text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
5024590 N Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
mine
Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
% Amsterdam $ $
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Raadsaangelegenheden
Agendapunt 4
Datum besluit 13 november 2023, presidium
Onderwerp
Vaststellen van het per kwartaal te ontvangen voorschot op de vergoeding aan de fracties in de
stadsdeelcommissies en het stadsgebied Weesp voor 2024.
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht, waarin wordt voorgesteld om de
voorschotten voor de fracties van de stadsdeelcommissies en stadsgebied voor 2024, vast te stellen.
Wettelijke grondslag
artikel 2 van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning stadsdeelcommissies en
bestuurscommissie stadsgebied Weesp
Bestuurlijke achtergrond
In de bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning stadsdeelcommissies
en bestuurscommissie stadsgebied Weesp is bepaald dat de ondersteuning van de
stadsdeelcommissies en voor Weesp de bestuurscommissie zijn vorm vindt in een subsidie die
jaarlijks door de raad wordt verleend. De subsidie voor 2024 is geïndexeerd met 5,7% en bestaat
Jaar!) g 5
uit een basisbedrag per fractie van € 3409, verhoogd met een bedrag van € 324 per zetel in de
stadsdeelcommissie en voor stadsgebied Weesp de bestuurscommissie.
In september 2023 heeft in stadsdeel Zuid een splitsing van de fractie VVD plaatsgevonden en
is de Fractie Sebastiaan Hooft met één zetel gevormd. Ingevolge artikel 5 van de Bijzondere
subsidieverordening fractieondersteuning stadsdeelcommissies en bestuurscommissie stadsgebied
Weesp wordt de vastgestelde subsidie voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken
fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.
Reden bespreking
adviseren raad
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-024590 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Griffie % Amsterdam ‚ ‚ ‚
% Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023
Ter advisering aan de raad
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-085883 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2023-085896 Raadsvoordracht voorschot fracties stadsdelen stadsgebied 2024,.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Raadsgriffie, George Dikhout
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 398
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder AS
Ingekomen op donderdag 11 mei 2017
Behandeld op donderdag 11 mei 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Toonk en Boomsma inzake de uitslag van de centrale loting en
matching, een regeling voor tweelingen binnen het plaatsingssysteem.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief van de wethouder inzake de uitslag van de
centrale loting en matching (Gemeenteblad afd. 1, nr. 331).
Overwegende dat:
* Het matchingsysteem voor het merendeel van de kinderen tot zeer aanvaardbare
uitkomsten leidt, maar dat er in specifieke gevallen behoefte is aan meer maatwerk.
* De groep tweelingen die een sterke voorkeur hebben om bij elkaar op school te
komen zo'n specifieke groep is, waar in het huidige systeem nog geen rekening
gehouden wordt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In overleg met het OSVO in de huidige regels een mogelijkheid in te bouwen voor
tweelingen om aan te geven dat zij bij de matching als eenheid gezien kunnen
worden en op dezelfde school geplaatst worden.
De leden van de gemeenteraad
W.L. Toonk
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
5005153 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 2
Datum besluit College van B&W, d.d. 14, maart 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 547 van de leden Bentoumya (GroenLinks),
IJmker(GroenLinks), Van Renssen (GroenLinks), Schmit (D66) en Namane (PvdA) inzake behoud
Amsterdamse ambachtelijke bedrijven.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 547 van de leden
Bentoumya (GroenLinks), IJmker(GroenLinks), Van Renssen (GroenLinks), Schmit (D66) en Namane
(PvdA) inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 21 december 2022 heeft de raad bij de behandeling van
de visie Bezoekerseconomie 2035 en het pakket van maatregelen in het kader van de Verordening
op toerisme in balans de Motie van de leden Bentoumya, IJmker, Van Renssen, Schmit en Namane
inzake behoud Amsterdamse ambachtelijke bedrijven aangenomen. Daarin wordt het college
gevraagd om:
-te onderzoeken of een regeling om in Amsterdam een divers functieaanbod te kunnen garanderen
en ambachtelijke bedrijven te behouden, kan worden opgenomen in het nog op te stellen
omgevingsplan voor het Centrum en de gebieden hieromheen waar de druk op de leefbaarheid
groot is.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-005153 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 12 april 2023
Ter kennisneming
Tevens ter kennisname aan commissie SED d.d. 19 april 2023
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 547.22.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-027078 1. BRIEF afdoening motie ambachtelijke bedr. pdf (pdf)
2. 547_22 Motie Bentoumya c_s_ Behoud Amsterdamse ambachtelijke
AD2023-027079 >
bedrijven.pdf (pdf)
AD2023-011585 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Anya Kenter, [email protected]
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente
Amsterdam
Cijfers en duiding W&l
ed
Factsheet Regionaal Werkcentrum
Datum: 17 september 2021
% Overzicht / Samenvatting — dashboard
Belangrijkste punten it LATE
De bestandsomvang LO daalt (39.271) en komt daarmee 1.172 onder het niveau van 31 december 2020. nn
e De regelingen Tozo 1,2, 3en 4 zijn afgesloten. De veranderingen zijn daar slechts administratief.
Het aantal unieke aanvragen Tozo 5 is 11.907
Het aantal unieke voorschotten Tozo 5 is 261
Het aantal unieke verstrekkingen Tozo 5 LO is 11.464
Het aantal unieke aanvragen Tonk is 3.919
Het aantal unieke toekenningen Tonk is 3.102
Uitkeringenbestand- omvang en mutaties
41.00 400
m
N 300
- “
40.000 mn en . .
| | nn Dd | ni | a 200
Ì Á Ko | | | ks | hd | r
37-000 ÀL a 1 hi zE 1E TD oe 5 5 E ” 5 a Ô
SD a a a a a a a ae
B Aantal uitkeringen @ Aantal nieuwe uitk — Aantal beëindigde uitk
Cijfers WI & factsheet Regionaal Werkcentrum 15-9-2021 | 3
Unieke klanten Tozo 5
14.000
11.907
12.000 11.464
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
261
0 Il
Unieke Aanvragen Uniek Verstrekte Uniek Verstrekte Tozo Lo
Cumulatief Voorschotten Cumulatief Cumulatief
Cijfers WI & factsheet Regionaal Werkcentrum
% Duiding Cif fiek
= Bijstand n= _Tozo
= Inhet overzicht ziet u in de grafieken van de bijstand opgesteld met de -_ Deregelingen Tozo 1,2, 3 en 4 zijn afgesloten. De veranderingen zijn daar
weekcijfers. U ziet de volgende ontwikkelingen: slechts administratief.
Het aantal unieke aanvragen Tozo 5 is 11.907
«De bestandsomvang LO daalt (39.271) en komt daarmee 1.172 onder het niveau Het aantal unieke voorschotten Tozo 5 is 261
van 31 december 2020. Het aantal unieke verstrekkingen Tozo 5 LO is 11.464
«Dit komt enerzijds doordat deze week de uitstroom (250) nog hoog is. Anderzijds
is de instroom (81) erg laag.
= Tonk
-_In de uitstroom zijn werk (125) en scholing (74) de bepalende uitstroomredenen. Het aantal unieke aanvragen Tonk is 3.919
Naar verwachting zal de uitstroom naar scholing ook in de rest van september Het aantal unieke toekenningen Tonk is 3.102
hoog blijven.
= _ Aanvraag bijstand
«Bij de lage instroom valt op dat dit niet het gevolg is van een laag aantal aanvragen
(191) maar door een laag aantal besluiten LO (174).
» De werkvoorraad aanvragen LO loopt iets op (541).
«Het %besluiten LO <3 wkn daalt (71,1%).
«Bij het aantal aanvragen LO valt op dat de dalende trend van de afgelopen
maanden lijkt te zijn afgevlakt.
MX Factsheet Regionaal Werkcentrum
tsheet Regionaal Werkcentru
> < Inzicht op de arbeidsmarkt
Een van de onderdelen van de opdracht aan het Regionaal Werkcentrum is om inzicht te geven in de situatie op de
arbeidsmarkt. Het Regionaal Werkcentrum is bezig om het aantal organisaties met overcapaciteit in beeld te brengen en het
aantal organisaties met een personeelsbehoefte. Het Regionaal Werkcentrum benadert zelf werkgevers en krijgt informatie via
de netwerkpartners. Zo wordt dit beeld steeds voor de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam steeds completer.
Door een wijziging van de interne voortgangsrapportage van het regionaal Werkcentrum is ook de presentatie in deze
factsheet aangepast.
In onderstaande overzichten worden afkortingen gebruikt voor de verschillende sectoren
BIT: Bouw industrie Techniek
HRC: Horeca Recreatie Catering
RGA: Retail Groothandel Ambachten
TLA: Transport Logistiek en Agro
ZPD: Zakelijke Persoonlijke Dienstverlening
ZWO: Zorg Welzijn Onderwijs
In deze factsheet worden de data t/m 14 september 2021 gepresenteerd.
Organisatie mat overcapaciteit
Seker Grootte angen ie
pû / : mmm
> < sietsrast Stat ser
Ik zeen |
seksroct SA tot 3E
wi Mdeljset SO tet 28
Aantal orddar veercapa Keit
Je parisat a 6 TME Oral dar Ca
hade ko Kemeten he r
3 Et
a
er md bd se u
. . nd
Î
Dn
mige MI 79 en
…e « . u
er ni nn
==
in : Ee
mn
. e mn
ze : 1
A
& : : .
MN erts cr OD ern vacatre
Resultaten van het Regionaal Werkcentrum
Het Regionaal Werkcentrum probeert verbindingen te leggen tussen werkgevers met overcapaciteit en werkgevers met een
personeelsbehoefte. Door werknemers die met werkloosheid bedreigd worden tijdig over te plaatsen naar een nieuwe werkplek
(van werk naar werk dienstverlening), wordt werkloosheid voorkomen. Om de match te kunnen maken, kan de dienstverlening
van netwerkpartners ingezet worden. Bovendien worden er samen met de netwerkpartners interventies ontwikkeld (bijv. om- en
bijscholing) om werknemers te ondersteunen bij hun stap naar nieuw werk.
1371 verbindingen: het gaat om verbindingen tussen werkgevers onderling, van werkgevers aan netwerkpartners of verbindingen
met werkgevers aan het WSP voor kandidaten uit de doelgroep met een uitkering.
| | In onderstaande taartdiagrammen staat vermeld naar welke sectoren werknemers vanuit respectievelijk transport en
> < logistiek, horeca en de taxibranche zijn bemiddeld.
> < R ZPD HRC
… 3 nn 4 kh 7 LÀ BIT ZWO
TLA
HRC
ZWO
_ LA
242 plaatsingen: er zijn 242 kandidaten via het Regionaal Werkcentrum geplaatst bij een nieuwe werkgever.
391 interventies: er zijn in totaal interventies ingezet om mensen te ondersteunen om een overstap te maken naar ander werk. Het kan
gaan om om- of bijscholing, matchtafels, regionale initiatieven of dienstverlening door netwerkpartners.
603 vacatures doorgezet naar WSP: het Regionaal Werkcentrum heeft als opdracht gekregen om de contacten met werkgevers te
benutten om kansen voor bijstandsgerechtigden in beeld te brengen. Als werkgevers (ook) open staan voor kandidaten uit de bijstand
wordt de vacature doorgezet naar het WSP, zodat zij op zoek kunnen gaan naar geschikte kandidaten.
261 kandidaten zijn ondersteund door het Regionaal Mobiliteitsteam: sinds janvari 2021 is het Regionaal Mobiliteitsteam van start
gegaan binnen het Regionaal Werkcentrum. Het Regionaal Mobiliteitsteam biedt ondersteuning aan individuele werknemers om de stap
van werk naar werk te kunnen maken. Het Regionaal Mobiliteitsteam is één van de onderdelen vanuit het steun- en herstelpakket van het
kabinet.
x Actuele ontwikkelingen
Ter illustratie worden er enkele actuele ontwikkelingen gepresenteerd die een beeld geven van de activiteiten van het
> < Regionaal Werkcentrum:
De loopbaanpaden voor de energie & techniek, IT, Transport & Logistiek, Zorg & Welzijn en Bouw zijn ontworpen. Met de
betrokken partners worden nu afspraken gemaakt om de knelpunten in de praktijk weg te nemen.
Er worden ook loopbaanpaden ontwikkeld voor de tekortberoepen medewerker klantenservice en intercedent.
In gesprek met vitzendorganisaties over het doorplaatsen van de tijdelijke extra capaciteit bij de GGD.
Project Taxi:
In totaal 370 aanmeldingen
29 chauffeurs maken gebruik van omscholing
74 chauffeurs geplaatst op ander werk.
134 doorverwezen naar schuldhulpverlening.
Dependance Schiphol:
Het RWC is bezig met het vormgeven van een concreet omscholingstraject tot Declarant. Er wordt onderzocht in
hoeverre er nog meer kansen voor omscholingstrajecten voor krapteberoepen zijn.
Op de eerste locatie bij HMS Host op Schiphol Plaza mogen we voorstellen en de eerste plaatsingen zijn een feit
Meerdere plaatsingen van Bagage Afhandelaars
RWC is in gesprek met verschillende werkgevers om de mogelijkheden van Open Hiring in de samenwerking te
kunnen inpassen
RWC is in gesprek met meerdere afdelingen van Dovane. Er zijn meerdere geinteresseerde kandidaten en er wordt
een Meet & Greets georganiseerd.
| Factsheet | 10 | test |
Actualiteit
Vandaag 5 dec ben ik weer gebeld door de voorzitter van de stichting de Ossejan met de
opmerking dat zij een brief hebben gestuurd naar het stadsdeel over de ontstane situatie echter
alleen een ontvangstbevestiging is het resultaat.
De heer v/d Heuvel heeft gebeld naar het stadsdeel over de status van de brief, echter het was
niet bekend waar de brief was.
Bij de laatste raadsvergadering is door BNW81 aangegeven dat de nood zeer hoog was daar
Dynamo via de site heeft aangegeven dat de deur 14 december sluit, terwijl Risto HetHarte
(pas een prijs ontvangen) op hun site hiervan geen melding doen.
Bij de gebruikers van het gebouw is nu grote onrust onstaan.
De raad komt pas op 19 december weer bij elkaar daarom wil BNWB81 de volgende vraag
stellen
Wat heeft de portefeuillehouder tot nu toe gedaan !
| Actualiteit | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer SV 71
Datum indiening 22 juli 2020
Datum akkoord 16 maart 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Taimounti inzake het verdwijnen
van de draaiorgelartiest vanwege de coronamaatregelen
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In het artikel van De Telegraaf stond tot verbazing van de fractie van DENK dat er slechts
1 draaiorgelartiest over is van de drie die actief waren in Amsterdam*?. Door
de coronamaatregelen lijkt ook deze artiest te verdwijnen, terwijl de wethouder heeft
toegezegd de draaiorgelkunst op te nemen als zijnde een typisch Amsterdamse vorm van
erfgoed en deze levendig te houden.
Gezien het vorenstaande heeft het voormalig lid Taimounti, namens de fractie van DENK,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt de bewering in het artikel dat er nochtans 1 draaiorgelartiest actief is in
Amsterdam? Zo ja, hoe is dat zo gekomen? Zo nee, hoeveel zijn er thans actief in
Amsterdam?
Antwoord:
Deze bewering is niet correct. Eind 2020 waren er, evenals in voorgaande jaren, 6
draaiorgelartiesten actief in Amsterdam.
2. In hoeverre en op welke manier wordt de draaiorgelkunst voor Amsterdam behouden
als de laatste draaiorgelartiest genoodzaakt is te stoppen?
Antwoord:
Er zijn geen aanwijzingen dat de laatste draaiorgelartiest genoodzaakt zou zijn te
stoppen. Er zijn nog 6 personen actief. Het lijkt daarom voorbarig om nu al vooruit te
lopen op de wijze waarop de draaiorgelkunst voor Amsterdam behouden kan worden in
het geval de laatste draaiorgelartiest genoodzaakt zou zijn te stoppen.
1 https://www .telegraaf.nl/nieuws/554208157/amsterdam-verbant-laatste-orgelman-dit-is-
mijn-broodwinning
2 https://amsterdam.notubiz.nl/document/8198013/1/1689.19
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer _ SV 71 R
Datum 16 maart 2021
Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020
3. Kan de gemeente in gesprek gaan met het draaiorgelcollectief om te inventariseren wat
nodig is om te voorkomen dat na de coronacrisis deze vorm van Amsterdams erfgoed
voorgoed is verdwenen uit het straatbeeld van Amsterdam?
Antwoord:
Vanzelfsprekend heeft ook de draaiorgelartiest het moeilijk in deze crisis. Hoewel er
geen financiële ondersteuning kan worden geboden (zie antwoord op vraag 4 en vraag
5) anders dan de ondersteuning die voor elke getroffen ondernemen geldt, is contact
opgenomen met de Kring van Draaiorgelvrienden. Deze organisatie geeft (onder
andere) adviezen aan hogere en lagere overheden over zaken die met het behoud, de
exploitatie en het optreden van draaiorgels te maken hebben. Te denken valt aan het
beleid ten aanzien van vergunningen voor straatorgels of kermisorgels,
subsidiewaardigheid van projecten, ondersteuning bij het behoud of instelling van een
stadsorgel, huisvesting van een museum en alle andere denkbare zaken die met het
onderwerp van doen hebben.
Zij hebben aangegeven geen suggesties voor ondersteuning van de draaiorgel-uitbaters
te hebben, afgezien van een tegemoetkoming in legeskosten. Zoals vermeld in het
antwoord op vraag 4 is dit niet mogelijk.
4. Wat gaat de gemeente doen met de vergunningen en de daarmee gepaard gaande
kosten die straatartiesten hebben moeten maken, nu zij geen gebruik kunnen maken
van die vergunning? Kan de gemeente bijvoorbeeld een korting toepassen die kan
worden gerestitueerd of de kosten opschorten voor de maanden waarvoor zij geen
gebruik kunnen maken?
Antwoord:
De vergunning voor het exploiteren van een draaiorgel kost jaarlijks 200 euro (prijspeil
2020). Dit bedrag betreft alleen de kosten voor administratieve afhandeling van de
aanvraag (leges). Daardoor kan geen sprake zijn van restitutie of opschorten van de
kosten.
5. Is het mogelijk om voor de draaiorgelartiesten die actief zijn in Amsterdam een
vrijstelling te verlenen aangezien deze vorm van straatentertainment niet zodanig het
publiek ophoudt waarbij de 1,5 meter-regel in gevaar komt? Zo nee, op welke manier
kunnen zij wel worden gefaciliteerd om het Amsterdams cultureel erfgoed te behouden
en te voorkomen dat zij definitief verdwijnen?
Antwoord:
Sinds juli 2020 geldt er, om drukte en opstoppingen rond straatoptredens te
voorkomen, in het belang van de bescherming van de volksgezondheid, een verbod voor
straatartiesten — en muzikanten in heel stadsdeel Centrum en op en rond het
Museumplein. Het verbod geldt in ieder geval tot 2 mei 2021. De draaiorgelartiesten
kunnen in deze gebieden dus tijdelijk niet terecht, maar wel in alle andere gebieden in
de stad. Gezien de stand van zaken van de pandemie en het feit dat de
draaiorgelartiesten elders in de stad nog wel terecht kunnen, ziet de burgemeester geen
reden om een ontheffing van dit tijdelijke verbod te verlenen.
De Nederlandse draaiorgelcultuur staat sinds oktober 2019 op de lijst van immaterieel
erfgoed, niet te verwarren met cultureel erfgoed. Met deze status hebben de draaiorgels
erkenning gekregen voor hun belang voor het Nederlandse straatleven. Deze status
zorgt echter niet voor een wettelijke bescherming en biedt evenmin mogelijkheden voor
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer _ SV 71
Datum 16 maart 2021
Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020
financiële tegemoetkomingen. Ook binnen de gemeente is geen budget beschikbaar
voor financiële ondersteuning.
Opnemen van draaiorgels binnen de bestaande beleidskaders stuit op een aantal
praktische bezwaren. Zo is een draaiorgel roerend goed en kan mogelijk buiten
Amsterdam terecht komen. Bovendien biedt deze status evenmin garantie op financiële
tegemoetkoming, Amsterdam heeft geen regulier subsidiebudget voor beschermd
erfgoed.
De status van beschermd erfgoed brengt bovendien een aantal voorwaarden met zich
mee waaraan de eigenaar zich moet houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de eigenaar
van het draaiorgel niet meer naar eigen goeddunken het draaiorgel kan aanpassen.
Zie verder de beantwoording van de vragen 3 en 4.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
oant N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
rve grond en : : : :
. Lucht-en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
ontwikkel X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Grondzaken
Agendapunt 8
Datum besluit College van B&W 1 december 2020
Onderwerp
Warmteplan Strandeiland fase 1
De commissie wordt gevraagd
aan de gemeenteraad het volgende advies vit te brengen:
gezien de voordracht van burgemeester en wethouders,
In te stemmen met de concept-raadsvoordracht, waarin de Gemeenteraad wordt gevraagd om
kennis te nemen van en de volgende besluiten te nemen:
1. _Kenniste nemen van de voortgang inzake de voorbereiding van de concessieaanbesteding
voor de levering van warmte en koude op Strandeiland die voorjaar 2021 op de markt wordt
gebracht en begin 2022 moet leiden door een concessieovereenkomst.
2. Kennis te nemen van het besluit van het College van B&W d.d. 1 december 2020 tot het
wijzigen van de “Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014” door het
vervangen van de kaart van de “Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen
2014” (bijlage 3). Hiermee wordt Strandeiland als interferentiegebied aangewezen.
3. Inte stemmen met het Warmteplan Strandeiland fase 1 als bedoeld in bijlage 2
“Bekendmaking vaststelling Warmteplan Strandeiland fase 1* met als belangrijkste
onderdelen:
* |. Een aansluitplicht als totaal voor minimaal 5ooo nieuwbouwwoningen (5ooo
woningequivalenten) en ca. 75.000 m2 niet woonprogramma (750 woningequivalenten) op een
collectief laagtemperatuur warmtenet.
e |L De gelijkwaardigheidsbepaling voor energiezuinigheid, door middel van het hanteren
van een Equivalent Opwekrendement (EOR) van minimaal 269% bij een gemiddeld
opwekkingsrendement voor elektriciteit van 69% voor de woonfuncties en voorzieningen en
bescherming van het milieu op grond waarvan afwijking van de aansluitplicht mogelijk is.
* II Het mandateren van het College van B&W om na gunning van de concessieovereenkomst
voor de levering van warmte en koude het Warmteplan Strandeiland fase 1 te wijzigen op het
onderdeel EOR.
* IV, Het mandateren van het College van B&W om de ingangsdatum van het Warmteplan vast
te stellen en deze ingangsdatum optimaal af te stemmen op de gebiedsontwikkeling.
Wettelijke grondslag
Afdeling 3.4, Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (artikelen 3.10-3.18) Algemene wet
bestuursrecht
Het besluit tot vaststelling van de Warmteplannen wordt bekend gemaakt door publicatie in het
gemeenteblad waarna er gedurende een periode van 6 weken bezwaar mogelijk is. Bij een eventuele
aanpassing van het college van de Warmteplannen op grond van het door de gemeenteraad aan hen
toegekende mandaat herhaalt dit proces zich.
Artikel 1, eerste lid Bouwbesluit
Gegenereerd: vl.17 1
VN2021-001621 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
ve grond en % meenden Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter advisering aan de raad
De gemeenteraad is bevoegd tot het vaststellen van Warmteplannen.
Artikel 2.2b eerste lid 1, Besluit omgevingsrecht
Ter voorkoming van interferentie tussen bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter
bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie, kan bij gemeentelijke verordening een
interferentiegebied worden aangewezen.
Bestuurlijke achtergrond
Gezien de ingang van de Wet Voortgang Energie Transitie (VET) per 1 juli 2018 en daarmee het
vervallen van de aansluitplicht op aardgas voor nieuwbouw alsmede de politieke wens om geen
hoge temperatuur stadswarmte te gebruiken voor nieuwbouw zullen projectontwikkelaars naar
andere oplossingen voor de warmtevoorziening gaan kijken.
Regie op warmte in gebiedsontwikkeling
Op 28 januari 2020 nam het College van B&W kennis van Het Amsterdamse Bronnenboek en het
ontwikkelbeeld preferente warmtesystemen in gebiedsontwikkeling en stelde het afwegingskader
betaalbaar-open-duurzaam voor uniforme besluitvorming warmtesystemen in gebiedsontwikkeling
vast. Deze documenten zijn de bouwstenen om op eenduidige en transparante wijze besluiten te
nemen over warmtesystemen in gebiedsontwikkeling en transformatiegebieden in Amsterdam. Op
9 september jl. heeft de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water kennisgenomen van
deze stukken (Regie op warmte in gebiedsontwikkeling (BD 2020-000517). Vanuit deze regie past het
aanleggen van een collectief systeem op Strandeiland.
Gevolgen uitspraak rechter Warmteplan Sluisbuurt
Het voorliggende Warmteplan volgt de uitspraak van de rechter inzake het Warmteplan Sluisbuurt
(zaaknummer AMS 19/4664). Deze uitspraak van de rechter is bindend voor het opstellen van
nieuwe warmteplannen. Zo wordt dus in tegenstelling tot het oude Warmteplan Sluisbuurt, ook
de elektriciteitsvraag en elektriciteitsproductie van een gebouw meegerekend bij het bepalen of er
sprake is van een gelijkwaardige energieprestatie.
Transitievisie Warmte
De Transitievisie Warmte is op 30 september 2020 vastgesteld in de Gemeenteraad. De voorliggende
ontwikkeling van het laagtemperatuurnet is volledig in lijn met de Transitievisie Warmte.
Investeringsbesluit Strandeiland
Op 7 november 2019 heeft de Gemeenteraad het Investeringsbesluit Strandeiland vastgesteld.
Het stedenbouwkundig plan Strandeiland met ongeveer 8.000 woningen en ca. 125.000 m2
niet-woonfuncties is daarmee vastgesteld. Als onderdeel van het investeringsbesluit heeft de
raad kennisgenomen van het van het Concept Warmteplan Strandeiland met als vitgangspunt
dat er een aansluitplicht zal gelden op de te realiseren collectieve laagtemperatuur warmte- en
koudevoorziening (aanvoer 15-20°C) gevoed door warmte uit afvalwater (grijswater uit nieuwe
sanitatie) en oppervlaktewater uit het IJmeer aangevuld met warmte-koudeopslag (WKO) in de
bodem. Het voorliggende warmteplan betreft de eerste planfase van het Strandeiland.
Gegenereerd: vl.17 2
VN2021-001621 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
msterdam
me grond en % Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
ontwikkel %
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter advisering aan de raad
Reden bespreking
Advisering aan de raad.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. | Naam
Bijlage 1 - 20201118 Bekendmaking vaststelling Warmteplan Strandeiland
AD2021-006130
fase 1.docx (msw12)
Bijlage 2 - 20201118 Warmteplan Strandeiland fase 12 DEFINITIEF (4).docx
AD2021-005859
(msw12)
Bijlage 3- 20201118 -3a- Verordening interferentiegebieden
AD2021-005860 bodemenergiesystemen 2014 inclusief bijlage 3b- Aangepaste kaart
interferentiegebieden Amsterdam november 202 (1). pdf (pdf)
Bijlage 4 - Raadsvoordracht andreas 2 Warmteplan Strandeiland fase 1.pdf
AD2021-006055
(pdf)
AD2021-005795 Commissie FED Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond & Ontwikkeling, Alfons Oude Ophuis, a.oude.ophuis@®amsterdam.nl, o6 1505 1046
Gegenereerd: vl.17 3
| Voordracht | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 356
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder K
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het gewijzigd
initiatiefvoorstel ‘In een circulaire stad worden geen ballonnen opgelaten’
(manifestaties).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het gewijzigd initiatiefvoorstel 'In een circulaire stad
worden geen ballonnen opgelaten’ van het lid Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 295);
Constaterende dat:
— het oplaten van een ballon onvermijdelijk tot gevolg heeft dat de ballon en het
eventuele lintje dat daaraan is bevestigd, ergens weer op land of water neerkomen
— de ballon één van de meest voorkomende vormen van zwerfafval is op stranden
— de wereldheliumvoorraad waarschijnlijk rond 2035, 2040, verbruikt zal zijn
— ballonnen een bron van natuur- en milieuvervuiling vormen
— dieren stikken, verstrikken en verhongeren door het onderzoeken en eten van
ballonnen en ballonnenlintjes
Overwegende dat: het wegwerpkarakter van de ballon niet te rijmen is met de
uitgangspunten van een circulaire stad,
Besluit:
op blz. 1 en blz. 5 van het voorstel, punt 3, luidende:
“als voorschrift bij evenementenvergunningen opnemen dat het niet is toegestaan om
tijdens het evenement (opblaas)ballonnen op te laten of aan bezoekers uit te reiken”,
te wijzigen in:
‘als voorschrift bij evenementenvergunningen en kennisgevingen voor
optochten/manifestaties opnemen dat het niet is toegestaan om tijdens het
evenement/de optocht/de manifestatie (opblaas)ballonnen op te laten of aan
bezoekers uit te reiken.”
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 131
Publicatiedatum 28 februari 2014
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 12 februari 2014
Behandeld op woensdag 12 februari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Verbeet en
mevrouw Ruigrok inzake het faillissement van Felix Meritis en de gevolgen voor
het Kunstenplan (‘eind goed, bijna alles goed’).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid mevrouw Van Roemburg
van 10 februari 2014 inzake het faillissement van Felix Meritis en de gevolgen voor
het Kunstenplan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 124);
Constaterende dat:
— de Felix Meritis Foundation (FMF) die het pand Felix Meritis beheert onlangs failliet
is verklaard door de rechter;
— dit zou kunnen betekenen dat de subsidie die FMF ontvangt vanuit
het Kunstenplan terugvloeit naar de vrijval conform het amendement van
de raadsleden mevrouw Ruigrok, mevrouw Van Roemburg, de heer Paternotte,
mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer Evans-Knaup van 8 november 2012
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 948);
— het ook zou kunnen betekenen dat FMF een doorstart kan maken in een eventueel
nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis waarbij het niet langer zalen
verhuurt maar zich uitsluitend richt op haar debatfunctie;
Voorts constaterende dat:
— een eventuele nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis ook kan inhouden
dat er andere cultuurinstellingen een plek vinden in het pand, zoals bijvoorbeeld de
partijen die niet in het Danshuis Noord een plek hebben gevonden;
— voor de andere partij(en) die in het Danshuis gevestigd zouden worden tevens een
oplossing gevonden moet worden, waarbij rekening gehouden wordt met de wens
van de gemeenteraad om freelancers en choreografen ook een plek te bieden via
een Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans van het Amsterdamse Fonds voor de
Kunst conform het amendement van de raadsleden mevrouw Van Roemburg,
mevrouw Ruigrok, de heer Paternotte en de heer Verbeet van 16 mei 2013
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 271);
Bovendien constaterende dat:
— een nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis enige spoed behoeft gezien
de kosten die leegstand met zich meebrengt;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 131 Motie
Datum 28 februari 2014
— de kosten die gemaakt moeten worden naar aanleiding van het faillissement van
FMF en de gemeentelijke garantie bij voorkeur niet gedekt moeten worden vanuit
het Kunstenplan, maar uit reserveringen voor culturele investeringen en vastgoed;
Tenslotte constaterende dat:
— de Amsterdamse Kunstraad geadviseerd heeft over de besteding van de huidige
vrijval in het Kunstenplan naar aanleiding van het faillissement van Nasa;
— dit advies geen rekening heeft gehouden met de wens van de raad en het college
om de vrijval te bestemmen voor Kunstenplan-instellingen die momenteel in zwaar
weer verkeren;
— het advies bovendien geen rekening houdt met de structuur van het Kunstenplan
waarin Nasa geen functie op naam had noch in de functionele ruimte zat;
— een cultureel weerbaarheidsfonds een uitkomst kan bieden voor die Kunstenplan-
instellingen die in zwaar weer verkeren, waarbij rekening gehouden wordt met het
DMO-dossieroverzicht en de jaarrekeningen van de instellingen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te bezien of het cultuurpand Felix Meritis als zodanig behouden kan blijven, waarin
de Felix Meritis Foundation of haar doelstellingen eventueel een doorstart kan
maken met betrekking tot haar inhoudelijke programma (debat-functie);
— te bezien of (een van) de instellingen die geen plek hebben gevonden in het
Danshuis Noord binnen de nieuwe invulling van het cultuurpand Felix Meritis
terecht kunnen;
— te bezien welke oplossingen mogelijk zijn voor de overige Danshuisinstelling(en)
op basis van hun nieuwe plannen, en daarvoor de reservering ‘Danshuis’ aan te
wenden met als nadrukkelijke inzet om te komen tot een goedkope oplossing voor
eventuele huisvestingproblematiek die recht doet aan de wens van de
gemeenteraad voor een stimuleringsregeling freelancers en choreografen;
— de toekomst van het pand Felix Meritis snel zeker te stellen, waarbij de kosten die
gemaakt moeten worden niet betaald worden uit de inhoudelijke budgetten van de
cultuurbegroting (zoals het Kunstenplan), maar onder andere uit de budgetten voor
culturele investeringen en vastgoed (waartoe behorend het investeringskrediet
Danshuis);
— aan de raad een voorstel te doen omtrent de wijze van besteding van de vrijval
binnen het Kunstenplan dat recht doet aan de problematiek van huidige
Kunstenplan-instellingen die momenteel in zwaar weer verkeren, bijvoorbeeld door
de instelling van een cultureel ‘zwaar weer’- of weerbaarheidsfonds;
— op 5 maart 2014 in de vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur,
Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media een voorstel
voor te leggen met inachtneming van het vorenstaande, zodat er in
de raadsvergadering op 12 /13 maart 2014 hierover een raadsbesluit kan worden
genomen.
De leden van de gemeenteraad,
E.T.W. van Roemburg
M.P. Verbeet
M.H. Ruigrok
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1512
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen op 13 oktober 2016
Ingekomen onder 1318’
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Mbarki en Boomsma inzake de Begroting 2017
(investeer in handhaving).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— het aantal inwoners, bedrijven, bezoekers en toeristen in de stad toeneemt, en
daarmee de drukte in en druk op de stad en de openbare ruimte;
— de vraag vanuit de samenleving naar meer toezicht en handhaving om die groei
in goede banen te leiden en de stad leefbaar te houden sterk toeneemt;
— voor 2017 een groot aantal prioriteiten is geformuleerd voor de handhaving,
waaronder ten aanzien van veiligheid, in het OV, op de taximarkt, de
prostitutiesector, en het schoonhouden van de stad;
— het aantal handhavers in de stad sinds 2011 is afgenomen; het tevens belangrijk
is om de instroom van jonge handhavers te stimuleren die flexibeler inzetbaar
zijn.
Besluit:
— Op pagina 72, onder programmaonderdeel 2.3 Veiligheid, na de passage over
Toelichting financiële ontwikkelingen Algemeen, na de zin De extra structurele
middelen. ‚voor acute incidenten in de stad (0,14 miljoen): toe te voegen:
— ‘Het budget voor handhaving wordt vanaf 2017 structureel verhoogd met 3 miljoen
euro om aan de toenemende vraag naar toezicht en handhaving te voldoen.’
— Alle relevante tekstpassages en tabellen overeenkomstig aan te passen.
— Ditte dekken uit de verhoging van de toeristenbelasting (zie amendement 1381)
De leden van de gemeenteraad
S. Mbarki
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
9 december 2021
Geachte Gemeenteraad,
Waarom de verkoop van onze vuilverbranding, en dan nog aan een Chinees deze
hebben al half Europa in handen en dan nog een land wat maling heeft aan het klimaat,
milieu en mensenrechten.
Als een particulier deze centrale onze centrale koopt en denkt er nog winst mee te
kunnen maken, waarom doen wij het dan niet zelf!
Dit is nu een brevet van onvermogen, en de Amsterdammer zit in de klem en de
Chinees de lachende derde.
Ons warmtesysteem is ook nog eens gekoppeld aan deze centrale, ook hier heeft de
Amsterdammer geen keus meer in.
Hou toch op met even tijdelijke geld maken, denk op de lange termijn.
Hoop dat u toch nog eieren voor uw geld kiest.
Vriendelijke groet
| Raadsadres | 1 | test |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 255
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 12 maart 2014
Behandeld op woensdag 12 maart 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van der Pligt, de heer Poorter en mevrouw Ulichki
inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk toelatingsbeleid voor het basisonderwijs
in Amsterdam’ (evaluatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 februari 2014 inzake de notitie, getiteld ‘Naar een stedelijk
toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 241);
Overwegende dat:
— met het nieuwe toelatingsbeleid scholen waarschijnlijk een betere afspiegeling van
de buurt worden maar dat scholen nog steeds zeer gesegregeerd kunnen zijn;
— wij het wenselijk vinden dat kinderen samen naar school gaan;
— wij in de evaluatie ook graag willen zien hoe zorgleerlingen in het kader van
passend onderwijs verdeeld worden over de verschillende scholen in de stad en
welk effect dit beleid daar op heeft;
— wij in de evaluatie ook graag zien hoe de schoolbesturen gebruikmaken van de
hardheidsclausule (die besturen de ruimte geeft uitzonderingen te maken op
het beleid),
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
in de jaarlijkse evaluatie de onderwerpen verdeling van zorgleerlingen en het gebruik
van de hardheidsclausule mee te nemen.
De leden van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
M.F. Poorter
F. Ulichki
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 794
Publicatiedatum 7 juli 2017
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 28 juni 2017
Behandeld op woensdag 28 juni 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Moorman, Boomsma, Ernsting, Van Soest en Van Lammeren
inzake de referendabiliteit van besluiten over erfpacht.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de interpellatie van de leden Boomsma, Moorman,
Ernsting, Van Soest en Van Lammeren over de referendabiliteit van besluiten over
erfpacht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 752).
Overwegende dat:
— Zowel College, als Raad, als betrokken Amsterdamse erfpachters tot de brief van
de referendumcommissie d.d. 9 juni 2017 in de veronderstelling waren dat een
referendum over erfpacht mogelijk zou zijn;
— Dat deze veronderstelling bij Raad en erfpachters mede is ontstaan door de
communicatie van verschillende collegeleden in de afgelopen jaren, zowel
schriftelijk als mondeling;
— Dat door de communicatie van het College, alsmede door inmiddels getroffen
voorzieningen, duidelijk en langdurig de indruk en verwachting is gewekt bij
initiatiefnemer van een referendum over erfpacht dat een referendumverzoek zou
worden ingewilligd indien deze zou worden ingediend.
Voorts overwegende dat:
— De referendumcommissie in haar advies d.d. 9 juni 2017 stelt dat in de ogen van
de commissie een volksraadpleging desgewenst kan worden vormgegeven via
eigen door het college zelf op te stellen regeling die voorziet in een
volksraadpleging over collegebesluiten, eventueel analoog aan de systematiek en
regels van de Referendumverordening.
Van mening zijnde:
— Gezien de voorgeschiedenis waarin een verkeerde voorstelling van zaken is
gegeven door het college over het referendabel zijn van het erfpachtbesluit, het in
het kader van behoorlijk bestuur redelijk en billijk is om de initiatiefnemer in de
gelegenheid te stellen om een referendumverzoek in te dienen, indien gewenst
door de initiatiefnemer.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 794 Motie
Datum 7 juli 2017
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een regeling op te stellen waardoor een referendumverzoek betreffende de
erfpachtplannen van het college kan worden ingewilligd.
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
D.T. Boomsma
Z.D. Ernsting
W. van Soest
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
1 * f "
pagina 1 van 1
Wieringa Míi-Sun
hartnnnmmnanamcmsmnansn ennen
Van: Miederna Paul namens Info Raadsgriffie
Verzonden: donderdag 7 februarl 2008 13:38
Aan: Wieringa MI-Sun
Onderwerp: FW: Parkeer hoete bij laden en lossen Ì
Blllagen: Ammers
_ men _
Van: Ee
Verzonden: donderdag 7 februari 2008 12:04 .
Aan: Info Raadsoriffle
Onderwerp: Parkeer boete blj laden en lossen :
( Geachte heer/mevrouw i
{ Hierbij maak ik bezwaar over de manier waatop er door Stadstoezicht bekeuringen on naheffingen
worden uitgeschreven.
Wij hebben 3 voertuigen voor leveringen aan onze klanten rondrijden die, gelukkig niet vaak, parkeer
boetes opgelegd krijgen terwijl er gelost wordt. Deze boetes worden na bezwaar en een enkele keer voor
de rechter kwijtgescholden. De huidige manier van uitschrijven van boetes en naheffingen is uiterst
Ítritant on kost ons en het hele Justitiële apparaat enorm veel tijd en dus geld.
Als er een grote bestelwagen of vrachtwagen, met knipperende waarschuwingslichten, stilstaat op een :
parkeerplaats, een brede stoep om van laad en los haven maar te zwijgen, den staat deze er niet voor !
spek en bonen. Een chauffeur gaat niet voor zijn plezier ttentallen kilometers rijden om ergens koffie te L
drinken.lk denk dat de diverse instanties en personen die vaor de orde moeten zorgen beter maeten gaan
nadenken en moeten opserveten wat voor een situatie ze voor zich hebben.
Het ongelooflijk idiote systeem dat er minimaal een x bedrag aan uitgeschreven boetes moet worden
behaald door politie en stadstoezicht moet echt een keer los gelaten worden. Ik keur het niet goed maar !
begrijp wel dat soms de stoppen doorslaan bij mensen,
L_ In afwachting van uw antwoord
Met vriendelijke groet |
Pd |
Lenen | |
rennen. Rinkt r
E---— CTA |
ee: Î
19-2-2008
Bezooltudres 35 Gemeente Amsterdam
Stadhuls, Antstel 1 ef :
1011 PN Amislerdain Í
Postbus 202 de Wathouctert,-Herroma OO i
1000 AL Amsterdam Fortefeullle Verkeer, Vervoor-an Inftaalruolaur (inof, Noordreiddiijn), í
’ OE Volkshuisvesting, Monumenten. £
Releuradres: KAW, Poslbue 202, 1604 ÂB Amsterdam
Wren samsterdarmn!
HW |
. ‘ ETT fi ï
Pitre ji AL
E.
Ups kenimerk 2008005643 7
( Behandelt door P, van Holk n ;
Telgfoormimief AQ — 556 5296
Fexasenmer GEN BEG BTO Ì
E-raull “[email protected]êrder.nl |
Britage.
Cnitenwerp Parkeersoetise bijladen en lossen
‘Gaachts heels
‘Op 7 Sebruarl jl. heeft u een small aan de gemeente Amsterdam gericht. In uw malibercht }
Wiaakt ú hozwaur op tlo wijze hoe er door Stadstoezicht nahaffngen wordert É
wilgeschreven.
Vaardatik hier inhoudelijk op reageer, bled ik eerst miljn welgemeende excuses.aan voor
mijn lalë reäctie;. Daatorn. árlvängt (1 Vaù mlj ser bos}ö hloönrer. |
Î
Ten episte ge ik in op de wijze.hoe-Btadstoozicht mel. betrskkino: tof de handhavthg varr |
läden sh losbón te weik- gaat. Als- ben pärkeërcüntrolsúr Van ‘Sladstoezie ht-eérr Voerluig
tonkolgaert en geéëri betaaliniddel lt het voarluig Wearneermt zaf hilof.zij kijken ot:er sprake i
Ís van parkeren of laden en. lassen: Von parkeren ls sprdke als er na 10 minuten !
waamemen door de côntrofolir nog stoads geor laads en losaaliviteilen plaätevinden. In ê
det geval zal de controler terecht een Nabotingezanstag uitschijven. triden or wel É
sprake: is van laden en lossen volgens de normtijd van 40 rainulen, mear het voertuig £
hinderlijk gepärkertd staat (bijvoofbeeld ‘op eôn flétspad) kan bák.ern boete worden :
ultgeschreven,
- De, rechler gaf ín alle. zaken kijken of-or sprake.le var bijzondere omstandigheden die da. |
parkearconfroleur nlet had Kumen weten fen lijde van het. uilschrijvan van de
Naheflfingsaansteg. Het:kan dus gebeuren — zoals u in uw rmalilserioht aangeeft — dat: de: ;
rechter de baale kwijGchéid. ;
Het stadhuis Is beteikbear par metro en ramúijen. Den 14), tieie Watanooplein
. |
fiagina 2 van 2. Öemeunte.Ánwmstardem
Walhwdtere ;
Tenslotte haalt u In uw. mail aan dal Stadaterzieht eer quolmt zóu hanteren ten aanzien
vaù. het eantal op fo- leggen Maheffngsaarstagen. IK ken: waangdeven dat hiervan geen £
sprake ls.
De iK vertsbuw erap U hlerrnos voldoende geïnformesrd te hebben.
Metvrlendelijke-graet, j
f a. , L. 7 ( ï
‘ (oe Á \h |
T, Heifema ;
£ Wethouder Verkeer; Vervoer an Infrastructuur
|
Ì
E.
ke
| .
Ì
í
|
|
2
| Raadsadres | 3 | test |
VN2023-002393 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
Directie bn Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Communicatie N Amsterdam
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van og februari 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 2
Datum besluit College van B&W, 20 december 2022
Onderwerp
Kennisnemen van de voortgangsrapportage Amsterdam 750 d.d. 15 december 2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de tweede halfjaarlijkse rapportage over de voorbereiding van het 750-jarige
bestaan van Amsterdam in 2025.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
In de raadsinformatiebrief van 17 mei 2022 is opgenomen dat het college de raadsleden minimaal
twee keer per jaar informeert over Amsterdam 750 middels voortgangsrapportages.
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2023-002393 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Directie % Amsterdam ‚ ‚ ‚
on Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Communicatie %
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van og februari 2023
Ter kennisneming
Bijlage 2 Voortgangsrapportage Amsterdam 750- 15 December 2022. pdf
AD2023-005011 jag gangsrapportag 750- 15 p
(pdf)
Bijlage 2AanbiedingsbriefVoortgangsrapportageA75o December 2022. pdf
AD2023-005386 jag g gangsrapportageA75 p
(pdf)
AD2023-004,986 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Communicatie/Programmabureau Amsterdam 750: Angelique Danenberg, 06 -2278 8200,
a.danenberg@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam
Stadsdeel West
x% Besluit Bestuurscommissie
BAB Directie: Stadsdeelsecretaris
Afdeling: Bestuursondersteuning
EE
Datum behandeling: 7 april 2014
Besluitnummer: INT-14-00317 Zaaknr:Z-14-03681 et
Portefeuille:
Zo
Onderwerp:
Benoeming buitengewoon commissielid
eee eee}
Planning van de bespreking en bestuitvorming
e Besluit 7 april 2014
eee |
Aard / doel van de bespreking:
Besluitvorming
JN
Wijze van bespreking:
Het staat de fracties van de Bestuurscommissie vrij elk een buitengewoon commissielid te
benoemen.
eee
De stadsdeelraad besluit:
Te benoemen tot buitengewoon commissielid van de Bestuurscommissie:
mw |. Rooderkerk voor de fractie van D66
Lm
Korte samenvatting: (max. 10 regels)
Op basis van art. 6 van het Reglement van Orde van de bestuurscommissie hebben de
fracties van GroenLinks en D66 mw De Jong respectievelijk mw Rooderkerk voorgedragen
voor benoeming tot buitengewoon commissielid.
Ae
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context):
Zie boven.
gn
Reden van het besluit:
Zie boven
A
Kosten, baten en dekking:
Een buitengewoon commissielid ontvangt geen vergoeding ten laste van de gemeente of
de bestuurscommissie.
a
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg:
Er is geen sprake van inspraak of maatschappelijk overleg op dit besluit.
|
Meegezondeniter inzage gelegde stukken:
Er zijn geen meegezonden stukken.
Stadsdeel West Pagina 2 van 2
Besluitnr: INT
eee ||
Besloten in de vergadering van: 7 april 2014
De Bestuurscommissie van stadsdeel West,
Wind. Secretaris , Voorzitter: ie tT
f ‚ ee rt Kn Pe af Pd ef er
À n Á er
\ lik G. Boüwfneester
| Besluit | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1694
Datum indiening 9 oktober 2019
Datum akkoord 18 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake het aantal
AED's en burgerhulpverleners in Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 8 oktober 2019 heeft de Hartstichting in een artikel in het Parool aangegeven dat
er te weinig AED-toestellen én te weinig burgerhulpverleners zouden zijn in
Amsterdam.
De fractie van de VVD heeft meermaals gepoogd het aantal AED-toestellen in de stad
toe te doen nemen. Onder andere met het voorstel om in navolging van andere
gemeenten te kijken of deze toestellen aan laadpaden kunnen worden bevestigd
(zie motie 962.18 van de leden De Grave-Verkerk, Marttin en Bloemberg-Issa).
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Grave-Verkerk, namens de fractie van
de VVD, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. Hoe oordeelt het college over het aantal beschikbare AED-toestellen en het
aantal burgerhulpverleners in Amsterdam? Zijn er voldoende toestellen en
hulpverleners volgens het college? Graag een toelichting.
Antwoord:
Bij eerdere beantwoording van raadsvragen (beantwoording schriftelijke vragen
van de leden Ceder, De Grave-Verkerk en Bloemberg-lssa inzake de realisatie
van 6-minutenzones voor Automatische Externe Defibrillatoren, 22 november
2018) heeft ons college aangegeven dat er weliswaar geen vaste AED's in de
openbare ruimte hangen, maar dat door de beschikbaarheid van mobiele AED's
bij de politie, brandweer en ambulances gecombineerd met professionele
hulpverlening er uitstekende hulp beschikbaar is, die bovendien snel ter plaatse
is. Het college waardeert de inzet van deze professionals. Die waardering geldt
overigens ook voor de inzet van de Hartstichting, die vanuit particulier initiatief de
situatie rond snelle hulpverlening bij hartfalen verder probeert te verbeteren in
Amsterdam.
1 https: //www.parool.nl/nieuws/hartstichting-te-weinig-aed-s-en-burgerhulpverleners-in-amsterdam-
hoge-urgentie-becbe196/
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer Le ocember 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 9 oktober 2019
2. De Hartstichting vindt dat de situatie met betrekking tot het aantal AED's en
burgerhulpverleners in Amsterdam slecht is in vergelijking tot andere steden.
Wat is de reactie van het college hierop?
Antwoord:
De positie van de Hartstichting is het College bekend. In Amsterdam beschikken
over een goed netwerk van mobiele AED'’s in combinatie met professionele
hulpverlening, daarom oordeelt ons College anders.
Wel wil het College in overleg met de Hartstichting kijken waar op gemeentelijke
panden AED's buiten kunnen worden geplaats, om de AED dichtheid te
vergroten, en hiermee de vraag voor AED assistentie door mobiele hulpverleners
te verminderen.
3. Ziet het college noodzaak zich actief in te spannen om het aantal openbaar
toegankelijke AED-toestellen te doen toenemen? Zo ja, ook financieel? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord: zie vraag 2
4. Ziet het college mogelijkheden om het aantal AED's aan of in de objecten die
vallen onder het gemeentelijk vastgoed te doen toenemen? Zo ja, wil het college
hierover het gesprek aangaan met de Hartstichting? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja, de gemeente zal op zoveel plekken als mogelijk AED's aan de
buitenzijde van haar gemeentelijke panden aanbrengen. Het college onderzoekt
op dit moment de technische mogelijkheden en bijbehorende kosten hiervoor.
Voor welke panden dit opportuun is, gezien de spreiding van AED's in
Amsterdam, wordt overlegd met de Hartstichting. De gemeente meldt de AED's
uiteindelijk ook aan bij de Hartstichting en op hartslag.nu. Deze actie onderneemt
het college aanvullend op de reeds beschikbare hulpverlening zoals geschetst bij
het antwoord op vraag 1 om het initiatief van de Hartstichting te kunnen
ondersteunen.
5. In oktober 2018 heeft het college in het schriftelijke preadvies op de motie van de
fractie van de VVD ‘AED's op laadpalen' aangegeven dat de noodzaak voor het
plaatsen van AED's op laadpalen pas kon worden beoordeeld als de pilot met een
6-minutenzone van de Hartstichting en de gemeente Amsterdam was afgerond.
Hoe oordeelt het college over het verloop van deze pilot en vindt het college dat
het plaatsen van AED's op laadpalen wenselijk dan wel noodzakelijk is?
Antwoord: Deze pilot wordt uitgevoerd door een particuliere partij, te weten de
hartstichting. Deze pilot kiest niet voor AED's op laadpalen. Het nut van AED's op
laadpalen lijkt bovendien minder noodzakelijk, nu de gemeente in antwoord op
vraag 4 aangegeven heeft om te onderzoeken of de bereikbaarheid van AED's
buiten vergroot kan worden door plaatsing aan de buitenkant van
gemeentepanden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 1604 Gemeenteblad
ummer err:
Datum 18 december 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 9 oktober 2019
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 305
Datum akkoord 19 april 2017
Publicatiedatum 20 april 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Alberts en Flentge inzake
de werkzaamheden aan de A9.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 20 september 2016 heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
schriftelijke vragen gesteld over de overlast als gevolg van de wegwerkzaamheden
aan de A9. In de beantwoording van 10 november 2016 schreef het college onder
meer dat Rijkswaterstaat regelmatig contact heeft met de omwonenden, dat er 24 uur
per dag een telefoonnummer voor klachten beschikbaar is, dat op klachten
direct wordt gereageerd en dat Rijkswaterstaat heeft toegezegd met
schadebedragen onder de € 5000 coulant om te gaan (zie Gemeenteblad 2016,
afd. 1, nr. 1463).
Wij zijn nu een paar maanden verder. De Amsterdamse SP hulpdienst heeft
omwonenden van de A9 geholpen met het invullen van de klacht- en schade-
formulieren. De mensen die wij hebben gesproken, waren niet tevreden over
de manier waarop Rijkswaterstaat met hen omging. Zij voelden zich niet serieus
genomen. De bewoners hadden onverminderd overlast en schade, verzoeken om
schadevergoeding/nadeelcompensatie was afgewezen, Rijkswaterstaat toonde zich
ook bij lage bedragen allerminst coulant, de huurders onder de bewoners voelden
zich anders behandeld dan de eigenaren, Rijkswaterstaat reageerde niet alert
enzovoort.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 22 maart 2017, beiden namens
de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoeveel verzoeken met betrekking tot schadevergoeding over de
werkzaamheden aan de A9 zijn tot nu toe ingediend bij Rijkswaterstaat?
Hoeveel van deze verzoeken zijn ingewilligd?
Antwoord:
Het verbreden en ondertunnelen van de A9 Gaasperdammerweg is een
rijksproject. Op ons verzoek heeft Rijkswaterstaat de informatie aangeleverd voor
de beantwoording van de vragen over schadeclaims (vragen 1, 3, 5, 6 en 10),
nadeelcompensatie (vragen 2, 4 en 5) en klachten (vraag 7).
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
Sinds de start van de werkzaamheden voor de verbreding en ondertunneling van
de A9 Gaasperdammerweg zijn door 100 verschillende bewoners en/of bedrijven
in totaal 144 meldingen van gebreken gedaan.
Na afronding van de werkzaamheden die schade kunnen veroorzaken worden de
eindopnamen uitgevoerd en worden deze meldingen afgehandeld. Voor de zomer
worden bouwkundige eindopnames ingepland en uitgevoerd. Schade die tijdens
de werkzaamheden is ontstaan en die mogelijk veroorzaakt kan zijn door de
werkzaamheden wordt vervolgens dit jaar nog hersteld of vergoed. Kan een
melding niet wachten omdat er sprake is van een situatie waarbij een woning niet
meer normaal kan worden gebruikt, bijvoorbeeld vanwege klemmende ramen of
deuren, lekkage of dat sprake is van een onveilige situatie, dan wordt noodherstel
zonder erkenning van aansprakelijkheid toegepast. Tot nu toe is bij 24 bewoners
en/of bedrijven in totaal 29 keer noodherstel uitgevoerd.
Bij één melding uit Huntum is dit niet gedaan. Onderzoek naar de lekkage wees
uit dat er spijkers door de waterdichte afwerking van een dakrand waren
aangebracht. Deze lekkage kan niet door het project zijn veroorzaakt. Wanneer
het helder is dat de schade niet door het project is veroorzaakt, dan heeft
Rijkswaterstaat geen titel om deze te vergoeden.
2. Hoeveel verzoeken met betrekking tot nadeelcompensatie over
de werkzaamheden aan de A9 zijn bij Rijkswaterstaat tot nu toe ingediend en
hoeveel van deze verzoeken zijn ingewilligd?
Antwoord:
Er zijn in totaal 20 verzoeken met betrekking tot nadeelcompensatie ingediend.
Hiervan zijn 4 verzoeken nog in behandeling bij de commissie
nadeelcompensatie. Voor 16 verzoeken is er inmiddels een advies van de
commissie. In 4 van de 16 gevallen, adviseert de commissie om over te gaan tot
het uitkeren van een vergoeding. In de overige gevallen adviseert de commissie
om het verzoek om schadevergoeding af te wijzen.
3. Hoe vaak is er door bewoners nadat een verzoek was afgewezen, om een second
opinion gevraagd en wat was de uitslag van de second opinion?
Antwoord:
Conform de brief van 7 december 2016 van Rijkswaterstaat aan de omwonenden
van de A9 Gaasperdammerweg kan Rijkswaterstaat worden verzocht om een
second opinion te laten verrichten door de Gemeente Amsterdam. De Gemeente
Amsterdam heeft namelijk aangeboden om voor haar burgers een second opinion
uit te laten voeren door het Schadebureau Noord/Zuidlijn. Bewoners kunnen ook
een second opinion laten doen door een ander bureau.
Second opinions worden aangeboden bij discussie over causaliteit bij de oorzaak
van bouwschade. Bij een schademelding wordt eerst een rapport van bevindingen
opgesteld. In deze rapporten wordt soms een voorlopige conclusie opgenomen
ten aanzien van causaliteit. Bij de eindopnames (voorjaar 2017) wordt er een
definitieve conclusie getrokken. Aangezien de eindopnames nog niet zijn gedaan,
hebben bewoners ook nog geen aanvraag gedaan voor het laten uitvoeren van
een second opinion, op één bewoner na. Deze bewoner heeft besloten om zich te
laten bijstaan door een eigen deskundige. De kosten hiervan worden door
Rijkswaterstaat vergoed.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
4. Eén van de mensen die wij hebben gesproken, vertelde dat zijn verzoek was
afgewezen omdat hij daar sinds 2007 woonde en dus had kunnen weten dat deze
werkzaamheden voor de naaste toekomst gepland waren. Volgens de fractie van
de SP is dit een reden die geen hout snijdt. De exacte impact van
wegwerkzaamheden op het woongenot zijn voor een leek niet van tevoren in te
schatten. Deelt het college deze mening?
Antwoord:
Het klopt dat voorzienbaarheid een grond is om een claim voor
nadeelcompensatie af te wijzen. Zie verder het antwoord bij vraag 5.
5. Wat waren/zijn de redenen om verzoeken zoals hierboven (zie vragen 1 en 2)
genoemd, niet in te willigen? Welke lijn volgt Rijkswaterstaat hierbij?
Antwoord:
Voor vraag 1 over schadeclaims: zie het antwoord bij vraag 1.
Bij 12 verzoeken met betrekking tot nadeelcompensatie is de woning in eigendom
verworven na publicatie van de startnotitie wegverbreding Schiphol — Amsterdam
— Almere in 2005. In dat geval is sprake van voorzienbaarheid.
De nadeelcompensatiecommissie heeft in de adviezen onderbouwd waarom
sprake is van voorzienbaarheid en daarbij de relevante overwegingen geciteerd
van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit diverse
uitspraken van de laatste jaren.
De standaardoverwegingen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State (de hoogste rechter op dit gebied in Nederland) in dit verband luiden
(bijvoorbeeld ABRS 27 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1689):
“Indien ten tijde van de aankoop van een onroerende zaak voor een redelijk
denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de
kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen, is
de planschade voorzienbaar en dient deze voor rekening van de koper te worden
gelaten”. Rijkswaterstaat volgt hierin dus de wet- en regelgeving.
6. Vragenstellers hoorden van bewoners dat ook recente schademeldingen onder
de € 5000 zijn onderzocht door een extern schadebureau.
a. Hoeveel schadeverzoeken waarbij het om een laag bedrag ging (lager dan
€ 5000) zijn tot nu toe ingediend?
b. En hoeveel daarvan zijn ingewilligd? Wordt er direct overgegaan tot uitbetalen
van de schade?
c. Deelt het college de mening dat bemoeienis bij de afhandeling van
schadeverzoeken door een extern schadebureau in tegenspraak is met
de toezegging van Rijkswaterstaat aan de wethouder en bewoners dat
kleinere schades direct uitgekeerd zouden worden, zoals dat ook bij de
Noord/Zuidlijn is gedaan”?
Antwoord:
Om de omvang en ernst van een schades te kunnen vaststellen is het uiteraard
noodzakelijk om een deskundig bureau naar de gemelde schade te laten kijken.
Anders kan ook niet worden bepaald of noodherstel wenselijk is en wat herstel
gaat kosten. Door de herziene schadeprocedure is van uitgebreid onderzoek naar
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng 05 Gemeenteblad
Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
causaliteit geen sprake meer, indien de bouwkundige schade aan de woning
minder bedraagt dan € 5.000,00.
Onderzoek ter vaststelling van de kosten voor het herstellen van schades is nog
niet gestart. Dit zal, zoals aangekondigd in de brief van Rijkswaterstaat van
7 december 2016 aan omwonenden, worden uitgevoerd nadat de eindopnames
zijn verricht. Het is op dit moment dus onbekend hoeveel schadeverzoeken zijn
ingediend waarbij het om een bedrag gaat lager dan € 5.000,00, inclusief btw.
Aangezien het bij de 144 schademeldingen die tot nu toe zijn ingediend
overwegend om cosmetische schade gaat, is de verwachting dat de uiteindelijke
kosten voor herstel in de meeste gevallen het bedrag van circa € 5.000,00
(inclusief btw) niet zullen overstijgen.
7. Hoeveel klachten zijn bij Rijkswaterstaat ingediend over de werkzaamheden aan
de A9 en hoeveel daarvan zijn afgerond?
Antwoord:
Naast vele honderden informatieve vragen, zijn er sinds de zomer van 2015
228 klachten binnengekomen, ingediend door 137 klagers. Onderstaande grafiek
laat zien hoeveel klachten er in welke maand zijn binnen gekomen. Alle klachten
zijn afgerond.
30 2929
25 24 , 24
20 n 1919
15 1313 1313
10 10 11 0 11
10 17 66 8 88 88 „5 8 66
s | 22 11 33
' ‚ s” Ss 5 & s S # & Pi & S & “ Ss s s s & E Bl 5 &
€
m Klachten per maand __m Klagers per maand
8. De werkzaamheden zijn al een paar jaar bezig en gaan nog een paar jaar duren.
Van echt woongenot kan gedurende deze periode niet of nauwelijks sprake zijn.
De gemeente is niet de overlast gevende partij, echter de gemeente heeft wel
opdracht gegeven om ontheffing te verlenen voor de werkzaamheden.
Vindt het college, anno maart 2017, dat de impact op het woongenot voldoende
is meegewogen? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Ja, het college is van mening dat de impact op het woongenot voldoende is
meegewogen. De omgevingshinder wordt meegewogen bij de belangenafweging.
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied besluit in mandaat van de gemeente
Amsterdam op aanvragen om ontheffing van de gestelde geluidsniveaus. Indien
niet voldaan kan worden aan de geluidsniveaus aangaande geluidhinder bij bouw-
en sloopwerkzaamheden van artikel 8.3, lid 1 en 2, van het Bouwbesluit 2012,
bestaat de mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
Als handvat voor het behandelen van verzoeken om ontheffing op grond van
artikel 8.3 lid 3, is de Richtlijn Bouwlawaai opgesteld. Ontheffing wordt slechts
verleend als voldaan is aan de in de richtlijn opgenomen voorwaarden. Zo min
mogelijk overlast/het beperken van overlast in de omgeving is één van de
belangrijkste voorwaarden.
Aannemerscombinatie IXAS past de best beschikbare stille technieken toe om de
geluidsbelasting zoveel als mogelijk te reduceren. Daarnaast worden maatregelen
genomen om omgevingshinder zoveel mogelijk te beperken. Met onder meer de
brief van wethouder Litjens van 26 juni 2016 zijn de leden van de commissie
Infrastructuur en Duurzaamheid uitgebreid geïnformeerd over het totale pakket
hinderbeperkende maatregelen.
Het project is van groot belang voor de regio Amsterdam en het algemeen belang
is gediend bij een spoedige realisatie. Gelet op dit zware belang heeft de
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied ontheffing verleend onder voorwaarden
die beperking en beheersing van de overlast voor de omgeving tot doel hebben.
Deze periode van geluidsoverlast door bouwwerkzaamheden is bijna voorbij. In
april 2017 wordt de laatste heipaal aangebracht.
Het rijksproject heeft bij de gemeente een BLVC-plan (Bereikbaarheid,
Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie) bij de gemeente moet indienen.
Leefbaarheid wordt hier dus volwaardig meegewogen. Zo heeft het overleg over
het BLVC-plan voor de A9 Gaasperdammerweg tussen de gemeente,
Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie IXAS geleid tot aanpassingen in het
voordeel van de leefbaarheid: meer werken overdag, waardoor er minder
geluidoverlast is in de nachten en het voorboren van de damwanden, wat de
geluidoverlast sterk heeft verminderd.
9. Zouden voortaan bij dit soort ingrijpende, heel lang durende en veel overlast
gevende bouwoperaties, de werkzaamheden niet gefaseerd uitgevoerd kunnen
worden, waarbij na elke actieve fase een rustperiode wordt ingebouwd van een
aantal weken/maanden? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Dit moet per bouwproject bekeken worden. Maar het ligt niet voor de hand om bij
langdurende en veel overlast gevende bouwoperaties diverse rustperioden van
weken of maanden te hanteren. Het project zal dan niet alleen veel duurder
worden, maar ook veel langer duren. Bewoners wonen dan nog langer aan een
bouwput. Bovendien is de kans groter dat dan meerdere (grotere) projecten
gelijktijdig in uitvoering zijn, in plaats van na elkaar. Dit kan ten koste gaan van de
bereikbaarheid of van de mogelijkheden voor andere projecten om in de openbare
ruimte te werken.
Volgens Rijkswaterstaat zou bij het project A9 Gaasperdammerweg het inlassen
van een rustpauze van een aantal maanden vele tientallen miljoenen euro's aan
meerkosten met zich meebrengen. Veel bewoners geven aan dat na een langere
pauze de herstart extra zwaar valt. Al wordt door diverse bewoners aangegeven
dat de rustpauze in de kerstvakanties wel erg werd gewaardeerd.
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
ummer = en
Datum 20 april 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 22 maart 2017
10. Is het college bereid, nog eens in overleg te gaan met Rijkswaterstaat en ervoor
te zorgen dat laatstgenoemde de toezeggingen nakomt en ruimhartig met
verzoeken om schadevergoeding omgaat? Kan het college het antwoord
toelichten?
Antwoord:
Rijkswaterstaat is volop bezig is om invulling te geven aan de toezeggingen.
Wij merken uit onze overleggen met Rijkswaterstaat dat er een constante
aandacht is voor een goede en snelle afhandeling. Wij zien daarom geen
noodzaak of aanleiding om dat in een extra overleg nogmaals te benadrukken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1106
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen op 4 november 2015
Ingekomen onder 984’
Behandeld op 5 november 2015
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Moorman, Groot Wassink, Van Dantzig en Flentge inzake
de Begroting 2016 (bevoegdheden vakantieverhuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Overwegende dat:
— het wenselijk is grip te krijgen op het bieden van verblijf aan toeristen door
particulieren, waarbij het maximaal aantal van zestig dagen effectief kan worden
gehandhaafd;
— de gemeenteraad enkele malen de wens heeft uitgesproken een meldingsplicht in
te stellen voorafgaand aan verhuur, hetgeen informatie-gestuurd handhaven
vereenvoudigd;
— het wenselijk is dat alle (ver)huurders gelijk worden behandeld, goed worden
voorgelicht en goed bediend, zeker ten aanzien van de belastingplicht en inning
voor toeristenbelasting;
— het wenselijk is de wetgever te verzoeken bevoegdheden in het leven te roepen
waarmee de gemeente dit kan bewerkstelligen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een verkenning uit te voeren naar alle bestaande wettelijke middelen om
particuliere vakantieverhuur te reguleren, waaronder de handhaving van het
maximaal toegestane aantal dagen, de belastinginning te optimaliseren;
— tevens te verkennen op welke wijze de wetgever de gemeente hiertoe additionele
bevoegdheden kan verschaffen;
— hierover de raad te informeren.
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
B.R. Groot Wassink
R.H. van Dantzig
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
x% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1254 accent
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en
Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
e Een aantal bewonersorganisaties een oproep heeft gedaan voor een
zogenaamd ‘buurtplatformrecht’;
e Deze organisaties met dit recht op zoek zijn naar een verankering in de
buurten, waarin eigenaarschap, mandaat en middelen kernwoorden zijn;
e _Hetcollege in de begroting 2021 middelen vrijmaakt voor een regeling
‘Maatschappelijk initiatief’;
Overwegende dat:
e Een van de pijlers van de Uitvoeringsagenda Democratisering het vergroten
van de autonomie en zeggenschap in de buurt is;
e _Bewonersorganisaties van grote betekenis kunnen zijn in het van de grond
krijgen van plannen die zij zelf initiëren en daarmee krachtige motors zijn in
de betrokkenheid van mensen in hun buurt;
e _Buurtplatforms met mensen werken die we als overheid vaak niet bereiken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
e Met bewonersorganisaties die de oproep hebben gedaan het idee van het
buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te delen.
e Te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van het
nieuwe Participatiebeleid en de raad hierover te informeren.
e Hiervoor een bedrag te reserveren van ten hoogste 150.000 euro te dekken uit de
middelen voor de regeling maatschappelijk initiatief.
De leden van de gemeenteraad
L. Grooten
H.J.T. Biemond
N.T. Bakker
D.T. Boomsma
M. Taimounti
J.A. Veldhuyzen
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 277 accent
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Khan inzake bewustwording over de schadelijkheid van
alcohol
Onderwerp
Bewustwording creëren over de schadelijkheid van alcohol
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2023.
Constaterende dat:
-_ Nederlanders onvoldoende bekend zijn met hoe ongezond alcohol eigenlijk is;
-__ Uit onderzoek van de Maag Lever Darm Stichting en KWF Kankerbestrijding blijkt dat
slechts 27 procent van de Nederlanders alcohol associëren met ongezondheid en 20%
zelfs denkt dat een glas alcohol per dag gezond is*;
-__Erbestaat geen gezonde hoeveelheid alcohol;
-__ Onderzoek uitwijst dat één glas per dag alcohol de kans vergroot op zeven soorten kan-
ker.
Verder constaterende dat:
-_In het preventie- en handhavingsplan alcohol 2021-2024 de aandacht uitgaat naar over-
matige en zware drinkers;
-_ Onderzoek echter uitwijst dat één glas alcohol per dag al ernstige gezondheidsgevolgen
kan hebben.
Overwegende dat:
-__Belangenorganisaties een campagne zijn gestart om kennis te delen en bewustwording te
creëren over de schadelijkheid van alcohol;
+ https://www.parool.nl/nederland/gevaar-van-alcohol-onderschat-een-glas-per-dag-vergroot-al-het-risico-op-kanker-bab5127b/
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
-_In het preventie- en handhavingsplan alcohol 2021-2024 er geen doelen zijn opgesteld om
alcoholgebruik bij reguliere drinkers te ontmoedigen;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Aandacht te vragen voor de bewustwordingscampagne van de Maag Lever Darm Stich-
ting en KWF Kankerbestrijding over de schadelijke gezondheidsgevolgen die ontstaat bij
slechts één glas alcohol per dag
-__omin het (nieuwe) preventie- en handhavingsplan een aanvullende doelstellingen te for-
muleren die de gevaren van alcoholgebruik al vanaf één glas per dag te verder onder de
aandacht te brengen.
Indiener(s),
S.Y. Khan
| Motie | 2 | test |
Verne22 905549 N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Openbare Ruimte N Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Agendapunt 29
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief “Toename meldingen overlast door dieren en de aanpak in
2022!
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake de toename van meldingen van overlast door
dieren en de aanpak in 2022.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn
leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het
college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de
uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de
door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het
openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In 2021 is het aantal binnen gekomen meldingen over rattenoverlast toegenomen. Over de toename
van de meldingen en enkele concrete overlast situaties in de stad zijn schriftelijke vragen gesteld. De
bijgevoegde raadsinformatiebrief geeft inzicht in de problematiek en de aanpak in 2022.
In de achter ons liggende periode is veel van de inzet op basis van incidenteel budget georganiseerd.
Gelet op de plannen voor (meer) groen en de klimaatadaptatie (w.o. waterberging), en hiermee de
habitat vergroting voor ratten, staat ons een grotere en blijvende inzet te verwachten om ontstane
overlast beheersbaar te houden. Het maakt het belang om te blijven werken, ook in een volgende
collegeperiode, aan een stevige structurele organisatie omtrent dierplaagbeheersing zeer urgent.
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2022-005549 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Verkeer en % Amsterdam
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
nee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-019276 | 20220217 Raadsbrief overlast door dieren. pdf (pdf)
AD2022-019275 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer & Openbare Ruimte, Michel Hoogewerf, 06 2379 4,218, [email protected]
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 617
Datum akkoord 11 september 2014
Publicatiedatum 12 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer H.B. Boldewijn van 28 juli
2014 inzake bierfietsen op de openbare weg.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Op 23 juli 2014 stond een artikel in Metro, getiteld: “Haarlemmerbuurt klaar met de
bierfiets". In dit artikel doet de winkelstraatmanager zijn beklag over gevaarlijke
verkeerssituaties in de Haarlemmerbuurt als gevolg van de bierfietsen op de
openbare weg. De bewoners ervaren overlast en het verkeer ondervindt hinder.
De bierfietsen zijn al vaker negatief in het nieuws geweest! Ook het dagelijks bestuur
van stadsdeel Centrum wil van de bierfiets af.
De fractie van PvdA Amsterdam wil graag een eind maken aan de overlast en de
onveilige verkeerssituaties die ontstaan als gevolg van het gebruik van de bierfiets op
de openbare weg. Ook wil de de fractie van de PvdA duidelijkheid over het wel of niet
toestaan van de bierfiets op de openbare weg in Amsterdam
De website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt vermelding
van het volgende:
“1. De gemeente Amsterdam heeft in juni 2012 aan de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijkrelaties gevraagd de wet zodanig te wijzigen dat de bierfiets in
alle mogelijke vormen, inclusief het alcoholgebruik, wordt verboden.
2. Volgens het vonnis uit 2010 waarin de bierfiets werd verboden de rijdende bar niet
voldoet aan de regels en moet deze als een fiets worden beschouwd. Fietsen mogen
volgens de ‘Regeling Voertuigen’ niet breder zijn dan anderhalve meter. De bierfiets
in de betreffende zaak is echter 2,20 meter breed. De uitspraak heeft als gevolg dat
bierfietsen voortaan niet zomaar de weg op mogen.
1 http://www.parool.nl/parool/nl/4/AMSTERDAM/article/detail/3672545/2014/06/15/Ha-de-Rozengracht-zuipen-
op-de-bierfiets-mag-weer.dhtml
2 http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/363827 6/2014/04/20/Amsterdam-mag-geen-Venetie-
worden.dhtml?utm_source=headliner.nl&utm_medium=link&utm_term=free&utm _content=textlink&utm _campaig
n=Headliner.nl
http://www.at5.nl/artikelen/1 25979/stadsdeel-centrum-wil-van-touringcars-en-bierfietsen-af
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer dp september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014
3. Amsterdam wilde een algemeen verbod maar zag daar uiteindelijk af. Wel wordt de
bierfiets geweerd uit het Wallengebied, omdat daar een alcoholverbod geldt. Nu heeft
de gemeente toch gevraagd om een algemeen verbod omdat het probleem te
omvangrijk wordt. **
De fractie van de PvdA is van mening dat Amsterdam ook zonder de overlastgevende
bierfiets op de openbare weg een aantrekkelijke toeristische bestemming zal blijven
en wil zo snel mogelijk van de bierfiets op de openbare weg af.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 28 juli 2014, namens de fractie van
de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het artikel in Metro?
Antwoord:
Ja.
2. Is het college op de hoogte van de informatie genoemd op de website van de
VNG?
Antwoord:
Ja, maar de informatie is deels onjuist (met name punt 1 en 3). In 2012 is er
inderdaad sprake van geweest om vanuit Stadsdeel Centrum de (toenmalig)
minister van BZK te verzoeken een verbod op de bierfiets op te nemen in Drank-
en Horecawet en/of de Regeling Voertuigen van de Wegenverkeerswet. Berichten
hierover zijn in de media terechtgekomen en waarschijnlijk door de VNG
overgenomen. Er is toen echter vanuit de gemeente Amsterdam geen formeel
verzoek hierover ingediend. De reden hiervoor is dat in mei 2012 de Eerste
Kamer al had ingestemd met de wijziging van de Drank- en Horecawet, waardoor
het niet de juiste tijd was om dit verzoek in te dienen. Wel heeft de gemeente al in
een eerder stadium bij de voorbereiding van die gewijzigde Drank- en Horecawet
aangedrongen om de bierfiets te verbieden, maar hiervoor geen steun gevonden.
Het probleem speelt namelijk maar in een beperkt aantal gemeenten, en niet
iedere gemeente vindt de bierfiets onwenselijk.
De Drank- en Horecawet is niet van toepassing op vervoermiddelen die bestemd
zijn voor het vervoer van personen, tijdens hun gebruik als zodanig. Onder deze
middelen van vervoer vallen ook de bierfietsen en dat betekent dat de bierfiets
geen drankvergunning nodig heeft.
3 https://www.vng.nl/onderwerpenindex/veiligheid/drank-en-horecawet/vraag-en-antwoord/is-er-informatie-
bekend-over-de-bierfiets
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer dp september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014
3. Deelt het college de zorgen van de bewoners, de winkelstraatmanager en het
Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum? Indien nee, waarom niet, indien ja, kan
het college een toelichting geven op haar zorgen?
Antwoord:
Ja, het college deelt de zorgen over de overlast van de groepen (tot wel
17 personen) op de bierfiets. Van april t/m juli 2014 ontving de gemeente
ongeveer 80 meldingen van overlast de bierfiets. Het gaat o.a. om
geluidsoverlast, die mede ontstaat als gevolg van interactie met andere groepen
mensen.
4. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het eerder door Amsterdam
gevraagde verbod op de bierfiets? Heeft het college bericht ontvangen van
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en/of van het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu over?
Antwoord:
Zoals hiervoor onder vraag 2 is toegelicht, is er geen formeel verzoek ingediend
en daarom daarop ook geen bericht ontvangen.
5. Is het college bereid om nogmaals bij de Rijksoverheid aan te dringen op wet of
regelgeving hierover om het gebruik van de bierfiets op de openbare weg in
geheel Amsterdam te verbieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn
zal het college hier om vragen?
6. Op welke wijze kunnen, in afwachting van landelijke regelgeving, aanpassingen in
de gemeentelijke regelgeving (APV, bestemmingsplannen) worden gebruikt om
de bierfiets te weren?
Antwoord vragen 5 en 6:
Het college gaat actiever de overlast van de bierfiets tegen, allereerst op basis
van de mogelijkheden in de APV. Het doel is dat de overlast in het nieuwe
seizoen is opgelost of sterk verminderd. De periode tot het nieuwe
‘bierfietsseizoen’ in 2015 gaat het college daarnaast gebruiken voor
vervolgonderzoek naar het instellen van een verbod op de bierfietsen.
Aanpassing van de Drank- en Horecawet op dit punt ligt voor 2016 niet voor de
hand (dan wordt de wet geëvalueerd). Lokale regelgeving op basis van de
Wegenverkeerswet kan mogelijk wel. Tegelijk gaat de burgemeester, namens
het college, samen met de voorzitter van bestuurscommissie Centrum in gesprek
met de ondernemers in de bierfietsbranche, over met name het gedrag van de
gebruikers van de bierfiets.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
VN2023-023934 Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Economische Zaken % Gemeente Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad Aanpak Noord SO
% Amsterdam P anp anp
Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024
Ter kennisneming
Portefeuille Economische Zaken
Agendapunt A
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over motie 375 betreffende ruimte voor kunst boven
kantoren
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over motie 375 betreffende ruimte voor kunst boven
kantoren.
Wettelijke grondslag
e Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
* Artikel 79 en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 7 juni 2023 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt Voortang Aanpak Binnenstad, motie 375 van Heinhuis van PvdA, Bakker van Partij voor
de Dieren, Lust van D66 en Bentoumya van GroenLinks aangenomen. Daarin wordt het college
gevraagd om:
1. Te onderzoeken of er in kantoorpanden in de binnenstad leegstaande ruimte is, bijvoorbeeld
leegstaande zolderruimtes, die vervolgens ingezet kan worden om ruimte te bieden aan
kunstenaars die op dit moment geen plek hebben;
2. Daarbij aansluiting te zoeken bij het bestaande beleid inzake het realiseren van woningen
boven bedrijven;
3. Daarbij tevens nadrukkelijk te kijken hoe creatieve ondernemers en kunstenaars uit andere
stadsdelen dan het centrum kunnen worden bereikt.
In bijgevoegde raadsinformatiebrief wordt uiteengezet hoe het college uitvoering aan deze motie
geeft. Hierin wordt benoemd dat ook het College ziet dat creatieve ondernemers en kunstenaars
een belangrijke bijdrage leveren aan de stad, en dat het bieden van voldoende huisvesting en
atelierruimte daarvoor nodig is. In de binnenstad is weinig sprake is van structurele leegstand van
kantoorruimte. We constateren wel dat kantoorruimte na kantoortijden weinig wordt benut en dat
het voor sociale initiatieven steeds lastiger is om ruimte te vinden in de stad. Op 13 juni 2023 heeft
de gemeente daarom samen met partners de intentieovereenkomst ‘gebruik je ruimte voor sociale
impact’ van UseSpace getekend voor het openstellen van kantoren voor sociale initiatieven in de
stad Amsterdam. Het transformatieteam Aanpak Binnenstad kan, evenals bij wonen boven winkels,
ook vastgoedpartijen facilitairen bij het realiseren van ruimte voor kunst boven winkels. Daarnaast
kan ook Stadsloods vastgoedpartijen met leegstaande ruimte in contact brengen met creatieve
ondernemers en kunstenaars die op zoek zijn naar ruimte.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-023934 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O
i msterdam
Economische Zaken % Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024
Ter kennisneming
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Bij bespreking commissie SED vitnodigen
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 375 ‘ruimte voor kunst boven kantoren! TA2023-000604
Welke stukken treft v aan?
AD2023-082877 1. Raadsinformatiebrief - afdoening motie 375.pdf (pdf)
2. Motie 375.23 van de leden Heinhuis Bakker en Bentoumya en inzake
AD2023-082876 ‚
ruimte voor kunst boven kantoren.docx (msw12)
AD2023-082878 | Commissie SO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Aanpak Binnenstad Stadsdeel Centrum, E. van Lier, [email protected]
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | discard |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector Publiek, Welzijn en Economie
1000 AE Amsterdam Afdeling SEO
Telefoon 020 552 4444
Fax 020 552 4433
www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
mevr. Sünnen
Oude Waal 35
1011 CC Amsterdam
Datum 26 november 2007
Ons kenmerk 07/10592
Uw kenmerk
Behandeld door Wies Daamen
Doorkiesnummer 020 552 4202
Faxnummer 020 552 4320
Bijlage
Onderwerp Behandeling Raadsadres bewoners Nieuwmarktbuurt, binnenterrein de Waag/Oude
Schans
Geachte mevr. Sünnen
Namens het dagelijks bestuur (db) van Stadsdeel Amsterdam-Centrum wil ik U mededelen
dat het raadsadres van u en de bewoners Nieuwmarktbuurt over de speeltuin de Waag
aan de Oude Schans in behandeling is.
De planning ziet er als volgt uit: op dinsdag 11december zal de behandeling van de
beantwoording van uw raadsadres in het db plaatsvinden en op dinsdag 15 januari 2008
zal de Commissie Welzijn, Zorg en Onderwijs de beantwoording behandelen.
De beantwoording is voorbereid door Wies Daamen, coördinator van het team jeugd en
onderwijs in samenspraak met Marjan Brom, gebiedsbeheerder stadshart van Openbare
Ruimte en André Huijsing van de Stichting Ijsterk. Speeltuinen is een beleidsveld van
team jeugd en onderwijs en valt onder het thema jeugd.
In de hoop u voldoende te hebben geinformeerd,
Met vriendelijke groet
R. Ph. Stam
Hoofd van de Afdeling Sociale en Economische Ontwikkeling.
Het stadsdeel Amsterdam-Centrum is bereikbaar per tram (lijnen 9 en 14) of metro (lijnen 51, 53 en 54),
halte Waterlooplein.
26 november 2007 Gemeente Amsterdam
07/10592 Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
2
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 607
Publicatiedatum 16 juni 2017
Ingekomen onder BG
Ingekomen op donderdag 8 juni 2017
Behandeld op donderdag 8 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Vroege en Boutkan inzake de stand van zaken van de vervanging
van Andreas (onderzoek heroverweging Andreas 2.0)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de stand van zaken van de vervanging van Andreas en
de evaluatie van de eerste fase vervanging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 413).
Overwegende dat:
— Het Andreas 2.0 project gekenmerkt wordt door een lange reeks vertragingen en
hoger uitgevallen kosten.
— Deze reeks tegenvallers leidt tot de vraag hoe zinvol het is om nog met het
project door te gaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. een extern onderzoek te laten uitvoeren waarin de vraag wordt beantwoord: ‘wat
willen we, wat hebben we nodig en welk systeem/applicatie past daarbij'?;
2. daarbij de optie mee te nemen om geheel opnieuw te beginnen, of voor
de resterende fase een radicaal andere benadering te kiezen;
3. de uitkomsten van dit onderzoek vóór 1 oktober 2017 aan de raad voor te leggen.
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
D.F. Boutkan
1
| Motie | 1 | train |
VE Mn keen ES
> id, Î
x n A he SD ij \
% | ra he Ì |
Vk LN en.
E TESS it 4 Ta ke 4
il \ p BA î :
: Wte \N E mm
ik OR he eeen
Hels ie 5 78 i eN DA, È fi El da an Ee in 7 py ke : ei
B Ä ER MD E eam ad tende Sr 3
4 Ed |H E en Ke Ik ip | “it ? á- KEA '
gt B 4 el Ô pn ' : Eenden
FOTO TE Een
il nge mnd
gn Ed
® ®
Evaluatie Agenda Dieren
df p rd Een diervriendelijk Amsterdam
a mi er VAG ee
Inhoudsopgave ee,
EREN ee
KD ee zend E Al
Ee ie À
El ae, an Ni
Woord wethouder Jakob Wedemeijer 2 EEE AA / /:
Samenvatting 3 AE / ORE n
Re Og
ne RS
Inleiding 4 / be 6 ù
Relevantie van inzet op dierenwelzijn 5 K El j
Bestuurlijke inzet op dierenwelzijn 5 mn B
Context Agenda Dieren 5 ke 7 RE
Doelen en uitgangspunten 6 | ers
Opzet evaluatie 6 N ì
Evaluatie 8 Pv &
1. Cijfers in beeld 9 zn | En 1 TR B 7 Ee al ye
2. Voortgang Agenda Dieren 2015-2021 12 ee Al fl k 2 immian Ab
3. Samenwerking 31 ee re ET f
4. Communicatie en voorlichting 33 EEEN ID Ih Allied: EO llalik: 2 en
5. Impact 34 iS Ee dl ii hiiek ek pt En : Tee Een
6. Financien 35 Ts an lim, Kal | De, | ik | u IE
7. Suggesties vanuit partners: mogelijkheden nieuw beleid 36 ERE nT Er EEE a ni N 5 Ka ee ee
Conclusies 38 Rick Tee — ins Vlie 7
Aanbevelingen 42 TE AN MEE EN
En en er en ara
Bijlage 1: Respondentenlijst 45 nn Ih ik
Bijlage 2: Grafieken, ter duiding op cijfers 47 |
Bijlage 3: Voortgangsoverzicht per actie Agenda Dieren 2015-2021 49 5e ij 7 DS TN
mj L zi |
kn 1 rf ii = LJ À
| Á | El kn 7 er En
1
Onze dieren zijn erg belangrijk voor de stad. Ze horen bij onze samen-
leving en wij moeten zorgen voor een goede en veilige leefomgeving,
6 zowel voor de huisdieren als voor de vrijlevende dieren. Op die manier
er zorgen we voor een beschaafde, groene en gezonde stad, waar mensen
Pi, ed en dieren op een fijne manier samen kunnen leven.
Ike hie
ar en Om daar extra aandacht aan te besteden, is de Agenda Dieren vastgesteld in
\ en / Pr de gemeenteraad. Daarmee wilde het stadsbestuur zorgen voor een dier-
Es Pa Ph / vriendelijke stad, waar meer aandacht is voor dierenwelzijn.
Ni De
panter Naast de het ondersteunen van de wettelijke taken op vervoer en opvang
wl p van gevonden en gewonde dieren, heeft Amsterdam samen met alle dieren-
“ 8 4 welzijnspartners de afgelopen jaren geinvesteerd in aanvullende maatre-
4 gelen. Zoals de ADAM-regeling, waarmee huisdieren van minima naar de
dierenarts kunnen gaan, lokale chipacties om ervoor te zorgen dat dieren
weer herenigd kunnen worden met hun eigenaar en het vergunningplichtig
_ stellen van evenementen met dieren om het gebruik van dieren voor
B vermaak terug te dringen. Ook is samen de kinderboerderijen de brandvei-
ligheid van hun dierverblijven verbeterd.
Í In deze evaluatie kijken we niet alleen terug, maar blikken we ook vooruit.
, | Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat dierenwelzijn standaard wordt
ij meegenomen bij onderwerpen die daaraan raken. Denk bijvoorbeeld aan
wonen, recreëren, veiligheid, welzijn, sociaal domein, openbare ruimte,
Jakob Wedemeijer, gezondheid en vitaliteit. In deze evaluatie maken we duidelijk hoe we ervoor
Wethouder Dierenwelzijn kunnen zorgen dat dierenwelzijn ook de komende jaren de aandacht krijgt
die het verdient. Zodat we in Amsterdam samen met alle partners zorgen
voor een fijne stad voor alle miljoenen inwoners die we rijk zijn.
2
® 5 ö ‘ ==
Samenvatting ER
ke ©
De huidige Agenda Dieren is een uitwerking van de dierenwelzijnsambities Pe Am N
uit het Coalitieakkoord 2014-2018. Met deze agenda is er grote vooruitgang : ke %
. Sr . DERK à
geboekt op een verbeterd dierenwelzijn. Zo zijn dierenwelzijnsorganisa- ret HCN
ties sterker gaan samenwerken, is er een toegankelijke dierenartsregeling A8 gen as Wen | Vn
gekomen voor inwoners met een stadspas en is er een aanpak diervriende- 4 af kv À ve 5 ‚f N
lijke beheersing van overlast gevende dieren ingericht. Het huidige college re de Ak EP an gu en.
heeft in het coalitieakkoord 2018-2022 aangegeven deze positie te willen EAS VNT U 4 te au e in | aps Ee
behouden door de agenda te continueren en daarbij aanvullende ambities 1 Us an An À „1 - ee Gj ,
te realiseren. Hiermee is er onder andere budget beschikbaar gesteld voor To g- fe Ake £ Nen md Á j
onderzoek naar juridische mogelijkheden voor het tegen gaan van jacht en à À nd de ge Ni % Î
voor het aanpassen en verbeteren van de hondenlosloopgebieden. hid En ve Ee \ Là
\ \ kn kT a" 1 A 0 Kk } |
De resultaten uit deze evaluatie laten zien dat: N LU Ù AAA e
B de acties uit de agenda nagenoeg volledig zijn uitgevoerd ETA ens B
B het samenwerkingsnetwerk is verstevigd es = 8
B een sterker bewustwording over dierenwelzijn aanwezig is Û pee DE Y Zas
B_ dierenwelzijn vaker als belang wordt meegewogen k ES zm | ie
B ereen sterkere verbinding tussen onder andere groen, natuurinclusiviteit Î 7 ‚k Sk
en biodiversiteit is \ y kh
B voortgang op de volgende doelen zichtbaar zijn: verbeterde natuurlijke \ Á \
leefomgeving van vrijlevende dieren, eigenaren helpen hun huisdier en | |
overlast gevende dieren worden diervriendelijk bestreden ú \ }
B er nieuwe (maatschappelijke) ontwikkelingen zijn waarvan het wenselijk is er er Bl | N
dat de Agenda Dieren daarop aansluit kt ed | | N
B er kansen liggen om preventie sterker te organiseren Ni Pi Mer \ | N
En | ' ; end
ee 3
/ \ N
r
f
& Fn
B } k |
/ ó A A
| É ik " ali dn Tai rde z An rd
Î Pe Li A 1) ES
/ b, Rn EE OEE Sl Den
Á vi) ‘ ld A ed
| zkr hi nn
# en EE
| TE NEE
í he En EN me We
ANNE
5 bk ° Nen RS
" En L me Î nt = 4 ì Nn
ns _ Jel be h
nnn
as dis, ERE ige: A » pe
Rd MM among be ee
ended £ Oner e Ks
or 4 : EE GE
en 1 ek | E
er . & L In D P
Le bee & 4
hl
Inleiding & << Ss
De aandacht voor dierenwelzijn krijgt de laatste jaren een steeds grotere Bestuurlijke inzet op dierenwelzijn
plek in de Nederlandse maatschappij. Tijdens de formulering van de In Amsterdam voeren de inzet en wensen rondom het versterken van
Agenda Dieren heerste reeds de algemene opvatting dat het dier steeds dierenwelzijn al langer terug. Zo heeft Amsterdam haar eerste dierenwel
minder als product of ding wordt beschouwd en dat de dieren steeds meer __ zijnsnota in 1990 en haar tweede in 2006 vastgesteld. De Agenda Dieren
om hun intrinsieke waarde worden gewaardeerd. Met intrinsieke waarde 2015-2018 is een hedendaagse uitwerking van dit oudere gedachtegoed en
wordt bedoeld dat de eigen waarde van dieren wordt erkend, als wezens van de ambities uit het Coalitieakkoord 2014-2018. Deze agenda gaat over
met gevoel (artikel 1.3 lid 2 Wet Dieren). Ondertussen zien we dat de opvat- de bijdrage aan de meest brede zin van dierenwelzijn: “Bijdragen aan het
tingen over de relatie tussen mens en dier steeds meer verschuiven van het behouden en indien nodig verbeteren van het welzijn van zowel gehouden
idee dat dieren ondergeschikt zijn aan mensen naar het idee dat mens en als vrijlevende dieren binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.” De
dier gelijkwaardig zijn (Raad voor dierenaangelegenheden. Staat van het basisboodschap is dat dieren bij de Amsterdamse samenleving horen en
Dier, 2018). Zo zeggen vrijwel alle Nederlanders dat het welzijn van dieren juist daarom onze gezamenlijke zorg verdienen, met name omdat ze in
hen aan het hart gaat en vindt het merendeel dat alle dieren een moreel grote mate van mensen afhankelijk zijn. Vanuit deze gedachte zijn een zestal
recht op leven hebben en dat mensen de morele plicht hebben om goed aanvullende ambities opgenomen in het coalitieakkoord 2018-2022. Voor
te doen voor alle dieren). Bovenal ontstaat de dialoog over de rechtspo- de ultieme impact is vanuit de geformuleerde acties en ambities verbinding
sitie die niet-mensen zoals dieren, planten en ecosystemen zouden moeten gezocht met ambities vanuit andere domeinen zoals de Ecologische Visie
krijgen. Een Nederlands voorbeeld is dat afgewogen wordt of klimaat- en (2012), de Agenda Groen (2015) en de Watervisie (vaststelling 2016). Gezien
milieuwaarden onderdeel worden van het Binnenlands Bruto Product. deze inzet is Amsterdam in 2019 door de dierenwelzijnsketen benoemd als
gemeentelijke koplopers op dit gebied.
Relevantie van inzet op dierenwelzijn
Niet alleen is het gevoel over dieren veranderd (van ondergeschiktheid Context Agenda Dieren
naar gelijkwaardigheid), ook is de relevantie voor inzet op dierenwelzijn De huidige Agenda Dieren is een uitwerking van de dierenwelzijnsambi-
steeds meer evident gebleken. Zo is de inzet op dierenwelzijn onlosmake- ties uit het Coalitieakkoord 2014-2018. De Agenda is in samenspraak met
lijk verbonden aan gezondheid (bij goede omgang met dieren is er minder samenwerkingspartners, collega's en inspraak tot stand gekomen en omvat:
kans op uitbraak van virussen zoals covid-19 en vogelgriep), leefbaarheid
(vrijlevende dieren zorgen voor management van plaagsoorten), welzijn (het B Maatschappelijke perspectieven op dierenwelzijn
samenleven, verzorgen en omgaan met dieren biedt ontspanning), vitaliteit B Zicht op de rol van de gemeente
(omgang met dieren stimuleert tot lichaamsbeweging) en veiligheid (dieren- B Ambities voor de gehouden dieren (dieren met een eigenaar) en vrijle-
verwaarlozing is voorspeller van huiselijk geweld of signaal tot overige vende dieren (dieren zonder eigenaar)
zorgen over leefsituatie). Deze inzichten vragen om een sterkere verbinding B Wensen rondom samenwerking en een passend budget
van dierenwelzijn binnen die gemeentelijke domeinen.
ee:
Dierenwelzijn betekent dat voldaan wordt aan de natuurlijke behoeftes 6. De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds meer
van het dier. Gedrag en gezondheid geven belangrijke signalen af over gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
hoe het met het welzijn gesteld is. Goede verzorging, onder andere in de 7. We werken met meer partners samen
vorm van huisvesting en voeding, is basisvoorwaarde voor het welzijn van 8. De samenwerkingsrelaties zijn versterkt
gezelschapsdieren en landbouwdieren. Voor vrijlevende dieren zijn de vier
V's van belang: voorplanting (voldoende nestelplekken); voedsel; veiligheid
(voldoende vluchtplekken) en variatie (in landschappen). Opzet evaluatie
Met deze evaluatie wordt inzicht geboden in hoeverre de beoogde resul-
taten en doelen zijn behaald en op welke onderdelen het beleid moet
Doelen en uitgangspunten worden aangepast of nieuw beleid moet worden ontwikkeld.
De brede doelstelling om bij te dragen aan het behouden van dierenwelzijn
in Amsterdam of eventueel het welzijn te verbeteren, is onderverdeeld in Tijdlijn proces en participatie
vier subdoelen. Om hiertoe te komen is de focus gelegd op acht uitgangs- B Juni; respondenten zijn geinformeerd over het proces
punten. B Juli; respondenten hebben input gegeven via enquete
B Augustus; bestuurlijke input over voortgang bij stadsdelen
Subdoelen B September; zienswijze partners op conceptevaluatie
1. Eigenaren helpen hun huisdieren gezond en prettig te laten leven. B November; zienswijze stadsdeelbestuurders (BOSS)
2. De natuurlijke leefomgeving van vrijlevende dieren verbeteren.
3. De voorwaarden voor het verantwoord houden van dieren worden nage- Kanttekeningen bij resultaten
leefd De resultaten uit de enquêtes bieden een beschrijvend inzicht in waar de
4. Dierenoverlast wordt zo diervriendelijk mogelijk tegen gegaan. sentimenten liggen, en zijn dus niet verklarend of correlerend. Omdat:
B de gebruikte tool, Enalyzer, geen toegang bood tot informatie op team-
Uitgangspunten sector- of respondentniveau.
1. Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren B de resulaten uit beide groepen niet onderling vergelijkbaar zijn wegens
2. Er is meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit diverse groottes
3. We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood en we signaleren B de resultaten een beperkte afspiegeling zijn over wat er in de gemeen-
deze signalen vroegtijdiger telijke organisatie leeft. Wegens reces heeft een beperkt aantal collega’s
4. We escaleren signalen vaker richting het Rijk de enquete kunnen invullen
5. Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen
ee 6
. . . . TE TAA RENEE Bit
In Agenda Dieren 2015-2018 is onderscheid gemaakt tussen de inzet op of be UR na Ml es
. " . . se ned …& Ee Td IE -
gehouden dieren en de vrijlevende dieren. In beide categorieën zijn er ber Ee AE A Ë REL Den
thema’s die direct linken aan de relatie met dieren voor sport, ontspanning ARK An 2 hd E5 bs le her WER 1
en recreatie. Daarnaast kan binnen de categorie ‘gehouden dieren’ een Hie > Ád EK: Bers 5 PR be
. . . r En en 5 hed KE Bes Pr „n
onderscheid worden gemaakt tussen gezelschapsdieren en landbouwdieren. ‚Bie Et Wk head Ph nd el Ld
5 pn Rd vk BE en eN Slee
TEN Pele 2 eN PEN AR A A,
. . . Ô a: TE Pen En Ee
Om het overzicht te behouden is voor deze evaluatie gekozen voor de f Pi: BEAN GT mn je EE eme $ ne,
volgende indeling: A ee ES ED EERE ale et Ne
= Art EE BN in: tE er se Ns Ede, ’ B
B Gezelschapsdieren EARN he ER EE ag EEN Kf # :
‚ . . EK ore rt po Eren ME he Ed î É
B Dieren voor sport, ontspanning en recreatie & NAT, e Tike Ne red Ae Ae ik
B Vrijlevende dieren ri 7 Gn Gij ar nare een Me E
‚ ak a bele ee KK fdg 5 '
B Landbouwdieren VREE EE EN ME
er SN |E Mies An Rein
ha EREA BE 00 | 2 9 de ; an
, Rees 4 4 ss K ie Ai ; fi Ô Ki L
Ee Pek Kk: A $ Ri | N | pl A be ee $ è 5 en Ei } £
EE OPO OA Te EES
Ee U
Pe Fe dij 1 ee
8 Wi | Ee. : a |
Ee ie ie En Pe ij Hi ren ME 25 zi ted
Ee
A Jk he
DEE en nd DE Rieti n RE 5 bene se Ee An zn ch ef X
Ë de. RE were a dee geene He
7
$ a pi ze D = , . ú p pr S m
N 4 ks | \ é |
re 8 | i |
Nn PA É
A 3 , Ne — a Jen rr PZ “an a \
„é ä | ej aids E À ) 4 \
- E . EPE im Ì 3 z
‚B NDT 2 /
Je Es PEN | ma ,
Kd . V eer pe 4
mN pe , E Ee ed É
* _ ( 3 Nl Í |
ar Re SN hen mn
= ee m_—_
3 im A
er ; mn E N 5 gee rs
RE _ ADE Se / Re Ne
MN Rs ad 6 4 rd sd
ee zn LE Ba A
En OK TS Evaluatie
tE Ee Ee == dd es rm E _ ef pe —
dn
TE TA „ä Er ee Ek Z #
Se _ ben : b ‚ er e e E Z Z he F od
E | ti a
e-
1 Cijfers in beeld Tabel 1: Cijfers over de dieren in Amsterdam d Ì
Samen met partners wordt de inzet geregistreerd en gemonitord. Sinds
2017 is geïnvesteerd in een uitgebreidere cijfermatige dossiervorming, denk 2015 2016 2017 2018 2019 2020
aan het registreren van het aantal bijtprotocolmaatregelen en type opge- Gezelschapsdieren A
vangen of herplaatste dieren. De cijfers bieden dus vooral zicht op de voort- bolitiereaistrati 178 8 :
gang in plaatst van de mate van dierenwelzijn. In tabel 1 staan de cijfers die ottieregistratie 44 68 7 7 7
.. . . ee Gevaarlijke Hond
bekend zijn. Daar waar de cijfers niet uit jaarverslagen van partners komen,
staat de bron in de voetnoot vermeld. Doordat de huidige ambities niet Geregistreerde 147 189 1055 7 7 7
gekoppeld zijn aan meetbare resultaten, zijn aan de start van de agenda bijtincidenten®
geen afspraken gemaakt rondom het registreren van de inzet. De cijfers Aantal opgelegde - 4 147 6 7 8
die in beeld zijn, zijn dus op verschillende manieren tot stand gekomen en geboden n.a.v. een
komen uit verschillende bronnen. Hierdoor zijn de cijfers indicatief. (dreigend) bijtincident
ADAM consulten n.v.t 1461 2025 2328 2810 2290
Wegens de huidige kwaliteit van de cijfers is er een wens om de inventari- dierenartsen
satie voor de komende jaren te versterken. Om tijdig te kunnen anticiperen ADAM Gechipte nvt 104 50 93 90 39
op ontwikkelingen, is het belangrijk om zicht te hebben op patronen en honden
onderliggende oorzaken van die patronen. Hierbij staat de vraag centraal
. 99 . P ) . 9 . ADAM Gechipte katten | n.v.t 356 745 700 840 639
hoe je dierenwelzijn het best meetbaar kan maken. Uiteraard valt niet alles
te kwantificeren en is er geen wetenschappelijke consensus over wat welzijn ADAM Gechipte nvt 4 37 36 30 3
is. Wat voor de huidige data kan helpen is om toe te werken naar een meer konijnen
eenduidige registratiewijze, denk aan het hanteren van dezelfde definities Ritten dierenambulance « - - 1892? 2102 1888 2.064
en jaarafbakeningen. Ook liggen er kansen om de samenwerking met subsi- wettelijke taken
diepartners te versterken op het registreren van concretere oorzaken achter Ritten dierenambulance - - 6481 7008 6462 6.836
opvang/vervoer zodat meer komt op achterliggende problematiek. Een niet-wettelijke taken
mooie ontwikkeling is dat enkele partners hun registratiesysteem hebben Dierenambulance: _ _ 87 92 103 101
geüpdatet waardoor er naar verwachting vanaf 2022 meer informatie kan totaal aantal geholpen
worden geduid. Voor de grote dossiers hondenlosloopgebieden, chippen diersoorten?
van katten!, evenementen? en faunabeheer zijn er nog geen afspraken over " 349 296 206 232
hoe de voortgang wordt gemeten. Dit is een aandachtspunt. Opvang honden 7 7
1. Momenteel zijn alleen de ADAM-chips in beeld. Er zijn meer partners die chippen.
Daarom is het wenselijk om met partners toe te werken naar een gezamenlijk beeld.
2. De vergunningsplicht is in 2019 in gegaan, sinds covid-19 zijn er geen evenementen meer geweest.
eK,
| Á
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Opvang katten!? - - 2145 1665 1680 1993 Opgeheven ecologische | - - - 2020 14 8
Opvang konijnen'* - - 247 240 213 203 knelpunten
Geplaatste honden 20714 24715 128 141 122 179 Meldingen ervaren - 2589 2654 2632 2497 3184
bij nieuwe eigenaar overlast aanwezigheid
ratten en muizen
Geplaatste katten 12516 996 618 970 965 1000 . .
bij nieuwe eigenaar Natuur inclusieve - - 75 75 75 75
ebouwen?!
Geplaatste konijnen - - - 223 182 192 9
bij nieuwe eigenaar Vleermuizen, 19 35 3 17 55 19
waargenomen
Herenigde honden - - - 122 78 94 Verbi laatsen22
met eigenaar (41%) (38%) (40%) Tp
Herenigde katten 372 499 680 Gierzwaluw, 685 570 699 0 572 5/6
7 7 7 i 23
met eigenaar (22%) (30%) (34)% waarnemingen
Herenigde konijnen 5 9 10 (5%) Huismus, waarnemingen « 1606 4582 1039 119 369 936
7 7 7 o
met eigenaar (2%) (4%) Teruggeplaatste TNR - - - 47 68 87
Zwerfdieren 3017 281 17951® 1472 1360 1210 katten
Crisisdieren - - 97 94 81 237 Geplaatste 15 21 36 15 12 6
faunavoorzieningen
Af i - - 464
de ROE een
ppgevangen kippen/ _- ° 61 36 67 ’3 Aantal graasdieren 7351 - - 7316 5510 5574
Aantal bedrijven 77 - - 34 43 39
ee dienden 3614 |3580 3803 [5069 [4956 [4718 Aantal hokdieren 1229 + - 2286 2039 2422
Toevlucht Aantal bedrijven 5 - - 2 5 4
Ecologische kwaliteit - - - - - PM’? hokdieren 2
ecologisch beheerde
gebieden.
TE 10
3 Cijfers 2015, 2016 en 2017. Bron WUR: Minder hondenbeten. Bevindingen uit cijfers; wat valt op?
4 Cijfer gebaseerd op de periode januari t/m mei 2017 B Het gebruik van De ADAM-regeling is sinds 2016 gestegen, terwijl het
5 Cijfers 2015, 2016 en 2017. Bron WUR: Minder hondenbeten tal stad houd delijk stabiel i bl Hi likt d li
6 Kanttekening: Tot 1 juni 2017 aantal staaspasnouaders redelijk stable s ge even. mIermee IJ e regering
7 Verklaring stijging: Geboden over het aantal eigenaren ligt in de periode 2016-2020 bekender geworden. In hoeverre deze stijging correleert met een betere
rond de 8 dus ongeveer 1 gebod per eigenaar. In 2014 is/zijn er dus eigenaren geweest vindbaarheid van de regeling is niet onderzocht.
met meerdere honden. NA - - -
8 Cijfers 2017 en 2018. Bron: jaarverslag 2018. Cijfers 2019 en 2020. Bron: Jaarverslag 2020 " Specifiek 2020, is het aantal consulten binnen de ADAM-regeling en het aantal
9 Cijfers 2017 en 2018. Bron: jaarverslag 2018. Cijfers 2019 en 2020. Bron: Jaarverslag 2020 ADAM-chips gedaald. Dit heeft te maken met de versobering van de ADAM-
10 Cijfers inclusief vrijlevende dieren regeling in 2020 en de impact van werkdruk in combinatie met covid-19.
11 Zie bijlage 2: grafiek aantal honden per asiel en type (crisis/afstand/zwerf) Mm In 2020 zijn meer dieren aangemeld als crisisdier, mogelijk wegens personen
opgevangen honden . . …
12 Zie bijlage 2: grafiek aantal katten per asiel en type (crisis/afstand/zwerf) opgevangen katten die door covid-19 zijn overleden.
13 Zie bijlage 2: grafiek aantal konijnen per asiel en type (crisis/afstand/zwerf) B Voor het aantal geredde diersoorten (dierenambulance) zien we over de
opgevangen konijnen jaren heen een stijging. Deze stijging is ook te zien bij opvangcijfers van de
14 Bron: Begroting 2017 Toevlucht. E lijk klarina is dat het steed t teed
15 Cijfers 2016 en 2017. Bron: Begroting 2018 Oev ue ‚. EEn MOGEIIJKE Verklaring IS aat net steeas extremere weer, STEEDS
16 Cijfers 2015, 2016 en 2017. Bron. Begroting 2017 meer diersoorten raakt.
17 Cijfers 2015 en oe Bron: Begroting 2017. Deze zen gaan om het totaal herplaatste B Het aantal opgevangen katten is sinds 2018 gestegen. Dit valt, ondanks de
zwerfkatten en zwerfhonden en is dus niet inclusief konijnen . . ENT …
18 Cijfers 2017, 2018, 2019 en 2020: Deze cijfers gaan over zwerf- katten, honden en konijnen spanningen rondom de chipplicht, mogelijk te verklaren doordat er (zeker
19 Sinds 2020 vindt structurele ecologische monitoring en inspecties plaats in de sinds covid-19) steeds meer katten als huisdier zijn genomen. Daarnaast zien
ecologisch beheerde gebieden. Hierdoor kan de ecologische kwaliteit gemeten worden asielen dat vermiste katten minder snel door de eigenaar worden opgehaald
en het beheer verbeterd worden. De resultaten kunnen vanaf 2022 aan het bestuur worden dan honden
gepresenteerd. . . . 26 .
20 Cijfers 2018, 2091 en 2020: Bron: jaarverslag 2019 en jaarverslag 2020 B Het aantal geregistreerde zwerfdieren is afgenomen? Toch is in 2020 nog
21 Er zijn geen cijfers bijgehouden. Aantallen gaat dus om Indicaties. een groot gedeelte van de opgevangen dieren een zwerfdier (zie bijlage 2:
22 Dit overzicht biedt inzicht in hoeveel schouwen er zijn geweest en zegt niets over de 36% hond, 51% kat, 62% konijn).
vitaliteit van de populatie. Vanaf 2019 wordt de populatie bijgehouden om meer grip B Eri tuele stijgina in het tal h . katt
te krijgen op de vitaliteit. 2019: N = 9564. De cijfers van 2020 worden in Q3 2021 ï seen procen uele s Jging m net aanta’ nerenigingen van ka en en
op maps.amsterdam geplaatst. konijnen met eigenaren, daling van aantal opgevangen honden in 2017 en
23 Kanttekening: voor het huismus- en gierzwaluwonderzoek wordt ieder jaar een een globale afname in het aantal geregistreerde zwerfdieren. Daling is een
ander stadsdeel onderzocht. De cijfers zijn dus een selectieve momentopname en vermoedelijk gevolg van de lokale chipacties.
laten geen patroon (daling/stijging) zien. Cijfers zijn te vinden op: maps.amsterdam.nl/ . 7 .
open geodata/?LANG=nl. De cijfers worden eind 2021 geactualiseerd. M_ Het aantal overlastmeldingen en de wachttijden zijn sinds covid-19
24 Bron CBS Statline Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar gemeente opgelopen, mogelijk doordat mensen vaker thuis of in hun woonomgeving
252015152010 n aanwezig zijn waardoor meer overlast en ratten worden gesignaleerd.
26 Van niet alle dieren is de oorzaak (zwerf, crisis of afstand) bekend … , . … . .
B Lokale bedrijven in landbouwdieren zijn groter in omvang geworden in
vergelijking met 2010.
11
TM Yv, La
2 Voortgang Agenda Dieren 2015-2018 ii Ì IJ
ï hi |
. N hi zr M jj k dl Ì | Ë ed
Doelen en uitgangspunten Nb Lj fi ik | | | ü
Uit de enquête komen uiteenlopende reacties over de voortgang. Zo is de RA A > 1 an X 4 es | /
groep collega’s over het algemeen minder tevreden over de voortgang dan k Vn | hat „Ik ni de’
de groep partners?” Daarnaast zijn de collega’s voornamelijk tevreden over de , Ii Pentes, | 49
voortgang op de doelen en de partners vooral over de uitgangspunten. Een ' ED ij f bid P
mogelijke verklaring hiervoor is dat de uitgangspunten sterk in onze manier ERE Om à V 4
van samenwerken (die momenteel voornamelijk extern gericht is) zijn verweven SS 8 Wd a
en dat de doelen sterker gekoppeld zijn aan de organisatiedoelen. Bij beide Á | Da Se zes he Fr
groepen wordt de voortgang op de uitgangspunten lobby en vroegtijdige | ie k ie IJ
signalering het minst herkend. Specifiek voor de lobby frequentie kan alsnog f We A k AN
worden gesteld dat dit uitgangspunt is behaald. Voor de start van de Agenda ! wJ hes A
Dieren zat Amsterdam nog niet met LNV aan tafel, terwijl dit momenteel wel î | | ij 4
voor diverse acties het geval is of hebben gedaan, zoals: pilot chipplicht, kn —,
verzoek tot handhavingsbevoegdheden voor de Boa's en deelname bij over- E | &
leggremium Diervizier. Een kans voor de toekomst is om hier actiever over te 4E a Ee
communiceren. Voor de resultaten op het tijdig signaleren van dieren in nood LE Ene
of gevaar (nood, in stressvolle situaties of met kans op medische- en gedrags- : EN le ee Ee
problematiek), ondersteunt team Dierenwelzijn de bevinding dat de voortgang al P Es Ee ZE
nog niet optimaal is. Wij delen de wens om de verbinding met het Sociaal _ Jet f B
Domein, Veiligheid, Welzijn en Handhaving te versterken. De zorg- en veilig- ee a Nl 3
heidspartners zijn de ogen en oren op straat en achter de voordeur. Daar waar ee EE, dl # Ì f pen
… En i De Ee
dieren in gevaar zijn, zijn dit vaak voortekenen van risico’s op mensenwelzijn. Î ZEE 7 De \ EE
Daarom is er een bestuurlijke noodzaak om samen op te trekken. EEn Peen ES 5
BE IE Ee
EE WT) ES ER aid Mt ed
PL Ed OS
ee NOS
an EN DE ed DE Pehl Be En re Ee, |
HE Ee en Pi Ee Were sie E P T°
Ee ln en = rn Ee enn eer 25 Ee - _. ei
ERE
27 Binnen de huidige projecten en samenwerkingen wordt de voortgang doorlopend ET ASN pee in Mn ges een el Ti Sn Ee Ne ni
getoetst en zal deze bevinding worden meegenomen. Waar nodig wordt het proces B 7 0 7 ° a
aangepast
12
Tabel 2: Herkenning op voortgang doelen en uitgangspunten is afgerond (afgesloten acties en doorlopende acties) en dat het merendeel
(bron: enquête) daarvan een doorlopende actie is geworden. De resterende acties konden
Mecc hedenmineveensene Vire ketemthe weten wegens juridische kaders of beperkte prioriteit bij derden niet worden voltooid.
Collega's Doelen Uitgangspunten
Naus gedrag van dieren Dierenwelzijn vaker als belang 2.1 Gezelschapsdieren
Natuurlijke leefomgevin meegenomen . .
Diervriendelikere beheersing Lobby richting het Rijk 2.1.1 Gezelschapsdieren: ADAM-regeling
van dierenoverlast. Vroegtijdige signalering van
Uitgangspunten dieren in (dreigende) nood. Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen hun
Versterkte ketensamenwerking doelstelling huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede verzorging
en omgang zijn basisvoorwaarden voor dierenwelzijn. Samen
Partners Doelen . Dn Doelen met partners en dierenartsen is actief gecommuniceerd over
Eigenaren bieden hun huisdier ‚Naleving voorwaarden voor tips of is opgetreden tegen (potentieel) leed.
een gezond en prettig leven verantwoord houden
Uitgangspunt Uitgangspunten Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam gaan alle eigenaren
Dierenwelzijn vaker als belang _ Lobby richting het Rijk met hun dier naar de dierenarts als dat nodig is. Mensen met
meegenomen Vroegtijdige signalering van een minimuminkomen worden daartoe in staat gesteld.”
Gemeente als diervriendelijke dieren in (dreigende) nood. Om hiertoe te komen is de ADAM-regeling vanuit een proef in
organisatie 2016 uitgegroeid tot een populaire armoederegeling die via de
Samenwerking met steeds stadspas wordt aangeboden. Amsterdammers met een stadspas
meer partners met groene stip, worden sinds 2016 tegemoetgekomen in de
Versterkte ketensamenwerking kosten voor een dierenartsbezoek. Wegens overbesteding
in 2019 is ervoor gekozen om de preventieve inzet binnen
de regeling af te schalen en de regeling meer te richten op
noodzakelijke medische zorg/ondersteuning.
Acties uit de Agenda Dieren Doordat de regeling goed wordt benut, wordt aan huisdieren
de (basis)zorg geboden die ze nodig hebben. Doordat het
De paragrafen hieronder richten zich op de globale voortgang, bevindingen chippen en registreren en onvruchtbaar maken van katten
en bijzonderheden van de meest bestuurlijk relevante acties per diercategorie: vergoed wordt, draagt deze regeling ook bij aan minder
gezelschapsdieren, dieren voor sport, ontspanning en recreatie en voor vrijle- zwerfkatten in Amsterdam. Er is een beweging in vroegtijdigere
vende dieren. Zie bijlage 2 voor een specifieke uitwerking van alle acties uit de dierenartsbezoeken en daardoor worden dieren eerder
Agenda Dieren. Deze bijlage toont dat de voortgang op de acties voor 88,50% geholpen. In hoeverre alle stadspashouders met huisdieren
worden bereikt is niet in beeld.
TE 13
Toepassing van e Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren Kansen voor e Het is belangrijk om - wegens de vraag die er is - de regeling
uitgangs-punten | We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood vervolg minimaal op het gelijke niveau te behouden. Er dient hierbij
® En we signaleren deze signalen vroegtijdiger aandacht te zijn dat vanaf 2023 bijdrage vanuit Armoede
e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen ophoudt.
e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds e Belangrijk om met dierenartsen in gesprek te blijven over
meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld voortgang, werkdruk en toekomst van de regeling.
e We werken met meer partners samen * Toewerken naar een standpunt over hoe ver de
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt verantwoordelijkheid van eigenaren reikt
Samenwerking De regeling wordt uitgevoerd door de Dierenambulance * Toewerken naar beter inzicht in het bereik doelgroep
intern & extern Amsterdam en verzorgt daarmee het contact met stadpashouders,
dedeelnemende dierenartsklinieken. De samenwerking Budget 2015-2018: €400.000 jaarlijks incidenteel
verloopt goed, geen bijzonderheden. 2019 ev: €400.000 jaarlijks structureel
Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn 2020-2022: team Armoede draagt jaarlijks incidenteel
houder €100.000 bij.
Risico's Het draagvlak voor de regeling is aanwezig bij de
dierenartsen. Het grootste knelpunt is de werkdruk wegens: am nn en
een structureel, landelijk tekort aan dierenartsen; de ns eh ; E/ N
aangepaste bedrijfsvoering ten gevolge van covid-19; de Ee 8 N Ei TR Nen An
toename van huisdieren sinds de komst van covid-19 en _ d k tee hAl Ë |
de extra aandacht die vaak uitgaat naar de eigenaren van 3ULANCE | | b gel 5 A Ge
de huisdieren. Hierover is Amsterdam in gesprek met de 3DAM Een 020 - 626 21 21
aangesloten dierenartsen. Verder loopt de financiële regeling atman |
qua vergoedingen achter op de indexatie van de standaard h Ee
kosten voor consult, chippen en registratie. In combinatie ns di il
met de hoge werkdruk staat hierdoor de inzet van de gn | Ez
deelnemende dierenartsen onder druk. De dierenambulance en Ty en
heeft aangegeven deze druk ook te herkennen rondom de w_ Fi Val en,
gezamenlijke inzet op zorg bij vrijlevende dieren. - AS ‚ ms
TE 14
2.1.2 Gezelschapsdieren: chippen van honden en katten
Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen Toepassing van e Meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit
doelstelling hun huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede uitgangspunten « We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood
verzorging en omgang zijn basisvoorwaarden voor e En we signaleren deze signalen vroegtijdiger
dierenwelzijn. Chippen hoort daarbij om te voorkomen e We escaleren signalen vaker richting het Rijk
dat dieren onnodig lang zwerven of in het asiel worden e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen
opgevangen. Vanuit de ADAM-regeling en lokale acties zoals e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds
de juni-chipmaand is gestimuleerd tot chippen. Daarnaast meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
worden dieren die in de opvang terecht komen standaard e We werken met meer partners samen
gechipt en geregistreerd. e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt
Voortgang acties | De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam worden honden Samenwerking De lokale acties worden uitgevoerd door ADAM-dierenartsen,
en katten gechipt.” Om hiertoe te komen is vooral ingezet intern & extern Stichting Amsterdamse Zwerfkatten, de Dierenopvang
op het stimuleren van laten chippen van katten aangezien er Amsterdam en Dierenambulance. De samenwerking tussen
voor honden al een landelijke chipplicht bestaat. Specifiek gemeente en deze individuele partijen verloopt goed. Wel liggen
voor katten is ingezet op lokale stimuleringsacties en heeft de er kansen om de onderlinge acties en onderlinge samenwerking
wethouder Dierenwelzijn, in samenwerking met 35 gemeenten, hierin sterker (financieel) te stoomlijnen. Specifiek voor de
geïnvesteerd in lobby voor een landelijke chipplicht voor totstandkoming van de pilot ligt er een juridisch knelpunt,
katten. Dit laatste heeft sinds 2019 geresulteerd in een namelijk over hoe en waar de lokale bevoegdheid tot het
samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuur verplichten kan worden belegd. Over dit knelpunt is Amsterdam
en Voedsel voor een lokale pilot chipplicht voor katten. De sinds 2019 met LNV in overleg. De juridische complexheid van
pilot biedt lokale kansen op het beperken van het aantal dit dossier legt druk op de capaciteit.
zwerfkatten, besparing van kosten (en tijd) bij asielen, Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn
® opvangorganisaties, de Dierenambulance en gemeenten, het houder
stimuleren van eigenaarsverantwoordelijkheid. Echter verloopt
de voortgang traag wegens juridische vraagstukken. Hiermee Bevoegdheden Nader te bepalen, nog in onderzoek in samenwerking met
lijkt de grootste impact vooralsnog te zitten in kleinschalige ministerie LNV en mede-pilot gemeente Alphen aan den Rijn.
lokale acties zoals de juni-chipmaand en borging van chippen Risico's Er vindt nog steeds overleg met LNV plaats over de uitvoering
binnen de ADAM-regeling. Sinds de komst van de landelijke van de proef. De juridische complexiteit hiervan heeft geleid
chipplicht voor honden en lokale inzet op stimuleren van tot een vertraging. Het beoogde startmoment van Q3 2021
chippen van katten, is een stijging zichtbaar in het aantal is niet haalbaar gebleken. Er gaat dus lokaal meer ambtelijke
€ gechipte dieren, een stijging in hereniging met de eigenaar en capaciteit naar uit dan voorheen geraamd.
een daling in signalen over overlast gevende kattenkolonies.
A5
2.1.3 Gezelschapsdieren: hondenlosloopgebieden
Kansen voor (Chip)acties en media-aandacht in juni jl. hebben duidelijk Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen
vervolg bijgedragen aan bewustwording en een toename in het doelstelling hun huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede
aantal gechipte katten in/rond die periode, aldus de verzorging en omgang zijn basisvoorwaarden voor
opvangorganisaties. Gezien quick-win impact, ligt er een kans dierenwelzijn. Voor honden is het belangrijk dat ze regelmatig
om deze acties in de toekomst uit te breiden. worden uitgelaten. Het is hierbij van belang dat zij kunnen
Budget Chippen: Indien een pilot doorgang vindt en/of de lokale rennen en spelen en hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen.
chipacties worden uitgebreid, zal hiervoor mede budget Honden die te weinig beweging krijgen, kunnen gestrest
gereserveerd dienen te worden. Eventueel via subsidies raken en daardoor ongewenst gedrag vertonen.
afspraken maken over bijdrage aan chipacties. Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam zijn voldoende
uitrengebieden aanwezig voor honden, en eigenaren ruimen de
poep op.” Om hiertoe te komen wordt in Q3 2021 het Kader
Hondenlosloopgebieden aan de gemeenteraad aangeboden. Dit
kader omschrijft ook het streven van een losloopgebied binnen
u - iks 1km voor elke Amsterdammer en omvat eisen en richtlijnen
' Arid è om ervoor te zorgen dat hondenlosloopgebieden voldoen aan
0 B EP, dierenwelzijnseisen, binnen de openbare ruimte passen en
EE ad Aes nd, ' overeenstemming vinden met het overige gebruik van de stad.
dt bn Es De EO en Het doel is dus om de situatie voor de honden en mensen in
8 OF ui de ie ' Pp K ad de stad te verbeteren. Het uitgangspunt is dat deze gebieden
„ a Oa WW od voor iedereen zijn, dus niet alleen voor hondeneigenaren. Ook is
pn nd ruis cl A de gemeente brede opruimplicht voor hondenpoep in de APV
el Kk geborgd, deze is niet geldend voor personen die blind zijn of
5 F Er NO rn in een rolstoel zitten. Actuele informatie staat op de website en
rh dl : À maps.amsterdam.nl.
EE el Za nd a / N Tijdens het opstellen van het kader is er een vernieuwde Rode
Ee à Dn EN ‚ Lijst van bedreigde diersoorten opgesteld en staan nu onder
Aars in du Ì andere de konijn en de haas op deze lijst. Een onderzoek
Re, ì ni Pe wordt opgesteld om in beeld te krijgen wat het effect is van
ì el : (loslopende) honden in Amsterdam op de populatie van konijnen
en hazen. De vervolgstap is om te kijken wat dit betekent voor
het hondenbeleid.
46
In Q3 2021 is een inventarisatie met de stadsdelen uitgevoerd Risico's e Het kader stelt dat het advies van een stadsecoloog leidend
om de huidige losloopgebieden te toetsen aan het nieuwe is indien een losloopgebied en een ecologisch kwetsbaar
kader, ecologisch waardevolle gebieden in kaart te brengen gebied bij elkaar liggen of overlappen. Naar verwachting zal
en waar nodig verbeteringen aan te brengen zoals het deze overlap bij diverse gebieden aan de orde zijn. Hierbij
plaatsen van omheiningen, borden en afvalbakken. Naast de kunnen aanvullende maatregelen en budgetten nodig zijn.
toets op locatie specifieke verbeterpunten gaat dierenwelzijn e Het kader stelt het streven dat alle inwoners binnen
R&D, per stadsdeel inhoudelijke ondersteuning bieden bij het 1 km een hondenlosloopgebied voorhanden hebben.
aanpassen en/of ontwikkelen van de losloopgebieden. Voor het ontwikkelen van nieuwe losloop-, restrictie- of
Toepassing van e Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren verbodsgebieden is draagvlak nodig vanuit het stadsdeel.
uitgangs-punten © Meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit * De klachten die er zijn rondom het niet naleven van de
e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen opruimplicht hondenpoep, legt druk op het draagvlak voor
e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds de losloopgebieden.
meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld Kansen voor Continueren van het inventariseren en verbeteren van de
e We werken met meer partners samen vervolg losloopgebieden.
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt Budget 2020: Eenmalig €60.000
Samenwerking De inrichting van het kader Hondenlosloopgebieden is 2018-2022: €200.000 (totaal)
intern & extern tot stand gekomen in samenwerking met de ecologen, Conclusie Twee van de drie acties zijn afgerond. De opruimplicht is in de
stadswerken en stadsdelen. De samenwerking verloopt goed. APV geborgd actuele informatie wordt via maps.amsterdam.
Wel liggen er kansen om intern vaker een terugkoppeling te nl aangeboden. De derde actie, het inventariseren van de
geven over de laatste inzichten. Voor de toekomst is het goed ecologisch waardevolle gebieden, is een doorlopende actie
om te bezien waar de regie primair komt te liggen. NET
Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn
houder ®
Bevoegdheden Handhaving art 5.12 APV hondenpoep NÀ
TE 17
2.1.4 Gezelschapsdieren: Bijtprotocol
Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 1: “Eigenaren helpen hun De wens om de aard en omvang beter in beeld te krijgen is
doelstelling huisdieren gezond en prettig te laten leven.” Goede verzorging vooral gelukt op het aantal opgelegde geboden. Voor de
en omgang zijn basisvoorwaarden voor dierenwelzijn. Het inventarisatie rondom het aantal incidenten en de zwaarte
houden van honden met een hoog risico op agressief gedrag hiervan is dit nog niet gelukt. Deze informatie is wel nodig ten
vraagt om aandacht, dierkennis en aanvoelen. Honden met behoeve van beleidsvorming. Met de politie zijn we in gesprek
agressief gedrag mogen geen gevaar vormen. Vanuit oogpunt over welke informatie periodiek kan worden aangeleverd.
van veiligheid en welzijn van mensen en dieren is het gewenst De politie heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in het
dat wordt ingegrepen bij gevaarlijke en agressieve honden. vergemakkelijken (uniformeren) van de registratiewijze voor
Voortgang acties |De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam zijn gevaarlijke en het politieteam Surveillance Honden. Naar verwachting zal
agressieve honden geen gevaar voor mensen en (huis)dieren.” deze investering bijdragen aan versterkte dossiervorming,
Om hiertoe te komen is in 2019 het bijtprotocol vastgesteld. tijdige maatregelen en een afname in het aantal geboden
Dit protocol biedt het handhavingskader, waarin de politie (afschrikkende werking). Daarnaast heeft de politie gezorgd
een centrale (gemandateerde) rol vervult bij de uitvoering dat bij bezwaarzaken één gebundelde rapportage wordt
ervan. Ter ondersteuning aan de integrale samenwerking is een aangeleverd, hiermee is de juridische onderbouwing
werkproces uitgevoerd. Dit proces bestaat uit de volgende vijf overzichtelijker geworden.
fases: registratie meldingen en incidenten; waarschuwingen; De procedurele samenwerking met partners rondom de
opleggen van een gebod; opleggen van een last onder informatiedeling bij bezwaar/beroep is een aandachtspunt.
dwangsom en inbeslagname. Momenteel wordt er naartoe gewerkt om dit laatste als fase toe
De samenwerking rondom dit kader en uitvoeringsfases is in te voegen aan het werkproces.
juli 2021 geëvalueerd. De resultaten uit de evaluatie laten zien Toepassing van We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood
dat we van ver komen. Van de vijf fasen zijn de eerste drie in uitgangs-punten | En we signaleren deze signalen vroegtijdiger
de praktijk van toepassing gebleken. Doordat er nog geen e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen
overtredingen zijn geconstateerd, zijn fase vier (last onder De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds
dwangsom) en vijf (inbeslagname) nog niet toegepast. Op basis meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
B van de afgelopen twee jaar zien we nog geen reductie in het e We werken met meer partners samen
aantal incidenten of in de zwaarte van de incidenten. Daar is e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt
het bestaan van het protocol vermoedelijk nog te pril voor en
is het duidelijk geworden dat aanvullende afspraken nodig zijn
} om tot een cijfermatig overzicht te komen.
48
Samenwerking Bewaking van de voortgang op het bijtprotocol en inzet op | |
intern & extern bijtincidenten gebeurt in samenwerking met THOR, politie,
bezwarencommissie en juristen. Door investering is de relatie
versterkt en zijn verwachtingen aangescherpt. De partners zijn
bekend met de uitgangspunten van het bijtprotocol, weten r:
elkaar beter te vinden en hebben dezelfde informatie. Toch !
lijken beperkte capaciteit en/of verschillende perspectieven
op prioriteitstelling van invloed op de voortgang. Periodieke « 7
afstemming is nog niet mogelijk gebleken. Ki Ee
Ook liggen er kansen in het opbouwen van een intergemeen- 8
telijke samenwerking bij grensoverstijgende casuistiek. Samen
met politie en gemeenten bij politie Eenheid Amsterdam- , a
Amstelland wordt verkend hoe die samenwerking kan worden al
ingericht. \
Portefeuille- Burgemeester: Opleggen bestuurlijke maatregelen zoals de de 5 é f :
houder lichte bevelsbevoegdheid bij bijtincidenten (artikel 172 lid 3 ds k i/ ä PN
Gemeentewet) en handhaving van de Algemene Plaatselijke ol TN
Verordening ' Kl AE ä eN SE Î
College: opleggen geboden (gemandateerd aan politie) ik = RE EJN Kd Á P_
Bevoegdheden Artikel 5.15 van de APV. Opleggen muilkorf/aanlijngebod — @ A Ja N pe
(gemandateerd aan lokale basisteams van de politie), last ì OR: 5 EN
onder dwangsom en inbeslagname van een hond : EE i ik En AZ
Risico's Belangrijk is dat er oog blijft voor de haal-, werk- en uitvoer- . , wir sc
baarheid voor alle betrokkenen. Tijd en passende (ambtelijke) Er De
capaciteit bij handhavng en politie zijn een aandachtspunt. En 4
Kansen voor Om een nog sterker preventief effect te genereren liggen De je te nm je
vervolg er kansen voor voorlichting over het houden van specifiek 0 AR 8 AN a,
hoog risico honden en voorlichting over stimuleren van de EN EE de er
meldings- en aangiftebereidheid na een bijtincident. Y Bn ; me
Budget Nvt 7
TE 19
2.2 Dieren voor sport, ontspanning en recreatie
2.2.1 Evenementen
Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 2 en 3: “De natuurlijke Samenwerking Samenwerking vindt plaats met team APV Vergunningen,
doelstelling leefomgeving van (vrijlevende) dieren verbeteren (2)”; “De intern & extern politie en THOR. Wegens de impact van covid-19 op het
voorwaarden voor het verantwoord houden van dieren worden toerisme in de stad en afwezigheid van evenementen heeft de
nageleefd (3)”. Bij het gebruik van dieren bij evenementen inzet op dit dossier tijdelijk stilgelegen.
kan de toepassing van de doelstellingen onvoldoende worden Portefeuille- Terugdringen evenementen: wethouder Dierenwelzijn
gewaarborgd. houder Voldoen aan vergunningsvoorwaarden: Burgemeester
Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam worden geen Bevoegdheden Vergunningsplicht evenementen met dieren art 2:41 APV
evenementen met dieren georganiseerd wanneer dit ten koste
gaat van het welzijn van dieren.” Het Rijk is in 2017 schriftelijk Risico's Handhaving op niet vergunde activiteiten/evenementen is
verzocht om de gemeente bevoegdheden te geven om vanuit huidige prioritering een aandachtspunt.
evenementen met dieren te verbieden en om een onderzoek Kansen voor Verkennen mogelijkheden voor het formuleren van
te laten houden naar de (on)geschiktheid van het gebruik vervolg vergunningsvoorwaarden. Hierbij is het een kans om de
van dieren bij evenementen. In het bijzonder evenementen uitkomsten uit de zienswijze ‘het dier in verschillende
met dieren die op de CITES-lijst staan. Hiertoe heeft het Rijk overheidslagen’ van de Raad voor Dierenaangelegenheden af
geen stappen genomen. Uiteindelijk zijn alle vormen van te wachten. Met deze zienswijze adviseert de RDA de minister
evenementen in 2019 vergunning plichtig gesteld om een over de gewenste bestuursrechtelijke positie van het dieren
goede barrière tot stand te brengen. Het organiseren van een binnen het dierenwelzijnsbeleid.
activiteit of evenement kan niet meer zonder goede organisatie Budget Nvt
en afstemming vooraf worden georganiseerd. De wens om
tevens welzijnsvoorwaarden op te nemen in het Handboek Conclusie Alle acties die aan deze ambitie zijn gekoppeld zijn, met
Evenementen is niet voltooid. Deze actie lag in regie bij het uitzondering van het formuleren van welzijnsvoorwaarden in
evenementenbureau. Dit is jaarlijks uitgesteld en uiteindelijk niet het Handboek Evenementen, uitgevoerd. De uitvoering van
opgepakt, mede wegens reactie van het Rijk dat gemeentelijke de vergunningsplicht is een doorlopende actie geworden.
bevoegdheden voor dierenwelzijn niet mogelijk zijn.
Toepassing van e Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren
uitgangspunten | We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood
e En we signaleren deze signalen vroegtijdiger
* We escaleren signalen vaker richting het Rijk
e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen
e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds
meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
e We werken met meer partners samen
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt
20
2.2.2. Sportvisserij
Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 2 en 3: “De natuurlijke Toepassing van * Meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren
doelstelling leefomgeving van (vrijlevende) dieren verbeteren (2)”; uitgangs-punten © Meer balans tussen menselijke belangen en biodiversiteit
“De voorwaarden voor het verantwoord houden van e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen
dieren worden nageleefd (3).” In de samenwerking met de e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds
Amsterdamse Hengelsportvereniging zijn afspraken gemaakt meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
over verantwoord vissen, houden en beheer van populaties. * We werken met meer partners samen
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt
Voortgang acties ‚De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam wordt alleen .
gevist conform de gedragscode van Sportvisserij Nederland.” Samenwerking Samenwerking vindt plaats met team Sport en Bos, .
Er is in 2017 met de Amsterdamse Hengelsport Vereniging intern & extern Waternet, ecologie en de AHV. Er is geregeld contact in
(AHV) een pachtovereenkomst voor de gehele gemeente zowel de jaarlijkse overleggen als nodige extra overleggen.
(m.u.v. één locatie, namelijk de Bosbaan) overeengekomen. De samenwerking met interne collega 5, waternet en de
In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over het AHV verloopt goed en er zijn korte lijnen. Specifiek voor de
gemeentelijk aanspreekpunt, een verantwoorde manier van samenwerking met AHV is gebleken dat de AHV afspraken
vissen en inzet op de gehele populatie. Medio 2021 is de niet altijd tijdig nakomt. Met het voorstel van de AHV om de
pachtovereenkomst geëvalueerd over de voortgang. Met beheerplannen efficiënter aan te leveren is er vertrouwen dat
name op de (doorlopende) actie ‘inzet op de vispopulaties’ deze samenwerking wordt versterkt.
liggen er kansen voor het versterken van de monitoring. Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn
gg g IJj
Zo is de AHV niet altijd in de gelegenheid geweest om alle houder
afspraken over het aanleveren van de visstand beheerplannen Bevoegdheden Ontbinding pachtovereenkomst
en de jaarlijkse rapportage na te komen. Hierover heeft _ _ .
de wethouder Dierenwelzijn formeel zijn zorgen over geuit Risico's De druk op het water lijkt te zijn toegenomen door recreatie
richting AHV. De AHV geeft aan dat veldinventarisaties en gemeentelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en
wegens covid-19 niet mogelijk waren en dat dit bij gebiedsontwikkelingen. Denk aan druk als gevolg van afval,
versoepelingen kan worden opgepakt. De AHV heeft hierbij overlast, beweging, trillingen en geluid. Vooralsnog is de
een voorstel gedaan om de visstandbeheerplannen efficiënter aard en omvang van deze druk op de dieren in het water en
in te richten en verwacht dat het aanleveren van de visstand de ecologie rondom de oevers nog niet in beeld. Wel weten
beheerplannen voor alle gepachte wateren zal lukken binnen we dat een redelijk deel van de vervoerde en opgevangen
de duur van de overeenkomst. dieren, waterdieren zijn. Bovenal zijn er signalen dat recreatie
en werkzaamheden de ecologische structuren kunnen
beinvloeden. Op basis van een analyse kunnen waar nodig
passende afspraken met waterpartners worden gemaakt.
TE è1
ms 4 en
Kansen voor Daar waar het huidige beleid zich richt op het welzijn van er SEP PERS Jip mn __
vervolg beviste vissen, ligt er vanuit partners en intern een wens om RRT Ek zt le
de focus te verbreden naar een visie op het welzijn van alle | Ee | ej 2 e
waterdieren. | nm (6 aBkalef
Budget N.v.t rn ke N
Conclusie Het vormen van één pachtovereenkomst is nagenoeg volledig Î 3 ne EEE 2 EA RS
afgerond, 13 van de 14 verenigingen zijn aan de huidige 5 EE TE PE Ei
overeenkomst aangesloten. Het gemeentelijk aanspreekpunt aa: NN nds zeg en ce ee
is ingericht en deze voert regie op de overeenkomst. De actie ° 7 rn mn
over de inzet op de hele vispopulatie is een doorlopende
actie geworden, de populaties dienen periodiek te worden
bijhouden. 2.2.3 Kinderboerderijen
Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 2 en 3: “De natuurlijke
Ee A EE 5 ë in Cà Ten doelstelling leefomgeving van (vrijlevende) dieren verbeteren (2)”; “De
ie Se ek GE B voorwaarden voor het verantwoord houden van dieren worden
Do ba! : zel 7/ if A, Sn g AN nageleefd (3). Kinderboerderijen hebben een belangrijke
sit en ° Ze Sk educatieve functie als het gaat om de kennismaking met
JA N/ ha Age (boerderijjdieren en de wijze waarop zij gehouden worden.
Ad n Aha Ni A rs Be: Al Ha, Voortgang acties | De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam is het
Eee sk dierenwelzijn bij kinderboerderijen en stadsboerderijen
N r gewaarborgd en werken kinderboerderijen en
if / We ed Er ad U} stadsboerderijen samen.”
BAK Ee Ik: = gn Sinds 2016 investeert de gemeente Amsterdam in het welzijn
zi vR Ek mmm E van dieren op de Amsterdamse kinderboerderijen. De inzet
| gem en n verloopt langs drie actielijnen: de kinderboerderijen moesten
é REE men sl Te voldoen aan keurmerken met betrekking tot dierenwelzijn;
ge en ie de samenwerking van de kinderboerderijen moest worden
2 ee ee en versterkt ten gunste van dierenwelzijn en (fysieke) knelpunten
| 5 ie moesten worden aangepakt.
TE 22
Voortgang acties | Dit project heeft geleid tot een intensievere samenwerking vervolg Vanaf 2016 is geïnvesteerd in civiel- en cultuurtechnische
tussen de kinderboerderijen. Men kent elkaar, weet elkaar Voortgang acties | verbeteringen (bv. betere drainage voor buitenweides); de
te vinden en zet zich actief in op onderlinge kennisdeling inrichting van fysieke dierverblijven voor meer mogelijkheden
waardoor kwaliteitsslagen zijn gemaakt. Een resultaat van natuurlijk gedrag (bijvoorbeeld konijnen niet meer solitair
van deze samenwerking is de ondertekening van de în konijnenflats, maar als groep gehuisvest) en bescherming
gezamenlijke overeenkomst ‘Van hart voor dieren naar tegen (extreme) weersomstandigheden of roofdieren.
toekomstbestendig dierenwelzijn’ door 18 kinderboerderijen Daarnaast is geïnvesteerd, samen met het Natuur en Milieu
op 14 september 2017. Het doel van deze overeenkomst Educatie (NME,) in lesmateriaal over dieren(welzijn). Verder
is om het dierenwelzijn gezamenlijk op hoog niveau te hebben kinderboerderijen hun (fysieke) voorlichting kunnen
verankeren. Uitgangspunten bij de totstandkoming van verbeteren door bebording. Vakkennis is noodzakelijk en met
de overeenkomst waren de dierenwelzijnseisen van het behulp van de gemeente hebben bijna vijftig medewerkers
branchekeurmerk van de Samenwerkende Kinderboerderijen opleidingen gevolgd (2021) bij het opleidingscentrum
Nederland (VSKBN), aangevuld met extra kwaliteitseisen Aeres in Barneveld, waaronder een aantal volledige MBO-3
over soorten- en fokbeleid, vakbekwaamheid, en educatie opleidingen tot dierverzorger en MBO-4 opleidingen tot
geïnspireerd door het Haagse ‘Boeren met beleid’ en het beheerder van kinderboerderijen.
lobbystuk ‘Kinderboerderijenbesluit’. Als uitwerking van deze
overeenkomst heeft iedere individuele kinderboerderij een Wegens covid-19 is de inzet op brandveiligheid vertraagd. Dit
dierenbeleidsplan uitgewerkt. wordt Q4 van 2021-Q1 van 2022. Recente ontwikkelingen die
van invloed zijn op de kinderboerderijen is de invloed van het
Het branchekeurmerk van de Vereniging Stads- en klimaat. Vogelgriep en veranderende weersomstandigheden
Kinderboerderijen Nederland (VSKBN) biedt een meetlat zoals extreme hitte en droogte, hebben gevolgen voor het
voor alle wettelijke e isen waar kinderboerderijen aan moeten welzijn van de dieren en is daarmee onderdeel geworden van
voldoen. Denk aan dierenwelzijn, huisvesting, personeel, dit project.
en veiligheid). Dit keurmerk is in 2020 vervangen door het
Kwaliteitsbewijs vSKBN. Voor de inzet op brandveiligheid, fysieke knelpunten en
Dit had te maken met ingrijpende organisatorische opleidingen is budget beschikbaar voor 2022 (€ 100.000).
veranderingen binnen de vSKEN en het terugbrengen van Toepassing van e Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren
de kosten voor kinderboerderijen. In plaats van een aparte uitgangspunten © Er is meer balans tussen menselijke belangen en
toetsing door de vSKBN zelf, kunnen kinderboerderijen biodiversiteit
dit nu zelf doen en een bewijs van kwaliteit aanvragen. e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen
Vijf kinderboerderijen hebben het branchekeurmerk in e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds
het verleden behaald. Omdat het voor de gemeente een meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
belangrijk aandachtspunt is wordt hier wel op gestuurd, maar e We werken met meer partners samen
biedt het geen formele grond om op te handhaven. e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt
23
Samenwerking De gemeentelijke inspanning op dierenwelzijn bij vervolg Conclusie: Kinderboerderijen hebben een belangrijke
intern & extern kinderboerderijen ligt in de samenwerking tussen de Risico's educatieve functie als het gaat om het houden van dieren.
stadsdelen (o.a. subsidieverlening) en dierenwelzijn en daar Daarin moeten zij het goede voorbeeld kunnen geven, maar
waar noodzakelijk met Vastgoed. De samenwerking met en hebben daar nu niet altijd de (financiële) middelen voor. Dit
tussen de boerderijen onderling is sinds 2016 op vele fronten kan op langere termijn de investeringen in dierenwelzijn teniet
sterk verbeterd. Er is onderling meer uitwisseling, kortere doen, wat niet wenselijk is.
lijnen en de behoefte om van elkaars beleid en bedrijfsvoering Kansen voor De gemeente heeft geen bevoegdheden als het gaat om het
te leren. . _ vervolg borgen en toetsen van de wettelijke eisen aan de dierenwelzijn
Voor 20216 was er over het thema dierenwelzijn nagenoeg op de kinderboerderij. Daarom zal de gemeente in gesprek
geen contact tussen de kinderboerderijen met de gemeente. blijven met de kinderboerderijen over het verder uitwerken en
Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn verduurzamen van de afspraken over de onderwerpen zoals de
houder Portefeuillehouders m.b.t. subsidieverlening kinderboerderijen dierenwelzijn en in lijn daarmee bijvoorbeeld educatie, beheer
Bevoegdheden nvt en onderhoud en de sociale functie. Belangrijke uitgangspunten
hierbij zijn het kwaliteitsbewijs VSKBN en (een actualisatie van)
Risico's De gemeente Amsterdam heeft geïnvesteerd in het de overeenkomst van 14 september 2017. Het gebruiken van
dierenwelzijn op kinderboerderijen. Voor de borging van andere sturingsinstrumenten, zoals beleidsharmonisatie en
dierenwelzijn op lange termijn, ligt er een risico in het behoud subsidies geeft de gemeente Amsterdam kansen om op het
ervan. Goed beheer en onderhoud en behoud van vakkennis borgen en toetsen hiervan beter te sturen. Het vijfjarig bestaan
zijn als onderdeel van een bestendige bedrijfsvoering van van de overeenkomst op 14 september 2022 biedt een mijlpaal
direct belang voor het welzijn van de dieren. Beheer en om samen met de kinderboerderijen op aan te sturen voor de
onderhoud is niet in alle gevallen duidelijk geborgd bij borging van het onderdeel dierenwelzijn.
gemeentelijk Vastgoed en dient er nog een overdracht plaats
te vinden vanuit de stadsdelen. Vogelgriep en veranderende weersomstandigheden zoals
Daarbij komt dat er binnen de huidige exploitatie niet altijd extreme hitte en droogte, hebben gevolgen voor het welzijn van
mogelijk om vakbekwaam personeel aan te trekken en/of te de dieren en is daarmee onderdeel geworden van dit project.
behouden omdat de financiële middelen daar te beperkt voor Om hier passend op in te spelen is aanvullend budget nodig.
zijn. Dit staat in contrast met de investering van de gemeente
die gedaan is om vakkennis te vergroten. Er ligt een kans om, in het verlengde van hun educatieve
Daarnaast zijn er signalen dat bij en nabij kinderboerderijen functie, met kinderboerderijen afspraken te maken over
sprake is van rattenoverlast. Dit kan mogelijk duiden op het diervriendelijk weren van dieren die overlast kunnen
achterstallig beheer en onderhoud op het terrein van de veroorzaken. Bijvoorbeeld door de inrichting van groen en
betreffende kinderboerderijen. sterkere samenwerking met GGD.
TE 24
Budget 2015-2018: €530.00 (totaal) a
en N PP
2019-2022: €310.000 (totaal) ji k ee ee
Conclusie De actie om de onderlinge samenwerking te versterken EN EC -
zijn zichtbaar gelukt. De inzet op het voldoen aan ij mn I |
kwaliteitskeurmerken (lees: kwaliteitsbewijs en eigen Ld mm De wandaden
overeenkomst) en brandveiligheid zijn naar verwachting KR Pes — | | Ji Ln
september 2022 afgerond. E en id, ik Ii Û
\ Ee, - Em | IA
En np
| k | L Ï | Ln 6 = — EI fi Úrn A | I|
k 4 EN A ge EN BR fi Ns Ve
\ p | | HN
z s =d ee j\ mm mi E IN TM if ij HIN
En AN EO
] mn Ed zi ES IN ij ii El
d , pg ee jj mn iT ME Í
Pie ARN NS Ii
EREN, TS UN ol Ne ee Mi Ü
Ge 4 S td fi Ü kt je be EE Ssi
EE IR js ETA Mi ' b | EE, lk 5 on Elne E
EN ee SR 07 ie dn
eN 5 = RDM HEE PE -- e: Gr ke mn =
NR SO,
U kt Ts gg pn ek
IN Ë De re EU en
RS
ARN En
Ze 1 eld eee IE En eene ren
Te TRE En Ee
De EN PE en ke Ee En RE es
OT OE RN en
Pi 1e ee WE Ee sE De etek, Th reta
en Ln gE
De OE en
Ne a nn ee B al ern ee enk ml
AO EN NS
ES
EN @9
2.3 Vrijlevende dieren ZR
2.3.1 Tegengaan jacht en afschot
Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 4: “Dierenoverlast wordt Samenwerking Het onderzoeksrapport en bijbehorende mogelijke
doelstelling zo diervriendelijk mogelijk bestreden.” Plezierjacht is in intern & extern beleidsrichtingen tot inrichten van alternatief beheer is met
Amsterdam sinds 1989 aan banden gelegd. De huidige name tot stand gekomen met ecologen en vastgoed. In het
vormen van afschot zijn dus gerelateerd aan schadebestrijding voorjaar van 2019 zijn twee sessies met belanghebbenden
en populatiebeheer. De onderzochte juridische mogelijkheden en partners gehouden over mogelijkheden, geschiktheid,
om jacht tegen te gaan richting zich dus op het tegengaan effect en haalbaarheid van (combinaties van) alternatieven
van afschot voor schadebestrijding en populatiebeheer en het voor jacht. Tijdens de bijeenkomsten bleek dat de meningen
stimuleren van diervriendelijke alternatieven. uiteenlopen waardoor consensus niet haalbaar bleek.
Voortgang acties |De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam wordt alleen Belangrijk is dat deze partners met elkaar in gesprek zijn.
gejaagd op dieren als daartoe eerst de noodzaak (schade- of Deelnemers waren: terrein beherende organisaties,
faunabeheer) is aangetoond en als andere bevredigende boswachters van het Amsterdamse Bos, Landschap
alternatieven aantoonbaar niet voorhanden zijn.” Noord-Holland en recreatieschappen, adviseur duurzaam
Voor de dieren die het meest in Amsterdam voorkomen en faunabeheer, Bij12 Faunafonds, onderzoeker Sovon, jagers
waarbij de jacht en afschot onderwerp van discussie is, is in (WBE Amstelland en Jagersvereniging) en het ministerie
samenwerking met partners onderzocht welke alternatieven Infrastructuur en Waterstaat.
van beheer het meest acceptabel zijn. Aanvullend op Portefeuille- Wethouder Dierenwelzijn
deze ambitie uit de agenda, heeft het College in het houder
Coalitieakkoord 2018-2022 de ambitie uitgesproken om Bevoegdheden nvt
de (juridische) mogelijkheden om jacht/afschot tegen te
gaan, te willen onderzoeken. Over de inventarisatie van Risico's Jacht en afschot is een onderwerp waar verschillende
alternatieven is er goed gesprek geweest met partners. Het perspectieven over bestaan. Zo zijn er diverse rechtszaken
resultaat van dit onderzoek wordt in Q4 2021 gepresenteerd (landelijk) ingesteld over het doden van dieren op grond
via het onderzoeksrapport “Juridische Mogelijkheden van de Wet natuurbescherming. Uit de rechtspraak
tegengaan jacht”. Daarbij wordt ook het ‘vossenrasterbeleid’ blijkt vooralsnog dat hoge eisen worden gesteld aan het
meegenomen. onderzoeken en uitvoeren van alternatieve maatregelen,
. ‚ _ voordat toestemming mag worden gegeven voor het doden
Toepassing van . Er is meer balans tussen menselijke belangen en van dieren. Hoe aan deze hoge eisen vorm kan worden
uitgangspunten biodiversiteit _ gegeven, wordt indien er draagvlak vanuit toekomstig bestuur
‘ De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds (2023) is, met partners uitgewerkt in het uitvoeringsbeleid
meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld
e We werken met meer partners samen Kansen voor Om de beleidskeuzes van de notitie ‘Mogelijkheden
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt vervolg tegengaan Jacht’ uit te voeren is structureel budget nodig.
Dit budget bestaat uit middelen voor uitbreiding pilots
alternatieven (zoals vossenrasters) en voor de uitvoering en
toetsing van de beleidskeuzes.
26
2.3.2 Diervriendelijke beheersing van dierenoverlast
Budget 2020-2023: €60.000 (totaal) voor stimuleren alternatieven op Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 4: “Dierenoverlast wordt zo
jacht zoals de pilots vossenrasters + eenmalig €150.000 voor doelstelling diervriendelijk mogelijk bestreden.”
het uitvoeren collegeprioriteit onderzoek laten doen naar , en . .
tegengaan van de jacht. Voortgang acties De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam wordt dierenleed
bij overlast gevende dieren voorkomen door aanpak van de
bron (voedsel en leefgebied). Waar desondanks een te grote
aan de raad aangeboden populatie (overlast) ontstaat, wordt deze op zo diervriendelijke
mogelijke manier beheerst.”
In 2017 is een projectleider aangesteld om plan van aanpak
te vormen op deze actie. In het najaar van 2017 is een
WA DEN start gemaakt met het ontwikkelen van een stedelijke
publiekscampagne met als boodschap: overlast van dieren is
= n ar ee
del Cm het gevolg van menselijk gedrag zoals voeren en afval. Op 20
L ina it “ik. december 2017 heeft de gemeenteraad een aanpassing van
Kd A ME Td ln de APV vastgesteld waardoor het voor de bestuurscommissie
EEE rm EK ie es A Pae mogelijk is om gebieden aan te wijzen waar overmatig
Emin 5 hef gevoerd wordt (en hier een voederverbod in te stellen)
Voortgang acties \ Aangezien de GGD reeds met IPM (integrated pest
management) en focus op preventie werkt, bleek er geen
if à aanleiding om het beleidskader te actualiseren. Wél is er in
Lr 2019 een meerjarenplan en een uitvoeringskader opgesteld
F (in samenwerking met GGD). Het gebruik van alternatieve
beheer middelen (en dus geen chemische) staat hierin
En | centraal. Dit met als doel om te voorkomen dat ratten lijden
ee A en tevens andere dieren worden vergiftigd.
Á In wijken waar de combinatie van voorlichting, voerverbod
en kliko’s is georganiseerd, zijn de meldingen met 25%
| afgenomen. Hiermee is de aanpak succesvol gebleken. Echter,
sinds covid-19 is er een verschuiving ontstaan van afval in de
stad (van bedrijfsmatig naar huishoudelijk afval). Daar was
/ f de aanpak niet op ingericht. Hiermee zijn de wachttijden
| opgelopen. De huidige focus is om het effect te herstellen
' naar hoe het voor covid-19 was.
TE 27
Toepassing van e Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren Kansen voor ° Toewerken naar andere manieren van diervriendelijke
uitgangspunten |© Er is meer balans tussen menselijke belangen en vervolg preventie. Bijvoorbeeld door de expertise van
biodiversiteit dierenwelzijnspartners en marktpartijen sterker te benutten.
e We signaleren meer overtredingen/zorgsignalen/nood Denk aan adviezen en voorlichting door partners die dichter
® En we signaleren deze signalen vroegtijdiger op de inwoner en de gevolgen van beheersing staan, zoals
e Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen woningcorporaties (bijv. beheer verloederde complexen) en
* De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds dierenartsen (bijv. zieke kat wegens eten van een vergiftigde
meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld muis).
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt e Doordat de gft-containers een extra voorziening bieden
Samenwerking De uitvoering van deze aanpak ligt sinds 2018 belegd bij de (en dus extra potentiele hotspots voor ratten vormen), kan
intern & extern GGD. Deze staat in nauw contact met de stadsdelen. worden overwogen om brood via het GFT aan te bieden in
plaats van via de broodkliko.
Portefeuille- Bronbeheersing: Wethouder Zorg & Welzijn (GGD) e Het aantal overlastmeldingen en de wachttijden zijn sinds
houder Inrichting openbare Ruimte: Wethouder openbare ruimte en covid-19 opgelopen, mogelijk doordat mensen vaker thuis of
Groen în hun woonomgeving aanwezig zijn waardoor meer overlast
Voerverbod en afval: Burgemeester en ratten worden gesignaleerd. Op basis van de huidige
Bevoegdheden Voerverbod: Art 5.18 APV drukte is er twee extra fte nodig om extra meldingen binnen
Afval: Art 10.2 Wet milieubeheer gestelde termijnen af te handelen en om sommige plekken
Risico's e Het tegengaan van overlast van ratten vereist een breed beheersbaar te houden.
gecoördineerde aanpak die inhaakt op de inrichting van de
openbare ruimte, het gedrag van bewoners, ondernemers
en bezoekers én het voedsel-, en afvalaanbod in de stad. Men
De combinatie aan maatregelen versterkt het succes. Waar
meldingen van verkeerd aangeboden afval zijn, is ook een -
toename van aanwezige ratten zichtbaar. OP,
e Er zijn signalen dat vrijlevende dieren uit de lj 4 7
gebiedsontwikkelings-locaties wegvluchten naar de wijken Aen 1 estafval
eromheen waardoor de locatie aantrekkelijk wordt voor k a '
ratten ke
u 3 Ld ;
Een ee ef 5 Ri,
= EE
ereen ven, Lans te nl MEN
28
2.4 Landbouwdieren
Kansen voor ° Om toe te werken naar herstel en het effectueren van de Bijdrage aan Het doel is bijdragen aan subdoel 3: “De voorwaarden voor
vervolg succesvolle situatie zoals in 2019, liggen er kansen om doelstelling het verantwoord houden van dieren worden nageleefd (3)”.
de aanpak meer vanuit maatwerk in te richten. Denk aan Voortgang acties | De ambitie is: “In diervriendelijk Amsterdam gaan veehouders
afvalbakken herplaatsen/weghalen, reparatie van defecte verantwoord om met het welzijn van landbouwdieren.”
bovengrondse containers, toepassen van groenvoorziening Om hiertoe te komen is afgesproken dat in nieuwe
en het benutten van buurtinitiatieven. bestemmingsplannen geen ruimte wordt geboden voor
* Belangrijk om te komen tot een langetermijnvisie op een nieuwe megastallen en niet-grondgebonden dierhouderijen
diervriendelijke en ecologisch verantwoorde openbare (voorkeur voor biologische teelt) en toegewerkt wordt om
ruimte die in verbinding staat met diergerelateerde vergunningsverlening voor schuilstallen te organiseren (via
opgaven zoals de aanpak reguliere overlast gevende wijzigingsbesluit in het bestemmingsplan).
dieren en overlast door invasieve exoten. Bijvoorbeeld De actie voor voorkomen van megastallen bleek wegens de
door zicht te krijgen in hoe de biodiversiteit kan worden komst RO-regelgeving en milieuregelgeving niet aan de orde.
versterkt, zonder dat de doorvoering ervan bovenmatig Een uitsluiting uit oogpunt van dierenwelzijn bleek dus niet
aantal ratten faciliteert, Een suggestie is om de aanpak noodzakelijk. Het organiseren van de vergunningsverlening
overlast gevende dieren tevens goed te borgen in is indertijd niet mogelijk gebleken omdat het volgens de
gebiedsontwikkelingsopgaven. Provinciale Ruimtelijke Verordening niet is toegestaan om
Budget 2017-2018: €37.500 voor fte strategische projectleider schuilstallen in het buitengebied te bouwen, tenzij het gaat
2019-2022: €250.000 jaarlijks voor: inzet stedelijke om percelen van groter dan 5000 m2. Bovendien zijn deze
coördinatoren, communicatie en hotspot-aanpak weilanden vaak gelegen in ecologisch waardevol gebied
Conclusie Alle acties, met uitzondering van de actualisatie van het waardoor bouwwerken in beginsel niet zijn toegestaan. _
GGD-beleidskader, zijn afgerond. Actualisatie bleek niet Minister Schouten onderzoekt momenteel (2021) mogelijke
EN oplossingen voor de problemen die spelen omtrent
beschutting in de wei. De lokale visie is dat ontheffingen
vanuit maatwerk mogelijk moeten zijn. De bevoegdheid om in
Id een bestemmingsplan een algemene wijzigingsbevoegdheid
op te nemen, gaat in de Omgevingswet vervallen. In de
Omgevingsvisie staat benoemd dat Amsterdam
Voorziet in planologische mogelijkheden voor schuilstallen en
(semi-) natuurlijke schuilgelegenheden.
TE 29
Toepassing van Er is meer ruimte voor natuurlijk gedrag van de dieren vervolg « In relatie tot klimaatadaptatie en hittestress wordt de
uitgangspunten | « Dierenwelzijn wordt vaker als belang meegewogen Kansen voor opgave van schuilstalplekken belangrijker. Verkennen
e De gemeentelijke organisatie Amsterdam geeft op steeds vervolg mogelijkheden rondom mobiele schuilstallen in relatie
meer gebieden het goede diervriendelijke voorbeeld tot huidige wetgeving, het onderzoek van minister
e We werken met meer partners samen Schouten afwachten en waar nodig doorvoeren in APV en
e De samenwerkingsrelaties zijn versterkt omgevingsvisie. Hierbij is het een kans om de uitkomsten
Samenwerking Nvt uit de zienswijze ‘het dier in verschillende overheidslagen’
intern & extern van de Raad voor Dierenaangelegenheden af te wachten.
Met deze zienswijze adviseert de RDA de minister over de
Portefeuille- Bestemmingsplan: Wethouder Ruimtelijke Ordening gewenste bestuursrechtelijke positie van dierenwelzijn.
houder Ontheffing: Wethouder Dierenwelzijn
Budget N.vt.
Bevoegdheden N.vt. Het toezien op het welzijn van landbouwhuisdieren .
wordt met name verzorgt door de Nederlandse Voedsel en Conclusie Actie bestemmingsplan aanpassen tbv voorkomen
Waren Autoriteit (NWVA). megastallen is niet nodig gebleken. Bij ontheffingsaanvragen
voor schuilstallen is afgesproken flexibel te zijn. De
Risico's In de Agenda Dieren 2015-2018 staat benoemd dat vergunningverlening wordt met de komst van een
vanuit dierenwelzijn de voorkeur ligt voor biologische wijzigingsbesluit via de omgevingswet mogelijk.
landbouw. De recente doorontwikkeling van biologisch tot
(biologische) kringlooplandbouw, biedt volgens de Raad_
voor Dierenaangelegenheden zowel kansen als bedreigingen mn
voor dierenwelzijn. Dat geldt met name voor de voeding, …à > N E ij W ik PD,
huisvesting en geschiktheid van het dier. Er is nog weinig BN IN Ed fi diek de PN,
bekend over deze specifieke kansen en bedreigingen. De NN N ì % 5 SM À x ps Ok
minister heeft aangegeven (augustus, 2021) het met de RDA EN We 3 A8
eens te zijn dat het dierenwelzijn centraler dient komen te en mj 5 HAN ORN
staan en heeft de RDA verzocht met voorwaarden te komen. : k Pi ie ee DS ZN
Kansen voor e De wens voor biologische landbouw is in de Agenda 5 oe 5 Sd Ak 3 Je Se 3) ve
vervolg Dieren uitgesproken. Bij een komende update van het N= N 4 DN de E ZN 4e
bestemmingsplan, kan worden overwogen in hoeverre % m dee E fes Zh 8
de komst van meer (biologische) kringlooplandbouw kan a A ie ED A
worden gestimuleerd. pe SN Cr , gi
RN A EE Sd
/ Sh RENES)
TE 30
_ 3 Samenwerking
a mm Dat de afronding van acties uit de Agenda Dieren merendeels is behaald, is te
” mad danken aan de goede samenwerkingen. Doordat de keten goed functioneert
en wij door de partners tijdig worden geïnformeerd, kan ook tijdig worden
pam _ ee ee u: . .
_ mn Ke es gefaciliteerd (bijvoorbeeld: samen komen tot een handboek vogelgriep, een
on : ee m - u draaiboek botulisme en overeenkomst bij crisis en rampen). Wegens prioriteit
k , _ . De (bij dierenwelzijn of bij derden) of juridische complexheid van dossiers, is het
a ‚ Ea ea” Meme on niet altijd mogelijk gebleken om op ontwikkelingen in te spelen. Denk aan:
0 oe . . a end het vormen van een visie op afstandskosten?®, opvang/vervoer van gewonde
_ ns JN = Ed ze . . . . . .
Dn ame SO % De invasieve exotische dieren en het oplossen van de fysieke knelpunten die op
zi RE) Ee £ ne ie het terrein? van Stichting Wildopvang de Toevlucht spelen.
£ di ke Ri 4 ie L “
: ee « ar Ì ee Extern: Een grotere en versterkte keten
en … Un ; ó n … De voortgang van gemeente Amsterdam op de vastgestelde acties, blijft
En, , 8 à verbonden aan de inzet van onze partners en collega’s. De afgelopen
tage Pr \ fs k jaren is met name de externe samenwerking uitgebreid en versterkt. Zo
pe on, Pl Ì heeft Amsterdam sinds 2015 een groot lokaal (subsidiepartners, advies-
md Mi > raad Dierenwelzijn en draaiboek gerelateerde partners), regionaal (met
E 5 3 ie 5 ES buurgemeenten) en landelijk netwerk (G4 en deelname Diervizier) opge-
ee — me bouwd waarin kennisdeling en gezamenlijke inzet op acties tot stand zijn
EE en Ee RK gekomen. De samenwerking tussen gemeente en partners verloopt goed
nn 8 en (bron: enquête externe partners). De grootste kans voor de samenwerking
= 5 en met partners is om de ketensamenwerking nog sterker te koppelen aan
<q algemene beleidsdoelen. Er liggen kansen in het vormen van gezamenlijke
en pn plannen op thema’s. Hierbij valt te denken aan het voorkomen van zwerf-
__ mn À — == = di h i
ee E Ee me a ieren, het terugdringen van onverantwoord houderschap van gezelschaps-
a De dieren, de vroegtijdige uitstroom van opgevangen dieren en het stimuleren
En enn. En tot vroegtijdig signaleren (van dieren in nood, in stressvolle situaties of met
28 Knelpunt: de impact van afstandskosten die niet door de eigenaar kunnen worden
bekostigd op de bedrijfsvoering en continuïteit van de opvangvoorzieningen.
29 Afspraken maken over o.a. bestemmingsplan, recht van opstal en onderhoud
31
kans op medische- en gedragsproblematiek). De volgende vragen staan beleidsambities, en de samenvoeging van ecologie en dierenwelzijn als één
centraal bij toekomstig beleid: hoe kan de keten een gezamenlijk eige- team. Toch blijft het lastig om dierenwelzijn bij alle teams binnen de gemeente
naarschap inrichten (bijvoorbeeld in het volgen van trends, gezamenlijk op de agenda te krijgen. Wegens beperkte bestuurlijke prioriteit op dieren-
monitoren, inzet op preventie); en wat wij als keten kunnen organiseren om welzijn in relatie tot handhaving (naleving bevorderen), veiligheid (bijvoorbeeld
onszelf overbodig te maken (bijvoorbeeld: hoe kunnen gezamenlijke missies _ huiselijk geweld), sociaal domein (vroegtijdig signaleren van bijvoorbeeld
worden ingebed in bedrijfsvoering, hoe kan slimmer van elkaars expertise afglijden, isolatie, vervuild wonen), wonen (natuurinclusief en diervriendelijke
gebruik worden gemaakt)? beheersing overlast) en welzijn (vroegtijdig signaleren van stress en zorgen),
is er momenteel geen momentum om intensiever samen te werken. Als het
Intern: Verbinding met gemeentelijke opgaven aankomt op het borgen van vroegtijdige signalering, preventie en reductie van
Voor de komst van de Agenda Dieren was de interne samenwerking overlastmeldingen, zijn deze samenwerkingen wel nodig.
beperkt. Daarom is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het opbouwen van
deze relaties. Dit heeft geresulteerd in een interne samenwerking op alle De interne resultaten scoren in het algemeen lager dan die van de partners.
dierthema’s. Vooral bij jacht, visserij, hondenlosloopgebieden, ecologische Het is met name de buitenwereld die vindt dat Amsterdam het goede voor-
knelpunten en overlast gevende dieren zoals ratten, is deze verbinding beeld geeft. Een mogelijke verklaring hiervoor is tweeledig. Als eerste heeft
reeds goed. Verder staat momenteel centraal: de borging van de ecologi- de samenwerking de afgelopen jaren vooral extern gelegen. Naar inschat-
sche toets bij vergunningverleners te versterken en het inrichten van soor- ting is er meer bestuurlijke prioriteit nodig om dierenwelzijn intern te kunnen
tenmanagementplannen. verbinden met o.a. het sociaal domein, welzijn, handhaving, recreatie en
veiligheid. Denk aan het borgen van de algemene zorgplicht op dierenwelzijn
Ongeveer de helft van de collega-respondenten geeft aan tevreden te zijn bij gemeentelijke bezoeken zoals sociaal-maatschappelijk werk, gezinsonder-
over de samenwerking en een positief effect op hun werk te merken door steuning, integrale veiligheidscontroles of door het borgen van dierenwelzijn
de inzet van Dierenwelzijn. De rest is neutraal of vond de vraag niet van binnen de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (doorbreken
toepassing (interne enquête). Dierenwelzijn is geen thema op zichzelf en is cirkel van geweld).
juist verweven binnen de steeds meer prominentere thema’s zoals biodi- Ten tweede zijn de betrokken partners primair bezig met dierenwelzijn en
versiteit, voedselstrategie, groenvisie en klimaatadaptatie. Waar mogelijk dus inherent verbonden aan de doelen uit de agenda en staan ook vanuit die
worden communicatieberichten gekoppeld aan deze dossiers. Ook wordt positie met de maatschappij in verbinding, terwijl de interne samenwerkingen
dierenwelzijn betrokken bij de herijking van beleid en uitvoeringskaders vooral op specifieke facetten (zoals: vergunningen, openbare ruimte of vast-
zoals het toekomstige VTH-Beleid Fysieke Leefomgeving, de lokale gedrags- goed) zijn gericht.
code en de eiwittransitie. Dit zorgde voor versterkte relaties en kortere lijnen.
En daarmee voorintegrale bestuurlijke adviezen, strategische verbinding van
TE 32
4 Communicatie en voorlichting Dieren horen bij de stad en iedereen komt met dieren in aanraking. Zeker
sinds de komst van Covid-19; mensen zijn vaker thuis en zich meer bewust
De inzet van communicatie op dierenwelzijn is sinds 2015 gegroeid in geworden van hun directe omgeving, zijn vaker in de natuur te vinden en
frequentie en in het aantal dierenthema’s. Communicatie en voorlichting kan hebben meer gezelschapsdieren in huis genomen. Daarom is er aanleiding om
Amsterdammers bewuster maken over de positie van dieren in en rond hun dierenwelzijn als relevanter communicatiedossier te ontwikkelen door:
stad. Daarnaast kan door goede informatie de kennis over dieren versterkt B Samen te werken met partners en de communicatie te verbinden aan de
worden. Op die manier kan positief gedrag aangemoedigd worden. In gezamenlijke inspanning om beleidsdoelen te behalen.
hoeverre dit doel op basis van het actuele beeld is bereikt, wordt niet B Meer zicht te krijgen op hoe moeilijk bereikbare inwoners, ondernemers en
gemeten en is dus niet bekend. Doordat er geen zicht is op doelgroep organisaties kunnen worden bereikt
bereik, resteert de vraag in hoeverre de communicatie de impact had die B De communicatie-inhoud aan te laten sluiten op de doelgroep. Om hiertoe
met de Agenda Dieren werd beoogd. Er is meer kennis nodig over de te komen is meer zicht nodig op de impact van de huidige communicatie,
te bereiken doelgroepen en welke communicatiewijze het beste bij hen het bereik van de communicatie
aansluit. B De communicatie sterker te verbinden met overige gemeentelijke
Om het meest effectief te communiceren was de insteek om de commu- domeinen zoals Wonen, Toerisme, Recreëren, Bouwen, Veiligheid en
nicatiesamenwerking met partners sterker vorm te geven waarin er ruimte Sociaal Domein. Het doel is om interne bewustwording te stimuleren en
is dat partners de prominente boodschapper zijn. Zij staan immers nog relevantie voor verbinden van dossiers te versterken. Hierdoor krijgt het
dichter op de samenleving en zijn vanuit hun expertise de meest logische dier op meer plekken in de organisatie een positie.
boodschapper. Deze samenwerkingen zijn nog niet volledig van de grond
gekomen. Om hiertoe te komen zijn interne afspraken nodig en meer zicht IBE | EG
nodig op doelgroep bereik. Kanttekening hierbij is dat de partners met en Dl Ì : ZEE Mn.
name dicht op doelgroepen staan die reeds met dierenwelzijn bezig zijn. De pe a, re eek 3
groepen die buiten het bereik vallen, dienen te worden meegenomen. 5 hi A! Ens EE
Enkele voorbeelden van communicatie-inzet tijdens de afgelopen jaren zijn / Er f 7 ln EEN
het updaten van de gemeentelijke webpagina dierenwelzijn, het aangaan = EN; dk, Dd E A
van de samenwerking met partners, campagne tegengaan rattenoverlast, ih a Kad
communicatie rondom de juni-chipmaand en de seizoensgebonden thema’s Pe 7 he hd 9
zoals hond in auto bij hitte, de ADAM-folder, en informatie over broed- : en B EEE | 3
plaatsen van mussen en gierzwaluwen. zn DK en Te Ì
TE 99
Le S Impact
D. ° Di Met de inzet op de acties uit de Agenda Dieren wil Amsterdam de mindset
| pn AE in stand te houden dat dieren onderdeel zijn van het leven. Het is vanzelf-
3 . sprekend om hen, net zoals de mens, te beschermen tegen leed en
Ee “ „ welzijnsproblemen. Daarom is ingezet op bewustwording, preventie en
N het stimuleren tot een actieve bijdrage vanuit inwoners, ondernemers en
a es M maatschappelijke organisaties. Het merendeel van de partners geeft aan te
L On pe NE zien dat de acties vanuit team Dierenwelzijn een merkbaar (positief) effect
Z 4 h A A ee a hebben op het werk dat zij doen. Bovenal zien zij dat de uitvoering van de
al en KS EN 1 agenda impact heeft omdat inwoners, ondernemers en organisaties steeds
Ko 7 nn en Es Le vaker over dierenwelzijn praten, dierenwelzijn belangrijk vinden en zelf meer
t BN Np ra Ni bijdragen aan een verbeterd welzijn. Een mooi gegeven voorbeeld van de
: De pi Dierenambulance is dat Amsterdammers steeds meer betrokken lijken bij
à É Ez in nad Nd de dieren waarvoor ze een melding doen. Denk aan concreter uitvragen
» K KP en ee over het vervolg of hoe het dier is geholpen. Deze impact wordt intern zeer
EN é = EP beperkt herkend (enquête). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat onze
en ai 2 a. partners primair diergericht contact hebben met de inwoners, ondernemers
ki, d hdd en maatschappelijke organisaties. Terwijl de gemeente over gemeente brede
Á en ee Á df nr opgaven in contact staan, waardoor dierenwelzijn niet altijd specifiek aan de
den | : , ; del (® Vaal orde komt. Een bevinding uit onderzoek naar de bekendheid van het dieren-
"We 4 lets, nf \ , Pi te welzijnsbeleid onder inwoners (2018%) is dat niet alle inwoners op de hoogte
Ee ie n nn Pad El KE zijn van het gemeentelijk dierbeleid, maar daarentegen wel bekend zijn met
jp A k A Ba Ne A de aanleidingen van de gemeentelijke dierbeleidsonderwerpen. Hieruit kan
De EE a OR Dann _— En worden gesuggereerd dat de communicatieinzet heeft bijgedragen aan het
ie ne RS B AR en td gevoel voor relevantie en wenselijkheid van de inzet op dierenwelzijn. In
dl Pr PEA ze Wk, Tr zi En hoeverre inwoners hierdoor zelf andere keuzes maken, is onbekend.
PRN UN rd: De he En Pe rf Ree edn
En EE En
TE 34
Tabel 2: Projectgebonden kosten tijdens 2022 t/m 2025 (Begroting 2022)
6 Financiën 2022 2023 2024 2025 ev.
Structureel
De Agenda Dieren 2015-2018 draait voor een belangrijk deel om de samen- Beleidscapaciteit €230.500 €85.520 €85520 €85.520
hang met en tussen (andere) beleidsterreinen. Hiermee geeft de Agenda . 4
Dieren ook richting en sturing aan de programmering en uitvoering van ADAM regeling €500.000” £400.000 |£400.000 |£400.000
andere beleidsterreinen zoals Openbare Ruimte, Armoede en Ecologie. Met Aanvulling subsidie €100.000% €100.000 €100.000 €100.000
de beschikbare middelen is doorlopend bekeken hoe de meest maatschap- Dierenambulance
pelijke impact kan worden behaald. Overig uitbestede werkzaam- €55.000 £116052 €116.052 £116.052
heden (zoals fte bestuurszaken)
In de periode 2015-2018 heeft Dierenwelzijn 4 miljoen budget gehad voor Subsidies 1.178.560 | 1.178.560% 1.178.560 1.178.560
de gehele beleidsperiode, dus 1 miljoen per jaar. Voor de periode 2019- Incidenteel
2022 was aanvankelijk 0,7 miljoen euro structureel vanaf 2019 en 1,4 miljoen Verbet di il €100.000
euro structureel vanaf 2022 beschikbaar gesteld. Uiteindelijk is het structu- Srnereren VETeNWe Zn ° ° °
tn: : . . kinderboerderijen
rele bedrag van 1,4 miljoen gekort naar 0,7 miljoen.Voor de uitvoering van
de lopende agenda is incidenteel 2 miljoen euro voor de gehele bestuur- verneteren . €80.000 - 7 7
speriode 2019-2022 begroot. ondenlosloopgebieden
Communicatie: fte en uitvoering €120.000 - - -
Voor beide bestuursperioden is een structurele onderbesteding zichtbaar Natuurinclusieve stad (zoals €43.500 - - -
op posten die om interne samenwerking vragen, denk aan communicatie en _stimulteren alternatieven op
inzet op hondenlosloopgebieden. Een verklaring hiervoor is dat projecten afschot)
— zoals bij hoofdstuk Samenwerking benoemd - niet altijd voldoende team Onderzoek gierzwaluwen €20.000 - - -
overstijgend tot stand zijn komen. De geraamde budgetten voor beide Dieren die als overlast gevend €250.000 - _ _
bestuursperioden bleken voldoende. worden ervaren 3%
Specificatie subsidies 35
30 Het Amsterdamse Dierbeleid. En kritische blik van inwoners (2018) .
31 Inclusief €100.000 bijdrage vanuit het programma Armoede Dierenambulance €395.221 NB NB NB
32 Extra ton is structureel onderdeel van totaalbedrag subsidie bij specificatie DOA incl. opvangketen £622.002 NB NB NB
Dierenambulane . besch . 9
33 Exclusief indexatie vanaf 2023 Dierenbescherming €19.804 NB NB NB
34 Budget is onderdeel van begroting Verkeer & Openbare Ruimte Toevlucht €122.603 NB NB NB
35 Onder voorbehoud van definitief beschikbare bedragen in aankomende .
gemeente begrotingen en de wens om de subsidies strategischer te gaan Calamiteitenfonds €18.930 NB NB NB
verbinden aan gezamenlijke ambities.
EE
7 Suggesties vanuit partners: ri SER) UN (4 Kist Rd Sd
mogelijkheden voor nieuw beleid A Betr: Mi xy HS $ NS RAN gs if
we Eet be 4e EN Ln EE a fee HEN, -
- 4 en ET A ch EAD
In de uitvraag bij collega’s en partners is teruggeblikt op wat er is bereikt. k NR" / | rn; ' ED KN SEN zatonhN A
Een ruime helft van de partners vindt dat de huidige agenda alle relevante ont kà (8 „ f Ni 2D el kt St Kh at Ns TE
dierthema's dekt, een kleine helft van de collega’s herkent dit niet (enquête). he eN Te per}: EN A Ag pl N xP
Daarnaast is ook afgetast waar nog kansen liggen voor de toekomst. Maat- je wr. Wiet en „m4 4 SLEEN Ene AN Pk AS
schappelijke ontwikkelingen zoals klimaatverandering, covid-19, hetgatop Meer N Ni Í \ A REE ike PCD \ REA
de woningmarkt en de maakbare samenleving hebben invloed op hoe wij } N Rha Pe ook : ’ RRC NN AU hj Dn NN
samenleven en de openbare ruimte met dieren delen. Samenvattend zijn AE MEE j EN pj ' 1 A ee ed An
in de enquête en afgelopen overleggen de thema's, opgaven en ontwikke- a teh eN Nd Á ke Aen Ni Ah Ke:
lingen hieronder benoemd. Indien tot een nieuw dierenwelzijnskader wordt AR al N Ren pn ars in JN GE AEN: Nn 4 N
gekomen, is het wenselijk om de te verkennen wat de ontwikkelingen hier- ei JAN 4 A EJ Be, Kk Zi Kep he 5
onder betekenen voor lokaal beleid en samenwerkingen. nr BNN sn ENE EL DU EN Ed
B Creëer een visie op een diervriendelijke en ecologisch verantwoorde REN 8 Ar à, wal ket Be PERS: RD,
openbare ruimte. Hierbij hoort een lange termijn visie op ontwerp, inrich- Ss en ZE ' ln A À WNT nt Te ren
ting en beheer van biodiversiteit en natuurinclusiviteit, die in verbinding Peel WED wiel es ea A NEE
staat met diergerelateerde opgaven zoals reguliere overlast gevende EN Cl ds wann ‚gs ) Iek ee
dieren en overlast door invasieve exoten zoals de Amerikaanse rivier- re, Ri 5 En Ee eG
kreeft, karper en processierups. Ee: in > ea fe ND ee 4 8
B Verbreed de beleidsfocus naar nieuwe diersoorten zoals (onder)water- EE pel nn rn ik EEN et,
dieren, bodemdieren en bestuivingsdieren. df Ee v/ AE Rn BE Ei GE
B Vorm — in het verlengde van de voedselstrategie en inzet op lucht/ B a " Á A en rf A a
bodem/waterkwaliteit — een visie op landbouw en verken de (juridische) En Ee | Van m Ee
mogelijkheden om de gewenste ecologische transitie te stimuleren. Zet ke Mn BEE e Ee Dn
hierbij in op een diervriendelijke circulaire landbouw, onder ander met « em De | De Ì En = ns
als doel om ziektes uit traditionele landbouw te voorkomen. Ontwikke- EE en
lingen zoals de landelijke stikstofcrisis en lokale wens tot stimuleren van Eten reen Re
biologische landbouw maken dat er ecologische vraagstukken ontstaan i hemd, ee p
n en en
TE 36
zoals het effect van circulaire landbouw op lucht- en grondkwaliteit en impulsaankopen tegen gaan, besef over behoeften van honden met
daarmee de natuurlijke leefomgeving van vrijlevende dieren. een kans op agressief gedrag en medische risico’s bij doorgefokte
B De wijziging in de Wet Dieren per 2023 en de toenemende klimaatveran- dieren).
dering vragen om een omslag in het houden van dieren. Verken wat dit e Doordat er meer katten in Amsterdam zijn, is er een hogere kans op
gaat betekenen voor de stad zwerfkatten (en dus meer relevantie voor aanpak voorkomen zwerf-
B Door de klimaatverandering wordt Nederland steeds aantrekkelijker dieren) en meer druk op de vrijlevende dieren. Inventariseer de impact
voor zuidelijke soorten. Vorm een prognose over hoe de stad zich gaat van loslopende katten op het Amsterdamse ecosysteem en vorm waar
ontwikkelen en wat dit betekent voor de kwaliteit van de natuurlijke nodig een programma.
leefomgeving van de vrijlevende dieren en voor de facilitatie van stads- e Parken en groen in de woonomgeving worden sinds covid-19 inten-
dieren die als overlast gevend kunnen worden ervaren. Denk aan duiven, siever gebruikt en deze toename heeft impact op broed- en leefomge-
meeuwen, ganzen en invasieve exoten zoals de eikenprocessierups. ving van vrijlevende dieren. Vorm een visie op omgaan met drukte en
B Specifiek voor invasieve exoten is het ook wenselijk om een efficiën- intensief gebruik buitenruimten.
tere route voor de opvang en vervoer hiervan te organiseren. Huidige B Verbind natuurvriendelijke oevers en grachten aan veiligheid, voorkom
wetgeving bemoeilijkt tijdig legaal handelen terwijl het aantal (uitge- dat dieren te water vallen en niet kunnen vluchten.
zette) invasieve exotische dieren in de stad lijkt toe te nemen. Hier gaat B Haal kennis op over soortenmanagementplannen voor de bescher-
Amsterdam, samen met G4, Dordrecht en Dierenlot nog met LNV over in ming van gebouw gebonden dieren en formuleer een pilot. Met name
gesprek. vanwege de urgentie om op grote schaal woningen te realiseren en
B Vorm een visie op het fokken van dieren in relatie tot verantwoord renovaties duurzaam in te richten is het essentieel dat isolatie en
houderschap: marktplaats, broodfok en gestylde dieren. natuurinclusieve maatregelen worden meegenomen.
B Sinds covid-19 zijn er meer huisdieren aangeschaft.
e Sinds Q2 2021 ziet de opvangketen een stijging in opgevangen dieren
(aangeschaft en afgestaan tijdens covid-19). Een groot deel hiervan zijn
gedumpte konijnen en kittens. Tevens zien asielen meer medische- en/
of gedragsproblematiek. Vermoedelijk zijn veel dieren zonder uitge-
breide voorbereiding aangeschaft en zouden deze zonder covid-om-
standigheden niet zijn aangeschaft. Echter is de aanleiding van aanschaf
(bijvoorbeeld: eenzaamheid, meer tijd wegens thuiswerken, speelma-
tje voor de kinderen die thuisonderwijs) niet in beeld. Communicatie en
voorlichting kunnen bijdragen aan verantwoord eigenaarschap (zoals:
TE 37
4 EL hee Ae Y . af
he lee A e É Pf Ee he ff
kerk } BIN: E od Ne 4 id a " Pe Oe POT as ok RS
EK Te A Be eik tes ei B KE reke KL OE ha Ch Le ls an nd | N pa ke MT
| EN Pr AE k . é k en As L . é : he fe ker ri TEL Fe ah A oi Sn
df i - Des e PR shal he Pe Hi fi % zi ht dak 4 Ee ed v Ante B er Li : ri a ie : Ì hr
ON te 0e Ee SN els eo =d & ke \ 5 €, IF ae Rf
zo Bn en PR ds rj FAD Pa TEN î ei RAD or k wir Me at AN
ki. 6 | elk Ne NP mn - Á df ds kr Jed, 8 $ Ee Pr el VI je
EES 200 it RK - Sel A oe Een 5 9 , En d AN À EE OD u
TE | Lo jn Pd - pj er Eed iS Ene, 7 ee laren SN Tj Po rad LS a
ES in B je 8 iT “ RE 9 Vd 9 Ee m Ee En T ee er , 4 de Sr ee, ln HEA
Ô dn EUD 7 5 ite Î EN REE
- í En Ei] eis ne, dis ui ‚ ED \ bj ' p
tad. E ei - Î ï zo, dd per i 4 " " DV 4 ee a MAM An kn
À | p CE F3 RN A h fi je E “ ef a Pe ris t Aai Mi,
L i EE OW WT ER à ' t hd, ATS Sr D in U denn
kek | à ' : NK Er LN MA Ls Aart À ì vi p kh. | PE Wies ril 5e Pr; Dn E ha pn 4
EN e Ni KE REN NE if P À ARE Ee % L Kk | el f Nn : Kid Wi ST : m Sr if d Ln. A
, wr a 8 | hg N Ld S be AAS AF " De
Bep ATR “ PEN mcn Hrs al rp Mott L;
wr Í Ee Î ES 1 ‚y | Jd wt Porn PL alas, Pre ] ij |
VO ed 207 j NT AP id AEEA /
(as rt Ue Rik Va dd TE | 1, NS 00 6 ee ee hiv Nr en 5 Á td
N , / > Ee he A dE p ra ke EA sen irr
” ' In À g NN, hi Ï Í Er eed MENDE jd patate NE
\ i L \ } ’ N LU en ee NT he VAER NE MT NT
Is 4 fte ij, eG : BN TE RT Ne REN B RE inne 0E Ie AEL OR
DEL en, 4 k ad Al REE AR, ONE REN OTE heele oe TERRA MU A ON br ee, HE A
RD GAL me 6 \ iN En k MN Ii: rh teh \ Nt, An het Oad bre LEEN Ne
5 É L - à el Ln \ et Là Eer Es ENE B IRE Ak.
5 ONE IE 5 3 A Me, ii ‘ 4 ij ES AL Ki ik |
5 5 nk 0 5 ® ij E is ME, AA NE af p 0 : ES bi
RDE Geri A eea EN aj ES A Dn ee wf
Benpereeen EE ee ta N Ì EE ’ pd
N En À ET RE Ee ve NS , a 6 ij d,
ke Ne Bednet r „ En En oe
‚Pda La } 4 ! É d k En Be a zn ri nn
Fe ORE Een: j weet dl Ei mt f ie in L Ee Pe je 5 Ei Ka ES ee ze Ee
ZE AND fi DEN } : az ie n ee B si 5 Wee. gn 5 een, En
BRP AP TANG EP AE VOE eat ne DE Rn
ER EN, Gb Ee dln NT Ken WE en
Lal ee beds tie a res rte > rt $ : EE TE
LED VOR ARELS NE ie me ed ie % 1 eN
ER Kips Ä p nen rr ene, zi pr zE 3 eet ú lii re, Afl , Tel pe a ner
5 CP ne de nn LEE en sf he hen
dr o BM Ap VERN me ie Mg Wi, a : ere ed BE
: Í er bri. SOL HN hi mn De en En RA vir - jn. SI REN
5 dead : Ep Wi en AE te ES 5 ned Pp re en ns Ë k dd h f e KS } e Re 2
: ri dl Ji eener E ia rr DE En EL r hf a f
BAN bg hs EN Ae en & nn ee Eet nei EC pn î Van | Le.
} A Meden RE Ee LR, JN N
oef nde A ee Si Ë \
he en ben tn MB nn alien EE B a in le heen AN ‚ enn, |
} ï ; eer ee ie n ee an f N } en
El ak Ee Pnt eg dan de, 5 ER ten Pal na € Kh iN N
he AD Í ne Er ee rd , : ee es En er A Ee En En Enz AD Ö We -
kh en À S z pn E a pl an ne Ea he „ . ek
: jk 2 ee « e: Ten ml pf nt ie ann | ie Ee n - in a
pi En En ee rr Eg Ve Te nk zie k fj ee dig
s - } ” ee = en "Kent SN. 4 Ì f N
: n ne . er 6
| | AT ma nne | | 4
; ng ht Le > p a” ie As 7
EC rk rei ear rd Re bead Se 4 4 !
: „id. jn es - 8 3 E
/ 5 E , 5 „ e
a - . = in 4 . k
4 L dr : } = si ne Ae il
5 d Le - a r
n N PES A ee)
Ee 4 LJ
D _
A Ed an en ' 8 Î
: e É 9 Ee De -
sk , Dd
: : Ee u „ El . ed er kh al « py “ _
. ’ Ee Rr AE Ki Er er ee! - nn à
— m \ 7 N
„ LE
EN = re ir m ee ( : Ü ue En '
k Á em w „rs EM B ie EP A b
peen EE ree ban ed Me eK Enk
p red, Pre ii ys Ge ‚ rj 3 Ee on EEn oe ned nd RA p
. Eet, herl : „ d ‚ a Ee dr Eee d sss ed B
È _ nn Ven ME a da zt = n
Ef 4 P: aar |
Conclusie de
Het doel van de huidige Agenda Dieren is: “Bijdragen aan het behouden samenwerkingen op deze dossiers dat deze effecten tot stand zijn gekomen.
en, waar nodig en gewenst, verbeteren van het welzijn van zowel gehouden De inzet op dierenwelzijn heeft zin en is relevant om tot een meer gelijkwaar-
dieren als vrijlevende dieren binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.” __ dige relatie met dieren te komen. Het continueren van het huidige beleid is
Met deze evaluatie wordt inzicht geboden in hoeverre de beoogde resul- voorwaardelijk voor behoud van impact.
taten (voortgang acties, impact en samenwerking) en doelen zijn behaald
en op welke onderdelen het beleid moet worden aangepast of nieuw beleid Behaalde doelen en acties: verbeterd houderschap, leefomgeving en
moet worden ontwikkeld. diervriendelijke beheersing
In de agenda zijn vier doelen gesteld (p.6) waarvoor in totaal 52 acties
Behaalde resultaten: verbeterde samenwerking en impact zijn geformuleerd (bijlage 3). Op de eerste drie is vooruitgang zichtbaar
Het doel van de huidige Agenda Dieren is: “Bijdragen aan het behouden en zijn de acties afgerond of doorlopend geworden. Partners merken dat
en, waar nodig en gewenst, verbeteren van het welzijn van zowel gehouden eigenaren hun huisdieren nog beter zijn gaan helpen, zo komen dieren
dieren als vrijlevende dieren binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam.” De _ bijvoorbeeld eerder in beeld bij dierenartsen en worden minder dieren
behaalde resultaten op de acties, beoogde impact en samenwerking laten zien afgestaan aan het asiel. De komst van covid-19 heeft de voortgang op dit
dat Amsterdam hier de afgelopen jaren fors in heeft geïnvesteerd. Dat blijkt doel beïnvloed (p.11). Verder is de natuurlijke leefomgeving van vrijlevende
uit dat nagenoeg alle acties zijn voltooid of uitgerold tot doorlopende actie. dieren verbeterd (door natuurinclusief bouwen en oplossing van de ecologi-
Zo is een bijtprotocol opgesteld, het Rijk geattendeerd op de verkoop van sche knelpunten) en wordt dierenoverlast zo diervriendelijk mogelijk tegen
puppies en kittens in winkels, dierenwelzijn in de crisisplannen opgenomen en gegaan (bronaanpak en geen gebruik van gif meer). De zes acties die niet
een vissterfteprotocol ingericht. Veel van onze inzet heeft geresulteerd in een zijn voltooid, staan voornamelijk in relatie tot subdoel 3: “voorwaarden
doorlopende samenwerking, denk aan de ADAM-regeling, de totstandkoming scheppen voor het verantwoord houden van (landbouw)dieren.” Deze acties
van de hondenlosloopgebieden, uitvoering van het bijtprotocol, het monitoren _ zijn niet gelukt omdat de lokale bevoegdheid op dierenwelzijn ontbrak.
van de vispopulaties en het in beeld houden van beschermde diersoorten. De Wetende dat dierenwelzijn geen bestuursrechtelijke grond voor gemeenten
beoogde impact, namelijk een verbeterde bewustwording en bijdrage aan is of op korte termijn gaat worden, vraagt de totstandkoming van dit doel
dierenwelzijn, wordt gezien. Dat blijkt uit dat inwoners, ondernemers en maat- bij eventueel vervolgbeleid om een nieuwe insteek. Zo liggen er kansen om
schappelijke organisaties vaker over dierenwelzijn praten, het belang afwegen het onderwerp landbouw te verbinden aan onze gemeentelijke inzet op de
en waar nodig zelf bijdragen, bijvoorbeeld door de partners te raadplegen voedselstrategie en lucht-, bodem- en waterkwaliteit (p.27). Voor het onder-
wanneer een dier in nood is. Ook intern wordt het belang van dierenwelzijn werp landbouw en het inrichten van welzijnseisen bij bijvoorbeeld Evene-
vaker afgewogen, denk aan het faciliteren van vrijlevende dieren als natuur- mentenvergunningen, is het wenselijk om de uitkomsten uit de zienswijze
lijke predator voor overlastgevende dieren of de uitbreiding van het aantal ‘het dier in verschillende overheidslagen’ van de Raad voor Dierenaangele-
fauna-uittreedplaatsen bij gebiedsontwikkelingen. Het is dankzij de goede genheden (p.16) af te wachten.
5
Kansen: speel in op maatschappelijke ontwikkelingen en verbinding bij te sturen, doeltreffende voorlichting in te richten, het Rijk onderbouwd
met overige gemeentelijke domeinen te informeren en de relevantie voor verbinding met het sociaal domein,
De ambities uit de Agenda Dieren 2015-2018 zijn gelinkt aan de maat- openbare orde en veiligheid, welzijn, handhaving en recreatie herken-
schappelijke ontwikkelingen uit de periode rond 2015. Ondertussen zien baarder te maken.
we ontwikkelingen die voor de hele stad, mens en dier, uitdagingen bieden
(p.27) en vragen om een betere integrale borging met sociaal domein,
veiligheid, gezondheid en recreatie. Niet alleen zit de algemene zorplicht mn mer -
voor dieren in al deze domeinen verweven, ook is de relevantie voor | Ì Ee h AN Sh P " Là _F
verbinding met deze domeinen meer relevant geworden. Denk aan de esn | IN | |
invloed van covid-19. Dit legt druk op de openbare ruimte en het huisdie- : 14 A / OENE
renbezit nam toe. Verder hebben de stikstofcrisis en klimaatverandering L Lj \l © En
invloed op ecologische structuren en vragen beiden om nieuwe manieren NT I e Ee el tld ij
van verantwoord houderschap. ! ze Ë Seg fi Ì
Aandachtspunt: monitor voor meer preventie oen ” * ir LN ef oh
Doordat de huidige ambities niet zijn gekoppeld aan de wijze van moni- mn k ZK Njet Ke E == Ie 4 7 ES
toren, registeren en meten, zijn de cijfers (p.8) vooral ondersteunend en mn OF Elen Bme Le PS Wd el
indicatief geweest in het volgen van ontwikkelingen. Ze bieden echter zn Dillian) mma Wink”: ie EL) mi, CET
geen inzicht in oorzaken achter trends (voorbeelden; aanleiding van En ER E En ( IN / / ì Ny
aanschaf huisdieren tijdens covid-19 en oorzaak achter crisisdieren). Een en TREE Zj a AIS ee Sh s ds
mooie ontwikkeling is dat enkele partners hun registratiesysteem hebben mee, Lln 5 ANN
geupdated waardoor er naar verwachting vanaf 2022 meer informatie Tennd Con a
kan worden geduid. Dit biedt momentum om met de keten te verkennen en ie bf RT: í | NX; ee
hoe gezamenlijk kan worden bijgedragen aan het behalen van de beleids- ENE en … Pis IS Wiz ee
doelen, zowel intern als extern. Zo is bijvoorbeeld het uitgangspunt om en en % Ml 8 Á | En #7 en
vroegtijdigere signalering van dierenleed te organiseren nog niet optimaal Een 3) Pe E25 T= Te
benut. Om hiertoe te komen lijkt er meer zicht nodig op oorzaken achter Eeen & 5 | Sn DE
iiai isisdli ieddi en WR ee
trends en patronen (zoals stijging crisisdieren, reden aanschaf huisdier en ge En Een
stijging hereniging met eigenaar). Dit zicht is nodig om beleid tussentijds mer” EEE
TE 40
hk j 5 E |
me, = n
ox Ne
k oe | N
Bn iS \ Se
… SN |
, PE eN EE ù |
EE NN We
dd ER E a
kt
Eeen DE Vn x re
En ®
á 1. Aanbevelingen
kl
Aanbevelingen IN
1 Dierenwelzijnsbeleid heeft zin. Continueer het dierenwelzijnsbeleid h Gel ie Am 5 4
De acties uit het huidige beleid ondersteunen de inzet van onze partners kds er % pr
(inzet wettelijke taak en algemene zorgtaak), maken dat dieren eerder PE SA Ea ee
geholpen kunnen worden (zoals ADAM-regeling en afspraken crisisbe- ; gn gn re
heersing) en zorgen dat de leefruimte voor mens en dier in balans is (zoals A en DN pr TEA Hi ilk
hondenlosloopgebieden, aanpak overlast gevende dieren en natuur inclu- IN ZN EN E pn
sief bouwen). Indien dit beleid weg valt, is er voor de vrijlevende dieren een eN TEN € À JN
beperkte natuurlijke leefruimte wat negatieve impact heeft op de gewenste ps A ON PS 5 \ Med ; ip VD
biodiversiteit en het tegengaan van klimaatverandering. Voor de gezel- j Pen A f - kj id 1 zak
schapsdieren kan dit betekenen dat inwoners onvoldoende in aanraking K dl a > Á 3 s DN „ie I=
komen met de juiste ondersteuning of laatste inzichten over hoe huisdieren S 5 TON nT in
op een fijne manier kunnen worden (onder)houden. Daar waar dieren niet PRA ME | ns VT C AK
verantwoord worden gehouden, kan dit leiden tot medische- of gedragspro- \ EA iS Ee p NR
blemen van de dieren. Hierdoor kan het in het uiterste geval onhoudbaar î € 7 eR Mel en) ee To he)
worden om de dieren te houden. Deze gevolgen kunnen in veel gevallen dE À Ì
voorkomen worden. Het continueren van het huidige beleid is voorwaar- of \ \ ) rh | 2 ef ei
delijk voor behoud van impact. Bij de continuering van het huidige beleid E Ps bh, hd j a A
is het wenselijk om de uitvoering van de aanbevelingen uit hoofdstuk 2 sy, sen PT 7 LN sed,
(p.1o) en bijlage 3 (p.35) te overwegen. Denk aan: het continueren van de > Ate
ADAM-regeling door de jaarlijkse extra €100.000 structureel te maken; in
te zetten op het verantwoord houden van hoog-risico-honden; uitbreiden
van de lokale chipacties; en lokatiespecifiek maatwerk in te bouwen in de
aanpak overlast gevende dieren
2 Speel in op maatschappelijke ontwikkelingen en benadruk als
gemeente dat de dieren hierbij vanzelfsprekend worden meegenomen.
Dat kan door de implementatie van de geschetste ontwikkelingen (p.27) te
overwegen. Denk aan:
TE D42
B Een visie te vormen op een ecologisch- en diervriendelijk verantwoorde indicatoren. Bovenal is meer zicht nodig op de impact van communica-
buitenruimte. Koppel het ontwerp, inrichting en beheer van gebieds- tie-inzet op de gewenste gedragsverandering.
ontwikkelingen, groenvoorzieningen en natuurinclusiviteit strategisch
aan opgaven zoals de aanpak overlast gevende dieren. Zo, kan op 4 Benut de inzet op dierenwelzijn slimmer. Verken een goede plek
een meer natuurlijke en minder intensieve manier hinder door overlast voor dierenwelzijn in andere domeinen zoals veiligheid, sociaal domein,
worden voorkomen terwijl de natuurlijke leefomgeving van dieren wordt wonen en handhaving.
versterkt. De inzet op dierenwelzijn is onlosmakelijk verbonden aan andere gemeen-
B Nieuwe beleidscategorieën te overwegen water-, bodem- en bestui- telijke domeinen. Dierenwelzijn is geen thema op zichzelf, het is verbonden
vingsdieren. Deze dieren worden ook geraakt door de druk op de open- aan gezondheid (voorkomen van virussen zoals covid-19 en vogelgriep),
bare ruimte, klimaatverandering en recreatie leefbaarheid (vrijlevende dieren zorgen voor management van plaags-
B Zicht te krijgen op de impact van covid-19 op de dieren in de stad en te oorten), welzijn (diergedrag als mogelijk signaal voor schulden, zorgen of
formuleren wat dit betekent voor de aanpak. Denk aan de stijging in het stress in een huishouden), vitaliteit (omgang met dieren stimuleert totli-
aantal (doorgefokte) huisdieren, de stijging in gedumpte dieren en de chaamsbeweging) en veiligheid (dierenverwaarlozing is voorspeller van
druk van recreatie op de leefgebieden. Deze nieuwe trends laten nieuwe _ huiselijk geweld). Uitingen in gedrag en gezondheid geven belangrijke
vormen van druk op de leefsituatie, openbare ruimte en ecologische signalen af over hoe het met het welzijn van een specifiek dier en diens
habitat zien. omgeving gesteld is. Door de kennis over dierensignalen sterker in gemeen-
telijke structuren te borgen, kunnen ook risico's op mensenwelzijn eerder in
3 Maak dierenwelzijn beter meetbaar beeld worden gebracht.
Bij de komst van nieuw beleid is het wenselijk om de voortgang analytischer
(meetbare resultaten) te kunnen volgen. De ambities uit de huidige agenda 5 Verbind subsidies op een strategische wijze aan ambities
zijn niet gekoppeld aan indicatoren, waardoor de resultaten alleen kwali- Stuur met subsidies op gezamenlijk eigenaarschap van de beleidsambities
tatief (op beleving) te meten zijn. Ondanks dat ‘welzijn’ zich niet makkelijk en op een gezamenlijke monitoring van impact. Het merendeel van de
in cijfers laat omvatten, biedt de combinatie kwalitatief-kwantitatief het acties die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, waren losstaande acties met
meest complete verhaal en grip op trends. Deze grip biedt beleidsinzichten, als doel om tot een bepaald resultaat te komen. Een goed voorbeeld is de
aanleiding om waar nodig bij te sturen of om onderbouwde signalen bij het inzet op het terugdringen van zwerfkatten. Zo is via de ADAM-regeling en
Rijk te adresseren. De vraag wat wij als keten kunnen doen om de inzet op opvangketen ingezet op het chippen van dieren, is er een juni-chipmaand
dierenwelzijn overbodig te maken, dient hierin centraal te staan. Om hiertoe geweest en worden verwilderde katten door de SAZ gesteriliseerd. Toch is
te komen is het belangrijk dat partners en instituten met kennis over dieren in 2020 nog een groot gedeelte van de opgevangen dieren een zwerfdier
worden betrokken bij het formuleren van meetbare resultaten en passende (zie bijlage 2: 36% hond, 55% kat, 62% konijn). Wegens veiligheid voor het
TE D43
dier en voorkomen van overlast voor de inwoners is het wenselijk om dit te gaan wordt in Q4 aan de gemeenteraad aangenoden. Indien er bij
patroon nog sterker te doorbreken. Om dit te kunnen is meer zicht nodig het toekomstig bestuur (2023) draagvlak is om die mogelijkheden uit
op de oorzaken, op wat effectiever is en hoe wij hier als keten iets in kunnen te werken, wordt een uitvoeringsprogramma uitgewerkt. Voor de door-
betekenen (wie doet wat en wanneer, hoe kan de missie worden ingebed voering van implementatie, inrichting en beheer van dit programma zijn
in bedrijfsvoering, hoe kan slimmer van elkaars expertise gebruik worden structureel extra middelen nodig
gemaakt, etc.). Door toe te werken naar gezamenlijk eigenaarschap op de B Kinderboerderijen; de gemeente blijft in gesprek over het verder
beleidsambities en de beschikbare subsidies hieraan te verbinden, kan met uitwerken en verduurzamen van de afspraken over dierenwelzijn. Dit
meer impact worden gehandeld. vergt een integrale aanpak waarbij beleidsharmonisatie en subsidies
ondersteunend kunnen zijn. ADAM: Doordat de regeling goed wordt
6 Borg passende budgetten voor het waarmaken van de ambities benut en de effecten als positief worden ervaren, is het wenselijk om de
De afgelopen jaren is ingezet op het realiseren van acties op gezelschaps- regeling te continueren. Gelet op de hoge werkdruk (p.11) in combinatie
dieren, vrijlevende dieren en dieren voor ontspanning, sport en recreatie. Er met dat de regeling financieel achterloopt op de indexatie van de stan-
zijn acties die doorlopend zijn geworden, terwijl de middelen daarvoor per daard kosten, kan worden overwogen om de mogelijkheid tot indexering
2023 aflopen. Denk aan kinderboerderijen, tegengaan jacht en voorlichting van vergoedingen te verkennen
verantwoord houderschap. Blijvende aandacht hiervoor is belangrijk. Indien
het een politieke wens is om het huidige niveau te minimaal te continueren,
is het wenselijk om het huidige budget te borgen voor het behoud van
capaciteit en projectkosten.
Kijkend naar de financiële samenwerkingen in relatie tot de ambities lijkt het
kansrijk om de volgende aspecten door te ontwikkelen:
B Subsidies: Het is belangrijk dat de verdeling aansluit op de behoefte
en de knelpunten die partners ondervinden. Denk aan sturing op knel-
punten zoals afstandskosten, personele inzet en medische kosten. Daar
is de huidige subsidieverdeling niet op aangepast. De visie op deze
budgetten is daarmee toe aan herijking, die aansluit op de gezamen-
lijke beleidsambities, monitoring van patronen, professionalisering en }
communicatie-ambities. N
B Jacht/afschot: Het onderzoek juridische mogelijkheden om jacht tegen - di
TE D44
- Zsa
p re En =
87 Î ‚2 :
ge e ie p 5 3
Pd rd
EN
' Dn a eN
He be = Bd eN En
br 3 N EN NS
LR Á Kee
NEN ® NN
en ZN .
SN SS nn N ke
AS ' 5 e
on. in
pp |
nen \
| ke ds m pes STe Á
Ì Be es à Le” 3 Z LA Sn
» nen Pe Mj NN
u N AES it
EE Wm <ó er Ea RS 7 ee 4
$ IN af be er fi P
Ie ES … ME
A A
| Wiage 1: respondentenlijst
Dr + Kd
EN s Ri
ee ee
Bijlage 1: respondentenlijst
Samenwerkingspartners Intern
Politie incl. hondenbegeleiders Stadsdeel Noord Konijnenopvang
Amivedi Stadsdeel Zuid Stichting OOPOEH
Dierenambulance Stadsdeel Nieuw-West Dibevo
Veilig Thuis Stadsdeel West Stichting wildopvang Toevlucht
Raad voor Dierenaangelegenheden Stadsdeel Zuid-Oost Provincie Noord-Holland
Dier en recht Stadsdeel Oost Duurzaam Fauna Advies
Dierenbescherming Stadsdeel Centrum Staatsbosbeheer
Stichting Amsterdamse Zwerfkatten GGD Amsterdam Waternet
Dierenlot Adviseur Evenementenbureau Amsterdamse hengelsportvereniging
Dierenopvang Amsterdam R&D ecologen Kinderboerderij Bijlmerweide, de Pijp,
Loes voor dieren Ingenieursbureau ecologen de Werf en Zimmerhoeve namens alle
kinderboerderijen
Dierenvangnet Veiligheidsregio Amsterdam
Landelijke Inspectiedienst Toezicht Handhaving Openbare
Dierenwelzijn Ruimte
ADAM: coördinator Armoede
ADAM: dierenartspraktijken Verkeer & Openbare Ruimte
Medisch Centrum voor Dieren Groen en Wegen
Caressa dierenziekenhuis Boswachter Amsterdamse bos
Stichting bevordering huisdierenwelzijn Vergunningen, Toezicht en Handhaving
Dierenasiel Oostzaan Coördinator contract Artis
Reptielenopvang Team basisvoorzieningen (Cs
Fruittuin
TE DT46
| ak Il
ij a S rt
l , | | Kin |
| & Bijlage 2: grafieken
| M ter context bij cijfers
_ aen |
he OTO
il © fi k bii uf
Bijlage 2: grafieken ter context bij cijfers
Honden Katten Konijnen
Ingekomen honden 2017-2020 Ingekomen katten 2017-2020 Ingekomen konijnen 2017-2020
300 300
2.250
200 225
1.500 150
100 750 75
0 0 0
2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020
B DOA B Dierenvangnet B Loes voor Dieren B DOA B Dierenvangnet B Loes voor Dieren B DOA B Konijnenopvang de Werf B Loes voor Dieren
B Asiel (Noord) Oostzaan — SAZ
Opvang honden 2017-2020 Opvang katten 2017-2020 Opvang konijnen 2017-2020
1.509
138
164 1.215 1.162 ae 112 —
120 me 998 9
oa 87 88 e
99
73 89 79 67
50
25 36 . 248 231 234 217187
68 50 67 4 3 0 0
2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020 2017 2018 2019 2020
B Zwerf MB Afstand MN Crisis
Evaluatie Agenda Dieren 2021 48
-
| NS:
AN
ne | S AN h EE A 4 Á 1
| en. nr KD Les Nt / Á |
OAN iN O}j |
| k Ts Ien NN p | Ee / PN id q RA J> Aen pi
| En Oan Oe TA ij
Ke SR OT VA
5 Ue Gr 7 NSS Ne \ 4 nn Gar \ ll Ì oe 5 RE Ee : 5 = en 4 L
KN (OP hk IN mene Aen Jed N ee
OEE Drin AE SH
LD Dd ER DD SRV Dh & „Rr
ams rj A p r 5 ar ee En — ik Ds € de ee eR \ A Se
wt ì L 3 Z f id 4 WE f bs Wár - le À 4 NA sn , 1rS DN
er \ Sef ee ne €” N id Ö k N k Je b re de : 8 t P aid md
en A07 IN de lm AES SO, 4 De ROT Ze Te \ PND ie jr
WE € \l A ed &
ACE € LX
den RAL Bijlage 3: Status voortgang
ed [T\ da Di 2015-2021
OK: Le (Ne [-Ta le EMD] -
4 d Ff | vrek Si PS hin BNN AN à
ALWZIG BAN ZNd ED en ANN hm |
| hk € Fr ER EE De AN Te
ee . .
Bijlage 3: Status voortgang acties Agenda Dieren 2015-2021
Status acties Context over acties p.19 Dierenleed Toelichting: De dierenwelzijnspartners zoals opvang
Groen is afgerond Bevindingen, toelichting, aanbevelingen wordt voorkomen en Dierenambulance vervoeren en vangen dieren
Oranje verloopt goed en waar nodig tegen op om verder leed te voorkomen. Twee derde van
of is een doorlopende opgetreden. de politie basisteams, heeft een taakaccenthouder
actie geworden Dierenwelzijn aangesteld. Er vindt nog gesprek
Rood is niet gelukt plaats over communicatie rondom bewustwording
Ambities coalitieakkoord 2019-2022 Meldpunt 144. Wegens beperkte prioriteit op
Structureel budget dierenwelzijn bij de politie en de interne visie op
corporate communicatie, is communicatie nog niet
1 p.23 ADAM regeling Zie Hoofdstuk 2 p.11 tot stand gekomen.
2 | Dierenambulance Aanbeveling: continueren Aanbeveling: Specifiek voor optreden is het nodig
subsidie dat dierenwelzijn meer prioriteit krijgt bij Handhaving
. En Dn . en politie. Daarnaast kunnen we onze ogen en oren
3 Extra beleidscapaciteit ‚ Bevinding: mensen geworven, met zichtbaar effect op straat slimmer benutten (denk aan: havenmeester,
op voortgang oppakken acties uit de agenda en gebiedsmakelaars, parkconciërges) ten behoeve
bestuurlijk advies, . . van signalering. Wenselijk om intern te investeren in
Aanbeveling: budget continueren om basistaken te verbeteren van signaleringsvaardigheid.
continueren en koploperspositie te behouden
: Te 6 | p.20 Verantwoorde Bevinding: Inspanning woog niet op tegen de
Ambities Agenda Dieren, incidenteel budget verkoop van effecten.
4 | p.17 Uitdragen Toelichting: De stads brede voorlichting is niet tot huisdieren. Stimuleren
gemeentelijk stand gekomen wegens praktische knelpunten, kwaliteit Dierenwinkels | Toelichting: Na intensieve actie uit 2018 is dit blijven
dierenwelzijn inbedden in corporate visie. Echter is wel en afbouw verkoop van | liggen aangezien een selecte groep ondernemers
toegewerkt naar voorlichting via partners, denk aan dieren zich voor het keurmerk inclusief her inspectie heeft
subsidie via de Dierenbescherming voor de levering aangemeld en naar verwachting bleken de resultaten
hiervan en het stimuleren van communicatie via van die ondernemingen goed te zijn. Hiermee
partners. De gemeentelijk website en folder “Weet hebben we niet de ondernemers in beeld gekregen
waar u aan begint” zijn in 2021 geactualiseerd in waar zorgen over waren. Tuincentra en bouwmarkten
naar de laatste stijl en inhoudelijke inzichten en die dieren verkopen zijn 7 april 2017 via een brief
onder de partners verspreid. Met diverse media- van wethouder dierenwelzijn verzocht hiermee te
acties is voorlichting gegeven over dierenwelzijn. stoppen
Aanbeveling: Er is meer zicht nodig op (impact op) Aanbeveling: in voorlichting over verantwoord
doelgroepen. Budget wenselijk om hier onderzoek houderschap kan actief worden gestimuleerd om
naar te laten doen. alleen bij ondernemers met keurmerk te kopen.
TE 80
7 | p.20Verzoek aan Toelichting: Aan het Ministerie van Economische 10 | p.22 Gehouden Toelichting: Positieflijst heeft een tijd on-hold
Rijksoverheid: verbod | Zaken is 15 februari 2017 gevraagd om beperkingen dieren zijn wettelijk gestaan en momenteel is deze nog niet geüpdatet.
op verkoop van te stellen aan de verkoop van dieren in tuincentra en toegestaan en aan Daarom is actieve voorlichting hierover nog niet
puppy's en kitten in bouwmarkten, zoals verkoop van kitten en puppy's. voorschriften wordt opgepakt.
dierenwinkels. Samen met 35 andere gemeenten is 19 juni 2017 voldaan.
aan de Vaste Kamercommissie EZ van de Tweede 11 | p.23 Honden en Zie hoofdstuk 2 p.12
Kamer gevraagd zich in te zetten voor een verbod. katten hebben een
Het verzoek heeft niet geleid tot een verbod. chipregistratie
8 |p.21 Toelichting: De gemeente heeft de dierenwinkels 12 | p. 25 Hondenlosloop- | Zie hoofdstuk 2 p.13
Dierverkooppunten per brief van 14 september 2017 gevraagd om gebieden
helpen bij het klanten die een huisdier willen aanschaffen erop te
herplaatsen van dieren « wijzen dat ze dat het beste kunnen doen bij een van 13 _p.25 Bijtprotocol Zie hoofdstuk 2 p.14
uit opvangcentra. de opvangcentra, zodat ze daarmee zwerfdieren 14 \p.26-27 Zie hoofdstuk 2 p.17
en dieren waarvan afstand is gedaan helpen aan Kinderboerderijen
een nieuw thuis. Bij één tuincentrum is een actieve
samenwerking met de Werf tot stand gekomen. In —
hoeverre de overige winkels hun klanten attenderen a pe 5 KO
op aankoop via de opvangketen is onbekend. \ en n 8 ==
9 \p.21 Verbod verkoop | Toelichting: De strekking van dit voorstel was op j Be KON id N
levende warmbloedige wens van het college uitgebreid naar een algemeen en |
dieren op markten. verbod op verkoop: bont, alle levende gewervelde, . ts
geleedpotige dieren, koraal en naar opgezette n
dieren. Het voorstel is in julii 2021 in het college en _ A ke _ Gy ne
besproken en is besloten om het verbod alleen te ee ‘ 7 nn, Ns Ee
laten gelden voor de bepaling uit het coalitieakkoord 8 & el … ee
(bont, kreeften en krabben). Hiermee is dus niet het it. tn 4 Ean
verbod op levende warmbloedige dieren gedekt. ehs , û ed EN
In Q3 wordt het voorstel voor zes weken ter inspraak ®' = N
voorgelegd en wordt de inspraak geanalyseerd, f à r nme)
geduid en waar nodig verwerkt. t fì
Aanbeveling: verkennen mogelijkheden om dit
verbod uit te breiden naar terrasgevelverordening en
informele afspraken met reguliere winkels.
TE 91
15 | p.28 Artis; welzijn Toelichting: Het verbeteren van dierenwelzijn is 18 \p.30 Houders paarden «Toelichting: In 2017 zijn voor paardenkoetsen
van dieren geborgd sinds 2019 in de resultaatafspraken opgenomen. De voldoen aan welzijns- | aanvullende voorschriften opgenomen in het
en Artis houdt zich gemaakte resultaatafspraken lagen in het verlengde richtlijnen. Opstellen gemeentelijk uitvoeringsbeleid Alternatief
aan de regels voor van waar Artis reeds mee bezig was. Denk aan: van nadere regels Personenvervoer. Voor het verkrijgen van een
dierentuinen zoals meer natuurlijke habitat creëren, minder (soorten) in vergunningsvoor- vergunning om te mogen halteren met paard en
opgenomen in het dieren, nabootsen samenstelling aan dieren, schriften wagen waren de welzijnsrichtlijnen voor paarden
Besluit Houders van gedragsverrijking. van toepassing afkomstig uit de Gids voor Goede
Dieren. Aan het behalen van de resultaatafspraken zijn geen Praktijken zoals opgesteld door de Sectorraad
concrete deadlines gekoppeld. In april 2021 heeft Paarden. Sinds 1 april 2019 is het echter niet meer
Artis laten weten dat de verblijven voor slingerapen, mogelijk om in aanmerking te komen voor een
gibbons, sneeuwuilen en de olifantenstal zijn vergunning voor deze vorm van personenvervoer.
vernieuwd. Het plan om de leeuwen over te plaatsen Op afroep mogen paardenkoetsen nog wel
is niet gelukt, er was geen dierentuin die de leeuwen worden gehuurd, maar vallen daarmee buiten de
kon opvangen. Hetplan om het leeuwenverblijf invloedssfeer van de gemeente. Het toezien op
te vernieuwen wordt daarmee opnieuw actueel. dierenwelzijn is aan landelijke handhavingsinstanties.
Financieel is dat echter nog niet mogelijk. Samen 19 | p.31 Geen ruimte in Zie hoofdstuk 2 p.22
met Artis, Blijdorp, wethouders van de betrokken b .
nan Ran estemmingsplannen
gemeenten, de provincies en het Rijk zijn in gesprek
… . voor megastallen en
over mogelijke oplossingen. niet-grondgebonden
Covid-19 heeft financiële impact gehad op de dierhouderij
- - ierhouderijen.
bedrijfsvoering van Artis en het doorvoeren van
de verbetermaatregelen. Gemeente Amsterdam is 20 p.31 Vergunningverle- Zie hoofstuk 2 p.22
hiervoor in gesprek met Ministerie LNV en OCW ning voor schuilstallen
over verdeling van het tweede steunpakket. Het mogelijk maken (wijzi-
ministerie heeft toegezegd de signalen van de gingsbevoegdheid en
stadsdierentuinen Artis bij het verdelingsvoorstel ontheffing)
mee te nemen.
16 | p.29 Terugdringen Zie hoofdstuk 2 p.16
evenementen met
dieren
17 | p.29 Vergunningsvoor- | Zie hoofdstuk 2 p.16
waarden dierenwelzijn
staan in Handboek
Evenementen
TEE D52
21 \p.33-33 Hereniging Toelichting: Het vergoedingensysteem is 23 \p.35 Goede regeling Toelichting: tussen huldiensten en Dierenambulance
verloren huisdier met _\ gemoderniseerd door een penvoerderschap in van dierenwelzijn zijn afspraken vastgelegd over hoe bij rampen en
eigenaar. Vergoedings- | te voeren voor de gehele opvangketen en een bij calamiteiten en crises met dieren om te gaan. Deze bieden een
systematiek, keur- gezamenlijk budget vrij te stellen. Het organiseren rampen. Dierenwelzijn « basis. De lessons learned uit de overstromingen
merk opvangcentra, van één registratiepunt bleek niet haalbaar en in het Regionaal în Limburg (juli 2021) hebben aanleiding geboden
één registratiepunt zinvol want Amivedi en site van Dierenbescherming Crisisplan 2014-2018; ‘om de lokale afspraken waar nodig te actualiseren.
en tegengaan van bleken reeds voldoende. Het keurmerk Met de Veiligheidsregio is afgesproken om de
dumpen van kippen dierenopvang is alleen bij DOA geïmplementeerd. komende tijd sterker te verbinding op inzet rondom
De standaardregels bleken niet geschikt voor vrijlevende dieren en het borgen van aansluiting
kleinere organisaties die dieren bij particulieren op Dierenambulance bij operationele oefeningen.
opvangen. Voor die organisaties zijn Amsterdamse Samen met de Veiligheidsregio wordt bezien of
kwaliteitseisen voor de pleegadressen opgesteld het redden van vee kan worden opgenomen in de
en commitment aan penvoerderschap door DOA. afspraken.
Hiermee voldoen alle gesubsidieerde opvangen aan 24 | p.38 180 knelpunten Toelichting: 169 zijn in 2020 opgelost, van de
de kwaliteitseisen. De Toevlucht heeft een door de in de ecologische resterende 11 is streven om 5 in 2021 op te
Provincie afgegeven vergunning Kwaliteitsprotocol groenstructuur lossen en 6 in 2022. Deze 11 bleven resterend
Opvang van vogels en wilde dieren. Afsluitend zijn opgelost vóór 2020. wegens andere positie binnen eigendomsrecht,
er in 2017 afspraken gemaakt over de opvang van bestemmingsplan wijzigen of noodzaak tot passend
gedumpte kippen waarvoor een kippenopvang is budget.
gerealiseerd.
22 \ P34 Zwerfdieren, Vervoer en opvang van dieren via subsidie belegd Aanbeveling: Budget nodig om te voorkomen dat er
gewonde of bij Dierenambulance, penvoerderschap DOA voor nieuwe knelpunten bijkomen. Nodige vervolgacties:
hulpbehoevende opvangketen en Wildopvang de Toevlucht voorlichting over inzichten, tijdig aanhaken bij
vrijlevende dieren projecten en doorlopend signalen inventariseren
vervoerd naar een zoals ecologische knelpunten als gevolg van licht- en
opvangcentrum geluidsoverlast.
TE 99
25 \p.38 Opvangen en Toelichting: Met financiering vanuit Dierenwelzijn 27 \p.38 Gedragscode Toelichting: De gedragscode is aangepast aan de
weghalen van harde zijn natuurlijke oevers aangelegd in het Amstelpark, wordt geëvalueerd en Wet natuurbescherming en is 1 oktober 2017 ter
beschoeiingen langs Gijsbrecht van Aemstelpark, Sarphatipark, langs de waar nodig aangepast. | instemming voorgelegd aan de Rijksdienst voor
waterpartijen Weespertrekvaart en zal dat ook worden gedaan Ondernemend Nederland. Daarnaast is in 2019 een
bij Centrumeiland IJburg. In 2021 wordt een handleiding geschreven als uitwerking van deze
quick-scan gedaan naar geschikte locaties voor gedragscode. In 2020 is de Landelijke gedragscode
natuurvriendelijke oevers en worden globale kosten voor alle gemeenten van kracht gegaan gekomen.
geraamd. Hierop wordt in 2021 een aanvulling voor
Amsterdam geschreven en voorgelegd aan de
Aanbeveling: Op basis van de quick-scan kan de gemeenteraad, zodat de voor Amsterdam specifieke
raad middelen vrijmaken voor het aanleggen van soorten ook goed beschermd worden.
natuurvriendelijke oevers. 28 | p.38 De gemeente Toelichting: In samenwerking met de
26 | p.38 Inventariseren Toelichting: Er is advies gegeven om natuur neemt initiatief waterbeheerders en de Amsterdamse
effectieve maatregelen | inclusief bouwen als voorwaarde op te nemen in de richting andere Hengelvereniging is in 2019 een vissterfteprotocol
bevorderen natuur tendersysthematiek. Hierbij is een puntensysteem waterbeheerders opgesteld. Dit protocol is ter kennisname naar de
inclusief bouwen. ontwikkeld die wordt gehanteerd voor nieuwbouw. om een gezamenlijk raadscommissie Wonen en Bouwen van 25 maart
Voor transformatiegebieden en renovatie bestaat vissterfteprotocol op te 2020 gestuurd. In het najaar 2021 wordt dit protocol
nog geen standaardformat. Die wordt geborgd in stellen. geëvalueerd en waar nodig aangepast.
het Omgevingsplan- en programma.
Aanbeveling: kans om aan te sluiten op het
Aanbeveling: Om ad-hoc toepassing te voorkomen, draaiboek Botulisme dat in Q2 is afgerond,
wordt in samenwerking met BZK en LNV, verkend toewerken naar één protocol.
om in te zetten op integrale omgevingswaarden 29 \ p.38 Nagaan of Toelichting: Deze actie is in 2017 uitgezocht.
zoals biodiversiteit, gezondheid en klimaat adaptief. pachtovereenkomsten | Uitvoering bleek niet nodig, want de populaties
van weidegebieden leken stabiel.
aangepast moeten
worden om Aanbeveling: De gemeente erkent de dreiging
weidevogels optimaal | van monocultuur zoals grondwaterstand op de
te beschermen. populatie van weidevogels. Bij herziening van
(afgelopen/lopende) pachtovereenkomsten, lijkt
het een opportuun moment om de noodzaak voor
weidevogels te herbezien en het liefst vanuit het
opheffen monocultuur.
TE 94
30 | p.38 In het nieuwe Toelichting: In 2018 is in het Verlichtingsplan 33 | p.41 Beschermde Toelichting: Vergunningverleners hebben in de
Verlichtingsplan voor _\ Amsterdam een paragraaf opgenomen waarin dieren noodzakelijk periode 2016-2017 instructies gekregen over de
Amsterdam worden aandacht wordt besteed aan maatregelen om beschermen. geldende regelgeving. Daarnaast is een handleiding
negatieve effecten de negatieve effecten van licht voor dieren te Vergunninverleners VTH Wet natuurbescherming ontwikkeld als extra
van licht(vervuiling) minimaliseren. instructies geven over | handvat.
op vrijlevende regelgeving
dieren in ecologisch Aanbeveling: Ondanks minimalisatie in 2018, zien Aanbeveling: Bij een aantal stadsdelen is het
waardevolle gebieden we in een aantal ecologische- en groengebieden wenselijk om deze instructies te herhalen, met name
geminimaliseerd. een grote lichtbelasting. Hierdoor ontstaan omdat de ecologen niet altijd vroegtijdig worden
ecologische knelpunten die om oplossingen vragen. betrokken (quickscan) en soms vergunningen
Aanbevolen wordt deze knelpunten in kaart te worden verstrekt terwijl er geregistreerde
brengen en oplossingen hiervoor te zoeken en uit te nesten aanwezig zijn. Ondanks dat de aanvrager
voeren. verantwoordelijk is voor een juiste toepassing, heeft
31 \ p.38 Diervriendelijke Toelichting: Het aantal kolken is van 50 naar de gemeente ook een verantwoordelijkheid in het
alternatieven van 5 terug gebracht. In het Beleidskader van de kader van preventie en voorlichting (algemene
straatkolken bij Puccinimethode wordt rekening gehouden zorgplicht).
herinrichting van met diervriendelijke straatkolken. In de in
wegen in ecologisch 2018 vastgestelde handboeken “Rood” met
waardevolle gebieden \ materiaalkeuzevoorschriften worden bepaalde typen f /
straatkolken voorgeschreven. /
32 \ p. 39 Stimuleren dat Toelichting: In een stads brede campagne zijn p 4 0 rg /
vrijwilligers eigen vrijwilligers voor het monitoren van vlinderroutes Ws.
observaties registreren ‚ opgeroepen, getraind en begeleid. Deze vrijwilligers „4 h } kh
via onder andere: geven de data door aan de Vlinderstichting. me Jy Ô t
telmee.nl en maps. Vooralsnog gaat dit om een incidentele campagne. e pn í 6 Ai p
amsterdam.nl. Er is momenteel geen capaciteit om langdurig f b í af Hd :
vrijwilligers te werven en begeleiden. Afsluitend is er le id” '
vanuit communicatie ook aandacht besteed aan het WTA A E
stimuleren, bijvoorbeeld tijdens de vogelteldag. en
TE 99
34 | Beschermde dier- Toelichting: de wettelijk beschermde leefomgeving 35 | p.41 Beschermde Toelichting: In 2018 hebben de ecologen diverse
soorten noodzakelijk van de huismus en gierzwaluw is in kaart gebracht dieren noodzakelijk gesprekken met externen gevoerd, ook met het
beschermen. Stads- en een deel van de habitat van vleermuizen. Voor beschermen. doel om elkaars data te kunnen koppelen. De
breed experiment alle drie diersoorten geldt dat jaarlijks een deel van Stimuleren dat gesprekken hebben indertijd niet geleid tot een
met integreren de stad wordt gemeten. De actuele informatie is te externen die niet besluit. Recent hebben enkele partners aangegeven
onderzoeksgegevens | vinden op www.maps.amsterdam.nl. Voedselaanbod aangesloten zijn bij hier alsnog interesse in te hebben. Echter is er
gebouwbewonende is noodzakelijke factor om nestkasten te laten de gemeentelijke wegens de huidige prioriteiten onvoldoende
diersoorten(gierzwa- werken. Effecten van natuur inclusief bouwen is gedragscode capaciteit beschikbaar om hier in op te trekken.
luwen, huismussen en | stads breed nog te recent om effect te zien. Op Flora- en faunawet,
vleermuizen in (WABO) | gebiedsniveau zien we wel positieve signalen. aansluiten of een
in vergunningssys- Nog geen zicht op welke factoren direct hebben eigen gedragscode te
temen stadsdelen. bijgedragen aan succes van de kasten. Binnen ontwikkelen.
het huidige VTH-stelsel is de bescherming van 36 \ p.42 Ontmoedigen / Toelichting: In het evenementenbeleid is in 2018 het
deze soorten niet waterdicht. De onderzoeksdata voorkomen van het verbod op oplaten opgenomen. Bij de publicatie van
lijkt niet te kunnen worden gekoppeld aan het oplaten van ballonnen dit evenementenbeleid is vanuit communicatie extra
omgevingswetprogramma Powerbrowser en bovenal en wensballonnen aandacht gegeven aan de negatieve effecten van
heeft dierenwelzijn geen prioriteit en passende het oplaten van ballonnen en wensballonnen.
middelen bij VTH.
37 \p. 43 Geen gebruik Toelichting: Sinds 2020 geldt een algemeen
Aanbeveling: voer een pilot uit met van vuurwerk vuurwerkverbod voor particulieren. Daarnaast is in
soortenmanagementplannen voor de huismus, (onevenredige de APV geregeld dat afsteken van vuurwerk rondom
gierzwaluw en vleermuizen in samenwerking met verstoring van kwetsbare locaties is verboden. Dit verbod geldt
de Provincie Noord-Holland. Hiervoor is momenteel broedende vrijlevende | voor commerciële vuurwerkshows.
nog geen capaciteit. De kosten die hiermee dieren). Indien nodig
gepaard gaan, moeten geraamd worden. Voor het aanpassen APV. Aanbeveling: Er kan worden overwogen om de
gierzwaluwonderzoek is jaarlijks €30.000 nodig om grote vuurwerkshow (oud en nieuw) te vervangen
de inventarisatie actueel te houden. Aanvullend is door een lichtshow
inzet nulmeting Weesp voor 2022 gewenst
TE 96
38 \p. 43 Inzichtelijk maken \ Toelichting: In de gemeenteraad van 6 februari 40 \ p.45 Opvang Toelichting: De wildopvang is geborgd via
wat ecologische 2018 is het evenementenbeleid vastgesteld. Daarin hulpbehoevende subsidie aan Stichting Wildopvang de Toevlucht.
gevolgen zijn van wordt voor flora en fauna in parken een door vrijlevende vogels en In 2020 is de Toevlucht financieel/capacitair in
evenementen. de aanvrager uit te laten voeren scan verplicht zoogdieren nood gekomen, hiervoor is eenmalig €15.000
gesteld. Historische basisgegevens worden door uit de calamiteitensubsidiepot ter beschikking
de gemeente beschikbaar gesteld. Voor groen gesteld. Tot op heden kampt de Toevlucht met
en bodem worden per locatieprofiel maatregelen onderbezetting, voornamelijk wegens een landelijk
voorgesteld. Aanvullend wordt een voor-tussen- en te tekort aan opgeleide mensen, hoge werkdruk,
naschouw gedaan. beperkte inwerktijd en beperkte salariëring. Via een
Momenteel (2021) loopt een onderzoek naar noodbrief aan oud-wethouder Ivens (maart 2021)
het broedsucces van vogels en vleermuizen op heeft de Toevlucht kenbaar gemaakt dat door de
evenementenlocaties, om het effect van de covid-19 aanhoudende onderbezetting de bedrijfsvoering
maatregelen op evenementen te meten. (boekhouding, professionalisering, fondsen werven
39 | p.44 Voorkomen Toelichting: In de zomer 2021 is gestart met het en relatieonderhoud) en de structurele financiele
van dierenleed formuleren van een draaiboek voorkomen van gezondheid onder druk staan, De Toevlucht heeft
door extreme dierenleed door extreme weersomstandigheden, de gemeente verzocht om hier financieel aan
weersomstandigheden |‘ zowel voor kou als voor droogte/hitte. Hierin geeft tegenmoet te komen. Momenteel wordt verkend
door ecologisch advies | Amsterdam ecologisch advies en wordt toegewerkt welke afspraken er nodig zijn om de subsidie voor
en ondersteuning naar communicatie voor inwoners (als zijnde 2022 passender m te richten. Indien aanvullend
vrijwilligers vrijwilligers)Naar verwachting is deze eind Q4 2021 subsidiebudget nodig is, dient dit via een plan
afgerond. inzichtelijk te worden gemaakt.
41 | p. 46 Verantwoorde Zie hoofdstuk 2 p.16
sportvisserij
42 \p. 47 Geen plezierjacht | Zie hoofdstuk 2 p.20
43 | p. 47 Alternatieven Zie hoofdstuk 2 p.20
voor afschot in kader
van schadebestrijding
en faunabeheer.
TE 97
44 | p.49 Dierenleed bij Zie hoofdstuk 2 p.21 47 | Juridische middelen Zie hoofdstuk 2 p.20
overlast gevende om jacht tegen te
dieren voorkomen gaan.
door aanpak van de 48 \ Verbod verkoop van ldem aan actie 9
bron (voedsel en bont, levende kreeften
leefgebied) en krabben op de
45 | p.54 Handhavers Toelichting: Dierenwelzijn was in 2017-2018 prioriteit markt.
worden ingezet en deze is uiteindelijk geschrapt als prioriteit. In 49 Continue communi- Toelichting: per 1 oktober 2019 is een
voor de aanpak 2018 is een video gemaakt voor Boa's met tips, deze catie dierenwelzijnsbe- | communicatiemedewerker (deeltijd)
van dierenleed. is sinds het schrapen als prioriteit niet meer onder leid door gemeentelijk | aangesteld die het hele jaar over verschillende
de aandacht gekomen. com-municatiemede- | dierenwelzijnsonderwerpen (zowel over gehouden
werker. als vrijlevende dieren) communiceert.
Aanbeveling: Dierenwelzijn opnieuw als prioriteit
opnemen. Onze Boa's zijn de ogen en oren op straat 50 |De gemeentelijke Zie hoofdstuk 2 p.17
en hiermee kans om tijdig te signaleren en deze te kinderboerderijen
adresseren bij 144. krijgen extra geld
voor achterstallig
Ambities Coalitieakkoord 2018-2022 (incidenteel) onderhoud,
46 | Inrichten meldpunt Toelichting: Het inrichten van een meldpunt bleek het opleiden van
Dierenmishandeling niet waardevol. De gemeente heeft namelijk geen personeel en betere
en versterken van de handhavingsgrond. Een eventueel gemeentelijk brandveiligheid.
samenwerking met meldpunt kan de meldingen dus alleen maar 51 De uitlaat en Zie hoofdstuk 2 p.13
dierenwelzijnspartijen doorgeven aan 144 van de politie. Bovenal voorziet losloopgebieden
en politie. de lokale politie geen gelegenheid om prioriteit te voor honden worden
geven aan 144-meldingen. aangepast en
verbeterd, er wordt
Aanbeveling: investeer in de signaleringsvaardigheid gekeken naar de
van de collega's die direct met inwoners en dieren mogelijkheden voor
in contact staan (Boa's, groenvoorziening, KCC). meer uitlaat- en
Hiermee kan de gemeente waar nodig het landelijk losloopgebieden.
meldpunt 144 voorzien van signalen. Doel is om
bewustwording te genereren en tips te geven over 22 | Het programma Zie hoofdstuk 2 p.21
hoe je signalen herkent Overlast gevende
Dieren wordt
voortgezet.
TE 98
Ne BE
Lp 5 jha. Vs àl Ee Ne rk
nd DE . _ _ en Í e ne _
Nm nn ee
| Ni n
4 Fe
Lj en
| Ì | EN
a Be
EEN ed
mm A ct
( BORED
VUE Eee ‘
COLOFON Kn | |
Evaluatie Agenda Dieren "Een diervriendelijk Amsterdam” pt A ES 3 ss:
BOSS: 1 november 2021 se ER £ PP ed kb
College Burgemeester en Wethouders: 16 november 2021 el, (d Kd RE te
Commissie Wonen en Bouwen: 15 december 2021 p NN an TOP
Tekst en redactie: Gemeente Amsterdam, Ruimte en Duurzaamheid et dk Ri he Rs S, SS Te
. Ln . \ Ki id kn et en GSA
Fotografie: Foto's zijn afkomstig van de beeldbank Amsterdam Ie’ à kh \ ee Pi RT
Nee Ne PELT e
of uit eigen collectie. Bee Ln n Ah d Ä EE eee
Vormgeving: Vorm de Stad si IN el WE ee
Met dank aan alle partners en collega’s van gemeentelijke onderdelen die h ze de DS A rein N ne derd
bijdroegen aan de totstandkoming van deze evaluatie en voor hun bijdrage KS te es Ee
aan een diervriendelijk Amsterdam. AE ben ee | ete DE
TT 59
|
ee
Pi de
4 E es 4
5 Dr ,
DK
B |
dl Ke 5
EE
B
ke í TA B ZE
ie IWASE
an ANMZEL Mg
he mata: AD LN
EA re
Pel } RN Ae A
5 zl PON z De \ | |
l | NER Pr
2 BENEN N WOOD AU a 5 ll
| Ô Jo Ad An HEL Jt MICRON OE SADE s
Kl | 4 REEN, hl Ap A BN Jt ON hj SPEED VOM 1
| | } in ie AN 4 re En) HORN REA il. Al Rol AM BEE Hora TD
| | | | 0 zE A Oo dj oen RN Es AT A6 Mee er
f | 0 ARE Ve MELD BETONEN nt UREN GRE EREn AL PEA A OE e
p DR r £ AE An har di i ng cad od # es 4 wi) is É Diks 4 en ds re Pe, A TA Oe
LN f, RE PN JS NA vj 4E fn ARD RA embed EAR TL, À ld Ea „Af OE hl En EAN he BRD zi sj A ad zi DE EA Hg 5 RE f
5 Te re. lek. \ 5 Es 4 bte be ik hj ed AARS fi 8 el k, Shi 5 MT, es) jk if /f í > Wie, er ed vi J Bh KAN 5 \ ih Dt We ho Je À Ä Pi Ee Ln 5 E ie
fs: a A Ef AD jie Ap WEA nh jee ENZ An LA dl Rr OM (04 ge de el bi ijk 4 aft di 4 Ä en af El Ee ON, Bn 7, PE Ss Zin 45 EEN 1 A
2 je. El wiki VEA le deed Frl a, 1 ene An RES kde PE ee Epi EN Kd AE Lev lj dl Ke REU EEE PADS EL id PA
ADEN LOE a da AEN tn, 5 EREN Hek ee AE d À VNT hOg BE 14 AD zei,
Ween nd 5 Bd ne A EE le cn pn RD ISN DR DAAGS NEN Bte,
g RAS ik 7 Se 0 OR Ad dh “AED rr dlp eh Bt Pael gl ad (mn. We atd Abd 4 ie JAN rl en Nn Ee Ar
LG de dhl bd Zo Sr ln OE AA ARE ede A Le tt Ee Een, Jbl Pa Lt 8 A K PN er A
ee en EE cd ee, Ar AT #8 Wor STE ed â Re 8 Ede de NE dn PE Lr rl PE MEE | BP, PE eid es ‚x bed nk f ar CAR
Gh ER WED GLD EUS DT RE NTL EE nie a MEUIP AC RA 9 hk
eee tad OUTE Enter ded Ee si, EN war) ee 7 raid nt”, Alas! Vl pd’ kee nn de PE oer pe EA, IN EE ne
ee en sande PE 4 LR TE Rd of TP Eh PA n arte ML td yin De ANS ir REN bn eri nk es ss ek
ne een 1 eg En Ee vd TP (STA IS oe ke, a de ERR 4 5 ft Ër oe en Se | Dea 8 © ; |
En dE OREN Sn ae PT ENE es ye vo) We EA PV Vi Ti APEL ig Li Ee
Ee ee NS, MD vd est Di tee 4 Pen ES et Te le „e Ei te & EW { in
Ee bss 10 ee helt, Pr ak EA Rd, ern ie rn ET re ke k â a er T Dd er Dn
(- SE ad 5 6 A » Pe A. ml „4 : K E ni bi |
de bind in rk Sen p Rt E- ee -, SAN EK fe Pr a Sed r
UR Sk Wie DOE tE Ee rde SANS $
En ° jad Dn he Tiet e Ei Ear u, » LE ed Mr j 4 F4 :
EN ed Tel Ne BA att eed pr at b Ves elk 5 ii jm et ksa |
6 a vr t p. Ran Pe) es | kts | |
0 2 be te mn u. hann Eh bend N | Ì
na Ree Se KE jd En
€ rkan b, } - PAS en Fr
ern | | [ | | - |
hf n x e
' WR en)
, 4 & We Ed FE EE Dn
& d
| Onderzoeksrapport | 61 | train |
x Gemeente Amsterdam F l N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies,
Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop
% Gewijzigde agenda, donderdag 20 november 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en eventueel van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de commissie Financiën
(FIN) van 29.10.2014 en 30.10.2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam F l N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop
Gewijzigde agenda, donderdag 20 november 2014
3 Decentralisaties
11 Voortgangsrappportage risicomanagement 3D Nr. BD2014-010352
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissies WE, JC en ZS alsmede de wethouders Kukenheim, Van der Burg en
Vliegenthart zijn hierbij uitgenodigd.
Personeel en Organisatie
12 Beantwoording vragen cie FIN d.d. 25 september 2014 inzake rapportage
externe inhuur Nr. BD2014-011431
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Boutkan (PvdA).
e Was TKN 5 in de vergadering van 30.10.2014,
13 Wethoudersnorm 2013 Nr. BD2014-005566
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Financiën
14 Aanwijzen systeemreserves, overige bestemmingsreserves en voorzieningen
bestuurscommissies Nr. BD2014-009427
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 26 november 2014).
15 Voortgang Amsterdams Financieel Systeem Nr. BD2014-011603
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Waterbeheer
16 Verordening tot wijziging van de verordening op het binnenwater 2010 Nr.
BD2014-009773
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 26 november 2014).
17 Stand van zaken uitvoering moties Nota Varen 2.1 Nr. BD2014-011429
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw De Heer (PvdA).
e Was TKN 3 in de vergadering van 30.10.2014.
2
Gemeente Amsterdam F l N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Bedrijfsvoering, P&O en Inkoop
Gewijzigde agenda, donderdag 20 november 2014
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Waterbeheer
18 Stand van zaken verschoning vloot Waternet Nr. BD2014-011428
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Groen (GrLi).
e Was TKN 2 in de vergadering van 30.10.2014.
Financiën
19 Dashboard herstelactie Woonkostenbijdrage 3e kwartaal 2014 Nr. BD2014-
012033
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Was oorspronkelijk TKN 5.
Gemeentelijk Vastgoed
20 Gunning Felix Meritis Nr. BD2014-011780
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie JC is hierbij uitgenodigd.
3
| Agenda | 3 | discard |
VN2022-007886 Tijdelijke Al Raad issi
Ingenieursbureau > 4 Gemeente ijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 21
Datum besluit Besluit College - 8 maart 2022
Onderwerp
Samenwerkingsovereenkomst Zaanstad / Amsterdam en volmacht van Zaanstad aan Adam, voor
aanleg beweegbare brug langzaam verkeer over Zijkanaal H, incl. aansl. fietspad van brug tot
Sluispolderweg (gem Zaanstad) en van brug tot Toetsenbordweg (gem. Adam).
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
* Het akkoord dat het college op 8 maart jl. heeft gegeven op de samenwerkingsovereenkomst
tussen de gemeenten Zaanstad en Amsterdam en de volmacht van Zaanstad aan
Amsterdam, voor de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal
H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad)
en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam).
Tevens heeft de burgemeester akkoord gegeven op de ondertekening van beide stukken door
wethouder De Vries. Zie bijgevoegd de collegevoordracht.
e De ondertekening op 10 maart jl. door wethouder Slegers (Bereikbaarheid en Mobiliteit,
Zaanstad) en wethouder De Vries, van de samenwerkingsovereenkomst tussen Zaanstad en
Amsterdam en de volmacht van Zaanstad aan Amsterdam voor het ‘trekkerschap’ van de
uitvoering van het project.
e Het persbericht, dat naar aanleiding van de ondertekening op 10 maart jl. is vitgebracht door
de gemeente Amsterdam. Zie bijgevoegd. Dit persbericht is via de dagmail van 14, maart jl.
verzonden.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
1. Gemeenteraad Amsterdam 6 oktober 2021: vitvoeringsbesluit vastgesteld voor de aanleg
van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend
fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend
fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam).
2. Gemeenteraad Zaanstad 9 november 2021: akkoord met ophoging krediet voor de aanleg
van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend
fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend
fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam).
3. College van B&W Zaanstad 1 maart 2022: akkoord op samenwerkingsovereenkomst
Zaanstad en Amsterdam en op volmacht van Zaanstad aan Amsterdam en akkoord
burgemeester op ondertekening door wethouder Bereikbaarheid en Mobiliteit, voor de
uitvoering van de aanleg van een beweegbare brug voor langzaam verkeer over Zijkanaal H,
Gegenereerd: vl.13 1
VN2022-007886 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ingenieursbureau 9 Amsterdam Jee 9 TAR
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad)
en een aansluitend fietspad van de brug tot de Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam).
4. College van B&W Amsterdam 8 maart 2022: akkoord op samenwerkingsovereenkomst
Zaanstad en Amsterdam en volmacht van Zaanstad aan Amsterdam en ondertekening door
wethouder Verkeer en Vervoer, voor de uitvoering van de aanleg van een beweegbare brug
voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot
de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de
Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam).
5. Wethouder Slegers (Zaanstad) en wethouder De Vries (Amsterdam) 10 maart 2022:
ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst Zaanstad en Amsterdam en volmacht
van Zaanstad aan Amsterdam, voor de uitvoering van de aanleg van een beweegbare brug
voor langzaam verkeer over Zijkanaal H, inclusief een aansluitend fietspad van de brug tot
de Sluispolderweg (gemeente Zaanstad) en een aansluitend fietspad van de brug tot de
Toetsenbordweg (gemeente Amsterdam).
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
Participatie
Vanaf december 2019 zijn via persoonlijk overleg met de direct belanghebbenden binnen en rond
het projectgebied de ontwikkelingen van het project besproken. Deze partijen staan positief
tegenover de aanleg van de brug en de fietspaden. Het gaat hierbij om:
e De woonbootbewoners aan het Zijkanaal H‚ met hierbij aangesloten: de Fietsersbond
* Firma Benecke, een watergebonden bedrijf met belang bij een beweegbare brug
* De Chopperclub Nederland
e Scheepswerf Borsch
* CVB Ecologistics
* Rijkswaterstaat/De Coentunnel Company
Daarnaast heeft participatie plaatsgevonden rond de bestemmingsplannen van beide gemeenten,
waar de brug en de fietspaden onderdeel van zijn (Bestemmingsplan Eerste partiële herziening
Achtersluispolder — Bedrijven Zuid,
d.d. 25-09-2014 en Bestemmingsplan Noorder IJplas, d.d. 20-06-2013). Tevens heeft inspraak
plaatsgevonden op
het ‘Ruimtelijk Toetsingskader Noorder IJplas' (besluit gemeenteraad april 2021), waarin de
fietsroute nadrukkelijk onderdeel was (zowel op papier als ook op informatiebijeenkomsten).
Actuele punten
Er is zorg vanuit de woonbootbewoners van Zijkanaal H‚ met betrekking tot mogelijke sociale
onveiligheid die kan ontstaan na ingebruikname van de route. Dit vanwege huidige sociale overlast
in de Achtersluispolder (bedrijven- en industrieterrein Zaanstad). Dit zou zich kunnen verplaatsen
richting de Zijkanaal H-weg, waar de woonboten aan liggen en naar het Noorder IJplasgebied. Dit
is op 28 februari 2021 ook besproken met portefeuillehouder Saskia Groenewoud, stadsdeel Noord.
Het betreffende gebiedsteam is op de hoogte en houdt evenals het projectteam,
goed contact met de woonbootbewoners hierover.
Daarnaast was de vraag vanuit de woonbootbewoners (het aanspeekpunt voor het projectteam
is hun werkgroep Brug) om, zoals vanuit het projectteam beloofd, het laatste ontwerp voor
aanbesteding in te zien. Dit is een technische uitwerking van het schetsontwerp, waar het college op
24 augustus 2021 mee heeft ingestemd. Op 11 februari 2022 is dit technisch ontwerp ter kennisname
Gegenereerd: vl.13 2
VN2022-007886 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ingenieursbureau 9 Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
besproken met de woonbootbewoners. Ook de ingebrachte punten van de woonbootbewoners voor
het eerdere schetsontwerp, die grotendeels zijn gehonoreerd, zijn ter kennisname besproken en
door de woonbootbewoners geaccordeerd.
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt
Welke stukken treft v aan?
B -15 Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (40) oo Voordracht Vaststellen
AD2022-029449
%U2018Sa.pdf (pdf)
AD2022-029448 | Persbericht Nieuwe brug verbindt Amsterdam en Zaanstad. pdf (pdf)
AD2022-027348 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer en Openbare Ruimte, Jan-Willem Sluyters, 06-12963312, j.sluyters@ amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.13 3
| Voordracht | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 2 maart 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur
Locatie De Raadzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
e De commissievergadering begint met een prestentatie van het Nationaal Comité 4 en
5 mei door de heer J. Cohen.
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ, d.d. 2
februari 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 2 maart 2017
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
8a Actualiteiten raadsleden
e Actualiteit van het lid Mbarki (PvdA) inzake de noodkreet hoofdcommissaris extra
politieagenten.
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Openbare Orde en Veiligheid
11 voortgang aanpak radicalisering en polarisatie Nr. BD2017-002097
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
12 Effectmonitor Top600 & Halfjaarmonitor Top400 Nr. BD2017-001908
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de raadscommissies JC en ZS zijn hierbij uitgenodigd
13 Eindresultaten mystery guest onderzoek transparant deurbeleid in de horeca Nr.
BD2017-000971
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
2
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 2 maart 2017
Communicatie
14 Evaluatie EuroPride Nr. BD2017-001731
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Vroege (D66)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie AZ, d.d. 2 februari 2017
e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 15, 16 en 18
15 Reacties comite woonboten Prinsengracht en wijkcentrum d'oude Stadt op
evaluatie canal parade en Europride 2016. Nr. BD2017-002153
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 16 en 18
16 Beantwoording raadsadres inzake verplaatsing botenparade GayPride Nr.
BD2017-001 730
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Vroege (D66)
e Was Tkn 4 in de raadscommissie AZ, d.d. 2 februari 2017
e De raadsadressant is hierbij uitgenodigd
e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 15 en 18
Juridische Zaken
17 Raadsvoordracht inzake besluit over toelaatbaarheid Volksinitiatief Bas Bewust
Beleid. Nr. BD2017-002091
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017)
e _ De indieners van het Volksinitiatief zijn hierbij uitgenodigd
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Communicatie
18 Raadsadres van het Comité Woonboten Prinsengracht en het Comité
Walbewoners Prinsengracht van 9 februari 2017 inzake de reactie op de
beantwoording van hun raadsadres van 3 oktober 2016 over de verplaatsing van
de Botenparade van de Gay Pride Nr. BD2017-002677
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _ Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 15 en 16
3
| Agenda | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 952
Publicatiedatum 15 november 2013
Ingekomen op 6 november 2013
Ingekomen onder 915
Behandeld op 7 november 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer De Goede, mevrouw Ruigrok en mevrouw
Van der Heijden inzake de begroting voor 2014 (uitvoering Wet milieubeheer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De leden van de gemeenteraad,
M. de Goede
M.H. Ruigrok
LB. van der Heijden
1
| Motie | 1 | discard |
Te Al |
a LK 5
Bezoekadres 28 Gemeente Amsterdam ij
Anton de Komplein 150 ZS Sta dsdeel Zuidoost |
1102 CW Amsterdam Zuidoost gd |
Á | |
Postbus 12491 Raadsgriffie
1100 AL Amsterdam Zuidoest PN é
Telefoon 020 2525 000 Md |
Fax 020 691 2015 DD :
www.zuidoost.amsterdam.nl A Retouradres: SDZO, Postbus 12491, 1100 AL Amsterdam Zuidoost :
De heer R.S. Baly |
Directeur EF
Stichting Koryo :
Egoli 9
11038 AC AMSTERDAM ZUIDOOST
| 1-8 NOV. 2008
Datum
Ons kenmerk 2008005210
-_ “iehandeld door Mw. A.D. Jhinkoe-Rai 5
Doorkiesnummer 020-252 5025 i
Faxnummer 020-691 2015 Ù
E-mail [email protected]
Onderwerp Wijkaanpak EG-buurt
Geachte heer Baly,
De stadsdeelraad heeft in zijn vergadering van 30 september 2008 besloten uw |
raadsadres inzake “Wijkaanpak EG-buurt' in de raadscommissie Welzijn van 14 oktober |
2008 te behandelen. Op uw verzoek is de behandeling van uw raadsadres verschoven Î
naar 11 november 2008, Wij kunnen u daarover het volgende berichten.
U stelt in uw raadsadres dat een aantal van uw brieven onbeantwoord is gebleven. De
procedure bij het Stadsdeel is dat iedere brief door het Stadsdeel beantwoord wordt. Ì
In uw geval is dit niet gebeurd maar is het gebleven bij mondelinge contacten. De leden Ì
van de commissie hebben begrepen dat het dagelijks bestuur hiervoor zijn excuses heeft Ô
aangeboden. De raad is van mening dat brieven van burgers en organisaties van het i
Stadsdeel Zuidoost altijd beantwoord moeten worden en vindt het dan ook terecht dat het i
dagelijks bestuur hiervoor excuses heeft aangeboden.
De leden van de raadscommissie Welzijn hebben van de portefeuillehouder Sport en í
Recreatie begrepen dat uw brieven van d.d. 4 december 2007 en van d.d. 21 april 2008 i
ondertussen ook inhoudelijk zijn beantwoord. .
In uw brief van 4 december 2007 aan het sectorhoofd van MO heeft u uw onvrede geuit
over de manier waarop u betrokken bent bij het vernieuwingsproces in uw buurt. Het is 4
nooit de bedoeling van het stadsdeel geweest om u anders te informeren dan aîle andere 4
betrokkenen ín uw buurt. Uw organisatie is op dezelfde wijze voor de i
informatiebijeenkomsten uitgenodigd ats alle andere organisaties in dit stadsdeel. :
Enkele van die bijeenkomsten hebben ook plaats gevonden in het Oranjehorst gebouw. -
| De commissieleden hebben begrepen dat aan uw verzoek voor een onderhoud met de | |
portefeuitiehouder Sport en Recreatie al is voldaan. Dat gesprek heeft op 22 oktober jl. |
plaats gevonden, naar tevredenheid van beide partijen. . î
Het stadsdeolkantoor is te bereiken met trein en metro (50 en 54) halte station Amsterdam Bijmmer ArenA en bus Ì
(41, 44, 45, 45, 47, 102, 158 en 175). oe:
13 november 2008 Gemeente Amsterdam
Kenmerk 2008005210 Stadsdeel Zuidoost :
Pagina 2 van 2
Tevens is er met u een vervolgafspraak gemaakt om met de desbetreffende ambtenaar ij
verder het één en ander kort te sluiten.
De commissieleden hopen dat uw raadsadres op een adequate manier is behandeld en Î
hopen dat u hierrnee voldoende bent geïnformeerd, .
Hoogachtend, |
Cl Zuidoost
G.P. Both ", 5 Eren
griffier Da (p orzitter Ô
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 125
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder AK
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Van den Heuvel, Duijndam, Van den Berg, Van Lammeren en
Ernsting inzake de herziening van het Amsterdams atelier- en broedplaatsenbeleid
(potentieel geschikte panden voor broedplaatsen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdams atelier- en
broedplaatsenbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 78).
Constaterende dat:
— broedplaatsen en ateliers aan de basis van veel innovatieve startups staan en
daarnaast een eigen culturele en maatschappelijke waarde vertegenwoordigen;
— er geen stad is in Nederland met zo'n grote culturele en creatieve betekenis als
Amsterdam;
— dat broedplaatsen kunnen bijdragen aan de revitalisering van buurten;
— creatieven vanuit de broedplaats een programmering met activiteiten, exposities
en nieuwe laagdrempelige horeca starten, die door hun variëteit aantrekkelijk zijn
voor de buurtbewoners;
— in 2015 een tweetal concepten zijn ontwikkeld, waarbij statushouders en
kunstenaars/creatieven samen in een pand samenleven en samenwerken.
Overwegende dat:
— hetbelang van een actief broedplaatsen- en atelierbeleid door het college wordt
onderschreven;
— de analyse van het Bureau Broedplaatsen (hierna te noemen: BBp) aantoont dat
meer nadruk en ambitie op het vlak van structurele ontwikkeling van
broedplaatsen én ateliergebouwen in de zogenoemde ijzeren voorraad, wenselijk
is;
— de druk op het aantal bestaande broedplaatsen en ateliers groot is door onder
andere de instroom van kunstenaars en creatieven en de krappe woningmarkt;
— het nodig is om in de komende vijf jaar structureel het aantal broedplaatsen en
ateliers te vergroten, in plaats van alleen het huidige niveau op peil houden.
Voorts overwegende dat:
— de RvE Vastgoed, als verhuurder en beheerder van huidige gemeentelijk
vastgoed in de stad, beschikt over een voorraad gebouwen in eigendom van de
gemeente Amsterdam die op grond van het collegeakkoord 2014-2018 zullen
worden afgestoten;
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 125 Motie
Datum 17 februari 2016
— een deel van deze voorraad geschikt zal zijn voor de vrije verkoop, een deel kan
worden aangewend voor de tijdelijke huisvesting van statushouders, een deel zal
worden aangehouden voor toekomstig gebruik en een deel ongeschikt is voor het
hiervoor genoemde gebruik vanwege locatie, achterstallig onderhoud of incourant
zijn van het betreffende pand;
— het van belang is dat er een goede afstemming tussen de RvE Vastgoed en
het BBp ontstaat zodat ook panden die (nog) niet in het Ileurproces' zitten, maar
wel geschikt zouden kunnen zijn als potentiele broedplaats of voor ateliers,
vroegtijdig worden geïdentificeerd zodat ze bschikbaar kunnen komen als korte of
middellange tijdelijke werkruimte voor creatieven;
— dat het wenselijk is als de RvE vastgoed bij haar afweging bij het verkopen of
aanhouden van een gebouw voor toekomstige verkoop, in samenwerking met
het BBp de mogelijkheid wordt bekeken om een gebouw tijdelijk te transformeren
tot broedplaats of ateliers, al dan niet in combinatie met huisvesting voor
statushouders en/of jongerenhuisvesting.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te bevorderen dat het BBp in de ‘leurprocedure' bij het vrijkomen van gemeentelijk
vastgoed, minimaal een gelijke positie heeft ten opzichte van andere RvE's en
stadsdelen, waarbij de inzet is dat in deze bestuursperiode op deze manier nog
minimaal 3 nieuwe broedplaatsen — eventueel gecombineerd met de huisvesting
van statushouders — duurzaam worden toegevoegd;
— de samenwerking tussen de RvE Vastgoed, het BBp, de Commissie voor Ateliers
en (Woon)Werkpanden Amsterdam (CAWA) en overige partijen te bevorderen,
zodat potentieel geschikte panden voor broedplaatsen sneller in beeld komen;
— de resultaten van het intensiveren van het contact tussen de RvE Vastgoed, het
BBp en de CAWA na een jaar te rapporteren aan de gemeenteraad.
De leden van de gemeenteraad
M.E. van den Heuvel
P.J.M. Duijndam
P.J.M. van den Berg
J.F.W. van Lammeren
Z.D. Ernsting
2
| Motie | 2 | discard |
VN2021-035783 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
Osenieing % Amsterdam Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Grondzaken
Agendapunt 13
Datum besluit N.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de beantwoording van raadsadres Kanttekeningen bij indexering van
opstalwaarden door de gemeente Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres inzake (onderwerp) met als belangrijkste
punten:
* De gemeente hanteert externe gegevens van het BDB (Bureau Documentatie Bouwwezen) te
weten bouw(kosten)data, voor het indexeren van de herbouwkostenramingen ten behoeve
van de grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten inzake de overstap naar
eeuwigdurende erfpacht.
* De indiener betwist de juistheid van de BDB gegevens en het gebruik ervan door de gemeente
ten behoeve van de indexatie van de herbouwkostenramingen.
* Het hanteren van de BDB indexatiegegevens is een correct en juist vitgangspunt.
Het BDB is een algemeen geaccepteerde bron voor bouwkostenindexatiegegevens.
Het BDB betrekt informatie van het CBS (o.a. CPI-gegevens) direct in haar eigen
indexgegevens. Het vergelijken van de CBS- en BDB-cijfers is niet zinvol. De toepassing
van de BDB indexatiegegevens op de gemeentelijke herbouwkosten ten behoeve van de
grondwaardebepaling geschiedt vanuit voorzichtigheid en zorgvuldigheid en is gericht op
het beperken van nadelige effecten voor de erfpachter. Hierom zijn onder andere negatieve
conjuncturele indexaties, welke kunnen leiden tot bouwkosten verlagende effecten en dus tot
hogere grondwaarden, niet verrekend in de indexatie van de herbouwkosten.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, artikel 55, lid 3.
Artikel 169 gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1).
Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 15 maart 2021 heeft een burger een brief gestuurd aan de gemeenteraad. Op 1 april 2021 heeft
de gemeenteraad besloten de afhandeling van de brief in handen te stellen van het college van B en
W met een afschrift aan de gemeenteraad.
Reden bespreking
O.v.v. lid Boomsma.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.5 1
VN2021-035783 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Grond en % Amsterdam Mari ME ‚
Ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
1. Raadsadres Kanttekeningen indexering opstalwaarden
AD2021-136821 En
(geanonimiseerd).pdf (pdf)
1. VERTROUWELIJK Raadsadres Kanttekeningen indexering opstalwaarden
AD2021-136820 ‚
(niet-geanonimiseerd).pdf (pdf)
2. Beantwoording raadsadres kanttekeningen indexering opstalwaarden
AD2021-136823
(geanonimiseerd).pdf (pdf)
2. VERTROUWELIJK Beantwoording raadsadres kanttekeningen indexering
AD2021-136822 ‚
opstalwaarden (niet-geanonimiseerd).pdf (pdf)
AD2021-136824 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
C. Teoh, G&O, tel. 06-43692375, [email protected]
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
30 maart 2021
Aanvulling
Geachte Gemeenteraad van Amsterdam,
Op de lijst met ingekomen stukken op uw agenda voor uw vergadering morgen,
woensdag 31 maart 2021, staat als TKN-nummer 35 mijn raadsadres met bijlagen over
burgemeester Halsema's toespraak in de video-conferentie met 32 steden uit landen
vanuit de hele wereld over bestrijding van antisemitisme.
Zij gebruikte dit evenement als platform om persoonlijke politieke uitspraken te doen
over een door haar veronderstelde onaantastbare rechtsmacht van het Internationaal
Strafhof (ICC) inzake 'Staat' en ‘territoir' van 'Palestina' en haar ontkenning, dat
oproepen tot Boycot Divestering en Sancties (BDS) tegen Israël, strafbaar (kunnen) zijn
als uiting van en aanzetten tot antisemitisme.
Halsema kapittelde de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, omdat hij dit Strafhof
verwijt anti-joodse, antisemitische besluiten te nemen tegen Israël, omdat het ICC nu
rechtsmacht claimt over vermeende oorlogsmisdaden op de Westoever en in Gaza sinds
2014, op aanklacht door de Palestijnse Autoriteit.
Ten onrechte meende Halsema de grenzen te kunnen en mogen aangeven van wat onder
strafbare uitingen van jodenhaat en oproepen tot antisemitisme valt.
Een burgemeester gaat echter niet over de inhoudelijke reikwijdte van de vrijheid van
meningsuiting. Zij mag uitsluitend incidenteel een demonstratie verbieden wegens
gevaar voor de openbare orde. Ook de gemeenteraad kan de grenzen van de inhoud van
de uitingsvrijheid niet strafrechtelijk inperken.
Bij oproepen tot BDS gaat het niet alleen over economische boycot en sancties, maar
juist ook om intellectuele isolatie, negeren van joods Israël, wereldwijde uitsluiting van
Israëlische joodse academici, docenten, studenten, scholieren en kunstenaars van
deelname aan alle diverse vormen van het geestelijk leven, uitbanning uit
wetenschappelijk debat, kunstzinnig optreden, tentoonstellingen.
Een boycot van elke vorm van dialoog, geestelijke uitwisseling, gericht op joodse
Israëliërs, niet op christelijke of moslim Arabische inwoners van Israël.
De Amsterdamse gemeenteraad hoort daarom wel politiek op te treden tegen oproepen
tot Boycot Divestering en Sancties tegen Israël, waar dit dialoog en onderwijsklimaat in
onze stad vergiftigt. U kunt, moet hiertegen stelling nemen.
In hoeverre vindt BDS stilzwijgend, sluipenderwijs nu al plaats in Amsterdam?
Nodigen onze onderwijsinstituten joodse Israëliërs nog uit tot deelname aan debat (al
gaat dit in Coronatijd nu online), staan er nog Israëlische boeken in de bibliotheken, zijn
Israëlische bijdragen deel van wetenschappelijke curricula?
Laat wetenschappers onderzoeken, wat kinderen nu leren over aardrijkskunde en
geschiedenis op onze scholen en studenten aan de UvA, VU en HvA. Wat durven
docenten, leraren en onderwijzers, nog wel en niet meer te vertellen?
Geeft u als onze gemeenteraad opdracht tot een Amsterdam-breed onderzoek.
Met vriendelijke groet,
| Raadsadres | 2 | train |
Kit $
Landelijk Actieplan
Studentenhuisvesting
2022 tot 2030
Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 is het resultaat van het Landelijk
Platform Studentenhuisvesting en wordt gesteund door alle deelnemende partijen:
Netwerk Kennissteden Nederland, het ministerie van BZK/VRO, het ministerie van OCW,
Universiteiten van Nederland, Vereniging Hogescholen, Landelijke Studentenvakbond, Landelijk
Overleg Studentenhuurders, Kences, Vastgoed Belang, The Class Foundation en Nuffic.
Inleiding 4
1 Achtergronden en cijfers 7
1.1 Visie 9
1.2 Doel 9
2 Inhoud Actieplan 13
2.1 Meer grip op de instroom (vraag) 13
14
2.2 Vergroten aanbod door nieuwbouw en beter benutten
bestaande bouw 15
23 Een betaalbare studentenwoning 18
2.4 Opvangen van de piekbelasting 20
2.5 (Tijdelijke) huisvesting voor internationale studenten 21
2.6 Innovatieve ideeën 23
3 Slagvaardige organisatie 25
3.1 Stuurgroep Landelijk platform studentenhuisvesting 25
3.2 Landelijk platform studentenhuisvesting 26
33 Versterking lokale programmateams studentenhuisvesting 26
3.4 Monitoring & actualisatie actieplan 27
Bijlage 1: Inzet per partij 31
Bijlage 2: Planning per 2 jaren 35
Bijlage 4: Ontwikkeling behoefte studentenhuisvesting per gemeente 37
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 3
Inleidi
Studentenhuisvesting is meer dan een plek om te wonen in de buurt van een onderwijsinstelling.
Het is een noodzakelijke voorwaarde voor de toegankelijkheid tot het hoger onderwijs. De beschik-
baarheid van voldoende en betaalbare studentenhuisvesting is een noodzakelijke voorwaarde
voor (aankomend) studenten om de opleiding te kiezen die bij hun kwaliteiten en interesses past.
Daarnaast draagt ‘op kamers’ wonen in belangrijke mate bij aan de sociale ontwikkeling en het
zelfstandig worden van jongvolwassenen. Studenten leveren een belangrijke maatschappelijke
en economische bijdrage aan de stad. Studenten lopen voorop in de participatiesamenleving.
De meerderheid van de studenten doet vrijwilligerswerk.! Daarnaast dragen studenten jaarlijks
gemiddeld € 27.600 euro bij aan de lokale economie.” Voor de Nederlandse kenniseconomie
is het essentieel om (buitenlands) talent binnen te halen en na afronding van hun studie vast
te houden. Daar waar we in dit actieplan spreken van studentenhuisvesting bedoelen we ook
de huisvesting van PhD'ers. Uitwerking van dit onderdeel zal in de komende periode verder
worden onderzocht.
Studentenhuisvesting is cruciaal voor stad, regio en land, voor kennisinstellingen én voor de student
zelf. Nederland is een kennisland met verschillende kennisregio’s. Voor de verdere ontwikkeling
van de stad en regio zijn studenten, PhD'ers en onderzoekers van groot belang; ze brengen kennis,
inzichten, ondernemerschap en diversiteit naar stad, regio en land. In wisselwerking ontstaan zo
broedplaatsen voor innovatie, kennis, creativiteit en talentontwikkeling.
Een goed woon-, studie-, werk- en leefmilieu voor studenten, PhD'ers, onderzoekers, docenten
en werknemers van kennisinstellingen en bedrijven is een randvoorwaarde voor het binnenhalen
en binden van nationaal en internationaal talent. Voor elke kennisstad en regio geldt dat deze
stedelijke randvoorwaarden integraal van voldoende kwaliteit moeten zijn. Van mobiliteit en
digitalisering, tot huisvesting en voorzieningen, en van toegankelijkheid van onderwijs (mbo,
hbo, wo) tot kansengelijkheid en het voorkomen van tweedeling in de stad. Zeker voor het
binnenhalen en binden van talent, moeten de stedelijke randvoorwaarden passen bij de (inter)
nationale concurrentiepositie die wordt nagestreefd. In een verbonden, inclusieve stad voelen
inwoners, ondernemers en bezoekers zich thuis.
De komende jaren zal de vraag naar studentenhuisvesting verder toenemen.” Deze toename
vraagt om goede samenwerking tussen alle bij studentenhuisvesting betrokken partijen om
zorg te dragen voor voldoende studentenhuisvesting die aansluit bij de behoefte van studenten.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, gemeenten, hoger onderwijsinstellingen, studentenhuisvesters
(sociaal en commercieel} en studenten slaan met dit actieplan de handen ineen om te komen
met oplossingen om aan de toenemende vraag tegemoet te komen. Met dit actieplan wordt
ook uitvoering gegeven aan de motie Geurts c.s. die de regering verzoekt om met een nieuw
actieplan studentenhuisvesting te komen.*
1 _ Verwey-Jonker Instituut (2021). Studerende Buren: Een onderzoek naar de maatschappelijke
meerwaarde van studenten in de woonomgeving (link).
2 _NEO Observatory (2021). Kennis in de stedelijke economie: de financieel-economische waarde van hoger
onderwijs en onderzoek in 2018 (link).
3 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link).
4 Kamerstuk 32 847, nr. 837
4 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
We plaatsen dit actieplan nadrukkelijk binnen een bredere context om de woningbouw te
versnellen en de positie van studenten te verbeteren. De woningnood betekent niet alleen dat
het voor studenten moeilijk is om een woning te vinden, maar voor alle woningzoekenden. Er is veel
concurrentie door het beperkte aanbod van woningen. Voor studenten kan doorstroming van andere
woningzoekenden helpen. Ouderen die naar een toekomstbestendige woning verhuizen laten een
gezinswoning achter voor een gezin met jonge kinderen, die maken weer een woning vrij voor de
starter en de starter uiteindelijk voor de student. Het is daarom belangrijk om studentenhuisvesting
niet als losstaand onderwerp te zien, maar als onderdeel van de gehele werking van de woningmarkt.
Vanuit die optiek onderschrijven de ondertekenaars de inzet van de minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening orn met meer regie en tempo aan de slag te gaan met de woningbouw.
In deze bredere aanpak zitten elementen die studentenhuisvesting vooruithelpen. Bijvoorbeeld om
sneller van plan naar realisatie van woningen te gaan en door het wegnemen van belemmeringen
door gemeenten financieel te ondersteunen om zodoende 100.000 (grotendeels betaalbare)
woningen per jaar te kunnen ontwikkelen; incl. flex- en transformatiewoningen.
Hetzelfde geldt voor de inzet van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Conform het
coalitieakkoord zal de basisbeurs in het hoger onderwijs weer ingevoerd worden. De minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is voornemens om in lijn met het stelsel van voor het leen-
stelsel, uitwonende studenten een hogere toelage toe te kennen dan thuiswonende studenten.
Daarnaast is de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voornemens de aanvullende
beurs te verruimen, zodat meer studenten daar gebruik van kunnen maken. Met deze maatregel
verwacht de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de financiële positie van studenten
te verbeteren om in Nederland of daarbuiten onderwijs te volgen.
In enkele deelnemende kennissteden is het tekort aan studentenhuisvesting zo groot en stijgt
de toestroom van nieuwe studenten zo hard dat de oplossing niet alleen gevonden kan worden in
nieuwbouw. Om die reden zal er in dit actieplan door alle deelnemende partijen ook nadrukkelijk
gezocht worden naar alternatieve oplossingen.
Dit actieplan is het resultaat van de gezamenlijke inspanning van de ondertekenende partijen.
Tijdens verschillende sessies zijn vijf kernproblemen geïdentificeerd en mogelijke oplossingen
geïnventariseerd. Deze kernproblemen en oplossingen zijn daarna verder aangescherpt door het
redactieteam van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting (LPS) en daarna besproken met
de achterbannen van de ondertekenaars.
Het actieplan bestaat uit drie delen:
e In het eerste deel wordt de context cijfermatig weergegeven en staan de visie en de
doelstelling van dit actieplan beschreven.
e Het tweede deel beschrijft de inhoud: de vijf kernproblemen en de oplossingen die zijn vertaald
in concrete afspraken.
e Het derde deel beschrijft de implementatie van dit actieplan.
Het is immers van belang, dat zowel op lokaal als op landelijk niveau uitvoering wordt gegeven
aan dit actieplan. Hiervoor is een slagvaardige organisatie nodig met duidelijke verdeling van
bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. De verschillende oplossingen en afspraken vragen
actie op verschillende niveaus: landelijk en lokaal. De situatie kan lokaal namelijk verschillen.
Als gevolg daarvan is er bij de uitwerking van LAS ruimte om lokaal maatwerk toe te passen.
Daarnaast is goede monitoring essentieel om dit Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting
succesvol te maken. Door monitoring wordt inzichtelijk in hoeverre de doelstelling van dit actieplan
wordt behaald, hoe kan worden bijgestuurd en of de afspraken zijn uitgevoerd.
Wanneer in dit actieplan wordt gesproken over ‘studentenhuisvesters’ betreft dit zowel de sociale
(woningcorporaties) als de commerciële studentenhuisvesters.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 5
ge
ee
& ee
al
en
|
|
eaf
De &
< Nd
Ge
> 5
Damn mn
|
| Í
Me | u
Í Í ZZ 2,
n 4
| | el ee
| | | a ze Gn =
zel E \ Is =
ä 4 B | pe | /
E Sne | Mi X f Úl ú 5 ) if ee
d ai Ge PME en
& RE bs PS eN k zi á EE eh eas ES
Dern | Fe De idd
REE OO 3 Ì ' ei de
METAN S 5 Tren Zn
ii PEN ok | À Ae — A { ú Ta
\ Kd Am
ee Se AN | \ Beed $ 5
®- S% % Sg) À ‘ “ en 8 p ô EE
IJ ®, Í Pd B A â ee Pr EE en
NA al — Bf â 2e Aer NEN Î
E bt DN \, ET Le
TTA PW ERN OS
IR He é a _ A DP EE A De
Wee | Â EEN om
rra S de P IRE terende eid KN
/ ke dende | Fr ee:
i 8 d | Ke! EE Pred
NE is Ee
EE Rd
me " fa K EL RER
Het Talentenplein in Zwolle, waar vijf studenten FS \ RE Std
samenwonen met tien jongeren met psychische ee Ke Ene 5
kwetsbaarheid. Mooi voorbeeld van hoe jongeren KOE Ins EA
n . We EN En Se Dr 2
elkaar helpen bij zelfstandig wonen en het gaan dr Rt KEN
e k Ei xl kj ek k “ en . bbs u >
opbouwen van een bestaan. enn Ks, EE 05 Eed ed
hm AE hd En Pe
is Kd he teerd
nn en en EE a | BREN EEC
Dn ie 7 == 8 RA En KA OR CA
pe Bek Em . ron a ee Ri
S en en En ht Et > , Ned ee
Den en ns Sn or
innn NE Nn
sn dE oe
E : En nk Ten
| Se Sm k RE ; 8
€ í A 5 Ë ss S EN
ë En | ‘ 8 kies, : Te mn ee Sà ze En $
i F nd AS ° en 6 a
1 Huidi [tuatt
1.1 Visie
Studenten zijn belangrijk voor de Nederlandse kenniseconomie en voor de steden. Ze zorgen
voor verjonging, draagvlak voor de voorzieningen en zorgen voor de inzet van nieuw talent.
Een belangrijk knelpunt is het tekort aan studentenwoningen. We streven op de lange termijn
naar een situatie dat er voor iedere student een studentenwoning beschikbaar is die bij zijn of
haar woonwensen en budget past en bijdraagt aan de belangrijkste opgaven van de komende
decennia (zoals klimaatadaptatie, verduurzaming, de energietransitie en het verkleinen van
(kansenlongelijkheid). Om deze situatie te realiseren is allereerst nodig dat de instroom
optimaal afgestemd is op het huisvestingsaanbod en de capaciteit van de onderwijsinstellingen.
Nieuwbouw en bestaande bouw worden zo optimaal mogelijk benut zodat de beschikbare ruimte
efficiënt wordt gebruikt waarin de menselijke maat centraal staat. Dat betekent onder andere
dat ruimtes multi-inzetbaar zijn. Het realiseren van studentenhuisvesting is integraal ingebed in
gebiedsontwikkelingen en alle betrokken partijen werken goed samen om dit te realiseren. Bij de
exploitatie en dienstverlening van studentenhuisvesting staat het uitgangspunt voor en door
studenten centraal. Het totale woningaanbod maakt het mogelijk dat studenten die hun opleiding
hebben afgerond een passende woonruimte kunnen vinden. Studentenhuisvesting is inclusief,
bevordert het welzijn van studenten en draagt bij aan een goed leefklimaat van de buurt.
Dat betekent voldoende (gemeenschappelijke) voorzieningen zowel binnen als in de directe
omgeving die uitnodigen tot ontmoeting met elkaar en met de buurt, met veel aandacht voor
openbaar groen. Studenten zijn net als alle andere bewoners een vanzelfsprekend onderdeel van
de buurt. Voorzieningen zoals onderwijs, winkels, horeca, sport en cultuur zijn lopend, per fiets
of openbaar vervoer perfect bereikbaar. De woonlasten voor studenten passen bij hun inkomen
en budget en de studentenwoningen worden goed onderhouden. Verregaande verduurzaming
draagt bij aan klimaatneutrale studentenhuisvesting en beperkte energiekosten voor studenten.
1.2 Doel
De ondertekenaars van het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 zijn ervan
overtuigd dat studentenhuisvesting een wezenlijk en positief onderdeel moet zijn van de studie-
ervaring. Zij vinden het belangrijk dat iedere student op kamers moet kunnen als die dat wil. De
ondertekenaars zijn gecommitteerd om snel meer studentenhuisvesting te realiseren zodat het
tekort aan studentenwoningen wordt teruggedrongen en het aanbod verbeterd. De ondertekenaars
streven ernaar deze opgave, kwalitatief, kwantitatief en daadkrachtig op te pakken.
Het doel van dit actieplan is te komen tot een uitbreiding van 60.000 betaalbare
studentenwoningen in de periode 2022 — 2030.
Hiervoor wordt een proces In gang gezet waarbij alle betrokken partijen op zowel landelijk
als lokaal niveau intensiever met elkaar samenwerken om tot (kwalitatieve) uitbreiding en
verbetering van het aanbod studentenhuisvesting te komen. Daarnaast bevat dit actieplan
afspraken voor een betere beheersing van studentenaantallen om capaciteiten beter te
kunnen plannen. In veel steden heeft studentenhuisvesting reeds een plek gekregen in de
collegeakkoorden en wordt samengewerkt om tot de realisatie van meer studentenhuisvesting
te komen. Dit actieplan moet ervoor zorgen dat er continu aandacht is voor studentenhuisvesting
bij de betrokken partijen, zodat de woningmarkt voor studenten in de komende jaren meer in
balans komt. De ondertekenaars van dit actieplan onderschrijven de analyse en de voorgestelde
oplossingen en committeren zich aan de in dit stuk omschreven eigen inzet.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 7
1.3 Cijfers
De enorme schaarste op de gehele woningmarkt is één van de grote uitdagingen. Nederland kende in
2021 een tekort van 279.000 woningen.” Studenten zijn aangemerkt als één van de aandachtsgroepen
die minder kans hebben bij het vinden van passende woonruimte.* Studenten zoeken in de meeste
gevallen woonruimte in de stad waar hun onderwijsinstelling is gevestigd. Deze studentensteden
zijn vaak gewilde plekken om te wonen en worden gekenmerkt door grote schaarste van betaalbare
woonruimte. (Aankomend) studenten kunnen niet jaren wachten op een studentenwoning. Na enkele
jaren is hun studietijd immers weer afgelopen. Daarnaast hebben studenten doorgaans een laag
inkomen. De combinatie van enorme schaarste op de woningmarkt, de beperkte opbouw van
wachttijd en het lage inkomen maakt het voor studenten extra lastig om een voet tussen de deur te
krijgen en maakt ze extra kwetsbaar.
Meer studenten zullen de komende jaren gaan studeren aan een hoger onderwijsinstelling.
In het studiejaar 2020/21 studeerden 756.900 voltijdsstudenten in het hoger onderwijs, waarvan
57% aan een hbo-instelling en 43% aan een universiteit” Van deze studenten is 51% uitwonend,
dat wil zeggen dat ze niet langer bij hun ouders of verzorgers wonen ® De referentieramingen
van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) laat zien dat het aantal
voltijds hoger onderwijsstudenten tot het studiejaar 2029/30 met 59.500 toeneemt waardoor
er dan 816.400 voltijdsstudenten aan een hoger onderwijsinstelling studeren.” Het aandeel
internationale studenten lag in het studiejaar 2020/21 op 13%. De komende zeven jaar wordt
een groei van 34% van internationale studenten verwacht, waarmee het aandeel Internationale
studenten op 17% komt te liggen. Het aantal mbo-studenten neemt de komende acht jaar naar
verwachting met 43.000 af (-8%) naar 463.100 in studiejaar 2029/30.'°
Deze groei van het aantal Nederlandse en internationale studenten vergroot de druk op
de studentenwoningmarkt en daarmee op de hele woningmarkt. De Landelijke monitor
Studentenhuisvesting 2021 schatte het tekort aan studentenwoningen in het studiejaar 2020/21
op 26.500 woningen!’ Op dat moment waren ongeveer 387.300 hoger onderwijs studenten
uitwonend. Het aantal uitwonende hoger onderwijs studenten zal tot het studiejaar 2028/29 naar
schatting toenemen tot een aantal tussen de 435.600 en 452.400 studenten, een stijging van
12% tot 17%. Het toenemende aandeel internationale studenten verklaart voor het grootste deel
deze groei. In het studiejaar 2020/21 waren naar schatting 101.900 mbo-studenten uitwonend.
De komende acht jaar neemt dit aantal licht af. Voor de komende jaren staan tot 2025 16.500
nieuwe studentenwoningen op de planning. Dit is echter niet genoeg om aan de toenemende
vraag te kunnen voldoen: zonder aanvullende acties neemt het tekort aan studentenwoningen
tot studiejaar 2028/29 naar schatting toe naar een aantal tussen de 58.300 en 66.700. Voor de
komende jaren ligt er dus een grote kwantitatieve opgave, waarvoor de inzet van alle betrokken
partijen van groot belang is.
5 ABF Research (2021). Primos 2021 (link).
6 _Interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (2021). Een thuis voor iedereen:
Adviesrapport interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (link).
7 _OCW(2021). Referentieramingen 2021 (link).
8 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link).
9 OCW (2021). Referentieramingen 2021 (link).
10 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link) en OCW (2021).
OCW Referentieramingen 2021 (link).
11 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link).
8 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
Tabel 1: Verwachtte ontwikkeling aantal uitwonende studenten en tekort studentenhuisvesting
2020/2021 2028/2029
Uitwonende studenten 387.300 435.600 - 452.400
Tekort studentenwoningen 26.500 58.300 - 66.700
Eén van de grote uitdagingen voor studentenhuisvesting is de betaalbaarheid. Veel studenten
hebben een beperkt budget. De meeste uitwonende studenten hebben tussen de € 750 en
€ 1.250 per maand te besteden. Dit bedrag is inclusief toeslagen, ouderlijke bijdrage en een
studielening. Het besteedbaar budget? van uitwonende studenten bestaat momenteel voor
een groot gedeelte (ongeveer 35%) uit een studielening. Sommige groepen studenten hebben
een beperkter budget, bijvoorbeeld omdat ze geen of een lagere ouderlijke bijdrage ontvangen.
Het ontbreken van een ouderlijke bijdrage wordt in veel gevallen opgevangen door meer inkomsten
uit werk of een hogere studielening. Jongere studenten hebben minder inkomen uit arbeid
dan oudere studenten: voor een 18-jarige student is dit gemiddeld € 390 per maand en voor
een 23-jarige € 565 per maand. In het coalitieakkoord is opgenomen dat de basisbeurs in
studiejaar 2023/24 weer wordt ingevoerd. De herinvoering van de basisbeurs zal betekenen dat
studenten gemiddeld gezien minder geld hoeven te lenen en zal leiden tot beperking van de
studieschulden.'° Studenten hoeven in de regel geen gezin te onderhouden en hebben bepaalde
vaste lasten niet, tegelijkertijd hebben ze specifieke uitgaven zoals collegegeld, studiematerialen
en -boeken.
Naast beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen is ook de kwaliteit van de woning belangrijk.
Huurders, waaronder studenten, hebben nog te vaak te maken met malafide verhuurders en
andere excessen. Het past niet dat excessieve huren worden gevraagd en huurders die klagen over
ernstige gebreken aan de woning of achterstallig onderhoud te maken krijgen met intimidatie.
Het stimuleren van goed verhuurderschap en het creëren van meer instrumenten om malafide
verhuurders aan te pakken moet hierbij de oplossing bieden. Onder goed verhuurderschap vallen
onder meer gelijke kansen op een woning voor iedereen, zonder te kijken naar afkomst. Ook eerlijke
huurprijzen, goed contact met de huurders en tijdig onderhoud van de woonruimte zijn essentiële
voorwaarden voor de verhuur van woningen.
Studentenhuisvesting kan positief bijdragen aan het welzijn en de studie-ervaring van studenten.
Het eerste deelrapport van de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten
hoger onderwijs geeft een zorgwekkend beeld van de mentale gezondheid van studenten.
Zo ervaart 51% van de studenten psychische klachten zoals angst en somberheid. Bijna alle
studenten (97%) ervaren stress en een ruime meerderheid van de studenten ervaart veel stress.
Van alle studenten voelt bijna 80% zich eenzaam en bijna 29% geeft aan zich sterk eenzaam te
voelen. Dit onderzoek laat ook zien dat psychische klachten vaker voorkomen bij internationale
studenten. De coronapandemie heeft het studentenwelzijn extra onder druk gezet omdat, met
online-onderwijs en alle verenigingen, sportclubs en horeca een groot deel van het jaar op slot,
er vrijwel geen mogelijkheden waren voor sociale contacten. Een onderzoek van Nuffic onder
internationale studenten in Nederland laat een positieve samenhang zien tussen de tevredenheid
12 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link). Besteedbaar budget is in
dit onderzoek het bruto-inkomen plus zorgtoeslag, plus ouderlijke bijdrage, plus leningen en minus
zorgverzekering, minus belastingen en premie inkomensverzekeringen, minus aan wonen gerelateerde
inkomsten (zoals huurtoeslag en hypotheekrenteaftrek), minus studiekosten.
13 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link).
14 RIVM, Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland (2021). Monitor Mentale gezondheid en
Middelengebruik Studenten hoger onderwijs: Deelrapport | Mentale gezondheid van studenten in het
hoger onderwijs (link)
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 9
over hun huisvesting en hun welzijn. Onzelfstandige eenheden met gedeelde voorzieningen
stimuleren onderling contact en helpen studenten die nieuw zijn in de stad gemakkelijker
daar hun weg te vinden. In onderzoek zijn aanwijzingen te vinden dat studenten in zelfstandige
studio’s vaker kampen met eenzaamheid en psychische klachten. 'f Door het toevoegen van extra
onzelfstandige woningen en ontmoetingsruimten zou daarmee een bijdrage kunnen worden
geleverd aan de mentale gezondheid van studenten.
15 Nuffic (2022). How is it going with intranational students at Dutch higher education institutions? A report
on study experience en well-being (link).
16 Zoals Easterbrook, M. J., & Vignoles, V. L. (2015). When friendship formation goes down the toilet: Design
features of shared accommodation influence interpersonal bonds and well-being. British Journal of
Social Psychology, B4A(1), 125-139. en ABF Research (2021). De impact van studentenhuisvesting op
welzijn meten (link).
10 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 11
A Sj
Ke HO Ip
É
E t
VERRE
Uit de studentenmonitor 2022 (ABF Research) blijkt De
dat uitwonende studenten in een onzelfstandige a
woonruimte een significant hoger welzijn hebben de
dan uitwonende studenten in een zelfstandige de KA
dS
RN R „ge
woonruimte en dan thuiswonende studenten I
|
dn
ET. \ IJ | kh EN
5 \ vn
Í Ll H GE
EE Er | A
E ja E\ Ú Vd
EN û ggn | A OG
Tj es RK Ï G
| 7 mjn Dl Î
pe TT |
Dn ee |
De Win
ie PB sn Ï
Ne \ Ï
5 E E EN
NS Eid |
5 Ee in Á En NR |
E EP Ee d ij Î
Ts A8 Ö En bn ON |
Br EE 5 Ë | Î
8 En ES EON Ld ha 5
en E 5 df f ke |
ed In se Sn 5 Í ï
a 2e il nm. | B l ON
ee aa CR | Ee
Í Ì ES NE A Ì ie
De PE Í l Ed id Ne | Ee
Ee ee if EE EE Ee 4 Ml Ï Ö Zn
er An nn & Í d ZN GEE ek | ij go
al Ë | Ë BN ek eN be
hk 7 EN an | En
han d De en
Od B Oe | DE
ol B l | NS
E B B | | Ge |
ie Ë | Í IJ
| et on
| Et ’ I NR
Ben 5 BA E de | EN
DE sE De | On
E B £ En Ee a | RE
4 B Rn 2 EN q Ze Í A
oe B 5 zen ze Ù B
eg B À se bf et L ON Mn
B B DS Be ee D nl We JN B
OL e a A B RO Hee Í SO B Í
EE Le Oe Ed = en We 5 5 d 5 de OEE | |
Ee 0e Ze 5 Ë kad, Oe a Em 8 oo
en B B en eN | en
EE EE En JE Ô en a Om EN Re
EE ze EE en B Ë
B Kn en A EN in B
En 4 A a ed Ee
A EE &
EN EK ES
Dn en B B EEN KS
EL A En S
a en Ee EE
EE Ì
ee een
Ce B
EE Ee NL EN
LE EE EE Ee a ARE
dn Ee A en Ee
NR
a
2 Inhoud Actiepl
Hieronder komen vijf kernproblemen aan de orde met voorgestelde oplossingen en de daarbij
behorende acties voor de verschillende betrokken partners. Het gaat om (1) meer grip op
de instroom; (2) het realiseren van meer aanbod; (3) betaalbaarheid; (4) opvangen van de
piekbelasting; en (5) de positie van internationale studenten. Veel van deze thema’s hebben
een relatie met elkaar. Betaalbaarheid en beschikbaarheid zijn voor alle studenten belangrijk.
De instroom van studenten goed in beeld hebben betekent dat we daar met de bouw van
nieuwe woningen op in kunnen spelen. En indien het toch niet gelukt is de instroom goed in te
schatten of te reguleren, moeten we oplossingen voor de piekbelasting achter de hand hebben.
Huisvesting is tot slot onlosmakelijk verbonden met het welzijn van internationale en nationale
studenten waar beschikbaarheid van diverse woningtypen (zelfstandig/onzelfstandig), kwaliteit
en betaalbaarheid een belangrijke rol in speelt.
2.1 Meer grip op de instroom (vraag)
Om het tekort aan studentenhuisvesting op te lossen is het belangrijk om het aanbod af te
stemmen op de vraag. Daarvoor is het nodig om de instroom goed in beeld te hebben. Vooral
voor internationale studenten en Nederlandse studenten die (te) veel reistijd hebben is het
essentieel dat zij bij de start van hun studie direct geschikte huisvesting hebben. Het realiseren
van extra huisvesting is een proces van langere adem. Dit vraagt om de volgende onderstaande
acties op landelijk en op lokaal niveau. Hieronder gaan wij eerst in op de vraagzijde: hoe krijgen
we meer grip op de instroom?
De referentieramingen van het ministerie van OCW voorspellen dat het aantal voltijds hoger
onderwijsstudenten tot het studiejaar 2029/30 met 59.500 toeneemt. Het aantal voltijds hbo-
studenten neemt In deze periode naar schatting met 3% af. In dezelfde periode wordt een
toename van 73.000 voltijds wo-studenten voorspeld (+23%)." In de komende zeven jaar wordt
een groei van 34% van de internationale diplomastudenten verwacht ten opzichte van een
groei van 8% van de Nederlandse studenten.'® In het studiejaar 2020/21 kwam 73% van de
internationale studenten uit landen behorende tot de Europese Economische Ruimte (EER].'?
Het EU-recht stelt dat studenten uit de EU in principe gelijk dienen te worden behandeld met
Nederlandse studenten wat betreft de toegankelijkheid van het onderwijs. Dit geldt ook voor
personen uit de (overige) lidstaten binnen de EER op grond van de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte. Het uitgangspunt van het EU-recht is dat maatregelen geen
direct of indirect onderscheid mogen maken tussen Nederlandse en EER-studenten. Hierdoor
zijn in beginsel maatregelen die de beperking van de toegang van EER-studenten tot doel hebben
niet mogelijk.
17 OCW (2021). Referentieramingen 2021 (link).
18 OCW (2021) Raming internationale studenten 2021 (link) en OCW (2021). Referentieramingen 2021 (link).
19 OCW (2021) Raming internationale studenten 2021 (link).
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [13
Voorspellen en afstemmen
1. OCW past de referentieramingen verder aan zodat het voorspellen van de landelijke instroom
over langere periodes verder wordt verbeterd. Het model voor de referentieramingen is vorig
jaar aangepast waardoor de voorspellende waarde sterk is gestegen. Daarnaast wordt in
opdracht van OCW een onderzoek gedaan naar verbetermogelijkheden voor prognoses van
internationale instroom.
2. De instroom is mede afhankelijk van de strategie van de hoger onderwijsinstellingen.
Onderdeel daarvan is de keuze voor onderwijstaal van opleidingen die hoger
onderwijsinstellingen op basis van kwaliteitsoverwegingen maken. Hoger
onderwijsinstellingen, studentenhuisvesters en gemeenten overleggen structureel over
de lokale prognoses van de instroom van studenten en de invloed van de strategie van de
onderwijsinstellinglen) daarop.
Instrumenten om op internationale instroom te kunnen sturen
3. Hogescholen en universiteiten willen graag sturingsinstrumenten om meer grip te krijgen op
de instroom van internationale studenten. OCW onderzoekt:
a. de mogelijkheid om een capaciteitsbeperking In te kunnen stellen op tracks van
opleiding.
b. de mogelijkheid om bij specifieke opleidingen een maximum van het aantal niet EER-
studenten in te kunnen voeren.
c. de mogelijkheid van een noodfixus bij plotselinge, onverwachte en grote groei van de
instroom van niet-EER studenten.
4. Hoger onderwijsinstellingen verkennen aanvullende mogelijkheden om op de instroom van
internationale studenten te kunnen sturen.
Informatievoorziening naar studenten
5. Hoger onderwijsinstellingen, Nuffic, gemeenten, de LSVb en het LOS lichten (internationale)
studenten goed voor over de actuele woningmarkt in de stad van hun keuze. Zij adviseren
studenten tijdig te starten met zoeken naar een kamer en eventueel rekening te houden
met langere reistijden en hogere kosten. Indien het niet op tijd is gelukt huisvesting te
regelen wordt studenten streng afgeraden om naar Nederland af te reizen. De hoger
onderwijsinstellingen onderzoeken welke rol Studielink in deze voorlichting kan verzorgen.
Beleidstoets
6. OCW, gemeenten en hoger onderwijsinstellingen geven bij beleidswijzigingen de gevolgen
hiervan aan voor studentenhuisvesting. Deze afspraak ligt in het verlengde van het advies-
rapport “Een thuis voor iedereen” van de Interbestuurlijke werkgroep versterking beleid
huisvesting aandachtsgroepen. De werkgroep constateert dat bij beleidswijzigingen niet
altijd voldoende gekeken wordt naar de gevolgen voor de woningmarkt. In het rapport
wordt geconstateerd dat “keuzes in beleid op het ene departement kunnen verregaande
gevolgen hebben voor opgaven en beleid van een ander departement” met als voorbeeld de
internationaliseringsambities van het onderwijs.”
20 Interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen (2021). Een thuis voor
iedereen: Adviesrapport interbestuurlijke werkgroep versterking beleid huisvesting aandachtsgroepen
(link), p. 35.
14 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
2.2 Vergroten aanbod door nieuwbouw en beter benutten
bestaande bouw
Om het aanbod te realiseren moet er meer gebouwd worden voor studenten. In de afgelopen
jaren zijn er jaarlijks landelijk ongeveer 5.000 studentenwoningen toegevoegd. Ondanks deze
uitbreiding wordt in de Landelijke monitor studentenhuisvesting voor 2021 het tekort aan
studentenhuisvesting geraamd op 26.500. Dit is echter niet genoeg om aan de toenemende vraag
te kunnen voldoen: zonder aanvullende acties neemt het tekort tot het studiejaar 2028/29 naar
schatting toe naar een aantal van tussen de 58.300 en 66.700 studentenwoningen. Dit vraagt om
actie van alle betrokkenen. We moeten er samen voor zorgen dat er meer (len meer betaalbaar]
wordt gebouwd voor studenten.
Ook wordt het woningaanbod voor studenten vergroot als afgestudeerden makkelijker en sneller
kunnen doorstromen naar andere woningen, zodat ze niet onnodig lang een studentenwoning
bezet houden. Daarom onderschrijven de ondertekenaars het versnellen van de woningbouw
inden brede. Het ministerie van BZK continueert de flexpools die gemeenten en provincies
ondersteunen ook de komende jaren nog. Deze flexpools bieden kennis en extra capaciteit die
nodig is voor het realiseren van woningbouw.
Afspraken nieuwbouw:
7. Sociale en commerciële studentenhuisvesters stellen voldoende middelen en capaciteit
beschikbaar om het aanbod in Nederland uit te breiden met 60.000 studenteneenheden in de
komende 8 jaar, mits dit past binnen hun (financiële) kaders en beleid.
8. Gemeenten bepalen (bij voorkeur aan het begin van een collegeperiode) afspraken
over concrete streefaantallen nieuwbouw- en transformatie-opgaven op basis van de
ontwikkeling van de behoefte aan studentenhuisvesting per gemeente?! en in afstemming
met huisvestingsopgaven voor andere doelgroepen in de gemeente en passend binnen hun
(financiële) kaders, beschikbare bouwlocaties en beleid. Ter ondersteuning stelt het Netwerk
Kennissteden Nederland samen met wethouders voorbeeldteksten op en delen goede
voorbeelden.
- Gemeenten, studentenhuisvesters en studenten maken lange termijnafspraken over het
toevoegen van studentenhuisvesting en spreken elkaar aan op de nakoming hiervan.
- Hoger onderwijsinstellingen en gemeenten maken concrete afspraken over welke
gronden op de campus van de gemeente en de onderwijsinstelling zij al dan niet (tijdelijk)
beschikbaar kunnen stellen voor studentenhuisvesting en spreken daarbij af hoeveel
eenheden zij willen toevoegen. Dit kan bijvoorbeeld ook gaan over het ontwikkelen van
een omgevingsvisie voor het gebied.
- Gemeenten en studentenhuisvesters maken concrete afspraken over welke gronden
beschikbaar gesteld worden voor studentenhuisvesting en over het aantal eenheden die
daar toegevoegd kunnen worden. Andere grondeigenaren kunnen hier ook een rol in spelen.
- Gemeenten, studentenhuisvesters en studenten maken afspraken over de realisatie en
het behoud van onzelfstandige kamers als onderdeel in de prestatieafspraken.
- Gemeenten en studentenhuisvesters zoeken actief naar kansen om leegstaande panden
te transformeren en flexibele huisvesting te realiseren op tijdelijk beschikbare grond,
om zo snel extra studentenhuisvesting te creëren. Hierbij wordt ook gekeken naar de
mogelijkheid om reeds voor andere doelgroepen (zoals vluchtelingen) getransformeerde
panden (tijdelijk) te bestemmen voor studentenhuisvesting.
21 De behoefteraming is weergegeven in bijlage 3
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [15
- Gemeenten, studentenhuisvesters en studenten maken afspraken over het aandeel van
de studentenwoningen dat toegankelijk is voor studenten met (fysieke) beperkingen.
Deze afspraken worden ook gemaakt bij het realiseren van nieuwe studentenhuisvesting.
9. Studentenhuisvesters inventariseren welke aanpassingen in de wetgeving nodig zijn voor de
bouw en verhuur zodat het aanbod van kamers en studio’s kan worden versneld.
10. Partijen zien dat het in de huidige markt moeilijk is om betaalbare studentenwoningen te
bouwen. Om de bouw van deze woningen te stimuleren en versnellen heeft het ministerie
van BZK de regeling aandachtsgroepen opengesteld, onder andere voor studenten. Partijen
verzoeken BZK om deze regeling voort te zetten.
Spreiding
11. De kennissteden en BZK maken afspraken met de omliggende gemeenten over de bouw
van studentenhuisvesting in de regio als er onvoldoende mogelijkheden zijn om binnen de
kennissteden of op de campus het tekort aan studentenhuisvesting op te lossen.
12. Stimuleren van meer spreiding door samenwerking van hoger onderwijsinstellingen
met de regiogemeenten van de kennissteden. Mocht er meer spreiding van hoger
onderwijsinstellingen ontstaan in de regio dan wordt direct in huisvesting voorzien zodat
studenten niet geïsoleerd komen te wonen.
13. De gemeenten en BZK onderzoeken in samenwerking met de provincies de mogelijkheden
om internationale studenten te voorzien van een reisproduct om gratis te kunnen reizen in de
regio om het voor hen aantrekkelijker te maken om in randgemeenten te wonen.
Afspraken bestaande bouw:
Een deel van het huisvestingstekort onder studenten kan worden opgelost door de bestaande
woningvoorraad beter te benutten, onder andere door het verhuren van een kamer en/of
woningdeling te stimuleren.” Sommige bewoners zouden om financiële of andere redenen
bereid kunnen zijn een deel van hun woning af te staan aan een student, maar willen dan wel
graag goed geïnformeerd zijn over de regelgeving die hier geldt en eventuele consequenties.
Hierbij helpt het voornemen van het kabinet om de kostendelersnorm onder de 27 jaar af
te schaffen.
Een andere ontwikkeling is dat vrijwel alle studentensteden overgegaan zijn tot het beperken
van verkamering. Verkamering en woningsplitsing hebben een positief effect op het aanbod aan
kamers, studio’s en kleine appartementen, maar dit mag niet ten koste gaan van het aanbod
aan (betaalbare) gezinswoningen. Het opsplitsen van reguliere woningen moet niet gebeuren
slechts uit winstbelang, omdat dit leidt tot verdringing. Het tegengaan van deze verdringing op
basis van goed verhuurderschap is van harte toe te juichen. In een aantal steden is ook sprake
van het terugdringen van verkamering in verband met mogelijke (klachten over) overlast.
De leefbaarheid van de omgeving van studentenwoningen en respectvol omgaan met je woning
behoeft dan ook aandacht. Echter, verkamerde panden dragen in belangrijke mate bij aan de
voorraad studentenwoningen en aan het behouden van een gezonde balans tussen zelfstandige
en onzelfstandige huisvesting. We gaan dan ook onderzoeken of we verkamering beter kunnen
reguleren. Een verbod op verkamering is onwenselijk omdat hierdoor (extra) goed gereguleerde
en goed beheerde kamers niet verhuurd kunnen worden. Deze kamers dragen juist bij aan de
totale voorraad voor studentenhuisvesting en het opvangen van de piekbelasting.
22 Platform 31 (2021). Beter benutten bestaande woningbouw: Onderzoek naar belemmeringen en kansen (link).
16 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
14. Gemeenten faciliteren en stimuleren hospita-achtige constructies door goede voorlichting
over wat er komt kijken bij het verhuren van een kamer en welke (lokale) regelgeving daarbij
relevant is. Hiervoor kunnen zij eventueel ook de mogelijkheden die ervaren organisaties
bieden bij de bemiddeling tussen student en kamerverhuurder benutten.
15. Gemeenten leggen bij de regulering van verkamering de focus op de handhaving van goed
verhuurderschap. De ervaring leert dat goed beheer een belangrijke rol kan spelen in het
harmonieus samenleven van studenten en andere buurtbewoners. Recent is onderzoek
gedaan naar de economische en maatschappelijk meerwaarde van kennisinstellingen
en studenten voor de stad (en daarmee vaak ook voor de omliggende gemeenten) en de
buurt? Het zichtbaar maken van de resultaten van dit onderzoek en het benutten van de
aanbevelingen kan wellicht eveneens een rol spelen in het vergroten van de populariteit van
studenten als buren of wijkgenoten.
16. Gemeenten onderzoeken bij nieuw verkameringsbeleid hoe ze het effect op de totale
voorraad studentenhuisvesting kunnen monitoren.
17. Commerciële studentenhuisvesters maken afspraken over het aandeel woningen dat met
een campuscontract wordt verhuurd om de doorstroom te stimuleren en daarmee zorg te
dragen voor een effectieve benutting van de bestaande woningvoorraad.
18. Partijen gaan het gesprek aan over de uitstroom van studenten naar bestaande woningbouw
en starterswoningen.
Afspraken om het studentenwelzijn te bevorderen door de bouw van onzelfstandige
eenheden en het faciliteren van ontmoeting
Studentenwelzijn is een nieuw aandachtsgebied waar, zo blijkt uit nieuw onderzoek, ook
studentenhuisvesting een belangrijke rol in kan spelen.” Voor het welzijn van de student
is ontmoeting cruciaal en daarom is het belangrijk dat studentenhuisvesting voorziet in
gezamenlijke faciliteiten en programma’s die ontmoetingen en sociale integratie bevorderen.
Het is daarom belangrijk dat er onzelfstandige eenheden worden gerealiseerd en in complexen
met zelfstandige studio's ontmoeting wordt gestimuleerd.
De laatste decennia worden vrijwel uitsluitend zelfstandige wooneenheden voor studenten
toegevoegd waardoor de verhouding zelfstandige woningen en onzelfstandige kamers steeds
verder uit balans raakt. Ook krimpt het aantal onzelfstandige studenteneenheden in de bestaande
bouw. Op dit moment worden steeds meer (onzelfstandige) studentenwoningen binnen de
particuliere sector (dat 46% van het aanbod verzorgt) omgebouwd naar woningen voor doelgroepen
die meer kunnen betalen. De Landelijke monitor studentenhuisvesting schatte in 2015 nog een
kamervoorraad van 210.000 en in 2021 was deze voorraad al geslonken naar 194.800. In 2019 liet
het rapport van RIGO in opdracht van het ministerie van BZK zien dat het voor een investeerder
minder aantrekkelijk is om onzelfstandige eenheden te bouwen.” De maximale huurprijs op
basis van het woningwaarderingsstelsel ligt lager dan bij zelfstandige woningen mede doordat
de energieprestatie en locatie bij zelfstandige woningen wel worden gewaardeerd en bij
onzelfstandige woningen niet. Daarnaast bestaat voor huurders niet de mogelijkheid huurtoeslag
aan te vragen voor onzelfstandige eenheden, waarmee bij aanpassing van het WWS (en daarmee
hogere woonlasten) deze niet worden gecompenseerd voor de huurder. Dit zet de betaalbaarheid
onder druk.
23 Verwey-Jonker Instituut (2021). Studerende Buren: Een onderzoek naar de maatschappelijke
meerwaarde van studenten in de woonomgeving (link) en NEO Observatory (2021). Kennis in de stedelijke
economie: de financieel-economische waarde van hoger onderwijs en onderzoek in 2018 (link).
24 ABF Research (2021). De impact van studentenhuisvesting op welzijn meten (link) en Nuffic (2022). How is
it going with international students at Dutch higher education institutions? A report on study experience
and well-being (link).
25 RIGO (2019). Onzelfstandige kamerverhuur: Onderzoek naar de beleidsopties om het aanbod te vergroten (link).
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [17
Voor mensen met fysieke beperkingen is het extra belangrijk dat er voldoende onzelfstandige
complexen zijn die ook voor hen toegankelijk zijn. Panden van verenigingen zijn dit vaak niet
waardoor zij al gauw in een isolement dreigen te komen.
19. BZK moderniseert het woningwaarderingsstel voor onzelfstandige woningen en onderzoekt
daarbij mogelijke aanvullende randvoorwaarden zodat het bouwen en verhuren van
onzelfstandige eenheden aantrekkelijker wordt en tegelijkertijd de betaalbaarheid
gewaarborgd wordt.
20. BZK en Kences onderzoeken de invloed die woningkenmerken kunnen hebben op het
studentenwelzijn, indien mogelijk als deel van de Landelijke monitor studentenhuisvesting.
The Class Foundation onderzoekt dit jaarlijks als deel van de European Student Living and
Well being survey.
21. Alle partijen spannen zich in om het onttrekken van kamers aan de bestaande voorraad
tegen te gaan, onverminderd de verantwoordelijkheid van de gemeente om in te grijpen
indien panden niet aan wet- en regelgeving voldoen.
2.3 Een betaalbare studentenwoning
De Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 laat zien dat de betaalbaarheid van studenten-
huisvesting een belangrijke rol speelt om uit huis te gaan. Van de studenten die niet-uitwonend
zijn geeft 43% aan om deze reden niet op kamers te zijn gegaan. De voorgenomen herintroductie
van de basisbeurs in het studiejaar 2023/24 zou voor deze groep mogelijk een reden kunnen zijn
om te overwegen uitwonend te worden.
Betaalbare studentenhuisvesting is noodzakelijk gezien het beperkte budget van studenten.
De woonlasten van een uitwonende student liggen gemiddeld op € 470 (na aftrek van huurtoeslag
en inclusief bijkomende lasten) en is gemiddeld bijna de helft van zijn besteedbaar budget (46%)
kwijt aan woonlasten.’ De ene student is meer kwijt aan zijn woning dan de ander (tabel 1).
Voor de meeste studenten liggen de woonlasten tussen de € 300 en € 500. De hoogte van de
woonlasten is afhankelijk van onder meer het type woning. Een student kan over het algemeen
alleen voor een zelfstandige woning huurtoeslag aanvragen. De woonlasten liggen met € 28 per
m? voor kamers dan ook hoger dan voor studio’s (€ 24 per m?). Een andere factor is de leeftijd:
huurders onder de 23 jaar kunnen momenteel alleen huurtoeslag aanvragen voor woningen
onder de kwaliteitskortingsgrens (in 2022 ligt deze op € 442,46). In het coalitieakkoord is het
voornemen opgenomen om deze leeftijdsgrens te verlagen naar 21 jaar.
Tabel 2: Woonlasten in prijsklassen (bron: Landelijk monitor studentenhuisvesting 2021).
Kamers Eénkamerwoning Meerkamerwoning Alle woonruimten
ton 3% en ie
De stijgende bouwkosten, lange procedures en hoge grondprijzen maken het lastig om betaalbare
studentenhuisvesting te bouwen tegen een acceptabel rendement.
26 ABF Research (2021). Landelijke monitor studentenhuisvesting 2021 (link).
18 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
De overspannen woningmarkt en de steeds strengere eisen rond duurzaamheid van de bestaande
bouw zetten de betaalbaarheid verder onder druk.
De oplossingen voor dit betaalbaarheidsprobleem zijn in drie categorieën te vatten: (1) oplossingen
die de bouw- en verhuurkosten drukken, (2) oplossingen die het besteedbaar inkomen van huurders
verhogen en (3) oplossingen die malafide verhuurders aanpakken en zo de gemiddelde huur doen
dalen. De verduurzamingsmaatregelen en -normen zetten de betaalbaarheid van studentenwoningen
onder druk.
Partijen vinden het belangrijk dat voldoende woningen worden gebouwd en dat deze betaalbaar
zijn voor studenten. Ook streven de ondertekenaars ernaar om onzelfstandige woningen
met gedeelde voorzieningen te stimuleren, zowel voor het welzijn van studenten als voor het
woongenot. Met deze uitgangspunten bestaan echter nog veel mogelijke varianten, waarvan
de betaalbaarheid voor studenten en de haalbaarheid om deze woningen te realiseren en
te exploiteren voor de verhuurders verschillen. Om tot goede richtlijnen voor betaalbare
studentenhuisvesting te komen onderzoeken we verschillende aspecten die van invloed zijn op de
woonlasten voor studenten.
Afspraken:
22. BZK, Kences en LSVb ontwikkelen binnen een jaar na ondertekening richtlijnen om te
komen tot betaalbare woningen voor studenten. Deze richtlijnen hebben betrekking op
de betaalbaarheid voor gangbare type studentenkamers (onzelfstandige eenheden en
zelfstandige studio’s). Om tot deze richtlijnen te komen zullen in ieder geval de volgende
stappen worden ondernomen:
- Kences, BZK en de LSVb onderzoeken gezamenlijk wat voor type studentenwoningen
wenselijk zijn, waarbij wordt gelet op (1) differentiatie zelfstandige en onzelfstandige
woonruimte, (2) de mate van gedeelde voorzieningen in onzelfstandige woningen, (3)
duurzaamheid, (4) hoogte van de huur, (5) hoogte van de servicekosten en (6) locatie nabij
centrum of campus.
- BZK vraagt het NIBUD om op basis van bestaande data over het bestedingspatroon van
studenten een advies te geven over de inkomenspositie van studenten in relatie tot de
hoogte van de huur. Dit gebeurt zo veel mogelijk op basis van dezelfde methode die
gebruikt zijn voor het NIBUD-advies voor het programma ‘Betaalbaar Wonen’.
Afspraken bestaande bouw en nieuwbouw
23. Studentenhuisvesters onderzoeken de mogelijkheden om huurders beter inzicht te geven
in hun individuele energieverbruik bij verhuureenheden zonder eigen aansluiting, zodat
energiebewust gedrag wordt gestimuleerd en beloond.
24. BZK richt zich op uitfasering van slechte energielabels in de huursector waardoor de
isolatiegraad verbetert, de warmtevraag vermindert en huishoudens minder kwetsbaar
zijn voor energiearmoede. BZK zal daarbij aandacht hebben voor de effecten daarvan voor
studentenhuisvesting. BZK en Kences wegen daarin mee hoe verduurzamingsmaatregelen
en -normen (zoals de NTA 8800) uitpakken voor studentenhuisvesting en richt deze zodanig in
dat de investeringen in en energiebesparing door deze verduurzamingsmaatregelen In balans
zijn met de kosten en dus de betaalbaarheid van studentenhuisvesting niet In gevaar brengen.
25. Gemeenten maken passend gronduitgiftebeleid voor betaalbare studentenhuisvesting
en zetten zich in voor de realisatie van betaalbare studentenwoningen op gronden en
in gebouwen van derden. Bij de verkoop of erfpachtuitgifte van percelen tegen sociale
grondprijzen maken gemeente en studentenhuisvester afspraken over de voorwaarden
waaraan de studentenhuisvesting moet voldoen (zoals huurprijs, doelgroep, etc.).
Het Netwerk Kennissteden Nederland ontwikkelt modelovereenkomsten die daarvoor
gebruikt kunnen worden.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [19
Stimuleren toevoegen onzelfstandige studentenkamers
26. BZK onderzoekt de mogelijkheden om ervoor te zorgen dat er een gelijker speelveld komt
voor de realisatie van zowel zelfstandige als onzelfstandige woonruimte (kamers). Nu dragen
instrumenten voor inkomensondersteuning, zoals de huurtoeslag, soms bij aan de realisatie
van zelfstandige woonruimte, aangezien deze na huurtoeslag soms goedkoper zijn dan een
onzelfstandige kamer. Tegelijkertijd is er ook vanuit sociaal oogpunt veel behoefte aan de
realisatie van meer onzelfstandige woonruimte die bovendien doelmatiger gebruik maakt
van de ruimte.
27. Gemeenten, studentenhuisvesters en BZK sturen op de realisatie van onzelfstandige
studentenwoningen indien dit wenselijk is voor de verhouding tussen zelfstandige en
onzelfstandige studentenwoningen.
28. BZK onderzoekt de mogelijkheden om onzelfstandige woningen te laten registeren in de
Basis Administratie Gebouwen (BAG). Door registratie van onzelfstandige woningen in
de BAG, krijgen gemeenten meer zicht en is het mogelijk om effectiever te handhaven op
malafide verhuur van kamers.
Stimuleren goed verhuurderschap
29. BZK stelt extra middelen beschikbaar voor gemeenten om daadkrachtiger te kunnen optreden
tegen malafide verhuurders, bijvoorbeeld op grond van de Wet goed verhuurderschap en lokale
regelgeving. Deze gelden kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om de rechtsbescherming van
huurders te versterken (zoals met huurteams).
30. Op dit moment zijn door Nederland in verschillende gemeenten huurteams actief, maar
ontbreekt een landelijke dekking. De huurteams die door heel Nederland bestaan variëren
sterk in omvang, inrichting en taakgebied, afhankelijk van lokale behoeften en prioriteiten.
Gemeenten hebben het beste zicht op wat er nodig is om hun lokale huurders te ondersteunen.
Gemeenten investeren in het oprichten en de capaciteitsuitbreiding van huurteams, waarbij
partners mogelijk ook kunnen bijdragen. Hierdoor wordt de rechtsbijstand voor huurders
verbeterd en kan de doorlooptijd van de procedures worden verkort waardoor beter en sneller
kan worden opgetreden tegen malafide verhuurders.
31. Hoger onderwijsinstellingen, gemeenten, de LSVb en het LOS wijzen studenten actief
op de dienstverlening van een huurteam, waaronder de mogelijkheid huurcontracten te
laten checken.
32. Kences past hun eerder uitgebrachte handreiking met betrekking tot brandveiligheid aan
met het vereenvoudigen van het bouwbesluit.
33. Gemeenten handhaven strenger op de brandveiligheidseisen in de bestaande bouw. Het gedrag
van huurders heeft een grote invloed op de brandveiligheid. Studentenhuisvesters en
studentenvertegenwoordigers lichten huurders voor over de brandveiligheidsmaatregelen
en brandveilig gedrag. Studentenhuisvesters handhaven bij hun woningen actief op het
nakomen van brandveiligheidsregels.
2.4 Opvangen van de piekbelasting
leder jaar zijn in de periode augustus/september en januari/februari veel studenten op zoek naar
woonruimte. Doordat zowel internationale studenten als Nederlandse studenten op hetzelfde
moment naar studentenwoningen zoeken is de druk op de studentenwoningmarkt groot en kent
deze een piek aan het begin van het studiejaar. Voor internationale studenten is de aanwezigheid
van voldoende studentenwoningen op deze momenten extra van belang: huisvesting is voor
hen een noodzakelijke voorwaarde om in Nederland te kunnen studeren. Voor een deel van
de groep internationale studenten reserveren hoger onderwijsinstellingen studentenwoningen
bij studentenhuisvesters. Daarnaast worden er indien nodig door gemeenten en hoger
onderwijsinstellingen maatregelen getroffen aan het begin van het studiejaar. Zo reserveren
zij hostels en hotels of richten zij tijdelijke voorzieningen in om studenten op te kunnen
20 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
vangen. Ondanks deze acties zijn er onvoldoende plekken om alle studenten vanaf het begin
van het studiejaar op te kunnen vangen. In sommige gevallen zijn studenten genoodzaakt om
bijvoorbeeld tijdelijk op een camping te verblijven of kiezen zij ervoor om hun studie af te breken.
Afspraken:
34. Hoger onderwijsinstellingen, gemeenten, studentenhuisvesters en studenten overleggen, op
basis van de door de hoger onderwijsinstellingen aangeleverde aanmeld- en instroomcijfers,
intensief voorafgaand aan het nieuwe studiejaar over de benodigde hoeveelheid
studentenwoningen en realisatie van de piekopvang.
-_Studentenhuisvesters onderzoeken de mogelijkheid om tijdelijk twee studenten in één
kamer te huisvesten en de hoger onderwijsinstellingen nemen dit mee in de voorlichting
aan studenten.
- Gemeenten en hoger onderwijsinstellingen stimuleren actief (tijdelijke) ‘woningdeel-
constructies’ (hospita/hospes, gastgezin). Daarnaast maken zij ruim van tevoren afspraken
over het aantal plekken en nemen dit ook mee in de voorlichting aan studenten.
- OCW onderzoekt of er mogelijkheden zijn om op een eerder moment in het jaar
duidelijkheid te hebben over het aantal studenten dat gaat starten met een opleiding.
- The Class Foundation voert jaarlijks het Vraag Indicator Survey onder huisvesters en
hoger onderwijsinstellingen uit en informeert de lokale stakeholders in het voorjaar waar
piekbelasting te verwachten is.
2.5 (Tijdelijke) huisvesting voor internationale studenten
Internationale studenten hebben een bijzondere huisvestingsbehoefte doordat zij direct bij
aankomst (gegarandeerde) huisvesting nodig hebben. Veel internationale studenten hebben
bijzondere woonvoorkeuren zoals een gemeubileerde kamer of studio. Daarnaast hebben
internationale studenten vaak geen wachttijd opgebouwd waardoor zij slechts een beperkte
kans hebben op woningen die worden toegewezen op basis van wachttijd. Ook zijn internationale
studenten eerder slachtoffer van discriminatie op de lokale woningmarkt. Doordat internationale
studenten voornamelijk op twee momenten in het jaar (augustus en januari/februari) aankomen
in Nederland, is er op die momenten een grote vraag van internationale studenten naar
studentenhuisvesting. Om internationale studenten een goede kans te bieden op woonruimte,
moeten de woonruimten op tijd beschikbaar zijn zodat deze aan een nieuwe groep internationale
studenten kunnen worden verhuurd.
Een belangrijk knelpunt is dat het in de huidige wet- en regelgeving niet mogelijk is om een
huurcontract aan te bieden dat goed aansluit bij de behoefte van zowel internationale studenten,
hoger onderwijsinstellingen als studentenhuisvesters. Internationale studenten kunnen nu een
woning huren met een huurcontract ‘naar zijn aard slechts van korte duur’ (ook wel short stay-
contracten genoemd). Hierbij komen de woningen weer op tijd vrij voor de volgende lichting
internationale studenten, maar hebben deze huurders weinig huur- en huurprijsbescherming
en kan een huurder niet tussentijds opzeggen. Daardoor kunnen deze huurders bijvoorbeeld de
hoogte van hun huurprijs en servicekosten niet voorleggen aan de Huurcommissie. Een andere
mogelijkheid is dat een internationale student een woning huurt met een tijdelijk contract. Hierbij
komen de woningen op tijd vrij en heeft de huurder de normale huur- en huurprijsbescherming
en de mogelijkheid tot tussentijds opzeggen. Deze mogelijkheid om tussentijds op te zeggen kan
hoge leegstandskosten voor de studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen?” tot gevolg
hebben, waarmee het systeem zwaar onder druk komt te staan.
27 Onderwijsinstellingen dienen bij het aangaan van verplichtingen na te gaan met welk vermogen zij zich
verbinden aan deze afspraken, rekening houdend met de verantwoording van uitgaven.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 21
Afspraken:
35. BZK weegt thans het gehele pallet tijdelijke huurcontracten waarbij een betere balans wordt
gezocht tussen de belangen van huurders en verhuurders. Hierbij worden de huurcontracten
voor internationale studenten meegenomen. Ook wordt hierin de mogelijkheid onderzocht
van BTW-vrije garanties voor het faciliteren van huisvesting door hoger onderwijsinstellingen
en naar de mogelijkheid voor hoger onderwijsinstellingen om een housing fee te vragen
waarin de leegstandskosten zijn meegenomen.
36. Internationale studenten betalen vaak meer voor hun kamer dan Nederlandse studenten
vanwege de kosten van bijvoorbeeld meubilering en aanvullende diensten en leveringen en
ervaren dit als discriminerend. Studentenhuisvesters geven op een transparante manier
de opbouw van de huurprijs en servicekosten weer zodat internationale studenten die een
gemeubileerde woning huren inzicht en begrip hebben in de huurprijs die zij betalen.
37. Studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen onderzoeken op welke wijze
woningen kunnen worden ingezet voor alternatieve verhuurwijzen om leegstand van deze
woningen te voorkomen. Voorbeelden zijn verhuur aan leerlingen van summerschools of
betaalbare toeristische verhuur aan jongeren. BZK en gemeenten stimuleren dit zo nodig
via aangepaste regelgeving.
38. Studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen onderzoeken de mogelijkheden om
een kamer van een tijdelijk naar het buitenland vertrekkende student onder te verhuren aan
een inkomende internationale student. Dit zou bijvoorbeeld gefaciliteerd kunnen worden via
een afgeschermd deel van een bestaand vraag- en aanbodplatform zoals nu al in een aantal
steden gebeurt.
Afspraken inclusie van internationale studenten:
Op het gebied van studentenhuisvesting zijn nog grote stappen te maken wat inclusie van
internationale studenten betreft. Studentenhuizen hebben vaak een “no internationals” beleid,
waarbij het voornaamste argument is dat de studenten Nederlands als voertaal willen houden.
Daarnaast zijn internationale studenten vanwege de taalbarrière vaak niet op de hoogte van hun
rechts- en informatiepositie wat kan leiden tot vervelende situaties en misbruik. Het LPS spreekt
zich uit tegen iedere vorm van discriminatie van woningzoekenden door verhuurders en huurders
op basis van nationaliteit, gender, religie, seksuele voorkeur, taal of andere kenmerken.
Daarnaast hebben lokale bewonerscommissies moeite om contact te leggen met internationale
studenten op hun studentencomplex. Het huurcontract, huurreglement, servicekostenafrekening
en klachtenprocedures zijn niet altijd in het Engels. In de geest van de Wet Overleg Huurder
Verhuurder moeten huurders in staat gesteld worden om op gelijkwaardige manier met hun
verhuurder over beleid in discussie te treden, hetgeen voor internationale studenten alleen
mogelijk is wanneer de belangrijkste stukken ook in het Engels beschikbaar zijn.
Het hebben van een internationale student als huisgenoot kan voor alle studenten (ook de
Nederlandse) voordelen opleveren. Voor de bewoners van studentenhuizen kan dan gekeken
worden naar de internationale competenties die je verwerft door het samenwonen met een
internationale huisgenoot. Voor de internationale student is het de mogelijkheid zich te
ontwikkelen en volledig kennis te maken met de Nederlandse taal en de studentencultuur.
lets wat hoog op het verlanglijstje van de internationale student staat.
39. Het LOS ondersteunt huurdersorganisaties bij het bereiken en vertegenwoordigen van
internationale studenten op lokaal niveau.
40. Kences, Vastgoed Belang en The Class Foundation, LOS, LSVb en Nuffic onderzoeken en
informeren internationale studenten over hun rechts- en informatiepositie om de kloof met
Nederlandse studenten kleiner te maken, met speciale aandacht voor de taalbarrière.
22 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
41. Kences, Vastgoed Belang en The Class Foundation, LOS, LSVb en Nuffic moedigen de
verhuurders, huurdersorganisaties, internationale en Nederlandse studenten aan om met
elkaar in gesprek te gaan over het creëren van meer gemengde (internationaal/Nederlands)
studentenhuizen.
2.6 Innovatieve ideeën
Gedurende het opstellen van dit actieplan is een aantal vernieuwende en innovatieve ideeën op
tafel gekomen die mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de doelstelling,
maar nog verder uitgewerkt moeten worden.
De volgende ideeën zijn de revue gepasseerd en kunnen nader worden bekeken:
e Nederlandse studenten in grotere mate stimuleren om in het buitenland te gaan studeren
zodat de ratio inkomende en uitgaande studenten meer in balans komt.
e Het mogelijk maken en stimuleren van woningdelen voor jongeren.
e De mogelijkheid van gemeenten om verkamering enkel toe te staan indien gebruik gemaakt
wordt van een campuscontract.
e De mogelijkheden om leegstandsbeheer te vereenvoudigen voor complexen die in afwachting
zijn van een herontwikkeling.
e Het bevorderen van doorstroming vanuit studentenwoningen door het creëren van meer
middenhuur en betaalbare koopwoningen.
* Het vestigen van (dependances van) onderwijsinstellingen in een krimpregio zodat de
huisvestingsvraag meer over Nederland wordt verdeeld en bijdraagt aan de aantrekkelijkheid
van en werkgelegenheid in de krimpregio.
42. BZK en gemeenten spannen zich door middel van innovatie in het aanbod te vergroten, bestaande
huisvesting effectiever te benutten en kansen te benutten voor de huisvesting van studenten.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [ 23
Ee ú em N
Ee Dn i
mf Sn
ss pe ee het
Se De es EE Ee
N Pe " a en EA k
me B
ë — ene
> a Rn
p. | He gi
je & Em B
k Sr; A BS Ee BRA
on > en _
ed DN Le g | R k
lu er HEN ‘ 0
ni sa dk Hi n | À
\ Ki) | 5 E 5
| À Ì
| | il B
| 1 / Am
Î ij ij) 8 Ee.
Î E | li Te
, oe En jj
on EEE s
ee Ge B |
en /
_ EN | /
Re ke / GEEN
| a / £ p Ed 5
IE A E Ei 'À }
a B. ger x
ed ge, é
N EN pag £ bd
pe hs 5 £
a ed 5 LS P
nn: N E
Ps É é PN 5
El Nn eN NK
ef B Ed EN IS, Ag SN RS
ALS Ri
Ke NIS RR
ee be en SN en :
Pe N a EN En ee sn RN
Het aantal voltijds WO-studenten neemt tot 2030 n B OO A Nan
n R vj aj ded ì Sn eN
naar verwachting toe met 73.000. 75% van de groei ha N IN
van studenten komt door de internationalisering. Ë ken Ne ’
gd DE Te
R An 4 m
een Zn Ze Re
Ee Aen ken.
2 ee B zn Zas ‘
dd MEREN Or Ee
| BSO EN
d Ek / Ee
Pe ee f En ze SN
PANDA EK
PERRE Oet, ER en
é SR ee en GEN
ENORM AAN ES Ne ANS EEN
EPS Oe ol Ean ki AN Rn A SECCEN
4 ADE Ad AV GE EEEN EN
En ; 5 BS 4 KU Cn Be N EL En Sn Rn
Ne ok ET TDA HEREN CRS OE K eN
Ren PPN IT EN Gee Rn eN
RN PO ER ei A EN
B A VAUD PAD ESE) E Re ed
En FEL LEET DE ERE ENE Ae A TON en en -
BE ETE 4 EN
EEE. KE
a WEA EEEN an EN
Sa EN eN
Se ns TAR ON 4 ie En ANT ENE ER EET ae NRO ME EEN :
NM AN ge Re de EN
Le ben le re AA DR EK, En IER ER Een : E
\ \\ VAREN den Re Ee
NN Ei BT A A :
\ | NI ee A TA EA En ln
el | NR N à Ee EE Rn
Ver 5 A ANER Sn EE
/ En 5 AR EN nn GN DN
= DE EN A
cel 5 Pe E ZN En Nn ER AD En
0 È BRE Ne bs Se ION
lg Re Ee GEE EN EA ze
EN LI LR
p Ee NN
AN ER EE LD
PE
ERE NR EE RNL A GARE EEA ED AT AE ED
4 Pp ER
3 Sl di
n t n
Studentenhuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ondertekenaars van
dit actieplan. ledere partij heeft hierin zijn eigen rol. Om de doelstellingen van dit actieplan te
behalen is het belangrijk dat alle betrokken partijen hun ambities en mogelijkheden op elkaar
afstemmen en samenwerken aan oplossingen. Dit geldt zowel op landelijk als op lokaal niveau.
|
|
3.1 Stuurgroep Landelijk platform studentenhuisvesting
Een goede bestuurlijke samenwerking op landelijk niveau is essentieel om de doelstelling
van dit actieplan te behalen. Deze bestuurlijke samenwerking wordt geborgd in de stuurgroep
studentenhuisvesting. Zij stuurt dit actieplan bij wanneer nodig. De stuurgroep heeft de volgende
taken en verantwoordelijkheden. De stuurgroep:
e Bespreekt de voortgang van dit actieplan op basis van de monitoring van dit actieplan.
e Neemt beslissingen over grote koerswijzigingen in dit actieplan. Deze besluitvorming vindt
plaats op basis van de voorbereiding door het Landelijk platform studentenhuisvesting (LPS).
e Lost knelpunten op die buiten de beslissingsbevoegdheid van het LPS liggen.
e Partijen binnen de stuurgroep spreken elkaar aan op het nakomen van afspraken uit dit
actieplan indien nodig.
e De stuurgroep studentenhuisvesting komt jaarlijks bij elkaar in aanloop naar de voortgangsbrief
over het actieplan die door de minister voor VRO en de minister van OCW wordt verstuurd.
Indien daar aanleiding toe is, kan het stuurgroep vaker bij elkaar worden geroepen.
Binnen de stuurgroep is een effectieve en efficiënte besluitvorming nodig. Een te grote stuurgroep
kan dit verhinderen. Om dit te bereiken worden de belangen van een groep ondertekenaars in
de stuurgroep vertegenwoordigd door één vertegenwoordiger. De stuurgroep zal bestaan uit
vertegenwoordigers namens studenten, gemeenten, sociale studentenhuisvesters, commerciële
studentenhuisvesters en hoger onderwijsinstellingen. Daarnaast zullen de ministeries van BZK en
OCW deelnemen aan de stuurgroep als vertegenwoordigers van de Rijksoverheid.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 25
3.2 Landelijk platform studentenhuisvesting
De samenwerking op landelijk niveau wordt georganiseerd door het Landelijk platform
studentenhuisvesting (LPS). Deze is samengesteld uit de (ambtelijk) vertegenwoordigers van
de ondertekenaars van dit actieplan. De leden van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting
hebben een goed beeld van wat er in de studentenhuisvestingsmarkt speelt en vervullen daarbij
een belangrijke rol in het behalen van de doelstelling van dit actieplan. Het Landelijk Platform
Studentenhuisvesting:
1. Monitort en bespreekt de voortgang van dit actieplan en rapporteert hierover aan
de stuurgroep.
2. Signaleert nieuwe kansen of knelpunten voor het behalen van de doelstelling van dit
actieplan en zorgt dat hierop actie wordt ondernomen.
3. Wisselt kennis en ervaringen op het gebied van studentenhuisvesting uit.
Het Landelijk platform studentenhuisvesting komt minstens vier keer per jaar bijeen.
3.3 Versterking lokale programmateams
studentenhuisvesting
Studentenwoningen worden op lokaal niveau gerealiseerd. De grote (bouwlopgave voor studenten-
woningen vraagt om een goede lokale samenwerking tussen alle bij studentenhuisvesting betrokken
partijen om zorg te dragen voor voldoende studentenhuisvesting die aansluit bij de behoefte van de
studenten en de lokale situatie en werkwijze. Een goede samenwerking van de betrokken partijen
op lokaal niveau is van groot belang. Op lokaal niveau is er altijd ruimte voor lokale afwegingen
en interpretatie. In veel kennissteden overleggen de betrokken partijen over de uitdagingen op
het gebied van studentenhuisvesting. Op lokaal niveau wordt dit overleg verder versterkt en
ingevuld passend bij de lokale situatie. Deze lokale programmateams bestaan in ieder geval uit de
gemeente(n), de onderwijsinstellinglen), studentenvertegenwoordiger(s) en studentenhuisvester(s).
De gemeente initieert als centrale partij de overleggen van het lokale programmateam. De lokale
programmateams studentenhuisvesting vervullen de volgende rol binnen dit actieplan:
1. De lokale programmateams vertalen de afspraken in dit actieplan naar concrete lokale
acties en vullen deze aan met acties die voorvloeien uit lokale thema's. Deze afspraken
worden vastgelegd in een meerjarig convenant. Deze convenanten bevatten bijvoorbeeld
afspraken over het verminderen van het tekort aan studentenhuisvesting, de voorwaarden
waar studentenhuisvesting aan moet voldoen (zoals huurprijs, woningtype), het opvangen
van de piekbelasting, de informatievoorziening aan internationale studenten over de
Nederlandse woningmarkt en het bevorderen van goed verhuurderschap.
2. De lokale programmateams monitoren en bespreken de voortgang van het convenant en
rapporteren jaarlijks met een gezamenlijk en door alle partijen gedragen reactie over de
voorgang op lokaal niveau aan het Landelijk Platform Studentenhuisvesting.
3. De partijen binnen de programmateams spreken elkaar aan op de uitvoering van het convenant.
4. De lokale programmateams signaleren knelpunten en kansen, delen kennis en successen.
De lokale en landelijke context opereren niet los van elkaar. Voor een succesvolle lokale
invulling van dit actieplan is het van belang dat op landelijk niveau de juiste randvoorwaarden
worden geschapen. Hiervoor is het van belang dat het Landelijk Platform Studentenhuisvesting
weet welke knelpunten op lokaal niveau worden ervaren en welke successen op lokaal niveau
worden bereikt. Anderzijds is het van belang dat de programmateams goed op de hoogte zijn
van de landelijke ontwikkelingen zodat zijn hiermee rekening kunnen houden bij de uitvoering
van de convenanten. Daarnaast kan het voor de verschillende programmateams nuttig zijn om
26 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
ervaringen uit te wisselen over de gekozen aanpak en wat werkt en wat niet. Eén of twee keer
per jaar wordt door het Landelijk Platform Studentenhuisvesting een bijeenkomst georganiseerd
om deze uitwisseling tussen het Landelijk Platform Studentenhuisvesting en de lokale
programmateams enerzijds, en tussen de lokale programmateams anderzijds te faciliteren.
3.4 Monitoring & actualisatie actieplan
Goede monitoring is essentieel om dit Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting succesvol te
maken. Door monitoring wordt inzichtelijk in hoeverre de doelstelling van dit actieplan wordt
behaald en de afspraken zijn uitgevoerd. Door jaarlijks de voortgang van het actieplan te monitoren
blijft er aandacht voor de voortgang en kunnen afspraken worden bijgesteld wanneer nodig.
Om de voortgang van dit actieplan te monitoren is behoefte aan betrouwbare cijfers over studenten-
huisvesting. De jaarlijkse Landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS) geeft inzicht in het huidige
aanbod en tekort aan studentenwoningen en de toekomstige vraag naar studentenhuisvesting.
Hiermee is het een essentieel instrument om de voortgang van dit actieplan te kunnen monitoren.
De jaarlijkse Vraag Indicator Survey biedt inzicht in de verwachte piekbelasting. De jaarlijkse
European Student Living en Well-being Monitor geeft inzicht in het welzijn en de woonbeleving van
internationale en nationale studenten verdeeld naar diverse woningtypen.
Voor het slagen van het actieplan is de lokale vertaling en uitvoering hiervan een belangrijke
succesfactor. Hiervoor is het van belang dat de lokale partijen de handen ineensteken om het
tekort aan studentenwoningen terug te dringen. De lokale programmateams studentenhuisvesting
rapporteren minstens één keer per jaar aan het Landelijk Platform Studentenhuisvesting over de
voortgang en de doelstellingen. leder lokaal programmateam studentenhuisvesting komt met een
gezamenlijk en door alle partijen gedragen rapportage over de voorgang.
Voor de bouw (van de planvorming tot aan de oplevering) van een studentenwoning is al snel drie
à vier jaar nodig. Dit is ook de termijn waarop de eerste effecten van het actieplan goed zichtbaar
worden. Voor het bereiken van het doel van dit actieplan is acht jaar uitgetrokken.
Afspraken:
43. De partijen verzoeken de minister van VRO om regie te nemen om zo meer grip te krijgen
op de voortgang van de woningbouw voor studenten. Dit kan door de minister zelf of door
het aanstellen van een aparte woningbouwregisseur. Deze regisseur volgt de voortgang van
bouwprojecten, neemt belemmeringen weg waar mogelijk en spreekt verantwoordelijken
aan op de voortgang.
bh. BZK en Kences continueren en financieren de Landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS)
en bekijken jaarlijks in hoeverre verbeteringen nodig zijn. Hierbij wordt ook de mogelijkheid
onderzocht om de huisvestingsvraag van promovendi mee te nemen in deze monitor.
45. De LMS maakt gebruik van verschillende databronnen waaronder een enquête onder
studenten en de referentieramingen van het ministerie van OCW. Om een goed beeld te geven
van het tekort aan en de (toekomstige) vraag en aanbod naar studentenhuisvesting is het van
groot belang dat voldoende studenten de vragenlijst invullen. De hoger onderwijsinstellingen
benaderen hun studenten jaarlijks met het verzoek om deel te nemen aan de enquête voor
de LMS. OCW onderzoekt de mogelijkheden om het embargo van de referentieramingen vóór
Prinsjesdag van het desbetreffende jaar op te heffen.
46. Het Landelijk Platform Studentenhuisvesting vraagt jaarlijks de voortgang en de streefaantallen
op lokaal niveau uit aan de lokale programmateams studentenhuisvesting. De LPS ontwikkelt
hiervoor een standaard om de vergelijkbaarheid van de voortgangsdata tussen de
verschillende steden te vergroten. Wanneer gemeenten al op andere wijze monitoren, dan
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 27
kunnen zij deze manier aanhouden. leder lokaal programmateam komt met een gezamenlijk
en door alle partijen gedragen reactie over de voorgang op lokaal niveau.
47. Het Landelijk Platform Studentenhuisvesting evalueert ieder jaar de voortgang van
dit actieplan.
48. Nadat de voortgang in het Landelijk Platform Studentenhuisvesting is besproken stelt het
Bestuurlijk Platform Studentenhuisvesting de voortgangsrapportage vast. Deze voortgangs-
rapportage dient als basis voor de voortgangsbrief over het Actieplan die door de minister
voor VRO en de minister van OCW wordt verstuurd.
49. Na vier jaar evalueren, of zoveel eerder als nodig, de partijen van dit Actieplan de voortgang
van dit actieplan en actualiseren het actieplan waar nodig. Indien nodig kan het actieplan op
een eerder moment worden geactualiseerd.
28 | Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
Ondertekening
Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 wordt gedragen door onderstaande
partijen, vertegenwoordigd door de genoemde personen.
Namens de universiteiten
Margot van der Starre, Vicevoorzitter Universiteit Utrecht namens Universiteiten van Nederland
Namens de gemeenten
Marja van Bijsterveldt, voorzitter Netwerk Kennissteden Nederland
Namens de sociale studentenhuisvesters
Kees Stunnenberg, voorzitter Kences
Namens de commerciële studentenhuisvesters
Jack de Vries, voorzitter Vastgoed Belang
Frank Uffen, oprichter The Class Foundation
Namens de studenten
Midas Bosman, algemeen bestuurslid Landelijke Studentenvakbond
Daan Rovers, voorzitter Landelijk Overleg Studentenhuurders
Namens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Heidi Boussen, Directeur directie Hoger Onderwijs en studiefinanciering
Namens Nuffic
Annelies van Eenennaam, manager pijler Nederland, Nuffic
Namens Gé steden Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Groningen, Rotterdam en Eindhoven,
M. Verhees, Wethouder Eindhoven
Den haag, 8 september 2022
Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 wordt ondersteund door de Vereniging
Hogescholen.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 29
Nn
AN
EN „/s : Nd '
f 14 LX
a}
IM ( 1 Kn nr
/ IJ/ | HE | | | E
IN B
a
nn
Bijlage 1:
m
Inzet tij
1 X
7 X X X
22 X X X
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 31
9 X X X X X X
34 X X X X X X X X
95 X
42 X X
32 | Lendelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 33
AREAS ANNEE AIN 0
NAAN AINANEEEEENANAANIE 0 vn
NN AANEEN NG 0-6
AEEA AEN SO ge
ER ANANAS \ 0 Vn en
Ki ANANAS) LN ez ef à gn
“ AAA Ä zelst ne
N AAE \ Mal LE en
B SAAN EN N { 4 E
3 AAA AAE N 5 | a ij a
ER ang Ä Erle 6 it ee ‚
ER ANAAL lied zi En Mg an
om AAE GEEL EEESAREETE NAAN ge 8 E DE hd RD naad EN
ee: AANEEN k Hi a An DN
Ke ANKE k A Hg
he nn ANANAS NN 3 ER ne
N ke AANEEN ; EE
DE bh Re MARNE \ N dd A
3 Ki he 8 ANNE EN \ did | Be Ben Rn
ee KU Nl MAAT Dd B
DN MNN \% / 5
REL MAMA \ 7 „# $ p
AN Nn ANNE kW ij ,
Dn: nk SE, MANNEN \ 3 hi
EN a DE MANEN | A p ie
EN SN , ND k f
Ean tE ie, ' A Rn í Ed
en Mak EEN Kn hann 8 4 " /
Dn d 5 5 8 AN Rn N e ie b ie ee lend Pe el zn
Se 5 ANN , 64 4
É Ran RNN ON A E ze gaan PE
N KORN N ef : pj
ORN nnn di
an, is Ka ek ke À iK Mn dE E na.
EA B SER SS in Fk ! 8 \ E - 0 za es Hs
Ae on 5 h he ë \ 4 Bl tene 8 F A I
RD kk IN kn eg ge A PO
Me Ne nn wt Sn PV
U En N k GEN N 3 ” 5 an) A
IE Er ii N a , zp
Ke Dn |E IN Bn
Ne en Re EN || Ù EN ES: Ss 4
6 |l SRS SN een IES | /
pf l h. U De ASR IN RN Ì } el |
ne Ek rn | Su NS NS ad Er q
W | mna || AT ve le SS EN \ mcd js
Dn HIS SUINSISCNN î -
ns ISS PEN NES NN 4 À 3
Ni e LI SS ESR (en
Den GE Ee Oe > 7
_— Lie I= ì | OE ENE zE É
\ nn. W men Denn nn — A S É 3 Ei Î HL sel ee Pd it 8 i
N h ES Bn - 3 “STORAGE î
KIJK nie Nim Tol NN
be lj B Ë Ë ze an Ke neg
je EE Ee IS KO SN 7
il mn: ke OB
L k MARE DE ee Rm VE,
® U On Las EE kde ì Ö
1 H ee De Ie GS :
AN us 5 | B kN ed
ON | ASN =S
sit d 8 Beg 1e E\ Ko à EN 4
( Í Ig . Ns € Zl s Ë $ Ei Ve Ps - * Bn i
8 IF B zi f Ü 0 NN N à IR
h Ï WIE { ú È oP e p
if we 1} 4 |L is
i j EA in ge ú in vs ;
Lo Mar f Sh el
| ME / Mi: 5 El Ee
\ Í É hd 18 k Í Î K. E me 4 2 * Ì
Re ij 4 S À id |
MTA ee R/ BE :
te SN L dl | E am 8 DN
Den IN t 8 Ì
Î ff |
Van de studenten die niet-uitwonend zijn geeft ( î SL
43% aan niet op kamers te zijn gegaan vanwege de ON
en bi
te hoge woonlasten 7 | dj
ij Ni ( \
(EE Ï Ì / ij È IN
‚N { 5 dl Ie / B St
Á L NE
fi RN
IE
p f 4 NN
f ENNE
f ANNE
ee 1 NEN
p Ì Pr 7 REE
Î VJ / RENE
4 E / NE
Dr k / OI A KEN
hk í y / jj ’ SNE
ch 0 ij (u NEN
Ef lj Kn D ke rite
be y B ie: SRENNE
AE y Re / GSE
07 __ GE
dl ) Wd SER
W B EN
/ / ON
L P) 1 ( ' Rn
{ se rh / ì det. N
LS 7 { EE
30 P/ er / Ee À
s / rr Vie
fs D/ Pr /
Ä ‚4 er he
) Pi
PL TT Ten
nn
Bijlage 2:
m
L 2 [
De planning wordt toegevoegd na ondertekening van dit actieplan en wordt iedere twee
jaar bijgewerkt.
De afspraken worden geprioriteerd op basis van de volgende criteria:
1. (Unaniem) draagvlak
2. Urgentie is groot
3. Op korte termijn uitvoerbaar
4. Belangrijkheid
5. Uitvoerbaarheid.
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 | 35
|
ij er
| « _
| 8 yv mn
|} IJ
| ‚ \
| £ LN 3 LJ
| it Pan HN
Î E: b ar nan .
Internationale studenten lopen vaker risico À mk dh > ggn,
op woningmarktdiscriminatie. Door short E EE \ d |
Rn 2d En Be ef
stay-huurcontracten hebben zij minder E, Et. \: amd g |
rechtsbescherming. Ee 4 : he
Ee 3 Î N 4 Ë,
H ï Ts iK Á
E k 3 X Ì 8 i p
\ KI
eN \
B
Á ë $
kN
f á A mmm ee rg
Ee Zep in
0 ord L A ke _ stere d '& t Edd
A Re NE ET 4 Ä KE 5 Fn zin k Baker
Re Ok m 5 Te
BE FNS BE | / 0 ; Eem
Re EN bid E rd £ SE
BES REN Et Sb 9 E ER
FAN $ a « SPA (a
EN Ne SE 4
À is AN 8 8 | f a 5
@- 4 „jn Kk _ Me
NE 2 ee ER een …e an Eend
À P De ian zi A Pp > _ nn en
.- / om nn mm din re
ka en Ee 6
il - zi KA |
É ol de r
Ee |
d zi EE a d
3 En == Ea en … enen
e : ze ne ie A RENEE zel rd sid ä . wl, ad
ì Re heee Ee D ï At 0
5 N Î R h NE idd « Kans b AN STE Ee ie,
ee Od RB AR A hier ek re
Nas s NR ERR | Ee PR OO eere
Cl ne eee Bee en N eed ee Sie $ pe kee ze
\ Pe sm WE a ie Na
Ee, ET RENEE TEESE Eed bed € Rs me N Zoll Ä 8
| A | \ k en ak P î
5 : ne EN ar EN 1E :
\ OO Me an B
: ae KS EN bn
En t ie a | É RE En TR ne en td EE Ene ‚l ze Î
RR OB DJ ER BEA | |
n É B hal 4 ne Oe br En!
3 hi 3 7 î vd Ì Di
Ì 8
=n
Bijlage 4:
u
Ontwikkeling behoefte
studentenhuisvesting
De tabel beschrijft de stand van het aantal huidige uitwonende studenten in de betreffende
studentenstad en de inschatting van de toename tot en met 2028/29 op basis van de Landelijke
monitor studentenhuisvesting. Het huidige tekort is niet in de tabel opgenomen. De ambities
worden op lokaal niveau vastgesteld. Onderstaande tabel dient als basis om de streefaantallen
per gemeente vast te stellen.
Amsterdam 51.710 13.840 16.450
oef ED
mmm
Endhoven os ga
mmm annet
eroninaen me 260
mmm eet
moasttieht HBO zena
pmm mmm
Rotterda geo
trekt ese
en
overig baba
mmm anne
Bron: Kences & ABF Research, Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2021
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030 [ 37
38 | Lendelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 tot 2030
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
www.minbzk.nl
September 2022
| Onderzoeksrapport | 40 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 453
Publicatiedatum 27 juni 2014
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 18 juni 2014
Behandeld op woensdag 18 juni 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het Coalitieakkoord
Amsterdam 2014-2018 (dierenwelzijn).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Coalitieakkoord 2014-2018, getiteld: ‘Amsterdam is
van iedereen’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422);
Overwegende dat:
— het dierenwelzijn een actueel politiek thema is.
— het coalitieakkoord op blz. 27 een alinea heeft opgenomen over dierenwelzijn;
— de fractie van de Partij voor de Dieren de wens heeft deze via een amendement
wenst aan te vullen,
Besluit:
in het Coalitieakkoord 2014-2018 op blz. 27 onder het kopje ‘Dierenwelzijn’ toe te
voegen:
Dierenwelzijnsnota en gedragscode Flora- en Faunawet
De dierenwelzijnsnota en gedragscode Flora- en Faunawet wordt in de komende
periode vernieuwd. Wij nemen hierin in ieder geval het volgende op:
— er komen kwaliteitseisen voor alle instanties in de dierennoodhulpketen
(bijvoorbeeld voor dierenambulance, DOA, de Toevlucht);
— er wordt beleid ontwikkeld over in het wild levende dieren;
— dierenoverlast wordt zo diervriendelijk mogelijk bestreden, waarbij preventie het
motto is;
— gemeentelijk(e) groenbeheer en werkzaamheden in natuur en groen houden
rekening met dierenwelzijn. Het gaat hierbij onder andere om maai-, sloop- en
(ver)bouwbeleid.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 453 Amendement
Datum 27 juni 2014
Controle op dierenwelzijn
Voor de controle en handhaving en opvolging worden ruimhartig tijd, middelen en
opleiding beschikbaar gesteld en capaciteit vrijgemaakt binnen de Amsterdamse
handhaving [bij bijvoorbeeld Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA's) en/of
de dierenpolitie).
Gericht inzetten op dierenwelzijn
De subsidie aan Artis wordt verstrekt onder voorbehoud van een aantal eisen, te
weten:
— geen uitbreiding;
— meer aandacht voor dierenwelzijn;
— transitie naar een diervriendelijker dierentuin.
Bij Schiphol wil de gemeente ganzenvergassing zo snel mogelijk overbodig maken.
Zolang het bestrijden van ganzen nog voor de vliegveiligheid nodig is, willen wij dat
dit op een zo diervriendelijk mogelijke manier wordt aangepakt.
De gemeente maakt haast met het oplossen van alle ecologische knelpunten, met als
doel deze uiterlijk 2020 te hebben opgelost. En Amsterdam richt zich op de
bescherming van de bestaande hoofdgroenstructuur (HGS). Eventuele afname van
de HGS wordt in principe gecompenseerd met nieuwe HGS.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 67
Publicatiedatum 31 januari 2018
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 24 januari 2018
Behandeld op woensdag 24 januari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake de afbouw van parkeer- en fietsparkeergarage Rokin
(maak van de Rokingarage een belanghebbendengarage).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de afbouw van parkeer- en fietsparkeergarage Rokin
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 18).
Constaterende dat:
— de Rokingarage voor een deel voor bezoekers toegankelijk is.
Overwegende dat:
— De Bijenkorfgarage een bezoekersgarage is, die op drukke dagen leidt tot
filevorming vanaf de Weesperstraat tot de Dam;
— Een extra parkeergelegenheid op het Rokin dit probleem eerder verergert dan
verbetert;
— Erjuist gestreefd moet worden naar het onmogelijk maken van
bezoekersparkeren aan de Rode Loper;
— Bezoekers in de ODE-garage en in P&R-garages prima alternatieven hebben;
— Er daarnaast binnenkort een metro onderdoor loopt, waarmee andere, snelle,
bereikbaarheid gegarandeerd is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een exploitatiescenario uit te werken waarbij de Rokingarage niet voor bezoekers
toegankelijk is, maar uitsluitend voor belanghebbenden, bewoners en
abonnementhouders;
— dit exploitatiescenario voor te leggen aan de raad, voorzien van een financiële
dekking uit het Mobiliteitsfonds.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid TÀ= Ter Advisering aan de deelraad
TB = Ter Bespreking
TK = Ter Kennisgeving
TV = Ter Vaststelling
Agenda ‘Onderwerp Portefeuillehouder Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad
Commissie datum behandeling
86 Peehaad | Van Ostadestraat 341: bouwenveloppen afstoten vastgoed [Egbert de Vries 9-jan-13 A 27-feb-12
87 [Deelraad [Uitbreiding Winkelcentrum Gelderlandplein Simone Kukenheim / g-jan-13 TA RW 30-jan-13
Egbert de Vries
A
epe pese moemevenke erdee jeep |
pee | Bedrijventerrein Schinkel-Aalsmeerplein e.o: ontwerp Egbert de Vries 9-jan-13 TK RW nvt
bestemmingsplan
Rivierenbuurt: vaststellen bestemmingsplan Egbert de Vries 9-jan-13 A 30-jan-13
De Nieuwe Fabriek: selectieprocedure ontwikkelaar Egbert de Vries 9-jan-13 Mm
Erfgoedverordening: vaststellen definitief Egbert de Vries 6-feb-13 A 27-feb-13
eee peemoense mon A
Deelraad [Bespreken schrijven Rijksdienst beschermde Egbert de Vries 6-mrt-13 TK RW 20-mrt-13
stadsgezichten start procedure
Deelraad [Gemeente Archiefterrein: instemmingsbesluit Egbert de Vries 6-mrt-13 TA RW 20-mrt-13
ontweraanpassingen Archiefterrein in afwijking van het
bestemmingsplan / A3
Vaststelling welstandsnota de schoonheid van Amsterdam [Egbert de Vries 4-apr-13 B 29-mei-13
98 Peehaad | Jachthavenweg e.o: vaststelling bestemmingsplan Egbert de Vries Bme |A 29-mei-13
99 Peehaad | Bedrijventerrein Schinkel-Aalsmeerplein e.o: vaststelling [Egbert de Vries 8-mei-13 TA RW 29-mei-13
bestemmingsplan
1
Soort Opmerkingen/motivering
behandeling
Nd
Nd
5
5
5
EL
Nd
Nd
SL
2
Agenda ‘Onderwerp Portefeuillehouder Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad
Commissie datum behandeling
Olympisch Stadion e.o: vaststelling bestemmingsplan Egbert de Vries Bme |A 29-mei-13
erger peereeerdes sander len A
Buitenveldert 2013: ontwerp bestemmingsplan Egbert de Vries 5-jun-13 Mm
IJsbaanpad 12/ Olympic Towers : ontwikkelplan Egbert de Vries 11-jun-13 A 26-jun-13
109 [Cie Maatregelen BWT nav. rapporten ombudsman juli 2012: Egbert de Vries / Paulf _6-nov-13 TK RW nvt
evaluatie Slettenhaar
pee pese den A
ae MG: A
Zorgvlied: ontwerp projectbesluit inclusief convenant Egbert de Vries 4e kw 2013 En 4e kw 2013
Havenstraatterrein: investeringsbesluit Egbert de Vries 4e kw. 2013 B 4e kw. 2013
De Nieuwe Fabriek: investeringsbesluit Egbert de Vries 4e kw. 2013 A 4e kw. 2013
Buitenveldert 2013: vaststelling bestemmingsplan Egbert de Vries 4e kw. 2013 A 4e kw. 2013
A A
3
Soort Opmerkingen/motivering
behandeling
5
Nd
5
4
| Agenda | 4 | discard |
VN2021-011574 N Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
Participatie Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
% Amsterdam
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
Agendapunt 2
Datum besluit College van B&W 20 april 2021
Onderwerp
Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 (arbeidsmarktregio Groot-
Amsterdam)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024
Wettelijke grondslag
De Wet Educatie en Beroepsonderwijs schrijft voor dat de gemeenten vit de arbeidsmarktregio
een gezamenlijk plan opstellen. Amsterdam heeft als centrumgemeente daarbij de regie en is
penvoerder van het plan. Voor de realisatie van het plan worden de structurele educatiemiddelen
WEB ingezet die het ministerie jaarlijks toekent aan de regio / centrumgemeenten. Dit
educatiebudget is gespecificeerd per regiogemeente. De centrumgemeente bewaakt het budget en
draagt er zorg voor dat iedere gemeente, binnen de kaders van het regionaal plan, kan beschikken
over het door het rijk toegekende budget. Amsterdam heeft ten behoeve van de lokale uitvoering
van het Taaloffensief eigen middelen ingezet.
Bestuurlijke achtergrond
Dit Meerjarig Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 is tot stand gekomen in
afstemming met de portefeuillehouders van de gemeenten die onderdeel vitmaken van de
arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam. Het plan is gebaseerd op het Taaloffensief A'dam, het
uitvoeringsplan van het Taaloffensief en de bestuurlijke afspraken Laaggeletterdheid tussen de
VNG en minister van Engelshoven. De raad heeft in 2019 ingestemd met het Taaloffensief en het
uitvoeringsplan van het Taaloffensief.
De kaders van het regionale programma garanderen de uitvoering van het door de raad
geaccordeerde Taaloffensief A'dam. Het programma biedt daarbij de mogelijkheid om onderdelen
van het Taaloffensief een regionale invulling te geven waarbij middelen gecombineerd worden
ingezet en expertise wordt gedeeld.
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
Tijdens het bestuurlijk overleg op 17 janvari 2021 hebben de portefeuillehouders van de
regiogemeenten arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam ingestemd met het voorliggende Meerjarig
Regionaal Programma Laaggeletterdheid 2020-2024
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.3 1
VN2021-011574 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
ici Ï msterdam
Participatie % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
AD2021-041710 Commissie WIO Voordracht (pdf)
AD2021-041712 Meerjarig Regionaal plan Laaggeletterdheid Groot A'dam. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Participatie Maarten van Aernsbergen, [email protected], tel 0620289753
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente
X Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : dinsdag 26 april 2022
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : raadzaal, 1° verdieping stadsdeelkantoor
Voorzitter : Michel Idsinga
Secretaris : Rinze van Opstal
Agenda
1. Opening en Vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Vaststellen (concept) besluitenlijst 12 april 2022 19.15
4. Mondelinge vragen 19.20
5. Ingekomen stukken 19.40
6. Bewoners aan het woord 19.45
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
7. a.Beleidskader Woonwagens en standplaatsen 2022-2026 (bespreken) 20.05
Ongevraagde adviezen
b. Energiearmoede - dhr. A. Heuvel (vaststellen) 20.25
8. Rondvraag en Sluiting 20.30
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1247
Datum indiening 7 november 2018
Datum akkoord 9 november 2018
Publicatiedatum 12 november 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake dweilpauzes op de Wallen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 6 augustus 2018 nam de burgemeester het besluit om voortaan bij grote drukte op
de Wallen bepaalde straten af te sluiten zodat deze konden worden schoongemaakt,
zogeheten dweilpauzes. Uit onderzoek van AT5 is inmiddels gebleken dat deze
dweilpauzes geen doorgang zullen vinden.
De fractie van de VVD is benieuwd naar de stand van zaken omtrent de dweilpauzes
en de rol die dit instrument kan vervullen in de hoognodige aanpak van het
Wallengebied.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Zijn er de afgelopen maanden dweilpauzes geweest op de Wallen, of elders?
Zo ja, waar en hoe vaak?
Antwoord:
Op 6 augustus 2018 heeft het college verdere maatregelen aangekondigd om
acute overlast in het Wallengebied terug te dringen. Een van deze maatregelen
was de dweilpauze waarbij delen van de Wallen tijdelijk afgesloten zouden
worden, zodat schoonmaakploegen, inclusief de veegwagens overal goed bij
zouden kunnen.
In de daaropvolgende weken zijn ambtenaren van verschillende diensten
(Stadswerken, Toezicht & Handhaving en Afval & Grondstoffen, Verkeer &
Openbare Ruimte, Politie) bijeengekomen om de schoonmaakplannen verder uit
te werken. Bij de uitwerking werd duidelijk dat het ook mogelijk was om de
schoonmaak van de Wallen fors te intensiveren, zonder delen van grachten of
straten af te sluiten. Onder andere door de inzet van handhavers met knijpers van
de afdeling reiniging die tijdens drukke avonden lopend het gebied in gaan,
samen met enkele collega’s van handhaving. Deze variant had de voorkeur in het
licht van de veiligheid en de bevordering van de doorstroom van bezoekers.
Kortom, geen pauzes maar wel dweilen.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 7 november 2018
De intensieve schoonmaak is gefaseerd ingevoerd vanaf 25 augustus. In
de daaropvolgende weken is steeds meer personeel toegevoegd aan de
schoonmaakploegen. Half september was de gewenste bezetting op volle sterkte.
Tegelijkertijd werd de nieuwe samenwerking tussen reinigers en handhavers in
het Wallengebied werkende wijs ontwikkeld. Ook zijn er extra zelf persende
afvalbakken geplaatst en is er extra materieel ingezet om grofvuil zo snel mogelijk
te verwijderen. Via de brief van 8 oktober bent u geïnformeerd over de nadere
uitwerking van de in augustus aangekondigde maatregelen.
2. In hoeverre zullen er de komende maanden dweilpauzes plaatsvinden?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
3. Maken de dweilpauzes nog onderdeel uit van het Binnenstadoffensief en
de komende Wallenaanpak? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
4. In hoeverre is ambtelijk en vanuit politie geadviseerd om de dweilpauzes geen
doorgang te laten vinden, zoals bericht door AT5?
Antwoord:
Zoals bij vraag 1 is aangegeven bleek bij de uitwerking van de aangekondigde
maatregelen dat het mogelijk was de schoonmaak van de Wallen fors te
intensiveren, zonder delen van grachten of straten af te sluiten. Dit had de
voorkeur van de ambtelijke werkgroep. die de maatregelen uitwerkte, in het licht
van de veiligheid en de bevordering van de doorstroom van bezoekers.
5. Klopt het dat dweilpauzes niet langer nodig worden bevonden, gezien de
plaatsing van afvalbakken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
6. In hoeverre heeft de burgemeester zelf besloten om de dweilpauzes al dan niet
doorgang te verlenen op de Wallen?
Antwoord:
Begin september is de burgemeester op de hoogte gesteld van de uitwerking en
inwerkingtreding van de schoonmaak zonder de voorgestelde afsluiting van
straten of grachten. De burgemeester heeft hiermee ingestemd. Het doel van de
aangekondigde middelen, een schoner wallengebied, is immers leidend, niet het
middel.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
5024495 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
mine
Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
% Amsterdam a
Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Voedsel
Agendapunt 1
Datum besluit 13 november 2023, presidium
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over de begroting2024
en specifiek na te gaan of er sprake is van voedselverspilling tijdens raadsvergaderingen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van het presidium ter afdoening van de toezegging in
de commissie DC van 18 oktober 2023 over de begroting 2024 en specifiek na te gaan of er sprake is
van voedselverspilling tijdens raadsvergaderingen.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie DC van 18 oktober 2023 is toegezegd na te gaan of er sprake
is van voedselverspilling tijdens raadsvergadering naar aanleiding van vragen van het lid Havelaar
inzake de begroting 2024.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
De beantwoording is afgestemd met Facilitair Bureau.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2023-001218 inzake het vaststellen van de Begroting 2024,
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2023-024495 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Griffie % Amsterdam Oe ‚ …
% Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023
Ter kennisneming
AD2023-085436 Commissie DC Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief mbt toezegging_vaststellen begroting
AD2023-085454 en .
2024_voedselverspilling tijdens raadsvergaderingen. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Raadsgriffie, Dafne Struijk, 06 8364 3302, [email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 juli 2021
Ingekomen onder nummer 302
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Van Dantzig, Naoum Néhmé en Boomsma inzake de
Voorjaarsnota 2021 (bouwen op water)
Onderwerp
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021.
Constaterende dat:
— _eentekort aan beschikbare bouwgrond in een alsmaar groeiende stad;
— de druk op de woningmarkt hoog is;
— bouwen op water zorgt voor wijken die beter bestand zijn tegen klimaatveranderingen en bij-
dragen aan een gezonde water- en hittehuishouding;
— voor bouwen op water nog ruim mogelijkheden zijn binnen de stadsgrenzen van Amster-
dam.
Overwegende dat:
— _ het bouwen van woningen en woonwijken op water de afgelopen jaren steeds efficiënter,
grootschaliger en betaalbaarder is geworden waardoor het mogelijk is sociale huur, midden-
huur en betaalbare koop te realiseren;
— bouwen op water kansen geeft om zowel tijdelijk als permanent woningen toe te voegen
aan de stad met o.a. kansrijke locaties als een drijvend IJburg 3 en hybride land en water-
buurten in Havenstad;
— door het drijvende karakter woonwijken tijdelijk op de ene locatie kunnen liggen en
daarna door kunnen verhuizen naar een permanente locatie of een nieuwe tijdelijke loca-
tie waardoor snel meer bouwruimte kan worden toegevoegd;
— het toevoegen van bouwgrond op het water zal zorgen voor een toename van grondin-
komsten in het vereveningsfonds;
Amsterdam gezien haar geschiedenis een voortrekkersrol kan spelen bij bouwen op water
en dat andere (wereld)steden dit voorbeeld kunnen volgen.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— _samen met het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat de mogelijkheden voor het toevoegen
van wonen op het water te onderzoeken en daarbij:
e samen met partijen met ervaring in stedenbouw op water te onderzoeken op welke
manier het bestaande regelgevend kader kan worden aangepast om bouwen op
water verder te stimuleren;
e hierbij ook de nautische kwaliteit en ruimte voor bedrijvigheid in acht te nemen;
e _eenlocatieonderzoekte verrichten naar in ieder geval de kansen voor permanente en
tijdelijke bouw op het water voor IJburg fase 3 en Havenstad;
— _met marktpartijen in gesprek te gaan over onder welke voorwaarden zij mogen bou-
wen op water;
— _ samen met marktpartijen te onderzoeken op welke plekken in de stad op water nog
meer kan worden gebouwd;
— samen met het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat te zoeken naar een, al dan niet tijdelijke,
innovatieplek waar geëxperimenteerd kan worden met grootschalige woningbouw op het
water.
Indieners
R.H. van Dantzig
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Commissieactualiteit voor de Commissie
Algemene Zaken van 18 november 2021
Portefeuille Algemene Zaken, openbare orde
Agendapunt 2C
Onderwerp
De invoering van een lockdown light, en het vooruitzicht van strengere maatregelen
Aan de commissie
Krachtens artikelen 2 en 6 Wet publieke gezondheid is het college, bijgestaan door de GGD, in het
kader van de bestrijding van een epidemie bevoegd maatregelen te nemen ter bescherming van
de volksgezondheid. De maatregelen kunnen anders zijn dan die van het Rijk, gelet op de specifie-
ke epidemiologische situatie van de stad.
Het stadsbestuur (raad en college) is het aan de burgerij verplicht te bediscussiëren, c.q. zich een
oordeel te vormen over de passendheid van de nieuwe coronarestricties voor de stad Amsterdam.
De nieuwe lockdown maatregelen en de aangekondigde aanscherping van de OR-vereisten (G2)
beperken constitutionele vrijheden en ontwrichten het maatschappelijk leven. Aan de orde is de
evenredigheid (proportionaliteit) en de doeltreffendheid van de maatregelen, en in het bijzonder
of minder vergaande, gezondheidsbeschermende maatregelen voorhanden zijn. In dit kader wordt
de burgemeester gevraagd verantwoording af te leggen voor haar inbreng in het Veiligheidsbe-
raad. Op de gevolgen voor het democratisch proces (GR2022) zal acht moeten worden geslagen.
De commissie kan zich beraden over het organiseren van een expert-sessie met het hoofd Infec-
tieziekten van de GGD en een aantal onafhankelijke experts.
Reden van spoedeisendheid
De weerstand in de stad tegen de door het Rijk vitgevaardigde coronaregels neemt toe. Dit kan op
korte termijn tot verstoringen van de openbare orde (íe. de normale gang van zaken in de open-
bare ruimte) leiden.
Het lid van de commissie
Van Schijndel (FVD)
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 138
Datum indiening 10 december 2018
Datum akkoord 7 februari 2019
Publicatiedatum 8 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Van der Burg inzake een
Facebookcampagne over vuurwerk.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
De gemeente Amsterdam is actief op Facebook. Recent is de gemeente ook bezig
met het plaatsen van posts over het vuurwerkbeleid in de stad. Onder andere een
post met de volgende begeleidende tekst verscheen online, vergezeld van een plaatje
van de drie Andreaskruizen gevormd door vuurwerk:
“Amsterdam is uitgeknald! Wij peilen het draagvlak voor een vuurwerkvrij Amsterdam;
Wat vind jij? Laat het weten in de reacties!”
Een andere post bevatte de volgende tekst:
“Steeds meer Amsterdammers willen oud en nieuw vieren zónder vuurwerk. Vanaf dit
jaar kun je dit zelf met je buren afspreken. Je kunt een pakket krijgen om aan te
geven dat jouw straat of buurt met oud en nieuw vuurwerkvrij is.”
Wat de fractie van de VVD betreft lijkt de gemeente met deze posts bewust te kiezen
voor een suggestieve formulering, gericht op het verbieden of verder beperken van
vuurwerk in Amsterdam. Los van de wens van de fractie van de VVD moet
de gemeente wat de VVD betreft altijd zoveel mogelijke neutraliteit betrachten in haar
communicatie.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Van der Burg, beiden namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke dienst of organisatie is er binnen de gemeente Amsterdam
verantwoordelijk voor dergelijke berichten op Facebook of andere sociale media?
Welke dienst of organisatie is concreet verantwoordelijk voor deze twee
genoemde berichten over vuurwerk?
Antwoord:
Social media valt onder de nieuwsredactie van Directie Communicatie. De
uitvoering ligt bij het Communicatiebureau. De nieuwsredactie brengt nieuws van
de gemeente Amsterdam via de eigen in- en externe mediakanalen. Campagnes
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng las Gemeenteblad
Datum 8 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
op social media worden grotendeels verzorgd door het campagneteam, dat valt
onder het Communicatiebureau. Het initiatief voor de vuurwerkvrije zones-
campagne komt van de afdeling Openbare Orde & Veiligheid.
2. Watis het algemene beleid met betrekking tot communicatie vanuit de gemeente
op sociale media?
Antwoord:
Een groot deel van de nieuwsberichten die op de website van de gemeente
terecht komen worden ook gepost op Social media. Afhankelijk van het
onderwerp wordt gekozen voor Facebook, Twitter, Instagram en Linkedin. Social
media is met name geschikt voor interactie. Het delen van een emotie of stellen
van een vraag. Op deze platforms zorgen we ook voor webcare.
3. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat de gemeente zich niet moet
bedienen van berichten die zo zijn geformuleerd dat zij reacties op het klikken op
links uitlokken, zogeheten ‘clickbait’? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De term ‘clickbait’ wordt gebruikt in geval van een misleidende oproep tot een
interactie. We zijn het met u eens dat de gemeente zich niet moet bedienen van
misleiding en dus ook niet van clickbaittechnieken. Een oprechte oproep tot
interactie, zoals bij deze campagne, behoort niet tot die categorie.
4. Hoe oordeelt het college concreet over de tekst ‘Amsterdam is uitgeknald!’?
Is het college het met de fractie van de VVD eens dat daarmee wordt
voorgesorteerd op verdere beperking van vuurwerkregels, voordat de
gemeenteraad hier mee heeft ingestemd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
In de raadsbrief van 8 november “Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van
raadslid Van Lammeren (PvdD) getiteld “Stop op het afsteken van vuurwerk door
particulieren: op naar een professionele vuurwerkshow van formaat” geeft het
college aan hoe zij het beleid met betrekking tot het beperken van zelf afsteken
van vuurwerk voor zich ziet. Het standpunt voor een ontwikkeling naar een
vuurwerkvrij Amsterdam, is op social media doorvertaald naar “Amsterdam is
uitgeknald”.
Deze campagne, de in de hierboven genoemde raadsbrief en de aangekondigde
online peiling vormen onderdeel van een breder onderzoek, waarmee het
draagvlak voor een vuurwerkvrij Amsterdam wordt gemeten. Mede op basis van dit
onderzoek maakt het college beleidsvoorstellen waarbij de gemeenteraad in het
bestuurlijke proces wordt betrokken. Omdat de tekst van de social campagne
bedoeld is om een gesprek op gang te brengen, is het college niet van mening dat
er hiermee wordt voorgesorteerd op toekomstige ontwikkelingen, voordat de raad
heeft ingestemd.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing las Gemeenteblad
ummer - en
Datum 8 februari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 10 december 2018
5. Waarom kiest het college in dergelijke posts voor een suggestieve formulering in
plaats van een neutrale vraagstelling?
Antwoord:
De bedoeling is het gesprek op gang te brengen, waarin Amsterdammers
uitgenodigd worden om te reageren. Hierbij is gezocht naar een, voor social media
aansprekende manier.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
X Gemeente
X Amsterdam
Voortgangsrapportage Weerbare Mensen, Weerbare Wijken
Programma terugdringen drugshandel
Actiecentrum Veiligheid en Zorg, gemeente Amsterdam
November 2020
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave … uns ssssnsnerssersenerrrseneerveneneerennnenerernnersennneessennnsnerrsnnneervnnnenvnennenenrn 3
1 Inleiding … …..nrsonnerrsnen eer enennnerrsnenereeenersvennnensennneerersneneersnnneessvensnenrennerervsenenvv ennn
2. Weerbare Mensen. …….……….nnsuenssrrseneersnenensnerveneerrssenerreneneerensnsnerrsnenenrvveneesvernvnnervnnn Ô
2.1 Top6oo met antecedenten drugs en geweld … … nennen envenvenrenneeeene eener venn Ó
2.2 Aanpak Doorgroeiers … nanne eener venen enennren venen envenveneeveneeneenvvenvenve en veneenveenvnnen J
2.3 Eervolle vitweg bieden … nnen eenen eenen enereneeeneene eene eene renee enveenveeneeeneerneernver eeen Q
2.4 Rol van vrouwen en meisjes... nnen eneen vennen reneenenenreneenveneereeneene eneen A1
2.5 Straatdealers … nnn ono ennen ennen enne eennerennerennerenneenennennnnereneeneneen ennen enennneerenve nennen eeen A
2.6 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie … unne envenvenreneeneeneeeeeven A2
3. Weerbare Wijken … … nn snsonnen eneen vereneereenerreneerennervnnenrvenervennerenvenvenneeennenenne eenen 13
3.1 Inventarisatie criminogene kwetsbaarheid wijken … nonnen eenen ereen een 1
3.2 ‘Credible messengers’ (werktitel) nnee onvennneneenneeneer ener envennvennvenve ensen sven even envenvenn 1
3.3 Buurtrechtspraak … … nnn nnee enneeenerenneerennerenneeneneeenneeeneer eneen eneen snerenveen ennen ennen nnne nnen 15
3.4 Nieuw-West en Zuidoost nnen enerenneer oneens neen eneernnereneen eneen ennerserenveer ennen enne eneen 15
4. De schaduwkant van drugsgebruik … … … onsen oe nooneeeeerenoneeerseneervennnenrennnerrersenr 20
4.1 Bewustwording van drugsgebruik … nennen eerenvenrenneeneeneenveneeneenevenenven 20
3
1 Inleiding
Dit is de eerste voortgangsrapportage van het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken
(WMWW). Het programma richt zich op het verminderen van de sociale ontwrichting door
drugshandel van buurten en (kwetsbare jonge) mensen en op het weerbaarder maken van wijken
en jongeren tegen de aantrekkingskracht van drugs. Weerbare Mensen, Weerbare Wijken vormt
samen met het programma De Weerbare Stad, het versterkingsplan van het Regionaal Informatie-
en Expertise Centrum (RIEC) Amsterdam Amstelland (met als doel het verstoren van de
drugseconomie), het programma Positief Perspectief, de inzet op schoolveiligheid en het
Gezondheidspreventief Drugsbeleid een stevige en veelomvattende aanpak.
Naast de inzet van deze programma's worden ook andere maatregelen en interventies ingezet om
de negatieve effecten van drugshandel te bestrijden, zoals bestuurlijke maatregelen, justitiële
maatregelen en opsporing en vervolging. Veel partners in de stad ondernemen activiteiten op dit
thema. Zo heeft het Openbaar Ministerie (OM) in een zaak diverse gebruikers aangeschreven
nadat een dealer werd opgepakt en vervolgd.
Voortgang programma
Het programmaplan is in het najaar 2019 door het college gepresenteerd. Een klein half jaar later,
in maart 2020, werd in Nederland de intelligente fockdown afgekondigd in verband met het
Coronavirus. Het Coronavirus en de maatregelen als gevolg hiervan hebben ook consequenties
gehad voor de uitvoering van het programma WMWW. Sommige maatregelen vit het programma
hebben hierdoor enige vertraging opgelopen of werden op een andere manier ingevuld (denk aan
online contact in plaats van fysieke ontmoetingen). In oktober 2020 is gestart met het schrijven
van deze voortgangsrapportage. Deze maand is daarom ook de peildatum voor de meeste
maatregelen in deze rapportage.
Monitoring
De drugshandel is een wereldwijd verschijnsel en de problemen die eruit voortvloeien hebben bij
uitstek een internationaal karakter. In de regio, laat staan op het niveau van een stad of een wijk,
kunnen die problemen niet opgelost worden. Het elimineren van de drugshandel is geen realistisch
doel. Wel kan de drugshandel op lokaal niveau zoveel mogelijk worden verstoord en kunnen de
drugsproblemen zoveel mogelijk worden verminderd. Dit programma is aanvullend aan het
reguliere werk en de verschillende programma's en aanpakken van talrijke partners om
drugshandel terug te dringen. Parallelle en langdurige inzet is vereist om effect te sorteren.
In deze voortgangsrapportage worden voornamelijk inspanningen beschreven. Dit komt door de
fase waarin het programma zich nu bevindt: de nadruk ligt nog op het ontwikkelen van beleid en
interventies. In de volgende rapportage wordt een monitor opgenomen waarbij de voortgang
meer wordt gekoppeld aan doelstellingen en indicatoren.
Factsheets drugsgebruik en drugscriminaliteit
Bij de voortgangsrapportage horen tevens een jaarlijkse factsheet over het drugsgebruik in
4
Amsterdam en een factsheet over drugscriminaliteit in Amsterdam. Deze zijn bijgevoegd als losse
bijlagen.
5
2. Weerbare Mensen Weerbare
mensen
De — preventieve en repressieve — maatregelen in dit programmaonderdeel zijn gericht op het
tegengaan van de ontwrichtende effecten van de drugshandel op (jonge) mensen. Crimineel
gedrag mag niet worden beloond, gefaciliteerd of in stand worden gehouden. Het doel van de
maatregelen is om met een combinatie van straf (drang/dwang) en zorg crimineel gedrag te doen
stoppen, en om criminelen een ander perspectief te laten kiezen en te bieden. Door onderzoek en
op basis van casuïstiek wordt inzicht verworven in de aard van carrières in de drugscriminaliteit.
Met de kennis die hiermee wordt opgedaan kunnen interventies worden toegepast en ontwikkeld
en kunnen barrières worden opgeworpen om te voorkomen dat jongeren of jongvolwassenen in
de criminaliteit raken of doorgroeien.
2.1 Top6oo met antecedenten drugs en geweld
Het doel van de Top6oo aanpak is het verminderen van recidive, perspectief bieden en hulp
geven aan het gezin van deze personen om te voorkomen dat broertjes en zusjes in de
criminaliteit geraken of doorgroeien.
De Top6oo-criteria (met in eerste instantie een focus op HIC-delicten) zijn vitgebreid met Drugs-
en Geweld (DG)-criteria, waardoor ook personen die drugsgerelateerde (gewelds)criminaliteit
hebben gepleegd, in de aanpak kunnen worden opgenomen én gehouden. Gelet op de positieve
resultaten van de Aanpak Top6oo, in combinatie met het gegeven dat veel overlap zit in de
doelgroep (o.a. qua achtergrond en problematiek van de personen), is het de verwachting dat de
intensieve integrale persoonsgerichte aanpak van de Top6oo ook effect heeft op deze doelgroep.
De inzet van de aanpak is gericht op het voorkomen dat personen (verder) doorgroeien in de
drugscriminaliteit en overgaan tot excessief geweld.
Drugs & Geweld LTS pa: 12
nieuwe instroom EE
april 2020: 38 | oes BS DeA
oktober 2020: 10 CE
386 4
77% De er (is
CC
Sd Ee
EEE
(voldoen aan beide criteria)
nieuwe instroom
april 2020: 2
oktober 2020: 1
Er is een pilot gestart op Top6oo-personen die worden gelieerd aan drugscriminaliteit om meer
zicht te krijgen op deze groep en wat dit vraagt van de regie op deze personen, gelet op de
specifieke problematiek van drugscriminaliteit en geweld. In de huidige en laatste fase van de pilot
wordt aan tien casussen extra aandacht gegeven, onder andere om een aantal interventies verder
6
te kunnen ontwikkelen en aanbevelingen uit de eerdere fase van de pilot te kunnen uitvoeren
(looptijd: maart 2020 — december 2020).
Resultaten 2020
-__Erzijntot nu toe 100 personen ingestroomd op basis van de nieuwe DG-criteria. Voor
iedere persoon wordt een plan van aanpak gemaakt en de Top6oo-regisseur stuurt daar
actief op om tot een doorbraak te komen;
-_Eris gestart met nieuwe interventies, zoals het meer zichtbaarheid geven aan personen in
de aanpak wanneer ze op straat zijn. Zo wanen ze zich minder onzichtbaar en ongrijpbaar
en worden ze minder aantrekkelijk voor rekrutering door drugsdealers. Dit wordt ook
ingezet bij de aanpak Doorgroeiers (zie 2.2);
-_Eris gewerkt aan kennisverbreding bij regisseurs over de leefwereld van jongeren en de
doelgroep wat betreft drugshandel en -criminaliteit;
-_Erzijn twee casussen aangemeld bij de Belastingdienst, met als doel te onderzoeken
welke interventies vanuit de Belastingdienst mogelijk zijn;
-_Eris meer aandacht voor het thema Veiligheid en Professionals, omdat de wereld van
drugscriminaliteit en -handel waar personen zich in begeven ook nieuwe
veiligheidsvraagstukken en risico’s met zich meebrengt voor regisseurs.
Vooruitblik naar 2021
-_ In aprilen oktober van 2021 stromen weer nieuwe personen in die voldoen aan de DG-
criteria. Ook hierop wordt actief regie gevoerd om tot een doorbraak te komen. De
resultaten hiervan worden gerapporteerd in de Top6oo-monitor;
-__ HetRIEC en het AcVZ gaan meer kennis en ervaring uitwisselen. Ook in casuïstiek wordt
gezocht naar meer mogelijkheden om informatie en expertise te delen ten behoeve van
de persoonsgerichte aanpak;
-__ De vakontwikkeling voor regisseurs is sinds kort ook toegankelijk voor projectleiders van
de stadsdelen. Hierin worden inzichten over interventies voor het terugdringen van
drugscriminaliteit en -handel en thema’s als het doorbreken van onaantastbaarheid
behandeld;
-__ Ontwikkelde interventies worden waar het kan breder ingezet.
2.2 Aanpak Doorgroeiers
ED Zicht krijgen op het fenomeen: welke (jonge) mensen houden zich bezig met drugshandel en
geweld, hoe en waarom komen zij daarin terecht en hoe en waarom groeien zij hierin door?
Op basis hiervan een gezamenlijke strategie ontwikkelen om het doorgroeien te doorbreken.
7
o
:
o
oren reiter 9
Zie mem
2 wm
ro: Î
aanwas
Deze maatregel is één van de actielijnen van het versterkingsplan ondermijning van het RIEC
Amsterdam Amstelland. Met doorgroeiers worden personen bedoeld die in contact staan met
criminele samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met drugscriminaliteit en een negatieve
invloed hebben op kwetsbare personen in hun netwerk. Het kunnen enerzijds personen zijn die al
verschillende (gewelds)misdrijven hebben gepleegd, die vit afgesloten rechercheonderzoeken
naar voren komen. Het kan juist ook gaan om personen over wie weinig politie- en justitiële
informatie bekend is maar bij wie wel sprake is van zorgelijke signalen die duiden op
betrokkenheid bij drugscriminaliteit. Dit zijn personen die niet in een bestaande aanpak zitten.
Er zijn verschillende initiatieven om meer grip te krijgen op doorgroeiers. Zo zijn
Jeugdbescherming Regio Amsterdam, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming &
Jeugdreclassering en het Expertisecentrum William Schrikker een tijdelijk samenwerkingsverband
gestart, dat Jonge Aanwas & Rising Stars Amsterdam’ is genoemd. Vele partijen uit het
strafrecht-, jeugd- en zorgveld werken hierin samen om meer kennis en nieuwe inzichten te
verkrijgen over jongeren die het risico lopen om verder af te glijden in de georganiseerde
criminaliteit en daarnaast een beter passende aanpak te ontwikkelen voor deze jongeren. De
Aanpak Doorgroeiers werkt hier nauw mee samen.
Resultaten 2020
-_Eriseen persoonsgerichte aanpak opgezet met bijbehorende gegevensregeling voor het
uitwisselen van informatie tussen partners die zijn aangesloten bij het AcVZ. Tevens is een
beoordelingskader ontwikkeld met criteria voor het instromen in deze aanpak;
-_ Erzijn 11 doorgroeiers in regie genomen via het AcVZ-loket. Deze doorgroeiers zijn
aangemeld vanuit de stadsdelen Centrum, Oost en Noord. Eris niet alleen naar de
individuen zelf gekeken bij deze 11 personen, maar ook naar de groep om een aantal van
deze personen heen. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal kwetsbare jongeren vit het
netwerk van deze doorgroeiers inmiddels ook in regie is genomen via het AcVZ-loket;
-__Eind dit jaar wordt het onderzoek van de politie afgerond dat zich richt op de vraag hoe
jongeren van g tot 14 jaar in de drugscriminaliteit terecht komen. Een samenvatting van
8
dit onderzoek wordt beschikbaar gesteld. Dit onderzoek biedt naar verwachting
handvatten voor de aanpak doorgroeiers;
-_Eris gestart met samenwerking met het RIEC Amsterdam Amstelland op een groep
potentiële doorgroeiers.
Vooruitblik naar 2021
-_Indeloop van 2021 zullen maximaal „0 doorgroeiers in regie worden genomen;
- Erwordt vervolgonderzoek gedaan naar doorgroeiprocessen en internationale best
practices voor interventies op deze doorgroeiers;
-__Straatcoaches van Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) worden ingezet om
aandacht te hebben voor personen die zijn opgenomen in de aanpak en potentiële
doorgroeiers. Op die manier wordt de informatiepositie vergroot en kan in een vroegtijdig
stadium contact worden gemaakt met (potentiële) doorgroeiers.
2.3 Eervolle uitweg bieden
ED De kans vergroten dat personen, die (mogelijk) afglijden in de drugscriminaliteit en -handel of
hier al in zijn verzand, voor een positief toekomstperspectief kiezen en hen daarbij
ondersteunen.
Deze maatregel bestaat vit twee onderdelen: ‘Het Andere Verhaal’ en het ‘uitwegteam’.
Het Andere Verhaal
Het vertellen van Het Andere Verhaal is gericht op jongeren en jongvolwassenen vit Amsterdam
die een verhoogde kans hebben om in aanraking te komen met drugscriminaliteit of daar al in
zitten. Het Andere Verhaal moet jongeren bekend maken met de keerzijde van drugscriminaliteit
en -handel. Hierbij ligt de nadruk op het belichten van ‘de andere kant' van de criminaliteit: stress,
angst, verdriet van ouders en familie, eenzaamheid en onveiligheid en het laten zien dat er een
alternatief is om vit de (drugs)criminaliteit te stappen. Als mensen uit de drugscriminaliteit willen
stappen, kunnen ze daar hulp bij krijgen.
Het Andere Verhaal wordt samen met ervaringsdeskundigen, externe partijen, jongeren en
professionals gemaakt. Het geeft een realistisch beeld van de drugscriminaliteit en kansen met
betrekking tot een positieve maatschappelijke carrière. De komende jaren wordt het Andere
Verhaal op verschillende manieren opgebouwd, onder andere door straatcolleges, workshops op
locaties in de buurt, trailers in bioscopen of medialabs. De boodschap wordt opgebouwd door en
met jongeren en professionals die met jongeren werken.
Resultaten 2020
-_In Nieuw-West is gestart met het geven van straatcolleges aan jongeren. De
straatcolleges zijn gericht op de bewustwording van de negatieve kant van
drugscriminaliteit en hoe je dit af kan zetten tegen het perspectief van
een maatschappelijk betrokken carrière. Hierbij is ook samenwerking met Jellinek, die
tijdens de straatcolleges aandacht geeft aan de eigen verslaving van jongeren;
-__In samenwerking met Stichting YourLab zijn zogeheten ‘labs’ gestart. Deze sessies zijn
onderdeel van een breder programma dat Stichting YourLab aanbiedt. Tijdens dit
programma, waar overigens iedereen zich voor kan inschrijven, krijgen de deelnemers
inzicht in alle krachtenvelden die van invloed zijn op wat je denkt, voelt en doet. Op die
9
manier krijgen jongeren de kans om te werken aan versteviging van hun eigen identiteit
en aan ander gedrag en kunnen ze werken aan hun toekomst. Daarnaast bieden de ‘labs’
de deelnemers de mogelijkheid om met andere netwerken in contact te raken. In de ‘labs!
is aandacht voor het schrijven van een eigen ‘Ander Verhaal’, dat weer gebruikt kan
worden voor het Andere Verhaal in de stad. In september zijn twee jongeren gestart met
deze ‘labs’. Er volgen in 2020 nog twee ‘labs’.
Vooruitblik naar 2021
-_In 2021 zijn acht ‘labs’ gepland;
-___ Periodiek worden in de Wildemanbuurt straatcolleges georganiseerd. Deze straatcolleges
hebben diverse thema’s en zijn interessant voor verschillende groepen in de wijk;
-__Erworden samen met experts handvatten ontwikkeld voor professionals die voorlichting
geven over wapens en drugs. Deze handvatten helpen bij het overbrengen van informatie
aan jongeren van verschillende leeftijden. Zo kan de boodschap aan middelbare
scholieren verschillen van die aan basisschoolleerlingen. Met deze handvatten kan het
juiste effect bij de doelgroep worden bereikt;
-__Erworden meerdere (media)producten ontwikkeld die het Andere Verhaal belichten.
Deze producten worden gemaakt met groepen jongeren, ervaringsdeskundigen en
aansprekende partners, personen en bedrijven. Een communicatiekalender maakt helder
wanneer er wat wordt aangeboden in de stad. Nieuw-West en Zuidoost zijn daarin
focusgebieden, maar de uitingen gelden ook voor de gehele stad;
-__ Erwordt (landelijke) samenwerking aangegaan en coalities worden opgezet met andere
partners om het Andere Verhaal op zoveel mogelijk manieren en zo goed mogelijk over
het voetlicht te brengen.
Het vitwegteam
Mensen die vit de drugscriminaliteit willen stappen en daarbij ondersteuning willen, kunnen
terecht bij het vitwegteam. Dit vitwegteam bevat drie componenten.
EH sel Es
pv „|e © e CD
Buur Vû
voor professionals beschikbaar gesteld, door bijvoorbeeld een regisseur is andere expertise nodig.
zodat zij bekend zijn met het fenomeen le Slad Hier kan het uitwegteam
‘eruit stappen’ en weten hoe ze iemand bij een casus of situatie. keel n
kunnen bijstaan die eruit wil stappen.
Eerst moet er contact worden gelegd en vertrouwen worden opgebouwd (mensen melden zich
vaak anoniem). Dat gaat met kleine stapjes en vraagt tijd. Vervolgens wordt besproken welke
motivatie ten grondslag ligt aan de wens om uit de drugscriminaliteit te stappen en wordt deze
motivatie versterkt. Dit is van belang omdat motivatie de motor is voor verandering. Vervolgens
wordt met de persoon in kwestie een strategie besproken; welke stappen er worden ondernomen
die passen bij de sitvatie van de persoon. Er wordt een contract vormgegeven en dan kan een
traject starten.
Resultaten 2020
Het vitwegteam wordt momenteel vormgegeven. Daartoe zijn de volgende acties ondernomen in
2020:
10
-__ Erzijn expertsessies georganiseerd met wetenschappers en professionals. Deze hebben
richting gegeven aan de fundamenten van het vitwegteam;
-__Eriseen visie geformuleerd met bijbehorende stappen waarmee alle partners hebben
ingestemd;
-_Eris kleinschalig gestart met een aantal vitwegcasussen. Deze casussen worden nu
opgepakt door ervaren regisseurs van het AcVZ-loket. Op die manier kan meer kennis
worden opgedaan, kan een methode worden ontwikkeld en kan ervaren worden welke
intensiteit van begeleiding nodig is.
Vooruitblik naar 2021
In 2020 is een begin gemaakt met het vitwegteam. In 2021 wordt de werkwijze van het
vitwegteam geëvalveerd, en wordt besloten of de capaciteit kan worden uitgebreid.
2.4 Rol van vrouwen en meisjes
ED Zicht krijgen op de problematiek door nadere analyse van de rol van vrouwen en meisjes in
drugshandel.
Vrouwen en meisjes vervullen diverse rollen bij de handel in verdovende middelen maar zij blijven
vaak buiten beeld. Soms faciliteren zij het netwerk van criminelen en profiteren zij (op actieve of
passieve wijze) van de inkomsten. Soms maken ze ongewild deel vit van een crimineel netwerk. Ze
blijven echter vaak buiten schot in de (strafrechtelijke en persoonsgerichte) aanpak. Toch is de
relevantie van vrouwen voor het criminele netwerk vaak groot.
Resultaten 2020
Deze maatregel zit in de beginfase. Eris verkend hoe verder vorm kan worden gegeven aan deze
maatregel en er is een onderzoek gestart naar de rol van vrouwen in criminele families.
Vooruitblik naar 2021
In 2021 wordt een nadere analyse gemaakt van de rol van vrouwen en meisjes in
drugscriminaliteit, in samenwerking met andere aanpakken van partners en aanpakken binnen het
AcVZ. Voorbeelden vit andere aanpakken worden gebruikt om meer te weten te komen over het
profiel van de vrouwen die een rol spelen in drugscriminaliteit. Met de verkregen informatie
kunnen vervolgacties worden opgezet.
2.5 Straatdealers
Het project staatdealers beoogt het dealen van (nep)drugs op straat in de Binnenstad en de
daarmee gepaard gaande overlast, intimidatie en geweld te verminderen.
In meerdere gebieden in Amsterdam is het probleem van straatdealers hardnekkig, maar de
binnenstad van Amsterdam springt er qua omvang echt vit. Waar tijdens de intelligente lockdown
straatdealers vrijwel niet aanwezig waren, is de problematiek in de zomer enorm toegenomen. Al
geruime tijd worden inspanningen verricht om dit tegen te gaan. Zo zijn er naast de inzet van de
politie en het OM een dealeroverlastgebied en cameratoezicht ingesteld in grote delen van de
binnenstad, is er een aanpak voor recidivisten en zijn er in het verleden campagnes gevoerd
11
gericht op (potentiële) klanten. In deze maatregel wordt gekeken welke aanvullende acties
mogelijk zijn bovenop de maatregelen die al worden genomen.
Resultaten 2020
-__Eriseen analyse gemaakt van de problematiek op basis waarvan een projectplan kan
worden gemaakt. Op de personen die zich in de periode 2017-2019 schuldig hebben
gemaakt aan straatdealen is een verdiepende analyse gepleegd. Daarnaast zijn de
meldingen en klachten over dealeroverlast en enquêtes onder bewoners, ondernemers en
gebruikers van de binnenstad geanalyseerd. De analyse wordt in 2020 besproken met de
betrokken partners;
-___Straatcoaches van SAOA die normaliter in de stadsdelen West, Nieuw-West, Noord en
Zuidoost lopen, zijn bij wijze van proef ingezet in de binnenstad, waar straatdealers uit die
betreffende stadsdelen actief zijn. Zij kennen deze dealers vit hun ‘eigen’ wijken en dat
levert veel informatie op. Zo is hierdoor onder andere duidelijker geworden hoe de
straatdealers georganiseerd zijn en wat hun werkwijze is. De informatie die de
straatcoaches vergaren wordt meegenomen in de analyse van het probleem en is gedeeld
met de politie.
Vooruitblik naar 2021
In 2021 en 2022 kan de aanpak verder worden vormgegeven.
2.6 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie
ED Het doel van het project is het doorbreken van criminaliteit tijdens detentie door er meer zicht
en vat op te krijgen.
In 2019 is met JC Zaanstad en Politie Eenheid Amsterdam gestart met het project ‘doorbreken van
criminaliteit tijdens detentie! Voortgezet crimineel handelen tijdens detentie is om meerdere
redenen onwenselijk. Het is ondermijnend voor het systeem in de penitentiaire inrichting (PI).
Daarnaast is de kans groot dat als iemand binnen de PI verder gaat met criminele activiteiten, hij
of zij dat voortzet na detentie. Daarom is het nuttig om al in detentie te kijken wat gedaan kan
worden om dit te stoppen. Daarnaast bestaat het vermoeden dat kwetsbare gedetineerden
voorafgaand aan hun verlof onder druk worden gezet door medegedetineerden om tijdens verlof
criminele handelingen te plegen. Uit angst hiervoor weigeren sommige gedetineerden om met
verlof te gaan. Dit laatste heeft op langere termijn ook invloed op de veiligheid van de
maatschappij. De kans op recidive na detentie neemt tenslotte toe naarmate gedetineerden
minder goed re-integreren tijdens en na hun detentie. Er wordt gewerkt langs drie lijnen:
1. Informatiedeling bij instroom in detentie, doorstroom tussen Pl's en uitstroom na detentie
2. Signaleren en opvolgen van signalen
3. Casuïstiek
dj %o vi OD
> > ij (Ss
Informatiedeling tijdens Signaleren en opvolgen Casuïstiek
in-, door- en uitstroom
12
Resultaten 2020
-_Sinds maart 2020 geeft Justitieel Complex Zaanstad (JCZ) aan politie Eenheid Amsterdam
door wanneer een gedetineerde met verlof gaat in Amsterdam, zodat de politie het ook
kan rapporteren aan JCZ als de gedetineerde wordt aangehouden of staande gehouden.
In verband met Corona waren er minder verloven dan normaal. Daarom duurt het wat
langer voor deze maatregel kan worden geëvalueerd;
-_ Partners hebben meer inzicht gekregen in elkaars werkprocessen en zijn zich ook
bewuster van de risicomomenten in de aansluiting van die processen. De verbinding
tussen ‘binnen! en ‘buiten’ wordt steeds beter, waardoor het informatiebeeld verstevigd
kan worden en partners meer gebruik kunnen maken van elkaars kennis en expertise.
Vooruitblik naar 2021
Een aantal maatregelen wordt in 2021 verder uitgewerkt, zoals het inzoomen op specifieke
casussen en het melden van hoge cashbedragen bij binnenkomst in JCZ. In 2021 wordt de wet
Straffen en Beschermen van kracht. Dit thema zal ook in het kader hiervan van groot belang
blijven, omdat het verlof en de voorwaardelijke invrijheidsstelling meer gaat afhangen van het
gedrag in de PI.
3. Weerbare Wijken
wijken
Drugshandel vindt in wijken waar achterstand heerst een goede markt voor rekrutering van
loopjongens en afzet van handel. De dwingende aanwezigheid van drugshandel zorgt ook voor
verdere verloedering. Dit heeft als gevolg dat de mensen die er wonen nog sterker het gevoel
hebben dat zij niet aangehaakt zijn bij de vooruitgang en de welvaart van de stad. Naast een
klassiek repressieve aanpak is het van belang om de weerbaarheid tegen de sociale ontwrichting
van drugshandel te versterken. De maatregelen in dit hoofdstuk moeten hier een bijdrage aan
leveren. De maatregelen laten zien dat misdaad niet loont, en moeten het vertrouwen herstellen.
Ze moeten mensen een ander perspectief op de wijk geven en hun kansen vergroten.
De sociale structuur van een aantal Amsterdamse wijken is vatbaar voor de ondermijnende
effecten van de drugshandel. In sommige stadsdelen vallen meerdere wijken op als de
kwetsbaarheidsindex gecombineerd wordt met politiecijfers en de Veiligheidsmonitor. In de
eerste fase staan Zuidoost en Nieuw-West centraal. Samen met deze stadsdelen zijn buurten
geselecteerd waarin gezamenlijke en gerichte activiteiten worden ontwikkeld die (duurzaam)
bijdragen aan het versterken van de weerbaarheid tegen de sociale ontwrichting van drugshandel.
In Zuidoost is gekozen voor Venserpolder en in Nieuw-West voor de Wildemanbuurt.
13
3.1 Inventarisatie criminogene kwetsbaarheid wijken
Zicht krijgen op de criminogene kwetsbaarheid in wijken. De opbrengst van deze analyse
dient als basis voor een mogelijk grootschaligere integrale aanpak in een latere fase van het
programma.
Resultaten 2020
-_ Het etnografisch onderzoek naar drugscriminaliteit in de Wildemanbuurt is afgerond. Uit
het onderzoek komt volgens de onderzoekers van het Willem Pompe Instituut voor
Strafrechtswetenschappen van de Universiteit Utrecht naar voren dat deze omvangrijke
problematiek niet eenvoudig gekoppeld kan worden aan een lokale context. De
onderzoekers stellen: “Hoewel de buurt en buurtbewoners regelmatig in verband worden
gebracht met internationale drugshandel en extreem geweld, ervaren bewoners en
professionals vooral overlast en de gevolgen hiervan. De aanwezigheid van jongeren en
het “hangen op straat” wordt doorgaans gezien als voorbode voor een carrière in de
groeiende en harde wereld van de drugseconomie. Echter is de leefomgeving van deze
groep veel complexer: van een duidelijk onderscheid tussen onder- en bovenwereld is
geen sprake. Dat deze werelden veel meer verstrengeld zijn dan wordt verondersteld,
maakt het lastig om een zorgvuldig beleid samen te stellen dat gestoeld is op
wetshandhaving enerzijds en zorg en sociaaleconomische ondersteuning anderzijds. Dit
onderzoek waarschuwt voor een groeiende vraag naar repressief beleid, wat juist de
nodige maatregelen om de publieke veiligheid te waarborgen in de weg staat.”
In het rapport wordt een aantal conclusies getrokken en worden aanbevelingen gedaan
voor verder beleid.
-__ Het verdiepend onderzoek door bureau Beke naar criminele netwerken in de
Wildemanbuurt die breder dan alleen in die buurt opereren is in een afrondend stadium.
Vooruitblik 2021
De resultaten van de onderzoeken worden gedeeld en gebruikt bij het ontwikkelen en uitvoeren
van maatregelen in Nieuw-West.
3.2 ‘Credible messengers’ (werktitel)
Als onderdeel van de wijkaanpak (in Zuidoost en Nieuw-West, maar ook in andere stadsdelen)
worden ‘credible messengers’ (werktitel) ingezet om jongeren die in aanraking komen met
drugshandel en — criminaliteit te motiveren tot ander gedrag.
‘Credible messengers’ zijn personen die in staat zijn om bewoners en gemeenschappen te ‘openen!
en mensen te motiveren tot ander gedrag of hen in ieder geval een spiegel voor te houden. Dat
doen zij in gesprek, ondersteund door gesprekstechnieken, hun voorkomen en hun ervaring, ‘know
how’ of door hun positie in de gemeenschap. Zo kunnen zij een gids zijn voor personen die in
aanraking zijn of komen met drugshandel en -criminaliteit. Ook kunnen ze waar nodig een brug
vormen naar hulp en ondersteuning.
Resultaten 2020
-__Erisgesproken met mensen die door het projectteam als ‘credible messenger’ worden
gezien en zo al werken in de stad, en met professionals. Tevens zijn inzichten vit de
wetenschap opgehaald. Dit heeft geleid tot een zogeheten profielschets van een ‘credible
messenger’ en tot een visie op het opzetten van een netwerk. Eén van de inzichten die is
14
opgedaan, is dat ‘credible messengers’ niet volgens een bepaalde methodiek werken; hun
manier van werken vloeit voort uit wie zij zijn. De te kiezen vorm van het netwerk van
‘credible messengers’ moet hun kwaliteiten erkennen en voeden. Het is bijvoorbeeld van
belang dat zij zelf de naam van het netwerk kiezen, dat ze niet in dienst treden van de
overheid en dat dit netwerk zich vooral richt op het opleiden van nieuwe ‘credible
messengers’. Door het teveel in een bepaalde mal te gieten gaat de kracht van de
werkwijze verloren. In de volgende fase wordt in de praktijk geëxperimenteerd met de
werkwijze en krijgt het netwerk nader vorm. De vervolgstap is het opzetten van een
curriculum dat nieuwe ‘credible messengers’ kunnen doorlopen;
-__ Erwordt reeds samengewerkt met ‘credible messengers’ in specifieke casuïstiek.
Vooruitblik naar 2021
-__ Erwordt een plek gecreëerd van waaruit de ‘credible messengers’ worden opgeleid,
ondersteund en gecoacht en van waaruit ze kunnen werken. Deze plek wordt
vormgegeven met de gemeente, partners vit het bedrijfsleven en maatschappelijke
partijen;
-__ Het netwerk van ‘credible messengers’ wordt uitgebreid en verstevigd.
3-3 Buurtrechtspraak
ED Het verbeteren van de veiligheid, leefbaarheid en het maatschappelijk welzijn in de wijk en
stad. Het vertrouwen van de burger in de overheid/rechtspraak vergroten door hetrecht (een
rechter) naar de wijk te brengen.
Buurtrechtspraak moet de leefbaarheid en de veiligheid in de wijk vergroten door enerzijds de
toegang tot het recht gemakkelijker en zichtbaarder te maken en anderzijds de maatschappelijke
effectiviteit van de rechtspraak te vergroten door in een vroeg stadium en rechtsgebied-
overstijgend, oplossings- en/of herstelgericht te interveniëren bij (multi)problematiek op het
gebied van leefbaarheid, inkomen en/of veiligheid. Voornoemde interventies zullen erop gericht
zijn gerechtelijke procedures zoveel mogelijk voor te zijn, dan wel terug te brengen tot een
werkbaar minimum.
Resultaten 2020
Eris een verkenning gestart naar het toegankelijker maken van rechtspraak in Venserpolder, één
van de wijken waar dit programma zich specifiek op richt.
Vooruitblik naar 2021
Afhankelijk van de vitkomsten van de verkenning kan in 2021 een pilot starten.
3-4 Nieuw-West en Zuidoost
Binnen het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken worden extra activiteiten ontwikkeld
in (buurten in) Nieuw-West en Zuidoost, in gezamenlijkheid met het stadsdeel en relevante
partners. Bovendien worden bestaande inspanningen die bijdragen aan de opgave in de buurten
versterkt. Deze inspanningen leveren zichtbare effecten op en dragen bij aan het vergroten van
het vertrouwen, waardoor een duurzame verandering kan plaatsvinden. Steeds wordt daarbij
actief gezocht naar systeemfouten om die vervolgens te adresseren en op te lossen.
15
Eerdergenoemde activiteiten zoals de inzet van ‘credible messengers’, de aanpak doorgroeiers, de
eervolle vitweg en Het Andere Verhaal worden juist ook in deze stadsdelen vitgevoerd. In Nieuw-
West is extra aandacht voor vrouwen in de criminaliteit. In Zuidoost is extra aandacht voor
gangvorming en het maken van plannen van aanpak hierop.
Bij de maatregelen staat de opgave in de gebieden centraal. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij
bestaande programma's en netwerken, zoals De Weerbare Stad, Positief Perspectief (de
geïntegreerde werkwijze), het meidennetwerk in West en Nieuw-West en de persoonsgerichte
aanpak voor meisjes{jonge vrouwen met complexe problematiek vanuit het programma tegen
Seksuele Intimidatie en Seksueel Geweld. De maatregelen gebeuren in samenhang en in
afstemming met de aanpak ontwikkelbuurten en in Zuidoost wordt actief meegedacht bij het
formuleren van concrete acties om doorbraken te realiseren in het kader van het Masterplan
Zuidoost.
In beide wijken wordt zowel gewerkt aan praktische interventies die bewoners vertrouwen geven
en bijdragen aan de veiligheid (zoals het verbeteren van verlichting of andere aanpassingen in de
openbare ruimte) als aan de fundamentele mechanismes die ten grondslag liggen aan
drugscriminaliteit. De projectteams WMWW uit Zuidoost en Nieuw-West hebben veelvuldig
contact met elkaar zodat men leert van elkaars ervaring en inspanningen.
Nieuw-West
Door een duurzame flexibele aanpak de weerbaarheid vergroten, de kwetsbaarheid van
jongeren door drugshandel verminderen, sociale ontwrichting tegen gaan en daarmee de
(ervaren) drugsgerelateerde onveiligheid in de wijk substantieel verminderen.
LL
1 as
Tegengaan Betere woningen
(zware) criminaliteit | en voorzieningen,
en ondermijning passend bij huidige
en toekomstige
bewoners
Meer kansen Schoner, groener
voor jongeren ELT
(banen, stages onderhouden a
Gl Clu ehehe Aid Det Tha et e MA TL dd e-
® rollen) ij
itse
(jeugd)overlast
,
Resultaten 2020
De resultaten worden behaald door de nauwe samenwerking in Nieuw-West, waaraan het
programma WMWW een bijdrage levert. Deze samenwerking wordt vormgegeven in het
zogeheten regieteam, waarin de domeinen veiligheid, zorg, welzijn, sociaal en fysiek van het
stadsdeel en de programma's De Weerbare Stad, Positief Perspectief, Ontwikkelbuurten en
WMWW zitting hebben. Het regieteam brengt focus en samenhang aan in de acties in de wijk. Er
16
wordt door het regieteam samengewerkt met alle partners die nodig zijn om resultaat te behalen,
zoals de politie, het OM en maatschappelijke organisaties.
-__Op 22 personen met een disproportioneel negatief effect op de wijk wordt procesregie
gevoerd door het AcVZ in samenwerking met het stadsdeel. De aandacht gaat daarbij ook
naar de structuur in de wijk, naar het netwerk van deze personen, en naar de wijk in
fysieke zin: waar voelt het veilig en waar niet? Hoe komt dat en wat kan daaraan gedaan
worden?
- Erwordt een pilot vitgevoerd waarin de communicatie wordt verbeterd na sluiting van
een woning naar aanleiding van de vondst van drugs of wapens. Samen met medewerkers
van het team sluitingen van de directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV), het
stadsdeel, de politie en woningcorporaties is er een strategie opgezet met nieuwe
communicatiemiddelen, zoals een informatieflyer en poster. Deze middelen worden
zichtbaar opgehangen en verspreid en laten zien waarom de woning is gesloten en wat
bewoners kunnen doen wanneer zij melding willen doen. Ook kan in gesprek worden
gegaan met omwonenden nadat er panden zijn gesloten in een buurt, straat of complex.
Na evaluatie wordt de methode aangescherpt en verder toegepast in Zuidoost en de rest
van de stad. Deze manier van werken draagt bij aan het vergroten van het
veiligheidsgevoel en de weerbaarheid in een buurt na de sluiting van een woning;
-_Erwordt met woningcorporaties gesproken over hoe gemeente en corporaties samen
kunnen optrekken bij signalen van drugs;
-__ Contact maken in de wijk is één van de grootste prioriteiten. Angst, wantrouwen en soms
trauma door wat er gebeurt weerhoudt een buurt ervan om in contact te komen en te
blijven. Er wordt daarom gekeken hoe contact kan worden gemaakt met moeilijk
bereikbare groepen en personen of met mensen die reeds contact met hen hebben;
-___Eind 2020 vindt een expertmeeting plaats, met daaruit voortvloeiend twee acties voor de
buurt. Door beter contact komt er meer inzicht in de behoeftes van individuen, groepen of
een wijk;
-__Erzijnstraatcolleges georganiseerd;
-_ Veel jongeren hebben door de Coronacrisis hun baan verloren in de taxibranche. Er wordt
samen met het programma De Weerbare Stad en het stadsdeel gekeken op welke
manieren deze jongeren weer aan werk kunnen komen.
Beluister de podcast over enkele maatregelen in Nieuw-West.
Vooruitblik naar 2021
-__ Destraatcolleges worden gecontinveerd;
-__ De inzet op het doorbreken van de problematiek van de 22 casussen in de wijk wordt
voortgezet;
-_ (Drugs)verslaving onder jongeren en jongvolwassenen wordt structureler aangepakt;
-_ Specifieke plekken in de wijk waar drugs wordt gedeald worden aangepakt, in
samenwerking met bewoners;
-_ Jongeren en jongvolwassenen worden naar banen en scholing toegeleid;
-_Erkomteen aanpak op de inzet van taxi’s bij drugshandel, in samenwerking met De
Weerbare Stad;
-__ De samenwerking met justitiële partners op casuïstiek is heel nauw. Deze samenwerking
wordt waar het kan verder uitgebreid;
-__Hetregieteam en de allianties in de wijk worden verstevigd. Een structurele werkmethode
met wederkerige communicatie met wijkbewoners is hier onderdeel van.
17
Zuidoost
Door een duurzame flexibele aanpak de weerbaarheid vergroten, de kwetsbaarheid van
jongeren door drugshandel verminderen, sociale ontwrichting tegen gaan en daarmee de
(ervaren) drugsgerelateerde onveiligheid in de wijk substantieel verminderen.
De inspanningen in Venserpolder zijn gericht op vier doelen:
LE Inzetten Vroegtijdig
van situationele aanpakken van É
Hr Kela Laa ae ASS eel lu A
preventie verstevigen
(invloed van fysiek op van ontwikkelkansen Er wordt gewerkt
criminaliteit en overlast) van jongeren 4) aan de speerpunten
kel sE, jongvolwassenen . 7
woonfraude Een vanuit de programma Ss:
* Weerbare Mensen, Weerbare Wijken
weerbaar * De Weerbare Stad
n veil * Wapenaanpak
LA hed el 5 = g Neh dd * Positief Perspectief
van excessief Venserpolder EET Sed « Ontwikkelbuurten
geweld en perspectieven * Buurtrechtspraak
drugshandel Kd ds * Community School
bieden
ed Daarnaast wordt gewerkt aan de
Ä / Bestuursopdracht Masterplan Zuidoost.
Resultaten 2020
In bovenstaand figuur staan de doelen voor Venserpolder weergegeven. Het programma WMWW
levert aan deze doelen een bijdrage. De resultaten worden behaald door nauwe samenwerking in
stadsdeel Zuidoost met de medewerkers van de gebieden, van de domeinen fysiek, sociaal en
veiligheid en met andere (gemeentelijke) partijen.
-__Op basis van eerder gehouden buurtschouwen is in Venserpolder geïnventariseerd op
welke plekken buurtbewoners zich het meest onveilig voelen. Uit deze schouwen bleek
dat er veel schaduw was voor en na onderdoorgangen, dat er te hoog groen was op
sommige plekken, en op een aantal plekken deed de verlichting het niet. Het groen is
gesnoeid en met medewerkers uit alle domeinen die een rol hebben bij verlichting in de
openbare ruimte is een integraal plan van aanpak gemaakt om de verlichting te
verbeteren. Daarnaast is op een belangrijke route in de wijk een creatief lichtproject
gestart (pilot). Dit gebeurt met leerlingen van het Bindelmeercollege en jongeren vit de
buurt. Tevens wordt bekeken hoe het Bindelmeercollege de onderdoorgang kan
‘adopteren’ en daarmee duurzaam kan onderhouden. Deze succesvolle integrale manier
van werken zal ook op andere thema’s worden toegepast;
-_Eris in één woonblok gekeken naar signalen van woonfraude. 13 adressen worden naar
aanleiding van deze scan nader onderzocht. Bij zes woningen wordt een
spookwoningactie uitgevoerd;
-__ Vier jongeren hebben een relevant zomerbaantje bij lunchroom De Pits Keuken gekregen;
18
-_Erisgestart met het maken van de dramaserie ‘My son is fine’. Dit is een documentaire
voor en over jongeren en hun ouders in Zuidoost en is tot stand gekomen op basis van
wensen van bewoners uit Zuidoost;
-_Erworden specifieke jongerenadviseurs van de directie Werk, Participatie en Inkomen van
de gemeente Amsterdam (WPI) ingezet om jongeren die in de drugscriminaliteit zitten te
ondersteunen bij het vinden van werk;
-_Eris ondersteund bij interventies voor jongeren vit rivaliserende (criminele)
drillrapgroepen die al in een persoonsgerichte aanpak zitten. Zo is voor een gezin binnen
een week vervangende woonruimte gevonden in samenwerking met een
woningbouwcoöperatie;
-_ Op dit moment wordt de instroom van zes potentiële doorgroeiers voorbereid;
-_ Het regieteam is opgezet.
Beluister de podcast over enkele maatregelen in Zuidoost.
Vooruitblik naar 2021
-_ Inzet van virtual reality om bewustwording van de gevolgen van messengeweld en
drugscriminaliteit inzichtelijk te maken (bij jongeren in de leeftijd van 8 —14 jaar). Door
middel van virtual reality krijgt de kijker het gevoel daadwerkelijk aanwezig te zijn in de
ervaring. Hierdoor kunnen jongeren op een realistische manier de consequenties van
bepaalde keuzes ervaren;
-_Het versterken van (culturele) identiteitsontwikkeling onder jongeren in Zuidoost, in
nauwe samenwerking met het programma Positief Perspectief. Met extra inzet op
identiteitsontwikkeling voor jongeren met een migratieachtergrond wordt (meer)
jongeren de kans geboden om weerbaarder op te groeien;
-_Erkomt meer inzet op de begeleiding van jongeren naar werk en scholing, in
samenwerking met WPI. De medewerkers die dit gaan doen hebben een lagere caseload
dan normaal, zodat zij jongeren intensief kunnen begeleiden. Ook wordt het aantal
passende werkplekken dat aansluit op de interesses van jongeren vergroot;
-__Eris reeds nauwe samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming en Reclassering
Nederland. Waar mogelijk wordt de samenwerking met andere justitiële partners
versterkt.
19
4. De schaduwkant van drugsgebruik
4.2 Bewustwording van drugsgebruik
Het op gang brengen en houden van een dialoog over de maatschappelijke gevolgen van
drugsgebruik en het verkleinen van de drugseconomie.
De drugshandel verhardt, de bedragen worden groter en drugscriminelen hebben steeds minder
scrupules om tegenstanders te liquideren en zelfs de rechtsstaat te ontwrichten. Gebruikers
mogen zich bewust zijn van de maatschappelijke gevolgen van hun drugsgebruik.
Resultaten 2020
-_Het onderzoek van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) naar de beweegredenen van
toeristen om Amsterdam te bezoeken is afgerond;
-__ Begin maart is het panel van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) bevraagd over hun
mening naar drugsgebruik en de invloed op de drugscriminaliteit. Dit panel bestaat uit
Amsterdammers die zich hiervoor hebben aangemeld en frequent door OIS worden
bevraagd over allerlei thema's. Dit onderzoek zal jaarlijks worden herhaald.
Vanwege de Coronacrisis zijn er geen gesprekken gevoerd met festivalorganisatoren over dit
thema, omdat de meeste festivals geen doorgang konden vinden en de sector in zwaar weer is
beland. Ook andere voorziene acties uit deze maatregel zijn vitgesteld vanwege de Coronacrisis.
Vooruitblik naar 2021
De te nemen maatregelen hangen af van het verloop van de Coronacrisis. De peiling onder
Amsterdammers om zicht te houden op de huidige norm over drugsgebruik en drugscriminaliteit
wordt vanzelfsprekend wel voortgezet.
20
| Onderzoeksrapport | 20 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 183
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder AE
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens en Groen inzake het geluidbeleid Evenementen en
de locatieprofielen (het in ieder geval tot aan de evaluatie blijven meten in dB(A)
en dB(C)).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Overwegende dat:
— Veel discussie bestaat over de meetmethodiek;
— De wetenschap ten aanzien van geluid en gehoor zich snel ontwikkeld;
— Het meten in meerdere grootheden, zelfs al wordt niet op beide grootheden
gehandhaafd, de inzichtelijkheid kan vergroten voor burgers;
— Ook de gemeente en evenementenorganisatoren bijvoorbeeld bij het beoordelen
van een eventuele herziening van beleid of bij het opstellen van de evaluatie
hiermee haar voordeel kan doen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In ieder geval tot de tussenevaluatie over twee jaar te (blijven) meten in zowel dB(A)
als in dB(C).
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 374
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 20 april 2016
Behandeld op woensdag 20 april 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de uitzending van Zembla over de
gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof (ultrafijnstof in kaart
brengen opnemen in begroting).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Van Lammeren inzake de
uitzending van Zembla over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan
ultrafijnstof (Gemeenteblad afd. 1, nr. 326).
Overwegende dat:
— in de begroting 2016 als doelstelling staat: ‘De lucht in Amsterdam wordt gezond,
met zo min mogelijk stikstofdioxide, fijnstof en roet’ en ultrafijnstof hier nog
ontbreekt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het in kaart brengen van ultrafijnstof, toe te voegen als doelstelling in
de eerstvolgende begroting.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
4 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1219
Datum indiening 23 juni 2020
Datum akkoord 22 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Schreuders en De Fockert inzake
een leefbaar loon
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Door de coronacrisis raken veel Amsterdammers hun baan en hun inkomen kwijt.
De fracties van de SP en GroenLinks maken zich zorgen om de kwetsbare
inkomenspositie van Amsterdammers. De indieners willen in kaart brengen welke
mogelijkheden er vanuit de Gemeente Amsterdam zijn om mensen in kwetsbare
inkomensposities te ondersteunen met een verhoging van het minimumloon.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Schreuders en De Fockert, respectievelijk
namens de fracties van de SP en GroenLinks, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. In het coalitieakkoord staat dat de gemeente gaat stimuleren dat werkgevers een
leefbaar loon betalen. Wat is de voortgang? In hoeverre zou een landelijke
verhoging van het minimumloon naar 14 euro helpen om deze doelstelling te
realiseren?
Antwoord
De inzet van het college in het huidige coalitieakkoord is dat Amsterdam een
gemeente is waar goed werkgeverschap de norm is en een leefbaar loon (of living
wage’) van 120% van het wettelijk minimumloon (WML) het uitgangspunt’.
In de contacten met opdrachtgevers en werkgevers bespreken we het betalen van
een fatsoenlijk loon. Het college en de gemeentelijke organisatie Amsterdam zijn
echter geen directe partij in de gesprekken over de arbeidsvoorwaarden dan wel het
loon voor werknemers bij bedrijven in Amsterdam. Dit is immers verankerd in de
onderhandelingsvrijheid van werkgevers(organisaties) en vakbonden.
Een landelijke verhoging van het huidige minimumuurloon kan helpen om de
bestaanszekerheid van mensen met een minimuminkomen te verbeteren. Een
verhoging naar 14 euro per uur zou voor gezinnen betekenen dat minimumloon wordt
verhoogd naar ca. 130% van het huidige minimumloon.
1 Het huidig WML (1 juli 2020) bedraagt voor personen van 21 jaar of ouder € 1.680 bruto/maand, ongeacht een
werkweek van 36, 38 of 40 uur. Bij een 40-urige werkweek is het minimumuurloon € 9,70 per uur.
(Bron: Rijksoverheid/bedragen-minimumloon-2020)
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Ls Gemeenteblad
Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020
Het CPB geeft in haar rapport Kansrijk arbeidsmarktbeleid” het Rijk een aantal
beleidsopties mee die variëren tussen verlagen en verhogen van het minimumloon en
al dan niet een koppeling aan sociale zekerheid (zie hoofdstuk 5 in het rapport).
Landelijk speelt het debat over wijziging van de wet minimumloon nog volop, onder
andere ten gevolge van meerdere ingediende initiatiefwetsvoorstellen®. Deze worden
momenteel nog behandeld ín het parlement en de discussies hierover zal het college
met aandacht blijven volgen.
2. Hoeveel Amsterdammers werken voor een inkomen onder 14 euro? Hoeveel van
hen maken gebruik van de gemeentelijke minimavoorzieningen en in welke
sectoren en bij welke bedrijven werken zij? En hoeveel van hen zouden in
aanmerking komen voor een armoederegeling maar maken daar geen gebruik
van?
Antwoord
Het college heeft geen zicht op het aantal Amsterdammers dat werkt voor een
inkomen lager dan 14 euro per uur. We beschikken wel over inkomensgegevens van
Amsterdammers, maar niet over uurlonen. Uit het eerder aangehaalde CPB-rapport
weten we dat met name in de sectoren horeca, cultuur en uitzendwezen het
minimumloon wordt betaald, sectoren die in Amsterdam oververtegenwoordigd zijn.
Van alle Amsterdamse huishoudens met werk in loondienst behoort 4% tot de
minima. Onder huishoudens met inkomen uit een eigen bedrijf is dit 12%.
{In totaal telt Amsterdam ruim 24.500 minimahuishoudens met enige inkomsten uit
werk (ook wel werkende armen genoemd). Alleenstaanden vormen zowel de grootste
groep onder minima met werk in loondienst (63%) als onder minima met een eigen
bedrijf (66%).
Het voorzieningenbereik onder werkende minima varieert op basis van een aantal
kenmerken. Zo is het bereik van alle voorzieningen onder mensen in loondienst 31%
en bij mensen die een eigen bedrijf (en een laag inkomen) hebben 11%. Naarmate
huishoudens langer op het minimum leven, is het voorzieningenbereik hoger en ook
huishoudens met kinderen worden relatief goed bereikt. Mensen die gebruik maken
van minimavoorzieningen werken met name in de transport & logistiek, horeca,
detailhandel en (persoonlijke) dienstverlening, zoals schoonmaak en als
uitzendkracht.
Het verhogen van het bereik bij werkende minima is een speerpunt binnen
armoedebeleid. We zien de laatste jaren een gestage toename van het bereik bij de
hierboven genoemde doelgroepen: van 23% in 2015 naar (naar verwachting) 42% in
2022. De coronacrisis biedt de gemeente de mogelijkheid, nu een grote groep
zelfstandigen een beroep heeft gedaan op de TOZO-regeling, het bereik van
minimavoorzieningen onder zelfstandigen te vergroten.
Toelichting door vragenstellers:
Ongeveer 6700 Amsterdammers zouden er in inkomen op vooruitgaan dankzij de
voorgenomen uitbreiding van het minimabeleid. De vragenstellers begrijpen de keuze
van het college om de uitbreiding vanwege de Coronacrisis in de ijskast te zetten.
2? Bron: CPB-studie (april 2020): Kansrijk arbeidsmarktbeleid; update minimumloonbeleid
$ Zie o.a. initiatiefwetsvoorstellen inzake Wet invoering minimumloon (rijksdossier 35 335; nov2019 en mei2020)
van het lid Gijs van Dijk (PvdA) en een recent wetsvoorstel van SP hierover (sep2020).
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Ls Gemeenteblad
Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020
3. Kan het college schetsen wat een verhoging van het minimumloon en de daaraan
gekoppelde uitkeringen zou betekenen voor de groep Amsterdammers die in
aanmerking zouden komen voor de uitbreiding van de gemeentelijke
minimavoorzieningen? Is het college bereid zich hiervoor in te zetten? Kan het
college inschatten hoe groot het aandeel van de ‘vitale beroepen’ is in deze
groep?
Antwoord
Verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde verhoging van de
inkomensnorm voor minimaregelingen zou betekenen dat het besteedbaar inkomen
voor deze groep Amsterdammers hoger wordt. Het college is bereid zich hiervoor in
te zetten en heeft onlangs in G4-verband bij het kabinet gepleit voor verhoging van
het wettelijk minimumloon.
Bij de aanvraag voor een minimaregeling wordt niet gevraagd naar het beroep van de
aanvrager. Daarom is niet bekend hoeveel mensen die werkzaam zijn in een vitaal
beroep gebruik maken van de minimavoorzieningen.
Toelichting door vragenstellers:
Bijna een kwart van de werkende Amsterdammers heeft een flexibel contract en bijna
100.000 Amsterdammers zijn ZZP'er. Recent is bekend geworden dat er geen
minimumtarieven komen voor ZZP'ers.*
4. Kan het college een globale inschatting maken van hoeveel Amsterdammers met
een flexibel contract erop vooruit zouden gaan wanneer het minimumloon wordt
verhoogd naar 14 euro? En hoe zit dat voor ZZP'ers”?
Antwoord
In Amsterdam zijn (stand eind 2019) 469.000 mensen tussen de 15-74 jaar
werkzaam. Hiervan heeft 24% (113.000) een tijdelijk of flexibel contract en 21%
(94.000) werkt als zzp'er®.
In Amsterdam waren er voorafgaand aan de coronacrisis ongeveer 15.000 werkende
minima, waaronder ca. 6.000 zelfstandigen (voornamelijk ZZP'ers)®. Het SCP geeft
aan’ dat het aannemelijk is dat deze groep door de crisis zal groeien, met name
binnen sectoren horeca en detailhandel, maar ook het aantal zzp-ers werkzaam als
auteur of kunstenaar. Aangezien deze sectoren oververtegenwoordigd zijn in
Amsterdam, is het aannemelijk dat in ieder geval deze groep Amsterdammers erop
vooruit zouden gaan wanneer het minimumloon wordt verhoogd.
Toelichting door vragenstellers:
Uit onlangs gepubliceerd onderzoek van het NIBUD blijkt dat mensen moeilijk
rondkomen van het huidige minimumloon? Dat is met name een probleem voor
inwoners van grote steden als Amsterdam, die met hogere vaste lasten
geconfronteerd worden.
4 Factsheet Flexibele schil in Amsterdam, mei 2020
$ Bron: Factsheet prognose bijstand, Gemeente Amsterdam, juni 2020
® Plan van aanpak ‘Meer kansen voor werkende minima’, gemeente Amsterdam, februari 2020
7 Zie SCP-rapport (juli 2020) ‘Verwachte gevolgen van corona voor scholing werk en armoede”
8 Meer bestedingsruimte bij een hoger minimumloon, april 2020
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Ls Gemeenteblad R
Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020
5. Deelt het college de mening van een groeiende maatschappelijke coalitie dat een
minimumloon van 14 euro Amsterdammers zou voorzien in betere mogelijkheden
om rond te komen?
Antwoord
Het college is voorstander van het landelijk verhogen van het minimumloon, zodat
mensen beter worden gewaardeerd voor het werk dat zij uitvoeren en vooral omdat
hun bestaanszekerheid hierdoor beter kan worden geborgd.
Toelichting door vragenstellers:
Veel Amsterdammers die op Schiphol werken zijn tijdens de coronacrisis hun baan
kwijtgeraakt, onder andere grondpersoneel en afhandelaren die een flexibel of tijdelijk
dienstverband hadden. Het college heeft toegezegd in gesprek te gaan met Schiphol
Group over goed werkgeverschap en een leefbaar loon.
6. Kan het college aangeven hoe het staat met de gesprekken met Schiphol Group
over goed werkgeverschap en een leefbaar loon?
Antwoord
In het werkbezoek van wethouder Groot Wassink en wethouder Kukenheim aan
Schiphol vorig jaar (2019) zijn de thema’s goed werkgeverschap en leefbaar loon ter
sprake gekomen. Dit werkbezoek was de opmaat voor het Banenplan Schiphol 2020-
2022, dat een samenwerking betreft tussen gemeente Amsterdam, het
Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (WSP), Royal Schiphol Group en
Luchtvaart Community Schiphol (LCS) waar 40 werkgevers aan mee doen. De
samenwerkende partijen zijn een partnerschap aangegaan om duurzame
werkgelegenheid en inclusiviteit op de luchthaven een stap verder te brengen.
Bij de start van het banenplan is onder andere aandacht gevraagd voor de opstelling
jegens bedrijven die in opdracht van de luchthaven werkzaamheden verrichten op het
Schipholterrein. De focus binnen het banenplan wat betreft kwaliteit van werk ligt op
de continuiteit van werk, het centraal stellen van de competenties van de
werkzoekende, het verhogen van de slaagkans van kandidaten binnen een bedrijf
door begeleiding en ondersteuning en het ontwikkelen van mensen op langere
termijn. Deze elementen zullen ook onderdeel zijn van de uitwerking van de inzet op
goed werkgeverschap waar de gemeente momenteel nog aan werkt.
De huidige coronacrisis heeft helaas grote gevolgen voor het Banenplan Schiphol
2020-2022. Realiteit is dat momenteel nagenoeg geen nieuwe vacatures worden
gemeld op Schiphol. Het accent ligt nu vooral op mobiliteit (van-werk-naar-werk). Het
recent opgerichte Regionaal Werkcentrum heeft veel contact met de werkgevers van
Schiphol. Daarmee is er sprake van een hopelijk tijdelijke accentverschuiving binnen
het Banenplan Schiphol 2020-2022. Eventuele nieuwe vacatures op Schiphol zullen
worden opgepakt via de praktische samenwerking van Regionaal Werkcentrum en
Banenplan Schiphol.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Ls Gemeenteblad
Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020
7. Kan het college een inschatting maken van de kosten en consequenties als de
gemeente er voor zou kiezen het eigen personeel dat momenteel onder 14 euro
verdient zo in te schalen dat zij op minimaal 14 euro komen? Kan het college
aangeven wat de mogelijkheden daarvoor zijn?
Antwoord
De gemeente Amsterdam kan niet eigenhandig de salarisschalen verhogen. De
salarisschalen zijn verankerd in de cao Gemeenten, een uitkomst van het overleg
tussen de VNG en de vakbonden. De cao Gemeenten en de afspraken die daarbij
zijn gemaakt, staan een afwijking op de salarisschalen niet toe.
Er zijn op dit moment 272 medewerkers met een uurloon van minder dan €14. Indien
er landelijk bepaald wordt om het minimumloon aan te passen naar €14, dan stijgen
de salarislasten voor deze groep (van 272) medewerkers structureel met circa 0,8
miljoen (excl. nominale loonontwikkelingen). Maar een stijging voor deze groep kan
niet los worden bekeken. De impact van een verhoging van deze salarisschalen heeft
een doorwerkend effect op de complete loontabel, wat zal leiden tot een grote
structurele verhoging van de salarislasten voor de gemeentelijke organisatie.
Het college voert, samen met de andere leden van het College van Arbeidszaken van
de VNG, voorbereidende gesprekken over de inzet van de volgende cao
onderhandelingen voor 2021 en verder. Daarin is altijd het streven om voor alle
medewerkers goede afspraken te maken op het gebied van thema’s als loon, verlof,
vitaliteit, duurzame inzetbaarheid, etc. voor alle medewerkers, ongeacht
salarisschaal. Het college zal zich tijdens de onderhandelingen voor de eerstvolgende
cao Gemeenten hard maken voor het verhogen van het minimumuurloon naar € 14.
8. Welke mogelijkheden ziet het college om het hanteren van een minimumloon van
14 euro als voorwaarde te stellen voor samenwerking met bedrijven, bijvoorbeeld
bij uitzendkrachten of aanbestedingen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Zoals bij antwoord op vraag 1 gesteld zijn het college en de gemeentelijke organisatie
Amsterdam geen partij in de cao-gesprekken dan wel het loon voor werknemers bij
bedrijven in Amsterdam. Dit is verankerd in de onderhandelingsvrijheid van
werkgevers(organisaties) en vakbonden. De mogelijkheden om invloed uit te oefenen
op het hanteren van een minimumloon van €14 zijn hierdoor voor het college beperkt.
De invloed van het college inzake het hanteren van een minimumloon hangt af van de
(dis)proportionaliteit in relatie tot de/het in te kopen dienst of product.
De proportionaliteitseis geeft ruimte om eisen te stellen daar waar het loon verband
houdt met de inhoud van de opdracht. Dit kan bijv. gelden bij uitzendkrachten, hoewel
daar de CAO weer leidend is.
Met betrekking tot de invloed van het college bij aanbestedingen is de conclusie dat
geen looneisen kunnen worden gesteld. Met als reden dat dit disproportioneel is.
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ee Atober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 juni 2020
9. Welke andere mogelijkheden ziet het college om bedrijven ertoe te bewegen hun
personeel minimaal 14 euro te betalen?
Antwoord:
Het college gaat voor de verdere uitwerking van goed werkgeverschap verder in
gesprek met het bedrijfsleven in Amsterdam en wil daarbij het betalen van een
leefbaar loon onderdeel maken. Ook zal het in het kader van Social Return en
gesprekken met opdrachtnemers, werkgevers wijzen op het betalen van een
fatsoenlijk loon.
Toelichting door vragenstellers:
Vragenstellers hebben begrepen dat het niet mogelijk is als individuele gemeente de
loonschalen aan te passen.
10. Is het college bereid in VNG-verband te pleiten voor verhoging van de laagste
loonschalen van gemeenten en hierbij steun te zoeken bij andere gemeenten?
Antwoord
Zie de beantwoording van vraag 7.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 762
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder BB
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Groen inzake het Programma Woningkwaliteit 2016 (aandacht voor
duurzaamheid bij aanschrijven).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Programma Woningkwaliteit 2016 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 673).
Constaterende dat:
— de gemeente op woonkwaliteit gaat handhaven en aanschrijven, waarbij alle
woningen moeten voldoen aan de minimale kwaliteitseisen (aanschrijven en
indien nodig handhaven).
Overwegende dat:
— renovatie van een woning (ook na aanschrijving) een goed moment is om
duurzaarnheidsmaatregelen te treffen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de uitwerking van de aanpak voor handhaven en aanschrijven te onderzoeken of
op dat moment ook kan worden ingezet op duurzaamheidsmaatregelen, waarbij ten
minste informatie wordt aangeboden over de ondersteuning die de gemeente en
de Wijksteunpunten Wonen daarbij kunnen bieden.
Het lid van de gemeenteraad
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
VN2021-006393 N Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
mts SN Marineterrein, Energietransitie
vurzaamheid x Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 15
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Voortgangsrapportage Sprong over het IJ juli 2019 t/m juni 2020
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de voortgangsrapportage Sprong over het IJ juli 2019 t/m juni 2020.
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Via de dagmail van 17 december 2020 is aan u de derde voortgangsrapportage van het programma
Sprong over het IJ aangeboden. De voortgangsrapportage, over de periode juli 2019 t/m juni 2020,
beschrijft de voortgang van de activiteiten die gericht zijn op de structurele verbetering van de
oversteek over het IJ. Het bestuurlijk kader hiervoor is het voorkeursbesluit Sprong over het IJ
dat door u in 2017 is genomen. Het in de rapportage opgenomen jaarlijkse dashboard geeft een
actueel beeld van de drukte op en rond het IJ. Hierin zijn ook de effecten van corona op de oversteek
over het IJ meegenomen en worden de tijdelijke maatregelen die genomen zijn toegelicht. In
de aanbiedingsbrief van de wethouder bij de voortgangsrapportage is ook de stand van zaken
weergegeven van de gesprekken met het Rijk over het advies van de commissie D'Hooghe.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Leenders.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-006393 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Ruimte en % Amsterdam Mari inE iet ti
duurzaamheid % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Welke stukken treft v aan?
AD2021-022409 1. Voortgangsrapportage Sprong over het IJ juli2o1g-juni2o20. pdf (pdf)
2. BRIEF getekend VGR gemeenteraad.pdf (pdf)
Commissie RO (3) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Meret Muntinga, 06 22430435 [email protected]
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 296
Publicatiedatum 8 april 2016
Ingekomen onder T
Ingekomen op 30 maart 2016
Behandeld op 30 maart 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Roosma, Van Soest en Poorter inzake de uitgangspunten
voor de Ambulante ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij
het huishouden 2017 tot en met 2020 ten behoeve van de inkoopprocedure
(hoger PGB-tarief voor gespecialiseerde begeleiding).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de Ambulante ondersteuning,
Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020
ten behoeve van de inkoopprocedure (Gemeenteblad afd. 1, nr. 245).
Overwegende dat:
— voor ambulante begeleiding nu een tarief voor Persoonsgebonden Budget
(PGB-tarief) geldt van 35 euro;
— dit voor reguliere begeleiding een goed tarief is, maar voor gespecialiseerdere
— vormen van begeleiding dit tarief niet toereikend is;
— dit ontoereikende tarief er toe leidt dat mensen minder uren zorg inkopen, voor
een hoger tarief;
— dit onwenselijk is omdat deze mensen feitelijk minder zorg krijgen dan waar zij
recht op zouden hebben wanneer zij gebruik zouden (kunnen) maken van zorg in
natura;
— andere gemeenten ook voor gespecialiseerde begeleiding hogere PGB-tarieven
hanteren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— naast het reguliere en huidige PGB-tarief voor begeleiding een hoger tarief voor
hooggespecialiseerde begeleiding te introduceren, vergelijkbaar met de hogere
tarieven in andere gemeentes die differentiëren in tarieven voor ambulante
begeleiding;
— een voorstel voor de hoogte van dit tarief aan de gemeenteraad voor te leggen;
— dit tarief uiterlijk op 1 januari 2017 in te laten gaan.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 296 Moti
Datum 8 april 2016 otie
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
W. van Soest
M.F. Poorter
2
| Motie | 2 | discard |
AGENDA (concept)
Raadscommissie MIDDELEN
Datum: DONDERDAG 14 juni 2012
Aanvang: 20.00 uur
Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
Nr. \Onderwerp ____________________\Nadereinfo |
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 16 mei 2012 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
[6._\ Mededelingen portefeuillehouder(s)
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
‚Nr. \Onderwerp _____________________\Nadereinfo [Reg.nr |
7. Voorjaarsnota 2012 Ter advisering
Programma 1. “Dienstverlening”
Programma 2. “Openbare Orde en Veiligheid”
Programma 4. “Werk, Inkomen en Economie”,
onderdelen
werk en economie
Programma 8. “Cultuur en Monumenten”, onderdeel
cultuur.
Programma 12. “Bestuur en Ondersteuning”
Tevens hoofdstukken met betrekking tot het financieel
perspectief, knelpunten en heroverwegingen.
8. _\Plan van aanpak Toekomstvisie 2030 [Ter bespreking ||
Blok C Algemeen
Nr. \Onderwerp
[9 \Bondvraag
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924.
| Agenda | 1 | discard |
dl \ \ Ik SN ON N
U In NR | 5 Os
aj \ \ De Ì f N QX Ss
AR \ J U \ en A
d IJ Le Fold > E Se | _ On WÁ= i SS NS SPA \\
| ns RA N PS
Á E08 De el 7 XJ : S
et TA — 4
Ì FT 5 > : ä \ | N K Ô Áo 4
nk \ Fe 7 ke KD
eN \ \ AS d en 4% S 0 ®
L m7 5 5 „| \ 220 En el 1 5 NK \ JA GO
dT |P
Î n zag GA | \ Á m / As SA SN
| Ee er \IJg BN | SAAD NN
| ee \ "Ie | gf \ 1 d LP Ss ON
|E 8 ed pe: 5 it pn / 4 Gl Le X ó Â SN 8 N
\ iS SSS if ae! Rizzo / ON
Ä SRR re 1 Û pn PRAS ej NS
ut ZEE ne d / Gh SN >
eK ANNAE
ES etat 8 45 \ Le ) DS RON GS S oren)
| î Ld |8 / ER A
mk \ iet 1! like HO NG SNE AN ‘
3 — \ 5 RE Sy N NS
ï Ì lee ON | | Ee 8 lb / SD S ( JS A SS B
id TBS \\ me an BORON LRE
SO } Ri id EIL ; d A SEEERNSS
: \ ed \5 paf - | We 0 / 7 Di KS 4 S SN PSN AN SN
1 2204 Ì | fSf ) A 4 EN N Ke S N
| Ï 220, C 3 IN D N > SI N ON Ni, ROR LLSS KS NS SN,
| EN RE el | AN S ’Á OVAA NN BS SC PN N SN
En N > ie Sh f | N% ò DA > 5, re <4 ZG & MON IES < \N Ne
Ie en A | ODE NP Er IAN DREES SCOSS NS
Ei NE ni dl | SE | bf) SOL EG, BL RN ROR SN De OS
2) 5 el TE Ui Nen De RE | Á Eep SOE DR M RCOLEOSN RS Ax NS
Poe ENE en Ld En AAT SENA) ROSSO
DE eee 3B\ zie ee EN AANGE ts N
Se Eve 3 \ OO \ rn 8 DES IL e Dell N SS $ & SS RS IN SN S JN AN
\ \ S ” OS. SS 3 De > if Se ON SS S
| iN eed VO mn pe elk ERI | 7 Ie ® N RN REX S
| À / _ = i. ORI A 4 RENS t RLS De “ON
} | a, ame, \ PJ ENNE Ss En ON o SORLISN SS
LS nn À OR _Á SG NE SS GS
Da IS mn u 5 2 Lr fl] 5] ZN s & ë / & ee Á £ 7 RLN
SS L De é 2 eN 4 Pe) ROSSA
En REN te ed DD A
/ | A Jutte Q ’ A PEOP MD ,
LS ALS Dd Vi
| 2 ee PS ABN AZ Là á Â
_. . ® e
Schetsontwerp onderdoorgang en kruisingen Sluisbuurt once % Amsterdam
CG @ A3 => 1:2500
ee X 14 november 2018
h:\bentley\projectwise\dms12073\Sluisbuurt VO openbare ruimte.dgn
| Schriftelijke Vraag | 1 | discard |
> < GGD Bezoekadres
Nieuwe Achtergracht 100
Amsterdam 1018 WT Amsterdam
> < Postbus 2200
1000 CE Amsterdam
Telefoon o20 555 5911
Faxo20 555 ##H#H
ggd.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam
Aan directie scholen primair onderwijs Amsterdam en regio Amstelland
Datum 14 aUQgUstus 2020
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld Afdeling infectieziekten
door
Kopie aan
Bijlage
Onderwerp _ Informatie Coronavirus bij de start van het nieuwe schooljaar
Geachte mevrouw, mijnheer,
Nu de scholen weer starten informeren we u over actuele ontwikkelingen die belangrijk zijn voor u,
en de ouders en leerlingen op vw school. Wij gaan er dan ook vanuit dat u zelf ouders en leerlingen
informeert over de situatie op vw school. In de zomervakantie zijn de cijfers met het aantal positieve
besmettingen gestegen. Het blijft belangrijk om samen alert te blijven en actief te handelen om
corona op tijd in te dammen. Zowel voor de gezondheid van de schoolmedewerkers als die van de
leerlingen en hun families. In deze brief vatten we graag voor u samen wat de regels zijn voor scholen
in het primair onderwijs.
Graag zien we zo veel mogelijk kinderen weer terug op school. Maar er zijn ook redenen om thuis te
blijven.
Hieronder vindt v de regels wanneer een leerling of medewerker niet naar school mag:
Als kinderen of medewerkers klachten hebben
Bij een of meer van de volgende klachten moet het kind/de medewerker thuisblijven:
e _verkoudheidsklachten zoals neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn;
e hoesten;
e benauwdheid;
e verhoging of koorts;
e plotseling verlies van reuk en/of smaak (zonder neusverstopping).
De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam
De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn
GGD Amsterdam Datum
Kenmerk
Pagina 2 van 3
e Uitzondering:
Kinderen vit groep 1en 2 mogen wel naar school als ze alleen verkouden zijn, zonder koorts
Deze uitzondering geldt niet voor kinderen die:
e contact hebben gehad met een persoon die positief is getest voor het coronavirus
® als iemand in het huishouden van het kind koorts heeft of last heeft van benauwdheid
e _korterdan 14 dagen geleden in oranje of rood gebied/ land op vakantie is geweest
Kinderen en medewerker mogen ook niet naar school in de volgende situaties
e als iemand in hetzelfde huishouden als het kind of de medewerker positief is getest voor het
coronavirus
© als iemand in hetzelfde huishouden als het kind of de medewerker naast
verkoudheidsklachten, hoesten of plotseling verlies van reuk en/of smaak, ook koorts en/of
benauwdheid heeft. Dan moeten alle huisgenoten thuisblijven
e als een medewerker nauw contact heeft gehad buiten het huishouden met iemand die
positief is getest voor het coronavirus
Als kinderen of medewerkers in een oranje of rood gebied of land zijn geweest
Landen met een verhoogd risico op corona kunnen het label oranje of rood krijgen. Dat betekent dat
vakantie naar deze landen wordt afgeraden. Ouders en kinderen jonger dan 4 jaar die in deze landen
geweest zijn, moeten na terugkomst in Nederland 14 dagen thuisblijven. Kinderen van 4 t/m 12 jaar
oud die geen klachten hebben die passen bij corona (hoesten en/of neusverkouden en/of koorts)
mogen wel naar school, de buitenschoolse opvang en sporten. Een overzicht van de oranje en rode
landen is te vinden op https://www.nederlandwereldwijd.nl{reizen/reisadviezen
Verzuim en leerplicht
De richtlijnen voor leerplicht zijn aangepast. Verzuim als gevolg van quarantaine na een vakantie
hoeft u niet te melden als ongeoorloofd verzuim. U wordt komende week nader hierover
geïnformeerd door de afdeling Leerplicht.
Zijn er drie of meer kinderen in één groep ziek? Informeer de GGD
Het blijft belangrijk dat u blijft registreren welke kinderen ziek zijn. Maak in het kader van Artikel 26
van de Wet publieke gezondheid melding bij de GGD als er in één groep drie of meer kinderen zijn
met klachten van hoesten en/of neusverkoudheid en/of koorts. Geef de melding zo snel mogelijk
door aan de GGD via onderstaand telefoonnummer. U hoeft hierbij niet de persoonsgegevens van de
kinderen door te geven bij de melding. Na uw melding stelt de GGD eventueel onderzoek in en
adviseert op maat. Twijfelt v of een ziek kind thuis moet blijven? Neem dan contact op met de
jeugdarts van de GGD.
Testen op corona
Voor iedereen in Nederland geldt: bij klachten, blijf thuis en laat je testen!
Er zijn diverse testlocaties in Amsterdam (Zuid, Noord, Nieuw-West en Zuidoost) en u kunt vaak
dezelfde dag terecht. Aanmelden voor de test kan telefonisch op 0800-1202 of via het portaal op
coronatest.nl.
De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam
De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn
GGD Amsterdam Datum
Kenmerk
Pagina 3 van 3
Ook voor kinderen vanaf 6 jaar kan via het landelijk nummer en de website een testafspraak gemaakt
worden. Voor kinderen onder de 6 jaar schakelt het landelijke call center door naar de GGD voor
advies op maat.
Is er een kind of medewerker besmet met het coronavirus?
Als een kind of medewerker in de besmettelijke periode op vw school was, neemt de GGD contact
met v op. De GGD adviseert over eventuele maatregelen en het informeren van de medewerkers en
ouders.
Ventilatie op school
Erzijn tot op heden geen aanwijzingen dat ventilatie een belangrijke rol speelt bij verspreiding van
het coronavirus, zeker niet als wordt voldaan aan het bouwbesluit. Het RIVM heeft de inzichten
hierover samengevat, zie: https://lci.rivm.nl/ventilatie-en-covid-19
Ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus via de lucht gelden twee specifieke (landelijke)
adviezen:
e Vermijd recirculatie binnen één gemeenschappelijke ruimte waar meerdere personen
gedurende langere tijd bij elkaar zijn.
e Vermijd het ontstaan van sterke luchtstromen door (zwenk)ventilatoren en mobiele airco's in
gemeenschappelijke ruimtes, zoals klaslokalen en kantines. Indien er geen andere
mogelijkheid is tot verkoeling, zorg er dan voor dat er geen luchtstroom van persoon naar
persoon gaat.
GGD'en adviseren al lang over het belang van een goede ventilatie in scholen, los van het
coronavirus. Ook op scholen die voldoen aan het bouwbesluit kan de ventilatie vaak verder worden
verbeterd, zie voor adviezen
https://www.ggdghorkennisnet.nl/2file=30672&mM=1477475435&action=file.download
Voor advies over verbetering van de ventilatie in relatie tot gezondheid (los van het coronavirus)
kunnen scholen terecht bij de GGD, afdeling leefomgeving: 020-5555405, [email protected].
Webinars en Vraag & Antwoordsessies met ouders
Deze sessies zijn in voorbereiding. We berichten v spoedig over de data.
Contact met de GGD
U kunt de GGD bereiken via het telefoonnummer o2o - 555 5202, van maandag t/m vrijdag og.00 -
18.00 uur, zaterdag en zondag 10.00 -17.00 uur. Alle informatie rond corona vindt v ook op
ggd.amsterdam.nl{coronavirus.
Met vriendelijke groet,
Dr. Yvonne van Duijnhoven
Hoofd Afdeling Infectieziekten
GGD Amsterdam
De Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam is een onderdeel van de Gemeente Amsterdam
De GGD richt zich op alle inwoners van Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1499
Datum indiening 2 mei 2019
Datum akkoord 20 september 2019
Publicatiedatum 20 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Simons inzake de karikatuur Zwarte
Piet.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Mede dankzij het harde werk van activisten zoals Jerry Afriyie en Quincy Gario zijn er
sinds 2018 bij de Amsterdamse sinterklaasintocht helemaal geen Zwarte Pieten
meer. Dat is goed nieuws, want zowel de Verenigde Naties (VN), de
Kinderombudsman en het College voor de Rechten van de Mens hebben zich
uitgesproken over de discriminatoire aspecten van de karikatuur Zwarte Piet.
Helaas is de racistische karikatuur Zwarte Piet nog niet helemaal verdwenen uit het
straatbeeld van onze mooie stad. Op de website van het Sint en Pietengilde staat
beschreven dat er in 2018 bijvoorbeeld nog sprake was van een lokale intocht in de
Jordaan waarbij Zwarte Pieten aanwezig waren. De fractie van BIJ1 vindt dat de
gemeente de verantwoordelijkheid heeft om dit waar mogelijk te bestrijden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Simons, namens de fractie van BIJ1, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college zicht op welke door de gemeente gesubsidieerde organisaties
tijdens de sinterklaasviering gebruikmaken/gebruikmaakten van de karikatuur
Zwarte Piet? Zo ja, om welke organisaties gaat dit? Zo nee, is het college bereid,
dit uit te zoeken?
Antwoord:
Nee, het college is hiermee niet bekend en zal dit uitzoeken.
2. Is het college bereid, met deze organisaties in gesprek te gaan om hen erop te
wijzen dat de gemeente van gesubsidieerde organisaties verwacht dat zij zich niet
schuldig maken aan het in stand houden van een karikatuur met aangetoonde
discriminatoire aspecten?
Antwoord:
Ja. Mochten er organisaties zijn die nog van Zwarte Piet gebruikmaken, dan
zullen wij met hen in gesprek gaan.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Lio9 Gemeenteblad
Datum 20 september 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 2 mei 2019
3. Kan het college toezeggen dat er bij het opstellen van alle nieuwe
subsidievoorwaarden wordt opgenomen dat een door de gemeente
gesubsidieerde instelling nooit gebruik mag maken van de karikatuur Zwarte Piet
bij de sinterklaasviering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Subsidies worden verstrekt met een bepaald doel, in dit geval het organiseren
van een intocht. Het stellen van de verplichting om geen zwarte pieten in te zetten
bij de intocht is een verplichting die niet strekt tot het doel van de subsidie. Niet-
doelgebonden verplichtingen worden geregeld in de Algemene wet bestuursrecht
en zijn slechts toegestaan bij wettelijk voorschrift als ze betrekking hebben op de
wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
Een verplichting om af te zien van het inzetten van zwarte pieten ziet op de wijze
waarop de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. De Amsterdamse
Subsidieverordening zou hierop moeten worden aangepast, het is niet evident dat
een dergelijk voorschrift standhoudt bij de rechter.
Het lijkt daarom wenselijker en haalbaarder om met de organisatoren om tafel te
gaan. Dit is tevens in lijn met de uitspraak van de Raad van State! dat de
burgemeester de bevoegdheid niet heeft om in de evenementenvergunning te
bepalen dat er geen zwarte pieten mogen meelopen tijdens de intocht.
4. Welke mogelijkheden ziet dit college verder om de karikatuur Zwarte Piet uit
de openbare ruimte te verbannen? Is het bijvoorbeeld een mogelijkheid om een
verbod op Zwarte Piet in de APV op te nemen?
Antwoord:
In de hierboven genoemde uitspraak heeft de Raad van State bepaald dat de
burgemeester de bevoegdheid niet heeft om in de evenementenvergunning te
bepalen dat er geen zwarte pieten mogen meelopen tijdens de intocht.
Een bepaling in de APV om zwarte piet in zijn geheel uit de openbare ruimte te
verbannen is een zeer vergaand verzoek. Dit zou namelijk ook betekenen dat bij
privémomenten van burgers geen zwarte piet meer zou mogen zijn, als daarbij
(hoe kort ook) de openbare ruimte wordt betreden. Dit zal waarschijnlijk een
onevenredige inbreuk zijn op het privéleven en is tevens in strijd met de
ondergrens van de gemeente. Het college raad niet aan een dergelijke maatregel
verder te onderzoeken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
1 ECLI:NL:RVS:2014:4117
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 485
Datum akkoord 30 mei 2016
Publicatiedatum 31 mei 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest (PvdO) van 26 april 2016
inzake niet werkende voorruitverwarming bij de trams in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De fractie van de Partij van de Ouderen heeft met zorg kennisgenomen van het feit
dat de voorruitverwarming van diverse trams in Amsterdam niet in orde is, hetgeen
kan leiden tot gevaarlijke situaties in de stad.
Van de Verkeersgroepen Amsterdam hebben wij begrepen dat trambestuurders bij
elke halte de ruiten van hun tram handmatig schoon moet maken om bij regenachtig
en vochtig weer goed zicht te kunnen behouden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van Partij van de
Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het het college bekend dat er problemen zijn met beslagen voorruiten van
trams in het Amsterdamse verkeer?
Antwoord:
Het college is niet bekend met bedrijfsmatige kwesties van een niet-gemeentelijke
organisatie. Bij navraag bij GVB, die de voorliggende vragen heeft beantwoord,
blijkt dat weliswaar voorruiten van trams kunnen beslaan, maar dat dit niet heeft
geleid tot problemen of gevaarlijke situaties.
2. Zoja, kan het college uitleggen of dit plotseling ontstaan is, of dat het een
ouderdomskwaal is of waardoor deze handicap aan de voorruitverwarming
anderzijds is ontstaan?
Antwoord:
Standaard zit er in de trams geen voorruitverwarming. GVB heeft op dit moment
een proef met 3 trams lopen waar voorruitverwarming in zit. Daarnaast loopt er
een proef met Nano vloeistof (vochtwerende vloeistof waardoor vocht zich niet
kan hechten aan de beglazing).
Het GVB herkent zich niet in het beeld dat door PvdO wordt geschetst dat
trambestuurders bij elke halte de ruiten handmatig moeten schoonhouden. Dit is
niet het geval. Het beslaan van voorruiten is van vele factoren afhankelijk, zoals:
hoeveel reizigers en medewerkers zitten er met natte kleding in de tram, wat is de
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer nei 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016
temperatuur, op welke stand is de ventilatie/verwarming gezet.
Beslagen voorruiten bij trams is niet nieuw, net zoals dit voorkomt bij auto's en
bussen. Uiteraard streeft GVB continu naar verbetering en wil naast schone
voorruiten ook onbeslagen voorruiten. Hier worden veel inspanningen toe
gedaan. Met het schoonmaakbedrijf en in overleg met de interne afdelingen
VGWM (veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu), waarin ook het rijdend
personeel vertegenwoordigd is, probeert GVB voortdurend de reinheid te
verbeteren en via de proef met voorruitverwarming en Nano vloeistof hoopt men
beslagen voorruiten te voorkomen.
3. Wat zijn de maatregelen die het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) gaat nemen?
Graag een gedetailleerd overzicht.
Antwoord:
GVB neemt voortdurend maatregelen, te weten:
— diverse ventilatiesystemen zijn uitgeprobeerd, maar deze voldoen niet altijd;
— nano-vloeistof aan de buitenzijde en nu ook bij diverse trams aan de
binnenzijde;
— proef met voorruitverwarming;
— bestuurders worden, via berichten op de schermen bij de uitpunthuisjes,
opgeroepen om hun voertuignummer door te geven indien zij problemen met
het zicht hebben;
— ten slotte, indien de voorruit van een tram dermate beslagen is, zal de
bestuurder de tram altijd stil zetten en zorgen voor goed zicht
4. Is de maatregel voldoende te noemen, of moeten diverse trams bij bepaald weer
uit de roulatie genomen worden”?
Antwoord:
Er is absoluut geen noodzaak om bepaalde trams uit de roulatie te nemen.
Daarnaast valt GVB onder de Wet Lokaal Spoor en ziet de ILT toe of GVB aan
de wet en regelgeving voldoet en dus ook veilig materieel inzet.
5. Zijn er tot dus ver ongelukken bekend, veroorzaakt door problemen met een
beslagen voorruit van een tram?
Antwoord:
Voor zover bekend hebben er geen ongevallen plaatsgevonden vanwege
beslagen voorruiten.
6. Wanneer denkt het GVB het probleem op te lossen en kan de wethouder ons en
de commissie op de hoogte houden van het natrekken van de oorzaak, de
oplossing, tijdelijke oplossing of ander soort oplossing? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Zoals de diverse proeven en continue aandacht richting medewerkers aangeven,
neemt GVB dit onderwerp serieus en probeert dit ook voortdurend te verbeteren.
De door vragensteller geschetste problematiek wordt echter in de praktijk niet
herkend.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer nei 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 26 april 2016
Toelichting door vragenstelster:
Het is de vervoerder /het GVB niet toegestaan een beroep op overmacht te doen
op grond van schuld of risico van een derde, indien hijzelf ook enige schuld of risico
heeft, overeenkomstig art. 8:105 lid 4 BW f° lid 2. Derhalve de volgende vraag:
7. Neemt het college de verantwoordelijkheid op zich dat een GVB-bestuurder nu in
een tram met veel oudere Amsterdammers door slecht zicht een ongeval kan
veroorzaken, buiten zijn schuld, maar door slecht materieel? Of wordt dit
afgedaan, zoals vaker door het GVB geprobeerd wordt bij tramongevallen?
Antwoord:
GVB neemt veiligheid zeer serieus en heeft hier ok een aparte afdeling voor. Er is
geen sprake van dat GVB met slecht materieel rijdt. Tot op heden is nog geen
afdoende oplossing gevonden om beslagen ramen onder alle omstandigheden
tegen te gaan. GVB verwacht met de voorruitverwarming en Nanovloeistof een
oplossing gevonden te hebben. Zoals eerder vermeld wordt dit nu getest. In die
gevallen waarbij nog sprake is van een beslagen voorruit is de bestuurder
verantwoordelijk om te bepalen of rijden al dan niet verantwoord is. Indien een
bestuurder het niet verantwoordt vindt en het probleem niet kan oplossen, dan zal
hij/zij contact opnemen met de verkeersleiding voor een monteur en/of
voertuigruil.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1367
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021
(Corrigeer foutieve verhoging vermakelijkheidsretributie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Overwegende dat,
— Per abuis een verhoging van de tarieven voor de vermakelijkheidsretributie is
opgenomen in de begroting;
— De sector die deze heffing betaalt al zwaar getroffen is door de Corona-crisis,
Besluit:
— Op bladzijde 313 van de Begroting 2021 de zin “De verhoging van het tarief voor
rondvaartboten van € 1,50 naar € 1,75 per opstapper brengt € 1,4 miljoen op” te
schrappen zodat het tarief niet wordt verhoogd.
— Alle andere tabellen en teksten conform het bovenstaande aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 2 oktober 2013 13.00 uur en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Notulen van de raadsvergadering op 11 september 2013.
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van het ingevolge art. X10-X12
van de Kieswet nieuw benoemde raadslid mevrouw C.T.E.M. Maasdijk.
6 Mondelingevragenuur.
Benoemingen
7 Benoeming van een bestuurslid van de Amsterdamse Kunstraad.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 755)
Werk, Inkomen en Participatie
8 Voordracht van het presidium van 16 september 2013 tot kennisnemen van de
rekenkamerbrief van 17 juli 2013, getiteld: Verkenning Schuldhulpverlening’, tot
overnemen van de aanbevelingen uit de rekenkamerbrief en het college van
burgemeester en wethouders te verzoeken de aanbevelingen uit te voeren.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 736)
Klimaat en Energie
9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot
kennisnemen van de voorgenomen uitbreiding van het Amsterdamse
stadswarmtenet naar de bestaande bouw. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 663)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
Ruimtelijke Ordening
10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Oosterdok midden.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 739)
11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Eerste partiële herziening
bestemmingsplan Amstelkwartier Binnendijks. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 740)
Grondzaken
12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 20 augustus
2013 tot vaststellen van de grondexploitatie van het Wijkwinkelcentrum Oud
Noord (Mosveld), stadsdeel Noord (nr. 35004). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 743)
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot instemmen met het kredietbesluit Fietsparkeergarage Mahlerplein.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 742)
14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 52,7 miljoen ten
behoeve van ICT/Telecom voor het bestaande metronet en voor de
Noord/Zuidlijn. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 746)
15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot
instemmen met het toekomstperspectief van de bewonersgarages in Zuidoost.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 747)
16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot kennisnemen van de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit
en instemmen met hieruit volgende besluiten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 748)
Algemene Zaken
17 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot vaststellen van de Verordening tot wijziging van de Verordening op de
stadsdelen, de Verordening tot wijziging van de Verordening geldelijke
voorzieningen externe commissieleden en de Verordening tot wijziging van de
Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 in het kader van de
instelling van de Commissie naamgeving openbare ruimten.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 753)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
Waterbeheer
18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september
2013 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening op het
binnenwater (Vob) 2010. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 744)
19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september
2013 tot vaststellen van de nota Varen in Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de
Regeling Passagiersvervoer te water Amsterdam (RPA) 2013 en van de stand
van zaken met betrekking tot de uitvoering van enkele aan dit onderwerp
gerelateerde moties. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 745)
Kunst en Cultuur
20 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus
2013 tot instemmen met eigendomsoverdracht en afstoten van werken uit de
Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 750)
Deelnemingen
21 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 juni 2013 tot
kennisnemen van het jaarverslag over 2012 van het GVB.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 751)
Zeehaven en Westpoort
22 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot
intrekken van de Bijzondere Subsidieverordening Duurzaamheid- en
Innovatiefonds Haven Amsterdam (DIHA) en kennisnemen van de conclusies en
aanbevelingen van de evaluatie van het DIHA. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 625)
Volkshuisvesting
23 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van de raadsleden de heer Van Drooge
en mevrouw Shahsavari-Jansen van 18 maart 2013, getiteld: ‘Ouderen in de
buurt en kennisnemen van de bestuurlijke reactie.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 749)
Openbare Ruimte en Groen
24 Initiatiefvoorstel ter instemming van het raadslid de heer Van Lammeren van
29 januari 2013, getiteld: ‘Amsterdam gentechvrij’ en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 738)
25 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen
van de resultaten van de Groengelden 2010-2014.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 737)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
Educatie
26 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013 tot
kennisnemen van de notitie van 23 mei 2013, getiteld: ‘Naar een stedelijk
toelatingsbeleid voor het basisonderwijs in Amsterdam’ en van het voorgestelde
tijdpad van uitvoering van het voorgenomen beleid.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 624)
Financiën
27 Bespreekpunt van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de systematiek
van de subsidieverstrekking. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 700)
28 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september
2013 tot vaststellen van een aanpassing van de rente voor stadsdeel Oost inzake
het Muziekmakerscentrum. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 735)
Zorg en Welzijn
29 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 tot
kennisnemen van de beleidsbrief, getiteld: ‘Amsterdamse Zorg: Noodzaak
Voorop’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 665)
30 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot
vaststellen van het koersbesluit Amsterdamse Zorg, getiteld: ‘Noodzaak Voorop’.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 666)
Raadsaangelegenheden
31 Voordracht van het presidium van 26 augustus 2013 tot intrekken van de
Gemeenschappelijke regeling gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam
en vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling gezamenlijke ombudsman
metropool Amsterdam 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 752)
GEHEIM
32 GEHEIM. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 741)
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
Ingekomen stukken
1 Brief van mevrouw M. Moorman, fractievoorzitter van de PvdA, van 16 september
2013 inzake de mededeling dat het raadslid de heer Schimmelpennink per
16 september 2013 geen lid meer is van de gemeenteraadsfractie van de PvdA.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
2 _Ledenbrief VNG van 11 september 2013 inzake de Modelaanpak Veilig Fietsen.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
3 Brief van de heer mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam,
van 10 september 2013 inzake een overzicht van incidenten van een familie in
Amsterdam Nieuw-West naar aanleiding van het stellen van mondelinge vragen
door het raadslid de heer Flos in de raadsvergadering op 3 juli 2013.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk
Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie ter kennisneming.
4 _Raadsadres van een burger van 4 september 2013 inzake het behoud van
museumlessen voor alle leerlingen van de basisschool.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van de begroting voor 2014.
5 Raadsadres van Salland Olie Maatschappij BV van 11 september 2013 inzake
de fijnstofproblematiek van het binnenstedelijk vervoer.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de bespreking van agendapunt 19 in
de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord-
Zuidlijn en Luchtkwaliteit) op 26 september 2013 en voorgesteld wordt, dit
raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 16,
nr. 748, kennisnemen van de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit
en instemmen met hieruit volgende besluiten.
6 Raadsadres van een burger van 4 september 2013 inzake diversiteit aan
de Universiteit van Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma
Maatschappelijke Investeringen.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
7 _Raadsadres van Platform positieverbetering sekswerkers van 21 augustus 2013,
ingekomen bij de raadsgriffie op 9 september 2013, inzake de registratie van
sekswerkers als prostituee bij de Kamer van Koophandel.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare
Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,
Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie.
8 Raadsadres van een burger van 5 september 2013 inzake een conflict naar
aanleiding van een door Cition opgelegde parkeerboete.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
9 Raadsadres van Stadsregio Amsterdam van 2 september 2013 inzake
de bekendmaking van de inzet van een Hulpimpuls als tijdelijke extra steun
bij Verkeer- en Vervoerprojecten.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
10 Raadsadres van een burger van 11 september 2013 inzake geluidsoverlast door
het Elandsgrachtfestival en Koninginnedag in de Jordaan.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Centrum ter
afhandeling.
11 Raadsadres van een burger van 12 september 2013 inzake een reactie op
het besluit om de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen af te
schieten.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
12 Raadsadres van Wieringa Advocaten van 10 september 2013 inzake een onjuiste
definitie en toepassing van het begrip “Huishouden/Huisvestingswet”.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie voor
Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting,
Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming.
13 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 17 september 2013, getiteld:
Doorlopend toezicht ACAM.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
14 Raadsadres van Initiatiefnemers van de Vrienden van de Noordermarkt van
17 september 2013 inzake het liberaliseren van het toeristenvervoer op
de grachten.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de bespreking van agendapunt 20
in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op
26 september 2013 en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te
betrekken bij agendapunt 19, nr. 745, vaststellen van de nota Varen in
Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de Regeling Passagiersvervoer te water
Amsterdam (RPA) 2013 en van de stand van zaken met betrekking tot de
uitvoering van enkele aan dit onderwerp gerelateerde moties.
15 Raadsadres van een burger van 30 augustus 2013 inzake het verminderen van
geluidsoverlast op het water door het verbieden van muziekinstallaties op boten.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de bespreking van agendapunt 20
in de vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer op
26 september 2013 en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te
betrekken bij agendapunt 19, nr. 745, vaststellen van de nota Varen in
Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de Regeling Passagiersvervoer te water
Amsterdam (RPA) 2013 en van de stand van zaken met betrekking tot de
uitvoering van enkele aan dit onderwerp gerelateerde moties.
16 Raadsadres van een burger van 11 september 2013 inzake het voorstel voor
een onderzoek naar de toepassing van de zogenaamde vliegwieltechniek om
veerponten milieuvriendeljker te maken en brandstofgebruik terug te dringen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en
Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer.
17 Raadsadres van een burger van 17 september 2013 inzake het verzoek om
het opheffen van haltes in de VPC-buurt te blokkeren.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord-Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 2 oktober 2013
18 Raadsadres van een burger van 2 september 2013 inzake burenoverlast.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen
en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen,
Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid.
19 Brief van het raadslid de heer L.H.M. Schimmelpennink van 22 september 2013
inzake de mededeling dat hij zijn raadszetel niet zal opgeven en dat hij tot aan de
verkiezingen door zal gaan als eenmansfractie onder de aanduiding ‘Witte Stad’.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
8
| Agenda | 8 | discard |
VN2023-023972 Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie,
Griffie % Gemeente Economische Zaken sociale Zaken opvan Gemeentelijk vast oed S E D
% Amsterdam HAAT PONEERDE 000
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Sport en Bewegen
Agendapunt 5
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de rapportage en zienswijzen inzake Herinrichting Bijlmer Sportpark
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
* Bijlmersportparkrapportage
* Zienswijze Rapportage Bijlmersportpark AV Feniks
* Zienswijze Atletiekunie Rapportage Bijlmersportpark
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Reden bespreking
Het is de ambitie van de gemeente Amsterdam om het Bijlmer Sportpark door te ontwikkelen
en daarbij de beschikbare ruimte optimaal te gebruiken. Samen met atletiekvereniging Feniks
iseen traject gestart om te komen tot een herinrichting van een deel van het sportpark waar
de atletiekbaan ligt. AV Feniks maakt zich echter grote zorgen over het bestaansrecht van de
vereniging.
Uitkomsten extern advies
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.16 1
VN2023-023972 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie,
Griffie % Amsterdam ‚ ‚ _
% Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023
Ter kennisneming
nee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-082964 230612_Bijlmersportpark-rapportage.pdf (pdf)
AD2023-082963 Commissie SED Voordracht (pdf)
AD2023-082965 Zienswijze Atletiekunie Rapportage Bijlmersportpark_230817. pdf (pdf)
AD2023-082966 Zienswijze Rapportage Bijlmersportpark AV Feniks.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Belkasmi (PvdA), [email protected]
Gegenereerd: vl.16 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2021-031413 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
Wer Farticipate Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
D Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 2
Datum besluit 16 november 2021
Onderwerp
Experiment met de bijstand - actuele tussenrapportages en de raadsbrief over de vervolginzet van
het college op basis van de inzichten
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de actuele tussenrapportages over het experiment met de bijstand.
In het (wetenschappelijk) experiment met de bijstand wordt onderzoek gedaan naar de effecten van
de drie verschillende begeleidingsvormen (zelfregie, extra aandacht en reguliere begeleiding). Het
experiment liep af op 1 maart 2021, de effecten worden nog 1 jaar langer gevolgd. Voor de zomer
van 2022 volgt de nameting en na de zomer 2022 de eindrapportage.
De belangrijkste inzichten tot nu toe zijn:
inzichten (wetenschappelijk) onderzoek
Het wetenschappelijk onderzoek van de Hogelschool van Amsterdam (HvA) in samenwerking
met de Universiteit van Amsterdam (UvA) concentreert zich kwantitatief op de verschillen in de
drie begeleidingsvormen (extra aandacht, zelfregie en reguliere begeleiding) en kwalitatief op het
effect daarvan op economische en maatschappelijke participatie en welzijn. De interviews met
bijstandsgerechtigden en klantmanagers hebben in relatie tot effecten van de bijverdienpremie,
inzet op parttime werk en bijdrage aan gezondheid, alsmede de begeleiding door klantmanagers de
volgende aanvullende kwalitatieve inzichten opgeleverd, zoals:
* deelnemers in de extra aandachtgroep hebben aan het einde van het experiment vaker
betaald werk (gevonden) en werken gemiddeld meer vren dan deelnemers in zelfregie en de
vergelijkingsgroep;
e deelnemers in de extra aandachtgroep hadden tijdens de coronacrisis meer kans hun werkte
behouden dan deelnemers in de andere 2 groepen;
* de waardering voor klantmanager is in de extra aandachtgroep gestegen en in de
zelfregiegroep gedaald.
Belangrijke en nuttige consistente inzichten zijn onder andere dat:
* deelnemers die aan het begin van het experiment 16 uur of meer per week werk(tjen twee
keer zoveel kans hebben om uit te stromen dan zij die minder dan 16 vur of niet werk(tjen;
e de premie bijdraagt aan de bestaanszekerheid en vooral wordt besteed aan het aflossen
van schulden, achterstallige betalingen en vaste lasten, zoals huur, verzekering en
abonnementen.
Het college stelt met genoegen vast dat de actuele inzichten de vitkomsten uit vorige
tussenrapportages bestendigen en dat deze vitkomsten tevens erop duiden dat (meer) aandacht
bijdraagt aan een grotere kans op werk. Het bieden van (meer) aandacht en begeleiding wordt
beter gewaardeerd en schept meer vertrouwen, waardoor er in de samenwerking tussen burger en
gemeente meer ruimte is voor maatwerk.
inzichten OlS-rapportage
Onderzoek, Informatie en Stastistiek (OIS) heeft onderzoek gedaan naar het (uitstroom)effect van
de premie, de duurzaamheid van uitstroom en de sectoren waarin mensen (in deeltijd) werken en
vitstromen. Het blijkt dat
Gegenereerd: vl.21 1
VN2021-031413 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Werk, Participatie __$€ Amsterdam - WI
en Inkomen % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021
Ter kennisneming
e de bijverdienpremie deelnemers aan het experiment motiveert om parttime aan de slag te
gaan, vergeleken met een groep bijstandsgerechtigden met vergelijkbare kenmerken die niet
deelnam aan het experiment.
* de premie de kans op uitstroom naar werk verhoogd en dat er geen sprake is van een lock-in
effect.
* de uitstroom naar werk in de experimentgroep (met premie) vaker duurzaam (minimaal zes
maanden aaneengesloten aan het werk) dan in de vergelijkingsgroep.
2. Kennis te nemen van de vervolginzet van het college op basis van de ervaringen uit het
experiment.
In afwachting van het eindrapport wil het college, op basis van de actuele tussenrapportages, nu al
volop inzetten op de volgende vier sporen:
1: voortzetting bijverdienpremie tot en met 31 december 2023;
Gezien de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek en de OIS-rapportage besluit het college
de mogelijkheid tot bijverdienen voort te zetten tot en met 31 december 2023, te bekostigen vit de
middelen Werkbonus die de coalitie beschikbaarheeft gesteld. Voortzetting van de bijverdienpremie
ná deze datum is aan het volgende college om te beslissen; een structurele bijverdienregeling zal
moeten worden vormgegeven op basis van de fiscale mogelijkheden van dat moment, bij voorkeur
met een wettelijke basis in de Participatiewet.
2: stimulering uitstroom naar werk door compenseren verlies bijverdienpremie;
Om bij bijstandsgerechtigden duurzame uitstroom naar werk te stimuleren en mensen die als gevolg
daarvan inkomensachteruvitgang door misgelopen bijverdienpremie ervaren te compenseren, laat
het college deze mensen nog 6 maanden een premie conform de bijverdienregeling opbouwen.
Naar verwachting gaat het om gemiddeld 5o personen per maand. De kosten worden gedekt uit de
door de coalitie beschikbaar gestelde middelen Werkbonus. De regeling geldt conform de periode
van verlenging van de bijverdienpremie tot eind 2023.
3: verhoging aandeel parttime werkenden in bijstand;
De bijverdienpremie is een extra stimulans op te werken en verhoogt de bestaanszekerheid en de
kans op volledige uitstroom naar werk voor wie dat kan. Daarom zet het college zich in om het
aandeel parttime werkenden te verhogen door naast directe bijstandsonafhankelijke uitstroom
naar werk, ook meer op het invullen van parttime werk-vacatures te sturen. Het aanbod van naar
verhouding veel parttime werk op de Amsterdamse arbeidsmarktregio leent zich hier goed voor.
De inkomensonzekerheid bij verrekening van inkomsten bij parttime werk blijft een obstakel en
bevestigt de noodzaak om een fundamentele herziening van de P-wet.
4: versterken begeleiding bepaalde doelgroepen.
Ten aanzien van de verschillen tussen de drie begeleidingsregimes laat het onderzoek een aantal in
het oog springende bevindingen zien. De kern is dat extra kwalitatieve aandacht en maatwerk voor
de (werkzoekende) bijstandsgerechtigde meer oplevert als het gaat om (meer) kans op werk, werk
en werkbehoud. Dit geldt vooral bij specifieke groepen Amsterdammers: het blijkt dat onder andere
personen vanaf 45 jaar (bijvoorbeeld door leeftijdsdiscriminatie en deels laaggeletterdheid, lage
kennisontwikkeling en beperkte mobiliteit) en personen die relatief kort een uitkering ontvangen
(door benutten grotere kans op werk bij een recent arbeidsverleden) profijt hebben van extra
begeleiding.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
- Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Gegenereerd: vl.21 2
VN2021-031413 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
ici i am
Wer Farticipate % meen Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021
Ter kennisneming
Art 169 Gemeentewet
- Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
- Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In de raadscommissie Werk en Economie is op 20 juli 2017 de motie van de leden Groot Wassink
(GroenLinks), Verheul (D66) en Bijleveld (SP) aangenomen inzake de start van een Amsterdams
experiment in de bijstand. Op 31 oktober 2017 heeft het college besloten in te stemmen met
dit experiment (ZD2017-006073). Na bekendmaking op 7 november 2017 en behandeling in de
raadscommissie Werk en Economie van 6 december 2017 is het experiment opgestart. Naar
aanleiding van een toezegging aan het raadslid Boutkan (TA2017-001495) is het experiment na
een jaar geëvalveerd. Deze evaluatie heeft vanwege het verschuiven van de startdatum van het
experiment en het verlengen van de inschrijving voor deelnemers plaatsgevonden in 2020. De
raadsbrief en de rapportages zijn in de raadscommissie Werk, Inkomen en onderwijs op 26 augustus
2020 behandeld. Sindsdien houdt het college de raad op de hoogte van de (tussen)rapportages van
het experiment met de bijstand.
Het experiment liep van begin 2018 tot 1 maart 2021 en had betrekking op ca. 5.000 deelnemers.
Het wetenschappelijk onderzoek (750 deelnemers) door de Hogeschool van Amsterdam in
samenwerking van de Universiteit van Amsterdam volgt de effecten van de drie verschillende
vormen van begeleiding (extra aandacht, zelfregie en reguliere begeleiding) nog 1 jaar lang tot 1
maart 2022. Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) doet onderzoek naar het (uitstroom)effect
van de bijverdienpremie, de duurzaamheid van uitstroom en de sectoren waarin mensen (in deeltijd)
werken en uitstromen. Voor de zomer van 2022 volgt de nameting van het wetenschappelijk
onderzoek en na de zomer 2022 de eindrapportage.
In de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs van 6 januari 2021 (ZD2020-014491) heeft het
college de raad meegenomen in haar voornemen, per 1 maart 2021 (einde - bijverdienen in het -
experiment) de bijverdienpremie als instrument voor álle vitkeringsgerechtigde Amsterdammers
die (gaan) werken in de bijstand in te voeren. Dit op basis van de positieve effecten van de
premie op parttime werk en uitstroom naar werk. De premie is conform ingevoerd, de huidige
bijverdienregeling geldt tot en met 31 december 2022.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl 21 3
VN2021-031413 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021
Ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
BRIEF inzichten Amsterdams experiment bijstand en vervolginzet
AD2021-122425
college.pdf (pdf)
Bijlage 1 - UH Tussenrapportage T2.pdf (pdf)
AD2021-120303 Bijlage 2 - UH Kwalitatief onderzoek T2.pdf (pdf)
AD2021-120304 Bijlage 3 - UH Factsheet T2.pdf (pdf)
AD2021-120305 Bijlage 4 - OIS rapport T2.pdf (pdf)
AD2021-120293 Commissie WIO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Jan Feenstra, 06-30364058, [email protected]
Gegenereerd: vl.21 4
| Voordracht | 4 | train |
1 Amsterdam.nl
1.1 Formulier raadsadres 1-2
Naam
Uw bericht
Half december hebben de houders van een bezoekersvergunning
voor parkeren het nieuws kunnen lezen dat met ingang van 14 april in
alle stadsdelen (met uitzondering van Centrum) het aantal
bezoekersuren omhoog gaat naar 40 uur per maand. Dat betekent dat
er vanaf 14 april 40 uur tegen 50% korting geparkeerd kan worden.
Dit was voorheen slechts 10 uur, dus men zou denken dat dit een
geweldig cadeau is. Maar helaas is dit voor ouderen helemaal niet
zulk goed nieuws. Immers de kosten voor het parkeren van hun
bezoek moeten zij zelf voorschieten, door voortdurend voldoende
saldo op de vergunning te hebben staan. Daarbij komt dat veel
ouderen het gereduceerde bedrag van het parkeren niet afrekenen
met hun bezoek. Het bedrag is pas bekend op het moment dat het
bezoek wordt afgemeld. De administratieve rompslomp alleen al
bezorgt hen voortdurend hoofdbrekens. U kunt zich dus voorstellen
dat hoe aantrekkelijk die 40 uur bezoek lijkt, dat het aan kosten hoog
oplopen, temeer daar de tarieven bijna verdubbelen. Tel uit je verlies!
Houders van een bezoekersvergunning zouden meer gebaat zijn bij
een aantal gratis uren, zoals dat in Buitenveldert al van kracht is. Het
aantal daarvan zou nog aangepast kunnen worden aan de
parkeerdruk per stadsdeel en wellicht zou het kunnen gelden voor de
daluren, bijvoorbeeld van 10 tot 16 uur. Hopelijk geeft dit raadsadres
u aanleiding om het parkeerbeleid zodanig aan te passen dat het
socialer en effectiever wordt voor de houders van een
bezoekersvergunning.
En
| Raadsadres | 1 | train |
| 2% Gemeente |
Amsterdam |
€ West
Besluit Algemeen Bestuur |
|
Afdeling: PMB
Behandelend ambtenaar: John Tel/Maartje Stabel
Telefoon 06 —1926829 |
Datum behandeling: 7-3-2017 |
Besluitnummer: INT-16-02913 |
Portefeuille: Openbare Ruimte en Groen |
Onderwerp: |
Definitief ontwerp Bellamyplein |
Planning van de bespreking en besluitvorming |
e_Oordeelvorming dinsdag 7 maart 2017
e Besluitvorming dinsdag 21 maart 2017 |
Het Algemeen Bestuur besluit: |
-_ Het definitief ontwerp Bellamyplein vast te stellen |
Korte samenvatting: (max. 10 regels) |
Eind 2017 gaat de herinrichting van het Bellamyplein van start. Het ontwerp
vloeit voort uit de Visie Openbare ruimte Bellamy- en Borgerbuurt die in 2012 |
door de stadsdeelraad West is opgesteld in samenspraak met bewoners en
ondernemers uit de buurten. Het ontwerp is een cocreatie; bewoners en
ondernemers vit de buurt hebben actief meegedacht bij de totstandkoming
van het ontwerp.
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): |
In 2012 heeft de stadsdeelraad — in samenspraak met ondernemers en |
bewoners uit beide buurten — de Visie Openbare ruimte Bellamy-en
Borgerbuurt vastgesteld. Het ontwerp past in deze visie. De vervallen |
parkeerplaatsen op het Bellamyplein worden gecompenseerd in de |
Kwintijngarage.
Reden van het besluit:
De openbare ruimte in de Bellamybuurt is sterk verouderd. Bovendien
ontwikkelt Oud-West —en ook de Bellamybuurt — zich steeds meer tot |
centrummilieu met de (extra) drukte van bezoekers, toeristen en nieuwe |
bewoners die dit met zich meebrengt. De herinrichting van de straten is nodig
om meer ruimte te bieden aan groen, fietsen, voetgangers, spelende kinderen
en het rainproof maken van de buurt.
|
Stadsdeel West Pagina 2 van 3 |
Besluitnr: INT-16-02913 |
In het ontwerp is rekening gehouden met de drukke momenten bij De Hallen |
en daarom zijn er voldoende (flexibele) fietsparkeervoorzieningen gecreëerd. |
De inrichting van het plein is conform de Puccini-methode’, maar bij de
inrichting van het plantsoen is afgeweken van de mogelijkheden die Puccini
biedt.
Eris specifiek rekening gehouden met het rainproof maken van het plein, het |
plein krijgt een waterbergende functie voor de omliggende straten.
Kosten, baten en dekking: |
Het budget voor de 2° fase van de herinrichting van de Bellamybuurt is |
vastgesteld in het AB op 12 janvari 2016. De kosten voor de herinrichting zijn |
gedekt in het Parkeerfonds. Door nieuwe landelijke eisen is het noodzakelijk |
een filterinstallatie in het pierenbadje op te nemen. De kosten die hiervoor |
gemaakt moeten worden kunnen niet gedekt worden uit het beschikbare
budget. Aangezien de uitvoering hiervan tot voorjaar 2018 uitgesteld kan |
worden (het badje wordt vanaf de zomer van 2018 in gebruik genomen), |
worden de benodigde middelen opgenomen in de investeringsplanning 2018. |
De afdeling Beheer is hiermee akkoord.
Voorbereiding en adviezen: |
Ontwerpgroep (bewoners, ondernemers), afdeling Beheer, Ten behoeve van |
rainproof heeft afstemming plaatsgevonden met Waternet en stedelijke
afdeling Rainproof. |
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: |
Stadsdeel West heeft een startbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze
bijeenkomst is een ontwerpgroep opgericht die vier keer bijgekomen is. Het |
voorlopig ontwerp dat door de groep is gemaakt is tijdens een bijeenkomst |
aan de hele buurt gepresenteerd. De opmerkingen die tijdens deze avond zijn |
gemaakt zijn verwerkt in het ontwerp.
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: |
1. Definitief ontwerp herinrichting Bellamyplein |
2. Memo AB ontwerp herinrichting Bellamyplein
3. Waterstromenkaart Bellamybuurt
4-9 Verslagen informatie- en ontwerpavonden
Afschrift aan:
Roel de Jong, Rik Hansen, Rob Strijbos, John Tel, Maartje Stabel
Bekendmaking / publicatie: |
Het besluit wordt opgenomen in de besluitenlijst.
Communicatie:
het ontwerp wordt gecommuniceerd naar omwonenden/ondernemers van
het Bellamyplein en directe omgeving
* De stadsdelen en gemeentelijke diensten gebruiken steeds meer gestandaardiseerd materiaal. Dat bevordert een helder |
en eenduidig straatbeeld en duurzaam gebruik van bestratingsmaterialen. Gemeente breed zijn daar afspraken over
gemaakt. Dat heet de Puccini-methode. |
Stadsdeel West Pagina 3 van 3
Besluitnr: INT-16-02913
Ter kennisname doorsturen aan:
Besloten in de vergadering van: 21 maart 2017
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
Secretaris: Voorzitter:
VIE cr
Ó IO Af)
Pk)
E.M. Ove G.J. Bouwmeester
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Besluit | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1516
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder N
Ingekomen op woensdag 29 november 2017
Behandeld op woensdag 29 november 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Osselaer inzake de kantorenstrategie 2017 (bouw nieuwe
kantoren zo dat ze klaar zijn voor een tweede leven).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de kantorenstrategie 2017 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1474).
Constaterende dat:
— In algemene zin behoefte aan verschillende vormen van ruimtegebruik in onze
stad over tijd kan veranderen
— Gebouwen soms worden gebouwd op een manier dat zij slechts voor één enkele
bestemming geschikt zijn
— Dit het moeilijk maakt een gebouw een tweede leven te geven met een nieuwe
bestemming
— We dit aan den lijve hebben ondervonden toen er een kantooroverschot was in
Amsterdam en een deel van de kantoren niet of zeer moeilijk te transformeren
was woningen vanwege de maatvoering en andere bouwkundige beperkingen.
Overwegende dat:
— Gezien de schaarse ruimte in de stad het niet wenselijk is kantoren langdurig leeg
te laten staan
— Het inde regel duurzamer is een leegstaand gebouw te transformeren dan te
slopen en nieuwbouw te plegen
— Transformatie voor minder overlast zorgt in buurten dan sloop nieuwbouw.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De raad een voorstel voor te leggen voor een set van bouwkundige eisen — op te
nemen in de tenders voor nieuwbouw van kantoren — die eventuele transformatie
naar wonen of een andere bestemming mogelijk maakt in de toekomst.
Het lid van de gemeenteraad
J.P.D. van Osselaer
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 758
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder AX’
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens, Moorman, Flentge, Van Dantzig en Van der Ree inzake
de evaluatie woningdelen (het na elke melding door woningdelers altijd toetsen aan
de feitelijke situatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de evaluatie woningdelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672).
Constaterende dat:
— de coalitiepartijen in het coalitieakkoord hebben afgesproken dat de regels voor
woningdelen zouden worden versimpeld;
— die afspraak niet kan en mag leiden tot het beperken van de mogelijkheden van
huurders om hun recht te halen.
Overwegende dat:
— huurders, of nu feitelijk sprake is van woningdelen, of van verkamering, altijd recht
hebben op huurbescherming;
— alleen huurders die vallen onder het woningwaarderingsstelsel voor
onzelfstandige woonruimte recht hebben op huurprijsbescherming;
— het oordeel hierover rechtens aan de huurcommissie is;
— de huurcommissie (nu) niet na elke melding toetst aan de feitelijke situatie;
— hierdoor het risico bestaat dat huurders hun recht niet kunnen halen, omdat men
een huur betaalt gebaseerd op de aanname dat sprake is van ‘woningdelen’,
terwijl feitelijk sprake is van ‘kamerverhuur’.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 758 Motie
Datum 1 juli 2016
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
niet later dan bij het voorleggen van de gewijzigde huisvestingsverordening in
samenspraak met de huurcommissie afspraken te maken over het naar aanleiding
van elke melding door huurders ter plaatse toetsen aan de feitelijke situatie’.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
M. Moorman
E.A. Flentge
R.H. van Dantzig
D.A. van der Ree
' waarbij controle behalve door de huurcommissie, ook gedaan kan worden door de gemeente zelf,
of door het wijksteunpunt wonen, waarna formele toetsing alsnog plaatsvindt door de
huurcommissie.
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 794
Datum indiening 28 juli 2018
Datum akkoord 25 september 2018
Publicatiedatum 28 september 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake het nog altijd
hanteren van voortdurende erfpachtbepalingen bij nieuwe gronduitgiften.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De gemeenteraad heeft in 2016 ingestemd met de invoering van eeuwigdurende
erfpacht voor nieuwe gronduitgiften per 1 juli van dat jaar om daarmee “zekerheid te
bieden aan erfpachter en gemeente”. Daarbij werd het erfpachtbeleid met betrekking
tot de uitgifte van terreinen in voortdurende erfpacht, zoals vastgesteld door de
gemeenteraad in haar besluit van 6 april 1994, nummer 275, onder |, ingetrokken.
De CDA-fractie heeft echter gezien dat de gemeente nog steeds grond uitgeeft in
voortdurende erfpachtcontracten naar Algemene Bepalingen 2000. De verkoop van
woningen voor het project Wiborg in de Houthavens zou volgens de website zijn
gestart op 6 juli 2017, dus ruim een jaar na het genoemde gemeentelijke besluit, en
de woningen worden in 2020 naar verwachting opgeleverd. Op de te downloaden
prijslijst staat de prijs van de verschillende woningen en daarbij ook de erfpachtcanon
volgens de regels van de Algemene Bepalingen 2000, met een afkoopsom voor
50 jaar. Wie een woning van Vrij Op Naam (VON) € 508.242,00 koopt, kan
vervolgens de erfpacht voor 50 jaar afkopen voor een bedrag van nog eens
€ 131.598,00. Wie een van de weinige goedkopere (en kleine) woningen aanschaft
van VON € 301.716,00, betaalt dan € 78.124,00. In de toelichting onderaan staat over
erfpacht summier:
“U kunt de woning ook kopen op basis van afgekochte erfpacht voor een periode van 50 jaar.
Daarnaast kunt u kiezen voor kopen met een vast canon percentage voor 10 of 25 jaar. De
financieel adviseur kan u hierover nadere toelichting geven in een persoonlijk gesprek. Indien u
kiest voor afkoop van de canon, brengt de gemeente Amsterdam aanvullend een rentevergoeding in
rekening over de afkoopsom minus de door de projectontwikkelaar betaalt de eerste twee jaar
erfpachtcanon. Deze rente wordt vermeerderd met omzetbelasting.”
Ook een ander project in de Houthavens, de 104 woningen van Baken van Nava,
staat een prijslijst waarop te zien is dat nog steeds voortdurende erfpacht wordt
gehanteerd.* Daaronder staat te lezen:
“Het canonpercentage voor de indexcanon is 3,0%, bij een 10 jaar waardevaste canon is dit 2,9%
en bij 25 jaar waardevaste canon is het percentage 3,25%. (.….)”
1 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-97666.html
? https://www.wiborg.nl/images/wiborg-prijslijst-2018-07-26.pdf
3 https://www.nieuwbouw-houthaven.nl/media/152497/prijslijst-baken-van-narva-juni-2018.pdf
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
Bij een ander project, het gebouw Vertical in Sloterdijk bij de Brettenzone, wordt de
grond wel in eeuwigdurende erfpacht uitgegeven, zo blijkt uit de prijslijst.* Wie daar
een woning koopt van VON € 314.209,00, betaalt niet bijna € 80.000, maar € 23.739
om de grond niet voor vijftig jaar maar eeuwigdurend af te kopen. Wie daar kiest voor
een jaarlijkse indexcanon betaalt 2,39 % in plaats van 3,0 % in de projecten in de
Houthavens.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Klopt het dat in genoemde voorbeelden de grond nog steeds in voortdurende
erfpacht wordt uitgegeven volgens de Algemene Bepalingen 2000?
Antwoord door het College:
Dat klopt, zowel het erfpachtrecht van het project Wiborg als het erfpachtrecht van het
project Baken van Narva is uitgegeven in voortdurende erfpacht (AB 2000).
2. Zijn deze erfpachtrechten reeds uitgegeven? Welk grondprijsbeleid is daarbij
gehanteerd”?
Antwoord door het College:
Het erfpachtrecht van het project Baken van Narva is bij akte d.d. 3 september 2018
uitgegeven. Het erfpachtrecht is ingegaan op 1 september 2018. Het erfpachtrecht
van het project Wiborg is bij akte d.d. 28 februari 2018 uitgegeven. Het erfpachtrecht
is ingegaan op 16 oktober 2017.
De grondprijsadviezen die ten grondslag lagen aan beide uitgiften zijn gedateerd 1
oktober 2015. Bij de uitgifte van beide projecten is het grondprijsbeleid toegepast dat
van toepassing was op het moment dat de contractvorming begon, in dit geval de
Handleiding grondprijzen 2015 en de Grondprijzenbrief 2015 (vastgesteld door de
Gemeenteraad op 17 december 2014).
3. Waarom wordt deze grond nog in voortdurende erfpacht uitgegeven en niet in
eeuwigdurende erfpacht conform het raadsbesluit uit 2016? Dit druist toch in
tegen het vigerende beleid? Het gaat toch om nieuwe gronduitgiftes? Welk beleid
hanteert het college bij deze gronduitgifte, aangezien het erfpachtbeleid met
betrekking tot de uitgifte van terreinen in voortdurende erfpacht in 2016 is
ingetrokken?
Antwoord door het College:
Bij zijn besluit van 22 juni 2016 heeft de Gemeenteraad ingestemd met de invoering
van het eeuwigdurende erfpachtstelsel en ingestemd met overgangsbeleid voor de
situaties waarin de contractvorming reeds was gestart onder het voortdurende
erfpachtstelsel. In dit overgangsbeleid is bepaald dat voor contractvorming die is
gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel en die op 1 juli 2016 nog niet tot
uitgifte heeft geleid, geldt dat de contractvorming wordt voortgezet op basis van
voortdurende erfpacht. De gemeente heeft in de genoemde voorbeelden het
* https://amsterdamvertical.ams3.digitaloceanspaces.com/2018/06/180628-Prijslijst-DEF.pdf
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Joa Gemeenteblad
Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
overgangsbeleid gevolgd door deze erfpachtrechten uit te geven in voortdurende
erfpacht. Bij beide projecten was de contractvorming gestart vóór 1 juli 2016.
4. Is het een keuze geweest om deze grond in voortdurende erfpacht uit te geven in
plaats van volgens het nieuwe beleid met AB 2016, of was het college hiertoe
gedwongen door eerdere afspraken? Indien het een keuze was, wanneer heeft
het college die keuze gemaakt, en waarom heeft het college die keuze gemaakt?
Graag een toelichting. Indien het college meent dat dit voortvloeide uit eerder
ingezet beleid of keuzes in een eerder stadium van dit project, graag ook daarvan
een toelichting.
Antwoord door het College:
De gemeente heeft bij de uitgifte van beide projecten het door het college bij zijn
besluit van 24 mei 2016 vastgestelde overgangsbeleid waarmee de Gemeenteraad
heeft ingestemd bij zijn besluit van 22 juni 2016, gevolgd door deze projecten in
voortdurende erfpacht uit te geven.
5. Is het mogelijk om de grond in deze twee (en mogelijke andere) projecten niet in
voortdurende erfpacht uit te geven, maar direct in eeuwigdurende erfpacht? Zo ja,
is het college bereid om het beleid hierop aan te passen en de (potentiële) kopers
alsnog een eeuwigdurend erfpachtcontract aan te bieden zoals bij andere nieuwe
gronduitgiften? Zo nee, waarom is dat niet mogelijk, wat zijn de mogelijke
bezwaren daartegen en welke juridische obstakels zouden dat verhinderen?
Antwoord door het College:
Zoals vermeld in de beantwoording van vraag 2 zijn beide erfpachtrechten reeds
gevestigd en ingegaan. Voor mogelijke andere projecten geldt dat in het
overgangsbeleid is bepaald dat voortzetting van de contractvorming op basis van
eeuwigdurende erfpacht die is gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel
uitsluitend mogelijk is als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. In het
overgangsbeleid is een onderscheid gemaakt tussen contractvorming waarbij een
partij wordt geselecteerd door middel van een tender en onderhandse
contractvorming.
-_In gevallen dat sprake is van een tender onder voortdurende erfpacht is het
niet meer mogelijk om de contractvorming voort te zetten onder condities van
een eeuwigdurende erfpacht. Een kavel is in dat geval namelijk op een
bepaalde wijze en met bepaalde voorwaarden in de markt gezet. Partijen
gaan bij hun inschrijving uit van bepaalde uitgangspunten en hier kan niet
tussentijds een wijziging plaatsvinden. Op basis van andere uitgangspunten
hadden partijen namelijk een andere inschrijving gedaan. Ook na selectie van
een partij is het niet meer mogelijk dat de gemeente en de geselecteerde
partij overeenkomen om de voorwaarden te wijzigen. Richting de andere
inschrijvers is dit niet geoorloofd, de overige inschrijvers kunnen dan immers
stellen dat zij op basis van andere voorwaarden een meer concurrerende
inschrijving zouden hebben gedaan.
-__ Voor contractvorming die onderhands plaatsvindt, geldt dat onder
voorwaarden wel besloten kan worden om de contractvorming voort te zetten
op basis van eeuwigdurende erfpacht. Het College verwijst voor een
opsomming van deze (limitatieve) voorwaarden naar ad. 8 van de
Raadsvoordracht d.d. 22 juni 2016 nr. 664, welke als bijlage aan deze
beantwoording is gehecht. In gevallen dat sprake is van onderhandse
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Joa Gemeenteblad
Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
contractvorming zal dus per project moeten worden onderzocht of
contractvorming kan worden voortgezet op basis van eeuwigdurende
erfpacht.
De erfpachters van de woningen kunnen uiteraard wel overstappen naar
eeuwigdurende erfpacht.
6. Zijn er nog andere, vergelijkbare gevallen bekend waarbij grond nog steeds in
voortdurende erfpacht wordt uitgegeven? Hoe vaak heeft het college sinds 1 juli
2016 nog nieuwe grond uitgegeven in voortdurende erfpacht en waarom, en
hoeveel plannen zijn er op dit moment nog om grond uit te geven in voortdurende
erfpacht? Graag een toelichting.
Antwoord door het College:
In het overgangsbeleid is bepaald dat wanneer de contractvorming is gestart onder
het voortdurende erfpachtstelsel en die op 1 juli 2016 nog niet tot uitgifte heeft geleid,
geldt dat contractvorming wordt voortgezet op basis van voortdurende erfpacht. Ten
behoeve van de raadsvoordracht d.d. 22 juni 2016 is in 2016 geïnventariseerd bij
hoeveel projecten op dat moment contractvorming plaatsvond op basis van
voortdurende erfpacht. Een eerste inventarisatie liet op dat moment zien dat het om
een totaal van 42 projecten ging. Van deze 42 projecten zijn er inmiddels 29 (inclusief
tenders) waarbij de contractvorming is afgerond onder voortdurende erfpacht. Deze
projecten zijn of worden uitgegeven onder voortdurende erfpacht.
2 projecten waarvan de onderhandelingen waren gestart onder voortdurende erfpacht
zijn uiteindelijk afgerond op basis van de AB2016 (eeuwigdurende erfpacht). In het
overgangsbeleid dat bij de AB2016 is vastgesteld (en als bijlage bij deze
beantwoording is gehecht), is bepaald dat projecten waarvan de onderhandelingen al
gestart waren onder voortdurende erfpacht alsnog onder de AB2016 konden worden
uitgegeven als voldaan werd aan de navolgende voorwaarden:
a. Eris geen sprake van contractvorming middels een tender maar van
onderhandse contractvorming; en
b. Eris nog geen mondelinge of schriftelijke overeenstemming bereikt over de
grondprijs onder voortdurende erfpacht; en
c. Het project wordt door de wijziging niet vertraagd; en
d. Aspirant-erfpachter en gemeente stemmen in met het voortzetten van de
contractvorming op basis van eeuwigdurende erfpacht.
De overige 11 projecten zijn nog niet afgerond of zijn vervallen. Aanvullend op de
projecten uit de eerste inventarisatie van 2016 zijn er inmiddels nog 8 andere
projecten bekend waarbij de contractvorming plaatsvindt op basis van voortdurende
erfpacht. De onderhandelingen over deze projecten liepen al in 2016 en zijn nog niet
afgerond en/of uitgegeven.
7. Mensen die op dit moment van plan zijn een woning te kopen in een van de twee
genoemde projecten en daarbij dus gedwongen zijn om een voortdurend
erfpachtcontract af te sluiten (of dat al hebben gedaan) worden (of werden)
vervolgens geconfronteerd met de Overstapregeling voor eeuwigdurende erfpacht
en de daarbij geldende voordelen die tot 1 januari 2020 gelden, waarna de
afkoopsom naar verwachting snel zal stijgen. Dat betekent dat, als zij zekerheid
willen over hun toekomstige woonlasten, en om waarschijnlijke ongunstige
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Joa Gemeenteblad
Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
invloed op de verkoopprijzen in de toekomst te voorkomen, zij eerst, conform het
‘oude’ erfpachtbeleid de volle grondwaarde moeten betalen om die voor 50 jaar af
te kopen, om de grondwaarde daarna nog een keerte moeten betalen om over te
stappen op eeuwigdurende erfpacht. Zij betalen dan dus twee keer de grondprijs,
terwijl mensen die direct een eeuwigdurend erfpachtcontract afsluiten, maar één
keer de grondprijs betalen. Vindt het college dit eerlijk, rechtvaardig, en terecht, of
is het college het met de CDA-fractie eens dat geen van de genoemde drie
begrippen daarbij ook maar enigszins van toepassing is? En zo ja, hoe denkt het
college dit gebrek aan billijkheid te kunnen corrigeren, verzachten of verhelpen?
Is het college bereid om deze mensen tegemoet te komen?
Antwoord door het College:
Anders dan door de vragensteller is beschreven, is er geen sprake van twee keer de
grondwaarde moeten betalen. Een erfpachter koopt de grond niet, maar betaalt door
middel van de erfpachtcanon voor het gebruik van de grond. De erfpachtgrondwaarde
wordt gebruikt om de grondslag te bepalen voor de gebruiksvergoeding (de canon)
die de erfpachter betaalt.
In het voortdurende erfpachtstelsel wordt de jaarlijkse canon voor een periode van 50
jaar vastgelegd. De erfpachter kan er voor kiezen om de canon ook voor een periode
van 50 jaar vooruit te betalen (afkopen). Na het einde van de periode van 50 jaar
wordt de jaarlijkse canon opnieuw vastgesteld voor het opvolgende tijdvak.
Erfpachters hebben daarnaast ook de keuze om over te stappen naar eeuwigdurende
erfpacht. Overstappen is geheel vrijwillig. Erfpachters die willen overstappen naar
eeuwigdurende erfpacht betalen niet tweemaal de grondwaarde. Ze betalen een
gebruiksvergoeding die is gebaseerd op de erfpachtgrondwaarde. Bij overstap wordt
een eeuwigdurende canon vastgesteld. Erfpachters kunnen deze canon ook
eeuwigdurend afkopen, maar dit is niet verplicht.
Indien de canon van het huidige tijdvak is afgekocht en de erfpachter opnieuw wilt
afkopen bij een overstap naar eeuwigdurende erfpacht, wordt in de bepaling van de
afkoopsom rekening gehouden met het feit dat de eeuwigdurende canon pas vanaf
de einddatum van het huidige tijdvak verschuldigd is (netto contante waarde
berekening).
De afkoopsom over het eventueel door de erfpachter gekozen eeuwigdurende deel is
pas na 50 jaar verschuldigd en dat is netto contant gemaakt naar nu met een
discontovoet van 4,5%. Een relatief klein bedrag waarmee je “eeuwigdurende”
zekerheid krijgt. Bovendien zal de afkoopsom voor een nieuw eeuwigdurend recht in
aanvang hoger zijn dan de afkoopsom voor een tijdvak van 50 jaar bij dezelfde
nieuwbouwwoning.
Er wordt dus niet dubbel betaald over de periode van het lopende, voortdurende
tijdvak. Het College is dan ook van mening dat er geen sprake is van een gebrek aan
billijkheid en ziet daarom geen reden om deze erfpachters tegemoet te komen.
8. Is het college het met het CDA eens dat het ook voor mensen die kort vóór 1 juli
2016 een nieuwe woning kochten (bijvoorbeeld op IJburg) natuurlijk al zeer
onverkwikkelijk is dat zij in feite twee keer de grondprijs moeten betalen, en dat
ook voor deze mensen een oplossing moet worden gevonden?
Antwoord door het College:
Er is geen sprake van dat erfpachters twee keer de grondprijs moeten betalen.
Erfpachters betalen een vergoeding voor het gebruik van de grond van de gemeente.
Die vergoeding wordt voor een bepaalde periode vastgesteld (in casu 50 jaar) op
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Joa Gemeenteblad R
Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
basis van de erfpachtgrondwaarde. Het college deelt daarom ook niet de mening van
de vragensteller dat voor deze erfpachters een oplossing moet worden gevonden.
9. Is het college het eens met de CDA-fractie, dat, indien de grond in genoemde
gevallen niet in voortdurende, maar de eeuwigdurende erfpacht wordt uitgegeven,
dat meer duidelijkheid zou geven aan de bewoners? En is het college het er
voorts mee eens dat de woonlasten verbonden aan het betrekken van de daar
aanwezige woningen in het laatste geval lager zouden zijn? En dat het hanteren
van voortdurende erfpacht in deze gevallen dus betekent dat de woningen minder
toegankelijk zijn voor mensen met lagere inkomens?
Antwoord door het College:
Het college is van mening dat voor de (aspirant) kopers van de woningen voldoende
duidelijk was dat sprake is van uitgifte in voortdurende erfpacht. Voor een nadere
toelichting wordt hierbij verwezen naar de beantwoording op vraag 11.
Erfpachters die voor 1 januari 2020 een overstapaanbieding aanvragen voor
eeuwigdurende erfpacht kunnen gebruik maken van gunstige voorwaarden. Tot 2020
geldt het laagst mogelijke canonpercentage (2,39%), een overstappremie van 25% en
WOZ-peildatum 2014 of 2015 (de laagste wordt toegepast). Het gemeentebestuur is
daarnaast voornemens 10% extra korting te geven aan erfpachters die voor 1 januari
2020 een overstapaanbieding aanvragen. Bij directe uitgifte onder de AB 2016 wordt
het actueel prijspeil toegepast en wordt geen korting gegeven. Het is dus niet één op
één te concluderen dat erfpachtrechten die recentelijk onder de AB 2000 werden
uitgegeven (op basis van het grondprijsbeleid van 2015) minder gunstig af zijn dan de
erfpachtrechten die direct onder de AB 2016 worden uitgegeven. Dit is per situatie
verschillend. Het hanteren van de AB 2000 in deze gevallen betekent dus niet dat
deze woningen minder toegankelijk zijn voor mensen met lagere inkomens.
10. Is het college bereid om per direct te stoppen met het uitgeven van nieuwe grond
in voortdurende erfpacht en bij nieuwe gronduitgiftes slechts algemene
bepalingen 2016 te hanteren? Graag een toelichting.
Antwoord door het College:
De gemeente volgt het door het college vastgestelde overgangsbeleid waarmee de
Gemeenteraad bij zijn besluit van 22 juni 2016 heeft ingestemd. Contractvorming voor
erfpachtuitgiften vanaf 1 juli 2016 wordt gevoerd onder het regime van de AB 2016 en
het daarbij behorende uitgiftebeleid en grondprijsbeleid. Voor contractvorming die is
gestart onder het voortdurende erfpachtstelsel en die op 1 juli 2016 nog niet tot
uitgifte heeft geleid, geldt dat de contractvorming wordt voortgezet op basis van
voortdurende erfpacht.
11. Hoe heeft de gemeente mensen die een woning hebben gekocht in een van de
twee genoemde projecten in de Houthavens geïnformeerd over het in werking
treden van het nieuwe erfpachtstelsel, de nieuwe algemene bepalingen 2016 en
de overstapregeling op eeuwigdurende erfpacht, alsmede wat dat voor ze
betekent? Graag een toelichting. Heeft de gemeente mensen duidelijk gemaakt
dat zij, indien ze ervoor kiezen om de erfpacht voor 50 jaar af te kopen, zij
vervolgens later opnieuw een groot bedrag moeten betalen om de erfpacht af te
kopen? En maakt de gemeente dan mensen ook duidelijk dat zij dan de keuze
hebben om over te stappen op eeuwigdurende erfpacht en dat daarvoor tot 1
januari 2020 een ‘korting’ bestaat die daarna komt te vervallen? Welke rol acht de
6
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Joa Gemeenteblad
Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
gemeente zichzelf toe bij het informeren van kopers van deze woningen over de
financiële erfpachtverplichtingen die zij aangaan? Is het college het eens met het
CDA dat het, mede gezien de complexiteit van erfpacht, zeker in deze gevallen,
een verantwoordelijkheid is van de gemeente om mensen goed te informeren?
Graag een toelichting.
Antwoord door het College:
De ontwikkelaar is op grond van de erfpachtovereenkomst verplicht kopers volledig
en juist te informeren. De gemeente heeft zelf geen direct contact met aspirant
kopers, het is de gemeente immers ook niet bekend wie de aspirant kopers zijn. Wel
informeert de gemeente een ieder die met de gemeente contact opneemt via het
gemeentelijk informatienummer of via de website. Ook heeft de gemeente diverse
informatiebijeenkomsten georganiseerd voor de aspirant kopers in de Houthavens en
heeft de gemeente op 18 november 2017 een informatiemarkt in de Passenger
Terminal Amsterdam georganiseerd over de overstap naar eeuwigdurende erfpacht.
Verder waren de aspirant kopers van de woningen in de Houthavens bekend met de
inhoud van de erfpachtvoorwaarden op het moment dat zij de koopovereenkomst
ondertekenden. Er zijn inmers minimaal twee formele momenten waarop een koper
zich informeert. De koper sluit bij de notaris een koopovereenkomst met de verkoper.
Bij het sluiten van de koopovereenkomst wordt de koper voorgelicht door de notaris.
De koper heeft na het sluiten van de koopovereenkomst een wettelijke bedenktijd van
drie dagen. Bij het ondertekenen van de leveringsakte geeft de notaris vervolgens
nogmaals een toelichting op de erfpachtvoorwaarden.
12. Als mensen die net een dergelijk voortdurend erfpachtcontract zijn aangegaan
ervoor kiezen om voor 1 januari 2020 over te stappen op eeuwigdurende
erfpacht, hoe wordt dan de grondwaarde daarvoor berekend? Bepaalt de
gemeente dan de onbezwaarde waarde van het object als alternatief voor de
WOZ-waarde 2014, die immers niet bestaat? Hoe verhoudt die zich dan tot de
eerder betaalde afkoopsom?
Antwoord door het College:
In de gevallen dat er nog geen WOZ-waarde van een object beschikbaar is, bepaalt
de gemeente de onbezwaarde waarde van het object om een overstapaanbieding te
doen. Daarbij wordt het object vergeleken met andere WOZ-objecten die over gelijke
kenmerken beschikken of wordt er gecorrigeerd voor kenmerken die verschillen
tussen het object waarvoor de WOZ-waarde moet worden bepaald en de kenmerken
van het object waarmee wordt vergeleken. Bij het bepalen van de onbezwaarde
waarde wordt er op dit moment uitgegaan van prijspeil 2014/2015. Indien de canon
van het huidige tijdvak is afgekocht en de erfpachter opnieuw wilt afkopen bij een
overstap naar eeuwigdurende erfpacht, wordt in de bepaling van de afkoopsom
rekening gehouden met het feit dat de eeuwigdurende canon pas vanaf de einddatum
van het huidige tijdvak verschuldigd is (netto contante waarde berekening). Er wordt
dus niet dubbel betaald over de periode van het lopende, voortdurende tijdvak.
De afkoopsom over het eventueel door de erfpachter gekozen eeuwigdurende deel
wordt netto contant gemaakt naar nu met een discontovoet van 4,5%. Een relatief
klein bedrag waarmee je “eeuwigdurende” zekerheid krijgt. Bovendien zal de
afkoopsom voor een nieuw eeuwigdurend recht in aanvang hoger zijn dan de
afkoopsom voor een tijdvak van 50 jaar bij dezelfde nieuwbouwwoning.
Erfpachters die willen overstappen naar eeuwigdurende erfpacht kunnen naast
afkoop ook kiezen voor canonbetaling na het einde van hun huidige tijdvak.
7
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Ndeing Joa Gemeenteblad
ummer aan En
Datum 28 september 201g Schriftelijke vragen, zaterdag 28 juli 2018
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | val |
Raadsgriffie Centrum Er = . .
Versie 22-2-2012 Termijnagenda van de raadscommissie Openbare Ruimte (OR) Biz. 1 van 2
Datum Onderwerp Porte- Behandel- Stand van zaken
commissie feuille- wijze
houder
06-mrt-12 Presentatie Bereikbare Binnenstad PNX Bespreken Behandeling komt in april-2012
06-mrt-12 Petitie eenrichtingsverkeer fietsers Spuistraat PNX Bespreken Petitie formeel ingekomen in raad 20/12/2011
06-mrt-12 Preadvies op raadsvoorstel GL over fietsreling PNX Adviseren Raadsvoorstel ingediend op 27/9/2011
06-mrt-12 Gladheidsbestrijding PNX Bespreken Gepiept door D66
06-mrt-12 Evaluatie openstelling stegen PNX Bespreken
06-mrt-12 Herinrichting (Nieuwe) Oostenburgerdwarsstraat PNX bespreken
06-mrt-12 Deelname aan Project uitrol IJdijken zuid-oost (2e pilot) TK
06-mrt-12 Brief + rapport taxistandplaatsen Leidseplein PNX TK
06-mrt-12 Brief Rekenkamer over opvolgingsonderzoek achterstallig onderhoud PNX TK Ingekomen in de raad van 31/1/2012
06-mrt-12 nn Ombudsman over SEE ee PNX TK nn in de raad van 31/1/2012
03-apr-12 Plan van aanpak fietsparkeren PNX Adviseren
03-apr-12 Notitie “Bereikbare Binnenstad” + presentatie PNX Bespreken Voorheen: nota autoluwe binnenstad. Presentatie in cie
maart-2012.
03-apr-12 Stuk over beleid bierfiets + aangepast antw op raadsadres over verbod bierfiets PNX Bespreken Eerder besproken in de cie van 8-11-2011.
03-apr-12 Verkeersproblemen kruispunt Marnixstraat-Rozengracht PNX Bespreken N.a.v. commissiebehandeling juni-2011
03-apr-12 Profielwijziging Haarlemmerplein + Petitie eenrichtingsverkeer Marnixstraat PNX bespreken
03-apr-12 Concept-antw op raadsadres over aanwijzing Kattenburgervaart als alternatieve PNX Bespreken Ingekomen op 31/1/2012
woonbootlocatie
03-apr-12 Concept-antw op raadsadres St. Antoniesbreestraat/Jodenbreestraat PNX TK Ingekomen op 29/11/2011, over: laad- en losplek, overlast
fietsen en ophalen huisvuil
03-apr-12 Nota Touringcars PNX TK Nota opgesteld door dIVV
03-apr-12 TK-antwoord overlast fietsen op de Dam PNX TK Ingekomen op 20/12/2011
03-apr-12 Jaarverslag Waternet 2011 PNX TK
03-apr-12 Adviesvraag brug 234 tot Piet Meerburg-brug PNX TK
03-apr-12 Voorstel aanpassing vernoemingsbeleid bruggen PNX TK
03-apr-12 Rapport Ombudsman over onterechte naheffing PNX TK of In gekomen op 21/2/2012
en
08-mei-12 Nota van Uitgangspunten Eilandenboulevard PNX Adviseren Per jan-2012 vrijgegeven voor inspraak
08-mei-12 Raadsvoordracht Vaststelling Welstandregels voor water Westerdok PNX Adviseren Betrekken bij ‘beleid historische boten’
08-mei-12 Algemene discussie over parkeerbeleid PNX bespreken Op verzoek van D66
08-mei-12 Herinrichting Oudekerksplein en aanliggende stegen PNX Bespreken Ook cie AZ uitnodigen
08-mei-12 Aanpassing profielwijziging walmuren Prinsengracht tussen Nieuwe Spiegelstraat en PNX Bespreken Over onevenzijde (schuin of langsparkeren) bestaat nog
Leidsestraat (langs- of schuinparkeren) discussie.
08-mei-12 Discussie materialisering grasgedeelte Rembrandtplein PNX Bespreken Zie ook TK-stukken 6-9-2011
08-mei-12 Raadsadres over verkeerssituatie Noorderstraat PNX Bespreken Ingekomen op 21/2/2012
08-mei-12 Rapportage overlast woonboten Hermitage (steiger) PNX TK Toezegging PFH 6/9/201 1
08-mei-12 DB-besluit inzake Bootrichtlijnen voor water van het Westerdok PNX TK Betrekken bij ‘beleid historische boten’
08-mei-12 Raadsadres over voor an Prins Hendrikkade PNX TK En m 21/2/2012
Aanleveren bespreekstukken: uiterlijk vrijdag VOOR het agenda-overleg, digitaal in Word, op papier met getekende flap (TK-stukken hebben geen flap nodig)
Raadsgriffie Centrum …. = . .
Versie: 22-2-2012 Termijnagenda van de raadscommissie Openbare Ruimte (OR) Biz. 2 van 2
Datum Onderwerp Porte- Behandel- Stand van zaken
commissie feuille- wijze
houder
05-jun-12 Bestemmingsplan Water + petitie steiger Noordermarkt PNX Adviseren Op 30-3-2011 is hierover een informatiebijeenkomst
gehouden.
05-jun-12 Plan van aanpak tijdelijke invulling Appeltjesmarkt (korte termijn, motie GL) PNX Adviseren N.a.v. begrotingsmotie GL van 30-11-2010.
05-jun-12 Masterplan Leidsebuurt, fase 3+4 ORA Bespreken
05-jun-12 Herinrichting Elandsgracht PNX bespreken
05-jun-12 Profielwijziging en vernieuwing walmuur Brouwersgracht (even zijde), tussen Singel en PNX TK
Herenmarkt, renovatie an 16
06-sep-12 Beleid historische boten PNX adviseren Op 4/10/2011 is de inventarisatie besproken. Expertmeeting
op 30/11/2011.
06-sep-12 Evaluatie nota Welstand op het Water + Bootrichtlijnen 2008 + hoogte koekoeken PNX Bespreken Betrekken bij ‘beleid historische boten’
(toezegging 29/1/2009)
06-sep-12 herinrichting Plantage Middenlaan, tussen Hortusbrug en Plantage Parklaan PNX Bespreken
06-sep-12 Beleidsnota Kade- en Oevergebruik PNX Bespreken De startnotitie is besproken op 8-3-2011
06-sep-12 2e Vervolg Parkeerbalans PNX TK Het 1e vervolg is besproken op 8-3-2011
06-sep-12 Profielwijziging Prinsengracht (even zijde), tussen Westerstraat en Egelantiersgracht PNX TK Per april 2012 de inspraak in
04-okt-12 Profielwijziging Egelantiersstraat (oneven zijde), tussen Lijnbaansgracht en Prinsengracht PNX TK
2013, medio Profielwijziging en vernieuwing walmuur Singel (oneven zijde) tussen Lijnbaanssteegen _PNX TK
Stromarkt
2014, begin Fietsroute Leliegracht PNX Bespreken of N.a.v. toezegging pfh op 18-12-2008
TK
2014, medio 3e vervolg Parkeerbalans PNX TK Einde bestuursperiode bespreken
PM Evaluatie verkeersmaatregelen rondom scholen PNX TK Maatregelen zijn in feb-2010 in cie. besproken
Aanleveren bespreekstukken: uiterlijk vrijdag VOOR het agenda-overleg, digitaal in Word, op papier met getekende flap (TK-stukken hebben geen flap nodig)
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1209
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen onder AB
Ingekomen op woensdag 4 november 2015
Behandeld op woensdag 4 november 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Heer, Roosma, Peters en Van Soest inzake de kosten van
externe inhuur voor de jaarrekening 2015.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake het bericht dat de kosten van externe
inhuur voor de jaarrekening 2015 € 650.000 bedragen van de leden De Heer, Peters
en Roosma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182);
Overwegende dat:
— ereen gedragscode externe inhuur is waarin de maximale tarieven zijn
beschreven;
— deze gedragscode onlangs is aangepast naar aanleiding van het initiatief Boutkan
‘Beperking topsalarissen externe inhuur’ waarmee de maximale uurnorm is
verlaagd naar 125 euro per uur en 178.000 euro per jaar;
— het college de bevoegdheid heeft hier gemotiveerd van af te wijken;
— afwijkingen van de norm een uitzondering moeten zijn.
Constaterende dat:
— de uurtarieven van de externe inhuur voor de jaarrekening 2015 boven de norm
uitgaan;
— de uitzondering hiermee de norm lijkt te worden.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— in overleg te gaan met KPMG om te komen tot een verlaging van de uurtarieven
tot maximaal de norm van € 125 per uur;
— de raad te informeren over de uitkomsten van dit overleg.
De leden van de gemeenteraad
A.C. de Heer
F. Roosma
D W.S. Peters
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
Builenkunst
8
DE STADSCURATOR ;
o :A°
| | A Af r Sk
5 UJ SO 29
> Pre
mm
Welkom
Thomas van Dalen opent de conferentie om 15.18 vur. Hij licht het doel van deze conferentie toe:
een basis leggen voor een nieuwe visie op kunst in de openbare ruimte. Zoals al aangekondigd in het
Kunstenplan 2017-2020. De conferentie behandelt twee specifieke onderwerpen: buitenkunst en de
stadscurator. Hij nodigt iedereen vooral vit om zijn of haar inbreng te geven.
Opening door wethouder Kunst en Cultuur Kajsa Ollongren
Kajsa Ollongren geeft haar visie op kunst en cultuur. Buitenkunst telt op dit moment 1400 officiële
objecten, de spontane streetartwerken niet meegerekend. Openbare kunst draagt bij aan een
prettige leefomgeving, voegt schoonheid en gevoel toe of is een inspiratiebron.
De nieuwe Omgevingswet legt gemeenten op om via omgevingsplannen het begrip kwaliteit van de
leefomgeving vooraf vast te leggen. Daar hoort voor Ollongren ook kunst in de openbare ruimte en
aan gebouwen bij. Dankzij de Omgevingswet is dat ook te realiseren. Het past bij Amsterdam om
vanaf het begin de kunstenaar een rol in de ruimtelijke planvorming te geven.
De wethouder heeft in het Kunstenplan 2017-2020 al een nieuwe visie op kunst in openbare ruimte
aangekondigd, met een actieve rol voor de stad Amsterdam. De fractie van GroenLinks heeft een
raadsinitiatief ingediend over de invoering van een stadscurator. Deze conferentie dient als input
voor deze nieuwe visie waarin een stadscurator een rol kan spelen. Met de input van alle genodigden
hier aanwezig tijdens deze conferentie kunnen plannen uitgewerkt worden om buitenkunst in
Amsterdam mooier, beter en houdbaar te maken voor de toekomst.
Visies op buitenkunst en stadscurator
1. Siebe Thissen (CBK Rotterdam)
over het cureren van een collectie buitenkunst
Siebe Thissen geeft zijn visie weer en vertelt over zijn jarenlange ervaringen in Rotterdam. Bij het
ontstaan van de stadscollectie werd in Rotterdam met onderzoek, lezingen, rondleidingen,
publicaties en tentoonstellingen meer aandacht besteed aan de stadscollectie. De stadscollectie
werd steeds beter bekend, ook bij het grote publiek. Met een breed gedragen motie gaf de raad aan
het college van B en W opdracht tot een inventarisatie en beoordeling van de kunstwerken in de
stad. Bij de beoordeling van een openbaar kunstwerk werd ook kennis van de lokale inbedding van
een werk in een buurt of wijk meegenomen. Er werd een toetsingsprotocol ontworpen met criteria
die globaal aansluiten op de richtlijnen van de LAMO, maar ook ruimte bieden aan ‘couleur locale’.
Er werden vijf categorieën en bijbehorende vervolgacties geformuleerd: top, A, B, matig en laag. Er
werden circa 1500 kunstwerken aangemeld. Van alle werken werd een paspoort gemaakt met daarin
een omschrijving van de maker en van het kunstwerk, het werk en zijn omgeving, de eigenaar van
het kunstwerk en er werd een oordeel vitgesproken over de toekomst van het werk (van adoptie tot
sanering).
Aspecten die bij de rol van een stadscurator in Amsterdam aan de orde kunnen komen:
e Een curator moet een vrije rol hebben (betrokken, maar niet-geïnstitutionaliseerd).
e _Eencurator staat pal voor een fatsoenlijk inkomen voor kunstenaars (verdienstelijk en
dienstbaar).
e De curator werkt bij elk nieuw kunstwerk met een ad-hoc-alliantie van betrokkenen,
bewoners, stedenbouwkundigen, ondernemers, financiers en adviseurs (wisselend
draagvlak).
e De curator maakt geen principieel onderscheid tussen ‘klassieke vormen’ van kunst en
streetart, maar maakt een afweging van de uitingsvorm.
2
e De curator zoekt naar nieuwe vormen van opdrachtgeverschap, financiering, behoud,
adoptie en juridisch eigenaarschap.
e De curator initieert een proces van inventarisatie en eventueel beoordeling van
kunstwerken.
e De curator heeft een activistische rol (staat voor behoud van kunstwerken in de openbare
ruimte met een bijzondere betekenis voor land, stad of buurt).
e De curator voert niet alleen een debat met vertegenwoordigers van de gemeente, maar ook
met particuliere eigenaars, burgers, bedrijven en instellingen.
De brede rol van een curator maakt dat het werk onmogelijk door één persoon gedaan kan worden.
In Rotterdam is ruim 4 fte ingeruimd, waaronder een senior projectleider, een programmaleider en
een mobiele projectontwikkelaar. Deze opzet werkt in Rotterdam. Zonder percentageregeling of
zonder formeel beleid worden steeds werken aan de stadscollectie toegevoegd.
2. Annemarie de Wildt (Amsterdam Museum)
over kunst in de openbare ruimte en streetart als museale collectie
Annemarie de Wildt presenteert veel voorbeelden van hoe kunst in de openbare ruimte kan
veranderen. Het belang van buitenkunst is het beeld verfraaien, veranderen of emoties opwekken.
Juist kunst in de openbare ruimte kan een extra lading geven (het Slavernijmonument) of aangeven
wie de helden van de stad waren (André Hazes of Wilhelmina Drucker). Kunst kan ook herinneren
aan pijnlijke momenten in de geschiedenis (er zijn 188 oorlogsmomenten in de stad), hoe het beeld
vroeger was (tegelwand in de fietstunnel bij het CS) of goed zijn voor een glimlach (de
dromedarissen op de spoorbrug over de Ringvaart).
Graffiti en streetart worden over het algemeen niet beschouwd als kunst in de openbare ruimte
maar gaan (gelukkig) wel behoren tot het werkterrein van de stadscurator.
Openbare kunst wil nogal eens vitmonden in conflicten. Bij graffiti, streetart en andere openbare
kunst is eigenaarschap gecompliceerd. Eigenaarschap is belangrijk voor het beheer. Het centraal
registreren van kunst en eigenaarschap is de basis voor beheer en behoud. Buitenobjecten blijven
kwetsbaar. Daarom is het van belang dat er regels bestaan hoe er wordt om gegaan met
bescherming en beschadiging.
Een stadscurator is ook een persoon bij wie kwesties rondom onderhoud en herplaatsing aangekaart
kunnen worden. Er gaat noga eens wat mis: bijvoorbeeld met het beeld ‘man met vioolkist’, een
beeld dat scheef moet staan, maar bij herplaatsing na een schilderbeurt recht werd teruggeplaatst.
Een ander voorbeeld zijn de bewoners die een verdwenen beeld graag teruggeplaatst willen zien.
Dit suggereert dat bewoners ook een rol zouden willen hebben bij het beheer van openbare kunst.
3. Marjet Wessels Boer (beeldend kunstenaar)
over werken in opdracht aan kunst ín de openbare ruimte
Marjet Wessels Boer vertelt haar ervaringen over het werken in opdracht. Vanuit haar ervaring geeft
zij voorbeelden hoe belangrijk het is dat een kunstenaar tijdig betrokken wordt bij een opdracht en
direct kan overleggen met aannemer en architect in een vroeg stadium, zonder tussenpersoon. De
kunstenaar heeft dan meer vrijheid bij het ontwerp of kan aangeven wat een bepaalde plek nu echt
nodig heeft aan kunst. Daarnaast is participatie van de buurtbewoners en betrokkenheid van de
buurt belangrijk. Soms is ook maar een beperkte inbreng nodig om de kunst af te stemmen op de
wensen van de buurt of van de doelgroep (bijvoorbeeld een plek voor hangjongeren). Het is prettig
om gedurende het project met een opdrachtgever te kunnen blijven communiceren. Voor een
kunstenaar is een duidelijke opdracht nodig. Een kunstenaar werkt graag met een eigen aannemer,
al kan dat niet altijd (bijvoorbeeld bij een project voor verfraaiing van metro's). Marjet geeft aan dat
3
bij selecties van kunstenaars vaak een keuze wordt gemaakt op basis een schetsontwerp of soms
alleen op basis van een portfolio. Haar advies is om bij opdrachten niet meer dan drie kunstenaars te
benaderen. Werken met tenderinschrijving vindt zij niet passend voor kunstenaars omdat vanuit de
kunstenaar veel garanties gegeven moeten worden en dat geeft niet altijd de gewenste kwaliteit.
Op de vraag wat de rol van een stadscurator zou kunnen zijn, geeft Marjet aan er geen wedstrijdje
van te maken. Het maken van kunst kost tijd, zeker voor de openbare ruimte, omdat de kunst lang
mee moet gaan. Opdrachtgeverschap en onderhoud zijn ook belangrijk voor een stadscurator.
Workshops
De aanwezigen gaan gedurende een vur uiteen in groepen om verschillende onderwerpen te
bespreken.
A }
LS OPEN WCHT
Museum )
ö gschA?
GS is El cucvANT: r EEN
werk E voEb werk
Û 0 UNS Toe?
WAT
CN 2 [:\ D 0
8 … Nee
Sr UE NEE
EE | Ü
!
| |
BETREK KUNSTENAARS
RD) N @ | B ONTWERPERS IN HET
NS PROCES —A
Se En weN anr
® ov zt,
<< \ ereghr
|
4
Centrale samenvatting en afsluiting
Workshop 1A. De stadscurator: wat zouden zijn/haar taken kunnen zijn?
LS EEN STADSCURATOR NODIG ?
(en wie is dat dan?)
Den MOE Î
ME DN)
LET oP or LZ Ù (AN _
€ Ù
er T T a
ver NiEELWDT OAN TEAN
; ORMEE
=à, DE STADSCURATOR =S oek:
\ km =d vel pe
Sp 5 Res iN) €
{ NS“ mi
NIsATIE oe Ù
ORGA goud
on THE 6
DIE ON CEN
opeRER Á
1
KUNSTENAARS _ GOED gr,
Oo Elep
en
j
CURATORIS
Eén stadcurator lijkt niet zo succesvol, meerdere personen als stadscurator lijkt op voorhand
beter. Het moeten in ieder geval personen zijn met een groot netwerk. Er moet een duidelijke
visie zijn die ontwikkeld moet worden. Er is behoefte aan beleid. Bepaalde groepen zoals
streetartkunstenaars moeten niet buitengesloten worden. Niet top-down. Er moet een link zijn
met ruimtelijk beleid in de gemeente. Een curator moet ‘smoel’ hebben. Het beheer en
onderhoud van kunst is belangrijk. Er bestaan eigenlijk al stadscuratoren en zij krijgen soms
medewerking en soms tegenwerking.
5
Workshop 1B. De stadscurator: wat zouden zijn/haar taken kunnen zijn?
| Á WAT 20UDEN —
_ ZIJN/HAAR TAKEN
KOMEN ZIJN? / — = — AMBASSADEUR
r u md
3) - — REGISTREER
IV 7 5
5) A / \ y
/Á — — WERKT IN EEN TEAM
gr
\ _f-— — ZET NETWERK IN
ä
il | — == ZET KENNIS IN
Niet met iets nieuws beginnen. Eerst alle informatie verzamelen. Niet één persoon, maar
meerdere personen met een groot netwerk. Ook vragen stellen of bepaalde kunst bewaard
moet worden en aandacht besteden aan educatie. Gebruik mensen en clubs als verkenner en
ga vooral de dialoog aan. De vergelijking met Rotterdam is misschien niet op alle fronten goed
omdat het verschillende steden zijn.
6
Workshop 2. Nieuwe kunst in de openbare ruimte: hoe zorgt Amsterdam dat dit mogelijk is?
UW L 5 HOE ZORGT AMSTERDAM
N \£ DAT DIT MOGELIJK 15 ?
A) we
UNI) en
é Oger
Noh goitÉ CR Vv “%nee,
o R
a DE R Ry
zout to)
Ane \5 HOEFT NET ALLEEN _
DECORATIEF TE ZN @
| pi
8 WE
SN Tau / HoE GAAN ven?
tteulSroy, lijk EN VORMOEN
NN k
TTA er eter ete
vj a tt. nt Mens kk A
i í L! \ hi” [ Kn ee à )
Eris een roep om meer plekken te realiseren waar streetart legaal kan worden aangebracht.
Het is belangrijk dat een kunstenaar in een vroeg stadium betrokken wordt bij
gebiedsontwikkeling en kan meedenken over hoe een wijk vormgegeven kan worden. Bij
openbare kunst kan ook gedacht worden aan toepassing van tijdelijke werken of aan muziek.
Nu het economisch beter gaat, ligt er een grotere rol voor projectontwikkelaars die
mogelijkheden zien om kunst in te zetten met ruimte voor de kunstenaar. Het zou goed zijn om
een aantal iconische kunstwerken te realiseren in Amsterdam waar mensen van buitenaf
speciaal op af komen
7
Workshop 3. Draagvlak voor kunst in openbare ruimte: hoe regel je dat het beste?
OE REGEL JE DAT HET BESTE p
DOCUMENTEER
Ger Een ee GOED FORMULEER ren
ENG Nv E IJKE oPD gs
Oer Sy MISste : voor KUNSTE
GEMEENTE .
WS Porenriee SM. BEWONERS
Jen L PROBLEEM & EXPERTS
C5esr,ANGE PROCESSEN
WISSELINGEN) Nas
en,
'
0 Û Don a 0
Ee q 0 Ù aq 0q
00 Qu
Û amen ij
| oC 8 100
0D Joe Boek
: n
oU joo Koe
sr Û an
oo JO Ee
n n ne
Er moet draagvlak zijn, maar over de mate waarin dit draagvlak moet doorklinken in het
verlengde van de opdracht tot aan het realiseren van de opdracht verschillen de meningen in dit
groepje. Het is belangrijk de opdracht goed te formuleren door alle omstandigheden goed in kaart
te brengen waarbij alle stakeholders betrokken worden. Dit resulteert al in meer draagkracht. De
meningen verschillen over bewoners al dan niet zitting te laten nemen in een adviescommissie.
Kunstprojecten duren vaak enige jaren en het is belangrijk om te blijven communiceren met de
buurt ook als buurtbewoners verhuizen. Het is belangrijk voor het college om ‘de rug recht te
houden’ als er in een laat stadium toch nog protest vanuit de buurt komt.
8
Workshop 4. Financiering buitenkunst: waar halen we het geld vandaan?
WAAR HALEN WE
ADS, HET GELD VANDAAN 2
DZ A
ij: £ Qd zn
/ NO IC
A u \ Ef,
m5 Y % | ou
7 \ ie
ER/ LA? Je
ALTERN el
ES NNC
| F NN
5 Et 2
em 100
P el,
ONSORING \ \
NG)
en re \
IS nerWERK vindt
CIL
FONDSEN
hoe KOMEN we DAARAAN?)
Bij planvorming moet financiering van openbare kunst meegenomen worden inclusief beheer. Een
optie is de 1%-regeling weer in het leven te roepen. Een commerciële aanpak kan bestaan uit
reclame, een verhoging van de toeristenbelasting of tijdelijke kunst digitaal aanbieden. Voor
beheer is kwalitatief advies nodig welke kunst behouden
9
Workshop 5. Buitenkunst als museale collectie: hoe te vernieuwen en beheren?
Al
A} E
MLS lid
1
NT
EEn
{
ud
ere Re
‚…
SDE
WAT 9 „
| ki wer an
Be - EN) |
| 4e De Zed Bij
A"
Het woord museaal bleek heel snel niet passend om te gebruiken bij openbare kunst. Een goede
inventarisatie, beheer en behoud van de collectie en een goede database zijn belangrijk. Een
website waarbij het publiek kan reageren is een optie. Het is belangrijk de best practices over te
nemen van Rotterdam. In de groep ontstond discussie of nu een visie als startpunt geldt of de
collectie. Een visie begint bij de methode van de rijksdienst voor waardering van objecten, waarbij
ook de waardering van het publiek wordt toegevoegd, bijvoorbeeld emotionele waarde.
10
Vragen en opmerkingen bij de afsluiting:
e Hetis goedom ook ervaringen van de gemeente Utrecht mee te nemen. Daar is ook veel
ervaring met langdurige kunstprojecten.
e De kwaliteit van kunst moet bovenaan staan. Openbare ruimte is voor iedereen en niet
alleen van de directe bewoners. Kunst in de openbare ruimte moet iets met je doen.
e Lene Grooten, die door het raadsinitiatief over de Stadscurator mede initiatiefnemer is van
deze conferentie, zegt heel tevreden te zijn met de resultaten van vandaag.
e _Onno van den Muysenberg meldt dat nu een visie opgesteld gaat worden die het komende
half jaar verder vorm moet krijgen. Vanmiddag is een start geweest en iedereen wordt op de
hoogte gehouden van hoe het verder gaat. Er komen nog momenten voor verdere inbreng.
Het al dan niet aanstellen van een curator of meerdere curatoren is onderdeel van deze visie.
e _ Als optie wordt nog een website genoemd om inbreng te hebben.
Thomas van Dalen sluit de conferentie om 17.35 vur en dankt ieder voor zijn of haar inbreng.
=| — DE HOOFDLIJNEN
EE ke L.
|
Vi 1
IT u EER
‚NA Ee 29
\ CREËER EEN TEAN
E Á \
IK
|| wr AS
CO REGISTREER { )
\ | te \
IN DN |
vn \ BETREK BEWONERS, Ù
\\ KUNSTENAARS & EXPERTS. Á
4 3 - N |
/ Nr GN
VA
CH f- )
11
| Onderzoeksrapport | 11 | train |
Mobiliteitssysteem
Amsterdam Schiphol Hoofddorp (MASH)
DA, N
à EN br En B _
NR
| : 4 e ke nh
ES schiphol pn Bar fl fi ZE =|
Eindrapportage hypotheseonderzoek
%
%
&>
Schiphol
VON
n Ì | prom
Status: Definitief 5 ille
Versie: 1.3 ä KLM
(23 Oktober 2020)
Beelden voorpagina:
Linksboven en rechtsboven: Amy Kouwenhoven Fotografie
Linksonder: Schiphol brandportal
Rechtsonder: Kees van der Veer
1 INLEIDING 6
11 AANLEIDING 8
1.2 KNELPUNTEN EN HYPOTHESE 9
1.3 __AFBAKENING 10
pp OPGAVE EN DOELSTELLING 12
21 INLEIDING 13
2.2 __ OPGAVEN 14
2.3 _ DOELSTELLINGEN 15
3 AANPAK 16
31 INLEIDING 17
3.2 AANPAK ONDERZOEK EN SAMENHANG 18
3.3 __SAMENHANG MET HET PROGRAMMA SBAB 19
4. ORGANISATIE EN SAMENWERKING 20
41 INLEIDING 21
4.2 _ ORGANISATIESTRUCTUUR 22
4.3 _ STAKEHOLDERMANAGEMENT 23
3
Le” RESULTAAT VAN DE WERKSTROMEN 24
51 _ INLEIDING 25
5.2 _WERKSTROOM A: SAMENVATTING
RAPPORTAGE TRACE EN KOSTEN 26
5.3 _WERKSTROOM B: MANAGEMENT
SAMENVATTING RAPPORTAGE
BUSINESSCASE EN BEKOSTIGING 32
5.4 _ WERKSTROOM C: MANAGEMENT
SAMENVATTING RAPPORTAGE
VERVOERKUNDIGE UITWERKING EN
TRANSFERTOETS 40
6 CONCLUSIE: BEOORDELING HYPOTHESE 42
61 _ INLEIDING 43
6.2 _ DE VIJF VERWACHTE EFFECTEN hb
6.3 _ OVERIGE EFFECTEN EN CONCLUSIES 48
6.4 _ AANBEVELINGEN EN VERVOLG 50
b
BIJLAGE 1: UITGANGSPUNTEN ZWASH/MASH 53
BIJLAGE 2: BEOORDELING VARIANTEN 59
BIJLAGE A: RAPPORTAGE TRACE EN KOSTEN
BIJLAGE B: RAPPORTAGE BUSINESSCASE EN BEKOSTIGING
BIJLAGE C: RAPPORTAGE VERVOERKUNDIGE
UITWERKING
5
Inleiding
Voor u ligt de eindrapportage van de studie naar het Mobiliteitssysteem
Amsterdam, Schiphol en Hoofddorp (MASH). De gemeenten Amsterdam
en Haarlemmermeer, de Vervoerregio Amsterdam, Schiphol, ProRail, NS en
KLM zijn gezamenlijk deze studie gestart, zoals aangeboden in de brief aan
de staatssecretaris van lenW van december 2018. Daarin hebben de partijen
een aanbod gedaan om versneld onderzoek te doen naar een oplossing
voor het OV-systeem rondom Schiphol en Amsterdam, bestaande uit het
doortrekken van de Noordzuidlijn naar Schiphol-Hoofddorp en het sluiten
van de Ringlijn.
Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met ZWASH/SBaB. De directe
aanleiding voor het starten van deze studie is de urgente problematiek zoals
bleek uit de MIRT Verkenning Multimodale Knoop Schiphol (MKS) en de
ontwikkelopgave voor deze regio. Binnen de opgave van de MKS bleek het
niet mogelijk om maatregelen te realiseren om de reizigersgroei tot 2040
te kunnen verwerken. Gezien de aard van de knelpunten op het spoor is de
verwachting dat het verbeteren van de mobiliteit in deze regio een positief
effect heeft op de ontwikkeling in heel Nederland. Daarbij is de verwachting
dat vrijkomende ruimte op het spoor kan worden ingezet voor treinen
die een deel van de korte afstandsvluchten van en naar Schiphol kunnen
overnemen.
Tijdens de afronding van dit onderzoek is de coronacrisis ons overkomen,
we kunnen op dit moment de effecten van de coronacrisis nog niet volledig
overzien. De naar verwachting tijdelijke afname van het aantal reizigers geeft
echter ook de kans om nu deze studie naar besluitvorming te brengen om
gesteld te staan voor de herstelperiode na deze crisis.
7
© ©
11 Aanleiding
In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) Gebiedsontwikkelingsprogramma's in de regio
groeit het aantal inwoners, arbeidsplaatsen bouwen in hoog tempo, om de groeiende
en bezoekers hard. In 2019 is het aantal behoefte naar (betaalbare) woningen en
OV-reizigers in de metropoolregio harder arbeidsplaatsen op te vangen. Maar de capa-
gegroeid dan onze prognoses. In 2018 is het citeit van de weg, het spoor en het regionale
aantal NS-reizigers rondom Amsterdam met openbaar vervoer is onvoldoende om verdere
6% gestegen. Op station Schiphol Airport is groei op te vangen. Het bereiken van het
dat zelfs 8 % . De trajecten met de meeste spoorplafond werd verwacht in 2030, maar
reizigers in de ochtend rijden langs alle wordt steeds verder naar voren geschoven en
stations in Amsterdam. Op deze trajecten is wellicht al in 2025 bereikt. Het is daarom
is er geen ruimte op het spoor meer om hard nodig om te investeren in het OV-
verder uit te breiden. Daarnaast zijn op de systeem om de Metropoolregio Amsterdam
perrons steeds meer maatregelen nodig (bijv leefbaar en bereikbaar te houden.
erowd control) nodig om de veiligheid te
waarborgen, doordat de transfercapaciteit te De groei van werkgelegenheid en woning-
krap wordt. Dat is dagelijks waar te nemen bouw concentreert zich voornamelijk aan de
op stations op Schiphol en Amsterdam Zuid, westkant van Amsterdam. De autonome groei
waar crowd control maatregelen al nodig en ruimtelijke ontwikkeling leidt tot toene-
zijn. Waarnemingen die bovendien worden mende druk op de landzijdige bereikbaarheid
ondersteund door de onderzoeken die het van Schiphol en het openbaar vervoer in de
afgelopen jaar zijn uitgevoerd in het kader metropoolregio. Het nationale spoor raakt
van het Rijk Regio programma SBaB naar overbelast aangezien dit zowel voor (inter)
de capaciteit van ons weg, spoor en regio- nationaal vervoer als voor regionaal en lokaal
nale openbaar vervoer in de Metropoolregio vervoer (afstanden tussen de 10 en 40 km)
Amsterdam. Zo blijkt uit de MIRT Verkenning gebruikt wordt. Een investering is nodig in
Multimodale Knoop Schiphol (MKS) dat het de landzijdige bereikbaarheid van Schiphol,
recent gekozen maatregelenpakket voor het de (inter-)nationale bereikbaarheid van de
capaciteitsprobleem op station Schiphol — Metropoolregio Amsterdam en de ontsluiting
een van de belangrijkste OV-knooppunten in van nieuwe gebiedsontwikkeling.
de regio — tot uiterlijk 2030 een oplossing te
bieden.
8
1.2 Knelpunten en hypothese
KNELPUNTEN
EN Er is meer capaciteit nodig om de transferveiligheid op Station
A G A A f oord A Schiphol te garanderen en toekomstige reizigersstromen op te vangen
magen A A Tg voor ges nenten pnt
on “0 Betere bereikbaarheid is nodig om de woningbouwplannen
El] k fi in Haven-Stad uit te voeren
zi: a 5 Nl EE Gebiedsontwikkeling Kerncorridor vraagt om betere bereikbaarheid
EE | A
| ‚ EE Zorgen over de totale capaciteit in en rondom Amsterdam na 2030
A Fi: Finn sn Behoefte aan een eenduidig en herkenbaar OV-product
Airport O El Ei Zuid & Oben N El tussen Schiphol en Amsterdam
AN = Én
Hootddorp Bijlmer ArenA om, Duurzaamheidsambitie obv. klimaatakkoord:
Fn ° Se Substitutie van korte afstandsvluchten binnen Europa naar trein
G ä Toenemende druk op het stedelijk OV terwijl OV-infrastructuur
tegen grenzen van capaciteit aanloopt (voortschrijdend inzicht)
FIGUUR 1. OPLOSSING GEZOCHT VOOR STATION SCHIPHOL, (INTER-)NATIONALE BEREIKBAARHEID
VAN DE METROPOOLREGIO AMSTERDAM EN ONTSLUITING NIEUWE GEBIEDSONTWIKKELING
In december 2018 hebben de gemeen- gebiedsontwikkelingen in Haven-Stad,
ten Amsterdam en Haarlemmermeer, de Zuidas, Schinkel, Schiphol, Hoofddorp
Vervoerregio Amsterdam, NS, ProRail, en PARK21 en daarmee een aantrekkelijk
Schiphol en KLM de staatssecretaris van lenW vestigingsklimaat.
het aanbod gedaan om versneld de hypothe- 2. Het creëert ruimte in de Schipholtunnel
se uit te werken dat: voor acht extra (inter)nationale
treinverbindingen.
“het doortrekken van de Noordzuidlijn naar 3. Op Schiphol komt meer ruimte voor
Schiphol-Hoofddorp en het sluiten van de andere vluchten, daarmee wordt de hub
Ringlijn een toekomstvaste oplossing is voor functie versterkt.
de volgende drie opgaven: 4. Het ontlast de transfercapaciteit op de
perrons van station Schiphol.
1. (inter)nationale OV-bereikbaarheid, 5. Het creëert een alternatieve vorm van
opvangen van groei en ontwikkelingen ontsluiting in geval van bijvoorbeeld
2. Capaciteitsknelpunt station Schiphol calamiteiten/storingen in de Schiphol
3. Ontsluiting bestaande en nieuwe ge- tunnel.
bieds- en woningbouwontwikkeling in de
MRA.” Na een jaar onderzoek kunnen deze effecten
nader onderbouwd worden. Daarnaast zullen
In de brief uit 2018 zijn vijf verwachte effecten we ook rapporteren in Hoofdstuk 6 welke
omschreven: andere effecten we constateren.
1. Het zorgt voor betere ontsluiting van de
9
f ®
1.3 Afbakening
DEMARCATIE VAN HET ONDERZOEK Airport Sprinter
Deze rapportage beperkt zich tot het on- Ook binnen het bestaande spoornetwerk
derzoek van de hypothese van MASH. Er is wordt gewerkt aan verbeteringen van de trein-
samenhang met MIRT Onderzoek Zuid West bediening tussen Hoofddorp en Amsterdam.
Amsterdam Schiphol Hoofddorp (ZWASH), de _ De Airport Sprinter is geïntroduceerd; deze
Quick-scan Westkant Amsterdam. kan in verschillende fasen worden dooront-
Deze projecten komen samen in en Samen wikkeld. De eerste fase wordt per dienstre-
Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB) en onze geling 2023 gestart waarbij een sprinter 8
rapportage dient dan ook uiteindelijk als in- keer per uur tussen Hoofddorp-Schiphol en
put voor besluitvorming in de Programmaraad Amsterdam Centraal rijdt. Hiermee wordt
van SBaB en het BO MIRT van dit najaar. optimaal gebruik gemaakt van schaarse
spoorcapaciteit tijdens verbouwingen van
Amsterdam Centraal en Amsterdam Zuid en
RAAKVLAKKEN komt er een snellere rechtstreekse verbinding
De ontwikkelingen en projecten die een tussen de zuidelijke Randstad en Noord-
raakvlak met dit onderzoek vormen zijn: Nederland. Deze Airport Sprinter is onderdeel
van de referentievariant in de vervoerkundige
Zuidasdok uitwerking van MASH. Ook zal bij de besluit-
Binnen het Zuidasdok programma wordt vorming via het programma SBaB een eventu-
het station Amsterdam Zuid grootschalig ele vervolgfase van de Airport Sprinter worden
verbouwd. In deze verbouwing wordt ook betrokken.
de bestaande eindhalte van de huidige
Noordzuidlijn verplaatst en uitgebreid. Het Capital Programme Schiphol Airport
doortrekken van de Noordzuidlijn heeft een De ligging van het metrostation Schiphol
grote samenhang met deze verbouwing. wordt ingepast in de verbouwingsplannen
Daarnaast heeft MASH impact op het functi- van luchthaven Schiphol zoals deze nu wordt
oneren van het treinstation Amsterdam Zuid voorbereid in het Masterplan Schiphol en
doordat de nieuwe metrolijnen een verbeter- het Capital Programme. In dit programma
de treinbediening mogelijk maken. worden de landzijdige plannen voor Schiphol
vastgelegd.
Toekomstbeeld OV, landelijk en regionaal
Binnen het Toekomstbeeld OV worden door MIRT Planuitwerking Multimodale Knoop
Rijk, Provincies, Metropoolregio's, vervoer- Schiphol
ders en ProRail richtlijnen uitgewerkt voor Naast de toekomstige plannen van Schiphol
het landelijk OV-netwerk in 2040. MASH is in 2019 een besluit genomen in het kader
heeft een relatief grote invloed op dit beeld van de MIRT Verkenning MKS. Deze plannen
doordat de metrolijnen zorgen voor extra worden nu uitgewerkt, zodanig dat deze no
ruimte op het spoor. Dit is vooral van belang regret zijn in de verdere ontwikkelingen van
in de Schipholtunnel, die geldt als een van Schiphol. Hiermee geeft deze uitwerking
de grootste knelpunten in het landelijk van de MKS de nul-situatie op Schiphol voor
spoornetwerk. MASH.
10
Milieuopgaven Totstandkoming Luchtvaartnota door ministe-
MASH maakt substitutie van luchtvaart naar rie van lenW
trein en van wegverkeer naar metro mogelijk. Vooralsnog is binnen MASH gerekend met
Hiermee wordt invulling gegeven aan de de huidige limiet van 500.000 vluchten
klimaatdoelstellingen en opgaven zoals met op Schiphol. Op termijn mag Schiphol nog
name vastgelegd in: beperkt groeien in vliegtuigbewegingen,
* __ Rapport commissie Remkes n.a.v. uit- wanneer wordt voldaan aan normen op het
spraak Raad van State over Programma gebied van geluid, klimaat en luchtkwaliteit!
aanpak Stikstof (PAS). Wanneer duidelijk is hoe de luchtvaartnota
* Het Nationale klimaatakkoord, door in hier een invulling aan zal geven, wordt dit in
te zetten op meer en schoon openbaar een verdere uitwerking van MASH verwerkt.
vervoer.
* _ Greendeal, gezien de ambitie om de uit- Actieplan woningproductie MRA en Woondeal
stoot van de transportsector te reduceren _MRA-Rijk d.d. 5 juli 2019
met 90% in 2050. Tussen Rijk en Metropoolregio zijn ambitieuze
afspraken gemaakt om woningbouw binnen
Programma Samen Bouwen aan de MRA te realiseren. Deze afspraken zijn
Bereikbaarheid (SBaB) en MIRT Onderzoek mede uitgangspunt geweest bij het bepalen
Zuid West Amsterdam Schiphol Hoofddorp van de RO/EZ-kaders van MASH. Waarbij de
(ZWASH) doelstelling van MASH er op gericht is om
Binnen het Rijk-Regio programma Samen deze afspraken feitelijk mogelijk te maken.
Bouwen aan Bereikbaarheid wordt een
uitwerking gemaakt van de ontwikkel- en
mobiliteitsopgaven in de MRA. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/
De (autonome) groei van werkgelegenheid en kamerstukken/2019/07/05/ontwikkeling-schip-
woningbouw aan de westkant van Amsterdam hol-en-hoofdlijnen-luchtvaartnota
die de (inter)nationale bereikbaarheid onder
druk zetten staan ook centraal in het MIRT-
onderzoek Zuid West Amsterdam Schiphol
Hoofddorp (ZWASH). ZWASH is onderdeel
van SBaB. De samenhang en samenwerking
met het programma SBaB en ZWASH staat
beschreven in paragraaf 3.3.
Li
Opgave en
doelstelling
e e
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk lichten we de opgaven en doelstellingen kort toe.
13
2.2 Opgaven
De belangrijkste opgaven voor de regio zijn: 3. Ontsluiting bestaande en nieuwe ge-
1. _(Inter)nationale OV-bereikbaarheid, bieds- en woningbouwontwikkeling in
opvangen van groei en ontwikkelingen. Er de MRA. Zowel voor de ontwikkelingen
is rond Schiphol en Amsterdam extra OV- op de kerncorridor (Schinkel, Schiphol,
capaciteit nodig om substitutie van lucht Haarlemmermeer) als bij de ontwikkeling
naar OV mogelijk te maken. Daarnaast van Haven-Stad en andere ontwikke-
zit de Schipholtunnel aan zijn maximale lingen voor woningen en kantoren zijn
capaciteit en loopt het totale OV-systeem nieuwe, toekomstvaste en duurzame
om nationaal, regionaal en lokaal niveau verbindingen essentieel.
tegen zijn grenzen aan.
2. Capaciteitsknelpunt station Schiphol Het
station Schiphol loopt zowel op de per-
rons als op Plaza tegen zijn grenzen aan.
Daarnaast zorgt de Schipholtunnel als
enige OV-ontsluiting dat het OV-systeem
richting Schiphol kwetsbaar is.
14
©
2.3 Doelstellingen
(INTER)NATIONALE BEREIKBAARHEID overstappers per dag. Het gaat daarbij
Er zijn op dit moment te weinig faciliteiten bijvoorbeeld om het verkorten van de verblijf
en capaciteit op het spoornetwerk rondom stijd in Plaza, het creëren van extra ruimte in
Schiphol en Amsterdam voor treinen van Plaza en spitsmijden. De MKS-maatregelen
en naar onder meer Brussel, Parijs, Keulen, vormen een tijdelijke overbrugging voor het
Berlijn en Londen. Daarnaast zijn ook de capaciteitsprobleem op station Schiphol, ze
regionale bereikbaarheid in de MRA en de bieden tot uiterlijk 2030 een oplossing. Het
nationale bereikbaarheid van Utrecht en is daarom nodig om knelpunt Schiphol verder
Amsterdam belangrijke opgaven voor 2030 aan te pakken.
blijkt uit het Toekomstbeeld OV (TBOV) en
de Nationale Markt en Capaciteits Analyse Daarnaast heeft een storing van de
(NMCA). Een vergaande verbetering van het Schipholtunnel grote impact doordat er geen
openbaar vervoersysteem van Amsterdam ten alternatieven beschikbaar zijn. Luchtreizigers
behoeve van bereikbaarheid van de regio en missen hun vlucht en reizigers hopen zich op
(internationale netwerk) is nodig om uitdagin- Schiphol op, doordat de afvoercapaciteit van
gen het hoofd te bieden en ambities waar te de overige modaliteiten onvoldoende is.
kunnen maken.
ONTSLUITING VAN BESTAANDE EN NIEUWE
VEILIGHEID EN CAPACITEIT STATION GEBIEDSONTWIKKELINGEN
SCHIPHOL Een groot aantal gebiedsontwikkelingen vindt
Station Schiphol is een van de belangrijkste plaats in de MRA die vragen om een hoog-
OV-knooppunten in het landelijke netwerk. waardige OV-ontsluiting. De woningbouwop-
Maar de huidige capaciteit is niet altijd gaves vragen om een verbeterde ontsluiting
voldoende om de transferveiligheid op de dichtbij woongebieden, hoge capaciteit, hoge
perrons te garanderen waardoor inzet van snelheid en aantrekkelijke bestemmingen.
crowd control en het afsluiten van perrons Het bedrijfsleven en hoger onderwijs in
noodzakelijk wordt. Er is meer capaciteit Amsterdam vragen om een verbeterde bereik-
nodig om de transferveiligheid op Station baarheid van hun locaties. Van de huidige
Schiphol te garanderen en toekomstige locaties zit 70% binnen een straal van 800 m
reizigersstromen op te vangen. van een metrostation?.
De huidige capaciteit van 110.000 wordt
conform de Voorkeursbeslissing Multimodale ? Bron: Uitvoeringskompas voor een goed
Knoop Schiphol met maatregelen vergroot bereikbare en OV-rijke Amsterdamse regio in 2030,
tot max. 120.000 /125.000 in-, uit en SDP, Den Haag, 2019
15
Aanpak
e ®
31 Inleiding
We hebben dit onderzoek opgebouwd op basis van de hypothese. Dat
wil zeggen dat we, in plaats van het onderzoeken van systeemvarianten,
zijn gestart met het metrosysteem. Op basis van de hypothese hebben
we vervolgens onderbouwd dat deze kan helpen bij het oplossen van de
genoemde knelpunten.
Het onderzoek is opgesplitst in drie deelonderzoeken.
a) Tracé en kosten,
b) Businesscase en bekostiging en
c) Vervoerkundige uitwerking.
17
3.2 Aanpak onderzoek en
Deze integrale uitwerking bestaat uit drie Er zijn gemeenschappelijke uitgangspunten
deelresultaten: afgesproken. Op basis van uitersten zijn er
a. Tracé en kosten acht (reken)varianten (uit ontwerp) vast-
Een tracé varianten studie (referentie- gesteld. Deze rekenvarianten dienen om de
ontwerpen) met kostenramingen (met bandbreedte van kosten en vervoerwaarde
een trefzekerheid van + 35%) inclusief te onderzoeken. Op basis hiervan is de één
benodigde bestemmingsplan/visie rekenvariant gekozen die in de businesscase
wijzigingen, exploitatie en beheer en is gebruikt.
onderhoudskosten.
b. Businesscase en bekostiging
Een businesscase voor de investe-
ringen, exploitatie en het beheer en
onderhoud en onderzoek naar moge-
lijkheden voor bekostiging.
c. Vervoerkundige uitwerking
Een vervoerkundige uitwerking beho-
rend bij de mogelijke tracé combinaties
en het aangenomen basisnetwerk 2030
levert het exploitatiemodel (prijs, fre-
quentie, capaciteit, rijtijd) en effecten
op treinnetwerk en onderliggend OV.
18
3.3 Samenhang met het
Parallel aan het voorliggende MASH- De samenwerking tussen MASH en ZWASH
onderzoek wordt binnen het Rijk-Regio pro- heeft op verschillende wijzen plaatsgevonden.
gramma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid We hebben gezamenlijke uitgangspunten
(SBaB) in het deelprogramma ZWASH afgesproken, deze staan in bijlage 1, zodat
(Zuidwest Amsterdam Schiphol Hoofddorp) varianten vergelijkbaar zijn. Ook hebben we
de brede afweging tussen verschillende mobi- waar mogelijk onderzoeksresultaten uitgewis-
liteitspakketten uitgewerkt. In deze afweging seld en deelstudies gezamenlijk uitgevoerd.
wordt het oplossend vermogen van uitbrei- Het gezamenlijke deel betreft met name de
dingen van metro- trein- en weginfrastructuur _ transfertoets op de treinstations Schiphol en
onderling vergeleken. Amsterdam Zuid. MASH heeft de studie naar
mogelijkheden voor substitutie van vliegtuig
MASH en ZWASH werkten gezamenlijk toe naar trein van ZWASH gebruikt. ZWASH heeft
naar de programmaraad in het voorjaar van voor haar uitwerking van de metrovariant
2020. In deze programmaraad zitten de sha- de ontwerpgegevens en kostenramingen en
reholders van ZWASH en vanuit het project vervoerkundige uitwerking van MASH
MASH zitten de shareholders Amsterdam, de gebruikt. MASH heeft daarnaast ook de
Vervoerregio en Haarlemmermeer. De overige uitwerking van het RO/EZ-kader van ZWASH
MASH partijen (shareholders: Schiphol, NS, gebruikt. Het stakeholdermanagement is
ProRail, KLM) zitten in het Directeurenoverleg _ gezamenlijk opgepakt.
SBaB en het bestuurlijk expertpanel.
19
Organisatie en
samenwerking
e ®
41 Inleiding
In het MASH-onderzoek werken de partijen samen om de hypothese te
onderbouwen en de oplossingsrichting verder uit te werken. In dit hoofdstuk
wordt de manier van samenwerken toegelicht.
21
2 ® Ï Ï
h. rganisatiestructuur
ORGANOGRAM
BESTUURLIJK OVERLEG
3 X PER JAAR
DIRECTIEOVERLEG
1X PER 3 WEKEN
PROGRAMMATEAM EN STAKEHOLDERMANAGEMENT
1X PER WEEK
RIN A IN COEN) Ò B: BEKOSTIGING EN Ò C: VERVOERKUNDIGE
BUCA UITWERKING
FIGUUR 2. SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN DE PROJECTORGANISATIE
DIRECTIEOVERLEG EN PROJECTTEAM * __Het voorzitterschap van het
Hierbij worden de volgende uitgangspunten, Directieoverleg wordt gevoerd door de
verdeling tussen de deelnemende partijen en gemeente Amsterdam — Directeur Ruimte
bemensing gehanteerd: en Economie. Hij heeft ook namens het
DO de rol van ambtelijk opdrachtgever
* In het programmateam komen wekelijks aan het programmateam
de trekkers van de drie werkstromen * Het DO heeft daarnaast de rol om af te
bijeen. Hier vindt de afstemming tus- stemmen met de betrokken stakeholders
sen deze werkstromen plaats en wordt op een wat grotere afstand. Met name
de agenda voor het directieoverleg met de partijen binnen de MRA die niet
opgesteld. Voorzitterschap ligt bij de in de projectorganisatie zijn opgenomen
Vervoerregio. en de vervoerders.
* In het programmateam vindt daarnaast * _ Het bestuurlijk opdrachtgeverschap en
de bewaking van de planning, budget en voorzitterschap van het BO zijn belegd bij
risico's plaats en wordt de kwaliteitstoets Sharon Dijksma. Vooralsnog doet zij dit
op de op te leveren deelproducten vanuit haar beide rollen (wethouder van
gecoördineerd. de Gemeente Amsterdam en portefeuil-
* _ Ook het opstellen van het communica- lehouder van de Vervoerregio).
tieplan wordt vanuit het programmateam
bewaakt.
22
4.3 Stakeholdemanagement
Er is een gezamenlijke aanpak voor de OPZET STAKEHOLDERMANAGEMENT
communicatie en het stakeholdermanage- Het stakeholdermanagement van ZWASH
ment van MASH en ZWASH. Een gezamenlijke en MASH is primair bedoeld om de directe
aanpak sluit aan bij de doelstellingen van Rijk _ stakeholders (gemeenten, provincies, MRA,
en Regio om ZWASH en MASH samen op te vervoerders) en de belangenbehartigers (o.a.
laten trekken en op basis van de resultaten VNO/NCW, ANWB, fietsersbond) te informe-
van MASH/ZWASH en de conclusies van de ren en gevoeligheden of zorgen te signaleren.
Quickscan Amsterdam West binnen het pro- In de aanloop naar de Programmaraad
gramma SBaB een vervolgtraject vast te stel- van het Programma Samen Bouwen aan
len. Daarmee is gekozen voor een gecombi- Bereikbaarheid trekken MASH/ZWASH (en
neerde communicatie- en stakeholderaanpak. deels Quickscan Amsterdam West) gezamen-
lijk op richting de stakeholders. Een concreet
Het doel van de gezamenlijke communicatie gevolg hiervan is dat MASH en SBaB samen in
en stakeholdermanagement is een eendui- de verschillende MRA-platformen (waaronder
dige communicatie en benadering van de Mobiliteit) op zowel ambtelijk als bestuurlijk
stakeholders. Om zodoende betrokkenheid niveau de conclusies en oplossingsrichtingen
te creëren en het draagvlak te vergroten voor zullen gaan toelichten. Deze gezamenlijke lijn
de kansrijke varianten en het vervolgtraject zorgt voor integraliteit waarbij de partijen de
SBab. contextafhankelijke keuzen kunnen begrijpen
en steeds het complete verhaal horen. Als
OPZET COMMUNICATIE binnen het platform mobiliteit (of andere
Voor de communicatie namens ZWASH/ MRA-platformen) bepaalde stakeholders
MASH kan grotendeels worden aangehaakt bij extra vragen hebben of toelichting wensen op
het communicatietraject van het Programma de resultaten MASH/ZWASH (of Quickscan)
SBaB. Waarbij de MASH-werkgroep commu- dan pakken we dat integraal op. Daarmee
nicatie is uitgebreid met het ministerie van borgen we dat de inhoudelijke vragen vanuit
lenW en de Provincie Noord-Holland. de regio/omgeving goed, tijdig en gezamenlijk
worden beantwoord.
23
Resultaat van de
werkstromen
e ®
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk geven we de samenvattingen per werkstroom welke relevant
zijn voor de tussenrapportage. De volledige rapportages per werkstroom
staan in de bijlagen A,‚B en C.
, _Werkstroom A: Tracé en Kosten
, _Werkstroom B: Businesscase en bekostiging
, _Werkstroom C: Vervoerkundige uitwerking en transfertoets
25
5.2 Werkstroom A:
® ®
Trace en Kosten
Samenvatting rapportage
TRACÉS Een soortgelijk proces heeft plaatsgevonden
In de werkstroom A ‘Tracé en kosten’ voor het sluiten van de Ringlijn en zijn de
zijn tracés voor het doortrekken van de volgende vijf hoofdvarianten overgebleven die
Noordzuidlijn en het sluiten van de Ringlijn wezenlijk van elkaar verschillen, te weten:
onderzocht. Voor beide uitbreidingen zijn * Een bovengrondse variant ten zuiden van
allerlei bouwstenen voor de tracés geïnven- de spoorbundel: R-1.
tariseerd. Op basis van criteria (techniek en * Een deels bovengronds en deels onder-
maakbaarheid, ruimtelijke inpassing, logica grondse (open tunnelbak) variant ten
en consistentie) zijn voor de Noordzuidlijn zuiden van de spoorbundel: R-2.
een viertal hoofdvarianten overgebleven die * Een ondergrondse variant; boortunnel ten
wezenlijk van elkaar verschillen, te weten: zuiden van de spoorbundel: R-3.
* Een bovengrondse variant NZL-1 met * Een ondergrondse variant; boortunnel
ligging ten noorden van de A4. deels noordelijk van de spoorbundel: R-4.
* Een deels ondergrondse variant NZL-2 * Een ondergrondse variant; boortunnel
met korte tunnel en ligging ten noorden met een vrijwel volledig noordelijke ligging
van de A4. ten opzichte van de spoorbundel via het
* Een ondergrondse variant NZL-3 met Westerdok: R-5.
lange tunnel en ligging ten zuiden van de
A4. De tracés in dit rapport en de tekeningen
* Een variant met een zoveel mogelijk ge- op de kaarten zijn indicatief en zijn bedoeld
strekt tracé NZL-4 met ligging ten zuiden om in de volgende onderzoeksfase (MIRT
van de A4. Verkenning) terug te brengen tot een beperkt
aantal kansrijke varianten.
26
INPASBAARHEID SYSTEEMKEUZES EN ONTWERPCRITERIA
Een eerste schets van de ruimtelijke inpas- Voor de combinatie van het doortrekken van
baarheid van de metrostations en het tracé de Noordzuidlijn en het sluiten van de Ringlijn
in de omgeving is beschreven. Daarbij is in is een operationeel concept ontwikkeld. Er is
het onderzoek gekeken naar locaties waar informatie opgenomen over bijvoorbeeld de
een metro mogelijk moeilijk inpasbaar is. Er maximale frequentie, de voorzieningen voor
zijn knelpunten geïnventariseerd, waaronder het personeel, het beheer van de infrastruc-
de ondergrondse aansluiting van de Ringlijn tuur / het materieel en technische aspecten.
op de Oostlijn bij Amsterdam Gentraal, de De nieuwe infrastructuur maakt het mogelijk
inpassing van de Noordzuidlijn op Schiphol om een andere lijnvoering te rijden, zodat op
en de aansluiting van de Noordzuidlijn op Amsterdam Centraal en Amsterdam Zuid niet
station Amsterdam Zuid. Voor de knelpunten meer hoeft te worden gekeerd. De rijtijden
zijn mogelijke oplossingen beschreven, die zijn in beeld gebracht, waaruit blijkt dat de
nader uitgewerkt dienen te worden. Ook is metro voor veel reizigers een snel alternatief
er per tracé een inventarisatie gemaakt van wordt zonder te hoeven overstappen. Tevens
het eigenaarschap van de gronden, zodat is informatie opgenomen over het benodigde
overzicht ontstaat van de complexiteit van materieel, opstelcapaciteit en een werkplaats.
grondverwerving. Nieuwe techniek maakt bestuurderloos
rijden mogelijk, waarover een nadere keuze
te maken valt. Voor de thema's veiligheid en
duurzaamheid zijn ontwerpcriteria voor de
volgende fase opgenomen.
27
\
Hoofdvarianten Noordzuidlijn
SCHIPHOL NOORDWEST
_E
HOOFDDORP S
Drs
Se
„ELS HOOFDDORP P+R ES
VL |
De
AEN
0 1 2 ME
AEK SS
Td \ es mn nd mmm ES Tir Ee J
ee \ À \ GS ge AN DE,
) ï | 4 ENEN ele
5 iid A 5
Ee Up î WA e | Bla L
a | ï ( | !
J. HUIZINGALAAN ea _ZUID |
NET en, En : | | MODE en /
ANDERLECHTLAAN AMSTELVEENSEWEG De
dl Ús — Ì
ES es |
SCHIPHOL NOORD | |
| |
| |
h
|
|
|
De |
£ il
FP. 7
Í
| /
) LEGENDA J
 mmm _NZL-1b. Bovengronds met optioneel station Schiphol NW In
mmm NZL-2b. Korte tunnel met optioneel station Schiphol NW
mmm _N/I-3. Lange tunnel met optionele aftakking naar Schiphol NW
mmm _NZL-4. Gestrekte tunnel
® station
© optionele halte
Tracévarianten Ringlijn
ISOLATORWEG Mi, = | s \
à. HAVEN-STAD SN
K
X n
: en
LEGENDA
RA. Zuidelijk bovengronds via hoofdspoor naar Oostlijn
== RA tijdelijk. Zuidelijk bovengronds lang via hoofdspoor naar perrons 1 & 2
R-la. Zuidelijk bovengronds naar Oostlijn EE
mmm R-la tijdelijk. Zuidelijk bovengronds kort via hoofdspoor naar perrons 1 & 2
mmm R-2. Zuidelijk deels bovengronds, deels open tunnelbak
mmm R-3. Zuidelijk geboord
mmm R-4, Noordelijk geboord via Oostzaanstraat
mmm _R-4a. Noordelijk geboord via Zaanstraat
R-5. Noordelijk geboord via Westerdok
© station
n=
Oo | 250 500 750 | 1000 m ú
HOUTHAVENS
Dn En
De a oe
E %
Ì od
Ne
ns >
8 En
SA
“NASSAUPLEIN
B
Mi:
Ra. WESTERDOK
>,
he En
RS
è SN
S fl
B. |
BNN
NN
ES
EN
SN
Ei
RENS
En
ES EN
A. \ NE NS
Ne: eN
A N .
Sas EN SS,
ER SS Ò
SSS N
EE E es NS
Dn ò
nee
1 la à n ESE En Ö
SN N > ® An >
Rn. ES NS DRS
En. EES
të Oe AA NS De SR
jj AGCENTRAAL STATION
ZIN RENS
D EA SS SE 8 Se: 4
J en. An
/ Re) SS
AZ en En
v4 |
L \
HM N
Je \
À < '
/ /
J 3 Ü
J ó° pi
f O /
/ pl
Á ij Á
4 /
df # /
BEOORDELING PLANNING
Om de voor- en nadelen van de verschillende Er is voor elke variant een overzicht van de
varianten inzichtelijk te maken, is een beoor- kunstwerken, zoals viaducten gemaakt. Per
delingskader opgesteld. In dit beoordelings- kunstwerk is beschreven welke bouwmethode
kader is een brede set criteria opgenomen om en fasering van werkzaamheden daarbij is
vanuit verschillende invalshoeken de varian- verondersteld. In de planning is in verschillen-
ten te scoren. Dit ingevulde beoordelingska- de scenario's aangeven welke werkzaamheden
der geeft zo in één overzicht de relevante be- in volgorde afhankelijk zijn van elkaar en wat
slisinformatie om in het vervolgonderzoek een mogelijk parallel kan worden uitgevoerd. De
keuze te maken van de kansrijke varianten. bovengrondse variant van de Noordzuidlijn
(NZL) kan in exploitatie gaan in september
In bijlage 2 staat de beoordeling van de 2031 en de variant met de gestrekte tunnel
varianten toegelicht. In tabellen 1 en 2 is een (NZL-4) in augustus 2035. Voor het sluiten
samenvatting. van de Ringlijn is de zuidelijke variant deels
bovengronds en deels open tunnelbak (R-2)
KOSTEN het snelst gereed in januari 2031. Het langste
Er is een eerste onderbouwing van de inves- duurt de zuidelijk bovengrondse variant
teringskosten gemaakt. Deze inschatting is (R-1), indien gebruik wordt gemaakt van HRN
gebaseerd kostenkentallen die ontleend zijn spoor, die gepland is om in november 2034 in
aan de werkelijke kosten op basis van nacal- exploitatie te gaan, door de afhankelijkheid
culatie van het project Noordzuidlijn en een met de doorgetrokken Noordzuidlijn en het
uitgevoerde second opinion. De raming van daaraan gekoppelde uit exploitatie nemen
de variant van de Noordzuidlijn (NZL-3, lange van de Airport Sprinter.
tunnel langs zuidkant A4) is € 1,7 mid. — € 3,6
mld. (ex BTW, prijspeil 2019). En de raming AFHANKELIJKHEDEN EN RISICO'S
voor het sluiten van de Ringlijn is (R-3, tunnel Beide uitbreidingen van de metrotracés ken-
met zuidelijke ligging) is € O,9 - € 1,9 mld. De nen een groot aantal raakvlakken met projec-
investeringskosten van deze tracécombinatie ten, die reeds lopen of die voorgenomen zijn.
is tussen de € 2,6 mld. en € 5,5 mld wat in Een aantal van deze raakvlakprojecten is
werkstroom B als scenario gebruikt is voor randvoorwaardelijk voor de realisatie van de
de uitwerking van de business case. Ook de metro.
overige varianten zijn doorgerekend. Naast
de investeringskosten zijn er nog aanvullende Er is een eerste inventarisatie van mogelijke
kosten, waaronder de aanschaf van nieuw risico's voor de bekostiging van het project
materieel. Een allereerste indicatie van het gemaakt. De onderliggende oorzaken van de
benodigde budget is in de orde van grootte mogelijk optredende risico's zijn beschreven.
van € 4 tot € 6 mld. (ex BTW, prijspeil 2019) Ook is in beeld gebracht welke gevolgen een
voor beide tracés samen. risico kan hebben voor de planning en de
financiën. Voor een aantal van de risico's zijn
mitigerende maatregelen beschreven.
32
CRITERIA THEMA'S NZL-1B NZL-2B NZL-3 NZL-4
Ruimtelijke inpassing
Gebiedsontwikkelingen
Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld.
a
TABEL 1. TOTALE BEOORDELING NOORDZUIDLIJN
CRITERIA THEMA'S se R-3 se
Ruimtelijke inpassing
Gebiedsontwikkelingen
Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld.
a
TABEL 2. TOTALE BEOORDELING SLUITEN VAN DE RINGLIJN
33
5.3 Werkstroom B:
° oo °
Businesscase en
bekostiging
Management samenvatting rapportage
INLEIDING 1. De werkstroom Business case heeft
Het doel van werkstroom B is de hypothese drie producten gemaakt, die samen
financieel te toetsen en te onderbouwen. het vertrouwen geven dat de hypothese
Voor de initiële aanleg is een forse investering ook vanuit financieel perspectief klopt.
nodig, maar gegeven de uitgangspunten (zie Hiertoe zijn de uitkomsten van de
onder) kan worden geconcludeerd dat deze werkstromen A ((tracé en kosten) en
metrolijnen eenmaal aangelegd, een positieve werkstroom C (vervoerkundige uitwer-
exploitatie laten zien. Zo lopen de opbreng- king) verwerkt: Financiële businesscase
sten van de doorgetrokken Noordzuidlijn hard gericht op de aanlegkosten, onderhoud,
op tot 63,8 miljoen euro nominaal in 2033 en aanschaf materieel en exploitatiekosten
groeien daarna op tot 86min (in 2059). Ook en -opbrengsten.
op de bestaande lijn stijgen de opbrengsten. 2. Onderzoek naar verschillende wijzen van
In 2033 gaat het om een bedrag van 26,3 bekostigen van de initiële investering
miljoen euro nominaal, daarna stijgen de voor aanleg waarin ook alternatieve
opbrengsten met gemiddeld 2,3 procent per vormen van bekostigen uitgewerkt zijn.
jaar. De winstgevende exploitatie is uitzonder- 3. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse
lijk voor openbaar vervoer. (MKBA).
34
Deze drie producten samen vormen de eerste afstanden invullen en als gevolg wordt het
financiële onderbouwing van de hypothese mogelijk het netwerk in de via de lucht te
dat het metro pakket een toekomst vaste optimaliseren en hub functie versterken.
oplossing is, voor de corridor en de West kant « Meer keuzevrijheid, robuustheid en
van Amsterdam. redundantie op de corridor worden
geboden.
De positieve uitkomst van de MKBA laat * Het metropolitane gezicht verster-
ook zien dat de hypothese niet enkel een ken van de internationale entree van
toekomstvaste oplossing is, maar bovendien Nederland (Enter-NL).
extra maatschappelijke baten met zich mee * _ Kosten worden vermeden in investeringen
brengt. Zo kunnen er dankzij de aanleg van de van het OV in Amsterdam (het sluiten van
metrolijnen onder andere: de Ringlijn verlicht en verschuift proble-
matiek in het stedelijk OV).
* In het stedelijk gebied 37.400 extra * _ Optimalisaties worden mogelijk gemaakt
woningen worden gerealiseerd. rondom het overvolle Jan Dellaert plein,
* 77700 extra arbeidsplaatsen worden het busstation en Plaza op Schiphol.
gegenereerd. * _ Directe verbinding worden verzorgd
* _ Veel frequenter en sneller gereisd worden van de luchthaven met de hotels in het
rondom de stadskern van Amsterdam (tot centrum van de stad.
28x per uur waar nu maximaal 15x moge- * In het landelijk spoornetwerk een zeer
lijk is dankzij het kopstation onder CS). belangrijk knelpunt in het netwerk wordt
* Trein paden vrij worden gespeeld voor ontlast: de Schipholtunnel.
de verbetering van internationale ver-
binding middels hogesnelheidstrein met In de volgende alinea's worden de uitkomsten
Europese stedelijke agglomeraties zoals en overwegingen van de drie producten kort
Brussel, Parijs, London en Frankfurt. toegelicht, het gehele rapport financieel,
* Internationale treinen mogelijk een de studie naar bekostiging en de MKBA zijn
gedeelte van reizigersvraag op korte opgenomen in de bijlage B.
35
A. FINANCIËLE BUSINESS CASE
De financiële businesscase (BuCa) bestaat uit
de aanleg van de infrastructuur, exploitatie
(inclusief onderhoud en impact op de be-
staande metroverbindingen) en de restwaarde
van de infrastructuur. De business case is
daarmee als volgt opgebouwd:
AE ONVOORZIENE AAKNLEG
7
AANLEG OPSTELTERREIN
EXPLOITATIE = EXPLOITATIE = GROOT BEHEER &
OPERATIONEEL _— OPBRENGSTEN KOSTEN VAN anke ONDERHOUD ONDERHOUD
hedde 7 VAN CONCESSIE CONCESSIE lk ds ek IL Lal
RR
RESTWAARDE = AANGELEGDE
INFRASTRUCTUUR
Hm POSITIEF GETAL Hm NEGATIEF GETAL
FIGUUR 3. OPBOUW BUSINESS CASE
Belangrijkste input en variabelen aan besteed te worden.
De kosten voor de aanleg zijn op een hoog Voor de reizigersopbrengsten is een kilo-
detailniveau uitgewerkt en aangeleverd door metertarief van 23,8 ct/km aangenomen op
werkstroom A, op basis van de reëel gemaak- advies van de Vervoerregio en het GVB. In
te kosten voor de aanleg van de Noordzuidlijn de volgende fase dient ook hier dieper naar
en een second opinion door adviesbureau gekeken te worden, tezamen met optima-
Horvat. lisatie van de lijnvoering en bijbehorende
De kosten voor beheer en onderhoud en frequenties.
de exploitatie zijn berekend op basis van
nationale kostenkengetallen van het CROW, Alle geldstromen zijn verdisconteerd met
aangevuld met expertise van de Vervoerregio. een reële discontovoet van 4,5%. Dit is de
Deze kengetallen zijn echter niet toegespitst door het Rijk geadviseerde discontovoet voor
op de praktijk in de regio Amsterdam en infrastructuur en ook afgestemd in een sessie
Schiphol; volgens opgave van de gemeente met het ministerie van lenW.
Amsterdam (Metro & Tram) liggen de te
verwachten beheer- en onderhoudskosten Buiten de scope van de BuCa zijn de verme-
gemiddeld 20-33% hoger. In de volgende den kosten van andere investeringen die geen
onderzoeksfase dient hier dan ook aandacht toekomstbestendig alternatief zijn, de impact
36
op de hoofdwegenstructuur en luchtvaart,
impact op reizigerswaardering en kwaliteit van Uitgangspunten financiële business case
het reisproduct. Deze en overige niet-financi- * Start: januari 2020 (discontovoet 4,5%)
ele economische factoren worden in de MKBA * _Aanlegkosten gefaseerd vanaf 2025
behandeld. * Start rijden metro (inkomsten): januari
2030
Uitkomsten BuCa * Prijspeil 2019, constante relatieve prijzen
De voorlopige uitkomsten komen tot een * _ Periode: 30 jaar, daarna wel restwaarde
netto contante waarde van ongeveer minus (deze is berekend door operationeel
€2,4 tot 2,6 miljard. De drie doorgerekende resultaat na 2059 gelijk te houden)
scenario's verschillen alleen in tracékeuze en * Economische situatie:
bijbehorende vervoerwaarde, maar alledrie * __ Vormt al basis voor uitkomsten
trekken de Noordzuidlijn door naar Hoofddorp vervoerwaarden
en sluiten de Ringlijn met doorkoppeling op + __Maecro-risico al in discontovoet
de Oostlijn. De verschillen in aanlegkosten, * _ Gevoeligheidsanalyses voor reizigers-
vervoerwaarde en exploitatiekosten zijn groei en aanlegkosten
klein en daarmee de uitkomsten. Voor de *__Ringlijn en N/Z-lijn beiden met
aanlegkosten geldt een onzekerheidsrange bestuurder
van 35% geldt en voor de vervoerwaarden * Alle bedragen excl. BTW
(grootste factor voor operationeel resultaat)
een van 25%. De verschillen tussen de
scenario's vallen daarbij in het niet en zijn
daarom in de huidige onderzoekfase nog niet
zo interessant.
SCENARIO A SCENARIO B SCENARIO C
R-1A, NZL-1B, VENOM-3 R-3, NZL-3, VENOM-2 R-3, NZL-2B, VENOM-8
AANLEGKOSTEN AANLEGKOSTEN AANLEGKOSTEN
2.831 3.006 VR: Lj
OPERATIONEEL OPERATIONEEL OPERATIONEEL
il vg il vg ilse VND
182 PAY] 157
ISI va] ISI A ava] RESTWAARDE
VA) 225 200
TOTAAL TOTAAL TOTAAL
2.433 2.539 VR: LD
Hm POSITIEF GETAL Hm NEGATIEF GETAL
FIGUUR 4. UITKOMSTEN BUSINESS CASE VERSCHILLENDE TRACES EN BIJBEHORENDE
VERVOERWAARDEN
37
B. ONDERZOEK NAAR WIJZEN VAN BCG heeft 18 bekostigingsbronnen op hoofd-
BEKOSTIGEN lijnen doorgerekend voor een bestuurlijke
In aanvulling op het opstellen van een brainstorm. Uit dit onderzoek blijkt dat er
financiële businesscase is een onderzoek voldoende verdiencapaciteit is, maar dat niet
uitgevoerd naar wijzen van bekostigen. Hier alle maatregelen uitvoerbaar en/of maat-
zijn ook alternatieve wijzen van bekostigen in schappelijk gewenst zijn.
meegenomen. Hiervoor is aangesloten bij het
traject dat de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Op basis van deze onderzoeken zijn drie
Den Haag en Utrecht) met het Rijk (lenW bronnen voor alternatieve bekostiging overge-
en BZK) uitvoeren naar mogelijkheden voor bleven: een bijdrage uit de grondopbrengsten,
alternatieve bekostiging en bij het advies van een opslag op alle modaliteiten op Schiphol
de Rijksstudiegroep Alternatieve Bekostiging (metro, trein, auto (o.a. parkeren), bus) en een
zoals dat in december 2019 in concept is generieke tariefverhoging in het gehele OV
uitgebracht. Ook heeft de Boston Consulting in (de regio) Amsterdam. Ter onderbouwing
Group (BCG) in juni 2019 een verdiepend van de mogelijke effecten van de opslag op al
onderzoek uitgevoerd naar bekostiging van het openbaar vervoer rondom Schiphol is een
het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar literatuurstudie uitgevoerd naar de prijselasti-
Hoofddorp en het sluiten van de Ringlijn. citeit van vervoer rondom Schiphol.
NETTO CONTANTE WAARDE (NCW), € MLN
Hier zijn bekostigingsbedragen weergegeven - in
ij) de begrotingen van partners moet wellicht
volledige 50% opgenomen worden
Regio & 50%
Totale bekostiging pertes JJ
(aanlegkosten) can, Ge Vo aee
net vd beeke hsalke
Betreft de nominale kheb ee
» aanlegkosten (geen :
1 verdiscontering), excl. :
: BTWen risico-opslag
- (/+35%) :
Lumpsum € 50% Lumpsum bijdrage €
Lind
overheid ear,
FIGUUR 5. UITGEWERKTE VOORBEELDEN VAN BEKOSTIGINGSOPTIES
Deze uitwerking geeft een overzicht op basis waarvan een politiek gesprek kan gaan
plaatsvinden. Na dat gesprek kan dit verder uitgewerkt worden in een vervolgfase.
38
Bij het onderzoek naar (alternatieve) bekos- te gaan werken met vormen van alternatieve
tiging voor de metrolijnen is als uitgangspunt bekostiging.
voor onderzoek genomen dat de regio
(Vervoerregio en de gemeenten Amsterdam In het rapport van it's public uit april 2020
en Haarlemmermeer) en partners (Schiphol, is uitgewerkt hoe verschillende combina-
NS, KLM) de helft van de aanlegkosten ties van lumpsum-bedragen (uit algemene
bekostigen. Dit uitgangspunt is fluïde omdat middelen en grond) en verschillende vormen
voor de exacte afbakening van wat Rijken wat van ticketopslagen de benodigde bekostiging
Regio en partners is een politiek/bestuurlijk kunnen opleveren. Hierbij is uitgegaan van
gesprek nodig is dat nog gevoerd moet de nominale aanlegsom, maar daar is de
worden. Positieve exploitatieopbrengsten op netto contante waarde van het operationele
de metrolijnen (in het concessiegebied van resultaat uit de BuCa van afgehaald. In on-
de VRA) leiden deels tot een verlies voor de derstaand schema zijn een aantal mogelijke
rijksdeelneming NS. Ook Schiphol en KLM opties schematisch uitgewerkt als aanzet voor
zijn (deels) rijksdeelnemingen. Omdat alle een politiek gesprek.
partijen baat hebben bij een schaalsprong
in het OV-systeem rondom Amsterdam-
Hoofddorp en Schiphol is het mogelijk om
A :} le }
Vof ergt PA lat 4 N/Z-lijn: opslag SPL N/Z-lijn: opslag SPL
Grond voor beiden Grond voor beiden
Kl EN En
PEETERS nennen a angen
; ls225, te bepalenof deze mee * benodigde frequentie) is er juist meer bekostiging nodig voor de :
A: ; fingdan N/Z- Lijn
EE Kn opslag St aleen voorin en:
1.809 vyd 2 uitstappers. Opslag A'dam voor :
: gehele OV-netwerk A'dam :
39
C. MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN voor tracé en kosten, vervoerwaarden en de
ANALYSE exploitatie van de metrolijnen. Decisio heeft
Voor de combinatie van het sluiten van de MKBA uit 2019 in het voorjaar van 2020
de Ringlijn en het doortrekken van de geactualiseerd op basis van de onderzoeksre-
Noordzuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp is sultaten van MASH. Ook is de scope vergroot
een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse door ook Haarlemmermeer en Schiphol mee
(MKBA) uitgevoerd. In deze MKBA zijn maat- te nemen. Deze MKBA is uitgevoerd om de
schappelijke effecten gemonetariseerd die keuze voor binnenstedelijke gebiedsontwik-
niet opgenomen zijn in de financiële BuCa of keling en een schaalsprong van het OV in
het onderzoek naar de bekostiging. Het gaat Amsterdam, Haarlemmermeer en Schiphol te
daarbij om onder meer de bijdrage aan de onderbouwen. De MKBA brengt in beeld wat
forse woningbouwopgave in Amsterdam, de de bijdrage daarvan is aan de economische
modal shift van auto naar ov en van vliegtuig en maatschappelijke welvaart van Nederland.
naar internationale trein. De voordelen van Daarmee kan het door gemeenten en regio's
stedelijke verdichting worden ook gemone- ingezet worden in overleg met het Rijk over
tariseerd: meer kennisuitwisseling, minder langjarige investeringsprogramma's. Een
uitstoot, minder ruimtegebruik en minder maatschappelijke businesscase is een
infrastructuur elders als gevolg van kortere ondersteunend instrument om maatschap-
afstanden en minder reizen. pelijke kosten en baten in beeld te brengen
en objectief besluiten te kunnen nemen over
De voorlopige uitkomst van deze MKBA iseen de projectvarianten. In deze MKBA is een
positief getal voor een infrastructuur- inves- project alternatief bekeken. Hierdoor wordt
tering tussen de (1,0 en 1,2). Wat betekent dat inzicht geboden in de maatschappelijke
deze investering een positieve maatschappe- waarde van het “concept” metro. De MKBA is
lijke waarde oplevert. niet bedoeld om verschillende combinaties
van metro tracés met elkaar te vergelijken.
Decisio heeft in januari 2019 in aanloop naar Tijdens een vervolgfase (MIRT Verkenning)
de overleggen tussen G4 en het Rijk een naar metro-uitbreidingen wordt voor andere
studie gedaan naar de maatschappelijke projectalternatieven een MKBA ontwikkeld.
kosten en baten van gebiedsontwikkeling en Deze aanvullende MKBA's ondersteunen de
investeringen in mobiliteit en infrastructuur in keuze tussen de verschillende metro tracés.
de Westflank van Amsterdam. In het afge- In onderstaande tabel staat een samenvatting
lopen jaar is aanvullend onderzoek gedaan van het rapport.
40
: NULALTERNATIEF ° __PROJECTALTERNATIEF VERSCHIL
Binnenstedelijk ‘Woningen {483005 857005
fArbeidsplaatsen | _______58300, 1360001
‘Buitenstedelijk ________FWoningen Po 874005 or
E Arbeidsplaatsen | 77700 or
FINANCIËLE EFFECTEN
Metro } Aanleg € 0,0! -€2.830,5: -€2.830,5
Beheer en onderhoud | €00 05630705 -€3070
(Exploitatiesaldo | €005 2682201 -€822,0
‘Gebiedsontwikkeling 5E e756L E26: €970
‘Hoofdontsluiting 5E EAMBE €466,91 €254
gebieden | | |
‘Multimodale Knoop Schiphol Pean €64: €167
‘Crowd control Schiphol 5E 7OAL OO €00L €704
‘Totaal financieel effect 6106: €2961,3: -€2.350,8
MOBILITEITSEFFECTEN
Metro € 0,0 € 963,4 | € 963,4
Nieuwe bewoners 5E €20 €3832i _ €1761
Totaal mobiliteitseffect OP €20n 13466: €1139,5
MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN
Leefbaarheid } Woningwaarde € 683,7 € 1106,3 | € 422,5
Kantoren Ì €683 E1O4I €331
Bedrijfsruimten | €50 eni eo
‘Agglomeratie 0E E1244,01 €2.049,51 €805,5
‘Woningmarkt 5E €19605\ _____ €23359\ €375,4
Totaal maatschappelijkerfect 39850 €56369: €16513
Saldo kosten en baten | Rt Ee Nep NG) €440,0
sta DTe DN
TABEL 3. OVERZICHTSTABEL MET UITSPLITSING NUL- EN PROJECTALTERNATIEF
(BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO'S, CONTANTE WAARDE)
*_Mobiliteitseffecten metro zijn in werkelijkheid hoger om een vier redenen:
1. Uitgangspunten voor programma Haven-Stad zijn onderschat meegenomen in het verkeersmodel.
2. Uit de verkeerskundige analyses is geen modal shift bekend.
3. Doordat de effecten op regionaal en nationaal OV-netwerk niet zijn gemonetariseerd.
4, _Doortrekken Noordzuidlijn naar Hoofddorp via Schiphol zorgt voor een optimalisatie van het
bussysteem op en rondom Schiphol, deze effecten zijn nog niet gekwantificeerd.
41
5.4 Werkstroom GC:
® ©
Vervoerkundige
uitwerking en
Management samenvatting rapportage
INLEIDING de studie behapbaar te houden, zijn varianten
In de vervoerkundige uitwerking is de doorgerekend die het meest onderscheidend
meerwaarde van het doortrekken van de zijn en zoveel mogelijk inzicht geven in
Noordzuidlijn naar Hoofddorp en het sluiten het individuele effect van de verschillende
van de Ringlijn in vervoerkundig opzicht on- keuzeopties. Dit heeft geleid tot een aantal
derzocht. Daarbij is niet alleen gekeken naar rekenvarianten en een aantal nadere analy-
puur de toe- of afname van het aantal reizi- ses. Naast het onderzoek van bovenstaande
gers, maar juist naar het oplossend vermogen _ logistieke knoppen, is nog gekeken naar het
van de combinatie van de twee metroverbin- effect van een andere ruimtelijk economische
dingen voor de vervoerkundige opgaven die vulling, naar een groeiscenario van het aantal
zijn gedefinieerd. Daarbij gaat het specifiek vluchten op Schiphol en naar een andere
om de volgende verwachte effecten: invulling van het nationale treinnetwerk.
1. Het zorgt voor een betere ontsluiting van De berekeningen zijn gedaan met het
de gebiedsontwikkelingen in Haven-Stad, VENOM16 rekenmodel voor het planjaar
Zuidas, Schinkel en Schiphol, Hoofddorp 2040. Zoals voor alle modellen geldt, moe-
en PARK21 en daarmee een aantrekkelijk ten de uitkomsten niet te absoluut worden
vestigingsklimaat. genomen. Belangrijk is dat de absolute
2. Het creëert ruimte in de Schipholtunnel aantallen reizigers van zowel trein als bus
voor acht extra (inter)nationale naar verwachting enigszins onderschat zijn.
treinverbindingen. Wel geven de resultaten een betrouwbaar
3. Het ontlast de transfercapaciteit op de beeld over de richting van de ontwikkeling en
perrons van station Schiphol. over de onderlinge vergelijking. De effecten
zijn in beeld gebracht ten opzichte van een
ONDERZOEKSOPZET referentiesituatie 2040 waarin de metro-uit-
Zowel voor het sluiten van de Ringlijn als breidingen niet zijn gerealiseerd. Het model
voor het doortrekken van de Noordzuidlijn en de gehanteerde uitgangspunten zijn gelijk
tussen Amsterdam Zuid via Schiphol naar aan die van ZWASH zodat de uitkomsten
Hoofddorp zijn er meerdere reële tracéopties. vergelijkbaar zijn.
Daarnaast is er nog de keuze om de metro
op Amsterdam Centraal wel of juist niet door BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN
te koppelen op de Oostlijn en het al dan Uit ons onderzoek is gebleken dat het aantal
niet ontvlechten van het metronet. Al deze reizigers in de Amsterdamse metro in 2040
onderdelen hebben, zowel los van elkaar als van 470.000 per etmaal in de referentiesi-
in samenhang, een vervoerkundig effect. Om tuatie met 110.000 tot 130.000 reizigers per
42
etmaal toeneemt. Hiervan is ca. 70.000 toete aangetoond in deze vervoerwaardestudie.
schrijven aan de Noordzuidlijn en ca. 40.000 De Noordzuidlijn biedt voldoende capaciteit.
aan de het sluiten van de Ringlijn. De synergie Hierdoor ontstaat ruimte voor acht extra
tussen beide lijnen zorgt voor nog eens ca. (inter)nationale treinen per uur per richting.
10.000 metroreizigers. Naast de toevoeging Door binnen deze ruimte 4 extra treinen per
van twee nieuwe verbindingen kan het be- uur tussen Schiphol, Sloterdijk en verder te
staande metronet beter benut worden. Op rijden wordt ook daar voldoende capaciteit
zowel de bestaande Oostlijn als de bestaande geboden.
Noordzuidlijn is sprake van een groei van het
aantal reizigers door de nieuwe verbindingen. Bij een maximale benutting van de
De combinatie van het sluiten van de Ringlijn Schipholtunnel kunnen 28 (inter)natio-
en doortrekken van de Noordzuidlijn voorziet nale treinen per uur tussen Schiphol en
voor een belangrijk deel in de behoefte aan Amsterdam Zuid rijden en 8 treinen van/naar
ontsluiting en integratie van de economische de Westtak. Keuze over de invulling van deze
clusters en woningbouw van gebiedsontwik- paden vindt uiteindelijk plaats via de capaci-
keling in Haven-Stad, Zuidasdok, Schinkel, teitsaanvraag van de vervoerder bij de capaci-
Schiphol Noord(west) en Hoofddorp. teitsverdeler. In het traject Toekomstbeeld OV
2040 wordt het landelijk netwerk onderzocht.
De realisatie van deze metrolijnen zorgt Wij hebben onderzocht wat verschillende
voor verlichting van de druk op straatge- keuzen hierin kunnen betekenen.
bonden openbaar vervoer. De druk op het
tramnet neemt sterk af en het is mogelijk We hebben in het onderzoek aangetoond
om minder bussen te laten rijden van/naar dat het door de metro-uitbreidingen rond
de Amsterdamse binnenstad en Schiphol Amsterdam mogelijk is om meer (inter)
Centrum. nationale treinen te rijden door de bestaande
Schipholtunnel en vervoerknelpunten van/
Daarnaast neemt de druk op het zwaarbelaste naar Amsterdam op te lossen.
busnetwerk tussen Hoofddorp en Schiphol
sterk af en is het mogelijk om minder bussen Uit dit onderzoek is tevens gebleken dat op
te laten rijden vanuit zuidelijke richting naar Schiphol Airport het totaalaantal reizigers
Schiphol centrum. (trein en metro samen) per etmaal in alle
varianten hoger ligt dan in de referentie. Het
Op basis van bovenstaande kan geconclu- aantal treinreizigers daalt in alle varianten.
deerd worden dat het zorgt voor een betere Het aantal treinreizigers ligt in 2040 rond
ontsluiting van de gebiedsontwikkelingen in de maximale capaciteit van 125.000 zoals
Haven-Stad, Zuidas, Schinkel en Schiphol, bepaald in het MKS-traject. In sommige
Hoofddorp en PARK21 en daarmee een varianten is er een iets lager aantal treinreizi-
aantrekkelijk vestigingsklimaat gers dan deze maximale capaciteit; in andere
varianten ligt het aantal er boven.
Na het doortrekken van de Noordzuidlijn Uit de transfertoets blijkt dat de transferknel-
en het sluiten van de Ringlijn is de Sprinter punten op Schiphol sterk worden verlicht.
tussen Amsterdam Centraal en Hoofddorp via Ten opzichte van de referentie liggen de
de Schipholtunnel qua capaciteit niet meer piekbelastingen 40% lager. Er blijven nog
noodzakelijk. De zogenaamde Airport Sprinter wel normoverschrijdingen over waar in een
(8 x per uur tussen Amsterdam Centraal en vervolgstudie aandacht aan moet worden
Hoofddorp) kan worden opgeheven. Dit is besteed.
43
Conclusie:
beoordeling
hypothese
® e
61 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de vijf verwachte effecten zoals beschreven in de
brief van december 2018 punt voor punt onderbouwd met de uitkomsten van
het hypothese onderzoek. Hierbij is steeds aangegeven aan welke van de drie
hoofdopgaven dit een bijdrage levert.
De hypothese is dat: “het doortrekken van de Noordzuidlijn naar Schiphol en
het sluiten van de Ringlijn een toekomstvaste oplossing is voor de volgende
drie opgaven”:
1. (Inter)nationale OV-bereikbaarheid, opvangen van groei en
ontwikkelingen.
2. Capaciteitsknelpunt Station Schiphol.
3. Ontsluiting bestaande en nieuwe gebieds- en woningbouwontwikkeling in
de MRA.
In onderstaande paragrafen is aangegeven op basis van welke onderbouwing
gesteld kan worden dat deze hypothese met dit onderzoek kan worden
bevestigd.
Tot slot beschrijven we ook de overige effecten en conclusies uit ons
onderzoek.
45
ee
6.2 De vijf verwachte effecten
1. HET ZORGT VOOR BETERE ONTSLUITING De combinatie van het sluiten van de Ringlijn
VAN DE STAD AMSTERDAM, SCHIPHOL en het doortrekken van de Noordzuidlijn
EN HAARLEMMERMEER EN DAARMEE EEN voorziet in de behoefte aan ontsluiting
AANTREKKELIJK VESTIGINGSKLIMAAT van gebiedsontwikkeling in Haven-Stad,
Uit ons onderzoek is gebleken dat het aantal Zuidas, Schinkel, Schiphol Noord(west) en
reizigers in de Amsterdamse metro in 2040 Hoofddorp.
van 470.000 per etmaal in de referentiesi- * _ De gesloten Ringlijn in het Haven-Stad
tuatie met 110.000 tot 130.000 reizigers per gebied wordt door ca. 60.000-80.000
etmaal toeneemt. Hiervan is ca. 70.000 toe te reizigers per etmaal gebruikt
schrijven aan de Noordzuidlijn en ca. 40.000 * _ Het nieuwe station Huizingalaan wordt
aan de Ringlijn. De synergie tussen beide lij- door ca. 15.000 reizigers per etmaal
nen zorgt voor nog eens ca. 10.000 metrorei- gebruikt
zigers. Naast de toevoeging van twee nieuwe * _ Een station op Schiphol Noord of
verbindingen kan het bestaande metronet Schiphol Noordwest kan worden gebruikt
beter benut worden. Op zowel de bestaande voor te realiseren gebiedsontwikkeling en
Oostlijn als de bestaande Noordzuidlijn is aansluiting op het busnet
sprake van een groei van het aantal reizigers * _ Metrostation Hoofddorp wordt door ca.
door de nieuwe verbindingen. 24.000 reizigers per etmaal gebruikt
* _ Voor het sluiten van de Ringlijn wordt
geconcludeerd dat alle onderzochte vari- De realisatie van deze metrolijnen zorgt voor
anten voor een toename van het gebruik verlichting van de druk op het onderliggend
van de metro zorgt. Met doorkoppeling openbaar vervoer netwerk. De druk op het
op Amsterdam Centraal is de groei groter tramnet neemt sterk af en het is mogelijk
dan zonder doorkoppeling. om minder bussen te laten rijden van/naar
* _ Voor de Noordzuidlijn wordt geconclu- de Amsterdamse binnenstad en van/naar
deerd dat de routes met een tunnel Schiphol Centrum.
onder Schiphol Centrum een hogere
vervoerwaarde hebben dan bovengrond-
se varianten. Dit draagt daarmee bij aan opgave 3.
Ontsluiting bestaande en nieuwe gebieds-
en woningbouwontwikkeling in de MRA.
46
2. HET CREËERT RUIMTE IN DE In het traject Toekomstbeeld OV 2040 wordt
SCHIPHOLTUNNEL VOOR ACHT EXTRA IN- het landelijk netwerk onderzocht. Wij hebben
TERCITY'S OF INTERNATIONALE TREINEN onderzocht wat verschillende keuzen hierin
Na het doortrekken van de Noordzuidlijn kunnen betekenen.
en het sluiten van de Ringlijn is de Sprinter
tussen Amsterdam Centraal en Hoofddorp via Bij een maximale benutting van de
de Schipholtunnel qua capaciteit niet meer Schipholtunnel kunnen 28 (inter)natio-
noodzakelijk. De Airport Sprinter (8 x per uur nale treinen per uur tussen Schiphol en
tussen Amsterdam Centraal en Hoofddorp) Amsterdam Zuid rijden en 8 treinen van/
kan worden opgeheven. De Noordzuidlijn naar de Westtak. Dit is het zogenaamde
biedt voldoende capaciteit. Hierdoor ontstaat Werknetwerk van Toekomstbeeld OV. Vanuit
ruimte voor acht extra (inter)nationale treinen _ Schiphol richting Noord-Holland rijden hier 8
per uur per richting. Door binnen deze ruimte treinen per uur.
4 extra treinen per uur tussen Schiphol en Om het vervoerknelpunt tussen Utrecht
Sloterdijk en verder te rijden wordt ook daar Centraal en Amsterdam Zuid/Schiphol te ver-
voldoende capaciteit geboden. lichten wordt de frequentie verhoogd van 8x
Keuze over de invulling van deze paden vindt per uur naar 12x per uur. Het is ook mogelijk
uiteindelijk plaats via de capaciteitsaanvraag om internationale treinen van/naar Duitsland
van de vervoerder bij de capaciteitsverdeler. te rijden in deze paden Schiphol — Utrecht.
Den Helder KS $ Enkhuizen
Uitgeest Krommenie-
Assendelft Purmerend
Heemskerk Wormerveer En
Beverwijk ” Weidevenne
ak 'aandam Groningen
Driehuis Koog aan de Zaan Kogerveld Leeuwarden
Lelystad
Santpoort Noord Zaandam Nord Centrum
Santpoort Zuid | B
Amsterdam Amsterdam f
Blerpendael Haarlem Halfweg- Ek Muiderpoort Á # Almere Oostvaarders
Overveen Zwanenbur EE Ariea Almere Buiten
Zandvoort Halen me: Ae Park , EN
aan Zee Saanedde Amsterdam? EN N Á Almere Centrum
Centraal iten tn DA Almere Muziekwijk
NN JS Almere Poort
Heemstede- Weesp Ne,
Aerdenhout AN
Amsterdam | NX
Lelylaan 17 IN Naarden-Bussum
d NN Bussum Zuid
Hillegom Amsterdam / NN Hilversum Mediapark
zi AN rg term Bn
Schiphol Airport A= EN IN Duivendrecht mens N
ls en mn, Gl SSN ee Amersfoort
Hoofddorp, OPS NN Se EN pal „den
Voorhout IPIS Amsterdam IN NN gei
Nieuw PAS Bene NEENN a walandsehe
venen SS ú/ Amsterdam Holendrecht RN Hank
Leiden Rotterdam Abcoude ANENINN Utrecht
Den Breda Breukelen « ENEN Eindhoven
j DP om Londen/Paris EEA
FIGUUR 6 - SCENARIO MET MAXIMAAL GEBRUIK VAN DE SCHIPHOLTUNNEL
‘MAXIMAAL MASH". ELK LIJNTJE IS 4X PER UUR EEN TREIN. DE EXACTE
LIJNVOERING IS INDICATIEF EN WORDT NIET IN DIT TRAJECT BEPAALD.
47
De vervoerwaardestudie laat zien dat de 3. OP SCHIPHOL KOMT MEER RUIMTE
belasting van de treinen tussen Schiphol/ VOOR ANDERE VLUCHTEN, DAARMEE
Hoofddorp enerzijds en Amsterdam Zuid/ WORDT DE HUB FUNCTIE VERSTERKT
Centraal anderzijds daalt. De totale belas- Wanneer we korte afstandsvluchten substitu-
ting van de Intercity's Utrecht Centraal — eren door internationale treinen kunnen de
Amsterdam Zuid — Schiphol stijgt omdat hier _ vrijgekomen treinpaden in de Schipholtunnel
de frequentie is verhoogd. gevuld worden door vluchten naar andere
bestemmingen. Dat versterkt het bestem-
We kunnen hiermee aantonen dat het door mingennetwerk en daarmee de hubfunctie,
de metro-uitbreidingen rond Amsterdam zonder de overlast van (meer) vliegbewe-
mogelijk is om meer (inter)nationale treinen gingen. KLM is al begonnen om het aantal
te rijden door de bestaande Schipholtunnel vluchten naar Brussel te verminderen. Andere
en vervoerknelpunten van/naar Amsterdam kansrijke bestemming om te substitueren
op te lossen: door internationaal treinverkeer zijn Parijs,
« _ Meer treinen naar Zaandam en verder Londen, Düsseldorf, Frankfurt en Berlijn.
* _ Meer Intercity's naar Almere en Hiervoor is het binnen de Metropoolregio
Hilversum (en Berlijn) Amsterdam noodzakelijk dat ook Zuidasdok
« Meer Intercity's naar Utrecht (en Keulen) wordt uitgevoerd.
* __ Meer Intercity's naar Rotterdam en verder
* _ Meer Internationale HSL treinen naar
Brussel en verder
* _ Meer Intercity's naar Leiden
Dit draagt daarmee bij aan Dit draagt daarmee bij aan opgave 1
opgave 1 (Inter) nationale OV- (Inter)nationale OV bereikbaarheid,
bereikbaarheid, opvangen van groei opvangen van groei en ontwikkelin-
en ontwikkelingen gen en opgave 2 Capaciteitsknelpunt
Station Schiphol
48
4. HET ONTLAST DE TRANSFERCAPA- Uit de transfertoets blijkt dat de transferknel-
CITEIT OP DE PERRONS VAN STATION punten op Schiphol sterk worden verlicht.
SCHIPHOL Ten opzichte van de Referentie liggen de
Uit dit onderzoek is gebleken dat op Schiphol piekbelastingen 40% lager. Er blijven nog
Airport het totaal aantal reizigers (trein en wel normoverschrijdingen over waar in een
metro samen) per etmaal in alle varianten vervolgstudie aandacht aan moet worden
hoger ligt dan in de referentie. Het aantal besteed.
trein-reizigers daalt in alle varianten. Het
aantal treinreizigers ligt in 2040 rond de
maximale capaciteit van 125.000 zoals Dit draagt daarmee bij aan opgave 2
bepaald in het MKS-traject. De groei van het Capaciteitsknelpunt Station Schiphol
totaal is deels te verklaren door nieuwe
overstappers tussen trein en metro. Wat ook
bijdraagt aan de groei van het totaal is dat de
metro een deel van de functie van de bus 5. HET CREËERT EEN ALTERNATIEVE VORM
overneemt. Het aantal busreizigers daalt met VAN ONTSLUITING IN GEVAL VAN BIJ-
10.000-15.000 per etmaal (20-25%). VOORBEELD CALAMITEITEN/STORINGEN
IN DE SCHIPHOLTUNNEL
Door de aanleg van de Noordzuidlijn en Op het moment dat er een calamiteit of
het vervangen van de Airport Sprinter door storing in de Schipholtunnel of op Schiphol
meer (inter)nationale treinen wordt station zelf plaatsvindt, kunnen de reizigers vervoerd
Schiphol anders gebruikt. worden door de metro of door de trein en
«_ Veel reizigers reizen per metro in plaats metro gezamenlijk. De bussen en taxi's heb-
van trein naar Amsterdam, daardoor ben onvoldoende capaciteit om een serieus
minder treinreizigers in de treinen van/ alternatief te bieden bij calamiteiten. Door de
naar Amsterdam dan in de referentie. doortrekking van de metro naar Hoofddorp
* Minder overstappers doordat er geen ontstaat de mogelijkheid om reizigers via twee
directe treinen Schiphol — Amsterdam kanten af te voeren, naar Amsterdam en naar
Centraal rijden. Reizigers vanuit de Hoofddorp.
Zuidelijke Randstad naar Amsterdam
Centraal stappen over op de metro op
Amsterdam Zuid. Dit draagt daarmee bij aan opgave 1
* Reizigers uit Haarlemmermeer en om- (inter)nationale OV bereikbaarheid,
streken stappen in Hoofddorp over op de opvangen van groei en ontwikkelin-
metro naar Amsterdam. gen en opgave 2 Capaciteitsknelpunt
* Reizigers uit Amsterdam en omgeving Station Schiphol
naar werkgebieden in Haarlemmermeer
reizen per metro.
* __ Extra (inter)nationale treinen; hierdoor
komen reizigers meer gespreid aan
waardoor de piek per trein lager ligt.
49
6.3 Overi
. verige effecten en
conclusies
Naast de verwachte effecten zijn er nog getransformeerd tot Mixed-use district. Een
andere relevante effecten uit de onderzoeken hoogwaardig stedelijk milieu met hoge dyna-
gekomen. miek waarin wonen gemengd is met werken
en voorzieningen.
VERDERE POTENTIE VOOR RUIMTELIJK-
ECONOMISCHE ONTWIKKELING ZUIDWEST AMSTERDAM SCHIPHOL
In de vervoerkundige uitwerking is uitge- HOOFDDORP
gaan van de ruimtelijk economische vulling Binnen ZWASH is de onderstaande analyse
conform PlanZWASH500 (waarbij het getal gemaakt van het aantal woningen/huishou-
500.000 staat voor het jaarlijks aantal vluch- dens en arbeidsplaatsen dat, bovenop lopen-
ten van en naar Schiphol). De aanleg van de de en no-regret ontwikkelingen kan worden
Noordzuidlijn naar Hoofddorp in combinatie gerealiseerd in de verschillende deelgebieden
met het sluiten van de Ringlijn biedt daar van ZWASH. Deze cijfers zijn afkomstig uit
bovenop de kans voor verdere ruimtelijke en de Beschouwing baten RO-EZ (d.d. 7 mei
economische ontwikkeling binnen de ZWASH- _ 2020), uitgevoerd door BUCK Consultants
corridor en aan de Westkant van Amsterdam. International.
Bij ontwikkellocaties is een goede bereik-
baarheid van groot belang. Niet alleen voor Bijschrift tabel: Te realiseren optimalisaties
het aantal woningen en arbeidsplaatsen dat bovenop lopende en no-regret ontwikkelingen
kan worden gerealiseerd, maar ook voor het in de verschillende deelgebieden van ZWASH.
type woon- en werkmilieus. Het gebied rond Alleen het metropakket is weergegeven in
de metrolijnen biedt potentie om te worden deze tabel.
& OPTIMALISATIES î OPTIMALISATIES
(NA 2030/2040) (NA 2030/2040)
el Eel
SO
| |
3. SCHIPHOL NOORD & NW EN DO 3. SCHIPHOL NOORD & NW
4. SCHIPHOL CENTRUM EN DO 4. SCHIPHOL CENTRUM DO
| |
CONCLUSIE KWANTITATIEF __ + | CONCLUSIE KWANTITATIEF ++ |
TABEL 4. CONCLUSIE KWANTITATIEF: AANBOD/PROGRAMMA TABEL 5. CONCLUSIE KWANTITATIEF: AANBOD/PROGRAMMA
WONEN WERKEN
50
HAVEN-STAD het geval zou zijn. In de Maatschappelijke
Door het sluiten van de Ringlijn ontstaat een Businesscase, uitgevoerd door Decisio is dit
hoogwaardige ontsluiting van Haven-Stad. verschil becijferd op 37.400 woningen en
Hiermee wordt meer ruimtelijke en economi- 71.700 arbeidsplaatsen.
sche ontwikkeling mogelijk dan zonder metro
Se RE EER ik B ed.
El 1d ev fn A ee } hi % Pf Pe ER
rn ee ® PRT 4 7 4 E07 : r ZR n
Jee ee . P hl Es & Pr vi nd ' Aas £ sn N
RA | ll 5 k er 4 jd: E / Pe IN f Vi 4
CLADE nd p DE, he Ee 4 5 Ed ee £ Nt os 5
MN 7 En zen f 7 en af Ate Ee x a ld
nh ’ Se zon Je De 7 : 3 > rl í
rn — ; / 1e D ep Ee EN Ae ie EI en T hen
Mn B „Am / Á & en vd
gm ee EE 3
Î L AN SE AN kr
(RK, i Í= ie Ih EE NE en 7 Hike NN
Ei sek Ms | Úe hek RE eV IE ten
MANNE | mis : . Dm SA |
msterdam City West a OEE Nen ze ME
B Oe el dd Tek
NE ij en mijnen eN Al AEL
E 1 ARR en Enten Tse 4 ke Ë |
k a | rek Oh cl ee EN
; À í Ee, HA Ke zn Ee de ‚É
5 XO HOTE u EINE Re ES nk Pie K+} Â | : i
[:1c4 7 Ì 8 ï Tk | Aen OR 1
' be ie id Oer CEE ted, S ei 7 ij
APE ANR A RD |
8 En F0 Er Ï Ke N Pi re Nan ed,
dd PER MP OJ " A 4/7 Sd
et Ie. L Nd Rp 4 A, A RE, Ee es vk
EN OA eN d Ns Ne Id
an Fa / Herde Ren nf ie Kn eg Téate Afnsterdam Ei.
alen er ed O3 Ot !
Ee SC ie ek
OE EE NP A mi S
han gie EE eN
hi 7 , dll hr de 3 CN T dri ‘ E
HEER on Tee en Ek PWN 8
ijk k NE: EL a: L ad nk een 4 {
DI ge a NN:
SE eet OEE. Bonsst 0, :
jk zj d Wit slELS AMIN Ee. \ È \
Es LE EE ä een IE B od STE
FEN LP / ES
bk Ù A
bi XO HOTE iS ETE WE [Fooú,cente: EE d el 4 LEnS . é Kan
FIGUUR 7. GEBIEDSONTWIKKELING HAVEN-STAD IN HET NUL-ALTERNATIEF (LINKS) EN
HET PROJECTALTERNATIEF (RECHTS) VAN DE MAATSCHAPPELIJKE BUSINESSCASE
MOBILITEITSSYSTEEM AMSTERDAM — SCHIPHOL — HOOFDDORP (MASH).
51
®
6.4 Aanbevelingen en
A. ZAKEN OM VOOR HET VERVOLG (IN C. INHOUDELIJKE KANSEN OM BIJ HET
NOVEMBER) VERDER UIT TE WERKEN VERVOLG UIT TE ZOEKEN
1. Organisatie vervolg 1. De mogelijkheid het busstation op het
2. bestuurlijk gesprek over bekostiging Jan Dellaertplein op Schipholplaza (ge-
3. Hoofdrisico's benoemen en beheersing deeltelijk) te verplaatsen naar Schiphol
bepalen Noord/ de Noordwest terminal
4. Plan van aanpak voor het vervolg 2. Door deze verbindingen ontstaat er
ruimte rond de metrostations voor extra
B. ZAKEN OM TIJDENS HET VERVOLG gebiedsontwikkeling, goed om te onder-
VERDER UIT TE WERKEN zoeken waar welke extra kansen liggen.
1. Vervoerkundige optimalisatie exploitatie 3. Een nieuw metrostation op Schiphol biedt
model ruimte voor bredere ontwikkelingen op
In de vervoerkundige uitwerking is gecon- Schiphol
stateerd dat met name de op Amsterdam 4. Door bij Hoofddorp P+R te realiseren kan
Centraal doorgekoppelde variant van de hub functie van Hoofddorp verbeterd
het sluiten van de Ringlijn leidt tot een worden.
onevenwichtige bezetting van de Ringlijn.
Het trajectdeel van de bestaande Oostlijn
is naar verhouding drukker dan het
trajectdeel op de Westtak. Door op de
gehele Ringlijn met dezelfde capaciteit en
frequentie te rijden (zoals in de vervoer-
kundige uitwerking gehanteerd) kennen
sommige trajecten een lage bezetting
wat slecht is voor het exploitatiesaldo. Er
zijn andere exploitatiemodellen mogelijk,
maar deze zijn nog onvoldoende onder-
zocht en/of doorgerekend. Er wordt daar-
om aanbevolen om hier nader onderzoek
naar te doen.
2. Monetaire effecten voor de businesscase
uitwerken
52
53
Bijlagen
Bijla ge 1
Uiteangs Pp nten
In deze bijlage staan de uitgangspunten zoals deze tussen ZWASH en MASH
zijn afgesproken.
In de vervoerkundige uitwerking is uitgegaan van de ruimtelijk economische
vulling conform PlanZWASH500 (waarbij het getal 500.000 staat voor het
jaarlijks aantal vluchten van en naar Schiphol).
ONTWIKKELING MODELINPUT(2040) BEOOGDE ONTWIKKELING 2040
PLANZWASH500
9159 55.000 (deels ook noordelijk van het IJ)
| Arbeidsplaatsen | 17.763 47.000
____________ | Arbeidsplaatsen | 71.020 300.000m?
Schinkelkwartier 10.015 11.000
| Arbeidsplaatsen | 51.140 40.000
Hoofddorp 3.082 8.400 (+7.500 Noord & Centrum)
|___________YArbeidsplaatsen | 11.998 20.000
TABEL 6. VERSCHIL IN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING TUSSEN PLANZWASH EN REGIONALE PLANNEN
55
Uitgangspunten
Onderstaande tabel bevat per item de ge- Definitie van de projectalternatieven zelf is
maakte afspraken. De afspraken over de uit- uiteraard de verantwoordelijkheid van de
gangspunten voor modelstudies betreffen zo- projecten zelf. Tenzij anders vermeld betreft
wel de referentie als de projectalternatieven. het uitgangspunten voor het jaar 2040.
ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING
A. GENERIEKE UITGANGSPUNTEN
1 Prognosejaar. De prognoses worden voor 2040 Er is nog geen 2050 model, ook niet
. . bij het rijk. Komt pas in 2021, kunnen
gemaakt. 2040 is de referentie met we niet op wachten. We gaan met 2040
-indien de projecten dit wensen- gevoe- | rekenen en doen gevoeligheidsanalyses
Dn voor 2050 o.a. voor andere ruimtelijke
ligheidsanalyses naar 2030 en 2050. vullingen SEG's (wrsch.op basis van
WLO-H 2050) en 2030 (SEG's en net-
werken reeds aanwezig.
2 Prognose instrument. VENOM 2018 De voorkeur is gebruik te maken van
VENOM 2018. VENOM heeft voor regi-
onale vraagstukken het juiste detail-
niveau. VENOM 2018 bevat het meest
actuele basisjaar en moderne software
waarmee ProRail de level of service
spoor kan leveren. VENOM sluit aan bij
de modellijn LMS/NRM en wordt daar-
om door ook het rijk geaccepteerd.
VENOM 2018 is nog niet vrijgegeven
voor gebruik. Een besluit hierover wordt
op 13 september 2019 genomen.
Toestemming voor gebruik dient door
de VENOM-organisatie te worden
gegeven.
3 Scope (definitie studiegebied Bepaalt ieder project voor zich zelf.
en invloedsgebied).
B. UITGANGSPUNTEN VOOR HET REKENEN AAN BEREIKBAARHEID
1 Ruimtelijke/economische Afgesproken wordt om voor de SEG's als | SEG's zijn sociaal economische gege-
scenario’s. referentie voor 2040 zowel de vullingen | vens. In de regio zijn een hele hoop ver-
vanuit het WLO als vanuit de geoptima- | schillende sets van deze gegevens. Een
liseerde en recent (augustus 2019) voor | half jaar geleden is in alle bestuurlijke
ZWASH geactualiseerde Planvariant MRA-platforms de Planvariant vastge-
te gebruiken (werknaam: Planvariant steld. De Planvariant is na vaststelling
ZWASH). nog geoptimaliseerd door ZWASH ten
aanzien van de verdeling van arbeids-
plaatsen en ten aanzien van het aantal
luchtpassagiers Schiphol.
56
ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING
Het aantal vliegbewegingen en lucht- Recent (augustus 2019) is de Planvari-
vaartpassagiers Schiphol is een ant geactualiseerd, waardoor die nu de
belangrijke punt bij verkeersprognoses. | meest recente harde plannen voor 2040
De projecten spreken af als referentie bevat (werknaam: Planvariant ZWASH).
met de uitgangspunten van het Aeolus | Voor de Planvariant ZWASH is het uit-
H model te rekenen. Dit model houdt gangspunt gehanteerd dat verschuivin-
voor 2050 rekening met 83,6 miljoen gen van woningen en arbeidsplaatsen
passagiers. ten opzichte van de Planvariant alleen
binnen gemeentes is toegestaan (en
ZWASH heeft deze aantallen omgezet dus niet tussen gemeentes).
naar 2040 en komt voor 2040 op 80
miljoen passagiers (18 miljoen transfer | De Planvariant ZWASH wijkt af van
en 62 miljoen OD). Partijen spreken af WLO2, vooral op het gebied van ar-
deze aantallen te hanteren en hierbij uit | beidsplaatsen. De Planvariant ZWASH
te gaan van het ‘one roof’ principe. houdt ten opzichte van 2018 in de
MRA rekening met circa 250.000 extra
MASH rekent de varianten door met de | woningen.
Planvariant ZWASH. Op basis daarvan
wordt bepaald of één of meerdere tracé | NB. Voor Plabeka is de Planvariant
varianten ook wordt doorgerekend met | ZWASH niet realistisch voor met name
WLO2H. WLO2H omdat lenW hiermee Amsterdam. De arbeidsplaatsencijfers
rekent. van de Planvariant ZWASH zijn voor
Amsterdam aan de lage kant.
ZWASH, Airport Sprinter en ProRail merkt op dat er een oneven-
Ontwikkel-pad rekenen de wichtige woon- werkbalans ontstaat met
projectalternatieven ook door voor meer pendel ten gevolge.
ZWASH, Airport Sprinter en Plabeka beaamt dit en geeft aan dat
Ontwikkelpad rekenen de projectal- deze trend al jaren aan de gang is. De
ternatieven ook door voor MRA trekt arbeidsplaatsen van buiten
ons land.
Als bijlage 1 is de vulling van de Planva-
riant ZWASH 2040 opgenomen.
57
ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING
2 Prognosejaar. Mochten de projecten behoefte hebben | Met name aantal OD-luchtreizigers van
om te variëren met luchtvaartuitgangs- | belang voor landzijdige bereikbaarheid.
punten (als gevoeligheid dan wel in ZWASH heeft voor studiedoeleinden
projectalternatieven) dan wordt afge- hierover akkoord met lenW Luchtvaart-
sproken conform Aeolus H te variëren nota. Zowel de totalen als de verdeling
binnen de volgende bandbreedte voor tussen OD- en Transferreizigers zijn
2040: afgeleid uit de Aeolus module.
1. _80M passagiers (waarvan 62M OD) | In bijlage 1 is zichtbaar dat een tweede
en BOOK vliegbewegingen. terminal in NW 13.300 extra luchtvaart-
2. _112M passagiers (waarvan 76 OD) gebonden arbeidsplaatsen genereert.
en 730K vliegbewegingen. Modelmatig worden deze aan de subre-
gio Meerlanden toegedeeld.
Partijen spreken af bij het 730K-model
uit te gaan van het ‘two roofs’ concept,
te weten een tweede terminal in het
NW-kwadrant waar 28 miljoen OD-reizi-
gers worden afgewikkeld. Op de hui-
dige terminal worden dan 84 miljoen
reizigers afgewikkeld waarvan 48 miljoen
OD.
Tot slot spreken partijen af dat ten
aanzien van de landzijdige ontsluiting
minimaal een variant wordt meege-
nomen waarin de NW-terminal via de
bestaande terminal met het landzijdige
rail-en wegennet wordt verbonden (sa-
telliet concept) en dus niet zelfstandig
landzijdig wordt ontsloten.
3 Netwerken voor auto en spoor Afspraak: iedereen kijkt naar de VENOM | Voor spoor worden de landelijke
als referentie 2040 2018 bijlage waarin de pijplijnprojecten | referentienetwerken 2030 van ProRail
zijn opgenomen en of deze overeenko- | gebruikt. De variant 6basis is hierbij
men met de eigen projectaannames. de zuivere variant omdat hiervoor geen
Eventuele wijzigingen worden terugge- aanvullen-de investeringen vergt boven-
koppeld. Deze bijlage voor OV (BTMen | op het huidige MIRT-pakket. De overige
spoor) en weg is bijgevoegd als bijlage 2 | O+ varianten kunnen als maatregelpak-
ket worden ge-bruikt.
58
ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING
Partijen spreken af 6-basis als spoorre-
ferentie voor 2040 te hanteren (actie:
check VENOM hierop!). MASH gebruikt
daarnaast 8/4 als referentie. De MASH-
projectalternatieven zijn vervolgens
mutaties op 8/4 en worden met 8/4
vergeleken.
4 Netwerken BTM ledereen kijkt naar de bijlage en kijkt of
A
5 Operationele snelheid nieuwe Snelheden (BTM) worden overge-nomen | Snelheden OV hebben veel in-vloed op
OV-lijnen (pro-jectalternatief). uit het OV-toekomstbeeld regionaal. Zie | de vervoerwaarden.
bijlage 3.
MASH gaat voor de metroprojectalter-
na-tieven uit van reêle rijtijden op basis
van tracé specificaties en een maximale
snelheid van 80 km/uur. MASH deelt
deze informatie met ZWASH en ZWASH
kiest in overleg met MASH 2 varianten
die in de ZWASH
schaalsprongalternatieven mee-gaan.
Ontwikkelpad maakt gebruik van de
bouwstenen uit het regionaal OVT.
Beleidsinstellingen (ta-rieven Conform instellingen VENOM (en dus Prijsbeleid auto kan operationeel wor-
OV en auto, (elektrisch) autobe- | NRM), dus vigerend rijksbeleid (o.a. den gemaakt door met de hoogte van
zit, snelheden, autoluw, prijsbe- | relatief lage parkeertarieven en geen de autokosten te variëren.
leid, wel/niet vrachtwagen Maut, | rekeningrijden).
technologische ontwik-keling et
cetera). lenW geeft aan dat we nader moeten
bepalen hoe we gevoeligheidsanaly-ses
vormgeven rondom autloluw, parke-
ren en kosten van de auto. Ge-zien de
afspraken in het Regeerakkoord wordt
bekeken wat mogelijk is. Ook spreken
de projecten af autoluw Amsterdam
mee te nemen in een GVA (in lijn met
ambities Amsterdam).
59
ONDERWERP AFSPRAAK TOELICHTING
7 Fietsinfrastructuur Uitgaan van metropolitaan snel- VENOM 2018 bevat geen fiets-progno-
fiets-netwerk. semodel. Wel kan effect op de modal
split op matrixni-veau zichtbaar worden
gemaakt.
Internationale treinen ZWASH, Ontwikkeldpad en MASH han-
teren als uitgangspunten wat nu in het
landelijk TBOV zit( 2 keer per uur een
internationale trein van/naar Zuid (HSL).
Andere INT-treinen blijven op CS.
MASH gaat in de projectalternatieven
ook rekenen aan varianten die uitgaan
van alle INT op Zuid (dus ook Duitse
treinen naar zuid (en evt. Schiphol).
1 Algemeen Varianten voor de doorgetrokken NZL
en sluiten van de kleine metroring zijn
een gemeenschappelijke noemer van de
projecten ZWASH, MASH en Ontwik-
kelpad. Partijen spreken af om minimaal
één van deze onderzoeks-varianten
identiek over te nemen. MASH neemt
hierbij het voortouw.
2 Moment van rekenen Ontwikkelpad en MASH gaan nog in de Mocht VENOM 2018 niet op tijd af zijn,
zomer 2019 rekenen. OVT en ZWASH dan stapt Ontwikkelpad over naar NRM
voorzien pas (nieuwe) berekeningen in __| of VENOM 2016 gerelateerd aan NMCA
oktober/november 2019. knelpunten.
3 Organisatie van het rekenen ledereen gaat zelf rekenen en huurt
NE
60
Bijlage 2
B Ing vari
eoordeling varianten
INLEIDING
In deze bijlage rapporteren we over de manier waarop in de werkstroom
Tracé en Kosten de mogelijke varianten zijn beoordeeld.
In het onderzoek MASH zijn voor de Noordzuidlijn en het sluiten van de
Ringlijn mogelijke varianten geïnventariseerd. Daarbij is eerst uitgegaan van
een brede inventarisatie van varianten en is een eerste trechtering gemaakt.
De tracés zijn in een aantal stappen uitgewerkt. Een eerste trechtering heeft
binnen deze werkstroom plaatsgevonden op basis van de volgende criteria:
* Techniek en maakbaarheid (boogstralen > 300)
* Omgeving en sloopopgave / ruimtelijke inpassing
* Logica & consistentie van het geheel (vb. combi Riekerpolder zuid/
Schiphol NW)
Op deze wijze bleven per tracé vier hoofdvarianten en enkele subvarianten
over. Er is een beoordeling gemaakt van de hoofdvarianten.
Er zijn voor de Noordzuidlijn vier varianten de A4, waarna het tracé bovengronds langs
onderzocht: de Zuidwestzijde van de A4 doorgaat naar
station Hoofddorp en opstelterrein.
NZL-1 Bovengronds
Bovengronds via noordkant van de A4 en NZL-3 Lange tunnel
korte tunnel onder de Buitenveldertbaan naar Bovengronds via de noordkant van de A4, na
bovengronds kopstation Schiphol Centrum Anderlechtlaan een korte onderdoorgang on-
(ten noorden van WTC) en door naar station der de snelweg en spoorbundel naar zuidzijde
Hoofddorp en opstelterrein. A4 richting huidig OV-knooppunt Schiphol
Noord, met lange tunnel ondergronds verder
NZL-2B Korte tunnel met optionele halte naar doorgaand station Schiphol Centrum
Schiphol NW (ten noorden van WTC), ondergronds door
Bovengronds parallel langs noordkant van de tot aan de A4, waarna het tracé bovengronds
A4 en Schiphol Noordwest, via tunnel naar langs de Zuid-Westzijde van de A4 doorgaat
doorgaand station Schiphol Centrum (ten richting station Hoofddorp en opstelterrein.
noorden van WTC), ondergronds door tot aan
61
NZL-4 Gestrekte tunnel Bovengronds tot spoorbundel richting
Bovengronds via de Noordkant van de A4, Haarlem en vanaf daar start een boortun-
na Anderlechtlaan een korte onderdoorgang nel richting station Nassauplein, langs
onder de snelweg en spoorbundel naar Haarlemmer Houttuinen voor ondergrondse
zuidzijde A4 richting huidig OV-knooppunt aansluiting op de Oostlijn in het metrostation
Schiphol Noord , direct ondergronds verder Amsterdam CS.
naar doorgaand station Schiphol Centrum
(ten zuiden van WTC), onder heel Schiphol R-4: Noordelijk geboord via Oostzaanstraat
Centrum door, passeert de A4 en A5, waarna Vanaf Isolatorweg bovengronds langs het
het tracé bovengronds aan de zuidkant van bestaande metro-emplacement, voor de
de spoorbundel doorloopt tot aan station kruising met het hoofdspoor en Nieuwe
Hoofddorp en opstelterrein. Hemweg start een boortunnel richting station
Haven-Stad (ligging in het verlengde van de
Er zijn voor het sluiten van de Ringlijn drie Oostzaanstraat), ondergrondse kruising met
varianten onderzocht: het hoofdspoor richting station Nassauplein,
ondergronds verder langs Haarlemmer
R-1: Zuidelijk bovengronds via treinspoor Houttuinen, naar ondergrondse aansluiting
naar Oostlijn op de Oostlijn in het metrostation Amsterdam
Vanaf Isolatorweg bovengronds langs het CS.
bestaande metro emplacement, langs de
zuidzijde van het hoofdspoor richting station
Haven-Stad (ligging bij Transformatorweg).
Bovengronds tot spoorbundel richting Voor het beoordelen en scoren is gebruik
Haarlem, via onderdoorgang richting station gemaakt van een 5-puntsschaal:
Nassauplein. Vanaf dit station via het huidige ++ Uitstekend: mogelijk boven verwachting
treinspoor langs Haarlemmer Houttuinen, + Goed: wenselijk niveau
ondergronds bij Nieuwe Westerdokstraat voor +/- Redelijk: minder dan beoogd, maar
ondergrondse aansluiting op de Oostlijn bij mogelijk goed genoeg
metrostation Amsterdam CS. - Matig: niet goed genoeg, aanpassing
nodig
R-3: Zuidelijk geboord - Slecht: potentiële showstopper
Vanaf Isolatorweg bovengronds langs het
bestaande metro-emplacement, langs de
zuidzijde van het hoofdspoor richting station
Haven-Stad (ligging bij Transformatorweg).
62
Beoordeling verlengde Noordzuidlijn
Maakbaarheid (--) omdat er kop gemaakt moet worden en
De aanleg van de metro in een gebied waar de metrosporen elkaar kruisen, waardoor de
veel activiteiten en bebouwing is, zoals bij beoogde spitsfrequentie in de toekomst niet
Schiphol en de Zuidas vormt een uitdaging. kan worden verhoogd. Alleen de gestrekte
Ook zijn er specifieke restricties vanuit de tunnel NZL-4 scoort slecht (--) op robuustheid
luchthavenoperatie. Daarom scoren bijna doordat deze niet door te trekken is naar een
alle varianten matig (-) op maakbaarheid. eventuele NW terminal.
Ervaring met vergelijkbare tracés is dat er
voor de technische en ruimtelijke vraagstuk- Ruimtelijke inpassing
ken oplossingen gevonden kunnen worden. De bovengrondse varianten NZL-1 en NZL-1A
Variant NZL-4 (Gestrekte tunnel) krijgt voor scoren matig (-) op ruimtelijke inpassing.
maakbaarheid de beoordeling slecht (--) om- Vanwege de volledig bovengrondse ligging en
dat er mogelijk een conflict met de bestaande de aanwezigheid van andere functies is de
treintunnel ontstaat en er voor het station op inpasbaarheid minder goed.
Schiphol zeer weinig ruimte is als de nieuwe
Terminal A is gebouwd. De korte tunnelvarianten NZL-2 en NZL-2b en
de lange tunnelvarianten NZL-3 en NZL-3a
Hinder realisatie en eindfase voor omgeving scoren redelijk (+/-). op ruimtelijke inpassing.
Bijna alle varianten scoren redelijk (+/-)op de Het station van NZL-4 is moeilijk inpasbaar op
hinder tijdens de realisatie- en eindfase voor Schiphol Gentrum en scoort matig.
de omgeving. De hinder blijft relatief beperkt
door bundeling met andere infra en buiten Gebiedsontwikkeling
Amsterdam is er relatief weinig stedelijke Voor alle varianten geldt dat er bij Amsterdam
omgeving. Alleen variant NZL-4 (Gestrekte Zuid al veel ontwikkeld is. Door de metro zijn
tunnel) scoort minder goed en krijgt op dit geen nieuwe gebiedsontwikkelingen voorzien.
aspect de beoordeling matig (-)door verwach- De werklocaties en de woongebieden bij
te hinder voor Terminal A en de landzijdige Amsterdam Zuid worden beter ontsloten en
infrastructuur. zo bereikbaarder voor meer werknemers.
Robuustheid Rond station Johan Huizingalaan is ten noor-
De meeste varianten scoren positief op den van het knooppunt de Nieuwe Meer een
robuustheid omdat ze in de toekomst uit- grootschalige gebiedsontwikkeling gepland
breidbaar zijn. Echter NZL-1 scoort slecht onder de naam Schinkelkwartier. Door de
63
komst van de Noordzuidlijn zal geen volume Kosten
worden toegevoegd, maar meer kwaliteit. Voor De verschillen in kosten van de varianten
de varianten die langs Schiphol Noord-West liggen in een bandbreedte tussen € 1,6 — €
gaan, geldt dat hier ruimte is voor bedrijvig- 3,4 mld. Variant NZL-4 (gestrekte tunnel)
heid al of niet gekoppeld aan een tweede heeft de laagste kosten met € 1,4 — 3,0 mld.
terminal (NZL1-B, NZL2-B). Voor de lange (ex BTW, PP 2019).
tunnel (NZL3) gestrekte tunnel (NZL4) zijn er
minder mogelijkheden voor gebiedsontwikke- Planning
ling bij Noord-West omdat ze aan de zuidkant Zoals uit het overzicht van de planning
van de A4 liggen. blijkt kunnen de varianten NZL 1B, NZL-2B
en NZL-3 najaar 2031 of begin 2032 opera-
Bij Hoofddorp zijn kansen voor gebieds- tioneel kunnen zijn. De bouw NZL-4 vraagt
ontwikkeling en die zijn voor alle varianten meer tijd omdat de aanleg van het complexe
gelijk. Schiphol Trade Park (STP) is 736 ondergrondse station met de looproutes op
hectares groot en is multimodaal ontsloten Schiphol de bepalende factor is en exploitatie
met ligging aan de A4, in de nabijheid van kan start in augustus 2035 starten.
station Hoofddorp en met een eventuele
extra halte bij STP. Ten noorden van het Vervoerwaarde
station Hoofddorp ligt Hyde Park, waar een De verlengde Noordzuidlijn neemt vervoer
grootschalige transformatie plaatsvindt van over van het treinsysteem tussen Schiphol en
een kantorenpark naar een nieuwe woonwijk Amsterdam en doet het qua vervoerwaarde
met hogere dichtheden dan Hoofddorp nu goed. De transfer op de knooppuntstations
kent. De wijk Graan voor Visch ten oosten van Schiphol en Zuid neemt af qua drukte omdat
het station is een gemengde wijk met lage er directere verbindingen ontstaan waardoor
dichtheid, die wordt getransformeerd. de behoefte om over te stappen afneemt. De
verschillen in vervoerwaarde van de diverse
Afhankelijkheden onderzochte tracés van de Noordzuidlijn
De variatie zit vooral in het wel of niet aan- zijn relatief beperkt. Het aandoen van de
doen van de locatie Schiphol Noord-West. De locatie Noord-West kan een positief effect op
eventuele komst van een tweede terminal bij de vervoerswaarde hebben, indien daar een
Noord-West is een mogelijke afhankelijkheid. nieuwe terminal komt of ingevuld wordt met
Echter er zal bij het niet realiseren van een andere verstedelijkingsconcepten. Het omrij-
terminal ruimte zijn voor andere ontwikkelin- den en het keren op Schiphol Centrum kost
gen die een eventueel metrostation kunnen relatief veel tijd (NZL-1B). De meest directe
rechtvaardigen. variant (NZL4), die overigens Noord-West
niet aandoet, scoort relatief goed vanwege de
kortste reistijd.
64
CRITERIA THEMA'S NZL-1B NZL-2B NZL-3 NZL-4
Ruimtelijke inpassing
Gebiedsontwikkelingen
Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld.
de
TABEL 7. TOTALE BEOORDELING NOORDZUIDLIJN
65
Beoordeling Sluiten Kleine Ring
Maakbaarheid de functiesoort en mix van de ontwikkeling
De technische maakbaarheid van de varian- niet zelf kan bepalen (vanwege het ontbreken
ten verschilt niet sterk, maar is op bepaalde van grondpositie).
punten wel complex. Dit geldt onder meer
voor de aansluiting op het bestaande metro- Afhankelijkheden
netwerk bij Amsterdam Centraal. Op het gebied van afhankelijkheden zijn de
meeste varianten gelijkwaardig beoordeeld:
Hinder realisatie en eindfase voor omgeving redelijk (+/-). Voor alle varianten geldt dat er
Van het bovengrondse tracé R-1 wordt veel afstemming nodig is met de verdichting in
hinder in de realisatie verwacht. De twee het gebied Haven-Stad. De variant R-1 heeft
geboorde varianten scoren goed (R-3) redelijk meerdere afhankelijkheden en is als matig
(R-4), vanwege complexere inpassing station gescoord. Daarbij gaat het o.a. om de bouw-
Oostzaanstraat. werkzaamheden van PHS voor Amsterdam
Centraal. Daarnaast is door NS/Prorail
Robuustheid aangegeven dat ombouw van het Prorail spoor
Alle varianten scoren goed op robuustheid, pas kan starten na realisatie van de doorge-
doordat ze extra redundantie toevoegen aan trokken Noordzuidlijn naar Hoofddorp, zodat
het metrosysteem. Alleen R-1 scoort slecht er te allen tijde een directe verbinding is van
(--) doordat het de robuustheid van het spoor Schiphol naar Amsterdam Centraal.
verslechtert vanwege uitname van capaciteit.
Kosten
Ruimtelijke inpassing De verschillen in kosten van de varianten
De bovengrondse varianten R-1, leveren grote liggen in een bandbreedte tussen € 0,/ — € 2,
problemen op voor de ruimtelijke inpassing, mld. De aanlegkosten van R-1 zijn het laagst
met name ter plaatse van de Haarlemmer met € 0,7 - 1,4 mld., R-3 is gemiddeld met €
Houttuinen, en scoren daardoor slecht (--) 0,9 - 1,9 mld. en R-4 via de Oostzaanstraat
op dit aspect. De variant R-3 is deels boven- heeft de hoogste kosten met een bandbreed-
gronds en levert hinder op voor inpassing en te van € 1,1 - € 2,2 mld.
is als redelijk beoordeeld (+/-). De geboorde
varianten R4is in principe goed (+) inpasbaar. Planning
Voor alle varianten is een planning opgesteld
Kansen voor gebiedsontwikkeling die varieert van start exploitatie in januari
Vanuit de ontwikkelpotentie van Haven-Stad 2031 (R-2) tot november 2034 (RI). Daarbij is
bezien gaat de voorkeur uit naar de varianten ook in beeld gebracht welke kunstwerken of
die de Hemknoop aandoen (R-l en R-3). Deze omgevingen complex zijn en waar meer tijd
locatie biedt mogelijkheden om zeer hoge voor nodig is. Voor de tijdelijke varianten geldt
dichtheid te realiseren en dat is ook goed dat zij net als R-1 een planningsrisico kennen
mogelijk vanwege eigen grondposities van de omdat zij gebruik maken van het treinspoor
gemeente. De variant via de Minervahaven (R- op station Amsterdam Centraal, waar veel
4) heeft niet de voorkeur omdat niet aan alle afhankelijkheden zijn van andere projecten.
zijden van het station Minervahaven verdicht Zie hiervoor ook de afhankelijkheden.
kan worden door de aanwezigheid van parkzo-
nes en openbare ruimten en dat de gemeente
66
Vervoerwaarde de tracévarianten kunnen redelijk omvangrijk
Het sluiten van de Ringlijn heeft een groot zijn met een omvangrijkere ruimtelijke
positief effect op de reizigersaantallen aan ontwikkeling. De varianten R-1 en R-3 kennen
de westkant van Amsterdam, maar ook de de kortste route en het station Haven-Stad
Oostlijn groeit daardoor flink. De verschillen ligt midden in het verstedelijkte gebied en zijn
in vervoerwaarde van de diverse onderzochte goed (+) beoordeeld. Het tracé R-4 is iets lan-
tracés van de gesloten Ringlijn zijn relatief ger en het station Haven-Stad ligt excentrisch
beperkt in het verkeersmodel, gegeven een van het centrum van de gebiedsontwikkeling
beperkte groei van nieuwe gebiedsontwikke- en is daarom redelijk (+/-) beoordeeld.
lingen bij Haven-Stad en Hooffdorp. De on-
derlinge verschillen in vervoerwaarde tussen
CRITERIA THEMA'S se sen) se
Gebiedsontwikkelingen
Kosten opbrengsten Kosten aanleg € mld.
de
TABEL 8. TOTALE BEOORDELING SLUITEN VAN DE RINGLIJN
67
Bijlage A: Rapportage Tracé en kosten
Bijlage B: Rapportage Businesscase en bekostiging
Bijlage C: Rapportage Vervoerkundige uitwerking
68
EN) 1 Ce * ES Ek A € Den CEL NARE
eN 5 mA a) OPN EED
Se EL tk Ee bn B OE ; tn ia de
Umm 'lm EEE OOOr EE EE n EE Lp, À tp ale
EN NN - e ee Ds f En 45 vern
ln B Enter, Ze, INL” 7 MEER D:
+ El, eit its mi | SE HE en ere _ DS a
er Oer ‚ B : 8u SOM hs k
- 4 08 88 ese Eg î 1 „5 e & ee id re
E he EE E mn = 4 % Te ED. & UA bos Se ze zet 5 Ö
e nt Ee he me Dm ma de ml: A a à E ij: ve
| mn GER SS eN eh q
Wir enn 7. ij« \ nm gr Granen” 4 Bi 5 ,
Ent € mel on : H Ï n = % ese id '
mT “NEE Ke Er DE MR, Nn
= HE Ee *(£ Emile PN Nes Oee
UE REL d Me " sebrer CIE me Re Á ee
er AES: 3e ee SME Tk ERA Ee \ NE ZEN. 48
Hr 5 eer Be
5 B Tse 5 n a ek Ar er 5 id
5 = el „' MN a ad zl Á _ Ee ï En, KS ijee 5 < Le
A on nt Pet ze Ee NE dE
7 SEr zi Bn te matt — cet wegogapotnos Ee is m SSULIEn SS, "ERE Pati 8 \ me:
CEP En LA
ee Sen 5 5 sais Merci | ZEER due lijn Rie sg kins SNIEZN 7 Ellie eer en oe En
We NS BS, en SIRE freres fi Sr US “ Mn Mes Il Ln So , u 2 NK
EI Pr zits SE ee B bee ED mj Nen ELSE ES N
SVA IE.
Se Ve lms Er ed 55 Hr EOase flim ARN 5 hin A Oe,
_ 7 A Ee Em nr ze Ee. Se #6 OEI)
ä MD SALCA SSD geel Bl In, EE el HENNA: iS sn 0/4
AL x N, - rTMS | EEE Cf. ten, Sfeen head rd ZAT AA
De kn . en oee Vi fan Ma az I EAN INA 2 INAS MP
A: ee Scan WEE SNIARAG
“ EA a sisa * WE es, Wis ENIS
„ SHE ten Slee WENS S
“, is RD OA Etje SWO EENES NE Se
en t s+ ze ï 00e ae, zE sa itn tl s nn, „BN En 5
5 Oel El Ji Ath rn Jeen (s=:5 q Es fn
a: me: EE seline mieten nn
ne ST is Pe … ek Wer - ze SOD OLE, ag Mm 5 AS ie Ee dem ed E
mt aj d Ge Ee „Magi oad8h heek k ssl ee zend 2e, SE Dee ;
en „ Ee Her ne em eK a en Ted NE Zer . Pr SSI eN
Ò u ev A rt ats z vandir: erk We NOEL mio) Ì zend Em IN Ze ttid se Ee
* En N En at nd: we ze 4 Ee Zee 1E 7 zen . ef ben Eg pe &
Vr NE AA als. WEN Se Ei SN! rie ante EE Ee
5 % Tm ran Ol ln Saan ee SC Cg JE zld | B: EDEN ME en Se
3 EP LE @ ani Dr sE COO BE man mem BRE ME ERN DE a En sE Ee
« NAE Dr ES AN ee pag aai zuaor 35 ijn Zer tn SS Sk
a S. tt es NV Nen ke ghb: 3 OUJJ BE DSS anr ne beek
Lb rr lr qe MEE A IEP EE AAS ETE SFA
al d “ a, on A da ns „EA lm Zit nm sale Bs LO IIS aan Snes
ai et ee a Gl U Zu, erder Wm JI ne jj: Pod ls Sn en hebss |L
RN SE AEEA, Erkent gee dl ú oe ass, ital gein Bess d
NE hg La the an ee SEN
Nn CE SD nan [EP OOS nne: bag
ee ee ML A en Letse gi KE 5 Az wrr ke SU ee: ei INN
s SN ar ii Ee WE Em Ù Edi N en zet A zene WE ei WE zn
Er pe EN eee dà Ee En ÎnE ’
5 EEEN Es er ar Sik, Ee Ë TE
: 4 Gr MEN. en ee EM EEN kr 2
g ES bis En KN es FN 5 : Ì el de Eten Gn a [== En Eea
oi EAN PW eZ B A _ OT er je
ak N Ss Gj AD En De AE reen DER ja I= Det
EO OA É mi COgiia C oN
5 at ® hate, Ee
kà ” EE En «
eben et 8 nn
En 8 Sg = hal Mi petoidosldigoo 5 1
EN … A WE nie oradsddenmeniar: …
Is NA, ; edoan lee Sant zaniemmi masmkis — -
EN et Ä me _ De kn DO Ee 2 Re
0 : be …StESsmmzmam See
ee f ad î Nn [Be Soni. EE a rt Ten,
: / sr een ‚ze TRG Lan tEed en i
( zur Cvane + NE Lbs! PR ü B
8 ne sr IE AN an: B ee
L _ En Sil dana en,
Nine “mige dab dt Epo LES
Er A Bake Bn Shet tE S
\ De ai ES BESh ae EED Sie za 5 mi, et
Ne vam Le en Sirs ME TO, ie
DE Re peel ed rn „
£ El ne Ee rit Weel = -
Xe 6 s. © in ln IEEE nd
Or ee „> en ie ET
5 t St : 3 Kra RES SIE en
f _ LA E N _ Pr ed Er Dy
ke En oe Te j reen © B 4
De A 7 &e + eN
#: ee SS zt Ope ® As . Ì wdd DE % a en >
Ln % 8 À ‘ 5 AOR An Oli dr zins
Ne, Spots Ì Ô Pe HR mi, LEENE Mp nt Ee «25
% ZN 6 GS, s$ Ep s, Kera Zi Bie ane Fiel Ent S/E
vk / A Mb PL ene Vat
AEK - © ve Ke NEER EEG me, ee
8e d ek fen Saar ECE aire en
f © Sf Ie es Em JE en EN Bajis a
Cad Jt AN torn ae 4 er rd dip Te He Barrie Ee —
ZIN ” é s Zn ‘ HE eet Pl? Ar r Een _ ee Á Lr _
ci ie + Ge Anet Bede Nep P Hlppe SU EE le Et ds ;
EN « Ne Nt RDE GUEG Be ES an PE té
S Sp EE DEE We Ee oan A liner
TN °S es NN ts VIE Near dE Ot
Mp 1 NV E, se EE EE ENNE An ee Rt en AE Aas UE 5
Ì ID Dd REN Lp ag Lr A A ns &
% WE „ KA we, ere GREAES B 5 D is, ae ae } d NE Ee el GERD: E oe Ee
a ER ER WE Si ES, Ee E RE me Nan u en SE 8
Ì & : © en eN. : De 8 ee Re Ze Rat 5
è EN Ns 8 A oe BN 4 nn dé: ä ne tj ä Se
8 * VEA: CAE et ii A. ENA ä Sig … E 5
Hr EP Ne dr EE ae
ON EE EDEN ME Ee Tes si de Ee
% Nrd EN ke Fers e -
68 Ae RA CEN ne
PELON Bi NE at B n= ì & nt
A A L rete SL Ee ir " a _ te
Orr 2 AMEN Nn A De ndr Ee Seer
EE BEAN. Vane SN Te 8 zi
EN En ee RS : e me dri)
EAA A Re 8 EE: Kn
De es ste vn > Dn en
A Nee adt xl > n Qd
e nd Ee à _ EN 5
ASS « ". … &
jee 0 2 Eng
Ze ®: 5 En ; _ “
Ae Dd en
3
ge e >
wt ié
| Onderzoeksrapport | 70 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 871
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015
(pilot regenwater voor huishoudelijke activiteiten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— inde begroting als doelstelling wordt aangegeven dat Amsterdam een goed
werkende en robuuste riolering dient te hebben;
— dit college aangeeft te willen inzetten op duurzaamheid;
— Amsterdam net als andere steden te maken heeft met veel bebouwing en
klimaatverandering, wat hevige piekbuien met zich meebrengt;
— een uitgekiend beleid nodig is om regenwater zo goed mogelijk te bergen;
Constaterende dat:
— een grote hoeveelheid neerslag rechtstreeks terecht komt in het riool;
— door regenwater niet direct te laten afvloeien naar het riool maar eerst voor andere
doeleinden te gebruiken, het riool en waterzuiveringsinstallaties veel minder belast
worden;
— dit bovendien een besparing kan opleveren voor bewoners,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken of bij een gemeentelijk nieuwbouw- of renovatieproject een pilot
kan worden gedaan waarbij regenwater wordt gebruikt voor huishoudelijke
activiteiten, zoals toiletspoeling, tuinbesproeiing, wasmachine, etc;
— de uitkomst van dit onderzoek terug te koppelen aan de gemeenteraad uiterlijk in
juni 2015.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Leefomgeving en Economie van
6 oktober 2015
Vergaderdatum dinsdag 6 oktober 2015
Tijd 20:00
Locatie President Kennedylaan
Voorzitter _R. Piers
Bestuursondersteuning A. van Driel
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen
3. Spreekrecht belangstellenden
4. Vaststellen concept-verslag van de vergadering van 2 september 2015
5. Toezeggingen en termijnagenda
6. Vragen over actualiteiten aan het DB
7. Adviesvraag voor het Amsterdams Ondernemers Programma 'Ruimte voor
ondernemers!’ 2015-2018
(ter bespreking)
8. Marie Heinekenplein PvE en VO
(ter bespreking)
9. Sluiting
1
Commissie Leefomgeving en Economie - dinsdag 6 oktober 2015
Ter kennisname stukken:
- Aanwijzingsbesluit gewijzigde OAIS locatie 14-05 PC Hooftstraat t.h.v.
101 in de wijk Museumkwartier
- Aanwijzingsbesluit gewijzigde OAIS locatie 40-04 t.h.v. Rijnsburgstraat 34
in de wijk Hoofddorppleinbuurt
- Memo stand van zaken uitvoeringsplan verkeersveiligheid
2
| Agenda | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 26 juni 2023
Portefeuille(s) Sociale Zaken
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Directie Inkomen ([email protected])
Onderwerp Eindrapport Amsterdams experiment bijstand
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief bied ik u met trots het eindrapport van het Amsterdams experiment met de
bijstand aan. Het rapport kijkt terug op ruim vier jaar (2018-2022) onderzoek naar verschillende
vormen van begeleiding van bijstandsgerechtigden en geeft (beleids)aanbevelingen voor de
vitvoeringspraktijk. Op 27 juni a.s. organiseert de gemeente Amsterdam samen met de Hoge
School van Amsterdam (HvA) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) een slotconferentie,
waarvoor u bent uitgenodigd. De onderzoekers presenteren dan de inzichten en aanbevelingen en
gaan hierover met de aanwezigen in gesprek. Wij nemen de aanbevelingen, die deels al zijn
overgenomen, ter harte.
Met het eindrapport komt het experiment met de bijstand in Amsterdam ten einde. De inzichten
gebruiken we om de regeling bijverdienen in de bijstand, die sinds 1 maart 2021 openstaat voor
iedereen die in Amsterdam bijstand ontvangt, te verbeteren. Hoe het college opvolging geeft aan
het eindrapport leest u in deze brief.
Aanleiding experimenten Participatiewet
Op 1 april 2017 trad het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet in werking, waarmee
gemeenten de mogelijkheid geboden werd om door middel van experimenten te onderzoeken
hoe de Participatiewet met betrekking tot arbeidsinschakeling van bijstandsgerechtigden
doeltreffender uitgevoerd kan worden. Om als experimenteergemeente in aanmerking te komen
om op onderdelen en voor een bepaalde periode af te wijken van de wet, werden voorwaarden
gesteld. Een voorwaarde was, dat de bij de wet verplicht voorgeschreven verordeningen van de
aanvragende gemeente in overeenstemming zijn met de wet, zoals het verplicht toepassen van de
tegenprestatie.
Amsterdams experiment
De stringente, voor Amsterdam veel te beperkende randvoorwaarden van het landelijke
experiment onder de AMvB!, was voor Amsterdam in 2017 aanleiding een eigen experiment op te
zetten op basis van de motie van de leden Groot Wassink, Verheul en Bijleveld? Het experiment
+ Gemeenten die binnen de kaders van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet onder de
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
experimenten met de bijstand uitvoerden waren: Groningen, Deventer, Nijmegen, Tilburg, Utrecht/Zeist en
Wageningen.
2 amsterdam. raadsinformatie.nl/2017/motieg73/experimentbijstand
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023
Pagina 2 van 5
was een kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het effect van verschillende
begeleidingsvormen en naar het effect van de bijverdienpremie op economische en
maatschappelijke participatie en welzijn van de deelnemers. Het experiment kende rond 5.000
deelnemers waarvan ca. 750 meededen aan het wetenschappelijk onderzoek. Doordat het
Amsterdams experiment niet onder de AMvB viel, werd het experiment naar eigen wensen
opgezet. Door de verschillen in met name de duur (vier jaar in plaats van twee jaar, inclusief een
extra jaar effectmeting) en het volume aan deelnemers, bood het Amsterdams experiment de
kans op meer wetenschappelijk betrouwbare inzichten.
Kern van de aanbevelingen en opvolging
Zoals eerder met u gedeeld* heeft het college begin 2021 besloten tot een vervolginzet naar
aanleiding van tussentijdse inzichten van het experiment, met name vanwege het positieve effect
van de bijverdienpremie op het werken in de bijstand. Daarmee krijgen sinds 1 maart 2021 alle
Amsterdammers die werken in de bijstand de bijverdienpremie. De bijverdienpremie maakt
werken in de bijstand aantrekkelijker en stimuleert bijstandsgerechtigden om de stap naar werk te
maken, zodat werken in de bijstand loont en een bijdrage levert aan het versterken van
bestaanszekerheid. Meerdere gemeenten in Nederland hebben het voorbeeld van Amsterdam om
de bijverdienpremie als regeling in te voeren opgevolgd?.
In het eindrapport doen de onderzoekers uitgebreide aanbevelingen voor (aanpassing van) de
dienstverlening aan bijstandsgerechtigden. In de raadsbrief van 16 januari jl. heb ik vw raad al
geïnformeerd over de inzichten op basis van de nameting (T3). Een belangrijke constatering is dat
er geen significant verschil is tussen de drie begeleidingsvormen. Dit betekent dat niet één
bepaalde vorm van begeleiding passend is en dat er ruimte is om bijstandsgerechtigden maatwerk
te bieden. Uit het experiment bleek ook dat bijstandsgerechtigden die meer dan 16 vur per week
werken, meer kans hebben uit te stromen naar werk dan mensen die minder dan 16 vur werken
(grafiek 1).
Grafiek 1: vitstroom®% op basis van werkuren
Percentage uitstroom naar werk
in T3 ten opzichte van TO
zo 41% 40%
20 22e mn n n
20
10
0
o 1-16 17-24 =24
Gedurende het hele experiment
blijkt dat mensen met een
parttime baan van meer dan 16
uur vaker uitstremen dan
mensen zonder of met werkuren
gelijk of minder dan 16 uur.
3 De drie begeleidingsvormen zijn: extra aandacht, zelfregie en reguliere begeleiding. De respondenten die
reguliere begeleiding kregen heetten in het experiment de vergelijkingsgroep.
4 amsterdam.raadsinformatie.nl/document/raadsinformatiebrief2021116
5 Onder andere de gemeenten Wageningen, Leeuwarden en Rotterdam
$ amsterdam.raadsinformatie.nl/document/raadsinformatiebrief20230116
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023
Pagina 3 van 5
Mede door de inzichten vit de jaarlijkse tussenrapportages en het effect van de bijverdienpremie is
al een aantal zaken in gang gezet. Naast het beschikbaar maken van de premie voor iedereen is de
afgelopen 2 jaar intensief ingezet om bijstandsgerechtigden beter te kunnen koppelen aan
beschikbare vacatures: niet-werkenden worden naar werk toegeleid op basis van het gezamenlijk
ontwikkeld klantbeeld, waarmee een werkperspectief in kaart is gebracht. We hebben werkende
parttimers geholpen aan vrenuitbreiding en hen ondersteund bij het vitonderhandelen van betere
arbeidsvoorwaarden. Met deze aanpak zijn ondertussen meer dan 300 parttimers begeleid naar
volledige uitstroom uit de bijstand.
De aanpak krijgt een regulier vervolg: er is een visie op deeltijdwerk vastgesteld, waarbij onder
andere ook deeltijdwerk als hoogst haalbaar voor een belangrijke groep mensen in de bijstand
wordt gewaardeerd. Om bij deeltijdwerk te zorgen voor een betrouwbare en foutloze
inkomstenverrekening en werkenden met vooralsnog vaste inkomsten te ontlasten, zijn we
gestart met pilots die deze verrekeningen eenvoudiger maken en waar mogelijk het proces te
automatiseren. Deze pilots lopen door en worden gefaseerd uitgebreid van vast naar variabel
inkomen. In het najaar wordt u hierover nader geïnformeerd.
Agenda bestaanszekerheid
Het experiment laat de meerwaarde zien van een gedifferentieerd gemeentelijk bijstandsbeleid,
met minder focus op uitstroom en meer zicht op de individuele mogelijkheden en beperkingen van
de bijstandsgerechtigden. Naast aandacht voor deeltijdwerk was er ook ruimte voor andere
vormen van participatie, zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg. Dat blijkt voor een substantiële
groep bijstandsgerechtigden het hoogst haalbare. De bijverdienpremie is daarbij een belangrijk
instrument, een kansrijke eerste stap richting het versterken van meer bestaanszekerheid.
We werken dit verder uit in de Agenda bestaanszekerheid, waarin de visie van het college op dit
onderwerp zal worden verwoord. We willen af van ad hoc maatregelen als reactie op de actuele
bestaanszekerheidscrisis en gaan als gemeente voor de lange termijn een aantal verbeteringen
doorvoeren. De uitkomsten van het experiment sluiten daar op aan: in Amsterdam wordt het
bijstandsbeleid gebaseerd op vertrouwen in de burger en de inzet op wat wél mogelijk is, in plaats
van wat niet mag of kan. Waar heeft iemand wél recht op, is iemand ook echt geholpen of is er
wellicht ook nog andere hulp nodig. De speerpunten zijn: nabije dienstverlening, persoonlijk en
integraal.
Community of practice?
Uit het experiment kwam nogmaals duidelijk naar voren dat de klantbegeleider een cruciale rol
speelt bij het welbevinden en de perspectieven van bijstandsgerechtigden. Persoonlijke aandacht,
vertrouwen, het maken van een weloverwogen begeleidingskeuze, medezeggenschap over de
doelstellingen en het tempo daarin (maatwerk, geen one size fits all) vereisen investeringen in het
vakmanschap van de klantbegeleider en het professionaliseren van de dienstverlening. Dit is mede
de reden waarom Amsterdam samen met andere gemeenten en partners? deelneemt aan de
Community of Practice Gewogen Maatwerk vanuit Divosa, waar juist op deze onderwerpen
ingezet wordt.
7 divosa.nl/commvunity-practice-gewogen-maatwerk
8 Met onder andere gemeente Arnhem, Den Haag en Tilburg, beroepsopleidingen, de Beroepsvereniging voor
medewerkers in sociale domein (SAM; sam.nl) en het wetenschappelijk onderzoeksbureau TNO (tno.nl) wordt
gewerkt aan verbetervoorstellen voor de re-integratiepraktijk op basis van wetenschappelijke inzichten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023
Pagina 4 van 5
Verdere opvolging van de aanbevelingen
Het college zal verder kennis nemen van de aanbevelingen. Het is niet mogelijk om âlle adviezen in
het eindrapport gelijktijdig op te volgen. Belangrijk is om de lessons learned uit het experiment
onder de aandacht te brengen en te implementeren. Kern daarbij is meer persoonlijke aandacht,
maatwerk, waar nodig frequent(er) contact, op een wijze waarop bijstandsgerechtigden zich
gezien, gehoord en gewaardeerd voelen.
Uit de nameting bleek al dat voor specifieke groepen Amsterdammers (extra) kwalitatieve
aandacht en maatwerk voor de (werkzoekende) bijstandsgerechtigde meer oplevert als het gaat
om (meer) kans op werk, werk en werkbehoud. Zie ook grafiek 2. Onder het project
‘Amsterdammers begeleid aan de slag’ worden al verschillende nieuwe vormen van begeleiding
uitgeprobeerd met als doel het vergroten van de duurzame arbeidsparticipatie van mensen met
een (vermoedelijke) arbeidsbeperking.
Grafiek 2: % werkenden (betaald werk) per tussenmeting en per begeleidingsvorm
Betaald werk
Percentage werkenden Percentages werkenden (T3)
alle deelnemers per groep
Je
4 EN eer 66% Extra aandacht
EN 60% Vergelijking
san WEA kliks is " _ 56% Zelfregie
mr 50 Ne
To T2 Ta XK
Nen À TO T1 T2 T3
el In de coronacrisis zijn veel
-3% deelnemers met betaald werk deelnemers minder gaan
werken. In de groep ‘Extra
aandacht’ hebben meer
personen hun werk behouden.
Werkuren
Deelnemers die hun baan behouden, gaan meer werken
uren per week
TO: 14,6 uur =mememmmmmee Ti]: 16,8 uur mmm T2: 17,7 uur meme T3: 19,0 uur
In het wetsvoorstel ter herziening van de Participatiewet dat momenteel voorligt voor
internetconsultatie, is de stimuleringsregeling arbeidsinschakeling (bijverdienpremie) niet
uitgebreid. Wel is een nieuwe vrijlatingsregeling opgenomen (met behoud van 15% van inkomsten
vit werk) met een langere duur en voor een bredere doelgroep. De verwachte invoeringsdatum
van deze regeling is 1 januari 2025. Het college vindt deze wetsaanpassing onvoldoende en blijft
daarom de ontwikkelingen rondom het bijverdienen in de bijstand kritisch volgen. Ook is in de wet
de stimuleringsregeling arbeidsinschakeling als tijdelijk aangemerkt; het college blijft zich echter
inzetten om in Amsterdam de bijverdienpremie structureel beschikbaar te houden’. daarnaast
werkt het college een voorstel vit voor een experimentele vitstroompremie en om werken in de
bijstand nog meer te stimuleren, beide in het kader van de aanpak ledereen kans op werk (IKOW).
9 De maatregelen vit het eerste spoor herziening Participatiewet zullen op z'n vroegst per 1 janvari 2025 ingaan. Dit
betekent dat de bijverdienregeling in Amsterdam minimaal met 1 jaar zal moeten worden verlengd, wil het college
deze regeling ook vanaf 1 janvari 2024 beschikbaar houden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 juni 2023
Pagina 5 van 5
Tot slot
Met het rapport sluiten we het experiment met de bijstand af. Graag wil ik iedereen die dit
experiment mogelijk heeft gemaakt van harte bedanken, met name alle bijstandsgerechtigden die
hebben geparticipeerd in het onderzoek. Het is fantastisch om te zien hoe zij zich hebben ingezet
en aan de bron staan van de inzichten en aanbevelingen die nu voorliggen, in een periode die door
onder andere de coronacrisis ontegenzeggelijk niet gemakkelijk was. Uiteraard bedank ik ook de
onderzoekers van de HvA en de UvA.
In het eindrapport worden vanuit ervaringen uit het experiment met de bijstand nadere
aanbevelingen gedaan, zoals het langdurig blijven experimenteren met grote groepen voor meer
significante inzichten. Het college blijft zich inzetten voor nader (wetenschappelijk) onderzoek en
meer experimenten om de dienstverlening evidence based verder te ontwikkelen.
In het derde kwartaal van dit jaar kom ik met een raadsinformatiebrief over de stand van zaken
van het programma ledereen kans op werk (IKOW), waarin onder andere de inzet op deeltijdwerk
in de bijstand een vervolg krijgt. In die brief zal het college ook aangeven op welke wijze de
aanbevelingen uit het eindrapport verder praktisch vorm krijgen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Ed
{ /
nf
AA AAT
Tee
Rutger Groot Wassink
Wethouder Sociale Zaken
Bijlage:
e Eindrapport Amsterdams experiment met de bijstand
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 5 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Nummer 130
Behandeld op 10 maart 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen
(Geen dancefestivals in Tuinen van West)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging inzake het wijzigen van de locatieprofielen (NR.
VN2021-000707).
Constaterende dat:
— in 2019 het aantal klachten over evenementen in Nieuw-West is
toegenomen met 48,1% en in Westpoort met 380% ten opzichte van
2018.
Overwegende dat:
- het college stelt dat dancefestivals juridisch niet uitgesloten kunnen
worden bij de Tuinen van West;
- het college in het locatieprofiel Noorderpark bewoners wél ‘geen dance
festivals’ belooft.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Geen dance-evenementen toe te staan in de Tuinen van West.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 1 | train |
BEE EE Ee
de A EEn, ne nn
Ko nk re Mr EN en
& RNN: de EE Ef DN een
m wen BE Es Bte! Kes: ip J 4 ni bn. 7
5 BEN NOS Ë En KE Er L
Gl , iN chik
hen
et
a s 4 A 3 A | „a ne A _ En ps à
zm 0 rin tn Pan Ni Á — team N WT
a en B Wan O5 ARN ask A TRR pe m ede 5
Ns uh Je hik ii hl Á 5 iN il s 5 z bn Ge kon _ rn nee Ee ON Mh pe ehag EA â eers el
ï Ed verven and pe ele GR nn
ns Mr: A EN mann Ke an ON | d
te eet 6, PSA À De Ae nani ME OL
Las gn} é en El OE ee ME Me zr
ES hi De Ek nend , Pe SER
8 Ld zi ak hola EE ile, rg EE =—- 3 in ia sn ziel) 5 2 ile bed br Ed ia” Lb
ee EO Pp, nn nn ns Meret, KD and a REE
Pie Pd z d ri EEDE EE
eet ad À e 7 i me 3 en pl í RR. et ie ei de ie Hi ' ie: id
L f 5 POE NAT EE DAGEN sE
: } Nr Shet Tet TEA re (RA EE enen 0d
4 So
er . &
ij BE A ee has an, hd
4 En RE EN O- Pi
NO Eee RR OO r
B Kk Tl
| Pe: md Î 5 Ek | Ti ! a Wan
A ld À | Î Nl el É zi
En En EN 5 Î hamee | 5 Ae | fr OE eN
TE =O en ia
EO en E ú E | Ë Ke gr a à
ern! ss p En E Ri Ee B ae À en RE Nn
hen Ks N TS OR
nn ne eg NEO NE dk}
nn PN TENNESSEE
er rr EE Gn en HE en Eide en Ren e ek Zn
B Kd ERN CR Pe
in Fn En De Ei Ee ‚k Dr Side RE Ke Ren re
Eek Gn OE EA ee ze
re et TN
3 AH B Ees PI EER nn
6 en en
AN SE B nd A AE en _
tE den! ni EEE zi Mee
Ô ne Mr Te en mi pr A
eN MRE 7 DL EE Dn e ge eee Ban ien
APE a ERE gn De = ed men |
NE A en sf Vailan ee
Ue lie A AE dh Ate ee mi B
P ed e E We ge NS
B "eakfast iS be se ef „5 ee pr ern iN f n k Nd Nm,
emmer Ed ek SRR k |
PA ene: B DE denke 55 Pr er Í \ í
ent ne: FI Et Je Eder a of WE . A IP
ar En er a rt Al vi PS
EE a ie ed in EA | F EEN
OE ie REE. ar, B Pd hj | E\ Od
Ee Pr Pk ve}
PAN
/ STUURGROEP NATIONAAL
LANDSCHAP GROENE HART
TOEKOMSTBEELD GROENE HART
In 2040 is het Groene Hart, als centraal gelegen gebied in de Randstad, nog steeds het ontspannen
bindmiddel tussen de drukke steden. De verschillende landschappen van het Groene Hart spreken
tot de verbeelding. Ook binnen deelgebieden is sprake van diversiteit. Belangrijke kwaliteiten zijn
rust en openheid, maar zeker ook het slagenlandschap, een aantal droogmakerijen, de
plassen en de rijke cultuurhistorie. Investeren in de relatie met de stedelijke omgeving heeft effect:
inwoners en gebruikers van het Groene Hart zijn trots op hun leef- en werkomgeving. Verdere
verdichting van deze steden is mogelijk gebleken omdat het Groene Hart plaats en rust biedt aan de
stedeling om aan de hectiek van de compacte stad te ontsnappen.
Door een vertragingsstrategie is in grote delen van het Groene Hart de bodemdaling geremd
en het veen(weide)landschap behouden. Waterbeheer speett daar een sleutelrol in. Het
waterpeil wordt in de diepste polders niet meer regelmatig verlaagd en kan op sommige plekken
zelfs omhoog. Het veenweidelandschap is hierdoor plaatselijk van uiterlijk veranderd. Op een aantal
plekken is er hierdoor sprake van nieuwe veenvorming. Dit levert een belangrijke bijdrage aan
de reductie van CO2-uitstoot. De noodzakelijke transitie en verduurzaming van de melkveesector
heeft plaatsgevonden. De soms negatieve invloed van de landbouw op de omgeving is beperkt en
bodemdaling is geremd.
De funderingsproblematiek in het stedelijk gebied is in 2040 opgelost door toepassing van
innovaties aie de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Nieuwbouw en renovatie van infra-
structuur en gebouwen gebeurt op innovatieve, circulaire en klimaatbestendige wijze. Er wordt niet
alleen gekeken naar de initiële investering, maar naar de kosten in de totale levenscyclus. Hierdoor
ontstaan geen nieuwe problemen met bodemdaling en/of waterbeheer.
In 2040 is het Groene Hart ver op weg om als gebied energieneutraal te zijn in
2050. Hierbij is rekening gehouden met een aanzienlijke ruimtelijke impact van een duurzaam
energielandschap voor de opwekking van zon wind water- en bodemenergie en biomassa.
Delen van het Groene Hart zijn energielandschap, net als in het verleden toen in het Groene Hart
turfwinning plaatsvond. Energieopwekking is zichtbaar maar door de nieuwe technieken voor
energieopwekking valt die impact inmiddels mee.
Een aantrekkelijke, gezonde en veilige leefomgeving is leidend voor de ruimte voor economische
ontwikkeling in 2040. Ondernemers werken samen bij het vervangen van traditionele grondstoffen
door hernieuwbare ‘biobased’ grondstoffen, het verduurzamen en recyclen van verpakkingsmateriaal
en energieopwekking uit organische reststromen. De vrijetijdseconomie is versterkt doordat
ondernemers Samenwerken in de keten en nieuwe concepten voor recreatie en toerisme
hebben ontwikkeld. De krachtige lokale gemeenschappen zijn de basis voor ketensamenwerking en
een actieve, inclusieve samenleving in een aantrekkelijk, gezond en veilig Groen Hart.
Het Groene Hart is in 2040 stevig verankerd in zijn omgeving door diverse soorten netwerken,
waarbij primair is ingezet op innovaties in verkeers- en vervoerstechnologie, een optimaal
benutte wegenstructuur, een betrouwbaar en aantrekkelijk openbaar vervoersysteem, goede
fietsvoorzieningen en benutting van het potentieel van het VErVOEL over water. Op het gebied
van schoon vervoer rijden veel voertuigen op biogas, elektriciteit en waterstof zodat de CO2-
emissies zijn gereduceerd.
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART
PROVINCIES
Ryk
A 7
PI hs
(A hl Ce D lo, 8
{ tf ' P
En Î Ae) ee Á BE AALD K |, d
Lt Eeen N d :
8 ACSI resu PS
iN | | zok0 Ar Ns p
| 5 | ël AST Dl Nl De Ò
En d. 1 "
bs ON Il NY IEEE
| B rd
Ü „| Ütmge k
ET (Cad L ESR Gaf
pe fi | Î î hen Al RN, fi pe,
4 | / PS N JKA
Is OM
Rel s [A
: . caRsr
Het toekomstbeeld Groene Hart is gebaseerd op het essay ‘Vergezicht Groene Hart’!, aangevuld
met uitkomsten uit het participatieproces van najaar 2016 tot voorjaar 2017, en geeft een ver-
gezicht op het Groene Hart rond 2040. Dit is voor de Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart
het richtinggevende beeld voor de toekomst. Het Perspectief bestaat uit vijf thema’s, waarvoor kort
en bondig de opgaven en ambities zijn geformuleerd. Uitgebreide beschouwingen, uitgewerkte
voorbeelden en overname van resultaten uit onderzoeksrapporten zijn achterwege gelaten.
Op basis van het toekomstbeeld en de ambities, samen het Perspectief Groene Hart, gaat de
Stuurgroep met partijen In het Groene Hart in gesprek om te komen tot een agenda bij het
Perspectief Groene Hart. In deze dynamische agenda worden ambities uit het Perspectief gekoppeld
aan partijen die met die ambities aan de slag gaan. Ook benoemt de Perspectiefagenda de
uitwerkingsopgaven van enkele ambities.
1 Kwaliteitsteam Groene Hart (2011) Jaarverslag Kwaliteitsteam Groene Hart 2010
Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART
De kwaliteiten zijn de ruimtelijke, landschappelijke
en/of belevingswaarden die het gebied kleuren en het
DNA van het Groene Hart bepalen.
Landschappelijke diversiteit
De verschillende landschappen van het Groene Hart spreken tot de verbeelding. Deelgebieden
verschillen op basis van bodemsoort, occupatiegeschiedenis, cultuurhistorie en gebruik. Ook binnen
de deelgebieden is sprake van diversiteit door contrasten tussen open-dicht, rust-drukte, groot-klein,
droog-nat, bebouwd-onbebouwd en hoog-laag. Deze diversiteit vormt een belangrijke kans voor de
transities die nodig zijn.
Openheid
De mate van openheid in een gebied wordt bepaald door maat en schaal van het betreffende
gebied, door elementen in en door de randen van het gebied. Openheid is meer dan een groot leeg
weidegebied of een open watervlak. De openheid vormt een belangrijk contrast met de grote steden
er omheen.
Veen(weide)karakter
De veen(weide)gebieden bestaan al duizend jaar en zijn ontstaan op basis van menselijke ingrepen
in de fysieke ondergrond en de waterhuishouding. Karakteristiek voor de veen(weide)gebieden
zijn de verschillende verkavelingspatronen met smalle kavels, veel sloten en de aanwezigheid van
kades, dijkjes, lintdorpen, oude dorpskernen, kronkelende veenriviertjes, openheid, vee, rietlanden
en moerassige delen. De agrarische sector is de belangrijkste drager en beheerder hiervan. De
veen(weide)gebieden zijn bovendien belangrijke gebieden voor de weidevogels en biodiversiteit.
Rust en stilte
De kwaliteit rust en stilte’ is een belangrijke belevingswaarde in delen van het Groene Hart en draagt
bij aan een gezonde leefomgeving. Zij is ook nauw gerelateerd aan de kwaliteiten openheid en
veen(weide)karakter. ‘Rust en stilte’ is, evenals openheid, een kwetsbare kwaliteit en een schaars goed
in de drukke Randstad.
Relatie Groene Hart met het stedelijk gebied
Sterke stedelijke regio's kunnen niet zonder een aantrekkelijk landschap. En het Groene Hart
kan niet zonder betrokkenheid vanuit het omringende stedelijk gebied, Het Groene Hart is een
belangrijke factor voor het vestigingsklimaat van bedrijven en een essentieel onderdeel van de
leefomgevingskwaliteit voor inwoners, werknemers, recreanten en toeristen.
Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART
AMBITIES VOOR HET GROENE HART IN 2040
In dit hoofdstuk beschrijven we de spanningsvelden, uitdagingen en ambities voor vijf belangrijke
opgaven in het Groene Hart. Juist in deze spanningsvelden liggen de kansen voor innovatie en
vernieuwing. Het benoemen van spanningen geeft scherpte en maakt inzichtelijk welke ambities
voor het Groene Hart aan de orde zijn. Op verschillende punten gaat een ambitie voor het versterken
van het één, ten koste van het ander. Het laat zien waar expliciete maatschappelijke en politieke
keuzen noodzakelijk zijn. Daarbij spelen creatieve oplossingen, functiecombinaties en ruimte voor
experimenten een rol.
OPGAVE 1: VERSTERKING LANDSCHAP EN IDENTITEIT
De belangrijkste kwaliteit van het 3 pn À
Groene Hart is het open landschap. Rr N
Elementen in een gebied, de randen Mr, 1 8
van een gebied en de maat en de 3 £ ek)
schaal van een gebied bepalen de % î
mate van openheid van het landschap. i & \ -
Ook zichtlijnen en doorkijkjes zijn zn Pi ú |
bepalend voor het ervaren van En e id
openheid. Openheid is meer dan 7 4
een groot leeg weidegebied of een " EN dE eerie
open watervlak. De openheid vormt hd B Por as
een belangrijk contrast met de grote à BE En
steden er omheen. Onderstaande kaart eere
geeft een beeld van deze openheid. b sn et ak Mi:
Alk Bn.
Het Groene Hart behoort tot de bd ike
gebieden in Nederland die in de rid -
afgelopen twintig jaar het minst A
veranderd zijn, zo blijkt uit de
bodemgebruiksstatistiek. Maar kijkend Vm
naar een langere periode veranderde ‚ ‚ ‚ ‚
het landschap wel degelijk. Het Figuur 1: Openheid van het landschap in het Groene Hart (peildatum 2012).
he: . Bron: Alterra, 2015
uiterlijk van de landbouwgebieden
van een eeuw geleden is niet meer te vergelijken met dat van nu. Dit komt door veranderingen die
verbonden zijn aan de (landbouw)economische en maatschappelijke trends. In deze lijn ís het te
verwachten dat het landschap ook in de toekomst blijft veranderen.
Door veranderingen in grondgebruik, zoals door remmen van de bodemdaling, energietransitie, het
rendabel houden van de landbouw en verstedelijking staan biodiversiteit en het landschap zoals we
dat nu kennen onder druk.
Een grote verscheidenheid aan flora en fauna geeft ecosystemen de noodzakelijke veerkracht om
met veranderingen in de omgeving om te gaan. In het agrarisch gebied is sinds 1970, afgemeten aan
weidevogels, 60% van de biodiversiteit verdwenen. In de veengebieden is deze achteruitgang minder
groot, maar nog steeds reden om aandacht te besteden aan biodiversiteit, Afname van de kwaliteit
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART
van water, grond of lucht zijn meer voorbeelden van indicaties van achteruitgang van biodiversiteit,
met nadelige effecten op de gezondheid en de leefomgeving.
Om de druk op biodiversiteit te weerstaan wordt ingezet op behoud en waar mogelijk versterking
van de biodiversiteit. Dit is voor een belangrijk deel afhankelijk van de manier waarop
grote transitieopgaven vorm krijgen. Zo zijn koppelingen mogelijk met een aantrekkelijk en
klimaatbestendig woon- en vestigingsklimaat, duurzame landbouw, waterveiligheid, waterkwaliteit,
recreatie en het tegengaan van bodemdaling.
Het Groene Hart vormt een el Yael
gedifferentieerd gebied en nn
25 Aar CD iS ee
kan worden ingedeeld in De, A A a 4, by ze
verschillende deelgebieden. EN db De 4 == en
leder deelgebied heeft daarbij GEE dd dn RDS
zijn eigen identiteit en unieke SZ S LS
kwaliteit, die het verdienen EET en
om gewaardeerd en geborgd A er VE EE B
te worden. De claims op id LE, Z 5 IE en
het landschap leiden tot AL DG Ln
vraagstukken over het behoud CZ ST Ad Ln IES
van bestaande identiteiten en ee
en het ontstaan van nieuwe. Ier
De uitdaging is om dit gebied Ar GM nl ANS LE
duurzaam te ontwikkelen, ? Ne TS GA Oad id
op een wijze die past bij het EN s RU FD AS ze gene BIOS
landschap en de identiteit SH ln 4 IFS EN
van het Groene Hart. FUNCTIES EN OPENHEID VERANDEREN, MAAR, KARAKTER BLIJFT
Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:
1. De openheid van het Groene Hart is een kostbaar goed. Hier gaan we zuinig mee om. Toch vinden
we het acceptabel dat de openheid op een aantal plekken afneemt om ruimte te bieden aan:
a) de onvermijdelijke ontwikkelingen en transities op het gebied van energie;
b) de onvermijdelijke ontwikkelingen en transities op het gebied van bodemdaling;
€) de onvermijdelijke ontwikkelingen en transities om de landbouw rendabel te houden.
2. Unieke landschappelijke waarden in het Groene Hart worden beschermd door een ruimtelijk
instrumentarium, hetgeen overigens niet betekent dat andere gebieden onbeschermd mogen
blijven. Deze landschappelijke waarden worden vastgelegd in het gemeentelijke en provinciale
omgevingsbeleid. De eigen identiteit en kwaliteit van deelgebieden wordt hierbij geborgd.
5. Naar biodiversiteit als batenbrenger. De waarde van groen kapitaal wordt geduid en waar mogelijk
economisch gekwantificeerd. De scheiding tussen natuur en economie wordt daarmee verminderd.
(Lokale) markten maken het mogelijk om ecosysteemdiensten uit te wisselen en ervoor te betalen.
In het Groene Hart wordt hieraan gewerkt in onder andere de projecten Groen Kapitaal en Groene
Cirkels.
4, Vrijkomende agrarische bebouwing mag niet leiden tot verval, maar moet bijdragen aan
versterking van de staat en kwaliteit van de omgeving. Overheden en de agrarische sector staan
hiervoor samen aan de lat.
? Groen Kapitaal en Groene Cirkels zijn initiatieven van ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en maatschappelijke
organisaties. Deze projecten zetten ecosysteemdiensten centraal, waarbij de natuur wordt verbonden met private en publie-
ke belangen. Groene Cirkels wil natuurlijke processen benutten ten behoeve van economische waardecreatie, duurzaamheid
en kwaliteit van de leefomgeving.
gro g Aart PERSPECTIEF GROENE HART î
OPGAVE 2: VERTRAGING BODEMDALING
Een groot deel van het Groene Hart heeft een veenbodem en is daarom gevoelig voor bodemdaling.
De mate waarin bodemdaling optreedt en tot problemen leidt is sterk afhankelijk van de opbouw
van de bodem en de functie(s) waarvoor een gebied is ingericht. Hiermee verschilt de problematiek
rondom bodemdaling in het landelijk en stedelijk gebied.
Ne
af
: 9 A4
/ PL 5
| SNN | -
Ah SRD KE
nr SS A Cr 5 E AN meme arl he rr
es! ii je Nin 222 nij AN ee
Vn En ff pen NS of 2
| \À LU gy
U De
eer il ii
À Nvm / NE
CRACHTE. BODEMDALING ZONDER GEPERKENDE TI
Landelijk gebied
In het veenweidelandschap, veelal In gebruik als grasland ten behoeve van de melkveehouderij, is
verlaging van het oppervlaktewaterpeil gebruikelijk om voldoende draagkracht van de bodem en
productieopbrengst te behalen. Vooral door oxidatie’ zakt de bodem na verlaging van het waterpeil,
waardoor een hernieuwde verlaging van het waterpeil wordt doorgevoerd. Dit proces is al vanaf de
Middeleeuwen gaande en kan doorgaan tot het veen is opgebrand. Bodemdaling in het landelijk
gebied draagt bij aan de uitstoot van CO2 en een slechtere waterkwaliteit en heeft hoge kosten voor
met name beheer en onderhoud van infrastructuur tot gevolg.
Het vraagstuk bodemdaling in het Groene Hart zorgt voor een spanningsveld in relatie tot een
rendabel agrarisch gebruik van de gronden en de landschappelijke en ecologische waarden.
Vernatting van de veenbodem remt de bodemdaling maar zet de rentabiliteit van de melkveehouderij
onder grote druk. Een aantal andere teelten wordt of gaat worden onderzocht. Verandering van het
agrarisch gebruik kan ook consequenties hebben voor landschappelijke en ecologische waarden (o.a.
weidevogels).
Hoewel de problematiek in hoge mate actueel is en om acties vraagt, is er tegelijkertijd ruimte in
de tijd om tot langetermijnbeleid te komen, met een mix van maatregelen. Het is niet realistisch om
vol in te zetten op het direct stoppen van de bodemdaling. Het is belangrijk om te zoeken naar reêle,
economisch rendabele, alternatieven voor het grondgebruik die de bodemdaling remmen.
$ Oxidatie treedt op boven het grondwaterniveau, waar de toetredende zuurstof het organische materiaal (verbrandt).
Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART
Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:
1. We zetten in op het substantieel beperken van de gemiddelde bodemdaling’ tot 2040 in het
veen(weide)gebied. Dat kan betekenen: aanleg van onderwaterdrains en voor een aanzienlijk deel
van de agrarische sector een omschakeling in bedrijfsvoering, teelten en/ of functies.
2. We stimuleren — na zorgvuldige weging- experimenten en uitrol van maatregelen op het gebied
van beperken of stoppen van bodemdaling, ook als deze op gespannen voet staan met de waarden
openheid, weidekarakter en rust.
5. Om bodemdaling zo veel mogelijk af te remmen wordt een langjarig beleid opgenomen in het
op te stellen provinciale en gemeentelijke omgevingsbeleid, In samenspraak met rijksoverheid,
waterschappen en grondgebruikers.
Stedelijk gebied
Het gewicht van ophooggrond, bebouwing en
infrastructuur veroorzaakt samendrukking van de
bodem (zetting’”). Dit is de belangrijkste oorzaak van
bodemdaling in stedelijk gebied. Het directe gevolg is HUIS
verzakkingsschade aan funderingen, muren, openbare spourvelD ALS 5
ruimte, wegen, rioleringen en leidingen. Ook wanneer RETENTIEBASSIN ER
funderingen van woningen of overige gebouwen EN
niet gevoelig zijn voor bodemdaling, ontstaan er NÀ
problemen door de verschillen met de dalende NS SN
omgeving. Na extreme regenval kan dit leiden tot OS re
: : SN ( NS
waterschade, vooral op plekken waar de riolering het SN â on
regenwater niet meer kan verwerken. Deze situaties RINSE
zullen vaker plaatsvinden. Á GE \
Langdurige droogte en watertekorten zullen naar ® \ 9 ee
verwachting ook vaker plaatsvinden, met gevolgen D S
voor waterbeschikbaarheid. Lagere waterstanden
kunnen ervoor zorgen dat houten paalkoppen van
funderingen boven het grondwater uitkomen.
Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:
1. Problemen met bodemdaling bij nieuwbouw en grootschalig onderhoud zijn vermijdbaar en
mogen daarom niet plaatsvinden. Overheden stellen harde voorwaarden aan het ontwerp van
nieuwe bouwplannen: deze worden klimaat- en waterbestendig gemaakt op basis van een
levenscycluskostenbenadering.
2. We stimuleren kennisontwikkeling, innovaties en uitrol van maatregelen zoals meervoudig
ruimtegebruik, bouwen op water, ophogen met nieuwe technieken voor het tegengaan van
problemen in bestaand stedelijk gebied.
5. Om bodemdaling zo veel mogelijk af te remmen wordt een langjarig beleid opgenomen in het
op te stellen provinciale en gemeentelijke omgevingsbeleid, In samenspraak met rijksoverheid,
waterschappen en grondgebruikers.
* In het HDSR (2016), Position paper bodemdaling veenweide is beperken van de bodemdaling met 25% in 2050 genoemd.
° Zetting is samendrukking van het bodemprofiel als gevolg van externe belasting
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART î
OPGAVE 3: MAAK RUIMTE VOOR ENERGIETRANSITIE
Nederland ondertekende in 2015 het klimaatakkoord van Parijs. Dit levert een belangrijke opgave
op voor het terugdringen van broeikasgasemissies en het omvormen van het energiesysteem. Op
Europees niveau betekent dat voor Nederland een vermindering van uitstoot van broeikasgassen
in 2050 ten opzichte van 1990 met 85-95% om de opwarming van de aarde te beperken tot 2
graden. Dit streven krijgt onder meer gestalte in het Energieakkoord dat in 2013 door meer dan
40 organisaties is gesloten. Het doel hiervan is om in 2020 voor 14% duurzaam in de Nederlandse
energiebehoefte te voorzien en in 2025 voor 16% (tegen 5,8% nu).
Om de klimaatverandering tegen te gaan is een energietransitie op grote schaal noodzakelijk, oftewel:
« vermindering van het energieverbruik;
« overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame of hernieuwbare energie;
e vermindering van de CO2-uitstoot;
e zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen (daar waar deze nog nodig zijn).
Een extra reden voor deze transitie is dat Nederland daarmee minder afhankelijk wordt van
buitenlandse energieleveranciers. De energietransitie is echter een complex proces. Niet In de laatste
plaats vanwege de ruimte die het vraagt, soms permanent en soms tijdelijk.
Het Groene Hart speelt net als andere OO S
gebieden in Nederland een rol in de = N Ss! \S x Hf
energietransitie. Do Je Vm SS
Productie, distributie en opslag van \ Á ei | 4 > we N „Al
nr Ts à
duurzame energie hebben invloed op Se vin dl veneed 185 mit WE
de ruimte door hun verschijningsvorm SSR |
en de fysieke plek die ze innemen. À \ : Pte en
Daarnaast is er indirect ruimtebeslag, SE 5 d al)
vanwege bijvoorbeeld de wettelijke (1) & mT
normen voor geluid en slagschaduw Rs:
bij windturbines. De druk op de ruimte Î Te S=
en het noodzakelijke draagvlak voor Nr ve) À ú/
veranderingen in het landschap maakt mooiere 7 |I \ men)
de energietransitie tot een belangrijk
maatschappelijk vraagstuk.
Daarom is het van belang het thema breed bespreekbaar te maken voor het Groene Hart. De kunst
is om andere opgaven met energietransitie te verbinden, voordat een ruimtelijke vertaling gemaakt
wordt. De vraag is hoe de transitie in ruimtelijke zin een plek krijgt en hoe we het Groene Hart zo
inrichten dat er een goed energiesysteem ontstaat.
Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:
1. Het is onvermijdelijk dat ook het Groene Hart substantieel ruimte maakt voor de eigen
energieopgave (wind, zon, water, aardwarmte, biomassa).
2. In 2040 is het Groene Hart goed op weg naar duurzame energieopwekking. Opwekking en verbruik
van energie (voor huishoudens en bedrijven) zijn in 2050 in evenwicht.
5. Positionering en inpassing van energie-installaties gebeurt zorgvuldig. Hiervoor zijn op alle
overheidsniveaus eenduidige uitgangspunten voor het Groene Hart nodig.
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART î
OPGAVE 4: ONTWIKKELING EN VERDUURZAMING ECONOMISCH PROFIEL
De centrale ligging van het Groene Hart in de Randstad en de nabijheid van de internationale
vervoersknooppunten Schiphol en Rotterdam en belangrijke water- en snelwegen, zorgen voor
een sterke positie in de groothandel en logistiek. Veehouderijen, met de daaraan gelieerde
kaas- /zuivelsector, zijn sterk vertegenwoordigd en vormen de belangrijkste drager van het open
veenweidelandschap. Ook de tuinbouw speelt een belangrijke rol in het gebied met de drie Greenports
Aalsmeer, Boskoop en Westland-Oostland. Daarnaast kent het Groene Hart specialisaties in de
machinebouw, de voedings- en genotsmiddelenindustrie, de bouwsector en de vrijetijdseconomie.
Veelzijdigheid en diversiteit vormen het economische profiel van het Groene Hart. Dit sluit aan bij
de identiteit van het Groene Hart, Het Groene Hart bevindt zich met de centrale ligging en de grote
hoeveelheid specialisaties in bedrijvigheid in de unieke positie een voortrekkersrol te pakken op weg
naar een circulaire economie.
Zoals op veel plaatsen in Nederland, staat ook in het Groene Hart de agrarische sector onder druk.
Door technologische ontwikkelingen in combinatie met schaalvergroting en subsidies heeft de
Nederlandse landbouw sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw een enorme productiviteïtsgroei laten
zien. Omdat er grote afhankelijkheden in het systeem zitten, van bijvoorbeeld fossiele energie en
fosfaat, is de stabiliteit van dit systeem op de lange termijn erg onzeker.
Voor de agrarische sector is het belangrijk een blijvend economisch perspectief te hebben door het
aanpassen van de bedrijfsvoering en/of het zoeken naar nieuwe verdienmodellen. Het verduurzamen
van de melkveehouderij is hierbij een speerpunt. Hierdoor kunnen op de lange termijn goede
landbouwgebieden worden behouden en de ruimtelijke kwaliteit worden gewaarborgd. Tegelijkertijd
biedt de landbouw kansen om maatschappelijke doelen te realiseren, zoals levering van grondstoffen
voor de bio-economie, remmen van de bodemdaling en het leveren van ecosysteemdiensten.
De vrijetijdseconomie heeft door het unieke landschap en het vele water in het Groene Hart de
potentie om door te groeien voor de inwoners en gebruikers van het Groene Hart. Ontwikkeling van
deze economie leidt tot meer werkgelegenheid, regionale economische groei en uiteindelijk ook
versterking van het woon- en leefklimaat. In het Groene Hart wordt planmatig gewerkt aan versterking
van de vrijetijdseconomie. Dit gebeurt enerzijds door op gelijkluidende wijze op te trekken in de
aanpak van marketing en promotie®, anderzijds via het beter benutten van de toeristisch recreatieve
iconen van het Groene Hart. Ook het verbinden van vaarwegen en het toegankelijk maken daarvan
voor de waterrecreatie is belangrijk.
R | ü
rf
ä Sl
Ore: D € x |
Jay COOP. ex
DIEN, EU Al HONDT AE
3 5 5 il Se O4 de
Ee pe a En mr !
SS _r = zZz 8 <ARoF 5
2 —
ö
A28
6 Hiertoe is o.a. het Merkkader Groene Hart opgesteld.
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART
Het belangrijkste vraagstuk is hoe het Groene Hart kan komen tot een onderscheidend economisch
profiel, complementair aan het stedelijk gebied, dat past bij de identiteit en landschappelijke
kwaliteit van het Groene Hart.
Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:
1. Ontwikkel de economie van het Groene Hart door naar een onderscheidend profiel en grijp die
doorontwikkeling aan om de transitie naar een circulaire economie te versnellen naar 2040.
2. Voor de landbouw is een nieuwe koers met blijvend economisch perspectief nodig. Daarom
wordt voor de landbouw in de Perspectiefagenda ingezet op aanpassing en verduurzaming
van de bedrijfsvoering en op nieuwe verdienmodellen (w.o. andere teelten, verbreding naar
vrijetijdseconomie, ecosysteemdiensten) die de (neven-)functie van agrariërs als beheerders van
het open landschap waarborgen. In bijzondere gevallen kan de openheid worden beperkt voor
teelten die het landschap groen’ houden maar het directe zicht over het landschap belemmeren.
5. Borging van ruimtelijke kwaliteit, waaronder openheid, is het leidende principe bij het
ontwikkelen van de economie in het Groene Hart.
4, Stip op de horizon is een plaats in de top-10 van bekendste recreatiegebieden in Nederland, met
als resultaat jaarlijks toenemende groei van de vrijetijdseconomie.
OPGAVE 5: BETERE BENUTTING MOBILITEITSSYSTEEM
Een goede bereikbaarheid is cruciaal voor het Groene Hart, zowel vanuit leefbaarheids- als
economisch oogpunt. Doordat de mobiliteitsvraag groeit staat het systeem in het Groene Hart
onder druk. Fysieke oplossingen zoals uitbreiding van bestaande infrastructuur, faciliteren de
mobiliteitsgroei maar leggen ook een claim op ruimte en leefomgeving, die kan conflicteren met de
ruimtelijke kwaliteit en belangen van bijvoorbeeld bewoners, boeren of natuur.
Ook verkeersveiligheid is een belangrijk item. Lokale knelpunten moeten waar mogelijk worden
aangepakt. Een aandachtspunt hierbij is dat recreanten (met name fietsers) van dezelfde (vaak
smalle) wegen gebruik maken als de auto's, het vrachtverkeer en het landbouwverkeer.
Door bestaande netwerken anders te gebruiken | mn EED)
kunnen ze beter benut worden. Een belangrijk element (Goo) A
hierin is dat gebruikers worden uitgedaagd om op ONETEL: |
andere tijden of via andere modaliteiten te reizen. | |
Hierbij is inzet van gedragsbeïnvloeding, intelligente \ | BlauweGroene IJ
transportsysteemregulering en andere regulering (prijsbeleid IN |
of normering) mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld door het \ FEE 2
stimuleren van goederenvervoer via spoor of binnenvaart ke je Zr
in combinatie met overslagterminals om drukke wegen te iN in ET @
ontlasten. Hierbij moet de focus liggen op het gebruik van GEE PEEN @ CS Thed
En Ee ams SU 7
vervoermiddelen die slim en duurzaam zijn. EN EG dan)
Dit leidt tot de volgende ambities voor het Groene Hart:
1. Er wordt primair ingezet op innovaties in verkeers- en vervoerstechnologie, een optimaal benutte
wegenstructuur, een betrouwbaar en aantrekkelijk openbaar vervoersysteem, goede utilitaire
fietsvoorzieningen (ook voor de lange afstand) en benutting van het potentieel van het vervoer
over water.
2. Bestaande corridors worden versterkt in plaats van aanleg van nieuwe corridors. Er wordt ingezet
op een verbeterde doorstroming op de bestaande multimodale vervoerslijnen.
5. Op het gebied van schoon vervoer wordt ingezet op voertuigen op biogas, elektriciteit en
waterstof zodat de CO2-emissies worden gereduceerd.
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART
BIJLAGE |: TRENDS EN ONTWIKKELINGEN
Voor veel van de trends is gebruik gemaakt van de Groene Hart Monitor 2016,
Thema Landschap en Identiteit
« De oppervlakte landbouw is afgenomen ten gunste van andere functies.
e De meeste stiltegebieden voldoen niet aan de gestelde geluidsbelasting, ze neigen eerder naar
een relatief rustig’ karakter. Ook is de bekendheid bij en daardoor de benutting door bewoners
laag.
« Hetzichtbare deel van het landschap is in 60% van het Groene Hart meer dan 100 ha en in ruim
40% van het Groene Hart zelfs meer dan 200 ha. Het Groene Hart behoort wat betreft de open
gebieden van Nederland tot de ‘subtop’ Gezien de ligging, te midden van de grootste steden van
ons land, ís dit bijzonder te noemen.
« Het areaal zeer open gebied nam in de periode 2006-2010 met 0,4% af. Recenter data ontbreken.
« De verandering in bodemgebruik in het Groene Hart is vergelijkbaar met andere niet-stedelijke
delen van ons land.
e In vergelijking met andere Nationale Landschappen zit het Groene Hart in de middenmoot ten
aanzien van de relatieve toename van woningen sinds 2000.
Thema Bodemdaling
Ongeveer 2/5 deel van het Groene Hart heeft een veenbodem en is daardoor gevoelig voor
bodemdaling. De mate waarin bodemdaling optreedt en tot problemen leidt ís sterk afhankelijk
van de opbouw van de bodem en functie waarvoor een gebied is ingericht. Daardoor verschilt de
problematiek rondom bodemdaling in het landelijke en stedelijke gebied.
Landelijk gebied
Het landelijk gebied ís veelal in gebruik als grasland ten behoeve van de melkveehouderij. Om
voldoende draagkracht van de bodem en productieopbrengst te behalen wordt het (grond}water-
niveau verlaagd. Vooral door oxidatie zakt de bodem, waardoor het grondwaterpeil steeds moet
worden verlaagd. Bij ongewijzigd beleid zal de bodemdaling gemiddeld 0,9 cm per jaar bedragen,
ofwel: 55 cm daling in de periode 2010-2050. Het PBL raamt de kosten van de bodemdaling voor
alleen het waterbeheer in de veenweidegebieden van Nederland op ongeveer € 200 miljoen over een
periode van 40 jaar, waarvan een groot deel landt in het Groene Hart.
Er wordt steeds vaker geëxperimenteerd met peilfixatie, onderwaterdrainage en andere (natte)
teelten. Deze maatregelen worden nog niet op grote schaal toegepast.
Stedelijk gebied
In het stedelijk gebied verzakt de bodem door fysieke belasting die zetting tot gevolg heeft. Het
directe gevolg van bodemdaling is schade aan funderingen, woningen, wegen, riolering en leidingen.
Ook wanneer funderingen van woningen of overige gebouwen niet gevoelig zijn voor bodemdaling,
ontstaan er problemen door de verschillen met de wel dalende omgeving waardoor ongewenste
hoogteverschillen ontstaan. De kosten voor het herstel van de schade en het frequent onderhoud aan
de infrastructuur kunnen voor heel Nederland oplopen tot € 5,2 miljard tot het jaar 2050 (PBL), tenzij
wordt gekozen voor duurzamere methoden van aanleg, beheer en onderhoud.
Veiligheid
Bodemdaling levert ook een veiligheidsrisico op doordat het water in de boezems aanzienlijk hoger
komt te liggen dan in de naastgelegen weilanden, waardoor de druk op waterkeringen toeneemt.
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART
Waterkeringen moeten steeds meer verzwaard worden om deze waterdruk te weerstaan. Daardoor
treedt ook meer zetting op. Bij een dijkdoorbraak is er meer risico op slachtoffers en schade omdat
door bodemdaling het water hoger staat. Ook treedt in de veenweiden gemakkelijk wateroverlast op
vanwege de geringe drooglegging.
Thema Energietransitie
Klimaatverandering betekent voor Nederland onder andere een toenemende kans op overstromingen
door een stijgende zeespiegel, periodes van grotere droogte of juist hevige neerslag en een
veranderende biodiversiteit. Omdat het Groene Hart een van de laagste en natste gebieden van
Nederland is, zijn de gevolgen van klimaatverandering ook hier zeker te merken. De klimaatambities
uit Parijs betekenen dat vooral het energiesysteem ingrijpend moet worden veranderd (de energie-
transitie). Een eerste stap hierin is dat in 2020 het energieverbruik met 20% moet zijn afgenomen.
Enkele feiten op een rij:
e De CO2-uitstoot is in het Groene Hart lets sterker gedaald dan in geheel Nederland. De daling was
na 2012 minder groot dan in de jaren ervoor.
« Het energiegebruik in het Groene Hart is gedaald de laatste jaren, iets sterker ook dan in de rest
van Nederland. Hiermee is het Groene Hart echter nog ver verwijderd van de doelstelling voor
2020.
« Het percentage duurzame energie is in het Groene Hart lager dan in Nederland als geheel. Nog
sterker dan voor Nederland als geheel geldt dat het Groene Hart nog ver verwijderd is van de
doelstelling voor 2020.
e Vrijwel alle duurzame energie die in het Groene Hart wordt opgewekt, is zonne- en windenergie.
« Het totale vermogen dat wordt opgewekt door windturbines In het Groene Hart is sinds 2010 met
140% gestegen.
Thema Economie
« De laatste jaren (sinds 2009) heeft het Groene Hart bovengemiddeld veel banen verloren. De
werkloosheid is echter lager dan gemiddeld in Nederland.
« Het economisch herstel dat in 2015 landelijk duidelijk zichtbaar werd (lichte banengroei), was er
in het Groene Hart nog niet (afname van banen).
« Het Groene Hart kent een heel gevarieerde economie waarin de grootste sectoren weinig uniek
zijn: groot- en detailhandel, gezondheidszorg/ welzijn, industrie, bouwnijverheid en zakelijke
dienstverlening.
« Sinds 2013 zijn er veel banen verloren gegaan in de financiële sector. Deze sector deed het in het
Groene Hart aanzienlijk slechter dan gemiddeld In Nederland.
« Ook in de gezondheids- en welzijnssector, tot 20153 een belangrijke banenmotor, gingen sinds
2013 veel banen verloren.
« Het oppervlakte bedrijventerrein is de laatste jaren gemiddeld met circa 5% gestegen. De laatste
twee jaar was de groei fors lager dan in de jaren ervoor.
« De structurele leegstand van kantoren is in het Groene Hart hoger dan het landelijk gemiddelde
en deze leegstand is de laatste jaren sterker gestegen dan het landelijk gemiddelde. Dit ís in
belangrijke mate een Randstad-probleem.
pr 2 Aart PERSPECTIEF GROENE HART
Landbouw
e Er vindt schaalvergroting plaats in het Groene Hart: een gelijke omzet met minder bedrijven (-15%
in de periode 2009-2015) en met minder werkgelegenheid (-18%) .
« De bijdrage van de totale primaire agrarische sector in het Groene Hart bedraagt ruim € 1 mld. Het
aandeel in de totale agrarische omzet in Nederland is sinds 2009 gedaald.
« Meer dan de helft van de agrarische omzet in het Groene Hart is afkomstig van de
melkveehouderij.
« De omzetgroei in de melkveesector was in de periode 2009 — 2015 fors (+ 27%). Deze groei was
wel minder dan het landelijk gemiddelde (+ 36%).
e Het aantal melkveebedrijven nam in de periode 2009-2015 af met 10% (landelijk: -7%).
e Het aantal GVE/ha ís in de periode 2009-2015 met 10% toegenomen en daarmee ook de belasting
van het polderland. Dit is onwenselijk ín relatie tot de bodemdaling.
Recreatie en toerisme
« Het aantal banen in de toeristisch-recreatieve sector in het Groene Hart is de laatste jaren
aanzienlijk sterker toegenomen dan gemiddeld in Nederland.
e Ruim 6% van de banen in het Groene Hart is te vinden in de toeristisch-recreatieve sector. Dit is
vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland. Tot voor kort liep het Groene Hart achter op het
landelijk gemiddelde.
« Het aantal banen in de watersportsector in het Groene Hart nam toe de laatste twee jaar, waar
landelijk sprake is van een daling.
Thema Bereikbaarheid
« Geen enkele niet-stedelijke regio in Nederland kent zo'n goede nabijheid van banen als het Groene
Hart.
« Het wegenpatroon is in de afgelopen 10 jaar nagenoeg gelijk gebleven. Dit zegt echter niet alles
over de wegcapaciteit. Er kunnen wel wegen verbreed zijn.
« Behalve op de Rijkssnelwegen loopt het ook zeer geregeld vast op het onderliggend wegennet in
het Groene Hart. Dan gaat het zowel om doorgaande wegen als de N11 (met name de aansluiting
op de A4 en de A12), de N207 (met name knelpunten tussen Leimuiden en Gouda) en de N201
(tussen Uithoorn en Vreeland),als op de laatste schakelstukken in de verschillende interlokale
routes, naar dorpen en bedrijfslocaties. Er zijn geen nauwkeurige gegevens over de mate van
vertraging op de verschillende locaties.
e De logistieke sector ís sterk aanwezig in het Groene Hart. Concentraties zijn er in de gemeente
Alphen aan den Rijn (o.a. Boskoop), nabij de A12 (met name Waddinxveen, Bodegraven-Reeuwijk
en Woerden) en in de Krimpenerwaard.
e In de transitie naar duurzame brandstof is het Groene Hart landelijk een koploper.
Groeve Aart PERSPECTIEF GROENE HART
COLOFON
Titel: Perspectief Groene Hart 2040
Versie: Eindrapport
Opdrachtgever: Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart
Datum: 2 mei 2017
Uitvoering: Provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland, Groene Hart waterschappen, enkele Groene Hart
gemeenten in samenwerking met het Programmabureau Groene Hart
Vormgeving: bruksvoort.nl
Illustraties: OBeeldleveranciers-Carof
Voorblad: BRO
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het
Programmabureau Groene Hart:
Mail: [email protected]
Telefoon: 050-2582431
U kunt ook kijken op de website www.stuurgroepgroenehart.nl
ú STUURGROEP NATIONAAL
LANDSCHAP GROENE HART
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
N Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
é Motie
Jaar 2021
Nummer 170
Behandeld op 10 maart 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
“Onderwerp
Motie van het lid Veldhuyzen inzake het concept-besluit en het
gedeeltelijk opheffen van de geheimhouding als gevolg van het Wob-
verzoek inzake documenten AEB-dossier (maximale transparantie).
“Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie inzake het concept-besluit en het gedeeltelijk
opheffen van de geheimhouding als gevolg van het Wob-verzoek inzake
documenten AEB-dossier (maximale transparantie).
Constaterende dat:
— De NV), VVO, het Genootschap van Hoofdredacteuren, NDP
Nieuwsmedia en Open State Foundation op 1 juli 2020 in een
brief aan de vaste commissie Binnenlandse Zaken stellen dat
ruimhartige transparantie van overheidsinformatie van vitaal
belang is voor een gezonde democratie waarin de vrije pers
ongeremd haar controlerende taak kan uitvoeren, waarin het
maatschappelijk middenveld maximaal geïnformeerd haar werk
kan doen, en waarin iedere burger dankzij een goede toegang
tot overheidsdata kan participeren in politieke en bestuurlijke
processen. *
Voorts constaterende dat:
-— Er veel Wob-verzoeken worden gedaan en er een achterstand is
in de beantwoording van deze verzoeken;
- Er bij de beantwoording van Wob-verzoeken regelmatig
documenten niet worden verstrekt of grote delen van
documenten onleesbaar worden gemaakt.
Overwegende dat:
- Ereen traditie is ontstaan bij de beantwoording van Wob-
verzoeken om zoveel mogelijk informatie af te schermen;
- Deze trend ervoor zorgt dat de overheid minder goed
gecontroleerd kan worden waardoor ook het vertrouwen in de
overheid afneemt;
-— Er veel maatschappelijk protest is tegen het gebrek aan
transparantie bij de overheid en het gebruik van overheden en
overheidsinstellingen om zoveel mogelijk informatie af te
schermen;
! https://www.nvj.nl/nieuws/nvj-en-journalistieke-organisaties-dringen-aanpassingen-wet-
1
open-overheid
- Amsterdam een voorbeeldfunctie zou moeten hebben als het
gaat om een transparante overheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Bij ingewilligde Wob-verzoeken alle beschikbare documenten, e-
mails, digitale berichtgeving en andere relevante informatie
openbaar te maken;
-— ‘Maximale transparantie’ als uitgangspunt te hanteren bij de
beantwoording van Wob-verzoeken en uiterst terughoudend te
zijn bij het afschermen van het informatie en het onleesbaar
maken van documenten;
- Bij de beantwoording van Wob-verzoeken altijd aan te geven
welke informatie onleesbaar is gemaakt en hierbij ook toe te
lichten waarom deze informatie onleesbaar is gemaakt;
-— Bij de beantwoording van Wob-verzoeken altijd een
inventarisatielijst aan te leveren van alle aangeleverde stukken en
alle relevante stukken die om wat voor reden dan ook niet worden
aangeleverd.
Het lid van de gemeenteraad
JA. Veldhuyzen
2
| Motie | 2 | discard |
VN2021-010992 X Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F EF D
do ruimte en Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
vurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van 20 mei 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie
Agendapunt o
Datum besluit College B&W 213 april 2021
Onderwerp
Kennisnemen van correspondentie inzake dagmailbericht Wind.
De commissie wordt gevraagd
Kennisnemen van de gevraagde bijlages 1a en 1b.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
Lid 3: Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen,
tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet.
Dit in verband met de belangen genoemd in artikel 10, tweede lid, onder G van de Wet openbaarheid
van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor onbepaalde tijd.
De raad op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet te verzoeken de opgelegde
geheimhouding tijdens de eerstvolgende vergadering na aanlevering bij de raadsgriffie te
bekrachtigen.
Bestuurlijke achtergrond
Op 21 oktober 2020 is in de dagmail een brief verschenen inzake onderzoek naar draagvlak voor
windmolens in Amsterdam. Een raadslid heeft verzocht inzage te krijgen in de achterliggende
correspondentie over de totstandkoming van dat bericht in de dagmail. In deze correspondentie
zijn gegevens van ambtenaren geanonimiseerd. Het raadslid wil daar inzage in. Het college wil dit
mogelijk maken. Derhalve besluit het college dit document geheim te verklaren waarna het voor
raadsleden ter inzage wordt gelegd op de raadsgriffie. De betreffende brief is aangeboden aan de
commissie FEZ van 19 november 2020 als TKN 11.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-010992 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
rve ruimte en % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚
. Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie FED van 20 mei 2021
Ter kennisneming
Geheimhouding
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10,tweede lid, onder G van de Wet openbaarheid van
bestuur bestaat tegen openbaarmaking van de gegevens in bijlage 1a en 1b bezwaar.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-039999 | 1a. GEHEIM FW_ Dagmail 21-10 deadline.msg - AD2021-039859. pdf (pdf)
1b. GEHEIM Bijlage 1. Definitief persbericht voor straks -
AD2021-040000
AD2021-039896.pdf (pdf)
2. Ondertekend - BRIEF onderzoek draagvlak windmolens -
AD2021-040001
AD2021-039880.pdf (pdf)
3. Draagvlakonderzoek nieuwe Windmolens in Amsterdam -
AD2021-040002
AD2021-039879.pdf (pdf)
AD2021-039883 Commissie FED Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Martijn Wehkamp, [email protected], 06-2873 9730
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
E02 020165 N% Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O
estuurs- en : :
managementadviseri hg Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024
Ter kennisneming
Portefeuille Masterplan Nieuw-West
Agendapunt 2
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de update van de lijst Alliantieleden van het Nationaal Programma Samen Nieuw-
West, die het convenant ‘Wij zijn Samen Nieuw-West! hebben ondertekend
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de update van de lijst van alliantiepartners die het
convenant ondertekend hebben en in de bijlage de lijst zelf tot en met 4 december 2023.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
Aanleiding voor deze brief met bijlage is de toezegging in de raadscommissie Stadsontwikkeling van
15 november 2023.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging in de raadscommissie van 15 november 2023.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-026169 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Bestuurs en % Amsterdam M lan Zuidoost, Aanpak Bi d, Aanpak Noord
managementadviseri%® asterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noor
Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024
Ter kennisneming
AD2023-092652 Alliantiepartners NPSNW (pdf)
AD2023-092651 Commissie SO Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief Update lijst Alliantiepartners NPSNW
AD2023-092653 En , ‚
raadscommissie 10 janvari 2024 (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Sjoukje Alta, [email protected] en 0683632195
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2022-044171 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Snderwij, Jeugd en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
org % Amsterdam |
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 18 januari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 6
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van raadsinformatiebrief Staat van het Amsterdamse v(s)o en de Monitor
schoolloopbanen vo 2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter aanbieding van de rapporten de Staat van het
Amsterdamse voortgezet (speciaal) onderwijs en de Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs
2022.
Wettelijke grondslag
* Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet, actieve informatieplicht college naar
gemeenteraad.
Bestuurlijke achtergrond
Nvt.
Reden bespreking
O.v.v. de leden Rooderkerk (D66) en Von Gerhardt (VVD).
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
TA2022-000573, toezegging afgedaan naar aanleiding van een verzoek van het lid Rooderkerk
tijdens de TAR van 30 juni. En TA2022-000737, toezegging afgedaan naar aanleiding van een verzoek
van het lid Von Gerhardt tijdens de CIE OZA van 7 september. Beide verzoeken betreffen het in kaart
brengen van de schoolwisselingen na het eerste leerjaar.
TA2022-000782, afdoening motie 300 Centrale loting en matching 2022 d.d. 14 september 2022 van
de leden Rooderkerk, von Gerhardt, Runderkamp, Yemane, Broersen en Boomsma. Hierin staat
opgenomen dat de resultaten van dit onderzoek besproken worden met de schoolbesturen en dat er
samen met hen wordt gekeken naar hoe de samenwerking rondom het proces van schoolwisselaars
Gegenereerd: vl.6 1
VN2022-044171 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: -
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 18 januari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
kan worden verbeterd. Ik ga dan ook in overleg met het OSVO over de resultaten en kijk dan samen
met hen naar wat nodig is om tot de nodige verbeteringen te komen.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-120521 | Bijlage 1_Staat van het Amsterdamse VO.pdf (pdf)
Bijlage 2_Poster Staat van het Amsterdamse VO.pdf (pdf)
Bijlage 3a_Factsheet schooladviezen, onder en overadvisering.pdf (pdf)
AD2022-120525 | Bijlage 3b_Factsheet niveavoverstap en schoolwisselingen.pdf (pdf)
Commissie OZA (2) Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief SvhAVO en monitor schoolloopbanen vo. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Onderwijs en Leerplicht, afdeling Voortgezet Onderwijs, Lisa Ros, [email protected],
06-31631012 OJZD, Onderwijs en Leerplicht, afdeling Voortgezet Onderwijs, Sofieke Dirksen,
s.dirksen@&amsterdam.nl, 06-38597846
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Versie 1
Am ste rda m 8 februari 2023
Evaluatie aanscherping Zone Zwaar
Verkeer
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Zwaarste voertuigen /
y
k
IJ
4
p
5
ii et) d
TON DN
rang prm Da
"ee e”fe\ e'e'e
si ABN ac a
EL
© © ® ® ® ®
EN En Win
OR mm KE WIR
88 ES: is 25 ‚&ss ä7 Ars
dE A AN AL AR A
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Management samenvatting
De 7,5t zone binnen de zone zwaar verkeer is niet nieuw. Al sinds 1996 bestaat beleid om de overlast
van zwaar verkeer in de historische binnenstad tegen te gaan. Stapsgewijs is de regelgeving
uitgebreid en geïntensiveerd. Aanscherping Zone Zwaar Verkeer in 2021 is de meest recente
wijziging met als doelstelling het verminderen van de piekbelasting op bruggen en kademuren.
Uitvoerbaarheid & handhaafbaarheid stonden bij de ontwikkeling centraal.
Belangrijkste conclusies aanscherping Zone Zwaar Verkeer:
e Meer inzicht en grip verkregen op zwaar verkeer in Amsterdam. Het aandeel voertuigen
met de juiste ontheffing is gestegen van 63% naar 93%.
e _Hetaantal voertuigen zwaarder dan 30 ton is in diezelfde periode met 60% afgenomen. Van
255 naar 101 voertuigen gemiddeld per werkdag.
e Het aantal voertuigen zwaarder dan 7,5 ton is tussen maart 2020 en de periode tussen juni
2022 t/m janvari 2023 gedaald van 1308 naar gemiddeld 1044 voertuigen per werkdag. Dit
is een daling van 20%.
e De combinatie van camerahandhaving op alle toegangswegen naar het gebied binnen de
S100 en (gerichte) handhaving binnen de zone zwaar verkeer door BOA's is succesvol.
e Voortzetten van de pilot Camerahandhaving tot tenminste 2026, en indien dekking
gevonden wordt langer, is gewenst.
Daarnaast laat de evaluatie ook twee zorgpunten zien:
e Ten eerste de naleving van gedragsregels en ontheffingsvoorschriften. Er zijn zorgelijke
signalen dat (lokale) gewichtsbeperkingen bij veiligheidsmaatregelen worden genegeerd
of dat bijvoorbeeld wordt stilgestaan op bruggen. De sleutel lijkt te liggen in het vergroten
van de bewustwording door gerichte communicatie en strengere gerichte handhaving.
e Ten tweede de doorlooptijden van ontheffingsaanvragen. Bij ruim 29% van de aanvragen
wordt de beschreven doorlooptijd niet gehaald. Hoewel geïnterviewden overwegend
positief zijn over de contactmomenten met Dienstverlening, behoeft dit aspect
verbetering. Essentieel is dat de geschepte verwachtingen worden nagekomen worden.
Hiervoor worden in de evaluatie een aantal concrete verbetervoorstellen gedaan.
Overige resultaten
Aanscherping van de Zone Zwaar Verkeer gaat echter over meer dan de regulering van rijdende
zware voertuigen. Uit de evalvatie komen vraagstukken naar voren die om richting vragen.
Ketensamenwerking en eigenaarschap
Intern betrokkenen spreken complimenten uit over het gezamenlijk doorlopen van het
proces. Geen presentatie van volmaakt beleid, maar het doorlopen van een gezamenlijk
ontwerpproces: van kennis & kaders, dienstverlening tot en met handhaving. Dat is uniek.
Ondanks dat aanscherping Zone Zwaar Verkeer impact heeft op de gehele keten, voelt
niemand zich eigenaar. De aanscherping is projectmatig opgezet, eerst door het
Programma Bruggen en Kademvren en later door Programma Logistiek. Na deze evaluatie
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
moet de Zone Zwaar Verkeer geborgd worden in de lijnorganisatie. Als beheerder van de
assets lijkt V&OR de meest logische eigenaar. Aanbevolen wordt om 2023 te gebruiken om
de Zone Zwaar Verkeer onder te brengen binnen V&OR, onderscheid makend tussen het
beleidsmatige deel (kennis & kaders) en het praktische deel (stedelijk beheer).
Behoefte aan direct(er) contact
Ook brancheorganisaties en gebruikers zijn grotendeels tevreden over het gezamenlijke
ontwerpproces. Echter voelt de branche zich niet altijd goed meegenomen in de motivaties
achter keuzes, wat tot onbegrip leidde.
Waar voorheen per mail of telefoon maatwerk geboden kon worden, is nu sprake van een
digitaal aanvraagformulier. Ondanks tevredenheid over de digitale aanvraagprocedure, is
vanuit de gebruikers met name bij complexere aanvragen behoefte aan direct contact. Het
gaat hierbij zowel over maatwerk in relatie tot ontheffingsaanvragen als over het
aankaarten van oneffenheden in het systeem. Denk hierbij aan de (soms ongelukkige)
samenloop van verschillende ontheffingen en vergunningen. Aanbevolen wordt om dit te
beleggen bij een aanspreekpunt Zwaar Verkeer.
Roep om integraliteit in ontheffingen & vergunningen
De samenloop in de inrichting van het ontheffingen- en vergunningensysteem wordt als
barriêre ervaren. Denk aan het sectorale karakter; zo moeten vergunningen en
ontheffingen worden aangevraagd om (1) de ZZV te mogen inrijden, (2) het verkeer te
stremmen (TVM) en (3) een object in de openbare ruimte plaatsen (objectvergunning).
Vooral de verschillende doorlooptijden leiden in de praktijk tot problemen.
Niet alleen de branche maar ook de eigen gemeentelijke organisatie is gebaat bij een
gestroomlijnd proces van ontheffing en vergunningverlening. Als gemeente Amsterdam
zijn wij immers zélf de grootse opdrachtgever in de stad. In opdracht van MT V&OR is reeds
een verkenning uitgevoerd naar de knelpunten en kansen bij de samenloop van
ontheffingen en vergunningen en hoe deze geoptimaliseerd kan worden.
Wegwerken oneffenheden
Door het gedigitaliseerde aanvraagproces is de voorspelbaarheid verbeterd van de
ontheffing Zone Zwaar Verkeer. Losgezien van de doorlooptijden geeft het merendeel van
de geïnterviewden te kennen tevreden te zijn met de nieuwe werkwijze. In de gesprekken
met de branche blijkt dat met name bij de complexe aanvragen de menselijke maat gemist
wordt, vanwege het binaire karakter van de aanvraagprocedure.
Praktijkvoorbeelden laten zien dat twee identieke kranen met dezelfde serienummers op
verschillende wijze door de RDW zijn ingemeten. Een slot van 2 cm aan de achterzijde van
het voertuig kan bepalend zijn voor het al dan niet verkrijgen van een ontheffing, omdat het
voertuig vanwege het slot als 10,02 meter te boeken komt in plaats van 10,00 meter.
Daarnaast worden verschillende oneffenheden geconstateerd die een averechts effect
lijken te hebben op ‘de bedoeling’. Hieronder een typerend voorbeeld:
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Een transport langer dan 10 meter met ondeelbare lading mag de stad in en de lading lossen.
Maar mag vervolgens niet een lading over dezelfde route mee retour nemen die bestaat vit 10
kleine machines (met een lager totaalgewicht), omdat sprake is van een deelbare lading. In de
praktijk leidt dit tot meer vervoersbewegingen. Deze toename staat haaks op de Amsterdamse
ambities.
Stapeling van ambities en continuïteit van beleid
Stiller, schoner, lichter en slimmer zijn als ambities soms moeilijk om gelijktijdig met elkaar
te verenigen. Laat staan als tussentijds de spelregels veranderen. De branche ervaart een
gebrek aan continuiteit van beleid. Ook bij de ontwikkeling van de Zone Zwaar Verkeer
dreigde de categorie ‘bijzondere voertuigen’ niet meegenomen te worden, die twee jaar
eerder vanuit de Milieuzone juist was ingevoerd.
Tussentijdse koerswijziging zijn daarmee niet uniek. De branche geeft te kennen dat het
innovatieve investeringen tegenhoudt, waardoor het loont om pas 5 voor 12 genoodzaakte
investeringen te doen. Dit geeft zekerheid en is ook vanuit de techniek aantrekkelijk
(actieradius, gewicht e.d). Aanbevolen wordt om samen met koplopers te onderzoeken
hoe de drempel tot innovatieve investeringen, passend bij de Amsterdamse ambities en
doelstellingen, verlaagd kan worden.
Aanbevelingen
1. Op basis van deze evaluatie wordt aangeraden om de camerahandhaving voort te zetten.
Prioritering binnen handhaving en reservering van voldoende capaciteit lijken
randvoorwaardelijk voor het succes. Het CVOM is reeds akkoord gegaan.
2. Tref maatregelen om de bewustwording voor het naleven van voorschriften bij vergunning-
en ontheffinghouders te vergroten. Denk aan campagnematig informeren en aan pilots om
de informatievoorziening en naleving te vergroten.
3. Stuur vanuit Dienstverlening op de doorlooptijden van de ontheffingsaanvraag, zodat de
afgesproken doorlooptijden worden gehaald en aanvragers hun planning hierop kunnen
afstemmen. Houd rekening met de jaarlijks terugkerende piek aan ontheffingsaanvragen
door te zorgen voor voldoende capaciteit. Onderzoek welke maatregelen nodig zijn zodat
Dienstverlening eerder beschikt over complete aanvragen.
4. Na deze evaluatie moet de ZZV geborgd worden in de lijnorganisatie. Als beheerder van de
assets lijkt V&OR de meest logische eigenaar. Aanbevolen wordt om 2023 te gebruiken om de
Zone Zwaar Verkeer binnen V&OR onder te brengen.
5. Stel binnen VROR een aanspreekpunt zwaar verkeer aan ten behoeve van direct contact, het
adviseren van de markt en de beantwoording van specialistische (advies)vragen.
6. De evaluatie ZZV heeft geleid tot inzichten, de zogenoemde bijvangst. Aangeraden wordt om
de volgende elementen mee te nemen in het uitvoeringsplan Logistiek:
o Gain samenwerking met de branche op zoek naar de oneffenheden in de regelgeving
en kom gezamenlijk tot logische en werkbare oplossingen.
o Onderzoek hoe het vertrouwen ín continuïteit van beleid kan worden herwonnen.
Hiervoor zal nauw worden samengewerkt met Logistieko20 en CBA.
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
o De samenloop en inrichting van ontheffingen en vergunningen wordt als barrière
ervaren. Verken hoe de integraliteit verhoogd zou kunnen worden.
o Voorkom dat logistieke oplossingen alleen binnen de eigen gemeentegrens
beschouwd worden. Werk aan een gemeente overstijgende benadering.
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Inhoud
1 Introductie … ……………onsunn oons enenenerseensnerrvsnenersserrnnnerrnsenersennenenssennveneerrsenneervvenenenerrnnnnerrs Ö
1.2 Aanleiding nnen nenneenennenenenvenvenenenvennvenveeneenvenenenvenvenenenveneeesvenverneenvenveenvenvenneenvenen Ö
1.2 Ontstaanswijze Zone Zwaar Verkeer … nnen nennen veneenenenvenvensvenvernveneenenenvenvenneenvenen Ö
1.3 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer in het kort … nnen eneen enen eneeennvenneerenenneeennn O
1.4 Waarom een evaluatie Aanscherping Zone Zwaar Verkeer? … nennen ennvenneenneerne eenn. O
2 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer... … usus so orsnsonsennnneneeeeenensennnnsnenrenernvenrnenene 1O
2.1 Verkeersbesluit zone zwaar verkeer … nnn ennen eneen enen enenennvenneenneenenveneeenveerveneeeeneeenee LO
2.2 Ontheffingen nanne ennen veneenvenv enen enen vennvenenvenvenvenvenvenvenenvenreneneenvenvenvenvenenveenenee A
2.3 Gedragsregels … nnen en eeneen en envenvennerenenvenenenvenvenenenvenvensvenvenvenseenveeneenvenenenee 12
2.4 Gewichtsverklaring … … none vene eene eeenenenenenveeevereneneneeenevenneennvennvenneeennvenevenvervenener 13
2.5 Handhaving … nanne eneennenneeneeeneeneenenenvenenenvenvensveneeenvenvenenenvenerenvenvenvensvenveeneenvennene. 13
3 Nalevingstrategie … …………………….nsssnssnsnsorssnrenersennnnsneneenensensnennerrenensensenvnnnnenrenvenvenvnnnen: Ll
4 Resultaten evaluatie: in cijfers … …… nun snnon veren se nnneenenerverserseeveneneneervserrvveenvnverer 15
ARWATGEID CEE CT
4.2 Resultaten naleving; aandeel zwaar verkeer met ontheffing … nanne venen 15
4.3 Resultaten informeren & faciliteren … nnen ennen venvensennenneenenenveneennnenerenennvenvenvenneeneeeneenn 1Ó
4.4 Resultaten effectieve handhaving … nnn annen enne eeneeneenenenveneennvenvenvenneeeneeneeneenenenveneenneenvenn 17
5 Resultaten evaluatie: interviews … enn vennneren eenen enen eeenverenernen vereren eenn 18
5.1 Terugblik projectorganisatie … nonnen eneen neenvennveneeenensen ennen veneenenenvenvenneenververnvenne 18
5.2 Samenwerking binnen de gemeente … nnen nennen venvenv eneen enneenenenvennvenveneeneennvenveeneen 1)
5.3 Samenwerking met partners & brancheverenigingen … nnn oneven enneeneeeneeneeneneneeneen ee 21
5.4 Scopewijzigingen gedurende het proces... nnn nnen eneen enneenenenveneenevenveneensvenvenvene 22
5.5 Faciliteren van gebruikers … nonnen enen ennvenneneneeennvenneererenseerneeenevenevenveeevveeveennveenee 23
5.6 Pilot Camerahandhaving … unne eneen ennen oneens envenvensvenseerennveneeenvenvenseenveneenneeeenvene 25
5.7 Samenloop vergunningen & ontheffingen … nennen nennen vene eneen enen eeneneneenvenvenen. 26
5.8 Continuïteit van beleid. neee eenen ennnenenneeerenerenneeeveneenennenenenenseenenneeeennneenenensenen 27
5.9 Oneffenheden in de regelgeving … nanne vennen ver eneenv enen eerenenvenvenvenvenvenenneenenven 27
5.10 Effect aanscherping ZZV op bruggen en kademuren... anneer eneneenenvenennen. 28
6 Conclusie en aanbevelingen ………….…………….nsssusnssnsnrnreenensenenennenenseenersenensernneervenvensnnene 30
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
1 Introductie
1.1 Aanleiding
Haar kenmerkende en vaak eeuwenoude herenhuizen, bruggen en kademuren zijn nog steeds
bepalend voor het Amsterdamse. In 2010 kreeg de Amsterdamse grachtengordel de status van
UNESCO Werelderfgoed, met als doel het erfgoed te beschermen voor toekomstig generaties.
Echter is het verkeer in de stad al generaties lang groter en zwaarder geworden, terwijl de bruggen
en kademuren niet altijd ontworpen zijn op de zware voertuigen zoals die vandaag de dag
voorkomen. Vaak worden de bruggen vergeleken met Matroesjka poppetjes die vanaf deze vroege
historie laag voor laag zijn op- en uitgebouwd. Initieel ontworpen voor paard en wagen en door de
jaren heen doorontwikkeld voor vrachtwagens, touringcars en trams.
1.2 Ontstaanswijze Zone Zwaar Verkeer
Al sinds 1996 is binnen het oude centrum sprake van beleid om de overlast van zwaar verkeer tegen
te gaan. Vervolgens introduceerde stadsdeel Centrum in 2008 het ontheffingenbesluit, met als doel
het beschermen van bruggen en kademuren tegen overbelasting.
Vanaf 2018 werd steeds duidelijker dat het achterstallig onderhoud snel ingelopen moest worden.
Met Programma bruggen- en kademuren werd een groot onderzoeks- en herstelorganisatie
opgezet. De scope omvatte meer dan 800 bruggen en 200 km kademuur.
Het resultaat was het actieplan waarin ten doel werd gesteld om de piekbelasting van de bruggen
en kademuren te verminderen en daarmee de levensduur te verlengen. Aanscherping van de Zone
Zwaar Verkeer was een belangrijke maatregel om snel aan deze doelstelling bij te dragen.
8
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
1.3 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer in het kort
De Zone Zwaar Verkeer (hierna ZZV) is daarmee allerminst nieuw. Ook voor de aanscherping was
sprake van een 7,5 ton zone. Grootste wijziging zit in de strengere handhaving, het verschuiven van
de grens van 45 ton naar 30 ton voor de routetoets en het afschaffen van de ontheffingsvrije
vrachtroutes. Ook is de aanvraagprocedure gedigitaliseerd met een E-formulier. Bij het opstellen
van het nieuwe beleid waren uitvoerbaar en handhaafbaar beleid belangrijke uitgangspunten.
Hoe werkt de Zone Zwaar Verkeer?
Binnen de ZZV, met als grens de s1oo, geldt een ‘geslotenverklaring’ voor voertuigen met een
totaalmassa zwaarder dan 7,5 ton. Dit betekent dat voertuigen zwaarder dan 7,5 ton in principe niet
welkom zijn binnen de zone zwaar verkeer.
Zonder de inzet van voertuigen zwaarder dan 7,5 ton is het echter niet mogelijk om de binnenstad
te bevoorraden, te verbouwen, te renoveren en schoon te houden. Dit zou het functioneren van de
Amsterdamse binnenstad ernstig belemmeren. Daarom is het wenselijk om voor bepaald transport
uitzonderingen te maken.
1.4 Waarom een evaluatie Aanscherping Zone Zwaar Verkeer?
Van chauffeurs en transportbedrijven tot en met beleidsafdelingen, dienstverlening en handhaving
op straat; aanscherping van de ZZV kende een brede impact. Vaststaat dat het de nodige voeten in
de aarde heeft gehad; het is namelijk meer dan een aantal nieuwe verkeersborden.
Bij de vaststelling is met het College afgesproken om één jaar na inwerkingtreding de aanscherping
ZZV te evalueren. Benadrukt moet worden dat continuering van de ZZV zelf niet ter discussie staat.
In voorliggende evaluatie staan de volgende vier onderdelen centraal:
e Doelstellingen - Doelstelling van de aanscherping ZZV was om de levensduur van bruggen
en kademuren te verlengen. De vraag is in hoeverre invoering van de aanscherping hieraan
heeft kunnen bijdragen.
e Pilots -Bij de inwerkingtreding zijn een aantal pilots opgestart om de naleving van de ZZV
op peil te houden: denk aan de pilots ‘camerahandhaving’ en ‘culturele sector’. Op basis van
deze evaluatie wordt aanbevolen de pilots al dan niet voort te zetten.
e Proces en communicatie — Vanwege de noodzaak en urgentie is aanscherping ZZV in hoog
tempo ontwikkeld in combinatie met intensieve samenwerking met het Rijk, een veelvoud
aan gemeentelijke afdelingen en brancheverenigingen en gebruikers. Hoe is de
communicatie, samenwerking en het proces ervaren?
e Aanbevelingen - Naast een aantal voorziene effecten heeft aanscherping van de ZZV ook
geleid tot inzicht in een aantal onvoorziene effecten. Wat leert dit ons? En welke
uitdagingen komen op ons af?
9
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
2 Aanscherping Zone Zwaar Verkeer
De volgende paragrafen beschrijven verschillende elementen van de aanscherping ZZV, waaronder
het verkeersbesluit, de ontheffingen, gedragsregels, gewichtsverklaring en handhaving.
2.1 Verkeersbesluit zone zwaar verkeer
Met de aanscherping van de ZZV is het ontheffingenbeleid restrictiever geworden. Deze beperking
geldt voor het complete wegennet in het gebied binnen de S10o ten zuiden van het IJ. In de
binnenstad blijft een 7,5 ton zone gelden. Ook de “vrachtroutes” zonder gewichtsbeperkingen (zie
blauwe aanduidingen) zijn verdwenen. Als alternatief zijn ‘breed opgezette wegen’ ontwikkeld,
waar voertuigen langer dan 10 meter mogen rijden en ook voertuigen met een deelbare lading een
routeontheffing mogen aanvragen.
NE)
(75 SD
SS
Figuur a - Situatie vóór aanscherping Figuur 2 — Situatie ná aanscherping
Binnen de zone is een ‘geslotenverklaring’ van kracht voor voertuigen en samenstel van voertuigen,
met een totaalgewicht hoger dan 7,5 ton. Aanvullend kan sprake zijn van lokale
gewichtsbeperkingen, die als doel hebben om een specifieke brug of kademuur te beschermen.
Deze lokale beperkingen dienen altijd gevolgd te worden.
10
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
2.2 Ontheffingen
Het is onwenselijk alle verkeer boven de 7,5 ton te weren. Dit zou het functioneren van de
Amsterdamse binnenstad belemmeren; logistiek wordt namelijk vaak gezien als bloedsomloop van
de stad. Het is daarom wenselijk om voor bepaald transport een vitzondering te maken. Er zijn twee
typen ontheffingen: een zonale (jaar- en dag-) ontheffing en een routeontheffing.
Zonale (jaar- en dag-) ontheffing
De zonale ontheffing geldt voor voertuigen die maximaal 30 ton wegen en een maximale lengte
van 10 meter hebben. De ontheffing geldt voor de gehele zone. Lokale beperkingen dienen altijd
te worden nageleefd (bijvoorbeeld lokale gewichts- of lengtebeperkingen).
Routeontheffing
Voertuigen die niet aan de eisen kunnen voldoen van de zonale ontheffing, kunnen een
routeontheffing aanvragen. Alleen als de infrastructuur het toestaat en er sprake is van
ondeelbare lading is er een routeontheffing mogelijk.
Er zijn verschillende soorten gewichtsgroepen die in aanmerking komen voor bovenstaande
ontheffingen. Het betreft voertuigen met een:
Toegestane maximum massa tot 30 ton (en korter dan 10 meter)
Deze voertuigen komen in aanmerking voor een zonale ontheffing. Voertuigen mogen zich ‘vrij’
in de ZZV bewegen, maar dienen lokale gewichtsbeperkingen, net als andere verkeer
beperkende maatregelen te respecteren. Denk daarbij aan een absolute gewichtsbeperking van
een brug of kademuur.
Werkelijk gewicht tot 3o ton (maar hoger toegestane massa & korter dan 10 meter)
Deze voertuigen komen in aanmerking voor een zonale ontheffing. Er is, op basis van
vertrouwen, een gewichtsverklaring van toepassing waarmee vervoerders bevestigen dat het
voertuig (of combinatie) niet zwaarder wordt beladen dan 30 ton. Ook voor hen geldt dat ze
lokale gewichtsbeperkingen, net als andere verkeer beperkende maatregelen dienen te
respecteren.
Werkelijk gewicht zwaarder dan 3o ton (maar lichter dan 5o ton & korter dan 120 meter)
Deze voertuigen komen onder twee voorwaarden in aanmerking voor een routeontheffing. Men
moet een route opgeven waarlangs men met het voertuig wil rijden. De gemeente toetst die
route. Daarbij wordt gekeken of de bruggen en kademuren het gewicht aan kunnen. Bij een
positief advies moet die route worden gevolgd (verplicht). Daarnaast moet sprake zijn van een
ondeelbare lading. Afwijken van de voorgeschreven route mag uitsluitend met toestemming
van het college.
Voertuigen zwaarder dan 5o ton (of afwijkend qua hoogte/breedte/lengte)
Deze voertuigen komen niet in aanmerking voor een ontheffing. Voertuigen met een
ondeelbare lading zwaarder dan 5o ton worden gezien als exceptioneel transport (voor
zelfrijdende voertuigen, zoals bijvoorbeeld een kraan, geldt 60 ton als grens).
11
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Bijzondere voertuigen (lichter dan 30 ton, maar langer dan 10 meter)
Ten tijde van de Emissiezone is een lijst met bijzondere voertuigen vastgesteld. Bij deze
categorie voertuigen kon, gelet op de afschrijvingstermijn, redelijkerwijs niet worden verwacht
dat een nieuw voertuig zou worden aangeschaft als gevolg van de beleidswijziging. Het betreft
de volgende voertuigen:
Kraanwagen, bedrijfsauto met een zware laadkraan, hoogwerker, betonmolen, betonmixer,
betonpomp, kolkenzuiger, brandweerwagen, straatveger/straatreiniger/ rioolzuiger, verhuiswagen,
gepantserd voertuig, elektrisch voertuig.
Deze voertuigen komen ook in aanmerking voor een zonale ontheffing. Het betreft voertuigen
met een ‘langere afschrijvingsduur’. Voertuigen die zijn opgenomen in de lijst met bijzondere
voertuigen mogen langer zijn dan 10 meter en mogen een routeontheffing aanvragen ook als ze
een deelbare lading vervoeren. Vanzelfsprekend geldt ook voor hen dat ze lokale
gewichtsbeperkingen, net als andere verkeer beperkende maatregelen, dienen te respecteren.
Ty
mW WRR GUR rome
Massa fi) In 20 40 li) een
Beleid voor Ela dAenLklade rautetoet hAl elken od
aanscherping erkende ht enen mn
zijn nbat ontheffingiplichting
Beleid na lag- an jaaranthetfing ih Eelke exceptioneel
aanscherping vrachtroutes komen te vervallen
en worden onthelfingsplichtie
ruw, het lengtecr en
an erite nee tenzij:
. osn 10 mater n noodzakelijk
gE = be 00e an ka hi ap de
toute staan het toe
Figuur 3 - Schematische weergave wijziging van het beleid
2.3 Gedragsregels
Om verdere beschadiging van bruggen en kademuren te voorkomen, zijn samen met de sector
gedragsregels opgesteld. De boven genoemde ontheffingen kennen de volgende voorschriften:
e _Nietstilstaan omte laden en lossen of parkeren op het voetgangersgedeelte op bruggen;
e _Op kademuren niet stilstaan om te laden en lossen of parkeren binnen een afstand van drie
meter tot de waterkant;
e _Houd vijf meter afstand tot andere zware voertuigen en objecten, ook op de rijbaan;
e Rijgedrag: stapvoets rijden over verkeersdrempels en andere oneffenheden;
e Zoveel mogelijk op de breder opgezette doorgaande wegen rijden.
12
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
2.4 Gewichtsverklaring
Sommige voertuigen kennen een toegestane maximum massa zwaarder dan 30 ton, maar
vervoeren bijvoorbeeld altijd een lichte lading (donzen dekbeddenfabrikant) of passen hun
transportroute zo aan dat ze altijd met een totaalgewicht van maximaal 30 ton in de zone rijden.
Om deze voertuigen toch te kunnen toelaten, is in samenwerking met brancheverenigingen de
zogenoemde ‘gewichtsverklaring’ opgesteld. Hiermee verklaren gebruikers -op basis van
vertrouwen- dat het desbetreffende voertuig niet zwaarder beladen dan 30 ton, in de zone zal rijden.
2.5 Handhaving
Strengere handhaving op zwaar verkeer ging niet over één nacht ijs. Als aankondiging is geruime
tijd voor inwerkingtreding een grote commvunicatiecampagne opgezet om de doelgroep te
informeren, naast vele gesprekken, stakeholdersbijeenkomsten en ruim 5ooo gerichte brieven naar
(bestaande) ontheffinghouders. Ook zijn lopende ‘oude’ ontheffingen automatisch overgeplaatst
naar het nieuwe beleid (Aanscherping Zone Zwaar Verkeer).
Bij alle toegangswegen van de ZZV staat een 7,5 zonebord met camera-onderbord. Tevens zijn
aankondigingsborden geplaatst. Handhaving vindt plaats op drie varianten:
Camerahandhaving (pilot camerahandhaving)
Na een intensief voorbereidingstraject is na goedkeuring van het parket Centrale Verwerking
Openbaar Ministerie (CVOM) de pilot Camerahandhaving opgestart. Concreet betekent dit dat
alle toegangswegen van de ZZV voorzien zijn van camera’s die op basis van kentekengegevens
voertuigen zonder ontheffing sanctioneren. Het Rijk incasseert de boetes.
Fysieke handhaving op straat
Naast camerahandhaving wordt ook binnen de zone gecontroleerd op het hebben van een
ontheffing. Denk aan gerichte controles door handhaving, waar bijvoorbeeld met mobiele
weegmatten het absolute gewicht wordt gecontroleerd. Het Rijk incasseert de boetes. Dubbele
beboeting (camera’s en handhaving op straat) is niet mogelijk.
Bestuursrechtelijke handhaving
Naast de handhaving op het hebben van een ontheffing, worden ontheffinghouders binnen de
zone gecontroleerd op de naleving van de gedragsregels en op het volgen van de
ontheffingsvoorschriften. De belangrijkste ontheffingsvoorschriften zijn het voldoen aan de
gewichtsverklaring en het rijden van de voorgeschreven route. Voor het controleren op de
gewichtsverklaring worden eveneens de mobiele weegmatten ingezet. Afhankelijk van de ernst
van de overtreding kan de ontheffing voor een bepaalde tijd worden ingetrokken. Zie paragraaf
2.3 voor de gedragsregels.
13
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
3 Nalevingstrategie
Een essentieel onderdeel van de aanscherping ZZV is de naleving op straat. Om gedragsverandering
te bewerkstelligen en overtredingen te voorkomen, is gekozen om in te zetten op een strategie die
inzet op preventieve maatregelen op drie sporen. Het betreft informeren, faciliteren en sanctioneren.
Er is gekozen voor een grootschalige communicatiecampagne van enkele weken. De inzet van de
campagne was om zoveel mogelijk stakeholders in de breedst mogelijke zin te bereiken, denk aan
Amsterdammers, brancheverenigingen, chauffeurs, planners en werkgevers. Ook zijn meer dan
5ooo brieven verstuurd naar bestaande ontheffinghouders en voertuigen die zich tijdens de
voorbereiding in de zone verkeerden.
Inspanningen & acties
e Informeren (en waar mogelijk omzetten van) ontheffingen van bestaande ontheffinghouders;
e _Informatiebijeenkomsten vóór- en met verenigingen en stakeholders;
e Informeren brancheverenigingen, dealers, CBR, RDW, vakbladen en andere stakeholders;
e Direct informeren van stakeholders door middel van kentekenregistratie;
e Informatieborden enlichtkarren plaatsen op strategische plekken, bijvoorbeeld afritten en corridors;
e Integratie regels in bestaande gemeentelijke werkwijzen (aanbestedingen, tenders, BLVC);
e _ Monitoring en sturen op houding en gedrag van chauffeurs van het eigen wagenpark.
Met faciliterende maatregelen is beoogd om het voor de doelgroep gemakkelijker te maken. Denk
aan een optimaal functionerend ontheffingenproces en ondersteuning in de eerste maanden.
Inspanningen & acties
e _ Waar mogelijk automatisch overzetten van ontheffinghouders van oud- naar nieuw beleid;
e Realisatie E-formulier: toegankelijke, voorspelbare en transparante aanvraagprocedure;
e _ Snelle doorlooptijd vormde hierbij het uitgangspunt;
e _Bereikbaarheidskaart met actuele bereikbaarheidsinformatie.
Ondanks dat flink is ingezet op informeren en faciliteren, is handhaving van ongekend belang.
Inspanningen & acties
e _ Toepassing camerahandhaving; besluit V&OR inzet digitaal handhaven verkeersovertredingen;
e Dagelijkse inzet van (mobiele)weegmatten in plaats van specifieke (statische) weeglocaties;
e Inzetten overige snelle, efficiënte en slimme weegtechnieken, denk aan de weegstrips;
e Naast handhaving op het hebben van een ontheffing ook bestuursrechtelijke handhaving op de
ontheffingsvoorschriften, zoals gedragsregels, verplichte route en/of gewichtsverklaring;
14
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
4 Resultaten evaluatie: in cijfers
Dit hoofdstuk spiegelt de behaalde resultaten aan de doelstellingen. Het hoofddoel van de
aanscherping ZZV was het verminderen van piekbelasting op bruggen en kademuren door in te
zetten op een hogere naleving van de regels.
4.1 Zwaar verkeer in aantallen
Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van het gemiddelde aantal voertuigen dat de
Zone Zwaar Verkeer binnenkwam. Hierbij is gekeken naar de periode maart 2020, maart 2022 en
het gemiddelde in de periode juni 2022 t/m janvari 2023.
Resultaten
In de periode tussen maart 2020 en de periode juni 2022 t/m januari 2023 is het gemiddelde aantal
voertuigen per werkdag met een toegestane maximum massa (TMM) > 7,5 ton gedaald van 1308
naar 1044. Een daling van ca 20%. Het aantal voertuigen met een gewicht >3o ton is in dezelfde
periode zelfs met ongeveer 60% afgenomen van gemiddeld 255 naar 101 voertuigen per werkdag.
De categorie voertuigen >7,5 ton ledig gewicht & een TMM <30 ton is op haar beurt met ongeveer
23% toegenomen van 251 naar 309.
Totaal aantal voertuigen Niles la Gemiddeld
ip Ze) py] Juni *22 / Jan ‘23
Gemiddeld aantal voertuigen per werkdag (TMM >7,5 ton)
U
Gemiddelde aantal voertuigen TMM > 30 ton
Gemiddelde aantal voertuigen >7,5 t ledig gewicht & <30 t TMM
Gemiddelde aantal voertuigen >7,5 t& <11,25 t ledig gewicht
Gemiddelde aantal voertuigen <= 7,5 t & >7,5 t TMM
Tabel 1 — Resultaten zwaar verkeer in aantallen
4.2 Resultaten naleving; aandeel zwaar verkeer met ontheffing
Het onderzoek is vitgevoerd zowel vóór- (in maart 2020, juli 2021) als na inwerkingtreding (maart
2022). De analyse is gebaseerd op unieke voertuigen waarvan 100% zeker is dat deze een
ontheffingsplicht hebben. De kentekendata is vergeleken met voertuigen met een ontheffing.
15
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Resultaten
Doelstelling Maart 2020 Juli 2021 Maart 2022
Naleving; % voertuigen
met ontheffing
Tabel 2 - Resultaten aandeel zwaar verkeer met ontheffing
De naleving ontheffingsplicht is tussen maart 2020 en maart 2022 gestegen van 63% naar 93%.
Naleving verplichte routes & gewichtsverklaring
Op 6 werkdagen in juni en juli is met een voertuig van Handhaving door de Zone Zwaar Verkeer
gereden en zijn voertuigen steekproefsgewijs gecontroleerd.
Resultaten
Steekproef Doelstelling Juni/Juli 2022
Naleving verplichte routes 91% bevindt zich op de juiste route
Naleving gewichtsverklaring 95% voldoet aan gewichtsverklaring
Tabel 3 - Resultaten naleving verplichte routes en gewichtsverklaring
4.3 Resultaten informeren & faciliteren
Geïnterviewden zijn gevraagd een inschatting te maken van (a) in hoeverre hun organisatie/ branche
op de hoogte was van de nieuwe beleidsregels, (2) de informatievoorziening, (3) doorlooptijden.
Resultaten Informatievoorziening
Doel Resultaat Beschrijving informatievoorziening
>80% | >g0% Geïnterviewden geven veelal aan dat > 90% van hun organisatie of achterban op de
hoogte is van de ZZV. De communicatiecampagne lijkt daarmee effectief.
Tabel 4 - Resultaten informatievoorziening
Resultaten beschikbaar gestelde informatie
Doel Resultaat Beschrijving beschikbaar gestelde informatie
7,5 Gematigd tevreden over de beschikbaar gestelde informatie. Met rapportcijfers tussen
de 4 en 8 is sprake van een diffuus beeld. De wens aan direct(er) contact voor vragen en
een niet up-to-date zijnde bereikbaarheidskaart worden vaak als oorzaak genoemd.
Tabel 5 - Resultaten beschikbaar gestelde informatie
Resultaten doorlooptijden (kwalitatie
Doel Resultaat Beschrijving doorlooptijden
7,5 416 Op basis van de interviews komt een beeld naar voren van ontevredenheid.
Geïnterviewden geven aan dat de beloofde doorlooptijden vaak niet worden nagekomen.
Volgens de geïnterviewden gebeurt dit zowel bij complexe als simpele aanvragen.
Met uitschieters van een 1 (zeer ontevreden) en een 10 (zeer tevreden) is allerminst sprake
van een eenduidig beeld.
Tabel 6 - Resultaten doorlooptijden (kwalitatief)
16
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Beschrijving doorlooptijden
e De doorlooptijden zijn voor de dagontheffing (max. 1 werkdag), jaarontheffing (max 5
werkdagen) en routeontheffing (max. 15 werkdagen).
e De gemiddelde doorlooptijd was in de periode januari 2022 tot en met november 2022 voor
een dag-, jaar- en routeontheffing respectievelijk 2,3 dagen; 6,3 dagen en 11,6 werkdagen.
e Het percentage binnen de norm verleende vergunningen in de periode janvari 2022 tot en met
november 2022 is 71%. Dat betekent dat 3 op de 10 aanvragen niet tijdig zijn behandeld.
e _ Aanvragers geven aan wanneer zij de ontheffing nodig hebben. Kijkend naar de ingangsdatum
is bijna 84% tijdig behandeld, ondanks dat daarmee niet wordt voldaan aan de doorlooptijden.
4.4 Resultaten effectieve handhaving
Naast de digitale camerahandhaving worden voertuigen binnen de ZZV gecontroleerd door BOA's.
Er is sprake van gerichte handhaving. BOA's richten zich op het hebben van een ontheffing, het
naleven van de gewichtsverklaring, de verplichte routes, de verklaring ondeelbare lading en de
gedragsregels.
Onderstaande tabellen laten zien dat de effectiviteit van handhaving omhoog is gegaan en
doelstellingen ruimschoots worden gehaald. Naast trainingen en korte lijnen tussen beleid en
handhaving is dit mogelijk ook deels te danken aan de combinatie met camerahandhaving,
waardoor de BOA-capaciteit zich concentreert op gerichte handhaving binnen de Zone Zwaar
Verkeer. Hierdoor is het afschrikeffect groter, want waar in het verleden werd geconcentreerd op
(overduidelijke) overbelading is nu sprake routinematige controles en steekproeven.
Resultaten controles per week
In de maanden oktober 2021 t/m mei 2022 zijn door BOA's 1767 controles
geregistreerd. Dit zijn ongeveer 5o controles per week. Het betreffen 1525
Tabel 7 - Resultaten gemiddeld aantal controles per week
Resultaten gemiddelde afhandelingstijd
BOA-vur uitgevoerd (1 per 2:30 ur). In de periode november 2021 t/m mei
2022 zijn gemiddeld o,5 controles per BOA-vur uitgevoerd (a per 2:00 Uur).
Tabel 8 - Resultaten gemiddelde afhandelingstijd
17
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
5 Resultaten evaluatie: interviews
Om tot deze evaluatie gekomen zijn verschillende gesprekken gevoerd met gebruikers,
brancheverenigingen en betrokkenen vanuit de gemeente. Dit heeft geleid tot een mooie
afspiegeling van de verschillende inzichten en belanghebbenden. In de gesprekken lag de focus op
de periode vóór invoering van het nieuwe beleid tot en met de ervaringen een jaar later.
De aanscherping ZZV heeft de nodige voeten in de aarde gehad en beperkt zich allerminst tot zwaar
verkeer. Het gaat over de complexiteit van beleidsmatige keuzes, de stapeling van ambities, de
(vaak) sectorale organisatieontwikkeling en over het visitekaartje dat je als gemeente wilt
uitstralen.
In onderstaande paragrafen worden een aantal terugkerende thema’s beschreven in de vorm van
ervaringen, quotes en anekdotes. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen ervaringen van gebruikers
& brancheverenigingen (blauw) en betrokkenen vanuit de gemeente (rood).
5.1 Terugblik projectorganisatie
Zoektocht naar balans tussen duidelijkheid, haarbaarheid, vitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Quote: “De eigenlijke ambitie was om ál het zware vrachtverkeer uit de stad te weren door middel van het
invoeren van een routetoets vanaf 7,5 ton. Al snel bleek dat onuitvoerbaar voor zowel de gemeente als de
logistieke sector. Na uitgebreide gespreksrondes met de branche en de gemeentelijke constructeurs/
technische experts is uiteindelijk gekozen voor een 7,5 ton zone waar een ontheffing kan worden
aangevraagd voor voertuigen tot maximaal 30 ton.”
De projectorganisatie kijkt terug op een turbulent proces. Enerzijds vanwege het hoge tempo waarin de
aanscherping ZZV ontwikkeld moest worden en anderzijds vanwege de complexiteit aan regelgeving en
verscheidenheid aan belanghebbenden.
Het was een bewuste keuze om brancheverenigingen en gebruikers vroegtijdig in het proces te
betrekken. Vanaf de start hebben verscheidene bedrijfsbezoeken plaatsgevonden om inzicht te krijgen
in de verschillende logistieke systemen. Daarnaast zijn in het ontwerpproces tijdens verschillende
bijeenkomsten wensen, zorgen en behoeften vanuit de gebruikers opgehaald. Een hectische periode
omdat geen zekerheid kon worden geboden; de precieze staat van de bruggen en kademuren was
immers onbekend. Met andere woorden was lange tijd niet duidelijk met welke ‘spelregels’ rekening
gehouden moest worden.
Ditzelfde geldt voor het ontwerpproces binnen de gemeentelijke organisatie. Uitvoerbaarheid en
handhaafbaarheid stonden hoog in het vaandel; daarom werd in een intensief proces met onder andere
handhaving en dienstverlening gewerkt aan de uitwerking van het beleid. Daarnaast werd een brede
18
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
stuurgroep opgericht waarin de meest belanghebbende afdelingen plaatsnamen. Vanwege de
scopewijzigingen en aanscherpingen vanuit brancheverenigingen en marktpartijen was allerminst
sprake van stabiel beleid. De kennis en expertise vanuit verschillende werelden leidde tot scherper en
completer beleid, waardoor vitzonderingen eerder aan het licht kwamen en de projectorganisatie tot
minder vervelende verrassingen kwam te staan.
Tot slot was lange tijd sprake van grote onzekerheden omdat de precieze staat van de bruggen en
kademuren immers niet duidelijk was. Het kostte veel moeite om in gezamenlijkheid met constructeurs
te komen tot een generieke gewichtsgrens van 30 ton, geldend voor alle kademuren. In overleg met de
branche werd relatief laat in het proces afscheid genomen van de beoogde maximale aslast van 10 ton in
combinatie met 30 ton totaalmassa.
Constatering
Terugkijkend was sprake van een continue zoektocht naar een balans tussen generiek beleid en
eenduidigheid (wens dienstverlening en handhaving) en het gewenste maatwerk (wens branche). Juist
de vele onzekerheden en de uitzondering op de regelgeving maakte de materie zeer complex. Het
vereiste ingewikkelde keuzes om tot een vitvoerbaar en handhaafbaar beleid te komen. Mede door het
gezamenlijke ontwerpproces is gepoogd een balans te vinden tussen de -vaak conflicterende- belangen
vanuit de betrokken interne en externe belanghebbenden.
5.2 Samenwerking binnen de gemeente
Gezamenlijk ontwerpproces voor uitvoerbaar en handhaafbaar beleid.
Quote: “Erwas sprake van een gezamenlijk ontwerpproces. Het projectteam stond open voor de input vanuit
Dienstverlening, Handhaving en de Software bouwers, waardoor optimalisaties ‘onderweg’ doorgevoerd
werden. Deze inspanning kwam de vitvoerbaarheid van het beleid in de volle breedte ten goede.”
Het ombuigen van (politieke) visies of ambities naar uitvoerbaar beleid kost soms jaren. Voor de
aanscherping ZZV was dit anders vanwege de urgentie. Waar doorgaans wordt gewacht op ‘stabiel
beleid’ voordat de processen en systemen van de ketenpartners worden ingericht (zoals ICT-afdelingen,
Dienstverlening & Handhaving), gebeurde dit bij de ontwikkeling van de ZZV-parallel. Dit voelde soms
wat onwennig vanwege tussentijdse scopewijzigingen.
De toewijzing van ‘dedicated’ aanspreekpunten die zich binnen betrokken afdelingen inzetten voor de
aanscherping ZZV werd benoemd als pijler van de effectieve samenwerking. Dit gebeurde binnen de
kerngroep bestaande vit Camerahandhaving, Dienstverlening, Handhaving en de projectgroep.
Ook andersom werd vanuit het projectteam ZZV met de ketenpartners meegedacht en meegewerkt.
Het projectteam heeft Dienstverlening intensief ondersteund in de vitwerking van werkinstructies voor
de medewerkers. Daarnaast zijn in aanloop naar de inwerkingtreding presentaties en workshops
verzorgd bij betrokkenen in het algemeen en handhaving in het bijzonder.
Constatering
Terugkijkend heeft deze aanpak ook veel opgeleverd. Belanghebbenden zijn vroegtijdig bij het
ontwerpproces betrokken, waarbij de kennis en expertise van de ketenpartners leidden tot
19
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
optimalisaties in de volle breedte van het ontwerpproces: van ICT -inrichting, dienstverlening tot en met
handhaving.
Quote: “Dan zijn we genoodzaakt een brief naar mevrouw Halsema sturen met de mededeling dat we
komende winter door onze eigen wet- en regelgeving helaas niet kunnen strooien.”
Waar het merendeel van de betrokkenen, zoals de Stadsdelen, Handhaving en Dienstverlening haar
waardering uitspreken over de wijze waarop zij zijn betrokken, heeft een onderdeel binnen Stadswerken
een andere afdronk.
Ondanks het feit dat Stadswerken in de stuurgroep van de aanscherping ZZV plaatsnam, is het niet
gelukt om de eigen organisatie in haar volledigheid te informeren. Stadswerken is onder andere
verantwoordelijk voor een groot deel van het wagenpark om de stad draaiende te houden. Denk aan
veegwagens, afvalwagens maar ook de strooiwagens. Laatstgenoemde leek in eerste instantie niet te
kunnen voldoen aan de vereisten van de aanscherping ZZV. Dit was te wijten aan de reeds aanbestede
contracten voor het materieel, de vitvoeringsdienst én het strooibestek om de strooiwerkzaamheden te
mogen uitvoeren. De inzet van meerdere voertuigen met minder capaciteit zou opnieuw aanbesteden
betekenen (met een doorlooptijd van minstens 1 jaar) vanwege een fundamentele wijziging.
Constatering
De discussie liep met een sisser af, maar het spreekt boekdelen over het belang van vroegtijdige
betrokkenheid. De vitvoering werd in de ogen van Stadswerken te laat betrokken, wat door wederzijds
onbegrip bijna leidde tot een brief naar de burgemeester. Terugkijkend heeft deze ‘dreigende escalatie’
er wel voor gezorgd dat de werelden van beleid en uitvoering elkaar beter weten te vinden, denk aan ‘30
is de norm’ waarbij Stadswerken naar tevredenheid aangeeft vroegtijdig te zijn te betrokken.
Ouote: “Wij zijn van de assets, wij gaan over de camera's, wij doen alleen het klantcontact, wij handhaven
alleen. ledereen is van een klein stukje en daarom is niemand ergens van.”
Het beleid van de aanscherping ZZV ontstond binnen Programma Bruggen & Kademuren en wordt
momenteel vitgevoerd vanuit Programma Logistiek. Het ligt voor de hand dat het beleid op termijn
wordt opgenomen in de lijnorganisatie. Als eigenaar van de assets lijkt V&OR de meest voor de hand
liggende eigenaar van de ZZV. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen het beleidsmatige deel
(V&OR kennis & kaders) en het vitvoerende deel (V&OR gebruik openbare ruimte).
Restrictief toegangsbeleid heeft structureel aandacht nodig, er zijn altijd gevallen en aanvragen die niet
precies in het aanvraagformulier en soms zelfs binnen de regels passen. Daar moeten soms
beleidsmatige afwegingen over gemaakt worden. Er liggen nog tal van mogelijkheden om het beleid en
de regels te optimaliseren.
20
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
5.3 Samenwerking met partners & brancheverenigingen
Quote: “We zijn meegenomen in het proces, maar er is onvoldoende naar onze uitvoeringsexpertise
geluisterd.”
Op basis van interviews met brancheverenigingen en gebruikers ontstaat een eenduidig beeld.
Geïnterviewden spreken veelal hun waardering vit over de wijze waarop de gemeente Amsterdam het
proces heeft ingestoken; partners voelen zich op prettige wijze meegenomen in het proces. De aanpak
heeft ertoe geleid dat een gemeenschappelijk beeld ontstond over urgentie en noodzaak: er moest iets
veranderen ten aanzien van zwaar verkeer.
Kanttekening is de motivatie achter de gemaakte keuzes. De geïnterviewden geven aan onvoldoende te
zijn meegenomen in de ingeslagen weg, wat leidde tot onbegrip. De branche ziet dat is ingespeeld op
wensen, zorgen en signalen; de maximale aslast van 10 ton (bovenop de maximale massa van 30 ton) is
bijvoorbeeld op verzoek van de branche komente vervallen. Echter blijkt vit de interviews dat de branche
in toenemende mate meegenomen had willen worden in de motivaties achter keuzes. Er blijven namelijk
een aantal vragen open; waarom is bijvoorbeeld vastgehouden aan de maximale lengte van 10 meter
terwijl voertuigen steeds wendbaarder worden?
Constatering
Vroegtijdige betrokkenheid van gebruikers wordt als zeer positief beschouwd. Mede door de aanpak zijn
urgentie en noodzaak niet ter discussie gesteld. Voor vriend en vijand was duidelijk dat er iets moest
veranderen.
Wel is sprake van onbegrip over de gemaakt keuzes. De geboden snelheid kan worden aangewezen als
belangrijkste oorzaak van het onbegrip. De 30 ton als maximaal toelaatbare massa biedt als harde grens
vooral duidelijkheid. Aanbevolen wordt deze gewichtsgrens te handhaven. Wel kan worden verkend of
meer maatwerk mogelijk is ten aanzien van maximaal toelaatbare lengte. Dit moet echter verenigbaar
zijn met de lange termijn ambities van de stad.
Ouote: “Bergingsvoertuigen leken tussen wal en schip te vallen. Samen met de gemeente is een uitzondering
bedacht voor calamiteiten. Anders zouden we 3 weken moeten wachten op een routetoets voordat we een
gestrande vuilniswagen zouden mogen wegslepen.”
Terugkijkend was het onmogelijk om aan de voorkant de precieze impact volledig te overzien. Het waren
de vele vitzonderingen die voor complexiteit zorgden gedurende het ontwikkelproces.
Een typerend voorbeeld zijn bergingsvoertuigen. Voor deze incident gedreven voertuigen is de route en
het moment per definitie niet-planbaar. Voor het bergen van zware voertuigen zou volgens het beleid
eerst een routeontheffing aangevraagd moeten worden met een doorlooptijd van 10 werkdagen. In
overleg met bergers en gemeentelijke constructeurs zijn aanvullende ontheffingsvoorschriften
opgesteld waarmee de bruggen en kademuren beschermd kunnen worden en bergers hun noodzakelijke
werkzaamheden kunnen uitvoeren.
21
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Een voorbeeld van een oneffenheid is de wijze waarop voertuigen in de systernen geregistreerd zijn. Een
geïnterviewde geeft aan speciaal geïnvesteerd te hebben in drie identieke voertuigen, waarbij slechts
één voertuig in aanmerking komt voor een ontheffing. Ondanks dat sprake is van hetzelfde bouwjaar en
hetzelfde serienummer zijn twee voertuigen vanuit de fabriek uitgerust met een gereedschapskist met
uitwendig slot, waardoor de maximaal toelaatbare 10 meter met twee centimeter wordt overschreden.
Constatering
Waar voorheen per mail of telefoon maatwerk geboden kon worden, is nu sprake van een digitaal
aanvraagformulier. Het aanvraagproces is met het E-formulier betrouwbaarder en voorspelbaarder
gemaakt, maar mist soms de menselijke maat. Overwogen zou kunnen worden een (minimale) marge in
te bouwen op gewicht en/of lengte om gevallen zoals hierboven beschreven te voorkomen.
5.4 Scopewijzigingen gedurende het proces
De verschillende individuele gesprekken, gezamenlijke gespreksronden en inspraakperiode hebben tot
een aantal wijzigingen geleid. De belangrijkste worden hieronder toegelicht:
De gewichtsverklaring
Voertuigen met een ledig gewicht kleiner dan 30 ton, maar een maximaal toelaatbaar gewicht van meer
dan 30 ton zouden in eerste instantie niet in aanmerking komen voor een ontheffing. Indien het voertuig
(toch) zwaarder beladen zou worden dan 30 ton zou dit immers niet vast te stellen zijn.
In nauwe samenwerking met gebruikers en brancheverenigingen is de gewichtsverklaring
geïntroduceerd. Met een ondertekende gewichtsverklaring, waarin een gebruiker aangeeft het voertuig
niet zwaarder dan 30 ton te beladen, toch een ontheffing kan worden afgegeven.
Constatering
Geïnterviewden zijn tevreden over de gewichtsverklaring omdat het de flexibiliteit in hun logistieke
operatie verhoogd.
Pilot Culturele sector (en in de toekomst mogelijk bouwprojecten)
Met haar rondtrekkende artiesten wijkt de culturele sector af van de overige gebruikers. De
ondersteunende logistiek met podia en decors worden vaak vervoerd door buitenlandse
maatschappijen, wat het voldoen aan de regelgeving niet gemakkelijk maakt.
Met de pilot Culturele sector krijgt het transport een vitzondering op de maximale lengte van 10 meter,
maar moet wel voldoen aan de gewichtsbeperking. Culturele instellingen kunnen via een portaal de
kentekens aanmelden omdat er sprake is van veel buitenlandse transporten en wisselende kentekens.
Constatering
Mede door de Covid pandemie was de culturele sector gelimiteerd in haar optredens. Het idee is de pilot
met één jaar te verlengen om voldoende ervaring op de te kunnen doen met deze pilot en medio 2023
de pilot te evalueren en te bepalen of de pilot al dan niet wordt doorgezet.
22
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
En of deze pilot wordt verbreed naar grote bouwprojecten die met dezelfde soort problematiek kampen;
veel transporten met wisselende kentekens naar 1 of een beperkt aantal locaties. In de evaluatie zijn
verschillende signalen naar voren gekomen van o.a. Bouwend Nederland en ProRail dat flexibiliteit wordt
gemist. Eris behoefte aan maatwerk voor projecten.
Quote: “De categorie bijzondere voertuigen werden in 2018 geïntroduceerd bij de invoering van de
Milieuzone. Twee jaar daarna werden ze alweer afgeschaft, terwijl de levertijd in vele gevallen zelfs meer
dan 2 jaar is. Na veel gedoe zijn de bijzondere voertuigen weer opgenomen in het beleid, maar de
continuiteit van beleid is ver te zoeken.”
Om een ontheffing te krijgen moeten bijzondere voertuigen voldoen aan een maximaal gewicht van 30
ton. Zij mogen echter wel langer zijn dan de voorgeschreven 10 meter. Deze categorie is in het leven
geroepen bij de Milieuzone. Het betreft een gelimiteerde lijst met voertuigen (bijvoorbeeld elektrisch
voertuig, betonmixer of verhuiswagen) waarbij een langere afschrijvingsduur van het voertuig geldt.
Redelijkerwijs kan niet worden verwacht dat een gebruiker direct afstand moet doen van zijn voertuig als
gevolg van een beleidswijziging.
Constatering
Uitfaseren wordt als onhaalbaar ingeschat. In de ogen van de geïnterviewden zal in de lengte der dagen
sprake zijn van ‘bijzondere voertuigen’. In de toekomst zal de lijst naar verwachting bestaan uit
voertuigen met nieuwe technieken. Uitfaseren is alleen mogelijk wanneer (a) er sprake is van een lange
doorlooptijd en (2) de continuïteit van beleid verbetert.
Quote: “Onze diepvries auto’s komen of vit Tilburg of vit Heerenveen. Efficiënt vervoer kan per citytrailer
van 14,20 meter, maar blijven onder de 30 ton. Bevoorrading van onze filialen direct aan breed opgezette
wegen scheelt een extra chauffeur en extra kleine vrachtwagen die de stad in rijdt.”
Ook voor de aanscherping ZZV was sprake van een 7,5 ton zone. Echter was voorheen sprake van
‘ontheffingsvrije vrachtroutes’, die onder de aanscherping ZZV zouden verdwijnen.
Op basis van afstermming met de markt is met de introductie van ‘breed opgezette wegen’ gehoor
gegeven aan de wens vanuit de gebruikers en brancheverenigingen. Daarmee zou het mogelijk moeten
zijn om een route ontheffing te krijgen voor een deelbare lading met een voertuig langer dan 10 meter.
5.5 Faciliteren van gebruikers
Brancheverenigingen en gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de contactmomenten met
Dienstverlening. Echter wensen zij verbetering ten aanzien van de doorlooptijden van de ontheffings-
aanvragen. De jaarlijkse piek bij het verlengen van de jaarontheffing vormt hierbij geen uitzondering.
Geïnterviewden geven aan dat de doorlooptijden regelmatig niet gehaald worden, onafhankelijk de
complexiteit van de aanvraag (dagontheffing, jaarontheffing, bijzonder voertuig, routetoets etc)
23
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
De analyse van de doorlooptijden laat zien dat, zoals eerder gepresenteerd, tussen januari 2022 en
november 2022:
e _Bijrvim 29% van de aanvragen worden de beschreven doorlooptijden niet gehaald. Dit betekent
dat 3 op de 10 aanvragen niet tijdig worden verstrekt.
e Ruim 16% van de ontheffingen wordt niet tijdig verleend, wanneer gekeken wordt naar de
uiterste datum dat een indiener de ontheffing benodigd. Tijdens de aanvraagprocedure geven
aanvragers aan wanneer zij de ontheffing benodigd hebben. Het kan dus voorkomen dat de
doorlooptijden niet worden gehaald, maar een ontheffing nog wel tijdig wordt afgegeven.
e De cijfers zijn deels te wijten aan de eigen organisatie in combinatie met de jaarlijks
terugkerende piek aan ontheffingsaanvragen en deels te wijten aan het reactietermijn van
aanvragers wanneer gevraagd wordt om aanvullende informatie aan te leveren.
e Dienstverlening is voornemens volgend jaar meer capaciteit te reserveren bij (planbare) pieken
en probeert de communicatie met aanvragers te optimaliseren door reminders te versturen om
een ontheffing te verlengen en door duidelijke (en haalbare) deadlines mee te geven wanneer
aanvullende informatie vanuit de aanvrager benodigd is.
Constatering
Dienstverlening lijkt vooral te sturen op de (uiterste) datum waarop een ontheffing door een gebruiker
benodigd is. Ondanks dat dit beeld positiever is, rekent een aanvrager op de gecommvuniceerde
doorlooptijden. Het is belangrijk dat de gecommuniceerde data (en daarmee geschepte verwachtingen)
ook worden nagekomen.
Ondanks dat de contactmomenten met Dienstverlening als prettig worden ervaren, wensen
geïnterviewden om meer (direct) contact te hebben met Dienstverlening. Het E-formulier functioneert
goed, maar mist soms de menselijke maat. Zo komt het voor dat voertuigen door het vrijwel geheel
geautomatiseerde aanvraagsysteem niet herkend/ geaccepteerd worden. Bij het vastlopen in het
aanvraagformulier zou sneller direct contact handig zijn. Vooral bij de verlenging rondom oktober jl.
werd dit als problematisch ervaren. Zorgen worden uitgesproken over de (jaarlijkse) verlenging van de
ontheffingen.
Jaarontheffingen in generieke zin zorgen voor een terugkerende golf aan ontheffing aanvragen. Er lijkt
sprake van een planbare piek, maar helaas blijkt de praktijk toch weerbarstiger. Mede door externe
factoren werd Dienstverlening overvallen door de hoeveelheid aanvragen van een jaarontheffing. De
conseqventie was dat doorlooptijden niet altijd werden gehaald. De impact hiervan is groot omdat
mogelijk leveringen uitgesteld moeten worden indien gebruikers hun ontheffingen niet ontvingen.
Constatering
Om de piek in aanvragen te spreiden zouden gebruikers aangeschreven kunnen worden om de
jaarontheffing te verlengen. Tevens luidt het devies om een plan B op te stellen wanneer het scenario
zich ontvouwt dat doorlooptijden niet gehaald worden. Dit ‘what-if scenario! moet duidelijkheid bieden
voor de handelswijze van zowel dienstverlening zelf als voor de handhaving op straat.
24
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Op de middellange termijn zou door de lijnorganisatie overwogen kunnen worden een adviesorgaan op
te richten, om mee te denken over het meest logische proces en/of vragen uit vanuit gebruikers te
beantwoorden. Momenteel ontbreekt een beleidsadviseur Zone Zwaar Verkeer.
Quote: “Printen, drogen, lamineren en opsturen. Los van dat enorm arbeidsintensiviteit is dit toch niet meer
van deze tijd? Idealiter wordt de ontheffing gekoppeld aan het kenteken of met behulp van OR-codes.”
Raamkaarten zijn herkenbare kaarten die een gebruiker voor zijn/haar raam legt om de ontheffing
kenbaar te maken. Voor de ZZV zijn verscheidene raamkaarten bijvoorbeeld voor een zonale-/ route
ontheffing of een raamkaart voor de pilot logistieke sector.
De meningen over raamkaarten zijn verdeeld. De discussie reikt daarmee verder dan de ZZV alleen.
Enerzijds voelt een geprinte en gelamineerde raamkaart niet meer van deze tijd. Vooral afdeling
Dienstverlening is gebaat bij slimmere oplossing zoals een OR-code of een ontheffing op kenteken.
Experts vanuit handhaving benadrukken dat de raamkaart niet alleen belangrijk is voor de
herkenbaarheid op straat. Raamkaarten bevatten een samenvatting van de ontheffingsvoorschriften,
wat de barrière voor gebruikers verkleint deze tot zich te nemen.
Constatering
Mogelijke afschaffing van de fysieke kaart is de verwachting dat ontheffingsinformatie slechter wordt
gelezen. De vraag is hoe ontheffinghouders verleid kunnen worden de voorschriften ook daadwerkelijk
tot zich te nemen. Overwogen zou kunnen worden om vanuit gedragspsychologie onderzoek uit te
voeren. Geconstateerd wordt dat met name de gedragsregels (zeer) beperkt worden nageleefd.
5.6 Pilot Camerahandhaving
Quote: “Nederlandse gemeenten kijken over de schouders mee naar de vitkomst van de pilot. Op basis van
de ervaringen besluit het CVOM of camerahandhaving op structurele basis ingezet kan worden.”
Het parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) moet vanuit het Rijk toestemming geven
voor camerahandhaving. Na intensieve verkenning met het CVOM kreeg de pilot camerahandhaving een
groen sein.
Pilot Camerahandhaving op basis van gewichtsbeperking
Kentekens en de daaraan gekoppelde RDW-gegevens zijn essentieel bij camerahandhaving. In
tegenstelling tot de Milieuzone, waar het bouwjaar in combinatie met de emissiecategorie van een
voertuig bepalend is, is het daadwerkelijke gewicht van het voertuig zonder weging niet eenduidig vast
te stellen.
In samenwerking met het CVOM is een systematiek bedacht om digitale handhaving mogelijk te maken
op basis van kentekengegevens. Camerahandhaving is echter geen totaaloplossing. Uitsluitend
voertuigen zonder ontheffing, die op basis van hun kentekengegevens al een ledig gewicht kennen dat
50% of meer boven de 7,5 ton zit (i.c. 11,25 ton) worden met camera’s gehandhaafd. Immers is bij deze
voertuigen een meting van het werkelijke gewicht (inclusief lading) niet nodig. Camerahandhaving
25
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
voorkomt ook niet dat voertuigen met een geldige zonale ontheffing alsnog zwaarder beladen zijn dan
30 ton.
Om de effectiviteit te borgen heeft het CVOM de voorwaarde gesteld om daarnaast intensief te
handhaven op de overige voertuigen die zonder ontheffing de zone inrijden. Om het exacte gewicht van
deze voertuigen te bepalen worden vanuit afdeling Handhaving speciale motorteams ingezet, die door
middel van de weegmatten het daadwerkelijke gewicht van een voertuig bepalen, en beboeten.
Daarnaast controleren deze teams op het nakomen van de gewichtsverklaring, de verplichte route en
het volgen van de gedragsregels.
Experts vanuit afdeling Handhaving geven aan dat gerichter en efficiënter gehandhaafd kan worden
sinds de pilot camerahandhaving. Ook de weegmatten helpen daarbij. Sinds daarvan gebruik wordt
gemaakt, hoeft men om een voertuig te wegen niet meer naar een gemeentewerf waardoor de
effectiviteit is gestegen.
Constatering
In tegenstelling tot de Milieuzone, waar gebruikers geregeld de proef om de som namen, is de
hoeveelheid zwaar verkeer volgens de experts van handhaving afgenomen vanwege hoogte van
sanctionering. De combinatie van camerahandhaving en gericht handhaving door BOA's in de zone lijkt
een afschrikeffect te hebben. Daarmee lijkt het beeld aan te sluiten op de eerder gepresenteerde
resultaten.
5.7 Samenloop vergunningen & ontheffingen
Samenloop van vergunningen & ontheffingen
Quote: “Vaak zijn het de verschillende doorlooptijden van vergunningen en ontheffingen wat voor
problemen zorgt (TVM, Objectvergunning & Ontheffing ZZV). Het komt geregeld voor dat ik mijn werk niet
kan uitvoeren omdat één van de ontheffingen of vergunningen de beloofde doorlooptijen niet haalt. Hierdoor
loop ik omzet mis én heb ik mijn klanten wat uit te leggen.”
De samenloop aan ontheffingen en vergunningen die nodig zijn om in de openbare ruimte te kunnen
werken maakt het soms onnodig ingewikkeld. Vooral brancheorganisaties en gebruikers geven aan soms
de door de bomen het bos niet meer te zien. Geïnterviewden benadrukken dat systemen in hun ogen ook
beter aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Maar andersom leidt het gebrek aan integraliteit ook tot kwetsbaarheden in het systeem. Een
geïnterviewde schetst een typerend voorbeeld waarbij gebruikers met (lege) containers zonder
problemen een ontheffing ZZV krijgen. Het object (lees de lege container) mag op basis van haar gewicht
zelfs dicht bij een kademuur geplaatst worden. Echter hetzelfde object, gevuld met puin, is zwaarder dan
het maximaal toelaatbare. Dit leidt op twee vlakken tot veiligheidsrisico's want er staat een te zwaar
object op een kademuur en er rijdt een te zware vrachtwagen door de ZZV.
Constatering
Geïnterviewden spreken de wens vit om de integraliteit en de betrouwbaarheid van de verschillende
vergunning- en ontheffingsprocessen te vergroten. Aanbevolen wordt de samenloop/integraliteit van de
26
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
verschillende ontheffingen/vergunningen te verkennen. Vanuit Dienstverlening loopt overigens een
traject om de aanvraagprocedure en samenloop te verbeteren.
5.8 Continuïteit van beleid
Voor de troepen uitlopen loont niet zonder continuïteit van beleid
Quote: “Bij innovatie kies je voor zekerheid, vaak in de vorm van maximale actieradius met bijbehorend
accupakket. Dit betekent wat voor het totaalgewicht. En juist daar wringt nu de schoen.”
De aanscherping ZZV heeft de markt geprikkeld om slimmer met transportbewegingen om te gaan. Een
mobiliteitsexpert van Stadsdeel Centrum noemt de ZZV een stap in de goede richting, maar benadrukt
dat ook ingezet moet worden op ‘verleiding’ in plaats van ‘ontmoedigen’.
Het gebrek aan continuiteit van beleid is een groot risico voor ondernemers. Hiermee is het als gebruiker
het meest rendabel om zo lang mogelijk met investeringen te wachten, terwijl ‘early adapters’ idealiter
beloond zouden moeten worden. In aanloop naar een emissievrije zone in 2025 spelen dezelfde
discussies. “Wijndozen zul je altijd moeiteloos elektrisch de stad in krijgen, maar wil je hoog en ver, dan heb
je een bepaalde massa nodig. En juist daar wringt nu de schoen” aldus een geïnterviewde.
Hetzelfde geldt voor bouwlogistiek over water. Recent is een brandbrief vanuit verschillende aannemers
en brancheverenigingen door de gemeente Amsterdam in ontvangst genomen.
Constatering
Het gebrek aan continuïteit van beleid maakt de gemeente mogelijk tot een onbetrouwbare partner.
Tevens weerhoudt het ondernemers van innovatieve investeringen, die paradoxaal genoeg vaak hand in
hand gaan met gemeentelijke doelstellingen. Stiller, schoner en lichter kan vaak niet tegelijk. Het vereist
visie en lef om een bepaalde richting te kiezen. Maar continuïteit van beleid is essentieel om draagvlak
te creëren én de gewenste ontwikkelingen te versnellen.
Zet naast het weren van zwaar verkeer (stok) vooral in op het belonen van de ‘early adapters’ (wortel).
Ga in gezamenlijkheid met ondernemers en brancheorganisaties op zoek naar de wortel.
5.9 Oneffenheden in de regelgeving
Ondeelbare lading en (on)logische extra vervoersbewegingen
Ouote: “Wat in 2 vervoersbewegingen had gekund doen we nu in 6 bewegingen. Logistiek is net horeca. Een
goede ober gaat het liefst met een vol dienblad heen en loopt met zoveel mogelijk lege glazen terug.”
Naast minder zware voertuigen, leidt de aanscherping ZZV mogelijk tot meer vervoersbewegingen, iets
wat vraagtekens oproept ten aanzien van andere stedelijke ambities zoals leefbaarheid.
Een typerend voorbeeld is de routeontheffing op een voertuig langer dan 10 meter met een toegestane
maximale massa hoger dan 30 ton. Dit voertuig komt in aanmerking voor een zone ontheffing mits (4)
een gewichtsverklaring en (2) verklaring van ondeelbare lading wordt ingevuld.
27
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
In desbetreffende casus wordt een hoogwerker van 14 ton geleverd aan een verhuurbedrijf op een
trekker oplegger combinatie van 13 ton. Retour zou de vervoerder voor dezelfde klant idealiter een aantal
kleinere machines (bv 8 liften van 1 ton per stuk) meenemen. Dit mag echter niet omdat geen sprake is
van een ondeelbare lading. “In de praktijk rijden we leeg terug en halen we een kortere bakwagen die 4 ritten
moet maken om de 8 schaarliften te vervoeren” aldus de geïnterviewde.
Constatering
Het is vitlegbaar dat met de introductie van ‘deelbare ladingen! bewust is gekozen om zwaar transport
te verdelen over twee of meerdere vervoersbewegingen om de piekbelasting te verminderen. Echter
leidt dit, zoals bovengenoemde voorbeeld laat zien, in sommige gevallen tot een ongewenste situatie,
namelijk onnodige (extra) vervoersbewegingen.
Aanbevolen wordt om in samenwerking met de branche op zoek te gaan naar eventuele andere
oneffenheden in de regelgeving en gezamenlijk te komen tot logische en werkbare oplossingen.
Logistiek maatwerk per gemeentegrens
Efficiënt plannen betekent voor vervoerders zo kort mogelijk van tevoren plannen om te zorgen voor
optimale belading voor de meest efficiënte routes. Maar het systeem wordt steeds statischer op het
moment dat je gedwongen wordt om met (1) een specifiek kenteken naar (2) specifieke locaties te rijden
met een (3) beperkt maximaal gewicht en (4) binnen een afgebakend tijdskader.
“Vanuit de steden wordt vooral gezocht naar maatwerk. Maar wij merken dat we te maken hebben met zo
steden die allemaal hun eigen maatwerk hebben met on-planbare situaties als gevolg” aldus een
geïnterviewde.
Constatering
Hoe meer maatwerk per gemeentegrens, hoe statischer het logistieke systeem. Vervoerders hebben
behoefte aan een gemeente overstijgende benadering om de flexibiliteit in het logistieke systeem te
behouden. Momenteel worden te veel oplossingen binnen de eigen gemeentegrens bedacht zonder oog
te hebben voor de bredere effecten.
5.10 Effect aanscherping ZZV op bruggen en kademuren
Effecten aanscherping
Ouote: “Er valt weinig te zeggen over de kwaliteit van de bruggen en kademuren sinds de aanscherping ZZV,
wel is zichtbaar dat er minder zware voertuigen in de stad rijden en dat de markt zich aanpast met slimmere
en minder zware transporten in de stad.”
De doorwerking op de kwaliteit van de bruggen en kademuren is moeilijk te beoordelen. De ingestelde
grens van 30 ton maximum massa lijkt doelmatig om de bruggen en kademuren minder te belasten en
daarmee de levensduur van de assets te verlengen. Vanuit veiligheidsoptiek is geen directe aanleiding
om de gewichtsgrens bij te stellen.
28
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Uit de interviews komen twee aandachtspunten naar voren die te maken hebben met de samenloop van
de verschillende ontheffingen en vergunning:
Ten eerste is het geen uitzondering dat (zware) objecten op kademuren worden geplaatst.
Ondanks dat sprake is van een vergunningsplicht worden objecten bewust dan wel onbewust
op kademuren geplaatst. Dit is deels te wijten aan de samenloop van het vergunningenproces,
maar ook deels te wijten aan de beperkte handhavingscapaciteit waardoor naar verwachting
soms de proef om de som genomen wordt.
e Ten tweede hebben vergunning- en ontheffinghouders onvoldoende tot geen besef dat er aan
de vergunning of ontheffing serieuze voorschriften kleven die dienen te worden nageleefd. Dit
geldt niet alleen voor de ZZV-ontheffingen. Alhoewel de ernst daar misschien nog groter is
vanwege het feit dat deze voorschriften vaak ter bescherming van de bruggen en kademuren
zijn. Denk daarbij aan het negeren van (lokale) gewichtsbeperkingen en/of afzettingen bij
veiligheidsmaatregelen. Met bijvoorbeeld de RVV-ontheffing, mag van zoveel regels worden
afgeweken, dat men waarschijnlijk onbewust is van het feit dat de lokale gewichtsbeperkingen
gehonoreerd moeten worden.
Verhogen naleving door bewustwording
Zoals eerder beschreven spelen informeren, faciliteren en sanctioneren een belangrijke rol om de
naleving te vergroten. Mogelijk kan de bewustwording worden vergroot met behulp van reeds
opgestarte en (nieuwe) pilots.
e _ Pilot Weegstrips - Om het bewustzijn van chauffeurs te vergroten is het afgelopen jaar een pilot
opgestart. Op belangrijke toegangswegen wordt met weegstrips actuele gewichtsinformatie
gecommuniceerd aan chauffeurs. Actuele gewichtsinformatie draagt bij aan de bewustwording.
e Pilot beeldherkenning - Om met een scanauto niet vergunde objecten op kademuren (sneller)
te herkennen en de naleving te vergroten.
Constatering
Er is geen directe aanleiding voor een verdere aanscherping van de ZZV. Wel vragen de punten
bewustwording en zware objecten op kademuren om een nadere beschouwing die een mogelijk vervolg
kunnen krijgen na de overgang naar V&OR.
29
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
6 Conclusie en aanbevelingen
Urgentie en noodzaak staan niet ter discussie
Uit de evaluatie blijkt dat vrgentie en noodzaak voor de bescherming van bruggen en kademuren
niet ter discussie staat. Het aantal voertuigen met een toegestane maximum massa (TMM) > 7,5 ton
is met 20% gedaald van 1308 naar gemiddeld 1044 voertuigen per werkdag. Daarnaast is het aantal
voertuigen met een gewicht >3o ton met 60% afgenomen van 255 naar 101. Aanscherping van de
ZZV lijkt daarmee een effectieve oplossing om de piekbelasting te verminderen. Hiermee is
invulling gegeven aan het Actieplan bruggen en kademuren uit 2018.
Effectievere handhaving
Ook vóór de aanscherping ZZV was sprake van een 7,5 ton zone. Met het nieuwe beleid is naast een
aanscherping van de regels in het bijzonder ingezet op de handhaafbaarheid. Het aandeel
voertuigen met een ontheffing is gestegen van 63% naar 93%. De combinatie van gerichte
handhaving door BOA's en Camerahandhaving op alle toegangswegen van de ZZV lijkt de
belangrijkste oorzaak van deze stijging.
Bijkomend voordeel van camerahandhaving is de verschuivende focus van handhaving op straat,
van de (overduidelijke) overtreders naar een meer routinematige vorm van controles. Met mobiele
weegmatten is de effectiviteit en doorlooptijd van wegingen bovendien verbeterd. Kanttekening is
de capaciteit en prioriteit van handhaving jaarlijks bepaald wordt door de burgemeester samen met
stadsdeelvoorzitters; minder BOA-inzet vermindert de handhaafbaarheid van de ZZV.
Aanbeveling 1
Op basis van deze evaluatie wordt aangeraden om de camerahandhaving voort te zetten.
Prioritering binnen handhaving en reservering van voldoende capaciteit lijken
randvoorwaardelijk voor succesvolle handhaving van de Zone Zwaar Verkeer.
Het CVOM adviseert hierop ook positief. De zaakdossiers zien er goed en volledig vit. Wel dienen
we er rekening mee te houden dat er nog geen gerechtelijke toets heeft plaatsgevonden van deze
manier van handhaving op gewichtsovertredingen. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat dit
tot problemen leidt, maar dit is wel belangrijk om toch te vermelden. Het CVOM wordt verder graag
geïnformeerd als de zaakstroom opeens sterk wijzigt, bijvoorbeeld door een enorme toename in
het aantal overtredingen per dag. Dit in verband met de beoordelingscapaciteit bij het CVOM.
Bewustwording ontheffingsvoorschriften
Er zijn zorgelijke signalen dat (lokale) gewichtsbeperkingen en/of afzettingen bij
veiligheidsmaatregelen worden genegeerd Vergunning- en ontheffinghouders hebben
onvoldoende tot geen besef dat er aan de vergunning of ontheffing serieuze voorschriften kleven
die dienen te worden nageleefd. Dit geldt niet alleen voor de ZZV-ontheffingen. Alhoewel de ernst
30
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
daar misschien nog groter is vanwege het feit dat deze voorschriften vaak ter bescherming van de
bruggen en kademuren zijn.
Aanbevolen wordt om de bewustwording voor het naleven van voorschriften bij vergunning- en
ontheffinghouders te vergroten. De sleutel lijkt te liggen in gerichte communicatie en strengere
handhaving. Onderstaande aanbeveling zal in het uitvoeringsplan Logistiek ‘22 — ‘26 worden
opgenomen.
Aanbeveling 2
Tref maatregelen om de bewustwording voor het naleven van voorschriften bij vergunning- en
ontheffinghouders te vergroten. Denk aan campagnematig informeren van ontheffing- en
vergunninghouders en hun chauffeurs, maar ook aan pilots, zoals de pilot weegstrips
(waarmee de chauffeur gewezen wordt op het actuele gewicht van het voertuig), en pilot
beeldherkenning (waarmee een scan-auto niet vergunde objecten op kademuren automatisch
herkent).
Complimenten voor het proces
Vanwege deze urgentie is de beleidswijziging in sneltreinvaart ontwikkeld. De aanscherping ZZV
heeft de nodige voeten in de aarde gehad. Er was sprake van een complex speelveld, gezien de grote
hoeveelheid stakeholders met vaak conflicterende belangen. Zowel brancheverenigingen,
gebruikers als betrokkenen binnen de gemeente spreken veelal haar waardering uit over de wijze
hoe zij in de voorbereiding zijn betrokken.
Doorlooptijden en directer contact
Verbetering wordt gewenst ten aanzien van de doorlooptijden van de ontheffingsaanvragen. Bij
ruim 29% van de aanvragen worden de beschreven doorlooptijden niet gehaald. Dit betekent dat 3 op
de 10 aanvragen niet tijdig worden verstrekt. Dienstverlening lijkt in plaats van de doorlooptijden, vooral
te sturen op de uiterste datum waarop de aanvrager de ontheffing benodigd heeft.
Vanuit dat perspectief is slecht 16% niet tijdig verleend. Ondanks dat dit beeld positiever is, rekent een
aanvrager op de gecommuniceerde doorlooptijden. Het is daarom belangrijk dat de gecommuniceerde
data (en daarmee geschepte verwachtingen) ook worden nagekomen.
Aanbeveling 3
Aanbevolen wordt om te sturen op doorlooptijden in plaats van de (uiterste) datum dat een
aanvrager een ontheffing benodigd. Daarnaast voert Dienstverlening op basis van de
ervaringen van afgelopen jaar verbeteringen door. Denk aan (a) het bijschakelen van
capaciteit bij de terugkerende pieken (jaarontheffing), (2) het versturen van reminders om
gebruikers uit te nodigen om (gespreid) hun ontheffing te verlengen en (3) verbetering van
communicatie wanneer extra informatie van de aanvrager benodigd is. Tot slot wordt
ingezet op ‘bewustwording’ voor medewerkers: wat is de impact van het wel/niet geven van
de ontheffing op straat?
Het tweede aandachtspunt is de behoefte aan directer contact. Waar voorheen per mail of telefoon
maatwerk geboden kon worden, is nu sprake van een digitaal aanvraagformulier. Ondanks
31
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
tevredenheid over het gedigitaliseerde aanvraagproces, is met name bij complexere aanvragen
behoefte aan direct contact voor specialistische vragen. Het gaat hierbij zowel over maatwerk in
relatie tot ontheffingsaanvragen als over het aankaarten van oneffenheden in het systeem,
bijvoorbeeld in de samenloop van verschillende ontheffingen en vergunningen.
Aanbeveling 4
De branche heeft echter behoefte aan een aanspreekpunt Zwaar Verkeer die specialistische
vragen beantwoordt en gebruikers adviseert. Door het afvangen van specialistische
beleidsvragen stijgt het lerend vermogen van de organisatie. Ook kunnen optimalisaties en
oneffenheden effectiever worden opgepakt. Het beleggen van eigenaarschap ZZV vormt een
belangrijke eerste stap om dit te kunnen bewerkstelligen.
Eigenaarschap
Ondanks dat de aanscherping ZZV-impact heeft op de gehele keten, voelt niemand zich eigenaar.
De aanscherping van de ZZV is projectmatig opgezet, eerst door het Programma Bruggen en
Kademvren en later door Programma Logistiek. Na deze evaluatie moet de ZZV geborgd worden
in de lijnorganisatie. Voorgesteld wordt om in te stemmen met vanaf 2023 een stapsgewijze
overdracht van een aantal rollen en taken van het project de Zone Zwaar Verkeer naar de lijn van
V&OR. Benadrukt moet worden dat delen reeds succesvol zijn ondergebracht bij Stedelijk Beheer,
denk aan de boordeling van routes.
Aanbeveling 5
Als beheerder van de assets lijkt V&OR de meest logische eigenaar. Aanbevolen wordt om 2023
te gebruiken om de Zone Zwaar Verkeer stapsgewijs binnen V&OR Kennis & Kaders onder te
brengen. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen het beleidsmatige deel (V&OR
Kennis & kaders) en de vitvoeringspraktijk (V&OR Gebruik openbare ruimte).
Optimalisaties & oneffenheden
De evaluatie ZZV heeft een aantal mogelijke optimalisaties en oneffenheden blootgelegd.
Denk aan:
e Het binaire karakter van het aanvraagformulier waardoor in een uitzonderlijk geval
dezelfde voertuigen, met hetzelfde gewicht, hetzelfde serienummer en hetzelfde bouwjaar
op verschillende wijze worden beoordeeld. In een enkel geval maakt een intern- of extern
slot het verschil waardoor de maximale lengte met 2 cm overschreden wordt.
e De routeontheffing in combinatie met verklaring ondeelbare lading, wat lijkt te leiden tot
extra vervoersbewegingen. Als gevolg van de verklaring ondeelbare lading mag een
voertuig geen deelbare lading retour nemen en noodgedwongen leeg terugrijdt. Typerend
is de vergelijking met de horeca; waarbij een ober geen lege glazen retour mag nemen op
het dienblad.
Aanbeveling 6
Naast het aanstellen van een aanspreekpunt (zie aanbeveling 3), wordt aanbevolen om in
samenwerking met de branche op zoek te gaan naar de oneffenheden in de regelgeving,
bijvoorbeeld de lengte van voertuigen en bijzondere voertuigen, om gezamenlijk te komen tot
logische en werkbare oplossingen.
32
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
Meer dan alleen rijdend zwaar verkeer
Sturen op zwaar verkeer gaat om meer dan alleen het rijdende verkeer dat met de ZZV wordt
gereguleerd. Uit deze evaluatie komen diverse ontwikkelingen naar voren die de zone zwaar
verkeer raken en om een duidelijke richting vragen. Het gaat om continuïteit van beleid, de roep om
integraliteit ten aanzien van ontheffingen & vergunningen en gemeentelijk overstijgende
benadering ten aanzien van logistiek.
Continuïteit van beleid
De branche ervaart een gebrek aan continuïteit van gemeentelijk beleid. Dit werpt voor hen een
drempel op bij het doen van innovatieve investeringen en aanpassingen in hun bedrijfsvoering. In
lijn met de eerder ontwikkelde Logistieke Strategie wordt hierbij intensief samengewerkt met
Logistieko2o en CBA.
Aanbeveling 7
Aanbevolen wordt te onderzoeken hoe de drempel verlaagd kan worden en het vertrouwen in
continuiteit van beleid kan worden herwonnen.
Roep om integraliteit in ontheffingen en vergunningen
De samenloop in de sectorale inrichting van het ontheffingen- en vergunningensysteem wordt als
barrière ervaren. Denk aan de sectorale inrichting en de verschillende doorlooptijden wat in de
praktijk tot problemen leidt. Naast de branche is vooral de eigen organisatie gebaat bij een
gestroomlijnd proces. Als gemeente Amsterdam zijn wij inmers de grootste opdrachtgever in de
stad.
Zo komt het bijvoorbeeld voor dat verschillende ontheffingen nodig zijn om werkzaamheden te
kunnen uitvoeren (zone zwaar verkeer, objectvergunning en TVM), maar één van boven
genoemden wordt afgewezen of te laat afgegeven. Dit leidt tot onzekerheid, frustratie en vragen
bij de aanvrager: kan het werk nog wel doorgaan? En wie betaalt de rekening als het werk toch niet
kan doorgaan?).
Aanbeveling 8
Aanbevolen wordt te verkennen hoe de integraliteit verhoogd zou kunnen worden. In opdracht
van Kennis & Kaders is reeds verkend hoe de samenloop van ontheffingen en vergunningen
geoptimaliseerd kan worden.
Het logistieke systeem reikt verder dan de gemeentegens
Uit de evaluatie blijkt dat de branche behoefte heeft aan een gemeente overstijgende benadering
om de flexibiliteit in het logistieke systeem te behouden. Het systeem wordt steeds statischer op
het moment dat vervoerders met (1) een specifiek kenteken en (2) specifieke route met (3) een
beperkt maximaal gewicht en (4) binnen een afgebakend tijdskader naar een locatie moeten.
Aanbeveling 9
Voorkom dat logistieke oplossingen alleen binnen eigen gemeentegrens beschouwd worden.
Zoek in de verbinding met andere gemeenten en werk in gezamenlijkheid aan een gemeente
overstijgende benadering.
33
Gemeente Amsterdam Versie 1
Programma Logistiek 8 februari 2023
Evalvatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer
De evaluatie aanscherping Zone Zwaar Verkeer is tot stand gekomen door een veelvoud aan
interviews met interne & externe partners. Graag willen we alle betrokkenen bedanken voor de
medewerking.
Wij hopen met deze evaluatie een duidelijk beeld te hebben gegeven en zijn benieuwd naar de
reacties van de verschillende ketenpartners.
34
| Onderzoeksrapport | 34 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1701
Ingekomen op 17 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie AZ
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Actualiseer waarderingskaart
van de 19°-eeuwse ring)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— Amsterdam een schitterende stedenbouwkundige traditie heeft met historische
wijken van een ongeëvenaarde schoonheid en kwaliteit;
— dat zeker ook geldt voor de 19°-eeuwse gordel van de stad met onder andere de
concertgebouwbuurt en de Vondelbuurt;
— deze wijken en de panden die daar staan maar beperkte
monumentenbescherming, genieten en daardoor relatief kwetsbaar zijn;
— veel panden zelfs alleen orde 3 of zelfs basisorde-bescherming genieten;
— de huidige ordewaarderingskaarten stedenbouwkundige en architectonische
kwaliteit van de 19°-eeuwse ring al twintig, bijna dertig jaar geleden zijn gemaakt
en, mede in het licht van de huidige bouwwoede, aan herwaardering toe zijn, om
te bezien of de toegekende waarderingen nog voldoende zijn om het stadsbeeld
te behouden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In samenwerking met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een proces in gang te
zetten om de waarderingskaart van de 19°-eeuwse ring de komende tijd te
herwaarderen om te evalueren of de voorheen toegekende waarderingen voldoende
zijn om het stadsbeeld te behouden.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
4
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 992
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder BT
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens en Moorman inzake de uitwerking van
de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente
(monitoren van het aantal verhuizingen versus het aantal huurverlagingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen
huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675).
Overwegende dat:
— de ‘uitwerking samenwerkingsafspraken' de corporaties twee maatregelen bieden
om sociale huurder te helpen die een te hoge huur hebben, te weten het verlagen
van de huur en het vinden van een goedkopere woning;
— het per geval aan de corporaties is om te beoordelen welke maatregel zij in welk
geval wensen te gebruiken;
— het niet de bedoeling is dat onnodig vaak of reflexief gekozen wordt voor
gedwongen verhuizing;
— het voorts dus mogelijk moet zijn voor raad en college om te beoordelen hoe de
inzet van deze maatregelen verloopt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
afspraken te maken met de corporaties over het jaarlijks aanleveren van een
overzicht van de getroffen maatregelen waaruit blijkt hoe vaak gekozen is voor
huurverlaging versus verhuizing, zodat het college daar in samenspraak met de raad
op kan sturen.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 862
Publicatiedatum 18 september 2015
Ingekomen onder T
Ingekomen op 9 september 2015
Behandeld op 9 september 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw De Heer inzake de notitie ‘Uitwerking
Stedelijke Vastgoedstrategie: Deel 1 ‘Spelregels vastgoed” (verkoop).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de notitie ‘Uitwerking Stedelijke Vastgoedstrategie: Deel 1
‘Spelregels vastgoed” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 640);
Constaterende dat:
— er nog een notitie verkoopstrategie aan de raad wordt voorgelegd en de verkoop
van panden dus geen wezenlijk onderdeel vormen van de voorliggende notitie
spelregels vastgoed;
Overwegende dat:
— de raad verschillend denkt over waar de opbrengst van de verkoop van panden
aan moet worden besteed.
Besluit:
— _op pagina 14 de volgende zin te verwijderen: ‘Verkoop moet in principe bijdragen
aan de vermindering van de schuld van Amsterdam’;
— op pagina 14 de volgende zin: Wel kan een beleidsdoel gediend worden’
te wijzigen in:
‘Een object kan een beleidsdoel dienen’;
— _op pagina 18 onder het kopje ‘De vraag is leidend, niet het aanbod’ de volgende
zinnen te verwijderen: ‘De nadruk ligt op verkoop (…) weer de schuld.
Het lid van de gemeenteraad
A.C. de Heer
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1008
Datum indiening 12 juli 2017
Datum akkoord 6 september 2017
Publicatiedatum 7 september 2017
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake dieven
uit de Bijlmerbosjes.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Partij van de Ouderen heeft geen goed woord over voor het stadsbestuur, dat
ondanks eerdere vragen van de VVD, weigert in te grijpen bij het illegaal kamperen
in de Bijlmerbosjes.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen
van het lid Poot van 16 mei 2017, namens de fractie van de VVD (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1007) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bericht Bijlmer is roof-Roma's in tentjes zat''?
Antwoord:
Ja.
2. Kan het college duiden waarom zij na de schriftelijke vragen, ingediend op 16 mei
2017 door het lid Poot, namens de fractie van de VVD, nog steeds niet heeft
ingegrepen? Hoe serieus neemt het college de meldingen uit de buurt over
de overlast die zij ervaart van het wild-kamperen, waarbij de Bijlmerbosjes
veranderen in een smeerboel, waarbij menselijke uitwerpselen aan de orde
van de dag zijn?
Antwoord:
De raadsvragen van 16 mei 2017 worden gelijktijdig met deze vragen
beantwoord. De reden hiervoor is dat politie en gemeente bezig waren met een
onderzoek naar de situatie waarover op dat moment nog niet gecommuniceerd
kon worden.
In de twee voorgaande jaren zijn er ook regelmatige groepen kamperende
personen uit Oost-Europa gesignaleerd in Zuidoost. Zij verbleven in de buurt van
Ganzepoort in Zuidoost en veroorzaakten daar overlast. In 2016 is daarom de
strategie gehanteerd om direct elke tent of andere overtreding van de APV aan te
' ‘Bijlmer is roof-Roma's in tentjes zat’, De Telegraaf, 11 juli 2017
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Joos Gemeenteblad
Datum 7 september 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 12 juli 2017
pakken. De overlast was daarmee onder controle, maar de mensen bleven
telkens terugkomen.
Toen dit jaar opnieuw de eerste kampeerders werden gesignaleerd is er gekozen
voor een meer structurele aanpak van het probleem. Daartoe hebben politie en
gemeente de groep Oost Europeanen die kampeerden en in een aantal huizen
verbleven geobserveerd en gecontroleerd. Doel was om na te gaan of er sprake
is van een georganiseerde groep en wie de eventuele leiders zijn en welke
mogelijk criminele activiteiten zij ondernemen. Ondertussen is continue
gemonitord of er sprake was van overlast in de openbare ruimte in Zuidoost. Bij
meldingen of in het oog lopende vormen van overlast is opgetreden door politie of
Handhaving. Daarnaast heeft de afdeling Handhaving contact gezocht met de
melders van overlast en hen een directe communicatielijn geboden voor
eventuele nieuwe situaties van overlast.
Na de onderzoeksperiode is op 25 juli jongstleden een grote integrale actie
uitgevoerd door politie, gemeente, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en
de RDW. Hierbij zijn alle mensen uit de groep gecontroleerd. De politie deelde
zestien boetes uit voor slapen op de openbare weg. Ook namen agenten een
auto in beslag. De kampeerplek is leeg geruimd, de tenten zijn door handhavers
opgeruimd en de struiken zijn gesnoeid om het opnieuw opbouwen van de
kampeerplek te ontmoedigen.
3. Watis er waar van het gerucht dat de zwerf-Roma zich schuldig zouden maken
aan zakkenrollerij en bedelarij? Hoe wordt daar op gecontroleerd?
Zijn er aanhoudingen verricht?
Antwoord:
Door het onderzoek is duidelijk geworden dat het gaat om een groep mensen die
zich ’s ochtends via het openbaar vervoer over de stad en regiogemeenten
verspreiden om op verschillende plekken te gaan bedelen. Hoewel van een aantal
van de betrokkenen bekend was dat zij zich in het verleden met zakkenrollerij
hebben ingelaten, lijkt het erop dat zij zich nu hebben toegelegd op bedelen.
4. Wilt u de leefbaarheid in de Bijlmer herstellen door de boel als de wiedeweerga
schoon te vegen, zeker ook omdat wild-parkeren niet is toegestaan? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Met de actie van 25 juli 2017 is de overlast in de Bijlmer aangepakt. Afgesproken
is dat nieuwe tenten nu direct worden weggehaald. Momenteel wordt onderzocht
hoe de opbrengsten van de actie en de informatie uit het voorliggende onderzoek
kunnen worden ingezet voor aanvullende bestuurlijke en/of strafrechtelijke
maatregelen om nieuwe problemen te voorkomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 675
Datum akkoord college van b&w van 30 juni 2015 m.i.v. wjizigingen
Publicatiedatum 3 juli 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.F. Boutkan van 1 mei
2015 inzake afschaffing van het jeugdminimumloon.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Al enkele weken voert FNVjong onder de naam Young and United actie tegen het
jeugdloon. Dit is in sommige gevallen tot de helft lager dan het volwassen
minimumloon. Pas in het 23ste levensjaar wordt dit omgezet.
De PvdA Amsterdam vindt net als de vakbeweging een vreemde redenatie, want op
je 18de ben je volwassen. Je mag stemmen, autorijden en alcohol drinken. Waarom
wordt er dan een kunstmatige grens van 23 jaar gehanteerd van jeugdloon, voor het
uitvoeren van volwaardig werk?
Onlangs heeft een schoonmaakbedrijf aangekondigd om het jeugdloon af te schaffen,
en alle werknemers, ook onder de 23, fatsoenlijk, volwassen loon te betalen. Terecht,
volgens de PvdA Amsterdam. Ook wij zijn van mening dat het jeugdloon beter
vandaag dan morgen kan verdwijnen. Jonge Amsterdammers van onder de 23 die
van dit salaris moeten rondkomen zullen in Amsterdam moeite hebben voor het
opbouwen van een fatsoenlijk bestaan. Daarnaast leidt het minimum jongerenloon tot
verdringing: na hun 23ste moeten jongeren plaatsmaken voor een nieuwe, goedkope
generatie. Dat werpt volgens de PvdA Amsterdam de vraag op in welke mate de
gemeente deze stap kan maken.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 1 mei 2015, namens de fractie van
de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college het met de fractie van de PvdA Amsterdam eens dat de leeftijd van
23 jaar een vreemde scheidslijn is tussen jeugdloon en volwassenloon, gezien het
feit dat jongeren op hun 18de jaar voor de wet volwassen zijn?
Antwoord:
Nee, het college vindt de leeftijd van 23 jaar geen vreemde scheidslijn tussen
wettelijk minimumjeugdloon (WMIJL) en wettelijk minimumloon (WML). Dit is zoals
het wettelijk is geregeld.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Sui 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2015
2. Hoeveel werknemers heeft de gemeente Amsterdam in dienst die jonger zijn dan
23 jaar? Kan het college een overzicht geven waarin duidelijk wordt hoeveel van
deze jeugdige ambtenaren het jeugdloon verdienen, en hoeveel het volwassen
loon?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft 24 medewerkers (19,4 Fte) in dienst die jonger
zijn dan 23 (peildatum 1 april 2015). Van deze 24 medewerkers worden er 6
betaald op het voor hen volgens de wet geldende minimum jeugdloon. Drie van
deze medewerkers zijn duale studenten. Bij duaal studeren wordt leren en werken
gecombineerd, (ook wel leerwerk traject genoemd). De andere drie zijn
zogenaamde Wajongers (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten).
De overige 18 medewerkers die jonger zijn dan 23 worden betaald conform het
functiegebouw van de gemeente Amsterdam. Daarin is geen sprake van het
minimumjeugdloon.
3. Is het college bereid om bij de komende CAO-onderhandelingen met de vakbond
voor 2016 alle jeugdlonen die de gemeente thans betaalt, te verhogen naar
volwassen loon? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De onderhandelingen over de salarismaatregelen vinden plaats op landelijke
niveau in het LOGA (Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden). In
het Amsterdamse overleg met de bonden, in het zogenaamde Georganiseerd
Overleg (GO), komt dit onderwerp dus niet aan de orde.
Medewerkers in dienst van de gemeente Amsterdam worden standaard betaald
conform het functiegebouw van de gemeente Amsterdam. Daarin is geen sprake
van het wettelijk minimumjeugdloon. De enige jongere medewerkers die niet
onder het functiegebouw vallen en dus wel volgens het wettelijk minimum-
jeugdloon betaald worden, zijn duale studenten (die leren en werken combineren)
en Wajongers.
4. Is het college bereid om bij de komende CAO-onderhandelingen de
salarisschalen die op dit moment gelden voor de jeugdlonen te vervangen door
salarisschalen voor volwassenen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft geen salarisschalen die gebaseerd zijn op het
minimumjeugdloon. Zie beantwoording onder vraag 3.
5. Koopt het college diensten en goederen in bij bedrijven die het jeugdloon voor
werknemers onder de 23 jaar hanteren? Kan het college hier een overzicht van
verstrekken?
Antwoord:
Nee, het college kan hier geen overzicht van verstrekken. De Gemeente
Amsterdam heeft meer dan 20.000 leveranciers. Hieronder zijn ook bijvoorbeeld
bedrijven in de horeca, dienstverlening, kleine winkels en dergelijke. Zeer
waarschijnlijk zitten hier bedrijven tussen die mensen in dienst hebben die een
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Sui 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 1 mei 2015
wettelijk minimumjeugdloon verdienen. Voor het college is het van belang dat
bedrijven waar de gemeente zaken mee doet, zich houden aan de wet. Daar past
een wettelijk minimumjeugdloon in.
6. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat het uitbetalen van
volwassenloon in plaats van jeugdloon onderdeel zou moeten uitmaken van het
social return pakket?
Antwoord:
Nee, het college is niet van mening dat het uitbetalen van volwassenloon in plaats
van jeugdloon onderdeel zou moeten uitmaken van het social return pakket.
Bij social return is het doel om ervoor te zorgen dat de investering die de
gemeente doet ook een sociale winst oplevert. Dit gebeurt door onder andere
(leer)werkplekken en stageplekken te realiseren voor mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt.
Om bij social return ‘meegeteld te kunnen worden’ gaat het per definitie om
personen (in dit geval jongeren) die minder eenvoudig plaatsbaar zijn. Als daarbij
als aanvullende eis wordt gesteld dat die jongere tenminste het volwassen
minimumloon dient te ontvangen dan wordt de concurrentiepositie ten opzichte
van leeftijdsgenoten die geen afstand tot de arbeidsmarkt hebben nog verder
verzwakt (zie ook antwoord onder vraag 2. voor de jongeren in dienst van de
gemeente).
7. Zoja, is het college bereid om bij de inkoopvoorwaarden als extra voorwaarde op
te nemen om uitsluitend diensten in te kopen bij bedrijven die aan jongeren tot en
met 23 jaar volwassenloon betalen?
Antwoord:
Nee, de algemene inkoopvoorwaarden bieden geen aanknopingspunten voor een
jeugdsalariëringbeleid. Daar waar mogelijkheden zijn om specifieke bepalingen in
de (raam)overeenkomsten toe te passen, heeft dit reeds plaatsgevonden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer o18accent
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Bobeldijk en van Renssen inzake Ruimtelijk
Programma van Eisen onderstation Nieuwe Meer Il
Onderwerp
Ruimtelijk Programma Van Eisen onderstation Nieuwe Meer Il
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Bestemmingsplan onderstation Nieuwe Meer Il
Overwegende dat:
- Het onderstation gepland staat in de Oeverlanden ;
- De Oeverlanden een belangrijke groene functie vervult
- Er een Ruimtelijke Programma van Eisen bij het Bestemmingsplan is opgenomen om het
onderstation ‘goed in te passen’ in de omgeving.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_In het Ruimtelijke Programma van Eisen op te nemen dat;
- De constructie van het onderstation een gesloten constructie is, zodat onnodige
geluidshinder tegen te gaan;
- De buitenkant van het onderstation met groen wordt aangekleed op natuurinclu-
sieve wijze zodat het aansluit bij de groene omgeving.
Indieners,
E. Bobeldijk
N. van Renssen
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam AZ F
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en
x Handhaving, Communicatie en Financiën
Agenda, donderdag 26 augustus 2010
ë Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk
stelsel, Project 1012, Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving,
Communicatie en Financiën
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZF
d.d. 24 juni 2010
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZF@raadsgriffie. amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam AZ F
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving,
Communicatie en Financiën
Agenda, donderdag 26 augustus 2010
7 Termijnagenda
8 Openstaande schriftelijke vragen
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag/TKN-lijst
Algemene Zaken
11 Aanbevelingen enqueterapport NoordZuidlijn Nr. BD2010-004620
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, alsmede
de leden van de Raadscommissie voor Bouwen en Wonen en Klimaat zijn hierbij
uitgenodigd.
12 Coalitieproject 1012 - voortgangsrapportage 2010 Nr. BD2010-003899
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA1052090 Gemeente- en
stadsdeelraadsverkiezingen 2010 Nr. BD2010-004227
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
Openbare Orde en Veiligheid
14 Vrijheidsmonitor nulmeting 2009 Nr. BD2010-004122
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bouwmeester (D66).
e Was TKN 7 in de Commissievergadering AZF van 24 juni 2010.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken, AZ F
Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving,
Communicatie en Financiën
Agenda, donderdag 26 augustus 2010
15 Beleidsvisie Jeugd en veiligheid: “Veiligheid begint vroeg. De Amsterdamse
aanpak van jeugdceriminaliteit en jeugdoverlast, 2010-2011 Nr. BD2010-004123
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Ornstein (VVD).
e Was TKN 10 in de Commissievergadering AZF van 24 juni 2010.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Onderwijs, Zorg en Kunst zijn hierbij
uitgenodigd.
Financiën
16 Beantwoording motie vermakelijkheidsretributie Nr. BD2010-004124
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Goede (GrlLi).
e Was TKN 13 in de Commissievergadering AZF van 24 juni 2010.
17 _Rekeningrapportage stadsdeelfinanciën 2009 (cie AZF) Nr. BD2010-004777
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
18 Rapportage 2009 over de tussentijdse audits in de gemeente Amsterdam (cie
AZF) Nr. BD2010-004778
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2010 Nr.
BD2010-002695
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 8 september 2010).
3
Gemeente Amsterdam AZ F
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare orde en veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk stelsel, Project 1012. Raadsaangelegenheden, Regelgeving en Handhaving,
Communicatie en Financiën
Agenda, donderdag 26 augustus 2010
20 Presentatie Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Nr. BD2010-004812
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Hierbij zal er een presentatie worden gegeven door de heer Duijnker..
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1247
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder B
Ingekomen op woensdag 17 december 2014
Behandeld op woensdag 17 december 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Moorman, de heer Groot Wassink,
mevrouw Shahsavari-Jansen, mevrouw Van Soest en de heer Van Lammeren
inzake actieve informatiepicht over wjikaanpak, bouwstimulering en leefbaarheid.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de interpellatie van de raadsleden mevrouw Moorman,
de heer Groot Wassink, mevrouw Shahsavari-Jansen, mevrouw Van Soest en
de heer Van Lammeren van 15 december 2014 inzake begrotingswijzigingen in
het Mobiliteitsfonds en de reserve ‘Bouwstimulering, Wijkaanpak en leefbaarheid”
en onjuiste of onvolledige informatie hierover door het college (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1230);
Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders een actieve
informatieplicht heeft naar de gemeenteraad,
Spreekt uit:
dat de actieve informatieplicht naar de raad in de discussie over wijkaanpak,
bouwstimulering en leefbaarheid en het Mobiliteitsfonds onvoldoende is ingevuld en
dat dit wordt bebetreurd.
De leden van de gemeenteraad,
M. Moorman
B.R. Groot Wassink
M.D. Shahsavari-Jansen
W. van Soest
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 27 mei 2021
Ingekomen onder nummer 300
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Van Soest en Khan inzake RES 0.1 (windturbines niet ten koste van
volkstuinen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid.
Constaterende dat:
— externe veiligheid van groot belang is bij de plaatsing van windmolens, vooral in
een dichtbevolkte omgeving.
Overwegende dat:
— _iijsafwerping, mastbreuk, het afbreken van een turbineblad of de gondel enkele
voorbeelden zijn van (veiligheids)risico’s waaraan de omgeving in de nabijheid
van windmolens wordt blootgesteld;
— _erinde (reserve) zoekgebieden en extra zoekgebieden in Amsterdam
windturbines gepland staan met een vermogen van 3Mw;
— erin alle (reserve) zoekgebieden en extra zoekgebieden dagrecreatiegebieden,
stadsparken, dag-recreatieve volkstuinen, nutstuinen, sportvelden, sporthallen,
zwembaden, golfbanen, kampeerterreinen, recreatieplassen, speeltuinen zijn;
— de norm tussen een windturbine met een vermogen van 3 MW en een beperkt
kwetsbaar object binnen een druk stedelijke omgeving als Amsterdam niet
voldoet en moet worden gesteld op „oo meter.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bedoelde afstandseis, gerekend vanaf een windturbine tot de dichtstbijzijnde volkstuin in
het betreffende zoekgebied, te stellen op 4oo meter.
indieners
W. van Soest
S.Y. Khan
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1409
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder Ww
Ingekomen op woensdag 19 december 2018
Behandeld op woensdag 19 december 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Ceder, Kreuger, Van der Burg, Van Soest en Yilmaz
inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2019 (speciale parkeervergunning voor
bewoners zonder auto die af en toe gebruik maken van een huurauto/leenauto)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2019
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355).
Overwegende dat:
— steeds meer Amsterdammers geen eigen auto meer hebben, maar gebruik
maken van een deelauto, een huurauto of een leenauto;
— er alleen voor een deelauto nu een speciale parkeervergunning is met
gunstige tarieven, maar niet voor Amsterdammers die gebruik maken van een
huurauto, of een leenauto;
— in Utrecht er wel een dergelijke parkeervergunning is met gunstige tarieven,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met een voorstel te komen voor een speciale parkeervergunning voor bewoners
zonder auto die af en toe gebruik maken van een huurauto/leenauto, met tarieven die
even gunstig zijn als de tarieven voor een reguliere bewonersvergunning.
De leden van de gemeenteraad,
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
K.M. Kreuger
E. van der Burg
W. van Soest
N. Yilmaz
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Bezoekadres
Plein '40'45 1
Amsterdam 066 5W Bomstêrdert
Nieuw-West Pesikus2ó03
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
€ Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 6 juli 2016
Decos nummer 2016/INT/663
Onderwerp Aanpassingen hondenuitrengebieden
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 14 juni 2016
Besluit
In aanvulling op de door Nieuw-West aangewezen hondenuitrengebieden en
hondenverbodsgebieden, de volgende hondenuitrengebieden en hondenverbodsgebieden aan te
wijzen:
1. Rembrandtpark: gehele westzijde (westelijk van het water) is van 1 oktober tot en met 31
maart hondenuitrengebied en van 2 april tot en met 30 september hondenverbodsgebied.
Het verbodsgebied geldt niet voor de verharde paden: daar zijn honden aangelijnd
toegestaan.
2. Strand Varkensbaai: het strand aan de Varkensbaai is gedurende het gehele jaar
hondenverbodsgebied.
f Á ne
en )
eheer H.J.M. Win deheerA. Baâdoud __/
adsdeelsecretari 7 voorzitter min
/
| Besluit | 1 | train |
> Gemeente eroeradres
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
> < 1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum Lotte van Zuijlen, Lvan.zuijlen Damsterdam.nl, 06-4807624,3
Behandeld door
Onderwerp Beantwoording motie Cultureel erfgoed in de buurt
Geachte raadsleden,
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2017 is de motie Cultureel erfgoed in de buurt (20 juli
2017, nummer 521) aangenomen. Hierin verzoeken de leden S. Bouchibti en P.J.M. Duijndam het
college om te bevorderen dat:
-__ erfgoed-interesses uit en in de buurten thematisch en op eigen initiatief aan bod komen;
-__de presentaties en collecties die ontstaan, vanuit de ene buurt worden gedeeld met
mensen in andere buurten;
-_(centraal-)stedelijke musea en archieven deze vanuit lokaal perspectief ontwikkelde
presentaties versterken met bruiklenen vit eigen collecties;
-_mvusea en archieven in het centrum moeten meedoen aan bottom-up agenda's van buiten
het centrum.
Reactie college
Het college onderschrijft het belang van culturele en erfgoedinitiatieven in de buurt. Om
uitvoering te geven aan de motie organiseert de afdeling kunst en cultuur voor de zomer een
werkconferentie over cultureel erfgoed in de buurt. Doel van deze werkconferentie zal zijn om
samen met culturele en erfgoedinstellingen te onderzoeken hoe de uitwisseling en presentatie
van cultureel erfgoed in de buurt verder bevorderd kan worden. Naast de instellingen worden
hierbij vitgenodigd het AFK , de stadsdelen, de Amsterdamse Kunstraad en raadsleden. Over de
resultaten van deze werkconferentie zullen wij v nader informeren.
Hieronder informeert het college v over de bestaande buurtinitiatieven en diverse buurtmusea die
zich richten op de eigen specifieke buurtidentiteit en erfgoedthema’s en over het huidige beleid
dat culturele en erfgoedinitiatieven bevordert en stimuleert. Ook worden hier thema's genoemd
die aan bod zullen komen in de werkconferentie. In de bijlage is een uitgebreide beschrijving
opgenomen van het huidige aanbod aan initiatieven en samenwerkingen.
Gemeente Amsterdam 31 januari 2018
Pagina 2 van 3
Erfgoed-interesses uit en in de buurten die thematisch en op eigen initiatief aan bod komen
In het Kunstenplan 2017-2020 wordt aandacht besteed aan de waarde van kunst- en
cultuurinitiatieven die ontstaan in de buurt, waaronder initiatieven gericht op cultureel erfgoed.
Deze zijn van grote waarde voor het lokale culturele klimaat en het leefklimaat in het algemeen.
Vanuit het Kunstenplan, de stadsdelen en het AFK worden instellingen die actief zijn op het gebied
van erfgoed ondersteund. Het overzicht in de bijlage laat zien dat er veel verschillende lokale
initiatieven bestaan en dat deze door de gemeente worden gestimuleerd door middel van een
financiële ondersteuning. Deze initiatieven zorgen ervoor dat de culturele eigenheid van de
stadsdelen en wijken bewaard en bevorderd worden.
Tijdens de werkconferentie wordt onder meer gekeken hoe deze initiatieven op anderen manieren
gestimuleerd kunnen worden.
Presentaties en collecties die ontstaan vanuit de ene buurt en vervolgens worden gedeeld met mensen
in andere buurten
De initiatieven die ontstaan op lokaal niveau zijn zowel gericht op de eigen buurt als buurt
overstijgend. Open Monumentendag en 24,H Amsterdam zijn voorbeelden van buurt
overstijgende initiatieven waarbij ruimte is voor het tonen van de eigen unieke culturele identiteit
van een buurt (zie bijlage). Lokale initiatieven richten zich op de eigen unieke culturele identiteit,
zoals de buurtmusea die aandacht besteden aan het unieke karakter van de buurt (zie bijlage). Het
delen van de presentaties en collecties met andere lokale initiatieven komt nauwelijks voor. Het
college constateert dat er met name uitwisseling van presentaties en collecties plaatsvindt tussen
lokale initiatieven en de (centraal) stedelijke musea en archieven.
Tijdens de werkconferentie wordt onderzocht of bij lokale initiatieven de behoefte bestaat om
collecties van de ene buurt te delen met andere buurten en wat hiervoor nodig is.
Centraal-stedelijke musea en archieven die vanuit lokaal perspectief ontwikkelde presentaties
versterken met bruiklenen uit eigen collecties
In Amsterdam houden diverse instellingen zich bezig met cultureel erfgoed. Binnen de gemeente
zijn dat onder meer Monumenten en Archeologie en het Stadsarchief Amsterdam. Het
Amsterdam Museum, het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum beheren de Collectie
Amsterdam. Deze collectie omvat verschillende categorieën van cultureel erfgoed. Genoemde
instellingen staan open voor samenwerking met initiatieven in de stadsdelen en verhouden zich
ieder op hun eigen wijze tot de lokale initiatieven. Presentaties en collecties worden op eigen
initiatief gedeeld tussen de (centraal-) stedelijke musea en archieven en initiatieven in de buurt.
In de bijlage worden verschillende voorbeelden gegeven van deze samenwerkingen zoals de
samenwerking tussen het Stadsarchief Amsterdam en Imagine IC waarbij Imagine IC gebruik
maakt van de collectie van het Stadsarchief Amsterdam. Daarnaast wordt in de bijlage uitgebreid
stilgestaan bij de verschillende culturele activiteiten van het Amsterdam Museum, Monumenten
en Archeologie, Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM) en het Stadsarchief Amsterdam
waarbij deze centraal stedelijke musea en archieven zich focussen op het lokale perspectief,
bijvoorbeeld door afstemming met lokale/stedelijke erfgoedorganisaties.
Tijdens de werkconferentie worden praktijkvoorbeelden gepresenteerd en wordt kennis gedeeld.
Daarbij wordt gekeken welke rol de centraal-stedelijke musea en archieven kunnen spelen en hoe
nieuwe samenwerkingen gestimuleerd kunnen worden.
Gemeente Amsterdam 31 janvari 2018
Pagina 3 van 3
Musea en archieven in het centrum díe meedoen aan de bottom-up agenda’s van buiten het centrum
Wanneer het gaat om musea en archieven in het centrum die meedoen aan de bottom-up
agenda's van buiten het centrum, ziet het college enkele mooie initiatieven zoals het
jubileumprogramma Amsterdam viert Bijlmer 5o jaar (zie bijlage). Het college kijkt momenteel
onder meer hoe zij deze samenwerking nog verder kan bevorderen en of een speciaal programma
rond de Uitmarkt daarbij een rol kan spelen.
Tijdens de werkconferentie wordt onderzocht hoe musea en archieven in het centrum meer
kunnen participeren in de bottom-up agenda's van buiten het centrum.
Conclusie
Het college onderschrijft het belang van de unieke culturele identiteiten van Amsterdamse
stadsdelen en wijken en stimuleert daarom onder meer via het Kunstenplan activiteiten die
worden geïnitieerd om de culturele eigenheid van stadsdelen en wijken onder de aandacht te
brengen. Om dit nog meer te stimuleren zal tijdens een werkconferentie met het veld worden
besproken hoe het delen van erfgoed-interesses vit en in de buurten kan worden gestimuleerd en
of het mogelijk is hierbij presentaties en collecties van de ene buurt te delen met andere buurten.
Daarnaast wordt gekeken naar de rol van de centraal-stedelijke musea en archieven ten opzichte
van de lokale initiatieven.
Met deze reactie beschouwt het college de motie Cultureel erfgoed in de buurt (20 juli 2017,
nummer 521) als vitgevoerd.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met de meeste hoogachting,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
J.J. van Aartsen A.H.P. van Gils
waarnemend burgemeester gemeentesecretaris
| Motie | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1135
Datum indiening 11 april 2017
Datum akkoord college van b&w van 3 oktober 2017
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van den Heuvel inzake het voorkomen
van beschadigingen aan monumenten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Onlangs schreef Het Parool een artikel met de kop ‘Sloop Monument is Misdrijf’.
Het artikel gaat over een recentelijk door het stadsdeel Centrum afgekondigde
bouwstop voor het rijksmonument Keizersgracht 318 uit 1763, waar naar verluidt het
monumentale interieur, bestaande uit plafonds, houten betimmering en ornamenten
uit het trappenhuis blijken te zijn gesloopt. Dit ondanks de voorwaarden in de
omgevingsvergunning die als waarborg zouden hebben moeten dienen voor het
behoud van dit monumentaal erfgoed.
Dit incident staat niet op zichzelf. Er dienen zich met toenemende regelmaat
voorbeelden aan waarbij eigenaren bij verbouw van monumentale panden zich niet
aan de voorwaarden in de vergunning houden. Hierdoor worden panden en interieurs
vaak onherstelbaar beschadigd of gesloopt. De toenemende vraag naar
monumentale panden en woningen in Amsterdam brengt met zich mee dat het aantal
aanvragen voor vergunningen conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(Wabo-vergunningen) voor verbouwingen, restauraties, sloop en nieuwbouw een
forse stijging laat zien. De fractie van D66 maakt zich zorgen over deze ontwikkeling,
die er toe kan leiden dat monumenten onherstelbaar worden beschadigd als gevolg
van de toenemende vraag naar efficiënte moderne appartementen en woningen in
monumentale panden.
In artikel 11, lid 2, onder b, van de Monumentenwet 1988 (oud) en het huidige artikel
2.1, lid 1, onder f‚ van de Wabo, is bepaald dat het verboden is handelingen te
verrichten, zijnde slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, herstellen,
gebruiken of laten gebruiken, die een beschermt monument ontsieren of in gevaar
brengen. De Raad van State heeft inmiddels bepaald dat van geval tot geval moet
worden bezien of ten gevolge van een bepaalde handelwijze een monument in
gevaar wordt gebracht als bedoeld in deze wettelijke bepaling.
Bij constatering van een overtreding van de voorwaarden in de Wabo-vergunning,
kan de gemeente een bouwstop afkondigen en na constatering van de overtreding
een dwangsom of bestuursdwang opleggen. In de Wet op de economische delicten,
artikel 1a onder 2’, respectievelijk 3’, is bepaald dat schending van de betreffende
verbodsbepaling in de Wabo-vergunning als misdrijf of overtreding strafrechtelijk
vervolgbaar is.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Lias Gemeenteblad R
Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van den Heuvel, namens de fractie van D66,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Kan het college inzicht in geven hoeveel Wabo-vergunningen zijn afgegeven
waarbij voorwaarden zijn opgenomen met betrekking tot monumenten en
monumentale inrichtingen van panden en woningen?
Antwoord:
In 2016 zijn er in Amsterdam 954 monumentenvergunningen aangevraagd.
Het aantal verleende vergunningen wordt niet stadsbreed geregistreerd.
Het echter wel bekend dat het merendeel van de monumentenvergunningen in
stadsdeel Centrum zijn verleend te weten 869 vergunningen.
2. Kan het college inzicht in geven hoe vaak er in de afgelopen jaren overtredingen
van de Wabo — met betrekking tot voorwaarden die monumenten en
monumentale inrichtingen moeten beschermen — hebben plaatsgevonden, en
heeft de gemeente een overzicht over de afgelopen 4 jaar van de illegale
ingrepen bij monumenten?
Antwoord:
Met ingang van 2016 is de registratie, met name in stadsdeel Centrum, verbeterd,
over de periode daarvoor kunnen wij geen betrouwbare inschatting geven. Op
basis van de beschikbare informatie schatten wij in dat ín 2016 in 240 gevallen
een overtreding is geconstateerd (waarvan 160 in stadsdeel Centrum). In circa
20% van die gevallen is een bouwstop opgelegd.
Overtredingen op het gebied van monumenten (zowel geconstateerde afwijkingen
van een verleende vergunningen als constateringen van activiteiten die zonder
een vereiste vergunning worden uitgevoerd) worden niet overal apart
geregistreerd. Wij kunnen daarom geen sluitend inzicht geven in het aantal
geconstateerde overtredingen.
3. Hoe vaak wordt een werk waarvoor een vergunning is afgegeven bezocht door
een inspecteur?
Antwoord:
{n hetop 19 september door het college vastgestelde nieuwe “handhavingsbeleid
en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017-2018” wordt het thema bouwen als
hoge/gemiddelde prioriteit aangemerkt (afhankelijk van de grootte van het
bouwwerk) en het thema monumenten als gemiddelde prioriteit.
1 In het Handhavingsbeleid Wabo zijn prioriteiten, ambities en strategieën op het gebied van
toezicht en handhaving Wabo omschreven. Het Handhavingsbeleid Wabo is een belangrijk
bestuurlijk sturingsinstrument bij gemeentebreed bestuurlijk en strafrechtelijk toezicht en
handhaving. Aan dit handhavingsbeleid wordt uitvoering gegeven middels het
Uitvoeringsprogramma. Hierin geeft de gemeente weer hoe de benodigde middelen geborgd
worden, op welke wijze zij de uitvoering, monitoring, evaluatie en rapportage vormgeeft en op welke
wijze wordt afgestemd met ketenpartners. Het Handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo
2° helft 2017-2018 worden beiden ter kennisgeving aan de raad aangeboden, na vaststelling in het
college.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Lias Gemeenteblad
Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017
Dit betekent dat de handhaving voor monumenten vanaf nu stadsbreed als
“gemiddelde” prioriteit wordt aangemerkt. Daarmee staat het toezicht op het
wijzigen van een monument duidelijk op de kaart.
Voor het toezicht op verleende vergunningen wordt in de gehele stad gewerkt met
de Bouwtoezicht Op Maat-systematiek. Voor het toezicht op monumenten
betekent dit dat een werk minimaal 3 maal bezocht, afhankelijk van de
complexiteit van het werk en de deskundigheid van de verbouwer.
4. De gemeente Amsterdam heeft de belangrijke taak om de monumenten in de stad
gaaf over te dragen aan komende generaties. Is er op dit moment voldoende
mankracht voor een goed toezicht in de stad, en dan met name in de beschermde
binnenstad?
Antwoord:
De kennis en ervaring specifiek voor monumenten is voldoende. Alle inspecteurs
in het centrum hebben een monumenten-cursus gevolgd. Bij melding van
activiteiten zonder (monumenten)vergunningen wordt er altijd direct een
onderzoek ingesteld.
In het nieuwe “handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017 —
2018” (zie vraag 3) wordt capaciteit ten behoeve van informatiegestuurd toezicht
en handhaving, geborgd. Informatiegestuurd toezicht omvat zowel het uitvoeren
van toezicht op verleende omgevingsvergunningen voor het wijzigen van een
monument (dit wordt meegenomen tijdens het bouwtoezicht) als het uitvoeren van
actieve opsporing. Daarnaast wordt ook actief opgetreden bij signalen, meldingen
en constateringen van beschadigingen en sloop van monumentale onderdelen
van een pand. Stillegging van de bouw/sloop en indien mogelijk het opleggen van
herstelacties zijn dan de meest aangewezen middelen.
5. Hoe handelt de gemeente na de constatering van illegale activiteiten bij
monumenten: worden eigenaren altijd verplicht de oude situatie te herstellen?
Antwoord:
Illegale activiteiten dus werkzaamheden aan monumenten waar geen vergunning
voor is verleend, worden altijd stilgelegd. De vergunningverlener (meestal het
stadsdeel) bekijkt vervolgens in overleg met Monumenten en Archeologie (MenA)
of een en ander te legaliseren is middels een vergunning.
Indien legalisering niet mogelijk is bijvoorbeeld omdat de activiteiten schade
hebben toegebracht aan het monument, wordt een herstelplicht of een boete
opgelegd.
6. Een overtreding wordt bijna altijd achteraf geconstateerd en dan is het leed al
geleden. Is het college bereid om te onderzoeken of het mogelijk is om
maatregelen te treffen die preventief kunnen werken, zoals bijvoorbeeld:
e naast de voorwaarden in de Wabo-vergunning van aanvragers, die werken
aan of in monumentale panden willen uitvoeren een bankgarantie of een te
storten waarborg kan worden gevraagd, welke vrijvalt na uitvoering van de
werken;
? In het nieuwe beleid wordt gewerkt de prioriteit-categorieën hoog/middel/laag.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Lias Gemeenteblad
Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017
e voor minder draagkrachtigen, een waarborg naar draagkracht of pandrecht in
te voeren;
e het pandte onteigenen op het moment dat handhaving niet tot herstel leidt.
Antwoord:
Bij de vergunningverlening wordt uitgegaan van vertrouwen en
informatieverstrekking. Bij het merendeel van de verleende vergunningen werkt
dit goed.
Bankgaranties kunnen juridisch gezien niet zonder meer worden gevraagd.
Daarbij moet in overweging genomen worden of het nodig is om dit voor alle
monumentenvergunningen te vragen (bijvoorbeeld ook voor kleine ingrepen?)
Tevens is het met het oog op het verlagen van de regeldruk, onwenselijk om een
bankgarantie van burgers te eisen om ervoor te zorgen dat de regels in acht
worden genomen.
Een pand onteigenen is een zéér lange en in het eigendomsrecht ingrijpende
privaatrechtelijke procedure die slechts sporadisch wordt toegepast. Het is de
vraag of hiermee niet het doel voorbij geschoten wordt namelijk het beschermen
van monumenten. Nog los van het punt of de rechter überhaupt gronden ziet voor
onteigening, gaat daar ook nog een wettelijk verplichte periode van minnelijk
overleg aan vooraf. Bovendien moet de benadeelde partij schadeloos worden
gesteld. Een dergelijke procedure kan jaren duren met in de tussentijd kans op
verder verval van het erfgoed.
Op dit moment wordt onderzocht of het strafrecht effectiever ingezet kan/moet
worden. Hiervoor zal eerst overleg met het Openbaar Ministerie worden gevoerd
omdat in het verleden veel zaken werden geseponeerd
7. De regelgeving rond monumenten is de afgelopen jaren gewijzigd. Mogelijk is
voor eigenaren soms ook onduidelijk wat wel en niet legaal is. Hoe communiceert
de gemeente over bouwregelgeving? Is deze voldoende toegankelijk voor
eigenaren? En indien dit ontoereikend blijkt, is het college bereid nadrukkelijk te
gaan communiceren dat schending van de betreffende verbodsbepaling in de
Wabo door de gemeente als misdrijf of overtreding vervolgbaar is?
Antwoord:
Alle eigenaren die plannen hebben voor hun monument kunnen bij MenA terecht
voor een gratis maatwerk-advies over bijvoorbeeld ontwerpaspecten, technische
oplossingen en de vergunningprocedure.
Begin dit jaar heeft MenA een brochure laten verschijnen met daarin alle
informatie voor monumenteneigenaren. Deze en andere informatie is via de
gemeentelijke website goed vindbaar.
In het nieuwe “handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma Wabo 2° helft 2017 —
2018” wordt voor het thema Monumenten ingezet op voorlichting aan de niet
gespecialiseerde aannemers/uitvoerders over monumentenregelgeving, de
monumentale status en de gebruiksmogelijkheden van de specifieke panden.
Over het algemeen is de acceptatie van de regelgeving en de gezagsgetrouwheid
binnen dit thema hoog. Voornaamste probleem is echter het gebrek aan kennis bij
de niet-specialisten. Mede vanwege het gegeven dat dit thema in het
uitvoeringsprogramma een gemiddelde prioriteit heeft, ligt het zwaartepunt van
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Lias Gemeenteblad
ummer - …. . .
Datum 4 oktober 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 april 2017
de handhavingsstrategie bij voorlichting in combinatie met informatiegestuurd
toezicht (zie vraag 4). De voorlichting vindt plaats door goede
informatievoorziening op internet, het uitvoeren van voorlichtingscampagnes en
gerichte informatieverstrekking aan eigenaren/ gebruikers van monumentale
panden.
8. In welke gevallen worden eigenaren daadwerkelijk vervolgd”?
Antwoord:
De mogelijkheid van vervolging komt in beeld bij zeer ernstige schendingen,
waarbij herstel niet of nauwelijks mogelijk is. Gelukkig komen dat soort gevallen
niet heel vaak voor. Dit is in het verleden enkele keren voorgekomen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2019
Afdeling 2
Vergaderdatum 8 mei 2019
Publicatiedatum 24 mei 2019
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 8 MEI 2019
Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer
Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), mevrouw
Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Ceder (CU), de heer El Abd
(GroenLinks), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert
(GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), mevrouw Grooten (GroenLinks), de
heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de
heer Karaman (GroenLinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kili (DENK), de heer Kreuger
(Forum van Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de
Dieren), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA),
mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw
Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw
Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor
Democratie), mevrouw Simons (BIJ1), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66),
de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK)
Afwezig: de heer Boomsma (CDA), de heer Van Dantzig (D66), de heer Groen
(GroenLinks), mevrouw Van Soest (PvdO) en de heer Taimounti (DENK)
Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en
Luchtkwaliteit en Stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en Stadsdeel Oost), de
heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief
Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en
Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen,
Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en Stadsdeel Noord), de heer Kock
(Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en
Marineterrein en Stadsdeel Centrum), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-
agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugderiminaliteit,
Sport en Recreatie, Ouderen en Stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur,
Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en Stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman
(Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool,
Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en
Stadsdeel Zuidoost)
Afwezig: geen der wethouders
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Middagzitting op woensdag 8 mei 2019
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.03 uur.
VOORZITTER: Ik open de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u allen
welkom op deze raadsvergadering die uit drie dagdelen zal bestaan.
1.
Mededelingen
De VOORZITTER: De heer Van Dantzig is afwezig vanwege de geboorte van zijn
zoon Mozes Ilias afgelopen vrijdag. Namens de raad feliciteren we hem van harte.
De heer Groen is afwezig wegens ziekte en de heer Boomsma is vanmiddag
afwezig wegens privéomstandigheden.
Wethouder Kukenheim is vanmiddag vanaf 15.30 uur afwezig in verband met het
uitreiken van twee onderscheidingen; wethouder Meliani is vanavond afwezig van 19.00
tot 20.30 uur in verband met het uitreiken van een onderscheiding.
Zelf ben ik vandaag aanwezig tot 17.00 uur in verband met een andere
verplichting en donderdagmiddag ben ik niet aanwezig vanwege verplichtingen in
Antwerpen en Leuven.
In verband met de wedstrijd Ajax-Tottenham Hotspurs zal de vergadering
vandaag om 17.30 uur worden geschorst tot 18.00 uur, waarna verder zal worden
vergaderd tot 20.30 uur. Vervolgens zal de vergadering morgen om 13.00 worden
voortgezet.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik dacht dat u morgenmiddag ook nog even aanwezig was”?
De VOORZITTER: U heeft groot gelijk. Ik moet daarbij even de opmerking maken
dat wij nog moeten uitzoeken of het mij inderdaad lukt om morgenmiddag aan het begin
van de vergadering aanwezig te zijn. Ik mik er wel op. En gaat het niet lukken, dan laat ik
het u meteen weten en dan moeten we een andere oplossing zoeken.
2.
Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 3 april 2019
Conform besloten
3.
Vaststellen agenda
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien
of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan.
Conform besloten.
4.
Ingekomen stukken
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik heb een aantal stukken die ik graag op een andere manier wil
afhandelen in de raadscommissie Algemene Zaken, maar het vervelende is dat ik de
nummers niet bij de hand heb. Als ik daar straks even op mag terugkomen, heel graag.
De VOORZITTER: Dat gaan we gewoon even regelen. Als u de nummers wel
heeft, dan zal ik er nog even melding van maken voor de notulen.
Conform besloten.
1° Raadsadres van een burger van 2 april 2019 inzake het legaliseren van
softdrugs
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
22 Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder
Dijksma, van 18 april 2019 inzake het beleid bij kentekenwijzigingen van
passagiersvergunningen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
3° Raadsadres van een burger van 3 april 2019 inzake de reactie van de
burgemeester aan een geschorste priester
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
4° Raadsadres van LHV-huisartsenkring Amsterdam-Almere van 8 april
2019 inzake voldoende en betaalbare ruimte voor zorgvoorzieningen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
5° Brief van de griffier van de gemeente Stede Broec van 8 april 2019 inzake
de aangenomen motie van de gemeenteraad van Stede Broec over de subsidieregeling
voor verwijdering van asbestdaken
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 R
aadsnotulen
6° Raadsadres van een burger van 8 april 2019 inzake het verbod op de
paasvuren
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
7° Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake een positieve reactie
op de nieuwe verkeersregels voor scooters
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
8° Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake het tegengaan van
de uitstoot van schadelijke stoffen door houtstook
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
ge Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van
9 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Groengebied
Amstelland
Besloten is, deze jaarstukken in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
De bijlagen zijn digitaal gepubliceerd.
10° Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van
8 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap
Twiske-Waterland
Besloten is, deze jaarstukken in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
De bijlagen zijn digitaal gepubliceerd.
11° Raadsadres van een burger van 7 april 2019 inzake het advies voor
betere handhaving van de verkeersregels in plaats van het invoeren van nieuwe regels
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
12° Brief van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied van
10 april 2019 inzake de aanbieding van de jaarrekening 2018 en de begroting 2020 van
het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied
Besloten is, de jaarrekening en begroting in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
13° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 10 april 2019 inzake de start
van het publieksonderzoek ‘De gemengde stad’
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Besloten is, deze brief te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie
Kunst, Diversiteit en Democratisering ter bespreking.
Gewijzigd op het verzoek van het lid Simons.
14° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan de
burgemeester, van 10 april 2019 inzake het optreden van de politie tegen het afsteken
van vuurwerk door zogenaamde voetbalsupporters
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
15° Raadsadres van een burger van 10 april 2019 inzake handhaving van de
nieuwe verkeersregels voor scooters
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
16° Raadsadressen van twee burgers van 3 april 2019 inzake het
buitensporig geweld door de ME en de politie rondom de voetbalwedstrijd Ajax-Juventus
Besloten is, deze raadsadressen in handen van de burgemeester te stellen
ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van
de raadscommissie Algemene Zaken.
17° Brief van Metropool Regio Amsterdam van 11 april 2019 inzake de
aanbieding van de Discussienotitie: Op weg naar de MRA Agenda 2.0.
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
18° Raadsadres van het Kinderrechtencollectief van 11 april 2019 inzake
mensenrechten en het invoeren van een kinderrechtenscan
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het
initiatiefvoorstel van het lid Hammelburg c.s, getiteld: ‘Jaarlijkse mensenrechtenscan
begint bij rechten van Amsterdamse kinderen’ in de raadscommissie Algemene Zaken.
19° Raadsadres van Undercurrent Evenementenlocatie van 12 april 2019
inzake het verzoek tot medewerking van het vinden van een (tijdelijke) nieuwe ligplaats
voor een bedrijfsvaartuig
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
20° Raadsadressen van burgers van 13 en 15 april 2019 inzake de plannen
voor een fietsverbinding door de Haarlemmer Houttuinen
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Besloten is, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 28, Vaststellen van het voorkeursbesluit Fietsverbinding Haarlemmer
Houttuinen.
21° Afschrift van een raadsadres van Siebert Becker advocaten, gericht aan
Stadsloket Zuidoost van 12 april 2019 inzake de opzegging van de huur van twee
winkelruimtes vanwege de herontwikkeling van het winkelcentrum Amsterdamse Poort
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
22° Raadsadres van het Bewonersplatform Vogelbuurt en IJplein en de
Huurdersvereniging Van der Pekbuurt van 15 april 2019 inzake de Nota (minimale)
woningkwaliteit
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
23° Raadsadres van Natuur IJburg en Vrienden van het Diemerpark van 12
april 2019 inzake het plan voor recreatie- en buitensportvoorzieningen op IJburg en
Zeeburgereiland
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
24° Raadsadres van het Platform Gehandicapten Zuidoost van 8 april 2019
inzake ontoegankelijke stembureaus in Zuidoost
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
25° Raadsadres van ASKV Steunpunt Vluchtelingen en Kompass van 11 april
2019 inzake het registreren van staatloosheid met verblijf
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij het initiatiefvoorstel van
het lid Ceder, getiteld: Van nationaal onbekend naar staatloos’.
26° Raadsadres van het Wandelcomité Buiksloot van 12 april 2019 inzake de
kosten voor de aanvraag van een vergunning voor het organiseren van de
Avondvierdaagse
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
27° Raadsadres van een burger van 16 april 2019 inzake een eerlijkere
verdeling van woningen voor kwetsbare groepen en studentenwoningen over de hele stad
en het lang leegstaan van sociale huurwoningen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
28° Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake de veiligheid van
spoorwegovergangen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
29° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Waternet, van
16 april 2019 inzake het heropenen van het ruiterpad in de Amsterdamse
Waterleidingduinen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
De kabinetbijlagen liggen ter inzage bij de raadsgriffie.
30° Brief van wethouder Meliani van 16 april 2019 inzake de afhandeling van
motie 1114.18 van de leden Ceder en Taimounti over het aanpassen van het taalniveau
van de gemeentelijke communicatie
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
31° Raadsadres van Wijkraad Zuid-West Amsterdam van 17 april 2019 inzake
de brandveiligheid in Amsterdam-Zuid
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
32° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan
Staatsbosbeheer, van 17 april 2019 inzake het stoppen met biomassa en houtstook en
inzetten op toenemend bosareaal
Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit,
Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisgeving.
33° Afschrift van een raadsadres van de Stichting Duinbehoud, gericht aan de
raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid van 17 april 2019 inzake het
beheer en gebruik van de Amsterdamse Waterleidingduinen.
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 R
aadsnotulen
Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit,
Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming.
34° Brief van wethouder Kock van 15 april 2019 inzake de toezegging naar
aanleiding van extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie
van het ontheffingsstelsel in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van
28 maart 2019
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 10,
Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de
Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel.
35° Zienswijze van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april
2019 tegen het verlenen van vergunningen voor de dancefestivals Loveland en Mystic
Garden 2019 in het Sloterpark
Besloten is, deze zienswijze in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
36° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april
2019 inzake de verkeersregels in Amsterdamse parken
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
37° Raadsadres van Labré advocaten van 18 april 2019 inzake een aanvulling
op het raadsadres van 26 februari 2019 over schaarse vergunningen voor
speelautomatenhallen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
38° Raadsadres van een burger van 16 april en een aanvulling van 25 april
2019 inzake het niet reageren van de burgemeester op een onrechtmatige binnentreding
in een woning
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
De kabinetbijlagen liggen ter inzage bij de raadsgriffie.
39° Brief van wethouder Kock van 18 april 2019 inzake de afhandeling van
motie 1331.16 van het lid Poot en de voormalige leden Peters en Guldemond over de
budgetten van Bestuur en Ondersteuning van de bestuurscommissies
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
8
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
40° Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse
Binnenstad van 18 april 2019 inzake de aangenomen motie nr. 153 van 2019 over
streetprintasfalt
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
41° Raadsadres van burger van 18 april 2019 inzake de steun voor het besluit
om ongedocumenteerden op te vangen in de voormalige brandweerkazerne in
Buitenveldert
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van
burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
42° Raadsadres van een burger van 19 april 2019 inzake de prijsverhoging
van een 10-badenkaart in het De Mirandabad voor de lessen ‘aquasport voor ouderen’
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
43° Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake het plaatsen van
ongedocumenteerden in Buitenveldert
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van
burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
44° Raadsadres van een burger van 22 april 2019 inzake de geluidsoverlast
in de omgeving van de Haarlemmerweg door een festival tijdens het paasweekend 20-
22 april 2019
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
45° Afschrift van een brief van het Overleg Amsterdamse Clubs, gericht aan
het college van burgemeester en wethouders, van 30 maart 2019 inzake de wildgroei aan
belemmerende regels voor clubs en het gevoel van onderwaardering voor het nachtleven
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
46° Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van
18 april 2019 inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap
Spaarnwoude
Besloten is, deze jaarstukken in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
De bijlagen zijn digitaal gepubliceerd.
9
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
47° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan diverse
Statengriffies, van 3 april en aanvullingen van 24 en 26 april 2019 inzake een betere
samenwerking met Niedersachsen voor een directe vervoersverbinding
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
48° Brief van wethouder Groot Wassink van 23 april 2019 inzake de tweede
consultatieronde voor de locaties voor 24 uurs-opvang van ongedocumenteerden
Besloten is, deze brief te betrekken bij de door het college van burgemeester en
wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
49° Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake de geluidsoverlast
door het festival op het NDSM-terrein op 20 april 2019 en de slechte bereikbaarheid van
14 020
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
50° Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de overlast door
touringcars in het centrum van Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
51° Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de geactualiseerde
rapportage van het conflict tussen de huurder van een atelier aan de Egelantiersgracht
met de Portefeuille Ateliers Broedplaatsen Kunst en Cultuur
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
52° Brief van wethouder Ivens van 25 april 2019 inzake de toezegging naar
aanleiding van de bespreking van de beleidsbrief Dierenwelzijnsbeleid in de periode
2019-2022 in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 17,
Kennisnemen van de brief inzake het Dierenwelzijnsbeleid in de periode
2019-2022.
53° Raadsadres van de Commissie Migranten van Lokaal FNV Amsterdam
van 25 april 2019 inzake het verzoek tot intrekking van het besluit om de Seafood Shop in
de Leidsestraat te sluiten
10
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 9, Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel
in de Leidsestraat.
54° Raadsadres van een burger van 2 mei 2019 inzake de aanpak van
burgers die de regels van de wetten overtreden
Besloten is, de afhandeling over te laten aan de burgemeester.
55° Petitie van 48.534 ondertekenaars van 16 april 2019, getiteld:
'Snorfietsers blijven op het fietspad zonder helmplicht'
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
De ondertekende petitie ligt ter inzage bij de raadsgriffie.
56° Afschrift van een raadsadres van een burger van 28 april 2019, gericht
aan de gemeenteraad van Hilversum, inzake het anti-homogeweld in Hilversum
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen
57° Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de regels omtrent
de terugkeer van uitgeprocedeerde ongedocumenteerden
Besloten is, dit raadsadres te betrekken bij de door het college van burgemeester
en wethouders in te dienen voorstellen ter zake.
58° Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de plannen voor het
beschikbaar stellen van de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert voor de opvang
van uitgeprocedeerde asielzoekers
59° Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake de handhaving van de
nieuwe verkeersregels voor snorfietsen en scooters en de afhandeling van het raadsadres
van 9 januari 2019 over de verbetering van veiligheid voor fietsers
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
60° Raadsadres van Total Copy Service van 2 mei 2019 inzake de overlast
voor de winkel, veroorzaakt door het geplaatste afval naast de bovengrondse
vuilcontainers, als gevolg van de weggehaalde ondergrondse vuilcontainers
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
11
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
61° Afschrift van een bezwaarschrift van een burger van 26 april 2019, gericht
aan het college van burgemeester en wethouders, tegen de afwijzing van een Bbz-
aanvraag
Besloten is, dit bezwaarschrift voor kennisgeving aan te nemen.
62° Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake het project ERMTS
casus de Wunderline in het kader van beveiliging van treinen
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
63° Raadsadres van een burger van 4 mei 2019 inzake een reactie op de
plannen om benzineauto's vanaf 2030 te weren uit Amsterdam
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de voorstellen ter zake.
64° Raadsadressen van een aantal burgers van 3, 4, 5 en 6 mei 2019 inzake
de plannen voor de opvang van zeventig uitgeprocedeerde ongedocumenteerden in de
voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert
Besloten is, deze raadsadressen te agenderen voor de eerstvolgende
raadscommissie Algemene Zaken ter bespreking.
Gewijzigd op verzoek van het lid Poot.
65° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder
Groot Wassink, van 1 mei 2019 inzake de houding van wethouder Groot Wassink
tegenover 50 zwervende ongedocumenteerden zonder opvang
Besloten is, dit raadsadres te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie
Algemene Zaken ter bespreking.
Gewijzigd op verzoek van het lid Poot.
66° Brief van wethouder Ivens van 6 mei 2019 inzake de minimale
inschrijfduur bij nieuwe middeldure koopwoningen naar aanleiding van de vraag van het
duoraadslid Leenders in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 16,
Kennisnemen van de brief inzake de uitwerking van de bouw van middeldure
koopwoningen.
67° Brief van wethouder Groot Wassink van 6 mei 2019 inzake een overzicht
van de planning democratisering
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
Vaststellen van de beleidsbrief Democratisering.
68° Brieven van wethouder Meliani van 6 mei 2019 inzake beantwoording van
vragen over digitale veiligheid bij 5G-pilots en over waar de Agenda Digitale Stad
bijdraagt aan andere portefeuilles
12
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Besloten is, deze brieven te betrekken bij de behandeling van agendapunt 27,
Kennisnemen van de agenda Digitale Stad.
69° Raadsadres van een burger van 6 mei 2019 inzake de komst van
uitgeprocedeerde illegale asielzoekers op de locatie van de voormalige
brandweerkazerne in Buitenveldert
Besloten is, dit raadsadres te agenderen voor de eerstvolgende raadscommissie
Algemene Zaken ter bespreking.
Gewijzigd op verzoek van het lid Poot.
70° Brief van wethouder Moorman van 6 mei 2019 inzake het agendapunt
Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs 2019-2023
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 11,
Vaststellen van de beleidsbrief Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs en wijzigen van de
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019.
5.
Mondelingevragenuur
Dit punt wordt even aangehouden. Toegelaten zijn de vragen van het lid
Nanninga over Extinction Rebellion en de vragen van de leden Roosma, Simons en Kilig
over de ongedocumenteerden die zijn geplaatst In vreemdelingendetentie.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Ik ga u vragen wat ik net ook al wilde vragen. Ik zou graag
raadsadres 13 willen piepen.
De VOORZITTER: Waarvan akte.
BA
Actualiteit van het lid Torn inzake recente ontwikkelingen in het debat over de
veiligheid van boa's en de toekenning van verdedigingsmiddelen (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 461)
Dit punt wordt afgevoerd.
6
Vaststellen van de beleidsbrief Democratisering (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 429)
Dit punt wordt even aangehouden.
7
13
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Basisvoorzieningen voor
Amsterdamse ongedocumenteerde jongeren’ van het lid Ceder en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 430)
Dit punt wordt even aangehouden.
8
Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen
op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 432)
Dit punt wordt even aangehouden.
9
Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel op de
Leidsestraat (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 453)
Dit punt wordt even aangehouden.
10
Instemmen met het Haalbaarheidsonderzoek OBA Next Zuidas (Gemeenteblad,
afd. 1, nr. 433)
Dit punt wordt even aangehouden.
1
Vaststellen van de beleidsbrief Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs en wijzigen
van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 (Gemeenteblad, afd.
1, nr. 435)
Dit punt wordt even aangehouden.
12
Kennisnemen van de ‘Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam’ van
het OSVO en de bestuurlijke reactie van het college (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 434)
Dit punt wordt even aangehouden.
13
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Baas over eigen blaas’ van de
leden Rooderkerk, Nadif, Temmink, De Heer, Simons en Marttin en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 436)
Dit punt wordt even aangehouden.
14
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
14
Vaststellen van de Verordening doelgroepen woningbouw Amsterdam 2019.
(Gemeenteblad, afd. 1, nr. 332)
Dit punt wordt even aangehouden.
15
Kennisnemen van het plan jongeren- en studentenhuisvesting 2019-2022 en het
convenant Studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 438)
Dit punt wordt even aangehouden.
16
Kennisnemen van de brief inzake de uitwerking van de bouw van middeldure
koopwoningen (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 437)
Dit punt wordt even aangehouden.
16A
Actualiteit van de leden Mbarki en Flentge inzake de massale overtreding van de
regels voor vakantieverhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 458)
Dit punt is afgevoerd.
17
Kennisnemen van de brief inzake het Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-
2022 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 439)
Dit punt wordt even aangehouden.
17A
Actualiteit van het lid Simons inzake het uitroepen van een klimaatcrisis
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 459)
Dit punt is afgevoerd.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Ik zou deze actualiteit toch graag vandaag behandelen.
De VOORZITTER: Dan wordt het een punt van orde en dan verzoek ik de leden
die hiervoor zijn, te gaan staan.
Helaas, dat zijn er niet genoeg; de actualiteit gaat niet door.
15
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
18
Kennisnemen van het Vergunningenbeleid Wabo tweede helft 2018-2019
(Gemeenteblad, afd. 1, nr. 431)
Dit punt wordt even aangehouden.
19
Instemmen met de locatiewijziging van de sporthal in de Weespertrekvaartbuurt
en het beschikbaar stellen van een bijdrage uit het Vereveningsfonds voor de realisatie
van de sporthal (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 440)
Dit punt wordt even aangehouden.
20
Kennisnemen van de Halfjaarrapportage Veilig Thuis van de tweede helft van
2018 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 443)
Dit punt wordt even aangehouden.
20A
Actualiteit van het lid Ceder inzake tientallen slachtoffers door lachgasgebruik
tijdens Koningsdag in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 460)
Dit punt wordt even aangehouden.
21
Vaststellen van de Nota Varen deel 1 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 447)
Dit punt wordt even aangehouden.
22
Wijzigen van de Verordening op het binnenwater 2010 ter implementatie van de
Nota Varen deel 1 alsmede het wijzigen van een aantal andere verordeningen
(Gemeenteblad, afd. 1, nr. 445)
Dit punt wordt even aangehouden.
De punten 21 en 22 worden gevoegd behandeld.
23
Harmoniseren van tarieven voor aanleg en beheer voor 3 huisaansluitingen van
drink- en afvalwater (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 446)
Dit punt is gehamerd.
16
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
24
Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de vervanging en uitbreiding
van _drinkwaterproductiefaciliteiten en een uitvoeringsbesluit voor het totaal
uitvoeringskrediet 2019 (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 444)
Dit punt is gehamerd.
25
Beschikbaar stellen van een uitvoeringsbudget voor de realisatie van de
maatregelen project IJtram (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 450)
Dit punt is gehamerd.
26
Vaststellen van het voorkeursbesluit Fietsverbinding Haarlemmer Houttuinen
(Gemeenteblad, afd. 1, nr. 449)
Dit punt wordt even aangehouden.
27
Kennisnemen van de agenda Digitale Stad (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 448)
Dit punt wordt even aangehouden.
28
Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 451)
Dit punt is gehamerd.
29
Geheim (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 441)
Dit punt wordt even aangehouden.
30
Geheim (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 442)
Dit punt is gehamerd.
Voorzitter: de heer Torn
17
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
5.
Mondelingevragenuur
Vragen van het lid Nanninga inzake de verkeersblokkades door Extinction
Rebellion
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: De vragen zijn de volgende. Op 26 april jongstleden
hebben actievoerders op verschillende plekken in de stad het verkeer geblokkeerd om
aandacht te vragen voor een in hun ogen goede zaak. Nu wil ik heel duidelijk stellen dat
Forum voor Democratie het recht op demonstratie volledig eerbiedigt van iedereen. Laat
dat duidelijk zijn. Maar het opwerpen van blokkades vinden wij gevaarlijk, onwettig en
onwenselijk. We hebben ook gezien wat er gebeurt zoals gisteren in de grachten. Als dit
wordt toegelaten, dan zullen ze ook met bootjes in de grachten de boel blokkeren. Dat
was geloof ik gisteren bij de ambtswoning het geval. Kortom, het is een precedent dat we
niet moeten willen met zijn allen. We gaan demonstreren, maar niet blokkeren als we iets
duidelijk willen maken of als we iets gedaan willen krijgen. Deze burgerlijke
ongehoorzaamheid vinden wij bijzonder onwenselijk en ook een slecht voorbeeld naar
andere Amsterdammers die denken: goh, je krijgt straks een boete als je met meer dan
twaalf man op een bootje zit. Je krijgt een boete of je krijgt te maken met een
winkelsluiting als je een broodje vis wilt verkopen, maar bij blokkeren gebeurt er verdomd
weinig. Wat ik eigenlijk wil weten, is of het college het met ons eens is dat het blokkeren
van het verkeer een zeer ongewenst en gevaarlijk actiemiddel is; zijn er mensen
gearresteerd of aangehouden en zo ja, hoeveel? Hebben ze boetes gehad; zijn die
betaald? Wij roepen het college op er alles aan te doen om in het vervolg dit soort acties
te voorkomen. Ze worden soms ook aangekondigd. Maar ook onaangekondigde acties.
Wij willen oproepen, echt oproepen om demonstraties altijd toe te laten, maar om
blokkeren — of dat nu op het water is of op straat — echt tegen te gaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Ik hoef u natuurlijk niet te vertellen dat demonstreren
een grondrecht is. Dat draagt u ook diep in zich. Deze grondwettelijke vrijheid verplicht
ons als overheid om demonstraties actief te beschermen. En ook als de demonstratievorm
formeel in overtreding is bijvoorbeeld vanwege de Verkeerswet zoals hier het geval is,
maar zoals ook het geval is bij veel demonstratieve optochten, dan geldt nog steeds die
grondwettelijke bescherming. Dat betekent ook dat we terughoudend zijn in het optreden,
want voor heel veel demonstraties en ook voor kortstondige blokkades geldt dat mensen
daarvan overlast en hinder kunnen ondervinden. Elke demonstratieve optocht door de
stad waarbij de straat in beslag wordt genomen voor langere periodes kun je ook opvatten
als een weliswaar lopende blokkade, maar wel als een blokkade, maar die laten wij wel
degelijk gaan. Dus enige verkeersoverlast, zo vinden wij, moet in onze vrijzinnige stad
worden getolereerd omdat demonstreren nu eenmaal van belang is. Dat neemt niet weg,
en daarnaar verwijst u, dat er grenzen zijn. De verkeersveiligheid moet wel gewaarborgd
blijven en het functioneren van de stad, de doorstroming, mag niet langdurig worden
belemmerd. Daarom heeft de driehoek ook bij de demonstratie waarnaar u verwijst,
voorbereidingen getroffen. En daarom is ook besloten daarop relatief fors in te zetten. De
inzet was niet klein, zeker als je in aanmerking neemt dat het slechts om honderd
demonstranten of blokkeerders ging — hoe u ze ook wilt noemen. Tijdens de demonstratie
18
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
heeft de politie telkens opgetreden op het moment dat er een verkeersgevaarlijke situatie
of grote verkeersoverlast dreigde te ontstaan. En door de demonstranten is daaraan
telkens gehoor gegeven. Dus op het moment dat ze te lang op de rijweg zaten en de
politie naar hen toekwam en zei: ‘en nu even verschuiven, ga maar even in het plantsoen
zitten’ — ik heb ze toevallig zelf op het Weteringcircuit in het midden zien zitten — is
daaraan gehoor gegeven en dat leidde ertoe dat het openbaar vervoer, de nood- en
hulpdiensten, voetgangers en fietsers niet langdurig gehinderd zijn geweest en dat de
stremming steeds van korte duur is geweest. De conclusie van de politie was dan ook dat
er afgezien van enkele en voor Amsterdammers redelijk gebruikelijke kortstondige
verkeersopstoppingen geen verkeersonveilige situaties of grote openbare
ordeverstoringen zijn ontstaan. Eigenlijk geldt deze lijn in alle gevallen. Daarbij maakt het
niet uit wat de achtergrond van de demonstranten of de blokkeerders is. Zo gold dat
gisteren ook voor de ambtswoning waarbij was toegestaan de gracht tijdelijk te blokkeren,
maar waarbij men ook wist dat dat niet heel erg langdurig mocht zijn. Ook in dit geval gold
dat mensen wel het recht hebben om voor enige overlast en hinder te zorgen omdat dat
door ons wordt getolereerd uit hoofde van het belang van de demonstratievrijheid. Duurt
het te lang, dan wordt er opgetreden.
De VOORZITTER: Dan gaan wij naar de volgende mondelinge vragen.
Vragen van het lid Roosma, Simons en Kilig inzake drie ongedocumenteerden die
verblijven in de gemeentelijke opvang (TOO) en in vreemdelingendetentie zijn geplaatst
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Er is ons ter ore gekomen dat er vorige week in het
Rembrandtpark drie Eritrese mannen zijn opgepakt door het wijkteam aldaar in verband
met de APV vanwege ofwel op straat slapen ofwel het drinken van een biertje in het park.
Deze mannen verbleven in de tijdelijke opvang ongedocumenteerden, de TOO. We
hebben begrepen dat ze overdag waren geschorst en daarom op straat stonden. Ze
konden op dat moment dus nergens anders heen. Deze mannen zijn nadat ze zijn
opgepakt, overgedragen aan de Vreemdelingenpolitie. Ze bevinden zich nu in detentie in
Rotterdam en de kans dat ze worden uitgezet naar Italië is reëel. De GroenLinksfractie
verkeerde altijd in de veronderstelling dat het beleid zo is dat de ongedocumenteerden
niet zomaar worden opgepakt voor overtredingen van de APV omdat ze dit risico lopen en
dus ook het risico lopen om te worden uitgezet. Het leidt ook tot veel angst bij andere
ongedocumenteerden die nu in de TOO verblijven en die straks in de 24 uurs-opvang
komen. Als ze een kleine overtreding begaan op straat, zouden ze zomaar kunnen
worden uitgezet terwijl ze tegelijkertijd werken aan hun toekomst en in het programma
zitten. Om de 24 uurs-opvang te kunnen laten slagen, is het belangrijk dat deze mensen
zich veilig kunnen voelen. Daarom heb ik de volgende vragen aan het college.
Als eerste: was het wijkteam ervan op de hoogte dat deze mannen
ongedocumenteerd waren en in de tijdelijke opvang ongedocumenteerden verbleven? En
waarom zijn deze mensen overgedragen aan de vreemdelingenpolitie? En hebben wij niet
het beleid dat we ongedocumenteerden die geen misdrijf begaan, hier niet oppakken voor
het overtreden van de APV juist om te voorkomen dat ze in detentie worden geplaatst en
worden uitgezet? En is de wethouder het met de GroenLinksfractie eens dat het niet
wenselijk is dat mensen in vreemdelingendetentie worden geplaatst als ze geen misdrijf
op hun geweten hebben en inderdaad in een programma zitten, juist om hen perspectief
te bieden? Hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen? Is het misschien een idee om
19
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
te kijken of deze mensen zich met een pas zouden kunnen identificeren zodat het
duidelijk is dat ze in de opvang verblijven en dus ook begeleiding en hulp krijgen?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Allereerst dank voor deze vragen. Deze mannen
zijn opgepakt wegens slapen overdag. Eigenlijk zijn de omstandigheden zoals u ze
schetst, correct. Eerder is hen de toegang tot de opvang ontzegd; ze zijn geschorst. Ze
sliepen in een park en daarom zijn ze aangehouden. Het betrof een overlastsituatie in het
park en in die zin was het wijkteam niet op de hoogte. Maar het is gebruikelijk dat in een
dergelijke situatie wordt gekeken naar iemands ID. Dus dat verklaart het. Op zich, als er
een situatie is van overlast of een overtreding van de APV, dan is het zo dat je iemands
identiteit moet kunnen vaststellen en dan kan het inderdaad zo gaan als hier gebeurd is:
iemand wordt overdragen. Overigens moet ik dan wel zeggen dat het daarna nog maar de
vraag is in hoeverre er maatregelen worden genomen. Daarin kan ook wel onderscheid
worden gemaakt. Dat hangt van de situatie af. Er zijn omstandigheden die kunnen maken
dat dat niet gebeurt en dat de gebruikelijke bezwaar- en beroepsmogelijkheden gelden als
dat gebeurt. Hier is de reguliere procedure gevolgd en nu vraagt u eigenlijk of er in
Amsterdam beleid is om dat te doen. Er is geen formeel beleid om APV-overtredingen
daarvan uit te zonderen. Daar kunt u van alles van vinden. We hebben natuurlijk ook in
het uitvoeringsplan Vreemdelingen aangegeven dat we juist waar AVIM ook een partner
voor ons is, nadere afspraken willen maken en in overleg willen treden. Ik vind het zelf
ook niet wenselijk dat dat zou gebeuren als mensen die zich in de opvang bevinden en
meewerken aan een perspectief zoals we dat hebben gedefinieerd in ons plan. Dus wat
mij betreft is dat zeker iets wat heel snel vorm moet krijgen in die nadere afspraken. Die
gesprekken lopen op dit moment. Daarover kan ik op dit moment niets zeggen. Met die
nadere uitwerking zijn we nu bezig. Hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen? Het is
natuurlijk wel zo dat iedereen die de APV overtreedt of iedereen die een misdrijf begaat,
moet voldoen aan de gebruikelijke regelingen. Dat je in een opvang zit, kan jou daarvan
niet uitzonderen. Dat zou natuurlijk de wereld op zijn kop zijn. Maar het gaat dan over de
vraag hoe de omstandigheden worden gewogen. Als je inderdaad in een opvang zit en
meewerkt aan een perspectief, dan zou dat kunnen betekenen dat dat inderdaad niet
direct tot die sanctionering zou moeten leiden. Daarover bestaan op dit moment niet de
afspraken waarvan u in de veronderstelling verkeerde dat die leefden. Maar wij gaan wel
afspraken maken zoals ik heb aangegeven in het programma. U vroeg of het zou helpen
om een lokale pas te maken. Ik weet dat u een fervent voorstander bent van een
dergelijke vorm. Ik zie daar ook best iets in zodat mensen zich wat sneller zouden kunnen
identificeren. Maar dat is natuurlijk nooit een geldig ID-bewijs. Wij kunnen dat niet als
overheid voor deze specifieke groep doen. Een lokale pas kan nooit een legitimatiebewijs
zijn. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat mensen zeker als ze zich in de opvang
bevinden, een V-nummer hebben waardoor natuurlijk vrij snel kan worden vastgesteld wie
dat zijn. Ik snap uw zorgen heel goed. Wij werken aan afspraken met de AVIM om te
kijken in welke situaties die omstandigheden een rol zouden kunnen spelen. Maar het kan
niet zo zijn dat we mensen omdat ze zich in de opvang bevinden, kunnen uitzonderen van
bepaalde maatregelen omdat die natuurlijk voor iedereen gelden.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Ik was nog vergeten te melden dat de vragen mede door de
fracties BIJ1 en DENK zijn gesteld. Excuses daarvoor. Ik ben heel blij dat er wordt
20
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
gekeken of er afspraken kunnen worden gemaakt. Mijn vraag aan de wethouder is of die
dan voor de 24 uurs-opvang gelden of dat die nu ook al gelden voor de mensen die nu in
de TOO verblijven. Die ondervinden hier nu direct last van. Dus ik hoop dat het snel tot
dat soort afspraken komt. Kan de wethouder ons dan over de uitkomsten daarvan op de
hoogte houden?
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Ik wil natuurlijk ook de fracties van BIJ1 en DENK
bedanken voor het stellen van deze vragen. Ik wil u vanzelfsprekend direct op de hoogte
brengen zodra daarin vooruitgang is geboekt. Als er geen afspraken zijn, kunnen ze ook
niet gelden. Dus op het moment dat er afspraken zijn, dan zullen ze gelden voor de
opvangvoorzieningen die wij hebben. Op het moment dat wij starten met het plan zoals
we dat hier in de raad hebben vastgesteld, een van de onderdelen daarvan is deze
afspraken, en op het moment dat die afspraken er zijn, zal ik die zo snel mogelijk naar u
toesturen. Ik kan me goed voorstellen dat u juist voor dit aspect buitengewone
belangstelling heeft, maar we kunnen niet daarop vooruitlopend uitzonderingen maken
omdat in die zin de wet voor ons allen geldt.
De VOORZITTER: Dan kijk ik even of er nog vervolgvragen zijn. Dat is niet het
geval en dan is daarmee het mondelingevragenuur afgelopen.
De VOORZITTER: Ik kijk even naar de agenda en naar de volgorde van de
agendapunten. Er zijn wat veranderingen gekomen in aanwezigheid van het college
gedurende de vergadering. Ik zou even heel kort willen schorsen om even heel kort met
de fractievoorzitters te kunnen overleggen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor één minuut.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Voorzitter: burgemeester Halsema
De VOORZITTER: We gaan zo verder met agendapunt 6 en dan gaan we daarna
over naar agendapunt 29 dat in beslotenheid zal worden behandeld. Dan zal de zaal kort
worden ontruimd.
6
Vaststellen van de beleidsbrief Democratisering (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 429)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Bij een stad als Amsterdam die hard op weg is
naar een omvang van 1 miljoen inwoners past een stevig democratiseringsbeleid. Wij
hebben een sterke democratie nodig om ervoor te zorgen dat we de vele nieuwe
uitdagingen voor onze groeiende stad aankunnen en dat iedereen hierin meekomt. leders
idee voor de omgang van de impact van al die uitdagingen en veranderingen is welkom.
21
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Het gemeentebestuur kan de verantwoordelijkheid niet dragen zonder de gezonde
inspraak en samenspraak met de inwoners en niet te vergeten ook met de inwoners van
Amsterdam. Wat de VVD-fractie betreft staat de representatieve democratie in deze stad
vrij stevig in de schoenen. Het kan beter — daar kom ik nog op terug. Maar allereerst wil ik
stilstaan bij de door het college voorgenomen uitbreiding van het arsenaal aan methodes
om de democratie en het burgerschap te versterken: om te beginnen, zo vat ik het
tenminste op, in de buurten. Bij addendum zijn de kaders hiervoor aangescherpt. Ik wil
daar toch even bij stilstaan. In de raadscommissiebehandeling is al gezegd dat je co-
creatie niet alleen kunt. Dat is hier denk ik een levend voorbeeld van. Ik waardeer het zeer
dat het college de intellectuele bijdrage vormgeeft en verwoordt. Maar ik zit een beetje
met rolverwarring. Dus ik hoop op wat guidance van het presidium hierin omdat ik het echt
wel als een collegestuk beschouw met de kanttekening dat co-creatie dus kan. Dat is
denk ik een heel inspirerend voorbeeld voor de raad, voor de burgers en voor het
bedrijfsleven. Die kaders zijn aangescherpt en wat de VVD-fractie betreft geeft dat nu de
door ons gewenste duidelijkheid vooraf en dat geeft ook vertrouwen in de opbrengst van
deze impulsen om de democratisering te versterken. Per slot gaat het daarom. De
uiteindelijke opbrengsten van deze nieuwe methodes, en dat hoeft allemaal niet meteen,
die zullen wel in beeld gebracht moeten worden en moeten worden geëvalueerd en dat
leidt dan tot bijstelling van de uitvoering of de kaders zelf. De vraag hierbij is of het college
kan aangeven hoe de raad hierbij betrokken gaat worden.
Dan wil ik nog graag iets zeggen over het bestaande arsenaal aan instrumenten
ter versteviging van de democratie in Amsterdam. Als u mij toestaat, even iets over
mijzelf. Ik houd iedere donderdagochtend spreekuur als raadslid. Waarom doe ik dat? Om
met aandacht te kunnen luisteren naar degenen die iets op het hart hebben wat zich niet
altijd in twee of drie minuten laat zeggen. Luisteren naar de mensen die het moeilijk
vinden om in te spreken in raadscommissies of voor een groep in een inspraaktraject en
ook voor degenen, en dat is niet zonder belang, die zich voor hun werk of wegens andere
activiteiten wel buiten kantooruren kunnen vrijmaken voor een gesprek of inspraak, maar
niet tijdens de vergaderuren van gemeentebestuur en raad en de participatietrajecten in
het algemeen en die toch graag een betrokken burger willen zijn. Hier ligt nog een opgave
voor onszelf als raad. Ik denk dat we daar wel aan toekomen. En ook voor het
gemeentebestuur. Hoe betrekken we nu de burgers en de ondernemers hierbij? Wat naar
inzicht van de VVD kan helpen, is het organiseren van korte ontmoetingen met het
gemeentebestuur in de vorm van een speeddate en dat zo te organiseren dat die
mogelijkheid wordt geboden aan belangstellenden op basis van verloting zodat de kans
op toegang voor degenen die niet de gebruikelijke wegen kunnen of weten te
bewandelen, maar toch graag in gesprek komen met het gemeentebestuur, groter kan
worden. Hiervoor dien ik een motie in.
Wat naar inzicht van de VVD verder kan helpen, is vroegtijdig kenbaar maken dat
er voorgenomen besluitvorming speelt. Daaraan kan naar onze stellige mening de inzet
van digitale middelen bijdragen naast de bekende brief in de brievenbus. Om te
onderzoeken wat de inzet van digitale middelen in dit opzicht kan brengen, dien ik een
tweede motie in en die richt zich op het gebruikmaken van digitale middelen om bewoners
te alerteren over voorgenomen besluitvorming en de mogelijkheid te participeren en in te
spreken in hun directe leefomgeving.
Dan ten slotte de vraag of we nu wel genoeg opbrengst halen uit de bestaande
democratiseringsmiddelen. De VVD denkt dat het beter kan als het gaat om vroegtijdig en
überhaupt het betrekken van de Amsterdamse ondernemers. De signalen die de VVD-
fractie bereiken uit het Amsterdamse bedrijfsleven duiden op ontoegankelijkheid en op in
ieder geval een slechte responsiviteit van het college —het woord geeft al aan hoe moeilijk
22
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
het bedrijfsleven het ervaart — om op de zorgen van het bedrijfsleven en op de wens van
het bedrijfsleven om betrokken te worden bij de besluitvorming in te gaan. Dit baart mijn
fractie zorgen en daarin staat, zo meen ik, de VVD niet alleen in deze raad. Daarom deze
vraag aan het college: wat is nu de visie van het college op participatie van het
bedrijfsleven aan beleids- en besluitvorming die in ieder geval nu door de ondernemers
als moeizaam wordt ervaren?
Last but not least wil ik de zorgen delen van deelnemers aan inspraak- en
participatietrajecten. Die zorg wil ik delen met de vergadering en met het college. Dan heb
ik het over de toepassing van bestaande middelen. Sommige middelen werken heel goed
zoals Stem van Centrum en Stem van West, maar veel klachten bereiken onze fractie als
het gaat om de vraag wat er nu eigenlijk gebeurt met de opbrengsten van de inspraak- en
participatietrajecten. Het beeld is dat de inspraak als succesvol wordt beoordeeld als de
opbrengst past bij collegevoornemens en als de opbrengst daar niet bij past, dit dan ter
kennisneming is. De vraag aan het college is hoe het college dit beeld gaat wegnemen.
Wat mijn fractie betreft gaat het in ieder geval helpen als er een vorming van toetsing van
de waarde van de opbrengsten van de inspraaktrajecten plaatsvindt op de materialiteit
van de betrokkenheid van de insprekers. Hiervoor dien ik een laatste motie in: toetsing op
de representativiteit.
Dan laat ik vast weten dat wij met de kanttekening die ik heb geplaatst en waarop
ik graag de beantwoording van het college tegemoetzie, kunnen instemmen met de
beleidsbrief Democratisering inclusief het addendum. Per slot gaat het erom de directe
invloed van Amsterdammers en van het Amsterdamse bedrijfsleven in de
besluitvormingsprocessen te brengen en die te versterken en dan op een intelligente en
zodanige manier dat draagvlak voor de uitkomsten van het besluitvormingsproces
ontstaat en eenieder goed verder kan met haar of zijn onderneming, met haar of zijn buurt
en met de stad.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
71° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het verloten van speeddates
voor bewoners met bestuurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bewoners en ondernemers aan te moedigen hun mening over staand of
toekomstig beleid te geven, namelijk door onder participerende bewoners en
ondernemers speeddates met stadsdeelbestuurders, wethouders en de
burgemeester te verloten.
72° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het instellen van digitale alerts
voor bewoners over hun directe leefomgeving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de mogelijkheden te onderzoeken om bij het project Open Stad een mobiele
alertdienst te ontwikkelen die bewoners in een vroeg stadium attendeert op
toekomstige besluitvorming in hun stadsdeel en/of de gemeenteraad die van
invloed zal zijn op hun directe leefomgeving, bijvoorbeeld de herinrichting van
hun straat;
-_ te onderzoeken of de alertdienst zo kan worden vormgeven dat bewoners per
sms, app of e-mail worden geïnformeerd over het tijdspad van de
23
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
besluitvorming en de mogelijkheden die zij hebben om zich uit te spreken
over beleidswijzigingen of nieuwe projecten;
-__de raad hier uiterlijk in het vierde kwartaal van 2019 over te informeren.
73° Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het toetsen van
representativiteit bij inspraaktrajecten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zorg te dragen dat bij inspraaktrajecten van de gemeente bewoners en
ondernemers bevraagd worden op relevante gegevens met betrekking tot hun
betrokkenheid bij het onderwerp van het inspraaktraject en op basis van deze
gegevens een inschatting te maken van de representativiteit van het
inspraaktraject.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: Democratisering, een onderwerp waarvan ieder D66-hart
sneller gaat kloppen. Een serieus onderwerp, maar desondanks hebben wij in de
raadscommissie toch hard gelachen met elkaar, al vraag ik me af of dat wel de bedoeling
was van deze brief van de wethouder. Deze brief is intussen uitgebreid met een
addendum, een mooi stukje co-creatie tussen de wethouder en mevrouw De Grave-
Verkerk. Er is een routemap verschenen, eerst een ronde en toen een vierkante en er
komt nog een publieksvriendelijke versie van deze brief. En dat alles voor een brief van
tien pagina’s. Dat komt doordat deze brief moeilijk te lezen was en dat vonden velen met
mij. Veel ambtelijk jargon. Niet alleen bij deze brief. Dat zien we wel vaker bij
beleidsstukken die het college oplevert. De bedoeling is natuurlijk dat iedere
Amsterdammer ons kan volgen, kan begrijpen. Daarom een motie waarin ik het college
oproep om nadrukkelijk beter te kijken naar hoe er wordt geschreven zodat de
beleidsstukken beter te volgen zijn voor ons en zeker ook voor alle Amsterdammers.
In navolging van collega De Grave-Verkerk ook een vraag over de evaluatie van
de vele producten die de wethouder gaat ontwikkelen en uitrollen. Ik wil hem nadrukkelijk
vragen om ook de representativiteit van de bewoners mee te nemen. Oftewel: is de groep
die meedoet met een nieuw product ook een vertegenwoordiging van de buurt waarover
het gaat? Zijn alle mensen ook vertegenwoordigd of is er weer een
oververtegenwoordiging van één bepaalde groep? Ik wil hem ook nadrukkelijk vragen te
onderzoeken of ook inderdaad andere bewoners dan degenen die we altijd al zien,
worden betrokken bij deze nieuwe producten. Dat lijkt me een maatstaf om te beoordelen
of een nieuw product succesvol is.
Ik vraag regelmatig aandacht voor de participatie van nieuwkomers in deze stad:
internationals, expats, kenniswerkers, statushouders, iedereen die van elders komt en
misschien niet de Nederlandse taal machtig is of nog niet heel goed machtig is. Als wij als
gemeente iets belangrijks willen communiceren, doen we dat vaak met een huis-aan-
huisbrief, maar die is in het Nederlands. Ik wil het college verzoeken al deze brieven ook
digitaal toegankelijk te maken zodat je ze eenvoudig zelf kunt vertalen als je precies wilt
weten wat erin staat en je de taal niet machtig bent.
Steeds vaker zien we ook dat anderstaligen willen inspreken in de gemeenteraad
bij de raadscommissies. Ik denk dat het heel belangrijk is dat ook anderstaligen zich
betrokken voelen bij het stadsbestuur. Ik zou het presidium graag willen vragen, en dan
24
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
voorzitter Torn die deze discussie al van mij kent uit het verleden, om bij de herziening
van het reglement van orde op het gebied van inspraak een duidelijke uitspraak te doen of
het inspreken in het Engels of een andere taal is toegestaan. Het is nu nog onduidelijk en
het geeft vaak discussie in de raadscommissies. Ik denk dat het goed is als we daarover
helderheid verschaffen.
(Mevrouw TEMMINK: Inspreken in een andere taal, dat kan natuurlijk. Het
is belangrijk dat iedereen ons weet te vinden. Dat kan natuurlijk ook op
andere manieren dan alleen inspreken. Maar hoe ziet de heer Vroege dit
dan voor zich? Mag het dan alleen in het Engels of mag er dan in elke
willekeurige taal worden ingesproken? Of alleen in officiële talen van het
land?)
Engels is natuurlijk gewoon de officiële taal binnen het koninkrijk. Wat mij betreft
is het ieders verantwoordelijkheid dat zijn boodschap zo goed overkomt. Dus wat mij
betreft mag je in iedere taal inspreken, maar als je boodschap niet overkomt, is dat je
eigen probleem. Praktisch gezien dank ik dat het Engels een taal is die de hele
gemeenteraad kan volgen en begrijpen. De vraag is dan of we dat wel of niet toestaan.
Nu hebben we steeds een discussie in de raadscommissie tussen leden van de
commissie of het wel of niet mag. Ik denk dat het goed is dat we daarover als
gemeenteraad een eenduidig besluit nemen. Daarom mijn verzoek aan het presidium om
daarvoor een voorstel te maken zodat we daarover bij de herziening van het reglement
van orde kunnen beslissen.
(Mevrouw TEMMINK: U gaat er wel heel gemakkelijk van uit dat iedereen
in deze raad Engels spreekt en dat mensen die met ons meekijken Engels
spreken. Ik vind dat best wel uitsluitend. We hebben hier met zijn allen
afgesproken dat we Nederlands praten. Als we met zijn allen Engels
praten, is dat ook prima, maar dat hebben we nu eenmaal niet
afgesproken. Dus het is best uitsluitend om er maar van uit te gaan dat
iedereen een andere taal kan spreken. U zegt: het is een taal in een
koninkrijk. Het is een ander land. Het koninkrijk bestaat uit verschillende
landen. Papiaments is ook een taal in het koninkrijk. lemand kan
inspreken, maar ik denk dat veel mensen dat niet gaan begrijpen. Is het
niet noodzakelijk als we met elkaar overleggen over hoe we de stad voor
ons zien, dat we elkaar verstaan en begrijpen? We hebben met zijn allen
afgesproken dat we dat toevallig in deze taal doen en dat is dan toch wel
zo prettig?)
Uiteraard vergaderen we in het Nederlands, maar ik heb het over het recht van
inspraak. Dat is wat anders dan met elkaar vergaderen. Ik heb in tegenstelling tot collega
Temmink de raad in hoog aanzien en ik denk inderdaad dat u allemaal Engels kunt
verstaan. Maar misschien dat het presidium kan onderzoeken of dat inderdaad het geval
is. Mocht dat niet het geval zijn, dan is dat onderdeel van de besluitvorming.
(Mevrouw DE HEER: Nog even over dat laatste punt, want ik ben het wel
eens met mevrouw Temmink. Het gaat natuurlijk niet alleen over de
gemeenteraad. Er zijn mensen die proberen onze vergaderingen te
volgen en dan is het naar mijn mening vrij uitsluitend als de mensen thuis
misschien niet de Engelse taal machtig zijn. Bent u dat niet met mij
eens?)
De bewoners, de Amsterdammer die wil meedoen met de lokale democratie en de
Nederlandse taal niet machtig is of niet voldoende machtig is of zich niet zeker genoeg
voelt om te spreken in het Nederlands, als we die gaan buitensluiten dan lijkt me dat een
veel erger probleem dan degene die thuis meekijkt en het misschien niet helemaal kan
25
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
volgen. Dus juist voor die mensen die hier steeds meer in Amsterdam zijn komen wonen,
wil ik het door het presidium laten onderzoeken en wil ik het presidium vragen met een
voorstel te komen om het reglement zo aan te passen dat het is toegestaan zodat al die
nieuwkomers zich vrij voelen om met ons mee te denken. Ik denk dat dat zeer verstandig
is.
(Mevrouw DE HEER: Is het niet zo dat mensen ook iemand anders
kunnen vragen voor hen in te spreken of iemand voor hen te laten
vertalen? Is dat niet een veel gemakkelijker manier dan wat u nu
voorstelt?)
Een actieve deelname aan de lokale politiek, actief participeren aan de
besluitvorming, dat is een recht dat we alle Amsterdammers moeten geven ook als het
Nederlands niet je eerste taal is.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
74° Motie van het lid Vroege inzake helder en begrijpelijk taalgebruik
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 470)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__zich in te spannen om de hoeveelheid ambtelijk jargon in beleidsstukken
dusdanig beperkt te houden dat de beleidsstukken en raadsvoordrachten
begrijpelijk en helder zijn voor mensen met een beheersing van de
Nederlandse taal op niveau 3F (vergelijkbaar met havo 5) van lezen.
75° Motie van het lid Vroege inzake digitalisering gemeentelijke post
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 471)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__te zorgen dat alle bewonersbrieven en andere niet-persoonlijke schriftelijke
uitingen van de gemeente ook digitaal te raadplegen zijn om Amsterdammers
het gemakkelijker te maken deze te vertalen of anderzijds ondersteuning te
vragen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten.
Mevrouw GROOTEN: Wat veel mooie plannen die straks heel concreet
Amsterdammers veel meer invloed zullen geven. Zo komt er meer budget voor initiatieven
en er komt heel veel geld voor buurtbegroten. Mensen kunnen op de schaal van hun buurt
zelf gaan bepalen waar het geld heen gaat. Dat betekent voor een deel voor ons ook
loslaten. En loslaten, u weet het misschien ook nog wel uit privéomstandigheden, is niet
altijd gemakkelijk. En de kernzin van deze hele beweging voor GroenLinks is van een
pratende stad naar een makende stad. Ik zeg bewust: beweging. Want het gaat niet over
een beleidsstuk, het gaat over een beweging in de stad die we met zijn allen gaan maken
en die veel Amsterdammers al aan het maken zijn. Daarin schuilt een grote opdracht voor
ons allemaal, van welke partij je ook bent. Die opdracht is zoals de burgemeester het zo
mooi zei bij haar installatie: de zachte stemmen laten horen. Want de harde stemmen die
horen we wel. Die vinden hun weg wel in de niet-digitale of de digitale brieven. Die zien
we bij de bijeenkomsten. Maar juist die mensen die we niet kennen, om die een plek en
26
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
een stem te geven, dat is wat wij moeten doen. Dat gaat verder dan partijpolitiek. Want
wat wij hier doen dat lijkt vaak zo ontzettend interessant voor ons en soms is het dat ook,
maar het is ook wel een enorme stolp waar we met zijn allen onder zitten. Hoeveel likes
heeft je tweet? Mag je weer een quoteje op AT5? Kun je een ander weer in de hoek
praten? Het gevoel van willen winnen en altijd onze mening klaar. Maar gelukkig, er is ook
meer. Boven partijpolitiek uitstijgen samen met de gemeenteraad. Soms zijn er ook
momenten van eensgezindheid en verbinding zoals in de vorige raad toen we met zijn
allen stemden voor een krachtig signaal voor de jeugdhulp. Dan ben ik ook extra trots dat
we collega’s zijn.
Heel graag wil ik afsluiten met een verhaal over het dorpje Frome. Zie het als
inspiratie om verder te denken dan we nu al doen. In het graafschap Somerset in het
zuidwesten van Engeland ligt het onopvallende plaatsje Frome. In dit stadje had men
schoon genoeg van de oude politiek waarbij Labour en de Conservatives om de vier jaar
van stuivertje wisselden. Een groep actieve burgers zonder partijpolitieke binding ging in
de kroeg bij elkaar zitten en bedacht te gaan meedoen met de verkiezingen met maar één
belofte: we doen het met zijn allen. Deze zogeheten flat pack democracy afgeleid van de
bouwpakketten van IKEA sloeg aan en bij de eerste verkiezing haalde de groep negen
van de zeventien zetels. Met die absolute meerderheid toverde ze de raadzaal om in een
conferentieruimte waar ronde tafels en stoelen werden geplaatst en waar iedereen werd
uitgenodigd om mee te denken over wat er moest gebeuren. Via een intelligent-
democratische procedure werden beleidsplannen opgesteld en besluiten genomen.
Natuurlijk moesten de zeventien raadsleden elk besluit nog wel bekrachtigen maar omdat
de meerderheid al in hun handen lag, was dat geen enkel probleem. De volgende
verkiezingen waren natuurlijk spannend. Zouden zij hun meerderheid behouden? En
zowaar, ze kregen alle zetels in handen. 100%. Wat daarbij hielp, was een gekozen
burgemeester die deze werkwijze meteen had omarmd. Ja, hoe simpel klinkt het en
misschien is een dorpje met zeventien zetels ook wel weer wat anders dan Amsterdam.
Maar iedereen een plek geven aan de tafels in een echte en een virtuele raadzaal met
hulp van slimme technologie, daar gaat het om. Het is de kern van het idee.
Samenwerken en macht durven verdelen. Deze brief is een eerste stap daartoe.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Temmink.
Mevrouw TEMMINK: In de raadscommissie heb ik al aangegeven dat SP'ers
doorgaans niet warm worden van zinnen als ‘Er wordt een municipalistisch narratief
ontwikkeld’, ‘dat bevrijde ruimtes fungeren als katalysator voor het gezamenlijk in handen
nemen van de vormgeving van een betere toekomst’, en sinds twee maanden mijn
nieuwe favoriete zin ‘co-creatie kan niet alleen’. Die tegenzin gaat verder dan alleen het
gebruik van jargon, want ook dat is kwalijk. Ik maak me geen illusies dat de gemiddelde
Amsterdammer de beleidsbrief Democratisering leest. Het echte gevaar is dat
democratisering verzandt in inhoudsloos geklets. Want wat betekent het nu concreet, dat
ontwikkelen van een municipalistisch narratief? Voor je het weet verliezen we namelijk uit
het oog waarom het gaat: mensen zeggenschap geven over hun eigen leven en hun
eigen omgeving. Dat in de representatieve democratie die wij zijn, politici daadwerkelijk de
mensen vertegenwoordigen.
In de raadscommissie gaf ik al aan dat de brief voor de SP te weinig concreet was
en dat zeggenschap essentieel was voor mensen. Dat je daarvoor niet allerlei
ingewikkelde constructies hoeft op te tuigen, maar dat je gewoon naar mensen moet
luisteren met eventueel een noodrem als referendum om mensen te kunnen terugfluiten
als we slechte beslissingen nemen. Die zorgen houden we, maar de plannen zijn met het
27
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
addendum en de routekaart wel iets concreter. Dat stellen we op prijs. En met de
toezegging nooit meer zinnen als ‘co-creatie kan niet alleen’ zullen we dan ook
instemmen, maar kritisch zullen we het wel blijven volgen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer.
Mevrouw DE HEER: We hebben een zeer ambitieuze wethouder
Democratisering. Het is natuurlijk wel zo dat de praktijk moet uitwijzen hoe het allemaal
moet gaan lukken. Uiteindelijk moeten we vooral dingen gaan doen. Deze wethouder en
ik zijn in hetzelfde stadsdeel actief geweest in de periode 2010-2014. Dat was in
Stadsdeel West. Daar liepen we al heel erg vooruit als het ging om bewonersparticipatie.
Ik zie de heer Vroege al kijken: ook in Oost liepen ze erg vooruit. Maar wat we daar
merkten, was dat het best wel taai was, dat het best moeilijk is mensen zo ver te krijgen
dat ze op een andere manier gaan denken. Dat is het eigenlijk. Je moet op een andere
manier gaan denken, op een andere manier gaan werken. Daarvoor heb je echt iedereen
nodig. Dus als ik dan kijk naar de stad in haar geheel, dan moet niet alleen deze
wethouder dit helemaal in zijn werk gaan verankeren, maar ook al deze andere
wethouders, de bestuurders, de medewerkers. ledereen moet op een andere manier gaan
werken en denken. Pas dan gaat het lukken. En dat is nog best wel een klus. Ik hoop ook
echt dat het hele college dit in de oren knoopt en dat ook echt gaat doen. Een van de
dingen die ik bijvoorbeeld heel erg leuk vind, is dat mensen zelf een stuk openbare ruimte
gaan beheren of bijvoorbeeld een speeltuin. Maar dat moet dan wel kunnen. Nu is het
toch vaak zo dat een dienst zegt: Dat kan niet, dat kan niet volgens de regels. En dat
moet weg. We moeten dat op een andere manier gaan doen. Daarvoor hebben we dus
ook andere wethouders nodig, ook wethouder Ivens die er nu net even niet zit. Dat is dan
weer jammer. Maar ook op het gebied van de ruimtelijke ordening hebben we heel veel te
doen. Er is nog veel te doen. Dus mijn oproep luidt: laten we niet alleen maar naar deze
wethouder kijken. En ook naar onszelf natuurlijk.
Maandag is in de dagmail nog een overzicht gekomen van wat wanneer nog gaat
komen. Dank daarvoor. Ik hoop dat we de komende tijd heel veel gaan zien in de praktijk.
In de brief stond al dat we misschien ook moeten gaan experimenteren en dat er
misschien dingen zullen gaan mislukken. Dat is ook niet erg. Volgens mij moeten we dat
gaan doen. Dit is een lastige opdracht die we op deze manier moeten gaan volbrengen.
Dan wil ik toch nog even iets zeggen over de oproep van de heer Vroege aan het
presidium. Zoals u misschien wel merkte, zijn wij daar niet voor, voor dat inspreken in het
Engels. Wij denken dat het arbitrair is om alleen voor Engels te kiezen. Dat is uitsluitend.
Er zijn ook andere manieren om toch te kunnen inspreken.
(De heer VROEGE: Dus u stelt voor dat inspreken in iedere taal mogelijk
is?)
Dan zou je dat moeten doen. Het is dus of alleen in het Nederlands of in alle
talen, maar dat lijkt mij wel vrij lastig want dan kunnen we elkaar niet meer verstaan.
(De heer VROEGE: Maar wilt u dan mijn verzoek aan het presidium
uitbreiden dat het ook daarop antwoord geeft: Engels, alle talen of alleen
Nederlands?)
Nee, dat is flauw. Ik vind dat we gewoon Nederlands moeten spreken. Ik zeg dat
het arbitrair is, omdat het best wel gek is als je dan alleen Engels gaat uitkiezen. Waarom
niet bijvoorbeeld ook Turks, Marokkaans, Chinees, Duits, Frans? Er zijn ook heel veel
mensen in de stad die die talen spreken. Ik vind in het Engels inspreken dus arbitrair.
28
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
(De heer VROEGE: Dus ik begrijp dat de PvdA vindt dat alleen mensen
die volmondig Nederlands praten, kunnen participeren in actieve lokale
democratie?)
Dat is wat u ervan maakt. Zo zou ik het natuurlijk nooit zeggen en zo is het
natuurlijk ook helemaal niet. Er zijn manieren waarop je hier kunt inspreken. Je kunt altijd
hulp vragen aan iemand die voor jou vertaalt. Je kunt een tolk meenemen. Maar het gaat
ook om de mensen thuis. Dat zei ik net ook al in mijn interruptie. Er zijn mensen die
proberen het debat te volgen. Die moeten het ook kunnen begrijpen. Er zijn heel veel
mensen die het Engels niet machtig zijn en ik vind dat u daarbij niet voldoende stilstaat.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw A.L. Bakker.
Mevrouw A.L. BAKKER: De beleidsbrief die voor ons ligt, komt vanuit een bittere
noodzaak. Het college constateert dat er een groeiend wantrouwen en ongeduld is bij de
Amsterdammers richting de overheid en dat het nodig is om Amsterdammers meer te
betrekken bij de ontwikkelingen in de stad zodat wantrouwen en ongeduld kan worden
omgezet in hoop en nieuwsgierigheid. Wat ons betreft begint het bij normaal taalgebruik,
ook hier tussen ons. We hebben dit stuk ook al besproken in de raadscommissie en ik
was niet de enige die zich enorm heeft verbaasd over het filosofisch-literaire niveau van
de beleidsbrief. Ik vind het veel knap, maar slim is het niet. Juist als het gaat om zo veel
mogelijk mensen te betrekken bij wat wij hier doen en als het gaat om de drempel te
verlagen om te kunnen meepraten, helpt dit niet. Ik ben blij met de toezegging van de
wethouder om met een nieuwe versie te komen. Wij kunnen ons vinden in de beleidsbrief
en we kijken uit naar de plannen van aanpak en andere uitwerkingen die nog gaan
komen. Maar tegelijkertijd ziet de Partij voor de Dieren een groot probleem dat niet met
het programma wordt opgelost. Een deel van de ergernissen en het wantrouwen van de
Amsterdammers komt namelijk doordat er van alles in de buurt verandert zonder dat ze
daarin goed zijn meegenomen. Wij hebben hiervoor al een initiatiefvoorstel ingediend om
ter plaatse de bekendmaking duidelijk te maken bijvoorbeeld middels een bord dat door
iedereen te zien is. Maar mensen die zich verdiepen in de vergunningverlening van
bijvoorbeeld evenementenvergunningen of bomenkap, die komen in een wirwar terecht
van moeilijke, verkeerde of onvolledige stukken. Evenementenvergunningen worden
soms zelfs maar een paar dagen voor aanvang van het evenement gepubliceerd,
waardoor bezwaar maken niet eens meer mogelijk is. Dat kost bakken met energie om
hier achteraan te gaan. Vaak is het dan al te laat en de moed zakt de betrokken
Amsterdammers dan in de schoenen en het wantrouwen richting de overheid groeit. We
kunnen nog zulke mooie beleidsbrieven schrijven over buurtparticipatie, maar de basis
moet eerst op orde zijn en daartoe heb ik een motie.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
76° Motie van het lid Bakker inzake de beleidsbrief Democratisering
(Informatievoorziening kapvergunningen en evenementenvergunningen) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 472)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ om de informatievoorziening en procedures rondom aangevraagde
kapvergunningen en evenementenvergunningen op orde te brengen;
-_ hierbij in te zetten op begrijpelijke teksten, tijdige publicaties, het sturen van
complete en de juiste stukken en het hanteren van de juiste bezwaartermijn;
29
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
- een voorstel hiertoe uiterlijk het laatste kwartaal van 2019 aan de
gemeenteraad voor te leggen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Dank aan de leden van de raad voor de
opmerkingen en vragen die zijn gesteld. Laat ik mij beperken tot enkele opmerkingen en
dan zal ik naar de moties gaan. Als ik mij laat gaan vertellen wat er in deze brief staat,
bestaat het risico dat allerlei raadsleden een beetje moeizaam gaan kijken zoals mevrouw
Timman omdat ik dan waarschijnlijk taal gebruik die voor sommigen niet inclusief genoeg
zou kunnen gelden.
Misschien als eerste even de VVD. U had een opmerking over hoe dingen tot
stand komen en u had het mogelijk zelfs over rolvermenging. Ik zie dat allerminst zo. Ik
vind het juist heel normaal dat we als college en raad in wederzijdse besprekingen en
beïnvloeding door elkaar tot iets moois komen. Volgens mij is dat hier gebeurd. Ik juich
dat alleen maar toe en ik zou dat graag vaker zo zien. Ik denk dat dat een heel prettige
manier van werken is en ik denk dat in die zin uitwisseling tussen raad en college alleen
maar heel goed zal zijn. U had het over het bedrijfsleven en het idee dat het bedrijfsleven
onvoldoende wordt meegenomen in de besluiten en processen die wij volgen. Ik herken
dat beeld ten dele, niet ten volle, omdat ik voorbeelden ken waarbij dat inderdaad niet
goed gaat. Ik ken voorbeelden van ondernemers die dat eerder of beter hadden willen
weten, maar ik ken ook voorbeelden waar dat anders is en waar we soms zelfs heel goed
met allerlei ondernemers samenwerken, samen optrekken. Maar ik neem me uw punt ter
harte dus ik zal dat zeker meenemen.
Dan de fractie van D66. U had het erover dat er toch wel flink was gelachen. Dat
lijkt mij ook heel goed. Ik zou in zijn algemeenheid willen voorstellen dat we meer lachen
in de raadscommissie. Als u vooral lacht over de taal die wordt gebruikt in plaats van over
de inhoud, dan heb ik daar geen enkele moeite mee. Ik juich dat toe. U maakte
opmerkingen en dat deed overigens mevrouw De Grave-Verkerk ook over de vraag naar
representativiteit. Het is eigenlijk een vraag die ook in de raadscommissiebehandeling
steeds aan de orde is geweest. Volgens mij heeft bijna iedereen daarover vandaag iets
gezegd. Dat is ook voor mij een heel belangrijk punt, want hoe zorg je er nu voor dat die
zachte stem of die ongehoorde stem zoals mevrouw Grooten aangaf, wordt versterkt en
dat misschien de evident luide stemmen misschien wel wat worden gedempt? Ik vind dat
een terecht punt en dat zal permanent mijn aandacht hebben. Ik zal er straks in de
beantwoording van de motie van mevrouw De Grave-Verkerk nog wel iets specifieker over
zeggen. Het is buitengewoon verleidelijk me te mengen in het debat over Engelstalige
inspraak of anderszins, maar dat zal ik maar niet doen. Dat is natuurlijk aan het presidium.
Ik zou u wel willen aangeven niet te veel op Google Translate te vertrouwen als inspraak
online beschikbaar wordt zodat het vertaald kan worden, want dat kan tot buitengewoon
merkwaardige uitkomsten leiden zo weet ik uit ervaring. Als je een tekststuk probeert te
vertalen, kan dat soms heel gek worden.
Dan de fractie van GroenLinks en haar opmerking over eigenaarschap en geld
naar wijken en buurten. Dat is precies wat we hiermee beogen. En ja, we moeten daarin
nog veel meer doen, maar het doel dat het college zich stelt, is inderdaad dat
eigenaarschap, dus die beslissingsbevoegdheid en ook financiële middelen zoals in het
coalitieakkoord verwoord, in sommige gevallen over te dragen aan buurten zodat ze
daarover zelf meer zeggenschap hebben. Overigens dank voor de complimenten.
30
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Mevrouw Temmink had het ook over die zeggenschap. Volgens mij delen wij best
intenties en zijn we even enthousiast over bijvoorbeeld referenda. Wij liggen niet zo ver
van elkaar, al is het dan zo dat soms het taalgebruik u wat meer voor het hoofd stoot
waarin ik misschien wat meer plezier heb. Elk vogeltje zingt zoals het is gebekt. U blijft het
kritisch volgen. Dat lijkt me buitengewoon goed. Ik zou zeker niet willen verzanden in
inhoudsloos geklets. Maar wat het volk vertegenwoordigen precies betekent, mevrouw
Temmink, is toch een buitengewoon ingewikkelde kwestie waar we niet vandaag, maar
misschien wel een andere keer uitvoerig op in zouden moeten gaan. U weet als het gaat
om uw partij of de mijne dat er een zekere spanning zit of je jezelf nu als de massalijn
beschouwt of meer als een voorhoedevertegenwoordiger. Dat heb ik bewust buiten deze
brief willen houden, omdat ik wel wist dat ik anders zeker uw instemming niet zou kunnen
krijgen.
De PvdA, ja, mooie herinneringen aan Stadsdeel West. Daar zal ik niet bij
stilstaan. U had het er ook over dat dit geen opdracht is van één wethouder, maar van het
hele college en ook van ambtenaren. Ik kan u niet anders zeggen dan dat ik velen zie die
deze beweging ook willen maken en hieraan heel graag willen meewerken. U heeft
natuurlijk gelijk. Dit is een culturele revolutie die noodzakelijk is en die lang zal duren. Die
zal veel vergen, maar die zal uiteindelijk veel moois opleveren. Ja, dat is een grote klus,
maar met de stadsdelen — ik werk daarmee heel intensief samen — heb ik daarin alle
vertrouwen.
(Mevrouw DE HEER: Ik ben een spijtoptant: ik was vergeten een vraag te
stellen. Ik hoop dat ik die per interruptie mag stellen. Een van de dingen
die ik echt heel erg leuk vond in de stadsdelen was West Begroot. Nu
vroeg ik me af: hebben wij plannen om dat ook in de Centrale Stad te
gaan doen?)
Dat is een goede vraag. We hebben in het coalitieakkoord opgenomen dat we
inderdaad buurtbudgetten en manieren van participatief budgetteren zoals West Begroot
in alle stadsdelen doen. Ik zou me kunnen voorstellen dat dat uiteindelijk voor de gehele
gemeentebegroting zou kunnen gelden. Officieel is dat natuurlijk zo omdat geld dat bij
stadsdelen wordt herverdeeld, gemeentebegrotingsgeld is. Maar een stad als Madrid die
een begroting heeft van 100 miljoen euro volgens mij, die participatief door de stad wordt
verdeeld. Ik kan me dat dus voorstellen. Maar volgens mij is het nu zaak er eerst eens
voor te zorgen dat we in alle stadsdelen deze manier van begroten gaan invoeren. Ik zie
dat als eindbeeld zeker zitten. Mevrouw Grooten haalde ook een dorpje in Somerset aan
als democratisch experiment. Er zijn veel interessante democratische experimenten
bijvoorbeeld in Koerdistan. Daar zijn ook buitengewoon interessante democratische
experimenten waar ook de klassieke tegenstellingen in de politiek eigenlijk op een heel
mooie manier worden vormgegeven. Dus of het nu Somerset, Madrid, Koerdistan of
Stadsdeel West is: er is veel dat ons inspiratie kan bieden.
Ik ga over naar de moties. De motie van de VVD om bewoners en ondernemers
aan te moedigen. Daarover ben ik positief. Als ik het maar niet zo mag zien dat
speeddates … Die moeten daar dan echt wel over gaan, want ik kan het hele college zo
maar niet beloven dat ze met iemand op date gaan en zeker niet als we dat moeten
verloten. Ik zou dat echt willen uitwerken. Ik weet niet of mensen nu zo heel blij worden
als ze een date met mij willen. Het zou best kunnen zijn dat ze liever met wethouder
Dijksma of wethouder Van Doorninck willen daten. We moeten er dus even goed over
nadenken hoe we die dates dan precies verloten.
(Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Bedoeld is dat mensen die
daadwerkelijk belangstelling hebben om over het desbetreffende
31
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
onderwerp met een collegelid — en ik merk heel veel enthousiaste bij het
college hiervoor — een korte ontmoeting te hebben).
Ik zie evenveel enthousiasme dus wij gaan dit positief preadviseren.
Dan de alertdienst democratisering. Ook dat vind ik gewoon een goed idee. Ik zou
ook inderdaad willen dat we dat gaan doen. Maar ik wil u wel meegeven, als uit dit
onderzoek blijkt — en we willen het onderzoeken en Q4 is in die zin ook goed - dat het kan
zoals u het wenst, dat ik wel verwacht dat u een gedekt voorstel indient. Dat is niet altijd
meer gebruik in deze raad, maar dat is nu wel lastig. Daarom zou ik het als onderzoek
graag willen doen, maar dan zullen we wel met elkaar moeten bezien hoe we dat dan
dekken.
(De heer YILMAZ: Ik heb ook een vraag aan de wethouder. Ik denk dat hij
die ook wel verwacht. Waar ligt Koerdistan? Welk land is dat?)
De precieze aanduiding ontgaat me even. Volgens mij is het de vrije republiek
Rojava.
(De heer YILMAZ: Waar ligt dat? Welk land is dat?)
Het is een Koerdisch gebied in Noord-lrak. Zoals u weet, is het Koerdische volk
verspreid over verschillende staten. We kunnen lang praten over hoe die grenzen in deze
gebieden tot stand zijn gekomen, maar laten we met elkaar constateren dat het
Koerdische volk lijdt onder het feit dat het geen eenheid is. Daarover strijdt het vaak. Ik
denk wel dat je in het voorbeeld dat ik aanhaal, mooie voorbeelden van nieuwe
democratie ziet waarin conflicten worden vermeden en nieuwe vormen van samenwerking
worden uitgevonden. Ik raad u zeer aan u zich hierin te verdiepen. Dat zou echt voor
landen in de regio heel goed zijn om eens democratische waarden op te doen in sommige
gebieden. Dat zou heel goed zijn.
(De heer YILMAZ: De wethouder hoeft mij helemaal niets aan te raden. Ik
houd me bezig met mijn raadswerk, dus ik controleer u en ik spreek u aan
als het moet. Er bestaat inderdaad een provincie Koerdistan. Koerden
hebben inderdaad verschillende landen waar ze wonen. Ook in
Nederland. Daarmee is helemaal niets mis. Maar als u het heeft over het
land Koerdistan, dan misleidt U mensen en daarop spreek ik u aan.)
Het was absoluut niet mijn intentie om wie dan ook te misleiden. Dus als ik het
land Koerdistan heb genoemd, dan spijt mij dat. Dan gaf dat misschien uitdrukking aan
dat ik wel enige sympathie koester voor de wens van het Koerdische volk om ooit een vrij
land te hebben.
(Mevrouw TEMMINK: Van de internationale wereldpolitiek wil ik graag
gewoon even terug naar de democratiseringsagenda in Amsterdam. Ik
ben wel een beetje verbaasd over de preadvisering van de motie van
mevrouw De Grave-Verkerk over de speeddates. Ik krijg nu toch een
beetje het idee dat het college in een soort ivoren toren zit en dat de dates
moeten worden verloot, willen mensen in contact kunnen komen met het
college. Ik mag toch hopen dat dat niet het geval is en dat collegeleden
wel degelijk benaderbaar zijn voor mensen als er geparticipeerd moet
worden.)
O, ik herken me totaal niet in het beeld dat u schetst, maar als de raad wenst dat
we deze vorm toevoegen aan hetgeen wij al doen, dan zijn wij als was in uw handen.
(De heer VROEGE: De wethouder gaat een onderzoek doen. Wil hij dan
ook de privacyargumenten meenemen? Het afgeven van
telefoonnummers aan de overheid om op de hoogte te worden gehouden,
is soms lastig. Dus graag ook die privacyargumenten meenemen en er
32
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
ook voor zorgdragen dat we niet het telefoonnummer als enige middel
gebruiken om mensen te laten participeren of te informeren.)
Vanzelfsprekend.
Dat brengt mij bij de motie over het toetsen van representativiteit. Dat ligt heel
ingewikkeld. Hier komt bijvoorbeeld dit soort privacyvraagstukken ook weer aan de orde.
Want wat is nu representatief? Is inspraak in Buitenveldert, ik noem een willekeurig
voorbeeld, dan representatief voor de buurt en hoe moet je er dan achter komen of die
mensen een afspiegeling zijn van de buurt? Ik vind dat een moeilijke, maar ik wil die motie
toch positief preadviseren omdat u mij vraagt een inschatting te maken van de
representativiteit. U vraagt eigenlijk te beargumenteren waarom iets wel of niet
representatief is. Ik denk eigenlijk dat dat heel goed is, omdat dat helpt in kaart te brengen
welke groepen zijn gemist en welke groepen niet gekomen zijn naar een inspraakavond.
Dus ik wil deze motie positief preadviseren, maar wel met de kanttekening dat dit echt wel
ingewikkeld is omdat je afhankelijk bent van informatie die mensen dan vrijwillig zullen
moeten geven. We gaan toch niet mensen profilen op basis van kleding of tot welke
inkomenscategorie ze behoren, of dat ze bepaald stemgedrag vertonen? Maar ik wil de
motie toch positief preadviseren omdat ik uw intentie van het streven naar
representativiteit buitengewoon ondersteun.
Dan de motie over het ambtelijk jargon dat moet worden vermeden. Nu vraag ik
me af of taalniveau 3F, havo 5, haalbaar is. Dat is nog best ingewikkeld. Toch wil ik de
motie positief preadviseren, al was het maar omdat het klaarblijkelijk nodig is mijzelf
enigszins te tuchtigen om de brieven die ik naar u toestuur soms wat eenvoudiger en wat
minder filosofisch te maken. Ik ga mijn best doen. Positief preadvies dus.
Dan de motie over de bewonersbrieven online. Daarover ben ik ook gewoon
positief. Dat moeten we wat mij betreft gewoon doen.
Dan is er nog de fractie van de Partij voor de Dieren die het had over taal en
vergunningverlening. Ik moet de motie even goed scannen. Laat het duidelijk zijn: die
vergunningverlening moet gewoon op tijd en correct gebeuren. In mijn beeld vind ik dat u
het nu te zwaar aanzet als je kijkt naar het hele beeld van vergunningverlening, alsof dat
altijd kommer en kwel zou zijn. Daarin herken ik mij niet. Dat er dingen niet goed gaan,
dat is evident. En dat het beter moet, ook evident. Dus in die zin zou ik uw motie positief
willen preadviseren, omdat het mij in navolging van het initiatiefvoorstel dat u heeft
aangekondigd en misschien zelfs al heeft ingediend, dat er meer informatie zou moeten
zijn over hetgeen er gebeurt, goed lijkt voor de betrokkenheid van burgers. Dus ook
hierover ben ik positief.
De VOORZITTER: Hiermee beëindigen we de eerste termijn van de wethouder.
De vraag is of de heer Torn als voorzitter van het presidium het woord zou willen voeren
over de vraag van de heer Vroege.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Torn.
De heer TORN: Ik heb de vraag van de heer Vroege gehoord over inspreken in
een andere taal dan de Nederlandse taal. Het is wel een discussie die de heer Vroege en
ik al wat langer met elkaar voeren. Volgens mij was de eerste keer dat we deze discussie
met elkaar hadden, nog in de deelraad van Stadsdeel Oost toen ik een keer een
vergadering voorzat en een inspreker het woord ontnam die niet in het Nederlands sprak.
Maar goed, uw vraag aan het presidium is wel duidelijk. U zei overigens dat iedereen in
de gemeenteraad Engels spreekt. Nu ga ik natuurlijk niet voor de hele raad spreken, maar
ik kan wel voor mijzelf spreken. Toen ik elf jaar geleden met werken begon en ik zo’n
33
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
nummer 001 uit Amerika zag, dan ging direct de deur dicht om dan in heel slecht Engels
antwoord te geven. Dat is inmiddels wel wat verbeterd, maar ik heb ook de zorgen van de
andere leden van de raad gehoord. Dus als ik de heer Vroege goed begrijp, dan zegt hij:
presidium, kom in ieder geval met duidelijkheid over in welke taal wordt ingesproken. En
dan zegt u vervolgens dat de raad dat al dan niet kan amenderen. Dat zou dan alleen in
het Nederlands kunnen zijn, dat zou in het Nederlands of Engels kunnen zijn of dat zou in
het Nederlands, het Engels of welke taal dan ook kunnen zijn. Daarover gaan we het
hebben in het presidium. Dat nemen we dan op in het reglement van orde en dan is het
uiteindelijk aan de gemeenteraad om daarin een besluit te nemen al dan niet bij
amendement. Dus die toezegging kan ik de heer Vroege bij dezen doen.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Ik wilde graag een stemverklaring afgeven.
Wij gaan voor deze mooie en urgente visie stemmen. We zijn heel blij met de nadruk op
inclusiviteit met de nadruk op lokale zeggenschap en gelijkwaardigheid tussen bewoners
en bestuurders, maar vooral ook omdat we ons goed kunnen vinden in het addendum dat
op initiatief van het lid De Grave-Verkerk is toegevoegd. Daarvoor willen wij onze dank
uitspreken.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw AL. Bakker voor een
stemverklaring.
Mevrouw A.L. BAKKER (stemverklaring): De Partij voor de Dieren zal tegen
motie nr. 469 stemmen over het toetsen van de representativiteit van het inspraaktraject,
omdat we vinden dat eerst moet worden aangetoond dat het echt onafhankelijk gebeurt
en dat het niet een politieke lading krijgt vanuit het college dat dat dan toetst.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Ik heb net mijn stemverklaring gegeven met
betrekking tot het vaststellen van de beleidsbrief en het addendum met u gedeeld en ik wil
eigenlijk nog even aansluiten bij de woorden van mijn collega van de Partij voor de
Dieren. Ook BIJ zal tegen motie nr. 469 stemmen op basis van dezelfde argumenten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd.
1, nr. 467).
De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
34
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 467) is aangenomen met de stemmen van de SP, de Partij voor de Dieren en
BIJ1 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd.
1, nr. 468).
De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 468) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd.
1, nr. 469).
De motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 469) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren en BIJ1
tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470)
De motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr.
470) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr.
471).
De motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr.
471) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
472).
De motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
472) met algemene stemmen is aangenomen.
35
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 429 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Dan gaan we nu over naar de behandeling van agendapunt 29
en dan schors ik de vergadering voor enkele minuten zodat de zaal kan worden ontruimd.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
7
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Basisvoorzieningen voor
Amsterdamse ongedocumenteerde jongeren’ van het lid Ceder en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 430)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer GEDER: Ik sta hier als iemand die met de Nederlandse nationaliteit is
geboren, maar is opgegroeid in een omgeving waar dat niet voor ieder kind een
vanzelfsprekendheid is. Opgroeiend als kind realiseerde ik mij steeds meer dat de
Nederlandse nationaliteit iets is wat deuren opent die voor andere kinderen in deze stad
gesloten bleven als het ging om zaken als zorg, onderwijs, basisvoorzieningen en ook
informatie over hoe hun toekomst eruit komt te zien. Wat we ook vinden van
ongedocumenteerde kinderen in de stad, een ding is zeker: ze zijn er. Ik ken ze. En de
kans is groot dat u ze ook kent en dat geldt voor allen die in Amsterdam op school hebben
gezeten met veel ongedocumenteerde kinderen op de basisschool en de middelbare
school. Uw kinderen kennen waarschijnlijk ongedocumenteerde kinderen. Sommigen zijn
waarschijnlijk beste vrienden en vriendinnen met ongedocumenteerde kinderen. En nog
belangrijker als het gaat om deze kinderen: ze zijn Amsterdammers. Deze kinderen zijn
echter vaak afgesloten van veel basale voorzieningen die voor andere kinderen
vanzelfsprekend zijn. Dit plaatst ongedocumenteerde kinderen in een geïsoleerde positie
en dat levert in sommige gevallen een bedreiging op voor hun welzijn. De afgelopen
maanden ben ik ter voorbereiding op dit voorstel in gesprek gegaan met vele
ongedocumenteerde jongeren. Verhalen kwamen naar boven over angst voor de politie,
isolement, het mijden van zorg en het gebrek aan informatie over wat hun positie in de
stad is en wat hen te wachten staat. Maar wat ook naar boven kwam, is dat ze zich boven
alles Amsterdammer voelden. Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de positie van
dergelijke kinderen en het initiatief wordt vooral gedreven door de notie dat ook deze
kinderen universele mensenrechten bezitten die wij dienen te respecteren. Daarom
hebben wij een voorstel ingediend en vragen wij steun en aandacht op de volgende
punten.
Onderwijs. Na het achttiende levensjaar is er voor ongedocumenteerde kinderen
geen recht meer op onderwijs.
(Mevrouw ROOSMA: Ik zit hier te luisteren naar de heer Ceder en ik deel
zijn verhaal helemaal. Hij haalt ook het belang van welzijn en zorg aan en
hij refereert aan universele mensenrechten. Vindt u dat dat geldt voor
iedereen ongeacht leeftijd?)
Zeker weten. Je hebt echter ook het internationale verdrag voor rechten rondom
kinderen. Ik denk dat daarin ook een paar waarborgen staan. De universele
36
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
mensenrechten gelden voor elke persoon. Dit voorstel richt zich echter met name op
kinderen, vooral Amsterdamse kinderen omdat ik denk dat we voor hen een extra
waarborg en zorg hebben als gemeente.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ben het erg eens met de heer Ceder en ik denk
ook dat kinderen daarin voorop zouden moeten staan. Ik ben ook blij om
te horen dat u eigenlijk zegt dat u eigenlijk vindt dat dat voor iedereen
geldt, ook zonder papieren.)
Dat klopt.
Een aantal punten komt in het voorstel naar voren, onder andere onderwijs na het
achttiende levensjaar. Dan heeft een ongedocumenteerd kind eigenlijk geen recht meer
op onderwijs. Dat is een harde knip. Het gevolg daarvan is dat leerlingen in de praktijk nu
vaak abrupt moeten stoppen met school of geen stage meer kunnen volgen omdat ze
daarvoor bepaalde papieren nodig hebben en zonder diploma of startkwalificatie de
school moeten verlaten. Wij willen een zachte landing voor ongedocumenteerde
leerlingen zodat ze met een diploma van school gaan. Soms is daarvoor een halfjaar
nodig, soms een jaar, maar dat gaat niet altijd goed. Een diploma is goed voor iedereen
en juridisch is het ook mogelijk.
Ik wil ook dat we gaan kijken naar de minimumvoorzieningen, want we doen veel
in de stad voor minimakinderen, maar vaak zijn de regels zo opgesteld dat
ongedocumenteerde minimakinderen buiten de boot vallen. Dit creëert onbedoeld een
tweedeling tussen minimakinderen met wel een rechtmatig verblijf en kinderen zonder
rechtmatig verblijf. Dat kunnen we rechttrekken.
(De heer HAMMELBURG: Het werd mij niet duidelijk uit het
initiatiefvoorstel, maar ik zou toch graag willen weten wat die
minimavoorzieningen in dit voorstel dan precies behelzen. Ze zijn niet
geëxpliciteerd en het is een zeer minimale zin. Heeft u voor ons misschien
een lijstje, iets meer duidelijkheid over die voorzieningen? Het maakt het
zo voor mij toch erg lastig.)
Regelingen die vanuit de Participatiewet voortvloeien. Het nadeel van de
Participatiewet is dat het gekoppeld is aan een BSN-nummer, dus dat geldt niet. Maar we
hebben in Amsterdam bepaalde regelingen voor de leertop of wat dan ook. Ik heb het
college gevraagd daarvan juist een inventarisatie te maken, want er zijn regelingen die
binnen de Participatiewet vallen. Daarvoor heb je dat BSN-nummer nodig. Maar er zijn
ook regelingen die we als gemeente zelf hebben opgetuigd voor minimakinderen waarbij
we wel aan de regels kunnen sleutelen en daarbij hoeft een BSN-nummer niet een
expliciete voorwaarde te zijn. Daarom is mijn verzoek aan het college om juist die
regelingen te scheiden zodat we het kunnen rechttrekken en ze mogelijk kunnen maken
voor minimakinderen zonder een rechtmatig verblijf. Dat lijstje wil ik graag en dat vormt
ook onderdeel van mijn verzoek.
Zorg. Er zijn veel kinderen die zorg mijden. Vaak kan het wel maar is de
informatievoorziening gebrekkig. Het verzoek is om als college er met artsen, met ouders
en met kinderen naar te kijken zodat kinderen wel de zorg krijgen waarop ze in dit land
recht hebben.
Ook als het gaat om sport. Sport verbindt. Dus ook daar zouden we graag willen
dat deze jongeren daarin worden meegenomen daar waar het voorzieningen voor
minimakinderen betreft.
Nog twee punten. Wij willen graag een denktank. Er is nog heel weinig informatie
en er zijn nog heel weinig concrete cijfers bekend over de omvang van
ongedocumenteerde kinderen. Maar ze zijn er, want ik ben tussen hen opgegroeid en ik
weet ongetwijfeld dat iedereen hier ook deze kinderen kent. Een denktank oprichten met
37
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
bestaande organisaties. En kan er ook wat meer informatie worden verkregen over de
positie en kunnen we meer doen aan informatievoorziening en cijfers krijgen?
Tot slot willen we een informatie- en steunpunt omdat we zien dat de informatie
gebrekkig is. Dus informatie over het verblijf hier, maar ook over de toekomst — of het
perspectief nu hier ligt of elders. Het is goed jongeren daarover duidelijkheid te geven en
ouders daarin mee te nemen en om ervoor te zorgen dat we als gemeente daarin onze
verantwoordelijkheid nemen. Ik hoop op brede steun voor dit voorstel en dat we als
gemeenteraad een duidelijk statement maken aan alle kinderen, of ze nu in Ganzenhoef
wonen, in De Banne, aan het Mercatorplein, in de Indische Buurt of op Kattenburg, of ze
gedocumenteerd zijn of niet. Wij moeten als gemeenteraad duidelijk maken:
Amsterdammers en Amsterdamse kinderen zijn we allemaal.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Ik wilde de heer Ceder bedanken voor dit voorstel en ook het
college voor de positieve bestuurlijke reactie. Het is volgens mij goed dat dit voorstel zo is
aangepast dat we wat dingen kunnen uitzoeken over wat we gaan doen. We moeten
meer weten en we moeten meer leren over de positie van ongedocumenteerde kinderen,
maar ook over ongedocumenteerde volwassenen in deze stad wat GroenLinks betreft.
Dat is denk ik heel erg belangrijk want er zijn heel veel mensen zonder papieren die in
Amsterdam een groot deel van onze economie en onze stad draaiende houden. Die zitten
hier op scholen, die werken hier in onze restaurants. Die zijn hier gewoon en die voelen
zich ook Amsterdammer. Het lijkt me niet meer dan logisch dat we kijken wat we voor hen
kunnen betekenen als het gaat over goede toegang tot zorg, onderwijs en
armoedevoorzieningen en als het gaat om kinderen. Ik denk dat dit een mooie stap is van
de heer Ceder en die ondersteunt GroenLinks van harte.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg.
De heer HAMMELBURG: Dank aan de heer Ceder voor de heldere uitleg bij dit
initiatiefvoorstel. We hebben hierover natuurlijk gesproken in de raadscommissie en daar
hebben we als D66 ook al aangegeven dat we een aantal sympathieke punten zien, maar
ook een aantal punten waarover we ons vreselijke zorgen maken omdat het wellicht het
draagvlak voor vluchtelingen in Amsterdam zou kunnen ondermijnen. Ik wil daarover ook
nog wel een keer duidelijk zijn. Ik wil heel graag nog een keer aangeven bij een aantal
punten in uw voorstel, en ik kijk de heer Ceder ook persoonlijk aan, waar dan precies wat
ons betreft op een aantal onderdelen die twijfels zitten en waarvan wij denken dat dit echt
onverstandig is. Dat begint bij de scholings- en stagemogelijknheden. Op het moment als je
zestien of zeventien bent en met je opleiding bezig bent, dan moet je ook gewoon je
opleiding kunnen afmaken. En dat geldt ook voor je stage. Dat is volgens mij nu ook
staand beleid. Ook D66 heeft er altijd achter gestaan en heeft samen met de ChristenUnie
en andere partijen in deze raad daaraan ook in Den Haag hard gewerkt. Het is wat anders
als je na je achttien nog een opleiding wilt beginnen en niet kunt afronden. Stel je voor:
een zes- of zevenjarige opleiding. Dan is het level playing field wat ons betreft echt anders
en dat zou wat ons betreft ook onwenselijk zijn.
De financiële minimavoorzieningen. Bij de interruptie noemde de heer Ceder het
voorbeeld van de laptop. Dan denk ik, D66 is natuurlijk hartstikke blij dat de kinderen van
economische migranten zonder verblijfsvergunning toegang hebben tot zorg, toegang
hebben tot onderwijs, maar als het gaat om de beperkte minimavoorzieningen die wij
onze Amsterdamse kinderen kunnen bieden, dan wordt het wel een lastig verhaal voor
38
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
ons. Ook daar denken wij dat het echt onverstandig is, ook gezien het draagvlak juist voor
vluchtelingen.
Een aantal positieve dingen zie ik ook terug in dit voorstel. Ik denk bijvoorbeeld
aan de denktank. Wat ons betreft is dat een hartstikke goed idee. Dat hebben we eerder
cok al aangegeven. En dat steun- en informatiepunt. Ook daarvan is D66 voorstander.
Dus laat ik er eerlijk over zijn. Wat ons betreft is ons standpunt niet gewijzigd, dat
standpunt zoals we dat in de raadscommissie hebben uitgedragen. Er is twijfel over of
alles echt wel voor jongeren en kinderen is en niet ook op een gegeven moment voor
jongvolwassenen van boven de achttien jaar. Het is in het voorstel niet duidelijk genoeg
opgeschreven. Van een aantal voorstellen denken wij dat het draagvlak voor
vluchtelingen en de barmhartigheid waarmee wij als Amsterdam met onze armen
openstaan — en terecht en gelukkig maar — dat dat wordt ondermijnd. Ja, en dan is het
jammer. We hebben in de raadscommissie aangegeven wat onze bezwaren waren. In het
gewijzigde voorstel zien we die niet terug. Dat is voor ons dan ook het punt dat we zullen
moeten tegenstemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose.
Mevrouw LA ROSE: De PvdA laat weten het goed en belangrijk te vinden dat met
dit initiatiefvoorstel er hopelijk een beter inzicht in hoeveel ongedocumenteerde kinderen
en jongeren het nu gaat in onze stad. Belangrijker nog is om te weten hoe hun
leefomstandigheden zijn. De PvdA is van mening dat voor deze kwetsbare groep jongeren
minimavoorzieningen, basisvoorzieningen elementair zijn. Ik denk dat niemand op een
parallelle samenleving van een tweede generatie ongedocumenteerden zit te wachten
met niet in te halen achterstanden. Dat kunnen we als samenleving niet op ons geweten
hebben, zou ik willen zeggen. We zijn daarnaast dan ook voorstander van een steun- en
informatiepunt en ook een denktank zoals is aangegeven, waarbij ik wel de kanttekening
wil maken dat we daarbij ervoor moeten waken dat het niet alleen over de groep gaat,
maar dat er ook met de betrokkenen om de tafel wordt gezeten om te praten over hun
behoeften en hun toekomst. Kortom, er staan allemaal helemaal goede punten in het
initiatiefvoorstel die naar ik heb begrepen, allemaal nog zullen worden uitgewerkt. De
PvdA wil dit voorstel dan ook positief omarmen.
(De heer HAMMELBURG: Dezelfde vraag aan de Pvd die ik eerder ook
aan de heer Ceder stelde. Als het gaat over die minimavoorzieningen en
de heer Ceder noemde natuurlijk het voorbeeld van die laptop, vindt de
PvdA dan ook dat we voor de kinderen van economische migranten die
hier in de stad zonder verblijfsvergunning zijn, dergelijke voorzieningen
zoals een laptop moeten geven? Het is wel belangrijk om dat hier te
benoemen.)
Ja, de PvdA is het daar helemaal mee eens. Daar gaan we voor. Recht voor de
een, recht voor allen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Allereerst zou ik de heer Ceder willen danken voor
dit mooie initiatiefvoorstel en het college voor de reactie hierop. De Partij voor de Dieren
staat voor een sociale stad en wij vinden dat kinderen niet de dupe kunnen zijn van
regelgeving die er is. Dus het is belangrijk dat er oog is voor de kinderen en de jongeren
in de stad, of ze nu wel of geen papieren hebben. Dus het is goed dat er wordt gekeken
naar de knelpunten die er zijn bij bijvoorbeeld toegang krijgen tot medische zorg omdat
39
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 R
aadsnotulen
alle kinderen recht hebben op medische zorg. Wij vinden het belangrijk dat er ook wordt
gekeken naar de ontwikkeling en ondersteuning van de basisvoorzieningen, dus hoe die
beschikbaar gesteld kunnen worden. Wij zullen de voortgang hiervan zeker goed in de
gaten houden.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink voor
beantwoording van de vragen.
Wethouder GROOT WASSINK: Ik zal het buitengewoon kort houden want er zijn
volgens mij niet echt vragen gesteld. Ik wil de indiener van het voorstel danken. Ik denk
dat dit voorstel in een lange traditie staat in deze raad om te kijken of de positie van
ongedocumenteerden kan worden verbeterd of dat ze anderszins beter kunnen worden
ondersteund. Wat mij betreft zou het dan wel in de rede liggen om dat niet alleen tot
jongeren te beperken, want het is gek om dat dan voor een specifieke groep te doen
terwijl de problemen zich zeker ook na die leeftijd zouden kunnen voordoen. Ik moet
zeggen dat ik de opmerking van D66 ook best snap, dat het mogelijkerwijs gevolgen heeft
voor het draagvlak.
Ik dank de indiener ervoor dat hij naar aanleiding van de bestuurlijke reactie het
initiatiefvoorstel heeft aangepast. Wij zullen inderdaad beter onderzoek doen. Dat zullen
we voor een deel samen met de rijksoverheid doen, omdat het belangrijk is om meer
inzicht te hebben. En uiteraard zullen wij daarna bij u terugkomen, want uw voorstel kan
nogal financiële consequenties hebben zoals u weet. Afsluitend zou ik de indiener met
name op het hart willen drukken dit onderwerp vooral met nog meer passie, nog meer
energie en nog meer dwang te agenderen zowel binnen de Tweede Kamerfractie van de
eigen partij als binnen in het kabinet. U verwijst zelf heel nadrukkelijk naar de
Participatiewet. Hoe graag ik ook zou willen dat het in mijn vermogen lag om de
Participatiewet aan te passen, is dat toch echt een rijkszaak. Ik vraag u om uw pijlen met
name daarop te richten, want daar is toch de echte beïnvloeding.
De VOORZITTER: Er is geen behoefte meer aan een tweede termijn dus ik denk
dat we wel kunnen gaan stemmen.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS: De fractie van BIJ1 wil de heer Ceder bedanken voor dit
fantastische en uitstekende initiatiefvoorstel. We steunen het vanzelfsprekend en we zijn
benieuwd naar de uitkomst. We willen onze hoop uitspreken dat er voldoende draagvlak
zal zijn in de raad om op basis van de inventarisaties concrete plannen te maken om de
positie van ongedocumenteerde jongeren in de stad te verbeteren.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 430).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 430) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
40
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 430) is
aangenomen met de stemmen van de fractie van DENK, de PvdA. GroenLinks, BIJ1, SP,
ChristenUnie en de Partij voor de Dieren voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 430 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
8
Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen
op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 432)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Het gaat over de extra maatregelen die zijn aangekondigd voor
de groepsrondleidingen over de Wallen. Laat vooropstaan dat wij blij zijn dat de
maatregelen die tot nu toe zijn genomen, tot minder overlast hebben geleid. Maar de
overlast is nog steeds groot en wij hebben ook gezegd naar aanleiding van een evaluatie
echt bereid te zijn om het beleid aan te passen. We hebben toen ook gezegd: laten we
ervoor zorgen dat er ook meer handhaving is. Over de maatregelen die nu voorliggen,
daarover zijn wij toch wel bezorgd. Wij zijn bezorgd dat het hier maar zo zou kunnen zijn
dat de maatregel erger is dan de kwaal. Zo mogen er na 1 april geen rondleidingen meer
worden gegeven na 19.00 uur. Het is natuurlijk niet zo dat de toeristen dan niet meer in de
binnenstad of niet meer op de Wallen zijn. Het is dus maar de vraag of de overlast
afneemt als mensen niet meer in groepen de Wallen of de binnenstad bezoeken. Dat
geldt eigenlijk precies zo voor het verbod op rondleidingen rond prostitutieramen. Ook het
verkleinen van groepen kan een negatief effect hebben, namelijk dat er veel meer
groepen gaan komen. En het heeft ook tot effect dat zakenmensen niet meer van en naar
een hotel of van en naar een restaurant kunnen worden gebracht. Nu heb ik niet de illusie
dat ik de nieuwe maatregelen hier kan tegenhouden, maar ik hoop wel dat onze zorgen —
en het zijn niet alleen onze zorgen, het zijn ook de zorgen van de gidsen en van de
sekswerkers — serieus worden genomen. Daarom hebben we twee verzoeken aan het
college.
Het eerste verzoek is: luister ook naar deze gidsen. Ik zag net op de social media
berichten daarover verschijnen. Luister naar deze gidsen, bijvoorbeeld ook de gidsen van
het Gilde van Amsterdam. En luister ook naar de sekswerkers en kijk of het echt niet
noodzakelijk is om bij de rand toch uitzonderingen te maken.
Het tweede dat we het college willen verzoeken, is of het bereid is om op basis
van deze zorgen direct al na het seizoen een evaluatie in te stellen en om bij deze
evaluatie ook wederom de gidsen en de sekswerkers te betrekken. Daarvoor heb ik een
motie die mede-ingediend wordt door de ChristenUnie, DENK en Forum voor Democratie.
(De heer BOUTKAN: Ik probeer toch een beetje scherp te krijgen wat de
VVD nu precies voorstelt aan maatregelen die daadwerkelijk de overlast
van grote groepen tegengaan. Kunt u daarover wat specifieker zijn?)
Mag ik de heer Boutkan voorstellen om die discussie in de raadscommissie te
voeren? We hebben die discussie al heel veel gevoerd in de raadscommissie en ik ben
een beetje bang dat we hier dan die commissievergadering gaan overdoen. Ik doe dat
dus veel liever met u in de raadscommissie.
(De heer BOUTKAN: Ik begrijp dat de VVD geen antwoord wil geven op
mijn vraag, want we hebben er uitgebreid over gediscussieerd. Het
41
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
probleem daarbij is dat de VVD geen enkel alternatief heeft. Ik denk dat
we kunnen constateren op basis van de evaluatie dat er gewoon sprake is
van overlast door grote groepen. Dus wat is het alternatief van de VVD?)
Ik antwoord echt heel kort. U weet dat namelijk heel goed. Wij hebben ook
gezegd: stop nu met nieuwe maatregelen en begin nu met het handhaven van de
maatregelen die er zijn. En ik vertel u net dat de huidige maatregelen die worden
aangekondigd, wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal.
(De heer BOUTKAN: Dat lijkt mij een beetje gek, want op dit moment is er
gewoon echt sprake van reële overlast door grote groepen. We zien dat
die grote groepen door de stad trekken. Dat betekent dus dat die overlast
alleen maar toeneemt wanneer je niets doet, wat u eigenlijk wilt
voorstellen. Dus ik vind het Jammer dat u geen alternatief aanbiedt.)
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
77° Motie van de leden Poot, Ceder, Kilig en Nanninga inzake het evalueren
van maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en het betrekken van gidsen en
sekswerkers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__na het toeristisch hoogseizoen van dit jaar de effecten van de reeds genomen
maatregelen te evalueren en hierbij onder andere te kijken naar in de
overweging genoemde effecten:
a) een toename van het aantal groepen en/of individuele bezoekers;
b) meer drukte op de Wallen voor 19.00 uur;
c) een waterbedeffect in andere (prostitutie)buurten;
- bij deze evaluatie gidsen en sekswerkers te betrekken;
- de raad voor het einde van 2019 te informeren over de uitkomsten van deze
evaluatie.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg.
De heer HAMMELBURG: Ook in de raadscommissie hebben wij duidelijk
aangegeven dat we voorstander zijn van deze maatregelen. Ik denk ook dat deze
maatregelen hard nodig zijn. We weten van de problemen in dit gebied en we hebben ook
van verschillende sekswerkers gehoord dat grote groepen voor de ramen wel degelijk tot
problemen leiden en ook een verlaging van de inkomsten bewerkstelligen. Nu hebben we
ook gehoord dankzij de inspraak in de raadscommissie dat er wat verdeeldheid bleek te
zijn en er waren ook wat vragen over het betrekken van de
sekswerkersbelangenorganisaties bij de ontwikkeling van dit plan. Ik heb daarover vragen
gesteld en ik vond de antwoorden van de wethouder zeer bevredigend. Mijn oproep is
wel, en dan kijk ik de wethouder aan, om voor de toekomst duidelijk te zijn en dat sluit
volgens mij heel goed aan bij de motie van mevrouw Poot, en laten we ervoor zorgen dat
we de juiste telefoonnummers en de juiste e-mailadressen in onze bestanden hebben
staan. We hoorden immers van bijvoorbeeld Proud dat zij die uitnodiging nooit heeft
ontvangen. Ik hoorde van de andere kant dat die wel is uitgegaan. Er zal wat verwarring
zijn geweest in de communicatie en dat is wat mij betreft zonde juist voor dit soort
belangrijke beslissingen en het draagvlak ervan. Dus nogmaals mijn verzoek aan de
42
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
wethouder: is het mogelijk die lijstjes nog eens goed door te spitten om te kijken of al die
belangenorganisaties ook daadwerkelijk zijn aangehaakt?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ik kan het ook kort houden, want we hebben hierover in de
raadscommissie uitgebreid gesproken. We hebben ooit samen met D66 met collega Van
Dantzig een motie ingediend om te onderzoeken of we die groepsrondleidingen niet
konden terugdringen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een ontheffingenstelsel. We zien nu
eigenlijk dat dat ontheffingenstelsel onvoldoende effect heeft op de overlast. Als je kijkt
naar de evaluatie, dan zie je dat er in heel veel buurten toch nog grote groepen door de
stad trekken en dat dat zich uitbreidt over andere delen van het centrum. Dus ik ben blij
dat we het ontheffingenstelsel gaan uitbreiden naar het hele centrum en ik ben ook blij dat
de groepsgrootte naar beneden gaat. En ik ben ook blij dat we afgaan van de free tours,
want ik denk dat die free tours heel weinig toevoegen aan de kwaliteit en dat die free tours
echt leiden tot ongewenste overlast In de stad. Ik denk dat deze maatregel voor niemand
een verrassing is, want we hebben het natuurlijk ook zo opgeschreven in het
coalitieakkoord. Ik wil het college en de wethouder specifiek bedanken voor de goede
maatregelen die we nu gaan uitvoeren. Ik sluit me aan bij de collega van D66 om
natuurlijk straks bij de evaluatie en bij de monitoring die straks zeker gaan komen, alle
mensen en belanghebbenden erbij te betrekken. Ik denk dat we dit nu snel moeten gaan
doen.
Ik heb nog 2 vragen. Er zijn nu 1600 ontheffingen en dat is best veel. Ik wil
eigenlijk wel van de wethouder weten of we in de toekomst toch iets moeten doen aan het
volume, aan het totale aantal van die ontheffingen. Ik zou daar misschien wel een
voorstander van zijn als blijkt dat de maatregelen nu onvoldoende effect hebben. En mijn
tweede vraag sluit ook aan bij wat mijn collega van D66 zei, dat is dat waterbedeffect. Als
we straks zien dat grote groepen ook door andere delen van de stad gaan trekken, dan
vind ik dat we ook daar moeten kijken wat we kunnen doen om die overlast tegen te gaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Heel erg kort. Het is goed dat we zo dadelijk dit besluit gaan
nemen. Ik hoor van de VVD dat het middel misschien erger zou zijn dan de kwaal, maar
dat denk ik niet. Het gaat er niet om dat er mensen zijn; het is prima dat er mensen zijn.
Daartegen heb ik geen enkel bezwaar. Het gaat erom veel grotere groepen die er opeens
de laatste jaren zijn gekomen — en dat heeft ook te maken met die free tours die er zijn
gekomen — zowel hinder opleveren in fysieke zin omdat je er niet meer door kunt in die
smalle straatjes en over die smalle grachtjes als wel dat het karakter van hele buurten
verandert als er elke 5 minuten een groep van 25 personen door je straat trekt. Dat is het
wezenlijke dat we hier willen bestrijden. Amsterdam is geen decor voor toeristen;
Amsterdam is een levende stad waar iedereen welkom is, een stad die niet moet worden
uitgebaat ten faveure van een enkele beroepsgroep.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Mijn complimenten aan de wethouder voor de brief. We hebben
in de raadscommissie aangegeven dat wij de plannen steunen. Wij hebben altijd onze
zorgen geuit over het waterbedeffect en wij hebben de afgelopen week ook in gesprekken
met organisaties bekeken hoe het gaat met het verbod op rondleidingen langs
43
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
prostitutieramen. Dan horen wij dat het waterbedeffect van de rondleidingen zich ook
uitbreidt naar de Spuistraat. Ik heb een motie, maar die is onder voorwaarde. Dus daarom
doen wij het verzoek om het verbod op rondleidingen uit te breiden naar de Spuistraat.
Graag een toezegging dat de wethouder daarnaar wil kijken. Verder steunen wij het en we
zien graag de evaluatie tegemoet. Wij hebben samen met mevrouw Poot de motie
ingediend om te kijken wat er wel en wat er niet werkt.
(De heer ERNSTING: Ik snap even iets niet wat de heer Ceder zegt. Hij
zegt dat hij het voornemen van het college steunt, maar tegelijkertijd is de
motie die hij nu mede-indient erop gericht dat besluit nu niet te nemen en
de maatregelen die al genomen zijn eerst te evalueren. Dus is het nu À of
B, mijnheer Ceder?)
Ik ondersteun de motie die ik mede-ondertekend heb.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
78° Motie van het lid Ceder inzake de extra maatregelen voor
groepsrondleidingen op de Walen (Uitbreiding verbodsgebied naar Spuistraat),
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 474)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het verbodsgebied voor groepsrondleidingen uit te breiden met de Spuistraat.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock voor beantwoording van
de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder KOCK: Dank aan de raad voor de brede steun voor dit voorstel. Laat
ik eerst zeggen dat dit voornemen past in de hele reeks maatregelen die dit college en het
vorige college genomen hebben en gaan nemen om de leefbaarheid in Amsterdam te
waarborgen, want dat is iets waarover wij ons zorgen maken. Dat kwam ook nadrukkelijk
naar voren in het coalitieakkoord. Er ligt een evaluatie van het bureau en eigenlijk blijkt uit
de evaluatie — en dat is ook al gezegd — dat de maatregelen die genomen zijn, het
ontheffingenstelsel, dat dat heeft gewerkt, maar onvoldoende. Dat is kort gezegd wat daar
staat. Daarom willen wij aanvullende maatregelen nemen en die worden hier
aangekondigd.
Eerst maar even de motie van de heer Ceder. Die is overbodig, want dat was al
ons voornemen. Dus als per 1 januari dat verbod komt op die rondleidingen langs
prostitutieramen, dan geldt dat ook voor de Spuistraat. Ik zeg er zelf ook even bij, dat
geldt ook voor de Singel. Daar zitten volgens mij ook dergelijke etablissementen. Dat weet
ik dan toevallig.
Dan de motie van de VVD en anderen. Ik heb daartegen eigenlijk geen bezwaar.
Ik denk dat de argumenten die wij hebben aangedragen en die ook in de commissie zijn
besproken en de evaluatie waarop het is gebaseerd, tot de heldere conclusie zullen leiden
dat dit nodig is. De motie vraagt dat te evalueren en verbindt daaraan verder geen
conclusies. Dat lijkt mij verder niet bezwaarlijk, dus dat kunnen wij prima doen. Ik denk dat
in de voorbereiding naar dit besluit en bij het bespreken van de impact van de evaluatie
van Strabo die er ligt, wij met alle relevante partijen hebben overlegd. Ik denk wel dat er
bij een aantal partijen laten we het maar even een misverstand noemen, is ontstaan of ze
nu wel of niet waren uitgenodigd. Dat is natuurlijk nooit de bedoeling. Dus laat ik hier
44
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
gewoon duidelijk toezeggen dat wij het driedubbel gaan checken en ervoor gaan zorgen
dat in het vervolgtraject en in de evaluatie waarnaar deze motie verwijst, ook die partijen
heel actief worden betrokken. Dat neemt niet weg dat we altijd het risico lopen dat je het
niet eens bent. Dat begrijp ik ook heel erg goed. Daar zullen we, denk ik, bij het volgende
agendapunt ook nog op komen. Het verbieden van rondleidingen is best een zware
maatregel. En als je een maatregel neemt, dan zullen er altijd partijen zijn die
teleurgesteld zijn of die zich daarin niet kunnen vinden. In dit geval gaat gidsgroepen en
wellicht ook een deel van de sekswerkers. Uit onze evaluatie bleek dat de overgrote
meerderheid daarvan hinder ondervindt van dit tours en dus blij was met dit verbod. Maar
je kunt het altijd oneens zijn en dat zal ook hier niet anders zijn. We gaan er in ieder geval
voor zorgen dat we deze partijen er heel actief bij betrekken.
Daarmee heb ik volgens mij alle vragen beantwoordt beide moties positief
gepreadviseerd.
(De heer BOUTKAN: Toch even een vraag over het positieve preadvies
op de motie van de VVD. Als ik de overwegingen lees en ik naar de
eerste bullet kijk, dan lees ik dat de aanvullende maatregelen die zijn
genomen, mogelijk erger kunnen zijn dan de kwaal. Als ik die overweging
neem en als de wethouder dan zegt dat er geen bezwaar is, dan vind ik
dat toch een beetje bijzonder.)
Dat heeft deels te maken met mijn heel ontspannen houding richting de wedstrijd
van vanavond. Weet u wat het is, die overwegingen, en laten we dan maar even heel
strak lezen, dan staat er: het zou zo kunnen zijn. Ik denk het niet; ik denk het echt niet. Er
blijkt ook dat bij het terugdringen van de groepsgrootte van 25 naar 20 er uiteindelijk
minder bezoekers kwamen. Dus als je het uiteindelijk allemaal bij elkaar optelt, dan heeft
dat geleid tot vermindering van het totaal aantal bezoekers. Dus de overweging die hier
staat, dat je meer groepen zult krijgen als je de groepsgrootte terugbrengt, dat denk ik
niet. Maar ja, het zou kunnen. Er staat dat het zo zou kunnen zijn dat er een
waterbedeffect optreedt. Nou, dat zou kunnen. Sterker nog, dat hebben we al eerder
gezien in de stad. Dat was overigens niet richting de Spuistraat, want daar gaat dit ook
voor gelden. Maar het zou zo kunnen zijn. Dat merken we dan wel uit de evaluatie en dan
gaan we daarnaar opnieuw kijken. Dan kunnen we eventueel het werkingsgebied
uitbreiden. Dus die overwegingen die weeg ik niet zo heel erg zwaar. Dat zijn
overwegingen en ik heb zelf andere overwegingen. Waarom het gaat, is het dictum en het
dictum is heel clean. Het vraagt gewoon om een evaluatie. Dat lijkt me prima en die
evaluatie gaan we hier dan delen en met de raad bespreken. Dat herinnert mij eraan dat
ik nog een andere vraag van de heer Boutkan ben vergeten en dat is niet zo netjes. Die
vraag ging onder andere over dat waterbedeffect en over wat wij dan doen als dat
optreedt. Dat zal dan wel blijken uit de evaluatie en dan gaan we kijken of het nodig is en
mogelijk is om het werkingsgebied uit te breiden zoals we dat heel vaak doen. Datzelfde
geldt voor die ontheffingen. 1600 ontheffingen. Dat zijn er veel. Op zich vind ik dat een
niet zo heel relevant gegeven. Wat relevanter is wat er uit de evaluatie blijkt, namelijk hoe
druk het er nu is en tot hoeveel overlast dat nu leidt. Dat is denk ik relevant. We hebben
op dit moment geen plannen om te gaan werken met volumebeleid. Dat is ook gewoon
juridisch lastig. Daar ligt een zware bewijslast. Dan moet je echt heel sterke argumenten
hebben. Dus die stap hebben wij nu nog niet gezet. Maar zoals eerder gezegd, als uit
evaluaties blijkt dat dit onvoldoende is, dan zullen wij alle andere stappen ook overwegen
omdat de leefbaarheid van deze stad en dan met name daar waar die onder druk staat en
dat is dan op dit moment in het Waddengebied, voor ons vooropstaat.
45
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan kijk ik nog even of er behoefte is aan een tweede termijn,
maar dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer GEDER: Ik zou graag motie nr. 474 willen intrekken.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 474) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een stemverklaring.
Mevrouw SIMONS (stemverklaring): Wij gaan motie nr. 473 steunen. De eerdere
enquêtes die aan deze beslissing vooraf zijn gegaan, zijn inderdaad niet representatief
geweest voor de belangen en de wensen van de betrokkenen zoals organisaties als
Proud die overigens volgens afspraak structureel betrokken zou worden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring.
De heer ERNSTING (stemverklaring): Ik heb toch moeite met die overwegingen in
de motie van de VVD te meer omdat die overwegingen worden herhaald in het dictum.
Daarom zou ik niet voor deze motie stemmen. Ik hoor wel van de wethouder dat hij de
belangengroepen wil spreken en gaat spreken en dat is wat mij betreft voldoende
toezegging op dat punt.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een stemverklaring.
De heer BOUTKAN (stemverklaring): Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer
Ernsting. De PvdA zal niet voor motie nr. 473 stemmen. Wij gaan ervan uit dat we goed
gaan monitoren hoe het gaat en ook gaan evalueren. De motie is wat ons betreft
overbodig.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Ceder, Kilig en Nanninga
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 473).
De motie-Poot, Ceder, Kilig en Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Ceder, Kilig en Nanninga
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 473) is aangenomen met de stemmen van de VVD, de Partij
voor de Dieren, Forum voor Democratie, D66, de ChristenUnie, BIJ1 en DENK voor.
9
Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel op de
Leidsestraat (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 453)
46
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: Er ligt een rechtszaak voor van de Seafood Company in de
Leidsestraat tegen de gemeente en het is ontzettend jammer en naar het oordeel van
Forum voor Democratie ook onnodig dat het zover heeft moeten komen. Naast de
ondernemers van de winkel, de familie Visser — nomen est omen denk ik — begrijpen veel
Amsterdammers dit besluit niet. Ze zijn er zeer verontwaardigd en verbijsterd over. Deze
winkel kan geen fatsoenlijke bedrijfsvoering meer voeren onder de huidige regels en zal
daarom sluiten. Wij hebben de winkel vorige week bezocht en we hebben een keurige
zaak aangetroffen. We zijn daar een uurtje geweest en we hebben ettelijke
buurtbewoners gezien die daar gewoon vis kwamen kopen voor thuis. En ja, we hebben
ook toeristen gezien die daar een haring of een bakje kibbeling kwamen eten. Het bedrijf
was aan het verbouwen en de gemeente nam het besluit in het geheim op 27 september
2017 waarmee hun bedrijfsvoering in deze vorm feitelijk illegaal werd. Het
voorbereidingsbesluit over de winkeldiversiteit dat zijn beslag heeft gekregen in het
bestemmingsplan dient een heel goed doel. Forum voor Democratie is het eens met het
terugdringen van de monocultuur en de overkill aan toeristenwinkels. Wij willen
Amsterdamse winkels met een buurtfunctie die zich richten op Amsterdamse bewoners en
die winkels willen wij behouden in de stad. De geest van het bestemmingsplan steunen
wij nog steeds onverkort en van harte. Maar nu hebben wij dus de kans om een typisch
Amsterdamse winkel, een viswinkel, voor de buurt te behouden en toch moet die weg.
Wat is nu het probleem? In het nieuwe bestemmingsplan mogen winkels niet te veel op
horeca lijken. Daarvoor zijn regels. Dat snappen wij, maar de aard van een viswinkel is
dat je er haring en kibbeling kunt eten. Dat hoort erbij. Dat hoort bij het concept viswinkel.
De viswinkel zonder broodje haring is geen viswinkel
(De heer BOUTKAN: U zegt, deze winkel moet weg. Waar staat dat deze
winkel weg moet, mevrouw Nanninga?)
Door het strikt toepassen van deze regels ziet de eigenaar geen andere optie dan
de winkel te sluiten. Die kan geen fatsoenlijke bedrijfsvoering meer voeren. De heer
Boutkan heeft gelijk: de gemeente zegt niet dat de winkel dicht moet.
(De heer BOUTKAN: Weet u dan ook wat de winkeleigenaar zou moeten
aanpassen om de winkel gewoon lekker te laten doorlopen?)
Ik ga mij niet verliezen in een technische discussie over aantallen barkrukken en
vierkante meters. Het gaat om het toepassen van de geest van het bestemmingsplan.
(De heer BOUTKAN: Ik begrijp heel goed dat mevrouw Nanninga het
daarover niet wil hebben, maar het zijn eigenlijk twee heel simpele
aanpassingen die deze ondernemer gewoon kan doen. Die winkel mag
gewoon openblijven. Er is helemaal niemand die tegen deze eigenaar
zegt dat hij hier niet mag blijven zitten.)
Het is net zoals tegen een muziekbandje zeggen: u mag wel een muziekbandje
zijn en u mag wel muziek maken, maar u mag 0,1 dB produceren. Dan verbiedt u het
bandje niet muziek te maken, maar u maakt het ze schier onmogelijk.
De MKB Amsterdam, de heer Bart Drenth, schreef een open brief aan wethouder
Kock en daar citeer ik een stukje uit. “Het zou toch mogelijk moeten zijn dit onderwerp een
beetje creatiever te benaderen. Niet om de regels naar willekeur toe te passen, maar om
juist te handelen naar de geest ervan. De gemeente wil graag een divers winkelaanbod.
Deze viswinkel voorziet hierin. Gezond eten: idem. En aanbod dat ook gericht is op de
Amsterdammer in de buurt. Veel Hollandser dan haring en Kibbeling kun je het niet
krijgen.” Bovendien is de verkoop voor directe consumptie in alle viswinkels onderdeel
47
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
van de bedrijfsvoering en niet alleen bij viswinkels in toeristische gebieden. Ook hebben
wij in tegenstelling tot de trend in de Nutellabranche geen toename van viswinkels gezien
in gebieden waar veel toeristen komen. Eerder een kaalslag. Dit lijkt op ondernemertje
pesten. Niemand begrijpt het. Er werkt vijftien man. De winkel verkoopt producten van een
andere, oer-Amsterdamse ondernemer, de firma Kesbeke. Buurtbewoners hebben
duizenden handtekeningen opgehaald. Ik keek vlak voor mijn spreektermijn eventjes op
de crowdfund die is opgestart door een buurtbewoner. Daar staat de teller op krap 16.000
euro voor de juridische kosten. En de technische discussie over hoeveel vierkante meters
eetgedeelte, hoeveel frituurpannen en hoeveel barkrukken zoals verwoord in het
bestemmingsplan, staat hier niet ter discussie. Ook die regels voor toeristenwinkels niet.
Het gaat ons erom dat je voor iets als een viswinkel een uitzondering moet maken geheel
in de geest van de geldende regels in het bestemmingsplan omdat een viswinkel die geen
losse vis meer mag verkopen, geen viswinkel meer is. Wethouder, wij roepen u op de
visie en de geest van dit bestemmingsplan te volgen: geen monocultuur, geen
toeristenwinkels, maar juist wel een oer-Hollandse viswinkel met een gezond aanbod
gericht op Amsterdammers. Dat moeten we behouden voor de Leidsebuurt. Samen met
de VVD zullen wij een motie indienen.
(De heer BOUTKAN: Ik hoor mevrouw Nanninga steeds spreken over de
geest van het bestemmingsplan. Wat deze winkelier hier doet, dat mag
helemaal niet. Dat vindt u misschien niet leuk, maar de geest van het
bestemmingsplan is gewoon heel helder. Datgene wat de winkelier doet,
dat mag niet, maar wat hij wel mag doen, is dat hij gewoon een viswinkel
runt. Collega Nanninga, begrijpt u wat de consequentie is als wij toestaan
dat deze viswinkel blijft doen wat die doet?)
De heer Boutkan doet alsof de realiteit zich moeten voegen naar de regels terwijl
de realiteit zo is dat deze winkel niet in strijd is met de regels zelf. De heer Boutkan stelt
de regels boven het belang van wat logisch, juist en recht is in de praktijk. Ik begrijp wat
de heer Boutkan zegt: als we hieraan beginnen, dan komt straks ook de Nutellaboer
vragen om een uitzondering. Dat begrijp ik. Alleen is deze uitzondering uitstekend te
onderbouwen. Er is geen ontploffing aan viswinkels, er is geen monocultuur aan
viswinkels. Het is gezond voedsel. Het is echt een ander geval dat ook echt anders
behandeld dient te worden. Ik ben niet bang voor een precedentwerking inzake
pannenkoeken en Nutella. Daar zijn wij ook niet voor.
(De heer BOUTKAN: Het is heel fijn dat u daar niet voor bent, maar
volgens mij begrijpt u toch niet goed wat de consequentie is als we dit
zouden toestaan. U bent bekend met de zaak Monte Pelma uit 2009
waarbij op een gegeven moment door het stadsdeelbestuur is afgeweken
van de regels. U weet wat de consequentie daarvan was. Bent u niet
bang dat exact hetzelfde effect gaat optreden als wij dit ook gaan
toestaan?)
Ik begrijp de vraag van de heer Boutkan. Het antwoord blijft hetzelfde: nee, dit is
echt een heel andere branche. We zijn hier echter regels belangrijker aan het maken dan
de redelijkheid en de juistheid en de intentie van dit bestemmingsplan: tegen monocultuur,
voor Amsterdamse winkels. Dit is het kind met het badwater weggooien.
(De heer N.T. BAKKER: Als ik u goed volg, dan zegt u eigenlijk: ik wil
geen vreetgoot, maar ik wil wel een vreetgoot. Die viswinkel kan zijn
winkel gewoon aanpassen en dan kan hij gewoon winkel zijn. Prima. De
reden dat dit is gedaan, is om inderdaad die vreetgoot te vermijden. Dat
wil u blijkbaar niet, want anders zou u dit hier niet bepleiten. U ziet
gewoon spoken.)
48
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
De heer Bakker ziet niet in dat die viswinkel hier gewoon vis verkoopt zoals een
slager vlees verkoopt. Het is gewoon om mee te nemen en thuis te bakken. Het ter plekke
eten van haring en kibbeling is een vast onderdeel van alle viswinkels. In Loon op Zand of
hier, in het centrum of aan een stille weg, het hoort bij het hele idee viswinkel. Het is niet
zo dat specifiek hier een soort snackbarachtige functie is ingebouwd voor de toeristen. Dit
is gewoon wat er bij zo'n winkel hoort.
(De heer N.T. BAKKER: U praat gewoon onzin. Het is heel simpel. Als
die viswinkel open wil blijven, dan kan die gewoon openblijven. Daar gaat
het hier om. Maar wij willen geen vreetgoot. Dat wilt u ook niet. Maar u
zegt vervolgens: ik wil wel een vreetgoot. Dus wat is uw redenering dan?
Ik begrijp er helemaal niets meer van)
De heer Bakker moet het echt doen met wat ik hier al verteld hebt. Mijn
redenering is glashelder. Een viswinkel biedt ook harinkjes aan om ter plekke te happen.
Dat moet gewoon blijven. Dat is gezond. En de buurt komt daar gewoon om ook zijn
mootjes zalm en tonijn te halen.
(De heer ERNSTING: Mevrouw Nanninga verengt de discussie tot vis,
maar dat is natuurlijk niet de hele discussie. Het gaat om horeca-
activiteiten. Wat als wij dit nu toestaan bij deze viswinkel en er staat
overmorgen een snackbarhouder voor de deur die zegt dat hij friet wil
verkopen die ter plekke gegeten kan worden? Dan kan dat niet meer
worden geweigerd want we hebben het ook voor vis goedgekeurd. Dat is
het probleem, mevrouw Nanninga. Bent u het daarmee eens?)
Nee, dat ben ik niet met u eens, want een snackbar of een patatwinkel verkoopt
geen rauwe frietjes en snackjes om thuis te gaan bakken. Een deel van de functie van
een viswinkel is onder meer haring en kibbeling ter plekke eten. Het is echt een niet
vergelijkbare zaak. Wij kunnen gemakkelijk met deze verordening in de hand en een
uitzondering voor deze branche tegen een snackbar zeggen: Nee, dat geldt niet voor u.
Het is aantoonbaar een heel andere business. Het is gelijke monniken gelijke kappen,
maar in dit geval zijn er geen gelijke monniken.
(De heer ERNSTING: Het is natuurlijk wel een interessant voorbeeld,
want stel dat we met een erg slimme patatboer te maken hebben die
denkt: Die visboer verkoopt rauwe vis en vis om ter plekke te eten. Weet
je wat? Ik verkoop patat om thuis klaar te maken en patat om ter plekke te
eten. Dan hebben we helemaal geen reden meer om dat te kunnen
weigeren.)
Dat kan wel degelijk, want ik voerde voor de viswinkel ook al aan dat het een oer-
Hollands product is wat je van patat, bitterballen en snackvoedsel niet per se kunt zeggen.
Ik voerde al aan dat gezondheid genoemd is, ook in het bestemmingsplan. Dat zou je van
hamburgers, frietjes en kaassoufflés ook niet kunnen zeggen. We kunnen echt wel naar
de geest van deze wet wat beter, wat logischer nadenken en geen gezonde, zeer
gewenste ondernemingen de nek omdraaien en ongewenste activiteiten wel buiten de
deur houden. Dat vergt enig inzicht en politieke moed, dat ben ik met u eens. Maar het is
zeker mogelijk zonder hiermee een precedent te scheppen voor onwenselijke
bedrijfsvoering.
(De heer ERNSTING: Volgens mij is patat een uiterst Nederlands product,
misschien met een Belgische oorsprong, maar kaas is dan misschien een
ander voorbeeld. We hebben ook kaaswinkels tegengehouden omdat die
toeristisch zijn. Er was kaas die men ter plekke kon eten; er was kaas
mooi ingepakt. Dat was precies hetzelfde aspect. Wilt u een hele straat
vol met patatboeren, viswinkels en kaasboeren?)
49
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Ik heb herhaaldelijk aan deze raad aangegeven dat er een heel specifieke set
omstandigheden geldt voor deze winkel. In deze verordening staat ook heel duidelijk:
toeristenwinkels. Dus dat geldt dan voor kaasbusiness met die bolletjes Goudse dingen.
Dat kun je prima weren. Het is mogelijk om dit toe te staan en andere ongewenste,
ongezonde en alleen maar op toeristen gerichte rommel te kunnen mijden. Dat is gewoon
wel mogelijk.
Mevrouw Poot gaat zo namens onze partij de motie indienen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Het beleid dat wij voor de binnenstad hebben aangenomen, dat
is belangrijk: toeristenwinkels weren. Ik citeer: “Het doel is een verschraling van het
winkelaanbod tegengaan en het verbeteren van de leefbaarheid van bewoners.” Volgens
mij moeten we dat centraal stellen. Het interessante is, als je naar deze winkel kijkt, en
wat mij betreft beperken we het niet tot een viswinkel, wat mij betreft gaat het over
winkels, zaken in dit gebied die aantoonbaar iets bijdragen aan de leefbaarheid van de
buurt. En dat zeg ik niet alleen, dat zeggen juist ook de bewoners. Die zeggen: wij hebben
wat aan deze winkel. En ja, er komen ook toeristen. Maar om heel eerlijk te zijn, ook bij de
viswinkel in het oostelijk havengebied waar ik woon, komen wel eens toeristen.
(De heer ERNSTING: Ik hoor nu toch iets. Er zit toch iets in van hetzelfde
idee: dat we mensen laten stemmen op wat bijdraagt aan de buurt en wat
niet. Dan ben ik toch heel benieuwd naar hoe mevrouw Poot denkt dat te
verankeren in het bestemmingsplan, deze popularity contest.)
Dat is precies wat ik u ga uitleggen en waarover ook de motie gaat. Kijk, als je
beleid vaststelt, dan zijn er altijd grensgevallen. Dit is zo’n grensgeval waarvan je wat ons
betreft ook echt moet zeggen, kijkend naar het doel van het beleid, dat je hier wel eens
een uitzondering zou moeten kunnen maken. En hoe zou je dat nu kunnen doen? Dat zou
je kunnen doen door bijvoorbeeld een hardheidsclausule op te nemen. En zo’n
hardheidsclausule, juist in zo’n bestemmingsplan voor dit centrumgebied, zou ons kunnen
helpen. Ik denk dat u het met mij eens bent dat dit een winkel is die juist ontzettend
gewenst is in deze binnenstad. Zo'n hardheidsclausule kan ons helpen om die
uitzonderingen te maken en daarmee ook echt tegemoet te komen aan het doel dat wij
hebben voor dit beleid. Het doel is het vergroten van de leefbaarheid in de binnenstad
voor bewoners. Laat deze winkel dat nu juist doen.
(De heer ERNSTING: Ik begrijp best wat mevrouw Poot zegt. Het punt is
natuurlijk dat een bestemmingsplan zo ongeveer de juridisch hardste
methode is om rechtsgelijkheid te bevorderen en om geen willekeur toe te
passen. Want dat is natuurlijk echt iets wat we niet willen. Dat wilt u ook
niet. Toch hoor ik bij u dat er in een bestemmingsplan een mogelijkheid
ingebouwd zou moeten worden om die willekeur wel toe te passen en dat
herken ik echt niet van een verantwoordelijke bestuurspartij als de VVD.)
Juist om ervoor te zorgen dat we het doel van het beleid in voor ogen houden. We
hebben beleid om bepaalde doelen te realiseren. We hebben geen beleid om alleen maar
regels na te leven en vervolgens onwenselijke situaties te creëren. Dat is een beetje wat
hier gebeurt. En daarom pleiten wij ervoor in deze motie, en dat doen we overigens
samen met het CDA, de Partij van de Ouderen, die helaas niet aanwezig zijn, maar wel
graag deze motie hadden willen ondersteunen en met Forum voor Democratie die wel
aanwezig is, om te kijken of het mogelijk is het beleid echt te verbeteren.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
50
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
79° Motie van de leden Poot, Naoum Néhmé en Nanninga inzake het
toevoegen van een hardheidsclausule aan het bestemmingsplan Winkeldiversiteit
Centrum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 475)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- aan de raad een voordracht voor te leggen voor een gewijzigd
bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum met de toevoeging van een
hardheidsclausule, waarmee het college de bevoegdheid krijgt om in
bijzondere gevallen waarbij een strikte toepassing van de regels uit het
bestemmingsplan leidt tot zeer onredelijke of ongewenste situaties, af te
wijken van de planologische regels;
-__dit aan de raad ter besluitvorming voor te leggen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
(De heer BOUTKAN: Ik heb nu eigenlijk dezelfde vraag als collega
Nanninga, namelijk over de ijssalon, Monte Pelmo. In 2009 hebben we
daaraan meer ruimte gegeven, eigenlijk bijna een beetje
hardheidsclausuleachtig en dat heeft grote consequenties gekregen. Bent
u het niet met mij eens dat het buitengewoon onverstandig zou zijn om dit
toe te staan zodat andere winkels daarvan misbruik gaan maken?)
En dat is nu ook exact waarom wij geen wijziging van het beleid voorstellen. Dit is
exact waarom wij zeggen dat er nu eenmaal gevallen zijn, wanneer ze hier op tafel liggen,
waarbij het beleid onmenselijk uitpakt. Dit is exact waarom wij zeggen: voer die
hardheidsclausule in en daarmee wijzig je dus niet het beleid, daarmee wijzig je dus niet
de regels, maar daarmee geef je het college de bevoegdheid om deze zaken wel mogelijk
te maken. En ik kan me niet voorstellen dat u vindt dat deze viszaak geen kibbeling zou
mogen verkopen of dat u vindt dat je daar geen kibbeling zou mogen eten.
(De heer BOUTKAN: Deze winkel is gewoon toegestaan vis te frituren —
grappig overigens dat we het op dat niveau erover moeten hebben. U
bent normaal van de partij van strenge regels en strikt handhaven, maar
in dit geval bent u opeens tegen wat wij doen voor het merendeel van de
ondernemers in de binnenstad voor een goed en diverse winkelklimaat.
Dat kan ik van u gewoon niet rijmen.)
Daar zijn wij helemaal niet tegen. Kijk, wij zeggen altijd: je moet kijken dat het doel
van het beleid daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Regels zijn altijd een middel om dat doel
te bereiken. Wat ons betreft zou je hier het college de bevoegdheid moeten geven een
uitzondering te maken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Dan is dit de eerste gelegenheid om het VN-rapport
over de ecologische toestand van onze planeet erbij te betrekken in de Amsterdamse
gemeenteraad. Wereldwijd hebben wij een enorm probleem op basis van ecologie, want
er zijn 1 miljoen diersoorten die met uitsterven worden bedreigd. Voor iedereen die de
documentaire See the Truth heeft gezien, weten we dat de mensheid momenteel de
planeet aan het leegvissen is. Dus je moet helemaal geen uitzondering toestaan en al
helemaal niet op een viswinkel. Dan even wat feiten. Of het gezond is, dat valt te
betwijfelen. Dat haring een oer-Hollands product is, dat is feitelijk onjuist. Het is gewoon
51
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
een Deens product. Het komt uit de Noordzee en onze Hollandse Nieuwe wordt ook
gewoon in Denemarken gemaakt. Die komt dan eens per jaar uit de freezer. Het is een
luxe dat wij hier nog over praten. Er is eigenlijk maar één oplossing om onze planeet te
redden en dat is gewoon het minder consumeren van dierlijke eiwitten en daar hoort vis
ook bij. Dus eigenlijk zouden alle viswinkels dicht moeten en dat we met deze beginnen,
dat lijkt mij een prima plan.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Op 29 september 2009 kopte Het Parool: Monte Pelmo mag
zonder vergunning ijs verkopen’. En er was een heus hoogoplopend politiek conflict aan
voorafgegaan. In de prachtige reconstructie van AT5 van vorig jaar — ik kan die iedereen
aanraden — kwamen negen jaar later enkele hoofdrolspelers uit die periode van 2009 nog
aan het woord waaronder Eric van der Burg en Els Iping. Van der Burg erkende daarin dat
de vergunningverlening aan die ene sympathieke ijswinkel in de Jordaan heeft geleid tot
een tsunami aan ijssalons in de stad. Ik denk dat de overheid als een van de belangrijkste
taken heeft het garanderen en bevorderen van rechtsgelijkheid. We kunnen niet de een
wel en de andere niet een vergunning geven omdat die ene sympathiek, leuk of populair
is. Dat leidt tot willekeur en willekeur is rechtsongelijkheid en geeft grote risico's. Die
branchgelijkheid wordt in de Amsterdamse praktijk ook opgeëist. Er is zelfs een hele
beroepsgroep voor. We kennen ze bijvoorbeeld als horeca-advocaten. Ik heb dat zelf ook
aan den lijve ondervonden toen ik nog bij het stadsdeel zat. De praktijk is namelijk dat als
je de een iets toestaat wat eigenlijk niet mag, er de volgende dag een advocaat op de
stoep staat met de mededeling: dat mag hij helemaal niet. Of, en dat gebeurt vaker, met
de mededeling: mijn cliënt wil dat eigenlijk ook wel. Dat is terecht. Zo hoort het in de
rechtsstaat. De praktijk is aldus dat regelgeving en regulering waartoe we in grote
meerderheid in deze raad hebben besloten, betekent dat we ons daaraan moeten
houden, ook als dat vervelend is voor een ondernemer. En in dit geval gaat het om een
onderneming die in Nederland diverse Seafoodbarren exploiteert, volgens mij een soort
horecagelegenheden.
(Mevrouw NANNINGA: Wij zijn natuurlijk heel blij te horen dat GroenLinks
van rechtsgelijkheid is. Geldt dat ook voor het burkaverbod? Geldt dat ook
voor het kraakverbod? Of geldt dat alleen voor ondernemers die op een
eerlijke manier geld verdienen en succes hebben?)
Rechtsgelijkheid is rechtsgelijkheid en de voorbeelden die u nu met deze
viswinkel in verband probeert te brengen, die volg ik niet.
Horecagelegenheden dus volgens mij. Een seafoodbar is een bar. En van de
website begrijp ik ook dat je daar kunt eten en drinken aan een tafeltje op een stoel. In dit
geval noemt de onderneming het een Seafood Shop. Kennelijk wist men dus dat hier
alleen een winkelbestemming mogelijk was. En mogelijk is, want ze mag nog altijd een
viswinkel zijn. Ze mogen nog altijd een viswinkel runnen ook op deze locatie. De enige eis
is dat er geen horeca-activiteiten worden ontplooid. Het gaat niet over vis, het gaat over
horeca-activiteiten. Geen tafels en stoelen dus en geen etenswaren voor direct gebruikt.
Daarvoor hebben wij in de Leidsestraat bewust gekozen met zijn allen in deze
gemeenteraad. Het moet namelijk een winkelstraat blijven en geen vreetgoot om maar
even de SP van zonet te echoën. Het risico bestaat en dat is ook zeer reëel dat andere
ondernemers dan ook een rechtsgelijkheid opeisen als wij voor een zaak opeens een
uitzondering gaan maken. En dat leidt tot verschraling, vervreting, hoge huren,
commercialisering, vervlakking, verpretparkisering enzovoort. Er zit namelijk heel veel
geld in horeca op dit soort locaties. Nogmaals, ze mogen gewoon doorgaan. Ze mogen
52
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
gewoon vis verkopen. Ze mogen zelfs frituren. Dat is nog aangepast door het stadsdeel.
Maar ze moeten wel gewoon aan de winkelbestemming voldoen net als alle andere
nieuwe ondernemingen die er zijn gekomen na de vaststelling van het bestemmingsplan
in 2017. Dus simpel. Tafeltjes weg. Zakje om de vis. Klaar is Kees.
(Mevrouw POOT: Ik zie een nieuwe partij voor de regels zijn regels
opstaan. Dat is mooi. Maar ik wil gewoon graag uw mening, uw
persoonlijke mening of u nu werkelijk vindt dat in deze viszaak geen
broodje haring of bakje kibbeling gegeten mag worden. Dat is toch raar?
Dat mag toch in iedere viszaak?)
Mijn persoonlijke mening is niet relevant. Dat is eigenlijk het punt. Het gaat erom
hoe wij in deze stad omgaan met rechtsgelijkheid. En hoe wij omgaan met de ene
onderneming iets wel gunnen en de andere onderneming niet. Dat kan niet.
(Mevrouw POOT: Het gaat de heer Ernsting dus niet om het doel van het
beleid. Het gaat er niet over hoe het uitwerkt. Het gaat hem puur om de
regels, concludeer ik dus.)
Dat is een conclusie die u op basis van mijn uitspraak niet kunt trekken. Ik heb
nog helemaal niet gezegd waarom wij die regels hebben gesteld. Dat was namelijk om
vervlakking, vercommercialisering in hoge mate in de horeca tegen te gaan in
winkelstraten. En dat is iets waar ik achter sta.
(Mevrouw POOT: En dat deze winkel juist die verschraling tegengaat, dat
deert u niet?)
Deze winkel hoeft niet weg. Deze winkel moet gewoon een winkel zijn zoals dat in
het bestemmingsplan beschreven staat. Deze winkel kan ook gewoon een winkel zijn
wanneer die zijn vis in een zakje doet. Dat is alles.
(Mevrouw NANNINGA: De heer Ernsting zegt dat het in een zakje moet.
Wat doen we dan als ze vis gaan frituren, haring gaan fileren, er een
zakje omheen doen en de toeristen halen het ter plekke uit het zakje en
stoppen het in hun mond?)
Als dat niet aan een tafeltje in de zaak gebeurt, heb ik daar geen enkel probleem
mee.
(Mevrouw NANNINGA: Dus ik hoor u zeggen: als de verkoper de vis
inpakt, is er wat GroenLinks betreft helemaal niets aan de hand met die
winkel?)
Volgens mij klopt dat ook met datgene wat het stadsdeel heeft gezegd. Als ik een
T-shirt koop in een winkel en ik trek dat buiten aan, dan is dat ook geen probleem.
(Mevrouw NANNINGA: Een korte opmerking nog. Ik zie hier
mogelijkheden voor ijswinkels en kaaswinkels. Misschien moeten we met
het beleid terug naar de tekentafel als het zo simpel te omzeilen is.)
Het ging hier ook niet om toeristisering als zodanig, het ging hier om de exploitatie
als horecagelegenheid. Dat doe je door eten aan te bieden vanachter de toonbank dat de
klant ter plekke kan opeten zonder verpakking en door tafeltjes en stoeltjes neer te zetten.
Als aan die twee voorwaarden wordt voldaan zodat dat niet meer gebeurt, dan kan die
viswinkel gewoon blijven bestaan. Wat mij betreft is een viswinkel daar prima.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Wij hebben ooit samen met GroenLinks en de SP heel erg
aangedrongen om alles uit de kast trekken om iets te gaan doen aan wat lijkt op
branchering. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het voorbereidingsbesluit dat in werking is
getreden. Daar zijn wij heel blij mee. Dat doe je niet voor niets. Dat doe je omdat je een
53
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
heel goed en divers winkelaanbod wilt in die toch al oververhitte binnenstad. Dat willen we
natuurlijk blijven doen. Deze zaak heeft ongelooflijk veel aandacht gekregen. Ik denk dat
we het eigenlijk zouden moeten hebben over het achterliggende probleem. Het
achterliggende probleem is natuurlijk dat de huren in die buurt best hoog zijn. Dat erken ik
direct. Het tweede achterliggende probleem is de vraag of je nu een uitzondering moet
maken voor een individuele ondernemer waarmee je een precedent creëert dat effecten
heeft op de hele binnenstad. En dan verwijs ik ook maar even naar de zaak uit 2009 rond
Monte Pelmo.
(Mevrouw NANNINGA: Ik deel de mening van de heer Boutkan dat er een
tsunami van ijswinkels is ontstaan. Ziet u ook een enorme wildgroei aan
viswinkels in het verleden of heeft u aanwijzingen dat dat zou kunnen
gaan gebeuren?)
Het gaat niet om de viswinkel. Dat is misschien continu het probleem dat we hier
hebben. Dit gaat niet om een viswinkel. Dit gaat om een viswinkel die iets doet wat niet
mag en wat niet is toegestaan. Eigenlijk een soort snackbar runnen, een soort horecatent.
Dat is daar op de plek niet toegestaan.
(Mevrouw NANNINGA: Ja, maar we hebben al geconstateerd dat alle
viswinkels kant-en-klare producten aanbieden. Dat gebeurt ook in heel
rustige gebieden. Dat is dus geen specifiek toeristisch trekje van een
viswinkel. Voorziet u dat er op iedere staathoek viswinkels opduiken? Dit
beleid is gemaakt om een probleem op te lossen. Alleen, hier is dat
probleem er niet en wordt een ondernemer de dupe van een
probleemoplossing terwijl er geen probleem is. Er is geen tsunami aan
viswinkels; er is geen wildgroei. Of ziet u dat anders?)
Weet u, dit was nu exact ook het probleem in 2009. In 2009 werden exact die
argumenten gebruikt. Laten we maar even toestemming geven voor deze arme, mooie
winkel om toch ijs te mogen verkopen. We weten waartoe het heeft geleid. Wat ik heel erg
belangrijk vind: als in het bestemmingsplan heel duidelijk staat dat je niet zomaar een
snackbar of een horecazaak mag runnen, dan kun je niet tegen die ene zaak zeggen dat
wij het goed vinden. Dan weten we immers wat de buurman gaat doen. Dan weten we wat
de overbuurman gaat doen. Dat is iets wat wij in ieder geval niet willen.
(Mevrouw NANNINGA: Van ijswinkels was en is toch bekend dat daarvan
een enorme wildgroei gaande is of kan zijn en dat is bij viswinkels toch
beslist niet het geval? En dat ligt ook niet in de lijn der verwachtingen.)
In dat geval adviseer ik mevrouw Nanninga toch nog even goed in de historie te
kijken van de ontwikkeling van de binnenstad. We weten dat dat specifieke besluit
ongelooflijk veel consequenties heeft gehad op de wildgroei van ijssalons, ijswinkels,
Nutellawinkels en van wafelwinkels. Dat is wat we niet willen. Waar wij voor zijn, is een
mooi, divers winkelaanbod in de binnenstad.
(Mevrouw POOT: Ik ben wel blij met de laatste opmerking, want dat delen
we natuurlijk. Maar het verschil is dat u zegt: kijk naar het besluit rondom
die ijswinkel. Maar het gaat er natuurlijk om dat wij met elkaar niet willen
en niet voorstellen om het beleid te wijzigen. Wij stellen voor: zorg er nu
voor dat het mogelijk is als het om winkels gaat die echt wat toevoegen. Ik
zou de discussie graag wat weg willen hebben van de viswinkel. Als er
winkels zijn waarvan ook u vindt dat die echt wat aan de buurt bijdragen,
vindt u dan nog steeds dat ze weg moeten als ze niet voldoen aan het
bestemmingsplan?)
Dit is natuurlijk een beetje een valse vraag, want ik zou het heel graag hebben
over de effectiviteit van het beleid en niet over specifieke winkels, maar u heeft zelf deze
54
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
actualiteit aangekondigd. Waarom het ons gaat, is dat in het beleid dat we hier uitvoeren
in de binnenstad en ook in andere delen van de stad — want dit geldt niet alleen voor de
binnenstad — dat dat beleid zo goed is dat we een heel divers winkelaanbod krijgen. En
een van de regels is gewoon dat het niet mag en dat het niet kan als je je als ondernemer
niet houdt aan de regels die in het bestemmingsplan staan. En dat is ook niet wenselijk en
dat is ook niet eerlijk. Ik zie geen enkele reden waarom je daarvan zou moeten afwijken.
Ik wil ook benadrukken dat deze winkel gewoon kan doorgaan met winkel zijn. Er is
niemand die dat verbiedt.
(Mevrouw POOT: Dat is uw goed recht. Ook hier concludeer ik dat voor u
de regels veel belangrijker zijn dan de uitwerking van het beleid. Dat is uw
goed recht, maar wij kijken daar anders naar.)
Dat is natuurlijk een beetje flauw van de VVD. De VVD heeft ook aan de wieg
gestaan van het uitstekende voorbereidingsbesluit. Daar heeft de VVD ook volop aan
meegewerkt. Daar heeft u mee ingestemd. Het is natuurlijk toch een beetje gek om hier
nu een nummer te maken van die individuele winkel, terwijl u net zo goed met uw ervaring
begrijpt dat het grote effecten gaat hebben op de diversiteit van het winkelbestand, als we
dit toestaan. Dat is een weg die mijn fractie niet op wil. Op het eerste gezicht lijkt het
natuurlijk best sympathiek, een viswinkel die dit wil blijven doen, maar dat allemaal niet
mag van de overheid. Maar het is gewoon een viswinkel en als viswinkel mag je niet al die
dingen doen die de winkel op dit moment wel doet. Ik heb het net al gezegd. En willen we
nu afwijken van die individuele ondernemer om daarmee andere ondernemers en
bewoners te schaden, dan zeg ik: Nee, dat willen we niet. Ik wil daar niet van afwijken. Ik
ben voor een aantrekkelijk en divers winkelbestand en ik vind het dus ook heel erg goed
dat ook hier het stadsdeel handhavend heeft opgetreden en dat de winkel gewoon mag
doorgaan met winkel zijn. Mijn collega’s hier weten ook dat wij als PvdA-fractie niet heel
enthousiast zijn over mengformules en daarom is het ook goed dat we dit proberen tegen
te gaan. De zorg die we wel hebben, betreft de vraag wat je nu in de toekomst met zo’n
buurt wilt. Wat voor soort ondernemers wil je daar nu? En dat is ook een vraag die ik aan
het college heb. Ik heb begrepen dat er ook gesprekken gaan komen met de buurt, met
ondernemers. De vraag die ik aan het college heb, is op welke termijn die gesprekken met
ondernemers gevoerd gaan worden. We willen natuurlijk wel kijken wat we nu willen met
de buurt en daarbij moet je wel ondernemers gaan betrekken.
(Mevrouw POOT: Laatste vraag. Wat ik gewoon niet zo goed begrijp, is
waarom het invoeren van een hardheidsclausule die juist gaat over
uitzonderingen, dat nu zou leiden tot een heel ander winkelbestand in de
binnenstad en in de hele stad. Dat begrijp ik echt niet.)
Ik vind het buitengewoon onverstandig om hier te proberen zeehondjes te gaan
redden. We hebben het hier over een viswinkel die gewoon kan doorgaan met het
verkopen van vis. De winkel mag zelfs doorgaan met het verkopen van gefrituurde vis.
Het enige wat de winkel niet mag, is barretjes of krukken in de winkel hebben en ze moet
de vis keurig verpakken. Het liefst natuurlijk in een papieren zakje. Dat is het enige wat we
vragen. Het enige. En voor de rest is het buitengewoon onverstandig om af te wijken van
het bestemmingsplan.
(Mevrouw POOT: En wat denkt u nu dat dat voor effect heeft?
Het effect daarvan is dat we niet de sluisdeuren wagenwijd openzetten voor
allerlei andere ondernemingen die opeens denken: hé, op die bestemming mag je een
winkel doen maar ik ga toch ook stiekem horeca doen. Of niet stiekem, maar openlijk.
Want als de viswinkel het mag, dan mag ik het ook in het kader van rechtsgelijkheid. En
dat is nu juist niet wat wij willen. Dat is precies wat je moet tegengaan. Dat wat je kunt
55
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
reguleren en kunt brancheren om ervoor te zorgen dat je een divers en mooie
winkelaanbod houdt, dat moet je wat mij betreft blijven doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kat.
Mevrouw KAT: Ik kreeg het formulier van de raadsactualiteit toegemaild en ik
schrok een beetje van de woorden die werden gebruikt door mevrouw Poot en mevrouw
Nanninga. Woorden als ‘het regide vasthouden aan regels’, uitzonderingen toepassen’,
maar ook woorden als ‘mag blijven’ en voornamelijk het laatste woord ‘wegpesten’. En
wat is nu wegpesten? Dat is eigenlijk met de stelselmatige vorm van agressie een
ondernemer wegjagen. Dat is wat het college wordt verweten. Die krachttermen die de
aanvragers hebben gebruikt, ik vind dat de toon van het debat daarmee wordt gezet. Inzet
is dat het bestemmingsplan en het verbod op nieuwe toeristenwinkels voor iedereen in het
centrum behoren te gelden behalve voor de nieuwe viswinkel in de Leidsestraat. Het is de
VVD te prijzen dat ze zo opgaat in haar rol als oppositiepartij, maar van een partij die niet
lang geleden nog deel uitmaakte van een coalitie en een poging deed
verantwoordelijkheid te nemen, verwacht je niet dat ze die termen gebruikt. Want
verantwoordelijkheid stopt niet bij de afscheidsspeech van je lijsttrekker. Natuurlijk mag je
draaien. Zeker. Maar wie een college dat een door de raad aangenomen beleid uitvoert,
deze verwijten maakt, heeft eigenlijk een beetje boter op zijn hoofd. “Wij zijn tegen het
verkeerde soort populisme” hoorde ik een politicus zeggen. Ik vraag me dan ook af in
welke categorie hij deze actie zou scharen. Dat was de toon.
(Mevrouw POOT: Ik wilde mevrouw Kat vragen wat D66 zou doen op het
moment dat er een bestemmingsplan is aangenomen waaruit blijkt dat er
toch veel minder middenhuur wordt gerealiseerd dan u hoopte.)
Dat vind ik een heel bijzondere vraag want ik ben begonnen met mijn betoog over
de toon van het debat en over uw formulering waarmee u het debat heeft aangekondigd
en de termen die u heeft gebruikt. Over de inhoud hoort u straks meer. Dus het is een
heel bijzondere vraag die helemaal niet in de context hoort.
(Mevrouw POOT: Dat gaat erover als dit zeer waarschijnlijk zou
gebeuren, uw partij zou zeggen: ho, ho, ho, wacht even. Wij wilden graag
middenhuur. Met het huidige beleid en het bestemmingsplan blijkt dat dat
niet lukt, dus we willen daarover graag doorpraten met elkaar. Daar gaat
het om. Ik probeer u erop te wijzen dat uw partij zeer waarschijnlijk in
actie komt, net als mijn partij op het moment dat blijkt dat het beleid
anders uitpakt dan je wilt — en dat heeft helemaal niets te maken met
lijsttrekkers, gelukkig, maar het heeft te maken met verstandige
raadsleden. En ik hoop dat u net zo verstandig bent. Op het moment dat
beleid niet zo uitpakt als je zou wensen, dan is het heel verstandig om
daarnaar te kijken.)
Wat ik eigenlijk wil zeggen en wat ik bedoelde met draaien, is dat u als VVD, als
partij in oktober 2017 dat voorbereidingsbesluit heeft genomen en dat u daarvoor heeft
gestemd. Toen het bestemmingsplan uiteindelijk bij de raad kwam, heeft u tegengestemd.
Dus eerst voor en toen tegen en dat noem ik draaien.
Dan het voorstel zelf.
(Mevrouw NANNINGA: Denkt u nu werkelijk dat het dan handig of nuttig
is om te gaan moraaldrammen over de toon van het debat als er
tientallen banen op het spel staan, als duizenden Amsterdammers geld
hebben gedoneerd, een petitie hebben getekend, als het gaat over het
ondernemersklimaat in Amsterdam?)
56
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Ja, dat denk ik wel, want ik ben uitgegaan van het voorstel dat voor mij ligt. Dat
zijn best wel krachtige termen, termen die ik zelf niet zou gebruiken. Uw naam staat
eronder. Als u zegt: ‘ik wil daar afstand van nemen’ of als mevrouw Poot daarvan afstand
wil nemen, dan is dat prima. Dan gaan we het niet meer hebben over de toon van het
gesprek en het debat, dan gaan we verder over de inhoud.
(Mevrouw NANNINGA: Ik zou het graag over de inhoud hebben. Ik
constateer dat D66 zoals zo vaak en waardoor ze zo veel vertrouwen van
de kiezers hebben verloren, kiest voor drammen over de toon — waarvan
akte.)
Daar wil ik niet meer op reageren.
(Mevrouw POOT: Even van de orde. Volgens mij klapt mevrouw Kat hier
uit vertrouwelijke en kabinetbesprekingen. Ik denk dat zij dat niet moet
doen. Ik weet niet precies wat de consequentie daarvan is, maar wat u net
aangaf over de stemming, dat betrof vertrouwelijke stemmingen.)
(De VOORZITTER: Waarvan akte. Ik geef mevrouw Kat weer het woord.)
Ik noem ook wel eens op wat in de krant heeft gestaan.
Maar goed, dan het voorstel zelf om met een uitzondering voor deze viswinkel
een unieke positie, een voorkeurspositie te verschaffen. Wij als D66 vinden dat
onverstandig en niet alleen omdat het een enkeltje juridisch drijfzand betekent. Natuurlijk
dringt zich hier de vergelijking op met het ijsbesluit zoals de heer Ernsting al aangaf. Een
ijszaak die populair was in de buurt. Hoe logisch leek het ook voor die zaak om een
uitzondering te maken. En bij het instellen van een verbod op toeristenwinkels was de
wildgroei in ijszaken zo’n beetje het meest gebruikte voorbeeld. Ik citeer: “Ervoor waken
dat hele straten zich richten op massatoerisme met hetzelfde eenzijdige aanbod van kaas,
ijs en souvenirs.” En dan weet u dat ik citeer uit het verkiezingsprogramma van de VVD.
Wij kunnen het niet los zien van deze politieke inzet van een viswinkel en wij kunnen het
ook niet los zien van het opportunistische idee het bestemmingsplan aan de kant te
zetten. Het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum is door deze raad noodzakelijk
geacht omdat de leefbaarheid en de diversiteit van de binnenstad onder druk kwamen te
staan en die noodzaak is er nog steeds. Hoe lekker ook de gebakken kibbeling in de
Leidsestraat is, het past volgens mij een verantwoordelijk stadsbestuur om de eventuele
gevolgen van zo'n uitzondering bij je besluit mee te nemen. En volgens mij kun je dan in
alle redelijkheid tot de afweging komen dat je niet voor een enkel geval zowel een
voorbereidingsbesluit als een bestemmingsplan afserveert. Is het niet omdat je daartoe
juridisch verplicht bent, dan is het wel omdat je de verantwoordelijkheid hebt ondernemers
gelijk te behandelen, wet- en regelgeving te handhaven, rechtszekerheid te bieden en de
binnenstad leefbaar en divers te houden. En dat is wat D66 noemt goed bestuur.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: De zaak van de viswinkel vormt voor de fractie van DENK een
lastig dilemma. Aan de ene kant is er de wil om de stroom aan toeristenwinkels,
ijswinkels, monocultuur en grote ketens tegen te gaan, maar aan de andere kant moeten
we ook niet willen dat winkels verdwijnen die daadwerkelijk voor de bewoners iets
toevoegen aan de buurt. Het college zal in de fractie van DENK zeker een bondgenoot
vinden in de strijd tegen monocultuur. We hebben daarom eerder twee moties ingediend
voor het bevorderen van winkeldiversiteit in het centrum; een gericht op het inperken van
grote ketens en een gericht op het verlagen van huurprijzen van zelfstandige winkels.
Maar wij zouden graag van de wethouder willen weten hoe van de winkels kan worden
verwacht dat ze het hoofd boven water houden zonder mee te profiteren van het toerisme
57
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
in Amsterdam. Het is juist de drukte die ervoor zorgt dat de huurprijzen worden
opgedreven en deze winkels het moeilijk hebben. Ook bewoners van het centrum moeten
ergens hun brood en vis vandaan halen. Het is ons niet helemaal duidelijk hoe het college
deze winkels beschermt en hoe ervoor wordt gezorgd dat het anti-toerismebeleid nuttige
winkels onevenredig treft.
De VOORZITTER: Dan was dit de eerste termijn van de raad. Afgesproken was
dat wij van 17.30 tot 18.00 uur zouden pauzeren voor de avondmaaltijd. Ik denk niet dat
het realistisch is om in vier minuten tijd namens het college de beantwoording te laten
plaatsvinden. Ik zou wel richting de schorsing willen gaan.
Maar voordat we dat gaan doen, wil ik nog afscheid nemen van een van onze
bodes, Harm Engel, die vandaag aanwezig is en die vandaag afscheid neemt. Harm, ik
zou je graag heel kort namens de raad willen toespreken.
Beste Harm, het is volgens mij 2 jaar geleden dat we met elkaar afscheid namen
van Eric van der Burg. Die was 32 jaar bij de gemeente in wat voor functie dan ook
betrokken geweest, maar jij haalt hem wat dat betreft ruim in. Je bent maar liefst al 42 jaar
bij de gemeente in dienst. Als ik het goed heb, ben je in 1977 bij de gemeente begonnen.
Dat was voor iedereen hier in de zaal nog in de tijd van of burgemeester Samkalden of
burgemeester Polak. Samkalden nog. Kijk. Dus echt al een hele tijd geleden. Je bent toen
begonnen bij de centrale werkplaats. Je hebt ook binnen het kledingbedrijf van de
gemeente gewerkt. Ik dat dat we dat inmiddels niet meer hebben. En sinds 1992 werk je
op het stadhuis. En op het stadhuis heb je ons natuurlijk als raad buitengewoon goed
ondersteund. Altijd. We hebben altijd op jou kunnen rekenen. En ik begreep ook van je
naaste collega’s dat een van jouw grote talenten is dat je iedere dag weer de dag opnieuw
aanschouwt. Wat gisteren was, was gisteren en vandaag is het weer een nieuwe dag. Je
begint altijd weer met frisse moed. Juist mensen zoals jij, Harm, maken het mogelijk dat
wij hier als gemeenteraad al jarenlang en in jouw geval al sinds 1992 dat je op het
stadhuis werkt en al sinds 1977 dat je voor de gemeente werkt, ons werk kunnen doen.
We zijn jou zeer erkentelijk voor al dat werk dat jij voor ons hebt gedaan. We wilden dit
moment niet ongemerkt voorbij laten gaan. Je echte afscheid komt nog in oktober. Ik
begreep ook dat we daarvoor allemaal nog een uitnodiging krijgen, dus daar kijken we
natuurlijk naar uit. Ik wilde jou toch hier in de gemeenteraad even in het zonnetje zetten
en dat wil ik doen door jou namens de hele gemeenteraad een bos bloemen te
overhandigen en je te bedanken voor al het werk dat je niet alleen voor de gemeenteraad
hebt gedaan, maar voor al je werk sinds 1977.
Heel, heel veel dank, Harm.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Heer voor een punt van orde.
Mevrouw DE HEER: Helaas kan ik vanavond niet aanwezig zijn. Ik heb gewoon
geen oppas kunnen vinden. Maar ik zou u willen verzoeken of we agendapunt 10
misschien morgen kunnen behandelen.
De VOORZITTER: Dan moet ik even naar de raad kijken. Het betreft agendapunt
10, de OBA Next Zuidas. Uw verzoek is dat morgen te behandelen, direct aan het begin
van de middag dan. Kan de raad met dat ordevoorstel instemmen? Dat is het geval. Dan
gaan wij morgen beginnen met agendapunt 10.
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 18.00 uur.
58
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019
Raadsnotulen
59
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
INDEX
429 Vaststellen van de beleidsbrief democratisering … … nnn ennen 21
430 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Basisvoorzieningen voor
Amsterdamse ongedocumenteerde jongeren’ van het lid Ceder en kennisnemen van de
bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel nnen eneen eeen SD
432 Kennisnemen van de brief inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen
op de Wallen en de evaluatie van het ontheffingsstelsel…… nnee eneen 40
442 Geheim annen onnnee en ennnneersnneerenenneneerssnneeenssnneerrnsnveersennveneenneerrn senen venen |F
444 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de vervanging en uitbreiding
van drinkwaterproductie- faciliteiten en een uitvoeringsbesluit voor het totaal
uitvoeringskrediet 2019 nnen eneen enneereneneerenenve ee enenverrennnenen eneen eneen | f
446 Harmoniseren van tarieven voor aanleg en beheer voor 3 huisaansluitingen van
drink- en afvalwater … nnn oaeen ennneerenenneerenenneereneneerenennverenennnveevenneeee vennen 1Ô
450 Beschikbaar stellen van een uitvoeringsbudget voor de realisatie van de
maatregelen project IJtram … eenn enneerenennerrenenvereenenvervenenveeeenenve nennen | Â
451 Bekrachtigen van de geheimhouding … … nnn ennen enneneerenneeeenenneeere evene rnennn  7
453 Actualiteit van de leden Nanninga en Poot inzake de weggepeste viswinkel op de
Leidsestraat … nnen eenen ennenneenenneneenenneeeenenneeenenneeervennnnvenennenevennene nen ÂÓ
458 Actualiteit van de leden Mbarki en Flentge inzake de massale overtreding van de
regels voor vakantieverhuur ……… nnen enneneerenneneerennenervenseervenseenneennnenenn 1D
459 Actualiteit van het lid Simons inzake het uitroepen van een klimaatcrisis … 15
461 Actualiteit van het lid Torn inzake recente ontwikkelingen in het debat over de
veiligheid van boa's en de toekenning van verdedigingsmiddelen… … 18
467 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het verloten van speeddates voor
bewoners met bestuurders …… nonnen enneerenenneerenenneerenennverenennverenenvee vererven DO
468 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het instellen van digitale alerts voor
bewoners over hun directe leefomgeving … …… nnn ennen enneerenennverenenneeeev eneen DO
469 Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het toetsen van representativiteit bij
inspraaktrajecten… nnen ennen enne eerenenneerenenneerenenverrenenvereenenveeeeennve eenen 2
470 Motie van het lid Vroege inzake helder en begrijpelijk taalgebruik … … … … … 26
471 Motie van het lid Vroege inzake digitalisering gemeentelijke post … … … … … 26
472 Motie van het lid Bakker inzake de beleidsbrief Democratisering
(Informatievoorziening kapvergunningen en evenementenvergunningen) … 29
473 Motie van de leden Poot, Ceder, Kilig en Nanninga inzake het evalueren van
maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en het betrekken van gidsen en
sekswerkers … nonnen enne ner venneneenennneneen erneer enneervennevervennevere evenveel Á
474 Motie van het lid Ceder inzake de extra maatregelen voor groepsrondleidingen op
de Wallen (Uitbreiding verbodsgebied naar Spuistraat) … … nnen enne eneen ÂS
475 Motie van de leden Poot, Naoum Néhmé en Nanninga inzake het toevoegen van
een hardheidsclausule aan het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum … … 50
Afschrift van een bezwaarschrift van een burger van 26 april 2019, gericht aan het college
van burgemeester en wethouders, tegen de afwijzing van een Bbz-aanvraag … ….………..12
Afschrift van een brief van het Overleg Amsterdamse Clubs, gericht aan het college van
burgemeester en wethouders, van 30 maart 2019 inzake de wildgroei aan
belemmerende regels voor clubs en het gevoel van onderwaardering voor het
nachtleven …… nun nennen enneereeeneeerenenneervenenneerenenerrenenvereenenvereeneneneenenvereenenvern eneen
Afschrift van een raadsadres van een burger van 28 april 2019, gericht aan de
gemeenteraad van Hilversum, inzake het anti-homogeweld in Hilversum … … 11
60
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan de burgemeester, van 10 april
2019 inzake het optreden van de politie tegen het afsteken van vuurwerk door
zogenaamde voetbalsupporters … nnn ennen enneeeerenneeeenenneeeenennneeenenneeer venne eeen ennen D
Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan diverse Statengriffies, van 3
april en aanvullingen van 24 en 26 april 2019 inzake een betere samenwerking met
Niedersachsen voor een directe vervoersverbinding … … nnn nennen ennen eenen. 1
Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Staatsbosbeheer, van 17 april
2019 inzake het stoppen met biomassa en houtstook en inzetten op toenemend
bosareaal … nanne enen enneenneeren enen enn nennen eeenenenennnnne nennen enennenen eneen enenennennne nennen eneen
Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan Waternet, van 16 april 2019
inzake het heropenen van het ruiterpad in de Amsterdamse Waterleidingduinen … … ….7
Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Dijksma, van 18 april
2019 inzake het beleid bij kentekenwijzigingen van passagiersvergunningen… 3
Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Groot Wassink, van
1 mei 2019 inzake de houding van wethouder Groot Wassink tegenover 50 zwervende
ongedocumenteerden zonder opvang … … nnen enneerenenneerenennverenenneerev erneer enn 12
Afschrift van een raadsadres van Siebert Becker advocaten, gericht aan Stadsloket
Zuidoost van 12 april 2019 inzake de opzegging van de huur van twee winkelruimtes
vanwege de herontwikkeling van het winkelcentrum Amsterdamse Poort. …… 6
Brief van de griffier van de gemeente Stede Broec van 8 april 2019 inzake de
aangenomen motie van de gemeenteraad van Stede Broec over de subsidieregeling
voor verwijdering van asbestdaken … nnn enneerenenneerenenvereenenveeeenenve nnen
Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 18 april 2019
inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap Spaarnwoude
Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 8 april 2019
inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Recreatieschap Twiske-
Waterland … nonnen nennen eneen enneneen enen venneneneneerenenennnnneenenenenennennneeren nennen eneen
Brief van de Programmamanager van Recreatie Noord-Holland NV van 9 april 2019
inzake de aanbieding van de voorlopige jaarstukken van Groengebied Amstelland … … 4
Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 10 april 2019 inzake de start van het
publieksonderzoek ‘De gemengde stad’ …… nnen enneerenenneeeen ennen enne de
Brief van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied van 10 april 2019 inzake
de aanbieding van de jaarrekening 2018 en de begroting 2020 van het Centraal
Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied … nnn onsen enneerenenneeeen eneen eneen
Brief van Metropool Regio Amsterdam van 11 april 2019 inzake de aanbieding van de
Discussienotitie: Op weg naar de MRA Agenda 2.0... nnee onneennnerenneen eenen eenen 0
Brief van wethouder Groot Wassink van 23 april 2019 inzake de tweede consultatieronde
voor de locaties voor 24 uurs-opvang van ongedocumenteerden … nn. 10
Brief van wethouder Groot Wassink van 6 mei 2019 inzake een overzicht van de planning
democratisering … … nnen ennen veneeenennneerevenneereneneereneneerenenveerenennnvervenvverrvenneee nnen 1
Brief van wethouder Ivens van 25 april 2019 inzake de toezegging naar aanleiding van de
bespreking van de beleidsbrief Dierenwelzijnsbeleid in de periode 2019-2022 in de
raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019 nnn nennen eenen. 10
Brief van wethouder Ivens van 6 mei 2019 inzake de minimale inschrijfduur bij nieuwe
middeldure koopwoningen naar aanleiding van de vraag van het duoraadslid Leenders
in de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 maart 2019 ………...nnn ennen. 12
Brief van wethouder Kock van 15 april 2019 inzake de toezegging naar aanleiding van
extra maatregelen voor groepsrondleidingen op de Wallen en de evaluatie van het
61
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
ontheffingsstelsel in de raadscommissie Financiën en Economische Zaken van
28 maart 2019 nennen neee ennner sene ne nnenenenenenenenennnenenenene eene nenenenn eneen nnnenennnenennnn nnn 0
Brief van wethouder Kock van 18 april 2019 inzake de afhandeling van motie 1331.16 van
het lid Poot en de voormalige leden Peters en Guldemond over de budgetten van
Bestuur en Ondersteuning van de bestuurscommissies … nnen ensneen ensen Ö
Brief van wethouder Meliani van 16 april 2019 inzake de afhandeling van motie 1114.18
van de leden Ceder en Taimounti over het aanpassen van het taalniveau van de
gemeentelijke communicati®… nnn enneeeerenneeeenenneneerenneeernennveeenenneenveennvenenne f.
Brief van wethouder Moorman van 6 mei 2019 inzake het agendapunt Kansenaanpak
Voortgezet Onderwijs 2019-2023 … nnen enneenneereneer eneen ennereneeneneeen eneen Ô
Brieven van wethouder Meliani van 6 mei 2019 inzake beantwoording van vragen over
digitale veiligheid bij 5G-pilots en over waar de Agenda Digitale Stad bijdraagt aan
andere portefeuilleS … nnen oenen enneerenenneerenenneereneneerenennverenennneerenveeenvenneen enen 12
Petitie van 48.534 ondertekenaars van 16 april 2019, getiteld: 'Snorfietsers blijven op het
fietspad zonder helmplicht’ …… nnee ennene ev eneenervennevervenneneer vennen fÎ
Raadsadres van ASKV Steunpunt Vluchtelingen en Kompass van 11 april 2019 inzake
het registreren van staatloosheid met verblijf … … nnee eenen eeen eenene eeen Ô
Raadsadres van burger van 18 april 2019 inzake de steun voor het besluit om
ongedocumenteerden op te vangen in de voormalige brandweerkazerne in
Buitenveldert … … … nn ononnnnenee enen ennennenneeenenenenennenenerrenenennnene neen eernennennne rennen en ennennnenenn Ò
Raadsadres van de Commissie Migranten van Lokaal FNV Amsterdam van 25 april 2019
inzake het verzoek tot intrekking van het besluit om de Seafood Shop in de Leidsestraat
te sluiten … nnen ennnneneenenenenennenennenernenenennennee eeen enenennennnereen enne venennneenen nemen enen 1
Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad van 18 april
2019 inzake de aangenomen motie nr. 153 van 2019 over streetprintasfalt…… … … …….9
Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april 2019 inzake de
verkeersregels in Amsterdamse parken … nnn ennen ennenervenneervennenernensnnereevenveneen Ö
Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake de handhaving van de nieuwe
verkeersregels voor snorfietsen en scooters en de afhandeling van het raadsadres van
9 januari 2019 over de verbetering van veiligheid voor fietsers … nnn 11
Raadsadres van een burger van 1 mei 2019 inzake het project ERMTS casus de
Wunderline in het kader van beveiliging van treinen … nnen eneen vennen 12
Raadsadres van een burger van 10 april 2019 inzake handhaving van de nieuwe
verkeersregels voor scoOOters… nnn ennen ennnneenenneeeenennenervennenervenneneervennvervennnnene en D
Raadsadres van een burger van 16 april 2019 inzake een eerlijkere verdeling van
woningen voor kwetsbare groepen en studentenwoningen over de hele stad en het lang
leegstaan van sociale huurwoningen… … nnn nnnerenenneeervennvereneneerenenneerenennnneeneneennnn
Raadsadres van een burger van 16 april en een aanvulling van 25 april 2019 inzake het
niet reageren van de burgemeester op een onrechtmatige binnentreding in een woning
Raadsadres van een burger van 19 april 2019 inzake de prijsverhoging van een 10-
badenkaart in het De Mirandabad voor de lessen ‘aquasport voor ouderen’ … 9
Raadsadres van een burger van 2 april 2019 inzake het legaliseren van softdrugs … ……..3
Raadsadres van een burger van 2 mei 2019 inzake de aanpak van burgers die de regels
van de wetten overtreden … nnen enen ennenneeerenenenenneneneeren nennen verre enennenne en | Î
Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake de geluidsoverlast door het festival
op het NDSM-terrein op 20 april 2019 en de slechte bereikbaarheid van 14 020.10
Raadsadres van een burger van 20 april 2019 inzake het plaatsen van
ongedocumenteerden in Buitenveldert … … ennn ennneeerenneeeen eenen ennen Ö
62
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Raadsadres van een burger van 22 april 2019 inzake de geluidsoverlast in de omgeving
van de Haarlemmerweg door een festival tijdens het paasweekend 20-22 april 2019 …….9
Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de geactualiseerde rapportage van
het conflict tussen de huurder van een atelier aan de Egelantiersgracht met de
Portefeuille Ateliers Broedplaatsen Kunst en Cultuur. nnn nanne eneen eene en eeereneen 10
Raadsadres van een burger van 24 april 2019 inzake de overlast door touringcars in het
centrum van Amsterdam … nnn eneeneneenee en enenneneneerenenenneneneneenenenennneneneer enen nenn |Q
Raadsadres van een burger van 3 april 2019 inzake de reactie van de burgemeester aan
een geschorste priester … nnn nnen ennveeenennveernenneeernenneeernenneeernenenneenennnnernenn er Ô
Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de plannen voor het beschikbaar
stellen van de voormalige brandweerkazerne in Buitenveldert voor de opvang van
uitgeprocedeerde asielzoekers …… nnen onser enneerenenneerenenneeren ennen vererven | Î
Raadsadres van een burger van 30 april 2019 inzake de regels omtrent de terugkeer van
uitgeprocedeerde ongedocumenteerden … nnn nnen eneen enneerenenneeeen eener | Î
Raadsadres van een burger van 4 mei 2019 inzake een reactie op de plannen om
benzineauto's vanaf 2030 te weren uit Amsterdam … … nnee eneen eeen 12
Raadsadres van een burger van 6 mei 2019 inzake de komst van uitgeprocedeerde
illegale asielzoekers op de locatie van de voormalige brandweerkazerne in
Buitenveldert … … … nn oononnnnenee nnen ennenenenerenenenenennene nennen enennennne nennen nennenne neen enennennne 1 3
Raadsadres van een burger van 7 april 2019 inzake het advies voor betere handhaving
van de verkeersregels in plaats van het invoeren van nieuwe regels … nà
Raadsadres van een burger van 8 april 2019 inzake het verbod op de paasvuren ….….……...4
Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake de veiligheid van
spoorwegovergangen ….…...nnnnnnnenenneersneernnnereneer eneen ennernneerenveen eneen ennen venenenveenennennnne f.
Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake een positieve reactie op de nieuwe
verkeersregels voor scooters. ennen enneerenennereeneneerenenveerenenve neee envenn enerverend
Raadsadres van een burger van 9 april 2019 inzake het tegengaan van de uitstoot van
schadelijke stoffen door houtstook … nnen eneen enneneev ennen enneenneenneneen ennn d
Raadsadres van het Bewonersplatform Vogelbuurt en IJplein en de Huurdersvereniging
Van der Pekbuurt van 15 april 2019 inzake de Nota (minimale) woningkwaliteit … …… ….6
Raadsadres van het Kinderrechtencollectief van 11 april 2019 inzake mensenrechten en
het invoeren van een kinderrechtenscan … nnn nenneneneneen en enennennee nennen eenen D
Raadsadres van het Platform Gehandicapten Zuidoost van 8 april 2019 inzake
ontoegankelijke stembureaus in ZUIdOOSt … nnn ennen ennen enneeeenenneeeen eneen ennen: Ô
Raadsadres van het Wandelcomité Buiksloot van 12 april 2019 inzake de kosten voor de
aanvraag van een vergunning voor het organiseren van de Avondvierdaagse … 6
Raadsadres van Labré advocaten van 18 april 2019 inzake een aanvulling op het
raadsadres van 26 februari 2019 over schaarse vergunningen voor
speelautomatenhallen … anssen ven nennneneerenenennennne nennen enennennne nennen enen Ó
Raadsadres van LHV-huisartsenkring Amsterdam-Almere van 8 april 2019 inzake
voldoende en betaalbare ruimte voor zorgvoorzieningen.…… nnen
Raadsadres van Natuur IJburg en Vrienden van het Diemerpark van 12 april 2019 inzake
het plan voor recreatie- en buitensportvoorzieningen op IJburg en Zeeburgereiland ……6
Raadsadres van Total Copy Service van 2 mei 2019 inzake de overlast voor de winkel,
veroorzaakt door het geplaatste afval naast de bovengrondse vuilcontainers, als gevolg
van de weggehaalde ondergrondse vuilcontainers … nnn ennen nennen enen 1 Î
Raadsadres van Undercurrent Evenementenlocatie van 12 april 2019 inzake het verzoek
tot medewerking van het vinden van een (tijdelijke) nieuwe ligplaats voor een
bedrijfsvaartuig … … nnen nene eeen enneeerenennverenenneereneneerenenneerveeneneeen eneen venneeee vereen Ò
63
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 8 mei 2019 Raadsnotulen
Raadsadres van Wijkraad Zuid-West Amsterdam van 17 april 2019 inzake de
brandveiligheid in Amsterdam-Zuid nnee enneneerenneeeenennverenennenereeveneenennne f.
Raadsadressen van burgers van 13 en 15 april 2019 inzake de plannen voor een
fietsverbinding door de Haarlemmer Houttuinen … … nnen enneneerenneeeenenneeer venne: D
Raadsadressen van een aantal burgers van 3, 4, 5 en 6 mei 2019 inzake de plannen voor
de opvang van zeventig uitgeprocedeerde ongedocumenteerden in de voormalige
brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert … … … 12
Raadsadressen van twee burgers van 3 april 2019 inzake het buitensporig geweld door
de ME en de politie rondom de voetbalwedstrijd Ajax-Juventus … nonnen. D
Zienswijze van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 16 april 2019 tegen het
verlenen van vergunningen voor de dancefestivals Loveland en Mystic Garden 2019 in
het Sloterpark … nanne ennen ennneennerenneensennereneerenneen eneen eneeeneenenenennernneeneneen eneen Ö
64
| Raadsnotulen | 64 | val |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 31 mei 2022
Portefeuille(s) Grondzaken
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door GRO, P. Sanders ([email protected])
Onderwerp Rapportage toepassing grondprijsbeleid 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Het Amsterdamse grondprijsbeleid wordt jaarlijks vastgesteld. B&W heeft de directeur van Grond
en Ontwikkeling (G&O) het mandaat gegeven tot het nemen van erfpacht uitgiftebesluiten
waarbij wordt afgeweken van het vastgestelde beleid (Bevoegdhedenbesluit ambtelijke
Organisatie Amsterdam d.d. 16 december 2014). Al in 2013 heeft de raadscommissie gevraagd om
inzicht in de toepassing van het grondprijsbeleid. Het college werd daarbij gevraagd inzicht te
geven in hoe het vastgestelde grondprijsbeleid “neerslaat” in gesloten overeenkomsten tussen
gemeente en ontwikkelende partijen. Daarover is al een aantal malen gerapporteerd en dat
gebeurt nu ook met de Rapportage toepassing grondprijsbeleid voor het jaar 2021. Daarnaast
geeft de directeur G&O conform het verleende mandaat inzicht in hoe dit mandaat is ingezet.”
Het belangrijkste vitgangspunt van het grondprijsbeleid is dat grondprijzen marktconform moeten
zijn in de zin van Europese staatssteunregelgeving. De hoogte van de marktconforme grondprijs
wordt bepaald door middel van de genormeerd residuele methodiek. Residuveel betekent dat de
waarde van de grond bepaald wordt door de opbrengstpotentie van de grond te verminderen met
de stichtingskosten die benodigd zijn om de opbrengstpotentie te realiseren. Ofwel opbrengst
minus kosten is grondwaarde.
Voor de bepaling van de grondprijzen volgt Grond & Ontwikkeling continu de
marktontwikkelingen en maakt daarvoor gebruik van externe bronnen en vastgestelde en
gerealiseerde marktgegevens. De gehanteerde bouwkostenreferenties worden elk kwartaal
geactualiseerd op basis van de vastgestelde indexcijfers van het voorgaande kwartaal. Voor enkele
bestemmingen, zoals sociale huurwoningen van woningcorporaties en sommige sociaal,
maatschappelijke grondprijzen gelden vaste lage grondprijzen. Daarnaast gelden er minimale
grondprijzen, indien uit de residuele berekening een negatieve erfpachtgrondprijs voortvloeit.
* mandaat op grond van bijlage 4 van het Bevoegdhedenbesluit16 december 2014 onder 3.B, lid 2 sub d i.c. “Het nemen van
besluiten inzake erfpachtuitgifte waarbij wordt afgeweken van de meest actuele door de Gemeenteraad aanvaarde
(bandbreedtes van de) erfpachtgrondprijzen, ter realisering van de meest optimale erfpachtgrondprijs (artikel 160, eerste lid
onder e van de Gemeentewet)”
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022
Pagina 2 van 3
In de (jaarlijkse) rapportage wordt in hoofdlijnen ingegaan op het grondprijsbeleid. Daarnaast
wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de opbrengsten, stichtingskosten en
grondwaarden voor de periode van 2011 tot medio 2021. De ontwikkelingen worden zowel op
stedelijk als op stadsdeelniveau inzichtelijk gemaakt. Om inzicht te geven in de marktconformiteit
van de grondprijsadviezen worden de resultaten van de tenders geanalyseerd. De analyse geeft
inzicht in het aantal partijen dat heeft ingeschreven op een tender en de gemiddelde verhouding
tussen de grondwaarde en de optiebieding. Tot slot wordt een overzicht gegeven van de
afgegeven afwijkingsverklaringen. Dit zijn de dossiers waar aanleiding is geweest om af te wijken
van de beleidsmatige uitgangspunten om te komen tot de optimale en passende grondprijs.
De hoofdpunten uit de rapportage zijn de volgende: Het grondprijsbeleid kan worden gekenmerkt
als realistisch en houdt rekening met de beperkingen die worden opgelegd. Het past zich aan aan
de bestuurlijke ambities, bijvoorbeeld met betrekking tot de realisatie van betaalbare woningen en
duurzaamheid. Transparantie staat daarbij voorop. Zo vindt in dat kader regelmatig overleg plaats
met de koepelorganisaties NEPROM en IVBN over marktwaarden, (her)bouwkosten en
grondwaarden.
Als gevolg van het hefboomeffect ontwikkelen de grondprijzen zich versterkt ten opzichte van de
marktwaarde en de stichtingskosten. Dit geldt zowel voor de neergaande trend tot circa 2014 als
de voor de opgaande trend vanaf 2014. Als gevolg van de sterk stijgende stichtingskosten en de
afvlakkende stijging van de marktwaarden nam de procentuele stijging van de grondwaarde in
2020 in sommige stadsdelen iets af. In 2021 is opnieuw een sterke stijging waarneembaar. Tussen
de verschillende stadsdelen bestaan grote verschillen in de marktwaardeniveaus.
Het uitgangspunt bij het selectiebeleid is dat uitgiften van nieuwe erfpachtrechten plaatsvinden
middels een tender. De optievergoeding is in principe altijd onderdeel van een tender. Na 2016 is
er in tenders meer nadruk gelegd op kwaliteit en duurzaamheid, waardoor de weging van de
financiële kant (veel) minder werd. Door de lagere weging van het financiële aspect focussen de
inschrijvers zich meer op kwaliteit en duurzaamheid van de gebouwen en wordt de
optievergoeding lager. Prijs, kwaliteit en duurzaamheid zijn zodoende communicerende vaten.
De analyse van de tenderresultaten beperkt zich tot de tenders waarbij de definitieve gunning in
2021 heeft plaatsgevonden. Daarnaast beperkt de analyse zich tot de definitieve inschrijvingen op
die tenders. Tenders die in 2021 zijn uitgeschreven, maar die in 2022 worden gegund worden
meegenomen in de rapportage over 2022.
Een belangrijke bevinding van de analyse is dat de grondprijsadviezen niet te hoog zijn en dus
marktpartijen er niet van weerhouden in te schrijven. Gesteld kan worden dat het toegepaste
grondprijsbeleid passend en marktconform is. Op alle tenders is voldoende ingeschreven en
geboden. Er zijn geen tenders teruggegeven.
In het jaar 2021 zijn voor negen dossiers afwijkingsverklaringen geaccordeerd door de directeur
Grond en Ontwikkeling, op een totaal van 588 afgegeven grondprijsadviezen. In acht dossiers
hebben processpecifieke aspecten tot een afwijking geleid en in één dossier ging het om
projectspecifieke aspecten. In acht van de negen dossiers heeft het verzoek om toepassing van het
mandaat reeds geleid tot een overeenkomst in het negende dossier is sprake van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022
Pagina 3 van 3
overeenstemming onder voorbehoud. De directeur kan het mandaat om af te wijken van in het
grondprijsbeleid vastgelegde normen toepassen bij onderhandelingen ten behoeve van nieuwe
uitgiften in erfpacht en bij contractuele wijzigingen van bestaande erfpachtrechten.
Tot slot wil ik u informeren dat het college met betrekking tot de bij de Rapportage behorende
bijlage Overzicht Afwijkingsverklaringen 2021, op grond van artikel 25, tweede lid van de
Gemeentewet, geheimhouding heeft opgelegd voor een periode van 20 jaar, i.c. tot 31 mei 2042.
Dit in verband met de belangen genoemd in artikel 5.2, lid 2 onder b van de Wet open overheid.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
PS
SF) Nn
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Bijlagen
1. Rapportage toepassing grondprijsbeleid 2021
2. GEHEIM: Overzicht afwijkingsverklaringen 2021
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 maart 2021
Portefeuille(s) Bouwen en Wonen (15)
Zuidas en Marineterrein (19)
Grondzaken (31)
Portefeuillehouder(s): Laurens Ivens, Victor Everhardt, Marieke van Doorninck
Behandeld door Grond en Ontwikkeling (bestuurszaken. GO @amsterdam.nl)
Onderwerp Rapportage Woningbouw 2018-2025 (stand van zaken per 1 janvari 2021)
Geachte leden van de gemeenteraad,
Eris een enorm tekort aan woningen in onze stad. Daarom zet college in op de bouw van veel
woningen in Amsterdam. Sinds 2014 zijn er bijna 50.000 woningen bijgekomen, gemiddeld zo’n
6500 woningen per jaar. Dat zijn historisch gezien enorme aantallen. Maar alleen een focus op
meer nieuwe woningen is niet genoeg. We moeten ook de juiste woningen bouwen. Daarom
richten we ons specifiek op woningbouw in betaalbare segmenten. De plannen hiervoor heeft het
college uiteengezet in het woningbouwplan 2018-2025.
Hierbij ontvangt u de Rapportage Woningbouw 2018-2025 met de stand van zaken per 1 januari
2021. De rapportage schetst de voortgang van de woningbouw, de ontwikkelingen van de
planvoorraad en de vereveningsruimte in het Vereveningsfonds. In de rapportage van het
woningbouwplan wordt de focus op betaalbaarheid in de gestarte nieuwbouw steeds meer
zichtbaar, alhoewel ook duidelijk is dat er nog tijd nodig is om de ambities uit het woningbouwplan
te realiseren.
De rapportage bevat de volgende hoofdconclusies:
1. In 2020 zijn 5.932 zelfstandige permanente woningen in aanbouw genomen. Dit is lager
dan het streefgemiddelde van 7.500 woningen per jaar. Voor het zevende jaar op rij is
gestart met de bouw van meer dan 5.000 woningen.
De corporaties hebben met 2.270 sociale huurwoningen voor het eerst sinds jaren meer
dan 2.000 woningen in aanbouw genomen. De middeldure huur bleef sterk achter met 575
woningen.
2. De planvoorraad voor 2021 omvat 13.934 woningen. Eris perspectief op een goed
resultaat met de kanttekening dat de economische ontwikkelingen uiterst onzeker zijn.
De planvoorraad middeldure huur is met ca. 4.000 woningen goed gevuld en voor veel van
deze woningen zijn reeds omgevingsvergunningen aangevraagd. Dit geeft vertrouwen.
De corporaties hebben 2.411 permanente sociale huurwoningen in hun planning staan en
250 tijdelijke. Voor de meeste projecten hebben corporaties investeringsbeslissingen
genomen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 2 van 4
3. De planvoorraad tot 2025 komt per 1 januari 2021 uit op 49.761 woningen. Het grootste
deel daarvan bestaat uit betaalbare woningen (64%). Dit aandeel sociaal en middelduur
neemt in de loop der jaren toe. De planvoorraad is ondanks de coronacrisis goed op peil
gebleven en biedt perspectief op het realiseren van een productie van 52.500 woningen in
de periode 2018-2025. Het is dan wel van belang dat de economie zich herstelt en dat het
vertrouwen in de woningmarkt blijft. Vanuit de gemeente blijft de focus op de uitvoering
van de projecten en marktpartijen moeten ook bereid zijn te blijven investeren in de stad.
Voor de voortgang van de projecten is het van belang om maatwerk in de projecten te
bieden.
Ad. 1 In 2020 in aanbouw genomen woningen
In 2020 zijn 5.932 zelfstandige permanente woningen in aanbouw genomen. Voor het zevende
jaar op rij is gestart met de bouw van meer dan 5.000 woningen. De productie is wel lager dan
afgelopen twee jaar. Er was na de lockdown grote onzekerheid over hoe de economie en de
markten zich zouden ontwikkelen. Ontwikkelaars en beleggers, bouwbedrijven en banken waren
voorzichtig. Processen vergen door thuiswerken vaak meer tijd maar de meeste ontwikkelaars zijn
doorgegaan met de projecten en de gemeente heeft zijn privaatrechtelijke en publiekrechtelijke
taken kunnen uitvoeren.
De corporaties hebben met 2.270 sociale huurwoningen voor het eerst sinds jaren meer dan 2.000
woningen in aanbouw genomen. Een goed resultaat, maar het past nog niet bij de ambitie van
gemeente en corporatie om gemiddeld 2.500 woningen per jaar te halen. De productie moet
verder omhoog. Het slagingspercentage lag in 2020 relatief hoog. 80% van de planvoorraad aan
het begin van het jaar is in aanbouw genomen.
De bouw van middeldure huur bleef sterk achter bij de verwachtingen met 575 woningen. Er was
veel meer planvoorraad beschikbaar en de gemeente heeft deze plannen ook gefaciliteerd. De
reden van de doorschuif van plannen naar 2021 verschilt van project tot project. De oorzaken
waren: vertraging door bezwaarprocedures rond de omgevingsvergunning, bouwlogistiek,
aanbesteding en niet tijdige afname van woningen of bijbehorend commercieel vastgoed.
Ad 2. De planvoorraad voor 2021
De planvoorraad voor 2021 omvat 13.934 woningen. Dit is voldoende om 7.500 woningen in
aanbouw te kunnen nemen. Er is perspectief op een goed resultaat met de kanttekening dat de
economische ontwikkelingen uiterst onzeker zijn en het bovendien altijd de ontwikkelaars zijn die
de opdracht moeten geven tot start bouw. Het college rapporteert na elk kwartaal over de
voortgang en dan in het bijzonder over de middeldure huurwoningen en de sociale huur door
corporaties.
In de planvoorraad zitten ruim 4.000 middeldure huurwoningen. Voor alle onderliggende
projecten heeft de gemeente gekeken naar de planning start bouw, de voortgang en de
aanwezigheid van knelpunten of risico's. Voor veel van deze woningen zijn vergunningen
aangevraagd en dit geeft vertrouwen in kunnen halen van een substantieel aantal woningen. Het
is nu primair aan de ontwikkelaars om projecten tijdig en definitief rond te krijgen met zowel de
aannemer van het bouwproject als de afnemer van de woningen.
De corporaties hebben op dit moment 2.411 permanente sociale huurwoningen in hun planning
staan en 250 tijdelijke. Voor de projecten in het ze kwartaal staan alle signalen op groen. Voor de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 3 van 4
later geplande projecten hebben de corporaties in de meeste gevallen investeringsbesluiten
genomen. Niet voor alle projecten zijn al vergunningen aangevraagd. Het zal de corporaties de
nodige inspanningen kosten om alle projecten volgens planning in aanbouw te nemen.
Ad 3. Planvoorraad 2021-2025
De planvoorraad tot 2025 komt per 1 januari 2021 uit op 49.761 woningen. Het grootste deel
daarvan bestaat uit betaalbare woningen (64%). Het aandeel sociaal en middelduur neemt in de
loop der jaren toe, daarin komt de gemeentelijke inzet op betaalbare woningen tot uiting. De
planvoorraad is ondanks de coronacrisis goed op peil gebleven en biedt perspectief op het
realiseren van een productie van 52.500 woningen in de periode 2018-2025. Het is dan wel van
belang dat de economie zich goed herstelt en dat het vertrouwen in de woningmarkt blijft.
Marktpartijen moeten ook bereid zijn te blijven investeren in de stad. Gebiedsontwikkeling en
woningbouw gaan echter nooit vanzelf, zelfs niet onder gunstige economische omstandigheden.
De gemeente houdt de marktontwikkelingen nauwlettend in de gaten en bespreekt dit periodiek
met ontwikkelaars, beleggers, bouwbedrijven en corporaties. In 2020 is als gevolg daarvan in
samenspraak met de koepels IVBN, NEPROM en AFWC nieuw beleid ingevoerd ten aanzien van
transformatie en middeldure huur. In geval van stagnatie kunnen marktpartijen en corporaties
projecten inbrengen in het Doorbraakteam Woningbouw.
Een voortvarende planontwikkeling is gebaat bij maatwerk aan de voorkant en vooral bij niet
aanvullende additionele eisen bij de verdere uitwerking en uitvoering van projecten.
Doelgroepen
In de rapportage wordt ook aandacht besteed aan de ontwikkelingen rond de doelgroepen
zelfbouwers en coöperatieven, jongeren en studenten, ouderen en statushouders:
e In 2020 zijn door de gemeente 30 nieuwe zelfbouwkavels op de markt gebracht, goed
voor 191 woningen. Het geïnventariseerde aanbod voor 2021 omvat 493 woningen.
e In 2019 en 2020 zijn 2.325 woningen voor studenten en jongeren in aanbouw genomen
waarvan 975 in 2020: De planvoorraad “studentenwoningen” bevat voldoende aantallen
om de doelstellingen van het ‘Convenant Studentenhuisvesting Amsterdam 2019-2022’
te realiseren. Het halen van de doelstelling voor “jongerenhuisvesting” is lastiger.
Mogelijk bieden locaties voor tijdelijke woningbouw kansen om de planvoorraad te
vergroten.
e _Nahettekenen van de Intentieverklaring zelfstandig geclusterd wonen voor ouderen op 1
juli 2020 is begonnen met de inventarisatie van geschikte kavels, niet alleen in de sociale
huur maar ook in het middensegment en de dure sector. Geschikte kavels zijn kavels in de
nabijheid van winkels, voorzieningen en openbaar vervoer.
e De gemeente zet zich in om in het kader van de bouwopgave voor statushouders in totaal
2.700 wooneenheden op te leveren voor 1 januari 2022. De gemeente spant zich in om
ook de laatste 322 wooneenheden te realiseren. In 2020 is gestart met het onderzoeken
van de haalbaarheid van nieuwe tijdelijke woningbouwlocaties.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 maart 2021
Pagina 4 van 4
In 2021 zal na elk kwartaal worden gerapporteerd over de voortgang start bouw 2021, waarbij de
focus wordt gelegd op middeldure huur en sociale huur corporaties.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Laurens Ivens
Wethouder Bouwen en Wonen
Bijlagen
1. Rapportage Woningbouw 2018-2025 (stand van zaken per 1 januari 2025)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid TA = Ter Advisering aan de deelraad
TB = Ter Bespreking
TK = Ter Kennisgeving
TV = Ter Vaststelling
Onderwerp Portefeuille Data Uitgesteld | Soort Cie Data Raad Soort Opmerkingen/motivering
houder Commissi\ e datum | behandeli behandeling
Van Ostadestraat 341: bouwenveloppen afstoten vastgoed [EdV 9-jan-13 | tot nader TA RW tot nader TV Stond voor Cie 9 jan 13:
order order uitgesteld vanwege
onderzoeksfase. Gesplitst in
Lutmastraat en van
Ostadestraat. Resultaat
haalbaarheidsonderzoek
nog niet beschikbaar.
Rapportage Gelderlandplein inzake onderzoeken naar EdV 5-jun-13 TK RW n.v.t.
alternatieven parkeerdek
De Nieuwe Fabriek: selectieprocedure ontwikkelaar 9-jan-13 | 5-jun-13 KRW 10/12/1: nieuwe data volgen
1
Onderwerp Portefeuille Data Uitgesteld | Soort Cie Data Raad Soort Opmerkingen/motivering
houder Commissi\ e datum | behandeli behandeling
Erfgoedverordening: vaststellen definitief EdV 8-mei-13 | 23-mei-13 TA RW 29-mei-13 TV 22/10/12: uitgesteld tot cie
feb 2013. BMA wil nog
overleg. Reden vertraging:
Erfgoedverordening is
centraal stedelijk opgesteld
en wordt na bersluitvorming
ter inzage gelegd door DB.
Daarna bespreking in Cie.
Data afhankelijk van
behandeldata concept-
erfgoedverordening.
Bespreken schrijven Rijksdienst beschermde EdV 6-mrt-13 | 8-mei-13 TA RW 29-mei-13 Reden: Er komt een
stadsgezichten start procedure presentatie in comissie RW
4 april 2013 en het stuk
komt in de commissie RW 8
mei 2013
Gemeente Archiefterrein: instemmingsbesluit EdV 6-mrt-13 | 4-apr-13 TA RW 24-apr-13 TV 9/5/12: ligt stil in afwachting
ontweraanpassingen Archiefterrein in afwijking van het van herontwikkeling gebied
bestemmingsplan / A3 waar ontwerp op aansluit
Vn
Bedrijventerrein Schinkel-Aalsmeerplein e.o: vaststelling EdV 8-mei-13 TA RW 29-mei-13 TV Bedrijventerrein Schinkel-
bestemmingsplan Aalsmeerplein e.o:
vaststelling
bestemmingsplan heeft
geen reden uitstel
behandeling vindt plaats in
Cie 8 mei
VD
A
2
Onderwerp Portefeuille Data Uitgesteld | Soort Cie Data Raad Soort Opmerkingen/motivering
houder Commissi\ e datum | behandeli behandeling
IJsbaanpad 12/ Olympic Towers : ontwikkelplan EdV 5-jun-13 TA RW 26-jun-13 Planning afhankelijk van
ontwikkelaar. Ontwikkelplan
gaat eerst ter inzage (in DB
op 9 oktober 2012).
Maatregelen BWT nav. rapporten ombudsman juli 2012: EdV / PS rots Em
evaluatie
2013
Zorgvlied: ontwerp projectbesluit inclusief convenant 4e kw 2013 RW 4e kw 2013
2013
Buitenveldert 2013: vaststelling bestemmingsplan EdV 4e kw. TA RW | 4e kw. 2013 TV
2013
3
| Agenda | 3 | val |
Van: xxx
Verzonden: zaterdag 9 juli 2016 22:34
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Overlast kleine rondvaart
Geachte Raadsleden
Zo hebben jullie het plan voor rondvaartbedrijven vrij baan te geven voor boten korter dan 14
meter.
Het is waarschijnlijk weer een plan wat uit de politiek is voortgekomen en waar met de
gewone burger niet is gecommuniceerd.
Ik meld u dat we nooit last hebben van die grote rondvaartboten, maar als er van die kleine
boten komen voorspel ik u dat het hek van de dam is.
Zoals ik nu al constateer heb je illegale rondvaartbedrijven die met harde muziek door de
grachten varen en zoals bij, ik woon aan een sluis dat ze dan even aanmeren.
Hier de gebouwen, tuinen, muren ect. als openbaar toilet
Gebruiken
Tevens ook nog blijven hangen met harde muziek omdat er iemand even naar de supermarkt
moet gaan om inkopen te doen.
Degene die zijn achter gebleven en een drankje te veel op hebben te luidruchtig worden en
iedereen maar wat toe brullen.
Ik zou weleens willen weten of jullie over deze overlast wel hebben nagedacht en hoe jullie
denken dit te gaan handhaven?
Met vriendelijke groet,
Groetjes
XXX
| Raadsadres | 1 | train |
015433 N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 21
Datum besluit College van B&W 24 mei 2022
Onderwerp
Afhandeling motie 13.22 van de leden Vink (D66) en Groen (GroenLinks) inzake Actief informeren
over subsidies voor Amsterdammers om hun woning te verduurzamen en aardgasvrij te maken
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college inzake de afhandeling van motie 13.22
van de leden Vink (D66) en Groen (GroenLinks) getiteld Actief informeren van makelaars, aannemers
en WE-beheerders over de subsidies voor verduurzamen en aardgasvrij maken, met als belangrijkste
punten:
1. Bestaande informatievoorziening verbeteren
2. Specifieke doelgroepen gericht benaderen
Wettelijke grondslag
Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80: Afhandeling motie.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 26 januari 2022 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 26 Achtste updatebrief Strategie naar een stad zonder aardgas motie 13 van de leden
Vink (D66) en Groen (GroenLinks) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om makelaars,
aannemers en VvE-beheerders actief te informeren over de subsidies die Amsterdammers kunnen
aanvragen om hun woning te verduurzamen en aardgasvrij te maken.
Bijgevoegd treft u de reactie van het college aan.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-015433 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
TA2022-000130
Welke stukken treft v aan?
1. raadsinformatiebrief_afdoening_motie_013-22 actief informeren
AD2022-058739
aannemers makelaars. pdf (pdf)
2. Motie 013.22. Vink c.s. actief informeren van makelaars, aannemers en
AD2022-055453 on "
WvE-beheerders over subsidies verduurzamen en aardgasvrij.pdf (pdf)
AD2022-050162 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Ko Spruijt, 06 10518386, k.spruijt @®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.