text
stringlengths 4
22.7k
| label
class label 2
classes |
---|---|
Alhoewel het boek niet geheel ontdaan is van alle spanning, kan het geheel toch niet echt boeien. De passages zijn langdradig en de spanning is nergens te bespeuren daar we al vanaf het begin weten hoe het zal eindigen. De plot is nog enigszins verrassend, maar wordt dan weer zo bondig beschreven dat je er als lezer nauwelijks bij betrokken kan worden. Ook zitten in het verhaal meerdere kleine eigenaardigheden die nooit worden opgehelderd, geen bijdrage leveren aan het boek en nergens heen gaan. Al bij al een teleurstelling. | 0neg
|
Ik vond dit een redelijk goed verhaal, wat heel goed beschreven wordt is het leven van een zwerfster en hoe ze zo geworden is door middel van flasbacks naar het verleden. Maar wat ik erg ongeloofwaardig vond is dat de hoofdpersoon samen met een jongentje van 15 binnen korte tijd achterhaalt wie de moordernaar is. Het is net of de politie daar niet slim genoeg voor is. | 0neg
|
Hypnose lijdt vooral aan ongeloofwaardigheid. Een paar voorbeelden:
- Kort nadat Simone heeft gehoord dat haar zoon is ontvoerd, vertelt een collega haar dat er iemand verliefd op haar is. Onmiddellijk heeft Simone vlinders in haar buik... Toe, neem je moeder in de maling.
- Vader Kennet heeft wel eens gehoord van geluiddichte kelders onder een huis en ja hoor, het blijkt zo te zijn.
- Als Erik heeft gehoord over het spookslot gaat hij tussen zijn spullen zoeken. Het eerste wat hij vindt is een video met de naam spookslot.
Als de lezer het niet gelooft, is het geen goed boek. En dat gebeurt te vaak om bij de laatste bladzijde uit te komen. | 0neg
|
Ik had hoge verwachtingen van dit boek. Ook door het gekozen onderwerp.
Maar helaas.
De schrijfstijl is vreselijk. Vanuit veel verschillende personen is er geschreven. In enorm lange hoofdstukken. Daardoor gaat het boek van de hak op de tak.
Ook mist het iedere vorm van spanning.
Ik zeg ook vanwege het onderwerp een gemiste kans. Hier had veel meer in gezeten. | 0neg
|
Ik vond dit het minst goede boek dat ik tot nu toe gelezen heb van Loes Den Hollander. Het was erg rommelig en vaak niet te volgen over welk personage het gaat, aangezien ze erg op elkaar lijken. | 0neg
|
Ik ben vol enthousiasme aan dit e-book beginnen lezen, maar heb mij echt doorheen het boek moeten worstelen.
Het boek kon mij nooit boeien.
Veel te veel personages passeren de revue, zodat ik vlug het overzicht bijster was.
Vanuit hun perspectief wordt de dood van Matthias beschreven.
Van één ding was ik uiteindelijk wel zeker, Matthias was dood.
Uit de verschillende verhaallijnen heb ik echter nooit kunnen distilleren wie Matthias nu wel was. Wel was het duidelijk dat hij op zijn weg heel wat tegenslagen te verwerken kreeg en niet altijd begrepen werd.
Ik kreeg wel een beter beeld van de naasten van Matthias.
Het boek gaat ook over de dood en het daar bijhorend rouwproces.
De schrijfstijl van de auteur is vlot met mooie zinsbouw en geeft ook kleur in zijn schrijven. Er zijn geen ellenlange zinnen wat het lezen wel bevorderde.
Is dit boek grote literatuur? Voor mij niet, maar mogelijks heb ik de auteur ook niet goed begrepen. Het boek heeft mij alleszins niet kunnen bekoren. | 0neg
|
Onlangs is in de bioscopen Catch me if you can, onder regie van Steven Spielberg en met rollen van Leonardo DiCaprio en Tom Hanks in première gegaan. De recensies waren postief. Het boek waarop deze film gebaseerd is ligt nu in de boekhandel. Het boek vertelt het verhaal van meesteroplichter Frank W. Abagnale die expert is in het vervalsen van cheques. In de hoedanigheid van piloot, arts, hoogleraar of advocaat int hij ongedekte cheques hetgeen hem miljoenen oplevert. Het is een waar gebeurd verhaal. Frank W. Abagnale vertelt over de zwendel en bedrog die hij op jeugdige leeftijd pleegde. Op de helft van het boek had ik de neiging het weg te leggen. De ene vervalsing volgt op de andere volgens hetzelfde stramien. Bovendien komt Abagnale naar voren als iemand die het erg met zichzelf getroffen heeft, zelfgenoegzaam en egocentrisch. Ik vind het ook geen spannend boek, het kabbelt een beetje voort. Tegen het eind wordt het iets beter als hij gearresteerd wordt. Dan gebeurt er eens een keer iets anders dan van land naar land vliegen, cheques vervalsen en vrouwen versieren.
En hoe is het nu, anno 2003, met Frank W. Abagnale? Vanaf zijn website kijkt een gedistingeerde vijftiger je aan, die kennelijk de behoefte voelt zijn boek uit 1980 toe te lichten. Hij blijkt al 25 jaar voor de FBI te werken en is een expert in het bestrijden van witte boorden criminaliteit en fraude. Hij beschouwt zijn gedrag van destijds als jeugdzonden die hij tussen zijn 16e en 21e beging. En er staan onwaarheden in het boek. Zo heeft Frank nooit in de top-tien van meest gezochte misdadigers van Amerika gestaan. Ook heeft hij niet voor 10 miljoen aan cheques vervalst, maar voor 2,5 miljoen. En zo zijn er nog meer dingen die niet kloppen. Maar waarom vertelt Frank dan onwaarheden in zijn boek? Het boek blijkt niet door hemzelf geschreven te zijn. Frank heeft zijn verhaal verteld aan een ghostwriter, deze heeft het vervolgens aangedikt omdat de uitgever daar wel brood in zag. Frank is nu 54 en vindt zijn jeugdige gedrag: immoreel, onethisch en illegaal. Het publiceren van zijn boek en het verkopen van de filmrechten in 1980 vindt hij achteraf egoistisch en egocentrisch. Wat zou hij met de opbrengst gedaan hebben?
Terug naar het boek. Valt er nog iets positiefs op te merken over het boek? Ja. Het is op zijn minst een spectaculair verhaal. Het is onvoorstelbaar dat hij niet eerder tegen de lamp gelopen is. Ik snap heel goed dat het verhaal verfilmd is. Maar in dit geval vermoed ik dat de film beter is dan het boek. | 0neg
|
Iets te veel lichaamsdelen in het voedselcircuit, te veel en te bloederig, het was ongeloofwaardig. Bovendien kan ik me niet voorstellen dat het er echt zo klungelachtig aan toe gaat bij de politie. Te stereotyp ook, als er dan al eens een vrouwelijke inspecteur is, dan is ze uiteraard een manwijf en lesbisch. Nee, het was erover. | 0neg
|
Dit lijkt meer een herhalingsoefening van de heren. Ik kan me niet voorstellen dat men hier zoveel research voor heeft moeten doen. 20 jaar geleden schreven ze The fifth horseman, met als plot dat terroristen een atoombom hebben verstopt in New York, waarna een race tegen de klok volgt om die op tijd te ontmantelen. | 0neg
|
Springvloed is het debuut van van Cilla & Rolf Börjlind. Mijn verwachting bij deze auteurs was een spannend verhaal met goed uitgewerkte personages.
In dit boek zitten veel sterke verhaallijnen, daklozen en Kid Fighters, die een uitdaging waren om te ontrafelen. De personages Tom Stilton en Olivia Rönning zijn goed uitgewerkt. Psychologisch zit het boek sterk in elkaar.
Dat ik geboeid raakte door het verhaal was bijzonder, omdat ik de schrijfstijl van Cilla & Rolf Börjlind niet prettig vond, waardoor ik in eerste instantie moeite had in het verhaal te komen. De korte hoofdstukjes van het boek nodigden mij uit het boek vaak weg te leggen.
Omdat de auteurs elke emotie vertellen, inclusief de reden waarom het personage de emotie ervaart (vaak vanuit het verleden, waarbij ook de meest verwarde dakloze blijk gaf van een verrassend helder en concrete analyse van het eigen functioneren, wat de geloofwaardigheid voor mij aantastte), bleef er voor mij weinig ruimte over om zelf gedrag te interpreteren. Dat vind ik niet prettig lezen. Laat de emotie zien in de scène, vertel mij niet alles. Het is heel duidelijk merkbaar dat deze auteurs gewend zijn voor film te schrijven, maar ik ben een lezer, geen acteur die een regieaanwijzing moet krijgen hoe de emotie er in een bepaalde scène uit moet zien.
Eenmaal in het verhaal gekomen, leken de verhaallijnen af te stevenen op een geweldig einde. Maar toen kwam de ontknoping. En die viel tegen. Enorm tegen. Alsof het verhaal een Agatha Christie in vermomming was, werd de oplossing over de schutting gegooid. Verrassing! Het verhaal boette in aan geloofwaardigheid.
De verwikkelingen in het verhaal die naar deze uitkomst leidden, stonden mondjesmaat opgesteld zodat ze volledig ondergesneeuwd waren door de verhaallijnen die ik wel sterk en interessant vond. Dat had anders gekund zonder iets van de spanning af te nemen. Cilla & Rolf Börjlind hebben hierbij een kans gemist. En dat is jammer. | 0neg
|
Sf heeft het niet echt gemakkelijk gehad in Nederland de laatste jaren. Dus ik was blij verrast toen ik Zwaluwhart van Vince Penders aantrof in het rijtje nieuwe boeken. Eindelijk weer eens iets anders dan de standaard fantasy. En natuurlijk hoopte ik op een verrassing.
De titel is aantrekkelijk. Het boek oogt verzorgd en de omslag van Tais Teng ziet er goed uit. Daaraan zal het in elk geval niet liggen. Maar een mooi jasje maakt nog geen mooi boek. En jammer genoeg blijkt ook deze uitgave – zoals zoveel boeken van jonge, kleine uitgeverijen de laatste tijd – veel te gemakkelijk de wereld ingeslingerd.
In Zwaluwhart maken we kennis met Falcon Prime, een levensgenieter met een voorliefde voor luchtschepen. Het verhaal begint als hij het oorlogsschip van buurland Phoenix binnenvliegt, waarbij hij zich voordoet als de minister van Buitenlandse zaken Harry Prime. Hij heeft een geheime uitnodiging van Phoenix aan de minister onderschept en omdat hij toevallig ook nog wel een beetje lijkt op deze Harry die ook nog dezelfde achternaam heeft, hoopt hij van een persoonsverwisseling te profiteren. Dat mislukt vanzelfsprekend en Falcon vlucht. Om een tijdje later alsnog door de ambitieuze premier van Phoenix Silvia Calibur te worden opgespoord en gedwongen zich voor te doen als Harry Prime.
Het verhaal dat volgt valt in vier delen uiteen. In elk deel staat een van de hoofdpersonen uit het boek centraal: losbol Falcon, de ambitieuze Silvia Calibur, Bob Jenkins werkzaam bij een van de bedrijven die de provincie Missoula runnen en Nina, het meisje uit het milieubewuste Arcadia. En één ding zie je overal: nergens doen mensen iets zonder eigenbelang.
Centraal staat echter de droom van Silvia, die alles doet om haar ambities te realiseren om Phoenix oppermachtig te maken en de vier provincies te verenigen. Ze doet dat door Falcons land South Correll dat vreselijke schulden heeft gemaakt via leningen op de knieën te dwingen – een duidelijke parallel met Griekenland en de EU. Door de bedrijven van Missoula te destabiliseren, waardoor ze lage olieprijzen kan afdwingen, en tenslotte door een openlijke oorlog te beginnen met Arcadia dat sterk is in duurzame energie. Ondertussen komt het Zwaluwfront in opstand en raken Falcon, Nina en Bob bij de strijd betrokken.
Het verhaal is complex. De thematiek – in welke wereld zouden we leven als eigenbelang alles bepaalt? – hoog gegrepen. Jammer dat Vince Penders er niet in slaagt een snaar te raken.
Het begint al met de hoogdravende proloog van de ik-figuur Nina, die als alwetende verteller alvast gaat uitleggen waar het boek over gaat. Die komt via kleine intermezzo’s vaak terug met semi-filosofische bespiegelingen. Het breekt het verhaal en is simpelweg té.
In de rest van het boek kiest de auteur de derde persoon – meestal – al zijn er ook losse fragmenten die soms een eerste, soms een derdepersoons perspectief hanteren en vaak weer in de tegenwordige tijd zijn geschreven. Kortom: het is een chaos van perspectieven en schrijftechnieken, waarvan de auteur de mogelijkheden niet benut. Het ik-perspectief van Nina bijvoorbeeld zou net zo gemakkelijk in de derde persoon geschreven kunnen zijn. Haar eigen stem ontbreekt totaal.
Het verhaal is net zo chaotisch. Er zijn verwarrende tijdssprongen, personages die opduiken zonder goed geïntroduceerd te zijn, essentiële lijntjes die nauwelijks worden opgebouwd, waardoor iedere spanning ontbreekt en onlogische plotwendingen.
De plot zelf is bovendien ongeloofwaardig. Een of andere losbol onderschept een geheime brief, ontsnapt van een hypermodern oorlogsschip en moet zich dan voordoen als minister? Een schroothandelaar die 10 miljoen krijgt als ‘arbeider van het jaar’ voor… ja, wat eigenlijk? En waarom? Een supergeheime raket die dertig jaar in het kantoor van een minister staat? Op scherp? En dat dan die losbol zich ineens herinnert dat hij hem daar toevallig heeft gezien? Drie hoofdpersonen die plotseling het ‘gezicht’ worden van de Zwaluwrevolutie terwijl ze werkelijk níets gedaan hebben om dat te verdienen?
Vervolgens slaagt Penders er niet in om ook maar één sympathiek personage neer te zetten. Stuk voor stuk schelden ze op elkaar, schreeuwen, jammeren en piepen, maar prettig om over te lezen zijn ze nergens. De ambitieuze Calibur is weer zo’n typisch zwak vrouwtje, dat sterk zou moeten zijn. Maar de auteur blijft maar doorgaan over haar lange haren, groene laarsjes en hese stem.
De wereld die hij schetst, ligt zo’n 70 jaar in de toekomst, maar behalve de luchtschepen lijkt er geen vooruitgang geboekt. Communicatie gaat nog altijd per mobiele telefoon. Soms zijn er – heel modern – áánraakschermen. E-mail bestaat nog altijd. Ja… zelfs de papieren kránt is nog alomtegenwoordig. Het taalgebruik is zelfs nog ouderwetser dan tegenwoordig. Pipo? Als scheldwoord?
Zijn proza, tot slot, is knullig in zijn pogingen om bloemrijk te zijn. ‘Een paar spiertjes van zijn gelaatsuitdrukking haperden’, schrijft Penders. Of ‘Met die woorden breekt ze de verbinding doormidden.’
Het is fijn dat er auteurs zijn die zich wagen aan Nederlandstalige sf. Maar het is erg jammer dat de auteur niet de feedback heeft gezocht om zijn boek echt op poten te krijgen. Want deze poging is gestrand. | 0neg
|
Ergens in Engeland wordt door een eenheid van de Britse Special Forces een gezin van hun bed gelicht. Inlichtingen wijzen erop dat vanuit de woning van het gezin de firewalls van de best beveiligde databank in de Verenigde Staten zijn gekraakt. Iets dat onmogelijk werd geacht. De dader is de oudste zoon van het gezin, een verlegen jonge die aan Het syndroom van Asperger lijdt. Sir Adrian Weston, het voormalige hoofd van de Britse geheime dienst leidt het onderzoek in deze belangwekkende zaak. Het blijkt al snel dat het leven van de jongen die de bijnaam De Vos heeft gekregen, niet meer veilig is als buitenlandse mogendheden ontdekken dat hij een belangrijk wapen kan worden in de cyberoorlog die zich onzichtbaar voor de buitenwereld afspeelt.
De Engelse schrijver Frederick Forsyth (1938) is een van de meest vooraanstaande auteurs in het thriller en spionagegenre. Hij werd wereldberoemd met boeken als De dag van de jakhals, De honden van de oorlog en Geheim Dossier: Odessa. De vos is zijn laatst verschenen boek. Ondanks het feit dat het boek goed geschreven is en feiten en fictie goed met elkaar verweven zijn, is het als thriller middelmatig.
De personages blijven oppervlakkig en komen niet echt tot leven. Ze spelen een rol in een verhaal dat een vloeiend ritme mist omdat er veel sprongen in de naoorlogse geschiedenis worden gemaakt en dat wekt een soms rommelige indruk. Het lijkt meer op een geo-politieke analyse dan op een spannende thriller met een boeiende verhaallijn.
Het verhaal gaat over de cyberoorlog die zich tussen de grote mogendheden afspeelt en waarin een geniale hacker met het syndroom van Asperger het wapen is dat deze oorlog in het voordeel van het westen moet beslissen. Achtergrondinformatie over hoe hij de ondoordringbare codes kraakt, blijft achterwege en dat is jammer. Het zou een interessante aanvulling op het verhaal zijn geweest. Ook staat Forsyth niet stil bij ethische vragen over de inzet van een teenager met een ernstige ontwikkelingsstoornis als wapen in deze oorlog. Het zwart/wit denken dat in het verhaal veelvuldig aan de orde komt, irriteert. Het westen wordt voorgesteld als een bondgenootschap dat op alle terreinen superieur is aan welke vijand dan ook.
De ontknoping van het verhaal is erg gekunsteld en daardoor ongeloofwaardig. De vos geeft op zich redelijk goed leesplezier maar het is ook een boek waar het een en ander aan mankeert. Het laat je achter met een onbevredigend gevoel. | 0neg
|
Eén ding is zeker: het concept achter 'Eve of Man' is interessant. Wat als er geen meisjes meer werden geboren, met uitzondering van één na 50 jaar alleen maar jongens? Kan dat ene meisje de toekomst van de mensheid veilig stellen? Moeten we dat wel willen, en wat zijn de morele aspecten van deze hele kwestie?
Het zijn allemaal interessante vragen, maar helaas is het boek niet prikkelend genoeg om deze vraagstukken eer aan te doen.
Eve is het enige meisje dat na 50 jaar is geboren en ze wordt heel beschut opgevoed boven in een toren, afgeschermd van de buitenwereld. In deze koepel krijgt ze een heel ander beeld van de wereld en natuurlijk wordt ze, hoeveel goede bedoelingen er ook mogen zijn, vooral klaargestoomd om de mensheid te redden. De lezer ontmoet Eve wanneer het tijd is om een partner uit te zoeken. Drie jongens worden geselecteerd en binnen korte tijd moet Eve beslissen met wie ze haar hele leven wil samenblijven en kinderen mee wilt krijgen. Ik was even bang dat het berhaal het typisch YA zijweggetje zou inslaan waarin het meisje moet kiezen tussen drie even knappe jongens, maar gelukkig bleek er een dieper plot aan de gang. Maar zelfs dat diepere plot blijft oppervlakkig en niet overtuigend genoeg.
Bram is de jongen die Holly speelde; Eve's hologramvriendin sinds ze klein was. Tussen hem en Eve komt een diepere band, maar deze relatie kwam niet echt op mij over. Zowel Bram als Eve voelen erg eendimensionaal aan en worden onvoldoende uitgewerkt. De bijpersonages zijn nog erger en zijn óf over de top (Bram's vader, Vivian) of gewoonweg snel vergeten (de talloze Moeders van Eve liepen allemaal in elkaar over.)
Het hele verhaal voelde te oppervlakkig aan, en wanneer het een interessante, diepere kant op leek te gaan bleek het toch anders te lopen dan ik had gedacht - en niet op een goede manier. Er is te weinig actie en de plot liep ofwel erg traag ofwel ontzettend snel.
'Eve of Man' is een verhaal dat veel potentie had, maar helaas bleef het te oppervlakkig en was het geheel gewoonweg niet overtuigend genoeg. | 0neg
|
Het boek bleef wat op de vlakte, personages waren vlak enige onverwachte twist was op het einde.
Boek waar ik meer van verwacht had. | 0neg
|
Het is de eigenaardige titel van dit boek die me zo aansprak. Komt daar nog bij dat het geschreven is door een Vlaming.
Ik moest en zou het lezen dus.
Luk Borré (de niet altijd even sympathieke Knokse speurder) is nieuw bij het Knokse politie-korps, 'de aangespoelde' noemen zijn collega's hem. Er is meteen werk aan de winkel. Het kerkhof krijgt te maken met vandalisme, er is een kampeerster als vermist opgegeven, een dikke lottowinst wordt niet opgeëist en als kers op de taart gebeurt er een dubbele moord op een Knokse Baron en zijn chauffeur. Privé gaat het Luk Borré ook niet voor de wind. Dat komt er natuurlijk van als je in het huwelijksbootje stapt met een Call-girl. Het voordeel hiervan is wel dat je er een mondaine levensstijl kan op nahouden. Maar hoe hou je dit stil voor je collega's die zich afvragen hoe je met het loon van een simpele speurder er zo op los kunt leven ?
Ik heb gemengde gevoelens bij dit boek. Het begint meteen erg goed, Pierreux maakte me aan het lachen met enkele rake spitsvondigheden. Maar als dat platvloerse taalgebruik in de stijl van 'mannen onder elkaar' blijft duren en er van elke bladzijde borsten, billen en andere geslachtsdelen druipen, dan stuit me dat op de duur tegen de euh... borst (kijk, nu begin ik zelf ook al). Er zit ook heel weinig vaart in het verhaal, zodat mijn aandacht meer dan eens afgleed.
De personages die Pierreux opvoert zijn allemaal nogal karikaturaal. Je hebt de sexueel geobsedeerde Athenus, dan is er 'Retteketet' Mariette met de spannende blouse en een uiterst incompetente Korpsoverste Mangels. Ik hoop dat de politie in het echte leven niet zo een zootje ongeregeld bij elkaar is. Alhoewel !?
Aan de andere kant moet ik het Pierreux nageven dat hij de verschillende verhaallijnen zo knap in elkaar laat lopen en dat je bij de ontknoping, die eigenlijk banaal is, toch nog verrast wordt. Ik heb nog gedacht: 'dat ik daar nu niet zelf opgekomen ben'.
Het vervolg op dit boek heeft al een even gekke titel : De overvallers die met z'n drieën waren. Ik vrees dat ik die niet zal ontmoeten. | 0neg
|
Dit gaat inderdaad over een moord in een boomgaard. Het spannendste is reeds gezegd. De schrijver alom gewaardeerd, heeft hier een bijzonder flauw verhaal geschreven waar ik pas na 150 blz. iets meer begon te weten over de eigenlijke moord. Ik heb het diagonaal gelezen en op korte tijd was het over en uit. Ik had eigenlijk eerder het gevoel van opluchting dan van spijt dat ik het boek mocht dichtklappen. Het is satire die vol met cliché's en Colombo- achtige woordspelingen het oog passeert. Een aantrekkelijke omslag, dat wel.
Het leest makkelijk en een paar pagina's gemist is er geen probleem om verder te lezen. Misschien eerder een boek voor beginnende lezers van detectives. | 0neg
|
Ik vond het een bizar, ongeloofwaardig verhaal van gruwelijke, hartverscheurende en bij elkaar geraapte narigheden die allemaal, na veel uitrekkingen, uitliepen op letterlijk en figuurlijk niks.
De grapjes vond ik meestal geforceerd overkomen, vooral gezien de context en bovendien was het taalgebruik zodanig dat ik niet dáárdoor het idee had dat het over een gebeuren ging in 1953. Het boek kwam pas na blz 150 op gang. Het raakte me nergens. Dus ook niet na blz. 150.
Ondanks alles bleef het boek een redelijke spanning houden en vond ik de stijl van schrijven niet slecht. Maar daarmee is dan ook werkelijk alles gezegd, wat mij betreft. Daarvoor een extra duim boven op de minimale duim.
Het geeft me een beetje het idee dat zo'n dramatische gebeurtenis als de watersnoodramp in 1953 misbruikt wordt om een film/boek aantrekkelijk te maken en emoties op te roepen. Een soortgelijk gevoel had ik bij de spraakmakende film Titanic. | 0neg
|
Deel 1, 'Zonder een woord', heb ik met plezier gelezen. Ik hoopte dat het vervolg net iets beter zou zijn, maar 'Geen veilige plek' is teleurstellend op haast alle fronten die ter zake doen voor een thriller.
Wat een dwaas verhaal. Linwood Barclay weet het plaatje uiteindelijk netjes af te ronden, best knap eigenlijk, en heeft aan het eind ook nog een verrassing in petto.
'Geen veilige plek' kan niet tippen aan 'Zonder een woord', dat zich zeven jaar eerder afspeelt. Hetzelfde gezin staat centraal: Terry, Cynthia en dochter Grace, die nu 14 is. Grace haalt een stomme streek uit, crimineel Vince Fleming stelt op zijn manier orde op zaken. Voor Vince' stiefdochter Jane is een belangrijke rol weggelegd en ook rechercheur Rona Wedgrove treedt weer op. Vince zet het scenario uit dat moet leiden tot een 'goede' afloop en sleept Terry daarin mee.
De auteur haalt alles uit de kast, letterlijk, zodat het een rommeltje wordt: van moord, diefstal, ontvoering en fraude tot een lekkende katheter, een bebloede bruidsjurk en schimmelinspecties op vlieringen, het kan niet op. Het is te veel, het is lachwekkend, het is zo weinig realistisch dat het haast absurd te noemen is.
Jammer, dat een te goeder naam en faam bekend staand auteur als Linwood Barclay een werk als dit produceert.
[plot 2, spanning 2, originaliteit 2, psychologie 2, leesplezier 2, schrijfstijl 4] | 0neg
|
Waardeloos boek. Van eerste tot laatste pagina vol clichés, zonder spanning, zonder verrassingen, onrealistisch. Kortom: slappe hap. | 0neg
|
Geen echte pageturner. Ik heb er dan ook maanden over gedaan, kon het boek gemakkelijk midden in een hoofdstuk wegleggen. Ik heb me er uiteindelijk wel helemaal doorheen "geploeterd". | 0neg
|
Teleustellende thriller van Baldacci. Voor het eerst heb ik mij door een boek van Baldacci heen moeten worstelen. Het wordt nergens echt spannend en het eind is een anti climax met een ongeloofwaardig slot.
De hoofdpersonages blijven vlak en de identiteit van de seriemoordenaar laat zich al veel te snel raden. Tot nu toe het slechtste boek van Baldacci. Volgende keer beter zullen we maar zeggen. | 0neg
|
Ik begreep de bedoeling in dit boek lange tijd niet. Het gaat nergens over. Hoofdpersoon Holly hobbelt een beetje door haar leven, er gebeurt niets dat ook maar een beetje van belang is. Later wordt het plotseling wel heel snel duidelijk allemaal en dat moet je nog erg lang voor je de ontknoping krijgt. Dit was geen boek dat me bekoren kon... | 0neg
|
Je kunt moeilijk beweren dat het verhaal niet goed geschreven is, maar ik vind wel dat er een aantal absoluut gemiste kansen in zitten. Zo wordt de aanleiding van de problemen in Amerika maar heel weinig uitgediept. Daar was veel meer van te maken, zeker als je de situatie kent rond Al Qaida en extreem rechts in de VS.
Bovendien is de romantiek tussen de hoofdpersoon en de Nederlandse arts wel erg klef omschreven. Wellicht dat een vervolg - want daar is ruimte genoeg voor - wat pittiger wordt. | 0neg
|
Tijdens een familie reunie naar aanleiding van een dubbele verjaardag verdwijnt Robert. Niet dat de familie daarvan wakker ligt, hij is de gebeten hond na een schandalig optreden in een tv programma. Wanneer een dag later ook Hendrik verdwijnt is de familie wel in alle staten. Is er een verband tussen beide verdwijningen? Waarom is er geen enkel teken van leven of van de dood, van een ontvoering of dergelijke.
Het onderzoek vlot voor geen meter. Wanneer maanden later per toeval Robert in een diepvriezer gevonden wordt, samen met een tweede lijk wordt het mysterie in eerste instantie alleen maar groter. Waar is Hendrik.
Het onderzoek sleept bijna een jaar aan als er eindelijk een doorbraak is.
Dit boek kon me niet boeien, extreem traag en ik heb op een bepaald moment overwogen om te stoppen. Er is totaal geen actie.
Ik heb al beter boeken van Hakan Nesser gelezen. | 0neg
|
Nazaten van beroemde schrijvers die ook willen publiceren, hebben het voordeel van een beroemde achternaam. Maar daarmee is succes nog niet gegarandeerd. Het boek van James Fleming is daar het beste voorbeeld van. Het was zijn wereldberoemde oom Ian die zorgde voor een zeer hoog gewaardeerd nalatenschap van de even wereldberoemde geheim agent 007, alias James Bond.
Wellicht komt neef James nog tijdig tot de conclusie dat een achternaam geen garantie is voor succes en dat echt talent onontbeerlijk is, al is zelfs dat vaak nog niet eens genoeg om snel door te stoten naar de top. Met Wit bloed zal hem dat waarschijnlijk niet gaan lukken!
In Wit bloed leren we Charlie Doig kennen als zoon van een Engelse vader en Russische moeder. Al op jonge leeftijd gaat hij met de bekende bioloog Hartwig Goetz op expeditie naar de oerwouden in Birma. Charlie ontdekt een zeldzame kever die zijn achternaam gaat dragen en is plotseling groter in talent dan zijn leermeester Goetz. Vanuit India bestudeert hij de vogeltrek naar Siberië. Intussen komt hij steeds dichter bij zijn einddoel van de treinreis door Europa, Rusland.
Met zijn nieuwe assistent Pawel Koboelov, reist hij af naar Smolensk waar hij kennis maakt met de wondermooie Elizjawita. Er is maar één klein probleempje, Elizjawita is verloofd met Charlies jeugdvriend graaf Andrej Potosjki en heeft serieuze trouwplannen.
Tijdens een gezamenlijke reis naar de plek waar het huwelijk zal worden gesloten, gebeurt er onverwachts een ongeluk dat zeer sterk naar opzet ruikt. Het onheil is echter geschied en heeft een grote impact op de toekomstplannen van het bruidspaar in spé.
Het logische gevolg lijkt het huwelijk door te laten gaan, maar met een andere bruidgom aan de arm van de geteisterde Elizjawita. Of dit door iedereen even logisch en acceptabel wordt gevonden, is een conclusie die te gemakkelijk lijkt.
James Fleming vertelt een romantisch getint verhaal over de Russische gemeenschap ten tijde van Wereldoorlog I. Binnen dit immens grote land is niet alles koek en ei en strijden de Bolsjewieken al jaren tegen de gevestigde macht. Fleming weeft hier de amoureuze driften van Charlie en Elizjawita doorheen.
Hierdoor en mede door de vele uitstapjes naar sublijntjes in het verhaal, wordt het thrillergedeelte ondergeschikt en zelfs deels verpulverd.
Het aantal slachtoffers is overigens talrijk, wat te verwachten is in het Rusland aan het begin van de 20e eeuw, een tijd waarin het menselijk leven niet al te veel waarde had. Maar ondanks dit alles is de spanning buiten het verhaal gebleven. Pas in de laatste 100 paginas begint Fleming met de opmaat naar een spannend stukje maar dan zijn er al 200 spanningsloze paginas aan vooraf gegaan. Het resterende gedeelte blijkt kort, veel te kort, om het begin goed te maken.
Het lijkt verstandig voor Fleming om bij een tweede boek minder aandacht te besteden aan waardevolle, maar minder interessante historische informatie en te proberen om een strak en spannend verhaal te schrijven, zonder veel poespas. Dat is hem met Wit bloed helaas niet gelukt! | 0neg
|
Grey, the fourth book from EL James, is about as sexy as a misery memoir and as arousing as the diary of a sex offender. … This, then, is the best the 21st century can come up with in terms of romantic literary heroes – a cut-price Mr Darcy in nipple clamps.
The first book was a rather fun and fairly mild portrait of a woman’s sexual fantasy. Yet it is almost impossible to read Grey and not assume the narrator is going to end up in jail. It is most reminiscent of those thrillers that open from the point of view of the heavy-breathing murderer stalking his prey. Instead of lighthearted and repetitive mild S&M, the ‘love affair’ is now the twisted work of an utter psychopath
—There is quite a bit of hoopla surrounding the release of GREY-Christian Grey’s point of view-from E.L. James’s Fifty Shades of Grey series and as in my review of the original series, I am not going to focus on the style of writing (which hasn’t changed); or the similarities to Stefanie Meyers’s –never released-Midnight Sun (Edward Cullen’s POV) because the Fifty Shades Series is a work of fan fiction based on the young adult Twilight Series by Meyers. GREY is what it is –Christian’s version of the events, his emotions and thoughts, as it pertains to his growing relationship with, and need for Anastasia Steele.
We all know the backstory behind Christian’s need for Dominance, and I was hoping for a little more insight from the now adult Mr. Grey. We get a front row seat into some of Christian’s nightmares and what occurred in his first few years of life but I found there was something lacking in the retelling of the events- perhaps it is the mind of a four year old that is unable to comprehend the extent of what had happened, and in this, the details are limited and inadequate.
But, most of all, I’m insulted by James’s sloppiness. How could she inaccurately attribute Harvey Firestone’s quote in FSOG/Book 1 (“the growth and development of people is the highest calling of leadership”) to Dale Carnegie in “Grey”? Compounding this egregious error is that James refers to Carnegie as an industrialist when it’s Firestone who’s the industrialist. And then, there are the misquotes, such as Kate telling Christian, “Grey – your cards are marked” in FSOG/Book 1 to “you’re on my s*** list” in “Grey”.
I strongly suspect James had easy money in mind for little effort when she wrote this book, without caring that it’s the reader who gets short- changed. My hope is that the next two books in the “Grey” series are written with more care and substance. Books where the reader sees Christian’s evolution from a self-loathing sadist to a loving husband and father. But, not sure I’ll read them to find out.
This book did not provide Christian’s point of view with any depth or insight into what motivates him as a character. Feels more like the author did a lot of copy and paste, rather than actual writing. Boring and predictable
NB Ik heb de engelese versie gelezen | 0neg
|
De kaft en de flaptekst zijn veelbelovend, maar de lectuur vond ik echt teleurstellend. Te voorspelbaar, te traag, weinig spanning en een flauw plot. Ik denk niet dat ik aan de andere boeken zal beginnen. | 0neg
|
Wellicht was Paula Hawkins, net als ik, gedwongen meer woorden te schrijven dan haar lief was? Ik schreef nl:
"Het had een geweldig kort verhaal kunnen zijn, van ongeveer anderhalf A4tje"
en had daarmee alles gezegd. Dat zijn echter minder dan 100 tekens, daarom vul ik die zin maar aan met deze:
"Waarschijnlijk was zelfs dat me te lang geweest ..." | 0neg
|
Moderne zedenschets over een Pakistaanse moslima die kennis uit haar rechtenstudie gebruikt om zich af te zetten tegen een gearrangeerd huwelijk, terwijl haar getrouwde nicht steeds dieper wegzakt in het moeras van een liefdeloze verbintenis. De twee jonge vrouwen spiegelen zich aan elkaar in hoe zij omgaan met 'westerse vrijheid' tot zelfontplooiing en toch blijven voldoen aan stringente familieverwachtingen. Hoe kan een vrouw zichzelf blijven als zij gedwongen wordt in het keurslijf van pronkstuk van haar familie als huwelijkspartner en toekomstige moeder?!
Interessant uitgangspunt om juist de ervaringen van een intelligente, jongvolwassen vrouw neer te zetten die prima op de hoogte is van haar eigen juridische status. Zelfs bij de hoogopgeleide Sofia met groeiend zelfbewustzijn spelen er onderhuidse krachten die tornen aan de mogelijkheid tot emancipatie van het individu: conservatieve familiewaarden, door nationalisme gekleurde nostalgie naar het moederland en patriarchale gezinsconstructies. Ogenschijnlijk verwesterde vrouwen met opleiding en westerse leefstijl zijn nog geen automatische vanzelfsprekendheid van volwaardige bewegingsvrijheid voor sommige islamitische vrouwen binnen de Nederlandse rechtsstaat.
Toch knaagt het bij mij als Naema Tahir in een nawoord zich indekt op kritiek die zij op eerdere romans heeft gehad: ‘Misschien verwacht de lezer meer intimiteit, gezellig geknuffel, onthullingen die opluchten, zonder erbij stil te staan dat mijn personages stevig zijn ingebed in de hiërarchische structuur van een middenklasse die o zo kenmerkend is voor Pakistan.’ Of de roman realistisch is in het tonen van relaties tussen Pakistaanse familieleden kán en ga ik niet betwisten, maar haar redenatie is geen vrijbrief om te kiezen voor eenzijdig stereotyperen. Zelfs vanuit de zelf legitimerende claim dat een bepaalde achtergrond het recht geeft om kritiek te leveren op bepaalde kwesties.
Het lijkt namelijk alsof Tahir alleen sympathie kan opbrengen voor de strijd van de jeugdige Sofie en daarbij de rest van de familie per se neer moet zetten als bloedeloze bijfiguren. Ingewikkelde problematiek, over jezelf als Pakistaanse migrantendochter ontdekken in een maatschappij met andere waarden dan mee opgegroeid, wordt geschetst vanuit de meest karikaturale horror denkbaar. Alsof niet elk Hollands huisje zijn kruisje heeft, ongeacht het land van origine van de ouders. Nu wordt een bepaalde manier van niet-westers leven gekoppeld aan slechts de heftige excessen van eerwraak, gedwongen huwelijken, liefdeloze intermenselijke relaties én slechts onderdrukking van vrouwen. Wie zegt mij dat Tahir een heleboel aspecten onbenoemd laat in haar extreem bevooroordeelde rechtsfilosofische pamflet?! | 0neg
|
Ja, wat moet je nou met zo'n boek; de verhaallijn zit eigenlijk goed in elkaar en is zeer lezenswaardig, maar bij de flashbacks over Afrika gaat het naar mijn idee helemaal mis. Je wordt compleet doodgegooid met allerlei voodoo termen die volstrekt onbegrijpelijk zijn. Om de haverklap de verklarende woordenlijst raadplegen werkt op den duur niet en kost Gruber wat mij betreft 2 sterren. Schrijven kan hij daarentegen wel. Toch kijk ik met een scheef oog uit naar zijn volgende boek. | 0neg
|
Inderdaad een boek wat snel leest. Mede ook door't -volgens mij- wat grotere lettertype. Het verhaal kabbelt naar mijn gevoel voort. De titel 'literaire thriller' verdient het naar mening niet. | 0neg
|
Een weergave van de geschiedenis van de boerenoorlog. Politiek, veldslagen, schermutselingen, paarden, ossen. leuk om te lezen hoe Churchill in de politiek is begonnen en wat de oorsprong is van de huidige situatie in Zuid-Afrika. Waardoor je er meer van begrijpt. Ook de politiek van imperiaal Groot-Brittanië werd me duidelijker.
Maar doordat het een weergave is van al die schermutselingen, gevechten en problemen wordt het wel heel dik, heel veel en een klus om het te lezen. Je moet echt een liefhebber van geschiedenis zijn om het uit te lezen.
Of het allemaal ook klopt zou ik niet kunnen zeggen. Aan de hoeveelheid noten te zien heeft de schrijver veel onderzoek gedaan.
Een boek voor de liefhebber. | 0neg
|
Met het derde zusje is Hewson al weer toe aan zijn derde boek in de zogenaamde Nederland/Pieter Vos reeks. Hewson gebruikt in zijn boeken vaak een land als decor waar hij niet vandaan komt en heeft de nodige faam opgebouwd dat hij uitgebreid research doet en de lokale scenery goed weergeeft.. Waar dat in de eerste twee delen inderdaad goed gelukt was giert het in dit derde deel bij tijd en wijle uit de bocht en wordt het gebruik van de oer Hollandse namen en de kneuterige beschrijving irritant. voeg daarbij het gebruik van 440 pagina's om een niet al te spectaculair en voortkabbelend plot te verwoorden en het wordt duidelijk dat we hier niet met zijn beste werk te maken hebben.
Kijken of met deel 4 de draad van zijn eerdere werk weer wordt opgepakt en dit een eenmalige miskleun is | 0neg
|
Het verhaal was tof maar heel kort en niet zo interessant.
Ik hou van spionageverhalen maar deze was niet zo goed.
Ik zou het verhaal langer maken en meer spannend.
Mark | 0neg
|
'Hoe Ik Talent voor het Leven Kreeg' (2016) is één van de belangrijkste boeken in de Nederlandstalige migratieliteratuur, omdat Rodaan Al Galidi een vinger op de zere plek legde van de psychologische gevolgen van ons hardvochtige asielbeleid. Een bureaucratisch, ontmenselijkend systeem waar mensen jarenlang in tergende onzekerheid wachten of ze wel of niet die asiel-status krijgen, terwijl ze zich door gedwongen werkeloosheid en gebrek aan perspectief nauwelijks kunnen of mogen ontplooien. Precies het juiste boek op het juiste moment, daarbij geholpen door een sympathieke media-persoon als Rodaan Al Galidi die zijn eigen ervaringen had verweven met een fictie-vertelling. Het boek hield stilistisch niet over en had ik moeite met de wat simplistische (soms zelfs beledigende) weergave van sommige vrouwenfiguren in het werk. Maar de spanning die Al Galidi schiep tussen zijn positie als auteur en de sociaal realistische fictiewereld was een krachtig middel om een urgent, doch onderbelicht facet van de vluchtelingenproblematiek te schetsen.
In 'Duizend-en-een Nachtmerries' (2017) tapt Rodaan Al Galidi uit een ander vaatje. Geen sociaal realisme met een kafkaiaans tintje maar absurdistische korte verhaaltjes met verwijzingen naar actualiteiten en eigentijdse thema's. Al begint ook deze verhalenbundel met een soortgelijk kattebelletje naar de lezer toe. Hier een 'mededeling ter geruststelling' om de lezer erop te wijzen dat deze nachtmerrieverhaaltjes louter aan de verbeelding van de schrijver zijn ontsproten. Deze verhaaltjes zijn uitvergrotingen van de realiteit en de personen waar hij zijn fictie-figuren op baseerde leven waarschijnlijk gezond en wel verder. Die introductie laat voor mij zowel de kracht van deze bundel als de zwakte ervan zien. Het is een beetje knullig en gekunsteld, maar weet juist daarom vanaf die waarschuwing een prettige underdog-sfeer te creëren. De personages die Al Galidi in deze bundel opvoert zijn namelijk ook muurbloempjes, twijfelaars en weifelaars en mensen in de periferie van de samenleving. Zelfs een kunstrover, een terrorist, een jongedame die graag vrijt op historisch beladen plaatsen en iemand die Saddam Hoessein bijna dagelijks zou kunnen wurgen, krijgen in zijn verhalen iets aandoenlijks en vertederends. Alsof Galidi zijn imaginaire lezer probeert te sussen met fabeltjes waarin schoonheid prevaleert en de duistere kanten van de mens beter weggelachen worden.
Anders dan 'Hoe Ik Talent voor het Leven Kreeg' (2016) mist deze uitnodiging tot een postmoderne leeshouding (het spanningsveld opzoeken wat de auteur vertelt en zijn persoon) een gevoel van urgentie of noodzaak. De inleiding levert namelijk niet een stevig raamwerk waartegen de afzonderlijke verhalen cachet en inhoud krijgen, maar voelt als ludieke gimmick waar verder te weinig mee wordt gedaan. Ook als afzonderlijke bundel (want het is flauw om Al Galidi alleen vanuit mijn eigen opvattingen over postmoderne literatuur af te rekenen) is het niveauverschil tussen de verschillende verhaaltjes te groot. Zo vond ik de lijnen die Al Galidi her en der uitzet over de Irak-oorlog interessant, omdat hij dit specifieke aspect bewust wegliet uit 'Hoe Ik Talent voor het Leven Kreeg' (2016). Daar ging het over een ander trauma, namelijk die asielprocedure. Maar tegenover die sterke verhalen staan te vaak flauwe taal- en vormspelletjes die niet beklijven, of soms zelfs een beetje moraliserend voelen. Het levert een wisselvallige bundel op waar de spanningsboog niet sterk genoeg staat qua overlappende thema's, relevantie en samenhang. En echt vaak kon ik er nu ook niet om lachen.
- Voor meer oorlogstrauma, Irak-oorlog en kafkaëske fictie die mentale wonden verdoezelt: lees de macabere maar bloedstollend goed geschreven bundel 'Lijkententoonstelling' (2017) van Hassan Blasim.
- Voor een postmoderne hervertelling van Duizend-en-een-nacht: lees het ingenieuze weefwerk 'The Hakawati' (2008) waarmee Rabih Alameddine zijn jeugdherinneringen aan Libanon kruidt met verwijzingen naar die verhalencyclus.
- En voor nog meer Duizend-en-een-nacht: lees ook hoe Nagieb Mahfoez in 'Arabische Nachten en Dagen' (1981) zich het epos opnieuw toe-eigende van de vroegere kolonialen. Een vlammende allegorie over de turbulente machtswisselingen in het Egypte van z'n tijd. | 0neg
|
Als Skip wegens de gezondheid van zijn vader terugkeert naar Nederland moet hij steeds meer aan het verleden denken. En dan vooral aan het nichtje van zijn moeder. Zij woonde een tijdje bij hen in huis en is op jonge leeftijd verdwenen.
Ik vind het buitengewoon moeilijk om iets over dit boek te zeggen. Het is prima geschreven. Het verhaal is goed. De personages zijn geloofwaardig. Het doet me alleen helemaal niks. Ik voel niets voor de personages en ook het verhaal roept geen emoties bij me op. Ik vind het niets. En dan niet niets in de zin van 'wat een slecht boek.' Nee, gewoon niets. Ik kan niet anders zeggen dan dat het me allemaal een beetje zielloos aandoet.
Misschien dat andere lezers hier heel anders over denken. Dan zou ik dit graag horen. | 0neg
|
In tegenstelling tot andere lezers sprak het boek mij helemaal niet aan. Ik vind het een ongeloofwaardig verhaal met een hoofdpersoon die ongeloofwaardige keuzes maakt. Veel te veel onnodige tekst.
Vanaf de helft heb ik halve bladzijden overgeslagen.
Ik was blij dat ik het boek uithad. | 0neg
|
Soixante Neuf van Sandrine Jolie is het eerste deel in een nieuwe reeks thrillers vol misdaad en erotiek. Welke auteur er schuilgaat achter het pseudoniem Sandrine Jolie is niet bekend. Tenzij je weet wie er schuilgaat achter het pseudoniem Linda van Rijn, want volgens uitgever Marc van Gisbergen behoren beiden pseudoniemen toe aan één en dezelfde auteur. Wie deze auteur is blijft vooralsnog een raadsel.
Agente Sanne Romeijn geniet nog van haar vakantie als haar chef haar belt en vraagt of ze direct terug wil komen. In de sjieke seksclub Soixante Neuf zijn vlak na elkaar twee mannelijke bezoekers vermoord en de schrik zit er goed in bij de callgirls. Gezien het feit dat de lichamen achtergelaten zijn in een positie van de Kamasutra, acht de politie de kans groot dat de moordenaar opnieuw zal toeslaan. Het Indiase leerboek over de liefde bevat immers meer dan 60 standjes. Ramses Barbino, de eigenaar van de club, laat niet veel los en ziet de politie liever gaan dan komen. Een reden om een unieke undercoveroperatie te starten. Sanne infiltreert als luxe callgirl Sandy G. en moet zich staande zien te houden in de club. Ondertussen wordt de Kamasutra-killer steeds brutaler en lijkt geen enkele bezoeker nog veilig.
Soixante Neuf is door het niet al te dikke formaat van iets meer dan 200 bladzijden, verdeeld over 10 hoofdstukken, een handzaam en prettig leesbaar boek. Echter, inhoudelijk valt het verhaal een beetje tegen. De plot is te eenvoudig, weinig verrassend en maar bij vlagen boeiend. Het rechttoe rechtaan verhaal heeft eigenlijk van alles net iets te weinig. De personages, inclusief het ambitieuze hoofdpersonage Sandy G, zijn erg minimaal uitgewerkt. Het toevoegen van een extra verhaallijn waarin het leven van een of meerdere personages verder was uitgediept, had het verhaal direct interessanter gemaakt.
Het ontbreekt Soixante Neuf aan diepgang, spanning en erotiek. Het verhaal speelt zich vrijwel volledig af in een seksclub, maar opwindende erotische momenten zijn er nauwelijks. Een gemiste kans aangezien er in deze setting genoeg gelegenheid was om een aantal sensationele seks-scènes toe te voegen. Helaas kwam Sandrine Jolie niet verder dan wat oppervlakkig beschreven vluggertjes, waar hoogstwaarschijnlijk niemand rode oortjes van krijgt.
Qua spanning laat het verhaal ook te wensen over. Het politieonderzoek loopt gestaag verder en de moordenaar slaat keer op keer rustig toe. Zodra de ontknoping nadert wordt het verhaal overduidelijk spannender, maar huiveringwekkend wordt het nergens. Over de geloofwaardigheid van een aantal zaken valt te twisten en de oplettende lezer zal hier en daar wat tegenstrijdigheden in het verhaal ontdekken.
Toch is Soixante Neuf geen boek dat je snel aan de kant legt. De schrijfstijl van Sandrine Jolie is aangenaam vlot en je blijft voortdurend nieuwsgierig naar de dader en zijn motief. De Kamasutra-killer heeft je in zekere zin toch in zijn greep en dat maakt een hoop goed.
Soixante Neuf is absoluut geen sterk erotisch thrillerdebuut van Sandrine Jolie. Een simpel tussendoortje, leuk om gelezen te hebben, maar daar blijft het bij. Het volgende deel in de G-serie, zal dan ook op alle fronten een stuk sterker moeten zijn dan dit eerste deel. | 0neg
|
De nadagen is het enige boek dat ik van Jef Aerts gelezen heb. We zijn ondertussen een jaar of 5 later, en tot vandaag was het mij niet echt duidelijk waar het boek over ging. Ik kwam niet verder dan dat het over iemand ging met bindingsangst die iedereen begon te meiden en zich eenzaam terug trok. | 0neg
|
Ik had een weeffout in onze sterren gelezen en vond dat boek geweldig! Ik dacht dus: van deze schrijver wil ik meer lezen! En hoewel John Green geweldige zinnen kan schrijven, viel dit boek mij zwaar tegen. Miles is zo'n zeurkous dat het tenenkrommend is. Hij is op de één of andere manier verliefd op Alaska, terwijl zij één van de meest onsympathieke personages ooit is. Het was simpelweg zielig.
Als ik zou geven om de personages, dan zou ik het waarschijnlijk wel een mooi boek hebben gevonden. Het probleem is alleen dat ze me niets konden interesseren, dit maakte het boek alleen ontzettend saai. | 0neg
|
De Amerikaanse journalist Fields belandt in een kast met lamellen deuren in het West-Friese Voorhorst waar hij twee jonge vrouwen bespiedt, schrijfster Iris Kouwenaar en haar vriendin Kay Idle. Hoe hij daar terecht komt en waarom, wordt langzaam uit de doeken gedaan in het boek Vergeet de meisjes van Alma Mathijsen. Fields heeft de opdracht gekregen Iris Kouwenaar te interviewen die bijna 20 jaar geleden met haar debuut Antidote internationaal doorbrak. Fields heeft het boek nooit gelezen want bij zijn eerste, toevallige kennismaking met Iris Kouwenaar ontwikkelde hij een instant antipathie tegen haar. Een pedant meisje, was zijn oordeel. Hij weigert mee te doen aan de hype die haar boek teweegbrengt. Ook in de andere boeken die ze daarna schreef, is hij niet geïnteresseerd. Sinds enige tijd is het echter stil rondom Iris Kouwenaar, ze heeft al een aantal jaren niets meer gepubliceerd. Aangezien Antidote met de tijd steeds actueler lijkt te worden en het 20-jarig jubileum van het boek in het verschiet ligt, is het tijd dat Iris Kouwenaar met een interview weer tot ‘leven’ wordt gewekt. Tegen zijn zin in krijgt Fields deze opdracht.
Het begin van Vergeet de meisjes is spannend en intrigerend. Wat doet een journalist in vredesnaam in een kast en wat is er met de twee vrouwen aan de hand die hij vanuit die kast observeert? Fields eerste indrukken zijn positief. Iris blijkt heel ziek te zijn en wordt liefdevol verzorgd door Kay. Maar al snel komen er barsten in de idyllische taferelen die hij waarneemt. De vriendschap of liefdesrelatie (minus de seks) tussen de twee vrouwen blijkt niet te zijn wat het lijkt. M.n. Kay heeft speelt een vreemde rol. Ze zorgt vol overgave voor Iris maar hun relatie heeft het meest weg van een verboden liefde. Als de deurbel gaat, schrikken de vriendinnen. Als een bouwvakker de schade komt opnemen die een omgezaagde boom in de straat veroorzaakt aan het slaapkamerraam van Iris en Kay, gooit de laatste snel een laken over Iris heen. Waarom wordt in het verhaal niet duidelijk. De kans dat de bouwvakker Iris Kouwenaar herkent, lijkt niet erg groot waardoor het eigenlijk meer een demonstratie lijkt van de claimende aard van Kay. Zij wil Iris kost wat kost voor zichzelf houden, zonder invloeden van buitenaf. Steeds meer lijkt de ziekte van Iris een noodzakelijke voorwaarde te zijn voor het behoud van de vriendschap. Wordt er zelfs in het boek gesuggereerd dat Kay Iris zieker maakt dan ze in werkelijkheid is? Daar zijn aanwijzingen voor want ondanks de ogenschijnlijk goede zorgen van Kay belandt Iris uiteindelijk ondervoed en uitgedroogd in het ziekenhuis. Schrijft Kay de doseringen van de medicijnen van Iris in haar geheime dagboek om ze te kunnen manipuleren? Is dit haar manier om Iris in toenemende mate afhankelijk te maken, zodat ze letterlijk niet weg kan? Is er in de relatie die ooit begon als een ‘vriendschapsliefde’, zoals Iris het in een interview noemt, eigenlijk nog wel sprake van liefde of vriendschap?
Het boek is onderhoudend, het verhaal wordt met vaart verteld en Iris vertelt prachtige verhalen over vrouwen die het heft in eigen handen nemen aan Kay. Het grootse bezwaar tegen het verhaal zijn de toch wat al te onwaarschijnlijke situaties waar Fields in terecht komt. Zo staat hij vanuit een slaapkamerkast de vrouwen urenlang te observeren waarbij geen detail zich aan zijn zicht onttrekt. Dat lijkt me in een kast met lamellen deuren eigenlijk onmogelijk. Hij belandt regelmatig in een slapstickachtige situatie (onder het bed, achter het gordijn, onder een dekentje op de achterbank van een auto). Er zijn er te veel toevalligheden, die afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van het verhaal. Dat is jammer, ook omdat er met een website vol biografische en bibliografische informatie over Iris Kouwenaar moeite gedaan wordt om ons te doen geloven dat zij bestaat en dus ook in zo’n beklemmende relatie als ze heeft met Kay, terecht zou kunnen komen. Sommige boeken lees je met een zeker plezier maar zijn uiteindelijk onbevredigend. Wat mij betreft geldt dit voor Vergeet de meisjes. Ik geef het 2,5 ster. | 0neg
|
De markt wordt overspoeld met steeds meer en meer thrillers. Teveel om bij te houden, laat staan te lezen. Dus moeten we keuzes maken. Hoe meer we lezen, des te beter onze keuzes. Behalve door deze leeservaring wordt onze keuze beïnvloed door eigen smaak, intuïtie, gemoedstoestand en de mening van anderen (Crimezone!). Ik heb destijds de bewuste keuze gemaakt om Zonnestorm van Asa Larsson te laten liggen. Deels op gevoel, deels beredeneerd (alweer een Scandinavische auteur erbij, nee, nu even niet). Het vervolg Midzomernacht werd me onlangs in de schoot geworpen met daarbij de opdracht: lezen en een stukje schrijven. Het leven van een recensent is zwaar.
Mijn keuze was destijds de juiste. Moeizaam kruip ik door de regels heen. Asa Larsson formuleert zwaar, soms poëtisch en vergeet daardoor de spanning in het verhaal te houden. Daar komt nog bij dat er veel verwijzingen zijn naar Zonnestorm. (Heb ik dus niet gelezen; eigen schuld, ik weet het!)
In Midzomernacht zit advocaat Rebecka Martinsson als gevolg van de gebeurtenissen uit t eerste boek in een dipje. Nou ja, een superdip. Haar werkgever probeert haar toch weer een beetje produktief te maken, waardoor ze (helaas pindakaas) wéér in een soortgelijke moordpartij terecht komt. En ook nog eens in dezelfde omgeving. Das vragen om problemen en derhalve is het dan ook niet verrassend dat we worden getrakteerd op de geestelijke teloorgang van het hoofdpersonage. Door de introductie van vele andere personen probeert de auteur een spannende whodunit te creëren. Maar echt raadselachtig boeiend wordt het niet.
Ik heb het donkerbruine vermoeden dat Asa Larsson in dezelfde valkuil is gevallen als veel van haar collegas, namelijk: er niet in slagen om een pakkend vervolg te kunnen schrijven op een interessant debuut.
Daarentegen is het toch goed om zo af en toe een kwalitatief wat minder boek te lezen. Hierdoor leer je de meesterwerken beter herkennen en waarderen. Ik dank hierbij mevrouw Larsson voor deze wijze les. | 0neg
|
Ik kwam op het begin moeilijk in het verhaal. Maar iets in het boek sprak me aan om het verder te lezen. Ondanks dat het het bij Literatuur en Romans hoort komt er veel spanning in voor. Op een manier die ik nog niet eerder kende. Ik begrijp het einde nog niet helemaal, waarschijnlijk omdat ik het niet had verwacht dat het zo zou lopen. Ik had er iets meer van verwacht.
Het boek gaat over aangrijpende gebeurtenissen. Hoe trauma's verwerkt en wonden geheeld worden. Voor je je kunt overgeven aan geluk. | 0neg
|
Het was niet helemaal wat ik had verwacht van een boek van Tess Gerritsen. Te vlot, te gemakkelijk, te boeketreeksachtig. Aan de andere kant: het leest vlot weg, het is lekker ontspannend; kortom een leuk tussendoortje. Maar verwacht niet meer! | 0neg
|
Weerwater - Renate Dorrestein
De wereld vergaat, maar Almere bestaat!
Een dystopische roman.
Renate Dorrestein, schrijver en hoofdpersoon van deze roman, is schrijver in residence in Almere. Zij maakt daar ook direct een levensingrijpende gebeurtenis mee! Er steekt een afschuwelijke storm op, noodweer, niets ontziend. De wereld vergaat en Almere wordt sindsdien omringd door een dichte mistbank, waarin alles en iedereen verdwijnt als je/het erin terecht komt!
Dat wordt opgevolgd door een onhoorbare, doordringende ‘pling’! Het gaat je dwars door merg en been.
Almere heeft de natuurramp ‘doorstaan’, maar is vanaf nu afgesloten van internet, telefoon, elektriciteit, water, riolering, aanvoer van voedsel en brandstof. Het is letterlijk: Back-tot-basic!
Dit betekent ook dat de mensen die buiten Almere naar hun werk zijn nooit meer terug komen. Er is geen gezin , geen mens die geen persoonlijke verliezen heeft te betreuren. En de meeste mannen zijn buiten Almere! De stad heeft nu een gigantisch vrouwenoverschot.
Niet alleen kan men niet meer terugvallen op de (voor ons) basisvoorzieningen, maar ook het bestuur van de stad is weg! Het wordt een uitdaging om in deze overgebleven stad weer een soort van samenleving met wetten en regels op te bouwen. Renate krijgt de opdracht om als schrijver de stadsschrijver, verslaggever te worden.
Deze samenleving gaat per loterij worden geregeerd: Nieuwe familieverbanden? Wie wordt jouw Naaste Familie. Wie wordt het ‘clanhoofd’? Wie mag de baby in zijn familie opnemen? Het wordt een ‘loterij-cratie’!
Heel langzaam komt er weer wat ritme, orde in het leven, maar vergis je niet: mensen hebben niets, kleren verslijten, eten moet weer in de wilde natuur gezocht worden, water moet gewonnen worden, latrines gegraven…
Dorrestein beschrijft hoe de reacties van de mensen zijn, zij observeert niet alleen de mensen om haar heen, maar ook haar eigen reactie op deze situatie.
De roman leest vlot weg, heeft geen ingewikkeld plot. Wel ironische en sarcastische, soms humoristische beschrijvingen. Voor mij blijft het toch een oppervlakkige roman, ik mis de diepgang. | 0neg
|
Thea Lim groeide op in Singapore en is momenteel woonachtig in Canada. In 2007 schreef ze al een novelle. An Ocean of minutes is haar eerste roman. In december komt dit boek ook in het Nederlands uit onder de titel Een oceaan van tijd.
Frank en Polly leven een gelukkig leven in de jaren ’80 totdat Frank getroffen wordt door een dodelijk virus. De enige manier om te genezen van de virus is door medicijnen, maar die zijn te duur en kunnen ze niet betalen. Om toch aan de medicijnen te kunnen komen moet Polly tijdreizen naar 1993. Ze maken een plan om elkaar in dat jaar weer te ontmoeten. Maar zal dit lukken?
Het idee achter dit boek zorgt voor hoge verwachtingen. Romantiek, tijdrijzen en een soort dystopian verhaal in het verleden, voor ieder wat wils zou je denken. Helaas laat de uitwerking de wensen over. Het lijkt wel of Lim zoveel in het boek heeft willen stoppen, dat geen enkel onderdeel goed uitgewerkt is. Romantiek, tijdreizen, het kwijtraken van een geliefde, de zoektocht om elkaar weer te vinden, en dat alles in een wereld die overhoop ligt. En dan heeft Lim ook nog geprobeerd het een beetje in een historisch jasje te steken met elementen van een werkkamp in de tijdsperiode waarin het verhaal zich afspeelt.
Nergens spreken de personages echt tot de verbeelding. Polly is erg voorspelbaar en laat de gebeurtenissen wel erg over zich heen komen zonder ergens eigen regie te pakken. Frank is over het algemeen erg onbereikbaar. Hij is als persoon moeilijk te lezen en je snapt eigenlijk nergens wat zijn gedachtegang is en waar hij zijn beslissingen op baseert. Hierdoor is het erg moeilijk om met hem mee te gaan leven en komt hij eigenlijk gewoon over als een botte hork.
Door spelingen in de tijd worden we van heden naar verleden geslingerd, waardoor je steeds een beetje meer te weten komt over de achtergrond van de personages. Dit maakt het boek echter ook wat rommelig. Je krijgt telkens maar kleine stukjes informatie en er wordt veel gesprongen tussen verschillende tijden waardoor de kern van het verhaal het soms lastig te volgen is.
Een duidelijk en goed idee voor een verhaal, maar de uitwerking laat helaas nog erg de wensen over. | 0neg
|
Marc Jacobs en Marike Vreeker zijn als schrijvend duo een vreemde eend in de Nederlandse bijt. Ze zijn geen familie van elkaar, werken niet samen, wonen niet in elkaars buurt en verschillen zelfs meer dan een decennium in leeftijd. Maar toen Marc Jacobs erover dacht om een spannend boek te schrijven, contacteerde hij Marike Vreeker, die hij nog kende van de Stenden Hogeschool. In 2009 verscheen Het koepelmysterie. En na De Turkse connectie ligt momenteel Ondergronds kwaad in de boekhandel. Dit is het derde boek met Erik van Houten en Sigrid de Wilde als vast speurdersduo.
Bij een ontruiming van een woning wordt door een deurwaarder het verminkte lijk van een jonge, buitenlandse vrouw gevonden, die blijkbaar een slachtoffer was van vrouwenhandel. Het onderzoek wijst in de richting van een exclusieve club, maar daar loopt het onderzoek vast. In de hoop het spoor toch te kunnen blijven volgen, gaat Sigrid de Wilde met gevaar voor eigen leven undercover.
In tegenstelling tot het beschreven onderwerp doet het pictogram van een huisje aan het begin van elk hoofdstuk een beetje kinderachtig aan, maar vermoedelijk is dit eerder de uitgever dan wel de auteurs aan te rekenen. Inhoudelijk proberen Jacobs en Vreeker de lezer niet alleen een totaalbeeld te geven van hoe vrouwen uit hun vertrouwde omgeving worden weggerukt, daarna gehersenspoeld en geconditioneerd worden en zo in de prostitutie belanden, maar ze illustreren ook de andere zijde van deze industrie door zeer gedetailleerd te beschrijven hoe iemand mensenhandelaar wordt. Alles bij elkaar misschien wat veel om in één boek te verwerken (ook al telt het bijna vierhonderdvijftig bladzijden), waardoor sommige aspecten van deze mensonterende handel onvoldoende uit de verf komen en de gruwel ervan aan de lezer dreigt voorbij te gaan.
Het frequent gebruik van niet-alledaagse woorden en de bij momenten ronduit bizarre woordkeuzes, leiden de lezer geregeld af van de essentie van het verhaal. De aanvang van het boek is zeer luchtig van toon, met vlagen van humor. Wat tijdens het lezen opvalt, is dat de deurwaarder wel heel positief wordt afgeschilderd. Dat roept vragen op, die na enig zoekwerk snel beantwoord werden: blijkbaar bestaat het opgevoerde deurwaarderskantoor echt, en heeft de zaakvoerder er destijds om gevraagd een rol in het verhaal te mogen spelen in ruil voor een afname van tweehonderdvijftig exemplaren, die hij als relatiegeschenk heeft uitgedeeld. Natuurlijk moet een boek verkopen, en gelijkaardige 'deals' worden wel vaker afgesloten, maar de geloofwaardigheid krijgt hierdoor toch een knauw.
Jacobs en Vreeker vertellen hun voornamelijk in Leeuwarden gesitueerde verhaal op een gezapig tempo waardoor het boek op ontspannende wijze inzicht geeft in een harde wereld. Als spannend boek kan Ondergronds kwaad echter niet beklijven en blijft het net onder de maat. De zeer toepasselijke titel, en de nogal plotse ontknoping kunnen daar niets aan veranderen. | 0neg
|
Geweldige verteller maar..... in dit boek vele verhaallijnen en locaties.
Het geeft een indringend beeld van enige familie generaties,
met als thuisbasis Kabul.
Voor mij echter nergens het niveau van de vliegeraar of schitterende zonnen | 0neg
|
Twee soldaten: erg lastig om soldaat te maken.
oeff! Wat een tegenvaller. Was vol verwachting aan deze dikke pil begonnen. Dit schrijversduo had immers al enige kunstwerken (drie seconden en de uitlevering) op hun naam staan. Het boek valt echter zwaar tegen. De stijl is wel weer herkenbaar: rauw en realistisch. Toch heeft het boek ook iets zweverigs. Het is net of zijn veel dingen net iets te veel aangedikt. Het komt te geforceerd over, men is wat doorgeslagen en het lijkt soms net of lig je bij een zielenknijper op de bank. Het deel in de gevangenis is nog wel te pruimen mar zodra Ewert Grens in beeld verschijnt daalt het m.i. naar een bedenkelijk niveau. Spanning verdwijnt en je begint naar het einde te snakken. Op de omslag staat: dit boek kruipt je onder de huid. Dat doet het inderdaad, maar bij mij op een andere wijze dan de schrijvers waarschijnlijk voor ogen hadden. Hopelijk is dit een eenmalige misser van dit duo! | 0neg
|
Hercule Poirot is het meest irritante personage dat ik ooit ben tegengekomen in een boek. Betweterig, eigenzinnig en langdradig. Samen met politieagent Catchpool gaat hij op zoek naar de moordenaar. Hij biedt zijn hulp niet aan, maar dringt zichzelf op. Catchpool daarentegen is erg onzeker, haast onderdanig, en neemt de hulp van deze ervaren inspecteur maar wat graag aan.
Het motief van de moordenaar is voor iedereen een compleet mysterie. Waarom deze drie slachtoffers die op het eerste gezicht niets gemeen hebben? Al snel zitten Catchpool en Poirot op de goede weg om dit mysterie te ontrafelen. Maar hoe snel zij ook zijn, de vaart zit er in het boek maar niet in. Gelukkig is het boek niet helemaal vanuit het perspectief van Poirot geschreven, maar wordt aangenaam afgewisseld door Catchpool anders was ik tijdens het lezen in slaap gesukkeld.
Ja, het verhaal is goed, het plot is verrassend en zit vernuftig in elkaar. Maar wat duurt het ontzettend lang om daar te komen. Er is weinig actie en spanning, maar misschien past dat bij uitstek bij een ‘Agatha Christie’. De laatste bladzijdes heb ik zuchtend gelezen, want Poirot die een pleidooi houdt of iets uit de doeken doet is erg slaapverwekkend.
Nee, doe mij dan maar een goede thriller met veel spanning en een beetje actie. Zonder Poirot graag! | 0neg
|
Dit boek werd zo aangeprezen dus ook ik wilde dit lezen. Wat een teleurstelling. Heb mij door honderd of nog wat bladzijdes heen geworsteld (bijna tweehonderd denk ik) totdat ik zo moe werd van het gezever en dat gejeremieer van de hoofdpersoon dat ik snel even doorgebladerd heb naar de laatste bladzijdes en even het eind heb gelezen. Had zoiets van ok, is dat het? Wow wat triest als je alles gelezen hebt en hier op uitkomt. Ben blij dat ik hier niet nog meer tijd aan heb besteed, Had er eigenlijk nooit aan moeten beginnen dat dan ook wel weer. Maar een mens gaat toch af op recensies van anderen. En je denkt bij jezelf misschien is dit wel een juweeltje, not! Zonde van mijn tijd. | 0neg
|
Vond de vorige boeken sterker beschreven. Voortkabbelend boek. Mistte enigszins de spanning. Hoop dat de volgende boeken weer beter zijn. | 0neg
|
Het boek kon mij niet overtuigen. Het boeide me niet zo erg en van Jeffery Deaver ben ik meer spanning, een ander soort plot gewend. Nu zinderde er te weinig en de laatste 80 pagina's heb ik dan ook overgeslagen tot de laatste 2 hoofdstukken. Daarin komt plotsklaps een heel verrassende wending maar niet voldoende om de algehele niet positieve indruk van het boek weg te nemen.
Ik heb begrepen dat dit één van de eerste boeken van Deaver is; hij heeft zich in latere boeken in ieder geval een meester van de psychologische thriller bewezen! Dit was dan denk ik nog maar een vingeroefening. | 0neg
|
Ik irriteerde me meteen rot aan het personage Alex. Dat kan beschouwd worden als een teken van schrijftalent aangezien het duidelijk iets met me deed, maar voor mij was het een teken om niet door te lezen. Karikatuur-achtig mannetje dat wellicht grappig bedoeld was. Verder had ik al snel door dat het een verwarrende constructie betrof. Complex en/of onconventioneel is prima, ik mag graag meedenken, contempleren, reflecteren etc. maar deze constructie kwam volgens mij het geheel niet ten goede. Leuk om te lezen dat er ook zulke positieve recensies zijn, smaken verschillen. | 0neg
|
Op het internet las ik allemaal hele positieve reacties op dit boek.
Ik had er daarom ook heel wat van verwacht.
Misschien komt het omdat ik geen hippe dertiger ben
maar ik vond dit boek helemaal niks.
Veel Popie Jopie taalgebruik en ik vond het ook een vervelende
stijl om te lezen. | 0neg
|
In het vijfde deel van deze reeks worden bekenden van Helen Grace vermoord. Het is aan haar en haar team om te achterhalen wie de moord heeft gepleegd. Helen krijgt ondertussen steeds meer het gevoel dat ze vervloekt is, omdat iedereen in haar omgeving sterft. Ook dit boek blikt kort terug op haar verleden.
Het is het slechtste boek in de reeks, wat mij betreft. Als je de rest van de boeken gelezen hebt, is dit boek van begin tot einde voorspelbaar. Het steeds opnieuw benoemen dat Charlie en Helen een hechte vriendschap hebben opgebouwd omdat ze zoveel hebben meegemaakt en de competitie op de werkvloer tussen vrouwen die vechten om een plekje naast Helen, beginnen te vervelen.
Geen spanning en geen development in de hoofdpersoon Helen Grace zorgen ervoor dat ik twijfel of ik door wil gaan met deze reeks. Als de schrijver het verhaal enigszins geloofwaardig wil houden, zou het volgende boek het laatste moeten zijn (maar we weten al dat dat niet zo is). Daar zit ook het grootste probleem: het voelt niet meer alsof de auteur een verhaal wil vertellen, maar het voelt alsof de auteur schrijft voor de commercie. Hij past steeds hetzelfde trucje toe en vernieuwt niet meer.
Jammer, want ik denk dat hij veel meer uit een personage als Helen Grace kan halen dan de hoofdrechercheur die door alle vrouwen als voorbeeld wordt gezien en die door zoveel mannen aantrekkelijk gevonden wordt. | 0neg
|
Amber ligt in coma. Ze weet niet wat er is gebeurd. Ze zit opgesloten in haar eigen lichaam. Hoort alles wat er om haar heen gebeurt, maar kan niet bewegen. Terwijl ze opgesloten zit in haar eigen lichaam probeert ze de gebeurtenissen van de afgelopen week te reconstrueren en te bepalen wie ze kan vertrouwen en wie niet. Amber verdenkt iedereen: haar man, haar zus en een ex die nog steeds door haar geobsedeerd is. Samen met Amber verdenk je iedereen en weet je tot het einde niet precies wat er met Amber gebeurd is.
In het dagelijks leven speelt Amber verschillende rollen en dat laat je je afvragen wie nou eigenlijk de echte Amber is en of ze zelf wel helemaal te vertrouwen is. Ze liegt immers soms zoals ze zelf aan het begin al zegt. Ik wantrouwde echt iedereen tijdens het lezen, want iedereen lijkt geheimen voor elkaar te hebben. Daardoor wilde ik heel graag weten hoe het verhaal in elkaar zat.
Ondanks dat ik graag wilde weten hoe het verhaal precies in elkaar zat, kwam ik totaal niet door het boek heen. Ik vond Amber helemaal geen leuke verteller. Ik vond haar zelfs behoorlijke irritant worden op een gegeven moment. Ik hoopte nog op goede plottwist en hoewel er best wel een aantal inzitten, zag ik de meeste al van verre aankomen. Het einde vond ik erg teleurstellend, want ik heb niet het gevoel dat ik nu alles weet en dat vind ik behoorlijk irritant. Misschien wel de bedoeling van auteur Alice Feeney, maar totaal niet het einde waar ik op hoopte.
Soms lieg ik was niet echt een succes voor mij. Een irritant hoofdpersoon, plottwists die ik al zag aankomen en een onbevredigend einde. Niet echt ingrediënten voor een goed boek voor mij. Helaas was dit boek best wel een grote teleurstelling wat mij betreft. | 0neg
|
De zoveelste Da Vinci kloon zou je zeggen als het boek niet al in de jaren zeventig geschreven was. Het verhaal gaat over het evangelie van Jacobus, de broer van Jezus. Hierin staat dat hij het kruis heeft doorstaan en pas 20 jaar later in Rome is overleden. Jacobus beschrijft het leven van Jezus dat in de bijbel ontbreekt. Door dit evangelie openbaar te maken moet de kerkverlating (ook toen al) een halt toe geroepen worden.
Idee is aardig maar het tempo is traag, misschien ligt het aan tijd waarin het geschreven is. Echt overtuigend wordt het nooit, daarvoor nemen de hoofdpersonen alle mooie verhalen te eenvoudig voor waar aan. Uiteindelijk vindt de hoofdpersoon uit dat alles nep is maar krijgt hij niet de kans dit openbaar te maken. Je blijft met een onbevredigend gevoel achter na lezen van dit boek. Ik hoop elke keer weer een beter boek dan de Da Vinici Code te vinden. Dat hoeft toch niet zo moelijk te zijn omdat het prima maar zeker geen briljant boek is. Tot nu toe blijft Dan Brown op 1. We blijven hopen. | 0neg
|
De titel ‘Zielsveel’ wekt interesse. Gaat het over liefde? Zo ja, in welke vorm? In dit boek verkent Johan Bordewijk verschillende relaties die veelal problematisch overkomen, waar liefde ontbreekt of juist een drijfveer is.
Het lijkt een roman, maar dat is het niet. Dat verklaart waarom de flaptekst bestaat uit een analyse van het boek in plaats van een beschrijving van het verhaal. Dat maakt het ook verwarrend als het eerste verhaal, dat ruim de helft van het boek in beslag neemt, plotseling stopt.
Het eerste deel is waar het boek zijn titel aan heeft ontleend. Op een zakenreis ontmoet Simon Anne met wie hij meteen een bijzondere band heeft. Hun aantrekkingskracht dwingt hen hun toen nog onschuldige relatie te onderzoeken, uit te proberen waar het toe leidt. Ze blijven elkaar zien en delen intieme momenten die niet altijd seksueel van aard zijn. Het wordt een pijnlijke, maar ook liefdevolle affaire als blijkt dat Simons dochter kanker heeft.
Dit eerste deel begint stroef. Bordewijks schrijfstijl is kordaat, om het zeer toepasselijke woord uit het citaat van Thomas Verbogt dat op de cover prijkt te lenen. Het is jammer dat deze bondige schrijfstijl met staccato zinnen de tekst niet altijd vloeiend laat verlopen. Het is moeilijk in te komen, maar gelukkig laat hij gaandeweg zijn zinnen iets verlengen. Uit de langere zinnen blijkt dat Johan een begenadigd schrijver is die diepgang weet aan te brengen in zijn verhaal. Jammer is dat het verhaal niet overal goed is uitgewerkt. Het abrupte einde laat de lezer daarbij in dubio achter. Hij had zeker de rest van het boek nodig om dit een waardig verhaal te maken.
Toch is het verhaal ook vermakelijk. Je leest het niet voor een originele plot en vlot verhaal, je leest het voor de hevige emoties van Simon en zijn minnares Anne die zelfs de lezer de adem laten inhouden. En voor zinnen als: 'Haar aanwezigheid schoot wortel en klampte zich vast in de fundamenten van zijn leven' (p. 23) en 'Een vrouw die de vezels van zijn lichaam tot in alle uithoeken liet trillen. Wanneer hij overdag goed luisterde, hoorde hij ze nazingen' (p. 101).
En dan de overige delen: in II Shakespeare wil wandelen, over een demente vrouw die maar niet begrepen wordt door haar kinderen en alle frustraties door haar achteruitgang, en III Ella loeit, over vijf oversekste, ordinaire en dramatische stellen die op een roeivakantie gaan, gaat het helemaal fout. Hij verlaat de subtiliteit en de diepgang en gaat over op twee novellen die zijn opgebouwd uit onsamenhangende korte verhalen. De vele wisselingen in perspectieven zijn verwarrend. Hij wil veel in weinig pagina's. Op de fantastische manier waarop Bordewijk personages met weinig woorden kan laten leven na zijn deze verhalen zonder doel en aanzienlijk minder goed geschreven.
‘Zielsveel’ is ten dele intrigerend: het begon stroef, werd erg mooi en eindigde helaas benedenmaats.
Deze recensie verscheen eerder op www.alexhoogendoorn.nl. | 0neg
|
Eerlijk gezegd ben ik een beetje teleurgesteld. Na het lezen van het eerste deel was ik erg enthousiast over zowel het plot, de hoofdpersonen als de manier van schrijven. Het was innovatief, origineel en las als een trein. Helaas blijft van die originaliteit in het tweede deel weinig over, aangezien het plot haast een exacte kopie is van het eerste boek. Het voelt een beetje alsof ik bedonderd ben, en dit een feite een aftreksel is waar geld mee kan worden verdiend zonder dat er veel denkwerk mee gepaard is gegaan. De ontknoping zag je al van mijlenver aankomen. Toch twee sterren, omdat ik wél houd van zijn schrijfstijl en stiekem wil weten hoe het de hoofdpersonen zal vergaan. Volgende keer graag wel iets nieuws, dan zal ik overwegen het derde deel aan te schaffen. | 0neg
|
Bitter is het thrillerdebuut van Victoria Farkas, Eerder schreef zij al kinderboeken. In Bitter maken we kennis met rechercheur Lucy Lam (op zijn Engels uitgesproken) . Een vriendengroep in Amsterdam-Zuid verzamelt zich om het 2-jarig huwelijk van Arnoud en Judith te vieren met een etentje. Ook Pieter, wie in een scheiding ligt met zijn vrouw Karin. Zij zijn getrouwd op het moment dat zij elkaar een maand kenden en hebben het een jaar met elkaar uitgehouden. Dezelfde avond wordt Lucy Lam bij de vondst van het levenloze lichaam van Karin geroepen. Zij is door haar buurvrouw gevonden in haar eigen huis. Het is de eerste "eigen" zaak die Lucy leidt.
Zoals al vermeld op de cover, is Bitter een whodunit. Rechercheur Lucy Lam heeft al gauw het vermoeden dat de dader dicht bij Karin moet worden gezocht.De vriendengroep heeft een zeer prominente rol in het boek, dus die link is als lezer snel gelegd. De cover geeft de associatie met de koningin van de whodunit, Agatha Christie. Daar houdt de vergelijking echter op. Bitter mist subtiliteit die een whodunit spannend maakt. Als lezer zou je meer in het hoofd van de rechercheur willen zitten. In Bitter is het als lezer moeilijk om mee te puzzelen. De betrokken personages en hun acties worden zo specifiek benoemd, dat er amper subtiele misleiding is. Voordat het lichaam is gevonden, heb je als lezer al door hoe zij aan haar einde is gekomen door een gesprek aan tafel bij de vrienden.
Met Lucy Lam heeft Victoria Farkas een interessant karakter te pakken. Ze is een goede speurder en trekt zich niets aan van de gevestigde orde op het bureau. Haar intuïtie is haar belangrijkste drijfveer en ze heeft een goede neus voor eigenaardigheden. | 0neg
|
Ik ben het helemaal met Didi eens, ben nu op pagina 273 en heb nog steeds geen idee wat ik aan het lezen ben. Waarschijnlijk moet je eerst De stromannen lezen voor je aan dit boek begint want het staat vol verwijzingen naar dit boek, ook namen, plaatsen en eerdere gebeurtenissen die (waarschijnlijk) zijn gebeurd zijn wel degelijk van belang in dit boek. Ze hadden het beter De stromannen II kunnen noemen, of in ieder geval kunnen zeggen dat dit het vervolg er van is. Dus ook van mij maar 1 ster. | 0neg
|
Het gegeven van het boek is heel mooi: man heeft een slippertje gehad, minnares krijgt een kind, overlijdt en het kind wordt opgenomen in het gezin van de man. Als alleen dit gegeven goed uitgewerkt zou zijn, zou het een prachtig tranentrekkend boek zijn geweest. In dit boek is er van alles bij gehaald, ongelukken, ontvoerders, jaloerse vriendinnen en nog een zwangerschap!. Dit alles komt de geloofwaardigheid niet ten goede. Ook wordt de vrouwelijke hoofdpersoon (Marline) heel oppervlakkig neergezet. Ik vond het allemaal een beetje ongeloofwaardig. Het toppunt vond ik toch wel dat op een gegeven moment bleek dat Marline kinderpsycholoog was, maar zich totaal niet kon inleven in de belevingswereld van haar pleegzoon. 'Ja, hij huilt zoveel....'. Als je iemand dan kinderpsycholoog laat zijn, laat die dan ook wat professioneler met het kind omgaan! Kortom: heel veel gemiste kansen in dit boek! | 0neg
|
Jowi Groenendijk is traumatherapeute, gespecialiseerd in psychische schade bij asielzoekers. Ze woont sinds kort met haar dochter Julia in Groningen, vlakbij het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Op kerstochtend, middenin een ruzie met Julia, belt haar oud-patiënt Othman, een man waarover Jowi seksuele fantasieën had. Tegenwoordig werkt hij als tolk en nu heeft hij de folteraar van zijn familie herkend in een asielzoeker. “Het spijt me, ik heb iets gedaan. Jij bent de enige die kan helpen. Kom alsjeblieft hierheen.” Hoewel ze geen dienst heeft en eigenlijk iemand anders moet bellen grijpt Jowi het gesprek aan als kans aan om te ontsnappen aan de ruzie en vertrekt.
De gijzelaar is opgebouwd uit verschillende delen. Hoofdmoot is het verhaal van Jowi, geschreven in de derde persoon vanuit haar perspectief, vol gedachten en terugblikken. Het wordt regelmatig onderbroken door een therapeutische reactie op dit verhaal, in een kleinere letter en in de ik-persoon. In het begin reageert de therapeut, later geeft deze schrijfopdrachten waar ook weer een reactie op gegeven wordt. Zo wordt het hele verhaal als het ware twee keer verteld. Dit werkt zeker in het begin verwarrend en schept een gevoelsmatige afstand tot de gebeurtenissen. Alles wat Jowi denkt en voelt wordt meerdere keren herhaald. Hierdoor ontneemt Karin Giphart (1968) de lezer de mogelijkheid om zelf kleuring te geven aan de gebeurtenissen. Ze geeft je de gevoelens en gedachten over deze gevoelens en conclusies over deze gedachten allemaal helemaal mee. En aangezien de gedachten van Jowi voortdurend met haar op de loop gaan, maakt dit het verhaal langdradig en weinig boeiend. Bovendien zijn de dingen die gebeuren uiteindelijk allemaal niet zo erg. Er staat weinig op het spel voor Jowi, behalve haar innerlijke roerselen.
Vanaf het begin voelt Jowi zich schuldig tegenover haar dochter, die ze te veel alleen heeft gelaten omdat ze haar cliënten en tinder-dates voor liet gaan. Ze doet haar best, maar het is moeilijk een goed mens te zijn. En als je heel eerlijk tegen jezelf bent, wat doe je dan liever? Het goede of het fijne? En waarom? De genadeloze eerlijkheid die Jowi zich in haar therapeutische schrijven oplegt leidt soms tot mooie observaties. Maar als geheel kabbelt het te veel voort. Koppel daaraan het teleurstellende einde en je hebt een roman met een mooi thema, die maar niet wil boeien. | 0neg
|
Dit hád best een goed boek kunnen zijn...
...als de schrijver zijn (super)held wat kwetsbaarder had neergezet: de beste man wordt waarachtog nogal eens een keer voor driekwart levenloos gemept om vervolgens -á la zijn niet minder illustere collega-wonderbaarlijk-snel-uit-de-dood-ontsnapperaar Jack Bauer- binnen luttele momenten alweer soepeltjes achter zijn opponent aan te huppelen en daarna (uiteraard) zo'n beetje in z'n uppie de snoderiken uitschakelt en ''de dag redt'.
Zwaar ongeloofwaardig dus.
...als de schrijver de boekindeling wat minder tv-serie-achtig had neergezet: meneer heeft maar liefst Hon-Derd-Acht-En-Vijf-Tig (158!) hoofdstukjes in een slordige 366 pagina's gefrot, waardoor de argloze lezer (m/v) met al de inherente halflege pagina's netto slechts, ik zal niet overdrijven, een geschatte 280 bladzijden overhoudt (slim of bedrog?). Het geeft niet alleen errug weinig adempauze maar levert ook een hoop verwarring/herhaling der zetten op. Ik weet niet of het hierdoor gestimuleerde gejaagd lezen de bedoeling is, maar ik heb nog nooit zo snel een boek gelezen in ieder geval.
Commercieel afgeraffeld dus.
...als de schrijver het verhaal wat listiger had gemaakt: wie wat heeft misdaan en waarom is vrij snel duidelijk. De goeien en de slechten verstoppen zich niet. Tussen alle knokpartijen, (achteloze) afslachtingen, moorden en achtervolgingen door, komt het op me over als een fluks flinterdun inelkaargeschreven commercieel script voor een B... of nee sorry.. D-film. Als je dan toch 'graag' grof geweld beschrijft (en geloof me, dat doet ie), diep het dan gelijk ook helemaal uit. Dan had er nog een interessante achtergrond in gezeten.
Gemiste kans dus.
Dit is het eerste boek dat ik van Patterson heb gelezen, ik was nieuwsgierig door de vele lovende kritieken en de nogal aanwezige aanwezigheid van zijn schrijfsels in de spanningschappen van de meeste boekenboeren.
En het laatste dus.
Tenzij iemand me ervan weet te overtuigen dat ie existentieel betere heeft geproduceerd (hou u vooral niet in).
Al met al 1 ster voor de poging tot een goed boek..
Dus. | 0neg
|
maar niet zijn beste,In Brugge worden enkele mannen vermoord en zo verminkt dat identificatie een moeilijke zaak wordt. Inspecteurs Van In en Versavel openen de jacht op de moordenaar, maar vinden, behalve een link met een nogal bizarre vereniging weinig aanknopingspunten. Die vereniging, de Gezellen van de Brugse Beer, blijkt te bestaan uit een bont gezelschap dat zich interesseert voor de Brugse geschiedenis. Nu zijn ze op zoek naar de schat van Karel de Goede, die ergens in Brugge verstopt moet liggen. Begint de hebzucht de leden parten te spelen, of vertellen ze niet de hele waarheid? Of zitten de speurders op een doodlopend spoor?
De stijl van Pieter Aspe bewijst ondertussen al een hele tijd zijn waarde, want al voor dit twintigste boek, met Van In in de hoofdrol, het levenslicht zag, bereikte de schrijver de grens van één miljoen verkochte boeken. Met vlotte pen leidt hij zijn personages van café naar café en al Duvel drinkend wordt er de nodige aandacht besteed aan het vrouwelijk schoon, de familieproblemen, een grapje hier en daar, en ondertussen moet men ook nog een moordzaak trachten op te lossen.
Maar begint de formule sleets te worden? Of word ik te oud? Wie zal het zeggen, maar voor het eerst begon ik het constante cafébezoek van ons trio, alsmede de veelvuldige seksistische opmerkingen als storend te ervaren. Het constante gevoel dat de schrijver dit gegeven maar al te vaak opvoert om toch maar zijn bladzijden gevuld te krijgen.
Ondanks dat alles blijven de personages elk op hun manier levensecht en geloofwaardig overkomen zodat ze van de sympathie van de lezer verzekerd blijven. Dat blijft toch vakwerk dat respect verdient. En ook qua locaties blijft Pieter Aspe ons verbazen, want hij slaagt erin telkens weer andere interessante gebouwen te vinden voor zijn boeken. De verrassing van Rebus is het bizarre café Lucifermum, waar je na het lezen eigenlijk direct een glas wil gaan drinken. Jammer dat er geen sluitende bevestiging te vinden is of het nog altijd geopend is.
Deze aspecten bieden bijna de garantie dat een volgend boek wellicht zonder veel nadenken toch weer aangeschaft wordt.
Het valt op dat Pieter Aspe voor dit verhaal alle registers opentrekt om het geheel zo gruwelijk en spannend mogelijk te maken: moord, verminking, verkrachting, pedofilie, het trekt allemaal aan het oog van de lezer voorbij. Maar laat deze overvloed er nu net verantwoordelijk voor zijn dat dit verhaal zeer on-Aspes overkomt.
Rebus is lang niet het beste boek uit de reeks, maar nog best genietbaar. En omdat, ondanks bovenvermelde punten van kritiek, de eindbalans toch nog positief is, en mede door het soap-gevoel en door de cliffhanger op het eind van het boek, kan ik alleen maar besluiten: op naar nummer eenentwintig. | 0neg
|
Achter de sobere, maar opvallende, rode omslag gaat het debuut schuil van de Amerikaan Spencer Quinn. Maar die naam blijkt dan weer een pseudoniem te zijn van Peter Abrabams, een in Cape Cod verblijvende misdaadauteur van wiens hand tussen 1980 en 2000 al een vijftal psychologische thrillers in het Nederlands vertaald werden. Boze tongen beweren dat teruglopende verkoopscijfers aan de basis lagen van deze naamsverandering, maar zelf stelt de auteur dat het verschil tussen zijn andere boeken en Luie hond te groot was om ermee naar buiten te komen als het negentiende boek van Abrahams.
En dat het geen doorsnee spannend boek is blijkt meteen, want het hoofdpersonage is Chet, een hond, die na het zakken voor zijn eindexamen van politiehond onderdak vond bij privé-detective Bernie Little. Samen zetten ze hun tanden in voornamelijk echtscheidingszaken en vermissingen, zoals deze van Madison Chambliss, een vijftienjarige studente die op een dag geheel ongebruikelijk niet thuiskomt.
Ik rook hem al of beter gezegd zijn kegel voordat hij de deur opendeed, maar mijn reuk is nu eenmaal behoorlijk goed ontwikkeld, beter dan de jouwe waarschijnlijk. Zo klinkt de openingszin, die representatief is voor het ganse boek: een verfrissend, lichtjes kinderlijk, ontwapenend, maar geestig taalgebruik dat regelmatig een glimlach op het gelaat van de lezer weet te schilderen. En het moet gezegd: de auteur kan zich voortreffelijk inbeelden in de wereld van de hond. Hij verwoordt de zienswijze van de hond zo doeltreffend en geloofwaardig dat men al lezend een andere kijk ontwikkelt op het gedrag van zowel honden als de mensen in hun omgeving. Luie hond heeft absoluut een meerwaarde voor de liefhebbers van deze huisdieren.
We zouden bijna vergeten dat dit boek als een detective geprofileerd wordt door de commerciële jongens van de uitgeverij. Maar de plot valt nogal dun uit en het geheel is zeer summier en rechtlijnig uitgeschreven. Zowat elk hoofdstuk eindigt met een gebeurtenis of hint die in het begin van het volgende hoofdstuk uitgezocht wordt. En de met droge humor doorspekte schrijfstijl, met bij wijlen een redelijk hoog Samson & Gert gehalte, dooft ook telkens weer elk opspattend vonkje suspens. En dat is jammer, want het verhaal bevat genoeg potentieel spannende momenten en actiescenes. Er gebeurt zelfs zoveel dat ik benieuwd ben wat de auteur in de beloofde volgende boeken in de reeks nog uit zijn pen weet te schudden om verrassend uit de hoek te komen zonder in herhaling te vallen. Zelfs in dit boek worden de zinsnedes een verhal waar ik later misschien nog eens op terugkom en opeens vielen mijn ogen dicht als meermaals aan het papier toevertrouwd.
Luie hond trouwens een titel die het hoofdpersonage te weinig eer aan doet is vooral een leuk komisch boek overgoten met een dun spannend sausje dat zijn bestaansrecht volledig ontleent aan de zeer originele invalshoek van het vertelperspectief. Een ideaal tussendoortje, maar geen echt spannend boek, deze kruising van Rataplan en Lassie. | 0neg
|
Wat een onvoorstelbaar leven heeft deze jongen gehad zeg! Kleine Saroo, Sheru (wat Lion betekent in zijn moedertaal, vandaar de titel) gaat met zijn broer op pad, raakt hem kwijt, leeft een zwerversbestaan en via een boel narigheid komt hij uiteindelijk in Australië terecht. Als internet haar intrede maakt in de wereld, is dit voor Saroo een kans om op zoek te gaan naar zijn biologische familie. Prachtig om te lezen.
Helaas kon de manier van schrijven mij totaal niet boeien. Ik snap dat het zijn levensverhaal is en vanuit zijn herinneringen geschreven, maar voor mij als lezer was het soms wat te warrig en las ik een aantal keer hetzelfde. Haalt absoluut niet weg dat het verhaal zelf prachtig is. Ik denk dat ik de film eens ga bekijken, dat deze misschien meer indruk maakt. Want ondanks dat de schrijfstijl mij helaas niet pakte, is het wel een verhaal wat mijn interesse heeft. 2,5* | 0neg
|
Beste Owan,
Allereerst wil ik je bedanken voor dit boek, dat ik zomaar cadeau kreeg. Op social media ben je erg actief en vind ik je zeer sympathiek. De twijfel was of ik De Val van Hymír een tweede ster zou geven uit sympathie, maar dat zou niet eerlijk zijn. Het boek voelt veel meer als een werkdocument, het mist een professionele redacteur en lijkt simpelweg nog niet af. Er zitten nog te veel schrijftechnische mankementen in, waardoor het verhaal niet vloeiend loopt. De Val van Hymír wisselt tussen wankele dialogen en infodumps.
Het is duidelijk dat dit boek van de hand van een beginnend schrijver is. Ik juich alleen maar toe dat er meer fantasy geschreven wordt door Nederlandstalige auteurs. Daarom hoop ik ook dat deze ene ster je raakt. Dat je er verdrietig of boos van wordt en dat je die energie gaat gebruiken om verder te schrijven. Dat je ernaar streeft om steeds beter te worden. Ik wil dat deze ene ster je bijblijft en dat je deze recensie over een aantal jaren kan uitlachen. Bovendien hoop ik in de toekomst meer van je te lezen en dat ik steeds meer sterren kan geven.
Dus waag het niet om te stoppen met schrijven! | 0neg
|
Op bladzijde 160 ben ik blijven steken. Wat een slecht verhaal !De vertelster, een ex-fbi-er escorteert en bekommentarieert haar geliefde (politievrouw)die onderzoek moet doen naar twee moorden. Waar ik op afknapte was het zouteloos gewauwel van de vertelster. Op pagina 158 knapte ik af op de quasi geestige dialoog:
"Fischer" , zei ik "heb je ook boeken van Dante ?"
"Dante, de dichter ?"
"Nee Dante de wereldkampioen boksen in het middengewicht. Ja, natuurlijk de dichter. En kijk me nou niet aan alsof ik net heb gezegd dat ik een gooi wil doen naar de Nobelprijs voor natuurkunde.
Zelfs amerikanen kunnen poezie lezen, hoor."
"Mij zul je niet horen zeggen dat het niet zo is,"
zei Fischer. Ik zou niet durven. Het origineel in het Italiaans dan maar ?"
"Een vertaling zou nog fijner zijn," zei ik sarcastisch.(sic!)
Iets verderop, wanneer ze in Dante bladert blijkt dat "ëen Amerikaan echt geen Dante kan lezen". De cultuurbarbaar ! | 0neg
|
Ondanks de vele lovende recensies sluit ik me aan bij de wat minder enthousiaste lezers. De spanningsopbouw is door de aard van het thema, geheugenverlies, per definitie behoorlijk traag. De ontknoping is dan ook echt geen verrassing.
Maar wat ik vooral minder goed vond, was de gekunstelde structuur van het verhaal. Ook die wordt veroorzaakt door het verschijnsel dat de hoofdpersoon een geheugen heeft dat iedere nacht wordt gewist. De auteur heeft het zichzelf erg moeilijk gemaakt door het verhaal in de ik-vorm te willen schrijven, en komt er helaas ook niet helemaal mee weg. Moeten we blijven geloven dat Christine iedere dag opnieuw haar hele dagboek leest omdat ze alles natuurlijk weer vergeten is, en bovendien s avonds een gedetailleerd fragment toevoegt over de gebeurtenissen van de afgelopen dag, terwijl Ben alsmaar TV kijkt of achter zijn computer zit? Ik vond het niet geloofwaardig; af en toe wordt er wel verwezen naar de tijd die Christine noodgedwongen besteedt aan haar dagboek, maar dat maakt het alleen maar onhandiger.
Aardig gevonden, dit thema, maar dat is dan ook alles. | 0neg
|
Het verhaal van ‘Gebroken’ begint vrij heftig met op de eerste pagina’s op zwart gedrukt waar je leest over iemand die gevangen zit. Dit intrigeert gelijk en daarom wil je gelijk beginnen met lezen. Dat begin zorgde er eigenlijk voor dat ik bleef lezen, want ik wilde weten wat er met Anna gebeurd is, zeker omdat je al weet dat ze verkracht is.
Anna’s personage mist wat diepgang, ik vond voornamelijk dat ze onverantwoordelijk om ging met haar verkrachting. Natuurlijk snap ik dat je het niet altijd wilt vertellen (maar dat is echt wel het juiste om te doen), maar als ze eenmaal ontvoerd is en daarna ontsnapt, is haar manier van wraak zoeken bizar te noemen.
Dit boek was een echte young adult, waarbij het voor mij te makkelijk las en te weinig diepgang had. Het verhaal op zich is spannend en intrigeert, want je weet net als Anna niet wie de dader is en dat zorgt ervoor dat je wilt blijven lezen. De vormgeving van het boek, zeker met die zwarte pagina’s is mooi, maar er miste voor mij wat.
Ik kan me zeker voorstellen dat de wat jongere mensen het een goed en spannend boek vinden, hoewel ik ze wil aanraden zich niet te identificeren met Anna.
‘Gebroken’ intrigeert en is met vlagen spannend, maar ik miste diepgang en ik ergerde me soms aan Anna die vrij naïef is. | 0neg
|
Dr Pol is een dierenarts in Amerika. Hij als Hollandse boerenjongen ging voor een jaar naar Amerika voor studie, ontmoette daar Diana en werd verliefd. Hij trouwde met haar en ging wonen en werken in Michigan. Na een paar jaar in loondienst begon hij voor zichzelf en wist een bloeiende praktijk op te bouwen.
Zijn zoon opperde eens dat het interessant zou zijn om het werk van zijn vader de filmen voor een serie bij Nat Geo, en dat werd en enorm succes. Na dit succes kwam er dan ook het boek.
Dr Pol verteld en houdt niet meer op. Hij heeft in de vele jaren als dierenarts zo ontzettend veel meegemaakt. En alles wordt in korte stukjes beschreven in dit boek, met als gevolg een enorme stroom van informatie met geen enkele chronologie, zoals hij het verteld staat het ook opgeschreven.
Dr Pol valt hierdoor regelmatig in herhalingen.
De gebeurtenissen zijn zeker interessant, vaak ontroerend, eerlijk en met een vleugje humor, maar de overdaad maakt het lezen uitputtend. De verhalen hadden zich uitstekend geleend voor een serie columns. Dat had het lezen een stuk aangenamer gemaakt. Het boek heeft 200 pagina’s, 100 was ook genoeg geweest. | 0neg
|
De Huismeester is het zesde boek in de serie over detectivebureau MaRiT van Marit Johansen. Esther Vermeulen heeft deze keer een actueel thema in haar boek gebruikt: gameverslaving. Zij probeert er in dit boek dan ook mede op te wijzen welke gevaren een dergelijke verslaving met zich mee kan brengen en tevens wat dit voor gevolgen kan hebben in de relatie tussen ouders en kind. De situering van het verhaal is identiek aan de eerdere verhalen, Rotterdam en omgeving. Bekend terrein voor Vermeulen. Ook nu heeft zij zich terdege in haar onderwerp verdiept onder andere middels gesprekken met mensen van Forensische Opsporing en de Zeehavenpolitie.
Het verhaal begint nogal cryptisch. ‘Ergens’ wordt er een spel gespeeld dat draait om ‘De Huismeester’, maar wat is de opzet van het spel en wie is de speler die dit spel zo fanatiek speelt? Dat alles wordt (uiteraard) in een van de volgende hoofdstukken uit de doeken gedaan. Het spel ‘De Huismeester’ blijkt een HCG (Hard Core Game) te zijn en Mat Horn is een van de velen die dit spel speelt. Samen met zijn (speel)vrienden Aaron en Karl organiseert hij een weekendje gamen in het vakantiehuisje van zijn ouders. Maar als hij na dit weekendje niet op school verschijnt, alarmeert zijn moeder in eerste instantie de politie.
Als zij niet meteen in actie willen komen (Mat is tenslotte 18 jaar en zal wel weer op komen dagen) belt ze Marit. Samen gaan ze naar het vakantiehuisje. Daar treffen ze wel de spullen aan van Mat, maar Mat zelf kunnen ze niet vinden. Als na 24 uur de politie tóch in actie komt, blijft ook Marit zich, samen met haar partner Patrick, met deze zaak bezighouden. Later zien zij zich zelfs genoodzaakt de hulp aan te nemen van iemand van wie Marit nooit gedacht had dat zij deze persoon nog zou willen ontmoeten, maar nood breekt wetten en samen zetten ze alles op alles om te achterhalen wat er met Mat is gebeurd.
Esther Vermeulen heeft een simpele, soms zelfs kinderlijk eenvoudige manier van schrijven. Mede daardoor is De Huismeester geen hoogdravend boek en geen diepgaand verhaal. Vanwege het feit dat er te vaak en te veel gebruik gemaakt wordt van beschrijvingen van alledaagse dingen, zit er geen vaart en te weinig spanning in het verhaal en blijft het ook allemaal te oppervlakkig. Aan het einde probeert Vermeulen nog een wending aan het verhaal te geven, wellicht om te proberen er nog iets van spanning in te brengen, maar zelfs dit mag helaas niet baten.
Marit maakt gaandeweg het onderzoek opvallend veel fouten (hoe vaak wordt het woordje ‘dom’ wel niet gebruikt). Ze ziet veel dingen over het hoofd en ook Patrick is niet altijd even oplettend. De nogal abrupte omslagen in het doen en denken van Marit maken het verhaal ook niet geloofwaardiger. Marit moet (bijvoorbeeld) in dit verhaal zien om te gaan met gebeurtenissen uit het verleden omdat zij tijdens het onderzoek ongewild geconfronteerd wordt met een persoon die haar veel verdriet heeft gedaan. Zij stapt nogal redelijk eenvoudig over haar rancunes heen en er ontwikkelt zich zelfs op wel héél korte tijd een goede relatie tussen hen beiden. De wrok die zij tegen deze persoon koesterde is wel erg snel verdwenen en een verdere samenwerking wordt zelfs niet uitgesloten.
De Huismeester maakt geen indruk en de inhoud blijft helaas niet lang hangen. Hopelijk omvat haar volgende boek De mysterieuze inbraken, waarvan al een fragment in De Huismeester te vinden is, een spannender verhaal. | 0neg
|
Aardig romannetje voor tussendoor, maar ook niet meer dan dat. Leest erg makkelijk weg, maar wel behoorlijk oubollige schrijfstijl. | 0neg
|
Een aantal boeken van James Patterson gelezen die goed bevielen en waardoor ik uitkeek om aan dit verhaal te beginnen. Misschien waren de verwachtingen te hoog? Want dit boek viel tegen. Het geheel is oppervlakkig, vrij voorspelbaar en simpel geschreven. Soms met onnodige uitstapjes die het verhaal geen extra dimensie gaven. Het boek wel uitgelezen, maar het miste de echte spanning die wel in zijn andere boeken goed aanwezig is. | 0neg
|
In november 2018 verscheen Onzichtbaar, de nieuwste roman van Edith van Walsum. In hoofdstukken die elkaar afwisselen, vertelt ze het verhaal van Hendrik en Diane. Beide hoofdpersonen delen de thematiek van het boek: eenzaamheid, vervreemding en hoop.
Hendrik is een oudere man. Hij mist zijn werk en zijn overleden vrouw Magda, hoewel ze geen gelukkig huwelijk hadden. Hij bedroog haar, ‘omdat het kon’ en zij was afstandelijk, dromerig en geheimzinnig. De kernvraag die daarbij opkomt is: is zij door hem zo geworden? Wie zou zij zijn geweest zonder hem? Hoe was alles gelopen als hij meer aandacht aan haar had besteed?
Diane is zijn buurmeisje. Ze heeft geen band met haar ouders, die haar niet zien en vooral gericht zijn op zichzelf. Moeder is gelovig en vader doet zijn best om ieder gebed van haar te verstoren. Kinderachtig, waardoor Diane het meest volwassen lijkt. Gelukkig heeft zij haar hond, Sebastiaan, bij wie ze zich veilig voelt. Door een ongeloofwaardige valpartij in de supermarkt raken beide levens elkaar.
Van Walsum opent het hoek met een citaat van de Portugese dichter Pessoa, die zich voordeed als Álvaro de Campos. In die hoedanigheid vraagt hij zich af of zijn werk wel van hem is. Hij ervaart namelijk afstand, alsof hij er zelf niet bij was toen het werk geschreven werd. Een dergelijk motto, gecombineerd met de thematiek die op de achterflap wordt beschreven, maakt nieuwsgierig.
De afstand is kenmerkend voor Onzichtbaar. Zowel Hendrik als Diane doen bijna emotieloos verslag van hun leven, alsof zij slechts een doorgeefluik zijn. Daarbij kiest de auteur voor een vertelinstantie vanuit de derde persoon, wat dit effect versterkt. De lezer wordt op afstand geplaatst en blijft daar tot het einde van het verhaal. Hierdoor gaat de inhoud niet boeien. Pas rond driekwart van het verhaal wordt het iets interessanter, maar ook dan laat Van Walsum volop kansen liggen.
De roman blinkt uit in rommeligheid. In plaats van doordachte keuzes te maken, gooit de auteur van alles op een hoop zonder iets uit te werken. Diane is niet alleen eenzaam, maar worstelt ook met haar eerste menstruatie, haar ontluikende seksualiteit, haar innerlijke verzet (opeens is ze vegetariër, gaat ze stiekem naar een feestje), haar weerstand tegen de overstap naar een nieuwe school waarvoor zij niet heeft gekozen en haar afkeer van haar ouders. Hendrik is onzichtbaar nu hij geen werk meer heeft, mist zijn vrouw en minnares Monique, blijkt een overleden broertje te hebben, heeft een matige relatie met zijn zoon en een slechte relatie met zijn schoondochter en mist een kat of een hond in zijn nabijheid. Kortom: het is simpelweg te veel, net als alle scheten die door Hendrik worden gelaten.
Stilistisch is er veel op Onzichtbaar aan te merken. Niet iedere auteur hoeft een Mulisch of een Wieringa te zijn, maar er zijn grenzen aan wat je een lezer voor kunt schotelen. Van Walsum grossiert in slecht geformuleerde houtje-touwtjezinnen, misplaatste beeldspraak en ontbrekende interpunctie. Wat te denken van: ‘Diane heeft weinig trek, eet een mandarijn en een appel. Drinkt een paar glazen water’ en ‘Het water van het IJsselmeer is (…) lauw als een plas urine, waarin zeiknatte hoofden dobberen’? Daarbij gaat ze clichés niet uit de weg, maakt ze gebruik van uiterst flauwe humor (schoondochter Merel pikt een kruimel mee, tjilpt haar eigen lied en heeft een hekel aan katten) en voegt ze elementen toe die geen functie hebben (genderneutrale toiletdeuren, homovriendelijke zebra’s).
Als ook fout-geformuleerde zinnen, zoals: ‘(…) en de grote lobbes ligt te slapen in zijn mand. Hij snurkt en knort, zijn kop en poten hangen half over de rand. Hij trekt zijn jas aan, zet zijn hoed op, (…)’ en inhoudelijke missers (Magda die op pagina 41 ineens Martha heet), een plaats blijken te krijgen in het boek, is het geduld van de lezer voldoende op de proef gesteld.
Helaas is Van Walsum er niet in geslaagd om Onzichtbaar tot een boeiende roman te maken, maar komt ze niet verder dan een afstandelijke, niet-gedoseerde, rommelige vertelling, die gekenmerkt wordt door een uiterst gebrekkige stijl, onuitgewerkte subthema’s en een tsunami van overbodige details. | 0neg
|
Een fictieve mijnstad die de facto geregeerd wordt door de Russische maffia. Politiemensen en ambtenaren met erg Vlaams of hooguit Frans klinkende namen. 263 bladzijden tekst met nauwelijks één zin waarbij je geen gebruik moet maken van de verklarende woordenlijst.
Een verhaal dat vooral bij lezers van "Dossier K" van Jef Geeraerts meer dan één belletje doet rinkelen. En daar bovenop ergens midden in het boek een getuige, Vincke genaamd, die zich bij de PG (een persoonlijke kennis) wil beklagen over de houding van de politie. Ik heb niets tegen een vette knipoog, als hij maar geen vlekken maakt. Als de rechercheur van dienst dan ook nog een Duvel gaat drinken om ode te brengen aan een Brugse collega, weet ik het wel.
Misschien klinkt dit erg negatief, maar dat is het niet. Als ik bovenstaande elementen even buiten beschouwing laat, kan ik met de hand op het hart bevestigen dat Sonnst goed vertelt. Hij heeft een goede stijl. Hij weet de spanning vol te houden. Hij krijgt ook de lachers af en toe op de hand. Kortom, hij heeft (bijna) alles om een groot auteur te worden. Er is slechts één ding dat ik mij afvraag: lijdt hij aan een acuut gebrek aan fantasie of ontbreekt het hem alleen maar aan zelfvertrouwen om het handje van (vooral) Geeraerts los te laten? | 0neg
|
Het lijkt alsof deze roman gebruikt is als aanklacht tegen het instituut kerk. Veel misstanden worden in het verhaal verwerkt. Tegelijkertijd het gevoel dat het geloof op zich wel als positief wordt beschreven. Via de personages worden thema's zoals goed en slecht, liefde en haat, verraad en loyaliteit belicht. Op zich zeker waardevolle onderwerpen, maar de schrijfwijze was niet aansprekend. Erg makkelijk en kinderlijk geschreven, waarbij vreemde tijdsprongen gemaakt worden. Onduidelijk blijft wat wel of niet waargebeurd is. Naast de voorspelbaarheid van de situaties, kwamen er ook wat humoristische gebeurtenissen voorbij, die best leuk beschreven werden. Een grappige, boeiende beeldspraak is de volgende: "God moet de hele dag door drek lopen. Vieze drek die de mensen in hun leven achterlaten. Daarvoor heeft hij kaplaarzen nodig." | 0neg
|
In het kader "lees eens wat anders" en als deelnemer van de leesclub naar aanleiding van de nominaties voor de Libris Literatuurprijs begon ik aan Drift van Bregje Hofstede. De hoofdpersoon heet ook Bregje, dus je krijgt het idee dat het autobiografisch is, maar dat is het dus niet, al zitten er wel elementen in begreep ik.
Het boek gaat over Bregje, die bij haar man Luc weggaat. Ze neemt alleen een rugzak vol met dagboekschriftjes mee van minimaal de afgelopen 10 jaar van haar relatie met Luc. Deze dagboekverhalen vormen de rode draad van het boek. Alle pagina's gaan over het perspectief dat Bregje al die jaren in hun relatie heeft gehad. Het komt over dat ze naar buiten toe anders was als dat ze zelf vindt dat ze daadwerkelijk is. Gedurende het hele boek probeert ze een excuus te vinden waarom ze weggaat van Luc. Meningen van ouders, gebeurtenissen uit haar jeugd, reizen, van alles komt aan de orde in het boek, maar wel slechts vanuit haar perspectief. En alles komt heel negatief over. Het boek staat boordevol beeldende, citerende en langgerekte zinnen, die mij al snel vermoeide. Hoewel het mooi kan zijn in een boek, vond ik het hier wel heel erg aanwezig. Ik was een groot gedeelte van de tijd heel veel zinnen 2x aan het lezen om nou precies de essentie op te pakken. Dat vertraagt de leesbaarheid enorm.
Al met al vond ik er weinig verhaal in zitten en eigenlijk heel veel onnodige ballast, ik vond het emotionele te overtrokken om het nog mooi te kunnen vinden. Ik heb ook niet veel op met de hoofdpersoon en vond haar eigenlijk al heel snel irritant. Er worden heel veel woorden gebruikt om maar weinig te zeggen.
Het boek is opgedeeld in 3 delen en ergens bij het derde deel had ik nog iets dat ik dacht: oh, ok, dat had ik er nog niet uitgehaald, maar achteraf was dat dan wel duidelijk tussen de regels door. Dus dat was dan nog een soort van afwisseling en soort van onverwachtheid tussen al dat veel van hetzelfde.
Voor mij helaas niet zo'n succes als de enthousiaste recensies die ik er van tevoren over had gelezen. | 0neg
|
Om meteen duidelijk te zijn, het is een goed boek als je weinig verwachtingen hebt. Wel een echte 'pageturner', spannend van begin tot eind. Dat zijn Agatha Cristie's ook nog steeds vind ik, ik denk dat het ook in die categorie zit (net als 'de verborgen geschiedenis'. Ik had zelf echter een minder ingewikkeld thema gekozen dan de heilige graal als schrijver. Het onderwerp is immers door zoveel schrijvers al behandeld, daar kun je bijna geen zinvolle, diepgaande bijdrage meer aan leveren zonder lezers weg te jagen. Het blijkt ook inderdaad, want De Da Vinci code betreft een spionage-achtig verhaal met wat weetjes en feitjes waardoor het meer lijkt dan het is. Absoluut niet te vergelijken met het niveau van bijvoorbeeld De slinger van Foucault van Umberto Eco, waar je als lezer moet roeien tegen de stroom van feitjes en weetjes. Maar thema's rond tempeliers, complotten en dergelijke worden wel veel overtuigender uitgewerkt door Eco! Wat mij betreft heeft Dan Brown een ideaal strandboek geschreven en niets meer... | 0neg
|
Het begint goed, grappig en aangrijpend, maar eenmaal over de helft stort het verhaal langzaam maar zeker in. | 0neg
|
Jan Willem Smeets (1936) is beeldend kunstenaar en schrijver. Hij was docent aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Smeets schreef De anachronist, Rocara en de Indische roman Leugens en lotgenoten. In 2015 verscheen IJsberen in de woestijn bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam.
IJsberen in de woestijn is een liefdesgeschiedenis van twee academici: Frank (m) en Gijs (v) die elkaar ontmoeten via een annonce voor een lift naar Spanje. Frank is atheïst en onderzoekt vanuit zijn vakgebied moleculaire genetica of geloven in God aanleg vergt. Gijs heeft niet helemaal afscheid kunnen nemen van de God die haar als kind is opgedrongen, promoveert in de arabistiek en doet in Spanje onderzoek voor haar proefschrift. Frank neemt een paar weken vakantie in een afgelegen Spaans kustplaatsje waar hij logeert bij kunstenaar Simon, die hij nog uit zijn jeugd kent. De liefde komt in gevaar door een onnozel misverstand.
Een liefde tussen academici komt in deze roman niet in de buurt van Romeo en Julia. Er is geen passie, er zijn geen zinderende seksscènes. Er zijn wel saaie dialogen die in een detective van Mickey Spillane niet zouden misstaan: " 'Ik wist niet dat je weleens lippenstift gebruikte', zei ik luchtig. 'Op begrafenissen', zei ze. 'Heb je die dan veel?', vroeg ik. 'Nee', zei ze met een gezicht alsof ze 'te weinig' bedoelde." Er zijn kinderlijke aforismen: "Je geloof in Sinterklaas verliezen is vergelijkbaar met het verliezen van het geloof in God maar dan in de verhouding lucifersdoosje staat tot Empire State Building; het Empire State Building verlies je niet zo gauw."
Hemingway vond dat een auteur moest schrijven over wat hij kent en Jan Willem Smeets heeft dit advies voor IJsberen in de woestijn ter harte genomen. Daar waar de wereld van Hemingway bestond uit reizen, boksen, jagen op groot wild, marlijnvissen en oorlogsverslaggeving, bestaat die van Smeets echter uit de academische wereld in Nederland en uit beeldende kunst. Het laatste leidt tot een aversie van de hoofdpersoon voor de kunstenaars van COBRA, die als zuipende, seksistische kliederaars worden weggezet. Het eerste leidt tot de spannendste scène uit de roman: het verdedigen van haar dissertatie door Gijs.
IJsberen in de Woestijn heeft de belangrijkste elementen voor een liefdesgeschiedenis: twee mensen die zich tot elkaar voelen aangetrokken en misverstanden die hen uit elkaar houden. Het is Smeets door de oppervlakkige beschrijving van hun emoties niet gelukt de bladzijden in lichterlaaie te zetten. De hoofdpersonages willen geen diepgang krijgen en de lezer krijgt niet echt een band met ze. Van de ondersteunende personages is de rol vaak niet duidelijk. Storend is dat op pagina 243 een voormalige minnares van Frank wordt geïntroduceerd, Sophie Bernsing genaamd, waar de lezer op pagina 244 weer afscheid van mag nemen. IJsberen in de woestijn is een roman zonder ziel. | 0neg
|
Napels zien... is de debuutroman van de Engelsman Neil Griffiths. Op het internet kan je lezen dat de man zevenendertig is, in Londen woont en tot vijf jaar geleden geen erg succesvol leven leidde. Hij zou dolgraag dirigent zijn, maar aangezien dat hem vermoedelijk niet zal lukken, heeft hij zich toegelegd op het schrijven. Hij voelt zich momenteel erg gelukkig, en dat is een flinke verbetering ten opzichte van zijn vorige leven. Hij schrijft zijn debuut helemaal vanuit hoofdpersonage Jim Wolf. Deze Londenaar is, net als Griffiths zelf, ergens in de dertig. Hij oefende een aantal jaren een job uit in de hulpverlening en is nu opgebrand. Daarom zoekt hij een andere job, en vindt
een job in de hulpverlening. Het boek start enkele dagen voor hij aan zijn nieuwe job kan beginnen en we vinden hem weifelend achter de computer: trakteer ik mezelf wel of niet op een citytripje? De titel verraadt het al, het wordt Napels. Laat het boek nu opgedeeld zijn in vier grote delen, ziekte, misdaad, seks en dood. Het eerste deel ziekte is zo letterlijk te nemen als mogelijk is. Jim stapt met keelpijn op het vliegpijn en stapt er rillend van de koorts af. De eerste dagen Napels gaan aan hem voorbij omdat hij doodziek in bed ligt. Dat is best wel zielig, maar niet zo interessant om lezen. Het verhaal komt dan ook erg erg traag op gang.
Halverwege deel één zit hij nog wat slapjes op een terras als hij Louise ontmoet, zijn ex-vriendin uit London. Tien jaar geleden hadden ze een kortstondige relatie. Mijn eerste indruk was dat Jim haar maar een dom doetje vindt, want hij bauwt haar al direct na. Iets later had ik door dat het woord nabauwen me ongewild op het verkeerde been zette, het had waarschijnlijk na stamelen moeten zijn, om aan te geven hoe zeer haar plotse verschijnen hem verraste. Ligt zoiets aan de vertaling? Intussen is Louise getrouwd met een Napolitaanse rechter. Via hem komt Jim terecht in onverkwikkelijke zaakjes die te maken hebben met de camorra. Tot hier mijn korte samenvatting.
Wat een vreselijke houten klaas is die Jim! En op wat een vreselijk houten schrijfstijl wordt hij geportretteerd! Griffiths vertelt alles vanuit Jim, maar doet dat enorm eentonig met ik zie ik kom ik kijk ik wijs -
. Als je Word het aantal zinnen zou laten tellen en het aantal keren dat ik met een hoofdletter voorkomt, dan schat ik dat je op een verhouding van één op drie komt. Dat is tenenkrommend irritant. Klein citaat: Ik sta in een kleine, vierkante hal. Het is kleiner dan ik dacht, gezelliger. De lichten zijn gedimd en ik zie rozerood behang. Ik zie een kapstok vol jassen. Ik ruik koffie en wijn. Het ruikt lekker zoet en het doet me een beetje aan Kerstmis denken. Als mijn kinderen met zon opstel naar huis komen, dan vermoed ik dat dit de vraag van de juf was: Je gaat met Kerstmis naar je oma, vertel wat er gebeurt als ze de deur opent. Gebruik al je zintuigen! Prima voor een schrijfoefening, maar hou dat alsjeblieft geen hele roman vol.
Misschien is het verhaal wel goed, maar daar kan ik niet veel over vertellen. Ik heb me zo blauw geërgerd aan stijve Jim (dat doet me er aan denken dat er ook nog een geweldige seksscène in het boek zit, je raadt het al: in deel drie) dat de verhaallijn me ontgaan is. Jammer maar helaas: dit debuut is ondermaats. | 0neg
|
Dit boek pakte ik er maar eens bij met het idee dat het misschien aardig was wat weer eens iets te lezen van één van de zogeheten de ‘Grote Drie’. Helaas werd het niet echt een succes. Uiteraard zullen veel literatatuurliefhebbers het wel grondig met me oneens zijn, maar ik vond het maar niets. Hermans brengt zijn verhaaltje hortend en stotend op gang, met hier en daar naar mijn idee ronduit matig proza. Dat doen heel veel hedendaagse auteurs naar mijn idee toch echt een stuk beter.
Hiernaast is de plot (hoe Osewoudt wordt meegezogen in het wereldje van Dorbeck) maar weinig aansprekend en al helemaal niet geloofwaardig. Bijvoorbeeld: in plaats van dat burgermannetje Osewoudt panikeert als hem op een bepaald moment een pistool in de hand wordt gedrukt en hij iemand moet doodschieten, wil Hermans je doen geloven dat hij zonder blikken of blozen voldoet aan de opdracht. Tja… Het zorgde ervoor dat ik maar matig geboeid was door het boek. Ik kon me er gewoon niet door laten meeslepen.
En tja… dat was het dan alweer zo’n beetje. Ik zal vast wel weer allerlei nuances gemist hebben, maar dat zal dan wel, ik heb het boek maar weer halfgelezen weg gelegd. Helaas… | 0neg
|
Pas op voor spoilers.
Dit korte verhaal gaat over een opgraving in Egypte waarbij twee archeologen met een nieuwe techniek een grafkamer vinden waarin een vreemd soort mummie zit. Degene die hen tegen zou kunnen werken, de Egyptische Hassan, die bij de opgravingen moet zijn van zijn regering, is niet vrolijk maar een echte tegenstander wordt het niet. Hij ontdekt ook niet dat de twee mannen homo's zijn, een gegeven wat erbij gesleept lijkt te zijn voor dit verhaal, want diversiteit is momenteel hot voor schrijvers. Behalve dat de ene man voor de ander zorgt, en dat is niet iets dat specifiek voor homo's hoeft te gelden, merk je er verder weinig van. Vrouwen komen trouwens in het hele verhaal niet voor als personages, alleen vrouwen die op straat lopen en hoofddoeken dragen, worden even aangekaart. De Arabische Lente is erbij gehaald, dan denk je: nu wordt het spannend. Er lopen mannen met geweren in de stad. Maar ze doen niks. Zeggen alleen dat de twee personen waar het verhaal om draait, weg moeten gaan. Dat doen ze. Ze lopen door lege straten, (terwijl er een revolutie aan de gang is?), komen in een leeg hotel waar ze weer zomaar een kamer in beslag nemen zonder enige tegenstand. Er wordt nog even een fantastisch element in het verhaal geperst door het universum te laten wervelen en dan gaan de twee mannen om de beurt dood aan de vloek van de mummie. Veel betreden paden met een sausje van dit en dat om het gemaakt origineler over te laten komen, maar het is een horror verhaal dat nergens echt spannend of griezelig wordt. Ik vond het erg teleurstellend. | 0neg
|
Na een uitermate prikkelende proloog begint het boek voortvarend met een moord, zeker als het moordwapen beschreven wordt.
Echter, door de vele uitwijdingen wordt het saai.
De volgende moorden geven het boek weer sjeu, om vervolgens weer in te kakken.
Het einde is afgeraffeld, net alsof de schrijfster ineens geen zin meer had of de deadline anders niet zou halen. | 0neg
|
Zoals zijn hart tekeergaat is onvoorspelbaar, het aantal slagen, de kracht.... als een drilboor die een rotsblok versplintert. Zo opent Alan Glynn zijn thriller Bloedland. Een openingszin waardoor ik meteen recht overeind ga zitten. Maar al snel begint het mij te duizelen.
Wie is nu wie. En ook overgangen van de ene groep mensen - ondernemers als James Vaughan - naar de andere - onderzoekende journalist Jimmy Gilroy - had iets duidelijker gekund. Alleen een witregel, soms zelfs onzichtbaar omdat de voortgang op de volgende pagina is, maakt het lastig lezen, zo blijf ik als lezer zoekende.
Wat wel duidelijk naar voren komt is dat het niet om celibrity Susie Monaghan draait. Net zoals de manipulatie door niets ontziende ondernemers, die een dikke vinger in de pap hebben. Ook in de politiek, en zij schromen niet iemand zonder pardon te laten vallen.
Ja, een journalist moet zich aan de feiten houden en dat laat de auteur goed uitkomen, maar Gilroy een onderzoeksjournalist noemen? Dat is een brug te ver. Daarvoor heeft hij te weinig inhoud meegekregen.
Een kleine zweem romantiek, niet noodzakelijk voor dit genre, is te bespeuren wanneer single Gilroy contact heeft met de zus van Monaghan. Dat is iets anders dan de lustgevoelens die anderen ten toon spreiden. Maar ook hier houdt Glynn zich in. | 0neg
|
The Terror of Living is de officiële titel van het debuut van de Amerikaanse auteur Urban Waite. Al langere tijd schrijft deze jonge schrijver korte verhalen die in diverse Amerikaanse bladen worden gepubliceerd. Maar zoals bij zo veel schrijvers van korte verhalen, bleef het ook bij hem kriebelen en dat resulteerde in zijn eerste boek, dat nu in Nederlandse vertaling verschijnt onder de titel Bloedrood is de nacht.
Eddie Vasquez geeft in een bar een autosleutel aan een voor hem onbekende jongen. Deze jongen rijdt paard bij Phil Hunt, een ex-gedetineerde die met zijn paarden een nieuwe levensfase is ingegaan. De jongen probeert met Hunt een pakket, dat uit een vliegtuig is gedropt, te onderscheppen, maar ze worden door hulpsheriff Bobby Drake betrapt. Hunt kan vluchten, maar de jongen wordt bewusteloos achtergelaten en later gearresteerd. Als blijkt dat er in het pakket heroïne zat, wordt de leverancier onrustig en doet hij er alles aan om de verdwenen drugs terug te vinden. Die opdracht wordt aan de huurmoordenaar Grady Fisher gegeven, en die krijgt carte blanche om de dader om te brengen. Een bloedige jachtpartij is het gevolg waarbij Fisher, zonder enige vorm van medeleven, zijn doel probeert te bereiken.
Een goed debuut moet bij de lezers inslaan als een moker, en een zodanige indruk achterlaten dat de vraag naar meer niet kan worden genegeerd. Om het zover te laten komen moet dat debuut aan de hoogste eisen voldoen. Een goed verhaal alleen is niet voldoende, de vertelkunst, en het omzetten naar een goed en prettig geschreven en leesbaar geheel zijn onontbeerlijk. Aan de eerste vereiste is in Bloedrood is de nacht volledig voldaan, het geschreven product voldoet echter bij lange na niet. De schrijfstijl is het best te vergelijken met een verteller die zijn verhaal op een monotone wijze declameert. Of het nu om een spannende scène gaat of een diepere achtergrond heeft, de toon en snelheid blijven gelijk. Daarnaast blijven te veel karakters anoniem, zoals de jongen, het meisje, de man, de bestuurder en de advocaat. Het wordt hierdoor allemaal een beetje afstandelijk. Tenslotte worden een aantal passages meerdere keren exact herhaald, maar dan vanuit een ander perspectief: dat draagt ook niet direct bij tot een flitsend verhaal!
Gelukkig is er voor de jonge Urban Waite nog voldoende tijd om zich verder te ontwikkelen. Hij weet wel wat spannende scènes (kunnen) zijn, hij moet alleen nog de kunst leren om deze scènes ook spannend te beschrijven en met de juiste intonatie te serveren. Dan heeft hij kans dat lezers aan zijn lippen gaan hangen, maar dat is bij Bloedrood in de nacht zeker nog niet het geval. | 0neg
|
Wanneer Barry Fairbrother onverwacht sterft, zijn de bewoners van Pagford geschokt. Pagford is ogenschijnlijk een idyllisch Engels plattelandsdorp, met een charmant marktplein en een oude abdij, maar achter die fraaie façade gaan grote conflicten schuil. Tussen rijk en arm, tieners en hun ouders, vrouwen en hun echtgenoten, leraren en hun leerlingen... In Pagford is niets wat het lijkt. De lege stoel die Barry achterlaat in de gemeenteraad is de aanleiding tot de grootste strijd die het dorp ooit heeft gekend. Wie zal zegevieren in deze verkiezingen vol opportunisme, valsheid en schokkende onthullingen?
Ik wist niet goed of ik na het lezen van dit boek wel een review moest schrijven. Toch ga ik dit wel doen.
Een goede raad is geschreven door J.K. Rowling, jawel de schrijfster van de bekende Harry Potter en Fantastic Beast and where to find them-serie. Toch lijkt een goede raad in niets op deze boeken.
Het is een boek wat volgens bol.com onder thrillers & spanning valt, en eerlijk ik kan het daar niet onder schalen.
Naar mijn mening is het een goede raad, om dit boek niet te kopen. Zelf heb ik het boek cadeau gekregen, dit omdat ik zo gek ben op de Harry Potter boeken en alles wat daarmee te maken heeft, maar zoals gezegd valt dit boek daarbij in het niets.
Dat J.K. Rowling verhalen kan vertellen, dat weten we natuurlijk wel, maar dit boek is best moralistisch, ik kon er moeilijk doorheen komen, het is een saai en lang verhaal, die op het eind toch wel een paar plot twisten heeft waar ik niet op berekend was.
Normaal gesproken zou ik een citaat uit het boek plaatsen zoals mensen weten hoe het geschreven is. Toch kan ik geen quote vinden die iets over de titel zegt of zelfs maar een deel van het boek goed weergeeft, daarvoor is het verhaal te warrig.
Ook vind ik dat de laatste honderd bladzijden uit het boek het verhaal meer spanning geven, daarentegen is het wel een verwarrend einde. Ik snapte niet goed wat het einde met een goede raad te maken had, waarom al de verhaallijnen worden verteld, maar niet wat alles met een goede raad te maken heeft.
Ondanks dat ik J.K. Rowling nog steeds een fantastische schrijver vind en ik nog steeds fan ben van de Harry Potter serie, zal ik dit boek niet gaan herlezen en ving het mijn spanningsboog ook niet.
Daarom dit boek maar 2 sterren gegeven. | 0neg
|
Wat jammer dat ik aan dit boek geld heb gegeven. Het is echt niets.
Een combinatie van een slechte thriller en platte seks, daar heeft het iets van. De hoofdpersoon is een irritant mens die af en toe iemand dood achter laat, tussendoor heeft ze veel seks met jan en alleman, maar het liefst met de rijken der aarde. Verder stroomt dit boek over van ellenlange beschrijvingen van kunstwerken, hele pagina's vol, zonder alinea's, zonder witruimte, ik werd al moe alleen van ernaar te kijken.
Dit boek werd aangekondigd als de hype van 2016 en ik ben er weer ingetrapt. Zonde van de tijd. | 0neg
|
Het boek gaat over een vrouw, Gen, die te horen krijgt dat de baby, waarvan tegen haar gezegd was dat die dood geboren was, nog leeft en waarnaar zij op zoek gaat. Zij krijgt daarbij tegenwerking van haar man en vriendinnen, maar zet door met de hulp van een oude vriend van haar man, die haar wel gelooft. Gen heeft de dood van haar baby nooit kunnen verwerken en wordt door iedereen om haar heen als depressief beschouwd.
Als zij bewijs in handen krijgt dat haar man (Art) meer van de zaak af weet, ontstaan tussen hen veel spanningen.
Gaandeweg het verhaal ontdekt Gen wat er 8 jaar eerder gebeurd is en wordt zij bedreigd. Er wordt van haar geëist dat zij de zaak laat rusten, maar dat wil en doet zij niet.
Het verhaal is vlot geschreven, maar er wordt regelmatig teveel uitgeweid. Het hele verhaal zou krachtiger en beter worden, als dat minder gedaan zou worden. Het leidt teveel af van het echte verhaal. De schrijfster zou, wat mij betreft, dieper op het probleem in kunnen gaan.
Ook worden er in de loop van het boek een aantal hints gegeven die de afloop iets te voorspelbaar maken.
Erg goed zijn wel de intermezzo's waarin een kind, wat later het gestolen kind blijkt te zijn, kort vertelt wat er bij dat kind gebeurt. Het geeft een extra invalshoek in de psyche van het kind en laat zien hoe het zich ontwikkeld heeft tot wat het is.
Al met al een leuk boek, wat makkelijk leest, maar diepgang mist. | 0neg
|
Ik vind het wel een aardig verhaal. Het leest lekker weg en dat het verhaal zich afspeelt in een gebied van amsterdam waar ik bekend ben, geeft het toch iets extra. Wat mij betreft een leuk boek. | 0neg
|
Patrick Bernauw (1962) verwierf bekendheid met een tweetal thrillers: Het bloed van het lam en Nostradamus in Orval. Voor zijn nieuwste boek liet de Vlaming zich inspireren door een tweetal onderwerpen. Ten eerste de dood van de Belgische koning Albert I. Hij verongelukte bij het bergmassief Marche-les-Dames. Over dit ongeval in 1933 doen sindsdien allerlei geruchten de ronde, waar Bernauw gebruik van maakt. Het tweede onderwerp is de zieneres Leonie van den Dijck die Maria gezien zou hebben, en die zowel de Eerste als de Tweede Oorlog voorspeld zou hebben. De gebeurtenis bij Marche-les-Dames zou ook door Leonie van den Dijck geprofeteerd zijn.
Het Illuminati complot bevat genoeg samenzweringstheorieën die gebaseerd zijn op schimmige gebeurtenissen uit het verleden, om de liefhebbers hiervan enthousiast te maken. Met name in Vlaanderen zal dit boek veel aandacht kunnen trekken. Eén van de mogelijke verklaringen voor de dood van Albert I is nogal pikant voor het Belgische koningshuis. Het verhaal grijpt echter ver terug in de tijd, zodat de scherpe kantjes ervanaf zijn. De betrokkenen van toen zijn dood of op hoge leeftijd.
Hoofdpersonen in het verhaal zijn documentairemaker Maarten Dejonckheere en zijn vriendin Lisa. Meer dan zeventig jaar na de dood van Albert I doen zij onderzoek. Lisa interviewt telkens iemand uit de kring rond Leonie van den Dijck. Maarten spreekt met iemand die meer weet van de vermeende moord op de Belgische koning.
Het Illuminati complot is als een thriller op de markt gezet. Of dat terecht is, is de vraag. Het thrillerelement is mager en knullig. Maarten en Lisa worden tegengewerkt door ene Borsalino. Er vindt een korte gijzeling van Lisa plaats, waarbij de dader op grappige, maar ook zotte wijze op de vlucht wordt gejaagd. Wat een waardeloze tegenspeler! Maarten wordt af en toe opgejaagd. En dat is alles. Het merkwaardige is dat Maarten - noch zijn schatrijke opdrachtgever - maatregelen neemt om zich te beschermen. Zelfs als een collega van Maarten bijna vermoord wordt en het duidelijk is dat Borsalino de dader is, wordt de politie niet ingelicht. Met zo'n sukkel als hoofdrolspeler moet het wel fout aflopen.
Het uiteindelijke slot is onverwacht, maar maakt de opgeroepen verwachtingen niet waar. Het motief van Borsalino is op z'n minst vergezocht. De samenzweringsliefhebber heeft dan wel met Maarten en Lisa de dood van Albert I uitgebreid nageplozen, terwijl de relatie van de twee hoofdpersonen allerlei wrijvingen overleefde. Maar spannend is het niet geweest. Wat is een thriller zonder een sterke protagonist en een overtuigende antagonist? | 0neg
|
Als Jack Kelly, een kapitein in het Australische leger, in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog genade betoont aan zijn gevangene Paul Mann, een dappere en hoge Duitse officier, ontstaat er een band tussen deze zo verschillende mannen. Als de Grote Oorlog voorbij is, keren beiden terug naar hun vroegere levens.
In Australië is Jack opeens alleen verantwoordelijk voor de vierjarige Lukas, die hij nog nooit gezien heeft. Hij brengt Lukas onder bij zijn zuster Mary wanneer hij zich door zijn vroegere Engelse strijdmakker George Spencer laat overhalen om de jungle van Papua in te trekken: hijzelf om goud te zoeken en de Engelsman om studie te doen naar de wilde volkeren. Maar de expeditie verloopt niet bepaald volgens plan...
Paul Mann is teruggekomen in een berooid Duitsland dat prooi is van allerlei twijfelachtige politieke stromingen. Zijn jongere zuster Erika is volledig in de ban van de Oostenrijker Adolf Hitler en doet alles voor diens zaak. Maar Paul besluit met zijn gezin te emigreren naar Papua. In Townsville in het noorden van Australië lopen Jack en Paul elkaar weer tegen het lijf en daar worden ze mates voor het leven...
In deze epische roman maakt Peter Watt grote kangoeroesprongen door de tijd. In slechts 358 pagina's probeert Watt een tijdsbestek van 16 jaar (1918-1934) te slechten. Dat hij daarvoor (belangrijke) gebeurtenissen slechts zijdelings noemt, is m.i. een gemiste kans. Zo gaat Kelly bijvoorbeeld op een expeditie en komt na 7 jaar terug. In de tussentijd hoor je niks over hem terwijl daar duidelijk meer uit te halen was geweest. Ik kreeg het idee als Watt het verhaal wat breder en met meer spanning, drama en romantiek had uitgewerkt het boek stukken meeslepender had kunnen worden dan het nu is want Het goud van Papua is ondanks de genoemde tekortkomingen toch een boeiend verhaal. Daarom heb ik inmiddels ook al het vervolg Schaduw over Eden gekocht. Niettemin had Watt er beter aan gedaan kleinere sprongen te nemen en een trilogie te schrijven om zodoende zichzelf meer ruimte te verschaffen om de avonturen beter en breder uit te werken. | 0neg
|
Na sucking in (in ieder geval een deel van) the nineties en zeker de gehele noughties, zijn de jaren tien van de 21e eeuw voor Stephen King een heel goed decennium geweest. Needful Things markeert wat mij betreft het begin van misschien niet zozeer een duistere periode (daar is King altijd te veel vakman voor gebleven) als wel een hele lange, druilerige namiddag in de schrijfcarriere van Stephen King. En zoals zo vaak was het ook nu op zijn donkerst vlak voordat de zon weer uitbundig ging schijnen. Want waar King tenminste nog voldoende oog voor kwaliteit had om bijvoorbeeld ‘Cell’ en ‘From a Buick 8’ snel uit hun gebrek aan inspiratie te verlossen, waardoor deze boeken in ieder geval nog (voor King z’n doen dan) kort waren, was ‘Under the Dome’ naast alles wat er al mee mis was, ook nog eens een turf van meer dan duizend bladzijden. Toen ik de laatste daarvan zwaar gedesillusioneerd omsloeg, ging er wat mij betreft meer dicht dan alleen maar een boek. Ik beschouwde het als een definitieve einde van een lezerschap.
Toen kwam 11/22/63 en alles was vergeven en vergeten. King leek herboren (soort van dan toch) en schreef een rits boeken die op zijn minst best goed waren en op zijn best fier in de schaduw konden staan van het werk uit de jaren zeventig en tachtig. Met het met zoon Owen geschreven Sleeping Beauties wist hij zelfs de thematiek die ten grondslag lag aan ‘Under the Dome’ succesvol te recyclen (waarbij aangetekend moet worden dat het hooguit ‘best goed’ was).
‘De Buitenstaander’ beëindigt deze winnende reeks op verontrustende wijze. Uit het bovenstaande valt af te leiden dat ergernis en teleurstelling mij regelmatig vergezeld hebben tijdens de lange reis door het grillige oeuvre van King. Bij ‘De Buitenstaander’ viel mij echter iets ten deel wat ik ongetwijfeld al wel eens eerder maar nog nooit in deze mate heb ervaren: acute verveling. En ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat mijn verveling als lezer ook de verveling van de schrijver moet zijn geweest. Het lijkt of King voor ‘Buitenstaander’ niet aan de schrijftafel heeft plaatsgenomen om zijn angsten te bezweren (wat ten grondslag ligt aan zijn beste werk), maar louter en alleen om de verveling te verdrijven.
Waar hij dus niet in slaagt.
De premisse is intrigerend (een onmogelijke moord in een klein stadje) en de wat plichtmatige confrontatie aan het eind speelt zich in ieder geval af tegen een geweldig decor (een onheilspellend grottenstelsel ergens in Texas), maar daar tussenin is het zwaar behelpen geblazen. De switch van thriller naar het bovennatuurlijke doet vreemd onbeholpen aan, veel saaie herhalingen waarom iemand een moord wel gepleegd moet maar niet gepleegd kan hebben (op een zeker moment krijgt het iets bezwerends, een mantra van een schrijver die de grip op zijn eigen verhaal is kwijtgeraakt en niet meer weet hoe het verder moet), goed uitgewerkte personages verdwijnen plompverloren van het toneel, terwijl figuranten opeens het verhaal moeten dragen. Een verhaal dat niets meer om het lijf heeft dan een monster-van-de-week-aflevering van de X-Files. Het geheel vertoont alle kenmerken van een ruwe eerste versie, en de vraag is of er werkelijk niet meer van te maken viel dan dit rommeltje, of dat er ergens nog wel een strakke novelle in steekt, maar dat het King te veel werk was om deze er met harde hand uit te redigeren.
De leegte en verveling die ‘De Buitenstaander’ zo lijkt te kenmerken, wordt nog verder geaccentueerd door de nogal gratuite cameo van collega-schrijver Harlan Coben en de ronduit storende product placement. Wie een borrel achteroverslaat iedere keer als een personage bedenkt niet meer zonder zijn/haar ipad door het leven te kunnen, heeft als het boek uit is tenminste met reden een kater. In dit opzicht vertoont ‘De Buitenstaander’ merkwaardige overeenkomsten met ‘Stampij om een schuiftrompet’ waarin Willy van der Heide, die zijn personages zo zoetjes aan wel beu was, maar er om den brode nog geen afscheid van kon nemen, de gehele Dutch Swing College Band liet opdraven. Van der Heide herpakte zich daarna nog met een paar prima deeltjes Bob Evers, maar niettemin was het einde heel nabij. Stephen King zal het voor het geld niet meer hoeven doen. Tijd om de pen aan de wilgen te hangen? | 0neg
|
Ik ben een grote fan van Harlan Coben, maar ik vind dit laatste boek niet denderend. Het springt voortdurend van de hak op de tak. Ook vind ik de humor over de top. Erg jammer. Het lijkt erop alsof Coben van de uitgever opdracht heeft gekregen eenderde van het oorspronkelijke boek te schrappen, alleen het hoogstnoodzakelijke is blijven staan. Het is net alsof het boek erg snel is geschreven. Zo razen de actiescènes in een te hoog tempo voorbij. Bovendien vind ik het ongeloofwaardig hoe de Franse politie reageert. Iedereen die ooit in Frankrijk is geweest weet dat de politie daar niet behulpzaam is, en een Amerikaan die op een terras in een schietpartij verwikkeld raakt, zullen ze echt niet dezelfde dag nog laten gaan. Ik mis een stukje betrokkenheid. Jammer! | 0neg
|
De eerste thriller van Inger Ash Wolfe werd enthousiast ontvangen: de critici waren lovend over het bloedstollende en originele verhaal van een bekende Amerikaanse romanschrijver die zich achter dit pseudoniem verschuilt. Met zulke goede recensies, verwacht je dan ook heel wat van dit tweede boek met inspecteur Hazel Micallef in de hoofdrol.
Dit keer heeft Hazel te maken met een misdaad die eigenlijk nog niet gepleegd is. Zelf ligt ze nog in bed, omdat ze moet herstellen van een zware operatie aan haar rug, als er een lijk opgevist wordt uit het meer. Hazel wil het bovenhalen van het lichaam niet aan haar plaatsvervanger overlaten en sleept zich naar de oever, waar blijkt dat het om een etalagepop gaat. Toch vertrouwt ze het niet. Er is iets lugubers aan de etalagepop en de hele manier waarop deze opgedoken is, zint haar niet. Dus laat ze de pop grondig onderzoeken. Als haar collega dan op een code stuit, die uiteindelijk naar een website leidt, krijgt ze gelijk. Op de site is te zien hoe een man gevangen gehouden en mishandeld wordt.
Alsof dat niet vreemd genoeg is, vertoont de vondst van de pop wel erg veel overeenkomsten met een vervolgverhaal dat in de plaatselijke krant is verschenen. Het lijkt wel of iemand probeert om dat verhaal tot leven te laten komen. Maar wie daarachter zit, of wie de onfortuinlijke man in de kelder is en waarom hij daar vastgehouden wordt, dat moet Hazel samen met haar collegas zien uit te vinden. Misschien kunnen ze de man dan nog redden.
Op zich zijn deze gegevens aanleiding tot een heel aardig verhaal, dat uiteindelijk niet eens slecht in elkaar steekt. Maar de manier waarop Hazel te werk gaat, roept toch veel vraagtekens op. Ze banjert overal overheen, jaagt naar believen mensen in het harnas en legt verbanden op momenten dat die nog helemaal niet zo logisch zijn. Dat kan charmant zijn, en het moet gezegd dat een 62-jarige vrouwelijke inspecteur een verfrissende keuze is als hoofdpersoon, maar Wolfe strooit met te veel onwaarschijnlijkheden.
Hoe groot is de kans dat een computer op de redactie van een krant, ook al is het een lokale krant, niet is aangesloten op een printer en dat dat gedoe oplevert? Zou een inspecteur van de politie echt niet weten dat je een mailtje kunt printen en dat dan alle gegevens als afzender en mailadres bovenaan staan? En hoe waarschijnlijk is het eigenlijk dat iemand die eerst nog met zware rugpijn op bed ligt en naar het toilet getild moet worden, twee dagen later van een keldertrap valt, of met de bad guys vecht, zonder daar veel last van te hebben?
Wolfe maakt de hooggespannen verwachtingen in De dwaling dus niet waar. Het is niet slecht geschreven, de hoofdpersoon is interessant en de plot is aardig, maar het komt nergens echt lekker van de grond. Als dat allemaal sterker zou zijn, zou je de auteur zijn onwaarschijnlijkheden misschien vergeven, maar nu maken die het geheel tot een zwakke opvolger van De roeping. | 0neg
|
Voor mij duurde het erg lang eer ik mee was met het verhaal. Slechts voorbij de helft begon er beetje vaart in te zitten. Voor mij iets te onwerkelijk en onrealistisch. Misschien had ik te hoge verwachtingen en die werden wat mij betreft niet ingelost. | 0neg
|
Konrad Simonson krijgt de dood van een postbode toegewezen. Hij blijkt te zijn betrokken bij de verdwijning van een jong meisje in de jaren zestig. Maar eerst schiet een jongen op een middelbare school twee leraren dood. De link tussen deze twee moorden is flinterdun en wordt al snel opgelost.
Wat volgt is het soms kabbelende verhaal van een groep jongeren die in de jaren zestig bijeenkwam als "De eenzame hartenclub".
Hoewel dat laatste verhaal redelijk goed in elkaar steekt, wordt het teveel verteld. De lezer krijgt nauwelijks ruimte om de spanning te voelen. Alles wordt uitgelegd, ook het weer en de economische situatie komt in ieder hoofdstuk aan bod.
"Voor fans van The Killing" stond er vandaag in een advertentie. En op de omslag prijkt: "Literaire thriller". Beide predicaten weet deze matige thriller niet waar te maken. Het verhaal verdient een stel betere schrijvers. | 0neg
|
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.