melden en hoe de school * We kiezen voor eerstejaars bol-studenten omdat dit ermee omgaat. Ook blijft de begeleider vanuit school (meestal) jonge studenten zijn die voor het eerst in gesprek met de student om te monitoren hoe het kennismaken met de arbeidsmarkt. Voor hen hebben gaat op de stageplek. we een extra verantwoordelijkheid om die start *_ Scholen informeren onderwijsprofessionals over hoe ze succesvol te maken. kunnen escaleren wanneer een student bij hen komt * Matching gebeurt binnen alle varianten die we beproe- met een casus. Stagebegeleiders op school professiona- ven op basis van de leerwens en competenties van de liseren verder (zie ook het thema ‘verbeteren stagebege- student en op basis van wat het leerbedrijf kan bieden. leiding’) en bouwen expertise op om stagediscriminatie Er wordt niet gematcht op basis van de persoonlijkheid te kunnen (herkennen, voorkomen en aanpakken. of persoonlijke kenmerken van de student. Het bedrijf Daardoor voelen ze zich bekwaam om het ‘lastige voert bij gematchte studenten geen ‘klikgesprek’, gesprek’ te voeren met studenten en leerbedrijven. * Voor het slagen van de maatregel is het belangrijk dat er »__ Stagebegeleiders bespreken de visie van de school op het een goede samenwerking is tussen SBB, school, voorkomen van stagediscriminatie met leerbedrijven. Ze stagebedrijf en student. Een belangrijke randvoorwaar- spreken leerbedrijven aan bij signalen van studenten. de is dat scholen hun studenten en hun stagebedrijven * _ Elke mbo-school heeft een laagdrempelig meldpunt goed kennen en dat de scholen de deelnemende waar studenten stagediscriminatie en oneigenlijke inzet bedrijven (uit de kopgroep) weten te vinden. Studenten van stagiairs kunnen melden, ondersteuning en nazorg krijgen begeleiding bij het opstellen van hun leerwens krijgen, bijvoorbeeld de toegankelijke klachtenfaciliteit.> en worden door de school goed voorbereid op de stage. * _ Alle mbo-scholen stimuleren studenten om stagedis- *_ Studenten kunnen altijd zelf een stageplek zoeken, ook criminatie en oneigenlijk gebruik van stagiairs te in het eerste jaar. Studenten die zelf een stageplek willen melden. Studenten krijgen bij melding altijd mogelijk- zoeken stemmen dit af met de school. Bedrijven zijn en heid tot een vervangende stage.” Scholen zorgen blijven verantwoordelijk voor wie er op hun werkvloer ervoor dat studenten weten waar ze stagediscriminatie rondlopen. Bedrijven en studenten kunnen altijd op school kunnen melden, welke stappen de onderwijs- onderbouwd bij de school aangeven als de gematchte professional onderneemt en dat studenten mogelijkheid stageplek volgens hen niet passend is. De school komt in hebben tot een vervangende stage zonder dat ze studie- dat geval samen met de student tot een oplossing. vertraging oplopen, bijvoorbeeld via een routekaart. * We besteden in de mid-term evaluatie van de werk- *_ Scholen zorgen er ook voor dat studenten weten waar ze agenda MBO en het stagepact in 2025 speciaal aan- buiten de school stagediscriminatie kunnen melden, als dacht aan stagematching. We monitoren en optimali- ze zich niet veilig genoeg voelen om dat op school te seren de effectiviteit van de maatregel. Ook het doen. Studenten kunnen buiten de school melden bij een initiatief van het bedrijfsleven rond open hiring is veel regionaal anti-discriminatievoorziening die de student belovend voor een toegankelijke arbeidsmarkt en vervolgens kan bijstaan.” Scholen informeren studenten volgen we met veel belangstelling. dat ze ook bij de Vertrouwensinspecteur van de Inspectie * De mid-term evaluatie geeft ons eerste inzichten of het instrument werkt, niet werkt of in bepaalde gevallen werkt. Op basis van deze informatie kunnen we 9 Mbo-scholen kunnen het meldpunt koppelen aan de toegankelijke bijsturen. Op de uitvoering van de maatregel, of op de faciliteit die elke mbo-instelling met de invoering van de Wet verbetering rechtsbescherming mbo-studenten (1 augustus 2023) moet hebben maatregel als zodanig binnen het totale pakket. De om studenten met klachten en bezwaren door te verwijzen naar de veilige kennismaking met de arbeidsmarkt voor alle juiste commissie. Naast deze verwijzende functie kan de toegankelijke audenten staat voorop niet deinswumentendiedaar AU Ne aan bij moeten dragen. bieden indien het bevoegd gezag en SBB vaststellen dat de beroeps- *_ Het bedrijfsleven spant zich in om stagediscriminatie praktijkvorming niet naar behoren zal kunnen plaats vinden (artikel als permanent thema in de bedrijfsvoering en het 7.2.9, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs). . . 1 Daarnaast kunnen studenten stagediscriminatie melden bij het College HR-beleid in te bedden. Dit doen ze onder andere door voor de Rechten van de Mens en de politie. Een antidiscriminatie- goede voorlichting en het delen van best practices. bureau kan een student bijstaan bij melding bij deze organisaties. „5D - van het Onderwijs om advies kunnen vragen. 3. Aanpakken van discriminatie * SBB is verantwoordelijk voor het bevorderen van de * We vinden opvolging van meldingen van discriminatie kwaliteit van leerbedrijven. Een (sociaal) veilige essentieel voor het vertrouwen van studenten in leeromgeving, vrij van stagediscriminatie, is daar een onderwijs en arbeidsmarkt en zorgen voor opvolging belangrijk onderdeel van. We scherpen het erkennings- van alle meldingen? reglement aan, door bij de voorwaarde dat ‘voor iedere *_ Studenten melden signalen van discriminatie in eerste student een relevante leerplaats in sociaal veilige instantie op school. Scholen ontwikkelen een regionale omstandigheden beschikbaar is’ te expliciteren en te werkwijze voor het opvolgen van meldingen, steun en benoemen dat de leerplaats gevrijwaard dient te zijn nazorg voor de student en het aanpakken van discrimi- van omstandigheden waardoor de persoonlijke natie. Scholen maken hierbij gebruik van de inzichten belangen van de student kunnen worden geschaad, uit het onderzoek van KIS naar het studentenperspec- waaronder omstandigheden waarbij sprake is van tief bij het melden van stagediscriminatie.* discriminatie maar ook ander ongewenst gedrag zoals * Naar aanleiding van de melding vindt in de driehoek van o.a. (seksuele) intimidatie, agressie en pesten. student, leerbedrijf, school het gesprek plaats.5 Indien *_ Als onderdeel van de erkenningsvoorwaarden het gesprek hier aanleiding toe geeft, meldt de school bespreekt SBB met het leerbedrijf hoe men gelijke stagediscriminatie en/of een (sociaal) onveilige omge- kansen bij werving en selectie vormgeeft en discrimi- ving voor studenten bij het klachtenloket van SBB, SBB natie en ander ongewenst gedrag op de werkvloer doet onderzoek, waarbij de erkenning gedurende het voorkomt. Het leerbedrijf wordt ook gewezen op onderzoek kan worden geschorst en in samenwerking wet- en regelgeving zoals arbowetgeving en het met de school of scholen voor ook eventuele andere wetsvoorstel Toezicht Gelijke Kansen bij Werving en stagiairs bij het leerbedrijf een alternatieve stageplek Selectie van SZW, waarbij de Nederlandse arbeidsin- kan worden geregeld. Op basis van de uitkomsten van spectie de toezichthoudende rol heeft. het onderzoek (waarop ook hoor en wederhoor zal * __Praktijkbegeleiders bij leerbedrijven worden geëqui- worden gepleegd) kan SBB vervolgens besluiten tot peerd op inclusief werkgeverschap, zodat ze discrimi- intrekking van de erkenning. SBB bouwt hiertoe de natie kunnen (herkennen, voorkomen en aanpakken. benodigde expertise op. SBB geeft duidelijkheid en Leerbedrijven werven en selecteren stagiairs op een inzicht in de klachtenprocedure voor stagediscriminatie eerlijke manier en creëren een veilige sfeer op de zodat alle partijen weten wat SBB kan doen. werkvloer. SBB biedt alle leerbedrijven de mogelijkheid * _OCW, SZW, SBB en toezichthoudende instanties, om zich daarvoor verder te ontwikkelen. SBB bouwt waaronder de Nederlandse Arbeidsinspectie en Inspectie hiertoe expertise op over de eisen die volgen uit het van het Onderwijs gaan met elkaar in gesprek over het wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en delen van signalen en besluiten over stagediscriminatie. selectie, over stagediscriminatie en over effectieve *__Mbo-scholen registreren alle meldingen en signalen interventies. SBB gebruikt daarbij kennis en expertise van studenten over erkende leerbedrijven en geven van andere organisaties. Adviseurs van SBB spreken deze door aan SBB. Ook wanneer geen actie van SBB leerbedrijven aan bij signalen van discriminatie (zie ook wordt gevraagd. SBB registreert alle meldingen en ‘Aanpakken van discriminatie’). * We gebruiken en ontwikkelen kennis en expertise over _ het tegengaan van stagediscriminatie. OCW faciliteert 12 Ongelijke kansen op de stagemarkt: Onderzoek naar objectief vast- , . . . gestelde en ervaren stagediscriminatie in het mbo in Utrecht (p. 8). het beschikbaar maken van deze kennis en expertise via Verwey-Jonker Instituut, 202 een landelijk punt voor ondersteuning van mbo-scho- 13 De school kan hulp vragen aan het landelijk punt voor ondersteu- len, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van een route- ning van mbo-scholen, of aan het regionaal antidiscriminatiebureau kaart of escalatieladder. Organisaties met specialistische afhankelijk van de regionale afspraken, direct escaleren naar SBB, | 0 8 Nl | pEclalsu aangifte doen bij de politie of de zaak voorleggen aan het College voor expertise op het gebied van bijvoorbeeld LGBTQIA+- de Rechten van de Mens, als de student het daarmee eens is. studenten of bijvoorbeeld studenten met een onder- 1q Onderzoek wordt begin 2023 afgerond. De resultaten worden vervol- steuningsbehoefte, worden aangesloten zodat zij deze gens openbaar gemaakt op de websitevan KS. — . , ‚ 15 De school kijkt hierbij altijd of een gesprek in de driehoek van student, specifieke kennis en expertise kunnen delen. leerbedrijf en school veilig is voor de student. Als de student zich niet veilig voelt om bij het gesprek aanwezig te zijn, voert de school met het leerbedrijf een gesprek naar aanleiding van de melding. 16 Voor het doorzetten van meldingen wordt toestemming van de student gevraagd. Signalen worden geanonimiseerd zodat ze niet herleidbaar zijn naar de student. -6- rapporteert hierover jaarlijks geanonimiseerd aan subsidieregeling praktijkleren en streven er naar het OCW, de SBB studentenkamer en aan de branches. SBB maximale bedrag van €2700,- per praktijkleerplaats uit te gebruikt die informatie om zicht te houden op de kunnen keren. OCW verkent daarom of de hoogte van de kwaliteit van leerbedrijven en bij het ondersteunen van subsidie praktijkleren beter afgestemd kan worden op het leerbedrijven om stagediscriminatie te voorkomen en aantal verwachtte bbl-studenten. tegen te gaan. * We erkennen dat een stagiair verschilt van een regulie- re werknemer. In de bpv werken bol en bbl studenten e niet alleen, maar leren zij ook. Het leerbedrijf zorgt dat Rea | se re n Va n vol = er voldoende ruimte is om te leren tijdens de stage en dat het bedrijf niet afhankelijk is van de inzet van d oe n d e sta ge D | d atse n stagiairs zoals van een werknemer. * We zorgen voor goede voorlichting voor bedrijven en Doel 3: Het aantal stagetekorten daalt. studenten over de regels en afspraken rondom * Het is van groot belang dat er voor iedere student een beroepspraktijkvorming (bpv) en over hoe meldingen stageplaats is. De stage is een essentieel onderdeel van van oneigenlijk gebruik van stagiairs en stagediscrimi- de opleiding, waar studenten in de praktijk leren en natie kunnen worden gemeld. Daardoor zijn de rechten vaardigheden opdoen voor de arbeidsmarkt. Zonder en plichten ook voor studenten helder. Het BPV- stage kunnen studenten hun opleiding niet afronden. protocol en afspraken zoals die zijn vastgelegd in de * Werkgevers en SBB spannen zich samen in om te BPVO zijn daarbij het uitgangspunt. zorgen voor voldoende kwalitatief goede en toeganke- * _ Zoals in de werkagenda afgesproken starten we een lijke stageplaatsen en leerbanen. bbl-offensief. Onder andere door in het regionaal * Binnen de werkwijze ‘Kansrijk opleiden’ zorgen scholen mobiliteitsteam (RMT) aandacht te vragen voor en bedrijfsleven er gezamenlijk voor dat de student scholing van werkenden en werkzoekenden via de bbl, een kansrijke opleiding geboden wordt. MBO-certificaten en praktijkverklaringen. * Het is cruciaal dat het aanbod op Stagemarkt en Leerbanenmarkt actueel is. Bedrijfsleven en SBB e hebben hier de verantwoordelijkheid voor. SBB geeft B I ed e n Va n ee n structureel opvolging aan het actieplan stages en e leerbanen, waarbij geleerd wordt van de ervaringen pa sse n d e ve rgoed I ng met het actieplan tot nu toe. SBB brengt vraag en aanbod naar stages en leerbanen Doel q: Elke student krijgt een passende ver- in beeld. Branches, werkgevers en SBB delen goede goeding voor de stage. Die bestaat minimaal voorbeelden over hoe knelpunten in de beschikbaar- uit een vergoeding die alle onkosten omvat. heid van stageplaatsen zijn opgelost. Daarbovenop staan in elke cao afspraken’? “OCW ondersteunt bedrijven met de Subsidieregeling over een passende stagevergoeding. praktijkleren bij het begeleiden van studenten bij bbl-leer- * We vinden het belangrijk dat studenten een passende banen. De regeling wordt momenteel geëvalueerd. Het is vergoeding krijgen en geen extra onkosten hoeven te wettelijk vereist dit iedere vijf jaar te doen. Inzichten uit de maken voor hun stage. evaluatie worden gebruikt om te beoordelen of de * We zorgen er daarom voor dat alle studenten in 2023 subsidieregeling in de huidige vorm kan worden voortge- een onkostenvergoeding krijgen die ten minste alle zet of dat er aanleiding is om inhoudelijke wijzigingen kosten in euro's omvat die een student moet maken door te voeren of de regeling stop te zetten. Het wederom (van het bedrijf of van de wet) om stage te kunnen meerjarig verplichten van de regeling ligt ons inziens voor lopen bij een bedrijf (inclusief reiskosten als deze niet de hand. Bij een positieve evaluatie zullen de huidige op een andere manier vergoed worden en VOG). middelen ingezet worden voor een vervolgregeling van Het leerbedrijf betaalt deze onkostenvergoeding. 5 jaar (zie ook de werkagenda). * Bovenop de onkostenvergoeding stimuleren we » We besteden aandacht aan de informatievoorziening rond (semi-) publieke en private werkgevers tot het geven de verwachte hoogte van het bedrag in het mbo voor de subsidie praktijkleren. Het maximale subsidieplafond is in . . . 17 In sommige cao’s staan alleen afspraken over werknemers. In dat geval deze regeling leidend voor het bedrag per student. We wordt dit in een bijlage bij de cao geregeld. Deze heeft dezelfde waarde onderschrijven het belang van een stabiele hoogte van de als de cao zelf. -{- van een passende stagevergoeding voor bol-studenten en hierover afspraken te maken in alle cao's. Sociale partners nemen het voortouw om in de Stichting van de Arbeid afspraken te maken over een aanbeveling op dat punt. * Met dit stagepact willen we bijdragen aan het gelijk- waardig behandelen van alle studenten in Nederland. Ons uitgangspunt is daarom dat wanneer afspraken worden gemaakt in cao's over stagevergoedingen deze voor alle studenten gelijk zijn. * We dragen allen het belang van een passende stage- vergoeding uit, zodat ook bedrijven die niet onder een cao vallen, zich geroepen voelen een vergoeding te bieden aan hun studenten. * We spreken af dat alle bbl-studenten, naast een onkostenvergoeding een arbeidscontract en loon ontvangen dat minimaal conform de wettelijk vastge- stelde bedragen is.# * Ook studenten in de derde leerweg hebben recht op een passende vergoeding. Studenten in de derde leerweg hebben vaak een diverse achtergrond èn voor hen geldt geen wettelijk minimum aantal bpv-uren. Student en leerbedrijf (en waar relevant de uitkerings- instantie) bepalen daarom wat een passende vergoe- ding is. * Het vragen van een vergoeding voor plaatsing van een student was en is in geen enkele situatie toegestaan. 18 Afhankelijk van de situatie geldt het besluit minimum jeugdloon of de regelgeving omtrent het minimum loon. -8- . . Het stagepact MBO 2023-2027 is op 1q februari 2023 te Den Haag ondertekend door: . _ q BEROEPSVERENIGING ij OPLEIDERS n NRTO Ea 0 =M BO MI B oo FR aa dd Nederlandse Raad voor Training en Opleiding ] Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Beroepsvereniging Opleiders MBO MBO Raad Nederlandse Raad voor Training en WOB MBO) {BVMBO) Opleiding (NRTO) V N 0) N C W MKB ( VN G ) beroepsonderwijs ro bedrijfsleven Nederland VNO-NCW MKB-Nederland Vereniging Nederlands Gemeenten Samenwerkingsorganisatie (VNG) Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) Onderwijs Cv Jongeren AT FNW/oUNG CNV Onderwijs CNV Jongeren Federatie Nederlandse Vakbeweging FNV Young & United (FNV) AS b E3 | Ministerie van Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Federatie van Pasa Werkgelegenheid PA Wetenschap Onderwijsvakorganisaties Algemene Onderwijsbond (AOb) Federatie van Onderwijsvakorganisaties Ministerie van Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs Cultuur en (FvOv) Werkgelegenheid (SZW) Wetenschap (OCW) Dit is een uitgave door: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus16375 | 25008} Den Haag T 070 412 34 56 februari 2023 | Publicatie-nr. 23400359
Onderzoeksrapport
10
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 151 Datum indiening 4 januari 2019 Datum akkoord 13 februari 2019 Publicatiedatum 14 februari 2019 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake het bericht dat BOA's bewust risicovolle wijken hebben vermeden op oudejaarsdag en tijdens de jaarwisseling. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Uit berichtgeving van At5' op 4 januari 2019 bleek dat Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) op de laatste dag van het jaar en tijdens de jaarwisseling bepaalde wijken in de stad bewust hebben gemeden uit veiligheidsoverwegingen. Volgens de Nederlandse BOA Bond, de vakbond voor BOA's, was dit ‘om te voorkomen dat ze een schietschijf werden’ tijdens oud en nieuw. Het gaat om gebieden in Zuidoost, Nieuw-West, West en het Wallengebied in het centrum. Tevens werd al eerder bekend dat een derde van de handhavers aangeeft dagelijks met zwaar geweld te maken te hebben. Het gaat dan om schoppen, slaan of bijten. Dat bleek afgelopen zomer uit een enquête-onderzoek van EenVandaag. Het zou voornamelijk uit de hand lopen op het moment dat een handhaver een boete wil uitschrijven. De fractie van de ChristenUnie is van mening dat Boa's hun werk moeten kunnen doen en vindt deze situatie onwenselijk. Tevens acht de fractie van de ChristenUnie het onwenselijk dat burgers in een bepaald wijken het op sommige momenten zonder boa's moeten stellen en is van mening dat de gemeente Amsterdam dergelijke situaties moet voorkomen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Poot, namens de fractie van de VVD van 4 januari 2019 (nr. 149) en op de schriftelijke vragen van het lid Mbarki, namens de fractie van de PvdA van 4 januari 2019 (nr. 150) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 https://www.at5.nl/artikelen/19027 7/boas-vermeden-bewust-risicovolle-wijken-op-oudjaarsdag-en- tijdens-jaarwisseling 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng det Gemeenteblad R Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019 1. Was het college op de hoogte van het feit dat de BOA's in een aantal wijken niet aanwezig zouden zijn? Zo ja, wanneer en waarom is de raad hier niet over ingelicht? Antwoord: Handhavers zijn ingezet volgens het operationeel plan. Vorig jaar zijn er 6 handhavers ingezet rondom Oud en Nieuw. Dit jaar waren dat er 36. Dat betekent dat er 18 koppels voor 2 diensten van 8 uur inzetbaar waren voor heel Amsterdam. Gelet op de beperkte capaciteit is het niet mogelijk om handhavers in de hele stad in te zetten. Daar is Oud en Nieuw geen uitzondering op. Voorafgaand aan alle handhavingsacties is altijd een inschatting van de risico's op escalatie gemaakt. Uitgangspunt: indien er niet veilig kan worden gewerkt en/of indien de back-up van politie niet aanwezig is of kan zijn, worden de boa's niet ingezet. Dit geldt overigens niet alleen voor de inzet tijdens Oud en Nieuw. Handhavers zijn tijdens Oud en Nieuw ingezet zoals afgesproken in de vooraf opgestelde draaiboeken; de boa's zijn in gebieden ingezet waar sprake is van aantasting van de leefbaarheid. Afhankelijk van de aard en omvang van de incidenten werd besloten waar daadwerkelijk ingezet werd. Het is niet gebruikelijk om dergelijke operationele informatie met de Raad te delen, en zoals hierboven toegelicht was er ook geen aanleiding toe. 2. Hoe ziet de college de rol van BOA's ten opzicht van de politie in het algemeen? En op risicodagen in bijzonder ? (Oudejaarsdag, voetbalwedstrijden etc.) Antwoord: De handhavers worden ingezet om de leefbaarheid (overlast) te handhaven, de politie is er voor de openbare orde. De minister van Justitie en Veiligheid heeft in zijn brief van 10 december 2018. nog eens herhaald dat dit het uitgangspunt blijft voor de samenwerking tussen politie en handhavers. 3. BOA's hebben eerder zorgen uitgesproken over oudjaarsdag. Welke stappen heeft het college vooraf genomen om de veiligheid van BOA's te verzekeren? Is het college van mening dat, ondanks deze keuze van de BOA's, het college voldoende heeft gedaan om de veiligheid van Boa's te garanderen? Antwoord: Handhavers zijn in gebieden ingeroosterd waar sprake is van aantasting van de leefbaarheid. Op basis van informatiegestuurde informatie is tijdens oud en nieuw besloten waar daadwerkelijk ingezet werd. Alle boa's zijn vanaf dit jaar tijdens Oud en Nieuw uitgerust met van dienstwege verstrekte veiligheidsbril en oordoppen en zijn verplicht deze te gebruiken. Verder zijn de boa's uitgerust met gele zichtbaarheidsvesten. Zodoende waren zij sneller waar te nemen door collega's, door de politie en de collega's die meekeken vanuit de centrale cameratoezichtruimte. De boa's zijn standaard uitgerust met 2 portofoons voor contact met de meldkamer en de politie (inclusief noodhulp). De veiligheid van alle betrokken THOR- medewerkers is nadrukkelijk prioriteit nummer één. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng det Gemeenteblad R Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019 4. Is het college van mening dat de veiligheid van bewoners in de stadsdelen waar er geen boa's waren, minder gegarandeerd kon worden dan bewoners in de stadsdelen waar de BOA's wel actief waren? Zo ja, acht het college dat een wenselijke situatie? Zo nee, kan het college dan uitleggen waarom de afwezigheid van BOA's volgens het college niet tot minder veiligheid leidt, maar de aanwezigheid van BOA's in de stad wel noodzakelijk wordt geacht door dit college. Antwoord: Nee, deze mening deelt het college niet. Om de inzet van de handhavers tijdens de jaarwisseling in goede banen te leiden is er een operationeel plan Oud en Nieuw gemaakt, dat tot stand is gekomen i.s.m. de stedelijke projectgroep Oud en Nieuw, Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) en politie. Dit plan is in de subvijfhoek evenementen (hierin zitten; gemeente, politie, Openbaar Ministerie, brandweer en ambulance) geagendeerd en geaccordeerd, de inzet is dus verantwoord geacht door alle partijen. De boa's zijn tijdens oud en nieuw ingezet zoals afgesproken in hierboven genoemde operationeel plan. 5. Is het college van mening dat de vrees van Boa's terecht en proportioneel is? Zo ja, wat stelt het college voor om deze vrees weg te nemen, eventueel extra hulpmiddelen, bodycams etc.? Wanneer extra hulpmiddelen volgens college niet gewenst zijn, wat stelt het college dan voor? Indien het college van mening is dat de vrees onterecht is, hoe duidt het college het handelen van de BOA's? Antwoord: Helaas moet worden geconstateerd dat zich rond Oud en Nieuw onveilige situaties voor kunnen doen voor medewerkers met een publieke taak, waaronder boa's. Maar voorafgaand aan alle handhavingsacties is altijd een inschatting van de risico's op escalatie gemaakt. Uitgangspunt: indien er niet veilig kan worden gewerkt en/of indien de back-up van politie niet aanwezig is of kan zijn, treden de boa's niet op. Dit geldt overigens niet alleen voor de inzet tijdens Oud en Nieuw. Boa's worden voorafgaand aan de inzet altijd gebrieft, daar wordt uiteindelijk bepaald op basis van actuele informatie wat de boa's wel en niet gaan doen. Burgemeester Halsema heeft op 6 februari jl, met vertegenwoordigers van verschillende vakbonden, afgesproken dat de eerste 100 Boa's deze zomer een bodycam krijgen. Verder heeft de burgemeester op 26 november 2018 een brief naar de commissie AZ gestuurd waarin zij een pakket aan maatregelen beschrijft die genomen gaan worden om agressie en geweld tegen handhavers te voorkomen. 6. Hoe ziet het college de inzet van BOA's bij de komende jaarwisseling voor zich in relatie tot dit probleem? Antwoord: De inzet van de handhaving rondom Oud en Nieuw wordt uitgebreid geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie, die naar verwachting eind maart gereed zal zijn 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing det Gemeenteblad ummer - =: ne . : Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019 en de ontwikkelingen over het omgaan met vuurwerk in toekomst, wordt er gekeken waar en op welke wijze de boa's tijdens de volgende jaarwisseling worden ingezet. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Nummer _BD2011-005356 x Gemeente Amsterdam AZF Deore oov Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, ens % Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, x Raadsaangelegenheden, Communicatie Ter kennisneming voor de commissievergadering van 30 juni 2011 Portefeuille 5 Agendapunt TKN 5 Datum besluit B&W <vrije tekst> Onderwerp Raadsadres overlast Raamgracht 29. De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van De beantwoording van het raadsadres met betrekking tot de overlast die ondervonden wordt van de gebruikers van het pand Raamgracht 29. Wettelijke grondslag Artikel 179 Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond De beantwoording is overgenomen door stadsdeel Centrum, aangezien het pand waarop de klachten van de verzoeker betrekking heeft binnen de grenzen van stadsdeel Centrum ligt en verder ook valt binnen de bevoegdheden van het stadsdeel. „Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd 1 raadsadres 2 brief stadsdeel Centrum aan de klager 3 brief aan gebruikers Raamgracht 29. Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) R. van Binsbergen, 5522108, [email protected] 1
Raadsadres
1
train
> Gemeente Amsterdam x Motie Datum raadsvergadering 7 juni 2023 Ingekomen onder 349 nummer Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Nanninga inzake Overnemen Rotterdamse aanpak wapengeweld, indien deze succesvol aanpakt Onderwerp Overnemen Rotterdamse aanpak wapenproblematiek Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over “Wapenproblematiek”. Constaterende dat: -__ het aantal steekpartijen onder tieners de laatste jaren sterk is gestegen’; -___in Rotterdam momenteel een beproefde methode wordt ingevoerd; -__de aanpak van toenemend wapenbezit en -gebruik onder jongeren de hoogste prioriteit moet hebben; Overwegende dat: -__de huidige aanpak vooral een voortzetting is van wat we altijd al doen; -__als de huidige aanpak goed zou werken het probleem niet zo groot kan zijn; -___de jeugd de toekomst heeft; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders indien de pilot in Rotterdam aantoonbaar succes heeft zich tot het uiterste in te spannen om middelen te vinden (Rijksgeld of gemeentelijk) om dit concept ook in Amsterdam mogelijk te maken. 1 https://www.telegraaf.nl/nieuws/464862174/rambo-mes-favoriet-bij-straatjeugd-pas-als-er-een- dode-valt-wordt-er- ingegrepen? utm_source=twitter&utm_medium=referral&utrmm _campaign=twitterfeed Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 1 Indiener(s), A. Nanninga
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 73 Publicatiedatum 30 januari 2019 Ingekomen onder Al Ingekomen op donderdag 24 januari 2019 Behandeld op donderdag 24 januari 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Ceder, Simons en Kilig inzake het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor ongedocumenteerden (betrek ongedocumenteerden bij opzetten nieuw model) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor ongedocumenteerden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16). Overwegende dat het AKSV geadviseerd heeft om ongedocumenteerden te betrekken bij het opzetten van een nieuw model en de begeleiding. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Ongedocumenteerden te betrekken bij het opzetten van het nieuwe model en begeleiding en ga daarbij niet alleen in overleg met potentiele deelnemers aan de 24- uursopvang, maar ook ongedocumenteerden die de opvang in Groningen hebben doorlopen en de medewerkers daar. De leden van de gemeenteraad D.G.M. Ceder S.H. Simons A. Kilig 1
Motie
1
discard
is2021-004008 % Gemeente vaadscommse voor oen nen, Or, W B ierenwelzijn enbare Ruimte en Groen, Reinigin % Amsterdam Jp Senn Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 15 Datum besluit n.v.t. n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres over het verbeteren van de leefbaarheid door betaalbare woonruimte De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres over het verbeteren van de leefbaarheid door betaalbare woonruimte met de volgende punten: 1. Corporaties mogen hun woningen alleen aan eigenaar-bewoners verkopen, die daarvervolgens minimaal 2, soms 3 jaar zelf moeten gaan wonen. 2. De gemeente is in overleg met het Rijk over een zelfbewoningsplicht waarmee voorkomen kan worden dat koopwoningen gekocht worden om duur te verhuren. Wettelijke grondslag Artikel 169 gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lida). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond De indiener maakt zich er zorgen over dat een voormalige sociale huurwoning die gekocht is door de voormalige buren, nu door deze buren duur verhuurd wordt, het zogenaamde leave-to-let. In de reactie wordt aangegeven dat corporaties alleen verkopen aan eigenaar-bewoners,waarbij ze vervolgens de voorwaarde stellen dat de woning 2 of 3 jaar niet verhuurd of verkocht mag worden. Daarnaast wordt er gewerkt aan een zelfbewoningsplicht waarmee bovenstaande situaties kunnen worden voorkomen. De minister heeft daarvoor eind 2020 een conceptwetsvoorstel ter consultatie voorgelegd. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Gegenereerd: vl.12 1 VN2021-004008 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter kennisneming Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? 1. Raadsadres verbeteren leefbaarheid door betaalbare woonruimte AD2021-014384 ‚ anoniem.pdf (pdf) 2. Brief beantwoording raadsadres leefbaarheid en verkopen woningen AD2021-014383 ‚ anoniem.pdf (pdf) AD2021-014385 3. Raadsadres leefbaarheid en verkopen woningen.docx (mswa2) 4. Brief beantwoording raadsadres leefbaarheid en verkopen woningen.pdf AD2021-014380 (pdf) AD2021-014376 Commissie WB Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Wonen, Dirk Konings, o6 8355 2919, d.konings@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 338 Ingekomen onder AF Ingekomen op woensdag 12 maart 2020 Behandeld op woensdag 12 maart 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden N.T. Bakker, Grooten, El Ksaihi en Kilig inzake personeel Buurtteams Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de buurtteams (Gemeenteblad afd. 1, nr. 271). Overwegende dat: — De taken van de Buurtteams bestaan uit zaken die nu worden uitgevoerd door andere organisaties als Madi en Samen Doen; — Inde uitvoeringsopdracht de overname van personeel verplicht is; — Veel personeel echter nog in onzekerheid verkeert over de vraag wat de komst van de Buurtteams voor hun baan betekent; — De komst van de Buurtteams zo'n grote operatie is in het sociale domein, dat een moment van reflectie op de wijze hoe de personeelsovername verloopt geen overbodige luxe is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Erbij de organisaties die opgaan in de Buurtteams (Madi, Samen DOEN etc.) op aan te dringen dat er richting het personeel helder gecommuniceerd moet worden over de toekomst van hun baan, zodat mensen niet in het ongewisse worden gelaten; — En gedurende de overgangsperiode een moment in te bouwen dat wordt gebruikt om stil te staan bij de wijze waarop de overname van het personeel verloopt. En hierbij in ieder geval in kaart te brengen of er inderdaad sprake is van baanbehoud en hoe het personeel de overgang/overname ervaart. — En hierover te rapporteren aan de raad. De leden van de gemeenteraad N.T. Bakker L. Grooten Y. el Ksaihi À. Kilig 1
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam Oost Agenda Voorbereidend AB datum 8 september 2015 Deel 1: aanvang om 19:00 vur Deel 2: aanvang ca. 20:30 UUr plaats Stadsdeelhuis, Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal voorzitter \var Manvel secretaris Liane Pielanen Tijden na 19.00 vur zijn bij benadering 1. Opening (Deel 1) 19.00 2. Parallelle sessies in Flevozaal en Nesciozaal over de totstandkoming van de 19.02 Gebiedsplannen 2016 Heropening (Deel 2) 20.15 3. Vaststellen agenda 4. _ Insprekers zonder agendapunt 5. _ Parallelle sessies 20.30 a. richtinggevende discussie over het gebruik van het water, inleidende presentatie 6. Toekomst Spelregels Zeeburgerpad (keuzenotitie) 20.30 7. Plenaire terugkoppeling Gebiedsplansessies 21.30 8. Wijziging Reglement van Orde 21.45 g. Vragenronde 21.50 10. Kijk opde wijk 21.55 11. Sluiting 22.00
Agenda
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019 Datum en tijd woensdag 18 december 2019 13.00 en 19.30 uur donderdag 19 december 2019 09.00 en 13.00 uur Locatie Raadzaal TOEGEVOEGD: Benoemingen 6A Aanwijzen van de griffier en de plaatsvervangend griffiers. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2061) Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid 9A Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Betere omgang regenbooggezinnen’ van het lid Vroege en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2058) TOEGEVOEGDE ACTUALITEITEN Onderwijs 33A Actualiteit van het lid Yilmaz inzake de stijging van het lerarentekort. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2059) Water 33B Actualiteit van het lid Van Lammeren inzake het uitstellen van het intrekken van vergunningen voor reders. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2062) Zorg 33C Actualiteit van het lid van Soest inzake het verbod op lachgas. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2060) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019 TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN: Ingekomen stukken 16 Brief van wethouder Meliani van 12 december 2019 inzake beantwoording van de in de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering van 4 december 2019 gestelde vragen over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024. Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7, Vaststellen van de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024. 17 Raadsadres van een burger van 8 december 2019 inzake de toekomst van het Pianola Museum. Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7, Vaststellen van de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024. 18 Raadsadres van een burger van 10 december 2019 inzake het verzoek om een langere overgangsperiode voor aanvragen voor omzetttingsvergunningen met betrekking tot woningdelen. Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020. 19 Raadsadres van Hielkema & Co advocaten van 10 december 2019 inzake een dringend verzoek om een toelichting op de Huisvestingsverordening 2020 met betrekking tot de studentenhuisvesting. Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020. 20 Raadsadres van een burger van 11 december 2019 inzake aanpassing van huurcontracten als gevolg van de nieuwe wetgeving voor woningdelen. Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020. 21 Brief van wethouder Moorman van 12 december 2019 inzake de crisis in het basisonderwijs vanwege de stijging van het lerarentekort in Amsterdam. Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 33A, Actualiteit van het lid Yilmaz over de stijging van het lerarentekort. 2 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019 22 Raadsadres van de Stichting Eigenwijks van 6 december 2019 inzake de verkapte bezuiniging op de Sociale Basis en de gevolgen voor de Stichting Eigenwijks. Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 23 Raadsadres van een burger van 10 december 2019 inzake het opzetten van een project voor online logopedie in bestaande Amsterdamse logopediepraktijken. Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 24 Raadsadres van Zwiers en Robbers huisartsen van 6 december 2019 inzake een algeheel verbod op houtstook voor particulieren. Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 25 Raadsadres van een burger van 10 december 2019 inzake een verbod op houtstook in de stad in het algemeen maar met name op woonboten. Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 26 Raadsadres van een burger van 5 december 2019 inzake het tegengaan van wildplak in de stad. Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 27 Zienswijze van Kwaku Summerfestival van 15 oktober 2019 over de invoering van vermakelijkheidsretributie voor evenementen en de voorgestelde legesverhoging. Voorgesteld wordt deze zienswijze in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken. 28 Raadsadres van een burger van 4 december 2019 inzake de goedkeuring voor de aanleg van het mobiele telecommunicatienetwerk 5G. Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. 3 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Raadsagenda supplement 1, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019 29 Brief van Recreatieschap Spaarnwoude van 4 december 2019 inzake de zienswijzeperiode voor de conceptvisie Spaarnwoude Park 2040 - Van groen buiten de stad naar park tussen de steden. Voorgesteld wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 30 Raadsadres van een burger van 5 december 2019 inzake parkeren op straat nergens ter wereld duurder dan in Amsterdam. Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 31 Raadsadres van een burger van 6 december 2019 inzake verplaatsing van het monument voor aids slachtoffers naar een veilige stad. Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 32 Raadsadres van de Stichting Lucas Ontwikkelt en Beheert van 10 december 2019 inzake de verklaring over de opheffing en liquidatie van de Stichting Lucas Ontwikkelt en Beheert. Voorgesteld wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 4
Actualiteit
4
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1086 Publicatiedatum 4 oktober 2017 Ingekomen onder Ingekomen op woensdag 27 september 2017 Behandeld op woensdag 27 september 2017 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Roosma en Geenen inzake de brief over de afdoening van motie 991 van 2015 - herstructurering financiering AEB, naar een duurzaam grondstoffenbedrijf. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de brief over de afdoening van motie 991 van 2015 - herstructurering financiering AEB, naar een duurzaam grondstoffenbedrijf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 771). Overwegende dat: — Het AEB een strategische doorkijk heeft opgesteld die kan worden beschouwd als visie op de ontwikkeling richting een duurzaam grondstoffen bedrijf. — De motie Roosma/Saadi (2015/991) daarnaast vraagt om “een plan op te stellen met welke stappen genomen moeten worden om op die termijn dat duurzaam grondstoffen bedrijf te realiseren”, en vraagt om “aan te geven hoe de gemeente daar als aandeelhouder op gaat sturen.” — Bovengenoemde punten nog niet concreet zijn uitgewerkt. — De motie pas kan worden afgedaan wanneer die stappen richting een duurzaam energie bedrijf daadwerkelijk concreet zijn geformuleerd. Besluit: De voordracht als volgt aan te passen: Te schrappen beslispunt 1: “Kennis te nemen van bijgevoegde brief, waarin het college u informeert hoe de de motie Roosma/Saadi (2015/991) wordt afgedaan.” En te vervangen door het volgende beslispunt: “Kennis te nemen van bijgevoegde brief en de motie Roosma/Saadi (2015/991) als afgedaan te beschouwen wanneer: 1) de drie bestuursopdrachten ter kennisname aan de raad zijn voorgelegd in het najaar. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1086 Moti Datum 4 oktober 2017 otie 2) de concrete projecten die worden ontwikkeld om de ontwikkeling naar een duurzaam grondstoffenbedrijf te realiseren, ter kennisname aan de raad zijn voorgelegd bij de bespreking van het meerjarenplan 2018-2022." De leden van de gemeenteraad F, Roosma T.A.J. Geenen 2
Motie
2
discard
Bezoekadres > < Gemeente Bezoek Amste rd a m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Amsterdam Datum 12 december 2018 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door A. Vander Leeuw Kopie aan Bijlage 2 1. Motie inzake de subsidieregeling Wonen boven winkels en bedrijven’ 2. De verzonden brief van 5 april 2018 Onderwerp Definitieve afdoening van de motie 210 ‘Wonen boven winkels en bedrijven van de raadsleden Dijk (VVD), Hammelburg en Vink (beide D66). Geachte raadsleden, Op 15 februari 2018 werd door de raadsleden Dijk (VVD), Hammelburg (D66) en Vink (D66) de motie 210 ingediend inzake de subsidieregeling ‘Wonen boven winkels en bedrijven’. In de motie werd het college verzocht contact te zoeken met de ondernemers — en winkeliersverenigingen teneinde de subsidieregeling breder bekend te maken bij deze doelgroep. Tevens werd gevraagd de gemeenteraad over de uitkomst te informeren. In een brief van 5 april 2018 heeft het college de raad geïnformeerd dat de motie wordt uitgevoerd zodra duidelijk is dat er voor de komende jaren voldoende budget beschikbaar is om de subsidieregeling voort te zetten. Vervolgens heeft raadslid Néhmé (VVD) in de TAR van 23 mei van dit jaar gevraagd de motie nog niet af te handelen maar eerst de besluitvorming ten aanzien van de begroting 2019 af te wachten. Op 8 november jongstleden heeft de raad de begroting voor 2019 vastgesteld. Daarmee is in de begroting € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld voor continvering van de subsidieregeling ‘Wonen boven winkels en bedrijven’ voor de jaren 2019 en 2020. Ook het nieuwe college onderschrijft het belang van voortzetting van deze subsidieregeling. In vervolg hierop zijn alle ondernemers- en winkeliersverenigingen (ruim 60) schriftelijk geïnformeerd over de subsidieregeling. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 12 december 2018 Kenmerk Pagina 2 van 2 In de jaarrapportage leegstaande woningen 2018 zal onder meer aandacht worden geschonken aan het aantal gerealiseerde woningen boven winkels en bedrijven. De verwachting is dat u in het eerste kwartaal 2019 over het jaaroverzicht 2018 wordt geïnformeerd. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en beschouw motie 210 hiermee definitief als afgehandeld. Laurens Ivens Wethouder Bouwen en Wonen
Motie
2
discard