text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 28 juni 2021 Portefeuille(s) OOV Portefeuillehouder(s): Femke Halsema Behandeld door OOV secretariaatOOV @amstedam.nl Onderwerp motie 849 van raadsleden Boomsma (CDA) en Hammelburg (D66) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 2 juli 2020 heeft vw raad bij de behandeling van de voorjaarsbrief motie 849 van raadsleden Boomsma (CDA) en Hammelburg (D66) aangenomen waarin het college gevraagd wordt omom te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het aanprijzen en de verkoop van (al dan niet nep) cannabis-gerelateerde producten zoals koekjes, ijsjes, cakes, thee, donuts, lolly's, snoepjes en dergelijke in winkels in de stad aan banden te leggen dan wel te beëindigen en dat terug te koppelen aan de raad. Het college onderschrijft het doel van deze motie. Dat blijkt ook uit het Uitvoeringsplan Aanpak Binnenstad dat op 15 december jl. is vastgesteld, waarin de maatregelen worden gepresenteerd die bijdragen aan het doel om de Amsterdamse binnenstad weer een plek te laten zijn waar alle Amsterdammers graag komen en bewoners zich thuis voelen. Eén van de maatregelen is als volgt omschreven: “Opzetten van een ondermijningsaanpak (taskforce) souvenirwinkels, eventuele uitbreiding naar andere branches. Terugdringen verkoop illegale drugsparafernalia. Gecombineerd met handhavingsacties in samenwerking met het RIEC en de ondermijningsbrigade.” Daarom is een project gestart dat zich richt op de bestuurlijke aanpak van souvenirwinkels en andere op toeristen gerichte winkels, met nadruk op zaken met een drugsuitstraling in welke vorm dan ook, voor zover deze in strijd met de regels exploiteren. Deze strijdigheid kan - naast overtreding van de Opiumwet - bestaan uit 1.het exploiteren in strijd met het bestemmingsplan (souvenirwinkels zijn detailhandelsvestigingen waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door de handel in producten die in het teken staan van nationale-, streek- of stadssymbolen en/of namen), en/of 2. het verkopen van (hard-)drugsgerelateerde producten (headshopproducten (bongs, grinders), smartshopproducten, veel cannabiscookies, - chocolade, -lolly’s, thee, of versnijdingsmiddelen, ponypacks of drukpersen. Voorts richt het project zich op het signaleren, onderzoeken en aanpakken van ondermijnende en criminele activiteiten. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 juni 2021 Pagina 2 van 2 Dit project moet uiteindelijk leiden tot een doelmatige aanpak van de drugsgerelateerde toeristen- en souvenirwinkels, mogelijk met behulp van nog te inventariseren en te implementeren aanvullend instrumentarium, die ook toepasbaar is op andere ongewenste/criminogene functies. Het college verwacht hiermee uitvoering te geven aan de motie en beschouwt deze hiermee als afgehandeld. Bij tussentijdse rapportages over de Aanpak Binnenstad zal het college de raad informeren over de voortgang, of zoveel eerder bij concrete resultaten. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, / / Femke Halsema burgemeester Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1059 Datum indiening 13 juli 2017 Datum akkoord 5 september 2017 Publicatiedatum 18 september 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de luchtverontreiniging in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Het college heeft een pakket maatregelen genomen om de luchtkwaliteit in Amsterdam te verbeteren. Dat de genomen maatregelen niet voldoende zijn blijkt nu ook uit de metingen van de GGD Amsterdam! Op verschillende plekken in de hoofdstad worden de Europese normen nog steeds ruimschoots overschreden. Daarnaast wordt er niet voldaan aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Meermaals hebben partijen aangedrongen op extra maatregelen, maar tot nu toe wil het college van burgemeester en wethouders daar niet aan meewerken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe verklaart het college dat ondanks de genomen maatregelen de concentratie stikstofdioxide (NO2) in 2016 hoger was dan het jaar ervoor, en de fijnstof en roetconcentraties nagenoeg gelijk zijn gebleven? Antwoord: Het tegenvallende resultaat van 2016 heeft te maken met de weersomstandigheden, 2015 was wat dat betreft een uitzonderlijk ‘gunstig’ jaar en 2016 was een stuk minder gunstig. Windrichting en windsnelheid hebben een belangrijke invloed op de luchtkwaliteit. Wind vanuit oostelijke en zuidelijke richting gaat gepaard met hogere concentraties dan wind vanuit het relatief schone westen en noorden. Dat heeft zowel te maken met de aanvoer van verontreiniging van grote afstand als met de (ook met windrichting samenhangende) windsnelheid. Bij hoge windsnelheid wordt de uitstoot van lokale bronnen snel verdund, bij lage windsnelheid blijft deze ‘hangen’. ! http://www. parool.nl/amsterdam/onverwacht-luchtkwaliteit-in-amsterdam-niet- verbeterd-a4505853/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng os Gemeenteblad R Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017 In 2016 waaide de wind ten opzichte van het langjarig gemiddelde en vooral ten opzichte van 2015 minder vaak uit het ‘schone’ westen dan in 2015 en ook was de gemiddelde windsnelheid lager, waardoor de verontreiniging meer bleef hangen. Meer hierover is te lezen in de jaarrapportage Luchtverontreiniging Amsterdam 2016 van de GGD. Ondanks het licht tegenvallende resultaat in 2016 verbetert de luchtkwaliteit in Amsterdam door de jaren heen, zowel volgens de berekeningen van het RIVM als volgens de eigen metingen van onze GGD. De trend in NO2 is dalende. Gemiddeld nemen over de periode 2008 — 2016 de NO2 concentraties af met 1,3 Ho/m3 per jaar. 2. Deelt het college de mening dat meetbare indicatoren en streefwaarden nodig zijn om effectieve maatregelen te kunnen onderzoeken en uitvoeren, en de doelen te behalen? Antwoord: Het college deelt deze mening en heeft daarom in de Agenda Duurzaamheid ambitieuze reductiedoelstellingen vastgelegd voor het verlagen van de indicatoren met betrekking tot de concentraties NO, en roet in 2025 t.o.v. 2015. Amsterdam gaat daarmee veel verder dan wettelijk verplicht is. Voor roet bestaan geen wettelijke grenswaarden, maar deze component is voor de gezondheid belangrijk en daarom wordt roet in het Amsterdamse luchtmeetnet gemeten en zijn er ook reductiedoelstellingen voor roet vastgelegd. Voor de goede orde wordt hier verwezen naar het onderwerp Staat van Duurzaam Amsterdam (juni 2017) dat geagendeerd staat voor de commissie ID van 13 september. Naar aanleiding van het advies uit het rapport van de commissie Duisenberg wordt bij dit onderwerp ingegaan op de indicatoren duurzaamheid, waaronder die van luchtkwaliteit. 3. Is het college bereid, mede gezien de uitkomsten uit de methode Duisenberg, om in de begroting van 2018 meetbare doelstellingen, indicatoren en jaarlijkse streefwaarden op te nemen met betrekking tot de luchtkwaliteit? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie de beantwoording van vraag 2. Ter aanvulling tekent het college hierbij aan dat jaarlijkse streefwaarden formuleren voor luchtkwaliteit geen zin heeft omdat wisselende weersomstandigheden en andere externe factoren een te grote invloed hebben op de luchtkwaliteit. Belangrijk is dat de langjarige trend een gunstige ontwikkeling van de luchtkwaliteit laat zien, en dat is het geval (zie de beantwoording van vraag 1). 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng os Gemeenteblad R Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017 4. Kan het college een opsomming maken van de locaties waarbij de wettelijke Europese grenswaarden van PM10, PM2,5 en/of NO2 volgens de GGD-metingen nog worden overschreden? Antwoord: Wettelijke overschrijding van de grenswaarden wordt getoetst op basis van de berekende luchtkwaliteit. Deze berekeningen worden uitgevoerd door het RIVM met behulp van de Monitoringstool, op basis van input die door de diverse overheden (waaronder de gemeente Amsterdam) wordt aangeleverd. Voor wat betreft PM10 en PM2.5 wordt overal in Amsterdam voldaan aan de wettelijke grenswaarden. Voor wat betreft NO, wordt de grenswaarde in 2015 (meest recente cijfers) overschreden op delen van de Stadhouderskade Oost, de Prins Hendrikkade, deel Weesperstraat en de Zuidelijke IJtunnelmond. De bovenstaande informatie is eerder met de raad gedeeld door middel van een brief van de wethouder Duurzaamheid over de Monitoring Luchtkwaliteit 2017 (van 11 januari 2017). 5. Wat zijn de consequenties van het niet voldoen aan deze wettelijke normen voor de gemeente Amsterdam, zoals eventuele sancties vanuit de Europese Commissie? Antwoord: Indien niet aan de norm wordt voldaan kan de Europese Commissie lidstaat Nederland een ‘ingebrekestelling’ sturen, waarop binnen een bepaalde termijn moet worden gereageerd. Dit betreft een langjarige procedure waarin de mogelijkheid tot alsnog halen van de norm wordt besproken alvorens daadwerkelijk een boete wordt opgelegd. Het RIVM verwacht dat Amsterdam uiterlijk in 2020 overal zal voldoen aan de wettelijke normen. Met behulp van aanvullend beleid probeert het college deze termijn nog te bespoedigen en volgens berekening van Royal HaskoningDHV kent Amsterdam in 2018 nog slechts één overschrijdingslocatie. Een eventuele boete voor Nederland kan in theorie worden verhaald op decentrale overheden. De verantwoordelijkheid moet in dat geval echter overtuigend bij de lokale overheid liggen. Gezien de inspanningen van Amsterdam, met onder meer het vastgestelde maatregelenpakket, en het feit dat een groot deel van de luchtkwaliteitsproblematiek buiten de invloedssfeer van Amsterdam ligt, is dit risico zeer gering. In de begroting wordt jaarlijks aandacht besteed aan de risico’s van het niet tijdig halen van de normen voor luchtkwaliteit. 6. Deelt het college de mening dat de overheid moet zorgen voor een gezonde leefomgeving? Antwoord: Het college deelt deze mening en vindt dat iedereen (burgers, bedrijven en overheden) daaraan, voor zover dat binnen hun mogelijkheden ligt, een bijdrage moet leveren. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng os Gemeenteblad R Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017 7. Is het college bereid met spoed extra maatregelen te nemen, zoals het weren van vieze schepen, het strenger maken van de bestelbusjes milieuzone, het opvolgen van aanbevolen lokale maatregelen uit RIVM-rapporten, het niet langer instemmen met de uitbreiding van Schiphol en het verminderen van vervuilend verkeer op knelpunten? Zo ja, welke van deze maatregelen gaat het college uitvoeren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Amsterdam gaat door met de maatregelen uit het pakket Schone Lucht. De milieuzone bestelverkeer is ingegaan op 1 januari 2017 en op 1 januari 2018 komen daar milieuzones bij voor taxi's, touringcars en brom- en snorfietsen. De maatregel ‘schoner parkeren’ (leeftijdseisen aan nieuwe parkeervergunning) is opgenomen in de parkeerverordening en op 1 april 2017 ingegaan. Het stimuleren van emissievrij elektrisch vervoer (plus de daarbij behorende verdere uitrol van oplaadinfrastructuur) gaat door. Al deze maatregelen zullen eraan bijdragen dat de verbetering van de luchtkwaliteit in Amsterdam ook de komende jaren doorzet. De gemeente blijft daarnaast zoeken naar mogelijkheden de eigen maatregelen, gericht op stimuleren, faciliteren en reguleren, te intensiveren of effectiever te maken. Voor de aanpak van de hoog belaste locaties blijven we voortdurend op zoek naar nieuwe maatregelen. Bij het inzetten van de eerste zero-emissiebussen van het GVB worden deze zoveel mogelijk op busroutes langs knelpuntlocaties ingezet. De gemeente staat open voor innovatieve maatregelen en is bijvoorbeeld bereid onderzoeksopstellingen te faciliteren door daarvoor ruimte in de stad beschikbaar te stellen. Bewoners en bedrijven worden daarbij betrokken. Bovenstaande informatie is eerder met de raad gedeeld, onder meer via een brief van het college met betrekking tot de reactie op handhavingsverzoeken luchtkwaliteit van een aantal burgers (collegebrief van 15 maart 2017 is ter kennisneming gebracht van de commissie ID van 12 april 2017). 8. Welke andere maatregelen gaat het college nemen om de overschrijdingen van de normen aanpakken en welk effect hebben deze maatregelen in cijfers? Antwoord: Zie voor de maatregelen de beantwoording van vraag 7. Over de beperkte mogelijkheden om het effect van individuele maatregelen te bepalen heeft de wethouder Duurzaamheid u op 13 september 2017 een brief geschreven (“Toezegging m.b.t. hoog belaste locaties luchtkwaliteit”). 4 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing os Gemeenteblad Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017 9. Het college stelde in antwoorden op de schriftelijke vragen van vragensteller van 6 januari 2015° dat er het doel was om vóór 2018 overal aan de jaargemiddelde norm voor stikstofdioxide te voldoen (zie Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 306). Op welke wijze, met zowel generieke als locatie specifieke maatregelen, gaat het college op korte termijn dit doel nog behalen? Antwoord: De hierboven genoemde doelstelling heeft betrekking op officiële overschrijdingslocaties zoals die worden vastgesteld door berekeningen van het RIVM. (De doelstelling heeft dus geen betrekking op de metingen van de GGD.) Op basis van de gegevens van het RIVM heeft Royal Haskoning DHV berekend dat Amsterdam in 2018 nog slechts één overschrijdingslocatie heeft. Daarmee is de bovengenoemde doelstelling nagenoeg gehaald. Zie voor de maatregelen de beantwoording van vraag 7. 10. Is het college bereid, deze vragen voor de bespreking in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Duurzaamheid op 13 september 2017 te beantwoorden? Antwoord: Ja. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 https://amsterdam.partijvoordedieren.nl/vragen/vragen-inzake-het-voldoen-aan-de-normen-voor- luchtkwaliteit 5
Schriftelijke Vraag
5
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1431 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (Permanente voorzieningen voor alle groepen migranten) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — De gemeenten een sleutelrol spelen om migranten wegwijs te maken en te laten participeren in de samenleving; — De Wetenschappelijke Raar voor het Regeringsbeleid (WRR) in hun jongste rapport ‘Samenleven in Verscheidenheid’ adviseren om structurele voorzieningen te treffen voor de ontvangst van nieuwe immigranten; — Deze ontvangstvoorzieningen moeten bedoeld zijn om alle groepen te faciliteren, — niet alleen asiel- of migranten, maar ook arbeids-, studie- en gezinsmigranten. Overwegende dat: — De gemeenten een sleutelrol spelen om migranten wegwijs te maken en te laten participeren in de samenleving; — De gemeente Amsterdam een grote verscheidenheid aan migranten kent en het belangrijk is om deze zo goed mogelijk te faciliteren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — In lijn met de aanbeveling van de WRR te onderzoeken hoe een permanente voorziening opgezet kan worden die alle groepen migranten wegwijs maakt. — Hierbij ook te onderzoeken hoe deze geïntegreerd kan worden in het inburgeringsbeleid én met het oog op het nieuwe inburgeringsstelsel. — Vervolgens hierover te rapporteren aan de raad. Het lid van de gemeenteraad M. Taimounti 1
Motie
1
discard
Weener N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D erk, Participatie : : " Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, en Inkomen D Amsterdam Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Agendapunt 9 Datum besluit 27 juni 2023 Onderwerp Extra ondersteuning aan Amsterdammers via Sociaal Werk in collegeperiode 2022-2026 De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de brief waarin het college aangeeft in deze collegeperiode nog meer Amsterdammers met een arbeidsbeperking via Sociaal Werk aan het werk te krijgen en te houden. En daarnaast deze ondersteuning naar werk voor een grotere groep Amsterdammers met een beperkte kans op de arbeidsmarkt in te zetten. Mede omdat de huidige krappe arbeidsmarkt hen kansen biedt als ze daar (tijdelijk) extra ondersteuning bij krijgen. Deze groep krijgt dan ook extra ondersteuning zonder dat op voorhand duidelijk is dat ze een arbeidsbeperking hebben. Dit sluit aan bij de ambitie vit het Amsterdams Akkoord 2022-2026, namelijk: “Loonkostensubsidie kan een effectief instrument zijn. We investeren extra om het aanbod vit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om hun bijdrage aan voldoende passend werk in de stad te leveren”. Met deze brief informeert het college u hierover. Eind 2023 zullen op basis van deze inzet ongeveer 2100 Amsterdammers (excl. sw-ers) werkzaam zijn met loonkostensubsidie en/of jobcoaching, een aanzienlijke groei ten opzichte van de 1600 aan het begin van de collegeperiode. Dit om aan de vraag van Amsterdammers voor extra ondersteuning te kunnen voldoen. Wettelijke grondslag Artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet. Het college heeft de opdracht om te ondersteunen bij arbeidsinschakeling Artikel 10 van de Participatiewet. Aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling Artikel 1oc van de Participatiewet. Vaststelling van de doelgroep voor loonkostensubsidie Artikel 1od van de Participatiewet. Verlening van loonkostensubsidie aan werkgevers Artikel 1oda van de Participatiewet. Aanspraak op begeleiding op de werkplek Artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet. Het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft . Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet juncto artikel 11, tweede lid en onder d, van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam — de commissie is belast met het namens de raad kennisnemen van stukken. Bestuurlijke achtergrond Huidige ambitie en trends Sociaal Werk (periode 2018-2022) Sociaal Werk is de aanpak om Amsterdammers met beperkte kansen op de arbeidsmarkt waarbij sprake is van een structurele arbeidsbeperking te ondersteunen betaald werk te vinden en te Gegenereerd: vl.8 1 VN2023-019851 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Werk, Participatie __$€ Amsterdam ‚ ‚ „ EF D en Inkomen % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming behouden. Dit met de inzet van loonkostensubsidies gerelateerd aan de loonwaarde van de werknemer en/of de inzet van begeleiding (bijvoorbeeld in de vorm van job coaching). Ook de inzet via Beschut Werk en de inzet voor de sw-medewerkers behoren tot de maatschappelijke opgave van Sociaal Werk. De huidige ambitie van Sociaal Werk is er op gericht 4.500 Amsterdammers (inclusief de sw- medewerkers) met een arbeidsbeperking, die extra begeleiding nodig hebben naar werk te hebben begeleid, zoals ook opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Sociaal Werk uit 2018. Collegebesluit tijdelijke inzet extra maatregelen 2021 Het college besloot in haar vergadering van 16 november 2021 om een extra impuls aan Sociaal Werk te geven met als doel de ambitie, die door de coronacrisis onder druk is komen te staan, te realiseren om eind 2022 4.500 Amsterdammers aan het werk te hebben op Sociaal Werk. Het college besluit hiertoe een aantal concrete extra maatregelen in te zetten. Collegeprogramma 2022-2026 Het college blijft sterk inzetten op het naar werk helpen van Amsterdammers. Dit is in de volgende punten vit het Amsterdams Akkoord 2022-2026 meegenomen: el oonkostensubsidie (LKS) kan een effectief instrument zijn. We investeren extra om het aanbod uit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om hun bijdrage aan voldoende passend werk in de stad te leveren. sGesubsidieerd werk kan voor sommige mensen een hele goede opstap zijn naar het vinden van betaald werk. In Amsterdam bestaan verschillende vormen zoals de Werkbrigade en buurtbanen en wordt nagedacht over basisbanen. We beoordelen komende periode de inzet op gesubsidieerd werk de komende jaren in relatie tot Sociaal Werk. Reden bespreking Indiener bespreekt graag de brief met de wethouder en commissie, onder meer m.b.t. de rol van werkgevers in de activiteiten. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.8 2 VN2023-019851 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D Werk, Participatie 9 Amsterdam - Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, en Inkomen % Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? AD2023-067420 Bijlage - Sociaal Werk onder de Participatiewet (pdf) AD2023-0674,21 Commissie SED (a) Voordracht (pdf) AD2023-067419 Raadsinformatiebrief Sociaal Werk 2022-2026. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) WPI, Marc de Lange, 06-50065757, marc. lange @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.8 3
Voordracht
3
train
x Gemeente Amsterdam WP A % Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen % Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Tijd 09:00 uur tot 12:30 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte (09.00 — 09.15) 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Werk, Participatie en Armoede van 20 juni 2013. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieWPA@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte (09.15 — 12.30) 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013 Armoede 11 Armoedemonitor 2012 Nr. BD2013-006217 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 12 Rechtmatigheidsonderzoek armoedevoorzieningen Nr. BD2013-007934 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 13 Kennisnemen G4 lobbybrief categoriaal armoedebeleid Nr. BD2013-007345 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid mevrouw Roosma (GrLi). e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013. e Was TKN 12 in de vergadering van 30.05.2013. 14 Kennisnemen van toepassen verjaringstermijn aanvragen langdurigheidstoeslag Nr. BD2013-007344 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP). e Was TKN 4 in de vergadering van 20.06.2013. Inburgering 15 Vaststellen Verordening inburgering Amsterdam 2013 en intrekken Verordening inburgering Amsterdam 2012 def Nr. BD2013-008020 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 16 Voortgangsrapportage Educatie Werkt! Nr. BD2013-008244 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Diversiteit en Integratie 17 Intrekken Bijzondere subsidieverordening integratie en participatie (SIP) Nr. BD2013-006950 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013 18 Voortgang activiteiten van de Adviesraad Diversiteit en Integratie Nr. BD2013- 007348 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid De heer De Bruijn (VVD). e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013. e Was TKN 11 inde vergadering van 30.05.2013. Educatie 19 Antidiscriminatie en burgerschap op Amsterdamse scholen Nr. BD2013-007347 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid De heer De Bruijn (VVD). e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013. e Was TKN 14 in de vergadering van 30.05.2013. Werk, Inkomen en Participatie 20 Wijziging Beleidsregels Re-integratieverordening inzake afbouw onkostenvergoeding (O)GGZ-doelgroep Nr. BD2013-007374 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De commissie KSZ is hierbij uitgenodigd. 21 Brief reactie vraag raadslid Poot (VVD) over registratie trede 4-klanten bij uitzendbureaus Nr. BD2013-007343 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Poot (VVD). e Was TKN 2 in de vergadering van 20.06.2013. 22 Beantwoording raadsadres inzake uitkeringsgerechtigden in dienst van de maatschappij Nr. BD2013-007346 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid De heer Boomsma (CDA). e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013. e Was TKN 5 in de vergadering van 30.05.2013. 3 Gemeente Amsterdam WP A Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013 TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Werk, Inkomen en Participatie 23 “Financiële dienstverlening en budgetbeheer (Fibu) kan het werk niet langer aan” Nr. BD2013-008548 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP). 4
Agenda
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1165 Datum indiening 7 juli 2020 Datum akkoord 7 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Simons inzake gemeentelijke boycot van Israël wegens annexatie Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Recentelijk heeft de nieuwe regering van Israël hun voornemen aangekondigd om de gebieden op de Westoever die al eerder door nederzettingen en een wegennet bezet werden gehouden nu ook officieel te annexeren. Het is een nieuwe stap in een sinds de oorlog van 1967 ingezette strategie om de er nog wonende Palestijnen zo ver mogelijk in van elkaar gescheiden territoria op te sluiten, omsingeld door checkpoints, een muur en voor Palestijnen ontoegankelijke wegen. De facto is er al sprake van apartheid, inclusief een gescheiden juridisch systeem. Nu wordt het ook een de jure apartheidssysteem, dat kan wedijveren met dat van het Zuid-Afrika van eens. De annexatieplannen worden nu (eindelijk) door de internationale gemeenschap serieus genomen, en ook de Nederlandse regering wil een motie uitvoeren om te onderzoeken welke maatregelen Nederland hiertegen kan treffen. Vanuit de VN, de Europese Unie en verschillende westerse landen wordt de annexatie begrepen als een misdaad tegen het internationale recht. Bij doorzetting van de plannen is er in toenemende mate sprake van één staat, Israël, waarbinnen de Palestijnen in steeds kleinere Bantoestans zijn opgesloten. Deze ontwikkeling onderstreept de noodzaak van een culturele boycot van Israël - mede onderstreept door bijvoorbeeld. de uitspraken van Yair Netanyahu (28), de zoon van de Israëlische premier. Hij deed deze uitspraken recentelijk ten tijde van de hoogtepunten van de Black Live Matters protesten die ook plaatsvonden in Israël. Tijdens de protesten tegen het platwalsen van een twee eeuwen oude Palestijnse begraafplaats aldaar propageerde hij dat de Israëli's van Palestijnse afkomst uit Jaffa (nu deel van Tel Aviv) zouden moeten worden verwijderd. Omdat Amsterdam ook contacten heeft met Israël en de mensenrechten op punten belangrijk vindt, wil de fractie van BIJ1 graag van het college weten welke mogelijkheden het ziet om feitelijke, politieke en economische druk te kunnen uitoefenen op de staat Israël teneinde recht te doen aan de rechten van de verdrukte Palestijnen. Wij zien dit als een van de pogingen om de stapsgewijze en langzame etnische zuivering ook uit te breiden naar de Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1165 Gemeenteblad R Datum 7 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2020 Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van BIJ1, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Yilmaz van 4 juli 2020 (nr. 1164) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wanneer de formele annexatie een feit is, is het college dan bereid om alle achterhaalbaar Israëlische producten uit het catering assortiment te halen? Na annexatie kan er geen onderscheid meer worden gemaakt tussen “bezette gebieden” en de staat Israël. Het gaat om bijvoorbeeld om producten met als eerste barcodecijfers 7/29, om Jaffa fruit, Medjoul dadels, aardappelen, en andere producten. Antwoord: De meerwaarde van internationale samenwerking tussen steden is dat contacten kunnen worden onderhouden los van nationale perikelen. Uiteraard gelden de kaders van het nationale en internationale recht maar Amsterdam werkt niet samen met de staat Israël en wil zich ook niet actief mengen in (inter)nationaal politieke kwesties, Het college volgt de Europese regelgeving en jurisprudentie over producten uit bezet gebied. Op 12 november 2019 heeft het EU-Hof uitspraak gedaan over de herkomstaanduiding van levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen in de door Israël bezette gebieden. Het Hof heeft geoordeeld dat het Unierecht vereist dat: -__op levensmiddelen die uit een door Israël bezet gebied komen, dit gebied moet worden vermeld; -__ wanneer die levensmiddelen uit een Israëlische nederzetting binnen dat gebied komen, deze herkomst ook moet worden vermeld. Deze uitspraak is bindend. Het bedrijfsleven is er verantwoordelijk voor dat informatie over de herkomstaanduiding op producten juist is en niet-misleidend voor consumenten. In de recent gegunde aanbesteding voor de onderdelen:1. Bedrijfsrestaurants en banqueting 2. Levering fruit- en groentesnacks wordt in de beide nieuw te sluiten overeenkomsten een passage opgenomen conform de door de gemeenteraad vastgestelde regels in relatie tot de jurisprudentie van het EU-Hof. 2. Het college heeft eerder aangegeven niet te willen samenwerken met bedrijven die op de VN lijst staan van bedrijven actief in de bezette gebieden. Nu werkt de gemeente voor het parkeerbeheer samen met Egis Parking Services, onderdeel van Egis Group, waarvan Egis Rail actief is in de te annexeren gebieden. Is de gemeente bereid EPS aan te spreken op deze praktijk en indien nodig aan te sturen op het verbreken van de samenwerking? Antwoord: De Europese aanbesteding voor de parkeerdienstverlening in Amsterdam is in februari 2014 gepubliceerd en de opdracht is in oktober 2015 aan Egis Projects S.A. gegund. Tijdens de gunning had, voor zover bekend, Egis S.A. (of een dochteronderneming van Egis) geen activiteiten in door Israël bezet gebied. Het college betreurt het dat een dochteronderneming binnen het concern van Egis deze activiteiten gaat ontplooien, maar ziet daarin geen aanleiding om aan te sturen op beëindiging van een eerder rechtmatig tot stand gekomen 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1165 Gemeenteblad R Datum 7 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2020 overeenkomst. Tevens zal het verbreken van de samenwerking leiden tot (grote) praktische problemen in de uitvoering van het parkeerbeleid. Binnen de huidige contractuele afspraken kan het contract met EPS nog eenmaal worden verlengd. Bij een volgende aanbesteding wordt uiteraard rekening gehouden met de door de gemeenteraad vastgestelde regels ten aanzien van het aangaan van contracten met (inter)nationale bedrijven. 3. Is het college bekend of beveiligings- en surveillanceapparatuur die Amsterdam gebruikt of aanschaft komt van bedrijven die actief samenwerken met de Israëlische bezetter? Een bekend voorbeeld hiervan is GAS. Zo nee, is het college bereid dit te onderzoeken en daarover terug te rapporteren aan de raad? Antwoord: Zie voor het antwoord op deze vraag de bijgevoegde lijst. 4. Is het college bereid om alle samenwerking met culturele, maatschappelijke en politieke instituten in Israël en Israëlische bedrijven te verbreken of minstens te bevriezen tot Israël zich heeft teruggetrokken uit alle Palestijnse gebieden? Antwoord: Amsterdam heeft in het verleden met mensenrechtenorganisaties en organisaties op het gebied van LHBTIQ+ in Tel Aviv vruchtbare contacten onderhouden. Zo waren vertegenwoordigers van laatstgenoemde organisaties te gast bij de Amsterdam Pride. Het college is niet op voor hand bereid om alle contacten met deze organisaties te verbreken. 5. Het college heeft eerder al aangegeven geen zaken te willen doen met bedrijven die op de VN-lijst van bedrijven die in de bezette gebieden investeren staan. Is het college bereid uit te zoeken of subsidiënten en inkooppartners met bedrijven uit deze VN-lijst samenwerken en de resultaten hiervan aan de raad te rapporteren? Antwoord: In antwoord op de vragen van raadslid Yilmaz van 21 februari 2020 heeft het college aangegeven zich te houden aan de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en op welke wijze onderzoek wordt gedaan naar de achtergrond van mogelijke samenwerkingspartners. “, Bij screening van activiteiten maakt de gemeente gebruik van de middelen die haar ter beschikking staan. Met inachtneming van wettelijke verplichtingen en bevoegdheden wordt dat onder andere gedaan door: * Het doen van bronnenonderzoek * Het vragen van informatie aan betrokken partijen e Het inwinnen van advies van de rijksoverheid en Nederlandse posten en het nationale en internationale netwerk van de gemeente * Het inwinnen van advies van externe experts, zoals maatschappelijke instellingen met relevante technische kennis over de regio en/of de thematiek, academische instellingen Wanneer de screening daartoe aanleiding geeft, is het van belang om risico's te beperken door deze gedegen in kaart te brengen. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer Tober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2020 Indien nodig kan de gemeente partijen vragen om MVO-beleid te overleggen of te verklaren dat men handelt naar OESO-richtlijnen.” Van dergelijk onderzoek is sprake op het moment dat zich een concrete mogelijkheid tot samenwerking aandient. Recentelijk is het bedrijf Alstom gescreend door de Screeninsgunit (zie de bijgevoegde lijst). De screening gaf geen aanleiding het contract te verbreken c.q. niet af te sluiten. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 587 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 9 juni 2016 Ingekomen in raadscommissie AZ Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groot Wassink, Paternotte, Kwint en Mbarki inzake de Voorjaarsnota 2016 (pilot met stopformulieren in Amsterdam om etnisch profileren tegen te gaan). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449); Overwegende dat: — ersprake is van vaak onbewuste vormen van etnisch profileren door de Nederlandse politie; — _@fnisch profileren discriminerend is, stigmatiserend werkt voor mensen van etnische minderheidsgroepen en niet effectief is; — de Amsterdamse politie eerder heeft erkend dat etnisch profileren in Amsterdam voorkomt: — het project van de Amsterdamse politie om etnisch profileren tegen te gaan vertraging heeft opgelopen; Spreekt uit dat: — het gebruik van stopformulieren een in het buitenland bewezen effectieve methode is om etnisch profileren tegen te gaan; — ervaringen met gebruik van stopformulieren in het buitenland ook laten zien dat de administratieve lasten daar nauwelijks zijn toegenomen en dat het politiewerk efficiënter kan worden gedaan door een daling in het aantal controles en tegelijkertijd een stijging in het percentage succesvolle controles ®; — een grote meerderheid van de gemeenteraad in Amsterdam ook wil dat de Amsterdamse politie start met een pilot met stopformulieren om zo etnisch profileren tegen te gaan. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in overleg met de Amsterdamse politie, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Nationale Politie een pilot met stopformulieren in Amsterdam te starten; — de gemeenteraad te informeren over de voortgang en uitkomst van de pilot. D http://weblogs.amnesty.nl/mensenrechtenvandaag/201 5/06/11 /stopformulieren-geen-probleem- maar-oplossing/ 1 De leden van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink J.M. Paternotte J.P. Kwint S. Mbarki 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 55 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting en N.T. Bakker inzake de Agenda Autoluw (pilot knip Weesperstraat goed uitvoeren) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Overwegende dat: — Bij verkeersmaatregelen als knips of omleidingen juist communicatie essentieel is om ingeroeste patronen en vaste gedragingen te veranderen of te beïnvloeden; — Tijd daarvoor ook van belang is, maar die is helaas kort vanwege andere maatregelen bij de Piet Heintunnel. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Bij de pilot knip Weesperstraat uitvoering tevoren en op locatie te communiceren, routeplanners te informeren; 2. Te meten wat zowel de positieve effecten zijn van de knip op leefbaarheid, veiligheid, verblijfskwaliteit en milieu, als op de verplaatsingen en de effecten daarvan; 3. De gemeten positieve effecten mee te nemen in een nog te maken Stedenbouwkundige visie op de Oostelijke Binnenstad. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting N.T. Bakker 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost Termijnagenda 2010 Commissie Openbare Ruimte en Financiën soor: (Openbare Ruimte, Parkeren en mobiliteit, Veiligheid, Groen en duurzaamheid, Financiën, Economie, markt, toerisme en horeca, 4 = Advies raadscie tbv raadsbesluit De Nieuwe Ooster) 2 = Beantwoording raadsadres 31-01-2011 3 = Bespreekpunt 4 = Ter Kennisname Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen datum _ griffie _ En En En En | 1-04-2044 04-02-2044 07-42-2040 “Garagevererdening-moet-worden-Parkeerneta + Van-Spijk d-van De garageverordening staat Huijssteeden | apart vermeld op de BTA. Het verdient aanbeveling om de afweging ten aanzien van garages af te wegen in een breder perspectief, te weten die van de parkeernota. De parkeernota wordt bovendien reeds opgesteld in het kader van de synchronisatiekalender van het gefuseerde stadsdeel Oost [47-04-2044 |04+0220H | 07422010 | Ontsluitingtdburg {brief aandereed 4] Afgehandeld 17-01-2011 01-02-2011 07-12-2010 ‘Strategieplan Schoon’ moet worden Evaluatie Strategieplan Schoon [3 | Özütok | DeJonge | | 17-01-2011 01-02-2011 07-12-2010 ‘Nota Parkeernormen’ moet worden Startnotitie Nota Parkeernormen 1 Van Spijk J. van De parkeernormen moeten in Huijssteeden | de tijd flexibel zijn en kunnen daarom geen onderdeel uitmaken van de pakeernota. 17-01-2011 01-02-2011 07-12-2010 Evaluatieproject cameratoezicht Indische Buurt en voorstel toekomst cameratoezicht Elatik Hohensteijn | 17-01-2011 | Februari/ Maart | 28-02-2011 15-03-2011 24-01-2011 Structurele oplossing financiering IJburg 1 Van Spijk Van Doorn Nav toezegging PH Van Spijk d.d. 25 mei 2010. Deze datum wordt niet gehaald. Nieuwe planning op dit moment niet (bij BMO) bekend. 28-02-2011 15-03-2011 24-01-2011 Panama 4 Van Spijk Vermeulen Voorstel is binnen 1 maand een afspraak met de Gemeentelijke Ombudsman, 1 datum griffie A gaat tkn naar cie van feb2011. Planning en Control cyclus 2010 (mondeling) 4 Van Spijk Van Doorn Naar rekeningcie. Notitie 28-02-2011 planning en control blijkt geen notitie te zijn maar een mondelinge toelichting over P&C cyclus bij de a.s. rekeningcommissie. 15.032011 24-01-2011 Jachthaven Bogortuin Roosendaal | In afstemming met de 28-02-2011 Raadsgriffie, BMO en Kees Rozemeijer wordt het voorstel m.b.t. een jachthaven nabij de Bogortuin aangepast en voorgelegd aan het DB van 4 januari 2011. Waarbij het db besluit het onderwerp te bespreken in de commissie van februari 2011. Daaropvolgend wordt het onderwerp weer in de staf besproken en vervolgens ter besluitvorming aan het DB voorgelegd 28-02-2011 24-01-2011 Beperking verstrekking parkeervergunningen in stadsdeel Oost Van Spijk VVD heeft dit onderwerp geageneerd nav brief pfh. 13- 01-2011 28-02-2011 Nvt 24-01-2011 Openingstijden horeca Amsterdam Oost Van Spijk D66 heeft dit onderwerp geagendeerd nav beantwoording schriftelijke vragen DB [28-02-2011 | __________\ __[ Ecologische verbindingszone [4 [ôzüok _|______[UitCieORFBnovi0 | 28-02-2011 15-03-2011 24-01-2011 Kadernotitie ‘Programma Duurzaamheid’ (discussie ter bepalen inzet) 3 Özütok Licher Duurzaamheid is speerpunt in het programakkoord. Het DB wil in gesprek met de commissie de inzet bepalen voor een programma duurzaamheid. Daarna zal het programma worden uitgewerkt en ter besluitvorming worden aangeboden. Mogelijk wordt comm feb niet gehaald. Voorlopig laten staan. 2 Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen datum griffie Opmerking griffie bij april 2011: er staan te veel onderwerpen geagendeerd om in 1 vergadering te behandelden. Er zullen waarschijnlijk stukken moeten doorgeschoven worden naar mei 2011 | 04-04-2011 | 19-04-2011 | 07-03-2011 _ | Risicomanagementnota________ li __[VaenSpijk | ______| ToezeggingcieORF8novi0 | 04-04-2011 19-04-2011 07-03-2011 Update Financiële situatie IJburg Van Spijk Termijn februari is niet gehaald. Automatisch doorgeschoven naar April 04-04-2011 Fiscale aanbesteding parkeerbeheer Van Spijk | J.van Schuift 1 maand op. Reden: Huiijjssteede | er is nog stedelijke n discussie. Naar verwachting 1/3 DB besluit. Nog nagaan of dit raadsbeveogdheid of TK is. VD mei 04-04-2011 19-04-2011 07-03-2011 Fietsnota Oost 1 J. van Huiijssteede n a El EES 30nov10 0 Huijssteeden April Evaluatie handhavingsactie maximale fietsparkeerduur Amstelstation en 3 Özütok J. van Voorstel van DB. Onder Muiderpoortstation Huijssteeden | voorbehoud van uitvoering herhalingsactie met NS. TN ee Ee 30nov10 [04-04-2011 __ | 19-04-2011 | 07-03-2011 _ | Evaluatie fietsenstallingverordening (mede ten behoeve van bepalen budget 2012) |_ |___De [04-04-2011 | __| 07-03-2011 _[ Handboek Inrichting Openbare Ruimte (concept voor inspraak) [3 [Oz | | 04-04-2011 | 19-04-2011 | 07-03-2011 [MOR lt __[Ozütok {Md [04-04-2011 | 19-04-2011 | 07-03-2011 _ | Verkenning afvalstoffenservice Oost___________ [tk | ME 16-05-2011 31-05-2011 11-04-2011 Nota Buitenreclame Oost 1 J. van Voorstel van DB nn n GG Huijssteede 3 Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen datum griffie 16-05-2011 31-05-2011 11-04-2011 Parkeernota Oost 1 Van Spijk N.a.v. toezegging en behandeling startnotitie parkeren. April niet haalbaar, voorstel voor de zomer. (16-05-2011 | 31-05-2011 | 11-04-2011 | Jaarrekening stadsdeel oost 2010 |1 _ |VaSpijk | || EM [20-06-2011 _ | 05-07-2011 _ | 23-05-2011 | Perspectievennota___________[VenSpijk |_________|| 20-06-2011 05-07-2011 23-05-2011 Handboek Inrichting Openbare Ruimte 1 Özütok Bos / J van Wellicht hier de leidraad Huijssteeden | behandelen en niet het handboek? Stand van zaken proef wisselcontainers bij afvalinzameling De Jonge Voorstel van DB. In januari 2011 start de proef met een duur van 1 jaar. Het DB levert de raad na een half jaar een tussenevaluatie. KG 8nov10 Startersondersteuning en ondernemershuis 4 Özütok Is stedelijk nog volop in ontwikkeling, informatie van de raad wordt op zijn vroegst mogelijk geacht in januari 2011. [Overlast Oosterpark montor___________ [3 [Elatik | Dongor _ | Kwartaal monitoren | en middelgroot speeltoestel Theo van Goghpark Ozútok t toezegging er is gedaan Evaluatie gladheidbestrijding VVD heeft dit onderwerp op termijnagenda gezet en moet van datum worden voorzien. Buurtveiligheidsplan Nav toezegging cie ORF 17- d.d. 24-01-2011 GO 01-2011 LL EE EEE 01-2011 Marktbeleid 1 D66 heeft dit onderwerp op de termijnagenda gezet en moet van datum worden 4 Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen datum griffie [voorzien | Na Evaluatie huidig cameratoezicht Nav toezegging cie ORF 17- d.d. 24-01-2011 Startnotitie indicatoren evaluatie cameratoezicht Nav toezegging cie ORF 17- d.d. 24-01-2011 Voor Integraal veiligheidsplan 1 Nav toezegging cie ORF 17- d.d. 24-01-2011 Dierenwelzijnsnota/ flora en faunabeleid 1 D66 wil gezamenlijk met Groenlinks dit op de termijnagenda zetten. Ook het flora en faunabeleid dient betrokken te worden bij dit onderwerp. 5
Agenda
5
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 224 Ingekomen onder AC Ingekomen op woensdag 12 februari 2020 Behandeld op donderdag 13 februari 2020 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Flentge inzake Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs 2019 (aanpakken kansenongelijkheid) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de segregatiemonitor primair en voortgezet onderwijs 2019, Overwegende dat: - Het tegengaan van segregatie en kansenongelijkheid een breed gedeelde maatschappelijke wens is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te verkennen of en zo ja welke voorwaarden aan onderwijssubsidies gesteld kunnen worden, met als doel om gemeentelijk beleid gericht tegen segregatie en kansenongelijkheid af te kunnen dwingen bij schoolbesturen. Het lid van de gemeenteraad E.A. Flentge 1
Motie
1
discard
VN2021-012013 Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Participatie x Gemeente " ‘ Dr ‘ 7 WIO Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, % Amsterdam Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021 Ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Agendapunt 3 Datum besluit 23-04-2021 23-04-2021 Onderwerp Factsheet RWC en Dashboard W&l en factsheet impact coronacrisis op inkomenssituatie inwoners stadsdelen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de Factsheet RWC en Dashboard W&l en factsheet impact coronacrisis op inkomenssituatie inwoners stadsdelen Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet; actieve informatieplicht van college naar raad. Bestuurlijke achtergrond Naar aanleiding van de vraag van de raadsleden om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen sturen we u de meest actuele cijfers over de omvang van het bijstandsbestand (met uitsplitsing naar het aantal jeugdwerklozen), overzicht van de Tozo aanvragen en een update vanuit het Regionaal Werkcentrum. Bijgevoegde overzichten zal de gemeenteraad vanaf nu telkens op de maandag voorafgaand aan de commissievergadering WIO ontvangen. Eenmalig is het factsheet impact coronacrisis op inkomenssitvatie inwoners stadsdelen hier in opgenomen. Reden bespreking Zie bestuurlijke achtergrond. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.3 1 VN2021-012013 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Participatie % Amsterdam _ a % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021 Ter kennisneming AD2021-043173 Commissie WIO Voordracht (pdf) AD2021-043174 Dashboard W&I cie WIO d.d. 29 april 2021.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) WPI, Marc de Lange, 06-50065757, marc. lange @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.3 2
Voordracht
2
discard
eh ide jd zie En EE LD hed AT Ee a afl oilMe AEEA > ietab se rd BAD EA, lo 5 METEN ce En epa eee Pd Pagine od Nr ER Te Pe Se Eelder Ha spe LI CARE 1 Bae Peren ing Ee © ar el. tr AN Prat, a B eten Pis er Ae Me, CEN jes Ez - d ee eN eee ef Te Eren EE Ì PEP ale ak oe en Car Er De Ee Liet; iere ne Et: EEE rk RAT ld EN TE Ta ET Hers Tide ETS A Ee kek EE EA NEA ree FP BE Le 7 ee ES Ke rk EL dd Ei tg Boke e, er Le a A 7 en eet at 1 2 rn Ee Zi EERE eel EE Ee ERE EL En sn EAN PE ni alur SEEN id EELS EF kn he Ee en En ze pek Aalden ede Le Don En kn TE EL de Mert Ee a a ee ij Be Wet ke ee en he TG ep ahd ed El TEER Te a. Ik Ze Ein ES q a E Ee, LE en en Od Er re EE A Pe Edd Ae ine ON ed nn hit TN je gn Eer ef NE Ee LEE Ee Rrk EEE ee ET TE Met gr hg | nt in | kr ak ET LE je er ET Beat Á ke 6 | otd HEE Ee Ee tiek eten nak Kak B Se TT eee ee Eg Eh hi ME E ELL ETE Ee re ET ak rt eef Pr ern ik en at ed A Dn DE Ten BEER pd eran 4 eg NT A En , rt ie Ö EE me A Wte Oe ed keet En grad a Ache AE Ek mEt Rede Are de ch sert SN Ri Zin B A, Tr en sd ne HEA ae = el Ee pr Er anr he hr EE RE et EN ES 15 Bi a EE brt ETE ze en Me ee Stadsdeel Zuidoost Pan oe ee heh mehrere Hi ne He ane er EEA, He sie! Fj En | or jn HE E 5 t A E H 3 7 ef Ni E En 8 nk eea er ï erf a ae Per hea nl ri ze q ï : ijs Een 5 e, be sj de Te, En RR r i ee, bi File En en br RH hd , ed rl Weba knel de Eh en EA ded ee ed Tren EN Ard ai NL BOVA ee Eee Bn ae rn en iet EKE ene ee Tg ee gr Teen ET DE zn zi Tt Ee en WE pn AD ET Pr ED Le ER DE le Pt AA en ELN ede ae Ek de Nrs ete ad pe el rt Te A Rr VE AE bea se ban dr En seen, - E KL Ean brent rn WN Rd EE ED A ER lln Le i Ag L EEE ee Hi Ee APET eh: al Ts Li (Falk / ï rn Ars EEN Et ten RE ban ' Ri er en, ie Ak F den Ef. Hu Tal [ ER EA ki L Ù BE k D Gemeente Amsterdam n OE Pa Leïe LEES Stadsdeel Zuidoost Mei 2020 Hoeveel jongeren wonen er in Amsterdam en stadsdeel Zuidoost? Jongeren per wijk, stadsdeel Zuidoost en Amsterdam, 2019 (procenten) 50 % In totaal wonen er ruim 272 duizend jongeren tussen o en 26 jaar in Amsterdam. Ruim 31 Ee EN duizend wonen in stadsdeel 4 32 Zuidoost. Binnen Zuidoost wonen naar verhouding de meeste jongeren in Amstel III/ L_] 20-25% 30-35% B >40% Oo Bullewijk. TA 25-30% WE 35- 40% Zuidoost Amsterdam Welk gebied kent de meeste diversiteit? Jongeren naar migratieachtergrond, 2019 (procenten) BijmerCertrm mmm 22 22 Bijlmer Ot EEN OD OO 21 Alle drie de gebieden Gaasperdam/Driemond 29 in Zuidoost zijn divers . op het gebied van Zit EE OHT 24 migratie-achtergrond. Amsterdam WEER 1 7 41 % O 20 40 60 80 100 E overig niet-Westers m Westers = Marokkaans — Surinaams Turks Antilliaans — geen Hoe ontwikkelt de jonge bevolking de komende 30 jaar? Bevolkingsprognose 2020-2050, stadsdeel Zuidoost naar leeftijdsgroep duizend 14 Tot 2050 komen er 0-3 jaar ongeveer 10.895 12 jongeren van 0-26 bij. 10 47 De groep tussen 0-3 8 nn 8-12 neemt het meest toe, 6 ee 1317 gevolgd door de groep 4 18-22 23-26 jarigen. 2 23-26 o 2020 2030 2040 2050 Welk deel van de kinderen woont in een éénoudergezin? Jongeren in éénoudergezin Jongeren in éénoudergezin, 2019 (procenten) OKER (procenten) % Bijlmer-Oost 100 Relatief meeste éénoudergezinnen in Holendrecht/Reigersbos. 53 Gl Ek ip 5 So Brenond | o 12-17 jarigen wonen het _ 0-3 4-11 12-17 18-22 23-26 vaakst in een éénoudergezin. ne 2 Meenouder mtweeouder = zelfstandig, overig L_Jo-10% WE 30-40% L 10-20% EN 4o- 50% 2e 20 - 30% D Gemeente Amsterdam D NR | Factsheet jeugd Ve | | | 8 e |< Ì fe Stadsdeel Zuidoost Mei 2020 Hoe staat het met het aandeel jeugdige verdachten? Aandeel verdachte 12-17 jarigen Aandeel verdachte 18-24 jarigen van het aantal jongeren, 2019 van het aantal jongeren, 2019 (procenten) (procenten) Bijlmer-Oost Bijlmer-Oost ijlmer-Oos eN NEN 4 g \ \ +0,1%-punt r\ , | +0,1%-purt \ Al Bijlmer-Centrum Gaasperdam \ Amstel Ill Driemond Bijlmer-Centrum 6 d \ Ee Amstel Il aaspercam \ Driemond Af Á toename t.o.v. 2018 Het aandeel jeugdige verdachten (12-24 jaar) is voor LJo-2% | J4-6% TC 8-10% het eerst in jaren iets toegenomen. In Zuidoost nam L2-4% [1 6-8% ME >10% het aandeel met 0,1%-punttoe. Dat is minder dan gemiddeld in Amsterdam (+0,3%-punt). En met de Top6oo en Top4oo jongeren? 24% van de Top6oo en 24% van de Top4oo jongeren die in Amsterdam woonden, woonden in 2019 in Zuidoost. De 48 5 6 Top6oo is een lijst van personen die de afgelopen jaren relatief d Top6 veel high-impact delicten hebben gepleegd. Jongeren in de van de 202 "OP500 Kon de 229 Top4oo Top4oo zijn in contact geweest met de politie, maar nog niet zo Tuidoost wonen In DAL vaak als de veelplegers vit de Top6oo. Door uitstroom bestaan uidoost Zuidoost de Top6oo en Top4oo nu vit minder dan 60o en 4oo jongeren. Welk deel van de jongeren voelt zich onveilig of wordt gepest? Aandeel jongeren (15-26 jaar) dat zich wel eens onveilig voelt, 2019 (procenten) 6 % Aandeel jongeren dat slachtoffer is van pesten (2018), ° of cyberpesten (2018-2019, procenten) 53 pesten cyberpesten 13-14 15-16 15-26 jaar \ Zuidoost 3 - 6 Amsterdam 3 1 7 0 ES Amsterdam Zuidoost bron: pesten GGD, cyberpesten OIS Welk deel van de jongeren is slachtoffer van huiselijk geweld? Aandeel jongeren dat slachtoffer is van huiselijk geweld, 2017-2018 (procenten) lichamelijk EES 13-14 jaar 15-16jaar 13-14 jaar 15-16 jaar Zuidoost 4 3 5 4 Amsterdam 2 2 3 3 3 bron: GGD D Gemeente Amsterdam D LN Factsheet jeugd Onderwijs Stadsdeel Zuidoost Mei 2020 Hoeveel scholen en leerlingen zijn er in Zuidoost? 7.415 kinderen uit Zuidoost gaan naar de l nan basisschool (schooljaar 2018-2019). 3.565 le Dn eel ele En mn jongeren gaan naar het voortgezet 3 onderwijs en 195 naar het speciaal basisscholen middelbare school voor onderwijs. In dit hoofdstuk wordt gekeken scholen speciaal onderwijs naar de woonplaats van het kind. bron: DUO (2018-2019) Welk deel van de kinderen gaat naar de voor- en vroegschoolse educatie (vve)? . . Aandeel kinderen met een vve-indicatie en vve-deelname, 2018-2019 Voor- en vroegschoolse educatie (vve) is he: (procenten) een programma dat er op gericht is om onderwijs- of ontwikkelachterstanden Zuidoost | bij kinderen van 2 tot 6 jaar te 35 verminderen. In Zuidoost hebben meer B kinderen een wve-indicatie dan in Amsterdam 25 Amsterdam. Kinderen met een indicatie nemen in Zuidoost even vaak deel aan 0 80% de VVE als in Amsterdam. br B vve-deelname _ vve-indicatie bron: elektronisch loket ve Hoe zit het met de streefniveaus voor lezen, taal en rekenen? Aandeel kinderen dat de streefniveaus haalt, 2018-2019 (procenten) 100 % De streefniveaus voor lezen, taal en rekenen schrijven voor wat 73 m rekenen leerlingen in groep 8 moeten 59 52 59 kunnen. In Zuidoost halen minder leesvaardigheid kinderen de streefniveaus voor Hi taalvaardigheid rekenen, lezen en taalvaardigheid 0 . aalvaardlgne! dan gemiddeld in Amsterdam. Zuidoost Amsterdam bron: DUO Op welk niveau wordt er onderwijs gevolgd? Aandeel jongeren naar type voortgezet onderwijs, 2018- 2019 (procenten) Binnen het voortgezet m praktijkonderwijs onderwijs volgen leerlingen Zuidoost En Ie 17 = vmbo in Zuidoost vaker onderwijs op vmbo-niveau en minder Amsterdam En 23 37 havo vaak op vwo-niveau dan vwo gemiddeld in Amsterdam. % o 20 40 60 80 100 % Aandeel jongeren naar type vervolgonderwijs , 2018- 2019 (procenten) een vervolgopleiding doen, m hbo doen vaker een mbo- vaak naar de universiteit dan 0 20 40 60 80 zoo % gemiddeld in Amsterdam. bron: CBS, bewerking OIS D Gemeente Amsterdam n n OEE N01 Le K=Ta Ma lean [In D Stadsdeel Zuidoost Mei 2020 Hoeveel jongeren groeien op in een minimahuishouden? Aandeel kinderen in een minimahuishouden, 2017 (procenten) nn . In een minimahuishouden heeft het huishouden maximaal 120% van het Bijlmer-Oost zo € Wettelijk Sociaal Minimum (WSM) te besteden en een vermogen onder de | vermogenstoets voor de bijstand. In Al 20 Zuidoost ligt het aandeel jongeren dat opgroeit in een minimahuishouden hoger Bijlmer-Centrum Gaasperdam dan in Amsterdam. Ook het aandeel dat Amstel II Driemond 0 langdurig (drie jaar of langer) deel vitmaakt Zuidoost Amsterdam van een minimahuishouden ligt hoger. Het e= minima langdurig minima aandeel is het hoogst in Bijlmer Centrum en C15-10% [ \15-20% MM 25- 30% Holendrecht/Reigersbos. Ll 20-15% CS 20-25% EM 30-35% bron: IIV/CBS/bewerking OIS Welk deel van de jongeren werkt en hoeveel vur werken zij? Aandeel jongeren dat tenminste Aantal gewerkte uren per week, 2018 In Zuidoost ligt het 1 uur per week werkt, 2018 ( procenten) aandeel werkende 0% jengeren van 14-17 en van 80% 29 18-22 hoger dan in 74 75 Amsterdam. Wel werken 35 jongeren in Zuidoost 3 minder vaak fulltime dan 18° 6 8 16 7 57 gemiddeld in Amsterdam. 0 o Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam bron: CBS en OIS, Bi4-17 P18-22 23-26 jaar <12 12-19 20-24 “25-29 M30-35 M> 35 uur bewerking OIS Hoeveel jongeren werken of volgen een opleiding? Aandeel actieve jongeren van 15-26 jaar, 2018 (procenten) Jongeren tot 22 zijn in Zuidoost vaker actief dan gemiddeld in Amsterdam. _ Bijger-Oost Onder actieve jongeren Jongeren vanaf 23 jaar zijn minder vaak { \ef \ vallen alle jongeren die actief dan het stedelijk gemiddelde. % werken, onderwijs of 50% een opleiding volgen. In B 14-17 n vr Bijlmer Centrum ligt dit 4 e= 18-22 Bijlmer-Centru Gaasperdam 35 Amstel Il Oriehnond percentage het laagst, nm 23-26 in Amstel III/Bullewijk __184-86% |) 88-90% MM 92-94% het hoogst. 0 bron: CBS, L_186-88% MM g0-92% MN 94- 96% Zuidoost Amsterdam _ bewerking OIS Welk deel van de jongeren ontvangt een uitkering? . . Aandeel jongeren van 18-26 jaar met een uitkering, 2018 (procenten) In Zuidoost is het arbeidsongeschiktheids- aandeel jongeren met gebiedsnaam bijstandsuitkering WW-uitkering TAS a}:4 een uitkering hoger Bijlmer-Centrum 1,8 0,7 1,5 dan gemiddeld in 7 Amsterdam. Bijlmer-Oost 2,3 1,1 2,0 Gaasperdam/Driemond 2,6 1,3 2,1 Zuidoost 2,2 1,0 1,8 Amsterdam 2,0 0,7 1,8 bron: CBS, bewerking OIS D LEREN Te TA Amsterdam % LN | Factsheet jeugd Welzij nen gezond heid Stadsdeel Zuidoost Mei 2020 Welk deel van de jongeren wordt bereikt met jeugdhulp? Bereikte jongeren met jeugdhulp per gebied, In stadsdeel Zuidoost zijn 1.557 jongeren tot en met 18 jaar 2018 (procenten) bereikt met jeugdhulp. Dat is 8,7% van het aantal jongeren in die leeftijdscategorie. In Amsterdam is dit 6,5%. De term jeugdhulp omvat alle vormen van hulp en ondersteuning variërend van licht ambulant tot en met intensieve, zeer gespecialiseerde zorg. Bijvoorbeeld opvoedvragen en jeugd-GGZ. _/ Bereik o-jarigen onder zorg bij JGZ, 2018 (procenten) gebied DZ Bijlmer-Centrum 97,8 mm 7,1% ®. _ Bijlmer-Oost 98,9 mm 9,5% Bijnaalleo-jarigen _Gaasperdam/Driemond 99,2 mm 0,7% worden bereikt met . jeugdgezondheids- roo oon zorg (JGZ). Amsterdam ___O bron: OKT Amsterdam bron: OKT Amsterdam Is er overlap tussen jeugdvoorzieningen en andere voorzieningen? Overlap tussen verschillende voorzieningen in stadsdeel Zuidoost, 2018 (aantal voorzieningen per huishouden) Inkomen en zorg 2.130 . . . Van de huishoudens in stadsdeel Zuidoost maakt 4% (n=1700) gebruik van een jeugd- voorziening, in Amsterdam is dit 3%. In Zorg Zuidoost maakt 4,% van deze huishoudens ook Inkomen 7.810 2.070 Inkomen,jeugden gebruik van een zorgvoorziening en41% van zorg 190 een inkomens-voorziening. 11% vande Jevad 6 huishoudens gebruikt naast een jeugd- zowel eugd eugeen zorg bo een inkomens- als een zorgvoorziening. Het 749 domein jeugd bestaat uit jeugdhulp, jeugd- Inkomen en jeugd 700 bescherming en jeugdreclassering. Waar zijn jongeren het meest kwetsbaar? . . Jongeren met kwetsbaarheidsscore De kwetsbaarheidsscore heeft een waarde van o tot 4. Kinderen 3 of 4, 2017 (procenten) met een score van 3 of 4 zijn het meest kwetsbaar. Voor 0-17 zo % jarigen wordt kwetsbaarheid gebaseerd op gezinsinkomen, 9 opleidingsniveau van de ouders en het kind, gezondheid van de m Zuidoost ouders en het kind. Bij 18-plussers wordt gekeken naar eigen inkomen, opleidingsniveau en gezondheid. Zie ook: kwetsbare A: = Amsterdam bewoners in de stadsdelen. 0 . - 0-17 jaar 18-26 jaar Jongeren van 0-17 met kwetsbaarheidsscore Jongeren van 18-26 met kwetsbaarheidsscore 3 of 4, 2017 (procenten) 3 of 4, 2017 (procenten) Bijlmer-Oost Bijlmer-Oost _ In Amstel III/Bullewijk _ Bijlmer-Centrum Gaasperdam is het aandeel Bijlmer-Centrum Gaasperdam Amstel Driemond kwetsbare jongeren in Amstel Il Driemond de leeftijdscategorie 6 C2-4% EE 6-8% WN 20%> tot en met 17 jaar het TI 2-4% WE 6-8% WM 10%> TI 4-6% ME 8-10% grootst. TI 4-6% WE 8-10% Hoe zit het met het gebruik van genotsmiddelen? Aandeel jongeren in stadsdeel Zuidoost dat rookt, alcohol drinkt of cannabis gebruikt, naar leeftijd, 2017-2018 (procenten) wekelijks 5 cannabis 2 cannabis cannabis In stadsdeel Zuidoost ligt het ‘+ __alcohol 35 alcohol 3 alcohol aandeel dat ooit heeft gerookt Td B B én roken 6 roken roken of cannabis gebruikt heeft ik lager dan in Amsterdam. Het - aandeel van de 13-14 jarigen 8 cannabis 7 cannabis | 1 cannabis 1 1 dat ooit alcohol gedronken 2 alcohol 37 alcohol 3 alcohol heeft ligt daarentegen in 5 Zuidoost beduidend hoger dan 7 k roken 9 roken 12 roken ” 2 U: in Amsterdam. bron: GGD Waar komt overgewicht het meeste voor? Aandeel jongeren met overgewicht, inclusief obesitas, 2017-2018 (procenten) 50 % In Zuidoost is het aandeel kinderen met overgewicht groter dan in Amsterdam. In B 32 Bijlmer-Centrum ligt het 28 29 27 28 28 aandeel kinderen met 22 24 23 23 overgewicht in alle 19 78 leeftijdscategorieën het 13 12 hoogst. 0 bron: GGD 5 jaar 10 jaar 13-14 jaar 15-16 jaar Bijlmer-Centrum mBijlmer-Oost = Gaasperdam/Driemond = Zuidoost Amsterdam Hoe zit het met mondgezondheid en mentale gezondheid? Aandeel jongeren dat geen tandartskosten heeft Aandeel jongeren met depressieklachten, gemaakt, 2018 (procenten) 2017-2018 (procenten) 80 % In Zuidoost is onder 13-15 jarigen en Jongeren in stadsdeel Zuidoost ervaren niet 16-17 jarigen het aandeel dat niet significant vaker depressieve klachten dan 71 naar de tandarts gaat hoger dan in gemiddeld in Amsterdam. Amsterdam. 20 % 35 pl; 12 24 9 Be El - 19 0-4jaar 5-8jaar g-12jaar 13-15 jaar 16-17 jaar 13-14 Jaar 15-16 jaar m Zuidoost = Amsterdam Zuidoost Amsterdam bron: CBS/ bewerking OIS bron: GGD % Asterdem % % presteren op school? % % Wat doet een leerling leren en presteren op school? mm “TE gm mm | — NS / laa) \fh, dt Î î ee \t ZZ ze 4 mene AE Em
Factsheet
8
val
| Bezoekadres | Amstel 1 | > < Gemeente 1011 PN Amsterdam | Amsterdam | Postbus 202 | 1000 AE Amsterdam | Telefoon 14 020 amsterdam.nl | > < Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | Datum 6 maart 2019 Ons kenmerk __[D19-7079-Uit-19-669 | Behandeld door Ronald Kersbergen, [email protected] Kopie aan commissie AZ Onderwerp Raadsadres verbeteren van het vergunningenbeleid en de handhaving. Geachte heer | Op 11 janvari 2019 heeft v een raadsadres ingediend. Dat is op 23 janvari jl. in de gemeenteraad behandeld en daarbij is voorgesteld de beantwoording in handen te geven van het college van B&W. | In de brief van het college naar aanleiding van vw eerdere raadsadres is ingegaan op een drietal verbeterpunten. U geeft aan dat bijna een jaar na ontvangst van deze brief een aantal volgens u | toegezegde zaken nog niet is gerealiseerd. Deze zaken zijn niet specifiek benoemd in de brief van het college, maar mogelijk aan de orde gekomen in het gesprek dat u vorig jaar heeft gehad met enkele ambtenaren. Ik ga puntsgewijs in op de door v aangegeven zaken. Het college onderschrijft dat het voor een efficiënte handhaving niet wenselijk is dat handhavers naar kantoor moeten om vergunningen en onderliggende voorwaarden te kunnen checken. Het is technisch mogelijk om dit via de smartphone op te kunnen vragen. De organisatie werkt er aan om | dat te realiseren. | Vergunningen voor objecten en tijdelijke verkeersmaatregelen worden automatisch gepubliceerd. Bij | navraag is gebleken dat er een ICT probleem lijkt te zijn geweest. Daardoor werd er niet meer | gepubliceerd richting overheid.nl en via dat adres naar apps zoals Omgevingsalert. Dit is inmiddels | opgelost. | Het is de ambitie van het college om de handhavers in te zetten op die plaatsen en tijden waar de | kans op geprioriteerde overtredingen het grootst is. Er zijn echter beperkingen door de nog steeds schaarse capaciteit en de roosterproblematiek. De organisatie werkt aan meer flexibele roostering, die meer aansluit bij de opgaven op straat. Mede naar aanleiding van vw raadsadres gaan we experimenteren met een koppel handhavers dat direct bij aanvang van de ochtenddienst (07.00 uur) de westelijke grachtengordel specifiek op dit onderwerp gaat controleren. Dit gaan we 2 maanden Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl. | Gemeente Amsterdam | | doen. We kunnen zo de aard en omvang van de problematiek in beeld brengen en we kunnen | vaststellen of deze werkwijze effectief is. | Een tijdelijke verkeersmaatregel (TVM) wordt aangevraagd voor maximaal 4 maanden. Voor een langere periode is een verkeersbesluit nodig. Raadslid Van de Burg (VVD) heeft in een motie gevraagd om een TVM te beprijzen in tijdseenheden. De verwachting is dat dit een prikkel is voor | aannemers om deze plaatsen zo kort mogelijk te huren. Het college werkt aan een advies dat moet | passen binnen wettelijke regels en het belastingrecht. De gemeenteraad zal dit advies binnenkort ontvangen. Vergunningen worden verleend op basis van een situatieschets. Wanneer we constateren dat | aannemers meer ruimte aanvragen dan strikt noodzakelijk is, zal hier handhavend tegen worden | opgetreden. Daarbij wordt de kanttekening gemaakt dat de pakkans niet overal even groot is. In het kader van de digitale parkeercontrole worden gereserveerde plaatsen tijdelijk vit het | controlebestand van de scanauto gehaald. Als aannemers frauderen door overdag de geplaatste | vergunningsborden te verwijderen, is deze fraude met de scanauto lastig te herkennen. Fysieke controle ter plaatse is noodzakelijk en daar gaan we de komende 2 maanden aandacht aan schenken. Het beleid is er tot dusver op gericht om alle verbouwingen mogelijk te maken op een veilige en | acceptabele wijze. In de verordening kan nu geen onderscheid worden gemaakt tussen aanvragers of rechten. Om de druk in bepaalde buurten te beperken wordt het eerder vermelde beprijzen van de TVM in tijdseenheden als kansrijke oplossing gezien. Er worden steeds meer TVM 's afgegeven met tijdslots in plaats van standaard 24-uursvergunningen. | Er blijven echter plaatsen nodig voor het laden en lossen van bouwmaterialen die in alle vroegte worden aangeleverd. Als op dat moment nog bewoners zijn geparkeerd leidt dat tot onwenselijke (verkeers)situaties. | | Í Het is van belang dat er duidelijkheid is over de tijdsaanduidingen op de borden. Het college onderkent dat het niet in alle gevallen goed gaat. Daar zullen we alert op moeten zijn. Omdat er nog geen aanpassingen van de vitvoeringspraktijk op de agenda staan, is er nog geen aanleiding geweest om u uit te nodigen voor de voorbereidingen. Er worden op jaarbasis 70.000 vergunningen in de openbare ruimte verleend. Bij de verstrekking en | de naleving gaat gelukkig veel goed. Er zullen gevallen zijn dat zo weinig mogelijk ruimte en/of last toch betekent dat er sprake is van hinderlijke situaties. In ontoelaatbare gevallen kunnen bewoners | een melding openbare ruimte kunnen doen. Afhankelijk van de ernst zal daar handhavend tegen worden opgetreden. Í Tot slot wil ik u nog melden dat wethouder Van Doorninck onlangs achttien mogelijke maatregelen | bekend heeft gemaakt om overlast en negatieve gevolgen van het verbouwen van panden tegen te gaan. Ook in stadsdeel Centrum wordt momenteel gekeken welke maatregelen mogelijk zijn. Het stadsdeel heeft uv gevraagd mee te denken bij het formuleren van vragen over bouwdynamiek in de | Gemeente Amsterdam | | komende gebiedsenquêtes. Na de zomer zal een bijeenkomst worden georganiseerd waarbij -mede op basis van de antwoorden in die enquêtes- met stakeholders gekeken wordt welke maatregelen prioriteit moeten krijgen in stadsdeel Centrum. | Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, „FF leens es | q rgemeester van Amsterdam | Í | | | | Í Í | [
Raadsadres
4
train
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Griffie x Actualiteit voor de raadsvergadering van 21 en 22 april 2021 Van Grooten, Boomsma, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Kili, La Rose, Warmerdam, Bloemberg-lssa en Kuiper Datum 12 april 2021 Portefeuille Jeugd(zorg) Agendapunt 2A Onderwerp Actualiteit van de leden Grooten, Boomsma, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Kilig, La Rose, Warmerdam, Bloemberg-lssa en Kuiper inzake de onhoudbare situatie in de jeugdpsychiatrie. “Aan de gemeenteraad Zoals beschreven in meerdere nieuwsmedia en ook door het programma Pointer, is het aantal spoedmeldingen in de jeugd-ggz de afgelopen maanden snel gestegen, en op de crisisdienst is steeds minder plek en ook steeds minder plekken dichtbij huis. Door de coronacrisis neemt het aantal jongeren met grote problematiek toe en is er geen plek waar zij snel geholpen kunnen worden. Dat zijn vreselijke en zorgwekkende signalen. Voor jongeren met ernstige psychische problemen is de zorg vastgelopen.” Kinderen met uiteenlopende ernstige problematiek zoals eetstoornissen, depressie en suïcidaliteit, krijgen niet de hulp die ze nodig hebben. Dit zijn jongeren van nog maar 12 of 13 jaar oud. Wachtlijsten kunnen oplopen tot maar liefst 1 jaar en er staan naar zeggen duizenden kinderen op wachtlijsten. Hoofdinspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Korrie Louwes onderzocht de situatie in twintig instellingen. "Corona heeft de problematiek die er al was voor de jeugd GGZ verder vergroot, verdiept en verscherpt", zegt Louwes? En dit heeft niet alleen effect op de kinderen die deze zorg nodig hebben, maar ook voor hun ouders en ook voor medewerkers die met te weinig mensen zorg moeten bieden aan uiterst kwetsbare kinderen en ook vaak nee moeten zeggen. De noodkreet was er al, maar door corona is die noodkreet alleen maar luider geworden. Reden van spoedeisendheid De reden van spoedeisendheid is dat het probleem in de jeugdzorg al schrijnend was en nu door corona alleen maar erger is geworden en er vanuit veel verschillende hoeken — en niet in de laatste plaats vanuit de Hoofdinspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg — aan de bel wordt getrokken. Dit kan niet langer wachten omdat dit gaat om de acute gezondheid van kwetsbare kinderen in onze stad. 1 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/237 5543-inspectie-situatie-in-jeuadpsychiatrie- onhoudbaar.htm! ? https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/237 5543-inspectie-situatie-in-jeugdpsychiatrie- onhoudbaar.htm!
Actualiteit
2
val
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 juni 2023 Ingekomen onder nummer 308 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Bobeldijk en Kreuger inzake onderzoek mogelijkheden kort parkeren Onderwerp parkeerverordening en parkeerbelasting Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de parkeerverordening en de parkeerbelasting. Overwegende dat: - Er plekken zijn in de stad waar voor de eerste drie vur een ‘laag starttarief’ geldt van 1,60 per vur, bijvoorbeeld bij winkelcentrum Buikslotermeerplein in Noord; - Er meer plekken in de stad zijn waar kort parkeren gefaciliteerd kan worden door een laag instaptarief te rekenen en na een X-aantal vur een hoger uurtarief te rekenen; - Hierbij bijvoorbeeld te denken valt aan gebieden waar de ‘10 cent zones! zijn verdwenen; In Zuidoost in woonwijken nabij kantoorgebieden en Buitenveldert nabij de Zuidas; de Jaap Edenbaan en andere sportplekken die zich hiervoor lenen, enzovoorts. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_De mogelijkheden in kaart te brengen om het ‘kortparkeren’ middels een laag starttarief en een hoog tarief voor de uren daarna op meerdere plekken in de stad te faciliteren; -__ En hierover te rapporteren aan de raad. Indieners, E. Bobeldijk K.M. Kreuger
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 11 november 2021 Ingekomen onder nummer 759 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake een openbare cricketveld Onderwerp Het realiseren van het eerste openbare cricketveld in Amsterdam Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2022. Constaterende dat: -__ De populariteit van cricket jaarlijks toeneemt; -_Er momenteel geen openbare cricketvelden zijn; -_Er voldoende grasvelden zijn voor het beoefenen van voetbal, maar die lang niet altijd ge- bruikt worden; -_De DENK-fractie meerdere berichten heeft ontvangen van bewoners uit Zuidoost die be- hoefte hebben aan een openbaar cricketveld. Overwegende dat: -_Het aantal vrije grasvelden minder zijn geworden door het bouwen van nieuwe woningen; -_ Liefhebbers van cricket daarom een cricketveld moeten huren of buiten hun stadsdeel op- zoek moeten gaan naar een geschikte plek. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Te onderzoeken of een openbaar cricketveld gerealiseerd kan worden, bij voorkeur in stadsdeel Zuidoost. Indiener N. Yilmaz
Motie
1
discard
Voortgangsrapportage ouderenhuisvesting 2017 kk f © Ouderen willen graag langer en zelf- A , standig in hun woning blijven wonen. A eene Aanpassingen in en om de woningen Indian megelijk Nn. is wordt gebruik kunnen daar aan bijdragen. Ouderen wordt de woning gemaakt van de verhuizen het liefst naar een woning in ar aangepast In eerstb instantie zorghuisvesting de buurt. In het Programma Ouderen- en . wordt gezocht naar een, huisvesting 2015-2018 worden maatre- Huidige wening geeks: woning gelen voorgesteld die bijdragen aan niet doet mee De deze doelstellingen. Zelfstandig wonen Ouder worden Woning aanpassen Eventueel verhuizen Gebruik maken van in de stad binnen bestaand of zorghuisvesting nieuwbouw Inhoudsopgave 1. Samenvatting … vereen eever eenen veren vereren veneever ennen vererven enen 2. Inleiding. eneen enerervenenenenvenen vereren eenevervenenenen vererven renee À 3. Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering … eneen 13 4, Verdeling en toewijzing van woningen … … renners vererven |À 5. Stedelijk inzet zorghuisvesting … … ennen reneneeven vererven vereren renee ÂÌ 6. Communiceren en samenwerken………….…nnenvenveerseersverrvensvenrvenrsversverseeerveenn OD 7. Financiën ………... erven veervensvenseeervensvensvenrvensevensvensveerveerveenveenveennn 20 8. Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode … nennen eere 29 1 1. Samenvatting In 2015 is het programma Programma ouderenhuisvesting 2015-2018 ingesteld om aandacht te kunnen besteden aan de kwetsbare positie van ouderen op de Amsterdamse woningmarkt. Het aantal 65-plussers neemt toe van 12% naar 16% van alle Amsterdammers in 2030. Oudere Amsterdammers moeten hierdoor in toenemende mate concurreren op de krapper wordende woningmarkt. Omdat het klassieke verzorgingshuis is verdwenen, blijven zij langer thuis wonen, waardoor zij aangewezen zijn op zelfstandige woningen in de stad. Die zijn niet altijd geschikt om oud in te worden. Tegen deze achtergrond heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017 prioriteit gegeven aan uitbreiding van aanbod in de bestaande voorraad en de nieuwbouw. Ook was de inzet om het bestaande zorgvastgoed te behouden voor ouderenhuisvesting. Bij dit alles is actief de samenwerking gezocht met ouderenorganisaties en partners in de stad. De voortgangrapportage 2017 is zo ingedeeld dat de lezer de voortgang in het bereiken van deze doelen kan beoordelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ouderenhuisvesting in planvorming en programmering, de verdeling en toewijzing, de stedelijke inzet zorghuisvesting, communicatie en samenwerking. De financiële paragraaf geeft inzicht in de bestedingen uit het budget van het programma ouderenhuisvesting. De rapportage besluit met een schets voor de opgave in de nieuwe bestuursperiode. Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering In 2017 is het woningaanbod voor ouderen vergroot door de start van de bouw van 286 woningen, waarvan 247 woningen in de sociale huur. Dat is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2016, toen er in totaal 151 woningen voor ouderen in aanbouw werden genomen, waarvan 67 sociale huurwoningen. In 2017 is hierdoor ongeveer 16 % van de nieuwbouwproductie van sociale huurwoningen exclusief voor ouderen beschikbaar gekomen. Hiermee is ruimschoots voldaan aan de 5% norm, zoals gevraagd in een door de gemeenteraad in 2017 aangenomen motie (nr. 956) van raadslid Van Soest (Partij van de Ouderen). Van de opgeleverde corporatiewoningen is ongeveer 91% aanpasbaar gebouwd. In 2016 was dit percentage 80%. Daarmee is de doelstelling om tenminste 90% van de woningen aanpasbaar te bouwen in 2017 gerealiseerd. In de marktsector is ongeveer 45% van de koopwoningen aanpasbaar gebouwd. Het percentage aanpasbaar gebouwde huurwoningen in de marktsector ligt op ongeveer 20%. Ter ondersteuning van het vergroten van geschikt woningaanbod voor ouderen heeft het programma in 2017 de brochure Ouderen wonen ín de stad. Aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting uitgebracht en verspreid onder professionals en ouderenorganisaties. Woningaanpassingen kunnen ouderen helpen langer zelfstandig thuis te wonen. Op basis van de nu beschikbare cijfers! kunnen we concluderen dat hiervan in vergelijkbare omvang als in 2016 1 Het is niet mogelijk de cijfers over geheel 2017 in deze voortgangsrapportage op te nemen, aangezien 2 gebruik is gemaakt: Van januari t/m mei 2017 zijn ruim 1.300 positieve beschikkingen voor een woonvoorziening toegekend. Er zijn ongeveer 310 beschikkingen afgegeven voor trapliften en er zijn 375 verhuisindicaties verstrekt. Op 31 oktober 2017 heeft het college van B&W een besluit genomen tot een verruiming van de verstrekking van woonruimteaanpassingen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt in de soort woning of de etage waar men woont. Aanleg van trapliften is niet langer beperkt tot de 1e etage. De grens voor een afweging tussen “aanpassen of verhuizen” is vanaf 1 januari 2018 verhoogd van € 6.100 naar € 10.000. Verdeling en toewijzing Verdeling en toewijzing van geschikte woningen aan ouderen is een belangrijk instrument om ouderen langer zelfstandig te kunnen laten wonen in de stad. Er zijn 635 woningen uitsluitend aangeboden aan ouderen. Het gaat om seniorenwoningen in complexen waarvoor een minimale leeftijdsgrens geldt van 55, 60 of 65 jaar. Er zijn 510 woningen met voorrang aangeboden aan ouderen vanaf 65 jaar en bewoners met een fysieke beperking (Wmo-verhuisindicatie). Dit zijn woningen op de begane grond, één hoog of woningen met een lift. Omdat ouderen langer vitaal blijven is voor woningen met het seniorenlabel de minimale leeftijdsgrens verhoogd van 55 jaar naar 65 jaar. Het label ‘Voorrang Wmo/65+' is opgenomen in de tweede wijziging van de nieuwe Huisvestingsverordening 2016. Er zijn in 2017 ruim 800 woningen aan 65 plussers verhuurd. Dat is ongeveer 14% van het totaal aantal verhuringen in dat jaar. Naast de voorrangslabels dragen de verhuisregelingen Van hoog naar laag (Vhnl) en Van groot naar beter (Vgnb) bij aan de woonmogelijkheden van ouderen. Het aantal gerealiseerde verhuizingen lag in de periode oktober 2016-november 2017 voor Vgnb op 52. Via Vhnl zijn in deze periode 50 verhuizingen gerealiseerd. Het betreft toewijzingen via WoningNet of via directe bemiddeling. Ten opzichte van het gebruik van de regelingen in de voorgaande jaren zijn er in 2017 essentiële stappen gezet. Er werd door ouderen nauwelijks gebruik gemaakt van de regelingen en de corporaties waren ook niet actief in het bekendmaken en toepassen ervan. De trend van niet actieve bekendmaking, toepassing en marginaal gebruik is omgezet naar actieve toepassing en substantieel gebruik. Stedelijke inzet zorghuisvesting Het aanbod van wonen met zorg is in de 64 Verpleeg- en verzorgingshuizen V&V) in 2017 grotendeels onveranderd gebleven. De notitie Stedelijke Inzet Zorghuisvestingis op 11 januari 2017 door B&W vastgesteld. Op basis van de notitie zijn de regie en coördinatie op de transformatie van zorghuisvesting nader ingevuld. Er is een ‘werkgroep tijdelijke huisvesting bewoners V&V' ingesteld, om overlast bij noodzakelijke verhuizing voor de soms kwetsbare bewoners te verminderen. De werkgroep gaat in 2018 haalbare oplossingen hiervoor uitwerken. Het deze pas eind januari 2018 beschikbaar komen. 3 programma ouderenhuisvesting was in het bijzonder betrokken bij de ontwikkelingen in de huizen Nellestein, Riekerhof, Ingenhouszhof en Geuzenhof. Nieuwbouw van het woonzorgcomplex LIFE is gestart in de Houthavens. Vanaf 1 juni 2017 verhuurt zorgaanbieder Evean als toewijzingsexperiment zelfstandige sociale huurwoningen in het woonzorgcomplex Korthagenhuis (stadsdeel Noord) aan 65-plussers met een lichte zorgvraag. Om het inzicht in de toekomstige kwantitatieve behoefte aan wonen met zorg te actualiseren en bij de geambieerde groei van de stad te laten aansluiten heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017 een opdracht gegeven aan het bureau abf research. Hierdoor beschikt de gemeente nu over een actuele prognose van de vraag naar extramuraal wonen. De omvang wordt becijferd op 5.710 geclusterde woningen voor ouderen tot 2030. Dit komt overeen met eerdere aannames uit 2013. Deze geclusterde woningen kunnen zowel in de bestaande bouw (b.v. leegkomende V&V huizen) als in de nieuwbouw worden gerealiseerd. De behoefteprognose geeft een goede onderbouwing om in nieuwbouw en transformatie van o.a. zorgvastgoed, woonvormen te realiseren voor ouderen waarin kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen (oudere) bewoners aandacht krijgt. Dit is gevraagd in de motie (nr. 919) van het raadslid Poorter van de PvdA (nieuwe woonhofjes voor senioren). Communiceren en samenwerken Na de start als pilot zijn in 2017 in alle stadsdelen 18 wooncoaches actief. In stadsdeel Centrum is de pilot Sluitende keten wooncoaching Centrum gestart. De gemeente heeft overlegd met het Netwerk Ouderenadviesraden Amsterdam (NOAR), Platform Ouderen Amsterdam (POA), Nederlandse Bond voor Migrantenouderen, Kenniscentrum Woonsaem voor migranten, Platform Wooninitiatieven Amsterdam (PWIA) en Cliëntenbelang Amsterdam. Met de Stichting Age Friendly Wonen Amsterdam is samengewerkt bij de presentatie van ouderenhuisvesting in het International Social Housing Festival. Samen met de Aanpak Eenzaamheid en Pakhuis de Zwijger is een lerend netwerk van professionals, wetenschappers en ouderen opgezet om te onderzoeken hoe via woonvormen de eenzaamheid van ouderen kan worden bestreden. Er is een stimuleringsbijdrage toegekend voor het behoud en verbetering van de voorzieningen in het Korthagenhuis. Er zijn daarnaast in 2017 drie kwalificerende aanvragen ingediend, die in 2018 zullen worden beschikt. Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode De doelstelling is dat ouderen in Amsterdam zelfstandig kunnen wonen. Dit doel kan vanwege de voortgaande trend van vergrijzing van de stad niet binnen één bestuursperiode gerealiseerd worden. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is als actie opgenomen een nieuw plan voor ouderenhuisvesting te maken. Het voorstel is als uitgangspunten voor dit plan de volgende prioriteiten te kiezen: De basis op orde: onderzoek, verdeling en toewijzing 4 De basis van het programma is inzicht in ontwikkelingen in de woonsituatie van ouderen. Het belang van goed onderzoek is in 2017 duidelijk geworden door de recente prognose naar de behoefte aan wonen met zorg. Prioriteiten: e _ Aanvullend behoefteonderzoek naar de woonsituatie van ouderen; in het bijzonder wonen met zorg e Inrichten van een actuele monitor ouderenhuisvesting e Vergroten van het gebruik van de verhuisregelingen. e Adequate en ook voor ouderen goed werkende labels in de verdeling en toewijzing. Ouderenhuisvesting in de bestaande stad In veel gebieden in de stad zijn knelpunten aan het licht gekomen in de woonsituatie van ouderen. Gerichte, concrete actie om deze knelpunten te kunnen oplossen, vraagt om een goede samenwerking tussen het programma ouderenhuisvesting en de gebiedsteams in de stadsdelen, met actieve participatie van ouderen en ouderenorganisaties. Prioriteiten: e Samenwerking programma ouderenhuisvesting en gebiedsteams in de stadsdelen e Impuls transformatie, aanpassing en ontsluiting/bereikbaarheid bestaande voorraad e _ Stimuleringsbijdrage ouderenhuisvesting handhaven. Ouderenhuisvesting in de nieuwe stad Amsterdam Gemengde Stad is een uitgangspunt van het college van B&W. Dat vraagt ook om aandacht voor ouderenhuisvesting in de nieuwbouw. Er zal onderzocht worden of sociale investeerders in de markt bereid zijn om meer woonhofjes voor ouderen te realiseren waarbij rekening wordt gehouden met gewenste innovaties in woonzorgconcepten. Dit sluit aan bij het gevraagde van motie (nr. 919) van raadslid Poorter (PvdA). Prioriteiten e Reguliere aanpasbaar gebouwde ouderenwoningen in de gebieden van Koers 2025 en de ontwikkelbuurten en minimaal 5% van sociale nieuwbouw voor ouderen. e Realisatie van innovatieve woonzorgconcepten. Vragen van ouderen Zowel actieve ouderen als kwetsbare ouderen hebben veel vragen over hun wooncarrière. Actieve ouderen nemen zelf initiatief om geschikte woonlocaties te vinden. Ouderen met een migrantenachtergrond zijn door hun sociaaleconomische positie vaak kwetsbaar. Aanvullende actie lijkt nodig om aan hun specifieke woonwensen te kunnen voldoen. Er moet meer geïnvesteerd moeten worden in een samenhangend aanbod van informatievoorziening, begeleiding en coaching van ouderen in het zelfstandig wonen. 5 Prioriteiten: e Versterken van een samenhangend aanbod voor informatie, begeleiding en coaching van ouderen, zodat zij beter in staat zijn keuzes te maken om passend en naar wens te kunnen blijven wonen in de stad e Ondersteuning van wooninitiatieven van ouderen e Onderzoeken en bevorderen van specifieke woonvormen voor kwetsbare ouderen. Wonen met zorg In 2017 zijn er goede afspraken gemaakt over een betere samenwerking tussen de gemeente, zorgaanbieders en woningcorporaties (als eigenaren van zorgvastgoed) over de stedelijke inzet zorghuisvesting. De door de gemeenteraad aangenomen moties over de realisatie van woonzorgcombinaties en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen in de plint van zorghuisvesting zijn leidend. Het programma ouderenhuisvesting zorgt voor de regie en coördinatie vanuit de gemeente. Prioriteiten e Bijhouden en actualiseren van ontwikkelingen zorghuisvesting in Zicht op zorghuisvesting e Uitwerken en uitvoeren gezamenlijke regie en coördinatie in de transformatie van zorghuisvesting e Behouden en vernieuwen Amsterdamse verzorg- en verpleeghuizen naar moderne vormen van wonen met zorg: flexibele woonzorgcombinaties en zorghuisvesting met maatschappelijke voorzieningen in de plint. 6 2. Inleiding Voor uligt de derde voortgangsrapportage van het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Hierin rapporteert het programma over de behaalde resultaten in 2017. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad is besloten dat er in de volgende bestuursperiode een nieuwe plan ouderenhuisvesting moet komen. Deze rapportage kan een volgend college en gemeenteraad helpen om dit plan op te stellen. Daarom besteedt de rapportage ook expliciet aandacht aan de opgave voor de ouderenhuisvesting in Amsterdam in de komende periode. Speerpunten in de ouderenhuisvesting Veel mensen wonen graag in Amsterdam. In de geschiedenis van Amsterdam is dat bijna altijd zo geweest, maar nu de stad na de crisis weer een periode van opbloei meemaakt, neemt de krapte op de woningmarkt toe. Vooral in de sociale huurmarkt moeten verschillende groepen bewoners met elkaar concurreren om een woning. Ouderen wonen al in de stad, maar ook zij ondervinden in hun woonsituatie direct de gevolgen van de druk op de woningmarkt. Hun positie op de woningmarkt vraagt speciale aandacht. Daarom heeft de gemeente in 2015 het programma ouderenhuisvesting ingesteld. Het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018 richt zich op Amsterdammers die 65-plus zijn. Twee belangrijke ontwikkelingen beïnvloeden hun huisvesting in het bijzonder: © _Detoename van het aantal 65-plussers in Amsterdam van 12% tot 16% in 2030. Binnen deze leeftijdscategorie neemt de meest kwetsbare groep van 7b-plussers ook zeer sterk toe (van 5% naar 7% van alle Amsterdammers in 2030). Door de gewijzigde regelgeving en financiering van de zorg worden wonen en zorg steeds meer gescheiden. Het klassieke verzorgingstehuis met een huur- en zorgcontract in één verdwijnt langzaam maar zeker. Ouderen met een lichte zorgvraag kunnen niet langer terecht in een verzorgingshuis, maar zullen langer in hun eigen woning moeten blijven wonen dan wel op tijd moeten verhuizen naar een meer geschikte woning. Vanwege deze ontwikkelingen is het belangrijk dat ouderen goed en langer zelfstandig kunnen wonen in de stad. De gemeente werkt samen met woningcorporaties en zorgaanbieders in de stad om dit mogelijke te maken. Het programma ouderenhuisvesting heeft structureel overleg met ouderenorganisaties en ondersteunt wooninitiatieven van ouderen. De gemeente heeft zich er in deze bestuursperiode voor ingespannen dat er voldoende geschikte woningen voor ouderen in de stad zijn. Deze inspanning zal de komende periode voortgezet worden. Door de demografische ontwikkeling zien we nu al knelpunten in de oudere wijken van Amsterdam. Met name in stadsdeel Centrum en Zuid. De regels voor verdeling en toewijzing geven ouderen toegang tot het aanbod van geschikte huurwoningen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) financiert aanpassingen in de woningen (zoals het aanleggen van een traplift), zodat een woning langer geschikt blijft voor een 1 oudere bewoner. Er zijn specifieke verhuisregelingen ingesteld — Van Groot naar Beter (Vgnb) en Van Hoog naar Laag (Vhnl) — die ervoor kunnen zorgen dat ouderen gemakkelijker kunnen doorstromen van een niet langer voor hen geschikte sociale huurwoning naar een woning in de bestaande voorraad die wél goed toegankelijk is en gelijkvloers. Wooncoaches helpen hun hierbij. Het streven is nieuwe woningen aanpasbaar te laten bouwen, zodat ouderen met geringe aanpassingen aan deze woningen hierin kunnen blijven wonen, als zij geconfronteerd worden met mobiliteitsbeperkingen. De gemeente heeft met de woningcorporaties in Amsterdam afgesproken dat 90% van door hen gebouwde sociale huurwoningen aanpasbaar gebouwd wordt. Nieuwbouw biedt kansen voor nieuwe woonvormen voor ouderen, zoals hofjeswoningen. De verzorgings- en verpleeghuizen V&V) in Amsterdam zijn door het programma ouderenhuisvesting in kaart gebracht in de studie Zicht op Zorghuisvesting uit 2015 Veel gebouwen in de zorghuisvesting zijn aan vernieuwing toe. Dat biedt kansen voor zelfstandig wonen voor ouderen in combinatie met zorg en maatschappelijk voorzieningen in de plint van het gebouw of in de buurt. De gemeente heeft in overleg met de woningcorporaties en de zorgaanbieders besloten dat de huidige 64 V&V-huizen bij voorkeur de functie ouderenhuisvesting behouden. Dat sluit overigens niet uit dat er in zelfstandige woningen met zorg aantrekkelijke combinaties mogelijk zijn voor gemengd wonen met andere doelgroepen (zoals jongeren en studenten). Moties In 2016 en 2017 zijn er in de gemeenteraad zeven moties aangenomen die betrekking hebben op ouderenhuisvesting. Per motie geven wij kort aan hoe de afhandeling plaatsvindt. 1. Bij de behandeling van de Voorsnota 2016 op 13 juli 2016 is motie 911 van raadslid Poorter (PvdA) Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed) aangenomen. De motie vraagt: e inhet kader van het Actieplan Woningbouw bij de transformatie van zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in wooncomplexen voor ouderen waarin mede door (buurtbewoners activiteiten kunnen worden georganiseerd; e inde jaarlijkse voortgangsrapportage programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 aan de raad te rapporteren over de resultaten. De uitvoering van deze motie maakt deel uit van de gemeentelijke inzet bij de zorghuisvesting. Bij transformatie van zorgcomplexen treedt de gemeente in overleg met zorgvastgoedeigenaren en zorgaanbieders over mogelijkheden om algemene ruimtes en faciliteiten in vernieuwde wooncomplexen voor ouderen te creëren, die tevens geschikt zijn voor bewonersactiviteiten. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is besloten een nieuw plan ouderenhuisvesting te maken in de bestuursperiode 2018 — 2022. In deze voortgangsrapportage 2017 worden de opgaven en prioriteiten voor dit nieuwe plan beschreven. Het gevraagde wordt eveneens in 2018 bij transformaties van zorgvastgoed uitgevoerd en opgenomen in het plan voor ouderenhuisvesting in de nieuwe bestuursperiode. Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan. 8 2. Bij de behandeling van de Voortgangsrapportage 2016 programma ouderenhuisvesting 2015-2018 in de gemeenteraad 8 juni 2017 is motie 614 aangenomen van de raadsleden Poorter (PvdA), Hammelburg (D66), Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de uitvoering van motie (919) van het raadslid Poorter inzake transformatie zorgvastgoed (bouwen woonhofjes voor senioren). Motie 614 draagt het college op: e Te onderzoeken hoe in Amsterdam meer hovenbouw voor senioren kan worden gerealiseerd, waarbij kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen bewoners kunnen worden bevorderd © _Dezeseniorenwoningen te labelen als seniorenwoningen e Samen met de corporaties en andere investeerders hierover in gesprek te gaan, en hier ook ouderenorganisatie bij te betrekken. In deze motie staan het onderzoeken en realiseren van meer kleinschalige, geclusterde woningen met zorg centraal, waaronder woonhofjes voor ouderen. Om die reden heeft het college van B&W gekozen voor een gecombineerde beantwoording van deze motie per brief van 31 oktober 2017 met de hieronder beschreven motie 975. Beide moties zijn besproken en afgehandeld in de commissie Bouwen en Wonen van 22 november 2017. 3. Bij de behandeling van het actieplan Age Friendly City - Naar een levensloopbestendig Amsterdam in de gemeenteraad 28/29 juni 2017 is motie 975 aangenomen van de leden Boomsma (CDA) en Poorter (PvdA) inzake het actieplan Age Friendly City, getiteld: Naar een levensloopbestendig Amsterdam (meer aandacht voor woon-zorgcombinaties). Motie 975 vraagt het college: e Bij nieuwbouw actief rekening te houden met alternatieve woon-zorgcombinaties zoals kleinschalig wonen in groepswoningen, en moderne hofjes. Daarnaast worden mantelzorgwoningen, levensloopbestendig bouwen, kangoeroewoningen, thuishuizen, gemeenschappelijk wonen voor ouderen, harmonicawoningen en particuliere wooninitiatieven genoemd als mogelijke vormen. e _Om bij plannen voor nieuwbouw van woningen moet worden vermeld voor welke woon- zorgcombinaties deze woningen geschikt zijn. In de moties 614 en 975 staan het onderzoeken en realiseren van meer kleinschalige, geclusterde woningen met zorg centraal, waaronder woonhofjes voor ouderen. Om die reden heeft het college van B&W gekozen voor een gecombineerde beantwoording van beide moties per brief van 31 oktober 2017. Beide moties zijn besproken en afgehandeld in de commissie Bouwen en Wonen van 22 november 2017. 9 4, Bij de behandeling van de Woonagenda 2025 in de raadsvergadering van 19 juli 2017 is motie 956 van raadslid Van Soest (PvdO) inzake 5% nieuwbouw sociale huur bestemmen voor ouderen aangenomen. In deze motie wordt het college van B&W verzocht: e ten minste 5% van de nieuw te bouwen sociale huurwoningen te bestemmen voor ouderen; e _deraad hierover te informeren. Afgesproken is in de jaarlijkse voortgangsrapportages ouderenhuisvesting dit aantal en het percentage gereguleerde huurwoningen dat toegewezen is aan ouderen te monitoren. Mocht dit percentage lager zijn dan 5%, dan is dit aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen. Deze motie is afgedaan met een verzamelbrief van het college van B&W van 26 september 2017. Dj Bij de behandeling van de Woonagenda 2025 in de raadsvergadering van 19 juli 2017 is eveneens motie 95/7 aangenomen van raadslid Van Soest (PvdO) inzake invoeren Amsterdamse seniorenmakelaar. In deze motie wordt het college van B&W verzocht: e in samenwerking met corporaties de seniorenmakelaar in te voeren in Amsterdam; e _deraad hierover te informeren. In Amsterdam is een seniorenmakelaar bekend als een functie bij woningcorporaties om oudere huurders, die niet passend wonen, te stimuleren om door te stromen naar een geschikte woning. Met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties wordt besproken hoe de inzet van seniorenmakelaars een bijdrage kan leveren aan het passend wonen van ouderen. In stadsdeel Centrum wordt als pilot de samenwerking tussen seniorenmakelaars van woningcorporaties en wooncoaches van de stichting Woon geïntensiveerd. Deze motie is afgedaan met een verzamelbrief van het college van B&W van 26 september 2017. 6. Inzake de Begroting 2018 is motie 1259 aangenomen van de leden Poorter (PvdA), Bouchibti (VVD), Roosma (GroenLinks), Hammelburg (D66), Duijndam (SP) en Van Soest (PvdO) over Ouderenwoningen voor eerste generatie migranten. Motie 1259 verzoekt het college: e Te onderzoeken welke behoefte in de stad bestaat voor woonvormen voor migrantenouderen, mogelijk in de vorm van coöperatieve woonvormen e _Inoverleg te treden met woningbouwcorporaties en investeerders om deze woonvormen te creëren; e Hiernaast te onderzoeken of het gespecialiseerde aanbod dagbesteding voor migrantenouderen kan worden uitgebreid. Aan deze acties wordt uitvoering gegeven in 2018, in het kader van het huidige Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Er zullen gesprekken worden gevoerd met netwerken van migranten om de behoefte aan woonvormen te inventariseren. Met corporaties, zorginstellingen 10 en investeerders wordt overlegd om te kijken of er locaties kansrijk zijn. De resultaten worden verwerkt in het nieuwe plan ouderenhuisvesting 2018-2022. Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan. 1. In de raadsvergadering van 29 november 2017 is motie 1506 aangenomen van de leden Van Soest (PvdO) en Duijndam (SP) inzake het beleid voor trapliften. Motie 1506 verzoekt het college: e metde woningbouwcoöperaties te overleggen om voor ouderen die langer zelfstandig in hun woning moeten blijven wonen, deze woningen aan te passen met een traplift, waarin de voorbereiding al reeds aanwezig is; e gelden die voor zorg bestemd zijn ook voor zorg te gebruiken; e _de uitkomsten van dit overleg met de raad te delen in het eerste kwartaal van 2018. In de motie wordt gesproken over trapliften, maar de strekking maakt duidelijk dat er wordt gedoeld op het plaatsen van een huislift. Dit zijn liften die in een trappenhuis of aan een appartementengebouw worden gerealiseerd en meer mensen tegelijk kunnen verplaatsen. Een traplift is een stoeltjeslift aan de zijkant van de trap, die één persoon tegelijk kan verplaatsen. De gemeente heeft samen met woningcorporaties in 2015 in Oost en Centrum geïnventariseerd bij welke gebouwcomplexen in de bestaande stad het bouwkundig en kostentechnisch mogelijk is om een huislift te plaatsen. Uit deze inventarisatie blijkt dat het realiseren van een lift kostbaar en ingewikkeld is. Corporaties geven aan dat een lift alleen overwogen wordt als er sprake is van planmatig groot onderhoud of renovatie. In die gevallen wordt voor een gebouw bezien of de bouwtechnische ingreep gelijktijdig gecombineerd kan worden met het bijplaatsen van een lift. De uitvoering van motie 1506 wordt opgepakt in 2018, het laatste jaar van het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. In opvolging van de inventarisatie in 2015 overlegt het programma ouderenhuisvesting in federatieverband met de woningcorporaties over kansen om de bestaande woningvoorraad toegankelijk te maken en te houden voor een groeiend aantal ouderen. Daarbij zal onder andere worden gekeken waar het haalbaar en mogelijk is op gebouwniveau een lift bij te plaatsen. Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan. In de tekst van deze voortgangsrapportage wordt naar de inhoud van individuele moties verwezen, wanneer deze aan de orde of relevant zijn. Leeswijzer Er zijn in de voortgangsrapportage 2016 drie prioriteiten voor het programma ouderenhuisvesting in 2017 vastgesteld: woningbouwprogrammering, zorghuisvesting en verbinden en communicatie. De doelen van deze prioriteiten kunnen als volgt gespecificeerd worden: e Meer aanbod ouderenhuisvesting in nieuwbouw; e Meer aanbod ouderenhuisvesting in bestaande voorraad door transformatie en renovatie; e Voldoende woningen met bereikbare zorg in de zorghuisvesting (o.a. door transformatie V&V); 1 e Meer kennis en vaardigheden bij ouderen en betrokkenen over zelfstandig wonen; e Betere aansluiting eisen en wensen van ouderen m.b.t. zorg, welzijn en de ruimtelijke omgeving op de wooneisen en wensen van ouderen. De voortgangrapportage 2017 is zo ingedeeld dat de lezer de voortgang in het bereiken van de geschetste doelen kan beoordelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ouderenhuisvesting in planvorming en programmering, de verdeling en toewijzing, de stedelijke inzet zorghuisvesting, communicatie en samenwerking. De financiële paragraaf geeft inzicht in de bestedingen uit het budget van het programma ouderenhuisvesting. De rapportage besluit met een schets voor de opgave in de nieuwe bestuursperiode. 12 3. Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering Om de voorraad geschikte woningen voor ouderen in Amsterdam te vergroten heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017 veel aandacht besteed aan planvorming en programmering. De inzet heeft zich in het bijzonder gericht op: e Bevorderen realisatie exclusief voor ouderen bestemde woningen; e Bevorderen en monitoren van de realisatie van aanpasbaar bouwen; zowel in de sociale sector als in de marktsector; e Bevorderen van aanpassingen aan bestaande woningen; e Opstellen van aandachtspunten in het ontwerp van de ouderenhuisvesting; e Gerichte advisering over plannen en projecten; Zelfstandige woningen exclusief voor ouderen In totaal zijn er in 2017 1.544 reguliere sociale huurwoningen in aanbouw genomen (start bouw). Het aantal zelfstandige woningen dat in aanbouw is genomen (start bouw) en exclusief voor ouderen was bestemd bedroeg in 2017 286 woningen, waarvan 247 woningen in de sociale huur. Dat betekent dat ongeveer 16 % van de totale nieuwbouwproductie van sociale huurwoningen voor ouderen is bestemd. Hiermee is ruimschoots voldaan aan de 5% norm, zoals gevraagd in de motie (nr. 956) van raadslid Van Soest (Partij van de Ouderen). Het aantal in aanbouw genomen woningen bestemd voor ouderen is in 2017 gestegen ten opzichte van 2016. Bron: Basisbestand Woningbouwlocaties gemeente. Het betreft de volgende projecten: e De Roze Hallen (West) 15 koopwoningen e De Boeg (West) 66 sociale huurwoningen e _Struikbuurt/Brouwerpad (Nieuw West) 30 sociale huur/12 middeldure huur e Ritzema Bosstraat 2-18 (Oost) 80 sociale huurwoningen e _Ingenhouszhof 2-90 (Oost) 32 sociale huur/ 12 middeldure huur e _Houthavens (Revaleiland) 39 sociale huur 13 Aanpasbaar bouwen De gemeente heeft met de woningcorporaties en huurders afgesproken dat 90% van de sociale huurwoningen volgens de richtlijnen aanpasbaar bouwen wordt gerealiseerd? In het kader van de Uitwerking Samenwerkingsafspraken zijn de richtlijnen nader bezien, met name in verband met compactere woningplattegronden in de nieuwbouw. De Richtlijnen aanpasbaar bouwen 2017 zijn bij de Uitwerking Samenwerkingsafspraken vastgesteld op 12 december 2016. Jaarlijks wordt er een kwaliteitsregistratie uitgevoerd van de opgeleverde woningen. Architecten en opdrachtgevers dienen aan te geven of de woningen aanpasbaar zijn gebouwd. Van de opgeleverde corporatiewoningen is ongeveer 91% aanpasbaar gebouwd®, Dat is een stijging ten opzichte van de gerapporteerde periode in de voortgangsrapportage 2016 (oktober 2015-oktober 2016). Toen was dit percentage 80%. De afspraak met de corporaties om tenminste 90% van de woningen aanpasbaar te bouwen is dus in 2017 gerealiseerd. In de marktsector is ongeveer 45% van de koopwoningen aanpasbaar gebouwd. Het percentage aanpasbaar gebouwde huurwoningen in de marktsector ligt op ongeveer 20%. De richtlijnen voor aanpasbaar bouwen worden aan de marktsector niet verplicht opgelegd maar er wordt aan investerende partijen geadviseerd om zoveel mogelijk woningen te realiseren volgens deze richtlijnen. Aanpassingen van woningen Veel ouderen willen hun vertrouwde huis niet verlaten, zelfs niet als zij veel moeite hebben gekregen met het lopen van de trappen of moeite hebben met het zich bewegen in de woning; bijvoorbeeld met een rollator. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voorziet in aanpassingen aan en in de woning. Een bewoner, die als gevolg van beperkingen problemen ondervindt in de woning, kan een aanvraag indienen voor een woonruimteaanpassing. Als aanpassen niet mogelijk is of als blijkt dat verhuizen de beste oplossing is, kan iemand die om medische redenen moet verhuizen aan aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de meerkosten van verhuizen. Van januari t/m mei 2017 zijn ruim 1.300 positieve beschikkingen voor een woonvoorziening toegekend. Er zijn ongeveer 310 beschikkingen afgegeven voor trapliften. Als de kosten voor de benodigde woningaanpassingen te hoog worden, kan de bewoner in aanmerking komen voor een indicatie voor een verhuiskostenvergoeding vanuit de Wmo. Er zijn 375 verhuisindicaties verstrekt van januari 2017 t/m mei 2017. Het aantal beschikkingen voor woonvoorzieningen, trapliften en indicaties voor verhuiskostenvergoedingen is van een vergelijkbare omvang als de corresponderende periode in 2016%. 2 De afspraak Aanpasbaar Bouwen is onderdeel van de Samenwerkingsafspraken 2015-2019, vastgesteld door de Gemeenteraad dd. 1 juli 2015 $ Bron: Kwaliteitsregistratie projectenboeken 2016-2017. Het % aanpasbaar gebouwd is gemeten over de eenlaagse corporatiewoningen minus jongeren- en studentenwoningen en collectief opdrachtgeverschap 4 Het is niet mogelijk de cijfers over geheel 2017 in deze voortgangsrapportage op te nemen, aangezien deze pas eind januari 2018 beschikbaar komen. 14 Belangenorganisaties van ouderen hebben bij het programma ouderenhuisvesting en bij de gemeentelijke afdeling Zorg aangegeven dat veel ouderen met fysieke beperkingen in de knel komen door de strakke toepassing van de regels voor trapliften en vanwege de kosten van woonruimteaanpassingen. De raadsleden Duijndam, Roosma en Kaya (nr. 2016-1386) hebben een motie ingediend inzake de Begroting 2017. Het college wordt gevraagd te onderzoeken wat de sociale en financiële gevolgen zijn wanneer de gemeente ook trapliften verstrekt voor het bereiken van tweede en derde verdiepingen en tevens bij dit onderzoek na te gaan onder welke condities — zowel financieel, technisch en functioneel — het aanbrengen van een traplift over meerdere verdiepingen mogelijk is, Op 31 oktober 2017 heeft het college van B&W een besluit genomen tot een verruiming van de verstrekking van woonruimteaanpassingen. De raad heeft op 30 november 2017 de nieuwe beleidsregels vastgesteld. De grens die de gemeente hanteert om de afweging te maken tussen “aanpassen of verhuizen” is vanaf 1 januari 2018 verhoogd van € 6.100 naar € 10.000. Hierdoor worden meer woonruimteaanpassingen mogelijk gemaakt. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt in de soort woning of de etage waar men woont. Bij alle aanvragen voor woonruimteaanpassingen en trapliften wordt in het onderzoek gekeken naar alle voorzieningen die noodzakelijk zijn om de woning langdurig geschikt te maken. Het kan zijn dat uit het onderzoek blijkt dat verhuizen tóch de beste oplossing is. In die gevallen kan men mogelijk in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de noodzakelijke verhuizing. Dit betekent dat de mogelijkheden om met aanpassingen in het eigen huis te blijven wonen voor ouderen met fysieke beperkingen worden verruimd. Aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting: Brochure ‘Ouderen wonen in de stad’ Ouderen blijven langer zelfstandig wonen en ouderen worden ouder. Een goed ontwerp draagt eraan bij dat ouderen daadwerkelijk langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen in een prettige omgeving met voldoende mogelijkheden voor contact en ontmoeting. Het programma ouderenhuisvesting heeft daarom een brochure ontwikkeld voor ontwerpers, ontwikkelaars, bouwers en bewoners voor een goede inrichting van woningen, gebouwen en de woonomgeving. De brochure is in samenspraak met professionals en ouderenorganisaties samengesteld. Hij is gepresenteerd op een thema-avond op 7 november 2017 in Pakhuis de Zwijger over ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid. Daarna is hij breed verspreid onder alle doelgroepen. Hij dient als ondersteuning bij de advisering over het realiseren van ouderenhuisvesting in de bestaande stad, in de ontwikkelgebieden van Koers 2025 (Ruimte voor de stad) en in de ontwikkelbuurten. Gerichte advisering over plannen en projecten In 2017 heeft het programma ouderenhuisvesting adviezen gegeven over verschillende nieuwbouwlocaties met als inzet ouderenhuisvesting een plek te geven in de planontwikkeling, woningbouwprogramma's en tenders. Pas bij start bouw van deze projecten kan worden bepaald in hoeverre de adviezen daadwerkelijk tot de voorgestelde realisatie van ouderenhuisvesting hebben geleid. 15 Adviezen zijn onder meer gegeven over het Oostenburgereiland, de Nieuwe Uilenburgerstraat 29- 59, het Eenhoorngebied, het Centrumeiland van IJburg, de kop Zuidas, de transformatie van het Revalidatiecentrum Reade, de Jan Evertsenstraat, het August Allebéplein, Sloterdijk Centrum, de transformatie van zorgvastgoed van Cordaan in Nieuw-West en Noord, het Hamerstraatkwartier, de Klaprozenweg, Rand Bijlmerpark, de E-buurt in Zuidoost, Amstel Ill en de transformatie van het verzorgingshuis Nellestein. 16 4 Verdeling en toewijzing van woningen De cijfers van WoningNet geven een beeld van het aantal sociale woningen dat bij mutatie is aangeboden aan ouderen. Er zijn in 2017 bijna 3.500 sociale huurwoningen via WoningNet aangeboden. Dat was in 2016 bijna 3.200 woningen”. Het totale aanbod in WoningNet is dus enigszins gestegen. e Erzijn 635 woningen uitsluitend aangeboden aan ouderen. Het gaat om seniorenwoningen in complexen waarvoor een minimale leeftijdsgrens geldt van 55, 60 of 65 jaar. e Erzijn 510 woningen met voorrang aangeboden aan ouderen vanaf 65 jaar en bewoners met een fysieke beperking (Wmo-verhuisindicatie). Dit zijn woningen op de begane grond, één hoog of woningen met een lift. De vraag van ouderen naar een woning komt tot uitdrukking in het aantal actief woningzoekenden op WoningNeté, In 2017 waren er 73.800 actief woningzoekenden op WoningNet. In 2016 waren dat er 72.000. Dit is een stijging van bijna 2.000 actief zoekenden. Onder de 65 plussers zijn er 3.406 actief zoekenden. Dat aantal is bijna gelijk aan het aantal van 2016. Het percentage actief zoekende 65 plussers is 5% van het totaal aantal zoekenden. Dat is hetzelfde percentage als in 2016. De stijging van het aantal zoekende 65 plussers is vooral toe te schrijven aan bewoners van de stadsdelen Centrum en Zuid. Er zijn in 2017 ruim 800 woningen aan 65 plussers verhuurd. Dat is ongeveer 14% van het totaal aantal verhuringen in dat jaar. Actualisering voorranglabels In de Huisvestingsverordening Amsterdam en in WoningNet worden woningen gelabeld voor ouderen en mensen met een fysieke beperking. Zo wordt geregeld dat ouderen en mensen met een fysieke beperking op een deel van de woningen voorrang hebben. De gemeente heeft in de tweede wijzigingsverordening van de Huisvestingsverordening 2016 (vastgesteld door de Raad op 20 december 2017 ) twee onderdelen gemuteerd die betrekking hebben op de positie van ouderen op de sociale huurwoningenmarkt. e _Voorwoningen met het seniorenlabel is de minimale leeftijdsgrens verhoogd van 55 jaar naar 65 jaar. Ouderen blijven langer vitaal. Het programma ouderenhuisvesting richt zich daarom 5 Deze cijfers zijn exclusief nieuwbouw en bemiddeling, en aangeboden binnen 3 maanden. $ Actief woningzoekenden hebben tenminste 1 keer per jaar op een woning gereageerd. 17 op 65 plussers en niet op 55 plussers. Daarmee is het logischer als bij de woningtoewijzing de leeftijd ook naar 55 plus gaat. e _Hetlabel ‘Voorrang Wmo/6b+' is opgenomen in tweede wijziging van de nieuwe Huisvestings- verordening 2016. Door het label ‘Voorrang Wmo/6b+' houden huishoudens met een Wmo- verhuiskostenbeschikking en mensen van 65 jaar en ouder hun voorrangspositie op een deel van de woningen op de begane grond, woningen met een lift en woningen met op 1 hoog. Verhuisregelingen Van groot naar beter en Van hoog naar laag Naast de voorrangslabels dragen de verhuisregelingen Van hoog naar laag (Vhnl) en Van groot naar beter (Vgnb) bij aan de woonmogelijkheden van ouderen. De gemeente heeft met de corporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam de regelingen Vhnl en Vgnb verbeterd. Dit is verwerkt in de Uitwerking Samenwerkingsafspraken 2015-2019. Kern van de regelingen woning (> 70 m2, 5 of meer kamers) hoog of met lift in eigen stadsdeel seniorenwoningen in de hele stad Huur blijft gelijk (geen huursprong ) voor Huur blijft gelijk (geen huursprong) voor verhuisde 70 plussers. Als oude huur hoger is, | verhuisde huurders. Als oude huur hoger is, wordt nieuwe huur afgetopt. wordt nieuwe huur afgetopt. | Verhuiskostenvergoeding minimaal C4.500_ | Samenwerkende partijen hebben in 2016 afgesproken dat beide regelingen in een jaar elk minimaal 100 verhuizingen moeten opleveren. Het aantal gerealiseerde verhuizingen lag in de periode oktober 2016-november 2017 voor Vgnb op 52. Via Vhnl zijn in deze periode 50 verhuizingen gerealiseerd. Het betreft toewijzingen via WoningNet of via directe bemiddeling. Het aantal gerealiseerde verhuizingen is daarmee achtergebleven bij de ambitie. Ten opzichte van het gebruik van de regelingen in de voorgaande jaren zijn er echter essentiële stappen gezet. Er werd door ouderen nauwelijks gebruik gemaakt van de regelingen en de corporaties waren ook niet actief in het bekendmaken en toepassen ervan. De trend van niet actieve bekendmaking, toepassing en marginaal gebruik is dus omgezet naar actieve toepassing en substantieel gebruik. De samenwerking rond de uitvoering van de regelingen is sterk verbeterd. Concreet zijn de volgende acties gerealiseerd: e Eriseen werkgroep verhuisregelingen opgezet. Het programma ouderenhuisvesting is trekker van de werkgroep. De medewerkers verhuur en beleidsadviseurs van de corporaties, de Federatie van woningcorporaties, enkele bewonersconsulenten van Woon en de projectleider wooncoach nemen deel. Er worden aanpakken besproken om de doelgroep te benaderen. e Werkprocessen rond de uitvoering van de regelingen zijn verbeterd: 18 o Medewerkers binnen de corporatie zijn beter op hoogte van de regelingen. Er is informatie-uitwisseling tussen medewerkers van de contactcentra en de verhuurafdelingen. o Contacten en afstemming tussen de corporaties zijn verbeterd. Er wordt afgestemd over huurders die verhuizen tussen corporatiewoningen, om de nieuwe huurprijs op basis van de oude huur vast te stellen. o Contacten tussen corporaties en lokale teams Woon en wooncoaches lopen veel beter. Er zijn vaste contactpersonen bij de corporaties waar wooncoaches/het lokale team een klant kunnen overdragen. Er wordt een bijeenkomst voor de verhuurmakelaars van de corporaties en de wooncoaches georganiseerd. o Contacten tussen de gemeente en corporaties over de betaling van verhuiskosten- vergoeding lopen goed. Een belangrijk verbeterpunt is de betaalprocedure aan Vgnb- kandidaten. e Erzijn verschillende projecten en pilots in gebieden opgezet voor een intensievere aanpak van het benaderen en ondersteunen van ouderen , door maatwerk te leveren en persoonlijke aandacht te geven. Bijna alle corporaties hebben dit opgepakt in hun woningbezit. Wooncoaches van Woon zijn aangehaakt. De gemeente heeft een faciliterende- en aanjagersrol. Enkele voorbeelden: o Eigen Haard en Ymere hebben 165 Ouderen in grote woningen in de Vogelbuurt (Noord) uitgenodigd voor een lunch. De opzet was een kleine setting om met ouderen te praten over hun motieven en wensen voor een betere woning. De opkomst was beperkt: 10 ouderen, met zoon of dochter mee. De regeling Vgnb vindt men aantrekkelijk als de verhuiskostenvergoeding omhoog zou gaan (nu bedraagt die € 4.500 voor 5 kamers, € 5250 voor 6 kamers en € 6.000 voor 7 of meer kamers). o Eigen Haard heeft een projectleider aangesteld om binnen Eigen Haard de regeling te optimaliseren en de mogelijkheden te onderzoeken om de regeling meer onder de aandacht van zijn huurders te brengen. o Ymere en Rochdale hebben in Amsteldorp (Oost) in het kader van Amsteldorp Actief een pilot gedaan met woningruil. Ymere en Rochdale hebben een wijkbeheerder aangesteld, als spil in de buurt en vraagbaak voor ouderen. o De Keyis actief om via maatwerk oudere huurders te benaderen. Rochdale heeft een participatiemakelaar in Zuidoost aangesteld die 900 adressen waar ouderen wonen gaat benaderen. o Stadgenoot werkt met een eigen seniorenmakelaar. o De Alliantie betrekt de bewonerscommissies bij het informeren van de bewoners over de verhuisregelingen. Dit wordt in Buitenveldert toegepast. o In Centrum start in januari 2018 een pilot met als inzet de keten rond wooncoaching van ouderen te optimaliseren. Betrokken partners zijn het stadsdeel , de wooncoaches van Woon, de corporaties en de wijkzorgalliantiepartners. Het programma Ouderenhuisvesting faciliteert de pilot. Conclusies Er is commitment bij de partijen om door te gaan met de regelingen. Het resultaat blijft weliswaar achter bij de ambitie van 100 gerealiseerde verhuizingen per regeling, maar de regelingen worden 19 steeds beter bekend bij ouderen; onder andere door de inzet van wooncoaches en door een grote inzet van medewerkers bij de corporaties om de doelgroep te benaderen. De partijen concluderen dat knelpunten de effecten van de regelingen verminderen. Daarom willen partijen in 2018 met elkaar onderzoeken welke verbeteringen mogelijk zijn om de effecten van de beide regelingen nog verder te vergroten. Bij Vgnb zal de relatie gelegd worden met de doorontwikkeling van de huisvesting van kwetsbare groepen. Inzet is het vergroten van doorstroming uit grote woningen. Bij Vhnl zal nog nadrukkelijker worden ingezet op het actief benaderen en begeleiden van ouderen en het verbeteren van de voorwaarden, zodat er meer gebruik wordt gemaakt van de regeling om te verhuizen naar een geschikte woning. Begin 2018 zullen de volgende voorstellen door de gemeente en de corporaties verder worden onderzocht: Van groot naar beter (\Vgnb) e _Verruimen definitie grote woning tot een oppervlakte van minimaal 70 m2 met minimaal 4 kamers. e Betrekken van de nieuwbouw bij ‘geen huursprong’. e Uitbreiden werkingsgebied naar de regio. e Toepassen regeling via WoningNet of toepassen via maatwerk binnen corporatie. e Snellere uitbetaling van de verhuiskostenvergoeding van de gemeente. Van hoog naar laag (Vhnl) e Samenhang en overlap bekijken tussen Vhnl en andere voorrangslabels (onder andere het voorrangslabel Wmo/65+). e _Dezichtbaarheid van de regeling en andere mogelijkheden op WoningNet verbeteren. Nu zijn die voor ouderen die een woning zoeken op WoningNet vaak onduidelijk. De resultaten van het onderzoek worden met woningcorporaties en huurders besproken in het kader van de Samenwerkingsafspraken. Deze zullen tevens als input worden gebruikt voor de aanpak van de doorstroming bij de doorontwikkeling van de huisvesting van kwetsbare groepen. 20 5. Stedelijk inzet zorghuisvesting In de studie Zicht op Zorghuisvesting uit 2015 zijn alle locaties van Verzorgings- en Verpleeg (V&V)- huizen in Amsterdam in kaart gebracht. Binnen het programma ouderenhuisvesting worden de actuele ontwikkelingen rond deze locaties gevolgd en met de partners in de zorghuisvesting besproken. Dit heeft geresulteerd in de notitie Stedelijke Inzet Zorghuisvesting, die op 17 januari 2017 in B&W is goedgekeurd en in maart 2017 is besproken in de Raadscommissie Bouwen en Wonen. De inzet van de gemeente is het behoud van zorghuisvestingslocaties voor ouderenhuisvesting, al dan niet met zorg. Nadere invulling hieraan wordt gegeven door de motie (nr. 911) uit te voeren van raadslid Poorter van de PvdA, van 14 juli 2016, inzake de Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed). De motie draagt het college op om bij de transformatie van zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in wooncomplexen van ouderen, waarin mede door (buurt)bewoners activiteiten kunnen worden georganiseerd. Ontwikkelingen zorghuisvestingslocaties In het merendeel van de 64 Verpleeg- en verzorgingshuizen in Amsterdam is het wonen met zorg onveranderd gebleven. De huizen leveren verpleeghuiszorg (zware zorg); daarnaast zijn er combinaties van wonen met zorg binnen het brede spectrum van wonen met een lichte zorgvraag. In 2017 is het programma in het bijzonder betrokken geweest bij de volgende locaties: e Nellestein, stadsdeel Zuidoost Ymere wil het verpleeg- en verzorgingshuis verkopen. Het huurcontract van Amsta eindigt november 2018. De aanleunwoningen blijven in bezit van Ymere, en worden momenteel verhuurd als seniorenwoningen. Het programma ouderenhuisvesting is samen met het stadsdeel rechtstreeks betrokken bij de planvoorbereiding en onderhoudt contact met de bewoners in de wijk Nellestein en de Ouderenadviesraad, die zich zorgen maken over het verdwijnen van de voorzieningen in het V&V complex. e _Riekerhof, stadsdeel Nieuw West Dit verpleeg- en verzorgingshuis is eind 2016 verkocht. Zorgaanbieder Cordaan huurt het pand en biedt zorg aan bewoners die voor een deel intramuraal (80 appartementen) en extrumuraal (40 appartementen) in het complex wonen. Het programma ouderenhuisvesting is in overleg met het stadsdeel, zorgaanbieder en eigenaar over opties voor transformatie op basis van de uitgangspunten van de stedelijke inzet zorghuisvesting. e _Ingenhouszhof, stadsdeel Oost Dit woonzorgcentrum is door Amsta verkocht aan AIG Care concepts / Bouwinvest. Er worden 80 zelfstandige zorgwoningen gebouwd en teruggehuurd door Amsta. Amsta is zorgaanbieder voor deze 80 woningen. Toewijzing is aan ouderen met een zorgindicatie. Daarnaast worden 44 huurwoningen gerealiseerd, 32 in de sociale sector en 12 in dure huursector. De oplevering van de nieuwbouw staat gepland in 2018. e _Geuzenhof, stadsdeel Nieuw West De Alliantie (eigenaar) heeft samen met Philadelphia (zorg voor mensen met een verstandelijk beperking) een concept voor een ‘verzorgingshuis Nieuwe Stijl’ ontwikkeld. In Geuzenhof wonen senioren ‘gespikkeld’ met mensen met een beperking. De voorzieningen in de plint 21 leggen de relatie met de buurt. De Alliantie heeft een verzoek ingediend om een deel van de woningen toe te wijzen aan senioren en studenten die aantoonbaar bereid zijn ondersteuning te bieden aan de in het complex wonende aangewezen doelgroep. e Nieuwbouw Woningcomplex LIFE, Revaleiland, Houthavens In 2016 nam het programmateam ouderenhuisvesting deel aan de jury bij de tender voor dit woonzorgcomplex. LIFE is een plek met woningen voor bij voorkeur ouderen, zowel in de koop- als in de (sociale-) huursector. Woningcorporatie Habion heeft 39 sociale huurwoningen en 12 parkeerplaatsen gekocht. Bouwinvest investeert in 24 zorgappartementen in de vrije sector, 940 m2 aan voorzieningen: een restaurant, een apotheek, een gezondheidscentrum met huisartsen en fysiotherapeuten, dagbesteding en thuiszorg. Daarnaast huurt Cordaan langjarig 48 zorgstudio's voor mensen met dementie. De bouw is eind 2017 gestart en is eind 2019 gereed. Toewijzingsexperiment volgens de Huisvestingsverordening Amsterdam In het woonzorgcomplex Korthagenhuis in stadsdeel Noord loopt een experiment in de toewijzing van de sociale huurwoningen. De woningen worden verhuurd en aangeboden door de zorgaanbieder in plaats van de woningcorporatie. Voorheen intramurale woningen worden na een kleine renovatie nu als zelfstandige sociale huurwoning voor 65-plussers met een lichte zorgvraag verhuurd. Toepassing van artikel 2.5.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 biedt ruimte voor dit experiment voor een periode van twee jaar. Vanaf 1 juni 2017 is gestart met de eerste verhuur. In november 2017 zijn de eerste 10 woningen verhuurd. De verhuur gaat langzaam maar gestaag. De eerste bevindingen zijn dat 65-plussers de keuze om te verhuizen naar deze zorgwoningen lang uitstellen. Een verhuizing naar een woonzorgcomplex wordt ervaren als de laatste fase in iemands leven. Men komt wel kijken, maar wil toch nog niet verhuizen. Pas bij medische noodzaak wordt de keuze gemaakt. Het aanbod in Korthagenhuis blijkt wel direct interessant te zijn voor uitstroom uit een 1e lijnsopvang, als terugkeer naar de eigen woning (tijdelijk) niet meer kan. De hal en het restaurant zijn verfraaid, zodat de verhuur en toestroom naar de inpandige voorzieningen (door buurtbewoners) zal verbeteren. Evean en Eigen Haard investeren hierin, de gemeente heeft een stimuleringsbijdrage toegekend uit het budget van het programma ouderenhuisvesting. Regie en coördinatie Om passende en aantrekkelijke zorghuisvesting te behouden voor oudere Amsterdammers werken de gemeente, zorgaanbieders, het zorgkantoor Zilveren Kruis, woningcorporaties en vertegenwoordigers van bewoners en gebruikers goed samen. Voor de transformatie van de zorghuisvesting zijn de volgende uitgangspunten voor de partners van kracht: e Een goede ruimtelijke spreiding van zorghuisvestingslocaties e Samenhang tussen zorgaanbod en huisvestingsaanbod voor ouderen e _ Monitoring van ontwikkelingen in de vraag naar wonen met zorg e Behoud van het huidige zorgvastgoed voor ouderenhuisvesting. 22 Op basis van deze uitgangspunten wordt er per locatie maatwerk geleverd. De voortgang wordt besproken in het Stedelijk overleg zorghuisvesting. In 2017 zijn de regie en coördinatie op de transformatie door het programma ouderenhuisvesting nader ingevuld. Kern is actieve informatie- uitwisseling over alle ontwikkelingen op stedelijke schaal en op locaties en samenwerking in de uitvoering van transformaties. Er is een ‘werkgroep tijdelijke huisvesting bewoners V&V’ ingesteld, om overlast bij noodzakelijke verhuizing voor de soms kwetsbare bewoners te verminderen. De werkgroep gaat in 2018 haalbare oplossingen hiervoor uitwerken. Groei van de Stad, Ruimte voor Zorg en behoefteprognoses extramurale en intramurale woonvormen In Koers 2025 is de ambitie geformuleerd om de stad te laten groeien door het bouwen van 50.000 woningen. De themastudie Ruimte voor Zorg is een uitwerking van Koers2025. Nieuwe inwoners van Amsterdam hebben ook behoefte aan voorzieningen. Daaruit komt een zowel kwantitatieve als kwalitatieve opgave uit voort. De themastudie heeft het doel een kwalitatief hoogwaardige inpassing van zorg- en welzijnsvoorzieningen in de nieuwbouwgebieden te garanderen. Het programma ouderenhuisvesting heeft in 2017 deelgenomen aan de Werkgroep Ruimte voor Zorg. Hierdoor zijn wonen met zorg en de veranderingen in de zorghuisvesting (van intramuraal wonen naar extramuraal wonen) opgenomen in de studie. De gemeente hanteert een kwantitatief voorzieningenmodel bij haar programmering van nieuwbouwprojecten en gebiedsontwikkeling. Het voorzieningenmodel geeft een indicatie van het benodigde programma in voorzieningen. Het berekent op basis van kencijfers het benodigde aantal vierkante meters voor onderwijs, cultuur, jeugd, sport, zorg en welzijn. Het programmateam ouderenhuisvesting heeft input geleverd op de actualisering van het voorzieningenmodel, zodat rekening wordt gehouden met de extramuralisering van wonen met zorg. Om het inzicht in de toekomstige kwantitatieve behoefte aan wonen met zorg te actualiseren en bij de geambieerde groei van de stad te laten aansluiten heeft het programma ouderenhuisvesting een opdracht gegeven aan het bureau abf research. Door de scheiding van wonen en zorg hield het programma ouderenhuisvesting tot heden rekening met een toename in de vraag naar extramuraal wonen. De actuele prognose komt in omvang goed overeen met eerdere aannames uit 2013. De behoefte aan geclusterde woningen voor ouderen tot 2030 wordt nu becijferd op 5.710. 23 De opgave voor Amsterdam samengevat (bron: abf Research) intramuraal plaatsen / cliënten 2015 2015 PA PAULI opgave 2015-2040 aanbod EL (el) el EL ontwikkeling aantal LEE NEEN] totaal vraag LEE lokaal V&V: verpleging&verzorging 4.920 4.750 7.820 8.860 2.900 4,110 - Beschut wonen 1.460 1.500 40 - Beschermd wonen 3.190 5.850 2.660 - Intramuraal overig 270 470 200 GHZ: gehandicaptenzorg 1.710 3.770 1.570 4.860 -140 1.090 GGZ: geestelijke gezondheids zorg 960 380 700 350 -260 -30 Extramuraal huishoudens aantal woningen aantal woningen toename woningen totaal hh65+ totaal hh65+ totaal eluens geclusterd 11.150 8.860 16.860 _ 14.690 5.710 5.830 aangepast 20.290 10.870 30.940 19.620 10.650 8.750 nultreden 92.470 17.730 115.260 31.670 22.790 13.940 totaal geschikte voorraad 123.910 37.460 163.060 65.980 39.150 28.520 Een geclusterde ouderenwoning is gedefinieerd als een woning die deel uitmaakt van een complex of groep van woningen speciaal bestemd voor ouderen. Hiertoe behoren o.a. woonzorgcompiexen, aanleunwoningen en serviceflats. Nabijheid van 24 uurs aanwezige zorg is geen voorwaarde vanwege de mogelijke andere leveringsvormen van zorg. Feitelijk heeft echter circa 40% van de geclusterde woningen een zorgsteunpunt en heeft daarnaast circa 45% een gemeenschappelijke ruimte, receptie, huismeester, alarmering e.d. Deze geclusterde woningen kunnen zowel in de bestaande bouw (b.v. leegkomende V&V huizen) als in nieuwbouw worden gerealiseerd. De prognose geeft aan dat de behoefte aan deze geclusterd woningen vooral voor de sociale huur aanwezig is. Aangepaste woningen zijn vooral nodig in de koopsector. De behoefteprognose voor 5710 nieuwe geclusterde woningen onderbouwt de inzet van het programma ouderenhuisvesting om in nieuwbouw en transformatie woonvormen te realiseren voor ouderen waarin kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen (oudere) bewoners aandacht krijgt. Dit is gevraagd in de motie (nr. 919) van het raadslid Poorter (nieuwe woonhofjes voor senioren). Het programma ouderenhuisvesting bevordert de condities voor deze realisatie en brengt deze opgave actief in als onderdeel van de stedelijke inzet zorghuisvesting en de advisering voor nieuwbouw en transformatie in de ontwikkelgebieden van Koers 2025. 24 6.Communiceren en samenwerken Of ouderen zelfstandig kunnen blijven wonen is niet alleen afhankelijk van de kenmerken van de woning. Als ouderen zorg nodig hebben in hun woonsituatie, dan zal die zorg daadwerkelijk ook thuis geleverd moeten kunnen worden. Als ouderen slecht ter been raken is het belangrijk dat de woning toegankelijk is en dat zij kunnen blijven bewegen in hun woning. Het is even belangrijk dat er in de straat niet al te veel obstakels zijn, zodat de buurtwinkel ook bereikbaar blijft. Om de doelen van het programma ouderenhuisvesting te kunnen bereiken is daarom in 2017 actief samenwerking en afstemming gezocht met organisaties binnen en buiten de gemeente. Goed wonen is bepalend voor het leven van ouderen in de stad. Omgekeerd hebben daarom ook veel organisaties het contact gezocht met het programma ouderenhuisvesting. We vermelden de belangrijkste samenwerkingsrelaties en gemaakte afspraken in 2017. Wooncoaches In Amsterdam kunnen ouderen die informatie willen over hun woonsituatie zonder kosten een gesprek krijgen met een wooncoach. Wooncoaches bieden ondersteuning bij het vinden van een nieuwe woning, maar ook kunnen de wensen en de mogelijkheden voor aanpassingen aan de huidige woning worden besproken. Er wordt informatie gegeven hoe ouderen gebruik kunnen maken van de verhuisregelingen in de sociale huur Van hoog naar laag en Van groot naar beter. Wooncoaches zijn vrijwilligers die worden begeleid door stichting Woon. Naast huisbezoeken geven wooncoaches ook voorlichting aan groepen ouderen. Bij ingewikkelde zaken wordt het steunpunt van Woon in het stadsdeel ingeschakeld. Het werken met vrijwilligers heeft als voordeel dat mensen uit de eigen omgeving zich inzetten voor hun buurtgenoten. Na de start als pilot in 4 stadsdelen in 2015 is in 2017 de inzet van wooncoaches doorontwikkeld. In alle stadsdelen zijn wooncoaches actief. In de periode januari — november 2017 waren dit er in totaal 18. Er zijn in totaal 555 contactmomenten geweest m.b.t.259 woningen. Van die contactmomenten waren er 144 huisbezoeken. Daarnaast zijn er 20 voorlichtingsbijeenkomsten gehouden, waarbij 546 bewoners aanwezig waren. Door deze inzet van vrijwilligers hebben de bereikte ouderen meer besef gekregen van het belang om kritisch naar hun woning te kijken en zo nodig stappen te zetten om hun woonsituatie ‘toekomstbestendig' te maken. De acties van ouderen variëren van het actief worden op WoningNet (inschrijven, kijken, reageren), informeren naar woonvoorzieningen via de Wmo, zelf aanpassingen (laten) doen, tot kennis hebben van of gebruik maken van de verhuismogelijkheden (Van groot naar beteren Van hoog naar laag). Of meer ouderen daadwerkelijk verhuizen als gevolg van de interventie van de wooncoach is moeilijk te meten. Een indicator kan zijn het aantal verhuurde woningen. Er zijn in 2017 ruim 800 woningen verhuurd aan 65 plussers. Dit zal in 2018 opnieuw worden gemeten. 25 Stadsdeel Centrum Aangezien huisvesting in de binnenstad voor veel oudere Amsterdammers een prangend probleem is geworden hebben het stadsdeel centrum, het stedelijke programma ouderenhuisvesting, woningcorporaties, ouderenorganisaties en Woon besloten meer aandacht te besteden aan de effectiviteit van wooncoaching. Dit heeft geleid tot de pilot Sluitende keten wooncoaching Centrum. Doel is de toeleiding van ouderen naar het schaarse voor hen geschikte woningaanbod te verbeteren door een betere samenwerking in de keten. De feitelijke start wordt in 2018 gemaakt. De resultaten van de pilot zullen gebruikt worden bij het uitvoeren van motie 957 van Van Soest (Partij van de Ouderen), inzake het invoeren van de Amsterdamse seniorenmakelaar. Samenwerking met de stadsdelen Het programma ouderenhuisvesting werkt intensief met stadsdelen. Dit geldt in het bijzonder voor: e _ Planvorming voor nieuwbouwlocaties en plannen/tenders voor transformatie van locaties e _ Advisering en meedenken in gebiedsplannen m.b.t. knelpunten in de bestaande woningvoorraad In diverse gebiedsplannen is ouderenhuisvesting als prioriteit opgenomen. In 2018 zal er een gezamenlijke bijeenkomst van alle stadsdelen en het stedelijk programma plaatsvinden om de gezamenlijke acties te bespreken die nodig zijn om ernstige lacunes in de opgave voor ouderenhuisvesting in stadsdelen te dichten. Overleg met Ouderenorganisaties Ouderenorganisaties die zich bezighouden met het wonen in de stad worden actief betrokken bij het programma ouderenhuisvesting. Naast de contacten in de uitvoeringspraktijk, organiseert het programma een stedelijk overleg met ouderenorganisaties. Deelnemers aan dit overleg zijn Netwerk Ouderenadviesraden Amsterdam (NOAR), Platform Ouderen Amsterdam (POA), Nederlandse Bond voor Migrantenouderen, Kenniscentrum Woonsaem voor migranten, Platform Wooninitiatieven Amsterdam (PWIA) en Cliëntenbelang. Het stedelijk overleg ouderenorganisaties heeft in 2017 twee keer plaatsgevonden. Er zijn diverse gesprekken en overleggen gevoerd over ouderenhuisvestingsthema's met ouderen in de stadsdelen: e _Metde werkgroep ouderenhuisvesting Amsterdam Centrum is een keer per drie maanden overleg. e Metde het burgerinitiatief levensloopbestendig wonen (nu: Stichting Age Friendly Wonen Amsterdam) is samengewerkt bij een presentatie over ouderenhuisvesting in het International Social Housing Festival (20 juni 2017). Wooninitiatieven In de stad zijn er diverse ouderengroepen die gemeenschappelijke vormen van wonen willen realiseren. In 2016 waren er ongeveer 12 initiatiefgroepen. In 2017 is zijn er enkele actieve groepen bijgekomen. Initiatiefgroepen zoeken een pand, of een corporatie of een particuliere investeerder die wil ontwikkelen. Vanuit het programma ouderenhuisvesting zijn dit jaar twee initiatiefgroepen gefaciliteerd door ze in gesprek te brengen met corporaties. Er zijn diverse wooninitiatieven die 26 met een corporatie in gesprek zijn over een locatie. Het gaat o.a. om Stichting OdenseT huis, Stichting Welzijn Doven Amsterdam (werkgroep dove ouderen), de coöperatieve vereniging Noorderzon en Stichting Ramses Shaffy Huis. In Nieuw West lopen gesprekken om een kleinschalige zorglocatie te bestemmen voor een wooninitiatief van een aantal migrantenouderen. Ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid Het programma ouderenhuisvesting heeft de samenwerking gezocht met de gemeentelijke Aanpak Eenzaamheid om te onderzoeken in welke mate woonvormen van ouderen een rol kunnen spelen in het bestrijden van eenzaamheid. Hiermee geeft het programma tevens uitvoering aan motie (nr. 919) Poorter (PvdA) en de motie (nr. 975) van de leden Boomsma (CDA) en Poorter (PvdA), die vraagt om meer aandacht voor woonzorgcombinaties Tijdens een thema-avond op 7 november 2017 in Pakhuis de Zwijger is de brochure Ouderen wonen in de stad gepresenteerd en een eerste stap gezet om het thema ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid te bespreken. Hij markeerde de start van een lerend netwerk. In dit netwerk wisselen beleidsmedewerkers, wetenschappers en ouderen uit welke mogelijkheden er zijn om via woonvormen voor ouderen eenzaamheid te bestrijden. Het voornemen is de opbrengst van het lerend netwerk te gebruiken in het opstellen en uitvoeren van het programma ouderenhuisvesting in 2018. Age Friendly City Het programma ouderenhuisvesting maakt deel uit van Age Friendly City Amsterdam. De brochure Ouderen wonen in de stadis afgestemd met de kernteamleden van Ruimte en Duurzaamheid in Age Friendly City, zodat deze goed aansluit bij de realisatie van levensloopbestendige routes. Het programma ouderenhuisvesting heeft een bijdrage geleverd aan het levensloopbestendig maken van routes op de Jan Evertsenstraat en de rand Bijlmerpark. De uitvoering van het programma ouderenhuisvesting is opgenomen in de bestuursopdracht voor Age Friendly City. Deze is in 2017 vastgesteld. Tevens is het programma ouderenhuisvesting opgenomen in het Activiteitenplan van Age Friendly City. Dit is ook in 2017 vastgesteld. 27 1.Financiën Er is in 2017 (stand 8/12/2017) € 242.591 besteed aan programmakosten en aan projecten en activiteiten. Met de bestedingen aan diverse projecten uit het programma zijn knelpunten opgelost in het realiseren van de programmadoelstellingen. Een bedrag van € 157.409 is niet tot besteding gekomen. Dit heeft te maken met het uitblijven van aanvragen van nieuwe projecten van eigenaren van zorgvastgoed ten laste van het beschikbare budget voor stimuleringsbijdragen. Verwacht wordt dat het aantal aanvragen in 2018 zal stijgen. De financiële verantwoording van het budget programma ouderenhuisvesting, als onderdeel van het Actieplan Woningbouw 2014-2018, wordt betrokken bij de jaarrekening 2017. Voor 2017 was een budget beschikbaar van € 400.000, Stimuleringsbijdrage Programma ouderenhuisvesting De ontwikkelingen rond de verpleeg- en verzorgingshuizen behoren tot één van de hoofdlijnen van het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018. Aandachtspunt hierbij is het behoud van het voorzieningenniveau en de aansluiting daarvan op de wensen van de bewoners (ontmoeten, eten, dagbesteding). Deze voorzieningen zijn belangrijk voor het welzijn en het tegengaan van vereenzaming van ouderen die in de aanleunwoningen of in de buurt wonen. Evean heeft een aanvraag ingediend voor een stimuleringsbijdrage van € 27.000 voor het behoud en verbetering van de voorzieningen in het Korthagenhuis. Deze aanvraag beantwoordt aan de doelstellingen van het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de notitie Stedelijke inzet zorghuisvesting. Het is tevens een goed voorbeeld van de invulling van motie 911 van 14 juli 2016 van raadslid Poorter. Met de toekenning van een subsidie uit het stimuleringsbudget 2017 van het Programma Ouderenhuisvesting wordt vooruitgelopen op het inrichten van een subsidieregeling volgens de eisen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam2013 en het Amsterdamse subsidiebeheersysteem, op basis waarvan toekomstige aanvragen kunnen worden ingediend. De definitieve inrichting van de subsidieregeling vindt plaats in 2018. Hierin worden de criteria ter toetsing en een financieel plafond voor aanvragen geformuleerd. 28 8.Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode Sinds de start van het programma ouderenhuisvesting zijner vorderingen gemaakt om te voorzien in de woonvraag van ouderen. Door de jaarlijkse rapportages over de voortgang van het programma is de opgave scherper in beeld gekomen en zijn we in staat de opgaven en prioriteiten voor de komende bestuursperiode te bepalen. De doelstelling van het op 28 april 2015 door B&W vastgestelde programma ouderenhuisvesting 2015-2018 is als ondertitel opgenomen in het programmaplan: Zelfstandig wonen van ouderen in Amsterdam. De aan de gemeenteraad gezonden voortgangsrapportages over de jaren 2015, 2016 en de huidige voortgangsrapportage over 2017 maken duidelijk dat er veel bereikt is in het verschaffen van goede huisvesting aan ouderen. Amsterdam is de afgelopen jaren ‘grijzer geworden en zal in de komende 20 jaar verder vergrijzen. Dat betekent dat de doelen van het programma niet volledig binnen de huidige bestuursperiode bereikt kunnen worden. Er blijft een resterende opgave in de komende periode om de effecten van het demografisch proces van vergrijzing goed op te kunnen vangen. Er zijn verschillende acties ondernomen om de woningvoorraad geschikter te maken voor oudere Amsterdammers. Deze inspanning zal moeten worden voortgezet om ouderen daadwerkelijk goed in de stad te kunnen laten wonen. Daarom worden hieronder voorstellen gedaan voor prioriteiten waarop in de komende bestuursperiode ingezet zou kunnen worden. De basis op orde: onderzoek, verdeling en toewijzing De basis van het programma is inzicht in ontwikkelingen in de woonsituatie van ouderen. Het belang van goed onderzoek is in 2017 duidelijk geworden door de recente prognose naar de behoefte aan wonen met zorg, die in opdracht van het programma is uitgevoerd. Er zullen in Amsterdam tot 2030 ruim 5.700 (geclusterde) woningen met zorg nodig zijn. Aanvullend onderzoek is nodig om vast te stellen hoe die behoefte zich verdeelt over de gebieden van onze stad, De aansluiting tussen aanbod en vraag moet worden gemonitord. Een goede monitor voor ouderenhuisvesting besteedt ook aandacht aan de feitelijke bewoning, verhuisgeneigdheid, zoekgedrag op WoningNet, aanpasbaar bouwen, verdeling en toewijzing (o.a. seniorenlabel en toekomstige labels m.b.t. wonen en zorg), wooncoaching en de transformatie van zorghuisvesting in de stad. Mede door inzet van het programma ouderenhuisvesting zijn er verhuisregelingen gekomen waardoor ouderen langer zelfstandig in de stad kunnen wonen. In 2017 is er geïnvesteerd in het beter laten werken van deze regelingen. In de Woonagenda is de discussie gestart over labels die kunnen bijdragen aan een passende verdeling en toewijzing van geschikte en betaalbare woningen. De woonpositie van ouderen is hierbij een belangrijk ijkpunt. Prioriteiten: e _ Aanvullend behoefteonderzoek naar de woonsituatie van ouderen; in het bijzonder wonen met zorg 29 e Inrichten van een actuele monitor ouderenhuisvesting e Vergroten van het gebruik van de verhuisregelingen e Adequate en ook voor ouderen goed werkende labels in de verdeling en toewijzing Ouderenhuisvesting in de bestaande stad In veel gebieden in de stad zijn knelpunten aan het licht gekomen in de woonsituatie van ouderen. Gerichte, concrete actie om deze knelpunten te kunnen oplossen, vraagt om een goede samenwerking tussen het programma ouderenhuisvesting en de gebiedsteams in de stadsdelen, met actieve participatie van ouderen en ouderenorganisaties. Met name In de vooroorlogse panden in stadsdelen binnen de ring, waaronder plan Berlage, is de bereikbaarheid en toegankelijkheid van woningen een groeiend probleem. In de komende bestuursperiode is een impuls noodzakelijk om kansen voor het toegankelijk houden van de bestaande woningvoorraad voor een groeiend aantal ouderen beter te benutten. Een stimuleringsbijdrage voor knelpunten in de ouderenhuisvesting kan hieraan een financiële bijdrage leveren. Prioriteiten: e Samenwerking programma ouderenhuisvesting en gebiedsteams in de stadsdelen e Impuls transformatie, aanpassing en ontsluiting/bereikbaarheid bestaande voorraad e _ Stimuleringsbijdrage ouderenhuisvesting handhaven. Ouderenhuisvesting in de nieuwe stad Amsterdam Gemengde Stad is een uitgangspunt van het college van B&W. Dat vraagt ook om aandacht voor ouderenhuisvesting in de nieuwbouw. Het beleid voor aanpasbaar bouwen en de afspraken die hierover gemaakt worden met woningcorporaties werpen zijn vruchten af. Dit dient voortgezet te worden. Het is ook belangrijk dat er woningen worden gebouwd die speciaal bestemd zijn voor ouderen. In de nieuwbouw zijn er mogelijkheden om nieuwe woonzorgconcepten te ontwikkelen, die passen bij de ontwikkeling van de woonvraag van diverse groepen ouderen in de stad. Er zal onderzocht worden of sociale investeerders in de markt bereid zijn hieraan bij te dragen, in aansluiting op de motie (nr. 919) van Poorter (PvdA) om meer woonhofjes voor ouderen te realiseren. Prioriteiten e Reguliere aanpasbaar gebouwde ouderenwoningen in de gebieden van Koers 2025 en de ontwikkelbuurten en minimaal 5% van sociale nieuwbouw voor ouderen. e Realisatie van innovatieve woonzorgconcepten Vragen van ouderen Er is een duidelijk onderscheid tussen de vragen van actieve ouderen en kwetsbare ouderen. Er zijn veel actieve ouderen in Amsterdam die zelf wooninitiatieven nemen en op zoek zijn naar woonvormen die bij hen passen. In 2017 zijn diverse initiatiefnemers in gesprek geweest met woningcorporaties over mogelijke locaties. Door de grote druk op de woningmarkt lukt het niet altijd deze initiatieven te realiseren, terwijl ze wel een voorbeeldfunctie in de stad kunnen hebben. 30 Ouderen met een migrantenachtergrond zijn door hun sociaaleconomische positie vaak kwetsbaar. Aanvullende actie lijkt nodig om aan hun specifieke woonwensen te kunnen voldoen. De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de begroting 2018 motie (nr. 1259) van de leden Poorter (PvdA), Bouchibti (/VD), Roosma (GroenLinks), Hammelburg D66), Duijndam (SP) en Van Soest (Partij van de Ouderen) aangenomen inzake ouderenwoningen voor eerste generatie migranten. Die heeft op een deel van deze woonwensen betrekking. In de looptijd van het programma is duidelijk geworden dat veel ouderen niet bewust nadenken over de gevolgen van het ouder worden voor hun wooncarrière in de stad. Er moet meer geinvesteerd moeten worden in een samenhangend aanbod van informatievoorziening, begeleiding en coaching van ouderen in het zelfstandig wonen. In 2017 is wooncoaching uitgebreid naar alle stadsdelen. Er zijn pilots gestart om ouderen beter te bereiken. Ook is een ‘lerend netwerk! van wetenschappers, beleidsmakers en ouderen zelf gestart om de mogelijkheden van nieuwe woonvormen in de stad te onderzoeken die een rol kunnen spelen in het verminderen van eenzaamheid. Deze inzet zal in de periode 2018-2022 voortgezet moeten worden. Prioriteiten: e Versterken van een samenhangend aanbod voor informatie, begeleiding en coaching van ouderen, zodat zij beter in staat zijn keuzes te maken om passend en naar wens te kunnen blijven wonen in de stad e Ondersteuning van wooninitiatieven van ouderen e Onderzoeken en bevorderen van specifieke woonvormen voor kwetsbare ouderen Wonen met zorg In 2017 zijn er goede afspraken gemaakt over een betere samenwerking tussen de gemeente, zorgaanbieders en woningcorporaties (als eigenaren van zorgvastgoed) over de stedelijke inzet zorghuisvesting. De partners in de Amsterdamse zorghuisvesting kunnen hierdoor beter de totale stedelijke vraag aan wonen met zorg afstemmen op de invulling op individuele zorghuisvestingslocaties, binnen de kaders voor marktwerking en mededinging die van kracht zijn. Dat geeft richting aan de noodzakelijke vernieuwing en transformatie van de verzorgings- en verpleeghuizen in de stad, naar moderne vormen van wonen met zorg. De door de gemeenteraad aangenomen moties over de realisatie van woonzorgcombinaties en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen in de plint van zorghuisvesting zijn leidend. Het programma ouderenhuisvesting zorg voor de regie en coördinatie vanuit de gemeente. Prioriteiten e Bijhouden en actualiseren van ontwikkelingen zorghuisvesting in Zicht op zorghuisvesting e Uitwerken en uitvoeren gezamenlijke regie en coördinatie in de transformatie van zorghuisvesting e Behouden en vernieuwen Amsterdamse verzorg- en verpleeghuizen naar moderne vormen van wonen met zorg: flexibele woonzorgcombinaties en zorghuisvesting met maatschappelijke voorzieningen in de plint. 31 Colofon De Voortgangsrapportage Programma Ouderenhuisvesting 2017 is opgesteld door het programmateam. Het programmateam heeft vier leden: Age Niels Holstein; programmamanager (RvE PMB) Batoul Alaz; assistent programmamanager (RvE PMB) Marian Koers; beleidsadviseur wonen (RvE Wonen) Iris Westerterp; beleidsadviseur wonen (RvE Wonen) 32
Onderzoeksrapport
33
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1426 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 16 december 2015 Behandeld op woensdag 16 december 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (onderzoeken van het zoveel mogelijk uitsluiten van short stay bij transformatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1369). Overwegende dat: — Amsterdam kampt met enorme woningschaarste in alle segmenten; — de behoefte aan woningen, ongeacht segment, evident groter is dan die aan short stay voorzieningen; — ontwikkelaars, zolang ze daartoe de ruimte wordt geboden, altijd zullen kiezen voor de meest rendabele invulling; — dit risico zich primair voordoet bij transformatie, bijvoorbeeld van voormalige kantoorpanden. Spreekt uit: — short stay bij transformatie zo veel mogelijk te willen beperken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de raad zo spoedig mogelijk te informeren over de daartoe te nemen stappen. De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens M. Moorman 1
Motie
1
discard
Aan de gemeenteraad van Amsterdam CC Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod Van ° Datum 17 augustus 2015 Betreft: vragen over het (gedoog)beleid ten aanzien van softdrugs Geachte gemeenteraad van Amsterdam, Mede n.a.v. een door het VNG ingestelde bestuurlijke werkgroep en een radio item van 17 aug 2015 wil ik tien vragen stellen in het kader van het (ge-doog)beleid ten aanzien van softdrugs. 1) Hoeveel geld gaat er via de achterdeur van de coffeeshops in de gemeente Amsterdam naar de inkoop van softdrugs? 2) Welk deel van dat inkoopgeld (inkoop softdrugs door de coffeeshops in de gemeente Amsterdam) gaat naar broodkwekers (die liever geen uitkering aanvragen), en welk deel gaat naar (georganiseer- de) softdrugscriminelen? 3) De geldstroom via de achterdeur van coffeeshops (inkoop softdrugs), kan die betiteld worden als van wit geld zwart geld maken? 4) Het feit dat de gemeente Amsterdam deze geldstroom (inkoop softdrugs bij georganiseerde crimi- nelen) gedoogd, maakt dat de gemeente Amsterdam medeplichtig aan criminele activiteiten? 5) Neemt de geldstroom (via de inkoop van softdrugs door coffeeshops) naar (georganiseerde) soft- drugscriminelen toe in de gemeente Amsterdam sinds de growshops door de wetgever aan strakkere banden zijn gelegd? 6) Wat doen de (georganiseerde) softdrugscriminelen in de gemeente Amsterdam met de door hun gegenereerde inkomsten (criminele winst) via de achterdeur van coffeeshops uit de productie van en/of handel in softdrugs”? 7) Is er sprake van dat de (georganiseerde) softdrugscriminelen in de gemeente Amsterdam hun criminele winst (deels) investeren in (andere) criminele activiteiten? Zo ja welke, (andere) criminele activiteiten zijn dat? (Er zijn geluiden dat de criminele softdrugswinst door sommige softdrugscrimi- nelen in de loop van de tijd deels geïnvesteerd is, in het opstarten van de productie van synthetische drugs en/of de aanschaf van illegale vuurwapens [zie de Mocro-maffia], dit laatste mogelijk deels voor de handel.) 8) Is het college van B&W het eens met de uitspraak dat er nu mogelijk sprake is van een situatie waarbij een ongeorganiseerde overheid de georganiseerde softdrugscriminaliteit probeert te bestrij- den? 9) Wat vindt het college van B&W van de situatie dat het ministerie van V&J er al enige tijd voor kiest om de pluk-ze-wetgeving toe te passen in het kader van het softdrugsbeleid, terwijl er tegelijkertijd sprake is van een open geldkraan (veelal gedoogd door het ministerie van V&J) aan de achterdeur van de coffeeshops in de richting van de (georganiseerde) softdrugscriminelen? 10) Kan het beleid van het ministerie van V&J in deze (gedogen geldstroom via achterdeur coffee- shops naar softdrugscriminelen en gelijktijdig de pluk-ze-wetgeving toepassen) in de ogen van het college van B&W betiteld worden als dweilen met de geldkraan open? (Zie ook het mislukken van de aanpak van de belastingnomaden.) Tot nadere toelichting ben ik gaarne bereid. Bij voorbaat dank voor het beantwoorden van deze vragen. Gemeenteraad en griffie Amsterdam het beste.
Raadsadres
1
train
€ Gemeente Amsterdam Centrum Peblicaties Stadsdeelbestuur 2015 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Besluiten > 4 10 februari 2015 - 4 Besluit over Samenwerkingsakkoord gastvrije en veilige Amsterdamse vitgaanspleinen Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2015, Bestuurskalender, besluitvormende AB-vergadering 10 februari 2015, bij agendapunt 4 De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: Inte stemmen met het Samenwerkingsakkoord gastvrije en veilige Amsterdamse vitgaanspleinen. Suze Duinkerke secretaris Boudewijn Oranje voorzitter Verschenen op 18 februari 2015
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 58 Ingekomen onder K Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Marttin inzake de Agenda Autoluw (multifunctioneel gebruik P+R) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Constaterende dat: — Het college voornemens is om de P+R's multifunctioneel te gebruiken; — _Parkeervergunninghouders in en rondom het centrum gebruik mogen maken van de P+R's zonder extra kosten; — Vergunninghouders die veelvuldig gebruik maken van een P+R-korting krijgen op hun parkeervergunning. Overwegende dat: — Naast het centrum ook in andere delen van de stad er op sommige momenten auto's onnodig lang geparkeerd staan in de openbare ruimte; — De gemeente er is voor alle Amsterdammer en dus ook vergunninghouders uit andere stadsdelen dan het centrum de mogelijkheid moeten krijgen om hun auto te parkeren in een P+R. Besluit: Op pagina 63 van de Agenda Autoluw onder punt B de zin: "We creëren de mogelijkheid voor vergunninghouders in en rond het centrum om op de P+R te parkeren.” te wijzigingen in “We creëren de mogelijkheid voor vergunninghouders om op de P+R te parkeren.” Het lid van de gemeenteraad A.A.M. Marttin 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 juli 2023 Ingekomen onder nummer 458 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Moeskops, Garmy, Van Renssen, Noordzij, Bakker, Koyuncu en Wijnants inzake uitbreiding Dashboard Klimaatadaptatie met Activiteiten Klimaatadaptatie Onderwerp Uitbreiding Dashboard Klimaatadaptatie met Activiteiten Klimaatadaptatie Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het dashboard Klimaatadaptatie, Constaterende dat: -__De gemeente een Dashboard Klimaatadaptatie heeft ontwikkeld waarin in kaart wordt gebracht welke gebieden in Amsterdam een verhoogd risico vormen op de thema's hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen; -__ De gemeente een Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie heeft vastgesteld in 2021 waarin 5g concrete activiteiten zijn weergegeven voor de komende jaren - De gemeente een Voortgangsrapportage Klimaatadaptatie heeft vitgebracht waarin de voortgang van deze activiteiten zijn weergegeven. Overwegende dat: -__Door de opwarming van de aarde klimaatadaptatie voor toekomstige Amsterdammers belangrijker is dan ooit: -_ Toegankelijk inzicht in de voortgang en planning van de 5g activiteiten vit de Uitvoerings- agenda Klimaatadaptatie zeer relevant is voor Amsterdammers. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Het Dashboard Klimaatadaptatie uit te breiden met de 59 activiteiten die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie en de voortgang hiervan ook actueel bij te houden zodat Amsterdammers inzicht hebben in de voortgang van de 59 activiteiten en ze zich beter kunnen voorbereiden op toekomstige klimaatscenarios in de stad Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indiener(s), E.D.M. Moeskops |. Garmy N.A. Van Renssen G. Noordzij A.L. Bakker S. Koyuncu D.P.B. Wijnants
Motie
2
discard
Ene AN En Ee OO | IE SE eN A, eN nge Energiearmoede in Amsterdam RE te ENE ir Uut ee DN 2 AN Zl Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam In opdracht van: Ruimte en Duurzaamheid (Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen. Projectnummer: 20235 Feiko de Grip Hester Booi Bezoekadres: Weesperstraat 113-117 Telefoon: 020-2510333 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam data.amsterdam.nl [email protected] Amsterdam, augustus 2020 Foto voorzijde: Amstelkwartier, fotograaf Edwin van Eis (2019) 2 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Inhoud Introductie 4 Methode en data 4 1 Ontwikkeling energielasten 2013-2019 5 Absolute energielasten nemen sinds 2017 weer toe, maar inkomens groeien gemiddeld gezien mee 5 Voor laagste inkomensgroep stijgen de relatieve energielasten wel en neemt de energiearmoede toe 6 2 Ontwikkeling energielasten per stadsdeel 8 Energielasten ten opzichte van het inkomen het hoogst voor huishoudens Zuidoost 8 Hogere energielasten in stadsdelen met veel eengezinswoningen en gezinnen 8 Energiearmoede groeiend probleem in Zuidoost, Noord en Nieuw-West 9 Meeste energiearmoede in wijken met veel lage inkomens 11 3 Kenmerken van huishoudens met hoge energielasten 13 Woonoppervlak en huishoudensamenstelling bepalend voor energielasten 13 Hoogste energielasten voor meerpersoonshuishoudens in grote woningen 13 Hoe ouder de woning, hoe hoger de energielasten 14 Meer energielasten in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen 15 Ouderen hebben hogere energielasten 15 Lagere energielasten bij hoger energielabel 16 4 Kenmerken van huishoudens met energiearmoede 17 Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens 17 Inkomen is de bepalende factor voor energiearmoede 18 Meer energiearmoede onder eenverdieners, vooral wanneer er ook kinderen zijn 18 Huishoudens met laag inkomen in grotere woningen lopen meeste risico op energiearmoede 19 Energiearmoede komt vooral voor in corporatiewoningen 20 Meeste energiearmoede in middelgrote woningen uit de jaren ‘45-'90. 20 Huishoudens met energiearmoede zijn vaak eenverdieners, 55-plus en lager opgeleid 21 Weinig energiearmoede in woningen met energielabel A 22 Samenvatting 23 3 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Introductie Binnen de gemeente Amsterdam is er vanuit verschillende afdelingen behoefte aan meer inzicht in de energielasten van huishoudens. Ruimte en Duurzaamheid (programma Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen hebben aan OIS gevraagd hier onderzoek naar te doen. Belangrijke indicatoren in onderzoek naar energielasten zijn de maandelijkse energierekening, de energierekening als aandeel van het inkomen (de energiequote) en of er sprake is van energiearmoede. Wanneer huishoudens meer dan 10% van hun inkomen kwijt zijn aan energielasten, wordt er gesproken van energiearmoede. Om meer grip op te krijgen op deze problematiek is inzicht nodig in hoe de energielasten zich door de tijd heen ontwikkelen, en bij welke huishoudens dit tot (relatief en absoluut) hoge energielasten leidt. Hieruit volgen de volgende vragen: e _Hoezijn de energielasten veranderd door de tijd en hoe hangt dit samen met energieprijzen? e Wat zijn de energielasten per stadsdeel en hoe is dit veranderd door de tijd? e Welke kenmerken van huishoudens en woningen hangen samen met hoge energielasten (absoluut)? e Welke kenmerken van huishoudens en woningen hangen samen met grote energiearmoede (relatief aan het inkomen)? Methode en data Om meer inzicht te krijgen in deze vragen zijn de energielasten van Amsterdamse huishoudens in 2013, 2017 en 2019 geanalyseerd. Hiervoor is gebruik gemaakt van data uit het tweejaarlijkse enquêteonderzoek Wonen in Amsterdam. In dit door OIS uitgevoerde onderzoek wordt door zo'n 18.000 Amsterdamse huishoudens de hoogte van de maandelijkse energielasten ingevuld. Ook zijn gegevens over hun inkomen en andere achtergrondkenmerken bekend. Alle gegevens, tenzij anders vermeld, komen uit dit enquêteonderzoek. Dit rapport beschrijft de belangrijkste resultaten van deze analyse aan de hand van bovenstaande onderzoeksvragen. 4 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam 1 Ontwikkeling energielasten 2013-2019 Absolute energielasten nemen sinds 2017 weer toe, maar inkomens groeien gemiddeld gezien mee Tussen 2013 en 2017 daalden de energielasten van Amsterdamse huishoudens. In 2013 waren huishoudens in Amsterdam gemiddeld nog €124 per maand kwijt aan de energierekening. Gemiddeld ging 7% van het maandinkomen van een huishouden op aan energiekosten (de energiequote). In 2017 was de energierekening nog maar €110 per maand, en de energiequote daalde naar 5%. Deze daling verliep evenredig met de daling van de energieprijzen (zie figuur 2). Tussen 2017 en 2019 liepen de energiekosten weer op tot €120 euro per maand. De energiequote daalde echter niet mee, maar bleef op 5%. Dit duidt erop dat het inkomen van huishoudens gemiddeld genomen meesteeg met de energierekening. Eenzelfde ontwikkeling is zichtbaar in het aandeel huishoudens waar volgens de definitie sprake is van energiearmoede (een energiequote van 10% of hoger). Na een daling tussen 2013 en 2017 bleef dit aandeel stabiel op 11%. In de loop van 2019 en in 2020 is de wereldwijde energieprijs weer gedaald, dit is nog niet terug te zien in de enquêtegegevens uit 2019. De energielasten zijn niet alleen afhankelijk van de energieprijs, maar ook van het weer. Met name koude winters kunnen tot hogere energielasten leiden. Het maandbedrag voor de energielasten wordt vaak voor een jaar vooruit vastgesteld. Veranderingen in het weer werken daardoor pas later door in de energielasten. Tabel 1.1 Netto huurquote, energiequote en gemiddelde energierekening van huishoudens, 2013-2019 2013 7 18 124 2017 5 11 110 2019 5 11 120 Figuur 1.2 Ontwikkeling maandelijkse energierekening huishoudens, aardgasprijs en elektriciteitsprijs (2013=100) 120 DE Ho Dd 7 ‚e= = aardgasprijs (€ per GJ}! hik Sen EET in vene elektriciteitsprijs (€ per kWh): 80 Vennsevensenere eert" — gemiddelde ontwikkeling gas- en elektriciteitsprijs 70 —— energierekening Amsterdamse so huishoudens 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 bron: Wonen in Amsterdam (energielasten), CBS (energieprijzen) D Geïndexeerde maandelijkse prijs betaald door eindverbruikers in de verbruiksklasse 20-200 GJ/maand (aardgas) en 2,5-250 kWh (elektriciteit), waar binnen de meeste huishoudens vallen. 5 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Voor laagste inkomensgroep stijgen de relatieve energielasten wel en neemt de energiearmoede toe De stabilisering van de relatieve energielasten geldt niet voor alle inkomensgroepen. Voor huishoudens met een laag inkomen (tot de huurtoeslaggrens) liep de energiequote tussen 2017 en 2019 licht op, van 9% tot 10%. In deze inkomensgroep nam het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede toe van 31% tot 37%. Zij hebben gemiddeld een energierekening van €108 per maand. Ook onder de groep lage middeninkomens groeide het aandeel huishoudens met een energiequote van 10% of hoger (+2 procentpunt). Voor de andere inkomensgroepen bleef de energiequote en het aandeel huishoudens kampend met energiearmoede stabiel. Absoluut gezien hebben huishoudens met de hoogste inkomens ook de hoogste maandelijkse energielasten. Ten opzichte van 2017 stegen de maandelijkse lasten echter het hardst voor middeninkomens (+10%). Tabel 1.3 Energiequote, huishoudens met energiequote > 10% en gemiddelde energierekening per inkomensgroep, 2013-2019 energiequote huishoudens met gemiddelde maandelijkse energiequote >= 10% alie ATL Sad (2%) (2%) (€) (ontw. 2017-2019) 2013 2017 2019 2013 2017 2019 2013 2017 2019 lage inkomens tot huurtoeslaggrens’ 11 9 10 49 31 37 113 100 108(8%) inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 6 5 5 9 3 3 104 95 _103(8%) lage middeninkomens € 38.035- €47.544 5 4 5 6 1 3 117 105 _114(9%) middeninkomens (47.544-1,5x modaal) 5 4 4 4 2 2 127 112 124(10%) hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) 4 3 4 2 0 1 131 116 123(6%) hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 3 3 3 1 0 1 154 129 140(8%) totaal 7 5 5 18 11 11 124 110 _120(9%) 1 Eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2 De energieqvote onder lage middeninkomens is niet significant gestegen 6 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam De toename van de relatieve energielasten onder de laagste inkomens is niet terug te zien in het stedelijk gemiddelde omdat deze inkomensgroep verhoudingsgewijs in 2019 minder voorkomt dan in 2017. Dit wordt duidelijk in figuur 1.4. Amsterdamse huishoudens hebben vaker een hoog inkomen en veel huishoudens kunnen de toename in energielasten daarom opvangen. Voor met name huishoudens in de laagste inkomensgroep is dit echter niet het geval. Bij een groeiend deel van deze huishoudens is sprake van energiearmoede. Lage inkomens merken de fluctuaties in de energieprijs veel sterker in hun portemonnee. Figuur 1.4 Inkomensgroepen (bruto jaarinkomen per huishouden, incl. studenten), 2013-2019 (%) o 20 40 60 80 100 lage inkomens laagste midden- lagere midden- hogere hoogste tot inkomens midden- inkomens inkomens [ialiso) aarin huurtoeslag- (€38.035 - inkomens (€47.544- (€57.053 - (vanaf grens 1) €42.436) 2) (€42.436- €57.053) €76.070) €76.070) €47.544) 1) eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2) 2013: €38.035 -€47.544, de extra inkomensgrens van €42.436 werd toen niet gehanteerd. 7 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam 2 Ontwikkeling energielasten per stadsdeel Energielasten ten opzichte van het inkomen het hoogst voor huishoudens Zuidoost Tussen 2013 en 2017 namen de energielasten in alle stadsdelen af. Tussen 2017 en 2019 namen ze weer toe. Dit wordt in verhouding met het inkomen vooral gevoeld in Zuidoost, Noord en Nieuw-West. In Zuidoost zijn huishoudens met 7% gemiddeld het grootste deel van hun inkomen kwijt aan energielasten. Ook in Nieuw-West en Noord ligt de energiequote boven het stedelijk gemiddelde. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Noord (€129) en Nieuw-West €122) is de maandelijkse energierekening hoger dan gemiddeld in de stad. In Zuidoost zijn de energielasten gemiddeld (€120), maar hier wonen zeer veel lage inkomens. Van de huishoudens valt 46 procent in de laagste inkomensgroep (zie figuur 2.3). Dat is veel meer dan in Noord (35%) en Nieuw-West (32%). Tabel 2.1 Energiequote, aandeel huishoudens met hoge energiequote en gemiddelde energierekening naar stadsdeel, 2019 *netto huurquote energiequote eelde le a hs energiequote>=10% energierekening 4) 4) (%) EE Lahi| (€) Centrum 29 5 9 4.400 125 West 28 5 10 7.400 109 Nieuw-West 30 6 14 9.200 122 Zuid 29 5 8 5.700 127 Oost 29 5 9 6.200 116 Noord 29 6 17 7.200 129 Zuidoost 30 7 19 7.400 120 Amsterdam 29 5 11 46.800 120 *kale huur minus de huurtoeslag, als percentage van het inkomen Hogere energielasten in stadsdelen met veel eengezinswoningen en gezinnen De hogere energielasten in Noord en Nieuw-West hangen ermee samen dat er in deze drie stadsdelen veel eengezinswoningen zijn. In beide stadsdelen woont 25% van de huishoudens in een eengezinswoning, vergeleken met 13% gemiddeld in de stad. In Noord en Nieuw-West wonen bovendien veel gezinnen en gaat het vaker om grotere woningen. Alle drie deze factoren 8 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam gaan gepaard met hogere stookkosten en elektriciteitsverbruik. In Noord werkt dit het sterkst door, de maandelijkse energielasten zijn daar het hoogst (€129). Energiearmoede groeiend probleem in Zuidoost, Noord en Nieuw-West Het aandeel van de huishoudens dat een hoge energiequote (2 10%) heeft, verschilt fors tussen de stadsdelen. Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost (19%), Noord (17%) en Nieuw- West (14%). Vooral het hoge aandeel lage inkomens in Zuidoost zorgt voor energiearmoede, want de energielasten liggen er op het stedelijk gemiddelde. In Noord en Nieuw-West zijn minder lage inkomens dan in Zuidoost maar zijn de energierekeningen gemiddeld wel hoger. Sinds 2017 nam de energiearmoede in deze stadsdelen meer toe dan in de rest van de stad. Het inkomen van de bevolking groeit hier minder dan in andere stadsdelen, waardoor de stijgende energielasten door meer huishoudens sterker worden gevoeld. Energiearmoede is er weer een groeiend probleem. Figuur 2.2 Energiearmoede (aandeel huishoudens met energiequote = 10%) per stadsdeel, 2013-2019 2013 2017 2019 R 5 re KT San = ) nj Be JS 8 Ô Ne A: Ne Ontwikkeling energiearmoede aandeel huishoudens met energiequote = 10% tot 12% 12-15% Ee 15-18% Ee 18-21% EN 21% en meer In Zuid, Centrum en Oost komt in de verschillende jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant. In West is de gemiddelde energierekening het laagst (€109). Dit hangt samen met het soort woningbouw. West heeft relatief kleine woningen (57% is kleiner dan 60 m?, t.o.v. 37% gemiddeld) en het betreft bijna uitsluitend meergezinswoningen (99%). 9 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Figuur 2.3 laat het aandeel van de verschillende inkomensgroepen zien per stadsdeel. In de stadsdelen waar de meeste huishoudens tot de laagste inkomensgroepen behoren komt energiearmoede het meeste voor. Figuur 2.3 Inkomensgroepen naar stadsdeel (bruto jaarinkomen per huishouden, incl. studenten), 2019 (%) West 6 8 Nieuw-West 6 3 7 zuid 6 317 Oost 6 207 Noord 6 4 1 Zuidoost 5 3 5 Amsterdam 6 3 7 % o 20 40 60 80 100 lage inkomens laagste midden- lagere midden- hogere hoogste tot inkomens midden- inkomens inkomens [ialiso) aarin huurtoeslag- (€38.035 - inkomens (€47.544- (€57.053 - (vanaf grens 1) €42.436) 2) (€42.436- €57.053) €76.070) €76.070) €47.544) 1) eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2) 2013: €38.035 -€47.544, de extra inkomensgrens van €42.436 werd toen niet gehanteerd. 10 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Meeste energiearmoede in wijken met veel lage inkomens Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met energiearmoede te maken heeft, dit zijn de donkerblauwe gebieden in figuur 2.4. Het gaat hier om ongeveer een kwart van de huishoudens. Figuur 2.4 Energiearmoede (aandeel huishoudens met energiequote = 10%) per wijk, 2019 Ne Tuindorp Buiksloot Volewijck Z Slotermeer-Zuidwest Wipe Ò ne £ IJplein/Vogelbuurt ba p & Betondorp Energiearmoede per wijk (2019) aandeel huishoudens met energiequote 210% £ tous Holendrecht/ . aa Reigersbos me 15-18% eg B 18-21% EN 21% en meer Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens, 37% van de laagste inkomens is meer dan 10% van het huishoudinkomen kwijt aan de energierekening. Gemiddeld betalen zij €108 per maand. In wijken waar relatief veel huishoudens met de laagste inkomens wonen, komt ook veel energiearmoede voor. Alle donkerblauwe wijken in bovenstaande kaart zijn wijken waar het inkomen laag ligt. Tabel 2.5 laat zien dat binnen de groep lage inkomens er wel ruimtelijke verschillen zijn in energiearmoede." In Bijlmer-Centrum ligt het aandeel laagste inkomens zeer hoog, op 62%. Zij zijn echter gemiddeld relatief weinig kwijt aan energielasten (£95). Het aandeel met energiearmoede in deze groep is 33%, net onder het gemiddelde van deze groep (37%). In Oud Noord wonen eveneens relatief veel lage inkomens (40%), en lage inkomens in Oud Noord hebben juist relatief vaak met energiearmoede te maken (56%), hun energielasten liggen op €125 gemiddeld per maand. Ook in Gaasperdam/Driemond is energiearmoede een relatief groot probleem: 47% van de lage inkomens in dit gebied kampt met hoge energielasten. De ' Vanwege de kleine aantallen respondenten is het niet mogelijk deze berekening op wijkniveau te maken. Daarom is gekozen voor een schaalniveau hoger, de 22 gebieden. 11 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam energielasten liggen hier gemiddeld ook hoog (€130). Hetzelfde beeld is te zien in Geuzenveld- Slotermeer (42% met energiearmoede, gemiddelde lasten van €121 per maand). Tabel 2.5 Lage inkomens; energiearmoede en energielasten van lage inkomens per gebied, 2019 lage inkomens zemidete tot de lage inkomens met 9 9 huurtoeslag- energiequote >= 10% nk a ziens inkomens (%) (%) (€) Centrum-West 25 31 99 Centrum-Oost 25 37 112 Westerpark 33 27 96 Bos en Lommer 33 29 103 Oud-West/De Baarsjes 24 39 105 Geuzenveld-Slotermeer-Sloterdijken 45 42 121 Osdorp 32 34 103 De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 11 * * Slotervaart 34 45 110 Oud-Zuid 16 39 108 Buitenveldert/Zuidas 20 * * De Pijp/Rivierenbuurt 26 32 107 Oud-Oost 30 41 98 Indische Buurt/Oostelijk Havengebied 27 28 115 Watergraafsmeer 33 41 102 IJburg/Zeeburgereiland 17 * * Noord West 33 45 117 Oud Noord 40 56 125 Noord Oost 33 39 111 Bijlmer-Centrum 62 33 95 Bijlmer-Oost 39 38 109 Gaasperdam/Driemond 37 47 130 Amsterdam 29 37 108 *te weinig waarnemingen 12 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam 3 Kenmerken van huishoudens met hoge energielasten Woonoppervlak en huishoudensamenstelling bepalend voor energielasten Afhankelijk van woning- en huishoudenskenmerken lopen de maandelijkse energielasten sterk uiteen. Het meest bepalend voor de energiekosten is het oppervlak van de woning, gevolgd door de samenstelling van het huishouden. Voor woningen tot 40 m° waren de energielasten in 2019 €78 per maand. Dit loopt op tot €171 voor de grootste woningen (>100 m?°). Fluctuaties in de energieprijs hebben meer invloed op de lasten van grote woningen dan op die van kleine woningen: tussen 2017 en 2019 steeg de rekening van de kleinste woningen met 2%, tegenover 9% voor de grootste woningen. Ook daalde de rekening tussen 2013 en 2017 harder voor grote dan voor kleine woningen. Tabel 3.1 Maandelijkse energierekening huishoudens naar oppervlakte van de woning, 2013-2019 (€) 2019 ad ad (ontw. 2017-2019) tot 40m2 89 77 78 (+2%) 40 tot 60m2 110 94 102 (+8%) 60 tot 80m2 129 107 114 (+7%) 80 tot 100m2 157 119 127 (+7%) 100m2 en meer 222 158 171 (+9%) totaal 124 110 120 (+9%) Hoogste energielasten voor meerpersoonshuishoudens in grote woningen Over het algemeen wonen huishoudens die vit meerdere personen bestaan in grotere woningen. Hiermee gaan hogere energielasten gepaard. Maar meerpersoonshuishoudens verbruiken ook meer energie als zij in kleinere woningen wonen. Stellen met kinderen hebben gemiddeld de hoogste energielasten (€155 per maand) en alleenwonenden zijn het minst kwijt per maand (€100). Eenoudergezinnen hebben relatief hoge energielasten (€135), die met één inkomen opgebracht moeten worden. Naast het effect van de woninggrootte speelt ook het aantal personen in een huishouden een rol. Gezinnen zijn in woningen van alle oppervlakteklassen het meeste kwijt. In de grootste woningen (>100 m2) wonen vooral huishoudens met een hoger inkomen, 58% heeft een inkomen hoger dan €76.070. Maar ook heeft 17% een inkomen onder de €38.035. 2 Blijkt vit een regressieanalyse met als afhankelijke variabele de maandelijkse energierekening van het huishouden en als onafhankelijke variabelen het huishoudensinkomen, huishoudenstype, woningtype, woningoppervlak, bouwperiode, leeftijd en opleidingsniveau. Het energielabel is buiten de regressieanalyse gehouden, omdat dit voor een groot deel van de woningen niet bekend is. 13 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Tabel 3.2 Huishoudenstypen naar oppervlakte woning en maandelijkse energierekening, 2019 oppervlakte woning tot 40m2 40 tot 60m2 60 tot 80m2 80 tot 100m2 100m2 en meer totaal lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel (€) hh (%) 3) hh (%) (€) hh (%) (€) hh (%) 3) hh (%) (€) hh (%) alleenwonend 71 16 96 36 101 27 108 14 145 8 100 100 stel zonder kind 100 4 105 24 118 28 129 23 170 20 128 100 eenoudergezin * 3 119 19 127 36 141 26 165 16 135 100 stel met kinderen * 1 126 14 135 24 146 24 186 36 155 100 totaal 78 g 102 28 114 27 127 19 171 17 120 100 * te weinig waarnemingen Hoe ouder de woning, hoe hoger de energielasten Ook de bouwperiode van woningen speelt een rol in de energielasten. In elke oppervlakteklasse hebben oudere woningen meer energielasten. Het hoogst zijn de lasten in vooroorlogse woningen met een oppervlakte van 100 m° of meer (€197), het laagst in woningen gebouwd na 2010 met een oppervlak tot 40 m°. Woningen van voor 1970 zijn relatief klein waardoor de gemiddelde lasten van deze bouwperiode meevallen. Tegelijkertijd zijn tussen 1990-2009 gebouwde woningen vaak groter, waardoor dit de bouwperiode is waar woningen gemiddeld de hoogste lasten hebben. Woningen van na 2010 hebben weer vaker een klein oppervlak en zijn het zuinigst. De grootste groep huishoudens woont in een vooroorlogse woning (41%). Van deze woningen heeft bijna de helft een oppervlak tussen de 40 en 60 m° en energielasten van €104 per maand. Tabel 3.3 Maandelijkse energierekening huishoudens naar bouwperiode van de woning en oppervlak, 2019 oppervlakte woning 40 tot 60 tot JON ej 100m2 en aandeel vld 60m2 80m2 100m2 laa T=Li EL huishoudens lasten (€) EEN KTR) lasten (€) lasten (€) lasten(€) EEN KTR) 4) vooroorlogs 86 104 120 138 197 123 41 1946-1969 79 106 119 135 173 118 15 1970-1989 75 95 111 134 160 115 18 1990-2009 * 87 101 119 157 127 18 2010 en later 54 88 96 103 151 110 9 * te weinig waarnemingen 14 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Meer energielasten in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen Van de Amsterdamse huishoudens woont 13% in een eengezinswoning. De energielasten zijn hier een stuk hoger dan in meergezinswoningen (€163 t.o.v. €114). Bij eengezinswoningen gaat meer energie verloren doordat ze meer buitenmuren hebben dan appartementen. Het verschil is minder groot naarmate de woningen groter zijn. Huishoudens in eengezinswoningen hebben over het algemeen een hoger inkomen, waardoor de energielasten in verhouding met het inkomen niet sterk verschillen van bewoners van meergezinswoningen. Tabel 3.4 Maandelijkse energierekening huishoudens naar woningtype en oppervlak, 2019 oppervlakte woning tot40m2 __4Otot60m2 _60tot80m2 80 tot 100m2 ele totaal lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) eengezins * 127 144 149 184 163 meergezins 11 101 111 123 163 114 * te weinig waarnemingen Ouderen hebben hogere energielasten De energielasten van ouderen zijn hoger dan die van jongere huishoudens. Dit is terug te zien in alle woninggroottes. Het effect wordt versterkt doordat ouderen relatief vaak groter wonen. Vier op de tien (42%) 65+ huishoudens wonen in een woning groter dan 80 m’°, vergeleken met 36% gemiddeld. Van de alleenstaande 75-plussers woont nog 34% groter dan 80 m’°, vergeleken met 22% gemiddeld. De hogere energielasten van ouderen worden niet veroorzaakt door de ouderdom van hun woning. Ouderen wonen juist relatief minder vaak in vooroorlogse woningen (34% van de 65+ huishoudens ten opzichte van 41% van alle huishoudens). Het verschil in energierekening van ouderen met jongere huishoudens kan bijvoorbeeld komen doordat ouderen meer thuis zijn en/of de woning meer verwarmen dan jonge huishoudens. Tabel 3.5 Maandelijkse energierekening huishoudens naar leeftijdsklassen en woningoppervlak, 2019 oppervlakte woning SNE EIER An 100m2 Laat EEN KTR) lasten (€) lasten (€) EEN KTR) EEN KTR) lasten (€) tot 25 jaar 56 * * * * 74 25-35 jaar 72 9%6 102 109 124 99 35-45 jaar 83 101 116 129 154 120 45-55 jaar 88 105 122 135 188 135 55-65 jaar 99 107 120 130 179 130 65-75 jaar 104 106 114 129 188 129 75 jaar en ouder * 115 118 128 184 129 * te weinig waarnemingen 15 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Lagere energielasten bij hoger energielabel Van een deel van de woningen (60%) is het energielabel bekend. Over het algemeen geldt: hoe hoger het energielabel, hoe lager de energielasten. Huishoudens in een woning met energielabel A zijn gemiddeld €107 kwijt per maand, huishoudens in een woning met energielabel G €121. Dit verband is er vooral bij de middelgrote woningen tot 100 m°. Woningen groter dan 100 m2 hebben, ongeacht het energielabel, met hoge energielasten te maken. Tabel 3.6 Maandelijkse energierekening huishoudens naar leeftijdsklassen en woningoppervlak, 2019 oppervlakte woning RAET TOTO TTT A nde NE 100m2 Laat EEN KTR) lasten (€) lasten (€) EEN KTR) EEN KTR) lasten (€) Al+) 55 86 99 106 153 107 B * 95 99 122 143 108 c 78 102 109 121 147 110 D 77 101 116 136 159 111 E * 107 116 131 154 115 F * 106 124 * 165 120 G * 113 117 * * 121 * te weinig waarnemingen 16 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam 4 Kenmerken van huishoudens met energiearmoede Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens Van de Amsterdamse huishoudens heeft één op de tien (11%) te maken met energiearmoede. Zij zijn tien procent of meer van hun inkomen kwijt aan energielasten. Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien (90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. In 2017 lag dat aandeel nog wat hoger (93%), terwijl het in 2013 lager lag (84%). Deze schommeling hangt samen met de ontwikkeling van de energieprijzen. Wanneer de prijzen zoals in 2017 laag zijn, vormen de energielasten bijna uitsluitend voor huishoudens met de laagste inkomens meer dan tien procent van het inkomen. Zijn de prijzen zoals in 2013 (en in minder mate 2019) hoger, dan zijn meer huishoudens met een hoger inkomen tien procent van het inkomen kwijt aan energielasten. Figuur 4.1 Aandeel inkomensgroepen in huishoudens met energiearmoede, 2013-2019 100 Betekenis categorieën horizontale as go 1) lage inkomens tot huurtoeslaggrens 80 2) inkomens vanaf pot.hts-groep 7o tot en met €38.035 60 3) lage middeninkomens 50 €38.035- €47.544 4,0 4) middeninkomens (47.544-1,5x modaal) 30 5) hogere middeninkomens (1,5 - 20 2x modaal} 10 ° 6) hogere inkomens (vanaf 2x _n el ® o nn en modaal) 1 2 3 4 5 6 2013 B 2017 B 2019 17 | Energiearmoede in Amsterdam Inkomen is de bepalende factor voor energiearmoede Het inkomen is van alle huishoudenskenmerken het meest bepalend voor de energiequote en daarmee voor het risico op energiearmoede.” Waar het woningoppervlak het meest bepalend is voor een hoge energierekening (hoofdstuk 3), bepaalt het inkomen in hoeverre die rekening een grote last vormt. Zoals eerder genoemd komt energiearmoede daarom vooral voor onder de laagste inkomens. Er zijn echter ook andere huishoudenskenmerken die samenhangen met een hoge energiequote en het risico op energiearmoede, zoals de huishoudenssamenstelling. Meer energiearmoede onder eenverdieners, vooral wanneer er ook kinderen zijn Energiearmoede komt relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Van alle eenoudergezinnen heeft 28 procent een energiequote van tien procent of hoger en onder alleenwonenden is dat dertien procent, ten opzichte van elf procent van alle huishoudens. Dit hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het huishoudensinkomen per saldo lager is. Voor alleenwonenden leidt dit minder vaak tot energiearmoede omdat het energieverbruik lager is, maar eenoudergezinnen dragen het energieverbruik van meerdere personen met één inkomen. Van de eenoudergezinnen met een inkomen tot de huurtoeslaggrens kampt dan ook ongeveer de helft (47%) met energiearmoede. Ook onder stellen met kinderen in de laagste inkomenscategorie komt energiearmoede veel voor (44%). In hoofdstuk drie werd duidelijk dat dit huishoudenstype de hoogste maandelijkse energielasten heeft. Energiearmoede in hogere inkomensklassen komt weinig voor, maar onder stellen met kinderen het meest. Tabel 4.2 Aandeel huishoudens met energiequote >= 10% naar inkomensgroepen en huishoudenstypen, 0 huishoudens met energiequote >= 10% GK) ln alleen- zonder _ ouder- SN wonend kind FAA kinderen _ totaal 1E) 1E) (%) (%) 1E) lage inkomens tot huurtoeslaggrens 33 36 47 44 37 inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 2 5 3 11 3 lage middeninkomens €38.035-€47.544 1 3 5 7 3 middeninkomens (€47.544-1,5x modaal) 1 1 3 3 2 hogere middeninkomens (1,5-2x modaal) 0 1 4 1 1 hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 0 0 2 1 1 totaal 13 6 28 8 11 3 Blijkt uit een regressieanalyse met als afhankelijke variabele de energiequote van het huishouden en als onafhankelijke variabelen het huishoudensinkomen, huishoudenstype, woningtype, woningoppervlak, bouwperiode, leeftijd en opleidingsniveau. Het energielabel is buiten de regressieanalyse gehouden, omdat dit voor een groot deel van de woningen niet bekend is. 18 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Huishoudens met laag inkomen in grotere woningen lopen meeste risico op energiearmoede Omdat huishoudens in grotere woningen meer energie verbruiken komt energiearmoede erg veel voor onder lage inkomens die groot wonen (100 m? en groter). Het gaat om 63 procent en dit betreft zo’n 4100 huishoudens. De meeste huishoudens (68%) met een laag inkomen wonen echter in een woning tussen de 40 en 80 m?, waardoor in woningen van deze grootte de meeste energiearmoede voorkomt. Als lage middeninkomens groot wonen (100 m? en groter) lopen zij ook risico op energiearmoede, twaalf procent van deze inkomensgroep heeft een energiequote van tien procent of meer. Het gaat om ongeveer 500 huishoudens. Tabel 4.3 Aandeel huishoudens met energiequote z 10% naar inkomensgroep en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10% XOR ej 60 tot Ei ej 100m2 tot 40m2 60m2 80m2 100m2 en meer Liere: E | 6E) (%) 6E) (%) 6E) 6E) lage inkomens tot huurtoeslaggrens 19 34 37 49 63 37 inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 0 1 3 4 11 3 lage middeninkomens €38.035-€47.544 0 1 0 2 12 3 middeninkomens (€47.544-1,5X modaal) * 1 1 0 5 2 hogere middeninkomens (1,5-2x modaal) * 0 1 1 2 1 hogere inkomens (vanaf 2x modaal) * 0 0 0 1 1 totaal 9 13 13 12 8 11 * te weinig waarnemingen 19 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Energiearmoede komt vooral voor in corporatiewoningen Energiearmoede komt het meeste voor in corporatiewoningen. Eén op de vijf huishoudens heeft daar een energiequote van 10 procent of hoger. Dit komt vooral doordat de meeste huishoudens in de laagste inkomensgroep in een woning verhuurd door een woningcorporatie wonen (68%) Hun energielasten zijn gemiddeld €109 per maand. In koopwoningen komt energiearmoede het minst voor. Voor koopwoningen en particulier verhuurde woningen geldt dat hoe groter ze zijn, hoe groter de kans op energiearmoede. Tabel 4.4 Aandeel huishoudens met energiequote 2 10% naar eigendomstype en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10% 40 tot 60 tot 80 tot 100m2 en tot 40m2 60m2 EAO AP 100m2 alle totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) koopwoning 1 1 3 3 6 4 corporatiewoning 12 22 21 25 21 21 particuliere huur 9 7 7 6 10 7 totaal 9 13 13 12 8 11 Meeste energiearmoede in middelgrote woningen uit de jaren '45-'90. Huishoudens in de laagste inkomensgroep wonen relatief vaak in woningen gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%). Hierdoor komt energiearmoede het meeste voor in woningen uit deze bouwperiode, terwijl de absolute energielasten het hoogst zijn in vooroorlogse woningen (hoofdstuk 3, tabel 11). In woningen gebouwd in 1946-1969 heeft 17 procent van de huishoudens een energiequote van 10 procent of hoger. In woningen uit 1970- 1989 is dit 14 procent. In de nieuwste woningen (2010 en later) komt energiearmoede het minst voor. Alleen in de kleinste nieuwbouwwoningen ligt het percentage op 13 procent. Hiervan is driekwart student. Tabel 4.5 Aandeel huishoudens met energiequote = 10% naar bouwperiode en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10% Le KOP elan Ei 0 TPA 100m2 en meer totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) vooroorlogs 5 12 12 9 8 11 1946-1969 16 21 16 20 10 17 1970-1989 8 12 12 20 15 14 1990-2009 * 9 12 6 9 9 2010 en later 13 1 7 6 4 6 totaal 9 13 13 12 8 11 * te weinig waarnemingen 20 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Huishoudens met energiearmoede zijn vaak eenverdieners, 55-plus en lager opgeleid Huishoudens met bepaalde achtergrondkenmerken zijn oververtegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede, vergeleken met alle huishoudens in de stad. Het gaat om huishoudens met maar één inkomen (alleenwonenden en eenoudergezinnen), 55 tot 75 jarigen en 75 plussers en huishoudens met een laag- of middelbaar opleidingsniveau. Zeven procent van alle Amsterdamse huishoudens is een eenoudergezin, terwijl negentien procent van de huishoudens met energiearmoede een eenoudergezin is. De mate waarin alleenwonenden oververtegenwoordigd zijn is minder groot. Stellen zonder kinderen zijn het sterkst ondervertegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede. Figuur 4.6 Aandeel huishoudenstypen in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019 huishoudens in " N 5 % energiearmoede 53 sl 5 ’ o 20 40 60 80 100 m alleenwonend stel zonder kind m eenoudergezin stel met kinderen Van alle Amsterdamse huishoudens is 39 procent 55 jaar of ouder. Onder huishoudens met een energiequote van 10 procent of hoger valt 52 procent in deze leeftijdscategorie. Jongeren (tot 35 jaar) zijn het sterkst ondervertegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede. Figuur 4.7 Aandeel leeftijdsklassen in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019 huishoudens in % energiearmoede ni 34 55 10 ? o 20 40 60 80 100 B tot 35 jaar 35tot5sjaar Esstot75jaar 75 jaar en ouder 21 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Van alle Amsterdamse huishoudens is 23 procent laag opgeleid. Onder huishoudens met energiearmoede is dit aandeel 45 procent. Slechts 17 procent van de huishoudens met energiearmoede heeft een hoog opleidingsniveau (t.o.v. 44%). Hiervan is 14 procent student. Figuur 4.8 Aandeel opleidingsniveaus in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019 huishoudens in Q energiearmoede ke El il / o 20 40 60 80 100 B laag opgeleid B middelbaar opgeleid hoog opgeleid Weinig energiearmoede in woningen met energielabel A Een beter geïsoleerde woning geeft lagere energielasten, en hier komt ook minder energiearmoede voor. Dit geldt voor woningen met energielabel A(+) en voor kleinere woningen (40-60 m2) met energielabel B. In grotere woningen (100m2 en meer) komt ook met relatief hoge energielabels weinig energiearmoede voor, maar dit wordt vooral verklaard doordat hier over het algemeen huishoudens met een hoger inkomen in wonen. Tabel 4.9 Aandeel huishoudens met energiequote 2 10% naar energielabel en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10% 40 tot 60 tot 80 tot 100m2 Lie LOT PA elan Ei 0 TPA 100m2 en meer totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) A+) 8 5 8 5 5 6 B * 8 15 14 15 13 Cc 11 16 17 19 8 16 D 10 17 11 11 7 13 E * 15 20 22 7 17 F * 12 13 * 12 10 G * 13 15 * * 14 * te weinig waarnemingen 22 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Samenvatting Energieprijzen sinds 2017 gestegen, maar inkomens groeien gemiddeld gezien mee Tussen 2017 en 2019 stegen de energielasten van Amsterdammers, maar gemiddeld gezien groeiden de inkomens mee. In beide jaren waren huishoudens gemiddeld vijf procent van hun inkomen kwijt aan energielasten (de energiequote). Ook bleef het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede (een energiequote van tien procent of hoger) stabiel op elf procent. In 2013 lagen de energielasten een stuk hoger. Toen lag de energiequote gemiddeld op zeven procent en kampte achttien procent van de huishoudens met energiearmoede. De energielasten van Amsterdamse huishoudens volgen de ontwikkeling van de wereldwijde energieprijzen. Die prijzen zijn in de loop van 2019 en 2020 weer gedaald. De data uit dit onderzoek is verzameld net vóór deze daling inzette. Voor laagste inkomens stijgen relatieve energielasten wel Hoewel de gemiddelde energiequote en het aandeel huishoudens in energiearmoede niet stegen, gebeurde dit wel voor huishoudens in de laagste inkomensgroep. Lage inkomens merken de fluctuaties in de energieprijs sterker in hun portemonnee. Voor huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens liep de energiequote tussen 2017 en 2019 licht op, van 9% tot 10%. In deze inkomensgroep nam het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede toe van 31% tot 37%. Gemiddeld hebben zij in 2019 een energierekening van €108 per maand. De toename van de relatieve energielasten in deze inkomensgroep is niet terug te zien in het stedelijk gemiddelde omdat de groep verhoudingsgewijs in 2019 minder voorkomt dan in 2017. Energiearmoede komt het meest voor In Zuidoost, Noord en Nieuw-West In de stadsdelen Zuidoost, Noord en Nieuw-West zijn de relatieve energielasten het hoogst en is het vaakst sprake van energiearmoede. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Noord (£129) en Nieuw-West (€122) is de maandelijkse energierekening hoger dan gemiddeld in de stad. In Zuidoost zijn de energielasten gemiddeld (€120), maar hier wonen zeer veel huishoudens in de laagste inkomensgroep (46% t.o.v. 29% gemiddeld). In Noord en Nieuw-West hangen de hoge absolute energielasten er mee samen dat er veel eengezinswoningen staan en er veel gezinnen wonen. Beide factoren hangen samen met hogere stookkosten en elektriciteitsverbruik. Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost (19%) gevolgd door Noord (17%) en Nieuw-West (14%). In Zuid, Centrum en Oost komt in de loop van de jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant. Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met energiearmoede te maken heeft. Het gaat om wijken met relatief veel lage inkomens, zoals 23 | Energiearmoede in Amsterdam Volewijck en IJplein/Vogelbuurt in Noord, Slotermeer Zuidwest en in Nieuw-West en Holendrecht/Reigersbos in Zuidoost. Hogere energielasten voor grote woningen en meerpersoonshuishoudens Het meest bepalend voor de energiekosten is het oppervlak van de woning. Voor woningen tot 40 m? waren de energielasten in 2019 €78 per maand. Dit loopt op tot €171 voor de grootste woningen (>100 m’°). Ook de huishoudenssamenstelling speelt een rol. Huishoudens die uit meerdere personen bestaan, wonen over het algemeen in grotere woningen. Hiermee gaan hogere energielasten gepaard. Maar meerpersoonshuishoudens verbruiken ook meer energie als zij in kleinere woningen wonen. Stellen met kinderen hebben gemiddeld de hoogste energielasten (€155 per maand) en alleenwonenden zijn het minst kwijt per maand (€100). Eenoudergezinnen hebben relatief hoge energielasten (€135), die met één inkomen opgebracht moeten worden. Ook de bouwperiode van een woning speelt een rol. Oudere woningen hebben hogere energielasten. Vier op de tien huishoudens woont in een vooroorlogse woning. Daar zijn de energielasten met €123 het hoogst. Verder zijn de energielasten hoger in eengezinswoningen (€163) dan in meergezinswoningen (£114). Bij eengezinswoningen gaat meer energie verloren doordat ze meer buitenmuren hebben dan appartementen. De energielasten liggen lager in woningen met een hoger energielabel. Dit geldt echter vooral voor kleinere woningen, bij grotere woningen (>100m?) ligt de gemiddelde energierekening hoger ongeacht het energielabel. Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien (90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. Waar het woningoppervlak het meest bepalend is voor een hoge energierekening, bepaalt het inkomen in hoeverre die rekening een grote last vormt. Verschillen in de kans op energiearmoede tussen andere huishoudenskenmerken worden vaak verklaard door het verschil in inkomen. Zo komt energiearmoede relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Dit hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het huishoudensinkomen per saldo lager is. Van alle eenoudergezinnen heeft 28 procent een energiequote van tien procent of hoger en onder alleenwonenden is dat dertien procent, ten opzichte van elf procent van alle huishoudens. Voor alleenwonenden leidt dit minder vaak tot energiearmoede omdat het energieverbruik lager is, maar eenoudergezinnen dragen het energieverbruik van meerdere personen met één inkomen. Naarmate huishoudens met een laag inkomen in een grotere woning wonen, neemt de kans op energiearmoede toe. De meeste huishoudens (68%) met een laag inkomen wonen echter in een woning tussen de 40 en 80 m2, waardoor in woningen van deze grootte de meeste energiearmoede voorkomt. Zeven op de tien huishoudens met een laag inkomen woont in een woning verhuurd door een woningcorporatie. Het aandeel huishoudens met energiearmoede is daar een stuk hoger (21%) dan in particuliere huurwoningen (7%) en in koopwoningen (4%). Huishoudens in de laagste inkomensgroep wonen relatief vaak in woningen gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%). Energiearmoede komt het meeste voor in woningen gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%), terwijl de energielasten het hoogst zijn in 24 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam vooroorlogse woningen. De na de oorlog gebouwde woning worden echter relatief vaak bewoond door huishoudens met een laag inkomen. In woningen met energielabel A en in kleinere woningen met energielabel B (tot 60m®) komt weinig energiearmoede voor. 25 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Tabel B.1 Energiequote, energiequote > 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 energiequote huishoudens gemiddelde lade Ela ed energiequote rekening Eke A00 Burgwallen-Oude Zijde 5 5 122 A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde 5 10 124 A02 Grachtengordel-West 4 2 162 A03 Grachtengordel-Zuid 6 10 168 AO4 Nieuwmarkt/Lastage 5 10 116 A05 Haarlemmerbuurt 5 11 119 A06 Jordaan 5 9 113 A07 De Weteringschans 5 9 138 A08 Weesperbuurt/Plantage 5 7 125 A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken 5 13 109 E12/E13(B10) Houthavens/Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt (Westelijk Havengebied) 6 17 108 E14 Staatsliedenbuurt 5 6 95 E15/E16 Centrale Markt/Frederik Hendrikbuurt 5 6 100 E17 Da Costabuurt 4 2 110 E18 Kinkerbuurt 5 14 102 E19 Van Lennepbuurt 4 6 103 E20/E22 Helmersbuurt/Vondelbuurt 5 10 138 E21 Overtoomse Sluis 4 5 112 E3/afg/E36 Gibraltarbuurt/Sloterdijk 5 5 94 E3/7c Bosleeuw 6 15 118 E3/de Landlust zuid 4 5 108 E38 Erasmuspark 5 7 111 E39ab Laan van Spartaan * * * E39cd Kolenkitbuurt 6 15 108 E40 Geuzenbuurt 5 8 106 E41 Van Galenbuurt 6 14 103 E42 Hoofdweg e.o. 7 16 108 E43 Westindische Buurt 5 8 127 E75 Chassébuurt 7 20 117 F76 Slotermeer-Noordoost 6 18 109 F77 Slotermeer-Zuidwest 8 24 121 F78/F11 Geuzenveld/Bedrijventerrein Sloterdijk 6 17 129 F79 Eendracht * * * F81 Osdorp-Oost 6 13 129 F82 Osdorp-Midden 6 19 113 F83 De Punt 4 0 90 F84/F80 Middelveldsche Akerpolder/Lutkemeer/Ookmeer 7 15 157 F85 Slotervaart-Noord 6 12 126 26 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Tabel B.1 Energiequote, energiequote >= 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 (vervolg) energiequote huishoudens gemiddelde Laad al 4T energiequote rekening Eke F86 Overtoomse Veld 5 11 101 F87 Westlandgracht 5 11 107 F88 Sloter-/Riekerpolder 5 4 139 F89 Slotervaart-Zuid 8 18 112 K23/K59 Zuidas/Prinses Irenebuurt e.o. 4 3 134 K24 Oude Pijp 4 6 104 K25 Nieuwe Pijp 5 8 110 K26 Zuid-Pijp 6 13 114 K44 Hoofddorppleinbuurt 4 9 116 K45 Schinkelbuurt 5 8 117 K46 Willemspark 4 6 164 K47 Museumkwartier 5 7 173 K48 Stadionbuurt 5 9 112 K49 Apollobuurt 4 6 179 K52 Scheldebuurt 4 5 136 K53 IJselbuurt 6 14 114 K54 Rijnbuurt 6 13 118 K90 Buitenveldert-West 4 5 113 K91 Buitenveldert-Oost 4 1 119 M27 Weesperzijde 5 8 123 M28 Oosterparkbuurt 6 15 103 M29 Dapperbuurt 5 13 103 M30 Transvaalbuurt 6 12 109 M31 Indische Buurt-West 7 10 117 M32 Indische Buurt-Oost 5 7 103 M33 Oostelijk Havengebied 5 7 116 M34 Zeeburgereiland/Nieuwe Diep 3 0 82 M35 IJburg-West 4 2 150 M51 IJburg-Zuid 4 1 145 M55 Frankendael 6 17 112 M56 Middenmeer 5 7 127 M57 Betondorp 7 26 117 M58 De Omval/Overamstel 5 6 107 N60 Volewijck 8 25 128 N61 IJplein/Vogelbuurt 7 26 123 N62/N63 Tuindorp Nieuwendam/Tuindorp Buiksloot 7 26 129 N65 Tuindorp Oostzaan 7 18 127 N66 Oostzanerwerf 6 13 135 27 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Tabel B.1 Energiequote, energiequote > 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 (vervolg) energiequote huishoudens gemiddelde lade Ela ed energiequote rekening pake N67 Kadoelen * * * N68 Waterlandpleinbuurt 6 17 122 N69 Buikslotermeer 6 13 115 N70 Banne Buiksloot 7 16 132 N71 Noordelijke IJ-oevers-West 5 10 92 N73/N64A(N72) Waterland/Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk 5 8 189 N74 Elzenhagen * * * T93ab Venserpolder 7 19 112 T93overig Bijlmer-Centrum 7 21 94 T94jk Kantershof 5 7 119 T94overig Bijlmer-Oost 7 19 115 T95 Nellestein 6 16 134 T96(T92) Holendrecht/Reigersbos 8 24 131 T97 Gein 6 16 130 T98 Driemond * * * Amsterdam 5 11 120 28 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Tabel B.2 Huishoudens met energiequote > 10% per gebied, aantal en percentage, 2019 huishoudens met energiequote > 10% Bijlmer-Centrum 2.500 21 Bijlmer-Oost 2.000 16 Bos en Lommer 1.600 9 Buitenveldert/Zuidas 500 4 Centrum-Oost 2.300 10 Centrum-West 2.100 8 De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 1.000 9 De Pijp/Rivierenbuurt 3.100 9 Gaasperdam/Driemond 2.900 19 Geuzenveld-Slotermeer-Sloterdijken 3.700 20 IJburg/Zeeburgereiland 100 1 Indische Buurt/Oostelijk Havengebied 1.500 8 Noord Oost 1.700 14 Noord West 2.400 15 Osdorp 2.100 13 Oud Noord 3.100 22 Oud-Oost 2.300 13 Oud-West/De Baarsjes 3.800 10 Oud-Zuid 2.100 8 Slotervaart 2.500 13 Watergraafsmeer 2.300 13 Westerpark 2.000 10 Amsterdam 46.800 11 29 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam Tabel B.3 Huishoudens met energiequote > 10% per stadsdeel naar huishoudenstypen, aantal en percentage, 2019 alleenwonend stel zonder kind eenoudergezin vande overig totaal energiequote energiequote energiequote energiequote > energiequote energiequote Eke Eke EKO) 10% Eke Eke aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % Centrum 3.000 11 700 6 600 30 200 3 0 0 4.400 9 West 4.400 11 900 5 1.000 24 900 7 300 18 7.400 10 Nieuw-West 4.400 16 1.100 8 1.300 27 2.000 12 800 51 9.200 14 Zuid 3.600 9 600 3 700 17 700 6 500 47 5.700 8 Oost 3.600 11 700 5 1.000 22 500 4 600 58 6.200 9 Noord 3.700 22 600 7 1.500 44 1.500 13 100 8 7.200 17 Zuidoost 3.800 19 500 8 2.400 41 800 11 0 0 7.400 19 Amsterdam 26.100 13 5.200 6 8.400 28 6.500 8 2.700 35 46.800 11 30 Gemeente Amsterdam Onderzoek, Informatie en Statistiek E Î | Postbus 658 1000 AR Amsterdam data.amsterdam.nl
Onderzoeksrapport
31
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV57 Datum indiening 4 januari 2021 Datum akkoord 5 maart 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake het reuzenrad bij het Oosterdok Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Tot de grote (onaangename)verrassing van de SP-fractie en veel Amsterdammers heeft het waterschap Amstel, Gooi en Vecht een vergunning verleend voor het plaatsen van een reuzenrad ter hoogte van het Oosterdok. ‘* Naar verluidt mag het reuzenrad een jaar blijven staan op deze plek. Het gigantische reuzenrad heeft veel weg van een nieuwe ‘permanente kermisattractie’ en lijkt in de toekomst voor de nodige drukte en overlast te gaan zorgen. De SP-fractie vraagt zich af hoe de vergunningverlening is verlopen en waarom de vergunning is verleend. Het is juist zaak om drukte en overlast van toerisme aan te pakken in plaats van door te gaan met het ‘verpretparkiseren! van Amsterdam. Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Toelichting door vragensteller: Op de bouwtekening van het reuzenrad is 16 december terug te vinden. De vergunning voor plaatsing van het rad is krap twee weken later verleend op 29 december. Gelet op deze data lijkt het wel alsof de vergunning met ‘gezwinde spoed’ is verleend. 1. Kan het college uiteenzetten hoe de vergunningverlening is verlopen? Is hier de reguliere procedure gevolgd? En wat is de rol van het Waterschap in deze vergunningverlening geweest? Graag een uitgebreide toelichting. Toelichting door vragensteller: Ervaring uit het verleden leert dat bij een dergelijke reuzenrad ook de nodige verlichting om hoek komt kijken. Zo is het Europa Rad dat ook in Amsterdam gestaan heeft ‘een waar lichtspektakel’ met duizenden lampen. Antwoord: Eris geen sprake van een aanvraag omgevingsvergunning. Met de initiatiefnemer is besproken dat een eventuele aanvraag omgevingsvergunning wordt afgewezen omdat het bouwen van het reuzenrad in strijd is met het vigerende ter plaatse geldende bestemmingsplan. De rol van het Waterschap is dat advies is gevraagd omdat een deel + Waterschapsblad 2020, 14738 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl} 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad ummer 6 . . Datum Schriftelijke vragen van de werkzaamheden ook onder de werkingssfeer van de Waterwet vallen en het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) hiervoor het bevoegd gezag is. Het Waterschap heeft al wel een Waterwetvergunning verleend. Door de publicatie van de Waterwetvergunning op 16 december 2020 is de indruk gewekt dat een omgevingsvergunning is verstrekt voor het bouwen van het reuzenrad. Dat is niet het geval. 2. Kan het college aangeven hoe het reuzenrad bij Oosterdok verlicht gaat worden? Antwoord: Omdat er geen aanvraag tot stand is gekomen is dit niet aan de orde. 3. Zijn de wensen/belangen van omwonenden op enige wijze betrokken of meegewogen in het proces van vergunningverlening? Antwoord: Bij beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning wordt het aspect ruimtelijke ordening beoordeeld, als de aanvraag in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Hierbij vindt dan ook een belangenafweging plaats. Deze afweging resulteert in dit geval in een negatief advies. Een eventuele aanvraag voor het bouwen van een reuzenrad zou dan ook afgewezen worden op grond van strijdigheid met het bestemmingsplan. 4. Welke mogelijkheden hebben omwonenden nog om bezwaar te maken tegen de komst van het reuzenrad? Graag een toelichting. Antwoord: Zie antwoord 1. Er is geen sprake van een vergunning voor het bouwen van een reuzenrad. 5. Hoe verhoudt de komst van dit reuzenrad zich tot de ambities uit het coalitieakkoord dat stelt bewoners centraal te willen stellen en overlast van drukte en toerisme te willen aanpakken? Graag een toelichting. Antwoord: Zie antwoord 1. Er is geen sprake van een vergunning voor het bouwen van een reuzenrad. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2008 Afdeling 2 Vergaderdatum 8 oktober 2008 Publicatiedatum OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 8 OKTOBER 2008. Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer Bakker (SP), mevrouw Bergervoet (PvdA), mevrouw Boelhouwer (SP), mevrouw Bos (PvdA), de heer Van der Burg (VVD), mevrouw Burke (PvdA), mevrouw Buurma-Haitsma (VVD), mevrouw Van Doorninck (GL), de heer Van Drooge (CDA), de heer Flos (VVD), mevrouw Van der Garde (PvdA), mevrouw Gazic (PvdA), de heer Geurts (GL), de heer De Goede (GL), mevrouw Graumans (PvdA), mevrouw Hauet (PvdA), de heer Ivens (SP), mevrouw Kaplan (PvdA), de heer Limmen (CDA), mevrouw Logtenberg (PvdA), de heer Mahdi (PvdA), mevrouw Mahrach (PvdA), de heer Manuel (D66), mevrouw Manuela (PvdA), de heer Van der Meer (GL), mevrouw Meijer (SP), de heer Mulder (PvdA), de heer Nederveen (VVD), mevrouw Ornstein (VVD), mevrouw Van Pinxteren (GL), mevrouw Van der Pligt (SP), mevrouw Riem Vis (PvdA), de heer Roos (PvdA), de heer Sajet (PvdA), mevrouw Sargentini (GL), de heer Straub (PvdA), mevrouw Ulichki (GL), de heer Ünver (PvdA), de heer Verweij (VVD), mevrouw Willemse (PvdA), de heer De Wit (VVD), de heer Van 't Wout (VVD). Afwezig: het lid de heer De Wolf (PvdA). Aanwezig: de wethouders de heer Asscher (Financiën, Economische Zaken, Onderwijs, Jeugdzaken en Grotestedenbeleid), mevrouw Gehrels (Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop), de heer Herrema (Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten), de heer Ossel (Zee- en Luchthaven, Werk en Inkomen en Diversiteit en Grote Stedenbeleid), de heer Van Poelgeest (Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT), mevrouw Vos (Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare Ruimte en Groen). Afwezig: geen der wethouders. Middagzitting op woensdag 8 oktober 2008 Voorzitter. mr. M.J. Cohen, burgemeester, alsmede het raadslid de heer Nederveen, plaatsvervangend voorzitter. Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe. Verslaglegging: Notuleerservice Nederland. Voorzitter: de heer Nederveen De VOORZITTER opent de vergadering om 13.04 uur. De VOORZITTER: Ik open deze bijzondere vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam. Ik heet de raadsleden, de leden van het college en de leden van de pers 1 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen welkom. Ik wil echter in het bijzonder onze gasten vandaag welkom heten die uitgenodigd zijn om getuige te zijn van de aanbieding van de begroting 2009 en daaraan aansluitend de algemene beschouwingen. 1 Mededelingen. De VOORZITTER: Ik deel u mee dat er bericht van afwezigheid is van de heer De Wolf. 2 Vaststelling van de agenda. De VOORZITTER: Er zijn geen mondelinge vragen, geen interpellaties en geen aanvragen voor een actualiteit. 3 Mededeling van de ingekomen stukken. 1° Bijzondere ledenbrief van de VNG van 22 september 2008 inzake reactie van VNG op de Rijksbegroting 2009. Dit raadsadres is voor kennisgeving aangenomen. 4A Uitspreken van de Staat van de Stad door de burgemeester. Dit punt wordt even aangehouden. 4B Aanbieding van de begroting/het jaarplan 2009 door de wethouder van Financiën. Dit punt wordt even aangehouden. 4C Algemene beschouwingen begroting/het jaarplan 2009 door de fractievoorzitters. Dit punt wordt even aangehouden. 5 Mondeling vragenuurtje. 2 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen De VOORZITTER: Er zijn geen mondelinge vragen. 4A Uitspreken van de Staat van de Stad door de burgemeester. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Cohen. De BURGEMEESTER: Leden van de raad, vandaag presenteert het college zijn begroting voor het jaar 2009. Het is alweer de tweede keer dat de begroting aan u op deze wijze — vergelijkbaar met Prinsjesdag in Den Haag — wordt aangeboden. We kunnen daarom nu, op deze tweede woensdag van oktober, spreken van een heuse traditie. Zo direct zal wethouder Asscher een toelichting geven op de begroting en op de daarin gemaakte keuzes. Ik zal eerst ingaan op de situatie waarin de stad verkeert en voor welke vragen wij ons gesteld zien. “Wat is de staat van de stad?” vormt een vraag die onlosmakelijk verbonden is met de vraag wat de stand is van ons land. Die vraag hangt weer samen met de vraag welke plaats Nederland internationaal inneemt op de ‘kaart van deze aard’. Want in deze tijden waarin het vertrouwen in het internationaal verweven financiële systeem geschokt is en gerenommeerde zakenbanken wankelen en soms zelfs omvallen, heeft ook Nederland natuurlijk — wij zijn geen eiland — te maken met de gevolgen van de internationale kredietcrisis. Wij hebben de afgelopen week de spectaculaire gebeurtenissen rond Fortis en ABN AMRO gezien, te midden van al die andere stormen die door de financiële wereld razen. Het zijn ontwikkelingen die zeker ook Amsterdam, hét financiële hart van ons land, raken. Over de manier waarop dat het geval zal zijn, valt op dit moment nog niet veel met zekerheid te zeggen, maar wij zullen de ontwikkelingen in ieder geval nauwgezet volgen en zoveel als in ons vermogen ligt, daarnaar handelen. Het kan zijn dat we op sommige punten pas op de plaats zullen moeten maken met het realiseren van onze ambities. Dat zullen we onder ogen moeten zien. Wél laten de ontwikkelingen van de afgelopen weken zien dat de rol van de overheid in de financiële sector onmisbaar is. Als opsteller van spelregels waaraan financiële instellingen zich dienen te houden, als toezichthouder en als het er echt op aan komt als belangrijke partij om de rust en het vertrouwen van het publiek in deze vitale sector te bewaren of zoveel mogelijk te herstellen en daarmee de economie te ondersteunen. Wij weten allemaal hoe belangrijk de financiële sector voor onze stad is. Amsterdam heeft echter meer dan een financiële sector. Laten wij onze zegeningen tellen en beseffen dat Amsterdam andere sterke kanten kent die in de afgelopen jaren verder tot bloei zijn gekomen en, ondanks tegenwind, een stevige basis bieden voor de toekomst. Wij mogen ons gelukkig prijzen met het feit dat de Amsterdamse economie zo divers is samengesteld. De pijlers die onze economie schragen — u kunt ze dromen — zijn: Schiphol en de haven, ICT en nieuwe media, het toerisme, het MKB en de financiële sector. Deze verscheidenheid hebben we als stad waar mogelijk bewust bevorderd, de laatste jaren onder de noemer Amsterdam Topstad. Een divers samengestelde economie maakt een stad immers minder kwetsbaar als het tij tegen zit. En om de zoveel jaar zit het tij tegen, dat hoort nu eenmaal bij het economische leven. Het gaat erom dat een stad — in goede en kwade dagen, onafhankelijk van de waan van de dag — welvaart en welzijn voor haar burgers brengt. Daarvoor is een vitale en duurzame economie een eerste vereiste. Dit college heeft daarvoor de nodige stappen gezet. Dat betekent: investeren in bijvoorbeeld extra capaciteit voor de bloeiende haven, in de creatieve sector, in 3 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen duurzaamheid, in het aanleggen van glasvezel door de hele stad op een manier die in de hele wereld als een te volgen standaard wordt beschouwd. Investeren in bereikbaarheid, dus in de Noord/Zuidlijn, in de nieuwe Afvalenergiecentrale, waarvan wij verwachten dat ook die een nieuwe standaard zal zetten, in de Zuidas, en — op niet al te lange termijn — in een nieuwe zeesluis. Het zijn stuk voor stuk ambitieuze projecten, projecten die de stad nodig heeft en die de stad vooruit zullen helpen. Tegelijkertijd zijn het grote projecten waaraan risico’s kleven, risico’s die bij een aantal ervan juist de afgelopen weken duidelijk te zien zijn. Want bij risico’s horen ook tegenslagen. Natuurlijk is het zo dat de overheid bij grote projecten strak moet budgetteren en moet proberen de tegenslagen zoveel mogelijk vóór te zijn en er voorzieningen voor te treffen. Garanties dat het allemaal zo gaat als wij willen, zijn er echter niet en dergelijke garanties moeten wij dan ook niet geven. Wij voeren deze en dergelijke projecten uit omdat wij denken dat de opbrengsten opwegen tegen de initiële kosten. Dat hebben wij eerder gezien bij de aanleg van onze eerste metrolijn. De protesten voor en tijdens de aanleg ervan zijn weggeëbd, en zelfs tal van tegenstanders van toen zijn nu blij dat deze lijn er is. Wij hebben dat ook ervaren bij de Ceresterminal. Nog niet lang geleden zieltogend en afgeschreven als een debacle, nu florerend. En wat de Zuidas betreft, hebben we in elk geval positieve ervaringen met de jarenlange investeringen die de stad daarin tot nu toe heeft gedaan. De stad timmert kortom aan de weg. Wij willen bij de beste steden van Europa horen zonder de realiteit uit het oog te verliezen en daarbij zo nodig de tering naar de nering te zetten en ambities bij te stellen als dat nodig is. Ik sprak zojuist over de kredietcrisis, die ons sinds de afgelopen weken bezighoudt en ons zonder enige twijfel de komende tijd zal blijven bezighouden. De klimaatcrisis lijkt ons minder bezig te houden. Het is maar de vraag of dit terecht is. Natuurlijk, ons land, onze stad zal morgen niet meteen onder water lopen. Maar de verandering van het klimaat en de gevolgen daarvan voor de langere termijn moeten wij niet onderschatten. Het rapport van de commissie-Veerman heeft dit nog eens onderstreept. In Nederland kunnen we de dijken verhogen, onze welvaart biedt ons de mogelijkheid om daar grote sommen geld voor uit te trekken. Wij beschikken ook over de kennis om dit te doen. In andere landen geldt dit niet of in mindere mate. Bangladesh zal vaker overstromen. Dit alles kan scherpere tegenstellingen tussen arm en rijk in de wereld, nieuwe conflicten over water en nieuwe migratiestromen tot gevolg hebben. De klimaatcrisis is nu nog abstract maar heeft het karakter van een sluipmoordenaar. Een agressieve sluipmoordenaar. Recent onderzoek toont aan dat de hoeveelheid CO» in de atmosfeer sneller toeneemt dan verwacht. Kortom: er is alle aanleiding voor actie. Alleen dijken verhogen, waar de commissie-Veerman het vooral in zoekt, is niet genoeg. We moeten onze afhankelijkheid van fossiele energie drastisch terugbrengen en de uitstoot van CO; fors verlagen. Amsterdam neemt hierin het voortouw met het programma Nieuw Amsterdams Klimaat. Een ambitieus programma om de stad gereed te maken voor de toekomst. Energiebesparing en duurzame energie zijn immers niet alleen vanwege het klimaatprobleem bittere noodzaak. Ook voor een gezonde economische toekomst is dat onmisbaar. De energieprijzen lopen immers steeds verder op. Bovendien dreigen we steeds meer afhankelijk te worden van energie uit politiek instabiele regio's als we niets doen. Energie besparen en nieuwe duurzame bronnen leggen een solide basis voor een gezonde economie. Alleen steden waar innovatieve bedrijven nieuwe, slimme en schone oplossingen aandragen, toepassen en verder de wereld in brengen, alleen steden die ook op deze terreinen een voorhoedepositie innemen, mogen erop rekenen tot de topsteden van de wereld te behoren. Daarom gaat Amsterdam, samen met bedrijven, woningcorporaties, scholen en andere partners aan de slag om de stad klaar te maken 4 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen voor een gezonde toekomst en zo een bijdrage te leveren aan het oplossen van de klimaatcrisis. De stad investeert dus in infrastructurele werken en in duurzaamheid om in de komende decennia de welvaart en de werkgelegenheid voor de huidige en de toekomstige bewoners te bevorderen. De schoorsteen moet roken, hoewel dat over niet al te lange tijd een achterhaalde uitdrukking zal zijn. Daarbij hebben we elke Amsterdammer nodig. Niet alleen het prozaïsche argument van de vergrijzing noopt ons daartoe, maar vooral het feit dat iedere Amsterdammer ook daadwerkelijk kan bijdragen aan de bloei en de groei van onze stad. Een divers samengestelde economie als de onze heeft behoefte aan werknemers met verschillende talenten op verschillende niveaus. Onderwijs vormt de sleutel voor een gezond functioneren van onze stad, zeker voor een stad als Amsterdam. Zeker voor een stad die als Amsterdam Topstad en als duurzame, creatieve kennisstad door het leven wil en moet gaan. Terecht is immers de afgelopen jaren beredeneerd dat daar onze kansen liggen. Daarbij bedoel ik natuurlijk niet de stad in enge zin, maar de hele regio. Dat Amsterdam goed opgeleide mensen nodig heeft is iets anders dan zeggen dat alle mensen in Amsterdam hoogopgeleid moeten zijn om kans te maken op een baan. ledereen die een opleiding — zelfs gedeeltelijk — heeft voltooid moet een baan kunnen vinden. Ook mensen met een lage opleiding en een klein inkomen moeten een volwaardig bestaan in onze stad kunnen leiden. Een echte Topstad heeft werk op alle niveaus. Het MKB, de Amsterdamse haven, Schiphol, de vele internationale en nationale bedrijven die hier zijn gevestigd, de zorgsector, het onderwijsveld, de bloemenveiling van Aalsmeer: ze zijn in dit opzicht allemaal even belangrijk. Een Topstad heeft mensen die op alle niveaus topwerk kunnen leveren. Hoogwaardige werkgelegenheid op alle niveaus vereist daartoe opgeleide mensen. Dat stelt eisen aan deze mensen zelf. Zij moeten ervoor zorgen dat ze binnen hun vermogens zo goed mogelijk zijn opgeleid. Het stelt eisen aan leerkrachten, die op hun beurt goed opgeleid moeten zijn en hun vakkennis, expertise en ervaring moeten kunnen overdragen. Het Amsterdamse onderwijs moet kansen op een goede opleiding bieden. Verreweg de meeste leerlingen grijpen die kans. Er zijn echter te veel leerlingen die het onderwijs zowel te vroeg als ongediplomeerd verlaten en het laten aankomen op een tweede kans, als die al wordt aangegrepen. Er zijn ook leerlingen van wie het talent onderbenut wordt. Zij kunnen meer dan er uitkomt. Dat is zonde van het talent. Talent dat we broodnodig hebben bij het verder vorm geven van onze toekomst. Daarbij kunnen wij immers alle handen gebruiken. Niet voor niets is een van de centrale programmapunten van het college, daarin door u allen gesteund: Kinderen Eerst. Leden van de raad, een diverse economie en een diverse stad waarin diverse talenten tot bloei kunnen komen, maken Amsterdam sterk en geven de dynamiek die nodig is om onze welvaart te behouden. Die broodnodige dynamiek leidt echter ook tot verschillen en tot een zekere mate van ongelijkheid. Zolang mensen zelf het gevoel hebben dat zij vooruitkomen en meedoen aan de samenleving, zijn verschillen en ongelijkheid op zichzelf niet erg. Maar wat doen we met mensen die dat niet of slechts deels op eigen kracht kunnen? Die daardoor uit de boot dreigen te vallen, permanent veroordeeld tot uitsluiting of structurele armoede? Moeten die het maar zelf weten, omdat we nu eenmaal in een individualistische tijd leven waarin de eigen verantwoordelijkheid heilig is? Dat kunnen we in een stad die iedereen nodig heeft niet accepteren. Daarvoor is het zaak dat de stad structuren en mechanismen kent om niemand volledig uit de boot te laten vallen. Dat vergt diverse vormen van wat ik maar grootstedelijke solidariteit noem. 5 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Anderen noemen dat lotsverbondenheid. Ik versta er drie dingen onder: samenwerken, dialoog en debat, niemand aan de kant. Dat samenwerking noodzakelijk is om de doelstellingen van het programakkoord te realiseren is voor iedereen evident. Of het nu gaat om de economie, het openbaar vervoer, de ketenaanpak van het veiligheidsbeleid, de uitvoering van de Wmo, de woningbouw of de vormgeving van het duurzaamheidbeleid, steeds wordt met verschillende partijen samengewerkt, met het Rijk, met de regio, met het bedrijfsleven, met buurten en met tal van andere sectoren in de samenleving. Dat zal ook in de toekomst moeten gebeuren. Dat leidt soms tot gekmakende stroperigheid, maar is in vele gevallen de sleutel tot succes. Dan dialoog en debat. In een samenleving als de onze, met veel vrijheid om het eigen leven vorm te geven, is er een veelvoud en diversiteit aan wensen voor de inrichting van de samenleving. Die grote verscheidenheid kan als probleem worden gezien, maar ook als een gezamenlijke uitdaging om deze samenleving beter in te richten. Een eerste stap daarbij is dat mensen hun verschillende wensen en visies kunnen uiten en dat er platformen bestaan om wensen en dergelijke op een faire manier te articuleren, te bespreken én, niet te vergeten, tégen te spreken. Dat kan plaatsvinden in een van de vele debattempels die onze stad gelukkig rijk is: De Balie, De Rode Hoed, Felix Meritis, of op internetfora. Maar het daadwerkelijk vorm geven van deze grootstedelijke solidariteit hoort bij uitstek thuis in uw raad. De kwaliteit van het democratisch debat is belangrijk voor het vertrouwen in de overheid. Alles wat in deze raadzaal gebeurt, is een uiting van het functioneren van de rechtstaat. Voor de grootstedelijke solidariteit is het dan ook belangrijk hoe kwetsbare thema's in de stad geagendeerd worden, hoe daarover gesproken wordt, hoe daadwerkelijk invulling wordt gegeven aan het begrip ‘sociale gerechtigheid’. Hier worden als het goed is niet alleen al die verschillende, soms tegengestelde, maatschappelijke wensen gehoord en gearticuleerd en thema’s geagendeerd. Er worden ook besluiten genomen, met als doel tot gezamenlijke oplossingen te komen en bruggen te slaan tussen verschillende geledingen in onze samenleving. Rechtstaat en democratie als gereguleerde vormen van vreedzaam samenleven. Ten slotte: niemand aan de kant. Daaruit spreekt het engagement om mensen te steunen die zich trachten te ontworstelen aan armoede, gebrek of gebreken en maatschappelijk isolement. Amsterdam is een emancipatiestad. Steeds weer nieuwe burgers trekken naar onze stad op zoek naar verbetering van hun bestaan. Velen van hen hebben de kansen die de stad biedt aangegrepen en een beter bestaan opgebouwd voor henzelf en voor hun kinderen. Voor degenen die buiten de boot dreigen te vallen, kennen we in Nederland een sociaal vangnet. Amsterdam ondersteunt daar bovenop met eigen middelen de meest schrijnende gevallen. Het doel van dat beleid is om zoveel mogelijk mensen bij de stad te betrekken, mee te laten doen, erbij te laten horen, zoveel als mogelijk te laten floreren. Leden van de raad, het democratisch besluitvormingsproces vormt het hart van de stad. Een onderdeel van dat proces vormt de begroting die het college vandaag presenteert. In die begroting laat het college zien op welke wijze het invulling geeft aan die grootstedelijke solidariteit. Wethouder Asscher zal de keuzes van het college zo dadelijk toelichten. 4B Aanbieding van de begroting/het jaarplan 2009 door de wethouder van Financiën. 6 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Asscher. Wethouder ASSCHER: Leden van de raad, geachte genodigden en gasten, beste Amsterdammers, dit college heeft in grote eendracht en met heel veel energie een gedegen en gezonde begroting opgesteld. Dat was niet altijd eenvoudig. We hebben keuzes gemaakt, de keuzes die nodig zijn. Keuzes om de weerbaarheid en de veerkracht van onze stad te versterken. Vorig jaar was er veel geld. Dit jaar moeten we het doen met grofweg eenderde minder aan vrij besteedbare ruimte. En toch — en dat zegt iets over de stad — hebben wij in dit magere jaar ruim 140 miljoen euro om extra te investeren. In totaal gaat Amsterdam in 2009 5,5 miljard euro uitgeven. Voor een groot deel komt dit geld van het Rijk. Voor een deel komt dit geld van onze eigen belastinginkomsten en het komt van onze bedrijven. Bij de voorjaarsnota hebben we al de tegenvaller van de Noord/Zuidlijn, 330 miljoen euro, moeten en kunnen opvangen. Ondanks de problemen met de hoogrendementcentrale is de totale financiële ruimte van 140 miljoen euro iets groter dan we bij de voorjaarsnota voorzagen. Dat komt onder andere door positieve ontwikkelingen bij onze bedrijven, bij de haven en bij onze kapitaallasten. Daarnaast is als gevolg van de motie van het raadslid Mulder cs. 5 miljoen euro extra beschikbaar uit het vereveningsfonds. Bovendien hebben we onszelf — ook op grond van deze motie — voor 2009 een extra bezuiniging van 2 miljoen euro opgelegd. Naast de tegenvallers binnen de gemeente baart de internationale economische ontwikkeling ons zorgen. Deze zal ook voor het begrotingsjaar 2009 effecten hebben. De effecten ervan voor de stad zijn nog ongewis, de burgemeester zei het al. Ze betekenen wel iets. Amsterdam zou echter Amsterdam niet zijn als we de toekomst niet met energie en elan tegemoet zouden treden. Onze open economie, de open economie van de stad Amsterdam, is weliswaar niet onkwetsbaar, maar zij is wel gezond, vitaal en veelzijdig. Er is flink geïnvesteerd in zowel de basis als de top van onze economie. We gaan daar ook mee door. Ook in tijden van tegenwind blijven we ons richten op datgene wat het belangrijkste is voor onze stad. Wij zien tal van kansen voor de stad en tal van kansen voor Amsterdammers. In betere tijden riepen wij al op om alert te blijven. Nu moeten we vooral doorzetten. In 2007 spraken wij over een stad met twee snelheden. Over voorsprong en achterstand. Het is juist nu onze uitdaging en dwingende morele verplichting om de tweedeling met volharding te blijven bestrijden. Wij moeten mensen helpen om zichzelf te helpen. We moeten hoop en uitzicht bieden. Uitzicht op beter onderwijs, uitzicht op werk, op een betere toekomst dan mensen nu voor zich zien. Dat is onze opdracht, nu meer dan ooit. U ziet dat als een rode draad door onze begroting lopen. Er zijn ook telkens mensen die bewijzen dat een betere toekomst mogelijk is. Die de kloof overbruggen. Zoals de scholiere van het Calvijn die uiteindelijk, na een heel, heel lange weg, op het hbo terechtkomt. Of de Iraanse moeder die via Taal en Ouderbetrokkenheid — een klein project waar het in de inburgering wel om gaat — na een lange weg zo vloeiend Nederlands heeft geleerd dat ze nu haar kinderen kan opvoeden en haar kennis aan andere moeders wil overdragen. Deze mevrouw heeft inmiddels een stichting opgericht om dit bij heel veel moeders mogelijk te maken. Tweedeling is een abstract begrip dat pas concreet zichtbaar wordt in de ongelijke verdeling van kansen voor individuele Amsterdammers. Wij willen een stad waar iedereen een plek aan tafel heeft, onderdeel is van het grote geheel, die meepraat en meedoet. En, leden van de raad, gewone Amsterdammers hebben er niets aan en de tweedeling wordt er geen spat 7 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen minder door als we nu ophouden met investeren in het aantrekken van bedrijven en banen. De woningbouw kan en moet beter. Zoals het er nu naar uitziet, bouwen we de 20.000 beoogde woningen niet, en daar komt de kredietcrisis dan nog overheen. Daarom is het des te belangrijker om, zo hard als we kunnen, te werken aan de bouw van zoveel mogelijk woningen. 2009 wordt een ontzettend spannend jaar voor de woningbouw. Ik kan talloze ontwikkelingen noemen, maar denkt u maar aan de tweede fase van IJburg of de ontwikkeling van Amstel Ill waar een heel nieuwe stadswijk gebouwd moet worden. Daarnaast de moeilijke, maar belangrijke operatie om talloze meters kantoorruimte die nu leegstaan om te zetten in een andere functie, bijvoorbeeld een woonfunctie. Ondanks de tegenslag, de tegenvallers bij onszelf en de tegenwind van buiten, kunnen wij ontzettend trots zijn op ons Amsterdam. De stad maakt een sterke economische groei door. Er is vertrouwen bij ondernemers om te investeren. Het aantal bedrijven in de stad groeide in 2007 met 4%. Juist in moeilijke tijden blijkt de kracht van diversiteit. Van The New York Times tot de Caribische radio rept men van de aantrekkelijkheid van Amsterdam. Dat komt vooral door al die duizenden en duizenden Amsterdammers die er elke dag weer iets moois van maken. Wij houden daarom vol vertrouwen vast aan de ambities uit ons programakkoord: armoedebestrijding, het aanpakken van overlast, luchtkwaliteit, Kinderen Eerst, sociale cohesie en Amsterdam Topstad. Die ambities vormen ook in 2009 de basis van ons beleid. Wij zijn nu over de helft van het mandaat dat wij van u gekregen hebben en er moet nog heel veel worden gedaan. Wat we aanpakken en willen veranderen, zetten we ook door. Dat vraagt niet alleen geld, maar vraagt vooral ook maatwerk, moed en een lange adem. Geen half werk, geen halve plannen. De uitvoering moet centraal staan. Als mensen Amsterdam maken, dan moeten we investeren in mensen, investeren in de kinderen van deze stad. Niet voor niets is Kinderen Eerst ons leidmotief. Alles begint bij een goede opvoeding, een vertrouwd thuis en een veilige buurt. In het programakkoord hebben we 25 miljoen euro incidenteel en 8 miljoen euro structureel uitgetrokken voor Kinderen Eerst. Voor 2009 komt er nog 5,4 miljoen euro incidenteel en 3 miljoen euro structureel bij om te laten zien waar onze echte prioriteit ligt. Officieel gaan wij niet over het onderwijs, maar het gaat wel over ons. We moeten voorkomen dat kinderen met een leesachterstand van school komen zoals laatst bekend werd, op straat hangen in plaats van in de klas zitten en zonder startkwalificatie de school verlaten. Dat is een eenrichtingverkeer naar de kaartenbak van de Dienst Werk en Inkomen. Wij gaan wel over het onderwijs, want onderwijs gaat over onze kinderen. En dus over de toekomst van onze stad. We zullen ons dus noodgedwongen meer bemoeien met de kwaliteit van het onderwijs. We gaan door met de strenge aanpak van spijbelen. We moeten wel. De komende jaren hebben we alle talenten nodig. Daarom besteden we in 2009 2 miljoen extra aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De Ouder Kind Centra moeten zorgen dat problemen bij jonge kinderen zo snel mogelijk worden opgemerkt en opgelost. Als het ernstig is, moeten kinderen jeugdzorg krijgen, zonder verzand te raken in het bureaucratisch moeras dat er nu nog te vaak omheen zit. Bovendien moeten ouders bij de Ouder Kind Centra hulp kunnen krijgen bij opvoeding. In 2009 moet dat in alle stadsdelen het geval zijn. In 2009 besteden we bovendien nog eens 0,8 miljoen euro extra om beter in te grijpen en sneller op te treden als ouders niet op het Ouder Kind Centrum verschijnen. We willen alle kinderen in de stad bereiken. De veerkracht van de stad zit in het onderwijs, maar ook in de werkgelegenheid in en rond de stad. De wereldhaven, de wereldluchthaven, de diverse economieën van MKB tot Top. In dat verband zien we ook de spanning rond het Zuidasproject stijgen. Maar 8 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen laten we bij alle discussies over consortia en veilingen vooral niet vergeten waar het daar eigenlijk om gaat: er wordt daar heel veel werkgelegenheid geschapen, heel veel banen voor Amsterdammers. Die zullen we heel hard nodig hebben. We zullen net zo hard vechten voor kleine ondernemers, voor buurtwinkels, voor de mensen die nu met een klein krediet alsnog aan de slag kunnen als ondernemer. Daarom investeren we in het microkredietenfonds, kiezen we voor kansenzones en helpen we ondernemers om hun winkel te beveiligen. Armoedebestrijding is een van de belangrijke wapens in de strijd tegen de tweedeling. Mensen uit hun armoede halen, sociale en financiële pijn verzachten. In 2009 hebben we daarvoor ruim 15 miljoen euro incidenteel beschikbaar, waarvan 4 miljoen euro speciaal gericht is op kinderen uit gezinnen die op of net onder de armoedegrens moeten zien rond te komen. Duizenden mensen maken inmiddels gebruik van de woonkostenregeling die dit college heeft ingevoerd. De totale armoedemiddelen voor 2009 komen daarmee uit op ongeveer 67 miljoen euro, een enorme stijging ten opzichte van de vorige collegeperiode. Maar ook arbeidsgehandicapten, ouderen en mensen met schulden moeten op ons kunnen rekenen. Ze moeten kunnen rekenen op de vastberaden barmhartigheid van de stad Amsterdam. Gelukkig kunnen degenen die het echt nodig hebben de weg naar onze voorzieningen steeds beter vinden. Terwijl er vroeger sprake was van onderuitputting en onderbesteding, zien we dat veel mensen die het nodig hebben de weg naar onze regelingen goed weten te vinden. Dat kan echter nog beter door het nog eenvoudiger te maken. Aanvraagprocedures gaan we eenvoudiger maken. Het koppelen van bestanden met de Belastingdienst om de doelgroep nog scherper in beeld te brengen. Ook hier kunnen en mogen we niet rusten totdat iedereen die er recht op heeft de weg naar onze armoedevoorzieningen weet te vinden. Daarom moet schuldhulpverlening veel effectiever worden. Dat kan alleen maar door veel eerder in te grijpen. Woningcorporaties en energieleveranciers moeten eerder aan de bel trekken als er problemen zijn. Voorkomen is beter dan saneren of op straat staan. Dat geldt zeker ook voor jongeren waar de verleidingen van het uitgeven niet altijd gedekt zijn door gelijke inkomsten. Ze hebben daarbij weliswaar een voorbeeld in Wall Street, maar het is beter om ze daarvoor te behoeden. Daarom trekken we vanaf 2009 nog eens 0,7 miljoen euro uit om nog eerder te proberen schuldproblemen en de daarbij horende armoede te voorkomen. Wij willen een topstad zijn. We willen een duurzame stad zijn. In een duurzame stad is de lucht schoon en kunnen bouwprojecten niet worden stilgelegd vanwege overschreden luchtkwaliteitsnormen. Dat is de reden van ons actieplan Luchtkwaliteit, dat natuurlijk veel verder gaat dan alleen verkeer. Daarom hebben we ook een ambitieus klimaatprogramma gepresenteerd waarvoor we in 2009 3 miljoen euro beschikbaar willen stellen. Dit is een directe, concrete en praktische bijdrage van de stad Amsterdam aan de oplossing van dit wereldwijde probleem. We isoleren scholen en gebouwen en dragen op die manier een steentje bij. De stad heeft namelijk zuurstof nodig. Letterlijk en figuurlijk. De stad moet kunnen ademen, moet lucht krijgen. En mensen moeten kunnen bewegen. Sport integreert, stimuleert en draagt bij aan een gezonde en sociale ontwikkeling van jonge Amsterdammers. Bewegen en sporten horen bij een duurzame levensstijl en bij het voorkomen of bestrijden van het toenemende probleem van overgewicht bij jonge kinderen. Daarom investeren we in 2009 2 miljoen euro extra in het Sportplan. De stad krijgt ook meer lucht. Bijvoorbeeld door de milieuzone voor het goederenvervoer. Bijvoorbeeld door de Park+Rides die steeds belangrijker worden in ons beleid en in de afwegingen van de automobilist een rol moeten spelen. Tariefprikkels kunnen daarbij helpen. 9 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Wat op termijn ook helpt, is de Noord/Zuidlijn. De aanleg van de Noord/Zuidlijn is een weloverwogen, bewuste keuze voor snel, hoogwaardig en frequent openbaar vervoer onder een deels middeleeuwse stad die snakt naar minder verkeer. Onze grachten en stegen zijn niet gebouwd voor tientonners, turbo's en terreinwagens. We hebben geleerd van te veel optimisme, maar de realiteit is dat de Noord/Zuidlijn er komt en de stad vooruit zal helpen. Schoon en veilig verkeer heeft voorrang. Net als openbaar vervoer en de fiets. In 2009 gaan we daarom ook aan de slag met het opknappen van metrostations en bestellen we nieuwe metrotreinstellen. Bescherming en zorg bieden aan mensen die dat nodig hebben, is voor ons een teken van beschaving. Daarom willen wij zorgen voor menswaardige opvang van daklozen. Vorige week was het college op werkbezoek bij de nieuwe opvang Westburg in Westport. Het was ontroerend om daar rond te lopen omdat we laten zien wat het ons als stad waard is om mensen op een fatsoenlijke manier onderdak te bieden. Er was daar een Surinaamse heer die vertelde dat hij na heel veel jaren op straat, na heel veel jaren verslaving een beetje het gevoel kreeg dat hij zichzelf weer begon terug te vinden. Ik vind het belangrijk dat we als welvarende stad ook in dat opzicht kiezen voor beschaving. We moeten echter ook bescherming op straat bieden. Onrecht moet altijd en overal bestreden worden. Op straat, achter de voordeur, achter de ramen. Toezicht en handhaving zijn daarbij keihard nodig. De mensen die dat moeilijke werk voor ons allemaal doen, verdienen groot respect. Zij doen hun werk niet zelden met gevaar voor lijf en leven. Denk maar aan de ambulancebroeders in Geuzenveld, de verkeersregelaar bij IKEA en hoofdagente Gabriëlle Cevat die op weg naar haar dienst werd doodgeschoten. Dat zijn allemaal mensen die dit werk voor ons doen. Het onderstreept hoe belangrijk het is om ook in 2009 extra in te zetten op veiligheid en op de strijd tegen onrecht. Wij gaan daarom door met het aanpakken van misstanden in de prostitutie. Het is onze morele plicht om gedwongen prostitutie en vrouwenhandel te bestrijden en dus ook de profiteurs daarvan. Het is onze plicht om de verstikkende witwasplaag aan te pakken. Dat is de kern van project 1012: de herovering van ons eigen mooie stadshart. We creëren geen Staphorst, maar we accepteren ook geen Sodom en Gomorra. Er is een vergunningsysteem voor de escort, de prostitutievergunningen worden doorgelicht. Daarnaast trekken we, naar aanleiding van de notitie van mevrouw Vos, 0,9 miljoen euro uit om de positie en de bescherming van vrouwen en mannen die werken in de prostitutie te verbeteren. (De heer MANUEL: De wethouder zegt dat er een vergunningensysteem voor de escortbranche is. Dat klopt. De gemeenteraad is daar akkoord mee gegaan. Kunt u ons zeggen hoeveel van dergelijke vergunningen er inmiddels zijn uitgegeven? In uw begroting staat dat in 2008 70% ervan van een vergunning voorzien moet zijn. Kunt u ons echter zeggen hoeveel er echt een vergunning hebben?) Ik denk dat dit een vraag is voor de burgemeester. Hij is verantwoordelijk voor de vergunningverlening. Ik hoop echter dat u het met mij eens bent dat we met het project 1012 de misstanden in het oude stadshart aanpakken en dat we daarmee de hele prostitutiesector — welke soms romantische beelden er ook over bestaan — doorlichten om misstanden aan te pakken. Ik ben erg verheugd, mijnheer Manuel, dat ik in de krant heb gelezen dat u dat steunt. Ik vind dat fantastisch en ik vind het ook een belangrijk signaal naar de stad. (De heer MANUEL: De wethouder draait nu het een en ander om. Dat geeft niet, want ik denk dat we misschien tot elkaar kunnen komen. U 10 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen presenteert hier allemaal vergezichten, ambities. Kunt u misschien ook resultaten presenteren?) Dit is een uitstekend onderwerp om over resultaten te spreken. Eerder hebben sommigen in uw raad mij opgeroepen om liever iets langzamer te gaan bij onze aanpak van de misstanden dan iets sneller. De manier waarop we met dit project zijn begonnen, het opschonen van de buurt, de aanpak op heel veel fronten, zowel via de vergunningen als via meer handhaving als via de verwerving van panden verloopt buitengewoon voorspoedig. Gelukkig kan uw raad in november 2008 daarover een strategiebesluit tegemoet zien. (Mevrouw ORNSTEIN: Ik hoor u zeggen dat sommige partijen hebben gezegd dat de wethouder iets te snel gaat bij het tegengaan van misstanden. Ik mag hopen dat u zich daarbij versprak. Ik mag hopen dat u bedoelde dat u iets te snel gaat bij het uitkopen van panden.) U zult misschien begrijpen dat ik het op die manier heb opgevat, mevrouw Ornstein. (Mevrouw ORNSTEIN: Nee, dat begrijp ik niet.) Nee? Dat is jammer. Gelukkig zullen we over 1012 en de herovering van het stadshart nog uitgebreid met elkaar van gedachten wisselen. Ik ben ervan overtuigd dat we een gezamenlijke strijd voeren. Ik wil ook dit gesprek en deze korte uitwisseling benutten om dat te benadrukken. Het is in deze raad een oude traditie, in het verleden via moties van het lid Houterman en het lid Van der Laan, om de misstanden daar aan te pakken. Ik denk dat we gewoon in die lijn doorgaan, maar dat er via project 1012 kansen liggen om dit enorm te versnellen. Ik zie ernaar uit om er straks met uw raad afspraken over te maken zodat concreet duidelijk wordt hoe we dat in 2009 en nog vele jaren daarna gaan doen. Voor die aanpak stellen wij voor om in 2009 7,5 miljoen euro uit te trekken. Bovendien hebben we er een vliegende brigade ingesteld die drugsoverlast te lijf gaat en die inmiddels ook werkzaam is in de Transvaalbuurt en in 2009 mogelijk ook in andere buurten. Maar hart voor je stad hebben, betekent niet alleen dat je je richt op datgene wat je niet wilt, maar ook op datgene wat je wel wilt en van harte steunt, zoals het boek en lezen. Daarom staat er nu ook zo’n schitterende en indrukwekkende nieuwe bibliotheek vlakbij het Centraal Station, als monument voor en verspreider van het woord. We willen ervoor zorgen dat de bibliotheek ook in 2009 zeven dagen per week open kan blijven en voor iedereen toegankelijk is. Dat betekent 0,2 miljoen euro structureel extra voor de Openbare Bibliotheek. We mogen trots zijn op de bloeiende en rijke cultuur in Amsterdam. Inhoudelijk gesterkt door de Amsterdamse Kunstraad stellen wij voor om maar liefst 125 culturele instellingen de komende vier jaar te ondersteunen. Alleen dat aantal al geeft aan hoe gezichtsbepalend kunst en cultuur zijn en moeten blijven. Wij stellen voor om ook nog eens 2 miljoen euro extra aan het Kunstenplan uit te geven, om 2 miljoen euro extra structureel uit te geven voor het behoud van cultureel vastgoed. En we willen incidenteel 2,5 miljoen euro extra toevoegen voor het onderhoud van onze cultuurpanden. Leden van de raad, wij gaan door met wat we deden en doen. Wij hebben een scherpe focus, duidelijke prioriteiten en daarmee willen we verder. We zetten door. We doen wat we beloven. We kijken niet de andere kant op. Niet op de Wallen en niet bij de jeugdzorg. We benoemen dingen en we spreken mensen aan. We willen ervoor zorgen dat wat slecht is beter wordt, en wat goed gaat nog beter gaat. Een stad om trots op te zijn, met een betrouwbare overheid. We moeten ons aanpassen aan de economische 11 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen klimaatverandering, maar dat hebben we al vaker gedaan. Als we de boel bij elkaar houden en de juiste keuzes maken, dan kunnen we dat opnieuw. Met dreigend zwaar weer moet je voorbereid zijn. Moet je eerlijk zijn over datgene wat wel kan en datgene wat niet kan. Wij vertrouwen op de veerkracht en de duurzaamheid van de stad die ons zo dierbaar is. Voorzitter, ik zal nu deze gedegen en gezonde begroting aan u aanbieden. (Aanbieding begroting.) De VOORZITTER: Namens de raad dank ik het college heel hartelijk voor het aanbieden van de begroting. Leden van de raad, met het aanbieden van de begroting begint ons eigen politieke jaar. Ik wens alle leden van de raad een heel vruchtbaar jaar toe. 4C Algemene beschouwingen begroting/het jaarplan 2009 door de fractievoorzitters. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Garde. Mevrouw VAN DER GARDE: Nog geen twee uur geleden was ik op de Sint Janschool in De Baarsjes. Ik las daar voor aan groep 4/5, een combinatieklas. Ongeveer 23 leerlingen zaten ademloos te luisteren naar Floddertje en later Kikker en de horizon. Kikker ervaart dat de wereld groter is dan hij tot dan toe dacht. Terwijl wij hier in de raadzaal zitten, raast er een financiële crisis over de Europese en Amerikaanse markten die groter is dan ik tot voor kort dacht. Elke dag lijkt er weer iets te gebeuren. Eerst is er geen reddingsplan in de Verenigde Staten en dan ineens wel. Een aantal dagen geleden kocht de staat aandelen van een bank en nu zeggen mensen verbaasd tegen elkaar dat ze een hypotheek bij Wouter Bos hebben. De gevolgen van deze economische crisis zijn niet in te schatten. We weten dat ze gevolgen heeft voor onze begroting, maar we weten niet welke gevolgen. En Amsterdammers weten niet wat ze voor hun persoonlijke situatie betekent. Die onzekerheid is lastig. Juist in deze crisis is het daarom van belang om goede keuzes te maken met degelijke plannen. Ondanks een naderende recessie moeten alle Amsterdammers hun talenten kunnen blijven ontwikkelen. Ik ben heel blij dat dit college niet in paniek allerlei nieuwe plannen lanceert. Het gaat nu vooral om het goed uitvoeren van de plannen die we al hadden. Daarom prijs ik het college voor de sobere en degelijke begroting. De lasten gaan niet omhoog. En ondanks een aantal tegenvallers gaan de prioriteiten van het programakkoord door: armoedebestrijding, Kinderen Eerst en Topstad. Het is ook goed om de motie-Mulder terug te zien in de begroting. We gaan aan de slag met de stadsreclassering, wijksteunpunten worden uitgebreid en we beginnen met een sportplan. De motie waardoor we gaan investeren in cultuur voor de jeugd. Er zit ook een keerzijde aan de cijfers van het college. Ook dit jaar verliep een paar projecten uitermate moeizaam. Het Afvalenergiebedrijf dat niet werkt, vertraging bij de Noord/Zuidlijn. Ik begrijp natuurlijk de onrust bij Amsterdammers en de boosheid van bewoners die hun huis uit moeten. Toch is die Noord/Zuidlijn essentieel voor een bereikbare stad. U hoorde dat net het college al zeggen. Een goede verbinding is echt nodig om de stad goed toegankelijk te maken. En met het Afvalenergiebedrijf lopen we voorop met een nieuwe manier om energie op te wekken. 12 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Een degelijke begroting dus, maar toch heb ik vragen aan het college. Er blijven vragen bestaan over de invloed van de financiële crisis op de inkomsten van de gemeente en vooral op de portemonnee van de Amsterdammers en op de vastgoedmarkt in Amsterdam. Amsterdam heeft een mooi economisch programma, maar hoe gaat u ervoor zorgen dat de werkloosheid niet te veel stijgt en de mismatch op de arbeidsmarkt verdwijnt? En hoe gaat u, collegeleden, voorkomen dat deze kredietcrisis vooral de zwakkeren treft? Dat is dé opdracht voor een college met vier PvdA-wethouders. Dit moet voor u bijna een persoonlijke opdracht worden. De dreiging van een recessie en economisch zwaar weer komt van buiten en dat maakt ook een sterke stad als Amsterdam kwetsbaar. De afgelopen jaren heeft dit bestuur vertrouwen gekregen en heeft het consistent beleid ontwikkeld. Dat blijkt ook uit de prachtige plannen van het afgelopen jaar. Ik noem er zes. Echte Amsterdamse plannen om fijnstof en CO» te verminderen. De Amsterdamse lucht wordt gezonder voor onze kinderen en dit zorgt ervoor dat we kunnen blijven bouwen. Operatie Frankenstein in welzijnsland, ofwel het systeem in beeld. Een gedurfde zet. Een prachtig sportplan van wethouder Gehrels. De bijzondere en voortvarende ontwikkeling van de IJ-oevers. De acties op de Wallen om vrouwenhandel en onderdrukking tegen te gaan. Meer veiligheid op straten en pleinen met vliegende brigades, straatcoaches en een actieplan Radicalisering. Amsterdam heeft een daadkrachtig college dat keuzes maakt die ervoor zorgen dat Amsterdam een mooie stad blijft die veel te bieden heeft. Een stad om trots op te zijn. Een college dat staat voor een solidaire stad voor iedereen. Niet alleen | Amsterdam, maar ook één Amsterdam. (De heer MANUEL: Mevrouw Van der Garde zit volgens mij niet in het college, maar ze houdt een heel betoog waarin ze het college prijst. Gaat u ook nog iets zeggen namens de PvdA-fractie?) Mijnheer Manuel, ik heb het voordeel dat er vier leden van de Partij van de Arbeid in het college zitten. (De heer VAN DER BURG: Vijf.) Ik geef het toe, vijf, maar op die ene had ik niet zoveel invloed. Er zitten vier leden in die wel degelijk betrokken zijn bij de Partij van de Arbeid en die er namens mijn partij zitten. Ik zeg dat ik er zeer trots op ben. (De heer MANUEL: Heeft mevrouw Van der Garde wel eens van het dualisme gehoord?) Ook onder het dualisme mag je prijzen lijkt mij. Dit leek mij het moment. Ik kom echter toch bij een ‘maar’, mijnheer Manuel. Misschien vindt u dat prettig. Maar toch knaagt er iets. Er is een groter verschil en meer fysieke scheiding ontstaan tussen Amsterdammers met meer en Amsterdammers met minder geld. Er is een groter verschil tussen Amsterdammers met meer kansen en Amsterdammers met minder kansen. Dat is een serieuze bedreiging voor ons solidaire, tolerante, eerlijke en kansrijke Amsterdam. Bepaalde ambities van de Partij van de Arbeid zijn daarom lastig te realiseren. Het blijkt verdomd moeilijk om achterstanden bij kinderen weg te werken of om de armoede aan te pakken. (De heer LIMMEN: Mevrouw Van der Garde, wat vindt u van de initiatieven die het college de afgelopen tijd, sinds de verkiezingen, heeft genomen, de vernieuwende initiatieven op het gebied van de armoedebestrijding? Zegt u: dat is precies zoals ik het mij van tevoren had voorgesteld? Of zegt u: dat moet beter?) 13 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Ik ben zelf een tijdje bezig om te bekijken of ik betere initiatieven kan vinden. Àls we zien hoe Amsterdam het doet, vergeleken met andere grote steden bijvoorbeeld, dan hebben wij een groter bereik dan veel andere steden. Wij geven veel en veel meer geld uit aan armoedebestrijding. U hoorde het net al, 67 miljoen euro per jaar, dat is een heel groot bedrag. Dus ja, er wordt veel geld uitgegeven. Er zijn heel goede plannen. En vooral: er wordt veel gedaan om mensen aan werk te helpen en in de samenleving te laten participeren. (De heer LIMMEN: Ja, er wordt veel geld uitgegeven, dat weten we. Wij kunnen de begroting lezen. Het gaat mij echter om de effectiviteit. Bent u tevreden over datgene wat er de afgelopen jaren is gepresteerd?) Ik wil deze vraag graag met een wedervraag beantwoorden. Welk voorstel heeft het CDA de afgelopen twee jaar hier ingediend om dit te verbeteren? (De heer LIMMEN: Ik ben blij dat u het vraagt. Dankzij het CDA hebben we mensen die bij de voedselbank in de rij staan geholpen met gemeentelijke begeleiding. Absoluut niet waar. (De heer LIMMEN: Ja. Dat gebeurde via een amendement van het CDA op het programakkoord. U vroeg mij wat het CDA heeft gedaan. Eerlijk gezegd vind ik dat in uw positie nogal aanmatigend. U draagt immers verantwoordelijkheid. U zit in het college, dus ik vind dat u met voorstellen moet komen. Ik zal maar meteen het verwijt uitspreken dat ik het college en u en uw partij maak. Ik vind dat het college de afgelopen jaren te weinig aan vernieuwend armoedebeleid heeft gedaan. Is dat misschien de reden dat u zelf nu over nieuwe ideeën na bent gaan denken?) Ik zei net dat ik zelf ben gaan kijken en niet zo heel veel nieuwe dingen kan bedenken. Daarom vraag ik u of bepaalde zaken beter kunnen. Niet om u een hak te zetten door te zeggen dat ik niets van u gehoord heb. Ik wil graag met u bespreken hoe het beter kan. Dan moet u niet aankomen met een motie bij het programakkoord waarmee de Partij van de Arbeid al in de vorige periode is gekomen. Ik wil graag met u bespreken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we alle mensen bereiken en dat we alle mensen in Amsterdam zonder armoede kunnen laten leven. Ik denk namelijk dat dit niet op te lossen is met beleidsregels vanuit het stadhuis. Ik denk dat het ingewikkelder is. Ik wilde zeggen dat het belangrijk is om achterstanden bij kinderen weg te werken en de armoede aan te pakken. Dat is juist onze opdracht. Ik wil dat iedereen participeert en kansen neemt. Dat is solidair en dat is de strijd van de PvdA. We moeten echter wel eerlijk zijn. De armoede, de tweedeling en de achterstanden van kinderen in de stad zijn niet op te lossen met een paar simpele voorstellen. Dat is een zaak van lange adem. De realiteit is nu eenmaal weerbarstig. En dit college, vooral dit college, werkt aan het voorkomen en tegengaan van achterstanden, tweedeling en armoede. Als je mensen vraagt wat ze eigenlijk willen in het leven, dan bestaat dat vaak uit eenvoudige dingen: een huis, een baan, inkomsten en een goede toekomst voor de volgende generatie. Als ik de prioriteiten van de Amsterdammer bekijk, dan kunnen er dingen beter. Ten eerste een huis. De woningbouwproductie in Amsterdam moet omhoog. Daarnaast vind ik het vreselijk om te zien dat er in Amsterdam nog steeds grote gezinnen zijn die op 60 m? wonen. Er is veel van onze statistieken te leren. Onder andere dat Geuzenveld-Slotermeer zonder ingrijpen in 2030 armer wordt in vergelijking met de rest van Amsterdam. Wordt het dan, college, niet eens tijd om de sociale plannen en de woningbouwplannen te versnellen en iets kritischer onder de loep te nemen? 14 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Ten tweede een baan en een inkomen. De Dienst Werk en Inkomen is nu klaar met reorganiseren en is niet langer de uitkeringsfabriek die hij wel eens genoemd werd. Men laat mensen participeren in de Amsterdamse samenleving. De werkloosheid is gedaald. Ik geef toe dat de economie ons tot nu toe tamelijk gunstig gezind is geweest. Het is nu echter zaak om ervoor te zorgen dat tijdens deze financiële crisis Amsterdammers ook daadwerkelijk hun baan kunnen behouden. Als laatste de toekomst van de volgende generatie. Ik zei al dat ik vanochtend voorlas op de Sint Janschool. Lezen en voorlezen is belangrijk. Helaas loopt een kwart van de kinderen in Amsterdam een leesachterstand op de basisschool op, soms van wel drie jaar. De kwaliteit van het onderwijs moet daarom echt worden verbeterd. Ik kom deze leerlingen namelijk weer tegen op de middelbare school met hun spelfouten. Ze kunnen op de middelbare school nauwelijks rekenen. College, hoe staat het met die topopleidingen en de spreiding van topleerkrachten in Amsterdam? Op IJburg ontstaat op dit moment een zogeheten zwarte school. De tweede in een nieuwe wijk. Dé kans voor Amsterdam om de maakbare samenleving te laten zien. Om te laten zien wat onze ideeën en plannen zijn. De PvdA is niet per se tegen een zwarte of tegen een witte school. We zijn wel tegen segregatie tussen kinderen met veel kansen en kinderen met minder kansen. Wethouder Asscher, ga erop af. Spreek de schoolbesturen aan. Spreek de ouders aan. Ook zij hebben een verantwoordelijkheid voor de samenleving. Juist dit college kan, zo nodig met onorthodoxe maatregelen, de tweedeling in het onderwijs tegengaan. (Mevrouw ALBERTS: Ik hoor mevrouw Van der Garde nu een tijdje praten over tweedeling op het gebied van werk, scholing en inkomen. Vervolgens zegt ze tegen de wethouder: ga er tegenaan. Ik zou echter zo graag van u willen horen wat u vindt van datgene wat er tot nu toe op de rails is gezet. Misschien komt u er nog aan toe, dat zou zomaar kunnen. Wat vindt u van de resultaten? Gaat u een oordeel geven over de prestaties van het college tot nu toe?) Wat bedoelt u specifiek? (Mevrouw ALBERTS: Ik noemde werk, inkomen, onderwijs. Die onderwerpen.) Ik schetste een heel positief beeld van dit college. Dat gaf heel duidelijk aan dat ik het met het college eens ben. Bij de voorjaarsnota hebt u mij een pleidooi horen houden om een aantal zaken om te gooien, om goed naar de tweedeling in de stad te kijken. Ik zei dat het tegengaan ervan een prioriteit van dit college moet zijn. (Mevrouw ALBERTS: Vindt u dat met deze begroting datgene gebeurt wat u graag wilt? Waarvan zegt u: dat verkleint deze kloof? Dat helpt erbij? Dat zou ik graag van u horen.) Ik dacht dat ik duidelijk was, maar ik zeg het nog een keer. Ik ben heel blij dat dit college niet ineens paniekerig doet en allerlei dingen gaat bedenken en nieuwe plannen inzet. Ik ben ervan overtuigd dat de tweedeling en de armoede in Amsterdam iets van lange adem is. Wij hebben goede projecten. Wij hebben veel plannen die we eerst goed moeten uitvoeren voordat we van resultaten kunnen spreken. Daar is dit college mee bezig. (Mevrouw ALBERTS: Wat die lange adem betreft, hoe lang duurt die? Is dat tot na de volgende verkiezingen? Of moet het sneller? De stad heeft haast.) Ik vind het niet goed als we zouden zeggen: we hebben haast dus we doen maar van alles en we zien wel waar we uitkomen. Wij zijn met goede plannen bezig. De stad 15 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen moet meer doen. Daarom heb ik bij de voorjaarsnota allerlei plannen voorgesteld. De motie-Mulder spreekt uit dat we moeten bezuinigen. We moeten op sommige plekken de broekriem aantrekken. Laten we eens kijken naar mensen die terugvallen, naar de stadsreclassering, jongeren ondersteunen. Dat zijn allemaal zaken die in die motie staan en die het college nu in zijn plannen heeft gezet. Mevrouw Alberts, wie ben ik om te zeggen dat dit niet goed is? Volgens mij is het college goed bezig. (De heer LIMMEN: Ik heb net ook al geprobeerd de volgende vraag te stellen. Ik denk dat ik het antwoord wel aan voel komen, maar ik ga het toch nog een keer proberen. U bent tevreden over de bereikte resultaten tot dusver, mevrouw Van der Garde?) Het zou een beetje simpel zijn om het zo te zeggen. Ik heb gezegd dat ik vind dat het college goed bezig is en dat het zijn plannen moet doorzetten. Dat zal tot resultaat leiden. Ik zei net dat een aantal zaken nog beter moet. Ik noemde werk, ik noemde de situatie die nu op ons afkomt in de vorm van een financiële of economische crisis. Ik vind dat we daarbij juist naar de onderkant van de samenleving moeten kijken. Er moet werk voor iedereen zijn. Amsterdam is een stad die dit aankan, maar desondanks zijn wij kwetsbaar. Ik heb wel degelijk gezegd, mijnheer Limmen, dat veel zaken beter kunnen. De kwaliteit van het onderwijs, de segregatie in de wijken. (De heer MANUEL: Mevrouw Van der Garde zegt dat het college goed bezig is en geen paniekvoetbal moet spelen. Het moet vooral doorgaan op de ingeslagen weg. We horen wethouder Asscher net echter vertellen dat er 67 miljoen euro in het armoedebeleid wordt gepompt. We weten dat de kloof tussen arm en rijk in Amsterdam groter wordt en tijdens deze collegeperiode groter is geworden. We weten dat het onderwijs niet op orde is en dat er nog steeds sprake is van veel slechte scholen in Amsterdam. Hoe kunt u dan zo tevreden zijn? U zegt zelf dat het oplossen van het armoedeprobleem een kwestie van lange adem is en dat de PvdA er geen concrete ideeën over heeft of oplossingen voor heeft. Waarom zit de Partij van de Arbeid in dit college?) U chargeert mijn verhaal nu een beetje, alsof ik gezegd zou hebben dat alles goed is. Ik geef net een antwoord aan de heer Limmen dat ik ook u kan geven. Ik ben heel tevreden met een aantal plannen. Er ligt een goede begroting. Dit college is heel goed bezig, maar op sommige punten kan het veel en veel beter. Ik noemde ze net en ik was er nog volop mee bezig. Als u het goed vindt, ga ik daarmee verder. (De heer VAN DER BURG: U reageert steeds met: er liggen heel goede plannen. Het college heeft er bijna driekwart van zijn tijd opzitten. Noemt u eens drie goede resultaten op het gebied van armoedebestrijding.) Er zijn heel veel goede resultaten te noemen. (De heer VAN DER BURG: Noemt u er twee.) Ik zal er enkele noemen die ik persoonlijk goed vind, maar volgens mij denkt u dat ik iets anders ga zeggen. Ik vind dat hier met lef wordt bestuurd. In voorgaande jaren is er nooit iets soortgelijks gebeurd als de aanpak van de Wallen. (De heer VAN DER BURG: Met alle respect, maar hoe draagt het Wallenbeleid bij aan het bestrijden van de armoede in Amsterdam? Dat verband ben ik even kwijt. Ik vroeg namelijk om u drie resultaten te noemen op het gebied van het bestrijden van de armoede in Amsterdam.) Het bereik is vergroot. We hebben de norm van 105% naar 110% verhoogd. Dat lijkt me heel duidelijk. En iedereen die bij de voedselbank komt, krijgt op grond van een motie van de Partij van de Arbeid direct hulpverlening op zijn dak. Dat is een motie uit de 16 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen vorige periode, maar ze is in deze periode uitgevoerd. Dat zijn heel duidelijke en concrete resultaten. Ik had andere voorbeelden willen noemen die leuker zijn, maar als het per se over armoede moet gaan, dan doe ik dat. Ik was bezig met de toekomst van de volgende generatie. Zoals ik al zei, heb ik op de Sint Janschool voorgelezen. Ik zei ook iets over IJburg. Ik hoop inderdaad dat wethouder Asscher erop af gaat. We hebben immers gezien dat een papieren convenant niet werkt. En hoe gaat het nu verder met de jeugdzorg? Er worden te weinig kinderen geholpen, er wordt vaak te laat ingegrepen en de wachtlijsten vormen een terugkerend patroon. Daar hebt u nog een voorbeeld waarvan ik denk: dat kan beter. Hoewel bij sommige gezinnen een gezinscoach zijn werk doet, zijn er nog veel gezinnen waar twintig hulpverleners rondlopen. Wij praten wel eens over bestuurlijk drukte — ik geloof dat een oud-wethouder van de VVD het vergeleek met een diner — maar twintig hulpverleners in een flat van 60 m°, dat is pas drukte. Wij mogen verwachten dat de kluwen in de Amsterdamse hulpverlening in de komende twee jaar wordt ontward. En vergeet daarbij ook niet te investeren in de oudere jeugd. Er moet voldoende aanbod zijn voor 12+ers, om ervoor te zorgen dat ze niet op straat hoeven te hangen. Dat is er nog een. Ook dat kan beter. De Partij van de Arbeid gaat voor één, ongedeelde stad. Het gaat ons om de wil om solidair met elkaar te zijn, niet naast elkaar te leven, maar met elkaar te leven. Dat verwacht ik van Amsterdammers. Er moet worden gewerkt aan een huis, een baan voor iedere Amsterdammer en natuurlijk een toekomst voor zijn kinderen. We verwachten daarvoor wel dat je je gedraagt als een volwaardige burger van deze samenleving. Dus ja, je schudt een hand als dat voor jouw functie van belang is. En nee, met volledige gezichtsbedekking kun je geen les geven. En je gooit je troep in de prullenbak en niet op straat. Je benadert de ander altijd met respect, zoals ook jij benaderd wilt worden, ongeacht religie, sekse of seksuele voorkeur. Het is eigenlijk zo logisch. Deze stad is van alle Amsterdammers en dat schept ook verplichtingen. Als je in deze stad leeft, bekommer je je om je medeburgers en werk je, voor jezelf en omdat je het fijn vindt om een steentje bij te dragen. Dat is nodig in Amsterdam. De Partij van de Arbeid heeft verschillende kleine en grote initiatieven genomen om de tweedeling te bestrijden en te komen tot één Amsterdam. Armoedemiddelen zijn toegankelijk voor iedereen tot 110% van het minimum. Het superteam Schuldhulpverlening werkt en zorgt nu voor betere begeleiding en preventie bij schulden. Er komen meer banen door het Schipholcollege en er is een werkgelegenheidsplan in de haven. Het zijn allemaal directe uitkomsten van PvdA-voorstellen die bijdragen aan één Amsterdam. De PvdA vroeg bij de voorjaarsnota aandacht voor de tweedeling en heeft een forse ombuigingsoperatie voorgesteld. We wilen meer geld voor leraren en politieagenten. We willen de armoede effectiever bestrijden en ervoor zorgen dat straatjongeren niet opnieuw de fout ingaan. Ik vraag het college hier nogmaals vooral door te gaan met deze plannen. Plannen die steeds konden rekenen, vaak konden rekenen, op een grote meerderheid in deze raadzaal. Het is immers een kwestie van lange adem. Tot slot herhaal ik drie punten voor dit college. Hoe gaat u de economische programma’s bestand maken tegen het nieuwe financiële klimaat? Er werd net per interruptie gevraagd hoe het gaat, maar de realiteit is weerbarstig. Als u drie of vier weken geleden een stuk voor deze dag had geschreven, dan kon u het nu in de prullenbak gooien omdat het er nu anders uitziet. Hoe zorgt het college ervoor dat we gericht blijven 17 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen op het creëren van laaggeschoolde arbeid? Ten tweede: wij willen dat iedereen aan de slag gaat en werk heeft. Hoe staat het met de mismatch in de bouw en de zorg, hoeveel extra verplegers en bouwvakkers zijn er al gevonden en opgeleid? En als derde: hoe gaat u ervoor zorgen dat scholen en wijken in Amsterdam echt sociaal en economisch gemengd worden? De economische ontwikkeling en het vooruitzicht van een tweedeling heeft een daadkrachtig bestuur nodig. Een bestuur zoals dit college dat zijn verantwoordelijkheid neemt. Daarnaast doe ik een beroep op alle Amsterdammers: deze stad heeft de komende tijd behoefte aan solidariteit. Dat is onze strijd, dat is de Amsterdamse strijd, solidariteit. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Burg. De heer VAN DER BURG: Dames en heren, de Staat van de Stad, gaat over de vraag: hoe staat de stad ervoor? Als u dat aan een willekeurige Amsterdammer vraagt die de media de afgelopen tijd een beetje heeft gevolgd, dan staan we er niet goed voor. De veiligheid in Amsterdam is voor het eerst sinds jaren verslechterd. De woningbouwproductie is dramatisch laag. Als u de tekst van het college in de begroting leest, dan lijkt het college het hoofd al in de schoot te leggen. De inburgering in Amsterdam is een puinhoop. Met de jeugdzorg gaat het niet goed. De armoedeaanpak is een speerpunt. We stoppen er 67 miljoen euro in zoals we net gehoord hebben. De aanpak leidt echter niet tot de gewenste resultaten. Met Amsterdam Topstad leek het zo goed te gaan. Gisteren stond in Het Parool dat we dalen. De Noord/Zuidlijn kampt ook weer eens met tegenstand. Het gaat niet goed met de stad. Gaan er dingen in de stad wel goed als u het aan een willekeurige Amsterdammer vraagt? Natuurlijk gaan er dingen goed. We pakken keihard het staand drinken op terrassen aan. De horeca in kleine musea sluiten we. Terrassen in de Jordaan moeten eerder dicht. En waag het niet er als politicus iets van te zeggen zoals deze week in de deelraad gebeurde. Dat komt u te staan op een zeer pittige brief in Het Parool met als boodschap: hoe waagt u het om u tegen Els Iping en dus tegen de Amsterdammer te keren? (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik wil de heer Van der Burg erop wijzen dat de brief voorstellen van het stadsdeel Centrum noemt.) Ja. Daar was ik mij zeer van bewust, want de Amsterdammer maakt dat onderscheid helemaal niet. Die krijgt dit beeld van de stad Amsterdam. Maar goed, ik zal een punt noemen waarvan u zegt dat het ons aangaat. Het gaat ergens anders ook goed mee: de voedselbanken. Ik hoorde deze week iemand zeggen: de enige bank waarmee het goed gaat, is de voedselbank. Dat is natuurlijk niet waar, dames en heren. Gelukkig hebben wij in Nederland een goed bancair systeem. Gelukkig hebben wij een degelijk financieel beleid in dit land. We krijgen echter wel een flinke tik van de kredietcrisis mee. Het college sprak er al over en mijn voorgangster, mevrouw Van der Garde, sprak er ook over. Deze crisis zal gevolgen hebben voor de stad Amsterdam, zowel voor de gemeente Amsterdam als voor haar inwoners. Vorige week was daarover een kort debat tussen de heer Verweij en de heer Asscher. Toen werd al gezegd dat dit de werkgelegenheid zal raken, bijvoorbeeld in de bankwereld. Het kan gevolgen voor de Zuidas hebben. Het kan op termijn gevolgen hebben voor de rentestand en daarmee voor de financiering van een aantal zaken. Het kan ook gevolgen hebben voor de uitkering uit het gemeentefonds als het voor de landelijke economie gevolgen heeft. Het beeld van de Amsterdammer dat ik net schetste klopt natuurlijk niet helemaal. Er gaan ook dingen goed. Mevrouw Van der Garde noemde net al een rijtje en een van de 18 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen dingen die zij noemde was het Sportplan van wethouder Gehrels. Er zijn ook nog andere zaken te noemen die goed gaan. Er is echter nog steeds een heleboel werk aan de winkel, zeker in deze tijden. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik wil nog even ingaan op de punten die u noemde die slecht gaan. Ik kan me herinneren dat u bij veel van die zaken betrokken was en heel vaak meestemde. Hebt u andere voorstellen? Wilt u iets veranderen? Wilt u dingen die nu gaande zijn stoppen?) Ik wil geen enkel misverstand laten bestaan. Ik noemde net een aantal dingen in de stad die misgaan. Ik heb bij geen ervan gezegd: dat is de schuld van dit linkse college. Dat heb ik geen enkele keer gezegd. Het is wel zo dat dit college — links of niet-links, dat is niet relevant — en u en ik verantwoordelijk zijn voor het oplossen van de problemen. Dat is het geval en daar moeten we aan werken. Ik leg hier geen schuldvraag neer, noch bij u, noch bij de heer Asscher. Ik constateer dat wij er collectief voor verantwoordelijk zijn dat het goed gaat in de stad. Ik zie ook dingen gebeuren waarvan ik het idee heb dat we allemaal hard bezig zijn. Het is belangrijker om te bezien hoe we de stad sterker en beter kunnen maken dan om stil te staan bij de vraag hoe de stad ervoor staat. De komende twee maanden zullen we in de stad en in de raad zeer felle debatten gaan voeren over de begroting die nu voorligt. Er komen moties, er komen heel felle debatten. Met zijn vijfenveertigen hier, maar eigenlijk met zijn allen of misschien nog wel breder als ik deze hele zaal neem, hebben we gemeen dat we van Amsterdam houden. Wij willen dat het goed gaat met Amsterdam. Wij willen dat het ons Amsterdam goed gaat. | Amsterdam, Wij Amsterdammers, zijn geen slogans, maar beschrijven een gevoel. Ze beschrijven zelfs voor een deel ons zijn. Vanuit dat gevoel diende ik in 2006 een motie in om een Amsterdamse canon op te stellen. Op 3 september 2008 was de Amsterdamse canon een feit. Ik kan u zeggen dat ik die dag liep te glimmen van trots. Dat heeft alle kranten gehaald. Deze canon toont aan wat we zijn, wie we zijn en waarom we zo zijn geworden. Hij geeft een beeld van Amsterdam en zijn Amsterdammers. Er is een tv-serie gemaakt. Er is een interactieve website. We kunnen hem zelfs een rol laten spelen bij de Amsterdamse inburgering. Hij geeft | Amsterdam en Wij Amsterdammers een historische inhoud. Het interessante aan de Amsterdamse canon is ook dat iemand zijn eigen canon kan maken. Mevrouw Sargentini heeft dat al gedaan. Als u het nog niet wist, dames en heren, kijk op www.amsterdamsecanon.nl. Ik ga in ieder geval een voorstel tot wijziging indienen die speciaal met vandaag te maken heeft. Vandaag is het namelijk precies zestig jaar geleden dat Alida Bosshardt namens het Leger des Heils in Amsterdam actief werd. Ik miste haar in de Amsterdamse canon en wat mij betreft, komt zij erin. (De BURGEMEESTER: Wat gaat eruit?) Wat gaat eruit? Heel goed dat u het vraagt. Wat mij betreft, gaan de buitenhuizen eruit. Ik heb niets met Amsterdammers met veel geld die de stad ontvluchten in plaats van in de stad hun verantwoordelijkheid te nemen. Uit de vijftig vensters heb ik een canon samengesteld ten behoeve van vandaag. Aan de hand van deze vensters zal ik stilstaan bij datgene wat ik denk dat er moet gebeuren en datgene wat er volgens de VVD moet gebeuren. Het allerbelangrijkste venster voor mij is venster 16, u kent het allemaal: de Nachtwacht. Het korporaalschap van kapitein Frans Banning Cocg, de schutterij. De schutterij staat voor weerbaarheid. Weerbaarheid is voor de VVD hét woord waar het de komende tijd in Amsterdam om moet draaien. Weerbaarheid in veel betekenissen van het woord. Bij de kredietcrisis denken we in eerste instantie aan financiële weerbaarheid. Dat is uitermate belangrijk. De VVD schrikt daarom oprecht, mijnheer Asscher, als wij in de begroting, op pagina 26 voor de liefhebbers, lezen dat middelen opzij zetten niet per se 19 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen onwenselijk is. Middelen opzij zetten is volgens dit college niet per se onwenselijk. Mijnheer Asscher, middelen opzij zetten is vaak wenselijk. Nee, is heel vaak zelfs noodzakelijk. Juist om in slechte tijden weerbaar te zijn. Niet alleen moeten we het dak repareren als de zon schijnt in plaats van als het regent, maar we moeten er ook voor zorgen dat we de voorraadschuur vullen voor de barre winters die komen. (Wethouder ASSCHER: U zegt in uw liberale enthousiasme eigenlijk dat u het college steunt.) Nee, ik zeg dat we wel degelijk reserves moeten aanleggen en niet geld voor de toekomst moeten verjubelen. Dat zie ik in dit voorstel niet terug, maar onze vrienden van de SP hebben gisteren laten weten dat ze al bezig zijn om geld uit te geven zonder aandacht te schenken aan de negatieve aspecten. In deze raad bestaat altijd een tendens om zich meer te richten op het uitgeven van geld dan op het afdekken van risico’s. Dit is een letterlijk citaat van mij bij de begrotingsbehandeling van 2008. (De heer VAN DER MEER: Volgens mij heeft deze opmerking voornamelijk betrekking op het vermijden van risico’s bij grote problemen. Daarnaast moeten we geen geld op de plank laten liggen in gevallen waarin dat niet nodig is. Kunt u daar iets over zeggen? Mij lijkt dat de VVD ook geen geld op de plank wil laten liggen als dat niet nodig is.) We moeten niet zomaar geld op de plank laten liggen. We moeten er wel voor zorgen dat we klappen kunnen opvangen als we ze Krijgen. We moeten niet de situatie krijgen dat het misgaat als we een tegenvaller krijgen. Wat we zeker niet moeten doen — en die tendens bestaat absoluut in de gemeenteraad — is zeggen: de overschotten in de toekomst boeken we alvast in en geven we alvast uit, tekorten lossen we in de toekomst op. Daar verzet ik me in ieder geval tegen. Ik heb u dat vandaag nog niet horen zeggen, mijnheer Van der Meer. Dat zult u ongetwijfeld ook niet doen, al was het maar omdat u het woord niet krijgt. De SP is in haar plannen echter wel degelijk al vooruitgelopen op het uitgeven van geld dat we nog niet eens binnen hebben. (De VOORZITTER: GroenLinks krijgt zo dadelijk het woord, maar eerst is er een interruptie van de heer Van der Meer.) (De heer VAN DER MEER: Ik krijg in ieder geval wel het woord van de voorzitter, dat scheelt. Dit college, en straks ook de coalitiepartijen, zeggen juist dat ze bereid zijn om te wachten met het doen van investeringen die mogelijk zouden zijn. U doelt vooral op het grote bedrag van het superdividend van Schiphol. We geven dat geld niet uit omdat we goed, prudent bezig zijn.) Ik wil er geen enkel misverstand over laten bestaan en daarom zeg ik het nog een keer. We moeten geld niet nodeloos op de plank laten liggen, maar we moeten ook reserves niet opeten, vet van onze botten halen. Dat vind ik niet goed en dat zie ik gebeuren. Ik loop het risico dat ik Keynes om de oren gesmeten krijg, maar juist in een tijd waarin het slecht gaat moeten we helemaal geen pas op de plaats maken, mijnheer de burgemeester. Juist als we zien dat het slecht gaat, moeten we lef durven te hebben. Dan moeten we doorgaan met het formuleren van ambities en moeten we vooral niet onze ambities aanpassen. De burgemeester zei dat bijna letterlijk. Als u ermee bedoelt, mijnheer de burgemeester, dat u uw ambities naar boven wilt bijstellen, dan vindt u de VVD geheel aan uw zijde. Dat wil ik voor alle duidelijkheid gezegd hebben. (Mevrouw ALBERTS: De heer Van der Burg praat altijd zo snel. Hij zei op een gegeven moment dat wij in de plannen die gisteren zijn gepresenteerd ergens geld vandaan haalden. Waar haalt u het idee vandaan dat wij geld verkwisten?) 20 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen U hebt gisteren plannen gepresenteerd om het superdividend te gebruiken als dekking voor uw voorstellen. Dat is geld dat de gemeente Amsterdam nog helemaal niet heeft. Het college zegt letterlijk in de begroting, en daarin steunen wij het college, dat geld van het superdividend niet in 2009 moet worden besteed, maar moet worden betrokken bij de begrotingsbesprekingen voor 2010, dus bij de voorjaarsnota. Op dat moment kunnen we de plussen aan de ene kant afzetten tegen de minnen aan de andere kant. In mijn ogen is het college in dat opzicht verstandiger dan de SP. Voordat ik doorga, moet ik een kleine correctie aanbrengen op een ander terrein dan de financiën. Over de vraag of de lasten niet stijgen, kunnen we nog wel eens praten, mevrouw Van der Garde. De parkeerbelasting in de stad gaat omhoog en wordt door veel Amsterdammers in ieder geval als een lastenverzwaring ervaren. Ik zei het al, weerbaarheid is het woord. Weerbaarheid, niet alleen op financieel gebied, maar ook op het gebied van de economie. De economische activiteiten zijn voor Amsterdam van cruciaal belang. Ik zei al dat ik steeds een verband met de Amsterdamse canon leg. U kunt daarbij denken aan de Wisselbank uit 1609 die ervoor zorgde dat de handel in de stad gestimuleerd werd. De firma Blauw, een zeer vooruitstrevende onderneming die internationaal bekend was. Het Noodzeekanaal, symbool voor de Amsterdamse haven, is zeer cruciaal. Het was dan ook terecht dat de burgemeester zei dat we niet alleen maar moeten streven naar banen aan de top van het segment. We hebben de Amsterdamse haven juist hard nodig, ook voor degenen die minder scholing hebben gehad. En, niet te vergeten: Schiphol. Dat is niet alleen de banenmotor van Amsterdam, maar ook een motor van de economie van heel Nederland. De pijlers van de Amsterdamse economie, de burgemeester noemde ze allemaal, staan onder druk. De zakelijke en financiële dienstverlening: ik denk dat we allemaal wel doorhebben dat de banken het zwaar hebben. Het toerisme staat onder druk. Het college zegt dat heel nadrukkelijk in zijn begroting. Schiphol zal minder groeien en heeft veel last van de vliegtaks. Met de haven gaat het op dit moment goed. Daar mag geen enkel misverstand over bestaan. Hoe lang echter nog? We hebben de tweede sluis ontzettend hard nodig. Daarvoor moeten we, ongeacht van welke partij we lid zijn, in Den Haag geld zien te regelen. U kent onze angst, mijnheer Ossel. De VVD maakt zich gewoon zorgen over de vraag of de haven op tijd kan doorgroeien. Draagt uw Havennota ertoe bij dat de haven kan doorgroeien? We hebben haar zo hard nodig. Het MKB is een van de andere pijlers. U luistert natuurlijk elke week op donderdag tussen 18.00 uur en 19.00 uur allemaal naar het overbekende radioprogramma Eric Actueel. Twee weken geleden was Kees Verhoeven, de directeur van MKB Amsterdam, er te gast. Ik vroeg aan hem welk cijfer hij zou geven aan het MKB-beleid van het college en aan de wethouder van Economische Zaken. Hij staat daar op de tribune en duikt nu weg. Morgen wordt hij op de burelen van Lodewijk Asscher verwacht, want hij gaf een 6-. Daar kan Lodewijk Asscher toch niet tevreden mee zijn. Het zou een stimulans moeten zijn om er iets aan te doen. Juist nu is het tijd om te investeren. Ik was heel erg blij met de bijdrage van de burgemeester die dit heel nadrukkelijk benoemde. Investeren in het toerisme, bijvoorbeeld door het aantrekken van grote evenementen. Er komen hotelkamers bij. De plannen daarvoor van het college steunen wij van harte. Geef de haven de ruimte. Zorg voor de sluis en stuur handelsmissies op pad. Handelsmissies en acquisitie, zowel voor de haven als überhaupt voor het vestigen van grote bedrijven. We staan onder druk, juist op het gebied van de bereikbaarheid. Ik was daarom blij dat de burgemeester zei dat de bereikbaarheid in het kader van het vestigingsklimaat moet worden verbeterd. Ik denk dat in de komende tijd op al die punten boter bij de vis moet komen. Als wij in 2009, of beter gezegd: wanneer wij in 2009 gaan debatteren over het superdividend, over dat soort eenmalige meevallers, dan 21 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen kunt u ervan verzekerd zijn dat de VVD ervoor zal kiezen om het superdividend te gebruiken om te investeren in de economie en daarmee duurzaam te investeren. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik begrijp dus, mijnheer Van der Burg, dat u het niet prettig vindt dat de SP voorstellen doet om de tweedeling te verkleinen, maar dat u zegt: als we dat superdividend krijgen, dan wil ik het in de economie investeren. Eigenlijk is dat een beetje hetzelfde. Waarom doet u nu geen voorstellen voor de economie?) U hebt niet helemaal goed geluisterd. Ik zei: als en daarna: wanneer. Het gaat om het volgende: je kijkt eerst naar de plussen aan de ene kant en de minnen aan de andere kant. Dat salderen we en er rolt een bedrag uit. Als er een overschot uitkomt, kunnen we dat besteden. We doen dat al jaren zo hoor. Heel af en toe is er een kleine uitglijder, maar we doen het al jaren zo. Wat de SP doet moeten we niet doen. Zij zegt: we weten nog niet wat de tegenvallers over 2008 zijn, maar we incasseren alvast de meevallers en die gaan we al uitgeven. De VVD zegt niet dat we het geld nu moeten uitgeven. Het college zal bij de voorjaarsnota ongetwijfeld met voorstellen komen. Wij zullen daarbij heel nadrukkelijk sturen op het investeren van dit soort gelden in de economie. Dat is heel degelijk financieel beleid. (Mevrouw VAN DER GARDE: Financieel-technisch ben ik het met u eens, mijnheer Van der Burg. Natuurlijk is dit de juiste manier en zo doen we dat meestal ook. We praten nu echter over de Staat van de Stad en de begroting en ik hoor van u graag voorstellen voor de economie. In 2007 zijn de economie en veiligheid door Amsterdamse burgers — misschien niet door het MKB, maar wel door de Amsterdamse burgers — geroemd. Het college deed het op die terreinen ontzettend goed. U spreekt nu over de begroting van 2009, niet over de begroting van 2010 en over de voorjaarsnota die we straks krijgen. Welke voorstellen hebt u om de economie te verbeteren?) Zei u nu dat het goed gaat met de economie en de veiligheid? (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik zei dat de Amsterdamse burger in 2007 vond dat dit college het vooral op twee punten goed doet, veiligheid en economie. Dat heb ik niet gezegd. Dat zei de Amsterdamse burger. Er is een grote enquête gehouden.) Laten we de feiten er even bij pakken. Ik citeer hier alleen maar het college. Het gaat juist slechter met de veiligheid in Amsterdam. Dat leidt er zelfs toe dat het college de index die erbij hoort bijstelt. U zei: veiligheid en economie. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik noemde de economie. U begint nu over iets heel anders. Dat is een heel goede tactische zet in een debat. De Amsterdamse burger vindt dat het college het in economisch opzicht goed doet. U zegt dat u er in 2009 in wilt investeren. Daarom vraag ik u wat u nu wilt doen. We praten nu over de begroting 2009 en niet over de voorjaarsnota die we in 2009 krijgen.) In de debatten in de commissies zullen wij op een aantal concrete punten… (Mevrouw VAN DER GARDE: U hoeft er maar drie te noemen.) Ja, leuke grap. Hij is leuk. De VVD wil de komende tijd extra investeren in de acquisitie van bedrijven. Wij willen de heer Asscher nauwelijks nog in de stad zien omdat hij continu in China of in India zit. We zien hem nog veel te veel. En neemt u vooral de burgemeester mee, want dat heeft ook impact in het buitenland. We willen dat er nadrukkelijk wordt geïnvesteerd in zaken die het leven voor het bedrijfsleven gemakkelijker maken. 22 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen (De BURGEMEESTER: En u wilt dan weer locoburgemeester zijn?) Als ik die last moet dragen. Acquisitie is één ding dat we moeten doen. Op de tweede plaats moeten we naar de regelgeving kijken. Mensen die short stay-faciliteiten willen bouwen niet wegpesten of klein houden. Nee, bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de expats in Amsterdam in een goed Klimaat terechtkomen. Het bedrijfsleven zegt letterlijk: kijk naar de bereikbaarheid van de stad. Het zijn punten waarmee u concreet aan de slag kunt gaan. Het is erg eenvoudig. Als het bedrijfsleven zich hier niet meer vestigt, als het bedrijfsleven uit de stad wegtrekt, dan ondervinden u en ik en de Amsterdammers daarvan ontzettend veel last. Dan verdwijnen er banen. Weerbaarheid op financieel gebied. Wij willen namelijk een gezonde stad. Voorrang voor een gezonde stad, voor een financieel gezonde stad. Weerbaarheid op economisch gebied. Weer een gezonde stad, een economisch gezonde stad. En weerbaarheid op het gebied van veiligheid. Voordat ik over veiligheid ga praten, wil ik een project op het snijvlak van economie en veiligheid noemen. U kon erop wachten: 1012, het Wallengebied. Dat staat overigens ook in de Amsterdamse canon genoemd als iets wat ons heeft gemaakt tot wie we zijn. De laatste tijd hebben we de nodige discussies gevoerd over de vraag of het college het goed doet. ledereen in deze raad, zelfs de heer Manuel, vindt dat de misstanden moeten worden aangepakt. Als GroenLinks en de VVD u op een aantal punten aanspreken, dan moet u niet zeggen dat wij u vragen misstanden minder hard te bestrijden zoals u net deed. GroenLinks zei dat niet. De VVD zei dat niet. Wij zeggen wel dat u heel zorgvuldig moet omgaan met de middelen. Dat is er aan de orde. Ik zeg oprecht dat u de VVD als partner in uw strijd verliest als u zegt dat de VVD of andere partijen zeggen dat wij de misstanden minder hard willen bestrijden dan wethouder Asscher of het college. (Wethouder ASSCHER: Dat misverstand wil ik graag meteen ophelderen in alle rust die ons kenmerkt. De heer Manuel vroeg of er nog iets met de Wallen gebeurde. Toen zei ik dat ons eerder wordt verweten dat we te voortvarend te werk gaan. Dat heb ik gezegd over de aanpak van misstanden. Ik weet dat er discussie is over de vraag of we de goede panden hebben aangekocht. Ik heb daar met mevrouw Ornstein menig goed debat over. Ik sloot af met de opmerking dat ik mij er zeer van bewust ben dat deze raad een lange traditie heeft om samen wat te doen aan de misstanden in dat gebied. Daarover bestaat geen misverstand. Daar was, ben en blijf ik blij om, mijnheer Van der Burg.) Er ontstond een klein interruptiedebat tussen u en mevrouw Ornstein. Het is helemaal niet vreemd als een heleboel mensen toen uit uw woorden de conclusie hebben getrokken dat u er wel degelijk zo over dacht. Toen mevrouw Ornstein het namelijk letterlijk aan u vroeg, zei u: “U zult het toch niet vreemd vinden dat ik het zo geïnterpreteerd heb.” Dat is nadrukkelijk letterlijk door u gezegd. (Wethouder ASSCHER: Mevrouw Ornstein kent mij veel beter. Ik zou zoiets op geen enkel moment willen suggereren of u in de schoenen willen schuiven. Het ging erom dat het college mooie plannen had, maar de vraag was of er ook iets gebeurde. Dat vond ik juist in dit kader een heel vreemde opmerking omdat het juist heel snel gaat.) (De heer MANUEL: Misschien mag ik ook een kleine bijdrage aan deze discussie leveren?) (De VOORZITTER: Nee, dat sta ik niet toe. Het woord is aan de heer Van der Burg.) 23 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen (De heer MANUEL: Dat is vreemd.) Ik ga toch nog even op dit punt door. Wat zei de heer Asscher namelijk nog meer? Hij zei letterlijk: wij willen in deze stad geen Sodom en Gomorra. Het was uw burgemeester en ook mijn burgemeester, dat weet hij, burgemeester Job Cohen, die in 2007 op de begrafenis van ex-burgemeester Patijn de heer Patijn citeerde. Hij introduceerde zich trots als: ik ben de burgemeester van de twin city Sodom en Gomorra. Zo stelde burgemeester Patij zich indertijd voor. Hij deed dat niet omdat hij trots zou zijn op de misstanden in het Wallengebied. Burgemeester Patijn was dat niet, net zo min als burgemeester Cohen. Hij bedoelde er wel mee dat Sodom en Gomorra heel nadrukkelijk geassocieerd worden met moreel verval en ook nog eens op een specifiek punt. Op dat specifieke punt heeft Amsterdam een traditie hoog te houden. Wij zijn geen morele zedenmeesters. Wij gaan niet preken. Als ik u zoiets hoor zeggen, dan schrik ik daarvan. (Wethouder ASSCHER: Sociaaldemocraten en liberalen moeten van nature oppassen als ze beginnen aan een debat over Bijbeluitleg. De verwoesting van deze twee steden had te maken met misstanden.) Ik heb het net opgezocht, want ik dacht dat u dat zou gaan zeggen. We hebben namelijk een computer voor ons. Het had te maken met moreel zedelijk verval. Wikipedia, zoekt u het maar op. (Wethouder ASSCHER: Een theologisch debat wordt al helemaal moeilijk als u niet eens naar de eerste zin van de wederpartij luistert, mijnheer Van der Burg. Wat ik wilde zeggen, is: waarin zit het morele verval op de Wallen? Ik vind het prettig dat ik deze vraag nu aan u mag stellen. Het zit niet in seks en ook niet in prostitutie. Die zit in het feit dat er sprake is van vrouwenhandel en witwasserij. We hebben allemaal te veel verkozen om daar geen aandacht aan te besteden. Dat is natuurlijk een kwestie van ernstig moreel verval. U hebt dat net omstandig benadrukt, wij zijn het daar allemaal over eens. Daaraan moet een einde komen. Dat is geen moreel neutrale strijd. Ik doel nu op de vrouwenhandel, versta mij goed. Ik doel op de criminaliteit in het gebied. Wij hebben de plicht er iets aan te doen. Wij hebben daarvoor de Bijbel niet nodig, maar voor anderen kan dat een gerespecteerd richtsnoer zijn. Laten we wel goed begrijpen over welke misstanden we het hier hebben. Dat is niet de prostitutie als zodanig en seks al helemaal niet. Het gaat om het feit dat jonge vrouwen uit heel de wereld gedwongen worden om dat werk hier te doen. Daar mogen wij onze ogen niet voor sluiten.) Mijnheer Asscher, u weet donders goed dat de VVD en GroenLinks u daarbij steunen. U weet echter ook dat GroenLinks en de VVD in alle debatten die we met u gevoerd hebben enige huiver hebben voor de grenzen die u zoekt. U hebt altijd gezegd veel belang te hechten aan een breed draagvlak in deze raad. Ik wil u in ieder geval meegeven dat u voortdurend die woorden moet zoeken en die voorstellen moet doen waarmee u dat brede draagvlak behoudt. In de bijdrage die u net leverde, leek u de VVD te gaan verliezen. Dat kan nooit uw bedoeling zijn. (De heer MANUEL: U komt er een beetje laat mee, voorzitter, maar ik wil de heer Van der Burg in zijn debat met de heer Asscher graag meegeven dat ik in mijn discussie met de heer Asscher helemaal niet op het Wallengebied doelde, maar op de escortservice. Ik vroeg naar de resultaten die daar geboekt werden. Is de vergunningplicht daar al ingevoerd? Wethouder Asscher is een handig debater dus die stapte over op zijn paradepaardje, project 1012. Daar ging het echter helemaal niet 24 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen over. Als u hem vraagt wat er op het gebied van de escortservice bereikt is, dan is het resultaat nog steeds nul. Op dat terrein is met name sprake van vrouwenhandel.) Weet u wat? Als u daar in uw bijdrage nog even op ingaat, dan ben ik de beroerdste niet en interrumpeer ik wel mee. Weerbaarheid op financieel gebied, weerbaarheid op economisch gebied, weerbaarheid op het gebied van veiligheid. De doelstelling is negatief bijgesteld. We redden het niet. Dat mogen en kunnen we niet accepteren in deze stad. Ik zie dat er gezocht wordt, pagina 54. We gaan van 85 naar 89. Gelukkig hebben we nu cameratoezicht. De VVD heeft daar jaren voor geknokt. De uitbreiding van het preventief fouilleren is in ieder geval in de gemeenteraad goedgekeurd. Er is cameratoezicht. Preventief fouilleren wordt uitgebreid. Het besluit is genomen: in Oost mag het nu. Mijnheer de burgemeester, gebruik het ook. Onderzoek hoe u door een goede mix van repressie en preventie de stad veiliger kunt maken. De relatie met de canon? Het tuchthuis. Mevrouw Gehrels wil dat uit de canon hebben, maar het tuchthuis was in 1596 juist een sociale voorziening. De meeste mensen weten dat helemaal niet. Het was in eerste instantie namelijk niet bedoeld om te straffen — dat deden ze in die tijd gewoon door lijfstraffen of door verbanning — maar was heel sociaal bedoeld om op te voeden en ervoor te zorgen dat criminelen weer normale burgers werden. We zullen daarom een juiste combinatie van repressie en preventie in deze stad moeten hebben. We hebben geen no go-areas in Amsterdam. Het leger hoeft niet uit Uruzgan terug te komen. Er moet echter wel een aantal dingen gebeuren, daar heeft zowel de burgemeester als de heer Asscher op gewezen. Het ambulancepersoneel in Amsterdam moet gewoon veilig zijn werk kunnen doen. Afgelopen zaterdag was de seniorendag. lemand sprak de VVD aan omdat hij als collectant van zijn geld was beroofd. We kennen allemaal het voorbeeld van de 100-jarige mevrouw in Buitenveldert. lemand moet veilig op het Rembrandtsplein en het Leidseplein kunnen stappen. Daartoe zal een aantal dingen moeten gebeuren. Helaas gaat de gemeenteraad daar niet altijd over. Het invoeren van snelrecht, strafverzwaring voor mensen die overheidspersoneel in de breedste zin van het woord aanvallen, daar gaan wij niet over. Onze vrienden in Den Haag gaan daarover. Het zijn wel zaken waaraan wij nadrukkelijk iets moeten doen. lets anders waar wij continu tegenaan lopen, is de leegloop bij de politie naar korpsen elders. Dat kwam ook tijdens de politie-iftar heel nadrukkelijk aan de orde. Ik was daar, mevrouw Sargentini, u bent er verbaasd over. (Mevrouw SARGENTINI: Er was alleen maar kip en Fanta en beide lust ik niet.) Ik kwam er voor de gesprekken en niet voor het eten. De leegloop van de politie kwam er heel nadrukkelijk aan de orde. De leegloop van de politie in Amsterdam naar korpsen als Gooi en Vechtstreek. Ik vind nog steeds dat wij, Amsterdamse politici, en u, Amsterdamse bestuurders, in Den Haag moeten blijven pleiten voor de grotestedentoeslag. Overigens niet alleen voor de politie, maar bijvoorbeeld ook voor de zorg en het onderwijs. Als dat niet lukt, dan moeten we bekijken in hoeverre de Amsterdamse samenleving hierin het voortouw kan nemen. Weerbaarheid op financieel gebied, weerbaarheid op economisch gebied, weerbaarheid op het gebied van de veiligheid. En last but not least: jeugd. Jeugd en educatie. Ook op dat gebied is weerbaarheid uitermate belangrijk. De Amsterdamse canon? Ik hoef het eigenlijk niet te zeggen. Kees de Jongen, 1890. Theo Thijssen. Op 27 september 2008, alweer een paar weken geleden, onthulde de burgemeester een gedenksteen voor deze leraar, onderwijshervormer, schrijver. Onderwijs en jeugdzorg zijn in Amsterdam uitermate belangrijk. Dat is vastgelegd in de motie-Asscher/Van der Burg 25 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen die de titel Kinderen Eerst kreeg. Wij steunen het college daarbij volledig. Dat waren nog eens tijden. Zullen we weer naar die periode teruggaan? Op het gebied van de jeugdzorg vindt u niet alleen de VVD in Amsterdam aan uw zijde. U hebt ongetwijfeld ook naar de Algemene Beschouwingen in Den Haag geluisterd. U vindt ook de landelijke VVD heel nadrukkelijk aan uw en onze kant. Mark Rutte heeft er nadrukkelijk voor gepleit om de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in zijn geheel bij de steden neer te leggen en daarmee u alle middelen te geven die u nodig hebt. Tripple P noemt u zelf in uw voorstel. Dat is uitermate goed en belangrijk. We zijn er samen op werkbezoek geweest en hebben gezien hoe het werkt. Het is uitermate belangrijk om juist ouders die aan de onderkant van de samenleving moeilijkheden ondervinden te ondersteunen. U krijgt daarbij nadrukkelijk onze steun. Ik zei het al, ook hier moeten we naar de financiering kijken. We gaan u overigens ook heel kritisch volgen. Investeringen in Kinderen Eerst, en met name de resultaten ervan, zijn voor ons uitermate belangrijk. Weerbaarheid, weerbaarheid en nog eens weerbaarheid. Wij vinden dat dit gekoppeld moet worden met investeren. De VVD zal, zowel tijdens de verschillende begrotingsbehandelingen als wanneer we in de toekomst praten over de inzet van personele of financiële middelen, steeds nadrukkelijk bekijken of er sprake is van investeren in een sterker Amsterdam. Stop daarbij met zaken die contraproductief kunnen werken. Het college en — helaas — de meerderheid van de gemeenteraad wil tolpoorten rondom Amsterdam, vooruitlopend op landelijke tolpoorten. Beter ten hele gedwaald dan ten halve gekeerd, of hoe was het ook alweer? Andersom natuurlijk. Het werkt niet. De milieuzone waar u nog steeds voorstander van bent, is slecht voor de economie en de werkgelegenheid en levert geen substantiële bijdrage aan het verbeteren van het milieu. Daarbij vinden we elkaar natuurlijk wel. Misschien heeft het college zich bij de discussie over de tolkpoorten laten leiden door het eerste document dat er over Amsterdam bestaat, namelijk het tolprivilege dat bij De Bazel ligt, canonnummer 2. Wie weet echter waarover het tolprivilege echt ging? Het tolprivilege zorgde ervoor dat Amsterdammers juist geen tol hoefden te betalen. Dat stond in dat document. Misschien heeft Carolien Gehrels, om dat foutje eruit te halen, daarom voorgesteld om het tolprivilege uit de Amsterdamse canon te verwijderen zodat wij niet door zouden hebben wat het werkelijk betekende. (Mevrouw SARGENTINI: Ik hoor de heer Van der Burg zeggen dat de milieuzone voor vrachtauto's en tolpoortjes langs de snelweg niet bijdragen aan een gezondere lucht in Amsterdam en de economie schaden. Waarop baseert u dat dit niet werkt? Leg dat eens uit.) Ik ben bereid ‘niet werken’ op één punt te nuanceren. Milieudefensie heeft laten weten dat, als we alle plannen uit het voorstel van het college doorvoeren, dit tussen 1% en 2% zou bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Amsterdam. Ik heb daarover nog een leuke, een uur durende discussie bij Radio Noord-Holland gehad. Ik heb toen gezegd dat ik me niet druk maak over het feit of het 1% is of 2%. Misschien is het maar 0,5%. Laten we aannemen dat het zo’n soort percentage is. Ik vind de prijs die ervoor betaald wordt door de Amsterdammer, de prijs die ervoor betaald wordt door de economie en de prijs die ervoor betaald wordt door het bedrijfsleven te hoog. Dus ja, het heeft effect, maar het heeft een zodanig miniem effect dat ik het die prijs niet waard vind. Ik wil afronden. We moeten ons de komende tijd focussen op die zaken die er werkelijk toe doen. Sommige dingen zullen we daarbij achterwege moeten laten. De gemeenteraad zal samen met het college boven zichzelf uit moeten stijgen en bestuurlijk de handen ineen moeten slaan. De VVD is daartoe bereid. Juist als het niet goed gaat, moet je soms politieke verschillen aan de kant zetten. Neem bijvoorbeeld de woningbouwproductie. We mogen toch niet laten gebeuren dat er geen 20.000 woningen 26 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen worden gebouwd? Dan moeten de VVD en GroenLinks, om maar twee uitersten te noemen, de handen ineenslaan en los van al onze dogma's, los van al onze taboes bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze 20.000 woningen wel gebouwd worden. De VVD is in ieder geval bereid om die stap te zetten en reikt daartoe de hand. Mijn verhaal was misschien een beetje zwaar, maar ben ik somber? Nee, ik ben absoluut niet somber, mijnheer de burgemeester, dames en heren. Liberalen zijn immers vooruitgangsoptimisten. Ik houd van Amsterdam, ik geloof in Amsterdam. En, om af te sluiten met de Amsterdamse canon, er was nog een Amsterdammer voor wie dat gold: Henri Polak. Tijdens het dieptepunt van de economische crisis in de jaren dertig — en gelooft u mij, waar wij nu voor staan is niet te vergelijken met die periode — zei hij: “In schoonheid en welvaart zal onze goede stad leven in lengte van dagen.” De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Sargentini. Mevrouw SARGENTINI: In de Europese nacht gebeuren spannende dingen. Elders. Je gaat naar bed met de overtuiging dat de Amerikaanse senaat de banken gaat redden en je wordt wakker met het nieuws dat de Nederlandse Staat eigenaar is geworden van Fortis. Ik dacht toen als rechtgeaarde kleindochter van een kruidenier: ik zit niet bij Fortis, dus mij kan niets gebeuren. Dat dacht ik voordat Fortis overgenomen werd. Drie dagen later lag er een brief van Fortis in de bus waarin men mij als Fortisklant bedankten wordt voor het in hen gestelde vertrouwen. Blijkt er tóch een pensioenvoorziener gefuseerd te zijn met Fortis. Ik schrok me rot Amsterdam is gevoelig voor wereldwijde economische schommelingen. Wij zijn onderdeel van een complexe wereldeconomie. En complexe problemen kennen geen simpele oplossingen. We zagen de laatste jaren het aantal Amsterdammers in de bijstand flink afnemen, maar in 2008 is die afname al lager dan geraamd en lager dan gehoopt. In 2009 kan het nog wel eens flink gaan tegenvallen. De kredietcrisis zal de tweedeling in de samenleving verscherpen. En niet alleen de kredietcrisis, ook de klimaatcrisis draagt bij aan een grotere kloof tussen arm en rijk. ‘Drill baby drill’, is het motto van gouverneur Palin. Zij wil oliedrillen in Alaska én iets doen aan het klimaat. Ze wil vooral dat andere landen, die lang niet zoveel doen aan het klimaatprobleem en lang niet zoveel belang hechten aan het milieu als de VS, nu eindelijk eens hun verantwoordelijkheid nemen. Ik vind dat exemplarisch voor de collectieve ontkenning van het klimaatprobleem. Klimaat is geen luxe, het is net zo ernstig als de groeiende tweedeling in de samenleving. Erger nog, het versterkt de tweedeling. Brandstof wordt schaarser, de energieprijzen stijgen. Amsterdammers merken dat in hun portemonnee en juist de mensen met weinig geld merken er het meeste van. Ook omdat zij vaak in slechter onderhouden woningen wonen, die kieren en tochten, waardoor ze meer moeten stoken. Op de Ooster Ringdijk staat een bord van het waterschap. Daarop staat dat het verboden is om in het dijklichaam te graven. Telkens als ik er langs kom herinnert dat bord mij er aan dat die dijk daar ligt met een functie. Hij beschermt Amsterdammers tegen hoog water. De Deltacommissie — de burgemeester verwees er ook al naar — concludeerde dat onze dijken flink verhoogd moeten worden, anders houden we het hier niet droog. We kunnen hier in Nederland de dijken ophogen en er dan achter gaan zitten 27 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen wachten en kijken wat er gebeurt. We moeten tijdens het wachten ook iets doen. GroenLinks zit niet voor niets in het college, want in Bangladesh redden ze het met die dijken niet. Ook dat zei de burgemeester al. Toen dacht ik: en Tuvalu ook niet en zo zijn er nog wel meer eilandstaatjes. Ik voorspel naast politieke en economische vluchtelingen in de toekomst ook klimaatvluchtelingen. Mensen die van hun ondergelopen land zijn verdreven of mensen die te maken hebben gekregen met grote droogte en daarmee gepaard gaande hongersnood. Het klimaat is een risicofactor voor onze economie geworden en raakt daarbij de wereldburger, die zijn hoofd maar net boven water kan houden. Dijken ophogen moet, maar het is een simpele oplossing voor een veel complexer probleem. Er tekent zich in deze gemeenteraad, en daarbuiten bij het MKB en de Kamer van Koophandel, een breed draagvlak af voor de klimaatplannen van dit college. Het college met zijn vier à vijf wethouders van de Partij van de Arbeid. Zelfs bij de VVD steunen ze het klimaatplan. Zij varen Ruttes nieuwe groenrechtse koers. Ik dacht: beter goed gejat dan slecht verzonnen. Daar waar anderen twijfelen over nut en noodzaak van duurzaamheid in de nieuwbouw, krijgt het college op dit punt de volle steun van de VVD. Daar waar anderen zwijgen over het ambitieuze Klimaatprogramma van het college is de VVD genereus met haar complimenten. Dat maakt ons schatplichtig, mijnheer Flos. Het moet maar eens gezegd worden. Complimenten van GroenLinks aan uw adres. Als u niet oppast, prijzen wij u bij de volgende algemene beschouwingen het graf in. Mijnheer Van der Burg, ik ben u nog een antwoord verschuldigd. Inderdaad, over de gehele stad genomen, neemt de hoeveelheid fijnstof maar beperkt af als we de plannen uit Voorrang voor een Gezonde Stad uitvoeren. Het gaat echter juist om de grote, doorgaande straten. Voor wie in de Wibautstraat of in de Jan van Galenstraat woont, maakt het verschrikkelijk veel uit. Ook daar wonen Amsterdamse burgers. Waar Rotterdam de oplossing zoekt in het opslaan van CO» in de grond — dat is symptoombestrijding — kan Amsterdam als innovatiehub een andere weg inslaan. Dat Amsterdam en Rotterdam zich allebei gemeld hebben als kanshebber voor de European Green Capital Award kan de competitie extra aanwakkeren. Amsterdam moet zelf meer duurzame energie gaan opwekken. Dat kan door daken te gaan beleggen met zonnepanelen en door windparken aan te leggen. Daarmee denk ik dat we de strijd met Rotterdam wel zullen winnen. Dat kost echter geld en daar kan de lokale overheid bij helpen, als een soort launching customer, een consument die de markt aanjaagt. We denken dan niet aan een of twee zonnepaneeltjes op het dak van een doorzonwoning, maar aan een flinke, grootschalige uitrol. Een woningbouwvereniging en diverse bedrijven in de haven hebben al laten weten dat hun daken daarvoor beschikbaar zijn. Er zijn miljoenen vierkante meters daken in Amsterdam geschikt voor zonnepanelen. Dus in Rotterdam is het business as usual, Amsterdam is een energy innovation hub. Ik dacht, ik vertaal het meteen maar even in aantrekkelijke verkooptaal. De Amsterdamse energy innovation hub reikt verder. Eind september 2008 reikte wethouder Asscher de PICNIC Green Challenge Award uit. De slogan van die prijs is ‘climate change is a challenge, there is no more time to waste’. Dat is vrij naar een T-shirt van Greenpeace dat ik eind jaren tachtig al droeg: No Time to Waste. Wat zagen wij van links het in de jaren tachtig toch verkeerd. Ik schrik er nog van. Het is 2008 en ik ben het eens met de PICNIC Green Challenge Award. De slogan is echter gejat. Die is al twintig jaar oud. We hebben nu inderdaad geen tijd meer te verliezen. Terug naar de tweedeling in de maatschappij die we op veel terreinen zien ontstaan. Volgens het kabinet zal de koopkracht van de hardwerkende Nederlander er in 2009 op vooruitgaan, maar aan de koopkracht van de minima heeft het niets gedaan. Of 28 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen de koopkracht van de hardwerkende Nederlander er met de kredietcrisis op vooruitgaat, durf ik niet meer met zekerheid te zeggen. Als de lonen stijgen, stijgen de bijstand en de AOW niet mee. Dat is al een tijdje zo. Toen Wouter Bos met zijn geitenleren koffertje stond te schutteren, lanceerde wethouder Freek Ossel een denktank van gerenommeerde Amsterdammers om het armoedebeleid onder de loep te nemen. Hun opdracht is nieuwe manieren te verzinnen om mensen te activeren en nieuwe trucs te bedenken opdat Amsterdammers ook de fondsen aanvragen waar ze recht op hebben. Dat is een goede zaak. Of betekent het eigenlijk dat het Amsterdamse armoedebeleid mislukt is? Dat is de draai die het CDA er aan probeert te geven. Zoveel miljoenen — 67 miljoen euro — worden weggegeven aan computers voor kinderen en aan bijzondere bijstand en nog steeds zijn er arme Amsterdammers. Er is blijkbaar geen simpele oplossing. Als je broer elke maand net te weinig geld heeft om rond te komen, dan kun je hem aan het einde van de maand te eten vragen en bij het weggaan, kun je hem een kliekje meegeven onder het murmelen van: alleen krijg ik het toch niet op. Het is je broer, maar hij zou meer gebaat zijn met een hoger inkomen. Amsterdam doet eigenlijk precies hetzelfde voor mensen die aan het eind van hun geld nog een stukje maand over hebben. We geven subsidie voor sportclubs, knipkaarten voor bijzondere bijstand en strippenkaarten waarmee iemand naar zijn participatiebaan kan gaan. We doen dat tegenwoordig bij inkomens tot 110% van het wettelijk minimum. Het is leuk om te zien hoe de Partij van de Arbeid het gedachtegoed van GroenLinks geïnternaliseerd heeft, want dit was een GroenLinks-voorstel. De SP stelt voor om tot 115% te gaan. Dat lijkt mij een fantastisch idee. Ik ben erg benieuwd hoe ze dat gaat betalen, maar laten we het doen. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik meen me te herinneren dat in het programakkoord staat dat we tot 110% van het minimumloon gaan. Ik denk altijd dat je zoiets in een goed huwelijk samen doet. Ik ga er nog steeds van uit, mevrouw Sargentini.) Dat is zeker waar. In een goed huwelijk is het ook ere wie ere toekomt. Armoede is vaak blijvend. De laatste Armoedemonitor laat dat nog weer eens zien. 76% van de Amsterdammers die van een minimum moet rondkomen, moet dat meer dan drie jaar lang en het aantal werkende armen neemt steeds verder toe. Het is geen kwestie van slechts één jaar de broekriem aanhalen. Voor veel mensen betekent het langdurige armoede. Het zou een stuk eenvoudiger zijn als het minimumloon omhoog gaat. De bijstand volgt dat natuurlijk. Broertjes hebben immers niet genoeg aan een eenvoudige, doch voedzame maaltijd in een tupperwarebakje. Ik weet het, met een hoger minimumloon komt er niet meteen een einde aan de armoede in Amsterdam. Mensen zijn om allerlei redenen arm. Ze hebben een laag inkomen, ze hebben een hoog uitgavenpatroon, ze zijn een beetje in de war, ze zijn weinig zelfredzaam. Misschien zijn ze illegaal in Nederland, functioneel analfabeet, en een combinatie van die zaken komt ook vaak voor. De tweedeling wordt ook zichtbaar in het leefpatroon. Kinderen uit arme gezinnen kampen eerder met overgewicht. Rijke kinderen eten gezonder en ze sporten vaker. Het gaat over meer dan geld alleen, het gaat over gezonde keuzes maken. Het Amsterdamse armoedebeleid is dus ook nodig om te sporten en lekker te kunnen leven. Complexe oorzaken kennen geen simpele oplossingen. Bouwe Olij waarschuwde ons op te passen voor de hype. Zijn adagium was: tot tien tellen, nadenken, een nachtje erover slapen, de feiten checken en terug naar de bron. Sinds Gouda kunnen we vaststellen dat niet alleen wij zijn woorden ter harte kunnen nemen, maar dat ze dat in de Tweede Kamer ook zouden moeten doen. Op zulke 29 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen momenten zijn we niet trots op Nederland, maar wel trots op onze burgemeester. Ja, er zijn Marokkaanse jongens die zich misdragen en we zitten met onze handen in het haar over het waarom daarvan. Sommige linkse politici zoeken het ‘waarom’ in de Marokkaanse cultuur. Het is een overlevingsmentaliteit uit de Marokkaanse berggebieden. (De heer LIMMEN: Kunt u misschien iets meer man en paard noemen? Waar ergert u zich zo aan? Wie, wat, wanneer en hoe? Dat maakt het iets concreter.) Ja hoor. Ik gebruikte net een citaat van de heer Marcouch. Met cultureel duiden, versimpelen we het probleem en komen oplossingen niet in zicht. Uitsluiting, gebrek aan perspectief en straatcultuur vormen een ingewikkelde mix van oorzaken. De exclusieve focus op cultuur als oorzaak werkt uitsluiting in de hand. Het emanciperen van mensen lukt alleen als we langdurig willen investeren in onderwijs, werk, zorg en inburgering. (De heer LIMMEN: Kunt u zeggen wat u precies bedoelt? Kan ik het kort zo samenvatten dat de heer Marcouch volgens u de problemen met Marokkaanse jongeren exclusief aan de cultuur wijt? Is dat uw verwijt?) Het zal niet exclusief zijn, maar hij legt er wel een gigantische nadruk op. Dat wordt overgenomen en dat zag u in het debat in de Tweede Kamer en in de kranten. Wij verliezen het zicht op datgene waar het echt over gaat. 46% van de Marokkaanse jongeren in Amsterdam groeit op in armoede, 37% van de Marokkaanse huishoudens in deze stad leeft in armoede. Dat zijn cijfers die bij dit debat horen, maar niet genoemd worden. (Mevrouw VAN DER GARDE: Mijnheer Limmen, in dit debat is het belangrijk om erbij te zeggen dat…) Is dit een vraag aan mij, mevrouw Van der Garde? (Mevrouw VAN DER GARDE: Het is een interruptie. Dat mag.) Op mij. (De heer MANUEL: Denkt u dat dit echt een goed huwelijk is?) (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook enigszins begin te twijfelen. De heer Marcouch zal ongetwijfeld zoiets gezegd hebben. Dat geloof ik direct. Het belangrijkste is echter dat hij juist mensen op hun eigen verantwoordelijkheid aanspreekt. Mevrouw Sargentini zegt nu dat dit hét excuus is voor het betreffende gedrag. Dat kan de heer Marcouch nooit als enige gezegd hebben.) De heer Marcouch bij Knevel en Van den Brink: “Het is mentaliteit. Het is deels cultureel.” Ik geef het toe, het is deels cultureel. “Met bedreigingen kun je assistentie afdwingen. In Marokko worden brandweer en ambulance lastiggevallen. Mentaliteit die je meekrijgt.” In de Volkskrant van 13 september 2008: “Bij de oplossing is de cultuur wel degelijk relevant. Het gedrag van kwelgeesten heeft Marokkaanse wortels. Hier botst een overlevingsmentaliteit uit de Marokkaanse berggebieden op een cultuur van hulpvaardigheid uit de lage landen. Een gedrag, gedreven door angst, achterdocht, slachtofferschap en gekrenkte trots botst op de mores van dienen en zorgen volgens keurige protocollen.” Het is waar, de heer Marcouch draagt ook andere argumenten aan. Zijn nadruk op de cultuur stoort de fractie van GroenLinks enorm. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik wil nogmaals voor alle duidelijkheid zeggen dat de heer Marcouch wel aangeeft wat de oorzaak kan zijn, maar hij praat het gedrag daarmee niet goed. Juist de heer Marcouch wijst erop dat een dergelijke mentaliteit veranderd moet worden en hij doet daarvoor heel concrete voorstellen.) 30 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Er is geen overeenstemming over de oorzaak, namelijk of het cultureel bepaald is of een mix van groepsdynamiek, achterstelling, uitsluiting, armoede en werkloosheid. Er zijn heel mooie onderzoeken op dat gebied geweest. Ik noem Jan-Derk de Jong, Kapot moeilijk. Als er geen overeenstemming over de oorzaak is, kun je niet fatsoenlijk naar oplossingen zoeken. Dat probeer ik aan te tonen. Zijn nadruk op de cultuur leidt ertoe dat we onvoldoende aandacht voor de oplossingen hebben. (Mevrouw VAN DER GARDE: De heer Marcouch zegt het heel duidelijk. Ik lijk hem te verdedigen, maar ik wil eigenlijk mijn eigen mening naar voren brengen. Het gaat heel duidelijk om een combinatie van factoren waarbij de achtergrond van mensen niet kan worden ontkend. Het is mooi dat u het woord ‘deels’ in het citaat nog eens noemde, want die achtergrond is een deel van de oplossing. Als u weet hoe iets ontstaat, is dat heel belangrijk voor de oplossing. En de heer Marcouch doet daarvoor heel concrete voorstellen.) We kunnen mensen met zware straffen dreigen als ze een ambulancebroeder aanvallen. Ik heb daar overigens geen moeite mee, want als iemand een hulpverlener lastigvalt, dan mag hij daarvoor zwaarder bestraft worden. Ik denk echter niet dat dit leidt tot minder agressie. (De heer LIMMEN: Mevrouw Sargentini zegt nogal wat. Zij zegt hier dat de heer Marcouch de oplossing voor de ernstige problemen waarmee hij in zijn stadsdeel wordt geconfronteerd in de weg staat. Dat is nogal wat. Dit is een groot probleem en ik vraag mij af wat u gaat doen, mevrouw Sargentini. U zegt dit als fractievoorzitter van GroenLinks. Wat doet u om het obstakel dat u ziet en dat gecreëerd wordt door de heer Marcouch van de Partij van de Arbeid weg te nemen? Als u A zegt, moet u ook B zeggen.) Volgens mij doen we dat, ook in deze raad en in dit college. Wij investeren in onderwijs en werkgelegenheid. Dat kan nog veel meer gebeuren, maar ik zit de heer Marcouch die netjes is verkozen als deelraadvoorzitter in de weg. (De heer LIMMEN: Nee, nee, dat kan niet. Dat is verstoppertje spelen. U kunt niet zeggen dat de heer Marcouch, die zo’n belangrijke rol speelt bij het oplossen van integratievraagstukken in Amsterdam, het helemaal verkeerd heeft. Dat zegt u namelijk. Als wij vervolgens vragen wat u eraan gaat doen, dan zegt u: sorry, daar ga ik niet over.) Dat zei ik niet. (De heer LIMMEN: Jawel, dat zegt u wel. Ik vraag u om hier, in deze raad, daar een conclusie aan te verbinden.) Volgens mij heeft GroenLinks er nog nooit een geheim van gemaakt dat wij het niet eens zijn met de manier waarop hij te werk gaat. Hij vindt dat welzijnswerkers die zich in het stadsdeel met de jeugd bemoeien apart in de islam geschoold moeten worden opdat zij met de koran in hun hand kunnen uitleggen waarom die jongens fout zitten. Nee, die jongens zitten fout omdat ze op straat overlast veroorzaken. Dat hoort niet in deze maatschappij. Ik maak geen enkel geheim van mijn opvatting. Ik denk dat de oplossing te vinden is in hogere inkomens, betere scholing en maatregelen om de werkloosheid te bestrijden. En we moeten ervoor zorgen dat we ons in de media niet uitlaten op een manier die tot gevolg heeft dat mensen die in de problemen zitten nog verder in de verdrukking raken. Dat is wat er gebeurt als je begint over een bergmentaliteit. (De heer VAN DER BURG: U zei dat GroenLinks er niets aan kan doen omdat de heer Marcouch netjes was gekozen. Als hij 31 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen volksvertegenwoordiger was geweest, dan had u gelijk gehad. De heer Marcouch zit echter in het zadel dankzij een coalitie met welke partij? Met GroenLinks. Dus GroenLinks kan wel degelijk iets doen aan het voorzitterschap van de heer Marcouch. Ik zou zeggen: dien een motie van wantrouwen tegen hem in, dan regel ik dat de VVD die steunt, al was het alleen maar om te kijken wat er dan gebeurt.) Tien jaar na de rellen op het August Allebéplein moeten we concluderen dat we niet in staat zijn de jeugdproblematiek structureel aan te pakken. We suggereren een sluitende aanpak te hebben en we suggereren voldoende aanbod aan hulp en vrijetijdsbesteding te hebben, maar we kunnen die suggestie niet waarmaken. Dat is de conclusie uit Systeem in Beeld. Ja, ik snap heel goed dat zoiets tijd kost. En nee, ik snap ook heel goed dat er geen simpele oplossingen zijn. Maar dames en heren, na tien jaar lukt het ons niet. En dan de inburgering: die is een puinhoop in Amsterdam. Laten we dat met zijn allen vaststellen. Het bleek een onuitvoerbare wet te zijn, die de bureaucratie centraal stelde in plaats van de inburgeraar. Maar, wethouder Asscher, bent u het met mij eens dat — afgezien van de verschrikkelijke wet van Verdonk — we het in Amsterdam gewoon niet goed geregeld hebben? Dat we er een puinhoop van gemaakt hebben en dat we dat aan onszelf te danken hebben? Wanneer kunnen we ervan op aan dat het weer goed geregeld wordt? De tweedeling in de maatschappij wordt ook geïllustreerd door de zoektocht naar nieuwe opvangplekken voor daklozen. Het college is van goede wil, er wordt hard aan gewerkt, maar als puntje bij paaltje komt, wil niemand die opvang bij hem of haar om de hoek hebben. GroenLinks wil alle bestuurders, raadsleden van deelraden, woningbouwcorporaties en buurtactiecomités oproepen om die nimby-mentaliteit te laten varen en daklozenplekken te creëren. Achterstand in onderwijs, werkloosheid, discriminatie, gebrek aan zelfredzaamheid en een verminderde acceptatie in de samenleving van mensen met afwijkend gedrag werkt de verdere tweedeling in de samenleving in de hand. Voor een deel van die problemen zijn wel oplossingen, maar niet van de simpele soort. Er is gelukkig ook goed nieuws: de stad is in, Vinex is uit. Het kabinet heeft in de toekomstvisie Randstad 2040 de compacte stad met veel hoogbouw en metropolitane parken omarmd. Waterland is natuurlijk gewoon Waterland en geen Central Park, maar een plek waar geboerd wordt. Deze visie, Randstad 2040, biedt Amsterdam goede kansen. We willen graag verdicht bouwen en daarmee de groene gebieden rond de stad sparen. De keuze voor de stad maakt het mogelijk om op moeilijke en dus dure locaties toch te gaan bouwen. In zo'n stad wordt het openbaar vervoer voor meer mensen aantrekkelijker en is er minder asfalt nodig dan in een Vinex-wijk. De Amsterdamse haven, die wel gaat groeien, maar geen extra ruimte zal opslokken, past precies in dat plaatje. Een dergelijke milieuvriendelijke groei was in een college met de VVD nooit van de grond gekomen. Ik kan, mijnheer Flos, natuurlijk niet de hele tijd aardig blijven. Dat is tegen mijn natuur. Naast de kredietcrisis en de klimaatcrisis kwam er ook goed nieuws uit de VS. De New York Times bestempelde Amsterdam tot ‘coolest town of the world’, Lodewijk Asscher zei het al. Nieuwe musea en theaters, mode, design en architectuur. Durf, doorzettingsvermogen en creativiteit is in overmaat aanwezig en maakt van Amsterdam de Topstad die we zo graag willen zijn, aldus de Times. De Times voorspelde zelfs een nieuwe Renaissance. Maar die Renaissance komt natuurlijk niet gratis. Door vorige colleges is vooral op cultuur bezuinigd, maar deze coalitie doorbreekt dat patroon. De 32 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen cultuurbegroting wordt in twee jaar tijd met 7 miljoen euro structureel verhoogd, mede dankzij de motie-Mulder/Van der Meer. GroenLinks heeft zich hier de afgelopen jaren sterk voor gemaakt en is blij dat de investeringen nu ook daadwerkelijk worden doorgezet. Maak je maar geen zorgen over die top 5, want met Voorrang voor een Gezonde Stad zitten we op goud. Over een paar jaar is Amsterdams ‘unique selling point’ dat je hier niet met een mondkapje over straat hoeft en in Londen, Parijs en Barcelona wel. Elk bedrijf wil zijn medewerkers zulke leefomstandigheden bieden. Schone lucht in een metropool. Waar vind je dat nog? De stad is ook de plek voor economisch succesvolle allochtonen. Een kwart van de in Nederland geboren Turkse en Marokkaanse jongeren is inmiddels hoogopgeleid. De VU, voorheen toch een gereformeerd bolwerk dat zich ver buiten de stad in de polder van Buitenveldert terugtrok, ziet voor zichzelf een nieuwe plek op de Zuidas en is enorm in trek bij die studenten. De universiteit laat zien dat opleiding de sleutel is naar emancipatie en dat de stad met zijn diverse populatie zich kan vernieuwen. Daarmee zijn we hoopvol gestemd. Dat wil zeggen, als we ons maar niet verliezen in simpele oplossingen voor complexe problemen. Politici durven burgers immers niet te vertellen dat de oplossing niet zomaar voor het oprapen ligt. Dat oorzaak en gevolg nuances kennen. Het cliché luidt dat er geen simpele oplossingen zijn voor complexe problemen. Ik geef een paar voorbeelden. Je kunt vóór de Noord/Zuidlijn zijn en er weloverwogen tegen stemmen omdat het te duur was, maar haar daarna toch met hand en tand verdedigen. Je kunt tegen vrouwenhandel zijn en er toch voor kiezen om vrouwen achter de ramen goede werkomstandigheden te geven, mijnheer Asscher. Sterker nog, ook ik was geraakt door uw opmerking in het debat zonet met mevrouw Ornstein. We hebben elkaar na het debacle van de opkoop van panden aan het Singel nog een keer gesproken en elkaar goed in de ogen gekeken. Ik dacht dat we elkaar begrepen en ik voelde mij persoonlijk geraakt, en mijn fractie ook, door de suggestie dat wij uw tempo te hoog vonden omdat wij niet willen dat de mensenhandel aangepakt wordt. (Wethouder ASSCHER: Ik ga er daarbij van uit dat, nadat de heer Van der Burg mij daartoe de gelegenheid heeft gegeven, uw houding weer is vervangen door die van huwelijkse trouw van een enthousiaste partner voor een goede zaak.) Zeker. Maar ik vind dat ik het aan de VVD verplicht ben om dit te onderstrepen. Zij hoeft dit boontje niet alleen te doppen. U kunt ook tegen vrouwenhandel zijn, mijnheer Manuel, en vóór coalitieproject 1012 zijn, omdat het een goed plan is voor de ruimtelijke ordening van de Wallen, maar weten dat het niets te maken heeft met de verbetering van de positie van sekswerkers omdat we daar iets anders aan willen doen. Je kunt erkennen dat Marokkaanse jongens in West over de schreef gaan, maar de oorzaak in een complex van factoren zoeken. Je kunt bezwaar hebben tegen voedselbanken en toch hun noodzaak erkennen. (De heer MANUEL: Voor de volledigheid kan ik zeggen dat D66 nooit tegen project 1012 heeft gestemd omdat dit project nog niet in kaart is gebracht. Ik begrijp van wethouder Asscher dat het plan ervoor in november 2008 komt. Wij hebben wethouder Asscher alleen geen blanco cheque willen geven om alvast aan de slag te gaan. De rest van de gemeenteraad heeft dat wel gedaan. Wij hadden daar principieel bezwaar tegen. Wij zijn echter heel benieuwd naar de plannen van wethouder Asscher in november 2008. Uit zijn betoog begrijp ik een beetje dat ze dicht bij de standpunten van D66 liggen.) 33 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Het is leuk dat ik het artikel in Het Parool helemaal verkeerd begrepen heb waarin u zegt: zie je wel dat we tegen 1012 moeten zijn, want het doet helemaal niets aan de positie van sekswerkers. Ik heb u helemaal verkeerd begrepen. (De heer MANUEL: U hebt ons inderdaad verkeerd begrepen.) Politici moeten vaak tragische keuzes maken. Alles waar mensen onderling uitkomen, belandt niet op ons bordje. We zijn dus maar al te vaak de chirurg, die in een split second moet beslissen wie hij wel opereert en wie niet. De vraag is of het maken van dergelijke tragische keuzes in de huidige mediacratie nog wel gaat. Het zou ons hier in dit huis sieren — in dit tuchthuis misschien, mijnheer Van der Burg — als we eerlijk zijn over de dilemma's en de moeizame tocht om oplossingen te vinden. Ik ga afronden. Het kabinet nationaliseert banken, de VVD is behalve rechts ook groen, het klimaat staat voorop, al is het nog even wennen, en Obama wordt de volgende president van de VS. De linkse lente is begonnen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts. Mevrouw ALBERTS: “Kapitalisme is het meest ongelofelijke geloof dat de meest doortrapte mensen de meest doortrapte dingen zullen doen voor het vergroten van het welzijn van alle mensen.” Dat lijkt mij een aardig citaat om mee te beginnen. Het is vrij vertaald naar John Maynard Keynes. Wie nu nog rotsvast gelooft in de ultieme zegeningen van het neoliberalisme en zijn vrije markt leeft echt in het stenen tijdperk. Je kunt het ook zo zeggen: “Het fundamentalistische kapitalisme gaat aan zichzelf ten onder. Want die lui op Wallstreet voelen zich de koningen van het universum. Die hele hypotheekcrisis is één grote roofpartij geweest.” Dit is een citaat van Herman Wijffels, bewindvoerder bij de Wereldbank en grondlegger van het kabinet-Balkenende IV. We zitten midden in een financiële crisis. Een crisis waarvan we de gevolgen nog lang niet kunnen overzien en hoewel onze regering in Den Haag er alles aan doet om uit te stralen dat we ons geen zorgen hoeven te maken, doe ik dat wel. De wereld heeft duidelijk niet stilgestaan. In deze wereld is Amsterdam overigens geen eiland. Het kan niet anders of de enorme prijsstijging van de olie, die ervoor zorgt dat het leven almaar duurder wordt, en vooral de kredietcrisis, zullen effecten hebben op onze stad. De SP had dan ook graag gezien hoe het college daarop anticipeert. Regeren is tenslotte vooruitzien. Wij vragen van het college geen uiteenzetting over de manier waarop het beide crisissen wil keren, maar één alinea in een heel begrotingsboek vinden wij te mager. Zeker als in de rest van dat boek nergens blijkt dat dit college wél rekening houdt met de recente veranderingen. Het is duidelijk, ik zal niet al te streng zijn, de begroting lag al bij de drukker toen de crisis in al zijn omvang losbarstte. Daarom vraag ik aan het college om zo snel mogelijk een visie aan de raad voor te leggen waarin de huidige ontwikkelingen vertaald worden naar de Amsterdamse situatie. Die hoeft niet een vastomlijnd parcours te bevatten, maar wij zien graag een verhaal waarin richting wordt aangegeven. In een dergelijk stuk zou bijvoorbeeld kunnen staan wat het college verwacht van de corporaties. Gaan die nu tegen het economische tij in wél investeren als maatschappelijk verantwoorde ondernemingen, dat wil zeggen gewoon bouwen? Of accepteert het college dat de corporaties de marktontwikkelingen afwachten totdat er betere tijden komen? Als er niet gebouwd gaat worden, gaat u dan stoppen met die grootschalige sloopprogramma's? Gaat u zich daar daadwerkelijk mee bemoeien of legt u zich neer bij het feit dat de verantwoordelijkheid daarvoor ooit is afgekocht? Heeft het college al gesproken over het in het leven roepen van een eigen woningbedrijf, zoals de 34 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen SP al langere tijd voorstelt? Ook zou in zo'n visie kunnen staan hoe het college aankijkt tegen een mogelijk veranderend investeringsklimaat en of het college rekening houdt met mogelijke effecten daarvan op de werkgelegenheid. Anders gezegd: gaan we door op dezelfde weg of maken we van de gelegenheid gebruik om fundamentele veranderingen in te zetten? Dat soort zaken zou in een dergelijk visiestuk kunnen staan. Ik wil u even terug in de tijd meenemen. In het Montessori College Oost sprak het kersverse college destijds bevlogen over het terugdringen van de armoede en de tweedeling. Woorden die ook ons uit het hart gegrepen waren en nog steeds zijn. We zijn nu halverwege de rit en wat blijkt? Het college is er nog steeds niet in geslaagd dat doel, het terugdringen van de armoede en de tweedeling, daadwerkelijk te realiseren. Bij monde van wethouder Asscher, heeft het college al moeten toegeven dat de tweedeling zelfs is gegroeid. Cijfers van de Dienst Onderzoek en Statistiek onderbouwen dat ook. De meeste aandacht in mijn verhaal vraag ik dan ook voor de toename van de tweedeling. Aandacht voor die 73.765 Amsterdamse huishoudens die moeten zien rond te komen van een minimuminkomen of zelfs van minder. Hun aantal is gegroeid. Een diep- en dieptreurige constatering. Ik hoop dat u dat met mij eens bent. De afgelopen weken krijgen de mensen om wie het gaat een gezicht in de serie in Het Parool. Bijvoorbeeld de groep werkende armen. De heer Mustafa Alkaya. Hij heeft twee banen en kan nóg niet rondkomen met zijn gezin. Of mevrouw Natascha Mulder die maar niet van een schuld kon afkomen. Allemaal verhalen die niet alleen al langer bekend zijn, maar ook verhalen die laten zien dat we alle zeilen bij moeten zetten. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota 2008 heeft de SP een motie ingediend waarin gesteld werd dat Amsterdam er in de komende begroting alles aan moet doen om de tweedeling in de stad te voorkomen. Deze motie is unaniem door de raad aangenomen. De SP voelt zich dan ook verantwoordelijk voor de voortgang hiervan. Wij moeten constateren dat die voortgang nog niet zichtbaar is. College, u had beloofd om de minima te compenseren voor de gestegen energiekosten. Waarom houdt u zich daar niet aan? Een tientje per maand is een hoop geld hoor. College, waarom laat u geld op de plank liggen, terwijl u weet dat de id-banen zullen verdwijnen? Waarom gebruikt u dat geld niet om die banen om te zetten in reguliere banen? Vanmorgen zijn de eerste 72 id'ers collectief ontslagen en er zullen er nog veel volgen. Dat is niet alleen een ramp voor deze mensen zelf. U hebt zelf gezegd dat het een enkele reis is naar een re-integratietraject. Het is echter ook een ramp voor de buurthuizen. De stadsdelen zullen ermee te maken krijgen. Buurthuizen zullen minder lang open kunnen zijn en wat gebeurt er met de kinderboerderijen? Noemt u het hele rijtje maar op. De buurttheaters die allemaal afhankelijk waren van id-banen. Waar is de actie? Omdat tweedeling onacceptabel is, komen wij met een plan om de tweedeling in Amsterdam te lijf te gaan. En ja, we weten dat de belangrijkste maatregelen door het Rijk genomen worden. Voor dit college betekent dat dus de opdracht om ze daar in Den Haag te laten zien wat de uitwerking van dat Haagse beleid is en wat er anders moet. Stuurt u de krantenartikelen maar op, ga er achteraan en zeg het tegen hen. Dat vereist volharding, want een zekere vorm van doofheid is Den Haag niet vreemd. Laat ze daar maar zien dat de uitkeringen omhoog moeten. Niemand, zelfs Ahmed Aboutaleb niet, kan nog volhouden dat iemand van een uitkering kan rondkomen, zelfs niet met een budgetadviseur. Ondertussen moeten we ook hier aan de slag. Want ook als het Rijk het laat liggen, hebben wij nog steeds de plicht om dingen zelf aan te pakken Plannen zijn gemaakt, initiatieven gestart en subsidies verstrekt. En het resultaat? De tweedeling is toegenomen. De goedbedoelde inspanning blijkt uiteindelijk niet effectief te zijn. Te weinig overzicht en te weinig samenwerking zorgden ervoor dat het gewenste resultaat niet behaald kon worden. Wij denken dat er voor hetzelfde geld veel betere 35 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen resultaten behaald kunnen worden. In ons plan voor de aanpak van de tweedeling, ledereen voor een beter Amsterdam, kunt u lezen dat het haalbaar en betaalbaar is. Áls de gemeente dan ook nog een bedrag uittrekt voor bijvoorbeeld het verhogen van het wettelijk sociaal minimum of de aanpak van de schuldhulpverlening, dan investeert Amsterdam daadwerkelijk in een maatschappij waartoe iederéén kan behoren. De Bijenkorf heeft het goed bekeken: die zoekt het hogerop. Daar kunt u voor 200.000 dollar een ruimtereis boeken, niks geen gedoe met damwanden. Amsterdam echter daalt af. Van verzakking tot verzakking graaft hij de Noord/Zuidlijn. De ene catastrofe na de andere ramp heeft zich de afgelopen tijd voorgedaan. Het college constateerde bij monde van burgemeester Cohen dat de geloofwaardigheid van het project voor de Amsterdammers aan het wegebben is. Daarbij ebt ook de geloofwaardigheid van de politiek weg. Vervolgens liet het college bij monde van zowel burgemeester Cohen als wethouder Herrema weten dat het er alles aan gaat doen om die geloofwaardigheid te herstellen. Dat gebeurt nu doordat het college grootscheeps laat onderzoeken hoe het allemaal beter kan en hoe de risico’s zo klein mogelijk gehouden kunnen worden. Het heeft de SP verbaasd dat de raad daarbij achterover blijft zitten. Het voorstel om door de raad te laten onderzoeken waar de risico’s zitten, hoe hoog de kosten zullen worden, welke scenario’s er mogelijk zijn voor de voortgang van de Noord/Zuidlijn, werd niet gesteund. De raad laat het allemaal in handen van het college. Ik snap dat niet. (Wethouder HERREMA: Ik wil u iets vragen. Het voorstel is door uw eigen fractievertegenwoordiger ingetrokken na een uitvoerig debat met de verschillende fracties waarbij geconstateerd is dat het niet zinvol was om dat voorstel door te zetten.) Ik wil daar graag op antwoorden. Ik denk dat tijdens dat debat niet duidelijk is geworden wat de rol van de raad bij dit alles is. Ik wil dat ook aan de burgemeester voorleggen. Wij vonden dat de raad het initiatief moest nemen. De vraag aan de burgemeester is dan ook of hij een dergelijk raadsonderzoek uitlegt als ondersteuning bij het herwinnen van het vertrouwen van Amsterdammers in zowel het project als in de politiek. (Wethouder HERREMA: Daarmee zegt u iets anders dan uw eigen vertegenwoordiger. De raad stelt terecht vragen waarop ook antwoord moet komen en de nodige onderzoeken zijn begonnen. Deze zullen ongetwijfeld in de raad behandeld worden. Het is niet aan mij om de conclusies van de raadscommissie te formuleren, maar dat was ook de conclusie van uw SP-vertegenwoordiger.) Wij waren van mening dat de strekking van het voorstel dat we gedaan hebben niet door de raad werd opgepikt in de zin dat we op die manier zowel het vertrouwen in het project herstellen als het vertrouwen in de politiek. Misschien kan de burgemeester er antwoord op geven. Wij hadden op een tweede termijn gerekend. (De VOORZITTER: We zullen dat zo dadelijk oplossen.) (Mevrouw VAN PINXTEREN: Mevrouw Alberts, ik hoop dat u bij de terugkoppeling van de discussie in de commissie ook te horen hebt gekregen wat de argumenten waren. Er waren wel degelijk argumenten waarom andere partijen niet kozen voor een raadsonderzoek om het vertrouwen terug te winnen bij de 13% van de bevolking die zegt dat zij er helemaal geen vertrouwen meer in heeft. Ik weet niet of u dat meegekregen hebt. De raad kan dit helemaal zelfstandig en goed gaan onderzoeken. Het gaat een tijdje duren en we zeggen: het is Jammer maar de rekening voor het feit dat we er langer over doen, leggen we straks ook 36 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen weer bij dezelfde burgers. Denkt u dat u daarmee bij de 13% die er geen vertrouwen meer in heeft, dat vertrouwen verhoogt? Hebben ze u dat ook verteld?) Om te beginnen was er nog een groep die op het punt stond om het vertrouwen te verliezen. Ik heb begrepen dat het argument was dat de raad niet voldoende kennis bezat. Dat vind ik een heel slecht argument. De raad heeft al eens eerder een onderzoek gedaan, onder andere naar de Combino. Ik weer niet hoe het bij u is, maar ook van trams hadden we niet veel verstand. Ik vond het dus een slecht argument. (Mevrouw VAN PINXTEREN: Het spijt me, maar dit is een argument dat niet in de commissie gebruikt is. Het zijn verdachtmakingen die ik überhaupt niet begrijp. Ik heb het over de argumenten die gebruikt zijn. Dat er geen kennis aanwezig was, is niet ter sprake geweest. We hebben gezegd dat we niet zelf de partij willen zijn die nu een extra vertraging veroorzaakt.) Ik kan het nog een keer zeggen. U wilt niet die partij zijn. Ik leg de vraag toch nog een keer aan u voor. Doordat u nu achterover leunt… (Mevrouw VAN PINXTEREN: Ik weerspreek dat ik achterover leun.) Dus u laat het hierbij. U laat alles over aan het college. Het punt is afgehandeld, anders zeg ik het nog een keer. Dat lijkt me niet al te handig. Naast de Noord/Zuidlijn zijn er nog twee onderwerpen waarvoor het woord ‘zorgenkindje’ een eufemisme is. De gloednieuwe afvalenergiecentrale blijkt in plaats van energie alleen maar rekeningen te leveren. En dan hebben we ook nog het dok op de Zuidas. De markt zou hier wel voor te porren zijn. De werkelijkheid bleek anders. Zeker nu de deconfiture van de financiële markt gaande is, is het tijd voor herbezinning. Het college beperkt zich sinds 2006, toen het aantrad, tot de uitvoering van het programakkoord, ongeacht wat er gebeurt. Amsterdam wordt arm door toestanden bij de Noord/Zuidlijn, maar de investeringen in Topstad blijven doorgaan terwijl de tweedeling groeit. Het is tijd voor andere keuzes. De SP kiest in ieder geval voor een eerlijker, menselijker en socialere maatschappij. Dat kán. Dat moet. Dat is ónze olympische ambitie. Wij roepen het college op om samen met ons die ambitie waar te maken. (Mevrouw VAN DER GARDE: U noemt Topstad. Bent u niet met de Partij van de Arbeid van mening dat investeren in Topstad ook investeren in laagbetaalde arbeid kan betekenen en dat arbeid het belangrijkste midde! is om mensen uit de armoede te halen?) Voor zover ik het in het begrotingsboek heb kunnen zien, zijn de doelen van Topstad behaald. Ik kan het mis hebben, maar dat heb ik gelezen. Waarom zouden we er extra geld voor uittrekken? Stop dat in de mensen. Investeer in hen. Het is een keuze. (Mevrouw VAN DER GARDE: Investeren in het aantrekken van laagbetaalde arbeid is toch investeren in mensen?) We hoeven geen laagbetaalde arbeid aan te trekken. We halen het weg uit de buurthuizen. We kunnen er banen van maken. U zit nu te knikken, maar volgens mij gaat het daarom. De banen zijn er. Het enige wat we moeten doen, is er een echt salaris aan vastkoppelen. (Mevrouw VAN DER GARDE: Dat is iets heel anders. Dat gaat over i- banen. Het lijkt me belangrijk om te constateren dat we allebei de armoede aan willen pakken. Wij doen dat ook door mensen structureel uit de armoede te halen. Dat doen we door ze een goede baan te geven. Dat kan via Topstad. Daarom vroeg ik in mijn bijdrage aan het college om te 37 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen onderzoeken of we via Topstad laagbetaalde arbeid kunnen aantrekken voor de mensen die dat hard nodig hebben.) Ik heb Topstad genoemd. Daarin wordt extra geïnvesteerd. Er is een heel lijstje met extra investeringen, citymarketing, het evenementenfonds en noem maar op. Daar gaat extra geld heen. Ik denk dat het nu om de urgentie gaat. Het is urgent om de armoede, de tweedeling die groter wordt te keren. Ik hoop dat u het met mij eens bent dat we dat aan moeten pakken en dan denk ik dat we binnenkort een interessant debat daarover tegemoet gaan. De VOORZITTER: Mag ik het college vragen om te reageren op het verzoek van mevrouw Alberts om een visiedocument op te stellen naar aanleiding van de recente ontwikkelingen? Dat zou anders in de tweede termijn aan de orde komen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Asscher. Wethouder ASSCHER: In de eerste zin van de begroting staat dat gebleken is dat de internationale economie grillig en onvoorspelbaar is. We zijn de afgelopen weken druk doende geweest om de gevolgen ervan in beeld te brengen. We zullen vanzelfsprekend ook een stuk voor de raad opstellen waarin we aandacht zullen besteden aan de gevolgen van de mogelijke recessie en de manier waarop we daarmee om zullen gaan. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts. Mevrouw ALBERTS: Ik kijk er met belangstelling naar uit, dat begrijpt u. Ik heb erom gevraagd en u zegt dat u ermee zult komen. Mooi. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Limmen. De heer LIMMEN: Toen ik deze algemene beschouwingen voorbereidde, had ik me voorgenomen om een sober en inhoudelijk verhaal te houden. Ik wil proberen om u de inhoud mee te geven, maar we hebben nu al zoveel soberheid en serieuze woorden gehoord dat ik toch wil proberen of ik het op sommige momenten iets kan verluchtigen. Bovendien beloof ik u dat ik het tamelijk kort zal houden. Misschien vergroot dat uw enthousiasme. Laat ik een paar dingen zeggen over de kredietcrisis. Ik weet niet of u gisteren naar de televisie hebt gekeken. Ik zag onze minister van Financiën die het volk toesprak. Hij zei dat er sprake was van een zorgwekkende situatie en dat hij zijn uiterste best deed. Het beeld dat hij uitstraalde, dat de autoriteiten goed opletten en hun best doen om zorgvuldig met geld om te gaan, spreekt mij erg aan. Ik heb in het kader van de rooms-rode samenwerking tussen het CDA en de Partij van de Arbeid de afgelopen jaren wel eens mindere momenten gezien. Ik heb nu echter het gevoel dat die goed verloopt. Waarom zeg ik dit? Niet omdat ik denk dat het allemaal wel goed zal komen. Helemaal niet. Ik weet dat niet. Ik heb daar op dit moment ook geen opvattingen over. Wel omdat het een beeld is dat ik ook graag bij het college in Amsterdam zie. Ik vind dat daar vandaag een goede aftrap voor is gegeven. Wij verwachten van het college dat het waar mogelijk zoveel mogelijk probeert om negatieve gevolgen te voorkomen. Daar zullen we het college op afrekenen. Dit is natuurlijk niet het enige terrein waarop het CDA het college kritisch zal volgen en ook nu al volgt. Er is al op de uitvoering gewezen. Het college spreekt vaak gloedvolle woorden over de uitvoering. Met die woorden is niet veel mis. Wie kan er tegen 38 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Kinderen Eerst zijn? Tegelijk bestaat er nog altijd een lappendeken van instanties die zich met het jeugdbeleid bezighoudt. Datzelfde geldt voor de problemen in de jeugdzorg en het onderwijs. Het college zegt dat het op sommige terreinen te weinig bevoegdheden heeft, maar daar hebben kinderen per saldo natuurlijk niets aan. Daarom steunen we de ambitie van het college om te onderzoeken of het op die terreinen meer kan betekenen. Wat moeten Amsterdammers echter daarmee? Dit is namelijk niet het enige voorbeeld van mooie ambities waarbij we zeggen dat het allemaal anders moet. De tweedeling groeit nog steeds, de metro verzakt, de afvalenergiecentrale. Deze opsomming is al een aantal keren gedaan dus ik zal haar niet blijven herhalen. De raad kan hier in ideologisch opzicht niet zo heel veel mee. Er zijn weinig partijen die voorstander zijn van het verzakken van de metro. We moeten echter wel een keer gaan praten over de uitvoering. Welke grenzen stellen we? Dat is de enige manier waarop we dit in de gemeenteraad kunnen bespreken en waarmee we het op de een of andere manier politiek kunnen maken. Daar zouden we in de komende tijd aandacht aan moeten besteden. Voor de begroting is alles belangrijk en heeft alles veel aandacht nodig. Ik wil de nadruk leggen op drie accenten: veiligheid, integratie en armoede. De veiligheid in Amsterdam neemt af. Dat is heel zorgwekkend. Het college noemt veiligheid een basisrecht, maar de veiligheid neemt af. We kennen de voorbeelden, de rellen van een jaar geleden in Slotervaart, de situatie bij de Albert Heijn in de Wittenburgerstraat, de situatie in de Transvaalbuurt. Het CDA wil in het kader van deze begroting drie voorstellen doen. Wij vinden het nog altijd een gemiste kans dat er geen sprake is van uitbreiding van de mogelijkheid om in de hele stad preventief te fouilleren door voor korte tijd veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen. Het is eigenlijk niet te filmen. Er is een grote meerderheid in de raad voor en nog steeds gebeurt het niet. Het CDA zal bekijken of we met nieuwe voorstellen hiervoor kunnen komen. (De BURGEMEESTER: Toen dit aan de orde was, heb ik eerlijk gezegd niets van die meerderheid gemerkt.) Dat klopt, maar dat lag niet aan ons, mijnheer de burgemeester. Als Amsterdammers in de krant over de lokale politiek lezen, dan zien ze dat met enige regelmaat de loftrompet gestoken wordt over de straatcoachaanpak in Slotervaart. De Commissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie is er op bezoek geweest en heeft gehoord dat het project een groot succes is. De bewoners zijn positief en de overlast door de jeugd neemt af. In het verleden heeft de raad zich al uitgesproken over uitbreiding van een straatcoachachtige aanpak zoals het destijds werd genoemd in de stad. Wij vinden dat dit nu zo snel mogelijk moet gebeuren. We hebben in de begroting geen concrete plannen voor uitbreiding ervan aangetroffen. Misschien stond het echter op een van de 275 pagina's die we gemist hebben. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik meen me te herinneren dat we dit al in 2007 hebben besloten.) Dat weet ik. Ik weet dat er toen een richtinggevende motie voor is aangenomen, maar ik zie er in de begroting niets van terug. Wij willen weten hoe het daarmee staat. Een ander punt dat steeds terugkeert, waarover de raad zich ook al eerder heeft uitgesproken, is het cameratoezicht. Volgens ambtenaren die er verstand van hebben, is cameratoezicht geen wondermiddel, maar kan het in combinatie met andere maatregelen een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van overlast. Dat kan. In Londen hangen er ongeveer 4 miljoen. Hier hebben we er 150. Wij denken dat er mogelijkheden zijn om dit middel intensiever te gebruiken. Daarom zijn wij voorstander van een integraal 39 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen onderzoek naar de plekken in Amsterdam waar via een integrale aanpak de veiligheid kan worden verbeterd. Integratie. We zagen net weer dat over weinig dingen het debat zo verhit raakt als over integratie. Toch denken wij dat het goed is om het debat daarover hier te voeren. Mevrouw Sargentini debiteerde bepaalde opvattingen en of we het ermee eens zijn of niet — vaak niet — we vinden het wel goed dat er over wordt gedebatteerd en dat we het debat blijven voeren. Misschien bedoelde de burgemeester dat ook wel toen hij zei dat het goed is als er delicate debatten met elkaar worden gevoerd. We hebben allemaal de verantwoordelijkheid om daarbij naar de juiste toon en de juiste manier te zoeken, maar het moet wel gebeuren. Als wij er binnen het CDA over discussiëren, dan denken we dat een heleboel dingen niet eens zo vreselijk ingewikkeld zijn en dat we het best met elkaar eens kunnen worden. Neem de kernwaarden waarover we vaker horen spreken. Het discriminatieverbod, de acceptatie van homo's, de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, de vrijheid van meningsuiting en het recht om te geloven of niet te geloven wat men wil. Het CDA vindt het heel belangrijk dat de gemeentelijke overheid in het Amsterdam van 2008 op alle momenten duidelijk is over deze waarden. Als wij het gevoel hebben dat er onduidelijkheid over ontstaat, zoals bij het schudden van handen, dan maken wij er een punt van. Daarom stelden wij de woorden van mevrouw Van der Garde van zo-even op prijs die er duidelijke taal over sprak. Ook door het college is er duidelijke taal over gesproken. Dat vinden wij belangrijk. We praten erover, maar er zijn nog altijd 100.000 Amsterdammers die geen Nederlands spreken. Daar zijn we dan weer: welkom in Amsterdam Topstad, welkom in de kenniseconomie. Dat is buitengewoon frustrerend. In dat verband kunnen we alleen maar kritisch naar onszelf kijken, naar datgene wat de politiek vermag. Of liever gezegd: wat we niet vermogen. Daarom is voor ons de aandacht voor de uitvoering, bijvoorbeeld bij de inburgeringscursussen, buitengewoon essentieel. We kunnen niet aan de ene kant eisen dat mensen Nederlands moeten spreken en aan de andere kant niet thuis geven bij een taalcursus. Dat geeft aanleiding tot bestuurlijke bescheidenheid. Is er dan alleen maar aanleiding voor bestuurlijke bescheidenheid? Het CDA vindt van niet. Wij zijn nog steeds heel positief over de aanpak bij het plan 1012. Als ik dit mezelf zo hoor zeggen, dan bedenk ik me dat degene die nu nog naar de tv kijkt en dit debat probeert te volgen het niet meer begrijpt. Ik bedoel dat het CDA de aanpak van de Wallen steunt. Het is goed daar duidelijk over te zijn. Als dit betekent dat ook het laatste raam gesloten moet worden, dan vinden wij dat geen probleem. De als morele politiek geformuleerde aanpak van vrouwenhandel, misstanden en vrouwenmishandeling kan op onze volledige steun rekenen. Wij vinden het daarbij heel interessant en ook wezenlijk om te zien dat het prostitutiegezondheidscentrum van wethouder Vos een rol speelt bij het begeleiden van vrouwen naar een bestaan buiten de prostitutie. Wij hebben er van het begin af aan op gehamerd en wij zijn blij dat het centrum een dergelijke rol speelt. (De heer MANUEL: Nu we hier toch zo gezellig samenzijn, kan de heer Limmen misschien een duidelijke uitspraak doen en verklaren of het CDA prostitutie überhaupt aanvaardbaar vindt. Of bent u gewoon tegen prostitutie?) Als ik over een morele agenda spreek, betekent dat niet dat volgens ons prostitutie overal verboden of afgeschaft moet worden. Dat is een ander debat. Volgens ons wordt in de rapporten van de gemeente de raamprostitutie beschreven als een vorm van prostitutie die tot dusdanige misstanden en vormen van mishandeling leidt dat dit nagenoeg niet op een menswaardige manier uit te oefenen valt. Als dat het geval is, dan laten wij er geen enkele traan om als het laatste raam wordt gesloten. 40 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Vervolgens de armoede. Dat is een heel wezenlijk en lastig probleem. Het gaat natuurlijk wel degelijk om het resultaat. Daarom hebben wij ook tijdens de bijdrage van mevrouw Van der Garde geïnterrumpeerd. Na tweeënhalf jaar lijkt het erop dat de armoede in Amsterdam steeds hardnekkiger wordt. Het vorige college had als motto ‘Alleen het resultaat telt. Dat lijkt mij zeker op dit beleidsterrein van toepassing. Het is buitengewoon schrijnend en zorgwekkend als we ons realiseren dat we de afgelopen jaren in Amsterdam met economische voorspoed te maken hadden. (De heer ÜNVER: De heer Limmen zegt dat het om het resultaat gaat. Ik denk dat het resultaat volgens u per definitie zou moeten zijn dat het percentage mensen dat in Amsterdam in armoede leeft achteruitgaat. Een van de vorige sprekers verwees naar een artikel in Het Parool. Ik noem het voorbeeld van een moeder die haar kind van de voetbalclub moest halen omdat zij de kicksen niet meer kon betalen. Zij kan die kicksen nu weer kopen en kan haar kind weer laten voetballen. Of neem een kind dat weer een pc heeft. De hindernissen om mee te doen, worden een beetje verkleind. Vindt u dat belangrijk? Ik ga ervan uit dat u die vraag met ‘ja’ beantwoordt. Vindt u dat geen goede resultaten van het geld dat we investeren? En daaraan gekoppeld: verwacht u echt dat wij met het bedrag van 67 miljoen euro dat wij hier in stoppen het armoedeprobleem kunnen oplossen? Welke resultaten verwacht u van dat geld?) Ik constateer dat het op dit moment in Amsterdam steeds moeilijker wordt om uit de armoede te komen. De armoede wordt steeds hardnekkiger. Dat constateer ik. Het gaat op dit moment niet de goede kant op. Ik hoop dat u het daarmee eens bent. De interessante vraag is: en nu? Wat moet er nu gebeuren? Dat is heel lastig. (De heer ÜNVER: Als ik uw redenering volg, dan kan ik haar ook zo uitleggen: in de periode 2001-2004 zien we een explosieve groei van het aantal mensen dat in armoede terechtkomt. U kunt de cijfers erbij nemen. Een explosieve groei van de voedselbank die als thema bij u zo geliefd is. In deze periode zien we dat aan deze groei in ieder geval een halt is toegeroepen. Als u weet hoe de armoededynamiek in de economie werkt, dan weet u dat dit hoopgevend is, want ik hoop dat u net als ik zoekt naar een trendbreuk. Daarbij moet u er rekening mee houden dat de doelgroep groter is geworden omdat we de norm van 105% naar 110% hebben verhoogd. Als u dat vergelijkt met de situatie waarin we het percentage op 105 zouden houden, dan kunt u volgens mij zelfs concluderen dat de armoede in exacte cijfers iets is afgenomen.) U hebt nu een heleboel dingen achter elkaar gezegd bij uw analyse van het armoedeprobleem. Er zitten rake dingen tussen, laat ik proberen om het kort zo samen te vatten. We praten in deze zaal continu over hoe mensen uit de armoede kunnen komen en dat we kinderen een kans geven, maar de erfelijke armoede neemt toe. De tegenstelling tussen die maatschappelijke realiteit en onze ambities vind ik enorm schrijnend. Als ik dan zie wat het college de afgelopen tweeënhalf jaar heeft gedaan, dan vind ik de nieuwe ideeën tegenvallen. Ik had meer ambitie, meer nieuwe ideeën verwacht. Afgelopen maandag was er in Amsterdam een conferentie over armoede en voedselbanken. Ik hoorde er weer een aantal interessante ideeën waarmee we best aan de slag kunnen gaan. Ik vind bijvoorbeeld een uitkering in natura voor mensen die aantoonbaar niet goed met geld kunnen omgaan een interessant idee. Zo waren er nog andere interessante ideeën. Ik had verwacht dat het college daar de afgelopen jaren een nadrukkelijker en sturender rol in zou hebben gespeeld. Nu is er een commissie 41 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen benoemd. We zullen dat af moeten wachten, we kunnen moeilijk anders. We hopen dat er goede ideeën uit voortkomen, maar in het licht van de ambities van dit college zullen we dit heel erg kritisch volgen. (Mevrouw SARGENTINI: U suggereert eigenlijk dat tweeënhalf jaar beleid van dit college geen zichtbare resultaten heeft opgeleverd bij de armoedebestrijding. U doet ook de suggestie om nog eens uitkeringen in natura te overwegen. Ook dat zal geen zichtbare resultaten opleveren omdat iemand daardoor niet meer of minder geld krijgt. Men krijgt het alleen op een andere manier. De heer Ünver probeerde het net ook al, ik zal het nu iets rechtstreekser proberen. Mijnheer Limmen, u hebt dit debat meerdere keren gevoerd. Het armoedebeleid van Amsterdam helpt mensen niet uit de armoede te komen. Dat is waar, dat ben ik met u eens. Het helpt onvoldoende. Is het echter niet zo, mijnheer Limmen, dat de gemeente pleisters plakt? Dat de gemeente ervoor zorgt dat de gaten gedicht worden die elders ontstaan? Het inkomen van mensen is te laag, het minimuminkomen is te laag, de bijstand is te laag. En als mensen wel over voldoende middelen beschikken, zijn zij vaak vanwege allerlei oorzaken onvoldoende zelfredzaam om er op een nette manier mee om te gaan. Is het niet een beetje al te eenvoudig om elke keer de bal neer te leggen bij de hartstikke hoge, maar toch schamele 67 miljoen euro armoedebestrijding in Amsterdam?) Wat u zegt, is natuurlijk heel interessant. Volgens mij verschilt uw visie op het armoedebeleid sterk van die van de Partij van de Arbeid in de tijd van de heer Aboutaleb. Hij zei altijd: ons armoedebeleid is gericht op activering, om mensen uit de armoede te halen. In die woorden konden wij ons altijd heel goed vinden. U zegt eigenlijk steeds: we plakken pleisters, het heeft allemaal geen zin dus laten we de pleisters zo royaal mogelijk maken. (Mevrouw SARGENTINI: U gooit twee dingen op een hoop. Ons participatiebeleid om mensen aan het werk te helpen, is structurele armoedebestrijding. Het armoedebeleid waarbij de bedragen over tafel gaan, is een vorm van pleisters plakken. Dat wist de heer Aboutaleb ook en we zien het nu ook nu hij als staatssecretaris probeert een aantal van deze pleisters in Den Haag aan te brengen. Hij zegt echter niet: weet je wat, we verhogen gewoon het minimumloon.) Dat lijkt mij meer iets waarover u met de heer Aboutaleb in debat moet gaan. Ik heb er geen enkele behoefte aan om met u in debat te gaan over Den Haag. Mij gaat het om datgene wat wij in Amsterdam doen en ik houd staande dat het resultaat is dat de armoede in Amsterdam hardnekkiger wordt en dat dat een heel groot probleem is. U zult dat toch ook moeten erkennen als u op de onderzoeken afgaat. (De heer ÜNVER: Ik wil erop wijzen dat de woorden van de heer Limmen feitelijk niet correct zijn. De heer Aboutaleb heeft in deze raad gezegd dat het pleisters zijn. Ik ben graag bereid het in de notulen op te zoeken. Juist de heer Aboutaleb heeft expliciet het woord ‘pleisters’ gebruikt.) Dat vind ik interessant. Ik wil u een wedervraag stellen. Is dit de visie van de Partij van de Arbeid op de sociale zekerheid in Amsterdam? Ja of nee? (De heer ÜNVER: Werk is de enige weg uit armoede. Wij proberen er met onze armoedemiddelen voor te zorgen dat men ondanks de armoede, ondanks de overgeërfde armoede, kan meedoen. Ik zeg het nu voor de zoveelste keer. Ik hoop dat het nu bij u binnenkomt.) 42 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Dan zijn we het eens. (Mevrouw SARGENTINI: Gunt u mij één zin? Mijnheer Limmen, u zegt dat u niet met mij wilt debatteren over Den Haag. Het gaat u om datgene wat wij hier in Amsterdam doen. Dan ontloopt u dus het debat waarover het werkelijk gaat: inkomenspolitiek.) (De VOORZITTER: Punt. Mijnheer Limmen, rondt u af, dan gaan we naar een volgend onderwerp.) Waarvan akte. Als er geld uitgegeven wordt, dan moet de overheid het goede voorbeeld geven, zeker in tijden van kredietcrises en andere financiële tegenslagen. Het college heeft volgens mij eind augustus 2008 opnieuw een onderzoeksopdracht aan een commissie gegeven. Deze commissie moet na gaan denken over aanpassingen van het bestuurlijk stelsel. Dat stelsel zorgt er in Amsterdam voor dat we hier ongeveer vierhonderd mensen hebben die zich politicus noemen. Wij vinden het goed dat de discussie daarover gevoerd wordt. Het is nog beter als er wordt ingegrepen. Tot die tijd is het vreemd dat er nog stadsdelen zijn die voorstellen doen voor nieuwbouw van stadsdeelkantoren. Stadsdeelpaleizen om het maar beeldend samen te vatten. Volgens ons is dat niet goed te verkopen. We kunnen niet aan de ene kant debatteren over de vraag hoeveel stadsdelen we overhouden en aan de andere kant overal stadsdeelpaleizen zien verrijzen. Dat lijkt ons het verkeerde signaal, vooral in het kader van een financieel terughoudend en voorzichtig beleid dat Amsterdam zou moeten voeren. Daarom zullen we bij deze begroting een motie indienen, met als strekking om het college op te roepen, om in afwachting van duidelijkheid over de toekomst van het stadsdeelsysteem, waar mogelijk de nieuwbouwplannen van stadsdeelraden te bevriezen. Wij hebben ons laten vertellen dat er verschillende juridische wegen zijn die naar Rome leiden. Misschien kan het college later antwoord geven op de vraag hoe dat mogelijk is, dat hoeft niet nu. Voor ons is het een mogelijkheid voor de gemeentelijke politiek in financieel tumultueuze tijden voor Amsterdam het goede voorbeeld te geven als het gaat om geld uitgeven. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Manuel. De heer MANUEL: Ik ben de laatste spreker. De algemene beschouwingen van D66 zijn voor de echte diehards in de zaal. Dit is de laatste echte begroting van dit college. In maart 2010 zijn immers alweer de volgende verkiezingen. 2009 wordt dus het oogstjaar, het jaar waarin de resultaten geboekt worden. Het jaar waarin het zuur achter ons ligt. Dat zouden we althans denken en mogen verwachten. Het zoet van dit college heeft echter de tekentafel van de snoepfabriek nooit verlaten. Schrijft u dat maar even op, mijnheer Asscher. De bestuurlijke hoofdlijnen van de begroting noemen even het feit dat de wereld in een financiële crisis verkeert. Dat is nogal een understatement nu elke maandag een black Monday is. Verder lijken de bestuurlijke hoofdlijnen een copy- pasteverhaal. Opnieuw een opsomming van alle goede voornemens op het gebied van armoedebestrijding, Kinderen Eerst, veiligheid, luchtkwaliteit, Amsterdam Topstad en natuurlijk sociale cohesie. Het rijtje is al vaker genoemd, maar ik noem het toch maar even. Er worden afspraken uitgewerkt. Er wordt op zaken ingezet. Er wordt geïnformeerd en er wordt begeleid. Er is extra aandacht voor. Er worden instrumenten ontwikkeld. Er wordt integraal samengewerkt. Intensief samengewerkt zelfs. Met andere woorden: als de kredietcrisis de stad Amsterdam banen gaat kosten, dan heeft de gemeente Amsterdam in ieder geval nog genoeg werk over. Het is hier een gezellige bureaucratie. Maar, en daar gaat het natuurlijk om, zijn er inmiddels ook echte resultaten geboekt? Resultaten 43 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen waarop dit college straks bij de verkiezingen kan bogen. Resultaten waarmee het naar de Amsterdammers kan gaan en kan zeggen: kijk, hiermee bent u beter af dan vier jaar geleden. Ik waag het te betwijfelen. Armoedebestrijding, u hoorde het wethouder Asscher zojuist zeggen. Per jaar wordt er 67 miljoen euro in armoedebestrijding gestoken. Als u dat geld rechtstreeks gireert, al dan niet in euro's of in natura, aan de betreffende mensen, dan lijkt mij dat u een heel aardig resultaat moet kunnen bereiken. Dat lukt deze stad niet. De tweedeling in de stad neemt alleen maar toe, zo blijkt steeds. (Wethouder ASSCHER: Is de heer Manuel ervan op de hoogte dat we een flink deel van het bedrag van 67 miljoen euro wel degelijk rechtstreeks gireren?) Natuurlijk, het zijn de armoedemiddelen waar mensen gebruik van kunnen maken, maar met een bedrag van 67 miljoen euro zouden we toch een heel eind moeten kunnen komen. (Wethouder ASSCHER: Nee. Dat is mijn volgende vraag. Als u weet dat wij inderdaad een flink deel rechtstreeks gireren, bijvoorbeeld de woonkostenbijdragen, allerlei kwijtscheldingen die we automatisch gireren, beschouwt u dat dan als een resultaat van het armoedebeleid? Of zegt u: goh, die mensen hebben weliswaar meer geld, maar ze zijn nog steeds arm?) Dat is een vreemde conclusie. Mensen die in armoede leven krijgen meer geld en zijn nog steeds arm. Daarmee kom ik bij de opmerking van mevrouw Sargentini. Dit is een fundamenteel probleem dat kennelijk niet met de methode van het college aangepakt kan worden. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik kan het niet laten. Er is iets vreemds gaande in deze gemeenteraad als het gaat om armoedebeleid. Wij geven al jaren en jaren geld aan mensen die het iets minder hebben. We doen dat omdat wij willen dat zij het iets beter krijgen. Wij kunnen echter niet het bedrag dat deze mensen op hun rekening krijgen elke maand bijplussen in de vorm van meer salaris of een hogere uitkering. Daar moet u toch allemaal van op de hoogte zijn. Wij gaan daar niet over. Wij proberen het, door een woonlastenbijdrage of een computer voor schoolgaande kinderen, voor die mensen iets beter te maken. Daar stoppen we gigantisch veel geld in. U zegt continu dat er geen resultaten zijn. We kunnen de heer of mevrouw die voor zijn of haar kind een computer krijgt niet elke maand extra geld geven. Dat kan nu aanmaal niet.) Ik moet mij baseren op de begroting en op de cijfers die ons daarin gepresenteerd worden. Aan de ene kant hoor ik wethouder Asscher zeggen dat er veel geld rechtstreeks naar de armen in deze stad gaat. Ik hoor mevrouw Van der Garde zeggen dat er ook geld in natura gaat naar de mensen die het nodig hebben. De conclusie moet echter toch zijn dat de tweedeling in deze stad groter wordt. Dat zal niemand hier ontkennen. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik hoop dat het voor u, maar ook voor de heer Limmen, nu eens duidelijk is dat we niet elk jaar 67 miljoen euro weggooien. Daarmee zorgen we ervoor — en daar bent u ook steeds bij — dat mensen het beter krijgen. U zegt nu: in natura of via woonlasten. Dat doen we al jaren. Het zou eerlijk zijn als andere partijen eens naar de externe factoren kijken waardoor het in Amsterdam soms iets minder gaat.) 44 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen Ik denk dat het goed zou zijn om in de commissie van de heer Asscher eens goed over die 67 miljoen euro te praten en over de manier waarop dat geld precies uitgegeven wordt. De heer Ossel is het tegenwoordig. Uw portefeuille is inmiddels bekend. (De heer LIMMEN: Ik denk niet dat we met 67 miljoen euro de armoede in Amsterdam kunnen oplossen. Het probleem dat ook de heer Manuel probeert aan te stippen en waar ook andere sprekers aandacht voor hebben willen vragen, is dat uit de cijfers blijkt dat het voor mensen steeds moeilijker wordt om uit de armoede te raken. Dat is het fundamentele probleem en het wordt groter in Amsterdam. Zo lang dat gebeurt, is het armoedebeleid in Amsterdam gewoon mislukt. Klaar. Kinderen verheffen is uw eigen prioriteit. Dat zegt u zelf in uw programakkoord. Juist op dat punt faalt het beleid. Dat is de tragiek en daar wordt op gewezen.) Ik ben het helemaal met u eens, mijnheer Limmen. (De VOORZITTER: De heer Limmen richtte zich tot de Partij van de Arbeid.) Kinderen Eerst. Als we de Inspectie mogen geloven, is de ene school nog slechter dan de andere. Bij de jeugdzorg heerst een volslagen chaos. Of, in de woorden van het college: het Bureau Jeugdzorg zal weer op de juiste koers gebracht moeten worden. Een zinkend schip op koers brengen zou een knappe prestatie zijn. Veiligheid misschien? De politie heeft geen tijd, geen capaciteit, te veel stagiaires, te weinig agenten om escortbureaus te controleren. Dit, terwijl we weten dat er meisjes van zeventien, achttien jaar voor bodemprijzen verhandeld worden. Die tijd en die capaciteit schijnen er overigens wel altijd te zijn als er preventief gefouilleerd wordt of als bezoekers van dancefeesten gecontroleerd worden. Het is natuurlijk maar net waaraan je prioriteit geeft. Als we naar de prestatie-indicatoren kijken, dan zet het beeld van geen of weinig resultaat zich voort. Er zijn trouwens ook nog dertien indicatoren waarvoor niet eens gegevens beschikbaar zijn. Als er al resultaten zijn, is het dit college in ieder geval niet gelukt om ze in kaart te brengen. Dat is triest. Triest voor een college dat met veel ambitie begon en daarbij bovendien de morele steun kreeg van bijna de voltallige gemeenteraad. Ik denk dat dit college niet heeft gebracht wat velen ervan verwachtten. Ik vind dat persoonlijk spijtig. Op de een of andere manier klinkt dat door in deze begroting. De ziel is eruit. Het geloof lijkt weg. Het is een herhaling van zetten geworden terwijl dat helemaal niet nodig is. Juist in het omvangrijke ambtenarenapparaat zitten getalenteerde mensen met hart voor de stad, met een visie op de toekomst. Mensen met lef en karakter. Ambtenaren van deze stad die staan te popelen om ideeën uit te werken en plannen om te zetten in tastbare resultaten. (Mevrouw VAN DER GARDE: Ik twijfelde even omdat het zo'n open deur lijkt. De Amsterdammer heeft gigantisch veel vertrouwen in dit college. De burgemeester wordt continu geroemd. Ik kan alle collegeleden wel afgaan, maar ik snap niet in welke wereld u zich bevindt. Het is in elk geval een totaal andere wereld dan waarin ik zit.) Bij uw algemene beschouwingen bleek al dat wij in twee verschillende werelden verkeren, dat klopt. Zonder meer. Een soort tweedeling. (De BURGEMEESTER: Het college stelt eerst een aantal doelen en probeert vervolgens om ze te realiseren. Dat is op zichzelf vreselijk saai. U treft dus ook niet zoveel nieuw beleid aan. De uitvoering van het beleid treft u wel aan. Ik weet ook wel, als we allemaal nieuw beleid hadden voorgesteld, dan had u gezegd: allemaal beleid, maar waar blijven nu de 45 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen resultaten? Wat doet het college? Ik weet niet of u er nog aan toekomt, maar in uw interruptie vroeg u hoe het stond met de escortbemiddelaars. Was daarmee al iets gebeurd? Dat kan ik u vertellen. In de afgelopen tijd zijn 60 bedrijven die bij ons bekend waren aangeschreven. Van die 60 bedrijven hebben 35 bedrijven inmiddels een aanvraag ingediend. Bij een flink aantal daarvan is de mogelijkheid aanwezig om ze een vergunning te verlenen. 20 bedrijven hebben geen gehoor gegeven aan die oproep, 17 bedrijven hebben laten weten de exploitatie te hebben gestaakt. Dat is binnen een jaar gebeurd op een terrein dat buitengewoon lastig in kaart is te brengen.) Complimenten aan de burgemeester. Ik begrijp dat u begonnen bent het vergunningstelsel voor escortbedrijven in werking te stellen. Er zijn nog geen vergunningen afgegeven begrijp ik, maar u bent wel bezig om dat te doen. Dat is mooi, maar dit college zit er natuurlijk al een tijd. U zegt dat u bezig bent met het uitwerken van plannen, maar aan het eind van deze bestuurstermijn zou ik graag enkele resultaten willen zien. Daar vroeg ik naar bij verschillende interrupties en daarop doelde ik aan het begin van mijn algemene beschouwingen. Ik zei net dat dit best kan in deze stad. Dan zal dit college en dan zullen deze wethouders echter hun zinnen moeten verzetten en los moeten komen van hun fascinaties en frustraties. Of ik hier nu wel of niet COv-neutraal sta te spreken, is minder relevant, wethouder Vos. Behoud en versterking van de hoofdgroenstructuur is belangrijk. Het is een blamage dat dit college nog steeds een bedrijventerrein middenin de Tuinen van West wil bouwen. (Wethouder VOS: Begrijp ik nu goed dat D66 geen steun biedt aan het klimaatprogramma en dat maar een te verwaarlozen probleem vindt?) Nee, dat begrijpt u niet goed. Ik wil u wel zeggen dat u geld maar één keer kunt uitgeven. (Wethouder VOS: U vindt het dus niet verstandig om te investeren in energiebesparing en in duurzame energie begrijp ik?) Als ik in het college zat en mocht kiezen, dan zou ik meer geld uitgeven aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld de Tuinen van West en misschien iets minder aan uw klimaatprogramma. Wethouder Asscher, u hoeft als wethouder helemaal niet naar de hoeren te gaan. Dat is een misverstand dat ergens in de vorige periode is ontstaan. Ontspan u maar een beetje en probeer op de Wallen bondgenoten te vinden in de strijd tegen de vrouwenhandel. Wethouder Van Poelgeest, het gaat helemaal niet om een huisje meer of minder. Ik las dat u het aantal van 20.000 woningen voorzichtig aan het loslaten bent. Geef in plaats daarvan maar eens iets meer aandacht aan architectuur en stedenbouw. Dan hoeven de gebouwen die u neer laat zetten niet binnen vijftig jaar weer afgebroken te worden. Bouw duurzaam. Ten slotte: ik sta hier onder permanent cameratoezicht en ik heb geen drugs bij me. Dat zit ook wel goed, burgemeester. Ik snak trouwens wel naar een borrel. D66 denkt dat het wel degelijk mogelijk is dat Amsterdam, de topstad van het college, zich tot een toonaangevende metropool op wereldschaal ontwikkelt. Dan moet echter wel de mentaliteit veranderen. Dan moet bij dit college het besef doordringen dat Amsterdam een stad is, een wereldstad, en geen dorp. Dan moet Amsterdam zich voor de wereld openen en dan zal het college de stadse waarden zoals vrijheid, tolerantie, een 24-uurseconomie, werkende ouders, goede kinderopvang, maar ook anonimiteit en een zucht naar vernieuwing tot uitgangspunt van beleid moeten maken. Dan staat het pal voor 46 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen de vrijheid van meningsuiting en geeft het kunstenaars alle ruimte. Het is een illusie om te denken dat met de introductie van een dorpsmentaliteit stadsproblemen aangepakt kunnen worden. De stadsmens is bewust geen dorpeling en zal bij een voortgaande inperking van zijn vrijheden, bij het binnendringen van de moraliserende overheid in zijn privéleven, uiteindelijk eieren voor zijn geld kiezen en deze stad verlaten. Het eerst zullen de creatieve geesten gaan, de vernieuwers, de mensen die overal ter wereld terechtkunnen en bepalend kunnen zijn voor de ontwikkeling van Amsterdam tot metropool. Voor de overheid is het daarom de kunst om de problemen aan te pakken daar waar ze zich voordoen. De zwakkeren bij te staan wanneer zij bijstand nodig hebben zonder dat daarmee iedereen in een korset van regels en verboden wordt geperst. Afgedwongen solidariteit is geen solidariteit. Ik wil besluiten met een paar welgemeende adviezen aan het college. Wethouder Asscher, laat u niet te veel meeslepen door Els Iping. Blijf knokken voor Amsterdam Topstad. U hebt al veel goede dingen gedaan. Een University College. Een Life Science Center. Een Duisenberg School of Finance. En vorige week vrijdag hebt u het zelfs voor elkaar gekregen dat de Nederlandse staatsbank haar deuren heeft geopend in een prachtig pand op onze Zuidas. Ik neem aan dat daarmee de verdere ontwikkeling van de Zuidas geen probleem meer zal zijn. Wethouder Gehrels, complimenten. Extra geld voor kunst en cultuur en een forse ambitie om Amsterdam als sportstad op de kaart te zetten. Jammer dat u de stad zoveel geld kost met de afvalenergiecentrale. Het managen van grote projecten blijft helaas een groot probleem. Wethouder Ossel, kijkt u nog eens goed naar de Havenvisie. Die is letterlijk erg bekrompen en getuigt niet echt van visie. De haven moet kunnen groeien en zich westwaarts uitbreiden. (De heer GEURTS: Ik wil de heer Manuel vragen hoe je dan de hoeder van het groen bent. U profileert D66 als zodanig. Aan de ene kant zegt u dat we in de Tuinen van West voorzichtig moeten zijn met het gebruik van de grond. Aan de andere kant propageert u dat de havens naar het westen moeten uitbreiden ten koste van allerlei groen daar. Dat begrijp ik niet.) U weet net zo goed als ik dat we de ambitie hebben om 70.000 woningen in deze stad te bouwen. Dat betekent per definitie dat we grond nodig hebben om die woningen op te bouwen. Het betekent dus ook dat bepaalde functies een andere locatie moeten krijgen in het stedelijke milieu, in de metropool Amsterdam. Als u bedoelt dat de weilanden, het groengebied ten westen van de huidige havens van Amsterdam niet in aanmerking mogen komen voor de groei van de metropool Amsterdam, dan ben ik dat niet met u eens. Ik zou er wel tegen zijn als de haven in de Tuinen van West uitbreidt. Dat is echter niet erg waarschijnlijk. (Wethouder VAN POELGEEST: Mag ik nu concluderen dat D66 het eens is met de ambitie om voor 2030 in deze stad 70.000 woningen te bouwen? Eerder wilde u dat niet.) Wij stellen ter discussie of ze in 2030 gerealiseerd moeten zijn, maar het idee om 70.000 woningen extra in de metropool Amsterdam te bouwen zullen we zeker steunen. Wij geven u alleen iets meer ruimte en tijd zoals u weet. De tweede zeesluis moet er daarom absoluut komen. En blijft u zich vooral inzetten voor de acceptatie van homo’s. Blijft u zich vooral verzetten tegen discriminatie. Wethouder Herrema, al die wijksteunpuntjes, autopesterijtjes en krachtige, prachtige probleemwijkplannen leiden u af van datgene waar het werkelijk om draait. Zorg ervoor dat de Noord/Zuidlijn gaat rijden en de stad blijft staan. Ten slotte burgemeester, alle gesubsidieerde buurtbarbecues en compenserende projecten kunnen niet verhullen dat 47 Jaar 2008 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen de politie machteloos staat bij het effectief aanpakken van de probleemjeugd. Zorg er nu eens voor dat zij de instrumenten krijgt om echt iets te kunnen doen. Misschien is het tijd om op te houden om de kroonprins van de Partij van de Arbeid te spelen. Wouter Bos heeft gezegd dat hij door wil gaan. Respecteer dat of kondig hier en nu uw tegenkandidatuur aan. Die topstad, die metropool kan nog best lukken, maar het is geen staat van de stad, het is een state of mind. De VOORZITTER: Ik wijs de raad erop dat op 29 oktober 2008 de financiële beschouwingen in de raad plaatsvinden en dat de slotbeschouwingen naar aanleiding van de begroting in december plaatsvinden. Daarmee schors ik dit agendapunt en ga over tot sluiting van deze bijzondere gemeenteraadsvergadering. Ik wens u een paar heel prettige dagen toe in de wetenschap dat het in de komende paar dagen heel mooi wordt. Ik nodig iedereen uit om in de koffiekamer nog even bij elkaar te komen voor een nazit. De VOORZITTER sluit de vergadering om 16.31 uur. 48
Raadsnotulen
48
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 619 Publicatiedatum 16 juni 2017 Ingekomen onder BS Ingekomen op donderdag 8 juni 2017 Behandeld op donderdag 8 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groen, Van Lammeren en Van den Berg inzake de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken (evenementen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 442). Constaterende dat: — het onderzoek naar de bodemgesteldheid van de Amsterdamse Parken een ‘pilot’ is, en dat wordt aangegeven dat nauwkeuriger metingen noodzakelijk zijn; — ‘toename van de belasting’ — naast inklinking — wordt genoemd als voornaamste oorzaak van bodemdaling in Amsterdam en vastgesteld is dat een verdichte bodem tot niet optimale groeicondities ter plaatse van de grasvelden, beplantingsvakken en bomen kan leiden; — met uitzondering van het Oosterpark en het Amsterdamse Bos voorafgaand of tijdens het onderzoek geen evenement/manifestatie heeft plaatsgevonden Overwegende dat: — een belangrijk doel van het uitvoeren van dit onderzoek is om vast te stellen welk aantal en welke omvang van evenementen verantwoord is vanuit de optiek van de kwaliteit van de bodem en dus van het groen en bomen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de bodem, waarbij nauwkeuriger gemeten wordt, gericht onderzoek uit te laten voeren op locaties waar (middel)grote evenementen plaatsvinden. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen J.F.W. van Lammeren P.J.M. van den Berg 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 161 Publicatiedatum 22 februari 2019 Ingekomen onder Ingekomen op woensdag 13 februari 2019 Behandeld op woensdag 13 februari 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Kilig inzake de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022 (starten met een pilot voor naming & shaming) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 104). Constaterende dat: — Het college “naming & shaming niet uit de weg" wil gaan; — In de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022 niet is gespecificeerd wanneer er gestart wordt (met een pilot) naming & shaming. Overwegende dat: — Discriminatie op de Amsterdamse arbeidsmarkt aan de orde van de dag is; — Het hoogst tijd is om de rol van de gemeente Amsterdam als normsteller uit te stralen; — Ergeen belemmeringen zijn om alvast te starten met een pilot naming & shaming. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De mogelijkheden te verkennen om alvast te starten met een pilot naming & shaming en de uitkomsten hiervan te rapporteren aan de raad. Het lid van de gemeenteraad A. Kilig 1
Motie
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 498 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Ahmadi inzake maak gebruik van invloedrijk inkoopbeleid Onderwerp Maak gebruik van invloedrijk inkoopbeleid. Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting. Het inkoopbeleid van de gemeente kan een stimulans zijn voor verbetering van beleid voor de be- drijven die hiervoor in aanmerking willen komen. Het stellen van eisen rondom duurzaamheid, in- clusie, gendergelijkheid en eerlijke herkomst met betrekking tot zowel mensenrechten en arbeids- omstandigheden, als herkomst met betrekking tot grondstoffen, zorgt ervoor dat wij verbetering stimuleren buiten de grenzen van onze interne beleidsvoering om. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Stel eisen aan het duurzaamheidsbeleid, inclusie en diversiteit, gendergelijkheid en eerlijke her- komst van bedrijven bij het gemeentelijk inkoopbeleid. Indiener N. Ahmadi
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 933 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 13 juli 2016 Ingekomen onder 550’ Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2016 (ongelijkheid als prioriteit). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Overwegende dat: — Amsterdam kampt met groeiende ongelijkheid; — Amsterdam een stad dreigt te worden voor de rijksten en de allerarmsten; — De lagere middenklasse en de middenklasse onder druk staan doordat de voorraad betaalbare woningen snel afneemt en de WMO in toenemende mate een armoedevoorziening dreigt te worden; — De groei van de ongelijkheid in de stad onwenselijk is en door het college actief bestreden dient te worden; — De SP het natuurlijk bij het juiste eind heeft met de stelling dat rijksbeleid ook bijdraagt aan de toename van ongelijkheid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Samen met het rijk te komen tot een plan van aanpak tegen de groeiende tweedeling; — De raad over de voortgang hiervan te informeren. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 november 2021 Portefeuille(s) Wonen Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer Behandeld door Directie Wonen ([email protected]) Onderwerp Vrijgeven voor inspraak voor het invoeren van de opkoopbescherming in de Huisvestingsverordening & Afdoening motie 433 accent 21 van de leden Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge inzake snel invoeren woonplicht Geachte leden van de gemeenteraad, Zoals bekend is sprake van blijvende schaarste op de woningmarkt met hoge prijsstijgingen. Het college heeft daarom al langer de wens om meer maatregelen te kunnen nemen tegen de oplopende prijzen op de woningmarkt, waardoor onder meer starters steeds minder kans maken op een koopwoning doordat beleggers deze opkopen. Per 1 januari 2022 treedt in de landelijke Huisvestingswet de opkoopbescherming in werking. Gemeenten kunnen in hun huisvestingsverordening bepalen dat goedkope en middeldure koopwoningen na aankoop in bepaalde gebieden van de stad gedurende vier jaar niet verhuurd mogen worden om ze zo te beschermen tegen opkoop door beleggers. Op deze manier kan de buy-to-let-constructie, waarbij woningen worden gekocht om te verhuren, worden tegengegaan. Het college wenst de opkoopbescherming zo snel mogelijk in te voeren. In de vergadering van de gemeenteraad van 8 juli 2021 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 3 ‘Kennisnemen van de Voorjaarsnota 2021 en vaststellen enkel begrotingswijzigingen VN2021-017684' motie 433 accent 21 van de leden Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge inzake snel invoeren woonplicht aangenomen. In de motie wordt het college gevraagd om de opkoopbescherming voor Amsterdamse woningen zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor juli 2022, in te voeren en dit te laten gelden voor zoveel mogelijk woningen in alle gebieden van de stad. Deze aangenomen motie is in lijn met de agenda van het college. Ook het college had en heeft immers al langere tijd de wens om de opkoopbescherming zo snel mogelijk in te voeren. Om de Amsterdamse situatie in kaart te brengen is OIS gevraagd onderzoek te doen naar de activiteit en invloed van beleggers op de Amsterdamse woningmarkt. Op basis daarvan heeft het college een beleidsvoorstel voor de opkoopbescherming voor Amsterdam opgesteld. Om de regeling in het eerste kwartaal van 2022 te kunnen vaststellen en daarna zo snel als mogelijk in te voeren, wordt het beleidsvoorstel met de conceptregelgeving van 3 november tot en met 15 december 2021 voor inspraak vrijgegeven voor burgers en andere partijen. Ook de stadsdelen wordt om hun advies gevraagd in deze periode. De ontvangen zienswijzen tijdens de inspraakperiode en de stadsdeeladviezen worden verwerkt in het uiteindelijke wijzigingsvoorstel Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021 Pagina 2 van6 van de Huisvestingsverordening 2020 dat nu gepland is om vast te laten stellen in de gemeenteraadsvergadering van 16 en/of 17 februari 2022. In deze brief wil het college u meenemen in de belangrijkste vitkomsten van het onderzoek van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) naar eigendomsontwikkelingen en WOZ-waarden van woningen in Amsterdam en u het voorstel presenteren en toelichten. In 2020 heeft het college reeds bepaald dat er voor nieuwbouwwoningen in de erfpachtvoorwaarden een verhuurverbod wordt opgenomen. Zowel het verhuurverbod via erfpacht als de opkoopbescherming hebben als doel koopwoningen te beschermen tegen opkoop door beleggers, zodat deze woningen beschikbaar blijven voor eigenaren die er zelf in willen wonen. Bij de nadere uitwerking van de regeling opkoopbescherming stemt het college deze regelingen op elkaar af. Analyse Onderzoek, Informatie en Statistiek De gemeente mag de opkoopbescherming alleen invoeren vanwege het bestrijden van schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen of voor het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving. Het college wil de opkoopbescherming met name inzetten om schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen tegen te gaan. Om de Amsterdamse situatie in kaart te brengen is OIS gevraagd onderzoek te doen naar de activiteit en invloed van beleggers op de Amsterdamse woningmarkt, met name wat er gebeurt met woningen die van eigenaar-bewoners zijn. Er is ook een analyse gedaan van de WOZ-waardes van woningen van eigenaar-bewoners. Dat zijn namelijk de woningen die vooral beschermd kunnen worden door de opkoopbescherming, voor zover ze vallen in de categorieën goedkope en middeldure koopwoningen. De opkoopregeling heeft geen betrekking op woningen die reeds daadwerkelijk verhuurd zijn. Als een woning van een belegger in de zes maanden voor de aankoop niet is verhuurd, dan geldt de opkoopbescherming wel. Eerder onderzoek (‘Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt’, 2019 en ‘Wonen in Amsterdam’ 2019) heeft reeds uitgewezen dat er in Amsterdam schaarste is aan alle type woningen, ook in het goedkope en middeldure koopsegment. Dat is daarom niet opnieuw onderzocht. Conclusies Onderzoek, Informatie en Statistiek Verhuurders actief in vrijwel elk segment Verhuurders die kopen van eigenaar-bewoners richten zich zowel op de goedkope en middeldure woningen als de duurste woningen. De meeste woningen die door particuliere beleggers worden gekocht van eigenaar-bewoners staan in het Centrum, Nieuw-West (beide 18%) en in Zuidoost (23%). In de rest van de stad ligt dit percentage tussen de 6% (Oost) en 15% (Noord), zie ook tabel 1 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021 Pagina 3 van 6 Tabel 2 Woningen verkocht door eigenaar-bewoners, naar type koper en stadsdeel, 2020 ( %) clave alle Le NOOD ETLS eigenaar- natuurlijk natuurlijk persoon, bewoner persoon persoon onbekend Totaal Centrum 53 18 13 15 100 West 73 10 6 10 100 Nieuw-West 67 18 5 10 100 Zuid 66 12 9 13 100 Oost 80 6 4 10 100 Noord 72 15 4 9 100 Zuidoost 51 23 12 14 100 Amsterdam 68 13 7 11 100 Toename particuliere huurwoningen, aantal koopwoningen stabiel Het aantal woningen in eigendom van particuliere verhuurders neemt toe in Amsterdam, van 108.000 in 2016 naar 131.000 in 2020. Het betreft woningen die verhuurd worden door natuurlijke personen (verhuur natuurlijk persoon) of door niet-natuurlijke personen, zoals investeringsmaatschappijen (verhuur niet-natuurlijk persoon). De toename bestaat deels vit nieuwbouw en deels uit koop binnen de bestaande bouw. Het aantal woningen in eigendom van personen die er zelf wonen (eigenaar-bewoners) is voor die periode stabiel (130.000), zie tabel 2.1. De relatieve omvang van de particuliere huurvoorraad neemt daarmee toe. Dit gebeurt in alle prijsniveaus. In de bestaande woningvoorraad is er van jaar op jaar veel uitwisseling tussen de categorieën ‘eigenaar-bewoner’ en ‘verhuur natuurlijk persoon’. In de periode 2019-2020 resulteerde dit per saldo in een afname van de voorraad in eigendom van eigenaar-bewoners en een groei van de particuliere huurvoorraad. Tabel 2.1 Aantal woningen naar type eigenaar per peildatum (absoluut) eigenaar-bewoner 125283 129907 128023 132287 130246 verhuur natuurlijk persoon 56647 54454 53977 56966 61662 verhuur niet-natuurlijk persoon 51301 54833 54511 66811 69477 Corporatie 188661 183282 181909 180348 180736 overig/onbekend 1893 5382 14212 5055 5089 Totaal 423785 427858 432632 441467 447210 Woningen naar type eigenaar per peildatum (procenten) eigenaar-bewoner 30 30 30 30 29 verhuur natuurlijk persoon 13 13 12 13 14 verhuur niet-natuurlijk persoon 12 13 13 15 16 Corporatie 45 43 42 41 40 overig/onbekend 0 1 3 1 1 Totaal 100 100 100 100 100 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021 Pagina 4 van 6 Verschuiving woningen naar hogere prijsklasse De woningprijzen zijn sterk gestegen de afgelopen jaren. Het aantal betaalbare woningen neemt daarmee af. De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in eigendom van eigenaar-bewoners ligt op €542.450 (2020). Dat gemiddelde wordt sterk beïnvloed door hoge waardes: 65% van de woningen van eigenaar-bewoners ligt onder deze waarde. Bezit van eigenaar-bewoners in het lagere segment (tot €314.000) bedraagt 25.000 woningen. Dit segment bevindt zich vooral in Zuidoost. Noodzaak van de opkoopbescherming Het aanbod van goedkope en middeldure woningen in Amsterdam is laag. Het onderzoek laat zien dat in alle stadsdelen beleggers woningen opkopen ten koste van kopers die zelf in een woning willen wonen. Dit is voor een deel ook terug te zien in het feit dat het aantal woningen in bezit van verhuurders de laatste jaren is toegenomen ten opzichte van eigenaar-bewoners, terwijl er in de nieuwbouw koopwoningen zijn bijgekomen. Door de resterende goedkope en middeldure woningen te beschermen tegen verhuur, worden de kansen voor kopers die in hun woning willen wonen (waaronder starters) vergroot. Voor beleggers wordt de goedkope en middeldure koopmarkt een stuk minder aantrekkelijk, omdat het grootste verdienmodel - verhuur van woningen — verboden wordt voor deze woningen. Het college acht de bescherming van goedkope en middeldure koopwoningen voor eigenaar-bewoners, gelet op de schaarste aan koopwoningen en hun financieel geringere draagkrachtige positie, van groot belang. Uit het Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (Wirra, 2019) onderzoek blijkt ook dat er een tekort is aan goedkope en middeldure koopwoningen. Uit dit onderzoek komt naar voren dat hoewel er in Amsterdam schaarste is aan alle type woningen, er meer behoefte is aan goedkope en middeldure koopwoningen dan aan vrije sector huurwoningen. Een aanzienlijke groep mensen ziet vrije sector huur als een tijdelijke oplossing wanneer ze (nog) geen koop- of betaalbare huurwoning kunnen vinden. De belangrijkste punten van het voorstel zijn: e _Om schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen in de stad te bestrijden is het college van plan in 2022 de regeling opkoopbescherming in te voeren. De regeling beoogt koopwoningen tot en met het middeldure segment te beschermen tegen opkoop door beleggers. Mensen die op zoek zijn naar een koopwoning om zelf in te wonen maken zo meer kans, waaronder starters. De belangrijkste nieuwe regel zal zijn dat het gedurende vier jaar na aankoop van een woning verboden is de woning te verhuren. e De opkoopbescherming wil het college invoeren voor de gehele stad voor koopwoningen met een WOZ-waarde tot en met € 512.000,- (middeldure prijsgrens). Daarmee wordt 60% van de woningen in eigendom van mensen die er zelf wonen beschermd tegen opkoop door beleggers. Ook andere woningen met een WOZ-waarde tot en met €512.000 die voor aankoop zes maanden vrij waren van huur vallen onder de regeling. e De wettelijk verplichte uitzonderingen op deze regel zijn: 1. verhuuraan eerste- of tweedegraadsfamilie; 2. verhuur voor maximaal een jaar door bewoners die bijvoorbeeld een jaar in het buitenland willen verblijven en; 3. verhuur van woonruimte die onlosmakelijk verbonden is met een bedrijfsruimte, kantoor of winkel. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021 Pagina 5 van 6 In deze situaties zal de gemeente een vergunning verlenen. e De regeling is in principe voor onbepaalde tijd ingevoerd. Elke vijf jaar zal het Rijk de opkoopbescherming evalueren en kan de regeling worden ingetrokken als blijkt dat deze niet meer noodzakelijk is. Berekening WOZ-grens goedkope en middeldure koopwoningen op € 512.000 De begrippen goedkope en middeldure koop voor de opkoopbescherming zijn in de Huisvestingswet niet ingevuld. Gemeenten kunnen dit zelf bepalen en daarbij rekening houden met de lokale woningmarkt. Daarom is gekozen voor een objectieve methodiek voor het vaststellen van de WOZ-grens die past bij de marktsituatie en de woningprijzen in Amsterdam. De prijsgrenzen die de gemeente tot nu hanteert voor beleid en onderzoeken zijn gebaseerd op de (landelijke) leencapaciteit van verschillende inkomensgroepen en niet zozeer toegespitst op de Amsterdamse woningmarkt. Dat maakt deze grenzen minder geschikt voor de opkoopbescherming in Amsterdam. Daar komt bij dat de grens op basis van leencapaciteit van een middeninkomen € 314.000 zou zijn en hier minder dan 20% van de woningen in eigendom van eigenaar-bewoners onder valt. Het is dan de vraag of het instrument wel effectief is, zeker gezien de jaarlijks stijgende prijzen. Het college wil minstens 60% van de woningen van eigenaar-bewoners beschermen. Een lager percentage heeft volgens het college te weinig bereik en zou daarom niet effectief zijn. Als slechts een klein aandeel woningen onder de opkoopbescherming wordt gebracht, dan is dat aandeel vatbaarder voor prijsopdrijving waardoor uiteindelijk alsnog boven de grens vit wordt gekomen. De huizenprijzen in Amsterdam zijn de afgelopen jaren sterk gestegen. Met een grens van € 512.000 voor middeldure koopwoningen wordt de wens van het college om zestig procent van de woningen van eigenaar-bewoners te beschermen, gehaald. In de onderstaande figuur is te zien hoeveel procent van de woningen van eigenaar-bewoners per gebied onder de regeling komt te vallen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021 Pagina 6 van 6 Figuur 2 Woningen van eigenaar-bewoners met WOZ tot €512.000 (%), 2021 (prijspeil 2021) woningen eigenaar-bewoners, 2021 aandeel WOZ tot €512.000 El geen data L_Jo-20 LJ 20-40 40 - 60 B 60-80 EEN 80 - 100 Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, \mne Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 719 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 1 juli 2015 Behandeld op woensdag 1 juli 2015 Status aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte, mevrouw Shahsavari-Jansen en mevrouw Moorman inzake de uitkomsten van de verkenning naar een mogelijke samenwerking met Tel Aviv en Ramallah. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitkomsten van de verkenning naar een mogelijke samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (Gemeenteblad afd. 1, nr. 660); Overwegende dat: — de burgemeester en de wethouder Economische Zaken een bezoek gaan brengen aan Tel Aviv en Ramallah; — Amsterdam bewust kiest voor het onderzoeken van een samenwerkingsverband met beide steden; — de gemeentebesturen van Tel Aviv en Ramallah willen bijdragen aan het bevorderen van vrede in Israël en Palestina; — het bericht dat Amsterdam af zou zien van een samenwerking met Tel Aviv bij de bevolking hard is aangekomen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in het kader van het verkennen van een samenwerking met de steden Ramallah en Tel Aviv de beide burgemeesters uit te nodigen voor een gezamenlijk tegenbezoek aan Amsterdam. De leden van de gemeenteraad J.M. Paternotte M.D. Shahsavari-Jansen M. Moorman 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 696 Publicatiedatum 11 september 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer L.G.F. vens en mevrouw F. Ulichki van 12 augustus 2013 inzake de toegankelijkheid van Amsterdam voor mensen met een geleidehond. Amsterdam, 4 september 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers: In de week van 5 augustus 2013 organiseerde het Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds (KNGF) de actie ‘Open Deuren’ waarbij aandacht werd gevraagd voor de toegankelijkheid van openbare gelegenheden voor geleidehonden. In Nederland bestaat — in tegenstelling tot andere landen — geen landelijke wetgeving die de toegankelijkheid van openbare gelegenheden voor geleidehonden regelt. Het komt daarom regelmatig voor dat geleidehonden geweigerd worden in onder meer supermarkten, restaurants, taxi's of musea. Uit recent onderzoek van het KNGF blijkt dat meer dan 50% van de 400 bazen van geleidehond die aan het onderzoek deelnamen wel eens bij openbare gelegenheden is geweigerd. Geweigerd worden in een supermarkt, winkel of horecagelegenheid is het meest voorkomend: bijna 60% heeft dit meegemaakt. 40% van de ondervraagden is eens of meerdere keren geweigerd bij een taxi. Ook in ziekenhuizen, theater, bioscopen, bedrijfspanden en kantoorgebouwen, vakantieadressen en de apotheek en tandarts worden blinden en slechtzienden vanwege hun geleidehond geweigerd. Vaak speelt daarbij onwetendheid over het gedrag en de taken van de geleidehond een rol. Helaas heeft het tot gevolg dat de toegankelijkheid en zelfstandigheid van blinden en slechtzienden sterk beperkt wordt. Bij de actie ‘Open Deuren’ openden gelukkig veel gelegenheden hun deuren voor geleidehonden en hun baasjes. De fracties van SP en GroenLinks vinden dat om toegankelijkheid te waarborgen alle openbare gelegenheden in Amsterdam geleidehonden zouden moeten binnenlaten. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 12 augustus 2013, respectievelijk namens de fracties van de SP en GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer A september 2013 Schriftelijke vragen, maandag 12 augustus 2013 1. Is het college het met vragenstellers eens dat het belangrijk is dat Amsterdam en al haar openbare gelegenheden toegankelijk zijn voor mensen met een beperking? Zo ja, is het college het daarom met ondergetekenden eens dat geleidehonden in elke openbare gelegenheid in Amsterdam welkom zouden moeten zijn? Antwoord: Ja het college onderschrijft dat geleidehonden in openbare gelegenheden binnen gelaten zouden moeten worden. 2. Zijn geleidehonden altijd welkom in alle gemeentelijke gebouwen zoals stadsdeelkantoren, buurthuizen, sportgebouwen, musea, etc.? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Op de website www. ToegankelijkAmsterdam.nl is een overzicht van de toegankelijkheid van alle gebouwen en voorzieningen in Amsterdam, waar mensen kunnen zien of een geleidehond welkom is. Bijvoorbeeld van het Grachtenhuis, Stedelijk Museum, het Rijksmuseum en het Concertgebouw is bekend dat ze toegankelijk zijn. Ook de stadsdeelkantoren laten geleidehonden toe. 3. Wat gaat het college eraan doen om te stimuleren dat geleidehonden welkom zijn in openbare gelegenheden in Amsterdam? Is het college bereid Amsterdam neer te zetten als geleidehondvriendelijke gemeente en alle gemeentelijke instanties hierop te wijzen? Antwoord: Er zijn weinig signalen dat er in Amsterdam een structureel probleem is. Het college ziet daarom nu geen noodzaak om instanties hierop aan te spreken. Mensen die benadeeld worden kunnen een klacht indienen bij de gemeente of bij belangenorganisaties. Mocht blijken dat er wel degelijk structurele problemen zijn met de toelating van geleidehonden, dan zal de gemeente actie ondernemen 4. Is het college bereid om in het nog op te stellen Plan van Aanpak Toegankelijkheid, aandacht te besteden aan de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor geleidehonden? Antwoord: Ja, daar is het college toe bereid. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
> < Gemeente Amsterdam Motie > < Datum raadsvergadering 16 maart € Ingekomen onder nummer 87 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Abdi, Yemane, Broersen, Bons en Wehkamp inzake Amsterdamse schoolveiligheid aanpakte verbreden naar het primair onderwijs Onderwerp Inzet Amsterdamse schoolveiligheid Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de inzet Amsterdamse schoolveiligheid. Constaterende dat: -_ Het onderwijs een veilige omgeving moet zijn waarbinnen jongeren zich veilig kunnen ontwikkelen; -_Er zorgen zijn over de veiligheidsproblematiek in de stad betreffende kwetsbare jongeren met betrekking tot bijvoorbeeld wapenbezit, overvallen, criminele uitbuiting en drugscriminaliteit; -_ Het College veel aandacht heeft voor schoolveiligheid in het voortgezet onderwijs en daarvoor een uitgebreide en integrale aanpak heeft ontwikkeld; -_Erechter ook in het primair onderwijs steeds vaker zorgelijke signalen zijn over kwetsbare jongeren en schoolveiligheidsproblematiek®3; Overwegende dat: -_Het belangrijk is om een veilige omgeving te creëren waarin jongeren onderwijs kunnen volgen en zich ontwikkelen; -_Het belangrijk is dat preventie eerder wordt ingezet voordat kinderen in aanraking komen met veiligheidsproblematiek; -__ Scholen in het primair onderwijs, in het bijzonder leraren, behoefte hebben aan meer ondersteuning. 1 https://www.rijksoverheid.nl{documenten/{rapporten/2022/01/15/veilig-op-school 2 https://www.rijksoverheid.nl/actueel{nieuws{2022/04/26/extra-geld-voor-aanpak-jonge-aanwas-criminaliteit-in-15-gemeenten 3 Amsterdams Veiligheidsbeeld, trendbeeld politie en Regionale en Veiligheidsrapportage 2022 Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ Te onderzoeken of de Amsterdamse aanpak schoolveiligheid kan worden uitgebreid naar het primair onderwijs (groep 6, 7 en 8); -_ Bestaande programma’s die aansluiten op jeugd en veiligheid mee te nemen in dit onderzoek; - De raad te informeren over de uitkomst voor Q4 van 2023. Indiener(s), F. Abdi M. Yemane J. Broersen A.D.J. Bons J. Wehkamp
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 614 Publicatiedatum 16 juni 2017 Ingekomen onder BN Ingekomen op donderdag 8 juni 2017 Behandeld op donderdag 8 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Poorter, Hammelburg, Van Soest, Boomsma en Flentge inzake de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de uitvoering van motie (919) van het lid Poorter inzake transformatie zorgvastgoed (bouwen woonhofjes voor senioren). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de uitvoering van motie (919) van het lid Poorter inzake transformatie zorgvastgoed (Gemeenteblad afd. 1, nr. 431). Overwegende dat: — Ouderen langer in hun eigen huis blijven wonen, maar veel ouderen wel behoefte hebben aan sociaal contact, gevoel van veiligheid en burenhulp — Inde inrichten van de openbare ruimte en de wijze van woningbouw veel kan bijdragen aan veiligheid en sociale cohesie — Amsterdam de komende jaren de ambitie heeft meer ouderenwoningen in het sociale segment te bouwen — De Amsterdamse binnenstad historisch veel hofjes heeft waarvan een aantal speciaal voor ouderen — _Hovenbouw ook in latere bouwfases populair was, onder meer onder invloed van stedenbouwkundige Ko Mulder (1930-1972) — Hofjes kunnen bijdragen in de strijd tegen eenzaamheid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Te onderzoeken hoe in Amsterdam meer hoven bouw voor senioren kan worden gerealiseerd, waarbij kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen bewoners kunnen worden bevorderd, en hoe deze hofjeswoningen gelabeld kunnen worden als seniorenwoningen. 2. Samen met de corporaties en andere investeerders hierover in gesprek te gaan, en hier ook ouderenorganisatie bij te betrekken. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 614 Motie Datum 16 juni 2017 De leden van de gemeenteraad M.F. Poorter A.R. Hammelburg W. van Soest D.T. Boomsma E.A. Flentge 2
Motie
2
discard
Stadsdeelcommissie - in pleno Agenda Datum 10-09-2019 Aanvang 19:30 Locatie Stadsloket Oost, Raadzaal, Oranje-Vrijstaatplein 2 Algemeen VOORAF: Mogelijke uitbreidingsgebieden bestaande milieuzone, van 18.30 tot 19.15 uur (alleen voor leden) Algemeen 1. Opening en vaststelling agenda 2. Mededelingen 3. Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 27 augustus 2019 4, Mededelingen van de ingekomen stukken 5. Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen 6. Nieuws uit de gebieden Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal speelt in de gebieden 6a. Watergraafsmeer 6b. Indische Buurt/Oosterlijk Havengebied 6c. Oud-Oost 6d. IJburg/Zeeburgereiland Inhoudelijk 7. Beëdiging M. van Dongen als stadsdeelcommissielid 8. Idee van Stem van Oost: Wormenhotels 9. Tiny Forests 10. Vuurwerk Oudjaar 2019 11. Adviesaanvraag (concept) Uitvoeringsprogramma Wabo 2019-2020 Algemeen 12, Rondvraag en sluiting Ingekomen stukken Geen aanmelding ontvangen. Insprekerslijst Geen aanmelding ontvangen. Verslag Informatie Locatie en opnamen Dit overleg met de stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt plaats in de Raadzaal van Stadsloket Oost. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden In beginsel kunt u bij een geagendeerd thema eerst uw inspreekbijdrage houden (max. 3 minuten) en daarna aanschuiven om met de stadsdeelcommissieleden over het onderwerp mee te discussiëren. Bij een niet- geagendeerd thema kunt u max. 3 minuten inspreken aan het begin van de vergadering (agendapunt 3). Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online aanmeldformulier: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/stadsdeeloost/meedenken/aanmelding-inspreken/.
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 254 Datum akkoord college van b&w van 28 maart 2017 Publicatiedatum 28 maart 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Dantzig van 24 februari 2017 inzake het wooncomplex Gouden Leeuw in Zuidoost. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In de week van 13 februari 2017 week berichtte het Parool over een zorgelijke ontwikkeling in Amsterdam Zuidoost. Daar zouden woningen binnen het wooncomplex de Gouden Leeuw op grote schaal worden opgekocht en met grote omloopsnelheid worden verhuurd aan studenten en arbeidsmigranten! Er lijkt in veel van de woningen sprake te zijn van overbewoning. Met overlast, verloedering en afbrokkeling van de sociale veiligheid tot gevolg. De Vereniging van Eigenaren (VvE) wil graag dat er maatregelen worden getroffen, maar de ontwikkelingen lijken sneller te gaan dan haar daadkracht rijkt en het contact met de bestuurscommissie lijkt moeizaam te verlopen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Dantzig, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van het genoemde artikel en hoe beoordeelt zij de zorg van de VvE dat illegale verhuur op grote schaal plaats zou vinden in het woningencomplex? Antwoord: Ja, het college heeft kennis genomen van het artikel in het Parool van 17 februari 2017 en deelt de zorg van de VVE. Afgelopen week is de wethouder Wonen zelf bij de VVE langsgegaan om zich van de situatie op de hoogte te stellen. ' http:/www.parool.nl/amsterdam/een-van-de-mooiste-wooncomplexen-van-amsterdam- verpaupert-a4463837/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer oe maart 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 februari 2017 2. Kan het college toelichten wat in het specifieke geval van de Gouden Leeuw aan de hand is met betrekking tot illegale verhuur en overbewoning? Antwoord: Het complex omvat 400 woningen. Er zijn 13 omzettingsvergunningen naar onzelfstandige woonruimte verleend en er lopen nog 4 aanvragen. Daarnaast zijn, op basis van meldingen van de VVE, na onderzoek van Handhaving nog 91 adressen in beeld, waar mogelijk sprake is van kamerverhuur. Dit is in onderzoek. 3. Beaamt het college dat overbewoning, een hoge omloopsnelheid en grootschalige huisvesting van studenten en arbeidsmigranten een negatieve impact heeft op de woonervaring van vaste bewoners? Welke instrumenten heeft de gemeente om huisjesmelkers die doelbewust en op grote schaal de regels overtreden aan te pakken? Antwoord: Het college beaamt dat er sprake kan zijn van een negatieve impact op de woonervaring. Daarom is er een vergunning voor het omzetten van een zelfstandige woning naar onzelfstandige woonruimte. Bij het omzetten van woonruimte zonder vergunning zal gehandhaafd worden door middel van een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom of bestuursdwang. 4. Deelt het college het verwijt van de VvE dat toezicht, controle en handhaving in het geval van de Gouden Leeuw onvoldoende is? a. Zo ja, kan het college toezeggen hier extra inzet op te plegen? b. Zo nee, hoe verklaart zij dan de zorgen van deze VvE? Antwoord: Het college is in overleg met de VvE en pleegt extra inzet. In overleg met het stadsdeel is gestart met de voorbereiding van de handhaving en zijn er gesprekken gevoerd met de VvE. De VvE Gouden Leeuw is ervan op de hoogte gesteld, dat de situatie in onderzoek is en dat daar, waar overtredingen worden geconstateerd, handhaving zal plaatsvinden. In het gesprek van de wethouder met de VvE heeft hij ook gewezen op de verantwoordelijkheden en mogelijkheden die de VvE zelf heeft om bepaalde vormen van verhuur tegen te gaan door dit op te nemen in het splitsingsreglement. 5. Uit contact tussen D66 en de VvE blijkt dat het contact met het Dagelijks Bestuur in het stadsdeel moeizaam verloopt. Onderschrijft het college dat de aanpak van illegale verhuurpraktijken door huisjesmelkers een prioriteit is van de gehele gemeente? Antwoord: Ja, de aanpak van huisjesmelkers is een prioriteit van de gehele gemeente. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer oe maart 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 februari 2017 6. Signaleert het college dat er op andere plekken in de stad vergelijkbare problemen optreden met grootschalige opkoop van woningen met illegale situaties zoals overbewoning tot gevolg”? a. Zo ja, welke mogelijkheden ziet zij om dit te voorkomen? b. Zo nee, beschouwt zij de casus van de Gouden Leeuw als incident? Antwoord: Uit de evaluatie woningdelen 2016 blijkt dat er duizenden gevallen zijn, waarbij sprake is van omzetting naar onzelfstandige woonruimte (kamergewijze verhuur) zonder vergunning. Het is dan ook waarschijnlijk dat er meer situaties zijn zoals in de Gouden Leeuw. Zo laat het college in ieder geval de situatie in Kleiburg onderzoeken, waarover we meldingen van verkamering van koopwoningen hebben ontvangen. De laatste tijd heeft het college flink in handhaving geïnvesteerd, waarbij het zwaartepunt ligt op handhaving van illegale hotels. Het college treedt ook handhavend op tegen de overtreding van het nieuwe beleid voor woningdelen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Oud Noord (16 april} Noord Oost (18 april) Noord West (18 april) uerlelsiNPer gebied Adviesaanvraag verlagen Adviesaanvraag verlagen Adviesaanvraag verlagen (ON) en parkeervergunningplafond jparkeervergunningplafond jparkeervergunningplafond 18-april -Adviesaanvraag uitrol -Adviesaanvraag uitrol -Adviesaanvraag uitrol ONNA) schone taxistandplaatsen chone taxistandplaatsen chone taxistandplaatsen NO) -Adviesaanvraag wijziging f-Adviesaanvraag wijziging fAdviesaanvraag wijziging APV i.v.m. beëindigen APV i.v.m. beëindigen APV i.v.m. beëindigen alternatief personenvervoer falternatief personenvervoer falternatief personenvervoer 15-MayfPlenair -Agenda sportstimulering -Presentatie stedelijke honorering infrastructurele prioriteiten -Amsterdams klimaatakkoord |L DD EC 10-Jul -Evaluatie vergaderen per gebied DD Esen TT TT DD TT TT DD DD Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp ILG Bijzonderheden 2019fn.n.b. Ongevraagd advies evaluatie [Gebiedsvertegen-woordigersjNa bespreking monitor, invoering nieuw Oud Noord najaar 2018; de heer Theo parkeerbeleid in Oud-Noord an Gestel ([email protected]) wordt graag op de hoogte gehouden over de planning. 10-AprfTechnische presentatie over [Ruud Dreijer stedelijk proces rondom honorering infrastructurele prioriteiten 2019 n.n.b. fIn.n.b. Jaarverslag natuur in Noord |Fred Haaijen erzoek van commissie in ergadering 14 november 2018 n.n.b. _fn.n.b. Groen ijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden: amiel Ledderhof en Rebecca Kloosterman amiel.ledderhof @gmail.co m n.n.b. fn.n.b. Openbare ruimte op de ijbe Langeveld NDSM n.n.b. fIn.n.b. oegankelijkheid van |Paul Scheerder stoepen Evaluatie hondenbeleidpmnan Der n.n.b. fIn.n.b. Participatie Nicoline van der Torre, oorgesteld in SDC 14 nov anan Uyar, Elijah Alvares 2018 n.n.b. In.n.b. Ombuigen van negatief Elijah Alvares naar positief gedrag van jongeren in Amsterdam Noord n.n.b. fn.n.b. Gevaarlijke Régine Anmuth, Dennis kruispunten in Overweg n.n.b. _fn.n.b. BEOOR Frans Rein Jurrema, Canan Uyar, Nicoline van der Torre, Fatin Bouali n.n.b. fIn.n.b. Meer sportmogelijkheden in Canan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert Noord Overweg, Fatin Bouali & Klinkenberg (Stem van Peter Willing Noord). n.n.b. In.n.b. Culturele locatie anan Uyar, Dennis Overweg Hamerstraatgebied & Elijah Alvares n.n.b. fIn.n.b. Opheffing Participatieraad anan Uyar & Wijbe Langeveld n.n.b. fIn.n.b. Bevorderen Elijah Alvares jongenparticipatie n.n.b. fIn.n.b. oegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis oor mensen met een Overweg beperking 2019101 weede technische sessie erzoek gedaan op eerste Javabrug na openbare echnische sessie Javabrug informatieavonden Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp EIKES Bijzonderheden Damen schiprepair oorlopig uitgesteld nb fmb Only Friends 10-Jul fn.n.b. Hamerkwartier erzoek gedaan op echnische informatiesessie
Agenda
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1113 Publicatiedatum 23 september 2016 Ingekomen onder Ss Ingekomen op 14 september 2016 Behandeld op 14 september 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake Koers 2025 (onderzoek mogelijkheden voor woningbouw in het buitenhavengebied). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Koers 2025, een ruimtelijke ontwikkelstrategie van Amsterdam 2016-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 838). Constaterende dat: — Koers 2025 gericht is op woningbouwlocaties die voor 2025 tot ontwikkeling kunnen worden gebracht; — de mogelijkheden daarvoor aanwezig zijn, maar niet uitgesloten kan worden dat daarvoor de Hoofdgroenstructuur en ander waardevol groen wordt aangetast; — de energietransitie urgent is en reeds begonnen; — hierdoor kolen- en benzine-opslag steeds meer stranded assets worden; — het Westelijk Havengebied ten westen van de Ring A10, en verder ruwweg begrensd wordt door de Westhaven, het Noordzeekanaal in het noorden en de A5 in het zuiden, gedomineerd wordt door kolen- en benzine-opslag en overslaginstallaties die binnen 35 jaar obsoleet zijn en nu al tot de zogeheten 'stranded assets’ aan het behoren zijn; — vooruitziende bestuurders hier rekening mee houden. Overwegende dat: — wij meer mensen een plek willen bieden in de stad en de druk op de woningmarkt ook met oog op de langere termijn willen verlichten; — in de structuurvisie het onderdeel Haven-Stad is opgenomen, welke de wenselijkheid en haalbaarheid van gemengd wonen, werken en recreëren in het Westelijk Havengebied buiten de Ring A10 en langs het Noordzeekanaal onbesproken laat. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — nader te onderzoeken hoeveel woningen op middellange en met name lange termijn (na 2025) te realiseren zijn in het Westelijk Havengebied in het gebied ruwweg begrensd door de Ring A10, de Westhaven, het Noordzeekanaal in het noorden en de Â5 in het zuiden; — hetresultaat van dit onderzoek in 2017 aan de raad aan te bieden. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1113 Moti Datum 23 september 2016 otie Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
train
De module Samenspraak start om 19.30 uur. De leden van de bestuurscommissie ontvangen u graag in de Burgerzaal en zijn uw gesprekspartner. U kunt vrij inspreken over onderwerpen die niet op de agenda staan en in gesprek gaan met de leden van de bestuurscommissie. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020 25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken. De module Debat start uiterlijk om 21.00 uur. Indien de Samenspraak eerder is afgerond, zal het Debat ook eerder beginnen. De leden van de bestuurscommissie voeren het politieke debat. Wilt U uw mening geven over een geagendeerd onderwerp? Dan bent u van harte welkom om in te spreken. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020 25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken. Agenda Datum 07-06-2017 Aanvang 19:30 Locatie Burgerzaal, stadsdeel Samenspraak De starttijd van de avond is 19.30 uur. De leden van de bestuurscommissie ontvangen u hiervoor graag in het stadsdeelhuis en zijn uw gesprekspartner. De Samenspraak kan tot uiterlijk 21.00 uur duren. U kunt daarbij vrij inspreken over onderwerpen die niet op de agenda staan en in gesprek gaan met de leden van de bestuurscommissie. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020 25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken. 1. Opening 2. Vrij inspreken over niet geagendeerde onderwerpen Insprekers: 1. Dhr. K. Kools, mw. N. Postma en dhr. R. de Groot. Allen gaan inspreken op het onderwerp ‘Puurnatuurtuin’ 2. Dhr. lvar Janmaat over Zwerfvuil in Amsterdam Noord 3. Sluiting Debat Let op: De starttijd van het Debat is uiterlijk 21.00 uur. Indien de Samenspraak eerder is afgerond, zal het Debat ook eerder beginnen. De leden van de bestuurscommissie voeren het politieke debat om een oordeel te vormen over onderwerpen waarover ze later een besluit nemen. Wilt u uw mening geven over onderwerpen die op de agenda staan? Dan bent u van harte welkom om in te spreken in het stadsdeelhuis. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020 25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken. 1. Opening 2. Mededelingen 3. Vaststellen agenda 4. Vaststellen Verslag 5. Toezeggingen Debat en Besluitvorming 6. Procedurevoorstellen 7. Terugkoppeling module Onderzoek en Bijeenkomstenkalender 8. Meerjarenplan Fiets 9. Agenderingsvoorstel Voorrang voor de Fiets 10. Herschikkingsvoorstel middelen reserve Kwaliteit Openbare Ruimte (KOR) De beantwoording van de technische vragen zijn reeds naar u toegemaild. 11. Monumentaal pand Weerenkapel, Het Breed 2. 12. Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur 2018 13. Rondvraag en Sluiting
Agenda
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 603 accent Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Havelaar inzake begroting 2024 Onderwerp Bezoekersparkeren centrum Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de begroting 2024 Overwegede dat e Stadsdeel Centrum het enige stadsdeel is waar bezoekers parkeren niet ingevoerd is e De alternatieven voor bezoekers van bewoners in het centrum om hun auto te parkeren schaarser en duurder worden e Recent 24/7 betaald parkeren in centrum is ingevoerd en dat parkeren er €7,50 per vur moeten betalen e Het nieteerlijk is dat bezoekers van centrumbewoners voor deze rekening opdraaien en het zorgwekkend is dat bezoek ontvangen in centrum zo veel lastiger wordt Verzoekt het college van burgemeester en wethouders e _Bezoekersparkeren met 65% korting in te voeren in stadsdeel centrum zodat bewoners in centrum hun bezoek tegen redelijk tarief kunnen laten parkeren en de benodigde 5,4 mil- joen euro in te boeken als tegenvaller op de parkeerinkomsten na de enorme verhoging door in centrum naar 24/7 €7,50 te gaan. Indiener(s), R.B. Havelaar
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 178 Publicatiedatum 20 maart 2019 Ingekomen onder Z Ingekomen op woensdag 13 februari 2019 Behandeld op woensdag 13 maart 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit (onderzoek naar Forum voor Democratie) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 105). Constaterende dat: - Het college haar ogen niet wil sluiten voor het gegeven dat extreemrechtse onderwerpen en complottheorieën niet langer taboe zijn in het maatschappelijke, politieke en online debat; - De politieke partij Forum voor Democratie zich volgens onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut schuldig maakt aan het verspreiden van een extreemrechtse complottheorie over de ‘omvolking' van de samenleving. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Een onderzoek uit te voeren naar de rol van de politieke partij Forum voor Democratie omtrent de normalisering van extreemrechts gedachtengoed onder Amsterdammers. - Om over de resultaten van het onderzoek te rapporteren aan de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad S.H. Simons 1
Motie
1
train
VN2023-013096 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ oractie Veoh 5 Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 6 Datum besluit Nvt. Onderwerp Driehoek tegen Drugscriminaliteit - Visie en Voortgang en Rapportage Weerbaar Amsterdam 2019-2022 en afdoening toezeggingen De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van het document ‘Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang’, waarin de voortgang van de Driehoeksstrategie 2021 op hoofdlijnen wordt beschreven; 2. Kennis te nemen van de rapportage van het programma ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’, waarin specifieke maatregelen ingezet tegen ondermijning en drugscriminaliteit vanuit de gemeente en het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ) nader worden toegelicht; 3. _Kenniste nemen van de aanbiedingsbrief bij deze stukken. Wettelijke grondslag Artikel 180, eerste, tweede en derde lid, van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond ‘Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang’ vormt de paraplu waaronder de voortgang van het brede spectrum van maatregelen in de stad tegen de vitwassen van drugscriminaliteit uiteen is gezet. Door de Driehoeksrapportage en de rapportage ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’ gezamenlijk aan te bieden wordt de raad een overzicht geboden. Ad 1. Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang Het rapport laat zien hoe de Driehoekspartners zich samen met het RIEC en het AcVZ richten op het bestrijden van crimineel geld, het tegengaan van geweld en het versterken van wijken vanuit de diverse programma’s. Het rapport biedt daarmee een overkoepelend perspectief op de totale aanpak van ondermijning in Amsterdam en de regio. Informatie op detailniveau van interventies kan worden geraadpleegd door hyperlinks naar andere documenten. De aanpak kent vijf doelen: 1. Het vergroten van bewustzijn onder ‘recreatieve gebruikers’ van de corrumperende werking van drugshandel 2. Het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt 3. Het bieden van perspectief aan (kwetsbare) jongeren 4. Het tegengaan van corruptie en ondermijning 5. Het tegengaan van excessief geweld. Gegenereerd: vl.18 1 VN2023-013096 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Directie Openbare 9 Amsterdam ee ‚ ‚ In AZ Ordeen Veiligheid X Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter kennisneming Ad 2. Weerbaar Amsterdam In de rapportage ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’ worden specifieke maatregelen van de gemeente en het AcVZ nader toegelicht. Over de voortgang van het programma ‘Weerbaar Amsterdam’ is de raad voor de laatste keer op 19 mei 2022 geïnformeerd. De rapportage bestaat uit twee onderdelen. Het deel ondermijning is specifiek gericht op de financieel-economische aspecten van ondermijning, zoals malafide bedrijvigheid en vastgoedeigen- dom. Het deel drugscriminaliteit richt zich op de sociaal-maatschappelijke aspecten en heeft als doel het verminderen van de ontwrichtende werking van de drugseconomie op buurten en kwetsbare (jonge) mensen, en hen weerbaarder te maken tegen de aantrekkingskracht van (drugs)criminaliteit. Tevens ontvangt u de evaluaties van twee maatregelen vit Weerbaar Amsterdam: de aanpak Doorgroeiers en de Credible Messengers. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies De Stuurgroep Veiligheid en Zorg heeft op 19 april jl. ingestemd met de rapportage ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’. De Driehoek heeft 19 april jl. ingestemd met het document ‘Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang’. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Hiermee worden twee toezeggingen afgedaan: 1) Afdoening van de toezegging aan lid Garmy (Volt) tijdens de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van g juni 2022, bij een volgende rapportage nader te informeren over de effecten van de maatregelen binnen Weerbaar Amsterdam (TA2022-000485); 2) Afdoening van de toezegging om de raad te nader te informeren over de aanpak drugscriminaliteit die in de driehoek is besproken (TA2023-000457, toezegging in de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 20 april 2023 bij de bespreking van het Meerjarenplan Gegenereerd: vl.18 2 VN2023-013096 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ Directie Openbare 9 Amsterdam ee jn ed Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Ordeen Veiligheid € Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter kennisneming integrale persoonsgerichte aanpakken veelplegers en jongeren{jongvolwassenen (HIC-, drugs- en wapendelicten) 2023-2026). Welke stukken treft v aan? 1. Raadsbrief Driehoek tegen Drugscriminaliteit en Weerbaar Amsterdam AD2023-039972 ‚ ‚ en afdoening toezegging.pdf (pdf) AD2023-039976 2. Driehoek tegen Drugscriminaliteit - visie en voortgang.pdf (pdf) AD2023-039977 3. Rapport programma Weerbaar Amsterdam 2019 - 2022.pdf (pdf) AD2023-039978 4. Eindrapportage_Aanpak_Doorgroeiers.pdf (pdf) AD2023-039979 5. Van Overleven Naar Leven_Evaluatie ADAMAS.pdf (pdf) AD2023-039967 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) - Actiecentrum Veiligheid en Zorg / Directie Openbare Orde & Veiligheid, Laurien van Velzen, Lvan.velzen®amsterdam.nl, 06-5177980g - Directie Openbare Orde en Veiligheid, Karin Wilschut, [email protected], 06-13930999 Gegenereerd: vl.18 3
Voordracht
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 16 november 2021 Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Waternet (bestuurlijke. [email protected]) Onderwerp Drinkwatertarieven 2022 Geachte leden van de gemeenteraad, Jaarlijks stelt het College van B&W de drinkwatertarieven vast in de tariefregeling drinkwater. Op 16 november jongstleden zijn de tarieven voor 2022 vastgesteld. Via deze brief informeer ik v over ontwikkelingen met betrekking tot de drinkwatertarieven voor 2022. Het vaststellen van de drinkwatertarieven De Drinkwaterwet schrijft voor hoe de drinkwatertarieven tot stand moeten komen. Drinkwaterbedrijven — waaronder Waternet — zijn verantwoordelijk voor het berekenen van de drinkwatertarieven. De tarieven worden jaarlijks door het college vastgesteld en gepubliceerd door de gemeente Amsterdam en Waternet. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert of de drinkwatertarieven correct tot stand zijn gekomen en is de toezichthouder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de drinkwatersector. Drinkwatertarieven 2022 Volgens de Drinkwaterwet mogen de drinkwatertarieven niet discrimineren en moeten deze kostendekkend en transparant zijn. Om de tarieven te bepalen worden alle klanten gecategoriseerd in verschillende klantgroepen. Deze klantgroepen worden onderscheiden op drinkwatergebruik. De kosten worden verdeeld over de verschillende klantgroepen. Er zijn jaarlijks verschuivingen van het aantal klanten per klantgroep, waardoor niet alle tarieven met hetzelfde percentage wijzigen. De drinkwatertarieven stijgen in 2022 gemiddeld met 5,9%. De stijging in Amsterdam heeft vier redenen: 1. Nominale kosten: ieder jaar wordt het drinkwaterbudget aangepast voor loon- en prijsstijgingen vanuit de cao- en premiewijzigingen. 2. Digitale veiligheid: Onderzoeken hebben eind 2020 uitgewezen dat extra aandacht nodig is voor digitale veiligheid en weerbaarheid bij Waternet. Op basis van een onderzoek door ILT is de Stichting Waternet begin april 2021 onder verscherpt toezicht gekomen van deze toezichthouder. In de periode 2021 en 2022 moet Waternet achterstanden wegwerken ten aanzien van digitale veiligheid en weerbaarheid. Ook is het doorvoeren van verbeteringen nodig om aan de huidige wetgeving rondom cybersecurity te voldoen. Het jaarlijks vrijgemaakte budget van € 2 miljoen wordt ingezet voor het uitbreiden en versterken van capaciteit en hulpmiddelen om met name het niveau van “protect and response” van cybersecurity te vergroten. De noodzaak hiervoor is inclusief budgettering Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 november 2021 Pagina 2 van 3 beschreven in het Verbeterplan digitale veiligheid en weerbaarheid. Dit verbeterplan is op 6 juli 2021 vastgesteld door het College van B&W. De belangrijkste activiteit is opzetten en bemensen van een Security Operations Center. Het is een verplichting van ILT om deze kosten door te berekenen. Digitale veiligheid en weerbaarheid hebben bij Waternet een topprioriteit als vitvoeringsorganisatie voor de gemeente Amsterdam en het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. In het lopende en komende jaar worden achterstanden rond digitale veiligheid en weerbaarheid weggewerkt. Doel is om aan de huidige wetgeving rondom cybersecurity te voldoen. 3. PFAS: Waternet levert uitstekend drinkwater en voldoet aan alle wet- en regelgeving inclusief de Europese Drinkwaterrichtlijn. Om de kwaliteit van drinkwater ook in de toekomst te garanderen heeft Waternet een impactstudie met betrekking tot de PFAS uitgevoerd. Conclusie van deze studie is dat Waternet meer PFAS uit het water kan zuiveren als de actief koolfilters op de productielocaties Leiduin en Weesperkarspel sneller vervangen worden. Met deze aanpassing van de bedrijfsvoering beweegt Waternet zich in de richting van de nieuwe EFSA (European Food Safety Authority) richtwaarde voor PFAS. Daarmee blijft de kwaliteit van het drinkwater ook in de (nabije) toekomst gewaarborgd. De kosten van de voorgestelde beheersmaatregel zijn ongeveer € 1 miljoen* per jaar. U heeft hierover op 28 oktober 2021 een raadsinformatiebrief ontvangen. 4. Vervallen mutatie egalisatiereserve drinkwater: wettelijk gezien mag de drinkwaterreserve niet negatief zijn. Om ervoor te zorgen dat de drinkwaterreserve niet negatief wordt moet aan deze reserve gedoteerd worden. Daarnaast heeft de ILT aangegeven dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. Dat houdt in dat de egalisatiereserve drinkwater niet ingezet mag worden om de tarieven bij te stellen. In het verleden werd de egalisatiereserve ingezet om te tariefstijging te dempen. De stijging drukt zich uit in de volgende bedragen en percentages: Post: Bedrag: Stijging % Nominaal € 1.525.960 1,3% Digitale veiligheid € 2.000.000 1,8% PFAS € 1.000.000 0,9% Vervallen mutatie egalisatiereserve drinkwater € 1.950.000 1,8% Overige mutatie € 163.134 0,1% Totaal: € 6.639.094 5,9% Wat betekent dit voor Amsterdammers? Huishoudens met een watermeter betalen in 2022 € 0,87 per m? (€ 0,83 in 2021). De vaste kosten stijgen van € 76,42 (tarief in 2021) naar € 82,82 in 2022. In het distributiegebied van Waternet heeft een gemiddeld huishouden één of twee personen. Voor deze huishoudsamenstelling wordt met een gemiddeld verbruik gerekend van respectievelijk „9 of 98 m3. Voor deze klantgroep zal het tarief respectievelijk 7,1% en 6,5% stijgen. * Inde Begroting 2022 is voor PFAS € 2,2 miljoen opgenomen. Waternet voert nu eerst een proef vit om de actieve koolfilters eerder te vervangen. Als deze proef succesvol blijkt, kan overgegaan worden op volledige snellere vervangingen. De € 1 miljoen is gebaseerd op de proef en de € 2,2 miljoen van de begroting heeft betrekking op de totale kosten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 november 2021 Pagina 3 van 3 Voor huishoudens zonder watermeter kan niet precies gemeten worden hoeveel water verbruikt wordt. Hun drinkwaterfactuur wordt berekend op basis van eenheden. De kosten per eenheid zijn in 2022 €22,65 (€ 21,99 in 2021). De vaste kosten voor huishoudens zonder watermeter stijgen van € 71,05 in 2021 naar € 80,45. Voor een huishouden met de genoemde hoeveelheid eenheden zal het tarief met 7,6% stijgen. Een reden dat het tarief voor onbemeterd meer stijgt dan het bemeterd tarief is omdat het onbemeten klantgroep kleiner was dan in eerste instantie gedacht werd. Uit de bestandscorrectie (de nieuw gemaakte rapportages uit het facturatiesysteem van 2020) is gebleken dat er minder onbemeterde klanten zijn dan waarmee voorheen gerekend is. Het tarief wordt berekend per klantgroep. Voor de klantgroep onbemeterd wordt een schatting gemaakt naar het verbruik per klant omdat geen meetinrichting aanwezig is. Het kostprijsmodel verdeelt alle kosten, uitgesplitst naar m? en vastrecht over het aantal klanten per categorie en hun verbruik. Voor zover nu bekend is, is de bandbreedte van de stijging van de integrale drinkwatertarieven 2022 van de verschillende drinkwaterbedrijven in Nederland tussen de 1,3 en 8 procent. Rond 1 december worden de drinkwatertarieven voor 2022 op de website van Waternet gepubliceerd (www.waternet.nl{service-en-contact/drinkwaterf). U kunt daar een uitgebreid overzicht van de verschillende tarieven per klantgroep terugvinden. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, GC ( f | | | Me { Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Amendement Jaar 2021 Nummer 421 Behandeld op 7/8 juli 2021 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid A.L. Bakker inzake de Voorjaarsnota 2021 (herplant de ruim duizend missende bomen van Elzenhagen-Zuid) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021. Constaterende dat: — _ binnen het woningbouwproject Elzenhagen-Zuid niet alle gekapte bomen zullen worden gecompenseerd met herplant; — het zelfs gaat om ten minste 1143 bomen die niet worden vervangen; — _er op basis van de boomkosten van dit project omgerekend een bedrag van bijna € 1.9 miljoen nodig is om de 1143 bomen te compenseren; — de stand ultimo 2021 van de Reserve Programma Stadsbehoud op 30,2 miljoen staat en dat deze reserve een programmatische aanpak ondersteunt voor het in stand houden van de openbare ruimte en infrastructuur, waaronder de arealen (…) groen (…) en dat deze middelen flexibel kunnen worden ingezet voor verschillende arealen, verschillende activiteiten en over de jaren heen. Overwegende dat: — we in Amsterdam in de openbare ruimte geen 1143 bomen kunnen missen vanwege de noodzaak van klimaatadaptatie, biodiversiteit, tegengaan van hittestress en het algeheel leefbaar houden van de stad; Besluit: Op pagina go in het programmaonderdeel ‘Groen en dierenwelzijn’ onder ‘Lasten’ de totale lastenstijging met ‘€ 14,1 miljoen’ in 2021 te wijzigen naar ‘€ 16 miljoen’ en als toelichting daarop aan te vullen: = hogere lasten van €1,9 miljoen in 2021 door het alsnog compenseren van de kap van 1143 bomen in Elzenhagen-Zuid, in de omgeving of elders in Noord in de openbare ruimte. Deze compensatie wordt gedekt vanuit de Reserve Programma Stadsbehoud. Op pagina’s 86, go en 124 de cijfers in de tabellen over de Reserve Programma Stadsbehoud en de baten en lasten van het programma ‘Wonen en groen’ overeenkomstig aan te passen. Het lid van de gemeenteraad A.L. Bakker 1
Motie
1
discard
xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid % & Stadsdeelcommissievergadering Agenda Datum 03-06-2020 Aanvang 19:30 Locatie Vergadering wordt digitaal gehouden 1. Opening en vaststellen agenda 2. Actualiteiten / mededelingen / coronanieuws 3, Insprekers 4, Adviesaanvragen 4a. Adviesvraag gebiedsgerichte uitwerking 2021 4b. Adviesaanvraag Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid 4c. Adviesaanvraag Concept Groenvisie 2050 4d. Adviesaanvraag SHP Bovenwijks Groen 5. Ongevraagde adviezen 5a. Frans Halsbuurt 5b. Huize Lydia 6. Rondvraag 1 xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z 7. Sluiting 8. Ter kennisname 2
Agenda
2
train
VN2022-043987 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Grond en en Erfgoed Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Woningbouw Agendapunt A Datum besluit n.v.t. n.v.t. Onderwerp Instemmen met beantwoording advies Kinderraad over huizenmarkt De commissie wordt gevraagd 1. _Kenniste nemen van het advies van de Kinderraad van Amsterdam over de huizenmarkt. 2. Kennis te nemen van de brief waarin de wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling reageert op het advies van de Kinderraad. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond De kinderraad van Amsterdam komt maandelijks bij elkaar om te vergaderen. De kinderraad stelt zelf de inhoudelijke agenda op. De kinderraad krijgt tijdens de vergadering verschillende dilemma's voorgelegd. De kinderraad kiest zelf over welk dilemma zij wil adviseren. De kinderraad heeft zelf het thema “huizenmarkt” gekozen. In juni 2022 heeft wethouder Van Dantzig het advies van de Kinderraad van Amsterdam over de huizenmarkt in ontvangst genomen. Reden bespreking O.v.v. het lid Mangal (DENK) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.8 1 VN2022-043987 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Grond en % Amsterdam Erf d Ontwikkeling % en Erfgoe Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming AD2022-120035 Advies kinderraad 30 juni 2022.docx (msw12) Brief wethouder van Dantzig aan kinderraad over huizenmarkt d.d. AD2022-120034 18-11-2022.pdf (pdf) AD2022-120036 Commissie WV (a) Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Laura Uittenbogaard, Grond en Ontwikkeling, [email protected], 06 83639186 Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost % GQ Commissie Wonen Agenda datum 14 juni 2011 aanvang 20:00 plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal voorzitter Ardine Nicolaï (GroenLinks) griffier Cindy Heusingveld 1. Opening / vaststelling agenda 2. Insprekers 3. Commissieweergave 9 mei 2011 4. Bestuurlijke jaar-termijnagenda | Ter advies aan de raad 5. Afzien van een verklaring van geen bedenkingen (20 min) 6. Blok 1 Tugelawegblokken (45 min) 7. Aanpak Cruquiuswerkgebied (45 min) Il Bespreekpunten 8. Convenant splitsen en verkoop sociale huurwoningen (45 min) 9. Memo uitbreiding Brazilië en Lloydkwartier ( VVD) (30 min) De volgende agendapunten komen aan bod na de schorsing ín de extra commissie wonen 21 juni | Ter advies aan de raad 10. Woonvisie Oost 2011 — 2015 (45 min) 11. Perspectievennota (alleen hoofdstuk 2, 4.11 (blz 26), bijlage 1 en blz 49) (30 min) Il Bespreekpunten 12. Handhavingsprogramma (alleen punten met betrekking tot bouw en woningtoezicht) (30 min) 13. Notitie Meer zicht op de Amstel (D66) (30 min) 14. Concept antwoord raadsadres Soweto en kraakgroep Oost (20 min) (onder voorbehoud) 15. Concept antwoord raadsadres woonschip Feja (20 min) (onder voorbehoud) 16. Actualiteit 17. Sluiting Commissie Wonen versie 09-06-2011
Agenda
1
train
€ Gemeente Amsterdam 2% West | Besluit Algemeen Bestuur Afdeling: Gebiedspool Behandelende ambtenaar: Paul Nieuwenhuizen, accountmanager evenementen / [email protected] en Lonneke Regter, projectmedewerker a cultuur / [email protected] Telefoon 06-83635362 (Paul Nieuwenhuizen) en 06-20499685 (Lonneke Regter) Datum behandeling: 27 september Besluitnummer: INT-16-02231 Portefeuille: Kunst & Cultuur | Onderwerp: | Nieuw evenementenbeleid en locatieprofielen Amsterdam West | Í Planning van de bespreking en besluitvorming e _ Oordeelvorming dinsdag 27 september 2016 e _ Besluitvorming dinsdag 11 oktober 2016 Het Algemeen Bestuur besluit: | -de zes locatieprofielen van Amsterdam West vast te stellen en -deze als advies te verzenden naar het College van B&W. E 1 Í Korte samenvatting: (max. 10 regels) Stadsdeel West heeft op verzoek van het College van B&W zes | locatieprofielen opgesteld en/of geactualiseerd van de volgende locaties: Westerpark, Stenen Hoofd, Mercatorplein, Erasmuspark, Bilderdijkpark en Bos en Lommerplantsoen. De locatieprofielen bieden richtlijnen voor | culturele evenementen op deze locaties. De locatieprofielen van Stadsdeel West gaan na vaststelling door de bestuurscommissie als advies naar het | College van B&W. | _ Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): Om tot een nieuw, centraal evenementenbeleid te komen vanaf 2017, heeft het College van B&W de ‘Uitgangspunten van een nieuw evenementenbeleid’ | in mei jl. vastgesteld met de wens om tot eenduidige condities en | randvoorwaarden te komen voor evenementen. Met de uitgangspunten | neemt Amsterdam meer de regie om de balans te zoeken tussen feestelijke | evenementen en onredelijke belasting en is er meer focus op beter, leefbaar | en slimmer. Vervolgens zijn de voorzitters van de bestuurscommissies als | ‘ogen en oren van de stad’ door het College van B&W gevraagd om | locatieprofielen van belangrijke evenementenlocaties op te stellen en/of deze te actualiseren. Stadsdeel West werkt al jaren met profielen voor het Westerpark, Stenen Hoofd, Mercatorplein en Erasmuspark. Op basis van deze ervaring en de | | Stadsdeel West Pagina 2 van 3 Besluitnr: INT-16-02231 voortdurende gesprekken met stakeholders zijn de profielen geactualiseerd. Daarnaast zijn er twee nieuwe profielen opgesteld (Bilderdijkpark, Bos en | Lommerplantsoen). Afwijkingen van de uitgangspunten van het nieuwe | evenementenbeleid zijn beargumenteerd weergegeven in de locatieprofielen. | De locatieprofielen gaan als advies naar het college van B&W. In november behandelt het college van B&W de locatieprofielen en organiseert een centrale inspraakronde en consulteert bij eventuele knelpunten de stadsdelen. Vervolgens stelt het college van B&W het nieuwe | evenementenbeleid met de locatieprofielen uiterlijk in januari 2017 vast Reden van het besluit: De locatieprofielen maken deel vit van het nieuwe evenementenbeleid dat | het college van B&W begin 2017 zal vaststellen. De profielen geven per locatie weer wat de richtlijnen zijn voor evenementen. Op die manier kan de gemeente per locatie kaders aangeven voor het aantal, het soort evenementen, de programmering, de mogelijke belasting van de locatie en de | mate van gebruik als evenementenlocatie. Ook kan de gemeente alle locaties | in samenhang bekijken en makkelijker eventuele knelpunten benoemen en oplossen. Stadsdeel West heeft op basis van de criteria uit de ‘Uitgangspunten voor een | nieuw evenementenbeleid' zes locaties geselecteerd voor een locatieprofiel: | Westerpark, Erasmuspark, Stenen Hoofd en Mercatorplein, het Bilderdijkpark | en het Bos en Lommerplantsoen. De locatieprofielen voor Amsterdam West zijn opgesteld na consultatie van stakeholders (omwonenden, ondernemers en organisatoren). De insteek is om per locatie maximaal maatwerk te leveren over bijvoorbeeld het aantal en type evenementen, om het evenwicht tussen evenementen en rustmomenten voor de buurt optimaal te maken. Mogelijk zal het College van B&W aanpassingen doen in de profielen en levert de inspraakronde van de centrale stad nog andere inzichten op. Kosten, baten en dekking: | Er zijn geen financiële gevolgen bekend van het vaststellen van de locatieprofielen. Voorbereiding en adviezen: | De locatieprofielen zijn opgesteld conform de richtlijnen van het College van | B&W, met consultatierondes van stakeholders. De locatieprofielen zijn gebaseerd op de ervaringen met evenementen van de afgelopen jaren, | voortdurende gesprekken met organisatoren, ondernemers en omwonenden, | eventuele uitkomsten enquêtes en per locatie is er recentelijk minstens één bijeenkomst geweest waar het locatieprofiel is besproken met direct belanghebbenden (omwonenden, ondernemers en organisatoren). | Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: Per locatie is er minstens één bijeenkomst geweest over het locatieprofiel - | met stakeholders: omwonenden, organisatoren van evenementen en | ondernemers van de locatie en/of vit de buurt. Wijkagenten zijn ook | uitgenodigd. De uitkomsten zijn verwerkt in de locatieprofielen. | | Ï Stadsdeel West Pagina 3 van 3 Besluitnr: INT-16-02231 Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: 1. Memo Algemeen Bestuur 2. Locatieprofiel Bilderdijkpark | 3. Locatieprofiel Bos en Lommerplantsoen | 4. _Locatieprofiel Erasmuspark | 5. _Locatieprofiel Mercatorplein | 6. Locatieprofiel Stenen Hoofd | 7. Locatieprofiel Westerpark | 8. Uitgangspunten van een nieuw evenementenbeleid 24 mei 2016) | Afhandeling: Afschrift aan: Geen afschrift verzenden. Bekendmaking / publicatie: Publicatie op website Stadsdeel West na vaststelling op 11 oktober. Communicatie: Stadsdeel West publiceert zes locatieprofielen voor het nieuwe evenementenbeleid van Amsterdam. Afwijking van de uitgangspunten en bijzonderheden zijn per profiel vermeld. Tekst voor website, evt. nieuwsbrief. Er is geen specifiek communicatieplan. Ter kennisname doorsturen aan: Geen ter kennisname doorsturen. Í Besloten in de vergadering van 11 oktober 2016, | Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West, | Secretaris: Voorzitter: MRE ON Ws CON 5 E.M. Overzier G.J. Bouwmeester : | | | | |
Besluit
4
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 34 Datum indiening 25 november 2020 Datum akkoord 8 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-Issa inzake vergroten en verbeteren van het NatuurNetwerk Nederland (NNN) rondom de Gaasperplas. Aan de gemeenteraad Toelichting vragensteller: De fractie van de Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over de toekomst van het natuurgebied rond de Gaasperplas. Bij de bespreking van het Toekomstplan Gaasperplas kwam naar boven dat het college bij de provincie Noord-Holland middels een zienswijze heeft aangedrongen op minder strenge natuurbescherming, opdat horecaplannen en een museale functie doorgang zouden kunnen vinden binnen het natuurgebied. De Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben in beantwoording op de zienswijze benadrukt dat zij het gebied van dusdanig landschappelijk belang achten dat zij het onder de werkingssfeer van het ‘Landelijk Gebied’ willen handhaven. Desalniettemin heeft wethouder van Doorninck, met de portefeuilles Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid, daarna nog een brief naar de provincie gestuurd. Hierin wordt opnieuw geopteerd voor minder natuurbescherming. Echter leest vragenstelster ook in deze brief dat de wethouder mogelijkheden zag om in overleg met de provincie “te komen tot voorstellen voor compensatie en zelfs voor een vergroting en verbetering van de NNN ter plaatse”. De wethouder stelt dat deze “kans voor verbetering van de NNN verloren” zou gaan met het opnemen van de Gaasperplas binnen het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’. Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke kansen voor vergroting en verbetering van het NNN ter plaatse zag het college? Als het oppervlak van het NNN door bebouwing voor horeca en/of een museum bij de Gaasperplas vermindert, dient dat gecompenseerd te worden. Het college zou dat in dat geval ruimhartig willen doen, door zowel ruimschoots in oppervlakte te compenseren als een ecologische kwaliteitsimpuls te geven aan het gebied. In het kader van het Toekomstplan Gaasperplas is een eerste globale verkenning gedaan, die een mogelijke compensatielocatie heeft opgeleverd in de nabijheid van de Gaasperplas. Uit het onderzoek blijkt, dat er mogelijkheden zijn binnen de Gaasperzoom. Het gaat om gronden ten zuiden van het waterleidingterrein, aansluitend aan huidige NNN gronden. Daarmee zou de bebouwing die in het Toekomstplan wordt voorgesteld, ruimschoots gecompenseerd worden. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Neng dv 34 Gemeenteraad Datum 8 februari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 25 november 2020 2. Waarom zou het volgens de wethouder niet meer mogelijk zijn om het NNN ter plaatse te vergroten en verbeteren bij vaststelling van het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’? De wens bestaat om het NNN bij de Gaasperplas te vergroten en te verbeteren. Om horeca en een museale functie te realiseren, is compensatie van de NNN gronden noodzakelijk. De wens om deze functies te realiseren is opgehaald na uitvoerige participatie en komt terug in het Toekomstplan Gaasperplas. Indien het NNN wordt vergroot zonder dat een horeca- en museale functie mogelijk wordt gemaakt, is dat later niet meer mogelijk omdat de gemeente Amsterdam beperkt ruimtelijke mogelijkheden heeft NNN-gronden te compenseren. Daarom wordt de vergroting van NNN-gronden direct gekoppeld aan het planologisch mogelijk maken van de functies in het Toekomstplan. Het verschil tussen het NNN en het werkingsgebied Landelijk Gebied is de mogelijkheid bij het NNN om ontwikkelingen te compenseren, waar die mogelijkheid bij het werkingsgebied Landelijk Gebied niet bestaat. Wanneer gronden uit het NNN zijn gehaald na compensatie vallen deze ook nog onder het werkingsgebied Landelijk Gebied. Het realiseren van een horeca- en museale functie is onder dit werkingsgebied niet mogelijk. Met de provincie is daarom een apart overleg nodig om te bespreken of het werkingsgebied Landelijk Gebied aangepast kan worden. 3. Waarom moet het vergroten en verbeteren van het NNN volgens de wethouder per se samengaan met wat het college verstaat onder “verbetering van de recreatieve mogelijkheden”? In de komende decennia groeit de stad verder en zetten wij in op binnenstedelijke verdichting. Alleen al in Zuidoost zullen ongeveer 30.000 woningen worden toegevoegd. De behoefte aan groenbeleving in allerlei vormen neemt daardoor naar onze stellige verwachting toe en daarbij zetten wij in op makkelijk bereikbaar groen, conform de Groenvisie. Voor de Gaasperplas zetten wij in op intensiever recreatief gebruik van het gedeelte bij de metrohalte. Dit deel is goed bereikbaar per openbaar vervoer en heeft ook nu al een recreatief karakter en een cultuurlandschap, met de waterspeeltuin en het Floriadeterrein. Met de zonering van het gebied, waarin zelfs delen voor bezoekers ontoegankelijk worden gemaakt, verbeteren wij tegelijkertijd de natuur. Horecavoorzieningen ontbreken nu in het gebied. In de participatie is de vraag naar horeca veelvuldig opgehaald. 4. Ishetcollege, nu de omgevingsverordening is vastgesteld, bereid om evenwel vergroting en verbetering van het NNN voor te stellen aan de provincie? Zo ja, wat stelt zij voor en wanneer? Zo nee, waarom niet? Voor het Gaasperplasgebied wil het college mogelijk te realiseren bebouwing voor horeca en/of een museum zowel ruimschoots in oppervlakte compenseren als een ecologische kwaliteitsimpuls geven. In het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de Gaasperplas, vindt hierover in 2021 ambtelijk overleg plaats met de provincie. Een wijziging van NNN begrenzing kan dan mogelijk onderdeel vormen van de komende wijziging(en) van de omgevingsverordening in 2021 of daarna. Onderdeel van het Toekomstplan voor de Gaasperplas is, om de natuurwaarden te verhogen. Ook worden ecologische knelpunten in de Natuurboog opgelost. Buiten het 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Neng dv 34 Gemeenteraad ummer seat Datum 8 februari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 25 november 2020 Gaasperplasgebied, werkt het college mee aan de uitbreiding en inrichting van het NNN in de Gemeenschapspolder, onderdeel van de Diemerscheg. Ook werken wij mee aan het robuuster maken van de versnipperde NNN gebieden in landelijk Noord. Daarnaast heeft het college in de zienswijze aangegeven dat het Geuzenbos onderdeel kan worden van het NNN, evenals de ecologische verbindingszones die door de stad lopen. De west- en oostoever van het Zeeburgereiland wordt ingericht als NNN-verbindingszone. Daar komt nog bij dat het laatste eiland van IJburg grotendeels ingericht zal worden als openbaar toegankelijk groengebied. Of wij dit eiland ook zullen voordragen voor het NNN zal nader worden onderzocht. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 15 oktober 2020, raadsbrief ‘Ontwerp-Omgevingsverordening 2020 provincie Noord-Holland, https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9287757/1/20201016%20DEF%20raadsbrief”%20toelichting%20 omgevingsverordening bijlage 1. Zienswijzen gemeente Amsterdam op ontwerp-omgevingsverordening provincie Noord Holland, https://amsterdam. raadsinformatie.nl/document/9287759/1/20201016 zienswijze gaasperplas 20 oktober 2020, brief kenmerk RK220200921 van Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid aan het college van Gedeputeerde Staten NH, ‘Bestuurlijke afspraken m.b.t. Omgevingsverordening Noord-Holland 2020’. Brief niet digitaal beschikbaar, maar opgevraagd bij het college. 3
Schriftelijke Vraag
3
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Samenleving van 1 oktober 2013 Vergaderdatum dinsdag 1 oktober 2013 Tijd 20:00 23.00 uur Locatie Raadzaalte President Kennedylaan 923 Voorzitter Dhr. E. Linthorst Griffier Mw. M.J. Oosterbaan 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 2/7 augustus 2013 4. Toezeggingen en termijnagenda 5. Integraal Huisvestingsplan (raadsbesluit) 6. Initiatiefvoorstel “Verruiming openingstijden Huizen van de Wijk” (ingediend door PvdA) 7. Markt- en staanplaatsenbeleid 2013 (raadsbesluit) 8. Besluit Albert Cuypmarkt niet verzelfstandigen (raadsbesluit) 9. Verzorgings- en verpleeghuizen (Agendaverzoek van PvdA, GrLi en SP) 10. Sluiting 1 Commissie Samenleving - dinsdag 1 oktober 2013 Ter kennisname stukken - Rapportage ambitiegesprekken en Jong Amsterdam 2 2013 - Voortgang verzakelijking van het sociaal domein - Stedelijke jaarrapportage 2012 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en jaarrapportage GGD inspectie Kinderopvang VVE-peuterspeelzalen en VVE Kinderdagverblijven 2012 - Beantwoording motie MO25-2013, Natuur- en milieuvriendelijke sportac- commodaties - Stand van zaken actieplan tegengaan Armoede - Jeugdwerkloosheid - Stages in Zuid - Opknappen schooltuinen - Inrichting marktbureau en overdracht taken, organisatorische, personele en financiele consequenties oprichting Marktbureau - Hervorming en langdurige ondersteuning in de zorg 2
Agenda
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 126 Ingekomen onder CA Ingekomen op donderdag 23 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Hammelburg, Simons, N.T. Bakker inzake deelname van Amsterdamse wiettelers aan het wietexperiment. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het wietexperiment. Overwegende dat: — Het om redenen van volksgezondheid en veiligheid van groot belang is dat een stap voorwaarts wordt gezet richting het reguleren van de wietteelt; In 2021 in tien Nederlandse gemeenten zal worden gestart met een experiment met de legale teelt van wiet (het wietexperiment); — Aan het wietexperiment geen Amsterdamse coffeeshops mee kunnen doen, maar er wellicht wel Amsterdamse wiettelers zijn die zich willen aanmelden om wiet te telen voor een van de tien deelnemende gemeenten; — Deze ondernemers op verschillende praktische problemen zullen stuiten, omdat ondernemen op basis van een experiment als deze uniek is; Constaterende dat: — Ondernemers die als teler willen deelnemen aan het experiment te maken zullen krijgen met partners (zoals bijvoorbeeld eigenaren van panden of terreinen die de ondernemers willen huren), voor wie het niet meteen duidelijk zal zijn dat in dit geval wietteelt door de overheid wordt toegestaan. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Amsterdamse wiettelers die zich willen aanmelden om mee te doen aan het wietexperiment, ondersteuning te bieden wanneer zij vanwege de bijzondere aard van hun onderneming onnodig tegen juridische, ruimtelijke of andere belemmeringen aanlopen. De leden van de gemeenteraad 1 A.R. Hammelburg S.H. Simons N.T. Bakker 2
Motie
2
discard
Actualiteit Tulpen voor Amsterdam 7 november 2012 Vanavond stond in het Parool dat onze portefeuillehouder mevr. Bos zich kandidaat heeft gesteld om de lege plek van dhr. Asscher in te vullen. Bij de laatste verkiezingen stond dhr de Wilt op een verkiesbare plaats voor de Tweede Kamer. l.gaat het allemaal wel goed in ons DB? Het lijkt een beetje of men het schip wil verlaten voordat....... 2. Kunnen wij als deelraad op enige manier mevr Bos aanbevelen bij de CS?
Actualiteit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 225 Datum indiening 9 augustus 2018 Datum akkoord 25 februari 2019 Publicatiedatum 26 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake Amsterdam rookvrij. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Amsterdam is koploper van Nederland als het gaat om het tegengaan van roken. Amsterdam had als eerste gemeente in Nederland (in 2016) tabaksontmoediging in een aparte beleidsnotitie opgenomen. In deze notitie staan twee speerpunten centraal: Voorkomen dat jongeren beginnen met roken’ en ‘Stimuleren dat Amsterdammers stoppen met roken’. De gemeente Amsterdam heeft zich ook aangesloten bij de strafzaak tegen de tabaksindustrie. Vanwege haar maatregelen heeft Amsterdam zelfs dit jaar de Rookvrije Generatie Award gewonnen, omdat de stad het beste beleid voert om rookvrijer te worden. Een award waar de stad trots op mag zijn en een beleid wat de fractie van de ChristenUnie van harte toejuicht. In de notitie ‘Op weg naar een rookvrij Amsterdam’ uit februari 2018 staat: ‘Roken is al jaren een van de prioriteiten van het Amsterdamse volksgezondheidbeleid omdat het de grootste vermijdbare veroorzaker is van ziekte en de grootste veroorzaker van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Gezien de impact die roken op de volksgezondheid heeft, heeft Amsterdam er als eerste gemeente voor gekozen om tabaksontmoediging in een aparte beleidsnotitie op te nemen. Ook is Amsterdam als eerste gemeente partner geworden van de Alliantie Nederland Rookvrij!. Steeds meer gemeentes volgen Amsterdam met initiatieven rondom tabaksontmoediging. Ook de landelijke overheid heeft de rookvrije generatie inmiddels opgenomen ín het coalitieakkoord We zijn als gemeente Amsterdam goed bezig maar nu is het tijd om in 2018 een extra slag te slaan op weg naar een rookvrij Amsterdam.’ Het valt de fractie van de ChristenUnie op dat er in het beleid niet of weinig wordt gesproken over het internationale imago van Amsterdam als ‘rookstad’ van de wereld en de rol van coffeeshops, wanneer we het over een rookvrije stad hebben. De fractie van de ChristenUnie denkt dat hierdoor het goede streven van de gemeente enigszins wordt geremd en het beleid minder effectief is dan dat het kan zijn. De fractie van de ChristenUnie ondersteunt de gemeente Amsterdam graag in haar ambitieuze visie op een rookvrije stad. Daarom vindt de fractie van de ChristenUnie dat het beleid zich onder andere zou moeten richten op het rigoureus veranderen van het internationale imago van Amsterdam als rookstad en de rol van coffeeshops een bijzondere verdient in het beleid. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Is Gemeenteblad R Datum 26 februari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018 Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Waarom vindt het college het ontmoedigen van roken in Amsterdam belangrijk? Antwoord: Uit de cijfers van de Amsterdamse gezondheidsmonitor 2016, blijkt dat in Amsterdam 27% van alle volwassenen rookt, dat zijn circa 177.000 inwoners. Dit cijfer is de laatste jaren nauwelijks veranderd. leder jaar sterven meer dan 20.000 mensen in Nederland vroegtijdig als gevolg van roken en meeroken. Gemiddeld sterven rokers 10 jaar eerder. De helft van hen sterft voor de pensioengerechtigde leeftijd. Daarmee is roken veruit de belangrijkste vermijdbare oorzaak van ziekte en sterfte en de grootste veroorzaker van sociaal economische gezondheidsverschillen’. Het college vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren de kans krijgen om rookvrij op te groeien. Daarnaast wil het college ook stimuleren dat volwassen Amsterdammers stoppen en daarbij worden ondersteund. Een rookvrije generatie heeft immers meer kans op succes als in de omgeving van jongeren niet wordt gerookt. Amsterdam werkt al jaren hard aan tabaksontmoedigingsbeleid. Zo zijn alle ligweides van openbare zwembaden, sportactiviteiten en evenementen die de gemeente Amsterdam zelf organiseert rookvrij. Dat geldt ook voor alle speeltuinen en kinderboerderijen die in beheer van de gemeente zijn rookvrij gemaakt. In 2018 zijn alle attracties, sportverenigingen, kinderboerderijen, speeltuinen (die Amsterdam niet zelf in beheer heeft) aangeschreven om ze te vragen rookvrij te worden. Ook worden steeds meer sportverenigingen rookvrij. En dat is maar een deel van de maatregelen. Het college komt half 2019 met een nieuwe beleidsnotitie waarin we nog een stap verder zitten op weg naar een rookvrij Amsterdam in 2040. 2. Deelt het college de constatering van de ChristenUnie dat marihuana, hasj en andere vormen van soortgelijke (soft)drugs net zoals tabak voornamelijk gerookt worden en soortgelijke impact op de volksgezondheid hebben? Antwoord: Het klopt dat marihuana, hasj en andere vormen van softdrugs voornamelijk worden gerookt. In 2016 werd de wijze van gebruik van cannabis door de Nederlandse bevolking onderzocht met een aanvullende module van de Leefstijlmonitor. Van degenen die in het laatste jaar gebruikt hadden zei 66% dat ze cannabis altijd gebruikten via het roken van een joint met tabak; 24% deed dat zelden, soms of meestal. Andere gebruikswijzen, veelal toegepast naast het roken van joints met tabak, kwamen beduidend minder vaak voor. Hieruit valt echter niet op te maken dat de impact daardoor ook hetzelfde is. Wanneer wiet en hasj met tabak worden gerookt, zijn de schadelijke effecten op de individuele gezondheid evident. Op het moment dat softdrugs puur en met tabaksvervangers gerookt wordt of op andere manieren genuttigd wordt is er 1 Notitie tabaksontmoediging 2016-2019 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Is Gemeenteblad Datum 26 februari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018 sprake van een andere impact op de volksgezondheid. De ziektelast die ontstaat door het roken van tabak is vele malen groter dan de ziektelast die ontstaat door het roken van cannabis. Dit heeft verschillende oorzaken: " Zo is het roken van tabak vele malen verslavender dan het roken van (pure) hasj en wiet doordat aan tabak diverse stoffen worden toegevoegd die het middel extra verslavend maken. = _Erroken veel meer Amsterdammers tabak dan cannabis. Ter vergelijking; 27% van de Amsterdammers tussen de 18-64 jaar rookt tabak terwijl 11% van de Amsterdammers in dezelfde leeftijdscategorie cannabis rookt. 3. Deelt het college de mening van fractie van de ChristenUnie dat coffeeshops verkooppunten van rookwaren zijn? Antwoord: Ja, het college deelt de mening dat coffeeshops verkooppunten van rookwaren zijn. 4. Waarom wordt er in de notitie ‘Op weg naar een rookvrij Amsterdam’ in 2018 geen aandacht besteed aan de rol van coffeeshops als verkooppunt van rookwaren? Antwoord: Tabak is vooralsnog een legaal middel en mag op veel plekken verkocht worden. De regulering hiervan staat in de Tabaks- en rookwarenwet. Deze wet heeft tot doel het tabaksgebruik te beperken en niet-rokers te beschermen. Het feit dat het binnen de huidige wetgeving vrijwel iedere ondernemer, met uitzondering van slijterijen, is toegestaan om tabak te verkopen draagt bij aan het in stand houden van de wijdverspreide verslaving aan tabak. Softdrugs valt onder de Opiumwet en wordt in zeer beperkte mate en onder strikte voorwaarden gedoogd. De wijze waarop er vanuit de gemeente met deze twee middelen wordt omgegaan is daardoor geheel anders. Er is dan ook sprake van twee verschillende beleidsvelden. Het coffeeshopbeleid beoogt een heel ander doel namelijk de scheiding van de markten van softdrugs en harddrugs. Het tabaksontmoedigingsbeleid kent twee speerpunten: het voorkómen dat jongeren gaan roken en het stimuleren dat mensen stoppen met roken. De afgelopen jaren is al hard gewerkt aan de uitvoering van het tabaksontmoedigingsbeleid en is er veel bereikt”. Voor 2018 zijn extra prioriteiten gesteld op weg naar een rookvrij Amsterdam’. Zo zet het college in 2018 onder meer in op rookvrije start, rookvrij spelen, rookvrije sport, rookvrije openbare ruimte en vergroten bereik stoppen met roken door ondersteuning onder Amsterdamse minima. 2 Overzicht lopende/ uitgevoerde activiteiten in 2016-2017 in het kader van Tabaksontmoedigingsbeleid gemeente Amsterdam 3 https://www.ggd.amsterdam.nl/publish/pages/858771/180110 notitie op weg naar een rookvrij _amsterdam.p df 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ae ebruar 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018 Ba. Kan het college aangeven of coffeeshops eerder zijn meegenomen in de rookvrije campagne en kan het college concrete voorbeelden geven? Antwoord vraag Sa: Horeca, waaronder ook coffeeshops, is niet meegenomen in het tabaksontmoedigingsbeleid. 5b. Indien dit niet het geval is, kan het college dan aangeven waarom zij ervoor heeft gekozen om bij haar integrale aanpak voor een rookvrije stad de coffeeshops in hun rol als verkooppunt van rookwaren niet te betrekken? Antwoord vraag 5b: Zie het antwoord op vraag 4. 5c. Is het college van mening dat het goed zou zijn als minder mensen wiet zouden roken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 5c: ledere Amsterdammer of bezoeker van Amsterdam (boven de 18 jaar) heeft de keuze om wel of geen wiet te roken. Relatief veel Amsterdammers hebben wel eens (soft) drugs gebruikt, of doen dat nog steeds. De meeste Amsterdammers weten hier een goede balans in te vinden. Het gaat dus met name om de hoeveelheid wiet en de frequentie en niet om het aantal mensen dat (weleens) wiet rookt. 6a. Deelt het college de constatering van de fractie van de ChristenUnie dat Amsterdam internationaal gezien al een lange tijd een imago van ‘rookstad’ heeft en dat Amsterdam toeristen aantrekt die speciaal hier naartoe komen om te roken? Antwoord vraag 6a: Nee, het college deelt die constatering niet. Amsterdam is internationaal (onder andere) bekend als stad waar, in coffeeshops, softdrugs gekocht kunnen worden. Hieruit kan echter niet de conclusie getrokken worden dat Amsterdam bekend staat als ‘rookstad’. De inspanningen van het college zijn erop gericht een imago van Amsterdam als stad uit te dragen waarin de nadruk wordt gelegd op het hoogwaardig cultureel aanbod, de uitstekende vestigingsmogelijkheden voor (buitenlandse) bedrijven en het aangenaam woon- en leefklimaat. Amsterdam wordt nadrukkelijk niet gepromoot als ‘rookstad’ of ‘blowstad’. 6b. Is het college van mening dat dit internationale imago niet strookt met het vastgestelde ontmoedigingsbeleid (en de Rookvrije Generatie Award die Amsterdam recent heeft ontvangen vanwege haar prijswaardig ontmoedigingsbeleid)? Antwoord vraag 6b: Nee, het college is niet van mening dat het internationale imago van de stad niet strookt met het vastgestelde tabaksontmoedigingsbeleid. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ae ebruar 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018 6c. Deelt het college de mening dat het internationale imago van Amsterdam als ‘rookstad’ actief aangepakt moet worden? Zo ja, wat is het college van plan om het imago van Amsterdam als ‘rookstad’ aan te passen. Antwoord vraag 6c: Zie het antwoord onder vraag 6a. 6d. Verstaat het college mede onder de zin: “Amsterdam goed bezig maar nu is het tijd om ín 2018 een extra slag te slaan op weg naar een rookvrij Amsterdam.” , het stoppen (of minimaliseren) van het gedogen van verkooppunten van wiet in Amsterdam? Zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 6d: Nee, dat is niet wat het college verstaat met deze zin. Het college doelt hiermee op de diverse prioriteiten die in 2018 en 2019 worden opgepakt zoals rookvrije start, rookvrij spelen, rookvrije openbare ruimte etc. zoals bij vraag 4 verder toegelicht. Voorts dient het gedogen van verkooppunten van wiet een belangrijk doel: nl. het scheiden van de markten van softdrugs en harddrugs. 6e. Deelt het college de mening van de fractie van de ChristenUnie dat het introduceren van een wietpas of een soortgelijke middel in Amsterdam ‘rooktoerisme’ zeer waarschijnlijk zou inperken? 6f. Is het college bereid om de haalbaarheid van een verbod op het verkopen van wiet aan niet ingezetenen middels een wietpas of een andere vorm te onderzoeken als vorm van, zoals de gemeente zelf omschrift: ‘een extra slag op weg naar een rookvrij Amsterdam?’ 6g. Zo nee, waarom niet? Antwoord vragen 6e t/m 6g: Het tabaksontmoedigingsbeleid is in eerste instantie gericht op Amsterdammers. Het college ziet op dit moment geen aanleiding voor het introduceren van een wietpas. De gemeente werkt in het kader van de aanpak voor de binnenstad en Stad in Balans met een veelheid aan maatregelen aan de vermindering van de overlast als gevolg van toerisme in de stad. Het invoeren van een ingezetenencriterium (de zgn. wietpas) maakt hier op dit moment geen onderdeel van uit. Bij de invoering hiervan moet nl. rekening worden gehouden met een toename van overlast als gevolg van straathandel, hetgeen tevens de scheiding van de markten in gevaar brengt. 7. Is het college bereid om de rol van coffeeshops als verkooppunten van rookwaren structureel op te nemen en te benoemen in het beleid van een rookvrij Amsterdam? Antwoord: In het vrijdag 23 november 2018 gepresenteerde Nationaal Preventieakkoord staat dat rookruimten in de horeca uiterlijk in juli 2022 moeten sluiten. Hiertoe wordt ook een aanpassing van de tabaks- en rookwarenwet voorbereid. Het is 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ae ebruar 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018 nog niet duidelijk op welke manier coffeeshops -van oudsher bedoeld om cannabis in te gebruiken - hierin worden meegenomen. In 2019 zal het tabaksontmoedigingsbeleid worden herzien. Als er aanknopingspunten zijn om een koppeling te maken tussen verkooppunten van tabak en coffeeshops dan zullen we dat verkennen en in de notitie meenemen. Het college ziet hiertoe op dit moment nog geen aanleiding. 8. In de week van 9 augustus 2018 verscheen een bericht dat Amsterdamse ziekenhuizen (waaronder het OLVG, MCG Slotervaart en Amsterdam UMG) rookvrije straten willen in hun omgeving.” Wat is de visie van het college op deze wens in het kader van een rookvrij Amsterdam? Antwoord: Het college ondersteunt deze wens. Er vindt op dit moment overleg plaats tussen het ministerie van VWS, een aantal gemeenten en onder andere ook het KWF om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om op te treden tegen roken in de openbare ruimte. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris * https://www.at5.nl/artikelen/185121/amsterdamse-ziekenhuizen-willen-rookvrije-straten 6
Schriftelijke Vraag
6
train
> < Gemeente Amsterdam Beleidskader Amsterdamse aanpak gezinsmigranten vanaf 2022 Inleiding Per 1 janvari 2022 komt er een nieuwe inburgeringswet en krijgt de gemeente de regie op de uitvoering van de inburgering. De Wet inburgering is van toepassing op statushouders en gezinsmigranten, maar de taken die de gemeente onder de toekomstige wet per doelgroep krijgt verschillen. In dit beleidskader formuleren we de uitgangspunten en onderdelen van een Amsterdamse aanpak gezinsmigranten, waarmee de gemeente Amsterdam invulling wil geven aan haar toekomstige verantwoordelijkheden voor gezinsmigranten. Doelgroep Gezinsmigranten zijn personen met een niet-Nederlandse nationaliteit die naar Nederland verhuizen om bij hun partner of ouder(s) te komen wonen. Gezinsmigranten die afkomstig zijn van buiten de EU/EER of Zwitserland, ouder zijn dan 18 en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, zijn inburgeringsplichtig. Onderzoek Informatie en Statistiek (OIS) heeft onderzoek gedaan naar de achtergrondkenmerken en inburgering van Amsterdamse gezinsmigranten*. Uit dit onderzoek blijkt dat elk jaar ongeveer 1000 inburgeringsplichtige gezinsmigranten naar Amsterdam komen. De groep gezinsmigranten in Amsterdam is divers qua leeftijd, land van herkomst, gezinssituatie en opleidingsniveau. Bijna twee derde van de gezinsmigranten is vrouw. De meest voorkomende landen van herkomst zijn Ghana, Marokko en Suriname?. 50% van de respondenten van het onderzoek geeft aan hoogopgeleid te zijn, 27% middelbaar opgeleid en 16% laag opgeleid. Ten minste een vijfde van de gezinsmigranten in Amsterdam maakt deel vit van een gezin met kinderen. Gezinsmigranten hebben gemeen dat zij een nieuw leven opbouwen in een nieuwe stad. Ze zijn relatief kansrijk en kunnen zich redelijk zelfstandig redden, vaak vanwege de ondersteuning die hun partner of familie kan bieden. Toch is het voor de meeste gezinsmigranten een uitdaging het inburgeringstraject succesvol en binnen de termijn afte ronden, passend werk te vinden en een sociaal netwerk op te bouwen. De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk dat gezinsmigranten zich thuis voelen in onze stad. We grijpen de nieuwe inburgeringswet aan om onze dienstverlening voor gezinsmigranten te verbeteren, zodat zij een goede start kunnen maken en snel wegwijs worden in de Nederlandse samenleving. * Onderzoeksrapport OIS: Gezinsmigranten in Amsterdam. Juli 2020. 2 M.i.v. de nieuwe inburgeringswet in 2022 worden Turkse gezinsmigranten ook inburgeringsplichtig. Turkse gezinsmigranten zijn niet opgenomen in het onderzoek van OIS. Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021 Pagina 2 van 5 Wettelijke kaders: de nieuwe Wet inburgering Op dit moment biedt de gemeente aan gezinsmigranten het verplichte participatieverklaringstraject (PVT) aan. Gezinsmigranten moeten dit traject nu zelf bekostigen. Gezinsmigranten ontvangen vanwege het inkomen van hun partner geen uitkering, waardoor de gemeente hen onder de huidige wet verder geen begeleiding biedt. Dit verandert met ingang van de nieuwe inburgeringswet in 2022. De gemeente wordt dan voor gezinsmigranten verantwoordelijk voor het PVT, de module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en begeleiding bij de inburgering. Onderdeel van de begeleiding bij de inburgering zijn in ieder geval: e _eenintake, e _deleerbaarheidstoets, e het persoonlijke Plan Inburgering en Participatie (PIP), e handhaving, e _en voortgangsgesprekken. Het nieuwe stelsel kent drie verschillende routes waarmee iemand kan voldoen aan diens inburgeringsplicht: e de reguliere Ba-route, gericht op de arbeidsmarkt; e de onderwijsroute, gericht op het behalen van een Nederlands diploma; e ende Z-route, gericht op zelfredzaamheid en participatie. De gemeente bepaalt met een intake welke route het best bij een gezinsmigrant past en legt dit vast in een persoonlijk inburgeringsplan. In tegenstelling tot bij statushouders is het college niet verantwoordelijk voor het aanbod van de inburgeringsroutes voor gezinsmigranten. Dit betekent dat gezinsmigranten zelf hun voorbereiding op de inburgeringsexamens moeten organiseren. Gezinsmigranten moeten hun taalcursus zelf financieren. Zij kunnen hiervoor, net als in het huidige stelsel, een lening afsluiten bij DUO. Het Rijk gaat ervan uit dat het grootste deel van de gezinsmigranten de B1-route zal volgen. Effectieve dienstverlening ondanks beperkte middelen De Rijksmiddelen die we krijgen voor het uitvoeren van de nieuwe wettelijke taken voor gezinsmigranten zijn beperkt. In het nieuwe stelsel ontvangt de gemeente per statushouder €16.455 voor uitvoering van de begeleiding en organisatie van inburgeringstrajecten. Volgens de laatste raming van Divosa? ontvangen gemeenten per gezinsmigrant een vitvoeringsbudget van €3.231. begeleiding, handhaving) Tabel 1 Rijksmiddelen per inburgeraar 3 https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en-antwoord#financi-n--spuk 4 De verwachte instroom is 1000 inburgeringsplichtige gezinsmigranten per jaar. Het totale vitvoeringsbudget voor 2022 wordt geschat op €3.231.000,00. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021 Pagina 3 van 5 Ondanks de beperkte middelen streven we naar een zo effectief mogelijke dienstverlening, waarbij we gezinsmigranten gericht ondersteunen bij een goede start en duurzame toekomst in Amsterdam. De startpositie van gezinsmigranten is anders dan van statushouders. Van gezinsmigranten wordt meer eigen verantwoordelijkheid verwacht en voor hen gelden andere wettelijke en financiële kaders. In Amsterdam richten we daarom voor gezinsmigranten een aparte aanpak in: de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten. Bij de ontwikkeling van deze aanpak benutten we de bestaande kennis en ervaring van de Amsterdamse aanpak statushouders. De Amsterdamse aanpak gezinsmigranten Gezinsmigranten die inburgeringsplichtig worden onder het nieuwe inburgeringsstelsel, vallen vanaf het moment dat zij zich inschrijven in Amsterdam onder de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten. Gespecialiseerde vitvoerders van de gemeente Amsterdam voeren de begeleiding bij de inburgering, het PVT en de MAP in eigen beheer uit. Dit biedt de beste mogelijkheden om in contact te blijven met gezinsmigranten, problemen op tijd te signaleren en hen op maat te ondersteunen. Doel van deze aanpak is dat gezinsmigranten de inburgering behalen op het hoogst haalbare niveau en (zelfstandig) mee kunnen doen in de maatschappij. Uitgangspunt is dat we gezinsmigranten afhankelijk van hun behoefte op maat begeleiden, zodat zij hun eigen inburgeringstraject kunnen vormgeven. Hierbij geldt dat we gezinsmigranten in het huidige stelsel zo veel mogelijk laten profiteren van deze aanpak en dat we extra aandacht hebben voor kwetsbare gezinsmigranten die in de problemen dreigen te komen. De aanpak bestaat uit vier onderdelen: 1. Een warm welkom in Amsterdam 2. Eenbegeleidingstraject op maat 3. Samenwerking met taalaanbieders voor betaalbaar en betrouwbaar inburgeringsonderwijs 4. Doorverwijzen naar aanbod in de stad 1. Een warm welkom in Amsterdam Gezinsmigranten krijgen een warm welkom in Amsterdam. De gemeente informeert gezinsmigranten over hun wettelijke verplichtingen en biedt ondersteuning bij het regelen van praktische zaken. De informatievoorziening voor gezinsmigranten sluit aan bij hun persoonlijke situatie en is (indien nodig) in meerdere talen beschikbaar. Gezinsmigranten kunnen relevante informatie vinden op één centraal punt. Elke gezinsmigrant wordt gekoppeld aan een contactpersoon van de gemeente Amsterdam, waar diegene terecht kan voor vragen en ondersteuning. De gemeente Amsterdam heeft of werkt voor verschillende migrantengroepen aan welkomstvoorzieningen. Bij de ontwikkeling van de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten wordt onderzocht of het aanbod en de organisatie van deze welkomstvoorzieningen in samenhang aangeboden kan worden. 2. Een begeleidingstraject op maat De doelgroep gezinsmigranten is divers en hun ondersteuningsbehoefte ook. We werken met consulenten die gespecialiseerd zijn in de doelgroep. Deze consulenten bieden begeleiding op maat, waarbij de persoonlijke mogelijkheden, behoeften en doelen van de gezinsmigrant centraal staan. Op basis van een intake en de leerbaarheidstoets bepaalt de consulent samen met de gezinsmigrant wat de best passende inburgeringsroute is. De gemeente legt dit vast in het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) en kan hier gedurende de inburgeringsplicht op Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021 Pagina 4 van 5 handhaven. Gezinsmigranten kunnen gebruik maken van de voor statushouders ingekochte Taalstart. De Amsterdamse Taalstart is onderdeel van de brede intake van statushouders. Het is een kort taaltraject dat inzicht geeft in de snelheid waarmee iemand de Nederlandse taal kan leren. Als gezinsmigranten een meer uitgebreid advies willen over hun leervermogen, de meest passende leerroute en geschatte de duur en intensiteit hiervan, kunnen zij hier op eigen kosten aan deelnemen. De Taalstart kost €750. Gezinsmigranten kunnen dit betalen vanuit de DUO- lening. Na de intake zijn gezinsmigranten zelf verantwoordelijk om hun route zo in te richten dat zij kunnen voldoen aan de inburgeringseisen. Gezinsmigranten kunnen bij hun consulent terecht voor persoonlijk advies en informatie over inburgeren in Amsterdam, zodat zij voldoende handvatten hebben om hun eigen inburgeringstraject vorm te geven. We ontwikkelen een persoonlijk portfolio dat gezinsmigranten hierbij helpt en ondersteunen gezinsmigranten bij het zetten van stappen om hun persoonlijke doelen te bereiken. Hiernaast bieden we het participatieverklaringstraject aan waarin gezinsmigranten kennismaken met Nederlandse kernwaarden, zich oriënteren op de stad en samenleving en het opbouwen van een sociaal netwerk. Afhankelijk van de behoefte van gezinsmigranten kunnen zij workshops volgen die hun zelfredzaamheid vergroten. We willen de kansen van gezinsmigranten op de arbeidsmarkt vergroten en we stimuleren hen om te gaan werken. Gezinsmigranten volgen de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP). De MAP bestaat vit voorlichting en het opdoen van 4o uren praktijkervaring die aansluiten bij de beroepskansen en -wensen van de gezinsmigrant. De MAP heeft als doel dat gezinsmigranten een realistisch beeld krijgen van de arbeidsmarkt, zich oriënteren op (hun mogelijkheden op) de arbeidsmarkt en concrete stappen zetten om hun doelen te bereiken. Gezinsmigranten die daarna (meer) ondersteuning nodig hebben bij het vinden van werk, verwijzen we naar de Niet- Uitkerings-Gerechtigden-aanpak (NUG) of overige initiatieven in de stad. Net als bij statushouders, stimuleren we gezinsmigranten met de motivatie en potentie, om een opleiding te volgen of andere kwalificaties te behalen en we adviseren hen over hun mogelijkheden. 3. Samenwerking met taalaanbieders voor betaalbaar en betrouwbaar inburgeringsonderwijs Voor hun inburgeringstraject zijn gezinsmigranten afhankelijk van het beschikbare inburgeringsaanbod in de stad. De zorg is dat gezinsmigranten hierdoor kwetsbaar blijven voor malafide taalscholen. De gemeente Amsterdam wil voorkomen dat gezinsmigranten een inburgeringstraject volgen bij onbetrouwbare of niet-kwalitatieve aanbieders en hiervoor een (te) hoog tarief betalen. Met het Kwaliteitsconvenant Taal en Inburgering hebben we de afgelopen jaren een succesvolle samenwerking met Amsterdamse taalaanbieders opgezet. De gemeente Amsterdam wil ook na inwerkingtreding van de nieuwe wet samenwerken met formele en informele taal- en inburgeringsaanbieders in de stad. We willen ons inzetten om met deze partijen gezamenlijk te werken aan betaalbaar en kwalitatief goed inburgeringsaanbod voor gezinsmigranten, waarbij we de gezinsmigrant centraal stellen. We kunnen gezinsmigranten dan informeren over aanbieders waar de gemeente mee samenwerkt. Gezinsmigranten kunnen er daarnaast ook voor kiezen om hun inburgeringslessen, op eigen kosten, bij het door de gemeente ingekochte inburgeringsaanbod voor statushouders te volgen. We stimuleren bovendien dat gezinsmigranten gebruik maken van het informele (taal)aanbod in de stad, dat hen kan helpen de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021 Pagina 5 van 5 Nederlandse taal te oefenen, een sociaal netwerk op te bouwen en hun zelfredzaamheid te vergroten. 4. Doorverwijzen naar aanbod in de stad Gezinsmigranten kunnen met hun vragen of problemen terecht bij een persoonlijke consulent van de gemeente. Wensen, belemmeringen of problemen worden vroeg gesignaleerd. Bij gezinsmigranten met hulpvragen op overige leefgebieden werken we nauw samen met de sociale basis en/of de buurtteams, zodat passende zorg en ondersteuning kan worden ingezet. Gedurende het begeleidingstraject is aandacht voor de financiële situatie van de gezinsmigrant en de partner, de thuissituatie en de (mate van) afhankelijkheid van de partner. We streven ernaar dat de gezinsmigranten na het inburgeringstraject minder afhankelijk zijn van (het inkomen van) hun partner. Gezinsmigranten kunnen na hun inburgeringstraject gebruik maken van het aanbod van het Taaloffensief om hun taalniveau verder te verhogen, indien dit wenselijk is. Slotwoord: Op naar een goede start voor gezinsmigranten De afgelopen jaren is gebleken dat het huidige inburgeringsstelsel, dat uitgaat van een grote eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars, faalt. Amsterdam is voorstander van een nieuw inburgeringsstelsel, maar had graag gezien dat gemeenten regie zouden krijgen op het (organiseren van) het inburgeringstraject voor gezinsmigranten. Dat gezinsmigranten zelf verantwoordelijk blijven voor hun inburgeringstraject en de voorbereiding op de inburgeringsexamens zelf moeten bekostigen, is kwetsbaar. Uit het onderzoek naar gezinsmigranten in Amsterdam blijkt dan ook dat deze eigen verantwoordelijk niet voor elke gezinsmigrant realistisch is. Met de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten draagt Amsterdam bij aan een goede start en duurzame integratie van gezinsmigranten in Amsterdam, ondanks dat de mogelijkheden van de gemeente beperkt zijn. We begeleiden in eerste plaats bij de inburgering, maar we zien de aanpak ook als startpunt van hun route naar de Nederlandse arbeidsmarkt en voor ondersteuning op maat op andere leefdomeinen. Want met de aanpak hebben we gezinsmigranten goed in beeld en kunnen we hen waar nodig doorverwijzen naar bestaand aanbod in de stad, zoals armoedevoorzieningen, de NUG-aanpak of de sociale basis. Door gezinsmigranten zo goed mogelijk te begeleiden bij het organiseren van hun eigen toekomst en hen van gerichte informatie en training te voorzien, hopen we hun kansen te vergroten. We doen dit samen met informele en formele partijen, die een grote rol blijven spelen in de inburgering van gezinsmigranten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Onderzoeksrapport
5
train
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid maart 2017 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding. … neven neenne nen eneeneerennenvenenenenseenseeeenterenneneneneeeennenvennenseeeenveveenveennveeenveeerenerenvvnervneee Á 1.1 Inclusie en Toegankelijkheid … … … … …… … … nennen eeen nenen enen venverneeeeneeerneeenseeeenverennveervvene Á 1.2 Ambitie. … nennen en erseeeennervenenensn eeen eneenerenveneneneeeenerenveneeeneeenvereenvevenveeenneeeenvennenenervvene Á 1.3 Het VN-verdrag … …… …… neee neren ense eren vereeneneneneevenneerenenensneeenseerenerennnnenseeeenvereenvnensveeenveeen D 1.4 Amsterdam werkt aan toegankelijkheid! … neee eeneeeen eere eereeneeenverennenenvveer O 1.5 De ruimtelijke context en wettelijke kaders … …… ……… … nennen eene eeen eers enen se eeeenerenvenervveer O 1.6 Sturing en organisatie … …… … ………….….nnsanvenseeeevenseeeevenvenenenenenseerenseeeevenveeeevenveeeevenenneerenverevenvenen Ô 1.7 Financiën … nnee nennen enne eeen ee neerenennene venen neeeenennveeenenveeeenenveevenenveeeenenveeevvenvneevenvenveeenenn  2 Resultaten op het gebied van toegankelijkheid in 2016 … nennen ereen 3 2.1 Openbare Ruimte en Verkeer … …… … nnen ee eeneeeenenenenenseeeveneerenenensn eeen veneenverenvenenenveenenn Ö 2.2 Personeel en Organisatie … …… … ……….nnnneenvene nen enense eenen eenenenenenveenvereenenensneeenseeeenverenvnnerveeenenn Ô 2.3 Facilitair Bureau … nnee enen se eeen erennenensvenvenverennenensveeenseeeenverenenervvvernveeeenvenenvneeee LÛ 2.4 Wonen … nere neerseereeenensenneeveervnen vene enseverrvnenvenennnenvereneevenennververenevvenvevveve renee nenenenn Ì 2.5 Dienstverlening … unseren ern enensveeenseereneerenvenenenneeneevenvenenseeeenvervenenenenveerveeernvnenvveerveeeen 1Ì 2.6 Website www.amsterdam.nl … … eneen eeeneenen enen seeevenevernenensneernveeernverenvenenenneeen 12 2.7 Sport … nnee neen veenenenensennneveeensenennenneevenrvnvnvenennvenvenvvervenannververeneveensnvvevenvnevvenennnnn 12 EAI 2.9 Diversiteit … nnee neee eenen eneen eeen enenv eren ennveeenenveenenenveeervernveeenenveervenveveevenveene eenen 1 2.10 Werk, Participatie en Inkomen … … … ….....nnsnunennnseerrenseerrvenseenerens eeste eenvervenseeervenseeervenseeeveeen LD 2.11 Verkenning Doelgroepenvervoer … nnen eeenneneen evens eeen seerenveerenenenseeenveeeenveeenveneee 16 2.12 Stadsdeel Centrum … …… nennen ere eeen neren enensveerenveerenenensveeveveerenverenvnenveeveeveeeenveeenveeee LO 2.13 Stadsdeel Noord … …… … ereen ensenennenensneerensenenenenseerenvereenenens eere vevernvenenveervennenn 17 2.14 Stadsdeel Oost … nennen ener neeeen veren enenseneveneerenvenenseeeenvereenenenenveerseeernverenvnerveeenn 1 2.15 Stadsdeel West … nnen ener eeeenvenenenensenenenenenvenenseeeenvervenenenseenenveeernverenvveerveeeeen 18 2.16 Stadsdeel Zuid … … nnee eenen venen eneneenveenenenvenenseeeenvereenenenenveerveeernverenveerveeeeen 18 2.17 Stadsdeel Zuidoost … …… … eeen senenn enen seeereneneenenenseerenvereenenenseernveerenvenenveerve neee 19 3 Waar werkt Amsterdam aan in 2017 … … nnen eeneeeenenenenenseeereneerenvenrnveeenveeeenvereenenernene 2Û 3.1 Openbare ruimte … … … nennen sneren eeen seerenerennenenseneerenerennenensneevnseerenverenvneneneeenveneenvenenvnene 2Ô EAT 3.3 Personeel en Organisatie … nnee venen seeereneenenvenenenveenvereenenenseeenveeernvenenvnnerveeenn ÂÌ 3.4 Facilitair Beheer … ……… nnen erneer veerenerenvenenseneveneenenvenenseeeenvereenenenenverveeernvevenvveervenenn ÂÌ 3.5 Wonen … nnee nnerreerenenensennserenrneenvenennnevenrvnvnnenennvenvenenenvenannvenverenevnensnnvnevenennenenennnnn 2 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 3.6 Werk Participatie en Inkomen … nnee nee veneerenerenvenenseeeenveerenenensneeenveeeenvenenvnenvenneen ÂÒ 3.7 Sport … nennen ennen veerenenensenene venen senensennsevenrvnenvenennnenvenrvervenennvenverenernenenvenvenvvernenennnnnn 3.8 Jeugd … nennen enenseerenenennenensneeenenevenvenenvenenseeenenevendenenenveenvereennensneeensecernevenvneerveneenn Â3 3.9 Wmo/Zorg nanne ernnvenernseensnenseerseernnsenteersnnentsensenseenseentevnnsvanvenneenseenservservsevenserserseer ÀS 3.10 Programma Doelgroepenvervoer … … nnen nerenneeenenenenenseeeenvereeneeee eneen veeeenverenvnenveneenn ÂD 3.11 Stadsdeel Centrum … …… nennen erneeeen venen enen sneer enenvenenenseeeenvereenenensneeenveerennevenvnenveneenn ÂD 3.12 Stadsdeel Noord … ……… … ereen en senen enenseeerenserenenenseeeenvereenenensnveeevevernenenvnenveneenn ÂD 3.13 Stadsdeel Oost … nnen ereen enverenenenvenevenerenvenenseeeenvereennenennvensenernverenvnenveeeenn ÂD 3.14 Stadsdeel West … …… … … … nnen eneen neren enenseneneeneneenenensnerenseerenverennneersveeenveeeenveernvnneee 20 3.15 Stadsdeel Zuid … … nennen en nerenenenvenneenereenenensneeenveeeenverenvnnenseeeenveneenvenenvneen ZO 3.16 Stadsdeel Zuidoost … …… … nnee eeennenennenensn eer eneerenenenen eeen veeeenverennenenveeeenveneenvenenvnenn 20 AEN Bijlage 1 Financiën … … … …… eneen neee eeeeneeeenerenenvenneeeeneerenvenenseeeenvereenseerseeenneeeenverenvenennnennn D Bijlage 2... eneen enen seeeenvereennenenneenneeeenerenvenenseeeneneevenvenenneeeenvereenveenseeenneeervnenenvenenvenenn 28 Over wettelijke eisen, keurmerken en richtlijnen toegankelijkheid … …… … … … … nnee. 28 3 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 1 Inleidin g 1.1 Inclusie en Toegankelijkheid Mensen met een beperking hebben, net als ieder ander, het recht om zelfstandig aan de samenleving deel te nemen. Toegankelijkheid in de stad is voor hen een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen aan de samenleving. Het college werkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid om het voor iedereen, ongeacht aard of zwaarte van de beperking? mogelijk maken om mee te doen. Amsterdam moet ‘inclusief’ worden. Mensen met een beperking worden en voelen zich nog te vaak buitengesloten in de samenleving. Uit landelijk onderzoek van Nivel in 2015? blijkt dat ruim een derde van de mensen met een verstandelijke beperking en bijna een derde van mensen met ernstige lichamelijke beperkingen zich (sterk) eenzaam voelt. Het college wil dan ook alles wat binnen haar vermogen ligt doen om de toegankelijkheid voor mensen met een beperking in fysieke en sociale zin te verbeteren en te stimuleren. Het werken aan toegankelijkheid is daarmee een brede opdracht van het college die doorwerkt in alle taken van de gemeente. 1.2 Ambitie Het streven is de stad zo in te richten dat Amsterdammers met een beperking een zo zelfstandig mogelijk leven kunnen leiden. Dat betekent dat we moeten werken aan de toegankelijkheid van de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de openbare ruimte, de publieke gebouwen en het openbaar vervoer. ledereen moet hiervan gebruik kunnen maken. Ook informatie en communicatie moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan de gemeentelijke website, de loketten en sportvoorzieningen. Het college stelt dat toegankelijkheid het vitgangspunt is in Amsterdam. Het is beter om bij plannen en ontwerpen direct rekening te houden met mensen met een beperking, dan achteraf van alles te repareren. Dit wordt ook wel “design for all” genoemd. Wanneer we voor iedereen ontwerpen wordt voorkomen dat groepen gebruikers zich gediscrimineerd voelen en dat later alsnog specifieke aanpassingen moeten worden gedaan. Op veel terreinen gebeurt dit al. Amsterdam geeft de openbare ruimte zo toegankelijk mogelijk vorm, en men regelmatig worden ook gebouwen toegankelijker gemaakt. Een voorbeeld zijn de aanpassingen van sportparken en zwembaden. Dat het college toegankelijkheid als vitgangspunt neemt betekent niet dat alles in Amsterdam al in voldoende mate toegankelijk is. Zeker in een stad waar veel oude wijken, straten en openbare gebouwen staan, ervaren mensen met een beperking nog veel problemen en uitdagingen met de toegankelijkheid. Als college werken we doorlopend aan het aanbrengen van verbeteringen en het stimuleren van toegankelijkheid. ‘In deze rapportage wordt vaak kortweg gesproken van mensen met een beperking. De term 'beperking' is een verzamelnaam voor een groot aantal verschillende functiebeperkingen die voorkomen. Mensen kunnen gehandicapt zijn vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke stoornis, medische omstandigheden of een psychische aandoening. Deze stoornissen, omstandigheden of aandoeningen kunnen blijvend of tijdelijk zijn (Bron Standaardregels VN 1994). 2 http://www.nivel.nl{nl{panels/dossier/monitor-participatie 4 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 1.3 Het VN-verdrag In 2016 is door het Rijk het VN-verdrag voor mensen met een beperking? geratificeerd en daarmee op 14 juli 2016 in werking getreden. Dit verdrag regelt dat iedereen, met of zonder een beperking, volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Het verdrag roept geen nieuwe rechten in het leven maar geeft een verdere uitwerking van de bestaande verplichtingen vit andere mensenrechtenverdragen. Het verdrag is gebouwd op vier pijlers of algemene grondslagen: gelijkheid, doeltreffend maar niet onevenredig belastend, toegankelijkheid en zelfstandigheid. Het VN-verdrag gaat veel verder dan alleen fysieke toegankelijkheid en behandelt veel bredere aspecten van mensenrechten. Centraal staat het bevorderen van inclusie en participatie van mensen met een beperking. Het VN-verdrag schrijft verder voor dat mensen met een beperking betrokken moeten worden bij besluiten over regelgeving en beleid dat hen aangaat. Het Rijk is als ondertekenaar verantwoordelijk voor de uitvoering van het verdrag. De algemene toegankelijkheid is per 1 januari 2017 vastgelegd in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz)*. De Wgbh/cz uitgebreid met goederen en diensten. Dat betekent dat horecagelegenheden, musea, winkels, bioscopen, verzekeraars en zorginstellingen ook verplicht zijn om doeltreffende aanpassingen te doen voor mensen met een beperking en hulphonden toe te laten als iemand daar om vraagt. Dit geldt ook voor via internet of social media aangeboden diensten. De mogelijkheid tot het treffen van voorzieningen wordt per situatie bekeken. Het Rijk geeft in haar toelichting op de wetswijziging een paar voorbeelden: ervoor zorgen dat teksten op websites groter kunnen worden gemaakt en er voldoende contrast is tussen voor- en achtergrondkleur, het in winkels verwijderen van objecten die de doorgang voor mensen in een rolstoel, rollator of scootmobiel belemmeren, en het voldoende tijd en aandacht geven aan mensen met een verstandelijke beperking, bijvoorbeeld bij vragen of bij het uitleggen van een product of dienst. Het ratificeren van het VN-verdrag moet volgens het Rijk leiden tot concrete stappen richting algemene toegankelijkheid. ‘Toegankelijkheid moet normaal worden, ontoegankelijkheid wordt de uitzondering’. Gemeenten spelen volgens het Rijk een belangrijke rol bij de implementatie van het Verdrag, omdat zij verantwoordelijk zijn voor een groot aantal zaken dat de positie van mensen met een beperking in de samenleving direct beïnvloedt. Het College voor de rechten van de mens is aangewezen als nationaal rapporteur voor het VN-verdrag. Als toezichthouder bekijkt het College of wetten en beleid voldoen aan de normen van het VN-verdrag. Daarnaast bekijkt men welke instanties betrokken zijn bij de uitvoering van het verdrag en hoe zij deze taak uitvoeren en of de situatie van mensen met een beperking verbetert en of de maatschappij inclusiever wordt. Mensen met een beperking die zich gediscrimineerd voelen, kunnen zich wenden tot het College voor de Rechten van de Mens. Mensenrechten in Amsterdam Mensenrechten spelen binnen de gemeente een steeds grotere rol. De gemeenteraad op 16 september 2016 de brief Mensenrechten in Amsterdam’ vastgesteld, waarmee het mensenrechtenperspectief van toepassing wordt verklaard op álle gemeentelijke beleidsterreinen. Hierin is ook het perspectief van mensen met een beperking in opgenomen. In de brief zijn vier prioriteiten opgenomen, waaronder 3 De titel is voluit: Verdrag inzake de rechte van personen met een handicap. Zie voor de integrale tekst http://wetten.overheid.nl/BWBVooo4045/2016-07-14#Verdrag 2. Er zijn ook versies beschikbaar in begrijpelijke taal, bijvoorbeeld via www.lfb.nu. 4 Zie voor de actuele wettekst van de Wgbg/cz: http://wetten.overheid.nl/BWBRoo14915/2017-01-01, Artikel 2. 5 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 toegankelijkheid. 1.4 Amsterdam werkt aan toegankelijkheid! In Amsterdam wordt al jaren gewerkt aan de toegankelijkheid van de stad en dit wordt met een jaarlijkse rapportage voor de raad zichtbaar gemaakt. Sinds vorig jaar wordt de voortgangsrapportage ‘Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid’ genoemd. Daarmee wil het college recht doen aan de vele projecten en activiteiten waarin toegankelijkheid een rol speelt. De rapportage is bedoeld als levend document, dat jaarlijks wordt herzien met nieuwe ambities van het college of de raad. Toekomstige verplichtingen die voortkomen vit de wetgeving en de verdere implementatie van het VN-verdrag nemen we op en afgeronde projecten verwijderen we. In de Rapportage 2017 geven we in Hoofdstuk 2 een overzicht van de resultaten die geboekt zijn in 2016. Het betreft vele projecten en onderwerpen vanuit de gehele gemeentelijke organisatie. In Hoofdstuk 3 geeft het college de ambities weer voor 2017. De rapportage omvat nadrukkelijk niet álles wat de gemeente doet om de stad toegankelijker te maken, maar geeft de hoofdlijnen weer. De focus ligt hierbij op fysieke en sociale toegankelijkheid, al worden onderwerpen als inclusie en participatie ook benoemd. 1.5 De ruimtelijke context en wettelijke kaders De gemeente heeft een belangrijk rol in het verwezenlijken van toegankelijkheid. Het is van belang om te realiseren dat de gemeente veel mogelijkheden heeft, maar ook een aantal beperkingen. De gemeente Amsterdam opereert binnen door het Rijk gesteld wettelijke kaders, zoals het bouwbesluit en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbg/cz). In de gevallen dat de gemeente opdrachtgever is kan ze in het plan van eisen extra eisen opnemen om een toegankelijker gebouw te realiseren. In een stad als Amsterdam kan men soms weinig veranderen aan de ruimtelijke context. Zo zijn de straten smal in de binnenstad. Daarbinnen moeten alle verkeersstromen worden gefaciliteerd en dat betekent in sommige straten dat er heel weinig ruimte is voor voetgangers. Tot slot zijn er vele gebruikers met andere, soms tegengestelde eisen die ze aan de inrichting van de stad stellen. Vaak worden er in de plannen en de uitvoering de verschillende belangen afgewogen en dat valt niet altijd vit ten gunste van de toegankelijkheid. Zo willen we in Amsterdam dat grachten bevaarbaar zijn en dat betekent dat bruggen een bepaalde hoogte moeten daarmee vaak te steil zijn vanuit toegankelijkheid gezien. 1.6 Sturing en organisatie Toegankelijkheid is een breed aandachtsgebied, dat zich niet beperkt tot één portefeuille, van individuele directies of afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Het is daarom noodzakelijk om breder te kijken en samen te werken om de toegankelijkheid verder te verbeteren. De bestuurlijke en ambtelijke taakverdeling is bedoeld om een betere inbedding van toegankelijkheid binnen de Gemeente Amsterdam te regelen. Bestuurlijk De wethouders en de burgemeester zijn verantwoordelijk voor de resultaten op het gebied van toegankelijkheid binnen hun eigen portefeuille en sturen hier actief op. Daarnaast ligt een deel van de verantwoordelijkheid bij de portefeuillehouders in de stadsdelen. De wethouder Zorg fungeert als aanjager en overlegt periodiek met de Wmo-Adviesraad over dit onderwerp. Signalen die hij opvangt deelt hij met de portefeuillehouder die de verantwoordelijkheid draagt. 6 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 De wethouder Zorg houdt de commissie Zorg en Sport jaarlijks op de hoogte van de resultaten op het gebied van toegankelijkheid. Dat doet hij met deze rapportage. Knelpunten kunnen besproken worden in de raadscommissies waar het betreffende onderwerp is belegd. Gaat het over sociale toegankelijkheid dan wordt dit in de raadscommissie Zorg en Sport besproken. Vraagstukken die te maken hebben met de openbare ruimte en verkeer komen aan de orde in de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid. Ambtelijk De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de projecten ligt bij verschillende afdelingen en bij ambtenaren, ook in de stadsdelen. Per dossier is er zo veel mogelijk één ambtelijk aanspreekpunt voor toegankelijkheid, waardoor duidelijk is wie er op die verantwoordelijkheid aangesproken kan worden. Als er geen aanspreekpunt bekend is, is de directie verantwoordelijk voor het beantwoorden van eventuele vragen en uitzetten van acties en de voortgang van het dossier. Samenwerking met ervaringsdeskundigen en belangenbehartigers Bij een onderwerp als toegankelijkheid is samenwerking met en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen, belangenbehartigers essentieel. Het college laat zich gevraagd en ongevraagd adviseren over het beleid in het sociaal domein door de formele adviesraden Wmo-raad, Jeugdplatform en Participatieraad. Maar ook op uitvoeringsniveau zoekt men de samenwerking op. Voorbeelden hiervan zijn de betrokkenheid van de Clusterwerkgroep Stadsdelen van Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) bij het onderzoek naar de toegankelijkheid van Stadsloketten en de gemeentelijke huisvesting. Een ander voorbeeld is de klankbordgroep die meeleest en meedenkt over de communicatie over de Wmo. Op het gebied van openbare ruimte wordt veelvuldig met CBA en lokale belangenbehartigers afgestemd. CBA is ook (agenda)lid van de Centrale Verkeerscommissie, waar zij commentaar kan geven op de plannen die ontwikkelt worden. Voorts is CBA in 2016 betrokken bij het updaten van de Checklist Toegankelijkheid. Bij het testen van de website www.amsterdam.nl zijn mensen met een visuele beperking vitgenodigd. Ook gaan (ervarings)deskundigen mee naar schouwen in de gebieden. 1.7 Financiën De geformuleerde ambities voor 2017 worden in principe gefinancierd uit de bestaande budgetten. In de bijlagen staat de benodigde extra budgetten voor 2017 genoemd voor zover deze bekend zijn vanuit de inventarisatie voor de voortgangsrapportage 2017. Daar waar het werkzaamheden binnen de reguliere begroting betreft, zijn deze niet apart vermeld. Als zich gedurende het jaar knelpunten in de financiering voordoen, waardoor de ambities niet gehaald worden dan informeert desbetreffende portefeuillehouder de gemeenteraad hierover. * Op 5 november 2015 is de motie van de raadsleden Roosma, Duijndam en Kaya inzake budget voor toegankelijkheid aangenomen waarin aangegeven is dat wanneer bestaande budgetten ontoereikend zijn, met deze knelpunten terug te komen naar de raad. 7 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 2 Resultaten op het gebied van toegankelijkheid in 2016 Hieronder volgt een overzicht van een aantal concrete projecten en activiteiten die in 2016 zijn gerealiseerd op het gebied van toegankelijkheid binnen de gemeente. 2.1 Openbare Ruimte en Verkeer De Centrale Verkeerscommissie (CVC) toetst en geeft advies over verkeers- en openbare ruimte plannen. In het CVC-vooroverleg van Ruimte en Duurzaamheid, voorafgaand aan de wekelijkse CVC-vergadering, adviseert de stadsergonoom over de bruikbaarheid en toegankelijkheid van de plannen die voorliggen. Zijn adviezen worden meegenomen in het advies aan de projecten. Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) is agenda-lid van de CVC en krijgt daarmee de mogelijkheid om op alle ingebrachte plannen te reageren. Daarnaast adviseert de stadsergonoom doorlopend, gevraagd en ongevraagd aan ontwerpers en projectleiders van lopende projecten. Deze projecten variëren van eenvoudige straatinrichtingen en pleintjes, tot stationsgebieden en grootstedelijke projecten als de Rode Loper en de herinrichting van het Leidseplein. Ook is de stadsergonoom betrokken bij de recente herziening van de leidraad van de CVC. Hierin staan expliciet de vitgangspunten van de CVC geformuleerd, waaronder enkele punten die direct met de toegankelijkheid te maken hebben, bijvoorbeeld over OV-haltes en geleide lijnen. Update Checklist Toegankelijkheid Verschillende onderdelen van de ambtelijke organisatie maken gebruik van een checklist met normen en richtlijnen voor een toegankelijke stad. In de checklist staat bijvoorbeeld aangegeven hoe steil een hellingbaan bij een bepaald hoogteverschil mag zijn, wat de maatvoering van een gehandicaptenparkeerplaats is of hoe men toegankelijke oversteken maakt. Deze checklist is jaren geleden opgesteld. In 2016 is gewerkt aan een update, in overleg met belangenbehartigers, zoals CBA. Deze update is inhoudelijk afgestemd op de CVC leidraad. Naar aanleiding van het initiatiefvoorstel over winkeltoegankelijkheid van raadslid Duijndam uit 2016 zullen er in 2017 nog enkele punten aan de checklist worden toegevoegd, voordat deze definitief wordt gemaakt. Visie openbare ruimte Afgelopen jaar is binnen Ruimte en Duurzaamheid een Visie openbare ruimte opgesteld. Het onderwerp toegankelijkheid is daarin opgenomen. Daarmee onderschrijf het College de noodzaak om de openbare ruimte toegankelijk te houden voor alle doelgroepen en in het bijzonder mensen met een beperking. Fietsparkeren De gemeente onderneemt actie om te voorkomen dat fietsen in looproutes gestald worden. Zo zijn het kader Fietsparkeren en het Handboek Handhaving Fietsparkeren vastgesteld. Op alle NS stations en op het Leidseplein zijn nieuwe fietsborden en tegels geplaatst met duidelijke fietsregels (fiets in het rek of vak). De maximale fietsparkeerduur van 6 en 2 weken is vastgesteld en in werking getreden (met ingang van 1september 2016). Dat betekent dat fietsen binnen de ring A-10, 6 weken op 1 plek mogen staan. Op de NS Stations 2 weken. Fietsen die langer staan kunnen worden verwijderd. Zo komt er meer plaats beschikbaar in de fietsrekken en zullen minder fietsen buiten de rekken de doorgang versperren. De stadsdelen handhaven ook al op grond van deze fietsparkeerduurregeling. Eris in de afgelopen maanden - in de stadsdelen Centrum en Oost - gemiddeld 12% van de geparkeerde fietsen op grond van 8 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 de 6 weken regeling verwijderd. Vanaf maart 2015-sept 2016 zijn ca 1.300 ongebruikte fietsen (in het kader van de fietscampagne “Klaar met je fiets? Bel 14020”) opgehaald uit de stad. Voetgangers De gemeente wil dat de toegankelijkheid voor de voetganger en de veiligheid en het comfort waarmee hij zich verplaatst wordt vergroot. Met het oog daarop zijn er in de nieuwe leidraad van de CVC richtlijnen voor het trottoir opgenomen. Minimummaten waar het trottoir in principe aan moet voldoen en die afhankelijk zijn van de te verwachte drukte (bij drukke publieke functies is de minimummaat groter). De CVC hanteert deze leidraad bij het adviseren over verkeersplannen. Bushaltes De gemeente Amsterdam is al enkele jaren bezig bushaltes toegankelijk te maken. Dat betekent onder meer dat de haltes verhoogd worden aangelegd om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Verder moeten perrons via obstakelvrije en drempelloze routes met geleidelijnen ontsloten worden. Per 31 december 2016 zijn circa 420 haltes, inclusief knooppunthaltes, toegankelijk. Dit bereikt meer dan 75% van de reizigers. Tram-en combinatiehaltes Ook tramhaltes wil de gemeente wil toegankelijker maken. In het kader van het reguliere vervangingsprogramma worden haltes verhoogd en opnieuw ingericht, om een onbelemmerde doorgang voor minder validen mogelijk te maken. Verder is in 2016 gewerkt aan het opstellen van een programma van eisen voor de toegankelijkheid van combinatiehaltes (haltes waar zowel tram als bus stoppen). Door de verschillende afmetingen en vloerhoogtes van het materieel is dit een ingewikkelde opgave gebleken en heeft dit nog niet geleid tot een definitief programma van eisen. In 2017 wordt dit programma van eisen verder afgestemd. Informatie over toegankelijkheid voor ondernemers Veel ondernemingen zoals horecagelegenheden en winkels zijn op basis van de wet gelijke behandeling verplicht om doeltreffende aanpassingen te doen voor mensen met een beperking en moeten zij hulphonden toe laten. Ondernemers weten echter niet altijd hoe toegankelijkheid geregeld kan worden. De gemeente heeft daarom op de website https://www.amsterdam.nl/ondernemen/nieuws- ondernemers/toegankelijk/ informatie gepubliceerd hoe men het pand toegankelijker kan maken zonder dat daarvoor een drastische verbouwing nodig is. Naar aanleiding van incidenten met hulphonden worden ondernemers ook gewezen op de verplichting tot het toelaten van hulphonden. 2.2 Personeel en Organisatie Banenafspraak Op 1 mei 2015 is de Wet Banenafspraak en het Quotum Arbeidsbeperkten van start gegaan. Deze wet verplicht werkgevers meer banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. De extra banen zijn bedoeld voor mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen®. De doelgroep bestaat uit verschillende mensen met heel verschillende talenten en beperkingen. $ Zie voor een compleet overzicht https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/werken-met- arbeidsbeperking/inhoud{/meer-banen-mensen-arbeidsbeperking 9 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Het college heeft in 2013 besloten om vanaf 2014 jaarlijks 42 extra banen te realiseren, oplopend tot 420 in 2023. Amsterdam neemt haar verantwoordelijkheid en pakt deze uitdaging actief op. Op 1 december 2016 zijn er ten opzichte van de nulstand (van 2013) in totaal 166 extra banen? voor werknemers met een arbeidsbeperking binnen de eigen organisatie gerealiseerd. Dat betekent dat de doelstelling voor 2016, om sinds 2013 minimaal 126 extra banen gerealiseerd te hebben, ruimschoots is gehaald. Stedelijk Netwerk voor Ambtenaren met een beperking (SNAB) Dit netwerk is in 2015 opgericht door een groep collega's van de gemeente Amsterdam die zelf een beperking hebben. In 2026 is het netwerk officieel van start gegaan. SNAB heeft de doelen gesteld om collega's met een beperking met elkaar in contact te brengen en de zichtbaarheid van collega's met een beperking binnen de organisatie vergroten. Daarnaast wil men aandacht vragen voor zaken waar collega’s met een beperking tegen aan lopen. In 2016 heeft SNAB aan OIS gevraagd een quick scan uit te voeren om te onderzoeken hoeveel Amsterdamse ambtenaren er zijn met een beperking en is door middel van een online vragenlijst geïnventariseerd wat er speelt onder deze groep zijn er twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd? 2.3 Facilitair Bureau Toegankelijkheid Huisvesting Eigen organisatie Om een goed beeld te krijgen van hoe het gesteld is met de toegankelijkheid van de huisvesting van de eigen organisatie is een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste panden® door Cliëntenbelang Amsterdam (CBA). De stadsloketten zijn apart onderzocht, zie hiervoor het onderdeel Dienstverlening. Uit de rapportages blijkt dat er in al deze panden nog veel verbeterpunten zijn. Grotere knelpunten die in (bijna) alle panden naar voren kwamen, zijn de beperkte hoeveelheid Integraal Toegankelijke-toiletten, de beperkte toegankelijkheid van trappen en liften, de zware (brand)deuren die overal aanwezig zijn en de beperkte toegankelijkheid van de entree van de gebouwen. Doordat het aantal ambtenaren met een (ernstige) beperking steeds verder toeneemt, mede als gevolg van de Banenafspraak, wordt de gemeentelijke organisatie steeds vaker geconfronteerd met ontoegankelijkheid van onderdelen van de huisvesting en dienstverlening. In 2016 is gewerkt aan bewustwording over toegankelijkheid binnen het facilitair bureau en is een goede start gemaakt met het inclusief inrichten van de werkprocessen. Daarnaast is er aandacht gevestigd op de aandacht voor mensen met een beperking bij Bedrijfshulpverlening (BHV) en bij evacuaties. Tot slot is in diverse panden gewerkt aan verbetering van communicatie-uvitingen en bewegwijzering) voor mensen met verminderd zicht, en het informeren over toegankelijkheid (rolstoeltoiletten) op intranet. Al deze resultaten zijn bereikt binnen de bestaande budgetten. 7 Een “baan” is 25,5 vur per week. Sommige medewerkers werken meer, zij tellen dan meer voor meer dan 1 baan. En sommige werken minder, zij tellen mee voor minder dan 1 baan. 8 Bron: Jaarverslag SNAB. 9 Deze panden zijn: Jan van Galenstraat 323, Jodenbreestraat 25, Cruquiusweg 5, Voormalige Stadstimmertuin 4-6, Voormalige Stadstimmertuin 91, Weesperplein 8, Weesperstraat 430-432, Plein 40-45, Bos en Lommerplein 250, President Kennedylaan 923, Anton de Komplein 150, Buikslotermeerplein 2000, Oranje- Vrijstaatplein 2, Nieuwe Achtergracht 100, Herikerbergweg 290 10 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 2.4 Wonen Stimuleren aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen In 2016 heeft de gemeente met de woningcorporaties de afspraak over de richtlijn en het percentage aanpasbaar gebouwde nieuwe woningen uitgewerkt. De afspraak is dat corporaties go% van alle woningen (met uitzondering van studenten- en jongerenwoningen en zelfbouw) bouwen volgens de richtlijn van aanpasbaar bouwen. De gemeente Amsterdam zal in overleg met de marktsector de wens om aanpasbaar te bouwen onder de aandacht brengen en hen stimuleren in de middeldure huur en koopsector toekomstbestendig te bouwen. In 2016 is ruim 80% van de sociale huurwoningen aanpasbaar gebouwd en in de marktsector 70% van de woningen aanpasbaar gebouwd. Woonrvimteverdeling De beschikbaarheid en betaalbaarheid van sociale huurwoningen in Amsterdam staat onder druk. De slaagkans om individuele woonwensen te kunnen realiseren is gering. Voor ouderen en mensen met een beperking is er de mogelijkheid om met voorrang op passende woningen te reageren. Over de toewijzing van sociale huurwoningen wordt jaarlijks gerapporteerd in het kader van de prestatieafspraken met corporaties. Het flexibel bevorderen van de toegankelijkheid van sociale huurwoningen is daarbij van groot belang. Een starre toepassing van de wet werkt contraproductief. Rolstoelwoningen De huisvesting van rolstoelgeïndiceerden valt onder het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Om hier uitvoering aan te geven is in 2016 een werkgroep Rolstoelwoningen (rowo) ingesteld met deelnemers vanuit de gemeente, de corporaties en Adviesbureau Reade. De werkgroep rowo ziet een aantal knelpunten voor de doelgroep rolstoelgeïndiceerden, waaronder: -___Rolstoelindicaties worden ook verstrekt aan mensen die op het moment van indiceren nog niet direct een rolstoelwoning nodig hebben, maar eventueel wel op langere termijn; -__De woningvraag van rolstoelgeïndiceerden is divers en er is onvoldoende zicht op de wachtlijst; -__De mogelijkheden om woningen in de bestaande voorraad aan te passen worden nog onvoldoende benut; -__Er worden onvoldoende nieuwe rolstoelgeschikte woningen gebouwd; -__ Bestaande rolstoelgeschikte woningen komen onvoldoende opnieuw beschikbaar voor de doelgroep als de gebruiker er niet meer woont; In 2016 is onderzoek gestart naar de bestaande voorraad van rolstoelwoningen en de kenmerken van woningzoekenden met een rolstoelindicatie op de wachtlijst. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Adviesbureau Reade en de eerste resultaten worden in 2017 opgeleverd. 2.5 Dienstverlening Onderzoek stadsloketten De stadsloketten vormen een belangrijk onderdeel van de dienstverlening voor alle Amsterdammers. Het is van groot belang dat deze loketten zowel fysiek als sociaal toegankelijk zijn. Wat betreft fysieke toegankelijkheid is het streven is dat alle Stadsloketten minimaal voldoen aan de Integrale Toegankelijkheidsstandaard (ITS). Om te weten hoe het staat met de fysieke en sociale toegankelijkheid in de zeven Stadsloketten, heeft de gemeente Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) gevraagd hier onderzoek naar te doen. 11 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Cliëntenbelang Amsterdam is vanaf het begin betrokken en er zijn ervaringsdeskundigen ingezet bij het onderzoek. Het onderzoek richtte zich op verschillende aspecten van dienstverlening: de website, bereikbaarheid en de toegankelijkheid (zowel fysiek als sociaal). Hiermee wordt de zogenaamde “customer journey,” de klantreis, in kaart gebracht. Uit het onderzoek blijkt dat de dienstverlening (bejegening) aan bezoekers met een beperking over het algemeen positief wordt gewaardeerd; deelnemers zijn hierover zeer te spreken. Ze ervaren de begroeting bij binnenkomst als zeer prettig en ze voelen zich gelijk behandeld. Voor de website, de bereikbaarheid en de fysieke toegankelijkheid van de Stadsloketten is op een aantal punten ruimte voor verbetering geconstateerd. Voor alle 7 Stadsloketten wordt het ITS-keurmerk aangevraagd. Begrijpelijke taal Een ander belangrijk punt in de dienstverlening aan Amsterdammers is het begrijpelijk maken van de communicatie. In 2016 is vanuit Dienstverlening een proef gestart met de service ‘Snap de brief’. Met een webapplicatie kunnen mensen een foto maken van een brief die ze niet begrijpen. Vervolgens worden ze teruggebeld door een professionele hulpverlener die uitleg geeft of, hen doorverwijst naar een hulpverlenende organisatie. De verantwoordelijkheid voor de tekst en inhoud van de webpagina's ligt bij de afzonderlijke gemeentelijke onderdelen. Elke afdeling dienst zijn eigen webpagina en overige communicatie begrijpelijk op te stellen. Een voorbeeld van hoe hier aan wordt gewerkt is de Wmo-informatie, aangezien juist deze informatie van groot belang is voor mensen met een beperking en of chronisch ziekte. De afdeling Zorg legt brieven, beschikkingen en informatiebladen voor aan ervaringsdeskundigen (via Cliëntenbelang Amsterdam). 2.6 Website www.amsterdam.nl De publieke website van de gemeente voldoet momenteel voor het overgrote deel aan de geldende richtlijnen voor toegankelijkheid. Op enkele punten is de toegankelijkheid niet 100%, met name omdat niet al het beeldmateriaal wordt ondertiteld. Bij de nieuwe dienstverleningsonderdelen is dit dan ook een eis die bij de bouw van de webpagina's wordt meegenomen. De eisen aan toegankelijkheid zijn momenteel zo opgezet dat blinden en slechtzienden met voorleesapparatuur, braille-omzetters of loupes de informatie tot zich kunnen nemen. Voor slechtzienden is bovendien rekening gehouden met de contrasten (kleurinstellingen) en lettergroottes. De lettergrootte is beter aan te passen met de standaard van de webbrowser (bij Internet Explorer is dat onder beeld- tekengrootte). Dat is conform de webrichtlijnen van het world wide web consortium (W3C.org). 2.7 Sport In de Sportvisie 2025, die is vastgesteld door de Gemeenteraad op 30 november 2016, is als speerpunt geformuleerd dat Amsterdam samen met haar partners zorgt voor een structureel sport- en beweegaanbod ook voor Amsterdammers met een achterstand of beperking. In het kader van dit speerpunt lopen er een aantal projecten en acties. Toegankelijke sportaccommodaties Sportvoorzieningen moeten zowel letterlijk als figuurlijk laagdrempelig zijn. Dit is in het kader van de huidige sportaccommodaties nog niet overal het geval. Daarnaast moet bij nieuwbouw de toegankelijkheid een randvoorwaarde zijn bij de investering. In 2016 zijn bij Sport de volgende resultaten behaald: 12 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 - 57 gymzalen die beheerd worden vanuit de afdeling Sport zijn naschools structureel toegankelijk geworden; - het Velodrome is veel meer rolstoeltoegankelijk gemaakt voor zowel sporters als bezoekers; - bij Sporthal de Weeren is de entree aangepast; - de subsidie voor het aangepaste AGO-zwembad is vastgesteld en dit bad blijft nog 5 jaar open. - er zijn aanpassingen gerealiseerd bij een aantal reguliere zwembaden (Noorderparkbad, Mirandabad, Brediusbad, Flevoparkbad, Zuiderbad). Sportapp De app “Uniek Sporten” is in het voorjaar 2016 gelanceerd en bevat informatie over aangepast sporten in Amsterdam, met als doel om meer mensen met een beperking structureel te laten sporten of bewegen. Europees Kampioenschap Atletiek 2016 In 2016 heeft het EK atletiek in Amsterdam plaatsgevonden. Men heeft gestreefd naar een zo toegankelijk en inclusief mogelijk evenement. Hiermee heeft Amsterdam een mooi voorbeeld neergezet voor toekomstige evenementen in Nederland. Er is veel aandacht uitgaan naar de toegankelijkheid en naar de informatie hierover op de portal http://atletiek.amsterdam/. Op 10 juli heeft in het Olympisch Stadion een mini EK Atletiek plaats gevonden voor kinderen met een beperking. Na afloop van het EK Atletiek zijn zes verschillende projecten voor mensen met een beperking bij atletiekverenigingen gerealiseerd. Aangepaste sport als speerpunt in de Sportvisie 2025 Topsporters met een beperking worden gehuldigd tijdens het Amsterdamse sportgala. Daarnaast is in ook in 2016 de Amsterdamse Pluim uitgereikt tijdens het sportgala. Deze Pluim wordt sinds 2009 elk jaar uitgereikt aan een sportvereniging of organisatie met aanbod voor mensen met een lichamelijke/verstandelijke beperking. Sportstimulering met betrekking tot aangepast sporten heeft plaatsgevonden op alle scholen in het speciaal onderwijs. Tijdens de Koala Games zijn 250 leerlingen uit cluster 3 en 4 met extra zorg ontvangen in het Olympisch Stadion, met het op maat gemaakte sportprogramma kunnen de kinderen zelf kennismaken met allerlei sporten en sportverenigingen. Tot slot is het evenement Sport- en Funtoer in het Friendship Sport Centre gehouden. Hierbij hebben 5o tot 60 kinderen met een beperking diverse sporten kunnen uitoefenen, samen met broertjes, zusjes, vriendjes of vriendinnetjes en de ouders. Veel activiteiten zijn geschikt voor kinderen in een rolstoel. Met de subsidie Gehandicapten Sport hebben diverse verenigingen ook in 2016 hun vervoer naar uitwedstrijden kunnen organiseren en zijn meerdere kleinschalige evenementen en activiteiten voor kinderen en volwassenen met een beperking georganiseerd. 2.8 Wmo/zorg Age Friendly City (Ouderenvriendelijke stad) In 2015 heeft het college het startsein is gegeven voor Age-Friendly City. Amsterdam heeft een actieplan opgesteld. In dit programma wordt gekeken naar toegankelijkheid samen met de ouderen. Een van de doelstellingen in Age-Friendly City is dat de buitenruimte ouderen helpt om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Items als straatmeubilair, onderhoud van wegen en trottoirs, loop- en fietsroutes en toegankelijkheid van gebouwen komen hier aan de orde. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de ‘Bewegende Stad’, de ‘Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’ en het stedelijk beleid rond voetgangers 13 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 en toegankelijkheid. In 2016 is in drie pilotbuurten in beeld gebracht welke ruimtelijke strategieën kunnen bijdragen aan een levensloopbestendige en toegankelijke buurt. Subsidieregeling basisvoorzieningen De bestuurscommissies zijn verantwoordelijk voor de activiteiten in het kader van basisvoorzieningen. De afspraken zijn vastgelegd in het Stedelijk Kader Afspraken Basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018. Hierbij gaat het om inzet op het gebied van o.a. activering, participatie en sociale accommodaties, mantelzorgondersteuning en vrijwillige inzet. Deze voorzieningen zijn in principe toegankelijk voor alle bewoners. Een aantal specifieke doelgroepen zijn benoemd, waaronder mensen die moeite hebben om te participeren als gevolg van (chronische) psychische problematiek of vanwege beperkingen. In de nieuwe subsidieregeling basisvoorzieningen die is opgesteld op basis van het stedelijk kader en die per 1 augustus 2016 is ingegaan, worden expliciet eisen gesteld aan de fysieke en sociale toegankelijkheid. Ander Kijken anders Doen Vanuit de afdeling Zorg wordt de methodiek Anders Kijken Anders Doen (AKAD) sinds 2014 gepromoot. Ambulant ondersteuners die ervaring hebben met het begeleiden van mensen met een licht verstandelijk beperking (LVB) worden via AKAD gestimuleerd om in de wijken tijd te besteden aan netwerkontwikkeling. Daarbij is het doel om kennis over de LVB doelgroep te delen met het welzijnswerk en informele wijkverbanden. Er zijn teams in elk stadsdeel actief. Samen met de welzijnspartners wordt de toegankelijkheid van de dragende samenleving voor mensen met een LVB verbeterd. Zo kunnen zij beter gebruik gaan maken van de voorzieningen in de wijk. LVB Ervaringsdeskundigen Er waren in Amsterdam nog geen LVB-ers als ervaringsdeskundigen actief. Ook binnen CBA was tot aan 2016 voor de LVB doelgroep geen platform ontwikkeld. Met inzet van KansPlus, Cliëntenbelang en extra middelen vanuit Zorg is in 2016 start gemaakt met de oprichting van een LVB-platform. Inmiddels heeft dit platform al bijdragen geleverd aan informatieverstrekking aan wethouder Jeugd en Onderwijs, heeft het platform geadviseerd aan het ministerie van Justitie en Veiligheid en heeft men bijgedragen aan de stedelijke discussie over de inrichting van de beleidsparticipatie in Amsterdam. Voorlichting en workshops over Niet Zichtbare Beperkingen In 2015 is de voorlichtingscampagne Niet Zichtbare Beperkingen (NZB) gestart, vanuit een samenwerking tussen verschillende Expertisenetwerken. De campagne vraagt aandacht voor met mensen met een (licht) verstandelijke beperking, een vorm van autisme (ASS) en met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Mensen met deze vaak onzichtbare beperkingen worden in veel gevallen niet herkend en dat kan voor veel problemen zorgen in de dienstverlening of bij deelname aan buurtactiviteiten. Het doel is om de sociale toegankelijkheid van de voorzieningen te vergroten voor deze doelgroep. In 2016 zijn vele workshops Niet zichtbare beperkingen door MEE aangeboden in wijken. Er hebben ongeveer 300 mensen (waaronder professionals, mensen uit de gebiedsteams van de stadsdelen en vrijwilligers) aan de workshops meegedaan in 2016. 2.9 Diversiteit Mensenrechten in Amsterdam De gemeenteraad heeft in september 2016 de brief Mensenrechten in Amsterdam’ vastgesteld, waarmee het mensenrechtenperspectief van toepassing wordt verklaard op alle gemeentelijke beleidsterreinen. In 14 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 de brief zijn vier prioriteiten zijn opgenomen, waarvan Toegankelijkheid er een is. Deze brief is mede gebaseerd op gesprekken met enkele honderden Amsterdammers uit alle delen van de stad over mensenrechten. Ook mensen met een beperking hebben deelgenomen aan deze gesprekken. De gemeente hanteert de volgende uitgangspunten: a. Het gemeentebeleid wordt expliciet ingekaderd door de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en de daarmee verbonden internationale verdragen; b. Eris altijd aandacht voor de meest kwetsbaren; c. De betrokkenen hebben in een vroeg stadium een rol bij de voorbereiding en de evaluatie van beleidsmaatregelen die op hen van toepassing zijn. Training Om ambtenaren bij dit nieuwe perspectief te helpen, is in opdracht van de afdeling Diversiteit een training ontwikkeld. In januari 2017 is de training opgenomen in het aanbod van De Amsterdamse School. Subsidieregeling Burgerschap & Diversiteit Diversiteit kent een subsidieregeling Burgerschap en Diversiteit. Zowel rechtspersonen als particulieren kunnen in dit kader subsidie aanvragen voor vrijwilligersprojecten. Een van de thema’s waarvoor subsidie aangevraagd kan worden is mensenrechten. 2.10 Werk, Participatie en Inkomen De gemeente Amsterdam hecht er veel belang aan dat juist ook de meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt een kans krijgen, zoals met de Participatiewet is beoogd. Daarom is in de afgelopen periode intensiever ingezet op het bemiddelen van mensen naar loonwaarde?® en beschut werk. Het aantal plaatsingen naar loonwaarde van kandidaten bij werkgevers, nadert eind oktober de doelstelling die voor 2016 is geformuleerd.“ Het aantal plaatsingen beschut werk blijft nog achter bij de doelstelling. De gemeentelijke doelstellingen bij de Participatiewet staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een groter geheel. Uiteindelijk is het doel (op basis van het Sociaal Akkoord) dat landelijk 125.000 extra banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. De realisatie hiervan is regionaal georganiseerd, waarbij gemeenten uit de regio samenwerken met UWV, werkgevers en werknemers. In de regio Groot-Amsterdam zijn sinds de nulmeting 636 extra banen gecreëerd. Workshops Niet zichtbare beperkingen en LVB In 2016 zijn basisworkshops georganiseerd voor klantmanagers in het herkennen, erkennen en communiceren met klanten met een LVB, NAH, autisme en vroege dementie. Daarnaast zijn er verdiepingsworkshops aangeboden in de omgang en bejegening van klanten met een LVB. Er zijn in 2016 een aantal specifieke activiteiten in het kader van armoedebestrijding uitgevoerd, die gericht zijn op het vergroten van bereik van mensen met een beperking: Papermates zijn vrijwillige maatjes voor mensen met een beperking bij papieren en geld en die meegaat naar schuldhulpverlening, als dat nodig is. Bij de financiële inloopspreekuren Grip op je geld die in de wijken gehouden worden zijn naast professionals van MEE en MADI ook vrijwilligers van de Regenboog en Humanitas aanwezig. 10 Bij bemiddelen van loonwaarde wordt de verdiencapaciteit van een werknemer bepaald. Er kan een Loonkostensubsidie aan de werkgever worden uitgekeerd als een werknemer niet in staat lijkt om zelfstandig het wettelijk minimum loon te verdienen. “Bron is de Voortgangsrapportage Participatie van 26 oktober 2016 15 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 In 2016 is de Regeling tegemoetkoming meerkosten (Rtm) meer en breder onder de aandacht gebracht. Via deze regeling kunnen mensen met een laag inkomen een vergoeding krijgen voor de extra kosten die zij moeten maken voor hun ziekte of beperking of die van hun kinderen. Zo heeft men Amsterdammers die van voormalige de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) regeling gebruik maakten actief geïnformeerd over het bestaan van de Rtm. Hierdoor is er in 2016 een flinke een toename aan aanvragen en zijn er eind 2016 ruim 11.000 Amsterdammer die gebruik maken van deze regeling. 2.11 Verkenning Doelgroepenvervoer In 2016 is er op verzoek van de portefeuillehouders van Verkeer & Vervoer, Jeugd & Onderwijs en Zorg een verkenning uitgevoerd naar het doelgroepenvervoer in Amsterdam. Aanleiding voor de verkenning waren de ervaringen van een aantal ambtenaren van de Gideonsbende? met het doelgroepenvervoer voor hun naasten en familieleden. Doelgroepenvervoer is er om speciale groepen, zoals leerlingen, 75-plussers en mensen met een mobiliteitsbeperking deel te laten nemen aan het maatschappelijke leven en te vervoeren naar werk, school of opleiding of om bezoek aan vrienden, familie, musea, theater of winkels mogelijk te maken. Uit klanttevredenheidsonderzoek in Amsterdam blijkt dat de overgrote meerderheid van de gebruikers tevreden is over het doelgroepenvervoer. Tegelijkertijd blijkt dat het vervoer een groot beroep doet op de flexibiliteit en het geduld van gebruikers en te weinig aansluit bij de mobiliteitsbehoefte van de gebruikers. Gebruikers van het doelgroepenvervoer zijn meestal (veel) langer onderweg dan reizigers met het reguliere OV. Het aanbod is weinig gedifferentieerd en de dienstverlening biedt nauwelijks ruimte voor maatwerk. Vooral mensen die gebruik maken van meerdere regelingen hebben te maken met complexe situaties. Op basis van de verkenning is men in 2016 gestart met het Programma Doelgroepenvervoer. Dit programma ontwikkelt gaandeweg een aanpak die gebaseerd is op onderzoek, data-analyse en resultaten van experimenten. Het programma heeft de ambitie om doelgroepenvervoer vanuit de behoefte van de klant te organiseren. Men streeft naar een kwalitatief hoogwaardige invulling van de vervoersbehoefte van mensen met een mobiliteitsbeperking. Bij de verkenningen zijn CBA en andere ervaringsdeskundigen betrokken. Stadsdelen In de stadsdelen wordt op diverse manieren aandacht besteed aan toegankelijkheid. Als beheerder van de openbare ruimte zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor kleine aanpassingen ten behoeve van de toegankelijkheid. De stadsdelen besteden daarnaast aandacht aan toegankelijkheid in het kader van de basisvoorzieningen van de dragende samenleving. Hieronder staan een aantal voorbeelden van de manier waarop stadsdelen in 2016 zich hebben ingezet op het gebied van toegankelijkheid. 2.12 Stadsdeel Centrum In stadsdeel Centrum wordt al een aantal jaren gewerkt aan het verbergen van winkeltoegankelijkheid. Het streven is dat iedereen moet kunnen winkelen zonder drempels, ook mensen met een rolstoel, rollator of scootmobiel. De toegankelijkheid wordt verbeterd, onder andere door het plaatsen van drempelplaten. “ De Gideonsbende is een groep ambtenaren die naast hun baan ook mantelzorger zijn. Vanuit hun professie willen zij een bijdrage leveren aan vereenvoudiging van het oerwoud aan regels — dwars door alle regels heen. Veel bendeleden hebben dagelijks als mantelzorger met het doelgroepenvervoer te maken. 16 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Daarnaast wordt bewustwording gestimuleerd door het uitreiken van een prijs aan de meest toegankelijke winkel. 2.13 Stadsdeel Noord LVB duurzaam in de wijk Toegankelijkheid van de wijk voor mensen met LVB en deelname aan reguliere (welzijns)activiteiten door de doelgroep LVB is in stadsdeel Noord in 2016 stevig aangepakt. Het stadsdeel heeft met stichting Prisma het project ‘LVB duurzaam in de wijk’ vitgevoerd. De LVB participatiecoach is hierin de spin in het web. Zij begeleidt en faciliteert de Stamtafel Noord, coördineert de activering van buurtbewoners met LVB en stimuleert deelname aan reguliere activiteiten in Huizen van de Wijk, buurtcentra etc. De participatiecoach monitort dit ook en coördineert overleg tussen diverse partijen op uitvoerend niveau over de participatie van LVB. Stichting Prisma organiseert binnen dit project de Stamtafel Noord in de Huizen van de Wijk, zet vrijwilligers in als buurtmaatjes om lvb-bewoners te stimuleren en begeleiden naar deelname aan reguliere activiteiten en er wordt ‘Soep op Zaterdag’ en ‘Eten op Zondag’ georganiseerd om ontmoeting tussen buurtbewoners en inwoners met LVB te stimuleren. Stichting Prisma werkt samen met andere organisaties in de basisvoorzieningen in Noord en met lokale buurtinitiatieven en (sport)verenigingen. Ook is in Noord in 2016 een AKAD-team actief (Zie voor toelichting over AKAD paragraaf 2.8). Samenwerking met belangenbehartigers In Noord is, onder de vleugels van Cliëntbelang Amsterdam, de BTB Groep Noord actief. BTB staat voor Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid. Zij toetsen of openbare ruimte, wegen en gebouwen in Amsterdam Noord bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn voor mensen met beperkingen van diverse aard. Ze zijn betrokken bij bouw- en renovatieplannen, houden schouwen en hebben regelmatig overleg met het stadsdeel. De Participatieraad Amsterdam Noord is gesprekspartner van de Bestuurscommissie Stadsdeel Amsterdam Noord. De Participatieraad heeft als taak de bestuurscommissie van het stadsdeel Noord te adviseren over het realiseren van de basisvoorzieningen. Zij adviseren de bestuurscommissie gevraagd en ongevraagd, onder andere op toegankelijkheid van voorzieningen in het stadsdeel. 2.14 Stadsdeel Oost Voor stadsdeel Oost staat het verbeteren van toegankelijkheid hoog op de agenda. Hierbij gaat het vooral om kleine aanpassingen. Zo heeft het stadsdeel in 2015 en 2016 geïnvesteerd in het fysiek aanpassen van een aantal sociale accommodaties (buurtcentra en wijkservicepunten). Werkgroep Toegankelijkheid van de Vereniging Onbeperkt Oost wordt vanuit hun ervaringsdeskundigheid bij kleine en grote projecten geconsulteerd. Ook in sociale toegankelijkheid wordt in Oost geïnvesteerd. In de Wijkservicepunten worden activiteiten georganiseerd, bewoners kunnen samen eten en er wordt informatie en advies gegeven. In de wijkservicepunten zijn gastvrouwen/heren aanwezig om de bewoners welkom te heten. Via communicatie heeft men de bekendheid van de wijkservicepunten vergroot, om zo veel mogelijk (kwetsbare) bewoners te bereiken. Eris daarnaast een training "Wederzijds begrip" ontwikkeld door en voor vrijwilligers van de in Indische Buurt, in samenwerking met leden van de Vereniging Onbeperkt Oost. Het project ‘Samen Buurten in Oost’ heeft als doel om sleutelfiguren in de wijk kennis te bieden waarmee zij activiteiten kunnen organiseren waar iedereen (ongeacht eventuele beperkingen) terecht kan. 17 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 In 2016 zijn er verscheidene ook initiatieven uitgevoerd om de deelname van kwetsbare bewoners aan activiteiten te vergroten, zowel door professionals als buurtbewoners. Zo wordt op IJburg door Dynamo via de pilot Welzijn op Recept de doorstroom van eerstelijnszorg naar welzijnsaanbod verbetert. In samenwerking met MEE wordt in het kader van het leefstijlnetwerk met de pilot Actieve Leefstijl Interventies ingezet op beweegcoaches die deelnemers met een beperking individueel helpen bij het vinden van een passende sport- of beweegactiviteit. Bij het project Zwerfkatten wandelen mensen met een beperking naar de hockeyvelden om daar te lunchen. In 2016 is de Werkgroep PR van Vereniging Onbeperkt Oost gestart met een 2-jarig project om de aandacht te vestigen op de (on)toegankelijkheid van horecagelegenheden. Goede toegankelijke horeca gelegenheden krijgen een duimsticker en de resultaten worden gepubliceerd in de lokale media. 2.15 Stadsdeel West Het stadsdeel stelt eisen aan de fysieke en sociale toegankelijkheid van door stadsdeel gesubsidieerde activiteiten. Daarnaast wordt bij het organiseren van bijeenkomsten door de stadsdeelorganisatie wordt zelf alleen gebruik gemaakt toegankelijke accommodaties. Deze afspraken worden een algemene richtlijn voor het handelen van het stadsdeel. In West is in 2016 een onderzoek afgerond naar fysieke en sociale toegankelijkheid van de zogenaamde ‘kernvoorraad Sociale Accommodaties; met name van de vier Multifunctionele Accommodaties (MFA's).3 Bij dit onderzoek zijn de Wmo Adviesraad en Onbeperkt West betrokken. Er is daarnaast een Plan van Aanpak gemaakt voor Verbouwen en herinrichten Huis van de Buurt de Boeg in samenwerking met de Wmo-adviesraad en Onbeperkt West. Als er twijfel is of wordt Onbeperkt West gevraagd aan te geven of een accommodatie geschikt is. In samenwerking met Onbeperkt West stelt men een van lijst van ‘geschikte’ en ‘ongeschikte’ accommodaties waar het gaat om sociale en fysieke toegankelijkheid. Voor de fysieke toegankelijkheid zijn de criteria van de Integrale ToegankelijkheidStandaard (ITS) leidend. Bij sociale toegankelijkheid gaat het om zaken als bejegening van gebruikers van de accommodaties en duidelijke indeling van ruimtes en voor iedereen begrijpelijke bewegwijzering. 2.16 Stadsdeel Zuid Het project GGZ in de wijk loopt sinds 2015 en kent twee hoofdactiviteiten, namelijk het inzetten van GGZ- coaches vanuit zorg en welzijn en het realiseren van een ontmoetingsplek door TeamED. De GGZ coach welzijn is in alle Huizen van de Wijk minimaal twee vur per week aanwezig voor advies en consultatie. Vrijwilligers worden getraind in samenwerking met ervaringsdeskundigen van TeamED (ED= ervaringsdeskundigen). De EDplaats is een ontmoetingsplek van en voor mensen met psychosociale problematiek en is sinds maart 2016 drie dagen per week te bezoeken in het Huis van de Wijk Rivierenbuurt. EDplaats wordt gedragen, beheerd en gecoördineerd door ervaringsdeskundigen. Er komen rond de 25 unieke bezoekers per week. Er zijn training en bezoekers kunnen individueel ondersteund worde door ervaringsdeskundigen. Er is goede samenwerking met vele partners in de wijk. B De MFA's zijn de Tagerijn” - Balboastraat 18, Amsterdam, “De Havelaar” - Douwes Dekkerstraat 2, Amsterdam, “De Koperen Knoop” - Van Limburg Stirumstraat 121, Amsterdam. De Horizon” - Hembrugstraat 156, Amsterdam “De Mansveltschool” - Karel Doormanstraat 125, Amsterdam 18 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Stadsdeel Zuid heeft onderzoek gedaan naar de aard, omvang en wensen van de doelgroep. De conclusies zijn dat het stadsdeel door het project meer kennis heeft over de doelgroep, het aanbod beter aansluit bij de doelgroep, de toeleiding naar voorzieningen in de wijk verbeterd is, de betaalde krachten en vrijwilligers beter zijn toegerust, de samenwerking tussen de verschillende partijen verbeterd is en de voorzieningen in de wijk toegankelijker zijn gemaakt. 2.17 Stadsdeel Zuidoost De focus van Zuidoost ligt al enkele jaren op het vergroten van de toegankelijkheid van het welzijnsaanbod voor kwetsbare doelgroepen met specifieke problematiek. Het gaat daarbij onder meer om het binnen de buurthuizen opvangen van mensen die voorheen elkaar vooral troffen in de openbare ruimte, zoals winkelcentra. Het project de Herensoos is een succesvol voorbeeld vit buurthuis De Bonte Kraai, waar mannen in een vertrouwde omgeving zelf dagactiviteiten organiseren en van daaruit tot activering en soms zelfs werk blijken te komen. Het aantal deelnemers is sinds de start gegroeid van 40 tot circa 80. Ook in andere buurthuizen start dit type initiatieven. In 2016 is in samenwerking met stichting Prisma en de doelgroep licht verstandelijk beperkte gestart met het in kaart brengen van de toegankelijkheid van activiteiten voor inwoners met een licht verstandelijke beperking. Verder heeft een ervaringsdeskundige zowel de vraag van de doelgroep mensen met een GGZ-beperking als het bestaande activiteitenaanbod in kaart gebracht. 19 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 3 Waar werkt Amsterdam aan in 2017 In dit deel van de rapportage staan ambities en activiteiten benoemd voor 2017. In de loop van het jaar kunnen nieuwe projecten en activiteiten opgestart worden. Ook vanuit wet- en regelgeving en de implementatie van het VN-verdrag kunnen extra verplichtingen of wijzigingen voortkomen die de gemeente zo goed mogelijk tot vitvoering zal brengen. 3.1 Openbare ruimte Advisering planvorming In het vooroverleg van de Centrale Verkeerscommissie van Ruimte en Duurzaamheid, dat voorafgaat aan de CVC, adviseert de stadsergonoom over de bruikbaarheid en toegankelijkheid van voorliggende plannen. Hij adviseert daarnaast doorlopend aan ontwerpers en projectleiders van lopende projecten. Deze werkzaamheden worden in 2017 gecontinueerd. Dat geldt ook voor de advisering van Cliëntenbelang (en daarmee van diverse belangenorganisaties uit stadsdelen) bij de advisering over plannen die aan de CVC worden voorgelegd. Update Checklist Toegankelijkheid De checklist toegankelijkheid is in 2016 in overleg met Cliëntenbelang inhoudelijk geupdate. Naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van het raadslid Duijndam, over de toegankelijkheid van winkels, zullen aan deze update nog enkele onderdelen worden toegevoegd. Vervolgens zal de checklist definitief gemaakt worden en zal in overleg met de stadsdelen bekeken worden hoe deze in 2017 het beste kan worden verspreid en geïmplementeerd. Onderzoek langzaam verkeer conflicten Een komt een verkennend onderzoek naar conflicten tussen en met verkeersdeelnemers die vallen onder de term * langzaam verkeer.” In de afgelopen decennia is de nadruk bij het inrichten van Amsterdam overgegaan van autoverkeer naar fietsverkeer en de fietser is ondertussen alom vertegenwoordigd. Ook is er ondertussen meer aandacht voor de voetganger. Bij het inrichten probeert de gemeente al het verkeer zo soepel mogelijk door de stad te laten bewegen, maar vanzelfsprekend levert dit ook conflicten op. De wijze waarop die conflictsituaties ingericht worden, kunnen conflicten erger maken, of voorkomen. De zogenaamde shared space achter Centraal Station illustreert het soort situaties dat hier bedoeld wordt. Fietsers, scooters, scootmobielen, voetgangers in allerlei variëteiten, ze maken allemaal gebruik van die ruimte. Maar door de inzet van enkele subtiele middelen - drempels, snelheid remmende markeringen op het fietspad, licht verhoogde zebra's - gaat dat relatief vlekkeloos. Het onderzoek wil conflictsituaties in kaart brengen en daarvoor adequate oplossingen te bieden. Daarbij zal met name aandacht zijn voor de zwakkere verkeersdeelnemers. Winkeltoegankelijkheid In 2017 zal een proef worden gedaan in één of twee winkelstraten waarbij maatregelen worden onderzocht - en later ook toegepast - die de toegankelijkheid van de openbare ruimte en die van de winkels zouden moeten vergroten. Het blijkt regelmatig voor te komen dat de openbare ruimte, dat wil zeggen de straat, alsook de entrees van winkels niet toegankelijk zijn, zoals o.m. is gebleken uit de rapportage 20 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 'Manoeuvreren in Mokum in 2016' van de SP. Naar aanleiding daarvan formuleerde de SP een initiatiefvoorstel, waar dit proefproject een uitvloeisel van is. Binnenkort wordt bepaald waar deze proef zal gaan plaatsvinden. 3.2 Verkeer Fietsparkeren In 2026 zijn het kader Fietsparkeren en het Handboek handhaving fietsparkeren vastgesteld en in werking getreden. Op basis daarvan is de handhaving verbeterd, worden er meer fietsen verwijderd, waardoor er meer ruimte in fietsrekken ontstaat. Deze maatregelen worden in verder 2017 gecontinveerd. Bushaltes De prognose is dat in de periode 2017 — 2018 de volgende 14,0 haltes toegankelijk zullen worden gemaakt. Tram-en combinatiehaltes Binnen het reguliere vervangingsprogramma worden solitaire tramhaltes opgehoogd en waar mogelijk verbreed. De prognose is dat binnen het regulier onderhoud in 2017 tien tramhaltes worden opgehoogd. Daarnaast worden een aantal tramhaltes verbeterd in het kader van het investeringsprogramma openbaar vervoer. Voor combinatiehaltes wordt in 2017 verder gewerkt de technische kaders voor toegankelijkheid. Na vaststelling van het programma van eisen worden de combihaltes in het regulier onderhoud verder toegankelijk gemaakt. 3.3 Personeel en Organisatie Extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking De ambitie is om in 2017 42 extra banen voor mensen met een beperking te creëren binnen de gemeentelijke organisatie, waarmee de gemeente naar in totaal 208 extra banen streeft. 3.4 Facilitair Beheer Bij Facilitair Bureau is ook in 20217 toegankelijkheid een van de speerpunten. Er lopen een aantal projecten en het gehele project wordt geleid door een ervaringsdeskundige. Leden van het SNAB (Stedelijk Netwerk van Ambtenaren met een Beperking) geven eveneens input. Verbeteren fysieke toegankelijkheid van gebouwen In samenwerking met Vastgoed wordt gekeken welke fysieke toegankelijkheidsverbeteringen meteen gerealiseerd kunnen worden, dan wel gelijk met de uitvoering van Business Case 4. Dit is naar verwachting niet veel. Eris een schatting gemaakt van de kosten om de panden toegankelijker te maken en een aantal knelpunten uit de inventarisatie uit 2016 uit te voeren. Dit kan niet zonder een flinke extra investering. Bewustwording Door middel van bijeenkomsten, gesprekken, activiteiten en dergelijke. worden medewerkers van Facilitair Beheer zich beter bewust van de noodzaak van toegankelijkheid en krijgen meer inzicht hoe zij deze randvoorwaarde beter in hun eigen werk kunnen integreren. 21 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Technische Werkprocessen Momenteel onderzoekt het Facilitair Bureau of binnen de uitvoering van de technische werkprocessen een verbeterslag mogelijk is door toegankelijkheid hierin als vanzelfsprekend mee te nemen. Informatie over toegankelijkheid beschikbaar maken voor personeel In 2016 is de toegankelijkheid van een aantal panden geïnventariseerd. Daarmee is er zicht op de parkeermogelijkheden en rolstoeltoiletten voor medewerkers met een beperking per pand. Dit wordt op intranet gepubliceerd. 3-5 Wonen Met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is overeengekomen dat het voorrangslabel 65+/Wmo in WoningNet met ingang van 1 janvari 2017 behouden blijft voor de doelgroep. Sinds 1 janvari 2013 konden nieuwe Wmo-geïndiceerden niet meer op dat woninglabel reageren. In de loop van 2017 gaat Wonen die mogelijkheid herstellen (in overleg met Onderwijs, Jeugd en Zorg). Rolstoelwoningen Begin 2017 zijn de eerste resultaten van het onderzoek dat in samenwerking met Adviesbureau Reade is uitgevoerd naar vraag een aanbod van (grotere) rolstoelwoningen opgeleverd. Het onderzoek bevestigt het beeld dat de groep van rolstoelgeïndiceerden zeer divers van aard is. Het blijkt daardoor in de praktijk lastig een goede match te maken tussen de geïndiceerde (en het huishouden) dat op de wachtlijst staat en de beschikbare grotere rolstoelwoningen. De wachttijd is voor grote gezinnen met een indicatie voor een rolstoelwoning momenteel vaak langer dan 2 jaar. In de loop van 2017 wil de Werkgroep rowo met de resultaten van het onderzoek beleidsmatige veranderingen bewerkstellingen. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de indicatiestelling voor een rolstoelwoning en het (juridisch) vrijmaken van rolstoelgeschikte woningen waar de gebruiker niet meer woont. Tot slot wil de gemeente door middel van het aanpassen van de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing het breder subsidiëren van vooral grote rolstoelgeschikte woningen in heel Amsterdam mogelijk maken. 3.6 Werk Participatie en Inkomen Per 1 janvari 2017 is de Participatiewet op een aantal punten gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn de invoering van de praktijkroute en de wettelijke verankering van beschut werk. De verwachting is dat invoering van de praktijkroute gemeenten gaat helpen bij het realiseren van de doelstellingen van de Participatiewet en de Wet Banenafspraak. Bij het invoeren van de praktijkroute komen alle kandidaten met een vastgestelde verminderde loonwaarde in het doelgroepregister. Daarmee tellen zij mee voor de banenafspraak en kan de werkgever aanspraak maken op de no-riskpolis en fiscaal voordeel. Dit zal het makkelijker maken kandidaten te plaatsen en naar verwachting ook bijdragen aan meer duurzame plaatsingen. In 2017 realiseert de gemeente 4o beschutte werkplekken en worden 360 nieuwe mensen begeleid naar werk naar loonwaarde. Ook in 2017 geeft de gemeente het goede voorbeeld als werkgever. (Zie de paragraaf Personeel en Organisatie). 3.7 Sport in 2017 worden er op het gebied van toegankelijkheid meerdere activiteiten uitgevoerd, waaronder het geven van subsidies, aanpassingen van accommodaties en de promotie van aangepast sporten 22 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Toegankelijke sportaccommodaties De kwaliteitsimpuls Amsterdamse sportaccommodaties zet in op het verhogen van de toegankelijkheid van (gemeentelijke) accommodaties, door een betere ontsluiting en bereikbaarheid en een modernisering van het aanbod voor sport en sportieve recreatie. Hiertoe worden diverse fysieke aanpassingen gedaan aan een aantal zwembaden, sporthallen en sportparken. Aangepast sporten voor volwassenen en senioren Amsterdam stimuleert vooral door middel van subsidie sport- en beweegactiviteiten voor Amsterdammers met een beperking. Voorbeelden zijn de VondelGames, Running Blind, Dance for Health & Parkinson en GoldenSports. We helpen reguliere sportaanbieders hun aanbod geschikt te maken voor sporters die een aanpassing nodig hebben. In het kader van het programma Grenzeloos Actief zetten we samen met onze partners een netwerkorganisatie op die vraag en aanbod beter op elkaar aan moet laten sluiten en de vindbaarheid van het aanbod zal verbeteren. Aangepast sporten voor jeugd Op alle scholen in het speciaal basisonderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) worden sportstimuleringstrajecten aangeboden. Hierbij wordt nauw samengewerkt met partners die specifieke aanbod verzorgen. Doel is meer kinderen structureel laten sporten en waar nodig passend aanbod creëren. Zwembaden In de Amsterdamse zwembaden wordt geïnventariseerd welk aanbod per doelgroep aangepast sporten aanwezig is. Er is afstemming met zwemverenigingen over welk aanbod zij kunnen leveren en het huidige aanbod inclusief huidige toegankelijkheid van de zwembaden wordt op internetpagina’s vermeld. Promotie aangepast sporten Met het Sportpunt bieden we de stad één centraal aanspreekpunt en verhuurloket voor sportorganisaties en Amsterdammers. We verzamelen alle informatie over sportvoorzieningen, het gebruik ervan, verenigingen, organisaties en sportstimulering. Hierbinnen zal ook specifiek aandacht voor aangepast sporten zijn. 3.8 Jeugd Er wordt in 2017 een verkenning gedaan rond sociale toegankelijkheid voor jeugdigen met beperkingen. De rapportage zal gedaan worden op basis van de zogeheten Cliëntervaringsmonitor en meldingen bij het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Er wordt voor kinderen en jongeren met een LVB zoveel mogelijk aangesloten op de activiteiten in het kader van het stedelijk Programma LVB plan. Hierbij kijkt men onder andere naar het bevorderen van vroegsignalering van een verstandelijke beperking. Daarnaast wil men gesprekken met cliënten organiseren om onderwerpen op te halen voor de komende jaren. Wat betreft de fysieke toegankelijkheid gaat men bij de Jeugd-aanbieders meer bewustzijn creëren door een inventarisatie te doen bij jeugdhulplocaties. Ook worden in 2017 de websites van afdeling Jeugd, Ouder Kind Team en SamenDoen gecheckt op de criteria voor toegankelijkheid overheidswebsites. 3.9 Wmo/Zorg Age Friendly City (Oudervriendelijke stad) In 2017 start een ‘Testcase levensloopbestendige route’. Dat is een circuit door de buurt dat vitnodigt tot ontmoeten en bewegen. De route leidt langs relevante voorzieningen, woningen, verblijfsplekken en 23 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 openbaar vervoershaltes met brede, obstakelvrije stoepen, voldoende zit- en leungelegenheden en een toiletvoorziening. Hierbij wordt rekening gehouden met toegankelijkheid. Dementiezorg Amsterdam heeft de ambitie een dementievriendelijke hoofdstad te worden. Een aanzet hiertoe is gegeven door lid te worden van het landelijke programma Deltaplan Dementie dat drie pijlers heeft waarop Amsterdam wil meeliften: onderzoek, verbetering van de dementiezorg en een dementievriendelijke samenleving. Dementie is onderdeel van Age-friendly City en een van de stedelijke actielijnen. Concreet gaat de gemeente een bijdrage leveren aan een goede dementiezorg door informatie en advies toe te spitsen op mensen met dementie en hun naasten, mantelzorgers, zodat zij goed geïnformeerd zijn en de juiste zorg en ondersteuning kunnen vinden. Zorg voor mensen met dementie moet toegankelijk zijn en het liefst in de buurt zijn georganiseerd. LVB-ketenaanpak Na onderzoek naar de stedelijke LVB-ketens blijkt dat 15% van de bevolking beperkte cognitie heeft en in veel risicogebieden de grootste herkenbare groep vormt. Deel van de oorzaken ligt in de beperkte toegankelijkheid. De conclusie vit het onderzoek is ook dat urgentie en risico’s in de vorm van een stedelijk plan van aanpak of programma sterker onder de aandacht moet worden gebracht. Er wordt sinds november 2016 gewerkt aan een bestuurlijk akkoord dat in 2017 wordt vastgesteld. Er zijn veel organisatieonderdelen betrokken bij de ketenaanpak waaronder GGD, Dienstverlening, Werk Participatie & Inkomen, Openbare Orde & Veiligheid, Handhaving & Toezicht, Belastingen en Onderwijs Jeugd & Zorg. De betrokken organisatieonderdelen vertalen de conclusies van het onderzoek in concrete verbeteringen in het eigen beleid. Ervaringsdeskundigen / belangenbehartiging LVB De bedoeling is in 2017 en 2018 het LVB platform geborgd wordt en ook op stadsdeel niveau beschikbaar is voor beleidsparticipatie. Er worden ingezet op scholing, coaching en het naar de wijk brengen van de ervaringsdeskundigen LVB. Verbetering klantinformatie over Wmo De Wmo-beschikkingen die nu nog standaard op papier verstuurd worden, worden ook digitaal beschikbaar gesteld. Hierdoor kunnen slechtzienden/blinden met spraaksoftware hun beschikking makkelijker ‘inlezen’. De communicatie hierover wordt in samenwerking met Cliëntenbelang Amsterdam en met advies van belangenorganisaties op dit terrein vitgewerkt. Begrijpelijk Taalniveau Het taalniveau binnen de Wmo communicatie ligt hoger dan de gemiddelde Amsterdammer beheerst. De LVB-groep is een grote afnemer van ondersteuning en zorg vanuit de Wmo. Daarom zal men beschikkingen voor mensen met een LVB op een voor mensen hen geschikt taalniveau (laten) schrijven. Voor dit project zal men optrekken met de partners van het bestuurlijk programma LVB. Te beginnen met een pilot rondom eigen bijdrage. Ontwikkelen E-learning module workshops over Niet zichtbare beperkingen Amsterdam heeft de afgelopen 2 jaar geïnvesteerd in de kennisoverdracht over LVB, ASS en NAH aan professionals en vrijwilligers in de wijken en vele workshops gratis aangeboden aan de partners in de 24 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 wijken. Om de opgebouwde kennis blijvend te kunnen overdragen en het bereik zo groot mogelijk te maken heeft de gemeente de samenwerkende partners opdracht gegeven deze workshops om te zetten in een e-learning module. Deze module zal naar verwachting in het 21° kwartaal (gratis) online aangeboden worden. Daarnaast kunnen organisaties die daaraan behoefte hebben de oorspronkelijke workshop via MEE inkopen. 3-10 Programma Doelgroepenvervoer Begin 2017 zijn de volgende experimenten in ontwikkeling in het kader van het Programma Doelgroenvervoer: -__ ontwikkeling van alternatief vervoersaanbod -_ integratie van OV en Aanvullend Openbaar Vervoer in de wijk -__ zelfrijdend vervoer tussen woonvoorziening en dagbesteding op IJburg -__ ontwikkeling van een reisinformatie-app met toegankelijkheidsinformatie -__aanbod van alternatieve hulpmiddelen voor zelfstandig(er) reizen -_integratie van Jeugdvervoer en Leerlingenvervoer -__ vervoer van en naar het ziekenhuis vereenvoudigen -__ vervoer door uitkeringsgerechtigden Stadsdelen De stadsdelen besteden aandacht aan toegankelijkheid in het kader van de basisvoorzieningen en als beheerder van de openbare ruimte. Verder wordt afhankelijk van de gebiedsanalyse bepaald of er wel of niet extra aandacht is voor toegankelijkheid. Hieronder staan een aantal voorbeelden van de manier waarop de stadsdelen inzetten op toegankelijkheid in 2017. 3.11 Stadsdeel Centrum In 2017 is de toegankelijkheid van het Huizen van de Buurt voor diverse doelgroepen een actueel ontwikkelpunt. Huis van de Buurt De Witte Boei zal hiertoe ook verbouwd worden. Binnen het actueel thema “Drukte en balans in de binnenstad” is er aandacht voor toegankelijkheid. Op initiatief van de Ouderenadviesraad is er een aanjaagteam toegankelijkheid openbare Ruimte gestart in Centrum. Dit initiatief wordt vanuit het stadsdeel actief ondersteund. 3.12 Stadsdeel Noord In 2017 worden de inspanningen voor ‘LVB duurzaam in de wijk’ voortgezet. Aanvullend daarop heeft Prisma als opdracht binnen de samenwerkende basisvoorzieningen in Samen Noord de toegankelijkheid van het volledige aanbod van Samen Noord voor mensen met LVB onder de aandacht te brengen ente verbeteren. Verder wordt in 2017 gestart met een experiment om de doelgroep GGZ beter een plek te bieden in reguliere activiteiten in de Huizen van de Wijk. Het stadsdeel en de afdeling Zorg zijn in gesprek met stichting De Regenboog (als onderdeel van Samen Noord) om hier inhoud aan te geven. In de opzet worden de ervaringen die al zijn opgedaan door stadsdeel Zuid met het project ‘GGZ in de wijk! meegenomen. 3-13 Stadsdeel Oost Voor stadsdeel Oost staat al een aantal jaren het verbeteren van toegankelijkheid in het kader van huisvesting basisvoorzieningen en het beheer van de openbare ruimte hoog op de agenda. Het stadsdeel 25 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 gaat er vanuit dat de maatschappelijke accommodaties in voldoende mate zijn verbeterd/aangepast in de afgelopen jaren. Zodoende zijn op dit gebied geen concrete plannen voor 2017 gemaakt. De sociale toegankelijkheid van wijkservicepunten en buurthuizen en sportlocaties voor de nieuwe doelgroepen (LVB en GGZ) vraagt in 2017 wel aandacht. Hierop wordt ingezet met projecten zoals o.a. ‘Samen Buurten in de Indische Buurt’ en projecten van Prisma zoals stamtafelbijeenkomsten. Oost is een van de stadsdelen waar het project ‘Buren! We zijn er“ in netwerken te van wordt uitgevoerd, in een samenwerking tussen TeamED, Prisma en de Regenboog. Gedurende een jaar zullen kwartiermakers van het project samen met lokale ondernemers en buurtbewoners werken aan de groei van een duurzaam netwerk voor kwetsbare buurtbewoners 3.14 Stadsdeel West Er wordt verdere uitvoering gegeven aan het ‘Aanpassingsplan Accommodaties! door training en te geven aan medewerkers en vrijwilligers rond bejegening van gebruikers{deelnemers met een beperking zodat ook mensen met beperking zich welkom voelen. Er wordt een schouw gehouden van accommodaties samen met Wmo-adviesraad en Onbeperkt West. Het van Huis van de Buurt “De Boeg” zal worden verbouwd en heringericht. Hierbij blijven de Wmo-adviesraad en Onbeperkt West betrokken. Ook in 2017 wordt de richtlijn voor het organiseren van bijeenkomsten door het stadsdeel in sociaal en fysiek toegankelijke accommodaties- samenwerking met Onbeperkt West wordt voortgezet. 3.15 Stadsdeel Zuid Sociale toegankelijkheid voor mensen met een GGZ achtergrond Stadsdeel Zuid zet het project GGZ in de wijk voort in 2017. Hierdoor krijgt de EDplaats meer tijd om hun bestaansrecht te bewijzen en aan te tonen dat de EDplaats een meerwaarde heeft ten opzichte van andere voorzieningen in Zuid. Door de inzet van GGZ coaches kunnen in 2017 nog meer vrijwilligers en betaalde krachten van (laagdrempelige) voorzieningen in Zuid getraind worden; Er kan verder gewerkt worden aan de toegankelijkheid van de voorzieningen. Daardoor kan de doelgroep als vrijwilliger beter participeren in de wijk, en wordt de samenwerking met andere partijen in de wijk verbeterd. LVB in de wijk Het project dat gestart is eind 2016 loopt tot eind 2017. Om bewoners met een licht verstandelijke beperking goed te kunnen laten functioneren in hun wijk, zullen de welzijnsvoorzieningen goed toegankelijk moeten zijn en zal het aanbod goed moeten aansluiten bij de behoeften van deze doelgroep. Momenteel is dit nog onvoldoende. Vandaar dat het stadsdeel — analoog aan de inzet van de GGZ-coach welzijn — een LVB-coach welzijn gaat inzetten om de voorzieningen toegankelijker te maken. Deze coach ondersteunt vrijwilligers, betaalde krachten en het management van de Huizen van de Wijken andere basisvoorzieningen in de wijk. Deze coach werkt samen met het AKAD-team Zuid en zorgt — wanneer nodig - voor activiteiten die bijdragen aan het welzijn en de zelfredzaamheid van deze doelgroep. 3.16 Stadsdeel Zuidoost Het activiteiten aanbod voor mensen met een verstandelijk beperking of mensen met een GGZ achtergrond is in kaart gebracht. Vanaf maart 2017 wordt in gezet op het communiceren en het waar nodig verbeteren van het bestaande aanbod. In 2017 zet Zuidoost zich in om, in samenwerking met de aanbieders van dagactiviteiten voor deze doelgroepen, tot een goede afstemming van het activiteitenaanbod in algemene voorzieningen en de dagactiviteitencentra te komen. 26 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 4 Bijlagen Bijlage 2 Financiën Het college hanteert als uitgangspunt dat toegankelijkheid de norm is. Dit betekent ook dat dat aan toegankelijkheid zo veel mogelijk binnen de reguliere budgetten en begroting wordt gewerkt. Daar waar werkzaamheden binnen de reguliere begroting betreft worden deze bedragen niet in deze rapportage apart vermeld. Als zich gedurende het jaar knelpunten in de financiering voordoen, waardoor de ambities niet gehaald worden dan wordt de gemeenteraad hierover door de desbetreffende portefeuillehouder geïnformeerd. Tijdens de inventarisatie voor de voortgangsrapportage is gebleken dat bijna alle activiteiten binnen de reguliere budgetten en begroting worden gerealiseerd. Er is voor 2017 een knelpunt aangeleverd: Facilitair beheer Verbeteringen zullen worden aangebracht aan entrees en IT-toiletten. Ook wordt het aantal IT-toiletten vergroot en wordt geïnvesteerd in veilige verticaalverbindingen. Verder zullen pandspecifieke knelpunten worden aangepakt. Het extra budget dat nodig is om onze panden zodanig te verbouwen dat ook ambtenaren met een beperking goed uit de voeten kunnen, wordt geschat op € 800.000. 27 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 Bijlage 2 Over wettelijke eisen, keurmerken en richtlijnen toegankelijkheid We kennen in Nederland verschillende eisen, normen, richtlijnen en keurmerken bedoeld om de toegankelijkheid van de fysieke omgeving te verbeteren. Alvorens de belangrijkste er uit te lichten, enige algemene opmerkingen die de waarde en betekenis ervan kunnen helpen inschatten: Niet elke norm of richtlijn heeft evenveel autoriteit. De meeste autoriteit hebben die normen die in wetgeving zijn vastgelegd en daarom kunnen worden afgedwongen. Dat geldt, in het geval van gebouwen, eigenlijk alleen voor de maatvoeringen die in het bouwbesluit zijn vastgelegd. Dat zijn wettelijke eisen die worden afgedwongen op het moment dat bouwplannen door de gemeente worden getoetst. Die toetsing is verplicht en zonder toetsing krijgt men geen vergunning om te bouwen. De openbare ruimte kent nauwelijks wettelijke eisen die op de toegankelijkheid betrekking hebben. Het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer is daarop een uitzondering, maar niet alles wat in dat besluit is opgenomen is heel precies gespecificeerd (zoals het bouwbesluit dat wel heel precies doet), wat interpretatie en daarmee afzwakking in de hand werkt. De wettelijk eisen die aan de gebouwde omgeving (binnen en buiten) worden gesteld zijn niet afdoende om een goed toegankelijke gebouwde omgeving te realiseren. Niet alleen omdat aan de openbare ruimte nauwelijks wettelijke eisen worden gesteld, maar ook omdat de eisen die wel in het bouwbesluit zijn opgenomen, geen volledige toegankelijkheid afdwingen. De gestelde eisen zijn daarvoor te beperkt. Dat is echter niet zonder reden. Een wettelijke eis die elk gebouw en elke openbare ruimte toegankelijk zou maken, zou buitenproportionele situaties en dito kosten opleveren. Het toegankelijk maken van elke verdieping van elk Nederlands gebouw zou betekenen dat je grachtenpanden zonder lift en zonder ruimte voor een lift inwendig praktisch moet slopen, om alsnog een lift mogelijk te maken. Het zou ook betekenen dat veel bruggen in de Amsterdamse binnenstad bij renovatie zover verlaagd moeten worden (om aan de gestelde hellingspercentages te kunnen voldoen) dat er nauwelijks nog boten onderdoor kunnen. Met bijvoorbeeld verstrekkende, zo niet desastreuze gevolgen voor de rondvaart. Kortom, de consequenties van wetgeving die een volledig toegankelijke fysieke ruimte oplevert zijn dusdanig buitenproportioneel, dat de wetgever ervoor gekozen heeft maar heel beperkte eisen op te leggen. Alles wat er naast wettelijke eisen aan normen, richtlijnen en keurmerken bestaat, is dus niet op soortgelijke wijze afdwingbaar. Toch kunnen ze wel behulpzaam zijn bij het realiseren van fysieke toegankelijkheid. Dat kan (vanuit het perspectief van de gemeente) door als opdrachtgever (van een gebouw of openbare ruimte) in sitvaties waarin het haalbaar is, strengere richtlijnen te gebruiken dan het bouwbesluit. Het kan door het afdwingen van dergelijke richtlijnen bij organisaties die subsidie ontvangen. Het kan door het promoten van dergelijke richtlijnen bij private partijen, of door het doen van een moreel appèl op dergelijke partijen. Het Bouwbesluit Bouwplannen worden in Nederland op gemeentelijk niveau getoetst aan het bouwbesluit dat landelijk wordt vastgesteld. Aan de indiener — een projectontwikkelaar, aannemer, of architect - wordt geen 28 Gemeente Amsterdam Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017 vergunning verstrekt als niet aan het bouwbesluit wordt voldaan. Het bouwbesluit differentieert o.m. tussen nieuwbouw, bestaande bouw en tijdelijke bouw en stelt daar dus verschillende eisen aan. Verder wordt ook naar de functie gekeken — eisen voor woningbouw zijn anders dan die voor winkels, of kantoren. Het bouwbesluit stelt heel specifieke (maatvoerings)jeisen voortkomend uit verschillende toetsbare aspecten van een gebouw, zoals veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid. Onder de laatste valt ook de toegankelijkheid. (zie www.bouwbesluitonline.nl}. Het bouwbesluit doet geen uitspraken over de openbare ruimte. Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer In het besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer zijn eisen opgenomen over de toegankelijkheid van het OV. (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBRoo29974/2015-01-01) Eisen die betrekking hebben op zowel het materieel als de infrastructuur. De gestelde eisen zijn veel minder gespecificeerd dan eisen in het bouwbesluit. Desalniettemin bepaalt deze wet bijvoorbeeld wel dat een halte ‘een tactiele of andere richtinggevende routegeleiding’ moet hebben en geeft ze een planning over wanneer haltes toegankelijk moeten zijn. Integrale Toegankelijkheidsstandaard (ITS) Het ITS is een keurmerk voor toegankelijkheid. Net als het bouwbesluit bestaat het uit heel specifieke maatvoeringen voor allerlei onderdelen van gebouwen. Maar de richtlijnen zijn veel strenger en als hieraan wordt voldaan, kan met recht van een toegankelijk gebouw gesproken worden. PBT Consult heeft de eisen voor het ITS samengesteld op basis van o.a. eisen vit het bouwbesluit, uit de NEN 1814 / NPR 1815, het Handboek Toegankelijkheid, Neufert. Indien een gebouw door PBT Consult wordt getoetst dan kan, bij goedkeuring, het ITS keurmerk worden uitgereikt. Aan de toetsing (en het eventuele advies gedurende de ontwerpfase) zijn kosten verbonden. Handboek Toegankelijkheid Het Handboek voor Toegankelijkheid is het standaardwerk voor toegankelijk ontwerpen. Het bevat vele richtlijnen voor de toegankelijkheid van gebouwen en buitenruimten. Denk bijvoorbeeld aan het overbruggen van hoogteverschillen, verlichting, de toegankelijkheid van parkeerplaatsen, liften, gangen, zitplaatsen, voetpaden, toiletten, tafels en deuren. Het is een behulpzaam naslagwerk dat op vele vragen antwoord geeft. Het is opgesteld door (voormalig hoogleraar toegankelijkheid) Maarten Wijk. Een verkorte variant is ook beschikbaar, Mens en maat’. Het Handboek vormt een belangrijke onderlegger voor de update van de Checklist Toegankelijkheid die in Amsterdam is opgesteld. Richtlijnen Routegeleiding PBT consult heeft naast richtlijnen voor het ITS, ook richtlijnen voor blindegeleiding opgesteld. Deze richtlijnen maken duidelijk wanneer en hoe geleidelijnen moeten worden toegepast en, tot in detailniveau, welke eisen aan de lijnen zelf gesteld worden. Deze richtlijnen vormen de belangrijkste onderlegger voor de gemeentelijke Handleiding Geleidelijnen Amsterdam. De Nederlandse Norm (NEN) 1814 Deze Norm is gepubliceerd door het Nederlands Normalisatie-Instituut, en is inclusief de Europese normen. De NEN 21814 is een verdieping van de wettelijk verplichte eisen in het bouwbesluit voor het bereiken van Integrale Toegankelijkheid. 29
Onderzoeksrapport
29
train
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning van de stadsdeelraadsvergadering op donderdag 6 juli 2006 om 20.00 uur in het stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten. Amsterdam Zuidoost, 29 juni 2006 De voorzitter van de stadsdeelraad N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek. 1. Opening en Mededelingen 1a. Vaststelling van de agenda 2. Ingekomen stukken Voordrachten uit categorie A: BESPREEKPUNTEN 3. Ontwerpbestemmingsplan Kortvoort (Bijlagen in uw bezit) SDR060706 RO/45 4. Bouwrijp maken gedeelte Bijlmerpark (procedure ogv art 19 lid 1) SDR060706 RO/46 5. Moties van dhr Mos/LZO inzake: a. bomenkap agv SP Kortvoort-zuidoostkwadrant en b. openbaarheid samenwerkingsovereenkomst stad/stadsdelen/ woningbouwver. over grondprijzen sociale woningen 6. Uitwerking bestuursakkoord 2006/2010 SDR060706 CS/47
Agenda
1
train
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West 18-sepfPlenair - Mobiliteitsplan: plan van aanpak -Inventarisatie mogelijke uitbreiding milieuzones 2020 - Herziening Investeringsbesluit NDSM West 2-oktPlenair - Integrale Landschapskaart Noord ian 16-oktPlenair - Herijking Investeringsbesluit Buiksloterham 6-novfPlenair - Stedenbouwkundig plan Klaprozenbuurt ep | ee ee | Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp IKL Bijzonderheden n.n.b. _En.n.b. Jaarverslag natuur in Noord JFred Haaijen Verzoek van commissie in nn 2018 n.n.b. _En.n.b. Recreatieschap Twiske Robert Brand Pfh. Groenewoud adviseert de Landschapsvisie hierbij te betrekken n.n.b. n.n.b. Werkwijze Nicoline van der Torre, stadsdeelcommissie Canan Uyar, Wijbe Langeveld, Fatin Bouali, Niels Ras & Frans Rein Jurrema n.n.b. n.n.b. Geluidswal Kadoelen Dennis Overweg, Frans Rein JN.a.v. Stem van Noord 15 IT Nicoline van der Torre n.n.b. En.n.b. Groen Wijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden: Camiel Ledderhof en Rebecca Kloosterman [email protected] nn NDSM | stoepen ee Canan Uyar 2018 nn NoordWest Overweg n.n.b. n.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan a Fatin Bouali n.n.b. _En.n.b. Meer sportmogelijkheden in BCanan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert ua Peter Willing Noord). nn Hamerstraatgebied | Langeveld n.n.b. _En.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis Overweg EEE TT beperking 201901 Tweede technische sessie Verzoek gedaan op eerste TES informatieavonden Werkbezoeken: Jaar DET) Onderwerp Trekker Bijzonderheden A A n.n.b. jn.n.b. Hamerkwartier Verzoek gedaan op EL
Agenda
2
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Leefomgeving van 10 april 2012 Vergaderdatum dinsdag 10 april 2012 Tijd 20:00 -23.00 uur Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923 Voorzitter Mw. R. van Dolder Griffier Mw. M.J. Oosterbaan 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Toezeggingen en termijnagenda 4. Afmeerbeleid Ter advisering aan de deelraad 5. Milieuprogramma 2012 en Milieuverslag 2010 Ter advisering aan de deelraad 6. Rapport bloeiende stationsomgeving Ter bespreking 7. Amstelveenlijn, tussentijdse besluitvorming Ter bespreking 8. Sluiting Ter kennisname stukken De ter kennisname stukken zijn digitaal in te zien op de website www.zuid.amsterdam.nl. Tevens liggen ze ter inzage bij de griffie en op beide stadsdeelkantoren. - Definitieve Beleidsregels art 2.3.4 VOB - Elke bezoeker vriend van het Vondelpark - Aanpassing fietspad Hercules Seghersstraat - DB informeert Cie Leefomgeving over de parkeerautomaten in Zuid 1
Agenda
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie > Datum raadsvergadering _1juni 2022 Ingekomen onder nummer 244 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Van Lammeren en Broersen inzake verzoek aan de Rekenkamer om onderzoek te doen naar de naleving van haar aanbevelingen tav het Coalitieakkoord Onderwerp Verzoek aan de Rekenkamer om onderzoek te doen naar de naleving van haar aanbevelingen tav het Coalitieakkoord Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over coalitieakkoord Amsterdams Akkoord voor de bestuursperiode 2022-2026 Constaterende dat: -_het Coalitieakkoord 2018-2022 niet navolgbaar was in de geformuleerde ambities, zoals blijkt uit het Rekenkamer rapport ‘Coalitieakkoord 2018-2022: Navolgbaarheid en uitvoering ambities;'* -_ het rapport constateert dat “een integraal overzicht ontbreekt van wat er van de ambities uit het coalitieakkoord terecht is gekomen” en daarmee “de uitvoering van ambities niet goed navolgbaar” is;? - de Rekenkamer dit beoordeelt als een “democratisch tekort;”3 -_ transparantie en openheid essentiële voorwaarden zijn voor de Raad om haar controlerende taak te kunnen vervullen; -__ transparantie en openheid bovendien essentiële voorwaarden zijn voor een goed functionerend democratisch stelsel; Overwegende dat: -__de Rekenkamer reeds een gedegen onderzoek naar het vorige Coalitieakkoord heeft uitgevoerd en hierin aanbevelingen heeft gepresenteerd ter verbetering van het komende Coalitieakkoord; - de Raad dit onderzoek zeer serieus neemt en de conclusies en aanbevelingen ervan onderschrijft; + https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11466938/2/09012f978067437b. 2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11466938/2/09012f978067437b p. 4. 3 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11466938/2/09012f978067437b p.44. -__een mogelijk vervolgonderzoek van de Rekenkamer de Raad zou helpen om de navolgbaarheid van het nieuwe coalitieakkoord tijdig te beoordelen en eventueel hierop bij te sturen. Spreekt uit dat -___de gemeenteraad de breed gedragen wens heeft om de rekenkamer op te roepen een onderzoek te doen naar de mate waarin de aanbevelingen van het bovengenoemde rapport van de Rekenkamer worden nageleefd in het nieuwe Coalitieakkoord en het bijbehorende Uitvoeringsplan. Indiener(s), J.F.W. Van Lammeren (Partij voor de Dieren) J. Broersen (Volt)
Motie
2
discard
Woz01703 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B onen Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin % Amsterdam Jp di Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021 Ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 10 Datum besluit 6 april, college van B&W Onderwerp Voorrangsregeling voor beroepsgroepen, stand van zaken en vervolgkeuzes De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ‘stand van zaken regeling voorrang voor beroepsgroepen’ met hierin de volgende punten: Woningaanbod Het creëren en op peil houden van het woningaanbod wordt gedaan langs een viertal lijnen: 1) de prestatieafspraken corporaties, 2) de Intentieverklaring IVBN en Vastgoed Belang, 3) de afspraken met niet-aangesloten beleggers/verhuurders en 4) het verplicht labelen van woningen. Aanvragen en toekenningen De stand van zaken van het aantal kandidaten en succesvolle bemiddelingen. Voor 36 adressen is geen kandidaat gevonden. Vervolgproces Per 1 janvari 2022 zal de huisvestingsverordening zoals gebruikelijk worden gewijzigd. In de huisvestingsverordening worden een aantal zaken met betrekking tot de regeling aangepast, dit gaat om enerzijds verbeteringen voor een efficiëntere beoordeling en anderzijds om de toevoeging van de beroepssector politie. Het doel om de regeling aan te passen is daarnaast om meer duidelijkheid voor woningzoekenden te bieden het aantal weigeringen en het aantal beoordelingen te verminderen. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet Het college is in ieder geval bevoegd:b. beslissingen van de raad voor te bereiden en vit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast; Bestuurlijke achtergrond In 2018 en 2019 vond een experiment plaats voor het voorrang verlenen voor huisvesting aan de beroepsgroepen zorg en onderwijs. Met de nieuwe Huisvestingsverordening per 1 januari 2020 is een structurele voorrangsregeling van start gegaan. In 2020 is onderzocht of de politie in aanmerking moet komen voor de regeling, conclusie is dat de politie voldoet aan de criteria om ook aan de regeling te worden toegevoegd. Daarnaast vraagt de regeling om structureel onderhoud en is er de wens om het aantal weigeringen terug te brengen en zijn er mogelijkheden voor een efficiëntere uitvoering. De wijzigingen voor de Huisvestingsverordening worden verder voorbereid. Samen met andere wijzigingen van de verordening zullen deze van 31 mei tot 11 juli 2021 voorliggen. Na inspraak en besluitvorming in de gemeenteraad zal de nieuwe regelgeving per 1 januari 2022 in werking kunnen treden. Reden bespreking Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-011763 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021 Ter kennisneming Niet van toepassing Uitkomsten extern advies Niet van toepassing Geheimhouding Niet van toepassing Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? 150421 Raadsinformatiebrief regeling voorrang voor beroepsgroepen AD2021-042356 ‚ woningaanbod en vervolgkeuzes .pdf (pdf) Bijlage 1-Eindrapport-Woon- en werkoverwegingen Politie Amsterdam- AD2021-043913 ‚ Regioplan…_.pdf (pdf) AD2021-042354 Commissie WB Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Dirk Konings, 0683552919, d. konings @amsterdam.nl Mirte Verouden, 0649767306, m.verouden®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
val
Xx Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en x Raadsaangelegenheden Gewijzigde agenda, donderdag 9 april 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Raadzaal, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 19 maart 2015 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 _Tkn-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 9 april 2015 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Rondvraag Openbare Orde en Veiligheid 11 De Arganbrief Nr. BD2015-003749 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 12 Conceptbesluit beleid verruiming openingstijden horeca Rembrandtplein in het kader van het Samenwerkingsakkoord Gastvrije en veilige uitgaanspleinen Nr. BD2015-003743 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 13 overzicht aanmeldingen burgernet Nr. BD2015-004585 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van commissieleden Shahsavari (CDA) en Yesilgöz (VVD) e Was Tkn 6 in de raadscommissie AZ, d.d. 19 maart 2015 14 Herijking Project 1012 Nr. BD2015-003124 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 2 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 9 april 2015 Bouwen en Wonen 15 Wet kraken en leegstand en leegstandverordening: effectief en werkbaar? Nr. BD2015-004586 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 11 in de raadscommissie AZ, d.d. 19 maart 2015 e Deleden van de raadscommissie WB zijn hierbij uitgenodigd Algemene Zaken 16 Uitbreiding Top600 naar Top1000 - nadere uitwerking Nr. BD2015-004344 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _Deleden van de raadscommissie JC zijn hierbij uitgenodigd Juridische Zaken 17 Beleid straatartiesten en straatmuzikanten Nr. BD2015-004182 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Bestuurlijk Stelsel 18 Gebiedsgericht werken Amsterdam: uitwerking van de bestuurlijke werkafspraken bij de gebiedscyclus Nr. BD2015-002028 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 3 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Agenda, donderdag 9 april 2015 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Openbare Orde en Veiligheid 19 Hoofdlijnennotitie programma vreemdelingen Nr. BD2015-005289 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Paternotte (D66). e Stond geagendeerd als TKN 5 voor deze vergadering. Communicatie 20 Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake festivalisering van parken, natuurgebieden en het Amsterdamse bos. Nr. BD2015-005300 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Lammeren (PvdD). 4
Agenda
4
discard
VN2021-004345 X Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Wonen % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Ontwikkelbuurten Agendapunt 11 Datum besluit College van B&W 15-12-2020 Onderwerp Verkenning van kansen Molenwijk, de principenota De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de nota Verkenning van Kansen Molenwijk, de kabinet-bijlage “Financiële Verkenning van principenota Molenwijk” en de bijlage “Advies DB en SD- commissie Noord aan het college van burgemeester en wethouders” inzake de nota Verkenning van kansen Molenwijk; 2. Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet is opgelegd op de bijlage “Financiële Verkenning van principenota Molenwijk”. Dit in verband met de belangen genoemd in artikel zo lid 2 sub ben q van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor 10 jaar, tot en met december 2030; 3. _Kenniste nemen van het verzoek om de opgelegde geheimhouding op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet tijdens de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad na aanlevering bij de raadsgriffie te bekrachtigen. Wettelijke grondslag Artikel 108 lid 1 Gemeentewet: De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten. Artikel 14,7 Gemeentewet, lid 1: Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend; lid 2: De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad. Gemeentewet art. 160, eerste lid onder a en b, waarin bepaald is dat het college van burgemeester en wethouders het dagelijks bestuur van de gemeente, beslissingen van de gemeenteraad mag uitvoeren. Artikel 169 Gemeentewet, lid 1: Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur; lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Art. 25 tweede en derde lid van de Gemeentewet en artikel 10 eerste lid onder c en tweede lid onder ben qg van de Wet openbaarheid van bestuur: vanwege geheimhouding bijlagen en de bekrachtiging daarvan. Bestuurlijke achtergrond Gegenereerd: vl.2 1 VN2021-004345 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe WB % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Eind 2017 is gestart met de bestuursopdracht Ontwikkelbuurten in Noord (en Zuidoost en Nieuw West). Hiermee is een nieuwe stimulans gegeven aan de woonbuurten met een sociaal — economische en ruimtelijk - fysieke achterstand. In 2018 heeft het huidige College een actualisatie van de bestuursopdracht opgesteld. De buurt wordt betrokken bij de planvorming en de bestaande afspraken over de ontwikkeling van de woningvoorraad worden nagekomen; de lijn van Koers 2025 wordt gevolgd. Molenwijk bestaat inmiddels 51 jaar en is in Noord een unieke wijk vanwege de hoogbouw in parkachtige omgeving en omdat het een autoluwe wijk is. De molenflats in hun groene omgeving zijn nagenoeg onveranderd gebleven. De bevolkingssamenstelling is wel veranderd. Er wonen relatief veel ouderen die al heel lang in Molenwijk wonen en relatief veel kinderen/ jongeren. Ca 5o% van de huishoudens heeft een migratieachtergrond. Van oorsprong kenden de flats een middenhuur; op dit moment is iets meer dan 80% van het woningbestand sociale huur. Ruim 5o jaar na oplevering is de wijk op een flink aantal onderdelen toe aan vernieuwing. Reden bespreking O.v.v. de leden Leenders (PvdA) en Kilig (DENK). Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding Het college heeft door vaststelling van het principebesluit, dd 15 december 2020, besloten tot geheimhouding van de bijlage “Financiële Verkenning Molenwijk” Tot geheimhouding is besloten in verband met de belangen genoemd in artikel zo lid 2 sub b en g van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor de duur van 10 jaar, tot en met december 2030. Eventueel is verlenging na 2030 nodig. Van belang is dat de besluitvorming over de uitvoering van de verschillende deelprojecten of onderdelen daarvan binnen projectgebied Molenwijk heeft plaatsgevonden. Het betreft een strategisch belang van de gemeente op financieel economisch terrein in het kader van bijvoorbeeld mogelijke verwerving van panden. In de Financiële Verkenning Molenwijk staan berekeningen met (interne ) financiële cijfers. Bij openbaar making kan dit nadelige gevolgen hebben voor de gemeente. Uitgenodigde andere raadscommissies Geen Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.2 2 VN2021-004345 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming AD2021-015525 1. Verkenning van Kansen Molenwijk. pdf (pdf) AD2021-015527 3. Advies DB & SD-Commissie Noord - Molenwijk.pdf (pdf) AD2021-015528 Commissie WB (1) Voordracht (pdf) Ter Inzage AD2021-015526 2. KABINET Financiele verkenning van Principenota Molenwijk. pdf (pdf) Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Stadsdeel Noord; B. Bijl, 06-22754017 ; [email protected] & Annemarie Merckx, 06-55305821; [email protected] Gegenereerd: vl.2 3
Voordracht
3
train
x Gemeente Amsterdam RO % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) % Agenda, woensdag 18 november 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239 Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO d.d. 28 oktober 2015 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieRO@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 18 november 2015 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Ruimtelijke Ordening 11 Volksvlijt2016 Nr. BD2015-014974 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Vink (D66). e Was TKN 4 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015. e De heer Hemel van de UvA is hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. Grondzaken 12 Vaststellen investeringsbesluit Scheepsbouwweg in Amsterdam Noord waarbij extra groen met meer kwaliteit voor een bedrag van € 100.000,-- zal worden gerealiseerd in overleg met omwonenden Nr. BD2015-015090 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). 13 vaststellen van de transformatie-exploitatie Amstel Business Park Zuid Nr. BD2015-006806 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). 2 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 18 november 2015 Ruimtelijke Ordening 14 Instemmen met de start van bouwrijpmaken 3 locaties Sluisbuurt Zeeburgereiland (investering € 5.115.600,-) Nr. BD2015-014422 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). 15 Vaststellen bestemmingsplan Bedrijventerrein Karperweg-Zuid Nr. BD2015- 010443 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). 16 Vaststellen van het bestemmingsplan zelfbouwkavels Louis Bouwmeesterstraat Nr. BD2015-012019 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). Grondzaken 17 Wijzigen van het opslagpercentage voor de 10- en 25-jaar vaste canon voor erfpachtrechten onder de Algemene Bepalingen 2000 Nr. BD2015-013945 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). 18 Bestuurlijke reactie op motie1262 inzake het concept-Startdocument eeuwigdurende erfpacht (geen speculatie) Nr. BD2015-016303 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. 3 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 18 november 2015 Ruimtelijke Ordening 19 Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer R.H. van Dantzig van 20 mei 2015 inzake mogelijke risicoflats in Amsterd am Nr. BD2015-016304 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66). e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. 20 Kennisnemen van en meedenken over de Metropoolregio Amsterdam (MRA)- agenda Nr. BD2015-015056 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de Raadscommissies voor Infrastructuur en Duurzaamheid, voor Werk en Economie en voor Bouwen en Wonen zijn hierbij uitgenodigd. 21 Ruimtelijke ordening, vastgoed en deelnemingen van 1012 Inc. e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Van der Ree (VVD). e Deleden van de Raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Werk en Economie, alsmede de leden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd. e Tevens zijn de betrokken portefeuillehouders uitgenodigd. Financiën 22 Najaarsnota 2015 Nr. BD2015-016163 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 25 november 2015). 4 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 18 november 2015 Ruimtelijke Ordening 23 Jaarverslag Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) 2014 Nr. BD2015-016305 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Van Raan (PvdD). e Was TKN 2 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015. e Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. 24 Kennis te nemen van het Financieel Perspectief Zuidas 2015 Nr. BD2015-016306 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. 25 Uitvoering moties kredietbesluit Zuidasdok en Halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok Nr. BD2015-016309 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de Raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid zijn hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. Grondzaken 26 Meerjarenperspectief Grondexploitaties Vereveningsfonds 2015 (Voorjaarsrapportage mei 2015) Nr. BD2015-016307 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. 5 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 18 november 2015 Waterbeheer 27 Brief wethouder Van der Burg inzake doorwerking programma Amsterdam Rainproof in ruimtelijke projecten Nr. BD2015-016308 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de leden Nuijens (GrLi) en Van Raan (PvdD). e Was TKN 10 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015. BESLOTEN DEEL 6
Agenda
6
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 32 Datum indiening 2 november 2020 Datum akkoord college van b&w van 2 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake transparantie van Wob- verzoeken. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De fractie van de Partij van de Ouderen heeft met regelmaat gevraagd om transparantie rondom de verzoeken in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). Burgemeester Halsema gaf vorige week aan dat zij de volledige lijst verzoeken gedeeld heeft maar dit lijkt niet te kloppen. De gemeentelijke link naar de Wob-besluiten is namelijk verre van compleet. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Worden via de gemeentelijke link voor de Wob-verzoeken alle verzoeken gedeeld inclusief de stadsdelen, inclusief datum ontvangst, de datum waarop het besluit genomen zou moeten worden en de datum waarop het besluit viteindelijk genomen is? Zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 1: In janvari 2018 zijn we begonnen met het publiceren van Wob-verzoeken via wob.amsterdam.nl. Alle verzoeken, besluiten en openbaar gemaakte stukken moeten via deze website worden gepubliceerd. De directies en stadsdelen zijn verantwoordelijk voor het afhandelen van de Wob-verzoeken m.b.t. hun directies of stadsdeel. Daar maakt publicatie onderdeel van vit. De Wob-dossiers moeten worden aangeboden aan Directie Juridische Zaken (DJZ) en DJZ zorgt vervolgens voor de publicatie. In janvari 2020 is een actie opgezet om achterstanden in publicatie in te halen. DJZ heeft alle Wob-coördinatoren van de directies en stadsdelen aangeschreven met de vraag z.s.m. alle nog niet gepubliceerde Wob-dossiers aan te leveren voor publicatie. Eind september 2020 werden we, o.a. door vragen van de Telegraaf over publicatie, erop gewezen dat nog steeds niet alle verzoeken zijn gepubliceerd. De informatiecommissaris heeft samen met de Chief Information Officer inzichtelijk gemaakt om welke (geregistreerde) verzoeken het gaat en opdracht gegeven deze z.s.m. aan te leveren voor publicatie. Dit traject loopt op dit moment. Het publiceren van alle Wob-dossiers is van groot belang, bijvoorbeeld i.r.t de ambitie zoveel mogelijk informatie actief openbaar te maken, zodat alle informatie voor iedereen toegankelijk is. Wob-verzoeken is een van de verplichte categorieën uit het Wetsvoorstel 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Aeg sv , Gemeenteraad R Datum 5 februari 2021 Schriftelijke vragen, 2 november 2020 open overheid. Een verzoek is wat ons betreft pas afgehandeld als het dossier is gepubliceerd. In de praktijk loopt dit nog niet goed genoeg. Er zijn verbeteringen nodig m.b.t. de volledigheid van de publicaties en m.b.t. de toegankelijkheid van de gepubliceerde verzoeken. De lijn is dat alle verzoeken, besluiten en stukken van alle directies en stadsdelen worden gepubliceerd via wob.amsterdam.nl. De publicatie vindt plaats nadat het besluit is genomen. De verzoeken moeten door de directies en stadsdelen worden aangeleverd voor publicatie. We zien dat op dit moment niet alle verzoeken zijn gepubliceerd en zijn daarvoor een actie gestart om achterstanden weg te werken. De datum waarop het besluit is genomen wordt gepubliceerd en is ook te vinden in het besluit zelf. De datum van ontvangst wordt niet apart gepubliceerd, maar is te vinden in het verzoek zelf en in het besluit. De datum waarop het besluit genomen zou moeten worden wordt niet gepubliceerd. In lijn met het wetsvoorstel open overheid is er (tot nu toe) voor gekozen de informatie te publiceren nadat het besluit is genomen. Het gaat hierbij dus om de publicatie van afgehandelde verzoeken en niet om het publiceren van informatie over lopende verzoeken. 2. Is het college bereid om via de link alle Wob-verzoeken inclusief de stadsdelen vanaf 1 januari 2018 tot heden, inclusief datum ontvangst, inclusief de datum waarop het besluit genomen zou moeten worden en de datum waarop het besluit viteindelijk genomen iste delen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn? Antwoord vraag 2: In oktober hebben we alle directies en stadsdelen gevraagd de nog niet gepubliceerde verzoeken aante leveren, zodat deze alsnog gepubliceerd kunnen worden. Vanuit het GMT wordt gestuurd op de uitvoering hiervan. We streven er naar alle verzoeken in maart 2021 alsnog gepubliceerd te hebben. Daarbij is het van belang te weten dat we pas sinds 2019 elke week de informatie over lopende Wob-verzoeken wekelijks bundelen. Om zeker te weten of alle verzoeken zijn gepubliceerd, zijn we afhankelijk van de wekelijkse informatievoorziening vanuit de verschillende directies en stadsdelen. Om dit te verbeteren wordt o.a. een centraal registratiesysteem ontwikkeld en wordt de sturing op publicatie vanuit het Stedelijk Wob- ondersteuningsteam ingericht. De achterstallige verzoeken publiceren we op de manier waarop we dat tot nu toe hebben gedaan, nadat het besluit is genomen. Waarbij de datum van het besluit apart wordt gepubliceerd en de ontvangstdatum in het verzoek zelf terug is te vinden. Om met terugwerkende kracht een andere manier van publiceren te bewerkstelligen heeft een grote impact op de organisatie, terwijl de voorgestelde informatie wel al beschikbaar is. Met het publiceren van de verzoeken via het stadsarchief verbetert de toegankelijkheid en doorzoekbaarheid van de informatie, waardoor de gevraagde informatie makkelijker vindbaar is. 3. Is het college bereid om deze lijst wekelijks te verversen, naar Utrechts voorbeelds, zodat de stad transparant inzicht heeft in alle informatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn? Antwoord vraag 3: Op dit moment wordt er geen lijst met lopende Wob-verzoeken gepubliceerd. Het verzoek, besluit en de stukken worden nadat het besluit genomen is gepubliceerd. Het 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Aeg sv , Gemeenteraad R Datum 5 februari 2021 Schriftelijke vragen, 2 november 2020 college is bereid om, naast het publiceren van de afgehandelde verzoeken, te onderzoeken wat er nodig is om naar Utrechts voorbeeld een lijst met lopende verzoeken te publiceren en wekelijks te verversen. Dit wordt aan het Stedelijk Wob (pilot)team als opgave meegegeven. 4. “Binnen het verbetertraject wordt verkend welke ‘quick wins’ behaald kunnen worden en welke lange termijn oplossingen er zijn, waarbij onder andere de organisatie van het Wob-proces onder de loep wordt genomen”, schrijft het college en “Het college onderschrijft het belang van de registratie van aantallen Wob-verzoeken, de termijnen waarbinnen besluiten worden genomen en de (hoeveelheid) bezwaren en beroepen die hiertegen worden ingediend. In het verbetertraject wordt daarom onderzocht wat er nodig is om deze registratie zo goed mogelijk te kunnen doen.” Hoe rijmt zich dat met het feit dat er nog steeds honderden Wob-besluiten en documenten ontbreken op de site? Antwoord vraag 4: Het college onderschrijft het belang van registratie en er zijn de afgelopen tijd veel stappen gezet, allemaal gericht op het verbeteren van het proces en de informatievoorziening naar de verzoekers, waaronder de publicatie. Het is een complexe, omvangrijke opgave. Achter de schermen worden belangrijke stappen gezet die noodzakelijk zijn om het Wob-proces beter op orde te krijgen. Stappen die niet direct naar buiten toe zichtbaar zijn. In september is een pilot gestart met een stedelijk Wob-ondersteuningsteam. Dit team is aan de slag gegaan met o.a. het ontwikkelen van hulpmiddelen en met het helpen van de directies en stadsdelen met het afhandelen van Wob-verzoeken, waaronder het publiceren. Vanaf janvari 2021 gaan we het publiceren van de Wob-verzoeken op een andere manier organiseren. De verzoeken worden vanaf dat moment op de website van het Stadsarchief gepubliceerd, dit komt de toegankelijkheid (vindbaarheid, doorzoekbaarheid, bruikbaarheid) ten goede. Het stedelijk team neemt hierin de regie en zorgt voor het aanleveren van de Wob-dossiers bij het Stadsarchief. We streven ernaar om uiterlijk twee weken na het besluit het Wob-dossier te publiceren. Hiervoor zijn we o.a. de centrale registratie aan het door ontwikkelen, zodat het centrale team beter kan monitoren en sturen op o.a. publicatie. Daarnaast informeren we de directies en stadsdelen actief over wat er van hen in deze wordt verwacht. Vanaf januari 2021 neemt het stedelijk Wob- ondersteuningsteam het centraal ontwikkelde registratiesysteem in gebruik voor het registreren van de Wob-verzoeken, inclusief de benodigde informatie om te kunnen sturen op termijnen en publicatie. Dit systeem en proces wordt eerst bij aantal directies en stadsdelen getest en daarna verder ontwikkeld en geïmplementeerd in de hele stad. Daarnaast wordt gewerkt aan het kanaliseren van verzoeken. Op dit moment komen verzoeken overal in de stad binnen, we willen verzoekers stimuleren om gebruik te maken van een aantal ingangen voor het indienen van verzoeken, zodat de verzoeken snel en centraal kunnen worden geregistreerd en in behandeling worden genomen door de verantwoordelijke directie of stadsdeel. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling sv Gemeenteraad zmmer 32 Schriftelijke vragen, 2 november 2020 Datum 2 februari 2021 5. Is het college bereid om de ontbrekende besluiten en geopenbaarde documenten op de gemeentewebsite voor 1 janvari 2021 alsnog te publiceren zodat die voor eenieder openbaar zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn? Antwoord vraag 5: Het college streeft ernaar om voor 1 maart 2021 de ontbrekende besluiten en geopenbaarde documenten vanaf 2018 te publiceren. In oktober 2020 is daarvoor aandacht gevraagd bij alle directies en stadsdelen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1485 Publicatiedatum 27 september 2019 Ingekomen onder X Ingekomen op donderdag 19 september 2019 Behandeld op donderdag 19 september 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de Handreiking Leefstraten (Kwantificeer betrokkenheid alle bewoners) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Handreiking Leefstraten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1435) Overwegende dat: — De instelling van een leefstraat een belangrijke (tijdelijke) wijziging is in de directe leefomgeving van bewoners van een straat en direct omwonenden; — Het daarom van groot belang is dat er sprake is van voldoende draagvlak om het instellen van een leefstraat te onderbouwen en te rechtvaardigen; — Draagvlak zoveel mogelijk moet worden gekwantificeerd, waarbij er een eenduidige grens moet bestaan voor het aanwezig zijn van draagvlak, namelijk tweederde van de omwonenden, zoals genoemd in de Handreiking; — Deze tweederde meerderheid moet bestaan, ook bij indiening van de leefstraat via De Stem van [stadsdeel], om sluipwegen te voorkomen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Bij aanvragen voor instelling van leefstraten via De Stem van [stadsdeel], de initiatiefnemers de verplichting op te leggen ongeacht de uitkomst via dit platform alsnog aan te tonen dat een tweederde meerderheid van de omwonenden achter het initiatief staat, zoals ook geldt voor aanvragen via de reguliere weg; — Hiertoe tevens in overleg te treden met de stadsdelen voor waar het hun beoordelingsruimte inzake de instelling van een leefstraat betreft; — De raad over de uitkomst te informeren. De leden van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé 1
Motie
1
discard
“Bezoekadres Gemeente Arnsterdam | Stadhuis, Amstel 1 En B . 1011 PN AMSTERDAM | Postbus 202 En : 1000 AE AMSTERDAM Telefoon 620 552 2600. nd Fax C20 552 3223 | warwamsterdamal Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM | De heer | 26 BOV. 2009 Datum Behandeld door De heer A.J.M. Boegborn Telefoonnumrner: 020-552 7443 : : Kenmerk DW,2008.0556 Op 1 september j.l. schreef u een e-mail aan de Gemeenteraad. in haar vergadering van 30 september j.l. heeft de Raad besloten de = beantwoording in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders. In uw mail maakt u zich zorgen over de leefbaarheid in Pian van Gool in Amsterdam Noord, mede omdat u zelf overlast ondervindt van uw bovenburen. U heeft contact gezocht met de politie en met uw verhuurder, woningcorporatie Ymere, maar die hebben u niet kunnen helpen. U vreest dat de burgers die zich netjes gedragen en zich aan de wet houden OO langzamerhand zuilen wegtrekken, waarna er mensen terugkomen die zich hier ‚ minder of niets van aantrekken. - Helaas is burenoverlast niet te voorkomen en vaak lastig aan te pakken, zowel voor de paîitie als voor de verhuurder. Maar een rotte appel kan een boel E bederven en anderen een boel ongenoegen geven. Dat u zich zorgen maakt, toont aan dat u hart heeft voor de buurt waar u woont. De corporaties die bezit hebben in Plan van Goot, Ymere en Eigen Haard weten ook van de problemen en hebben het voornemen om Plan van Gool te gaan verbeteren. Het is op dit moment helaas nog niet te zeggen hoe ; ingrijpend deze plannen zijn en wanneer deze plannen precies zullen worden uitgevoerd. Voor mear informatie kent u terecht bij de genoemde corporaties en Stadsdeel Noord. U kunt in verband met uw klachten advies in te winnen bij het Wijksteumpunt wonen. Deze door de gemeente gesubsidieerde organisatie ondersteunt huurders die problemen ondervinden. Wijksteunpunt Wonen Noord houdt spreekuur op J. Drijverweg 6 | tel: 020-404 0446, donderdag 18-21 vur of vrijdag 10-13 uur . Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halie Waterloapiein | Gemeente Amsterdam . : Pagina 2 van 2 . Wij hopen voor u dat het vooruitzicht op verbetering van het Plan van Gool uw pessimisme over de neergaande ontwikkelingen in de buurt enigszins zal | wegnemen. Hoogachtend, 4 Lo | Hét College van Zj / ; 7 Bürgemeester en Wethouders, Á Ö / Ni E / / Ee . : fl _L/ | in drs. H, de Jong, N Î / Mr. MJ. Cohen, \_ Secretaris - „| / Burgemeester _ { ; /
Raadsadres
2
train
2 gemeente Raadsinformatiebrief m raam | sterda Afdoening moties Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20 mei 2022 Portefeuille(s) Democratisering, Bestuurlijk Stelsel Portefeuillehouder(s): _ Presidium Behandeld door Raadsgriffie, William van Zanen, [email protected] Onderwerp Nadere reactie op motie 142 inzake verbeteringen bestuurlijk stelsel Geachte leden van de gemeenteraad, Bij de raadsvergadering van 10 maart 2021 heeft de gemeenteraad motie 2021-142 aangenomen bij het agendapunt Kennisnemen van rapport Evaluatie bestuurlijk stelsel. De derde punt van het dictum van de motie luidt als volgt: “Het presidium te vragen na te denken over hoe een periodieke afstemming en overleg tussen de gemeenteraad en de stadsdeelcommissies in de toekomst het beste plaats kan vinden.” Bij raadsinformatiebrieven d.d. 12 januari 2022 en 1 februari 2022 zijn de moties inzake het hoofdlijnenbesluit en de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 door het college afgedaan. Het tijdelijke presidium heeft besproken hoe de relatie tussen de stadsdeelcommissies, het stadsgebied Weesp en de gemeenteraad versterkt kan worden en heeft ingestemd met de volgende afspraken: e de griffie zorgt voor een goede verbinding met de (ondersteuning van de) stadsdeelcommissies. De raadsgriffier, commissiegriffiers en de adviseurs van de stadsdeelcommissies en het stadsgebied voeren periodiek overleg met elkaar, waarin uitwisseling van kennis en ervaring centraal staat. Een eerste overleg is reeds ingepland. ledere commissiegriffier fungeert daarbij als vaste schakel met twee stadsdeelcommissies; e de verbinding en eigenaarschap tussen de stadsdeelcommissies en de raad kan verder ontwikkeld worden door per kwartaal een werkbezoek aan een stadsdeel te organiseren. Het stadsgebied Weesp heeft al een uitnodiging voor een werkbezoek gestuurd. Het streven is om dit in juni te organiseren. De invulling is aan de stadsdeelcommissies zelf. Na het zomerreces krijgt dit werkbezoek een vervolg met bezoeken aan de overige stadsdelen; e bij aangenomen motie 2021-538 heeft de raad het college verzocht om in samenwerking met het presidium een Stadsdeelmotie en een Stadsdeelamendement te ontwikkelen waarmee een stadsdeelcommissie gevraagd en ongevraagd haar standpunt aan de raad kenbaar kan maken. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 mei 2022 Pagina 2 van 2 Stadsdeelcommissieleden hebben op basis van artikel 36 van de Verordening en hun positie als commissie van de raad al middelen om de besluitvorming van de raad te beïnvloeden. Vanuit de griffie worden formats ter beschikking gesteld om de gevraagde en ongevraagde adviezen desgewenst in de vorm van stadsdeelmoties of stadsdeelamendementen aan te leveren. Het is vervolgens aan raadsleden zelf om te besluiten of zij zo'n verzoek uiteindelijk in stemming willen brengen; Volgend jaar zal het presidium een evaluatie houden om te bezien of deze afspraken hebben bijgedragen aan een betere aansluiting van de gemeenteraad op de stadsdeelcommissies en het stadsgebied. Het presidium beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het presidium van de gemeenteraad, Yassmine El Ksaihi Jolien Houtman voorzitter griffier Bijlage 1. Motie 142 van de leden Biemond, Grooten, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma, Veldhuyzen, Yilmaz, Kreuger en Ceder inzake huidige verbeteringen van het bestuurlijk stelsel. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
5 { Stadsdeelraad Amsterdam Centrum ta.v. de Griffie Stadhuis - kamer 4371 Postbus 202 1000 AE Amsterdam Amsterdam, 23 juni 2011 Geachte raadsleden, Onlangs heeft het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Centrum besloten tot het opheffen van twee autoparkeerplekken aan de Roetersstraat ten behoeve van additionele fietsparkeerplekken. Dit is een opheffing in een serie van opheffingen van parkeerplekken in de directe omgeving, zonder dat er enige nieuwe plek is gecreerd. Daarbij komt dat een aantal bewoners desgevraagd ook duidelijk heeft aangegeven dat niet het ruimtegebrek voor het stallen van fietsen het probleem is, maar de mentaliteit van de fietsers—zij parkeren liever voor de deur dan aan de overkant van de straat—waar de universiteit volgens mij en mijn mede-buurtbewoners voldoende ruimte biedt voor fietsen(stallingen). Ik was dusdanig verbaasd over de besluitvorming dat ik een WOB verzoek ingediend heb om beter inzage te krijgen in het besluitvormingsproces. Ik ben daarbij geschrokken van het gemak waarmee deze parkeerplekken (en anderen) zijn opgeheven. Ik heb de nodige opmerkelijkheden geconstateerd in de stukken die als basis diende voor het opheffen van de specifieke parkeerplekken aan de Roetersstraat: e Mijn eigen bewonersreactie “Mocht u ondanks mijn bezwaren toch zaken gaan ondernemen, dan stel ik voor dat u zich tot het opheffen van een parkeerplek beperkt, en deze elders compenseert is volledig ten onrechte vertaald als zijnde \úr het opheffen van 1 parkeerplek, en dus niet als negatieve reactie meegenomen! e _ Er zijn verschillende schouwen uitgevoerd volgens de interne memo's, maar vaak op niet relevante tijdstippen voor de overlast in de avond die de aanleiding vormde: slechtsén enkele schouw van de gebiedsbeheerder werd in de avond uitgevoerd (en slecht gedocumenteerd) enénschouw van de portfeuillehouder heeft plaatsgevonden op een onbekend tijdstip op een zondag. Deze beiden schouwen waren echter blijkbaar voldoende om het dagelijks bestuur ervan te overtuigen dat de direct omwonenden die wel voldoende fietsparkeergelegenheid zagen, het niet bij het rechte eind hadden. o Zes ogenchouwen hebben plaatsgevonden door de gebiedsbeheerder naar de bezetting van de fietsparkeerplekken op een tijdstip overdag-terwijl de overlast waarvan sprake is juist over de avond ging o Een schouw heeft plaatsgevonden door de gebiedsbeheerder op 15 november om 19:30 uur. Hiervan zijn foto's genomen. Echter zijn bij deze foto's—ondanks de aanwijzingen van de directe aanwonenden dat deze nog wel ruimte biedende fietsenrekken aan de overkant van de straat niet vastgelegd. Niemand ontkent dat er fietsen op het trottoir staan, maar de vraag is of dit door capaciteitstekort komt, of door de luiheid van de eigenaren. o De portfeuillehouder heeft zelf eenmaal op zondag “zo goed als volle’ fietsenrekken geconstateerd e De gebiedsbeheerder geeft op de centrale vraag ‘komt de overlast door de mentaliteit van de fietseigenaren of door gebrek aan stallingscapaciteif antwoord in een schrijven aan Mevrouw van Pinxteren d.d. 24 januari 2011. Hij schrijf “Bovendien is de hoop ijdel dat mensen de fiets aan de overkant van de straat gaan parkererf. Blijkbaar gelden hier hele andere verwachtingen ten aanzien van fietseigenaren dan autobezitters, die flink voor hun parkeervergunning betalen, en waarvan wel verwacht wordt dat zij een blokje omrijden en twee straten verder parkeren.’ e Tot slot bleek uit verdere correspondentie die ik met de gebiedsbeheerder had dat “schoner van fietsen veel lastiger is dan het opheffen van parkeerplekken. Voor het schonen is namelijk “weinig capaciteit beschikbaar en de mankract wordt vooral geconcentreerd op stationseiland en andere prioritietsgebieden waar de druk nog hoger is”. Het schonen is echter wel een manier om fietsenstallingscapaciteit vrij te maken, zonder dat iemand daar last van ondervindt. Het eindresultaat is dat er nog altijd fietsen op het trottoir staan, naast de nieuwe fietsparkeerplekken, terwijl er aan de overkant van de straat volop plek is. Zoals de foto hieronder van vorige week illustreert. 8 me a Pe he 0e od ml Ng EA : Le DE wr ; tn : Foto 1 Foto d.d. 15 juni 2011 20:10 vur Naast deze specifieke beslissing tot opheffing heb ik tegelijkertijd ook navraag gedaan naar de hele reeks opheffingen die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden.Hierbij stuitte ik op het feit dat er blijkbaarüberhaupt geen goede administratie bestaat van het aantal parkeerplekken. Er wordt melding gemaakt van een eerdere opheifing (voor het terras van Caëde Roeter). Dit waren echter twee parkeerplekken. De opmerking die hierbij geplaatst staat, dat voor het opheffen vandn plek geen melding hoeft te worden gemaakt aan het DB, lijkt dan ook onterecht. Daarnaast blijkt ook het aantal parkeerplekken dat vorig jaar verloren is gegaan door de nieuwe inrichting van de parkeerplekken in onze buurt (om boomwortels meer ruimte te geven) niet geregistreerd. In de Roetersstraat en Sarphatistraat samen betrof dit zeker een vijftal plekken. In het schrijven wordt geïmpliceerd dat boomwortels zondermeer het opheffen van parkeerplekken tot gevolg kan hebben—het zou tijdens de werkzaamheden zelf geconstateerd en besloten worden. lk meen mij echter nog goed te kunnen herinneren dat wij als bewoners vooraf een schrijven ontvingen waarin de opheffing van de parkeerplekken ten behoeve van de boomwortels werd aangekondigd. Als het aan bewoners kan worden aangekondigd, zou het dan ook niet aan het bestuur van het stadsdeel moeten worden gemeld”? Tot slot zijn er meer recent ook nog parkeerplekken opgeheven aan de Nieuwe Achtergracht en de Sarphatistraat op verzoek van bewoners (zo maak ik op uit de ontvangen stukken). Het lijkt me dat zo'n verzoek juist ook moet aanzetten tot het creeren van nieuwe autoparkeerplekken elders. Als we zo nog enkele jaren doorgaan, is er simpelweg geen parkeerplek meer te vinden. Ik zou u als Raad dringend willen vragen om de besluitvorming omtrent het opheffen van parkeerplekken aan te scherpen en inzichtelijk te maken. Een goede administratie van het aantal beschikbare parkeerplekken per straat lijkt mij daarvoor essentieel. Ik hoop van harte dat u dat inzicht vervolgens zult gebruiken om de beperkte ruimte enigzins eerlijk te verdelen tussen fiets en auto, om zodoende de binnenstad ook voor bewoners met een auto een prettig gebied te laten blijven. Hoogachtend,
Raadsadres
3
test
> Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Griffie > 4 Actualiteit voor de raadsvergadering van 31 maart 2021 van Van Schijndel Datum 31 maart 2021 Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt ZA Onderwerp Actualiteit van het lid Van Schijndel (Forum voor Democratie) inzake het door de burgemeester te voeren beleid tijdens betogingen op het Museumplein tegen de zogeheten coronamaatregelen. Aan de gemeenteraad Op 20 maart 2021 werd een betoging in het kader van de internationale ‘Rally for Freedom and Democracy’ kort na aanvang beëindigd. Krachtens noodbevel werden naar schatting 1000 betogers daarna 4 à 5 uur lang op de Leidsekade door de Mobiele Eenheid opgehouden en vervolgens in bussen naar de buitenwijken vervoerd, waar zij werden vrijgelaten. In Nederland is dit nog nooit voorgekomen. Er werden 58 arrestaties verricht!?. De volgende dag werd een ‘koffie drinken’'-demonstratie op het Museumplein eveneens vrijwel meteen na aanvang door de politie beëindigd. 150 betogers werden gearresteerd. Op de betoging van 28 maart jongstleden - de elfde op rij - kwamen ongeveer 1000 deelnemers af. De betoging werd rond 15.00 uur door inzet van ME en waterkanonnen afgebroken. 334 personen werden aangehouden. 305 betogers werd door de Officier van Justitie een gebiedsverbod tot 6 juni 2021 opgelegd. Reden bespreking 1. De coronaregels - waaronder de anderhalvemeter - zijn vastgelegd in ministeriële regelingen. In het openbare-ordebeleid van de burgemeester moet het belang van handhaving van de anderhalvemeter worden afgewogen tegen het belang van de grondwettelijke demonstratievrijheid. De burgemeester moet daarbij gewicht toekennen aan het feit dat - volgens de actuele stand van de wetenschap, waarvan het college zich moet vergewissen - de Volksgezondheid bij betogingen niet in het geding is. Het al dan niet in acht nemen van de anderhalvemeter heeft in de open lucht geen significante impact op de verspreiding van het virus; het verwaait meteen (dixit Jaap van Dissel). 2. Eris steeds fellere kritiek op de coronamaatregelen, nu zij de samenleving ontwrichten en enorme fysieke, mentale en 1 https://www.telegraaf.nl/nieuws/1395065544/chaos-en-woede-bij-coronaprotest-na-insluiting- door-me economische schade teweeg brengen. Verwacht mag worden dat de komende tijd de betogingen in Amsterdam in omvang zullen toenemen. Tegelijk was er de afgelopen maanden juist sprake van een steeds rustiger verloop van de demonstraties. Enkel bij de eerste twee betogingen (op 17 en 24 januari, tegen de toen ingevoerde ‘avondklok') was sprake van geweldsincidenten. Maar in redelijkheid hoefde daarna niet meer voor ‘ernstige wanordelijkheden’ te worden gevreesd. In dat licht is er reden dat de gemeenteraad zich uitspreekt over hoe de burgemeester in het vervolg moet omgaan met demonstraties tegen de coronamaatregelen op het Museumplein. “Reden van spoedeisendheid Er sprake van spoedeisendheid wanneer beraadslaging of besluitvorming in een volgende raadsvergadering overbodig of niet meer aan de orde zou zijn. Er moet vanuit worden gegaan dat tot aan de raadsvergadering op 21 april 2021 tenminste drie grote betogingen op het Museumplein zullen gaan plaatsvinden. De spoedeisendheid is daarmee gegeven.
Actualiteit
2
train
Bezoekadres x Gemeente Rf Amste rda m 1011 PN Amsterdam x Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 3 september 2019 Behandeld door L.Terwel E-mail [email protected] Bijlage(n) Motie 383.19 van raadslid de Fockert; Motie 384.19 van raadslid Rooderkerk; Motie 385.19 van raadslid Rooderkerk; Motie 389.19 van raadslid Mbarki Onderwerp Kennisdeling leraren en afhandeling van de volgende moties: Motie 383.19 van raadslid de Fockert - Gezamenlijk trainen van teams van verschillende scholen ter verbetering van de kennisdeling; Motie 384.19 van raadslid Rooderkerk - aantrekken van docenten die ook werkzaam zijn in een andere baan; Motie 385.19 van raadslid Rooderkerk - Kennisplatform voor Amsterdams (burgerschaps)onderwijs; Motie 389.19 van raadslid Mbarki - Professionals vit het sociaal domein omscholen tot leraar. Uitvoering van de toezeggingen voorziening statushouders voor de klas (TA2018- 000884) en gesprek en kennisdelen tussen scholen bevorderen (TA2019-000421). Geachte raadsleden, Het schooljaar 2019/2020 is begonnen. De Amsterdamse kinderen gaan een spannende tijd tegemoet in een nieuwe klas, met nieuwe lessen en uitdagingen. Ook scholen zelf hebben grote uitdagingen. Ik heb u vrijdag 30 augustus geïnformeerd over hoe het lerarentekort zich op dit moment manifesteert op de basisscholen in onze stad en over het gesprek dat ik hierover voer in Den Haag. Er zijn maar liefst 280 formatieplaatsen beschikbaar, waarvan er 220 worden vervuld met onbevoegde leraren. Met u deel ik de zorg over de gevolgen die dit heeft voor de kwaliteit van het onderwijs en de kansen van kinderen. De gemeente Amsterdam trekt de komende jaren € 23 miljoen vit om nieuwe leraren aan te trekken en de bestaande leraren te behouden voor Amsterdam. Uw gemeenteraad heeft op 4 april vnaniem ingestemd met de Amsterdamse Lerarenagenda: Liever voor de Klas. U heeft daarbij een aantal moties aangenomen, gericht op het tegengaan van het lerarentekort. Het gaat om de volgende moties: Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019 Kenmerk Pagina 2 van 6 e Motie 383.19 van raadslid de Fockert - Gezamenlijk trainen van teams van verschillende scholen ter verbetering van de kennisdeling; e Motie 384.19 van raadslid Rooderkerk - aantrekken van docenten die ook werkzaam zijn in een andere baan; e Motie 385.19 van raadslid Rooderkerk - Kennisplatform voor Amsterdams (burgerschaps)onderwijs; e Motie 389.19 van raadslid Mbarki - Professionals vit het sociaal domein omscholen tot leraar. Tevens worden in deze brief twee toezeggingen gestand gedaan: e _ Voorziening statushouders voor de klas (TA2018-000884); e Gesprek en kennisdelen tussen scholen bevorderen (TA2019-000421). Met deze brief informeer ik v over de recente acties en initiatieven die zijn en worden gestart en waarmee ook de betreffende moties worden uitgevoerd. Hybride docentschap & professionals uit het sociaal domein omscholen tot leraar Samen met de Taskforce Lerarentekort (waarin de gemeente samenwerkt met de Amsterdamse scholen en opleidingen) kijk ik naar alle mogelijkheden om meer leraren voor het Amsterdamse onderwijs aan te trekken. De gemeente richt zich met de campagne ook specifiek op potentiële zij-instromers en communiceert daarbij actief over mogelijkheden om een baan in het onderwijs te combineren met het werken in een andere sector of ondernemerschap. Met TeachForAmsterdam steunt de gemeente hybride docenten in de techsector. Het initiatief heeft als doel om het tekort aan informaticadocenten de komende vier jaar op te lossen door 300 hybride docenten op te leiden tot eerstegraads (en tweedegraads) docent. TeachForAmsterdam is geschikt voor mensen die net zijn afgestudeerd of werken in IT en die hun kennis en passie over willen brengen op de volgende generatie. Zij worden door de UvA en VU in twee jaar opgeleid tot informatica docent en lopen ook een dag/anderhalve dag per week stage bij een school. De gemeente Amsterdam heeft het onderzoeksbureau Oberon de opdracht gegeven om in de maanden september-december een onderzoek uit te voeren naar de keten met betrekking tot zij- instroom in het Amsterdamse onderwijs. Onderdeel hiervan is een deelonderzoek naar hybride docentschap en het bieden van maatwerk voor professionals uit het sociaal domein. Oberon onderzoekt specifiek hoe het hybride docentschap verder gestimuleerd kan worden. Ook richt dit onderzoek zich specifiek op de mogelijkheden om professionals vit het sociaal domein om te scholen tot leraar. In de opdrachtformulering is meegegeven dat het van belang is oog te hebben voor de tekorten (en oorzaken daarvan) in andere tekortsectoren in het maatschappelijk domein. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om professionals actief van de ene naar de andere tekortsector te bewegen. Het uitgangspunt is om professionals met hart voor kinderen en jongeren voor de stad te behouden, bijvoorbeeld door het gemakkelijker te maken om door te groeien of te verbreden naar een andere functie. Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019 Kenmerk Pagina 3 van 6 Daarnaast voert de gemeente gesprekken met de Amsterdamse lerarenopleidingen om te kijken naar (verkorte) maatwerktrajecten. Voor de intersectorale aanpak op de personeelstekorten in de maatschappelijke sector verwijs ik graag naar de brief van wethouder Kukenheim d.d. 25 juni 2019. Ik informeer uw gemeenteraad over de uitkomsten van het onderzoek van Oberon en eventuele vervolgstappen in februari 2020. Kennisplatform (burgerschaps)onderwijs Ik ben het volledig eens met raadslid Rooderkerk dat de gemeente het delen van kennis binnen onderwijsteams en verschillende scholen (TA2019-000487) moet stimuleren. Dit vergroot het effect van het geleerde en leidt tot betere borging van nieuwe kennis en vaardigheden. Daarom heeft het college in nieuwe regelingen, zoals de voorziening teambeurzen, kennisdeling opgenomen als voorwaarde. Ook is kennisdeling een van de prioriteiten die het college heeft opgenomen in de beleidsbrief ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’. De eerste actielijn is: Amsterdamse leraren en schooldirecteuren zijn bekwaam in het lesgeven in de grote stad: zij beheersen het ‘Amsterdams meesterschap! waarmee we inzetten op een breed programma 'Grootstedelijk onderwijs’, met als acties: e De kennisinstellingen ontwikkelen een aanbod van leergangen voor leraren en directeuren uit po, vo en mbo gericht op lesgeven in grootstedelijk context. Vanuit de lerarenagenda is hiermee al gestart: het aanbod vindt v op www.leraareenkleurrijkberoep.nl e We organiseren masterclasses / kennisdelingsbijeenkomsten in de stad met uiteenlopende thema's en partners, zoals over- en onderadvisering, het voeren van het moeilijke gesprek, het herkennen van radicalisering, wereldgeschiedenis inclusief verzwegen perspectieven en het slavernijverleden. e We zorgen voor een aanbod ‘grootstedelijk onderwijs’ gericht op lerarenteams waarbij deskundigen en wetenschappers op school met lerarenteams aan de slag gaan. Daarbij maken we ook gebruik van partners, zoals het aanbod van School en Veiligheid. e Daarnaast investeren we in kennisuitwisseling en kennisopbouw door het opzetten van community's van scholen, schoolleiders en leraren op het gebied van lesgeven in de grootstedelijke context. Samen met de Gelijke Kansen Alliantie faciliteren we de community grootstedelijk onderwijs. Dit zijn scholen vit po, vo en mbo uit diverse steden die werken met de Transformatieve School methode van Iliass El Hadioui en inzetten op professionalisering in het lesgeven in een grootstedelijke context. e _Methet OSVO starten we een pilot rondom 'het moeilijke gesprek op school’. In eerste instantie gaat het eigen lerarenteam een jaar lang in gesprek over de dilemma's die zij in de klas met leerlingen tegen komen. Uiteindelijk wordt iedereen betrokken bij deze gesprekken, dus ook leerlingen, ouders en onderwijsondersteunend personeel. De doelstelling is dat de gesprekken onderdeel worden van het DNA van de scholen. Ook betrekken we hier de kennisinstellingen bij voor onderzoek en advies. “https:/www.amsterdam.nl/publish/pages/914704/1 o brief aanpak intersectorale samenwerking _p ersoneelstekorten in de maatschappelijke sector.pdf Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019 Kenmerk Pagina 4 van 6 e In 2020 organiseren we weer een brede conferentie burgerschap in samenwerking met onze partners. Ook starten we binnen de online community van de Amsterdamse Klas een themaplatform burgerschap. In overleg met de dialooggroep burgerschap wordt bepaald welk social media kanaal (Facebook, Linkedin) hiervoor wordt ingericht. Raadslid Rooderkerk benoemt specifiek platforms om lessen en informatie te delen. Online bestaan verschillende interessante initiatieven die kennisdeling en praktisch advies bij (burgerschaps)onderwijs als oogpunt hebben. Voorbeelden hiervan zijn www.iameducation.nl, www.kohnstamm.nl/burgerschap, www.leraar24.nl of www.burgerschapindeschool.nl. Ik stel voor om gebruik te maken van deze bestaande initiatieven: de gemeente en de Taskforce zullen deze kennisplatforms waar nodig meer bekendheid geven in het onderwijsveld. Daarnaast kijkt de gemeente in overleg met de dialooggroep Burgerschap (bestaande uit docenten uit po, vo en mbo) of er samenwerkingsmogelijkheden zijn om (een van) deze bestaande platforms een specifiek Amsterdams karakter te geven. Lessons learned en indicatoren traject ‘Statushouders voor de klas’ De commissie WIO sprak op 31 oktober 2018 de wens vit het traject ‘Statushouders voor de Klas’ voort te zetten in schooljaar 2019-2020. Het college heeft hierbij toegezegd de leden te informeren wanneer het traject als succesvol wordt gezien (TA2018-000884,). Dit licht ik graag toe met de opgedane ervaringen, de lessons learned, vit het eerste jaar. Lessons learned De betrokkenen, zoals de deelnemers en stagescholen, zijn positief over de uitkomsten van de pilot, maar zien verbeterpunten voor het vervolg. De stagebegeleiders prijzen de motivatie en vakkennis van de deelnemers. De meeste deelnemers (12 van de 14) willen verder in een onderwijsfunctie. De pilot legt een aantal punten bloot: de doorlooptijd voor statushouders om voor de klas te staan is langer en vergt meer begeleiding dan vooraf in beeld was. Het traject is niet voor alle deelnemers voldoende om na één jaar het zij-instroom traject te kunnen starten. Tijdens de pilot kwam een aantal verbeterpunten naar voren: e _ Snel bereiken van taalniveau Bz is essentieel om het traject goed te doorlopen. Bij de nieuwe deelnemers ligt de focus daarom nog scherper op leerbaarheid en taalvaardigheid. e Betere informatievoorziening voor stagebegeleiders, deelnemers en klantmanagers van de deelnemers over de fases van het traject en de verbinding tussen de opleiding en de stageopdrachten op scholen. e Meer duidelijkheid naar de deelnemers dat het traject de start is van een meerjarig traject richting het onderwijs. Wanneer is het traject succesvol? In september starten 11 nieuwe deelnemers aan het traject(s deelnemers voor Wiskunde, 2 voor Natuurkunde en 4 voor Scheikunde), waarin ik bovenstaande verbeterpunten heb verwerkt. De doelstelling is dat minimaal tweederde van de deelnemers na afloop van het traject een plek vindt in het onderwijs. Dit kan variëren van een stageplaats, aanstelling als onderwijsassistent tot een aanstelling als zij-instromer. Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019 Kenmerk Pagina 5 van 6 Uit de pilot is gebleken dat het niet realistisch is te verwachten dat iedereen direct aan de zij- instroomopleiding kan starten na het traject. Soms blijkt een andere onderwijsfunctie meer passend, of is meer tijd nodig. Die cijfers alleen doen dan ook tekort aan de impact die dit traject heeft. Door komend schooljaar met een nieuwe groep te starten behouden we talent en vakkennis voor het onderwijs en brengen we met de statushouders meer diversiteit in het Amsterdamse onderwijs, ook voor de bêta tekortvakken waarbij het zo moeilijk blijkt nieuwe leraren aan te trekken (zo zijn er op dit moment slechts 5 aanmeldingen in heel Nederland voor de studie tot Natuurkundeleraar). Kennisdeling en samenwerking Raadslid De Fockert vraagt in haar motie (383.19) om kennisdeling in en tussen scholen extra te stimuleren en te onderzoeken welke mogelijkheden daartoe zijn. De afgelopen maanden heeft de gemeente diverse gesprekken gevoerd met leraren, directeuren en schoolbestuurders over kennisdeling met Amsterdamse scholen en leraren. Er is veel behoefte aan kennisdeling binnen het onderwijs en daarbinnen om het primair en voortgezet onderwijs meer met elkaar in contact te brengen rondom verschillende vraagstukken: e _ Overgang van po naar vo e Het bieden van kansengelijkheid e Leren van elkaar (collegiale consultatie), bijvoorbeeld rond didactiek of pedagogiek e _ Kennis over elkaars praktijk/dagelijkse werkelijkheid e Mogelijkheden om docenten uit te wisselen/bij elkaar les te geven De gemeente heeft de ambitie om scholen te faciliteren in het delen van kennis en het onderwijsveld in zijn geheel vooruit te helpen. Door scholen op specifieke thema’s met elkaar in contact te brengen kan er veel winst geboekt worden op onder andere bovengenoemde thema's. Dit gaan we faciliteren door de volgende acties: Broedplaats De gemeente gaat de komende periode een sectoroverstijgende broedplaats oprichten waar zowel leraren en schoolleiders uit het po als uit het vo aan kunnen deelnemen. Deze kruisbestuiving levert veel waardevols op omdat samen wordt geleerd en onderzocht. Hiermee is de afgelopen jaren in en buiten Amsterdam al ervaring opgedaan. Na de zomervakantie vervolgt de gemeente Amsterdam gesprekken met Kennisland om deze broedplaats verder te ontwikkelen. Een aantal scholen in het primair en voortgezet onderwijs is al geïnteresseerd en ook andere scholen kunnen zich aansluiten. Teambeurzen en Amsterdamse Klas Onderwijs is teamwork. Daarom heeft de gemeente de teambevurzen ook beschikbaar gesteld voor teams bestaande uit onderwijsprofessionals van verschillende Amsterdamse scholen. In totaal hebben 20 scholen een gezamenlijke aanvraag ingediend. Daar ben ik blij mee, omdat deze scholen het belang van kennisdeling en ontmoeting onderstrepen. Ook de komende jaren zal de gemeente Amsterdam bij de aanvraagrondes van de teambeurs de mogelijkheid van een aanvraag met meerdere scholen duidelijk onder de aandacht brengen. Daarnaast maken we portretten van geslaagde teambeurzen, die ter inspiratie dienen voor andere scholen. Ook in activiteiten van de Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019 Kenmerk Pagina 6 van 6 Amsterdamse Klas (onderwijs community) zijn gericht op het zichtbaar maken en delen van ervaringen en good practices tussen onderwijsprofessionals. De Amsterdamse Klas faciliteert zowel online als offline dialoog en kennisdeling in verschillende vormen. Good practices worden gedeeld tussen scholenteams tijdens kennisdelingssessies. De kennisinstellingen aangesloten bij de Taskforce Lerarentekort dragen hier graag aan bij. In het voorjaar van 2020 organiseert de gemeente de eerste kennisdelingssessie over teambeurzen. Lerarenbrigade De gemeente stimuleert met een ander initiatief, de Amsterdamse Lerarenbrigade, eveneens kennisuïitwisseling van basisscholen in Amsterdam. De kwaliteit van het onderwijs wordt verhoogd door de inzet van gemotiveerde samenwerkende lerarenteams van twee of meer verschillende basisscholen. Deze teams delen de opgedane ervaringen en de instrumenten die in de praktijk succesvol blijken met andere Amsterdamse basisscholen. Tot slot Al deze acties dragen bij aan ons gemeenschappelijke doel om het lerarentekort op te lossen. Door op deze wijze uitvoering te geven aan de moties wordt onze aanpak van het lerarentekort sterker en effectiever. Hiermee beschouw ik de moties en toezeggingen als afgehandeld. Dit betekent helaas niet dat het einde van het lerarentekort in zicht is. In Amsterdam treffen we samen met de schoolbesturen en de opleiders een groot aantal maatregelen om het tekort tegen te gaan. Maar om het probleem op te lossen is grotere inzet nodig vanuit de Rijksoverheid. Op 4 september ga ik samen met de G4 wethouders Onderwijs in gesprek met minister Slob over het lerarentekort. In dit gesprek lichten we onze zorgen toe en geven aan welke investeringen en | maatregelen wat de G4 betreft noodzakelijk zijn. Ik houd v op de hoogte van de ontwikkelingen. Met vriendelijke groet, Or dk En Marjolein Moorman e Wethouder Onderwijs
Motie
6
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 497 Publicatiedatum 17 mei 2019 Ingekomen onder AE Ingekomen op donderdag 9 mei 2019 Behandeld op donderdag 9 mei 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Ceder, Boomsma, Kilig, Poot en van Lammeren inzake de actualiteit van het lid Ceder inzake tientallen slachtoffers door lachgasgebruik tijdens Koningsdag (verbod lachgas bij festivals). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit inzake tientallen slachtoffers door lachgasgebruik tijdens Koningsdag. Overwegende dat: - Lachgas nog te vaak door gebruikers als risicoloos middel wordt gezien en het recreatief gebruik en incidenten ervan toeneemt, met name bij festivals en evenementen; - Lachgasgebruik, vooral in combinatie met andere middelen zoals alcohol, ernstige gevolgen kan hebben voor de gezondheid; - De combinatie van alcohol en lachgas vooral op evenementen en festivals tot incidenten kan leiden; - Inmiddels verschillende gemeenten stappen hebben genomen om lachgas gebruik en verkoop op en rond festivals en evenementen te verbieden; - Het festival- en evenementenseizoen is begonnen en het een taak van de gemeente is om zorg te dragen voor haar inwoners; - Een aantal gemeenten al maatregelen hebben genomen omtrent festivals in de omgeving; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Spoedig in gesprek te gaan met festival- en evenementorganisatoren om hen te informeren over de risico's van lachgasgebruik (o.a. in combinatie met alcoholgebruik) en indringend te wijzen op de mogelijkheden om lachgasgebruik en verkoop te verbieden. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 497 Motie Datum <datum onbekend= De leden van de gemeenteraad dhr. D.G.M. Ceder mevr. À. Kilic mevr. M.C.G. Poot dhr. D.T. Boomsma dhr J.F.W. van Lammeren mevr. S.H. Simons 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1388 Publicatiedatum 28 december 2018 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 19 december 2018 Behandeld op woensdag 19 december 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest en Van Schijndel inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 van de voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario's voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem (uitstel van de plannen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 van de voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330). Constaterende dat: — de enig biologisch gecertificeerde akkerbouwgrond in Amsterdam in de Lutkemeerpolder te vinden is; — de komst van een bedrijventerrein van 43ha in Amstelveen is tegengehouden door de provincie Noord-Holland vanwege overcapaciteit in de regio; — op Lutkemeer | nog 5,9ha van de 24ha beschikbaar is, zo'n 25% is dus nog leeg, — het project Meet Inn mogelijk niet door gaat en daar dan nog terrein beschikbaar is; — _SADC momenteel 184ha reeds bouwrijp gemaakte kavels beschikbaar heeft; — door stadsdeel Osdorp is toegezegd dat Lutkemeer IIl pas zou starten als alles vol zou zijn en dit ook bevestigd is door hoofd grondzaken. Overwegende dat: — de noodzaak voor een bedrijventerrein op deze locatie niet is aangetoond zolang er nog zoveel leegte bij bedrijventerreinen is en andere bouwrijpe kavels zijn; — ereen extra financier nodig is om het project voor elkaar te krijgen en deze externe financier onzeker is; — behoud van de Lutkemeerpolder de Ecologische Hoofdstructuur versterkt; — de Lutkemeerpolder taken kan vervullen voor zorg, klimaat, biodiversiteit, educatie en biologische stadslandbouw:; — erin Amsterdam veel draagvlak is om dit unieke gebied te behouden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1387 Motie Datum 28 december 2018 niet te starten met werkzaamheden voor Lutkemeer Ill (Business Amsterdam Osdorp fase 2) voordat Lutkemeer | volledig vol zit, in de tussentijd met betrokken Amsterdammers te kijken naar de mogelijkheden die het gebied vanuit ecologisch en maatschappelijk perspectief biedt, en hier bij het opstellen van de Omgevingsplannen op terug te komen. De leden van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa S.H. Simons D.G.M. Ceder A. Kilig W. van Soest A.H.J.W. van Schijndel 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1031 Publicatiedatum 15 november 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.A. van der Ree van 19 september 2013 inzake de bouw van middeldure huurwoningen door woningcorporaties. Amsterdam, college van b&w van 12 november 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: In augustus 2013 maakten Aedes, de landelijke branchevereniging van woningcorporaties, en het kabinet Rutte-Asscher een aantal principe-afspraken die opgenomen zijn in de miljoenennota 2014. Zo kunnen corporaties naast sociale huurwoningen ook middeldure huurwoningen blijven bouwen als het volkshuisvestelijk beleid van een gemeente daarom vraagt en als daarvoor geen commerciële partijen te vinden zijn. Eerder stond het kabinet op het standpunt dat er onderscheid gemaakt moest worden tussen Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB)-activiteiten, zoals de bouw van sociale huurwoningen, en niet-DAEB-activiteiten zoals de bouw van middeldure huurwoningen. Amsterdam heeft wat de VVD betreft veel meer middeldure huurwoningen — met een maandelijkse huurprijs tussen 681 en 1.000 euro — nodig. Volgens de meest recente cijfers (WiA 2011) bestaat slechts 8,5% van de Amsterdamse woningmarkt uit vrije sector huurwoningen, waarvan dan ook nog eens een groot deel een maandelijkse huur heeft boven de 1.000 euro. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 19 september 2013, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college op de hoogte van de afspraken tussen Aedes en het kabinet? Antwoord: Ja. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing lost Gemeenteblad Datum 45 november 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 19 september 2013 2. Is het college met de VVD van mening dat het aandeel van middeldure huurwoningen in Amsterdam moet worden uitgebreid? Antwoord: Ja. Het college ondersteunt de wens tot het realiseren van meer modale huurwoningen. Daar werken we op verschillende manieren aan. De gemeente onderscheidt naast het segment sociale huurwoningen het segment marktwoningen. In het grondprijsbeleid maken de middeldure huurwoningen onderdeel uit van deze marktwoningen. Het college zal daar waar ze kansen ziet om middeldure huurwoningen op een marktconforme wijze te realiseren, deze benutten. De woningen kunnen zowel door commerciële partijen als door woningcorporaties worden gerealiseerd. Als gevolg van de kasstroomsturing is een randvoorwaarde voor de realisatie van commerciële huurwoningen dat de grondopbrengsten minimaal genoeg zijn om de kosten te dekken. Ook wordt er in de afweging gekeken naar locaties waar huurwoningen verhoudingsgewijs - in relatie tot andere locaties — de minste minderopbrengsten met zich mee brengen. Het omzetten van programma naar middeldure huur brengt in veel gevallen met zich mee dat er lagere opbrengsten zullen worden gehaald dan waar rekening mee wordt gehouden. Dat heeft negatieve gevolgen voor het vereveningsfonds. Bij selecties voor uitgifte van een kavel wordt maatwerk toegepast, conform de maatwerkregeling: “Selectie van marktpartijen bij gronduitgifte anno 2012 (oktober 2012)”. Afhankelijk van de locatie en de opgave wordt besloten tot een meervoudig openbare selectie, een meervoudig onderhandse selectie of 1 op 1-afspraken. Op kavel 11 en 12 van de Zuidas, toren 1 Overhoeks, kavel 2b Amstelkwartier zijn de selecties dit jaar afgerond voor marktpartijen die middeldure huurwoningen gaan bouwen. Op dit moment lopen specifiek op middeldure huurwoningen gerichte selecties voor blok 28a en blok 1261 op IJburg. In het Oranjekwartier is onlangs de bouw van middeldure huurwoningen begonnen. En daar blijft het niet bij. Nieuwe locaties worden voorbereid waar middeldure huurwoningen in ieder geval een onderdeel van de opgave zijn. Op deze manieren kan zoveel mogelijk worden ingespeeld op de kansen die zich voor doen bij nieuwbouwlocaties. De bestaande voorraad omvat echter veel grotere aantallen huurwoningen dan via nieuwbouw kunnen worden toegevoegd. Voor de bestaande voorraad zijn in het kader van Bouwen aan de stad Il nieuwe aanbiedingsafspraken gemaakt met de corporaties over het aandeel middeldure huurwoningen. Maximaal 25% van alle verhuringen worden boven de liberalisatiegrens (€ 681) verhuurd. Tenminste de helft daarvan zal worden aangeboden met een huur tussen € 681 en € 930. Naast deze afspraak start binnenkort het Experiment Flexibel huren van de corporaties Ymere, Alliantie, De Key, Stadgenoot en Eigen Haard. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing lost Gemeenteblad Datum 45 november 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 19 september 2013 Het doel van dit experiment is om meer woningen aan te bieden aan de lage middeninkomens (€ 29.000 - € 43.000 bruto/jaar). He gaat om woningen met een huur boven de € 681 die met korting worden aangeboden. Wanneer het inkomen stijgt, volgt een huurverhoging. Bij een eventuele inkomensdaling, wordt de huurprijs in één keer neerwaarts aangepast naar het bij het inkomen passend niveau (maar niet onder de aanvangshuur). Het Rijk heeft toestemming gegeven voor een experiment van in ieder geval drie jaar. De laatste jaren zijn diverse nieuwbouwprojecten van Amsterdamse woningcorporaties voor onbepaalde tijd stopgezet als gevolg van crisis en verhuurdersheffing. Ook hebben woningcorporaties bouwrechten ingeleverd. Commerciële partijen willen op diverse plekken in Amsterdam middeldure huurwoningen realiseren, wat de VVD toejuicht. Om het aandeel middeldure huurwoningen snel op een aanvaardbaar peil te brengen denkt vragensteller dat wij naast de commerciële partijen ook de woningcorporaties hard nodig hebben. 3. Kan het college een overzicht presenteren van vooralsnog stopgezette nieuwbouwplannen van woningcorporaties die als gevolg van de afspraken tussen Aedes en kabinet alsnog gerealiseerd zouden kunnen worden in het middeldure huursegment? Zo niet, waarom niet? Antwoord: Dat overzicht behelst 1 geval. Met de Alliantie worden de mogelijkheden verkend voor het bouwen van middeldure huurwoningen op het Zeeburgereiland. Deze verkenning wordt voortgezet gezien de afspraken tussen Aedes en het kabinet. Door de afspraken tussen Aedes en het kabinet is een dreigend verbod op de realisatie van marktwoningen — en dus van middeldure huurwoningen - door corporaties uit de lucht. Daarvoor stelden corporaties zich echter al terughoudend op qua investeringen, als gevolg van de verhuurdersheffing. De optie dat men überhaupt geen marktwoningen meer zou mogen bouwen, was nog maar kort in beeld en had nog maar in een enkel geval geleid tot extra twijfels bij het realiseren van projecten. De voortgang van de overige projecten wordt op verschillende manieren bewaakt, van zowel de commerciële partijen als van de woningcorporaties. Vrije locaties worden op de markt gebracht als er zekerheid bestaat over interesse van marktpartijen (kasstroomsturing). Dit is een constante operatie; over de in het verleden stopgezette plannen worden al geruime tijd gesprekken gevoerd. Er worden separate bestuurlijke gesprekken gevoerd met partijen die veel projecten stopzetten. Doel is om projecten vlot te trekken, dan wel vrij van ontwikkelposities te maken als het contract de gemeente daartoe in staat stelt. Vlottrekken van projecten bestaat uit heroverwegen van programma binnen de gemaakte (financiële) afspraken. Het is aan de investerende partij om binnen de afspraken haar financiële kaders te verleggen. 3 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neng lost Gemeenteblad ummer = ee Datum 45 november 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 19 september 2013 4. Is het college bereid in gesprek te gaan met de Amsterdamse woningcorporaties over herontwikkeling van bestaande en stopgezette plannen ten behoeve van het middeldure huursegment? Zo niet, waarom niet? Antwoord: Op Prinsjesdag is op hoofdlijnen duidelijk geworden wat de afspraken zijn. De maatregelen moeten nog specifiek worden ingevuld. Het college zal in overleg treden met de corporaties die daar verder invulling aan willen geven op plekken waarvoor commerciële partijen niet te vinden zijn. De Alliantie op het Zeeburgereiland is daar al een voorbeeld van. Ons college is verheugd dat corporaties mogen blijven investeren in gemengde projecten in de stedelijke vernieuwing omdat in meerdere gevallen dergelijke investeringen niet van marktpartijen (kunnen) worden verwacht. Anderzijds is het college zich er van bewust dat door de verhuurdersheffing de financiële armslag van de corporaties de komende jaren beperkt zal zijn en dus is het vinden van andere investeerders een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van middeldure huurwoningen. Het college zal zich ook blijven inzetten voor het vinden van commerciële partijen die middeldure huurwoningen realiseren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 863 Behandeld op 2 juli 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Kreuger, Ceder, Van Soest en Boomsma inzake de Voorjaarsbrief 2020 (spoedig opzetten inspreekmogelijkheden) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsbrief 2020. Constaterende dat: -__ het op dit moment niet mogelijk is om in te spreken bij de raadscommissies; - inspreken van groot belang is voor het democratisch gehalte van onze Amsterdamse democratie. Overwegende dat: - digitaal inspreken (technisch) gewoon mogelijk is; - digitaal inspreken in andere gemeenten gewoon mogelijk is. Verzoekt het presidium: Zo snel mogelijk inspreekmogelijkheden op te zetten, al dan niet digitaal. De leden van de gemeenteraad K.M. Kreuger D.G.M. Ceder W. van Soest D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 561 Publicatiedatum 23 juni 2017 Ingekomen op 22 juni 2017 Ingekomen in raadscommissie ZS Te behandelen op 19/20 juli 2017 Onderwerp Motie van het lid Roosma inzake de Voorjaarsnota 2017 (egalisatiereserve WMO). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446). Overwegende dat: — Bij de nota Reserves en Voorzieningen is vastgesteld dat een egalisatiereserve gemaximeerd is op 5% van het begrotingsbedrag waar deze reserve op is gebaseerd; — De WMO egalisatiereserve momenteel gemaximeerd is op 10% van het begrotingsbedrag; — Het college dit jaar voornemens is, de hoogte van deze reserve te evalueren en mogelijk het reserveplafond wil gaan verlagen conform de door de raad vastgestelde nota; — Dat onwenselijk is, omdat geld voor zorg naar zorg moet. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De hoogte van de egalisatiereserve WMO te maximeren op 10% van het begrotingsbedrag waarop deze reserve gebaseerd is en hierin dus te blijven afwijken van het normbedrag in de nota Reserves en Voorzieningen. Het lid van de gemeenteraad F. Roosma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost Commissie Algemene en Sociale Zaken Agenda datum 24 april 2013 aanvang 20.00 uur plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal voorzitter Jan-Bert Vroege griffier Rianne Bijl 1. Opening / vaststelling agenda 2. Insprekers (zonder geagendeerd onderwerp) 3. Commissieweergave 27 maart 2013 4. Bestuurlijke jaar-termijnagenda 5. Actualiteiten 6. Mededelingen MuzyQ [Ter advies 7. Notitie bezuinigingen bibliotheken 8. Verantwoordingsdebat / programmarekening 2012 -__motie- / toezeggingenoverzicht -__programmarekening 9. Jaarverslag 2012 van de raad 10. Kabinet Il Ter bespreking 11. Advies Ouderen Advies Raad (OAR) monitoren WIBO-woningen 12, Kaders inzake verzelfstandiging tennisverenigingen 13. Halfjaarlijkse rapportage vastgoed 14. PvdA-notitie over motie Wajong 15. Sluiting Commissie Algemene en Sociale Zaken
Agenda
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 392 Publicatiedatum 10 april 2019 Ingekomen onder T Ingekomen op woensdag 3 april 2019 Behandeld op woensdag 3 april 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake de Warmtenetten (Transparantie over kosten energietransitie) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Warmtenetten (Transparantie over kosten energietransitie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 392). Constaterende dat: — Transparantie en goede voorlichting bijdraagt aan het draagvlak onder bewoners. Overwegende dat: — Amsterdammers hoe dan ook kosten zullen maken als gevolg van de energietransitie. — De kosten sowieso bekend moeten zijn alvorens men start met de aanleg van warmtenetten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — De kosten van de energietransitie binnen redelijke termijn openbaar te maken voor Amsterdammers. — Hierbij rekening te houden met de verschillende woonsituatie van verschillende Amsterdammers. Bijvoorbeeld door een opdeling sociale woningbouw vs. vrije sector en nieuwbouw vs. ‘oudbouw’. De leden van de gemeenteraad A.A.M. Marttin K.M. Kreuger 1
Motie
1
train
xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid 4 Vergadering Stadsdeelcommisie Agenda Datum 08-12-2021 Aanvang 19:30 Locatie Digitale vergadering 1. Opening en agenda 2. Algemene inspraak 3. Actualiteiten en mededelingen 4. Stem van Zuid 5. Terugkoppeling gebieden 6. Frans Halsbuurt 7. Presentatie mw. Roegholt over museum 't Schip 8. Adviesaanvragen 8a. Adviesaanvraag het concept-Inrichtingsbesluit Albert Cuypmarkt 8b. Adviesaanvraag protocol tijdelijke woonbootverplaatsingen en Protocol definitieve woonbootverplaatsingen 8c. Adviesaanvraag concept ontwerpbestemmingsplan Museumkwartier - Valeriusbuurt 2022 1 xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid & 9. Rondvraag 10. Sluiting 11. Ter kennisname 11a. Definitief advies ontwerpuitwerkingsplan Zuidas-Kenniskwartier Noordstrook (eerste uitwerking) 11b. Definitief advies op Concept Ultvoeringsprogramma Bouw & Gebruik 2021-2022 2
Agenda
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 539 Datum indiening 14 april 2020 Datum akkoord 12 mei 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kreuger inzake de bizarre lastenverzwaring voor de Amsterdamse botenbezitter. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Nu het vaarseizoen eraan komt laait de discussie over de bizarre prijsverhoging (75%) van het binnenhavengeld voor de Amsterdamse botenbezitter opnieuw op. Het besluit daartoe werd overigens al op 18 december 2019 genomen door de gemeenteraad. In de aanloop naar dit besluit liet de informatievoorziening vanuit het college veel te wensen over. Omdat de prijsstijging van het binnenhavengeld niet de kostendekkendheid mag overstijgen verzocht de raad het college de kosten die af te wentelen zouden zijn op Amsterdamse botenbezitter, inzichtelijk te maken. Minder dan 24 uur voordat er een besluit zou worden genomen over de prijsstijging van het binnenhavengeld kreeg de raad pas de berekeningen achter het binnenhavengeld te zien. Hierdoor kon de raad zich onvoldoende voorbereiden, en blijkt nu ook de argumentatie van het college toentertijd op veel vlakken te rammelen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Kreuger, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke kostenraming is voor het college het uitgangspunt in de discussie rondom de verhoging van het binnenhavengeld? De kostenraming van de gemeente Amsterdam of die van EY? Graag een beargumenteerd antwoord. Antwoord: Ten tijde van het door het college instemmen (29 oktober 2019) met het ter besluitvorming aan de raad voorleggen van de verordening Binnenhavengelden Pleziervaart 2020 was de rapportage over kostentoerekening van EY nog niet gereed, derhalve heeft het college zich ten tijde van de vaststelling van de raadsvoordracht in het college gebaseerd op de oude kostentoerekening. Vaststelling van de binnenhavengelden diende plaats te vinden voor het einde van 2019, om die reden was het niet mogelijk te wachten op het resultaat van het onderzoek naar de kostentoerekening door EY. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Lao Gemeenteblad R Datum 12 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020 2. Hoe verklaart het college de grote verschillen tussen de kostenraming van de gemeente Amsterdam en EY? Antwoord: Op 1 januari 2020 is de uitvoering van de verordening Binnenhavengeld Pleziervaart overgegaan van Waternet naar de gemeente Amsterdam. In de voorbereiding op deze overgang is de oude grondslag overgenomen. Tegelijkertijd is een extern bureau (EY) gevraagd om te bekijken of de grondslag van de kostentoerekening nog juist is. Zoals is beschreven in de overzichten en in het rapport van EY mogen bepaalde kostenposten niet, en andere kostenposten juist wel gebruikt worden in de kostentoerekening van de BHG. Dit is onder meer gebaseerd op landelijke regels omtrent het toerekenen van kosten. Verschillen tussen de oorspronkelijke Amsterdamse onderbouwing en de latere onderbouwing van EY zijn daarin gelegen. Het is van belang te benoemen dat de uiteindelijke kosten die door botenbezitters moeten worden gemaakt voor een BHG vignet ver onder het totaal van de maximaal toerekenbare kosten liggen van beide onderbouwingen. Ten tijde van de eerdere kostentoerekening was nog geen duidelijkheid over de hoogte van de benodigde middelen inzake het herstel van kades, bruggen en sluizen, om die reden konden die kosten in de eerdere kostentoerekening niet worden meegenomen. 3. Heeft het college in het verleden kosten doorgerekend aan botenbezitters die niet doorgerekend hadden mogen worden? Zo ja, welke kosten zijn dit? Antwoord: Nee dat heeft het college niet gedaan. Een onderzoek naar kostentoerekening betekent welke kosten redelijkerwijs toegerekend kunnen en mogen worden aan een bepaald gebruik van in dit geval de grachten, maar niet dat deze kosten daadwerkelijk (volledig) worden verhaald op in dit geval de gebruiker van die grachten. Kostentoerekening is een middel om te berekenen hoe hoog bepaalde belastingen maximaal mogen zijn. In de begroting 2020 van de gemeente Amsterdam is voor baten BHG een bedrag van € 3.104.000,- opgenomen. Dit valt ruim onder de door EY geanalyseerde toerekenbare kosten van € 8.254.863,- 4. Op welk moment was de kostenraming van de gemeente Amsterdam beschikbaar voor het college? Antwoord: De eerste concept versie van het rapport is op 6 december 2019 door EY op ambtelijk niveau met de gemeente gedeeld. Het definitieve rapport is 16 december opgeleverd. Zie voor de complete tijdlijn en alle documentatie de bijlagen behorende bij beantwoording van de schriftelijke vraag van het raadslid Van Lammeren inzake EY berekening van de kostentoerekening voor pleziervaart (dd 24 maart 2020). 5. Waarom leverde het college de kostenraming van de gemeente Amsterdam (net als het rapport van EY) pas aan op 17 december 2019? Antwoord: Omdat het rapport van EY pas op 16 december 2019 was opgeleverd. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Oe 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020 6. Waarom voerde het college tijdens de commissievergadering van 12 december 2019 de inspecties van kades en bruggen en de digitale gracht op als kosten die een prijsstijging van het binnenhavengeld zouden legitimeren, terwijl deze niet in de kostenraming van de gemeente Amsterdam waren opgenomen? Antwoord: Zie beantwoording vraag 2. Daarnaast was de concept versie van het rapport op 6 december 2019 op ambtelijk niveau gedeeld met de gemeente. In dit concept werden de kades en bruggen en de digitale gracht reeds genoemd. Dit is daarom gebruikt bij de voorbereiding van de wethouder op de raadscommissie van 12 december 2019. Zie voor de complete tijdlijn en alle documentatie de bijlagen behorende bij beantwoording van de schriftelijke vraag van het raadslid Van Lammeren inzake EY berekening van de kostentoerekening voor pleziervaart (dagmail 25 maart 2020). 7. Is het college bereid om de +/- € 6 miljoen die aan de botenbezitter wordt doorgerekend aangaande schade aan kades en bruggen opnieuw onder de loep te nemen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De kosten voor het onderhoud aan kades en bruggen die volgens het EY rapport zijn toe te rekenen aan de pleziervaart, worden niet daadwerkelijk doorgerekend aan de pleziervaart. Kostentoerekening is een middel om te berekenen hoe hoog bepaalde belastingen maximaal mogen zijn. In de begroting 2020 van de gemeente Amsterdam is voor baten BHG een bedrag van € 3.104.000,- opgenomen. Dit valt ruim onder de door EY geanalyseerde toerekenbare kosten van € 8.254.863,- Het college ziet op dit moment geen aanleiding om, enkele maanden na het vorige onderzoek (door EY), opnieuw onderzoek te laten doen naar de toerekenbare kosten. Wel is middels een brief aan de gemeenteraad van de wethouder Water van 17 december 2019 (brief inzake aanvullende informatie nav cie MLD over de verordening BHG 2020) reeds toegezegd om over 2 jaar de resultaten van het onderzoek van EY te herijken. 8. Is het college het met fractie van Forum voor Democratie eens dat er aanvullend onderzoek nodig is om de kosten die doorgerekend mogen worden aan Amsterdamse botenbezitter inzichtelijk te maken? Graag een beargumenteerd antwoord. Antwoord: Zie het antwoord op vraag 7. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 414 Datum indiening 20 februari 2019 Datum akkoord college van b&w van 9 april 2019 Publicatiedatum 12 april 2019 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het vertrek van nog meer cruiserederijen Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 5 februari 2019 heeft het college de schriftelijke vragen van vragenstelster van 20 december 2018, namens de fractie van de VVD, inzake het vertrek van cruiserederij uit de stad beantwoord (nr. 127). Uit de beantwoording en de daaropvolgende berichtgeving in Het Parool blijkt dat na het vertrek van de rederijen Cruise Maritieme Voyages en MSC nu ook de P&O en Cunard zich terugtrekken uit Amsterdam.” Aanleiding is volgens moederbedrijf Carnival de nieuwe toeristenbelasting van 8 euro per persoon per dag. Voor 2019 en 2020 zijn er volgens het Parool al 81 cruises geannuleerd. Het vertrek van cruiserederijen betekent echter niet per se dat hun passagiers de stad niet meer zullen bezoeken. Via nieuwe aanmeerplekken, zoals in IJmuiden, zal een gedeelte de stad alsnog willen bezoeken. Wel zorgt de uittocht van rederijen voor een verlies van (belasting}inkomsten voor de gemeente, het havenbedrijf en de PTA. Ook mag de stad rekenen op een groot aantal vervoersbewegingen, bijvoorbeeld van touringcars. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op haar schriftelijke vragen van 20 december 2018 (nr. 127) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college aangeven voor welke bedragen aan havengeld, terminalfee en toeristenbelasting de Amsterdamse Haven, de PTA en de gemeente mislopen met het annuleren van cruises in 2019 en 2020 door bovengenoemde rederijen? Antwoord: Het Havenbedrijf geeft aan dat er voor 2019 tot op heden 58 calls zijn geannuleerd, voor 2020 gaat het om 67 calls. Dat vertegenwoordigt een bedrag TT https://www.amsterdam.nl/publish/pages/901801/127 19 schriftelijke vragen poot bericht dat opnieuw een c ruiserederij de stad verlaat.pdf ? https://www.parool.nl/amsterdam/meer-rederijen-laten-passagiersterminal-links-liggen-a4623117/ $ https:/www.parool.nl/amsterdam/cruises-keren-stad-de-rug-toe-maar-touringcars-blijven-komen—a4623156/ 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 12 apri 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 februari 2019 van € 1.122.700 aan zeehavengelden voor 2019 en € 1.260.800 in 2020. Wat betreft terminalfees gaat het voor 2019 om € 1.166.367, voor 2020 om € 1.275.000. Het gaat volgens het Havenbedrijf in totaal om 145.000 passagiers in 2019, waarvan ca. 90.000 Amsterdam oorspronkelijk zouden aandoen als tussenstop en daarmee onder de heffing zouden vallen. Dat staat gelijk aan ca. € 720.000 aan opbrengsten toeristenbelasting. Het aantal belastingplichtige passagiers zou in 2020 verder oplopen naar ca. 110.000 en ca. € 880.000 vertegenwoordigen. 2. In de beantwoording van de vragen van 20 december 2018 geeft het college aan dat het annuleren van geplande calls ervoor zorgt dat er ruimte ontstaat voor nieuwe calls van andere rederijen. Kan het college aangeven welke rederijen dit zijn en hoeveel calls zij, door de vrijgekomen capaciteit, hebben aangevraagd voor 2019 en 2020? Antwoord: Er hebben zich tot dusver nog geen partijen gemeld. 3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het annuleren van calls niet direct zorgt voor nieuwe calls, aangezien rederijen hun cruises een paar jaar van tevoren plannen en boeken? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zoals de afgelopen periode is gebleken is het vooruit plannen en boeken van cruisecalls geen belemmering voor rederijen om hun reeds geplande en geboekte cruisecalls te annuleren en te verplaatsen naar andere steden. Het college zal derhalve de komende periode blijven monitoren of cruisemaatschappijen gebruik maken van de ruimte die ontstaat door de geannuleerde calls. 4. Verwacht het college nog meer annuleringen voor 2020 en/of een afname van het aantal calls ten opzichte van 2017? Zo ja, hoeveel? En in hoeverre is dit ingecalculeerd in de begroting van de gemeente? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zoals bij het antwoord op vraag 1 aangegeven, zijn er voor 2020 tot op heden 67 calls geannuleerd. Er staan voor 2020 op dit moment 105 calls van zeecruises gepland, ten opzichte van 134 calls in 2017. Op basis van de definitieve reserveringen voor 2020 wordt bezien of de geraamde opbrengsten voor 2020 dienen te worden gecorrigeerd. 5. Watis volgens het college de snelste route vanaf IJmuiden richting het centrum van Amsterdam? Is dit een OV-verbinding of een route via de openbare weg? Antwoord: Een route via de openbare weg. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng ha Gemeenteblad R Datum 12 april 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 februari 2019 6. Het moederbedrijf van P&O en Cunard geeft aan dat er momenteel al een Amsterdam ‘experience’ per touringcar wordt aangeboden vanuit IJmuiden. Kan het college aangeven/nagaan hoeveel touringcartrips naar Amsterdam er hebben plaatsgevonden en hoeveel er dit jaar naar verwachting zullen plaatsvinden? Antwoord: P&O Cruises doet volgens de bedrijfswebsite in 2019 vijf keer één dag en nacht de Felison Terminal in IJmuiden aan met het cruiseschip MS Ventura, vanwaar een aantal dagtochten per touringcar naar Amsterdam worden aangeboden. Ook worden dagtours aangeboden naar onder andere Haarlem, Alkmaar en Aalsmeer. Het aantal werkelijk uitgevoerde dagtochten per touringcar hangt af van het aantal aanmeldingen per bezoek aan IJmuiden. In het kader van de studie ‘Sprong over het IJ’ is in 2017 onder andere onderzoek gedaan naar de verkeerseffecten van een verhuizing van een deel van de cruise activiteiten van de PTA. Op basis van dat onderzoek kan worden geschat dat een cruiseschip gemiddeld rond de 45 touringcar dagtochten per call produceert, waarvan gemiddeld naar schatting de helft een bestemming in Amsterdam heeft. 7. Als alle cruisepassagiers alsnog met de touringcar naar Amsterdam komen, om hoeveel touringcars gaat dit dan per dag in het hoogseizoen? Wat betekent dit voor de luchtkwaliteit? Antwoord Mochten de passagiers van de MS Ventura allemaal op één dag alleen voor de dagtochten per touringcar naar Amsterdam kiezen, dan betekent dit - afhankelijk van de grootte van de touringcar - tussen de 40 en 80 touringcars die van IJmuiden naar Amsterdam rijden. Maar zou de MS Ventura aanleggen bij de PTA, dan zouden alle dagtochten per touringcar altijd in Amsterdam vertrekken - ongeacht de bestemming in of buiten de stad. Andere factoren die van invloed zijn op de luchtkwaliteit zijn de emissie classificatie van de touringcars (sinds 2018 Euro 4 in de milieuzone Amsterdam) en de routes (al dan niet langs knelpuntlocaties luchtkwaliteit, en bestemming stadshart of bijvoorbeeld OV- knoop Station Sloterdijk). Samenvattend is op dit moment niet te voorspellen wat de gevolgen zijn voor de luchtkwaliteit in de stad. 8. Met het touringcartransitieplan wordt het aantal touringcarbewegingen van, naar en in het stadscentrum teruggedrongen. In hoeverre verwacht het college dat organisatoren van dergelijke ‘experiences’ ervoor kiezen toeristen in kleinere voertuigen, die buiten het touringcarbeleid vallen, van en naar toeristische trekpleisters in het centrum te brengen? Heeft het college hier contact over met de branche? Antwoord: Op dit moment wordt de Touringcar Agenda voorbereid, waarmee invulling wordt gegeven aan de bestuurlijke opgave om touringcars te weren uit het gebied binnen de A10 beneden het IJ. Dit nieuwe beleid zal onvermijdelijk verdere beperkingen opleggen aan touringcars met bestemmingen in de stad. Dit vanwege het kwetsbare en drukke historische centrum van de stad, maar ook naar aanleiding van de eerste uitkomsten van het onderzoek naar het onderhoud van de bruggen en kades. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing ha Gemeenteblad ummer - =: . Datum 12 april 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 februari 2019 Bepaalde routes in de stad zullen waarschijnlijk voor enige tijd of definitief op slot gaan voor zware voertuigen, inclusief grote touringcars. Beperkingen op de toegang tot de stad met touringcars, leidt er toe dat groepen bezoekers per touringcar aan de rand van de stad een overstap op het openbaar vervoer moeten maken of in kleinere touringcars moeten reizen. Het is niet te voorspellen of dit ook leidt tot minder bezoek aan de stad. De touringcar branche wordt geconsulteerd tijdens de voorbereiding van de Touringcar Agenda. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
val
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2133 Ingekomen onder BF Ingekomen op donderdag 19 december 2019 Behandeld op donderdag 19 december 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Van Schijndel, Bloemberg-Issa, Kilig, Ceder, Van Soest inzake het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (Geef erfpachters met gemengde bestemming en onbezwaarde waarde de kans om ene afgewogen keuze te maken) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2034). Overwegende dat: — de rekenkamer constateert dat berekening van de canon en de afkoopsom voor erfpachters slechts beperkt begrijpelijk en controleerbaar is en dat deze na 31 december nog minder voorspelbaar wordt; — erfpachters met een gemengde bestemming waarbij geen WOZ-waarde beschikbaar is maar een onbezwaarde waarde moet worden gebruikt, op dit moment eerst veel tijd en geld moeten investeren in het aanvragen van splitsingsakte en/of bestemmingswijziging etc. terwijl ze op dat moment nog niet weten voor welke bedragen ze kunnen overstappen en op welke manier en of dat opweegt, omdat pas daarna de overstapaanvraag wordt herstart en een onbezwaarde waarde wordt afgegeven; — in dergelijke gevallen vaak de enige reden om te splitsen/bestemming te wijzigen is om over te kunnen stappen op eeuwigdurende erfpacht; — dit leidt tot een groot tijdsbeslag en hoge kosten bij de erfpachter, maar ook bij de gemeentelijke organisatie, en daarnaast ook tot onzekerheid; — de rekenkamer wijst op het grote belang van transparantie en voorspelbaarheid. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken of en hoe de procedure voor een aanvraag voor overstap op eeuwigdurende erfpacht bij erfpachters met een gemengde bestemming en onbezwaarde waarde kan worden gewijzigd zodat zij een weloverwogen beslissing kunnen nemen door bijv. een overstapaanbieding te doen onder de ontbindende voorwaarde dat de noodzakelijke aanpassingen worden gedaan. 1 De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma H. Naoum Néhmé A.H.J.W. van Schijndel J.F. Bloemberg-lssa A. Kilig D.G.M. Ceder W. van Soest 2
Motie
2
train
FA AE CIRC SOS ULAF METABOLIC NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAAT VOETAFDRUK En van de gemeentelijke organisatie 4 | ren Amsterdam ru „FERRAN . Ee Pe u KEE TLK Ee AEL) 8 ê HES ne ZR ig 1 EE ERS 5 ie 75 : el Eá a Nope se etek Er ER ME Aer mn ze TEKEN et HO ee INTRODUCTIE €182.177.752 an Materiële spend waarvan De gemeente Amsterdam wil in 2030 een 100% Materiële spend materialen onbekend en duurzame organisatie zijn. Om dit te bereiken zijn vijf £553.305.130 niet geëxtrapoleerd zijn klimaatdoelen en tientallen duurzaamheidsmaatre- €198.611.339 gelen opgesteld. Metabolic en CircularlQ hebben in Spend waarvan opdracht van de Green Office een nulmeting uitge- mareriaal In kaart is voerd om de klimaatvoetafdruk en mate van circu- o 5 genrae lariteit van de gemeentelijke organisatie te bepalen. € 33% A KIK Deze meting is uitgevoerd voor het jaar 2019, omdat MAA dit het laatste jaar voor de COVID-pandemie was. TE re MATERIËLE (€2.248.503.585) SPEND We hebben alle gemeentelijke uitgaven geïden- tificeerd en bepaald voor welk gedeelte daarvan materialen zijn ingekocht. Van de grootste materiële Niet-materiële spend 5 uitgaven (ca.1/3 van alle materiële uitgaven) hebben €1.695.288.455 ik we via leveranciers en inkopers achterhaald welke materialen zijn ingekocht. Van nog een derde van de uitgaven konden de materiaalstromen geschat £172.516.039 . worden door middel van extrapolatie. Voor de overige Spend waarvan materiaal . . geëxtrapoleerd is uitgaven konden geen materiaalstromen worden achterhaald. Dit betekent dat de voetafdruk van de (ontwikkeld door WBCSD). Materiaal is als circulair bijvoorbeeld ingekochte elektriciteit, gereisde kilo- gemeentelijke organisatie mogelijk groter is dan aangemerkt als het al eerder gebruikt is (bijv. gere- meters en bedrijfsafval. Vervolgens hebben we de in dit rapport naar voren komt. Van de ingekochte cycled of gerefurbisht) of als het hernieuwbaar en klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie materialen is beoordeeld in welke mate ze circulair duurzaam beheerd is (bijv. FSC papier). De materi- berekend. Een aantal niet-materiële emissies zoals zijn. De mate van circulariteit is bepaald in lijn met de aalstromen zijn aangevuld met overige verbruiks- emissies door bouwprocessen vallen buiten scope definities en methodologie van het CTI Framework gegevens van de gemeentelijke organisatie, zoals van dit onderzoek. 8 A wemsouo ‘ EEA CIRCULARITEIT VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE De gemeente Amsterdam heeft in 2019 zeven : miljard kilogram aan materialen ingekocht. dh. a) Ongeveer 97% van de ingekochte massa bestaat Inclusief zand Exclusief zand uit zand, dat voornamelijk is gebruikt voor de ee la, germaertelike ongensaie lens aanleg van Strandeiland. Zand wordt niet als 0,3% ba, 10,4% ba, circulaire grondstof geclassificeerd. Omdat <p, , zand een grote materiaalstroom is, heeft dit 5 5 een groot effect op de circulariteitsscore van de 10,0% 8 10,0% & gemeentelijke organisatie. Inclusief zand is de Li ol circulariteitsscore van de gemeente 0,3%. De Lead sor ko za 55e ko za Buyers ICT (10%) en Facilitair (3,5%) kennen een ‘ ‘ hogere circulariteitsscore dan Fysiek (0,3%). Voor het merendeel van de materiaalsoorten die door E 0,3% E 12,4% de Lead Buyer Fysiek worden ingekocht worden EN ee nog geen secundaire materialen ingekocht. De 16.558.524 kg 16.558.524 kg Lead Buyers Sociaal en Personeel kopen geen significante materiaalstromen in. Als de materiaalsoort zand buiten beschouwing wordt A Lo . . En … 6.986.816.377 kg 180.072.109 kg gelaten, is de circulariteitsscore van de gemeentelijke organisatie 10,4%. Met name voor de materialen klinkers (44%), glas (33%) en metalen zoals gietijzer mn (39%) en RVS en staal (beide 79%) worden hoge De massa van de ingekochte materialen in 2019 is percentages secundaire materialen ingekocht. Ke 2 gelijk aan »47x het gewicht van de Johan Cruijff ArenA 8 A wemsouo AEN DET KLIMAATVOETAFDRUK IN 2019 IS 196 kton CO,-eq 0,7% 1 »y 0,4% De klimaatvoetafdruk van de gemeente Amsterdam in 2019 bedraagt 196 kton 1.415 849 CO-eq. Slechts 5% van alle emissies zijn directe emissies door het verbranden 30% r Ba<0,1% 62,7% van brandstoffen in voertuigen, en 3% van de emissies komt door het Lai8 7 „5333 verbranden van aardgas voor het verwarmen van gemeentelijke huisvesting (dit amel Ir 0,1% zijn scope 1 emissies). De overige 92% van de emissies zijn indirecte emissies. RE jà 274 NE De gemeentelijke organisatie heeft nagenoeg geen scope 2 emissies (indirecte EE 3 emissies door inkoop van elektriciteit en warmte) omdat alle elektriciteit voor 24,1% MA / het gemeentelijk vastgoed wordt ingekocht met een Nederlandse Garantie van 48.393 4 Oorsprong. Scope 3 emissies (alle overige indirecte emissies) maken maar €» liefst 92% van de klimaatvoetafdruk uit. Twee derde van de klimaatvoetafdruk . . . VOETAFDRUK komt door inkoop van materialen die verband houden met de bouw. Ongeveer PER GHG een kwart van alle emissies zijn afkomstig van downstream geleasde activa. SN CATEGORIE Dit zijn de emissies door energieverbruik in panden die door de gemeente AE) (ton CO‚) Amsterdam aan derden verhuurd worden, zoals bijvoorbeeld musea, zwembaden en scholen. Pa 63,1% EN VENTE De klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie is gelijk aan de emissies van het elektriciteits- en . u gasverbruik van de gehele Rijksoverheid à à WA; 1.2 Mobiele verbranding __g* 3.2 Kapitaalgoederen W 3.5 Afvalverwerking (1.1 vaste verbranding ES 3.13 Downstream geleasede activa Yr 3.6 Dienstreizen ir 2.3 inkoop van warmte w/ 3.1 Ingekochte goederen en diensten dà 3.8 Upstream geleasede activa "Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk, 20271 De nummers in de legenda verwijzen naar de emissiecategorie in het Greenhouse Gas Protocol. 8 A wemsouo AEN DET KLIMAAT VOETAFDRUK PER LEAD BUYER, SCOPE EN MATERIAALSOORT LEAD BUYER SCOPE MATERIAAL (196.000 ton CO,-eq) (196.000 ton CO,-eq) (196.000 ton CO,-eq) 4 Energieverbruik (54.000 ton CO,„eq) t ij En Fysiek (124.000 ton CO-eg) dh Î Keramiek/mineraal Scope 3 (53.500 ton CO‚eq) (180.000 ton CO,-eq) ei Ì end | Kunststof OTT 37.800 ton CO,-eq) a EN fi manman, E dd (68.300 on Boren) 4 Ten | Composiet (20.400 ton CO„eq) Eee aanmer a, Metaal ” ST (16.300 ton CO‚eq) Ll en Scope 1 Vervoer ICT = nn - (15.500 ton CO„eq) Il (11.900 ton CO,-eq) (2.190 ton CO,-eq) en Dn u aen Te nn NS On - Aare Sociaal — En en 1.420 ton CO,-eq ee Scope 2 - fa (1.290 ton CO,eq) (274 ton Corea) Oe OS (Petro)chemisch 570 ton CO,-eq) —— Organisch (200 ton CO,-eq) BAR COC) Meragouc , NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAATVOETAFDRUK IQ sh B VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE AMSTERDAM 0, DRIE DIRECTIES ZIJN VERANTWOORDELIJK VOOR 90% VAN DE CO, -EMISSIES De directies Grond en Ontwikkeling (34%), Facilitair Bureau (33%) en Stadswerken (22%) zijn samen verantwoordelijk voor 90% van de CO,-emissies, EAR gelijk aan 177 kton CO-eq. Bij Stadswerken en Grond en Ontwikkeling komen kh de meeste emissies vrij bij het winnen en produceren van bouwmaterialen. De klimaatvoetafdruk van Facilitair Bureau wordt voornamelijk bepaald door het energie- en gasverbruik in eigen en verhuurde panden. De overige directies hebben relatief een lage tot bijna verwaarloosbare uitstoot ten opzichte van deze drie. Behalve de directies Metro en Tram (3%) en Verkeer en Openbare Ruimte (2%) zijn de overige directies verantwoordelijk voor <1% van de CO,-uitstoot. De CO,-emissies van alles directies staan samengevat in de bijlage (blz. 41 -42) LTL ENAIT RNW Allocatie van CO,-emissies op basis van financiële verantwoordelijkheid Omdat de materiaalstroomanalyse is uitgevoerd op basis van financiële gegevens, RE B worden de materialen en bijbehorende CO,-emissies gealloceerd aan de directie Be Aj die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor de inkoop, ook al is een andere es directie mogelijk verantwoordelijk voor de uitvoering. Opdrachtnemende directies amp (zoals bijvoorbeeld het Ingenieursbureau) komen daarom in deze analyse niet naar Te voren, maar hebben wel degelijk een grote invloed op de klimaatvoetafdruk. en | on ® Personeel en © Stadsdeel © Afvalen ® Stadsdeel ® Wonen ® Stadsdeel Zuidoost organisatie 479 West 266 grondstoffen 256 Nieuw-West 251 1 102 CIRE AZ ÚLAR SOS NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAATVOETAFDRUK IQ METABOLIG ° VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE AMSTERDAM GROOTSTE IMPACT ENERGIEVERBRUIK LIGT BUITEN GEMEENTELIJKE HUISVESTING Energie besparen en opwekken is één van de vijf hoofddoelstellingen van de Gemeentas;: … Ben elijk, gemeentelijke organisatie. De gemeente Amsterdam beheert 881 gebouwen (scop huis in de stad met een bruto vloeroppervlak (BVO) van 4,6 miljoen m?. Samen € Te) Cop, verbruikten deze gebouwen in 2019 96,0 miljoen kWh elektriciteit, 18,2 NS. % (& 1.1 Vaste verbranding miljoen m° aardgas en 27.000 GJ stadswarmte. De totale emissies door dit 4) il: 2-3 Inkoop van warmte energieverbruik waren 54 kton CO-eqg, wat neerkomt op 2/% van de totale v an ËS 3.13 Downstream geleasede activa klimaatvoetafdruk van de gemeente. REE, IK . " . VAL Van het gehele portfolio worden 100 gebouwen (1,4 miljoen m? BVO) gebruikt voor gemeentelijke huisvesting. De emissies van deze panden (5,4 kton CO,-eq) 4 vallen onder scope 1 en 2. Doordat de gemeente in 2019 groene stroom (100% wind en zon) inkocht is de klimaatvoetafdruk van elektriciteitsgebruik nul. Vanaf . . 1 januari 2022 koopt de gemeente ook duurzaam aardgas in. Energieverbruik (ton CO.) De overige 781 gebouwen (3,2 miljoen m? BVO) zijn overig gemeentelijk vastgoed dat door derden wordt gebruikt. De emissies van deze gebouwen (48,4 kton CO eq) vallen onder scope 3 (downstream geleasde activa). De ii klimaatvoetafdruk van het overig gemeentelijk vastgoed is dus ca. 10 keer groter dan de klimaatvoetafdruk van gemeentelijke huisvesting. Dit komt deels door Ore, Bike genomen verduurzamingsmaatregelen door de gemeente in haar eigen panden. I gen, e” De duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeentelijke organisatie kunnen niet Pentelijk vastgoed (sco® behaald worden als het overig gemeentelijk vastgoed buiten schot blijft. 8 A wemsouo AEN DET 0 MAATREGELEN LEIDEN TOT CO_-BESPARING VAN MAXIMAAL 6% De gemeente heeft verschillende verduurzamingsmaatregelen opgesteld. 200 196 84 -8,8 ZA Tijdelijke maatregel als vansitiebrandstof Metabolic heeft de klimaateffecten doorgerekend van de zeven acties waarvan ENT 183,5 het grootste effect te verwachten is. Als deze acties volledig zouden worden uitgevoerd zal de klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie met _ maximaal 6% (12,6 kton CO,-eq) afnemen. 8 150 Ee 8 0.1 Verduurzaming c 3 panden De grootste slag zit in het verduurzamen van het wagenpark. Met de transitie- 8 Vier panden a . . . h f maatregel van het overstappen van diesel naar biodiesel (HVO) van duurzame S 00 vangend " . ® k oorsprong zal de uitstoot van het wagenpark met ca. 8,4 kton CO,-eq afnemen. 8 E er . N . N Se PAI) Uiteindelijk zal het gehele wagenpark in 2030 batterij-elektrisch zijn of op 8 B waterstof rijden. Daarmee wordt nog eens 0,4 kton CO-eq extra bespaard, ofwel _ £ 0 E 8,8 kton t.o.v. de emissies van het wagenpark in 2019. De vijf acties voor het x Realisatie mer . . zonnepanelen verduurzamen van de gebouwde omgeving leveren een besparing van 3,/ kton Zwembaden CO-eq op, waarbij klimaatneutrale zwembaden de grootste bijdrage leveren. A ____ . R Huidige Biodiesel Groene stroom Bijdrage overige Subtotaal Deze analyse laat zien dat de maatregelen onvoldoende zijn om aan de huidige voetafdruk en waterstof maatregelen doelstellingen van de gemeente Amsterdam te voldoen. Er zijn meer en vooral jn nn concretere maatregelen nodig voor een klimaatneutrale organisatie in 2030. Ee Eren Aere | BAR COC) Meragouc , NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAATVOETAFDRUK IQ 5% VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE AMSTERDAM CONCLUSIES a In 2019 kocht de gemeente Amsterdam De klimaatvoetafdruk van de Een klimaatneutrale bedrijfsvoering 7.003.430 ton aan materialen in, waarvan gemeentelijke organisatie was 195,6 kton is nog ver weg - implementatie 0,3% van circulaire oorsprong. CO,-eq, waarvan 91% scope 3 emissies. van de zeven belangrijkste verduurzamingsmaatregelen leidt 97% van de ingekochte massa is Omdat het niet mogelijk was om alle tot slechts 6% reductie van de zand, voornamelijk voor de bouw van materiaalstromen in kaart te brengen klimaatvoetafdruk. Strandeiland. en omdat sommige niet-materiële emissies buiten scope vallen is de Er zijn onvoldoende klimaatvoetafdruk in werkelijkheid naar verduurzamingsmaatregelen opgesteld 196.686 ton, waarvan 10,4% circulair. verwachting nog groter. voor de openbare ruimte. Directies Facilitair Bureau (33%), Grond en Ontwikkeling (34%) en Stadswerken (22%) zijn samen verantwoordelijk voor 90% van de totale klimaatvoetafdruk. ie =d | | zE ER nn | | Ann ES ke Î WE esaki Ze Chek Ala A Tek eN Ws en | à A an ms $ ; E a: 5 7 Ì dl Ns E EN en | 5. F NR EERS SER- EEF Da „e Í ek EE ke ER eener HIK BERPERP PI EEL | à EL PPA F HEN: MA RENNEN en eers Ai die! H ri en y 1 KE 1 fs tr Ì Î re A pen d Tin en eg Eee en > gs } KEK u | EE je - kl Er rn = : E E a En Ee jo rd En Es 2 3 ie en = nd B REN z je | 5 a, i Pil Js ' el 5 AE ks . Se ZA _ RE tn tn | EE Ff De h : | E a” k A nn nn Bn -- ne nt == A > en en mn TS nne DD
Onderzoeksrapport
10
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 december 2023 Portefeuille(s) Varen Portefeuillehouder(s): Wethouder Alexander Scholtes Behandeld door Programma Varen ([email protected]) Onderwerp Binnnenhavengeldverordening 2024 en milieukorting Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de raadscommissie Mobiliteit, Openbare Ruimte en Water d.d. 7 december 2023 bij de behandeling van het agendapunt Vaststellen van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2024 hebben de raadsleden Kreuger (JA21) en Bobeldijk (SP) een aantal verduidelijkende vragen gesteld die ik met deze brief beantwoord. Aanpassing milieukorting Binnenhavengeldverordening 2024 In de commissievergadering hebben de raadsleden Kreuger en Bobeldijk vragen gesteld over het voorstel om de milieukorting Binnenhavengeld in 2024 terug te brengen van 7o naar 5o procent. Bij de behandeling van dit voorstel is door het lid Kreuger een raadsinformatiebrief uit 2020 (kenmerk 06.20200306) naar voren gebracht. In deze brief staat dat het college de milieukorting van 7o procent handhaaft tot en met 2030. De raadsleden hebben gevraagd hoe zich dat verhoudt met het voorstel om de milieukorting naar 5o procent te brengen. Ik bedank het lid Kreuger voor zijn oplettendheid en voor het wijzen op de brief waaruit blijkt dat het college in maart 2020 heeft voorgesteld de milieukorting tot 2030 te handhaven. Gebleken is dat deze voorgestelde wijziging niet is verwerkt in de door de gemeenteraad vastgestelde Nota Varen Deel 2. Zoals uv weet staat in deze in mei 2020 vastgestelde nota dat de milieukorting geldt tot 2025. Ik betreur het dat deze wijziging ten opzichte van de eerdere raadsinformatiebrief niet expliciet aan u is gecommuniceerd. Het college is bereid om in 2024 de milieukorting van 7o procent op het reguliere tarief Binnenhavengeld te handhaven en zal voorstellen hiertoe vanuit de gemeenteraad positief beoordelen. Het handhaven van de milieukorting van 7o procent in 2024 betekent een knelpunt in de begroting 2024 van € 250.000. Dit knelpunt wordt in programma 2 van de begroting opgelost. Per 2025 stopt de milieukorting op binnenhavengeld, omdat vanaf die datum de milieuzone in het centrumgebied van kracht wordt. De begroting is op basis van dat vitgangspunt ook ingericht. Het waarborgen van een financieel duurzaam beleid rechtvaardigt dit. Toerekening kosten Binnenhavengeld Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 december 2023 Pagina 2 van 2 In de commissievergadering d.d. 7 december 2023 heeft raadslid Kreuger gevraagd of er een lineair verband is tussen de toerekening van de kosten en het aantal pleziervaartuigen. Binnenhavengeld is een belasting voor pleziervaarders en komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. In 2019 heeft het college een onderzoek laten doen door Ernst &Young naar de verantwoording van de kosten voor pleziervaart (kenmerk BD 2019-008036). In dit onderzoek is een analyse uitgevoerd om de kosten die zijn verbonden aan varen op het Amsterdamse binnenwater in kaart te brengen, met specifieke aandacht voor de kosten die redelijkerwijs toegerekend kunnen worden aan de pleziervaart. Dit resulteerde in een totale kostenschatting voor de pleziervaart van ongeveer € 8 miljoen in 2020. Een deel van deze kosten wordt doorbelast aan de pleziervaart via de Binnenhavengeld verordening. Omdat het hier gaat om vaste kosten leidt een afname of toename in het aantal pleziervaartuigen niet automatisch tot een verandering in de totale kosten die toegerekend worden aan de pleziervaart. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Alexander Scholtes Wethouder Varen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
test
> 4 Gemeente Bezoekadres Am ste rd am Buikslotermeerplein 2000 1025 XL Amsterdam x Postbus 37608 1030 BB Amsterdam 2x Telefoon 14020 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 37608, 1030 BB Amsterdam Aan de bewoners van De Bongerd Datum 26 juli 2018 Ons kenmerk __ 20148-10602 Uw kenmerk Behandeld door M. Zwiers Onderwerp Bewonersbrief in verband met het groen in de Bongerd Beste bewoner van de Bongerd, Het afgelopen jaar zijn er via verschillende kanalen binnen de gemeente vragen gesteld door bewoners van de Bongerd over het mogelijk verbeteren van de kwaliteit van het groen in de Bongerd. Het gaat dan met name over de grasvelden bij de veel gebruikte speelplaatsen en over de parkeerplaatsen langs de Kaneelappelstraat en de Boomgaardlaan. Eerder onderzoek Vorig jaar heeft de gemeente een onderzoek laten uitvoeren naar de bodemgesteldheid voor het gras en de bomen. Dit naar aanleiding van foto's uit de wijk over de staat van het gras en de bomen in de periode mei 2017. Het onderzoek had als doel om te bepalen in welke mate de bodemgesteldheid voldeed aan de binnen de gemeente gehanteerde normen en eisen voor grasvelden en boomvakken, en om eventuele verbetermogelijkheden in kaart te brengen. Het onderzoek bestaat uit twee delen. In eerste instantie is een foto-rapportage van het gras en de bomen gemaakt in de periode oktober/november 2017. Het voorjaar van 2017 was namelijk een historisch droge periode zonder neerslag van betekenis en dat blijkt ook duidelijk uit de foto's uit mei 2017. De foto-rapportage uit oktober 2017 laat zien dat de natuur zich herstelt over de tijd. Op alle locaties waarvan een melding van onvoldoende gras en bomen is gedaan heeft voldoende natuurlijk herstel plaatsgevonden. Met blijvend en standaard beheer is er daarmee geen structureel probleem in de bodemopbouw en/of bodemsamenstelling aanwezig. Om te kunnen beoordelen in hoeverre er desondanks verbetering kan plaatsvinden dan wel de natuur een handje kan worden geholpen is fase 2 van het onderzoek uitgevoerd. Fase 2 betrof een fysiologisch onderzoek om te kunnen bepalen welke verbeteringen er wellicht kunnen worden doorgevoerd om de kwaliteit van het groen desondanks te verbeteren. Datum 26 juli 2018 Kenmerk Pagina 2 van 2 Uit het rapport volgen diverse aanbevelingen voor bijvoorbeeld de laagdikte van de humeuze voedzame bodemlagen, het type gras dat kan worden geplant en de wijze van beheer van het groen. Huidige stand van zaken De gemeente heeft de aanbevelingen uit het onderzoek opgepakt en bekijkt op dit moment welke aanbevelingen daadwerkelijk doorgevoerd kunnen worden binnen de kaders van eerder vastgesteld beleid over groenonderhoud en groenbeheer. Het in 2007 vastgestelde Handboek Beheer Openbare Ruimte is hierin leidend. Uit het onderzoek is verder gebleken dat de laagdikte van de humeuze grondlaag bij de speelplaatsen bij de Bellefleurhof en Sterappelstraat/Kaneelappelstraat wellicht te klein is om een goede duurzaam voedzame bodem te zijn voor het toegepaste type gras. Indien dat inderdaad het geval blijkt te zijn zal de aannemer dit moeten herstellen. De aannemer is op dit moment in de wijk bij diverse delen van de grasvelden bezig met een onderzoek naar de laagdikte. Het kan dus zijn dat v merkt dat er gaten geboord of gegraven worden in de grasvelden. Voor het groen bij de parkeerplaatsen langs de Kaneelappelstraat en de Boomgaardlaan vindt op dit moment aangepast beheer plaats. Het betreft de strook groen langs de Kaneelappelstraat die enkele jaren als tijdelijke parkeerplaats heeft gediend. De aannemer maait het gras regelmatig om de groei te bevorderen en er zal gras worden bijgezaaid. Daarnaast zal beluchting van de bodem plaatsvinden. Het bijzaaien en beluchten zal plaatsvinden zodra de weersomstandigheden daar positief aan bijdragen. Gezien de zeer lange en droge periode van dit voorjaar en deze zomer tot nu toe is het in deze periode uitvoeren van de werkzaamheden niet nuttig. Met deze brief willen wij v aangeven dat wij de meldingen en klachten over het groen in de Bongerd ter harte hebben genomen en daar waar mogelijk werken aan verbetering van het groen. Mocht u vragen hebben over deze brief kunt u contact opnemen via het algemene emailadres [email protected] Wij vertrouwen er op u te hebben geïnformeerd en wensen u een prettige zomer. Met vriendelijke groet, Gemeente Amsterdam, : 5 8 Dee ins Miranda Zwiers Ee Gebiedsmanager Noord West
Schriftelijke Vraag
2
discard
Gemeente od 7 e Amsterdam Ema , CONCEPT foto omslag: Amsteldijk, gezien vanaf de Utrechtsebrug in zuidwestelijke richting, ongedateerd 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Inleiding 6 1.1 Aanleiding 7 1.2 De opgave 9 1.3 Participatie 10 2. Veranderende context 13 3. Beleidskaders en onderzoeken 16 3.1 Beleidskaders 16 3.2 Onderzoeken 25 Historie van het MLK-gebied 26 4. Kansen en bouwstenen 30 5. Visie op de toekomst van het gebied 55 5.1 Uitgangspunten 55 5.2 Toetsingskader 57 Het MLK-gebied en de Hoofdgroenstructuur 59 Colofon 60 3 4 Samenvatting Op 5 maart 2019 heeft wethouder Het MLK-gebied ligt voor een grootste Ruimtelijke Ordening Marieke van deel inde Hoofdgroenstructuur. Eventuele Doorninck de bestuursopdracht gegeven ingrepen moeten bijdragen aan de om een toetsingskader op te stellen voor versterking ervan. Sowieso mogen ze de : initiatieven in en rondom het Martin Luther omvang van de Hoofdgroenstructuur niet Je : ei Kingpark e.o. (MLK-gebied'), in de vorm verkleinen. hak En Sd er van een gebiedsvisie voor dit gebied. eek Pie Op korte termijn zijn er verschillende er Fe Een recent planinitiatief van de eigenaren maatregelen mogelijk om het park, en a 0 agt van de kantoorlocatie in de oksel van het parkgroen in het bijzonder, een flinke dn de Utrechtsebrug (‘Fordlocatie') bleek ‘boost’ te geven. Op de langere termijn is niet op zichzelf beoordeeld te kunnen een aantal structurele ingrepen nodig in . e 2e, k worden. Er was behoefte aan een visie het MLK-gebied. 4 ar op het gehele gebied aan weerszijden a k jen: van de Utrechtsebrug. De gebiedsvisie Het verbeterde parkgebied zal de kr dn men Martin Luther Kingpark e.o. is opgesteld in verdichtende stadsomgeving faciliteren en wr k 5 GE Tan. opdracht van het programma ‘Koers 2025 en de kwaliteit van de Kop van de Ee rt eN je Ne - Ruimte voor de stad’. Amstelscheg vergroten. Op dit moment RE We Zn eN 4 is het parkgebied versnipperd. Grote 5 ETT en, ee Het initiatief voor de Fordlocatie staat niet delen van het park zijn niet openbaar En ee en ; iS EN } 5 P | P EE En opzichzelf. Erisveel dynamiekinditgedeelte toegankelijk. De locatie rondom de Fo enn ni En Ee van Amsterdam, zoals de ontwikkeling van Utrechtsebrug is in de Structuurvisie Eni Er ee Mrs Overamstel en het onderzoek naar het aangewezen als een ‘metropolitane plek’. Amsteldijk, gezien vanaf de Utrechtsebrug in zuidwestelijke richting, 2019 op termijn uit het snelwegennet nemen In de visie zijn uitgangspunten benoemd van het Utrechtsebrugtracé. Deze zijn van voor de toekomstige ontwikkeling grote invloed op de toekomst van het van het MLK-gebied. Op basis van de MLK-gebied, dat verandert van een zone uitgangspunten is een toetsingskader aan de rand van de stad in een parkgebied opgesteld met de bijbehorende in het midden van het stedelijk leven. verbeelding. Hieraan kunnen mogelijke door I&O Research namens de gemeente initiatieven in het parkgebied worden Amsterdam een peiling gehouden De ontwikkeling van het MLK-gebiedspeelt getoetst. onder bewoners/belanghebbenden in al een rol in verschillende gemeentelijke en rondom het MLK-gebied. Met vrijwel beleidsdocumenten, zoals Structuurvisie Voor het opstellen van de visie zijn alle stakeholders in het plangebied zijn Amsterdam 2040, Watervisie Amsterdam in augustus/november 2019 twee in de maanden september/oktober 2019 2040 en Koers 2025 - Ruimte voor de Stad. bewonersbijeenkomsten gehouden en is gesprekken gevoerd. 5 , re 1. Inleiding k N : N jn ke Ee 1 z De in, ° ee ï . a Gn j k ie ha - Bn 7 er ik es OE R ke, Ee E = r - Ì : E nn kn. Les oe N á : me hs De ed Ke Dr wie Dd mi ; d _ Ë 4 | jl kn k ; EN . en The 1 4 dr É 5 ; e a br n Ne 8 - ai kee En * % ie, 7 A We Fi Ë Za Jl fn EN rk AC kaak En ER: he 4 Lj - d : rr i ie En : - » E ad hd r Le B att RE eN EE St en ie ï Tee r = Mee mn mn = B d k : al ei a Dn a n nr wen Er pn : 1 Pe est ns ES jr end en en enen 8 - ee F re r p ee rn he Li Ji le d 5 AES nn en ENE 0 ne ee Nd Pd g en AP rn, ì 8 : ï } E rn Rr df à ei ke > rj An te NN ROn Z E rf pe. k f df el |L ol ' lr | WE " m Pd . ir á a 3 Bent EN Jen gt +: ' Je \ Tee AEN : Sr ASN S k ik Ean Ì dj i Ee l ee en Rd we ee ie BT, — ee - ra kde te in Ne mk 1 il = N ile re , E a hs Ar " 5 B ai n We d 5 5 A ken Li 5 PE Venen gE n gs Lx ere, Ne ved Pars \ ok Mn de oe À hd TS men EL d à hai EE el r d “, Ee e _ eed 2 id A ï IJ Ô 7 en nd ’ al kde de VERE DOE len SCHE ie ln \b q q Pe % " :l AN : es En Ene, EN mi ih Sf Ee ke enn = Se Ee me Mb Ee Prat Ni \ 0 er RE en EN | eee mn a dk in Î E kV AK De ter on eed ad el enk GC j NEEN 137 ED es | den É NSZ IN Ne Te HEN 5 en | , ES ig Á SS AUS EE Aer | A ee, k EN 4 q bet a AIN D Ee ae = L ae Ee F ei Ee nbs ú er # BE 8 pe ki ken , kn A Ee Ligging in de stad — Î - EE pm _s PE en e En ae : 6 1.1 Aanleiding Bestuursopdracht Status van de visie Dynamiek in de omtrek Dynamiek in het MLK-gebied zélf Op 5 maart 2019 heeft wethouder De Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark Het initiatief voor de Fordlocatie staat Maar ook het MLK-gebied zélf is in Ruimtelijke Ordening Marieke van e.o. omvat uitgangspunten voor de niet op zichzelf. Er is veel dynamiek in dit beweging: Doorninck de bestuursopdracht gegeven toekomstige ontwikkeling van het gebied gedeelte van Amsterdam. Deze is van = Naast de Fordlocatie dienen zich om een toetsingskader op te stellen voor eneentoetsingskader voor planinitiatieven. grote invloed op de toekomst van het voor meerdere kavels of complexen initiatieven in en rondom het Martin Luther De visie is opgesteld als een instrument MLK-gebied: initiatieven aan, waaronder die voor Kingpark ('MLK-gebied'), in de vorm van om concrete initiatieven in het MLK-gebied = Aan de overzijde van de Amstel het De Mirandabad; een ontwikkelingsvisie voor dit gebied. te toetsen. Het kunnen planinitiatieven verrijst op voormalig industrieterrein = Er wordt gewerkt aan een Renovatie- van particuliere eigenaren zijn, maar ook Overamstel een nieuwe stadswijk & Beheerplan voor het Martin Luther Directe aanleiding hiervoor was het initiatieven van de gemeente zelf. De met 7.500 woningen en bijbehorende Kingpark. Op 19 september 2019 heeft planinitiatief van de eigenaren van uitwerking van de visie kan gestalte krijgen voorzieningen; de gemeenteraad ingestemd met het de kantoorlocatie in de oksel van de aan de hand van concreet in te dienen = Ten noordoosten van het MLK-gebied, beschikbaar stellen van € 970.000 ten Utrechtsebrug waar voorheen het initiatieven en binnen het Renovatie- aan de overzijde van de Amstel, behoeve van een kwaliteitsimpuls voor hoofdkantoor van Ford-Nederland & Beheerplan voor het Martin Luther wordt het gebied ‘Amsteloever' het Martin Luther Kingpark; gevestigd was (Fordlocatie'). In _ Kingpark. (Amstelstation e.o. en de Omval) = De mogelijkheden voor sport en gezamenlijke opdracht van de eigenaren en verder verstedelijkt; bewegen in het brughoofd van de Ruimte & Duurzaamheid van de gemeente * Ten westen van het MLK-gebied Utrechtsebrug worden verkend; Amsterdam heeft het stedenbouwkundige ontwikkelt de Zuidas zich in = De Spinoza20first - school voor bureau MUST in 2018 een verkenning van sneltreinvaart tot een hoogstedelijk voortgezet onderwijs is tijdelijk de ontwikkelingsmogelijkheden van deze woonwerkgebied; gehuisvest in het MLK-gebied; locatie uitgevoerd. Tijdens het planproces = Het huidige snelwegtracé van de «= Daarnaast vormt de Kop van werd duidelijk dat een ontwikkelingsplan Utrechtsebrug tot aan de Ringweg-A10 de Amstelscheg — waartoe het voor deze locatie niet op zich zelf staand wordt in de nabije toekomst uit het MLK-gebied behoort — een pilot voor beoordeeld kan worden maar dat dit in een snelwegennet genomen. Hiervoor de gemeentebrede verkenning van de ruimere context moet gebeuren. Daarom in de plaats komt een stadslaan. Dit ontwikkeling van de koppen van de is deze ontwikkelingsvisie opgesteld voor biedt mogelijkheden voor onder meer scheggen in de stad. het Martin Luther Kingpark en directe woningbouw in het gebied van de omgeving. Joan Muyskenweg; = Als gevolg van deze ontwikkelingen wordt het Martin Luther Kingpark e.o, in plaats van een zone aan de rand van de stad, een plek in het hart van het stedelijk leven. 7 el ee ET We EEn _ Ii ee) Ee NN TK: = 1 a ASS VAES Ee er | E IJ Pp .: A Ne ET A AT en IK SA Ac@\ NE Ne Pens a OR TN Ie Wi mm nt. rn RS AN SE en eb 5 A me he eN EN U nn es Id € Ste sl bir 2 hie a EM frs | Ë ä 1 b EL ee : 3 sn We |" \’ \ Al } is { - RAS Ei \ San zl EN KEE EN EE HE 4m 1 ij Ii ENA, M Se We DE ij if fj ii i ri b si b | Ie B Vi ij \ | Ni Dd Ü p 7 ak } nn AME bee ril EEEN TER BCD ELS ES oe Gi EE HEEN ú jee SA  Pl k NONNA GES En mr | Nt nt rl ij E st lon S= NETS © 7 M, Neel, wd Eb oe U ed * IE age en: 1 Î WR iel En a : eN & ij 5 ij | Pa erk î Nae É len ge ee Pe B ht Es Oan = noe je ee) pe ee JN Sf G ee per (€ in: * rn 7 Ts d d Wi hi SSN Ke d sh Pi) À IN \ É ne e_ \ B nn. (OL ann Ne | LN IA ve” De En h: ih, a B hen Ea ne 4 ved E hi Nn k - | HL en % A Kn j Ae er dk p li EN VR -A mm Het plangebied _‚N Ben En  Dt ae j es DE) f re J IE elk, IN : % 4 EE | % Ee le 1.2 De opgave In de opdracht voor het opstellen van De opgaven voor dit gebied zijn in grote een ontwikkelingsvisie is onder meer het lijnen: volgende meegegeven: = Het bijdragen aan de kwaliteit van 4 - Het toetsingskader in de vorm van de Amstelscheg als “metropolitaan” Ì een ontwikkelingsvisie dient minimaal landschap; Û door B&W te worden vastgesteld. De = Het ontwikkelen van een mt juiste status van het toetsingskader dient “metropolitane” (= belangrijke) plek in { te worden onderzocht. Het opstellen van de stad rond de Utrechtsebrug; dit kader vereist zowel de inbreng vanuit = Het verbinden van de ‘oude’ en de kaveleigenaren als participatie van de de ‘nieuwe’ stad: de nieuwe wijk | buurt en andere belanghebbenden. Overamstel aan de overkant van de eN Amstel; een = het verbeteren van de verbinding | tussen de stedelijke gebieden aan | @ weerszijden van de Utrechtsebrug en (5) @) de Amstelscheg; = Het verbeteren van de kwaliteit van @ (4) het MLK-park en de Amsteloever voor @ Fordlocatie recreatie; Ee @ De Mirandabad " De bebouwing, de functie en Pe ontsluiting van de kavels langs de ie (@) Spinoza20first en Amstel. aan de noordkant van het park Ben ® Amstel Boathouse en in de Atekpolder, onderdeel laten Deca: worden van, en laten bijdragen aan de 6) Atekpolder (groene) kwaliteit van het gebied; " De identiteit van de Amsteloever Het plangebied is ca. 30 ha groot (rode contour). versterken. Het park, inclusief het ‘plein’ nabij de Rijnstraat is ca. 21 ha. groot (groene contour). 9 1.3 Participatie PLEIN T ij Ì & z | _ Hoofdlijnen online enquête augustus Ol 5 Bewonersbijeenkomst 28-08-2019 en september 2019 il î & : x © © k Op 28 augustus 2019 h pl n e, g s eeft de eerste = 1.096 en El ©. en participatieavond over het MLK-gebi mensen hebben deelgenomen Ss: D 3 1 O p RE r het MLK-gebied aan het onderzoek; en © A os ee Ù plaats gevonden. Hier kwamen de «= 227 hi i i D in 2 © | iervan wonen in de directe 5 © el volgende zaken ter sprake: omgeving van het park e ij à en 3 a . n_ zijn Ô OP © © De “ vragen ard de noodzaak en de uitgenodigd per brief; f BLA ae ent! ie; . i © © © © © © © ©: An ‚ vin Arean e visie; overige 869 deelnemers vulden de © © n ed © d | © So, | nge ver e mogelijke bouwplannen vragenlijst via een openbaar verspreide p ee iN n het park; link: © © | © © ie = Bewoners zij ‚ DE © 5 © © ari @ in k zijn goed op de hoogte van = Twee derde van de respondenten T KENNEDYL © m © ‘ e bescherming van het park door de noemt de functie als rustgebied = ee aren En LUTHER 0 eo a Vl Hoofdgroenstructuur; de nadruk op natuur en gros 5 hk u „5 el B Cc . t nas een © e ee o & oe dl Vragen overde mogelijke bouwplannen van de belangrijkste karakteristieken $ Ir En ) £ dl op de Ford locatie; h ' : If 5 7 . _ van het Martin Luther Kingpark en d o o KING @ o © Vers Noodzaak van stecalijke verdichting omgeving; gp ° KJ E / gr Ee ” werd in twijfel getrokken; " Z de ti : | 7 . es o e tien ’ © PAR K © © A " Men is bezorgd over het ontbreken va D Î mensen vindt dat er ) r n meer ruimte moet komen voor planten 8 : & © 0 N FE. een goede OV verbinding en de drukte en dieren; ' ' © © E: , n die de Parade met zich mee brengt. = Ook voor het zwemmen in- en het EN : et 1 uitzicht op de Amstel zi i ra En aats © 0 (C OVERAMSTEL Gesprekken met stakeholders graag meer ruimtes ziet ruim de helt gvlied 4 il > 4 : . ' L il WN _ " De verbinding tussen de bebouwde fo / \ | 5 Met vrijwel alle stakeholders in het stad en het groene landschap kan il / hie 4 f plangebied zijn in de maanden september/ volgens ruim 80 rocent d 4) ii oktober 2019 gesprekken gevoerd. gecreëerd worden daor aandacht vor idi : + 5 voor Verspreidingsgebied online enquête. In het rood het aantal adressen per deelgebied. het groene landschap; 10 , - — _ Bewonersbijeenkomst 26-11-2019 == E £ Damn De *L/lg E SS, ee nn he Ee L = Bijna / op de 10 inwoners en andere Op 26 november waren ruim 100 Er oe re geïnteresseerden vindt dat er geen bewoners/ondernemers aanwezig bij de ; ra : a woningen meer toegevoegd moeten tweede bijeenkomst over de gebiedsvisie lm Te == worden in het gebied; van het Martin Luther Kingpark en fe ne Te = es 8 E = Als dit gebeurt door bestaande omgeving. De avond stond in het teken - Wal ap ham kantoren om te vormen tot woningen, van het terugkoppelen van het uitgevoerde £ em : EE … vindt twee derde dit wel een goed omgevingsonderzoek en het bespreken Fm | E kb je aan pn idee; van verschillende conceptstukken voor de er 8 KE tan pel en ‘ " Voor het gebied rondom de gebiedsvisie. ii Re Oke a mm he Ùh L Utrechtsebrug heeft men diverse sd wak | het | ideeën; De aanwezigen kregen de mogelijkheid 4 jk : . BN = Voor het kruispunt noemt men het om in 3 rondes langs de verschillende A RA verbeteren van de verkeersveiligheid, visiemodellen en de vitaliseringsambitie te e A mer. Zn kh HE een mooiere aankleding en de gaan. Aan de tafels werden vragen gesteld Ì Ï AA B FA terugkeer van een tramlijn het vaakst; en positieve en negatieve punten van de ko bh ë * _ Ook voor het voormalige Fordgebouw verschillende varianten benoemd. | _ ä k en heeft men verschillende ideeën. Veel al hb A BN respondenten vinden dat het gesloopt Bij het vitaliseren werd gesproken over a el" wi of vervangen moet worden. Het meest korte termijn kansen die opgepakt zouden rn wordt woonruimte genoemd als kunnen worden. Er lijkt vooral behoefte Gn : e alternatief. Daarnaast wil men het vaak te zijn aan betere voetgangers- en ren bij het park betrekken. Ook horeca, fietsverbindingen en een betere toegang Tweede bewonersbijeenkomst kantoren en een culturele bestemming tot het park. Bij de uitwerkingsmodellen ervanuit de Rijnbuurt wel zichtlijnen richting zijn vaak genoemde opties. gingen de gesprekken echt over de visie het park moeten blijven, dus één groot blok en de toekomst. Het algemene beeld is niet wenselijk. Verder was er discussie was dat het concentreren van bebouwing over de wenselijkheid van zicht op de langs de randen een betere variant is, Amstel. Niet-woonbootbewoners vinden omdat daarmee de verbinding tussen de meer zicht op en toegang tot de Amstel twee parkdelen verbeterd wordt. Aan de een goed en fijn idee. Woonbootbewoners Kennedylaan zou bebouwing een optie zien dit over het algemeen echter minder zijn (mits het op een andere plek weggaat), zitten. Wel vonden de meeste aanwezigen omdat het daar toch al drukker is en de het een goed idee dat er met de visie bebouwing dan ook als geluidswand zou een toekomstbeeld/toekomstwens wordt kunnen fungeren. Wel werd aangestipt dat geschetst. 11 A T eee EE — — - PEET RN ERR Be V EN EERE ek NA BEETA AN ESS > , en a =d |J FEN Ë IE ik É Ak Hi: de np” eK | ie) de ee nn Orale Ny RIE nee dre, Ee Te ee eN Tr pen En FES N. } en! í \ é en Ih NOS fen arts in Kh lj: En | (Tr ee ie Pee Ì He : Ee Ee be oen en er Po Pee VE A se REEN Ne Erk & a Te 4 E J in ; : Ie NN 5 A E L jh 1 4 slok ee ne Ren : an | End Re _n if 4 Ll Bag r EN en PT Ee et \ eel nn Eh en OE A En EA ORE Mm Ar EN ID BEREN Ne Nn ig AE ot î je f Pi: A | hee He ee LE À k À ' del AE Ln ee | r Edge. B ED 5 | | 4% j pt: % N. k ed - oe Me ‘| reel Fi ik Fitt ent \ Ae „A W a b Lee À ES ä e ke, Ë ’ ee zet neee li EE TEER Oet B RN dE JEE nk LN , h \ Edd Pe Je! pe Naf p DJ en Î ee: he En U: ee. zE k EV 1 A de 5 ie NEE | f : rn ha EA A k KRK EREARNN oft A mm EON nt Oa zo ANN a : 8 Ì P/ F (A e k we d kee es A UN \ ld df p ER i B , 6 ij . ELN aile et ni Da B. X he ar Ei, ie | Nt, il ijk mn PO Od : ED RN Er an Ze 8 EA p | ef ; a tad FE N E i Î Ae E R Í \ Ô ï | ä 5 \ a Ed 8 il Ee ira . 1 Pi L ES , En : f or } \ 4 1e Kh B) H 2 pen ei Len Fk en EN A kN Er ke Tr me Ee rs wad - e se ee ee 1 8 a eN pij ee | 5 ns mt Ef E et E , :] Ed at 4 j Ee | Ë, re Pr jn e PS j eN OO Û | et sf £ " is 4 Ee 5 za | je | | À ko en Alen, At : | ee \ A ed ki ee A had j En B 3 8 Aen Ee an ld On Re TE rn 3 k (RE eN e ed LL Jas 2 boven: Opening Utrechtsebrug, 1954 N he, Ek SD Ä ee en oe h € eer rechts: Mogelijke uitwerking Sens, tn bel np „ ki: ee ia onder: De Nieuwe Utrechtsebrug, 26 december 1956 en hed ; ee dl Ì 5 ar he, a hamert! nn Kik EN gen 5 gei ‚N he A Rr en — En: 4 - ek ) Ze AN Ue En he E == en en en En en En en c ld pe Ne Arens WO & é E Ee p AN Pe - en \ IE eh ENE 5 _ | Mai =S ed k RS Eer , sl Ee ij En ! N kad - k af El + il Ed En Ed Í eN . k pe ER k re dl head re MR OA en En Ee Gn NDR í So e 4 N : at | he * je _ 8 - | \ od % N | EN S- K 5 2 - ED pe 1 AN ONE NR len je : NR en 5 A Pr Í | Fri 5 ft ke p if Ee ES. he Î gi u E s N rk ij sns | nn ken \ a ° emme: H 5 he is Ees N di EEE FE 1 4 RN, i | ; CE Ek r E Al en nn AG : E - def a ke eh er Ee D MAAN en TT U || / k NE es. ien ee hmmm deme | L\ er À RONDEN en E- -f ad Fi Û Ee _ 0 Ee Ee Ì ' , met Vreten tE Ee G wi ilt ed Î je ee Ì k a en heden ie ' \ Pen HEP : En EE En í Pe an i - : À RL Et ve, Ee ik ee d LA heter 12 PN 7 2. Veranderende context | CE () Pe \ EN A In de omtrek van het MLK-gebied vinden Hierdoor kan het aantal autobewegingen D= Pe EA) grootscheepse ontwikkelingen plaats. door het MLK-gebied afnemen. Een en 1 WN Deze veranderen de relatieve ligging van ander biedt voor het gebied tal van tot | NN het gebied: van zone aan de rand van de verbeelding sprekende kansen om de AN LJ AK de stad tot een plek in het hart van het _(gebruiks)kwaliteit ervan te verbeteren. hd AN stedelijk leven. Kn In de plaats van het huidige snelwegtracé LS h Herontwikkeling snelwegtracé komt een stadslaan die via een brug over NN Ci Utrechtsebrug-Ringweg/A10 de Duivendrechtsevaart wordt verbonden Ti Ee met de Amstelstroomlaan. Hierdoor ON Hi Het huidige MLK-gebied heeft lange tijd ontstaan mogelijkheden voor onder meer \ ‚N LE) gefungeerd als dé toegangspoort voor woningbouw in het gebied van de Joan \ NY autoverkeer vanuit de richting Utrecht, en _Muyskenweg e.o. Hen is daar goeddeels op ingericht. In 2019 is een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar de Nieuwe A2 Entree als gevolg van de m ee bestuurlijke intentieverklaring ondertekend ER le ij ek = ep | door Rijkswaterstaat, Vervoerregio af BC ï dn Wi je hit Amsterdam en de gemeenten Ouder- LEE WEN ee Bt Amstel en Amsterdam. De gezamenlijke „f rm ON ; el WELKOM) ambitie is om het gebied van knooppunt Ede De tn Kn A Amstel tot de Utrechtsebrug te | \ bns N Ë Ge 4 KN art ontwikkelen en het hoofdwegennet inen Mn ij ke ENE Ö : iK m8 rondom knooppunt Amstel verkeerskundig bf b AN je ie } ' ae rdt : ER af te optimaliseren. kee Ln Ee | NN EE DN 0 BEENS Tr MT $ Ned OE De Ss ik | ha | ú Ki Ee r Ar y Haalbaarheidsonderzoek Nieuwe A2 Entree : N Zn Ln = rn 13 Ee: AE Er Te Ef Re EL ee Ì Te EERE En Vi sn vn rr Ln Pt 5 En ú TER Eee 3 ke EP ETE EE et elen nn Ee Pee zt % ee EN ik: OE En and Te EE ene: a hee el W ENE ad EN nn ke RE, PL ED EN 8 tse he en Nee: Nt en eN, ER Dg et Bini bile PDE, Ae ent RD en ed Re Oe Pe NEE Ser Nr . tn, % ee en heee ne EE Benen ki EM A £ à : enne Le Ne MER A ON i Es ai : Kn Ae de Et WN mm REN tn Ss Ben li zhe ® rn E ì 5 je tn er er Vree B _—_ eden. ee En AN ER de cl a me ie en se = : Dn en |t Te en a Te ee dee Es pi pt ment n be ee en AN lan mn RN, Fed fe Ë, Een AS, net en: ale EN 5 > ee rn u mi iS i ht Rn ben Ben AR Eet een ran A Ee ee a eN ne BS tE kN en EN : kh ae Eed Ee ke ef mn Ee A ne a Et ee er 5 et AE et he TE En Pet hin Ten ht SE Bend eene a ef verdelen Peo Er en en eN Per EE hen PRE A ad ij Fn nä met hiet en Ee leg Ei E. p. A en ln ne en WE en NN EE PN EN A KAn MEE aid : nn eg em teek en n me been ee Ene pl Re eed Ln en NE, B Jk OK RE Or EE El, Li Re me dr rt en rh ie keet heer Ee Tila Pel ee ern We min Dead de , dee RN re dek 2 En eN mn] Es Ë en rs en Î pee el HAL WAR IR VN AN ERIN RR nt sa rde a etn be fed EELT RARE herte ne VN EE er EE fe Ee Eee he Eer are” : GA Paar EEE AN MENNE AONN EO TEE ET tes En Nn epe bee DE PER Vl ne Re Nh TD Er ER a renee de 4 z: kep dE E 4 jen ns le er ee ij ekeak | È: Wren P Ee WA : kn Ie eer 4 NRS Eet A EI ge Ar Eind El ck 4 ag - “ Pete ke get 7 Lt ir RN Ek En Ne PS Nn ee PA et man ep A =d En ad d EE oan A en: jn LH er Pe RN NE cire es NE Bled RE Me AN en ee B AED a Ta EE ee ge Eer Ero 7 iel tek fan: oe Ue. oe Pe en a an EE E vr Er A En Le ze í x 5 h Ee E Ht eene SEE jie, | nn We Ec Ni 8 Á re Ni Et LAT Ser Î zj gn ee ' m ls pe Lit Á Ee Ek ee Fe SE A ear he LE A Pà. NS, en A VEN A hr ee hr mel ID en IE g gE on EO KE | jd heff Et r Ee Gn ie En EA rd ONCE en sk be Aret ri : Sin eeh nd ei a nme et. Ae ee BNN DE NK bd RS En eee je de en a, aries EE bend gel oe 5 De, oe HA Eee AET edel ä zE s = e 4 ’ k zel me UD nl id \ Ws DR AN % : RN EE Ps air ende. A Bir eden: Ait EN een <5 - ep PT BAR E pe, \ zis ik k Een Ee k , zei s | al a kj | Ïj % NEN 1 enten Et ie Er 4 id Fi Ne RE ï; et ú mi EEE sE a Fe Es AN CE es Re ze EE Ee ER NÀ Nt eN 8 ee we sr, Ree Ol Ee de en En AE td Eer ij 1 N Ee Pi ee E en SN dl RE en Te EN a nde pad ne, A Xe za HN EI kn Ì nl ie Bid nn - Nik ; ie eten dE af h A : OA EE Ee iel Eh dh ec A l @ EE Ed EN Bo ad : le Dis ar Kier E Ee RE ze kN a ad Een TT Ge ER - en Ne Ren oan en “250: ed Ak NE a et Hij Kk 5d Ei Pd Le A ain k B } Ì kh eea 4 Ee dd kj re SE AN er dt En “ E veil nar We Ke de EE Le Ts d Ik EENS Ml aen REN fe Fa Û rh BEER 3 U ik . pt Be B Eer en Ee Oee auilattetter 1 EEK ann BA EA ENT in Ure NE : DE E Br EN Ee et WE Te EL 1 Ee I= Efe À BR EA Cl A MR A RE Omme ki ief the kid KE ne he 5 3 ER SE NE he A Wb Er 7 en dze al er JE a EEE KEN = Ae, OE eh Oi N en Nn AE Aere Bd pe Eet Ei Le ela Hm DE! ir. ait el ze i sk Bere Pe EN h N Ee eN er LA LEE Eee S ed nie, WREE an Se ni ERE Zen : en Vn te 4 ae En 4 5 ad ne en her in el Je MN ne NK INZ N OI RSR AE NE os Vg nen za ard men A en en A ie EE he De . ger a Ens ti Ere Ee . Es Bed is Kid ni LT EE \ el B NE ded Pl nent Er ed e= OI IER ht NS Ee en dag : doren, Men iT bon Be eh kb 8 gE zh Nene in : IME ANS NEE en Aid Es en i = En Kd an Weed Ls k ee a ed 7 zi E Lr TF an mr: B ln E ANN en terne ertegen Oran ee a ne Ee ok, Nn he nn Ee Ne ns 5 Lat el Ù k = Û Ti hemme r en rete E è Pr % Le Et ig WE ze te C De EN ns 1e ee ed boven: Amsteloever t k b ie el : — ie de Bi 7 RR Ad , Pe EE Ei : oekomstbee ” ke En OT EN in k Pp eN te d Be Pl Bold DN en , E En a 4 a de Le 4 Ae SEE SS lin ES Sid VAS onder: Visie Zuidas en « ler td Ten En an nn AE ee Zie ae ON, k LE ee tr Dat EE CE fi A Ten eh le Kee | Visie Zuidas 2034 5 6 ne i iN TN eem Aer " etgnngersgebied (intensief gebruikt) Bee CEL IN en Nb ld ze EET ek Gemengd gebied met sesent òf ne on RO r En VN En tek Pi ne en LPE Gemengd gebied met accent GE waren DAE en Ee Kh ende en dn || Da el El Ae Á mangdnnd p werken derd pi S NDE es = Ts 24 ee Es emengd get afie 0 ' ene Ki 4E Ae 5 voor alle we LE rn ef En mj ha Vld nen DE OND. Ee k nn Neen, Ef Ei Pld U Er 4 o Re verkeersoonen e ne 8 5 NE ene E en oe — Verbetering fietsnetwerk 5 ik En AT Gr Ë 1 ve Ee pn kn je ei ed le ee fi ik he Nl z Verg fe ern el ern 3 Dr ENE EEND ne En se ak oe ZreWesbos ae B IEN 5 in ne an rs te ete ie Nn al TZ: _ demgh Noore/Zuidin tt Sch; ì EE eN 1 Lee: ee A N on hen EK en! ie hiphol verkenning) KA EN 2 ats rel , LN AE ene IN a Bn es ea Ed Ed PRN A N an CAELS ne bee ef EE VE E 3 pt en A Ne TE er Re AE on N Se A De 5 Be: EA Dn, ke kN Ee a EA wal Ee At me, ; Bn En À ve mms tt kh SÎ el Fe gate Ë 4 er NEN Er ds: MN A rd N 1 } ei Keeten MEA , Fi hide sa Le aj EN N EN DS ; ee B DN ek Re el Tk En ms Á | tn Er es Pi al Ni tr een: Ne ER ed | mn ee 5 i | ELS 4 rete Al a 4 ®, Á Fan Eh he ne Et en - Li nt HEEE he nj ge ol er al Ve Ee Es ie te We mer el = : 5 E à | Ex | Ek ee tn md pee En We 5 ei he g Bulnë a Se Ed Î e el a Kh PN den wa il Dn ENE EK OO Ne EF : EN Se == eni BENN Nn te Ari S ie Pte, zt ” 5 ik Nd, he, je / Er, en ene men 5 = Erin, En 5 0% os B ee 2 ke _ E ed 5 nc e Sa Ee, Ets = en 3 Ä Eine 5 Ë N B VZ Gs EO mn ‘ hemmen bie Ee s Pe d ke Ke FE ol it EN ek ee = zen iz EA Ee Pe Pd oe et ne, = Û : - pr | f EN eeN Ke ee re 1 ki á ln SANS eN fa E Ee OE AE A ON Kaart . . b EN eere je rin ie Ontwikkelperspectief Amstel-ArenA 2025 TN Overamstel, Amsteloever, Zuidas As Te Aan de overzijde van de Amstel verrijst op voormalig industrieterrein Overamstel een à fi nieuwe stadswijk met 7.500 woningen en bijbehorende voorzieningen. er iq Ten noordoosten van het MLK-gebied, aan de overzijde van de Amstel, wordt het gebied Ed 5 ‘Amsteloever! (Amstelstation e.o. en de Omval) verder verstedelijkt. Kc Ten westen van het MLK-gebied ontwikkelt de Zuidas zich in sneltreinvaart verder tot een Bn ee hoogstedelijk woonwerkgebied. 60 dn EN Pane ee ir en RT UE = nj Bi „ Le | ln sf an a re 3 n TN Va EE 3 IC | nd Erf] l EE nen 4 6) \ El 4 e it RE On enn: ans ‚ El ol aat ee EE 5 E 6 Ne p 5 ES L À : 7 ei he 5 # zi de ‚ 7 ! Le Ee nn 4 SS Á 7 “6 AE annen Ee Dn | k e EU # 74 ‚8 Ets it = ie = ; nt ” ne | f Ne Overamstel toekomstbeeld 8 SE jj 15 e 3. Beleidskaders en onderzoeken 3.1 Beleidskaders a 7 NS AS en mf Ton EE, TS Structuurvisie Amsterdam 2040 AN pd ì ® Pd Ps LEEN ’ ede RS eef ® d ik en ei \\ nd. ©, v4 RD SS des Kop van de Amstelscheg Metropolitane plek: ND Mn ED: , Ar on in GE N VA y nn P= ban In Structuurvisie Amsterdam 2040 (2011) Het hart van het MLK-gebied, nabij de € oe ! j Ven PS _wordthetMLK-gebiedmetnamegeduidals Utrechtsebrug wordt in de Structuurvisie S . , : ' Zp B's EEn EE 4 onderdeel van de Kop van de Amstelscheg. aangeduid als metropolitane plek’ een PV AN an Nn Da EA De Amstelschegiseen historischlandschap locatie die door haar bijzondere ligging en d DA Kr -, Oe? j met tal van boerderijen en ‘buitens’, en _omgevingskwaliteiten van bovenlokaal, en bs ==) le, 5: | g g if 4 Db PE dringt tot diep in hetstadslichaam door. Dit zelfs ‘metropolitaan’ belang wordt geacht. LN EN $ N V, # j biedt de Amsterdammer de mogelijkheid Dergelijke schaarse plekken vereisen een De A N et re es om op korte afstand het groene landschap specifieke, onderscheidende invulling en >, We 1 EE - Nes Rs, é G te beleven. programmering. N% ed res 4 | Nd ZE NN Me S 2e " We el TT TN R ® IId De ‘kop’ — het overgangsgebied tussen Hoofdgroenstructuur id | As 7 E JN stad en land — is bijzonder belangrijk in de Á se a 4 P Dh ontwikkeling van descheg. Hetvormtvanuit Het overgrote deel van het MLK-gebied El EK te JT ye 8 de stad gezien de toegang tot dit gebied valt onder de gemeentelijke 6 7, eN (5 NM en biedt daarmee mogelijkheden voor Hoofdgroenstructuur (verankerd in de Ik v ‚_\ \ NN specifieke leisure- en toeristische functies, Structuurvisie), met de Amsteldijk als De 3 IN 5 bijvoorbeeld gerelateerd aan Rembrandt, een groene route en een ecologische di She SN ) g g g A i "Ie ij ANS P { die het Amstellandschap vaak als verbindingszone. Ontwikkelingen in het hs \ 8 ie \N De A onderwerp voor zijn werk koos. Overigens gebied moeten worden getoetst aan het LN Eler / PN € moeten de functies wel in lijn zijn met het beleid van de Hoofdgroenstructuur. Dit 5 G ‚ À DE 4 toetsingskader Hoofdgroenstructuur. betekent dat ontwikkelingen in beginsel 9: % / moeten bijdra behoud | A pn jdragen aan ehou en ) | | Re ee: - SA Hetis bij uitstek de kop die kwetsbaar is versterking van de groene structuur en/ > |= De en ee ebleken voor verrommeling. Juist hier of het gebruik ervan. In het MLK-gebied 3 a g g g g k Y Ea ee A vw '4 zijn veel verschillende activiteiten, bij liggen heel veel kansen om hierop aan te / An | DN ie \ elkaar gekomen die als los zand aan elkaar haken. u . x « hangen: parken, volkstuinen, woonboten, Pd n Al sportvoorzieningen zorgboerderijen, a. mm ie LN 3 begraafplaatsen etc. De opgave is om de Uitsnede Structuurvisie Amsterdam 2040 samenhang hierin te verbeteren. 16 Le Dd O Uitsnede Hoofdgroenstructuur À | NT KEN 5 ek IN DES ERE en Er ele! 8 te ei nek Dd | RE ee AEN Nn „u Ee, en \ a. pe ek, ei pe vS en nk rde me j - Te Aer Er ' k } r E he Rt RE ee CEE kB EN ï e kad in a gn Es EIK e 8 5 Ad 5 Eens a RN Vens ie E n ii . i EN, mi ij Î Et EE RE ii REA EE Tel Pre kn af- tn eN Ee rn 2 Fi iet EN Ll EN ek d ei BE en d ee Ed RK in re nn EE „A hee Ea eid ee Ka cle: a mm € IK et! er Eee Sn = z = EP wer: en Enna _ : ä Ee men P - n mer nn Da , _ En ï = 4 Martin Luther Kingpark - westzijde 17 Hoogbouwvisie EEK EEK Is et STe a De hoogbouwvisie is opgesteld als Amstelscheg is de stedelijke hoogb dS N OP Me, / d e hoogbouw He A Dd ET # DEI 2040 Heoobe trvetnunvisle Amsterdam nadrukkelijk te ervaren. Dat hoeft geen AN Go PA AE | Lj \f > ouw wordt gezien als een van probleem te zijn, int À re Le en Á Al d de middelen om de stad te verdichten. onderdeel uit van olene ; 4 SEN 7 ad De kaart van de Hoogbouwvisie toont de | Lane IN / / ; 7 ae andschap en kan het des te inte t EN; md SN LA specifieke zones en concentratiegebieden maken. Nadrukkelijk dient het hier te gaan | 7 j pj Lat waar hoogbouw toegestaan is, overigens om zorgvuldig ingepaste accenten | eN ef S alleen onder strikte voorwaarden met \ AET We Ze 5 28 verekdng tot bouwhoogte, situering De hoogbouw is niet slechts als statisch Ama 4 zó Ta ; ovoor s. beeld te ervaren, maa d ii A -f a 5 Oe Verschillende van deze als wisselend berspectief wil ran oo Sk da a m gs Se Sonenrateoenenen liggen inde koppen voortbeweegt. Daarom is het belangrijk CEN eey, TA De 4 jn Ne EA es 3e eggen, die daarmeedoorhoogbouw diepte te bewaren in het stedelijke / Bn) dd OGEN SE A Ni wor en geaccentueerd. Voorbeelden zijn _hoogtelandschap. Bouwhoogten direct AN tt nn ve Her Ne eN me e concentratie rond station Sloterdijk, op \ Ô knee Sg 7 : , grenzend aan het | + Li mid eN AN Sad 8 PT de kop van de Brettenscheg, maar ook d n het landschap zouden zich \d DE ET Ed g e dus tot 30 meter h S Bl DE Ae NA A TN El me YA concentrati bii ‚ eter hoogte moeten beperken, Be js A RL ie Id €: . ntratie nabij het Amstelstation, op de met hoogbouw tot 60 meter als accenten j A ZO) ER) EC il \ 5 en van de Amstelscheg. liefst in de tweede linie. De knooppunten N LA A ; î 5 2 rk NG Í 4 uist vanuit een open scheg als de met hun grotere hoogte bieden een derde IN k A ; f Ar! k Hed ba Ree 3 dieptelaag. Voor het MLK-gebied geldt de \ B 4 L ZS vld = Gn ES 5 Se S 8 Ì Wat is reschbeurt beperking tot 30 meter vanwege de ligging Dj WEE PS | PE ZN ’ grenzend aan het landschap. ee air zy 8 / Á ÀL ° . en \ 1 ) | Xe, Rr RA Á Se Onder hoogbouw in Amsterdam wordt > 4 Pe , a. Lj A , X verstaan gebouwen vanaf 30 meter ES Á Pi F Lj / ha ì En of tweemaal de hoogte in hun À ú op |; 5 ll | irecte omgeving. ps in ib | Structuurvisie Amsterdam 2040, hoogbouw en het metropolitane landschap E 18 EE AE (s eee 2 3 TEE A De N ed lin Watervisie Amsterdam 2040 S A re en mn à 4 BEE Ka 4 EN In de Watervisie Amsterdam 2040 (14 nn Ne So a EN » FS en september 2016) is de zone langs de ee A Ll | af Amstel opgenomen als openbare ruimte JN 5 SES met een recreatieve functie. Een van | ZN os Te TT KO hd de doelstellingen is om het zicht op het W MN €) SD. water te verbeteren. De oever van het | De NN (4 D= in MLK-gebied maakt deel uit van deze zone. NN be Dak EN m B) N Door de aanwezigheid van woonboten is | vel ze 4i IN de Amstel beperkt zichtbaar vanuit het BS / ne \\ en park. nn Is © \ me U AU Ir fand Ts iN / ene É -ä In de Watervisie wordt de wens f ij FA « " geformuleerd om aan de Amsteloevers | Wij ike EK} geleidelijk meer zitplekken, steigers en É vi EN gn N o ' 1 NC SSS PE en p- en afstapplekken aan het water te EE BES je za ontwikkelen en het zicht op het water À IA 2, 5 4 Aad Od ‚ f =| te verbeteren. en van 5 te verkennen | Se 5 Den Ds N : opties is de vrijwillige verplaatsing van een be) p EN BNN 2 aantal woonboten uit drukke delen van de e J 8 Zu NR NF « - Amsteloevers naar de Houthavens, waar RS en PN SN vanaf 2018 tientallen nieuwe ligplaatsen = OO Dl DEN Neen voor woonboten worden gecreëerd. EEN 0 en Ö Dd Er Se SK Oe NS mn Leh SeSn / AA AS BEAN DA Seo Se xr . N Es ee Ô à Ed K REN S= Voorts stelt de Watervisie dat water als plek " Ee Ei AN RON ’ a voor verkoeling in de zomer in de toekomst B eN rog > a N In | ke — gelet op de klimaatverandering — steeds Nn DE RP \ / h kN | \ ON ee: Eh / Be. \ belangrijker wordt. De aanleg van één of | __— =d \ Ne 2 . 9 IN Se meer drijvende zwembaden in o.a. de ä = BNS B U ej ss: Amstel behoort tot de mogelijkheden (zie ES | S \ EEDE Te md D voorbeelden in Antwerpen, Parijs, Berlijn | \ ke A As Per ál Da _e { en Kopenhagen). Ook het MLK-gebied ST APT ie JN en ) Tk lijkt zich goed te lenen voor een dergelijke _ ON VAD 4 / 3 ee 20 OD J voorziening. k n _ CS om n À / en AN ZN Openbare ruimte en recreatie Zil Es EN n B pn (| Watervisie Amsterdam 2040 19 Ee ET . ek ï : 3 TTE ef n Ae ee en, Ne Re Za Pe ee À Ek a pe een pd kle ee ee: Ee fe ge, mn A Me ee ‚e ee s ie Ie 4 Pi EEN Wen ES en WN | Concept Groenvisie 2050. De NNT en EN Een leefbare stad voor mens en dier ne fi z ee vil is A ie ee af ee En en el A ee en Te $ nk Bi nd Pl / Ne De Groenvisie schetst het beeld van hoe van beantwoording waarin ook staat wat ed ee JE me 5 Ee EN on | 4 ZTA ee el Amsterdam zich tussen nu en 2050 verder burgemeester en wethouders met de ijt Ta Rn ne res A A ROS ek kl kan ontwikkelen als groene stad. Door de reacties doen en welke aanpassingen 5, kn Ze sl Er est! 7 ee B Ee Se el Ne verdichtingsopgave en de opgavesrondom aan de Groenvisie zijn gedaan door de zet de we, dá Er a Ei Ae „ Ki’ An Ln „ energie en mobiliteit komt de schaarse reacties. Vervolgens wordt de Groenvisie EES Dn Pe > 0 f id À \ re À Ke nn rt Rd open ruimte in en om de stad onder druk. vastgesteld door de Raad. ND def ei) ot Ge EZ as fs 5 ER } Week | Tegelijk groeit de behoefte om dichtbij Woonagenda 2025 al. Ee K 0 F7 Srmmns ns ; En 1 a al ee k 0 ' A Ee ee de woning in de stad gebruik te maken d hen et | P BA zel ei Tl | dE Se van een prettige groene ruimte. Gezien De Woonagenda, vastgesteld door de ee A ee 4 ee En (5 ï ed! - ee RA Nn | Nn het belang van groen mogen de grote gemeenteraad van Amsterdam op 19 juli ==, sn DS A We rd Ie EN j eN Ô kee stedelijke opgaven niet ten koste gaan van 2017 heeft als uitgangspunten voldoende, mn Be EN nf nt là ne Ke ho met TN ee | de groene ruimte en de kwaliteit daarvan. betaalbareengoedewoningenin2025.Voor As BASE Cic ilIE n int PATS De stad moet juist waar mogelijk meer het uitgangspunt ‘voldoende woningen’ 5 al Eh: Ne, eet" =| RS ASN bl groen maken en het bestaande groen beter is de ambitie om de woningvoorraad en Ee es danen sd arne eN 1 Là, benutten. Dit kan door in te zetten op een _woningbehoefte in 2025 beter op elkaar Fe di Ne ei ke Es ee 4 sterke groene stedelijke structuur die zorgt te laten aansluiten. In de woonvisie worden NE ed ne oi id ° en A dat de stad leefbaar blijft voor mens en o.a. de volgende acties benoemd: í Ee _n hie en OS ha IS wa N dier. Dat leidt tot een groener beeld in de _= Jaarlijks minimaal 1.500 middeldure Ee : en EE 5 ; Ln ee ST |__stad op plekken waar dat nodig is en tot huurwoningen laten bouwen. (tad lk An kN AN en IJ een hogere waardering voor de publieke = Het hanteren van het stedelijke E me athens In ben \ a SS ruimte in gebieden die nu al redelijk groen uitgangspunt voor de Fade ï ln NI 48 ie in 6 Wi ss zijn. woningbouwprogrammering: 40% Fei ns LE /olia ne Ne) gereguleerde huur, 40% middelduur is nn EREN a 4 Gn. ki el ed {In de visie wordt gesteld dat de kwaliteit (huur en koop) en 20% dure huur en ts re Ee Hit EN ES {| van bestaande parken behouden en waar koop. Hiervoor zijn spelregels voor de Ee 1 mi ' Nn TE ae TS > nodig verbeterd moet worden, zoals o.a. in uitvoering opgesteld. Eran cie nn Nn Ze 8 het Martin Luther Kingpark. De Groenvisie = Er naar streven dat een significant hok ik B Le lk & Tr EE biedt tal van aanknopingspunten voor het deel van het middensegment in de ee: nij áR rl 4 | he ke k ‚ < \ _MLK-gebied. nieuwbouw groter wordt dan 70 m2. aen ERS rbe HALE EG Ae DE: ef Cn Ss Van 12 mei tot 25 juni 2020 liep het Het MLK-gebied speelt mogelijk een rol bij e Es inspraaktraject Groenvisie 2050. Alle deze ambities (zie hierna: Koers 2025). Ligging van het Martin Luther Kingpark t.o.v. andere groene gebieden reacties worden gebundeld in de Nota 20 f mak, ES - \ Uitsnede kaart Koers 2025 Î A ‘ % / \ \ Î Dn N' \ 1 En Bouwsteen 3 | ! Bouwsteen 8 s ï Bouwsteen 3 — Ring-Zuid — nader te bepalen Koers 2025 Ruimte voor de Stad Amstelkwartier Ae ei / k ee , zE Projecten: Buitenvelder-Moord (ntb), Kennedylaan! Een deel van het MLK-gebied is in Koers | — Te an, O, / Utrechtsebrug (ntb) 2025 (april 2016) als strategische ruimte K _ el Kn _ opgenomen voor woningbouw na 2020. Sn N Tk nn Het betreft de Atekpolder ten zuiden Ck DR In ea Î 1 Investeringen in condities: herinrichting stadsstraat van de Utrechtsebrug en een strook ete / 1% . . : 1% Beethovenstraat-Gelderlandplein-van Leyenberglaan langs de President Kennedylaan tussen de Mirandalaan en de Utrechtsebrug. ee ben e g Nt Afhankelijkheden-risico's: ‘oververhitting’, maat- Voor deze gebieden bestaan (nog) geen Ne Ek \ schappelijke discussie sloop-nieuwbouw Buiten- gebiedsuitwerkingen. Ee nn A veldert-Noord, “inrol’ stadsverwarmingsnet richting . NO Zuid/binnenstad Het bestemmingsplan H . . El art | N Vn Ta? et vigerende bestemmingsplan HA WA Er + HA ed Ee En Rivierenbuurt voor het MLK-gebied dateert ke 4: ed EK 5) : he van 30-01-2013. Het is conserverend HT 4 nek At af nn te ilt 4 / Peep van aard en laat geen substantiële TS AA B : EU Er eet 7 EE ontwikkelingen toe. Voor het perceel | | B AX in Amsteldijk 220 is op 01-04-2015 een apart NN ú ee AG id î 4 bestemmingsplan vastgesteld. re Aan ree Er AAS PE DL Ù L EN Gs A Be aan ed En f if Dn ks SAAN Ek ar, KAS AT tt tf b pe Ke EN Pr en Á dn AAN A RAT krtn À di tettert ii A MD Ph PA 4 ze Î | DEE 4 re ef Ì LC 6 hu Po | DOOK ol Nl 4 CANS en Mn ff + a U | Ln AR et 4 | a EN nand : 0 ON al f Af: ne | \ En Postzegelbestemmingsplan _ Me NC4 Bd en DE EN ‚ b A eee … ee a en NJ En Fr 8 A k Amste dijk 220 Te NA Sted RA \ 21 l DA \ S af \ SE Aanpak Rainproof / Hittebestendig ZN Pe af af \ De NC TN De Rivierenbuurt is een van meest urgente Ef \ \ Zag je wijken waar een langdurige hoosbui grote | Ì | Mn \ an an schade kan aanrichten. Waternet is met = voorrang de capaciteit van het rioolstelsel Kd ze EA aan het vergroten. Op het maaiveld moet IE 4 af echter ook veel gebeuren. Het Martin mn Ld | \ Luther Kingpark wordt rainproof gemaakt TT | à A om ook de buurt te ontlasten. | | | \ \ 5 P4 » LL dâ Zr . N De stad zal in de toekomst ook steeds meer ee AN | \ E met hittestress te maken krijgen. Parken 1 Vrt \ \ N | bieden mensen op die dagen verkoeling. an nn EN NEN Da Ö Ook voor deze functie wordt het park en EN A s Dette _—À À de omgeving groener en toegankelijker IN \ Sd Á NM | Á gemaakt. it _ _ B | , | | m d , nn Ontwikkelingsgebied es Ef (> î 6 50 100 200 300 400 " Í \ „ Mogelijke maatregelen te vinden op an Jy \ JN \ www.rainproof.nl 22 Sportvisie 2025 se ; De Sportvisie 2025 'De Sportieve Stad’ Ä beschrijft de ambities van gemeente Ee pee Amsterdam op het gebied van di … ei mogelijkheden voor Amsterdammers om B Ei Ere te sporten. In de Sportvisie is het volgende 4 eter, doel genoemd: “Het verhogen van de 5 ne As toegankelijkheid van (gemeentelijke) E r accommodaties, door een betere zj ted ge ontsluiting en bereikbaarheid”. Dit sluit A er S ook aan bij de Agenda Zwembaden, < Loke een uitwerking van Sportvisie, met als eE EN \ giet , speerpunt een aantrekkelijke, veilige neen ï dk en toegankelijke zwemomgeving in de EN EK e Amsterdamse zwembaden. d E Strategisch Huisvestingsplan Sport <0 1 ie s Het Strategisch Huisvestingsplan LEE E Sport (SHP-Sport) geeft een meerjarig AS = É overzicht (periode 2020-2023) E de Dd 5 van de investeringsopgave in de AZ e fe Oy sportaccommodaties, op basis waarvan Es 5) Pe testo pe Ot b jaarlijks middelen worden aangevraagd. Re: es de In dit SHP-Sport wordt het MLK-park tented EN Kl 5 genoemd als plek om sport- en EE BEET ETE EEE gn AE beweegmogelijkheden toe te voegen. De A egte ruimtes onder de Utrechtsebrug gelden als Ee | Sera t potentiele plek om sportondersteunende HEETTE 't Loopveld LE faciliteiten te herbergen. Sport&Bos vraagt EEE Heit er H hiervoor middelen aan in de aanvraag HE | Ei bij de Voorjaarsnota 2020. Ook de di EEH Spatpark = planontwikkeling van het De Mirandabad is HE een e meegenomen in de nieuwe aanvraag voor EEEN : Sportopgave in de Voorjaarsnota 2020. sitt : Centrum/Zuid 23 Scenario 3 io 1 Scenario 2 el Scenario EN ER ent Fn A) Ee ON \ DD \ Se A) x En Bin ESL 4 he _ TA B Ze LF \ EN 4 ee \N he _ TTS 5 EE g 5 < he { 5 cl ‚ B hr oi EAN Î ee A _ \ me Ni B E Se DE ale \ Nl \ 5 Ben Ne ERS EN Ak da pr \ SNES a Se NEN IES \ De Sr | han, n Á Ea eeh 4 A A zi gen NE RA PA en pelt Ee eh pe HOM ' \ RS 8 SSSS Ls | SA | Ve \ LS SNN AREN U k Te ER e EES Sd \A —_ Emile A) AL \ i e= De De El \ De er \ DR ee En N Ps Di AN Ge X L rss le KW | a j Ee ER PR KOUWE IN ee ner LO eN He 5 EN Ti Re k | if, AAN q WK | bi nn Pd Kef LE ed / % | W | EN en Ô Î « A | 4 3 a | Ì in | W ie Dr Ie ph ED hi, % | - Ï D f =Z in A | _ STR en NAD Ben AN En Je ML / ee) E\| NS eN | ES 28 Dj) j (1 eN en Ema Ne Di =n Sd Ii 5 Sen \ K Ien | Ii} el lg ze Ee Ki le wiel E Ed Gn h Eh N Ee) Gn BES) 8 Ki Ga BN MN S AN Ge B) |Z NGS mm KEEN EF A MANS Te k Gd AN eg He à \ 5 ee SC 5 5} „mr Lj AN EN 5 E | \ Gs ZEN 5 BE ANSA \ AN bs É \ as DIE \ a 4 ZZAN 7 GES zalf Cam Ee 4E WE Ee Kn Bn E A En A Uh A Unen A mn / Uns nn y mn, de scheggen _ Verkenning Koppen van de sc 24 TENS ON : re Ld Le Led 5 De koppen van de befaamde Amsterdamse Groen is belangrijk voor Amsterdam. ' gen groene scheggen zijn uitermate kwetsbaar Daarom voert Onderzoek, Informatie RET Ee En Pl Ee rn de voor verrommeling. Ze worden vaak gezien en Statistiek (OIS) sinds 1996 het Grote f RP RN el ar Uut ha. an ee 1e, : : te ; ri, en mn reet als restgebieden waar functies kunnen Groenonderzoek(GGO)uitinopdrachtvan Ks me RN _ ain worden neergezet waarvoor in de stad Ruimte en Duurzaamheid (R&D) - in 2018 mmm mn De a RN EE me s i geen plek (meer) is. voor de vierde keer. Met het GGO wordt E ae FS ml | Ee en d / 5 Í Ek In de ambtelijke verkenning ‘Koppen van het recreatiegedrag van Amsterdammers Ee he 8% ij Va PE in al 3 E a de scheggen’, d.d. 14 november 2018 inhet groen in kaart gebracht. dele TG mi 4 NG / re AL ib iS > & onderzoekt de gemeente de toekomstige ee ar TN en Ed £ ben, E sl Nef rol van deze specifieke schakelgebieden Hoe bekend het Martin Luther Kingpark TE ne Pl TE ne RL en Ge, Sr 5e tussen stad en landschap. Het betreft zaken (MLK) ook is (als locatie voor de WEE Be en ED der dn re Ae Sad bere als intensiever recreatief (mede)gebruik jaarlijkse Parade), het park kent een Km is, ere ‚ He ; ft, en het toevoegen van groen recreatief aantal structurele ‘problemen’, te weten En programma, steeds beredeneerd vanuitde (1) de ondervertegenwoordiging van unieke identiteit van iedere kop. huishoudens met kinderen, (2) de notie bij boven: Terras bij het Amstel Boat House velen dat ‘er niks te doen is’, en (3) de flinke onder: Zicht op de Amsteloever vanuit het park Voor de kop van de Amstelscheg, waartoe barrière die de Kennedylaan vormt (en zo ___ EE EEE ETE __ ar het MLK-gebied behoort, worden drie de Rivierenbuurt afschermt van het park). i en nn À dee 5 gt ee Ee ús bl En E d WS | scenario's gehanteerd: ‘leder voor zich’, Het verrast daarom niet dat het | Rhee RE. LN Ee be He 2 EZ kh ‘Beter benutten van het bestaande’ en rapportcijfer voor het MLK een schamele dn WEN ee 1E: Te ri e Ä WE ‘Ontwikkeling van groot Amstelpark’. 6,7 is, ver beneden het gemiddelde ij Tr Mn en EE CN al Alle drie scenario's hebben met name (7,2). Het Amstelpark kent het hoogste : 4 EE 5 ES ee in it d je ti S betrekking op de locaties ten zuiden van rapportcijfer (8,0). KR tn Np be ere EN Ka e de Amstel. De keuze voor één bepaald | ' 8 Ì en eel P ds AE A 3 Talk ; d ie F scenario zal evenwel invloed hebben op de Het park wordt mede door genoemde Ë te ed EN ks. ET ERN ‘4 toekomstige gebruiksmogelijkheden van kenmerken door bijna niemand genoemd ‚4 ë ee ri Dd ak el al het MLK-gebied. ‚ n als ‘meest bezocht park’, en speelt geen Re a EE, in ERE ad er 9 dl Vooralsnog lijkt er bijvoorbeeld weinig bepalende rol in het ‘buurtgevoel’ van dit Wi = s dl Ber es te De 4 hels zicht op (aanvullende) horeca in de deelvan de Rivierenbuurt. En dat is jammer En cht TTE me: Red koppen van de scheggen, terwijl uit het in een tijd waarin de trek naar de steden in | EEn pn be ri viel he Ke me d gemeentelijke Groot Groen Onderzoek volle gang is, verdichten een noodzaak, en B Er k Je E re RAe Rh A 2018 een duidelijke behoefte naar voren vergroenen een vereiste om te verdichten. Ae kak OE ge Hm banen ee den komt aan horeca en toiletvoorziening in Buurten park moeten daarom een eenheid ke ah aard ke. \ li kB EN Bn parken. Horeca en (tijdelijke) activiteiten worden. TE mier ge A nn B kunnen aanjagers zijn voor de recreatie in EE ee RAE" ere ke EE er Sen het gebied. 25 LT Teen en AE A Sn AA O' . . ° an A SE ® bied Aes EN RA kb Historie van het MLK-gebie hen fs wilen 8 3 mf 8 a À “ 4 ee, El ENZ pe mn nt | re, ze sl Het gebied waarin het Martin Luther TTA 5 15 : Kingpark is gelegen, maakte deel uit > L ir Zil Ha sss PA van het Uitbreidingsplan Zuid door H.P. NI | | /X haal" ur | Ì u aart en Berlage dat in 1917 door de gemeenteraad nn gn Bars, d a, = Í NS Ze ZEN : werd aangenomen. In het plan werd de Ku Ì | ziil Te CN a - overgang van de stedelijke bebouwing \ WananRs LATEN @ \ dr naar een recreatieve zone vormgegeven SD 4 TENEN Se e % 5 Ll met een park. De uitvoering duurde du 4 == Pe WE g EN. amen er Ie E Nie langer dan verwacht. Ir. Jakoba Mulder en f kte de eerste ontwerpen voor het kn Hen" maa Pp end ê SS) Amstelpark, zoals het park oorspronkelijk . meel heette. In 1936 was dit park voltooid. Het Dad was destijds ongeveer de helft kleiner n r Het parkgebied grenst Een Plan Zuid van Berlage, dan tegenwoordig. Uit een kaart van de pen een beschermd stadsgezicht. Dienst der Publieke Werken uit 1936 valt ie LEEN EA EE VE AN op te maken dat er ten westen van het SA En me ne A Amstelpark bebouwing was voorzien die en AN! ls Ee et en à Ee Eh vergelijkbaar is met de huidige situatie. ik EE an Te de Ce Hier was het Amstelparkbad gelegen, Ee en ll En gn en er 2 ee er FEE sl, Br er} Ie EEn e KEN ie Kd evenals enkele gebouwen ter hoogte van mi Lln De | Een A ': EU les Ee ee en, het huidige De Mirandapaviljoen. EE nl iN ses ES el E , Weest ï ie 4 g J besl ik a Ed EE Da de ED en ts an Es } a } E- 1 HE, RE: Se 0, a nk EEE Mi Él ze Ie Amstelscheg en RN E en = en Ki AH an Eman an In: Ee ei In het Al Uitbreidingsplan (1934 ED iis ESR OE ZET Lisp ee En n het Algemeen Uitbreidingsplan ( ) La en Ee nr vi eg Be id s Ee Ei A s ZM ij Ae werd het belang van de groene scheggen Bn Ta) DN ee | voor de stad voor het eerst stadsbreed en LS Tet KN SD EE ite EA als onderdeel van de stedenbouwkundige VIET) IL TA 9 | a A Wte er + We, 4 Dh, EN ke ij 1 ii kh k hd De visie vastgelegd. Eén van de drijfveren was nn NO Oa TEN Ht Ek Ey) dat de bewoners binnen korte afstanden EES Br NEE B td A en 1 El E- Le Ea eN vanuit de woonwijk via groene structuren nd nn EE D BE _ s bij de scheggen konden komen en zo in het en Ë G en 5 rd nn É ommeland en de natuurgebieden rond de En " ri 2 stad. Dit uitgangspunt wordt nog altijd als | AGS == II £ een van de belangrijke pijlers gezien voor ns SL | | de leefbaarheid en aantrekkingskracht van Fils # in Kaart van de Dienst Publieke Werken uit 1936 de stad 26 ee RE EEEN E ee AER ie dS ee DE nn EN NE OST een WN EE : ä zl RS en zh ei en 5 Ei Ren. " bier @ en Het Martin Luther Kingpark behoort tot _Utrechtsebrug en De Mirandabad ek En oe 5 5 5 e: Sn Ns Ln en len de kop van de Amstelscheg, waarbij stad ane RN, f Ks ke ne S Un is ee Ee end en land in elkaar grijpen. De Amstelscheg In 1954 werd de Utrechtsebrug, de op- & MT: een a Ne, TENS n Be Se is een historisch landschap met tal van en afrit van autosnelweg A2, door het Ki me E Ko ï on ee S Ni Mk Ns. in nr Re z5 E boerderijen en ‘buitens. De ‘Kop’ van park heen gelegd om aan te sluiten op AM Ae IEA oe an BS Ga En en Nan. Ee Ee de scheg vormt vanuit de stad gezien de de Rijnstraat. Bij deze ing-reep werd het al AN EN B ge TE Br e toegang tot dit gebied. Bij het ontwerpen park opnieuw beplant, naar een ontwerp Kel ‚ ON 7 bs " ie re ee ee SA van het uitbreidingsplan voor Zuid door van J.W. van der Meeren. In de jaren na A zn gn EE Le en nr eri Ee Pe Berlage speelde de toegang tot de de oorlog, en opnieuw aan het einde ike ie ee DR EA gp d Amstelscheg en de Zuidelijke Wandelweg van de jaren zestig, werden er nieuwe me ee WR ver EN k, ee if een belangrijk onderdeel; dit maakte namen gegeven aan enkele straten en == ve Oi: Aria ei, al toen al eeuwenlang onderdeel uit van plantsoenen in Nederland, ter ere van Peen 5 a ks, ik ze bes ee ‘ b een geliefde route voor de stedelingen bijzondere historische figuren. Zo valt ook EEE TE & 4 om de stad te ontvluchten naar het de naamgeving Martin Luther Kingpark en Em An 7 en df bijzondere landschap dat ook Rembrandt te verklaren en de verandering van 9 El Bei it 4 is j' pe chi Td El regelmatig als onderwerp gebruikte. In de _Amstelparkbad in De Mirandabad. E kle er pi stedenbouwkundige opzet van Zuid is er Het voormalige Amstelparkbad werd aan e nnee eee a ee dus nadrukkelijk rekening mee gehouden het einde van de jaren zeventig ingrijpend _W& re A ed SD AD Ea om de stad zich hier naar het groen en gerenoveerd en grotendeels overdekt. Het FE Es Ef er nf Babil 200 pe EE Pt dl Pd Pd water te laten ‘openen’. De bebouwing is duurde tot het begin van de jaren tachtig Gm 4] Em eN er: ES pe af 5 P se nergens overheersend ten opzichte van voordat het park zijn huidige omvang _ ZE ee En „ EE ze 5 Pd 24 het groen en de aangrenzende wegen kreeg. Bij deze herinrichting werd ook het as a ze 4 ne AAN AR ET en woonstraten hebben profielen die westelijke gedeelte, met daarin gelegen en ne 5 E je | wa seb EE het groen verder de wijken intrekt. De het De Mirandabad en —paviljoen, bij het | Ee en et AT Zen We grote waarde die aan deze groene zone Martin Luther Kingpark gevoegd. ee en dl en Jar B ol rn ee E gehecht wordt, komt ook tot uitdrukking ne ee en an ien Re e en ORE Eà in de aanleg van de Utrechtsebrug die met Met de sterke toename van het autoverkeer mt Tee be, Ld a 4 ee A, ge ed | opvallende subtiliteit de stad in welft met werd de President Kennedylaan steeds er ET i Ei # kes El Ge K. 7 P zo min mogelijk ‘wandvorming'! in het park. meer een fysieke en psychologische Pen GR el REEN el Nd g En B Pp JE barrière tussen de Rivierenbuurt en het Ei EE Cn rui al Be park. Door de geïsoleerde ligging hebben zi dk Pi Me tn ar Rt ie LE Enig ETE ee zich in het MLK-gebied in de loop der Se pe ls pe et 4 tijd, tamelijk ongestructureerd en ad hoc, B Wa ri Ep. Aen A RE e verschillende functies kunnen vestigen en Ke re den ed inte RE Ee ontwikkelen, waaronder de woonboten in er & mn ii ded ee a il E D „Gn de Amstel. Ee e EER hi EE pe rn er REE OC 27 En en Á Í gl Lm ie nn, dn i Ld Weken: | #1 } 3 BE LE (en ik he L def 4 ik k - a nn ere Eg” FATE |M t | en di a en me RT On A M il En Ca} î Lan he | YÌ en bd iens | nn = ns NE PE tE ES : . eit Are E, ë en et N EE. mee ee zn ie ui ee Oe he TE Ee Ei dn En re En AN de EER einen 4 et et ii en eten L ! rn mt 5 Ei Es pe S is ee mn Ë TE REE en N mie en EE en y en em En ae Pe 7 … En eee en ER ee EE ne E te en neen SE neen Een boven: Gezicht in noordoostelijke richting vanaf Utrechtsebrug. Op de achtergrond de Amsteldijk, 1958 Door de afgezonderde ligging van het MLK-gebied hebben zich er in de loop der tijd, tamelijk onder: Rechts op de foto de Amsterdamse Tricot- en Kunstzijde Fabriek. Links: de Utrechtsebrug. Op de ongestructureerd en ad hoc, verschillende functies kunnen vestigen en ontwikkelen, end de voorgrond de huidige President Kennedylaan (sinds 1964). woonboten in de Amstel. TT EES ni r Ll KE Fb ark U ARE r aA ui | hk dl or E = NN hd er _N KL sad at k dd RE a Zn LB he mel RR: ie en LN Ji enen … ù. d p led hes Ee ee bi TT ded a 2 En 1 ie ete | Li : Ee gs =e erhalten hike si a jj | Ô EN en eenn E Mt Sr he en = a EN (Ò zen 2 en an We as gere ee ee me el el he _ ES er mk E ee, Dn nn En ij {NS - n L ak Ee Ez fr # ne ee PE: Ï ri : bs 7 ! ir HEA me EN Aj , AA a son út EE ; A sE NT le Mi m0 28 1938 iN | 1938-1958 | Ì A | Dr . / | , \ ek Á en BE Veranderingen in | | bebouwing 1958-2008 \ | 2008-2019 | \ A | LN de el B | $ | \ \ > ee AS mn JT AS mr mN 2 i TN 0 md | De 0 | iP on 4 IP > av ad Je £ % NT . re $ N 0 . IN win El 4 Je 29 à ® 4. Kansen en bouwstenen FARK ® ze Á en Ä Uitdragen veranderende identiteit gemert De identiteit van het Martin Luther Kingpark _ sportvoorzieningen. KN et en zijn directe omgeving verandert. Ooit Cultuur is een belangrijke bindende ei was het de plek waar de stad eindigde en factor voor de buurt en het stadsdeel. De Ze het Amstelland begon. Bij velen was het culturele invulling, zoals bijvoorbeeld De 5 overwegend bekend als de locatie van 'De Parade, moet naar aard en programma À Ra Ek 7 Parade’. Nu wordt het een plek die fysiek passen binnen het groene karakter van het 4 8 Jd mn £ en psychologisch midden in de stadligten _parkgebied. ie HART ohiet nadrukkelijk deel uitmaakt van het stedelijk he À pr Pp leven. Metropolitane plek Feitelijk is het MLK-gebied veel groter en De omvang en programmering van langgerekter dan het huidige gebruik doet een metropolitane plek is geheel vermoeden. Het begint ter hoogte van plekafhankelijk: zo is de invulling van kantoorgebouw Riverstaete en loopt door Overhoeks (Eye, A'damtoren, Paradiso- tot de Zuidelijke Wandelweg. De noord- Noord, Tolhuistuin) min of meer ‘organisch’ zuid invloedsfeer reikt tot in de Rijnstraat gebeurd; het Vondelpark, zeker het e £ en tot over de Utrechtsebrug. noordelijke deel, is een voorbeeld van nf een metropolitaan park waarin groen en Kl Z | Het uitdragen van de veranderende publieke functies gecombineerd zijn. Kop FAS / mn An identiteit en betekenis van het MLK-gebied Java-eiland is (vooralsnog) goeddeels En LA j vormt een van de belangrijkste stappen bij openbare buitenruimte gebleven. Het - Ee en in $ het toekomstbestendig maken ervan. is goed mogelijk dat dit de ‘definitieve’ Fe A Lj / metropolitane invulling zal blijken te zijn. EE Sport en cultuur EF EE | 5 Het label ‘metropolitane plek’ is \ kee vaN Bij veranderende identiteit hoort ook allereerst bedoeld voor een brede | k and - toenemend sportief en cultureel gebruik bewustwording van de bijzonderheid van \ | il, van het park. Zo kunnen met beperkte de desbetreffende plek. De komende jaren \ / middelen bestaande sportroutes in en zullen meer duidelijkheid geven over hoe \ ij door het park aantrekkelijker en veiliger de metropolitane plek in het MLK-gebied \ ï 5 worden gemaakt, zoals het sport-padlangs zich uitkristalliseert. Het is goed denkbaar en med de Amstel. De ruimte onder het brughoofd dat de metropolitane plek in dit gebied van de Utrechtsebrug kan mogelijk een vooral groene invulling krijgt, al dan geschikt worden gemaakt voor uitdagende niet voorlopig. 30 pn | k & Verdichten kan niet zonder ie Sn , | \\ vergroenen Den a) e 1 { | | ie Ee PRN Dat verdichten niet zonder vergroenen kan om kinderopvang of andere vormen van Ee! KE N k zn is een van de conclusies die getrokken zijn buitenschoolse opvang te faciliteren. In a Vl 1 | ed uit het Grote Groenonderzoek 2018 (GGO combinatie met een (natuur)speeltuin zal Dime 2018). Dat betekent niet zozeer meer m2 dat een gewilde bijdrage leveren aan het groen ontwikkelen in bestaande buurten, voorzieningenpakket in dit deel van de maar de bestaande hoeveelheden groen stad. een kwaliteitsimpuls geven. Dat betekent dus ook niet dat bestaande gebouwen Een belangrijke functie van het MLK is of functies uit het park moeten worden het sporten, met name ongeorganiseerde geveegd, maar dat gebouwen functie meer teamsporten, work-outs, hardlopen en parkgerelateerd kunnen worden gemaakt. fietsen. Het gebied biedt mogelijkheden Ze kunnen zodanig worden vormgegeven om deze functies te versterken, sowieso TT" en bestemd dat het MLK-gebied als uitdoor en eventueel inpandig. Ä \ gebruikspark profiteert van het gebouw en gr \ $ de functie. Andersom is het park ook van Het MLK park krijgt door bovengenoemde A) v\ [ NU A meerwaarde voor gebouw of functie. suggesties een hogere attractiewaarde, ij ï a rin HN | ve, . Bij voorkeur komen er publieke voorziening waardoor er meer reuring ontstaat, wat op H_— nl al N— el Et en in de plinten van gebouwen. Denkbaar haar beurt weer zorgt voor meer sociale | lg Er Ke 4 ken 4 ARE / Í zijn werkruimtes met horecavoorzieningen veiligheid. Meer activiteit (en dus meer |C NN) der ee ek kl Rn vi of een bibliotheek met een koffiezaak. mensen) is bovendien een attractie in es, AAE OR SS & ij ge A ij zichzelf. a A |_/ Ee Gebruiksgroen kan niet zonder es EN 5 en verdichte buurten Groen-blauwe kades ontsluiten Í k Ì e & ê É an 3 AL ee & / Een andere conclusie uit het GGO 2018 is Een andere belangrijke conclusie is dat Û JEN Ï afp An Za 7 _/ — dat gebruiksgroen niet zonder verdichte combinaties van groene en blauwe plekken E me | a OI, av IIA | / buurten kan. De gebruiksfunctie van in de stad de laatste jaren een enorme LL Á BT df (Re B e een park wordt versterkt door buurten toeloop hebben gekregen, mede door venete nn bi | Ml 5 1 IN waar veel (en liefst veel verschillende) de warmere zomers, maar ook als gevolg Ee Ne mensen wonen. Draagvlak en -kracht voor van de toegenomen uithuizigheid van voorzieningen in het park nemen daarmee stedelingen en dus ook Amsterdammers. toe. Het MLK-gebied is bij uitstek geschikt Hier ligt een belangrijke opgave voor de (her)inrichting van het MLK-gebied. 31 ) SCD EN SN a Ù NS ais SS ra B IN Se Z a zt oen Co @, Á a mz NE Ed r > Grotere openbare toegankelijkheid AN UH ar RE Sr ied IJ eN EA sl B | fT Het eigendom in het MLK-gebied is ms ES A Ee zi rt LE versnipperd. Grote delen van het park LEN Sil Pi ms EE Rae ea | Ht zijn niet openbaar toegankelijk. Er staan er ed me T \ . … ES mm mus el Ee En En een ke > veel hoge hekken in het park en er zijn | EES ed PRC EE EE Een Ee EEn verschillende privé-parkeerterreinen. Een DEES LES Len Ee Te DE Ee Eese Ee ST substantieel deel van het parkgebied is Ed EE ZEE rd et L , EEE EES DE EE EE Eed EN Ee Cn Een verhard. ES EES EEA EA Eed Ed ceed id 0 6 EE SE Et Ee Ben Cn On En EE EH EEE Eese Ee EE ee En En Se : Een van de opgaven is om het MLK-gebied SE EE EEE Ei … | SES DEES Ed ES Á ee en Ea EEn H toegankelijker, meer openbaar en, waar DES EES FES en 5 n : nn EELS SE ES EER Ee rt Er ran mogelijk, groener te maken. Dit zou onder Lj] ER Eb Deb Slk oi zu / meer kunnen door eigenaren te bewegen 7 , T ER 8 A hekken weg te halen, door ‘verscholen’ ar A openbare ruimtes tussen de private > == ZON $ percelen weer fysiek en psychologisch Ì m n 4 Ô- gy bij het park te voegen, door wandel- en ° LO / SD : fietsroutes te verbeteren en door het 5 S 0 vergroenen van de verharde delen. | Nn E | IN \ SS | SS “De / Gemeente Amsterdam Sn SL \ à | Ù In erfpacht uitgegeven 5 Grondeigendom 4) LR | Particulier eigendom 32 Di | | Ì En ZE à 4 Ln T = Tor EE Et Openbare toegankelijkheid zj) E27 Gebied niet openbaar toegankelijk En u 1 Ô an nn 7 \ | { A Ten} Le \ a Ln \ \ 1 \ \ be en Ma | u CT ed \ , ak a (eee \ \ nn _ Ll \ \ \ en “ | T za TT N | BS et À ie On \ \ \ ! | | N A | Ne a ra ral WN 9 EA a mak a Sea A en Af \ [UPL em mile EE en Bla! HA We if be | | | | IN | Dl | | Ì EN Te ZA Ver \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ RA \ \ Ve en \ EEDE Tr ma Se AA Tt! bt | Lt nn en 1 14 1 1 1 1 A | HAA _ 1 OENE HEE A A ST} N OEE EEA AAA ve EEDE B ed Ï Et Lt BOE (jj Wi OA AA WT Er EOCEEN EAA A ij Erber tee Ae A Wi Wi ü EOL EEHEEEE AA AA ed 0 En WA | Vi KA 5 LO Ht Ee en AA RBA A Nt NW My ERE LEE AN id NN ke if Ï Li Ï El \ \ \ ee \ ! » ig SNK OA Ll I L TT Sl | 7 — U Le A / EE; \ , en op A Z a TH | nn _ $ EN D’ 5 ZZ TE == NN ° Li nn, /\ Lt Pe a i ÂJ a TT In ad L | L 7 KD ali ie Pe mmm | ol / Tl, n a Dei EA RNN / D_ | | e TONNEN If 4 \ USC) pl Sj 1 yy? _ De N \ TTT [7 Ei \f Lj …__H SGS 1 — Ti Ù Hi 75 0 7 Ï il GD | û „oe 9 gi > Do > Ne 5 DD Lj 9 î \ s Dy TD 7 mmm Hekwerk HE Li Erfafscheidingen 4 mm Hekwerk in het groen 34 EN DE EN Ta ne red A | Ee ETET ie TEE KAT ES PATS en 5 ee 5 ó IJ, k - rt, 8 oe " he 7 rt, E re pe Nr „ A A / Ee | 5 DE, el ME al DE HERE A Ee Ede ie kt ii la SaR ze eN bt 7 ANG Ee As Eh ee 25 Bek RE / pe ie es PI ke en RR TR a iT j en ek ee ed Ei „ifs kf Hede ee en re SE er 8 EN EE " EA Aes A p nd & Ne en En 4 ee 5 en En wl | 2 AEN te 5 Kh 0 + te je NPN rn Ás Dn NS BR: 20 Zn kn A st AL ER Fi ble Ae EAN dn eds En eha Ks, NE OV EI AE nele OE ef EE En ; he Rt TEER ie Dn Ee dr A Ä EN. , Ei tE fe EE LI Wen Wet | se | | PE 8 E. . E NEE | hed he d 5 fn àl se sd In 1d 5 8 el gn Pe TL nd ie RR. 5. : Ke Ü ei gd: . “5 te hl Er iA! er E al A Ond | a 1 SEN Te a re el | EE Ir beet gef . il) Daf erf Pre ln TE RN ak er ki à 8 El Eet En ' DE ” = - EN de ien =h Í dek Te He Sia eb. ‚8 PN rate snee Bboindeeenn Seen la - edn n wet ES oe | le jd if u rn ier Er: o EN n ee rn | Wilse ae Ke Ve || E 7 EN ï Eel ar | De zi ll Ter ATA Fei in nd RE ei | | PERES der GONS R TED VE J ie MN OO s E Ll 6 oi Hr 3 bn Pel eN 0 8e IE Í Er tt Ï | 5 he Bist ak: Ki U EEn 400 A SEE a A ied | | rl ARD EI CR DN EE TE edt ES a 5 ee a ONES NPDERE Oee enke ET OTK Ke lissaen eld EERE ECE EShndEdERZKEN 20m Spr lo et NE Oef ee En rn TeK ENA es on WEE TE E nr ee ï KDE …r ee È rest E RN nr Er Ke 4 PL GE 4E EN | NN rn t° 4 wd ia er Ee Es Ô het EERE jen Pi Be & je f E Pr EN ee Pel L A EE eh aders he h 4 dr k Á Fes hi Ë, Taj Er Kr k he " > IA dd EN ee e= HC ed jl if ee É : TE en et E eee : te p nen dE L ne ed rt keke) es SES ik ê en : f AAN ve ie oe Fl li Ar Ee Je Hd A " Mche dd Kd L Ee Î a 4 Jh, LE AE we, är Ä dt ei nd Pr 5 5 Er, Ok à 7 El zi trede dT, HRe LU 2% ks deden 5 ES en. î Oer HR al Ne RN Ee É $ ik 4 N Die EE ke. +0 f fi ee ont ei, KS 4 k k 3 | ESO Lam S= | ak Son en en ee k 5 Ni, Or zee - ee eee Er el EE EE nn . = ml, kj} TE er A nen zr zE nn 4 pe Ee le t‚= en - ml il ed | OE Ee Eg er nr Nn ï re en Se : e 35 ne En 8 Uitnodigende, openbare plinten | Ee mn ee Belangrijk voor de aantrekkelijkheid van ed en — me het MLK-gebied zijn de uitstraling en es functies in de plinten van de panden. Hoe TE A= he meer publiektoegankelijke functies in de EE 1 ! OI mn En ee plint, des te groter de belevingswaarde : en de bijdrage aan de (gevoelde) sociale en EE: veiligheid in het gebied. Op dit punt valt be mk md nog een wereld te winnen. nn _ Bes n — pmm Openbare Amsteloever De Amstel wordt ter hoogte van het MLK-gebied nauwelijks gebruikt voor oeverrecreatie en/of de zwemsport. In de Watervisie wordt er voor gepleit om de opties te verkennen om de woonboten deels naar elders te verhuizen, teneinde de Amsteloever weer voldoende publiek toegankelijk te maken. De eventuele Ee verplaatsing van de woonboten kan uiteraard enkel op vrijwillige basis gebeuren Er EE / Un a Het is sowieso de moeite waard om te da a en onderzoeken of het zicht op de Amstel Ve „JN lan ne kan worden verbeterd en meer ruimte | EN mj | NN voor recreatie kan worden gecreëerd door ! Poef rì In 1 Teen de beplanting langs de Amsteloever op El N- el € Í specifieke plekken uit te dunnen. ES 4 jl Pe =S ON 36 ï if Pr en en | en NN / kj f | mmh €, | vant vaarmrund : med! : me es ' nn en En „- z En B ON] ee CANE EPE _ ak A ol ar Er ja ze RS ke MN £ E: iN me es Bats ni f Ì : im Eer Er Oe zi Se ri ge Jl Eee Ee We ee En E ee NE 5 bii dende = / k  7 eN heid A PE an i EE dd ei OAN we 4 ne ee nie kh. O7 £8 al A, \ | en se, mi, En ee Ee {5 * Ee En nn rn ee En et ik jp 4 en Es en ed Zicht op de Amstel ter hoogte van het Amstel Boat House ï if Pr en en | Art mn ae | Ct { À U pe) md [ — RE 5 Ee Blatt we” li N | ï en LE en s re, en RE 4 WW 5 De im vw EN 5 en an EE A Ee a ER te A = a 2 4 es Vh Ee. E Td Û e ER Te ds ZS . E l ht == ri: da oM } Ean 5 oe SS Rn | PP £:7 and E 7 en A =S ee rd MEN 47 AE en, hs en EN O1 il 3 E Ee Er É EE zi B 4 t IE EEn SE Ke DE ES EE Een E pr n re Zicht op de Amstel ter hoogte van de Amsteldijk 196 37 VAT Teal Ge \ Li / Ten Ì Di Z Vl Ì 7 En: N S Vn nn \ kn Di \ 1 nn en — Vn 1 nj e 7 7 En nn - 7 \ | Z CE dann 4 \ Er an Ti 4 \ ie % Lj TT eN \ T à G Vet A Tr | Ze 1 en \ EL % EE Le | Û | k 2 ca iN \ = ZA ET s eZ Lea A WN / 5 EA a melle A N nn alilr=n Ee alien | VA | U Teal IH ‚/ n ! zl Cl TT \ Vk Vo 4 1 Vi” FEED EEEN ZAAN NN LES \ OEZ Tl Ti en E ’ \ VA VA 1 Rn k | | | | | | | | | | | IEN | | | \ ar | | En ï 5 [ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 1 \ \ \ \ \ \ D | | zt | Le Ai Wi Vd Wi vd OENE Hr EE Tes ACANA / IJ OOOH HEEN NN u EOEEDOEEE IEI HEN Ni ij Ï ! I= ! Í 1 VA 1 \ \ LA vi MA EOD HIEI DEAN be  FEED IEN DEAN AN P j EEE Eb ENE AA A 7 “  Lit U ll EE! | IN Sm WA A ARRA JI WS 7 En NN Di | n' Ve Vi Nr LS Rt Nt Pt BEE We Le ONS, LW LE ef 3 Dl den ee \  En Ne LT nn N ZZ \ eed A ij | | N 5 _É D | | OT * \ N à \ Pi | | IN a TT Lj N os Í Ì Li Ne , Z | Ei Ne Li N m SW ee IN: … nn (5 Ed NN CD fiets Ta inl ZN LA LEE s NS mmm auto LL Hil 2 N 4 N 7 NN eN N BULELLOELLELLEG OV/bus OO , N ; El Mm mn bushalte mn u LJ Ï Er » IJ | knelpunt fiets 0, Û Ss O5 ì Ze e 5 DD Li . TD Lj ? onderdoorgang niet 9 î ; DV — ij . zichtbaar . Li h \ 5 Ï U . ‚ | routes door parkgebied Verkeersroutes en knelpunten, bestaand N £ ‚ niet optimaal 38 Verkeers-infrastructuur = Mi De President Kennedylaanheeftvooralsnog Dit geldt ook voor de route langs de A SA ä een belangrijke afwikkelingsfunctie voor Amsteldijk, een belangrijke recreatieve a edn ke het autoverkeer van en naar de A2 en route met een grote potentie als een len. pn „7 Ringweg/A10. Deze functie scheidt de wandelpromenade. De kruising Rijnstraat/ RUK te a Ie Rivierenbuurt fysiek en psychologisch President Kennedylaan is een knelpunt in = en Pl , van de Amstel en het MLK-park. Zo is de fietsverbinding tussen Zuid-Oost en ie het alles behalve vanzelfsprekend om Zuid. De nieuwe situatie biedt uitstekende Ee deze laan over te steken om het park mogelijkheden om dit op te lossen. pe \ binnen te gaan. Daarbij is de President ; Kennedylaan uiterst voetgangers-,fiets-en Als het autoverkeer door het MLK-gebied verblijfsonvriendelijk. verminderd is kan Bus 62 door de Rijnstraat gaan rijden, met een nieuwe bushalte op De President Kennedylaan behoort het'Rijnplein'. samen met de Utrechtsebrug tot het gemeentelijke Plusnet Auto. Mogelijke Onderdoorgang President gevolg van het uit het snelwegsysteem Kennedylaan halen van het Utrechtsebrugtracé, kan ee En: oe zijn dat de huidige 2x2 rijstroken van Bijzondere aandacht vraagt het ge a) nl mn f zowel de President Kennedylaan als de aantrekkelijker en sociaal veiliger maken X f” Nd Kal A B Utrechtsebrug vervangen kunnen worden van de onderdoorgang onder de President Sn ) if ENNE ET k door 1x2 rijstroken. Dit zou veel extra ruimte Kennedylaan naar het park. Het moet een ) ) Ì | er scheppen voor fietsers en voetgangers. vanzelfsprekend en uitnodigend onderdeel ml En Zo kunnen de krappe fiets- en voetpaden zijn van de routing tussen het ‘Rijnplein’ (zie ski langs de President Kennedylaan en de _pagina48)en het park. Een goed voorbeeld EA | Tt n fh RE Amstel substantieel worden verbreed. in de stad is de spooronderdoorgang [TS Wilke plz KR MES der De President Kennedylaan en de tussen de Spaarndammerbuurt en het + RE nn. u : vl ie À k Ea Ì Ee Utrechtsebrug behoren tevens tot het Westerpark. Te PS i 5 \ \ Plusnet Fiets. mn : 39 E Vee) N TA Te == \ Wi ! \ | u \ Li Se À An L î TT n \ … _—_ \ \ En dir VT \ \ à \ \ Ed an nd \ \ Te == à CN in k \ en U \ Dj \ nt eZ \ \ Í | | \ ne he 1 Ì A La Ar bez AN Ten Vi | \ | \ \ \ \ an \ \ Á Ì a ' 15 HAA \ 1 \ \ | \ \ Li NT 1 VN Û En ea VN \ HA | 1 Û en Dl FETA DTT ane VA VAA \ \ bi 4 A! a 1 RE ME ZOE EN VA ARR En / 7 Tr A HEE eN AP | | ARN | W \ Lj | | \ 1 5 fE ij ï Ei ! ï ï PT ï VE VA \ bi 1 \ \ an À er / | | | | | | | | | | | | | | | | | TT | | TT | FE \ \ \ | \ \ \ | \ | \ \ a \ \ \ 1 \ W / d Lj Tl Et | ï Ï I Li Ï \ HA HA 1 bi \ vi 7 de OEE IL EEA AKE A)” | | | | | "| | | | \ \ 1 | 1 \ \ 1 \ We | N ij ij ij ij ij ij ij | ij ij | | | | | | | | | | | | | | | | \ | \ | | \ | | \ \ | \ \ \ \ | | \ ‘IJ Se EEN Ot OEE ET WA NS LZ OEE EEN EEN EEN \ TE RR En Ï Ï Ï Ll Ï Ï IE, Lt \ \ \ \ 1 \ \ \ ed \ ‚ EED OEE AERRN Wet VJ EDEN LiH EEE EL \ 1 1 En Vi Le Z Ee EEH OEH IE Ve jl Û Û ï \ Vi | \ OE EN Er Us — JD LON IH NN HH /e Á — Di Pet Lil Lb Pe! 7 FN en LE TT el ee Á Ï Ï Ll © ®, ZZ EN A ZZ SL N \ af re, Fk Pad = Rani er EE enn tan zz nn E 2 5 Ef 4 NA, || \\ Ef n | Í ) _— Ì ZN | 1 @ 2 U La En {5 / Lt 7 | | OLEN 5 4 ad Le NN 1 fiets hav SD Nl ien 5 auto Ll Ü Ls TT Ü) LJ Lm Ï 7 KEELEELEEDEELE OV/bus —4 | 9 Ze 5 \ > {Dy 2D IJ \ BEN bushalte 9 LD if . Ì 3 U \ Dn lt \ Ll ij \ s Ï d . £ omst 7 Verkeersroutes, toek 40 an 5 EE ORE De MTBE dn 4 mn el gien U El ES SE a ET E or Pe pi Er Ë É eek ek ib. 8 Pe AE ò es Ff 8 me à Kd EN Le B Rene eg ee geerd a ch: zE d E. 0 ha van kan: zel k E ú. Ee Et Ah: f _ Mar rn nd Fi : 4 ke aje En ei Ae Ee SE Ed i Pe A ONE SAS E SET STAEEE en hs Beet te / ET Ed ele MAL AOEAAERNE ‘ en zie EK K ASIL a BR AR AE pe kn EL EE Ne zeden hi Î ij „ ALE ij Fi 4 | Ak Ei Ee - d î | ad LE E Ë PE OE Mer deel 5 Wi, AN N u st: SEL Lel gs, Jel, | | 1 B Pa At He L a En an ä , - = Ne aa ie DN ENE Se ek gc Dn : ra En IN E NN WJ EREN 0 AE ® 3 ij ei ú En ia ee ine J es 1 hs 3 n | ee =r r GEEN ke il en eN me n rn nn en nn e en ar . ee es en ne BN ee ne men N WSE el pn e gn — eenen an ee een Ee ; en Ee - = Sn os "SE eci „a nn ee E ne Gh in ere 4 pr : _- en er …n E an Ze Pr, Ee NE = | il es a … en | Mn Td en en a nen ea (5 an boven: Onderdoorgang van de President Kennedylaan naar het park boven: Ventweg langs de President Kennedylaan onder: Fietsroute langs de Fordlocatie onder: Aansluiting van de ventweg op de fietsroute door het park dn Kn ej E Ed ki E En TE Te ri ra ke Ri p en BET Ei, ä ol fe EF: Ô ni BAR en Ae 4 Hd ER } ij ir HN 4 = E ee Nd el Ae a te LN ed EEA et: ET KM eN B De ere, Cmt Ce Ek OE We DA A0 PAN A Ee KR en Reet EAU U Ae 0 5 WR : Torne ea ir ne iP AE Ke And en a à Be KE } fik = e Er ee ae k. E er KE $ Ear - e f d ú Fe , 8 Lj in nd rid Ae | N (n ke 7 : 5 s Bn he en re E Sat Lan L ere Ei = AMA AL: ic: Ke Ne ONNA ee ED Ce ee 2 Nt £ et B te REE Vein eed | | EEL Ul EE nr es rd, evn Lith! he EP 5 hei MM aid AN EE ME a Ten WAE ae 1 am eee HD k ze Ee Rn 7 BEE et dre dl à G jr 5 ii D [5 cl Rr Tt ek ' : el ek: | Fn hd Eee he ie ms à ' : Daad RE Eh ' te en Et b Kid Fi j En TS ee cn Ee en tn: - Ra Ik: : De mn eeen en VOE Wa: : n 2d E 5 EEE ir _ rn ee > ne à NT > nn BE in meer E ria Ed AFS Ee, En sz in 4 a El me EM EE Rae as Ee - e= E ze en Ee pe Ee : lij l d LE en: 3 N ener T 4 Es p _ pn 2e te at Pe KN : 41 nn 9, U Ö me Ù LL L A ih TT A | u ne \ \ ee AN \ \ en en | Gl AK L n en \ \ \ / ! | NN Tt \k Î Ì \ oe ee le \ \ \ \ \ _ \ \ \ Î / \ \ En FA EE a ea ad ea Af \ | ii — L TT Den Le | En! \ Vo \ \ Hi aA tf N EEE ZO en nn An AE 5 Febe LE rn! } | (A VA \ VA FEED EEH Eea A A M EEE Et Wi KAA VAA AEN on, IN ELO Oee A ne Di Hi ij bet L| Ho Hi 1 || Li | EE A AN | VA a a | Lt n « Ï | | | | | \ 14 1 \\ 1 1 \ \ 1 Lj Li f N } FEED Ee AA Ae 4 Û EEE Et EAA TO 0 HEEEL EEE AAA EN | | | E 1 \ Lj Vi 1 1 | 1 \ OU HOE A a el ARR NX en EEE Ae AN 7 LS Tee EN ir Ls ON En Te fl Pd en, ZZ mm A E _ ‚ 7 nn nn Ne Île Á ’ LT 7 \ \ Dad ' | PE Es - 2 7 Ll \ TT re Lj } pn EA a ee | | ZE CH „A =H | EENS en 5 ) En 5 U, _ Pe] ws ZZ nn E A Í ! Ll Tl @) i ‚ . FOL EI (Li Np ) ed LS Ds | È me CRD > LJ _ TI Û ' En if , Le TT i Ll î — Lil ej 0 5 7 Ss 9 Í[ ij / 0 D oen / 7 T Ll : Dy Í In il , == en Ù . … . DD T —_—)} entree duidelijk 8 s Li Ï ï ) SS entree verbeteren of A Tm © ‚ > nieuwe entree maken 42 es er ge o 4 | Uitnodigende entrees If : De aantrekkelijkheid van een park begint bij logische en uitnodigende ingangen. Deze i ontbreken nagenoeg in de huidige setting. Met name de veranderende autoverkeersfunctie ke = 9 van de President Kennedylaan biedt legio kansen om meer en betere entrees tot het park ) _ Na 0 te cre&ren. | 5 % lj) Le B) Î / fis MW À en Ì Í ke B ER Entree van het Flevopark La : 17 1 ES es DN 4 AEN EEEN EEN Je PE Ni Be mee Re A) A ME en balk) Le e De Ei Ee Ki Nt Á 18 B ee se A Sin iS L\ A en Ae ECR A Ps er OE ee 4 RE ET KEN Nl hi DAs _Aateld Aln Ke A \ EN ee SE NN (en Bin nk WNA Kd At RR AAR Tt VA NN AD ERE a NOPE if a. | RM Ce del ij AE ZN RE a te Ent Meta 7 VN il AE Lien EE rs He FET: nt Rohe Bae nn Ae A EN f he] f jk ze Yo Wi Ea Ô En 5 re et en ne EA EE ae EE En ee Ee rerlg Ener vt Rn d ee En in 4 DE ar EM Kn ee aen ij Di nn B p) En Den ANT ENE OE Ke 3 EE â Zj 8 | ï Lj _ gn Beet d 5 le 7 Er = NE Ln 5 , ' zi me mi - En % Kete ne Ee en el 1 Ls 21 , en 5 | AN nd gn LL É Sm 43  Utrechtsebrug Nn à (5 ED - In de toekomst kan de Utrechtsebrug gaan functioneren en worden beleefd als een echte SS IS PE fh a stadsbrug zoals de Berlagebrug. Niet alleen wordt de brug heringericht ten gunste van Gps == he Per voetgangers en fietsers, ook de verblijfsfunctie (‘genieten van het uitzicht over de Amstel’) Pen Gen Ge zal worden versterkt. P Pan Ce ee En 1 Í SS Ne NS De Utrechtsebrug deelt het park in tweeën. Hoewel dit ook in de toekomst zo zal zijn, f - TS DS kunnen de verbindingen tussen de twee parkdelen worden verbeterd, onder andere door DN de onderdoorgang van de Utrechtsebrug te optimaliseren. Dit kan onder meer via het Ne vestigen van publieke functies onder de brug. vr DO AN ak OD Dof | =e LL ZS Ù / T Fe Pd A dn : | _\ se d en Ld pe Freeen u | CT 7 IE DS ar Í 1/2 TE Á, Se ee En hs SSS \/ E 44 TA 7 Î med end 8 7 G ï WL ES En / 4e PL a JR VS nd de ET 2 | ij ï te 3 An EN 6 GN Gt er Be Ie Aij Á Zi (om ER 4 5 4 p - RR P W/s t7 z ad Ee B) el AE A Ze le Dn. 4 lant” AA 1 Umed od Pr i / ee Mp Fe 4 ne De | 3 \ F5 5 Á Jd ; Ee nn d Jk 4 == z A 45 ‘Rijnplein’ a ok” af Pi Momma Het zuidelijke einde van de Rijnstraat is thans overwegend ingericht op het afwikkelen Re He TA VE van grote autoverkeerstromen. Straks kan hier een ‘Rijnplein’ ontstaan: nog steeds Li L ae ee Laats . . en .. K REE CREE toegankelijk voor verschillende verkeerssoorten, maar vooral ook fijn om er te verblijven, } ti ENE \ 5 ei ERE he Rij met veel groen en tal van publieke functies in de plint, zoals bijvoorbeeld enige horeca. bi RE oor Be Oa k en Ln À ik b Belangrijke opgave hierbij is het herstellen van de fysieke, psychologische en functionele ä EU END 3 nd relatie met het park en de Utrechtsebrug. ek KEA Et ie t & a ee 8 a Pp Ne 5 : : dar — E Î Vc 8 bet in PRE mn CE KE en De eee en ee B € ej 3 d ne : e hd 5 Er ae el Ee RE od jet KL \ - a - TE ER ER DEE Cees ZEN eN RED ee BERGEEND PET Eet ot \ BALINEES HEERE Ait et en EEEN \ 24 Ä Gn nd ° Ee, Ws … AL Ear OO r BEA Ke : ber AL eer El Î 2 Ee pi Ar Ee es \ x, E — 15E ID = DE à Ee pn En % … ij ap nf Ke ” . ES ee ANT Á 4 Ee Ef EN Ze Zicht op het ‘Rijnplein’ in de richting van de Utrechtsebrug Le 7 | Gt En \f 46 | | FRA Ie E r 8 | | f hi kh À ii er The AE RE nk NRA A Aaf Mn T nt nn L Ì , ‚/ ° mas | | Ï EE Sed 4 Sn Dn in, 3 | | F 4 | ' PS SJ Sd 8 Nd SS ed en di 4 = A ef N En en Ds / Ä ij = 5 Ee: D 5 d ' Le en Aen Ai J 7 : Ee, | AE nan ed | f , onl | \ ij kn ir er \ d Kk k Í EN ete n fn A 1 val h ij Î K Ns, LI, ir U \ kk (REEN Aen ej Ì TNS a\ | /) i A; A NJ hr A | , ds WE br 4 oen U Als AEL ES ment dts KE ú ZE di VAN A ik | a WE bai Ik is Pr B ed ha | ee 5 Nt hik / Er \ EN u Áf n nn E, m ee - d a En 8 " 3 a O7 Fe pe 8 ie ij BN S EN ee ze 47 d 8 ES De d . Oe ‚ nn reen md, } On _ Een Ì he gi a lj E , Ë . : ht FS EE PS … | a mt EN „ er ZR en da de HAS s - - r Te a 5 a di 4 . | _E n ee Hel k il e En re 5 pi BERDE ON Ù 4 REE ‚fi 5 Nl o EE It Ag ij ee WE si es EERE ied | A h ge ENDE INE DEERD \ À D : el ld derde EE We LD) # Ee dr. Ta ne eeN 1 - IJS SN : = - e 7 Ea g pe | Eer Lj 7 » pe F7 > 5 se - En e “ee 5 | E â Fordlocatie: hoge terreinafscheiding 48 EK: 5 ! "Ea er en a we #) ih Ke : DN 0 Len Mi A edn EREN aester 7 Kee Ad pn fl Ae jn on Ae LTN GAN On ER RR RE cinet ie MES Á L zm rd B) | it De Jd | In S 7 F ie in EN, | ai Zig makeni” pl Kf ni À 1% ES ee Ö ï en Lt Rn gl PE Lire id rn fi Û E an nat n : 1 er ee SE bd Jk zin Het onderzoek naar de herontwikkeling Wellicht is het mogelijk om een uitruil 3 OE Je van de Fordlocatie, in de oksel van de _plaatstelaten vinden tussen de Fordlocatie WL Ws ; En 2 Utrechtsebrug, vormt, door zijn omvang en de vrijkomende tijdelijke schoollocatie mn en eee en zijn strategische ligging, een cruciale nabij de President Kennedylaan. Een E i° ei Te rn rin opgave binnen het toekomstbestendig andere mogelijkheid is de locatie op te i EE TT maken van het MLK-gebied. Een van schuiven in de richting van de oksel van | ! | AE ee if de uitdagingen is om de plint van het de Utrechtsebrug, waarbij nog voldoende En Ae í k eel ‚ Hir pt mm mmm - Emme oe | tis rr ; Le gebouwde naar functie en vorm dienstbaar ruimte overblijft voor riante ingang & hEei _— ETT ad : te laten zijn aan de publieke ruimtes van het park. Door het opschuiven van 5 tE van zowel de President Kennedylaan als de Fordlocatie zou ruimte vrij komen mnd nn nn nn ei van het Martin Luther Kingpark en de voor landschappelijke inrichting en een ie | | | leje Utrechtsebrug. Voorts is de Fordlocatie bij betere relatie tussen het westelijke en ' A ol ze ae uitstek de plekwaar de toegankelijkheidvan het oostelijke deel van het park. Ook zou Wi k =: Ef 7 En Ne het park vanaf het ‘Rijnplein’ substantieel hiermee de polderstructuur van de Atek De ar pn DR zi kan worden verbeterd. Het behoort tot polder worden geaccentueerd en zichtbaar pe 8 Ee | te PC eat de ontwerpopgaven om op een slimme gemaakt. N in er en Pe ze en fraaie manier de hoogteverschillen Programmatisch wordt ingezet op Ei an De ek we Ù eN ei dE ME ij in' ï : : se 8 ra A ee ER Ens te slechten tussen het 'Rijnplein, de meervoudig ruimtegebruik waarbij Á BE hs tn hk WEE re PA À Ter ed PPE ad EA EM ed TE Mr kn rt dam mf ee 7 Utrechtsebrug en het park. wonen een hoofdrol speelt. Binnen Ns ek RR deg Rl et iet En ce : Perk Hiep hen É z 8 ä Er het woonprogramma wordt specifieke Ee MER er ai ; RE te u E ” aandacht gevraagd voor doelgroepen ME ee Een die in de knel zitten op de Amsterdamse dee Ml EK aeebel woningmarkt zoals zorgpersoneel, WM EN TAS MO od Er docenten en senioren. REN an NE De PA DTe | Hi ken rs 1 : re El 5 z k Pl 5 E EE J Pe TE 4 KT EN me rt ij en | EEEN A PEET ei. BA En T 5 5 we TE Ed En ee te, Ee Ni RN En Tee mr Ed Rn EE A . … . EE ee Aer À if Parkeerterrein bij de Fordlocatie de Kn en En SEK en a Pi F- EE, ee ER NS Kr AT ' 49 JR P, rp rd ES 4 £ ind ie ' 4 MOR ed 8 af a BE î Sr he Ne zn Ee 4 ì | ee De. \ kj} Eel 5 \ \ | “f d), J A 5 E Mi Id B ei k PAN rf Eb / 4 > f Wk B \ | V| Ù t En Oe en p Er Sn, ne 8 & Be BE Er A Di SN F / : EN pe / pe hen rl 5 pe LE \ Ô a E hi E E Mp le de dn 4 A, RR vS dn lede… en nT si ln rde PA or nn er Pe fp Re oek ì Ï m Û 8 e 0 u E , / VL if kn ie re Ë \ ee Rf: i =en ann v | 5 mrs, LN \ iN > ed er E e n d. ri + Dr Ld 22 5 E ied Ld En ä han En 50 EN Ni pn me dj 5 ae: Zwemvoorziening het De Mirandabad is De Mirandabad fysiek en psychologisch : To il volop bezig met plannen voor renovatie meer aansluiting vindt bij het park en de Be Ml, : en/of groot onderhoud van de buiten- en President Kennedylaan. Buitenschoolse ì En ae 8 ET Ad PE nm binnenbaden. Zo is het 50-meterbad lek en opvang Woest Zuid is nu gehuisvest in het Et EE TT nn : En moet het binnen afzienbare tijd gesloopt De Mirandabad en wil uitbreiden. Hiervoor 1 en herbouwd worden. In de plannen speelt is onderzoek gedaan naar de mogelijke > verduurzaming een prominente rol. locaties grenzend aan het terrein van het Toen het huidige De Mirandabad in de jaren zwembad waar de buitenschoolse opvang 1950 werd geopend lag het, net als het _nual gebruikvan maakt. Naast het optimaal park, aan de rand van de stad. Aangezien isoleren van de gebouwen is er voor de de omgeving van park en bad verstedelijkt, opwekking van warmte een studie gaande en de schaarste aan ruimte toeneemt, naar de realisatie van een Thermische zit in de plannen de uitdaging besloten Energie Oppervlaktewater installatie in de om te komen tot een optimaal bruikbare nabijheid van de Amstel. boven: Zicht op het De Mirandabad vanaf de ligweide (duurzame) zwembadvoorziening, en het Op middellange termijn zijn meer onder: Voormalige toegang tot het zwembadcomplex vanaf de President Kennedylaan terrein voor breder recreatief gebruik in structurele aanpassingen mogelijk. De ms nn - te zetten, met een beter te gebruiken gebouwen en buitenbaden van het De Wen Feline | Klk stuk stad als doel. Randvoorwaardelijk Mirandabad zouden wellicht kunnen GRENS bt Kd 3 EE is dat het De Mirandabad als stedelijke worden geoptimaliseerd langs de President GE Ei a disi voorziening goed en veilig moet kunnen Kennedylaan en/of de De Mirandalaan. De Wk : £ blijven functioneren. clustering van de bebouwde faciliteiten Oe e Zo zouden de binnen- en buitenbaden komt het gebruik van het De Mirandabad Se IBE dichter bij elkaar kunnen worden gelegd,en ten goede, geen groen gaat verloren en » EE / BE, 5 3 daarmee deels de bestaande afscheiding het meer aaneengesloten onbebouwd dn langs de President Kennedylaan kunnen _zwembadterrein voegt meer recreatieve an mmm r vervangen. Het is sowieso wenselijk dat het gebruikswaarde toe. a: B En NT EK =L MESI Bl ye NE | et ee EE TRASE AAN eh EN EN Ee 51 nm A\ \ AI, 5 ', 5 %, % En B . eN we % % 5 groene stadsentree we A \\ Ka ) en, A Am vn mn 3 NN ì Lj) mogelijke te vergroenen plekken mn r g p n | bestaande verharding jj te + estaande Langzaam NN b de Lang ee Verkeer verbindingen ek aan het water el plek h 52 Snelle resultaten ed E == TERS : EN G HN Op korte termijn zijn er verschillende ade Is Lal ed di kr maatregelen mogelijk om het park, en Me ” PN, rn tT 4 : Nn . DE er bier take B het parkgroen in het bijzonder, een flinke ne Te Mh Ô EN : ant ta ar î ‘boost' te geven. Eris snelle winst te behalen Rak es ah EEE MAER ' d door overbodige verharding te verwijderen ask ef 5 EE ' Ees : : dt Pra ed er eh en te vervangen door groen. Niet alleen is Ì " (be ER pd a, 3 groen. 4 CER NA A AD dit groen nodig voor het groeiende aantal | ef ar is 55 " Hi El he Tt Rl 4 VR ME a bezoekers, het zorgt er ook voor dat het Í ref rev ten rt Pi Need he ze ed En ps . . N “S kl % nn En Er Es nr A vile: gebied hoosbuien beter aan kan. Concrete Nt & SET i B d AE e je Pe AK î Ee ahl ij Hi 1 k. Ee crd me Ee eg p Fi gE ef dl voorbeelden van groenvermeerdering of Na TE fB kn el hen ih A En ld nb ee ” Ee En Ï i u9 a ne ee ei A Oak Ta Oc ' -verbetering zijn de geplande groenere 4 ERS RE et ide eere EAT ER E rl ' kre Hi niee hie AR ie he et tE in Le MPR HF eed aansluiting Van het Amstel Boathouse op Re rt an ee 7: 4 TN: Pek kn he On De eN Ps . …. l El: CP roe a EE rr AE oh er ee rt et leg het park, het vergroenen van de Zuidelijke RN NE il a on EA Be LA Mead EN EN 4 Red Pei DE AE ai en te EE er Wandelweg en het vervolmaken van de NN sf BEN er B tk pred OE Rad Mae A ki Amsteldijk als groene laan. kr AE TE ETATS if aad En ee at A Th dn di OEE En RRS RT EEND ar Ne EK erde en Voorts kan er worden geïnvesteerd in de Mlha * mh he Hed eene de ED "dl ne EE Oe lijk eek B ezonde toekomst van de bomen, waarbij We ak te, Ee ERR NEN lii he, ROAS Me het gaat om de bodem en de (grond) Ki ee UE 5 Re af Er zele ae rn eee Te En ee EL Le . . E Een Kring ide si an En FN EEE fide aj ke ri Et; Ben 5 Peru ti Ld ia | Dr a En E doe cd cre waterhuishouding. Ee , en RE Ee Ef tz ol isde AES EEE bin dl fr Ka Dia Bi ns Ee ek ek Ta de On et Kd a . . e5 Me f ke rd Ei eh Ee eo a zt Ei ie Maar ook de gebruiksmogelijkheden sr RE: in he sak Vn van het park kunnen binnen afzienbare d a dk tijd worden verbeterd. Zo kunnen er Lagen Gt am meer en aantrekkelijkere speel- en : er ì er wter! ee ni 5 sportvoorzieningen komen voor alledaags . ERR fn Le ar An EE ijn rd Ee hs ek EN EE EE een TE TN ded A, He HT, pe gebruik. ee gren bn NE ee Ad ge RE Voor één en ander is door de gemeente ze Me Hed 5 Dei ad ee 5 ei ei gd El a } î ee ae ° k el ne Nr: : , ee in 0 se li budget gereserveerd (zie pagina 7). AEK vre an er edt et en PR BE bne 53 MU, 2 4 Z z groene entree WS _ uns n Ô n — A (groene) metropolitane Nn Û 5 NO / plek n.t.b. 4 = 3 parkgebied Te ontsnipperen pT ATA A ZA i| p zwembadterrein optimaliseren > h ' de) verbinding verbeteren EN \ \ € = =__bebouwing clusteren ol / ° LV verbindingen mn 5 6 > verbeteren mn E mmm) entrees park verbeteren an u 4 & % plek aan het water « NN N= meer zicht op het water dr p: _ Uitgangspunten Ä GT polder accentueren 54 ee e 5. Visie op de toekomst van het gebied 5.1 Uitgangspunten Op de langere termijn is een aantal = De kwaliteit van het parkgebied structurele ingrepen in het Martin wordt verhoogd door vergroening, Luther _Kingpark-gebied nodig. De herschikking van functies, vergroting ‘landschappelijke geleding’ is een van de openbaarheid en bruikbaarheid. bruikbaar instrument bij de aanpassing van = De herschikking van functies zal het gebied. Het verbeterde parkgebied gevolgen hebben voor zowel zal de verdichtende stadsomgeving bebouwing als onbebouwde ruimte. faciliteren en de kwaliteit van de Kop van = Het realiseren van programma is de Amstelscheg vergroten. Op dit moment ondersteunend aan het park en is geen NEEN EE is het parkgebied versnipperd. Grote delen doel op zich. 7 Ae NE à EE, am van het park zijn niet openbaar toegankelijk. = Grote winst wordt behaald door 5 Rl | Be lr > De locatie rondom de Utrechtsebrug is het verbinden van de bestaande on EN en ‚kk n in de Structuurvisie aangewezen als een parksnippers. Hierdoor wordt het Ka AV EN eet Ke ‘metropolitane plek’. Daarom zijn de ‘herbergend vermogen’ van het park Ne Kadt ; ER ' Bn volgende visie-uitgangspunten, gericht sterk vergroot — veel meer mensen dan „Sn ak et KR Mires EN hi op het ontsnipperen van het gebied, van nu kunnen er op een aangename wijze bide â belang: gebruik van maken. MF N =* Het parkgebied wordt klaargestoomd = De ligging van het parkgebied aan het | ee), B voor een hoogstedelijke toekomst water wordt beter benut waardoor de & di waarbij het label ‘metropolitane identiteit van de Amsteloever wordt rn btk kr re _e I plek’ zal zorgen voor een brede versterkt. et ME en pn á Zed | KE else, bewustwording van de bijzonderheid = _Het'Rijnplein'is een belangrijke schakel ee in bee TB nnen van de plek. tussen de Rijnstraat en het Martin Aen Be ei, e € Aes SER Ee = Het parkgebied wordt een belangrijke Luther Kingpark en zal goeddeels (Mt een Ì hd ES Ji 5 3 En: oe ed dl V el schakel tussen de ‘oude stad’ en de worden ingericht als verblijfsgebied. nege ns ek, | ‘nieuwe’ aan de overzijde van de = De Atekpolder zal landschappelijk el Ü — amd ik, Amstel. worden geaccentueerd en meer ge ==" el Nee = Door het parkgebied te verbeteren bijdragen aan de beleving van het park : 5 wordt de relatie tussen het groen, en de waterkwaliteit en — opvang. het water en de omliggende buurten = Nieuwe fiets- en voetgangersroutes : set 5 versterkt; zullen bijdragen aan het recreatieve nr mn gebruik van het park. n= De sport- en beweegmogelijkheden in het gebied worden versterkt. 55 1 U 1 Sn, = % AN z @ groene entree, = na pn %, __E pschonen jn 1 OJ S , î as EO 1 1 1 D /== E (groene) metropolitane // ) plek n.t.b. 1 1 L 4 f dj , samenhang park En id 4 _ A Áj vergroten En et, MLI uy ZZ „9 In Le # bad . 5 , „7 zwembadterrein, > KOR p Ó verbetering inpassing AE p EK De . mn A ee % e — == kansen voor inpassen LT A Br. « G 7 — benutten it _ en 5 \ > E 1 . K = |} Xe z En: 8 me En _ a Î ES N e KS \ Er 1 zoekgebied bebouwing ee - df . Ol A : E 3 A Ir 1 = = = t.b.v. ontsnipperen li RENEE EET S PS … | Gtaanrertra Ve Af LI Se © Á Ee 7 \_toetsingsgebied uitruil rr bp N benee k | Lie N i EOS Ee EN SS 4, Y | Ì OE ES \ de) onderdoorgang activeren - OENE — \ Grenenere} visuele relatie met park Se PEEKEL | mn mn n - d LV verbindingen B ie il 6 > verbeteren E Se Ns ee. ‚ —) Entrees park verbeteren ZS See dy ° hi X plek aan het water ne me + N= meer zicht op het water Toetsingskader C- polder accentueren 56 5.2 Toetsingskader Op basis van de uitgangspunten is een toetsingskader met de bijbehorende verbeelding opgesteld voor initiatieven in het parkgebied. Het initiatief/de ontwikkeling: = Draagt bij aan de geformuleerde uitgangspunten voor de toekomstvisie op het MLK-gebied; = Bevordert de sportieve en groen-recreatieve gebruiksmogelijkheden van het MLK-gebied; = Versterkt de verblijfskwaliteit van het MLK-gebied; n= Versterkt de (beleefde) sociale veiligheid in het MLK-gebied. Waarbij de bebouwing: = Bij een initiatief/ontwikkeling van buiten de Hoofdgroenstructuur dat wordt uitgeruild naar een locatie binnen de Hoofdgroenstructuur, alleen mogelijk is als de hoeveelheid verharding (inclusief bebouwing) binnen het ‘toetsingsgebied uitruil’ (zie kaart Toetsingskader*) niet toeneemt, hetzij als individuele ontwikkeling, hetzij in combinatie met andere kavelontwikkeling(-en); = Is gesitueerd aan de President Kennedylaan of aan de De Mirandalaan en blijft binnen het ‘zoekgebied bebouwing t.b.v. ontsnipperen' zoals aangeduid op de verbeelding; n= Is gesitueerd binnen de rooilijnen van de bestaande gebouwen aan de President Kennedylaan of aan de De Mirandalaan; = _ Maakt visuele relatie tussen de omgeving en het park mogelijk; = Heeft maximale bouwhoogte van 30 meter; = Is afzijdig en heeft geen achterkanten naar het park; = Is ontsloten vanaf de President Kennedylaan of De Mirandalaan:; * _ Gaat uit van meervoudig ruimtegebruik; = Bevat een plint, die geschikt is voor publieke functies; " Heeft eventuele parkeerbehoefte ondergronds of inpandig opgelost of op andere inpasbare/aanvaarbare wijze, zolang deze niet ten koste gaat van het parkgroen; = Heeft een landschappelijke oplossing voor eventuele terreinafscheiding en de ruimte rondom het gebouw; = Is zoveel mogelijk natuurinclusief ontworpen; Afwijking van deze criteria is alleen mogelijk in bijzondere gevallen, dit ter beoordeling door het college van B&W. 57 \ Ie | \ 2.460 m2 (tot Berlagebrug) \ | 5 380 m2 | A RS 1.030 m2 N Legenda 730m2 U HGS, Stadspark Û bestaand Û v Á HGS, Stadspark 4 toevoegen 7 HGS, Corridor Lj Á bestaand 270 m2 260 m2 P/ \Cerridor Ez ZL Á toevoegen / ee PL 5 ne ee ES HGS, Stadspark ï | OT ie af L_ | PS 10.740 m2 Toevoegen onbebouwd Stadspark: | Pp , 5 lo] M Ó S ij É 1200m2 / h B 7 Mogelijke kavelruil Stadspark: Sn Û Z Ton Î / ts, Oo DD 1.360 m2 Toevoegen onbebouwd Corridor Inventarisatie van de NN 8 Y Lj Ì optimalisatiemogelijkheden ° Ï N À > 58 e Het MLK-gebied en de Hoofdgroenstructuur Het groen van het plangebied is binnen de Het toetsingskader gaat uit van het Met het eventuele vrijspelen van de Hoofdgroenstructuur gecategoriseerd als (gedeeltelijk) herschikken van de huidige _Fordlocatie zou ca. 5.860 m?kunnen worden Stadspark. Voor deze categorie gelden de Hoofdgroenstructuur ter verbetering uitgeruildmetdeHoofdgroenstructuur. Aan volgende randvoorwaarden: van het functioneren van het de park. de President Kennedylaan zou in dit geval Daardoor wordt de Hoofdgroenstructuur een vergelijkbare perceelsoppervlakte Gebruik, gewenste beleving juist versterkt. Het toetsingskader voor de kunnen worden ontwikkeld. Dit principe Hoofdgroenstructuur (opgenomen in de zou ook kunnen gelden voor andere Een groene, park-tottuinachtige omgeving Structuurvisie Amsterdam 2040) biedt voor particuliere grondeigenaren indien zij in een stedelijke context. Specifieke deze herschikking formeel echter geen initiatieven hebben in het plangebied. voorzieningen voor diverse doelgroepen ruimte. zijn aanwezig. Natuurlijk elementen en tuin- en landschap architectonische kwaliteiten De omvang van de bestaande vormen bijzondere attracties. Hoofdgroenstructuur in het parkgebied is ca. 140.580 m?. Aan de bestaande Beleidsintentie Hoofdgroenstructuur kan sowieso 20.660 m? worden toegevoegd, door ‘verscholen’ Hoge bezoekersaantallen en hoge openbareruimtestussenennaastde private gebruiksintensiteit. De voorzieningen en percelen weer fysiek en psychologisch bij de ontsluiting moeten erop afgestemd het park te voegen. zijn zoveel mogelijk mensen te bedienen, zonder dat het groene karakter verloren Uitvoering van de (middel)lange termijn gaat. Parken mogen niet opgevuld doelstellingen van de visie kan gevolgen worden met verspreide, maar dominante hebben voor de contouren van de bebouwing. Hoofdgroenstructuur. Op basis van het toetsingskader zouden delen van het Inpasbare voorzieningen plangebied aan de Hoofdgroenstructuur kunnen worden toegevoegd, in ruil Geen parkeervoorzieningen. Oplossingen voor bouwmogelijkheden binnen de voor parkeren ten behoeve van huidige Hoofdgroenstructuur. Belangrijke voorzieningen moeten buiten het park randvoorwaarden zijn dat de omvang van gevonden worden. de Hoofdgroenstructuur niet afneemt De Amsteldijk is onderdeel van de en dat de kwaliteit van het groengebied Hoofdgroenstructuur en is aangemerkt als verbetert. “corridor”. 59 Colofon Gemeente je Amsterdam DS
Onderzoeksrapport
60
val
> < gemeente Raadsinformatiebrief | | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 7 maart 2023 Portefeuille(s) Volkshuisvesting, Duurzaamheid Portefeuillehouder(s): Zita Pels Behandeld door Directie Wonen, [email protected] Onderwerp Afhandeling motie 561.22 inzake communicatie gericht aan jongeren en studenten bij het isolatieoffensief van de leden Hofland en Aslami van D66 Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 21 december 2022 heeft uw raad motie 561.22 van de raadsleden Hofland en Aslami van D66 aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. Via andere kanalen zoals social media gericht op jongeren en studenten een boodschap te verspreiden die zowel gaat over de voordelen van energiebesparende maatregelen als over de manier waarop die maatregelen kunnen worden genomen. 2. Via deze kanalen ook te wijzen op ondersteunende maatregelen van de gemeente en het Rijk. Het college heeft als volgt uitvoering gegeven aan de motie: In janvari 2023 is een betaalde advertentie op social media ingezet om de verschillende bespaarmogelijkheden en de eventuele hulp van bijvoorbeeld buurteams onder de aandacht van jongeren te brengen. Met betaalde advertenties bereiken we doelgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in de volgers, zoals jongeren. Het betekent extra bereik en extra verkeer naar de website www.amsterdam.nl/energiekosten. Met de betaalde advertentie is de boodschap dagelijks zichtbaar geweest. De advertentie is getest op Instagram en Facebook in de laatste week van januari en heeft in de test al meer dan 19.000 jongeren en studenten in Amsterdam en Weesp bereikt. Er werd 452 keer doorgeklikt naar de website met bespaarmogelijkheden. De doelgroep jongeren is vaak moeilijk te bereiken en voor deze doelgroep is dit een goed resultaat. Op basis van de opgedane ervaring met deze proef wordt de betaalde advertentie op social media in de loop van februari 2023 uitgebreid en herhaald. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, / ‘C | / Zita Pels Wethouder Volkshuisvesting en Duurzaamheid
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 31 janvari 2024 Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected] Onderwerp Terinzagelegging ontwerp Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling) Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Het college heeft bij besluit van 5 december 2023 besloten tot het vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerp Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling). Het ontwerpbesluit ligt van 2 februari 2024 tot en met 13 maart 2024 ter inzage. Het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, de basisregeling 1. Aanleiding Op 1 janvari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Omgevingswet verplicht gemeenten om voor het gehele grondgebied één integraal omgevingsplan vast te stellen. Dat omgevingsplan bevat regels over de fysieke leefomgeving en over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Met het omgevingsplan komt er op gemeentelijk niveau één instrument dat regels bevat over de fysieke leefomgeving en over activiteiten die daarvoor gevolgen hebben of kunnen hebben. Met inwerkingtreding van de Omgevingswet, heeft Amsterdam automatisch een tijdelijk omgevingsplan gekregen, het ‘omgevingsplan van rechtswege’. Dat bestaat uit de huidige bestemmingsplannen samen met specifieke regels over bouwen en milieu die van het Rijk naar de gemeenten zijn gegaan. Vervolgens hebben we tot 2032 de tijd om een nieuw, samenhangend omgevingsplan te maken. Dat doen we in stappen: 1. Eerststellen we zo snel mogelijk de ‘basisregeling’ vast. 2. Vervolgens vervangen we vanuit die basisregeling stap voor stap de huidige bestemmingsplannen. Dat doen we per gebied. Ondertussen voegen we nog meer regels uit gemeentelijke verordeningen toe. Dit overgangsproces duurt tot 2032. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 2 van8 Met dit eerste Wijzigingsbesluit van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling) wordt dus een eerste grote stap gezet in de totstandkoming van één integraal omgevingsplan voor heel Amsterdam. Met deze wijziging wordt voorzien in het integraal voor heel Amsterdam vervangen van een grote hoeveelheid tijdelijke regels over onder meer milieubelastende activiteiten en het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken. Daarbij wordt tevens voorzien in het vervangen van de Hemelwaterverordening Amsterdam. Verder wordt met de wijziging voorzien in opname van een groot aantal ruimtelijke regels, waarmee de komende jaren de bestaande bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen op geharmoniseerde wijze vervangen kunnen worden. Deze ruimtelijke regels worden wel vastgesteld, maar treden nog nergens in werking. Dat gebeurt pas bij het op een later moment vervangen van bestemmingsplannen. Meer informatie over het omgevingsplan en de basisregeling is opgenomen in de voordracht bij het vrijgeven van de participatieversie op 6 december 2022 en is ook opgenomen in de toelichting bij het ontwerpbesluit. Hieronder wordt ingegaan op de wijzigingen tussen voorontwerp en ontwerp. 2. Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling) Het Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling) wijzigt het omgevingsplan zoals dat tot dat moment geldt. Op grond van de Omgevingswet moet elke wijziging worden verwerkt in een nieuwe geconsolideerde versie (artikel 16.2 Omgevingswet). Die geconsolideerde versie is vindbaar en raadpleegbaar op zowel de Landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB) als in het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Daartoe wordt het wijzigingsbesluit digitaal aangeleverd. Het wijzigingsbesluit bevat alleen de wijzigingen. In het digitale stelsel wordt op basis daarvan een nieuwe geconsolideerde versie getoond. 3. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp De voorontwerpwijziging van het Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling), met de bijbehorende algemene en artikelsgewijze toelichting, heeft met ingang van 12 januari 2023 gedurende een termijn van acht weken ter inzage gelegen. Daarnaast zijn de stukken toegestuurd aan de vooroverlegpartners en de dagelijks besturen van de stadsdelen en het stadsgebied voor advies. Naar aanleiding van de terinzagelegging van de voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling), zijn er 16 inspraakreacties en 4 vooroverlegreacties ontvangen en hebben alle stadsdelen en het stadsgebied een advies uitgebracht. Op a1 juli 2023 heeft het college de Nota van beantwoording inspraak- en vooroverlegreacties en Nota van reactie adviezen stadsdelen en stadsgebied vastgesteld en ter kennisname geagendeerd voor de commissie RO van 27 september 2023. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 3 van8 Ten opzichte van de voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling) zijn veel wijzigingen en aanvullingen aangebracht. Heel veel van deze wijzigingen zijn van wetgevingtechnische aard. Daarmee wordt bedoeld dat de tekst of plaats van de juridische regel weliswaar is aangepast, maar dat er geen inhoudelijke wijziging mee is beoogd. Veel van deze aanpassingen zijn doorgevoerd naar aanleiding van reacties en adviezen die op het voorontwerp naar voren zijn gebracht. Heel veel andere aanpassingen zijn aangebracht op basis van voortschrijdend inzicht, al dan niet naar aanleiding van overleg met bijvoorbeeld VTH. Zo zijn bijvoorbeeld hoofdstuk 2 en 3 ten opzichte van het voorontwerp omgedraaid, enkel omdat dit tot een logischer regelopbouw leidt. Daarnaast zijn er enkele wijzigingen opgenomen om er voor te zorgen dat er op de goede manier gewerkt kan worden met een tijdelijk alternatief in verband met het nog niet goed werken van het DSO: de Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM- omgevingsplan). Inhoudelijk wijzigt ook hiermee niets. Het is ondoenlijk al deze technische wijzigingen in beeld te brengen. Voor technische wijzigingen die bij vaststelling ten opzichte van het ontwerp worden doorgevoerd zal dat overigens anders zijn. Dan zullen alle aanpassingen via renvooiweergave in beeld worden gebracht. Naast de technische wijzigingen zijn er naar aanleidingen van de zienswijzen en adviezen ook inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze brief. De hemelwaterverordening wordt ingetrokken In artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet is bepaald dat de Hemelwaterverordening tot het tijdelijk deel van het omgevingsplan behoort. Het voorheen geldende artikel 10.32a van de Wet milieubeheer gaf de bevoegdheid aan de gemeenteraad geeft om bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater. Dit artikel is niet teruggekomen in de Omgevingswet. Om een rechtsvacuüm te voorkomen, is deze verordening onderdeel gaan vitmaken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Voor de Hemelwaterverordening geldt dat daarin regels over bouwwerken zijn opgenomen die van toepassing zijn op zowel vergunningplichtige als vergunningvrije bouwwerken. De situatie zoals die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet is ontstaan, is voor wat betreft de vindbaarheid van de regels niet optimaal. Ze zijn onderdeel van het omgevingsplan van rechtswege, maar als zodanig niet vindbaar via de DSO-viewer. Vanwege de samenhang met andere regels over bouwwerken en de vindbaarheid daarvan is er voor gekozen de Hemelwaterverordening direct te integreren in het omgevingsplan. De regels zijn overgenomen in de basisregeling waardoor de hemelwaterverordening met inwerkingtreding van de basisregeling kan worden ingetrokken. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 4 van 8 Zienswijzen Volgens wettelijk voorschrift moet een ontwerpbesluit tot wijziging van het omgevingsplan voorafgaand aan vaststelling worden vrijgegeven voor terinzagelegging voor de duur van zes weken, met de mogelijkheid van het indienen van zienswijzen door een ieder gedurende deze termijn. De kennisgeving daarvan treft v aan in bijlage 2. Vervolg De zienswijzen zullen worden betrokken bij het opstellen van het definitieve besluit van de gemeenteraad tot wijziging van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam in verband met het voorzien van een basisregeling voor heel Amsterdam (Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling)). Dit besluit zal na de zomer aan u worden voorgelegd voor vaststelling. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke ontwikkeling Bijlagen 1. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp — inhoudelijke wijzigingen 2. Kennisgeving van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam in verband met het voorzien van een basisregeling voor heel Amsterdam (Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling)) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 5 van8 Bijlage 1. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp — inhoudelijke wijzigingen 1. Het voorontwerp bevatte een afdeling 2.3 met overgangsbepalingen met betrekking tot afwijkmogelijkheden, wijzigingsbevoegdheden en vitwerkingsplichten die in onder oud recht vastgestelde bestemmingsplannen staan. De betreffende artikelen waren één op één overgezet vanuit hoofdstuk 22 (de bruidsschat). Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22. 2. Het voorontwerp bevatte een afdeling 2.5 met algemene regels over het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen die voorheen door het rijk werden gesteld en die één op één waren overgezet vanuit hoofdstuk 22 (de bruidsschat). Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22. 3. Het voorontwerp bevatte een vergunningplicht voor het wijzigen van het gebruik van een niet-geluidgevoelig gebouw naar een geluidgevoelig gebouw, voor zover het gebruik als geluidgevoelig gebouw in overeenstemming was met het gebruiksdoel en de regels daarover (paragraaf 2.4.5, verplaatst naar 3.2.6). Deze vergunningplicht had een ‘ja, tenzij-karakter; de vergunningplicht gold overal, behalve als de locatie niet binnen een geluidaandachtsgebied lag. Dit zou onbedoeld ook wijzigingen onder de vergunningplicht brengen die voorheen zonder vergunning waren toegelaten, of die, na onderzoek in het kader van een wijziging van het omgevingsplan, zonder nadere vergunningplicht bij recht toegelaten kunnen worden. Dat is ongewenst. De regeling is gewijzigd naar een ‘nee, tenzij'-karakter. De vergunningplicht gaat alleen daar gelden waar dat expliciet is bepaald. Op andere locaties geldt die vergunningplicht niet. Die vergunningplicht kan met name van toepassing worden gemaakt bij grotere gebiedsontwikkelingen, waarbij de definitieve invulling met bebouwing en situering van functies nog niet vaststaat, of waarbij sprake is van fasering. Voor initiatieven die concreet genoeg zijn, en waarbij functionele flexibiliteit gewenst is, kan bij de wijziging van het omgevingsplan, waarmee het initiatief wordt gefacilieerd, al finaal onderzoek plaatsvinden. Voor zover ‘dove gevels’ (mogelijk) nodig zijn, kan echter niet worden gewerkt met binnenplanse afwijkmogelijkheden. In dat geval kan wel een dove gevel worden voorgeschreven, maar kan (met het oog op de kenbaarheid voor de wegbeheerder) alleen met een buitenplanse afwijkvergunning (bopa) van die verplichting worden afgeweken. h. Subparagraaf 3.2.5.2 van het voorontwerp bevatte een vergunningplicht voor het oprichten van een bedrijf en voor het wijzigen van de bedrijfsvoering ervan. Deze regeling, die in het ontwerp is opgenomen in subparagraaf 2.3.6.2, is mede naar aanleiding van opmerkingen vanuit VTH aangepast. Het oprichten en wijzigen van een bedrijf wordt nu gereguleerd door algemene regels (met de mogelijkheid om af te wijken per maatwerkvoorschrift) in plaats van vergunningstelsel. 5. Artikel 2.56 van het voorontwerp bevatte kortgezegd, in navolging van artikel 22.25 van de bruidsschat, een algemene regel die het mogelijk maakte dat bestaande bouwwerken werden gebruikt voor huisvesting in verband met mantelzorg. Onder nieuw recht moet echter ook huisvesting voor mantelzorg in een bestaand bouwwerk worden getoetst op de aanvaardbaarheid van het geluid op de gevel. Een generieke toepassing als waarin was voorzien, is dan niet mogelijk. In een nieuwe paragraaf 3.2.7 wordt voorzien in een vergunningplicht, waarbij getoetst kan wordt Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 6 van 8 aan een beperkt aantal beoordelingsregels, waaronder geluid. Daarbij is er wel in voorzien dat locaties kunnen worden aangewezen waar huisvesting in verband met mantelzorg zonder vergunning is toegestaan. De vergunningplicht is niet van toepassing op bestaande mantelzorgwoningen. 6. In paragraaf 3.2.16 van het voorontwerp was een vergunningplicht opgenomen voor het wijzigen van de leiding, de druk of de vervoerde stof van een buisleiding met gevaarlijke stoffen. Hoofdstuk 3 en 2 zijn omgewisseld. Hoofdstuk 2 bevat regels waarmee onder oud recht vastgestelde bestemmingsplannen worden vervangen. Omdat deze vergunningplicht in dat hoofdstuk stond, zou deze vergunningplicht alleen gelden daar waar een onder oud recht vastgesteld bestemmingsplan zou zijn vervangen. Dat is niet de bedoeling, de vergunningplicht moet met het oog op veiligheid direct overal gaan gelden. Om die reden is de vergunningplicht opgenomen in een aparte paragraaf in het nieuwe hoofdstuk 3 (paragraaf 3.2.8), dat regels voor in beginsel heel Amsterdam bevat. 7. Aan hoofdstuk 2, dat hoofdstuk 3 is geworden, is een nieuwe paragraaf 3.2.9 toegevoegd dat strekt tot behoud van ambachtelijke bedrijven. Deze paragraaf is opgenomen naar aanleiding van een motie inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven. Met die motie, aangenomen in de raadsvergadering op 21 december 2022, heeft de raad het college opgedragen om te onderzoeken of een regeling in het omgevingsplan kan worden opgenomen met het doel een divers functieaanbod te garanderen en ambachtelijke bedrijven te behouden in centrumgebieden waar de druk op de leefbaarheid groot is. In de brief van 14 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders toegezegd om in de Basisregeling regels toe te voegen die behoud van ambachtelijke bedrijven beogen. Bij het gebiedsgewijs vervangen van bestemmingsplannen kan worden beoordeeld welke ambachtelijke bedrijven in welke gebieden behouden dienen te blijven. 8. Afdeling 4.2 bevat de regeling rondom de vergunningplicht voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Deze vervangt deels de vergunningplicht voor bouwactiviteiten van de Wabo. Zonder dat dit tot inhoudelijke aanpassingen leidt, is de opzet van dit onderdeel is aanzienlijk gewijzigd, en van een nog meer uitgebreide toelichting voorzien. Dit mede naar aanleiding van de adviezen en reacties op het voorontwerp. g. Subparagraaf 4.2.4.5 van het voorontwerp (inmiddels subparagraaf 4,.2.4,.4) bevatte beoordelingsregels voor als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken betrekking heeft op bodemgevoelige gebouwen op bodemgevoelige locaties. Ten opzichte van het voorontwerp is sprake van enkele tekstuele en ondergeschikte wijzigingen, maar ook van een inhoudelijke wijziging. Er is een extra beoordelingsaspect toegevoegd dat inhoud dat het bevoegd gezag moet beoordelen of er naast eventuele verontreiniging waarbij de waarde toelaatbare kwaliteit wordt overschreden eventueel nog een (andere) verontreiniging aanwezig is die gezondheidsrisico’s geeft. Verder is een bevoegdheid toegevoegd om aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bodemgevoelig gebouw een voorschrift te verbinden, waarmee maatregelen kunnen worden voorgeschreven waarmee de bodem (of het gebouw) alsnog geschikt wordt gemaakt voor het beoogde gebruiksdoel. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 7 van8 10. Subparagraaf 4.2.4.7 van het voorontwerp (subparagraaf is gelijk gebleven) bevatte beoordelingsregels voor als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken betrekking heeft op geluidgevoelige gebouwen. Deze vergunningplicht had een ‘ja, tenzij'-karakter; de beoordelingsregel gold overal, behalve als de locatie niet binnen een geluidaandachtsgebied lag. Dit zou onbedoeld ook betrekking hebben op locaties waar eerder al een geluidgevoelig gebouw was toegelaten, of die, na onderzoek in het kader van een wijziging van het omgevingsplan, zonder nadere vergunningplicht bij recht toegelaten kunnen worden. Dat is ongewenst. De regeling is gewijzigd naar een ‘nee, tenzij’- karakter. De beoordelingsregel gaat alleen daar gelden waar dat expliciet is bepaald. Op andere locaties geldt die vergunningplicht niet. Hiermee wordt het uitgangspunt dat de finale gelvidbeoordeling wordt doorgeschoven naar de vergunningverlening, verlaten. Dat wordt de uitzondering. Die beoordelingsregel kan met name van toepassing worden gemaakt bij grotere gebiedsontwikkelingen, waarbij de definitieve invulling met bebouwing en situering van functies nog niet vaststaat, of waarbij sprake is van fasering. Voor initiatieven die concreet genoeg zijn, kan bij de wijziging van het omgevingsplan, waarmee het initiatief wordt gefacilieerd, al finaal onderzoek plaatsvinden. Voor zover ‘dove gevels’ (mogelijk) nodig zijn, kan echter niet worden gewerkt met binnenplanse afwijkmogelijkheden. In dat geval kan wel een dove gevel worden voorgeschreven, maar kan (met het oog op de kenbaarheid voor de wegbeheerder) alleen met een buitenplanse afwijkvergunning (bopa) van die verplichting worden afgeweken. 11. In paragraaf 4.2.4 is aan de beoordelingsregels een subparagraaf 4.2.4.14 toegevoegd dat betrekking heeft op bouwen ter plaatse van de aanduiding 'belemmeringengebied buisleiding gevaarlijke stoffen’. Dit met het oog op veiligheid. 12. Het voorontwerp bevatte een afdeling 4.3 (verplaatst naar afdeling 4.4) onder andere allerlei regels over aansluitplichten op nutsinfrastructuur geschrapt. Het betreft regels die oorspronkelijk op rijksniveau werden gesteld en die bij wijze van bruidsschat in hoofdstuk 22 zijn geplaatst. Er is voor gekozen ze daar te laten staan. De betreffende artikelen waren één op één overgezet vanuit hoofdstuk 22. Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22. 13. Het voorontwerp bevatte een paragraaf 4.3.1, 4.3.2 en 4.3.3 met algemene regels over het verrichten van werkzaamheden en het bouwen en in stand houden van bouwwerken, die voorheen door het rijk werden gesteld en die één op één waren overgezet vanuit hoofdstuk 22 (de bruidsschat). Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22. Alleen de regels met betrekking tot repressief welstandstoezicht zijn in hoofdstuk 4 gebleven (in afdeling 4.4). 14. Hoofdstuk 7 was in het voorontwerp nog leeg, maar inmiddels inhoudelijk gevuld met regels. Kort gezegd wordt hiermee een vergunningplicht in het leven geroepen voor het aanleggen of wijzingen van gemeentewegen en lokale spoorwegen. De beoordeling beperkt zich tot het aspect geluid. Deze vergunningplicht gaat alleen gelden op locaties waar het onder oud recht vastgestelde bestemmingsplan is vervangen. 15. Aan hoofdstuk 9 (was in het voorontwerp nog hoofdstuk 10) zijn ten opzichte van het voorontwerp regels toegevoegd over het lozen van brijn op het riool of in de bodem (subparagraaf Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024 Pagina 8 van 8 9.3-2.23). Brijn is afvalwater afkomstig van het zuiveren van water door omgekeerde osmose of ionenwisselaars. Deze activiteit kan bij verschillende bedrijfstakken voorkomen. Het afvalwater (brijn) bevat veel zout (chloride), en kan ook andere ongewenste stoffen bevatten. Chloridehoudend afvalwater is schadelijk voor de riolering en de pompen die daar deel van uitmaken, en kan leiden tot verzilting van de bodem. Dit is op Rijksniveau niet adequaat geregeld. Subparagraaf 9.3.2.23 ondervangt dit. 16. Verder is aan hoofdstuk g is afdeling 9.4 toegevoegd dat regels bevat over bodembeheer en activiteiten in en op de bodem. 17. In de voorontwerpversie was hoofdstuk 22 niet opgenomen. Hoofdstuk 22 bevat de bruidsschat: de regels die op rijksniveau komen te vervallen, en die bij wijze van overgangsrecht in het omgevingsplan zijn geplaatst. Deze bruidsschat is vitgangspunt voor de wijziging. Heel kort samengevat wordt er als volgt mee omgegaan: a. In afdeling 22.2 opgenomen algemene regels die overkomen vanuit het Bouwbesluit, blijven in hoofdstuk 22 staan. b. In afdeling opgenomen regels over de vergunningplicht voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken wordt vervangen door met name afdeling 4.2. c. Afdeling 22.3 is inhoudelijk in overeenstemming gebracht met de instructieregels Bkl en opgenomen in hoofdstuk g. Afdeling 22.3 blijft voor een groot deel wel de oorspronkelijke inhoudelijke regels bevatten. Die regels blijven van toepassing op milieubelastende activiteiten waarvoor op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving een vergunningplicht geldt. Dit in verband met de noodzaak een milieveffectrapportage te doen. Totdat door het ministerie een mer-procedure is doorlopen, blijft ook afdeling 22.3 op die bedrijven van toepassing. Het gaat op dit moment om 151 bedrijven. Voor alle niet-vergunningplichtige milieubelastende activiteiten geldt uitsluitend hoofdstuk g. d. Afdeling 22.4 bevat regels over het wijzigen van een weg met het oog op geluid, en blijft daar achter voor die gebieden waar het onder oud recht vastgestelde bestemmingsplan nog niet is vervangen. e. Afdeling 22.5 bevat allerlei overgangsrechtelijke bepalingen, die van toepassing zijn op instrumenten, opgenomen in onder oud recht vastgestelde bestemmingsplannen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
8
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1129 Publicatiedatum 23 september 2016 Ingekomen onder Al Ingekomen op 14 september 2016 Behandeld op 14 september 2016 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Glaubitz inzake de Watervisie Amsterdam 2040. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Watervisie 2040 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 874). Kennis genomen hebbend van de brief van wethouder Kock van 12 juli 2016 in zake beantwoording openstaande vragen Watervisie Amsterdam 2040. Constaterende dat het wenselijk is dat de tekst van de Watervisie Amsterdam 2040, inclusief de aanvullingen zoals opgenomen in voornoemde brief van wethouder Kock, in overeenstemming is met de tekst van de raadsvoordracht. Besluit: in de raadsvoordracht Vaststellen Watervisie Amsterdam 2040 onder Ad 2 Nota van beantwoording en wijzigingen: 1. in paragraaf a. Amsteloevers: Weesperzijde, Omval en Amsteldijk op pag. 3 de derde zin, beginnend met de woorden "Dit is een lange termijn ambitie.…” te vervangen door de volgende zin: "Dit is een lange termijn ambitie voor de komende 25 jaar die beoogt meer open ruimte aan de Amsteloevers te creëren door het — uitsluitend op vrijwillige basis — verplaatsen naar een alternatieve locatie van enkele daar thans nog liggende woonboten. Ook voor eventuele verwijdering is vrijwillige basis het uitgangspunt.” 2. hetlaatste gedeelte van de paragraaf, beginnend met “waarbij verplaatsing … komt te vervallen; 3. in paragraaf h. IJ-Oost: zone KNSM- en Kompaseiland op pag. 5 te vervangen door de volgende tekst: 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1129 Moti Datum 23 september 2016 otie “Bewoners van het KNSM-eiland zijn over de voorgenomen herinrichting van de locatie voor beroepsvaart aan de Sumatrakade in gesprek met het Havenbedrijf en Bestuurscommissie Oost. Het IJ tussen de kades van Java- en KNSM-eiland en de vaargeul is bestemd voor wachtplaatsen binnenvaart, ligplaatsen passagiersvaart en woonboten. Eventuele herinrichtingen of herbestemmingen op het water vinden in overleg met de belanghebbenden plaats. Het college schrapt de potentiële locatie voor ligplaatsen voor riviercruise in de zone tussen Kompas-en KNSM-eiland, met name omdat hier geen ruimte is voor touringcarhaltes en omdat de Haven het niet ziet zitten.” Het lid van de gemeenteraad B.O.J.R. Glaubitz 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam T AR % tijdelijke algemene raadscommissie % Gewijzigde Agenda, woensdag 4 juni 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de tijdelijke algemene raadscommissie Tijd 09.00 tot 12.30 uur en van 13:30 tot 17:00 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Opening inhoudelijk gedeelte 5 _Inspreekhalfuur publiek 6 Actualiteiten en mededelingen 7 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam tijdelijke algemene raadscommissie TAR Agenda, woensdag 4 juni 2014 Openbare Orde en Veiligheid 8 Begroting 2015 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nr. BD2014-004823 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014). e Gevoegd behandelen met agendapunt 9. 9 Jaarrekening 2013 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nr. BD2014-004819 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014). e Gevoegd behandelen met agendapunt 8. Financiën 10 Jaarrekening 2013 Gemeente Amsterdam Nr. BD2014-004905 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014). e Jaarrekening gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 12. e Jaarrekening, aanbiedingsbrief, overzicht specifieke kosten alleen voor raadsleden in hardcopy bij de fracties afgegeven. 11 ACAM Rapporten e Gepubliceerde ACAM rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2013 van diensten en begrijven (voor zover aangeleverd bij de griffie). - AEB -__ DIVV - _ Generaal verslag jaarrekening 2013 Gemeente Amsterdam - DMO -__ DMC - __DBGA - GGD - __ Dienst Metro - _ Dienst ICT -__DWZS -__DWI - Dienst Zuidas - __ Stadsdeel Noord - Stadsdeel Zuidoost - _ Stadsdeel West - Stadsdeel Centrum - __ Stadsdeel Nieuw West - Stadsdeel Oost - __ Stadsdeel Zuid - __ Waeternet 2 Gemeente Amsterdam tijdelijke algemene raadscommissie TAR Agenda, woensdag 4 juni 2014 - __ OGA e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Rapporten gevoegd behandelen met agendapunten 10 en 12. e De rapporten worden niet in hardcopy verzonden. Raadsaangelegenheden 12 Vaststelling jaarrekening griffie 2013 Nr. BD2014-004903 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014). e Gevoegd behandelen met agendapunten 10 en 11, 13 Vaststelling van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over 2013 Nr. BD2014-004972 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014). 3
Agenda
3
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid L Agenda van de openbare Commissie Leefomgeving en Economie van 3 februari 2015 Vergaderdatum dinsdag 3 februari 2015 Tijd 20:00 - 23:00 Locatie Commissiezaal; President Kennedylaan 923 Voorzitter Dhr. R. Piers Bestuursondersteuning Dhr. M. Westeneng 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen 3. Spreekrecht belangstellenden 4. Vaststellen verslag van de vergadering van 2 december 2014 5. Toezeggingen en termijnagenda 6. Vragen over actualiteiten aan het DB 7. Voorlopig Ontwerp herinrichting Frans Halsbuurt (ter bespreking) 8. Omgeving Sarphatipark: opheffen fietspaden (ter bespreking) 9. Advies experiment parkeerduurbeperking Buitenveldert Noord (ter advisering aan het algemeen bestuur) 10. Sluiting 1 Commissie Leefomgeving en Economie - dinsdag 3 februari 2015 Ter kennisname stukken De ter kennisname stukken worden u digitaal aangeboden en worden in twee- voud ter inzage gelegd op het stadsdeelkantoor aan de Pr. Kennedylaan 923. - OAIS Frans Halsbuurt locaties, Voorlopig Ontwerp - Meerjarenonderhoudsprogramma groen - Meerjarenonderhoudsprogramma spelen - Fietsparkeerdrukonderzoek Noord-Pijp 2014 - OAIS Hoofddorppleinbuurt 7 locaties: Definitief Ontwerp - Programma van Eisen en Voorlopig Ontwerp Sarphatipark Westzijde - Het Nieuwe Winkelen 2
Agenda
2
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid % Z Agenda van de Commissie Leefomgeving en Economie van 10 maart 2015 Vergaderdatum dinsdag 10 maart 2015 Tijd 20:00 - 23:00 Locatie President Kennedylaan 923; Zaal 1.32.02. Voorzitter Dhr. R. Piers Bestuursondersteuning Dhr. M. Westeneng 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen 3. Spreekrecht belangstellenden 4. Vaststellen verslag van de vergadering van 3 februari 2015 5. Toezeggingen en termijnagenda 6. Vragen over actualiteiten aan het DB 7. Programma van Eisen en Voorlopig Ontwerp Sarphatipark Westzijde (ter bespreking) 8. Nota van Uitgangspunten Van Woustraat (ter bespreking) 9. Parkeerbalans (ter bespreking) 10. Verkeersveiligheidsplan 2015-2018 (ter bespreking) 11. Noodbrug bij stremming van de Brandweerbrug (ter bespreking) 12. Vervolg ontwerp Frans Halsbuurt (ter bespreking) 13. Sluiting 1 Commissie Leefomgeving en Economie - dinsdag 10 maart 2015 Ter kennisname stukken De ter kennisname stukken worden u digitaal aangeboden en worden in twee- voud ter inzage gelegd op het stadsdeelkantoor aan de Pr. Kennedylaan 923. - Jan Luijkenstraat: Definitief Ontwerp - Definitief ontwerp De Mirandalaan: herinrichting voorplein zwembad - Definitief ontwerp P.C. Hooftstraat - Aanwijzing tijdelijke staanplaatsen t.b.v. Pilot Foodtrucks - Instellingsbesluit maandelijkse Museummarket - Instellingsbesluit vergroting Minervamarkt - Brief (KABINET) 2
Agenda
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1283 Datum akkoord 19 november 2015 Publicatiedatum 20 november 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 28 mei 2014 inzake het toenemende aantal wietplantages in Amsterdam. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster: Het Parool berichtte op 26 mei 2014 over de toename van het aantal wietplantages in Amsterdamse woonhuizen'). Zowel elektriciteitsnetbeheerder Liander als woningcorporaties bevestigen de stijgende trend. Amsterdamse woningbouwcorporaties traceerden in 2013 al 117 kwekerijen in sociale huurwoningen alleen, ruim 20% meer dan in 2012. De politie heeft geen cijfers voorhanden, maar betrokkenen zijn in Het Parool eensgezind: het aantal hennepkwekerijen groeit, of in elk geval het aantal plantages dat wordt gevonden. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 mei 2014, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan het college aangeven wat het totale aantal wietplantages is dat de afgelopen jaren in Amsterdams is getraceerd (zowel alle woningen als niet- woningen)? Waarom kan de politie geen cijfers overleggen? Met excuses voor de grote vertraging die de beantwoording van deze vragen heeft opgelopen vanwege andere ontwikkelingen op het softdrugsdossier, volgen hier de antwoorden. Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van de gegevens van Domeinen Roerende Zaken (DRZ) (wettelijk bewaarder van inbeslaggenomen goederen, onderdeel van het Ministerie van financiën). Indien er een hennepkwekerij wordt ontdekt door de politie, zorgt DRZ voor het oproepen van een ontmantelingsbedrijf. De registratie wordt bijgehouden op eenheidsniveau; een uitsplitsing van de cijfers van DRZ naar de gemeente Amsterdam is niet mogelijk. In de periode van 1 januari t/m 30 juni 2015 heeft DRZ 232 keer de opdracht gegeven om een hennepkwekerij te ontmantelen in de eenheid Amsterdam (gemeenten Aalsmeer, Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel). In geheel 2014 was dit 378 keer. De cijfers over 2013 zijn niet 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing does Gemeenteblad Datum 20 november 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 28 mei 2014 volledig maar in 2013 zijn er circa 320 hennepkwekerijen ontmanteld. Gegevens over voorgaande jaren zijn bij DRZ niet beschikbaar. Het is niet bekend hoe vaak een hennepkwekerij in een woning wordt aangetroffen. Geschat wordt dat dit bij het grootste deel (circa driekwart) van de aangetroffen hennepkwekerijen in de gemeente Amsterdam het geval is. In hoeveel van de gevallen het hier gaat om een sociale huurwoning is niet duidelijk, dit wordt niet apart geregistreerd. Een grove schatting is dat het ongeveer de helft van de woningen betreft. Aan het opsporen van illegale hennepkwekerijen wordt in het (ook door de gemeenteraad vastgestelde) Regionale Veiligheidsplan 2015-2018 beperkte prioriteit toegekend, mede daarom wordt er incidenteel opsporingscapaciteit op ingezet en is de registratie daarop ook niet ingericht. 2. Hoeveel branden zijn er de afgelopen jaren in Amsterdam geweest die zijn veroorzaakt door de aanwezigheid van een wietplantage? Antwoord: In de afgelopen 5 jaar zijn er bij 52 branden in de regio Amsterdam-Amstelland hennep- of wietplantages aangetroffen. Directe causaliteit is niet altijd vast te stellen, omdat niet geregistreerd wordt op hennepplantage. Het aantal is dus afhankelijk van de zoekterm in het systeem. In veel gevallen is geconstateerd dat er brand was op een plek waar ook wiet/hennep (met of zonder plantage) werd aangetroffen. Van 18 van deze incidenten zijn ook rapporten gemaakt door de brandonderzoekers van de brandweer Amsterdam-Amstelland. In een paar hiervan lag de oorzaak vermoedelijk bij gebrekkige technische apparatuur van de plantage. In een enkel geval was de brand aangestoken om sporen uit te wissen. Van de 52 branden zijn er zeker 40 in woningen geweest. 3. In het artikel van Het Parool wordt vooral ingegaan op wietplantages in corporatiewoningen. De politie signaleert dat in sommige delen van het land, de wietteelt zich grotendeels verplaatst van huur- naar koopwoningen. Geldt dat ook voor Amsterdam? Kan het college aangeven hoe wordt omgegaan met wietplantages in particuliere huurwoningen en in koopwoningen? Hoe kan daar zo streng mogelijk tegen opgetreden worden? Wordt bijvoorbeeld bij een wietplantage in een koophuis door politie en justitie informatie daarover aan de hypotheekverstrekker gegeven zodat deze adequate maatregelen kan nemen? Antwoord: Zoals bij het antwoord op vraag 1 al is toegelicht, wordt aan het opsporen van illegale hennepkwekerijen in het Regionale Veiligheidsplan 2015-2018 beperkte prioriteit toegekend, mede daarom wordt er weinig tot geen opsporingscapaciteit op ingezet en is de registratie daarop niet ingericht. Informatie over hennepplantages wordt niet gedeeld met hypotheekverstrekkers. Bestuurlijk wordt in het belang van de openbare orde en veiligheid opgetreden tegen illegale hennepteelt door middel van het sluitingenbeleid, waarbij (niet-)publiektoegankelijke inrichtingen voor onbepaalde tijd worden gesloten en niet-bewoonde woningen voor drie maanden. Eigenaren van bewoonde woningen 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng does Gemeenteblad ummer = su . Datum 20 november 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 28 mei 2014 worden in beginsel eerst gewaarschuwd en bij herhaling binnen drie jaar wordt alsnog gesloten. In 2013, 2014 en 2015 werden respectievelijk 12, 24 en 38 woningen op last van de burgemeester gesloten in verband met aangetroffen hennepplantages. Het aantal waarschuwingen was respectievelijk 20, 53 en 47. Of hennepplantages in huur- dan wel koopwoningen worden aangetroffen is bij de woningen waarvan sluiting wordt verzocht niet geanalyseerd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam EZ P % Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie % Agenda, woensdag 1 september 2010 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie Tijd 13.30 tot 17.00 uur Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Inspreekhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie van 30 juni 2010. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie.amsterdam.nl 7 Openstaande toezeggingen Zie ook agendapunt 11. 8 Termijnagenda Zie ook agendapunt 11. 9 Openstaande Schriftelijke vragen 10 Rondvraag - Tkn lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie EZ P Agenda, woensdag 1 september 2010 Economische Zaken 11 Opmerkingen toezeggingenlijst en termijnagenda cie EZP Nr. BD2010-005006 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 12 Initiatiefvoorstel Ruigrok, De Goede, Van der Heijden: Verminderen regels burgers en bedrijven. Nr. BD2010-004433 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen van het initiatiefvoorstel. 13 TKN brieven eerste commissie EZP (Brief negen straatjes) Nr. BD2010-004327 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer De Goede (GrLi). 14 Effectrapportage Giro Nr. BD2010-004579 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De commissie OZK is hierbij uitgenodigd. Waterbeheer 15 Aanleg van een fietspad aan de noord-oostgrens van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) Nr. BD2010-003214 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Dienstverlening 16 Tarieven CCA en Kostenverdeling Digitaal Loket en Zoek een Collega voor 2011 Nr. BD2010-004330 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van duo-raadslid de heer Klatser (Red Amsterdam). 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie EZ P Agenda, woensdag 1 september 2010 Bedrijven 17 Beschikbaar stellen van een krediet voor de verhuizing van Dienstverlening en Facilitair Management Nr. BD2010-003644 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht BESLOTEN DEEL 3
Agenda
3
train
x% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1072 Datum indiening 17 augustus 2020 Datum akkoord 18 september 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake uitbraak van de iepziekte in het Vliegenbos Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Naar aanleiding van een ongekende uitbraak van de iepziekte in het W.H. Vliegenbos is de fractie van de Partij van de Ouderen zeer verontrust geraakt. Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen: 1. Is het college bekend met de rapportage van Groenadvies Amsterdam BV, aangaande iepziekte in het W.H. Vliegenbos, waarbij Groenadvies stelt, dat het hier, voor Amsterdam, om een ongekende uitbraak gaat?* Toelichting door vragensteller: Uit de locatie van geplaatste feromoonvallen, pagina 4, blijkt één locatie, Meeuwenlaan bij de camping, eruit te springen. Daarnaast was er een sterk verhoogde populatiedruk op de locatie G.J. Ketjenweg. Antwoord: Ja, het college is bekend met genoemde rapportage. Wethouder Ivens heeft op 28 juli via de dagmail het rapport met een begeleidende brief aan de raad verzonden. Hierin is aangegeven dat er wordt gewerkt aan extra maatregelen om de iepziekte de komende jaren beheersbaar te houden. De aanbevelingen uit het rapport worden overgenomen en we leiden extra medewerkers op die met gespecialiseerde vakkennis de zieke bomen snel kunnen opsporen en direct verwijderen. Hiervoor zal mogelijk extra budget nodig zijn. 2. Bestaat hier een verband met door het stadsdeel in januari 2019 uitgevoerde vellingswerkzaamheden op het Rioolpad, afdeling 1L? (Zie recept voor een plaag; Y- onNoord.) https://www.facebook.com/notes/y-onnoord/het-recept-voor-een-plaag- door-ruud/3753012364713572/ Antwoord Nee, dit verband is er niet. Het stadsdeel Noord geeft aan dat langs het Rioolpad een iepenstam en een stapel iepentakken werden aangetroffen. Hierin werd geen iepenspintkever aangetroffen. t https:/Awww.tuinparkbuitenzorg.nl/wp-content/uploads/2020/08/rapportage_iepziekte_Vliegenbos 2020.pdf 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1072 Gemeenteblad R Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020 3. Bestaat er een verband met het vellen van iepen op volkstuincomplex Buitenzorg, door een aannemer, in februari 2020? Toelichting door vragensteller: Groenadvies heeft bij haar controles drie iepen aangetroffen die in 2018 of 2019 al waren afgestorven. In twee daarvan was “broed” aanwezig, zie pagina 5. Meerdere iepen aan de oostelijke zijde van het bos zijn al in 2018 of 2019 besmet geraakt maar niet opgemerkt, zie pagina 7. Wij zelf hebben kunnen constateren dat er al in augustus 2019 een zieke iep ter hoogte van het achterste toegangshek van de camping is geveld. Daarnaast werd op meerdere locaties iepenhout in het bos aangetroffen, zie pagina 6. De oorzaak van de problemen blijken in het bos zelf te liggen, zie pagina 10. Sinds minimaal 2012 is er sprake van één specifieke ambtenaar die zich, ondersteund door aanvullend personeel, bezighoudt met onderhoudswerkzaamheden in het bos. Deze mensen hebben allen een hoveniersachtergrond. Antwoord: Nee, dit verband is er niet. In het volkstuinencomplex Buitenzorg is door de gemeente twee maal een inspectie uitgevoerd om te zoeken naar stukken iepenhout of takken die mogelijke broedhaarden zijn. Daarbij is in drie tuinen iepenhout aangetroffen en éénmaal in een takkenril. Er is geen broed gevonden. 4. Is hier sprake van een personele invulling, waarvan je mag verwachten dat hun ervaring en vooropleiding voldoende specifiek gericht is om te kunnen voldoen aan de eisen om een bos met een dermate hoge risicofactor (30% iep) te beheren? Antwoord: De ambtenaren die zijn belast met het beheer van bomen in Noord (dus ook van het Vliegenbos) hebben de vereiste scholing, kennis en ervaring in het herkennen van iepziekte en het opsporen van broedhout. In 2019 en 2020 hebben extra medewerkers een training gevolgd, en dit aantal wordt nog uitgebreid. 5. Had er na het vellen, van de volop in het zicht staande iep, naast de camping in augustus 2019, preventief moeten worden geschouwd, tussen augustus 2019 en mei 2020, ter voorkoming van een uitbraak van iepziekte? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? Antwoord: Vanaf september is iepziekte niet meer goed te herkennen, omdat dan de herfstverkleuring optreedt. In droge zomers, zoals vorig jaar en ook dit jaar, wordt herkenning van iepziekte in augustus al lastig. In de winter is de iepenspintkever niet actief. Er moet worden gewacht tot het voorjaar om iepziekte vast te kunnen stellen. Preventief schouwen in de winter helpt dus niet om een uitbraak te voorkomen. Inspectie van iepziekte start jaarlijks zodra de iepenspintkever weer actief wordt bij een temperatuur boven 18°C. Dit jaar is de inspectie in het Vliegenbos begin april gestart. Er werden direct maatregelen genomen na constatering van iepziekte. 6. Dient er sowieso niet jaarlijks in het bos op iepziekte te worden gecontroleerd”? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? Antwoord: Meerdere keren per seizoen wordt op iepziekte gecontroleerd. Na constatering van iepziekte volgen extra inspecties in omringend gebied. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1072 Gemeenteblad R Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020 7. Is dit inmiddels verbeterd? Antwoord: N.v.t. Zie vraag 6 8. Wordt het voorgestelde iepenprotocol (werkwijze), zoals voorgesteld op pagina 11, overgenomen? Zo ja, wie houdt er toezicht op werkzaamheden van eigen personeel en aannemers? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De voorgestelde werkwijze wordt overgenomen als aanscherping van de stadsbrede afspraken in Amsterdam rond de bestrijding van iepziekte. De uitvoeringsvoorschriften worden overgenomen in de update van het Handhavingsprotocol lepziekte en in het Protocol Werkwijze lepziekte, als leidraad voor de aanpak van het volgende seizoen. De toezichthouders van de gemeente houden toezicht op werkzaamheden van eigen medewerkers en groenaannemers. 9. Wordt bij kapvergunningen iepen betreffende, verleend aan particulieren en aannemers, sowieso daadwerkelijk stelselmatig gecontroleerd of men zich aan de protocollen heeft gehouden? Toelichting door vragensteller: Het Vliegenbos wordt beheerd volgens een beheerplan, zie pagina 11. Dit beheerplan is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel d.d. 27 maart 2007, besluit 279861 A. Beheerplan Vliegenbos 2006. “Bestuurlijke context, een duidelijk beheerplan met een duidelijk eindbeeld en bijbehorende beheermaatregelen ontbrak nog”. “Doel van het bosbeheer is het in standhouden en versterken van de landschappelijke en ecologische kwaliteiten van het bos”, pagina 17. In 2004 is beheer en onderhoud middels de laatste professionele partij, Bureau Takkenkamp, beëindigd. Vastgesteld moet worden dat er aangaande beheer sindsdien weinig is gebeurt. Het bos is vanaf die tijd vooral gebruikt voor herinrichtingen en ambtelijke hobbyprojecten. Samen met leerlingen van het Clusiuscollege werd in het centrale deel van het bos een z.g. avonturenpad door de ondergroei uitgekapt. Tijdens een bezwaarprocedure werd door een van de verantwoordelijke ambtenaren beweerd dat dit conform het beheerplan was, want daarin was opgenomen dat het oorspronkelijk padenpatroon zo mogelijk moest worden teruggebracht. Antwoord: Bij de vergunningverlening voor de kap van iepen is in de voorschriften aangegeven dat de iep verwijderd moet worden conform de maatregelen zoals beschreven in artikel 5.10 van de APV, inclusief de sanctie bij niet naleven. Met steekproeven en aan de hand van meldingen wordt naleving gecontroleerd. 10. Kan (eventueel op tekening) worden aangegeven in hoeverre het nieuwe avonturenpad overeenstemt met het oorspronkelijke padenpatroon? Toelichting door vragensteller: Bosafdeling 1H is deels kaalgeslagen, voorzien van een berg zand, tuincentrum- natuur alsmede een kabelbaan en inmiddels platgelopen. De ingang omgeving Meeuwenlaan is, volledig in strijd met aanbevelingen in het beheerplan, omgebouwd tot park. Langs de daar gesitueerde voormalige Beatrixschool en langs het Rioolpad, afdelingen 1b (in 2017 al onderworpen aan de vijfjaarlijkse dunning) en 1l, werden in januari 2019, zonder vergunning, onder het mom van dunning, tientallen bomen geveld om aan klachten van bewoners en gebruikers tegemoet te komen. Aanwonenden van het Rioolpad en langs de Nieuwendammerkade gebruiken 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1072 Gemeenteblad R Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020 inmiddels op grote schaal, in strijd met eerder gemaakte afspraken, het bos oneigenlijk. Antwoord: Het Vliegenbos bestaat uit paden die op kaart staan aangegeven, en een aantal slingerpaden die door stadsdeel Noord, in afstemming met bewoners zijn aangelegd om het bos voor kinderen aantrekkelijk te maken, zoals achter het speeltuintje ter hoogte van het Bredero College, waar waarschijnlijk het avonturenpad mee wordt bedoeld. Dunning wordt hier uitgevoerd conform de Bomenverordening en het, door het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Noord in 2007 vastgestelde, beheerplan Vliegenbos (zie ook antwoord vraag 11). Bewoners van het Rioolpad gebruiken het groengebied langs de Nieuwendammerkade (zie ook antwoord vraag 12). Er is hierbij geen relatie met de iepenziekte. (zie ook antwoord op vraag 2). 11. Kan er worden aangegeven waarom vellingen niet zijnde gebaseerd op het beheerplan, niet vergezeld hoeven te gaan van een kapvergunning? Antwoord: Bomenkap in Amsterdam wordt uitgevoerd volgens de regels van de Bomenverordening Amsterdam waarbij als regel voor de kap van iedere boom een kapvergunning nodig is. In sommige gebieden is het nodig om een groep van dicht bij elkaar staande bomen te dunnen als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand(en). Een vergunning voor het dunnen is niet vereist als dit wordt uitgevoerd op basis van een beheerplan dat door het college is vastgesteld (artikel 1 sub d Bomenverordening). Voor het Vliegenbos is een beheerplan van kracht volgens besluit van stadsdeel Noord. Er kunnen, conform aanwijzing in de Bomenverordening, ook nog andere oorzaken zijn waarom bomen zonder vergunning gekapt mogen worden zoals bij gevaar voor verspreiding van ziektes (plantenziektenwet) of in geval van aantoonbare instabiliteit van de boom (noodkap). 12. Kan er worden aangegeven waarom niet op oneigenlijk gebruik wordt gehandhaafd, dan wel waarom hiertegen geen fysieke barrière wordt opgericht? Toelichting door vragensteller: De afgelopen paar jaar is de ondergroei in het bos stelselmatig bestreden, ten behoeve van de aanplant van bloembollen, andere siergewassen en sociale veiligheid (afdeling AJ). Antwoord: Het stadsdeel Noord heeft als reactie op signalen van oneigenlijk gebruik eind juli 2020 een brief verspreid langs de Nieuwendammerdijk. Daarin is aangegeven dat perceelgrenzen dit jaar worden onderzocht. Waar sprake is van oneigenlijk gebruik wordt actie ondernomen. Het verwijderen van de ondergroei in het bos wordt uitgevoerd ter verbetering van lichttoetreding in het bos voor meer biodiversiteit, waarbij wordt uitgevoerd conform het door stadsdeel Noord vastgestelde beheerplan. Het planten van bloembollen was een bewonersinitiatief ter verfraaiing van de reeds bestaande grasstrook langs een wandelpad. 13. Kan worden aangegeven in hoeverre dit strookt met de uitgangspunten in het beheerplan? Antwoord: Zie antwoord vraag 12 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1072 Gemeenteblad R Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020 14. Kan worden aangegeven in hoeverre het beleid aangaande sociale veiligheid met betrekking tot groen is gebaseerd op daadwerkelijk onderzoek en welke onderzoeken dat zijn? Antwoord: Sociale veiligheid met betrekking tot groen wordt vanuit gebiedskennis bepaald. Landelijk onderzoek naar het beeld over de gevoelde veiligheid of onveiligheid en hoe groen een rol kan spelen bij de werkelijke sociale veiligheid binnen en buiten de steden, wordt gevolgd. 15. In 2018 is de zuidoostelijke hoek van afdeling 2e, gesubsidieerd door een plaatselijke kunsthandelaar, deels geveld en heringericht tot “beeldentuin”. Kan worden aangegeven in hoeverre dit kon gebeuren zonder dat het bestuur van het stadsdeel hier ruchtbaarheid aan en/of inspraak op hoefde te geven? Antwoord: Stadsdeel Noord geeft aan dat het beeldenbos aan de oostrand van het Vliegenbos vanuit een bewonersinitiatief is ontstaan in 2015. Het initiatief kreeg een positief advies vanuit het initiatievenberaad in 2016. In 2017 werd er een gebruiksovereenkomst getekend tussen stadsdeel Noord en de Stichting Beeldenbos Noord met daarin afspraken over gebruik, duur, en onderhoud. Het beeldenbos is uiteindelijk opgenomen in de gebiedsplannen van 2018. Deze gebiedsplannen zijn door het stadsdeel Noord vastgesteld. Destijds is over de verschillende stadia van het plan inspraak geweest en gecommuniceerd. Oktober 2019 is de beeldentuin officieel geopend. Het bosperceel ernaast is gekapt vanwege de uitbraak iepenziekte. Hierover is gecommuniceerd. 16. In 2020 is door het bestuur de beslissing genomen om dwars door het midden van het bos een doorgaand fietspad aan te leggen. Omschreven als “fiets-voetpad”. Kan worden aangegeven in hoeverre deze beslissing correspondeert met het beheerplan en de voorschriften aangaande de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam? Antwoord: In het Beheerplan Vliegenbos staat met betrekking tot een fietspad het volgende: Aanbevolen wordt de aanleg van een fietsverbinding door het Vliegenbos, vanaf het Noorderpark (Meeuwenlaan) naar het Zijkanaal naar Nieuwendam en vervolgens de geplande fietsverbinding over het Zijkanaal naar het Rietland richting Schellingwoude. (…) Het Dagelijks Bestuur in Noord heeft geen beslissing genomen om dwars door het bos een doorgaand fietspad aan te leggen. Het stadsdeel heeft een besluit genomen om een bestaand voetpad te maken tot een voetpad waar de fietser te gast is. Het is geenszins de bedoeling een nieuw en/of een extra pad aan te leggen. Het beheerplan is niet van invloed op de hoofdgroenstructuur Amsterdam. 17. De volgende ambtelijke diensten zijn inmiddels, los van elkaar, betrokken bij vraagstukken betreffende “beheer” en onderhoud aangaande het bos. Stadsdeelwerk, Ingenieursbureau, Sociaal-culturele sector, Stadsecoloog, Bureau vervangingsopgave bomen, opsporing gevaarlijke bomen en waarschijnlijk zijn we er nog een paar vergeten. Bestaat er een, in bosbeheer geschoolde, overkoepelend coördinator met mandaat, die uit oogpunt van lange termijnbeheer één en ander in goede banen leidt? Zo ja, wie is dat? Zo nee, waarom niet? 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing 1072 Gemeenteblad ummer - =. Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020 Antwoord: Het Vliegenbos wordt als geheel beheerd en onderhouden vanuit de gespecialiseerde vakafdelingen en met geschoolde, ervaringsdeskundige groenmedewerkers uitgevoerd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 653 Datum akkoord 8 juni 2016 Publicatiedatum 10 juni 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen van 14 maart 2016 inzake duurzame overheidsgebouwen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 14 maart 2016 was op de website! van Binnenlands Bestuur te lezen dat er in kleine overheidskantoren meer gas wordt verstookt dan in vergelijkbare kantoren in het overige deel van de dienstensector. Ook gebruiken recent gebouwde overheidskantoren meer elektriciteit dan oudere overheidskantoren. Dit blijkt uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)°. Het gemiddelde gasverbruik per m° gebruiksoppervlakte is hoger in kleine overheidskantoren dan in vergelijkbare kantoren in de overige dienstensector. Zo verbruiken overheidskantoren in de oppervlakteklasse 1000 tot 2500 m? per jaar gemiddeld 13,3 m° per mé, terwijl kantoren in de overige dienstensector in deze oppervlakteklasse per jaar slechts 10,9 m?° per m? verbruiken. Onder de dienstensector vallen onder andere handel, transport, horeca, financiële diensten, onderwijs, zorg en overheid. Ook wanneer rekening wordt gehouden met de leeftijd van het gebouw, blijken kleine overheidskantoren nog steeds relatief meer gas te verbruiken dan vergelijkbare kantoren in de overige dienstensector. Overheidskantoren die gebouwd zijn in de periode 1994 en 2015 verbruiken relatief meer elektriciteit dan overheidskantoren van eerdere jaren, zo blijkt uit de gegevens. Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat gebouwen van recente datum meer gebruik maken van mechanische ventilatie in combinatie met warmteterugwinning en gebruik van ICT-toepassingen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: ' http://www.binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/nieuwe-en-kleine-overheidsgebouwen- verspillen.9524416 lynkx 2 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2016/kleine-en-nieuwere- overheidskantoren-verbruiken-meer-energie.htm verbeterblad 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer do uni 2018 Schriftelijke vragen, maandag 14 maart 2016 1. Heeft het college kennisgenomen van bovenstaand bericht? Antwoord: Ja, het college heeft kennis genomen van het bericht op de website van Binnenlands Bestuur over dat er in kleine overheidskantoren meer gas wordt verstookt dan in vergelijkbare kantoren in het overige deel van de dienstensector. 2. Kan het college toelichten hoeveel gas kantoren van de Amsterdamse gemeente gebruiken en of dit meer of minder is ten opzichte van andere Amsterdamse kantoren? Met andere woorden, gelden de resultaten uit het onderzoek van het CBS ook voor de gemeente Amsterdam? Antwoord: Ja, het college kan toelichten hoeveel gas de kantoren van de Amsterdamse gemeente gebruiken. In bijgaand overzicht van 2015 vindt u de verbruiksgegevens per kantoorpand. Hieruit kan worden opgemaakt dat de Amsterdamse kantoren onder de genoemde cijfers in het artikel zitten (10,93 m3 per m2 verbruik). Bij twee gebouwen is het verbruik de afgelopen in de afgelopen 12 maanden (20 maart 2015 — 20 maart 2016) onder de norm gekomen: Voormalig stadstimmertuin 4-6: van 11,6 naar 10,1 m3 eg/m2 Plein 40-45 : van 10,9 naar 8,6 m3 eg/m2 De afname van het verbruik op Plein 40-45 kan onder andere worden toegeschreven aan de renovatie van het pand in 2015. VGM m3 eq / nr. | Pand Status m2’s soort kwh/m2 | m2 m3 eq kwh Bijlmerplein 395/Flierbosdreef 2- 2718 | 12 Huur 24.553 kantoor 4,7 | 1159918) 1194672 Jan van Galenstraat 1002 | 323 Eigendom |19.791 kantoor 3,3 64334 | 1704004 Oudezijds 1004 | Voorburgwal 300 Eigendom | 7.200 kantoor | 54 57 40847 | 386683 Voormalige Stadstimmertuin 4- 1003 | 6 Eigendom |4.163 kantoor | 39 11,6 48472 | 161647 1009 | Weesperstraat 107-|Huur | [kantoor | 4s| 550091173838 verbeterblad 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing bea Gemeenteblad Datum 10 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 14 maart 2016 121 12.343 96 Weesperstraat 430- oolsrengacrson Jegendn loen | \n | as woo wael Anton de Komplein za Pr laser lmao | sal eres) sooo 2815 | 250 Huur 12.961 kantoor | 70 3,4) 44075,83 | 903320 ao 0 legenden len |tmooluo | es soo sl 1729 | 2000 Eigendom |7.688 kantoor | 119 6,5 49930 | 915192 Oranje President Elisabeth so wilfaeata Jagende loen |tmoole | ssl zo emo oolosiorpteinss00 agenten esn lancolae | zal sos soe LLL | Op basis van bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat alle kantoren een verbruik van onder de 10,93 m3 hebben. 3. Is het college met GroenLinks eens dat de gemeente het goede voorbeeld moet even op het gebied van energiegebruik en dus een láger gasgebruik per m2 moet hebben dan vergelijkbare kantoren? Antwoord: Ja, er wordt via de programma’s CO2 routekaart en de Agenda Duurzaamheid en Groen gestuurd op onder andere het verduurzamen van het gemeentelijke Vastgoed. Gemeentelijk Vastgoed heeft het afgelopen jaar een werkprogramma 2016 “duurzaam gemeentelijk vastgoed opgesteld om haar bijdrage daarin te beschrijven. Daarnaast is hiervoor een financieel kader opgesteld. Kort samengevat gaat het om het isoleren van de “schil” van het gebouw, richtlijnen ontwikkelen voor kansrijke inbouwpakketten (zoals nieuwe warmte en energie installaties) en het benutten van gemeentelijke daken voor duurzame opwek. Voor het nemen van maatregelen wordt aangesloten bij de investeringen die nodig zijn in het kader van het meerjarenonderhoudsplan van het pand. Op dit moment wordt bekeken of in het kader van de pilot “kantoor vol Energie” een gemeentelijk kantoor kan worden ingebracht. Deze pilot is gericht op het innovatief uitvragen van de markt bij het renoveren van kantoorgebouwen van energielabel G/F/E, naar een energieneutraal gebouw. verbeterblad 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer do uni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 14 maart 2016 4. Overweegt het college (een deel van) de middelen van 10 miljoen euro die zijn vrijgespeeld uit de revolverende middelen zoals beschreven in het initiatiefvoorstel van Ruigrok, Peters en Paternotte (Amsterdam blijft van ledereen) aan te wenden om het gemeentelijke gasverbruik terug te dringen? Antwoord: Het college heeft in de Voorjaarsnota structureel €2,3 miljoen voor het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed uitgetrokken. De middelen (€ 10 miljoen) die zijn vrijgemaakt in het Hernieuwde Coalitieakkoord zijn bedoeld voor de versnelling van duurzaamheid in de stad. Najaar 2016 ontvangt de raad het bestedingskader dat College wil hanteren voor de inzet van deze middelen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester verbeterblad 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
x Gemeente Amsterdam | D % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT % Agenda, woensdag 7 januari 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID d.d. 3 december 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissielD@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 TKN-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Agenda, woensdag 7 januari 2015 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen e Actualiteit van het raadslid de heer Ernsting (GrLi) inzake het niet doorgaan van de proef om snorscooters in Amsterdam op de rijbaan te laten rijden. 10 Rondvraag Duurzaamheid 11 Instemmen met de Agenda Duurzaamheid Nr. BD2014-014174 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 21 januari 2015). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12 e _Deleden van de Raadscommissies FIN, RO, JC en WE zijn hierbij uitgenodigd 12 Bestuurlijke reactie op motie 952 Uitvoering Wet milieubeheer Nr. BD2014- 014022 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11 Verkeer en Vervoer 13 Rapportage 3e kwartaal 2014 Noord-Zuidlijn Nr. BD2014-010003 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 2 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Agenda, woensdag 7 januari 2015 14 Bespreking vragen over vervoersprognoses Noord-Zuidlijn en Amstelveenlijn Nr. BD2014-013736 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Vink (D66) e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014 15 Voortgangsrapportage Renovatie Oostlijn 3e kwartaal 2014 Nr. BD2014-010007 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 16 Afdoening raadsadres inzake kosten en frequentie metro's alsmede ruimte fietsenstalling bij metrostation Weesperplein Nr. BD2014-013731 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Vink (D66) e Was Tkn 10 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014 e Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de leeskamer raad 17 Weesperplein: invulling nieuwe projectopdracht Nr. BD2014-013877 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 18 Brief wethouder Litjens d.d. 11 december 2014 inzake Scope-uitbreidingen Stationsrenovatie, aanleg extra trap bij Kamperbrug Nr. BD2014-014034 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Vink (D66) 19 Uitwerking coalitieakkoord uitbreiding metronetwerk Nr. BD2014-013829 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 20 Voortgangsrapportage parkeerplan Nr. BD2014-013735 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Ernsting (GL) e Was Tkn 19 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014 3 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Agenda, woensdag 7 januari 2015 21 Afdoening motie Molenaar over het beter benutten van het busplatform achter het CS voor het opvangen touringcars met als bestemming binnenstad Nr. BD2014- 013729 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Ernsting (GL) e Was Tkn 6 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014 22 Vervangen tramsporen Muntplein Nr. BD2014-013737 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Ernsting (GL) e Was Tkn 22 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014 4
Agenda
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 212 Publicatiedatum 26 april 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw A. van der Velde van 27 maart 2013 inzake de nieuwe M5 metrostellen. AmSerdam, 22 ap ZONE Aan de gemeenteraad inleiding van vragenstelster. In de vergadering van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Instrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit) op 7 februari 2013 heeft de fractie van Trots op Nederland bij het agendapunt ‘Rapportage Derde Kwartaal 2012 Noord/Zuidlijn’ aan de wethouder voor Vervoer, de heer Wiebes, vragen gesteld over de nieuwe metrostellen, de M5. Ruim een jaar geleden hebben wij onze eerste vragen over de nieuwe metrostellen al gesteld. Een duidelijk antwoord ontbreekt. Ook in de brief van wethouder Wiebes van 1 maart 2013 (DIVV/UIT/20138845) wordt niet op de gestelde vragen ingegaan. Gezien het grote bedrag dat met de aankoop van deze metrostellen gemoeid gaat en de twijfels die de fractie van Trots op Nederland heeft over de gang van zaken heeft vragenstelster een aantal vragen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 maart 2013, namens de fractie van Trots op Nederland, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Hoeveel nieuwe metrostellen zouden er inmiddels conform plannen opgeleverd moeten zijn? Hoeveel zijn er daadwerkelijk opgeleverd? Waar bevinden zij zich? Antwoord: De oorspronkelijke planning was dat er in januari 2013 vier metrostellen geleverd zouden worden. Tot op heden zijn er twee stellen geleverd, die momenteel worden gebruikt voor de testfase. Tijdens het testen is gebleken dat het nieuwe materieel nog onvoldoende betrouwbaar is voor stabiele inzet en zijn enkele problemen naar voren gekomen. Dat is precies de reden van deze uitgebreide testfase, waarin zeer zorgvuldig wordt getest, zodat de metro betrouwbaar en veilig in de dienstregeling kan rijden. Deze problemen moeten eerst worden opgelost voordat de Acceptatie van het eerste Metrovoertuig kan plaatsvinden en de overige voertuigen geleverd kunnen worden. Op dit moment staan de twee metrostellen, wanneer zij niet in gebruik zijn voor de testfase, op het werkplaatsterrein van GVB in Diemen. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Seeing 12 Gemeenteblad Datum 26 april 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 27 maart 2013 2. Erzijn 19 punten geconstateerd die aangepast moeten worden voordat de M5 ingezet kan worden op het Amsterdamse metronetwerk. Om welke 19 punten gaat het? Hoeveel kost het om deze 19 punten te verhelpen? Hoe kan het dat er een metro ontwikkeld en besteld is die niet geschikt is voor het Amsterdamse metronetwerk? Hoe kan het dat deze punten vervolgens pas op het allerlaatste moment zijn geconstateerd? Hebben deze aanpassingen gevolgen voor het vervolgonderhoud? Zo ja, wat zijn de kosten hiervan? Antwoord: De ervaring leert dat in de praktijk sommige systemen op het metronet waarop ze ingezet worden toch iets anders te reageren dan op de testbaan bij de leverancier. Voor elke nieuwe metro in elke nieuwe stad is dit het geval, omdat geen enkele infrastructuur hetzelfde is. Dat is precies de reden van deze uitgebreide testfase, waarin zeer zorgvuldig wordt getest, zodat de metro betrouwbaar en veilig in de dienstregeling kan rijden. Punten die tijdens deze testen worden geconstateerd worden op een zogenoemde Open-Punten-Lijst gezet, dit is een levend document waar continue (garantie)punten bij komen die vervolgens door de leverancier (op zijn kosten) moeten worden opgelost. Deze lijst heeft op enig moment 19 punten bevat, maar daar zijn inmiddels al weer punten van opgelost en kleine punten bijgekomen. Dit is een normaal proces dat bij elke complexe aanbesteding gebruikt wordt. Eventuele aanpassingen hebben geen gevolgen voor het onderhoud. 3. Alin 2011 heeft de fractie van Trots op Nederland gemeld dat er onvoldoende vermogen is om de M5 vanaf stilstand op te starten. Hoeveel bedragen de extra kosten voor het aanpassen van de bekabeling? Hoeveel meer vermogen verbruikt de nieuwe metro ten opzichte van de oude? Voor wie zijn deze kosten? Antwoord: Er is geen sprake van onvoldoende vermogen om de MS vanuit stilstand op te starten. Wat wel aan de orde is dat de nieuwe voertuigen langer en zwaarder zijn dan de oude en daardoor meer vermogen behoeven en meer energie verbruiken. Deze toename van vermogensbehoefte en energieverbruik per voertuig is globaal gelijk aan de toename van de lengte van de voertuigen. Op de Oostlijn hebben de voertuigen een lengte van 75 meter, dit wordt 116 meter. Op de Ringlijn wordt het van 90 meter 116 meter. Uit doorrekeningen blijkt dat op sommige locaties aanpassingen aan bekabeling nodig zijn om in de grotere vermogensbehoefte te kunnen voorzien. Met het testrijden en in gebruik nemen van de nieuwe voertuigen worden de doorrekeningen aan de praktijk getoetst, wordt definitief duidelijk in welke mate aanpassing van bekabeling nodig is en wat de daarmee verbonden kosten zijn. De kosten van aanpassing van bekabeling worden gedekt vanuit SRA-budget. De kosten van energieverbruik van de voertuigen worden gedragen door GVB. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Dimmer 26 apri 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 27 maart 2013 4. Hoe ver zijn de werkzaamheden aan het ICT-project om het oude en nieuwe systeem op elkaar aan te laten sluiten? En hoeveel bedragen de extra kosten hiervoor? Antwoord: Het is niet duidelijk wat wordt bedoeld met “het ICT-project” en een mogelijke relatie met de M5-voertuigen. 5. Zijn er al proefritten gemaakt nadat enkele punten verholpen zijn? Zo ja, welke punten zien er al verholpen? Wat zijn de resultaten van de proefritten? Antwoord: Er worden voortdurend proefritten gemaakt die het de leverancier mogelijk maken de technische punten op te lossen. Tot nu toe zijn deze succesvol, met uitzondering van de Trein-TV (bewaking vertrekprocedure door de bestuurder op basis van camerabeelden). Deze proefritten zijn nodig, zodat de metro uiteindelijk betrouwbaar en veilig in de dienstregeling kan rijden. 6. Wat zijn de concrete plannen om de orders van de M5 om te zetten in orders voor kortere metrostellen zoals de wethouder in de krant heeft aangekondigd? Antwoord: Orders voor de M5 kunnen contractueel niet worden omgezet in orders voor kortere metrostellen. Er loopt een studie naar een mogelijke bestelling van kortere voertuigen in de toekomst. 7. Hoe staat het er voor met de opslagcapaciteit op de tailtracks? Wanneer zullen de stallingsmogelijkheden gereed zijn? Levert de realisatie hiervan problemen op? Welke extra kosten zijn ermee gemoeid als later dan gepland begonnen wordt met deze verbouwingen? Antwoord: De verbouwingen aan de tailtracks zijn in gang gezet en zullen tijdig voorzien in de stallingsmogelijkheden van de nieuwe metrostellen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 293 Publicatiedatum 11 april 2014 Ingekomen onder AJ Ingekomen op donderdag 13 maart 2014 Behandeld op donderdag 13 maart 2014 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Schimmelpennink inzake het tekort aan metrostellen. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het vermeende materieeltekort op het metronetwerk Noord/Zuidlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr. 249); Overwegende: — de vele last die de aanleg heeft veroorzaakt; — de hoge kosten voor de gemeentefinanciën; — de investeringen van bedrijven langs de Noord/Zuidlijn; — hette verwachten intensieve gebruik van deze lijn; — dat de treinen te kort zijn en de klanten klagen; — het besluit van de gemeenteraad voor de aanschaf van 23 treinen van 120 m voor het bestaande metronet, die nu uitgeleverd worden en 12 bestelopties voor de Noord/Zuidlijn; — dat de SRA bepaald heeft dat het 5 bestelopties worden, zodat wij 7 treinen tekortkomen, waardoor de dreiging ontstaat dat er te weinig materieel is voor de metro bij het niet gebruiken van de vervolgorder; — dat de metro met een te lage frequentie gaat rijden; — dat een nieuwe internationale aanbesteding nodig wordt; — dat, in plaats van dezelfde hoge-kwaliteitsmetrostellen van Alstorn, een drama als met de Fyra in het verschiet ligt, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in de eerste helft van 2015 de vervolgorder voor 12 metrostellen bij Alstorn te plaatsen voor levering in 2017. Het lid van de gemeenteraad, L.M.H. Schimmelpennink 1
Motie
1
discard
4 len Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 23 november 2021 Portefeuille(s) Economische Zaken en Cultuur Portefeuillehouder(s): Victor Everhardt Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, T. Hendriks, [email protected] Onderwerp Reactie op motie 508 van raadsleden J.S.A. Vroege, D.F. Boutkan, C. Martens en Z.D. Ernsting getiteld LHBT|+ toeristen welkom Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 8 juli 2021 heeft vw raad bij de bespreking van de voorjaarsnota Motie 508 van raadsleden J.S.A. Vroege, D.F. Boutkan, C. Martens en Z.D. Ernsting aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om: 1. in verdere ontwikkeling van het beleid ten aanzien van de bezoekerseconomie LHBTI+ toerisme expliciet te verankeren; 2. hierbij ook samen te werken met maatschappelijke initiatieven zoals Pride Amsterdam en de Roze Ambassade en de BlZ'en. Het college geeft graag uitvoering aan uw motie en informeert u hierbij dat ze dat doet door het LHBTI+-toerisme te borgen in het hernieuwd imago van Amsterdam dat amsterdam&partners in opdracht van het college ontwikkelt. Het bouwen van een hernieuwd imago is een advies vit het rapport Herontwerp Bezoekerseconomie van amsterdam& partners dat het college heeft overgenomen. Daarover is uw raad op 4 maart 2021 per brief geïnformeerd. Het hernieuwd imago is een verhaal van een stad van vrijheid met verantwoordelijkheid en nadrukkelijke aandacht voor de aanwezigheid van de enorme diversiteit in kunst, creativiteit en cultuur. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2021 Pagina 2 van 2 Het traject om tot een hernieuwd imago te komen is een intensief traject waar dit jaar een start mee is gemaakt en waarbij ook de genoemde maatschappelijke initiatieven en biz'en betrokken worden. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Victor Everhardt Wethouder Economische Zaken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
Bezoekadres Gemeente Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 1011 PN Amsterdam P 202 \o00 Ac Amsterdam EE. van der Laan Telefoon 020 552 2000 Burgemeester Fax 020 552 3100 www.amsterdam.nl Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam De Koning Vergouwen Advocaten ta.v. mr. Kashyap Sophialaan 33 1075BL Amsterdam Datum 14 november 2014 Ons kenmerk 2014/5645 Behandeld door Programma Prostitutie Kopie aan Leden van de raadscommissie Algemene Zaken Onderwerp Reactie raadsadres prostitutiebeleid Kashyap/WOP Geachte mevrouw Kashyap, Hierbij ontvangt u de reactie op het door u ingediende raadsadres van 8 september 2014, namens de Wallen Ondernemers Prostitutie (hierna: WOP), bestaande uit tien ondernemers en een drietal sympathisanten, allen exploitanten van raamprostitutiebedrijven gevestigd te Amsterdam. Dit raadsadres is door de raad ter afhandeling in handen gegeven van het College van B&W Uit het raadsadres komt duidelijk naar voren dat de betrokken exploitanten het niet eens zijn met het prostitutiebeleid van de gemeente Amsterdam, waaronder de aanpassing van de prostitutiebepalingen in de Amsterdamse Plaatselijke Verordening (APV) in juli 2013 en bijbehorende beleidsregels. Uit het raadsadres maak ik op dat deze exploitanten zichzelf enkel als kamerverhuurder zien en niet bereid lijken te zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor datgene dat zich binnen hun bedrijven afspeelt. Zij zien zichzelf niet als exploitanten van een vergunningplichtige activiteit met bijbehorende verantwoordelijkheden. Het nieuwe prostitutiebeleid gaat er echter wel van uit dat ook exploitanten een rol hebben in het uitbannen van misstanden in de branche. Dit beleid, tot stand gekomen met de Nota van Uitgangspunten 2012-2017Aanpak dwang en uitbuiting. Meer zicht en grip op de Amsterdamse prostitutiebranche, en de daaruit voortvloeiende aanpassing van de APV heeft als doel misstanden, waaronder mensenhandel, uit te bannen en de positie van sekswerkers te versterken. Daarmee hangt een aantal verplichtingen samen waar exploitanten van prostitutiebedrijven aan moeten voldoen. Een gevolg van het niet-naleven van deze verplichtingen kan zijn dat prostitutiebedrijven, waaronder raambordelen, al dan niet tijdelijk, worden gesloten. Hieronder zal worden ingegaan op de doelstellingen van het beleid, de regelgevende bevoegdheid van de gemeente, de hygiënerichtlijnen en de vermeende gezagsverhouding tussen exploitanten en prostituees. Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein Gemeente Amsterdam Burgemeester Pagina 2 van 6 Doelstellingen beleid U stelt ten eerste dat het prostitutiebeleid is gericht op het sluiten van ramen an sich. Dit is onterecht. Het doel is niet de prostitutie in Amsterdam te verdrijven, prostitutie vindt plaats in de stad en daar heeft het stadsbestuur niets op tegen, mits gereguleerd, met een sterke positie van de sekswerkers zelf. Het streven is om, gezamenlijk met de branche, te komen tot een genormaliseerde branche. Uw stelling dat sprake is van detournement de pouvoir onderschrijven wij dan ook niet. De gemeente probeert niet te voorkomen dat de prostituees als zelfstandig ondernemer in de branche kunnen werken, zoals u namens de WOP stelt. Integendeel, het beleid heeft juist het doel de zelfstandigheid en de weerbaarheid van sekswerkers te vergroten, ook ten aanzien van exploitanten. Het gaat erom dat sekswerkers zelf kunnen bepalen wanneer en op welke wijze zij werken en dat zij niet worden verplicht bepaalde handelingen te verrichten of extreem lange werkdagen of weken te werken. Van groot belang is dat de arbeidsomstandigheden goed zijn, dat er sprake is van een hygiënische werkomgeving en dat de veiligheid van de sekswerkers gewaarborgd wordt. Regelgevende bevoegdheid U voert daarnaast ten onrechte aan dat de gemeente buiten haar bevoegdheden treedt bij het vaststellen van de voorschriften waarmee bovenstaande beoogd wordt. De algemene regelgevende bevoegdheid van de gemeenteraad is vastgelegd in artikel 149 Gemeentewet: ‘De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt’. Deze regelgevende bevoegdheid wordt beperkt door een benedengrens en een bovengrens. De bovengrens wordt gevormd door alle hogere regelingen die de raad moet respecteren. Met de benedengrens wordt bedoeld dat verordeningen een gemeentelijk of huishoudelijk belang moeten betreffen. Voor regels over prostitutiebedrijven voorziet de Gemeentewet sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2000 in een specifieke grondslag in artikel 151a, waar u aan voorbij lijkt te gaan. Juist dit artikel is van groot belang aangezien dit de grondslag geeft voor het gemeentelijke prostitutiebeleid. Het eerste lid van dit artikel luidt: ‘De raad kan een verordening vaststellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling’. In de toelichting op het amendement dat tot opname van bovenstaande bepaling heeft geleid, staat het volgende: ‘Het wetsvoorstel opheffing algemeen bordeelverbod is erop gericht om gemeenten de mogelijkheid te geven een beleid te voeren ten aanzien van bedrijfsmatige prostitutie op basis van een vergunningenstelsel, waarbij voorwaarden kunnen worden gesteld onder andere met betrekking tot antecedentenonderzoek, gedragseisen, bedrijfsvoering en arbeidsomstandigheden. Dit amendement versterkt de wettelijke grondslag hiervoor en verbreedt deze ook tot niet-plaatsgebonden prostitutie, zoals escortbureaus.’ 2 Gemeente Amsterdam Burgemeester Pagina 3 van 6 Nu met de prostitutiebepalingen in de APV als ook met de daaruit voortvloeiende vergunningvoorschriften wordt beoogd dat gedwongen prostitutie wordt tegengaan en de werkomstandigheden van prostituees worden verbeterd, wordt een openbaar en algemeen belang gediend en overschrijdt de gemeente niet de benedengrens. Het stellen van voorwaarden met betrekking tot de arbeidsomstandigheden wordt bovendien expliciet genoemd als bevoegdheid van de raad. Zoals hierna wordt betoogd, is het beleid ook niet in strijd met hogere wetgeving. Hygiënerichtlijnen U stelt dat de gemeente buiten haar bevoegdheden treedt door exploitanten te verplichten om de landelijke richtlijnen voor seksbedrijven ten aanzien van de hygiëne na te leven. Voorts stelt u dat op dit moment al sprake is van strenge handhaving op deze regels. Dit is onjuist. Met deze richtlijnen, die in gezamenlijkheid met de branche tot stand zijn gekomen en voor alle soorten seksbedrijven zijn bedoeld, wordt beoogd dat er in een schone, hygiënische werkomgeving gewerkt wordt. Dit is van essentieel belang met het oog op de gezondheid van de prostituees en hun klanten. Deze landelijke hygiënerichtlijnen maken ook onderdeel uit van het Wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp), dat voorligt ter behandeling bij de Tweede Kamer. De exploitanten hebben in de door henzelf opgestelde bedrijfsplannen opgenomen hoe zij zelf de naleving van deze hygiënerichtlijnen waarborgen. De exploitant is er verantwoordelijk voor dat de hygiënerichtlijnen worden nageleefd, niet dat hij/zij deze zelf moet uitvoeren. In de praktijk controleert de GGD of de hygiënemaatregelen op de juiste wijze (en volgens het bedrijfsplan) worden uitgevoerd. In het kader van de gefaseerde invoering van toezicht en handhaving zijn deze controles door de GGD onlangs — per 1 oktober 2014 - van start gegaan. In de regel vinden deze controles één keer per vergunningtermijn plaats of vaker op basis van signalen van bijvoorbeeld sekswerkers zelf of toezichthouders. Dat thans al sprake is van strenge handhaving op de hygiëneregels, is dan ook feitelijk onjuist. Gezagsverhouding De centrale stelling in uw betoog is dat de aangescherpte regels uit de APV, waaronder o.a. de voorschriften ten aanzien van de verhuurvoorwaarden, de reeds genoemde hygiënerichtlijnen en de toezichtvereisten leiden tot een gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee en daarmee tot een dienstbetrekking met mogelijke fiscale verplichtingen. U voert vervolgens aan dat het beleid in strijd is met de Dienstenrichtlijn, omdat de vergunningsvoorschriften niet evenredig zijn met betrekking tot het te beschermen belang. Deze gemeentelijke regelgeving leidt er in uw ogen toe dat het verlenen van diensten door zelfstandige prostituees onmogelijk wordt nu er een gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee ontstaat. U haalt hierbij het Jany-arrest (C-268-9) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU) aan. Het zou daarom voor een prostituee niet meer aantrekkelijk zijn om zich in Nederland te vestigen. Dit standpunt wordt niet nader door u onderbouwd. Allereerst betwist ik dat door de APV- en vergunningvoorschriften een gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee tot stand is gekomen. Het is geen doelstelling van het beleid om de bestaande situatie om te buigen naar een 3 Gemeente Amsterdam Burgemeester Pagina 4 van 6 werkgevers-werknemersrelatie. In tegendeel, de gemeente beoogt juist de zelfstandigheid van prostituees te vergroten. Er zijn aanwijzingen dat de bedrijfsvoering van veel exploitanten in de praktijk vaak tot een scheve machtsverhouding tussen exploitant en prostituee leidde, zoals een gebrek aan transparantie over de verhuurvoorwaarden en het ontbreken van betalingsbewijzen. Het beleid van de gemeente is er juist op gericht om deze vorm van schijnzelfstandigheid te doorbreken en de positie van sekswerkers zelf te versterken. Uit het arrest van de Hoge Raad van 6 december 2013 waar u naar verwijst volgt niet dat er per definitie sprake is van een gezagsverhouding indien een exploitant zich zou houden aan de vergunningsvoorwaarden. Dit zal altijd per geval moeten worden beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden. De Belastingdienst beaamt dat uit het aangescherpte Amsterdamse prostitutiebeleid niet volgt dat er sprake is van een gezagsverhouding. Ten aanzien van het door u gestelde is de reactie van de Belastingdienst als volgt: Het prostitutiebeleid en daarbij horende vergunningsvoorschriften leiden op zich niet tot een fiscaal als dienstbetrekking te kwalificeren arbeidsrelatie. De Belastingdienst toetst op basis van alle van belang zijnde feiten en omstandigheden aan de wettelijke bepalingen zoals die zijn neergelegd in de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964. In algemene zin kunnen raamprostituees als ondernemer in de zin van de inkomstenbelasting worden aangemerkt als er sprake is van deelname aan het economisch verkeer, sprake is van investering (in kapitaal en arbeid), er sprake is van ondernemersrisico, er meerdere opdrachtgevers/klanten zijn en er sprake is van winststreven. Al volgt een kwalificatie van een bron van inkomen uit de feiten en omstandigheden van het individuele geval. Uit voorgaande blijkt dat niet kan worden gezegd dat er door het nieuwe prostitutiebeleid sprake is van een gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee en aldus een dienstbetrekking zou ontstaan. U verwijst in dit kader naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 augustus jl, waarin de gemeente zich op het standpunt had gesteld dat er wél een gezagsverhouding bestond. Deze uitspraak ziet op een geschil tussen de gemeente en een escortbureau, waarin de Afdeling heeft geoordeeld dat een zorgplicht op een gezagsverhouding kan duiden maar dit niet zonder meer met zich brengt. In deze zaak waren de oude APV-bepalingen van toepassing. Het betreft dus een andere situatie (escort) onder het oude recht. Voor zover sprake is van een gezagsverhouding tussen raamexploitant en prostituee, is deze niet gevolg van de vergunningvoorschriften sec. Noch de APV-bepalingen, noch de vergunningvoorschriften maken het onmogelijk voor exploitanten om ramen te verhuren aan zelfstandige prostituees. Deze mogelijkheid blijft bestaan, evenals onder 4 Gemeente Amsterdam Burgemeester Pagina 5 van 6 het oude regime, zij het met verdergaande verplichtingen voor de exploitant gebaseerd op artikel 151a Gemeentewet. Dienstenrichtlijn U betoogt verder dat de verplichtingen aan exploitanten die voortkomen uit de APV en vergunningvoorschriften in strijd zijn met de Dienstenrichtlijn en dus met Europees recht. Uitgangspunt van de Dienstenrichtlijn is dat vergunningstelsels en het opleggen van eisen aan dienstverleners in beginsel verboden zijn. Als het uitoefenen van bepaalde diensten toch afhankelijk wordt gesteld van een vergunning, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan. Een daarvan luidt dat de behoefte aan een vergunningstelsel is gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang. U heeft een aantal arresten van het Hof van Justitie aangevoerd op grond waarvan u stelt dat de Amsterdamse vergunningsvoorschriften onevenredig zijn, omdat het verlenen van de diensten aan zelfstandige prostituees onmogelijk wordt gemaakt, dan wel de bepalingen disproportioneel zijn. Het feitencomplex in deze zaken is echter niet vergelijkbaar met de Amsterdamse situatie. De vergunningsvoorschriften die u ter discussie stelt zijn juist in het leven geroepen ter bescherming van de veiligheid van de prostituee en het tegengaan van mensenhandel en andere vormen van uitbuiting. De grondslag daarvoor is gelegen in het hiervoor genoemde artikel 151a van de Gemeentewet. Deze belangen kunnen worden aangemerkt als dwingende redenen van algemeen belang en rechtvaardigen derhalve de vergunningsvoorschriften. Er is dan ook geen sprake van strijd met de Dienstenrichtlijn en dus niet met Europees recht. Hierbij wordt opgemerkt dat Nederland één van de weinige landen in de EU is waar het is toegestaan als exploitant om diensten aan prostituees aan te bieden - te weten het faciliteren van werkruimte - zodat zij hun werkzaamheden kunnen verrichten. Dit geldt in het bijzonder voor de stad Amsterdam, waar de exploitatie van ramen een veelvoorkomende dienst is. Het kan dan ook niet gezegd worden dat het aanbieden van deze diensten onevenredig wordt belemmerd ten opzichte van de andere EU landen. Het feit dat de gemeente Amsterdam strenge voorwaarden verbindt aan de exploitatie van ramen is een onvoorwaardelijke noodzaak om prostitutie in deze vorm toe te kunnen staan. Conclusie Resumerend, er is geen sprake van detournement de pouvoir. Het doel van het prostitutiebeleid is misstanden uit te bannen en tot een schone branche te komen waarin sekswerkers veilig kunnen werken. Het nemen van verantwoordelijkheid voor het tegengaan van misstanden, waaronder mensenhandel en andere vormen van dwang en uitbuiting, en het zorgen voor veilige en hygiënische werkomstandigheden vergt, soms moeizame, aanpassing van de bedrijfsvoering door exploitanten. De gemeente onderkent dat dit proces niet eenvoudig is. Juist daarom is ondersteuning geboden aan exploitanten door middel van workshops en de bedrijfsadviseur die geraadpleegd kon worden bij het opstellen van de bedrijfsplannen. Ook is de 5 Gemeente Amsterdam Burgemeester Pagina 6 van 6 handhaving op de nieuwe bepalingen gefaseerd ingevoerd om aan exploitanten een gewenningsperiode te geven. Het ingezette prostitutiebeleid zal worden voortgezet. Er is voor gekozen pro-actief op te treden en niet op de, thans nog niet vastgestelde, landelijke wetgeving te wachten. Over het prostitutiebeleid is uitgebreid gesproken met sekswerkers, met exploitanten en anderen die bij de branche betrokken zijn. Ook met de WOP is veelvuldig gesproken. Het beleid is inderdaad strenger geworden en er wordt meer gevraagd van exploitanten om hun verantwoordelijkheid te nemen, maar de situatie in de branche noopt daartoe zoals uiteengezet in de bovengenoemde Nota van Uitgangspunten Prostitutiebeleid 2012-2017. Daar waar de verplichtingen voor exploitanten voorheen in een algemene zorgplichtbepaling waren neergelegd, zijn deze nu nader geconcretiseerd in specifieke APV-bepalingen en vergunningvoorschriften. Dit beleid in deze bijzondere branche, vraagt ook om beter toezicht en consequente handhaving, en daar zetten we ook op in. Een coöperatieve, constructieve houding van de branche is daarbij gewenst om in gezamenlijkheid tot een genormaliseerde prostitutiebranche te komen. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben, Hoogachtend, namens het College van B&W, E.E. van der Laan Burgemeester van Amsterdam 6
Raadsadres
6
test