text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 28 juni 2021
Portefeuille(s) OOV
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door OOV secretariaatOOV @amstedam.nl
Onderwerp motie 849 van raadsleden Boomsma (CDA) en Hammelburg (D66)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 2 juli 2020 heeft vw raad bij de behandeling van de
voorjaarsbrief motie 849 van raadsleden Boomsma (CDA) en Hammelburg (D66) aangenomen
waarin het college gevraagd wordt omom te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het
aanprijzen en de verkoop van (al dan niet nep) cannabis-gerelateerde producten zoals koekjes,
ijsjes, cakes, thee, donuts, lolly's, snoepjes en dergelijke in winkels in de stad aan banden te leggen
dan wel te beëindigen en dat terug te koppelen aan de raad.
Het college onderschrijft het doel van deze motie. Dat blijkt ook uit het Uitvoeringsplan Aanpak
Binnenstad dat op 15 december jl. is vastgesteld, waarin de maatregelen worden gepresenteerd
die bijdragen aan het doel om de Amsterdamse binnenstad weer een plek te laten zijn waar alle
Amsterdammers graag komen en bewoners zich thuis voelen.
Eén van de maatregelen is als volgt omschreven: “Opzetten van een ondermijningsaanpak
(taskforce) souvenirwinkels, eventuele uitbreiding naar andere branches. Terugdringen verkoop
illegale drugsparafernalia. Gecombineerd met handhavingsacties in samenwerking met het RIEC
en de ondermijningsbrigade.”
Daarom is een project gestart dat zich richt op de bestuurlijke aanpak van souvenirwinkels en
andere op toeristen gerichte winkels, met nadruk op zaken met een drugsuitstraling in welke vorm
dan ook, voor zover deze in strijd met de regels exploiteren.
Deze strijdigheid kan - naast overtreding van de Opiumwet - bestaan uit
1.het exploiteren in strijd met het bestemmingsplan (souvenirwinkels zijn
detailhandelsvestigingen waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door
de handel in producten die in het teken staan van nationale-, streek- of stadssymbolen en/of
namen), en/of
2. het verkopen van (hard-)drugsgerelateerde producten (headshopproducten (bongs, grinders),
smartshopproducten, veel cannabiscookies, - chocolade, -lolly’s, thee, of versnijdingsmiddelen,
ponypacks of drukpersen.
Voorts richt het project zich op het signaleren, onderzoeken en aanpakken van ondermijnende en
criminele activiteiten.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 juni 2021
Pagina 2 van 2
Dit project moet uiteindelijk leiden tot een doelmatige aanpak van de drugsgerelateerde
toeristen- en souvenirwinkels, mogelijk met behulp van nog te inventariseren en te
implementeren aanvullend instrumentarium, die ook toepasbaar is op andere
ongewenste/criminogene functies.
Het college verwacht hiermee uitvoering te geven aan de motie en beschouwt deze hiermee als
afgehandeld. Bij tussentijdse rapportages over de Aanpak Binnenstad zal het college de raad
informeren over de voortgang, of zoveel eerder bij concrete resultaten.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/
/
Femke Halsema
burgemeester
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1059
Datum indiening 13 juli 2017
Datum akkoord 5 september 2017
Publicatiedatum 18 september 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake
de luchtverontreiniging in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het college heeft een pakket maatregelen genomen om de luchtkwaliteit in
Amsterdam te verbeteren. Dat de genomen maatregelen niet voldoende zijn blijkt nu
ook uit de metingen van de GGD Amsterdam! Op verschillende plekken in de
hoofdstad worden de Europese normen nog steeds ruimschoots overschreden.
Daarnaast wordt er niet voldaan aan de advieswaarden van de
Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Meermaals hebben partijen aangedrongen op
extra maatregelen, maar tot nu toe wil het college van burgemeester en wethouders
daar niet aan meewerken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe verklaart het college dat ondanks de genomen maatregelen de concentratie
stikstofdioxide (NO2) in 2016 hoger was dan het jaar ervoor, en de fijnstof en
roetconcentraties nagenoeg gelijk zijn gebleven?
Antwoord:
Het tegenvallende resultaat van 2016 heeft te maken met de
weersomstandigheden, 2015 was wat dat betreft een uitzonderlijk ‘gunstig’ jaar
en 2016 was een stuk minder gunstig. Windrichting en windsnelheid hebben een
belangrijke invloed op de luchtkwaliteit. Wind vanuit oostelijke en zuidelijke
richting gaat gepaard met hogere concentraties dan wind vanuit het relatief
schone westen en noorden. Dat heeft zowel te maken met de aanvoer van
verontreiniging van grote afstand als met de (ook met windrichting
samenhangende) windsnelheid. Bij hoge windsnelheid wordt de uitstoot van
lokale bronnen snel verdund, bij lage windsnelheid blijft deze ‘hangen’.
! http://www. parool.nl/amsterdam/onverwacht-luchtkwaliteit-in-amsterdam-niet-
verbeterd-a4505853/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng os Gemeenteblad R
Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017
In 2016 waaide de wind ten opzichte van het langjarig gemiddelde en vooral ten
opzichte van 2015 minder vaak uit het ‘schone’ westen dan in 2015 en ook was
de gemiddelde windsnelheid lager, waardoor de verontreiniging meer bleef
hangen. Meer hierover is te lezen in de jaarrapportage Luchtverontreiniging
Amsterdam 2016 van de GGD.
Ondanks het licht tegenvallende resultaat in 2016 verbetert de luchtkwaliteit in
Amsterdam door de jaren heen, zowel volgens de berekeningen van het RIVM als
volgens de eigen metingen van onze GGD. De trend in NO2 is dalende.
Gemiddeld nemen over de periode 2008 — 2016 de NO2 concentraties af met
1,3 Ho/m3 per jaar.
2. Deelt het college de mening dat meetbare indicatoren en streefwaarden nodig zijn
om effectieve maatregelen te kunnen onderzoeken en uitvoeren, en de doelen te
behalen?
Antwoord:
Het college deelt deze mening en heeft daarom in de Agenda Duurzaamheid
ambitieuze reductiedoelstellingen vastgelegd voor het verlagen van de
indicatoren met betrekking tot de concentraties NO, en roet in 2025 t.o.v. 2015.
Amsterdam gaat daarmee veel verder dan wettelijk verplicht is. Voor roet bestaan
geen wettelijke grenswaarden, maar deze component is voor de gezondheid
belangrijk en daarom wordt roet in het Amsterdamse luchtmeetnet gemeten en
zijn er ook reductiedoelstellingen voor roet vastgelegd.
Voor de goede orde wordt hier verwezen naar het onderwerp Staat van
Duurzaam Amsterdam (juni 2017) dat geagendeerd staat voor de commissie ID
van 13 september. Naar aanleiding van het advies uit het rapport van de
commissie Duisenberg wordt bij dit onderwerp ingegaan op de indicatoren
duurzaamheid, waaronder die van luchtkwaliteit.
3. Is het college bereid, mede gezien de uitkomsten uit de methode Duisenberg, om
in de begroting van 2018 meetbare doelstellingen, indicatoren en jaarlijkse
streefwaarden op te nemen met betrekking tot de luchtkwaliteit? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 2.
Ter aanvulling tekent het college hierbij aan dat jaarlijkse streefwaarden
formuleren voor luchtkwaliteit geen zin heeft omdat wisselende
weersomstandigheden en andere externe factoren een te grote invloed hebben
op de luchtkwaliteit. Belangrijk is dat de langjarige trend een gunstige
ontwikkeling van de luchtkwaliteit laat zien, en dat is het geval (zie
de beantwoording van vraag 1).
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng os Gemeenteblad R
Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017
4. Kan het college een opsomming maken van de locaties waarbij de wettelijke
Europese grenswaarden van PM10, PM2,5 en/of NO2 volgens de GGD-metingen
nog worden overschreden?
Antwoord:
Wettelijke overschrijding van de grenswaarden wordt getoetst op basis van de
berekende luchtkwaliteit. Deze berekeningen worden uitgevoerd door het RIVM
met behulp van de Monitoringstool, op basis van input die door de diverse
overheden (waaronder de gemeente Amsterdam) wordt aangeleverd. Voor wat
betreft PM10 en PM2.5 wordt overal in Amsterdam voldaan aan de wettelijke
grenswaarden. Voor wat betreft NO, wordt de grenswaarde in 2015 (meest
recente cijfers) overschreden op delen van de Stadhouderskade Oost, de Prins
Hendrikkade, deel Weesperstraat en de Zuidelijke IJtunnelmond.
De bovenstaande informatie is eerder met de raad gedeeld door middel van een
brief van de wethouder Duurzaamheid over de Monitoring Luchtkwaliteit 2017
(van 11 januari 2017).
5. Wat zijn de consequenties van het niet voldoen aan deze wettelijke normen voor
de gemeente Amsterdam, zoals eventuele sancties vanuit de Europese
Commissie?
Antwoord:
Indien niet aan de norm wordt voldaan kan de Europese Commissie lidstaat
Nederland een ‘ingebrekestelling’ sturen, waarop binnen een bepaalde termijn
moet worden gereageerd. Dit betreft een langjarige procedure waarin de
mogelijkheid tot alsnog halen van de norm wordt besproken alvorens
daadwerkelijk een boete wordt opgelegd. Het RIVM verwacht dat Amsterdam
uiterlijk in 2020 overal zal voldoen aan de wettelijke normen. Met behulp van
aanvullend beleid probeert het college deze termijn nog te bespoedigen en
volgens berekening van Royal HaskoningDHV kent Amsterdam in 2018 nog
slechts één overschrijdingslocatie.
Een eventuele boete voor Nederland kan in theorie worden verhaald op
decentrale overheden. De verantwoordelijkheid moet in dat geval echter
overtuigend bij de lokale overheid liggen. Gezien de inspanningen van
Amsterdam, met onder meer het vastgestelde maatregelenpakket, en het feit dat
een groot deel van de luchtkwaliteitsproblematiek buiten de invloedssfeer van
Amsterdam ligt, is dit risico zeer gering.
In de begroting wordt jaarlijks aandacht besteed aan de risico’s van het niet tijdig
halen van de normen voor luchtkwaliteit.
6. Deelt het college de mening dat de overheid moet zorgen voor een gezonde
leefomgeving?
Antwoord:
Het college deelt deze mening en vindt dat iedereen (burgers, bedrijven en
overheden) daaraan, voor zover dat binnen hun mogelijkheden ligt, een bijdrage
moet leveren.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng os Gemeenteblad R
Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017
7. Is het college bereid met spoed extra maatregelen te nemen, zoals het weren van
vieze schepen, het strenger maken van de bestelbusjes milieuzone, het opvolgen
van aanbevolen lokale maatregelen uit RIVM-rapporten, het niet langer
instemmen met de uitbreiding van Schiphol en het verminderen van vervuilend
verkeer op knelpunten? Zo ja, welke van deze maatregelen gaat het college
uitvoeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Amsterdam gaat door met de maatregelen uit het pakket Schone Lucht. De
milieuzone bestelverkeer is ingegaan op 1 januari 2017 en op 1 januari 2018
komen daar milieuzones bij voor taxi's, touringcars en brom- en snorfietsen. De
maatregel ‘schoner parkeren’ (leeftijdseisen aan nieuwe parkeervergunning) is
opgenomen in de parkeerverordening en op 1 april 2017 ingegaan. Het
stimuleren van emissievrij elektrisch vervoer (plus de daarbij behorende verdere
uitrol van oplaadinfrastructuur) gaat door. Al deze maatregelen zullen eraan
bijdragen dat de verbetering van de luchtkwaliteit in Amsterdam ook de komende
jaren doorzet.
De gemeente blijft daarnaast zoeken naar mogelijkheden de eigen maatregelen,
gericht op stimuleren, faciliteren en reguleren, te intensiveren of effectiever te
maken. Voor de aanpak van de hoog belaste locaties blijven we voortdurend op
zoek naar nieuwe maatregelen. Bij het inzetten van de eerste zero-emissiebussen
van het GVB worden deze zoveel mogelijk op busroutes langs knelpuntlocaties
ingezet.
De gemeente staat open voor innovatieve maatregelen en is bijvoorbeeld bereid
onderzoeksopstellingen te faciliteren door daarvoor ruimte in de stad beschikbaar
te stellen. Bewoners en bedrijven worden daarbij betrokken.
Bovenstaande informatie is eerder met de raad gedeeld, onder meer via een brief
van het college met betrekking tot de reactie op handhavingsverzoeken
luchtkwaliteit van een aantal burgers (collegebrief van 15 maart 2017 is ter
kennisneming gebracht van de commissie ID van 12 april 2017).
8. Welke andere maatregelen gaat het college nemen om de overschrijdingen van
de normen aanpakken en welk effect hebben deze maatregelen in cijfers?
Antwoord:
Zie voor de maatregelen de beantwoording van vraag 7.
Over de beperkte mogelijkheden om het effect van individuele maatregelen te
bepalen heeft de wethouder Duurzaamheid u op 13 september 2017 een brief
geschreven (“Toezegging m.b.t. hoog belaste locaties luchtkwaliteit”).
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing os Gemeenteblad
Datum 18 september 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 13 juli 2017
9. Het college stelde in antwoorden op de schriftelijke vragen van vragensteller van
6 januari 2015° dat er het doel was om vóór 2018 overal aan de jaargemiddelde
norm voor stikstofdioxide te voldoen (zie Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 306).
Op welke wijze, met zowel generieke als locatie specifieke maatregelen, gaat
het college op korte termijn dit doel nog behalen?
Antwoord:
De hierboven genoemde doelstelling heeft betrekking op officiële
overschrijdingslocaties zoals die worden vastgesteld door berekeningen van het
RIVM. (De doelstelling heeft dus geen betrekking op de metingen van de GGD.)
Op basis van de gegevens van het RIVM heeft Royal Haskoning DHV berekend
dat Amsterdam in 2018 nog slechts één overschrijdingslocatie heeft. Daarmee is
de bovengenoemde doelstelling nagenoeg gehaald.
Zie voor de maatregelen de beantwoording van vraag 7.
10. Is het college bereid, deze vragen voor de bespreking in de raadscommissie voor
Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Duurzaamheid op 13 september 2017
te beantwoorden?
Antwoord:
Ja.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2 https://amsterdam.partijvoordedieren.nl/vragen/vragen-inzake-het-voldoen-aan-de-normen-voor-
luchtkwaliteit
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1431
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (Permanente voorzieningen
voor alle groepen migranten)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— De gemeenten een sleutelrol spelen om migranten wegwijs te maken en te
laten participeren in de samenleving;
— De Wetenschappelijke Raar voor het Regeringsbeleid (WRR) in hun jongste
rapport ‘Samenleven in Verscheidenheid’ adviseren om structurele
voorzieningen te treffen voor de ontvangst van nieuwe immigranten;
— Deze ontvangstvoorzieningen moeten bedoeld zijn om alle groepen te
faciliteren, — niet alleen asiel- of migranten, maar ook arbeids-, studie- en
gezinsmigranten.
Overwegende dat:
— De gemeenten een sleutelrol spelen om migranten wegwijs te maken en te
laten participeren in de samenleving;
— De gemeente Amsterdam een grote verscheidenheid aan migranten kent en
het belangrijk is om deze zo goed mogelijk te faciliteren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— In lijn met de aanbeveling van de WRR te onderzoeken hoe een permanente
voorziening opgezet kan worden die alle groepen migranten wegwijs maakt.
— Hierbij ook te onderzoeken hoe deze geïntegreerd kan worden in het
inburgeringsbeleid én met het oog op het nieuwe inburgeringsstelsel.
— Vervolgens hierover te rapporteren aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad
M. Taimounti
1
| Motie | 1 | discard |
Weener N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D
erk, Participatie : : "
Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
en Inkomen
D Amsterdam Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 9
Datum besluit 27 juni 2023
Onderwerp
Extra ondersteuning aan Amsterdammers via Sociaal Werk in collegeperiode 2022-2026
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de brief waarin het college aangeeft in deze collegeperiode nog meer
Amsterdammers met een arbeidsbeperking via Sociaal Werk aan het werk te krijgen en te houden.
En daarnaast deze ondersteuning naar werk voor een grotere groep Amsterdammers met een
beperkte kans op de arbeidsmarkt in te zetten.
Mede omdat de huidige krappe arbeidsmarkt hen kansen biedt als ze daar (tijdelijk) extra
ondersteuning bij krijgen. Deze groep krijgt dan ook extra ondersteuning zonder dat op voorhand
duidelijk is dat ze een arbeidsbeperking hebben. Dit sluit aan bij de ambitie vit het Amsterdams
Akkoord 2022-2026, namelijk: “Loonkostensubsidie kan een effectief instrument zijn. We investeren
extra om het aanbod vit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om
hun bijdrage aan voldoende passend werk in de stad te leveren”. Met deze brief informeert het college
u hierover.
Eind 2023 zullen op basis van deze inzet ongeveer 2100 Amsterdammers (excl. sw-ers) werkzaam
zijn met loonkostensubsidie en/of jobcoaching, een aanzienlijke groei ten opzichte van de 1600
aan het begin van de collegeperiode. Dit om aan de vraag van Amsterdammers voor extra
ondersteuning te kunnen voldoen.
Wettelijke grondslag
Artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet. Het college heeft de opdracht om te
ondersteunen bij arbeidsinschakeling
Artikel 10 van de Participatiewet. Aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling
Artikel 1oc van de Participatiewet. Vaststelling van de doelgroep voor loonkostensubsidie
Artikel 1od van de Participatiewet. Verlening van loonkostensubsidie aan werkgevers
Artikel 1oda van de Participatiewet. Aanspraak op begeleiding op de werkplek
Artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet. Het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad
voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft .
Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet juncto artikel 11, tweede lid en onder d, van het
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam — de commissie is belast met
het namens de raad kennisnemen van stukken.
Bestuurlijke achtergrond
Huidige ambitie en trends Sociaal Werk (periode 2018-2022)
Sociaal Werk is de aanpak om Amsterdammers met beperkte kansen op de arbeidsmarkt waarbij
sprake is van een structurele arbeidsbeperking te ondersteunen betaald werk te vinden en te
Gegenereerd: vl.8 1
VN2023-019851 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie,
Werk, Participatie __$€ Amsterdam ‚ ‚ „ EF D
en Inkomen % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
behouden. Dit met de inzet van loonkostensubsidies gerelateerd aan de loonwaarde van de
werknemer en/of de inzet van begeleiding (bijvoorbeeld in de vorm van job coaching). Ook de inzet
via Beschut Werk en de inzet voor de sw-medewerkers behoren tot de maatschappelijke opgave van
Sociaal Werk.
De huidige ambitie van Sociaal Werk is er op gericht 4.500 Amsterdammers (inclusief de sw-
medewerkers) met een arbeidsbeperking, die extra begeleiding nodig hebben naar werk te hebben
begeleid, zoals ook opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Sociaal Werk uit 2018.
Collegebesluit tijdelijke inzet extra maatregelen 2021
Het college besloot in haar vergadering van 16 november 2021 om een extra impuls aan Sociaal
Werk te geven met als doel de ambitie, die door de coronacrisis onder druk is komen te staan, te
realiseren om eind 2022 4.500 Amsterdammers aan het werk te hebben op Sociaal Werk. Het college
besluit hiertoe een aantal concrete extra maatregelen in te zetten.
Collegeprogramma 2022-2026
Het college blijft sterk inzetten op het naar werk helpen van Amsterdammers. Dit is in de volgende
punten vit het Amsterdams Akkoord 2022-2026 meegenomen:
el oonkostensubsidie (LKS) kan een effectief instrument zijn. We investeren extra om het aanbod
uit te breiden en kijken ook hoe we Amsterdamse werkgevers kunnen helpen om hun bijdrage aan
voldoende passend werk in de stad te leveren.
sGesubsidieerd werk kan voor sommige mensen een hele goede opstap zijn naar het vinden van
betaald werk. In Amsterdam bestaan verschillende vormen zoals de Werkbrigade en buurtbanen en
wordt nagedacht over basisbanen. We beoordelen komende periode de inzet op gesubsidieerd werk
de komende jaren in relatie tot Sociaal Werk.
Reden bespreking
Indiener bespreekt graag de brief met de wethouder en commissie, onder meer m.b.t. de rol van
werkgevers in de activiteiten.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.8 2
VN2023-019851 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-067420 Bijlage - Sociaal Werk onder de Participatiewet (pdf)
AD2023-0674,21 Commissie SED (a) Voordracht (pdf)
AD2023-067419 Raadsinformatiebrief Sociaal Werk 2022-2026. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Marc de Lange, 06-50065757, marc. lange @amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.8 3
| Voordracht | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam WP A
% Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie,
Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
% Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede,
Programma Maatschappelijke Investeringen
Tijd 09:00 uur tot 12:30 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte (09.00 — 09.15)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Werk,
Participatie en Armoede van 20 juni 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWPA@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte (09.15 — 12.30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA
Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013
Armoede
11 Armoedemonitor 2012 Nr. BD2013-006217
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
12 Rechtmatigheidsonderzoek armoedevoorzieningen Nr. BD2013-007934
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Kennisnemen G4 lobbybrief categoriaal armoedebeleid Nr. BD2013-007345
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid mevrouw Roosma (GrLi).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013.
e Was TKN 12 in de vergadering van 30.05.2013.
14 Kennisnemen van toepassen verjaringstermijn aanvragen langdurigheidstoeslag
Nr. BD2013-007344
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 4 in de vergadering van 20.06.2013.
Inburgering
15 Vaststellen Verordening inburgering Amsterdam 2013 en intrekken Verordening
inburgering Amsterdam 2012 def Nr. BD2013-008020
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
16 Voortgangsrapportage Educatie Werkt! Nr. BD2013-008244
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Diversiteit en Integratie
17 Intrekken Bijzondere subsidieverordening integratie en participatie (SIP) Nr.
BD2013-006950
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA
Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013
18 Voortgang activiteiten van de Adviesraad Diversiteit en Integratie Nr. BD2013-
007348
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid De heer De Bruijn (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013.
e Was TKN 11 inde vergadering van 30.05.2013.
Educatie
19 Antidiscriminatie en burgerschap op Amsterdamse scholen Nr. BD2013-007347
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid De heer De Bruijn (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013.
e Was TKN 14 in de vergadering van 30.05.2013.
Werk, Inkomen en Participatie
20 Wijziging Beleidsregels Re-integratieverordening inzake afbouw
onkostenvergoeding (O)GGZ-doelgroep Nr. BD2013-007374
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie KSZ is hierbij uitgenodigd.
21 Brief reactie vraag raadslid Poot (VVD) over registratie trede 4-klanten bij
uitzendbureaus Nr. BD2013-007343
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Poot (VVD).
e Was TKN 2 in de vergadering van 20.06.2013.
22 Beantwoording raadsadres inzake uitkeringsgerechtigden in dienst van de
maatschappij Nr. BD2013-007346
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duoraadslid De heer Boomsma (CDA).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 20.06.2013.
e Was TKN 5 in de vergadering van 30.05.2013.
3
Gemeente Amsterdam WP A
Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering,
Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
Gewijzigde Agenda, donderdag 29 augustus 2013
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Werk, Inkomen en Participatie
23 “Financiële dienstverlening en budgetbeheer (Fibu) kan het werk niet langer aan”
Nr. BD2013-008548
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP).
4
| Agenda | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1165
Datum indiening 7 juli 2020
Datum akkoord 7 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Simons inzake
gemeentelijke boycot van Israël wegens annexatie
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Recentelijk heeft de nieuwe regering van Israël hun voornemen aangekondigd om de
gebieden op de Westoever die al eerder door nederzettingen en een wegennet bezet
werden gehouden nu ook officieel te annexeren. Het is een nieuwe stap in een sinds
de oorlog van 1967 ingezette strategie om de er nog wonende Palestijnen zo ver
mogelijk in van elkaar gescheiden territoria op te sluiten, omsingeld door checkpoints,
een muur en voor Palestijnen ontoegankelijke wegen. De facto is er al sprake van
apartheid, inclusief een gescheiden juridisch systeem. Nu wordt het ook een de jure
apartheidssysteem, dat kan wedijveren met dat van het Zuid-Afrika van eens.
De annexatieplannen worden nu (eindelijk) door de internationale gemeenschap
serieus genomen, en ook de Nederlandse regering wil een motie uitvoeren om te
onderzoeken welke maatregelen Nederland hiertegen kan treffen.
Vanuit de VN, de Europese Unie en verschillende westerse landen wordt de
annexatie begrepen als een misdaad tegen het internationale recht. Bij doorzetting
van de plannen is er in toenemende mate sprake van één staat, Israël, waarbinnen
de Palestijnen in steeds kleinere Bantoestans zijn opgesloten.
Deze ontwikkeling onderstreept de noodzaak van een culturele boycot van Israël -
mede onderstreept door bijvoorbeeld. de uitspraken van Yair Netanyahu (28), de
zoon van de Israëlische premier. Hij deed deze uitspraken recentelijk ten tijde van de
hoogtepunten van de Black Live Matters protesten die ook plaatsvonden in Israël.
Tijdens de protesten tegen het platwalsen van een twee eeuwen oude Palestijnse
begraafplaats aldaar propageerde hij dat de Israëli's van Palestijnse afkomst uit Jaffa
(nu deel van Tel Aviv) zouden moeten worden verwijderd.
Omdat Amsterdam ook contacten heeft met Israël en de mensenrechten op punten
belangrijk vindt, wil de fractie van BIJ1 graag van het college weten welke
mogelijkheden het ziet om feitelijke, politieke en economische druk te kunnen
uitoefenen op de staat Israël teneinde recht te doen aan de rechten van de verdrukte
Palestijnen. Wij zien dit als een van de pogingen om de stapsgewijze en langzame
etnische zuivering ook uit te breiden naar de Palestijnen met Israëlisch
staatsburgerschap.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1165 Gemeenteblad R
Datum 7 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2020
Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van BIJ1, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid
Yilmaz van 4 juli 2020 (nr. 1164) — aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Wanneer de formele annexatie een feit is, is het college dan bereid om alle
achterhaalbaar Israëlische producten uit het catering assortiment te halen? Na
annexatie kan er geen onderscheid meer worden gemaakt tussen “bezette
gebieden” en de staat Israël. Het gaat om bijvoorbeeld om producten met als
eerste barcodecijfers 7/29, om Jaffa fruit, Medjoul dadels, aardappelen, en andere
producten.
Antwoord:
De meerwaarde van internationale samenwerking tussen steden is dat contacten
kunnen worden onderhouden los van nationale perikelen. Uiteraard gelden de
kaders van het nationale en internationale recht maar Amsterdam werkt niet
samen met de staat Israël en wil zich ook niet actief mengen in (inter)nationaal
politieke kwesties, Het college volgt de Europese regelgeving en jurisprudentie
over producten uit bezet gebied.
Op 12 november 2019 heeft het EU-Hof uitspraak gedaan over de
herkomstaanduiding van levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen in de door
Israël bezette gebieden. Het Hof heeft geoordeeld dat het Unierecht vereist dat:
-__op levensmiddelen die uit een door Israël bezet gebied komen, dit gebied
moet worden vermeld;
-__ wanneer die levensmiddelen uit een Israëlische nederzetting binnen dat
gebied komen, deze herkomst ook moet worden vermeld.
Deze uitspraak is bindend. Het bedrijfsleven is er verantwoordelijk voor dat
informatie over de herkomstaanduiding op producten juist is en niet-misleidend
voor consumenten.
In de recent gegunde aanbesteding voor de onderdelen:1. Bedrijfsrestaurants en
banqueting 2. Levering fruit- en groentesnacks wordt in de beide nieuw te sluiten
overeenkomsten een passage opgenomen conform de door de gemeenteraad
vastgestelde regels in relatie tot de jurisprudentie van het EU-Hof.
2. Het college heeft eerder aangegeven niet te willen samenwerken met
bedrijven die op de VN lijst staan van bedrijven actief in de bezette
gebieden. Nu werkt de gemeente voor het parkeerbeheer samen met Egis
Parking Services, onderdeel van Egis Group, waarvan Egis Rail actief is in
de te annexeren gebieden. Is de gemeente bereid EPS aan te spreken op
deze praktijk en indien nodig aan te sturen op het verbreken van de
samenwerking?
Antwoord:
De Europese aanbesteding voor de parkeerdienstverlening in Amsterdam is in
februari 2014 gepubliceerd en de opdracht is in oktober 2015 aan Egis Projects
S.A. gegund. Tijdens de gunning had, voor zover bekend, Egis S.A. (of een
dochteronderneming van Egis) geen activiteiten in door Israël bezet gebied. Het
college betreurt het dat een dochteronderneming binnen het concern van Egis
deze activiteiten gaat ontplooien, maar ziet daarin geen aanleiding om aan te
sturen op beëindiging van een eerder rechtmatig tot stand gekomen
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1165 Gemeenteblad R
Datum 7 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2020
overeenkomst. Tevens zal het verbreken van de samenwerking leiden tot (grote)
praktische problemen in de uitvoering van het parkeerbeleid. Binnen de huidige
contractuele afspraken kan het contract met EPS nog eenmaal worden verlengd.
Bij een volgende aanbesteding wordt uiteraard rekening gehouden met de door
de gemeenteraad vastgestelde regels ten aanzien van het aangaan van
contracten met (inter)nationale bedrijven.
3. Is het college bekend of beveiligings- en surveillanceapparatuur die
Amsterdam gebruikt of aanschaft komt van bedrijven die actief
samenwerken met de Israëlische bezetter? Een bekend voorbeeld hiervan
is GAS. Zo nee, is het college bereid dit te onderzoeken en daarover terug te
rapporteren aan de raad?
Antwoord:
Zie voor het antwoord op deze vraag de bijgevoegde lijst.
4. Is het college bereid om alle samenwerking met culturele, maatschappelijke
en politieke instituten in Israël en Israëlische bedrijven te verbreken of
minstens te bevriezen tot Israël zich heeft teruggetrokken uit alle
Palestijnse gebieden?
Antwoord:
Amsterdam heeft in het verleden met mensenrechtenorganisaties en organisaties
op het gebied van LHBTIQ+ in Tel Aviv vruchtbare contacten onderhouden. Zo
waren vertegenwoordigers van laatstgenoemde organisaties te gast bij de
Amsterdam Pride. Het college is niet op voor hand bereid om alle contacten met
deze organisaties te verbreken.
5. Het college heeft eerder al aangegeven geen zaken te willen doen met
bedrijven die op de VN-lijst van bedrijven die in de bezette gebieden
investeren staan. Is het college bereid uit te zoeken of subsidiënten en
inkooppartners met bedrijven uit deze VN-lijst samenwerken en de
resultaten hiervan aan de raad te rapporteren?
Antwoord:
In antwoord op de vragen van raadslid Yilmaz van 21 februari 2020 heeft het
college aangegeven zich te houden aan de UN Guiding Principles on Business
and Human Rights en op welke wijze onderzoek wordt gedaan naar de
achtergrond van mogelijke samenwerkingspartners.
“, Bij screening van activiteiten maakt de gemeente gebruik van de middelen die
haar ter beschikking staan. Met inachtneming van wettelijke verplichtingen en
bevoegdheden wordt dat onder andere gedaan door:
* Het doen van bronnenonderzoek
* Het vragen van informatie aan betrokken partijen
e Het inwinnen van advies van de rijksoverheid en Nederlandse posten en het
nationale en internationale netwerk van de gemeente
* Het inwinnen van advies van externe experts, zoals maatschappelijke
instellingen met relevante technische kennis over de regio en/of de thematiek,
academische instellingen Wanneer de screening daartoe aanleiding geeft, is het
van belang om risico's te beperken door deze gedegen in kaart te brengen.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer Tober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2020
Indien nodig kan de gemeente partijen vragen om MVO-beleid te overleggen of
te verklaren dat men handelt naar OESO-richtlijnen.”
Van dergelijk onderzoek is sprake op het moment dat zich een concrete
mogelijkheid tot samenwerking aandient.
Recentelijk is het bedrijf Alstom gescreend door de Screeninsgunit (zie de
bijgevoegde lijst).
De screening gaf geen aanleiding het contract te verbreken c.q. niet af te sluiten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 587
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 9 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie AZ
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groot Wassink, Paternotte, Kwint en Mbarki inzake
de Voorjaarsnota 2016 (pilot met stopformulieren in Amsterdam om etnisch profileren
tegen te gaan).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449);
Overwegende dat:
— ersprake is van vaak onbewuste vormen van etnisch profileren door
de Nederlandse politie;
— _@fnisch profileren discriminerend is, stigmatiserend werkt voor mensen van
etnische minderheidsgroepen en niet effectief is;
— de Amsterdamse politie eerder heeft erkend dat etnisch profileren in Amsterdam
voorkomt:
— het project van de Amsterdamse politie om etnisch profileren tegen te gaan
vertraging heeft opgelopen;
Spreekt uit dat:
— het gebruik van stopformulieren een in het buitenland bewezen effectieve
methode is om etnisch profileren tegen te gaan;
— ervaringen met gebruik van stopformulieren in het buitenland ook laten zien dat
de administratieve lasten daar nauwelijks zijn toegenomen en dat het politiewerk
efficiënter kan worden gedaan door een daling in het aantal controles en
tegelijkertijd een stijging in het percentage succesvolle controles ®;
— een grote meerderheid van de gemeenteraad in Amsterdam ook wil dat de
Amsterdamse politie start met een pilot met stopformulieren om zo etnisch
profileren tegen te gaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in overleg met de Amsterdamse politie, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en
de Nationale Politie een pilot met stopformulieren in Amsterdam te starten;
— de gemeenteraad te informeren over de voortgang en uitkomst van de pilot.
D http://weblogs.amnesty.nl/mensenrechtenvandaag/201 5/06/11 /stopformulieren-geen-probleem-
maar-oplossing/
1
De leden van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
J.M. Paternotte
J.P. Kwint
S. Mbarki
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 55
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting en N.T. Bakker inzake de Agenda Autoluw (pilot knip
Weesperstraat goed uitvoeren)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Overwegende dat:
— Bij verkeersmaatregelen als knips of omleidingen juist communicatie essentieel is
om ingeroeste patronen en vaste gedragingen te veranderen of te beïnvloeden;
— Tijd daarvoor ook van belang is, maar die is helaas kort vanwege andere
maatregelen bij de Piet Heintunnel.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Bij de pilot knip Weesperstraat uitvoering tevoren en op locatie te communiceren,
routeplanners te informeren;
2. Te meten wat zowel de positieve effecten zijn van de knip op leefbaarheid,
veiligheid, verblijfskwaliteit en milieu, als op de verplaatsingen en de effecten
daarvan;
3. De gemeten positieve effecten mee te nemen in een nog te maken
Stedenbouwkundige visie op de Oostelijke Binnenstad.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
Termijnagenda 2010 Commissie Openbare Ruimte en Financiën soor:
(Openbare Ruimte, Parkeren en mobiliteit, Veiligheid, Groen en duurzaamheid, Financiën, Economie, markt, toerisme en horeca, 4 = Advies raadscie tbv raadsbesluit
De Nieuwe Ooster)
2 = Beantwoording raadsadres
31-01-2011 3 = Bespreekpunt
4 = Ter Kennisname
Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen
datum _ griffie _ En En En En |
1-04-2044 04-02-2044 07-42-2040 “Garagevererdening-moet-worden-Parkeerneta + Van-Spijk d-van De garageverordening staat
Huijssteeden | apart vermeld op de BTA. Het
verdient aanbeveling om de
afweging ten aanzien van
garages af te wegen in een
breder perspectief, te weten
die van de parkeernota. De
parkeernota wordt bovendien
reeds opgesteld in het kader
van de synchronisatiekalender
van het gefuseerde stadsdeel
Oost
[47-04-2044 |04+0220H | 07422010 | Ontsluitingtdburg {brief aandereed 4] Afgehandeld
17-01-2011 01-02-2011 07-12-2010 ‘Strategieplan Schoon’ moet worden Evaluatie Strategieplan Schoon [3 | Özütok | DeJonge | |
17-01-2011 01-02-2011 07-12-2010 ‘Nota Parkeernormen’ moet worden Startnotitie Nota Parkeernormen 1 Van Spijk J. van De parkeernormen moeten in
Huijssteeden | de tijd flexibel zijn en kunnen
daarom geen onderdeel
uitmaken van de pakeernota.
17-01-2011 01-02-2011 07-12-2010 Evaluatieproject cameratoezicht Indische Buurt en voorstel toekomst cameratoezicht Elatik Hohensteijn | 17-01-2011
| Februari/ Maart |
28-02-2011 15-03-2011 24-01-2011 Structurele oplossing financiering IJburg 1 Van Spijk Van Doorn Nav toezegging PH Van Spijk
d.d. 25 mei 2010. Deze datum
wordt niet gehaald. Nieuwe
planning op dit moment niet (bij
BMO) bekend.
28-02-2011 15-03-2011 24-01-2011 Panama 4 Van Spijk Vermeulen Voorstel is binnen 1 maand
een afspraak met de
Gemeentelijke Ombudsman,
1
datum griffie
A
gaat tkn naar cie van feb2011.
Planning en Control cyclus 2010 (mondeling) 4 Van Spijk Van Doorn Naar rekeningcie. Notitie
28-02-2011 planning en control blijkt geen
notitie te zijn maar een
mondelinge toelichting over
P&C cyclus bij de a.s.
rekeningcommissie.
15.032011 24-01-2011 Jachthaven Bogortuin Roosendaal | In afstemming met de
28-02-2011 Raadsgriffie, BMO en Kees
Rozemeijer wordt het
voorstel m.b.t. een
jachthaven nabij de
Bogortuin aangepast en
voorgelegd aan het DB van 4
januari 2011. Waarbij het db
besluit het onderwerp te
bespreken in de
commissie van februari 2011.
Daaropvolgend wordt het
onderwerp weer in de staf
besproken en vervolgens ter
besluitvorming aan het DB
voorgelegd
28-02-2011 24-01-2011 Beperking verstrekking parkeervergunningen in stadsdeel Oost Van Spijk VVD heeft dit onderwerp
geageneerd nav brief pfh. 13-
01-2011
28-02-2011 Nvt 24-01-2011 Openingstijden horeca Amsterdam Oost Van Spijk D66 heeft dit onderwerp
geagendeerd nav
beantwoording schriftelijke
vragen DB
[28-02-2011 | __________\ __[ Ecologische verbindingszone [4 [ôzüok _|______[UitCieORFBnovi0 |
28-02-2011 15-03-2011 24-01-2011 Kadernotitie ‘Programma Duurzaamheid’ (discussie ter bepalen inzet) 3 Özütok Licher Duurzaamheid is speerpunt in
het programakkoord. Het DB
wil in gesprek met de
commissie de inzet bepalen
voor een programma
duurzaamheid. Daarna zal het
programma worden uitgewerkt
en ter besluitvorming worden
aangeboden. Mogelijk wordt
comm feb niet gehaald.
Voorlopig laten staan.
2
Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen
datum griffie
Opmerking griffie bij april
2011: er staan te veel
onderwerpen geagendeerd
om in 1 vergadering te
behandelden. Er zullen
waarschijnlijk stukken
moeten doorgeschoven
worden naar mei 2011
| 04-04-2011 | 19-04-2011 | 07-03-2011 _ | Risicomanagementnota________ li __[VaenSpijk | ______| ToezeggingcieORF8novi0 |
04-04-2011 19-04-2011 07-03-2011 Update Financiële situatie IJburg Van Spijk Termijn februari is niet
gehaald. Automatisch
doorgeschoven naar April
04-04-2011 Fiscale aanbesteding parkeerbeheer Van Spijk | J.van Schuift 1 maand op. Reden:
Huiijjssteede | er is nog stedelijke
n discussie. Naar verwachting
1/3 DB besluit. Nog nagaan
of dit raadsbeveogdheid of
TK is.
VD
mei
04-04-2011 19-04-2011 07-03-2011 Fietsnota Oost 1 J. van
Huiijssteede
n
a
El EES
30nov10
0
Huijssteeden
April Evaluatie handhavingsactie maximale fietsparkeerduur Amstelstation en 3 Özütok J. van Voorstel van DB. Onder
Muiderpoortstation Huijssteeden | voorbehoud van uitvoering
herhalingsactie met NS.
TN ee Ee
30nov10
[04-04-2011 __ | 19-04-2011 | 07-03-2011 _ | Evaluatie fietsenstallingverordening (mede ten behoeve van bepalen budget 2012) |_ |___De
[04-04-2011 | __| 07-03-2011 _[ Handboek Inrichting Openbare Ruimte (concept voor inspraak) [3 [Oz |
| 04-04-2011 | 19-04-2011 | 07-03-2011 [MOR lt __[Ozütok {Md
[04-04-2011 | 19-04-2011 | 07-03-2011 _ | Verkenning afvalstoffenservice Oost___________ [tk |
ME
16-05-2011 31-05-2011 11-04-2011 Nota Buitenreclame Oost 1 J. van Voorstel van DB
nn
n
GG
Huijssteede
3
Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen
datum griffie
16-05-2011 31-05-2011 11-04-2011 Parkeernota Oost 1 Van Spijk N.a.v. toezegging en
behandeling startnotitie
parkeren. April niet haalbaar,
voorstel voor de zomer.
(16-05-2011 | 31-05-2011 | 11-04-2011 | Jaarrekening stadsdeel oost 2010 |1 _ |VaSpijk | ||
EM
[20-06-2011 _ | 05-07-2011 _ | 23-05-2011 | Perspectievennota___________[VenSpijk |_________||
20-06-2011 05-07-2011 23-05-2011 Handboek Inrichting Openbare Ruimte 1 Özütok Bos / J van Wellicht hier de leidraad
Huijssteeden | behandelen en niet het
handboek?
Stand van zaken proef wisselcontainers bij afvalinzameling De Jonge Voorstel van DB. In januari
2011 start de proef met een
duur van 1 jaar. Het DB levert
de raad na een half jaar een
tussenevaluatie.
KG
8nov10
Startersondersteuning en ondernemershuis 4 Özütok Is stedelijk nog volop in
ontwikkeling, informatie van de
raad wordt op zijn vroegst
mogelijk geacht in januari
2011.
[Overlast Oosterpark montor___________ [3 [Elatik | Dongor _ | Kwartaal monitoren |
en
middelgroot speeltoestel Theo van Goghpark Ozútok t toezegging er is gedaan
Evaluatie gladheidbestrijding VVD heeft dit onderwerp op
termijnagenda gezet en moet
van datum worden voorzien.
Buurtveiligheidsplan Nav toezegging cie ORF 17-
d.d. 24-01-2011
GO
01-2011
LL EE EEE
01-2011
Marktbeleid 1 D66 heeft dit onderwerp op
de termijnagenda gezet en
moet van datum worden
4
Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen
datum griffie
[voorzien |
Na Evaluatie huidig cameratoezicht Nav toezegging cie ORF 17-
d.d. 24-01-2011
Startnotitie indicatoren evaluatie cameratoezicht Nav toezegging cie ORF 17-
d.d. 24-01-2011
Voor Integraal veiligheidsplan 1 Nav toezegging cie ORF 17-
d.d. 24-01-2011
Dierenwelzijnsnota/ flora en faunabeleid 1 D66 wil gezamenlijk met
Groenlinks dit op de
termijnagenda zetten. Ook
het flora en faunabeleid dient
betrokken te worden bij dit
onderwerp.
5
| Agenda | 5 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 224
Ingekomen onder AC
Ingekomen op woensdag 12 februari 2020
Behandeld op donderdag 13 februari 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Flentge inzake Segregatiemonitor primair- en voortgezet onderwijs
2019 (aanpakken kansenongelijkheid)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de segregatiemonitor primair en voortgezet onderwijs
2019,
Overwegende dat:
- Het tegengaan van segregatie en kansenongelijkheid een breed gedeelde
maatschappelijke wens is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te verkennen of en zo ja welke voorwaarden aan onderwijssubsidies gesteld kunnen
worden, met als doel om gemeentelijk beleid gericht tegen segregatie en
kansenongelijkheid af te kunnen dwingen bij schoolbesturen.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | discard |
VN2021-012013 Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Participatie x Gemeente " ‘ Dr ‘ 7 WIO
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
% Amsterdam
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 3
Datum besluit 23-04-2021 23-04-2021
Onderwerp
Factsheet RWC en Dashboard W&l en factsheet impact coronacrisis op inkomenssituatie inwoners
stadsdelen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de Factsheet RWC en Dashboard W&l en factsheet impact coronacrisis op
inkomenssituatie inwoners stadsdelen
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet; actieve informatieplicht van college naar raad.
Bestuurlijke achtergrond
Naar aanleiding van de vraag van de raadsleden om goed op de hoogte te blijven van de
ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen sturen we u de meest actuele cijfers over de
omvang van het bijstandsbestand (met uitsplitsing naar het aantal jeugdwerklozen), overzicht van
de Tozo aanvragen en een update vanuit het Regionaal Werkcentrum. Bijgevoegde overzichten zal
de gemeenteraad vanaf nu telkens op de maandag voorafgaand aan de commissievergadering WIO
ontvangen. Eenmalig is het factsheet impact coronacrisis op inkomenssitvatie inwoners stadsdelen
hier in opgenomen.
Reden bespreking
Zie bestuurlijke achtergrond.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.3 1
VN2021-012013 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Participatie % Amsterdam _ a
% Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
AD2021-043173 Commissie WIO Voordracht (pdf)
AD2021-043174 Dashboard W&I cie WIO d.d. 29 april 2021.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Marc de Lange, 06-50065757, marc. lange @amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | discard |
eh ide jd zie En EE LD
hed AT Ee a
afl oilMe AEEA >
ietab se rd BAD EA, lo 5 METEN ce En
epa eee Pd
Pagine od Nr ER Te Pe
Se
Eelder Ha spe LI CARE 1 Bae Peren
ing Ee © ar el. tr AN Prat,
a B eten Pis er Ae Me, CEN jes Ez - d
ee eN
eee ef
Te Eren EE Ì PEP ale ak oe
en Car Er De Ee Liet; iere ne
Et: EEE rk RAT ld EN TE
Ta
ET Hers Tide ETS A Ee kek
EE EA NEA ree FP BE Le 7 ee
ES Ke rk EL dd Ei tg Boke e,
er Le a A 7
en eet at 1 2 rn Ee Zi
EERE eel EE Ee ERE EL
En
sn EAN PE ni
alur SEEN id EELS EF kn he Ee en En
ze pek Aalden ede Le Don
En kn TE EL de Mert Ee a a ee ij Be Wet
ke ee en he TG ep
ahd ed El TEER Te a. Ik Ze Ein ES q a E
Ee, LE en en Od
Er re EE A Pe Edd Ae ine
ON ed
nn hit TN je gn Eer ef NE Ee LEE Ee
Rrk EEE ee ET TE Met
gr hg | nt in | kr ak ET LE je er ET Beat Á ke 6 | otd HEE
Ee Ee tiek eten nak Kak B Se
TT eee ee Eg Eh
hi ME
E ELL ETE Ee re ET ak rt eef Pr ern
ik en at ed A Dn DE Ten BEER pd
eran 4 eg NT A En
, rt ie Ö EE me A Wte Oe ed keet En grad
a Ache AE Ek mEt Rede Are de
ch sert SN Ri Zin B A, Tr en sd
ne HEA ae = el Ee pr Er
anr he hr EE RE et EN ES 15 Bi
a EE brt ETE ze en Me ee
Stadsdeel Zuidoost
Pan oe ee heh mehrere Hi ne He ane er EEA, He sie! Fj En | or jn HE E 5 t A E H 3 7 ef Ni
E En 8 nk eea er ï erf a ae Per hea nl ri
ze q ï : ijs Een 5 e, be sj de Te, En RR r i ee, bi File En en br RH hd , ed rl Weba
knel de Eh en EA ded
ee ed Tren EN Ard ai NL BOVA ee Eee
Bn ae rn en iet EKE ene ee Tg ee gr Teen ET DE zn zi
Tt Ee en WE pn AD ET Pr ED Le ER DE le
Pt AA en ELN ede ae Ek de Nrs ete ad
pe el rt Te A Rr VE AE bea se ban dr En seen, -
E KL Ean brent rn WN Rd EE ED A ER lln Le i Ag L
EEE ee Hi Ee APET eh: al Ts Li (Falk / ï rn
Ars EEN Et ten RE ban '
Ri er en, ie Ak F den Ef. Hu Tal [ ER EA ki L Ù BE k
D Gemeente
Amsterdam
n
OE Pa Leïe LEES
Stadsdeel Zuidoost
Mei 2020
Hoeveel jongeren wonen er in Amsterdam en stadsdeel Zuidoost?
Jongeren per wijk, stadsdeel Zuidoost en Amsterdam, 2019 (procenten)
50 % In totaal wonen er ruim 272
duizend jongeren tussen o en
26 jaar in Amsterdam. Ruim 31
Ee EN duizend wonen in stadsdeel
4 32 Zuidoost. Binnen Zuidoost
wonen naar verhouding de
meeste jongeren in Amstel III/
L_] 20-25% 30-35% B >40% Oo Bullewijk.
TA 25-30% WE 35- 40% Zuidoost Amsterdam
Welk gebied kent de meeste diversiteit?
Jongeren naar migratieachtergrond, 2019 (procenten)
BijmerCertrm mmm 22 22
Bijlmer Ot EEN OD OO 21 Alle drie de gebieden
Gaasperdam/Driemond 29 in Zuidoost zijn divers
. op het gebied van
Zit EE OHT 24 migratie-achtergrond.
Amsterdam WEER 1 7 41 %
O 20 40 60 80 100
E overig niet-Westers m Westers = Marokkaans — Surinaams Turks Antilliaans — geen
Hoe ontwikkelt de jonge bevolking de komende 30 jaar?
Bevolkingsprognose 2020-2050, stadsdeel Zuidoost naar leeftijdsgroep
duizend
14
Tot 2050 komen er 0-3 jaar
ongeveer 10.895 12
jongeren van 0-26 bij. 10 47
De groep tussen 0-3 8 nn 8-12
neemt het meest toe, 6 ee 1317
gevolgd door de groep 4 18-22
23-26 jarigen. 2 23-26
o
2020 2030 2040 2050
Welk deel van de kinderen woont in een éénoudergezin?
Jongeren in éénoudergezin
Jongeren in éénoudergezin, 2019 (procenten) OKER (procenten)
% Bijlmer-Oost
100
Relatief meeste
éénoudergezinnen in
Holendrecht/Reigersbos.
53
Gl Ek ip 5 So Brenond |
o 12-17 jarigen wonen het _
0-3 4-11 12-17 18-22 23-26 vaakst in een éénoudergezin. ne
2
Meenouder mtweeouder = zelfstandig, overig L_Jo-10% WE 30-40%
L 10-20% EN 4o- 50%
2e 20 - 30%
D Gemeente
Amsterdam
D NR |
Factsheet jeugd Ve | | | 8 e |< Ì fe
Stadsdeel Zuidoost
Mei 2020
Hoe staat het met het aandeel jeugdige verdachten?
Aandeel verdachte 12-17 jarigen Aandeel verdachte 18-24 jarigen
van het aantal jongeren, 2019 van het aantal jongeren, 2019
(procenten) (procenten) Bijlmer-Oost
Bijlmer-Oost
ijlmer-Oos eN NEN 4
g \ \ +0,1%-punt r\
, | +0,1%-purt
\ Al Bijlmer-Centrum Gaasperdam
\ Amstel Ill Driemond
Bijlmer-Centrum 6 d \ Ee
Amstel Il aaspercam \
Driemond Af Á toename t.o.v. 2018
Het aandeel jeugdige verdachten (12-24 jaar) is voor
LJo-2% | J4-6% TC 8-10% het eerst in jaren iets toegenomen. In Zuidoost nam
L2-4% [1 6-8% ME >10% het aandeel met 0,1%-punttoe. Dat is minder dan
gemiddeld in Amsterdam (+0,3%-punt).
En met de Top6oo en Top4oo jongeren?
24% van de Top6oo en 24% van de Top4oo jongeren die in
Amsterdam woonden, woonden in 2019 in Zuidoost. De
48 5 6 Top6oo is een lijst van personen die de afgelopen jaren relatief
d Top6 veel high-impact delicten hebben gepleegd. Jongeren in de
van de 202 "OP500 Kon de 229 Top4oo Top4oo zijn in contact geweest met de politie, maar nog niet zo
Tuidoost wonen In DAL vaak als de veelplegers vit de Top6oo. Door uitstroom bestaan
uidoost Zuidoost de Top6oo en Top4oo nu vit minder dan 60o en 4oo jongeren.
Welk deel van de jongeren voelt zich onveilig of wordt gepest?
Aandeel jongeren (15-26 jaar) dat zich wel
eens onveilig voelt, 2019 (procenten)
6 % Aandeel jongeren dat slachtoffer is van pesten (2018),
° of cyberpesten (2018-2019, procenten)
53 pesten cyberpesten
13-14 15-16 15-26 jaar \
Zuidoost 3 - 6
Amsterdam 3 1 7
0 ES
Amsterdam Zuidoost bron: pesten GGD, cyberpesten OIS
Welk deel van de jongeren is slachtoffer van huiselijk geweld?
Aandeel jongeren dat slachtoffer is van huiselijk geweld, 2017-2018 (procenten)
lichamelijk EES
13-14 jaar 15-16jaar 13-14 jaar 15-16 jaar
Zuidoost 4 3 5 4
Amsterdam 2 2 3 3 3
bron: GGD
D Gemeente
Amsterdam
D LN
Factsheet jeugd Onderwijs
Stadsdeel Zuidoost
Mei 2020
Hoeveel scholen en leerlingen zijn er in Zuidoost?
7.415 kinderen uit Zuidoost gaan naar de
l nan basisschool (schooljaar 2018-2019). 3.565
le Dn eel ele En mn jongeren gaan naar het voortgezet
3 onderwijs en 195 naar het speciaal
basisscholen middelbare school voor onderwijs. In dit hoofdstuk wordt gekeken
scholen speciaal onderwijs naar de woonplaats van het kind.
bron: DUO (2018-2019)
Welk deel van de kinderen gaat naar de voor- en
vroegschoolse educatie (vve)?
. . Aandeel kinderen met een vve-indicatie en vve-deelname, 2018-2019
Voor- en vroegschoolse educatie (vve) is
he: (procenten)
een programma dat er op gericht is om
onderwijs- of ontwikkelachterstanden Zuidoost |
bij kinderen van 2 tot 6 jaar te 35
verminderen. In Zuidoost hebben meer B
kinderen een wve-indicatie dan in Amsterdam 25
Amsterdam. Kinderen met een indicatie
nemen in Zuidoost even vaak deel aan 0 80%
de VVE als in Amsterdam. br
B vve-deelname _ vve-indicatie
bron: elektronisch loket ve
Hoe zit het met de streefniveaus voor lezen, taal en rekenen?
Aandeel kinderen dat de streefniveaus haalt, 2018-2019 (procenten)
100 %
De streefniveaus voor lezen, taal
en rekenen schrijven voor wat
73 m rekenen leerlingen in groep 8 moeten
59 52 59 kunnen. In Zuidoost halen minder
leesvaardigheid kinderen de streefniveaus voor
Hi taalvaardigheid rekenen, lezen en taalvaardigheid
0 . aalvaardlgne! dan gemiddeld in Amsterdam.
Zuidoost Amsterdam bron: DUO
Op welk niveau wordt er onderwijs gevolgd?
Aandeel jongeren naar type voortgezet onderwijs, 2018- 2019 (procenten)
Binnen het voortgezet m praktijkonderwijs
onderwijs volgen leerlingen Zuidoost En Ie 17 = vmbo
in Zuidoost vaker onderwijs
op vmbo-niveau en minder Amsterdam En 23 37 havo
vaak op vwo-niveau dan vwo
gemiddeld in Amsterdam. %
o 20 40 60 80 100 %
Aandeel jongeren naar type vervolgonderwijs , 2018- 2019 (procenten)
een vervolgopleiding doen,
m hbo doen vaker een mbo-
vaak naar de universiteit dan
0 20 40 60 80 zoo % gemiddeld in Amsterdam.
bron: CBS, bewerking OIS
D Gemeente
Amsterdam
n n
OEE N01 Le K=Ta Ma lean [In
D Stadsdeel Zuidoost
Mei 2020
Hoeveel jongeren groeien op in een minimahuishouden?
Aandeel kinderen in een minimahuishouden, 2017 (procenten) nn .
In een minimahuishouden heeft het
huishouden maximaal 120% van het
Bijlmer-Oost zo € Wettelijk Sociaal Minimum (WSM) te
besteden en een vermogen onder de
| vermogenstoets voor de bijstand. In
Al 20 Zuidoost ligt het aandeel jongeren dat
opgroeit in een minimahuishouden hoger
Bijlmer-Centrum Gaasperdam dan in Amsterdam. Ook het aandeel dat
Amstel II Driemond 0 langdurig (drie jaar of langer) deel vitmaakt
Zuidoost Amsterdam van een minimahuishouden ligt hoger. Het
e= minima langdurig minima aandeel is het hoogst in Bijlmer Centrum en
C15-10% [ \15-20% MM 25- 30% Holendrecht/Reigersbos.
Ll 20-15% CS 20-25% EM 30-35% bron: IIV/CBS/bewerking OIS
Welk deel van de jongeren werkt en hoeveel vur werken zij?
Aandeel jongeren dat tenminste Aantal gewerkte uren per week, 2018 In Zuidoost ligt het
1 uur per week werkt, 2018 ( procenten) aandeel werkende
0% jengeren van 14-17 en van
80% 29 18-22 hoger dan in
74 75 Amsterdam. Wel werken
35 jongeren in Zuidoost
3 minder vaak fulltime dan
18° 6 8 16 7 57 gemiddeld in Amsterdam.
0 o
Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam bron: CBS en OIS,
Bi4-17 P18-22 23-26 jaar <12 12-19 20-24 “25-29 M30-35 M> 35 uur bewerking OIS
Hoeveel jongeren werken of volgen een opleiding?
Aandeel actieve jongeren van 15-26 jaar, 2018 (procenten) Jongeren tot 22 zijn in Zuidoost vaker
actief dan gemiddeld in Amsterdam.
_ Bijger-Oost Onder actieve jongeren Jongeren vanaf 23 jaar zijn minder vaak
{ \ef \ vallen alle jongeren die actief dan het stedelijk gemiddelde.
% werken, onderwijs of 50%
een opleiding volgen. In B 14-17
n vr Bijlmer Centrum ligt dit 4 e= 18-22
Bijlmer-Centru Gaasperdam 35
Amstel Il Oriehnond percentage het laagst, nm 23-26
in Amstel III/Bullewijk
__184-86% |) 88-90% MM 92-94% het hoogst. 0 bron: CBS,
L_186-88% MM g0-92% MN 94- 96% Zuidoost Amsterdam _ bewerking OIS
Welk deel van de jongeren ontvangt een uitkering?
. . Aandeel jongeren van 18-26 jaar met een uitkering, 2018 (procenten)
In Zuidoost is het arbeidsongeschiktheids-
aandeel jongeren met gebiedsnaam bijstandsuitkering WW-uitkering TAS a}:4
een uitkering hoger Bijlmer-Centrum 1,8 0,7 1,5
dan gemiddeld in 7
Amsterdam. Bijlmer-Oost 2,3 1,1 2,0
Gaasperdam/Driemond 2,6 1,3 2,1
Zuidoost 2,2 1,0 1,8
Amsterdam 2,0 0,7 1,8
bron: CBS, bewerking OIS
D LEREN Te TA
Amsterdam
% LN |
Factsheet jeugd Welzij nen gezond heid
Stadsdeel Zuidoost
Mei 2020
Welk deel van de jongeren wordt bereikt met jeugdhulp?
Bereikte jongeren met jeugdhulp per gebied, In stadsdeel Zuidoost zijn 1.557 jongeren tot en met 18 jaar
2018 (procenten) bereikt met jeugdhulp. Dat is 8,7% van het aantal jongeren in die
leeftijdscategorie. In Amsterdam is dit 6,5%. De term jeugdhulp
omvat alle vormen van hulp en ondersteuning variërend van licht
ambulant tot en met intensieve, zeer gespecialiseerde zorg.
Bijvoorbeeld opvoedvragen en jeugd-GGZ.
_/ Bereik o-jarigen onder zorg bij JGZ, 2018 (procenten)
gebied DZ
Bijlmer-Centrum 97,8
mm 7,1% ®. _ Bijlmer-Oost 98,9
mm 9,5% Bijnaalleo-jarigen _Gaasperdam/Driemond 99,2
mm 0,7% worden bereikt met .
jeugdgezondheids- roo oon
zorg (JGZ). Amsterdam ___O
bron: OKT Amsterdam bron: OKT Amsterdam
Is er overlap tussen jeugdvoorzieningen en andere voorzieningen?
Overlap tussen verschillende voorzieningen in stadsdeel Zuidoost, 2018 (aantal voorzieningen per huishouden)
Inkomen en zorg 2.130 . . .
Van de huishoudens in stadsdeel Zuidoost
maakt 4% (n=1700) gebruik van een jeugd-
voorziening, in Amsterdam is dit 3%. In
Zorg Zuidoost maakt 4,% van deze huishoudens ook
Inkomen 7.810 2.070 Inkomen,jeugden gebruik van een zorgvoorziening en41% van
zorg 190 een inkomens-voorziening. 11% vande
Jevad 6 huishoudens gebruikt naast een jeugd- zowel
eugd eugeen zorg bo een inkomens- als een zorgvoorziening. Het
749 domein jeugd bestaat uit jeugdhulp, jeugd-
Inkomen en jeugd 700 bescherming en jeugdreclassering.
Waar zijn jongeren het meest kwetsbaar?
. . Jongeren met kwetsbaarheidsscore
De kwetsbaarheidsscore heeft een waarde van o tot 4. Kinderen 3 of 4, 2017 (procenten)
met een score van 3 of 4 zijn het meest kwetsbaar. Voor 0-17 zo %
jarigen wordt kwetsbaarheid gebaseerd op gezinsinkomen, 9
opleidingsniveau van de ouders en het kind, gezondheid van de m Zuidoost
ouders en het kind. Bij 18-plussers wordt gekeken naar eigen
inkomen, opleidingsniveau en gezondheid. Zie ook: kwetsbare A: = Amsterdam
bewoners in de stadsdelen. 0 . -
0-17 jaar 18-26 jaar
Jongeren van 0-17 met kwetsbaarheidsscore Jongeren van 18-26 met kwetsbaarheidsscore
3 of 4, 2017 (procenten) 3 of 4, 2017 (procenten)
Bijlmer-Oost Bijlmer-Oost
_ In Amstel III/Bullewijk _
Bijlmer-Centrum Gaasperdam is het aandeel Bijlmer-Centrum Gaasperdam
Amstel Driemond kwetsbare jongeren in Amstel Il Driemond
de leeftijdscategorie 6
C2-4% EE 6-8% WN 20%> tot en met 17 jaar het TI 2-4% WE 6-8% WM 10%>
TI 4-6% ME 8-10% grootst. TI 4-6% WE 8-10%
Hoe zit het met het gebruik van genotsmiddelen?
Aandeel jongeren in stadsdeel Zuidoost dat rookt, alcohol drinkt of cannabis gebruikt, naar leeftijd, 2017-2018
(procenten)
wekelijks
5 cannabis 2 cannabis cannabis In stadsdeel Zuidoost ligt het
‘+ __alcohol 35 alcohol 3 alcohol aandeel dat ooit heeft gerookt
Td B B
én roken 6 roken roken of cannabis gebruikt heeft
ik lager dan in Amsterdam. Het
- aandeel van de 13-14 jarigen
8 cannabis 7 cannabis | 1 cannabis 1 1 dat ooit alcohol gedronken
2 alcohol 37 alcohol 3 alcohol heeft ligt daarentegen in
5 Zuidoost beduidend hoger dan
7 k roken 9
roken 12 roken ” 2 U: in Amsterdam.
bron: GGD
Waar komt overgewicht het meeste voor?
Aandeel jongeren met overgewicht, inclusief obesitas, 2017-2018 (procenten)
50 %
In Zuidoost is het aandeel
kinderen met overgewicht
groter dan in Amsterdam. In
B 32 Bijlmer-Centrum ligt het
28 29 27 28 28 aandeel kinderen met
22 24 23 23 overgewicht in alle
19 78 leeftijdscategorieën het
13 12 hoogst.
0 bron: GGD
5 jaar 10 jaar 13-14 jaar 15-16 jaar
Bijlmer-Centrum mBijlmer-Oost = Gaasperdam/Driemond = Zuidoost Amsterdam
Hoe zit het met mondgezondheid en mentale gezondheid?
Aandeel jongeren dat geen tandartskosten heeft Aandeel jongeren met depressieklachten,
gemaakt, 2018 (procenten) 2017-2018 (procenten)
80 % In Zuidoost is onder 13-15 jarigen en Jongeren in stadsdeel Zuidoost ervaren niet
16-17 jarigen het aandeel dat niet significant vaker depressieve klachten dan
71 naar de tandarts gaat hoger dan in gemiddeld in Amsterdam.
Amsterdam.
20 %
35
pl; 12
24 9
Be El - 19
0-4jaar 5-8jaar g-12jaar 13-15 jaar 16-17 jaar 13-14 Jaar 15-16 jaar
m Zuidoost = Amsterdam Zuidoost Amsterdam
bron: CBS/ bewerking OIS bron: GGD
% Asterdem
%
%
presteren op school?
%
% Wat doet een leerling leren en presteren op school?
mm “TE
gm mm | —
NS / laa)
\fh,
dt Î î ee
\t ZZ ze 4 mene
AE Em
| Factsheet | 8 | val |
|
Bezoekadres |
Amstel 1 |
> < Gemeente 1011 PN Amsterdam |
Amsterdam |
Postbus 202 |
1000 AE Amsterdam |
Telefoon 14 020
amsterdam.nl |
> < Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
|
Datum 6 maart 2019
Ons kenmerk __[D19-7079-Uit-19-669 |
Behandeld door Ronald Kersbergen, [email protected]
Kopie aan commissie AZ
Onderwerp Raadsadres verbeteren van het vergunningenbeleid en de handhaving.
Geachte heer
|
Op 11 janvari 2019 heeft v een raadsadres ingediend. Dat is op 23 janvari jl. in de gemeenteraad
behandeld en daarbij is voorgesteld de beantwoording in handen te geven van het college van B&W. |
In de brief van het college naar aanleiding van vw eerdere raadsadres is ingegaan op een drietal
verbeterpunten. U geeft aan dat bijna een jaar na ontvangst van deze brief een aantal volgens u |
toegezegde zaken nog niet is gerealiseerd. Deze zaken zijn niet specifiek benoemd in de brief van het
college, maar mogelijk aan de orde gekomen in het gesprek dat u vorig jaar heeft gehad met enkele
ambtenaren.
Ik ga puntsgewijs in op de door v aangegeven zaken.
Het college onderschrijft dat het voor een efficiënte handhaving niet wenselijk is dat handhavers naar
kantoor moeten om vergunningen en onderliggende voorwaarden te kunnen checken. Het is
technisch mogelijk om dit via de smartphone op te kunnen vragen. De organisatie werkt er aan om |
dat te realiseren. |
Vergunningen voor objecten en tijdelijke verkeersmaatregelen worden automatisch gepubliceerd. Bij |
navraag is gebleken dat er een ICT probleem lijkt te zijn geweest. Daardoor werd er niet meer |
gepubliceerd richting overheid.nl en via dat adres naar apps zoals Omgevingsalert. Dit is inmiddels |
opgelost. |
Het is de ambitie van het college om de handhavers in te zetten op die plaatsen en tijden waar de |
kans op geprioriteerde overtredingen het grootst is. Er zijn echter beperkingen door de nog steeds
schaarse capaciteit en de roosterproblematiek. De organisatie werkt aan meer flexibele roostering,
die meer aansluit bij de opgaven op straat. Mede naar aanleiding van vw raadsadres gaan we
experimenteren met een koppel handhavers dat direct bij aanvang van de ochtenddienst (07.00 uur)
de westelijke grachtengordel specifiek op dit onderwerp gaat controleren. Dit gaan we 2 maanden
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl. |
Gemeente Amsterdam |
|
doen. We kunnen zo de aard en omvang van de problematiek in beeld brengen en we kunnen |
vaststellen of deze werkwijze effectief is.
|
Een tijdelijke verkeersmaatregel (TVM) wordt aangevraagd voor maximaal 4 maanden. Voor een
langere periode is een verkeersbesluit nodig. Raadslid Van de Burg (VVD) heeft in een motie
gevraagd om een TVM te beprijzen in tijdseenheden. De verwachting is dat dit een prikkel is voor |
aannemers om deze plaatsen zo kort mogelijk te huren. Het college werkt aan een advies dat moet |
passen binnen wettelijke regels en het belastingrecht. De gemeenteraad zal dit advies binnenkort
ontvangen.
Vergunningen worden verleend op basis van een situatieschets. Wanneer we constateren dat |
aannemers meer ruimte aanvragen dan strikt noodzakelijk is, zal hier handhavend tegen worden |
opgetreden. Daarbij wordt de kanttekening gemaakt dat de pakkans niet overal even groot is.
In het kader van de digitale parkeercontrole worden gereserveerde plaatsen tijdelijk vit het |
controlebestand van de scanauto gehaald. Als aannemers frauderen door overdag de geplaatste |
vergunningsborden te verwijderen, is deze fraude met de scanauto lastig te herkennen. Fysieke
controle ter plaatse is noodzakelijk en daar gaan we de komende 2 maanden aandacht aan schenken.
Het beleid is er tot dusver op gericht om alle verbouwingen mogelijk te maken op een veilige en |
acceptabele wijze. In de verordening kan nu geen onderscheid worden gemaakt tussen aanvragers of
rechten. Om de druk in bepaalde buurten te beperken wordt het eerder vermelde beprijzen van de
TVM in tijdseenheden als kansrijke oplossing gezien.
Er worden steeds meer TVM 's afgegeven met tijdslots in plaats van standaard 24-uursvergunningen. |
Er blijven echter plaatsen nodig voor het laden en lossen van bouwmaterialen die in alle vroegte
worden aangeleverd. Als op dat moment nog bewoners zijn geparkeerd leidt dat tot onwenselijke
(verkeers)situaties. |
|
Í
Het is van belang dat er duidelijkheid is over de tijdsaanduidingen op de borden. Het college
onderkent dat het niet in alle gevallen goed gaat. Daar zullen we alert op moeten zijn.
Omdat er nog geen aanpassingen van de vitvoeringspraktijk op de agenda staan, is er nog geen
aanleiding geweest om u uit te nodigen voor de voorbereidingen.
Er worden op jaarbasis 70.000 vergunningen in de openbare ruimte verleend. Bij de verstrekking en |
de naleving gaat gelukkig veel goed. Er zullen gevallen zijn dat zo weinig mogelijk ruimte en/of last
toch betekent dat er sprake is van hinderlijke situaties. In ontoelaatbare gevallen kunnen bewoners |
een melding openbare ruimte kunnen doen. Afhankelijk van de ernst zal daar handhavend tegen
worden opgetreden.
Í
Tot slot wil ik u nog melden dat wethouder Van Doorninck onlangs achttien mogelijke maatregelen |
bekend heeft gemaakt om overlast en negatieve gevolgen van het verbouwen van panden tegen te
gaan. Ook in stadsdeel Centrum wordt momenteel gekeken welke maatregelen mogelijk zijn. Het
stadsdeel heeft uv gevraagd mee te denken bij het formuleren van vragen over bouwdynamiek in de
|
Gemeente Amsterdam
|
| komende gebiedsenquêtes. Na de zomer zal een bijeenkomst worden georganiseerd waarbij -mede
op basis van de antwoorden in die enquêtes- met stakeholders gekeken wordt welke maatregelen
prioriteit moeten krijgen in stadsdeel Centrum.
|
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
„FF leens es |
q rgemeester van Amsterdam
|
Í
|
|
|
|
Í
Í
|
[
| Raadsadres | 4 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Griffie x
Actualiteit voor de raadsvergadering van 21 en 22 april 2021
Van Grooten, Boomsma, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Kili, La Rose, Warmerdam,
Bloemberg-lssa en Kuiper
Datum 12 april 2021
Portefeuille Jeugd(zorg)
Agendapunt 2A
Onderwerp
Actualiteit van de leden Grooten, Boomsma, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Kilig, La
Rose, Warmerdam, Bloemberg-lssa en Kuiper inzake de onhoudbare situatie in de
jeugdpsychiatrie.
“Aan de gemeenteraad
Zoals beschreven in meerdere nieuwsmedia en ook door het programma Pointer, is het
aantal spoedmeldingen in de jeugd-ggz de afgelopen maanden snel gestegen, en op de
crisisdienst is steeds minder plek en ook steeds minder plekken dichtbij huis. Door de
coronacrisis neemt het aantal jongeren met grote problematiek toe en is er geen plek
waar zij snel geholpen kunnen worden. Dat zijn vreselijke en zorgwekkende signalen.
Voor jongeren met ernstige psychische problemen is de zorg vastgelopen.” Kinderen met
uiteenlopende ernstige problematiek zoals eetstoornissen, depressie en suïcidaliteit,
krijgen niet de hulp die ze nodig hebben. Dit zijn jongeren van nog maar 12 of 13 jaar oud.
Wachtlijsten kunnen oplopen tot maar liefst 1 jaar en er staan naar zeggen duizenden
kinderen op wachtlijsten. Hoofdinspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
Korrie Louwes onderzocht de situatie in twintig instellingen. "Corona heeft de
problematiek die er al was voor de jeugd GGZ verder vergroot, verdiept en verscherpt",
zegt Louwes? En dit heeft niet alleen effect op de kinderen die deze zorg nodig hebben,
maar ook voor hun ouders en ook voor medewerkers die met te weinig mensen zorg
moeten bieden aan uiterst kwetsbare kinderen en ook vaak nee moeten zeggen. De
noodkreet was er al, maar door corona is die noodkreet alleen maar luider geworden.
Reden van spoedeisendheid
De reden van spoedeisendheid is dat het probleem in de jeugdzorg al schrijnend was en
nu door corona alleen maar erger is geworden en er vanuit veel verschillende hoeken — en
niet in de laatste plaats vanuit de Hoofdinspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg —
aan de bel wordt getrokken. Dit kan niet langer wachten omdat dit gaat om de acute
gezondheid van kwetsbare kinderen in onze stad.
1 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/237 5543-inspectie-situatie-in-jeuadpsychiatrie-
onhoudbaar.htm!
? https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/237 5543-inspectie-situatie-in-jeugdpsychiatrie-
onhoudbaar.htm!
| Actualiteit | 2 | val |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 7 juni 2023
Ingekomen onder nummer 308
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Bobeldijk en Kreuger inzake onderzoek mogelijkheden
kort parkeren
Onderwerp parkeerverordening en parkeerbelasting
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de parkeerverordening en de parkeerbelasting.
Overwegende dat:
- Er plekken zijn in de stad waar voor de eerste drie vur een ‘laag starttarief’ geldt van 1,60
per vur, bijvoorbeeld bij winkelcentrum Buikslotermeerplein in Noord;
- Er meer plekken in de stad zijn waar kort parkeren gefaciliteerd kan worden door een laag
instaptarief te rekenen en na een X-aantal vur een hoger uurtarief te rekenen;
- Hierbij bijvoorbeeld te denken valt aan gebieden waar de ‘10 cent zones! zijn verdwenen;
In Zuidoost in woonwijken nabij kantoorgebieden en Buitenveldert nabij de Zuidas; de
Jaap Edenbaan en andere sportplekken die zich hiervoor lenen, enzovoorts.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_De mogelijkheden in kaart te brengen om het ‘kortparkeren’ middels een laag starttarief
en een hoog tarief voor de uren daarna op meerdere plekken in de stad te faciliteren;
-__ En hierover te rapporteren aan de raad.
Indieners,
E. Bobeldijk
K.M. Kreuger
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 759
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake een openbare cricketveld
Onderwerp
Het realiseren van het eerste openbare cricketveld in Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende dat:
-__ De populariteit van cricket jaarlijks toeneemt;
-_Er momenteel geen openbare cricketvelden zijn;
-_Er voldoende grasvelden zijn voor het beoefenen van voetbal, maar die lang niet altijd ge-
bruikt worden;
-_De DENK-fractie meerdere berichten heeft ontvangen van bewoners uit Zuidoost die be-
hoefte hebben aan een openbaar cricketveld.
Overwegende dat:
-_Het aantal vrije grasvelden minder zijn geworden door het bouwen van nieuwe woningen;
-_ Liefhebbers van cricket daarom een cricketveld moeten huren of buiten hun stadsdeel op-
zoek moeten gaan naar een geschikte plek.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Te onderzoeken of een openbaar cricketveld gerealiseerd kan worden, bij voorkeur in stadsdeel
Zuidoost.
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 1 | discard |
Voortgangsrapportage ouderenhuisvesting 2017
kk f
©
Ouderen willen graag langer en zelf- A ,
standig in hun woning blijven wonen. A eene
Aanpassingen in en om de woningen Indian megelijk Nn. is wordt gebruik
kunnen daar aan bijdragen. Ouderen wordt de woning gemaakt van de
verhuizen het liefst naar een woning in ar aangepast In eerstb instantie zorghuisvesting
de buurt. In het Programma Ouderen- en . wordt gezocht naar een,
huisvesting 2015-2018 worden maatre- Huidige wening geeks: woning
gelen voorgesteld die bijdragen aan niet doet mee De
deze doelstellingen.
Zelfstandig wonen Ouder worden Woning aanpassen Eventueel verhuizen Gebruik maken van
in de stad binnen bestaand of zorghuisvesting
nieuwbouw
Inhoudsopgave
1. Samenvatting … vereen eever eenen veren vereren veneever ennen vererven enen
2. Inleiding. eneen enerervenenenenvenen vereren eenevervenenenen vererven renee À
3. Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering … eneen 13
4, Verdeling en toewijzing van woningen … … renners vererven |À
5. Stedelijk inzet zorghuisvesting … … ennen reneneeven vererven vereren renee ÂÌ
6. Communiceren en samenwerken………….…nnenvenveerseersverrvensvenrvenrsversverseeerveenn OD
7. Financiën ………... erven veervensvenseeervensvensvenrvensevensvensveerveerveenveenveennn 20
8. Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode … nennen eere 29
1
1. Samenvatting
In 2015 is het programma Programma ouderenhuisvesting 2015-2018 ingesteld om aandacht te
kunnen besteden aan de kwetsbare positie van ouderen op de Amsterdamse woningmarkt. Het
aantal 65-plussers neemt toe van 12% naar 16% van alle Amsterdammers in 2030. Oudere
Amsterdammers moeten hierdoor in toenemende mate concurreren op de krapper wordende
woningmarkt. Omdat het klassieke verzorgingshuis is verdwenen, blijven zij langer thuis wonen,
waardoor zij aangewezen zijn op zelfstandige woningen in de stad. Die zijn niet altijd geschikt om
oud in te worden. Tegen deze achtergrond heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017
prioriteit gegeven aan uitbreiding van aanbod in de bestaande voorraad en de nieuwbouw. Ook
was de inzet om het bestaande zorgvastgoed te behouden voor ouderenhuisvesting. Bij dit alles is
actief de samenwerking gezocht met ouderenorganisaties en partners in de stad.
De voortgangrapportage 2017 is zo ingedeeld dat de lezer de voortgang in het bereiken van deze
doelen kan beoordelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ouderenhuisvesting in
planvorming en programmering, de verdeling en toewijzing, de stedelijke inzet zorghuisvesting,
communicatie en samenwerking. De financiële paragraaf geeft inzicht in de bestedingen uit het
budget van het programma ouderenhuisvesting. De rapportage besluit met een schets voor de
opgave in de nieuwe bestuursperiode.
Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering
In 2017 is het woningaanbod voor ouderen vergroot door de start van de bouw van 286 woningen,
waarvan 247 woningen in de sociale huur. Dat is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2016,
toen er in totaal 151 woningen voor ouderen in aanbouw werden genomen, waarvan 67 sociale
huurwoningen. In 2017 is hierdoor ongeveer 16 % van de nieuwbouwproductie van sociale
huurwoningen exclusief voor ouderen beschikbaar gekomen. Hiermee is ruimschoots voldaan aan
de 5% norm, zoals gevraagd in een door de gemeenteraad in 2017 aangenomen motie (nr. 956)
van raadslid Van Soest (Partij van de Ouderen).
Van de opgeleverde corporatiewoningen is ongeveer 91% aanpasbaar gebouwd. In 2016 was dit
percentage 80%. Daarmee is de doelstelling om tenminste 90% van de woningen aanpasbaar te
bouwen in 2017 gerealiseerd. In de marktsector is ongeveer 45% van de koopwoningen
aanpasbaar gebouwd. Het percentage aanpasbaar gebouwde huurwoningen in de marktsector ligt
op ongeveer 20%. Ter ondersteuning van het vergroten van geschikt woningaanbod voor ouderen
heeft het programma in 2017 de brochure Ouderen wonen ín de stad. Aandachtspunten voor het
ontwerp in de ouderenhuisvesting uitgebracht en verspreid onder professionals en
ouderenorganisaties.
Woningaanpassingen kunnen ouderen helpen langer zelfstandig thuis te wonen. Op basis van de
nu beschikbare cijfers! kunnen we concluderen dat hiervan in vergelijkbare omvang als in 2016
1 Het is niet mogelijk de cijfers over geheel 2017 in deze voortgangsrapportage op te nemen, aangezien
2
gebruik is gemaakt: Van januari t/m mei 2017 zijn ruim 1.300 positieve beschikkingen voor een
woonvoorziening toegekend. Er zijn ongeveer 310 beschikkingen afgegeven voor trapliften en er
zijn 375 verhuisindicaties verstrekt.
Op 31 oktober 2017 heeft het college van B&W een besluit genomen tot een verruiming van de
verstrekking van woonruimteaanpassingen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Er
wordt geen onderscheid meer gemaakt in de soort woning of de etage waar men woont. Aanleg
van trapliften is niet langer beperkt tot de 1e etage. De grens voor een afweging tussen “aanpassen
of verhuizen” is vanaf 1 januari 2018 verhoogd van € 6.100 naar € 10.000.
Verdeling en toewijzing
Verdeling en toewijzing van geschikte woningen aan ouderen is een belangrijk instrument om
ouderen langer zelfstandig te kunnen laten wonen in de stad. Er zijn 635 woningen uitsluitend
aangeboden aan ouderen. Het gaat om seniorenwoningen in complexen waarvoor een minimale
leeftijdsgrens geldt van 55, 60 of 65 jaar. Er zijn 510 woningen met voorrang aangeboden aan
ouderen vanaf 65 jaar en bewoners met een fysieke beperking (Wmo-verhuisindicatie). Dit zijn
woningen op de begane grond, één hoog of woningen met een lift. Omdat ouderen langer vitaal
blijven is voor woningen met het seniorenlabel de minimale leeftijdsgrens verhoogd van 55 jaar
naar 65 jaar. Het label ‘Voorrang Wmo/65+' is opgenomen in de tweede wijziging van de nieuwe
Huisvestingsverordening 2016.
Er zijn in 2017 ruim 800 woningen aan 65 plussers verhuurd. Dat is ongeveer 14% van het totaal
aantal verhuringen in dat jaar.
Naast de voorrangslabels dragen de verhuisregelingen Van hoog naar laag (Vhnl) en Van groot naar
beter (Vgnb) bij aan de woonmogelijkheden van ouderen. Het aantal gerealiseerde verhuizingen
lag in de periode oktober 2016-november 2017 voor Vgnb op 52. Via Vhnl zijn in deze periode 50
verhuizingen gerealiseerd. Het betreft toewijzingen via WoningNet of via directe bemiddeling.
Ten opzichte van het gebruik van de regelingen in de voorgaande jaren zijn er in 2017 essentiële
stappen gezet. Er werd door ouderen nauwelijks gebruik gemaakt van de regelingen en de
corporaties waren ook niet actief in het bekendmaken en toepassen ervan. De trend van niet
actieve bekendmaking, toepassing en marginaal gebruik is omgezet naar actieve toepassing en
substantieel gebruik.
Stedelijke inzet zorghuisvesting
Het aanbod van wonen met zorg is in de 64 Verpleeg- en verzorgingshuizen V&V) in 2017
grotendeels onveranderd gebleven. De notitie Stedelijke Inzet Zorghuisvestingis op 11 januari 2017
door B&W vastgesteld. Op basis van de notitie zijn de regie en coördinatie op de transformatie van
zorghuisvesting nader ingevuld. Er is een ‘werkgroep tijdelijke huisvesting bewoners V&V'
ingesteld, om overlast bij noodzakelijke verhuizing voor de soms kwetsbare bewoners te
verminderen. De werkgroep gaat in 2018 haalbare oplossingen hiervoor uitwerken. Het
deze pas eind januari 2018 beschikbaar komen.
3
programma ouderenhuisvesting was in het bijzonder betrokken bij de ontwikkelingen in de huizen
Nellestein, Riekerhof, Ingenhouszhof en Geuzenhof. Nieuwbouw van het woonzorgcomplex LIFE
is gestart in de Houthavens. Vanaf 1 juni 2017 verhuurt zorgaanbieder Evean als
toewijzingsexperiment zelfstandige sociale huurwoningen in het woonzorgcomplex
Korthagenhuis (stadsdeel Noord) aan 65-plussers met een lichte zorgvraag.
Om het inzicht in de toekomstige kwantitatieve behoefte aan wonen met zorg te actualiseren en
bij de geambieerde groei van de stad te laten aansluiten heeft het programma ouderenhuisvesting
in 2017 een opdracht gegeven aan het bureau abf research. Hierdoor beschikt de gemeente nu
over een actuele prognose van de vraag naar extramuraal wonen. De omvang wordt becijferd op
5.710 geclusterde woningen voor ouderen tot 2030. Dit komt overeen met eerdere aannames uit
2013. Deze geclusterde woningen kunnen zowel in de bestaande bouw (b.v. leegkomende V&V
huizen) als in de nieuwbouw worden gerealiseerd. De behoefteprognose geeft een goede
onderbouwing om in nieuwbouw en transformatie van o.a. zorgvastgoed, woonvormen te
realiseren voor ouderen waarin kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen (oudere)
bewoners aandacht krijgt. Dit is gevraagd in de motie (nr. 919) van het raadslid Poorter van de
PvdA (nieuwe woonhofjes voor senioren).
Communiceren en samenwerken
Na de start als pilot zijn in 2017 in alle stadsdelen 18 wooncoaches actief. In stadsdeel Centrum is
de pilot Sluitende keten wooncoaching Centrum gestart. De gemeente heeft overlegd met het
Netwerk Ouderenadviesraden Amsterdam (NOAR), Platform Ouderen Amsterdam (POA),
Nederlandse Bond voor Migrantenouderen, Kenniscentrum Woonsaem voor migranten, Platform
Wooninitiatieven Amsterdam (PWIA) en Cliëntenbelang Amsterdam. Met de Stichting Age
Friendly Wonen Amsterdam is samengewerkt bij de presentatie van ouderenhuisvesting in het
International Social Housing Festival. Samen met de Aanpak Eenzaamheid en Pakhuis de Zwijger
is een lerend netwerk van professionals, wetenschappers en ouderen opgezet om te onderzoeken
hoe via woonvormen de eenzaamheid van ouderen kan worden bestreden. Er is een
stimuleringsbijdrage toegekend voor het behoud en verbetering van de voorzieningen in het
Korthagenhuis. Er zijn daarnaast in 2017 drie kwalificerende aanvragen ingediend, die in 2018
zullen worden beschikt.
Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode
De doelstelling is dat ouderen in Amsterdam zelfstandig kunnen wonen. Dit doel kan vanwege de
voortgaande trend van vergrijzing van de stad niet binnen één bestuursperiode gerealiseerd
worden. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is als actie
opgenomen een nieuw plan voor ouderenhuisvesting te maken. Het voorstel is als uitgangspunten
voor dit plan de volgende prioriteiten te kiezen:
De basis op orde: onderzoek, verdeling en toewijzing
4
De basis van het programma is inzicht in ontwikkelingen in de woonsituatie van ouderen. Het
belang van goed onderzoek is in 2017 duidelijk geworden door de recente prognose naar de
behoefte aan wonen met zorg.
Prioriteiten:
e _ Aanvullend behoefteonderzoek naar de woonsituatie van ouderen; in het bijzonder wonen
met zorg
e Inrichten van een actuele monitor ouderenhuisvesting
e Vergroten van het gebruik van de verhuisregelingen.
e Adequate en ook voor ouderen goed werkende labels in de verdeling en toewijzing.
Ouderenhuisvesting in de bestaande stad
In veel gebieden in de stad zijn knelpunten aan het licht gekomen in de woonsituatie van ouderen.
Gerichte, concrete actie om deze knelpunten te kunnen oplossen, vraagt om een goede
samenwerking tussen het programma ouderenhuisvesting en de gebiedsteams in de stadsdelen,
met actieve participatie van ouderen en ouderenorganisaties.
Prioriteiten:
e Samenwerking programma ouderenhuisvesting en gebiedsteams in de stadsdelen
e Impuls transformatie, aanpassing en ontsluiting/bereikbaarheid bestaande voorraad
e _ Stimuleringsbijdrage ouderenhuisvesting handhaven.
Ouderenhuisvesting in de nieuwe stad
Amsterdam Gemengde Stad is een uitgangspunt van het college van B&W. Dat vraagt ook om
aandacht voor ouderenhuisvesting in de nieuwbouw. Er zal onderzocht worden of sociale
investeerders in de markt bereid zijn om meer woonhofjes voor ouderen te realiseren waarbij
rekening wordt gehouden met gewenste innovaties in woonzorgconcepten. Dit sluit aan bij het
gevraagde van motie (nr. 919) van raadslid Poorter (PvdA).
Prioriteiten
e Reguliere aanpasbaar gebouwde ouderenwoningen in de gebieden van Koers 2025 en de
ontwikkelbuurten en minimaal 5% van sociale nieuwbouw voor ouderen.
e Realisatie van innovatieve woonzorgconcepten.
Vragen van ouderen
Zowel actieve ouderen als kwetsbare ouderen hebben veel vragen over hun wooncarrière. Actieve
ouderen nemen zelf initiatief om geschikte woonlocaties te vinden. Ouderen met een
migrantenachtergrond zijn door hun sociaaleconomische positie vaak kwetsbaar. Aanvullende
actie lijkt nodig om aan hun specifieke woonwensen te kunnen voldoen. Er moet meer
geïnvesteerd moeten worden in een samenhangend aanbod van informatievoorziening,
begeleiding en coaching van ouderen in het zelfstandig wonen.
5
Prioriteiten:
e Versterken van een samenhangend aanbod voor informatie, begeleiding en coaching van
ouderen, zodat zij beter in staat zijn keuzes te maken om passend en naar wens te kunnen
blijven wonen in de stad
e Ondersteuning van wooninitiatieven van ouderen
e Onderzoeken en bevorderen van specifieke woonvormen voor kwetsbare ouderen.
Wonen met zorg
In 2017 zijn er goede afspraken gemaakt over een betere samenwerking tussen de gemeente,
zorgaanbieders en woningcorporaties (als eigenaren van zorgvastgoed) over de stedelijke inzet
zorghuisvesting. De door de gemeenteraad aangenomen moties over de realisatie van
woonzorgcombinaties en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen in de plint van
zorghuisvesting zijn leidend. Het programma ouderenhuisvesting zorgt voor de regie en
coördinatie vanuit de gemeente.
Prioriteiten
e Bijhouden en actualiseren van ontwikkelingen zorghuisvesting in Zicht op zorghuisvesting
e Uitwerken en uitvoeren gezamenlijke regie en coördinatie in de transformatie van
zorghuisvesting
e Behouden en vernieuwen Amsterdamse verzorg- en verpleeghuizen naar moderne vormen
van wonen met zorg: flexibele woonzorgcombinaties en zorghuisvesting met
maatschappelijke voorzieningen in de plint.
6
2. Inleiding
Voor uligt de derde voortgangsrapportage van het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018.
Hierin rapporteert het programma over de behaalde resultaten in 2017. Bij de vaststelling van de
Woonagenda 2025 in de gemeenteraad is besloten dat er in de volgende bestuursperiode een
nieuwe plan ouderenhuisvesting moet komen. Deze rapportage kan een volgend college en
gemeenteraad helpen om dit plan op te stellen. Daarom besteedt de rapportage ook expliciet
aandacht aan de opgave voor de ouderenhuisvesting in Amsterdam in de komende periode.
Speerpunten in de ouderenhuisvesting
Veel mensen wonen graag in Amsterdam. In de geschiedenis van Amsterdam is dat bijna altijd zo
geweest, maar nu de stad na de crisis weer een periode van opbloei meemaakt, neemt de krapte
op de woningmarkt toe. Vooral in de sociale huurmarkt moeten verschillende groepen bewoners
met elkaar concurreren om een woning.
Ouderen wonen al in de stad, maar ook zij ondervinden in hun woonsituatie direct de gevolgen van
de druk op de woningmarkt. Hun positie op de woningmarkt vraagt speciale aandacht. Daarom
heeft de gemeente in 2015 het programma ouderenhuisvesting ingesteld. Het Programma
ouderenhuisvesting 2015-2018 richt zich op Amsterdammers die 65-plus zijn. Twee belangrijke
ontwikkelingen beïnvloeden hun huisvesting in het bijzonder:
© _Detoename van het aantal 65-plussers in Amsterdam van 12% tot 16% in 2030. Binnen
deze leeftijdscategorie neemt de meest kwetsbare groep van 7b-plussers ook zeer sterk
toe (van 5% naar 7% van alle Amsterdammers in 2030).
Door de gewijzigde regelgeving en financiering van de zorg worden wonen en zorg steeds
meer gescheiden. Het klassieke verzorgingstehuis met een huur- en zorgcontract in één
verdwijnt langzaam maar zeker. Ouderen met een lichte zorgvraag kunnen niet langer
terecht in een verzorgingshuis, maar zullen langer in hun eigen woning moeten blijven
wonen dan wel op tijd moeten verhuizen naar een meer geschikte woning.
Vanwege deze ontwikkelingen is het belangrijk dat ouderen goed en langer zelfstandig kunnen
wonen in de stad. De gemeente werkt samen met woningcorporaties en zorgaanbieders in de stad
om dit mogelijke te maken. Het programma ouderenhuisvesting heeft structureel overleg met
ouderenorganisaties en ondersteunt wooninitiatieven van ouderen.
De gemeente heeft zich er in deze bestuursperiode voor ingespannen dat er voldoende geschikte
woningen voor ouderen in de stad zijn. Deze inspanning zal de komende periode voortgezet
worden. Door de demografische ontwikkeling zien we nu al knelpunten in de oudere wijken van
Amsterdam. Met name in stadsdeel Centrum en Zuid.
De regels voor verdeling en toewijzing geven ouderen toegang tot het aanbod van geschikte
huurwoningen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) financiert aanpassingen in de
woningen (zoals het aanleggen van een traplift), zodat een woning langer geschikt blijft voor een
1
oudere bewoner. Er zijn specifieke verhuisregelingen ingesteld — Van Groot naar Beter (Vgnb) en
Van Hoog naar Laag (Vhnl) — die ervoor kunnen zorgen dat ouderen gemakkelijker kunnen
doorstromen van een niet langer voor hen geschikte sociale huurwoning naar een woning in de
bestaande voorraad die wél goed toegankelijk is en gelijkvloers. Wooncoaches helpen hun hierbij.
Het streven is nieuwe woningen aanpasbaar te laten bouwen, zodat ouderen met geringe
aanpassingen aan deze woningen hierin kunnen blijven wonen, als zij geconfronteerd worden met
mobiliteitsbeperkingen. De gemeente heeft met de woningcorporaties in Amsterdam
afgesproken dat 90% van door hen gebouwde sociale huurwoningen aanpasbaar gebouwd wordt.
Nieuwbouw biedt kansen voor nieuwe woonvormen voor ouderen, zoals hofjeswoningen. De
verzorgings- en verpleeghuizen V&V) in Amsterdam zijn door het programma ouderenhuisvesting
in kaart gebracht in de studie Zicht op Zorghuisvesting uit 2015 Veel gebouwen in de
zorghuisvesting zijn aan vernieuwing toe. Dat biedt kansen voor zelfstandig wonen voor ouderen
in combinatie met zorg en maatschappelijk voorzieningen in de plint van het gebouw of in de
buurt. De gemeente heeft in overleg met de woningcorporaties en de zorgaanbieders besloten dat
de huidige 64 V&V-huizen bij voorkeur de functie ouderenhuisvesting behouden. Dat sluit
overigens niet uit dat er in zelfstandige woningen met zorg aantrekkelijke combinaties mogelijk
zijn voor gemengd wonen met andere doelgroepen (zoals jongeren en studenten).
Moties
In 2016 en 2017 zijn er in de gemeenteraad zeven moties aangenomen die betrekking hebben op
ouderenhuisvesting. Per motie geven wij kort aan hoe de afhandeling plaatsvindt.
1.
Bij de behandeling van de Voorsnota 2016 op 13 juli 2016 is motie 911 van raadslid Poorter (PvdA)
Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed) aangenomen.
De motie vraagt:
e inhet kader van het Actieplan Woningbouw bij de transformatie van zorgcomplexen bij te
dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in wooncomplexen voor ouderen
waarin mede door (buurtbewoners activiteiten kunnen worden georganiseerd;
e inde jaarlijkse voortgangsrapportage programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 aan de raad
te rapporteren over de resultaten.
De uitvoering van deze motie maakt deel uit van de gemeentelijke inzet bij de zorghuisvesting. Bij
transformatie van zorgcomplexen treedt de gemeente in overleg met zorgvastgoedeigenaren en
zorgaanbieders over mogelijkheden om algemene ruimtes en faciliteiten in vernieuwde
wooncomplexen voor ouderen te creëren, die tevens geschikt zijn voor bewonersactiviteiten. Bij
de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is besloten een nieuw
plan ouderenhuisvesting te maken in de bestuursperiode 2018 — 2022. In deze
voortgangsrapportage 2017 worden de opgaven en prioriteiten voor dit nieuwe plan beschreven.
Het gevraagde wordt eveneens in 2018 bij transformaties van zorgvastgoed uitgevoerd en
opgenomen in het plan voor ouderenhuisvesting in de nieuwe bestuursperiode.
Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan.
8
2.
Bij de behandeling van de Voortgangsrapportage 2016 programma ouderenhuisvesting 2015-2018
in de gemeenteraad 8 juni 2017 is motie 614 aangenomen van de raadsleden Poorter (PvdA),
Hammelburg (D66), Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake de voortgangsrapportage
Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de uitvoering van motie (919) van het raadslid Poorter inzake
transformatie zorgvastgoed (bouwen woonhofjes voor senioren).
Motie 614 draagt het college op:
e Te onderzoeken hoe in Amsterdam meer hovenbouw voor senioren kan worden gerealiseerd,
waarbij kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen bewoners kunnen worden
bevorderd
© _Dezeseniorenwoningen te labelen als seniorenwoningen
e Samen met de corporaties en andere investeerders hierover in gesprek te gaan, en hier ook
ouderenorganisatie bij te betrekken.
In deze motie staan het onderzoeken en realiseren van meer kleinschalige, geclusterde woningen
met zorg centraal, waaronder woonhofjes voor ouderen. Om die reden heeft het college van B&W
gekozen voor een gecombineerde beantwoording van deze motie per brief van 31 oktober 2017
met de hieronder beschreven motie 975.
Beide moties zijn besproken en afgehandeld in de commissie Bouwen en Wonen van 22 november
2017.
3.
Bij de behandeling van het actieplan Age Friendly City - Naar een levensloopbestendig Amsterdam
in de gemeenteraad 28/29 juni 2017 is motie 975 aangenomen van de leden Boomsma (CDA) en
Poorter (PvdA) inzake het actieplan Age Friendly City, getiteld: Naar een levensloopbestendig
Amsterdam (meer aandacht voor woon-zorgcombinaties).
Motie 975 vraagt het college:
e Bij nieuwbouw actief rekening te houden met alternatieve woon-zorgcombinaties zoals
kleinschalig wonen in groepswoningen, en moderne hofjes. Daarnaast worden
mantelzorgwoningen, levensloopbestendig bouwen, kangoeroewoningen, thuishuizen,
gemeenschappelijk wonen voor ouderen, harmonicawoningen en particuliere
wooninitiatieven genoemd als mogelijke vormen.
e _Om bij plannen voor nieuwbouw van woningen moet worden vermeld voor welke woon-
zorgcombinaties deze woningen geschikt zijn.
In de moties 614 en 975 staan het onderzoeken en realiseren van meer kleinschalige, geclusterde
woningen met zorg centraal, waaronder woonhofjes voor ouderen. Om die reden heeft het college
van B&W gekozen voor een gecombineerde beantwoording van beide moties per brief van 31
oktober 2017.
Beide moties zijn besproken en afgehandeld in de commissie Bouwen en Wonen van 22 november
2017.
9
4,
Bij de behandeling van de Woonagenda 2025 in de raadsvergadering van 19 juli 2017 is motie 956
van raadslid Van Soest (PvdO) inzake 5% nieuwbouw sociale huur bestemmen voor ouderen
aangenomen. In deze motie wordt het college van B&W verzocht:
e ten minste 5% van de nieuw te bouwen sociale huurwoningen te bestemmen voor ouderen;
e _deraad hierover te informeren.
Afgesproken is in de jaarlijkse voortgangsrapportages ouderenhuisvesting dit aantal en het
percentage gereguleerde huurwoningen dat toegewezen is aan ouderen te monitoren. Mocht dit
percentage lager zijn dan 5%, dan is dit aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen.
Deze motie is afgedaan met een verzamelbrief van het college van B&W van 26 september 2017.
Dj
Bij de behandeling van de Woonagenda 2025 in de raadsvergadering van 19 juli 2017 is eveneens
motie 95/7 aangenomen van raadslid Van Soest (PvdO) inzake invoeren Amsterdamse
seniorenmakelaar. In deze motie wordt het college van B&W verzocht:
e in samenwerking met corporaties de seniorenmakelaar in te voeren in Amsterdam;
e _deraad hierover te informeren.
In Amsterdam is een seniorenmakelaar bekend als een functie bij woningcorporaties om oudere
huurders, die niet passend wonen, te stimuleren om door te stromen naar een geschikte woning.
Met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties wordt besproken hoe de inzet van
seniorenmakelaars een bijdrage kan leveren aan het passend wonen van ouderen. In stadsdeel
Centrum wordt als pilot de samenwerking tussen seniorenmakelaars van woningcorporaties en
wooncoaches van de stichting Woon geïntensiveerd.
Deze motie is afgedaan met een verzamelbrief van het college van B&W van 26 september 2017.
6.
Inzake de Begroting 2018 is motie 1259 aangenomen van de leden Poorter (PvdA), Bouchibti
(VVD), Roosma (GroenLinks), Hammelburg (D66), Duijndam (SP) en Van Soest (PvdO) over
Ouderenwoningen voor eerste generatie migranten.
Motie 1259 verzoekt het college:
e Te onderzoeken welke behoefte in de stad bestaat voor woonvormen voor migrantenouderen,
mogelijk in de vorm van coöperatieve woonvormen
e _Inoverleg te treden met woningbouwcorporaties en investeerders om deze woonvormen te
creëren;
e Hiernaast te onderzoeken of het gespecialiseerde aanbod dagbesteding voor
migrantenouderen kan worden uitgebreid.
Aan deze acties wordt uitvoering gegeven in 2018, in het kader van het huidige Programma
ouderenhuisvesting 2015-2018. Er zullen gesprekken worden gevoerd met netwerken van
migranten om de behoefte aan woonvormen te inventariseren. Met corporaties, zorginstellingen
10
en investeerders wordt overlegd om te kijken of er locaties kansrijk zijn. De resultaten worden
verwerkt in het nieuwe plan ouderenhuisvesting 2018-2022.
Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan.
1.
In de raadsvergadering van 29 november 2017 is motie 1506 aangenomen van de leden Van Soest
(PvdO) en Duijndam (SP) inzake het beleid voor trapliften.
Motie 1506 verzoekt het college:
e metde woningbouwcoöperaties te overleggen om voor ouderen die langer zelfstandig in hun
woning moeten blijven wonen, deze woningen aan te passen met een traplift, waarin de
voorbereiding al reeds aanwezig is;
e gelden die voor zorg bestemd zijn ook voor zorg te gebruiken;
e _de uitkomsten van dit overleg met de raad te delen in het eerste kwartaal van 2018.
In de motie wordt gesproken over trapliften, maar de strekking maakt duidelijk dat er wordt
gedoeld op het plaatsen van een huislift. Dit zijn liften die in een trappenhuis of aan een
appartementengebouw worden gerealiseerd en meer mensen tegelijk kunnen verplaatsen. Een
traplift is een stoeltjeslift aan de zijkant van de trap, die één persoon tegelijk kan verplaatsen.
De gemeente heeft samen met woningcorporaties in 2015 in Oost en Centrum geïnventariseerd bij
welke gebouwcomplexen in de bestaande stad het bouwkundig en kostentechnisch mogelijk is om
een huislift te plaatsen. Uit deze inventarisatie blijkt dat het realiseren van een lift kostbaar en
ingewikkeld is. Corporaties geven aan dat een lift alleen overwogen wordt als er sprake is van
planmatig groot onderhoud of renovatie. In die gevallen wordt voor een gebouw bezien of de
bouwtechnische ingreep gelijktijdig gecombineerd kan worden met het bijplaatsen van een lift.
De uitvoering van motie 1506 wordt opgepakt in 2018, het laatste jaar van het Programma
ouderenhuisvesting 2015-2018. In opvolging van de inventarisatie in 2015 overlegt het programma
ouderenhuisvesting in federatieverband met de woningcorporaties over kansen om de bestaande
woningvoorraad toegankelijk te maken en te houden voor een groeiend aantal ouderen. Daarbij
zal onder andere worden gekeken waar het haalbaar en mogelijk is op gebouwniveau een lift bij te
plaatsen.
Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan.
In de tekst van deze voortgangsrapportage wordt naar de inhoud van individuele moties
verwezen, wanneer deze aan de orde of relevant zijn.
Leeswijzer
Er zijn in de voortgangsrapportage 2016 drie prioriteiten voor het programma ouderenhuisvesting
in 2017 vastgesteld: woningbouwprogrammering, zorghuisvesting en verbinden en communicatie.
De doelen van deze prioriteiten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
e Meer aanbod ouderenhuisvesting in nieuwbouw;
e Meer aanbod ouderenhuisvesting in bestaande voorraad door transformatie en renovatie;
e Voldoende woningen met bereikbare zorg in de zorghuisvesting (o.a. door transformatie
V&V);
1
e Meer kennis en vaardigheden bij ouderen en betrokkenen over zelfstandig wonen;
e Betere aansluiting eisen en wensen van ouderen m.b.t. zorg, welzijn en de ruimtelijke
omgeving op de wooneisen en wensen van ouderen.
De voortgangrapportage 2017 is zo ingedeeld dat de lezer de voortgang in het bereiken van de
geschetste doelen kan beoordelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ouderenhuisvesting
in planvorming en programmering, de verdeling en toewijzing, de stedelijke inzet zorghuisvesting,
communicatie en samenwerking. De financiële paragraaf geeft inzicht in de bestedingen uit het
budget van het programma ouderenhuisvesting. De rapportage besluit met een schets voor de
opgave in de nieuwe bestuursperiode.
12
3. Ouderenhuisvesting in planvorming en
programmering
Om de voorraad geschikte woningen voor ouderen in Amsterdam te vergroten heeft het
programma ouderenhuisvesting in 2017 veel aandacht besteed aan planvorming en
programmering. De inzet heeft zich in het bijzonder gericht op:
e Bevorderen realisatie exclusief voor ouderen bestemde woningen;
e Bevorderen en monitoren van de realisatie van aanpasbaar bouwen; zowel in de sociale
sector als in de marktsector;
e Bevorderen van aanpassingen aan bestaande woningen;
e Opstellen van aandachtspunten in het ontwerp van de ouderenhuisvesting;
e Gerichte advisering over plannen en projecten;
Zelfstandige woningen exclusief voor ouderen
In totaal zijn er in 2017 1.544 reguliere sociale huurwoningen in aanbouw genomen (start bouw).
Het aantal zelfstandige woningen dat in aanbouw is genomen (start bouw) en exclusief voor
ouderen was bestemd bedroeg in 2017 286 woningen, waarvan 247 woningen in de sociale huur.
Dat betekent dat ongeveer 16 % van de totale nieuwbouwproductie van sociale huurwoningen
voor ouderen is bestemd. Hiermee is ruimschoots voldaan aan de 5% norm, zoals gevraagd in de
motie (nr. 956) van raadslid Van Soest (Partij van de Ouderen).
Het aantal in aanbouw genomen woningen bestemd voor ouderen is in 2017 gestegen ten opzichte
van 2016.
Bron: Basisbestand Woningbouwlocaties gemeente.
Het betreft de volgende projecten:
e De Roze Hallen (West) 15 koopwoningen
e De Boeg (West) 66 sociale huurwoningen
e _Struikbuurt/Brouwerpad (Nieuw West) 30 sociale huur/12 middeldure huur
e Ritzema Bosstraat 2-18 (Oost) 80 sociale huurwoningen
e _Ingenhouszhof 2-90 (Oost) 32 sociale huur/ 12 middeldure huur
e _Houthavens (Revaleiland) 39 sociale huur
13
Aanpasbaar bouwen
De gemeente heeft met de woningcorporaties en huurders afgesproken dat 90% van de sociale
huurwoningen volgens de richtlijnen aanpasbaar bouwen wordt gerealiseerd? In het kader van de
Uitwerking Samenwerkingsafspraken zijn de richtlijnen nader bezien, met name in verband met
compactere woningplattegronden in de nieuwbouw. De Richtlijnen aanpasbaar bouwen 2017 zijn
bij de Uitwerking Samenwerkingsafspraken vastgesteld op 12 december 2016.
Jaarlijks wordt er een kwaliteitsregistratie uitgevoerd van de opgeleverde woningen. Architecten
en opdrachtgevers dienen aan te geven of de woningen aanpasbaar zijn gebouwd. Van de
opgeleverde corporatiewoningen is ongeveer 91% aanpasbaar gebouwd®, Dat is een stijging ten
opzichte van de gerapporteerde periode in de voortgangsrapportage 2016 (oktober 2015-oktober
2016). Toen was dit percentage 80%. De afspraak met de corporaties om tenminste 90% van de
woningen aanpasbaar te bouwen is dus in 2017 gerealiseerd.
In de marktsector is ongeveer 45% van de koopwoningen aanpasbaar gebouwd. Het percentage
aanpasbaar gebouwde huurwoningen in de marktsector ligt op ongeveer 20%. De richtlijnen
voor aanpasbaar bouwen worden aan de marktsector niet verplicht opgelegd maar er wordt aan
investerende partijen geadviseerd om zoveel mogelijk woningen te realiseren volgens deze
richtlijnen.
Aanpassingen van woningen
Veel ouderen willen hun vertrouwde huis niet verlaten, zelfs niet als zij veel moeite hebben
gekregen met het lopen van de trappen of moeite hebben met het zich bewegen in de woning;
bijvoorbeeld met een rollator. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voorziet in
aanpassingen aan en in de woning. Een bewoner, die als gevolg van beperkingen problemen
ondervindt in de woning, kan een aanvraag indienen voor een woonruimteaanpassing. Als
aanpassen niet mogelijk is of als blijkt dat verhuizen de beste oplossing is, kan iemand die om
medische redenen moet verhuizen aan aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de
meerkosten van verhuizen.
Van januari t/m mei 2017 zijn ruim 1.300 positieve beschikkingen voor een woonvoorziening
toegekend. Er zijn ongeveer 310 beschikkingen afgegeven voor trapliften. Als de kosten voor de
benodigde woningaanpassingen te hoog worden, kan de bewoner in aanmerking komen voor een
indicatie voor een verhuiskostenvergoeding vanuit de Wmo. Er zijn 375 verhuisindicaties verstrekt
van januari 2017 t/m mei 2017. Het aantal beschikkingen voor woonvoorzieningen, trapliften en
indicaties voor verhuiskostenvergoedingen is van een vergelijkbare omvang als de
corresponderende periode in 2016%.
2 De afspraak Aanpasbaar Bouwen is onderdeel van de Samenwerkingsafspraken 2015-2019,
vastgesteld door de Gemeenteraad dd. 1 juli 2015
$ Bron: Kwaliteitsregistratie projectenboeken 2016-2017. Het % aanpasbaar gebouwd is gemeten over
de eenlaagse corporatiewoningen minus jongeren- en studentenwoningen en collectief
opdrachtgeverschap
4 Het is niet mogelijk de cijfers over geheel 2017 in deze voortgangsrapportage op te nemen, aangezien
deze pas eind januari 2018 beschikbaar komen.
14
Belangenorganisaties van ouderen hebben bij het programma ouderenhuisvesting en bij de
gemeentelijke afdeling Zorg aangegeven dat veel ouderen met fysieke beperkingen in de knel
komen door de strakke toepassing van de regels voor trapliften en vanwege de kosten van
woonruimteaanpassingen.
De raadsleden Duijndam, Roosma en Kaya (nr. 2016-1386) hebben een motie ingediend inzake de
Begroting 2017. Het college wordt gevraagd te onderzoeken wat de sociale en financiële gevolgen
zijn wanneer de gemeente ook trapliften verstrekt voor het bereiken van tweede en derde
verdiepingen en tevens bij dit onderzoek na te gaan onder welke condities — zowel financieel,
technisch en functioneel — het aanbrengen van een traplift over meerdere verdiepingen mogelijk
is,
Op 31 oktober 2017 heeft het college van B&W een besluit genomen tot een verruiming van de
verstrekking van woonruimteaanpassingen. De raad heeft op 30 november 2017 de nieuwe
beleidsregels vastgesteld. De grens die de gemeente hanteert om de afweging te maken tussen
“aanpassen of verhuizen” is vanaf 1 januari 2018 verhoogd van € 6.100 naar € 10.000.
Hierdoor worden meer woonruimteaanpassingen mogelijk gemaakt. Er wordt daarbij geen
onderscheid gemaakt in de soort woning of de etage waar men woont. Bij alle aanvragen voor
woonruimteaanpassingen en trapliften wordt in het onderzoek gekeken naar alle voorzieningen
die noodzakelijk zijn om de woning langdurig geschikt te maken. Het kan zijn dat uit het
onderzoek blijkt dat verhuizen tóch de beste oplossing is. In die gevallen kan men mogelijk in
aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de noodzakelijke verhuizing.
Dit betekent dat de mogelijkheden om met aanpassingen in het eigen huis te blijven wonen voor
ouderen met fysieke beperkingen worden verruimd.
Aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting: Brochure ‘Ouderen wonen in de stad’
Ouderen blijven langer zelfstandig wonen en ouderen worden ouder. Een goed ontwerp draagt
eraan bij dat ouderen daadwerkelijk langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen in een prettige
omgeving met voldoende mogelijkheden voor contact en ontmoeting. Het programma
ouderenhuisvesting heeft daarom een brochure ontwikkeld voor ontwerpers, ontwikkelaars,
bouwers en bewoners voor een goede inrichting van woningen, gebouwen en de woonomgeving.
De brochure is in samenspraak met professionals en ouderenorganisaties samengesteld. Hij is
gepresenteerd op een thema-avond op 7 november 2017 in Pakhuis de Zwijger over
ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid. Daarna is hij breed verspreid onder alle doelgroepen. Hij
dient als ondersteuning bij de advisering over het realiseren van ouderenhuisvesting in de
bestaande stad, in de ontwikkelgebieden van Koers 2025 (Ruimte voor de stad) en in de
ontwikkelbuurten.
Gerichte advisering over plannen en projecten
In 2017 heeft het programma ouderenhuisvesting adviezen gegeven over verschillende
nieuwbouwlocaties met als inzet ouderenhuisvesting een plek te geven in de planontwikkeling,
woningbouwprogramma's en tenders. Pas bij start bouw van deze projecten kan worden bepaald
in hoeverre de adviezen daadwerkelijk tot de voorgestelde realisatie van ouderenhuisvesting
hebben geleid.
15
Adviezen zijn onder meer gegeven over het Oostenburgereiland, de Nieuwe Uilenburgerstraat 29-
59, het Eenhoorngebied, het Centrumeiland van IJburg, de kop Zuidas, de transformatie van het
Revalidatiecentrum Reade, de Jan Evertsenstraat, het August Allebéplein, Sloterdijk Centrum, de
transformatie van zorgvastgoed van Cordaan in Nieuw-West en Noord, het Hamerstraatkwartier,
de Klaprozenweg, Rand Bijlmerpark, de E-buurt in Zuidoost, Amstel Ill en de transformatie van het
verzorgingshuis Nellestein.
16
4 Verdeling en toewijzing van woningen
De cijfers van WoningNet geven een beeld van het aantal sociale woningen dat bij mutatie is
aangeboden aan ouderen. Er zijn in 2017 bijna 3.500 sociale huurwoningen via WoningNet
aangeboden. Dat was in 2016 bijna 3.200 woningen”. Het totale aanbod in WoningNet is dus
enigszins gestegen.
e Erzijn 635 woningen uitsluitend aangeboden aan ouderen. Het gaat om seniorenwoningen in
complexen waarvoor een minimale leeftijdsgrens geldt van 55, 60 of 65 jaar.
e Erzijn 510 woningen met voorrang aangeboden aan ouderen vanaf 65 jaar en bewoners met
een fysieke beperking (Wmo-verhuisindicatie). Dit zijn woningen op de begane grond, één
hoog of woningen met een lift.
De vraag van ouderen naar een woning komt tot uitdrukking in het aantal actief woningzoekenden
op WoningNeté, In 2017 waren er 73.800 actief woningzoekenden op WoningNet. In 2016 waren
dat er 72.000. Dit is een stijging van bijna 2.000 actief zoekenden. Onder de 65 plussers zijn er
3.406 actief zoekenden. Dat aantal is bijna gelijk aan het aantal van 2016. Het percentage actief
zoekende 65 plussers is 5% van het totaal aantal zoekenden. Dat is hetzelfde percentage als in
2016. De stijging van het aantal zoekende 65 plussers is vooral toe te schrijven aan bewoners van
de stadsdelen Centrum en Zuid.
Er zijn in 2017 ruim 800 woningen aan 65 plussers verhuurd. Dat is ongeveer 14% van het totaal
aantal verhuringen in dat jaar.
Actualisering voorranglabels
In de Huisvestingsverordening Amsterdam en in WoningNet worden woningen gelabeld voor
ouderen en mensen met een fysieke beperking. Zo wordt geregeld dat ouderen en mensen met
een fysieke beperking op een deel van de woningen voorrang hebben. De gemeente heeft in de
tweede wijzigingsverordening van de Huisvestingsverordening 2016 (vastgesteld door de Raad op
20 december 2017 ) twee onderdelen gemuteerd die betrekking hebben op de positie van ouderen
op de sociale huurwoningenmarkt.
e _Voorwoningen met het seniorenlabel is de minimale leeftijdsgrens verhoogd van 55 jaar naar
65 jaar. Ouderen blijven langer vitaal. Het programma ouderenhuisvesting richt zich daarom
5 Deze cijfers zijn exclusief nieuwbouw en bemiddeling, en aangeboden binnen 3 maanden.
$ Actief woningzoekenden hebben tenminste 1 keer per jaar op een woning gereageerd.
17
op 65 plussers en niet op 55 plussers. Daarmee is het logischer als bij de woningtoewijzing de
leeftijd ook naar 55 plus gaat.
e _Hetlabel ‘Voorrang Wmo/6b+' is opgenomen in tweede wijziging van de nieuwe Huisvestings-
verordening 2016. Door het label ‘Voorrang Wmo/6b+' houden huishoudens met een Wmo-
verhuiskostenbeschikking en mensen van 65 jaar en ouder hun voorrangspositie op een deel
van de woningen op de begane grond, woningen met een lift en woningen met op 1 hoog.
Verhuisregelingen Van groot naar beter en Van hoog naar laag
Naast de voorrangslabels dragen de verhuisregelingen Van hoog naar laag (Vhnl) en Van groot
naar beter (Vgnb) bij aan de woonmogelijkheden van ouderen. De gemeente heeft met de
corporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam de regelingen Vhnl en Vgnb verbeterd. Dit is
verwerkt in de Uitwerking Samenwerkingsafspraken 2015-2019.
Kern van de regelingen
woning (> 70 m2, 5 of meer kamers)
hoog of met lift in eigen stadsdeel seniorenwoningen in de hele stad
Huur blijft gelijk (geen huursprong ) voor Huur blijft gelijk (geen huursprong) voor
verhuisde 70 plussers. Als oude huur hoger is, | verhuisde huurders. Als oude huur hoger is,
wordt nieuwe huur afgetopt. wordt nieuwe huur afgetopt.
| Verhuiskostenvergoeding minimaal C4.500_ |
Samenwerkende partijen hebben in 2016 afgesproken dat beide regelingen in een jaar elk
minimaal 100 verhuizingen moeten opleveren. Het aantal gerealiseerde verhuizingen lag in de
periode oktober 2016-november 2017 voor Vgnb op 52. Via Vhnl zijn in deze periode 50
verhuizingen gerealiseerd. Het betreft toewijzingen via WoningNet of via directe bemiddeling.
Het aantal gerealiseerde verhuizingen is daarmee achtergebleven bij de ambitie. Ten opzichte van
het gebruik van de regelingen in de voorgaande jaren zijn er echter essentiële stappen gezet. Er
werd door ouderen nauwelijks gebruik gemaakt van de regelingen en de corporaties waren ook
niet actief in het bekendmaken en toepassen ervan. De trend van niet actieve bekendmaking,
toepassing en marginaal gebruik is dus omgezet naar actieve toepassing en substantieel gebruik.
De samenwerking rond de uitvoering van de regelingen is sterk verbeterd. Concreet zijn de
volgende acties gerealiseerd:
e Eriseen werkgroep verhuisregelingen opgezet. Het programma ouderenhuisvesting is trekker
van de werkgroep. De medewerkers verhuur en beleidsadviseurs van de corporaties, de
Federatie van woningcorporaties, enkele bewonersconsulenten van Woon en de projectleider
wooncoach nemen deel. Er worden aanpakken besproken om de doelgroep te benaderen.
e Werkprocessen rond de uitvoering van de regelingen zijn verbeterd:
18
o Medewerkers binnen de corporatie zijn beter op hoogte van de regelingen. Er is
informatie-uitwisseling tussen medewerkers van de contactcentra en de
verhuurafdelingen.
o Contacten en afstemming tussen de corporaties zijn verbeterd. Er wordt afgestemd over
huurders die verhuizen tussen corporatiewoningen, om de nieuwe huurprijs op basis van
de oude huur vast te stellen.
o Contacten tussen corporaties en lokale teams Woon en wooncoaches lopen veel beter. Er
zijn vaste contactpersonen bij de corporaties waar wooncoaches/het lokale team een
klant kunnen overdragen. Er wordt een bijeenkomst voor de verhuurmakelaars van de
corporaties en de wooncoaches georganiseerd.
o Contacten tussen de gemeente en corporaties over de betaling van verhuiskosten-
vergoeding lopen goed. Een belangrijk verbeterpunt is de betaalprocedure aan Vgnb-
kandidaten.
e Erzijn verschillende projecten en pilots in gebieden opgezet voor een intensievere aanpak van
het benaderen en ondersteunen van ouderen , door maatwerk te leveren en persoonlijke
aandacht te geven. Bijna alle corporaties hebben dit opgepakt in hun woningbezit.
Wooncoaches van Woon zijn aangehaakt. De gemeente heeft een faciliterende- en
aanjagersrol. Enkele voorbeelden:
o Eigen Haard en Ymere hebben 165 Ouderen in grote woningen in de Vogelbuurt (Noord)
uitgenodigd voor een lunch. De opzet was een kleine setting om met ouderen te praten
over hun motieven en wensen voor een betere woning. De opkomst was beperkt: 10
ouderen, met zoon of dochter mee. De regeling Vgnb vindt men aantrekkelijk als de
verhuiskostenvergoeding omhoog zou gaan (nu bedraagt die € 4.500 voor 5 kamers, €
5250 voor 6 kamers en € 6.000 voor 7 of meer kamers).
o Eigen Haard heeft een projectleider aangesteld om binnen Eigen Haard de regeling te
optimaliseren en de mogelijkheden te onderzoeken om de regeling meer onder de
aandacht van zijn huurders te brengen.
o Ymere en Rochdale hebben in Amsteldorp (Oost) in het kader van Amsteldorp Actief een
pilot gedaan met woningruil. Ymere en Rochdale hebben een wijkbeheerder aangesteld,
als spil in de buurt en vraagbaak voor ouderen.
o De Keyis actief om via maatwerk oudere huurders te benaderen. Rochdale heeft een
participatiemakelaar in Zuidoost aangesteld die 900 adressen waar ouderen wonen gaat
benaderen.
o Stadgenoot werkt met een eigen seniorenmakelaar.
o De Alliantie betrekt de bewonerscommissies bij het informeren van de bewoners over de
verhuisregelingen. Dit wordt in Buitenveldert toegepast.
o In Centrum start in januari 2018 een pilot met als inzet de keten rond wooncoaching van
ouderen te optimaliseren. Betrokken partners zijn het stadsdeel , de wooncoaches van
Woon, de corporaties en de wijkzorgalliantiepartners. Het programma
Ouderenhuisvesting faciliteert de pilot.
Conclusies
Er is commitment bij de partijen om door te gaan met de regelingen. Het resultaat blijft weliswaar
achter bij de ambitie van 100 gerealiseerde verhuizingen per regeling, maar de regelingen worden
19
steeds beter bekend bij ouderen; onder andere door de inzet van wooncoaches en door een grote
inzet van medewerkers bij de corporaties om de doelgroep te benaderen. De partijen concluderen
dat knelpunten de effecten van de regelingen verminderen. Daarom willen partijen in 2018 met
elkaar onderzoeken welke verbeteringen mogelijk zijn om de effecten van de beide regelingen nog
verder te vergroten.
Bij Vgnb zal de relatie gelegd worden met de doorontwikkeling van de huisvesting van kwetsbare
groepen. Inzet is het vergroten van doorstroming uit grote woningen. Bij Vhnl zal nog
nadrukkelijker worden ingezet op het actief benaderen en begeleiden van ouderen en het
verbeteren van de voorwaarden, zodat er meer gebruik wordt gemaakt van de regeling om te
verhuizen naar een geschikte woning.
Begin 2018 zullen de volgende voorstellen door de gemeente en de corporaties verder worden
onderzocht:
Van groot naar beter (\Vgnb)
e _Verruimen definitie grote woning tot een oppervlakte van minimaal 70 m2 met minimaal 4
kamers.
e Betrekken van de nieuwbouw bij ‘geen huursprong’.
e Uitbreiden werkingsgebied naar de regio.
e Toepassen regeling via WoningNet of toepassen via maatwerk binnen corporatie.
e Snellere uitbetaling van de verhuiskostenvergoeding van de gemeente.
Van hoog naar laag (Vhnl)
e Samenhang en overlap bekijken tussen Vhnl en andere voorrangslabels (onder andere het
voorrangslabel Wmo/65+).
e _Dezichtbaarheid van de regeling en andere mogelijkheden op WoningNet verbeteren. Nu zijn
die voor ouderen die een woning zoeken op WoningNet vaak onduidelijk.
De resultaten van het onderzoek worden met woningcorporaties en huurders besproken in het
kader van de Samenwerkingsafspraken. Deze zullen tevens als input worden gebruikt voor de
aanpak van de doorstroming bij de doorontwikkeling van de huisvesting van kwetsbare groepen.
20
5. Stedelijk inzet zorghuisvesting
In de studie Zicht op Zorghuisvesting uit 2015 zijn alle locaties van Verzorgings- en Verpleeg (V&V)-
huizen in Amsterdam in kaart gebracht. Binnen het programma ouderenhuisvesting worden de
actuele ontwikkelingen rond deze locaties gevolgd en met de partners in de zorghuisvesting
besproken. Dit heeft geresulteerd in de notitie Stedelijke Inzet Zorghuisvesting, die op 17 januari
2017 in B&W is goedgekeurd en in maart 2017 is besproken in de Raadscommissie Bouwen en
Wonen. De inzet van de gemeente is het behoud van zorghuisvestingslocaties voor
ouderenhuisvesting, al dan niet met zorg. Nadere invulling hieraan wordt gegeven door de motie
(nr. 911) uit te voeren van raadslid Poorter van de PvdA, van 14 juli 2016, inzake de Voorjaarsnota
2016 (transformatie zorgvastgoed). De motie draagt het college op om bij de transformatie van
zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in
wooncomplexen van ouderen, waarin mede door (buurt)bewoners activiteiten kunnen worden
georganiseerd.
Ontwikkelingen zorghuisvestingslocaties
In het merendeel van de 64 Verpleeg- en verzorgingshuizen in Amsterdam is het wonen met zorg
onveranderd gebleven. De huizen leveren verpleeghuiszorg (zware zorg); daarnaast zijn er
combinaties van wonen met zorg binnen het brede spectrum van wonen met een lichte zorgvraag.
In 2017 is het programma in het bijzonder betrokken geweest bij de volgende locaties:
e Nellestein, stadsdeel Zuidoost
Ymere wil het verpleeg- en verzorgingshuis verkopen. Het huurcontract van Amsta eindigt
november 2018. De aanleunwoningen blijven in bezit van Ymere, en worden momenteel
verhuurd als seniorenwoningen. Het programma ouderenhuisvesting is samen met het
stadsdeel rechtstreeks betrokken bij de planvoorbereiding en onderhoudt contact met de
bewoners in de wijk Nellestein en de Ouderenadviesraad, die zich zorgen maken over het
verdwijnen van de voorzieningen in het V&V complex.
e _Riekerhof, stadsdeel Nieuw West
Dit verpleeg- en verzorgingshuis is eind 2016 verkocht. Zorgaanbieder Cordaan huurt het pand
en biedt zorg aan bewoners die voor een deel intramuraal (80 appartementen) en extrumuraal
(40 appartementen) in het complex wonen. Het programma ouderenhuisvesting is in overleg
met het stadsdeel, zorgaanbieder en eigenaar over opties voor transformatie op basis van de
uitgangspunten van de stedelijke inzet zorghuisvesting.
e _Ingenhouszhof, stadsdeel Oost
Dit woonzorgcentrum is door Amsta verkocht aan AIG Care concepts / Bouwinvest. Er worden
80 zelfstandige zorgwoningen gebouwd en teruggehuurd door Amsta. Amsta is
zorgaanbieder voor deze 80 woningen. Toewijzing is aan ouderen met een zorgindicatie.
Daarnaast worden 44 huurwoningen gerealiseerd, 32 in de sociale sector en 12 in dure
huursector. De oplevering van de nieuwbouw staat gepland in 2018.
e _Geuzenhof, stadsdeel Nieuw West
De Alliantie (eigenaar) heeft samen met Philadelphia (zorg voor mensen met een verstandelijk
beperking) een concept voor een ‘verzorgingshuis Nieuwe Stijl’ ontwikkeld. In Geuzenhof
wonen senioren ‘gespikkeld’ met mensen met een beperking. De voorzieningen in de plint
21
leggen de relatie met de buurt. De Alliantie heeft een verzoek ingediend om een deel van de
woningen toe te wijzen aan senioren en studenten die aantoonbaar bereid zijn ondersteuning
te bieden aan de in het complex wonende aangewezen doelgroep.
e Nieuwbouw Woningcomplex LIFE, Revaleiland, Houthavens
In 2016 nam het programmateam ouderenhuisvesting deel aan de jury bij de tender voor dit
woonzorgcomplex. LIFE is een plek met woningen voor bij voorkeur ouderen, zowel in de
koop- als in de (sociale-) huursector. Woningcorporatie Habion heeft 39 sociale huurwoningen
en 12 parkeerplaatsen gekocht. Bouwinvest investeert in 24 zorgappartementen in de vrije
sector, 940 m2 aan voorzieningen: een restaurant, een apotheek, een gezondheidscentrum
met huisartsen en fysiotherapeuten, dagbesteding en thuiszorg. Daarnaast huurt Cordaan
langjarig 48 zorgstudio's voor mensen met dementie. De bouw is eind 2017 gestart en is eind
2019 gereed.
Toewijzingsexperiment volgens de Huisvestingsverordening Amsterdam
In het woonzorgcomplex Korthagenhuis in stadsdeel Noord loopt een experiment in de toewijzing
van de sociale huurwoningen. De woningen worden verhuurd en aangeboden door de
zorgaanbieder in plaats van de woningcorporatie. Voorheen intramurale woningen worden na een
kleine renovatie nu als zelfstandige sociale huurwoning voor 65-plussers met een lichte zorgvraag
verhuurd. Toepassing van artikel 2.5.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 biedt
ruimte voor dit experiment voor een periode van twee jaar.
Vanaf 1 juni 2017 is gestart met de eerste verhuur. In november 2017 zijn de eerste 10 woningen
verhuurd. De verhuur gaat langzaam maar gestaag. De eerste bevindingen zijn dat 65-plussers de
keuze om te verhuizen naar deze zorgwoningen lang uitstellen. Een verhuizing naar een
woonzorgcomplex wordt ervaren als de laatste fase in iemands leven. Men komt wel kijken, maar
wil toch nog niet verhuizen. Pas bij medische noodzaak wordt de keuze gemaakt. Het aanbod in
Korthagenhuis blijkt wel direct interessant te zijn voor uitstroom uit een 1e lijnsopvang, als
terugkeer naar de eigen woning (tijdelijk) niet meer kan.
De hal en het restaurant zijn verfraaid, zodat de verhuur en toestroom naar de inpandige
voorzieningen (door buurtbewoners) zal verbeteren. Evean en Eigen Haard investeren hierin, de
gemeente heeft een stimuleringsbijdrage toegekend uit het budget van het programma
ouderenhuisvesting.
Regie en coördinatie
Om passende en aantrekkelijke zorghuisvesting te behouden voor oudere Amsterdammers
werken de gemeente, zorgaanbieders, het zorgkantoor Zilveren Kruis, woningcorporaties en
vertegenwoordigers van bewoners en gebruikers goed samen. Voor de transformatie van de
zorghuisvesting zijn de volgende uitgangspunten voor de partners van kracht:
e Een goede ruimtelijke spreiding van zorghuisvestingslocaties
e Samenhang tussen zorgaanbod en huisvestingsaanbod voor ouderen
e _ Monitoring van ontwikkelingen in de vraag naar wonen met zorg
e Behoud van het huidige zorgvastgoed voor ouderenhuisvesting.
22
Op basis van deze uitgangspunten wordt er per locatie maatwerk geleverd. De voortgang wordt
besproken in het Stedelijk overleg zorghuisvesting. In 2017 zijn de regie en coördinatie op de
transformatie door het programma ouderenhuisvesting nader ingevuld. Kern is actieve informatie-
uitwisseling over alle ontwikkelingen op stedelijke schaal en op locaties en samenwerking in de
uitvoering van transformaties. Er is een ‘werkgroep tijdelijke huisvesting bewoners V&V’ ingesteld,
om overlast bij noodzakelijke verhuizing voor de soms kwetsbare bewoners te verminderen. De
werkgroep gaat in 2018 haalbare oplossingen hiervoor uitwerken.
Groei van de Stad, Ruimte voor Zorg en behoefteprognoses extramurale en intramurale woonvormen
In Koers 2025 is de ambitie geformuleerd om de stad te laten groeien door het bouwen van 50.000
woningen. De themastudie Ruimte voor Zorg is een uitwerking van Koers2025. Nieuwe inwoners
van Amsterdam hebben ook behoefte aan voorzieningen. Daaruit komt een zowel kwantitatieve
als kwalitatieve opgave uit voort. De themastudie heeft het doel een kwalitatief hoogwaardige
inpassing van zorg- en welzijnsvoorzieningen in de nieuwbouwgebieden te garanderen.
Het programma ouderenhuisvesting heeft in 2017 deelgenomen aan de Werkgroep Ruimte voor
Zorg. Hierdoor zijn wonen met zorg en de veranderingen in de zorghuisvesting (van intramuraal
wonen naar extramuraal wonen) opgenomen in de studie.
De gemeente hanteert een kwantitatief voorzieningenmodel bij haar programmering van
nieuwbouwprojecten en gebiedsontwikkeling. Het voorzieningenmodel geeft een indicatie van
het benodigde programma in voorzieningen. Het berekent op basis van kencijfers het benodigde
aantal vierkante meters voor onderwijs, cultuur, jeugd, sport, zorg en welzijn. Het
programmateam ouderenhuisvesting heeft input geleverd op de actualisering van het
voorzieningenmodel, zodat rekening wordt gehouden met de extramuralisering van wonen met
zorg.
Om het inzicht in de toekomstige kwantitatieve behoefte aan wonen met zorg te actualiseren en
bij de geambieerde groei van de stad te laten aansluiten heeft het programma ouderenhuisvesting
een opdracht gegeven aan het bureau abf research. Door de scheiding van wonen en zorg hield
het programma ouderenhuisvesting tot heden rekening met een toename in de vraag naar
extramuraal wonen. De actuele prognose komt in omvang goed overeen met eerdere aannames
uit 2013. De behoefte aan geclusterde woningen voor ouderen tot 2030 wordt nu becijferd op
5.710.
23
De opgave voor Amsterdam samengevat (bron: abf Research)
intramuraal
plaatsen / cliënten 2015 2015 PA PAULI opgave 2015-2040
aanbod EL (el) el EL ontwikkeling aantal
LEE NEEN] totaal vraag LEE lokaal
V&V: verpleging&verzorging 4.920 4.750 7.820 8.860 2.900 4,110
- Beschut wonen 1.460 1.500 40
- Beschermd wonen 3.190 5.850 2.660
- Intramuraal overig 270 470 200
GHZ: gehandicaptenzorg 1.710 3.770 1.570 4.860 -140 1.090
GGZ: geestelijke gezondheids zorg 960 380 700 350 -260 -30
Extramuraal
huishoudens aantal woningen aantal woningen toename woningen
totaal hh65+ totaal hh65+ totaal eluens
geclusterd 11.150 8.860 16.860 _ 14.690 5.710 5.830
aangepast 20.290 10.870 30.940 19.620 10.650 8.750
nultreden 92.470 17.730 115.260 31.670 22.790 13.940
totaal geschikte voorraad 123.910 37.460 163.060 65.980 39.150 28.520
Een geclusterde ouderenwoning is gedefinieerd als een woning die deel uitmaakt van een complex
of groep van woningen speciaal bestemd voor ouderen. Hiertoe behoren o.a. woonzorgcompiexen,
aanleunwoningen en serviceflats. Nabijheid van 24 uurs aanwezige zorg is geen voorwaarde vanwege
de mogelijke andere leveringsvormen van zorg. Feitelijk heeft echter circa 40% van de geclusterde
woningen een zorgsteunpunt en heeft daarnaast circa 45% een gemeenschappelijke ruimte, receptie,
huismeester, alarmering e.d.
Deze geclusterde woningen kunnen zowel in de bestaande bouw (b.v. leegkomende V&V huizen)
als in nieuwbouw worden gerealiseerd. De prognose geeft aan dat de behoefte aan deze
geclusterd woningen vooral voor de sociale huur aanwezig is. Aangepaste woningen zijn vooral
nodig in de koopsector.
De behoefteprognose voor 5710 nieuwe geclusterde woningen onderbouwt de inzet van het
programma ouderenhuisvesting om in nieuwbouw en transformatie woonvormen te realiseren
voor ouderen waarin kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen (oudere) bewoners
aandacht krijgt. Dit is gevraagd in de motie (nr. 919) van het raadslid Poorter (nieuwe woonhofjes
voor senioren). Het programma ouderenhuisvesting bevordert de condities voor deze realisatie en
brengt deze opgave actief in als onderdeel van de stedelijke inzet zorghuisvesting en de advisering
voor nieuwbouw en transformatie in de ontwikkelgebieden van Koers 2025.
24
6.Communiceren en samenwerken
Of ouderen zelfstandig kunnen blijven wonen is niet alleen afhankelijk van de kenmerken van de
woning. Als ouderen zorg nodig hebben in hun woonsituatie, dan zal die zorg daadwerkelijk ook
thuis geleverd moeten kunnen worden. Als ouderen slecht ter been raken is het belangrijk dat de
woning toegankelijk is en dat zij kunnen blijven bewegen in hun woning. Het is even belangrijk dat
er in de straat niet al te veel obstakels zijn, zodat de buurtwinkel ook bereikbaar blijft.
Om de doelen van het programma ouderenhuisvesting te kunnen bereiken is daarom in 2017 actief
samenwerking en afstemming gezocht met organisaties binnen en buiten de gemeente. Goed
wonen is bepalend voor het leven van ouderen in de stad. Omgekeerd hebben daarom ook veel
organisaties het contact gezocht met het programma ouderenhuisvesting. We vermelden de
belangrijkste samenwerkingsrelaties en gemaakte afspraken in 2017.
Wooncoaches
In Amsterdam kunnen ouderen die informatie willen over hun woonsituatie zonder kosten een
gesprek krijgen met een wooncoach. Wooncoaches bieden ondersteuning bij het vinden van een
nieuwe woning, maar ook kunnen de wensen en de mogelijkheden voor aanpassingen aan de
huidige woning worden besproken. Er wordt informatie gegeven hoe ouderen gebruik kunnen
maken van de verhuisregelingen in de sociale huur Van hoog naar laag en Van groot naar beter.
Wooncoaches zijn vrijwilligers die worden begeleid door stichting Woon. Naast huisbezoeken
geven wooncoaches ook voorlichting aan groepen ouderen. Bij ingewikkelde zaken wordt het
steunpunt van Woon in het stadsdeel ingeschakeld. Het werken met vrijwilligers heeft als
voordeel dat mensen uit de eigen omgeving zich inzetten voor hun buurtgenoten.
Na de start als pilot in 4 stadsdelen in 2015 is in 2017 de inzet van wooncoaches doorontwikkeld. In
alle stadsdelen zijn wooncoaches actief. In de periode januari — november 2017 waren dit er in
totaal 18. Er zijn in totaal 555 contactmomenten geweest m.b.t.259 woningen. Van die
contactmomenten waren er 144 huisbezoeken. Daarnaast zijn er 20 voorlichtingsbijeenkomsten
gehouden, waarbij 546 bewoners aanwezig waren.
Door deze inzet van vrijwilligers hebben de bereikte ouderen meer besef gekregen van het belang
om kritisch naar hun woning te kijken en zo nodig stappen te zetten om hun woonsituatie
‘toekomstbestendig' te maken. De acties van ouderen variëren van het actief worden op
WoningNet (inschrijven, kijken, reageren), informeren naar woonvoorzieningen via de Wmo, zelf
aanpassingen (laten) doen, tot kennis hebben van of gebruik maken van de verhuismogelijkheden
(Van groot naar beteren Van hoog naar laag). Of meer ouderen daadwerkelijk verhuizen als gevolg
van de interventie van de wooncoach is moeilijk te meten. Een indicator kan zijn het aantal
verhuurde woningen. Er zijn in 2017 ruim 800 woningen verhuurd aan 65 plussers. Dit zal in 2018
opnieuw worden gemeten.
25
Stadsdeel Centrum
Aangezien huisvesting in de binnenstad voor veel oudere Amsterdammers een prangend
probleem is geworden hebben het stadsdeel centrum, het stedelijke programma
ouderenhuisvesting, woningcorporaties, ouderenorganisaties en Woon besloten meer aandacht
te besteden aan de effectiviteit van wooncoaching. Dit heeft geleid tot de pilot Sluitende keten
wooncoaching Centrum. Doel is de toeleiding van ouderen naar het schaarse voor hen geschikte
woningaanbod te verbeteren door een betere samenwerking in de keten. De feitelijke start wordt
in 2018 gemaakt. De resultaten van de pilot zullen gebruikt worden bij het uitvoeren van motie 957
van Van Soest (Partij van de Ouderen), inzake het invoeren van de Amsterdamse
seniorenmakelaar.
Samenwerking met de stadsdelen
Het programma ouderenhuisvesting werkt intensief met stadsdelen. Dit geldt in het bijzonder
voor:
e _ Planvorming voor nieuwbouwlocaties en plannen/tenders voor transformatie van locaties
e _ Advisering en meedenken in gebiedsplannen m.b.t. knelpunten in de bestaande
woningvoorraad
In diverse gebiedsplannen is ouderenhuisvesting als prioriteit opgenomen. In 2018 zal er een
gezamenlijke bijeenkomst van alle stadsdelen en het stedelijk programma plaatsvinden om de
gezamenlijke acties te bespreken die nodig zijn om ernstige lacunes in de opgave voor
ouderenhuisvesting in stadsdelen te dichten.
Overleg met Ouderenorganisaties
Ouderenorganisaties die zich bezighouden met het wonen in de stad worden actief betrokken bij
het programma ouderenhuisvesting. Naast de contacten in de uitvoeringspraktijk, organiseert het
programma een stedelijk overleg met ouderenorganisaties. Deelnemers aan dit overleg zijn
Netwerk Ouderenadviesraden Amsterdam (NOAR), Platform Ouderen Amsterdam (POA),
Nederlandse Bond voor Migrantenouderen, Kenniscentrum Woonsaem voor migranten, Platform
Wooninitiatieven Amsterdam (PWIA) en Cliëntenbelang. Het stedelijk overleg
ouderenorganisaties heeft in 2017 twee keer plaatsgevonden.
Er zijn diverse gesprekken en overleggen gevoerd over ouderenhuisvestingsthema's met ouderen
in de stadsdelen:
e _Metde werkgroep ouderenhuisvesting Amsterdam Centrum is een keer per drie maanden
overleg.
e Metde het burgerinitiatief levensloopbestendig wonen (nu: Stichting Age Friendly Wonen
Amsterdam) is samengewerkt bij een presentatie over ouderenhuisvesting in het International
Social Housing Festival (20 juni 2017).
Wooninitiatieven
In de stad zijn er diverse ouderengroepen die gemeenschappelijke vormen van wonen willen
realiseren. In 2016 waren er ongeveer 12 initiatiefgroepen. In 2017 is zijn er enkele actieve groepen
bijgekomen. Initiatiefgroepen zoeken een pand, of een corporatie of een particuliere investeerder
die wil ontwikkelen. Vanuit het programma ouderenhuisvesting zijn dit jaar twee initiatiefgroepen
gefaciliteerd door ze in gesprek te brengen met corporaties. Er zijn diverse wooninitiatieven die
26
met een corporatie in gesprek zijn over een locatie. Het gaat o.a. om Stichting OdenseT huis,
Stichting Welzijn Doven Amsterdam (werkgroep dove ouderen), de coöperatieve vereniging
Noorderzon en Stichting Ramses Shaffy Huis. In Nieuw West lopen gesprekken om een
kleinschalige zorglocatie te bestemmen voor een wooninitiatief van een aantal
migrantenouderen.
Ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid
Het programma ouderenhuisvesting heeft de samenwerking gezocht met de gemeentelijke
Aanpak Eenzaamheid om te onderzoeken in welke mate woonvormen van ouderen een rol kunnen
spelen in het bestrijden van eenzaamheid. Hiermee geeft het programma tevens uitvoering aan
motie (nr. 919) Poorter (PvdA) en de motie (nr. 975) van de leden Boomsma (CDA) en Poorter
(PvdA), die vraagt om meer aandacht voor woonzorgcombinaties Tijdens een thema-avond op 7
november 2017 in Pakhuis de Zwijger is de brochure Ouderen wonen in de stad gepresenteerd en
een eerste stap gezet om het thema ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid te bespreken. Hij
markeerde de start van een lerend netwerk. In dit netwerk wisselen beleidsmedewerkers,
wetenschappers en ouderen uit welke mogelijkheden er zijn om via woonvormen voor ouderen
eenzaamheid te bestrijden. Het voornemen is de opbrengst van het lerend netwerk te gebruiken in
het opstellen en uitvoeren van het programma ouderenhuisvesting in 2018.
Age Friendly City
Het programma ouderenhuisvesting maakt deel uit van Age Friendly City Amsterdam. De
brochure Ouderen wonen in de stadis afgestemd met de kernteamleden van Ruimte en
Duurzaamheid in Age Friendly City, zodat deze goed aansluit bij de realisatie van
levensloopbestendige routes. Het programma ouderenhuisvesting heeft een bijdrage geleverd
aan het levensloopbestendig maken van routes op de Jan Evertsenstraat en de rand Bijlmerpark.
De uitvoering van het programma ouderenhuisvesting is opgenomen in de bestuursopdracht voor
Age Friendly City. Deze is in 2017 vastgesteld. Tevens is het programma ouderenhuisvesting
opgenomen in het Activiteitenplan van Age Friendly City. Dit is ook in 2017 vastgesteld.
27
1.Financiën
Er is in 2017 (stand 8/12/2017) € 242.591 besteed aan programmakosten en aan projecten en
activiteiten. Met de bestedingen aan diverse projecten uit het programma zijn knelpunten
opgelost in het realiseren van de programmadoelstellingen. Een bedrag van € 157.409 is niet tot
besteding gekomen. Dit heeft te maken met het uitblijven van aanvragen van nieuwe projecten
van eigenaren van zorgvastgoed ten laste van het beschikbare budget voor stimuleringsbijdragen.
Verwacht wordt dat het aantal aanvragen in 2018 zal stijgen.
De financiële verantwoording van het budget programma ouderenhuisvesting, als onderdeel van
het Actieplan Woningbouw 2014-2018, wordt betrokken bij de jaarrekening 2017. Voor 2017 was
een budget beschikbaar van € 400.000,
Stimuleringsbijdrage Programma ouderenhuisvesting
De ontwikkelingen rond de verpleeg- en verzorgingshuizen behoren tot één van de hoofdlijnen
van het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018. Aandachtspunt hierbij is het behoud van het
voorzieningenniveau en de aansluiting daarvan op de wensen van de bewoners (ontmoeten, eten,
dagbesteding). Deze voorzieningen zijn belangrijk voor het welzijn en het tegengaan van
vereenzaming van ouderen die in de aanleunwoningen of in de buurt wonen.
Evean heeft een aanvraag ingediend voor een stimuleringsbijdrage van € 27.000 voor het behoud
en verbetering van de voorzieningen in het Korthagenhuis. Deze aanvraag beantwoordt aan de
doelstellingen van het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de notitie Stedelijke inzet
zorghuisvesting. Het is tevens een goed voorbeeld van de invulling van motie 911 van 14 juli 2016
van raadslid Poorter.
Met de toekenning van een subsidie uit het stimuleringsbudget 2017 van het Programma
Ouderenhuisvesting wordt vooruitgelopen op het inrichten van een subsidieregeling volgens de
eisen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam2013 en het Amsterdamse
subsidiebeheersysteem, op basis waarvan toekomstige aanvragen kunnen worden ingediend. De
definitieve inrichting van de subsidieregeling vindt plaats in 2018. Hierin worden de criteria ter
toetsing en een financieel plafond voor aanvragen geformuleerd.
28
8.Conclusies en opgaven nieuwe
bestuursperiode
Sinds de start van het programma ouderenhuisvesting zijner vorderingen gemaakt om te
voorzien in de woonvraag van ouderen. Door de jaarlijkse rapportages over de voortgang van het
programma is de opgave scherper in beeld gekomen en zijn we in staat de opgaven en prioriteiten
voor de komende bestuursperiode te bepalen.
De doelstelling van het op 28 april 2015 door B&W vastgestelde programma ouderenhuisvesting
2015-2018 is als ondertitel opgenomen in het programmaplan: Zelfstandig wonen van ouderen in
Amsterdam. De aan de gemeenteraad gezonden voortgangsrapportages over de jaren 2015, 2016
en de huidige voortgangsrapportage over 2017 maken duidelijk dat er veel bereikt is in het
verschaffen van goede huisvesting aan ouderen. Amsterdam is de afgelopen jaren ‘grijzer
geworden en zal in de komende 20 jaar verder vergrijzen. Dat betekent dat de doelen van het
programma niet volledig binnen de huidige bestuursperiode bereikt kunnen worden. Er blijft een
resterende opgave in de komende periode om de effecten van het demografisch proces van
vergrijzing goed op te kunnen vangen. Er zijn verschillende acties ondernomen om de
woningvoorraad geschikter te maken voor oudere Amsterdammers. Deze inspanning zal moeten
worden voortgezet om ouderen daadwerkelijk goed in de stad te kunnen laten wonen. Daarom
worden hieronder voorstellen gedaan voor prioriteiten waarop in de komende bestuursperiode
ingezet zou kunnen worden.
De basis op orde: onderzoek, verdeling en toewijzing
De basis van het programma is inzicht in ontwikkelingen in de woonsituatie van ouderen. Het
belang van goed onderzoek is in 2017 duidelijk geworden door de recente prognose naar de
behoefte aan wonen met zorg, die in opdracht van het programma is uitgevoerd. Er zullen in
Amsterdam tot 2030 ruim 5.700 (geclusterde) woningen met zorg nodig zijn. Aanvullend
onderzoek is nodig om vast te stellen hoe die behoefte zich verdeelt over de gebieden van onze
stad, De aansluiting tussen aanbod en vraag moet worden gemonitord. Een goede monitor voor
ouderenhuisvesting besteedt ook aandacht aan de feitelijke bewoning, verhuisgeneigdheid,
zoekgedrag op WoningNet, aanpasbaar bouwen, verdeling en toewijzing (o.a. seniorenlabel en
toekomstige labels m.b.t. wonen en zorg), wooncoaching en de transformatie van zorghuisvesting
in de stad.
Mede door inzet van het programma ouderenhuisvesting zijn er verhuisregelingen gekomen
waardoor ouderen langer zelfstandig in de stad kunnen wonen. In 2017 is er geïnvesteerd in het
beter laten werken van deze regelingen. In de Woonagenda is de discussie gestart over labels die
kunnen bijdragen aan een passende verdeling en toewijzing van geschikte en betaalbare
woningen. De woonpositie van ouderen is hierbij een belangrijk ijkpunt.
Prioriteiten:
e _ Aanvullend behoefteonderzoek naar de woonsituatie van ouderen; in het bijzonder wonen
met zorg
29
e Inrichten van een actuele monitor ouderenhuisvesting
e Vergroten van het gebruik van de verhuisregelingen
e Adequate en ook voor ouderen goed werkende labels in de verdeling en toewijzing
Ouderenhuisvesting in de bestaande stad
In veel gebieden in de stad zijn knelpunten aan het licht gekomen in de woonsituatie van ouderen.
Gerichte, concrete actie om deze knelpunten te kunnen oplossen, vraagt om een goede
samenwerking tussen het programma ouderenhuisvesting en de gebiedsteams in de stadsdelen,
met actieve participatie van ouderen en ouderenorganisaties.
Met name In de vooroorlogse panden in stadsdelen binnen de ring, waaronder plan Berlage, is de
bereikbaarheid en toegankelijkheid van woningen een groeiend probleem. In de komende
bestuursperiode is een impuls noodzakelijk om kansen voor het toegankelijk houden van de
bestaande woningvoorraad voor een groeiend aantal ouderen beter te benutten. Een
stimuleringsbijdrage voor knelpunten in de ouderenhuisvesting kan hieraan een financiële bijdrage
leveren.
Prioriteiten:
e Samenwerking programma ouderenhuisvesting en gebiedsteams in de stadsdelen
e Impuls transformatie, aanpassing en ontsluiting/bereikbaarheid bestaande voorraad
e _ Stimuleringsbijdrage ouderenhuisvesting handhaven.
Ouderenhuisvesting in de nieuwe stad
Amsterdam Gemengde Stad is een uitgangspunt van het college van B&W. Dat vraagt ook om
aandacht voor ouderenhuisvesting in de nieuwbouw. Het beleid voor aanpasbaar bouwen en de
afspraken die hierover gemaakt worden met woningcorporaties werpen zijn vruchten af. Dit dient
voortgezet te worden. Het is ook belangrijk dat er woningen worden gebouwd die speciaal
bestemd zijn voor ouderen. In de nieuwbouw zijn er mogelijkheden om nieuwe
woonzorgconcepten te ontwikkelen, die passen bij de ontwikkeling van de woonvraag van diverse
groepen ouderen in de stad. Er zal onderzocht worden of sociale investeerders in de markt bereid
zijn hieraan bij te dragen, in aansluiting op de motie (nr. 919) van Poorter (PvdA) om meer
woonhofjes voor ouderen te realiseren.
Prioriteiten
e Reguliere aanpasbaar gebouwde ouderenwoningen in de gebieden van Koers 2025 en de
ontwikkelbuurten en minimaal 5% van sociale nieuwbouw voor ouderen.
e Realisatie van innovatieve woonzorgconcepten
Vragen van ouderen
Er is een duidelijk onderscheid tussen de vragen van actieve ouderen en kwetsbare ouderen. Er zijn
veel actieve ouderen in Amsterdam die zelf wooninitiatieven nemen en op zoek zijn naar
woonvormen die bij hen passen. In 2017 zijn diverse initiatiefnemers in gesprek geweest met
woningcorporaties over mogelijke locaties. Door de grote druk op de woningmarkt lukt het niet
altijd deze initiatieven te realiseren, terwijl ze wel een voorbeeldfunctie in de stad kunnen hebben.
30
Ouderen met een migrantenachtergrond zijn door hun sociaaleconomische positie vaak
kwetsbaar. Aanvullende actie lijkt nodig om aan hun specifieke woonwensen te kunnen voldoen.
De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de begroting 2018 motie (nr. 1259) van de leden
Poorter (PvdA), Bouchibti (/VD), Roosma (GroenLinks), Hammelburg D66), Duijndam (SP) en Van
Soest (Partij van de Ouderen) aangenomen inzake ouderenwoningen voor eerste generatie
migranten. Die heeft op een deel van deze woonwensen betrekking.
In de looptijd van het programma is duidelijk geworden dat veel ouderen niet bewust nadenken
over de gevolgen van het ouder worden voor hun wooncarrière in de stad. Er moet meer
geinvesteerd moeten worden in een samenhangend aanbod van informatievoorziening,
begeleiding en coaching van ouderen in het zelfstandig wonen. In 2017 is wooncoaching uitgebreid
naar alle stadsdelen. Er zijn pilots gestart om ouderen beter te bereiken. Ook is een ‘lerend
netwerk! van wetenschappers, beleidsmakers en ouderen zelf gestart om de mogelijkheden van
nieuwe woonvormen in de stad te onderzoeken die een rol kunnen spelen in het verminderen van
eenzaamheid. Deze inzet zal in de periode 2018-2022 voortgezet moeten worden.
Prioriteiten:
e Versterken van een samenhangend aanbod voor informatie, begeleiding en coaching van
ouderen, zodat zij beter in staat zijn keuzes te maken om passend en naar wens te kunnen
blijven wonen in de stad
e Ondersteuning van wooninitiatieven van ouderen
e Onderzoeken en bevorderen van specifieke woonvormen voor kwetsbare ouderen
Wonen met zorg
In 2017 zijn er goede afspraken gemaakt over een betere samenwerking tussen de gemeente,
zorgaanbieders en woningcorporaties (als eigenaren van zorgvastgoed) over de stedelijke inzet
zorghuisvesting. De partners in de Amsterdamse zorghuisvesting kunnen hierdoor beter de totale
stedelijke vraag aan wonen met zorg afstemmen op de invulling op individuele
zorghuisvestingslocaties, binnen de kaders voor marktwerking en mededinging die van kracht zijn.
Dat geeft richting aan de noodzakelijke vernieuwing en transformatie van de verzorgings- en
verpleeghuizen in de stad, naar moderne vormen van wonen met zorg. De door de gemeenteraad
aangenomen moties over de realisatie van woonzorgcombinaties en het realiseren van
maatschappelijke voorzieningen in de plint van zorghuisvesting zijn leidend. Het programma
ouderenhuisvesting zorg voor de regie en coördinatie vanuit de gemeente.
Prioriteiten
e Bijhouden en actualiseren van ontwikkelingen zorghuisvesting in Zicht op zorghuisvesting
e Uitwerken en uitvoeren gezamenlijke regie en coördinatie in de transformatie van
zorghuisvesting
e Behouden en vernieuwen Amsterdamse verzorg- en verpleeghuizen naar moderne vormen
van wonen met zorg: flexibele woonzorgcombinaties en zorghuisvesting met
maatschappelijke voorzieningen in de plint.
31
Colofon
De Voortgangsrapportage Programma Ouderenhuisvesting 2017 is opgesteld door het
programmateam. Het programmateam heeft vier leden:
Age Niels Holstein; programmamanager (RvE PMB)
Batoul Alaz; assistent programmamanager (RvE PMB)
Marian Koers; beleidsadviseur wonen (RvE Wonen)
Iris Westerterp; beleidsadviseur wonen (RvE Wonen)
32
| Onderzoeksrapport | 33 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1426
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 16 december 2015
Behandeld op woensdag 16 december 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake de Huisvestingsverordening
Amsterdam 2016 (onderzoeken van het zoveel mogelijk uitsluiten van short stay bij
transformatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1369).
Overwegende dat:
— Amsterdam kampt met enorme woningschaarste in alle segmenten;
— de behoefte aan woningen, ongeacht segment, evident groter is dan die aan short
stay voorzieningen;
— ontwikkelaars, zolang ze daartoe de ruimte wordt geboden, altijd zullen kiezen
voor de meest rendabele invulling;
— dit risico zich primair voordoet bij transformatie, bijvoorbeeld van voormalige
kantoorpanden.
Spreekt uit:
— short stay bij transformatie zo veel mogelijk te willen beperken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de raad zo spoedig mogelijk te informeren over de daartoe te nemen stappen.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
Aan de gemeenteraad van Amsterdam
CC Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod
Van °
Datum 17 augustus 2015
Betreft: vragen over het (gedoog)beleid ten aanzien van softdrugs
Geachte gemeenteraad van Amsterdam,
Mede n.a.v. een door het VNG ingestelde bestuurlijke werkgroep en een radio item van 17 aug 2015
wil ik tien vragen stellen in het kader van het (ge-doog)beleid ten aanzien van softdrugs.
1) Hoeveel geld gaat er via de achterdeur van de coffeeshops in de gemeente Amsterdam naar de
inkoop van softdrugs?
2) Welk deel van dat inkoopgeld (inkoop softdrugs door de coffeeshops in de gemeente Amsterdam)
gaat naar broodkwekers (die liever geen uitkering aanvragen), en welk deel gaat naar (georganiseer-
de) softdrugscriminelen?
3) De geldstroom via de achterdeur van coffeeshops (inkoop softdrugs), kan die betiteld worden als
van wit geld zwart geld maken?
4) Het feit dat de gemeente Amsterdam deze geldstroom (inkoop softdrugs bij georganiseerde crimi-
nelen) gedoogd, maakt dat de gemeente Amsterdam medeplichtig aan criminele activiteiten?
5) Neemt de geldstroom (via de inkoop van softdrugs door coffeeshops) naar (georganiseerde) soft-
drugscriminelen toe in de gemeente Amsterdam sinds de growshops door de wetgever aan strakkere
banden zijn gelegd?
6) Wat doen de (georganiseerde) softdrugscriminelen in de gemeente Amsterdam met de door hun
gegenereerde inkomsten (criminele winst) via de achterdeur van coffeeshops uit de productie van
en/of handel in softdrugs”?
7) Is er sprake van dat de (georganiseerde) softdrugscriminelen in de gemeente Amsterdam hun
criminele winst (deels) investeren in (andere) criminele activiteiten? Zo ja welke, (andere) criminele
activiteiten zijn dat? (Er zijn geluiden dat de criminele softdrugswinst door sommige softdrugscrimi-
nelen in de loop van de tijd deels geïnvesteerd is, in het opstarten van de productie van synthetische
drugs en/of de aanschaf van illegale vuurwapens [zie de Mocro-maffia], dit laatste mogelijk deels voor
de handel.)
8) Is het college van B&W het eens met de uitspraak dat er nu mogelijk sprake is van een situatie
waarbij een ongeorganiseerde overheid de georganiseerde softdrugscriminaliteit probeert te bestrij-
den?
9) Wat vindt het college van B&W van de situatie dat het ministerie van V&J er al enige tijd voor kiest
om de pluk-ze-wetgeving toe te passen in het kader van het softdrugsbeleid, terwijl er tegelijkertijd
sprake is van een open geldkraan (veelal gedoogd door het ministerie van V&J) aan de achterdeur
van de coffeeshops in de richting van de (georganiseerde) softdrugscriminelen?
10) Kan het beleid van het ministerie van V&J in deze (gedogen geldstroom via achterdeur coffee-
shops naar softdrugscriminelen en gelijktijdig de pluk-ze-wetgeving toepassen) in de ogen van het
college van B&W betiteld worden als dweilen met de geldkraan open? (Zie ook het mislukken van de
aanpak van de belastingnomaden.)
Tot nadere toelichting ben ik gaarne bereid.
Bij voorbaat dank voor het beantwoorden van deze vragen.
Gemeenteraad en griffie Amsterdam het beste.
| Raadsadres | 1 | train |
€ Gemeente
Amsterdam
Centrum Peblicaties Stadsdeelbestuur 2015
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum
Besluiten
> 4 10 februari 2015 - 4
Besluit over Samenwerkingsakkoord gastvrije en veilige Amsterdamse vitgaanspleinen
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2015, Bestuurskalender, besluitvormende AB-vergadering
10 februari 2015, bij agendapunt 4
De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
Inte stemmen met het Samenwerkingsakkoord gastvrije en veilige Amsterdamse vitgaanspleinen.
Suze Duinkerke
secretaris
Boudewijn Oranje
voorzitter
Verschenen op 18 februari 2015
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 58
Ingekomen onder K
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Marttin inzake de Agenda Autoluw (multifunctioneel gebruik
P+R)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Constaterende dat:
— Het college voornemens is om de P+R's multifunctioneel te gebruiken;
— _Parkeervergunninghouders in en rondom het centrum gebruik mogen maken van
de P+R's zonder extra kosten;
— Vergunninghouders die veelvuldig gebruik maken van een P+R-korting krijgen op
hun parkeervergunning.
Overwegende dat:
— Naast het centrum ook in andere delen van de stad er op sommige momenten
auto's onnodig lang geparkeerd staan in de openbare ruimte;
— De gemeente er is voor alle Amsterdammer en dus ook vergunninghouders uit
andere stadsdelen dan het centrum de mogelijkheid moeten krijgen om hun auto
te parkeren in een P+R.
Besluit:
Op pagina 63 van de Agenda Autoluw onder punt B de zin: "We creëren de
mogelijkheid voor vergunninghouders in en rond het centrum om op de P+R te
parkeren.” te wijzigingen in “We creëren de mogelijkheid voor vergunninghouders om
op de P+R te parkeren.”
Het lid van de gemeenteraad
A.A.M. Marttin
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 458
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Moeskops, Garmy, Van Renssen, Noordzij, Bakker,
Koyuncu en Wijnants inzake uitbreiding Dashboard Klimaatadaptatie met
Activiteiten Klimaatadaptatie
Onderwerp
Uitbreiding Dashboard Klimaatadaptatie met Activiteiten Klimaatadaptatie
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het dashboard Klimaatadaptatie,
Constaterende dat:
-__De gemeente een Dashboard Klimaatadaptatie heeft ontwikkeld waarin in kaart wordt
gebracht welke gebieden in Amsterdam een verhoogd risico vormen op de thema's hitte,
droogte, wateroverlast en overstromingen;
-__ De gemeente een Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie heeft vastgesteld in 2021 waarin
5g concrete activiteiten zijn weergegeven voor de komende jaren
- De gemeente een Voortgangsrapportage Klimaatadaptatie heeft vitgebracht waarin de
voortgang van deze activiteiten zijn weergegeven.
Overwegende dat:
-__Door de opwarming van de aarde klimaatadaptatie voor toekomstige Amsterdammers
belangrijker is dan ooit:
-_ Toegankelijk inzicht in de voortgang en planning van de 5g activiteiten vit de Uitvoerings-
agenda Klimaatadaptatie zeer relevant is voor Amsterdammers.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het Dashboard Klimaatadaptatie uit te breiden met de 59 activiteiten die zijn vastgesteld in de
Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie en de voortgang hiervan ook actueel bij te houden zodat
Amsterdammers inzicht hebben in de voortgang van de 59 activiteiten en ze zich beter kunnen
voorbereiden op toekomstige klimaatscenarios in de stad
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
E.D.M. Moeskops
|. Garmy
N.A. Van Renssen
G. Noordzij
A.L. Bakker
S. Koyuncu
D.P.B. Wijnants
| Motie | 2 | discard |
Ene AN
En Ee OO
| IE SE eN
A,
eN nge
Energiearmoede in Amsterdam
RE te
ENE ir Uut ee DN 2 AN Zl
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
In opdracht van: Ruimte en Duurzaamheid (Amsterdam Klimaatneutraal), Werk,
Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen.
Projectnummer: 20235
Feiko de Grip
Hester Booi
Bezoekadres: Weesperstraat 113-117 Telefoon: 020-2510333
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam data.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, augustus 2020
Foto voorzijde: Amstelkwartier, fotograaf Edwin van Eis (2019)
2
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Inhoud
Introductie 4
Methode en data 4
1 Ontwikkeling energielasten 2013-2019 5
Absolute energielasten nemen sinds 2017 weer toe, maar inkomens groeien gemiddeld
gezien mee 5
Voor laagste inkomensgroep stijgen de relatieve energielasten wel en neemt de
energiearmoede toe 6
2 Ontwikkeling energielasten per stadsdeel 8
Energielasten ten opzichte van het inkomen het hoogst voor huishoudens Zuidoost 8
Hogere energielasten in stadsdelen met veel eengezinswoningen en gezinnen 8
Energiearmoede groeiend probleem in Zuidoost, Noord en Nieuw-West 9
Meeste energiearmoede in wijken met veel lage inkomens 11
3 Kenmerken van huishoudens met hoge energielasten 13
Woonoppervlak en huishoudensamenstelling bepalend voor energielasten 13
Hoogste energielasten voor meerpersoonshuishoudens in grote woningen 13
Hoe ouder de woning, hoe hoger de energielasten 14
Meer energielasten in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen 15
Ouderen hebben hogere energielasten 15
Lagere energielasten bij hoger energielabel 16
4 Kenmerken van huishoudens met energiearmoede 17
Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens 17
Inkomen is de bepalende factor voor energiearmoede 18
Meer energiearmoede onder eenverdieners, vooral wanneer er ook kinderen zijn 18
Huishoudens met laag inkomen in grotere woningen lopen meeste risico op
energiearmoede 19
Energiearmoede komt vooral voor in corporatiewoningen 20
Meeste energiearmoede in middelgrote woningen uit de jaren ‘45-'90. 20
Huishoudens met energiearmoede zijn vaak eenverdieners, 55-plus en lager opgeleid 21
Weinig energiearmoede in woningen met energielabel A 22
Samenvatting 23
3
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Introductie
Binnen de gemeente Amsterdam is er vanuit verschillende afdelingen behoefte aan meer inzicht
in de energielasten van huishoudens. Ruimte en Duurzaamheid (programma Amsterdam
Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen hebben aan
OIS gevraagd hier onderzoek naar te doen.
Belangrijke indicatoren in onderzoek naar energielasten zijn de maandelijkse energierekening,
de energierekening als aandeel van het inkomen (de energiequote) en of er sprake is van
energiearmoede. Wanneer huishoudens meer dan 10% van hun inkomen kwijt zijn aan
energielasten, wordt er gesproken van energiearmoede. Om meer grip op te krijgen op deze
problematiek is inzicht nodig in hoe de energielasten zich door de tijd heen ontwikkelen, en bij
welke huishoudens dit tot (relatief en absoluut) hoge energielasten leidt. Hieruit volgen de
volgende vragen:
e _Hoezijn de energielasten veranderd door de tijd en hoe hangt dit samen met
energieprijzen?
e Wat zijn de energielasten per stadsdeel en hoe is dit veranderd door de tijd?
e Welke kenmerken van huishoudens en woningen hangen samen met hoge energielasten
(absoluut)?
e Welke kenmerken van huishoudens en woningen hangen samen met grote
energiearmoede (relatief aan het inkomen)?
Methode en data
Om meer inzicht te krijgen in deze vragen zijn de energielasten van Amsterdamse huishoudens
in 2013, 2017 en 2019 geanalyseerd. Hiervoor is gebruik gemaakt van data uit het tweejaarlijkse
enquêteonderzoek Wonen in Amsterdam. In dit door OIS uitgevoerde onderzoek wordt door
zo'n 18.000 Amsterdamse huishoudens de hoogte van de maandelijkse energielasten ingevuld.
Ook zijn gegevens over hun inkomen en andere achtergrondkenmerken bekend. Alle gegevens,
tenzij anders vermeld, komen uit dit enquêteonderzoek.
Dit rapport beschrijft de belangrijkste resultaten van deze analyse aan de hand van
bovenstaande onderzoeksvragen.
4
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
1 Ontwikkeling energielasten 2013-2019
Absolute energielasten nemen sinds 2017 weer toe, maar inkomens groeien
gemiddeld gezien mee
Tussen 2013 en 2017 daalden de energielasten van Amsterdamse huishoudens. In 2013 waren
huishoudens in Amsterdam gemiddeld nog €124 per maand kwijt aan de energierekening.
Gemiddeld ging 7% van het maandinkomen van een huishouden op aan energiekosten (de
energiequote). In 2017 was de energierekening nog maar €110 per maand, en de energiequote
daalde naar 5%. Deze daling verliep evenredig met de daling van de energieprijzen (zie figuur 2).
Tussen 2017 en 2019 liepen de energiekosten weer op tot €120 euro per maand. De
energiequote daalde echter niet mee, maar bleef op 5%. Dit duidt erop dat het inkomen van
huishoudens gemiddeld genomen meesteeg met de energierekening. Eenzelfde ontwikkeling is
zichtbaar in het aandeel huishoudens waar volgens de definitie sprake is van energiearmoede
(een energiequote van 10% of hoger). Na een daling tussen 2013 en 2017 bleef dit aandeel
stabiel op 11%. In de loop van 2019 en in 2020 is de wereldwijde energieprijs weer gedaald, dit is
nog niet terug te zien in de enquêtegegevens uit 2019. De energielasten zijn niet alleen
afhankelijk van de energieprijs, maar ook van het weer. Met name koude winters kunnen tot
hogere energielasten leiden. Het maandbedrag voor de energielasten wordt vaak voor een jaar
vooruit vastgesteld. Veranderingen in het weer werken daardoor pas later door in de
energielasten.
Tabel 1.1 Netto huurquote, energiequote en gemiddelde energierekening van huishoudens, 2013-2019
2013 7 18 124
2017 5 11 110
2019 5 11 120
Figuur 1.2 Ontwikkeling maandelijkse energierekening huishoudens, aardgasprijs en elektriciteitsprijs (2013=100)
120
DE
Ho Dd 7 ‚e= = aardgasprijs (€ per GJ}!
hik Sen EET in vene elektriciteitsprijs (€ per kWh):
80 Vennsevensenere eert" — gemiddelde ontwikkeling gas-
en elektriciteitsprijs
70 —— energierekening Amsterdamse
so huishoudens
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
bron: Wonen in Amsterdam (energielasten), CBS (energieprijzen)
D Geïndexeerde maandelijkse prijs betaald door eindverbruikers in de verbruiksklasse 20-200 GJ/maand
(aardgas) en 2,5-250 kWh (elektriciteit), waar binnen de meeste huishoudens vallen.
5
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Voor laagste inkomensgroep stijgen de relatieve energielasten wel en neemt de
energiearmoede toe
De stabilisering van de relatieve energielasten geldt niet voor alle inkomensgroepen. Voor
huishoudens met een laag inkomen (tot de huurtoeslaggrens) liep de energiequote tussen 2017
en 2019 licht op, van 9% tot 10%. In deze inkomensgroep nam het aandeel huishoudens waar
sprake is van energiearmoede toe van 31% tot 37%. Zij hebben gemiddeld een energierekening
van €108 per maand. Ook onder de groep lage middeninkomens groeide het aandeel
huishoudens met een energiequote van 10% of hoger (+2 procentpunt). Voor de andere
inkomensgroepen bleef de energiequote en het aandeel huishoudens kampend met
energiearmoede stabiel. Absoluut gezien hebben huishoudens met de hoogste inkomens ook de
hoogste maandelijkse energielasten. Ten opzichte van 2017 stegen de maandelijkse lasten
echter het hardst voor middeninkomens (+10%).
Tabel 1.3 Energiequote, huishoudens met energiequote > 10% en gemiddelde energierekening per inkomensgroep, 2013-2019
energiequote huishoudens met gemiddelde maandelijkse
energiequote >= 10% alie ATL Sad
(2%) (2%) (€) (ontw. 2017-2019)
2013 2017 2019 2013 2017 2019 2013 2017 2019
lage inkomens tot huurtoeslaggrens’ 11 9 10 49 31 37 113 100 108(8%)
inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 6 5 5 9 3 3 104 95 _103(8%)
lage middeninkomens € 38.035- €47.544 5 4 5 6 1 3 117 105 _114(9%)
middeninkomens (47.544-1,5x modaal) 5 4 4 4 2 2 127 112 124(10%)
hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) 4 3 4 2 0 1 131 116 123(6%)
hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 3 3 3 1 0 1 154 129 140(8%)
totaal 7 5 5 18 11 11 124 110 _120(9%)
1 Eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825
2 De energieqvote onder lage middeninkomens is niet significant gestegen
6
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
De toename van de relatieve energielasten onder de laagste inkomens is niet terug te zien in het
stedelijk gemiddelde omdat deze inkomensgroep verhoudingsgewijs in 2019 minder voorkomt
dan in 2017. Dit wordt duidelijk in figuur 1.4. Amsterdamse huishoudens hebben vaker een hoog
inkomen en veel huishoudens kunnen de toename in energielasten daarom opvangen. Voor met
name huishoudens in de laagste inkomensgroep is dit echter niet het geval. Bij een groeiend deel
van deze huishoudens is sprake van energiearmoede. Lage inkomens merken de fluctuaties in de
energieprijs veel sterker in hun portemonnee.
Figuur 1.4 Inkomensgroepen (bruto jaarinkomen per huishouden, incl. studenten), 2013-2019 (%)
o 20 40 60 80 100
lage inkomens laagste midden- lagere midden- hogere hoogste
tot inkomens midden- inkomens inkomens [ialiso) aarin
huurtoeslag- (€38.035 - inkomens (€47.544- (€57.053 - (vanaf
grens 1) €42.436) 2) (€42.436- €57.053) €76.070) €76.070)
€47.544)
1) eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825
2) 2013: €38.035 -€47.544, de extra inkomensgrens van €42.436 werd toen niet gehanteerd.
7
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
2 Ontwikkeling energielasten per stadsdeel
Energielasten ten opzichte van het inkomen het hoogst voor huishoudens
Zuidoost
Tussen 2013 en 2017 namen de energielasten in alle stadsdelen af. Tussen 2017 en 2019 namen
ze weer toe. Dit wordt in verhouding met het inkomen vooral gevoeld in Zuidoost, Noord en
Nieuw-West.
In Zuidoost zijn huishoudens met 7% gemiddeld het grootste deel van hun inkomen kwijt aan
energielasten. Ook in Nieuw-West en Noord ligt de energiequote boven het stedelijk
gemiddelde. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in
deze stadsdelen. In Noord (€129) en Nieuw-West €122) is de maandelijkse energierekening
hoger dan gemiddeld in de stad. In Zuidoost zijn de energielasten gemiddeld (€120), maar hier
wonen zeer veel lage inkomens. Van de huishoudens valt 46 procent in de laagste
inkomensgroep (zie figuur 2.3). Dat is veel meer dan in Noord (35%) en Nieuw-West (32%).
Tabel 2.1 Energiequote, aandeel huishoudens met hoge energiequote en gemiddelde energierekening naar
stadsdeel, 2019
*netto huurquote energiequote eelde le
a hs energiequote>=10% energierekening
4) 4) (%) EE Lahi| (€)
Centrum 29 5 9 4.400 125
West 28 5 10 7.400 109
Nieuw-West 30 6 14 9.200 122
Zuid 29 5 8 5.700 127
Oost 29 5 9 6.200 116
Noord 29 6 17 7.200 129
Zuidoost 30 7 19 7.400 120
Amsterdam 29 5 11 46.800 120
*kale huur minus de huurtoeslag, als percentage van het inkomen
Hogere energielasten in stadsdelen met veel eengezinswoningen en gezinnen
De hogere energielasten in Noord en Nieuw-West hangen ermee samen dat er in deze drie
stadsdelen veel eengezinswoningen zijn. In beide stadsdelen woont 25% van de huishoudens in
een eengezinswoning, vergeleken met 13% gemiddeld in de stad. In Noord en Nieuw-West
wonen bovendien veel gezinnen en gaat het vaker om grotere woningen. Alle drie deze factoren
8
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
gaan gepaard met hogere stookkosten en elektriciteitsverbruik. In Noord werkt dit het sterkst
door, de maandelijkse energielasten zijn daar het hoogst (€129).
Energiearmoede groeiend probleem in Zuidoost, Noord en Nieuw-West
Het aandeel van de huishoudens dat een hoge energiequote (2 10%) heeft, verschilt fors tussen
de stadsdelen. Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost (19%), Noord (17%) en Nieuw-
West (14%). Vooral het hoge aandeel lage inkomens in Zuidoost zorgt voor energiearmoede,
want de energielasten liggen er op het stedelijk gemiddelde. In Noord en Nieuw-West zijn
minder lage inkomens dan in Zuidoost maar zijn de energierekeningen gemiddeld wel hoger.
Sinds 2017 nam de energiearmoede in deze stadsdelen meer toe dan in de rest van de stad. Het
inkomen van de bevolking groeit hier minder dan in andere stadsdelen, waardoor de stijgende
energielasten door meer huishoudens sterker worden gevoeld. Energiearmoede is er weer een
groeiend probleem.
Figuur 2.2 Energiearmoede (aandeel huishoudens met energiequote = 10%) per stadsdeel, 2013-2019
2013 2017 2019
R 5
re KT
San = )
nj Be JS 8 Ô
Ne A: Ne
Ontwikkeling energiearmoede
aandeel huishoudens met energiequote = 10%
tot 12%
12-15%
Ee 15-18%
Ee 18-21%
EN 21% en meer
In Zuid, Centrum en Oost komt in de verschillende jaren het minste energiearmoede voor. In
Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking,
want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant. In West is de
gemiddelde energierekening het laagst (€109). Dit hangt samen met het soort woningbouw.
West heeft relatief kleine woningen (57% is kleiner dan 60 m?, t.o.v. 37% gemiddeld) en het
betreft bijna uitsluitend meergezinswoningen (99%).
9
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Figuur 2.3 laat het aandeel van de verschillende inkomensgroepen zien per stadsdeel. In de
stadsdelen waar de meeste huishoudens tot de laagste inkomensgroepen behoren komt
energiearmoede het meeste voor.
Figuur 2.3 Inkomensgroepen naar stadsdeel (bruto jaarinkomen per huishouden, incl. studenten), 2019 (%)
West 6 8
Nieuw-West 6 3 7
zuid 6 317
Oost 6 207
Noord 6 4 1
Zuidoost 5 3 5
Amsterdam 6 3 7 %
o 20 40 60 80 100
lage inkomens laagste midden- lagere midden- hogere hoogste
tot inkomens midden- inkomens inkomens [ialiso) aarin
huurtoeslag- (€38.035 - inkomens (€47.544- (€57.053 - (vanaf
grens 1) €42.436) 2) (€42.436- €57.053) €76.070) €76.070)
€47.544)
1) eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825
2) 2013: €38.035 -€47.544, de extra inkomensgrens van €42.436 werd toen niet gehanteerd.
10
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Meeste energiearmoede in wijken met veel lage inkomens
Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met
energiearmoede te maken heeft, dit zijn de donkerblauwe gebieden in figuur 2.4. Het gaat hier
om ongeveer een kwart van de huishoudens.
Figuur 2.4 Energiearmoede (aandeel huishoudens met energiequote = 10%) per wijk, 2019
Ne Tuindorp Buiksloot
Volewijck
Z
Slotermeer-Zuidwest Wipe Ò
ne £ IJplein/Vogelbuurt
ba p & Betondorp
Energiearmoede per wijk (2019)
aandeel huishoudens met energiequote 210% £
tous Holendrecht/ .
aa Reigersbos
me 15-18% eg
B 18-21%
EN 21% en meer
Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens, 37% van de laagste inkomens is meer dan
10% van het huishoudinkomen kwijt aan de energierekening. Gemiddeld betalen zij €108 per
maand. In wijken waar relatief veel huishoudens met de laagste inkomens wonen, komt ook veel
energiearmoede voor. Alle donkerblauwe wijken in bovenstaande kaart zijn wijken waar het
inkomen laag ligt.
Tabel 2.5 laat zien dat binnen de groep lage inkomens er wel ruimtelijke verschillen zijn in
energiearmoede." In Bijlmer-Centrum ligt het aandeel laagste inkomens zeer hoog, op 62%. Zij
zijn echter gemiddeld relatief weinig kwijt aan energielasten (£95). Het aandeel met
energiearmoede in deze groep is 33%, net onder het gemiddelde van deze groep (37%). In Oud
Noord wonen eveneens relatief veel lage inkomens (40%), en lage inkomens in Oud Noord
hebben juist relatief vaak met energiearmoede te maken (56%), hun energielasten liggen op
€125 gemiddeld per maand. Ook in Gaasperdam/Driemond is energiearmoede een relatief groot
probleem: 47% van de lage inkomens in dit gebied kampt met hoge energielasten. De
' Vanwege de kleine aantallen respondenten is het niet mogelijk deze berekening op wijkniveau te maken. Daarom is
gekozen voor een schaalniveau hoger, de 22 gebieden.
11
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
energielasten liggen hier gemiddeld ook hoog (€130). Hetzelfde beeld is te zien in Geuzenveld-
Slotermeer (42% met energiearmoede, gemiddelde lasten van €121 per maand).
Tabel 2.5 Lage inkomens; energiearmoede en energielasten van lage inkomens per gebied, 2019
lage inkomens zemidete
tot de lage inkomens met 9 9
huurtoeslag- energiequote >= 10% nk a
ziens inkomens
(%) (%) (€)
Centrum-West 25 31 99
Centrum-Oost 25 37 112
Westerpark 33 27 96
Bos en Lommer 33 29 103
Oud-West/De Baarsjes 24 39 105
Geuzenveld-Slotermeer-Sloterdijken 45 42 121
Osdorp 32 34 103
De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 11 * *
Slotervaart 34 45 110
Oud-Zuid 16 39 108
Buitenveldert/Zuidas 20 * *
De Pijp/Rivierenbuurt 26 32 107
Oud-Oost 30 41 98
Indische Buurt/Oostelijk Havengebied 27 28 115
Watergraafsmeer 33 41 102
IJburg/Zeeburgereiland 17 * *
Noord West 33 45 117
Oud Noord 40 56 125
Noord Oost 33 39 111
Bijlmer-Centrum 62 33 95
Bijlmer-Oost 39 38 109
Gaasperdam/Driemond 37 47 130
Amsterdam 29 37 108
*te weinig waarnemingen
12
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
3 Kenmerken van huishoudens met hoge
energielasten
Woonoppervlak en huishoudensamenstelling bepalend voor energielasten
Afhankelijk van woning- en huishoudenskenmerken lopen de maandelijkse energielasten sterk
uiteen. Het meest bepalend voor de energiekosten is het oppervlak van de woning, gevolgd
door de samenstelling van het huishouden. Voor woningen tot 40 m° waren de energielasten in
2019 €78 per maand. Dit loopt op tot €171 voor de grootste woningen (>100 m?°). Fluctuaties in
de energieprijs hebben meer invloed op de lasten van grote woningen dan op die van kleine
woningen: tussen 2017 en 2019 steeg de rekening van de kleinste woningen met 2%, tegenover
9% voor de grootste woningen. Ook daalde de rekening tussen 2013 en 2017 harder voor grote
dan voor kleine woningen.
Tabel 3.1 Maandelijkse energierekening huishoudens naar oppervlakte van de woning, 2013-2019 (€)
2019
ad ad (ontw. 2017-2019)
tot 40m2 89 77 78 (+2%)
40 tot 60m2 110 94 102 (+8%)
60 tot 80m2 129 107 114 (+7%)
80 tot 100m2 157 119 127 (+7%)
100m2 en meer 222 158 171 (+9%)
totaal 124 110 120 (+9%)
Hoogste energielasten voor meerpersoonshuishoudens in grote woningen
Over het algemeen wonen huishoudens die vit meerdere personen bestaan in grotere woningen.
Hiermee gaan hogere energielasten gepaard. Maar meerpersoonshuishoudens verbruiken ook
meer energie als zij in kleinere woningen wonen. Stellen met kinderen hebben gemiddeld de
hoogste energielasten (€155 per maand) en alleenwonenden zijn het minst kwijt per maand
(€100). Eenoudergezinnen hebben relatief hoge energielasten (€135), die met één inkomen
opgebracht moeten worden. Naast het effect van de woninggrootte speelt ook het aantal
personen in een huishouden een rol. Gezinnen zijn in woningen van alle oppervlakteklassen het
meeste kwijt. In de grootste woningen (>100 m2) wonen vooral huishoudens met een hoger
inkomen, 58% heeft een inkomen hoger dan €76.070. Maar ook heeft 17% een inkomen onder
de €38.035.
2 Blijkt vit een regressieanalyse met als afhankelijke variabele de maandelijkse energierekening van het huishouden en
als onafhankelijke variabelen het huishoudensinkomen, huishoudenstype, woningtype, woningoppervlak,
bouwperiode, leeftijd en opleidingsniveau. Het energielabel is buiten de regressieanalyse gehouden, omdat dit voor
een groot deel van de woningen niet bekend is.
13
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Tabel 3.2 Huishoudenstypen naar oppervlakte woning en maandelijkse energierekening, 2019
oppervlakte woning
tot 40m2 40 tot 60m2 60 tot 80m2 80 tot 100m2 100m2 en meer totaal
lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel
(€) hh (%) 3) hh (%) (€) hh (%) (€) hh (%) 3) hh (%) (€) hh (%)
alleenwonend 71 16 96 36 101 27 108 14 145 8 100 100
stel zonder kind 100 4 105 24 118 28 129 23 170 20 128 100
eenoudergezin * 3 119 19 127 36 141 26 165 16 135 100
stel met kinderen * 1 126 14 135 24 146 24 186 36 155 100
totaal 78 g 102 28 114 27 127 19 171 17 120 100
* te weinig waarnemingen
Hoe ouder de woning, hoe hoger de energielasten
Ook de bouwperiode van woningen speelt een rol in de energielasten. In elke oppervlakteklasse
hebben oudere woningen meer energielasten. Het hoogst zijn de lasten in vooroorlogse
woningen met een oppervlakte van 100 m° of meer (€197), het laagst in woningen gebouwd na
2010 met een oppervlak tot 40 m°. Woningen van voor 1970 zijn relatief klein waardoor de
gemiddelde lasten van deze bouwperiode meevallen. Tegelijkertijd zijn tussen 1990-2009
gebouwde woningen vaak groter, waardoor dit de bouwperiode is waar woningen gemiddeld de
hoogste lasten hebben. Woningen van na 2010 hebben weer vaker een klein oppervlak en zijn
het zuinigst. De grootste groep huishoudens woont in een vooroorlogse woning (41%). Van deze
woningen heeft bijna de helft een oppervlak tussen de 40 en 60 m° en energielasten van €104 per
maand.
Tabel 3.3 Maandelijkse energierekening huishoudens naar bouwperiode van de woning en oppervlak, 2019
oppervlakte woning
40 tot 60 tot JON ej 100m2 en aandeel
vld 60m2 80m2 100m2 laa T=Li EL huishoudens
lasten (€) EEN KTR) lasten (€) lasten (€) lasten(€) EEN KTR) 4)
vooroorlogs 86 104 120 138 197 123 41
1946-1969 79 106 119 135 173 118 15
1970-1989 75 95 111 134 160 115 18
1990-2009 * 87 101 119 157 127 18
2010 en later 54 88 96 103 151 110 9
* te weinig waarnemingen
14
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Meer energielasten in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen
Van de Amsterdamse huishoudens woont 13% in een eengezinswoning. De energielasten zijn
hier een stuk hoger dan in meergezinswoningen (€163 t.o.v. €114). Bij eengezinswoningen gaat
meer energie verloren doordat ze meer buitenmuren hebben dan appartementen. Het verschil is
minder groot naarmate de woningen groter zijn. Huishoudens in eengezinswoningen hebben
over het algemeen een hoger inkomen, waardoor de energielasten in verhouding met het
inkomen niet sterk verschillen van bewoners van meergezinswoningen.
Tabel 3.4 Maandelijkse energierekening huishoudens naar woningtype en oppervlak, 2019
oppervlakte woning
tot40m2 __4Otot60m2 _60tot80m2 80 tot 100m2 ele totaal
lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€)
eengezins * 127 144 149 184 163
meergezins 11 101 111 123 163 114
* te weinig waarnemingen
Ouderen hebben hogere energielasten
De energielasten van ouderen zijn hoger dan die van jongere huishoudens. Dit is terug te zien in
alle woninggroottes. Het effect wordt versterkt doordat ouderen relatief vaak groter wonen. Vier
op de tien (42%) 65+ huishoudens wonen in een woning groter dan 80 m’°, vergeleken met 36%
gemiddeld. Van de alleenstaande 75-plussers woont nog 34% groter dan 80 m’°, vergeleken met
22% gemiddeld. De hogere energielasten van ouderen worden niet veroorzaakt door de
ouderdom van hun woning. Ouderen wonen juist relatief minder vaak in vooroorlogse woningen
(34% van de 65+ huishoudens ten opzichte van 41% van alle huishoudens). Het verschil in
energierekening van ouderen met jongere huishoudens kan bijvoorbeeld komen doordat
ouderen meer thuis zijn en/of de woning meer verwarmen dan jonge huishoudens.
Tabel 3.5 Maandelijkse energierekening huishoudens naar leeftijdsklassen en woningoppervlak, 2019
oppervlakte woning
SNE EIER An
100m2 Laat
EEN KTR) lasten (€) lasten (€) EEN KTR) EEN KTR) lasten (€)
tot 25 jaar 56 * * * * 74
25-35 jaar 72 9%6 102 109 124 99
35-45 jaar 83 101 116 129 154 120
45-55 jaar 88 105 122 135 188 135
55-65 jaar 99 107 120 130 179 130
65-75 jaar 104 106 114 129 188 129
75 jaar en ouder * 115 118 128 184 129
* te weinig waarnemingen
15
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Lagere energielasten bij hoger energielabel
Van een deel van de woningen (60%) is het energielabel bekend. Over het algemeen geldt: hoe
hoger het energielabel, hoe lager de energielasten. Huishoudens in een woning met energielabel
A zijn gemiddeld €107 kwijt per maand, huishoudens in een woning met energielabel G €121. Dit
verband is er vooral bij de middelgrote woningen tot 100 m°. Woningen groter dan 100 m2
hebben, ongeacht het energielabel, met hoge energielasten te maken.
Tabel 3.6 Maandelijkse energierekening huishoudens naar leeftijdsklassen en woningoppervlak, 2019
oppervlakte woning
RAET TOTO TTT A nde NE
100m2 Laat
EEN KTR) lasten (€) lasten (€) EEN KTR) EEN KTR) lasten (€)
Al+) 55 86 99 106 153 107
B * 95 99 122 143 108
c 78 102 109 121 147 110
D 77 101 116 136 159 111
E * 107 116 131 154 115
F * 106 124 * 165 120
G * 113 117 * * 121
* te weinig waarnemingen
16
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
4 Kenmerken van huishoudens met
energiearmoede
Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens
Van de Amsterdamse huishoudens heeft één op de tien (11%) te maken met energiearmoede.
Zij zijn tien procent of meer van hun inkomen kwijt aan energielasten. Energiearmoede treft
vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien
(90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. In 2017 lag dat aandeel nog wat hoger (93%),
terwijl het in 2013 lager lag (84%). Deze schommeling hangt samen met de ontwikkeling van de
energieprijzen. Wanneer de prijzen zoals in 2017 laag zijn, vormen de energielasten bijna
uitsluitend voor huishoudens met de laagste inkomens meer dan tien procent van het inkomen.
Zijn de prijzen zoals in 2013 (en in minder mate 2019) hoger, dan zijn meer huishoudens met een
hoger inkomen tien procent van het inkomen kwijt aan energielasten.
Figuur 4.1 Aandeel inkomensgroepen in huishoudens met energiearmoede, 2013-2019
100 Betekenis categorieën horizontale as
go 1) lage inkomens tot
huurtoeslaggrens
80
2) inkomens vanaf pot.hts-groep
7o tot en met €38.035
60 3) lage middeninkomens
50 €38.035- €47.544
4,0 4) middeninkomens (47.544-1,5x
modaal)
30
5) hogere middeninkomens (1,5 -
20 2x modaal}
10 ° 6) hogere inkomens (vanaf 2x
_n el ®
o nn en modaal)
1 2 3 4 5 6
2013 B 2017 B 2019
17
| Energiearmoede in Amsterdam
Inkomen is de bepalende factor voor energiearmoede
Het inkomen is van alle huishoudenskenmerken het meest bepalend voor de energiequote en
daarmee voor het risico op energiearmoede.” Waar het woningoppervlak het meest bepalend is
voor een hoge energierekening (hoofdstuk 3), bepaalt het inkomen in hoeverre die rekening een
grote last vormt. Zoals eerder genoemd komt energiearmoede daarom vooral voor onder de
laagste inkomens. Er zijn echter ook andere huishoudenskenmerken die samenhangen met een
hoge energiequote en het risico op energiearmoede, zoals de huishoudenssamenstelling.
Meer energiearmoede onder eenverdieners, vooral wanneer er ook kinderen zijn
Energiearmoede komt relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Van alle
eenoudergezinnen heeft 28 procent een energiequote van tien procent of hoger en onder
alleenwonenden is dat dertien procent, ten opzichte van elf procent van alle huishoudens. Dit
hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het
huishoudensinkomen per saldo lager is. Voor alleenwonenden leidt dit minder vaak tot
energiearmoede omdat het energieverbruik lager is, maar eenoudergezinnen dragen het
energieverbruik van meerdere personen met één inkomen. Van de eenoudergezinnen met een
inkomen tot de huurtoeslaggrens kampt dan ook ongeveer de helft (47%) met energiearmoede.
Ook onder stellen met kinderen in de laagste inkomenscategorie komt energiearmoede veel
voor (44%). In hoofdstuk drie werd duidelijk dat dit huishoudenstype de hoogste maandelijkse
energielasten heeft. Energiearmoede in hogere inkomensklassen komt weinig voor, maar onder
stellen met kinderen het meest.
Tabel 4.2 Aandeel huishoudens met energiequote >= 10% naar inkomensgroepen en huishoudenstypen,
0
huishoudens met energiequote >= 10%
GK) ln
alleen- zonder _ ouder- SN
wonend kind FAA kinderen _ totaal
1E) 1E) (%) (%) 1E)
lage inkomens tot huurtoeslaggrens 33 36 47 44 37
inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 2 5 3 11 3
lage middeninkomens €38.035-€47.544 1 3 5 7 3
middeninkomens (€47.544-1,5x modaal) 1 1 3 3 2
hogere middeninkomens (1,5-2x modaal) 0 1 4 1 1
hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 0 0 2 1 1
totaal 13 6 28 8 11
3 Blijkt uit een regressieanalyse met als afhankelijke variabele de energiequote van het huishouden en als
onafhankelijke variabelen het huishoudensinkomen, huishoudenstype, woningtype, woningoppervlak, bouwperiode,
leeftijd en opleidingsniveau. Het energielabel is buiten de regressieanalyse gehouden, omdat dit voor een groot deel
van de woningen niet bekend is.
18
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Huishoudens met laag inkomen in grotere woningen lopen meeste risico op
energiearmoede
Omdat huishoudens in grotere woningen meer energie verbruiken komt energiearmoede erg
veel voor onder lage inkomens die groot wonen (100 m? en groter). Het gaat om 63 procent en dit
betreft zo’n 4100 huishoudens. De meeste huishoudens (68%) met een laag inkomen wonen
echter in een woning tussen de 40 en 80 m?, waardoor in woningen van deze grootte de meeste
energiearmoede voorkomt. Als lage middeninkomens groot wonen (100 m? en groter) lopen zij
ook risico op energiearmoede, twaalf procent van deze inkomensgroep heeft een energiequote
van tien procent of meer. Het gaat om ongeveer 500 huishoudens.
Tabel 4.3 Aandeel huishoudens met energiequote z 10% naar inkomensgroep en woningoppervlak, 2019
huishoudens met energiequote >= 10%
XOR ej 60 tot Ei ej 100m2
tot 40m2 60m2 80m2 100m2 en meer Liere: E |
6E) (%) 6E) (%) 6E) 6E)
lage inkomens tot huurtoeslaggrens 19 34 37 49 63 37
inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 0 1 3 4 11 3
lage middeninkomens €38.035-€47.544 0 1 0 2 12 3
middeninkomens (€47.544-1,5X modaal) * 1 1 0 5 2
hogere middeninkomens (1,5-2x modaal) * 0 1 1 2 1
hogere inkomens (vanaf 2x modaal) * 0 0 0 1 1
totaal 9 13 13 12 8 11
* te weinig waarnemingen
19
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Energiearmoede komt vooral voor in corporatiewoningen
Energiearmoede komt het meeste voor in corporatiewoningen. Eén op de vijf huishoudens heeft
daar een energiequote van 10 procent of hoger. Dit komt vooral doordat de meeste huishoudens
in de laagste inkomensgroep in een woning verhuurd door een woningcorporatie wonen (68%)
Hun energielasten zijn gemiddeld €109 per maand. In koopwoningen komt energiearmoede het
minst voor. Voor koopwoningen en particulier verhuurde woningen geldt dat hoe groter ze zijn,
hoe groter de kans op energiearmoede.
Tabel 4.4 Aandeel huishoudens met energiequote 2 10% naar eigendomstype en woningoppervlak, 2019
huishoudens met energiequote >= 10%
40 tot 60 tot 80 tot 100m2 en
tot 40m2 60m2 EAO AP 100m2 alle totaal
(%) (%) (%) (%) (%) (%)
koopwoning 1 1 3 3 6 4
corporatiewoning 12 22 21 25 21 21
particuliere huur 9 7 7 6 10 7
totaal 9 13 13 12 8 11
Meeste energiearmoede in middelgrote woningen uit de jaren '45-'90.
Huishoudens in de laagste inkomensgroep wonen relatief vaak in woningen gebouwd in de
periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%). Hierdoor komt energiearmoede het meeste voor in
woningen uit deze bouwperiode, terwijl de absolute energielasten het hoogst zijn in
vooroorlogse woningen (hoofdstuk 3, tabel 11). In woningen gebouwd in 1946-1969 heeft 17
procent van de huishoudens een energiequote van 10 procent of hoger. In woningen uit 1970-
1989 is dit 14 procent. In de nieuwste woningen (2010 en later) komt energiearmoede het minst
voor. Alleen in de kleinste nieuwbouwwoningen ligt het percentage op 13 procent. Hiervan is
driekwart student.
Tabel 4.5 Aandeel huishoudens met energiequote = 10% naar bouwperiode en woningoppervlak, 2019
huishoudens met energiequote >= 10%
Le KOP elan Ei 0 TPA 100m2 en meer totaal
(%) (%) (%) (%) (%) (%)
vooroorlogs 5 12 12 9 8 11
1946-1969 16 21 16 20 10 17
1970-1989 8 12 12 20 15 14
1990-2009 * 9 12 6 9 9
2010 en later 13 1 7 6 4 6
totaal 9 13 13 12 8 11
* te weinig waarnemingen
20
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Huishoudens met energiearmoede zijn vaak eenverdieners, 55-plus en lager
opgeleid
Huishoudens met bepaalde achtergrondkenmerken zijn oververtegenwoordigd onder
huishoudens met energiearmoede, vergeleken met alle huishoudens in de stad. Het gaat om
huishoudens met maar één inkomen (alleenwonenden en eenoudergezinnen), 55 tot 75 jarigen
en 75 plussers en huishoudens met een laag- of middelbaar opleidingsniveau.
Zeven procent van alle Amsterdamse huishoudens is een eenoudergezin, terwijl negentien
procent van de huishoudens met energiearmoede een eenoudergezin is. De mate waarin
alleenwonenden oververtegenwoordigd zijn is minder groot. Stellen zonder kinderen zijn het
sterkst ondervertegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede.
Figuur 4.6 Aandeel huishoudenstypen in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019
huishoudens in " N 5 %
energiearmoede 53 sl 5 ’
o 20 40 60 80 100
m alleenwonend stel zonder kind
m eenoudergezin stel met kinderen
Van alle Amsterdamse huishoudens is 39 procent 55 jaar of ouder. Onder huishoudens met een
energiequote van 10 procent of hoger valt 52 procent in deze leeftijdscategorie. Jongeren (tot 35
jaar) zijn het sterkst ondervertegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede.
Figuur 4.7 Aandeel leeftijdsklassen in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019
huishoudens in %
energiearmoede ni 34 55 10 ?
o 20 40 60 80 100
B tot 35 jaar 35tot5sjaar Esstot75jaar 75 jaar en ouder
21
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Van alle Amsterdamse huishoudens is 23 procent laag opgeleid. Onder huishoudens met
energiearmoede is dit aandeel 45 procent. Slechts 17 procent van de huishoudens met
energiearmoede heeft een hoog opleidingsniveau (t.o.v. 44%). Hiervan is 14 procent student.
Figuur 4.8 Aandeel opleidingsniveaus in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019
huishoudens in
Q
energiearmoede ke El il /
o 20 40 60 80 100
B laag opgeleid B middelbaar opgeleid hoog opgeleid
Weinig energiearmoede in woningen met energielabel A
Een beter geïsoleerde woning geeft lagere energielasten, en hier komt ook minder
energiearmoede voor. Dit geldt voor woningen met energielabel A(+) en voor kleinere woningen
(40-60 m2) met energielabel B. In grotere woningen (100m2 en meer) komt ook met relatief
hoge energielabels weinig energiearmoede voor, maar dit wordt vooral verklaard doordat hier
over het algemeen huishoudens met een hoger inkomen in wonen.
Tabel 4.9 Aandeel huishoudens met energiequote 2 10% naar energielabel en woningoppervlak, 2019
huishoudens met energiequote >= 10%
40 tot 60 tot 80 tot 100m2
Lie LOT PA elan Ei 0 TPA 100m2 en meer totaal
(%) (%) (%) (%) (%) (%)
A+) 8 5 8 5 5 6
B * 8 15 14 15 13
Cc 11 16 17 19 8 16
D 10 17 11 11 7 13
E * 15 20 22 7 17
F * 12 13 * 12 10
G * 13 15 * * 14
* te weinig waarnemingen
22
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Samenvatting
Energieprijzen sinds 2017 gestegen, maar inkomens groeien gemiddeld gezien
mee
Tussen 2017 en 2019 stegen de energielasten van Amsterdammers, maar gemiddeld gezien
groeiden de inkomens mee. In beide jaren waren huishoudens gemiddeld vijf procent van hun
inkomen kwijt aan energielasten (de energiequote). Ook bleef het aandeel huishoudens waar
sprake is van energiearmoede (een energiequote van tien procent of hoger) stabiel op elf
procent. In 2013 lagen de energielasten een stuk hoger. Toen lag de energiequote gemiddeld op
zeven procent en kampte achttien procent van de huishoudens met energiearmoede. De
energielasten van Amsterdamse huishoudens volgen de ontwikkeling van de wereldwijde
energieprijzen. Die prijzen zijn in de loop van 2019 en 2020 weer gedaald. De data uit dit
onderzoek is verzameld net vóór deze daling inzette.
Voor laagste inkomens stijgen relatieve energielasten wel
Hoewel de gemiddelde energiequote en het aandeel huishoudens in energiearmoede niet
stegen, gebeurde dit wel voor huishoudens in de laagste inkomensgroep. Lage inkomens
merken de fluctuaties in de energieprijs sterker in hun portemonnee. Voor huishoudens met een
inkomen tot de huurtoeslaggrens liep de energiequote tussen 2017 en 2019 licht op, van 9% tot
10%. In deze inkomensgroep nam het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede
toe van 31% tot 37%. Gemiddeld hebben zij in 2019 een energierekening van €108 per maand.
De toename van de relatieve energielasten in deze inkomensgroep is niet terug te zien in het
stedelijk gemiddelde omdat de groep verhoudingsgewijs in 2019 minder voorkomt dan in 2017.
Energiearmoede komt het meest voor In Zuidoost, Noord en Nieuw-West
In de stadsdelen Zuidoost, Noord en Nieuw-West zijn de relatieve energielasten het hoogst en is
het vaakst sprake van energiearmoede. Dit komt door een combinatie van relatief hoge
energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Noord (£129) en Nieuw-West (€122) is de
maandelijkse energierekening hoger dan gemiddeld in de stad. In Zuidoost zijn de energielasten
gemiddeld (€120), maar hier wonen zeer veel huishoudens in de laagste inkomensgroep (46%
t.o.v. 29% gemiddeld). In Noord en Nieuw-West hangen de hoge absolute energielasten er mee
samen dat er veel eengezinswoningen staan en er veel gezinnen wonen. Beide factoren hangen
samen met hogere stookkosten en elektriciteitsverbruik. Energiearmoede komt het meest voor
in Zuidoost (19%) gevolgd door Noord (17%) en Nieuw-West (14%). In Zuid, Centrum en Oost
komt in de loop van de jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit
vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten
qua energierekening juist aan de hoge kant.
Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met
energiearmoede te maken heeft. Het gaat om wijken met relatief veel lage inkomens, zoals
23
| Energiearmoede in Amsterdam
Volewijck en IJplein/Vogelbuurt in Noord, Slotermeer Zuidwest en in Nieuw-West en
Holendrecht/Reigersbos in Zuidoost.
Hogere energielasten voor grote woningen en meerpersoonshuishoudens
Het meest bepalend voor de energiekosten is het oppervlak van de woning. Voor woningen tot
40 m? waren de energielasten in 2019 €78 per maand. Dit loopt op tot €171 voor de grootste
woningen (>100 m’°). Ook de huishoudenssamenstelling speelt een rol. Huishoudens die uit
meerdere personen bestaan, wonen over het algemeen in grotere woningen. Hiermee gaan
hogere energielasten gepaard. Maar meerpersoonshuishoudens verbruiken ook meer energie als
zij in kleinere woningen wonen. Stellen met kinderen hebben gemiddeld de hoogste
energielasten (€155 per maand) en alleenwonenden zijn het minst kwijt per maand (€100).
Eenoudergezinnen hebben relatief hoge energielasten (€135), die met één inkomen opgebracht
moeten worden.
Ook de bouwperiode van een woning speelt een rol. Oudere woningen hebben hogere
energielasten. Vier op de tien huishoudens woont in een vooroorlogse woning. Daar zijn de
energielasten met €123 het hoogst. Verder zijn de energielasten hoger in eengezinswoningen
(€163) dan in meergezinswoningen (£114). Bij eengezinswoningen gaat meer energie verloren
doordat ze meer buitenmuren hebben dan appartementen. De energielasten liggen lager in
woningen met een hoger energielabel. Dit geldt echter vooral voor kleinere woningen, bij
grotere woningen (>100m?) ligt de gemiddelde energierekening hoger ongeacht het
energielabel.
Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens
Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede
hebben negen op de tien (90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. Waar het
woningoppervlak het meest bepalend is voor een hoge energierekening, bepaalt het inkomen in
hoeverre die rekening een grote last vormt. Verschillen in de kans op energiearmoede tussen
andere huishoudenskenmerken worden vaak verklaard door het verschil in inkomen. Zo komt
energiearmoede relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Dit hangt
ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het
huishoudensinkomen per saldo lager is. Van alle eenoudergezinnen heeft 28 procent een
energiequote van tien procent of hoger en onder alleenwonenden is dat dertien procent, ten
opzichte van elf procent van alle huishoudens. Voor alleenwonenden leidt dit minder vaak tot
energiearmoede omdat het energieverbruik lager is, maar eenoudergezinnen dragen het
energieverbruik van meerdere personen met één inkomen.
Naarmate huishoudens met een laag inkomen in een grotere woning wonen, neemt de kans op
energiearmoede toe. De meeste huishoudens (68%) met een laag inkomen wonen echter in een
woning tussen de 40 en 80 m2, waardoor in woningen van deze grootte de meeste
energiearmoede voorkomt. Zeven op de tien huishoudens met een laag inkomen woont in een
woning verhuurd door een woningcorporatie. Het aandeel huishoudens met energiearmoede is
daar een stuk hoger (21%) dan in particuliere huurwoningen (7%) en in koopwoningen (4%).
Huishoudens in de laagste inkomensgroep wonen relatief vaak in woningen gebouwd in de
periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%). Energiearmoede komt het meeste voor in woningen
gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%), terwijl de energielasten het hoogst zijn in
24
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
vooroorlogse woningen. De na de oorlog gebouwde woning worden echter relatief vaak
bewoond door huishoudens met een laag inkomen. In woningen met energielabel A en in
kleinere woningen met energielabel B (tot 60m®) komt weinig energiearmoede voor.
25
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Tabel B.1 Energiequote, energiequote > 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019
energiequote huishoudens gemiddelde
lade Ela ed
energiequote rekening
Eke
A00 Burgwallen-Oude Zijde 5 5 122
A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde 5 10 124
A02 Grachtengordel-West 4 2 162
A03 Grachtengordel-Zuid 6 10 168
AO4 Nieuwmarkt/Lastage 5 10 116
A05 Haarlemmerbuurt 5 11 119
A06 Jordaan 5 9 113
A07 De Weteringschans 5 9 138
A08 Weesperbuurt/Plantage 5 7 125
A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken 5 13 109
E12/E13(B10) Houthavens/Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt
(Westelijk Havengebied) 6 17 108
E14 Staatsliedenbuurt 5 6 95
E15/E16 Centrale Markt/Frederik Hendrikbuurt 5 6 100
E17 Da Costabuurt 4 2 110
E18 Kinkerbuurt 5 14 102
E19 Van Lennepbuurt 4 6 103
E20/E22 Helmersbuurt/Vondelbuurt 5 10 138
E21 Overtoomse Sluis 4 5 112
E3/afg/E36 Gibraltarbuurt/Sloterdijk 5 5 94
E3/7c Bosleeuw 6 15 118
E3/de Landlust zuid 4 5 108
E38 Erasmuspark 5 7 111
E39ab Laan van Spartaan * * *
E39cd Kolenkitbuurt 6 15 108
E40 Geuzenbuurt 5 8 106
E41 Van Galenbuurt 6 14 103
E42 Hoofdweg e.o. 7 16 108
E43 Westindische Buurt 5 8 127
E75 Chassébuurt 7 20 117
F76 Slotermeer-Noordoost 6 18 109
F77 Slotermeer-Zuidwest 8 24 121
F78/F11 Geuzenveld/Bedrijventerrein Sloterdijk 6 17 129
F79 Eendracht * * *
F81 Osdorp-Oost 6 13 129
F82 Osdorp-Midden 6 19 113
F83 De Punt 4 0 90
F84/F80 Middelveldsche Akerpolder/Lutkemeer/Ookmeer 7 15 157
F85 Slotervaart-Noord 6 12 126
26
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Tabel B.1 Energiequote, energiequote >= 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 (vervolg)
energiequote huishoudens gemiddelde
Laad al 4T
energiequote rekening
Eke
F86 Overtoomse Veld 5 11 101
F87 Westlandgracht 5 11 107
F88 Sloter-/Riekerpolder 5 4 139
F89 Slotervaart-Zuid 8 18 112
K23/K59 Zuidas/Prinses Irenebuurt e.o. 4 3 134
K24 Oude Pijp 4 6 104
K25 Nieuwe Pijp 5 8 110
K26 Zuid-Pijp 6 13 114
K44 Hoofddorppleinbuurt 4 9 116
K45 Schinkelbuurt 5 8 117
K46 Willemspark 4 6 164
K47 Museumkwartier 5 7 173
K48 Stadionbuurt 5 9 112
K49 Apollobuurt 4 6 179
K52 Scheldebuurt 4 5 136
K53 IJselbuurt 6 14 114
K54 Rijnbuurt 6 13 118
K90 Buitenveldert-West 4 5 113
K91 Buitenveldert-Oost 4 1 119
M27 Weesperzijde 5 8 123
M28 Oosterparkbuurt 6 15 103
M29 Dapperbuurt 5 13 103
M30 Transvaalbuurt 6 12 109
M31 Indische Buurt-West 7 10 117
M32 Indische Buurt-Oost 5 7 103
M33 Oostelijk Havengebied 5 7 116
M34 Zeeburgereiland/Nieuwe Diep 3 0 82
M35 IJburg-West 4 2 150
M51 IJburg-Zuid 4 1 145
M55 Frankendael 6 17 112
M56 Middenmeer 5 7 127
M57 Betondorp 7 26 117
M58 De Omval/Overamstel 5 6 107
N60 Volewijck 8 25 128
N61 IJplein/Vogelbuurt 7 26 123
N62/N63 Tuindorp Nieuwendam/Tuindorp Buiksloot 7 26 129
N65 Tuindorp Oostzaan 7 18 127
N66 Oostzanerwerf 6 13 135
27
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Tabel B.1 Energiequote, energiequote > 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 (vervolg)
energiequote huishoudens gemiddelde
lade Ela ed
energiequote rekening
pake
N67 Kadoelen * * *
N68 Waterlandpleinbuurt 6 17 122
N69 Buikslotermeer 6 13 115
N70 Banne Buiksloot 7 16 132
N71 Noordelijke IJ-oevers-West 5 10 92
N73/N64A(N72) Waterland/Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk 5 8 189
N74 Elzenhagen * * *
T93ab Venserpolder 7 19 112
T93overig Bijlmer-Centrum 7 21 94
T94jk Kantershof 5 7 119
T94overig Bijlmer-Oost 7 19 115
T95 Nellestein 6 16 134
T96(T92) Holendrecht/Reigersbos 8 24 131
T97 Gein 6 16 130
T98 Driemond * * *
Amsterdam 5 11 120
28
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Tabel B.2 Huishoudens met energiequote > 10% per gebied, aantal en percentage, 2019
huishoudens met energiequote > 10%
Bijlmer-Centrum 2.500 21
Bijlmer-Oost 2.000 16
Bos en Lommer 1.600 9
Buitenveldert/Zuidas 500 4
Centrum-Oost 2.300 10
Centrum-West 2.100 8
De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 1.000 9
De Pijp/Rivierenbuurt 3.100 9
Gaasperdam/Driemond 2.900 19
Geuzenveld-Slotermeer-Sloterdijken 3.700 20
IJburg/Zeeburgereiland 100 1
Indische Buurt/Oostelijk Havengebied 1.500 8
Noord Oost 1.700 14
Noord West 2.400 15
Osdorp 2.100 13
Oud Noord 3.100 22
Oud-Oost 2.300 13
Oud-West/De Baarsjes 3.800 10
Oud-Zuid 2.100 8
Slotervaart 2.500 13
Watergraafsmeer 2.300 13
Westerpark 2.000 10
Amsterdam 46.800 11
29
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam
Tabel B.3 Huishoudens met energiequote > 10% per stadsdeel naar huishoudenstypen, aantal en percentage, 2019
alleenwonend stel zonder kind eenoudergezin vande overig totaal
energiequote energiequote energiequote energiequote > energiequote energiequote
Eke Eke EKO) 10% Eke Eke
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
Centrum 3.000 11 700 6 600 30 200 3 0 0 4.400 9
West 4.400 11 900 5 1.000 24 900 7 300 18 7.400 10
Nieuw-West 4.400 16 1.100 8 1.300 27 2.000 12 800 51 9.200 14
Zuid 3.600 9 600 3 700 17 700 6 500 47 5.700 8
Oost 3.600 11 700 5 1.000 22 500 4 600 58 6.200 9
Noord 3.700 22 600 7 1.500 44 1.500 13 100 8 7.200 17
Zuidoost 3.800 19 500 8 2.400 41 800 11 0 0 7.400 19
Amsterdam 26.100 13 5.200 6 8.400 28 6.500 8 2.700 35 46.800 11
30
Gemeente
Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek E Î | Postbus 658
1000 AR Amsterdam
data.amsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 31 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV57
Datum indiening 4 januari 2021
Datum akkoord 5 maart 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake het reuzenrad bij het
Oosterdok
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Tot de grote (onaangename)verrassing van de SP-fractie en veel Amsterdammers heeft het
waterschap Amstel, Gooi en Vecht een vergunning verleend voor het plaatsen van een
reuzenrad ter hoogte van het Oosterdok. ‘* Naar verluidt mag het reuzenrad een jaar blijven
staan op deze plek. Het gigantische reuzenrad heeft veel weg van een nieuwe ‘permanente
kermisattractie’ en lijkt in de toekomst voor de nodige drukte en overlast te gaan zorgen. De
SP-fractie vraagt zich af hoe de vergunningverlening is verlopen en waarom de vergunning is
verleend. Het is juist zaak om drukte en overlast van toerisme aan te pakken in plaats van
door te gaan met het ‘verpretparkiseren! van Amsterdam.
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van
artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
Toelichting door vragensteller:
Op de bouwtekening van het reuzenrad is 16 december terug te vinden. De vergunning voor
plaatsing van het rad is krap twee weken later verleend op 29 december. Gelet op deze data
lijkt het wel alsof de vergunning met ‘gezwinde spoed’ is verleend.
1. Kan het college uiteenzetten hoe de vergunningverlening is verlopen? Is hier
de reguliere procedure gevolgd? En wat is de rol van het Waterschap in deze
vergunningverlening geweest? Graag een uitgebreide toelichting.
Toelichting door vragensteller:
Ervaring uit het verleden leert dat bij een dergelijke reuzenrad ook de nodige
verlichting om hoek komt kijken. Zo is het Europa Rad dat ook in Amsterdam
gestaan heeft ‘een waar lichtspektakel’ met duizenden lampen.
Antwoord:
Eris geen sprake van een aanvraag omgevingsvergunning. Met de initiatiefnemer is
besproken dat een eventuele aanvraag omgevingsvergunning wordt afgewezen omdat
het bouwen van het reuzenrad in strijd is met het vigerende ter plaatse geldende
bestemmingsplan. De rol van het Waterschap is dat advies is gevraagd omdat een deel
+ Waterschapsblad 2020, 14738 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl}
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
ummer 6 . .
Datum Schriftelijke vragen
van de werkzaamheden ook onder de werkingssfeer van de Waterwet vallen en het
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) hiervoor het bevoegd gezag is. Het
Waterschap heeft al wel een Waterwetvergunning verleend. Door de publicatie van de
Waterwetvergunning op 16 december 2020 is de indruk gewekt dat een
omgevingsvergunning is verstrekt voor het bouwen van het reuzenrad. Dat is niet het
geval.
2. Kan het college aangeven hoe het reuzenrad bij Oosterdok verlicht gaat worden?
Antwoord:
Omdat er geen aanvraag tot stand is gekomen is dit niet aan de orde.
3. Zijn de wensen/belangen van omwonenden op enige wijze betrokken of meegewogen in
het proces van vergunningverlening?
Antwoord:
Bij beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning wordt het aspect ruimtelijke
ordening beoordeeld, als de aanvraag in strijd is met het vigerende bestemmingsplan.
Hierbij vindt dan ook een belangenafweging plaats. Deze afweging resulteert in dit
geval in een negatief advies. Een eventuele aanvraag voor het bouwen van een
reuzenrad zou dan ook afgewezen worden op grond van strijdigheid met het
bestemmingsplan.
4. Welke mogelijkheden hebben omwonenden nog om bezwaar te maken tegen de komst
van het reuzenrad? Graag een toelichting.
Antwoord:
Zie antwoord 1. Er is geen sprake van een vergunning voor het bouwen van een
reuzenrad.
5. Hoe verhoudt de komst van dit reuzenrad zich tot de ambities uit het
coalitieakkoord dat stelt bewoners centraal te willen stellen en overlast
van drukte en toerisme te willen aanpakken? Graag een toelichting.
Antwoord:
Zie antwoord 1. Er is geen sprake van een vergunning voor het bouwen van een
reuzenrad.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2008
Afdeling 2
Vergaderdatum 8 oktober 2008
Publicatiedatum
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 8 OKTOBER 2008.
Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer Bakker (SP), mevrouw
Bergervoet (PvdA), mevrouw Boelhouwer (SP), mevrouw Bos (PvdA), de heer Van der
Burg (VVD), mevrouw Burke (PvdA), mevrouw Buurma-Haitsma (VVD), mevrouw Van
Doorninck (GL), de heer Van Drooge (CDA), de heer Flos (VVD), mevrouw Van der Garde
(PvdA), mevrouw Gazic (PvdA), de heer Geurts (GL), de heer De Goede (GL), mevrouw
Graumans (PvdA), mevrouw Hauet (PvdA), de heer Ivens (SP), mevrouw Kaplan (PvdA),
de heer Limmen (CDA), mevrouw Logtenberg (PvdA), de heer Mahdi (PvdA), mevrouw
Mahrach (PvdA), de heer Manuel (D66), mevrouw Manuela (PvdA), de heer Van der Meer
(GL), mevrouw Meijer (SP), de heer Mulder (PvdA), de heer Nederveen (VVD), mevrouw
Ornstein (VVD), mevrouw Van Pinxteren (GL), mevrouw Van der Pligt (SP), mevrouw
Riem Vis (PvdA), de heer Roos (PvdA), de heer Sajet (PvdA), mevrouw Sargentini (GL),
de heer Straub (PvdA), mevrouw Ulichki (GL), de heer Ünver (PvdA), de heer Verweij
(VVD), mevrouw Willemse (PvdA), de heer De Wit (VVD), de heer Van 't Wout (VVD).
Afwezig: het lid de heer De Wolf (PvdA).
Aanwezig: de wethouders de heer Asscher (Financiën, Economische Zaken,
Onderwijs, Jeugdzaken en Grotestedenbeleid), mevrouw Gehrels (Kunst en Cultuur,
Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop), de heer Herrema
(Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten),
de heer Ossel (Zee- en Luchthaven, Werk en Inkomen en Diversiteit en Grote
Stedenbeleid), de heer Van Poelgeest (Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer
en ICT), mevrouw Vos (Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare Ruimte en
Groen).
Afwezig: geen der wethouders.
Middagzitting op woensdag 8 oktober 2008
Voorzitter. mr. M.J. Cohen, burgemeester, alsmede het raadslid de heer Nederveen,
plaatsvervangend voorzitter.
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe.
Verslaglegging: Notuleerservice Nederland.
Voorzitter: de heer Nederveen
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.04 uur.
De VOORZITTER: Ik open deze bijzondere vergadering van de gemeenteraad
van Amsterdam. Ik heet de raadsleden, de leden van het college en de leden van de pers
1
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
welkom. Ik wil echter in het bijzonder onze gasten vandaag welkom heten die uitgenodigd
zijn om getuige te zijn van de aanbieding van de begroting 2009 en daaraan aansluitend
de algemene beschouwingen.
1
Mededelingen.
De VOORZITTER: Ik deel u mee dat er bericht van afwezigheid is van de heer De
Wolf.
2
Vaststelling van de agenda.
De VOORZITTER: Er zijn geen mondelinge vragen, geen interpellaties en geen
aanvragen voor een actualiteit.
3
Mededeling van de ingekomen stukken.
1° Bijzondere ledenbrief van de VNG van 22 september 2008 inzake reactie
van VNG op de Rijksbegroting 2009.
Dit raadsadres is voor kennisgeving aangenomen.
4A
Uitspreken van de Staat van de Stad door de burgemeester.
Dit punt wordt even aangehouden.
4B
Aanbieding van de begroting/het jaarplan 2009 door de wethouder van Financiën.
Dit punt wordt even aangehouden.
4C
Algemene beschouwingen begroting/het jaarplan 2009 door de fractievoorzitters.
Dit punt wordt even aangehouden.
5
Mondeling vragenuurtje.
2
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Er zijn geen mondelinge vragen.
4A
Uitspreken van de Staat van de Stad door de burgemeester.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Cohen.
De BURGEMEESTER: Leden van de raad, vandaag presenteert het college zijn
begroting voor het jaar 2009. Het is alweer de tweede keer dat de begroting aan u op
deze wijze — vergelijkbaar met Prinsjesdag in Den Haag — wordt aangeboden. We kunnen
daarom nu, op deze tweede woensdag van oktober, spreken van een heuse traditie. Zo
direct zal wethouder Asscher een toelichting geven op de begroting en op de daarin
gemaakte keuzes. Ik zal eerst ingaan op de situatie waarin de stad verkeert en voor welke
vragen wij ons gesteld zien.
“Wat is de staat van de stad?” vormt een vraag die onlosmakelijk verbonden is
met de vraag wat de stand is van ons land. Die vraag hangt weer samen met de vraag
welke plaats Nederland internationaal inneemt op de ‘kaart van deze aard’. Want in deze
tijden waarin het vertrouwen in het internationaal verweven financiële systeem geschokt is
en gerenommeerde zakenbanken wankelen en soms zelfs omvallen, heeft ook Nederland
natuurlijk — wij zijn geen eiland — te maken met de gevolgen van de internationale
kredietcrisis. Wij hebben de afgelopen week de spectaculaire gebeurtenissen rond Fortis
en ABN AMRO gezien, te midden van al die andere stormen die door de financiële wereld
razen. Het zijn ontwikkelingen die zeker ook Amsterdam, hét financiële hart van ons land,
raken. Over de manier waarop dat het geval zal zijn, valt op dit moment nog niet veel met
zekerheid te zeggen, maar wij zullen de ontwikkelingen in ieder geval nauwgezet volgen
en zoveel als in ons vermogen ligt, daarnaar handelen. Het kan zijn dat we op sommige
punten pas op de plaats zullen moeten maken met het realiseren van onze ambities. Dat
zullen we onder ogen moeten zien.
Wél laten de ontwikkelingen van de afgelopen weken zien dat de rol van de
overheid in de financiële sector onmisbaar is. Als opsteller van spelregels waaraan
financiële instellingen zich dienen te houden, als toezichthouder en als het er echt op aan
komt als belangrijke partij om de rust en het vertrouwen van het publiek in deze vitale
sector te bewaren of zoveel mogelijk te herstellen en daarmee de economie te
ondersteunen. Wij weten allemaal hoe belangrijk de financiële sector voor onze stad is.
Amsterdam heeft echter meer dan een financiële sector. Laten wij onze zegeningen tellen
en beseffen dat Amsterdam andere sterke kanten kent die in de afgelopen jaren verder tot
bloei zijn gekomen en, ondanks tegenwind, een stevige basis bieden voor de toekomst.
Wij mogen ons gelukkig prijzen met het feit dat de Amsterdamse economie zo
divers is samengesteld. De pijlers die onze economie schragen — u kunt ze dromen — zijn:
Schiphol en de haven, ICT en nieuwe media, het toerisme, het MKB en de financiële
sector. Deze verscheidenheid hebben we als stad waar mogelijk bewust bevorderd, de
laatste jaren onder de noemer Amsterdam Topstad. Een divers samengestelde economie
maakt een stad immers minder kwetsbaar als het tij tegen zit. En om de zoveel jaar zit het
tij tegen, dat hoort nu eenmaal bij het economische leven. Het gaat erom dat een stad — in
goede en kwade dagen, onafhankelijk van de waan van de dag — welvaart en welzijn voor
haar burgers brengt. Daarvoor is een vitale en duurzame economie een eerste vereiste.
Dit college heeft daarvoor de nodige stappen gezet. Dat betekent: investeren in
bijvoorbeeld extra capaciteit voor de bloeiende haven, in de creatieve sector, in
3
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
duurzaamheid, in het aanleggen van glasvezel door de hele stad op een manier die in de
hele wereld als een te volgen standaard wordt beschouwd. Investeren in bereikbaarheid,
dus in de Noord/Zuidlijn, in de nieuwe Afvalenergiecentrale, waarvan wij verwachten dat
ook die een nieuwe standaard zal zetten, in de Zuidas, en — op niet al te lange termijn — in
een nieuwe zeesluis. Het zijn stuk voor stuk ambitieuze projecten, projecten die de stad
nodig heeft en die de stad vooruit zullen helpen. Tegelijkertijd zijn het grote projecten
waaraan risico’s kleven, risico’s die bij een aantal ervan juist de afgelopen weken duidelijk
te zien zijn. Want bij risico’s horen ook tegenslagen. Natuurlijk is het zo dat de overheid bij
grote projecten strak moet budgetteren en moet proberen de tegenslagen zoveel mogelijk
vóór te zijn en er voorzieningen voor te treffen. Garanties dat het allemaal zo gaat als wij
willen, zijn er echter niet en dergelijke garanties moeten wij dan ook niet geven. Wij
voeren deze en dergelijke projecten uit omdat wij denken dat de opbrengsten opwegen
tegen de initiële kosten. Dat hebben wij eerder gezien bij de aanleg van onze eerste
metrolijn. De protesten voor en tijdens de aanleg ervan zijn weggeëbd, en zelfs tal van
tegenstanders van toen zijn nu blij dat deze lijn er is. Wij hebben dat ook ervaren bij de
Ceresterminal. Nog niet lang geleden zieltogend en afgeschreven als een debacle, nu
florerend. En wat de Zuidas betreft, hebben we in elk geval positieve ervaringen met de
jarenlange investeringen die de stad daarin tot nu toe heeft gedaan.
De stad timmert kortom aan de weg. Wij willen bij de beste steden van Europa
horen zonder de realiteit uit het oog te verliezen en daarbij zo nodig de tering naar de
nering te zetten en ambities bij te stellen als dat nodig is.
Ik sprak zojuist over de kredietcrisis, die ons sinds de afgelopen weken
bezighoudt en ons zonder enige twijfel de komende tijd zal blijven bezighouden. De
klimaatcrisis lijkt ons minder bezig te houden. Het is maar de vraag of dit terecht is.
Natuurlijk, ons land, onze stad zal morgen niet meteen onder water lopen. Maar de
verandering van het klimaat en de gevolgen daarvan voor de langere termijn moeten wij
niet onderschatten. Het rapport van de commissie-Veerman heeft dit nog eens
onderstreept. In Nederland kunnen we de dijken verhogen, onze welvaart biedt ons de
mogelijkheid om daar grote sommen geld voor uit te trekken. Wij beschikken ook over de
kennis om dit te doen. In andere landen geldt dit niet of in mindere mate. Bangladesh zal
vaker overstromen. Dit alles kan scherpere tegenstellingen tussen arm en rijk in de
wereld, nieuwe conflicten over water en nieuwe migratiestromen tot gevolg hebben. De
klimaatcrisis is nu nog abstract maar heeft het karakter van een sluipmoordenaar. Een
agressieve sluipmoordenaar. Recent onderzoek toont aan dat de hoeveelheid CO» in de
atmosfeer sneller toeneemt dan verwacht. Kortom: er is alle aanleiding voor actie. Alleen
dijken verhogen, waar de commissie-Veerman het vooral in zoekt, is niet genoeg. We
moeten onze afhankelijkheid van fossiele energie drastisch terugbrengen en de uitstoot
van CO; fors verlagen. Amsterdam neemt hierin het voortouw met het programma Nieuw
Amsterdams Klimaat. Een ambitieus programma om de stad gereed te maken voor de
toekomst. Energiebesparing en duurzame energie zijn immers niet alleen vanwege het
klimaatprobleem bittere noodzaak. Ook voor een gezonde economische toekomst is dat
onmisbaar. De energieprijzen lopen immers steeds verder op. Bovendien dreigen we
steeds meer afhankelijk te worden van energie uit politiek instabiele regio's als we niets
doen. Energie besparen en nieuwe duurzame bronnen leggen een solide basis voor een
gezonde economie. Alleen steden waar innovatieve bedrijven nieuwe, slimme en schone
oplossingen aandragen, toepassen en verder de wereld in brengen, alleen steden die ook
op deze terreinen een voorhoedepositie innemen, mogen erop rekenen tot de topsteden
van de wereld te behoren. Daarom gaat Amsterdam, samen met bedrijven,
woningcorporaties, scholen en andere partners aan de slag om de stad klaar te maken
4
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
voor een gezonde toekomst en zo een bijdrage te leveren aan het oplossen van de
klimaatcrisis.
De stad investeert dus in infrastructurele werken en in duurzaamheid om in de
komende decennia de welvaart en de werkgelegenheid voor de huidige en de
toekomstige bewoners te bevorderen. De schoorsteen moet roken, hoewel dat over niet al
te lange tijd een achterhaalde uitdrukking zal zijn. Daarbij hebben we elke Amsterdammer
nodig. Niet alleen het prozaïsche argument van de vergrijzing noopt ons daartoe, maar
vooral het feit dat iedere Amsterdammer ook daadwerkelijk kan bijdragen aan de bloei en
de groei van onze stad.
Een divers samengestelde economie als de onze heeft behoefte aan werknemers
met verschillende talenten op verschillende niveaus. Onderwijs vormt de sleutel voor een
gezond functioneren van onze stad, zeker voor een stad als Amsterdam. Zeker voor een
stad die als Amsterdam Topstad en als duurzame, creatieve kennisstad door het leven wil
en moet gaan. Terecht is immers de afgelopen jaren beredeneerd dat daar onze kansen
liggen. Daarbij bedoel ik natuurlijk niet de stad in enge zin, maar de hele regio. Dat
Amsterdam goed opgeleide mensen nodig heeft is iets anders dan zeggen dat alle
mensen in Amsterdam hoogopgeleid moeten zijn om kans te maken op een baan.
ledereen die een opleiding — zelfs gedeeltelijk — heeft voltooid moet een baan kunnen
vinden. Ook mensen met een lage opleiding en een klein inkomen moeten een volwaardig
bestaan in onze stad kunnen leiden. Een echte Topstad heeft werk op alle niveaus. Het
MKB, de Amsterdamse haven, Schiphol, de vele internationale en nationale bedrijven die
hier zijn gevestigd, de zorgsector, het onderwijsveld, de bloemenveiling van Aalsmeer: ze
zijn in dit opzicht allemaal even belangrijk. Een Topstad heeft mensen die op alle niveaus
topwerk kunnen leveren.
Hoogwaardige werkgelegenheid op alle niveaus vereist daartoe opgeleide
mensen. Dat stelt eisen aan deze mensen zelf. Zij moeten ervoor zorgen dat ze binnen
hun vermogens zo goed mogelijk zijn opgeleid. Het stelt eisen aan leerkrachten, die op
hun beurt goed opgeleid moeten zijn en hun vakkennis, expertise en ervaring moeten
kunnen overdragen. Het Amsterdamse onderwijs moet kansen op een goede opleiding
bieden. Verreweg de meeste leerlingen grijpen die kans. Er zijn echter te veel leerlingen
die het onderwijs zowel te vroeg als ongediplomeerd verlaten en het laten aankomen op
een tweede kans, als die al wordt aangegrepen. Er zijn ook leerlingen van wie het talent
onderbenut wordt. Zij kunnen meer dan er uitkomt. Dat is zonde van het talent. Talent dat
we broodnodig hebben bij het verder vorm geven van onze toekomst. Daarbij kunnen wij
immers alle handen gebruiken. Niet voor niets is een van de centrale programmapunten
van het college, daarin door u allen gesteund: Kinderen Eerst.
Leden van de raad, een diverse economie en een diverse stad waarin diverse
talenten tot bloei kunnen komen, maken Amsterdam sterk en geven de dynamiek die
nodig is om onze welvaart te behouden. Die broodnodige dynamiek leidt echter ook tot
verschillen en tot een zekere mate van ongelijkheid. Zolang mensen zelf het gevoel
hebben dat zij vooruitkomen en meedoen aan de samenleving, zijn verschillen en
ongelijkheid op zichzelf niet erg. Maar wat doen we met mensen die dat niet of slechts
deels op eigen kracht kunnen? Die daardoor uit de boot dreigen te vallen, permanent
veroordeeld tot uitsluiting of structurele armoede? Moeten die het maar zelf weten, omdat
we nu eenmaal in een individualistische tijd leven waarin de eigen verantwoordelijkheid
heilig is? Dat kunnen we in een stad die iedereen nodig heeft niet accepteren. Daarvoor is
het zaak dat de stad structuren en mechanismen kent om niemand volledig uit de boot te
laten vallen. Dat vergt diverse vormen van wat ik maar grootstedelijke solidariteit noem.
5
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Anderen noemen dat lotsverbondenheid. Ik versta er drie dingen onder: samenwerken,
dialoog en debat, niemand aan de kant.
Dat samenwerking noodzakelijk is om de doelstellingen van het programakkoord
te realiseren is voor iedereen evident. Of het nu gaat om de economie, het openbaar
vervoer, de ketenaanpak van het veiligheidsbeleid, de uitvoering van de Wmo, de
woningbouw of de vormgeving van het duurzaamheidbeleid, steeds wordt met
verschillende partijen samengewerkt, met het Rijk, met de regio, met het bedrijfsleven,
met buurten en met tal van andere sectoren in de samenleving. Dat zal ook in de
toekomst moeten gebeuren. Dat leidt soms tot gekmakende stroperigheid, maar is in vele
gevallen de sleutel tot succes.
Dan dialoog en debat. In een samenleving als de onze, met veel vrijheid om het
eigen leven vorm te geven, is er een veelvoud en diversiteit aan wensen voor de inrichting
van de samenleving. Die grote verscheidenheid kan als probleem worden gezien, maar
ook als een gezamenlijke uitdaging om deze samenleving beter in te richten. Een eerste
stap daarbij is dat mensen hun verschillende wensen en visies kunnen uiten en dat er
platformen bestaan om wensen en dergelijke op een faire manier te articuleren, te
bespreken én, niet te vergeten, tégen te spreken. Dat kan plaatsvinden in een van de vele
debattempels die onze stad gelukkig rijk is: De Balie, De Rode Hoed, Felix Meritis, of op
internetfora. Maar het daadwerkelijk vorm geven van deze grootstedelijke solidariteit hoort
bij uitstek thuis in uw raad. De kwaliteit van het democratisch debat is belangrijk voor het
vertrouwen in de overheid. Alles wat in deze raadzaal gebeurt, is een uiting van het
functioneren van de rechtstaat. Voor de grootstedelijke solidariteit is het dan ook
belangrijk hoe kwetsbare thema's in de stad geagendeerd worden, hoe daarover
gesproken wordt, hoe daadwerkelijk invulling wordt gegeven aan het begrip ‘sociale
gerechtigheid’. Hier worden als het goed is niet alleen al die verschillende, soms
tegengestelde, maatschappelijke wensen gehoord en gearticuleerd en thema’s
geagendeerd. Er worden ook besluiten genomen, met als doel tot gezamenlijke
oplossingen te komen en bruggen te slaan tussen verschillende geledingen in onze
samenleving. Rechtstaat en democratie als gereguleerde vormen van vreedzaam
samenleven.
Ten slotte: niemand aan de kant. Daaruit spreekt het engagement om mensen te
steunen die zich trachten te ontworstelen aan armoede, gebrek of gebreken en
maatschappelijk isolement. Amsterdam is een emancipatiestad. Steeds weer nieuwe
burgers trekken naar onze stad op zoek naar verbetering van hun bestaan. Velen van hen
hebben de kansen die de stad biedt aangegrepen en een beter bestaan opgebouwd voor
henzelf en voor hun kinderen. Voor degenen die buiten de boot dreigen te vallen, kennen
we in Nederland een sociaal vangnet. Amsterdam ondersteunt daar bovenop met eigen
middelen de meest schrijnende gevallen. Het doel van dat beleid is om zoveel mogelijk
mensen bij de stad te betrekken, mee te laten doen, erbij te laten horen, zoveel als
mogelijk te laten floreren.
Leden van de raad, het democratisch besluitvormingsproces vormt het hart van
de stad. Een onderdeel van dat proces vormt de begroting die het college vandaag
presenteert. In die begroting laat het college zien op welke wijze het invulling geeft aan
die grootstedelijke solidariteit. Wethouder Asscher zal de keuzes van het college zo
dadelijk toelichten.
4B
Aanbieding van de begroting/het jaarplan 2009 door de wethouder van Financiën.
6
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Asscher.
Wethouder ASSCHER: Leden van de raad, geachte genodigden en gasten, beste
Amsterdammers, dit college heeft in grote eendracht en met heel veel energie een
gedegen en gezonde begroting opgesteld. Dat was niet altijd eenvoudig. We hebben
keuzes gemaakt, de keuzes die nodig zijn. Keuzes om de weerbaarheid en de veerkracht
van onze stad te versterken. Vorig jaar was er veel geld. Dit jaar moeten we het doen met
grofweg eenderde minder aan vrij besteedbare ruimte. En toch — en dat zegt iets over de
stad — hebben wij in dit magere jaar ruim 140 miljoen euro om extra te investeren. In
totaal gaat Amsterdam in 2009 5,5 miljard euro uitgeven. Voor een groot deel komt dit
geld van het Rijk. Voor een deel komt dit geld van onze eigen belastinginkomsten en het
komt van onze bedrijven.
Bij de voorjaarsnota hebben we al de tegenvaller van de Noord/Zuidlijn,
330 miljoen euro, moeten en kunnen opvangen. Ondanks de problemen met de
hoogrendementcentrale is de totale financiële ruimte van 140 miljoen euro iets groter dan
we bij de voorjaarsnota voorzagen. Dat komt onder andere door positieve ontwikkelingen
bij onze bedrijven, bij de haven en bij onze kapitaallasten. Daarnaast is als gevolg van de
motie van het raadslid Mulder cs. 5 miljoen euro extra beschikbaar uit het
vereveningsfonds. Bovendien hebben we onszelf — ook op grond van deze motie — voor
2009 een extra bezuiniging van 2 miljoen euro opgelegd.
Naast de tegenvallers binnen de gemeente baart de internationale economische
ontwikkeling ons zorgen. Deze zal ook voor het begrotingsjaar 2009 effecten hebben. De
effecten ervan voor de stad zijn nog ongewis, de burgemeester zei het al. Ze betekenen
wel iets. Amsterdam zou echter Amsterdam niet zijn als we de toekomst niet met energie
en elan tegemoet zouden treden. Onze open economie, de open economie van de stad
Amsterdam, is weliswaar niet onkwetsbaar, maar zij is wel gezond, vitaal en veelzijdig. Er
is flink geïnvesteerd in zowel de basis als de top van onze economie. We gaan daar ook
mee door. Ook in tijden van tegenwind blijven we ons richten op datgene wat het
belangrijkste is voor onze stad. Wij zien tal van kansen voor de stad en tal van kansen
voor Amsterdammers. In betere tijden riepen wij al op om alert te blijven. Nu moeten we
vooral doorzetten. In 2007 spraken wij over een stad met twee snelheden. Over
voorsprong en achterstand. Het is juist nu onze uitdaging en dwingende morele
verplichting om de tweedeling met volharding te blijven bestrijden. Wij moeten mensen
helpen om zichzelf te helpen. We moeten hoop en uitzicht bieden. Uitzicht op beter
onderwijs, uitzicht op werk, op een betere toekomst dan mensen nu voor zich zien. Dat is
onze opdracht, nu meer dan ooit. U ziet dat als een rode draad door onze begroting
lopen.
Er zijn ook telkens mensen die bewijzen dat een betere toekomst mogelijk is. Die
de kloof overbruggen. Zoals de scholiere van het Calvijn die uiteindelijk, na een heel, heel
lange weg, op het hbo terechtkomt. Of de Iraanse moeder die via Taal en
Ouderbetrokkenheid — een klein project waar het in de inburgering wel om gaat — na een
lange weg zo vloeiend Nederlands heeft geleerd dat ze nu haar kinderen kan opvoeden
en haar kennis aan andere moeders wil overdragen. Deze mevrouw heeft inmiddels een
stichting opgericht om dit bij heel veel moeders mogelijk te maken. Tweedeling is een
abstract begrip dat pas concreet zichtbaar wordt in de ongelijke verdeling van kansen
voor individuele Amsterdammers. Wij willen een stad waar iedereen een plek aan tafel
heeft, onderdeel is van het grote geheel, die meepraat en meedoet. En, leden van de
raad, gewone Amsterdammers hebben er niets aan en de tweedeling wordt er geen spat
7
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
minder door als we nu ophouden met investeren in het aantrekken van bedrijven en
banen.
De woningbouw kan en moet beter. Zoals het er nu naar uitziet, bouwen we de
20.000 beoogde woningen niet, en daar komt de kredietcrisis dan nog overheen. Daarom
is het des te belangrijker om, zo hard als we kunnen, te werken aan de bouw van zoveel
mogelijk woningen. 2009 wordt een ontzettend spannend jaar voor de woningbouw. Ik kan
talloze ontwikkelingen noemen, maar denkt u maar aan de tweede fase van IJburg of de
ontwikkeling van Amstel Ill waar een heel nieuwe stadswijk gebouwd moet worden.
Daarnaast de moeilijke, maar belangrijke operatie om talloze meters kantoorruimte die nu
leegstaan om te zetten in een andere functie, bijvoorbeeld een woonfunctie.
Ondanks de tegenslag, de tegenvallers bij onszelf en de tegenwind van buiten,
kunnen wij ontzettend trots zijn op ons Amsterdam. De stad maakt een sterke
economische groei door. Er is vertrouwen bij ondernemers om te investeren. Het aantal
bedrijven in de stad groeide in 2007 met 4%. Juist in moeilijke tijden blijkt de kracht van
diversiteit. Van The New York Times tot de Caribische radio rept men van de
aantrekkelijkheid van Amsterdam. Dat komt vooral door al die duizenden en duizenden
Amsterdammers die er elke dag weer iets moois van maken. Wij houden daarom vol
vertrouwen vast aan de ambities uit ons programakkoord: armoedebestrijding, het
aanpakken van overlast, luchtkwaliteit, Kinderen Eerst, sociale cohesie en Amsterdam
Topstad. Die ambities vormen ook in 2009 de basis van ons beleid. Wij zijn nu over de
helft van het mandaat dat wij van u gekregen hebben en er moet nog heel veel worden
gedaan. Wat we aanpakken en willen veranderen, zetten we ook door. Dat vraagt niet
alleen geld, maar vraagt vooral ook maatwerk, moed en een lange adem. Geen half werk,
geen halve plannen. De uitvoering moet centraal staan. Als mensen Amsterdam maken,
dan moeten we investeren in mensen, investeren in de kinderen van deze stad. Niet voor
niets is Kinderen Eerst ons leidmotief.
Alles begint bij een goede opvoeding, een vertrouwd thuis en een veilige buurt. In
het programakkoord hebben we 25 miljoen euro incidenteel en 8 miljoen euro structureel
uitgetrokken voor Kinderen Eerst. Voor 2009 komt er nog 5,4 miljoen euro incidenteel en
3 miljoen euro structureel bij om te laten zien waar onze echte prioriteit ligt.
Officieel gaan wij niet over het onderwijs, maar het gaat wel over ons. We moeten
voorkomen dat kinderen met een leesachterstand van school komen zoals laatst bekend
werd, op straat hangen in plaats van in de klas zitten en zonder startkwalificatie de school
verlaten. Dat is een eenrichtingverkeer naar de kaartenbak van de Dienst Werk en
Inkomen. Wij gaan wel over het onderwijs, want onderwijs gaat over onze kinderen. En
dus over de toekomst van onze stad. We zullen ons dus noodgedwongen meer bemoeien
met de kwaliteit van het onderwijs. We gaan door met de strenge aanpak van spijbelen.
We moeten wel. De komende jaren hebben we alle talenten nodig. Daarom besteden we
in 2009 2 miljoen extra aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De Ouder
Kind Centra moeten zorgen dat problemen bij jonge kinderen zo snel mogelijk worden
opgemerkt en opgelost. Als het ernstig is, moeten kinderen jeugdzorg krijgen, zonder
verzand te raken in het bureaucratisch moeras dat er nu nog te vaak omheen zit.
Bovendien moeten ouders bij de Ouder Kind Centra hulp kunnen krijgen bij opvoeding. In
2009 moet dat in alle stadsdelen het geval zijn. In 2009 besteden we bovendien nog eens
0,8 miljoen euro extra om beter in te grijpen en sneller op te treden als ouders niet op het
Ouder Kind Centrum verschijnen. We willen alle kinderen in de stad bereiken.
De veerkracht van de stad zit in het onderwijs, maar ook in de werkgelegenheid in
en rond de stad. De wereldhaven, de wereldluchthaven, de diverse economieën van MKB
tot Top. In dat verband zien we ook de spanning rond het Zuidasproject stijgen. Maar
8
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
laten we bij alle discussies over consortia en veilingen vooral niet vergeten waar het daar
eigenlijk om gaat: er wordt daar heel veel werkgelegenheid geschapen, heel veel banen
voor Amsterdammers. Die zullen we heel hard nodig hebben. We zullen net zo hard
vechten voor kleine ondernemers, voor buurtwinkels, voor de mensen die nu met een
klein krediet alsnog aan de slag kunnen als ondernemer. Daarom investeren we in het
microkredietenfonds, kiezen we voor kansenzones en helpen we ondernemers om hun
winkel te beveiligen.
Armoedebestrijding is een van de belangrijke wapens in de strijd tegen de
tweedeling. Mensen uit hun armoede halen, sociale en financiële pijn verzachten. In 2009
hebben we daarvoor ruim 15 miljoen euro incidenteel beschikbaar, waarvan 4 miljoen
euro speciaal gericht is op kinderen uit gezinnen die op of net onder de armoedegrens
moeten zien rond te komen. Duizenden mensen maken inmiddels gebruik van de
woonkostenregeling die dit college heeft ingevoerd. De totale armoedemiddelen voor
2009 komen daarmee uit op ongeveer 67 miljoen euro, een enorme stijging ten opzichte
van de vorige collegeperiode. Maar ook arbeidsgehandicapten, ouderen en mensen met
schulden moeten op ons kunnen rekenen. Ze moeten kunnen rekenen op de vastberaden
barmhartigheid van de stad Amsterdam.
Gelukkig kunnen degenen die het echt nodig hebben de weg naar onze
voorzieningen steeds beter vinden. Terwijl er vroeger sprake was van onderuitputting en
onderbesteding, zien we dat veel mensen die het nodig hebben de weg naar onze
regelingen goed weten te vinden. Dat kan echter nog beter door het nog eenvoudiger te
maken. Aanvraagprocedures gaan we eenvoudiger maken. Het koppelen van bestanden
met de Belastingdienst om de doelgroep nog scherper in beeld te brengen. Ook hier
kunnen en mogen we niet rusten totdat iedereen die er recht op heeft de weg naar onze
armoedevoorzieningen weet te vinden. Daarom moet schuldhulpverlening veel effectiever
worden. Dat kan alleen maar door veel eerder in te grijpen. Woningcorporaties en
energieleveranciers moeten eerder aan de bel trekken als er problemen zijn. Voorkomen
is beter dan saneren of op straat staan. Dat geldt zeker ook voor jongeren waar de
verleidingen van het uitgeven niet altijd gedekt zijn door gelijke inkomsten. Ze hebben
daarbij weliswaar een voorbeeld in Wall Street, maar het is beter om ze daarvoor te
behoeden. Daarom trekken we vanaf 2009 nog eens 0,7 miljoen euro uit om nog eerder te
proberen schuldproblemen en de daarbij horende armoede te voorkomen.
Wij willen een topstad zijn. We willen een duurzame stad zijn. In een duurzame
stad is de lucht schoon en kunnen bouwprojecten niet worden stilgelegd vanwege
overschreden luchtkwaliteitsnormen. Dat is de reden van ons actieplan Luchtkwaliteit, dat
natuurlijk veel verder gaat dan alleen verkeer. Daarom hebben we ook een ambitieus
klimaatprogramma gepresenteerd waarvoor we in 2009 3 miljoen euro beschikbaar willen
stellen. Dit is een directe, concrete en praktische bijdrage van de stad Amsterdam aan de
oplossing van dit wereldwijde probleem. We isoleren scholen en gebouwen en dragen op
die manier een steentje bij. De stad heeft namelijk zuurstof nodig. Letterlijk en figuurlijk.
De stad moet kunnen ademen, moet lucht krijgen. En mensen moeten kunnen bewegen.
Sport integreert, stimuleert en draagt bij aan een gezonde en sociale ontwikkeling van
jonge Amsterdammers. Bewegen en sporten horen bij een duurzame levensstijl en bij het
voorkomen of bestrijden van het toenemende probleem van overgewicht bij jonge
kinderen. Daarom investeren we in 2009 2 miljoen euro extra in het Sportplan. De stad
krijgt ook meer lucht. Bijvoorbeeld door de milieuzone voor het goederenvervoer.
Bijvoorbeeld door de Park+Rides die steeds belangrijker worden in ons beleid en in de
afwegingen van de automobilist een rol moeten spelen. Tariefprikkels kunnen daarbij
helpen.
9
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Wat op termijn ook helpt, is de Noord/Zuidlijn. De aanleg van de Noord/Zuidlijn is
een weloverwogen, bewuste keuze voor snel, hoogwaardig en frequent openbaar vervoer
onder een deels middeleeuwse stad die snakt naar minder verkeer. Onze grachten en
stegen zijn niet gebouwd voor tientonners, turbo's en terreinwagens. We hebben geleerd
van te veel optimisme, maar de realiteit is dat de Noord/Zuidlijn er komt en de stad vooruit
zal helpen. Schoon en veilig verkeer heeft voorrang. Net als openbaar vervoer en de fiets.
In 2009 gaan we daarom ook aan de slag met het opknappen van metrostations en
bestellen we nieuwe metrotreinstellen.
Bescherming en zorg bieden aan mensen die dat nodig hebben, is voor ons een
teken van beschaving. Daarom willen wij zorgen voor menswaardige opvang van
daklozen. Vorige week was het college op werkbezoek bij de nieuwe opvang Westburg in
Westport. Het was ontroerend om daar rond te lopen omdat we laten zien wat het ons als
stad waard is om mensen op een fatsoenlijke manier onderdak te bieden. Er was daar
een Surinaamse heer die vertelde dat hij na heel veel jaren op straat, na heel veel jaren
verslaving een beetje het gevoel kreeg dat hij zichzelf weer begon terug te vinden. Ik vind
het belangrijk dat we als welvarende stad ook in dat opzicht kiezen voor beschaving.
We moeten echter ook bescherming op straat bieden. Onrecht moet altijd en
overal bestreden worden. Op straat, achter de voordeur, achter de ramen. Toezicht en
handhaving zijn daarbij keihard nodig. De mensen die dat moeilijke werk voor ons
allemaal doen, verdienen groot respect. Zij doen hun werk niet zelden met gevaar voor lijf
en leven. Denk maar aan de ambulancebroeders in Geuzenveld, de verkeersregelaar bij
IKEA en hoofdagente Gabriëlle Cevat die op weg naar haar dienst werd doodgeschoten.
Dat zijn allemaal mensen die dit werk voor ons doen. Het onderstreept hoe belangrijk het
is om ook in 2009 extra in te zetten op veiligheid en op de strijd tegen onrecht.
Wij gaan daarom door met het aanpakken van misstanden in de prostitutie. Het is
onze morele plicht om gedwongen prostitutie en vrouwenhandel te bestrijden en dus ook
de profiteurs daarvan. Het is onze plicht om de verstikkende witwasplaag aan te pakken.
Dat is de kern van project 1012: de herovering van ons eigen mooie stadshart. We
creëren geen Staphorst, maar we accepteren ook geen Sodom en Gomorra. Er is een
vergunningsysteem voor de escort, de prostitutievergunningen worden doorgelicht.
Daarnaast trekken we, naar aanleiding van de notitie van mevrouw Vos, 0,9 miljoen euro
uit om de positie en de bescherming van vrouwen en mannen die werken in de prostitutie
te verbeteren.
(De heer MANUEL: De wethouder zegt dat er een vergunningensysteem
voor de escortbranche is. Dat klopt. De gemeenteraad is daar akkoord
mee gegaan. Kunt u ons zeggen hoeveel van dergelijke vergunningen er
inmiddels zijn uitgegeven? In uw begroting staat dat in 2008 70% ervan
van een vergunning voorzien moet zijn. Kunt u ons echter zeggen hoeveel
er echt een vergunning hebben?)
Ik denk dat dit een vraag is voor de burgemeester. Hij is verantwoordelijk voor de
vergunningverlening. Ik hoop echter dat u het met mij eens bent dat we met het project
1012 de misstanden in het oude stadshart aanpakken en dat we daarmee de hele
prostitutiesector — welke soms romantische beelden er ook over bestaan — doorlichten om
misstanden aan te pakken. Ik ben erg verheugd, mijnheer Manuel, dat ik in de krant heb
gelezen dat u dat steunt. Ik vind dat fantastisch en ik vind het ook een belangrijk signaal
naar de stad.
(De heer MANUEL: De wethouder draait nu het een en ander om. Dat
geeft niet, want ik denk dat we misschien tot elkaar kunnen komen. U
10
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
presenteert hier allemaal vergezichten, ambities. Kunt u misschien ook
resultaten presenteren?)
Dit is een uitstekend onderwerp om over resultaten te spreken. Eerder hebben
sommigen in uw raad mij opgeroepen om liever iets langzamer te gaan bij onze aanpak
van de misstanden dan iets sneller. De manier waarop we met dit project zijn begonnen,
het opschonen van de buurt, de aanpak op heel veel fronten, zowel via de vergunningen
als via meer handhaving als via de verwerving van panden verloopt buitengewoon
voorspoedig. Gelukkig kan uw raad in november 2008 daarover een strategiebesluit
tegemoet zien.
(Mevrouw ORNSTEIN: Ik hoor u zeggen dat sommige partijen hebben
gezegd dat de wethouder iets te snel gaat bij het tegengaan van
misstanden. Ik mag hopen dat u zich daarbij versprak. Ik mag hopen dat u
bedoelde dat u iets te snel gaat bij het uitkopen van panden.)
U zult misschien begrijpen dat ik het op die manier heb opgevat, mevrouw
Ornstein.
(Mevrouw ORNSTEIN: Nee, dat begrijp ik niet.)
Nee? Dat is jammer.
Gelukkig zullen we over 1012 en de herovering van het stadshart nog uitgebreid
met elkaar van gedachten wisselen. Ik ben ervan overtuigd dat we een gezamenlijke strijd
voeren. Ik wil ook dit gesprek en deze korte uitwisseling benutten om dat te benadrukken.
Het is in deze raad een oude traditie, in het verleden via moties van het lid Houterman en
het lid Van der Laan, om de misstanden daar aan te pakken. Ik denk dat we gewoon in
die lijn doorgaan, maar dat er via project 1012 kansen liggen om dit enorm te versnellen.
Ik zie ernaar uit om er straks met uw raad afspraken over te maken zodat concreet
duidelijk wordt hoe we dat in 2009 en nog vele jaren daarna gaan doen.
Voor die aanpak stellen wij voor om in 2009 7,5 miljoen euro uit te trekken.
Bovendien hebben we er een vliegende brigade ingesteld die drugsoverlast te lijf gaat en
die inmiddels ook werkzaam is in de Transvaalbuurt en in 2009 mogelijk ook in andere
buurten.
Maar hart voor je stad hebben, betekent niet alleen dat je je richt op datgene wat
je niet wilt, maar ook op datgene wat je wel wilt en van harte steunt, zoals het boek en
lezen. Daarom staat er nu ook zo’n schitterende en indrukwekkende nieuwe bibliotheek
vlakbij het Centraal Station, als monument voor en verspreider van het woord. We willen
ervoor zorgen dat de bibliotheek ook in 2009 zeven dagen per week open kan blijven en
voor iedereen toegankelijk is. Dat betekent 0,2 miljoen euro structureel extra voor de
Openbare Bibliotheek.
We mogen trots zijn op de bloeiende en rijke cultuur in Amsterdam. Inhoudelijk
gesterkt door de Amsterdamse Kunstraad stellen wij voor om maar liefst 125 culturele
instellingen de komende vier jaar te ondersteunen. Alleen dat aantal al geeft aan hoe
gezichtsbepalend kunst en cultuur zijn en moeten blijven. Wij stellen voor om ook nog
eens 2 miljoen euro extra aan het Kunstenplan uit te geven, om 2 miljoen euro extra
structureel uit te geven voor het behoud van cultureel vastgoed. En we willen incidenteel
2,5 miljoen euro extra toevoegen voor het onderhoud van onze cultuurpanden.
Leden van de raad, wij gaan door met wat we deden en doen. Wij hebben een
scherpe focus, duidelijke prioriteiten en daarmee willen we verder. We zetten door. We
doen wat we beloven. We kijken niet de andere kant op. Niet op de Wallen en niet bij de
jeugdzorg. We benoemen dingen en we spreken mensen aan. We willen ervoor zorgen
dat wat slecht is beter wordt, en wat goed gaat nog beter gaat. Een stad om trots op te
zijn, met een betrouwbare overheid. We moeten ons aanpassen aan de economische
11
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
klimaatverandering, maar dat hebben we al vaker gedaan. Als we de boel bij elkaar
houden en de juiste keuzes maken, dan kunnen we dat opnieuw. Met dreigend zwaar
weer moet je voorbereid zijn. Moet je eerlijk zijn over datgene wat wel kan en datgene wat
niet kan. Wij vertrouwen op de veerkracht en de duurzaamheid van de stad die ons zo
dierbaar is.
Voorzitter, ik zal nu deze gedegen en gezonde begroting aan u aanbieden.
(Aanbieding begroting.)
De VOORZITTER: Namens de raad dank ik het college heel hartelijk voor het
aanbieden van de begroting. Leden van de raad, met het aanbieden van de begroting
begint ons eigen politieke jaar. Ik wens alle leden van de raad een heel vruchtbaar jaar
toe.
4C
Algemene beschouwingen begroting/het jaarplan 2009 door de fractievoorzitters.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Garde.
Mevrouw VAN DER GARDE: Nog geen twee uur geleden was ik op de Sint
Janschool in De Baarsjes. Ik las daar voor aan groep 4/5, een combinatieklas. Ongeveer
23 leerlingen zaten ademloos te luisteren naar Floddertje en later Kikker en de horizon.
Kikker ervaart dat de wereld groter is dan hij tot dan toe dacht.
Terwijl wij hier in de raadzaal zitten, raast er een financiële crisis over de
Europese en Amerikaanse markten die groter is dan ik tot voor kort dacht. Elke dag lijkt er
weer iets te gebeuren. Eerst is er geen reddingsplan in de Verenigde Staten en dan
ineens wel. Een aantal dagen geleden kocht de staat aandelen van een bank en nu
zeggen mensen verbaasd tegen elkaar dat ze een hypotheek bij Wouter Bos hebben. De
gevolgen van deze economische crisis zijn niet in te schatten. We weten dat ze gevolgen
heeft voor onze begroting, maar we weten niet welke gevolgen. En Amsterdammers
weten niet wat ze voor hun persoonlijke situatie betekent. Die onzekerheid is lastig. Juist
in deze crisis is het daarom van belang om goede keuzes te maken met degelijke
plannen. Ondanks een naderende recessie moeten alle Amsterdammers hun talenten
kunnen blijven ontwikkelen. Ik ben heel blij dat dit college niet in paniek allerlei nieuwe
plannen lanceert. Het gaat nu vooral om het goed uitvoeren van de plannen die we al
hadden. Daarom prijs ik het college voor de sobere en degelijke begroting. De lasten
gaan niet omhoog. En ondanks een aantal tegenvallers gaan de prioriteiten van het
programakkoord door: armoedebestrijding, Kinderen Eerst en Topstad. Het is ook goed
om de motie-Mulder terug te zien in de begroting. We gaan aan de slag met de
stadsreclassering, wijksteunpunten worden uitgebreid en we beginnen met een sportplan.
De motie waardoor we gaan investeren in cultuur voor de jeugd.
Er zit ook een keerzijde aan de cijfers van het college. Ook dit jaar verliep een
paar projecten uitermate moeizaam. Het Afvalenergiebedrijf dat niet werkt, vertraging bij
de Noord/Zuidlijn. Ik begrijp natuurlijk de onrust bij Amsterdammers en de boosheid van
bewoners die hun huis uit moeten. Toch is die Noord/Zuidlijn essentieel voor een
bereikbare stad. U hoorde dat net het college al zeggen. Een goede verbinding is echt
nodig om de stad goed toegankelijk te maken. En met het Afvalenergiebedrijf lopen we
voorop met een nieuwe manier om energie op te wekken.
12
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Een degelijke begroting dus, maar toch heb ik vragen aan het college. Er blijven
vragen bestaan over de invloed van de financiële crisis op de inkomsten van de gemeente
en vooral op de portemonnee van de Amsterdammers en op de vastgoedmarkt in
Amsterdam. Amsterdam heeft een mooi economisch programma, maar hoe gaat u ervoor
zorgen dat de werkloosheid niet te veel stijgt en de mismatch op de arbeidsmarkt
verdwijnt? En hoe gaat u, collegeleden, voorkomen dat deze kredietcrisis vooral de
zwakkeren treft? Dat is dé opdracht voor een college met vier PvdA-wethouders. Dit moet
voor u bijna een persoonlijke opdracht worden. De dreiging van een recessie en
economisch zwaar weer komt van buiten en dat maakt ook een sterke stad als
Amsterdam kwetsbaar. De afgelopen jaren heeft dit bestuur vertrouwen gekregen en
heeft het consistent beleid ontwikkeld. Dat blijkt ook uit de prachtige plannen van het
afgelopen jaar. Ik noem er zes.
Echte Amsterdamse plannen om fijnstof en CO» te verminderen. De
Amsterdamse lucht wordt gezonder voor onze kinderen en dit zorgt ervoor dat we kunnen
blijven bouwen. Operatie Frankenstein in welzijnsland, ofwel het systeem in beeld. Een
gedurfde zet. Een prachtig sportplan van wethouder Gehrels. De bijzondere en
voortvarende ontwikkeling van de IJ-oevers. De acties op de Wallen om vrouwenhandel
en onderdrukking tegen te gaan. Meer veiligheid op straten en pleinen met vliegende
brigades, straatcoaches en een actieplan Radicalisering.
Amsterdam heeft een daadkrachtig college dat keuzes maakt die ervoor zorgen
dat Amsterdam een mooie stad blijft die veel te bieden heeft. Een stad om trots op te zijn.
Een college dat staat voor een solidaire stad voor iedereen. Niet alleen | Amsterdam,
maar ook één Amsterdam.
(De heer MANUEL: Mevrouw Van der Garde zit volgens mij niet in het
college, maar ze houdt een heel betoog waarin ze het college prijst. Gaat
u ook nog iets zeggen namens de PvdA-fractie?)
Mijnheer Manuel, ik heb het voordeel dat er vier leden van de Partij van de Arbeid
in het college zitten.
(De heer VAN DER BURG: Vijf.)
Ik geef het toe, vijf, maar op die ene had ik niet zoveel invloed. Er zitten vier leden
in die wel degelijk betrokken zijn bij de Partij van de Arbeid en die er namens mijn partij
zitten. Ik zeg dat ik er zeer trots op ben.
(De heer MANUEL: Heeft mevrouw Van der Garde wel eens van het
dualisme gehoord?)
Ook onder het dualisme mag je prijzen lijkt mij. Dit leek mij het moment.
Ik kom echter toch bij een ‘maar’, mijnheer Manuel. Misschien vindt u dat prettig.
Maar toch knaagt er iets. Er is een groter verschil en meer fysieke scheiding ontstaan
tussen Amsterdammers met meer en Amsterdammers met minder geld. Er is een groter
verschil tussen Amsterdammers met meer kansen en Amsterdammers met minder
kansen. Dat is een serieuze bedreiging voor ons solidaire, tolerante, eerlijke en kansrijke
Amsterdam. Bepaalde ambities van de Partij van de Arbeid zijn daarom lastig te
realiseren. Het blijkt verdomd moeilijk om achterstanden bij kinderen weg te werken of om
de armoede aan te pakken.
(De heer LIMMEN: Mevrouw Van der Garde, wat vindt u van de
initiatieven die het college de afgelopen tijd, sinds de verkiezingen, heeft
genomen, de vernieuwende initiatieven op het gebied van de
armoedebestrijding? Zegt u: dat is precies zoals ik het mij van tevoren
had voorgesteld? Of zegt u: dat moet beter?)
13
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Ik ben zelf een tijdje bezig om te bekijken of ik betere initiatieven kan vinden. Àls
we zien hoe Amsterdam het doet, vergeleken met andere grote steden bijvoorbeeld, dan
hebben wij een groter bereik dan veel andere steden. Wij geven veel en veel meer geld
uit aan armoedebestrijding. U hoorde het net al, 67 miljoen euro per jaar, dat is een heel
groot bedrag. Dus ja, er wordt veel geld uitgegeven. Er zijn heel goede plannen. En
vooral: er wordt veel gedaan om mensen aan werk te helpen en in de samenleving te
laten participeren.
(De heer LIMMEN: Ja, er wordt veel geld uitgegeven, dat weten we. Wij
kunnen de begroting lezen. Het gaat mij echter om de effectiviteit. Bent u
tevreden over datgene wat er de afgelopen jaren is gepresteerd?)
Ik wil deze vraag graag met een wedervraag beantwoorden. Welk voorstel heeft
het CDA de afgelopen twee jaar hier ingediend om dit te verbeteren?
(De heer LIMMEN: Ik ben blij dat u het vraagt. Dankzij het CDA hebben
we mensen die bij de voedselbank in de rij staan geholpen met
gemeentelijke begeleiding.
Absoluut niet waar.
(De heer LIMMEN: Ja. Dat gebeurde via een amendement van het CDA
op het programakkoord. U vroeg mij wat het CDA heeft gedaan. Eerlijk
gezegd vind ik dat in uw positie nogal aanmatigend. U draagt immers
verantwoordelijkheid. U zit in het college, dus ik vind dat u met voorstellen
moet komen. Ik zal maar meteen het verwijt uitspreken dat ik het college
en u en uw partij maak. Ik vind dat het college de afgelopen jaren te
weinig aan vernieuwend armoedebeleid heeft gedaan. Is dat misschien de
reden dat u zelf nu over nieuwe ideeën na bent gaan denken?)
Ik zei net dat ik zelf ben gaan kijken en niet zo heel veel nieuwe dingen kan
bedenken. Daarom vraag ik u of bepaalde zaken beter kunnen. Niet om u een hak te
zetten door te zeggen dat ik niets van u gehoord heb. Ik wil graag met u bespreken hoe
het beter kan. Dan moet u niet aankomen met een motie bij het programakkoord waarmee
de Partij van de Arbeid al in de vorige periode is gekomen. Ik wil graag met u bespreken
hoe we ervoor kunnen zorgen dat we alle mensen bereiken en dat we alle mensen in
Amsterdam zonder armoede kunnen laten leven. Ik denk namelijk dat dit niet op te lossen
is met beleidsregels vanuit het stadhuis. Ik denk dat het ingewikkelder is.
Ik wilde zeggen dat het belangrijk is om achterstanden bij kinderen weg te werken
en de armoede aan te pakken. Dat is juist onze opdracht. Ik wil dat iedereen participeert
en kansen neemt. Dat is solidair en dat is de strijd van de PvdA. We moeten echter wel
eerlijk zijn. De armoede, de tweedeling en de achterstanden van kinderen in de stad zijn
niet op te lossen met een paar simpele voorstellen. Dat is een zaak van lange adem. De
realiteit is nu eenmaal weerbarstig. En dit college, vooral dit college, werkt aan het
voorkomen en tegengaan van achterstanden, tweedeling en armoede.
Als je mensen vraagt wat ze eigenlijk willen in het leven, dan bestaat dat vaak uit
eenvoudige dingen: een huis, een baan, inkomsten en een goede toekomst voor de
volgende generatie. Als ik de prioriteiten van de Amsterdammer bekijk, dan kunnen er
dingen beter.
Ten eerste een huis. De woningbouwproductie in Amsterdam moet omhoog.
Daarnaast vind ik het vreselijk om te zien dat er in Amsterdam nog steeds grote gezinnen
zijn die op 60 m? wonen. Er is veel van onze statistieken te leren. Onder andere dat
Geuzenveld-Slotermeer zonder ingrijpen in 2030 armer wordt in vergelijking met de rest
van Amsterdam. Wordt het dan, college, niet eens tijd om de sociale plannen en de
woningbouwplannen te versnellen en iets kritischer onder de loep te nemen?
14
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Ten tweede een baan en een inkomen. De Dienst Werk en Inkomen is nu klaar
met reorganiseren en is niet langer de uitkeringsfabriek die hij wel eens genoemd werd.
Men laat mensen participeren in de Amsterdamse samenleving. De werkloosheid is
gedaald. Ik geef toe dat de economie ons tot nu toe tamelijk gunstig gezind is geweest.
Het is nu echter zaak om ervoor te zorgen dat tijdens deze financiële crisis
Amsterdammers ook daadwerkelijk hun baan kunnen behouden.
Als laatste de toekomst van de volgende generatie. Ik zei al dat ik vanochtend
voorlas op de Sint Janschool. Lezen en voorlezen is belangrijk. Helaas loopt een kwart
van de kinderen in Amsterdam een leesachterstand op de basisschool op, soms van wel
drie jaar. De kwaliteit van het onderwijs moet daarom echt worden verbeterd. Ik kom deze
leerlingen namelijk weer tegen op de middelbare school met hun spelfouten. Ze kunnen
op de middelbare school nauwelijks rekenen. College, hoe staat het met die
topopleidingen en de spreiding van topleerkrachten in Amsterdam?
Op IJburg ontstaat op dit moment een zogeheten zwarte school. De tweede in
een nieuwe wijk. Dé kans voor Amsterdam om de maakbare samenleving te laten zien.
Om te laten zien wat onze ideeën en plannen zijn. De PvdA is niet per se tegen een
zwarte of tegen een witte school. We zijn wel tegen segregatie tussen kinderen met veel
kansen en kinderen met minder kansen. Wethouder Asscher, ga erop af. Spreek de
schoolbesturen aan. Spreek de ouders aan. Ook zij hebben een verantwoordelijkheid voor
de samenleving. Juist dit college kan, zo nodig met onorthodoxe maatregelen, de
tweedeling in het onderwijs tegengaan.
(Mevrouw ALBERTS: Ik hoor mevrouw Van der Garde nu een tijdje
praten over tweedeling op het gebied van werk, scholing en inkomen.
Vervolgens zegt ze tegen de wethouder: ga er tegenaan. Ik zou echter zo
graag van u willen horen wat u vindt van datgene wat er tot nu toe op de
rails is gezet. Misschien komt u er nog aan toe, dat zou zomaar kunnen.
Wat vindt u van de resultaten? Gaat u een oordeel geven over de
prestaties van het college tot nu toe?)
Wat bedoelt u specifiek?
(Mevrouw ALBERTS: Ik noemde werk, inkomen, onderwijs. Die
onderwerpen.)
Ik schetste een heel positief beeld van dit college. Dat gaf heel duidelijk aan dat ik
het met het college eens ben. Bij de voorjaarsnota hebt u mij een pleidooi horen houden
om een aantal zaken om te gooien, om goed naar de tweedeling in de stad te kijken. Ik
zei dat het tegengaan ervan een prioriteit van dit college moet zijn.
(Mevrouw ALBERTS: Vindt u dat met deze begroting datgene gebeurt
wat u graag wilt? Waarvan zegt u: dat verkleint deze kloof? Dat helpt
erbij? Dat zou ik graag van u horen.)
Ik dacht dat ik duidelijk was, maar ik zeg het nog een keer. Ik ben heel blij dat dit
college niet ineens paniekerig doet en allerlei dingen gaat bedenken en nieuwe plannen
inzet. Ik ben ervan overtuigd dat de tweedeling en de armoede in Amsterdam iets van
lange adem is. Wij hebben goede projecten. Wij hebben veel plannen die we eerst goed
moeten uitvoeren voordat we van resultaten kunnen spreken. Daar is dit college mee
bezig.
(Mevrouw ALBERTS: Wat die lange adem betreft, hoe lang duurt die? Is
dat tot na de volgende verkiezingen? Of moet het sneller? De stad heeft
haast.)
Ik vind het niet goed als we zouden zeggen: we hebben haast dus we doen maar
van alles en we zien wel waar we uitkomen. Wij zijn met goede plannen bezig. De stad
15
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
moet meer doen. Daarom heb ik bij de voorjaarsnota allerlei plannen voorgesteld. De
motie-Mulder spreekt uit dat we moeten bezuinigen. We moeten op sommige plekken de
broekriem aantrekken. Laten we eens kijken naar mensen die terugvallen, naar de
stadsreclassering, jongeren ondersteunen. Dat zijn allemaal zaken die in die motie staan
en die het college nu in zijn plannen heeft gezet. Mevrouw Alberts, wie ben ik om te
zeggen dat dit niet goed is? Volgens mij is het college goed bezig.
(De heer LIMMEN: Ik heb net ook al geprobeerd de volgende vraag te
stellen. Ik denk dat ik het antwoord wel aan voel komen, maar ik ga het
toch nog een keer proberen. U bent tevreden over de bereikte resultaten
tot dusver, mevrouw Van der Garde?)
Het zou een beetje simpel zijn om het zo te zeggen. Ik heb gezegd dat ik vind dat
het college goed bezig is en dat het zijn plannen moet doorzetten. Dat zal tot resultaat
leiden. Ik zei net dat een aantal zaken nog beter moet. Ik noemde werk, ik noemde de
situatie die nu op ons afkomt in de vorm van een financiële of economische crisis. Ik vind
dat we daarbij juist naar de onderkant van de samenleving moeten kijken. Er moet werk
voor iedereen zijn. Amsterdam is een stad die dit aankan, maar desondanks zijn wij
kwetsbaar. Ik heb wel degelijk gezegd, mijnheer Limmen, dat veel zaken beter kunnen.
De kwaliteit van het onderwijs, de segregatie in de wijken.
(De heer MANUEL: Mevrouw Van der Garde zegt dat het college goed
bezig is en geen paniekvoetbal moet spelen. Het moet vooral doorgaan
op de ingeslagen weg. We horen wethouder Asscher net echter vertellen
dat er 67 miljoen euro in het armoedebeleid wordt gepompt. We weten dat
de kloof tussen arm en rijk in Amsterdam groter wordt en tijdens deze
collegeperiode groter is geworden. We weten dat het onderwijs niet op
orde is en dat er nog steeds sprake is van veel slechte scholen in
Amsterdam. Hoe kunt u dan zo tevreden zijn? U zegt zelf dat het
oplossen van het armoedeprobleem een kwestie van lange adem is en
dat de PvdA er geen concrete ideeën over heeft of oplossingen voor
heeft. Waarom zit de Partij van de Arbeid in dit college?)
U chargeert mijn verhaal nu een beetje, alsof ik gezegd zou hebben dat alles
goed is. Ik geef net een antwoord aan de heer Limmen dat ik ook u kan geven. Ik ben
heel tevreden met een aantal plannen. Er ligt een goede begroting. Dit college is heel
goed bezig, maar op sommige punten kan het veel en veel beter. Ik noemde ze net en ik
was er nog volop mee bezig. Als u het goed vindt, ga ik daarmee verder.
(De heer VAN DER BURG: U reageert steeds met: er liggen heel goede
plannen. Het college heeft er bijna driekwart van zijn tijd opzitten. Noemt u
eens drie goede resultaten op het gebied van armoedebestrijding.)
Er zijn heel veel goede resultaten te noemen.
(De heer VAN DER BURG: Noemt u er twee.)
Ik zal er enkele noemen die ik persoonlijk goed vind, maar volgens mij denkt u dat
ik iets anders ga zeggen. Ik vind dat hier met lef wordt bestuurd. In voorgaande jaren is er
nooit iets soortgelijks gebeurd als de aanpak van de Wallen.
(De heer VAN DER BURG: Met alle respect, maar hoe draagt het
Wallenbeleid bij aan het bestrijden van de armoede in Amsterdam? Dat
verband ben ik even kwijt. Ik vroeg namelijk om u drie resultaten te
noemen op het gebied van het bestrijden van de armoede in Amsterdam.)
Het bereik is vergroot. We hebben de norm van 105% naar 110% verhoogd. Dat
lijkt me heel duidelijk. En iedereen die bij de voedselbank komt, krijgt op grond van een
motie van de Partij van de Arbeid direct hulpverlening op zijn dak. Dat is een motie uit de
16
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
vorige periode, maar ze is in deze periode uitgevoerd. Dat zijn heel duidelijke en concrete
resultaten. Ik had andere voorbeelden willen noemen die leuker zijn, maar als het per se
over armoede moet gaan, dan doe ik dat.
Ik was bezig met de toekomst van de volgende generatie. Zoals ik al zei, heb ik
op de Sint Janschool voorgelezen. Ik zei ook iets over IJburg. Ik hoop inderdaad dat
wethouder Asscher erop af gaat. We hebben immers gezien dat een papieren convenant
niet werkt.
En hoe gaat het nu verder met de jeugdzorg? Er worden te weinig kinderen
geholpen, er wordt vaak te laat ingegrepen en de wachtlijsten vormen een terugkerend
patroon. Daar hebt u nog een voorbeeld waarvan ik denk: dat kan beter. Hoewel bij
sommige gezinnen een gezinscoach zijn werk doet, zijn er nog veel gezinnen waar twintig
hulpverleners rondlopen. Wij praten wel eens over bestuurlijk drukte — ik geloof dat een
oud-wethouder van de VVD het vergeleek met een diner — maar twintig hulpverleners in
een flat van 60 m°, dat is pas drukte. Wij mogen verwachten dat de kluwen in de
Amsterdamse hulpverlening in de komende twee jaar wordt ontward. En vergeet daarbij
ook niet te investeren in de oudere jeugd. Er moet voldoende aanbod zijn voor 12+ers,
om ervoor te zorgen dat ze niet op straat hoeven te hangen. Dat is er nog een. Ook dat
kan beter.
De Partij van de Arbeid gaat voor één, ongedeelde stad. Het gaat ons om de wil
om solidair met elkaar te zijn, niet naast elkaar te leven, maar met elkaar te leven. Dat
verwacht ik van Amsterdammers. Er moet worden gewerkt aan een huis, een baan voor
iedere Amsterdammer en natuurlijk een toekomst voor zijn kinderen. We verwachten
daarvoor wel dat je je gedraagt als een volwaardige burger van deze samenleving. Dus ja,
je schudt een hand als dat voor jouw functie van belang is. En nee, met volledige
gezichtsbedekking kun je geen les geven. En je gooit je troep in de prullenbak en niet op
straat. Je benadert de ander altijd met respect, zoals ook jij benaderd wilt worden,
ongeacht religie, sekse of seksuele voorkeur. Het is eigenlijk zo logisch.
Deze stad is van alle Amsterdammers en dat schept ook verplichtingen. Als je in deze
stad leeft, bekommer je je om je medeburgers en werk je, voor jezelf en omdat je het fijn
vindt om een steentje bij te dragen. Dat is nodig in Amsterdam.
De Partij van de Arbeid heeft verschillende kleine en grote initiatieven genomen
om de tweedeling te bestrijden en te komen tot één Amsterdam. Armoedemiddelen zijn
toegankelijk voor iedereen tot 110% van het minimum. Het superteam
Schuldhulpverlening werkt en zorgt nu voor betere begeleiding en preventie bij schulden.
Er komen meer banen door het Schipholcollege en er is een werkgelegenheidsplan in de
haven. Het zijn allemaal directe uitkomsten van PvdA-voorstellen die bijdragen aan één
Amsterdam.
De PvdA vroeg bij de voorjaarsnota aandacht voor de tweedeling en heeft een
forse ombuigingsoperatie voorgesteld. We wilen meer geld voor leraren en
politieagenten. We willen de armoede effectiever bestrijden en ervoor zorgen dat
straatjongeren niet opnieuw de fout ingaan. Ik vraag het college hier nogmaals vooral
door te gaan met deze plannen. Plannen die steeds konden rekenen, vaak konden
rekenen, op een grote meerderheid in deze raadzaal. Het is immers een kwestie van
lange adem.
Tot slot herhaal ik drie punten voor dit college. Hoe gaat u de economische
programma’s bestand maken tegen het nieuwe financiële klimaat? Er werd net per
interruptie gevraagd hoe het gaat, maar de realiteit is weerbarstig. Als u drie of vier weken
geleden een stuk voor deze dag had geschreven, dan kon u het nu in de prullenbak
gooien omdat het er nu anders uitziet. Hoe zorgt het college ervoor dat we gericht blijven
17
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
op het creëren van laaggeschoolde arbeid? Ten tweede: wij willen dat iedereen aan de
slag gaat en werk heeft. Hoe staat het met de mismatch in de bouw en de zorg, hoeveel
extra verplegers en bouwvakkers zijn er al gevonden en opgeleid? En als derde: hoe gaat
u ervoor zorgen dat scholen en wijken in Amsterdam echt sociaal en economisch
gemengd worden? De economische ontwikkeling en het vooruitzicht van een tweedeling
heeft een daadkrachtig bestuur nodig. Een bestuur zoals dit college dat zijn
verantwoordelijkheid neemt. Daarnaast doe ik een beroep op alle Amsterdammers: deze
stad heeft de komende tijd behoefte aan solidariteit. Dat is onze strijd, dat is de
Amsterdamse strijd, solidariteit.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Burg.
De heer VAN DER BURG: Dames en heren, de Staat van de Stad, gaat over de
vraag: hoe staat de stad ervoor? Als u dat aan een willekeurige Amsterdammer vraagt die
de media de afgelopen tijd een beetje heeft gevolgd, dan staan we er niet goed voor. De
veiligheid in Amsterdam is voor het eerst sinds jaren verslechterd. De
woningbouwproductie is dramatisch laag. Als u de tekst van het college in de begroting
leest, dan lijkt het college het hoofd al in de schoot te leggen. De inburgering in
Amsterdam is een puinhoop. Met de jeugdzorg gaat het niet goed. De armoedeaanpak is
een speerpunt. We stoppen er 67 miljoen euro in zoals we net gehoord hebben. De
aanpak leidt echter niet tot de gewenste resultaten. Met Amsterdam Topstad leek het zo
goed te gaan. Gisteren stond in Het Parool dat we dalen. De Noord/Zuidlijn kampt ook
weer eens met tegenstand. Het gaat niet goed met de stad.
Gaan er dingen in de stad wel goed als u het aan een willekeurige Amsterdammer
vraagt? Natuurlijk gaan er dingen goed. We pakken keihard het staand drinken op
terrassen aan. De horeca in kleine musea sluiten we. Terrassen in de Jordaan moeten
eerder dicht. En waag het niet er als politicus iets van te zeggen zoals deze week in de
deelraad gebeurde. Dat komt u te staan op een zeer pittige brief in Het Parool met als
boodschap: hoe waagt u het om u tegen Els Iping en dus tegen de Amsterdammer te
keren?
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik wil de heer Van der Burg erop wijzen dat
de brief voorstellen van het stadsdeel Centrum noemt.)
Ja. Daar was ik mij zeer van bewust, want de Amsterdammer maakt dat
onderscheid helemaal niet. Die krijgt dit beeld van de stad Amsterdam. Maar goed, ik zal
een punt noemen waarvan u zegt dat het ons aangaat. Het gaat ergens anders ook goed
mee: de voedselbanken. Ik hoorde deze week iemand zeggen: de enige bank waarmee
het goed gaat, is de voedselbank. Dat is natuurlijk niet waar, dames en heren. Gelukkig
hebben wij in Nederland een goed bancair systeem. Gelukkig hebben wij een degelijk
financieel beleid in dit land. We krijgen echter wel een flinke tik van de kredietcrisis mee.
Het college sprak er al over en mijn voorgangster, mevrouw Van der Garde, sprak er ook
over. Deze crisis zal gevolgen hebben voor de stad Amsterdam, zowel voor de gemeente
Amsterdam als voor haar inwoners. Vorige week was daarover een kort debat tussen de
heer Verweij en de heer Asscher. Toen werd al gezegd dat dit de werkgelegenheid zal
raken, bijvoorbeeld in de bankwereld. Het kan gevolgen voor de Zuidas hebben. Het kan
op termijn gevolgen hebben voor de rentestand en daarmee voor de financiering van een
aantal zaken. Het kan ook gevolgen hebben voor de uitkering uit het gemeentefonds als
het voor de landelijke economie gevolgen heeft.
Het beeld van de Amsterdammer dat ik net schetste klopt natuurlijk niet helemaal.
Er gaan ook dingen goed. Mevrouw Van der Garde noemde net al een rijtje en een van de
18
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
dingen die zij noemde was het Sportplan van wethouder Gehrels. Er zijn ook nog andere
zaken te noemen die goed gaan. Er is echter nog steeds een heleboel werk aan de
winkel, zeker in deze tijden.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik wil nog even ingaan op de punten die u
noemde die slecht gaan. Ik kan me herinneren dat u bij veel van die
zaken betrokken was en heel vaak meestemde. Hebt u andere
voorstellen? Wilt u iets veranderen? Wilt u dingen die nu gaande zijn
stoppen?)
Ik wil geen enkel misverstand laten bestaan. Ik noemde net een aantal dingen in
de stad die misgaan. Ik heb bij geen ervan gezegd: dat is de schuld van dit linkse college.
Dat heb ik geen enkele keer gezegd. Het is wel zo dat dit college — links of niet-links, dat
is niet relevant — en u en ik verantwoordelijk zijn voor het oplossen van de problemen. Dat
is het geval en daar moeten we aan werken. Ik leg hier geen schuldvraag neer, noch bij u,
noch bij de heer Asscher. Ik constateer dat wij er collectief voor verantwoordelijk zijn dat
het goed gaat in de stad. Ik zie ook dingen gebeuren waarvan ik het idee heb dat we
allemaal hard bezig zijn. Het is belangrijker om te bezien hoe we de stad sterker en beter
kunnen maken dan om stil te staan bij de vraag hoe de stad ervoor staat. De komende
twee maanden zullen we in de stad en in de raad zeer felle debatten gaan voeren over de
begroting die nu voorligt. Er komen moties, er komen heel felle debatten. Met zijn
vijfenveertigen hier, maar eigenlijk met zijn allen of misschien nog wel breder als ik deze
hele zaal neem, hebben we gemeen dat we van Amsterdam houden. Wij willen dat het
goed gaat met Amsterdam. Wij willen dat het ons Amsterdam goed gaat. | Amsterdam,
Wij Amsterdammers, zijn geen slogans, maar beschrijven een gevoel. Ze beschrijven
zelfs voor een deel ons zijn. Vanuit dat gevoel diende ik in 2006 een motie in om een
Amsterdamse canon op te stellen. Op 3 september 2008 was de Amsterdamse canon een
feit. Ik kan u zeggen dat ik die dag liep te glimmen van trots. Dat heeft alle kranten
gehaald. Deze canon toont aan wat we zijn, wie we zijn en waarom we zo zijn geworden.
Hij geeft een beeld van Amsterdam en zijn Amsterdammers. Er is een tv-serie gemaakt.
Er is een interactieve website. We kunnen hem zelfs een rol laten spelen bij de
Amsterdamse inburgering. Hij geeft | Amsterdam en Wij Amsterdammers een historische
inhoud. Het interessante aan de Amsterdamse canon is ook dat iemand zijn eigen canon
kan maken. Mevrouw Sargentini heeft dat al gedaan. Als u het nog niet wist, dames en
heren, kijk op www.amsterdamsecanon.nl. Ik ga in ieder geval een voorstel tot wijziging
indienen die speciaal met vandaag te maken heeft. Vandaag is het namelijk precies zestig
jaar geleden dat Alida Bosshardt namens het Leger des Heils in Amsterdam actief werd.
Ik miste haar in de Amsterdamse canon en wat mij betreft, komt zij erin.
(De BURGEMEESTER: Wat gaat eruit?)
Wat gaat eruit? Heel goed dat u het vraagt. Wat mij betreft, gaan de buitenhuizen
eruit. Ik heb niets met Amsterdammers met veel geld die de stad ontvluchten in plaats van
in de stad hun verantwoordelijkheid te nemen. Uit de vijftig vensters heb ik een canon
samengesteld ten behoeve van vandaag. Aan de hand van deze vensters zal ik stilstaan
bij datgene wat ik denk dat er moet gebeuren en datgene wat er volgens de VVD moet
gebeuren. Het allerbelangrijkste venster voor mij is venster 16, u kent het allemaal: de
Nachtwacht. Het korporaalschap van kapitein Frans Banning Cocg, de schutterij. De
schutterij staat voor weerbaarheid. Weerbaarheid is voor de VVD hét woord waar het de
komende tijd in Amsterdam om moet draaien. Weerbaarheid in veel betekenissen van het
woord. Bij de kredietcrisis denken we in eerste instantie aan financiële weerbaarheid. Dat
is uitermate belangrijk. De VVD schrikt daarom oprecht, mijnheer Asscher, als wij in de
begroting, op pagina 26 voor de liefhebbers, lezen dat middelen opzij zetten niet per se
19
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
onwenselijk is. Middelen opzij zetten is volgens dit college niet per se onwenselijk.
Mijnheer Asscher, middelen opzij zetten is vaak wenselijk. Nee, is heel vaak zelfs
noodzakelijk. Juist om in slechte tijden weerbaar te zijn. Niet alleen moeten we het dak
repareren als de zon schijnt in plaats van als het regent, maar we moeten er ook voor
zorgen dat we de voorraadschuur vullen voor de barre winters die komen.
(Wethouder ASSCHER: U zegt in uw liberale enthousiasme eigenlijk dat
u het college steunt.)
Nee, ik zeg dat we wel degelijk reserves moeten aanleggen en niet geld voor de
toekomst moeten verjubelen. Dat zie ik in dit voorstel niet terug, maar onze vrienden van
de SP hebben gisteren laten weten dat ze al bezig zijn om geld uit te geven zonder
aandacht te schenken aan de negatieve aspecten. In deze raad bestaat altijd een tendens
om zich meer te richten op het uitgeven van geld dan op het afdekken van risico’s. Dit is
een letterlijk citaat van mij bij de begrotingsbehandeling van 2008.
(De heer VAN DER MEER: Volgens mij heeft deze opmerking
voornamelijk betrekking op het vermijden van risico’s bij grote problemen.
Daarnaast moeten we geen geld op de plank laten liggen in gevallen
waarin dat niet nodig is. Kunt u daar iets over zeggen? Mij lijkt dat de VVD
ook geen geld op de plank wil laten liggen als dat niet nodig is.)
We moeten niet zomaar geld op de plank laten liggen. We moeten er wel voor
zorgen dat we klappen kunnen opvangen als we ze Krijgen. We moeten niet de situatie
krijgen dat het misgaat als we een tegenvaller krijgen. Wat we zeker niet moeten doen —
en die tendens bestaat absoluut in de gemeenteraad — is zeggen: de overschotten in de
toekomst boeken we alvast in en geven we alvast uit, tekorten lossen we in de toekomst
op. Daar verzet ik me in ieder geval tegen. Ik heb u dat vandaag nog niet horen zeggen,
mijnheer Van der Meer. Dat zult u ongetwijfeld ook niet doen, al was het maar omdat u
het woord niet krijgt. De SP is in haar plannen echter wel degelijk al vooruitgelopen op het
uitgeven van geld dat we nog niet eens binnen hebben.
(De VOORZITTER: GroenLinks krijgt zo dadelijk het woord, maar eerst is
er een interruptie van de heer Van der Meer.)
(De heer VAN DER MEER: Ik krijg in ieder geval wel het woord van de
voorzitter, dat scheelt. Dit college, en straks ook de coalitiepartijen,
zeggen juist dat ze bereid zijn om te wachten met het doen van
investeringen die mogelijk zouden zijn. U doelt vooral op het grote bedrag
van het superdividend van Schiphol. We geven dat geld niet uit omdat we
goed, prudent bezig zijn.)
Ik wil er geen enkel misverstand over laten bestaan en daarom zeg ik het nog een
keer. We moeten geld niet nodeloos op de plank laten liggen, maar we moeten ook
reserves niet opeten, vet van onze botten halen. Dat vind ik niet goed en dat zie ik
gebeuren. Ik loop het risico dat ik Keynes om de oren gesmeten krijg, maar juist in een tijd
waarin het slecht gaat moeten we helemaal geen pas op de plaats maken, mijnheer de
burgemeester. Juist als we zien dat het slecht gaat, moeten we lef durven te hebben. Dan
moeten we doorgaan met het formuleren van ambities en moeten we vooral niet onze
ambities aanpassen. De burgemeester zei dat bijna letterlijk. Als u ermee bedoelt,
mijnheer de burgemeester, dat u uw ambities naar boven wilt bijstellen, dan vindt u de
VVD geheel aan uw zijde. Dat wil ik voor alle duidelijkheid gezegd hebben.
(Mevrouw ALBERTS: De heer Van der Burg praat altijd zo snel. Hij zei op
een gegeven moment dat wij in de plannen die gisteren zijn
gepresenteerd ergens geld vandaan haalden. Waar haalt u het idee
vandaan dat wij geld verkwisten?)
20
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
U hebt gisteren plannen gepresenteerd om het superdividend te gebruiken als
dekking voor uw voorstellen. Dat is geld dat de gemeente Amsterdam nog helemaal niet
heeft. Het college zegt letterlijk in de begroting, en daarin steunen wij het college, dat geld
van het superdividend niet in 2009 moet worden besteed, maar moet worden betrokken
bij de begrotingsbesprekingen voor 2010, dus bij de voorjaarsnota. Op dat moment
kunnen we de plussen aan de ene kant afzetten tegen de minnen aan de andere kant. In
mijn ogen is het college in dat opzicht verstandiger dan de SP.
Voordat ik doorga, moet ik een kleine correctie aanbrengen op een ander terrein
dan de financiën. Over de vraag of de lasten niet stijgen, kunnen we nog wel eens praten,
mevrouw Van der Garde. De parkeerbelasting in de stad gaat omhoog en wordt door veel
Amsterdammers in ieder geval als een lastenverzwaring ervaren.
Ik zei het al, weerbaarheid is het woord. Weerbaarheid, niet alleen op financieel
gebied, maar ook op het gebied van de economie. De economische activiteiten zijn voor
Amsterdam van cruciaal belang. Ik zei al dat ik steeds een verband met de Amsterdamse
canon leg. U kunt daarbij denken aan de Wisselbank uit 1609 die ervoor zorgde dat de
handel in de stad gestimuleerd werd. De firma Blauw, een zeer vooruitstrevende
onderneming die internationaal bekend was. Het Noodzeekanaal, symbool voor de
Amsterdamse haven, is zeer cruciaal. Het was dan ook terecht dat de burgemeester zei
dat we niet alleen maar moeten streven naar banen aan de top van het segment. We
hebben de Amsterdamse haven juist hard nodig, ook voor degenen die minder scholing
hebben gehad. En, niet te vergeten: Schiphol. Dat is niet alleen de banenmotor van
Amsterdam, maar ook een motor van de economie van heel Nederland. De pijlers van de
Amsterdamse economie, de burgemeester noemde ze allemaal, staan onder druk. De
zakelijke en financiële dienstverlening: ik denk dat we allemaal wel doorhebben dat de
banken het zwaar hebben. Het toerisme staat onder druk. Het college zegt dat heel
nadrukkelijk in zijn begroting. Schiphol zal minder groeien en heeft veel last van de
vliegtaks. Met de haven gaat het op dit moment goed. Daar mag geen enkel misverstand
over bestaan. Hoe lang echter nog? We hebben de tweede sluis ontzettend hard nodig.
Daarvoor moeten we, ongeacht van welke partij we lid zijn, in Den Haag geld zien te
regelen. U kent onze angst, mijnheer Ossel. De VVD maakt zich gewoon zorgen over de
vraag of de haven op tijd kan doorgroeien. Draagt uw Havennota ertoe bij dat de haven
kan doorgroeien? We hebben haar zo hard nodig. Het MKB is een van de andere pijlers.
U luistert natuurlijk elke week op donderdag tussen 18.00 uur en 19.00 uur allemaal naar
het overbekende radioprogramma Eric Actueel. Twee weken geleden was Kees
Verhoeven, de directeur van MKB Amsterdam, er te gast. Ik vroeg aan hem welk cijfer hij
zou geven aan het MKB-beleid van het college en aan de wethouder van Economische
Zaken. Hij staat daar op de tribune en duikt nu weg. Morgen wordt hij op de burelen van
Lodewijk Asscher verwacht, want hij gaf een 6-. Daar kan Lodewijk Asscher toch niet
tevreden mee zijn. Het zou een stimulans moeten zijn om er iets aan te doen. Juist nu is
het tijd om te investeren. Ik was heel erg blij met de bijdrage van de burgemeester die dit
heel nadrukkelijk benoemde. Investeren in het toerisme, bijvoorbeeld door het aantrekken
van grote evenementen. Er komen hotelkamers bij. De plannen daarvoor van het college
steunen wij van harte. Geef de haven de ruimte. Zorg voor de sluis en stuur
handelsmissies op pad. Handelsmissies en acquisitie, zowel voor de haven als überhaupt
voor het vestigen van grote bedrijven. We staan onder druk, juist op het gebied van de
bereikbaarheid. Ik was daarom blij dat de burgemeester zei dat de bereikbaarheid in het
kader van het vestigingsklimaat moet worden verbeterd. Ik denk dat in de komende tijd op
al die punten boter bij de vis moet komen. Als wij in 2009, of beter gezegd: wanneer wij in
2009 gaan debatteren over het superdividend, over dat soort eenmalige meevallers, dan
21
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
kunt u ervan verzekerd zijn dat de VVD ervoor zal kiezen om het superdividend te
gebruiken om te investeren in de economie en daarmee duurzaam te investeren.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik begrijp dus, mijnheer Van der Burg, dat
u het niet prettig vindt dat de SP voorstellen doet om de tweedeling te
verkleinen, maar dat u zegt: als we dat superdividend krijgen, dan wil ik
het in de economie investeren. Eigenlijk is dat een beetje hetzelfde.
Waarom doet u nu geen voorstellen voor de economie?)
U hebt niet helemaal goed geluisterd. Ik zei: als en daarna: wanneer. Het gaat om
het volgende: je kijkt eerst naar de plussen aan de ene kant en de minnen aan de andere
kant. Dat salderen we en er rolt een bedrag uit. Als er een overschot uitkomt, kunnen we
dat besteden. We doen dat al jaren zo hoor. Heel af en toe is er een kleine uitglijder, maar
we doen het al jaren zo. Wat de SP doet moeten we niet doen. Zij zegt: we weten nog niet
wat de tegenvallers over 2008 zijn, maar we incasseren alvast de meevallers en die gaan
we al uitgeven. De VVD zegt niet dat we het geld nu moeten uitgeven. Het college zal bij
de voorjaarsnota ongetwijfeld met voorstellen komen. Wij zullen daarbij heel nadrukkelijk
sturen op het investeren van dit soort gelden in de economie. Dat is heel degelijk
financieel beleid.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Financieel-technisch ben ik het met u
eens, mijnheer Van der Burg. Natuurlijk is dit de juiste manier en zo doen
we dat meestal ook. We praten nu echter over de Staat van de Stad en de
begroting en ik hoor van u graag voorstellen voor de economie. In 2007
zijn de economie en veiligheid door Amsterdamse burgers — misschien
niet door het MKB, maar wel door de Amsterdamse burgers — geroemd.
Het college deed het op die terreinen ontzettend goed. U spreekt nu over
de begroting van 2009, niet over de begroting van 2010 en over de
voorjaarsnota die we straks krijgen. Welke voorstellen hebt u om de
economie te verbeteren?)
Zei u nu dat het goed gaat met de economie en de veiligheid?
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik zei dat de Amsterdamse burger in 2007
vond dat dit college het vooral op twee punten goed doet, veiligheid en
economie. Dat heb ik niet gezegd. Dat zei de Amsterdamse burger. Er is
een grote enquête gehouden.)
Laten we de feiten er even bij pakken. Ik citeer hier alleen maar het college. Het
gaat juist slechter met de veiligheid in Amsterdam. Dat leidt er zelfs toe dat het college de
index die erbij hoort bijstelt. U zei: veiligheid en economie.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik noemde de economie. U begint nu over
iets heel anders. Dat is een heel goede tactische zet in een debat. De
Amsterdamse burger vindt dat het college het in economisch opzicht goed
doet. U zegt dat u er in 2009 in wilt investeren. Daarom vraag ik u wat u
nu wilt doen. We praten nu over de begroting 2009 en niet over de
voorjaarsnota die we in 2009 krijgen.)
In de debatten in de commissies zullen wij op een aantal concrete punten…
(Mevrouw VAN DER GARDE: U hoeft er maar drie te noemen.)
Ja, leuke grap. Hij is leuk. De VVD wil de komende tijd extra investeren in de
acquisitie van bedrijven. Wij willen de heer Asscher nauwelijks nog in de stad zien omdat
hij continu in China of in India zit. We zien hem nog veel te veel. En neemt u vooral de
burgemeester mee, want dat heeft ook impact in het buitenland. We willen dat er
nadrukkelijk wordt geïnvesteerd in zaken die het leven voor het bedrijfsleven
gemakkelijker maken.
22
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
(De BURGEMEESTER: En u wilt dan weer locoburgemeester zijn?)
Als ik die last moet dragen.
Acquisitie is één ding dat we moeten doen. Op de tweede plaats moeten we naar
de regelgeving kijken. Mensen die short stay-faciliteiten willen bouwen niet wegpesten of
klein houden. Nee, bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de expats in Amsterdam in
een goed Klimaat terechtkomen. Het bedrijfsleven zegt letterlijk: kijk naar de
bereikbaarheid van de stad. Het zijn punten waarmee u concreet aan de slag kunt gaan.
Het is erg eenvoudig. Als het bedrijfsleven zich hier niet meer vestigt, als het bedrijfsleven
uit de stad wegtrekt, dan ondervinden u en ik en de Amsterdammers daarvan ontzettend
veel last. Dan verdwijnen er banen.
Weerbaarheid op financieel gebied. Wij willen namelijk een gezonde stad.
Voorrang voor een gezonde stad, voor een financieel gezonde stad. Weerbaarheid op
economisch gebied. Weer een gezonde stad, een economisch gezonde stad. En
weerbaarheid op het gebied van veiligheid. Voordat ik over veiligheid ga praten, wil ik een
project op het snijvlak van economie en veiligheid noemen. U kon erop wachten: 1012,
het Wallengebied. Dat staat overigens ook in de Amsterdamse canon genoemd als iets
wat ons heeft gemaakt tot wie we zijn. De laatste tijd hebben we de nodige discussies
gevoerd over de vraag of het college het goed doet. ledereen in deze raad, zelfs de heer
Manuel, vindt dat de misstanden moeten worden aangepakt. Als GroenLinks en de VVD u
op een aantal punten aanspreken, dan moet u niet zeggen dat wij u vragen misstanden
minder hard te bestrijden zoals u net deed. GroenLinks zei dat niet. De VVD zei dat niet.
Wij zeggen wel dat u heel zorgvuldig moet omgaan met de middelen. Dat is er aan de
orde. Ik zeg oprecht dat u de VVD als partner in uw strijd verliest als u zegt dat de VVD of
andere partijen zeggen dat wij de misstanden minder hard willen bestrijden dan
wethouder Asscher of het college.
(Wethouder ASSCHER: Dat misverstand wil ik graag meteen ophelderen
in alle rust die ons kenmerkt. De heer Manuel vroeg of er nog iets met de
Wallen gebeurde. Toen zei ik dat ons eerder wordt verweten dat we te
voortvarend te werk gaan. Dat heb ik gezegd over de aanpak van
misstanden. Ik weet dat er discussie is over de vraag of we de goede
panden hebben aangekocht. Ik heb daar met mevrouw Ornstein menig
goed debat over. Ik sloot af met de opmerking dat ik mij er zeer van
bewust ben dat deze raad een lange traditie heeft om samen wat te doen
aan de misstanden in dat gebied. Daarover bestaat geen misverstand.
Daar was, ben en blijf ik blij om, mijnheer Van der Burg.)
Er ontstond een klein interruptiedebat tussen u en mevrouw Ornstein. Het is
helemaal niet vreemd als een heleboel mensen toen uit uw woorden de conclusie hebben
getrokken dat u er wel degelijk zo over dacht. Toen mevrouw Ornstein het namelijk
letterlijk aan u vroeg, zei u: “U zult het toch niet vreemd vinden dat ik het zo
geïnterpreteerd heb.” Dat is nadrukkelijk letterlijk door u gezegd.
(Wethouder ASSCHER: Mevrouw Ornstein kent mij veel beter. Ik zou
zoiets op geen enkel moment willen suggereren of u in de schoenen
willen schuiven. Het ging erom dat het college mooie plannen had, maar
de vraag was of er ook iets gebeurde. Dat vond ik juist in dit kader een
heel vreemde opmerking omdat het juist heel snel gaat.)
(De heer MANUEL: Misschien mag ik ook een kleine bijdrage aan deze
discussie leveren?)
(De VOORZITTER: Nee, dat sta ik niet toe. Het woord is aan de heer Van
der Burg.)
23
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
(De heer MANUEL: Dat is vreemd.)
Ik ga toch nog even op dit punt door. Wat zei de heer Asscher namelijk nog meer?
Hij zei letterlijk: wij willen in deze stad geen Sodom en Gomorra. Het was uw
burgemeester en ook mijn burgemeester, dat weet hij, burgemeester Job Cohen, die in
2007 op de begrafenis van ex-burgemeester Patijn de heer Patijn citeerde. Hij
introduceerde zich trots als: ik ben de burgemeester van de twin city Sodom en Gomorra.
Zo stelde burgemeester Patij zich indertijd voor. Hij deed dat niet omdat hij trots zou zijn
op de misstanden in het Wallengebied. Burgemeester Patijn was dat niet, net zo min als
burgemeester Cohen. Hij bedoelde er wel mee dat Sodom en Gomorra heel nadrukkelijk
geassocieerd worden met moreel verval en ook nog eens op een specifiek punt. Op dat
specifieke punt heeft Amsterdam een traditie hoog te houden. Wij zijn geen morele
zedenmeesters. Wij gaan niet preken. Als ik u zoiets hoor zeggen, dan schrik ik daarvan.
(Wethouder ASSCHER: Sociaaldemocraten en liberalen moeten van
nature oppassen als ze beginnen aan een debat over Bijbeluitleg. De
verwoesting van deze twee steden had te maken met misstanden.)
Ik heb het net opgezocht, want ik dacht dat u dat zou gaan zeggen. We hebben
namelijk een computer voor ons. Het had te maken met moreel zedelijk verval. Wikipedia,
zoekt u het maar op.
(Wethouder ASSCHER: Een theologisch debat wordt al helemaal moeilijk
als u niet eens naar de eerste zin van de wederpartij luistert, mijnheer Van
der Burg. Wat ik wilde zeggen, is: waarin zit het morele verval op de
Wallen? Ik vind het prettig dat ik deze vraag nu aan u mag stellen. Het zit
niet in seks en ook niet in prostitutie. Die zit in het feit dat er sprake is van
vrouwenhandel en witwasserij. We hebben allemaal te veel verkozen om
daar geen aandacht aan te besteden. Dat is natuurlijk een kwestie van
ernstig moreel verval. U hebt dat net omstandig benadrukt, wij zijn het
daar allemaal over eens. Daaraan moet een einde komen. Dat is geen
moreel neutrale strijd. Ik doel nu op de vrouwenhandel, versta mij goed. Ik
doel op de criminaliteit in het gebied. Wij hebben de plicht er iets aan te
doen. Wij hebben daarvoor de Bijbel niet nodig, maar voor anderen kan
dat een gerespecteerd richtsnoer zijn. Laten we wel goed begrijpen over
welke misstanden we het hier hebben. Dat is niet de prostitutie als
zodanig en seks al helemaal niet. Het gaat om het feit dat jonge vrouwen
uit heel de wereld gedwongen worden om dat werk hier te doen. Daar
mogen wij onze ogen niet voor sluiten.)
Mijnheer Asscher, u weet donders goed dat de VVD en GroenLinks u daarbij
steunen. U weet echter ook dat GroenLinks en de VVD in alle debatten die we met u
gevoerd hebben enige huiver hebben voor de grenzen die u zoekt. U hebt altijd gezegd
veel belang te hechten aan een breed draagvlak in deze raad. Ik wil u in ieder geval
meegeven dat u voortdurend die woorden moet zoeken en die voorstellen moet doen
waarmee u dat brede draagvlak behoudt. In de bijdrage die u net leverde, leek u de VVD
te gaan verliezen. Dat kan nooit uw bedoeling zijn.
(De heer MANUEL: U komt er een beetje laat mee, voorzitter, maar ik wil
de heer Van der Burg in zijn debat met de heer Asscher graag meegeven
dat ik in mijn discussie met de heer Asscher helemaal niet op het
Wallengebied doelde, maar op de escortservice. Ik vroeg naar de
resultaten die daar geboekt werden. Is de vergunningplicht daar al
ingevoerd? Wethouder Asscher is een handig debater dus die stapte over
op zijn paradepaardje, project 1012. Daar ging het echter helemaal niet
24
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
over. Als u hem vraagt wat er op het gebied van de escortservice bereikt
is, dan is het resultaat nog steeds nul. Op dat terrein is met name sprake
van vrouwenhandel.)
Weet u wat? Als u daar in uw bijdrage nog even op ingaat, dan ben ik de
beroerdste niet en interrumpeer ik wel mee.
Weerbaarheid op financieel gebied, weerbaarheid op economisch gebied,
weerbaarheid op het gebied van veiligheid. De doelstelling is negatief bijgesteld. We
redden het niet. Dat mogen en kunnen we niet accepteren in deze stad. Ik zie dat er
gezocht wordt, pagina 54. We gaan van 85 naar 89. Gelukkig hebben we nu
cameratoezicht. De VVD heeft daar jaren voor geknokt. De uitbreiding van het preventief
fouilleren is in ieder geval in de gemeenteraad goedgekeurd. Er is cameratoezicht.
Preventief fouilleren wordt uitgebreid. Het besluit is genomen: in Oost mag het nu.
Mijnheer de burgemeester, gebruik het ook. Onderzoek hoe u door een goede mix van
repressie en preventie de stad veiliger kunt maken. De relatie met de canon? Het
tuchthuis. Mevrouw Gehrels wil dat uit de canon hebben, maar het tuchthuis was in 1596
juist een sociale voorziening. De meeste mensen weten dat helemaal niet. Het was in
eerste instantie namelijk niet bedoeld om te straffen — dat deden ze in die tijd gewoon
door lijfstraffen of door verbanning — maar was heel sociaal bedoeld om op te voeden en
ervoor te zorgen dat criminelen weer normale burgers werden. We zullen daarom een
juiste combinatie van repressie en preventie in deze stad moeten hebben. We hebben
geen no go-areas in Amsterdam. Het leger hoeft niet uit Uruzgan terug te komen. Er moet
echter wel een aantal dingen gebeuren, daar heeft zowel de burgemeester als de heer
Asscher op gewezen. Het ambulancepersoneel in Amsterdam moet gewoon veilig zijn
werk kunnen doen. Afgelopen zaterdag was de seniorendag. lemand sprak de VVD aan
omdat hij als collectant van zijn geld was beroofd. We kennen allemaal het voorbeeld van
de 100-jarige mevrouw in Buitenveldert. lemand moet veilig op het Rembrandtsplein en
het Leidseplein kunnen stappen. Daartoe zal een aantal dingen moeten gebeuren. Helaas
gaat de gemeenteraad daar niet altijd over. Het invoeren van snelrecht, strafverzwaring
voor mensen die overheidspersoneel in de breedste zin van het woord aanvallen, daar
gaan wij niet over. Onze vrienden in Den Haag gaan daarover. Het zijn wel zaken
waaraan wij nadrukkelijk iets moeten doen. lets anders waar wij continu tegenaan lopen,
is de leegloop bij de politie naar korpsen elders. Dat kwam ook tijdens de politie-iftar heel
nadrukkelijk aan de orde. Ik was daar, mevrouw Sargentini, u bent er verbaasd over.
(Mevrouw SARGENTINI: Er was alleen maar kip en Fanta en beide lust ik
niet.)
Ik kwam er voor de gesprekken en niet voor het eten. De leegloop van de politie
kwam er heel nadrukkelijk aan de orde. De leegloop van de politie in Amsterdam naar
korpsen als Gooi en Vechtstreek. Ik vind nog steeds dat wij, Amsterdamse politici, en u,
Amsterdamse bestuurders, in Den Haag moeten blijven pleiten voor de
grotestedentoeslag. Overigens niet alleen voor de politie, maar bijvoorbeeld ook voor de
zorg en het onderwijs. Als dat niet lukt, dan moeten we bekijken in hoeverre de
Amsterdamse samenleving hierin het voortouw kan nemen.
Weerbaarheid op financieel gebied, weerbaarheid op economisch gebied,
weerbaarheid op het gebied van de veiligheid. En last but not least: jeugd. Jeugd en
educatie. Ook op dat gebied is weerbaarheid uitermate belangrijk. De Amsterdamse
canon? Ik hoef het eigenlijk niet te zeggen. Kees de Jongen, 1890. Theo Thijssen. Op
27 september 2008, alweer een paar weken geleden, onthulde de burgemeester een
gedenksteen voor deze leraar, onderwijshervormer, schrijver. Onderwijs en jeugdzorg zijn
in Amsterdam uitermate belangrijk. Dat is vastgelegd in de motie-Asscher/Van der Burg
25
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
die de titel Kinderen Eerst kreeg. Wij steunen het college daarbij volledig. Dat waren nog
eens tijden. Zullen we weer naar die periode teruggaan? Op het gebied van de jeugdzorg
vindt u niet alleen de VVD in Amsterdam aan uw zijde. U hebt ongetwijfeld ook naar de
Algemene Beschouwingen in Den Haag geluisterd. U vindt ook de landelijke VVD heel
nadrukkelijk aan uw en onze kant. Mark Rutte heeft er nadrukkelijk voor gepleit om de
verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in zijn geheel bij de steden neer te leggen en
daarmee u alle middelen te geven die u nodig hebt. Tripple P noemt u zelf in uw voorstel.
Dat is uitermate goed en belangrijk. We zijn er samen op werkbezoek geweest en hebben
gezien hoe het werkt. Het is uitermate belangrijk om juist ouders die aan de onderkant
van de samenleving moeilijkheden ondervinden te ondersteunen. U krijgt daarbij
nadrukkelijk onze steun. Ik zei het al, ook hier moeten we naar de financiering kijken.
We gaan u overigens ook heel kritisch volgen. Investeringen in Kinderen Eerst, en
met name de resultaten ervan, zijn voor ons uitermate belangrijk. Weerbaarheid,
weerbaarheid en nog eens weerbaarheid. Wij vinden dat dit gekoppeld moet worden met
investeren. De VVD zal, zowel tijdens de verschillende begrotingsbehandelingen als
wanneer we in de toekomst praten over de inzet van personele of financiële middelen,
steeds nadrukkelijk bekijken of er sprake is van investeren in een sterker Amsterdam.
Stop daarbij met zaken die contraproductief kunnen werken. Het college en — helaas — de
meerderheid van de gemeenteraad wil tolpoorten rondom Amsterdam, vooruitlopend op
landelijke tolpoorten. Beter ten hele gedwaald dan ten halve gekeerd, of hoe was het ook
alweer? Andersom natuurlijk. Het werkt niet. De milieuzone waar u nog steeds
voorstander van bent, is slecht voor de economie en de werkgelegenheid en levert geen
substantiële bijdrage aan het verbeteren van het milieu. Daarbij vinden we elkaar
natuurlijk wel. Misschien heeft het college zich bij de discussie over de tolkpoorten laten
leiden door het eerste document dat er over Amsterdam bestaat, namelijk het tolprivilege
dat bij De Bazel ligt, canonnummer 2. Wie weet echter waarover het tolprivilege echt
ging? Het tolprivilege zorgde ervoor dat Amsterdammers juist geen tol hoefden te betalen.
Dat stond in dat document. Misschien heeft Carolien Gehrels, om dat foutje eruit te halen,
daarom voorgesteld om het tolprivilege uit de Amsterdamse canon te verwijderen zodat
wij niet door zouden hebben wat het werkelijk betekende.
(Mevrouw SARGENTINI: Ik hoor de heer Van der Burg zeggen dat de
milieuzone voor vrachtauto's en tolpoortjes langs de snelweg niet
bijdragen aan een gezondere lucht in Amsterdam en de economie
schaden. Waarop baseert u dat dit niet werkt? Leg dat eens uit.)
Ik ben bereid ‘niet werken’ op één punt te nuanceren. Milieudefensie heeft laten
weten dat, als we alle plannen uit het voorstel van het college doorvoeren, dit tussen 1%
en 2% zou bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Amsterdam. Ik heb
daarover nog een leuke, een uur durende discussie bij Radio Noord-Holland gehad. Ik
heb toen gezegd dat ik me niet druk maak over het feit of het 1% is of 2%. Misschien is
het maar 0,5%. Laten we aannemen dat het zo’n soort percentage is. Ik vind de prijs die
ervoor betaald wordt door de Amsterdammer, de prijs die ervoor betaald wordt door de
economie en de prijs die ervoor betaald wordt door het bedrijfsleven te hoog. Dus ja, het
heeft effect, maar het heeft een zodanig miniem effect dat ik het die prijs niet waard vind.
Ik wil afronden. We moeten ons de komende tijd focussen op die zaken die er
werkelijk toe doen. Sommige dingen zullen we daarbij achterwege moeten laten. De
gemeenteraad zal samen met het college boven zichzelf uit moeten stijgen en bestuurlijk
de handen ineen moeten slaan. De VVD is daartoe bereid. Juist als het niet goed gaat,
moet je soms politieke verschillen aan de kant zetten. Neem bijvoorbeeld de
woningbouwproductie. We mogen toch niet laten gebeuren dat er geen 20.000 woningen
26
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
worden gebouwd? Dan moeten de VVD en GroenLinks, om maar twee uitersten te
noemen, de handen ineenslaan en los van al onze dogma's, los van al onze taboes
bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze 20.000 woningen wel gebouwd worden.
De VVD is in ieder geval bereid om die stap te zetten en reikt daartoe de hand.
Mijn verhaal was misschien een beetje zwaar, maar ben ik somber? Nee, ik ben
absoluut niet somber, mijnheer de burgemeester, dames en heren. Liberalen zijn immers
vooruitgangsoptimisten. Ik houd van Amsterdam, ik geloof in Amsterdam. En, om af te
sluiten met de Amsterdamse canon, er was nog een Amsterdammer voor wie dat gold:
Henri Polak. Tijdens het dieptepunt van de economische crisis in de jaren dertig — en
gelooft u mij, waar wij nu voor staan is niet te vergelijken met die periode — zei hij: “In
schoonheid en welvaart zal onze goede stad leven in lengte van dagen.”
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Sargentini.
Mevrouw SARGENTINI: In de Europese nacht gebeuren spannende dingen.
Elders. Je gaat naar bed met de overtuiging dat de Amerikaanse senaat de banken gaat
redden en je wordt wakker met het nieuws dat de Nederlandse Staat eigenaar is
geworden van Fortis. Ik dacht toen als rechtgeaarde kleindochter van een kruidenier: ik zit
niet bij Fortis, dus mij kan niets gebeuren. Dat dacht ik voordat Fortis overgenomen werd.
Drie dagen later lag er een brief van Fortis in de bus waarin men mij als Fortisklant
bedankten wordt voor het in hen gestelde vertrouwen. Blijkt er tóch een
pensioenvoorziener gefuseerd te zijn met Fortis. Ik schrok me rot
Amsterdam is gevoelig voor wereldwijde economische schommelingen. Wij zijn
onderdeel van een complexe wereldeconomie. En complexe problemen kennen geen
simpele oplossingen. We zagen de laatste jaren het aantal Amsterdammers in de bijstand
flink afnemen, maar in 2008 is die afname al lager dan geraamd en lager dan gehoopt. In
2009 kan het nog wel eens flink gaan tegenvallen. De kredietcrisis zal de tweedeling in de
samenleving verscherpen. En niet alleen de kredietcrisis, ook de klimaatcrisis draagt bij
aan een grotere kloof tussen arm en rijk.
‘Drill baby drill’, is het motto van gouverneur Palin. Zij wil oliedrillen in Alaska én
iets doen aan het klimaat. Ze wil vooral dat andere landen, die lang niet zoveel doen aan
het klimaatprobleem en lang niet zoveel belang hechten aan het milieu als de VS, nu
eindelijk eens hun verantwoordelijkheid nemen. Ik vind dat exemplarisch voor de
collectieve ontkenning van het klimaatprobleem. Klimaat is geen luxe, het is net zo ernstig
als de groeiende tweedeling in de samenleving. Erger nog, het versterkt de tweedeling.
Brandstof wordt schaarser, de energieprijzen stijgen. Amsterdammers merken dat in hun
portemonnee en juist de mensen met weinig geld merken er het meeste van. Ook omdat
zij vaak in slechter onderhouden woningen wonen, die kieren en tochten, waardoor ze
meer moeten stoken.
Op de Ooster Ringdijk staat een bord van het waterschap. Daarop staat dat het
verboden is om in het dijklichaam te graven. Telkens als ik er langs kom herinnert dat
bord mij er aan dat die dijk daar ligt met een functie. Hij beschermt Amsterdammers tegen
hoog water. De Deltacommissie — de burgemeester verwees er ook al naar —
concludeerde dat onze dijken flink verhoogd moeten worden, anders houden we het hier
niet droog. We kunnen hier in Nederland de dijken ophogen en er dan achter gaan zitten
27
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
wachten en kijken wat er gebeurt. We moeten tijdens het wachten ook iets doen.
GroenLinks zit niet voor niets in het college, want in Bangladesh redden ze het met die
dijken niet. Ook dat zei de burgemeester al. Toen dacht ik: en Tuvalu ook niet en zo zijn
er nog wel meer eilandstaatjes. Ik voorspel naast politieke en economische vluchtelingen
in de toekomst ook klimaatvluchtelingen. Mensen die van hun ondergelopen land zijn
verdreven of mensen die te maken hebben gekregen met grote droogte en daarmee
gepaard gaande hongersnood. Het klimaat is een risicofactor voor onze economie
geworden en raakt daarbij de wereldburger, die zijn hoofd maar net boven water kan
houden. Dijken ophogen moet, maar het is een simpele oplossing voor een veel
complexer probleem.
Er tekent zich in deze gemeenteraad, en daarbuiten bij het MKB en de Kamer van
Koophandel, een breed draagvlak af voor de klimaatplannen van dit college. Het college
met zijn vier à vijf wethouders van de Partij van de Arbeid. Zelfs bij de VVD steunen ze het
klimaatplan. Zij varen Ruttes nieuwe groenrechtse koers. Ik dacht: beter goed gejat dan
slecht verzonnen. Daar waar anderen twijfelen over nut en noodzaak van duurzaamheid
in de nieuwbouw, krijgt het college op dit punt de volle steun van de VVD. Daar waar
anderen zwijgen over het ambitieuze Klimaatprogramma van het college is de VVD
genereus met haar complimenten. Dat maakt ons schatplichtig, mijnheer Flos. Het moet
maar eens gezegd worden. Complimenten van GroenLinks aan uw adres. Als u niet
oppast, prijzen wij u bij de volgende algemene beschouwingen het graf in.
Mijnheer Van der Burg, ik ben u nog een antwoord verschuldigd. Inderdaad, over
de gehele stad genomen, neemt de hoeveelheid fijnstof maar beperkt af als we de
plannen uit Voorrang voor een Gezonde Stad uitvoeren. Het gaat echter juist om de grote,
doorgaande straten. Voor wie in de Wibautstraat of in de Jan van Galenstraat woont,
maakt het verschrikkelijk veel uit. Ook daar wonen Amsterdamse burgers.
Waar Rotterdam de oplossing zoekt in het opslaan van CO» in de grond — dat is
symptoombestrijding — kan Amsterdam als innovatiehub een andere weg inslaan. Dat
Amsterdam en Rotterdam zich allebei gemeld hebben als kanshebber voor de European
Green Capital Award kan de competitie extra aanwakkeren. Amsterdam moet zelf meer
duurzame energie gaan opwekken. Dat kan door daken te gaan beleggen met
zonnepanelen en door windparken aan te leggen. Daarmee denk ik dat we de strijd met
Rotterdam wel zullen winnen. Dat kost echter geld en daar kan de lokale overheid bij
helpen, als een soort launching customer, een consument die de markt aanjaagt. We
denken dan niet aan een of twee zonnepaneeltjes op het dak van een doorzonwoning,
maar aan een flinke, grootschalige uitrol. Een woningbouwvereniging en diverse bedrijven
in de haven hebben al laten weten dat hun daken daarvoor beschikbaar zijn. Er zijn
miljoenen vierkante meters daken in Amsterdam geschikt voor zonnepanelen. Dus in
Rotterdam is het business as usual, Amsterdam is een energy innovation hub. Ik dacht, ik
vertaal het meteen maar even in aantrekkelijke verkooptaal. De Amsterdamse energy
innovation hub reikt verder. Eind september 2008 reikte wethouder Asscher de PICNIC
Green Challenge Award uit. De slogan van die prijs is ‘climate change is a challenge,
there is no more time to waste’. Dat is vrij naar een T-shirt van Greenpeace dat ik eind
jaren tachtig al droeg: No Time to Waste. Wat zagen wij van links het in de jaren tachtig
toch verkeerd. Ik schrik er nog van. Het is 2008 en ik ben het eens met de PICNIC Green
Challenge Award. De slogan is echter gejat. Die is al twintig jaar oud. We hebben nu
inderdaad geen tijd meer te verliezen.
Terug naar de tweedeling in de maatschappij die we op veel terreinen zien
ontstaan. Volgens het kabinet zal de koopkracht van de hardwerkende Nederlander er in
2009 op vooruitgaan, maar aan de koopkracht van de minima heeft het niets gedaan. Of
28
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
de koopkracht van de hardwerkende Nederlander er met de kredietcrisis op vooruitgaat,
durf ik niet meer met zekerheid te zeggen. Als de lonen stijgen, stijgen de bijstand en de
AOW niet mee. Dat is al een tijdje zo.
Toen Wouter Bos met zijn geitenleren koffertje stond te schutteren, lanceerde
wethouder Freek Ossel een denktank van gerenommeerde Amsterdammers om het
armoedebeleid onder de loep te nemen. Hun opdracht is nieuwe manieren te verzinnen
om mensen te activeren en nieuwe trucs te bedenken opdat Amsterdammers ook de
fondsen aanvragen waar ze recht op hebben. Dat is een goede zaak. Of betekent het
eigenlijk dat het Amsterdamse armoedebeleid mislukt is? Dat is de draai die het CDA er
aan probeert te geven. Zoveel miljoenen — 67 miljoen euro — worden weggegeven aan
computers voor kinderen en aan bijzondere bijstand en nog steeds zijn er arme
Amsterdammers. Er is blijkbaar geen simpele oplossing.
Als je broer elke maand net te weinig geld heeft om rond te komen, dan kun je
hem aan het einde van de maand te eten vragen en bij het weggaan, kun je hem een
kliekje meegeven onder het murmelen van: alleen krijg ik het toch niet op. Het is je broer,
maar hij zou meer gebaat zijn met een hoger inkomen. Amsterdam doet eigenlijk precies
hetzelfde voor mensen die aan het eind van hun geld nog een stukje maand over hebben.
We geven subsidie voor sportclubs, knipkaarten voor bijzondere bijstand en
strippenkaarten waarmee iemand naar zijn participatiebaan kan gaan. We doen dat
tegenwoordig bij inkomens tot 110% van het wettelijk minimum. Het is leuk om te zien hoe
de Partij van de Arbeid het gedachtegoed van GroenLinks geïnternaliseerd heeft, want dit
was een GroenLinks-voorstel. De SP stelt voor om tot 115% te gaan. Dat lijkt mij een
fantastisch idee. Ik ben erg benieuwd hoe ze dat gaat betalen, maar laten we het doen.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik meen me te herinneren dat in het
programakkoord staat dat we tot 110% van het minimumloon gaan. Ik
denk altijd dat je zoiets in een goed huwelijk samen doet. Ik ga er nog
steeds van uit, mevrouw Sargentini.)
Dat is zeker waar. In een goed huwelijk is het ook ere wie ere toekomt.
Armoede is vaak blijvend. De laatste Armoedemonitor laat dat nog weer eens
zien. 76% van de Amsterdammers die van een minimum moet rondkomen, moet dat meer
dan drie jaar lang en het aantal werkende armen neemt steeds verder toe. Het is geen
kwestie van slechts één jaar de broekriem aanhalen. Voor veel mensen betekent het
langdurige armoede. Het zou een stuk eenvoudiger zijn als het minimumloon omhoog
gaat. De bijstand volgt dat natuurlijk. Broertjes hebben immers niet genoeg aan een
eenvoudige, doch voedzame maaltijd in een tupperwarebakje. Ik weet het, met een hoger
minimumloon komt er niet meteen een einde aan de armoede in Amsterdam. Mensen zijn
om allerlei redenen arm. Ze hebben een laag inkomen, ze hebben een hoog
uitgavenpatroon, ze zijn een beetje in de war, ze zijn weinig zelfredzaam. Misschien zijn
ze illegaal in Nederland, functioneel analfabeet, en een combinatie van die zaken komt
ook vaak voor.
De tweedeling wordt ook zichtbaar in het leefpatroon. Kinderen uit arme gezinnen
kampen eerder met overgewicht. Rijke kinderen eten gezonder en ze sporten vaker. Het
gaat over meer dan geld alleen, het gaat over gezonde keuzes maken. Het Amsterdamse
armoedebeleid is dus ook nodig om te sporten en lekker te kunnen leven. Complexe
oorzaken kennen geen simpele oplossingen.
Bouwe Olij waarschuwde ons op te passen voor de hype. Zijn adagium was: tot
tien tellen, nadenken, een nachtje erover slapen, de feiten checken en terug naar de bron.
Sinds Gouda kunnen we vaststellen dat niet alleen wij zijn woorden ter harte kunnen
nemen, maar dat ze dat in de Tweede Kamer ook zouden moeten doen. Op zulke
29
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
momenten zijn we niet trots op Nederland, maar wel trots op onze burgemeester. Ja, er
zijn Marokkaanse jongens die zich misdragen en we zitten met onze handen in het haar
over het waarom daarvan. Sommige linkse politici zoeken het ‘waarom’ in de
Marokkaanse cultuur. Het is een overlevingsmentaliteit uit de Marokkaanse berggebieden.
(De heer LIMMEN: Kunt u misschien iets meer man en paard noemen?
Waar ergert u zich zo aan? Wie, wat, wanneer en hoe? Dat maakt het iets
concreter.)
Ja hoor. Ik gebruikte net een citaat van de heer Marcouch. Met cultureel duiden,
versimpelen we het probleem en komen oplossingen niet in zicht. Uitsluiting, gebrek aan
perspectief en straatcultuur vormen een ingewikkelde mix van oorzaken. De exclusieve
focus op cultuur als oorzaak werkt uitsluiting in de hand. Het emanciperen van mensen
lukt alleen als we langdurig willen investeren in onderwijs, werk, zorg en inburgering.
(De heer LIMMEN: Kunt u zeggen wat u precies bedoelt? Kan ik het kort
zo samenvatten dat de heer Marcouch volgens u de problemen met
Marokkaanse jongeren exclusief aan de cultuur wijt? Is dat uw verwijt?)
Het zal niet exclusief zijn, maar hij legt er wel een gigantische nadruk op. Dat
wordt overgenomen en dat zag u in het debat in de Tweede Kamer en in de kranten. Wij
verliezen het zicht op datgene waar het echt over gaat. 46% van de Marokkaanse
jongeren in Amsterdam groeit op in armoede, 37% van de Marokkaanse huishoudens in
deze stad leeft in armoede. Dat zijn cijfers die bij dit debat horen, maar niet genoemd
worden.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Mijnheer Limmen, in dit debat is het
belangrijk om erbij te zeggen dat…)
Is dit een vraag aan mij, mevrouw Van der Garde?
(Mevrouw VAN DER GARDE: Het is een interruptie. Dat mag.)
Op mij.
(De heer MANUEL: Denkt u dat dit echt een goed huwelijk is?)
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook enigszins
begin te twijfelen. De heer Marcouch zal ongetwijfeld zoiets gezegd
hebben. Dat geloof ik direct. Het belangrijkste is echter dat hij juist
mensen op hun eigen verantwoordelijkheid aanspreekt. Mevrouw
Sargentini zegt nu dat dit hét excuus is voor het betreffende gedrag. Dat
kan de heer Marcouch nooit als enige gezegd hebben.)
De heer Marcouch bij Knevel en Van den Brink: “Het is mentaliteit. Het is deels
cultureel.” Ik geef het toe, het is deels cultureel. “Met bedreigingen kun je assistentie
afdwingen. In Marokko worden brandweer en ambulance lastiggevallen. Mentaliteit die je
meekrijgt.” In de Volkskrant van 13 september 2008: “Bij de oplossing is de cultuur wel
degelijk relevant. Het gedrag van kwelgeesten heeft Marokkaanse wortels. Hier botst een
overlevingsmentaliteit uit de Marokkaanse berggebieden op een cultuur van
hulpvaardigheid uit de lage landen. Een gedrag, gedreven door angst, achterdocht,
slachtofferschap en gekrenkte trots botst op de mores van dienen en zorgen volgens
keurige protocollen.” Het is waar, de heer Marcouch draagt ook andere argumenten aan.
Zijn nadruk op de cultuur stoort de fractie van GroenLinks enorm.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik wil nogmaals voor alle duidelijkheid
zeggen dat de heer Marcouch wel aangeeft wat de oorzaak kan zijn, maar
hij praat het gedrag daarmee niet goed. Juist de heer Marcouch wijst erop
dat een dergelijke mentaliteit veranderd moet worden en hij doet daarvoor
heel concrete voorstellen.)
30
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Er is geen overeenstemming over de oorzaak, namelijk of het cultureel bepaald is
of een mix van groepsdynamiek, achterstelling, uitsluiting, armoede en werkloosheid. Er
zijn heel mooie onderzoeken op dat gebied geweest. Ik noem Jan-Derk de Jong, Kapot
moeilijk. Als er geen overeenstemming over de oorzaak is, kun je niet fatsoenlijk naar
oplossingen zoeken. Dat probeer ik aan te tonen. Zijn nadruk op de cultuur leidt ertoe dat
we onvoldoende aandacht voor de oplossingen hebben.
(Mevrouw VAN DER GARDE: De heer Marcouch zegt het heel duidelijk.
Ik lijk hem te verdedigen, maar ik wil eigenlijk mijn eigen mening naar
voren brengen. Het gaat heel duidelijk om een combinatie van factoren
waarbij de achtergrond van mensen niet kan worden ontkend. Het is mooi
dat u het woord ‘deels’ in het citaat nog eens noemde, want die
achtergrond is een deel van de oplossing. Als u weet hoe iets ontstaat, is
dat heel belangrijk voor de oplossing. En de heer Marcouch doet daarvoor
heel concrete voorstellen.)
We kunnen mensen met zware straffen dreigen als ze een ambulancebroeder
aanvallen. Ik heb daar overigens geen moeite mee, want als iemand een hulpverlener
lastigvalt, dan mag hij daarvoor zwaarder bestraft worden. Ik denk echter niet dat dit leidt
tot minder agressie.
(De heer LIMMEN: Mevrouw Sargentini zegt nogal wat. Zij zegt hier dat
de heer Marcouch de oplossing voor de ernstige problemen waarmee hij
in zijn stadsdeel wordt geconfronteerd in de weg staat. Dat is nogal wat.
Dit is een groot probleem en ik vraag mij af wat u gaat doen, mevrouw
Sargentini. U zegt dit als fractievoorzitter van GroenLinks. Wat doet u om
het obstakel dat u ziet en dat gecreëerd wordt door de heer Marcouch van
de Partij van de Arbeid weg te nemen? Als u A zegt, moet u ook B
zeggen.)
Volgens mij doen we dat, ook in deze raad en in dit college. Wij investeren in
onderwijs en werkgelegenheid. Dat kan nog veel meer gebeuren, maar ik zit de heer
Marcouch die netjes is verkozen als deelraadvoorzitter in de weg.
(De heer LIMMEN: Nee, nee, dat kan niet. Dat is verstoppertje spelen. U
kunt niet zeggen dat de heer Marcouch, die zo’n belangrijke rol speelt bij
het oplossen van integratievraagstukken in Amsterdam, het helemaal
verkeerd heeft. Dat zegt u namelijk. Als wij vervolgens vragen wat u eraan
gaat doen, dan zegt u: sorry, daar ga ik niet over.)
Dat zei ik niet.
(De heer LIMMEN: Jawel, dat zegt u wel. Ik vraag u om hier, in deze
raad, daar een conclusie aan te verbinden.)
Volgens mij heeft GroenLinks er nog nooit een geheim van gemaakt dat wij het
niet eens zijn met de manier waarop hij te werk gaat. Hij vindt dat welzijnswerkers die zich
in het stadsdeel met de jeugd bemoeien apart in de islam geschoold moeten worden
opdat zij met de koran in hun hand kunnen uitleggen waarom die jongens fout zitten. Nee,
die jongens zitten fout omdat ze op straat overlast veroorzaken. Dat hoort niet in deze
maatschappij. Ik maak geen enkel geheim van mijn opvatting. Ik denk dat de oplossing te
vinden is in hogere inkomens, betere scholing en maatregelen om de werkloosheid te
bestrijden. En we moeten ervoor zorgen dat we ons in de media niet uitlaten op een
manier die tot gevolg heeft dat mensen die in de problemen zitten nog verder in de
verdrukking raken. Dat is wat er gebeurt als je begint over een bergmentaliteit.
(De heer VAN DER BURG: U zei dat GroenLinks er niets aan kan doen
omdat de heer Marcouch netjes was gekozen. Als hij
31
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
volksvertegenwoordiger was geweest, dan had u gelijk gehad. De heer
Marcouch zit echter in het zadel dankzij een coalitie met welke partij? Met
GroenLinks. Dus GroenLinks kan wel degelijk iets doen aan het
voorzitterschap van de heer Marcouch. Ik zou zeggen: dien een motie van
wantrouwen tegen hem in, dan regel ik dat de VVD die steunt, al was het
alleen maar om te kijken wat er dan gebeurt.)
Tien jaar na de rellen op het August Allebéplein moeten we concluderen dat we
niet in staat zijn de jeugdproblematiek structureel aan te pakken. We suggereren een
sluitende aanpak te hebben en we suggereren voldoende aanbod aan hulp en
vrijetijdsbesteding te hebben, maar we kunnen die suggestie niet waarmaken. Dat is de
conclusie uit Systeem in Beeld. Ja, ik snap heel goed dat zoiets tijd kost. En nee, ik snap
ook heel goed dat er geen simpele oplossingen zijn. Maar dames en heren, na tien jaar
lukt het ons niet.
En dan de inburgering: die is een puinhoop in Amsterdam. Laten we dat met zijn
allen vaststellen. Het bleek een onuitvoerbare wet te zijn, die de bureaucratie centraal
stelde in plaats van de inburgeraar. Maar, wethouder Asscher, bent u het met mij eens dat
— afgezien van de verschrikkelijke wet van Verdonk — we het in Amsterdam gewoon niet
goed geregeld hebben? Dat we er een puinhoop van gemaakt hebben en dat we dat aan
onszelf te danken hebben? Wanneer kunnen we ervan op aan dat het weer goed
geregeld wordt?
De tweedeling in de maatschappij wordt ook geïllustreerd door de zoektocht naar
nieuwe opvangplekken voor daklozen. Het college is van goede wil, er wordt hard aan
gewerkt, maar als puntje bij paaltje komt, wil niemand die opvang bij hem of haar om de
hoek hebben. GroenLinks wil alle bestuurders, raadsleden van deelraden,
woningbouwcorporaties en buurtactiecomités oproepen om die nimby-mentaliteit te laten
varen en daklozenplekken te creëren.
Achterstand in onderwijs, werkloosheid, discriminatie, gebrek aan
zelfredzaamheid en een verminderde acceptatie in de samenleving van mensen met
afwijkend gedrag werkt de verdere tweedeling in de samenleving in de hand. Voor een
deel van die problemen zijn wel oplossingen, maar niet van de simpele soort.
Er is gelukkig ook goed nieuws: de stad is in, Vinex is uit. Het kabinet heeft in de
toekomstvisie Randstad 2040 de compacte stad met veel hoogbouw en metropolitane
parken omarmd. Waterland is natuurlijk gewoon Waterland en geen Central Park, maar
een plek waar geboerd wordt. Deze visie, Randstad 2040, biedt Amsterdam goede
kansen. We willen graag verdicht bouwen en daarmee de groene gebieden rond de stad
sparen. De keuze voor de stad maakt het mogelijk om op moeilijke en dus dure locaties
toch te gaan bouwen. In zo'n stad wordt het openbaar vervoer voor meer mensen
aantrekkelijker en is er minder asfalt nodig dan in een Vinex-wijk. De Amsterdamse
haven, die wel gaat groeien, maar geen extra ruimte zal opslokken, past precies in dat
plaatje. Een dergelijke milieuvriendelijke groei was in een college met de VVD nooit van
de grond gekomen. Ik kan, mijnheer Flos, natuurlijk niet de hele tijd aardig blijven. Dat is
tegen mijn natuur.
Naast de kredietcrisis en de klimaatcrisis kwam er ook goed nieuws uit de VS. De
New York Times bestempelde Amsterdam tot ‘coolest town of the world’, Lodewijk
Asscher zei het al. Nieuwe musea en theaters, mode, design en architectuur. Durf,
doorzettingsvermogen en creativiteit is in overmaat aanwezig en maakt van Amsterdam
de Topstad die we zo graag willen zijn, aldus de Times. De Times voorspelde zelfs een
nieuwe Renaissance. Maar die Renaissance komt natuurlijk niet gratis. Door vorige
colleges is vooral op cultuur bezuinigd, maar deze coalitie doorbreekt dat patroon. De
32
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
cultuurbegroting wordt in twee jaar tijd met 7 miljoen euro structureel verhoogd, mede
dankzij de motie-Mulder/Van der Meer. GroenLinks heeft zich hier de afgelopen jaren
sterk voor gemaakt en is blij dat de investeringen nu ook daadwerkelijk worden doorgezet.
Maak je maar geen zorgen over die top 5, want met Voorrang voor een Gezonde
Stad zitten we op goud. Over een paar jaar is Amsterdams ‘unique selling point’ dat je hier
niet met een mondkapje over straat hoeft en in Londen, Parijs en Barcelona wel. Elk
bedrijf wil zijn medewerkers zulke leefomstandigheden bieden. Schone lucht in een
metropool. Waar vind je dat nog?
De stad is ook de plek voor economisch succesvolle allochtonen. Een kwart van
de in Nederland geboren Turkse en Marokkaanse jongeren is inmiddels hoogopgeleid. De
VU, voorheen toch een gereformeerd bolwerk dat zich ver buiten de stad in de polder van
Buitenveldert terugtrok, ziet voor zichzelf een nieuwe plek op de Zuidas en is enorm in
trek bij die studenten. De universiteit laat zien dat opleiding de sleutel is naar emancipatie
en dat de stad met zijn diverse populatie zich kan vernieuwen. Daarmee zijn we hoopvol
gestemd. Dat wil zeggen, als we ons maar niet verliezen in simpele oplossingen voor
complexe problemen. Politici durven burgers immers niet te vertellen dat de oplossing niet
zomaar voor het oprapen ligt. Dat oorzaak en gevolg nuances kennen. Het cliché luidt dat
er geen simpele oplossingen zijn voor complexe problemen.
Ik geef een paar voorbeelden. Je kunt vóór de Noord/Zuidlijn zijn en er
weloverwogen tegen stemmen omdat het te duur was, maar haar daarna toch met hand
en tand verdedigen. Je kunt tegen vrouwenhandel zijn en er toch voor kiezen om vrouwen
achter de ramen goede werkomstandigheden te geven, mijnheer Asscher. Sterker nog,
ook ik was geraakt door uw opmerking in het debat zonet met mevrouw Ornstein. We
hebben elkaar na het debacle van de opkoop van panden aan het Singel nog een keer
gesproken en elkaar goed in de ogen gekeken. Ik dacht dat we elkaar begrepen en ik
voelde mij persoonlijk geraakt, en mijn fractie ook, door de suggestie dat wij uw tempo te
hoog vonden omdat wij niet willen dat de mensenhandel aangepakt wordt.
(Wethouder ASSCHER: Ik ga er daarbij van uit dat, nadat de heer Van
der Burg mij daartoe de gelegenheid heeft gegeven, uw houding weer is
vervangen door die van huwelijkse trouw van een enthousiaste partner
voor een goede zaak.)
Zeker. Maar ik vind dat ik het aan de VVD verplicht ben om dit te onderstrepen. Zij
hoeft dit boontje niet alleen te doppen. U kunt ook tegen vrouwenhandel zijn, mijnheer
Manuel, en vóór coalitieproject 1012 zijn, omdat het een goed plan is voor de ruimtelijke
ordening van de Wallen, maar weten dat het niets te maken heeft met de verbetering van
de positie van sekswerkers omdat we daar iets anders aan willen doen. Je kunt erkennen
dat Marokkaanse jongens in West over de schreef gaan, maar de oorzaak in een complex
van factoren zoeken. Je kunt bezwaar hebben tegen voedselbanken en toch hun
noodzaak erkennen.
(De heer MANUEL: Voor de volledigheid kan ik zeggen dat D66 nooit
tegen project 1012 heeft gestemd omdat dit project nog niet in kaart is
gebracht. Ik begrijp van wethouder Asscher dat het plan ervoor in
november 2008 komt. Wij hebben wethouder Asscher alleen geen blanco
cheque willen geven om alvast aan de slag te gaan. De rest van de
gemeenteraad heeft dat wel gedaan. Wij hadden daar principieel bezwaar
tegen. Wij zijn echter heel benieuwd naar de plannen van wethouder
Asscher in november 2008. Uit zijn betoog begrijp ik een beetje dat ze
dicht bij de standpunten van D66 liggen.)
33
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Het is leuk dat ik het artikel in Het Parool helemaal verkeerd begrepen heb waarin
u zegt: zie je wel dat we tegen 1012 moeten zijn, want het doet helemaal niets aan de
positie van sekswerkers. Ik heb u helemaal verkeerd begrepen.
(De heer MANUEL: U hebt ons inderdaad verkeerd begrepen.)
Politici moeten vaak tragische keuzes maken. Alles waar mensen onderling
uitkomen, belandt niet op ons bordje. We zijn dus maar al te vaak de chirurg, die in een
split second moet beslissen wie hij wel opereert en wie niet. De vraag is of het maken van
dergelijke tragische keuzes in de huidige mediacratie nog wel gaat. Het zou ons hier in dit
huis sieren — in dit tuchthuis misschien, mijnheer Van der Burg — als we eerlijk zijn over de
dilemma's en de moeizame tocht om oplossingen te vinden.
Ik ga afronden. Het kabinet nationaliseert banken, de VVD is behalve rechts ook
groen, het klimaat staat voorop, al is het nog even wennen, en Obama wordt de volgende
president van de VS. De linkse lente is begonnen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts.
Mevrouw ALBERTS: “Kapitalisme is het meest ongelofelijke geloof dat de meest
doortrapte mensen de meest doortrapte dingen zullen doen voor het vergroten van het
welzijn van alle mensen.” Dat lijkt mij een aardig citaat om mee te beginnen. Het is vrij
vertaald naar John Maynard Keynes. Wie nu nog rotsvast gelooft in de ultieme
zegeningen van het neoliberalisme en zijn vrije markt leeft echt in het stenen tijdperk. Je
kunt het ook zo zeggen: “Het fundamentalistische kapitalisme gaat aan zichzelf ten onder.
Want die lui op Wallstreet voelen zich de koningen van het universum. Die hele
hypotheekcrisis is één grote roofpartij geweest.” Dit is een citaat van Herman Wijffels,
bewindvoerder bij de Wereldbank en grondlegger van het kabinet-Balkenende IV. We
zitten midden in een financiële crisis. Een crisis waarvan we de gevolgen nog lang niet
kunnen overzien en hoewel onze regering in Den Haag er alles aan doet om uit te stralen
dat we ons geen zorgen hoeven te maken, doe ik dat wel.
De wereld heeft duidelijk niet stilgestaan. In deze wereld is Amsterdam overigens
geen eiland. Het kan niet anders of de enorme prijsstijging van de olie, die ervoor zorgt
dat het leven almaar duurder wordt, en vooral de kredietcrisis, zullen effecten hebben op
onze stad. De SP had dan ook graag gezien hoe het college daarop anticipeert. Regeren
is tenslotte vooruitzien. Wij vragen van het college geen uiteenzetting over de manier
waarop het beide crisissen wil keren, maar één alinea in een heel begrotingsboek vinden
wij te mager. Zeker als in de rest van dat boek nergens blijkt dat dit college wél rekening
houdt met de recente veranderingen. Het is duidelijk, ik zal niet al te streng zijn, de
begroting lag al bij de drukker toen de crisis in al zijn omvang losbarstte. Daarom vraag ik
aan het college om zo snel mogelijk een visie aan de raad voor te leggen waarin de
huidige ontwikkelingen vertaald worden naar de Amsterdamse situatie. Die hoeft niet een
vastomlijnd parcours te bevatten, maar wij zien graag een verhaal waarin richting wordt
aangegeven.
In een dergelijk stuk zou bijvoorbeeld kunnen staan wat het college verwacht van
de corporaties. Gaan die nu tegen het economische tij in wél investeren als
maatschappelijk verantwoorde ondernemingen, dat wil zeggen gewoon bouwen? Of
accepteert het college dat de corporaties de marktontwikkelingen afwachten totdat er
betere tijden komen? Als er niet gebouwd gaat worden, gaat u dan stoppen met die
grootschalige sloopprogramma's? Gaat u zich daar daadwerkelijk mee bemoeien of legt u
zich neer bij het feit dat de verantwoordelijkheid daarvoor ooit is afgekocht? Heeft het
college al gesproken over het in het leven roepen van een eigen woningbedrijf, zoals de
34
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
SP al langere tijd voorstelt? Ook zou in zo'n visie kunnen staan hoe het college aankijkt
tegen een mogelijk veranderend investeringsklimaat en of het college rekening houdt met
mogelijke effecten daarvan op de werkgelegenheid. Anders gezegd: gaan we door op
dezelfde weg of maken we van de gelegenheid gebruik om fundamentele veranderingen
in te zetten? Dat soort zaken zou in een dergelijk visiestuk kunnen staan.
Ik wil u even terug in de tijd meenemen. In het Montessori College Oost sprak het
kersverse college destijds bevlogen over het terugdringen van de armoede en de
tweedeling. Woorden die ook ons uit het hart gegrepen waren en nog steeds zijn. We zijn
nu halverwege de rit en wat blijkt? Het college is er nog steeds niet in geslaagd dat doel,
het terugdringen van de armoede en de tweedeling, daadwerkelijk te realiseren. Bij
monde van wethouder Asscher, heeft het college al moeten toegeven dat de tweedeling
zelfs is gegroeid. Cijfers van de Dienst Onderzoek en Statistiek onderbouwen dat ook.
De meeste aandacht in mijn verhaal vraag ik dan ook voor de toename van de
tweedeling. Aandacht voor die 73.765 Amsterdamse huishoudens die moeten zien rond te
komen van een minimuminkomen of zelfs van minder. Hun aantal is gegroeid. Een diep-
en dieptreurige constatering. Ik hoop dat u dat met mij eens bent. De afgelopen weken
krijgen de mensen om wie het gaat een gezicht in de serie in Het Parool. Bijvoorbeeld de
groep werkende armen. De heer Mustafa Alkaya. Hij heeft twee banen en kan nóg niet
rondkomen met zijn gezin. Of mevrouw Natascha Mulder die maar niet van een schuld
kon afkomen. Allemaal verhalen die niet alleen al langer bekend zijn, maar ook verhalen
die laten zien dat we alle zeilen bij moeten zetten. Tijdens de behandeling van de
voorjaarsnota 2008 heeft de SP een motie ingediend waarin gesteld werd dat Amsterdam
er in de komende begroting alles aan moet doen om de tweedeling in de stad te
voorkomen. Deze motie is unaniem door de raad aangenomen. De SP voelt zich dan ook
verantwoordelijk voor de voortgang hiervan. Wij moeten constateren dat die voortgang
nog niet zichtbaar is. College, u had beloofd om de minima te compenseren voor de
gestegen energiekosten. Waarom houdt u zich daar niet aan? Een tientje per maand is
een hoop geld hoor. College, waarom laat u geld op de plank liggen, terwijl u weet dat de
id-banen zullen verdwijnen? Waarom gebruikt u dat geld niet om die banen om te zetten
in reguliere banen? Vanmorgen zijn de eerste 72 id'ers collectief ontslagen en er zullen er
nog veel volgen. Dat is niet alleen een ramp voor deze mensen zelf. U hebt zelf gezegd
dat het een enkele reis is naar een re-integratietraject. Het is echter ook een ramp voor de
buurthuizen. De stadsdelen zullen ermee te maken krijgen. Buurthuizen zullen minder
lang open kunnen zijn en wat gebeurt er met de kinderboerderijen? Noemt u het hele rijtje
maar op. De buurttheaters die allemaal afhankelijk waren van id-banen. Waar is de actie?
Omdat tweedeling onacceptabel is, komen wij met een plan om de tweedeling in
Amsterdam te lijf te gaan. En ja, we weten dat de belangrijkste maatregelen door het Rijk
genomen worden. Voor dit college betekent dat dus de opdracht om ze daar in Den Haag
te laten zien wat de uitwerking van dat Haagse beleid is en wat er anders moet. Stuurt u
de krantenartikelen maar op, ga er achteraan en zeg het tegen hen. Dat vereist
volharding, want een zekere vorm van doofheid is Den Haag niet vreemd. Laat ze daar
maar zien dat de uitkeringen omhoog moeten. Niemand, zelfs Ahmed Aboutaleb niet, kan
nog volhouden dat iemand van een uitkering kan rondkomen, zelfs niet met een
budgetadviseur. Ondertussen moeten we ook hier aan de slag. Want ook als het Rijk het
laat liggen, hebben wij nog steeds de plicht om dingen zelf aan te pakken
Plannen zijn gemaakt, initiatieven gestart en subsidies verstrekt. En het resultaat?
De tweedeling is toegenomen. De goedbedoelde inspanning blijkt uiteindelijk niet effectief
te zijn. Te weinig overzicht en te weinig samenwerking zorgden ervoor dat het gewenste
resultaat niet behaald kon worden. Wij denken dat er voor hetzelfde geld veel betere
35
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
resultaten behaald kunnen worden. In ons plan voor de aanpak van de tweedeling,
ledereen voor een beter Amsterdam, kunt u lezen dat het haalbaar en betaalbaar is. Áls
de gemeente dan ook nog een bedrag uittrekt voor bijvoorbeeld het verhogen van het
wettelijk sociaal minimum of de aanpak van de schuldhulpverlening, dan investeert
Amsterdam daadwerkelijk in een maatschappij waartoe iederéén kan behoren.
De Bijenkorf heeft het goed bekeken: die zoekt het hogerop. Daar kunt u voor
200.000 dollar een ruimtereis boeken, niks geen gedoe met damwanden. Amsterdam
echter daalt af. Van verzakking tot verzakking graaft hij de Noord/Zuidlijn. De ene
catastrofe na de andere ramp heeft zich de afgelopen tijd voorgedaan. Het college
constateerde bij monde van burgemeester Cohen dat de geloofwaardigheid van het
project voor de Amsterdammers aan het wegebben is. Daarbij ebt ook de
geloofwaardigheid van de politiek weg. Vervolgens liet het college bij monde van zowel
burgemeester Cohen als wethouder Herrema weten dat het er alles aan gaat doen om die
geloofwaardigheid te herstellen. Dat gebeurt nu doordat het college grootscheeps laat
onderzoeken hoe het allemaal beter kan en hoe de risico’s zo klein mogelijk gehouden
kunnen worden. Het heeft de SP verbaasd dat de raad daarbij achterover blijft zitten. Het
voorstel om door de raad te laten onderzoeken waar de risico’s zitten, hoe hoog de kosten
zullen worden, welke scenario’s er mogelijk zijn voor de voortgang van de Noord/Zuidlijn,
werd niet gesteund. De raad laat het allemaal in handen van het college. Ik snap dat niet.
(Wethouder HERREMA: Ik wil u iets vragen. Het voorstel is door uw eigen
fractievertegenwoordiger ingetrokken na een uitvoerig debat met de
verschillende fracties waarbij geconstateerd is dat het niet zinvol was om
dat voorstel door te zetten.)
Ik wil daar graag op antwoorden. Ik denk dat tijdens dat debat niet duidelijk is
geworden wat de rol van de raad bij dit alles is. Ik wil dat ook aan de burgemeester
voorleggen. Wij vonden dat de raad het initiatief moest nemen. De vraag aan de
burgemeester is dan ook of hij een dergelijk raadsonderzoek uitlegt als ondersteuning bij
het herwinnen van het vertrouwen van Amsterdammers in zowel het project als in de
politiek.
(Wethouder HERREMA: Daarmee zegt u iets anders dan uw eigen
vertegenwoordiger. De raad stelt terecht vragen waarop ook antwoord
moet komen en de nodige onderzoeken zijn begonnen. Deze zullen
ongetwijfeld in de raad behandeld worden. Het is niet aan mij om de
conclusies van de raadscommissie te formuleren, maar dat was ook de
conclusie van uw SP-vertegenwoordiger.)
Wij waren van mening dat de strekking van het voorstel dat we gedaan hebben
niet door de raad werd opgepikt in de zin dat we op die manier zowel het vertrouwen in
het project herstellen als het vertrouwen in de politiek. Misschien kan de burgemeester er
antwoord op geven. Wij hadden op een tweede termijn gerekend.
(De VOORZITTER: We zullen dat zo dadelijk oplossen.)
(Mevrouw VAN PINXTEREN: Mevrouw Alberts, ik hoop dat u bij de
terugkoppeling van de discussie in de commissie ook te horen hebt
gekregen wat de argumenten waren. Er waren wel degelijk argumenten
waarom andere partijen niet kozen voor een raadsonderzoek om het
vertrouwen terug te winnen bij de 13% van de bevolking die zegt dat zij er
helemaal geen vertrouwen meer in heeft. Ik weet niet of u dat
meegekregen hebt. De raad kan dit helemaal zelfstandig en goed gaan
onderzoeken. Het gaat een tijdje duren en we zeggen: het is Jammer maar
de rekening voor het feit dat we er langer over doen, leggen we straks ook
36
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
weer bij dezelfde burgers. Denkt u dat u daarmee bij de 13% die er geen
vertrouwen meer in heeft, dat vertrouwen verhoogt? Hebben ze u dat ook
verteld?)
Om te beginnen was er nog een groep die op het punt stond om het vertrouwen te
verliezen. Ik heb begrepen dat het argument was dat de raad niet voldoende kennis
bezat. Dat vind ik een heel slecht argument. De raad heeft al eens eerder een onderzoek
gedaan, onder andere naar de Combino. Ik weer niet hoe het bij u is, maar ook van trams
hadden we niet veel verstand. Ik vond het dus een slecht argument.
(Mevrouw VAN PINXTEREN: Het spijt me, maar dit is een argument dat
niet in de commissie gebruikt is. Het zijn verdachtmakingen die ik
überhaupt niet begrijp. Ik heb het over de argumenten die gebruikt zijn.
Dat er geen kennis aanwezig was, is niet ter sprake geweest. We hebben
gezegd dat we niet zelf de partij willen zijn die nu een extra vertraging
veroorzaakt.)
Ik kan het nog een keer zeggen. U wilt niet die partij zijn. Ik leg de vraag toch nog
een keer aan u voor. Doordat u nu achterover leunt…
(Mevrouw VAN PINXTEREN: Ik weerspreek dat ik achterover leun.)
Dus u laat het hierbij. U laat alles over aan het college. Het punt is afgehandeld,
anders zeg ik het nog een keer. Dat lijkt me niet al te handig.
Naast de Noord/Zuidlijn zijn er nog twee onderwerpen waarvoor het woord
‘zorgenkindje’ een eufemisme is. De gloednieuwe afvalenergiecentrale blijkt in plaats van
energie alleen maar rekeningen te leveren. En dan hebben we ook nog het dok op de
Zuidas. De markt zou hier wel voor te porren zijn. De werkelijkheid bleek anders. Zeker nu
de deconfiture van de financiële markt gaande is, is het tijd voor herbezinning. Het college
beperkt zich sinds 2006, toen het aantrad, tot de uitvoering van het programakkoord,
ongeacht wat er gebeurt. Amsterdam wordt arm door toestanden bij de Noord/Zuidlijn,
maar de investeringen in Topstad blijven doorgaan terwijl de tweedeling groeit. Het is tijd
voor andere keuzes. De SP kiest in ieder geval voor een eerlijker, menselijker en
socialere maatschappij. Dat kán. Dat moet. Dat is ónze olympische ambitie. Wij roepen
het college op om samen met ons die ambitie waar te maken.
(Mevrouw VAN DER GARDE: U noemt Topstad. Bent u niet met de Partij
van de Arbeid van mening dat investeren in Topstad ook investeren in
laagbetaalde arbeid kan betekenen en dat arbeid het belangrijkste midde!
is om mensen uit de armoede te halen?)
Voor zover ik het in het begrotingsboek heb kunnen zien, zijn de doelen van
Topstad behaald. Ik kan het mis hebben, maar dat heb ik gelezen. Waarom zouden we er
extra geld voor uittrekken? Stop dat in de mensen. Investeer in hen. Het is een keuze.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Investeren in het aantrekken van
laagbetaalde arbeid is toch investeren in mensen?)
We hoeven geen laagbetaalde arbeid aan te trekken. We halen het weg uit de
buurthuizen. We kunnen er banen van maken. U zit nu te knikken, maar volgens mij gaat
het daarom. De banen zijn er. Het enige wat we moeten doen, is er een echt salaris aan
vastkoppelen.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Dat is iets heel anders. Dat gaat over i-
banen. Het lijkt me belangrijk om te constateren dat we allebei de
armoede aan willen pakken. Wij doen dat ook door mensen structureel uit
de armoede te halen. Dat doen we door ze een goede baan te geven. Dat
kan via Topstad. Daarom vroeg ik in mijn bijdrage aan het college om te
37
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
onderzoeken of we via Topstad laagbetaalde arbeid kunnen aantrekken
voor de mensen die dat hard nodig hebben.)
Ik heb Topstad genoemd. Daarin wordt extra geïnvesteerd. Er is een heel lijstje
met extra investeringen, citymarketing, het evenementenfonds en noem maar op. Daar
gaat extra geld heen. Ik denk dat het nu om de urgentie gaat. Het is urgent om de
armoede, de tweedeling die groter wordt te keren. Ik hoop dat u het met mij eens bent dat
we dat aan moeten pakken en dan denk ik dat we binnenkort een interessant debat
daarover tegemoet gaan.
De VOORZITTER: Mag ik het college vragen om te reageren op het verzoek van
mevrouw Alberts om een visiedocument op te stellen naar aanleiding van de recente
ontwikkelingen? Dat zou anders in de tweede termijn aan de orde komen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Asscher.
Wethouder ASSCHER: In de eerste zin van de begroting staat dat gebleken is dat
de internationale economie grillig en onvoorspelbaar is. We zijn de afgelopen weken druk
doende geweest om de gevolgen ervan in beeld te brengen. We zullen vanzelfsprekend
ook een stuk voor de raad opstellen waarin we aandacht zullen besteden aan de
gevolgen van de mogelijke recessie en de manier waarop we daarmee om zullen gaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts.
Mevrouw ALBERTS: Ik kijk er met belangstelling naar uit, dat begrijpt u. Ik heb
erom gevraagd en u zegt dat u ermee zult komen. Mooi.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Limmen.
De heer LIMMEN: Toen ik deze algemene beschouwingen voorbereidde, had ik
me voorgenomen om een sober en inhoudelijk verhaal te houden. Ik wil proberen om u de
inhoud mee te geven, maar we hebben nu al zoveel soberheid en serieuze woorden
gehoord dat ik toch wil proberen of ik het op sommige momenten iets kan verluchtigen.
Bovendien beloof ik u dat ik het tamelijk kort zal houden. Misschien vergroot dat uw
enthousiasme. Laat ik een paar dingen zeggen over de kredietcrisis. Ik weet niet of u
gisteren naar de televisie hebt gekeken. Ik zag onze minister van Financiën die het volk
toesprak. Hij zei dat er sprake was van een zorgwekkende situatie en dat hij zijn uiterste
best deed. Het beeld dat hij uitstraalde, dat de autoriteiten goed opletten en hun best
doen om zorgvuldig met geld om te gaan, spreekt mij erg aan. Ik heb in het kader van de
rooms-rode samenwerking tussen het CDA en de Partij van de Arbeid de afgelopen jaren
wel eens mindere momenten gezien. Ik heb nu echter het gevoel dat die goed verloopt.
Waarom zeg ik dit? Niet omdat ik denk dat het allemaal wel goed zal komen. Helemaal
niet. Ik weet dat niet. Ik heb daar op dit moment ook geen opvattingen over. Wel omdat
het een beeld is dat ik ook graag bij het college in Amsterdam zie. Ik vind dat daar
vandaag een goede aftrap voor is gegeven. Wij verwachten van het college dat het waar
mogelijk zoveel mogelijk probeert om negatieve gevolgen te voorkomen. Daar zullen we
het college op afrekenen.
Dit is natuurlijk niet het enige terrein waarop het CDA het college kritisch zal
volgen en ook nu al volgt. Er is al op de uitvoering gewezen. Het college spreekt vaak
gloedvolle woorden over de uitvoering. Met die woorden is niet veel mis. Wie kan er tegen
38
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Kinderen Eerst zijn? Tegelijk bestaat er nog altijd een lappendeken van instanties die zich
met het jeugdbeleid bezighoudt. Datzelfde geldt voor de problemen in de jeugdzorg en het
onderwijs. Het college zegt dat het op sommige terreinen te weinig bevoegdheden heeft,
maar daar hebben kinderen per saldo natuurlijk niets aan. Daarom steunen we de ambitie
van het college om te onderzoeken of het op die terreinen meer kan betekenen. Wat
moeten Amsterdammers echter daarmee? Dit is namelijk niet het enige voorbeeld van
mooie ambities waarbij we zeggen dat het allemaal anders moet. De tweedeling groeit
nog steeds, de metro verzakt, de afvalenergiecentrale. Deze opsomming is al een aantal
keren gedaan dus ik zal haar niet blijven herhalen. De raad kan hier in ideologisch opzicht
niet zo heel veel mee. Er zijn weinig partijen die voorstander zijn van het verzakken van
de metro. We moeten echter wel een keer gaan praten over de uitvoering. Welke grenzen
stellen we? Dat is de enige manier waarop we dit in de gemeenteraad kunnen bespreken
en waarmee we het op de een of andere manier politiek kunnen maken. Daar zouden we
in de komende tijd aandacht aan moeten besteden. Voor de begroting is alles belangrijk
en heeft alles veel aandacht nodig. Ik wil de nadruk leggen op drie accenten: veiligheid,
integratie en armoede.
De veiligheid in Amsterdam neemt af. Dat is heel zorgwekkend. Het college noemt
veiligheid een basisrecht, maar de veiligheid neemt af. We kennen de voorbeelden, de
rellen van een jaar geleden in Slotervaart, de situatie bij de Albert Heijn in de
Wittenburgerstraat, de situatie in de Transvaalbuurt. Het CDA wil in het kader van deze
begroting drie voorstellen doen. Wij vinden het nog altijd een gemiste kans dat er geen
sprake is van uitbreiding van de mogelijkheid om in de hele stad preventief te fouilleren
door voor korte tijd veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen. Het is eigenlijk niet te filmen.
Er is een grote meerderheid in de raad voor en nog steeds gebeurt het niet. Het CDA zal
bekijken of we met nieuwe voorstellen hiervoor kunnen komen.
(De BURGEMEESTER: Toen dit aan de orde was, heb ik eerlijk gezegd
niets van die meerderheid gemerkt.)
Dat klopt, maar dat lag niet aan ons, mijnheer de burgemeester.
Als Amsterdammers in de krant over de lokale politiek lezen, dan zien ze dat met
enige regelmaat de loftrompet gestoken wordt over de straatcoachaanpak in Slotervaart.
De Commissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie is er op bezoek geweest en heeft gehoord dat het
project een groot succes is. De bewoners zijn positief en de overlast door de jeugd neemt
af. In het verleden heeft de raad zich al uitgesproken over uitbreiding van een
straatcoachachtige aanpak zoals het destijds werd genoemd in de stad. Wij vinden dat dit
nu zo snel mogelijk moet gebeuren. We hebben in de begroting geen concrete plannen
voor uitbreiding ervan aangetroffen. Misschien stond het echter op een van de 275
pagina's die we gemist hebben.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik meen me te herinneren dat we dit al in
2007 hebben besloten.)
Dat weet ik. Ik weet dat er toen een richtinggevende motie voor is aangenomen,
maar ik zie er in de begroting niets van terug. Wij willen weten hoe het daarmee staat.
Een ander punt dat steeds terugkeert, waarover de raad zich ook al eerder heeft
uitgesproken, is het cameratoezicht. Volgens ambtenaren die er verstand van hebben, is
cameratoezicht geen wondermiddel, maar kan het in combinatie met andere maatregelen
een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van overlast. Dat kan. In Londen
hangen er ongeveer 4 miljoen. Hier hebben we er 150. Wij denken dat er mogelijkheden
zijn om dit middel intensiever te gebruiken. Daarom zijn wij voorstander van een integraal
39
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
onderzoek naar de plekken in Amsterdam waar via een integrale aanpak de veiligheid kan
worden verbeterd.
Integratie. We zagen net weer dat over weinig dingen het debat zo verhit raakt als
over integratie. Toch denken wij dat het goed is om het debat daarover hier te voeren.
Mevrouw Sargentini debiteerde bepaalde opvattingen en of we het ermee eens zijn of niet
— vaak niet — we vinden het wel goed dat er over wordt gedebatteerd en dat we het debat
blijven voeren. Misschien bedoelde de burgemeester dat ook wel toen hij zei dat het goed
is als er delicate debatten met elkaar worden gevoerd. We hebben allemaal de
verantwoordelijkheid om daarbij naar de juiste toon en de juiste manier te zoeken, maar
het moet wel gebeuren. Als wij er binnen het CDA over discussiëren, dan denken we dat
een heleboel dingen niet eens zo vreselijk ingewikkeld zijn en dat we het best met elkaar
eens kunnen worden. Neem de kernwaarden waarover we vaker horen spreken. Het
discriminatieverbod, de acceptatie van homo's, de gelijkwaardigheid van mannen en
vrouwen, de vrijheid van meningsuiting en het recht om te geloven of niet te geloven wat
men wil. Het CDA vindt het heel belangrijk dat de gemeentelijke overheid in het
Amsterdam van 2008 op alle momenten duidelijk is over deze waarden. Als wij het gevoel
hebben dat er onduidelijkheid over ontstaat, zoals bij het schudden van handen, dan
maken wij er een punt van. Daarom stelden wij de woorden van mevrouw Van der Garde
van zo-even op prijs die er duidelijke taal over sprak. Ook door het college is er duidelijke
taal over gesproken. Dat vinden wij belangrijk.
We praten erover, maar er zijn nog altijd 100.000 Amsterdammers die geen
Nederlands spreken. Daar zijn we dan weer: welkom in Amsterdam Topstad, welkom in
de kenniseconomie. Dat is buitengewoon frustrerend. In dat verband kunnen we alleen
maar kritisch naar onszelf kijken, naar datgene wat de politiek vermag. Of liever gezegd:
wat we niet vermogen. Daarom is voor ons de aandacht voor de uitvoering, bijvoorbeeld
bij de inburgeringscursussen, buitengewoon essentieel. We kunnen niet aan de ene kant
eisen dat mensen Nederlands moeten spreken en aan de andere kant niet thuis geven bij
een taalcursus. Dat geeft aanleiding tot bestuurlijke bescheidenheid.
Is er dan alleen maar aanleiding voor bestuurlijke bescheidenheid? Het CDA vindt
van niet. Wij zijn nog steeds heel positief over de aanpak bij het plan 1012. Als ik dit
mezelf zo hoor zeggen, dan bedenk ik me dat degene die nu nog naar de tv kijkt en dit
debat probeert te volgen het niet meer begrijpt. Ik bedoel dat het CDA de aanpak van de
Wallen steunt. Het is goed daar duidelijk over te zijn. Als dit betekent dat ook het laatste
raam gesloten moet worden, dan vinden wij dat geen probleem. De als morele politiek
geformuleerde aanpak van vrouwenhandel, misstanden en vrouwenmishandeling kan op
onze volledige steun rekenen. Wij vinden het daarbij heel interessant en ook wezenlijk om
te zien dat het prostitutiegezondheidscentrum van wethouder Vos een rol speelt bij het
begeleiden van vrouwen naar een bestaan buiten de prostitutie. Wij hebben er van het
begin af aan op gehamerd en wij zijn blij dat het centrum een dergelijke rol speelt.
(De heer MANUEL: Nu we hier toch zo gezellig samenzijn, kan de heer
Limmen misschien een duidelijke uitspraak doen en verklaren of het CDA
prostitutie überhaupt aanvaardbaar vindt. Of bent u gewoon tegen
prostitutie?)
Als ik over een morele agenda spreek, betekent dat niet dat volgens ons
prostitutie overal verboden of afgeschaft moet worden. Dat is een ander debat. Volgens
ons wordt in de rapporten van de gemeente de raamprostitutie beschreven als een vorm
van prostitutie die tot dusdanige misstanden en vormen van mishandeling leidt dat dit
nagenoeg niet op een menswaardige manier uit te oefenen valt. Als dat het geval is, dan
laten wij er geen enkele traan om als het laatste raam wordt gesloten.
40
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Vervolgens de armoede. Dat is een heel wezenlijk en lastig probleem. Het gaat
natuurlijk wel degelijk om het resultaat. Daarom hebben wij ook tijdens de bijdrage van
mevrouw Van der Garde geïnterrumpeerd. Na tweeënhalf jaar lijkt het erop dat de
armoede in Amsterdam steeds hardnekkiger wordt. Het vorige college had als motto
‘Alleen het resultaat telt. Dat lijkt mij zeker op dit beleidsterrein van toepassing. Het is
buitengewoon schrijnend en zorgwekkend als we ons realiseren dat we de afgelopen
jaren in Amsterdam met economische voorspoed te maken hadden.
(De heer ÜNVER: De heer Limmen zegt dat het om het resultaat gaat. Ik
denk dat het resultaat volgens u per definitie zou moeten zijn dat het
percentage mensen dat in Amsterdam in armoede leeft achteruitgaat. Een
van de vorige sprekers verwees naar een artikel in Het Parool. Ik noem
het voorbeeld van een moeder die haar kind van de voetbalclub moest
halen omdat zij de kicksen niet meer kon betalen. Zij kan die kicksen nu
weer kopen en kan haar kind weer laten voetballen. Of neem een kind dat
weer een pc heeft. De hindernissen om mee te doen, worden een beetje
verkleind. Vindt u dat belangrijk? Ik ga ervan uit dat u die vraag met ‘ja’
beantwoordt. Vindt u dat geen goede resultaten van het geld dat we
investeren? En daaraan gekoppeld: verwacht u echt dat wij met het
bedrag van 67 miljoen euro dat wij hier in stoppen het armoedeprobleem
kunnen oplossen? Welke resultaten verwacht u van dat geld?)
Ik constateer dat het op dit moment in Amsterdam steeds moeilijker wordt om uit
de armoede te komen. De armoede wordt steeds hardnekkiger. Dat constateer ik. Het
gaat op dit moment niet de goede kant op. Ik hoop dat u het daarmee eens bent. De
interessante vraag is: en nu? Wat moet er nu gebeuren? Dat is heel lastig.
(De heer ÜNVER: Als ik uw redenering volg, dan kan ik haar ook zo
uitleggen: in de periode 2001-2004 zien we een explosieve groei van het
aantal mensen dat in armoede terechtkomt. U kunt de cijfers erbij nemen.
Een explosieve groei van de voedselbank die als thema bij u zo geliefd is.
In deze periode zien we dat aan deze groei in ieder geval een halt is
toegeroepen. Als u weet hoe de armoededynamiek in de economie werkt,
dan weet u dat dit hoopgevend is, want ik hoop dat u net als ik zoekt naar
een trendbreuk. Daarbij moet u er rekening mee houden dat de doelgroep
groter is geworden omdat we de norm van 105% naar 110% hebben
verhoogd. Als u dat vergelijkt met de situatie waarin we het percentage op
105 zouden houden, dan kunt u volgens mij zelfs concluderen dat de
armoede in exacte cijfers iets is afgenomen.)
U hebt nu een heleboel dingen achter elkaar gezegd bij uw analyse van het
armoedeprobleem. Er zitten rake dingen tussen, laat ik proberen om het kort zo samen te
vatten. We praten in deze zaal continu over hoe mensen uit de armoede kunnen komen
en dat we kinderen een kans geven, maar de erfelijke armoede neemt toe. De
tegenstelling tussen die maatschappelijke realiteit en onze ambities vind ik enorm
schrijnend. Als ik dan zie wat het college de afgelopen tweeënhalf jaar heeft gedaan, dan
vind ik de nieuwe ideeën tegenvallen. Ik had meer ambitie, meer nieuwe ideeën verwacht.
Afgelopen maandag was er in Amsterdam een conferentie over armoede en
voedselbanken. Ik hoorde er weer een aantal interessante ideeën waarmee we best aan
de slag kunnen gaan. Ik vind bijvoorbeeld een uitkering in natura voor mensen die
aantoonbaar niet goed met geld kunnen omgaan een interessant idee. Zo waren er nog
andere interessante ideeën. Ik had verwacht dat het college daar de afgelopen jaren een
nadrukkelijker en sturender rol in zou hebben gespeeld. Nu is er een commissie
41
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
benoemd. We zullen dat af moeten wachten, we kunnen moeilijk anders. We hopen dat er
goede ideeën uit voortkomen, maar in het licht van de ambities van dit college zullen we
dit heel erg kritisch volgen.
(Mevrouw SARGENTINI: U suggereert eigenlijk dat tweeënhalf jaar beleid
van dit college geen zichtbare resultaten heeft opgeleverd bij de
armoedebestrijding. U doet ook de suggestie om nog eens uitkeringen in
natura te overwegen. Ook dat zal geen zichtbare resultaten opleveren
omdat iemand daardoor niet meer of minder geld krijgt. Men krijgt het
alleen op een andere manier. De heer Ünver probeerde het net ook al, ik
zal het nu iets rechtstreekser proberen. Mijnheer Limmen, u hebt dit debat
meerdere keren gevoerd. Het armoedebeleid van Amsterdam helpt
mensen niet uit de armoede te komen. Dat is waar, dat ben ik met u eens.
Het helpt onvoldoende. Is het echter niet zo, mijnheer Limmen, dat de
gemeente pleisters plakt? Dat de gemeente ervoor zorgt dat de gaten
gedicht worden die elders ontstaan? Het inkomen van mensen is te laag,
het minimuminkomen is te laag, de bijstand is te laag. En als mensen wel
over voldoende middelen beschikken, zijn zij vaak vanwege allerlei
oorzaken onvoldoende zelfredzaam om er op een nette manier mee om te
gaan. Is het niet een beetje al te eenvoudig om elke keer de bal neer te
leggen bij de hartstikke hoge, maar toch schamele 67 miljoen euro
armoedebestrijding in Amsterdam?)
Wat u zegt, is natuurlijk heel interessant. Volgens mij verschilt uw visie op het
armoedebeleid sterk van die van de Partij van de Arbeid in de tijd van de heer Aboutaleb.
Hij zei altijd: ons armoedebeleid is gericht op activering, om mensen uit de armoede te
halen. In die woorden konden wij ons altijd heel goed vinden. U zegt eigenlijk steeds: we
plakken pleisters, het heeft allemaal geen zin dus laten we de pleisters zo royaal mogelijk
maken.
(Mevrouw SARGENTINI: U gooit twee dingen op een hoop. Ons
participatiebeleid om mensen aan het werk te helpen, is structurele
armoedebestrijding. Het armoedebeleid waarbij de bedragen over tafel
gaan, is een vorm van pleisters plakken. Dat wist de heer Aboutaleb ook
en we zien het nu ook nu hij als staatssecretaris probeert een aantal van
deze pleisters in Den Haag aan te brengen. Hij zegt echter niet: weet je
wat, we verhogen gewoon het minimumloon.)
Dat lijkt mij meer iets waarover u met de heer Aboutaleb in debat moet gaan. Ik
heb er geen enkele behoefte aan om met u in debat te gaan over Den Haag. Mij gaat het
om datgene wat wij in Amsterdam doen en ik houd staande dat het resultaat is dat de
armoede in Amsterdam hardnekkiger wordt en dat dat een heel groot probleem is. U zult
dat toch ook moeten erkennen als u op de onderzoeken afgaat.
(De heer ÜNVER: Ik wil erop wijzen dat de woorden van de heer Limmen
feitelijk niet correct zijn. De heer Aboutaleb heeft in deze raad gezegd dat
het pleisters zijn. Ik ben graag bereid het in de notulen op te zoeken. Juist
de heer Aboutaleb heeft expliciet het woord ‘pleisters’ gebruikt.)
Dat vind ik interessant. Ik wil u een wedervraag stellen. Is dit de visie van de Partij
van de Arbeid op de sociale zekerheid in Amsterdam? Ja of nee?
(De heer ÜNVER: Werk is de enige weg uit armoede. Wij proberen er met
onze armoedemiddelen voor te zorgen dat men ondanks de armoede,
ondanks de overgeërfde armoede, kan meedoen. Ik zeg het nu voor de
zoveelste keer. Ik hoop dat het nu bij u binnenkomt.)
42
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Dan zijn we het eens.
(Mevrouw SARGENTINI: Gunt u mij één zin? Mijnheer Limmen, u zegt
dat u niet met mij wilt debatteren over Den Haag. Het gaat u om datgene
wat wij hier in Amsterdam doen. Dan ontloopt u dus het debat waarover
het werkelijk gaat: inkomenspolitiek.)
(De VOORZITTER: Punt. Mijnheer Limmen, rondt u af, dan gaan we naar
een volgend onderwerp.)
Waarvan akte. Als er geld uitgegeven wordt, dan moet de overheid het goede
voorbeeld geven, zeker in tijden van kredietcrises en andere financiële tegenslagen.
Het college heeft volgens mij eind augustus 2008 opnieuw een
onderzoeksopdracht aan een commissie gegeven. Deze commissie moet na gaan denken
over aanpassingen van het bestuurlijk stelsel. Dat stelsel zorgt er in Amsterdam voor dat
we hier ongeveer vierhonderd mensen hebben die zich politicus noemen. Wij vinden het
goed dat de discussie daarover gevoerd wordt. Het is nog beter als er wordt ingegrepen.
Tot die tijd is het vreemd dat er nog stadsdelen zijn die voorstellen doen voor nieuwbouw
van stadsdeelkantoren. Stadsdeelpaleizen om het maar beeldend samen te vatten.
Volgens ons is dat niet goed te verkopen. We kunnen niet aan de ene kant debatteren
over de vraag hoeveel stadsdelen we overhouden en aan de andere kant overal
stadsdeelpaleizen zien verrijzen. Dat lijkt ons het verkeerde signaal, vooral in het kader
van een financieel terughoudend en voorzichtig beleid dat Amsterdam zou moeten
voeren. Daarom zullen we bij deze begroting een motie indienen, met als strekking om het
college op te roepen, om in afwachting van duidelijkheid over de toekomst van het
stadsdeelsysteem, waar mogelijk de nieuwbouwplannen van stadsdeelraden te bevriezen.
Wij hebben ons laten vertellen dat er verschillende juridische wegen zijn die naar Rome
leiden. Misschien kan het college later antwoord geven op de vraag hoe dat mogelijk is,
dat hoeft niet nu. Voor ons is het een mogelijkheid voor de gemeentelijke politiek in
financieel tumultueuze tijden voor Amsterdam het goede voorbeeld te geven als het gaat
om geld uitgeven.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Manuel.
De heer MANUEL: Ik ben de laatste spreker. De algemene beschouwingen van
D66 zijn voor de echte diehards in de zaal. Dit is de laatste echte begroting van dit
college. In maart 2010 zijn immers alweer de volgende verkiezingen. 2009 wordt dus het
oogstjaar, het jaar waarin de resultaten geboekt worden. Het jaar waarin het zuur achter
ons ligt. Dat zouden we althans denken en mogen verwachten. Het zoet van dit college
heeft echter de tekentafel van de snoepfabriek nooit verlaten. Schrijft u dat maar even op,
mijnheer Asscher. De bestuurlijke hoofdlijnen van de begroting noemen even het feit dat
de wereld in een financiële crisis verkeert. Dat is nogal een understatement nu elke
maandag een black Monday is. Verder lijken de bestuurlijke hoofdlijnen een copy-
pasteverhaal. Opnieuw een opsomming van alle goede voornemens op het gebied van
armoedebestrijding, Kinderen Eerst, veiligheid, luchtkwaliteit, Amsterdam Topstad en
natuurlijk sociale cohesie. Het rijtje is al vaker genoemd, maar ik noem het toch maar
even. Er worden afspraken uitgewerkt. Er wordt op zaken ingezet. Er wordt geïnformeerd
en er wordt begeleid. Er is extra aandacht voor. Er worden instrumenten ontwikkeld. Er
wordt integraal samengewerkt. Intensief samengewerkt zelfs. Met andere woorden: als de
kredietcrisis de stad Amsterdam banen gaat kosten, dan heeft de gemeente Amsterdam
in ieder geval nog genoeg werk over. Het is hier een gezellige bureaucratie. Maar, en
daar gaat het natuurlijk om, zijn er inmiddels ook echte resultaten geboekt? Resultaten
43
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
waarop dit college straks bij de verkiezingen kan bogen. Resultaten waarmee het naar de
Amsterdammers kan gaan en kan zeggen: kijk, hiermee bent u beter af dan vier jaar
geleden. Ik waag het te betwijfelen. Armoedebestrijding, u hoorde het wethouder Asscher
zojuist zeggen. Per jaar wordt er 67 miljoen euro in armoedebestrijding gestoken. Als u
dat geld rechtstreeks gireert, al dan niet in euro's of in natura, aan de betreffende
mensen, dan lijkt mij dat u een heel aardig resultaat moet kunnen bereiken. Dat lukt deze
stad niet. De tweedeling in de stad neemt alleen maar toe, zo blijkt steeds.
(Wethouder ASSCHER: Is de heer Manuel ervan op de hoogte dat we
een flink deel van het bedrag van 67 miljoen euro wel degelijk
rechtstreeks gireren?)
Natuurlijk, het zijn de armoedemiddelen waar mensen gebruik van kunnen maken,
maar met een bedrag van 67 miljoen euro zouden we toch een heel eind moeten kunnen
komen.
(Wethouder ASSCHER: Nee. Dat is mijn volgende vraag. Als u weet dat
wij inderdaad een flink deel rechtstreeks gireren, bijvoorbeeld de
woonkostenbijdragen, allerlei kwijtscheldingen die we automatisch
gireren, beschouwt u dat dan als een resultaat van het armoedebeleid? Of
zegt u: goh, die mensen hebben weliswaar meer geld, maar ze zijn nog
steeds arm?)
Dat is een vreemde conclusie. Mensen die in armoede leven krijgen meer geld en
zijn nog steeds arm. Daarmee kom ik bij de opmerking van mevrouw Sargentini. Dit is een
fundamenteel probleem dat kennelijk niet met de methode van het college aangepakt kan
worden.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik kan het niet laten. Er is iets vreemds
gaande in deze gemeenteraad als het gaat om armoedebeleid. Wij geven
al jaren en jaren geld aan mensen die het iets minder hebben. We doen
dat omdat wij willen dat zij het iets beter krijgen. Wij kunnen echter niet
het bedrag dat deze mensen op hun rekening krijgen elke maand
bijplussen in de vorm van meer salaris of een hogere uitkering. Daar moet
u toch allemaal van op de hoogte zijn. Wij gaan daar niet over. Wij
proberen het, door een woonlastenbijdrage of een computer voor
schoolgaande kinderen, voor die mensen iets beter te maken. Daar
stoppen we gigantisch veel geld in. U zegt continu dat er geen resultaten
zijn. We kunnen de heer of mevrouw die voor zijn of haar kind een
computer krijgt niet elke maand extra geld geven. Dat kan nu aanmaal
niet.)
Ik moet mij baseren op de begroting en op de cijfers die ons daarin gepresenteerd
worden. Aan de ene kant hoor ik wethouder Asscher zeggen dat er veel geld rechtstreeks
naar de armen in deze stad gaat. Ik hoor mevrouw Van der Garde zeggen dat er ook geld
in natura gaat naar de mensen die het nodig hebben. De conclusie moet echter toch zijn
dat de tweedeling in deze stad groter wordt. Dat zal niemand hier ontkennen.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik hoop dat het voor u, maar ook voor de
heer Limmen, nu eens duidelijk is dat we niet elk jaar 67 miljoen euro
weggooien. Daarmee zorgen we ervoor — en daar bent u ook steeds bij —
dat mensen het beter krijgen. U zegt nu: in natura of via woonlasten. Dat
doen we al jaren. Het zou eerlijk zijn als andere partijen eens naar de
externe factoren kijken waardoor het in Amsterdam soms iets minder
gaat.)
44
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
Ik denk dat het goed zou zijn om in de commissie van de heer Asscher eens goed
over die 67 miljoen euro te praten en over de manier waarop dat geld precies uitgegeven
wordt. De heer Ossel is het tegenwoordig. Uw portefeuille is inmiddels bekend.
(De heer LIMMEN: Ik denk niet dat we met 67 miljoen euro de armoede in
Amsterdam kunnen oplossen. Het probleem dat ook de heer Manuel
probeert aan te stippen en waar ook andere sprekers aandacht voor
hebben willen vragen, is dat uit de cijfers blijkt dat het voor mensen
steeds moeilijker wordt om uit de armoede te raken. Dat is het
fundamentele probleem en het wordt groter in Amsterdam. Zo lang dat
gebeurt, is het armoedebeleid in Amsterdam gewoon mislukt. Klaar.
Kinderen verheffen is uw eigen prioriteit. Dat zegt u zelf in uw
programakkoord. Juist op dat punt faalt het beleid. Dat is de tragiek en
daar wordt op gewezen.)
Ik ben het helemaal met u eens, mijnheer Limmen.
(De VOORZITTER: De heer Limmen richtte zich tot de Partij van de
Arbeid.)
Kinderen Eerst. Als we de Inspectie mogen geloven, is de ene school nog slechter
dan de andere. Bij de jeugdzorg heerst een volslagen chaos. Of, in de woorden van het
college: het Bureau Jeugdzorg zal weer op de juiste koers gebracht moeten worden. Een
zinkend schip op koers brengen zou een knappe prestatie zijn. Veiligheid misschien? De
politie heeft geen tijd, geen capaciteit, te veel stagiaires, te weinig agenten om
escortbureaus te controleren. Dit, terwijl we weten dat er meisjes van zeventien, achttien
jaar voor bodemprijzen verhandeld worden. Die tijd en die capaciteit schijnen er overigens
wel altijd te zijn als er preventief gefouilleerd wordt of als bezoekers van dancefeesten
gecontroleerd worden. Het is natuurlijk maar net waaraan je prioriteit geeft.
Als we naar de prestatie-indicatoren kijken, dan zet het beeld van geen of weinig
resultaat zich voort. Er zijn trouwens ook nog dertien indicatoren waarvoor niet eens
gegevens beschikbaar zijn. Als er al resultaten zijn, is het dit college in ieder geval niet
gelukt om ze in kaart te brengen. Dat is triest. Triest voor een college dat met veel ambitie
begon en daarbij bovendien de morele steun kreeg van bijna de voltallige gemeenteraad.
Ik denk dat dit college niet heeft gebracht wat velen ervan verwachtten. Ik vind dat
persoonlijk spijtig. Op de een of andere manier klinkt dat door in deze begroting. De ziel is
eruit. Het geloof lijkt weg. Het is een herhaling van zetten geworden terwijl dat helemaal
niet nodig is. Juist in het omvangrijke ambtenarenapparaat zitten getalenteerde mensen
met hart voor de stad, met een visie op de toekomst. Mensen met lef en karakter.
Ambtenaren van deze stad die staan te popelen om ideeën uit te werken en plannen om
te zetten in tastbare resultaten.
(Mevrouw VAN DER GARDE: Ik twijfelde even omdat het zo'n open deur
lijkt. De Amsterdammer heeft gigantisch veel vertrouwen in dit college. De
burgemeester wordt continu geroemd. Ik kan alle collegeleden wel
afgaan, maar ik snap niet in welke wereld u zich bevindt. Het is in elk
geval een totaal andere wereld dan waarin ik zit.)
Bij uw algemene beschouwingen bleek al dat wij in twee verschillende werelden
verkeren, dat klopt. Zonder meer. Een soort tweedeling.
(De BURGEMEESTER: Het college stelt eerst een aantal doelen en
probeert vervolgens om ze te realiseren. Dat is op zichzelf vreselijk saai.
U treft dus ook niet zoveel nieuw beleid aan. De uitvoering van het beleid
treft u wel aan. Ik weet ook wel, als we allemaal nieuw beleid hadden
voorgesteld, dan had u gezegd: allemaal beleid, maar waar blijven nu de
45
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
resultaten? Wat doet het college? Ik weet niet of u er nog aan toekomt,
maar in uw interruptie vroeg u hoe het stond met de escortbemiddelaars.
Was daarmee al iets gebeurd? Dat kan ik u vertellen. In de afgelopen tijd
zijn 60 bedrijven die bij ons bekend waren aangeschreven. Van die 60
bedrijven hebben 35 bedrijven inmiddels een aanvraag ingediend. Bij een
flink aantal daarvan is de mogelijkheid aanwezig om ze een vergunning te
verlenen. 20 bedrijven hebben geen gehoor gegeven aan die oproep, 17
bedrijven hebben laten weten de exploitatie te hebben gestaakt. Dat is
binnen een jaar gebeurd op een terrein dat buitengewoon lastig in kaart is
te brengen.)
Complimenten aan de burgemeester. Ik begrijp dat u begonnen bent het
vergunningstelsel voor escortbedrijven in werking te stellen. Er zijn nog geen
vergunningen afgegeven begrijp ik, maar u bent wel bezig om dat te doen. Dat is mooi,
maar dit college zit er natuurlijk al een tijd. U zegt dat u bezig bent met het uitwerken van
plannen, maar aan het eind van deze bestuurstermijn zou ik graag enkele resultaten
willen zien. Daar vroeg ik naar bij verschillende interrupties en daarop doelde ik aan het
begin van mijn algemene beschouwingen.
Ik zei net dat dit best kan in deze stad. Dan zal dit college en dan zullen deze
wethouders echter hun zinnen moeten verzetten en los moeten komen van hun
fascinaties en frustraties. Of ik hier nu wel of niet COv-neutraal sta te spreken, is minder
relevant, wethouder Vos. Behoud en versterking van de hoofdgroenstructuur is belangrijk.
Het is een blamage dat dit college nog steeds een bedrijventerrein middenin de Tuinen
van West wil bouwen.
(Wethouder VOS: Begrijp ik nu goed dat D66 geen steun biedt aan het
klimaatprogramma en dat maar een te verwaarlozen probleem vindt?)
Nee, dat begrijpt u niet goed. Ik wil u wel zeggen dat u geld maar één keer kunt
uitgeven.
(Wethouder VOS: U vindt het dus niet verstandig om te investeren in
energiebesparing en in duurzame energie begrijp ik?)
Als ik in het college zat en mocht kiezen, dan zou ik meer geld uitgeven aan de
ontwikkeling van bijvoorbeeld de Tuinen van West en misschien iets minder aan uw
klimaatprogramma.
Wethouder Asscher, u hoeft als wethouder helemaal niet naar de hoeren te gaan.
Dat is een misverstand dat ergens in de vorige periode is ontstaan. Ontspan u maar een
beetje en probeer op de Wallen bondgenoten te vinden in de strijd tegen de
vrouwenhandel. Wethouder Van Poelgeest, het gaat helemaal niet om een huisje meer of
minder. Ik las dat u het aantal van 20.000 woningen voorzichtig aan het loslaten bent.
Geef in plaats daarvan maar eens iets meer aandacht aan architectuur en stedenbouw.
Dan hoeven de gebouwen die u neer laat zetten niet binnen vijftig jaar weer afgebroken te
worden. Bouw duurzaam. Ten slotte: ik sta hier onder permanent cameratoezicht en ik
heb geen drugs bij me. Dat zit ook wel goed, burgemeester. Ik snak trouwens wel naar
een borrel.
D66 denkt dat het wel degelijk mogelijk is dat Amsterdam, de topstad van het
college, zich tot een toonaangevende metropool op wereldschaal ontwikkelt. Dan moet
echter wel de mentaliteit veranderen. Dan moet bij dit college het besef doordringen dat
Amsterdam een stad is, een wereldstad, en geen dorp. Dan moet Amsterdam zich voor de
wereld openen en dan zal het college de stadse waarden zoals vrijheid, tolerantie, een
24-uurseconomie, werkende ouders, goede kinderopvang, maar ook anonimiteit en een
zucht naar vernieuwing tot uitgangspunt van beleid moeten maken. Dan staat het pal voor
46
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
de vrijheid van meningsuiting en geeft het kunstenaars alle ruimte. Het is een illusie om te
denken dat met de introductie van een dorpsmentaliteit stadsproblemen aangepakt
kunnen worden. De stadsmens is bewust geen dorpeling en zal bij een voortgaande
inperking van zijn vrijheden, bij het binnendringen van de moraliserende overheid in zijn
privéleven, uiteindelijk eieren voor zijn geld kiezen en deze stad verlaten. Het eerst zullen
de creatieve geesten gaan, de vernieuwers, de mensen die overal ter wereld
terechtkunnen en bepalend kunnen zijn voor de ontwikkeling van Amsterdam tot
metropool. Voor de overheid is het daarom de kunst om de problemen aan te pakken daar
waar ze zich voordoen. De zwakkeren bij te staan wanneer zij bijstand nodig hebben
zonder dat daarmee iedereen in een korset van regels en verboden wordt geperst.
Afgedwongen solidariteit is geen solidariteit.
Ik wil besluiten met een paar welgemeende adviezen aan het college. Wethouder
Asscher, laat u niet te veel meeslepen door Els Iping. Blijf knokken voor Amsterdam
Topstad. U hebt al veel goede dingen gedaan. Een University College. Een Life Science
Center. Een Duisenberg School of Finance. En vorige week vrijdag hebt u het zelfs voor
elkaar gekregen dat de Nederlandse staatsbank haar deuren heeft geopend in een
prachtig pand op onze Zuidas. Ik neem aan dat daarmee de verdere ontwikkeling van de
Zuidas geen probleem meer zal zijn. Wethouder Gehrels, complimenten. Extra geld voor
kunst en cultuur en een forse ambitie om Amsterdam als sportstad op de kaart te zetten.
Jammer dat u de stad zoveel geld kost met de afvalenergiecentrale. Het managen van
grote projecten blijft helaas een groot probleem. Wethouder Ossel, kijkt u nog eens goed
naar de Havenvisie. Die is letterlijk erg bekrompen en getuigt niet echt van visie. De
haven moet kunnen groeien en zich westwaarts uitbreiden.
(De heer GEURTS: Ik wil de heer Manuel vragen hoe je dan de hoeder
van het groen bent. U profileert D66 als zodanig. Aan de ene kant zegt u
dat we in de Tuinen van West voorzichtig moeten zijn met het gebruik van
de grond. Aan de andere kant propageert u dat de havens naar het
westen moeten uitbreiden ten koste van allerlei groen daar. Dat begrijp ik
niet.)
U weet net zo goed als ik dat we de ambitie hebben om 70.000 woningen in deze
stad te bouwen. Dat betekent per definitie dat we grond nodig hebben om die woningen
op te bouwen. Het betekent dus ook dat bepaalde functies een andere locatie moeten
krijgen in het stedelijke milieu, in de metropool Amsterdam. Als u bedoelt dat de
weilanden, het groengebied ten westen van de huidige havens van Amsterdam niet in
aanmerking mogen komen voor de groei van de metropool Amsterdam, dan ben ik dat
niet met u eens. Ik zou er wel tegen zijn als de haven in de Tuinen van West uitbreidt. Dat
is echter niet erg waarschijnlijk.
(Wethouder VAN POELGEEST: Mag ik nu concluderen dat D66 het eens
is met de ambitie om voor 2030 in deze stad 70.000 woningen te
bouwen? Eerder wilde u dat niet.)
Wij stellen ter discussie of ze in 2030 gerealiseerd moeten zijn, maar het idee om
70.000 woningen extra in de metropool Amsterdam te bouwen zullen we zeker steunen.
Wij geven u alleen iets meer ruimte en tijd zoals u weet.
De tweede zeesluis moet er daarom absoluut komen. En blijft u zich vooral
inzetten voor de acceptatie van homo’s. Blijft u zich vooral verzetten tegen discriminatie.
Wethouder Herrema, al die wijksteunpuntjes, autopesterijtjes en krachtige, prachtige
probleemwijkplannen leiden u af van datgene waar het werkelijk om draait. Zorg ervoor
dat de Noord/Zuidlijn gaat rijden en de stad blijft staan. Ten slotte burgemeester, alle
gesubsidieerde buurtbarbecues en compenserende projecten kunnen niet verhullen dat
47
Jaar 2008 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 oktober 2008 Raadsnotulen
de politie machteloos staat bij het effectief aanpakken van de probleemjeugd. Zorg er nu
eens voor dat zij de instrumenten krijgt om echt iets te kunnen doen. Misschien is het tijd
om op te houden om de kroonprins van de Partij van de Arbeid te spelen. Wouter Bos
heeft gezegd dat hij door wil gaan. Respecteer dat of kondig hier en nu uw
tegenkandidatuur aan.
Die topstad, die metropool kan nog best lukken, maar het is geen staat van de
stad, het is een state of mind.
De VOORZITTER: Ik wijs de raad erop dat op 29 oktober 2008 de financiële
beschouwingen in de raad plaatsvinden en dat de slotbeschouwingen naar aanleiding van
de begroting in december plaatsvinden. Daarmee schors ik dit agendapunt en ga over tot
sluiting van deze bijzondere gemeenteraadsvergadering. Ik wens u een paar heel prettige
dagen toe in de wetenschap dat het in de komende paar dagen heel mooi wordt. Ik nodig
iedereen uit om in de koffiekamer nog even bij elkaar te komen voor een nazit.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 16.31 uur.
48
| Raadsnotulen | 48 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 619
Publicatiedatum 16 juni 2017
Ingekomen onder BS
Ingekomen op donderdag 8 juni 2017
Behandeld op donderdag 8 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groen, Van Lammeren en Van den Berg inzake de bevindingen
en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken
(evenementen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes
Amsterdamse stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 442).
Constaterende dat:
— het onderzoek naar de bodemgesteldheid van de Amsterdamse Parken een ‘pilot’
is, en dat wordt aangegeven dat nauwkeuriger metingen noodzakelijk zijn;
— ‘toename van de belasting’ — naast inklinking — wordt genoemd als voornaamste
oorzaak van bodemdaling in Amsterdam en vastgesteld is dat een verdichte
bodem tot niet optimale groeicondities ter plaatse van de grasvelden,
beplantingsvakken en bomen kan leiden;
— met uitzondering van het Oosterpark en het Amsterdamse Bos voorafgaand of
tijdens het onderzoek geen evenement/manifestatie heeft plaatsgevonden
Overwegende dat:
— een belangrijk doel van het uitvoeren van dit onderzoek is om vast te stellen welk
aantal en welke omvang van evenementen verantwoord is vanuit de optiek van
de kwaliteit van de bodem en dus van het groen en bomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de bodem, waarbij nauwkeuriger gemeten
wordt, gericht onderzoek uit te laten voeren op locaties waar (middel)grote
evenementen plaatsvinden.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
J.F.W. van Lammeren
P.J.M. van den Berg
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 161
Publicatiedatum 22 februari 2019
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 februari 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Kilig inzake de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022
(starten met een pilot voor naming & shaming)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 104).
Constaterende dat:
— Het college “naming & shaming niet uit de weg" wil gaan;
— In de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022 niet is gespecificeerd wanneer
er gestart wordt (met een pilot) naming & shaming.
Overwegende dat:
— Discriminatie op de Amsterdamse arbeidsmarkt aan de orde van de dag is;
— Het hoogst tijd is om de rol van de gemeente Amsterdam als normsteller uit te
stralen;
— Ergeen belemmeringen zijn om alvast te starten met een pilot naming & shaming.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De mogelijkheden te verkennen om alvast te starten met een pilot naming & shaming
en de uitkomsten hiervan te rapporteren aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad
A. Kilig
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 498
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Ahmadi inzake maak gebruik van invloedrijk
inkoopbeleid
Onderwerp
Maak gebruik van invloedrijk inkoopbeleid.
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting.
Het inkoopbeleid van de gemeente kan een stimulans zijn voor verbetering van beleid voor de be-
drijven die hiervoor in aanmerking willen komen. Het stellen van eisen rondom duurzaamheid, in-
clusie, gendergelijkheid en eerlijke herkomst met betrekking tot zowel mensenrechten en arbeids-
omstandigheden, als herkomst met betrekking tot grondstoffen, zorgt ervoor dat wij verbetering
stimuleren buiten de grenzen van onze interne beleidsvoering om.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Stel eisen aan het duurzaamheidsbeleid, inclusie en diversiteit, gendergelijkheid en eerlijke her-
komst van bedrijven bij het gemeentelijk inkoopbeleid.
Indiener
N. Ahmadi
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 933
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 13 juli 2016
Ingekomen onder 550’
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2016 (ongelijkheid als
prioriteit).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— Amsterdam kampt met groeiende ongelijkheid;
— Amsterdam een stad dreigt te worden voor de rijksten en de allerarmsten;
— De lagere middenklasse en de middenklasse onder druk staan doordat de
voorraad betaalbare woningen snel afneemt en de WMO in toenemende mate
een armoedevoorziening dreigt te worden;
— De groei van de ongelijkheid in de stad onwenselijk is en door het college
actief bestreden dient te worden;
— De SP het natuurlijk bij het juiste eind heeft met de stelling dat rijksbeleid ook
bijdraagt aan de toename van ongelijkheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Samen met het rijk te komen tot een plan van aanpak tegen de groeiende
tweedeling;
— De raad over de voortgang hiervan te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 november 2021
Portefeuille(s) Wonen
Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer
Behandeld door Directie Wonen ([email protected])
Onderwerp Vrijgeven voor inspraak voor het invoeren van de opkoopbescherming in de
Huisvestingsverordening & Afdoening motie 433 accent 21 van de leden Van
Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge inzake snel invoeren woonplicht
Geachte leden van de gemeenteraad,
Zoals bekend is sprake van blijvende schaarste op de woningmarkt met hoge prijsstijgingen. Het
college heeft daarom al langer de wens om meer maatregelen te kunnen nemen tegen de
oplopende prijzen op de woningmarkt, waardoor onder meer starters steeds minder kans maken
op een koopwoning doordat beleggers deze opkopen. Per 1 januari 2022 treedt in de landelijke
Huisvestingswet de opkoopbescherming in werking. Gemeenten kunnen in hun
huisvestingsverordening bepalen dat goedkope en middeldure koopwoningen na aankoop in
bepaalde gebieden van de stad gedurende vier jaar niet verhuurd mogen worden om ze zo te
beschermen tegen opkoop door beleggers. Op deze manier kan de buy-to-let-constructie, waarbij
woningen worden gekocht om te verhuren, worden tegengegaan.
Het college wenst de opkoopbescherming zo snel mogelijk in te voeren. In de vergadering van de
gemeenteraad van 8 juli 2021 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 3 ‘Kennisnemen
van de Voorjaarsnota 2021 en vaststellen enkel begrotingswijzigingen VN2021-017684' motie 433
accent 21 van de leden Van Renssen, Mbarki, Rooderkerk en Flentge inzake snel invoeren
woonplicht aangenomen. In de motie wordt het college gevraagd om de opkoopbescherming voor
Amsterdamse woningen zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor juli 2022, in te voeren en dit
te laten gelden voor zoveel mogelijk woningen in alle gebieden van de stad.
Deze aangenomen motie is in lijn met de agenda van het college. Ook het college had en heeft
immers al langere tijd de wens om de opkoopbescherming zo snel mogelijk in te voeren. Om de
Amsterdamse situatie in kaart te brengen is OIS gevraagd onderzoek te doen naar de activiteit en
invloed van beleggers op de Amsterdamse woningmarkt. Op basis daarvan heeft het college een
beleidsvoorstel voor de opkoopbescherming voor Amsterdam opgesteld.
Om de regeling in het eerste kwartaal van 2022 te kunnen vaststellen en daarna zo snel als
mogelijk in te voeren, wordt het beleidsvoorstel met de conceptregelgeving van 3 november tot
en met 15 december 2021 voor inspraak vrijgegeven voor burgers en andere partijen. Ook de
stadsdelen wordt om hun advies gevraagd in deze periode. De ontvangen zienswijzen tijdens de
inspraakperiode en de stadsdeeladviezen worden verwerkt in het uiteindelijke wijzigingsvoorstel
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021
Pagina 2 van6
van de Huisvestingsverordening 2020 dat nu gepland is om vast te laten stellen in de
gemeenteraadsvergadering van 16 en/of 17 februari 2022. In deze brief wil het college u
meenemen in de belangrijkste vitkomsten van het onderzoek van Onderzoek, Informatie en
Statistiek (OIS) naar eigendomsontwikkelingen en WOZ-waarden van woningen in Amsterdam en
u het voorstel presenteren en toelichten.
In 2020 heeft het college reeds bepaald dat er voor nieuwbouwwoningen in de
erfpachtvoorwaarden een verhuurverbod wordt opgenomen. Zowel het verhuurverbod via
erfpacht als de opkoopbescherming hebben als doel koopwoningen te beschermen tegen opkoop
door beleggers, zodat deze woningen beschikbaar blijven voor eigenaren die er zelf in willen
wonen. Bij de nadere uitwerking van de regeling opkoopbescherming stemt het college deze
regelingen op elkaar af.
Analyse Onderzoek, Informatie en Statistiek
De gemeente mag de opkoopbescherming alleen invoeren vanwege het bestrijden van schaarste
aan goedkope en middeldure koopwoningen of voor het behoud van de leefbaarheid van de
woonomgeving. Het college wil de opkoopbescherming met name inzetten om schaarste aan
goedkope en middeldure koopwoningen tegen te gaan.
Om de Amsterdamse situatie in kaart te brengen is OIS gevraagd onderzoek te doen naar de
activiteit en invloed van beleggers op de Amsterdamse woningmarkt, met name wat er gebeurt
met woningen die van eigenaar-bewoners zijn. Er is ook een analyse gedaan van de WOZ-waardes
van woningen van eigenaar-bewoners. Dat zijn namelijk de woningen die vooral beschermd
kunnen worden door de opkoopbescherming, voor zover ze vallen in de categorieën goedkope en
middeldure koopwoningen. De opkoopregeling heeft geen betrekking op woningen die reeds
daadwerkelijk verhuurd zijn. Als een woning van een belegger in de zes maanden voor de aankoop
niet is verhuurd, dan geldt de opkoopbescherming wel. Eerder onderzoek (‘Schaarstepatronen op
de Amsterdamse woningmarkt’, 2019 en ‘Wonen in Amsterdam’ 2019) heeft reeds uitgewezen dat
er in Amsterdam schaarste is aan alle type woningen, ook in het goedkope en middeldure
koopsegment. Dat is daarom niet opnieuw onderzocht.
Conclusies Onderzoek, Informatie en Statistiek
Verhuurders actief in vrijwel elk segment
Verhuurders die kopen van eigenaar-bewoners richten zich zowel op de goedkope en middeldure
woningen als de duurste woningen. De meeste woningen die door particuliere beleggers worden
gekocht van eigenaar-bewoners staan in het Centrum, Nieuw-West (beide 18%) en in Zuidoost
(23%). In de rest van de stad ligt dit percentage tussen de 6% (Oost) en 15% (Noord), zie ook tabel
1
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021
Pagina 3 van 6
Tabel 2 Woningen verkocht door eigenaar-bewoners, naar type koper en stadsdeel, 2020 ( %)
clave
alle Le NOOD ETLS
eigenaar- natuurlijk natuurlijk persoon,
bewoner persoon persoon onbekend Totaal
Centrum 53 18 13 15 100
West 73 10 6 10 100
Nieuw-West 67 18 5 10 100
Zuid 66 12 9 13 100
Oost 80 6 4 10 100
Noord 72 15 4 9 100
Zuidoost 51 23 12 14 100
Amsterdam 68 13 7 11 100
Toename particuliere huurwoningen, aantal koopwoningen stabiel
Het aantal woningen in eigendom van particuliere verhuurders neemt toe in Amsterdam, van
108.000 in 2016 naar 131.000 in 2020. Het betreft woningen die verhuurd worden door natuurlijke
personen (verhuur natuurlijk persoon) of door niet-natuurlijke personen, zoals
investeringsmaatschappijen (verhuur niet-natuurlijk persoon). De toename bestaat deels vit
nieuwbouw en deels uit koop binnen de bestaande bouw. Het aantal woningen in eigendom van
personen die er zelf wonen (eigenaar-bewoners) is voor die periode stabiel (130.000), zie tabel 2.1.
De relatieve omvang van de particuliere huurvoorraad neemt daarmee toe. Dit gebeurt in alle
prijsniveaus. In de bestaande woningvoorraad is er van jaar op jaar veel uitwisseling tussen de
categorieën ‘eigenaar-bewoner’ en ‘verhuur natuurlijk persoon’. In de periode 2019-2020
resulteerde dit per saldo in een afname van de voorraad in eigendom van eigenaar-bewoners en
een groei van de particuliere huurvoorraad.
Tabel 2.1 Aantal woningen naar type eigenaar per peildatum (absoluut)
eigenaar-bewoner 125283 129907 128023 132287 130246
verhuur natuurlijk persoon 56647 54454 53977 56966 61662
verhuur niet-natuurlijk persoon 51301 54833 54511 66811 69477
Corporatie 188661 183282 181909 180348 180736
overig/onbekend 1893 5382 14212 5055 5089
Totaal 423785 427858 432632 441467 447210
Woningen naar type eigenaar per peildatum (procenten)
eigenaar-bewoner 30 30 30 30 29
verhuur natuurlijk persoon 13 13 12 13 14
verhuur niet-natuurlijk persoon 12 13 13 15 16
Corporatie 45 43 42 41 40
overig/onbekend 0 1 3 1 1
Totaal 100 100 100 100 100
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021
Pagina 4 van 6
Verschuiving woningen naar hogere prijsklasse
De woningprijzen zijn sterk gestegen de afgelopen jaren. Het aantal betaalbare woningen neemt
daarmee af. De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in eigendom van eigenaar-bewoners ligt
op €542.450 (2020). Dat gemiddelde wordt sterk beïnvloed door hoge waardes: 65% van de
woningen van eigenaar-bewoners ligt onder deze waarde. Bezit van eigenaar-bewoners in het
lagere segment (tot €314.000) bedraagt 25.000 woningen. Dit segment bevindt zich vooral in
Zuidoost.
Noodzaak van de opkoopbescherming
Het aanbod van goedkope en middeldure woningen in Amsterdam is laag. Het onderzoek laat zien
dat in alle stadsdelen beleggers woningen opkopen ten koste van kopers die zelf in een woning
willen wonen. Dit is voor een deel ook terug te zien in het feit dat het aantal woningen in bezit van
verhuurders de laatste jaren is toegenomen ten opzichte van eigenaar-bewoners, terwijl er in de
nieuwbouw koopwoningen zijn bijgekomen. Door de resterende goedkope en middeldure
woningen te beschermen tegen verhuur, worden de kansen voor kopers die in hun woning willen
wonen (waaronder starters) vergroot. Voor beleggers wordt de goedkope en middeldure
koopmarkt een stuk minder aantrekkelijk, omdat het grootste verdienmodel - verhuur van
woningen — verboden wordt voor deze woningen. Het college acht de bescherming van goedkope
en middeldure koopwoningen voor eigenaar-bewoners, gelet op de schaarste aan koopwoningen
en hun financieel geringere draagkrachtige positie, van groot belang. Uit het Wonen in de
Metropoolregio Amsterdam (Wirra, 2019) onderzoek blijkt ook dat er een tekort is aan goedkope
en middeldure koopwoningen. Uit dit onderzoek komt naar voren dat hoewel er in Amsterdam
schaarste is aan alle type woningen, er meer behoefte is aan goedkope en middeldure
koopwoningen dan aan vrije sector huurwoningen. Een aanzienlijke groep mensen ziet vrije sector
huur als een tijdelijke oplossing wanneer ze (nog) geen koop- of betaalbare huurwoning kunnen
vinden.
De belangrijkste punten van het voorstel zijn:
e _Om schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen in de stad te bestrijden is het
college van plan in 2022 de regeling opkoopbescherming in te voeren. De regeling beoogt
koopwoningen tot en met het middeldure segment te beschermen tegen opkoop door
beleggers. Mensen die op zoek zijn naar een koopwoning om zelf in te wonen maken zo meer
kans, waaronder starters. De belangrijkste nieuwe regel zal zijn dat het gedurende vier jaar na
aankoop van een woning verboden is de woning te verhuren.
e De opkoopbescherming wil het college invoeren voor de gehele stad voor koopwoningen met
een WOZ-waarde tot en met € 512.000,- (middeldure prijsgrens). Daarmee wordt 60% van de
woningen in eigendom van mensen die er zelf wonen beschermd tegen opkoop door
beleggers. Ook andere woningen met een WOZ-waarde tot en met €512.000 die voor
aankoop zes maanden vrij waren van huur vallen onder de regeling.
e De wettelijk verplichte uitzonderingen op deze regel zijn:
1. verhuuraan eerste- of tweedegraadsfamilie;
2. verhuur voor maximaal een jaar door bewoners die bijvoorbeeld een jaar in het buitenland
willen verblijven en;
3. verhuur van woonruimte die onlosmakelijk verbonden is met een bedrijfsruimte, kantoor of
winkel.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021
Pagina 5 van 6
In deze situaties zal de gemeente een vergunning verlenen.
e De regeling is in principe voor onbepaalde tijd ingevoerd. Elke vijf jaar zal het Rijk de
opkoopbescherming evalueren en kan de regeling worden ingetrokken als blijkt dat deze niet
meer noodzakelijk is.
Berekening WOZ-grens goedkope en middeldure koopwoningen op € 512.000
De begrippen goedkope en middeldure koop voor de opkoopbescherming zijn in de
Huisvestingswet niet ingevuld. Gemeenten kunnen dit zelf bepalen en daarbij rekening houden
met de lokale woningmarkt. Daarom is gekozen voor een objectieve methodiek voor het
vaststellen van de WOZ-grens die past bij de marktsituatie en de woningprijzen in Amsterdam. De
prijsgrenzen die de gemeente tot nu hanteert voor beleid en onderzoeken zijn gebaseerd op de
(landelijke) leencapaciteit van verschillende inkomensgroepen en niet zozeer toegespitst op de
Amsterdamse woningmarkt. Dat maakt deze grenzen minder geschikt voor de
opkoopbescherming in Amsterdam. Daar komt bij dat de grens op basis van leencapaciteit van
een middeninkomen € 314.000 zou zijn en hier minder dan 20% van de woningen in eigendom van
eigenaar-bewoners onder valt. Het is dan de vraag of het instrument wel effectief is, zeker gezien
de jaarlijks stijgende prijzen.
Het college wil minstens 60% van de woningen van eigenaar-bewoners beschermen. Een lager
percentage heeft volgens het college te weinig bereik en zou daarom niet effectief zijn. Als slechts
een klein aandeel woningen onder de opkoopbescherming wordt gebracht, dan is dat aandeel
vatbaarder voor prijsopdrijving waardoor uiteindelijk alsnog boven de grens vit wordt gekomen.
De huizenprijzen in Amsterdam zijn de afgelopen jaren sterk gestegen. Met een grens van
€ 512.000 voor middeldure koopwoningen wordt de wens van het college om zestig procent van
de woningen van eigenaar-bewoners te beschermen, gehaald. In de onderstaande figuur is te zien
hoeveel procent van de woningen van eigenaar-bewoners per gebied onder de regeling komt te
vallen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 november 2021
Pagina 6 van 6
Figuur 2 Woningen van eigenaar-bewoners met WOZ tot €512.000 (%), 2021 (prijspeil 2021)
woningen eigenaar-bewoners, 2021
aandeel WOZ tot €512.000
El geen data
L_Jo-20
LJ 20-40
40 - 60
B 60-80
EEN 80 - 100
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
\mne
Jakob Wedemeijer
Wethouder Bouwen en Wonen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 719
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 1 juli 2015
Behandeld op woensdag 1 juli 2015
Status aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, mevrouw Shahsavari-Jansen en
mevrouw Moorman inzake de uitkomsten van de verkenning naar een mogelijke
samenwerking met Tel Aviv en Ramallah.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitkomsten van de verkenning naar een mogelijke
samenwerking met Tel Aviv en Ramallah (Gemeenteblad afd. 1, nr. 660);
Overwegende dat:
— de burgemeester en de wethouder Economische Zaken een bezoek gaan brengen
aan Tel Aviv en Ramallah;
— Amsterdam bewust kiest voor het onderzoeken van een samenwerkingsverband
met beide steden;
— de gemeentebesturen van Tel Aviv en Ramallah willen bijdragen aan het
bevorderen van vrede in Israël en Palestina;
— het bericht dat Amsterdam af zou zien van een samenwerking met Tel Aviv bij de
bevolking hard is aangekomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in het kader van het verkennen van een samenwerking met de steden Ramallah en
Tel Aviv de beide burgemeesters uit te nodigen voor een gezamenlijk tegenbezoek
aan Amsterdam.
De leden van de gemeenteraad
J.M. Paternotte
M.D. Shahsavari-Jansen
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 696
Publicatiedatum 11 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer L.G.F. vens en
mevrouw F. Ulichki van 12 augustus 2013 inzake de toegankelijkheid van Amsterdam
voor mensen met een geleidehond.
Amsterdam, 4 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers:
In de week van 5 augustus 2013 organiseerde het Koninklijk Nederlands
Geleidehonden Fonds (KNGF) de actie ‘Open Deuren’ waarbij aandacht werd
gevraagd voor de toegankelijkheid van openbare gelegenheden voor geleidehonden.
In Nederland bestaat — in tegenstelling tot andere landen — geen landelijke wetgeving
die de toegankelijkheid van openbare gelegenheden voor geleidehonden regelt. Het
komt daarom regelmatig voor dat geleidehonden geweigerd worden in onder meer
supermarkten, restaurants, taxi's of musea.
Uit recent onderzoek van het KNGF blijkt dat meer dan 50% van de 400 bazen van
geleidehond die aan het onderzoek deelnamen wel eens bij openbare gelegenheden
is geweigerd. Geweigerd worden in een supermarkt, winkel of horecagelegenheid is
het meest voorkomend: bijna 60% heeft dit meegemaakt. 40% van de ondervraagden
is eens of meerdere keren geweigerd bij een taxi. Ook in ziekenhuizen, theater,
bioscopen, bedrijfspanden en kantoorgebouwen, vakantieadressen en de apotheek
en tandarts worden blinden en slechtzienden vanwege hun geleidehond geweigerd.
Vaak speelt daarbij onwetendheid over het gedrag en de taken van de geleidehond
een rol. Helaas heeft het tot gevolg dat de toegankelijkheid en zelfstandigheid van
blinden en slechtzienden sterk beperkt wordt.
Bij de actie ‘Open Deuren’ openden gelukkig veel gelegenheden hun deuren voor
geleidehonden en hun baasjes. De fracties van SP en GroenLinks vinden dat om
toegankelijkheid te waarborgen alle openbare gelegenheden in Amsterdam
geleidehonden zouden moeten binnenlaten.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 12 augustus 2013, respectievelijk
namens de fracties van de SP en GroenLinks, op grond van artikel 45 van
het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer A september 2013 Schriftelijke vragen, maandag 12 augustus 2013
1. Is het college het met vragenstellers eens dat het belangrijk is dat Amsterdam en
al haar openbare gelegenheden toegankelijk zijn voor mensen met een
beperking? Zo ja, is het college het daarom met ondergetekenden eens dat
geleidehonden in elke openbare gelegenheid in Amsterdam welkom zouden
moeten zijn?
Antwoord:
Ja het college onderschrijft dat geleidehonden in openbare gelegenheden binnen
gelaten zouden moeten worden.
2. Zijn geleidehonden altijd welkom in alle gemeentelijke gebouwen zoals
stadsdeelkantoren, buurthuizen, sportgebouwen, musea, etc.? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord:
Op de website www. ToegankelijkAmsterdam.nl is een overzicht van de
toegankelijkheid van alle gebouwen en voorzieningen in Amsterdam, waar
mensen kunnen zien of een geleidehond welkom is. Bijvoorbeeld van het
Grachtenhuis, Stedelijk Museum, het Rijksmuseum en het Concertgebouw is
bekend dat ze toegankelijk zijn. Ook de stadsdeelkantoren laten geleidehonden
toe.
3. Wat gaat het college eraan doen om te stimuleren dat geleidehonden welkom zijn
in openbare gelegenheden in Amsterdam? Is het college bereid Amsterdam neer
te zetten als geleidehondvriendelijke gemeente en alle gemeentelijke instanties
hierop te wijzen?
Antwoord:
Er zijn weinig signalen dat er in Amsterdam een structureel probleem is.
Het college ziet daarom nu geen noodzaak om instanties hierop aan te spreken.
Mensen die benadeeld worden kunnen een klacht indienen bij de gemeente of bij
belangenorganisaties. Mocht blijken dat er wel degelijk structurele problemen zijn
met de toelating van geleidehonden, dan zal de gemeente actie ondernemen
4. Is het college bereid om in het nog op te stellen Plan van Aanpak
Toegankelijkheid, aandacht te besteden aan de toegankelijkheid van openbare
gebouwen voor geleidehonden?
Antwoord:
Ja, daar is het college toe bereid.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie > <
Datum raadsvergadering 16 maart €
Ingekomen onder nummer 87
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Abdi, Yemane, Broersen, Bons en Wehkamp inzake
Amsterdamse schoolveiligheid aanpakte verbreden naar het primair
onderwijs
Onderwerp
Inzet Amsterdamse schoolveiligheid
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de inzet Amsterdamse schoolveiligheid.
Constaterende dat:
-_ Het onderwijs een veilige omgeving moet zijn waarbinnen jongeren zich veilig kunnen
ontwikkelen;
-_Er zorgen zijn over de veiligheidsproblematiek in de stad betreffende kwetsbare jongeren
met betrekking tot bijvoorbeeld wapenbezit, overvallen, criminele uitbuiting en
drugscriminaliteit;
-_ Het College veel aandacht heeft voor schoolveiligheid in het voortgezet onderwijs en
daarvoor een uitgebreide en integrale aanpak heeft ontwikkeld;
-_Erechter ook in het primair onderwijs steeds vaker zorgelijke signalen zijn over kwetsbare
jongeren en schoolveiligheidsproblematiek®3;
Overwegende dat:
-_Het belangrijk is om een veilige omgeving te creëren waarin jongeren onderwijs kunnen
volgen en zich ontwikkelen;
-_Het belangrijk is dat preventie eerder wordt ingezet voordat kinderen in aanraking komen
met veiligheidsproblematiek;
-__ Scholen in het primair onderwijs, in het bijzonder leraren, behoefte hebben aan meer
ondersteuning.
1 https://www.rijksoverheid.nl{documenten/{rapporten/2022/01/15/veilig-op-school
2 https://www.rijksoverheid.nl/actueel{nieuws{2022/04/26/extra-geld-voor-aanpak-jonge-aanwas-criminaliteit-in-15-gemeenten
3 Amsterdams Veiligheidsbeeld, trendbeeld politie en Regionale en Veiligheidsrapportage 2022
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_ Te onderzoeken of de Amsterdamse aanpak schoolveiligheid kan worden uitgebreid naar
het primair onderwijs (groep 6, 7 en 8);
-_ Bestaande programma’s die aansluiten op jeugd en veiligheid mee te nemen in dit
onderzoek;
- De raad te informeren over de uitkomst voor Q4 van 2023.
Indiener(s),
F. Abdi
M. Yemane
J. Broersen
A.D.J. Bons
J. Wehkamp
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 614
Publicatiedatum 16 juni 2017
Ingekomen onder BN
Ingekomen op donderdag 8 juni 2017
Behandeld op donderdag 8 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Poorter, Hammelburg, Van Soest, Boomsma en Flentge inzake
de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de uitvoering van motie
(919) van het lid Poorter inzake transformatie zorgvastgoed (bouwen woonhofjes voor
senioren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018
en de uitvoering van motie (919) van het lid Poorter inzake transformatie
zorgvastgoed (Gemeenteblad afd. 1, nr. 431).
Overwegende dat:
— Ouderen langer in hun eigen huis blijven wonen, maar veel ouderen wel behoefte
hebben aan sociaal contact, gevoel van veiligheid en burenhulp
— Inde inrichten van de openbare ruimte en de wijze van woningbouw veel kan
bijdragen aan veiligheid en sociale cohesie
— Amsterdam de komende jaren de ambitie heeft meer ouderenwoningen in het
sociale segment te bouwen
— De Amsterdamse binnenstad historisch veel hofjes heeft waarvan een aantal
speciaal voor ouderen
— _Hovenbouw ook in latere bouwfases populair was, onder meer onder invloed van
stedenbouwkundige Ko Mulder (1930-1972)
— Hofjes kunnen bijdragen in de strijd tegen eenzaamheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te onderzoeken hoe in Amsterdam meer hoven bouw voor senioren kan worden
gerealiseerd, waarbij kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen
bewoners kunnen worden bevorderd, en hoe deze hofjeswoningen gelabeld
kunnen worden als seniorenwoningen.
2. Samen met de corporaties en andere investeerders hierover in gesprek te gaan,
en hier ook ouderenorganisatie bij te betrekken.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 614 Motie
Datum 16 juni 2017
De leden van de gemeenteraad
M.F. Poorter
A.R. Hammelburg
W. van Soest
D.T. Boomsma
E.A. Flentge
2
| Motie | 2 | discard |
Stadsdeelcommissie - in pleno
Agenda
Datum 10-09-2019
Aanvang 19:30
Locatie Stadsloket Oost, Raadzaal, Oranje-Vrijstaatplein 2
Algemeen
VOORAF: Mogelijke uitbreidingsgebieden bestaande milieuzone, van 18.30 tot 19.15 uur (alleen voor leden)
Algemeen
1. Opening en vaststelling agenda
2. Mededelingen
3. Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 27 augustus 2019
4, Mededelingen van de ingekomen stukken
5. Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
6. Nieuws uit de gebieden
Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal
speelt in de gebieden
6a. Watergraafsmeer
6b. Indische Buurt/Oosterlijk Havengebied
6c. Oud-Oost
6d. IJburg/Zeeburgereiland
Inhoudelijk
7. Beëdiging M. van Dongen als stadsdeelcommissielid
8. Idee van Stem van Oost: Wormenhotels
9. Tiny Forests
10. Vuurwerk Oudjaar 2019
11. Adviesaanvraag (concept) Uitvoeringsprogramma Wabo 2019-2020
Algemeen
12, Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
Geen aanmelding ontvangen.
Insprekerslijst
Geen aanmelding ontvangen.
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt plaats in de Raadzaal van Stadsloket
Oost. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeld- en geluidsopnamen
gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
In beginsel kunt u bij een geagendeerd thema eerst uw inspreekbijdrage houden (max. 3 minuten) en daarna
aanschuiven om met de stadsdeelcommissieleden over het onderwerp mee te discussiëren. Bij een niet-
geagendeerd thema kunt u max. 3 minuten inspreken aan het begin van de vergadering (agendapunt 3).
Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online aanmeldformulier:
https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/stadsdeeloost/meedenken/aanmelding-inspreken/.
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 254
Datum akkoord college van b&w van 28 maart 2017
Publicatiedatum 28 maart 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Dantzig van 24 februari 2017
inzake het wooncomplex Gouden Leeuw in Zuidoost.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de week van 13 februari 2017 week berichtte het Parool over een zorgelijke
ontwikkeling in Amsterdam Zuidoost. Daar zouden woningen binnen het
wooncomplex de Gouden Leeuw op grote schaal worden opgekocht en met grote
omloopsnelheid worden verhuurd aan studenten en arbeidsmigranten! Er lijkt in veel
van de woningen sprake te zijn van overbewoning. Met overlast, verloedering en
afbrokkeling van de sociale veiligheid tot gevolg.
De Vereniging van Eigenaren (VvE) wil graag dat er maatregelen worden getroffen,
maar de ontwikkelingen lijken sneller te gaan dan haar daadkracht rijkt en het contact
met de bestuurscommissie lijkt moeizaam te verlopen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Dantzig, namens de fractie van D66, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het genoemde artikel en hoe beoordeelt zij
de zorg van de VvE dat illegale verhuur op grote schaal plaats zou vinden in het
woningencomplex?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennis genomen van het artikel in het Parool van 17 februari
2017 en deelt de zorg van de VVE. Afgelopen week is de wethouder Wonen zelf
bij de VVE langsgegaan om zich van de situatie op de hoogte te stellen.
' http:/www.parool.nl/amsterdam/een-van-de-mooiste-wooncomplexen-van-amsterdam-
verpaupert-a4463837/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer oe maart 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 februari 2017
2. Kan het college toelichten wat in het specifieke geval van de Gouden Leeuw aan
de hand is met betrekking tot illegale verhuur en overbewoning?
Antwoord:
Het complex omvat 400 woningen. Er zijn 13 omzettingsvergunningen naar
onzelfstandige woonruimte verleend en er lopen nog 4 aanvragen. Daarnaast zijn,
op basis van meldingen van de VVE, na onderzoek van Handhaving nog 91
adressen in beeld, waar mogelijk sprake is van kamerverhuur. Dit is in onderzoek.
3. Beaamt het college dat overbewoning, een hoge omloopsnelheid en grootschalige
huisvesting van studenten en arbeidsmigranten een negatieve impact heeft op de
woonervaring van vaste bewoners? Welke instrumenten heeft de gemeente om
huisjesmelkers die doelbewust en op grote schaal de regels overtreden aan te
pakken?
Antwoord:
Het college beaamt dat er sprake kan zijn van een negatieve impact op
de woonervaring. Daarom is er een vergunning voor het omzetten van een
zelfstandige woning naar onzelfstandige woonruimte. Bij het omzetten van
woonruimte zonder vergunning zal gehandhaafd worden door middel van een
bestuurlijke boete en een last onder dwangsom of bestuursdwang.
4. Deelt het college het verwijt van de VvE dat toezicht, controle en handhaving in het
geval van de Gouden Leeuw onvoldoende is?
a. Zo ja, kan het college toezeggen hier extra inzet op te plegen?
b. Zo nee, hoe verklaart zij dan de zorgen van deze VvE?
Antwoord:
Het college is in overleg met de VvE en pleegt extra inzet. In overleg met het
stadsdeel is gestart met de voorbereiding van de handhaving en zijn er
gesprekken gevoerd met de VvE. De VvE Gouden Leeuw is ervan op de hoogte
gesteld, dat de situatie in onderzoek is en dat daar, waar overtredingen worden
geconstateerd, handhaving zal plaatsvinden. In het gesprek van de wethouder met
de VvE heeft hij ook gewezen op de verantwoordelijkheden en mogelijkheden die
de VvE zelf heeft om bepaalde vormen van verhuur tegen te gaan door dit op te
nemen in het splitsingsreglement.
5. Uit contact tussen D66 en de VvE blijkt dat het contact met het Dagelijks Bestuur
in het stadsdeel moeizaam verloopt. Onderschrijft het college dat de aanpak van
illegale verhuurpraktijken door huisjesmelkers een prioriteit is van de gehele
gemeente?
Antwoord:
Ja, de aanpak van huisjesmelkers is een prioriteit van de gehele gemeente.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer oe maart 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 februari 2017
6. Signaleert het college dat er op andere plekken in de stad vergelijkbare problemen
optreden met grootschalige opkoop van woningen met illegale situaties zoals
overbewoning tot gevolg”?
a. Zo ja, welke mogelijkheden ziet zij om dit te voorkomen?
b. Zo nee, beschouwt zij de casus van de Gouden Leeuw als incident?
Antwoord:
Uit de evaluatie woningdelen 2016 blijkt dat er duizenden gevallen zijn, waarbij
sprake is van omzetting naar onzelfstandige woonruimte (kamergewijze verhuur)
zonder vergunning. Het is dan ook waarschijnlijk dat er meer situaties zijn zoals in
de Gouden Leeuw. Zo laat het college in ieder geval de situatie in Kleiburg
onderzoeken, waarover we meldingen van verkamering van koopwoningen
hebben ontvangen. De laatste tijd heeft het college flink in handhaving
geïnvesteerd, waarbij het zwaartepunt ligt op handhaving van illegale hotels.
Het college treedt ook handhavend op tegen de overtreding van het nieuwe beleid
voor woningdelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Oud Noord (16 april} Noord Oost (18 april) Noord West (18 april)
uerlelsiNPer gebied Adviesaanvraag verlagen Adviesaanvraag verlagen Adviesaanvraag verlagen
(ON) en parkeervergunningplafond jparkeervergunningplafond jparkeervergunningplafond
18-april -Adviesaanvraag uitrol -Adviesaanvraag uitrol -Adviesaanvraag uitrol
ONNA) schone taxistandplaatsen chone taxistandplaatsen chone taxistandplaatsen
NO) -Adviesaanvraag wijziging f-Adviesaanvraag wijziging fAdviesaanvraag wijziging
APV i.v.m. beëindigen APV i.v.m. beëindigen APV i.v.m. beëindigen
alternatief personenvervoer falternatief personenvervoer falternatief personenvervoer
15-MayfPlenair -Agenda sportstimulering
-Presentatie stedelijke honorering infrastructurele prioriteiten
-Amsterdams klimaatakkoord
|L
DD
EC
10-Jul -Evaluatie vergaderen per gebied
DD
Esen TT
TT
DD
TT
TT
DD
DD
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp ILG Bijzonderheden
2019fn.n.b. Ongevraagd advies evaluatie [Gebiedsvertegen-woordigersjNa bespreking monitor,
invoering nieuw Oud Noord najaar 2018; de heer Theo
parkeerbeleid in Oud-Noord an Gestel
([email protected]) wordt
graag op de hoogte
gehouden over de planning.
10-AprfTechnische presentatie over [Ruud Dreijer
stedelijk proces rondom
honorering infrastructurele
prioriteiten
2019
n.n.b. fIn.n.b. Jaarverslag natuur in Noord |Fred Haaijen erzoek van commissie in
ergadering 14 november
2018
n.n.b. _fn.n.b. Groen ijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij
Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden:
amiel Ledderhof en
Rebecca Kloosterman
amiel.ledderhof @gmail.co
m
n.n.b. fn.n.b. Openbare ruimte op de ijbe Langeveld
NDSM
n.n.b. fIn.n.b. oegankelijkheid van |Paul Scheerder
stoepen
Evaluatie hondenbeleidpmnan Der
n.n.b. fIn.n.b. Participatie Nicoline van der Torre, oorgesteld in SDC 14 nov
anan Uyar, Elijah Alvares 2018
n.n.b. In.n.b. Ombuigen van negatief Elijah Alvares
naar positief gedrag
van jongeren in
Amsterdam Noord
n.n.b. fn.n.b. Gevaarlijke Régine Anmuth, Dennis
kruispunten in Overweg
n.n.b. _fn.n.b. BEOOR Frans Rein Jurrema, Canan
Uyar, Nicoline van der Torre,
Fatin Bouali
n.n.b. fIn.n.b. Meer sportmogelijkheden in Canan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert
Noord Overweg, Fatin Bouali & Klinkenberg (Stem van
Peter Willing Noord).
n.n.b. In.n.b. Culturele locatie anan Uyar, Dennis Overweg
Hamerstraatgebied & Elijah Alvares
n.n.b. fIn.n.b. Opheffing Participatieraad anan Uyar & Wijbe
Langeveld
n.n.b. fIn.n.b. Bevorderen Elijah Alvares
jongenparticipatie
n.n.b. fIn.n.b. oegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis
oor mensen met een Overweg
beperking
2019101 weede technische sessie erzoek gedaan op eerste
Javabrug na openbare echnische sessie Javabrug
informatieavonden
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp EIKES Bijzonderheden
Damen schiprepair oorlopig uitgesteld
nb fmb Only Friends
10-Jul fn.n.b. Hamerkwartier erzoek gedaan op
echnische informatiesessie
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1113
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake Koers 2025 (onderzoek mogelijkheden voor
woningbouw in het buitenhavengebied).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Koers 2025, een ruimtelijke ontwikkelstrategie van
Amsterdam 2016-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 838).
Constaterende dat:
— Koers 2025 gericht is op woningbouwlocaties die voor 2025 tot ontwikkeling
kunnen worden gebracht;
— de mogelijkheden daarvoor aanwezig zijn, maar niet uitgesloten kan worden dat
daarvoor de Hoofdgroenstructuur en ander waardevol groen wordt aangetast;
— de energietransitie urgent is en reeds begonnen;
— hierdoor kolen- en benzine-opslag steeds meer stranded assets worden;
— het Westelijk Havengebied ten westen van de Ring A10, en verder ruwweg
begrensd wordt door de Westhaven, het Noordzeekanaal in het noorden en de A5
in het zuiden, gedomineerd wordt door kolen- en benzine-opslag en
overslaginstallaties die binnen 35 jaar obsoleet zijn en nu al tot de zogeheten
'stranded assets’ aan het behoren zijn;
— vooruitziende bestuurders hier rekening mee houden.
Overwegende dat:
— wij meer mensen een plek willen bieden in de stad en de druk op de woningmarkt
ook met oog op de langere termijn willen verlichten;
— in de structuurvisie het onderdeel Haven-Stad is opgenomen, welke de
wenselijkheid en haalbaarheid van gemengd wonen, werken en recreëren in
het Westelijk Havengebied buiten de Ring A10 en langs het Noordzeekanaal
onbesproken laat.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— nader te onderzoeken hoeveel woningen op middellange en met name lange
termijn (na 2025) te realiseren zijn in het Westelijk Havengebied in het gebied
ruwweg begrensd door de Ring A10, de Westhaven, het Noordzeekanaal in het
noorden en de Â5 in het zuiden;
— hetresultaat van dit onderzoek in 2017 aan de raad aan te bieden.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1113 Moti
Datum 23 september 2016 otie
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | train |
De module Samenspraak start om 19.30 uur. De leden van de bestuurscommissie
ontvangen u graag in de Burgerzaal en zijn uw gesprekspartner. U kunt vrij inspreken
over onderwerpen die niet op de agenda staan en in gesprek gaan met de leden van
de bestuurscommissie. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering
aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020 25
29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken. De module Debat
start uiterlijk om 21.00 uur. Indien de Samenspraak eerder is afgerond, zal het Debat
ook eerder beginnen. De leden van de bestuurscommissie voeren het politieke debat.
Wilt U uw mening geven over een geagendeerd onderwerp? Dan bent u van harte
welkom om in te spreken. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering
aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020 25
29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken.
Agenda
Datum 07-06-2017
Aanvang 19:30
Locatie Burgerzaal, stadsdeel
Samenspraak
De starttijd van de avond is 19.30 uur. De leden van de bestuurscommissie ontvangen u hiervoor graag in het
stadsdeelhuis en zijn uw gesprekspartner. De Samenspraak kan tot uiterlijk 21.00 uur duren. U kunt daarbij vrij
inspreken over onderwerpen die niet op de agenda staan en in gesprek gaan met de leden van de
bestuurscommissie. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering aanmelden via
[email protected] of telefoonnummer 020 25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp
waarover u wilt inspreken.
1. Opening
2. Vrij inspreken over niet geagendeerde onderwerpen
Insprekers:
1. Dhr. K. Kools, mw. N. Postma en dhr. R. de Groot. Allen gaan inspreken op het onderwerp ‘Puurnatuurtuin’
2. Dhr. lvar Janmaat over Zwerfvuil in Amsterdam Noord
3. Sluiting
Debat
Let op: De starttijd van het Debat is uiterlijk 21.00 uur. Indien de Samenspraak eerder is afgerond, zal het Debat
ook eerder beginnen. De leden van de bestuurscommissie voeren het politieke debat om een oordeel te vormen
over onderwerpen waarover ze later een besluit nemen. Wilt u uw mening geven over onderwerpen die op de
agenda staan? Dan bent u van harte welkom om in te spreken in het stadsdeelhuis. U kunt zich tot 24 uur voor
aanvang van de vergadering aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020
25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken.
1. Opening
2. Mededelingen
3. Vaststellen agenda
4. Vaststellen Verslag
5. Toezeggingen Debat en Besluitvorming
6. Procedurevoorstellen
7. Terugkoppeling module Onderzoek en Bijeenkomstenkalender
8. Meerjarenplan Fiets
9. Agenderingsvoorstel Voorrang voor de Fiets
10. Herschikkingsvoorstel middelen reserve Kwaliteit Openbare Ruimte (KOR)
De beantwoording van de technische vragen zijn reeds naar u toegemaild.
11. Monumentaal pand Weerenkapel, Het Breed 2.
12. Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur 2018
13. Rondvraag en Sluiting
| Agenda | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 603 accent
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Havelaar inzake begroting 2024
Onderwerp
Bezoekersparkeren centrum
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de begroting 2024
Overwegede dat
e Stadsdeel Centrum het enige stadsdeel is waar bezoekers parkeren niet ingevoerd is
e De alternatieven voor bezoekers van bewoners in het centrum om hun auto te parkeren
schaarser en duurder worden
e Recent 24/7 betaald parkeren in centrum is ingevoerd en dat parkeren er €7,50 per vur
moeten betalen
e Het nieteerlijk is dat bezoekers van centrumbewoners voor deze rekening opdraaien en
het zorgwekkend is dat bezoek ontvangen in centrum zo veel lastiger wordt
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e _Bezoekersparkeren met 65% korting in te voeren in stadsdeel centrum zodat bewoners in
centrum hun bezoek tegen redelijk tarief kunnen laten parkeren en de benodigde 5,4 mil-
joen euro in te boeken als tegenvaller op de parkeerinkomsten na de enorme verhoging
door in centrum naar 24/7 €7,50 te gaan.
Indiener(s),
R.B. Havelaar
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 178
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder Z
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 maart 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(onderzoek naar Forum voor Democratie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 105).
Constaterende dat:
- Het college haar ogen niet wil sluiten voor het gegeven dat extreemrechtse
onderwerpen en complottheorieën niet langer taboe zijn in het maatschappelijke,
politieke en online debat;
- De politieke partij Forum voor Democratie zich volgens onderzoek van het
Verwey-Jonker Instituut schuldig maakt aan het verspreiden van een
extreemrechtse complottheorie over de ‘omvolking' van de samenleving.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een onderzoek uit te voeren naar de rol van de politieke partij Forum voor
Democratie omtrent de normalisering van extreemrechts gedachtengoed
onder Amsterdammers.
- Om over de resultaten van het onderzoek te rapporteren aan de
gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | train |
VN2023-013096 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
oractie Veoh 5 Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 6
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Driehoek tegen Drugscriminaliteit - Visie en Voortgang en Rapportage Weerbaar Amsterdam
2019-2022 en afdoening toezeggingen
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van het document ‘Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang’,
waarin de voortgang van de Driehoeksstrategie 2021 op hoofdlijnen wordt beschreven;
2. Kennis te nemen van de rapportage van het programma ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’,
waarin specifieke maatregelen ingezet tegen ondermijning en drugscriminaliteit vanuit de
gemeente en het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ) nader worden toegelicht;
3. _Kenniste nemen van de aanbiedingsbrief bij deze stukken.
Wettelijke grondslag
Artikel 180, eerste, tweede en derde lid, van de Gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
‘Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang’ vormt de paraplu waaronder de voortgang
van het brede spectrum van maatregelen in de stad tegen de vitwassen van drugscriminaliteit
uiteen is gezet. Door de Driehoeksrapportage en de rapportage ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’
gezamenlijk aan te bieden wordt de raad een overzicht geboden.
Ad 1. Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie en Voortgang
Het rapport laat zien hoe de Driehoekspartners zich samen met het RIEC en het AcVZ richten op
het bestrijden van crimineel geld, het tegengaan van geweld en het versterken van wijken vanuit
de diverse programma’s. Het rapport biedt daarmee een overkoepelend perspectief op de totale
aanpak van ondermijning in Amsterdam en de regio. Informatie op detailniveau van interventies kan
worden geraadpleegd door hyperlinks naar andere documenten.
De aanpak kent vijf doelen:
1. Het vergroten van bewustzijn onder ‘recreatieve gebruikers’ van de corrumperende werking van
drugshandel
2. Het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt
3. Het bieden van perspectief aan (kwetsbare) jongeren
4. Het tegengaan van corruptie en ondermijning
5. Het tegengaan van excessief geweld.
Gegenereerd: vl.18 1
VN2023-013096 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Directie Openbare 9 Amsterdam ee ‚ ‚ In AZ
Ordeen Veiligheid X Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023
Ter kennisneming
Ad 2. Weerbaar Amsterdam
In de rapportage ‘Weerbaar Amsterdam 2019-2022’ worden specifieke maatregelen van de
gemeente en het AcVZ nader toegelicht. Over de voortgang van het programma ‘Weerbaar
Amsterdam’ is de raad voor de laatste keer op 19 mei 2022 geïnformeerd.
De rapportage bestaat uit twee onderdelen. Het deel ondermijning is specifiek gericht op de
financieel-economische aspecten van ondermijning, zoals malafide bedrijvigheid en vastgoedeigen-
dom. Het deel drugscriminaliteit richt zich op de sociaal-maatschappelijke aspecten en heeft als doel
het verminderen van de ontwrichtende werking van de drugseconomie op buurten en kwetsbare
(jonge) mensen, en hen weerbaarder te maken tegen de aantrekkingskracht van (drugs)criminaliteit.
Tevens ontvangt u de evaluaties van twee maatregelen vit Weerbaar Amsterdam: de aanpak
Doorgroeiers en de Credible Messengers.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
De Stuurgroep Veiligheid en Zorg heeft op 19 april jl. ingestemd met de rapportage ‘Weerbaar
Amsterdam 2019-2022’.
De Driehoek heeft 19 april jl. ingestemd met het document ‘Driehoek tegen Drugscriminaliteit, Visie
en Voortgang’.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Hiermee worden twee toezeggingen afgedaan:
1) Afdoening van de toezegging aan lid Garmy (Volt) tijdens de Tijdelijke Algemene Raadscommissie
van g juni 2022, bij een volgende rapportage nader te informeren over de effecten van de
maatregelen binnen Weerbaar Amsterdam (TA2022-000485);
2) Afdoening van de toezegging om de raad te nader te informeren over de aanpak
drugscriminaliteit die in de driehoek is besproken (TA2023-000457, toezegging in de vergadering
van de commissie Algemene Zaken van 20 april 2023 bij de bespreking van het Meerjarenplan
Gegenereerd: vl.18 2
VN2023-013096 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
Directie Openbare 9 Amsterdam ee jn
ed Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Ordeen Veiligheid €
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023
Ter kennisneming
integrale persoonsgerichte aanpakken veelplegers en jongeren{jongvolwassenen (HIC-, drugs- en
wapendelicten) 2023-2026).
Welke stukken treft v aan?
1. Raadsbrief Driehoek tegen Drugscriminaliteit en Weerbaar Amsterdam
AD2023-039972 ‚ ‚
en afdoening toezegging.pdf (pdf)
AD2023-039976 2. Driehoek tegen Drugscriminaliteit - visie en voortgang.pdf (pdf)
AD2023-039977 3. Rapport programma Weerbaar Amsterdam 2019 - 2022.pdf (pdf)
AD2023-039978 4. Eindrapportage_Aanpak_Doorgroeiers.pdf (pdf)
AD2023-039979 5. Van Overleven Naar Leven_Evaluatie ADAMAS.pdf (pdf)
AD2023-039967 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
- Actiecentrum Veiligheid en Zorg / Directie Openbare Orde & Veiligheid, Laurien van Velzen,
Lvan.velzen®amsterdam.nl, 06-5177980g - Directie Openbare Orde en Veiligheid, Karin Wilschut,
[email protected], 06-13930999
Gegenereerd: vl.18 3
| Voordracht | 3 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16 november 2021
Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Waternet (bestuurlijke. [email protected])
Onderwerp Drinkwatertarieven 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
Jaarlijks stelt het College van B&W de drinkwatertarieven vast in de tariefregeling drinkwater. Op
16 november jongstleden zijn de tarieven voor 2022 vastgesteld. Via deze brief informeer ik v over
ontwikkelingen met betrekking tot de drinkwatertarieven voor 2022.
Het vaststellen van de drinkwatertarieven
De Drinkwaterwet schrijft voor hoe de drinkwatertarieven tot stand moeten komen.
Drinkwaterbedrijven — waaronder Waternet — zijn verantwoordelijk voor het berekenen van de
drinkwatertarieven. De tarieven worden jaarlijks door het college vastgesteld en gepubliceerd
door de gemeente Amsterdam en Waternet. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
controleert of de drinkwatertarieven correct tot stand zijn gekomen en is de toezichthouder van
het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de drinkwatersector.
Drinkwatertarieven 2022
Volgens de Drinkwaterwet mogen de drinkwatertarieven niet discrimineren en moeten deze
kostendekkend en transparant zijn. Om de tarieven te bepalen worden alle klanten
gecategoriseerd in verschillende klantgroepen. Deze klantgroepen worden onderscheiden op
drinkwatergebruik. De kosten worden verdeeld over de verschillende klantgroepen. Er zijn jaarlijks
verschuivingen van het aantal klanten per klantgroep, waardoor niet alle tarieven met hetzelfde
percentage wijzigen. De drinkwatertarieven stijgen in 2022 gemiddeld met 5,9%. De stijging in
Amsterdam heeft vier redenen:
1. Nominale kosten: ieder jaar wordt het drinkwaterbudget aangepast voor loon- en
prijsstijgingen vanuit de cao- en premiewijzigingen.
2. Digitale veiligheid: Onderzoeken hebben eind 2020 uitgewezen dat extra aandacht nodig
is voor digitale veiligheid en weerbaarheid bij Waternet. Op basis van een onderzoek door
ILT is de Stichting Waternet begin april 2021 onder verscherpt toezicht gekomen van deze
toezichthouder. In de periode 2021 en 2022 moet Waternet achterstanden wegwerken
ten aanzien van digitale veiligheid en weerbaarheid. Ook is het doorvoeren van
verbeteringen nodig om aan de huidige wetgeving rondom cybersecurity te voldoen. Het
jaarlijks vrijgemaakte budget van € 2 miljoen wordt ingezet voor het uitbreiden en
versterken van capaciteit en hulpmiddelen om met name het niveau van “protect and
response” van cybersecurity te vergroten. De noodzaak hiervoor is inclusief budgettering
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 november 2021
Pagina 2 van 3
beschreven in het Verbeterplan digitale veiligheid en weerbaarheid. Dit verbeterplan is op
6 juli 2021 vastgesteld door het College van B&W. De belangrijkste activiteit is opzetten
en bemensen van een Security Operations Center. Het is een verplichting van ILT om deze
kosten door te berekenen. Digitale veiligheid en weerbaarheid hebben bij Waternet een
topprioriteit als vitvoeringsorganisatie voor de gemeente Amsterdam en het Waterschap
Amstel, Gooi en Vecht. In het lopende en komende jaar worden achterstanden rond
digitale veiligheid en weerbaarheid weggewerkt. Doel is om aan de huidige wetgeving
rondom cybersecurity te voldoen.
3. PFAS: Waternet levert uitstekend drinkwater en voldoet aan alle wet- en regelgeving
inclusief de Europese Drinkwaterrichtlijn. Om de kwaliteit van drinkwater ook in de
toekomst te garanderen heeft Waternet een impactstudie met betrekking tot de PFAS
uitgevoerd. Conclusie van deze studie is dat Waternet meer PFAS uit het water kan
zuiveren als de actief koolfilters op de productielocaties Leiduin en Weesperkarspel sneller
vervangen worden. Met deze aanpassing van de bedrijfsvoering beweegt Waternet zich in
de richting van de nieuwe EFSA (European Food Safety Authority) richtwaarde voor PFAS.
Daarmee blijft de kwaliteit van het drinkwater ook in de (nabije) toekomst gewaarborgd.
De kosten van de voorgestelde beheersmaatregel zijn ongeveer € 1 miljoen* per jaar. U
heeft hierover op 28 oktober 2021 een raadsinformatiebrief ontvangen.
4. Vervallen mutatie egalisatiereserve drinkwater: wettelijk gezien mag de
drinkwaterreserve niet negatief zijn. Om ervoor te zorgen dat de drinkwaterreserve niet
negatief wordt moet aan deze reserve gedoteerd worden. Daarnaast heeft de ILT
aangegeven dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. Dat houdt in dat de
egalisatiereserve drinkwater niet ingezet mag worden om de tarieven bij te stellen. In het
verleden werd de egalisatiereserve ingezet om te tariefstijging te dempen.
De stijging drukt zich uit in de volgende bedragen en percentages:
Post: Bedrag: Stijging %
Nominaal € 1.525.960 1,3%
Digitale veiligheid € 2.000.000 1,8%
PFAS € 1.000.000 0,9%
Vervallen mutatie egalisatiereserve drinkwater € 1.950.000 1,8%
Overige mutatie € 163.134 0,1%
Totaal: € 6.639.094 5,9%
Wat betekent dit voor Amsterdammers?
Huishoudens met een watermeter betalen in 2022 € 0,87 per m? (€ 0,83 in 2021). De vaste kosten
stijgen van € 76,42 (tarief in 2021) naar € 82,82 in 2022. In het distributiegebied van Waternet
heeft een gemiddeld huishouden één of twee personen. Voor deze huishoudsamenstelling wordt
met een gemiddeld verbruik gerekend van respectievelijk „9 of 98 m3. Voor deze klantgroep zal
het tarief respectievelijk 7,1% en 6,5% stijgen.
* Inde Begroting 2022 is voor PFAS € 2,2 miljoen opgenomen. Waternet voert nu eerst een proef vit om
de actieve koolfilters eerder te vervangen. Als deze proef succesvol blijkt, kan overgegaan worden op
volledige snellere vervangingen. De € 1 miljoen is gebaseerd op de proef en de € 2,2 miljoen van de
begroting heeft betrekking op de totale kosten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 november 2021
Pagina 3 van 3
Voor huishoudens zonder watermeter kan niet precies gemeten worden hoeveel water verbruikt
wordt. Hun drinkwaterfactuur wordt berekend op basis van eenheden. De kosten per eenheid zijn
in 2022 €22,65 (€ 21,99 in 2021). De vaste kosten voor huishoudens zonder watermeter stijgen van
€ 71,05 in 2021 naar € 80,45. Voor een huishouden met de genoemde hoeveelheid eenheden zal
het tarief met 7,6% stijgen. Een reden dat het tarief voor onbemeterd meer stijgt dan het
bemeterd tarief is omdat het onbemeten klantgroep kleiner was dan in eerste instantie gedacht
werd. Uit de bestandscorrectie (de nieuw gemaakte rapportages uit het facturatiesysteem van
2020) is gebleken dat er minder onbemeterde klanten zijn dan waarmee voorheen gerekend is.
Het tarief wordt berekend per klantgroep. Voor de klantgroep onbemeterd wordt een schatting
gemaakt naar het verbruik per klant omdat geen meetinrichting aanwezig is. Het kostprijsmodel
verdeelt alle kosten, uitgesplitst naar m? en vastrecht over het aantal klanten per categorie en hun
verbruik.
Voor zover nu bekend is, is de bandbreedte van de stijging van de integrale drinkwatertarieven
2022 van de verschillende drinkwaterbedrijven in Nederland tussen de 1,3 en 8 procent.
Rond 1 december worden de drinkwatertarieven voor 2022 op de website van Waternet
gepubliceerd (www.waternet.nl{service-en-contact/drinkwaterf). U kunt daar een uitgebreid
overzicht van de verschillende tarieven per klantgroep terugvinden.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
GC
( f | | |
Me {
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Amendement
Jaar 2021
Nummer 421
Behandeld op 7/8 juli 2021
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid A.L. Bakker inzake de Voorjaarsnota 2021 (herplant de ruim
duizend missende bomen van Elzenhagen-Zuid)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021.
Constaterende dat:
— _ binnen het woningbouwproject Elzenhagen-Zuid niet alle gekapte bomen zullen worden
gecompenseerd met herplant;
— het zelfs gaat om ten minste 1143 bomen die niet worden vervangen;
— _er op basis van de boomkosten van dit project omgerekend een bedrag van bijna € 1.9
miljoen nodig is om de 1143 bomen te compenseren;
— de stand ultimo 2021 van de Reserve Programma Stadsbehoud op 30,2 miljoen staat en
dat deze reserve een programmatische aanpak ondersteunt voor het in stand houden
van de openbare ruimte en infrastructuur, waaronder de arealen (…) groen (…) en dat
deze middelen flexibel kunnen worden ingezet voor verschillende arealen, verschillende
activiteiten en over de jaren heen.
Overwegende dat:
— we in Amsterdam in de openbare ruimte geen 1143 bomen kunnen missen vanwege de
noodzaak van klimaatadaptatie, biodiversiteit, tegengaan van hittestress en het
algeheel leefbaar houden van de stad;
Besluit:
Op pagina go in het programmaonderdeel ‘Groen en dierenwelzijn’ onder ‘Lasten’ de totale
lastenstijging met ‘€ 14,1 miljoen’ in 2021 te wijzigen naar ‘€ 16 miljoen’ en als toelichting
daarop aan te vullen:
= hogere lasten van €1,9 miljoen in 2021 door het alsnog compenseren van de kap van
1143 bomen in Elzenhagen-Zuid, in de omgeving of elders in Noord in de openbare
ruimte. Deze compensatie wordt gedekt vanuit de Reserve Programma Stadsbehoud.
Op pagina’s 86, go en 124 de cijfers in de tabellen over de Reserve Programma Stadsbehoud
en de baten en lasten van het programma ‘Wonen en groen’ overeenkomstig aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad
A.L. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
%
&
Stadsdeelcommissievergadering
Agenda
Datum 03-06-2020
Aanvang 19:30
Locatie Vergadering wordt digitaal gehouden
1. Opening en vaststellen agenda
2. Actualiteiten / mededelingen / coronanieuws
3, Insprekers
4, Adviesaanvragen
4a. Adviesvraag gebiedsgerichte uitwerking 2021
4b. Adviesaanvraag Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid
4c. Adviesaanvraag Concept Groenvisie 2050
4d. Adviesaanvraag SHP Bovenwijks Groen
5. Ongevraagde adviezen
5a. Frans Halsbuurt
5b. Huize Lydia
6. Rondvraag
1
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
7. Sluiting
8. Ter kennisname
2
| Agenda | 2 | train |
VN2022-043987 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Grond en en Erfgoed
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Woningbouw
Agendapunt A
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Instemmen met beantwoording advies Kinderraad over huizenmarkt
De commissie wordt gevraagd
1. _Kenniste nemen van het advies van de Kinderraad van Amsterdam over de huizenmarkt.
2. Kennis te nemen van de brief waarin de wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
reageert op het advies van de Kinderraad.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en
elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het
college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening
van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
De kinderraad van Amsterdam komt maandelijks bij elkaar om te vergaderen. De kinderraad stelt
zelf de inhoudelijke agenda op. De kinderraad krijgt tijdens de vergadering verschillende dilemma's
voorgelegd. De kinderraad kiest zelf over welk dilemma zij wil adviseren. De kinderraad heeft zelf
het thema “huizenmarkt” gekozen. In juni 2022 heeft wethouder Van Dantzig het advies van de
Kinderraad van Amsterdam over de huizenmarkt in ontvangst genomen.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Mangal (DENK)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-043987 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Grond en % Amsterdam Erf d
Ontwikkeling % en Erfgoe
Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2022-120035 Advies kinderraad 30 juni 2022.docx (msw12)
Brief wethouder van Dantzig aan kinderraad over huizenmarkt d.d.
AD2022-120034
18-11-2022.pdf (pdf)
AD2022-120036 Commissie WV (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Laura Uittenbogaard, Grond en Ontwikkeling, [email protected], 06 83639186
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
%
GQ
Commissie Wonen
Agenda
datum 14 juni 2011
aanvang 20:00
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal
voorzitter Ardine Nicolaï (GroenLinks)
griffier Cindy Heusingveld
1. Opening / vaststelling agenda
2. Insprekers
3. Commissieweergave 9 mei 2011
4. Bestuurlijke jaar-termijnagenda
| Ter advies aan de raad
5. Afzien van een verklaring van geen bedenkingen (20 min)
6. Blok 1 Tugelawegblokken (45 min)
7. Aanpak Cruquiuswerkgebied (45 min)
Il Bespreekpunten
8. Convenant splitsen en verkoop sociale huurwoningen (45 min)
9. Memo uitbreiding Brazilië en Lloydkwartier ( VVD) (30 min)
De volgende agendapunten komen aan bod na de schorsing ín de extra commissie wonen 21 juni
| Ter advies aan de raad
10. Woonvisie Oost 2011 — 2015 (45 min)
11. Perspectievennota (alleen hoofdstuk 2, 4.11 (blz 26), bijlage 1 en blz 49) (30 min)
Il Bespreekpunten
12. Handhavingsprogramma (alleen punten met betrekking tot bouw en woningtoezicht) (30 min)
13. Notitie Meer zicht op de Amstel (D66) (30 min)
14. Concept antwoord raadsadres Soweto en kraakgroep Oost (20 min) (onder voorbehoud)
15. Concept antwoord raadsadres woonschip Feja (20 min) (onder voorbehoud)
16. Actualiteit
17. Sluiting
Commissie Wonen versie 09-06-2011
| Agenda | 1 | train |
€ Gemeente
Amsterdam
2% West |
Besluit Algemeen Bestuur
Afdeling: Gebiedspool
Behandelende ambtenaar: Paul Nieuwenhuizen, accountmanager evenementen /
[email protected] en Lonneke Regter, projectmedewerker a
cultuur / [email protected]
Telefoon 06-83635362 (Paul Nieuwenhuizen) en 06-20499685 (Lonneke Regter)
Datum behandeling: 27 september
Besluitnummer: INT-16-02231
Portefeuille: Kunst & Cultuur |
Onderwerp: |
Nieuw evenementenbeleid en locatieprofielen Amsterdam West |
Í
Planning van de bespreking en besluitvorming
e _ Oordeelvorming dinsdag 27 september 2016
e _ Besluitvorming dinsdag 11 oktober 2016
Het Algemeen Bestuur besluit: |
-de zes locatieprofielen van Amsterdam West vast te stellen en
-deze als advies te verzenden naar het College van B&W.
E 1 Í
Korte samenvatting: (max. 10 regels)
Stadsdeel West heeft op verzoek van het College van B&W zes |
locatieprofielen opgesteld en/of geactualiseerd van de volgende locaties:
Westerpark, Stenen Hoofd, Mercatorplein, Erasmuspark, Bilderdijkpark en
Bos en Lommerplantsoen. De locatieprofielen bieden richtlijnen voor |
culturele evenementen op deze locaties. De locatieprofielen van Stadsdeel
West gaan na vaststelling door de bestuurscommissie als advies naar het |
College van B&W. |
_ Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context):
Om tot een nieuw, centraal evenementenbeleid te komen vanaf 2017, heeft
het College van B&W de ‘Uitgangspunten van een nieuw evenementenbeleid’ |
in mei jl. vastgesteld met de wens om tot eenduidige condities en |
randvoorwaarden te komen voor evenementen. Met de uitgangspunten |
neemt Amsterdam meer de regie om de balans te zoeken tussen feestelijke |
evenementen en onredelijke belasting en is er meer focus op beter, leefbaar |
en slimmer. Vervolgens zijn de voorzitters van de bestuurscommissies als |
‘ogen en oren van de stad’ door het College van B&W gevraagd om |
locatieprofielen van belangrijke evenementenlocaties op te stellen en/of deze
te actualiseren.
Stadsdeel West werkt al jaren met profielen voor het Westerpark, Stenen
Hoofd, Mercatorplein en Erasmuspark. Op basis van deze ervaring en de |
|
Stadsdeel West Pagina 2 van 3
Besluitnr: INT-16-02231
voortdurende gesprekken met stakeholders zijn de profielen geactualiseerd.
Daarnaast zijn er twee nieuwe profielen opgesteld (Bilderdijkpark, Bos en |
Lommerplantsoen). Afwijkingen van de uitgangspunten van het nieuwe |
evenementenbeleid zijn beargumenteerd weergegeven in de locatieprofielen. |
De locatieprofielen gaan als advies naar het college van B&W. In november
behandelt het college van B&W de locatieprofielen en organiseert een
centrale inspraakronde en consulteert bij eventuele knelpunten de
stadsdelen. Vervolgens stelt het college van B&W het nieuwe |
evenementenbeleid met de locatieprofielen uiterlijk in januari 2017 vast
Reden van het besluit:
De locatieprofielen maken deel vit van het nieuwe evenementenbeleid dat |
het college van B&W begin 2017 zal vaststellen. De profielen geven per locatie
weer wat de richtlijnen zijn voor evenementen. Op die manier kan de
gemeente per locatie kaders aangeven voor het aantal, het soort
evenementen, de programmering, de mogelijke belasting van de locatie en de |
mate van gebruik als evenementenlocatie. Ook kan de gemeente alle locaties |
in samenhang bekijken en makkelijker eventuele knelpunten benoemen en
oplossen.
Stadsdeel West heeft op basis van de criteria uit de ‘Uitgangspunten voor een |
nieuw evenementenbeleid' zes locaties geselecteerd voor een locatieprofiel: |
Westerpark, Erasmuspark, Stenen Hoofd en Mercatorplein, het Bilderdijkpark |
en het Bos en Lommerplantsoen. De locatieprofielen voor Amsterdam West
zijn opgesteld na consultatie van stakeholders (omwonenden, ondernemers
en organisatoren). De insteek is om per locatie maximaal maatwerk te leveren
over bijvoorbeeld het aantal en type evenementen, om het evenwicht tussen
evenementen en rustmomenten voor de buurt optimaal te maken.
Mogelijk zal het College van B&W aanpassingen doen in de profielen en levert
de inspraakronde van de centrale stad nog andere inzichten op.
Kosten, baten en dekking: |
Er zijn geen financiële gevolgen bekend van het vaststellen van de
locatieprofielen.
Voorbereiding en adviezen: |
De locatieprofielen zijn opgesteld conform de richtlijnen van het College van |
B&W, met consultatierondes van stakeholders. De locatieprofielen zijn
gebaseerd op de ervaringen met evenementen van de afgelopen jaren, |
voortdurende gesprekken met organisatoren, ondernemers en omwonenden, |
eventuele uitkomsten enquêtes en per locatie is er recentelijk minstens één
bijeenkomst geweest waar het locatieprofiel is besproken met direct
belanghebbenden (omwonenden, ondernemers en organisatoren). |
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg:
Per locatie is er minstens één bijeenkomst geweest over het locatieprofiel - |
met stakeholders: omwonenden, organisatoren van evenementen en |
ondernemers van de locatie en/of vit de buurt. Wijkagenten zijn ook |
uitgenodigd. De uitkomsten zijn verwerkt in de locatieprofielen. |
|
Ï
Stadsdeel West Pagina 3 van 3
Besluitnr: INT-16-02231
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken:
1. Memo Algemeen Bestuur
2. Locatieprofiel Bilderdijkpark |
3. Locatieprofiel Bos en Lommerplantsoen |
4. _Locatieprofiel Erasmuspark |
5. _Locatieprofiel Mercatorplein |
6. Locatieprofiel Stenen Hoofd |
7. Locatieprofiel Westerpark |
8. Uitgangspunten van een nieuw evenementenbeleid 24 mei 2016) |
Afhandeling:
Afschrift aan:
Geen afschrift verzenden.
Bekendmaking / publicatie:
Publicatie op website Stadsdeel West na vaststelling op 11 oktober.
Communicatie:
Stadsdeel West publiceert zes locatieprofielen voor het nieuwe
evenementenbeleid van Amsterdam. Afwijking van de uitgangspunten en
bijzonderheden zijn per profiel vermeld.
Tekst voor website, evt. nieuwsbrief.
Er is geen specifiek communicatieplan.
Ter kennisname doorsturen aan:
Geen ter kennisname doorsturen.
Í
Besloten in de vergadering van 11 oktober 2016, |
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
|
Secretaris: Voorzitter:
MRE ON
Ws CON 5
E.M. Overzier G.J. Bouwmeester
: |
|
|
|
|
| Besluit | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 34
Datum indiening 25 november 2020
Datum akkoord 8 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-Issa inzake vergroten en
verbeteren van het NatuurNetwerk Nederland (NNN) rondom de Gaasperplas.
Aan de gemeenteraad
Toelichting vragensteller:
De fractie van de Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over de toekomst van het
natuurgebied rond de Gaasperplas. Bij de bespreking van het Toekomstplan Gaasperplas
kwam naar boven dat het college bij de provincie Noord-Holland middels een zienswijze
heeft aangedrongen op minder strenge natuurbescherming, opdat horecaplannen en een
museale functie doorgang zouden kunnen vinden binnen het natuurgebied. De
Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben in beantwoording op de
zienswijze benadrukt dat zij het gebied van dusdanig landschappelijk belang achten dat zij
het onder de werkingssfeer van het ‘Landelijk Gebied’ willen handhaven. Desalniettemin
heeft wethouder van Doorninck, met de portefeuilles Ruimtelijke Ontwikkeling en
Duurzaamheid, daarna nog een brief naar de provincie gestuurd. Hierin wordt opnieuw
geopteerd voor minder natuurbescherming. Echter leest vragenstelster ook in deze brief dat
de wethouder mogelijkheden zag om in overleg met de provincie “te komen tot voorstellen
voor compensatie en zelfs voor een vergroting en verbetering van de NNN ter plaatse”.
De wethouder stelt dat deze “kans voor verbetering van de NNN verloren” zou gaan met het
opnemen van de Gaasperplas binnen het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Bloemberg-lssa, namens de fractie van Partij voor de
Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke kansen voor vergroting en verbetering van het NNN ter plaatse zag het college?
Als het oppervlak van het NNN door bebouwing voor horeca en/of een museum bij de
Gaasperplas vermindert, dient dat gecompenseerd te worden. Het college zou dat in dat
geval ruimhartig willen doen, door zowel ruimschoots in oppervlakte te compenseren als
een ecologische kwaliteitsimpuls te geven aan het gebied. In het kader van het
Toekomstplan Gaasperplas is een eerste globale verkenning gedaan, die een mogelijke
compensatielocatie heeft opgeleverd in de nabijheid van de Gaasperplas. Uit het
onderzoek blijkt, dat er mogelijkheden zijn binnen de Gaasperzoom. Het gaat om
gronden ten zuiden van het waterleidingterrein, aansluitend aan huidige NNN gronden.
Daarmee zou de bebouwing die in het Toekomstplan wordt voorgesteld, ruimschoots
gecompenseerd worden.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Neng dv 34 Gemeenteraad
Datum 8 februari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 25 november 2020
2. Waarom zou het volgens de wethouder niet meer mogelijk zijn om het NNN ter plaatse
te vergroten en verbeteren bij vaststelling van het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’?
De wens bestaat om het NNN bij de Gaasperplas te vergroten en te verbeteren. Om horeca
en een museale functie te realiseren, is compensatie van de NNN gronden noodzakelijk. De
wens om deze functies te realiseren is opgehaald na uitvoerige participatie en komt terug in
het Toekomstplan Gaasperplas. Indien het NNN wordt vergroot zonder dat een horeca- en
museale functie mogelijk wordt gemaakt, is dat later niet meer mogelijk omdat de
gemeente Amsterdam beperkt ruimtelijke mogelijkheden heeft NNN-gronden te
compenseren. Daarom wordt de vergroting van NNN-gronden direct gekoppeld aan het
planologisch mogelijk maken van de functies in het Toekomstplan.
Het verschil tussen het NNN en het werkingsgebied Landelijk Gebied is de mogelijkheid bij
het NNN om ontwikkelingen te compenseren, waar die mogelijkheid bij het
werkingsgebied Landelijk Gebied niet bestaat.
Wanneer gronden uit het NNN zijn gehaald na compensatie vallen deze ook nog onder het
werkingsgebied Landelijk Gebied. Het realiseren van een horeca- en museale functie is
onder dit werkingsgebied niet mogelijk. Met de provincie is daarom een apart overleg nodig
om te bespreken of het werkingsgebied Landelijk Gebied aangepast kan worden.
3. Waarom moet het vergroten en verbeteren van het NNN volgens de wethouder per se
samengaan met wat het college verstaat onder “verbetering van de recreatieve
mogelijkheden”?
In de komende decennia groeit de stad verder en zetten wij in op binnenstedelijke
verdichting. Alleen al in Zuidoost zullen ongeveer 30.000 woningen worden toegevoegd.
De behoefte aan groenbeleving in allerlei vormen neemt daardoor naar onze stellige
verwachting toe en daarbij zetten wij in op makkelijk bereikbaar groen, conform de
Groenvisie. Voor de Gaasperplas zetten wij in op intensiever recreatief gebruik van het
gedeelte bij de metrohalte. Dit deel is goed bereikbaar per openbaar vervoer en heeft
ook nu al een recreatief karakter en een cultuurlandschap, met de waterspeeltuin en het
Floriadeterrein. Met de zonering van het gebied, waarin zelfs delen voor bezoekers
ontoegankelijk worden gemaakt, verbeteren wij tegelijkertijd de natuur.
Horecavoorzieningen ontbreken nu in het gebied. In de participatie is de vraag naar
horeca veelvuldig opgehaald.
4. Ishetcollege, nu de omgevingsverordening is vastgesteld, bereid om evenwel
vergroting en verbetering van het NNN voor te stellen aan de provincie? Zo ja, wat stelt
zij voor en wanneer? Zo nee, waarom niet?
Voor het Gaasperplasgebied wil het college mogelijk te realiseren bebouwing voor
horeca en/of een museum zowel ruimschoots in oppervlakte compenseren als een
ecologische kwaliteitsimpuls geven. In het kader van het opstellen van een nieuw
bestemmingsplan voor de Gaasperplas, vindt hierover in 2021 ambtelijk overleg plaats
met de provincie. Een wijziging van NNN begrenzing kan dan mogelijk onderdeel
vormen van de komende wijziging(en) van de omgevingsverordening in 2021 of daarna.
Onderdeel van het Toekomstplan voor de Gaasperplas is, om de natuurwaarden te
verhogen. Ook worden ecologische knelpunten in de Natuurboog opgelost. Buiten het
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Neng dv 34 Gemeenteraad
ummer seat
Datum 8 februari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 25 november 2020
Gaasperplasgebied, werkt het college mee aan de uitbreiding en inrichting van het NNN
in de Gemeenschapspolder, onderdeel van de Diemerscheg. Ook werken wij mee aan
het robuuster maken van de versnipperde NNN gebieden in landelijk Noord. Daarnaast
heeft het college in de zienswijze aangegeven dat het Geuzenbos onderdeel kan worden
van het NNN, evenals de ecologische verbindingszones die door de stad lopen. De west-
en oostoever van het Zeeburgereiland wordt ingericht als NNN-verbindingszone. Daar
komt nog bij dat het laatste eiland van IJburg grotendeels ingericht zal worden als
openbaar toegankelijk groengebied. Of wij dit eiland ook zullen voordragen voor het
NNN zal nader worden onderzocht.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
15 oktober 2020, raadsbrief ‘Ontwerp-Omgevingsverordening 2020 provincie Noord-Holland,
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9287757/1/20201016%20DEF%20raadsbrief”%20toelichting%20
omgevingsverordening bijlage 1. Zienswijzen gemeente Amsterdam op ontwerp-omgevingsverordening
provincie Noord Holland,
https://amsterdam. raadsinformatie.nl/document/9287759/1/20201016 zienswijze gaasperplas
20 oktober 2020, brief kenmerk RK220200921 van Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ordening en
Duurzaamheid aan het college van Gedeputeerde Staten NH, ‘Bestuurlijke afspraken m.b.t.
Omgevingsverordening Noord-Holland 2020’. Brief niet digitaal beschikbaar, maar opgevraagd bij het college.
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Samenleving van 1 oktober 2013
Vergaderdatum dinsdag 1 oktober 2013
Tijd 20:00 23.00 uur
Locatie Raadzaalte President Kennedylaan 923
Voorzitter Dhr. E. Linthorst
Griffier Mw. M.J. Oosterbaan
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 2/7 augustus 2013
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Integraal Huisvestingsplan
(raadsbesluit)
6. Initiatiefvoorstel “Verruiming openingstijden Huizen van de Wijk”
(ingediend door PvdA)
7. Markt- en staanplaatsenbeleid 2013
(raadsbesluit)
8. Besluit Albert Cuypmarkt niet verzelfstandigen
(raadsbesluit)
9. Verzorgings- en verpleeghuizen
(Agendaverzoek van PvdA, GrLi en SP)
10. Sluiting
1
Commissie Samenleving - dinsdag 1 oktober 2013
Ter kennisname stukken
- Rapportage ambitiegesprekken en Jong Amsterdam 2 2013
- Voortgang verzakelijking van het sociaal domein
- Stedelijke jaarrapportage 2012 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
en jaarrapportage GGD inspectie Kinderopvang VVE-peuterspeelzalen en
VVE Kinderdagverblijven 2012
- Beantwoording motie MO25-2013, Natuur- en milieuvriendelijke sportac-
commodaties
- Stand van zaken actieplan tegengaan Armoede
- Jeugdwerkloosheid
- Stages in Zuid
- Opknappen schooltuinen
- Inrichting marktbureau en overdracht taken, organisatorische, personele
en financiele consequenties oprichting Marktbureau
- Hervorming en langdurige ondersteuning in de zorg
2
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 126
Ingekomen onder CA
Ingekomen op donderdag 23 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Hammelburg, Simons, N.T. Bakker inzake deelname van
Amsterdamse wiettelers aan het wietexperiment.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het wietexperiment.
Overwegende dat:
— Het om redenen van volksgezondheid en veiligheid van groot belang is dat een
stap voorwaarts wordt gezet richting het reguleren van de wietteelt; In 2021 in tien
Nederlandse gemeenten zal worden gestart met een experiment met de legale
teelt van wiet (het wietexperiment);
— Aan het wietexperiment geen Amsterdamse coffeeshops mee kunnen doen, maar
er wellicht wel Amsterdamse wiettelers zijn die zich willen aanmelden om wiet te
telen voor een van de tien deelnemende gemeenten;
— Deze ondernemers op verschillende praktische problemen zullen stuiten, omdat
ondernemen op basis van een experiment als deze uniek is;
Constaterende dat:
— Ondernemers die als teler willen deelnemen aan het experiment te maken zullen
krijgen met partners (zoals bijvoorbeeld eigenaren van panden of terreinen die de
ondernemers willen huren), voor wie het niet meteen duidelijk zal zijn dat in dit
geval wietteelt door de overheid wordt toegestaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Amsterdamse wiettelers die zich willen aanmelden om mee te doen aan het
wietexperiment, ondersteuning te bieden wanneer zij vanwege de bijzondere aard
van hun onderneming onnodig tegen juridische, ruimtelijke of andere belemmeringen
aanlopen.
De leden van de gemeenteraad
1
A.R. Hammelburg
S.H. Simons
N.T. Bakker
2
| Motie | 2 | discard |
Actualiteit Tulpen voor Amsterdam 7 november 2012
Vanavond stond in het Parool dat onze portefeuillehouder mevr. Bos zich
kandidaat heeft gesteld om de lege plek van dhr. Asscher in te vullen.
Bij de laatste verkiezingen stond dhr de Wilt op een verkiesbare plaats
voor de Tweede Kamer.
l.gaat het allemaal wel goed in ons DB? Het lijkt een beetje of men het
schip wil verlaten voordat.......
2. Kunnen wij als deelraad op enige manier mevr Bos aanbevelen bij de CS?
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 225
Datum indiening 9 augustus 2018
Datum akkoord 25 februari 2019
Publicatiedatum 26 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake Amsterdam rookvrij.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Amsterdam is koploper van Nederland als het gaat om het tegengaan van roken.
Amsterdam had als eerste gemeente in Nederland (in 2016) tabaksontmoediging in
een aparte beleidsnotitie opgenomen. In deze notitie staan twee speerpunten
centraal: Voorkomen dat jongeren beginnen met roken’ en ‘Stimuleren dat
Amsterdammers stoppen met roken’. De gemeente Amsterdam heeft zich ook
aangesloten bij de strafzaak tegen de tabaksindustrie. Vanwege haar maatregelen
heeft Amsterdam zelfs dit jaar de Rookvrije Generatie Award gewonnen, omdat de
stad het beste beleid voert om rookvrijer te worden. Een award waar de stad trots op
mag zijn en een beleid wat de fractie van de ChristenUnie van harte toejuicht.
In de notitie ‘Op weg naar een rookvrij Amsterdam’ uit februari 2018 staat:
‘Roken is al jaren een van de prioriteiten van het Amsterdamse
volksgezondheidbeleid omdat het de grootste vermijdbare veroorzaker is van ziekte
en de grootste veroorzaker van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Gezien
de impact die roken op de volksgezondheid heeft, heeft Amsterdam er als eerste
gemeente voor gekozen om tabaksontmoediging in een aparte beleidsnotitie op te
nemen. Ook is Amsterdam als eerste gemeente partner geworden van de Alliantie
Nederland Rookvrij!. Steeds meer gemeentes volgen Amsterdam met initiatieven
rondom tabaksontmoediging. Ook de landelijke overheid heeft de rookvrije generatie
inmiddels opgenomen ín het coalitieakkoord We zijn als gemeente Amsterdam goed
bezig maar nu is het tijd om in 2018 een extra slag te slaan op weg naar een rookvrij
Amsterdam.’
Het valt de fractie van de ChristenUnie op dat er in het beleid niet of weinig wordt
gesproken over het internationale imago van Amsterdam als ‘rookstad’ van de wereld
en de rol van coffeeshops, wanneer we het over een rookvrije stad hebben. De fractie
van de ChristenUnie denkt dat hierdoor het goede streven van de gemeente
enigszins wordt geremd en het beleid minder effectief is dan dat het kan zijn.
De fractie van de ChristenUnie ondersteunt de gemeente Amsterdam graag in haar
ambitieuze visie op een rookvrije stad. Daarom vindt de fractie van de ChristenUnie
dat het beleid zich onder andere zou moeten richten op het rigoureus veranderen van
het internationale imago van Amsterdam als rookstad en de rol van coffeeshops een
bijzondere verdient in het beleid.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Is Gemeenteblad R
Datum 26 februari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Waarom vindt het college het ontmoedigen van roken in Amsterdam belangrijk?
Antwoord:
Uit de cijfers van de Amsterdamse gezondheidsmonitor 2016, blijkt dat in
Amsterdam 27% van alle volwassenen rookt, dat zijn circa 177.000 inwoners.
Dit cijfer is de laatste jaren nauwelijks veranderd. leder jaar sterven meer dan
20.000 mensen in Nederland vroegtijdig als gevolg van roken en meeroken.
Gemiddeld sterven rokers 10 jaar eerder. De helft van hen sterft voor de
pensioengerechtigde leeftijd. Daarmee is roken veruit de belangrijkste
vermijdbare oorzaak van ziekte en sterfte en de grootste veroorzaker van sociaal
economische gezondheidsverschillen’.
Het college vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren de kans krijgen om
rookvrij op te groeien. Daarnaast wil het college ook stimuleren dat volwassen
Amsterdammers stoppen en daarbij worden ondersteund. Een rookvrije generatie
heeft immers meer kans op succes als in de omgeving van jongeren niet wordt
gerookt.
Amsterdam werkt al jaren hard aan tabaksontmoedigingsbeleid. Zo zijn alle
ligweides van openbare zwembaden, sportactiviteiten en evenementen die de
gemeente Amsterdam zelf organiseert rookvrij. Dat geldt ook voor alle
speeltuinen en kinderboerderijen die in beheer van de gemeente zijn rookvrij
gemaakt. In 2018 zijn alle attracties, sportverenigingen, kinderboerderijen,
speeltuinen (die Amsterdam niet zelf in beheer heeft) aangeschreven om ze te
vragen rookvrij te worden. Ook worden steeds meer sportverenigingen rookvrij.
En dat is maar een deel van de maatregelen. Het college komt half 2019 met een
nieuwe beleidsnotitie waarin we nog een stap verder zitten op weg naar een
rookvrij Amsterdam in 2040.
2. Deelt het college de constatering van de ChristenUnie dat marihuana, hasj en
andere vormen van soortgelijke (soft)drugs net zoals tabak voornamelijk gerookt
worden en soortgelijke impact op de volksgezondheid hebben?
Antwoord:
Het klopt dat marihuana, hasj en andere vormen van softdrugs voornamelijk
worden gerookt. In 2016 werd de wijze van gebruik van cannabis door de
Nederlandse bevolking onderzocht met een aanvullende module van de
Leefstijlmonitor. Van degenen die in het laatste jaar gebruikt hadden zei 66% dat
ze cannabis altijd gebruikten via het roken van een joint met tabak; 24% deed dat
zelden, soms of meestal. Andere gebruikswijzen, veelal toegepast naast het
roken van joints met tabak, kwamen beduidend minder vaak voor.
Hieruit valt echter niet op te maken dat de impact daardoor ook hetzelfde is.
Wanneer wiet en hasj met tabak worden gerookt, zijn de schadelijke effecten op
de individuele gezondheid evident. Op het moment dat softdrugs puur en met
tabaksvervangers gerookt wordt of op andere manieren genuttigd wordt is er
1 Notitie tabaksontmoediging 2016-2019
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Is Gemeenteblad
Datum 26 februari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018
sprake van een andere impact op de volksgezondheid. De ziektelast die ontstaat
door het roken van tabak is vele malen groter dan de ziektelast die ontstaat door
het roken van cannabis. Dit heeft verschillende oorzaken:
" Zo is het roken van tabak vele malen verslavender dan het roken van (pure)
hasj en wiet doordat aan tabak diverse stoffen worden toegevoegd die het
middel extra verslavend maken.
= _Erroken veel meer Amsterdammers tabak dan cannabis. Ter vergelijking;
27% van de Amsterdammers tussen de 18-64 jaar rookt tabak terwijl 11% van
de Amsterdammers in dezelfde leeftijdscategorie cannabis rookt.
3. Deelt het college de mening van fractie van de ChristenUnie dat coffeeshops
verkooppunten van rookwaren zijn?
Antwoord:
Ja, het college deelt de mening dat coffeeshops verkooppunten van rookwaren
zijn.
4. Waarom wordt er in de notitie ‘Op weg naar een rookvrij Amsterdam’ in 2018
geen aandacht besteed aan de rol van coffeeshops als verkooppunt van
rookwaren?
Antwoord:
Tabak is vooralsnog een legaal middel en mag op veel plekken verkocht worden.
De regulering hiervan staat in de Tabaks- en rookwarenwet. Deze wet heeft tot
doel het tabaksgebruik te beperken en niet-rokers te beschermen. Het feit dat het
binnen de huidige wetgeving vrijwel iedere ondernemer, met uitzondering van
slijterijen, is toegestaan om tabak te verkopen draagt bij aan het in stand houden
van de wijdverspreide verslaving aan tabak.
Softdrugs valt onder de Opiumwet en wordt in zeer beperkte mate en onder
strikte voorwaarden gedoogd. De wijze waarop er vanuit de gemeente met deze
twee middelen wordt omgegaan is daardoor geheel anders. Er is dan ook sprake
van twee verschillende beleidsvelden. Het coffeeshopbeleid beoogt een heel
ander doel namelijk de scheiding van de markten van softdrugs en harddrugs.
Het tabaksontmoedigingsbeleid kent twee speerpunten: het voorkómen dat
jongeren gaan roken en het stimuleren dat mensen stoppen met roken. De
afgelopen jaren is al hard gewerkt aan de uitvoering van het
tabaksontmoedigingsbeleid en is er veel bereikt”. Voor 2018 zijn extra prioriteiten
gesteld op weg naar een rookvrij Amsterdam’. Zo zet het college in 2018 onder
meer in op rookvrije start, rookvrij spelen, rookvrije sport, rookvrije openbare
ruimte en vergroten bereik stoppen met roken door ondersteuning onder
Amsterdamse minima.
2 Overzicht lopende/ uitgevoerde activiteiten in 2016-2017 in het kader van Tabaksontmoedigingsbeleid
gemeente Amsterdam
3 https://www.ggd.amsterdam.nl/publish/pages/858771/180110 notitie op weg naar een rookvrij _amsterdam.p
df
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ae ebruar 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018
Ba. Kan het college aangeven of coffeeshops eerder zijn meegenomen in de
rookvrije campagne en kan het college concrete voorbeelden geven?
Antwoord vraag Sa:
Horeca, waaronder ook coffeeshops, is niet meegenomen in het
tabaksontmoedigingsbeleid.
5b. Indien dit niet het geval is, kan het college dan aangeven waarom zij ervoor heeft
gekozen om bij haar integrale aanpak voor een rookvrije stad de coffeeshops in
hun rol als verkooppunt van rookwaren niet te betrekken?
Antwoord vraag 5b:
Zie het antwoord op vraag 4.
5c. Is het college van mening dat het goed zou zijn als minder mensen wiet zouden
roken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 5c:
ledere Amsterdammer of bezoeker van Amsterdam (boven de 18 jaar) heeft de
keuze om wel of geen wiet te roken. Relatief veel Amsterdammers hebben wel
eens (soft) drugs gebruikt, of doen dat nog steeds. De meeste Amsterdammers
weten hier een goede balans in te vinden. Het gaat dus met name om de
hoeveelheid wiet en de frequentie en niet om het aantal mensen dat (weleens)
wiet rookt.
6a. Deelt het college de constatering van de fractie van de ChristenUnie dat
Amsterdam internationaal gezien al een lange tijd een imago van ‘rookstad’ heeft
en dat Amsterdam toeristen aantrekt die speciaal hier naartoe komen om te
roken?
Antwoord vraag 6a:
Nee, het college deelt die constatering niet. Amsterdam is internationaal (onder
andere) bekend als stad waar, in coffeeshops, softdrugs gekocht kunnen worden.
Hieruit kan echter niet de conclusie getrokken worden dat Amsterdam bekend
staat als ‘rookstad’. De inspanningen van het college zijn erop gericht een imago
van Amsterdam als stad uit te dragen waarin de nadruk wordt gelegd op het
hoogwaardig cultureel aanbod, de uitstekende vestigingsmogelijkheden voor
(buitenlandse) bedrijven en het aangenaam woon- en leefklimaat. Amsterdam
wordt nadrukkelijk niet gepromoot als ‘rookstad’ of ‘blowstad’.
6b. Is het college van mening dat dit internationale imago niet strookt met het
vastgestelde ontmoedigingsbeleid (en de Rookvrije Generatie Award die
Amsterdam recent heeft ontvangen vanwege haar prijswaardig
ontmoedigingsbeleid)?
Antwoord vraag 6b:
Nee, het college is niet van mening dat het internationale imago van de stad niet
strookt met het vastgestelde tabaksontmoedigingsbeleid.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ae ebruar 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018
6c. Deelt het college de mening dat het internationale imago van Amsterdam als
‘rookstad’ actief aangepakt moet worden? Zo ja, wat is het college van plan om
het imago van Amsterdam als ‘rookstad’ aan te passen.
Antwoord vraag 6c:
Zie het antwoord onder vraag 6a.
6d. Verstaat het college mede onder de zin: “Amsterdam goed bezig maar nu is het
tijd om ín 2018 een extra slag te slaan op weg naar een rookvrij Amsterdam.” ,
het stoppen (of minimaliseren) van het gedogen van verkooppunten van wiet in
Amsterdam? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 6d:
Nee, dat is niet wat het college verstaat met deze zin. Het college doelt hiermee
op de diverse prioriteiten die in 2018 en 2019 worden opgepakt zoals rookvrije
start, rookvrij spelen, rookvrije openbare ruimte etc. zoals bij vraag 4 verder
toegelicht. Voorts dient het gedogen van verkooppunten van wiet een belangrijk
doel: nl. het scheiden van de markten van softdrugs en harddrugs.
6e. Deelt het college de mening van de fractie van de ChristenUnie dat het
introduceren van een wietpas of een soortgelijke middel in Amsterdam
‘rooktoerisme’ zeer waarschijnlijk zou inperken?
6f. Is het college bereid om de haalbaarheid van een verbod op het verkopen van
wiet aan niet ingezetenen middels een wietpas of een andere vorm te
onderzoeken als vorm van, zoals de gemeente zelf omschrift: ‘een extra slag op
weg naar een rookvrij Amsterdam?’
6g. Zo nee, waarom niet?
Antwoord vragen 6e t/m 6g:
Het tabaksontmoedigingsbeleid is in eerste instantie gericht op Amsterdammers.
Het college ziet op dit moment geen aanleiding voor het introduceren van een
wietpas.
De gemeente werkt in het kader van de aanpak voor de binnenstad en Stad in
Balans met een veelheid aan maatregelen aan de vermindering van de overlast
als gevolg van toerisme in de stad. Het invoeren van een ingezetenencriterium
(de zgn. wietpas) maakt hier op dit moment geen onderdeel van uit. Bij de
invoering hiervan moet nl. rekening worden gehouden met een toename van
overlast als gevolg van straathandel, hetgeen tevens de scheiding van de
markten in gevaar brengt.
7. Is het college bereid om de rol van coffeeshops als verkooppunten van rookwaren
structureel op te nemen en te benoemen in het beleid van een rookvrij
Amsterdam?
Antwoord:
In het vrijdag 23 november 2018 gepresenteerde Nationaal Preventieakkoord
staat dat rookruimten in de horeca uiterlijk in juli 2022 moeten sluiten. Hiertoe
wordt ook een aanpassing van de tabaks- en rookwarenwet voorbereid. Het is
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ae ebruar 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 9 augustus 2018
nog niet duidelijk op welke manier coffeeshops -van oudsher bedoeld om
cannabis in te gebruiken - hierin worden meegenomen. In 2019 zal het
tabaksontmoedigingsbeleid worden herzien. Als er aanknopingspunten zijn om
een koppeling te maken tussen verkooppunten van tabak en coffeeshops dan
zullen we dat verkennen en in de notitie meenemen. Het college ziet hiertoe op dit
moment nog geen aanleiding.
8. In de week van 9 augustus 2018 verscheen een bericht dat Amsterdamse
ziekenhuizen (waaronder het OLVG, MCG Slotervaart en Amsterdam UMG)
rookvrije straten willen in hun omgeving.” Wat is de visie van het college op deze
wens in het kader van een rookvrij Amsterdam?
Antwoord:
Het college ondersteunt deze wens. Er vindt op dit moment overleg plaats tussen
het ministerie van VWS, een aantal gemeenten en onder andere ook het KWF om
te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om op te treden tegen roken in de
openbare ruimte.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
* https://www.at5.nl/artikelen/185121/amsterdamse-ziekenhuizen-willen-rookvrije-straten
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Beleidskader
Amsterdamse aanpak gezinsmigranten vanaf 2022
Inleiding
Per 1 janvari 2022 komt er een nieuwe inburgeringswet en krijgt de gemeente de regie op de
uitvoering van de inburgering. De Wet inburgering is van toepassing op statushouders en
gezinsmigranten, maar de taken die de gemeente onder de toekomstige wet per doelgroep krijgt
verschillen. In dit beleidskader formuleren we de uitgangspunten en onderdelen van een
Amsterdamse aanpak gezinsmigranten, waarmee de gemeente Amsterdam invulling wil geven
aan haar toekomstige verantwoordelijkheden voor gezinsmigranten.
Doelgroep
Gezinsmigranten zijn personen met een niet-Nederlandse nationaliteit die naar Nederland
verhuizen om bij hun partner of ouder(s) te komen wonen. Gezinsmigranten die afkomstig zijn van
buiten de EU/EER of Zwitserland, ouder zijn dan 18 en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd,
zijn inburgeringsplichtig. Onderzoek Informatie en Statistiek (OIS) heeft onderzoek gedaan naar
de achtergrondkenmerken en inburgering van Amsterdamse gezinsmigranten*. Uit dit onderzoek
blijkt dat elk jaar ongeveer 1000 inburgeringsplichtige gezinsmigranten naar Amsterdam komen.
De groep gezinsmigranten in Amsterdam is divers qua leeftijd, land van herkomst, gezinssituatie
en opleidingsniveau. Bijna twee derde van de gezinsmigranten is vrouw. De meest voorkomende
landen van herkomst zijn Ghana, Marokko en Suriname?. 50% van de respondenten van het
onderzoek geeft aan hoogopgeleid te zijn, 27% middelbaar opgeleid en 16% laag opgeleid. Ten
minste een vijfde van de gezinsmigranten in Amsterdam maakt deel vit van een gezin met
kinderen.
Gezinsmigranten hebben gemeen dat zij een nieuw leven opbouwen in een nieuwe stad. Ze zijn
relatief kansrijk en kunnen zich redelijk zelfstandig redden, vaak vanwege de ondersteuning die
hun partner of familie kan bieden. Toch is het voor de meeste gezinsmigranten een uitdaging het
inburgeringstraject succesvol en binnen de termijn afte ronden, passend werk te vinden en een
sociaal netwerk op te bouwen. De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk dat gezinsmigranten
zich thuis voelen in onze stad. We grijpen de nieuwe inburgeringswet aan om onze dienstverlening
voor gezinsmigranten te verbeteren, zodat zij een goede start kunnen maken en snel wegwijs
worden in de Nederlandse samenleving.
* Onderzoeksrapport OIS: Gezinsmigranten in Amsterdam. Juli 2020.
2 M.i.v. de nieuwe inburgeringswet in 2022 worden Turkse gezinsmigranten ook inburgeringsplichtig.
Turkse gezinsmigranten zijn niet opgenomen in het onderzoek van OIS.
Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021
Pagina 2 van 5
Wettelijke kaders: de nieuwe Wet inburgering
Op dit moment biedt de gemeente aan gezinsmigranten het verplichte
participatieverklaringstraject (PVT) aan. Gezinsmigranten moeten dit traject nu zelf bekostigen.
Gezinsmigranten ontvangen vanwege het inkomen van hun partner geen uitkering, waardoor de
gemeente hen onder de huidige wet verder geen begeleiding biedt. Dit verandert met ingang van
de nieuwe inburgeringswet in 2022. De gemeente wordt dan voor gezinsmigranten
verantwoordelijk voor het PVT, de module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en begeleiding bij
de inburgering. Onderdeel van de begeleiding bij de inburgering zijn in ieder geval:
e _eenintake,
e _deleerbaarheidstoets,
e het persoonlijke Plan Inburgering en Participatie (PIP),
e handhaving,
e _en voortgangsgesprekken.
Het nieuwe stelsel kent drie verschillende routes waarmee iemand kan voldoen aan diens
inburgeringsplicht:
e de reguliere Ba-route, gericht op de arbeidsmarkt;
e de onderwijsroute, gericht op het behalen van een Nederlands diploma;
e ende Z-route, gericht op zelfredzaamheid en participatie.
De gemeente bepaalt met een intake welke route het best bij een gezinsmigrant past en legt dit
vast in een persoonlijk inburgeringsplan. In tegenstelling tot bij statushouders is het college niet
verantwoordelijk voor het aanbod van de inburgeringsroutes voor gezinsmigranten. Dit betekent
dat gezinsmigranten zelf hun voorbereiding op de inburgeringsexamens moeten organiseren.
Gezinsmigranten moeten hun taalcursus zelf financieren. Zij kunnen hiervoor, net als in het
huidige stelsel, een lening afsluiten bij DUO. Het Rijk gaat ervan uit dat het grootste deel van de
gezinsmigranten de B1-route zal volgen.
Effectieve dienstverlening ondanks beperkte middelen
De Rijksmiddelen die we krijgen voor het uitvoeren van de nieuwe wettelijke taken voor
gezinsmigranten zijn beperkt. In het nieuwe stelsel ontvangt de gemeente per statushouder
€16.455 voor uitvoering van de begeleiding en organisatie van inburgeringstrajecten. Volgens de
laatste raming van Divosa? ontvangen gemeenten per gezinsmigrant een vitvoeringsbudget van
€3.231.
begeleiding, handhaving)
Tabel 1 Rijksmiddelen per inburgeraar
3 https://www.divosa.nl/wet-inburgering-vraag-en-antwoord#financi-n--spuk
4 De verwachte instroom is 1000 inburgeringsplichtige gezinsmigranten per jaar. Het totale vitvoeringsbudget voor
2022 wordt geschat op €3.231.000,00.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021
Pagina 3 van 5
Ondanks de beperkte middelen streven we naar een zo effectief mogelijke dienstverlening,
waarbij we gezinsmigranten gericht ondersteunen bij een goede start en duurzame toekomst in
Amsterdam. De startpositie van gezinsmigranten is anders dan van statushouders. Van
gezinsmigranten wordt meer eigen verantwoordelijkheid verwacht en voor hen gelden andere
wettelijke en financiële kaders. In Amsterdam richten we daarom voor gezinsmigranten een
aparte aanpak in: de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten. Bij de ontwikkeling van deze aanpak
benutten we de bestaande kennis en ervaring van de Amsterdamse aanpak statushouders.
De Amsterdamse aanpak gezinsmigranten
Gezinsmigranten die inburgeringsplichtig worden onder het nieuwe inburgeringsstelsel, vallen
vanaf het moment dat zij zich inschrijven in Amsterdam onder de Amsterdamse aanpak
gezinsmigranten. Gespecialiseerde vitvoerders van de gemeente Amsterdam voeren de
begeleiding bij de inburgering, het PVT en de MAP in eigen beheer uit. Dit biedt de beste
mogelijkheden om in contact te blijven met gezinsmigranten, problemen op tijd te signaleren en
hen op maat te ondersteunen. Doel van deze aanpak is dat gezinsmigranten de inburgering
behalen op het hoogst haalbare niveau en (zelfstandig) mee kunnen doen in de maatschappij.
Uitgangspunt is dat we gezinsmigranten afhankelijk van hun behoefte op maat begeleiden, zodat
zij hun eigen inburgeringstraject kunnen vormgeven. Hierbij geldt dat we gezinsmigranten in het
huidige stelsel zo veel mogelijk laten profiteren van deze aanpak en dat we extra aandacht hebben
voor kwetsbare gezinsmigranten die in de problemen dreigen te komen. De aanpak bestaat uit
vier onderdelen:
1. Een warm welkom in Amsterdam
2. Eenbegeleidingstraject op maat
3. Samenwerking met taalaanbieders voor betaalbaar en betrouwbaar
inburgeringsonderwijs
4. Doorverwijzen naar aanbod in de stad
1. Een warm welkom in Amsterdam
Gezinsmigranten krijgen een warm welkom in Amsterdam. De gemeente informeert
gezinsmigranten over hun wettelijke verplichtingen en biedt ondersteuning bij het regelen van
praktische zaken. De informatievoorziening voor gezinsmigranten sluit aan bij hun persoonlijke
situatie en is (indien nodig) in meerdere talen beschikbaar. Gezinsmigranten kunnen relevante
informatie vinden op één centraal punt. Elke gezinsmigrant wordt gekoppeld aan een
contactpersoon van de gemeente Amsterdam, waar diegene terecht kan voor vragen en
ondersteuning. De gemeente Amsterdam heeft of werkt voor verschillende migrantengroepen
aan welkomstvoorzieningen. Bij de ontwikkeling van de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten
wordt onderzocht of het aanbod en de organisatie van deze welkomstvoorzieningen in
samenhang aangeboden kan worden.
2. Een begeleidingstraject op maat
De doelgroep gezinsmigranten is divers en hun ondersteuningsbehoefte ook. We werken met
consulenten die gespecialiseerd zijn in de doelgroep. Deze consulenten bieden begeleiding op
maat, waarbij de persoonlijke mogelijkheden, behoeften en doelen van de gezinsmigrant centraal
staan. Op basis van een intake en de leerbaarheidstoets bepaalt de consulent samen met de
gezinsmigrant wat de best passende inburgeringsroute is. De gemeente legt dit vast in het
persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) en kan hier gedurende de inburgeringsplicht op
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021
Pagina 4 van 5
handhaven. Gezinsmigranten kunnen gebruik maken van de voor statushouders ingekochte
Taalstart. De Amsterdamse Taalstart is onderdeel van de brede intake van statushouders. Het is
een kort taaltraject dat inzicht geeft in de snelheid waarmee iemand de Nederlandse taal kan
leren. Als gezinsmigranten een meer uitgebreid advies willen over hun leervermogen, de meest
passende leerroute en geschatte de duur en intensiteit hiervan, kunnen zij hier op eigen kosten
aan deelnemen. De Taalstart kost €750. Gezinsmigranten kunnen dit betalen vanuit de DUO-
lening.
Na de intake zijn gezinsmigranten zelf verantwoordelijk om hun route zo in te richten dat zij
kunnen voldoen aan de inburgeringseisen. Gezinsmigranten kunnen bij hun consulent terecht voor
persoonlijk advies en informatie over inburgeren in Amsterdam, zodat zij voldoende handvatten
hebben om hun eigen inburgeringstraject vorm te geven. We ontwikkelen een persoonlijk
portfolio dat gezinsmigranten hierbij helpt en ondersteunen gezinsmigranten bij het zetten van
stappen om hun persoonlijke doelen te bereiken. Hiernaast bieden we het
participatieverklaringstraject aan waarin gezinsmigranten kennismaken met Nederlandse
kernwaarden, zich oriënteren op de stad en samenleving en het opbouwen van een sociaal
netwerk. Afhankelijk van de behoefte van gezinsmigranten kunnen zij workshops volgen die hun
zelfredzaamheid vergroten.
We willen de kansen van gezinsmigranten op de arbeidsmarkt vergroten en we stimuleren hen om
te gaan werken. Gezinsmigranten volgen de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP). De MAP
bestaat vit voorlichting en het opdoen van 4o uren praktijkervaring die aansluiten bij de
beroepskansen en -wensen van de gezinsmigrant. De MAP heeft als doel dat gezinsmigranten een
realistisch beeld krijgen van de arbeidsmarkt, zich oriënteren op (hun mogelijkheden op) de
arbeidsmarkt en concrete stappen zetten om hun doelen te bereiken. Gezinsmigranten die daarna
(meer) ondersteuning nodig hebben bij het vinden van werk, verwijzen we naar de Niet-
Uitkerings-Gerechtigden-aanpak (NUG) of overige initiatieven in de stad. Net als bij
statushouders, stimuleren we gezinsmigranten met de motivatie en potentie, om een opleiding te
volgen of andere kwalificaties te behalen en we adviseren hen over hun mogelijkheden.
3. Samenwerking met taalaanbieders voor betaalbaar en betrouwbaar
inburgeringsonderwijs
Voor hun inburgeringstraject zijn gezinsmigranten afhankelijk van het beschikbare
inburgeringsaanbod in de stad. De zorg is dat gezinsmigranten hierdoor kwetsbaar blijven voor
malafide taalscholen. De gemeente Amsterdam wil voorkomen dat gezinsmigranten een
inburgeringstraject volgen bij onbetrouwbare of niet-kwalitatieve aanbieders en hiervoor een (te)
hoog tarief betalen. Met het Kwaliteitsconvenant Taal en Inburgering hebben we de afgelopen
jaren een succesvolle samenwerking met Amsterdamse taalaanbieders opgezet. De gemeente
Amsterdam wil ook na inwerkingtreding van de nieuwe wet samenwerken met formele en
informele taal- en inburgeringsaanbieders in de stad. We willen ons inzetten om met deze partijen
gezamenlijk te werken aan betaalbaar en kwalitatief goed inburgeringsaanbod voor
gezinsmigranten, waarbij we de gezinsmigrant centraal stellen. We kunnen gezinsmigranten dan
informeren over aanbieders waar de gemeente mee samenwerkt. Gezinsmigranten kunnen er
daarnaast ook voor kiezen om hun inburgeringslessen, op eigen kosten, bij het door de gemeente
ingekochte inburgeringsaanbod voor statushouders te volgen. We stimuleren bovendien dat
gezinsmigranten gebruik maken van het informele (taal)aanbod in de stad, dat hen kan helpen de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, beleidskader Datum 26-10-2021
Pagina 5 van 5
Nederlandse taal te oefenen, een sociaal netwerk op te bouwen en hun zelfredzaamheid te
vergroten.
4. Doorverwijzen naar aanbod in de stad
Gezinsmigranten kunnen met hun vragen of problemen terecht bij een persoonlijke consulent van
de gemeente. Wensen, belemmeringen of problemen worden vroeg gesignaleerd. Bij
gezinsmigranten met hulpvragen op overige leefgebieden werken we nauw samen met de sociale
basis en/of de buurtteams, zodat passende zorg en ondersteuning kan worden ingezet. Gedurende
het begeleidingstraject is aandacht voor de financiële situatie van de gezinsmigrant en de partner,
de thuissituatie en de (mate van) afhankelijkheid van de partner. We streven ernaar dat de
gezinsmigranten na het inburgeringstraject minder afhankelijk zijn van (het inkomen van) hun
partner. Gezinsmigranten kunnen na hun inburgeringstraject gebruik maken van het aanbod van
het Taaloffensief om hun taalniveau verder te verhogen, indien dit wenselijk is.
Slotwoord: Op naar een goede start voor gezinsmigranten
De afgelopen jaren is gebleken dat het huidige inburgeringsstelsel, dat uitgaat van een grote eigen
verantwoordelijkheid van inburgeraars, faalt. Amsterdam is voorstander van een nieuw
inburgeringsstelsel, maar had graag gezien dat gemeenten regie zouden krijgen op het
(organiseren van) het inburgeringstraject voor gezinsmigranten. Dat gezinsmigranten zelf
verantwoordelijk blijven voor hun inburgeringstraject en de voorbereiding op de
inburgeringsexamens zelf moeten bekostigen, is kwetsbaar. Uit het onderzoek naar
gezinsmigranten in Amsterdam blijkt dan ook dat deze eigen verantwoordelijk niet voor elke
gezinsmigrant realistisch is.
Met de Amsterdamse aanpak gezinsmigranten draagt Amsterdam bij aan een goede start en
duurzame integratie van gezinsmigranten in Amsterdam, ondanks dat de mogelijkheden van de
gemeente beperkt zijn. We begeleiden in eerste plaats bij de inburgering, maar we zien de aanpak
ook als startpunt van hun route naar de Nederlandse arbeidsmarkt en voor ondersteuning op maat
op andere leefdomeinen. Want met de aanpak hebben we gezinsmigranten goed in beeld en
kunnen we hen waar nodig doorverwijzen naar bestaand aanbod in de stad, zoals
armoedevoorzieningen, de NUG-aanpak of de sociale basis. Door gezinsmigranten zo goed
mogelijk te begeleiden bij het organiseren van hun eigen toekomst en hen van gerichte informatie
en training te voorzien, hopen we hun kansen te vergroten. We doen dit samen met informele en
formele partijen, die een grote rol blijven spelen in de inburgering van gezinsmigranten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 5 | train |
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid
maart 2017
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Inhoudsopgave
1 Inleiding. … neven neenne nen eneeneerennenvenenenenseenseeeenterenneneneneeeennenvennenseeeenveveenveennveeenveeerenerenvvnervneee Á
1.1 Inclusie en Toegankelijkheid … … … … …… … … nennen eeen nenen enen venverneeeeneeerneeenseeeenverennveervvene Á
1.2 Ambitie. … nennen en erseeeennervenenensn eeen eneenerenveneneneeeenerenveneeeneeenvereenvevenveeenneeeenvennenenervvene Á
1.3 Het VN-verdrag … …… …… neee neren ense eren vereeneneneneevenneerenenensneeenseerenerennnnenseeeenvereenvnensveeenveeen D
1.4 Amsterdam werkt aan toegankelijkheid! … neee eeneeeen eere eereeneeenverennenenvveer O
1.5 De ruimtelijke context en wettelijke kaders … …… ……… … nennen eene eeen eers enen se eeeenerenvenervveer O
1.6 Sturing en organisatie … …… … ………….….nnsanvenseeeevenseeeevenvenenenenenseerenseeeevenveeeevenveeeevenenneerenverevenvenen Ô
1.7 Financiën … nnee nennen enne eeen ee neerenennene venen neeeenennveeenenveeeenenveevenenveeeenenveeevvenvneevenvenveeenenn Â
2 Resultaten op het gebied van toegankelijkheid in 2016 … nennen ereen 3
2.1 Openbare Ruimte en Verkeer … …… … nnen ee eeneeeenenenenenseeeveneerenenensn eeen veneenverenvenenenveenenn Ö
2.2 Personeel en Organisatie … …… … ……….nnnneenvene nen enense eenen eenenenenenveenvereenenensneeenseeeenverenvnnerveeenenn Ô
2.3 Facilitair Bureau … nnee enen se eeen erennenensvenvenverennenensveeenseeeenverenenervvvernveeeenvenenvneeee LÛ
2.4 Wonen … nere neerseereeenensenneeveervnen vene enseverrvnenvenennnenvereneevenennververenevvenvevveve renee nenenenn Ì
2.5 Dienstverlening … unseren ern enensveeenseereneerenvenenenneeneevenvenenseeeenvervenenenenveerveeernvnenvveerveeeen 1Ì
2.6 Website www.amsterdam.nl … … eneen eeeneenen enen seeevenevernenensneernveeernverenvenenenneeen 12
2.7 Sport … nnee neen veenenenensennneveeensenennenneevenrvnvnvenennvenvenvvervenannververeneveensnvvevenvnevvenennnnn 12
EAI
2.9 Diversiteit … nnee neee eenen eneen eeen enenv eren ennveeenenveenenenveeervernveeenenveervenveveevenveene eenen 1
2.10 Werk, Participatie en Inkomen … … … ….....nnsnunennnseerrenseerrvenseenerens eeste eenvervenseeervenseeervenseeeveeen LD
2.11 Verkenning Doelgroepenvervoer … nnen eeenneneen evens eeen seerenveerenenenseeenveeeenveeenveneee 16
2.12 Stadsdeel Centrum … …… nennen ere eeen neren enensveerenveerenenensveeveveerenverenvnenveeveeveeeenveeenveeee LO
2.13 Stadsdeel Noord … …… … ereen ensenennenensneerensenenenenseerenvereenenens eere vevernvenenveervennenn 17
2.14 Stadsdeel Oost … nennen ener neeeen veren enenseneveneerenvenenseeeenvereenenenenveerseeernverenvnerveeenn 1
2.15 Stadsdeel West … nnen ener eeeenvenenenensenenenenenvenenseeeenvervenenenseenenveeernverenvveerveeeeen 18
2.16 Stadsdeel Zuid … … nnee eenen venen eneneenveenenenvenenseeeenvereenenenenveerveeernverenveerveeeeen 18
2.17 Stadsdeel Zuidoost … …… … eeen senenn enen seeereneneenenenseerenvereenenenseernveerenvenenveerve neee 19
3 Waar werkt Amsterdam aan in 2017 … … nnen eeneeeenenenenenseeereneerenvenrnveeenveeeenvereenenernene 2Û
3.1 Openbare ruimte … … … nennen sneren eeen seerenerennenenseneerenerennenensneevnseerenverenvneneneeenveneenvenenvnene 2Ô
EAT
3.3 Personeel en Organisatie … nnee venen seeereneenenvenenenveenvereenenenseeenveeernvenenvnnerveeenn ÂÌ
3.4 Facilitair Beheer … ……… nnen erneer veerenerenvenenseneveneenenvenenseeeenvereenenenenverveeernvevenvveervenenn ÂÌ
3.5 Wonen … nnee nnerreerenenensennserenrneenvenennnevenrvnvnnenennvenvenenenvenannvenverenevnensnnvnevenennenenennnnn
2
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
3.6 Werk Participatie en Inkomen … nnee nee veneerenerenvenenseeeenveerenenensneeenveeeenvenenvnenvenneen ÂÒ
3.7 Sport … nennen ennen veerenenensenene venen senensennsevenrvnenvenennnenvenrvervenennvenverenernenenvenvenvvernenennnnnn
3.8 Jeugd … nennen enenseerenenennenensneeenenevenvenenvenenseeenenevendenenenveenvereennensneeensecernevenvneerveneenn Â3
3.9 Wmo/Zorg nanne ernnvenernseensnenseerseernnsenteersnnentsensenseenseentevnnsvanvenneenseenservservsevenserserseer ÀS
3.10 Programma Doelgroepenvervoer … … nnen nerenneeenenenenenseeeenvereeneeee eneen veeeenverenvnenveneenn ÂD
3.11 Stadsdeel Centrum … …… nennen erneeeen venen enen sneer enenvenenenseeeenvereenenensneeenveerennevenvnenveneenn ÂD
3.12 Stadsdeel Noord … ……… … ereen en senen enenseeerenserenenenseeeenvereenenensnveeevevernenenvnenveneenn ÂD
3.13 Stadsdeel Oost … nnen ereen enverenenenvenevenerenvenenseeeenvereennenennvensenernverenvnenveeeenn ÂD
3.14 Stadsdeel West … …… … … … nnen eneen neren enenseneneeneneenenensnerenseerenverennneersveeenveeeenveernvnneee 20
3.15 Stadsdeel Zuid … … nennen en nerenenenvenneenereenenensneeenveeeenverenvnnenseeeenveneenvenenvneen ZO
3.16 Stadsdeel Zuidoost … …… … nnee eeennenennenensn eer eneerenenenen eeen veeeenverennenenveeeenveneenvenenvnenn 20
AEN
Bijlage 1 Financiën … … … …… eneen neee eeeeneeeenerenenvenneeeeneerenvenenseeeenvereenseerseeenneeeenverenvenennnennn DÂ
Bijlage 2... eneen enen seeeenvereennenenneenneeeenerenvenenseeeneneevenvenenneeeenvereenveenseeenneeervnenenvenenvenenn 28
Over wettelijke eisen, keurmerken en richtlijnen toegankelijkheid … …… … … … … nnee. 28
3
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
1 Inleidin
g
1.1 Inclusie en Toegankelijkheid
Mensen met een beperking hebben, net als ieder ander, het recht om zelfstandig aan de samenleving deel
te nemen. Toegankelijkheid in de stad is voor hen een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen
aan de samenleving. Het college werkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid om het voor iedereen,
ongeacht aard of zwaarte van de beperking? mogelijk maken om mee te doen. Amsterdam moet ‘inclusief’
worden. Mensen met een beperking worden en voelen zich nog te vaak buitengesloten in de samenleving.
Uit landelijk onderzoek van Nivel in 2015? blijkt dat ruim een derde van de mensen met een verstandelijke
beperking en bijna een derde van mensen met ernstige lichamelijke beperkingen zich (sterk) eenzaam
voelt. Het college wil dan ook alles wat binnen haar vermogen ligt doen om de toegankelijkheid voor
mensen met een beperking in fysieke en sociale zin te verbeteren en te stimuleren. Het werken aan
toegankelijkheid is daarmee een brede opdracht van het college die doorwerkt in alle taken van de
gemeente.
1.2 Ambitie
Het streven is de stad zo in te richten dat Amsterdammers met een beperking een zo zelfstandig mogelijk
leven kunnen leiden. Dat betekent dat we moeten werken aan de toegankelijkheid van de omgeving. Denk
bijvoorbeeld aan de openbare ruimte, de publieke gebouwen en het openbaar vervoer. ledereen moet
hiervan gebruik kunnen maken. Ook informatie en communicatie moeten voor iedereen toegankelijk zijn.
Denk bijvoorbeeld aan de gemeentelijke website, de loketten en sportvoorzieningen.
Het college stelt dat toegankelijkheid het vitgangspunt is in Amsterdam. Het is beter om bij plannen en
ontwerpen direct rekening te houden met mensen met een beperking, dan achteraf van alles te repareren.
Dit wordt ook wel “design for all” genoemd. Wanneer we voor iedereen ontwerpen wordt voorkomen dat
groepen gebruikers zich gediscrimineerd voelen en dat later alsnog specifieke aanpassingen moeten
worden gedaan. Op veel terreinen gebeurt dit al. Amsterdam geeft de openbare ruimte zo toegankelijk
mogelijk vorm, en men regelmatig worden ook gebouwen toegankelijker gemaakt. Een voorbeeld zijn de
aanpassingen van sportparken en zwembaden.
Dat het college toegankelijkheid als vitgangspunt neemt betekent niet dat alles in Amsterdam al in
voldoende mate toegankelijk is. Zeker in een stad waar veel oude wijken, straten en openbare gebouwen
staan, ervaren mensen met een beperking nog veel problemen en uitdagingen met de toegankelijkheid.
Als college werken we doorlopend aan het aanbrengen van verbeteringen en het stimuleren van
toegankelijkheid.
‘In deze rapportage wordt vaak kortweg gesproken van mensen met een beperking. De term 'beperking' is
een verzamelnaam voor een groot aantal verschillende functiebeperkingen die voorkomen. Mensen kunnen
gehandicapt zijn vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke stoornis, medische omstandigheden
of een psychische aandoening. Deze stoornissen, omstandigheden of aandoeningen kunnen blijvend of
tijdelijk zijn (Bron Standaardregels VN 1994).
2 http://www.nivel.nl{nl{panels/dossier/monitor-participatie
4
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
1.3 Het VN-verdrag
In 2016 is door het Rijk het VN-verdrag voor mensen met een beperking? geratificeerd en daarmee op 14
juli 2016 in werking getreden. Dit verdrag regelt dat iedereen, met of zonder een beperking, volwaardig
kan deelnemen aan de samenleving. Het verdrag roept geen nieuwe rechten in het leven maar geeft een
verdere uitwerking van de bestaande verplichtingen vit andere mensenrechtenverdragen. Het verdrag is
gebouwd op vier pijlers of algemene grondslagen: gelijkheid, doeltreffend maar niet onevenredig
belastend, toegankelijkheid en zelfstandigheid. Het VN-verdrag gaat veel verder dan alleen fysieke
toegankelijkheid en behandelt veel bredere aspecten van mensenrechten. Centraal staat het bevorderen
van inclusie en participatie van mensen met een beperking. Het VN-verdrag schrijft verder voor dat
mensen met een beperking betrokken moeten worden bij besluiten over regelgeving en beleid dat hen
aangaat.
Het Rijk is als ondertekenaar verantwoordelijk voor de uitvoering van het verdrag. De algemene
toegankelijkheid is per 1 januari 2017 vastgelegd in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of
chronische ziekte (Wgbh/cz)*. De Wgbh/cz uitgebreid met goederen en diensten. Dat betekent dat
horecagelegenheden, musea, winkels, bioscopen, verzekeraars en zorginstellingen ook verplicht zijn
om doeltreffende aanpassingen te doen voor mensen met een beperking en hulphonden toe te laten als
iemand daar om vraagt. Dit geldt ook voor via internet of social media aangeboden diensten.
De mogelijkheid tot het treffen van voorzieningen wordt per situatie bekeken. Het Rijk geeft in haar
toelichting op de wetswijziging een paar voorbeelden: ervoor zorgen dat teksten op websites groter
kunnen worden gemaakt en er voldoende contrast is tussen voor- en achtergrondkleur, het in winkels
verwijderen van objecten die de doorgang voor mensen in een rolstoel, rollator of scootmobiel
belemmeren, en het voldoende tijd en aandacht geven aan mensen met een verstandelijke beperking,
bijvoorbeeld bij vragen of bij het uitleggen van een product of dienst.
Het ratificeren van het VN-verdrag moet volgens het Rijk leiden tot concrete stappen richting algemene
toegankelijkheid. ‘Toegankelijkheid moet normaal worden, ontoegankelijkheid wordt de uitzondering’.
Gemeenten spelen volgens het Rijk een belangrijke rol bij de implementatie van het Verdrag, omdat zij
verantwoordelijk zijn voor een groot aantal zaken dat de positie van mensen met een beperking in de
samenleving direct beïnvloedt.
Het College voor de rechten van de mens is aangewezen als nationaal rapporteur voor het VN-verdrag. Als
toezichthouder bekijkt het College of wetten en beleid voldoen aan de normen van het VN-verdrag.
Daarnaast bekijkt men welke instanties betrokken zijn bij de uitvoering van het verdrag en hoe zij deze
taak uitvoeren en of de situatie van mensen met een beperking verbetert en of de maatschappij inclusiever
wordt. Mensen met een beperking die zich gediscrimineerd voelen, kunnen zich wenden tot het College
voor de Rechten van de Mens.
Mensenrechten in Amsterdam
Mensenrechten spelen binnen de gemeente een steeds grotere rol. De gemeenteraad op 16 september
2016 de brief Mensenrechten in Amsterdam’ vastgesteld, waarmee het mensenrechtenperspectief van
toepassing wordt verklaard op álle gemeentelijke beleidsterreinen. Hierin is ook het perspectief van
mensen met een beperking in opgenomen. In de brief zijn vier prioriteiten opgenomen, waaronder
3 De titel is voluit: Verdrag inzake de rechte van personen met een handicap. Zie voor de integrale tekst
http://wetten.overheid.nl/BWBVooo4045/2016-07-14#Verdrag 2.
Er zijn ook versies beschikbaar in begrijpelijke taal, bijvoorbeeld via www.lfb.nu.
4 Zie voor de actuele wettekst van de Wgbg/cz: http://wetten.overheid.nl/BWBRoo14915/2017-01-01, Artikel 2.
5
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
toegankelijkheid.
1.4 Amsterdam werkt aan toegankelijkheid!
In Amsterdam wordt al jaren gewerkt aan de toegankelijkheid van de stad en dit wordt met een jaarlijkse
rapportage voor de raad zichtbaar gemaakt. Sinds vorig jaar wordt de voortgangsrapportage ‘Amsterdam
werkt aan Toegankelijkheid’ genoemd. Daarmee wil het college recht doen aan de vele projecten en
activiteiten waarin toegankelijkheid een rol speelt. De rapportage is bedoeld als levend document, dat
jaarlijks wordt herzien met nieuwe ambities van het college of de raad. Toekomstige verplichtingen die
voortkomen vit de wetgeving en de verdere implementatie van het VN-verdrag nemen we op en
afgeronde projecten verwijderen we.
In de Rapportage 2017 geven we in Hoofdstuk 2 een overzicht van de resultaten die geboekt zijn in 2016.
Het betreft vele projecten en onderwerpen vanuit de gehele gemeentelijke organisatie. In Hoofdstuk 3
geeft het college de ambities weer voor 2017. De rapportage omvat nadrukkelijk niet álles wat de
gemeente doet om de stad toegankelijker te maken, maar geeft de hoofdlijnen weer. De focus ligt hierbij
op fysieke en sociale toegankelijkheid, al worden onderwerpen als inclusie en participatie ook benoemd.
1.5 De ruimtelijke context en wettelijke kaders
De gemeente heeft een belangrijk rol in het verwezenlijken van toegankelijkheid. Het is van belang om te
realiseren dat de gemeente veel mogelijkheden heeft, maar ook een aantal beperkingen. De gemeente
Amsterdam opereert binnen door het Rijk gesteld wettelijke kaders, zoals het bouwbesluit en de Wet
gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbg/cz). In de gevallen dat de gemeente
opdrachtgever is kan ze in het plan van eisen extra eisen opnemen om een toegankelijker gebouw te
realiseren.
In een stad als Amsterdam kan men soms weinig veranderen aan de ruimtelijke context. Zo zijn de straten
smal in de binnenstad. Daarbinnen moeten alle verkeersstromen worden gefaciliteerd en dat betekent in
sommige straten dat er heel weinig ruimte is voor voetgangers. Tot slot zijn er vele gebruikers met andere,
soms tegengestelde eisen die ze aan de inrichting van de stad stellen. Vaak worden er in de plannen en de
uitvoering de verschillende belangen afgewogen en dat valt niet altijd vit ten gunste van de
toegankelijkheid. Zo willen we in Amsterdam dat grachten bevaarbaar zijn en dat betekent dat bruggen
een bepaalde hoogte moeten daarmee vaak te steil zijn vanuit toegankelijkheid gezien.
1.6 Sturing en organisatie
Toegankelijkheid is een breed aandachtsgebied, dat zich niet beperkt tot één portefeuille, van individuele
directies of afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Het is daarom noodzakelijk om breder te
kijken en samen te werken om de toegankelijkheid verder te verbeteren. De bestuurlijke en ambtelijke
taakverdeling is bedoeld om een betere inbedding van toegankelijkheid binnen de Gemeente Amsterdam
te regelen.
Bestuurlijk
De wethouders en de burgemeester zijn verantwoordelijk voor de resultaten op het gebied van
toegankelijkheid binnen hun eigen portefeuille en sturen hier actief op. Daarnaast ligt een deel van de
verantwoordelijkheid bij de portefeuillehouders in de stadsdelen. De wethouder Zorg fungeert als
aanjager en overlegt periodiek met de Wmo-Adviesraad over dit onderwerp. Signalen die hij opvangt deelt
hij met de portefeuillehouder die de verantwoordelijkheid draagt.
6
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
De wethouder Zorg houdt de commissie Zorg en Sport jaarlijks op de hoogte van de resultaten op het
gebied van toegankelijkheid. Dat doet hij met deze rapportage. Knelpunten kunnen besproken worden in
de raadscommissies waar het betreffende onderwerp is belegd. Gaat het over sociale toegankelijkheid dan
wordt dit in de raadscommissie Zorg en Sport besproken. Vraagstukken die te maken hebben met de
openbare ruimte en verkeer komen aan de orde in de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid.
Ambtelijk
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de projecten ligt bij verschillende afdelingen en bij
ambtenaren, ook in de stadsdelen. Per dossier is er zo veel mogelijk één ambtelijk aanspreekpunt voor
toegankelijkheid, waardoor duidelijk is wie er op die verantwoordelijkheid aangesproken kan worden. Als
er geen aanspreekpunt bekend is, is de directie verantwoordelijk voor het beantwoorden van eventuele
vragen en uitzetten van acties en de voortgang van het dossier.
Samenwerking met ervaringsdeskundigen en belangenbehartigers
Bij een onderwerp als toegankelijkheid is samenwerking met en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen,
belangenbehartigers essentieel. Het college laat zich gevraagd en ongevraagd adviseren over het beleid
in het sociaal domein door de formele adviesraden Wmo-raad, Jeugdplatform en Participatieraad.
Maar ook op uitvoeringsniveau zoekt men de samenwerking op. Voorbeelden hiervan zijn de
betrokkenheid van de Clusterwerkgroep Stadsdelen van Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) bij het
onderzoek naar de toegankelijkheid van Stadsloketten en de gemeentelijke huisvesting. Een ander
voorbeeld is de klankbordgroep die meeleest en meedenkt over de communicatie over de Wmo.
Op het gebied van openbare ruimte wordt veelvuldig met CBA en lokale belangenbehartigers afgestemd.
CBA is ook (agenda)lid van de Centrale Verkeerscommissie, waar zij commentaar kan geven op de plannen
die ontwikkelt worden. Voorts is CBA in 2016 betrokken bij het updaten van de Checklist Toegankelijkheid.
Bij het testen van de website www.amsterdam.nl zijn mensen met een visuele beperking vitgenodigd. Ook
gaan (ervarings)deskundigen mee naar schouwen in de gebieden.
1.7 Financiën
De geformuleerde ambities voor 2017 worden in principe gefinancierd uit de bestaande budgetten. In de
bijlagen staat de benodigde extra budgetten voor 2017 genoemd voor zover deze bekend zijn vanuit de
inventarisatie voor de voortgangsrapportage 2017. Daar waar het werkzaamheden binnen de reguliere
begroting betreft, zijn deze niet apart vermeld. Als zich gedurende het jaar knelpunten in de financiering
voordoen, waardoor de ambities niet gehaald worden dan informeert desbetreffende portefeuillehouder
de gemeenteraad hierover.
* Op 5 november 2015 is de motie van de raadsleden Roosma, Duijndam en Kaya inzake budget voor
toegankelijkheid aangenomen waarin aangegeven is dat wanneer bestaande budgetten ontoereikend zijn,
met deze knelpunten terug te komen naar de raad.
7
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
2 Resultaten op het gebied van toegankelijkheid in 2016
Hieronder volgt een overzicht van een aantal concrete projecten en activiteiten die in 2016 zijn
gerealiseerd op het gebied van toegankelijkheid binnen de gemeente.
2.1 Openbare Ruimte en Verkeer
De Centrale Verkeerscommissie (CVC) toetst en geeft advies over verkeers- en openbare ruimte plannen.
In het CVC-vooroverleg van Ruimte en Duurzaamheid, voorafgaand aan de wekelijkse CVC-vergadering,
adviseert de stadsergonoom over de bruikbaarheid en toegankelijkheid van de plannen die voorliggen.
Zijn adviezen worden meegenomen in het advies aan de projecten. Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) is
agenda-lid van de CVC en krijgt daarmee de mogelijkheid om op alle ingebrachte plannen te reageren.
Daarnaast adviseert de stadsergonoom doorlopend, gevraagd en ongevraagd aan ontwerpers en
projectleiders van lopende projecten. Deze projecten variëren van eenvoudige straatinrichtingen en
pleintjes, tot stationsgebieden en grootstedelijke projecten als de Rode Loper en de herinrichting van het
Leidseplein. Ook is de stadsergonoom betrokken bij de recente herziening van de leidraad van de CVC.
Hierin staan expliciet de vitgangspunten van de CVC geformuleerd, waaronder enkele punten die direct
met de toegankelijkheid te maken hebben, bijvoorbeeld over OV-haltes en geleide lijnen.
Update Checklist Toegankelijkheid
Verschillende onderdelen van de ambtelijke organisatie maken gebruik van een checklist met normen en
richtlijnen voor een toegankelijke stad. In de checklist staat bijvoorbeeld aangegeven hoe steil een
hellingbaan bij een bepaald hoogteverschil mag zijn, wat de maatvoering van een
gehandicaptenparkeerplaats is of hoe men toegankelijke oversteken maakt. Deze checklist is jaren
geleden opgesteld. In 2016 is gewerkt aan een update, in overleg met belangenbehartigers, zoals CBA.
Deze update is inhoudelijk afgestemd op de CVC leidraad. Naar aanleiding van het initiatiefvoorstel over
winkeltoegankelijkheid van raadslid Duijndam uit 2016 zullen er in 2017 nog enkele punten aan de checklist
worden toegevoegd, voordat deze definitief wordt gemaakt.
Visie openbare ruimte
Afgelopen jaar is binnen Ruimte en Duurzaamheid een Visie openbare ruimte opgesteld. Het onderwerp
toegankelijkheid is daarin opgenomen. Daarmee onderschrijf het College de noodzaak om de openbare
ruimte toegankelijk te houden voor alle doelgroepen en in het bijzonder mensen met een beperking.
Fietsparkeren
De gemeente onderneemt actie om te voorkomen dat fietsen in looproutes gestald worden. Zo zijn het
kader Fietsparkeren en het Handboek Handhaving Fietsparkeren vastgesteld. Op alle NS stations en op
het Leidseplein zijn nieuwe fietsborden en tegels geplaatst met duidelijke fietsregels (fiets in het rek of
vak). De maximale fietsparkeerduur van 6 en 2 weken is vastgesteld en in werking getreden (met ingang
van 1september 2016). Dat betekent dat fietsen binnen de ring A-10, 6 weken op 1 plek mogen staan. Op
de NS Stations 2 weken. Fietsen die langer staan kunnen worden verwijderd. Zo komt er meer plaats
beschikbaar in de fietsrekken en zullen minder fietsen buiten de rekken de doorgang versperren.
De stadsdelen handhaven ook al op grond van deze fietsparkeerduurregeling. Eris in de afgelopen
maanden - in de stadsdelen Centrum en Oost - gemiddeld 12% van de geparkeerde fietsen op grond van
8
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
de 6 weken regeling verwijderd. Vanaf maart 2015-sept 2016 zijn ca 1.300 ongebruikte fietsen (in het
kader van de fietscampagne “Klaar met je fiets? Bel 14020”) opgehaald uit de stad.
Voetgangers
De gemeente wil dat de toegankelijkheid voor de voetganger en de veiligheid en het comfort waarmee hij
zich verplaatst wordt vergroot. Met het oog daarop zijn er in de nieuwe leidraad van de CVC richtlijnen
voor het trottoir opgenomen. Minimummaten waar het trottoir in principe aan moet voldoen en die
afhankelijk zijn van de te verwachte drukte (bij drukke publieke functies is de minimummaat groter). De
CVC hanteert deze leidraad bij het adviseren over verkeersplannen.
Bushaltes
De gemeente Amsterdam is al enkele jaren bezig bushaltes toegankelijk te maken. Dat betekent onder
meer dat de haltes verhoogd worden aangelegd om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Verder
moeten perrons via obstakelvrije en drempelloze routes met geleidelijnen ontsloten worden. Per 31
december 2016 zijn circa 420 haltes, inclusief knooppunthaltes, toegankelijk. Dit bereikt meer dan 75%
van de reizigers.
Tram-en combinatiehaltes
Ook tramhaltes wil de gemeente wil toegankelijker maken. In het kader van het reguliere
vervangingsprogramma worden haltes verhoogd en opnieuw ingericht, om een onbelemmerde doorgang
voor minder validen mogelijk te maken. Verder is in 2016 gewerkt aan het opstellen van een programma
van eisen voor de toegankelijkheid van combinatiehaltes (haltes waar zowel tram als bus stoppen). Door
de verschillende afmetingen en vloerhoogtes van het materieel is dit een ingewikkelde opgave gebleken
en heeft dit nog niet geleid tot een definitief programma van eisen. In 2017 wordt dit programma van eisen
verder afgestemd.
Informatie over toegankelijkheid voor ondernemers
Veel ondernemingen zoals horecagelegenheden en winkels zijn op basis van de wet gelijke behandeling
verplicht om doeltreffende aanpassingen te doen voor mensen met een beperking en moeten zij
hulphonden toe laten. Ondernemers weten echter niet altijd hoe toegankelijkheid geregeld kan worden.
De gemeente heeft daarom op de website https://www.amsterdam.nl/ondernemen/nieuws-
ondernemers/toegankelijk/ informatie gepubliceerd hoe men het pand toegankelijker kan maken zonder
dat daarvoor een drastische verbouwing nodig is. Naar aanleiding van incidenten met hulphonden worden
ondernemers ook gewezen op de verplichting tot het toelaten van hulphonden.
2.2 Personeel en Organisatie
Banenafspraak
Op 1 mei 2015 is de Wet Banenafspraak en het Quotum Arbeidsbeperkten van start gegaan. Deze wet
verplicht werkgevers meer banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. De extra banen
zijn bedoeld voor mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen®. De
doelgroep bestaat uit verschillende mensen met heel verschillende talenten en beperkingen.
$ Zie voor een compleet overzicht https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/werken-met-
arbeidsbeperking/inhoud{/meer-banen-mensen-arbeidsbeperking
9
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Het college heeft in 2013 besloten om vanaf 2014 jaarlijks 42 extra banen te realiseren, oplopend tot 420
in 2023. Amsterdam neemt haar verantwoordelijkheid en pakt deze uitdaging actief op. Op 1 december
2016 zijn er ten opzichte van de nulstand (van 2013) in totaal 166 extra banen? voor werknemers met een
arbeidsbeperking binnen de eigen organisatie gerealiseerd. Dat betekent dat de doelstelling voor 2016,
om sinds 2013 minimaal 126 extra banen gerealiseerd te hebben, ruimschoots is gehaald.
Stedelijk Netwerk voor Ambtenaren met een beperking (SNAB)
Dit netwerk is in 2015 opgericht door een groep collega's van de gemeente Amsterdam die zelf een
beperking hebben. In 2026 is het netwerk officieel van start gegaan. SNAB heeft de doelen gesteld om
collega's met een beperking met elkaar in contact te brengen en de zichtbaarheid van collega's met een
beperking binnen de organisatie vergroten. Daarnaast wil men aandacht vragen voor zaken waar
collega’s met een beperking tegen aan lopen.
In 2016 heeft SNAB aan OIS gevraagd een quick scan uit te voeren om te onderzoeken hoeveel
Amsterdamse ambtenaren er zijn met een beperking en is door middel van een online vragenlijst
geïnventariseerd wat er speelt onder deze groep zijn er twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd?
2.3 Facilitair Bureau
Toegankelijkheid Huisvesting Eigen organisatie
Om een goed beeld te krijgen van hoe het gesteld is met de toegankelijkheid van de huisvesting van de
eigen organisatie is een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste panden® door Cliëntenbelang
Amsterdam (CBA). De stadsloketten zijn apart onderzocht, zie hiervoor het onderdeel Dienstverlening.
Uit de rapportages blijkt dat er in al deze panden nog veel verbeterpunten zijn. Grotere knelpunten die in
(bijna) alle panden naar voren kwamen, zijn de beperkte hoeveelheid Integraal Toegankelijke-toiletten, de
beperkte toegankelijkheid van trappen en liften, de zware (brand)deuren die overal aanwezig zijn en de
beperkte toegankelijkheid van de entree van de gebouwen.
Doordat het aantal ambtenaren met een (ernstige) beperking steeds verder toeneemt, mede als gevolg
van de Banenafspraak, wordt de gemeentelijke organisatie steeds vaker geconfronteerd met
ontoegankelijkheid van onderdelen van de huisvesting en dienstverlening.
In 2016 is gewerkt aan bewustwording over toegankelijkheid binnen het facilitair bureau en is een goede
start gemaakt met het inclusief inrichten van de werkprocessen. Daarnaast is er aandacht gevestigd op de
aandacht voor mensen met een beperking bij Bedrijfshulpverlening (BHV) en bij evacuaties. Tot slot is in
diverse panden gewerkt aan verbetering van communicatie-uvitingen en bewegwijzering) voor mensen
met verminderd zicht, en het informeren over toegankelijkheid (rolstoeltoiletten) op intranet. Al deze
resultaten zijn bereikt binnen de bestaande budgetten.
7 Een “baan” is 25,5 vur per week. Sommige medewerkers werken meer, zij tellen dan meer voor meer dan 1
baan. En sommige werken minder, zij tellen mee voor minder dan 1 baan.
8 Bron: Jaarverslag SNAB.
9 Deze panden zijn: Jan van Galenstraat 323, Jodenbreestraat 25, Cruquiusweg 5, Voormalige Stadstimmertuin
4-6, Voormalige Stadstimmertuin 91, Weesperplein 8, Weesperstraat 430-432, Plein 40-45, Bos en
Lommerplein 250, President Kennedylaan 923, Anton de Komplein 150, Buikslotermeerplein 2000, Oranje-
Vrijstaatplein 2, Nieuwe Achtergracht 100, Herikerbergweg 290
10
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
2.4 Wonen
Stimuleren aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen
In 2016 heeft de gemeente met de woningcorporaties de afspraak over de richtlijn en het percentage
aanpasbaar gebouwde nieuwe woningen uitgewerkt. De afspraak is dat corporaties go% van alle woningen
(met uitzondering van studenten- en jongerenwoningen en zelfbouw) bouwen volgens de richtlijn van
aanpasbaar bouwen. De gemeente Amsterdam zal in overleg met de marktsector de wens om aanpasbaar
te bouwen onder de aandacht brengen en hen stimuleren in de middeldure huur en koopsector
toekomstbestendig te bouwen. In 2016 is ruim 80% van de sociale huurwoningen aanpasbaar gebouwd en
in de marktsector 70% van de woningen aanpasbaar gebouwd.
Woonrvimteverdeling
De beschikbaarheid en betaalbaarheid van sociale huurwoningen in Amsterdam staat onder druk. De
slaagkans om individuele woonwensen te kunnen realiseren is gering. Voor ouderen en mensen met een
beperking is er de mogelijkheid om met voorrang op passende woningen te reageren. Over de toewijzing
van sociale huurwoningen wordt jaarlijks gerapporteerd in het kader van de prestatieafspraken met
corporaties. Het flexibel bevorderen van de toegankelijkheid van sociale huurwoningen is daarbij van groot
belang. Een starre toepassing van de wet werkt contraproductief.
Rolstoelwoningen
De huisvesting van rolstoelgeïndiceerden valt onder het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Om
hier uitvoering aan te geven is in 2016 een werkgroep Rolstoelwoningen (rowo) ingesteld met deelnemers
vanuit de gemeente, de corporaties en Adviesbureau Reade. De werkgroep rowo ziet een aantal
knelpunten voor de doelgroep rolstoelgeïndiceerden, waaronder:
-___Rolstoelindicaties worden ook verstrekt aan mensen die op het moment van indiceren nog niet direct
een rolstoelwoning nodig hebben, maar eventueel wel op langere termijn;
-__De woningvraag van rolstoelgeïndiceerden is divers en er is onvoldoende zicht op de wachtlijst;
-__De mogelijkheden om woningen in de bestaande voorraad aan te passen worden nog onvoldoende
benut;
-__Er worden onvoldoende nieuwe rolstoelgeschikte woningen gebouwd;
-__ Bestaande rolstoelgeschikte woningen komen onvoldoende opnieuw beschikbaar voor de doelgroep
als de gebruiker er niet meer woont;
In 2016 is onderzoek gestart naar de bestaande voorraad van rolstoelwoningen en de kenmerken van
woningzoekenden met een rolstoelindicatie op de wachtlijst. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in
samenwerking met Adviesbureau Reade en de eerste resultaten worden in 2017 opgeleverd.
2.5 Dienstverlening
Onderzoek stadsloketten
De stadsloketten vormen een belangrijk onderdeel van de dienstverlening voor alle Amsterdammers. Het
is van groot belang dat deze loketten zowel fysiek als sociaal toegankelijk zijn. Wat betreft fysieke
toegankelijkheid is het streven is dat alle Stadsloketten minimaal voldoen aan de Integrale
Toegankelijkheidsstandaard (ITS).
Om te weten hoe het staat met de fysieke en sociale toegankelijkheid in de zeven Stadsloketten, heeft de
gemeente Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) gevraagd hier onderzoek naar te doen.
11
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Cliëntenbelang Amsterdam is vanaf het begin betrokken en er zijn ervaringsdeskundigen ingezet bij het
onderzoek. Het onderzoek richtte zich op verschillende aspecten van dienstverlening: de website,
bereikbaarheid en de toegankelijkheid (zowel fysiek als sociaal). Hiermee wordt de zogenaamde
“customer journey,” de klantreis, in kaart gebracht.
Uit het onderzoek blijkt dat de dienstverlening (bejegening) aan bezoekers met een beperking over het
algemeen positief wordt gewaardeerd; deelnemers zijn hierover zeer te spreken. Ze ervaren de begroeting
bij binnenkomst als zeer prettig en ze voelen zich gelijk behandeld. Voor de website, de bereikbaarheid en
de fysieke toegankelijkheid van de Stadsloketten is op een aantal punten ruimte voor verbetering
geconstateerd. Voor alle 7 Stadsloketten wordt het ITS-keurmerk aangevraagd.
Begrijpelijke taal
Een ander belangrijk punt in de dienstverlening aan Amsterdammers is het begrijpelijk maken van de
communicatie. In 2016 is vanuit Dienstverlening een proef gestart met de service ‘Snap de brief’. Met een
webapplicatie kunnen mensen een foto maken van een brief die ze niet begrijpen. Vervolgens worden ze
teruggebeld door een professionele hulpverlener die uitleg geeft of, hen doorverwijst naar een
hulpverlenende organisatie.
De verantwoordelijkheid voor de tekst en inhoud van de webpagina's ligt bij de afzonderlijke
gemeentelijke onderdelen. Elke afdeling dienst zijn eigen webpagina en overige communicatie begrijpelijk
op te stellen. Een voorbeeld van hoe hier aan wordt gewerkt is de Wmo-informatie, aangezien juist deze
informatie van groot belang is voor mensen met een beperking en of chronisch ziekte. De afdeling Zorg
legt brieven, beschikkingen en informatiebladen voor aan ervaringsdeskundigen (via Cliëntenbelang
Amsterdam).
2.6 Website www.amsterdam.nl
De publieke website van de gemeente voldoet momenteel voor het overgrote deel aan de geldende
richtlijnen voor toegankelijkheid. Op enkele punten is de toegankelijkheid niet 100%, met name omdat
niet al het beeldmateriaal wordt ondertiteld. Bij de nieuwe dienstverleningsonderdelen is dit dan ook een
eis die bij de bouw van de webpagina's wordt meegenomen.
De eisen aan toegankelijkheid zijn momenteel zo opgezet dat blinden en slechtzienden met
voorleesapparatuur, braille-omzetters of loupes de informatie tot zich kunnen nemen. Voor slechtzienden
is bovendien rekening gehouden met de contrasten (kleurinstellingen) en lettergroottes. De lettergrootte
is beter aan te passen met de standaard van de webbrowser (bij Internet Explorer is dat onder beeld-
tekengrootte). Dat is conform de webrichtlijnen van het world wide web consortium (W3C.org).
2.7 Sport
In de Sportvisie 2025, die is vastgesteld door de Gemeenteraad op 30 november 2016, is als speerpunt
geformuleerd dat Amsterdam samen met haar partners zorgt voor een structureel sport- en
beweegaanbod ook voor Amsterdammers met een achterstand of beperking. In het kader van dit
speerpunt lopen er een aantal projecten en acties.
Toegankelijke sportaccommodaties
Sportvoorzieningen moeten zowel letterlijk als figuurlijk laagdrempelig zijn. Dit is in het kader van de
huidige sportaccommodaties nog niet overal het geval. Daarnaast moet bij nieuwbouw de
toegankelijkheid een randvoorwaarde zijn bij de investering. In 2016 zijn bij Sport de volgende resultaten
behaald:
12
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
- 57 gymzalen die beheerd worden vanuit de afdeling Sport zijn naschools structureel toegankelijk
geworden;
- het Velodrome is veel meer rolstoeltoegankelijk gemaakt voor zowel sporters als bezoekers;
- bij Sporthal de Weeren is de entree aangepast;
- de subsidie voor het aangepaste AGO-zwembad is vastgesteld en dit bad blijft nog 5 jaar open.
- er zijn aanpassingen gerealiseerd bij een aantal reguliere zwembaden (Noorderparkbad,
Mirandabad, Brediusbad, Flevoparkbad, Zuiderbad).
Sportapp
De app “Uniek Sporten” is in het voorjaar 2016 gelanceerd en bevat informatie over aangepast sporten in
Amsterdam, met als doel om meer mensen met een beperking structureel te laten sporten of bewegen.
Europees Kampioenschap Atletiek 2016
In 2016 heeft het EK atletiek in Amsterdam plaatsgevonden. Men heeft gestreefd naar een zo toegankelijk
en inclusief mogelijk evenement. Hiermee heeft Amsterdam een mooi voorbeeld neergezet voor
toekomstige evenementen in Nederland. Er is veel aandacht uitgaan naar de toegankelijkheid en naar de
informatie hierover op de portal http://atletiek.amsterdam/.
Op 10 juli heeft in het Olympisch Stadion een mini EK Atletiek plaats gevonden voor kinderen met een
beperking. Na afloop van het EK Atletiek zijn zes verschillende projecten voor mensen met een beperking
bij atletiekverenigingen gerealiseerd.
Aangepaste sport als speerpunt in de Sportvisie 2025
Topsporters met een beperking worden gehuldigd tijdens het Amsterdamse sportgala. Daarnaast is in ook
in 2016 de Amsterdamse Pluim uitgereikt tijdens het sportgala. Deze Pluim wordt sinds 2009 elk jaar
uitgereikt aan een sportvereniging of organisatie met aanbod voor mensen met een
lichamelijke/verstandelijke beperking.
Sportstimulering met betrekking tot aangepast sporten heeft plaatsgevonden op alle scholen in het
speciaal onderwijs. Tijdens de Koala Games zijn 250 leerlingen uit cluster 3 en 4 met extra zorg ontvangen
in het Olympisch Stadion, met het op maat gemaakte sportprogramma kunnen de kinderen zelf
kennismaken met allerlei sporten en sportverenigingen. Tot slot is het evenement Sport- en Funtoer in het
Friendship Sport Centre gehouden. Hierbij hebben 5o tot 60 kinderen met een beperking diverse sporten
kunnen uitoefenen, samen met broertjes, zusjes, vriendjes of vriendinnetjes en de ouders. Veel activiteiten
zijn geschikt voor kinderen in een rolstoel.
Met de subsidie Gehandicapten Sport hebben diverse verenigingen ook in 2016 hun vervoer naar
uitwedstrijden kunnen organiseren en zijn meerdere kleinschalige evenementen en activiteiten voor
kinderen en volwassenen met een beperking georganiseerd.
2.8 Wmo/zorg
Age Friendly City (Ouderenvriendelijke stad)
In 2015 heeft het college het startsein is gegeven voor Age-Friendly City. Amsterdam heeft een actieplan
opgesteld. In dit programma wordt gekeken naar toegankelijkheid samen met de ouderen.
Een van de doelstellingen in Age-Friendly City is dat de buitenruimte ouderen helpt om zo lang mogelijk
zelfstandig te wonen. Items als straatmeubilair, onderhoud van wegen en trottoirs, loop- en fietsroutes
en toegankelijkheid van gebouwen komen hier aan de orde. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de
‘Bewegende Stad’, de ‘Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’ en het stedelijk beleid rond voetgangers
13
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
en toegankelijkheid. In 2016 is in drie pilotbuurten in beeld gebracht welke ruimtelijke strategieën
kunnen bijdragen aan een levensloopbestendige en toegankelijke buurt.
Subsidieregeling basisvoorzieningen
De bestuurscommissies zijn verantwoordelijk voor de activiteiten in het kader van
basisvoorzieningen. De afspraken zijn vastgelegd in het Stedelijk Kader Afspraken Basisvoorzieningen in
de stadsdelen 2017-2018. Hierbij gaat het om inzet op het gebied van o.a. activering, participatie en
sociale accommodaties, mantelzorgondersteuning en vrijwillige inzet. Deze voorzieningen zijn in
principe toegankelijk voor alle bewoners. Een aantal specifieke doelgroepen zijn benoemd,
waaronder mensen die moeite hebben om te participeren als gevolg van (chronische) psychische
problematiek of vanwege beperkingen. In de nieuwe subsidieregeling basisvoorzieningen die is
opgesteld op basis van het stedelijk kader en die per 1 augustus 2016 is ingegaan, worden expliciet
eisen gesteld aan de fysieke en sociale toegankelijkheid.
Ander Kijken anders Doen
Vanuit de afdeling Zorg wordt de methodiek Anders Kijken Anders Doen (AKAD) sinds 2014 gepromoot.
Ambulant ondersteuners die ervaring hebben met het begeleiden van mensen met een licht verstandelijk
beperking (LVB) worden via AKAD gestimuleerd om in de wijken tijd te besteden aan
netwerkontwikkeling. Daarbij is het doel om kennis over de LVB doelgroep te delen met het welzijnswerk
en informele wijkverbanden. Er zijn teams in elk stadsdeel actief. Samen met de welzijnspartners wordt
de toegankelijkheid van de dragende samenleving voor mensen met een LVB verbeterd. Zo kunnen zij
beter gebruik gaan maken van de voorzieningen in de wijk.
LVB Ervaringsdeskundigen
Er waren in Amsterdam nog geen LVB-ers als ervaringsdeskundigen actief. Ook binnen CBA was tot aan
2016 voor de LVB doelgroep geen platform ontwikkeld. Met inzet van KansPlus, Cliëntenbelang en extra
middelen vanuit Zorg is in 2016 start gemaakt met de oprichting van een LVB-platform. Inmiddels heeft
dit platform al bijdragen geleverd aan informatieverstrekking aan wethouder Jeugd en Onderwijs, heeft
het platform geadviseerd aan het ministerie van Justitie en Veiligheid en heeft men bijgedragen aan de
stedelijke discussie over de inrichting van de beleidsparticipatie in Amsterdam.
Voorlichting en workshops over Niet Zichtbare Beperkingen
In 2015 is de voorlichtingscampagne Niet Zichtbare Beperkingen (NZB) gestart, vanuit een samenwerking
tussen verschillende Expertisenetwerken. De campagne vraagt aandacht voor met mensen met een (licht)
verstandelijke beperking, een vorm van autisme (ASS) en met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH).
Mensen met deze vaak onzichtbare beperkingen worden in veel gevallen niet herkend en dat kan voor veel
problemen zorgen in de dienstverlening of bij deelname aan buurtactiviteiten. Het doel is om de sociale
toegankelijkheid van de voorzieningen te vergroten voor deze doelgroep. In 2016 zijn vele workshops Niet
zichtbare beperkingen door MEE aangeboden in wijken. Er hebben ongeveer 300 mensen (waaronder
professionals, mensen uit de gebiedsteams van de stadsdelen en vrijwilligers) aan de workshops
meegedaan in 2016.
2.9 Diversiteit
Mensenrechten in Amsterdam
De gemeenteraad heeft in september 2016 de brief Mensenrechten in Amsterdam’ vastgesteld, waarmee
het mensenrechtenperspectief van toepassing wordt verklaard op alle gemeentelijke beleidsterreinen. In
14
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
de brief zijn vier prioriteiten zijn opgenomen, waarvan Toegankelijkheid er een is. Deze brief is mede
gebaseerd op gesprekken met enkele honderden Amsterdammers uit alle delen van de stad over
mensenrechten. Ook mensen met een beperking hebben deelgenomen aan deze gesprekken.
De gemeente hanteert de volgende uitgangspunten:
a. Het gemeentebeleid wordt expliciet ingekaderd door de Universele Verklaring voor de Rechten
van de Mens en de daarmee verbonden internationale verdragen;
b. Eris altijd aandacht voor de meest kwetsbaren;
c. De betrokkenen hebben in een vroeg stadium een rol bij de voorbereiding en de evaluatie van
beleidsmaatregelen die op hen van toepassing zijn.
Training
Om ambtenaren bij dit nieuwe perspectief te helpen, is in opdracht van de afdeling Diversiteit een training
ontwikkeld. In januari 2017 is de training opgenomen in het aanbod van De Amsterdamse School.
Subsidieregeling Burgerschap & Diversiteit
Diversiteit kent een subsidieregeling Burgerschap en Diversiteit. Zowel rechtspersonen als particulieren
kunnen in dit kader subsidie aanvragen voor vrijwilligersprojecten. Een van de thema’s waarvoor subsidie
aangevraagd kan worden is mensenrechten.
2.10 Werk, Participatie en Inkomen
De gemeente Amsterdam hecht er veel belang aan dat juist ook de meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt
een kans krijgen, zoals met de Participatiewet is beoogd. Daarom is in de afgelopen periode intensiever
ingezet op het bemiddelen van mensen naar loonwaarde?® en beschut werk. Het aantal plaatsingen naar
loonwaarde van kandidaten bij werkgevers, nadert eind oktober de doelstelling die voor 2016 is
geformuleerd.“ Het aantal plaatsingen beschut werk blijft nog achter bij de doelstelling.
De gemeentelijke doelstellingen bij de Participatiewet staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een
groter geheel. Uiteindelijk is het doel (op basis van het Sociaal Akkoord) dat landelijk 125.000 extra banen
worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. De realisatie hiervan is regionaal
georganiseerd, waarbij gemeenten uit de regio samenwerken met UWV, werkgevers en werknemers. In
de regio Groot-Amsterdam zijn sinds de nulmeting 636 extra banen gecreëerd.
Workshops Niet zichtbare beperkingen en LVB
In 2016 zijn basisworkshops georganiseerd voor klantmanagers in het herkennen, erkennen en
communiceren met klanten met een LVB, NAH, autisme en vroege dementie. Daarnaast zijn er
verdiepingsworkshops aangeboden in de omgang en bejegening van klanten met een LVB.
Er zijn in 2016 een aantal specifieke activiteiten in het kader van armoedebestrijding uitgevoerd, die
gericht zijn op het vergroten van bereik van mensen met een beperking: Papermates zijn vrijwillige maatjes
voor mensen met een beperking bij papieren en geld en die meegaat naar schuldhulpverlening, als dat
nodig is. Bij de financiële inloopspreekuren Grip op je geld die in de wijken gehouden worden zijn naast
professionals van MEE en MADI ook vrijwilligers van de Regenboog en Humanitas aanwezig.
10 Bij bemiddelen van loonwaarde wordt de verdiencapaciteit van een werknemer bepaald. Er kan een
Loonkostensubsidie aan de werkgever worden uitgekeerd als een werknemer niet in staat lijkt om zelfstandig
het wettelijk minimum loon te verdienen.
“Bron is de Voortgangsrapportage Participatie van 26 oktober 2016
15
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
In 2016 is de Regeling tegemoetkoming meerkosten (Rtm) meer en breder onder de aandacht gebracht. Via
deze regeling kunnen mensen met een laag inkomen een vergoeding krijgen voor de extra kosten die zij
moeten maken voor hun ziekte of beperking of die van hun kinderen. Zo heeft men Amsterdammers
die van voormalige de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) regeling gebruik
maakten actief geïnformeerd over het bestaan van de Rtm. Hierdoor is er in 2016 een flinke een toename
aan aanvragen en zijn er eind 2016 ruim 11.000 Amsterdammer die gebruik maken van deze regeling.
2.11 Verkenning Doelgroepenvervoer
In 2016 is er op verzoek van de portefeuillehouders van Verkeer & Vervoer, Jeugd & Onderwijs en Zorg een
verkenning uitgevoerd naar het doelgroepenvervoer in Amsterdam. Aanleiding voor de verkenning waren
de ervaringen van een aantal ambtenaren van de Gideonsbende? met het doelgroepenvervoer voor hun
naasten en familieleden. Doelgroepenvervoer is er om speciale groepen, zoals leerlingen, 75-plussers en
mensen met een mobiliteitsbeperking deel te laten nemen aan het maatschappelijke leven en te vervoeren
naar werk, school of opleiding of om bezoek aan vrienden, familie, musea, theater of winkels mogelijk te
maken.
Uit klanttevredenheidsonderzoek in Amsterdam blijkt dat de overgrote meerderheid van de gebruikers
tevreden is over het doelgroepenvervoer. Tegelijkertijd blijkt dat het vervoer een groot beroep doet op de
flexibiliteit en het geduld van gebruikers en te weinig aansluit bij de mobiliteitsbehoefte van de gebruikers.
Gebruikers van het doelgroepenvervoer zijn meestal (veel) langer onderweg dan reizigers met het
reguliere OV. Het aanbod is weinig gedifferentieerd en de dienstverlening biedt nauwelijks ruimte voor
maatwerk. Vooral mensen die gebruik maken van meerdere regelingen hebben te maken met complexe
situaties.
Op basis van de verkenning is men in 2016 gestart met het Programma Doelgroepenvervoer. Dit
programma ontwikkelt gaandeweg een aanpak die gebaseerd is op onderzoek, data-analyse en resultaten
van experimenten. Het programma heeft de ambitie om doelgroepenvervoer vanuit de behoefte van de
klant te organiseren. Men streeft naar een kwalitatief hoogwaardige invulling van de vervoersbehoefte van
mensen met een mobiliteitsbeperking. Bij de verkenningen zijn CBA en andere ervaringsdeskundigen
betrokken.
Stadsdelen
In de stadsdelen wordt op diverse manieren aandacht besteed aan toegankelijkheid. Als beheerder van
de openbare ruimte zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor kleine aanpassingen ten behoeve van de
toegankelijkheid. De stadsdelen besteden daarnaast aandacht aan toegankelijkheid in het kader van de
basisvoorzieningen van de dragende samenleving. Hieronder staan een aantal voorbeelden van de
manier waarop stadsdelen in 2016 zich hebben ingezet op het gebied van toegankelijkheid.
2.12 Stadsdeel Centrum
In stadsdeel Centrum wordt al een aantal jaren gewerkt aan het verbergen van winkeltoegankelijkheid.
Het streven is dat iedereen moet kunnen winkelen zonder drempels, ook mensen met een rolstoel, rollator
of scootmobiel. De toegankelijkheid wordt verbeterd, onder andere door het plaatsen van drempelplaten.
“ De Gideonsbende is een groep ambtenaren die naast hun baan ook mantelzorger zijn. Vanuit hun professie
willen zij een bijdrage leveren aan vereenvoudiging van het oerwoud aan regels — dwars door alle regels heen.
Veel bendeleden hebben dagelijks als mantelzorger met het doelgroepenvervoer te maken.
16
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Daarnaast wordt bewustwording gestimuleerd door het uitreiken van een prijs aan de meest toegankelijke
winkel.
2.13 Stadsdeel Noord
LVB duurzaam in de wijk
Toegankelijkheid van de wijk voor mensen met LVB en deelname aan reguliere (welzijns)activiteiten
door de doelgroep LVB is in stadsdeel Noord in 2016 stevig aangepakt. Het stadsdeel heeft met stichting
Prisma het project ‘LVB duurzaam in de wijk’ vitgevoerd. De LVB participatiecoach is hierin de spin in het
web. Zij begeleidt en faciliteert de Stamtafel Noord, coördineert de activering van buurtbewoners met
LVB en stimuleert deelname aan reguliere activiteiten in Huizen van de Wijk, buurtcentra etc.
De participatiecoach monitort dit ook en coördineert overleg tussen diverse partijen op uitvoerend
niveau over de participatie van LVB.
Stichting Prisma organiseert binnen dit project de Stamtafel Noord in de Huizen van de Wijk, zet
vrijwilligers in als buurtmaatjes om lvb-bewoners te stimuleren en begeleiden naar deelname aan
reguliere activiteiten en er wordt ‘Soep op Zaterdag’ en ‘Eten op Zondag’ georganiseerd om ontmoeting
tussen buurtbewoners en inwoners met LVB te stimuleren. Stichting Prisma werkt samen met andere
organisaties in de basisvoorzieningen in Noord en met lokale buurtinitiatieven en (sport)verenigingen.
Ook is in Noord in 2016 een AKAD-team actief (Zie voor toelichting over AKAD paragraaf 2.8).
Samenwerking met belangenbehartigers
In Noord is, onder de vleugels van Cliëntbelang Amsterdam, de BTB Groep Noord actief. BTB staat voor
Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid. Zij toetsen of openbare ruimte, wegen en gebouwen
in Amsterdam Noord bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn voor mensen met beperkingen van
diverse aard. Ze zijn betrokken bij bouw- en renovatieplannen, houden schouwen en hebben regelmatig
overleg met het stadsdeel.
De Participatieraad Amsterdam Noord is gesprekspartner van de Bestuurscommissie Stadsdeel
Amsterdam Noord. De Participatieraad heeft als taak de bestuurscommissie van het stadsdeel Noord te
adviseren over het realiseren van de basisvoorzieningen. Zij adviseren de bestuurscommissie gevraagd
en ongevraagd, onder andere op toegankelijkheid van voorzieningen in het stadsdeel.
2.14 Stadsdeel Oost
Voor stadsdeel Oost staat het verbeteren van toegankelijkheid hoog op de agenda. Hierbij gaat het
vooral om kleine aanpassingen. Zo heeft het stadsdeel in 2015 en 2016 geïnvesteerd in het fysiek
aanpassen van een aantal sociale accommodaties (buurtcentra en wijkservicepunten). Werkgroep
Toegankelijkheid van de Vereniging Onbeperkt Oost wordt vanuit hun ervaringsdeskundigheid bij kleine
en grote projecten geconsulteerd.
Ook in sociale toegankelijkheid wordt in Oost geïnvesteerd. In de Wijkservicepunten worden activiteiten
georganiseerd, bewoners kunnen samen eten en er wordt informatie en advies gegeven. In de
wijkservicepunten zijn gastvrouwen/heren aanwezig om de bewoners welkom te heten. Via
communicatie heeft men de bekendheid van de wijkservicepunten vergroot, om zo veel mogelijk
(kwetsbare) bewoners te bereiken.
Eris daarnaast een training "Wederzijds begrip" ontwikkeld door en voor vrijwilligers van de in Indische
Buurt, in samenwerking met leden van de Vereniging Onbeperkt Oost. Het project ‘Samen Buurten in
Oost’ heeft als doel om sleutelfiguren in de wijk kennis te bieden waarmee zij activiteiten kunnen
organiseren waar iedereen (ongeacht eventuele beperkingen) terecht kan.
17
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
In 2016 zijn er verscheidene ook initiatieven uitgevoerd om de deelname van kwetsbare bewoners aan
activiteiten te vergroten, zowel door professionals als buurtbewoners. Zo wordt op IJburg door Dynamo
via de pilot Welzijn op Recept de doorstroom van eerstelijnszorg naar welzijnsaanbod verbetert. In
samenwerking met MEE wordt in het kader van het leefstijlnetwerk met de pilot Actieve Leefstijl
Interventies ingezet op beweegcoaches die deelnemers met een beperking individueel helpen bij het
vinden van een passende sport- of beweegactiviteit. Bij het project Zwerfkatten wandelen mensen met
een beperking naar de hockeyvelden om daar te lunchen.
In 2016 is de Werkgroep PR van Vereniging Onbeperkt Oost gestart met een 2-jarig project om de
aandacht te vestigen op de (on)toegankelijkheid van horecagelegenheden. Goede toegankelijke horeca
gelegenheden krijgen een duimsticker en de resultaten worden gepubliceerd in de lokale media.
2.15 Stadsdeel West
Het stadsdeel stelt eisen aan de fysieke en sociale toegankelijkheid van door stadsdeel gesubsidieerde
activiteiten. Daarnaast wordt bij het organiseren van bijeenkomsten door de stadsdeelorganisatie wordt
zelf alleen gebruik gemaakt toegankelijke accommodaties. Deze afspraken worden een algemene richtlijn
voor het handelen van het stadsdeel.
In West is in 2016 een onderzoek afgerond naar fysieke en sociale toegankelijkheid van de zogenaamde
‘kernvoorraad Sociale Accommodaties; met name van de vier Multifunctionele Accommodaties (MFA's).3
Bij dit onderzoek zijn de Wmo Adviesraad en Onbeperkt West betrokken. Er is daarnaast een Plan van
Aanpak gemaakt voor Verbouwen en herinrichten Huis van de Buurt de Boeg in samenwerking met de
Wmo-adviesraad en Onbeperkt West.
Als er twijfel is of wordt Onbeperkt West gevraagd aan te geven of een accommodatie geschikt is. In
samenwerking met Onbeperkt West stelt men een van lijst van ‘geschikte’ en ‘ongeschikte’
accommodaties waar het gaat om sociale en fysieke toegankelijkheid. Voor de fysieke toegankelijkheid
zijn de criteria van de Integrale ToegankelijkheidStandaard (ITS) leidend. Bij sociale toegankelijkheid gaat
het om zaken als bejegening van gebruikers van de accommodaties en duidelijke indeling van ruimtes en
voor iedereen begrijpelijke bewegwijzering.
2.16 Stadsdeel Zuid
Het project GGZ in de wijk loopt sinds 2015 en kent twee hoofdactiviteiten, namelijk het inzetten van GGZ-
coaches vanuit zorg en welzijn en het realiseren van een ontmoetingsplek door TeamED.
De GGZ coach welzijn is in alle Huizen van de Wijk minimaal twee vur per week aanwezig voor advies en
consultatie. Vrijwilligers worden getraind in samenwerking met ervaringsdeskundigen van TeamED (ED=
ervaringsdeskundigen). De EDplaats is een ontmoetingsplek van en voor mensen met psychosociale
problematiek en is sinds maart 2016 drie dagen per week te bezoeken in het Huis van de Wijk
Rivierenbuurt. EDplaats wordt gedragen, beheerd en gecoördineerd door ervaringsdeskundigen. Er
komen rond de 25 unieke bezoekers per week. Er zijn training en bezoekers kunnen individueel
ondersteund worde door ervaringsdeskundigen. Er is goede samenwerking met vele partners in de wijk.
B De MFA's zijn de Tagerijn” - Balboastraat 18, Amsterdam, “De Havelaar” - Douwes Dekkerstraat 2,
Amsterdam, “De Koperen Knoop” - Van Limburg Stirumstraat 121, Amsterdam. De Horizon” - Hembrugstraat
156, Amsterdam “De Mansveltschool” - Karel Doormanstraat 125, Amsterdam
18
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Stadsdeel Zuid heeft onderzoek gedaan naar de aard, omvang en wensen van de doelgroep. De conclusies
zijn dat het stadsdeel door het project meer kennis heeft over de doelgroep, het aanbod beter aansluit bij
de doelgroep, de toeleiding naar voorzieningen in de wijk verbeterd is, de betaalde krachten en vrijwilligers
beter zijn toegerust, de samenwerking tussen de verschillende partijen verbeterd is en
de voorzieningen in de wijk toegankelijker zijn gemaakt.
2.17 Stadsdeel Zuidoost
De focus van Zuidoost ligt al enkele jaren op het vergroten van de toegankelijkheid van het
welzijnsaanbod voor kwetsbare doelgroepen met specifieke problematiek. Het gaat daarbij onder meer
om het binnen de buurthuizen opvangen van mensen die voorheen elkaar vooral troffen in de openbare
ruimte, zoals winkelcentra. Het project de Herensoos is een succesvol voorbeeld vit buurthuis De Bonte
Kraai, waar mannen in een vertrouwde omgeving zelf dagactiviteiten organiseren en van daaruit tot
activering en soms zelfs werk blijken te komen. Het aantal deelnemers is sinds de start gegroeid van 40
tot circa 80. Ook in andere buurthuizen start dit type initiatieven.
In 2016 is in samenwerking met stichting Prisma en de doelgroep licht verstandelijk beperkte gestart met
het in kaart brengen van de toegankelijkheid van activiteiten voor inwoners met een licht verstandelijke
beperking. Verder heeft een ervaringsdeskundige zowel de vraag van de doelgroep mensen met een
GGZ-beperking als het bestaande activiteitenaanbod in kaart gebracht.
19
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
3 Waar werkt Amsterdam aan in 2017
In dit deel van de rapportage staan ambities en activiteiten benoemd voor 2017. In de loop van het jaar
kunnen nieuwe projecten en activiteiten opgestart worden. Ook vanuit wet- en regelgeving en de
implementatie van het VN-verdrag kunnen extra verplichtingen of wijzigingen voortkomen die de
gemeente zo goed mogelijk tot vitvoering zal brengen.
3.1 Openbare ruimte
Advisering planvorming
In het vooroverleg van de Centrale Verkeerscommissie van Ruimte en Duurzaamheid, dat voorafgaat aan
de CVC, adviseert de stadsergonoom over de bruikbaarheid en toegankelijkheid van voorliggende
plannen. Hij adviseert daarnaast doorlopend aan ontwerpers en projectleiders van lopende projecten.
Deze werkzaamheden worden in 2017 gecontinueerd. Dat geldt ook voor de advisering van Cliëntenbelang
(en daarmee van diverse belangenorganisaties uit stadsdelen) bij de advisering over plannen die aan de
CVC worden voorgelegd.
Update Checklist Toegankelijkheid
De checklist toegankelijkheid is in 2016 in overleg met Cliëntenbelang inhoudelijk geupdate. Naar
aanleiding van het initiatiefvoorstel van het raadslid Duijndam, over de toegankelijkheid van winkels,
zullen aan deze update nog enkele onderdelen worden toegevoegd. Vervolgens zal de checklist definitief
gemaakt worden en zal in overleg met de stadsdelen bekeken worden hoe deze in 2017 het beste kan
worden verspreid en geïmplementeerd.
Onderzoek langzaam verkeer conflicten
Een komt een verkennend onderzoek naar conflicten tussen en met verkeersdeelnemers die vallen onder
de term * langzaam verkeer.” In de afgelopen decennia is de nadruk bij het inrichten van Amsterdam
overgegaan van autoverkeer naar fietsverkeer en de fietser is ondertussen alom vertegenwoordigd. Ook
is er ondertussen meer aandacht voor de voetganger. Bij het inrichten probeert de gemeente al het
verkeer zo soepel mogelijk door de stad te laten bewegen, maar vanzelfsprekend levert dit ook conflicten
op. De wijze waarop die conflictsituaties ingericht worden, kunnen conflicten erger maken, of
voorkomen.
De zogenaamde shared space achter Centraal Station illustreert het soort situaties dat hier bedoeld
wordt. Fietsers, scooters, scootmobielen, voetgangers in allerlei variëteiten, ze maken allemaal gebruik
van die ruimte. Maar door de inzet van enkele subtiele middelen - drempels, snelheid remmende
markeringen op het fietspad, licht verhoogde zebra's - gaat dat relatief vlekkeloos.
Het onderzoek wil conflictsituaties in kaart brengen en daarvoor adequate oplossingen te bieden. Daarbij
zal met name aandacht zijn voor de zwakkere verkeersdeelnemers.
Winkeltoegankelijkheid
In 2017 zal een proef worden gedaan in één of twee winkelstraten waarbij maatregelen worden onderzocht
- en later ook toegepast - die de toegankelijkheid van de openbare ruimte en die van de winkels zouden
moeten vergroten. Het blijkt regelmatig voor te komen dat de openbare ruimte, dat wil zeggen de straat,
alsook de entrees van winkels niet toegankelijk zijn, zoals o.m. is gebleken uit de rapportage
20
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
'Manoeuvreren in Mokum in 2016' van de SP. Naar aanleiding daarvan formuleerde de SP een
initiatiefvoorstel, waar dit proefproject een uitvloeisel van is. Binnenkort wordt bepaald waar deze proef
zal gaan plaatsvinden.
3.2 Verkeer
Fietsparkeren
In 2026 zijn het kader Fietsparkeren en het Handboek handhaving fietsparkeren vastgesteld en in
werking getreden. Op basis daarvan is de handhaving verbeterd, worden er meer fietsen verwijderd,
waardoor er meer ruimte in fietsrekken ontstaat. Deze maatregelen worden in verder 2017
gecontinveerd.
Bushaltes
De prognose is dat in de periode 2017 — 2018 de volgende 14,0 haltes toegankelijk zullen worden
gemaakt.
Tram-en combinatiehaltes
Binnen het reguliere vervangingsprogramma worden solitaire tramhaltes opgehoogd en waar mogelijk
verbreed. De prognose is dat binnen het regulier onderhoud in 2017 tien tramhaltes worden opgehoogd.
Daarnaast worden een aantal tramhaltes verbeterd in het kader van het investeringsprogramma openbaar
vervoer. Voor combinatiehaltes wordt in 2017 verder gewerkt de technische kaders voor toegankelijkheid.
Na vaststelling van het programma van eisen worden de combihaltes in het regulier onderhoud verder
toegankelijk gemaakt.
3.3 Personeel en Organisatie
Extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking
De ambitie is om in 2017 42 extra banen voor mensen met een beperking te creëren binnen de
gemeentelijke organisatie, waarmee de gemeente naar in totaal 208 extra banen streeft.
3.4 Facilitair Beheer
Bij Facilitair Bureau is ook in 20217 toegankelijkheid een van de speerpunten. Er lopen een aantal projecten
en het gehele project wordt geleid door een ervaringsdeskundige. Leden van het SNAB (Stedelijk Netwerk
van Ambtenaren met een Beperking) geven eveneens input.
Verbeteren fysieke toegankelijkheid van gebouwen
In samenwerking met Vastgoed wordt gekeken welke fysieke toegankelijkheidsverbeteringen meteen
gerealiseerd kunnen worden, dan wel gelijk met de uitvoering van Business Case 4. Dit is naar verwachting
niet veel. Eris een schatting gemaakt van de kosten om de panden toegankelijker te maken en een aantal
knelpunten uit de inventarisatie uit 2016 uit te voeren. Dit kan niet zonder een flinke extra investering.
Bewustwording
Door middel van bijeenkomsten, gesprekken, activiteiten en dergelijke. worden medewerkers van
Facilitair Beheer zich beter bewust van de noodzaak van toegankelijkheid en krijgen meer inzicht hoe zij
deze randvoorwaarde beter in hun eigen werk kunnen integreren.
21
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Technische Werkprocessen
Momenteel onderzoekt het Facilitair Bureau of binnen de uitvoering van de technische werkprocessen een
verbeterslag mogelijk is door toegankelijkheid hierin als vanzelfsprekend mee te nemen.
Informatie over toegankelijkheid beschikbaar maken voor personeel
In 2016 is de toegankelijkheid van een aantal panden geïnventariseerd. Daarmee is er zicht op de
parkeermogelijkheden en rolstoeltoiletten voor medewerkers met een beperking per pand. Dit wordt op
intranet gepubliceerd.
3-5 Wonen
Met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is overeengekomen dat het voorrangslabel
65+/Wmo in WoningNet met ingang van 1 janvari 2017 behouden blijft voor de doelgroep. Sinds 1 janvari
2013 konden nieuwe Wmo-geïndiceerden niet meer op dat woninglabel reageren. In de loop van 2017 gaat
Wonen die mogelijkheid herstellen (in overleg met Onderwijs, Jeugd en Zorg).
Rolstoelwoningen
Begin 2017 zijn de eerste resultaten van het onderzoek dat in samenwerking met Adviesbureau Reade is
uitgevoerd naar vraag een aanbod van (grotere) rolstoelwoningen opgeleverd. Het onderzoek bevestigt
het beeld dat de groep van rolstoelgeïndiceerden zeer divers van aard is. Het blijkt daardoor in de praktijk
lastig een goede match te maken tussen de geïndiceerde (en het huishouden) dat op de wachtlijst staat
en de beschikbare grotere rolstoelwoningen. De wachttijd is voor grote gezinnen met een indicatie voor
een rolstoelwoning momenteel vaak langer dan 2 jaar.
In de loop van 2017 wil de Werkgroep rowo met de resultaten van het onderzoek beleidsmatige
veranderingen bewerkstellingen. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de indicatiestelling voor een
rolstoelwoning en het (juridisch) vrijmaken van rolstoelgeschikte woningen waar de gebruiker niet meer
woont. Tot slot wil de gemeente door middel van het aanpassen van de Subsidieverordening stedelijke
vernieuwing het breder subsidiëren van vooral grote rolstoelgeschikte woningen in heel Amsterdam
mogelijk maken.
3.6 Werk Participatie en Inkomen
Per 1 janvari 2017 is de Participatiewet op een aantal punten gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn
de invoering van de praktijkroute en de wettelijke verankering van beschut werk. De verwachting is dat
invoering van de praktijkroute gemeenten gaat helpen bij het realiseren van de doelstellingen van de
Participatiewet en de Wet Banenafspraak. Bij het invoeren van de praktijkroute komen alle kandidaten
met een vastgestelde verminderde loonwaarde in het doelgroepregister. Daarmee tellen zij mee voor de
banenafspraak en kan de werkgever aanspraak maken op de no-riskpolis en fiscaal voordeel. Dit zal het
makkelijker maken kandidaten te plaatsen en naar verwachting ook bijdragen aan meer duurzame
plaatsingen. In 2017 realiseert de gemeente 4o beschutte werkplekken en worden 360 nieuwe mensen
begeleid naar werk naar loonwaarde. Ook in 2017 geeft de gemeente het goede voorbeeld als werkgever.
(Zie de paragraaf Personeel en Organisatie).
3.7 Sport
in 2017 worden er op het gebied van toegankelijkheid meerdere activiteiten uitgevoerd, waaronder het
geven van subsidies, aanpassingen van accommodaties en de promotie van aangepast sporten
22
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Toegankelijke sportaccommodaties
De kwaliteitsimpuls Amsterdamse sportaccommodaties zet in op het verhogen van de toegankelijkheid
van (gemeentelijke) accommodaties, door een betere ontsluiting en bereikbaarheid en een modernisering
van het aanbod voor sport en sportieve recreatie. Hiertoe worden diverse fysieke aanpassingen gedaan
aan een aantal zwembaden, sporthallen en sportparken.
Aangepast sporten voor volwassenen en senioren
Amsterdam stimuleert vooral door middel van subsidie sport- en beweegactiviteiten voor
Amsterdammers met een beperking. Voorbeelden zijn de VondelGames, Running Blind, Dance for Health
& Parkinson en GoldenSports. We helpen reguliere sportaanbieders hun aanbod geschikt te maken voor
sporters die een aanpassing nodig hebben. In het kader van het programma Grenzeloos Actief zetten we
samen met onze partners een netwerkorganisatie op die vraag en aanbod beter op elkaar aan moet laten
sluiten en de vindbaarheid van het aanbod zal verbeteren.
Aangepast sporten voor jeugd
Op alle scholen in het speciaal basisonderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) worden
sportstimuleringstrajecten aangeboden. Hierbij wordt nauw samengewerkt met partners die specifieke
aanbod verzorgen. Doel is meer kinderen structureel laten sporten en waar nodig passend aanbod creëren.
Zwembaden
In de Amsterdamse zwembaden wordt geïnventariseerd welk aanbod per doelgroep aangepast sporten
aanwezig is. Er is afstemming met zwemverenigingen over welk aanbod zij kunnen leveren en het huidige
aanbod inclusief huidige toegankelijkheid van de zwembaden wordt op internetpagina’s vermeld.
Promotie aangepast sporten
Met het Sportpunt bieden we de stad één centraal aanspreekpunt en verhuurloket voor sportorganisaties
en Amsterdammers. We verzamelen alle informatie over sportvoorzieningen, het gebruik ervan,
verenigingen, organisaties en sportstimulering. Hierbinnen zal ook specifiek aandacht voor aangepast
sporten zijn.
3.8 Jeugd
Er wordt in 2017 een verkenning gedaan rond sociale toegankelijkheid voor jeugdigen met beperkingen.
De rapportage zal gedaan worden op basis van de zogeheten Cliëntervaringsmonitor en meldingen bij het
Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Er wordt voor kinderen en jongeren met een LVB zoveel
mogelijk aangesloten op de activiteiten in het kader van het stedelijk Programma LVB plan. Hierbij kijkt
men onder andere naar het bevorderen van vroegsignalering van een verstandelijke beperking. Daarnaast
wil men gesprekken met cliënten organiseren om onderwerpen op te halen voor de komende jaren.
Wat betreft de fysieke toegankelijkheid gaat men bij de Jeugd-aanbieders meer bewustzijn creëren door
een inventarisatie te doen bij jeugdhulplocaties. Ook worden in 2017 de websites van afdeling Jeugd,
Ouder Kind Team en SamenDoen gecheckt op de criteria voor toegankelijkheid overheidswebsites.
3.9 Wmo/Zorg
Age Friendly City (Oudervriendelijke stad)
In 2017 start een ‘Testcase levensloopbestendige route’. Dat is een circuit door de buurt dat vitnodigt tot
ontmoeten en bewegen. De route leidt langs relevante voorzieningen, woningen, verblijfsplekken en
23
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
openbaar vervoershaltes met brede, obstakelvrije stoepen, voldoende zit- en leungelegenheden en een
toiletvoorziening. Hierbij wordt rekening gehouden met toegankelijkheid.
Dementiezorg
Amsterdam heeft de ambitie een dementievriendelijke hoofdstad te worden. Een aanzet hiertoe is
gegeven door lid te worden van het landelijke programma Deltaplan Dementie dat drie pijlers heeft
waarop Amsterdam wil meeliften: onderzoek, verbetering van de dementiezorg en een
dementievriendelijke samenleving.
Dementie is onderdeel van Age-friendly City en een van de stedelijke actielijnen. Concreet gaat de
gemeente een bijdrage leveren aan een goede dementiezorg door informatie en advies toe te spitsen op
mensen met dementie en hun naasten, mantelzorgers, zodat zij goed geïnformeerd zijn en de juiste zorg
en ondersteuning kunnen vinden. Zorg voor mensen met dementie moet toegankelijk zijn en het liefst in
de buurt zijn georganiseerd.
LVB-ketenaanpak
Na onderzoek naar de stedelijke LVB-ketens blijkt dat 15% van de bevolking beperkte cognitie heeft en in
veel risicogebieden de grootste herkenbare groep vormt. Deel van de oorzaken ligt in de beperkte
toegankelijkheid. De conclusie vit het onderzoek is ook dat urgentie en risico’s in de vorm van een stedelijk
plan van aanpak of programma sterker onder de aandacht moet worden gebracht.
Er wordt sinds november 2016 gewerkt aan een bestuurlijk akkoord dat in 2017 wordt vastgesteld. Er zijn
veel organisatieonderdelen betrokken bij de ketenaanpak waaronder GGD, Dienstverlening, Werk
Participatie & Inkomen, Openbare Orde & Veiligheid, Handhaving & Toezicht, Belastingen en Onderwijs
Jeugd & Zorg. De betrokken organisatieonderdelen vertalen de conclusies van het onderzoek in concrete
verbeteringen in het eigen beleid.
Ervaringsdeskundigen / belangenbehartiging LVB
De bedoeling is in 2017 en 2018 het LVB platform geborgd wordt en ook op stadsdeel niveau beschikbaar
is voor beleidsparticipatie. Er worden ingezet op scholing, coaching en het naar de wijk brengen van de
ervaringsdeskundigen LVB.
Verbetering klantinformatie over Wmo
De Wmo-beschikkingen die nu nog standaard op papier verstuurd worden, worden ook digitaal
beschikbaar gesteld. Hierdoor kunnen slechtzienden/blinden met spraaksoftware hun beschikking
makkelijker ‘inlezen’. De communicatie hierover wordt in samenwerking met Cliëntenbelang Amsterdam
en met advies van belangenorganisaties op dit terrein vitgewerkt.
Begrijpelijk Taalniveau
Het taalniveau binnen de Wmo communicatie ligt hoger dan de gemiddelde Amsterdammer beheerst. De
LVB-groep is een grote afnemer van ondersteuning en zorg vanuit de Wmo. Daarom zal men
beschikkingen voor mensen met een LVB op een voor mensen hen geschikt taalniveau (laten) schrijven.
Voor dit project zal men optrekken met de partners van het bestuurlijk programma LVB. Te beginnen met
een pilot rondom eigen bijdrage.
Ontwikkelen E-learning module workshops over Niet zichtbare beperkingen
Amsterdam heeft de afgelopen 2 jaar geïnvesteerd in de kennisoverdracht over LVB, ASS en NAH aan
professionals en vrijwilligers in de wijken en vele workshops gratis aangeboden aan de partners in de
24
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
wijken. Om de opgebouwde kennis blijvend te kunnen overdragen en het bereik zo groot mogelijk te
maken heeft de gemeente de samenwerkende partners opdracht gegeven deze workshops om te zetten
in een e-learning module. Deze module zal naar verwachting in het 21° kwartaal (gratis) online aangeboden
worden. Daarnaast kunnen organisaties die daaraan behoefte hebben de oorspronkelijke workshop via
MEE inkopen.
3-10 Programma Doelgroepenvervoer
Begin 2017 zijn de volgende experimenten in ontwikkeling in het kader van het Programma
Doelgroenvervoer:
-__ ontwikkeling van alternatief vervoersaanbod
-_ integratie van OV en Aanvullend Openbaar Vervoer in de wijk
-__ zelfrijdend vervoer tussen woonvoorziening en dagbesteding op IJburg
-__ ontwikkeling van een reisinformatie-app met toegankelijkheidsinformatie
-__aanbod van alternatieve hulpmiddelen voor zelfstandig(er) reizen
-_integratie van Jeugdvervoer en Leerlingenvervoer
-__ vervoer van en naar het ziekenhuis vereenvoudigen
-__ vervoer door uitkeringsgerechtigden
Stadsdelen
De stadsdelen besteden aandacht aan toegankelijkheid in het kader van de basisvoorzieningen en als
beheerder van de openbare ruimte. Verder wordt afhankelijk van de gebiedsanalyse bepaald of er wel of
niet extra aandacht is voor toegankelijkheid. Hieronder staan een aantal voorbeelden van de manier
waarop de stadsdelen inzetten op toegankelijkheid in 2017.
3.11 Stadsdeel Centrum
In 2017 is de toegankelijkheid van het Huizen van de Buurt voor diverse doelgroepen een actueel
ontwikkelpunt. Huis van de Buurt De Witte Boei zal hiertoe ook verbouwd worden.
Binnen het actueel thema “Drukte en balans in de binnenstad” is er aandacht voor toegankelijkheid.
Op initiatief van de Ouderenadviesraad is er een aanjaagteam toegankelijkheid openbare Ruimte gestart
in Centrum. Dit initiatief wordt vanuit het stadsdeel actief ondersteund.
3.12 Stadsdeel Noord
In 2017 worden de inspanningen voor ‘LVB duurzaam in de wijk’ voortgezet. Aanvullend daarop heeft
Prisma als opdracht binnen de samenwerkende basisvoorzieningen in Samen Noord de toegankelijkheid
van het volledige aanbod van Samen Noord voor mensen met LVB onder de aandacht te brengen ente
verbeteren. Verder wordt in 2017 gestart met een experiment om de doelgroep GGZ beter een plek te
bieden in reguliere activiteiten in de Huizen van de Wijk. Het stadsdeel en de afdeling Zorg zijn in gesprek
met stichting De Regenboog (als onderdeel van Samen Noord) om hier inhoud aan te geven. In de opzet
worden de ervaringen die al zijn opgedaan door stadsdeel Zuid met het project ‘GGZ in de wijk!
meegenomen.
3-13 Stadsdeel Oost
Voor stadsdeel Oost staat al een aantal jaren het verbeteren van toegankelijkheid in het kader van
huisvesting basisvoorzieningen en het beheer van de openbare ruimte hoog op de agenda. Het stadsdeel
25
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
gaat er vanuit dat de maatschappelijke accommodaties in voldoende mate zijn verbeterd/aangepast in de
afgelopen jaren. Zodoende zijn op dit gebied geen concrete plannen voor 2017 gemaakt.
De sociale toegankelijkheid van wijkservicepunten en buurthuizen en sportlocaties voor de nieuwe
doelgroepen (LVB en GGZ) vraagt in 2017 wel aandacht. Hierop wordt ingezet met projecten zoals o.a.
‘Samen Buurten in de Indische Buurt’ en projecten van Prisma zoals stamtafelbijeenkomsten. Oost is een
van de stadsdelen waar het project ‘Buren! We zijn er“ in netwerken te van wordt uitgevoerd, in een
samenwerking tussen TeamED, Prisma en de Regenboog. Gedurende een jaar zullen kwartiermakers van
het project samen met lokale ondernemers en buurtbewoners werken aan de groei van een duurzaam
netwerk voor kwetsbare buurtbewoners
3.14 Stadsdeel West
Er wordt verdere uitvoering gegeven aan het ‘Aanpassingsplan Accommodaties! door training en te geven
aan medewerkers en vrijwilligers rond bejegening van gebruikers{deelnemers met een beperking zodat
ook mensen met beperking zich welkom voelen. Er wordt een schouw gehouden van accommodaties
samen met Wmo-adviesraad en Onbeperkt West. Het van Huis van de Buurt “De Boeg” zal worden
verbouwd en heringericht. Hierbij blijven de Wmo-adviesraad en Onbeperkt West betrokken. Ook in 2017
wordt de richtlijn voor het organiseren van bijeenkomsten door het stadsdeel in sociaal en fysiek
toegankelijke accommodaties- samenwerking met Onbeperkt West wordt voortgezet.
3.15 Stadsdeel Zuid
Sociale toegankelijkheid voor mensen met een GGZ achtergrond
Stadsdeel Zuid zet het project GGZ in de wijk voort in 2017. Hierdoor krijgt de EDplaats meer tijd om hun
bestaansrecht te bewijzen en aan te tonen dat de EDplaats een meerwaarde heeft ten opzichte van andere
voorzieningen in Zuid. Door de inzet van GGZ coaches kunnen in 2017 nog meer vrijwilligers en betaalde
krachten van (laagdrempelige) voorzieningen in Zuid getraind worden; Er kan verder gewerkt worden aan
de toegankelijkheid van de voorzieningen. Daardoor kan de doelgroep als vrijwilliger beter participeren in
de wijk, en wordt de samenwerking met andere partijen in de wijk verbeterd.
LVB in de wijk
Het project dat gestart is eind 2016 loopt tot eind 2017. Om bewoners met een licht verstandelijke
beperking goed te kunnen laten functioneren in hun wijk, zullen de welzijnsvoorzieningen goed
toegankelijk moeten zijn en zal het aanbod goed moeten aansluiten bij de behoeften van deze
doelgroep. Momenteel is dit nog onvoldoende. Vandaar dat het stadsdeel — analoog aan de inzet van de
GGZ-coach welzijn — een LVB-coach welzijn gaat inzetten om de voorzieningen toegankelijker te maken.
Deze coach ondersteunt vrijwilligers, betaalde krachten en het management van de Huizen van de Wijken
andere basisvoorzieningen in de wijk. Deze coach werkt samen met het AKAD-team Zuid en zorgt —
wanneer nodig - voor activiteiten die bijdragen aan het welzijn en de zelfredzaamheid van deze doelgroep.
3.16 Stadsdeel Zuidoost
Het activiteiten aanbod voor mensen met een verstandelijk beperking of mensen met een GGZ
achtergrond is in kaart gebracht. Vanaf maart 2017 wordt in gezet op het communiceren en het waar
nodig verbeteren van het bestaande aanbod. In 2017 zet Zuidoost zich in om, in samenwerking met de
aanbieders van dagactiviteiten voor deze doelgroepen, tot een goede afstemming van het
activiteitenaanbod in algemene voorzieningen en de dagactiviteitencentra te komen.
26
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
4 Bijlagen
Bijlage 2 Financiën
Het college hanteert als uitgangspunt dat toegankelijkheid de norm is. Dit betekent ook dat dat aan
toegankelijkheid zo veel mogelijk binnen de reguliere budgetten en begroting wordt gewerkt. Daar waar
werkzaamheden binnen de reguliere begroting betreft worden deze bedragen niet in deze rapportage
apart vermeld. Als zich gedurende het jaar knelpunten in de financiering voordoen, waardoor de ambities
niet gehaald worden dan wordt de gemeenteraad hierover door de desbetreffende portefeuillehouder
geïnformeerd.
Tijdens de inventarisatie voor de voortgangsrapportage is gebleken dat bijna alle activiteiten binnen de
reguliere budgetten en begroting worden gerealiseerd. Er is voor 2017 een knelpunt aangeleverd:
Facilitair beheer
Verbeteringen zullen worden aangebracht aan entrees en IT-toiletten. Ook wordt het aantal IT-toiletten
vergroot en wordt geïnvesteerd in veilige verticaalverbindingen. Verder zullen pandspecifieke
knelpunten worden aangepakt. Het extra budget dat nodig is om onze panden zodanig te verbouwen dat
ook ambtenaren met een beperking goed uit de voeten kunnen, wordt geschat op € 800.000.
27
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
Bijlage 2
Over wettelijke eisen, keurmerken en richtlijnen toegankelijkheid
We kennen in Nederland verschillende eisen, normen, richtlijnen en keurmerken bedoeld om de
toegankelijkheid van de fysieke omgeving te verbeteren. Alvorens de belangrijkste er uit te lichten, enige
algemene opmerkingen die de waarde en betekenis ervan kunnen helpen inschatten:
Niet elke norm of richtlijn heeft evenveel autoriteit. De meeste autoriteit hebben die normen die in
wetgeving zijn vastgelegd en daarom kunnen worden afgedwongen. Dat geldt, in het geval van gebouwen,
eigenlijk alleen voor de maatvoeringen die in het bouwbesluit zijn vastgelegd. Dat zijn wettelijke eisen die
worden afgedwongen op het moment dat bouwplannen door de gemeente worden getoetst. Die toetsing
is verplicht en zonder toetsing krijgt men geen vergunning om te bouwen.
De openbare ruimte kent nauwelijks wettelijke eisen die op de toegankelijkheid betrekking hebben. Het
Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer is daarop een uitzondering, maar niet alles wat in dat
besluit is opgenomen is heel precies gespecificeerd (zoals het bouwbesluit dat wel heel precies doet), wat
interpretatie en daarmee afzwakking in de hand werkt.
De wettelijk eisen die aan de gebouwde omgeving (binnen en buiten) worden gesteld zijn niet afdoende
om een goed toegankelijke gebouwde omgeving te realiseren. Niet alleen omdat aan de openbare ruimte
nauwelijks wettelijke eisen worden gesteld, maar ook omdat de eisen die wel in het bouwbesluit zijn
opgenomen, geen volledige toegankelijkheid afdwingen. De gestelde eisen zijn daarvoor te beperkt. Dat
is echter niet zonder reden. Een wettelijke eis die elk gebouw en elke openbare ruimte toegankelijk zou
maken, zou buitenproportionele situaties en dito kosten opleveren. Het toegankelijk maken van elke
verdieping van elk Nederlands gebouw zou betekenen dat je grachtenpanden zonder lift en zonder ruimte
voor een lift inwendig praktisch moet slopen, om alsnog een lift mogelijk te maken. Het zou ook betekenen
dat veel bruggen in de Amsterdamse binnenstad bij renovatie zover verlaagd moeten worden (om aan de
gestelde hellingspercentages te kunnen voldoen) dat er nauwelijks nog boten onderdoor kunnen. Met
bijvoorbeeld verstrekkende, zo niet desastreuze gevolgen voor de rondvaart. Kortom, de consequenties
van wetgeving die een volledig toegankelijke fysieke ruimte oplevert zijn dusdanig buitenproportioneel,
dat de wetgever ervoor gekozen heeft maar heel beperkte eisen op te leggen.
Alles wat er naast wettelijke eisen aan normen, richtlijnen en keurmerken bestaat, is dus niet op
soortgelijke wijze afdwingbaar. Toch kunnen ze wel behulpzaam zijn bij het realiseren van fysieke
toegankelijkheid. Dat kan (vanuit het perspectief van de gemeente) door als opdrachtgever (van een
gebouw of openbare ruimte) in sitvaties waarin het haalbaar is, strengere richtlijnen te gebruiken dan het
bouwbesluit. Het kan door het afdwingen van dergelijke richtlijnen bij organisaties die subsidie ontvangen.
Het kan door het promoten van dergelijke richtlijnen bij private partijen, of door het doen van een moreel
appèl op dergelijke partijen.
Het Bouwbesluit
Bouwplannen worden in Nederland op gemeentelijk niveau getoetst aan het bouwbesluit dat landelijk
wordt vastgesteld. Aan de indiener — een projectontwikkelaar, aannemer, of architect - wordt geen
28
Gemeente Amsterdam
Amsterdam werkt aan Toegankelijkheid voortgangsrapportage 2017
vergunning verstrekt als niet aan het bouwbesluit wordt voldaan. Het bouwbesluit differentieert o.m.
tussen nieuwbouw, bestaande bouw en tijdelijke bouw en stelt daar dus verschillende eisen aan. Verder
wordt ook naar de functie gekeken — eisen voor woningbouw zijn anders dan die voor winkels, of kantoren.
Het bouwbesluit stelt heel specifieke (maatvoerings)jeisen voortkomend uit verschillende toetsbare
aspecten van een gebouw, zoals veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid. Onder de laatste valt ook de
toegankelijkheid. (zie www.bouwbesluitonline.nl}. Het bouwbesluit doet geen uitspraken over de
openbare ruimte.
Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer
In het besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer zijn eisen opgenomen over de toegankelijkheid
van het OV. (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBRoo29974/2015-01-01)
Eisen die betrekking hebben op zowel het materieel als de infrastructuur. De gestelde eisen zijn veel
minder gespecificeerd dan eisen in het bouwbesluit. Desalniettemin bepaalt deze wet bijvoorbeeld wel dat
een halte ‘een tactiele of andere richtinggevende routegeleiding’ moet hebben en geeft ze een planning
over wanneer haltes toegankelijk moeten zijn.
Integrale Toegankelijkheidsstandaard (ITS)
Het ITS is een keurmerk voor toegankelijkheid. Net als het bouwbesluit bestaat het uit heel specifieke
maatvoeringen voor allerlei onderdelen van gebouwen. Maar de richtlijnen zijn veel strenger en als hieraan
wordt voldaan, kan met recht van een toegankelijk gebouw gesproken worden. PBT Consult heeft de eisen
voor het ITS samengesteld op basis van o.a. eisen vit het bouwbesluit, uit de NEN 1814 / NPR 1815, het
Handboek Toegankelijkheid, Neufert. Indien een gebouw door PBT Consult wordt getoetst dan kan, bij
goedkeuring, het ITS keurmerk worden uitgereikt. Aan de toetsing (en het eventuele advies gedurende de
ontwerpfase) zijn kosten verbonden.
Handboek Toegankelijkheid
Het Handboek voor Toegankelijkheid is het standaardwerk voor toegankelijk ontwerpen. Het bevat vele
richtlijnen voor de toegankelijkheid van gebouwen en buitenruimten. Denk bijvoorbeeld aan het
overbruggen van hoogteverschillen, verlichting, de toegankelijkheid van parkeerplaatsen, liften, gangen,
zitplaatsen, voetpaden, toiletten, tafels en deuren. Het is een behulpzaam naslagwerk dat op vele vragen
antwoord geeft. Het is opgesteld door (voormalig hoogleraar toegankelijkheid) Maarten Wijk. Een
verkorte variant is ook beschikbaar, Mens en maat’. Het Handboek vormt een belangrijke onderlegger
voor de update van de Checklist Toegankelijkheid die in Amsterdam is opgesteld.
Richtlijnen Routegeleiding
PBT consult heeft naast richtlijnen voor het ITS, ook richtlijnen voor blindegeleiding opgesteld. Deze
richtlijnen maken duidelijk wanneer en hoe geleidelijnen moeten worden toegepast en, tot in detailniveau,
welke eisen aan de lijnen zelf gesteld worden. Deze richtlijnen vormen de belangrijkste onderlegger voor
de gemeentelijke Handleiding Geleidelijnen Amsterdam.
De Nederlandse Norm (NEN) 1814
Deze Norm is gepubliceerd door het Nederlands Normalisatie-Instituut, en is inclusief de Europese
normen. De NEN 21814 is een verdieping van de wettelijk verplichte eisen in het bouwbesluit voor het
bereiken van Integrale Toegankelijkheid.
29
| Onderzoeksrapport | 29 | train |
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning
van de stadsdeelraadsvergadering op donderdag 6 juli 2006 om 20.00 uur in het
stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten.
Amsterdam Zuidoost, 29 juni 2006
De voorzitter van de stadsdeelraad
N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum
Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek.
1. Opening en Mededelingen
1a. Vaststelling van de agenda
2. Ingekomen stukken
Voordrachten uit categorie A: BESPREEKPUNTEN
3. Ontwerpbestemmingsplan Kortvoort (Bijlagen in uw bezit)
SDR060706 RO/45
4. Bouwrijp maken gedeelte Bijlmerpark (procedure ogv art 19 lid 1)
SDR060706 RO/46
5. Moties van dhr Mos/LZO inzake:
a. bomenkap agv SP Kortvoort-zuidoostkwadrant en
b. openbaarheid samenwerkingsovereenkomst stad/stadsdelen/
woningbouwver. over grondprijzen sociale woningen
6. Uitwerking bestuursakkoord 2006/2010
SDR060706 CS/47
| Agenda | 1 | train |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West
18-sepfPlenair - Mobiliteitsplan: plan van aanpak
-Inventarisatie mogelijke uitbreiding milieuzones 2020
- Herziening Investeringsbesluit NDSM West
2-oktPlenair - Integrale Landschapskaart Noord
ian
16-oktPlenair - Herijking Investeringsbesluit Buiksloterham
6-novfPlenair - Stedenbouwkundig plan Klaprozenbuurt
ep |
ee
ee
|
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp IKL Bijzonderheden
n.n.b. _En.n.b. Jaarverslag natuur in Noord JFred Haaijen Verzoek van commissie in
nn
2018
n.n.b. _En.n.b. Recreatieschap Twiske Robert Brand Pfh. Groenewoud adviseert
de Landschapsvisie hierbij te
betrekken
n.n.b. n.n.b. Werkwijze Nicoline van der Torre,
stadsdeelcommissie Canan Uyar, Wijbe
Langeveld, Fatin Bouali, Niels
Ras & Frans Rein Jurrema
n.n.b. n.n.b. Geluidswal Kadoelen Dennis Overweg, Frans Rein JN.a.v. Stem van Noord 15
IT
Nicoline van der Torre
n.n.b. En.n.b. Groen Wijbe Langeveld, Fatin Bewoner die hierbij
Bouali, Canan Uyar betrokken wil worden:
Camiel Ledderhof en
Rebecca Kloosterman
[email protected]
nn
NDSM
|
stoepen
ee
Canan Uyar 2018
nn
NoordWest Overweg
n.n.b. n.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan
a
Fatin Bouali
n.n.b. _En.n.b. Meer sportmogelijkheden in BCanan Uyar, Dennis In samenwerking met Robert
ua
Peter Willing Noord).
nn
Hamerstraatgebied
|
Langeveld
n.n.b. _En.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bouali, Dennis Overweg
EEE TT
beperking
201901 Tweede technische sessie Verzoek gedaan op eerste
TES
informatieavonden
Werkbezoeken:
Jaar DET) Onderwerp Trekker Bijzonderheden
A
A
n.n.b. jn.n.b. Hamerkwartier Verzoek gedaan op
EL
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Leefomgeving van 10 april 2012
Vergaderdatum dinsdag 10 april 2012
Tijd 20:00 -23.00 uur
Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923
Voorzitter Mw. R. van Dolder
Griffier Mw. M.J. Oosterbaan
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Toezeggingen en termijnagenda
4. Afmeerbeleid
Ter advisering aan de deelraad
5. Milieuprogramma 2012 en Milieuverslag 2010
Ter advisering aan de deelraad
6. Rapport bloeiende stationsomgeving
Ter bespreking
7. Amstelveenlijn, tussentijdse besluitvorming
Ter bespreking
8. Sluiting
Ter kennisname stukken
De ter kennisname stukken zijn digitaal in te zien op de website www.zuid.amsterdam.nl.
Tevens liggen ze ter inzage bij de griffie en op beide stadsdeelkantoren.
- Definitieve Beleidsregels art 2.3.4 VOB
- Elke bezoeker vriend van het Vondelpark
- Aanpassing fietspad Hercules Seghersstraat
- DB informeert Cie Leefomgeving over de parkeerautomaten in Zuid
1
| Agenda | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
> Datum raadsvergadering _1juni 2022
Ingekomen onder nummer 244
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Van Lammeren en Broersen inzake verzoek aan de
Rekenkamer om onderzoek te doen naar de naleving van haar
aanbevelingen tav het Coalitieakkoord
Onderwerp
Verzoek aan de Rekenkamer om onderzoek te doen naar de naleving van haar aanbevelingen tav het
Coalitieakkoord
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over coalitieakkoord Amsterdams Akkoord voor de bestuursperiode 2022-2026
Constaterende dat:
-_het Coalitieakkoord 2018-2022 niet navolgbaar was in de geformuleerde ambities, zoals blijkt
uit het Rekenkamer rapport ‘Coalitieakkoord 2018-2022: Navolgbaarheid en uitvoering
ambities;'*
-_ het rapport constateert dat “een integraal overzicht ontbreekt van wat er van de ambities uit
het coalitieakkoord terecht is gekomen” en daarmee “de uitvoering van ambities niet goed
navolgbaar” is;?
- de Rekenkamer dit beoordeelt als een “democratisch tekort;”3
-_ transparantie en openheid essentiële voorwaarden zijn voor de Raad om haar controlerende
taak te kunnen vervullen;
-__ transparantie en openheid bovendien essentiële voorwaarden zijn voor een goed functionerend
democratisch stelsel;
Overwegende dat:
-__de Rekenkamer reeds een gedegen onderzoek naar het vorige Coalitieakkoord heeft uitgevoerd
en hierin aanbevelingen heeft gepresenteerd ter verbetering van het komende Coalitieakkoord;
- de Raad dit onderzoek zeer serieus neemt en de conclusies en aanbevelingen ervan
onderschrijft;
+ https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11466938/2/09012f978067437b.
2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11466938/2/09012f978067437b p. 4.
3 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11466938/2/09012f978067437b p.44.
-__een mogelijk vervolgonderzoek van de Rekenkamer de Raad zou helpen om de navolgbaarheid
van het nieuwe coalitieakkoord tijdig te beoordelen en eventueel hierop bij te sturen.
Spreekt uit dat
-___de gemeenteraad de breed gedragen wens heeft om de rekenkamer op te roepen een
onderzoek te doen naar de mate waarin de aanbevelingen van het bovengenoemde rapport van
de Rekenkamer worden nageleefd in het nieuwe Coalitieakkoord en het bijbehorende
Uitvoeringsplan.
Indiener(s),
J.F.W. Van Lammeren (Partij voor de Dieren)
J. Broersen (Volt)
| Motie | 2 | discard |
Woz01703 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
onen
Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin
% Amsterdam Jp di
Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 10
Datum besluit 6 april, college van B&W
Onderwerp
Voorrangsregeling voor beroepsgroepen, stand van zaken en vervolgkeuzes
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ‘stand van zaken regeling voorrang voor
beroepsgroepen’ met hierin de volgende punten:
Woningaanbod
Het creëren en op peil houden van het woningaanbod wordt gedaan langs een viertal lijnen: 1) de
prestatieafspraken corporaties, 2) de Intentieverklaring IVBN en Vastgoed Belang, 3) de afspraken
met niet-aangesloten beleggers/verhuurders en 4) het verplicht labelen van woningen.
Aanvragen en toekenningen
De stand van zaken van het aantal kandidaten en succesvolle bemiddelingen. Voor 36 adressen is
geen kandidaat gevonden.
Vervolgproces
Per 1 janvari 2022 zal de huisvestingsverordening zoals gebruikelijk worden gewijzigd. In de
huisvestingsverordening worden een aantal zaken met betrekking tot de regeling aangepast, dit
gaat om enerzijds verbeteringen voor een efficiëntere beoordeling en anderzijds om de toevoeging
van de beroepssector politie. Het doel om de regeling aan te passen is daarnaast om meer
duidelijkheid voor woningzoekenden te bieden het aantal weigeringen en het aantal beoordelingen
te verminderen.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet
Het college is in ieder geval bevoegd:b. beslissingen van de raad voor te bereiden en vit te voeren,
tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast;
Bestuurlijke achtergrond
In 2018 en 2019 vond een experiment plaats voor het voorrang verlenen voor huisvesting aan de
beroepsgroepen zorg en onderwijs. Met de nieuwe Huisvestingsverordening per 1 januari 2020 is een
structurele voorrangsregeling van start gegaan.
In 2020 is onderzocht of de politie in aanmerking moet komen voor de regeling, conclusie is
dat de politie voldoet aan de criteria om ook aan de regeling te worden toegevoegd. Daarnaast
vraagt de regeling om structureel onderhoud en is er de wens om het aantal weigeringen terug
te brengen en zijn er mogelijkheden voor een efficiëntere uitvoering. De wijzigingen voor de
Huisvestingsverordening worden verder voorbereid. Samen met andere wijzigingen van de
verordening zullen deze van 31 mei tot 11 juli 2021 voorliggen. Na inspraak en besluitvorming in de
gemeenteraad zal de nieuwe regelgeving per 1 januari 2022 in werking kunnen treden.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-011763 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021
Ter kennisneming
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
150421 Raadsinformatiebrief regeling voorrang voor beroepsgroepen
AD2021-042356 ‚
woningaanbod en vervolgkeuzes .pdf (pdf)
Bijlage 1-Eindrapport-Woon- en werkoverwegingen Politie Amsterdam-
AD2021-043913 ‚
Regioplan…_.pdf (pdf)
AD2021-042354 Commissie WB Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Dirk Konings, 0683552919, d. konings @amsterdam.nl Mirte Verouden, 0649767306,
m.verouden®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | val |
Xx Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Gewijzigde agenda, donderdag 9 april 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Raadzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 19 maart 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 9 april 2015
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Openbare Orde en Veiligheid
11 De Arganbrief Nr. BD2015-003749
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
12 Conceptbesluit beleid verruiming openingstijden horeca Rembrandtplein in het
kader van het Samenwerkingsakkoord Gastvrije en veilige uitgaanspleinen Nr.
BD2015-003743
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 overzicht aanmeldingen burgernet Nr. BD2015-004585
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van commissieleden Shahsavari (CDA) en Yesilgöz (VVD)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie AZ, d.d. 19 maart 2015
14 Herijking Project 1012 Nr. BD2015-003124
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 9 april 2015
Bouwen en Wonen
15 Wet kraken en leegstand en leegstandverordening: effectief en werkbaar? Nr.
BD2015-004586
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 11 in de raadscommissie AZ, d.d. 19 maart 2015
e Deleden van de raadscommissie WB zijn hierbij uitgenodigd
Algemene Zaken
16 Uitbreiding Top600 naar Top1000 - nadere uitwerking Nr. BD2015-004344
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de raadscommissie JC zijn hierbij uitgenodigd
Juridische Zaken
17 Beleid straatartiesten en straatmuzikanten Nr. BD2015-004182
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Bestuurlijk Stelsel
18 Gebiedsgericht werken Amsterdam: uitwerking van de bestuurlijke werkafspraken
bij de gebiedscyclus Nr. BD2015-002028
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
3
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 9 april 2015
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Openbare Orde en Veiligheid
19 Hoofdlijnennotitie programma vreemdelingen Nr. BD2015-005289
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Paternotte (D66).
e Stond geagendeerd als TKN 5 voor deze vergadering.
Communicatie
20 Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake
festivalisering van parken, natuurgebieden en het Amsterdamse bos. Nr.
BD2015-005300
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Lammeren (PvdD).
4
| Agenda | 4 | discard |
VN2021-004345 X Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Wonen % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ontwikkelbuurten
Agendapunt 11
Datum besluit College van B&W 15-12-2020
Onderwerp
Verkenning van kansen Molenwijk, de principenota
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de nota Verkenning van Kansen Molenwijk, de kabinet-bijlage
“Financiële Verkenning van principenota Molenwijk” en de bijlage “Advies DB en SD-
commissie Noord aan het college van burgemeester en wethouders” inzake de nota
Verkenning van kansen Molenwijk;
2. Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 25, tweede lid van
de Gemeentewet is opgelegd op de bijlage “Financiële Verkenning van principenota
Molenwijk”. Dit in verband met de belangen genoemd in artikel zo lid 2 sub ben q van de
Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor 10 jaar, tot en met
december 2030;
3. _Kenniste nemen van het verzoek om de opgelegde geheimhouding op grond van artikel 25,
derde lid van de Gemeentewet tijdens de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad
na aanlevering bij de raadsgriffie te bekrachtigen.
Wettelijke grondslag
Artikel 108 lid 1 Gemeentewet: De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van
de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten.
Artikel 14,7 Gemeentewet, lid 1: Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor
zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of
de burgemeester is toegekend; lid 2: De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid,
berusten bij de raad.
Gemeentewet art. 160, eerste lid onder a en b, waarin bepaald is dat het college van burgemeester
en wethouders het dagelijks bestuur van de gemeente, beslissingen van de gemeenteraad mag
uitvoeren.
Artikel 169 Gemeentewet, lid 1: Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur; lid 2: Zij geven de raad alle
inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Art. 25 tweede en derde lid van de Gemeentewet en artikel 10 eerste lid onder c en tweede lid onder
ben qg van de Wet openbaarheid van bestuur: vanwege geheimhouding bijlagen en de bekrachtiging
daarvan.
Bestuurlijke achtergrond
Gegenereerd: vl.2 1
VN2021-004345 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe WB
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Eind 2017 is gestart met de bestuursopdracht Ontwikkelbuurten in Noord (en Zuidoost en
Nieuw West). Hiermee is een nieuwe stimulans gegeven aan de woonbuurten met een sociaal —
economische en ruimtelijk - fysieke achterstand. In 2018 heeft het huidige College een actualisatie
van de bestuursopdracht opgesteld. De buurt wordt betrokken bij de planvorming en de bestaande
afspraken over de ontwikkeling van de woningvoorraad worden nagekomen; de lijn van Koers 2025
wordt gevolgd.
Molenwijk bestaat inmiddels 51 jaar en is in Noord een unieke wijk vanwege de hoogbouw in
parkachtige omgeving en omdat het een autoluwe wijk is. De molenflats in hun groene omgeving
zijn nagenoeg onveranderd gebleven. De bevolkingssamenstelling is wel veranderd. Er wonen
relatief veel ouderen die al heel lang in Molenwijk wonen en relatief veel kinderen/ jongeren. Ca
5o% van de huishoudens heeft een migratieachtergrond. Van oorsprong kenden de flats een
middenhuur; op dit moment is iets meer dan 80% van het woningbestand sociale huur.
Ruim 5o jaar na oplevering is de wijk op een flink aantal onderdelen toe aan vernieuwing.
Reden bespreking
O.v.v. de leden Leenders (PvdA) en Kilig (DENK).
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
Het college heeft door vaststelling van het principebesluit, dd 15 december 2020, besloten tot
geheimhouding van de bijlage “Financiële Verkenning Molenwijk”
Tot geheimhouding is besloten in verband met de belangen genoemd in artikel zo lid 2 sub b en
g van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor de duur van
10 jaar, tot en met december 2030. Eventueel is verlenging na 2030 nodig. Van belang is dat de
besluitvorming over de uitvoering van de verschillende deelprojecten of onderdelen daarvan binnen
projectgebied Molenwijk heeft plaatsgevonden.
Het betreft een strategisch belang van de gemeente op financieel economisch terrein in het kader
van bijvoorbeeld mogelijke verwerving van panden. In de Financiële Verkenning Molenwijk staan
berekeningen met (interne ) financiële cijfers. Bij openbaar making kan dit nadelige gevolgen
hebben voor de gemeente.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Geen
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.2 2
VN2021-004345 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-015525 1. Verkenning van Kansen Molenwijk. pdf (pdf)
AD2021-015527 3. Advies DB & SD-Commissie Noord - Molenwijk.pdf (pdf)
AD2021-015528 Commissie WB (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
AD2021-015526 2. KABINET Financiele verkenning van Principenota Molenwijk. pdf (pdf)
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Stadsdeel Noord; B. Bijl, 06-22754017 ; [email protected] & Annemarie Merckx, 06-55305821;
[email protected]
Gegenereerd: vl.2 3
| Voordracht | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam RO
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Agenda, woensdag 18 november 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 28 oktober 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 18 november 2015
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Ruimtelijke Ordening
11 Volksvlijt2016 Nr. BD2015-014974
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Vink (D66).
e Was TKN 4 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015.
e De heer Hemel van de UvA is hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
Grondzaken
12 Vaststellen investeringsbesluit Scheepsbouwweg in Amsterdam Noord waarbij
extra groen met meer kwaliteit voor een bedrag van € 100.000,-- zal worden
gerealiseerd in overleg met omwonenden Nr. BD2015-015090
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
13 vaststellen van de transformatie-exploitatie Amstel Business Park Zuid Nr.
BD2015-006806
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 18 november 2015
Ruimtelijke Ordening
14 Instemmen met de start van bouwrijpmaken 3 locaties Sluisbuurt
Zeeburgereiland (investering € 5.115.600,-) Nr. BD2015-014422
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
15 Vaststellen bestemmingsplan Bedrijventerrein Karperweg-Zuid Nr. BD2015-
010443
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
16 Vaststellen van het bestemmingsplan zelfbouwkavels Louis Bouwmeesterstraat
Nr. BD2015-012019
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
Grondzaken
17 Wijzigen van het opslagpercentage voor de 10- en 25-jaar vaste canon voor
erfpachtrechten onder de Algemene Bepalingen 2000 Nr. BD2015-013945
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
18 Bestuurlijke reactie op motie1262 inzake het concept-Startdocument
eeuwigdurende erfpacht (geen speculatie) Nr. BD2015-016303
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
3
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 18 november 2015
Ruimtelijke Ordening
19 Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer R.H. van Dantzig
van 20 mei 2015 inzake mogelijke risicoflats in Amsterd am Nr. BD2015-016304
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66).
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
20 Kennisnemen van en meedenken over de Metropoolregio Amsterdam (MRA)-
agenda Nr. BD2015-015056
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissies voor Infrastructuur en Duurzaamheid, voor Werk
en Economie en voor Bouwen en Wonen zijn hierbij uitgenodigd.
21 Ruimtelijke ordening, vastgoed en deelnemingen van 1012 Inc.
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van der Ree (VVD).
e Deleden van de Raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Werk en
Economie, alsmede de leden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij
uitgenodigd.
e Tevens zijn de betrokken portefeuillehouders uitgenodigd.
Financiën
22 Najaarsnota 2015 Nr. BD2015-016163
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
4
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 18 november 2015
Ruimtelijke Ordening
23 Jaarverslag Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) 2014 Nr.
BD2015-016305
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Van Raan (PvdD).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015.
e Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
24 Kennis te nemen van het Financieel Perspectief Zuidas 2015 Nr. BD2015-016306
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
25 Uitvoering moties kredietbesluit Zuidasdok en Halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok
Nr. BD2015-016309
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid zijn hierbij
uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
Grondzaken
26 Meerjarenperspectief Grondexploitaties Vereveningsfonds 2015
(Voorjaarsrapportage mei 2015) Nr. BD2015-016307
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
5
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 18 november 2015
Waterbeheer
27 Brief wethouder Van der Burg inzake doorwerking programma Amsterdam
Rainproof in ruimtelijke projecten Nr. BD2015-016308
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Nuijens (GrLi) en Van Raan (PvdD).
e Was TKN 10 in de Commissievergadering RO van 23 september 2015.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 28 oktober 2015.
BESLOTEN DEEL
6
| Agenda | 6 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 32
Datum indiening 2 november 2020
Datum akkoord college van b&w van 2 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake transparantie van Wob-
verzoeken.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van de Partij van de Ouderen heeft met regelmaat gevraagd om transparantie
rondom de verzoeken in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob).
Burgemeester Halsema gaf vorige week aan dat zij de volledige lijst verzoeken gedeeld heeft
maar dit lijkt niet te kloppen. De gemeentelijke link naar de Wob-besluiten is namelijk verre
van compleet.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de
Ouderen, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Worden via de gemeentelijke link voor de Wob-verzoeken alle verzoeken gedeeld
inclusief de stadsdelen, inclusief datum ontvangst, de datum waarop het besluit
genomen zou moeten worden en de datum waarop het besluit viteindelijk genomen is?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 1:
In janvari 2018 zijn we begonnen met het publiceren van Wob-verzoeken via
wob.amsterdam.nl. Alle verzoeken, besluiten en openbaar gemaakte stukken moeten via
deze website worden gepubliceerd. De directies en stadsdelen zijn verantwoordelijk voor
het afhandelen van de Wob-verzoeken m.b.t. hun directies of stadsdeel. Daar maakt
publicatie onderdeel van vit. De Wob-dossiers moeten worden aangeboden aan Directie
Juridische Zaken (DJZ) en DJZ zorgt vervolgens voor de publicatie.
In janvari 2020 is een actie opgezet om achterstanden in publicatie in te halen. DJZ heeft
alle Wob-coördinatoren van de directies en stadsdelen aangeschreven met de vraag
z.s.m. alle nog niet gepubliceerde Wob-dossiers aan te leveren voor publicatie. Eind
september 2020 werden we, o.a. door vragen van de Telegraaf over publicatie, erop
gewezen dat nog steeds niet alle verzoeken zijn gepubliceerd. De informatiecommissaris
heeft samen met de Chief Information Officer inzichtelijk gemaakt om welke
(geregistreerde) verzoeken het gaat en opdracht gegeven deze z.s.m. aan te leveren voor
publicatie. Dit traject loopt op dit moment.
Het publiceren van alle Wob-dossiers is van groot belang, bijvoorbeeld i.r.t de ambitie
zoveel mogelijk informatie actief openbaar te maken, zodat alle informatie voor iedereen
toegankelijk is. Wob-verzoeken is een van de verplichte categorieën uit het Wetsvoorstel
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg sv , Gemeenteraad R
Datum 5 februari 2021 Schriftelijke vragen, 2 november 2020
open overheid. Een verzoek is wat ons betreft pas afgehandeld als het dossier is
gepubliceerd. In de praktijk loopt dit nog niet goed genoeg. Er zijn verbeteringen nodig
m.b.t. de volledigheid van de publicaties en m.b.t. de toegankelijkheid van de
gepubliceerde verzoeken.
De lijn is dat alle verzoeken, besluiten en stukken van alle directies en stadsdelen worden
gepubliceerd via wob.amsterdam.nl. De publicatie vindt plaats nadat het besluit is
genomen. De verzoeken moeten door de directies en stadsdelen worden aangeleverd
voor publicatie. We zien dat op dit moment niet alle verzoeken zijn gepubliceerd en zijn
daarvoor een actie gestart om achterstanden weg te werken.
De datum waarop het besluit is genomen wordt gepubliceerd en is ook te vinden in het
besluit zelf. De datum van ontvangst wordt niet apart gepubliceerd, maar is te vinden in
het verzoek zelf en in het besluit. De datum waarop het besluit genomen zou moeten
worden wordt niet gepubliceerd. In lijn met het wetsvoorstel open overheid is er (tot nu
toe) voor gekozen de informatie te publiceren nadat het besluit is genomen. Het gaat
hierbij dus om de publicatie van afgehandelde verzoeken en niet om het publiceren van
informatie over lopende verzoeken.
2. Is het college bereid om via de link alle Wob-verzoeken inclusief de stadsdelen vanaf 1
januari 2018 tot heden, inclusief datum ontvangst, inclusief de datum waarop het besluit
genomen zou moeten worden en de datum waarop het besluit viteindelijk genomen iste
delen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Antwoord vraag 2:
In oktober hebben we alle directies en stadsdelen gevraagd de nog niet gepubliceerde
verzoeken aante leveren, zodat deze alsnog gepubliceerd kunnen worden. Vanuit het
GMT wordt gestuurd op de uitvoering hiervan. We streven er naar alle verzoeken in
maart 2021 alsnog gepubliceerd te hebben. Daarbij is het van belang te weten dat we pas
sinds 2019 elke week de informatie over lopende Wob-verzoeken wekelijks bundelen.
Om zeker te weten of alle verzoeken zijn gepubliceerd, zijn we afhankelijk van de
wekelijkse informatievoorziening vanuit de verschillende directies en stadsdelen. Om dit
te verbeteren wordt o.a. een centraal registratiesysteem ontwikkeld en wordt de sturing
op publicatie vanuit het Stedelijk Wob- ondersteuningsteam ingericht.
De achterstallige verzoeken publiceren we op de manier waarop we dat tot nu toe
hebben gedaan, nadat het besluit is genomen. Waarbij de datum van het besluit apart
wordt gepubliceerd en de ontvangstdatum in het verzoek zelf terug is te vinden. Om met
terugwerkende kracht een andere manier van publiceren te bewerkstelligen heeft een
grote impact op de organisatie, terwijl de voorgestelde informatie wel al beschikbaar is.
Met het publiceren van de verzoeken via het stadsarchief verbetert de toegankelijkheid
en doorzoekbaarheid van de informatie, waardoor de gevraagde informatie makkelijker
vindbaar is.
3. Is het college bereid om deze lijst wekelijks te verversen, naar Utrechts voorbeelds, zodat
de stad transparant inzicht heeft in alle informatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
termijn?
Antwoord vraag 3:
Op dit moment wordt er geen lijst met lopende Wob-verzoeken gepubliceerd. Het
verzoek, besluit en de stukken worden nadat het besluit genomen is gepubliceerd. Het
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg sv , Gemeenteraad R
Datum 5 februari 2021 Schriftelijke vragen, 2 november 2020
college is bereid om, naast het publiceren van de afgehandelde verzoeken, te
onderzoeken wat er nodig is om naar Utrechts voorbeeld een lijst met lopende verzoeken
te publiceren en wekelijks te verversen. Dit wordt aan het Stedelijk Wob (pilot)team als
opgave meegegeven.
4. “Binnen het verbetertraject wordt verkend welke ‘quick wins’ behaald kunnen worden en
welke lange termijn oplossingen er zijn, waarbij onder andere de organisatie van het
Wob-proces onder de loep wordt genomen”, schrijft het college en “Het college
onderschrijft het belang van de registratie van aantallen Wob-verzoeken, de termijnen
waarbinnen besluiten worden genomen en de (hoeveelheid) bezwaren en beroepen die
hiertegen worden ingediend. In het verbetertraject wordt daarom onderzocht wat er
nodig is om deze registratie zo goed mogelijk te kunnen doen.” Hoe rijmt zich dat met
het feit dat er nog steeds honderden Wob-besluiten en documenten ontbreken op de
site?
Antwoord vraag 4:
Het college onderschrijft het belang van registratie en er zijn de afgelopen tijd veel
stappen gezet, allemaal gericht op het verbeteren van het proces en de
informatievoorziening naar de verzoekers, waaronder de publicatie. Het is een complexe,
omvangrijke opgave. Achter de schermen worden belangrijke stappen gezet die
noodzakelijk zijn om het Wob-proces beter op orde te krijgen. Stappen die niet direct
naar buiten toe zichtbaar zijn.
In september is een pilot gestart met een stedelijk Wob-ondersteuningsteam. Dit team is
aan de slag gegaan met o.a. het ontwikkelen van hulpmiddelen en met het helpen van de
directies en stadsdelen met het afhandelen van Wob-verzoeken, waaronder het
publiceren. Vanaf janvari 2021 gaan we het publiceren van de Wob-verzoeken op een
andere manier organiseren. De verzoeken worden vanaf dat moment op de website van
het Stadsarchief gepubliceerd, dit komt de toegankelijkheid (vindbaarheid,
doorzoekbaarheid, bruikbaarheid) ten goede. Het stedelijk team neemt hierin de regie en
zorgt voor het aanleveren van de Wob-dossiers bij het Stadsarchief. We streven ernaar
om uiterlijk twee weken na het besluit het Wob-dossier te publiceren. Hiervoor zijn we
o.a. de centrale registratie aan het door ontwikkelen, zodat het centrale team beter kan
monitoren en sturen op o.a. publicatie. Daarnaast informeren we de directies en
stadsdelen actief over wat er van hen in deze wordt verwacht.
Vanaf januari 2021 neemt het stedelijk Wob- ondersteuningsteam het centraal
ontwikkelde registratiesysteem in gebruik voor het registreren van de Wob-verzoeken,
inclusief de benodigde informatie om te kunnen sturen op termijnen en publicatie. Dit
systeem en proces wordt eerst bij aantal directies en stadsdelen getest en daarna verder
ontwikkeld en geïmplementeerd in de hele stad. Daarnaast wordt gewerkt aan het
kanaliseren van verzoeken. Op dit moment komen verzoeken overal in de stad binnen,
we willen verzoekers stimuleren om gebruik te maken van een aantal ingangen voor het
indienen van verzoeken, zodat de verzoeken snel en centraal kunnen worden
geregistreerd en in behandeling worden genomen door de verantwoordelijke directie of
stadsdeel.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling sv Gemeenteraad
zmmer 32 Schriftelijke vragen, 2 november 2020
Datum 2 februari 2021
5. Is het college bereid om de ontbrekende besluiten en geopenbaarde documenten op de
gemeentewebsite voor 1 janvari 2021 alsnog te publiceren zodat die voor eenieder
openbaar zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Antwoord vraag 5:
Het college streeft ernaar om voor 1 maart 2021 de ontbrekende besluiten en
geopenbaarde documenten vanaf 2018 te publiceren. In oktober 2020 is daarvoor
aandacht gevraagd bij alle directies en stadsdelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1485
Publicatiedatum 27 september 2019
Ingekomen onder X
Ingekomen op donderdag 19 september 2019
Behandeld op donderdag 19 september 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de Handreiking Leefstraten (Kwantificeer
betrokkenheid alle bewoners)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Handreiking Leefstraten (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1435)
Overwegende dat:
— De instelling van een leefstraat een belangrijke (tijdelijke) wijziging is in de directe
leefomgeving van bewoners van een straat en direct omwonenden;
— Het daarom van groot belang is dat er sprake is van voldoende draagvlak om het
instellen van een leefstraat te onderbouwen en te rechtvaardigen;
— Draagvlak zoveel mogelijk moet worden gekwantificeerd, waarbij er een
eenduidige grens moet bestaan voor het aanwezig zijn van draagvlak, namelijk
tweederde van de omwonenden, zoals genoemd in de Handreiking;
— Deze tweederde meerderheid moet bestaan, ook bij indiening van de leefstraat
via De Stem van [stadsdeel], om sluipwegen te voorkomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Bij aanvragen voor instelling van leefstraten via De Stem van [stadsdeel], de
initiatiefnemers de verplichting op te leggen ongeacht de uitkomst via dit platform
alsnog aan te tonen dat een tweederde meerderheid van de omwonenden achter
het initiatief staat, zoals ook geldt voor aanvragen via de reguliere weg;
— Hiertoe tevens in overleg te treden met de stadsdelen voor waar het hun
beoordelingsruimte inzake de instelling van een leefstraat betreft;
— De raad over de uitkomst te informeren.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
1
| Motie | 1 | discard |
“Bezoekadres Gemeente Arnsterdam |
Stadhuis, Amstel 1 En B .
1011 PN AMSTERDAM |
Postbus 202 En :
1000 AE AMSTERDAM
Telefoon 620 552 2600. nd
Fax C20 552 3223 |
warwamsterdamal Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM
| De heer |
26 BOV. 2009
Datum
Behandeld door De heer A.J.M. Boegborn
Telefoonnumrner: 020-552 7443 : :
Kenmerk DW,2008.0556
Op 1 september j.l. schreef u een e-mail aan de Gemeenteraad.
in haar vergadering van 30 september j.l. heeft de Raad besloten de
= beantwoording in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders.
In uw mail maakt u zich zorgen over de leefbaarheid in Pian van Gool in
Amsterdam Noord, mede omdat u zelf overlast ondervindt van uw bovenburen.
U heeft contact gezocht met de politie en met uw verhuurder, woningcorporatie
Ymere, maar die hebben u niet kunnen helpen.
U vreest dat de burgers die zich netjes gedragen en zich aan de wet houden
OO langzamerhand zuilen wegtrekken, waarna er mensen terugkomen die zich hier
‚ minder of niets van aantrekken. -
Helaas is burenoverlast niet te voorkomen en vaak lastig aan te pakken, zowel
voor de paîitie als voor de verhuurder. Maar een rotte appel kan een boel E
bederven en anderen een boel ongenoegen geven.
Dat u zich zorgen maakt, toont aan dat u hart heeft voor de buurt waar u woont.
De corporaties die bezit hebben in Plan van Goot, Ymere en Eigen Haard
weten ook van de problemen en hebben het voornemen om Plan van Gool te
gaan verbeteren. Het is op dit moment helaas nog niet te zeggen hoe ;
ingrijpend deze plannen zijn en wanneer deze plannen precies zullen worden
uitgevoerd. Voor mear informatie kent u terecht bij de genoemde corporaties en
Stadsdeel Noord.
U kunt in verband met uw klachten advies in te winnen bij het Wijksteumpunt
wonen. Deze door de gemeente gesubsidieerde organisatie ondersteunt
huurders die problemen ondervinden.
Wijksteunpunt Wonen Noord houdt spreekuur op J. Drijverweg 6 |
tel: 020-404 0446, donderdag 18-21 vur of vrijdag 10-13 uur
. Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halie Waterloapiein |
Gemeente Amsterdam . :
Pagina 2 van 2 .
Wij hopen voor u dat het vooruitzicht op verbetering van het Plan van Gool uw
pessimisme over de neergaande ontwikkelingen in de buurt enigszins zal |
wegnemen.
Hoogachtend, 4 Lo |
Hét College van Zj / ; 7
Bürgemeester en Wethouders, Á Ö / Ni
E / / Ee . :
fl _L/ |
in drs. H, de Jong, N Î / Mr. MJ. Cohen,
\_ Secretaris - „| / Burgemeester
_ { ;
/
| Raadsadres | 2 | train |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
m raam
| sterda Afdoening moties
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 mei 2022
Portefeuille(s) Democratisering, Bestuurlijk Stelsel
Portefeuillehouder(s): _ Presidium
Behandeld door Raadsgriffie, William van Zanen, [email protected]
Onderwerp Nadere reactie op motie 142 inzake verbeteringen bestuurlijk stelsel
Geachte leden van de gemeenteraad,
Bij de raadsvergadering van 10 maart 2021 heeft de gemeenteraad motie 2021-142 aangenomen
bij het agendapunt Kennisnemen van rapport Evaluatie bestuurlijk stelsel.
De derde punt van het dictum van de motie luidt als volgt:
“Het presidium te vragen na te denken over hoe een periodieke afstemming en overleg tussen de
gemeenteraad en de stadsdeelcommissies in de toekomst het beste plaats kan vinden.”
Bij raadsinformatiebrieven d.d. 12 januari 2022 en 1 februari 2022 zijn de moties inzake het
hoofdlijnenbesluit en de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 door het
college afgedaan.
Het tijdelijke presidium heeft besproken hoe de relatie tussen de stadsdeelcommissies, het
stadsgebied Weesp en de gemeenteraad versterkt kan worden en heeft ingestemd met de
volgende afspraken:
e de griffie zorgt voor een goede verbinding met de (ondersteuning van de) stadsdeelcommissies.
De raadsgriffier, commissiegriffiers en de adviseurs van de stadsdeelcommissies en het
stadsgebied voeren periodiek overleg met elkaar, waarin uitwisseling van kennis en ervaring
centraal staat. Een eerste overleg is reeds ingepland. ledere commissiegriffier fungeert daarbij als
vaste schakel met twee stadsdeelcommissies;
e de verbinding en eigenaarschap tussen de stadsdeelcommissies en de raad kan verder
ontwikkeld worden door per kwartaal een werkbezoek aan een stadsdeel te organiseren. Het
stadsgebied Weesp heeft al een uitnodiging voor een werkbezoek gestuurd. Het streven is om dit
in juni te organiseren. De invulling is aan de stadsdeelcommissies zelf. Na het zomerreces krijgt dit
werkbezoek een vervolg met bezoeken aan de overige stadsdelen;
e bij aangenomen motie 2021-538 heeft de raad het college verzocht om in samenwerking met het
presidium een Stadsdeelmotie en een Stadsdeelamendement te ontwikkelen waarmee een
stadsdeelcommissie gevraagd en ongevraagd haar standpunt aan de raad kenbaar kan maken.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 mei 2022
Pagina 2 van 2
Stadsdeelcommissieleden hebben op basis van artikel 36 van de Verordening en hun positie als
commissie van de raad al middelen om de besluitvorming van de raad te beïnvloeden. Vanuit de
griffie worden formats ter beschikking gesteld om de gevraagde en ongevraagde adviezen
desgewenst in de vorm van stadsdeelmoties of stadsdeelamendementen aan te leveren. Het is
vervolgens aan raadsleden zelf om te besluiten of zij zo'n verzoek uiteindelijk in stemming willen
brengen;
Volgend jaar zal het presidium een evaluatie houden om te bezien of deze afspraken hebben
bijgedragen aan een betere aansluiting van de gemeenteraad op de stadsdeelcommissies en het
stadsgebied.
Het presidium beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het presidium van de gemeenteraad,
Yassmine El Ksaihi Jolien Houtman
voorzitter griffier
Bijlage
1. Motie 142 van de leden Biemond, Grooten, Vroege, De Grave-Verkerk, Boomsma,
Veldhuyzen, Yilmaz, Kreuger en Ceder inzake huidige verbeteringen van het bestuurlijk
stelsel.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
5
{
Stadsdeelraad Amsterdam Centrum
ta.v. de Griffie
Stadhuis - kamer 4371
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Amsterdam, 23 juni 2011
Geachte raadsleden,
Onlangs heeft het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Centrum besloten tot het opheffen van twee
autoparkeerplekken aan de Roetersstraat ten behoeve van additionele fietsparkeerplekken. Dit is een
opheffing in een serie van opheffingen van parkeerplekken in de directe omgeving, zonder dat er
enige nieuwe plek is gecreerd. Daarbij komt dat een aantal bewoners desgevraagd ook duidelijk heeft
aangegeven dat niet het ruimtegebrek voor het stallen van fietsen het probleem is, maar de mentaliteit
van de fietsers—zij parkeren liever voor de deur dan aan de overkant van de straat—waar de
universiteit volgens mij en mijn mede-buurtbewoners voldoende ruimte biedt voor fietsen(stallingen).
Ik was dusdanig verbaasd over de besluitvorming dat ik een WOB verzoek ingediend heb om beter
inzage te krijgen in het besluitvormingsproces. Ik ben daarbij geschrokken van het gemak waarmee
deze parkeerplekken (en anderen) zijn opgeheven.
Ik heb de nodige opmerkelijkheden geconstateerd in de stukken die als basis diende voor het
opheffen van de specifieke parkeerplekken aan de Roetersstraat:
e Mijn eigen bewonersreactie “Mocht u ondanks mijn bezwaren toch zaken gaan ondernemen, dan
stel ik voor dat u zich tot het opheffen van een parkeerplek beperkt, en deze elders compenseert
is volledig ten onrechte vertaald als zijnde \úr het opheffen van 1 parkeerplek, en dus niet als
negatieve reactie meegenomen!
e _ Er zijn verschillende schouwen uitgevoerd volgens de interne memo's, maar vaak op niet relevante
tijdstippen voor de overlast in de avond die de aanleiding vormde: slechtsén enkele schouw van de
gebiedsbeheerder werd in de avond uitgevoerd (en slecht gedocumenteerd) enénschouw van de
portfeuillehouder heeft plaatsgevonden op een onbekend tijdstip op een zondag. Deze beiden
schouwen waren echter blijkbaar voldoende om het dagelijks bestuur ervan te overtuigen dat de
direct omwonenden die wel voldoende fietsparkeergelegenheid zagen, het niet bij het rechte eind
hadden.
o Zes ogenchouwen hebben plaatsgevonden door de gebiedsbeheerder naar de bezetting
van de fietsparkeerplekken op een tijdstip overdag-terwijl de overlast waarvan sprake is
juist over de avond ging
o Een schouw heeft plaatsgevonden door de gebiedsbeheerder op 15 november om 19:30
uur. Hiervan zijn foto's genomen. Echter zijn bij deze foto's—ondanks de aanwijzingen van
de directe aanwonenden dat deze nog wel ruimte biedende fietsenrekken aan de
overkant van de straat niet vastgelegd. Niemand ontkent dat er fietsen op het trottoir
staan, maar de vraag is of dit door capaciteitstekort komt, of door de luiheid van de
eigenaren.
o De portfeuillehouder heeft zelf eenmaal op zondag “zo goed als volle’ fietsenrekken
geconstateerd
e De gebiedsbeheerder geeft op de centrale vraag ‘komt de overlast door de mentaliteit van de
fietseigenaren of door gebrek aan stallingscapaciteif antwoord in een schrijven aan Mevrouw van
Pinxteren d.d. 24 januari 2011. Hij schrijf “Bovendien is de hoop ijdel dat mensen de fiets aan de
overkant van de straat gaan parkererf. Blijkbaar gelden hier hele andere verwachtingen ten
aanzien van fietseigenaren dan autobezitters, die flink voor hun parkeervergunning betalen, en
waarvan wel verwacht wordt dat zij een blokje omrijden en twee straten verder parkeren.’
e Tot slot bleek uit verdere correspondentie die ik met de gebiedsbeheerder had dat “schoner van
fietsen veel lastiger is dan het opheffen van parkeerplekken. Voor het schonen is namelijk “weinig
capaciteit beschikbaar en de mankract wordt vooral geconcentreerd op stationseiland en andere
prioritietsgebieden waar de druk nog hoger is”. Het schonen is echter wel een manier om
fietsenstallingscapaciteit vrij te maken, zonder dat iemand daar last van ondervindt.
Het eindresultaat is dat er nog altijd fietsen op het trottoir staan, naast de nieuwe fietsparkeerplekken,
terwijl er aan de overkant van de straat volop plek is. Zoals de foto hieronder van vorige week
illustreert.
8 me a Pe he 0e od ml Ng EA : Le DE wr ; tn :
Foto 1 Foto d.d. 15 juni 2011 20:10 vur
Naast deze specifieke beslissing tot opheffing heb ik tegelijkertijd ook navraag gedaan naar de hele
reeks opheffingen die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden.Hierbij stuitte ik op het feit dat er
blijkbaarüberhaupt geen goede administratie bestaat van het aantal parkeerplekken. Er wordt melding
gemaakt van een eerdere opheifing (voor het terras van Caëde Roeter). Dit waren echter twee
parkeerplekken. De opmerking die hierbij geplaatst staat, dat voor het opheffen vandn plek geen
melding hoeft te worden gemaakt aan het DB, lijkt dan ook onterecht.
Daarnaast blijkt ook het aantal parkeerplekken dat vorig jaar verloren is gegaan door de nieuwe
inrichting van de parkeerplekken in onze buurt (om boomwortels meer ruimte te geven) niet
geregistreerd. In de Roetersstraat en Sarphatistraat samen betrof dit zeker een vijftal plekken. In het
schrijven wordt geïmpliceerd dat boomwortels zondermeer het opheffen van parkeerplekken tot gevolg
kan hebben—het zou tijdens de werkzaamheden zelf geconstateerd en besloten worden. lk meen mij
echter nog goed te kunnen herinneren dat wij als bewoners vooraf een schrijven ontvingen waarin de
opheffing van de parkeerplekken ten behoeve van de boomwortels werd aangekondigd. Als het aan
bewoners kan worden aangekondigd, zou het dan ook niet aan het bestuur van het stadsdeel moeten
worden gemeld”?
Tot slot zijn er meer recent ook nog parkeerplekken opgeheven aan de Nieuwe Achtergracht en de
Sarphatistraat op verzoek van bewoners (zo maak ik op uit de ontvangen stukken). Het lijkt me dat
zo'n verzoek juist ook moet aanzetten tot het creeren van nieuwe autoparkeerplekken elders. Als we
zo nog enkele jaren doorgaan, is er simpelweg geen parkeerplek meer te vinden.
Ik zou u als Raad dringend willen vragen om de besluitvorming omtrent het opheffen van
parkeerplekken aan te scherpen en inzichtelijk te maken. Een goede administratie van het aantal
beschikbare parkeerplekken per straat lijkt mij daarvoor essentieel. Ik hoop van harte dat u dat inzicht
vervolgens zult gebruiken om de beperkte ruimte enigzins eerlijk te verdelen tussen fiets en auto, om
zodoende de binnenstad ook voor bewoners met een auto een prettig gebied te laten blijven.
Hoogachtend,
| Raadsadres | 3 | test |
> Gemeente Gemeenteraad
RAAD % Amsterdam
Griffie > 4
Actualiteit voor de raadsvergadering van 31 maart 2021
van Van Schijndel
Datum 31 maart 2021
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt ZA
Onderwerp
Actualiteit van het lid Van Schijndel (Forum voor Democratie) inzake het
door de burgemeester te voeren beleid tijdens betogingen op het
Museumplein tegen de zogeheten coronamaatregelen.
Aan de gemeenteraad
Op 20 maart 2021 werd een betoging in het kader van de internationale
‘Rally for Freedom and Democracy’ kort na aanvang beëindigd.
Krachtens noodbevel werden naar schatting 1000 betogers daarna 4 à 5
uur lang op de Leidsekade door de Mobiele Eenheid opgehouden en
vervolgens in bussen naar de buitenwijken vervoerd, waar zij werden
vrijgelaten. In Nederland is dit nog nooit voorgekomen. Er werden 58
arrestaties verricht!?.
De volgende dag werd een ‘koffie drinken’'-demonstratie op het
Museumplein eveneens vrijwel meteen na aanvang door de politie
beëindigd. 150 betogers werden gearresteerd.
Op de betoging van 28 maart jongstleden - de elfde op rij - kwamen
ongeveer 1000 deelnemers af. De betoging werd rond 15.00 uur door
inzet van ME en waterkanonnen afgebroken. 334 personen werden
aangehouden. 305 betogers werd door de Officier van Justitie een
gebiedsverbod tot 6 juni 2021 opgelegd.
Reden bespreking
1. De coronaregels - waaronder de anderhalvemeter - zijn vastgelegd
in ministeriële regelingen. In het openbare-ordebeleid van de
burgemeester moet het belang van handhaving van de
anderhalvemeter worden afgewogen tegen het belang van de
grondwettelijke demonstratievrijheid. De burgemeester moet daarbij
gewicht toekennen aan het feit dat - volgens de actuele stand van de
wetenschap, waarvan het college zich moet vergewissen - de
Volksgezondheid bij betogingen niet in het geding is. Het al dan niet
in acht nemen van de anderhalvemeter heeft in de open lucht geen
significante impact op de verspreiding van het virus; het verwaait
meteen (dixit Jaap van Dissel).
2. Eris steeds fellere kritiek op de coronamaatregelen, nu zij de
samenleving ontwrichten en enorme fysieke, mentale en
1 https://www.telegraaf.nl/nieuws/1395065544/chaos-en-woede-bij-coronaprotest-na-insluiting-
door-me
economische schade teweeg brengen. Verwacht mag worden dat de
komende tijd de betogingen in Amsterdam in omvang zullen
toenemen. Tegelijk was er de afgelopen maanden juist sprake van
een steeds rustiger verloop van de demonstraties. Enkel bij de eerste
twee betogingen (op 17 en 24 januari, tegen de toen ingevoerde
‘avondklok') was sprake van geweldsincidenten. Maar in redelijkheid
hoefde daarna niet meer voor ‘ernstige wanordelijkheden’ te worden
gevreesd. In dat licht is er reden dat de gemeenteraad zich
uitspreekt over hoe de burgemeester in het vervolg moet omgaan
met demonstraties tegen de coronamaatregelen op het
Museumplein.
“Reden van spoedeisendheid
Er sprake van spoedeisendheid wanneer beraadslaging of
besluitvorming in een volgende raadsvergadering overbodig of niet
meer aan de orde zou zijn. Er moet vanuit worden gegaan dat tot aan de
raadsvergadering op 21 april 2021 tenminste drie grote betogingen op
het Museumplein zullen gaan plaatsvinden. De spoedeisendheid is
daarmee gegeven.
| Actualiteit | 2 | train |
Bezoekadres
x Gemeente Rf
Amste rda m 1011 PN Amsterdam
x Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 3 september 2019
Behandeld door L.Terwel
E-mail [email protected]
Bijlage(n) Motie 383.19 van raadslid de Fockert; Motie 384.19 van raadslid Rooderkerk; Motie
385.19 van raadslid Rooderkerk; Motie 389.19 van raadslid Mbarki
Onderwerp Kennisdeling leraren en afhandeling van de volgende moties:
Motie 383.19 van raadslid de Fockert - Gezamenlijk trainen van teams van
verschillende scholen ter verbetering van de kennisdeling;
Motie 384.19 van raadslid Rooderkerk - aantrekken van docenten die ook werkzaam
zijn in een andere baan;
Motie 385.19 van raadslid Rooderkerk - Kennisplatform voor Amsterdams
(burgerschaps)onderwijs;
Motie 389.19 van raadslid Mbarki - Professionals vit het sociaal domein omscholen tot
leraar.
Uitvoering van de toezeggingen voorziening statushouders voor de klas (TA2018-
000884) en gesprek en kennisdelen tussen scholen bevorderen (TA2019-000421).
Geachte raadsleden,
Het schooljaar 2019/2020 is begonnen. De Amsterdamse kinderen gaan een spannende tijd
tegemoet in een nieuwe klas, met nieuwe lessen en uitdagingen. Ook scholen zelf hebben grote
uitdagingen. Ik heb u vrijdag 30 augustus geïnformeerd over hoe het lerarentekort zich op dit
moment manifesteert op de basisscholen in onze stad en over het gesprek dat ik hierover voer in
Den Haag. Er zijn maar liefst 280 formatieplaatsen beschikbaar, waarvan er 220 worden vervuld
met onbevoegde leraren. Met u deel ik de zorg over de gevolgen die dit heeft voor de kwaliteit van
het onderwijs en de kansen van kinderen.
De gemeente Amsterdam trekt de komende jaren € 23 miljoen vit om nieuwe leraren aan te
trekken en de bestaande leraren te behouden voor Amsterdam. Uw gemeenteraad heeft op 4 april
vnaniem ingestemd met de Amsterdamse Lerarenagenda: Liever voor de Klas. U heeft daarbij
een aantal moties aangenomen, gericht op het tegengaan van het lerarentekort. Het gaat om de
volgende moties:
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019
Kenmerk
Pagina 2 van 6
e Motie 383.19 van raadslid de Fockert - Gezamenlijk trainen van teams van verschillende
scholen ter verbetering van de kennisdeling;
e Motie 384.19 van raadslid Rooderkerk - aantrekken van docenten die ook werkzaam zijn in
een andere baan;
e Motie 385.19 van raadslid Rooderkerk - Kennisplatform voor Amsterdams
(burgerschaps)onderwijs;
e Motie 389.19 van raadslid Mbarki - Professionals vit het sociaal domein omscholen tot
leraar.
Tevens worden in deze brief twee toezeggingen gestand gedaan:
e _ Voorziening statushouders voor de klas (TA2018-000884);
e Gesprek en kennisdelen tussen scholen bevorderen (TA2019-000421).
Met deze brief informeer ik v over de recente acties en initiatieven die zijn en worden gestart en
waarmee ook de betreffende moties worden uitgevoerd.
Hybride docentschap & professionals uit het sociaal domein omscholen tot leraar
Samen met de Taskforce Lerarentekort (waarin de gemeente samenwerkt met de Amsterdamse
scholen en opleidingen) kijk ik naar alle mogelijkheden om meer leraren voor het Amsterdamse
onderwijs aan te trekken. De gemeente richt zich met de campagne ook specifiek op potentiële
zij-instromers en communiceert daarbij actief over mogelijkheden om een baan in het onderwijs te
combineren met het werken in een andere sector of ondernemerschap.
Met TeachForAmsterdam steunt de gemeente hybride docenten in de techsector. Het initiatief
heeft als doel om het tekort aan informaticadocenten de komende vier jaar op te lossen door 300
hybride docenten op te leiden tot eerstegraads (en tweedegraads) docent. TeachForAmsterdam is
geschikt voor mensen die net zijn afgestudeerd of werken in IT en die hun kennis en passie over
willen brengen op de volgende generatie. Zij worden door de UvA en VU in twee jaar opgeleid tot
informatica docent en lopen ook een dag/anderhalve dag per week stage bij een school.
De gemeente Amsterdam heeft het onderzoeksbureau Oberon de opdracht gegeven om in de
maanden september-december een onderzoek uit te voeren naar de keten met betrekking tot zij-
instroom in het Amsterdamse onderwijs. Onderdeel hiervan is een deelonderzoek naar hybride
docentschap en het bieden van maatwerk voor professionals uit het sociaal domein. Oberon
onderzoekt specifiek hoe het hybride docentschap verder gestimuleerd kan worden.
Ook richt dit onderzoek zich specifiek op de mogelijkheden om professionals vit het sociaal
domein om te scholen tot leraar. In de opdrachtformulering is meegegeven dat het van belang is
oog te hebben voor de tekorten (en oorzaken daarvan) in andere tekortsectoren in het
maatschappelijk domein. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om professionals actief van de ene
naar de andere tekortsector te bewegen. Het uitgangspunt is om professionals met hart voor
kinderen en jongeren voor de stad te behouden, bijvoorbeeld door het gemakkelijker te maken om
door te groeien of te verbreden naar een andere functie.
Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019
Kenmerk
Pagina 3 van 6
Daarnaast voert de gemeente gesprekken met de Amsterdamse lerarenopleidingen om te kijken
naar (verkorte) maatwerktrajecten. Voor de intersectorale aanpak op de personeelstekorten in de
maatschappelijke sector verwijs ik graag naar de brief van wethouder Kukenheim d.d. 25 juni
2019.
Ik informeer uw gemeenteraad over de uitkomsten van het onderzoek van Oberon en eventuele
vervolgstappen in februari 2020.
Kennisplatform (burgerschaps)onderwijs
Ik ben het volledig eens met raadslid Rooderkerk dat de gemeente het delen van kennis binnen
onderwijsteams en verschillende scholen (TA2019-000487) moet stimuleren. Dit vergroot het
effect van het geleerde en leidt tot betere borging van nieuwe kennis en vaardigheden. Daarom
heeft het college in nieuwe regelingen, zoals de voorziening teambeurzen, kennisdeling
opgenomen als voorwaarde. Ook is kennisdeling een van de prioriteiten die het college heeft
opgenomen in de beleidsbrief ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’. De eerste actielijn is:
Amsterdamse leraren en schooldirecteuren zijn bekwaam in het lesgeven in de grote stad: zij
beheersen het ‘Amsterdams meesterschap! waarmee we inzetten op een breed programma
'Grootstedelijk onderwijs’, met als acties:
e De kennisinstellingen ontwikkelen een aanbod van leergangen voor leraren en directeuren
uit po, vo en mbo gericht op lesgeven in grootstedelijk context. Vanuit de lerarenagenda
is hiermee al gestart: het aanbod vindt v op www.leraareenkleurrijkberoep.nl
e We organiseren masterclasses / kennisdelingsbijeenkomsten in de stad met
uiteenlopende thema's en partners, zoals over- en onderadvisering, het voeren van het
moeilijke gesprek, het herkennen van radicalisering, wereldgeschiedenis inclusief
verzwegen perspectieven en het slavernijverleden.
e We zorgen voor een aanbod ‘grootstedelijk onderwijs’ gericht op lerarenteams waarbij
deskundigen en wetenschappers op school met lerarenteams aan de slag gaan. Daarbij
maken we ook gebruik van partners, zoals het aanbod van School en Veiligheid.
e Daarnaast investeren we in kennisuitwisseling en kennisopbouw door het opzetten van
community's van scholen, schoolleiders en leraren op het gebied van lesgeven in de
grootstedelijke context. Samen met de Gelijke Kansen Alliantie faciliteren we de
community grootstedelijk onderwijs. Dit zijn scholen vit po, vo en mbo uit diverse steden
die werken met de Transformatieve School methode van Iliass El Hadioui en inzetten op
professionalisering in het lesgeven in een grootstedelijke context.
e _Methet OSVO starten we een pilot rondom 'het moeilijke gesprek op school’. In eerste
instantie gaat het eigen lerarenteam een jaar lang in gesprek over de dilemma's die zij in
de klas met leerlingen tegen komen. Uiteindelijk wordt iedereen betrokken bij deze
gesprekken, dus ook leerlingen, ouders en onderwijsondersteunend personeel. De
doelstelling is dat de gesprekken onderdeel worden van het DNA van de scholen. Ook
betrekken we hier de kennisinstellingen bij voor onderzoek en advies.
“https:/www.amsterdam.nl/publish/pages/914704/1 o brief aanpak intersectorale samenwerking _p
ersoneelstekorten in de maatschappelijke sector.pdf
Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019
Kenmerk
Pagina 4 van 6
e In 2020 organiseren we weer een brede conferentie burgerschap in samenwerking met
onze partners. Ook starten we binnen de online community van de Amsterdamse Klas een
themaplatform burgerschap. In overleg met de dialooggroep burgerschap wordt bepaald
welk social media kanaal (Facebook, Linkedin) hiervoor wordt ingericht.
Raadslid Rooderkerk benoemt specifiek platforms om lessen en informatie te delen. Online
bestaan verschillende interessante initiatieven die kennisdeling en praktisch advies bij
(burgerschaps)onderwijs als oogpunt hebben. Voorbeelden hiervan zijn www.iameducation.nl,
www.kohnstamm.nl/burgerschap, www.leraar24.nl of www.burgerschapindeschool.nl.
Ik stel voor om gebruik te maken van deze bestaande initiatieven: de gemeente en de Taskforce
zullen deze kennisplatforms waar nodig meer bekendheid geven in het onderwijsveld. Daarnaast
kijkt de gemeente in overleg met de dialooggroep Burgerschap (bestaande uit docenten uit po, vo
en mbo) of er samenwerkingsmogelijkheden zijn om (een van) deze bestaande platforms een
specifiek Amsterdams karakter te geven.
Lessons learned en indicatoren traject ‘Statushouders voor de klas’
De commissie WIO sprak op 31 oktober 2018 de wens vit het traject ‘Statushouders voor de Klas’
voort te zetten in schooljaar 2019-2020. Het college heeft hierbij toegezegd de leden te
informeren wanneer het traject als succesvol wordt gezien (TA2018-000884,). Dit licht ik graag toe
met de opgedane ervaringen, de lessons learned, vit het eerste jaar.
Lessons learned
De betrokkenen, zoals de deelnemers en stagescholen, zijn positief over de uitkomsten van de
pilot, maar zien verbeterpunten voor het vervolg. De stagebegeleiders prijzen de motivatie en
vakkennis van de deelnemers. De meeste deelnemers (12 van de 14) willen verder in een
onderwijsfunctie. De pilot legt een aantal punten bloot: de doorlooptijd voor statushouders om
voor de klas te staan is langer en vergt meer begeleiding dan vooraf in beeld was. Het traject is niet
voor alle deelnemers voldoende om na één jaar het zij-instroom traject te kunnen starten.
Tijdens de pilot kwam een aantal verbeterpunten naar voren:
e _ Snel bereiken van taalniveau Bz is essentieel om het traject goed te doorlopen. Bij de nieuwe
deelnemers ligt de focus daarom nog scherper op leerbaarheid en taalvaardigheid.
e Betere informatievoorziening voor stagebegeleiders, deelnemers en klantmanagers van de
deelnemers over de fases van het traject en de verbinding tussen de opleiding en de
stageopdrachten op scholen.
e Meer duidelijkheid naar de deelnemers dat het traject de start is van een meerjarig traject
richting het onderwijs.
Wanneer is het traject succesvol?
In september starten 11 nieuwe deelnemers aan het traject(s deelnemers voor Wiskunde, 2 voor
Natuurkunde en 4 voor Scheikunde), waarin ik bovenstaande verbeterpunten heb verwerkt.
De doelstelling is dat minimaal tweederde van de deelnemers na afloop van het traject een plek
vindt in het onderwijs. Dit kan variëren van een stageplaats, aanstelling als onderwijsassistent tot
een aanstelling als zij-instromer.
Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019
Kenmerk
Pagina 5 van 6
Uit de pilot is gebleken dat het niet realistisch is te verwachten dat iedereen direct aan de zij-
instroomopleiding kan starten na het traject. Soms blijkt een andere onderwijsfunctie meer
passend, of is meer tijd nodig. Die cijfers alleen doen dan ook tekort aan de impact die dit traject
heeft. Door komend schooljaar met een nieuwe groep te starten behouden we talent en
vakkennis voor het onderwijs en brengen we met de statushouders meer diversiteit in het
Amsterdamse onderwijs, ook voor de bêta tekortvakken waarbij het zo moeilijk blijkt nieuwe
leraren aan te trekken (zo zijn er op dit moment slechts 5 aanmeldingen in heel Nederland voor de
studie tot Natuurkundeleraar).
Kennisdeling en samenwerking
Raadslid De Fockert vraagt in haar motie (383.19) om kennisdeling in en tussen scholen extra te
stimuleren en te onderzoeken welke mogelijkheden daartoe zijn.
De afgelopen maanden heeft de gemeente diverse gesprekken gevoerd met leraren, directeuren
en schoolbestuurders over kennisdeling met Amsterdamse scholen en leraren. Er is veel behoefte
aan kennisdeling binnen het onderwijs en daarbinnen om het primair en voortgezet onderwijs
meer met elkaar in contact te brengen rondom verschillende vraagstukken:
e _ Overgang van po naar vo
e Het bieden van kansengelijkheid
e Leren van elkaar (collegiale consultatie), bijvoorbeeld rond didactiek of pedagogiek
e _ Kennis over elkaars praktijk/dagelijkse werkelijkheid
e Mogelijkheden om docenten uit te wisselen/bij elkaar les te geven
De gemeente heeft de ambitie om scholen te faciliteren in het delen van kennis en het
onderwijsveld in zijn geheel vooruit te helpen. Door scholen op specifieke thema’s met elkaar in
contact te brengen kan er veel winst geboekt worden op onder andere bovengenoemde thema's.
Dit gaan we faciliteren door de volgende acties:
Broedplaats
De gemeente gaat de komende periode een sectoroverstijgende broedplaats oprichten waar
zowel leraren en schoolleiders uit het po als uit het vo aan kunnen deelnemen. Deze
kruisbestuiving levert veel waardevols op omdat samen wordt geleerd en onderzocht. Hiermee is
de afgelopen jaren in en buiten Amsterdam al ervaring opgedaan. Na de zomervakantie vervolgt
de gemeente Amsterdam gesprekken met Kennisland om deze broedplaats verder te
ontwikkelen. Een aantal scholen in het primair en voortgezet onderwijs is al geïnteresseerd en ook
andere scholen kunnen zich aansluiten.
Teambeurzen en Amsterdamse Klas
Onderwijs is teamwork. Daarom heeft de gemeente de teambevurzen ook beschikbaar gesteld
voor teams bestaande uit onderwijsprofessionals van verschillende Amsterdamse scholen. In
totaal hebben 20 scholen een gezamenlijke aanvraag ingediend. Daar ben ik blij mee, omdat deze
scholen het belang van kennisdeling en ontmoeting onderstrepen. Ook de komende jaren zal de
gemeente Amsterdam bij de aanvraagrondes van de teambeurs de mogelijkheid van een aanvraag
met meerdere scholen duidelijk onder de aandacht brengen. Daarnaast maken we portretten van
geslaagde teambeurzen, die ter inspiratie dienen voor andere scholen. Ook in activiteiten van de
Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2019
Kenmerk
Pagina 6 van 6
Amsterdamse Klas (onderwijs community) zijn gericht op het zichtbaar maken en delen van
ervaringen en good practices tussen onderwijsprofessionals. De Amsterdamse Klas faciliteert
zowel online als offline dialoog en kennisdeling in verschillende vormen. Good practices worden
gedeeld tussen scholenteams tijdens kennisdelingssessies. De kennisinstellingen aangesloten bij
de Taskforce Lerarentekort dragen hier graag aan bij. In het voorjaar van 2020 organiseert de
gemeente de eerste kennisdelingssessie over teambeurzen.
Lerarenbrigade
De gemeente stimuleert met een ander initiatief, de Amsterdamse Lerarenbrigade, eveneens
kennisuïitwisseling van basisscholen in Amsterdam. De kwaliteit van het onderwijs wordt verhoogd
door de inzet van gemotiveerde samenwerkende lerarenteams van twee of meer verschillende
basisscholen. Deze teams delen de opgedane ervaringen en de instrumenten die in de praktijk
succesvol blijken met andere Amsterdamse basisscholen.
Tot slot
Al deze acties dragen bij aan ons gemeenschappelijke doel om het lerarentekort op te lossen. Door
op deze wijze uitvoering te geven aan de moties wordt onze aanpak van het lerarentekort sterker
en effectiever. Hiermee beschouw ik de moties en toezeggingen als afgehandeld.
Dit betekent helaas niet dat het einde van het lerarentekort in zicht is. In Amsterdam treffen we
samen met de schoolbesturen en de opleiders een groot aantal maatregelen om het tekort tegen
te gaan. Maar om het probleem op te lossen is grotere inzet nodig vanuit de Rijksoverheid. Op 4
september ga ik samen met de G4 wethouders Onderwijs in gesprek met minister Slob over het
lerarentekort. In dit gesprek lichten we onze zorgen toe en geven aan welke investeringen en |
maatregelen wat de G4 betreft noodzakelijk zijn.
Ik houd v op de hoogte van de ontwikkelingen.
Met vriendelijke groet,
Or
dk En
Marjolein Moorman e
Wethouder Onderwijs
| Motie | 6 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 497
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder AE
Ingekomen op donderdag 9 mei 2019
Behandeld op donderdag 9 mei 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Ceder, Boomsma, Kilig, Poot en van Lammeren inzake de
actualiteit van het lid Ceder inzake tientallen slachtoffers door lachgasgebruik tijdens
Koningsdag (verbod lachgas bij festivals).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake tientallen slachtoffers door
lachgasgebruik tijdens Koningsdag.
Overwegende dat:
- Lachgas nog te vaak door gebruikers als risicoloos middel wordt gezien en het
recreatief gebruik en incidenten ervan toeneemt, met name bij festivals en
evenementen;
- Lachgasgebruik, vooral in combinatie met andere middelen zoals alcohol, ernstige
gevolgen kan hebben voor de gezondheid;
- De combinatie van alcohol en lachgas vooral op evenementen en festivals tot
incidenten kan leiden;
- Inmiddels verschillende gemeenten stappen hebben genomen om lachgas gebruik
en verkoop op en rond festivals en evenementen te verbieden;
- Het festival- en evenementenseizoen is begonnen en het een taak van de gemeente
is om zorg te dragen voor haar inwoners;
- Een aantal gemeenten al maatregelen hebben genomen omtrent festivals in de
omgeving;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Spoedig in gesprek te gaan met festival- en evenementorganisatoren om hen te
informeren over de risico's van lachgasgebruik (o.a. in combinatie met alcoholgebruik)
en indringend te wijzen op de mogelijkheden om lachgasgebruik en verkoop te
verbieden.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 497 Motie
Datum <datum
onbekend=
De leden van de gemeenteraad
dhr. D.G.M. Ceder
mevr. À. Kilic
mevr. M.C.G. Poot
dhr. D.T. Boomsma
dhr J.F.W. van Lammeren
mevr. S.H. Simons
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1388
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 19 december 2018
Behandeld op woensdag 19 december 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Bloemberg-lssa, Simons, Ceder, Kilig, Van Soest en
Van Schijndel inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 van de voormalige
raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere scenario's voor
het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem
(uitstel van de plannen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op motie nr. 2018-316 van
de voormalige raadsleden Nuijens en Geenen inzake het uitwerken van meerdere
scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de
Boterbloem (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330).
Constaterende dat:
— de enig biologisch gecertificeerde akkerbouwgrond in Amsterdam in de
Lutkemeerpolder te vinden is;
— de komst van een bedrijventerrein van 43ha in Amstelveen is tegengehouden
door de provincie Noord-Holland vanwege overcapaciteit in de regio;
— op Lutkemeer | nog 5,9ha van de 24ha beschikbaar is, zo'n 25% is dus nog leeg,
— het project Meet Inn mogelijk niet door gaat en daar dan nog terrein beschikbaar
is;
— _SADC momenteel 184ha reeds bouwrijp gemaakte kavels beschikbaar heeft;
— door stadsdeel Osdorp is toegezegd dat Lutkemeer IIl pas zou starten als alles
vol zou zijn en dit ook bevestigd is door hoofd grondzaken.
Overwegende dat:
— de noodzaak voor een bedrijventerrein op deze locatie niet is aangetoond zolang
er nog zoveel leegte bij bedrijventerreinen is en andere bouwrijpe kavels zijn;
— ereen extra financier nodig is om het project voor elkaar te krijgen en deze
externe financier onzeker is;
— behoud van de Lutkemeerpolder de Ecologische Hoofdstructuur versterkt;
— de Lutkemeerpolder taken kan vervullen voor zorg, klimaat, biodiversiteit,
educatie en biologische stadslandbouw:;
— erin Amsterdam veel draagvlak is om dit unieke gebied te behouden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1387 Motie
Datum 28 december
2018
niet te starten met werkzaamheden voor Lutkemeer Ill (Business Amsterdam Osdorp
fase 2) voordat Lutkemeer | volledig vol zit, in de tussentijd met betrokken
Amsterdammers te kijken naar de mogelijkheden die het gebied vanuit ecologisch en
maatschappelijk perspectief biedt, en hier bij het opstellen van de Omgevingsplannen
op terug te komen.
De leden van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
S.H. Simons
D.G.M. Ceder
A. Kilig
W. van Soest
A.H.J.W. van Schijndel
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1031
Publicatiedatum 15 november 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.A. van der Ree
van 19 september 2013 inzake de bouw van middeldure huurwoningen door
woningcorporaties.
Amsterdam, college van b&w van 12 november 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
In augustus 2013 maakten Aedes, de landelijke branchevereniging van
woningcorporaties, en het kabinet Rutte-Asscher een aantal principe-afspraken die
opgenomen zijn in de miljoenennota 2014.
Zo kunnen corporaties naast sociale huurwoningen ook middeldure huurwoningen
blijven bouwen als het volkshuisvestelijk beleid van een gemeente daarom vraagt en
als daarvoor geen commerciële partijen te vinden zijn. Eerder stond het kabinet op
het standpunt dat er onderscheid gemaakt moest worden tussen Diensten van
Algemeen Economisch Belang (DAEB)-activiteiten, zoals de bouw van sociale
huurwoningen, en niet-DAEB-activiteiten zoals de bouw van middeldure
huurwoningen.
Amsterdam heeft wat de VVD betreft veel meer middeldure huurwoningen — met een
maandelijkse huurprijs tussen 681 en 1.000 euro — nodig. Volgens de meest recente
cijfers (WiA 2011) bestaat slechts 8,5% van de Amsterdamse woningmarkt uit vrije
sector huurwoningen, waarvan dan ook nog eens een groot deel een maandelijkse
huur heeft boven de 1.000 euro.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 19 september 2013, namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college op de hoogte van de afspraken tussen Aedes en het kabinet?
Antwoord:
Ja.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing lost Gemeenteblad
Datum 45 november 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 19 september 2013
2. Is het college met de VVD van mening dat het aandeel van middeldure
huurwoningen in Amsterdam moet worden uitgebreid?
Antwoord:
Ja. Het college ondersteunt de wens tot het realiseren van meer modale
huurwoningen. Daar werken we op verschillende manieren aan.
De gemeente onderscheidt naast het segment sociale huurwoningen het segment
marktwoningen. In het grondprijsbeleid maken de middeldure huurwoningen
onderdeel uit van deze marktwoningen. Het college zal daar waar ze kansen ziet
om middeldure huurwoningen op een marktconforme wijze te realiseren, deze
benutten. De woningen kunnen zowel door commerciële partijen als door
woningcorporaties worden gerealiseerd.
Als gevolg van de kasstroomsturing is een randvoorwaarde voor de realisatie van
commerciële huurwoningen dat de grondopbrengsten minimaal genoeg zijn om
de kosten te dekken. Ook wordt er in de afweging gekeken naar locaties waar
huurwoningen verhoudingsgewijs - in relatie tot andere locaties — de minste
minderopbrengsten met zich mee brengen. Het omzetten van programma naar
middeldure huur brengt in veel gevallen met zich mee dat er lagere opbrengsten
zullen worden gehaald dan waar rekening mee wordt gehouden. Dat heeft
negatieve gevolgen voor het vereveningsfonds.
Bij selecties voor uitgifte van een kavel wordt maatwerk toegepast, conform de
maatwerkregeling: “Selectie van marktpartijen bij gronduitgifte anno 2012 (oktober
2012)”. Afhankelijk van de locatie en de opgave wordt besloten tot een
meervoudig openbare selectie, een meervoudig onderhandse selectie of 1 op
1-afspraken.
Op kavel 11 en 12 van de Zuidas, toren 1 Overhoeks, kavel 2b Amstelkwartier
zijn de selecties dit jaar afgerond voor marktpartijen die middeldure huurwoningen
gaan bouwen. Op dit moment lopen specifiek op middeldure huurwoningen
gerichte selecties voor blok 28a en blok 1261 op IJburg. In het Oranjekwartier is
onlangs de bouw van middeldure huurwoningen begonnen. En daar blijft het niet
bij. Nieuwe locaties worden voorbereid waar middeldure huurwoningen in ieder
geval een onderdeel van de opgave zijn.
Op deze manieren kan zoveel mogelijk worden ingespeeld op de kansen die zich
voor doen bij nieuwbouwlocaties.
De bestaande voorraad omvat echter veel grotere aantallen huurwoningen dan
via nieuwbouw kunnen worden toegevoegd.
Voor de bestaande voorraad zijn in het kader van Bouwen aan de stad Il nieuwe
aanbiedingsafspraken gemaakt met de corporaties over het aandeel middeldure
huurwoningen.
Maximaal 25% van alle verhuringen worden boven de liberalisatiegrens (€ 681)
verhuurd. Tenminste de helft daarvan zal worden aangeboden met een huur
tussen € 681 en € 930.
Naast deze afspraak start binnenkort het Experiment Flexibel huren van
de corporaties Ymere, Alliantie, De Key, Stadgenoot en Eigen Haard.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing lost Gemeenteblad
Datum 45 november 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 19 september 2013
Het doel van dit experiment is om meer woningen aan te bieden aan de lage
middeninkomens (€ 29.000 - € 43.000 bruto/jaar). He gaat om woningen met een
huur boven de € 681 die met korting worden aangeboden. Wanneer het inkomen
stijgt, volgt een huurverhoging. Bij een eventuele inkomensdaling, wordt de
huurprijs in één keer neerwaarts aangepast naar het bij het inkomen passend
niveau (maar niet onder de aanvangshuur). Het Rijk heeft toestemming gegeven
voor een experiment van in ieder geval drie jaar.
De laatste jaren zijn diverse nieuwbouwprojecten van Amsterdamse
woningcorporaties voor onbepaalde tijd stopgezet als gevolg van crisis en
verhuurdersheffing. Ook hebben woningcorporaties bouwrechten ingeleverd.
Commerciële partijen willen op diverse plekken in Amsterdam middeldure
huurwoningen realiseren, wat de VVD toejuicht. Om het aandeel middeldure
huurwoningen snel op een aanvaardbaar peil te brengen denkt vragensteller dat wij
naast de commerciële partijen ook de woningcorporaties hard nodig hebben.
3. Kan het college een overzicht presenteren van vooralsnog stopgezette
nieuwbouwplannen van woningcorporaties die als gevolg van de afspraken
tussen Aedes en kabinet alsnog gerealiseerd zouden kunnen worden in het
middeldure huursegment? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Dat overzicht behelst 1 geval. Met de Alliantie worden de mogelijkheden verkend
voor het bouwen van middeldure huurwoningen op het Zeeburgereiland. Deze
verkenning wordt voortgezet gezien de afspraken tussen Aedes en het kabinet.
Door de afspraken tussen Aedes en het kabinet is een dreigend verbod op de
realisatie van marktwoningen — en dus van middeldure huurwoningen - door
corporaties uit de lucht. Daarvoor stelden corporaties zich echter al terughoudend
op qua investeringen, als gevolg van de verhuurdersheffing.
De optie dat men überhaupt geen marktwoningen meer zou mogen bouwen, was
nog maar kort in beeld en had nog maar in een enkel geval geleid tot extra twijfels
bij het realiseren van projecten.
De voortgang van de overige projecten wordt op verschillende manieren bewaakt,
van zowel de commerciële partijen als van de woningcorporaties. Vrije locaties
worden op de markt gebracht als er zekerheid bestaat over interesse van
marktpartijen (kasstroomsturing). Dit is een constante operatie; over de in het
verleden stopgezette plannen worden al geruime tijd gesprekken gevoerd. Er
worden separate bestuurlijke gesprekken gevoerd met partijen die veel projecten
stopzetten. Doel is om projecten vlot te trekken, dan wel vrij van ontwikkelposities
te maken als het contract de gemeente daartoe in staat stelt. Vlottrekken van
projecten bestaat uit heroverwegen van programma binnen de gemaakte
(financiële) afspraken. Het is aan de investerende partij om binnen de afspraken
haar financiële kaders te verleggen.
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng lost Gemeenteblad
ummer = ee
Datum 45 november 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 19 september 2013
4. Is het college bereid in gesprek te gaan met de Amsterdamse woningcorporaties
over herontwikkeling van bestaande en stopgezette plannen ten behoeve van het
middeldure huursegment? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Op Prinsjesdag is op hoofdlijnen duidelijk geworden wat de afspraken zijn.
De maatregelen moeten nog specifiek worden ingevuld. Het college zal in overleg
treden met de corporaties die daar verder invulling aan willen geven op plekken
waarvoor commerciële partijen niet te vinden zijn. De Alliantie op
het Zeeburgereiland is daar al een voorbeeld van.
Ons college is verheugd dat corporaties mogen blijven investeren in gemengde
projecten in de stedelijke vernieuwing omdat in meerdere gevallen dergelijke
investeringen niet van marktpartijen (kunnen) worden verwacht. Anderzijds is het
college zich er van bewust dat door de verhuurdersheffing de financiële armslag
van de corporaties de komende jaren beperkt zal zijn en dus is het vinden van
andere investeerders een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van
middeldure huurwoningen.
Het college zal zich ook blijven inzetten voor het vinden van commerciële partijen
die middeldure huurwoningen realiseren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 863
Behandeld op 2 juli 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Kreuger, Ceder, Van Soest en Boomsma inzake de Voorjaarsbrief
2020 (spoedig opzetten inspreekmogelijkheden)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsbrief 2020.
Constaterende dat:
-__ het op dit moment niet mogelijk is om in te spreken bij de raadscommissies;
- inspreken van groot belang is voor het democratisch gehalte van onze
Amsterdamse democratie.
Overwegende dat:
- digitaal inspreken (technisch) gewoon mogelijk is;
- digitaal inspreken in andere gemeenten gewoon mogelijk is.
Verzoekt het presidium:
Zo snel mogelijk inspreekmogelijkheden op te zetten, al dan niet digitaal.
De leden van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
D.G.M. Ceder
W. van Soest
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 561
Publicatiedatum 23 juni 2017
Ingekomen op 22 juni 2017
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 19/20 juli 2017
Onderwerp
Motie van het lid Roosma inzake de Voorjaarsnota 2017 (egalisatiereserve WMO).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Overwegende dat:
— Bij de nota Reserves en Voorzieningen is vastgesteld dat een egalisatiereserve
gemaximeerd is op 5% van het begrotingsbedrag waar deze reserve op is
gebaseerd;
— De WMO egalisatiereserve momenteel gemaximeerd is op 10% van het
begrotingsbedrag;
— Het college dit jaar voornemens is, de hoogte van deze reserve te evalueren en
mogelijk het reserveplafond wil gaan verlagen conform de door de raad
vastgestelde nota;
— Dat onwenselijk is, omdat geld voor zorg naar zorg moet.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De hoogte van de egalisatiereserve WMO te maximeren op 10% van het
begrotingsbedrag waarop deze reserve gebaseerd is en hierin dus te blijven afwijken
van het normbedrag in de nota Reserves en Voorzieningen.
Het lid van de gemeenteraad
F. Roosma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
Commissie Algemene en Sociale Zaken
Agenda
datum 24 april 2013
aanvang 20.00 uur
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal
voorzitter Jan-Bert Vroege
griffier Rianne Bijl
1. Opening / vaststelling agenda
2. Insprekers (zonder geagendeerd onderwerp)
3. Commissieweergave 27 maart 2013
4. Bestuurlijke jaar-termijnagenda
5. Actualiteiten
6. Mededelingen MuzyQ
[Ter advies
7. Notitie bezuinigingen bibliotheken
8. Verantwoordingsdebat / programmarekening 2012
-__motie- / toezeggingenoverzicht
-__programmarekening
9. Jaarverslag 2012 van de raad
10. Kabinet
Il Ter bespreking
11. Advies Ouderen Advies Raad (OAR) monitoren WIBO-woningen
12, Kaders inzake verzelfstandiging tennisverenigingen
13. Halfjaarlijkse rapportage vastgoed
14. PvdA-notitie over motie Wajong
15. Sluiting
Commissie Algemene en Sociale Zaken
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 392
Publicatiedatum 10 april 2019
Ingekomen onder T
Ingekomen op woensdag 3 april 2019
Behandeld op woensdag 3 april 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake de Warmtenetten (Transparantie over kosten
energietransitie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Warmtenetten (Transparantie over kosten
energietransitie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 392).
Constaterende dat:
— Transparantie en goede voorlichting bijdraagt aan het draagvlak onder
bewoners.
Overwegende dat:
— Amsterdammers hoe dan ook kosten zullen maken als gevolg van de
energietransitie.
— De kosten sowieso bekend moeten zijn alvorens men start met de aanleg van
warmtenetten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— De kosten van de energietransitie binnen redelijke termijn openbaar te maken
voor Amsterdammers.
— Hierbij rekening te houden met de verschillende woonsituatie van
verschillende Amsterdammers. Bijvoorbeeld door een opdeling sociale
woningbouw vs. vrije sector en nieuwbouw vs. ‘oudbouw’.
De leden van de gemeenteraad
A.A.M. Marttin
K.M. Kreuger
1
| Motie | 1 | train |
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
4
Vergadering Stadsdeelcommisie
Agenda
Datum 08-12-2021
Aanvang 19:30
Locatie Digitale vergadering
1. Opening en agenda
2. Algemene inspraak
3. Actualiteiten en mededelingen
4. Stem van Zuid
5. Terugkoppeling gebieden
6. Frans Halsbuurt
7. Presentatie mw. Roegholt over museum 't Schip
8. Adviesaanvragen
8a. Adviesaanvraag het concept-Inrichtingsbesluit Albert Cuypmarkt
8b. Adviesaanvraag protocol tijdelijke woonbootverplaatsingen en
Protocol definitieve woonbootverplaatsingen
8c. Adviesaanvraag concept ontwerpbestemmingsplan Museumkwartier
- Valeriusbuurt 2022
1
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
&
9. Rondvraag
10. Sluiting
11. Ter kennisname
11a. Definitief advies ontwerpuitwerkingsplan Zuidas-Kenniskwartier
Noordstrook (eerste uitwerking)
11b. Definitief advies op Concept Ultvoeringsprogramma Bouw &
Gebruik 2021-2022
2
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 539
Datum indiening 14 april 2020
Datum akkoord 12 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kreuger inzake de bizarre
lastenverzwaring voor de Amsterdamse botenbezitter.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Nu het vaarseizoen eraan komt laait de discussie over de bizarre prijsverhoging
(75%) van het binnenhavengeld voor de Amsterdamse botenbezitter opnieuw op.
Het besluit daartoe werd overigens al op 18 december 2019 genomen door de
gemeenteraad. In de aanloop naar dit besluit liet de informatievoorziening vanuit het
college veel te wensen over.
Omdat de prijsstijging van het binnenhavengeld niet de kostendekkendheid mag
overstijgen verzocht de raad het college de kosten die af te wentelen zouden zijn op
Amsterdamse botenbezitter, inzichtelijk te maken.
Minder dan 24 uur voordat er een besluit zou worden genomen over de prijsstijging
van het binnenhavengeld kreeg de raad pas de berekeningen achter het
binnenhavengeld te zien. Hierdoor kon de raad zich onvoldoende voorbereiden, en
blijkt nu ook de argumentatie van het college toentertijd op veel vlakken te rammelen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kreuger, namens de fractie van Forum voor
Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Welke kostenraming is voor het college het uitgangspunt in de discussie rondom de
verhoging van het binnenhavengeld? De kostenraming van de gemeente
Amsterdam of die van EY? Graag een beargumenteerd antwoord.
Antwoord:
Ten tijde van het door het college instemmen (29 oktober 2019) met het ter
besluitvorming aan de raad voorleggen van de verordening Binnenhavengelden
Pleziervaart 2020 was de rapportage over kostentoerekening van EY nog niet
gereed, derhalve heeft het college zich ten tijde van de vaststelling van de
raadsvoordracht in het college gebaseerd op de oude kostentoerekening.
Vaststelling van de binnenhavengelden diende plaats te vinden voor het einde van
2019, om die reden was het niet mogelijk te wachten op het resultaat van het
onderzoek naar de kostentoerekening door EY.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Lao Gemeenteblad R
Datum 12 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020
2. Hoe verklaart het college de grote verschillen tussen de kostenraming van de
gemeente Amsterdam en EY?
Antwoord:
Op 1 januari 2020 is de uitvoering van de verordening Binnenhavengeld
Pleziervaart overgegaan van Waternet naar de gemeente Amsterdam. In de
voorbereiding op deze overgang is de oude grondslag overgenomen. Tegelijkertijd
is een extern bureau (EY) gevraagd om te bekijken of de grondslag van de
kostentoerekening nog juist is. Zoals is beschreven in de overzichten en in het
rapport van EY mogen bepaalde kostenposten niet, en andere kostenposten juist
wel gebruikt worden in de kostentoerekening van de BHG. Dit is onder meer
gebaseerd op landelijke regels omtrent het toerekenen van kosten. Verschillen
tussen de oorspronkelijke Amsterdamse onderbouwing en de latere onderbouwing
van EY zijn daarin gelegen. Het is van belang te benoemen dat de uiteindelijke
kosten die door botenbezitters moeten worden gemaakt voor een BHG vignet ver
onder het totaal van de maximaal toerekenbare kosten liggen van beide
onderbouwingen.
Ten tijde van de eerdere kostentoerekening was nog geen duidelijkheid over de
hoogte van de benodigde middelen inzake het herstel van kades, bruggen en
sluizen, om die reden konden die kosten in de eerdere kostentoerekening niet
worden meegenomen.
3. Heeft het college in het verleden kosten doorgerekend aan botenbezitters die niet
doorgerekend hadden mogen worden? Zo ja, welke kosten zijn dit?
Antwoord:
Nee dat heeft het college niet gedaan. Een onderzoek naar kostentoerekening
betekent welke kosten redelijkerwijs toegerekend kunnen en mogen worden aan
een bepaald gebruik van in dit geval de grachten, maar niet dat deze kosten
daadwerkelijk (volledig) worden verhaald op in dit geval de gebruiker van die
grachten. Kostentoerekening is een middel om te berekenen hoe hoog bepaalde
belastingen maximaal mogen zijn. In de begroting 2020 van de gemeente
Amsterdam is voor baten BHG een bedrag van € 3.104.000,- opgenomen. Dit valt
ruim onder de door EY geanalyseerde toerekenbare kosten van € 8.254.863,-
4. Op welk moment was de kostenraming van de gemeente Amsterdam beschikbaar
voor het college?
Antwoord:
De eerste concept versie van het rapport is op 6 december 2019 door EY op
ambtelijk niveau met de gemeente gedeeld. Het definitieve rapport is 16 december
opgeleverd. Zie voor de complete tijdlijn en alle documentatie de bijlagen
behorende bij beantwoording van de schriftelijke vraag van het raadslid Van
Lammeren inzake EY berekening van de kostentoerekening voor pleziervaart (dd
24 maart 2020).
5. Waarom leverde het college de kostenraming van de gemeente Amsterdam (net
als het rapport van EY) pas aan op 17 december 2019?
Antwoord:
Omdat het rapport van EY pas op 16 december 2019 was opgeleverd.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Oe 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 april 2020
6. Waarom voerde het college tijdens de commissievergadering van 12 december
2019 de inspecties van kades en bruggen en de digitale gracht op als kosten die
een prijsstijging van het binnenhavengeld zouden legitimeren, terwijl deze niet in de
kostenraming van de gemeente Amsterdam waren opgenomen?
Antwoord:
Zie beantwoording vraag 2. Daarnaast was de concept versie van het rapport op 6
december 2019 op ambtelijk niveau gedeeld met de gemeente. In dit concept
werden de kades en bruggen en de digitale gracht reeds genoemd. Dit is daarom
gebruikt bij de voorbereiding van de wethouder op de raadscommissie van 12
december 2019. Zie voor de complete tijdlijn en alle documentatie de bijlagen
behorende bij beantwoording van de schriftelijke vraag van het raadslid Van
Lammeren inzake EY berekening van de kostentoerekening voor pleziervaart
(dagmail 25 maart 2020).
7. Is het college bereid om de +/- € 6 miljoen die aan de botenbezitter wordt
doorgerekend aangaande schade aan kades en bruggen opnieuw onder de loep te
nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De kosten voor het onderhoud aan kades en bruggen die volgens het EY rapport
zijn toe te rekenen aan de pleziervaart, worden niet daadwerkelijk doorgerekend
aan de pleziervaart. Kostentoerekening is een middel om te berekenen hoe hoog
bepaalde belastingen maximaal mogen zijn. In de begroting 2020 van de gemeente
Amsterdam is voor baten BHG een bedrag van € 3.104.000,- opgenomen. Dit valt
ruim onder de door EY geanalyseerde toerekenbare kosten van € 8.254.863,-
Het college ziet op dit moment geen aanleiding om, enkele maanden na het vorige
onderzoek (door EY), opnieuw onderzoek te laten doen naar de toerekenbare
kosten. Wel is middels een brief aan de gemeenteraad van de wethouder Water
van 17 december 2019 (brief inzake aanvullende informatie nav cie MLD over de
verordening BHG 2020) reeds toegezegd om over 2 jaar de resultaten van het
onderzoek van EY te herijken.
8. Is het college het met fractie van Forum voor Democratie eens dat er aanvullend
onderzoek nodig is om de kosten die doorgerekend mogen worden aan
Amsterdamse botenbezitter inzichtelijk te maken? Graag een beargumenteerd
antwoord.
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 7.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 414
Datum indiening 20 februari 2019
Datum akkoord college van b&w van 9 april 2019
Publicatiedatum 12 april 2019
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het vertrek van nog
meer cruiserederijen
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 5 februari 2019 heeft het college de schriftelijke vragen van vragenstelster van
20 december 2018, namens de fractie van de VVD, inzake het vertrek van
cruiserederij uit de stad beantwoord (nr. 127).
Uit de beantwoording en de daaropvolgende berichtgeving in Het Parool blijkt dat na
het vertrek van de rederijen Cruise Maritieme Voyages en MSC nu ook de P&O en
Cunard zich terugtrekken uit Amsterdam.” Aanleiding is volgens moederbedrijf
Carnival de nieuwe toeristenbelasting van 8 euro per persoon per dag. Voor 2019 en
2020 zijn er volgens het Parool al 81 cruises geannuleerd.
Het vertrek van cruiserederijen betekent echter niet per se dat hun passagiers de stad
niet meer zullen bezoeken. Via nieuwe aanmeerplekken, zoals in IJmuiden, zal een
gedeelte de stad alsnog willen bezoeken. Wel zorgt de uittocht van rederijen voor een
verlies van (belasting}inkomsten voor de gemeente, het havenbedrijf en de PTA. Ook
mag de stad rekenen op een groot aantal vervoersbewegingen, bijvoorbeeld van
touringcars.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
nadere schriftelijke vragen — op haar schriftelijke vragen van 20 december 2018
(nr. 127) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college aangeven voor welke bedragen aan havengeld, terminalfee en
toeristenbelasting de Amsterdamse Haven, de PTA en de gemeente mislopen
met het annuleren van cruises in 2019 en 2020 door bovengenoemde rederijen?
Antwoord:
Het Havenbedrijf geeft aan dat er voor 2019 tot op heden 58 calls zijn
geannuleerd, voor 2020 gaat het om 67 calls. Dat vertegenwoordigt een bedrag
TT
https://www.amsterdam.nl/publish/pages/901801/127 19 schriftelijke vragen poot bericht dat opnieuw een c
ruiserederij de stad verlaat.pdf
? https://www.parool.nl/amsterdam/meer-rederijen-laten-passagiersterminal-links-liggen-a4623117/
$ https:/www.parool.nl/amsterdam/cruises-keren-stad-de-rug-toe-maar-touringcars-blijven-komen—a4623156/
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 12 apri 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 februari 2019
van € 1.122.700 aan zeehavengelden voor 2019 en € 1.260.800 in 2020. Wat
betreft terminalfees gaat het voor 2019 om € 1.166.367, voor 2020 om
€ 1.275.000.
Het gaat volgens het Havenbedrijf in totaal om 145.000 passagiers in 2019,
waarvan ca. 90.000 Amsterdam oorspronkelijk zouden aandoen als tussenstop
en daarmee onder de heffing zouden vallen. Dat staat gelijk aan ca. € 720.000
aan opbrengsten toeristenbelasting. Het aantal belastingplichtige passagiers zou
in 2020 verder oplopen naar ca. 110.000 en ca. € 880.000 vertegenwoordigen.
2. In de beantwoording van de vragen van 20 december 2018 geeft het college aan
dat het annuleren van geplande calls ervoor zorgt dat er ruimte ontstaat voor
nieuwe calls van andere rederijen. Kan het college aangeven welke rederijen dit
zijn en hoeveel calls zij, door de vrijgekomen capaciteit, hebben aangevraagd
voor 2019 en 2020?
Antwoord:
Er hebben zich tot dusver nog geen partijen gemeld.
3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het annuleren van calls niet
direct zorgt voor nieuwe calls, aangezien rederijen hun cruises een paar jaar van
tevoren plannen en boeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zoals de afgelopen periode is gebleken is het vooruit plannen en boeken van
cruisecalls geen belemmering voor rederijen om hun reeds geplande en geboekte
cruisecalls te annuleren en te verplaatsen naar andere steden. Het college zal
derhalve de komende periode blijven monitoren of cruisemaatschappijen gebruik
maken van de ruimte die ontstaat door de geannuleerde calls.
4. Verwacht het college nog meer annuleringen voor 2020 en/of een afname van het
aantal calls ten opzichte van 2017? Zo ja, hoeveel? En in hoeverre is dit
ingecalculeerd in de begroting van de gemeente? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zoals bij het antwoord op vraag 1 aangegeven, zijn er voor 2020 tot op heden 67
calls geannuleerd. Er staan voor 2020 op dit moment 105 calls van zeecruises
gepland, ten opzichte van 134 calls in 2017. Op basis van de definitieve
reserveringen voor 2020 wordt bezien of de geraamde opbrengsten voor 2020
dienen te worden gecorrigeerd.
5. Watis volgens het college de snelste route vanaf IJmuiden richting het centrum
van Amsterdam? Is dit een OV-verbinding of een route via de openbare weg?
Antwoord:
Een route via de openbare weg.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng ha Gemeenteblad R
Datum 12 april 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 februari 2019
6. Het moederbedrijf van P&O en Cunard geeft aan dat er momenteel al een
Amsterdam ‘experience’ per touringcar wordt aangeboden vanuit IJmuiden. Kan
het college aangeven/nagaan hoeveel touringcartrips naar Amsterdam er hebben
plaatsgevonden en hoeveel er dit jaar naar verwachting zullen plaatsvinden?
Antwoord:
P&O Cruises doet volgens de bedrijfswebsite in 2019 vijf keer één dag en nacht
de Felison Terminal in IJmuiden aan met het cruiseschip MS Ventura, vanwaar
een aantal dagtochten per touringcar naar Amsterdam worden aangeboden. Ook
worden dagtours aangeboden naar onder andere Haarlem, Alkmaar en Aalsmeer.
Het aantal werkelijk uitgevoerde dagtochten per touringcar hangt af van het aantal
aanmeldingen per bezoek aan IJmuiden.
In het kader van de studie ‘Sprong over het IJ’ is in 2017 onder andere onderzoek
gedaan naar de verkeerseffecten van een verhuizing van een deel van de cruise
activiteiten van de PTA. Op basis van dat onderzoek kan worden geschat dat een
cruiseschip gemiddeld rond de 45 touringcar dagtochten per call produceert,
waarvan gemiddeld naar schatting de helft een bestemming in Amsterdam heeft.
7. Als alle cruisepassagiers alsnog met de touringcar naar Amsterdam komen, om
hoeveel touringcars gaat dit dan per dag in het hoogseizoen? Wat betekent dit
voor de luchtkwaliteit?
Antwoord
Mochten de passagiers van de MS Ventura allemaal op één dag alleen voor de
dagtochten per touringcar naar Amsterdam kiezen, dan betekent dit - afhankelijk
van de grootte van de touringcar - tussen de 40 en 80 touringcars die van
IJmuiden naar Amsterdam rijden. Maar zou de MS Ventura aanleggen bij de PTA,
dan zouden alle dagtochten per touringcar altijd in Amsterdam vertrekken -
ongeacht de bestemming in of buiten de stad. Andere factoren die van invloed
zijn op de luchtkwaliteit zijn de emissie classificatie van de touringcars (sinds
2018 Euro 4 in de milieuzone Amsterdam) en de routes (al dan niet langs
knelpuntlocaties luchtkwaliteit, en bestemming stadshart of bijvoorbeeld OV-
knoop Station Sloterdijk). Samenvattend is op dit moment niet te voorspellen wat
de gevolgen zijn voor de luchtkwaliteit in de stad.
8. Met het touringcartransitieplan wordt het aantal touringcarbewegingen van, naar
en in het stadscentrum teruggedrongen. In hoeverre verwacht het college dat
organisatoren van dergelijke ‘experiences’ ervoor kiezen toeristen in kleinere
voertuigen, die buiten het touringcarbeleid vallen, van en naar toeristische
trekpleisters in het centrum te brengen? Heeft het college hier contact over met
de branche?
Antwoord:
Op dit moment wordt de Touringcar Agenda voorbereid, waarmee invulling wordt
gegeven aan de bestuurlijke opgave om touringcars te weren uit het gebied
binnen de A10 beneden het IJ. Dit nieuwe beleid zal onvermijdelijk verdere
beperkingen opleggen aan touringcars met bestemmingen in de stad. Dit
vanwege het kwetsbare en drukke historische centrum van de stad, maar ook
naar aanleiding van de eerste uitkomsten van het onderzoek naar het onderhoud
van de bruggen en kades.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing ha Gemeenteblad
ummer - =: .
Datum 12 april 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 februari 2019
Bepaalde routes in de stad zullen waarschijnlijk voor enige tijd of definitief op slot
gaan voor zware voertuigen, inclusief grote touringcars. Beperkingen op de
toegang tot de stad met touringcars, leidt er toe dat groepen bezoekers per
touringcar aan de rand van de stad een overstap op het openbaar vervoer
moeten maken of in kleinere touringcars moeten reizen. Het is niet te voorspellen
of dit ook leidt tot minder bezoek aan de stad.
De touringcar branche wordt geconsulteerd tijdens de voorbereiding van
de Touringcar Agenda.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | val |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2133
Ingekomen onder BF
Ingekomen op donderdag 19 december 2019
Behandeld op donderdag 19 december 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Van Schijndel, Bloemberg-Issa, Kilig,
Ceder, Van Soest inzake het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en
Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van
de aanbevelingen (Geef erfpachters met gemengde bestemming en onbezwaarde
waarde de kans om ene afgewogen keuze te maken)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en
Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van
de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2034).
Overwegende dat:
— de rekenkamer constateert dat berekening van de canon en de afkoopsom voor
erfpachters slechts beperkt begrijpelijk en controleerbaar is en dat deze na 31
december nog minder voorspelbaar wordt;
— erfpachters met een gemengde bestemming waarbij geen WOZ-waarde
beschikbaar is maar een onbezwaarde waarde moet worden gebruikt, op dit
moment eerst veel tijd en geld moeten investeren in het aanvragen van
splitsingsakte en/of bestemmingswijziging etc. terwijl ze op dat moment nog niet
weten voor welke bedragen ze kunnen overstappen en op welke manier en of dat
opweegt, omdat pas daarna de overstapaanvraag wordt herstart en een
onbezwaarde waarde wordt afgegeven;
— in dergelijke gevallen vaak de enige reden om te splitsen/bestemming te wijzigen
is om over te kunnen stappen op eeuwigdurende erfpacht;
— dit leidt tot een groot tijdsbeslag en hoge kosten bij de erfpachter, maar ook bij de
gemeentelijke organisatie, en daarnaast ook tot onzekerheid;
— de rekenkamer wijst op het grote belang van transparantie en voorspelbaarheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken of en hoe de procedure voor een aanvraag voor overstap op
eeuwigdurende erfpacht bij erfpachters met een gemengde bestemming en
onbezwaarde waarde kan worden gewijzigd zodat zij een weloverwogen beslissing
kunnen nemen door bijv. een overstapaanbieding te doen onder de ontbindende
voorwaarde dat de noodzakelijke aanpassingen worden gedaan.
1
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
H. Naoum Néhmé
A.H.J.W. van Schijndel
J.F. Bloemberg-lssa
A. Kilig
D.G.M. Ceder
W. van Soest
2
| Motie | 2 | train |
FA AE CIRC
SOS ULAF
METABOLIC
NULMETING CIRCULARITEIT EN
KLIMAAT VOETAFDRUK En
van de gemeentelijke organisatie 4 | ren
Amsterdam ru „FERRAN . Ee Pe u
KEE TLK Ee AEL) 8 ê HES ne ZR ig 1 EE ERS 5 ie 75 : el Eá a
Nope se etek Er ER ME Aer mn ze
TEKEN et HO ee
INTRODUCTIE €182.177.752
an Materiële spend waarvan
De gemeente Amsterdam wil in 2030 een 100% Materiële spend materialen onbekend en
duurzame organisatie zijn. Om dit te bereiken zijn vijf £553.305.130 niet geëxtrapoleerd zijn
klimaatdoelen en tientallen duurzaamheidsmaatre- €198.611.339
gelen opgesteld. Metabolic en CircularlQ hebben in Spend waarvan
opdracht van de Green Office een nulmeting uitge- mareriaal In kaart is
voerd om de klimaatvoetafdruk en mate van circu- o 5 genrae
lariteit van de gemeentelijke organisatie te bepalen. € 33% A KIK
Deze meting is uitgevoerd voor het jaar 2019, omdat MAA
dit het laatste jaar voor de COVID-pandemie was. TE re MATERIËLE
(€2.248.503.585) SPEND
We hebben alle gemeentelijke uitgaven geïden-
tificeerd en bepaald voor welk gedeelte daarvan
materialen zijn ingekocht. Van de grootste materiële Niet-materiële spend 5
uitgaven (ca.1/3 van alle materiële uitgaven) hebben €1.695.288.455 ik
we via leveranciers en inkopers achterhaald welke
materialen zijn ingekocht. Van nog een derde van
de uitgaven konden de materiaalstromen geschat £172.516.039 .
worden door middel van extrapolatie. Voor de overige Spend waarvan materiaal
. . geëxtrapoleerd is
uitgaven konden geen materiaalstromen worden
achterhaald. Dit betekent dat de voetafdruk van de (ontwikkeld door WBCSD). Materiaal is als circulair bijvoorbeeld ingekochte elektriciteit, gereisde kilo-
gemeentelijke organisatie mogelijk groter is dan aangemerkt als het al eerder gebruikt is (bijv. gere- meters en bedrijfsafval. Vervolgens hebben we de
in dit rapport naar voren komt. Van de ingekochte cycled of gerefurbisht) of als het hernieuwbaar en klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie
materialen is beoordeeld in welke mate ze circulair duurzaam beheerd is (bijv. FSC papier). De materi- berekend. Een aantal niet-materiële emissies zoals
zijn. De mate van circulariteit is bepaald in lijn met de aalstromen zijn aangevuld met overige verbruiks- emissies door bouwprocessen vallen buiten scope
definities en methodologie van het CTI Framework gegevens van de gemeentelijke organisatie, zoals van dit onderzoek.
8 A wemsouo ‘ EEA
CIRCULARITEIT VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE
De gemeente Amsterdam heeft in 2019 zeven :
miljard kilogram aan materialen ingekocht. dh. a)
Ongeveer 97% van de ingekochte massa bestaat Inclusief zand Exclusief zand
uit zand, dat voornamelijk is gebruikt voor de ee la, germaertelike ongensaie lens
aanleg van Strandeiland. Zand wordt niet als 0,3% ba, 10,4% ba,
circulaire grondstof geclassificeerd. Omdat <p, ,
zand een grote materiaalstroom is, heeft dit 5 5
een groot effect op de circulariteitsscore van de 10,0% 8 10,0% &
gemeentelijke organisatie. Inclusief zand is de Li ol
circulariteitsscore van de gemeente 0,3%. De Lead sor ko za 55e ko za
Buyers ICT (10%) en Facilitair (3,5%) kennen een ‘ ‘
hogere circulariteitsscore dan Fysiek (0,3%). Voor
het merendeel van de materiaalsoorten die door E 0,3% E 12,4%
de Lead Buyer Fysiek worden ingekocht worden EN ee
nog geen secundaire materialen ingekocht. De 16.558.524 kg 16.558.524 kg
Lead Buyers Sociaal en Personeel kopen geen
significante materiaalstromen in.
Als de materiaalsoort zand buiten beschouwing wordt A Lo
. . En … 6.986.816.377 kg 180.072.109 kg
gelaten, is de circulariteitsscore van de gemeentelijke
organisatie 10,4%. Met name voor de materialen
klinkers (44%), glas (33%) en metalen zoals gietijzer mn
(39%) en RVS en staal (beide 79%) worden hoge De massa van de ingekochte materialen in 2019 is
percentages secundaire materialen ingekocht. Ke 2 gelijk aan »47x het gewicht van de Johan Cruijff ArenA
8 A wemsouo AEN DET
KLIMAATVOETAFDRUK IN 2019 IS 196 kton CO,-eq
0,7% 1 »y 0,4%
De klimaatvoetafdruk van de gemeente Amsterdam in 2019 bedraagt 196 kton 1.415 849
CO-eq. Slechts 5% van alle emissies zijn directe emissies door het verbranden 30% r Ba<0,1% 62,7%
van brandstoffen in voertuigen, en 3% van de emissies komt door het Lai8 7 „5333
verbranden van aardgas voor het verwarmen van gemeentelijke huisvesting (dit amel Ir 0,1%
zijn scope 1 emissies). De overige 92% van de emissies zijn indirecte emissies. RE jà 274
NE
De gemeentelijke organisatie heeft nagenoeg geen scope 2 emissies (indirecte EE 3
emissies door inkoop van elektriciteit en warmte) omdat alle elektriciteit voor 24,1% MA /
het gemeentelijk vastgoed wordt ingekocht met een Nederlandse Garantie van 48.393 4
Oorsprong. Scope 3 emissies (alle overige indirecte emissies) maken maar €»
liefst 92% van de klimaatvoetafdruk uit. Twee derde van de klimaatvoetafdruk
. . . VOETAFDRUK
komt door inkoop van materialen die verband houden met de bouw. Ongeveer PER GHG
een kwart van alle emissies zijn afkomstig van downstream geleasde activa. SN CATEGORIE
Dit zijn de emissies door energieverbruik in panden die door de gemeente AE) (ton CO‚)
Amsterdam aan derden verhuurd worden, zoals bijvoorbeeld musea,
zwembaden en scholen. Pa
63,1%
EN VENTE
De klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie
is gelijk aan de emissies van het elektriciteits- en
. u
gasverbruik van de gehele Rijksoverheid à à WA; 1.2 Mobiele verbranding __g* 3.2 Kapitaalgoederen W 3.5 Afvalverwerking
(1.1 vaste verbranding ES 3.13 Downstream geleasede activa Yr 3.6 Dienstreizen
ir 2.3 inkoop van warmte w/ 3.1 Ingekochte goederen en diensten dà 3.8 Upstream geleasede activa
"Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk, 20271 De nummers in de legenda verwijzen naar de emissiecategorie in het Greenhouse Gas Protocol.
8 A wemsouo AEN DET
KLIMAAT VOETAFDRUK PER LEAD BUYER, SCOPE EN MATERIAALSOORT
LEAD BUYER SCOPE MATERIAAL
(196.000 ton CO,-eq) (196.000 ton CO,-eq) (196.000 ton CO,-eq)
4
Energieverbruik
(54.000 ton CO,„eq)
t ij En
Fysiek
(124.000 ton CO-eg)
dh
Î Keramiek/mineraal
Scope 3 (53.500 ton CO‚eq)
(180.000 ton CO,-eq)
ei Ì end
|
Kunststof
OTT 37.800 ton CO,-eq)
a EN fi manman,
E dd
(68.300 on Boren) 4 Ten | Composiet
(20.400 ton CO„eq)
Eee
aanmer
a, Metaal
” ST (16.300 ton CO‚eq)
Ll en Scope 1 Vervoer
ICT = nn - (15.500 ton CO„eq) Il (11.900 ton CO,-eq)
(2.190 ton CO,-eq) en Dn u
aen Te nn NS On - Aare
Sociaal — En en 1.420 ton CO,-eq
ee Scope 2 - fa
(1.290 ton CO,eq) (274 ton Corea) Oe OS (Petro)chemisch
570 ton CO,-eq)
—— Organisch
(200 ton CO,-eq)
BAR COC) Meragouc , NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAATVOETAFDRUK
IQ sh B VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE AMSTERDAM
0,
DRIE DIRECTIES ZIJN VERANTWOORDELIJK VOOR 90% VAN DE CO, -EMISSIES
De directies Grond en Ontwikkeling (34%), Facilitair Bureau (33%) en
Stadswerken (22%) zijn samen verantwoordelijk voor 90% van de CO,-emissies, EAR
gelijk aan 177 kton CO-eq. Bij Stadswerken en Grond en Ontwikkeling komen kh
de meeste emissies vrij bij het winnen en produceren van bouwmaterialen. De
klimaatvoetafdruk van Facilitair Bureau wordt voornamelijk bepaald door het
energie- en gasverbruik in eigen en verhuurde panden.
De overige directies hebben relatief een lage tot bijna verwaarloosbare uitstoot
ten opzichte van deze drie. Behalve de directies Metro en Tram (3%) en Verkeer
en Openbare Ruimte (2%) zijn de overige directies verantwoordelijk voor <1%
van de CO,-uitstoot. De CO,-emissies van alles directies staan samengevat in de
bijlage (blz. 41 -42) LTL ENAIT
RNW
Allocatie van CO,-emissies op basis van financiële verantwoordelijkheid
Omdat de materiaalstroomanalyse is uitgevoerd op basis van financiële gegevens, RE B
worden de materialen en bijbehorende CO,-emissies gealloceerd aan de directie Be Aj
die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor de inkoop, ook al is een andere es
directie mogelijk verantwoordelijk voor de uitvoering. Opdrachtnemende directies amp
(zoals bijvoorbeeld het Ingenieursbureau) komen daarom in deze analyse niet naar Te
voren, maar hebben wel degelijk een grote invloed op de klimaatvoetafdruk. en
| on
® Personeel en © Stadsdeel © Afvalen ® Stadsdeel ® Wonen ® Stadsdeel Zuidoost
organisatie 479 West 266 grondstoffen 256 Nieuw-West 251 1 102
CIRE AZ
ÚLAR SOS NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAATVOETAFDRUK
IQ METABOLIG ° VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE AMSTERDAM
GROOTSTE IMPACT ENERGIEVERBRUIK LIGT BUITEN GEMEENTELIJKE HUISVESTING
Energie besparen en opwekken is één van de vijf hoofddoelstellingen van de Gemeentas;:
… Ben elijk,
gemeentelijke organisatie. De gemeente Amsterdam beheert 881 gebouwen (scop huis
in de stad met een bruto vloeroppervlak (BVO) van 4,6 miljoen m?. Samen € Te) Cop,
verbruikten deze gebouwen in 2019 96,0 miljoen kWh elektriciteit, 18,2 NS. % (& 1.1 Vaste verbranding
miljoen m° aardgas en 27.000 GJ stadswarmte. De totale emissies door dit 4) il: 2-3 Inkoop van warmte
energieverbruik waren 54 kton CO-eqg, wat neerkomt op 2/% van de totale v an ËS 3.13 Downstream geleasede activa
klimaatvoetafdruk van de gemeente. REE, IK
. " . VAL
Van het gehele portfolio worden 100 gebouwen (1,4 miljoen m? BVO) gebruikt
voor gemeentelijke huisvesting. De emissies van deze panden (5,4 kton CO,-eq) 4
vallen onder scope 1 en 2. Doordat de gemeente in 2019 groene stroom (100%
wind en zon) inkocht is de klimaatvoetafdruk van elektriciteitsgebruik nul. Vanaf . .
1 januari 2022 koopt de gemeente ook duurzaam aardgas in. Energieverbruik
(ton CO.)
De overige 781 gebouwen (3,2 miljoen m? BVO) zijn overig gemeentelijk
vastgoed dat door derden wordt gebruikt. De emissies van deze gebouwen
(48,4 kton CO eq) vallen onder scope 3 (downstream geleasde activa). De ii
klimaatvoetafdruk van het overig gemeentelijk vastgoed is dus ca. 10 keer groter
dan de klimaatvoetafdruk van gemeentelijke huisvesting. Dit komt deels door Ore, Bike
genomen verduurzamingsmaatregelen door de gemeente in haar eigen panden. I gen, e”
De duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeentelijke organisatie kunnen niet Pentelijk vastgoed (sco®
behaald worden als het overig gemeentelijk vastgoed buiten schot blijft.
8 A wemsouo AEN DET
0
MAATREGELEN LEIDEN TOT CO_-BESPARING VAN MAXIMAAL 6%
De gemeente heeft verschillende verduurzamingsmaatregelen opgesteld. 200 196 84 -8,8 ZA Tijdelijke maatregel als vansitiebrandstof
Metabolic heeft de klimaateffecten doorgerekend van de zeven acties waarvan ENT 183,5
het grootste effect te verwachten is. Als deze acties volledig zouden worden
uitgevoerd zal de klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie met _
maximaal 6% (12,6 kton CO,-eq) afnemen. 8 150 Ee
8 0.1 Verduurzaming
c 3 panden
De grootste slag zit in het verduurzamen van het wagenpark. Met de transitie- 8 Vier panden a
. . . h f
maatregel van het overstappen van diesel naar biodiesel (HVO) van duurzame S 00 vangend "
. ® k
oorsprong zal de uitstoot van het wagenpark met ca. 8,4 kton CO,-eq afnemen. 8 E
er . N . N Se PAI)
Uiteindelijk zal het gehele wagenpark in 2030 batterij-elektrisch zijn of op 8 B
waterstof rijden. Daarmee wordt nog eens 0,4 kton CO-eq extra bespaard, ofwel _ £ 0 E
8,8 kton t.o.v. de emissies van het wagenpark in 2019. De vijf acties voor het x Realisatie mer
. . zonnepanelen
verduurzamen van de gebouwde omgeving leveren een besparing van 3,/ kton Zwembaden
CO-eq op, waarbij klimaatneutrale zwembaden de grootste bijdrage leveren.
A ____
. R Huidige Biodiesel Groene stroom Bijdrage overige Subtotaal
Deze analyse laat zien dat de maatregelen onvoldoende zijn om aan de huidige voetafdruk en waterstof maatregelen
doelstellingen van de gemeente Amsterdam te voldoen. Er zijn meer en vooral jn nn
concretere maatregelen nodig voor een klimaatneutrale organisatie in 2030. Ee Eren
Aere |
BAR COC) Meragouc , NULMETING CIRCULARITEIT EN KLIMAATVOETAFDRUK
IQ 5% VAN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE AMSTERDAM
CONCLUSIES
a
In 2019 kocht de gemeente Amsterdam De klimaatvoetafdruk van de Een klimaatneutrale bedrijfsvoering
7.003.430 ton aan materialen in, waarvan gemeentelijke organisatie was 195,6 kton is nog ver weg - implementatie
0,3% van circulaire oorsprong. CO,-eq, waarvan 91% scope 3 emissies. van de zeven belangrijkste
verduurzamingsmaatregelen leidt
97% van de ingekochte massa is Omdat het niet mogelijk was om alle tot slechts 6% reductie van de
zand, voornamelijk voor de bouw van materiaalstromen in kaart te brengen klimaatvoetafdruk.
Strandeiland. en omdat sommige niet-materiële
emissies buiten scope vallen is de Er zijn onvoldoende
klimaatvoetafdruk in werkelijkheid naar verduurzamingsmaatregelen opgesteld
196.686 ton, waarvan 10,4% circulair. verwachting nog groter. voor de openbare ruimte.
Directies Facilitair Bureau (33%), Grond
en Ontwikkeling (34%) en Stadswerken
(22%) zijn samen verantwoordelijk voor
90% van de totale klimaatvoetafdruk.
ie =d
| | zE ER nn
| | Ann ES
ke Î WE esaki Ze Chek Ala A Tek eN Ws en |
à A an ms $ ; E a: 5 7 Ì dl Ns E EN en |
5. F NR EERS SER- EEF Da „e Í ek EE ke
ER eener HIK BERPERP PI EEL | à EL PPA F HEN: MA RENNEN en eers Ai
die! H ri en y 1 KE 1 fs tr Ì Î re A pen d Tin en eg Eee en > gs } KEK u |
EE je - kl Er rn = : E E a En Ee jo rd En Es 2 3 ie en = nd B REN z je | 5 a, i
Pil Js ' el
5 AE
ks . Se ZA _
RE tn tn | EE
Ff De h : | E a” k A
nn nn Bn -- ne nt ==
A > en en mn TS
nne DD
| Onderzoeksrapport | 10 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 19 december 2023
Portefeuille(s) Varen
Portefeuillehouder(s): Wethouder Alexander Scholtes
Behandeld door Programma Varen ([email protected])
Onderwerp Binnnenhavengeldverordening 2024 en milieukorting
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de raadscommissie Mobiliteit, Openbare Ruimte en Water d.d. 7 december
2023 bij de behandeling van het agendapunt Vaststellen van de Binnenhavengeldverordening
Pleziervaart 2024 hebben de raadsleden Kreuger (JA21) en Bobeldijk (SP) een aantal
verduidelijkende vragen gesteld die ik met deze brief beantwoord.
Aanpassing milieukorting Binnenhavengeldverordening 2024
In de commissievergadering hebben de raadsleden Kreuger en Bobeldijk vragen gesteld over het
voorstel om de milieukorting Binnenhavengeld in 2024 terug te brengen van 7o naar 5o procent. Bij
de behandeling van dit voorstel is door het lid Kreuger een raadsinformatiebrief uit 2020 (kenmerk
06.20200306) naar voren gebracht. In deze brief staat dat het college de milieukorting van 7o
procent handhaaft tot en met 2030. De raadsleden hebben gevraagd hoe zich dat verhoudt met het
voorstel om de milieukorting naar 5o procent te brengen.
Ik bedank het lid Kreuger voor zijn oplettendheid en voor het wijzen op de brief waaruit blijkt dat het
college in maart 2020 heeft voorgesteld de milieukorting tot 2030 te handhaven. Gebleken is dat
deze voorgestelde wijziging niet is verwerkt in de door de gemeenteraad vastgestelde Nota Varen
Deel 2. Zoals uv weet staat in deze in mei 2020 vastgestelde nota dat de milieukorting geldt tot 2025.
Ik betreur het dat deze wijziging ten opzichte van de eerdere raadsinformatiebrief niet expliciet aan
u is gecommuniceerd.
Het college is bereid om in 2024 de milieukorting van 7o procent op het reguliere tarief
Binnenhavengeld te handhaven en zal voorstellen hiertoe vanuit de gemeenteraad positief
beoordelen. Het handhaven van de milieukorting van 7o procent in 2024 betekent een knelpunt in
de begroting 2024 van € 250.000. Dit knelpunt wordt in programma 2 van de begroting opgelost.
Per 2025 stopt de milieukorting op binnenhavengeld, omdat vanaf die datum de milieuzone in het
centrumgebied van kracht wordt. De begroting is op basis van dat vitgangspunt ook ingericht. Het
waarborgen van een financieel duurzaam beleid rechtvaardigt dit.
Toerekening kosten Binnenhavengeld
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 december 2023
Pagina 2 van 2
In de commissievergadering d.d. 7 december 2023 heeft raadslid Kreuger gevraagd of er een lineair
verband is tussen de toerekening van de kosten en het aantal pleziervaartuigen. Binnenhavengeld
is een belasting voor pleziervaarders en komt ten goede aan de algemene middelen van de
gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen
kunnen worden ingezet.
In 2019 heeft het college een onderzoek laten doen door Ernst &Young naar de verantwoording
van de kosten voor pleziervaart (kenmerk BD 2019-008036). In dit onderzoek is een analyse
uitgevoerd om de kosten die zijn verbonden aan varen op het Amsterdamse binnenwater in kaart
te brengen, met specifieke aandacht voor de kosten die redelijkerwijs toegerekend kunnen
worden aan de pleziervaart. Dit resulteerde in een totale kostenschatting voor de pleziervaart van
ongeveer € 8 miljoen in 2020. Een deel van deze kosten wordt doorbelast aan de pleziervaart via
de Binnenhavengeld verordening. Omdat het hier gaat om vaste kosten leidt een afname of
toename in het aantal pleziervaartuigen niet automatisch tot een verandering in de totale kosten
die toegerekend worden aan de pleziervaart.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Alexander Scholtes
Wethouder Varen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | test |
> 4 Gemeente
Bezoekadres
Am ste rd am Buikslotermeerplein 2000
1025 XL Amsterdam
x Postbus 37608
1030 BB Amsterdam
2x Telefoon 14020
amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 37608, 1030 BB Amsterdam
Aan de bewoners van De Bongerd
Datum 26 juli 2018
Ons kenmerk __ 20148-10602
Uw kenmerk
Behandeld door M. Zwiers
Onderwerp Bewonersbrief in verband met het groen in de Bongerd
Beste bewoner van de Bongerd,
Het afgelopen jaar zijn er via verschillende kanalen binnen de gemeente vragen gesteld door
bewoners van de Bongerd over het mogelijk verbeteren van de kwaliteit van het groen in de
Bongerd. Het gaat dan met name over de grasvelden bij de veel gebruikte speelplaatsen en over
de parkeerplaatsen langs de Kaneelappelstraat en de Boomgaardlaan.
Eerder onderzoek
Vorig jaar heeft de gemeente een onderzoek laten uitvoeren naar de bodemgesteldheid voor het
gras en de bomen. Dit naar aanleiding van foto's uit de wijk over de staat van het gras en de
bomen in de periode mei 2017. Het onderzoek had als doel om te bepalen in welke mate de
bodemgesteldheid voldeed aan de binnen de gemeente gehanteerde normen en eisen voor
grasvelden en boomvakken, en om eventuele verbetermogelijkheden in kaart te brengen.
Het onderzoek bestaat uit twee delen. In eerste instantie is een foto-rapportage van het gras en de
bomen gemaakt in de periode oktober/november 2017. Het voorjaar van 2017 was namelijk een
historisch droge periode zonder neerslag van betekenis en dat blijkt ook duidelijk uit de foto's uit
mei 2017. De foto-rapportage uit oktober 2017 laat zien dat de natuur zich herstelt over de tijd. Op
alle locaties waarvan een melding van onvoldoende gras en bomen is gedaan heeft voldoende
natuurlijk herstel plaatsgevonden. Met blijvend en standaard beheer is er daarmee geen
structureel probleem in de bodemopbouw en/of bodemsamenstelling aanwezig.
Om te kunnen beoordelen in hoeverre er desondanks verbetering kan plaatsvinden dan wel de
natuur een handje kan worden geholpen is fase 2 van het onderzoek uitgevoerd. Fase 2 betrof een
fysiologisch onderzoek om te kunnen bepalen welke verbeteringen er wellicht kunnen worden
doorgevoerd om de kwaliteit van het groen desondanks te verbeteren.
Datum 26 juli 2018
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Uit het rapport volgen diverse aanbevelingen voor bijvoorbeeld de laagdikte van de humeuze
voedzame bodemlagen, het type gras dat kan worden geplant en de wijze van beheer van het
groen.
Huidige stand van zaken
De gemeente heeft de aanbevelingen uit het onderzoek opgepakt en bekijkt op dit moment welke
aanbevelingen daadwerkelijk doorgevoerd kunnen worden binnen de kaders van eerder
vastgesteld beleid over groenonderhoud en groenbeheer. Het in 2007 vastgestelde Handboek
Beheer Openbare Ruimte is hierin leidend.
Uit het onderzoek is verder gebleken dat de laagdikte van de humeuze grondlaag bij de
speelplaatsen bij de Bellefleurhof en Sterappelstraat/Kaneelappelstraat wellicht te klein is om een
goede duurzaam voedzame bodem te zijn voor het toegepaste type gras. Indien dat inderdaad het
geval blijkt te zijn zal de aannemer dit moeten herstellen. De aannemer is op dit moment in de wijk
bij diverse delen van de grasvelden bezig met een onderzoek naar de laagdikte. Het kan dus zijn
dat v merkt dat er gaten geboord of gegraven worden in de grasvelden.
Voor het groen bij de parkeerplaatsen langs de Kaneelappelstraat en de Boomgaardlaan vindt op
dit moment aangepast beheer plaats. Het betreft de strook groen langs de Kaneelappelstraat die
enkele jaren als tijdelijke parkeerplaats heeft gediend. De aannemer maait het gras regelmatig om
de groei te bevorderen en er zal gras worden bijgezaaid. Daarnaast zal beluchting van de bodem
plaatsvinden. Het bijzaaien en beluchten zal plaatsvinden zodra de weersomstandigheden daar
positief aan bijdragen. Gezien de zeer lange en droge periode van dit voorjaar en deze zomer tot
nu toe is het in deze periode uitvoeren van de werkzaamheden niet nuttig.
Met deze brief willen wij v aangeven dat wij de meldingen en klachten over het groen in de
Bongerd ter harte hebben genomen en daar waar mogelijk werken aan verbetering van het groen.
Mocht u vragen hebben over deze brief kunt u contact opnemen via het algemene emailadres
[email protected]
Wij vertrouwen er op u te hebben geïnformeerd en wensen u een prettige zomer.
Met vriendelijke groet,
Gemeente Amsterdam, :
5 8 Dee ins
Miranda Zwiers Ee
Gebiedsmanager Noord West
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente od 7 e
Amsterdam Ema ,
CONCEPT
foto omslag:
Amsteldijk, gezien vanaf de Utrechtsebrug in
zuidwestelijke richting, ongedateerd
2
Inhoudsopgave
Samenvatting 5
1. Inleiding 6
1.1 Aanleiding 7
1.2 De opgave 9
1.3 Participatie 10
2. Veranderende context 13
3. Beleidskaders en onderzoeken 16
3.1 Beleidskaders 16
3.2 Onderzoeken 25
Historie van het MLK-gebied 26
4. Kansen en bouwstenen 30
5. Visie op de toekomst van het gebied 55
5.1 Uitgangspunten 55
5.2 Toetsingskader 57
Het MLK-gebied en de Hoofdgroenstructuur 59
Colofon 60
3
4
Samenvatting
Op 5 maart 2019 heeft wethouder Het MLK-gebied ligt voor een grootste
Ruimtelijke Ordening Marieke van deel inde Hoofdgroenstructuur. Eventuele
Doorninck de bestuursopdracht gegeven ingrepen moeten bijdragen aan de
om een toetsingskader op te stellen voor versterking ervan. Sowieso mogen ze de :
initiatieven in en rondom het Martin Luther omvang van de Hoofdgroenstructuur niet Je : ei
Kingpark e.o. (MLK-gebied'), in de vorm verkleinen. hak En Sd er
van een gebiedsvisie voor dit gebied. eek Pie
Op korte termijn zijn er verschillende er Fe
Een recent planinitiatief van de eigenaren maatregelen mogelijk om het park, en a 0 agt
van de kantoorlocatie in de oksel van het parkgroen in het bijzonder, een flinke dn
de Utrechtsebrug (‘Fordlocatie') bleek ‘boost’ te geven. Op de langere termijn is
niet op zichzelf beoordeeld te kunnen een aantal structurele ingrepen nodig in . e 2e, k
worden. Er was behoefte aan een visie het MLK-gebied. 4 ar
op het gehele gebied aan weerszijden a k jen:
van de Utrechtsebrug. De gebiedsvisie Het verbeterde parkgebied zal de kr dn men
Martin Luther Kingpark e.o. is opgesteld in verdichtende stadsomgeving faciliteren en wr k 5 GE Tan.
opdracht van het programma ‘Koers 2025 en de kwaliteit van de Kop van de Ee rt eN je Ne
- Ruimte voor de stad’. Amstelscheg vergroten. Op dit moment RE We Zn eN 4
is het parkgebied versnipperd. Grote 5 ETT en, ee
Het initiatief voor de Fordlocatie staat niet delen van het park zijn niet openbaar En ee en ; iS EN } 5
P | P EE En
opzichzelf. Erisveel dynamiekinditgedeelte toegankelijk. De locatie rondom de Fo enn ni En Ee
van Amsterdam, zoals de ontwikkeling van Utrechtsebrug is in de Structuurvisie Eni Er ee Mrs
Overamstel en het onderzoek naar het aangewezen als een ‘metropolitane plek’. Amsteldijk, gezien vanaf de Utrechtsebrug in zuidwestelijke richting, 2019
op termijn uit het snelwegennet nemen In de visie zijn uitgangspunten benoemd
van het Utrechtsebrugtracé. Deze zijn van voor de toekomstige ontwikkeling
grote invloed op de toekomst van het van het MLK-gebied. Op basis van de
MLK-gebied, dat verandert van een zone uitgangspunten is een toetsingskader
aan de rand van de stad in een parkgebied opgesteld met de bijbehorende
in het midden van het stedelijk leven. verbeelding. Hieraan kunnen mogelijke door I&O Research namens de gemeente
initiatieven in het parkgebied worden Amsterdam een peiling gehouden
De ontwikkeling van het MLK-gebiedspeelt getoetst. onder bewoners/belanghebbenden in
al een rol in verschillende gemeentelijke en rondom het MLK-gebied. Met vrijwel
beleidsdocumenten, zoals Structuurvisie Voor het opstellen van de visie zijn alle stakeholders in het plangebied zijn
Amsterdam 2040, Watervisie Amsterdam in augustus/november 2019 twee in de maanden september/oktober 2019
2040 en Koers 2025 - Ruimte voor de Stad. bewonersbijeenkomsten gehouden en is gesprekken gevoerd.
5
, re
1. Inleiding
k N : N jn ke Ee 1 z De in, ° ee ï . a Gn j k ie ha
- Bn 7 er ik es OE R ke, Ee E = r - Ì : E nn kn.
Les oe N á : me hs De ed Ke Dr wie Dd mi ; d _ Ë 4 | jl kn
k ; EN . en The 1 4 dr É 5 ; e a
br n Ne 8 - ai kee En * % ie, 7 A We Fi Ë Za Jl fn
EN rk AC kaak En ER: he
4 Lj - d : rr i ie En : - » E ad hd r Le B
att RE eN EE St en ie
ï Tee r = Mee mn mn =
B d k : al ei a Dn a n
nr wen Er pn : 1 Pe est ns ES jr end en en
enen 8 - ee F re r p ee rn he Li Ji
le d 5 AES nn en ENE 0 ne
ee Nd Pd g en AP rn,
ì 8 : ï } E rn Rr df à ei ke
> rj An te NN ROn Z E rf
pe. k f df el |L ol ' lr | WE " m Pd . ir
á a 3 Bent EN Jen gt +: ' Je
\ Tee AEN : Sr ASN
S k ik Ean Ì dj i Ee l ee
en Rd we ee ie BT, — ee - ra kde te in
Ne mk 1 il = N ile re , E a
hs Ar " 5 B ai n We d 5 5 A ken Li 5 PE Venen gE
n gs Lx ere, Ne ved Pars \ ok Mn de oe
À hd TS men EL d à hai EE el r d “, Ee e _ eed 2 id A ï IJ Ô 7
en nd ’ al kde de VERE DOE len SCHE
ie ln \b q q Pe % " :l AN : es En Ene, EN mi ih Sf Ee ke enn =
Se Ee me Mb Ee Prat Ni \ 0 er RE en EN |
eee mn a dk in Î E kV AK De ter on eed ad
el enk GC j NEEN 137 ED es |
den É NSZ IN Ne Te HEN 5 en |
, ES ig Á SS AUS EE Aer | A ee, k EN 4
q bet a AIN D Ee ae = L ae Ee F
ei Ee nbs ú er # BE 8 pe ki ken , kn A Ee
Ligging in de stad — Î - EE pm _s PE en e En ae :
6
1.1 Aanleiding
Bestuursopdracht Status van de visie Dynamiek in de omtrek Dynamiek in het MLK-gebied zélf
Op 5 maart 2019 heeft wethouder De Gebiedsvisie Martin Luther Kingpark Het initiatief voor de Fordlocatie staat Maar ook het MLK-gebied zélf is in
Ruimtelijke Ordening Marieke van e.o. omvat uitgangspunten voor de niet op zichzelf. Er is veel dynamiek in dit beweging:
Doorninck de bestuursopdracht gegeven toekomstige ontwikkeling van het gebied gedeelte van Amsterdam. Deze is van = Naast de Fordlocatie dienen zich
om een toetsingskader op te stellen voor eneentoetsingskader voor planinitiatieven. grote invloed op de toekomst van het voor meerdere kavels of complexen
initiatieven in en rondom het Martin Luther De visie is opgesteld als een instrument MLK-gebied: initiatieven aan, waaronder die voor
Kingpark ('MLK-gebied'), in de vorm van om concrete initiatieven in het MLK-gebied = Aan de overzijde van de Amstel het De Mirandabad;
een ontwikkelingsvisie voor dit gebied. te toetsen. Het kunnen planinitiatieven verrijst op voormalig industrieterrein = Er wordt gewerkt aan een Renovatie-
van particuliere eigenaren zijn, maar ook Overamstel een nieuwe stadswijk & Beheerplan voor het Martin Luther
Directe aanleiding hiervoor was het initiatieven van de gemeente zelf. De met 7.500 woningen en bijbehorende Kingpark. Op 19 september 2019 heeft
planinitiatief van de eigenaren van uitwerking van de visie kan gestalte krijgen voorzieningen; de gemeenteraad ingestemd met het
de kantoorlocatie in de oksel van de aan de hand van concreet in te dienen = Ten noordoosten van het MLK-gebied, beschikbaar stellen van € 970.000 ten
Utrechtsebrug waar voorheen het initiatieven en binnen het Renovatie- aan de overzijde van de Amstel, behoeve van een kwaliteitsimpuls voor
hoofdkantoor van Ford-Nederland & Beheerplan voor het Martin Luther wordt het gebied ‘Amsteloever' het Martin Luther Kingpark;
gevestigd was (Fordlocatie'). In _ Kingpark. (Amstelstation e.o. en de Omval) = De mogelijkheden voor sport en
gezamenlijke opdracht van de eigenaren en verder verstedelijkt; bewegen in het brughoofd van de
Ruimte & Duurzaamheid van de gemeente * Ten westen van het MLK-gebied Utrechtsebrug worden verkend;
Amsterdam heeft het stedenbouwkundige ontwikkelt de Zuidas zich in = De Spinoza20first - school voor
bureau MUST in 2018 een verkenning van sneltreinvaart tot een hoogstedelijk voortgezet onderwijs is tijdelijk
de ontwikkelingsmogelijkheden van deze woonwerkgebied; gehuisvest in het MLK-gebied;
locatie uitgevoerd. Tijdens het planproces = Het huidige snelwegtracé van de «= Daarnaast vormt de Kop van
werd duidelijk dat een ontwikkelingsplan Utrechtsebrug tot aan de Ringweg-A10 de Amstelscheg — waartoe het
voor deze locatie niet op zich zelf staand wordt in de nabije toekomst uit het MLK-gebied behoort — een pilot voor
beoordeeld kan worden maar dat dit in een snelwegennet genomen. Hiervoor de gemeentebrede verkenning van de
ruimere context moet gebeuren. Daarom in de plaats komt een stadslaan. Dit ontwikkeling van de koppen van de
is deze ontwikkelingsvisie opgesteld voor biedt mogelijkheden voor onder meer scheggen in de stad.
het Martin Luther Kingpark en directe woningbouw in het gebied van de
omgeving. Joan Muyskenweg;
= Als gevolg van deze ontwikkelingen
wordt het Martin Luther Kingpark e.o,
in plaats van een zone aan de rand van
de stad, een plek in het hart van het
stedelijk leven.
7
el ee ET We EEn _
Ii ee) Ee NN TK: =
1 a ASS VAES Ee er | E IJ Pp .: A Ne
ET A AT en IK SA Ac@\
NE Ne Pens a OR TN Ie Wi mm nt. rn RS AN
SE en eb 5 A me he eN
EN U nn es Id € Ste sl bir 2 hie a EM
frs | Ë ä 1 b EL ee : 3 sn We |" \’ \ Al } is { - RAS Ei \
San zl EN KEE EN EE HE 4m 1 ij Ii ENA, M Se We
DE ij if fj ii i ri b si b | Ie B Vi ij \ | Ni Dd Ü p 7 ak }
nn AME bee ril EEEN TER BCD ELS ES oe Gi
EE HEEN ú jee SA Â Pl
k NONNA GES En mr | Nt nt rl ij
E st lon S= NETS © 7 M, Neel, wd Eb oe U
ed * IE age en: 1 Î WR iel En a : eN &
ij 5 ij | Pa erk î Nae É len ge ee Pe B ht Es
Oan = noe je ee) pe ee JN Sf G ee per (€ in: * rn 7
Ts d d Wi hi SSN Ke d sh Pi) À IN \ É ne e_ \ B nn.
(OL ann Ne | LN IA ve” De
En h: ih, a B hen Ea ne 4 ved E hi Nn k - | HL
en % A Kn j Ae er dk p li EN VR -A
mm Het plangebied _‚N Ben En  Dt ae j es DE) f re J IE elk, IN : % 4
EE | % Ee le
1.2 De opgave
In de opdracht voor het opstellen van De opgaven voor dit gebied zijn in grote
een ontwikkelingsvisie is onder meer het lijnen:
volgende meegegeven: = Het bijdragen aan de kwaliteit van 4
- Het toetsingskader in de vorm van de Amstelscheg als “metropolitaan” Ì
een ontwikkelingsvisie dient minimaal landschap; Û
door B&W te worden vastgesteld. De = Het ontwikkelen van een mt
juiste status van het toetsingskader dient “metropolitane” (= belangrijke) plek in {
te worden onderzocht. Het opstellen van de stad rond de Utrechtsebrug;
dit kader vereist zowel de inbreng vanuit = Het verbinden van de ‘oude’ en
de kaveleigenaren als participatie van de de ‘nieuwe’ stad: de nieuwe wijk |
buurt en andere belanghebbenden. Overamstel aan de overkant van de eN
Amstel; een
= het verbeteren van de verbinding |
tussen de stedelijke gebieden aan | @
weerszijden van de Utrechtsebrug en (5) @)
de Amstelscheg;
= Het verbeteren van de kwaliteit van @ (4)
het MLK-park en de Amsteloever voor @ Fordlocatie
recreatie; Ee @ De Mirandabad
" De bebouwing, de functie en Pe
ontsluiting van de kavels langs de ie (@) Spinoza20first
en
Amstel. aan de noordkant van het park Ben ® Amstel Boathouse
en in de Atekpolder, onderdeel laten Deca:
worden van, en laten bijdragen aan de 6) Atekpolder
(groene) kwaliteit van het gebied;
" De identiteit van de Amsteloever Het plangebied is ca. 30 ha groot (rode contour).
versterken. Het park, inclusief het ‘plein’ nabij de Rijnstraat is ca. 21 ha. groot (groene contour).
9
1.3 Participatie
PLEIN T ij Ì &
z | _ Hoofdlijnen online enquête augustus
Ol 5 Bewonersbijeenkomst 28-08-2019 en september 2019 il
î & :
x © © k Op 28 augustus 2019 h
pl n e, g s eeft de eerste = 1.096
en El ©. en participatieavond over het MLK-gebi mensen hebben deelgenomen
Ss: D 3 1 O p RE r het MLK-gebied aan het onderzoek;
en © A os ee Ù plaats gevonden. Hier kwamen de «= 227 hi i i
D in 2 © | iervan wonen in de directe
5 © el volgende zaken ter sprake: omgeving van het park e ij
à en 3 a . n_ zijn
Ô OP © © De “ vragen ard de noodzaak en de uitgenodigd per brief;
f BLA ae ent! ie; . i
© © © © © © © ©: An ‚ vin Arean e visie; overige 869 deelnemers vulden de
© © n ed © d | © So, | nge ver e mogelijke bouwplannen vragenlijst via een openbaar verspreide
p ee iN n het park; link:
© © | © © ie = Bewoners zij ‚
DE © 5 © © ari @ in k zijn goed op de hoogte van = Twee derde van de respondenten
T KENNEDYL © m © ‘ e bescherming van het park door de noemt de functie als rustgebied
= ee aren En LUTHER 0 eo a Vl Hoofdgroenstructuur; de nadruk op natuur en gros 5 hk
u „5 el B Cc . t nas een
© e ee o & oe dl Vragen overde mogelijke bouwplannen van de belangrijkste karakteristieken
$ Ir En ) £ dl op de Ford locatie; h ' :
If 5 7 . _ van het Martin Luther Kingpark en d
o o KING @ o © Vers Noodzaak van stecalijke verdichting omgeving; gp °
KJ E / gr Ee ” werd in twijfel getrokken; " Z de ti :
| 7 . es o e tien
’ © PAR K © © A " Men is bezorgd over het ontbreken va D Î mensen vindt dat er
) r n meer ruimte moet komen voor planten
8 : & © 0 N FE. een goede OV verbinding en de drukte en dieren;
' ' © © E: , n die de Parade met zich mee brengt. = Ook voor het zwemmen in- en het
EN : et 1 uitzicht op de Amstel zi i
ra En aats © 0 (C OVERAMSTEL Gesprekken met stakeholders graag meer ruimtes ziet ruim de helt
gvlied 4 il > 4 : . '
L il WN _ " De verbinding tussen de bebouwde
fo / \ | 5 Met vrijwel alle stakeholders in het stad en het groene landschap kan
il / hie 4 f plangebied zijn in de maanden september/ volgens ruim 80 rocent d
4) ii oktober 2019 gesprekken gevoerd. gecreëerd worden daor aandacht vor
idi : + 5 voor
Verspreidingsgebied online enquête. In het rood het aantal adressen per deelgebied. het groene landschap;
10
, - — _
Bewonersbijeenkomst 26-11-2019 == E £ Damn De *L/lg E SS,
ee nn he Ee L
= Bijna / op de 10 inwoners en andere Op 26 november waren ruim 100 Er oe re
geïnteresseerden vindt dat er geen bewoners/ondernemers aanwezig bij de ; ra : a
woningen meer toegevoegd moeten tweede bijeenkomst over de gebiedsvisie lm Te ==
worden in het gebied; van het Martin Luther Kingpark en fe ne Te = es 8 E
= Als dit gebeurt door bestaande omgeving. De avond stond in het teken - Wal ap ham
kantoren om te vormen tot woningen, van het terugkoppelen van het uitgevoerde £ em : EE …
vindt twee derde dit wel een goed omgevingsonderzoek en het bespreken Fm | E kb je aan pn
idee; van verschillende conceptstukken voor de er 8 KE tan pel en ‘
" Voor het gebied rondom de gebiedsvisie. ii Re Oke a mm he Ùh L
Utrechtsebrug heeft men diverse sd wak | het |
ideeën; De aanwezigen kregen de mogelijkheid 4 jk : . BN
= Voor het kruispunt noemt men het om in 3 rondes langs de verschillende A RA
verbeteren van de verkeersveiligheid, visiemodellen en de vitaliseringsambitie te e A mer. Zn kh HE
een mooiere aankleding en de gaan. Aan de tafels werden vragen gesteld Ì Ï AA B FA
terugkeer van een tramlijn het vaakst; en positieve en negatieve punten van de ko bh ë
* _ Ook voor het voormalige Fordgebouw verschillende varianten benoemd. | _ ä k en
heeft men verschillende ideeën. Veel al hb A BN
respondenten vinden dat het gesloopt Bij het vitaliseren werd gesproken over a el" wi
of vervangen moet worden. Het meest korte termijn kansen die opgepakt zouden rn
wordt woonruimte genoemd als kunnen worden. Er lijkt vooral behoefte Gn : e
alternatief. Daarnaast wil men het vaak te zijn aan betere voetgangers- en ren
bij het park betrekken. Ook horeca, fietsverbindingen en een betere toegang Tweede bewonersbijeenkomst
kantoren en een culturele bestemming tot het park. Bij de uitwerkingsmodellen ervanuit de Rijnbuurt wel zichtlijnen richting
zijn vaak genoemde opties. gingen de gesprekken echt over de visie het park moeten blijven, dus één groot blok
en de toekomst. Het algemene beeld is niet wenselijk. Verder was er discussie
was dat het concentreren van bebouwing over de wenselijkheid van zicht op de
langs de randen een betere variant is, Amstel. Niet-woonbootbewoners vinden
omdat daarmee de verbinding tussen de meer zicht op en toegang tot de Amstel
twee parkdelen verbeterd wordt. Aan de een goed en fijn idee. Woonbootbewoners
Kennedylaan zou bebouwing een optie zien dit over het algemeen echter minder
zijn (mits het op een andere plek weggaat), zitten. Wel vonden de meeste aanwezigen
omdat het daar toch al drukker is en de het een goed idee dat er met de visie
bebouwing dan ook als geluidswand zou een toekomstbeeld/toekomstwens wordt
kunnen fungeren. Wel werd aangestipt dat geschetst.
11
A T eee EE — — - PEET
RN ERR Be V EN EERE ek NA
BEETA AN ESS
> , en a =d |J FEN Ë IE ik É Ak Hi: de np” eK | ie) de
ee nn Orale Ny RIE nee dre, Ee Te
ee eN Tr pen En FES N. } en! í \ é
en Ih NOS
fen arts in Kh lj: En | (Tr ee ie Pee Ì He : Ee Ee be
oen en er Po Pee VE A se REEN Ne Erk & a Te 4 E J in ;
: Ie NN 5 A E L jh 1 4 slok ee ne Ren : an | End Re _n if 4 Ll Bag r EN en PT Ee et \ eel
nn Eh en OE A En
EA ORE Mm Ar EN ID BEREN Ne
Nn ig AE ot î je f Pi: A | hee He ee LE À k À ' del AE
Ln ee | r Edge. B ED 5 | | 4% j pt: % N. k ed - oe Me ‘|
reel Fi ik Fitt ent \ Ae „A W a b Lee À ES ä e ke, Ë ’ ee
zet neee li EE TEER Oet B RN dE JEE
nk LN , h \ Edd Pe Je! pe Naf p DJ en Î ee: he En U: ee. zE k EV 1
A de 5 ie NEE | f : rn ha EA A k KRK
EREARNN oft A mm EON nt Oa zo ANN
a : 8 Ì P/ F (A e k we d kee es A UN \
ld df p ER i B , 6 ij . ELN aile et ni Da B. X he ar Ei, ie |
Nt, il ijk mn PO Od : ED RN
Er an Ze 8 EA p | ef ; a tad FE N E i Î Ae E R Í \
Ô ï | ä 5 \ a Ed 8 il Ee ira . 1 Pi L ES , En : f or } \
4 1e Kh B) H 2 pen ei Len Fk en EN A kN Er
ke Tr me Ee rs wad - e se ee ee 1 8 a eN pij ee |
5 ns mt Ef E et E , :] Ed at 4 j Ee | Ë, re Pr
jn e PS j eN OO Û | et sf £
" is 4 Ee 5 za | je | | À ko en Alen, At : | ee \ A ed ki ee A had
j En B 3 8 Aen Ee an ld On Re TE rn 3 k (RE eN e ed LL Jas 2
boven: Opening Utrechtsebrug, 1954 N he, Ek SD Ä ee en oe h € eer
rechts: Mogelijke uitwerking Sens, tn bel np „ ki: ee ia
onder: De Nieuwe Utrechtsebrug, 26 december 1956 en hed ; ee dl Ì 5 ar
he, a hamert! nn Kik EN gen 5 gei
‚N he A Rr en — En: 4 - ek ) Ze AN
Ue En he E == en en en En en En en c ld pe
Ne Arens WO &
é E Ee p AN Pe
- en \ IE eh ENE 5
_ | Mai =S ed k RS Eer
, sl Ee ij En ! N kad - k af El
+ il Ed En Ed Í eN . k pe ER k
re dl head re MR OA en En Ee Gn NDR
í So e 4 N : at | he
* je _ 8 - | \ od % N | EN S- K 5 2 - ED pe
1 AN ONE NR len
je : NR en 5 A Pr
Í | Fri 5 ft ke p if Ee ES. he Î gi u E s N
rk ij sns | nn ken \ a ° emme: H 5 he is Ees N
di EEE FE 1 4 RN, i | ; CE Ek r E Al en nn AG
: E - def a ke eh er Ee D MAAN
en TT U || / k NE es.
ien ee hmmm deme | L\ er À RONDEN en
E- -f ad Fi Û Ee _ 0 Ee Ee
Ì ' , met Vreten tE
Ee G wi ilt ed Î je ee Ì k a en
heden ie ' \ Pen HEP : En EE En í
Pe an i - : À RL Et ve,
Ee ik ee d LA heter
12
PN 7
2. Veranderende context | CE () Pe
\ EN A
In de omtrek van het MLK-gebied vinden Hierdoor kan het aantal autobewegingen D= Pe EA)
grootscheepse ontwikkelingen plaats. door het MLK-gebied afnemen. Een en 1 WN
Deze veranderen de relatieve ligging van ander biedt voor het gebied tal van tot | NN
het gebied: van zone aan de rand van de verbeelding sprekende kansen om de AN LJ AK
de stad tot een plek in het hart van het _(gebruiks)kwaliteit ervan te verbeteren. hd AN
stedelijk leven. Kn
In de plaats van het huidige snelwegtracé LS h
Herontwikkeling snelwegtracé komt een stadslaan die via een brug over NN Ci
Utrechtsebrug-Ringweg/A10 de Duivendrechtsevaart wordt verbonden Ti Ee
met de Amstelstroomlaan. Hierdoor ON Hi
Het huidige MLK-gebied heeft lange tijd ontstaan mogelijkheden voor onder meer \ ‚N LE)
gefungeerd als dé toegangspoort voor woningbouw in het gebied van de Joan \ NY
autoverkeer vanuit de richting Utrecht, en _Muyskenweg e.o. Hen
is daar goeddeels op ingericht. In 2019 is
een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar
de Nieuwe A2 Entree als gevolg van de m ee
bestuurlijke intentieverklaring ondertekend ER le ij ek = ep |
door Rijkswaterstaat, Vervoerregio af BC ï dn Wi je hit
Amsterdam en de gemeenten Ouder- LEE WEN ee Bt
Amstel en Amsterdam. De gezamenlijke „f rm ON ; el WELKOM)
ambitie is om het gebied van knooppunt Ede De tn Kn A
Amstel tot de Utrechtsebrug te | \ bns N Ë Ge 4 KN art
ontwikkelen en het hoofdwegennet inen Mn ij ke ENE Ö : iK m8
rondom knooppunt Amstel verkeerskundig bf b AN je ie } ' ae rdt : ER af
te optimaliseren. kee Ln Ee | NN
EE DN 0
BEENS Tr MT $
Ned OE
De Ss ik
| ha | ú Ki
Ee r Ar y
Haalbaarheidsonderzoek Nieuwe A2 Entree : N Zn Ln
= rn
13
Ee: AE Er Te
Ef Re EL ee Ì Te EERE
En Vi sn vn rr Ln Pt 5 En
ú TER Eee 3 ke EP ETE EE
et elen nn Ee Pee zt % ee EN ik: OE En and Te EE
ene: a hee el W ENE ad EN nn ke RE, PL ED EN 8
tse he en Nee: Nt en eN, ER Dg
et Bini bile PDE, Ae ent RD en ed Re Oe Pe NEE Ser Nr . tn, %
ee en heee ne EE Benen ki EM A £ à :
enne Le Ne MER A ON i Es ai :
Kn Ae de Et WN mm REN tn Ss Ben li zhe ® rn E ì 5 je
tn er er Vree B _—_ eden. ee En AN ER de cl a me ie en se = :
Dn en |t Te en a Te ee dee Es pi pt ment n
be ee en AN lan mn RN, Fed fe Ë, Een AS, net en: ale EN 5 > ee rn u mi iS i ht Rn
ben Ben AR Eet een ran A Ee ee a eN ne BS tE kN en EN : kh ae
Eed Ee ke ef mn Ee A ne a Et ee er 5 et AE et he TE En Pet hin Ten ht SE Bend
eene a ef verdelen Peo Er en en eN Per EE hen PRE A ad ij Fn nä met hiet en Ee leg Ei E. p. A en
ln ne en WE en NN EE PN EN A KAn MEE aid : nn eg em teek en n
me been ee Ene pl Re eed Ln en NE, B Jk OK RE Or EE El, Li Re me dr rt en rh ie keet heer
Ee Tila Pel ee ern We min Dead de , dee RN re dek 2 En eN mn] Es Ë en rs en Î pee
el HAL WAR IR VN AN ERIN RR nt sa rde a etn be
fed EELT RARE herte ne VN EE er EE fe Ee Eee he Eer are” : GA Paar
EEE AN MENNE AONN EO TEE ET tes En Nn epe
bee DE PER Vl ne Re Nh TD Er ER a renee de 4 z: kep dE E 4 jen ns le
er ee ij ekeak | È: Wren P Ee WA : kn Ie eer 4 NRS Eet A EI ge Ar Eind El ck 4 ag - “ Pete ke get 7 Lt ir RN Ek
En Ne PS Nn ee PA et man ep A =d En ad d EE oan A en:
jn LH er Pe RN NE cire es NE Bled RE Me AN en ee B AED a Ta EE ee ge Eer
Ero 7 iel tek fan: oe Ue. oe Pe en a an EE E vr Er A En Le ze í x 5 h Ee E
Ht eene SEE jie, | nn We Ec Ni 8 Á re Ni Et LAT Ser Î zj gn ee ' m ls pe Lit Á Ee Ek ee Fe SE
A ear he LE A Pà. NS, en A VEN A hr ee hr mel ID en IE g gE on
EO KE | jd heff Et r Ee Gn ie En EA rd ONCE en sk be Aret ri : Sin eeh nd ei
a nme et. Ae ee BNN DE NK bd RS En eee je de en
a, aries EE bend gel oe 5 De, oe HA Eee AET edel ä zE s = e 4 ’ k
zel me UD nl id \ Ws DR AN % : RN EE Ps air ende. A Bir eden: Ait EN een <5 -
ep PT BAR E pe, \ zis ik k Een Ee k , zei s | al a kj | Ïj %
NEN 1 enten Et ie Er 4 id Fi Ne RE ï; et ú mi EEE sE a Fe Es
AN CE es Re ze EE Ee ER NÀ Nt eN 8 ee we sr, Ree Ol Ee de
en En AE td Eer ij 1 N Ee Pi ee E en SN dl RE en Te
EN a nde pad ne, A Xe za HN EI kn Ì nl ie Bid nn - Nik ;
ie eten dE af h A : OA EE Ee iel Eh dh
ec A l @ EE Ed EN Bo ad : le Dis ar Kier E Ee
RE ze kN a ad Een TT Ge ER - en Ne
Ren oan en “250: ed Ak NE a et Hij Kk 5d Ei Pd Le A ain k B } Ì kh eea 4 Ee
dd kj re SE AN er dt En “ E veil nar We
Ke de EE Le Ts d Ik EENS Ml aen REN fe Fa Û rh BEER 3 U ik . pt
Be B Eer en Ee Oee auilattetter 1 EEK ann BA EA ENT
in Ure NE : DE E Br EN Ee et WE Te EL 1 Ee I= Efe À
BR EA Cl A MR A RE Omme ki ief the kid KE ne he 5 3
ER SE NE he A Wb Er 7 en dze al er JE a EEE
KEN = Ae, OE eh Oi N en Nn AE Aere Bd pe Eet Ei Le ela Hm DE! ir. ait el ze
i sk Bere Pe EN h N Ee eN er LA LEE Eee S ed nie, WREE an Se ni ERE
Zen : en Vn te 4 ae En 4 5 ad ne en her in
el Je MN ne NK INZ N OI RSR AE NE os Vg nen za
ard men A en en A ie EE he De . ger a Ens ti Ere Ee . Es Bed is
Kid ni LT EE \ el B NE ded Pl nent Er ed e=
OI IER ht NS Ee en dag :
doren, Men iT bon Be eh kb 8 gE zh Nene in :
IME ANS NEE en Aid Es en i
= En Kd an Weed Ls k ee a ed 7 zi E Lr TF an mr: B ln
E ANN en terne ertegen
Oran ee a ne Ee ok, Nn he nn Ee Ne ns 5 Lat el Ù k = Û Ti hemme r en rete
E è Pr % Le Et ig WE ze te C De EN ns 1e ee ed boven: Amsteloever t k b ie el : — ie de
Bi 7 RR Ad , Pe EE Ei : oekomstbee ”
ke En OT EN in k Pp eN te d
Be Pl Bold DN en , E En a 4 a
de Le 4 Ae SEE SS lin ES Sid VAS onder: Visie Zuidas
en « ler td Ten En an nn AE ee
Zie ae ON, k LE ee tr Dat
EE CE fi A Ten eh le Kee | Visie Zuidas 2034
5 6 ne i iN TN eem Aer " etgnngersgebied (intensief gebruikt)
Bee CEL IN en Nb ld ze EET ek Gemengd gebied met sesent òf ne
on RO r En VN En tek Pi ne en LPE Gemengd gebied met accent GE waren
DAE en Ee Kh ende en dn || Da el El Ae Á mangdnnd p werken
derd pi S NDE es = Ts 24 ee Es emengd get
afie 0 ' ene Ki 4E Ae 5 voor alle we
LE rn ef En mj ha Vld nen DE OND. Ee k nn Neen, Ef Ei Pld U Er 4 o Re verkeersoonen
e ne 8 5 NE ene E en oe — Verbetering fietsnetwerk
5 ik En AT Gr Ë 1 ve Ee pn kn je ei ed le ee fi ik he Nl z Verg fe
ern el ern 3 Dr ENE EEND ne En se ak oe ZreWesbos
ae B IEN 5 in ne an rs te ete ie Nn al TZ: _ demgh Noore/Zuidin tt Sch; ì
EE eN 1 Lee: ee A N on hen EK en! ie hiphol verkenning)
KA EN 2 ats rel , LN AE ene IN a Bn es ea
Ed Ed PRN A N an CAELS
ne bee ef EE VE E 3 pt en A Ne
TE er Re AE on N Se A De 5
Be: EA Dn, ke kN Ee a EA wal
Ee At me, ; Bn En À ve mms tt kh
SÎ el Fe gate Ë 4 er NEN Er ds: MN A rd N 1
} ei Keeten MEA , Fi hide sa Le aj EN N EN DS
; ee B DN ek Re el Tk En ms Á
| tn Er es Pi al Ni tr een: Ne ER ed | mn ee 5 i
| ELS 4 rete Al a 4 ®, Á Fan Eh he ne Et en -
Li nt HEEE he nj ge ol er al Ve Ee Es ie te We mer el = : 5 E à
| Ex | Ek ee tn md pee En We 5 ei he g Bulnë a Se Ed
Î e el a Kh PN den wa
il Dn ENE EK OO Ne EF : EN Se
== eni BENN Nn te Ari S
ie Pte, zt ” 5 ik Nd, he, je / Er, en ene men 5 =
Erin, En 5 0% os B ee 2 ke _
E ed 5 nc e Sa Ee, Ets = en 3
Ä Eine 5 Ë N B VZ Gs EO mn
‘ hemmen bie Ee s Pe d ke Ke FE ol it EN ek ee
= zen iz EA Ee Pe Pd oe et
ne, = Û : - pr | f EN eeN Ke ee
re 1 ki á ln SANS eN fa
E Ee OE AE A ON
Kaart . . b EN eere je rin ie
Ontwikkelperspectief Amstel-ArenA 2025 TN
Overamstel, Amsteloever, Zuidas As Te
Aan de overzijde van de Amstel verrijst op voormalig industrieterrein Overamstel een à fi
nieuwe stadswijk met 7.500 woningen en bijbehorende voorzieningen. er iq
Ten noordoosten van het MLK-gebied, aan de overzijde van de Amstel, wordt het gebied Ed 5
‘Amsteloever! (Amstelstation e.o. en de Omval) verder verstedelijkt. Kc
Ten westen van het MLK-gebied ontwikkelt de Zuidas zich in sneltreinvaart verder tot een Bn ee
hoogstedelijk woonwerkgebied. 60
dn
EN Pane ee ir en
RT UE
= nj Bi „ Le | ln sf an a re 3 n
TN Va EE 3 IC |
nd Erf] l EE nen 4 6) \ El 4
e it RE On enn: ans ‚
El ol aat ee EE 5 E 6 Ne p
5 ES L À : 7 ei he 5 # zi de ‚ 7 !
Le Ee nn 4 SS Á 7
“6 AE annen Ee Dn |
k e EU # 74 ‚8 Ets it = ie = ; nt ” ne | f Ne
Overamstel toekomstbeeld 8 SE jj
15
e
3. Beleidskaders en onderzoeken
3.1 Beleidskaders
a 7 NS AS en mf Ton EE, TS Structuurvisie Amsterdam 2040
AN pd ì ® Pd Ps LEEN ’ ede RS
eef ® d ik en ei
\\ nd. ©, v4 RD SS des Kop van de Amstelscheg Metropolitane plek:
ND Mn ED: , Ar on
in GE N VA y nn P= ban In Structuurvisie Amsterdam 2040 (2011) Het hart van het MLK-gebied, nabij de
€ oe ! j Ven PS _wordthetMLK-gebiedmetnamegeduidals Utrechtsebrug wordt in de Structuurvisie
S . , : '
Zp B's EEn EE 4 onderdeel van de Kop van de Amstelscheg. aangeduid als metropolitane plek’ een
PV AN an Nn Da EA De Amstelschegiseen historischlandschap locatie die door haar bijzondere ligging en
d DA Kr -, Oe? j met tal van boerderijen en ‘buitens’, en _omgevingskwaliteiten van bovenlokaal, en
bs ==) le, 5: | g g
if 4 Db PE dringt tot diep in hetstadslichaam door. Dit zelfs ‘metropolitaan’ belang wordt geacht.
LN EN $ N V, # j biedt de Amsterdammer de mogelijkheid Dergelijke schaarse plekken vereisen een
De A N et re es om op korte afstand het groene landschap specifieke, onderscheidende invulling en
>, We 1 EE - Nes Rs, é G te beleven. programmering.
N% ed res 4 | Nd
ZE NN Me S 2e "
We el TT TN R ® IId De ‘kop’ — het overgangsgebied tussen Hoofdgroenstructuur
id | As 7 E JN stad en land — is bijzonder belangrijk in de
Á se a 4 P Dh ontwikkeling van descheg. Hetvormtvanuit Het overgrote deel van het MLK-gebied
El EK te JT ye 8 de stad gezien de toegang tot dit gebied valt onder de gemeentelijke
6 7, eN (5 NM en biedt daarmee mogelijkheden voor Hoofdgroenstructuur (verankerd in de
Ik v ‚_\ \ NN specifieke leisure- en toeristische functies, Structuurvisie), met de Amsteldijk als
De 3 IN 5 bijvoorbeeld gerelateerd aan Rembrandt, een groene route en een ecologische
di She SN ) g g g
A i "Ie ij ANS P { die het Amstellandschap vaak als verbindingszone. Ontwikkelingen in het
hs \ 8 ie \N De A onderwerp voor zijn werk koos. Overigens gebied moeten worden getoetst aan het
LN Eler / PN € moeten de functies wel in lijn zijn met het beleid van de Hoofdgroenstructuur. Dit
5 G ‚ À DE 4 toetsingskader Hoofdgroenstructuur. betekent dat ontwikkelingen in beginsel
9: % / moeten bijdra behoud
| A pn jdragen aan ehou en
) | | Re ee: - SA Hetis bij uitstek de kop die kwetsbaar is versterking van de groene structuur en/
> |= De en ee ebleken voor verrommeling. Juist hier of het gebruik ervan. In het MLK-gebied
3 a g g g g
k Y Ea ee A vw '4 zijn veel verschillende activiteiten, bij liggen heel veel kansen om hierop aan te
/ An | DN ie \ elkaar gekomen die als los zand aan elkaar haken.
u .
x « hangen: parken, volkstuinen, woonboten,
Pd n Al sportvoorzieningen zorgboerderijen,
a. mm ie LN 3 begraafplaatsen etc. De opgave is om de
Uitsnede Structuurvisie Amsterdam 2040 samenhang hierin te verbeteren.
16
Le
Dd O Uitsnede Hoofdgroenstructuur
À |
NT KEN
5
ek IN DES ERE
en Er ele! 8 te ei nek Dd |
RE ee AEN Nn „u Ee, en \ a. pe
ek, ei pe vS en nk rde me j - Te Aer Er ' k } r E
he Rt RE ee CEE kB EN ï
e kad in a gn Es EIK e
8 5 Ad 5 Eens a RN
Vens ie E n ii . i
EN, mi ij Î Et
EE RE ii REA EE
Tel Pre kn af- tn eN Ee rn 2
Fi iet EN Ll EN ek d ei BE en d
ee Ed RK in
re nn EE „A
hee Ea eid ee Ka cle:
a mm € IK et! er Eee
Sn = z = EP wer:
en Enna _
: ä Ee men
P - n mer nn
Da
, _ En
ï =
4 Martin Luther Kingpark - westzijde
17
Hoogbouwvisie
EEK EEK
Is et STe a De hoogbouwvisie is opgesteld als Amstelscheg is de stedelijke hoogb
dS N OP Me, / d e hoogbouw
He A Dd ET # DEI 2040 Heoobe trvetnunvisle Amsterdam nadrukkelijk te ervaren. Dat hoeft geen
AN Go PA AE | Lj \f > ouw wordt gezien als een van probleem te zijn, int
À re Le en Á Al d de middelen om de stad te verdichten. onderdeel uit van olene
; 4 SEN 7 ad De kaart van de Hoogbouwvisie toont de | Lane
IN / / ; 7 ae andschap en kan het des te inte t
EN; md SN LA specifieke zones en concentratiegebieden maken. Nadrukkelijk dient het hier te gaan
| 7 j pj Lat waar hoogbouw toegestaan is, overigens om zorgvuldig ingepaste accenten
| eN ef S alleen onder strikte voorwaarden met
\ AET We Ze 5 28 verekdng tot bouwhoogte, situering De hoogbouw is niet slechts als statisch
Ama 4 zó Ta ; ovoor s. beeld te ervaren, maa d ii
A -f a 5 Oe Verschillende van deze als wisselend berspectief wil ran oo
Sk da a m gs Se Sonenrateoenenen liggen inde koppen voortbeweegt. Daarom is het belangrijk
CEN eey, TA De 4 jn Ne EA es 3e eggen, die daarmeedoorhoogbouw diepte te bewaren in het stedelijke
/ Bn) dd OGEN SE A Ni wor en geaccentueerd. Voorbeelden zijn _hoogtelandschap. Bouwhoogten direct
AN tt nn ve Her Ne eN me e concentratie rond station Sloterdijk, op
\ Ô knee Sg 7 : , grenzend aan het | +
Li mid eN AN Sad 8 PT de kop van de Brettenscheg, maar ook d n het landschap zouden zich
\d DE ET Ed g e dus tot 30 meter h
S Bl DE Ae NA A TN El me YA concentrati bii ‚ eter hoogte moeten beperken,
Be js A RL ie Id €: . ntratie nabij het Amstelstation, op de met hoogbouw tot 60 meter als accenten
j A ZO) ER) EC il \ 5 en van de Amstelscheg. liefst in de tweede linie. De knooppunten
N LA A ; î 5 2 rk NG Í 4 uist vanuit een open scheg als de met hun grotere hoogte bieden een derde
IN k A ; f Ar! k Hed ba Ree 3 dieptelaag. Voor het MLK-gebied geldt de
\ B 4 L ZS vld = Gn ES 5 Se S 8 Ì Wat is reschbeurt beperking tot 30 meter vanwege de ligging
Dj WEE PS | PE ZN ’ grenzend aan het landschap.
ee air zy 8 / Á ÀL ° .
en \ 1 ) | Xe, Rr RA Á Se Onder hoogbouw in Amsterdam wordt
> 4 Pe , a. Lj A , X verstaan gebouwen vanaf 30 meter
ES Á Pi F Lj / ha ì En of tweemaal de hoogte in hun
À ú op |; 5 ll | irecte omgeving.
ps in ib |
Structuurvisie Amsterdam 2040, hoogbouw en het metropolitane landschap E
18
EE AE (s
eee 2 3 TEE A De N
ed lin
Watervisie Amsterdam 2040 S A re en mn à 4
BEE Ka 4
EN
In de Watervisie Amsterdam 2040 (14 nn Ne So a EN » FS en
september 2016) is de zone langs de ee A Ll | af
Amstel opgenomen als openbare ruimte JN 5 SES
met een recreatieve functie. Een van | ZN os Te TT KO hd
de doelstellingen is om het zicht op het W MN €) SD.
water te verbeteren. De oever van het | De NN (4 D= in
MLK-gebied maakt deel uit van deze zone. NN be Dak EN m
B) N
Door de aanwezigheid van woonboten is | vel ze 4i IN
de Amstel beperkt zichtbaar vanuit het BS / ne \\ en
park. nn Is © \ me
U AU Ir fand Ts iN /
ene É -ä
In de Watervisie wordt de wens f ij FA « "
geformuleerd om aan de Amsteloevers | Wij ike EK}
geleidelijk meer zitplekken, steigers en É vi EN gn N
o ' 1 NC SSS PE en
p- en afstapplekken aan het water te EE BES je za
ontwikkelen en het zicht op het water À IA 2, 5 4 Aad Od
‚ f =|
te verbeteren. en van 5 te verkennen | Se 5 Den Ds N :
opties is de vrijwillige verplaatsing van een be) p EN BNN 2
aantal woonboten uit drukke delen van de e J 8 Zu NR NF « -
Amsteloevers naar de Houthavens, waar RS en PN SN
vanaf 2018 tientallen nieuwe ligplaatsen = OO Dl DEN Neen
voor woonboten worden gecreëerd. EEN 0 en Ö Dd Er Se SK Oe NS mn
Leh SeSn / AA AS BEAN DA Seo Se xr
. N Es ee Ô à Ed K REN S=
Voorts stelt de Watervisie dat water als plek " Ee Ei AN RON ’ a
voor verkoeling in de zomer in de toekomst B eN rog > a N In | ke
— gelet op de klimaatverandering — steeds Nn DE RP \ / h kN
| \ ON ee: Eh / Be. \
belangrijker wordt. De aanleg van één of | __— =d \ Ne 2 . 9 IN Se
meer drijvende zwembaden in o.a. de ä = BNS B U ej ss:
Amstel behoort tot de mogelijkheden (zie ES | S \ EEDE Te md D
voorbeelden in Antwerpen, Parijs, Berlijn | \ ke A As Per ál Da _e {
en Kopenhagen). Ook het MLK-gebied ST APT ie JN en ) Tk
lijkt zich goed te lenen voor een dergelijke _ ON VAD 4 /
3 ee 20 OD J
voorziening. k n _ CS om n
À / en AN ZN Openbare ruimte en recreatie
Zil Es EN n B pn (| Watervisie Amsterdam 2040
19
Ee ET . ek ï : 3 TTE ef n Ae
ee en, Ne Re Za Pe ee À Ek a pe een pd kle
ee ee: Ee fe ge, mn A Me ee ‚e ee s
ie Ie 4 Pi EEN Wen ES en WN | Concept Groenvisie 2050.
De NNT en EN Een leefbare stad voor mens en dier
ne fi z ee vil is A ie ee af ee En en el
A ee en Te $ nk Bi nd Pl / Ne De Groenvisie schetst het beeld van hoe van beantwoording waarin ook staat wat
ed ee JE me 5 Ee EN on | 4 ZTA ee el Amsterdam zich tussen nu en 2050 verder burgemeester en wethouders met de
ijt Ta Rn ne res A A ROS ek kl kan ontwikkelen als groene stad. Door de reacties doen en welke aanpassingen
5, kn Ze sl Er est! 7 ee B Ee Se el Ne verdichtingsopgave en de opgavesrondom aan de Groenvisie zijn gedaan door de
zet de we, dá Er a Ei Ae „ Ki’ An Ln „ energie en mobiliteit komt de schaarse reacties. Vervolgens wordt de Groenvisie
EES Dn Pe > 0 f id À \ re À Ke nn rt Rd open ruimte in en om de stad onder druk. vastgesteld door de Raad.
ND def ei) ot Ge EZ
as fs 5 ER } Week | Tegelijk groeit de behoefte om dichtbij Woonagenda 2025
al. Ee K 0 F7 Srmmns ns ; En 1 a al ee k 0 ' A Ee ee de woning in de stad gebruik te maken
d hen et | P BA zel ei Tl | dE Se van een prettige groene ruimte. Gezien De Woonagenda, vastgesteld door de
ee A ee 4 ee En (5 ï ed! - ee RA Nn | Nn het belang van groen mogen de grote gemeenteraad van Amsterdam op 19 juli
==, sn DS A We rd Ie EN j eN Ô kee stedelijke opgaven niet ten koste gaan van 2017 heeft als uitgangspunten voldoende,
mn Be EN nf nt là ne Ke ho met TN ee | de groene ruimte en de kwaliteit daarvan. betaalbareengoedewoningenin2025.Voor
As BASE Cic ilIE n int PATS De stad moet juist waar mogelijk meer het uitgangspunt ‘voldoende woningen’
5 al Eh: Ne, eet" =| RS ASN bl groen maken en het bestaande groen beter is de ambitie om de woningvoorraad en
Ee es danen sd arne eN 1 Là, benutten. Dit kan door in te zetten op een _woningbehoefte in 2025 beter op elkaar
Fe di Ne ei ke Es ee 4 sterke groene stedelijke structuur die zorgt te laten aansluiten. In de woonvisie worden
NE ed ne oi id ° en A dat de stad leefbaar blijft voor mens en o.a. de volgende acties benoemd:
í Ee _n hie en OS ha IS wa N dier. Dat leidt tot een groener beeld in de _= Jaarlijks minimaal 1.500 middeldure
Ee : en EE 5 ; Ln ee ST |__stad op plekken waar dat nodig is en tot huurwoningen laten bouwen.
(tad lk An kN AN en IJ een hogere waardering voor de publieke = Het hanteren van het stedelijke
E me athens In ben \ a SS ruimte in gebieden die nu al redelijk groen uitgangspunt voor de
Fade ï ln NI 48 ie in 6 Wi ss zijn. woningbouwprogrammering: 40%
Fei ns LE /olia ne Ne) gereguleerde huur, 40% middelduur
is nn EREN a 4 Gn. ki el ed {In de visie wordt gesteld dat de kwaliteit (huur en koop) en 20% dure huur en
ts re Ee Hit EN ES {| van bestaande parken behouden en waar koop. Hiervoor zijn spelregels voor de
Ee 1 mi ' Nn TE ae TS > nodig verbeterd moet worden, zoals o.a. in uitvoering opgesteld.
Eran cie nn Nn Ze 8 het Martin Luther Kingpark. De Groenvisie = Er naar streven dat een significant
hok ik B Le lk & Tr EE biedt tal van aanknopingspunten voor het deel van het middensegment in de
ee: nij áR rl 4 | he ke k ‚ < \ _MLK-gebied. nieuwbouw groter wordt dan 70 m2.
aen ERS
rbe HALE EG Ae DE: ef Cn Ss Van 12 mei tot 25 juni 2020 liep het Het MLK-gebied speelt mogelijk een rol bij
e Es inspraaktraject Groenvisie 2050. Alle deze ambities (zie hierna: Koers 2025).
Ligging van het Martin Luther Kingpark t.o.v. andere groene gebieden reacties worden gebundeld in de Nota
20
f mak, ES - \ Uitsnede kaart Koers 2025
Î A ‘ %
/ \ \
Î Dn N' \ 1 En Bouwsteen 3
|
! Bouwsteen 8 s ï Bouwsteen 3 — Ring-Zuid — nader te bepalen
Koers 2025 Ruimte voor de Stad Amstelkwartier Ae ei /
k ee , zE Projecten: Buitenvelder-Moord (ntb), Kennedylaan!
Een deel van het MLK-gebied is in Koers | — Te an, O, / Utrechtsebrug (ntb)
2025 (april 2016) als strategische ruimte K _ el Kn _
opgenomen voor woningbouw na 2020. Sn N Tk nn
Het betreft de Atekpolder ten zuiden Ck DR In
ea Î 1 Investeringen in condities: herinrichting stadsstraat
van de Utrechtsebrug en een strook ete / 1% .
. : 1% Beethovenstraat-Gelderlandplein-van Leyenberglaan
langs de President Kennedylaan tussen
de Mirandalaan en de Utrechtsebrug. ee ben e g Nt Afhankelijkheden-risico's: ‘oververhitting’, maat-
Voor deze gebieden bestaan (nog) geen Ne Ek \ schappelijke discussie sloop-nieuwbouw Buiten-
gebiedsuitwerkingen. Ee nn A veldert-Noord, “inrol’ stadsverwarmingsnet richting
. NO Zuid/binnenstad
Het bestemmingsplan
H . . El art | N Vn Ta?
et vigerende bestemmingsplan HA WA Er + HA ed Ee En
Rivierenbuurt voor het MLK-gebied dateert ke 4: ed EK 5) : he
van 30-01-2013. Het is conserverend HT 4 nek At af
nn te ilt 4 / Peep
van aard en laat geen substantiële TS AA B : EU
Er eet 7 EE
ontwikkelingen toe. Voor het perceel | | B AX in
Amsteldijk 220 is op 01-04-2015 een apart NN ú ee AG id î 4
bestemmingsplan vastgesteld. re Aan ree Er AAS PE DL Ù L
EN Gs A Be aan ed En f if
Dn ks SAAN Ek
ar, KAS AT tt tf b
pe Ke EN Pr en
Á dn AAN A RAT krtn
À di tettert ii
A MD
Ph PA 4 ze Î
| DEE 4 re ef
Ì LC 6 hu Po
| DOOK
ol Nl 4 CANS
en Mn ff + a U |
Ln AR et 4 | a
EN nand : 0 ON al f Af: ne | \
En Postzegelbestemmingsplan _ Me NC4 Bd en DE EN ‚ b A eee
… ee a en NJ En Fr 8 A k
Amste dijk 220 Te NA Sted RA \
21
l DA \ S
af \ SE Aanpak Rainproof / Hittebestendig
ZN
Pe af af \ De NC TN De Rivierenbuurt is een van meest urgente
Ef \ \ Zag je wijken waar een langdurige hoosbui grote
| Ì | Mn \ an an schade kan aanrichten. Waternet is met
= voorrang de capaciteit van het rioolstelsel
Kd ze EA aan het vergroten. Op het maaiveld moet
IE 4 af echter ook veel gebeuren. Het Martin
mn Ld | \ Luther Kingpark wordt rainproof gemaakt
TT | à A om ook de buurt te ontlasten.
| | | \ \ 5 P4 » LL dâ Zr . N De stad zal in de toekomst ook steeds meer
ee AN | \ E met hittestress te maken krijgen. Parken
1 Vrt \ \ N | bieden mensen op die dagen verkoeling.
an nn EN NEN Da Ö Ook voor deze functie wordt het park en
EN A s Dette _—À À de omgeving groener en toegankelijker
IN \ Sd Á NM | Á gemaakt.
it _ _
B | ,
| | m d
, nn Ontwikkelingsgebied es Ef (>
î 6 50 100 200 300 400 " Í \ „ Mogelijke maatregelen te vinden op
an Jy \ JN \ www.rainproof.nl
22
Sportvisie 2025 se ;
De Sportvisie 2025 'De Sportieve Stad’ Ä
beschrijft de ambities van gemeente Ee pee
Amsterdam op het gebied van di … ei
mogelijkheden voor Amsterdammers om B Ei Ere
te sporten. In de Sportvisie is het volgende 4 eter,
doel genoemd: “Het verhogen van de 5 ne As
toegankelijkheid van (gemeentelijke) E r
accommodaties, door een betere zj ted ge
ontsluiting en bereikbaarheid”. Dit sluit A er S
ook aan bij de Agenda Zwembaden, < Loke
een uitwerking van Sportvisie, met als eE EN \ giet ,
speerpunt een aantrekkelijke, veilige neen ï dk
en toegankelijke zwemomgeving in de EN EK e
Amsterdamse zwembaden. d E
Strategisch Huisvestingsplan Sport <0 1 ie s
Het Strategisch Huisvestingsplan LEE E
Sport (SHP-Sport) geeft een meerjarig AS = É
overzicht (periode 2020-2023) E de Dd 5
van de investeringsopgave in de AZ e fe Oy
sportaccommodaties, op basis waarvan Es 5) Pe testo pe Ot b
jaarlijks middelen worden aangevraagd. Re: es de
In dit SHP-Sport wordt het MLK-park tented EN Kl 5
genoemd als plek om sport- en EE BEET ETE EEE gn AE
beweegmogelijkheden toe te voegen. De A egte
ruimtes onder de Utrechtsebrug gelden als Ee | Sera t
potentiele plek om sportondersteunende HEETTE 't Loopveld LE
faciliteiten te herbergen. Sport&Bos vraagt EEE Heit er H
hiervoor middelen aan in de aanvraag HE | Ei
bij de Voorjaarsnota 2020. Ook de di EEH Spatpark =
planontwikkeling van het De Mirandabad is HE een e
meegenomen in de nieuwe aanvraag voor EEEN : Sportopgave in
de Voorjaarsnota 2020. sitt : Centrum/Zuid
23
Scenario 3
io 1 Scenario 2 el
Scenario EN ER
ent Fn A) Ee ON \ DD \ Se
A) x En Bin ESL 4 he _ TA B Ze LF \
EN 4 ee \N he _ TTS 5 EE g 5 < he { 5 cl ‚
B hr oi EAN Î ee A _ \ me Ni B E Se DE ale \ Nl \ 5 Ben Ne ERS EN Ak da pr \
SNES a Se NEN IES \ De Sr |
han, n Á Ea eeh 4 A A zi gen NE RA PA en pelt Ee eh pe HOM ' \
RS 8 SSSS Ls | SA | Ve \ LS SNN AREN U k Te ER e EES Sd \A
—_ Emile A) AL \ i e= De De El \ De er \ DR ee En N Ps
Di AN Ge X L rss le KW | a j Ee ER
PR KOUWE IN ee ner
LO eN He 5 EN Ti Re k | if, AAN q WK
| bi nn Pd Kef LE ed / % | W | EN en Ô
Î « A | 4 3 a | Ì in | W ie Dr Ie ph ED hi, % | - Ï D f =ZÂ in A | _
STR en NAD Ben AN En
Je ML / ee) E\| NS eN | ES 28 Dj) j (1 eN en Ema Ne Di =n Sd Ii 5 Sen
\ K Ien | Ii} el lg ze Ee Ki le wiel E Ed Gn h Eh N Ee) Gn BES) 8 Ki Ga BN MN S AN Ge
B) |Z NGS mm KEEN EF A MANS
Te k Gd AN eg He à \ 5 ee SC 5 5} „mr Lj AN EN 5 E | \ Gs ZEN 5
BE ANSA \ AN bs É \
as DIE \ a 4 ZZAN 7
GES zalf Cam Ee 4E
WE Ee Kn Bn E A En A
Uh A Unen A mn /
Uns nn y
mn, de scheggen
_ Verkenning Koppen van de sc
24
TENS
ON :
re Ld Le Led 5
De koppen van de befaamde Amsterdamse Groen is belangrijk voor Amsterdam. ' gen
groene scheggen zijn uitermate kwetsbaar Daarom voert Onderzoek, Informatie RET Ee En Pl Ee rn de
voor verrommeling. Ze worden vaak gezien en Statistiek (OIS) sinds 1996 het Grote f RP RN el ar Uut ha. an ee 1e,
: : te ; ri, en mn reet
als restgebieden waar functies kunnen Groenonderzoek(GGO)uitinopdrachtvan Ks me RN _ ain
worden neergezet waarvoor in de stad Ruimte en Duurzaamheid (R&D) - in 2018 mmm mn De a RN EE me s i
geen plek (meer) is. voor de vierde keer. Met het GGO wordt E ae FS ml | Ee en d / 5 Í Ek
In de ambtelijke verkenning ‘Koppen van het recreatiegedrag van Amsterdammers Ee he 8% ij Va PE in al 3 E a
de scheggen’, d.d. 14 november 2018 inhet groen in kaart gebracht. dele TG mi 4 NG / re AL ib iS > &
onderzoekt de gemeente de toekomstige ee ar TN en Ed £ ben, E sl Nef
rol van deze specifieke schakelgebieden Hoe bekend het Martin Luther Kingpark TE ne Pl TE ne RL en Ge, Sr 5e
tussen stad en landschap. Het betreft zaken (MLK) ook is (als locatie voor de WEE Be en ED der dn re Ae Sad bere
als intensiever recreatief (mede)gebruik jaarlijkse Parade), het park kent een Km is, ere ‚ He ; ft,
en het toevoegen van groen recreatief aantal structurele ‘problemen’, te weten En
programma, steeds beredeneerd vanuitde (1) de ondervertegenwoordiging van
unieke identiteit van iedere kop. huishoudens met kinderen, (2) de notie bij boven: Terras bij het Amstel Boat House
velen dat ‘er niks te doen is’, en (3) de flinke onder: Zicht op de Amsteloever vanuit het park
Voor de kop van de Amstelscheg, waartoe barrière die de Kennedylaan vormt (en zo ___ EE EEE ETE __ ar
het MLK-gebied behoort, worden drie de Rivierenbuurt afschermt van het park). i en nn À dee 5 gt ee Ee ús bl En E d WS |
scenario's gehanteerd: ‘leder voor zich’, Het verrast daarom niet dat het | Rhee RE. LN Ee be He 2 EZ kh
‘Beter benutten van het bestaande’ en rapportcijfer voor het MLK een schamele dn WEN ee 1E: Te ri e Ä WE
‘Ontwikkeling van groot Amstelpark’. 6,7 is, ver beneden het gemiddelde ij Tr Mn en EE CN al
Alle drie scenario's hebben met name (7,2). Het Amstelpark kent het hoogste : 4 EE 5 ES ee in it d je ti S
betrekking op de locaties ten zuiden van rapportcijfer (8,0). KR tn Np be ere EN Ka e
de Amstel. De keuze voor één bepaald | ' 8 Ì en eel P ds AE A 3 Talk ; d ie F
scenario zal evenwel invloed hebben op de Het park wordt mede door genoemde Ë te ed EN ks. ET ERN ‘4
toekomstige gebruiksmogelijkheden van kenmerken door bijna niemand genoemd ‚4 ë ee ri Dd ak el al
het MLK-gebied. ‚ n als ‘meest bezocht park’, en speelt geen Re a EE, in ERE ad er 9 dl
Vooralsnog lijkt er bijvoorbeeld weinig bepalende rol in het ‘buurtgevoel’ van dit Wi = s dl Ber es te De 4 hels
zicht op (aanvullende) horeca in de deelvan de Rivierenbuurt. En dat is jammer En cht TTE me: Red
koppen van de scheggen, terwijl uit het in een tijd waarin de trek naar de steden in | EEn pn be ri viel he Ke me d
gemeentelijke Groot Groen Onderzoek volle gang is, verdichten een noodzaak, en B Er k Je E re RAe Rh A
2018 een duidelijke behoefte naar voren vergroenen een vereiste om te verdichten. Ae kak OE ge Hm banen ee den
komt aan horeca en toiletvoorziening in Buurten park moeten daarom een eenheid ke ah aard ke. \ li kB EN Bn
parken. Horeca en (tijdelijke) activiteiten worden. TE mier ge A nn B
kunnen aanjagers zijn voor de recreatie in EE ee RAE" ere ke EE er Sen
het gebied.
25
LT Teen en AE
A Sn AA O' . . °
an A SE ® bied
Aes EN RA kb Historie van het MLK-gebie
hen fs wilen 8 3 mf 8 a À “ 4 ee,
El ENZ pe mn nt | re, ze sl Het gebied waarin het Martin Luther
TTA 5 15 : Kingpark is gelegen, maakte deel uit
> L ir Zil Ha sss PA van het Uitbreidingsplan Zuid door H.P.
NI | | /X haal" ur |
Ì u aart en Berlage dat in 1917 door de gemeenteraad
nn gn Bars, d a,
= Í NS Ze ZEN : werd aangenomen. In het plan werd de
Ku Ì | ziil Te CN a - overgang van de stedelijke bebouwing
\ WananRs LATEN @ \ dr naar een recreatieve zone vormgegeven
SD 4 TENEN Se e % 5 Ll met een park. De uitvoering duurde
du 4 == Pe WE g
EN. amen er Ie E Nie langer dan verwacht. Ir. Jakoba Mulder
en f kte de eerste ontwerpen voor het
kn Hen" maa Pp
end ê SS) Amstelpark, zoals het park oorspronkelijk
. meel heette. In 1936 was dit park voltooid. Het
Dad was destijds ongeveer de helft kleiner
n r Het parkgebied grenst Een Plan Zuid van Berlage, dan tegenwoordig. Uit een kaart van de
pen een beschermd stadsgezicht. Dienst der Publieke Werken uit 1936 valt
ie LEEN EA EE VE AN op te maken dat er ten westen van het
SA En me ne A Amstelpark bebouwing was voorzien die
en AN! ls Ee et en à Ee Eh vergelijkbaar is met de huidige situatie.
ik EE an Te de Ce Hier was het Amstelparkbad gelegen,
Ee en ll En gn en er 2 ee er FEE
sl, Br er} Ie EEn e KEN ie Kd evenals enkele gebouwen ter hoogte van
mi Lln De | Een A ': EU les Ee ee en, het huidige De Mirandapaviljoen.
EE nl iN ses ES el E , Weest ï ie 4 g J
besl ik a Ed EE Da de ED en ts an Es } a } E- 1 HE,
RE: Se 0, a nk EEE Mi Él ze Ie Amstelscheg
en RN E en = en Ki
AH an Eman an In: Ee ei In het Al Uitbreidingsplan (1934
ED iis ESR OE ZET Lisp ee En n het Algemeen Uitbreidingsplan ( )
La en Ee nr vi eg Be id s Ee Ei A s ZM ij Ae werd het belang van de groene scheggen
Bn Ta) DN ee | voor de stad voor het eerst stadsbreed en
LS Tet KN SD EE ite EA als onderdeel van de stedenbouwkundige
VIET) IL TA 9
| a A Wte er + We, 4 Dh, EN ke ij 1 ii kh k hd De visie vastgelegd. Eén van de drijfveren was
nn NO Oa TEN Ht Ek Ey) dat de bewoners binnen korte afstanden
EES Br NEE B td A
en 1 El E- Le Ea eN vanuit de woonwijk via groene structuren
nd nn EE D BE _ s bij de scheggen konden komen en zo in het
en Ë G en 5 rd nn É ommeland en de natuurgebieden rond de
En " ri 2 stad. Dit uitgangspunt wordt nog altijd als
| AGS == II £ een van de belangrijke pijlers gezien voor
ns SL | | de leefbaarheid en aantrekkingskracht van
Fils # in Kaart van de Dienst Publieke Werken uit 1936 de stad
26
ee RE EEEN E
ee AER
ie dS ee
DE nn EN NE OST een WN
EE : ä zl RS en zh ei en 5 Ei Ren. " bier @ en
Het Martin Luther Kingpark behoort tot _Utrechtsebrug en De Mirandabad ek En oe 5 5 5 e: Sn Ns Ln en len
de kop van de Amstelscheg, waarbij stad ane RN, f Ks ke ne S Un is ee Ee end
en land in elkaar grijpen. De Amstelscheg In 1954 werd de Utrechtsebrug, de op- & MT: een a Ne, TENS n Be Se
is een historisch landschap met tal van en afrit van autosnelweg A2, door het Ki me E Ko ï on ee S Ni Mk Ns. in nr Re z5 E
boerderijen en ‘buitens. De ‘Kop’ van park heen gelegd om aan te sluiten op AM Ae IEA oe an BS Ga En en Nan. Ee Ee
de scheg vormt vanuit de stad gezien de de Rijnstraat. Bij deze ing-reep werd het al AN EN B ge TE Br e
toegang tot dit gebied. Bij het ontwerpen park opnieuw beplant, naar een ontwerp Kel ‚ ON 7 bs " ie re ee ee SA
van het uitbreidingsplan voor Zuid door van J.W. van der Meeren. In de jaren na A zn gn EE Le en nr eri Ee Pe
Berlage speelde de toegang tot de de oorlog, en opnieuw aan het einde ike ie ee DR EA gp d
Amstelscheg en de Zuidelijke Wandelweg van de jaren zestig, werden er nieuwe me ee WR ver EN k, ee if
een belangrijk onderdeel; dit maakte namen gegeven aan enkele straten en == ve Oi: Aria ei, al
toen al eeuwenlang onderdeel uit van plantsoenen in Nederland, ter ere van Peen 5 a ks, ik ze bes ee ‘ b
een geliefde route voor de stedelingen bijzondere historische figuren. Zo valt ook EEE TE & 4
om de stad te ontvluchten naar het de naamgeving Martin Luther Kingpark en Em An 7 en df
bijzondere landschap dat ook Rembrandt te verklaren en de verandering van 9 El Bei it 4 is j' pe chi Td El
regelmatig als onderwerp gebruikte. In de _Amstelparkbad in De Mirandabad. E kle er pi
stedenbouwkundige opzet van Zuid is er Het voormalige Amstelparkbad werd aan e nnee eee a ee
dus nadrukkelijk rekening mee gehouden het einde van de jaren zeventig ingrijpend _W& re A ed SD AD Ea
om de stad zich hier naar het groen en gerenoveerd en grotendeels overdekt. Het FE Es Ef er nf Babil 200 pe EE Pt dl Pd Pd
water te laten ‘openen’. De bebouwing is duurde tot het begin van de jaren tachtig Gm 4] Em eN er: ES pe af 5 P se
nergens overheersend ten opzichte van voordat het park zijn huidige omvang _ ZE ee En „ EE ze 5 Pd 24
het groen en de aangrenzende wegen kreeg. Bij deze herinrichting werd ook het as a ze 4 ne AAN AR ET
en woonstraten hebben profielen die westelijke gedeelte, met daarin gelegen en ne 5 E je | wa seb EE
het groen verder de wijken intrekt. De het De Mirandabad en —paviljoen, bij het | Ee en et AT Zen We
grote waarde die aan deze groene zone Martin Luther Kingpark gevoegd. ee en dl en Jar B ol rn ee E
gehecht wordt, komt ook tot uitdrukking ne ee en an ien Re e en ORE Eà
in de aanleg van de Utrechtsebrug die met Met de sterke toename van het autoverkeer mt Tee be, Ld a 4 ee A, ge ed |
opvallende subtiliteit de stad in welft met werd de President Kennedylaan steeds er ET i Ei # kes El Ge K. 7 P
zo min mogelijk ‘wandvorming'! in het park. meer een fysieke en psychologische Pen GR el REEN el Nd g En B Pp JE
barrière tussen de Rivierenbuurt en het Ei EE Cn rui al Be
park. Door de geïsoleerde ligging hebben zi dk Pi Me tn ar Rt ie LE Enig ETE ee
zich in het MLK-gebied in de loop der Se pe ls pe et 4
tijd, tamelijk ongestructureerd en ad hoc, B Wa ri Ep. Aen A RE e
verschillende functies kunnen vestigen en Ke re den ed inte RE Ee
ontwikkelen, waaronder de woonboten in er & mn ii ded ee a il E D „Gn
de Amstel. Ee e EER hi EE
pe rn er REE OC
27
En
en Á
Í gl Lm ie nn, dn
i Ld Weken: | #1
} 3 BE LE (en ik he L def 4 ik k - a
nn ere Eg” FATE |M t | en
di a en me RT On A
M il En Ca} î Lan he | YÌ
en bd iens | nn = ns
NE PE tE ES
: . eit Are E, ë en et N EE. mee ee zn ie ui ee Oe
he TE Ee Ei dn En
re En AN de EER einen
4 et et ii en eten L !
rn mt 5 Ei Es pe S is ee mn Ë TE REE en N mie
en EE en y
en em En ae Pe 7
… En eee en ER ee EE ne E
te
en neen SE neen Een
boven: Gezicht in noordoostelijke richting vanaf Utrechtsebrug. Op de achtergrond de Amsteldijk, 1958
Door de afgezonderde ligging van het MLK-gebied hebben zich er in de loop der tijd, tamelijk
onder: Rechts op de foto de Amsterdamse Tricot- en Kunstzijde Fabriek. Links: de Utrechtsebrug. Op de ongestructureerd en ad hoc, verschillende functies kunnen vestigen en ontwikkelen, end de
voorgrond de huidige President Kennedylaan (sinds 1964). woonboten in de Amstel.
TT EES ni r
Ll KE Fb ark
U ARE r
aA ui |
hk dl or E =
NN hd er _N
KL sad at k dd RE a Zn
LB he mel RR: ie en LN Ji enen … ù. d p led
hes Ee ee bi TT ded a 2 En 1 ie
ete | Li : Ee gs
=e erhalten hike si a
jj | Ô
EN en eenn E
Mt Sr
he en = a EN (Ò zen 2
en an We as
gere ee ee me el el he
_ ES er mk E ee, Dn nn En ij {NS
- n L ak Ee Ez fr
# ne
ee
PE: Ï ri : bs 7
! ir HEA
me EN Aj , AA
a son út EE
; A sE NT le Mi m0
28
1938 iN | 1938-1958 |
Ì
A |
Dr . / | , \
ek Á en
BE Veranderingen in
| | bebouwing
1958-2008 \ | 2008-2019 |
\
A
| LN
de el
B | $ |
\ \ >
ee AS mn JT AS
mr mN 2 i TN
0 md | De 0 |
iP on 4 IP > av ad
Je £ % NT . re $ N 0 .
IN win
El 4 Je
29
à ® 4. Kansen en bouwstenen
FARK ® ze Á
en Ä Uitdragen veranderende identiteit
gemert De identiteit van het Martin Luther Kingpark _ sportvoorzieningen.
KN et en zijn directe omgeving verandert. Ooit Cultuur is een belangrijke bindende
ei was het de plek waar de stad eindigde en factor voor de buurt en het stadsdeel. De
Ze het Amstelland begon. Bij velen was het culturele invulling, zoals bijvoorbeeld De
5 overwegend bekend als de locatie van 'De Parade, moet naar aard en programma
À Ra Ek 7 Parade’. Nu wordt het een plek die fysiek passen binnen het groene karakter van het
4 8 Jd mn £ en psychologisch midden in de stadligten _parkgebied.
ie HART ohiet nadrukkelijk deel uitmaakt van het stedelijk
he À pr Pp leven. Metropolitane plek
Feitelijk is het MLK-gebied veel groter en De omvang en programmering van
langgerekter dan het huidige gebruik doet een metropolitane plek is geheel
vermoeden. Het begint ter hoogte van plekafhankelijk: zo is de invulling van
kantoorgebouw Riverstaete en loopt door Overhoeks (Eye, A'damtoren, Paradiso-
tot de Zuidelijke Wandelweg. De noord- Noord, Tolhuistuin) min of meer ‘organisch’
zuid invloedsfeer reikt tot in de Rijnstraat gebeurd; het Vondelpark, zeker het
e £ en tot over de Utrechtsebrug. noordelijke deel, is een voorbeeld van
nf een metropolitaan park waarin groen en
Kl Z | Het uitdragen van de veranderende publieke functies gecombineerd zijn. Kop
FAS / mn An identiteit en betekenis van het MLK-gebied Java-eiland is (vooralsnog) goeddeels
En LA j vormt een van de belangrijkste stappen bij openbare buitenruimte gebleven. Het
- Ee en in $ het toekomstbestendig maken ervan. is goed mogelijk dat dit de ‘definitieve’
Fe A Lj / metropolitane invulling zal blijken te zijn.
EE Sport en cultuur
EF EE | 5 Het label ‘metropolitane plek’ is
\ kee vaN Bij veranderende identiteit hoort ook allereerst bedoeld voor een brede
| k and - toenemend sportief en cultureel gebruik bewustwording van de bijzonderheid van
\ | il, van het park. Zo kunnen met beperkte de desbetreffende plek. De komende jaren
\ / middelen bestaande sportroutes in en zullen meer duidelijkheid geven over hoe
\ ij door het park aantrekkelijker en veiliger de metropolitane plek in het MLK-gebied
\ ï 5 worden gemaakt, zoals het sport-padlangs zich uitkristalliseert. Het is goed denkbaar
en med de Amstel. De ruimte onder het brughoofd dat de metropolitane plek in dit gebied
van de Utrechtsebrug kan mogelijk een vooral groene invulling krijgt, al dan
geschikt worden gemaakt voor uitdagende niet voorlopig.
30
pn
|
k &
Verdichten kan niet zonder ie Sn , | \\
vergroenen Den a) e
1 { | | ie Ee PRN
Dat verdichten niet zonder vergroenen kan om kinderopvang of andere vormen van Ee! KE N k zn
is een van de conclusies die getrokken zijn buitenschoolse opvang te faciliteren. In a Vl 1 | ed
uit het Grote Groenonderzoek 2018 (GGO combinatie met een (natuur)speeltuin zal Dime
2018). Dat betekent niet zozeer meer m2 dat een gewilde bijdrage leveren aan het
groen ontwikkelen in bestaande buurten, voorzieningenpakket in dit deel van de
maar de bestaande hoeveelheden groen stad.
een kwaliteitsimpuls geven. Dat betekent
dus ook niet dat bestaande gebouwen Een belangrijke functie van het MLK is
of functies uit het park moeten worden het sporten, met name ongeorganiseerde
geveegd, maar dat gebouwen functie meer teamsporten, work-outs, hardlopen en
parkgerelateerd kunnen worden gemaakt. fietsen. Het gebied biedt mogelijkheden
Ze kunnen zodanig worden vormgegeven om deze functies te versterken, sowieso TT"
en bestemd dat het MLK-gebied als uitdoor en eventueel inpandig. Ä \
gebruikspark profiteert van het gebouw en gr \ $
de functie. Andersom is het park ook van Het MLK park krijgt door bovengenoemde A) v\ [ NU A
meerwaarde voor gebouw of functie. suggesties een hogere attractiewaarde, ij ï a rin HN | ve, .
Bij voorkeur komen er publieke voorziening waardoor er meer reuring ontstaat, wat op H_— nl al N— el Et
en in de plinten van gebouwen. Denkbaar haar beurt weer zorgt voor meer sociale | lg Er Ke 4 ken 4 ARE / Í
zijn werkruimtes met horecavoorzieningen veiligheid. Meer activiteit (en dus meer |C NN) der ee ek kl Rn vi
of een bibliotheek met een koffiezaak. mensen) is bovendien een attractie in es, AAE OR SS & ij ge A ij
zichzelf. a A |_/ Ee
Gebruiksgroen kan niet zonder es EN 5 en
verdichte buurten Groen-blauwe kades ontsluiten Í k Ì e &
ê É an 3 AL ee & /
Een andere conclusie uit het GGO 2018 is Een andere belangrijke conclusie is dat Û JEN Ï afp An Za 7 _/ —
dat gebruiksgroen niet zonder verdichte combinaties van groene en blauwe plekken E me | a OI, av IIA | /
buurten kan. De gebruiksfunctie van in de stad de laatste jaren een enorme LL Á BT df (Re B e
een park wordt versterkt door buurten toeloop hebben gekregen, mede door venete nn bi | Ml 5 1 IN
waar veel (en liefst veel verschillende) de warmere zomers, maar ook als gevolg Ee Ne
mensen wonen. Draagvlak en -kracht voor van de toegenomen uithuizigheid van
voorzieningen in het park nemen daarmee stedelingen en dus ook Amsterdammers.
toe. Het MLK-gebied is bij uitstek geschikt Hier ligt een belangrijke opgave voor de
(her)inrichting van het MLK-gebied.
31
) SCD EN
SN a Ù
NS ais
SS ra B IN
Se Z a zt oen
Co @, Á a mz NE Ed r > Grotere openbare toegankelijkheid
AN UH ar RE
Sr ied IJ
eN EA sl B | fT Het eigendom in het MLK-gebied is
ms ES A Ee zi rt LE versnipperd. Grote delen van het park
LEN Sil Pi ms EE Rae ea | Ht zijn niet openbaar toegankelijk. Er staan
er ed me T \ . …
ES mm mus el Ee En En een ke > veel hoge hekken in het park en er zijn
| EES ed PRC EE EE Een Ee EEn verschillende privé-parkeerterreinen. Een
DEES LES Len Ee Te DE Ee Eese Ee ST substantieel deel van het parkgebied is
Ed EE ZEE rd et L ,
EEE EES DE EE EE Eed EN Ee Cn Een verhard.
ES EES EEA EA Eed Ed ceed id 0 6
EE SE Et Ee Ben Cn On En
EE EH EEE Eese Ee EE ee En En Se : Een van de opgaven is om het MLK-gebied
SE EE EEE Ei …
| SES DEES Ed ES Á ee en Ea EEn H toegankelijker, meer openbaar en, waar
DES EES FES en 5 n :
nn EELS SE ES EER Ee rt Er ran mogelijk, groener te maken. Dit zou onder
Lj] ER Eb Deb Slk oi zu / meer kunnen door eigenaren te bewegen
7 ,
T ER 8 A hekken weg te halen, door ‘verscholen’
ar A openbare ruimtes tussen de private
> == ZON $ percelen weer fysiek en psychologisch
Ì m n 4 Ô- gy bij het park te voegen, door wandel- en
° LO / SD : fietsroutes te verbeteren en door het
5 S 0 vergroenen van de verharde delen.
| Nn E |
IN \
SS |
SS
“De / Gemeente Amsterdam
Sn
SL \
à | Ù In erfpacht uitgegeven
5
Grondeigendom 4) LR | Particulier eigendom
32
Di | | Ì
En ZE
à 4
Ln T =
Tor
EE
Et
Openbare toegankelijkheid zj) E27 Gebied niet openbaar toegankelijk
En u
1 Ô an nn 7
\ | { A Ten} Le
\ a Ln \ \ 1 \ \
be en Ma | u
CT ed \ , ak a
(eee
\ \ nn _ Ll \
\ \ en “
| T za TT N | BS
et À
ie On \ \ \ ! | | N
A | Ne
a ra ral WN 9
EA a mak a Sea A en Af \
[UPL em mile EE en Bla! HA We if be
| | | | IN | Dl | | Ì EN Te ZA Ver \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ RA \ \ Ve en \
EEDE Tr ma Se AA
Tt! bt | Lt nn en 1 14 1 1 1 1 A | HAA _ 1
OENE HEE A A ST} N
OEE EEA AAA ve
EEDE B ed Ï
Et Lt BOE (jj Wi OA AA WT Er
EOCEEN EAA A ij
Erber tee Ae A Wi Wi ü
EOL EEHEEEE AA AA ed 0
En WA | Vi KA 5
LO Ht Ee en AA RBA A Nt NW My
ERE LEE AN id NN ke if
Ï Li Ï El \ \ \ ee \ ! »
ig SNK OA
Ll I L TT Sl | 7
— U Le A /
EE; \ ,
en op A Z
a TH | nn _ $ EN D’ 5 ZZ
TE == NN
° Li nn, /\
Lt Pe a i ÂJ a
TT In ad
L | L 7 KD
ali ie Pe
mmm | ol / Tl, n
a Dei EA
RNN / D_Â
| | e
TONNEN If 4 \
USC) pl Sj 1 yy?
_ De N \
TTT [7
Ei \f Lj
…__H SGS 1
— Ti Ù
Hi
75 0 7 Ï il
GD | û
„oe 9 gi
> Do > Ne 5
DD Lj
9 î
\ s Dy TD 7 mmm Hekwerk
HE
Li
Erfafscheidingen 4 mm Hekwerk in het groen
34
EN DE EN Ta ne red A | Ee ETET ie TEE KAT ES PATS
en 5 ee 5 ó IJ, k - rt, 8 oe " he 7 rt, E
re pe Nr „ A A / Ee | 5 DE, el ME al DE HERE A Ee Ede
ie kt ii la SaR ze eN bt 7 ANG Ee As Eh ee 25 Bek RE / pe ie es PI ke en RR TR a iT j
en ek ee ed Ei „ifs kf Hede ee en re SE
er 8 EN EE " EA Aes A p nd & Ne en En 4 ee 5 en En wl | 2 AEN te 5 Kh 0 +
te je NPN rn Ás Dn NS BR: 20 Zn kn A st AL ER Fi ble Ae EAN dn eds En eha
Ks, NE OV EI AE nele OE ef EE En ; he
Rt TEER ie Dn Ee dr A Ä EN. , Ei tE fe
EE LI Wen Wet | se | |
PE 8 E. . E NEE | hed
he d 5 fn àl se sd In 1d 5 8 el gn Pe TL nd ie RR. 5. : Ke
Ü ei gd: . “5 te hl Er iA! er E al A
Ond | a 1 SEN Te a re el | EE Ir beet gef .
il) Daf erf Pre ln TE RN ak er
ki à 8 El Eet En ' DE ” = - EN de
ien =h Í dek Te He Sia eb. ‚8 PN rate snee
Bboindeeenn Seen la
- edn n wet ES oe | le jd if u rn ier Er: o EN n ee rn |
Wilse ae Ke Ve ||
E 7 EN ï Eel ar | De zi ll Ter ATA Fei in nd RE ei | |
PERES der GONS R TED VE J ie MN OO
s E Ll 6 oi Hr 3 bn Pel eN 0 8e IE Í Er tt Ï |
5 he Bist ak: Ki U EEn 400 A SEE a A ied | | rl
ARD EI CR DN EE TE edt ES a 5 ee a
ONES NPDERE Oee enke ET OTK Ke
lissaen eld EERE ECE
EShndEdERZKEN 20m Spr lo et NE Oef ee En
rn TeK ENA es on WEE TE E nr ee ï KDE …r
ee È rest E RN nr Er Ke 4 PL GE 4E EN |
NN rn t° 4 wd ia er Ee Es Ô het EERE jen Pi Be & je f E Pr EN
ee Pel L A EE eh aders he h 4 dr k Á Fes hi Ë, Taj Er Kr k he " > IA dd
EN ee e= HC ed jl if ee É : TE
en et E eee : te p nen dE L ne ed
rt keke) es SES ik ê en : f AAN ve ie oe
Fl li Ar Ee Je Hd A " Mche dd Kd L Ee Î a 4 Jh, LE AE we, är Ä dt ei nd Pr 5 5 Er, Ok à 7 El zi
trede dT, HRe LU 2% ks deden 5 ES en. î Oer HR al Ne RN Ee
É $ ik 4 N Die EE ke. +0 f fi ee ont ei, KS 4 k k 3
| ESO Lam S=
| ak Son en
en ee
k 5 Ni, Or zee - ee
eee Er el EE EE nn . =
ml, kj} TE er A nen zr zE nn
4 pe Ee le t‚= en - ml il
ed | OE Ee
Eg er nr Nn ï re en Se : e
35
ne En 8 Uitnodigende, openbare plinten
| Ee mn ee Belangrijk voor de aantrekkelijkheid van
ed en — me het MLK-gebied zijn de uitstraling en
es functies in de plinten van de panden. Hoe
TE A= he meer publiektoegankelijke functies in de
EE 1 ! OI mn En ee plint, des te groter de belevingswaarde
: en de bijdrage aan de (gevoelde) sociale
en EE: veiligheid in het gebied. Op dit punt valt
be mk md nog een wereld te winnen.
nn _ Bes n — pmm
Openbare Amsteloever
De Amstel wordt ter hoogte van het
MLK-gebied nauwelijks gebruikt voor
oeverrecreatie en/of de zwemsport. In de
Watervisie wordt er voor gepleit om de
opties te verkennen om de woonboten
deels naar elders te verhuizen, teneinde
de Amsteloever weer voldoende publiek
toegankelijk te maken. De eventuele
Ee verplaatsing van de woonboten kan
uiteraard enkel op vrijwillige basis gebeuren
Er EE / Un a Het is sowieso de moeite waard om te
da a en onderzoeken of het zicht op de Amstel
Ve „JN lan ne kan worden verbeterd en meer ruimte
| EN mj | NN voor recreatie kan worden gecreëerd door
! Poef rì In 1 Teen de beplanting langs de Amsteloever op
El N- el € Í specifieke plekken uit te dunnen.
ES
4 jl Pe =S
ON
36
ï if
Pr en en |
en NN
/ kj f
| mmh €, |
vant vaarmrund : med! :
me es ' nn en En „- z
En B ON] ee CANE EPE _ ak A ol ar Er ja ze
RS ke MN £ E: iN me es Bats ni f
Ì : im Eer Er Oe zi Se ri
ge Jl Eee Ee We ee En E ee NE 5 bii dende =
/ k  7 eN heid A PE an i EE dd ei
OAN we 4 ne ee nie kh. O7 £8 al A,
\ | en se, mi, En ee Ee {5 *
Ee En
nn rn ee En et ik jp 4
en Es en ed
Zicht op de Amstel ter hoogte van het Amstel Boat House
ï if
Pr en en |
Art mn ae | Ct {
À U pe) md [ —
RE 5 Ee Blatt we” li N | ï
en LE en s re, en RE 4 WW 5
De im vw EN 5 en an EE A Ee a
ER te A = a 2 4
es Vh Ee. E Td Û
e ER Te ds ZS
. E l ht == ri: da oM } Ean 5 oe
SS Rn | PP £:7
and E 7 en A =S
ee rd MEN 47
AE en, hs en EN O1
il 3 E Ee Er É EE zi B 4 t IE EEn SE Ke DE ES EE Een E pr n re
Zicht op de Amstel ter hoogte van de Amsteldijk 196
37
VAT Teal
Ge \ Li / Ten Ì Di
Z Vl Ì 7 En: N
S Vn nn \ kn Di \ 1
nn en — Vn 1 nj
e 7 7 En nn - 7 \ |
Z CE dann
4 \ Er an Ti 4 \ ie
% Lj TT
eN \ T à
G Vet A Tr |
Ze 1 en \ EL
% EE Le | Û | k
2 ca iN \
= ZA ET
s eZ Lea A WN / 5
EA a melle A N
nn alilr=n Ee alien | VA | U Teal IH ‚/ n
! zl Cl TT \ Vk Vo 4 1 Vi”
FEED EEEN ZAAN NN LES \
OEZ Tl Ti en E ’ \ VA VA 1 Rn k
| | | | | | | | | | | IEN | | | \ ar | | En ï 5 [ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 1 \ \ \ \ \ \ D
| | zt | Le Ai Wi Vd Wi vd
OENE Hr EE Tes ACANA / IJ
OOOH HEEN NN u
EOEEDOEEE IEI HEN Ni ij
Ï ! I= ! Í 1 VA 1 \ \ LA vi MA
EOD HIEI DEAN be Â
FEED IEN DEAN AN P j
EEE Eb ENE AA A 7 “ Â
Lit U ll EE! | IN Sm WA A ARRA JI WS
7 En NN Di | n' Ve Vi Nr LS
Rt Nt
Pt BEE We Le ONS,
LW LE ef 3 Dl
den ee \ Â
En Ne LT
nn N ZZ \ eed A
ij | | N 5 _É
D | | OT * \ N à \ Pi
| | IN a
TT Lj N os
Í Ì Li Ne , Z
| Ei Ne
Li N
m SW
ee IN: …
nn (5 Ed NN CD fiets
Ta inl ZN
LA LEE s NS mmm auto
LL Hil 2 N
4 N 7 NN
eN N BULELLOELLELLEG OV/bus
OO , N
; El Mm mn bushalte
mn u
LJ Ï
Er » IJ | knelpunt fiets
0, Û
Ss O5 ì Ze e
5 DD Li .
TD Lj ? onderdoorgang niet
9 î ;
DV — ij . zichtbaar
. Li h
\ 5 Ï
U .
‚ | routes door parkgebied
Verkeersroutes en knelpunten, bestaand N £ ‚ niet optimaal
38
Verkeers-infrastructuur = Mi
De President Kennedylaanheeftvooralsnog Dit geldt ook voor de route langs de A SA ä
een belangrijke afwikkelingsfunctie voor Amsteldijk, een belangrijke recreatieve a edn ke
het autoverkeer van en naar de A2 en route met een grote potentie als een len. pn „7
Ringweg/A10. Deze functie scheidt de wandelpromenade. De kruising Rijnstraat/ RUK te a Ie
Rivierenbuurt fysiek en psychologisch President Kennedylaan is een knelpunt in = en Pl ,
van de Amstel en het MLK-park. Zo is de fietsverbinding tussen Zuid-Oost en ie
het alles behalve vanzelfsprekend om Zuid. De nieuwe situatie biedt uitstekende Ee
deze laan over te steken om het park mogelijkheden om dit op te lossen. pe \
binnen te gaan. Daarbij is de President ;
Kennedylaan uiterst voetgangers-,fiets-en Als het autoverkeer door het MLK-gebied
verblijfsonvriendelijk. verminderd is kan Bus 62 door de Rijnstraat
gaan rijden, met een nieuwe bushalte op
De President Kennedylaan behoort het'Rijnplein'.
samen met de Utrechtsebrug tot het
gemeentelijke Plusnet Auto. Mogelijke Onderdoorgang President
gevolg van het uit het snelwegsysteem Kennedylaan
halen van het Utrechtsebrugtracé, kan ee En: oe
zijn dat de huidige 2x2 rijstroken van Bijzondere aandacht vraagt het ge a) nl mn f
zowel de President Kennedylaan als de aantrekkelijker en sociaal veiliger maken X f” Nd Kal A B
Utrechtsebrug vervangen kunnen worden van de onderdoorgang onder de President Sn ) if ENNE ET k
door 1x2 rijstroken. Dit zou veel extra ruimte Kennedylaan naar het park. Het moet een ) ) Ì | er
scheppen voor fietsers en voetgangers. vanzelfsprekend en uitnodigend onderdeel ml En
Zo kunnen de krappe fiets- en voetpaden zijn van de routing tussen het ‘Rijnplein’ (zie ski
langs de President Kennedylaan en de _pagina48)en het park. Een goed voorbeeld EA | Tt n fh RE
Amstel substantieel worden verbreed. in de stad is de spooronderdoorgang [TS Wilke plz KR MES der
De President Kennedylaan en de tussen de Spaarndammerbuurt en het + RE nn. u : vl ie À k Ea Ì Ee
Utrechtsebrug behoren tevens tot het Westerpark. Te PS i 5 \ \
Plusnet Fiets. mn :
39
E
Vee) N
TA Te == \
Wi ! \ | u
\ Li Se À An L î
TT n \ … _—_ \ \
En dir VT \ \ à
\ \
Ed an nd \
\ Te == à
CN in k
\ en U \ Dj \
nt eZ \ \ Í | | \
ne he 1 Ì
A La Ar bez AN
Ten Vi | \ | \ \ \ \ an \ \ Á Ì
a ' 15 HAA \ 1 \ \ | \ \ Li
NT 1 VN Û
En ea VN \ HA | 1 Û
en Dl FETA DTT ane VA VAA \ \ bi 4 A! a 1
RE ME ZOE EN VA ARR En / 7
Tr A HEE eN AP | | ARN | W \ Lj | | \ 1 5 fE ij
ï Ei ! ï ï PT ï VE VA \ bi 1 \ \ an À er /
| | | | | | | | | | | | | | | | | TT | | TT | FE \ \ \ | \ \ \ | \ | \ \ a \ \ \ 1 \ W / d
Lj Tl Et | ï Ï I Li Ï \ HA HA 1 bi \ vi 7 de
OEE IL EEA AKE A)”
| | | | | "| | | | \ \ 1 | 1 \ \ 1 \ We | N
ij ij ij ij ij ij ij | ij ij | | | | | | | | | | | | | | | | \ | \ | | \ | | \ \ | \ \ \ \ | | \ ‘IJ Se
EEN Ot OEE ET WA NS LZ
OEE EEN EEN EEN \ TE RR En
Ï Ï Ï Ll Ï Ï IE, Lt \ \ \ \ 1 \ \ \ ed \ ‚
EED OEE AERRN Wet VJ
EDEN LiH EEE EL \ 1 1 En Vi Le Z Ee
EEH OEH IE Ve jl
Û Û ï \ Vi | \
OE EN Er Us — JD
LON IH NN HH /e Á
— Di Pet Lil Lb Pe! 7
FN en LE TT el ee Á
Ï Ï Ll © ®, ZZ
EN A ZZ SL
N \ af
re,
Fk Pad
= Rani er
EE enn tan zz
nn E 2
5 Ef 4 NA,
|| \\
Ef
n | Í )
_— Ì ZN |
1 @ 2 U
La En {5
/ Lt 7
| |
OLEN 5 4
ad Le NN 1 fiets
hav
SD Nl
ien 5 auto
Ll Ü
Ls TT Ü)
LJ Lm Ï 7 KEELEELEEDEELE OV/bus
—4 |
9 Ze 5 \
> {Dy 2D IJ \ BEN bushalte
9 LD if . Ì
3 U \
Dn lt \
Ll ij
\ s Ï d
. £
omst 7
Verkeersroutes, toek
40
an 5 EE ORE De MTBE dn
4 mn el gien U El ES SE a ET E or
Pe pi Er Ë É eek ek ib. 8 Pe AE ò es Ff
8 me à Kd EN Le B Rene eg ee geerd a
ch: zE d E. 0 ha van kan: zel k E ú. Ee Et Ah: f _ Mar rn nd Fi
: 4 ke aje En ei Ae Ee SE Ed i Pe A
ONE SAS E SET STAEEE en hs Beet te / ET Ed
ele MAL AOEAAERNE ‘ en zie EK
K ASIL a BR AR AE pe kn EL EE Ne zeden
hi Î ij „ ALE ij Fi 4 | Ak Ei Ee - d î | ad LE E Ë PE OE Mer deel 5 Wi, AN N u
st: SEL Lel gs, Jel, | | 1 B Pa At He L a En an ä , - =
Ne aa ie DN ENE Se ek
gc Dn : ra En IN E
NN WJ EREN 0 AE ® 3
ij ei ú En ia ee ine J es 1
hs 3 n | ee =r r GEEN ke il
en eN me n rn nn en nn e en
ar . ee es en ne BN
ee ne men N WSE
el pn e gn — eenen an ee een Ee ; en Ee - = Sn os "SE
eci „a nn ee E ne Gh in ere
4 pr : _- en er …n E an Ze Pr, Ee NE = |
il es a … en | Mn
Td en en a nen ea (5 an
boven: Onderdoorgang van de President Kennedylaan naar het park boven: Ventweg langs de President Kennedylaan
onder: Fietsroute langs de Fordlocatie onder: Aansluiting van de ventweg op de fietsroute door het park
dn Kn ej E Ed ki E En TE Te ri ra ke Ri p en BET Ei, ä ol fe EF: Ô ni BAR en Ae 4 Hd ER } ij ir HN 4 = E ee Nd el
Ae a te LN ed EEA et: ET KM eN B
De ere, Cmt Ce Ek OE We DA A0 PAN A Ee
KR en Reet EAU U Ae 0
5 WR : Torne ea ir ne iP AE Ke And en a à Be KE } fik = e Er ee ae
k. E er KE $ Ear - e f d ú Fe , 8 Lj in nd rid Ae | N (n ke 7 : 5 s Bn
he en re E Sat Lan L ere Ei = AMA AL: ic: Ke Ne
ONNA ee ED Ce ee 2 Nt £ et
B te REE Vein eed | | EEL Ul EE
nr es rd, evn Lith! he EP 5 hei MM aid
AN EE ME a Ten WAE ae 1 am eee HD k ze Ee Rn 7
BEE et dre dl à G jr 5 ii D [5 cl Rr
Tt ek ' : el ek: | Fn hd
Eee he ie ms à ' : Daad
RE Eh ' te en
Et b Kid Fi j En TS ee
cn Ee en tn: - Ra Ik: : De mn eeen en VOE
Wa: : n 2d E 5
EEE ir _ rn ee >
ne à NT > nn BE
in meer E ria Ed AFS Ee, En sz
in 4 a El me EM
EE Rae as Ee -
e= E ze en Ee pe Ee : lij l
d LE en: 3 N
ener T 4 Es p _ pn
2e te at Pe KN :
41
nn 9,
U Ö me Ù
LL L A ih
TT A | u
ne
\ \ ee AN
\ \ en
en |
Gl AK
L n en \ \ \ / ! | NN
Tt \k Î Ì \
oe ee le \ \ \ \ \ _ \ \ \ Î / \ \
En FA EE a ea ad ea Af \
| ii — L TT Den Le | En! \ Vo \ \
Hi aA tf N
EEE ZO
en nn An AE 5
Febe LE rn! } | (A VA \ VA
FEED EEH Eea A A M
EEE Et Wi KAA VAA AEN on, IN
ELO Oee A ne
Di Hi ij bet L| Ho Hi 1 || Li | EE A AN | VA a a | Lt n « Ï
| | | | | \ 14 1 \\ 1 1 \ \ 1 Lj Li f N }
FEED Ee AA Ae 4 Û
EEE Et EAA TO 0
HEEEL EEE AAA EN |
| | E 1 \ Lj Vi 1 1 | 1 \
OU HOE A a el ARR NX
en EEE Ae AN 7 LS
Tee EN ir Ls ON
En Te fl Pd
en, ZZ
mm A
E _ ‚ 7
nn nn Ne Île Á
’ LT 7 \ \ Dad
' | PE Es - 2
7 Ll \ TT re
Lj } pn EA a
ee | | ZE
CH „A
=H | EENS
en 5 )
En 5 U, _ Pe] ws ZZ
nn E A
Í ! Ll Tl @) i ‚ .
FOL EI (Li Np ) ed
LS Ds | È me CRD
> LJ _
TI Û
' En if ,
Le TT i
Ll î
— Lil
ej 0 5 7
Ss 9 Í[ ij /
0 D oen / 7 T
Ll :
Dy Í In
il , ==
en Ù . …
. DD T —_—)} entree duidelijk
8 s Li Ï ï )
SS entree verbeteren of
A Tm ©
‚ > nieuwe entree maken
42
es er
ge o
4 |
Uitnodigende entrees If :
De aantrekkelijkheid van een park begint bij logische en uitnodigende ingangen. Deze i
ontbreken nagenoeg in de huidige setting. Met name de veranderende autoverkeersfunctie ke = 9
van de President Kennedylaan biedt legio kansen om meer en betere entrees tot het park ) _ Na 0
te cre&ren. | 5 % lj) Le B)
Î / fis MW À en Ì
Í ke B ER
Entree van het Flevopark La : 17 1 ES es
DN 4 AEN EEEN EEN Je PE Ni
Be mee Re A) A ME en balk) Le e
De Ei Ee Ki Nt Á 18 B ee se A Sin iS L\ A
en Ae ECR A Ps er OE ee 4
RE ET KEN Nl hi DAs _Aateld Aln Ke
A \ EN ee SE NN (en Bin
nk WNA Kd At RR AAR
Tt VA NN
AD ERE a NOPE if a. |
RM Ce del ij AE ZN
RE a te Ent Meta 7 VN il AE Lien
EE rs He FET: nt Rohe Bae nn
Ae A EN f he] f jk ze Yo Wi Ea Ô En
5 re et en ne EA EE
ae EE
En ee Ee rerlg Ener vt Rn
d ee En in 4 DE ar EM Kn ee aen ij Di
nn B p)
En Den ANT ENE OE Ke
3 EE â Zj 8 | ï Lj _
gn Beet d 5 le 7 Er =
NE Ln 5 , ' zi me mi - En
% Kete ne Ee en el 1 Ls 21 , en
5 | AN nd
gn LL É Sm
43
 Utrechtsebrug
Nn à
(5 ED - In de toekomst kan de Utrechtsebrug gaan functioneren en worden beleefd als een echte
SS IS PE fh a stadsbrug zoals de Berlagebrug. Niet alleen wordt de brug heringericht ten gunste van
Gps == he Per voetgangers en fietsers, ook de verblijfsfunctie (‘genieten van het uitzicht over de Amstel’)
Pen Gen Ge zal worden versterkt.
P Pan Ce ee En
1 Í SS Ne NS De Utrechtsebrug deelt het park in tweeën. Hoewel dit ook in de toekomst zo zal zijn,
f - TS DS kunnen de verbindingen tussen de twee parkdelen worden verbeterd, onder andere door
DN de onderdoorgang van de Utrechtsebrug te optimaliseren. Dit kan onder meer via het
Ne vestigen van publieke functies onder de brug.
vr DO AN ak OD
Dof | =e LL ZS Ù
/ T Fe Pd A dn : | _\ se
d en Ld pe Freeen u | CT 7
IE DS ar Í
1/2 TE Á, Se
ee En hs SSS \/ E
44
TA 7
Î med end 8 7
G ï WL
ES En /
4e PL
a JR VS nd
de ET 2 | ij ï te 3 An EN
6 GN Gt er Be Ie Aij Á
Zi (om
ER 4 5 4 p
- RR P W/s t7 z
ad Ee B) el AE A Ze le Dn.
4 lant” AA 1 Umed od Pr i /
ee Mp Fe 4 ne De | 3 \ F5 5 Á Jd
; Ee nn d Jk 4
== z A
45
‘Rijnplein’
a ok” af Pi Momma Het zuidelijke einde van de Rijnstraat is thans overwegend ingericht op het afwikkelen
Re He TA VE van grote autoverkeerstromen. Straks kan hier een ‘Rijnplein’ ontstaan: nog steeds
Li L ae ee Laats . . en ..
K REE CREE toegankelijk voor verschillende verkeerssoorten, maar vooral ook fijn om er te verblijven,
} ti ENE \ 5 ei ERE he Rij met veel groen en tal van publieke functies in de plint, zoals bijvoorbeeld enige horeca.
bi RE oor Be Oa k en Ln À ik b Belangrijke opgave hierbij is het herstellen van de fysieke, psychologische en functionele
ä EU END 3 nd relatie met het park en de Utrechtsebrug.
ek KEA Et ie t
& a ee 8 a Pp Ne 5 :
: dar — E Î Vc 8
bet in PRE mn CE KE
en De
eee en ee B
€ ej 3 d ne :
e hd 5 Er ae el Ee RE
od jet KL \ - a - TE ER ER DEE Cees ZEN
eN RED ee BERGEEND PET Eet ot \
BALINEES HEERE Ait et
en EEEN \ 24 Ä
Gn nd ° Ee, Ws … AL
Ear OO r BEA Ke : ber AL eer El Î 2
Ee pi Ar Ee es \ x, E — 15E ID = DE
à Ee pn En % … ij ap nf Ke ” . ES ee ANT Á 4
Ee Ef EN Ze
Zicht op het ‘Rijnplein’ in de richting van de Utrechtsebrug Le 7 | Gt
En \f
46
| | FRA Ie E r 8 | | f hi kh À ii er
The AE RE nk NRA A Aaf Mn T nt nn
L Ì , ‚/ ° mas | | Ï EE Sed 4 Sn Dn in, 3
| | F 4 | ' PS SJ Sd 8 Nd SS ed en
di 4 = A ef N En
en Ds / Ä ij = 5 Ee: D 5 d ' Le en
Aen Ai J 7 : Ee,
| AE nan ed | f , onl | \ ij kn ir er
\ d Kk k Í EN ete n fn A 1 val h ij Î K Ns, LI,
ir U \ kk (REEN Aen ej Ì TNS a\ | /) i A; A NJ hr A | , ds WE br 4 oen
U Als AEL ES ment dts KE ú ZE di VAN A
ik | a WE bai Ik is Pr B ed ha | ee 5 Nt hik / Er \ EN u Áf n nn
E, m ee - d a En 8 " 3 a O7 Fe pe 8 ie ij BN S EN ee ze
47
d 8 ES De d . Oe ‚
nn reen md,
} On _ Een Ì
he gi a lj E , Ë . :
ht FS EE PS … |
a mt EN „ er ZR en da de HAS
s - - r Te a 5 a di 4 . | _E n ee Hel k
il e En re 5 pi BERDE ON Ù
4 REE ‚fi 5 Nl o EE It Ag ij
ee WE si es EERE ied | A h
ge ENDE INE DEERD \ À D
: el ld derde EE We LD)
# Ee dr. Ta ne eeN 1 - IJS
SN : = - e 7 Ea g pe | Eer Lj 7
» pe F7 > 5 se - En e “ee 5 | E â
Fordlocatie: hoge terreinafscheiding
48
EK: 5 ! "Ea er
en a we #) ih Ke : DN 0 Len
Mi A edn EREN aester 7
Kee Ad pn fl Ae jn on Ae LTN
GAN On ER RR
RE cinet ie
MES Á L zm rd B) | it De Jd | In S 7 F ie
in EN, | ai Zig makeni” pl Kf ni À
1% ES ee Ö ï en Lt Rn gl PE Lire id rn fi Û
E an nat n : 1 er ee SE bd Jk zin
Het onderzoek naar de herontwikkeling Wellicht is het mogelijk om een uitruil 3 OE Je
van de Fordlocatie, in de oksel van de _plaatstelaten vinden tussen de Fordlocatie WL Ws ; En 2
Utrechtsebrug, vormt, door zijn omvang en de vrijkomende tijdelijke schoollocatie mn en eee
en zijn strategische ligging, een cruciale nabij de President Kennedylaan. Een E i° ei Te rn rin
opgave binnen het toekomstbestendig andere mogelijkheid is de locatie op te i EE TT
maken van het MLK-gebied. Een van schuiven in de richting van de oksel van | ! | AE ee if
de uitdagingen is om de plint van het de Utrechtsebrug, waarbij nog voldoende En Ae í k eel
‚ Hir pt mm mmm - Emme oe | tis rr ; Le
gebouwde naar functie en vorm dienstbaar ruimte overblijft voor riante ingang & hEei _— ETT ad :
te laten zijn aan de publieke ruimtes van het park. Door het opschuiven van 5 tE
van zowel de President Kennedylaan als de Fordlocatie zou ruimte vrij komen mnd nn nn nn ei
van het Martin Luther Kingpark en de voor landschappelijke inrichting en een ie | | | leje
Utrechtsebrug. Voorts is de Fordlocatie bij betere relatie tussen het westelijke en ' A ol ze ae
uitstek de plekwaar de toegankelijkheidvan het oostelijke deel van het park. Ook zou Wi k =: Ef 7 En Ne
het park vanaf het ‘Rijnplein’ substantieel hiermee de polderstructuur van de Atek De ar pn DR zi
kan worden verbeterd. Het behoort tot polder worden geaccentueerd en zichtbaar pe 8 Ee | te PC eat
de ontwerpopgaven om op een slimme gemaakt. N in er en Pe ze
en fraaie manier de hoogteverschillen Programmatisch wordt ingezet op Ei an De ek we Ù eN ei dE ME
ij in' ï : : se 8 ra A ee ER Ens
te slechten tussen het 'Rijnplein, de meervoudig ruimtegebruik waarbij Á BE hs tn hk WEE re PA
À Ter ed PPE ad EA EM ed TE Mr kn rt dam mf ee 7
Utrechtsebrug en het park. wonen een hoofdrol speelt. Binnen Ns ek RR deg Rl et iet En
ce : Perk Hiep hen É z 8 ä Er
het woonprogramma wordt specifieke Ee MER er ai ;
RE te u E ”
aandacht gevraagd voor doelgroepen ME ee Een
die in de knel zitten op de Amsterdamse dee Ml EK aeebel
woningmarkt zoals zorgpersoneel, WM EN TAS MO od Er
docenten en senioren. REN an NE
De PA DTe | Hi
ken rs 1 : re El 5 z k Pl 5
E EE J Pe TE 4 KT EN me rt ij
en | EEEN A
PEET ei. BA En T 5 5
we TE Ed
En ee te,
Ee
Ni RN En Tee mr Ed
Rn
EE A
. … . EE ee Aer À if
Parkeerterrein bij de Fordlocatie de Kn en En SEK en a
Pi F- EE, ee ER NS Kr AT '
49
JR P, rp rd ES 4 £ ind
ie ' 4 MOR ed 8 af a BE î Sr he
Ne zn Ee 4 ì | ee De. \ kj} Eel 5 \ \ | “f d), J A 5
E Mi Id B ei k PAN rf Eb / 4
> f Wk B \ | V| Ù
t En Oe en
p Er Sn, ne 8
& Be BE Er A Di SN F
/ : EN pe /
pe hen rl 5 pe LE \
Ô a E hi E E Mp le de dn 4 A,
RR vS dn lede… en nT si ln rde PA
or nn er Pe fp Re oek ì Ï m Û 8 e 0 u E , / VL if kn
ie re Ë \ ee Rf: i =en ann v |
5 mrs, LN \ iN > ed er E e n
d. ri + Dr Ld 22
5 E ied Ld En ä han En
50
EN Ni
pn me
dj
5 ae:
Zwemvoorziening het De Mirandabad is De Mirandabad fysiek en psychologisch : To il
volop bezig met plannen voor renovatie meer aansluiting vindt bij het park en de Be Ml, :
en/of groot onderhoud van de buiten- en President Kennedylaan. Buitenschoolse ì En ae 8 ET Ad PE nm
binnenbaden. Zo is het 50-meterbad lek en opvang Woest Zuid is nu gehuisvest in het Et EE TT nn : En
moet het binnen afzienbare tijd gesloopt De Mirandabad en wil uitbreiden. Hiervoor 1
en herbouwd worden. In de plannen speelt is onderzoek gedaan naar de mogelijke >
verduurzaming een prominente rol. locaties grenzend aan het terrein van het
Toen het huidige De Mirandabad in de jaren zwembad waar de buitenschoolse opvang
1950 werd geopend lag het, net als het _nual gebruikvan maakt. Naast het optimaal
park, aan de rand van de stad. Aangezien isoleren van de gebouwen is er voor de
de omgeving van park en bad verstedelijkt, opwekking van warmte een studie gaande
en de schaarste aan ruimte toeneemt, naar de realisatie van een Thermische
zit in de plannen de uitdaging besloten Energie Oppervlaktewater installatie in de
om te komen tot een optimaal bruikbare nabijheid van de Amstel. boven: Zicht op het De Mirandabad vanaf de ligweide
(duurzame) zwembadvoorziening, en het Op middellange termijn zijn meer onder: Voormalige toegang tot het zwembadcomplex vanaf de President Kennedylaan
terrein voor breder recreatief gebruik in structurele aanpassingen mogelijk. De ms nn -
te zetten, met een beter te gebruiken gebouwen en buitenbaden van het De Wen Feline | Klk
stuk stad als doel. Randvoorwaardelijk Mirandabad zouden wellicht kunnen GRENS bt Kd 3 EE
is dat het De Mirandabad als stedelijke worden geoptimaliseerd langs de President GE Ei a disi
voorziening goed en veilig moet kunnen Kennedylaan en/of de De Mirandalaan. De Wk : £
blijven functioneren. clustering van de bebouwde faciliteiten Oe e
Zo zouden de binnen- en buitenbaden komt het gebruik van het De Mirandabad Se IBE
dichter bij elkaar kunnen worden gelegd,en ten goede, geen groen gaat verloren en » EE / BE, 5 3
daarmee deels de bestaande afscheiding het meer aaneengesloten onbebouwd dn
langs de President Kennedylaan kunnen _zwembadterrein voegt meer recreatieve an mmm r
vervangen. Het is sowieso wenselijk dat het gebruikswaarde toe. a: B En NT EK
=L MESI Bl ye NE | et
ee
EE
TRASE AAN eh EN EN Ee
51
nm A\ \ AI,
5 ',
5 %,
%
En
B . eN we
% % 5 groene stadsentree
we A \\ Ka
) en,
A Am vn
mn 3
NN ì Lj) mogelijke te
vergroenen plekken
mn r g p
n
| bestaande verharding
jj
te
+
estaande Langzaam
NN b de Lang
ee Verkeer verbindingen
ek aan het water
el plek h
52
Snelle resultaten
ed E == TERS : EN G HN
Op korte termijn zijn er verschillende ade Is Lal ed di kr
maatregelen mogelijk om het park, en Me ” PN, rn tT 4
: Nn . DE er bier take B
het parkgroen in het bijzonder, een flinke ne Te Mh Ô EN : ant ta ar î
‘boost' te geven. Eris snelle winst te behalen Rak es ah EEE MAER ' d
door overbodige verharding te verwijderen ask ef 5 EE ' Ees
: : dt Pra ed er eh
en te vervangen door groen. Niet alleen is Ì " (be ER pd a,
3 groen. 4 CER NA A AD
dit groen nodig voor het groeiende aantal | ef ar is 55 " Hi El he
Tt Rl 4 VR ME a
bezoekers, het zorgt er ook voor dat het Í ref rev ten rt Pi Need he ze ed En ps
. . N “S kl % nn En Er Es nr A vile:
gebied hoosbuien beter aan kan. Concrete Nt & SET i B d AE e je Pe AK
î Ee ahl ij Hi 1 k. Ee crd me Ee eg p Fi gE ef dl
voorbeelden van groenvermeerdering of Na TE fB kn el hen ih A En ld nb ee ” Ee En
Ï i u9 a ne ee ei A Oak Ta Oc '
-verbetering zijn de geplande groenere 4 ERS RE et ide eere EAT ER E rl ' kre
Hi niee hie AR ie he et tE in Le MPR HF eed
aansluiting Van het Amstel Boathouse op Re rt an ee 7: 4 TN: Pek kn he On De eN Ps
. …. l El: CP roe a EE rr AE oh er ee rt et leg
het park, het vergroenen van de Zuidelijke RN NE il a on EA Be LA Mead EN EN 4 Red Pei
DE AE ai en te EE er
Wandelweg en het vervolmaken van de NN sf BEN er B tk pred OE Rad Mae A ki
Amsteldijk als groene laan. kr AE TE ETATS if
aad En ee at A Th dn di
OEE En RRS RT EEND ar Ne EK erde en
Voorts kan er worden geïnvesteerd in de Mlha * mh he Hed eene de ED "dl ne EE Oe lijk eek B
ezonde toekomst van de bomen, waarbij We ak te, Ee ERR NEN lii he, ROAS Me
het gaat om de bodem en de (grond) Ki ee UE 5 Re af Er zele ae rn eee Te En ee EL Le
. . E Een Kring ide si an En FN EEE fide aj ke ri Et; Ben 5 Peru ti Ld ia | Dr a En E doe cd cre
waterhuishouding. Ee , en RE Ee Ef tz ol isde AES EEE bin dl fr Ka Dia Bi ns
Ee ek ek Ta de On et Kd a
. . e5 Me f ke rd Ei eh Ee eo a zt Ei ie
Maar ook de gebruiksmogelijkheden sr RE: in he sak Vn
van het park kunnen binnen afzienbare d a dk
tijd worden verbeterd. Zo kunnen er Lagen Gt am
meer en aantrekkelijkere speel- en : er ì er wter! ee ni 5
sportvoorzieningen komen voor alledaags . ERR fn Le ar An EE ijn rd Ee hs ek
EN EE EE een TE TN ded A, He HT, pe
gebruik. ee gren bn
NE ee Ad ge RE
Voor één en ander is door de gemeente ze Me Hed 5 Dei ad ee 5 ei ei gd El a } î ee ae ° k el ne Nr: : , ee in 0 se li
budget gereserveerd (zie pagina 7). AEK vre an er edt et en PR BE bne
53
MU,
2 4
Z z groene entree
WS
_ uns
n Ô
n — A (groene) metropolitane
Nn Û 5 NO / plek n.t.b.
4
= 3 parkgebied
Te ontsnipperen
pT ATA
A ZA
i| p zwembadterrein
optimaliseren
> h ' de) verbinding verbeteren
EN
\ \ € = =__bebouwing clusteren
ol
/ ° LV verbindingen
mn 5 6 > verbeteren
mn E mmm) entrees park verbeteren
an
u 4 & % plek aan het water
«
NN N= meer zicht op het water
dr p: _
Uitgangspunten Ä GT polder accentueren
54
ee e
5. Visie op de toekomst van het gebied
5.1 Uitgangspunten
Op de langere termijn is een aantal = De kwaliteit van het parkgebied
structurele ingrepen in het Martin wordt verhoogd door vergroening,
Luther _Kingpark-gebied nodig. De herschikking van functies, vergroting
‘landschappelijke geleding’ is een van de openbaarheid en bruikbaarheid.
bruikbaar instrument bij de aanpassing van = De herschikking van functies zal
het gebied. Het verbeterde parkgebied gevolgen hebben voor zowel
zal de verdichtende stadsomgeving bebouwing als onbebouwde ruimte.
faciliteren en de kwaliteit van de Kop van = Het realiseren van programma is
de Amstelscheg vergroten. Op dit moment ondersteunend aan het park en is geen NEEN EE
is het parkgebied versnipperd. Grote delen doel op zich. 7 Ae NE à EE, am
van het park zijn niet openbaar toegankelijk. = Grote winst wordt behaald door 5 Rl | Be lr >
De locatie rondom de Utrechtsebrug is het verbinden van de bestaande on EN en ‚kk n
in de Structuurvisie aangewezen als een parksnippers. Hierdoor wordt het Ka AV EN eet Ke
‘metropolitane plek’. Daarom zijn de ‘herbergend vermogen’ van het park Ne Kadt ; ER ' Bn
volgende visie-uitgangspunten, gericht sterk vergroot — veel meer mensen dan „Sn ak et KR Mires EN hi
op het ontsnipperen van het gebied, van nu kunnen er op een aangename wijze bide â
belang: gebruik van maken. MF N
=* Het parkgebied wordt klaargestoomd = De ligging van het parkgebied aan het | ee), B
voor een hoogstedelijke toekomst water wordt beter benut waardoor de & di
waarbij het label ‘metropolitane identiteit van de Amsteloever wordt rn btk kr re _e I
plek’ zal zorgen voor een brede versterkt. et ME en pn á Zed | KE else,
bewustwording van de bijzonderheid = _Het'Rijnplein'is een belangrijke schakel ee in bee TB nnen
van de plek. tussen de Rijnstraat en het Martin Aen Be ei, e € Aes SER Ee
= Het parkgebied wordt een belangrijke Luther Kingpark en zal goeddeels (Mt een Ì hd ES Ji 5 3 En: oe ed dl V el
schakel tussen de ‘oude stad’ en de worden ingericht als verblijfsgebied. nege ns ek, |
‘nieuwe’ aan de overzijde van de = De Atekpolder zal landschappelijk el Ü — amd ik,
Amstel. worden geaccentueerd en meer ge ==" el Nee
= Door het parkgebied te verbeteren bijdragen aan de beleving van het park : 5
wordt de relatie tussen het groen, en de waterkwaliteit en — opvang.
het water en de omliggende buurten = Nieuwe fiets- en voetgangersroutes : set 5
versterkt; zullen bijdragen aan het recreatieve nr mn
gebruik van het park.
n= De sport- en beweegmogelijkheden in
het gebied worden versterkt.
55
1
U
1 Sn,
= %
AN z @ groene entree,
=
na pn %, __E pschonen
jn 1 OJ S
, î as
EO 1
1 1
D
/== E (groene) metropolitane
// ) plek n.t.b.
1 1
L
4 f
dj
, samenhang park
En id 4
_ A Áj vergroten
En et,
MLI uy ZZ „9
In Le # bad .
5 , „7 zwembadterrein,
> KOR p Ó verbetering inpassing
AE p
EK De .
mn A ee % e — == kansen voor inpassen
LT A Br. « G 7 — benutten
it _ en 5 \ >
E 1 . K = |} Xe z
En: 8 me En _ a
Î ES N e KS \ Er 1 zoekgebied bebouwing
ee - df .
Ol A : E 3 A Ir 1 = = = t.b.v. ontsnipperen
li RENEE EET S PS …
| Gtaanrertra Ve Af
LI Se © Á Ee 7 \_toetsingsgebied uitruil
rr bp N benee
k | Lie N
i EOS Ee EN SS 4, Y
| Ì OE ES \ de) onderdoorgang activeren
- OENE — \ Grenenere} visuele relatie met park
Se PEEKEL | mn
mn n - d LV verbindingen
B ie il 6 > verbeteren
E Se
Ns ee. ‚ —) Entrees park verbeteren
ZS See
dy ° hi X plek aan het water
ne me
+ N= meer zicht op het water
Toetsingskader C- polder accentueren
56
5.2 Toetsingskader
Op basis van de uitgangspunten is een toetsingskader met de bijbehorende verbeelding
opgesteld voor initiatieven in het parkgebied.
Het initiatief/de ontwikkeling:
= Draagt bij aan de geformuleerde uitgangspunten voor de toekomstvisie op het
MLK-gebied;
= Bevordert de sportieve en groen-recreatieve gebruiksmogelijkheden van het
MLK-gebied;
= Versterkt de verblijfskwaliteit van het MLK-gebied;
n= Versterkt de (beleefde) sociale veiligheid in het MLK-gebied.
Waarbij de bebouwing:
= Bij een initiatief/ontwikkeling van buiten de Hoofdgroenstructuur dat wordt
uitgeruild naar een locatie binnen de Hoofdgroenstructuur, alleen mogelijk is als de
hoeveelheid verharding (inclusief bebouwing) binnen het ‘toetsingsgebied uitruil’
(zie kaart Toetsingskader*) niet toeneemt, hetzij als individuele ontwikkeling, hetzij in
combinatie met andere kavelontwikkeling(-en);
= Is gesitueerd aan de President Kennedylaan of aan de De Mirandalaan en blijft binnen
het ‘zoekgebied bebouwing t.b.v. ontsnipperen' zoals aangeduid op de verbeelding;
n= Is gesitueerd binnen de rooilijnen van de bestaande gebouwen aan de President
Kennedylaan of aan de De Mirandalaan;
= _ Maakt visuele relatie tussen de omgeving en het park mogelijk;
= Heeft maximale bouwhoogte van 30 meter;
= Is afzijdig en heeft geen achterkanten naar het park;
= Is ontsloten vanaf de President Kennedylaan of De Mirandalaan:;
* _ Gaat uit van meervoudig ruimtegebruik;
= Bevat een plint, die geschikt is voor publieke functies;
" Heeft eventuele parkeerbehoefte ondergronds of inpandig opgelost of op andere
inpasbare/aanvaarbare wijze, zolang deze niet ten koste gaat van het parkgroen;
= Heeft een landschappelijke oplossing voor eventuele terreinafscheiding en de ruimte
rondom het gebouw;
= Is zoveel mogelijk natuurinclusief ontworpen;
Afwijking van deze criteria is alleen mogelijk in bijzondere gevallen, dit ter beoordeling
door het college van B&W.
57
\ Ie
|
\ 2.460 m2 (tot Berlagebrug)
\
| 5 380 m2
| A
RS
1.030 m2
N Legenda
730m2 U
HGS, Stadspark
Û bestaand
Û
v Á HGS, Stadspark
4 toevoegen
7 HGS, Corridor
Lj Á bestaand
270 m2 260 m2 P/
\Cerridor
Ez ZL Á toevoegen
/ ee PL
5 ne
ee ES HGS, Stadspark
ï | OT ie af
L_ | PS 10.740 m2 Toevoegen onbebouwd Stadspark:
| Pp , 5
lo] M Ó S ij
É 1200m2 / h
B 7 Mogelijke kavelruil Stadspark:
Sn Û Z
Ton Î /
ts, Oo DD 1.360 m2 Toevoegen onbebouwd Corridor
Inventarisatie van de NN 8 Y Lj Ì
optimalisatiemogelijkheden ° Ï
N À >
58
e
Het MLK-gebied en de Hoofdgroenstructuur
Het groen van het plangebied is binnen de Het toetsingskader gaat uit van het Met het eventuele vrijspelen van de
Hoofdgroenstructuur gecategoriseerd als (gedeeltelijk) herschikken van de huidige _Fordlocatie zou ca. 5.860 m?kunnen worden
Stadspark. Voor deze categorie gelden de Hoofdgroenstructuur ter verbetering uitgeruildmetdeHoofdgroenstructuur. Aan
volgende randvoorwaarden: van het functioneren van het de park. de President Kennedylaan zou in dit geval
Daardoor wordt de Hoofdgroenstructuur een vergelijkbare perceelsoppervlakte
Gebruik, gewenste beleving juist versterkt. Het toetsingskader voor de kunnen worden ontwikkeld. Dit principe
Hoofdgroenstructuur (opgenomen in de zou ook kunnen gelden voor andere
Een groene, park-tottuinachtige omgeving Structuurvisie Amsterdam 2040) biedt voor particuliere grondeigenaren indien zij
in een stedelijke context. Specifieke deze herschikking formeel echter geen initiatieven hebben in het plangebied.
voorzieningen voor diverse doelgroepen ruimte.
zijn aanwezig. Natuurlijk elementen en tuin-
en landschap architectonische kwaliteiten De omvang van de bestaande
vormen bijzondere attracties. Hoofdgroenstructuur in het parkgebied
is ca. 140.580 m?. Aan de bestaande
Beleidsintentie Hoofdgroenstructuur kan sowieso 20.660
m? worden toegevoegd, door ‘verscholen’
Hoge bezoekersaantallen en hoge openbareruimtestussenennaastde private
gebruiksintensiteit. De voorzieningen en percelen weer fysiek en psychologisch bij
de ontsluiting moeten erop afgestemd het park te voegen.
zijn zoveel mogelijk mensen te bedienen,
zonder dat het groene karakter verloren Uitvoering van de (middel)lange termijn
gaat. Parken mogen niet opgevuld doelstellingen van de visie kan gevolgen
worden met verspreide, maar dominante hebben voor de contouren van de
bebouwing. Hoofdgroenstructuur. Op basis van het
toetsingskader zouden delen van het
Inpasbare voorzieningen plangebied aan de Hoofdgroenstructuur
kunnen worden toegevoegd, in ruil
Geen parkeervoorzieningen. Oplossingen voor bouwmogelijkheden binnen de
voor parkeren ten behoeve van huidige Hoofdgroenstructuur. Belangrijke
voorzieningen moeten buiten het park randvoorwaarden zijn dat de omvang van
gevonden worden. de Hoofdgroenstructuur niet afneemt
De Amsteldijk is onderdeel van de en dat de kwaliteit van het groengebied
Hoofdgroenstructuur en is aangemerkt als verbetert.
“corridor”.
59
Colofon
Gemeente
je Amsterdam
DS
| Onderzoeksrapport | 60 | val |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| | Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7 maart 2023
Portefeuille(s) Volkshuisvesting, Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Directie Wonen, [email protected]
Onderwerp Afhandeling motie 561.22 inzake communicatie gericht aan jongeren en
studenten bij het isolatieoffensief van de leden Hofland en Aslami van D66
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 21 december 2022 heeft uw raad motie 561.22 van de
raadsleden Hofland en Aslami van D66 aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om:
1. Via andere kanalen zoals social media gericht op jongeren en studenten een boodschap te
verspreiden die zowel gaat over de voordelen van energiebesparende maatregelen als
over de manier waarop die maatregelen kunnen worden genomen.
2. Via deze kanalen ook te wijzen op ondersteunende maatregelen van de gemeente en het
Rijk.
Het college heeft als volgt uitvoering gegeven aan de motie:
In janvari 2023 is een betaalde advertentie op social media ingezet om de verschillende
bespaarmogelijkheden en de eventuele hulp van bijvoorbeeld buurteams onder de aandacht van
jongeren te brengen. Met betaalde advertenties bereiken we doelgroepen die
ondervertegenwoordigd zijn in de volgers, zoals jongeren. Het betekent extra bereik en extra
verkeer naar de website www.amsterdam.nl/energiekosten. Met de betaalde advertentie is de
boodschap dagelijks zichtbaar geweest.
De advertentie is getest op Instagram en Facebook in de laatste week van januari en heeft in de
test al meer dan 19.000 jongeren en studenten in Amsterdam en Weesp bereikt. Er werd 452 keer
doorgeklikt naar de website met bespaarmogelijkheden. De doelgroep jongeren is vaak moeilijk te
bereiken en voor deze doelgroep is dit een goed resultaat. Op basis van de opgedane ervaring met
deze proef wordt de betaalde advertentie op social media in de loop van februari 2023 uitgebreid
en herhaald.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/ ‘C | /
Zita Pels
Wethouder Volkshuisvesting en Duurzaamheid
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 31 janvari 2024
Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Terinzagelegging ontwerp Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente
Amsterdam (Basisregeling)
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Het college heeft bij besluit van 5 december 2023 besloten tot het vrijgeven voor terinzagelegging
van het ontwerp Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling).
Het ontwerpbesluit ligt van 2 februari 2024 tot en met 13 maart 2024 ter inzage.
Het Omgevingsplan gemeente Amsterdam, de basisregeling
1. Aanleiding
Op 1 janvari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Omgevingswet verplicht
gemeenten om voor het gehele grondgebied één integraal omgevingsplan vast te stellen. Dat
omgevingsplan bevat regels over de fysieke leefomgeving en over activiteiten die gevolgen
hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Met het omgevingsplan komt er op
gemeentelijk niveau één instrument dat regels bevat over de fysieke leefomgeving en over
activiteiten die daarvoor gevolgen hebben of kunnen hebben.
Met inwerkingtreding van de Omgevingswet, heeft Amsterdam automatisch een tijdelijk
omgevingsplan gekregen, het ‘omgevingsplan van rechtswege’. Dat bestaat uit de huidige
bestemmingsplannen samen met specifieke regels over bouwen en milieu die van het Rijk naar de
gemeenten zijn gegaan.
Vervolgens hebben we tot 2032 de tijd om een nieuw, samenhangend omgevingsplan te maken.
Dat doen we in stappen:
1. Eerststellen we zo snel mogelijk de ‘basisregeling’ vast.
2. Vervolgens vervangen we vanuit die basisregeling stap voor stap de huidige
bestemmingsplannen. Dat doen we per gebied. Ondertussen voegen we nog meer regels
uit gemeentelijke verordeningen toe. Dit overgangsproces duurt tot 2032.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 2 van8
Met dit eerste Wijzigingsbesluit van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling)
wordt dus een eerste grote stap gezet in de totstandkoming van één integraal omgevingsplan voor
heel Amsterdam.
Met deze wijziging wordt voorzien in het integraal voor heel Amsterdam vervangen van een grote
hoeveelheid tijdelijke regels over onder meer milieubelastende activiteiten en het bouwen, in
stand houden en gebruiken van bouwwerken. Daarbij wordt tevens voorzien in het vervangen van
de Hemelwaterverordening Amsterdam.
Verder wordt met de wijziging voorzien in opname van een groot aantal ruimtelijke regels,
waarmee de komende jaren de bestaande bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen op
geharmoniseerde wijze vervangen kunnen worden. Deze ruimtelijke regels worden wel
vastgesteld, maar treden nog nergens in werking. Dat gebeurt pas bij het op een later moment
vervangen van bestemmingsplannen.
Meer informatie over het omgevingsplan en de basisregeling is opgenomen in de voordracht bij
het vrijgeven van de participatieversie op 6 december 2022 en is ook opgenomen in de toelichting
bij het ontwerpbesluit. Hieronder wordt ingegaan op de wijzigingen tussen voorontwerp en
ontwerp.
2. Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling)
Het Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente Amsterdam (Basisregeling) wijzigt het
omgevingsplan zoals dat tot dat moment geldt. Op grond van de Omgevingswet moet elke
wijziging worden verwerkt in een nieuwe geconsolideerde versie (artikel 16.2 Omgevingswet). Die
geconsolideerde versie is vindbaar en raadpleegbaar op zowel de Landelijke voorziening
bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB) als in het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO).
Daartoe wordt het wijzigingsbesluit digitaal aangeleverd. Het wijzigingsbesluit bevat alleen de
wijzigingen. In het digitale stelsel wordt op basis daarvan een nieuwe geconsolideerde versie
getoond.
3. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp
De voorontwerpwijziging van het Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam,
Basisregeling), met de bijbehorende algemene en artikelsgewijze toelichting, heeft met ingang
van 12 januari 2023 gedurende een termijn van acht weken ter inzage gelegen. Daarnaast zijn de
stukken toegestuurd aan de vooroverlegpartners en de dagelijks besturen van de stadsdelen en
het stadsgebied voor advies.
Naar aanleiding van de terinzagelegging van de voorontwerpwijziging Omgevingsplan
Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling), zijn er 16 inspraakreacties en 4
vooroverlegreacties ontvangen en hebben alle stadsdelen en het stadsgebied een advies
uitgebracht.
Op a1 juli 2023 heeft het college de Nota van beantwoording inspraak- en vooroverlegreacties en
Nota van reactie adviezen stadsdelen en stadsgebied vastgesteld en ter kennisname geagendeerd
voor de commissie RO van 27 september 2023.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 3 van8
Ten opzichte van de voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan
Amsterdam, Basisregeling) zijn veel wijzigingen en aanvullingen aangebracht. Heel veel van deze
wijzigingen zijn van wetgevingtechnische aard. Daarmee wordt bedoeld dat de tekst of plaats van
de juridische regel weliswaar is aangepast, maar dat er geen inhoudelijke wijziging mee is beoogd.
Veel van deze aanpassingen zijn doorgevoerd naar aanleiding van reacties en adviezen die op het
voorontwerp naar voren zijn gebracht. Heel veel andere aanpassingen zijn aangebracht op basis
van voortschrijdend inzicht, al dan niet naar aanleiding van overleg met bijvoorbeeld VTH. Zo zijn
bijvoorbeeld hoofdstuk 2 en 3 ten opzichte van het voorontwerp omgedraaid, enkel omdat dit tot
een logischer regelopbouw leidt. Daarnaast zijn er enkele wijzigingen opgenomen om er voor te
zorgen dat er op de goede manier gewerkt kan worden met een tijdelijk alternatief in verband met
het nog niet goed werken van het DSO: de Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM-
omgevingsplan). Inhoudelijk wijzigt ook hiermee niets.
Het is ondoenlijk al deze technische wijzigingen in beeld te brengen. Voor technische wijzigingen
die bij vaststelling ten opzichte van het ontwerp worden doorgevoerd zal dat overigens anders
zijn. Dan zullen alle aanpassingen via renvooiweergave in beeld worden gebracht.
Naast de technische wijzigingen zijn er naar aanleidingen van de zienswijzen en adviezen ook
inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze brief.
De hemelwaterverordening wordt ingetrokken
In artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet is bepaald dat de Hemelwaterverordening tot
het tijdelijk deel van het omgevingsplan behoort.
Het voorheen geldende artikel 10.32a van de Wet milieubeheer gaf de bevoegdheid aan de
gemeenteraad geeft om bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend
hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het
transport van afvalwater. Dit artikel is niet teruggekomen in de Omgevingswet. Om een
rechtsvacuüm te voorkomen, is deze verordening onderdeel gaan vitmaken van het tijdelijk deel
van het omgevingsplan.
Voor de Hemelwaterverordening geldt dat daarin regels over bouwwerken zijn opgenomen die
van toepassing zijn op zowel vergunningplichtige als vergunningvrije bouwwerken. De situatie
zoals die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet is ontstaan, is voor wat betreft de
vindbaarheid van de regels niet optimaal. Ze zijn onderdeel van het omgevingsplan van
rechtswege, maar als zodanig niet vindbaar via de DSO-viewer. Vanwege de samenhang met
andere regels over bouwwerken en de vindbaarheid daarvan is er voor gekozen de
Hemelwaterverordening direct te integreren in het omgevingsplan. De regels zijn overgenomen in
de basisregeling waardoor de hemelwaterverordening met inwerkingtreding van de basisregeling
kan worden ingetrokken.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 4 van 8
Zienswijzen
Volgens wettelijk voorschrift moet een ontwerpbesluit tot wijziging van het omgevingsplan
voorafgaand aan vaststelling worden vrijgegeven voor terinzagelegging voor de duur van zes
weken, met de mogelijkheid van het indienen van zienswijzen door een ieder gedurende deze
termijn. De kennisgeving daarvan treft v aan in bijlage 2.
Vervolg
De zienswijzen zullen worden betrokken bij het opstellen van het definitieve besluit van de
gemeenteraad tot wijziging van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam in verband met het
voorzien van een basisregeling voor heel Amsterdam (Wijzigingsbesluit Omgevingsplan gemeente
Amsterdam (Basisregeling)). Dit besluit zal na de zomer aan u worden voorgelegd voor
vaststelling.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke ontwikkeling
Bijlagen
1. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp — inhoudelijke wijzigingen
2. Kennisgeving van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit van de raad van de gemeente
Amsterdam tot wijziging van het Omgevingsplan gemeente Amsterdam in verband met het
voorzien van een basisregeling voor heel Amsterdam (Wijzigingsbesluit Omgevingsplan
gemeente Amsterdam (Basisregeling))
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 5 van8
Bijlage 1. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp — inhoudelijke wijzigingen
1. Het voorontwerp bevatte een afdeling 2.3 met overgangsbepalingen met betrekking tot
afwijkmogelijkheden, wijzigingsbevoegdheden en vitwerkingsplichten die in onder oud recht
vastgestelde bestemmingsplannen staan. De betreffende artikelen waren één op één overgezet
vanuit hoofdstuk 22 (de bruidsschat). Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22.
2. Het voorontwerp bevatte een afdeling 2.5 met algemene regels over het gebruik van
bouwwerken, open erven en terreinen die voorheen door het rijk werden gesteld en die één op één
waren overgezet vanuit hoofdstuk 22 (de bruidsschat). Het blijkt beter deze te laten staan in
hoofdstuk 22.
3. Het voorontwerp bevatte een vergunningplicht voor het wijzigen van het gebruik van een
niet-geluidgevoelig gebouw naar een geluidgevoelig gebouw, voor zover het gebruik als
geluidgevoelig gebouw in overeenstemming was met het gebruiksdoel en de regels daarover
(paragraaf 2.4.5, verplaatst naar 3.2.6). Deze vergunningplicht had een ‘ja, tenzij-karakter; de
vergunningplicht gold overal, behalve als de locatie niet binnen een geluidaandachtsgebied lag.
Dit zou onbedoeld ook wijzigingen onder de vergunningplicht brengen die voorheen zonder
vergunning waren toegelaten, of die, na onderzoek in het kader van een wijziging van het
omgevingsplan, zonder nadere vergunningplicht bij recht toegelaten kunnen worden. Dat is
ongewenst. De regeling is gewijzigd naar een ‘nee, tenzij'-karakter. De vergunningplicht gaat
alleen daar gelden waar dat expliciet is bepaald. Op andere locaties geldt die vergunningplicht
niet. Die vergunningplicht kan met name van toepassing worden gemaakt bij grotere
gebiedsontwikkelingen, waarbij de definitieve invulling met bebouwing en situering van functies
nog niet vaststaat, of waarbij sprake is van fasering. Voor initiatieven die concreet genoeg zijn, en
waarbij functionele flexibiliteit gewenst is, kan bij de wijziging van het omgevingsplan, waarmee
het initiatief wordt gefacilieerd, al finaal onderzoek plaatsvinden. Voor zover ‘dove gevels’
(mogelijk) nodig zijn, kan echter niet worden gewerkt met binnenplanse afwijkmogelijkheden. In
dat geval kan wel een dove gevel worden voorgeschreven, maar kan (met het oog op de
kenbaarheid voor de wegbeheerder) alleen met een buitenplanse afwijkvergunning (bopa) van die
verplichting worden afgeweken.
h. Subparagraaf 3.2.5.2 van het voorontwerp bevatte een vergunningplicht voor het
oprichten van een bedrijf en voor het wijzigen van de bedrijfsvoering ervan. Deze regeling, die in
het ontwerp is opgenomen in subparagraaf 2.3.6.2, is mede naar aanleiding van opmerkingen
vanuit VTH aangepast. Het oprichten en wijzigen van een bedrijf wordt nu gereguleerd door
algemene regels (met de mogelijkheid om af te wijken per maatwerkvoorschrift) in plaats van
vergunningstelsel.
5. Artikel 2.56 van het voorontwerp bevatte kortgezegd, in navolging van artikel 22.25 van
de bruidsschat, een algemene regel die het mogelijk maakte dat bestaande bouwwerken werden
gebruikt voor huisvesting in verband met mantelzorg. Onder nieuw recht moet echter ook
huisvesting voor mantelzorg in een bestaand bouwwerk worden getoetst op de aanvaardbaarheid
van het geluid op de gevel. Een generieke toepassing als waarin was voorzien, is dan niet mogelijk.
In een nieuwe paragraaf 3.2.7 wordt voorzien in een vergunningplicht, waarbij getoetst kan wordt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 6 van 8
aan een beperkt aantal beoordelingsregels, waaronder geluid. Daarbij is er wel in voorzien dat
locaties kunnen worden aangewezen waar huisvesting in verband met mantelzorg zonder
vergunning is toegestaan. De vergunningplicht is niet van toepassing op bestaande
mantelzorgwoningen.
6. In paragraaf 3.2.16 van het voorontwerp was een vergunningplicht opgenomen voor het
wijzigen van de leiding, de druk of de vervoerde stof van een buisleiding met gevaarlijke stoffen.
Hoofdstuk 3 en 2 zijn omgewisseld. Hoofdstuk 2 bevat regels waarmee onder oud recht
vastgestelde bestemmingsplannen worden vervangen. Omdat deze vergunningplicht in dat
hoofdstuk stond, zou deze vergunningplicht alleen gelden daar waar een onder oud recht
vastgesteld bestemmingsplan zou zijn vervangen. Dat is niet de bedoeling, de vergunningplicht
moet met het oog op veiligheid direct overal gaan gelden. Om die reden is de vergunningplicht
opgenomen in een aparte paragraaf in het nieuwe hoofdstuk 3 (paragraaf 3.2.8), dat regels voor in
beginsel heel Amsterdam bevat.
7. Aan hoofdstuk 2, dat hoofdstuk 3 is geworden, is een nieuwe paragraaf 3.2.9 toegevoegd
dat strekt tot behoud van ambachtelijke bedrijven. Deze paragraaf is opgenomen naar aanleiding
van een motie inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven. Met die motie, aangenomen
in de raadsvergadering op 21 december 2022, heeft de raad het college opgedragen om te
onderzoeken of een regeling in het omgevingsplan kan worden opgenomen met het doel een
divers functieaanbod te garanderen en ambachtelijke bedrijven te behouden in centrumgebieden
waar de druk op de leefbaarheid groot is. In de brief van 14 maart 2023 heeft het college van
burgemeester en wethouders toegezegd om in de Basisregeling regels toe te voegen die behoud
van ambachtelijke bedrijven beogen. Bij het gebiedsgewijs vervangen van bestemmingsplannen
kan worden beoordeeld welke ambachtelijke bedrijven in welke gebieden behouden dienen te
blijven.
8. Afdeling 4.2 bevat de regeling rondom de vergunningplicht voor een
omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Deze vervangt deels de vergunningplicht voor
bouwactiviteiten van de Wabo. Zonder dat dit tot inhoudelijke aanpassingen leidt, is de opzet van
dit onderdeel is aanzienlijk gewijzigd, en van een nog meer uitgebreide toelichting voorzien. Dit
mede naar aanleiding van de adviezen en reacties op het voorontwerp.
g. Subparagraaf 4.2.4.5 van het voorontwerp (inmiddels subparagraaf 4,.2.4,.4) bevatte
beoordelingsregels voor als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
omgevingsplanactiviteit bouwwerken betrekking heeft op bodemgevoelige gebouwen op
bodemgevoelige locaties. Ten opzichte van het voorontwerp is sprake van enkele tekstuele en
ondergeschikte wijzigingen, maar ook van een inhoudelijke wijziging. Er is een extra
beoordelingsaspect toegevoegd dat inhoud dat het bevoegd gezag moet beoordelen of er naast
eventuele verontreiniging waarbij de waarde toelaatbare kwaliteit wordt overschreden eventueel
nog een (andere) verontreiniging aanwezig is die gezondheidsrisico’s geeft. Verder is een
bevoegdheid toegevoegd om aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een
bodemgevoelig gebouw een voorschrift te verbinden, waarmee maatregelen kunnen worden
voorgeschreven waarmee de bodem (of het gebouw) alsnog geschikt wordt gemaakt voor het
beoogde gebruiksdoel.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 7 van8
10. Subparagraaf 4.2.4.7 van het voorontwerp (subparagraaf is gelijk gebleven) bevatte
beoordelingsregels voor als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
omgevingsplanactiviteit bouwwerken betrekking heeft op geluidgevoelige gebouwen. Deze
vergunningplicht had een ‘ja, tenzij'-karakter; de beoordelingsregel gold overal, behalve als de
locatie niet binnen een geluidaandachtsgebied lag. Dit zou onbedoeld ook betrekking hebben op
locaties waar eerder al een geluidgevoelig gebouw was toegelaten, of die, na onderzoek in het
kader van een wijziging van het omgevingsplan, zonder nadere vergunningplicht bij recht
toegelaten kunnen worden. Dat is ongewenst. De regeling is gewijzigd naar een ‘nee, tenzij’-
karakter. De beoordelingsregel gaat alleen daar gelden waar dat expliciet is bepaald. Op andere
locaties geldt die vergunningplicht niet. Hiermee wordt het uitgangspunt dat de finale
gelvidbeoordeling wordt doorgeschoven naar de vergunningverlening, verlaten. Dat wordt de
uitzondering. Die beoordelingsregel kan met name van toepassing worden gemaakt bij grotere
gebiedsontwikkelingen, waarbij de definitieve invulling met bebouwing en situering van functies
nog niet vaststaat, of waarbij sprake is van fasering. Voor initiatieven die concreet genoeg zijn, kan
bij de wijziging van het omgevingsplan, waarmee het initiatief wordt gefacilieerd, al finaal
onderzoek plaatsvinden. Voor zover ‘dove gevels’ (mogelijk) nodig zijn, kan echter niet worden
gewerkt met binnenplanse afwijkmogelijkheden. In dat geval kan wel een dove gevel worden
voorgeschreven, maar kan (met het oog op de kenbaarheid voor de wegbeheerder) alleen met een
buitenplanse afwijkvergunning (bopa) van die verplichting worden afgeweken.
11. In paragraaf 4.2.4 is aan de beoordelingsregels een subparagraaf 4.2.4.14 toegevoegd dat
betrekking heeft op bouwen ter plaatse van de aanduiding 'belemmeringengebied buisleiding
gevaarlijke stoffen’. Dit met het oog op veiligheid.
12. Het voorontwerp bevatte een afdeling 4.3 (verplaatst naar afdeling 4.4) onder andere
allerlei regels over aansluitplichten op nutsinfrastructuur geschrapt. Het betreft regels die
oorspronkelijk op rijksniveau werden gesteld en die bij wijze van bruidsschat in hoofdstuk 22 zijn
geplaatst. Er is voor gekozen ze daar te laten staan. De betreffende artikelen waren één op één
overgezet vanuit hoofdstuk 22. Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22.
13. Het voorontwerp bevatte een paragraaf 4.3.1, 4.3.2 en 4.3.3 met algemene regels over het
verrichten van werkzaamheden en het bouwen en in stand houden van bouwwerken, die voorheen
door het rijk werden gesteld en die één op één waren overgezet vanuit hoofdstuk 22 (de
bruidsschat). Het blijkt beter deze te laten staan in hoofdstuk 22. Alleen de regels met betrekking
tot repressief welstandstoezicht zijn in hoofdstuk 4 gebleven (in afdeling 4.4).
14. Hoofdstuk 7 was in het voorontwerp nog leeg, maar inmiddels inhoudelijk gevuld met
regels. Kort gezegd wordt hiermee een vergunningplicht in het leven geroepen voor het aanleggen
of wijzingen van gemeentewegen en lokale spoorwegen. De beoordeling beperkt zich tot het
aspect geluid. Deze vergunningplicht gaat alleen gelden op locaties waar het onder oud recht
vastgestelde bestemmingsplan is vervangen.
15. Aan hoofdstuk 9 (was in het voorontwerp nog hoofdstuk 10) zijn ten opzichte van het
voorontwerp regels toegevoegd over het lozen van brijn op het riool of in de bodem (subparagraaf
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 januari 2024
Pagina 8 van 8
9.3-2.23). Brijn is afvalwater afkomstig van het zuiveren van water door omgekeerde osmose of
ionenwisselaars. Deze activiteit kan bij verschillende bedrijfstakken voorkomen. Het afvalwater
(brijn) bevat veel zout (chloride), en kan ook andere ongewenste stoffen bevatten.
Chloridehoudend afvalwater is schadelijk voor de riolering en de pompen die daar deel van
uitmaken, en kan leiden tot verzilting van de bodem. Dit is op Rijksniveau niet adequaat geregeld.
Subparagraaf 9.3.2.23 ondervangt dit.
16. Verder is aan hoofdstuk g is afdeling 9.4 toegevoegd dat regels bevat over bodembeheer
en activiteiten in en op de bodem.
17. In de voorontwerpversie was hoofdstuk 22 niet opgenomen. Hoofdstuk 22 bevat de
bruidsschat: de regels die op rijksniveau komen te vervallen, en die bij wijze van overgangsrecht in
het omgevingsplan zijn geplaatst. Deze bruidsschat is vitgangspunt voor de wijziging. Heel kort
samengevat wordt er als volgt mee omgegaan:
a. In afdeling 22.2 opgenomen algemene regels die overkomen vanuit het Bouwbesluit,
blijven in hoofdstuk 22 staan.
b. In afdeling opgenomen regels over de vergunningplicht voor de
omgevingsplanactiviteit bouwwerken wordt vervangen door met name afdeling 4.2.
c. Afdeling 22.3 is inhoudelijk in overeenstemming gebracht met de instructieregels Bkl
en opgenomen in hoofdstuk g. Afdeling 22.3 blijft voor een groot deel wel de
oorspronkelijke inhoudelijke regels bevatten. Die regels blijven van toepassing op
milieubelastende activiteiten waarvoor op grond van het Besluit activiteiten
leefomgeving een vergunningplicht geldt. Dit in verband met de noodzaak een
milieveffectrapportage te doen. Totdat door het ministerie een mer-procedure is
doorlopen, blijft ook afdeling 22.3 op die bedrijven van toepassing. Het gaat op dit
moment om 151 bedrijven. Voor alle niet-vergunningplichtige milieubelastende
activiteiten geldt uitsluitend hoofdstuk g.
d. Afdeling 22.4 bevat regels over het wijzigen van een weg met het oog op geluid, en
blijft daar achter voor die gebieden waar het onder oud recht vastgestelde
bestemmingsplan nog niet is vervangen.
e. Afdeling 22.5 bevat allerlei overgangsrechtelijke bepalingen, die van toepassing zijn
op instrumenten, opgenomen in onder oud recht vastgestelde bestemmingsplannen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 8 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1129
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder Al
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Glaubitz inzake de Watervisie Amsterdam 2040.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Watervisie 2040 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 874).
Kennis genomen hebbend van de brief van wethouder Kock van 12 juli 2016 in zake
beantwoording openstaande vragen Watervisie Amsterdam 2040.
Constaterende dat het wenselijk is dat de tekst van de Watervisie Amsterdam 2040,
inclusief de aanvullingen zoals opgenomen in voornoemde brief van wethouder Kock,
in overeenstemming is met de tekst van de raadsvoordracht.
Besluit:
in de raadsvoordracht Vaststellen Watervisie Amsterdam 2040 onder Ad 2 Nota van
beantwoording en wijzigingen:
1. in paragraaf a. Amsteloevers: Weesperzijde, Omval en Amsteldijk op pag. 3 de
derde zin, beginnend met de woorden "Dit is een lange termijn ambitie.…” te
vervangen door de volgende zin:
"Dit is een lange termijn ambitie voor de komende 25 jaar die beoogt meer open
ruimte aan de Amsteloevers te creëren door het — uitsluitend op vrijwillige basis —
verplaatsen naar een alternatieve locatie van enkele daar thans nog liggende
woonboten. Ook voor eventuele verwijdering is vrijwillige basis het uitgangspunt.”
2. hetlaatste gedeelte van de paragraaf, beginnend met “waarbij verplaatsing …
komt te vervallen;
3. in paragraaf h. IJ-Oost: zone KNSM- en Kompaseiland op pag. 5 te vervangen
door de volgende tekst:
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1129 Moti
Datum 23 september 2016 otie
“Bewoners van het KNSM-eiland zijn over de voorgenomen herinrichting van de
locatie voor beroepsvaart aan de Sumatrakade in gesprek met het Havenbedrijf
en Bestuurscommissie Oost. Het IJ tussen de kades van Java- en KNSM-eiland
en de vaargeul is bestemd voor wachtplaatsen binnenvaart, ligplaatsen
passagiersvaart en woonboten. Eventuele herinrichtingen of herbestemmingen
op het water vinden in overleg met de belanghebbenden plaats. Het college
schrapt de potentiële locatie voor ligplaatsen voor riviercruise in de zone tussen
Kompas-en KNSM-eiland, met name omdat hier geen ruimte is voor
touringcarhaltes en omdat de Haven het niet ziet zitten.”
Het lid van de gemeenteraad
B.O.J.R. Glaubitz
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam T AR
% tijdelijke algemene raadscommissie
% Gewijzigde Agenda, woensdag 4 juni 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de tijdelijke algemene
raadscommissie
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en van 13:30 tot 17:00 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Opening inhoudelijk gedeelte
5 _Inspreekhalfuur publiek
6 Actualiteiten en mededelingen
7 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
tijdelijke algemene raadscommissie TAR
Agenda, woensdag 4 juni 2014
Openbare Orde en Veiligheid
8 Begroting 2015 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nr. BD2014-004823
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014).
e Gevoegd behandelen met agendapunt 9.
9 Jaarrekening 2013 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nr. BD2014-004819
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014).
e Gevoegd behandelen met agendapunt 8.
Financiën
10 Jaarrekening 2013 Gemeente Amsterdam Nr. BD2014-004905
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014).
e Jaarrekening gevoegd behandelen met agendapunten 11 en 12.
e Jaarrekening, aanbiedingsbrief, overzicht specifieke kosten alleen voor raadsleden in
hardcopy bij de fracties afgegeven.
11 ACAM Rapporten
e Gepubliceerde ACAM rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2013 van
diensten en begrijven (voor zover aangeleverd bij de griffie).
- AEB
-__ DIVV
- _ Generaal verslag jaarrekening 2013 Gemeente Amsterdam
- DMO
-__ DMC
- __DBGA
- GGD
- __ Dienst Metro
- _ Dienst ICT
-__DWZS
-__DWI
- Dienst Zuidas
- __ Stadsdeel Noord
- Stadsdeel Zuidoost
- _ Stadsdeel West
- Stadsdeel Centrum
- __ Stadsdeel Nieuw West
- Stadsdeel Oost
- __ Stadsdeel Zuid
- __ Waeternet
2
Gemeente Amsterdam
tijdelijke algemene raadscommissie TAR
Agenda, woensdag 4 juni 2014
- __ OGA
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Rapporten gevoegd behandelen met agendapunten 10 en 12.
e De rapporten worden niet in hardcopy verzonden.
Raadsaangelegenheden
12 Vaststelling jaarrekening griffie 2013 Nr. BD2014-004903
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014).
e Gevoegd behandelen met agendapunten 10 en 11,
13 Vaststelling van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over
2013 Nr. BD2014-004972
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 11 juni 2014).
3
| Agenda | 3 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
L
Agenda van de openbare Commissie
Leefomgeving en Economie van
3 februari 2015
Vergaderdatum dinsdag 3 februari 2015
Tijd 20:00 - 23:00
Locatie Commissiezaal; President Kennedylaan 923
Voorzitter Dhr. R. Piers
Bestuursondersteuning Dhr. M. Westeneng
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen
3. Spreekrecht belangstellenden
4. Vaststellen verslag van de vergadering van 2 december 2014
5. Toezeggingen en termijnagenda
6. Vragen over actualiteiten aan het DB
7. Voorlopig Ontwerp herinrichting Frans Halsbuurt
(ter bespreking)
8. Omgeving Sarphatipark: opheffen fietspaden
(ter bespreking)
9. Advies experiment parkeerduurbeperking Buitenveldert Noord
(ter advisering aan het algemeen bestuur)
10. Sluiting
1
Commissie Leefomgeving en Economie - dinsdag 3 februari 2015
Ter kennisname stukken
De ter kennisname stukken worden u digitaal aangeboden en worden in twee-
voud ter inzage gelegd op het stadsdeelkantoor aan de Pr. Kennedylaan 923.
- OAIS Frans Halsbuurt locaties, Voorlopig Ontwerp
- Meerjarenonderhoudsprogramma groen
- Meerjarenonderhoudsprogramma spelen
- Fietsparkeerdrukonderzoek Noord-Pijp 2014
- OAIS Hoofddorppleinbuurt 7 locaties: Definitief Ontwerp
- Programma van Eisen en Voorlopig Ontwerp Sarphatipark Westzijde
- Het Nieuwe Winkelen
2
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
%
Z
Agenda van de Commissie Leefomgeving
en Economie van 10 maart 2015
Vergaderdatum dinsdag 10 maart 2015
Tijd 20:00 - 23:00
Locatie President Kennedylaan 923; Zaal 1.32.02.
Voorzitter Dhr. R. Piers
Bestuursondersteuning Dhr. M. Westeneng
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen
3. Spreekrecht belangstellenden
4. Vaststellen verslag van de vergadering van 3 februari 2015
5. Toezeggingen en termijnagenda
6. Vragen over actualiteiten aan het DB
7. Programma van Eisen en Voorlopig Ontwerp Sarphatipark Westzijde
(ter bespreking)
8. Nota van Uitgangspunten Van Woustraat
(ter bespreking)
9. Parkeerbalans
(ter bespreking)
10. Verkeersveiligheidsplan 2015-2018
(ter bespreking)
11. Noodbrug bij stremming van de Brandweerbrug
(ter bespreking)
12. Vervolg ontwerp Frans Halsbuurt
(ter bespreking)
13. Sluiting
1
Commissie Leefomgeving en Economie - dinsdag 10 maart 2015
Ter kennisname stukken
De ter kennisname stukken worden u digitaal aangeboden en worden in twee-
voud ter inzage gelegd op het stadsdeelkantoor aan de Pr. Kennedylaan 923.
- Jan Luijkenstraat: Definitief Ontwerp
- Definitief ontwerp De Mirandalaan: herinrichting voorplein zwembad
- Definitief ontwerp P.C. Hooftstraat
- Aanwijzing tijdelijke staanplaatsen t.b.v. Pilot Foodtrucks
- Instellingsbesluit maandelijkse Museummarket
- Instellingsbesluit vergroting Minervamarkt
- Brief (KABINET)
2
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1283
Datum akkoord 19 november 2015
Publicatiedatum 20 november 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari-
Jansen van 28 mei 2014 inzake het toenemende aantal wietplantages in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Het Parool berichtte op 26 mei 2014 over de toename van het aantal wietplantages
in Amsterdamse woonhuizen'). Zowel elektriciteitsnetbeheerder Liander als
woningcorporaties bevestigen de stijgende trend. Amsterdamse
woningbouwcorporaties traceerden in 2013 al 117 kwekerijen in sociale
huurwoningen alleen, ruim 20% meer dan in 2012.
De politie heeft geen cijfers voorhanden, maar betrokkenen zijn in Het Parool
eensgezind: het aantal hennepkwekerijen groeit, of in elk geval het aantal plantages
dat wordt gevonden.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 mei 2014, namens de fractie van
het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven wat het totale aantal wietplantages is dat de
afgelopen jaren in Amsterdams is getraceerd (zowel alle woningen als niet-
woningen)? Waarom kan de politie geen cijfers overleggen?
Met excuses voor de grote vertraging die de beantwoording van deze vragen
heeft opgelopen vanwege andere ontwikkelingen op het softdrugsdossier, volgen
hier de antwoorden.
Antwoord:
Voor de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van de gegevens van
Domeinen Roerende Zaken (DRZ) (wettelijk bewaarder van inbeslaggenomen
goederen, onderdeel van het Ministerie van financiën). Indien er een
hennepkwekerij wordt ontdekt door de politie, zorgt DRZ voor het oproepen van
een ontmantelingsbedrijf. De registratie wordt bijgehouden op eenheidsniveau;
een uitsplitsing van de cijfers van DRZ naar de gemeente Amsterdam is niet
mogelijk. In de periode van 1 januari t/m 30 juni 2015 heeft DRZ 232 keer de
opdracht gegeven om een hennepkwekerij te ontmantelen in de eenheid
Amsterdam (gemeenten Aalsmeer, Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Uithoorn
en Ouder-Amstel). In geheel 2014 was dit 378 keer. De cijfers over 2013 zijn niet
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing does Gemeenteblad
Datum 20 november 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 28 mei 2014
volledig maar in 2013 zijn er circa 320 hennepkwekerijen ontmanteld. Gegevens
over voorgaande jaren zijn bij DRZ niet beschikbaar.
Het is niet bekend hoe vaak een hennepkwekerij in een woning wordt
aangetroffen. Geschat wordt dat dit bij het grootste deel (circa driekwart) van de
aangetroffen hennepkwekerijen in de gemeente Amsterdam het geval is. In
hoeveel van de gevallen het hier gaat om een sociale huurwoning is niet duidelijk,
dit wordt niet apart geregistreerd. Een grove schatting is dat het ongeveer de helft
van de woningen betreft.
Aan het opsporen van illegale hennepkwekerijen wordt in het (ook door de
gemeenteraad vastgestelde) Regionale Veiligheidsplan 2015-2018 beperkte
prioriteit toegekend, mede daarom wordt er incidenteel opsporingscapaciteit op
ingezet en is de registratie daarop ook niet ingericht.
2. Hoeveel branden zijn er de afgelopen jaren in Amsterdam geweest die zijn
veroorzaakt door de aanwezigheid van een wietplantage?
Antwoord:
In de afgelopen 5 jaar zijn er bij 52 branden in de regio Amsterdam-Amstelland
hennep- of wietplantages aangetroffen. Directe causaliteit is niet altijd vast te
stellen, omdat niet geregistreerd wordt op hennepplantage. Het aantal is dus
afhankelijk van de zoekterm in het systeem. In veel gevallen is geconstateerd dat
er brand was op een plek waar ook wiet/hennep (met of zonder plantage) werd
aangetroffen.
Van 18 van deze incidenten zijn ook rapporten gemaakt door de
brandonderzoekers van de brandweer Amsterdam-Amstelland. In een paar
hiervan lag de oorzaak vermoedelijk bij gebrekkige technische apparatuur van de
plantage. In een enkel geval was de brand aangestoken om sporen uit te wissen.
Van de 52 branden zijn er zeker 40 in woningen geweest.
3. In het artikel van Het Parool wordt vooral ingegaan op wietplantages in
corporatiewoningen. De politie signaleert dat in sommige delen van het
land, de wietteelt zich grotendeels verplaatst van huur- naar koopwoningen.
Geldt dat ook voor Amsterdam? Kan het college aangeven hoe wordt
omgegaan met wietplantages in particuliere huurwoningen en in
koopwoningen? Hoe kan daar zo streng mogelijk tegen opgetreden
worden? Wordt bijvoorbeeld bij een wietplantage in een koophuis door
politie en justitie informatie daarover aan de hypotheekverstrekker gegeven
zodat deze adequate maatregelen kan nemen?
Antwoord:
Zoals bij het antwoord op vraag 1 al is toegelicht, wordt aan het opsporen van
illegale hennepkwekerijen in het Regionale Veiligheidsplan 2015-2018 beperkte
prioriteit toegekend, mede daarom wordt er weinig tot geen opsporingscapaciteit
op ingezet en is de registratie daarop niet ingericht. Informatie over
hennepplantages wordt niet gedeeld met hypotheekverstrekkers.
Bestuurlijk wordt in het belang van de openbare orde en veiligheid opgetreden
tegen illegale hennepteelt door middel van het sluitingenbeleid, waarbij
(niet-)publiektoegankelijke inrichtingen voor onbepaalde tijd worden gesloten en
niet-bewoonde woningen voor drie maanden. Eigenaren van bewoonde woningen
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng does Gemeenteblad
ummer = su .
Datum 20 november 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 28 mei 2014
worden in beginsel eerst gewaarschuwd en bij herhaling binnen drie jaar wordt
alsnog gesloten. In 2013, 2014 en 2015 werden respectievelijk 12, 24 en 38
woningen op last van de burgemeester gesloten in verband met aangetroffen
hennepplantages. Het aantal waarschuwingen was respectievelijk 20, 53 en 47.
Of hennepplantages in huur- dan wel koopwoningen worden aangetroffen is bij de
woningen waarvan sluiting wordt verzocht niet geanalyseerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie
% Agenda, woensdag 1 september 2010
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie
Tijd 13.30 tot 17.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie van 30 juni
2010.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie.amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
Zie ook agendapunt 11.
8 Termijnagenda
Zie ook agendapunt 11.
9 Openstaande Schriftelijke vragen
10 Rondvraag - Tkn lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie EZ P
Agenda, woensdag 1 september 2010
Economische Zaken
11 Opmerkingen toezeggingenlijst en termijnagenda cie EZP Nr. BD2010-005006
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
12 Initiatiefvoorstel Ruigrok, De Goede, Van der Heijden: Verminderen regels
burgers en bedrijven. Nr. BD2010-004433
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen van het initiatiefvoorstel.
13 TKN brieven eerste commissie EZP (Brief negen straatjes) Nr. BD2010-004327
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer De Goede (GrLi).
14 Effectrapportage Giro Nr. BD2010-004579
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie OZK is hierbij uitgenodigd.
Waterbeheer
15 Aanleg van een fietspad aan de noord-oostgrens van de Amsterdamse
Waterleidingduinen (AWD) Nr. BD2010-003214
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Dienstverlening
16 Tarieven CCA en Kostenverdeling Digitaal Loket en Zoek een Collega voor 2011
Nr. BD2010-004330
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van duo-raadslid de heer Klatser (Red Amsterdam).
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Personeel en Organisatie EZ P
Agenda, woensdag 1 september 2010
Bedrijven
17 Beschikbaar stellen van een krediet voor de verhuizing van Dienstverlening en
Facilitair Management Nr. BD2010-003644
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
BESLOTEN DEEL
3
| Agenda | 3 | train |
x% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1072
Datum indiening 17 augustus 2020
Datum akkoord 18 september 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake uitbraak van de iepziekte
in het Vliegenbos
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Naar aanleiding van een ongekende uitbraak van de iepziekte in het W.H. Vliegenbos is
de fractie van de Partij van de Ouderen zeer verontrust geraakt.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij van de
Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
1. Is het college bekend met de rapportage van Groenadvies Amsterdam BV, aangaande
iepziekte in het W.H. Vliegenbos, waarbij Groenadvies stelt, dat het hier, voor
Amsterdam, om een ongekende uitbraak gaat?*
Toelichting door vragensteller: Uit de locatie van geplaatste feromoonvallen, pagina 4,
blijkt één locatie, Meeuwenlaan bij de camping, eruit te springen. Daarnaast was er
een sterk verhoogde populatiedruk op de locatie G.J. Ketjenweg.
Antwoord:
Ja, het college is bekend met genoemde rapportage. Wethouder Ivens heeft op 28 juli
via de dagmail het rapport met een begeleidende brief aan de raad verzonden. Hierin
is aangegeven dat er wordt gewerkt aan extra maatregelen om de iepziekte de
komende jaren beheersbaar te houden. De aanbevelingen uit het rapport worden
overgenomen en we leiden extra medewerkers op die met gespecialiseerde
vakkennis de zieke bomen snel kunnen opsporen en direct verwijderen. Hiervoor zal
mogelijk extra budget nodig zijn.
2. Bestaat hier een verband met door het stadsdeel in januari 2019 uitgevoerde
vellingswerkzaamheden op het Rioolpad, afdeling 1L? (Zie recept voor een plaag; Y-
onNoord.) https://www.facebook.com/notes/y-onnoord/het-recept-voor-een-plaag-
door-ruud/3753012364713572/
Antwoord
Nee, dit verband is er niet. Het stadsdeel Noord geeft aan dat langs het Rioolpad een
iepenstam en een stapel iepentakken werden aangetroffen. Hierin werd geen
iepenspintkever aangetroffen.
t https:/Awww.tuinparkbuitenzorg.nl/wp-content/uploads/2020/08/rapportage_iepziekte_Vliegenbos
2020.pdf
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1072 Gemeenteblad R
Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020
3. Bestaat er een verband met het vellen van iepen op volkstuincomplex Buitenzorg,
door een aannemer, in februari 2020?
Toelichting door vragensteller:
Groenadvies heeft bij haar controles drie iepen aangetroffen die in 2018 of 2019 al
waren afgestorven. In twee daarvan was “broed” aanwezig, zie pagina 5. Meerdere
iepen aan de oostelijke zijde van het bos zijn al in 2018 of 2019 besmet geraakt maar
niet opgemerkt, zie pagina 7. Wij zelf hebben kunnen constateren dat er al in
augustus 2019 een zieke iep ter hoogte van het achterste toegangshek van de
camping is geveld. Daarnaast werd op meerdere locaties iepenhout in het bos
aangetroffen, zie pagina 6. De oorzaak van de problemen blijken in het bos zelf te
liggen, zie pagina 10. Sinds minimaal 2012 is er sprake van één specifieke ambtenaar
die zich, ondersteund door aanvullend personeel, bezighoudt met
onderhoudswerkzaamheden in het bos. Deze mensen hebben allen een
hoveniersachtergrond.
Antwoord:
Nee, dit verband is er niet. In het volkstuinencomplex Buitenzorg is door de gemeente
twee maal een inspectie uitgevoerd om te zoeken naar stukken iepenhout of takken
die mogelijke broedhaarden zijn. Daarbij is in drie tuinen iepenhout aangetroffen en
éénmaal in een takkenril. Er is geen broed gevonden.
4. Is hier sprake van een personele invulling, waarvan je mag verwachten dat hun
ervaring en vooropleiding voldoende specifiek gericht is om te kunnen voldoen aan de
eisen om een bos met een dermate hoge risicofactor (30% iep) te beheren?
Antwoord:
De ambtenaren die zijn belast met het beheer van bomen in Noord (dus ook van het
Vliegenbos) hebben de vereiste scholing, kennis en ervaring in het herkennen van
iepziekte en het opsporen van broedhout. In 2019 en 2020 hebben extra
medewerkers een training gevolgd, en dit aantal wordt nog uitgebreid.
5. Had er na het vellen, van de volop in het zicht staande iep, naast de camping in
augustus 2019, preventief moeten worden geschouwd, tussen augustus 2019 en mei
2020, ter voorkoming van een uitbraak van iepziekte? Zo ja, waarom is dit niet
gebeurd?
Antwoord:
Vanaf september is iepziekte niet meer goed te herkennen, omdat dan de
herfstverkleuring optreedt. In droge zomers, zoals vorig jaar en ook dit jaar, wordt
herkenning van iepziekte in augustus al lastig. In de winter is de iepenspintkever niet
actief. Er moet worden gewacht tot het voorjaar om iepziekte vast te kunnen stellen.
Preventief schouwen in de winter helpt dus niet om een uitbraak te voorkomen.
Inspectie van iepziekte start jaarlijks zodra de iepenspintkever weer actief wordt bij
een temperatuur boven 18°C. Dit jaar is de inspectie in het Vliegenbos begin april
gestart. Er werden direct maatregelen genomen na constatering van iepziekte.
6. Dient er sowieso niet jaarlijks in het bos op iepziekte te worden gecontroleerd”?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd?
Antwoord:
Meerdere keren per seizoen wordt op iepziekte gecontroleerd. Na constatering van
iepziekte volgen extra inspecties in omringend gebied.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1072 Gemeenteblad R
Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020
7. Is dit inmiddels verbeterd?
Antwoord:
N.v.t. Zie vraag 6
8. Wordt het voorgestelde iepenprotocol (werkwijze), zoals voorgesteld op pagina 11,
overgenomen? Zo ja, wie houdt er toezicht op werkzaamheden van eigen personeel
en aannemers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De voorgestelde werkwijze wordt overgenomen als aanscherping van de stadsbrede
afspraken in Amsterdam rond de bestrijding van iepziekte. De uitvoeringsvoorschriften
worden overgenomen in de update van het Handhavingsprotocol lepziekte en in het
Protocol Werkwijze lepziekte, als leidraad voor de aanpak van het volgende seizoen.
De toezichthouders van de gemeente houden toezicht op werkzaamheden van eigen
medewerkers en groenaannemers.
9. Wordt bij kapvergunningen iepen betreffende, verleend aan particulieren en
aannemers, sowieso daadwerkelijk stelselmatig gecontroleerd of men zich aan de
protocollen heeft gehouden?
Toelichting door vragensteller:
Het Vliegenbos wordt beheerd volgens een beheerplan, zie pagina 11. Dit beheerplan
is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel d.d. 27 maart 2007,
besluit 279861 A. Beheerplan Vliegenbos 2006. “Bestuurlijke context, een duidelijk
beheerplan met een duidelijk eindbeeld en bijbehorende beheermaatregelen ontbrak
nog”. “Doel van het bosbeheer is het in standhouden en versterken van de
landschappelijke en ecologische kwaliteiten van het bos”, pagina 17. In 2004 is
beheer en onderhoud middels de laatste professionele partij, Bureau Takkenkamp,
beëindigd. Vastgesteld moet worden dat er aangaande beheer sindsdien weinig is
gebeurt. Het bos is vanaf die tijd vooral gebruikt voor herinrichtingen en ambtelijke
hobbyprojecten. Samen met leerlingen van het Clusiuscollege werd in het centrale
deel van het bos een z.g. avonturenpad door de ondergroei uitgekapt. Tijdens een
bezwaarprocedure werd door een van de verantwoordelijke ambtenaren beweerd dat
dit conform het beheerplan was, want daarin was opgenomen dat het oorspronkelijk
padenpatroon zo mogelijk moest worden teruggebracht.
Antwoord:
Bij de vergunningverlening voor de kap van iepen is in de voorschriften aangegeven
dat de iep verwijderd moet worden conform de maatregelen zoals beschreven in
artikel 5.10 van de APV, inclusief de sanctie bij niet naleven. Met steekproeven en aan
de hand van meldingen wordt naleving gecontroleerd.
10. Kan (eventueel op tekening) worden aangegeven in hoeverre het nieuwe
avonturenpad overeenstemt met het oorspronkelijke padenpatroon?
Toelichting door vragensteller:
Bosafdeling 1H is deels kaalgeslagen, voorzien van een berg zand, tuincentrum-
natuur alsmede een kabelbaan en inmiddels platgelopen. De ingang omgeving
Meeuwenlaan is, volledig in strijd met aanbevelingen in het beheerplan, omgebouwd
tot park. Langs de daar gesitueerde voormalige Beatrixschool en langs het Rioolpad,
afdelingen 1b (in 2017 al onderworpen aan de vijfjaarlijkse dunning) en 1l, werden in
januari 2019, zonder vergunning, onder het mom van dunning, tientallen bomen
geveld om aan klachten van bewoners en gebruikers tegemoet te komen.
Aanwonenden van het Rioolpad en langs de Nieuwendammerkade gebruiken
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1072 Gemeenteblad R
Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020
inmiddels op grote schaal, in strijd met eerder gemaakte afspraken, het bos
oneigenlijk.
Antwoord:
Het Vliegenbos bestaat uit paden die op kaart staan aangegeven, en een aantal
slingerpaden die door stadsdeel Noord, in afstemming met bewoners zijn aangelegd
om het bos voor kinderen aantrekkelijk te maken, zoals achter het speeltuintje ter
hoogte van het Bredero College, waar waarschijnlijk het avonturenpad mee wordt
bedoeld. Dunning wordt hier uitgevoerd conform de Bomenverordening en het, door
het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Noord in 2007 vastgestelde, beheerplan
Vliegenbos (zie ook antwoord vraag 11). Bewoners van het Rioolpad gebruiken het
groengebied langs de Nieuwendammerkade (zie ook antwoord vraag 12). Er is hierbij
geen relatie met de iepenziekte. (zie ook antwoord op vraag 2).
11. Kan er worden aangegeven waarom vellingen niet zijnde gebaseerd op het
beheerplan, niet vergezeld hoeven te gaan van een kapvergunning?
Antwoord:
Bomenkap in Amsterdam wordt uitgevoerd volgens de regels van de
Bomenverordening Amsterdam waarbij als regel voor de kap van iedere boom een
kapvergunning nodig is. In sommige gebieden is het nodig om een groep van dicht bij
elkaar staande bomen te dunnen als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de
groei van de overblijvende houtopstand(en). Een vergunning voor het dunnen is niet
vereist als dit wordt uitgevoerd op basis van een beheerplan dat door het college is
vastgesteld (artikel 1 sub d Bomenverordening). Voor het Vliegenbos is een
beheerplan van kracht volgens besluit van stadsdeel Noord. Er kunnen, conform
aanwijzing in de Bomenverordening, ook nog andere oorzaken zijn waarom bomen
zonder vergunning gekapt mogen worden zoals bij gevaar voor verspreiding van
ziektes (plantenziektenwet) of in geval van aantoonbare instabiliteit van de boom
(noodkap).
12. Kan er worden aangegeven waarom niet op oneigenlijk gebruik wordt gehandhaafd,
dan wel waarom hiertegen geen fysieke barrière wordt opgericht?
Toelichting door vragensteller: De afgelopen paar jaar is de ondergroei in het bos
stelselmatig bestreden, ten behoeve van de aanplant van bloembollen, andere
siergewassen en sociale veiligheid (afdeling AJ).
Antwoord:
Het stadsdeel Noord heeft als reactie op signalen van oneigenlijk gebruik eind juli
2020 een brief verspreid langs de Nieuwendammerdijk. Daarin is aangegeven dat
perceelgrenzen dit jaar worden onderzocht. Waar sprake is van oneigenlijk gebruik
wordt actie ondernomen. Het verwijderen van de ondergroei in het bos wordt
uitgevoerd ter verbetering van lichttoetreding in het bos voor meer biodiversiteit,
waarbij wordt uitgevoerd conform het door stadsdeel Noord vastgestelde beheerplan.
Het planten van bloembollen was een bewonersinitiatief ter verfraaiing van de reeds
bestaande grasstrook langs een wandelpad.
13. Kan worden aangegeven in hoeverre dit strookt met de uitgangspunten in het
beheerplan?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 12
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1072 Gemeenteblad R
Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020
14. Kan worden aangegeven in hoeverre het beleid aangaande sociale veiligheid met
betrekking tot groen is gebaseerd op daadwerkelijk onderzoek en welke onderzoeken
dat zijn?
Antwoord:
Sociale veiligheid met betrekking tot groen wordt vanuit gebiedskennis bepaald.
Landelijk onderzoek naar het beeld over de gevoelde veiligheid of onveiligheid en hoe
groen een rol kan spelen bij de werkelijke sociale veiligheid binnen en buiten de
steden, wordt gevolgd.
15. In 2018 is de zuidoostelijke hoek van afdeling 2e, gesubsidieerd door een plaatselijke
kunsthandelaar, deels geveld en heringericht tot “beeldentuin”. Kan worden
aangegeven in hoeverre dit kon gebeuren zonder dat het bestuur van het stadsdeel
hier ruchtbaarheid aan en/of inspraak op hoefde te geven?
Antwoord:
Stadsdeel Noord geeft aan dat het beeldenbos aan de oostrand van het Vliegenbos
vanuit een bewonersinitiatief is ontstaan in 2015. Het initiatief kreeg een positief
advies vanuit het initiatievenberaad in 2016. In 2017 werd er een
gebruiksovereenkomst getekend tussen stadsdeel Noord en de Stichting Beeldenbos
Noord met daarin afspraken over gebruik, duur, en onderhoud. Het beeldenbos is
uiteindelijk opgenomen in de gebiedsplannen van 2018. Deze gebiedsplannen zijn
door het stadsdeel Noord vastgesteld. Destijds is over de verschillende stadia van het
plan inspraak geweest en gecommuniceerd. Oktober 2019 is de beeldentuin officieel
geopend. Het bosperceel ernaast is gekapt vanwege de uitbraak iepenziekte.
Hierover is gecommuniceerd.
16. In 2020 is door het bestuur de beslissing genomen om dwars door het midden van het
bos een doorgaand fietspad aan te leggen. Omschreven als “fiets-voetpad”. Kan
worden aangegeven in hoeverre deze beslissing correspondeert met het beheerplan
en de voorschriften aangaande de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam?
Antwoord:
In het Beheerplan Vliegenbos staat met betrekking tot een fietspad het volgende:
Aanbevolen wordt de aanleg van een fietsverbinding door het Vliegenbos, vanaf het
Noorderpark (Meeuwenlaan) naar het Zijkanaal naar Nieuwendam en vervolgens de
geplande fietsverbinding over het Zijkanaal naar het Rietland richting Schellingwoude.
(…)
Het Dagelijks Bestuur in Noord heeft geen beslissing genomen om dwars door het
bos een doorgaand fietspad aan te leggen. Het stadsdeel heeft een besluit genomen
om een bestaand voetpad te maken tot een voetpad waar de fietser te gast is. Het is
geenszins de bedoeling een nieuw en/of een extra pad aan te leggen. Het beheerplan
is niet van invloed op de hoofdgroenstructuur Amsterdam.
17. De volgende ambtelijke diensten zijn inmiddels, los van elkaar, betrokken bij
vraagstukken betreffende “beheer” en onderhoud aangaande het bos. Stadsdeelwerk,
Ingenieursbureau, Sociaal-culturele sector, Stadsecoloog, Bureau vervangingsopgave
bomen, opsporing gevaarlijke bomen en waarschijnlijk zijn we er nog een paar
vergeten. Bestaat er een, in bosbeheer geschoolde, overkoepelend coördinator met
mandaat, die uit oogpunt van lange termijnbeheer één en ander in goede banen leidt?
Zo ja, wie is dat? Zo nee, waarom niet?
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 1072 Gemeenteblad
ummer - =.
Datum 18 sept. 2020 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2020
Antwoord:
Het Vliegenbos wordt als geheel beheerd en onderhouden vanuit de gespecialiseerde
vakafdelingen en met geschoolde, ervaringsdeskundige groenmedewerkers
uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 653
Datum akkoord 8 juni 2016
Publicatiedatum 10 juni 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen van 14 maart 2016 inzake
duurzame overheidsgebouwen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 14 maart 2016 was op de website! van Binnenlands Bestuur te lezen dat er in
kleine overheidskantoren meer gas wordt verstookt dan in vergelijkbare kantoren in
het overige deel van de dienstensector. Ook gebruiken recent gebouwde
overheidskantoren meer elektriciteit dan oudere overheidskantoren. Dit blijkt uit
berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)°.
Het gemiddelde gasverbruik per m° gebruiksoppervlakte is hoger in kleine
overheidskantoren dan in vergelijkbare kantoren in de overige dienstensector.
Zo verbruiken overheidskantoren in de oppervlakteklasse 1000 tot 2500 m? per jaar
gemiddeld 13,3 m° per mé, terwijl kantoren in de overige dienstensector in deze
oppervlakteklasse per jaar slechts 10,9 m?° per m? verbruiken. Onder de
dienstensector vallen onder andere handel, transport, horeca, financiële diensten,
onderwijs, zorg en overheid.
Ook wanneer rekening wordt gehouden met de leeftijd van het gebouw, blijken kleine
overheidskantoren nog steeds relatief meer gas te verbruiken dan vergelijkbare
kantoren in de overige dienstensector. Overheidskantoren die gebouwd zijn in de
periode 1994 en 2015 verbruiken relatief meer elektriciteit dan overheidskantoren van
eerdere jaren, zo blijkt uit de gegevens. Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat
gebouwen van recente datum meer gebruik maken van mechanische ventilatie in
combinatie met warmteterugwinning en gebruik van ICT-toepassingen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van GroenLinks, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
' http://www.binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/nieuwe-en-kleine-overheidsgebouwen-
verspillen.9524416 lynkx
2 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2016/kleine-en-nieuwere-
overheidskantoren-verbruiken-meer-energie.htm
verbeterblad 1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer do uni 2018 Schriftelijke vragen, maandag 14 maart 2016
1. Heeft het college kennisgenomen van bovenstaand bericht?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennis genomen van het bericht op de website van
Binnenlands Bestuur over dat er in kleine overheidskantoren meer gas wordt
verstookt dan in vergelijkbare kantoren in het overige deel van de dienstensector.
2. Kan het college toelichten hoeveel gas kantoren van de Amsterdamse gemeente
gebruiken en of dit meer of minder is ten opzichte van andere Amsterdamse
kantoren? Met andere woorden, gelden de resultaten uit het onderzoek van het
CBS ook voor de gemeente Amsterdam?
Antwoord:
Ja, het college kan toelichten hoeveel gas de kantoren van de Amsterdamse
gemeente gebruiken. In bijgaand overzicht van 2015 vindt u de
verbruiksgegevens per kantoorpand. Hieruit kan worden opgemaakt dat de
Amsterdamse kantoren onder de genoemde cijfers in het artikel zitten (10,93 m3
per m2 verbruik). Bij twee gebouwen is het verbruik de afgelopen in de afgelopen
12 maanden (20 maart 2015 — 20 maart 2016) onder de norm gekomen:
Voormalig stadstimmertuin 4-6: van 11,6 naar 10,1 m3 eg/m2
Plein 40-45 : van 10,9 naar 8,6 m3 eg/m2
De afname van het verbruik op Plein 40-45 kan onder andere worden
toegeschreven aan de renovatie van het pand in 2015.
VGM m3 eq /
nr. | Pand Status m2’s soort kwh/m2 | m2 m3 eq kwh
Bijlmerplein
395/Flierbosdreef 2-
2718 | 12 Huur 24.553 kantoor 4,7 | 1159918) 1194672
Jan van Galenstraat
1002 | 323 Eigendom |19.791 kantoor 3,3 64334 | 1704004
Oudezijds
1004 | Voorburgwal 300 Eigendom | 7.200 kantoor | 54 57 40847 | 386683
Voormalige
Stadstimmertuin 4-
1003 | 6 Eigendom |4.163 kantoor | 39 11,6 48472 | 161647
1009 | Weesperstraat 107-|Huur | [kantoor | 4s| 550091173838
verbeterblad 2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing bea Gemeenteblad
Datum 10 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 14 maart 2016
121 12.343 96
Weesperstraat 430-
oolsrengacrson Jegendn loen | \n | as woo wael
Anton de Komplein
za Pr laser lmao | sal eres) sooo
2815 | 250 Huur 12.961 kantoor | 70 3,4) 44075,83 | 903320
ao 0 legenden len |tmooluo | es soo sl
1729 | 2000 Eigendom |7.688 kantoor | 119 6,5 49930 | 915192
Oranje
President
Elisabeth
so wilfaeata Jagende loen |tmoole | ssl zo emo
oolosiorpteinss00 agenten esn lancolae | zal sos soe
LLL |
Op basis van bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat alle
kantoren een verbruik van onder de 10,93 m3 hebben.
3. Is het college met GroenLinks eens dat de gemeente het goede voorbeeld moet
even op het gebied van energiegebruik en dus een láger gasgebruik per m2 moet
hebben dan vergelijkbare kantoren?
Antwoord:
Ja, er wordt via de programma’s CO2 routekaart en de Agenda Duurzaamheid en
Groen gestuurd op onder andere het verduurzamen van het gemeentelijke
Vastgoed. Gemeentelijk Vastgoed heeft het afgelopen jaar een werkprogramma
2016 “duurzaam gemeentelijk vastgoed opgesteld om haar bijdrage daarin te
beschrijven. Daarnaast is hiervoor een financieel kader opgesteld. Kort
samengevat gaat het om het isoleren van de “schil” van het gebouw, richtlijnen
ontwikkelen voor kansrijke inbouwpakketten (zoals nieuwe warmte en energie
installaties) en het benutten van gemeentelijke daken voor duurzame opwek. Voor
het nemen van maatregelen wordt aangesloten bij de investeringen die nodig zijn
in het kader van het meerjarenonderhoudsplan van het pand.
Op dit moment wordt bekeken of in het kader van de pilot “kantoor vol Energie”
een gemeentelijk kantoor kan worden ingebracht. Deze pilot is gericht op het
innovatief uitvragen van de markt bij het renoveren van kantoorgebouwen van
energielabel G/F/E, naar een energieneutraal gebouw.
verbeterblad 3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer do uni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 14 maart 2016
4. Overweegt het college (een deel van) de middelen van 10 miljoen euro die zijn
vrijgespeeld uit de revolverende middelen zoals beschreven in het
initiatiefvoorstel van Ruigrok, Peters en Paternotte (Amsterdam blijft van
ledereen) aan te wenden om het gemeentelijke gasverbruik terug te dringen?
Antwoord:
Het college heeft in de Voorjaarsnota structureel €2,3 miljoen voor
het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed uitgetrokken. De middelen
(€ 10 miljoen) die zijn vrijgemaakt in het Hernieuwde Coalitieakkoord zijn bedoeld
voor de versnelling van duurzaamheid in de stad. Najaar 2016 ontvangt de raad
het bestedingskader dat College wil hanteren voor de inzet van deze middelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
verbeterblad 4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam | D
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en
Energie, Luchtkwaliteit en ICT
% Agenda, woensdag 7 januari 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID
d.d. 3 december 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissielD@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 TKN-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Agenda, woensdag 7 januari 2015
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
e Actualiteit van het raadslid de heer Ernsting (GrLi) inzake het niet doorgaan van
de proef om snorscooters in Amsterdam op de rijbaan te laten rijden.
10 Rondvraag
Duurzaamheid
11 Instemmen met de Agenda Duurzaamheid Nr. BD2014-014174
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 januari 2015).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12
e _Deleden van de Raadscommissies FIN, RO, JC en WE zijn hierbij uitgenodigd
12 Bestuurlijke reactie op motie 952 Uitvoering Wet milieubeheer Nr. BD2014-
014022
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11
Verkeer en Vervoer
13 Rapportage 3e kwartaal 2014 Noord-Zuidlijn Nr. BD2014-010003
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie
2
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Agenda, woensdag 7 januari 2015
14 Bespreking vragen over vervoersprognoses Noord-Zuidlijn en Amstelveenlijn Nr.
BD2014-013736
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Vink (D66)
e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014
15 Voortgangsrapportage Renovatie Oostlijn 3e kwartaal 2014 Nr. BD2014-010007
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Afdoening raadsadres inzake kosten en frequentie metro's alsmede ruimte
fietsenstalling bij metrostation Weesperplein Nr. BD2014-013731
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Vink (D66)
e Was Tkn 10 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014
e Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamer raad
17 Weesperplein: invulling nieuwe projectopdracht Nr. BD2014-013877
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
18 Brief wethouder Litjens d.d. 11 december 2014 inzake Scope-uitbreidingen
Stationsrenovatie, aanleg extra trap bij Kamperbrug Nr. BD2014-014034
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Vink (D66)
19 Uitwerking coalitieakkoord uitbreiding metronetwerk Nr. BD2014-013829
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
20 Voortgangsrapportage parkeerplan Nr. BD2014-013735
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Ernsting (GL)
e Was Tkn 19 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014
3
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Agenda, woensdag 7 januari 2015
21 Afdoening motie Molenaar over het beter benutten van het busplatform achter het
CS voor het opvangen touringcars met als bestemming binnenstad Nr. BD2014-
013729
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Ernsting (GL)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014
22 Vervangen tramsporen Muntplein Nr. BD2014-013737
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Ernsting (GL)
e Was Tkn 22 in de raadscommissie ID, d.d. 3 december 2014
4
| Agenda | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 212
Publicatiedatum 26 april 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw A. van der Velde van
27 maart 2013 inzake de nieuwe M5 metrostellen.
AmSerdam, 22 ap ZONE
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstelster.
In de vergadering van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Instrastructuur
(inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit) op 7 februari 2013 heeft de fractie van
Trots op Nederland bij het agendapunt ‘Rapportage Derde Kwartaal 2012
Noord/Zuidlijn’ aan de wethouder voor Vervoer, de heer Wiebes, vragen gesteld over
de nieuwe metrostellen, de M5. Ruim een jaar geleden hebben wij onze eerste
vragen over de nieuwe metrostellen al gesteld. Een duidelijk antwoord ontbreekt.
Ook in de brief van wethouder Wiebes van 1 maart 2013 (DIVV/UIT/20138845) wordt
niet op de gestelde vragen ingegaan. Gezien het grote bedrag dat met de aankoop
van deze metrostellen gemoeid gaat en de twijfels die de fractie van Trots op
Nederland heeft over de gang van zaken heeft vragenstelster een aantal vragen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 maart 2013, namens de fractie
van Trots op Nederland, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Hoeveel nieuwe metrostellen zouden er inmiddels conform plannen opgeleverd
moeten zijn? Hoeveel zijn er daadwerkelijk opgeleverd? Waar bevinden zij zich?
Antwoord:
De oorspronkelijke planning was dat er in januari 2013 vier metrostellen geleverd
zouden worden. Tot op heden zijn er twee stellen geleverd, die momenteel
worden gebruikt voor de testfase. Tijdens het testen is gebleken dat het nieuwe
materieel nog onvoldoende betrouwbaar is voor stabiele inzet en zijn enkele
problemen naar voren gekomen. Dat is precies de reden van deze uitgebreide
testfase, waarin zeer zorgvuldig wordt getest, zodat de metro betrouwbaar en
veilig in de dienstregeling kan rijden. Deze problemen moeten eerst worden
opgelost voordat de Acceptatie van het eerste Metrovoertuig kan plaatsvinden en
de overige voertuigen geleverd kunnen worden.
Op dit moment staan de twee metrostellen, wanneer zij niet in gebruik zijn voor de
testfase, op het werkplaatsterrein van GVB in Diemen.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Seeing 12 Gemeenteblad
Datum 26 april 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 27 maart 2013
2. Erzijn 19 punten geconstateerd die aangepast moeten worden voordat de M5
ingezet kan worden op het Amsterdamse metronetwerk. Om welke 19 punten
gaat het? Hoeveel kost het om deze 19 punten te verhelpen? Hoe kan het dat er
een metro ontwikkeld en besteld is die niet geschikt is voor het Amsterdamse
metronetwerk? Hoe kan het dat deze punten vervolgens pas op het allerlaatste
moment zijn geconstateerd? Hebben deze aanpassingen gevolgen voor het
vervolgonderhoud? Zo ja, wat zijn de kosten hiervan?
Antwoord:
De ervaring leert dat in de praktijk sommige systemen op het metronet waarop ze
ingezet worden toch iets anders te reageren dan op de testbaan bij de
leverancier. Voor elke nieuwe metro in elke nieuwe stad is dit het geval, omdat
geen enkele infrastructuur hetzelfde is. Dat is precies de reden van deze
uitgebreide testfase, waarin zeer zorgvuldig wordt getest, zodat de metro
betrouwbaar en veilig in de dienstregeling kan rijden. Punten die tijdens deze
testen worden geconstateerd worden op een zogenoemde Open-Punten-Lijst
gezet, dit is een levend document waar continue (garantie)punten bij komen die
vervolgens door de leverancier (op zijn kosten) moeten worden opgelost. Deze
lijst heeft op enig moment 19 punten bevat, maar daar zijn inmiddels al weer
punten van opgelost en kleine punten bijgekomen. Dit is een normaal proces dat
bij elke complexe aanbesteding gebruikt wordt.
Eventuele aanpassingen hebben geen gevolgen voor het onderhoud.
3. Alin 2011 heeft de fractie van Trots op Nederland gemeld dat er onvoldoende
vermogen is om de M5 vanaf stilstand op te starten. Hoeveel bedragen de extra
kosten voor het aanpassen van de bekabeling? Hoeveel meer vermogen verbruikt
de nieuwe metro ten opzichte van de oude? Voor wie zijn deze kosten?
Antwoord:
Er is geen sprake van onvoldoende vermogen om de MS vanuit stilstand op te
starten.
Wat wel aan de orde is dat de nieuwe voertuigen langer en zwaarder zijn dan de
oude en daardoor meer vermogen behoeven en meer energie verbruiken. Deze
toename van vermogensbehoefte en energieverbruik per voertuig is globaal gelijk
aan de toename van de lengte van de voertuigen. Op de Oostlijn hebben de
voertuigen een lengte van 75 meter, dit wordt 116 meter. Op de Ringlijn wordt het
van 90 meter 116 meter.
Uit doorrekeningen blijkt dat op sommige locaties aanpassingen aan bekabeling
nodig zijn om in de grotere vermogensbehoefte te kunnen voorzien. Met het
testrijden en in gebruik nemen van de nieuwe voertuigen worden de
doorrekeningen aan de praktijk getoetst, wordt definitief duidelijk in welke mate
aanpassing van bekabeling nodig is en wat de daarmee verbonden kosten zijn.
De kosten van aanpassing van bekabeling worden gedekt vanuit SRA-budget.
De kosten van energieverbruik van de voertuigen worden gedragen door GVB.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Dimmer 26 apri 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 27 maart 2013
4. Hoe ver zijn de werkzaamheden aan het ICT-project om het oude en nieuwe
systeem op elkaar aan te laten sluiten? En hoeveel bedragen de extra kosten
hiervoor?
Antwoord:
Het is niet duidelijk wat wordt bedoeld met “het ICT-project” en een mogelijke
relatie met de M5-voertuigen.
5. Zijn er al proefritten gemaakt nadat enkele punten verholpen zijn? Zo ja, welke
punten zien er al verholpen? Wat zijn de resultaten van de proefritten?
Antwoord:
Er worden voortdurend proefritten gemaakt die het de leverancier mogelijk maken
de technische punten op te lossen. Tot nu toe zijn deze succesvol, met
uitzondering van de Trein-TV (bewaking vertrekprocedure door de bestuurder op
basis van camerabeelden). Deze proefritten zijn nodig, zodat de metro uiteindelijk
betrouwbaar en veilig in de dienstregeling kan rijden.
6. Wat zijn de concrete plannen om de orders van de M5 om te zetten in orders voor
kortere metrostellen zoals de wethouder in de krant heeft aangekondigd?
Antwoord:
Orders voor de M5 kunnen contractueel niet worden omgezet in orders voor
kortere metrostellen. Er loopt een studie naar een mogelijke bestelling van kortere
voertuigen in de toekomst.
7. Hoe staat het er voor met de opslagcapaciteit op de tailtracks? Wanneer zullen de
stallingsmogelijkheden gereed zijn? Levert de realisatie hiervan problemen op?
Welke extra kosten zijn ermee gemoeid als later dan gepland begonnen wordt
met deze verbouwingen?
Antwoord:
De verbouwingen aan de tailtracks zijn in gang gezet en zullen tijdig voorzien in
de stallingsmogelijkheden van de nieuwe metrostellen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 293
Publicatiedatum 11 april 2014
Ingekomen onder AJ
Ingekomen op donderdag 13 maart 2014
Behandeld op donderdag 13 maart 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Schimmelpennink inzake het tekort aan metrostellen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het vermeende materieeltekort op het metronetwerk
Noord/Zuidlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr. 249);
Overwegende:
— de vele last die de aanleg heeft veroorzaakt;
— de hoge kosten voor de gemeentefinanciën;
— de investeringen van bedrijven langs de Noord/Zuidlijn;
— hette verwachten intensieve gebruik van deze lijn;
— dat de treinen te kort zijn en de klanten klagen;
— het besluit van de gemeenteraad voor de aanschaf van 23 treinen van 120 m voor
het bestaande metronet, die nu uitgeleverd worden en 12 bestelopties voor
de Noord/Zuidlijn;
— dat de SRA bepaald heeft dat het 5 bestelopties worden, zodat wij 7 treinen
tekortkomen, waardoor de dreiging ontstaat dat er te weinig materieel is voor de
metro bij het niet gebruiken van de vervolgorder;
— dat de metro met een te lage frequentie gaat rijden;
— dat een nieuwe internationale aanbesteding nodig wordt;
— dat, in plaats van dezelfde hoge-kwaliteitsmetrostellen van Alstorn, een drama als
met de Fyra in het verschiet ligt,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de eerste helft van 2015 de vervolgorder voor 12 metrostellen bij Alstorn te
plaatsen voor levering in 2017.
Het lid van de gemeenteraad,
L.M.H. Schimmelpennink
1
| Motie | 1 | discard |
4 len Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 november 2021
Portefeuille(s) Economische Zaken en Cultuur
Portefeuillehouder(s): Victor Everhardt
Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, T. Hendriks, [email protected]
Onderwerp Reactie op motie 508 van raadsleden J.S.A. Vroege, D.F. Boutkan, C. Martens
en Z.D. Ernsting getiteld LHBT|+ toeristen welkom
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 8 juli 2021 heeft vw raad bij de bespreking van de
voorjaarsnota Motie 508 van raadsleden J.S.A. Vroege, D.F. Boutkan, C. Martens en Z.D. Ernsting
aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om:
1. in verdere ontwikkeling van het beleid ten aanzien van de bezoekerseconomie LHBTI+
toerisme expliciet te verankeren;
2. hierbij ook samen te werken met maatschappelijke initiatieven zoals Pride Amsterdam en
de Roze Ambassade en de BlZ'en.
Het college geeft graag uitvoering aan uw motie en informeert u hierbij dat ze dat doet door het
LHBTI+-toerisme te borgen in het hernieuwd imago van Amsterdam dat amsterdam&partners in
opdracht van het college ontwikkelt. Het bouwen van een hernieuwd imago is een advies vit het
rapport Herontwerp Bezoekerseconomie van amsterdam& partners dat het college heeft
overgenomen.
Daarover is uw raad op 4 maart 2021 per brief geïnformeerd. Het hernieuwd imago is een verhaal
van een stad van vrijheid met verantwoordelijkheid en nadrukkelijke aandacht voor de
aanwezigheid van de enorme diversiteit in kunst, creativiteit en cultuur.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2021
Pagina 2 van 2
Het traject om tot een hernieuwd imago te komen is een intensief traject waar dit jaar een start
mee is gemaakt en waarbij ook de genoemde maatschappelijke initiatieven en biz'en betrokken
worden.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Victor Everhardt
Wethouder Economische Zaken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1
1011 PN Amsterdam
P 202
\o00 Ac Amsterdam EE. van der Laan
Telefoon 020 552 2000 Burgemeester
Fax 020 552 3100
www.amsterdam.nl Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De Koning Vergouwen Advocaten
ta.v. mr. Kashyap
Sophialaan 33
1075BL Amsterdam
Datum 14 november 2014
Ons kenmerk 2014/5645
Behandeld door Programma Prostitutie
Kopie aan Leden van de raadscommissie Algemene Zaken
Onderwerp Reactie raadsadres prostitutiebeleid Kashyap/WOP
Geachte mevrouw Kashyap,
Hierbij ontvangt u de reactie op het door u ingediende raadsadres van 8 september
2014, namens de Wallen Ondernemers Prostitutie (hierna: WOP), bestaande uit tien
ondernemers en een drietal sympathisanten, allen exploitanten van
raamprostitutiebedrijven gevestigd te Amsterdam. Dit raadsadres is door de raad ter
afhandeling in handen gegeven van het College van B&W
Uit het raadsadres komt duidelijk naar voren dat de betrokken exploitanten het niet
eens zijn met het prostitutiebeleid van de gemeente Amsterdam, waaronder de
aanpassing van de prostitutiebepalingen in de Amsterdamse Plaatselijke Verordening
(APV) in juli 2013 en bijbehorende beleidsregels. Uit het raadsadres maak ik op dat
deze exploitanten zichzelf enkel als kamerverhuurder zien en niet bereid lijken te zijn
om verantwoordelijkheid te nemen voor datgene dat zich binnen hun bedrijven
afspeelt. Zij zien zichzelf niet als exploitanten van een vergunningplichtige activiteit met
bijbehorende verantwoordelijkheden.
Het nieuwe prostitutiebeleid gaat er echter wel van uit dat ook exploitanten een rol
hebben in het uitbannen van misstanden in de branche. Dit beleid, tot stand gekomen
met de Nota van Uitgangspunten 2012-2017Aanpak dwang en uitbuiting. Meer zicht en
grip op de Amsterdamse prostitutiebranche, en de daaruit voortvloeiende aanpassing
van de APV heeft als doel misstanden, waaronder mensenhandel, uit te bannen en de
positie van sekswerkers te versterken. Daarmee hangt een aantal verplichtingen
samen waar exploitanten van prostitutiebedrijven aan moeten voldoen. Een gevolg van
het niet-naleven van deze verplichtingen kan zijn dat prostitutiebedrijven, waaronder
raambordelen, al dan niet tijdelijk, worden gesloten.
Hieronder zal worden ingegaan op de doelstellingen van het beleid, de regelgevende
bevoegdheid van de gemeente, de hygiënerichtlijnen en de vermeende
gezagsverhouding tussen exploitanten en prostituees.
Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
Gemeente Amsterdam
Burgemeester
Pagina 2 van 6
Doelstellingen beleid
U stelt ten eerste dat het prostitutiebeleid is gericht op het sluiten van ramen an sich.
Dit is onterecht. Het doel is niet de prostitutie in Amsterdam te verdrijven, prostitutie
vindt plaats in de stad en daar heeft het stadsbestuur niets op tegen, mits gereguleerd,
met een sterke positie van de sekswerkers zelf. Het streven is om, gezamenlijk met de
branche, te komen tot een genormaliseerde branche. Uw stelling dat sprake is van
detournement de pouvoir onderschrijven wij dan ook niet.
De gemeente probeert niet te voorkomen dat de prostituees als zelfstandig
ondernemer in de branche kunnen werken, zoals u namens de WOP stelt. Integendeel,
het beleid heeft juist het doel de zelfstandigheid en de weerbaarheid van sekswerkers
te vergroten, ook ten aanzien van exploitanten. Het gaat erom dat sekswerkers zelf
kunnen bepalen wanneer en op welke wijze zij werken en dat zij niet worden verplicht
bepaalde handelingen te verrichten of extreem lange werkdagen of weken te werken.
Van groot belang is dat de arbeidsomstandigheden goed zijn, dat er sprake is van een
hygiënische werkomgeving en dat de veiligheid van de sekswerkers gewaarborgd
wordt.
Regelgevende bevoegdheid
U voert daarnaast ten onrechte aan dat de gemeente buiten haar bevoegdheden treedt
bij het vaststellen van de voorschriften waarmee bovenstaande beoogd wordt. De
algemene regelgevende bevoegdheid van de gemeenteraad is vastgelegd in artikel
149 Gemeentewet: ‘De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de
gemeente nodig oordeelt’. Deze regelgevende bevoegdheid wordt beperkt door een
benedengrens en een bovengrens. De bovengrens wordt gevormd door alle hogere
regelingen die de raad moet respecteren. Met de benedengrens wordt bedoeld dat
verordeningen een gemeentelijk of huishoudelijk belang moeten betreffen. Voor regels
over prostitutiebedrijven voorziet de Gemeentewet sinds de opheffing van het
bordeelverbod in 2000 in een specifieke grondslag in artikel 151a, waar u aan voorbij
lijkt te gaan. Juist dit artikel is van groot belang aangezien dit de grondslag geeft voor
het gemeentelijke prostitutiebeleid.
Het eerste lid van dit artikel luidt: ‘De raad kan een verordening vaststellen waarin
voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van
gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen
betaling’.
In de toelichting op het amendement dat tot opname van bovenstaande bepaling heeft
geleid, staat het volgende: ‘Het wetsvoorstel opheffing algemeen bordeelverbod is erop
gericht om gemeenten de mogelijkheid te geven een beleid te voeren ten aanzien van
bedrijfsmatige prostitutie op basis van een vergunningenstelsel, waarbij voorwaarden
kunnen worden gesteld onder andere met betrekking tot antecedentenonderzoek,
gedragseisen, bedrijfsvoering en arbeidsomstandigheden. Dit amendement versterkt
de wettelijke grondslag hiervoor en verbreedt deze ook tot niet-plaatsgebonden
prostitutie, zoals escortbureaus.’
2
Gemeente Amsterdam
Burgemeester
Pagina 3 van 6
Nu met de prostitutiebepalingen in de APV als ook met de daaruit voortvloeiende
vergunningvoorschriften wordt beoogd dat gedwongen prostitutie wordt tegengaan en
de werkomstandigheden van prostituees worden verbeterd, wordt een openbaar en
algemeen belang gediend en overschrijdt de gemeente niet de benedengrens. Het
stellen van voorwaarden met betrekking tot de arbeidsomstandigheden wordt
bovendien expliciet genoemd als bevoegdheid van de raad. Zoals hierna wordt
betoogd, is het beleid ook niet in strijd met hogere wetgeving.
Hygiënerichtlijnen
U stelt dat de gemeente buiten haar bevoegdheden treedt door exploitanten te
verplichten om de landelijke richtlijnen voor seksbedrijven ten aanzien van de hygiëne
na te leven. Voorts stelt u dat op dit moment al sprake is van strenge handhaving op
deze regels. Dit is onjuist. Met deze richtlijnen, die in gezamenlijkheid met de branche
tot stand zijn gekomen en voor alle soorten seksbedrijven zijn bedoeld, wordt beoogd
dat er in een schone, hygiënische werkomgeving gewerkt wordt. Dit is van essentieel
belang met het oog op de gezondheid van de prostituees en hun klanten. Deze
landelijke hygiënerichtlijnen maken ook onderdeel uit van het Wetsvoorstel regulering
prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp), dat voorligt ter behandeling bij
de Tweede Kamer. De exploitanten hebben in de door henzelf opgestelde
bedrijfsplannen opgenomen hoe zij zelf de naleving van deze hygiënerichtlijnen
waarborgen. De exploitant is er verantwoordelijk voor dat de hygiënerichtlijnen worden
nageleefd, niet dat hij/zij deze zelf moet uitvoeren. In de praktijk controleert de GGD of
de hygiënemaatregelen op de juiste wijze (en volgens het bedrijfsplan) worden
uitgevoerd. In het kader van de gefaseerde invoering van toezicht en handhaving zijn
deze controles door de GGD onlangs — per 1 oktober 2014 - van start gegaan. In de
regel vinden deze controles één keer per vergunningtermijn plaats of vaker op basis
van signalen van bijvoorbeeld sekswerkers zelf of toezichthouders. Dat thans al sprake
is van strenge handhaving op de hygiëneregels, is dan ook feitelijk onjuist.
Gezagsverhouding
De centrale stelling in uw betoog is dat de aangescherpte regels uit de APV,
waaronder o.a. de voorschriften ten aanzien van de verhuurvoorwaarden, de reeds
genoemde hygiënerichtlijnen en de toezichtvereisten leiden tot een gezagsverhouding
tussen exploitant en prostituee en daarmee tot een dienstbetrekking met mogelijke
fiscale verplichtingen. U voert vervolgens aan dat het beleid in strijd is met de
Dienstenrichtlijn, omdat de vergunningsvoorschriften niet evenredig zijn met betrekking
tot het te beschermen belang. Deze gemeentelijke regelgeving leidt er in uw ogen toe
dat het verlenen van diensten door zelfstandige prostituees onmogelijk wordt nu er
een gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee ontstaat. U haalt hierbij het
Jany-arrest (C-268-9) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU) aan. Het zou
daarom voor een prostituee niet meer aantrekkelijk zijn om zich in Nederland te
vestigen. Dit standpunt wordt niet nader door u onderbouwd.
Allereerst betwist ik dat door de APV- en vergunningvoorschriften een
gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee tot stand is gekomen. Het is geen
doelstelling van het beleid om de bestaande situatie om te buigen naar een
3
Gemeente Amsterdam
Burgemeester
Pagina 4 van 6
werkgevers-werknemersrelatie. In tegendeel, de gemeente beoogt juist de
zelfstandigheid van prostituees te vergroten. Er zijn aanwijzingen dat de bedrijfsvoering
van veel exploitanten in de praktijk vaak tot een scheve machtsverhouding tussen
exploitant en prostituee leidde, zoals een gebrek aan transparantie over de
verhuurvoorwaarden en het ontbreken van betalingsbewijzen. Het beleid van de
gemeente is er juist op gericht om deze vorm van schijnzelfstandigheid te doorbreken
en de positie van sekswerkers zelf te versterken.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 6 december 2013 waar u naar verwijst volgt niet
dat er per definitie sprake is van een gezagsverhouding indien een exploitant zich zou
houden aan de vergunningsvoorwaarden. Dit zal altijd per geval moeten worden
beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden.
De Belastingdienst beaamt dat uit het aangescherpte Amsterdamse prostitutiebeleid
niet volgt dat er sprake is van een gezagsverhouding. Ten aanzien van het door u
gestelde is de reactie van de Belastingdienst als volgt:
Het prostitutiebeleid en daarbij horende vergunningsvoorschriften leiden op
zich niet tot een fiscaal als dienstbetrekking te kwalificeren arbeidsrelatie. De
Belastingdienst toetst op basis van alle van belang zijnde feiten en
omstandigheden aan de wettelijke bepalingen zoals die zijn neergelegd in de
Wet Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964. In
algemene zin kunnen raamprostituees als ondernemer in de zin van de
inkomstenbelasting worden aangemerkt als er sprake is van deelname aan
het economisch verkeer, sprake is van investering (in kapitaal en arbeid), er
sprake is van ondernemersrisico, er meerdere opdrachtgevers/klanten zijn en
er sprake is van winststreven. Al volgt een kwalificatie van een bron van
inkomen uit de feiten en omstandigheden van het individuele geval.
Uit voorgaande blijkt dat niet kan worden gezegd dat er door het nieuwe
prostitutiebeleid sprake is van een gezagsverhouding tussen exploitant en prostituee
en aldus een dienstbetrekking zou ontstaan.
U verwijst in dit kader naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de
Raad van State van 27 augustus jl, waarin de gemeente zich op het standpunt had
gesteld dat er wél een gezagsverhouding bestond. Deze uitspraak ziet op een geschil
tussen de gemeente en een escortbureau, waarin de Afdeling heeft geoordeeld dat
een zorgplicht op een gezagsverhouding kan duiden maar dit niet zonder meer met
zich brengt. In deze zaak waren de oude APV-bepalingen van toepassing. Het betreft
dus een andere situatie (escort) onder het oude recht.
Voor zover sprake is van een gezagsverhouding tussen raamexploitant en prostituee,
is deze niet gevolg van de vergunningvoorschriften sec. Noch de APV-bepalingen,
noch de vergunningvoorschriften maken het onmogelijk voor exploitanten om ramen te
verhuren aan zelfstandige prostituees. Deze mogelijkheid blijft bestaan, evenals onder
4
Gemeente Amsterdam
Burgemeester
Pagina 5 van 6
het oude regime, zij het met verdergaande verplichtingen voor de exploitant gebaseerd
op artikel 151a Gemeentewet.
Dienstenrichtlijn
U betoogt verder dat de verplichtingen aan exploitanten die voortkomen uit de APV en
vergunningvoorschriften in strijd zijn met de Dienstenrichtlijn en dus met Europees
recht. Uitgangspunt van de Dienstenrichtlijn is dat vergunningstelsels en het opleggen
van eisen aan dienstverleners in beginsel verboden zijn. Als het uitoefenen van
bepaalde diensten toch afhankelijk wordt gesteld van een vergunning, moet aan de
volgende voorwaarden worden voldaan. Een daarvan luidt dat de behoefte aan een
vergunningstelsel is gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang.
U heeft een aantal arresten van het Hof van Justitie aangevoerd op grond waarvan u
stelt dat de Amsterdamse vergunningsvoorschriften onevenredig zijn, omdat het
verlenen van de diensten aan zelfstandige prostituees onmogelijk wordt gemaakt, dan
wel de bepalingen disproportioneel zijn. Het feitencomplex in deze zaken is echter niet
vergelijkbaar met de Amsterdamse situatie. De vergunningsvoorschriften die u ter
discussie stelt zijn juist in het leven geroepen ter bescherming van de veiligheid van de
prostituee en het tegengaan van mensenhandel en andere vormen van uitbuiting. De
grondslag daarvoor is gelegen in het hiervoor genoemde artikel 151a van de
Gemeentewet. Deze belangen kunnen worden aangemerkt als dwingende redenen
van algemeen belang en rechtvaardigen derhalve de vergunningsvoorschriften. Er is
dan ook geen sprake van strijd met de Dienstenrichtlijn en dus niet met Europees
recht.
Hierbij wordt opgemerkt dat Nederland één van de weinige landen in de EU is waar
het is toegestaan als exploitant om diensten aan prostituees aan te bieden - te weten
het faciliteren van werkruimte - zodat zij hun werkzaamheden kunnen verrichten. Dit
geldt in het bijzonder voor de stad Amsterdam, waar de exploitatie van ramen een
veelvoorkomende dienst is. Het kan dan ook niet gezegd worden dat het aanbieden
van deze diensten onevenredig wordt belemmerd ten opzichte van de andere EU
landen. Het feit dat de gemeente Amsterdam strenge voorwaarden verbindt aan de
exploitatie van ramen is een onvoorwaardelijke noodzaak om prostitutie in deze vorm
toe te kunnen staan.
Conclusie
Resumerend, er is geen sprake van detournement de pouvoir. Het doel van het
prostitutiebeleid is misstanden uit te bannen en tot een schone branche te komen
waarin sekswerkers veilig kunnen werken. Het nemen van verantwoordelijkheid voor
het tegengaan van misstanden, waaronder mensenhandel en andere vormen van
dwang en uitbuiting, en het zorgen voor veilige en hygiënische werkomstandigheden
vergt, soms moeizame, aanpassing van de bedrijfsvoering door exploitanten. De
gemeente onderkent dat dit proces niet eenvoudig is. Juist daarom is ondersteuning
geboden aan exploitanten door middel van workshops en de bedrijfsadviseur die
geraadpleegd kon worden bij het opstellen van de bedrijfsplannen. Ook is de
5
Gemeente Amsterdam
Burgemeester
Pagina 6 van 6
handhaving op de nieuwe bepalingen gefaseerd ingevoerd om aan exploitanten een
gewenningsperiode te geven.
Het ingezette prostitutiebeleid zal worden voortgezet. Er is voor gekozen pro-actief op
te treden en niet op de, thans nog niet vastgestelde, landelijke wetgeving te wachten.
Over het prostitutiebeleid is uitgebreid gesproken met sekswerkers, met exploitanten
en anderen die bij de branche betrokken zijn. Ook met de WOP is veelvuldig
gesproken. Het beleid is inderdaad strenger geworden en er wordt meer gevraagd van
exploitanten om hun verantwoordelijkheid te nemen, maar de situatie in de branche
noopt daartoe zoals uiteengezet in de bovengenoemde Nota van Uitgangspunten
Prostitutiebeleid 2012-2017. Daar waar de verplichtingen voor exploitanten voorheen in
een algemene zorgplichtbepaling waren neergelegd, zijn deze nu nader
geconcretiseerd in specifieke APV-bepalingen en vergunningvoorschriften. Dit beleid in
deze bijzondere branche, vraagt ook om beter toezicht en consequente handhaving,
en daar zetten we ook op in. Een coöperatieve, constructieve houding van de branche
is daarbij gewenst om in gezamenlijkheid tot een genormaliseerde prostitutiebranche te
komen.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben,
Hoogachtend,
namens het College van B&W,
E.E. van der Laan
Burgemeester van Amsterdam
6
| Raadsadres | 6 | test |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.