text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 488
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé, A.L. Bakker, Boomsma, Kuiper,
Van Soest, Nanninga en Veldhuyzen inzake onderzoek naar mogelijke
tijdelijke locaties voor de nieuwe Meervaart
Onderwerp
Onderzoek naar mogelijke tijdelijke locaties voor de nieuwe Meervaart
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Kennisnemen van de locatie Nieuwe Meervaart
Overwegende dat:
— De huidige locatie van de Meervaart in de ogen van de VVD de meest geschikte locatie is om
ook de nieuwe Meervaart te bouwen;
— Deze locatie ook onder de bewoners van Nieuw-West op veel steun kan rekenen;
— Uit de participatie is gebleken dat de bewoners het geen onoverkomelijk bezwaar vinden als
de Meervaart tijdelijk zal sluiten in verband met het verbouwen op de huidige locatie;
— De VVD de noodzaak van de tijdelijke sluiting niet volgt en zij zich daarbij gesterkt weet door
het advies van stadsdeelcommissie Nieuw-West waarin staat: “Wel zien wij mogelijkheden
voor de Meervaart om eventueel tijdens de sluiting de programmering creatief in te vullen op
passende plekken in de wijk en zo de band met de buurt te versterken en zo als cultuurhuis een
brug te slaan tussen Nieuw-West en de rest van Amsterdam."
— _Erdus bij het kiezen voor de huidige locatie wel gezocht moet worden naar tijdelijke locaties
om de programmering van de Meervaart door te kunnen laten gaan tijdens de verbouwing.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Te onderzoeken, na overleg met de stadsdeelcommissie van Nieuw-West om creatieve ideeën op
te halen, welke locaties mogelijk als tijdelijke locaties van de Meervaart kunnen dienen en hierbij
per locatie een kostenplaatje te geven. Hierbij ook broedplaatsen, ondernemers en andere Am-
sterdammers te betrekken die creatieve ideeën hebben voor invulling op de tijdelijke locaties.
Indieners
H. Naoum Néhmé
A.L. Bakker
D.T. Boomsma
T. Kuiper
W. van Soest
A. Nanninga
J.A. Veldhuyzen
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Bezoekadres
A d Amstel 1
mster am 1011 PN Amsterdam
> < Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de raad
Datum 1september 2020
Ons kenmerk _ V&OR/UIT/2020007188
Behandeld door G. Bergenhenegouwen, [email protected]
Bijlage(n) Motie 696.20 dd. 10 juni 2020 van het raadslid Van Renssen, inzake de Strategie
Klimaatadaptie (maatregelen eigen terrein).
Onderwerp Beantwoording motie 696.20 dd. 10 juni 2020 van het raadslid Van Renssen, inzake
de Strategie Klimaatadaptie (maatregelen eigen terrein).
Geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 21 juni 2020 heeft uw raad bij de behandeling van de
Strategie Klimaatadaptatie motie 696.20 van het raadslid Van Renssen aangenomen, waarin het
college van burgemeester en wethouders verzocht wordt om:
1. Voorde uitvoeringsagenda klimaatadaptatie te onderzoeken welke concrete maatregelen
kunnen worden opgenomen voor het klimaatadaptief inrichten van 50% van het
grondgebied van de stad dat in eigendom is van derden;
2. Daarbij de voorbeelden opgenomen in de Handreiking decentrale regelgeving
klimaatadaptief bouwen en inrichten te betrekken;
3. Nate gaan in hoeverre deze maatregelen kunnen worden opgenomen in lokale
regelgeving (zoals bestemmingsplan, verordening en/of omgevingsplan).
Beantwoording
De beantwoording van deze motie bestaat uit twee delen. Eerst volgt de stand van zaken van de
maatregelen die momenteel ingezet worden als het gaat om klimaatadaptatie op privaat terrein.
Daarna volgen de acties die het college wil oppakken om deze motie uit te voeren en een
toelichting daarop.
Huidige maatregelen t.b.v. klimaatadaptatie op privaat terrein
Het college vindt het van belang dat klimaatadaptatie op privaat terrein bijdraagt aan de in de
strategie geformuleerde doelstelling om in 2050 zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het
veranderende klimaat. Ongeveer de helft van het grondgebied van de stad bestaat uit privaat
terrein. Daartoe is in de Strategie Klimaatadaptatie een aantal bestaande en benodigde acties
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 1 september 2020
Kenmerk
V&OR/UIT/2020007188
Pagina 2 van 6
beschreven, en zijn de oplossingsrichtingen ‘Samen en in gesprek met de stad’, ‘Kennisdeling en
communicatie’ en ‘Stimulering en ondersteuning van kansrijke projecten’ gepresenteerd. Deze zijn
gericht op zowel de bestaande stad als nieuwbouw. De lijn die hierbij wordt gehanteerd is:
bewustwording, stimuleren, faciliteren en als laatste voorschrijven.
Bestaande acties in het kader van bewustwording, stimuleren en faciliteren zijn bijvoorbeeld de
tuinacties voor het onttegelen van private tuinen, ondersteund door de tegelservice van de
gemeente die zorgt voor de afvoer en verwerking van de tegels. Ook de subsidies voor groene en
blauwgroene daken vallen hieronder. Dat geldt ook voor de Amsterdamse Impuls schoolpleinen.
Deze regeling beoogt onder andere vergroening (per schoolplein moet 25% groen worden
toegevoegd) en regenbestendigheid (het plein moet minimaal 30% worden onthard). In 2019 zijn
met deze regeling in totaal 16 schoolpleinen opgeleverd die in privaat eigendom van
schoolbesturen zijn. Voorbeelden hiervan zijn het schoolplein van de Kraemerschool (nu IKC Het
Talent) in de Wildemanbuurt in stadsdeel Nieuw-West en het kleuterplein Wereldwijs in de G-
buurt Oost in stadsdeel Zuidoost.
Als het gaat om de categorie voorschrijven, heeft het college met het initiatief voor de
Hemelwaterverordening een belangrijke stap gezet. De Hemelwaterverordening verplicht voor
nieuwe bouwwerken om 60 mm hemelwaterberging te realiseren en deze vertraagd af te voeren,
anders mag er niet op het openbare rioolstelsel of de openbare ruimte worden geloosd. Het
college heeft de verordening op 11 februari 2020 vrijgegeven voor inspraak en advies. Na
verwerking van de reacties wordt de verordening in het najaar ter besluitvorming voorgelegd aan
de gemeenteraad.
Ook het handboek natuurinclusief bouwen en ontwerpen, en de pilots om dit te verankeren in
‘tenders’ (aanbestedingen) voor nieuwbouw, draagt bij aan klimaatadaptatie op privaat terrein. In
het Handboek staan twintig ideeën die kunnen worden toegepast voor het natuurinclusief
ontwerpen van gebouwen en van de openbare ruimte. Een deel van wat is opgenomen in dit
handboek draagt direct bij aan klimaatbestendigheid, zoals groene daken, waterdaken, groene
gevels en wadi's . Om natuurinclusief bouwen gerealiseerd te krijgen in projecten wordt
momenteel in drie pilots gewerkt met een puntensysteem waaraan projecten moeten voldoen in
de tenders. Over deze pilots en het vervolg ervan wordt de gemeenteraad separaat geïnformeerd,
conform de beantwoording van motie 884 inzake de Begroting 2019 (Natuur-inclusief bouwen).
Meer voorbeelden van maatregelen en instrumenten die momenteel ingezet worden als het gaat
om klimaatadaptatie op privaat terrein staan in de bijlage bij deze beantwoording. Van de huidige
maatregelen wordt continu geleerd. De lessen die hieruit worden getrokken, worden opgenomen
in de aanpak. Ook van maatregelen die in andere steden worden toegepast, zoals in Rotterdam,
kunnen we leren.
Toezegging naar aanleiding van de motie
Het college beschouwt de motie als een aansporing om haar bestaande palet aan ingezette
instrumenten tegen het licht te houden. Het college voert de motie uit, en zal daarmee ten
behoeve van de uitvoeringsagenda onderzoeken welke concrete maatregelen kunnen worden
opgenomen in aanvulling op de huidige inzet. Hierbij betrekt het college onder andere de in de
motie genoemde Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichten. Het
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 1 september 2020
Kenmerk
V&OR/UIT/2020007188
Pagina 3 van 6
college zal nagaan in hoeverre deze maatregelen kunnen worden opgenomen in lokale
regelgeving (zoals bestemmingsplan, verordening en/of omgevingsplan). Inhoudelijk komt het
college hierop terug bij de vitvoeringsagenda klimaatadaptatie die gepland staat voor eerste
kwartaal 2021.
Als het gaat om klimaatadaptatie op privaat terrein wil het college zoveel mogelijk de lijn hanteren
van bewustwording, stimuleren, faciliteren en als laatste voorschrijven. Belangrijke criteria voor
maatregelen in de categorie ‘voorschrijven’ zijn de effectiviteit van een generieke regel in relatie
tot de aard van de betreffende opgave die mogelijk maatwerk vereist, en in hoeverre handhaving
mogelijk en haalbaar is. Over daadwerkelijke verankering in lokale regelgeving en
privaatrechtelijke instrumenten volgt indien nodig, mogelijk en haalbaar in een later stadium
besluitvorming.
Het college voert de motie uit en beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Laurens Ivens
Wethouder Openbare ruimte en Groen
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 1 september 2020
Kenmerk
V&OR/UIT/2020007188
Pagina 4 van 6
BIJLAGE: concrete maatregelen klimaatadaptatie privaat terrein — huidige inzet
Bronnen:
https://www.rainproof.nl/toolbox/maatregelen
https://www.rainproof.nl/2019-overheid
https://www.rainproof.nl/sites/default/files/wn_klimaatadaptatie raamwerk.pdf (betreft de publicatie ‘Raamwerk
ervaringen met instrumenten voor het borgen van klimaatadaptatie op privaat terrein’ vit 2019).
https://issuu.com/gemeenteamsterdam/docs/brochure_nibeo-definitief-webo2 1 (betreft het handboek
‘Natuurinclusief bouwen en ontwerpen in twintig ideeën’ vit 2018).
Concrete maatregelen in het kader van bewustwording, stimuleren en faciliteren die nu ingezet
worden als het gaat om klimaatadaptatie op eigen terrein zijn bijvoorbeeld:
-_ Het onttegelen en vergroenen van tuinen (gestimuleerd door tuinacties en gefaciliteerd
door de tegelservice).
-_ Het ontkoppelen van de hemelwaterafvoer van het riool.
-_ Het in gebruik nemen van regentonnen.
-__Het realiseren van groene daken en gevels (gefaciliteerd door subsidie).
-_ Het realiseren van blauw-groene daken (gefaciliteerd door subsidie).
-_De Amsterdamse Impuls schoolpleinen (gefaciliteerd door subsidie).
Met deze maatregelen kunnen negatieve effecten van hitte, droogte en wateroverlast op eigen
terrein worden tegengegaan.
Concrete maatregelen in de categorie voorschrijven die momenteel onderdeel zijn van de
vitvoeringspraktijk zijn onder andere:
Bestemmingsplan:
-_ Bestemmingsplan regelt gebiedsgericht de ruimtelijke bestemmingen. Het is de juridische
doorwerking van een ambitie voor de planperiode in een specifiek gebied. Het beschrijft
welke locaties in een gebied voor welke gebruiksfunctie(s) bestemd zijn, ook eventuele
klimaatadaptatiefuncties.
-_ Voorbeeld: De Pijp, blokbouw: voor de rustieke binnentuinen mag vitbouw tot maximaal
2,5m vanaf oorspronkelijke achtergevel. Voor verdere uitbouw is in bestemmingsplan
bepaald dat dit niet vergunningsvrij is (vanwege landschappelijke waarde). Gestaafd,
maar niet toepasbaar voor de rest van de stad, want specifiek voor de morfologie van de
Pijp.
-__ Voorbeeld: Centrumeiland, IJburg (2017): eis in het bestemmingsplan dat alle kavels 60
mm regenwater op eigen terrein kunnen verwerken. Zie ook onder ‘Kavelpaspoort’.
-_ Voorbeeld: Oud-West: in een herziening van het bestemmingsplan heeft het stadsdeel
een voorontwerpbestemmingsplan gemaakt waarin vergunningsvrij bouwen in het
achtererfgebied wordt beperkt én een maximaal verhardingspercentage wordt
voorgeschreven. Inspraak hierop liep tot 1 mei 2020. De uitkomsten van de participatie
worden verwerkt in de volgende versie, het ontwerpbestemmingsplan, dat vervolgens
voor zes weken ter inzage wordt gelegd. In die periode wordt de gelegenheid geboden om
zienswijzen naar voren te brengen. Zodra die procedure start, zal een nieuwe publicatie
plaatsvinden.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 1 september 2020
Kenmerk
V&OR/UIT/2020007188
Pagina 5 van 6
Hemelwaterverordening:
-_De hemelwaterverordening is een specificering van de in de wet milieubeheer beschreven
zorgplichten en regelt voor nieuwe bouwwerken de verplichting om 60 mm
hemelwaterberging te hebben en deze vertraagde te ledigen, anders mag er niet op het
openbare rioolstelsel of de openbare ruimte worden geloosd. De hemelwaterverordening
geldt voor de hele gemeente. Gebiedsgerichte uitzonderingen kunnen gemaakt worden.
De hemelwaterverordening vormt het toetsingskader en is onderdeel van een
omgevingsvergunning.
-_ De Hemelwaterverordening voor de gemeente Amsterdam is op 11 februari 2020 door het
college vrij gegeven voor inspraak en adviseren. Na verwerking van de reacties wordt de
verordening in het najaar ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.
-_Ineen tweetal bestemmingsplannen is reeds opgenomen dat aan de
Hemelwaterverordening dient te worden voldaan: Oud-West en Westerpark Zuid.
Keur-regelgeving:
- De Keuris het beleidskader van waterschap, o.a. toetsingskader voor
vergunningverlening, de zogenaamde ‘watertoets’. Ook voor verlenen watervergunning
(van waterschap) bij nieuwbouw.
- De Keur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) bevat de > 1.000m? eis: bij meer dan
1000 m2 verharding is er een verplichting tot compensatieberging. Waternet en de
gemeente zijn hier bij betrokken. Kijk op: www.agv.nl/onze-taken/keur
Waterneutrate bouwenvelop:
-_Een pakket ontwikkelvoorwaarden dat de gemeente stelt bij het vitgeven van grond
(pacht) aan projectontwikkelaars met bovenwettelijke minimale eisen voor de functies die
op het betreffende kavel gerealiseerd dienen te worden.
-__ Voorbeelden van inzet: bouwenvelop bij nieuwbouw: The Valley, The George;
bouwenvelop bij transformatie: Zuidas Nationale postcodeloterij, ArenAPoort;
kavelpaspoort: Centrumeiland.
Kavelpaspoort:
-_ Instrument dat de gemeente inzet bij het vitgeven van grond aan zelfbouwers met
bovenwettelijke minimale eisen voor de functies die op het betreffende kavel gerealiseerd
dienen te worden.
-_ Voorbeeld van inzet: Centrumeiland IJburg. Zie ook onder ‘Bestemmingsplan’. Omdat het
voornamelijk zelfbouw is, is er voor gekozen om het ook nog eens in de kavelpaspoorten
op te nemen (privaatrechtelijk). Betekent een extra controle-ronde die helpt bij het goed
toepassen van de regels.
Overige instrumenten:
Tender — BKV:
-_ In een tender op basis van Beste Prijs Kwaliteit Verhouding (BPKV, voorheen EMVI —
Economisch Meest Voordelige Inschrijving) vraagt de gemeente aan projectontwikkelaars
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 1 september 2020
Kenmerk
V&OR/UIT/2020007188
Pagina 6 van 6
om in te schrijven om te bouwen op een stuk uit te geven grond. Tender-BPKV wordt ook
door private partijen ingezet, onder andere bij transformatie.
-__ Voorbeelden van inzet ten behoeve van klimaatadaptatie: Amstelstation blokken B en C;
Tender-BPKV bij nieuwbouw gebied: Centrumeiland IJburg; Tender-BPKV bij nieuwbouw
gebouw: The Valley, CrossOver. Tender-BPKV bij transformatie: Zuidas Nationale
postcodeloterij.
Label BREEAM NL (nieuwbouw en renovatie):
- Een meetlat waarmee je de duurzaamheid van gebouwen en gebieden kunt vaststellen
(gebouwlabel). Voor alle duurzaamheidsclaims moet bewijsmateriaal worden aangeleverd
en een inspecteur (assessor) controleert.
-_ Voorbeelden van inzet in Amsterdam als het gaat om klimaatadaptatie: het gebouw van
de Goede Doelen Loterijen in Amsterdam; The Edge Amsterdam: regenwater voor de
groenbevloeiing.
Gezamenlijke ontwikkelambitie
-_ Belanghebbende partijen leggen in een gezamenlijke ontwikkelambitie gedeelde waarden
en afspraken voor de ontwikkeling of transformatie van een gebied vast. Belanghebbende
partijen zijn bijvoorbeeld vastgoedeigenaren, projectontwikkelaars, de gemeente en het
waterschap.
-_ Voorbeeld van inzet in Amsterdam zijn: IJburg, Zuidas, ArenAPoort, Buiksloterham.
Natuurinclusief bouwen en ontwerpen (in relatie tot tenders)
-__In het Handboek natuurinclusief bouwen en ontwerpen staan twintig ideeën die kunnen
worden toegepast voor het natuurinclusief ontwerpen van gebouwen en van de openbare
ruimte. Gebouwen bieden veel kansen om de biodiversiteit van Amsterdam te vergroten.
Door relatief simpele en goedkope ingrepen toe te passen kunnen gebouwen een
volwaardige plaats in een stedelijk ecosysteem innemen. Denk aan nestplaatsen voor
vogels of vleermuizen, groene daken of gevels. De beste waarborg voor deze
hoogwaardige leefomgeving is het natuurinclusief ontwerpen al vroeg in het planproces
op te nemen.
-__Een deel van de ideeën uit dit handboek draagt direct bij aan klimaatbestendigheid, zoals
groene daken, waterdaken, groene gevels en wadi's.
-__Om natuurinclusief bouwen gerealiseerd te krijgen in projecten wordt momenteel in drie
pilots gewerkt met een puntensysteem waaraan projecten moeten voldoen in de ‘tenders’
(aanbestedingen). Hierover wordt de gemeenteraad separaat geïnformeerd, in lijn met de
beantwoording van motie 884 inzake de Begroting 2019 (Natuur-inclusief bouwen)
hierover.
-__ Daarnaast is in de Samenwerkingsafspraken 2020-2023 tussen de woningcorporaties, de
huurderskoepels en de gemeente de volgende afspraak opgenomen (afspraak 3-m):
‘Corporaties worden uitgedaagd om de ideeën uit het “Handboek natuurinclusief bouwen
en ontwerpen” toe te passen bij de nieuwbouw van sociale woningen. In 2021 maken we
hier concrete afspraken over.”
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 6 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
% Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 November 2023
Portefeuille(s) Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Wethouder Moorman
Behandeld door Directie Werk, Participatie en Inkomen, [email protected]
Onderwerp Amsterdamse Armoedemonitor en Schuldenmonitor
Geachte leden van de gemeenteraad,
Om inzicht te krijgen in armoede en schulden gebruiken we de door Onderzoek en Statistiek
(O&S) ontwikkelde Amsterdamse Armoedemonitor en Schuldenmonitor. Via deze brief bied ik u
beide documenten aan. Aanvullend ontvangt u twee O&S onderzoeken rondom armoede en
schulden, de Brede monitor armoederegelingen die u twee keer per jaar ontvangt en in deze brief
een stand van zaken over de aanpak menstruatiearmoede.
De Armoedemonitor en de Schuldenmonitor blikken terug op roerige jaren waarin de
coronapandemie en hoge inflatie zorgden voor veel financiële onzekerheid. In 2021 en 2022
hebben zowel het Rijk als de gemeente Amsterdam volop ingezet op ondersteunende
overheidsmaatregelen om huishoudens in deze tijden van crisis te ondersteunen. Het doet mij
goed om te zien dat het aantal Amsterdammers met financiële problemen niet is gestegen tijdens
deze turbulente jaren. Inmiddels zijn we in een nieuwe crisis rond energie en inflatie terecht
gekomen maar dat maakt het niet irrelevant om de fase daarvoor terug te zien nu gestabiliseerde
data over deze periode beschikbaar zijn.
Hieronder licht ik de bevindingen vanuit de verschillende onderzoeken toe.
Amsterdamse Armoedemonitor 2022 en het onderzoek doelgroepbepaling
Dit jaar heeft O&S de 25° editie van de Amsterdamse Armoedemonitor opgesteld, zie bijlage 2.
Gedurende al deze jaren brengt de Armoedemonitor (ontwikkelingen in) de minimapopulatie in
kaart en beschrijft de monitor het bereik van de twee grootste en enkele aanvullende
gemeentelijke minimaregelingen. De Armoedemonitor 2022 beschrijft de minimapopulatie in
2021 (tijdens de coronapandemie) en het bereik van de gemeentelijke minimaregelingen in 2022,
een jaar waarin corona geleidelijk meer naar de achtergrond verdween en we te maken kregen
met toenemende inflatie.
Ik ga nu in op de belangrijkste bevindingen uit de Armoedemonitor 2022.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 2 van8
1. Aandeel Amsterdamse minimahuishoudens opnieuw licht gedaald.
Ruim 73.400 Amsterdamse huishoudens hadden in 2021 een laag inkomen en weinig vermogen:
dat is 17 procent van alle huishoudens. Hiermee is het percentage huishoudens onder de
minimagrens in drie achtereenvolgende jaren zeer licht gedaald. Amsterdam is hierin niet uniek,
ook in de rest van Nederland daalt het aandeel huishoudens met een laag inkomen. De lichte
daling zet zich naar verwachting voort in 2022. In de jaren voor 2019 zagen we een sterkere daling
van het aantal minimahuishoudens.
Wat opvalt is dat de inkomensongelijkheid in de stad groeit door de lichte daling van het
percentage minimahuishoudens in combinatie met een sterke stijging van het aantal huishoudens
met een hoog inkomen (>300 procent van het sociaal minimum). Dit zien we ook terug in de
stijging in Amsterdam van de Ginicoëfficiënt, een maat voor inkomensongelijkheid. De waarde
van de coëfficiënt ligt tussen o en 1 en is sinds 2001 gestegen van 0,305 naar 0,371 in 2019.
2. Aantal kinderen dat opgroeit ín armoede daalt.
Minderjarige kinderen en ouderen behoren vaker tot de minima dan gemiddeld. Kijken we naar de
ontwikkeling van armoede onder kinderen in de afgelopen jaren, dan zien we een daling van het
percentage minima onder kinderen, namelijk van 24,5 procent in 2014, toen de armoede het
grootst was, naar 17,8 procent in 2021. In absolute zin is dit een afname van ongeveer 9.000
kinderen die opgroeien in een minimahuishouden. Amsterdam is vooralsnog op weg richting
halvering van de kinderarmoede in 2030, de doelstelling die is vastgelegd door de Rijksoverheid.
We zien echter grote verschillen tussen stadsdelen in het aandeel minima onder o t/m 17-jarigen.
In Zuidoost groeit 27 procent van de kinderen op in een minimahuishouden. In Noord (22 procent),
Nieuw-West (20 procent) en West (19 procent) ligt het percentage minima onder minderjarigen
ook boven het stedelijk gemiddelde van 17,8 procent. Het aanta! minimakinderen is in Nieuw-
West het hoogst met ruim 6.300 kinderen.
3. De minimapopvulatie vergrijst.
Van de Amsterdammers van 66 jaar en ouder behoort in 2021 bijna een kwart (23%) tot de
minima. Dit armoedepercentage onder oudere Amsterdammers is sinds 2015 redelijk stabiel. Het
aantal oudere minima in absolute zin neemt toe: van 16.900 in 2011 naar 23.700 in 2021, oftewel
een toename van ruim 6.800 personen. Dit komt doordat de totale Amsterdamse bevolking
vergrijst. Er wonen meer ouderen in de stad en daarmee ook meer oudere minima. De
minimapopulatie vergrijst sneller dan de totale Amsterdamse bevolking.
Vooral ouderen met een Turkse, Marokkaanse, overig Afrikaanse, Surinaamse, overig
Amerikaanse en overig Aziatische migratieachtergrond behoren relatief vaak tot de minima. Het
gaat in totaal om ruim 13.000 oudere minima met deze achtergrond. Vermoedelijk heeft dit, voor
eerste generatie migranten, deels te maken met het feit dat zij meestal een onvolledige AOW
hebben omdat zij niet vanaf hun 15° in Nederland hebben gewoond. Een groot deel van de groep
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 3 van 8
ouderen met een Surinaamse migratieachtergrond krijgt binnenkort eenmalig een
tegemoetkoming voor hun onvolledige AOW-opbouw*.
4. Verhoging inkomensgrens voor armoederegelingen naar 130% van het sociaal minimum;
vooral meer werkenden en paren behoren tot de nieuwe groep minima.
Sinds 2023 is de inkomensgrens voor de armoederegelingen in Amsterdam opgetrokken naar
130% van het sociaal minimum (sm). Het gaat in 2021 om ongeveer 11.550 extra huishoudens. De
groep met een inkomen tussen 120% en 130% van het sm heeft vaker een inkomen uit loon dan vit
bijvoorbeeld een uitkering. Alleenstaanden vormen binnen de groep 120%-130% de meerderheid
(57 procent), maar er zijn in vergelijking met de groep met een inkomen tot 120% van het sociaal
minimum relatief veel paren in de groep 120%-130% sm.
5. Driekwart van de minimahuishoudens gebruikt armoederegelingen.
Van alle Amsterdamse huishoudens met recht op armoederegelingen maakte in 2022 ruim
driekwart (76 procent) hier ook gebruik van. Het bereik van de meeste afzonderlijke regelingen is
in 2022 iets gedaald, maar het verzamelbereik is juist gestegen. Dit komt hoofdzakelijk door het
toegenomen bereik van de Stadspas, de meest gebruikte regeling.
Onderzoek doelgroepbepaling Amsterdamse armoederegelingen
In de Armoedemonitor wordt gerapporteerd over huishoudens die volgens de definities van het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2022 een inkomen tot 120% van het sociaal minimum
en weinig vermogen hadden. Deze groep komt niet exact overeen met de huishoudens die gebruik
maken van het Amsterdamse minimabeleid. Een deel van de huishoudens met recht op
armoedevoorzieningen maakt daar om uiteenlopende redenen geen gebruik van. Maar er is ook
een groep die wél gebruik maakt van de regelingen, maar op basis van de via het CBS beschikbare
data niet tot de minimapopulatie behoort. Hun inkomen zoals bekend bij CBS ligt bijvoorbeeld
boven de minimagrens.
Als bijlage 2 bij deze brief vindt v een rapport van de afdeling Onderzoek & Statistiek waarin de
overlap van de huishoudens die in 2022 een Stadspas ontvingen en de minimahuishoudens die in
beeld waren bij het CBS is geanalyseerd. Hieruit komt naar voren dat van de 74.595 Amsterdamse
huishoudens met een Stadspas ongeveer een derde (24.650 huishoudens) volgens de CBS-
definities geen minimahuishoudens zijn. Dit komt bijvoorbeeld omdat het bij het CBS bekende
inkomen hoger is dan 120% van het sociaal minimum.
De oorzaak van dit verschil ligt in een aantal technische oorzaken en door het toepassen van
maatwerk bij het toekennen van de Stadspas. Een belangrijke technische oorzaak is dat er voor de
Amsterdamse minimaregelingen wordt getoetst op het fiscaal jaarinkomen, terwijl door het CBS
(en veel andere gemeenten) wordt gekeken naar het netto-inkomen. Ook lopen
armoedevoorzieningen na een stijging van het inkomen vaak nog enige tijd door, omdat deze
* Kamerbrief Gebaar van erkenning naar ouderen van Surinaamse herkomst (Kamerstukken II, vergaderjaar 2023-2024, 20 361,
nr. 221).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 4 van 8
worden toegekend op basis van het inkomen in het voorgaande jaar. Een andere belangrijke
technische oorzaak is dat het CBS kijkt naar het inkomen van alle huishoudleden samen, en de
gemeente naar het inkomen van de Amsterdammer en zijn of haar partner.
Voorbeelden van maatwerk zijn het toekennen van een Stadspas aan huishoudens die gebruik
maken van schuldhulpverlening of de voedselbank maar strikt genomen niet aan de
inkomensvoorwaarden voldoen. Ook kan een hardheidsclausule worden toegepast in schrijnende
gevallen, of als er sprake is van een plotselinge structurele inkomensdaling. Op deze wijze zet het
college erop in dat ook huishoudens die (net) buiten de formele voorwaarden vallen, maar wel van
weinig geld moeten zien rond te komen ook gebruik kunnen maken van de Amsterdamse
armoederegelingen.
Brede monitor armoederegelingen
Met de Brede monitor armoederegelingen in bijlage 3 informeren we uv aanvullend over het
recente absolute bereik tot en met augustus 2023 van een groter aantal minimaregelingen. De
toekenning van armoederegelingen vindt plaats op basis van het inkomen van het voorgaande
jaar. In deze nieuwste versie van de Brede monitor armoederegeling ontbreekt om technische
redenen recente data over de regelingen gratis laptop of tablet voor scholieren en de individuele
bijzondere bijstand. Nieuw in de monitor is informatie over de vergoeding die kinderen kunnen
krijgen voor sport.
We zien in deze nieuwste versie van de Brede monitor armoederegelingen dat het aantal
toekenningen van twee grote regelingen, de Stadspas en de Collectieve Zorgverzekering voor
Minima licht is gestegen. De verruiming van de inkomensnorm naar 130% kan hieraan ten
grondslag liggen. Op basis van de voorlopige cijfers van 2023 zien we ook dat meer
Stadspashouders de Stadspas wat vaker gebruiken.
In december 2020 is het Kindtegoed aan de Stadspas gekoppeld vanuit de gedachte om meer
voorzieningen te verbinden aan de Stadspas zodat regelingen toegankelijker en eenvoudiger
worden en het bereik hoger. In de Brede monitor armoederegelingen is te zien dat het gebruik van
het Kindtegoed is gestegen in het jaar 2022-2023, er is meer tegoed besteed. Dit is te verklaren
omdat het bedrag van het Kindtegoed hoger is dan voorgaande jaren.
Daarnaast valt op dat het gebruik van de scholierenvergoeding per schooljaar 2023-2024 is
gedaald. Verklaring hiervoor is dat de scholierenvergoeding per 1 augustus 2023 is overgeheveld
naar het Kindtegoed op de Stadspas. De declaraties voor het nieuwe schooljaar starten normaal in
juni{juli. Er is overlap in de declaraties van het oude schooljaar en het nieuwe schooljaar, wat terug
te zien is in de hoogte van de cijfers. In het schooljaar 2023-2024 is hier geen sprake meer van
omdat de scholierenvergoeding niet meer kan worden aangevraagd voor het nieuwe schooljaar en
het gebruik dus lager uitvalt.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 5 van8
Schuldenmonitor 2023
De door O&S ontwikkelde Schuldenmonitor brengt de schuldenproblematiek in Amsterdam in
kaart op basis van door Amsterdammers zelf gerapporteerde, als problematisch ervaren,
schulden. De monitor geeft inzicht in de hoogte en het soort schulden van Amsterdammers, en in
de achtergrondkenmerken van personen met ervaren problematische schulden. Daarnaast brengt
O&S in kaart hoeveel en welke Amsterdammers aangeven dat zij moeilijk rondkomen, een
risicofactor voor het ontstaan van schulden. De focus ligt op schulden gerapporteerd in 2022 op
basis van de Regionale Enquête Beroepsbevolking, een stadsbrede enquête die O&S vier keer per
jaar verspreidt onder Amsterdammers; verder geeft de monitor de ontwikkelingen in de periode
2019-2022. U vindt de monitor in bijlage 4.
Met de schuldenmonitor kunnen onze gemeentelijke instrumenten op het gebied van
schuldhulpverlening in breder perspectief worden geplaatst.
Bevindingen van de schuldenmonitor 2023
Gemiddeld genomen is het inkomen van huishoudens de afgelopen jaren toegenomen, ook tijdens
de coronacrisis (CBS, 2023). Vanaf eind 2021 steeg de inflatie, met name als gevolg van de hoge
energieprijzen (CBS, 2023), en kwam de betaalbaarheid van het levensonderhoud onder druk te
staan. Huishoudens met een laag inkomen zijn hier het hardst door geraakt (CPB, 2022).
Ook in Amsterdam steeg het gemiddeld besteedbaar inkomen in de periode 2019-2021 (CBS
statline, 2022} en het aantal en percentage huishoudens in armoede daalde licht zoals hierboven
beschreven. Ondersteunende overheidsmaatregelen zoals de energietoeslag hebben hierin een
belangrijke rol gespeeld (CBS 2023; CPB, 2023).
Desondanks geeft in 2022 zestien procent van de deelnemers in de REB-enquête aan dat zij (zeer)
moeilijk rond kunnen komen. Dit aandeel is de laatste jaren redelijk stabiel. Wat wel veranderd is:
in 2022 gaven minder mensen aan (zeer) gemakkelijk rond te kunnen komen. Deze trend zien we
voor zowel de lagere als voor de hogere inkomens.
In 2022 heeft naar schatting 8 procent van de Amsterdammers problematische schulden. Dit zijn
schulden, anders dan studieschulden, die men zelf als een probleem ervaart. Het aandeel
Amsterdammers met problematische schulden is in 2022 iets lager dan in voorgaande jaren.
In de beleidsbrief Armoede en Schulden 2023 — 2026 en het jaarverslag schuldhulpverlening 2022
staat de inzet van de gemeente Amsterdam, samen met partners in de stad, om schulden te
voorkomen, klein te houden of op te lossen. De inzet richt zich op het bieden van perspectief en
schuldenrust door het verminderen van stress. In het tweede kwartaal van 2023 informeren wij u
over het jaarverslag schuldhulpverlening 2023.
Rapport Helpende handen
Uit de schuldenmonitor 2023 blijkt dat ruim zes op de tien Amsterdammers met ervaren
problematische schulden hierbij geen hulp ontvangt. Wanneer zij wel hulp ontvangen gaat het in
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 6 van 8
de meeste gevallen om hulp uit de informele hoek: van familie, vrienden of kennissen (22%). Acht
procent ontvangt hulp van de gemeente: via de schuldhulpverlening of van hun klantbegeleider.
Om Amsterdammers met schulden beter te bereiken willen we, naast onder meer onze uitvoerige
inzet op vroegsignalering en laagdrempelige hulpverlening, informele netwerken in de stad beter
benutten. Onder de noemer Aanpak Schuldenvrije Buurt volgen en ondersteunen we vier lokale
initiatieven in stadsdelen Oost, Zuidoost, Noord en Nieuw-West. De initiatieven zijn erop gericht
om het vertrouwen van burgers te herstellen om zodoende de weg naar (formele) hulpverlening
weer vrij te maken. Gedurende 2022 heeft O&S kwalitatief onderzoek gedaan naar de
voorwaarden waaronder deze initiatieven succesvol zijn en de rol van tussenpersonen die in
potentie een brug naar formele hulpverlening vormen. Het onderzoeksrapport van O&S (Helpende
Handen, juni 2023) vindt u in bijlage 5. Het rapport beschrijft werkzame elementen die gebruikt
kunnen worden als leidraad voor andere lokale initiatieven in de stad. Komende periode gaan we
samen met collega's uit de stadsdelen, de lokale initiatieven en de Buurtteams deze werkzame
elementen in de praktijk nader toepassen en verdiepen. De samenwerking willen we bovendien
laten onderbouwen door een impactmeting. Ook zoeken we naar verbreding van de lerende
aanpak en verbindende samenwerking naar nieuwe lokale initiatieven in de masterplangebieden.
Stand van zaken aanpak menstruatiearmoede
Armoede en schulden zorgen voor dagelijkse stress en belemmeren de kansen van
Amsterdammers die met geldzorgen leven. Menstruatiearmoede vormt daarbij nog een extra
hindernis omdat er niet alleen een taboe rust op armoede, maar ook op menstruatie. In 2023 zijn
we gestart met een aanpak van menstruatiearmoede in samenwerking met Stichting
Armoedefonds en Stichting Neighborhood Feminists. In 2024 zetten we deze samenwerking
voort. Daarbij focussen we op het onderhoud van de bestaande vitgiftepunten en op meer
voorlichting over menstruatie(armoede) op scholen, via OKT’s, buurtteams en op andere plekken
in de stad. Hieronder geven we u een update over de stand van zaken van de vier afspraken uit het
initiatiefvoorstel Aanpak menstruatiearmoede in Amsterdam?:
1. Menstrvatieproducten verstrekken op publieke instellingen
Sinds december 2022 werken we samen met Stichting Armoedefonds aan uitbreiding van het
aantal menstruatieproducten uitgiftepunten (MUP's). Doel was een uitbreiding van 29 naar
minstens 5o MUP's. Dat is gelukt; in september 2023 waren er 137 actieve MUP's, waaronder 28
scholen. We werken ook samen met Stichting Neighborhood Feminists vit stadsdeel Zuidoost. Zij
bieden ook gratis menstruatieproducten aan via uitgiftepunten: begin 2023 waren dat er 15, in
september 2023 46 en eind 2023 zijn het er naar verwachting 60. We werken met de twee
stichtingen en de stadsdelen samen om een goede spreiding van de vitgiftepunten over de hele
stad te garanderen. De stichtingen vullen elkaar aan qua gewenste locaties: het Armoedefonds
richt zich meer op het bereiken van jongeren, bijvoorbeeld via scholen of bibliotheken.
Neighborhood Feminists richt zich naast jongeren meer op de kwetsbaren in de stad zoals
° Inítiatiefvoorstel van de leden Yemane, Ahmadi, Bouhassani, Wehkamp, Kabamba, Bloemberg en Khan, dat uw raad op 16
maart 2023 heeft aangenomen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 7 van8
ongedocumenteerden of andere groepen die moeilijk in staat zijn om aan menstruatieproducten
te komen. Ze zien het meeste gebruik in de stadsdelen Zuidoost, Zuid, Oost en West en in
mindere mate in Centrum. Het Armoedefonds ziet het meeste gebruik in stadsdeel Noord. De
twee stichtingen ontvangen in 2024 opnieuw subsidie voor het onderhouden van de
vitgiftepunten, deze is opgenomen in de begroting voor 2024.
2. Menstrvatiearmoede als onderdeel van gemeentelijk armoedebeleid
Sinds september 2023 staat Gratis menstruatieproducten op de lijst van Regelingen bij laag
inkomen op amsterdam.nl{pakjekans. Via communicatiekanalen zoals nieuwsbrieven en de Flying
Squad verspreiden we informatie voor intermediairs en Amsterdammers over
menstruatiearmoede. De scholen in wijken waar veel armoede is, ontvangen informatie over de
mogelijkheden om gratis menstruatieproducten te verstrekken. Verder kunnen kinderen met het
Kindtegoed op hun Stadspas menstruatieproducten kopen bij Hema. Met de koppeling van de
Scholierenvergoeding aan de Stadspas is dit Kindtegoed nu ook beschikbaar voor 15 t/m 17 jarigen
(dit was t/m 14 jaar). We onderzoeken of dit aanbod kan worden uitgebreid naar andere winkels,
maar zetten vooral in op laagdrempelig aanbod van gratis producten bij scholen. We kunnen nog
niet aangeven hoeveel scholen hier gebruik van maken, omdat dit pas actief wordt ingezet vanaf
het huidige schooljaar.
3. Betrekken private sector en maatschappelijk middenveld
Het Armoedefonds en Neighborhood Feminists hebben contacten met de private sector. Zo werkt
het Armoedefonds sinds september 2023 officieel samen met het maandverbandmerk Libresse.
De Voedselbank Amsterdam krijgt ook via het Armoedefonds en via losse donaties
menstruatieproducten om uit te delen. Verder hebben we contact met bedrijf Moodies Undies dat
gratis menstruatieondergoed levert aan De Sociale Kruidenier in Noord en een aantal dozen met
menstruatieondergoed heeft gedoneerd aan Stichting Sina.
4. Voorlichtingscampagne gericht op breed publiek en specifiek op scholen
In schooljaar 2023-2024 worden 21 scholen vanuit het GGD-programma Gezonde School
ondersteund op het thema relationele en seksuele vorming: 12 basisscholen, 5 VO-scholen en 5
MBO-locaties. Bij deze scholen wordt menstrvatiearmoede onder de aandacht gebracht en
gevraagd of zij een uitgiftepunt willen worden. Vier van deze scholen zijn vanaf september 2023 al
een uitgiftepunt, waarvan één VO-school en 3 Mbo-scholen. Aan het einde van dit schooljaar moet
blijken in hoeverre daadwerkelijk gebruik is gemaakt van dit aanbod. Alle basisscholen krijgen van
de GGD mee dat de toiletfaciliteiten in orde moeten zijn voor meiden in de bovenbouw. Verder
onderzoeken we samen met Armoedefonds en Neighborhood Feminists of aanvullende
voorlichting nodig is in 2024. Het Armoedefonds werkt op dit moment aan een informatieboekje
voor bovenbouw PO-leerlingen en onderbouw VO-leerlingen om beschikbaar te stellen aan
scholen in Amsterdam.
Tot slot
Amsterdam wil een solidaire stad zijn met gelijke kansen voor haar inwoners. In de Beleidsbrief
Armoede en schulden 2023-2026 van 10 oktober j.l. heb ik u meegenomen in onze inzet op het
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 november 2023
Pagina 8 van 8
bestrijden van armoede en schulden in de komende jaren. Gezien de groeiende
inkomensongelijkheid en de ruim 73.400 Amsterdammers die in deze stad een inkomen hebben
tot 130% van het sociaal minimum blijft deze inzet onverminderd belangrijk.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
(INS
i U - "
Marjolein Moorman
Wethouder Armoedebestrijding
Bijlagen
1. Amsterdamse Armoedemonitor 2022
2. Onderzoek Doelgroepbepaling Stadspas
3. Brede monitor armoederegelingen t/m augustus 2023
4. Schuldenmonitor 2023
5. Rapport Helpende Handen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 8 | train |
Adviesaanvraag college aan dagelijks bestuur
Invullen door directie:
Onderwerp adviesaanvraag: Agenda Dieren 2024-2026
Portefeuille: Dierenwelzijn
Directie: Ruimte & Duurzaamheid
Datum behandeling staf WH 19 jun, 29 juni 2023, 16 oktober 2023
Datum adviesaanvraag: 4 december 2023, College B&W 5 september
Deadline ontvangst advies: 29 januari 2023
Advies mailen naar: dieren@®amsterdam.nl t.a.v. Cor Ligthert
Meegestuurde stukken: Concept Agenda Dieren 2024-2026
Heeft er consultatie vooraf Adviesuitvraag is aangekondigd via wethouder aan BOSS (mail juli 2023)
plaatsgevonden?
Invullen door stadsdeel:
Stadsdeel:
Procesbegeleider: ….
Datum weekstart/staf: ….
Datum stadsdeelcommissie: …
Datum dagelijks bestuur: ….
Registratienr. (optioneel): ….
Over gevraagde adviezen: Conform de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022:
-__ (art. 12, lid 1) betrekt college en BM het DB bij voorbereiding van stedelijke kaders als deze kaders betrekking hebben op taken en
bevoegdheden van DB of DB een rol krijgt in vitvoering van die kaders, of
-__ (art. 12, lid 2) als college of BM voornemens is over stedelijke kaders besluit te nemen of voornemens is ander besluit te nemen
waarbij belangen van een of meer stadsdelen zijn betrokken, in ieder geval bij vaststellen van bestemmingsplannen, wint college of
BM bij DB advies in.
DB legt deze adviezen voor aan SDC (art. 19).
Bij besluitvorming maakt DB inzichtelijk wat advies van SDC is en hoe eventuele voorstellen of moties als bedoeld in art. 30, lid 3, zijn
verwerkt. DB neemt advies van SDC over indien is vastgesteld met meerderheid van stemmen en past binnen stedelijke en budgettaire
kaders. DB kan uitsluitend schriftelijk met zeer zwaarwegende redenen afwijken van advies of voorstel van SDC. (art. 19, lid 5) Als
standpunten van stadsdeelcommissieleden bij vitbrengen van advies uiteenlopen, worden in advies standaard alle verschillende
standpunten binnen commissie kenbaar gemaakt. (art. 30, lid 5)
Formuleer hier de vraag aan het dagelijks bestuur
Bijgevoegd vindt v Concept Agenda Dieren 224-2026. Graag zien wij vw advies tegemoet op de ambities, thema’s en
acties tegemoet. Hier heeft u zes weken de tijd voor, maar gelet op het kerstreces komt daar nog een weekje bij.
De volgende planning wordt daarbij aangehouden:
e _4december 2023 t/m 22 januari 2024 * Inspraakperiode voor publiek
e _4december 2023 t/m 29 januari 2024 * adviesperiode voor stadsdelen
e 20 februari 2024 * Map wethouder Pels: Geüpdatet Agenda Dieren 2024-2026 incl verwerkte input DB,
stadsdeelcommissies en inspraak | nota van beantwoording) met verzoek door naar college
e 12 maart 2024 * College B&W: Geüpdatet Agenda Dieren 2024-2026 incl verwerkte input DB,
stadsdeelcommissies en inspraak | nota van beantwoording met verzoek akkoord door naar cie januari 2024
e 10 april 2024 * Commissie Duurzaamheid & Circulair
e 2, april 2024 * Raad
Pagina1 van 2
Conceptadvies DB:
Het dagelijks bestuur formuleert hier -indien van toepassing- t.b.v. de stadsdeelcommissievergadering een conceptadvies
Advies stadsdeelcommissie:
Advies van de stadsdeelcommissie aan het DB
Finaal advies DB:
Advies van het dagelijks bestuur aan het college van burgemeester en wethouders
Registratienummer Z17-81484 / 2605
Pagina 2 van 2
| Agenda | 2 | test |
VN2021-034803 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
Zo Jeugd en Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
x Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 12 januari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Armoede en Schuldhulpverlening (23)
Agendapunt 11
Datum besluit nvt nvt
Onderwerp
Raadsbrief Voortgang Buurteams
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de voortgang van de Buurtteams Amsterdam
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169; actieve informatieplicht van het college aan de gemeenteraad.
Bestuurlijke achtergrond
Naar aanleiding van de vorige raadsbrief over de eerste ervaringen buurtteams van 7 juli 2021 is in
de commissie ZJS op 23 september 2021 en de raad van 11 november 2021 toegezegd om de raad te
informeren over de stand van zaken op dit onderwerp.
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
De brief wordt tevens ter kennisname aangeboden aan de raadscommissie ZJS
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Met deze brief worden de volgende toezeggingen en moties afgedaan:
* De Motie 795_21 van de leden van Pijpen, La Rose, Warmerdam en Kilig inzake
ervaringsdeskundigheid in de Buurtteams, van 11 december 2021.
e De toezegging aan het lid Van der List (TA2021-001080) om de commissie op de hoogte te
stellen over de hulp die de buurtteams kunnen geven aan dak- en thuislozen en ook als de
buurtteams de hulpvraag niet aankunnen.
e De toezegging aan de raadscommissie ZJS (TA2021-001099) nog dit jaar met een kwalitatieve
tussenstand en de ontwikkelagenda op dit onderwerp richting de commissie te komen.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-034803 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam -
Zorg % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 12 januari 2022
Ter kennisneming
AD2021-133174 BIJLAGE 1 Ontwikkelingen Buurtteam Amsterdam november 2021.pdf (pdf)
BIJLAGE 2 Motie 795_21 van de leden Van Pijpen La Rose Warmerdam en
AD2021-133175 , ‚ ‚
Kilig inzake ervaringsdeskundigheid in de Buurtteams.pdf (pdf)
AD2021-133157 Commissie WIO Voordracht (pdf)
Raadsinformatie voortgang buurtteams november 2021 met
AD2021-133325 ‚
handtekening. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 141
Publicatiedatum 24 februari 2017
Ingekomen onder N
Ingekomen op donderdag 16 februari 2017
Behandeld op donderdag 16 februari 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake kunst in de openbare ruimte en het aanstellen van
een Stadscurator (draagvlak essentieel).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het gewijzigd initiatiefvoorstel “Stadscurator” van het lid
Ernsting (Gemeenteblad afd. 1, nr. 90).
Overwegende dat:
— het de bedoeling van kunst in de openbare ruimte is dat die een positieve bijdrage
levert aan de omgeving;
— voor kunst in de openbare ruimte geldt dat er hogere eisen aan brede waardering
en draagvlak daarvoor kunnen worden gesteld dan bij kunst die alleen te zien is in
een privé-omgeving, omdat mensen in het eerste geval geen keuze hebben;
— het niet wenselijk is om kunst in de openbare ruimte te plaatsen als een
meerderheid van de mensen uit de directe omgeving, die er dagelijks mee
worden geconfronteerd, het waarderen, of dat om een andere reden niet willen;
— heteen breed gedeeld verlangen is om de participatieve democratie en
burgerparticipatie te versterken en mensen te betrekken bij beslissingen ten
aanzien van hun directe omgeving;
— in het vigerende beleidskader voor kunst in de openbare ruimte al staat dat
draagvlak belangrijk is maar het, bijvoorbeeld in de kwestie rondom het betonnen
videokunstwerk Westland Wells, in de praktijk niet altijd vanzelfsprekend blijkt dat
er rekening wordt gehouden met de wensen in de buurt.
Spreekt uit:
dat het onwenselijk is om kunst in de openbare ruimte te plaatsen als blijkt dat
een groot deel van de directe omwonenden dat niet wil.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de uitwerking van het beleid voor de openbare ruimte er zorg voor te dragen dat
kunst in de openbare ruimte alleen in goed overleg en met draagvlak in de buurt
wordt gerealiseerd.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 141 Moti
Datum _ 24februari 2017 _CHe
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1045
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van het lid Ruigrok inzake de Begroting 2016 (stroomlijning behandeling
voorjaarsnota en begroting).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— er momenteel een doublure — in de vorm van het tweemaal houden van
Algemene Beschouwingen — zit in de behandeling van de voorjaarsnota en
begroting van de gemeente Amsterdam;
— deze doublure bij veel mensen verwarring veroorzaakt.
Overwegende dat:
— de verwarring veroorzaakt door de doublure een negatief effect heeft op de
betrokkenheid van de Amsterdammer bij de bestuurlijke besluitvorming van de
gemeente Amsterdam.
Verzoekt het presidium van de gemeenteraad:
— nog dit jaar met een voorstel te komen om de behandeling van zowel
voorjaarsnota en begroting zodanig te stroomlijnen dat in ieder geval de doublure
wordt weggenomen zodat er jaarlijks slechts eenmaal Algemene beschouwingen
plaatsvinden;
— dit plan ter bespreking aan de gemeenteraad voor te leggen.
Het lid van de gemeenteraad
M.H. Ruigrok
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 136
Datum akkoord college van b&w van 10 maart 2015
Publicatiedatum 11 maart 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer Z.D. Ernsting en
de heer B.L. Vink van 20 januari 2015 inzake aanpassingen van het Bouwbesluit wat
betreft inpandig fietsparkeren.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
In Het Parool online van 12 januari 2015! en de papieren versie van de krant de
volgende dag was te lezen dat de Fietsersbond zich zorgen maakt over het
schrappen van een aantal bepalingen uit het Bouwbesluit omtrent het verplichten van
fietsenstallingen bij studenten- en zorgcomplexen.
De Fietsersbond is bang voor chaos in studentensteden, waar er al grote drukte is
door geparkeerde fietsen in de openbare ruimte. Daarnaast is er angst voor een
stijging in de diefstal van fietsen.
De bond voorspelt ook dat de mobiliteit van mensen die wonen in zorgcomplexen
achteruit gaat. 'Die mensen moeten ook ergens hun elektrische fiets of scootmobiel
kwijt kunnen zonder dat ze de kans lopen beroofd uit te komen.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 20 januari 2015, respectievelijk
namens de fracties van Groenlinks en D66, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met het artikel in Het Parool online van 12 januari 2015
onder de kop “Fietsersbond vreest toename diefstal door plan minister Blok" en
het artikel de volgende dag in de papieren versie van de krant?
Antwoord:
Ja, het college heeft hier kennis van genomen.
‘http://www.parool.nl/parool/nl/4/AMSTERDAM/article/detail/3828078/2015/01/12/Fietsersbond-
vreest-toename-diefstal-door-plan-minister-Blok.dhtml
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ae Gemeenteblad
Datum 11 maart 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 20 januari 2015
2. Wat is het oordeel van het college over de plannen van de minister om het
bouwbesluit te vereenvoudigen? Kan het college daarbij ook specifiek ingaan op
het punt van de fietsenberging bij zorg- en studentencomplexen?
Antwoord:
Het college kan instemmen met een vereenvoudiging van het Bouwbesluit door
het schrappen van niet relevante regelgeving. In het voorstel tot wijziging van het
Bouwbesluit 2012 verandert bij studenten en zorgcomplexen de verplichting niet
voor wat betreft: “een bergruimte om fietsen en scootmobielen beschermd tegen
weer en wind te kunnen opbergen”. Overigens mag bij woningen kleiner dan 50
m2 in deze complexen dit door middel van een gezamenlijke fietsenberging
gerealiseerd worden.
Het gaat hier om schrappen van specifieke eisen dat de berging een minimaal
vloeroppervlak van 1,5 m2 (per studenten of zorgwoning)® moet hebben en dat
deze gemakkelijk toegankelijk? moet zijn. Het schrappen van deze eisen kan in
het ongunstigste geval tot gevolg hebben dat er fietsenbergingen worden
gerealiseerd die alleen te bereiken zijn via steile trappen, verschillende
tussendeuren en/of zo klein zijn dat er geen fiets of scootmobiel (goed) in past.
Dit kan ertoe leiden dat bewoners van studenten of zorgcomplexen hun fiets of
scootmobiel op straat gaan parkeren, waardoor de kans op diefstal toeneemt
evenals de druk op de openbare ruimte.
3. Is het college het met de fracties van GroenLinks en D66 eens dat het schrappen
van regels bouwen makkelijker maakt, daarmee aantrekkelijk is voor
projectontwikkelaars en de bouwproductie kan helpen vergroten, maar dat dat
niet mag betekenen dat kosten of programmatische onderdelen worden
afgewenteld op derden, de gemeente of de openbare ruimte?
Antwoord:
Ja, het college is het hier mee eens.
4. Wat is de mening van het college over de zorgen die de Fietsersbond uit als het
gaat om fietsendiefstal, druk op de openbare ruimte en de mobiliteitsbehoefte van
bewoners van zorgcomplexen?
Antwoord:
Het college deelt deze zorgen. Door het vervallen van de specifieke eisen kan
met een slecht bruikbare berging voor fiets of scootmobiel toch aan de eisen van
het Bouwbesluit worden voldaan. Het noodzakelijke vloeroppervlak, de locatie en
vooral de ontsluiting van de berging of stalling zijn straks niet meer in het
Bouwbesluit geborgd.
2 Artikel 4.31, lid 2: in afwijking van het eerste lid kan bij een woonfunctie met een
gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m? de bergruimte gemeenschappelijk zijn indien de
vloeroppervlakte van de bergruimte ten minste 1,5 m? per woonfunctie bedraagt.
3 Artikel 4.31, lid 3: Een bergruimte als bedoeld in dit artikel is vanaf de openbare weg rechtstreeks
bereikbaar via het aansluitende terrein of een gemeenschappelijke verkeersruimte.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ae Gemeenteblad
Datum 11 maart 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 20 januari 2015
5. Is het college het met de fracties van Groen Links en D66 eens dat
stallingsplekken voor fietsen horen bij studentenwoningen en dat deze integraal
onderdeel moeten zijn van initiatieven om nieuwe studentenwoningen te
ontwikkelen?
Antwoord:
In lijn met het vorige college vindt het huidige college dat dat stallingsplekken
behoren bij studentenwoningen. Weliswaar blijft met de voorgestelde wijziging
een berging verplicht, maar het risico is groot dat projectontwikkelaars en
woningcorporaties van studenten of zorgcomplexen geen rekening houden met
de toegankelijkheid en het vereiste vloeroppervlak voor een goed bruikbare
berging.
6. Is het college van plan — eventueel samen met colleges van andere
studentensteden zoals Utrecht — aandacht te vragen in Den Haag voor
de mogelijk negatieve gevolgen van de voorgestelde aanpassing van het
Bouwbesluit, teneinde dat zo te veranderen dat projectontwikkelaars bij de
ontwikkeling van nieuwe studentenwoningen in de Nederlandse studentensteden
blijven zorgen voor stallingsplekken in de panden dan wel op het terrein nabij de
panden?
Antwoord:
Naar aanleiding van de brief van Minister Blok van 19 december 2014 zijn door
Tweede Kamerleden van de VVD, SP, CDA en CU schriftelijke vragen ingediend
over ditzelfde te schrappen onderdeel van het Bouwbesluit. Op 26 februari 2015
zijn daarop de antwoorden verschenen van de Minister ( 32757 nr. 105).
Het schrappen van de prestatievoorschriften over met name de toegankelijkheid
van de berging voor fietsen en scootmobielen zijn niet bevredigend beantwoord.
De minister gaat niet in op dit specifieke punt. Dit zal onder de aandacht van de
Tweede Kamer worden gebracht. Zie verder:
http://www. tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=20152034208&did=2015D070
65.
7. Ziet het college andere mogelijkheden (bijvoorbeeld via de erfpachtvoorwaarden)
om ervoor te zorgen dat initiatiefnemers bij nieuwe studentenwoningen ook
fietsenstallingen creëren (inpandig of eventueel op het terrein), overlast door
rondslingerende fietsen voorkomen en de effecten op de openbare ruimte voor
aanvullende stallingsvoorzieningen niet op de gemeente afwentelen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, welke mogelijkheden ziet het college hiervoor?
Antwoord:
Het Bouwbesluit is uitputtend, dat betekent dat de gemeente geen extra regels
over toegankelijkheid van fietsenberging bijvoorbeeld in de Bouwverordening mag
opnemen. Ook de Minister meldt dit in zijn antwoorden: “De voorschriften in het
Bouwbesluit zijn inderdaad uitputtend bedoeld. Gemeenten mogen geen
aanvullende voorschriften stellen”.
Ook opname in de erfpachtvoorwaarden is geen optie, omdat vanuit erfpacht
alleen het gebruik (de privaatrechtelijke bestemmingen) op gezette tijden wordt
gecontroleerd.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng ae Gemeenteblad
ummer = su . . -
Datum 11 maart 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 20 januari 2015
Opdrachtgevers en bouwers kunnen hierover afspraken maken door specifieke
aandacht hieraan te besteden en het bijvoorbeeld op te nemen in het programma
van eisen voor nieuwbouw. Bij de verlening van de omgevingsvergunning voor
het bouwen kan de gemeente de buitenbergingen beoordelen. Maar de gemeente
kan hen niet daartoe verplichten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 28 april 2021
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Sander Smit, V&OR, [email protected]
Onderwerp Voortgang Sloterbrug
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik v over de voortgang van het project vervanging Sloterbrug.
Samen met de gemeente Haarlemmermeer, en met steun van de Vervoerregio Amsterdam,
werken wij aan het verbeteren van de verkeersveiligheid en de doorstroming op en rondom de
Sloterbrug. Op 17 juli 2018 hebben wij hiertoe een samenwerkingsovereenkomst met
Haarlemmermeer gesloten (zaaknummer: AD2018-082649). In het tweede kwartaal van 2019 is de
Nota van Uitgangspunten Sloterbrug vrijgegeven voor inspraak. Een groot deel van de
inspraakreacties ging over de situatie op de Sloterweg in Amsterdam. Daarom heeft voormalig
wethouder Dijksma besloten om het vaststellen van de Nota van Uitgangspunten uit te stellen en
eerst de verkeersafwikkeling in Sloten te onderzoeken. De commissie MLD is hiervan op 6 februari
2020 op de hoogte gesteld.
Inmiddels heeft mijn voorgangster ook de startnotitie Autoluw Sloten en Nieuw-Sloten
vastgesteld en wordt in de loop van dit jaar een oplossing voor de Sloterweg uitgewerkt en ter
vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Dit heeft v kunnen lezen in de brief van 1 maart
2021, die aan orde is geweest in de commissie van 25 maart 2021. Recentelijk hebben wethouder
Ruigrok van de gemeente Haarlemmermeer en ondergetekende, in aanwezigheid van
portefeuillehouder Bobeldijk van stadsdeel Amsterdam Nieuw-West, gesproken over de
voortgang van het project Sloterbrug. Met een op handen zijnde oplossing voor de Sloterweg
achten wij het opportuun het project Sloterbrug weer op te starten.
Ongeacht de vitkomsten van het project Sloterweg blijven de problemen met betrekking tot de
verkeersveiligheid en doorstroming op en rond de huidige Sloterbrug bestaan. Ook als er minder
autoverkeer over de brug rijdt, blijft een nieuwe, bredere brug om deze redenen wenselijk.
Omgekeerd maakt een nieuwe Sloterbrug maatregelen aan de Sloterweg niet onmogelijk. De
uitvoering van de te kiezen maatregelen van het project Sloterweg zal plaatsvinden voordat de
nieuwe Sloterbrug wordt opgeleverd (naar verwachting in 2025).
Het project Sloterbrug is destijds stilgelegd tijdens het besluitvormingsproces over de Nota van
Uitgangspunten. Daar zal het project dan ook weer mee verder gaan, te beginnen met een
adviesaanvraag aan stadsdeelcommissie Nieuw-West. Naar verwachting kunnen wij u vlak na het
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 april 2021
Pagina 2 van 2
zomerreces van 2021 de Nota van Uitgangspunten Sloterbrug, inclusief de Nota van
Beantwoording met daarin onze reactie op de zienswijzen, aanbieden. Bij instemming door beide
gemeenteraden (Haarlemmermeer en Amsterdam) gaan we door met de voorbereiding van het
project Sloterbrug.
Met deze aanpak borgen wij de inhoudelijke samenhang tussen beide projecten en kunnen beide
projecten tegelijkertijd hun eigen planning volgen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
k í
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1135
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder AO
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de rekenkamerbrief “Opvolgingsonderzoek
luchtkwaliteit in Amsterdam” (aanleggen van cruiseschepen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de rekenkamerbrief “Opvolgingsonderzoek luchtkwaliteit
in Amsterdam” Gemeenteblad afd. 1, nr. 1075).
Constaterende dat:
— de Rekenkamer in 2011 reeds constateerde dat de Europese
luchtkwaliteitsnormen niet gehaald zouden worden in 2015;
— _op dit moment duidelijk wordt dat deze normen inderdaad niet gehaald gaan
worden;
— eruiseschepen die de Amsterdam aandoen en geen walstroom gebruiken
verantwoordelijk zijn voor een enorme uitstoot tijdens hun bezoek.
Overwegende dat:
— Nederland zich gecommitteerd heeft aan de Europese normen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken welke maatregelen zij kan nemen om de uitstoot van
cruiseschepen tegen te gaan, inclusief een verbod op aanleggen indien niet
gebruik wordt gemaakt van walstroom;
— de uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen aan de raad in het voorjaar van
2017.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 10 maart 2022
Portefeuille(s) Vluchtelingen en ongedocumenteerden
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Onderwijs Jeugd en Zorg, Kawtar Koubaa ([email protected])
Onderwerp Raadsinformatiebrief voortgang programma ongedocumenteerden
Geachte leden van de gemeenteraad,
We willen v, zoals gebruikelijk in het voorjaar, informeren over de voortgang, resultaten en
ervaringen tot nu toe binnen het programma ongedocumenteerden. Op 20 april 2021 heeft u voor
het laatst een raadsbrief ontvangen. We zijn verheugd vu nu een nieuwe update te kunnen geven,
omdat er in de tussentijd mooie resultaten zijn neergezet;
-_ Alle acht nieuwe opvanglocaties voor ongedocumenteerden zijn geopend en in gebruik.
-_De uitkomsten van de 1-metingen van de draagvlakrapportages zijn afgerond en tonen
aan dat er veel draagvlak is in Amsterdam voor de opvang en dat deze sinds de komst van
de locaties verder is gegroeid.
-__ De LVV pilot is verlengd tot 2023 waardoor er op 1 januari 2022 een nieuwe
subsidieregeling van kracht kon gaan, met minder partijen om de effectiviteit te
vergroten.
-__ Sinds medio 2019 werd er al voor circa 100 personen een duurzame oplossing gevonden
(vaak complexe dossiers). Het lijkt erop dat er sprake is van oplopende trend ondanks de
verschillende beperkingen door het coronavirus.
De eindevaluatie naar de 5 LVV pilots wordt momenteel vitgevoerd in opdracht van het WODC.
We verwachten dat de resultaten hiervan na de zomer 2022 worden gepresenteerd. De
tussenevaluatie van 5 maart 2021 is in de vorige raadsbrief met v gedeeld.
We maken ons echter zeer grote zorgen over de toekomst van de LVV in Amsterdam. In het
nieuwe regeerakkoord staat geschreven dat de LVV wordt uitgebreid naar een landelijk netwerk,
waarbij de opvang altijd gericht is op terugkeer. Onduidelijk is nog hoe deze formulering
geïnterpreteerd en verder ingevuld gaat worden. De formulering over de LVV in combinatie met
strafbaarstelling is erg problematisch. We vrezen dat ongedocumenteerden zich niet meer zullen
melden als de LVV wordt teruggebracht tot opvang voorafgaand aan vertrek uit Nederland. Dit zal
o.a. leiden tot lagere terugkeercijfers, meer mensen op straat, verstoring van de openbare orde en
grotere (gezondheids)risico's. De positieve effecten van de LVV op de openbare orde,
volksgezondheid en maatschappelijke en bestuurlijke rust worden hiermee tenietgedaan. Het
terugbrengen van de LVV tot opvang voorafgaand aan vertrek uit Nederland sluit niet aan bij de
bestaande afspraken met het Rijk en de complexe situatie van de doelgroep.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 2 van 12
Tot op heden zijn bijna 75% van de beoordeelde herhaalde asielaanvragen positief beschikt. Dit is
hoger dan de oorspronkelijke verwachting van de LVV Amsterdam. Hier mogen we met z'n allen
trots op zijn: dat er zoveel mensen met inzet van de LVV partners vooralsnog erkend zijn als
vluchteling of een verblijfstitel hebben gekregen. Hoewel in aantal nog beperkter zien we ook heel
mooie resultaten op vrijwillige terugkeer. Steeds meer mensen kiezen er mede dankzij de
inspanningen van het programma voor om in hun land van herkomst een toekomst op te bouwen.
Vaak zijn deze mensen al ontzettend lang in Nederland. Nu is het zo dat er nog steeds een
percentage van mensen zijn die afgewezen worden, ondanks het harde werken door alle partijen.
Of dat er moeizaam perspectief gecreëerd kan worden buiten de schuld om van betrokkenen. In
die gevallen wordt gewerkt aan oplossingen. Instrumenten (hoe moeizaam ook) als diverse
vormen van casusoverleg, monitoring, onderzoek en bestuurlijke opschaling worden hiervoor
ingezet. Dat het soms moeizaam gaat, belet ons niet om te blijven proberen.
Vooruitlopend op de effectevaluatie, wordt in deze brief verder ingegaan op de voortgang en
resultaten binnen dit belangrijke programma in Amsterdam.
Locaties
Op de volgende locaties worden ongedocumenteerden opgevangen:
- Gerard Doustraat 156 (38 plekken)
- Pieter Aertszstraat 5 (38 plekken)
- Plantage Muidergracht 14 (8o plekken voor mannen en vrouwen)
-Javaplantsoen 17-19 (24 plekken, opvang voor vrouwen)
- Van Leijenberghlaan 11-13 (66 plekken voor mannen en vrouwen)
- Anderlechtlaan 3 (6o plekken voor kwetsbare personen)
- Overhoeksplein 2 (46 plekken, entree Lidostraat 15)
- Marnixstraat (48 plekken)
Door onvoorziene bouwtechnische omstandigheden is de locatie aan het Overhoeksplein 2 in
stadsdeel Noord in augustus opgeleverd, i.p.v. in juli 2021.
De opvanglocatie aan de Marnixstraat in stadsdeel Centrum is op 1 december 2021 geopend.
Naast de acht opvanglocaties maken we gebruik van opvangplekken bij het project Medisch
Opvang Ongedocumenteerden (MOO) en verblijven enkele ongedocumenteerden met behulp van
leefgeld in eigen netwerk. In totaal zijn we hiermee in de gelegenheid om 5oo
ongedocumenteerden te begeleiden tot een duurzaam perspectief.
Draagvlakmetingen
In de voortgangsbrief van het programma ongedocumenteerden 2021 is gerapporteerd over de o-
meting van het draagvlak voor de opvang in de buurten. Het informeren van de raad over de
draagvlakmetingen is toegezegd aan lid Poot in de ‘Beantwoording toezegging van wethouder
Groot Wassink aan het raadslid Poot inzake een breder gesprek in het college over
draagvlakmeting omwonenden bij de komst van opvang voor ongedocumenteerden! (TA2018-
001173) op 25 maart 2019.
De uitkomsten van de 1-meting van de draagvlakrapportages van de Gerard Doustraat, Pieter
Aertszstraat, Plantage Muidergracht, Javaplantsoen, Van Leijenberghlaan en Anderlechtlaan vindt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 3 van 12
vin de bijlagen. Dit zijn de eerste zes locaties die geopend zijn en inmiddels een jaar geopend zijn.
Voor alle zes de locaties behalve de Van Leijenberghlaan geldt dat de meerderheid van de
omwonenden voor opvang in de eigen buurt is. Dit aandeel is voor alle locaties groter dan bij de
eerste meting. Uit de 1-meting blijkt wel dat buurtbewoners minder goed op de hoogte zijn over
de opvang. De meeste omwonenden zijn bekend met de opvang in hun buurt, maar slechts een
klein deel merkt hier iets van. Vanuit de gemeente is er het afgelopen jaar ook minder
gecommuniceerd over de locaties omdat er geen nieuws te melden was. De communicatie met
bewoners en stakeholders loopt via de begeleidingscommissies. We merken dat het animo voor
deelname aan de begeleidingscommissies afneemt. We zullen daarom ophalen of er bij de
opvanglocaties inderdaad behoefte is naar meer communicatie.
In onderstaande tabellen staat het verschil in hoe de respondenten uit de buurten hebben
geantwoord op de stelling '/k vind het goed dat er 24-vursopvang wordt aangeboden aan
ongedocumenteerden in mijn buurt’. De respons in de 1-meting is in elke buurt positiever dan in de
o- meting. Een mooi resultaat dat aantoont dat de inzet op een goede landing in de buurt van de
opvanglocaties succesvol is verlopen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 4 van 12
Ik vind het goed dat er 24-uursopvang wordt aangeboden aan ongedocumenteerden in mijn buurt:
de
GG
g
HE 2020 20 14 14 3
à
>
U
<t
Tc
& 2021 35 8 10 3
Uv
a
de
lasà
g
2
©
a
Ee
B 2021 EP 11 10 1
U
WW
E
yG 2020 26 12 8
ae
to
4
Cw
Se 0
Z 2021 37 9 5
%
o 20 40 60 80 100
m helemaal mee eens m mee eens = neutraal
mee oneens helemaal mee oneens weet ik niet {geen antwoord
c
5 2020 29 4 12 3
2
c
0
a
U
&
c
MG
Cc
cs 2
0 U
> 0
c
ZL 2021 YA 10 21 2
5
c
® 2020 khul 24 17 2
ze
Cc
[ej
©
=
U
<t %
o 20 40 60 80 100
m helemaal mee eens m mee eens = neutraal
mee oneens helemaal mee oneens weet ik niet {geen antwoord
Figuur 1 Meting stelling 'Ik vind het goed dat er 24-uvursopvang wordt aangeboden aan ongedocumenteerden in mijn
buurt’.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 5 van 12
Wachtlijst
Op 1 maart 2022 staan er 43 personen op de wachtlijst voor de LVV. De afgelopen maanden is het
aantal personen op de wachtlijst voor de LVV Amsterdam toegenomen. Redenen hiervoor zijn
onder andere dat er minder plekken vrijkwamen doordat deelnemers de opvang weigeren te
verlaten en deelnemers die in verband met drukte in Ter Apel nog niet fysiek vitstromen. Ook
worden er door de sluiting van de corona noodopvang en de Winter Koude Regeling er meer
potentiele LVV deelnemers doorverwezen naar de LVV Amsterdam.
Het aantal op de wachtlijst is op dit moment ongeveer gelijk aan februari 2021. Onderstaande
tabel laat zien dat het aantal mensen op de LVV wachtlijst door de tijd heen erg kan variëren.
Verloop wachtlijst
120
100
80
60
40
20
0
RARE
SSSR L ESES
Figuur 2. Verloop wachtlijst peildatum 01-01-2022
LVV pilot
Zoals in deze brief te lezen is, zijn we tot nu toe erg tevreden over het verloop en het succes van de
LVV pilot. Ten opzichte van de situatie voordat de LVV er was, heeft de vergaande samenwerking
met zowel de NGO's als de rijkspartners geleid tot een sterke verbetering van de werkwijze voor
de doelgroep. We zijn erg blij met deze goede samenwerking. De LVV Amsterdam biedt door de
samenwerkingsafspraak met het Rijk bestuurlijke- en maatschappelijke rust. Tevens zien wij in de
praktijk:
-_De problematiek op het vlak van openbare orde en veiligheid rondom de doelgroep van de
LVV is verminderd.
-_ Er verblijven minder mensen op straat door verblijf in de LVV. Zo is ook het aantal
kraakgevallen door personen zonder recht op verblijf of Rijksopvang fors verminderd naar
bijna nul sinds de opening van de LVV.
-__ Doordat er meer zicht op deze groep ongedocumenteerden is gekomen komt deze eerder
in beeld van de hulpverlening.
-_Ook voor ongedocumenteerden met ernstige medische en psychiatrische problematiek
kan nu vanuit de LVV gewerkt worden aan bestendige oplossingen.
In de vorige raadsbrief bent u geïnformeerd over een aantal verbeterpunten die wij zagen om de
pilot efficiënter vit te kunnen voeren. Zo bleek dat versimpeling in de keten nodig is om te komen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 6 van 12
tot meer resultaten. Daarnaast bleek in de keten onduidelijkheid over de invulling van de
loketfunctie en de regierol. In de periode van 2019-2021 werd deze functie door twee verschillende
organisaties vitgevoerd. Het samenvoegen van deze functies voorkomt rolvermenging,
versnippering van taken en neemt een extra afstemmingslaag weg. Ook bleek dat casemanagers
minder tijd hadden voor de inhoudelijke begeleiding van ongedocumenteerden doordat zij ook
belast werden met veel administratieve taken t.b.v. het Lokaal Samenwerkingsoverleg (LSO) en
het leveren van rapportages over de voortgang van trajecten. Door deze taken te beleggen bij de
gecombineerde loket/regiefunctie hebben casemanagers meer tijd om cliënten te begeleiden bij
het bereiken van een duurzame oplossing.
Om deze aanpassingen in de keten door te kunnen voeren en de samenwerking te bevorderen is
per 1 januari 2022 een nieuwe subsidieregeling voor ongedocumenteerden van kracht.
De subsidiabele activiteiten en organisaties zijn per 1 januari 2022:
casemanagement en maatschappelijke begeleiding;
ASKV 1: Juridische begeleiding, casemanagement en
maatschappelijke begeleiding;
3: MOO Basis en MOO Intensief;
4: Participatie aanbod.
STICHTING VLUCHTELINGENWERK WEST EN 1: Juridische begeleiding, casemanagement en
MIDDEN-NEDERLAND maatschappelijke begeleiding;
2: Toekomstoriëntatie en terugkeerbegeleiding,
OE en,
3: Intake, screening &casusregie en ketenregie.
De Regiegroep Ongedocumenteerden (onder de paraplu van stichting Vluchtelingenwerk en HVO
Querido) heeft per 1 januari 2022 de loketfunctie overgenomen van het Loket
Ongedocumenteerden Amsterdam, onder naam van het ACO — Amsterdams Centrum
Ongedocumenteerden. Het ACO fungeert als aanmeldpunt voor het Programma
Ongedocumenteerden en als informatiepunt voor ongedocumenteerden in de stad.
Door samenvoeging van de rol van ketenregisseur en toegangsloket kan de organisatie hun rol als
regievoerder versterken doordat zij dichter bij de doelgroep en alledaagse realiteit staan. Dit
betekent dat ze nu sneller kunnen inspelen en sturen op basis van eigen observaties. Daarnaast
ziet de regiegroep het ACO niet alleen als plek waar ongedocumenteerden komen voor
inschrijving en uitschrijving, maar ook voor andere mogelijke activiteiten of voorlichtingen.
De afgelopen twee maanden heeft de regiegroep hard gewerkt om de overgang van het oude
loket naar het nieuwe loket soepel te laten verlopen. De kennis en ervaring die bij het oude loket
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 7 van 12
zat is meegenomen naar het ACO, zoals de werkprocessen en de informatieoverdracht dat
geregeld is via een centraal cliëntvolgsysteem.
Resultaten
In de monitoring van resultaten wordt onderscheid gemaakt tussen de LVV-deelnemers en de
deelnemers die de afgelopen periode op een vitzonderingsbed buiten de LVV hebben verbleven.
LVV
In de afgelopen periode (peildatum 1 februari 2022} zijn er 688 mensen toegelaten tot de LVV. Zij
zijn opgevangen en begeleid naar een duurzame oplossing. Er zijn in totaal 355 mensen
uitgestroomd. Van deze groep is voor 76 mensen een duurzame (bestendige) oplossing gevonden.
Zij zijn teruggekeerd naar het land van herkomst of een ander veilig land of hebben alsnog een
verblijfsvergunning gekregen (waarvan 30 personen na een herhaalde asiel aanvraag alsnog een
vergunning hebben gekregen).
Nog 98 andere mensen zijn uitgestroomd naar het AZC en zijn nog in afwachting van
besluitvorming over hun aanvraag, of vanwege uitstel van vertrek (inwilliging artikel 64).
146 mensen zijn zonder duurzame oplossing uitgestroomd. Zij zijn op eigen initiatief met
onbekende bestemming vertrokken of de opvang is voor hen beëindigd, omdat zij geen
medewerking verleenden aan het begeleidingstraject.
In commissievergadering Algemene Zaken van 24 juni 2021 is de raadsbrief m.b.t. de voortgang
van het programma ongedocumenteerden besproken. Aan het lid Khan van Denk is toegezegd de
uitstroom in een volgende rapportage scherper in kaart kan brengen (TA2021-000832). In
onderstaande overzichten zijn alle cijfers opgenomen m.b.t. de LVV pilot Amsterdam met
peildatum a februari 2022. Alle pilotgemeenten registreren en monitoren hun resultaten op deze
manier. Wij vertrouwen erop dat de toezegging middels deze informatie is afgehandeld.
Totaal Totaal Totaal jan-
Uitstroomreden 2019 2020 2021 22 Eindtotaal
2) 14) 29) 1) 46
33
35
2
22
22
22
LE
‚Semi-duurzaam | 4 40| 84| 10} 138)
_Eerste asielaanvraag}
LHASA 4 27| 70| 10} il
LAA 7 BIJ
L_Art 64, zwangerschap | 7 7
* Van de 111 herhaalde asielaanvragen (semi-duurzaam), zijn 30/40 aanvragen ingewilligd (duurzaam).
Zie figuur 4
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 8 van 12
Vertrekmoratorium 6 6
nr
Le |
| 33) 52) 4 89
___2| 17} 9} 2 30
6 2 DD8
eu
235
22
2
22
U
22
Eindtotaal __8| 120| 210) 17) 355
Uitstroom per categorie
2019, 2020, 2021
80
70 B Buiten Categorie
60 56
m Duurzaam
50
40 = Semi-duurzaam
40
30 29 m Niet Duurzaam
20 14 15
10
0 —__ mm es!
2019 2020 2021
Figuur 3. Uitstroom per categorie 2019,2020,2021 peildatum 31-12-2021
Naar aanleiding van bovenstaande tabellen kunnen een aantal zaken gesteld worden:
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 9 van 12
-_Ten opzichte van 2019 en 2020 zijn er relatief veel LVV deelnemers uitgestroomd in 2021.
-__Ten opzichte van 2020 is het aantal duurzame uitstroom uit het LVV programma
verdubbeld.
-_Het aantal semi-duurzame uitgestroomde deelnemers is ten opzichte van 2020 in 2021
meer dan verdubbeld.
-__ Ook het aantal niet-duurzame uitgestroomde deelnemers is hoger — van 52 in 2020 naar
82 in 2021.
Terugkoppeling IND
De IND is sinds maart 2021 begonnen met terugkoppelingen op de herhaalde asielaanvragen
(HASA’s) die tot op heden zijn ingediend. Dit wordt één keer in drie maanden doorgegeven aan de
regiegroep. Helaas kampt de IND met enorme achterstanden, waardoor we nog niet van alle
aanvragen van personen die het LVV traject hebben doorlopen, een terugkoppeling hebben
gekregen. Van de 111 ingediende HASA's, hebben we 40 terugkoppelingen ontvangen. 30
personen hebben na een herhaalde asielaanvraag alsnog een verblijfsvergunning gekregen en is
een duurzame oplossing voor hen bereikt. 10 aanvragen zijn afgewezen en op de overige
aanvragen moet nog worden beslist. Ook krijgen we terugkoppelingen op de artikel 64 aanvragen
(uitstel van vertrek vanwege medische nood). In onderstaande tabel is te zien dat nagenoeg alle
artikel 64 vervolgaanvragen worden ingewilligd. Dat een groot aantal van de artikel 64
vervolgaanvragen ook worden ingewilligd kan duiden op langdurige medische problematiek waar
LVV deelnemers in Amsterdam mee te kampen hebben.
Sinds november 2021 is afgesproken dat ook reguliere aanvragen (zoals bijvoorbeeld
verblijfsvergunning voor verblijf bij kind of verblijf voor medische behandeling) die lopen tijdens
het verblijf van een deelnemer binnen de LVV Amsterdam te monitoren. Van 4 reguliere
aanvragen voor een verblijfsvergunning, zijn 2 aanvragen tot regulier verblijf ingewilligd en 2
aanvragen zijn afgewezen (bezwaarprocedures zijn echter wel opgestart).
Resultaat na LVV
35
30
25
20
15
10
| En
0 en en —_—_
Nij À Ei E © gE
E & 2 & & &
ge NG NS, ? NS NG
e e £ Pc © e
N° XN © ES Ni NS
A &
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 10 van 12
Figuur 4. Terugkoppelingen IND peildatum 1-2-2022
Gemeentelijke bedden
Naast de LVV bedden waarvoor het convenant met de Rijksoverheid geldt zijn er nog enkele
bedden beschikbaar voor ongedocumenteerden die om verschillende redenen niet deelnemen aan
het uitgebreide LVV programma. In veel gevallen zijn ook rijksdiensten betrokken om voor deze
mensen oplossingen te vinden.
Terugkeerbedden
In Amsterdam worden mensen die een specifieke terugkeerwens hebben en binnen een korte
periode vertrekken op een terugkeerbed geplaatst en stromen in beginsel niet in tot de LVV,
omdat de doorlooptijd kort is. In totaal zijn er in 2021, 11 personen teruggekeerd nadat zij gebruik
hebben gemaakt van een terugkeerbed.
Dublinctaimanten
In de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Poot en Martens inzake ‘de faliekant
mislukte pilot van de opvang van Dublinclaimanten’ van november 2020 bent u geïnformeerd over
38 personen (10 personen waren net voor de formele start van de Dublinpilot vitgestroomd) die na
de pilot een verblijfsvergunning hebben gekregen. Daarna zijn er nog 64 asielaanvragen van ex
deelnemers van de Dublinpilot ingewilligd.
Uitzonderingsbedden
Binnen het programma zijn er vitzonderingsbedden voor personen die niet (meer) in aanmerking
komen voor de LVV (regulier) en waarbij het onthouden van opvang tot een directe schrijnende
situatie zal leiden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om personen die het LVV programma zonder
succes hebben doorlopen, maar waarvan de GGD oordeelt dat bijzondere kwetsbaarheid
aanleiding is om opnieuw opvang te geven. In een periode van maximaal 3 maanden (met de
mogelijkheid tot verlenging) wordt er onderzocht of er mogelijkheden zijn voor perspectief. Vanuit
deze uitzonderingsbedden zijn 6 personen uitgestroomd naar Ter Apel vanwege een herhaalde
asielaanvraag. 1 persoon is naar Ter Apel vertrokken vanwege een vertrekmoratorium en 1
persoon uitgestroomd vanwege artikel 64.
Openstaande bestuurlijke vragen
In de raadsinformatiebrief van 20 april 2021 bent u geïnformeerd over het sociaalwetenschappelijk
onderzoek van de Regenboog naar de situatie van oudere ongedocumenteerden, waartoe de
groep Surinamers behoort. Hieraan doen UvA, Universiteit van Utrecht en Erasmus Universiteit
mee. Dat rapport wordt deze maand gepubliceerd en zal door de initiatiefnemers worden
verspreid.
In deze zelfde brief is aan v medegedeeld n.a.v. een toezegging aan het lid Mangal van de fractie
Denk, dat de omvang van deze groep Surinamers in Amsterdam en van ongedocumenteerden in
het algemeen onbekend is. Naar aanleiding van deze toezegging en het rapport van de
Ombudsman, is getracht of het mogelijk is om via de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek
(OIS) onderzoek te doen naar de aantallen en verschillende groepen ongedocumenteerden in
Amsterdam. Uit een eerste analyse van OIS bleek dat de mogelijkheden om hier goed onderzoek
naar te doen zeer beperkt zijn en waarschijnlijk weinig toevoegen aan de reeds uitgevoerde
onderzoeken door het WODC. Tegelijk liep er een onderzoek van Regioplan naar informele
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 11 van 12
voedselinitiatieven waaruit mogelijk meer achtergrondinformatie komt over de doelgroep. Met
OIS is daarom afgesproken om het onderzoek van Regioplan af te wachten.
Wij vertrouwen erop dat hiermee ook de toezegging die in de vergadering van de raadscommissie
Kunst, Diversiteit en Democratisering van 7 april 2021 aan het lid Mangal van Denk is gedaan
inzake ongedocumenteerde groepen Molukkers en Antilianen is afgehandeld.
Ongedocumenteerden buiten de LVV pilot
In Amsterdam bevinden zich naar schatting zo'n 15.000 — 30.000 ongedocumenteerden die niet in
de opvang zitten. NGO's en sleutelfiguren geven aan dat veel mensen van deze groep afkomstig
zijn vit Brazilië, Ghana, Nigeria, Filipijnen, Indonesië of Marokko. Het zijn vooral arbeidsmigranten,
en zijn als groep aanzienlijk groter dan ongedocumenteerden die een asielprocedure zonder
succes hebben doorlopen. De groep probeert zoveel mogelijk vit het zicht van de overheid te
blijven. Ze hebben geen recht op sociale huisvesting of werk, wel op medische zorg en onderwijs
voor hun kinderen. In de praktijk lopen zij tegen veel problemen aan. Het college ziet deze groep
als Amsterdammers, en probeert binnen de landelijke kaders waar mogelijk te helpen. In 2021 zijn
er verschillende acties ondernomen om ook voor deze bredere groep in de stad een aantal
verbeteringen te bewerkstellingen. Dit is gedaan mede naar aanleiding van het rapport
‘Onzichtbaar’ van de Ombudsman d.d. 24 februari 2021.
Voor de huisartsenzorg is een lobby gaande richting VWS, het CAK en de Zorgverzekeraars
Nederland, om de registratie van hulp aan ongedocumenteerden voor huisartsen te
vereenvoudigen. Ook heeft Dokters van de Wereld geld gekregen om het gat dat er nu is in de
huisartsenzorg voor ongedocumenteerden, tijdelijk te dichten. Voor ongedocumenteerde
jongeren is het mogelijk gemaakt om stages te lopen bij de gemeente, door een alternatief voor
een benodigde VOG te creëren. Met het OBA is afgesproken om voor ca. 1000 jongeren
bibliotheekpassen te verstrekken, zodat zij gratis gebruik kunnen maken van de faciliteiten.
Hoewel onderwijs voor ongedocumenteerde kinderen bij wet is geregeld merken we dat er onder
leraren veel onbekendheid is over de specifieke regelingen en mogelijkheden voor deze kinderen.
Daarom is er in samenwerking met onder andere de GGD en de afdeling armoede een checklist 18-
18+ voor leraren basisonderwijs in de maak, op basis waarvan zij ongedocumenteerde leerlingen
kunnen wijzen op voorzieningen die er wél zijn voor deze groep.
Met de HvA, VU, Inholland, UvA en AHK is een convenant over toegang tot hoger onderwijs voor
ongedocumenteerde (Amsterdamse) jongeren opgesteld, dat als doel heeft om deze groep betere
toegang te verschaffen tot het hoger onderwijs.
Op 7 juli 2021 is de motie van raadsleden Veldhuyzen, Kilig, Taimounti, de Fockert, van Lammeren
en Kuiper aangenomen, waarin het college gevraagd wordt de mogelijkheid te onderzoeken om
een fonds op te zetten om mondzorg toegankelijk te maken voor Amsterdammers zonder
papieren (TA2021-000919). Ter uitvoering van deze motie heeft Dokters van de Wereld extra
budget gekregen voor verbetering van de mondzorg en zal ACTA medio 2022 beslissen of zij ook
hun faciliteiten beschikbaar willen stellen voor deze groep.
Tot slot
We hebben er vertrouwen in dat de goede samenwerking die de afgelopen jaren is opgebouwd
tussen gemeente, rijksdiensten en maatschappelijke organisaties — ondanks de harde taal in het
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 10 maart 2022
Pagina 12 van 12
regeerakkoord - in de toekomst zal worden voorgezet. We moeten hier echter op zeer korte
termijn duidelijkheid over krijgen van het Rijk. Dit kan niet wachten tot eind dit jaar.
We hebben de afgelopen drie jaar ontzettend veel ontwikkelingen doorgemaakt. Continvering van
ondersteuning en begeleiding aan ongedocumenteerden is daarom onvermijdelijk, maar wel op de
voet zoals we het LVV traject nu in samenwerking met het Rijk en andere LVV steden uitvoeren.
En waarbij verblijfsrecht in Nederland en terugkeer naar het land van herkomst beide volwaardige
perspectieven zijn.
Wij gaan ervan uit v hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering
Bijlagen
1. Draagvlakmeting Anderlechtlaan
2. Draagvlakmeting Gerard Doustraat
3. Draagvlakmeting Javaplantsoen
4. Draagvlakmeting Van Leijenberghlaan
5. Draagvlakmeting Pieter Aaertszstraat
6. Draagvlakmeting Plantage Muidergracht
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 12 | train |
E20 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
DS Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 oktober 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 6
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Zelfmoord bij de brandweer mogelijk als gevolg van structurele pesterijen.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van twee artikelen in de NRC over brandweerman Memet die zijn eigen leven nam
op de kazerne in december 2019 en van de weduwe die het Amsterdams korps aansprakelijk stelt
voor zijn overlijden.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 RvO.
Bestuurlijke achtergrond
Dit incident heeft groot impact gemaakt op de samenleving. Er dient zo snel mogelijk gedebatteerd
te worden over de wenselijkheid van het instellen van een psychologisch onderzoek om de
mogelijke causale relatie tussen het pesten en de zelfdoding te onderzoeken; mocht daaruit
blijken dat Memet zijn eigen leven nam als gevolg van deze structurele pesterijen, dan dienen daar
consequenties aan verbonden te worden om de brandweerorganisatie weer een veilige plek te
maken voor iedereen.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Khan (Denk)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-026372 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 oktober 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-103712 Artikel NRC Op de kazerne werd hij gepest. docx (mswa2)
Artikel NRC Weduwe brandweerman stelt Amsterdams korps
AD2021-103713 …
aansprakelijk.docx (msw22)
AD2021-101907 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2021-103715 Raadsbrief reactie NRC suicide brandweer.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Khan (Denk).
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | val |
VN2021-023005 X Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en ZJ S
Onderwijs, Jeugd en Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Agendapunt 1
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Afdoening motie nr. go.21 van de leden Vroege, El Ksaihi en Van Pijpen o ver communicatie rondom
toegankelijkheid
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het voorstel tot afdoening van het college van motie nr 90.21 van de leden
El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake versterken communicatielijnen en uitingen rondom
toegankelijkheid.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169; actief informeren van college aan de raad
Bestuurlijke achtergrond
Op 11 februari 2021 is de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020 behandeld in de raad. Bij
de behandeling in de raad is een motie aangenomen. Het betreft motie nr go.21 van de leden
Vroege, El Ksaihi en Van Pijpen waarin het college wordt verzocht om het gesprek aan te gaan met
maatschappelijke partners zoals Cliëntenbelang Amsterdam om specifiek de inzet en het bereik van
onze communicatie rondom toegankelijkheid te bespreken.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Er is afgestemd over de communicatie in het kader van toegankelijkheid met de afdeling
Communicatie en met Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) en met de Wmo-adviesraad.
Advies WMO-adviesraad
De communicatie over de voortgangsrapportage toegankelijkheid is begin 2021 besproken met de
Wmo-adviesraad. De Wmo-adviesraad heeft mondeling aangegeven dat zij het wenselijk vinden
dat, net als bij het ophalen van de input voor de Amsterdamse inclusie agenda, bijeenkomsten
in de stadsdelen georganiseerd worden voor de Amsterdammers die eerder betrokken waren
bij het opstellen van de inclusie agenda. Hier is vanwege de coronamaatregelen en restricties op
bijeenkomsten door de gemeente (nog) geen uitvoering aan gegeven. De gemeente zal begin 2022
een (digitale) bijeenkomst organiseren na vaststelling van de volgende bestuursrapportage over
2021.
Advies Cliëntenbelang Amsterdam
De communicatie over toegankelijkheid is in 2021 besproken met Cliëntenbelang Amsterdam
(CBA). CBA adviseert de gemeente per dossier goed en begrijpelijk te communiceren over
toegankelijkheid op een begrijpelijk manier. CBA wordt regelmatig door de gemeente samen
met ervaringsdeskundigen betrokken om naar de communicatie te kijken. Voorbeelden tijdelijke
werkzaamheden aan de weg, de verkiezingen en de website en ander commvnicatiemateriaal van
de buurtteams.
Gegenereerd: vl.23 1
VN2021-023005 % Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam jn . .
z % Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
org
Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021
Ter kennisneming
Geheimhouding
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-088040 | Commissie ZJS Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief afdoening motie nr 90.21 leden El Ksaihi, Vroege
AD2021-100947 en Van Pijpen inzake versterken communicatielijnen en uitingen rondom
toegankelijkheid.pdf (pdf)
AD2021-100225 motie 2021 communicatie toegankelijkheid. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jette Bolle, OJZD, j.bolle@®amsterdam.nl, 06-23111893
Gegenereerd: vl.23 2
| Voordracht | 2 | train |
% Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
x Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 045
Behandeld op 10 februari 2021
Status Verworpen bij de schriftelijke stemming op 15 februari 2021
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in de Brettenzone.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Reactienota Regionale Energiestrategie.
Constaterende dat:
-_ Het college in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES)
het Westelijk Havengebied als zoekgebied voor windturbines heeft
aangewezen;
- De Brettenzone ook tot dit zoekgebied behoort;
-__Het binnen de Brettenzone niet mogelijk is om windturbines te
plaatsen zonder de 600-meternorm te overschrijden;
- Groene zones als de Brettenzone schaars zijn in Amsterdam.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Indien er wordt gekozen voor de plaatsing van windturbines in
zoekgebied 1 de Brettenzone daar alsnog van uit te sluiten omdat de
Brettenzone op basis van haar uiterlijke kenmerken en ligging als apart
gebied aangemerkt dient te worden.
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1112
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder R
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake Koers 2025 (onderzoek andere
allocatiemechanismen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Koers 2025, een ruimtelijke ontwikkelstrategie van
Amsterdam 2016-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 838).
Constaterende dat:
— voor sociale woningen ander allocatiemechanisme geldt dan voor de vrije
woningmarkt (huur en koop), namelijk wachtlijsten en maximum huurprijzen;
— bij nieuwbouw de gemeente voldoende mechanismen heeft om haar beleid tot
uitdrukking te brengen (bouwenvelop, ontwikkelplannen, etc);
— deze vrije markt uiteindelijk alleen het prijsmechanisme kent als allocatie
mechanisme bij bestaande bouw;
— hierdoor onvermijdelijk een opwaartse prijsdruk is;
— hierdoor de tweedeling in de stad zichtbaar zal worden, waarbij het voor burgers
met een modaal inkomen onmogelijk wordt een geschikte woning te huren of te
kopen.
Overwegende dat:
— hierdoor onbedoeld een stad met een woonklimaat kan ontstaan die we nu
— ongewenst vinden (vergelijkbaar met Londen);
— er mogelijk andere allocatiemechanismen mogelijk zijn die niet alleen gebaseerd
— zijn op het principe van de hoogste bieder.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te onderzoeken welke andere allocatiemechanismen van toepassing zouden kunnen
zijn op de bestaande en nieuw te bouwen woningmarkt anders dan de
sociale'Woningmarkt en hier over terug te rapporteren voor de zomer van 2017.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 209
Publicatiedatum 24 maart 2017
Ingekomen onder N
Ingekomen op donderdag 16 maart 2017
Behandeld op donderdag 16 maart 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Heer en Torn inzake het voorgenomen voorkeursbesluit Fase
2 Sprong over het IJ (conflicterende ontwikkelingen en tijdspad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie inzake het voorgenomen voorkeursbesluit Fase 2 Sprong over
het IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 170).
Overwegende dat:
— bij alle studies met betrekking tot bruggen over het IJ het noodzakelijk is om de
huidige PTA geheel of gedeeltelijk te verplaatsen naar een andere locatie;
— de situering van een nieuwe PTA in het Westelijk Havengebied de woningbouw
opgave aldaar op voorhand van milieubeperkingen voorziet;
— de raad bij het Transformatiebesluit Havenstad zich heeft voorgenomen om in
2025 een definitieve beslissing tussen scenario Il of IIl te nemen.
Constaterende dat:
— de bouw van het Jakartahotel op het Java-eiland het doortrekken van
de Jan Schaeferbrug (hoogte 7,20 m)} onmogelijk heeft gemaakt;
— de complexiteit van de woningbouwopgave, de logistieke en OV-verbindingen
tussen Amsterdam-Centrum, Oost en West en Amsterdam-Noord,
de instandhouding van vitale bedrijventerreinen en de wens om een sterke
haveneconomie te faciliteren, dikwijls haaks op elkaar staan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. een overzicht te geven van conflicterende ontwikkelingen rondom het IJ op
het gebied van woningbouw, (haven)economie, OV- en logistieke verbindingen;
2. in het bijzonder de (gedeeltelijke) verplaatsing van de PTA hierbij te betrekken;
3. ineen helder tijdspad uiteen te zetten waar de beslismomenten liggen met
betrekking tot deze verschillende dossiers.
De leden van de gemeenteraad
A.C. de Heer
R.K. Torn
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 16 maart 2023
Ingekomen onder nummer 94
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Burgers, Lust, Boomsma, Kreuger, Koyuncu en Garmy
inzake afvalophaal en reiniging ook in het weekend en tijdens avonduren
Onderwerp
Afvalophaal en reiniging ook in het weekend en tijdens avonduren.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de Afvalstoffenverordening Amsterdam 2023 en de
Wijzigingsverordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte bestuurlijke boetes Af-
valstoffenheffing 2023.
Overwegende dat:
-__ Amsterdam gebukt gaat onder afvaloverlast;
-_Op dit moment het meeste afval tijdens kantooruren wordt opgehaald, terwijl het meeste
afval wordt aangeboden in het weekend en in de avonduren;
-__De stadsdeelcommissie Zuid in 2021 het advies? deed ook in het weekend afval in te za-
melen, maar het college aangeeft dit pas later bij het vitvoeringsbesluit te zullen overwe-
gen;
-_ Afvalophaal en reiniging in het weekend en in de avonduren noodzakelijk zijn om te zor-
gen voor een schone stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Op korte termijn ook in het weekend en in de avonduren afval op te halen en te reinigen.
Indieners,
H.C. Burgers
M.J. Lust
D.T. Boomsma
K.M. Kreuger
S. Koyuncu
1 Dit betreft advies 35
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
|. Garmy
| Motie | 2 | train |
13 september 2020
Geachte raadsleden,
Het Pianola Museum is een van de culturele instellingen met een positief advies
van het AFK, waarvoor het voor het Kunstenplan beschikbare budget niet
toereikend is.
Wellicht vindt u alsnog een mogelijkheid om alle instellingen die buiten de boot
dreigen te vallen toch een subsidie te verstrekken gedurende de komende vier
jaar. Mocht dat niet het geval zijn, dan is maatwerk echt noodzakelijk.
In ieder geval lijkt er een oplossing te zijn gevonden voor het Museum Ons’ Lieve
Heer op Solder. Dat is terecht, want het gaat daarbij om een museum van hoge
cultuurhistorische waarde en om onvervangbaar cultureel erfgoed.
Maar hetzelfde geldt voor het Pianola Museum. Ook daarbij is er sprake van een
zeer bijzonder deel van ons, ook Amsterdams, cultureel erfgoed dat alleen hier
bewaard wordt en ook daarvan is het voortbestaan zeer afhankelijk van de
plaats waar het al 25 jaar gevestigd is. Zonder adequate huisvesting staat de
toekomst van het museum en zijn omvangrijke en onvervangbare collcctie op
losse schroeven. Het museum is al 25 jaar open dankzij de eigen inkomsten. De
Corona-crisis heeft echter een streep door deze rekening gehaald. Het zal nog
jaren duren voor wij weer op het oude inkomstenpeil terug zullen zijn. Een
bijdrage van de gemeente is op dit moment onontbeerlijk om de huidige crisis-
situatie te kunnen overbruggen.
De beste en voor de gemeente tegelijk voordeligste oplossing is te vinden in de 1-
euro regeling zoals die al vele jaren geleden is overeengekomen met het
Multatuli Huis. Deze regeling werd indertijd ingesteld als alternatief voor een
vierjarige subsidie uit het Kunstenplan. De huur van het pand wordt dan gesteld
op 1 euro per jaar. De eigenaarslasten komen voor rekening van de instelling. Als
deze regeling ook voor het Pianola Museum van toepassing verklaard zal
worden, zal dit de gemeente slechts ca. 25.000 euro per jaar kosten
(huuropbrengst min eigenaarslasten). Dit is dus beduidend minder dan het
bedrag dat de commissie van het AFK ons zou willen toekennen als er voldoende
budget zou zijn (60.000 euro).
Het museum heeft voldoende draagvlak bij liefhebbers van cultuurhistorie en
muziek om een florissante toekomst te kunnen tegemoet zien. De grote bijval van
ondertekenaars van onze petitie tot behoud van het museumpand (in 2018) is
daar een van de bewijzen van. Meer dan 20.000 mensen ondertekenden deze
petitie in korte tijd. Het pand waarin het museum is gevestigd is door ons in de
loop der jaren tot een sfeervolle entourage voor de museumcollectie
omgevormd, en biedt nog vele ontwikkelingsmogelijkheden. Wij hopen deze
spoedig te kunnen gaan benutten, zodat we na de Corona-crisis beter dan ooit
ons werk zullen kunnen hervatten en het museum grotendeels of geheel self-
supporting kunnen runnen. Zodra de eigen inkomsten van het museum weer op
het oude peil terug zullen zijn, zullen we de beoogde professionalisering van het
museum, zoals omschreven in het plan dat beoordeeld is door het AFK, in gang
kunnen zetten. De dagelijkse leiding kan dan gaandeweg overgenomen worden
door een kleine professionele staf, die bijgestaan zal worden door een groot en
zeer divers team van enthousiaste vrijwilligers.
mn
| Raadsadres | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 451
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Aslami en Van Renssen inzake meer doorstroom
woningen in de bestaande woonvoorraad
Onderwerp
Meer doorstroom woningen in de bestaande woonvoorraad
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting.
Constaterende dat,
-__De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting de schaarste woonruimte optimaal wil benut-
ten;
-__ Het college kiest voor een focus op onder anderen doorstroom;
-__Huidige doorstroomregelingen beperkt worden gebruikt;
-_ De gemeente zelf geen woningen in bezit heeft en daarom afspraken maakt met onder
anderen corporaties.
Overwegende dat
-_ Veel ouderen niet passend wonen en veel van hen graag passend willen wonen;
-_ Geclusterd wonen een fijne woonvorm voor sommige ouderen kan zijn;
-_ Het toevoegen van een lift kan zorgen voor een levensloopbestendige woning;
-__ Ouderen een grote woning kunnen achterlaten wat zorgt voor een lange verhuisketen;
-__ Doorstroom een sleutel is om Amsterdammers passend te laten wonen
— Ook grote gezinswoningen zorgen voor doorstroom.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Met corporaties afspraken te maken die leiden tot meer doorstroom woningen in de be-
staande voorraad. En hiertoe:
o De mogelijkheden om geclusterd wonen in de bestaande voorraad uit te breiden
te bespreken;
o Te bezien hoe in de “geen verkoop, tenzij” ook de verkoop van sociale huurwo-
ningen meegenomen kan worden die bij vitstek geschikt zijn voor de doorstro-
ming, tenzij de gemeente hiervoor goedkeuring heeft gegeven;
o Met corporaties de mogelijkheden voor het toevoegen van ouderenwoningen in
bestaande wijken te onderzoeken;
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
— Te bekijken hoe corporaties woningcomplexen geschikt kunnen maken voor ouderen door
bijvoorbeeld liften toe te voegen en bij renovatie of optopping/verdichting ook rekening
te houden met ouderen.
Indiener(s),
A.S. Aslami
N.A. van Renssen
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam J l F
% Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
% Gewijzigde agenda, woensdag 11 december 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur (besloten deel aanvang 16:45 uur)
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JIF d.d.
20 november 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Gewijzigde agenda, woensdag 11 december 2013
Financiën
11 Aanwijzen systeemreserves en evaluatie overige bestemmingsreserves bij
R2015 Nr. BD2013-012909
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
12 Wijzigen van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil
Westpoort 2011 Nr. BD2013-010990
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
13 Wijzigen van de Verordening Toeristenbelasting 1999 Nr. BD2013-012547
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
14 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en
vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2014 Nr.
BD2013-012543
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
15 Wijzigen van de Verordening op de heffing en de invordering van belasting op
roerende woon- en bedrijfsruimten 2007 Nr. BD2013-010987
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
16 Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van
onroerendezaakbelasting 2007 Nr. BD2013-010984
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
Educatie
17 Aanpak meer- en hoogbegaafdheid in Amsterdam Nr. BD2013-011657
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
18 Beschikbaar stellen kredieten ten behoeve van het
onderwijshuisvestingsprogramma PO 2014 Nr. BD2013-011903
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
2
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Gewijzigde agenda, woensdag 11 december 2013
19 Tussenrapportage Uitvoeringsagenda Actieve Ouders 2012-2014: terugblik 2012-
2013 en vooruitblik 2014 Nr. BD2013-013412
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
20 Bestuurlijke reactie Amsterdamse onderzoeken ouderbetrokkenheid in het
onderwijs Nr. BD2013-013413
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
21 Voortgangsrapportage KVA 2012 - 2014 Nr. BD2013-013031
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Jeugdzaken
22 Brieven inzake onderwijshuisvesting Nr. BD2013-013213
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP)
e Was TKN 3 in de vergadering van 20.11. 2013.
23 Voortgang programma Om het kind inclusief collegebesluiten najaar 2013 Nr.
BD2013-013215
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Paternotte (D66).
e Was TKN 4 in de vergadering van 30.10. 2013.
Sport en Recreatie
24 Meer en Beter Bewegingsonderwijs, advies Sportraad Nr. BD2013-013250
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Op verzoek van de raadlid heer Benjamin (VVD) in de commissie KSZ van
20.11.2013 geagendeerd voor de commissie JIF.
e Was TKN 2 in de commissie KSZ van 20.11.2013.
BESLOTEN DEEL AANVANG 16:45 UUR
3
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Gewijzigde agenda, woensdag 11 december 2013
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Raadsaangelegenheden
25 Programma van eisen accountantscontrole 2014 Nr. BD2013-013779
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 18 december 2013).
4
| Agenda | 4 | train |
VN2022-005533 idelij iesi
Werk, Partlcisatie > 4 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
en Inkomen X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Agendapunt 14
Datum besluit 25 januari 2022
Onderwerp
Meerjarenstrategie Pantar stand van zaken 2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, waarin is toegelicht, op basis van bijgevoegde notitie
van Pantar, hoe Pantar uitvoering geeft aan het behalen van de doelen zoals vastgelegd in de
meerjarenstrategie 2021-2024. Het gaat daarbij om zes veranderopgaven die betrekking hebben op
de bedrijfsvoering. Daarnaast beschrijft de notitie meer in het algemeen welke maatschappelijke
baten de uitvoering van de meerjarenstrategie oplevert, dit naar aanleiding van vragen vanuit de
raad hierover bij de behandeling van de meerjarenstrategie en de toezegging van de wethouder dit
een jaar later te delen.
Wettelijke grondslag
Artikel 160 Gemeentewet, eerste lid, onder a:
Het college is bevoegd:
a. het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad
of de burgemeester hiermee is belast;
Artikel 169 Gemeentewet, eerste lid:
1.het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
Bestuurlijke achtergrond
De gemeente draagt op basis van de Wet Sociale Werkvoorziening de verantwoordelijkheid om werk
te bieden aan degenen die onder deze wet vallen. Deze verantwoordelijkheid is vitvoeringstechnisch
gezien belegd bij Pantar als werkgever van deze medewerkers. Daarnaast is het gemeentelijk
beleid er op gericht zo veel mogelijk inwoners die onder de Participatiewet vallen de mogelijkheid
te bieden te participeren in de maatschappij, het liefst via betaald werk. Pantar speelt daarin een
belangrijke rol. De herziening van de Participatiewet is een belangrijke, bepalende factor, namelijk of
Pantar de resultaten conform meerjarenbegroting zal verbeteren.
Meerjarenstrategie Pantar 2021-2024
De gemeente Amsterdam heeft op 10 november 2020 ingestemd met de Meerjarenstrategie 2021
- 2024 van Stichting Pantar Amsterdam (Pantar). De raad is daar in een brief van 10 november
2020 over geïnformeerd. In de meerjarenstrategie van Pantar is vastgelegd dat het gemeentelijk
beleid en de bestaande meerjaren financiële afspraken het kader blijven tot en met 2022. Met het
vitvoeringsbesluit Sociaal Werk uit 2018 is in de meerjarenbegroting van de gemeente een reeks
van €5 miljoen structureel opgenomen om het tekort op Sociaal Werk meerjarig te dekken. Daarbij
kan en mag het resultaat per jaar afwijken, als het meerjarig totaal maar binnen de bandbreedte van
10% blijft (streven).
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-005533 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Werk, Participatie __$€ Amsterdam Jee 9 TAR
en Inkomen %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Niet van toepassing.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja. Hiermee wordt aan de volgende toezegging aan de commissie WIO voldaan: Meerjarenstrategie
Pantar 2021-2021. TA2021-000168. Deze betreft vragen van het lid Miedema (PvdA) over de
maatschappelijke baten van Pantar.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-019180 Pantar_MJS_2021 hr.pdf (pdf)
AD2022-019181 | Raadsinformatiebrief evaluatie MJS Pantar 2021.pdf (pdf) |
AD2022-019182 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Marc de Lange, marc.lange®amsterdam.nl, 06-50065757
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Afwegingskader verwervingen
Cor de Jong, Grond en Ontwikkeling, 2 februari 2017
Samenvatting
Deze notitie gaat in op de wijze waarop de gemeente haar standpunt bepaalt en eventueel
besluiten neemt over het al of niet verwerven van, of het vestigen van voorkeursrecht op,
particulier grondeigendom of andere zakelijke rechten in het kader van de ruimtelijke
ontwikkeling van de stad. De gemeente Amsterdam is eigenaar van ongeveer 80% van de grond
binnen de gemeentegrenzen en heeft van oudsher een actieve rol in de stedelijke ontwikkeling. Na
de crisis van 2008-2013 draait de stedelijke ontwikkeling weer op volle toeren. Amsterdam is erg in
trek als woon- en werkstad en dat heeft geleid tot een snel toegenomen vraag naar nieuwe
locaties, vooral voor woningbouw. In de crisisperiode was de gemeente vanuit financiële
overwegingen genoodzaakt fors te snijden in de ruimtelijke planvoorraad. Nu raakt die
planvoorraad snel op. Op basis van de bestuurlijke besluiten over Ruimte voor de Stad/Koers 2025
is de zoektocht naar nieuwe locaties en de start van de ruimtelijke planvorming daarvoor in volle
gang. Het doel is om vooral nieuwe woningbouwlocaties aan de markt aan te bieden. Het gaat in
het algemeen om inbreidings- en soms grootschalige transformatielocaties, waarbij met grote
regelmaat de vraag aan de orde is of de gemeente een actieve rol wilfmoet spelen of een meer
faciliterende rol ter verwezenlijking van de bestuurlijk vastgestelde ruimtelijke doelen. Actief wil
zeggen: de gemeente gaat grond verwerven of reeds gevestigde erfpachtrechten terugkopen.
Faciliterend wil zeggen: gemeente stelt publiekrechtelijk en/of privaatrechtelijk randvoorwaarden
en ‘de markt’, dat wil zeggen de private eigenaar van grond en of vastgoed, zorgt voor de
ruimtelijke ontwikkeling/transformatie van het gebied.
De centrale vraagstelling van de notitie luidt als volgt: Kunnen we komen tot een afwegingskader
voor het antwoord op de vraag of de gemeente, bij nieuwe gebieds- en locatieontwikkeling,
privaat grondeigendom (of een ander zakelijk recht) wil verwerven (of daarop een voorkeursrecht
wil vestigen) ter realisering van de door haar gestelde ruimtelijke doelen, of dat er andere regie
instrumenten beschikbaar zijn om de realisering van die doelen zeker te stellen?
Om te komen tot het antwoord op deze vraag wordt eerst ingegaan op een aantal inhoudelijke
aspecten: het begrip ‘de door de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkeling’ wordt
geconcretiseerd, en vervolgens wordt een aantal aspecten genoemd die relevant zouden moeten
zijn bij de keuze of de gemeente een meer actieve rol gaat spelen: bijvoorbeeld of de gemeente
meer regie wil hebben op tempo en kwaliteit van de ontwikkelingen, of sprake is van een sterk
versnipperd grondbezit op te (her)ontwikkelen locaties, wat de intenties zijn van de huidige
eigenaren, of het de verwachting is dat grond en/of vastgoed onderwerp wordt van particuliere
speculatie en hoe het financieel resultaat naar verwachting uitpakt bij een actieve dan wel een
faciliterende rol van de gemeente. Inzicht wordt gegeven in het instrumentarium dat de
gemeente ter beschikking staat bij het vorm geven aan een actieve of juist een meer faciliterende
rol. Verder wordt toegelicht wat het onderscheid is tussen verwerven en het vestigen van
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 2 van 14
voorkeursrechten en wordt toegelicht hoe het gemeentelijk financieel resultaat van de ruimtelijke
ontwikkeling tot stand komt bij wel of geen gemeentelijk grondbezit.
In de notitie wordt een overzicht gegeven van de gebieden/locaties waar op dit moment sprake is
van een door de gemeente gevestigd voorkeursrecht.
In het handelingskader, de laatste inhoudelijke paragraaf van de notitie, wordt beschreven hoe
wordt omgegaan met nieuwe verwervingsmogelijkheden en hoe de vraag wordt beantwoord of de
gemeente, in gebieden waar nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, komt tot het
antwoord op de vraag of zij een actieve of een meer faciliterende rol voorstaat.
De conclusie van de analyse is dat er geen algemeen antwoord is te geven op de vraag of de
gemeente een actieve of een meer faciliterende rol moet nemen. Het antwoord wordt erg bepaald
door situationele factoren. Het handelingskader komt neer op het langslopen van een vragenlijst
inzake de vijf relevante hoofdaspecten van een gebied/locatie: de intenties van de huidige
eigenaar van grond en/of vastgoed, het financieel resultaat voor de gemeente, de fysieke
kenmerken van het plangebied, de vraag of de gemeente voldoende regie instrumenten heeft om
de gewenste ruimtelijke doelen te realiseren en tot slot het actuele publiekrechtelijk kader. Het
resultaat van toepassing van dit handelingskader zal worden verwerkt in relevante bestuurlijke
voorstellen om te verwerven dan wel een gemeentelijk voorkeursrecht te vestigen op de grond
en/of opstallen in particulier bezit ten behoeve van de door de gemeente gewenste ruimtelijke
ontwikkeling in het betreffende gebied.
Tenslotte wordt het werkproces beschreven: wie past wanneer het handelingskader toe en hoe
wordt het eventueel daarop volgende besluitvormingsproces over een verwerving of een vestiging
van een voorkeursrecht voorbereid?
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 3 van 14
1. Achtergrond: eigendom van grond en vastgoed
De Gemeente Amsterdam heeft een groot deel van de grond binnen de gemeentegrenzen (ca.
80%) in eigendom en voert een deels actief grondbeleid. De gemeente heeft een groot deel van
haar grondbezit in erfpacht uitgegeven. Het erfpachtstelsel wordt vernieuwd, uitgifte in erfpacht
blijft het vitgangspunt en dit brengt dus geen principiële verandering met zich mee.
Circa 20% van de grond in de gemeente is in particuliere handen. De gemeente kan indien zij dat
wenst bij de verwezenlijking van haar ruimtelijke doelen onder meer overgaan tot het verwerven
van particulier grondeigendom en/of het vestigen van een voorkeursrecht daarop.
Op grond die in erfpacht is uitgegeven is doorgaans sprake van vastgoed in particulier eigendom,
in gebruik binnen de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke kaders: het bestemmingsplan
respectievelijk het erfpachtcontract. De verwezenlijking van de ruimtelijke doelen kan in die
gevallen leiden tot de vraag of het erfpachtrecht voortijdig wordt beëindigd (teruggekocht) dan
wel of daar een voorkeursrecht op wordt gevestigd.
2. Korte terugblik op toepassing van het instrument verwerven sinds de stadsvernieuwing
Amsterdam kent een lange geschiedenis van stadsontwikkeling. Vooral in de jaren ‘7o en '8o0 van
de vorige eeuw is een grote stadsvernieuwingsoperatie uitgevoerd en is gestudeerd op
mogelijkheden om de stad uit te breiden met grote nieuwe woningbouwlocaties. In de eerste helft
van de jaren go is een omslag gemaakt van het vooral bouwen van sociale woningen (door
woningcorporaties) naar een meer marktgerichte benadering en parallel daaraan heeft op
nationaal niveau de zogenaamde bruteringsoperatie plaats gevonden waarbij de
woningcorporaties zich meer en meer als marktpartij konden gaan gedragen (en dat ook deden).
Rode draad in deze wel heel globaal gekarakteriseerde gebieds- en locatieontwikkeling in de
afgelopen 40 jaar is dat de gemeente steeds een heel actieve rol heeft gehad. Niet alleen was zij
vaak grondeigenaar, maar de gebieds- en locatieontwikkeling vond in veel gevallen ook op haar
directe initiatief plaats. Het verwerven van grond en/of vastgoed, het bouwrijp maken daarvan
(slopen, saneren, daadwerkelijk bouwrijp maken) werd door de gemeente gedaan, die vervolgens
de gronden in erfpacht uitgaf. Een enkele vitzondering daargelaten, bijvoorbeeld het Funenpark in
stadsdeel Centrum, waar de gebiedsontwikkeling door een particuliere partij is vitgevoerd.
De periode 2004-2008 vormde een overgangsperiode naar een andere positionering van de
gemeente, los van het feit dat zij wel grondeigenaar bleef. Mede onder invloed van economische
en maatschappelijke omstandigheden werd het initiatief meer en meer aan ‘de markt’ over
gelaten en zag de gemeente in het algemeen af van grote verwervingen van grond en/of vastgoed.
In de tweede helft van 2008 draaide het economische tij met het omvallen van Lehman Brothers
als eerste spreekwoordelijke dominosteen. De economische crisis en de daarmee samenhangende
crisis op de vastgoedmarkten sloeg toe en vanaf 2010 moesten grote ingrepen worden gedaan in
de Amsterdamse ruimtelijke sector om financieel het hoofd boven water te kunnen houden. Grote
verwervingen leken daarmee verleden tijd.
3. Concrete aanleiding voor de vraag
De gebieds- en locatieontwikkeling is vanaf medio 2014 weer flink op stoom geraakt. De
woningproductie lag in 2015 op een bijna ongekend hoog peil en ook 2016 was een goed jaar. De
voorraad aan bouwrijpe, door de gemeente uit te geven, locaties raakt snel op. Het gemeentelijk
apparaat werkt sinds het voorjaar van 2015 aan versnellingslocaties: versneld starten met de
planvoorbereiding om zo nieuwe gebieden/locaties toe te voegen aan de portefeuille van
ruimtelijke plannen en die op een gepast tijdstip op de markt brengen, zodat de toegenomen
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 4 van 14
vraag naar vooral woningbouw beter kan worden bediend. Hiermee draagt de gemeente bij aan de
toekomstige ontwikkeling en uitbreiding van de stad. Bij het voorbereiden van strategienota'’s
voor deze versnellingslocaties blijkt regelmatig sprake te zijn van particulier grondeigendom en
van uitgegeven erfpachtrechten in gebieden waar de gemeente (opnieuw) aan de slag wil.
4. Centrale vraag: verwerft de gemeente of niet?
Het gemeentelijk doel is de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stad conform de
structuurvisie of een daarop gebaseerd volgend besluit vorm te geven. De vraag is of en wanneer
het gemeentelijk eigendom van de grond (of een ander zakelijk recht) gewenst of noodzakelijk is
om die ruimtelijke ontwikkeling te realiseren of dat er ook andere ‘wegen’ zijn om het
gemeentelijke doel te bereiken. In de zoektocht naar beantwoording van de vraag of de gemeente
gaat verwerven is het nodig om globaal in te gaan op de instrumenten die de gemeente ter
beschikking heeft om de gewenste ruimtelijke ontwikkeling tot stand te brengen. Op hoofdlijnen
redenerend ziet dat instrumentarium er als volgt uit:
1. De gemeente moet sowieso de Wro’ hanteren en daarmee bestemmingsplannen (en straks
omgevingsplannen) opstellen waarmee een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling mogelijk
wordt. Daarmee bepaalt de gemeente welke functies zijn toegestaan, maar heeft ze beperkt
invloed op invulling van het programma, kwaliteit en tempo;
2. Op het moment dat sprake is van een particuliere grondeigenaar die een door de gemeente
gewenste ruimtelijke ontwikkeling (zie onder 1) gaat realiseren waarvoor een wijziging van het
bestemmingsplan noodzakelijk is, dan is de gemeente op basis van de Wro verplicht de kosten
van het aanleggen van publieke voorzieningen te verhalen op de particuliere
eigenaar/ontwikkelaar. Dat kan middels privaatrechtelijke anterieure overeenkomsten en als
dat niet lukt dan vormt het publieke instrument van de exploitatievergunning het
zogenaamde ‘slot op de deur’. Hierbij gaat het dus om een instrument dat leidt tot een
bijdrage van particuliere grondeigenaren die tot (her)ontwikkeling overgaan aan de
(gedeeltelijke) dekking van gemeentelijke kosten;
3. Als de gemeente geen grondeigenaar is dan kan ze besluiten om haar invloed te vergroten
door te bezien of het instrument stedelijke herverkaveling tot het gewenste resultaat zou
kunnen leiden, hetzij een voorkeursrecht te vestigen, hetzij te gaan verwerven, hetzij te
onteigenen (een opsomming van instrumenten met een oplopende graad van
overheidsingrijpen);
4. Alsde gemeente grondeigenaar is en één of meer particulieren is/zijn eigenaar van vastgoed
op de door de gemeente in erfpacht uitgegeven grond, dan kan de gemeente besluiten een
voorkeursrecht op het betreffende perceel te vestigen, het erfpachtrecht’ terug te kopen of
tot onteigening.
De centrale vraagstelling in deze notitie luidt of en wanneer de gemeente zakelijke rechten in
particuliere eigendom wil verwerven ten behoeve van toekomstige gebieds- en
locatieontwikkeling. Daarmee richt de notitie zich vooralsnog op de invulling van de punt 3 en in
het verlengde daarvan op punt 4: Wanneer bieden de onder 1 en 2 genoemde instrumenten in de
* De huidige Wro wordt volgens de actuele planning medio zomer 2019 opgevolgd door de
omgevingswet.
* Het is van belang hierbij te beseffen dat ook sprake kan zijn van tijdelijke erfpachtrechten. In deze
gevallen is sprake van een wat afwijkende uitgangssituatie en een afwijkend terugkoopproces.
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 5 van 14
publiekrechtelijke sfeer de gemeente niet voldoende zekerheid/comfort over de door haar
gewenste ruimtelijke ontwikkelingen, zowel kwantitatief als kwalitatief, of anders gezegd, zowel
qua omvang van en tempo waarin het nieuwe programma wordt toegevoegd als qua inhoudelijke
differentiatie en stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit?
Een blik op de wereld ‘om ons heen’ leert dat gemeentelijk grondeigendom niet noodzakelijk is.
Een groot deel van de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland, maar ook daarbuiten, is tot stand
gekomen zonder dat sprake was van gemeentelijk grondeigendom. In het kader van beperking
van de scope van deze notitie wordt de te beantwoorden vraag als volgt ingeperkt en
gespecificeerd:
Kunnen we komen tot een afwegingskader voor het antwoord op de vraag of de gemeente, bij nieuwe
gebieds- en locatieontwikkeling, het eigendom van grond (of een ander zakelijk recht) in particuliere
handen wil verwerven (of daarop een voorkeursrecht wil vestigen) of dat er andere regie instrumenten
beschikbaar zijn om de door de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkeling zeker te stellen?
5. De gemeentelijke doeleinden op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling
Aleerder is gesteld: het gemeentelijke doel is de ruimtelijke ontwikkeling van de stad te realiseren
en vorm te geven op basis van de door de Gemeenteraad vastgestelde lange termijn structuurvisie
voor de stad. Dit algemeen geformuleerde doel is nader te specificeren:
e Zorgen voor voldoende locaties in de stad die beschikbaar zijn voor gebieds- en
locatieontwikkeling;
* Zorgen dat de stad zo veel mogelijk voor iedereen (bevolkingsgroepen, sociaaleconomische
groepen etc.) bereikbaar en beschikbaar is;
e Streven naar coherente gebiedsontwikkeling, geen ruimtelijke versnippering, met zowel
kwantitatief als kwalitatief voldoende openbare ruimte. En daarnaast voldoende
mogelijkheden voor het realiseren van sociaal-maatschappelijke voorzieningen en andere
functies die niet ‘vanzelf’ door de markt worden gerealiseerd maar waarvan de gemeente
vindt dat ze wel van belang zijn voor een goed functionerende stad, bijvoorbeeld sociale
huurwoningen, cultuur en zorg, de aanleg van bovenwijkse infrastructuur en zorgen voor de
ontsluiting van woon- en werkgebieden;
e Waarborgen voor het gemeentelijk kostenverhaal, zowel bij gemeentelijk grondeigendom,
waarbij de kosten van grondproductie worden gecompenseerd met opbrengsten vit de
uitgifte van grond, als bij niet-gemeentelijk grondeigendom, waarbij de gemeentelijke
investeringen kunnen worden verhaald op grondeigenaren die opbrengsten genereren met
hun productie en verkoop van bouwrijpe grond;
e Ingeval van gemeentelijk grondeigendom is winst maken op ‘de ruimtelijke ontwikkeling’
géén doel op zich. Wél is het zo dat projecten met winst (een deel van) de financiering kunnen
leveren voor verlieslatende projecten;
e Creëren van zoveel mogelijk waarborgen dat de gewenste ontwikkelingen ook daadwerkelijk
van de grond komen.
6. Wel of niet verwerven: globale beschrijving van relevante aspecten
Eerder in de notitie, in paragraaf 5, is aangegeven dat veel stedelijke ontwikkeling tot stand is
gekomen zonder gemeentelijk grondeigendom. Hetgeen natuurlijk niet wil zeggen dat particuliere
grondeigenaren automatisch zorgen voor de door de gemeente gewenste ruimtelijke
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 6 van 14
ontwikkeling van de stad. Er kunnen overwegingen zijn voor de gemeente om tot verwerving
over te gaan. Een quick scan van relevante vakliteratuur en de Amsterdamse ‘projectenpraktijk’
levert het volgende beeld op. Verwerving kan in de rede liggen omdat de gemeente dan:
e _meerregie heeft op kwaliteit en tempo van het realiseren van ruimtelijke projecten die
bijdragen aan de door het bestuur gewenste stedelijke ontwikkeling;
e _beterinstaat is om te zorgen voor coherente, samenhangende gebiedsontwikkeling, waarbij
het niet zozeer gaat om het ruimtelijke concept (want dat is middels omgevingsplannen wel
redelijk te waarborgen), maar meer om het stedenbouwkundige concept;
e _meerregie heeft op het soort ontwikkelaars en eindgebruikers;
e beter kan voorkomen dat sprake is van grondspeculatie met een prijsopdrijvend effect,
hetgeen tot gevolg kán hebben dat de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt belemmerd;
e _meerregie heeft op het daadwerkelijk realiseren van sociaal-maatschappelijk en andere
verlieslatende functies;
e per saldo een beter financieel resultaat heeft omdat de mogelijkheden van kostenverhaal bij
particuliere grondeigendom beperkt zijn. Dit ondanks het feit dat het voeren van actief beleid
grotere (financiële) risico’s met zich meebrengt. Met andere woorden beter in staat is om de in
de vorige paragraaf opgesomde gemeentelijke doelen te verwezenlijken.
Aan de andere kant kunnen er ook redenen zijn om particulier grond (of vastgoed) eigendom niet
te verwerven op een locatie waar de gemeente een ruimtelijke ontwikkeling wenst die afwijkt van
de huidige invulling. Een soort contramal van bovengenoemde opsomming:
e _hetgaatomeenniet strategisch gelegen gebied;
e _deeigenaaris bereid en in staat om de door de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkeling
vorm te geven (in het voorstel van de Omgevingswet is dit een nieuwe uitzonderingsgrond op
het aanbieden van de grond aan de gemeente);
e _ vermijden van financiële risico’s die samenhangen met een verwerving: grote voorinveste-
ringen met daarbij het risico dat de locatie toch niet ontwikkeld wordt en de gemeente moet
afboeken; algemene risico’s die samenhangen met gebiedsontwikkeling;
e verwerving kan leiden tot vertraging in de ruimtelijke transformatie vanwege de
gemeentelijke procedures;
e _de kans is aanzienlijk dat na verwerving de toekomstige ontwikkeling die dan aan de
gemeente is wordt belast met extra, aanvullende eisen (kwaliteit, programma) die het proces
eerder compliceren dan vergemakkelijken.
7. Diversiteit in het verwervingsinstrumentarium
De gemeente heeft meerdere instrumenten in handen in het veld van verwerving. De twee
hoofdinstrumenten, verwerven en het vestigen van een voorkeursrecht, verschillen van elkaar in
de mate waarin wordt ingegrepen op de rechten van de particuliere grondeigenaar. En daarmee in
de mate waarin de gemeente actief beleid voert.
e Bij verwerving worden daadwerkelijk onderhandelingen gestart met een particuliere eigenaar
over de (financiële) voorwaarden waaronder overdracht van het recht aan de gemeente gaat
plaats vinden . Als minnelijke verwerving niet lukt kan eventueel worden besloten om over te
gaan tot onteigening;
e Het vestigen van een voorkeursrecht op particuliere percelen betekent dat op het moment dat
de particuliere eigenaar{de erfpachter het betreffende zakelijke recht wil vervreemden, dit
eerst aan de gemeente moet worden aangeboden. Daarbij staan in de Wet voorkeursrecht
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 7 van 14
gemeenten een aantal handelingsregels (onderstaand overzicht is op hoofdlijnen en is geen
degelijke beschrijving van het gehele proces):
o Voor aanwijzing komen in aanmerking gronden waaraan in een bestemmingsplan of
inpassingsplan een niet-agrarische bestemming is toegekend en waarvan het huidige
gebruik afwijkt van dat plan. Deze aanwijzing vervalt 20 jaar na inwerkingtreding van de
plannen;
o Voor aanwijzing komen ook in aanmerking gronden die nog niet zijn opgenomen in een
bestemmingsplan, inpassingsplan, of structuurvisie, maar waarbij in het besluit tot
aanwijzing aan de betrokken gronden een niet-agrarische bestemming wordt toegedacht
en waarvan het gebruik afwijkt van die bestemming. Deze aanwijzing vervalt van
rechtswege drie jaar na dagtekening, tenzij voor dat tijdstip een structuurvisie,
bestemmingsplan of inpassingsplan is vastgesteld;
o De procedure start vaak doordat het College van B&W een besluit neemt tot het voorlopig
vestigen van het voorkeursrecht. Dit besluit moet worden gepubliceerd in de
Staatscourant. De dag na publicatie treedt het voorkeursrecht in werking;
o De gemeenteraad dient de vestiging te bestendigen binnen 3 maanden na de voorlopige
aanwijzing;
o De vervreemder dient de grond eerst aan de gemeente (het college van B&W) aan te
bieden. Hierop zijn enkele uitzonderingen mogelijk. Het college van B&W dient binnen 6
weken een beginselbesluit te nemen;
o Indien de gemeente geen interesse heeft om te verwerven dan is de vervreemder drie jaar
vrij de grond te vervreemden aan derden;
o Indien het college van B&W en de vervreemder in onderhandeling zijn getreden kan de
vervreemder aan B&W verzoeken om binnen vier weken de rechter te verzoeken een
oordeel over de prijs te geven;
o De rechtbank benoemt een of meer deskundigen die aan de rechtbank advies over de prijs
uitbrengen. De rechter doet dan binnen 6 maanden uitspraak.
lets meer inzoomen op het onderscheid tussen verwerving en vestiging van een voorkeursrecht
maakt duidelijk dat de twee instrumenten niet per se hetzelfde beogen: De vraag of de gemeente
over moet gaan tot de vestiging van een voorkeursrecht wordt soms op grond van een andere
afweging beantwoord dan de vraag of de gemeente wil/moet verwerven. Het vestigen van een
voorkeursrecht leidt in de praktijk namelijk zeker niet altijd tot aankoop, maar wél tot het
versterken van de gemeentelijke regierol (bijvoorbeeld omdat de gemeente dan voorwaarden kan
stellen bij verkoop door de eigenaar aan derden).
Tot slot van deze paragraaf dient te worden vermeld dat hiernaast ook nog het instrument van
onteigening bestaat. Dit instrument, waarvan de toepassing voortkomt vit een direct en objectief
gemeentelijk belang, wordt hier verder buitenbeschouwing gelaten.
8. Kostenverhaal bij gemeentelijk dan wel particulier grondeigendom
Eris aanleiding om in deze paragraaf dieper in te gaan op de kwestie van ‘Het Kostenverhaal’.
Grondproductie en vastgoedontwikkeling hebben elk hun eigen specifieke plaatje van kosten en
opbrengsten. De vastgoedontwikkeling (de vastgoedexploitatie) is eigenlijk altijd voor rekening en
risico van de particuliere ontwikkelende (beleggende) partij. De grondexploitatie, de kosten en
opbrengsten van de grond(productie) zijn (bijna altijd) voor de grondeigenaar.
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 8 van 14
e Als de gemeente grondeigenaar is dan kan de gemeente de kosten voor het bouwrijp maken
en de inrichting van openbaar gebied (slopen, saneren, bouw- en woonrijp maken, maar ook
voor het zorgen voor infrastructuur en aansluiting op stedelijke voorzieningen) dekken
doordat zij de grond in erfpacht uitgeeft. De kosten en opbrengsten die de gemeente maakt
worden normaal gesproken opgenomen in de gemeentelijke grondexploitatie. Anno begin
2017 vertonen veel grondexploitaties een positief beeld. Door de economische voorspoed zijn
de geraamde grondopbrengsten in veel grondexploitaties hoger dan de kosten die het
produceren (dat wil zeggen bouw- en later ook woonrijp maken) van die grond met zich
meebrengt. Het gemeentelijk kostenverhaal is dus in hoge mate verzekerd. Overigens was vijf
jaar geleden sprake van een andere situatie, met veel grondexploitaties met een negatief
saldo. Het feit dat de saldi van de gemeentelijke grondexploitaties in die mate kunnen
fluctueren laat zien dat die actieve gemeentelijke rol als grondproducent financiële kansen
maar ook risico’s met zich meebrengt;
e Als de gemeente geen grondeigenaar is dan voert de particuliere grondbezitter een flink deel
van de grondexploitatie. Echter, de gemeente moet in het algemeen nog steeds proces- en
uitvoeringskosten maken voor ontsluiten en aansluiten van de locatie op gemeentelijke
voorzieningen en netwerken? De gemeente kan in eerste instantie trachten op
privaatrechtelijke wijze (middels het sluiten van een zogenaamde anterieure overeenkomst)
afspraken te maken met de grondeigenaar over een bijdrage van die laatste in de
gemeentelijke kosten. Als die privaatrechtelijke afspraak om welke reden dan ook niet tot
stand komt, dan is de gemeente in 2° instantie verplicht om de zogenaamde publiekrechtelijke
stok achter de deur toe te passen: In de huidige Wet ruimtelijke ordening is een regeling
opgenomen met betrekking tot het kostenverhaal*.
Het exploitatieplan dat hoort bij het bestemmingsplan dat de nieuwe functie op de locatie
publiekrechtelijk mogelijk maakt, biedt de mogelijkheid om volgens vaste (reken)regels
gemeentelijke kosten die samenhangen met de particuliere ontwikkeling te verhalen op de
eigenaar van de grond. Indien de gemeente nalaat een exploitatieplan vast te stellen en
daarmee dus geen kosten verhaalt kan dat in principe leiden tot het afkeuren van het
bestemmingsplan door de bestuursrechter.
Het gemeentelijk plansaldo van enerzijds de opbrengsten van een anterieure overeenkomst of
exploitatieplan en anderzijds de proces- en vitvoeringskosten is erg casuïstisch. De ervaringen
met de exploitatieplannen in Buiksloterham zijn niet heel goed. De oorzaak daarvan ligt deels
in de rekenregels van de Wro.
3 De mate waarin de gemeente kosten moet maken vertoont nogal wat variatie: dat kan variëren van alle
kosten die samenhangen met het aansluiten van een bouwproject op de stad, tot alleen bovenwijkse kosten
als het gaat om turnkey achtige projecten. Bij dit soort projecten zorgt de particuliere grondeigenaar ook
voor aanleg van de openbare ruimte en voert daarmee feitelijk de hele grondexploitatie van het project. In
Amsterdam kennen we een paar voorbeelden van zulke projecten: Park de Meer is zo gerealiseerd en
Elzenhagen Noord wordt volgens dit vitgangspunt gerealiseerd.
4 De Huidige Wro wordt volgens de nu geldende planning in 2019 opgevolgd door de Omgevingswet. Op dit
moment wordt nog gewerkt aan de manier waarop het kostenverhaal precies in de nieuwe wet zal worden
opgenomen. Het ziet er naar uit dat gemeenten niet in alle gevallen meer een plicht hebben tot
kostenverhaal.
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 9 van 14
Toepassing van de anterieure overeenkomst is niet aan formele regels gebonden. Het staat de
gemeente vrij om via zo'n overeenkomst het kostenverhaal te verzekeren en daarbij kan ze in
principe afspreken wat ze wil. Als het niet lukt, of als het niet gewenst is om een anterieure
overeenkomst op te stellen, dan moet de publiekrechtelijke weg worden bewandeld en een
exploitatieplan worden vastgesteld. Hier kleeft een aantal na- en voordelen aan:
Nadelen/beperkingen van een exploitatieplan:
e Geen mogelijkheid tot het afromen van winsten. Deze komt ten gunste van de grondeigenaar;
e Dete verhalen kosten zijn gelimiteerd; niet alle gemeentelijke kosten kunnen worden
verhaald;
e Overschrijding van gemeentelijke kosten tijdens de ontwikkeling kunnen in veel gevallen niet
alsnog verhaald worden. Dit maakt deze vorm van facilitair ontwikkelen niet geheel risicoloos;
e Een exploitatieplan dient jaarlijks geactualiseerd te worden. Dit planbeheer is een zeer
bewerkelijke taak en brengt nogal wat (juridische) afbreukrisico's met zich mee
‘Voordelen’ van een exploitatieplan (maar dat zijn eigenlijk voordelen van een faciliterende rol van
de gemeente):
e Geen grote voorinvesteringen
e Beperkt risicoprofiel
g. Korte analyse van de huidige praktijk
De gemeente Amsterdam heeft recent op een groot aantal locaties een voorkeursrecht gevestigd
conform de Wet voorkeursrecht gemeenten. In paragraaf 8 is al beschreven dat en bestuurlijk
besluit nodig is om zo'n voorkeursrecht te vestigen.
De analyse maakt duidelijk dat het belangrijk is om de strategie vooraf te bepalen. In de casus
Weespertrekvaart Midden en Zuid is een voorkeursrecht gevestigd, voorafgaand aan het te nemen
strategiebesluit. Op die manier is zoveel mogelijk voorkomen dat partijen posities innemen. In de
uitwerking van het Projectbesluit wordt onder meer de verwervingsstrategie bepaald, mede op
basis van financiële haalbaarheid. Dit heeft ertoe geleid dat panden, waarvoor door de initiële
eigenaar(s) koopovereenkomsten waren afgesloten met derden, of waarover gesprekken werden
gevoerd met potentiële kopers, eerst aan de gemeente moesten worden aangeboden. Door het
stadium van planontwikkeling waren er nog geen formele kostendragers voor dit soort
verwervingen (geen vastgestelde grondexploitatie) waardoor het nodig was voorstellen voor
dekking van deze anticiperende aankopen ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 10 van 14
Overzicht gevestigde voorkeursrechten:
e _ Noord (Gebiedsontwikkeling): Diverse kavels Buiksloterham, waaronder Grasweg 41 en een
tweetal locaties aan het Buiksloterkanaal
e Noord: TT Vasumweg/TT Melissaweg (stadsdeel Noord), waar de werf Damen ShipYard is
gevestigd
e Noord (Gebiedsontwikkeling): diverse locaties in het Hamerstraatgebied:
Aambeeldstraat/Schaafstraat-Beitelkade/Motorkade/Spijkerkade/Hamerstraat/Gedempt
Hamerkanaal (Stork en Draka);
e Noord: het plangebied Klaprozenweg-noordoost, waar een besluit over een strategienota
wordt voorbereid;
e Nieuw West (Gebiedsontwikkeling): Lutkemeer, waar recht is gevestigd op een particuliere
grondpositie gelegen in het gebied waar SADC3;
e Oost (Gebiedsontwikkeling)}: Weespertrekvaart Midden en Zuid;
e Oost (Gebiedsontwikkeling): Rhijnspoorpleinlocatie, voormalig kantoor belastingdienst;
e Oost (Gebiedsontwikkeling): Amstelkwartier 1, aantal locaties direct aan de Amstel
gelegen;
e Centrum (Wallengebied, van Traa): aantallen locaties in het zogenaamde 1012 gebied
e Centrum (stadsdeel): een drietal kleine locaties aan het Leidseplein, de Bergstraat en de 2°
Anjeliersdwarsstraat
e West (Gebiedsontwikkeling): aantal percelen ihkv de gebiedsontwikkeling Food Center
Amsterdam
e West (stadsdeel): kleine locatie aan de Brederodestraat
10. Handelingskader
De tot hier in de notitie beschreven aspecten vormen de achtergrond , het analysekader voor het
antwoord op de vraag of de gemeente overgaat tot verwerving van of een vestiging van een
voorkeursrecht op particuliere grond en/of opstallen op locaties die op korte of middellange
termijn zijn beoogd voor gebieds- en/of locatieontwikkeling.
Uit de voorgaande beschrijving blijkt ook dat op het antwoord op de vraag erg af zal hangen van
de specifieke situatie, per geval. Er is dus geen algemeen geldend antwoord, maar het is wel zaak
om de analyse, die per geval nodig is om tot het antwoord te komen, volgens een vast stramien te
laten verlopen. De in paragraaf 7 genoemde aspecten zijn in het onderstaande handelingskader
verder vitgewerkt in de vorm van een soort vragenlijst per hoofdthema. Het volgen van deze
vragenlijst zal leiden tot het antwoord op de centrale vraag, inclusief een opsomming van de
daarvoor relevante argumenten. Het resultaat van toepassing van dit handelingskader moet
worden verwerkt in relevante bestuurlijke voorstellen om te verwerven dan wel een gemeentelijk
voorkeursrecht te vestigen op grond en/of opstallen in particulier bezit ten behoeve van de door de
gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkeling in het betreffende gebied.
Veronderstelde kenmerken/inzet eigenaar
1. Houding en mogelijkheden van de huidige (grond)eigenaar spelen een belangrijke rol: Kan en
gaat de eigenaar een door de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkeling tijdig realiseren?
Of wordt het standpunt ingenomen dat het brede belang beter wordt gediend als de
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 11 van 14
gemeente de grond in bezit krijgt? Om die vervolgens bouwrijp vit te geven aan een te
selecteren partij, waarbij we als gemeente in het selectieproces de waarborgen voor de
realisatie van onze wensen kunnen verbeteren;
2. Als de huidige eigenaar de indruk wekt (of sterker) te willen verkopen, dan moet de gemeente
de weging maken om al of niet te gaan verwerven of een voorkeursrecht te vestigen. Op het
moment dat de kavel voorwerp kan worden van grondspeculatie vanwege het feit dat de
gemeente via het publiekrechtelijke spoor andere functies mogelijk gaat of wil gaan maken,
dan kan dat aanleiding zijn om actief te verwerven of voorkeursrecht te vestigen. Oók
wanneer de gemeente voorwaarden (over fasering, herverkaveling, kostenverhaal, etc.) wil
meegeven bij de verkoop aan derden kan vestiging voorkeursrecht worden overwogen;
3. Formele aspecten met betrekking tot het gebruik. De vraag kan zich bijvoorbeeld aandienen
of wel of geen voorkeursrecht wordt gevestigd op een perceel waarop een verhuurd pand is
gevestigd. De eigenaar kan of wil dan vaak niet leeg leveren (contract) en de huurder wordt
ook niet schadeloos gesteld op grond van de Wvg. Het is zaak om de verschillende opties dan
vooraf te wegen gezien de gemeentelijke bedoeling;
4. Bij vestiging van een voorkeursrecht kan het relevant zijn in te schatten hoe groot de kans is
dat we er als gemeente minnelijk vitkomen met de huidige eigenaar en hoe reëel het is dat het
perceel ook daadwerkelijk zal worden aangeboden. Het is ook relevant om na te gaan of
sprake is van een verhuurd pand op het perceel en wat voor soort contract door de eigenaar is
afgesloten met de huurder;
5. Als de grond in gemeentehanden is, in erfpacht is vitgegeven, dan kan er toch aanleiding zijn
om een Voorkeursrecht te vestigen. Bij voorbeeld als de huidige erfpachter zowel publiek- als
privaatrechtelijk ruimte heeft om andere functies te vestigen dan in het huidig gebruik, dat
zelf niet van plan is, maar wel overweegt om te vervreemden, waarbij nieuwe eigenaren
ontwikkelingen in gang kunnen zetten die niet in het lange termijnbelang van de gemeente
zijn Op basis van een voorkeursrecht schept de gemeente zich een goede positie aan de
onderhandelingstafel;
Financiële aspecten
6. Als de huidige grondeigenaar gaat verkopen, of de intentie daartoe heeft/lijkt te hebben, dan
is het maken van een fictieve gemeentelijke business case voor zowel een actieve als een
passieve houding (verwerven versus kostenverhaal, hetzij via een privaatrechtelijke anterieure
overeenkomst, hetzij via de publiekrechtelijke ‘stok achter de deur’, het exploitatieplan)
nuttig. Bandbreedte van verwacht resultaat en de risico’s bij de twee scenario's moet een rol
spelen bij het besluit tot een actieve/passieve houding;
7. Marktconformiteit van het aankoopbedrag. Als gronden tegen een te hoog bedrag worden
aangekocht ontstaat het risico op afboekingen/ verliezen op de grondexploitatie. Elke
aankoop moet daarom gewaardeerd worden op marktconformiteit. Indien wordt besloten om
meer te betalen dan de werkelijke waarde (verwachtingswaarde), moet gemotiveerd worden
waarom we dit hiervoor over hebben (regie, positie etc.)
8. Zijn we als gemeente in staat en bereid om te verwerven? Naast de stand van de ruimtelijke
fondsen en andere meer directe financiële argumenten speelt ook de gemeentelijke
schuldpositie hier een rol. Ook als de gemeente niet wil of kan verwerven kan er toch
aanleiding zijn om een voorkeursrecht te vestigen om zo een positie te creëren waarin we als
gemeente wensen en randvoorwaarden mee kunnen geven voor de verkoop van het recht
door de eigenaar aan een derde. In de voorgestelde Omgevingswet is opgenomen dat het
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 12 van 14
voorkeursrecht vervalt als de gemeente bij aanbieding van de grond deze niet wenst te kopen
(bij verlenging van het voorkeursrecht na 5 jaar en op basis van omgevingsplan);
g. Positief financieel resultaat van een actieve rol kan op zich ook aanleiding zijn om daartoe over
te gaan: met het verdiende geld kunnen we ook verlieslatende ontwikkelingen betalen;
10. Benaderingswijze vanuit de financiële mogelijkheden in het Vereveningsfonds kan zijn dat, áls
een verwerving past binnen de ruimtelijke toekomstvisie en de financiële vertaling daarvan, er
aanleiding is om te verwerven en eventueel eerst een voorkeursrecht op de betreffende
perceel te vestigen;
Fysieke aspecten van de kavel/het gebied
11. Fysieke aspecten: hoe verhoudt het particulier grondeigendom zich tot het gebied waar de
toekomstige ontwikkeling is gedacht. Leidt het particuliere eigendom tot het risico van
ruimtelijke versnippering (of ‘versnippering in de tijd’) als de eigenaar niet mee wil werken aan
de door de gemeente gewenste ontwikkeling. Dit geldt te meer als sprake is van een sterk
versnipperd bezit en/of ongelukkige kavelgrenzen;
12. Het verwerven van (of het vestigen van een voorkeursrecht op) een klein perceel in een groter
ontwikkelingsgebied kan om puur strategische redenen handig zijn. Zeker als ontwikkelaars al
posities hebben ingenomen op omliggende kavels en deze kleine kavel ook noodzakelijk is bij
de beoogde ontwikkeling.
Wens tot versterken gemeentelijke regie
13. Een nieuw gebied ‘op de kaart te zetten’: Een door de gemeente geïnitieerde ontwikkeling kan
als katalysator werken op ‘de markt’: laten zien dat het kan, laten zien wat je intenties zijn als
gemeente, vertrouwen creëren in een gebied;
14. Gemeentelijk grondeigendom en een door de gemeente geleide verkaveling en gronduitgifte
kan leiden tot meer diversiteit in de viteindelijke planontwikkeling, zowel qua ontwikkelaars
als qua invulling met functies/eindgebruikers;
15. heeft particuliere grondeigendom en het realiseren van vastgoed daarop invloed op de
verkoopbaarheid van gemeentelijke grond en de afzetbaarheid van daarop te realiseren
vastgoed?
16. Het realiseren van specifieke ontwikkelingen, zoals sociaal maatschappelijke voorzieningen,
of van zaken van algemeen nut (bijvoorbeeld een brugaanlanding) kan ook reden zijn voor een
verwerving/vestiging van een voorkeursrecht. Anders heeft de gemeente veel minder
zekerheid dat die functies ook daadwerkelijk worden gerealiseerd;
Kader (m.n. publiekrechtelijk)
17. Daarnaast is het publiekrechtelijk kader van belang. Is de door de gemeente gewenste
functionele invulling van een locatie/gebied mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan
of niet. Wijkt het bestaande gebruik af van de beoogde bestemming? Daarbij is de redenatie
wellicht valide dat als het publiekrechtelijk kader niet passend is er wellicht eerder aanleiding
is om een actieve positie in te nemen dan wanneer dat wel passend is;
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 13 van 14
11. Toepassing van dit afwegingskader: plek in het ruimtelijk planvormingsproces
In dit afwegingskader verwervingen wordt ingegaan op de beleidsmatige context en op wat er
komt kijken bij voorstellen die veranderingen van eigendom (verwerven of zelfs onteigenen) met
zich meebrengen of waarmee beperkingen worden opgelegd aan eigenaren van grond en/of
vastgoed (d.m.v. het vestigen van voorkeursrecht).
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de volgende vragen:
e wie past dit kader wanneer toe en komt tot voorstellen en
e wie neemt beslissingen
Hieronder volgt de uitwerking ter beantwoording van deze vragen, waarbij onderscheid wordt
gemaakt naar stadium van het planvormingsproces. Overigens ligt het erg voor de hand om het
handelingskader op een vroegtijdig moment in het planvormingsproces toe te passen, vóórdat
eventuele gemeentelijke intenties voor ruimtelijke ontwikkeling in of transformatie van het gebied
die minder abstract is dan het niveau van de structuurvisie meer algemeen bekend worden. Ná
dat moment is vaak sprake van zodanige prijsopdrijving door transacties tussen particulieren,
gedreven door al of niet terechte verwachtingen over een toekomstige waardesprong, dat een
eventuele verwerving al snel buiten het gemeentelijk bereik komt en/of grondexploitatie technisch
of vastgoedexploitatie technisch niet meer verantwoord lijkt te zijn. Overigens: de omgekeerde
redenatie werkt zeker niet altijd: Vroegtijdig inzetten op verwerving leidt er zeker niet toe dat de
gemeente dan ‘goedkoop kan inkopen’.
a. Heel vroeg in het planvormingsproces, feitelijk vóórdat het werk aan een principenota (in de
termen van het oude Plaberum werd dit de strategienota genoemd) of een gebiedsstudie
aanvangt: Gen O komt, in overleg met R en D (de projecteigenaar van de eerstvolgende
planfase, zie hierna) en het betreffende stadsdeel, tot een beeld per locatie waar verwerving
aan de orde kan komen en past het handelingskader toe. Uitmondend in een verzameling
locaties die in het licht van met name de planvoorraad, de vastgoedperspectieven en de stand
van de relevante fondsen door directeur G en O al of niet aan het bestuur worden voorgelegd
met voorstel tot een grotere actieve rol (vestiging voorkeursrecht, verwerving). Eventuele
besluiten hierover zullen mede het kader vormen voor de (planeigenaar voor) de volgende
planfase;
b. Vroeg in het planvormingsproces, tijdens het opstellen van een gebiedsstudie of een
strategienota/principebesluit: Het kan hier gaan om locaties waarvoor gebiedsstudies worden
uitgevoerd en/of strategiebesluiten worden voorbereid. Afhankelijk van hoe dat
planvormingsproces verloopt en wie daarbij betrokken zijn, is de constatering dat de
gemeentelijke positiebepaling in deze al relatief laat is, omdat bij de buitenwereld in deze
planfase het besef al kan ontstaan of bestaan dat de gemeente mogelijk wat van plan is. De
projecteigenaar, in de meeste gevallen zal dat R en D zijn, vraagt G en O om advies (zie onder
a.) en toepassing van het handelingskader. Dit leidt tot een voorstel aan directeur G en O, die
in/na overleg met de planeigenaar voorstellen aan de wethouder voorlegt. Eventuele
bestuurlijke besluiten hierover worden onderdeel van de opdracht aan de planeigenaar in het
lopende planproces;
c. Lopende het planproces, na vaststelling van het strategiebesluit/de principenota: Analoog aan
de beschrijving onder a. hiervoor, met dien verstande dat het planeigenaarschap in deze fase
Gemeente Amsterdam Datum 23 januari 2017
Gebiedsontwikkeling
Notitie afwegingskader verwervingen Pagina 14 van 14
in het algemeen bij de afdeling gebiedsontwikkeling van G en O zal liggen en in een enkel
geval bij een stadsdeel.
Directeur G en O doet voorstellen aan het bestuur voor verwerving of vestiging van een
voorkeursrecht;
-__Bij verwervingsvoorstellen voorafgaande aan een investeringsbesluit is een raadsbesluit
noodzakelijk omdat het in die gevallen gaat om een anticiperende aankoop, waarvoor nog
geen kostendrager beschikbaar is (in de vorm van een vastgestelde grondexploitatie) en/of
wanneer er een gedragen beeld is dat een eventuele aankoop direct ten laste van een
ruimtelijk fonds dient te worden gebracht en niet gaat meelopen in de grondexploitatie; voor
overige voorstellen;
-_ Voor overige besluiten, waaronder vestigen van een voorkeursrecht, volstaat een B&W
besluit.
Tot slot: in het verleden is wel sprake geweest van een separaat budget ten behoeve van
strategische verwervingen. Op dit moment is er geen aanleiding om daarop in te zetten.
Handelwijze is om eventuele verwervingsvoorstellen in financiële zin separaat te beschouwen en
in voorkomende gevallen de benodigde bestuurlijke besluitvorming daarvoor te organiseren. Als
voor een projectgebied of locatie nog geen grondexploitatie is geopend en daarmee geen
financieel kader beschikbaar is, dan is bij voorbaat een kredietbesluit van de gemeenteraad
benodigd.
| Brief | 14 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1084
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 8 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (kwalitatieve groei
Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— het college er van uit gaat dat Amsterdam voldoende bouwgrond voor (de
toenemende vraag naar) woningen en andere functies’;
— dit gaat over de periode tot 2020;
— het aantal extra benodigde woningen in Amsterdam is vastgesteld op 70.000 tot
2040? en dit als gegeven wordt aangenomen;
— deze groei als autonoom wordt opgevat en geen rekening lijkt houden met de
wensen van de Amsterdammers;
— de stijging van prijzen en huren in Amsterdam onverminderd doorgaat en zelfs
lijkt te versnellen;
Overwegende dat:
— _bijbouwen om aan de vraag te voldoen, slecht een druppel op de gloeiende plaat
is, daar de vraag altijd het aanbod overtreft.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een studie te doen naar de kwalitatieve aspecten van wonen, waarbij deze studie
de groei niet als automatisch uitgangspunt neemt, maar voorop staat in welke
stad Amsterdammers willen wonen in 2020 respectievelijk 2040;
— hierbij een circulaire stad voor dieren, natuur en mens als uitgangspunt wordt
genomen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
blz 215
2 https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/structuurvisie/
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 21 april 2021
Ingekomen onder nummer 237
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021
Onderwerp Motie van de leden Boutkan, Boomsma en Kuiper inzake Molen de Otter
Onderwerp
Motie van de leden Boutkan, Boomsma en Kuiper inzake Molen de Otter
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Beeldkwaliteitsplan Marktkwartier,
Constaterende dat:
e _Houtzaagmolen de Otter de laatste overgebleven molen is van een grote groep zaagmolens
die tussen de 17e eeuw en eind 19e eeuw ten westen van de Buitensingelgracht stonden.
e _Hettype molen welke De Otter (bouwjaar 1631) is nog maar op vijf plaatsen in Nederland aan-
wezig zijn.
e De Otter de oudste nog bestaande molen van dit type is.
Overwegende dat:
e Het van belang is dat de molenbiotoop niet wordt aangetast, zodat de molen optimaal kan
blijven functioneren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e Bij vaststelling van dit beeldkwaliteitsplan te garanderen dat de bescherming van de Molen
zoals vastgelegd in de vitwerkingsregels van het bestemmingsplan niet wordt aangetast, zo-
dat molen de Otter op een aanvaardbare wijze kan blijven functioneren.
Indieners
D.F. Boutkan
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen bij
Pagina 2 van 2
D.T. Boomsma
T. Kuiper
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1603
Datum indiening 28 september 2020
Datum akkoord 8 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake illegale onderverhuur
van sociale huurwoningen
Aan de gemeenteraad
Toelichting vragensteller:
Veel sociale huurwoningen worden op schimmige wijze en voor enorme bedragen
onderverhuurd aan ongedocumenteerden. Dat blijkt uit onderzoek van AT5 en
De Balie! Deze uitbuiting is zorgelijk en moet met kracht bestreden worden.
De uitbuiting raakt niet alleen mensen zonder papieren, maar ook Amsterdammers
die al jarenlang op een wachtlijst voor een sociale huurwoning staan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Kan het college aangeven in hoeverre de schatting van de woningcorporaties dat
dit gaat over 10-20% van de corporatiewoningen, dat wil zeggen tussen de
16.000 en 33.000 woningen, juist is? Graag een onderbouwing en toelichting.
Antwoord:
Illegale praktijken zijn per definitie niet goed in cijfers uit te drukken. De
genoemde schatting kwam in 2019 tot stand via een scraping van websites en
een eerste inschatting van een van de woningcorporaties. De Amsterdamse
federatie van woningcorporaties heeft zich formeel nooit uitgelaten over een
percentage woonfraude. Ook dat geeft aan dat illegale praktijken moeilijk in cijfers
zijn uit te drukken.
2. Zijn er landelijke cijfers over deze vorm van onderverhuur bekend?
Antwoord:
Er zijn vrijwel geen betrouwbare landelijke cijfers bekend. De landelijke koepel
van woningcorporaties, Aedes, rapporteert in de ‘Corporatiemonitor’ periodiek
over ‘huisuitzettingen’ en deed dat over het jaar 2018 voor het laatst. Hierbij moet
worden opgemerkt dat lang niet alle huurproblemen leiden tot een rechterlijke
procedure en dat het bij een kwart van de vonnissen komt tot een uitzetting.
Huurachterstand (80%) was de belangrijkste reden voor huisuitzettingen. Overlast
1 https://www.at5.nl/artikelen/204630/de-schimmige-handel-in-sociale-huurwoningen-aan-
ongedocumenteerden
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng leo Gemeenteblad R
Datum 8 december 2020 Schriftelijke vragen, zaterdag 26 september 2020
was bij 9% de reden voor een uitzetting en soft- en harddrugs voor 7%.
Onderverhuur was in 2017 voor slechts 2% de reden voor uitzetting. In 2017 was
dit gestegen naar 3%. In Amsterdam zijn de aantallen huisuitzettingen vanwege
woonfraude overigens vele malen hoger (2019: 783) dan huisuitzettingen
vanwege huurschulden in corporatiewoningen (2019: 78). In het overgrote deel
hebben de huisuitzettingen in Amsterdam (80%) betrekking op illegale onderhuur.
3. Zijn naar de indruk van het college deze vormen van illegale onderverhuur
gestegen de laatste jaren? Graag een toelichting.
Antwoord:
De landelijke cijfers laten zien dat er tussen 2017 en 2018 een lichte stijging was
in de uitzettingscijfers met onderverhuur als reden. Op basis van de
Amsterdamse cijfers met betrekking tot vrijgemaakte woningen kan niet de
conclusie worden getrokken dat er de laatste jaren een stijging is van illegale
onderhuur.
4. Deelt het college de indruk dat sinds de start van de coronacrisis meer
ongedocumenteerden als onderhuurder uit hun huis worden gezet, omdat veel
ongeoorloofd werk sinds de uitbraak van de coronacrisis opeens is gestopt,
bijvoorbeeld in de huishoudelijke hulp/domestic work?
Antwoord:
Het college beschikt niet over cijfers dat recentelijk meer ongedocumenteerden
als onderhuurder uit hun huis worden gezet. Huisuitzettingen zijn altijd een laatste
actie. Door de Coronacrisis wordt het middel van huisuitzetting slechts zeer
terughoudend toegepast.
5. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat deze illegale onderhuur
met extra kracht bestreden moet worden, omdat hier zowel sprake is van
uitbuiting van ongedocumenteerden als wel van Amsterdammers die wachten op
een betaalbare huurwoning en die sterk benadeeld worden?
Antwoord:
Bij het opzeggen van een huurovereenkomst in verband met illegale onderhuur
wordt geen onderscheid gemaakt tussen on- en gedocumenteerden. De regel is
dat iedere illegale onderhuur zo snel mogelijk wordt opgeheven en het
huurcontract met de formele huurder wordt ontbonden. Daardoor komt de woning
vrij voor woningzoekenden.
6. Hoe vaak zijn de foute ‘tussenhandelaren’ op heterdaad betrapt en hebben zijn
hun straf gekregen? Wat is die straf? Graag een toelichting.
Antwoord:
Over 2020 zijn slechts twee zaken bij de gemeente bekend waar
tussenhandelaren bij betrokken waren. Deze zijn, omdat hier mogelijk sprake was
van mensenhandel, doorgezet naar het Regionaal informatie- en
expertisecentrum (Riec). Het Riec ondersteunt de gemeente bij de aanpak van
georganiseerde criminaliteit. Deze twee zaken zijn daar nog in behandeling. Er is
daardoor in beide zaken nog niet strafrechtelijk opgetreden. Wel is in beide
gevallen het huurcontract beëindigd.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng leo Gemeenteblad
ummer = en
Datum 8 december 2020 Schriftelijke vragen, zaterdag 26 september 2020
7. Watis er mogelijk aan intensivering van de bestaande programma’s om deze
vorm van fraude op te sporen?
Antwoord:
Er wordt gewerkt aan algoritmes om data gestuurd te kunnen handhaven en
daardoor minder afhankelijk te zijn van meldingen.
Ook worden gesprekken met het ministerie van BZK gevoerd over het inzetten en
beschikbaar maken van data van landelijke overheidsorganisaties en het
ontwikkelen van een specifiek Landelijke Aanpak Adreskwaliteit-signaal voor
illegale onderhuur. De minister heeft recentelijk aangegeven met deze nieuwe
ontwikkelingen zoveel mogelijk te willen aansluiten bij lokale initiatieven en
samenwerkingen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 119
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de luchtkwaliteit in de omgeving van
luchthaven Schiphol (nieuwe woningen nabij Schiphol).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief inzake de gezamenlijke inzet van Amsterdam,
Provincie Noord-Holland en Schiphol-KLM voor verruiming van mogelijkheden voor
woningbouw in de nabijheid van de Luchthaven Schiphol (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 76) en over het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
over ultrafijnstof in de omgeving van Schiphol en de bijbehorende brief van
staatssecretaris Mansveld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 77).
Constaterende dat:
— uit onderzoek van het RIVM! blijkt dat rond Schiphol de concentraties ultrafijnstof
zijn verhoogd door de uitstoot van vliegtuigen;
— er vanwege de kenmerken van ultrafijne stofdeeltjes vanuit wordt gegaan dat een
langdurige blootstelling bij de mens kan leiden tot chronische
gezondheidseffecten!, maar dat dit verband nog niet empirisch is onderzocht;
— er nu opdracht is gegeven tot aanvullend onderzoek naar de mogelijke
gezondheidsrisico's van ultrafijnstof;
— in de tussentijd geen maatregelen worden genomen tegen schade aan de
gezondheid van nabije Amsterdammers door blootstelling aan ultrafijnstof;
— er wel plannen worden gemaakt om pal naast de luchthaven nieuwe woonhuizen
te verwezenlijken”:
— er een concept-convenant ‘Ruimte voor vliegen, ruimte voor wonen’ van
11 januari 2016 voorlicht waarin de gemeente Amsterdam, Provincie Noord-
Holland, gemeente Haarlemmermeer en de Luchthaven Schiphol afspraken
maken over te realiseren woningen binnen het 20Ke-gebied®;
' Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Nader verkennend onderzoek ultrafijnstof
rond Schiphol, 2015.
2 Brief van wethouder Ollongren van 28 oktober 2015 getiteld: gezamenlijke inzet Amsterdam,
Provincie Noord-Holland en Schiphol/KLM voor verruiming mogelijkheden voor woningbouw in de
nabijheid van de Luchthaven Schiphol.
3 http:/lwww.amsterdam.nl/publish/pages/758688/brief aan mw diiksma inclusief 3 biilagen.pdf.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 119 Moti
Datum 17 februari 2016 olie
— in dit concept-convenant wordt vastgelegd dat gemeenten, wanneer zij besluiten
tot het realiseren van de bouw van woningen, geen aanspraak kunnen maken op
het verleggen van vliegroutes dan wel een wijziging van het luchtverkeer.
Overwegende dat:
— het onacceptabel is om geen actie te ondernemen, wanneer niet uitgesloten is dat
gemeentelijk beleid tot gezondheidsschade zal leiden;
— het onwenselijk is dat de gemeente met het verwezenlijken van nieuwe woningen
rondom Schiphol geen aanspraak meer kan maken op het verleggen van
vliegroutes of een wijziging van het luchtverkeer.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het voorzorgsprincipe te laten gelden nu aannemelijk is dat ultrafijnstof
gezondheidsschade veroorzaakt;
— zich in te zetten om de afspraken omtrent het realiseren van nieuwe woningen
nabij Schiphol te schrappen uit het concept-convenant ‘Ruimte voor vliegen,
ruimte voor wonen’.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 716
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 7 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Van Lammeren en de heer Groen inzake
de begroting voor 2015 (CO2-reductie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— Amsterdam als doel heeft in 2025 40% minder CO2 uit te stoten dan in 1990 en in
2040 75% minder;
— dit betekent dat Amsterdam in 2025 een maximale CO2-uitstoot van 2.050 kiloton
(kton) per jaar mag hebben en 855 kton per jaar in 2040;
— Het gemeentebestuur in het coalitieakkoord de ambitie heeft uitgesproken om in
2020 20% minder energie te verbruiken en 20% meer duurzame energie op te
wekken;
Overwegende dat:
— in 2013 de CO2-uitstoot 4.437 kton bedroeg;
— het voor de gemeenteraad inzichtelijk moet zijn welke mogelijkheden er bestaan
om de CO2-uitstoot rigoureus terug te dringen, zodat doelstellingen en budgetten
goed op elkaar afgestemd kunnen worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— per collegejaar inzichtelijk te maken hoeveel de daadwerkelijke reductie zal zijn;
— dit voor februari 2015 te rapporteren aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
L
Agenda van de Commissie Leefomgeving
van 14 september 2010
Vergaderdatum dinsdag 14 september 2010
Tijd 20:00 uur
Locatie President Kennedylaan 923, raadzaal
Voorzitter Dhr. J. Eisenmann
Griffier Mw. J. Spier
1. Opening en vaststelling agenda
2. Mededelingen
3. Vaststelling verslag van de vergadering 15 juni 2010
4. Overzicht toezeggingen
5. Subsidieverordening duurzame energietechnieken en energiebesparing
(voorbereiding besluitvorming)
6. Tramlijn 25 door Rijnstraat geagendeerd door de fractie VOZ
(advisering)
7. Kadernotitie Amstelpark 2010
(voorbereiding besluitvorming)
8. Sluiting
ter kennisname stukken
Termijnagenda
Bestuursrapportage (met hierin de wijzigingen begroting 2010 opgeno-
men)
Rapport Schiphol en gezondheid
Milieuverslag 2009 stadsdeel Zuideramstel
Voorlopig ontwerp Des Presstraat
1
Commissie Leefomgeving - dinsdag 14 september 2010
Stand van zaken invoering ondergrondsafvalinzameling in rayon noord en
oost: de wijken noord- en zuid Pijp
Uitwerking motie G van VOZ 29 november 2007 en motie 228-10-VOZ-
PB Roelofhartplein
Amstelveenlijn (wordt nagezonden)
2
| Agenda | 2 | discard |
VN2021-034785 N% Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
Zo Jeugd en Amsterdam Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
DS Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 12 januari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt
Agendapunt 10
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van raadsbrief voortijdig schoolverlaten, afdoening motie nr. 1691 van lid Yilmaz
inzake evaluatie doorstroom mbo niveau 4
De commissie wordt gevraagd
Kennisnemen van bijgaande raadsbrief voortijdig schoolverlaten van Wethouders Kukenheim
en Moorman over de vsv-cijfers en de inzet van de gemeente en scholen om vsv tegen te gaan
waarmee tevens motie nr 1691 (7 november 2019) van lid Yilmaz inzake evaluatie doorstroom mbo
niveau 4, wordt afgehandeld.
Wettelijke grondslag
Artikelen 79 en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: afhandeling
van moties
Bestuurlijke achtergrond
Met deze brief wordt de commissie WIO geïnformeerd over:
e De vsv-cijfers van de afgelopen drie jaren
* De inzet van het college i.s.m. de scholen inzake voortijdig schoolverlaten, waaronder de
gezamenlijk (wettelijk verplichte) opgestelde streefcijfers
e De afhandeling van motie 1691 van lid Yilmaz over de evaluatie naar doorstroom mbo niveau
ba.
Deze brief wordt tevens ter kennisname aangeboden aan de commissie ZJS van 13 januari 2022.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.14 1
VN2021-034785 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam -
Zorg % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 12 januari 2022
Ter kennisneming
In deze raadsbrief wordt motie nr 1691 (7 november 2019) van lid Yilmaz inzake evaluatie
doorstroom niveau 4 afgehandeld.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-133080 Commissie WIO Voordracht (pdf)
AD2021-134981 Raadsinformatiebrief vsv definitief.pdf (pdf)
bijlage 1 bij brief - Meerjarenplan subregio Amsterdam-Diemen vsv
AD2021-133100
2021-2024.pdf (pdf)
AD2021-133099 bijlage 2 bij brief - Motie_Yilmaz.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, afdeling Onderwijs, Jessica de Jong, jessica.de.jong@&amsterdam.nl, 0614825426 en Merel
van de Water, [email protected], 0628022164,
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | train |
Jaar 2021
Nummer 749
Behandeld op 11 november 2021
Status Ingetrokken en vervangen door 749 accent
Onderwerp
Amendement van de leden Boomsma en Van Soest inzake de begroting 2022 (draai de
enorme woonlastenverzwaring via de precariobelasting voor woonboten terug)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021,
Overwegende dat:
— de verhoging van de precariobelasting een zeer forse verhoging van de woonlasten van
woonbootbewoners betekent van ong. 100 euro per maand;
— _ wat in sommige gevallen op jaarbasis neer komt op een vol maandsalaris aan
woonlastenverzwaring;
— _ veel mensen door de Coronacrisis in extra financiële moeilijkheden zijn gekomen en het
derhalve redelijk is om de tarieven niet te verhogen;
— uit onderzoek blijkt dat woonbootbewoners al een aanzienlijk hoger deel van hun
inkomen uitgeven aan woonlasten dan gemiddeld, o.a. door hellingkosten en andere
onderhoudskosten, en deze verhoging ertoe leidt dat mensen geen geld meer hebben
voor onderhoud, en/of hun boot moeten verkopen;
Besluit:
— _op bladzijde 317 onder Precariobelasting de volgende tekst op te nemen: “Om de
woonlasten van woonbootbewoners niet onevenredig te verhogen maar bewoners in deze
zware tijd tegemoet te komen, draaien we de verhoging van de precariobelasting terug, en
handhaven we de tarieven van 2020.”;
— De benodigde € 650.000 te dekken vit de door het Rijk toegezegde compensatie voor
gederfde toeristenbelasting voor 2022
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
W. van Soest
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 206
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder AC
Ingekomen op 11 maart 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Ernsting inzake het Definitief Ontwerp Leidseplein
(meetpunt luchtkwaliteit).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over een wijziging van het Definitief Ontwerp Leidseplein
(verplaatsing van tramhaltes in verband met het Plusnet OV) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 101);
Constaterende dat:
— de route van de dag(streek)bussen tussen het Leidseplein en de Appeltjesmarkt
verplaatst wordt van de Marnixstraat naar de Nassaukade;
Overwegende dat:
— op de Nassaukade de luchtkwaliteitsnormen overschrijden dreigen te worden,
zoals blijkt uit een verderop gelegen meetpunt bij de De Clergstraat;
— het belangrijk is om te weten wat de gevolgen zijn van genomen beslissingen;
— de streekvervoerder geen deel uitmaakt van eventuele afspraken over verschoning
van het wagenpark van het Gemeentevervoerbedrijf;
— een meetpunt in de vorm van een NOx-meter al voor betrekkelijk weinig middelen
gerealiseerd kan worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in het stuk Nassaukade, tussen het Leidseplein en de Kinkerstraat, in ieder geval
één meetpunt luchtkwaliteit in te passen, bij voorkeur ter hoogte van de Overtoom.
Het lid van de gemeenteraad,
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
VN2023-025732 issi i ii i i i
Griffe > 4 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 14
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Raadsadres Undercurrent toekomstbestendige omgevingsvergunning
De commissie wordt gevraagd
Bespreken van het raadsadres van Undercurrent Evenementenlocatie inzake omgevingsvergunning
Cornelis Douwenkanaal.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in
Bestuurlijke achtergrond
Op 2 november heeft Wilfred Hunsel, mede-eigenaar van evenementenlocatie Undercurrent in het
Cornelis Douwes Gebeid, een brief geschreven aan de gemeenteraad waarin hij formuleert in eerste
instantie blij te zijn met de verlenging van de omgevingsvergunning met twee jaar, maar tevens pleit
voor een grotere verleningstermijn. Een periode van twee jaar staat toekomstbestendigheid in de
weg, omdat Undercurrent verduurzaming niet verantwoord aan kan gaan in een dergelijke korte
periode. Daarnaast formuleert het raadadres dat de GVB de locatie van Undercurrent “mogelijk”
ambieert voor een nieuwe pontsteiger. Undercurrent, als gewaardeerde onderneming in de
omgeving, streeft een verstrekking van een langere vergunningsperiode na en oogt een combinatie
van zowel de nieuwe ponthaven als het voortbestaan van de evenementlocatie.
Reden bespreking
Naar aanleiding van het raadsadres van 2 november heeft de Amsterdamse fractie van de VVD,
tijdens de gemeenteraadsvergadering van 8 november, verzocht dit punt bespreekbaar te stellen
bij de eerstvolgende raadscommissie van RO. Dit verzoek heeft de agenda echter niet gehaald.
De VVD is zeer benieuwd hoe het raadsadres ontvangen is door het college en stelt dit graag ter
discussie. Daarnaast is de VVD benieuwd hoe het college, en de commissieleden, naar de verzoeken
van Undercurrent kijkt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-025732 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Griffie % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-090768 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2023-090783 Raadsadres omgevingsvergunning Cornelis Douwenkanaal West. pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij lid Von Gerhardt (VVD), e-mail [email protected]
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, donderdag 28 januari 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 7 januari 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 28 januari 2016
4B Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 14 januari 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
e Actualiteit van de leden Mbarki (PvdA), Bouchibti (VVD), Grooten (GrLi) en
Laseur (CDA) inzake de achterstand bij hulp probleemgezinnen (Veilig Thuis).
10 Rondvraag
Onderwijs
11 Vaststellen Actieplan Wetenschap en Technologie op koers 2016-2018 Nr.
BD2015-016071
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
12 Voortgangsrapportage Amsterdamse Leraren- en scholenbeurzen PO VO MBO
2015-16 Nr. BD2015-019485
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 28 januari 2016
Jeugd
13 Ontwikkelopgave Samen DOEN 2016 Nr. BD2016-000141
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissies voor Werk en Economie en voor Zorg en Sport
zijn hierbij uitgenodigd.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Kunst en Cultuur
14 Herzien atelier en broedplaatsenbeleid 2015 Nr. BD2016-000899
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 10 februari 2016).
TOEGEVOEGD BESLOTEN DEEL
3
| Agenda | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 13 november 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 23 oktober 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 13 november 2014
4a Conceptverslag van de besloten vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 18 september 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
7b Aanbieden rapporten Rekenkamer
-__rekenkamerbrief over de reacties op moties en schriftelijke vragen
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Openbare Orde en Veiligheid
11 Oud en Nieuw 2013-2014 Nr. BD2014-011013
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
12 Voetbalevenementen en -beleid seizoen 2014-2015 Nr. BD2014-011041
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunt 13.
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 13 november 2014
13 Supportershome Ajax Nr. BD2014-009500
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Kwint (SP)
e Was Tkn 11 in de raadscommissie AZ, d.d. 28 augustus 2014
e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunt 12.
e Deze brief staat ook als bijlage bij agendapunt 12. Agendapunt is
ingetrokken
14 verzamelbrief toezeggingen burgemeester coffeeshopbeleid Nr. BD2014-011037
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissieleden Paternotte (D66) en Groot Wassink
(GL)
e Was Tkn 1 in de raadscommissie AZ, d.d. 23 oktober 2014
Algemene Zaken
15 Werkwijze Vliegende Brigade en Flexibel Interventie Team Stadstoezicht Nr.
BD2014-011051
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Aanpak van fraude, samenwerking via pilots met overheidspartners Nr. BD2014-
010217
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 _Continueren inhuur particulier bevoegde handhavers Nr. BD2014-010697
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 26 november 2014).
18 Wijziging begroting 2014 Gemeentelijke Ombudsman Nr. BD2014-010310
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 26 november 2014).
3
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 13 november 2014
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Openbare Orde en Veiligheid
19 Discussienota Verheul (D66) en Ruigrok (VVD): Een veilig en gezond
uitgaansklimaat Nr. BD2014-011537
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
20 regionaal veiligheidsplan 2015-2018 Nr. BD2014-010772
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
21 Beantwoording van schriftelijke vragen van Van Dantzig inzake het
supportershome Ajax. Nr. BD2014-011868
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de heer Dantzig (D66)
e Voorgesteld wordt om dit gevoegd te behandelen met agendapunt 12
4
| Agenda | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2064
Datum indiening 15 oktober 2019
Datum akkoord 16 december 2019
Publicatiedatum 16 december 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het tijdelijk sluiten van
pinautomaten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 15 oktober 2019 werden bewoners opgeschrikt door de zoveelste plofkraak die
Amsterdam trof. Ditmaal was het raak in de Haarlemmermeerstraat, waar rond
03.00 uur ’s nachts een enorme explosie plaatsvond. De materiële schade bleek
enorm: de complete gevel werd uit het pand geblazen, tientallen ruiten sneuvelden en
de constructie van de bovenliggende woning raakte zwaar beschadigd.
Nog zorgwekkender is dat er ook een bewoner gewond raakte bij deze explosie.
De fractie van de VVD vreest dat, gelet op aard, omvang en frequentie van de
plofkraken die plaatsvinden in de stad, het niet is uitgesloten dat bewoners in de
toekomst ernstig gewond kunnen raken. Of zelfs erger dan dat. Pinautomaten met
een risicoprofiel die zich in de nabijheid van woningen bevinden, zouden wat
de fractie van de VVD betreft (tijdelijk) moeten worden gesloten om de openbare orde
en veiligheid op deze locaties te kunnen waarborgen.
De fractie van de VVD heeft eerder voorgesteld om in kaart te brengen welke
pinautomaten een hoog of middelhoog risicolopen om te worden gekraakt, onder
andere door te kijken naar locaties, (beveiligings)installaties en mogelijke
vluchtroutes. Het college heeft in reactie hierop laten weten dat de vier grootbanken
(ING, Rabobank, Volksbank en ABN AMRO) een risicoanalyse bezitten. Ook zouden
ABN AMRO en de politie een inventarisatie van geldautomaten met de gemeente
hebben gedeeld.
De fractie van de VVD wil dat deze informatie wordt gebruikt om directe
veiligheidsmaatregelen te nemen, waaronder het (tijdelijk) sluiten van pinautomaten
indien nodig. Als de data van banken ontoereikend is moet de gemeente wat de
fractie van de VVD betreft op zeer korte termijn zelfstandig inventariseren bij welke
pinautomaten omwonenden gevaar lopen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Joe Gemeenteblad
Datum 16 december 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 oktober 2019
1. Beschikt de gemeente over de risico-inventarisatie van de geldautomaten van de
vier grootbanken? Welke automaten hebben een hoog risico? En hoe wordt dit
risico gemeten? Worden nabije woningen hierbij meegewogen?
Antwoord:
Nee, de gemeente bezit geen risico-inventarisatie van de vier grootbanken. Welke
automaten de classificatie hoog risico krijgen aangemeten is afhankelijk van
meerdere factoren, waaronder het type automaat en de nabijheid van woningen.
De gemeente is wel op de hoogte gesteld van het resultaat van de risico-
inventarisatie van ABN Amro en Geldmaat. De hoog risico-automaten van deze
partijen zijn bekend. Op drie incidenten na hebben in 2018 en 2019 de plofkraken
bij deze partijen plaatsgevonden. Het aantal plofkraken (inclusief pogingen) in
2018 en 2019 staat op 24.
2. Heeft de gemeente een eigen risico-inventarisatie waarbij risicovolle
pinautomaten in beeld zijn gebracht? Zo ja, welke automaten zijn risicovol?
Zo nee, is het college bereid deze inventarisatie met spoed uit te voeren?
Antwoord:
Door de huidige kracht van explosieven beschouwt de gemeente geldautomaten
in de gevel en onder, naast of dicht tegenover bewoning als risicovol. Momenteel
inventariseert de gemeente deze locaties. Verder wordt u verwezen naar de
collegebrief ‘geldautomaatlocaties’, die op 26 november 2019 is verzonden met
de Dagmail en op 9 januari 2020 ter kennisname staat geagendeerd op de
agenda van de raadscommissie Algemene Zaken.
3. Bij welke pinautomaten in de stad staat de veiligheid van omwonenden zwaar
onder druk in het geval van een eventuele plofkraak? Ziet het college reden om
deze geldautomaten (tijdelijk) te sluiten? Graag een toelichting.
Antwoord:
Zie de antwoorden op de vragen 1 en 2. Grootschalige sluiting van
geldautomaten kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van cash geld in
wijken. De behoefte aan cash neemt af, maar blijft vooralsnog op een niveau dat
geldautomaten nodig blijven. Dat maakt dat grootschalige sluiting van
geldautomaten niet wenselijk is. Het lijkt juridisch ook niet haalbaar, omdat per
locatie het gevaar voor de openbare orde moet blijken. Sluiting kan per locatie
worden overwogen als er concrete politie-informatie is dat de openbare orde in
gevaar is, maar het blijft een ultiem middel. Op 2 december 2019 berichtte ABN
Amro dat zij zelfstandig tientallen locaties in Amsterdam (tijdelijk) sluiten. Alle
geldautomaten met het modeltype die werden geploft zijn door ABN Amro
ontwaard en fysiek afgesloten. De intensieve plofkrakenreeks bij hun locaties in
Nederland en toenemende explosiekracht zijn daarin als overwegingen
meegenomen. Aangezien het een tijdelijke maatregelen is kijkt ABN Amro per
automaat - in overleg met de gemeente en Geldmaat - of een automaat
terugkeert en, zo ja, op welke manier en locatie.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Joe Gemeenteblad R
Datum 16 december 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 15 oktober 2019
4. Geldmaat, een samenwerking van drie banken, zou in de loop van 2019 de
bestaande geldautomaten van ABN AMRO, ING en de Rabobank overnemen.
Deze overname zou zorgen voor een efficiëntere spreiding van geldautomaten.
Bij het schrappen van onnodige geldautomaten zouden de veiligheidsrisico's
worden meegewogen in de overwegingen. Kan het college aangeven wat
de status is van de geldmaattransitie en of, en zo ja hoeveel en waar er
automaten zijn opgeheven?
Antwoord:
Vanaf halverwege 2019 zijn in Amsterdam de eerste geldautomaten bij Geldmaat
in beheer gekomen. Inmiddels zijn dat er ongeveer 20. De verwachting is dat eind
2020 alle automaten door Geldmaat zijn overgenomen. Naast voldoende
beschikbaarheid zijn veiligheidsoverwegingen een zeer belangrijk onderdeel in de
keuze van Geldmaat om geldautomaatlocaties al dan niet over te nemen.
Inmiddels zijn tientallen locaties van geldautomaten door de banken gesloten die
door Geldmaat niet worden overgenomen. Het college is niet op de hoogte van de
exacte aantallen en locaties.
5. In mei 2019 heeft het college aangegeven dat er een plan lag om vanuit
de gemeente een ‘proeftuinsamenwerking’ te starten met de politie, waarbij data
en beelden die beveiligingssensoren en camera’s in de openbare ruimte aan
elkaar worden gekoppeld. Deze data zou verdacht gedrag bij geldautomaten
sneller herkennen en de beschikbare camera’s in de omgeving daarop laten
reageren. Hoe staat het met deze beoogde samenwerking? Worden er al
camerabeelden gekoppeld’?
Antwoord:
Het in kaart brengen van de benodigde technische koppelingen tussen
verschillende systemen van gemeente, banken en politie is complexer dan
verwacht en duurt daardoor langer. Zodra dit beeld is verkregen kan een
inschatting van de kosten worden gemaakt. Ook is financiering van het ministerie
van Justitie en Veiligheid nodig om de technische koppelingen en samenwerking
te realiseren. Niettemin zijn inmiddels twee geldautomaatlocaties op het oog die
voldoen aan de voorwaarden, maar zijn deze momenteel (tijdelijk) gesloten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2096
Ingekomen onder u
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op donderdag 19 december 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Naoum Néhmé, Ceder, Boomsma, Van Soest en
Van Schijndel inzake de Huisvestingsverordening 2020 (Voer geen wijkquota in voor
woningdelen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam
2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1930).
Constaterende dat
— De Huisvestingsverordening 2020 het kameraanbod in Amsterdam drastisch zal
doen inkrimpen vanwege de combinatie van de tijdelijkheidsvereiste, strakke
quota en de verplichting individuele huurcontracten te geven waardoor het
kameraanbod onderdeel wordt van het (verouderde) VVWS-stelsel voor
onzelfstandige woonruimtes;
— De in de Huisvestingsverordening 2020 vastgelegde quota gebaseerd zijn op een
schatting van het mogelijke aantal woningdelers op basis van de BRP-
inschrijvingen;
— Het nieuwe beleid voor woningdelen baseren op het aantal BRP-inschrijvingen in
meerdere opzichten een riskante manier is om het aantal woningdelers te
schatten;
— Het college van B&W ook verantwoordelijkheid draagt voor woningdelers die niet
terug te vinden zijn in de BRP-registers maar wel degelijk in onze stad wonen;
— In andere Nederlandse studentensteden lichtere maar effectievere instrumenten
ingezet worden zoals de omgevingstoets in Groningen en de leefbaarheidstoets
in Eindhoven;
— Volgens het huidige woningdelenbeleid (2017) Amsterdam reeds moet toetsen op
leefbaarheid zoals onlangs ook bleek uit de uitspraak van de rechtbank te
Amsterdam inzake de vergunningverlening van een omzettingsvergunning in
stadsdeel Noord.
Besluit:
— Inartikel 3.3.1, tweede lid, aanhef, wordt “quotum” vervangen door “wijkquotum”.
— Inartikel 3.3.1, tweede lid, wordt in de onderdelen a en b “onttrekking,
samenvoeging of woningvorming" vervangen door "beoogde handeling”.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2096 Amendement
Datum 19 december
2019
— Artikel 3.3.11 Quotumvoorwaarden omzettingsvergunning komt te luiden:
Artikel 3.3.11 Pandquotum omzettingsvergunning
1. Vooreen vergunning voor het omzetten van een zelfstandige woonruimte in
meerdere onzelfstandige woonruimten geldt de volgende voorwaarde dat
maximaal 25 procent van het aantal adressen, in een pand, of in een rij
aaneengesloten eengezinswoningen, kan bestaan uit omgezette
woonruimten. Waarbij geldt dat:
a. bij minimaal vier zelfstandige woonruimten per verdieping kan tot een
maximum van 25 procent van het totaal aantal adressen uit omgezette
woonruimte bestaan;
b. bij minder dan vier zelfstandige woonruimten per verdieping kan tot een
maximum van 25 procent van het totaal aantal adressen per pand uit
omgezette woonruimten bestaan; en,
c. bij minder dan vier adressen per pand kan er maximaal sprake zijn van
één omgezette woonruimte.
2.In situaties waar het tweede lid geen toepassing vindt, omdat sprake is van een
afwijkende indeling, ontsluitingssystematiek, interne indeling of plattegrond, wordt
door burgemeester en wethouders een individuele afweging gemaakt.
3. Indien het aantal aanvragen hoger is dan het quotum, geschiedt de verdeling
middels loting. Alleen wanneer aan alle vergunningsvoorwaarden ingevolge
artikel 3.3.13 wordt voldaan kan de aanvrager in de loting meedingen naar een
vergunning.
4, Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze
waarop vergunningverlening plaatsvindt.
— In de toelichting referten naar een wijkquotum voor de omzettingsvergunning
verwijderen.
De leden van de gemeenteraad,
H. Naoum Néhmé
D.G.M. Ceder
D.T. Boomsma
W. van Soest
A.H.J.W. van Schijndel
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 139
Publicatiedatum 24 februari 2017
Ingekomen onder L
Ingekomen op donderdag 16 februari 2017
Behandeld op donderdag 16 februari 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Bosman en Groen inzake de bestuurlijke reactie op het rapport
Amsterdam Circulair (grondstoffenpaspoort).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op het rapport Amsterdam Circulair
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 95).
Constaterende dat:
— in het rapport Amsterdam Circulair wordt geadviseerd te experimenteren met een
grondstoffenpaspoort, maar dit niet terug komt in de bestuurlijke reactie;
— middels het grondstoffenpaspoort de materialen in een gebouw kunnen worden
vastgelegd en gedocumenteerd, waarna de materialen na de levensduur
(technisch/functioneel/economisch) terug kunnen worden geleverd aan de
aannemende partij c.q. leveranciers om daarmee gesloten Kringlopen in relatie
hergebruik en recycling (circulair) te realiseren.
Overwegende dat:
— de vraag naar natuurlijke grondstoffen drastisch zal stijgen;
— _om grondstoffen opnieuw in te zetten in de kringloop, dat alleen lukt als deze
grondstoffen herkenbaar zijn in de producten waarin zij verwerkt zijn;
— inmiddels door de Technische Universiteit Delft een succesvolle pilot is uitgevoerd
met een grondstoffenpaspoort, hoewel op landelijk niveau nog gediscussieerd
over de vraag welke informatie-elementen het landelijke grondstoffenpaspoort
moet bevatten en welke definities daarbij gehanteerd moeten worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. het grondstoffenpaspoort onderdeel te laten zijn van ten minste een van
de 23 projecten, zoals aangekondigd in de bestuurlijke reactie op het rapport
Amsterdam Girculair;
2. bij succes te onderzoeken in hoeverre het grondstoffenpaspoort kan worden
ingevoerd voor de eigen vastgoedportfolio en hoe het gebruik van paspoorten een
voorwaarde kan zijn bij vastgoedontwikkeling en landuitgifte.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 139 Moti
Datum _ 24februari 2017 _CHe
De leden van de gemeenteraad
A.M. Bosman
R.J. Groen
2
| Motie | 2 | discard |
D Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% GEWIJZIGDE Agenda, woensdag 14 november 2007
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 13.00 tot 17.00 uur en van 19.30 uur — 22.30 uur
Locatie Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV
d.d. 24 oktober 2007 (bijgaand)
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2007
7 Openstaande toezeggingen
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
8 Termijnagenda
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
9 Rondvraag
10 Resultaatgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2008.
Portefeuilles Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
e De Raadsdruk Jaarplan/begroting 2008 en het Definitieboekje
Collegeperiode 2007 — 2010 Jaarplan 2008 zijn separaat aan alle (duo-
raadsleden gezonden;
e De jaarplannen/begroting 2008 en actualisatie begroting 2007 van de
gemeentelijke diensten/bedrijven betreffende deze commissie worden voor
raadsleden en publiek ter visie gelegd, voorzover zij zijn aangeleverd.
- Jaarplan 2008 - Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer
e Bij dit agendapunt te betrekken:
1. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting; stand van zaken en begroting 2008;
(agendapunt 18);
2. Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008; (agendapunt 12);
3. Meerjarenvoorstel Mobiliteitsfonds 2007 — 2011; (Tkn-punt 1),
4. Draaiboek Gratis OV; (Tkn-punt 2 o.v.v. besluitvorming B&W)
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 2e kwartaalverslag 2007 Noord-Zuidlijn Nr. BD2007-005438
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
12 Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008 Nr. BD2007-004708
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e Te betrekken bij de begroting 2008 (agendapunt 10)
AANSLUITEND ZAL EEN BESLOTEN GEDEELTE PLAATSVINDEN.
2
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2007
AVONDVERGADERING VANAF 19.30 UUR
Volkshuisvesting
13 Wijkaanpak: Presentatie Nr. BD2007-006904
e Presentatie door de wethouder bijgestaan door Marijke Andeweg (dienst
wonen)
14 Besluitvorming Herziening Richting Parkstad 2015 Nr. BD2007-006818
e Gevoegd behandelen met agendapunt 15
e Tweede termijn (Eerste termijn op 24 oktober 2007)
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e Stukken reeds in uw bezit
e De reeds gestelde vragen worden schriftelijk beantwoord
(zie agendapunt 23)
15 Raamovereenkomst Parkstad Nr. BD2007-006819
e Gevoegd behandelen met agendapunt 14
e Tweede termijn (Eerste termijn op 24 oktober 2007)
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
e Stukken reeds in uw bezit
e De reeds gestelde vragen worden schriftelijk beantwoord
(zie agendapunt 23)
16 Convenant Splitsen en Verkoop Sociale Huurwoningen 2008 tot en met 2016 Nr.
BD2007-005955
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
17 Besluitvorming Beleidsovereenkomst Wonen 2007 tot en met 2010 inclusief
Kadersafspraken bij sociale plannen bij sloop en verbetering 2008 tot en met
2010 Nr. BD2007-006185
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
3
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Gewijzigde Agenda, woensdag 14 november 2007
18 Stimuleringsfonds Volkshuisvesting; Stand van zaken en Begroting 2008 tbv Cie
VV Nr. BD2007-006816
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Meer (Groenlinks)
e Te betrekken bij de begroting 2008 (agendapunt 10)
19 Toekomstvisie Zoeklicht Nr. BD2007-006815
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Van der Meer (GroenLinks) en
Buurma (VVD)
20 Beantwoording toezegging Jaarverslag Huurteams 2006 Nr. BD2007-006817
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Willemse (PvdA).
21 Rapportage activiteiten corporaties 2007 Nr. BD2007-006820
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Buurma (VVD) en Willemse (PvdA)
22 Vraag raadslid H. Bakker inzake zienswijze fusie Ymere en Woonmaatschappij
Nr. BD2007-007058
Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP)
23 Beantwoording vragen Herziening Richting Parkstad 2015 en
Raamovereenkomst Nr. BD2007-006933
e Te betrekken bij agendapunten 14 en 15.
4
| Agenda | 4 | train |
% Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Wonen en
Bouwen
Jaar 2019
Datum indiening
Datum behandeling
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid Naoum Néhmé inzake het bericht dat de bouw van huurwoningen
stokt in Amsterdam
Aan de commissie
Inleiding
Op 4 maart verscheen in het Financieel Dagblad een bericht dat de woningbouwproductie
achterblijft doordat ontwikkelaars geen rendabele businesscase kunnen maken voor
woningbouw door de regels en voorwaarden van dit college. Daardoor blijven verschillende
bouwlocaties onbenut.
Reden bespreking
Het is van groot belang dat ontwikkelaars en gemeente een effectieve tandem vormen om een
effectieve oplossing te kunnen bieden voor woningschaarste in Amsterdam. Indiener bespreekt
daarom graag met de commissie op welke manier de gemeente ontwikkelaars tegemoet kan
komen zodat zij wel op een rendabele manier woningen kunnen bouwen.
Reden spoedeisendheid
Gezien het zorgelijke signaal en de lange-termijnagenda voor woningbouw moet op korte
termijn de positie van ontwikkelaars worden versterkt. Indiener bespreekt dit graag met
commissie en wethouder.
Het lid van de commissie,
H. Naoum Néhmé
1
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1483
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder BC
Ingekomen op donderdag 10 november 2016
Behandeld op donderdag 10 november 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting en Van den Berg inzake het Kunstenplan 2017-2020
(behouden talentontwikkeling Dans).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Kunstenplan 2017-2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1418).
Overwegende dat:
— Dansmakers een belangrijke en unieke rol vervult in de talentontwikkeling van de
Dans in de Amsterdamse kunstwereld
— Dansmakers onderdeel uitmaakte van het Kunstenplan en de gemeente nog geen
twee jaar geleden voor het pand van Dansmakers 6 ton extra subsidie heeft
gegeven
— Dansmakers van het AFK maar een klein deel van de aanvraag toegekend heeft
gekregen
— Dit het voortbestaan van Dansmakers — en daarmee de schakel tussen
dansopleidingen en gezelschappen — ernstig bedreigt
— Er nog een beroepsprocedure loopt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
als mocht blijken dat de beroepsprocedure geen ander beeld oplevert voor de
toekenning van het AFK aan Dansmakers, in overleg te gaan met deze en andere
dansinstellingen over de betekenis van die beslissing voor het Amsterdamse
Dansveld, inclusief het gebouw en de eerdere gemeentelijke investeringen daarin, en
een visie op het Dansveld te ontwikkelen en dit aan de gemeenteraad voor te leggen.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
P.J.M. van den Berg
4
| Motie | 1 | discard |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
“ Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1260
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Ingetrokken en vervangen door 1260 accent
Onderwerp
Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021
(Een banenmotor die draait voor iedereen).
“Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— Vanuit het klimaatfonds zes banenmotoren worden gestart die de duurzame
economie in de stad moeten bevorderen;
— deze motoren naast het realiseren van duurzaamheidswinst ook het creëren
van werkgelegenheid tot doel hebben;
— vanuit het budget ontwikkelbuurten tevens €12 miljoen beschikbaar is voor
grote projecten waarbij oog is voor de creatie van werkgelegenheid;
— Amsterdam de komende decennia flink inzet op het herstel van kades en
bruggen wat naast een versteviging ook werkgelegenheid biedt.
Overwegende dat:
— Werk een perspectief kan bieden voor Amsterdammers in een uitzichtloze
situatie;
— Amsterdammers moeite hebben met het vinden van een baan doordat ze geen
startkwalificatie of VOG hebben of kunnen krijgen;
— werkgelegenheid voor deze groep Amsterdammers perspectief kan bieden door
zekerheid en stabiel inkomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Bij de inzet op werkgelegenheid aandacht te hebben voor Amsterdammers die
geen startkwalificatie hebben of Verklaring Omtrent Gedrag (VOG);
2. Erop toe te zien dat ook voor deze groep Amsterdammers werkgelegenheid
gecreëerd wordt.
De leden van de gemeenteraad
S. Mbarki
R.H. van Dantzig
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18-01-2022
Portefeuille(s) Financiën, Belastingen
Portefeuillehouder(s): Victor Everhardt
Behandeld door Directie Belastingen (bestuurszaken.bel@&amsterdam.nl)
Onderwerp Reclamebelasting 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
Veel Amsterdamse ondernemers en culturele instellingen begonnen 2022 met vergaande
beperkingen als gevolg van de corona-maatregelen van de Rijksoverheid van december 2021.
Hoewel op 14 januari 2022 enkele versoepelingen zijn doorgevoerd, bevinden veel ondernemers
en culturele instellingen zich nog steeds in een zware periode met beperkende corona-
maatregelen die tot ten minste 25 januari 2022 van kracht zullen blijven. Het college stelt daarom
voor om ondernemers, culturele instellingen en andere organisaties die onder de reclamebelasting
vallen tegemoet te komen door over de eerste twee maanden van 2022 geen reclamebelasting te
heffen.
De herinvoering van de reclamebelasting is een maatregel afkomstig uit het coalitieakkoord ‘Een
nieuwe lente en een nieuw geluid' (2018 — 2022) in het kader van het vergroten van de leefbaarheid
voor bewoners. De heffing heeft een regulerende werking en draagt bij aan het terugdringen van
de verrommeling van de openbare ruimte. Ondernemers hebben enig handelingsperspectief:
wanneer reclame-uitingen tussentijds verminderd of weggehaald worden zal dit bij de aanslag in
mindering gebracht worden, ook wanneer dat gedurende het jaar gebeurt. De reclamebelasting
zou oorspronkelijk ingevoerd worden op 1 januari 2020. Na het uitbreken van de coronapandemie
in Nederland begin 2020 heeft de raad ingestemd met het voorstel van het college om de
reclamebelasting uit te stellen om ondernemers te helpen om de crisis het hoofd te bieden. In het
kader van lastenverlichting voor ondernemers is ervoor gekozen om de heffing in 2021 nogmaals
uit te stellen tot 1 januari 2022.
Bij het vaststellen van de begroting 2022 is opnieuw gekeken naar de invulling van
lastenverlichting voor ondernemers. Zoals toegelicht in de brief van 23 september 2021 is binnen
de beperkte financiële ruimte en de kaders die gelden voor gemeentelijke belastingheffing
gekozen voor zo gericht mogelijke lastenverlichting van branches die hard zijn geraakt door de
crisis. Dat maakt dat besloten is om in 2022 geen precario te heffen voor terrassen en
passagiersvaartuigen en de invoering van de VMR voor evenementen in de openbare ruimte uit te
stellen tot 2023. Met het vaststellen van de begroting heeft een meerderheid van de raad
ingestemd met het uitvoeren van de reclamebelasting met ingang van 1 januari 2022.
Met de weerbarstigheid van het coronavirus werden we eind 2021 nogmaals geconfronteerd toen
opnieuw een landelijke lockdown werd afgekondigd. Het Rijk heeft daarop besloten om het
pakket steunmaatregelen (NOW, TVL) opnieuw te activeren. Dit verzacht de ergste pijn.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 januari 2022
Pagina 2 van 2
Daarnaast acht het college het passend om ondernemers alsnog tegemoet te komen op het
gebied van de reclamebelasting in deze periode waarin een aanzienlijk deel van de ondernemers
maar beperkt de ruimte heeft om te ondernemen en om inkomsten te genereren. Hoewel de
reclamebelasting per 1 januari 2022 is ingevoerd, stelt het college nu voor om geen
reclamebelasting te heffen over januari en februari 2022.
De maatregelen van het Rijk zullen nauwlettend worden gemonitord en indien nodig zal het
college zich bij nieuwe perioden van gedwongen sluiting beraden op eventuele aanvullende
maatregelen ten aanzien van de reclamebelasting. Tot slot geeft het college onverkort uitvoering
aan het herstel- en investeringsplan, het steunplan voor de kunst en cultuursector en de
investeringen die gericht zijn op duurzaam economisch herstel.
Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
4 Eh
ET
Victor Everhardt
Wethouder Financiën
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 5 september 2023
Portefeuille(s) Volkshuisvesting, Jeugd)Zorg, Opvang en MO/BW, Grond en Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Zita Pels, Rutger Groot-Wassink, Alexander Scholtes, Reinier van Dantzig
Behandeld door Wonen, [email protected]
Onderwerp Voortgangsrapportage programma Huisvesting Kwetsbare Groepen 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeren wij u over de voortgang van het programma Huisvesting Kwetsbare
Groepen in 2022 en het vervolg van dit programma in 2023 en verder. Dit programma heeft tot
doel om drie specifieke groepen te huisvesten en indien nodig begeleiding op de woning te bieden.
Dit betreft statushouders, mensen die wonen met begeleiding en sociaal en medisch urgenten. De
opgave is echter aanzienlijk groter en breder geworden dan deze specifieke doelgroepen.
Ten eerste is er een forse groei van het aantal vluchtelingen die zich melden voor asiel en opvang
in Nederland. Dit betreft zowel Oekraïense vluchtelingen als de meer reguliere groepen die door
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) worden opgevangen. Amsterdam wil zijn bijdrage
leveren aan de opvang van de mensen en heeft daarom veel plekken voor deze doelgroepen
gerealiseerd. Dit betreft geen permanente huisvesting, maar legt wel een fors beslag op de
beschikbare ruimte en capaciteit van de stad.
Ten tweede is er een grote groep dak- en thuisloze mensen die niet in aanmerking komen voor een
woning, maar voor wie huisvesting wel noodzakelijk is. Het gaat daarbij in het bijzonder om
dakloze mensen die nu wachten op intensievere zorg, economisch dak- en thuislozen, gezinnen,
jongvolwassenen, kwetsbare Ihbtig+ mensen, dakloze EU-burgers en kwetsbare
ongedocumenteerden. We gaan, aanvullend op het beleidsprogramma Een nieuwe start (2021-
2025) en in lijn met Nationaal Actieplan Dakloosheid en de Aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers,
meer doen voor mensen die dak- en thuisloos raken in onze stad en nu geen woonplek en
ondersteuning krijgen. Hiervoor hebben wij ook een Versterking van de aanpak Dakloosheid
uitgewerkt. De raadsinformatiebrief hierover is op 11 juli 2023 aan v toegezonden.
In deze context hebben wij in de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting gekeken naar de
mogelijkheden om meer woonruimte te realiseren en bestaande woonruimte beter te benutten.
Daarnaast zetten wij in op preventie om dakloosheid te voorkomen en wordt gezocht naar
alternatieve woonoplossingen, in en buiten Amsterdam. Deze opgave wordt uitgewerkt in het
werkplan Huisvesting Kwetsbare Groepen voor 2023-2026, waarover u verderop in deze brief meer
leest.
Over het programma
Sinds 2016 werken zorgaanbieders, woningcorporaties en de gemeente Amsterdam samen in het
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen (PHKG). Op 13 maart 2019 heeft de gemeenteraad
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023
Pagina 2 van 4
ingestemd met het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen 2019-2022. Het programma is
mede vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Amsterdamse Federatie van
Woningcorporaties (AFWC) en het Platform Opvanginstellingen Amsterdam (POA). De gemeente
Amsterdam, de Amsterdamse woningcorporaties en zorgaanbieders ontwikkelen vanuit dit
programma preventieve maatregelen en maken afspraken om kwetsbare groepen met een urgent
woonprobleem binnen drie maanden een passende woning aan te bieden, zo nodig gekoppeld aan
begeleiding.
Resultaten en ontwikkelingen in 2022
De activiteiten van het programma voor de periode 2019-2022 zijn opgedeeld over vier actielijnen:
1. Preventie van dakloosheid en ondersteuning
2. Voldoende passende woonplekken
3. Zorgzame stad en wijk
4. Implementeren, leren en evalueren
De stand van zaken per actielijn wordt toegelicht in de voortgangsrapportage.
In de Samenwerkingsafspraken is door de gemeente Amsterdam, de woningcorporaties en de
Huurderskoepels afgesproken om jaarlijks 1.800 sociale huurwoningen beschikbaar te stellen voor
de verschillende doelgroepen van het PHKG. Jarenlang overstijgt de woonvraag het aanbod aan
woningen en neemt de schaarste op de Amsterdamse woningmarkt toe. De oorlog in Oekraïne en
de nasleep van de coronacrisis zorgen voor een toestroom van statushouders, dak- en thuislozen
en mensen met een sociale en/of medische urgentie. Dit maakt het verdelen van 1.800 woningen
extra knellend. Om de druk enigszins te verminderen, zijn woningcorporaties welwillend geweest
in het toewijzen van 150 extra huurwoningen, mits er meer dan 6.500 nieuwe verhuringen worden
verwacht.
In 2022 zijn in totaal 1.850 woningen aan kwetsbare groepen toegewezen. Daarmee is de
doelstelling van 1.950 woningen in 2022 niet behaald. Gezien het besluit om 150 extra woningen
toe te wijzen voor het PHKG relatief laat in het jaar viel, bleef er te weinig tijd over om deze in te
zetten. In 2023 sturen we samen met de partners het hele jaar op 1.950 woningen, waardoor we
verwachten dat we de aantallen wel gaan halen.
Er worden ook woningen toegewezen aan urgenten naast de 1.950. Voor Amsterdammers met
een rolstoelindicatie zijn in 2022 55 rolstoelwoningen beschikbaar gekomen en voor slachtoffers
van de toeslagenaffaire 83 woningen. Daarnaast zijn 131 wooneenheden aan jonge statushouders
in nieuwe tijdelijke projecten toegewezen (de zogenoemde gemengde complexen).
De wachttijd voor mensen met een sociale of medische urgentie en voor de doelgroep
statushouders steeg ten opzichte van 2021. De cijfers laten een redelijk positief beeld zien dat 60%
van de kwetsbare groepen binnen drie maanden een woning wordt toegewezen. Dit is helaas
vertekend omdat de wachttijd zoals gemeten in de monitor een wachttijd is van kwetsbare
groepen die op de wachtlijst zijn gezet om actief bemiddeld te worden, omdat zij uitzicht hebben
op een woning. Voordat men op deze lijst terecht komt, zijn zij vaak al langer aan het wachten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023
Pagina 3 van 4
Voor de Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen namen de wachttijden in 2022 fors toe.
Tegelijkertijd daalden de aanmeldingen in 2022. Momenteel wordt onderzocht wat hier de
oorzaak van is.
De grote druk op de Amsterdamse woningmarkt maakt dat de huidige inzet niet voldoende is om
alle kwetsbare groepen tijdig aan een sociale huurwoning te helpen. Dit betekent dat er bij alle
urgente groepen wachtlijsten en schrijnende situaties zijn. En met een realistische blik blijft dit een
grote opgave voor in de komende jaren.
Vooruitblik naar 2023 en verder
Het PHKG zoals vastgesteld in 2019, liep eind 2022 af. Het college heeft ervoor gekozen het
programma voort te zetten. De komende jaren wordt ingezet op een integrale aanpak van de
huisvesting van kwetsbare groepen. Een goede samenwerking tussen gemeente, zorgaanbieders
en corporaties blijft hierbij cruciaal. De komende jaren staan de volgende speerpunten centraal:
1. Samenwerking
Sinds 2016 is gebleken dat samenwerking en vertrouwen doorslaggevend zijn voor een succesvol
programma. Dit vraagt om onderhoud van de gemaakte werkafspraken met evaluaties,
monitoring en training; de basis moet op orde zijn. Ook blijven we inzetten op ontmoeting tussen
de partners in de wijk.
2. Preventie
Het college zet in op meer woningen en woonplekken voor hen die deze het hardst nodig hebben.
Daarbij is het vitgangspunt dat men tijdig hulp of ondersteuning krijgt zodat niemand meer
dakloos hoeft te worden. Als mensen wel dak- of thuisloos zijn, wordt een maximale inspanning
geleverd om samen met partners snel duidelijkheid te geven over het perspectief op woonplek in
Amsterdam of elders. Dit kan binnen en buiten de Metropool Regio Amsterdam (MRA) zijn.
3. Meer betaalbare woonruimten
Het gat tussen de beschikbare woningen en de woningen die nodig zijn voor het huisvesten van
kwetsbare groepen groeit al jaren. Vraag en aanbod moeten beter in balans komen. Naast het
vergroten van de woningvoorraad zet het college daarom in op het creëren van meer
woonplekken door het beter benutten van de bestaande voorraad.
4. Veerkrachtige wijken (leefbaarheid)
Het is belangrijk dat alle Amsterdammers in hun buurt toegang hebben tot voorzieningen,
contacten kunnen onderhouden en de gelegenheid hebben om deel te nemen aan het buurtleven.
Vooral in buurten met een hoog aandeel corporatiebezit wonen veel mensen met een inkomen op
of onder het bestaansminimum, weinig sociale aansluiting, last van eenzaamheid en/of
zorgvragen. Via een concept als woonzorgcirkels willen wij het aanbod verbeteren en meer
mensen bereiken.
5. Nieuwe woonconcepten
In de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV) zijn op hoofdlijnen diverse nieuwe
woonconcepten benoemd, zoals de Lang Leven Thuisflats, buurtcirkels, wooncirkels en geclusterd
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023
Pagina 4 van 4
wonen. Deze woonconcepten vragen om een verdieping, zodat alle betrokken partijen weten wat
de concepten inhouden en wat er nodig is om deze te realiseren. Ook zijn er nieuwe concepten
voor wonen met permanente zorg nodig, als tussenoplossing tussen een intramurale voorziening
(de 24-uurs) en omslagwoningen (zelfstandig in de wijk). De woonzorganalyse per gebied zal de
basis vormen voor bepaling welk concept op welke plek een goede toevoeging is. Het is hierbij
belangrijk dat er samenhang ontstaat tussen de verschillende concepten.
6. Monitoring en onderzoek
Wij laten tweejaarlijkse spreidingsonderzoek naar de toewijzing van woningen aan PHKG-
doelgroepen in stadsdelen en buurten wederom uitvoeren. Er is een blijvende behoefte aan
informatie over waar de doelgroepen van het PHKG zijn gaan wonen. Met de monitor PHKG kan
bekeken worden of er voldoende woningen geleverd worden en of het nodig is bij te sturen.
Met deze zes speerpunten hopen wij in gebundelde kracht het woningtekort zoveel mogelijk
terug te dringen en daarmee Amsterdammer in een kwetsbare positie te voorzien in hun
woonbehoefte.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Zita Pels Rutger Groot Wassink
Wethouder Volkshuisvesting Wethouder Opvang en MO/BW
Alexander Scholtes Reinier van Dantzig
Wethouder Zorg Wethouder Woningbouw en Stedelijke
Ontwikkeling
Bijlage(n)
1. Voortgangsrapportage Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen 2022
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 575
Publicatiedatum 5 juli 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer R.E. Flos van 27 mei
2013 inzake de berichtgeving over de Blauwe Moskee.
Amsterdam, college van b&w van 2 juli 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragensteller.
Het Parool van 25 mei 2013 meldde dat Koeweit de macht in de Blauwe Moskee
heeft gegrepen door de benoeming van een topambtenaar van het Ministerie van
Religieuze Zaken als bestuursvoorzitter. Ook zou de moskee zijn gefinancierd met
geld uit de oliestaat. Koeweit zou nu actief proberen om Nederlanders te bekeren tot
de islam. Bij buurtbewoners bestaat hierover ergernis.
De vrijheid van godsdienst en de scheiding van kerk in staat zijn in Nederland een
groot goed. Het is niet aan overheden om religie te financieren, stimuleren of
beïnvloeden. De overheid heeft in beginsel pas een rol als wetten worden overtreden.
De fractie van de VVD vindt dat dit ook dient te gelden voor buitenlandse
mogendheden.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 27 mei 2013, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende vragen tot het college van burgemeester en wethouders
gericht:
1. In Het Parool van 25 mei 2013 werd in het artikel ‘Koeweit aan de macht in
buurtmoskee Slotervaart’ gemeld dat oliestaat Koeweit de macht in de Blauwe
Moskee in Slotervaart heeft gegrepen. Klopt deze berichtgeving en hoe oordeelt
het college hierover?
Antwoord:
Europe Trust Nederland is eigenaar en beheerder van het gebouw. In mei 2013 is
de heer Mutlag Algarawi uit Koeweit voorzitter van Europe Trust Nederland
geworden.
Het bestuur van Europe Trust Nederland heeft formeel geen inhoudelijke
bemoeienis met de Blauwe Moskee.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Dimmer eu 2013 Schriftelijke vragen, maandag 27 mei 2013
De inhoudelijke aansturing is in handen van Stichting Blauwe Moskee die bestaat
uit de volgende bestuurders:
a. dhr. J. van der Blom (aanspreekpunt en beheer gebouw);
b. mw. N. Berk (aanspreekpunt voor vrouwenactiviteiten);
c. dhr. Y. Elforkani (aanspreekpunt voor religieuze zaken);
d. dhr. A. Abdelkader (aanspreekpunt weekendonderwijs).
Het college heeft geen signalen die wijzen op inhoudelijke aansturing vanuit
Koeweit.
2. Klopt het dat in het verleden door betrokkenen steeds is beweerd dat In ruil voor
financiering door Koeweit geen zeggenschap bij de moskee zou worden geëist?
Antwoord:
Ja, dat klopt.
3. Deelt het college de mening van de fractie van de VVD dat zowel de vrijheid van
godsdienst als de scheiding van kerk en staat een groot goed zijn en dat het niet
aan overheden is om religie te financieren of stimuleren? Deelt het college de
mening van de VVD dat dit ook voor buitenlandse overheden in Nederland dient
te gelden? Zo ja, welke stappen kan en gaat het college hier tegen
ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, het college deelt de mening dat de scheiding tussen kerk en staat een groot
goed is en dat het niet aan overheden is om religie te financieren of stimuleren.
In het geval van de Blauwe Moskee, gaat het om financiering van de bouw van
het gebedshuis door een buitenlandse organisatie. Dit is toegestaan zolang het
gebeurt binnen de grenzen van de wet.
Nee, Het college gaat geen stappen ondernemen. Het college heeft geen
signalen van inhoudelijke bemoeienis door buitenlandse overheden en/of
overtreding van de wet.
4. Welke rol in stimulerende of financiële zin hebben de Nederlandse (lokale)
overheid en corporaties gespeeld bij de totstandkoming van de Blauwe Moskee?
Antwoord:
Woningcorporatie de Alliantie heeft gezocht naar een partner die zorg kon dragen
voor de financiering van de bouw van de moskee. Deze partner is gevonden in
Stichting Europe Trust Nederland.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Naeing bs Gemeenteblad
ummer = =. .
Datum 5 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 27 mei 2013
5. Iser recentelijk sprake geweest van veiligheidsincidenten of onwettigheden bij de
Blauwe Moskee? Zo ja, welke”?
Antwoord:
Uit navraag bij de politie blijkt dat er geen veiligheidsincidenten of onwettigheden
geregistreerd staan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Van: Gn
Verzonden: dinsdag 5 december 2017 10:49
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Formulier raadsadres
x Gemeente
% Amsterdam
Amsterdam.nl
Formulier raadsadres
Naam
am
E-mail
am
am
GE
Postcode
am
Plaats
Telefoon
a
Uw bericht
Ik maak mij zorgen om het parkeerbeleid in Amsterdam. Voornamelijk de
nieuwe rage Canta's die je op de stoep gratis mag parkeren. Ik denk dat dit
voor veel overlast gaat zorgen. Net als met bijvoorbeeld de zwerffietsen. Daar
is de stad niet op gebouwd. De stad is hier te smal voor. Graag kijken wat hier
eventueel aan gedaan kan worden.
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1487
Publicatiedatum 27 september 2019
Ingekomen onder Z
Ingekomen op donderdag 19 september 2019
Behandeld op donderdag 19 september 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid A.L. Bakker inzake de inzet van middelen voor delen van het Martin
Luther Kingpark, het Sloterpark en het Rembrandtpark en het beschikbaar stellen van
gelden uit het Vereveningsfonds hiertoe in het kader van de Kwaliteitsimpuls Groen
(Visvriendelijke wateren)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de inzet van middelen voor delen van het Martin Luther
Kingpark, het Sloterpark en het Rembrandtpark en het beschikbaar stellen van gelden
uit het Vereveningsfonds hiertoe in het kader van de Kwaliteitsimpuls Groen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1436).
Constaterende dat het college met deze voordracht wil investeren in de
onderwaterjacht, namelijk door vissteigers aan te leggen en aan een zonneweide de
functie vissen toe te schrijven;
Overwegende dat de herinrichting van parken een mooie gelegenheid biedt om
gebieden om te dopen tot visreservaten waar vissen niet het risico lopen om in een
haak te happen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken welke gebieden omgedoopt kunnen worden tot visreservaten waar
niet gevist mag worden en hierbij specifiek de mogelijkheden bij de herinrichting van
de parken te betrekken.
Het lid van de gemeenteraad,
A.L. Bakker
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1084
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 27 september 2017
Behandeld op woensdag 27 september 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake de brief over de aanpak anti-homogeweld
(roze meldingen — maak homofoob gedrag inzichtelijk).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief over de aanpak anti-homogeweld
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 768).
Overwegende dat:
— In Amsterdam dagelijks LHBTI's worden uitgescholden, bedreigd, bespuugd en
geïntimideerd;
— Deze incidenten niet in de officiële statistieken verschijnen, vanwege het niet
doen van aangifte of een melding;
— Aangifte doen bij de politie of een melding bij het Meldpunt Discriminatie Regio
Amsterdam (MDRA) in heel veel gevallen wordt ervaren als tijdrovend en te veel
gedoe wat niets oplevert;
— Hierdoor geen goed beeld ontstaat over de grootte van het probleem van homo-
en transfoob gedrag binnen Amsterdam.
Voorts overwegende dat:
— Het makkelijk maken van het doen van meldingen van homo- en transfobe
incidenten, bijvoorbeeld door middel van een app, zal leiden tot meer accurate
gegevens over incidenten;
— Het wenselijk is om onderscheid te maken tussen echte "blauwe" aangiften
waarbij het slachtoffer actie van politie of overheid verwacht en meldingen die
enkel leiden tot betere statistieken en aanscherping van beleid, oftewel “roze”
aangifte.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— In samenwerking met stakeholders als RozeinBlauw, MDRA, COC Amsterdam en
PinkPanel te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is om een makkelijke
manier van ‘roze’ meldingen van anti LHBTI-gedragingen te doen bijvoorbeeld
door middel van een app;
— De gemeenteraad voor vaststelling van de Begroting 2018 hierover te informeren.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1084 Moti
Datum 4 oktober 2017 otie
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
ì $ Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder 633
nummer
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Van Renssen, Aslami, Minderhoud en Havelaar
inzake Afspraken nakomen over behoud betaalbare woningen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het rapport van de rekenkamer d.d. 21 september 2023 met als titel
Behoud betaalbare huurwoningen- Toezicht op afspraken met particuliere partijen
Overwegende dat,
e De Rekenkamer heeft onderzocht hoe de afspraken met ontwikkelende partijen over het
behoud van betaalbare woningen worden gemonitord en gehandhaafd;
e Sinds 2017 is erfpachtovereenkomsten en in anterieure overeenkomsten is vastgelegd
welk percentage van de nieuw te bouwen woningen sociaal en middenduur moet blijven
en gedurende welke termijn, bij middendure huurwoningen is dat meestal 25 jaar;
e De Rekenkamer constateert dat de privaatrechtelijke afspraken sinds 2017 niet of niet
voldoende zijn gehandhaafd;
e Huurders soms zelf bij de gemeente informeren naar de termijn van behoud van de
woningen;
e Handhaving capaciteit kan kosten, maar het delen van de afspraken met alleen
verstrekken van de zakelijke gegevens van de overeenkomst via een open data platform
(bijv op niveau van het adres), ook helpt bij het blijvend nakomen van de afspraken door
ontwikkelaars en opvolgend eigenaars en verhuurders;
e De Rekenkamer constateert dat er de afgelopen jaren geen gebruik is gemaakt van de
Doelgroepenverordening in combinatie met bestemmmingsplanregels, maar het
publiekrechtelijk borgen ook een mogelijk oplossing is om de naleving van de afspraken te
vergroten;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e Te onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat om de informatie vit de afspraken over
het behoud van de sociale en middeldure woningen en de termijn van die afspraken, te
delen met huurders, bijvoorbeeld via open data.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
e Mogelijk regels op te nemen over de instandhoudingstermijn en woningbouwcategorieën
in het omgevingsplan en de voor- en nadelen daarvan in kaart te brengen.
Indieners,
N. A van Renssen
A.S. Aslami
B.M.H. Minderhoud
R.B. Havelaar
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1207
Datum indiening 17 juni 2019
Datum akkoord college van b&w van 2 juli 2019
Publicatiedatum 3 juli 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake het weglopen van
de bouwers bij de Zuidasdok.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 17 juni 2019 berichtte Cobouw over een crisis bij Zuidasdok. De bouwers
Heijmans, Fluor en Hochtief hebben hun werk neergelegd bij het mega-bouwproject.
Alle werkzaamheden worden momenteel gestaakt. Cobouw meldt dat de beslissing is
genomen nadat Rijkswaterstaat het voorlopig ontwerp voor de ondertunneling van
de A10 heeft afgekeurd vanwege de matige kwaliteit.
De fractie van de ChristenUnie maakt zich zorgen over de voortgang van het project
Zuidasdok.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college op de hoogte van de crisis bij de Zuidasdok en de beslissing van
de bouwers om de werkzaamheden neer te leggen? Zo ja, hoe beoordeelt het
college de situatie?
Antwoord:
Zoals in de brief aan de raadscommissie RO en MLD van 16 mei 2019 is
aangegeven vinden de opdrachtgevers de ontwikkelingen van het project
Zuidasdok zorgelijk.
De berichtgeving behoeft enige nuance. Het project bevindt zich momenteel in de
herijkingsfase. Voor afronding van de herijkingsfase is in ieder geval een door de
opdrachtgevers geaccepteerd Integraal Voorlopig Ontwerp (IVO) benodigd.
Daarvan is op dit moment geen sprake (zie ook het antwoord op vraag 2). De
bouwcombinatie ZuidPlus werkt door aan afronding van het IVO en geeft ook
uitvoering aan de reeds aan haar opgedragen bouwwerkzaamheden tijdens de
buitendienststellingen van dit jaar.
Parallel aan de werkzaamheden aan het IVO was de bouwcombinatie reeds
aangevangen met het Definitief Ontwerp (DO). De bouwcombinatie heeft besloten
haar werkzaamheden ten behoeve van het DO (deels) stil te leggen en haar
organisatie in dat verband deels te demobiliseren.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sui 2019 Schriftelijke vragen, maandag 17 juni 2019
2. Klopt het dat de afkeuring van het voorlopig ontwerp voor de ondertunneling de
reden is van het neerleggen van de werkzaamheden? Zo ja, wat is de mening van
het college daarover’?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1. De projectorganisatie heeft in de afgelopen periode
het door de bouwcombinatie ingediende IVO getoetst en heeft vastgesteld dat
het ingediende IVO niet geaccepteerd kan worden in verband met diverse
onvolkomenheden en onjuistheden. De bouwcombinatie is van dit besluit op
de hoogte gesteld.
3. Op welke manier kan de huidige crisissituatie effect hebben op de rol die de
gemeente heeft als deelnemer in de projectorganisatie? Kan dit zorgen voor extra
kosten en een overschrijding van het vooraf ingestelde risicoplafond?
Antwoord:
Zie de brief aan de raadscommissie van 16 mei 2019. De gezamenlijke
opdrachtgevers hebben de projectorganisatie Zuidasdok opdracht gegeven
mogelijke vervolgscenario’s te verkennen alsmede de gevolgen daarvan. De
uitkomsten hiervan zijn nog niet gereed. Zodra hierover meer bekend is, wordt u
hierover nader geïnformeerd.
4. Welke mogelijkheden ziet het college om de crisissituatie op korte termijn op te
lossen en ervoor te zorgen dat de bouwwerkzaamheden op korte termijn hervat
worden?
Antwoord:
Zie de brief aan de raadscommissie van 16 mei 2019. De bouwwerkzaamheden
zijn door de bouwcombinatie niet gestaakt. Zie ook het antwoord op vraag 1.
5. Kan het college gezien de ernst van de kwestie deze schriftelijke vragen binnen
de gestelde termijn van vier weken beantwoorden?
Antwoord:
Ja. Na het zomerreces zal de raad op basis van de actuele informatie worden
geïnformeerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 38
Publicatiedatum 30 januari 2013
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M.H. Ruigrok
en de heer W.L. Toonk van 16 januari 2013 inzake nadere vragen over service en
wachttijden bij de loketten van de gemeente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding.
Op 18 december 2012 stelden de raadsleden de heer Werner Toonk en mevrouw
Marja Ruigrok schriftelijke vragen over de uit de hand lopende wachttijden bij de
loketten van de afdeling Burgerzaken. In 2012 liep de wachttijd bij het loket in
stadsdeel Centrum op tot ruim een uur en werden Amsterdammers doorverwezen
naar loketten in andere stadsdelen.
Op 14 januari 2013 werden de vragen door het college beantwoord
(zie Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 24). Wat de fractie van de VVD betreft verdient
de snelle beantwoording een compliment. Op inhoudelijk vlak echter roepen de
antwoorden meer vragen op. In de antwoorden wordt gesproken over een
gemiddelde wachttijd van 20 minuten, dit terwijl de servicecode spreekt van een
maximale wachttijd van 20 minuten. Uit de antwoorden kan men opmaken dat
stadsdeel Centrum in het derde kwartaal van 2012 een gemiddelde wachttijd kent van
20,7 minuten. Uitgaand van dit gemiddelde concludeert de fractie van de VVD dat de
maximale wachttijd in het derde kwartaal van 2012 in stadsdeel Centrum ver boven
de 20 minuten ligt; iedere dag begint men immers met een wachttijd die O minuten
bedraagt.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 16 januari 2013, beiden namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college het met de VVD eens dat de servicecode spreekt van een maximale
wachttijd van 20 minuten? Deelt het college de mening van de VVD dat wanneer
er sprake is van een gemiddelde wachttijd van boven de 20 minuten er niet wordt
voldaan aan de eis van een maximale wachttijd van 20 minuten zoals is gesteld in
de servicecode”?
Antwoord:
Het college is het met de VVD eens dat de servicecode spreekt van een
maximale wachttijd van 20 minuten en dat er bij een gemiddelde wachttijd van
20 minuten niet voldaan wordt aan de doelstelling.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 5 januari 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 16 januari 2013
2. Kan het college — met terugwerkende kracht — rapporteren over het aantal keren
dat niet werd voldaan aan de maximale wachttijd van 20 minuten? Is het mogelijk
om dit in de toekomst online te rapporteren? Wat zijn de mogelijkheden om
Amsterdammers via bijvoorbeeld een app. op de hoogte te houden van de
actuele wachttijden bij de loketten in de stadsdelen?
Antwoord:
Zoals al bij de beantwoording van uw vragen van 18 december jl. is aangegeven,
heeft het College geen inzicht in de maximale wachttijden per balie. Niet elke
dienst meet de wachttijd en de stadsdelen en diensten die dat wel doen hebben
ieder hun eigen rapportagesysteem of eigen inrichting hiervan.
Overigens is om te kunnen sturen op wachttijd een bepaald bezoekersaantal
nodig. Hoe groter het bezoekersaantal dat langskomt op een locatie hoe
voorspelbaarder het aanbod wordt en hoe beter uitvoerbaar het is om te sturen op
een korte wachttijd. De lage volumes per balie maken het lastig een betrouwbare
voorspelling te doen over het aanbod. In de Amsterdamse situatie is elk stadsdeel
en dienst zelf verantwoordelijk voor het aansturen van zijn eigen loketten.
Hierdoor ontbreekt de mogelijkheid tot een voldoende flexibele inzet van
personeel.
Online inzicht in de wachttijd of via een app is in de huidige situatie niet mogelijk,
om hierboven genoemde redenen.
3. Wat heeft het college nodig om de wachttijden terug te brengen tot de
afgesproken norm? Welke concrete acties verwacht het college van de
stadsdelen en welke concrete maatregelen kan het college nemen om dit onder
de aandacht te brengen van de stadsdelen?
Antwoord:
Het streven naar een zo kort mogelijke wachttijd is een belangrijk doel van het
College, mede omdat de door de burger ervaren wachttijd aan de balie één van
de belangrijkste elementen is van de klanttevredenheid.
Het College heeft voor dienstverlening aan de balie onderkent dat de huidige
uitvoering wat betreft de kwaliteit aan dienstverlening aan de burger en een
efficiënte inzet van middelen, te wensen overlaat. Om dit te verbeteren is binnen
Eén stad, één opgave een businesscase aangeleverd voor het anders
organiseren van de fysieke dienstverlening. In dit nieuwe model voor
dienstverlening is het mogelijk te sturen op een korte wachttijd met een efficiënte
inzet van medewerkers. De besluitvorming over het nieuwe
dienstverleningsmodel loopt via Eén stad, één opgave.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Van:
Verzonden: dinsdag 3 mei 2016 11:25
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Raadsadres scheiden van huisafval
Geachte gemeenteraad,
Ik heb recent gelezen in de krant dat er gedacht wordt om het huisafval na het ophalen
daar van pas te gaan scheiden, ik vind het Jammer date er nu pas die gedachte boven
komt.
Om U even waker te schudden voor dat in Amsterdam over is gegaan op plastic apart
in te zamelen was er in een aantal gemeenten een proef gedan waar uit blek dat het pas
aan het einde van de rit te scheiden het meest effectieve zou zijn en toch koos
Amsterdam om in de wijken grootte verzamelbaken neer te zetten.
Om U nog verder op weg te helpen heb ik nog een idee deze is net van mijzelf maar iets
wat ik tegen kwam op mij laatste familiebezoek in Australië.
Daar werd zowel als in Victoria en Queensland de 2 staten waar ik ben geweest het
huisvuil thuis gescheiden maar op een andere manier dan in Nederland .
Het werd in 2 containers gedaan, een voor alle recylables zoals plastic, blik, glas enz,
en de rest in de andere als rest afval dit zag je ook in winkelcentra treinstations
luchthavens en andere druk bezochte plaatsen.
Met vriendelijke groeten,
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 244
Ingekomen onder AV
Ingekomen op donderdag 13 februari 2020
Behandeld op donderdag 13 februari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T.Bakker, Grooten, La Rose, Kili, Simons, Bloemberg-lssa en
El Ksihi inzake Problematiek WMO hulpmiddelen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Overwegende dat:
-__In heel Nederland en ook in Amsterdam veel problemen zijn met de levering en
het onderhoud van hulpmiddelen;
- De aanhoudende (financiële) problemen bij het Hulpmiddelencentrum laten zien
dat de markt niet in staat is dit zelf op te lossen;
- Onderzoek laat zien dat gebruikers vaak helemaal geen voorkeur hebben voor
een leverancier, maar bovenal een goed werkend en op maat gemaakt
hulpmiddel willen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ De mogelijkheden te onderzoeken om de inkoop van WMO hulpmiddelen niet
onder de aanbestedingswet te laten vallen, maar hierbij net als bij andere
zorgtaken binnen het sociale domein te werken met instrumenten als subsidie en
inbesteden. Hierbij ook te kijken naar de mogelijkheid om als gemeente
Amsterdam de inkoop, levering en het onderhoud van hulpmiddelen in eigen
beheer te nemen:
- Dit onderzoek af te ronden en te rapporteren aan de raad vóór de zomer van
2020.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
L. Grooten
N.V.M. la Rose
A. Kilic
S.H. Simons
J.F. Bloemberg-lssa
Y. EI Ksaihi
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1080
Datum akkoord 8 oktober 2015
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Yesilgöz-Zegerius
van 14 juli 2015 inzake de kraakactie in de Antillenstraat.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Op 11 juli 2015 heeft een groep krakers een pand in de Antillenstraat gekraakt. Dit
leidde tot veel onrust onder de buurtbewoners, zo blijkt uit berichten op AT5.' De
krakers hebben ingebroken in het pand door een ruit in te tikken. Buurtbewoners en
politie zijn vervolgens polshoogte gaan nemen bij het pand, waarbij de bewoners hun
ongenoegen over de kraak duidelijk kenbaar maakten. De groep krakers zou dezelfde
zijn die een tijd terug een villapand in Zuid heeft gekraakt.
Kraken is een misdrijf waar, wat de VVD betreft, tegen opgetreden moet worden.
Uit antwoorden op eerdere schriftelijke vragen van het raadslid Yesilgöz-Zegerius
over kraakacties blijkt dat het OM krakers niet arresteert omdat daarmee het
‘huisrecht’ van de krakers niet wordt doorbroken en de ‘kraak blijft zoals die is” De
VVD is ontstemd over deze gang van zaken en zal dit aankaarten in de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie Algemene Zaken. Aangezien kraken een misdrijf
is zou wat de VVD betreft aanhouding altijd moeten volgen, ongeacht het al dan niet
beëindigen van de kraak zelf. Daardoor kan het OM een dossier opbouwen van
individuele krakers, waardoor onder meer eventuele recidive zwaarder kan worden
bestraft.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 14 juli 2015, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven of het bericht uit de media dat het pand nog maar
twee maanden leeg stond klopt? Zo nee, hoe lang stond het pand al leeg?
Antwoord:
In de berichtgeving werd gesproken over een kraak van het pand aan de
Antillenstraat 17. Dit klopt niet, gebleken is dat het gaat over een gekraakt pand
(winkelpand) aan de Curacaostraat 17.
1 http://www.at5.nl/artikelen/145126/buurt-na-kraak-antillenstraat-het-is-hier-normaal-rustig
2 http://zoeken.amsterdam.raadsinformatie.nl/cgi-bin/vragen.cgi/action=view/id=31077
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer ober 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 14 juli 2015
Op 12 juli 2015 is aangifte gedaan van huisvredebreuk van dit pand. Uit de
aangifte blijkt dat dit pand de afgelopen jaren aan verschillende huurders is
verhuurd, waarvan de laatste vertrokken is in januari 2015. Sinds die tijd staat het
pand leeg en wordt deze te huur aangeboden.
2. Wat is de bestemming van het pand?
Antwoord:
De bestemming van het pand is verhuur. Na de kraak is een nieuwe huurder voor
het pand gevonden. Het pand is inmiddels aangeschreven voor een ontruiming.
3. Verschillende berichten in de media melden dat de krakers behoren tot een
groep die pas geleden, op 29 april 2015, een villapand in Zuid heeft
gekraakt. Kan het college dit bevestigen? Als dit het geval is dan is er
sprake van recidive. Is het college het in dit verband met de VVD eens dat
niet aanhouden van krakers hen in de gelegenheid stelt om keer op keer
dezelfde misdrijf te plegen? Bovendien zou in het geval van recidive een
zwaardere straf voor kraken kunnen worden opgelegd, maar daarvoor is
aanhouding en dossieropbouw wel noodzakelijk. Kan het college hierop
reageren?
Antwoord:
Het College kan niet bevestigen dat de personen die het pand aan de
Curacaostraat 17 gekraakt hebben tot de groep behoren die op 29 april 2015 een
villa in Zuid hebben gekraakt.
Indien bij de ontruiming krakers worden aangehouden, zal in de strafzaak
rekening worden gehouden met eventuele recidive. Strafzaken met betrekking tot
kraak worden niet anders behandeld dan andere strafzaken.
In de strafzaken met betrekking tot kraak kunnen we voor dit kalenderjaar
concluderen dat tot nu toe in alle strafzaken veroordelingen zijn uitgesproken door
de rechter: variërend van geldboetes (max.€750,-) bt enkele dagen
gevangenisstraf.
4. Klopt het dat de meeste krakers bij deze acties wederom buitenlandse
(Oost-Europese) krakers zijn?
Antwoord:
Krakers in Amsterdam vormen een internationaal gezelschap. Dat is altijd zo
geweest en nu niet anders. Afgezien van krakers met een Nederlandse identiteit
komen de krakers veelal uit Zuid- en Oost-Europese landen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1386
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Staking van de stemmen
Onderwerp
Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (Verankeren van structurele
probleemanalyses van wapengeweld)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021,
Constaterende dat:
-__ Wapengeweld en wapenbezit in Amsterdam lijkt te verjongen en te verharden,
maar daarvoor de harde cijfers en wetenschappelijke onderbouwing
ontbreken;
-__Er binnen de huidige plannen en maatregelen, zoals Positief Perspectief, de
teams Jeugd & Veiligheid (J&V), Weerbare Mensen Weerbare Wijken en de
Wapenaanpak, zowel wordt ingezet op de aanpak van structurele en niet-
structurele oorzaken van wapengeweld en -bezit;
- De raad zich voor de probleemanalyse van wapengeweld en -bezit vooral
moet baseren op berichtgeving in de media en een beperkt inzicht in de cijfers
van de politie, waardoor een integrale probleemanalyse in de raad ontbreekt;
-__ Ten gevolge daarvan de nadruk in de discussies in de raad ligt op
kortdurende reactieve acties in plaats van maatregelen die de structurele
oorzaken van wapengeweld aanpakken;
- De actuele ontwikkelingen laten zien dat ervoor gekozen wordt om
repressieve maatregelen te intensiveren terwijl er niet voor gekozen wordt om
de aanpak van structurele oorzaken te intensiveren, terwijl juist dat laatste in
onderzoek effectiever en efficiënter is gebleken.
Overwegende dat:
- Er internationaal veel onderzoek! is gedaan naar maatregelen die
wapengeweld onder jongeren kunnen voorkomen en tegengaan, waaruit blijkt
dat een inzet op structurele oorzaken, zoals de volksgezondheidsaanpak
voorschrijft, het meest effectief is;
- Er voor het opstellen van een integrale aanpak een integrale
probleemanalyse nodig is waarmee de structurele en niet-structurele
oorzaken van wapengeweld en —bezit continu in beeld worden gebracht;
-__ Het college deze benadering onderschrijft. Omdat het van belang is dat de
volksvertegenwoordiging op de hoogte is van de onderliggende oorzaken van
1
https://issuu.com/uniccanberra/docs/who_preventing_youth_violence_- an _/15
1
wapengeweld, moet zij nauwgezet op de hoogte gehouden worden van de
uitkomsten van deze onderzoeken. Daartoe is een structurele inbedding in de
commissie AZ noodzakelijk.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Onderzoek naar wapengeweld onder jongeren, conform de volksgezondheidsaanpak,
systematisch te blijven onderzoeken — óók na publicatie van het criminogene
onderzoek aangekondigd in Weerbare Mensen, Weerbare Wijken — om daarmee
nauwgezet de structurele en niet-structurele oorzaken van wapengeweld en —bezit
onder jongeren in Amsterdam, in samenhang met de maatregelen die worden
ingezet, te blijven volgen en evalueren; en hierover periodiek te rapporteren aan de
commissie AZ.
Het lid van de gemeenteraad
M. Taimounti
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 november 2022
Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Reinier Van Dantzig
Behandeld door Grond en Ontwikkeling, [email protected]
Onderwerp Afdoening toezegging van de mogelijkheid om een prijsvraag uit te schrijven
voor toevoeging van groen op/aan de helling(en) op de NDSM-werf Oost.
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de commissievergadering RO van 31 augustus 2022 heb ik op een vraag van raadslid Boomsma
(CDA) toegezegd navraag te doen over de mogelijkheid van het organiseren van een prijsvraag
voor toevoeging van groen op/aan de voormalige scheepshelling 2/3 op de NDSM-werf Oost.
De voormalige scheepshellingen op de NDSM-werf Oost zijn eigendom van de gemeente en
worden beheerd door Gemeentelijk Vastgoed.
Helling 2/3 (ook wel aangeduid als Y-helling of grote helling) is in 2015-2016 gerestaureerd. Daarbij
is deze helling aangepast ten behoeve van de nieuwe functie van de voormalige scheepswerf als
culturele ‘hotspot’ en ruimte voor de culturele en creatieve sector, theater, muziek en kunst. Zo
zijn in de helling atelierruimtes gecreëerd en fungeert het dak als podium tijdens evenementen en
daarbuiten als openbare publieksruimte.
Voor helling 4 (of X-helling) bereidt Gemeentelijk Vastgoed het noodzakelijk cascoherstel voor en
het weer veilig en toegankelijk maken van het dak. Samen met de huidige huurders worden
plannen gemaakt voor een interne verbouwing. Uitvoering staat gepland in 2023.
Helling 2/3 is samen met helling 4, diverse gebouwen en loodsen en ook enkele relicten uit de
scheepswerfperiode sinds 2007 aangewezen als rijksmonumentaal ensemble op de NDSM-werf
Oost. De status van beschermd rijksmonument betekent dat er voorwaarden en beperkingen
gelden bij aanpassingen aan dergelijke gebouwen en bouwwerken. Daarom heb ik ambtelijk
advies gevraagd aan Monumenten en Archeologie en aan Gemeentelijk Vastgoed over het
toevoegen van groen op, aan en vlak naast de helling(en).
Monumenten en Archeologie stelt dat ‘vergroenen’ aan/op/tegen de hellingen 2/3 en 4 niet past bij
het industriële karakter en de monumentwaarden. Een groen hellingdek en groene zijkanten doen
de monumentale kwaliteiten en het utilitaire karakter van de helling teniet. Ook zou hierdoor de
afleesbaarheid van het functioneren van de hellingen als onderdeel van de voormalige
scheepsbouwwerf verloren gaan.
De hellingen als schuin oplopend utilitair betonnen werkplatform, zijn zowel vanaf het IJ als op de
NDSM-werf Oost beeldbepalend. Handhaving van dat beeld is ook het vitgangspunt dat in de op
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 november 2022
Pagina 2 van 2
10 november 2021 door de raad vastgestelde Haalbaarheidsstudie Vergroening en sport NDSM-
werf Oost is opgenomen.
Gemeentelijk Vastgoed wijst op de functie van helling 2/3 als evenemententerrein en de
gebruiksovereenkomst die hiertoe is afgesloten met de Stichting NDSM-werf. Het toevoegen van
groen zou de indeling van de ruimte voor evenementen beperken. Daarnaast is helling 2/3
voorzien van een speciale afwerkingslaag op het dak. Eenzelfde laag wordt ook aangebracht op
helling 4 als onderdeel van de renovatie. Deze laag mag niet worden aangetast in verband met het
risico op water- en betonschade en is daarom ongeschikt om groen op aan te brengen.
Op grond van deze twee negatieve adviezen en op grond van de door de raad op 10 november
2021 vastgestelde Haalbaarheidsstudie Vergroening en Sport NDSM-werf Oost dat uitgaat van
behoud van monumentale en beeldbepalende bebouwing, kan ik niet meegaan in het voorstel om
— vooruitlopend op een vervolg op deze Haalbaarheidsstudie en los van de uitgangspunten die
daarin zijn opgenomen — een prijsvraag te organiseren om groen toe te voegen op de hellingen 2/3
en of 4 op de NDSM-werf Oost.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1471
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder AQ
Ingekomen op woensdag 9 november 2016
Behandeld op woensdag 9 november 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Vink en Flentge inzake de Leegstandsverordening Amsterdam
2016 (speculatieve leegstand).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het intrekken van de Leegstandsverordening 2011 en het
vaststellen van de Leegstandsverordening Amsterdam 2016. (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1410).
Overwegende dat:
— leegstandsbestrijding ontzettend belangrijk is om de leefbaarheid in Amsterdamse
wijken waarborgen;
— de ontwikkelingen in wereldsteden als Londen, waarbij buitenlandse
investeerders woningblokken opkopen en hiermee speculeren, vragen om
alertheid vanuit het college;
— het hierom verstandig is een vinger aan de pols te houden en periodiek te
rapporteren op het fenomeen speculatieve leegstand.
Constaterende dat:
— het college de zorgen rondom deze internationale ontwikkeling deelt met de raad
en hier reeds over gerapporteerd heeft.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— jaarlijks te rapporteren over speculatieve leegstand in Amsterdam, voor panden
met een WOZ-waarde vanaf 1 miljoen euro;
— actief de internationale aansluiting te zoeken bij reeds gedane onderzoeken in
(onder andere) Londen om zo internationale ontwikkelingen op woninggebied
in kaart te brengen en er beter op in te kunnen spelen.
De leden van de gemeenteraad
B.L. Vink
E.A. Flentge
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 366
Datum indiening 26 februari 2018
Datum akkoord 29 maart 2018
Publicatiedatum 3 april 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de terugkeer van
jihadstrijders.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Vanuit Amsterdam zijn jonge geradicaliseerde mannen en vrouwen uitgereisd naar
oorlogsgebieden, voornamelijk in Syrië, om zich in te zetten voor de jihad of andere
gewapende strijd. Nu de oorlog in Syrië in een eindfase lijkt te zitten bestaat de kans
dat getraumatiseerde en geharde strijders terugkeren naar Amsterdam.
In de gemeente Den Haag heeft men ook te maken met terugkeerders. Daar wordt
door politie en justitie ingezet op eventuele vervolging en veiligheidsmaatregelen en
de gemeente focust op preventie en resocialisatie, middels een ‘360 graden-aanpak’,
bestaande uit lespakketten op scholen, trainingen voor docenten en de inzet van
ouders zelf. Daarnaast zoekt de gemeente contact met families van uitgereisde
strijders.
Uiteraard is een harde aanpak van strijders keihard noodzakelijk. De gemeente heeft
echter ook een rol in resocialisatie.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke maatregelen neemt het college om politie en justitie te assisteren om
terugkeerders van de gewapende strijd uit, onder andere, Syrië te vervolgen en te
bestraffen indien het tot een veroordeling komt?
Antwoord:
Alle personen die uitgereisd zijn naar een strijdgebied, worden opgenomen in de
integrale Persoonsgerichte Aanpak Radicalisering (iPGA-R). Om de aanpak op
de uitreiziger vorm te geven, wordt een casusregisseur aangewezen die regie
voert. De casusregisseur zorgt ervoor dat minstens één van de betrokken
partners contact onderhoudt met de achterblijvende familie, zodat eventuele
terugkeerders snel in beeld zijn.
Terugkeer van uitreizigers wordt door alle betrokken partijen zo vroeg mogelijk
gesignaleerd om een eventuele dreiging te kunnen beperken. Een verwachte
terugkeer wordt besproken, zodat alle partijen zijn voorbereid indien een persoon
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jes Gemeenteblad
Datum 3 april 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 februari 2018
daadwerkelijk terugkeert. De gemeente wisselt in dat kader informatie uit met
politie en justitie, zodat de betrokkenen direct bij terugkeer naar Nederland
aangehouden en strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Ook de Raad voor de
Kinderbescherming wordt betrokken indien minderjarigen (als terugkeerder of
kind van) in beeld zijn.
De casusregisseur bespreekt met de betrokken partijen welke interventies nodig
zijn om de dreiging, die van een terugkeerder uit kan gaan, te verminderen zodat
de veiligheid van de samenleving zoveel mogelijk gewaarborgd is. Maatwerk is
daarbij het uitgangspunt. Naast strafrechtelijke vervolging, kan er op basis van de
risico-inventarisatie ook gezamenlijk gekeken worden naar de inzet van
bestuurlijke maatregelen (zoals een contact- of gebiedsverbod), een zorgtraject of
een deradicaliseringstraject.
2. Op welke manier worden families van strijders ondersteund en gemonitord
gedurende de periode dat hun kind of kinderen in oorlogsgebieden verblijven?
Antwoord:
De impact op families die te maken hebben met een uitgereisd gezinslid is groot.
Dat kan leiden tot een verhoogd risico op persoonlijke en sociale problematiek
van andere gezinsleden. Eén van de aspecten van de persoonsgerichte aanpak,
is dan ook de begeleiding van de families en partners van uitreizigers. Waar
mogelijk en zinvol spannen we ons in om deze achterblijvende familieleden
aandacht te bieden. Zij krijgen informatie over ondersteuningsmogelijkheden en
krijgen proactief (na)zorg en begeleiding aangeboden. Er wordt hierbij ook
bekeken of er zorgen zijn ten aanzien van radicalisering van andere gezinsleden,
zoals broertjes en zusjes.
Indien de familie niet van het hulpaanbod gebruik wil maken, wordt zij alsnog
gemonitord en benaderd door de gemeente, politie en eventuele andere
betrokken partijen door onder meer regelmatig huisbezoeken af te leggen. Het
hulpaanbod wordt daarbij steeds weer onder de aandacht gebracht.
3. Op welke manier worden families van strijders voorbereid op de (mogelijke)
terugkeer van hun kind?
Antwoord:
Onderdeel van het hulpaanbod is een interventie, gericht op familieondersteuning.
De familie wordt in dat kader bewust gemaakt van verschillende scenario's ten
aanzien van het uitgereisde familielid, zoals diens terugkeer, overlijden of
vermissing. In alle gevallen wordt duidelijk gemaakt dat bij terugkeer te allen tijde
in beginsel strafrechtelijke vervolging plaatsvindt.
In samenwerking met onder meer de Raad voor Kinderbescherming wordt met de
familie onderzocht of eventuele terugkerende kinderen van de uitreiziger door de
familie kan worden opgevangen en welke ondersteuning daarbij nodig is.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jes Gemeenteblad
Datum 3 april 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 februari 2018
4. Kan het college in overleg treden met de gemeente Den Haag om te leren van
hun ‘360-graden aanpak’? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan het college de raad
over de uitkomsten van dit overleg informeren?
Antwoord:
De gemeente heeft op het gebied van radicalisering en polarisatie periodiek
overleg met een aantal gemeenten, waaronder gemeente Den Haag, waarin van
elkaar geleerd wordt. Dit overleg wordt gefaciliteerd door het Ministerie van
Justitie en Veiligheid/ de NCTV. Uit dit overleg is gebleken dat de Haagse 360-
graden aanpak gekenmerkt wordt door de volgende vier pijlers:
* Netwerken en Communicatie
* Persoonsgerichte aanpak
* Kennis en Kunde
* Versterken maatschappelijke weerbaarheid
Deze brede benadering is Amsterdam niet onbekend. Uit de Quickscan van
Beatrice de Graaf, welke op 19 februari 2018 aan uis toegezonden en op
22 februari 2018 met u is besproken in de Commissie AZ, is gebleken dat ook
Amsterdam een brede benadering hanteert en dat dit aansluit bij de landelijke
trend. De brede Amsterdamse aanpak voor bestrijding van radicalisering en
terrorisme wijkt volgens De Graaf op veel punten inhoudelijk niet af van het
gemeentelijke antiradicaliseringsbeleid in andere Nederlandse grote steden.
Zo concludeerden volgens De Graaf ook Rob Witte en collega's. In de grote
steden hebben zich volgens hen vergelijkbare ontwikkelingen voorgedaan op
gebieden als de persoonsgerichte aanpak, opbouw en uitwerking van de
informatiehuishouding, ontplooiing van gespreks- en dialoogbijeenkomsten,
training van professionals en hun organisaties, etc.
Uiteraard zal de gemeente blijven deelnemen aan bovengenoemd overleg en
vergelijkbare initiatieven, om de aanpak op terugkeerders en andere onderdelen
van de iPGA-R door te ontwikkelen.
5. Kan het college, mede op basis van overleg met andere gemeenten, een
integrale en sluitende aanpak ontwikkelen om families van (teruggekeerde)
strijders te begeleiden?
Antwoord:
Ja. Er is een landelijk dekkend netwerk opgericht om de samenwerking tussen de
Veiligheidshuizen en gemeenten op het gebied van radicalisering te versterken.
Onder coördinatie van het Veiligheidshuis Den Haag hebben Rotterdam, Arnhem,
Utrecht en Amsterdam zitting in het netwerk. Van hieruit kan iedere gemeente
kennis, advies en expertise ophalen ter organisatie en verbetering van de
integrale aanpak radicalisering en (gewelddadig) extremisme. De aanpak op
(families van) terugkeerders is één van de onderwerpen waarover kennis en
expertise wordt uitgewisseld.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
VN2023-026764 Gemeenteraad
Wonen x Gemeente RAAD
% Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 3
Datum besluit B&W 16 januari 2024
Onderwerp
Uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van het onderhandelakkoord van de
samenwerkingsafspraken voor de volkshuisvesting tussen huurderskoepels, corporaties en
gemeente
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. Te verklaren dat hij - overeenkomstig het bepaalde in art. 169, ge lid van de Gemeentewet
-in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen over te brengen aan het college
van burgemeester en wethouders over het onderhandelakkoord “Samen werken aan de
volkshuisvesting, de Amsterdamse prestatieafspraken voor 2024 t/m 2027 tussen huurderskoepels,
woningcorporaties en de gemeente”;
2. Kennis te nemen van de bijbehorende notitie met toelichting op het onderhandelakkoord van
de nieuwe samenwerkingsafspraken voor 2024 t/m 2027 en op de afdoening van de bijbehorende
moties en toezeggingen;
3. Kennis te nemen van de bijlage met de vergelijking tussen wat de gemeente vraagt in paragraaf
7.3 van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV) als bijdrage van de corporaties en de
gemaakte afspraken in het onderhandelakkoord.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam,
Artikel 79 en 80.
Artikel 160 van de Gemeentewet
Eerste lid, onder a:
Het college is bevoegd het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of
krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is belast;
Eerste lid, onder d:
Het college is bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten.
Artikel 169 van de Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2);
Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij
het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3);
Gegenereerd: vl.16 1
VNaoa3 026764 5 an Gemeenteraad R A AD
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
De raad wordt vooraf ingelicht indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening van
het gevoerde bestuur ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In dat laatste geval
neemt het college van burgemeester en wethouders geen besluit nadat de gemeenteraad in de
gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen te viten aan het college van burgemeester en
wethouders (lid 4).
Bestuurlijke achtergrond
Amsterdam kent een lange traditie van het maken van meerjarige collectieve afspraken met de
corporaties en de huurderskoepels. Al sinds 1994 maken we afspraken met elkaar. Vanaf 2007
hebben we in een driepartijenoverleg met huurders, corporaties en gemeente afspraken vastgelegd
in achtereenvolgens Bouwen aan de Stad len Il en in de Samenwerkingsafspraken 2015 - 2019 en
2020 - 2023.
De wettelijke basis voor de prestatieafspraken ligt sinds a juli 2015 vast in de Woningwet. Het
primaire doel van de wet is het nader reguleren van de activiteiten van en het toezicht op
woningcorporaties. De Woningwet regelt verder een aantal zaken rond samenwerking tussen
gemeente, huurdersorganisatie en woningcorporatie. Onderdeel hiervan is de inbedding van het
maatschappelijk presteren van corporaties in het lokale beleid via de prestatieafspraken.
In de zomer van 2022 heeft de minister van Volkshuisvesting nationale prestatieafspraken (NPA)
afgesloten met Aedes, Woonbond en VNG met daarin afspraken over de bijdrage van corporaties
aan de beschikbaarheid van voldoende betaalbare woningen, de verduurzaming van de gebouwde
omgeving, de leefbaarheid van wijken en buurten en de betaalbaarheid van wonen. De NPA was
gekoppeld aan het afschaffen van de verhuurderheffing per 1 januari 2023.
Het college heeft op 8 februari 2023 de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV)
vrijgegeven voor inspraak. Deze inspraakversie van de AAV was het startpunt om te komen tot
Amsterdamse prestatieafspraken met corporaties en huurders voor de periode 2024, — 2027. Na
de inspraakprocedures, waarin ook de stadsdelen hun advies hebben kunnen meegeven, heeft
het college een Nota van beantwoording opgesteld en heeft de gemeenteraad op 19 juli 2023 de
definitieve AAV vastgesteld. Daarbij heeft de raad enkele moties aangenomen die betrekking
hebben op de samenwerking en de afspraken met de corporaties.
De stadsdelen hebben allemaal een advies vitgebracht op de AAV en hierop is door het college
in een brief d.d. 13 juni 2023 gereageerd. In alle adviezen van de stadsdelen zijn verzoeken
gedaan om meer gebiedsgericht beleid, vitwerking en afspraken. In het traject naar nieuwe
samenwerkingsafspraken zijn de stadsdelen integraal betrokken. Twee stadsdeelbestuurders, van
West en van Noord, maken onderdeel uit van de bestuurlijke delegatie. Samen met de wethouders
Volkshuisvesting en Woningbouw hebben zij de gesprekken met de corporaties en huurderskoepels
gevoerd en de afspraken gemaakt. In de nieuwe samenwerkingsafspraken is mede door hun inbreng
meer aandacht voor de gebieden en zijn meer aanknopingspunten om lokaal het gesprek aan te
gaan met de corporaties over leefbaarheid, voorraadontwikkeling en woningkwaliteit.
De Federatie Amsterdamse Huurderskoepels heeft op 14 maart een inspraakreactie ingediend
op de AAV: “Stel de huurders centraal https://www.fah.nu/stel-de-huurder-centraal-in-de-aav/.
Ook Arcade, de huurderskoepel van Lieven de Key heeft een reactie ingediend. Via de Nota van
Gegenereerd: vl.16 2
VN2023-026764 % Gemeente Gemeenteraad
Wonen % Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
beantwoording heeft het college gereageerd op de inspraakreacties en de commissie van WV is 5 juli
2023 geïnformeerd over de Nota van beantwoording.
Op 24 mei 2023 is de commissie WV geïnformeerd over het samenwerkingsvoorstel (het
“bod”) van de corporaties voor de nieuwe prestatieafspraken tussen de gemeente, corporaties
en huurderskoepels. Het bod van de corporaties is op 5 juli 2023 in aanwezigheid van enkele
corporatiebestuurders besproken in de commissie WV.
Tijdens het proces van het bod naar het onderhandelakkoord is door Ortec Finance een second
opinion uitgevoerd op de financiële onderbouwing van het bod. Op basis van de second opinion
is de gezamenlijke bestuurlijke conclusie dat de cijfers van het bod kloppen en dat het bod van de
corporaties als “niet kennelijk onredelijk* beschouwd wordt. Het rapport van Ortec Finance is te
vinden op de website van de AFWC: https: //www.afwc.nl{nieuws/nieuwsbericht/financiele-toets-
samenwerkingsvoorstel
Op verzoek van de raadscommissie WV heeft er een technische sessie plaatsgevonden op 7
november 2023, waar Ortec Finance een toelichting heeft gegeven op het betreffende rapport en
raadsleden vragen hebben kunnen stellen aan Ortec Finance en aan de aanwezige corporaties over
de financiële kaders waarbinnen de corporaties werken.
Nuligt een nieuwe set met afspraken voor, die voortbouwt op de traditie van samenwerking. Met
huurderskoepels en de woningcorporaties is een onderhandelakkoord gesloten met de titel “Samen
werken aan de volkshuisvesting. Amsterdamse prestatieafspraken voor 2024 t/m 2027 tussen de
woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente”. Na besluitvorming bij alle partijen worden
de afspraken ondertekend en gelden de nieuwe prestatieafspraken voor de periode van 2024 tot en
met 2027.
Onderbouwing besluit
Ad 1. Te verklaren dat hij - overeenkomstig het bepaalde in art. 169, 4e lid van de Gemeentewet
-in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen over te brengen aan het college
van burgemeester en wethouders over het onderhandelakkoord “Samen werken aan
de volkshuisvesting. Amsterdamse prestatieafspraken voor 2024 t/m 2027 tussen de
woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente”.
Het college neemt een definitief besluit na deze behandeling in de gemeenteraad. Eventuele
wensen en bedenkingen die de raad meegeeft, worden daarbij meegenomen.
In “Samen werken aan de volkshuisvesting. Amsterdamse prestatieafspraken voor 2024 t/m 2027
tussen de woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente” zijn afspraken opgenomen over
de volgende onderwerpen:
1. Verduurzaming en woningkwaliteit
2. Nieuwbouw
3. _Voorraadontwikkeling en de ongedeelde stad
4. Betaalbaarheid
5. Woningzoekenden en doelgroepen
6. Kwetsbare groepen en wonen met zorg
7. Leefbaarheid
8. Monitoring en Aanspreekbaarheid
Gegenereerd: vl.16 3
VN2023-026764 % Gemeente Gemeenteraad
Wonen % Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Ad 2. Kennis te nemen van de notitie met daarin een toelichting op het onderhandelakkoord en
op de afdoening van de daarbij behorende moties en toezeggingen
Met de bijgevoegde notitie geeft het college een toelichting op de afdoening van de volgende
moties en toezeggingen:
a. Motie 430 accent van het lid Heinhuis en het lid van Renssen inzake
Stop de verkoop van sociale huur in specifieke gebieden
b. Motie 449 van het lid Aslami
Maak maatwerk in woningruilen mogelijk
c. Motie 4,52 van de leden Van Renssen en Heinhuis
Geen verkoop van niet duurzame woningen
d. Motie 4,53 accent van de leden Van Renssen en Heinhuis
“Geen verkoop, tenzij” - nader uitwerken
e. Motie 454 accent Amendement van de leden Van Renssen en Heinhuis
Tegengaan speculatiebeding bij verkoop ondanks Geen verkoop, tenzij-beleid
f. Toezegging Commissie DC (TA2023-000418) - Samenwerkingsafspraken met woningcorporaties
g. Toezegging in de cie. WV (TA2023-000821)- overzicht saldo verkoop / oplevering woningen
h. Toezegging bij de afdoening van motie 374 van raadsleden Koyuncu en Kabamba, duurzame
alternatieven bij klein onderhoud.
i, Toezegging over de afdoening van motie 499 van raadslid Ahmadi,
Stop met het dakloos maken van mantelzorgende kinderen na overlijden ouder.
Ad 3. Kennis te nemen van de bijlage met de vergelijking tussen wat de gemeente vraagt
in paragraaf 7.3 van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV) als bijdrage van de
corporaties en de gemaakte afspraken in het onderhandelakkoord.
In deze bijlage vindt v een schematische weergave waarin alle punten terug te vinden zijn, die de
gemeente vraagt aan de corporaties om bij te dragen aan onze prioriteiten, zoals opgenomen in
paragraaf 7.3 van de AAV. Daarnaast is aangegeven welke afspraak over het betreffende onderwerp
is gemaakt in: “Samen werken aan de volkshuisvesting. Amsterdamse prestatieafspraken voor 2024
t/m 2027 tussen de woningcorporaties, de huurderskoepels en de gemeente”.
Financiële onderbouwing
Overige toelichting
Grondzaken en Erfpacht
De bestaande afspraken over afkoopsommen en erfpacht worden gecontinueerd. Om de bouw
van woningen groter dan 7o m? gbo te faciliteren en te stimuleren houdt de gemeente voor
sociale woningen 2 7o m2 gbo een vaste lage grondprijs van €18.475 per woning aan (prijspeil
2023). Om verhuur ten behoeve van het middensegment te stimuleren wordt door de gemeente
Gegenereerd: vl.16 4
VN2023-026764 % Gemeente Gemeenteraad
Wonen X Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
geen aanvullende erfpachtafdracht in rekening gebracht voor woningen die na liberalisatie in
het middensegment worden of zijn verhuurd. De aanvullende erfpachtafdracht die corporaties
betalen bij verhuur in het dure segment blijft 27%. Nieuw is de afspraak over de afkoopsom voor
gemeenschappelijke ruimte bij zelfstandige sociale huurwoningen. Deze nieuwe afspraak heeft
geen noemenswaardig effect in het vereveningsfonds en de bestaande afspraken vormen reeds de
basis voor de huidige berekeningen voor het vereveningsfonds. Na het definitieve akkoord zullen de
effecten nader worden bepaald en
verwerkt in het MPG.
Borging WSW / achtervang
Corporaties gaan de komende vier jaar meer lenen, voor de grote opgaven in nieuwbouw
en verduurzaming. Zij kunnen gebruik maken van borging door het Waarborgfonds Sociale
Woningbouw (WSW) om financiering aan te trekken. De gemeenten en het Rijk vormen de
achtervang voor het WSW. Met deze borging kunnen de corporaties goedkoper geld lenen. De
gewenste investeringen in de sociale woningbouw worden hiermee (beter) haalbaar.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
Nvt
Welke stukken treft v aan
Bijlage 1 Samen werken aan de volkshuisvesting Onderhandelakkoord dd
AD2024-001741 .
16 jan 2024.pdf (pdf)
Bijlage 2 Notitie Toelichting op onderhandelakkoord
AD2024-001743 . , ,
samenwerkingsafspraken 2024 - 2027 en op afdoening moties.pdf (pdf)
Bijlage 3 AAV in vergelijking met de onderhandelakkoord
AD2024-001744 ‚
samenwerkingsafspraken. pdf (pdf)
AD2023-094754 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Karin Daman, k.daman@®amsterdam.nl 0683623190 en Maarten Lauwers,
m.lauwers@&amsterdam.nl , 0628174987
Gegenereerd: vl.16 5
| Voordracht | 5 | train |
Walther Ploos van Amstel
PLOOS CONSULT BV
Prins Hendrikkade 86F
1012 AE Amsterdam
tel 0610081090
[email protected]
Stadsdeel Centrum t.a.v. de Griffie,
Stadhuis kamer 4371,
Postbus 202,
1000 AE Amsterdam.
Per mail verzonden
Amsterdam, 23 september 2013
Betreft: RAADSADRES:
Spijtoptantenregeling parkeervergunning
Geacht stadsbestuur,
Voor Amsterdamse bewoners die het een tijdje zonder auto willen proberen is er
een spijtoptantenregeling: ‘Als u een (milieu)parkeervergunning voor bewoners
hebt en deze opzegt, dan maakt u automatisch gebruik van de
spijtoptantenregeling. U blijft gedurende twee jaar geregistreerd als
rechthebbende op een parkeervergunning, zonder dat u daarbij (opnieuw) op
een wachtlijst komt’. Een mooi regeling voor iedereen die een tijdje een deelauto
wil proberen.
Helaas kunnen ondernemers die het een tijdje zonder bedrijfsauto willen
proberen niet gebruik maken van deze regeling. Ik durf nu de bedrijfsauto niet
de deur uit te doen, omdat we (als we spijt zouden krijgen) geen vergunning
meer hebben en achteraan moeten aansluiten. Dit is jammer voor de
luchtkwaliteit en de toch al krappe parkeerruimte in de stad.
Ik wil de raad vragen de spijtoptantenregeling ook open te stellen voor
ondernemers met een bedrijfsparkeervergunning.
Hoogachtend,
Walther Ploos van Amstel.
| Raadsadres | 1 | train |
Bezoekadres x% Gemeente Amsterdam
Pieter Calandlaan 1 e
1065 KH Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 6009 ABS
www.nieuwwest.amsterdam.nl JI E
Vergadering Bestuurscommissie |
Datum 7 april 2014
Reg.nr./DECOS nr. 2014/int/
Onderwerp Besluit benoeming lid dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West;
Gelet op het bepaalde in artikel 13 van de Verordening op de bestuurscommissies 2013;
Besluit
De heer R.J. (Ronald) Mauer te benoemen tot lid van het dagelijks bestuur van de
Bestuurscommissie Nieuw-West;
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de
bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West d.d. 7 april 2014.
| IN
De ae ppeordnk, De voorzitter, ”
_Mévrodw M. Muller De heer A. Baâdoud
De Á
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam KSZ
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn,
Monumenten en Lokale Media
% Gewijzigde agenda, woensdag 5 juni 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale
Media
Tijd 9.00 tot 12.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSZ
d.d. 17 april 2013
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieKSZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam K SZ
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten
en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 5 juni 2013
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 9.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Financiën
11 Kadernota 2014 Nr. BD2013-005421
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 12 juni 2013).
Sport en Recreatie
12 Het charter Sportief Nr. BD2013-005384
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten KSZ
en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 5 juni 2013
Zorg en Welzijn
13 Goedkeuring nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke en
GezondheidsDienst (GGD) Amsterdam-Amstelland naar aanleiding van de
wijziging Wet Publieke Gezondheid Nr. BD2012-011313
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 12 juni 2013).
14 Onderzoek van de rekenkamer naar nazorg aan gedetineerden Nr. BD2013-
004308
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
15 Zorgbanen in de toekomst Nr. BD2013-005479
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Pligt (SP).
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 17 april 2013.
16 Reactie op rapport Abvakabo “Intensiveringsmiddelen Amsta, gegoochel met
cijfers” Nr. BD2013-004164
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 Beleidsbrief preventie genotmiddelen tav uitgaansdrugs en roesmiddelen 2013 -
2016 Nr. BD2013-004632
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering KSZ van 27 maart en 17 april 2013.
18 Evaluatie GHB-actieplan en vervolgstappen Nr. BD2013-0057 12
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam KSZ
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten
en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 5 juni 2013
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Zorg en Welzijn
19 Raadsvragen over De Kleine Johannes en Villa Spijker Nr. BD2013-006311
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
| Agenda | 4 | train |
VN2023-022814 G Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
ij emeente '
Zo Jeugd en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en OZA
D Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 4
Datum besluit 17 oktober 2023
Onderwerp
Bekrachtigen van het besluit van het college tot het wijzigen van de Voorziening Amsterdamse
Familie School 2023-2027 van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 en het
toevoegen van deze voorziening aan de VloA 2019.
De commissie wordt gevraagd
De gemeenteraad te adviseren de door het college op 17 oktober 2023 vastgestelde Besluit eerste
‘tijdelijke’ wijziging Amsterdamse Familie School 2023-2027’ VloA 2019 te bekrachtigen en deze
door middel van het vaststellen van de Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam
tot wijziging van de Voorziening Amsterdamse Familie School 2023-2027, bijlage 1 toe te voegen
aan de VloA 2019. Het besluit betreft een wijziging van de eerder door de gemeenteraad op 8
juni 2023 vastgestelde Voorziening Amsterdamse Familie School 2023-2027. De wijziging wordt
doorgevoerd met terugwerkende kracht en betreft een vereenvoudiging van de aanvraag- en
beoordelingsprocedure die op verzoek van de schoolbesturen wordt doorgevoerd. Het college
maakt vanwege het spoedeisende karakter van deze wijziging gebruik van zijn bevoegdheid om de
VloA 2019 ‘tijdelijk’ in afwachting van de bekrachtiging hiervan door de gemeenteraad aan te vullen.
Door de bekrachtiging achteraf door de gemeenteraad, wordt de wijziging definitief.
Wettelijke grondslag
e Artikel 6 en 128 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo)
e Artikel 6 en 123 van de Wet op de expertisecentra (Wec)
e Artikel 5.1, eerste lid en 5:23 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020 (Wvo)
* Artikel 149 van de Gemeentewet
e Artikel 3 van de VloA 2019 dat bepaalt dat het college bevoegd is om de verordening tijdelijk
aan te vullen met een voorziening. Deze voorziening wordt toegevoegd aan de VloA 2019,
nadat de gemeenteraad de tijdelijke voorziening heeft bekrachtigd.
Bestuurlijke achtergrond
In het coalitieakkoord 2022-2026 ‘Amsterdams Akkoord’ staat aangegeven dat de Amsterdamse
Familie School aanpak wordt voortgezet. De Amsterdamse Familie School draagt bij aan de
derde onderwijsambitie ‘Integrale aanpak onderwijs, jeugdzorg, veiligheid, welzijn (en armoede)’.
Daarnaast sluit het aan bij andere aanpakken, zoals de inzet van NPO-middelen voor versterken
zorgstructuren, rijkssubsidie School & Omgeving, masterplannen, en buurtgericht werken. Ook
sluiten we hiermee aan bij de ontwikkelingen rondom de Amsterdamse hervormingsagenda voor
kind en gezin.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.53 1
VN2023-022814 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: -
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Niet van toepassing
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1a. Besluit wijziging regeling Amsterdamse Familie School door
AD2023-084465
college BW.pdf (pdf)
Bijlage 1b. Besluit wijziging regeling Amsterdamse Familie School door
AD2023-084466
raad.pdf (pdf)
Bijlage 2. Raadsvoordracht wijzigen VloA Amsterdamse Familie School.pdf
AD2023-084467
(pdf)
AD2023-078611 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Daan Farjon, d.farjon@®amsterdam.nl, 06 3860 9369
Gegenereerd: vl.53 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 963
Datum indiening 28 juli 2020
Datum akkoord 1 september 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Marttin inzake tijdelijke
verkeersmaatregelen om meer ruimte op straat te creëren
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de stad worden diverse maatregelen genomen om de 1,5 meter regels na te
kunnen leven. Ook in het verkeer. Zo is de Haarlemmerdijk straks niet meer
toegankelijk voor auto- en scooterverkeer, met uitzondering van laad- en losverkeer in
de ochtend. De parkeerplekken worden hier tijdelijk opgeheven.
Op de Rijnstraat worden ook maatregelen genomen die ervoor zorgen dat auto's hier
te gast zijn: de maximumsnelheid wordt verlaagd en fietsers mogen op de rijbaan
fietsen. Dit is reeds gebeurd op de Eerste van Swindenstraat en de Jan Pieter
Heijestraat. De Museumbrug wordt 30 juli voor één rijrichting afgesloten voor
autoverkeer, waardoor auto's niet meer richting de grachtengordel kunnen rijden.
De fractie van de VVD verneemt graag nadere toelichting op de tijdelijkheid van deze
maatregelen en op de criteria die het college hanteert om het effect van deze
maatregelen te meten. Ook wil de fractie van de VVD weten hoe het college tot deze
locaties en deze maatregelen is gekomen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Marttin, namens de fractie van de VVD, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouder
gesteld:
1. Zijn deze maatregelen (geen auto- en scooterverkeer, opheffen
parkeerplekken, fietsnietjes en eenrichtingsverkeer voetgangers) stedelijk
of lokaal getroffen?
Antwoord:
A. Het college heeft op 30 juni 2020 besloten de maatregel ‘Fiets naar de
rijbaan’ in te voeren op 11 locaties. Fiets naar de rijbaan is een maatregel uit
het afwegingskader ‘Menukaart tijdelijke maatregelen openbare ruimte: We
geven elkaar de ruimte’, vastgesteld door het college van B&W op 8 mei
2020. Haarlemmerstraat/-dijk is een van de locaties waar deze maatregel
wordt uitgevoerd. De vragen nr 2 t/m 6, 16 t/m 18 gaan over de maatregel
Fiets naar de rijbaan.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng bea Gemeenteblad R
Datum 1 september 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2020
B. Voor de locatie Haarlemmerstraat/-dijk loopt ook een stadsdeelproject. Voor
de Haarlemmerstraat- en dijk heeft het DB van stadsdeel Centrum -1 juli
2019- besloten de verkeerssituatie en de leefbaarheid te verbeteren met
kleine maatregelen, (Project Quickwins Haarlemmerstraat- en dijk). Een van
de maatregelen is het opheffen van 17 fiscale parkeerplekken en 2 algemene
invalidenparkeerplekken. De ruimte die hierdoor vrijkomt kan ingericht worden
als stoep, laad- en losruimte voor de winkeliers en meer
fietsparkeergelegenheid. De maatregelen zouden in het voorjaar 2020 worden
uitgevoerd echter door werkzaamheden van een nutsbedrijf heeft het project
Quickwins Haarlemmerstraat- en dijk vertraging opgelopen. De plannen om
de verkeersveiligheid in de straat te verbeteren is al eerder met de buurt
gedeeld. Vanwege de toenemende drukte en de urgentie meer ruimte te
maken voor voetgangers worden de autoparkeerplekken eerder opgeheven -
op basis van een tijdelijke verkeersmaatregel- dan gepland. Het
verkeersbesluit voor definitieve opheffing van de parkeerplekken is gekoppeld
aan de uitvoering van het project Quickwins Haarlemmerstraat-en dijk en
volgt nog. De vragen nr 7 t/m 17 gaan over het project Quickwins
Haarlemmerstraat-en dijk.
2. Welk onderzoek ligt ten grondslag aan de keuze tot deze locaties. Wat zijn
de feitelijkheden waarop deze besluiten gebaseerd zijn?
Antwoord:
In samenwerking met de stadsdelen — waaronder de portefeuillehouders Fysiek —
zijn de belangrijkste knelpunten voor fietsers en voetgangers in kaart gebracht. Er
zijn in totaal 11 locaties waar de maatregel Fiets naar de rijbaan kan worden
ingevoerd. Er is hierbij gekeken naar:
e de verkeersveiligheid, naar de doorstroming van de auto en van het OV,
inpassing van het fietsverkeer,
kwantitatieve gegevens uit het Verkeersmodel Amsterdam, de beschikbare
verkeerstellingen en de ervaring van onze verkeerskundigen
e de regelbaarheid van de verkeerslichtinstallaties en naar de uitvoerbaarheid
in een korte termijn.
e Daarnaast wordt de tijdelijke maatregel Fiets naar de rijbaan alleen genomen
in straten waar 30 km per uur mag worden gereden.
e Ookis er gekeken naar de verkeersdrukte in de openbare ruimte, waar veel
activiteiten samenkomen (de verplaats- en verblijffunctie zijn gemengd), met
veel winkels of cafés.
e Verzoek van ondernemers, bewoners om de maatregel in te voeren
3. De maatregelen gelden tot 31 oktober en kunnen vervroegd worden
teruggedraaid, maar ook worden verlengd. Leidend hiervoor zijn de
ontwikkelingen in het verkeer, de drukte op straat en de voorschriften
vanuit het Rijk. Kan het college nader toelichten hoe deze leidende
principes ten opzichte van elkaar worden afgewogen en welke criteria het
hiervoor gebruikt?
Antwoord:
Na realisatie worden de getroffen maatregelen gemonitord en meerdere keren
geschouwd op verkeersveiligheid en de werking van de maatregelen. Deze
schouwen worden samen de stadsdeelregisseurs, de verkeerspolitie en
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 1 september 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 ju 2020
verkeerskundigen uitgevoerd. Op alle locaties wordt met tellussen de intensiteit
en de snelheid van het verkeer gemeten. Na een aantal weken gewenning wordt
de werking van de maatregelen onderzocht door gedragsonderzoekers m.b.v.
beeldopnames. Op basis van deze monitor en schouw wordt besloten om een
maatregel te verlengen danwel terug te draaien als de situatie hierom gevraagd.
Zo hebben experts op basis van diverse schouwen geconcludeerd dat de
maatregel Fiets op de rijbaan op de Rijnstraat te riskant is. Daarom is de
maatregel op de Rijnstraat terug gedraaid.
4. Hoe wordt de drukte in het verkeer en op straat gemeten?
Antwoord:
Met gegevens die we verzamelen via tellussen, schouwen met de WWU en op
een aantal locaties ook via telcamera’s. Daarnaast maken we gebruik van input
vanuit de gebiedsteams, verkeerspolitie, handhaving en toezicht en andere
collega’s die dagelijks op straat werken.
5. Zijn er streefcijfers om te kunnen bepalen wanneer het te druk wordt in het
verkeer of op straat? Zo ja, wat zijn deze cijfers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee die zijn er niet, zie antwoord op vraag 3 hoe we de drukte meten in de stad.
6. Waarom verwacht het college dat het introduceren van fietsstraten de
drukte zal doen afnemen?
Antwoord:
Met de maatregel ‘Fietser naar de rijbaan’ uit de menukaart willen we meer ruimte
aan fietsers én voetgangers geven in de 1,5-metersamenleving. Om elkaar veilig
te passeren halen we obstakels op de trottoirs weg of geven we de voetganger
meer ruimte door het fietspad of parkeerplekken tijdelijk af te zetten. De fietser
rijdt bijvoorbeeld mee met het autoverkeer zoals nu al het geval is in fietsstraten.
Gestreefd wordt om de tijdelijke maatregelen op de grootste knelpunten — plekken
waar drukke fietsroutes en stadsstraten samenkomen — in te voeren tot in elk
geval 31 oktober 2020. Intensieve monitoring maakt het mogelijk om snel bij te
sturen.
7. Hoeveel parkeerplekken worden er tijdelijk opgeheven op de
Haarlemmerdijk?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
8. Welke kosten gaan gemoeid met het tijdelijk schrappen en het daarna
opnieuw realiseren van deze parkeerplekken?
Antwoord:
zie antwoord op vraag 1. Vanwege de toenemende drukte en de urgentie meer
ruimte te maken voor fietsers en voetgangers op de Haarlemmerstraat- en dijk
worden de autoparkeerplekken eerder opgeheven dan gepland. Het
verkeersbesluit voor definitieve opheffing van de parkeerplekken is gekoppeld
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 1 september 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 ju 2020
aan de uitvoering van het project Quickwins Haarlemmerstraat-en dijk en volgt
nog.
9, Kunnen de kosten voor het terugbrengen van de tijdelijk geschrapte
parkeerplekken in de toekomst een argument vormen om hier vanaf te zien?
Antwoord:
Nee, zie ook de antwoorden op de vragen 7 en 8.
10. Waarom is er gekozen voor een verdubbeling van het aantal nietjes? Is dit
een tijdelijke maatregel? Zo ja, waarom vindt het college dit tijdelijk nodig?
Antwoord:
Het uitbreiden van het aantal fietsparkeerplekken is onderdeel van het project
Quick wins Haarlemmerstraat en -dijk en is niet tijdelijk.
Omdat nu extra ruimte gewenst is op de trottoirs, is ervoor gekozen om de
bestaande nietjes een kwartslag te draaien. En er worden extra nietjes geplaatst
omdat er geen voldoende fietsparkeerplekken zijn.
11. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het aanbrengen van
verkeersnietjes geen tijdelijk karakter heeft?
Antwoord:
Ja
12. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat de vrijgekomen ruimte
door het opheffen van parkeerplekken teniet wordt gedaan door de
verdubbeling van fietsnietjes?
Antwoord:
Nee, want door het fietsparkeren een kwartslag te draaien neemt het probleem
van geparkeerde fietsen die het trottoir versperren af. Er ontstaat dus per saldo
meer ruimte voor de voetganger. Overigens wordt niet alle vrijgekomen ruimte
ingericht voor fietsparkeren. Er wordt ook extra laad- en losruimte gecreëerd in
verband met de verkorte venstertijden voor laden en lossen, meer ruimte voor
wachtrijen voorfbij winkels en de mogelijkheid voor eventueel terrassen bij
horeca. Dit op verzoek en in goed overleg met de ondernemers (BIZ).
13. Hoe creëert het College extra ruimte voor de voetganger door de auto uit de
Haarlemmerstraat te weren?
Antwoord:
Ruimte voor de voetganger op de trottoirs wordt gecreëerd door
autoparkeervakken op te heffen en fietsparkeren beter te faciliteren. De opgave is
daarnaast om ruimte te creëren voor fietsers en de oversteekbaarheid te
verbeteren. Dat laatste bereiken we door de straat af te sluiten voor autoverkeer
met uitzondering van laden en lossen binnen venstertijden.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 1 september 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 ju 2020
14. Waarom is er niet gekozen voor het omleiden van fietsers over de
Haarlemmer Houttuinen en van de Haarlemmerstraat voetgangersgebied te
maken?
Antwoord:
De Haarlemmerstraat en -dijk maken onderdeel uit van het plusnet fiets.
Vooralsnog achten we het niet haalbaar om fietsers te weren: een fietsverbod is
moeilijk handhaafbaar, zeker op een drukke fietsroute als deze. Het volledig
fysiek afsluiten van de straat om daarmee ook fietsers te weren is niet mogelijk,
omdat nood- en hulpdiensten de straat moeten kunnen bereiken. Daarnaast is de
Haarlemmer Houttuinen op dit moment nog geen werkende alternatieve
fietsroute. Zodra de fietsverbinding Haarlemmer Houttuinen is aangelegd, is het
mogelijk om de verkeerssituatie voor fietsers op de Haarlemmerstraat en -dijk te
wijzigen.
15. Wil het college de raad informeren over de effecten op de parkeerdruk die
het tijdelijk schrappen van parkeerplekken teweeg kan brengen? En op
toegenomen (zoek)verkeer?
Antwoord:
De verkeerssituatie wordt gemonitord. Indien toenemend zoekverkeer tot
verkeersonveiligheid leidt in het gebied zullen we hier maatregelen tegen treffen
en de raad hierover informeren. Het opheffen van de parkeerplekken op straat is
mogelijk, aangezien de parkeercapaciteit voor vergunninghouders in de garage
Willemspoort onder het Haarlemmerplein vorig jaar is uitgebreid van 100 naar 125
parkeerplekken.
16. Zijn bewoners en ondernemers uit de omgeving van deze drie locaties
betrokken bij deze besluiten? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De algemene maatregel fiets op de rijbaan is voor alle straten vooraf per
bewonersbrief gecommuniceerd. Waar bekend zijn actieve bewonersverenigingen
en ondernemersverenigingen door gebiedsteam of omgevingsmanager op de
hoogte gebracht. Dit betreft o.a. de straten waar actief vanuit ondernemers om de
maatregelen is gevraagd zoals de Haarlemmerstraat en —dijk.
Wat betreft de plannen vanuit project Quickwins Haarlemmerstraat en —dijk heeft
vorig jaar een intensief participatietraject plaatsgevonden met ondernemers,
bewoners en gebruikers van de straat. Het opheffen van de 17
autoparkeerplekken ten behoeve van extra fietsparkeren, laden en lossen en
groen maakt onderdeel uit van dit participatietraject.
17. Worden bewoners en ondernemers betrokken bij het eventuele voortijdige
terugdraaien of juist het verlengen van deze maatregelen?
Antwoord:
Indien de situatie wijzigt zal de omgeving worden geïnformeerd.
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing bea Gemeenteblad
ummer - =. - or
Datum 1 september 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2020
18. Is de stadsdeelcommissie om advies gevraagd?
Antwoord:
Voor de uitvoering van de maatregel uit de menukaart is het stadsdeelcommissie niet
om advies gevraagd. Het DB van stadsdeel Centrum is wel op de hoogte van de
plannen. Dit heeft te maken met de zeer korte voorbereidingstijd en het feit dat het
hier gaan om tijdelijke verkeersmaatregelen — géén verkeersbesluiten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
Z
Agenda van de openbare Commissie
Samenleving van 4 september 2012
Vergaderdatum dinsdag 4 september 2012
Tijd 20:00 - 23.00 uur
Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923
Voorzitter Dhr. E. Linthorst
Griffier Mw. J. Spier
Vanaf 19.30 uur is er een presentatie inzake Huizen van de Wijk (toezeg-
ging 4, pfh. Kreuger)
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 5 juni 2012
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Zorg voor Zuid
Ter advisering aan de deelraad
6. Wijziging verordening voorziening onderwijs 2012
Ter advisering aan de deelraad
7. Goedkeuring Jaarrekening 2011 Openbaar Onderwijs
Ter advisering aan de deelraad
8. Scenario's verzelfstandiging Albert Cuyp
Ter advisering aan de deelraad
9. Concept-subsidieregeling continuering gesubsideerde functies jaarlijks
Ter bespreking
10. Concept-subsidieregeling winkelstraatmanagement
Ter advisering aan de deelraad
11. Sluiting
1
Commissie Samenleving - dinsdag 4 september 2012
Ter kennisname stukken
De ter kennisname stukken zijn digitaal in te zien op de website www.zuid.amsterdam.nl.
Tevens liggen ze ter inzage bij de griffie en op beide stadsdeelkantoren.
- Resultaten Enquete Ouders basisschoolleerlingen Zuid
- Bestuursrapportage 2012
- Proces transitie Raad van Toezichtmodel Openbaar Onderwijs
- Voortgang en invulling bezuinigingen Openbare bibliotheek Amsterdam
(OBA) 2013-2014
- Besteding extra middelen jongerenschuldhulpverlening 2012
- Vervolg M46 2011 & bestuurlijke rapportage leerplicht
- Uitvoeringsnota Ouderbetrokkenheid en Ouderparticipatie Stadsdeel
Zuid 2012-2014
- Resultaten inpassingonderzoek OKG J. vd Heijdenhuis
- Afronding Harmonisatie reserves en voorzieningen
- Afhandeling amendement Bewonersparticipatie A105-2011 PB
2
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 210
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder AG
Ingekomen op 11 maart 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Vroege en de heer Ernsting inzake het Definitief
Ontwerp Leidseplein (geen asfalt op het Leidseplein).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over een wijziging van het Definitief Ontwerp Leidseplein
(verplaatsing van tramhaltes in verband met het Plusnet OV) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 101);
Overwegende dat:
— in het Definitief Ontwerp Leidseplein de bestrating wordt uitgevoerd in mooi
natuursteen;
— het Leidseplein het domein wordt van voetgangers, fietsers en tram;
— de trambaan echter wordt geasfalteerd, wat leidt tot een dikke zwarte streep over
het plein;
— asfalt vooral uitstraalt dat de ruimte is ingericht voor auto's;
Voorts overwegende dat:
— er zowel in Amsterdam als in andere steden alternatieven zijn ontwikkeld, die
technisch realiseerbaar zijn, zonder grote extra investeringen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
op het Kleine-Gartmanplantsoen en het Leidseplein een ander materiaal te gebruiken
op het trambaanvak, hierbij te kiezen uit klinkers (Rotterdamse methode) of asfalt met
streetprint.
De leden van de gemeenteraad,
J.S.A. Vroege
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
2x Gemeente
Amsterdam
D West
2 Agenda Stadsdeelcommissie West
Vergaderdatum Dinsdag 8 september 2020 19.45-23.05uur
Locatie Raadzaal Bos en Lommerplein 250
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957
E-mail [email protected]
Internet Wwww.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar
staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Voorzitter Michiel Pijpers
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 8 september 2020
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen
1. 19.45-20.00u
Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Actualiteiten
1. Update Corona
2. Situatie J.P. Heijestraat
3. Geweld tegen homo's
Ruimte voor inbreng van actualiteiten’.
2. 20.00-20.30u
Bewoners aan het woord
- Jelle Zijlstra - geweld tegen homo's in Amsterdam West
- Marieke de Lange - situatie J.P. Heijestraat
Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde
onderwerpen?
3. 20.30- 21.00u
Stem van West (peildatum 30 juni 2020)
Jos Roubos - ‘De Groen Bo-Loper’
stemmen 353 voor en 3 tegen
Portefeuille: Openbare ruimte en Groen/ Fenna Ulichki
BESLUITVORMEND
4. 21.00- 21.45u
Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag
evenementenbeleid en locatieprofiel Westerpark
Inspreker:
- Diego Pos - Vrienden van het Westerpark
-__Henk van der Lely - Westergas B.V.
Portefeuille: Horeca en Evenementen/ Westerpark/ Fenna Ulichki
Deadline 15 september 2020
OORDEELVORMEND
Dagelijks Bestuur: Adviesaanvraag B&W inz. Concept
Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam
1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is.
2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected].
Pagina 2 van 2 Gemeente
Amsterdam
West
Deadline 28 september 2020
OORDEELVORMEND
6. 22.15-22.20u
Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag aan
stadsdeelraden BENG voor nieuwbouwwoningen?®
Portefeuille: Bouwen en Wonen/ Maarten Poorter
Deadline 29 september 2020
OORDEELVORMEND
7. 22.20-22.25u
Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag ikv Sprong
over het IJ / Advies Oeververbindingen Rijkswateren
Amsterdam?
Portefeuille: Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening/ Maarten
Poorter
Deadline 29 september 2020
OORDEELVORMEND
8. 22.25-22.30u
Stedelijke Adviesaanvraag Wijzigingsverordening APV-
afsteekverbod vuurwerk particulieren?
Portefeuille: Veiligheid/ Fenna Ulichki
Deadline 16 september 2020
BESLUITVORMEND
9. 22.30- 22.35u
Dagelijks Bestuur: Tender Bredius
Portefeuille: Bouwen en Wonen/ Maarten Poorter
BESLUITVORMEND
10.22.35-23.00u
Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag
wijzigingsvoorstel van de Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020 (HVV) en de Doelgroepenverordening
Portefeuille: Bouwen en Wonen/ Maarten Poorter
Deadline 9 september 2020
Rondvraag
$ Stedelijke adviesaanvragen, deze worden door de stadsdeelcommissie schriftelijk afgehandeld. Bewoners hebben de mogelijkheid in te
spreken. Wilt u dat? Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected]. Let op: u kunt zowel fysiek, als digitaal inspreken.
2
| Agenda | 2 | discard |
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1
1011 PN Amsterdam j |
Postbus 202
1000 AE Amsterdam EE Aan der Laah
Telefoon 020 552 2000 Burgemeester
Fax 020 552 3100
_ www.amsterdam.nl Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
__Datum 30 oktober 2013 |
Ons kenmerk
Behandeld door |
Onderwerp Uitspraak bezwaarschriftencommissie intocht Sinterklaas
Geachte leden van de gemeenteraad,
De bezwaarschriftencommissie van de gemeente Amsterdam heeft zich gebogen over de |
eenentwintig ingediende bezwaren tegen het verlenen van de vergunning voor de intocht |
van Sinterklaas op 17 november aanstaande. De bezwaarschriftencommissie heeft mij |
geadviseerd de bezwaren ongegrond te verklaren, omdat naar de mening van de |
commissie aan alle voorwaarden voor vergunningverlening is voldaan en omdat er op dit
moment door de commissie niet juridisch wordt vastgesteld dat de figuur van Zwarte Piet
racistisch is. Dit advies is door mij overgenomen met aanvullingen die ik hieronder toelicht.
Dit betekent dat de vergunning voor de Sinterklaasintocht in Amsterdam niet wordt
ingetrokken. Als bijlage ontvangt u het advies van de bezwaarschriftencommissie.
Het meest in het oog springende aangevoerde bezwaar gaat over de figuur van Zwarte
Piet. De bezwaarden stelden dat het evenement in zijn huidige vorm een racistisch
fenomeen is. Ik ben mij bewust van de gevoelens van de bezwaarmakers maar ook van de
Sinterklaasliefhebbers. Daarom heb ik vandaag een gesprek gevoerd met Quincy Gario en
de organisatoren van de intocht. Hen heb ik mijn besluit persoonlijk toegelicht. |
|
Sinterklaas is een traditioneel kinderfeest. Een sprookje en een toneelstuk, waaraan vrijwel
iedereen meedoet. Het is een lieve en geliefde traditie. Alleen al in Amsterdam brengt de |
intocht 3 à 400.000 mensen (veelal kinderen) op de been.
Die traditie heeft verschillende oorsprongen. Delen van de traditie zijn vele honderden
jaren oud. In de 19-de eeuw is een stereotype zwarte persoon als knecht op het toneel
gekomen. Hij kon worden verbonden met slavernij. De traditie is (dus) allerminst statisch. |
In de laatste vijftig jaar verloor Zwarte Piet op pedagogische gronden zijn boemankarakter.
En Zwarte Piet evolueerde van de stereotype onderdanige ‘zwarte knecht naar de vrolijke
‘clown’, die niet langer krom praat, geen kroeshaar of dikke lippen hoeft te hebben, en niet
noodzakelijk zwart is van zichzelf maar duidelijk geschminkt, bijvoorbeeld om
schoorsteenroet te suggereren. Zwarte Piet is in het spel degene die problemen maakt én
oplost.
Het feest zelf is in zijn hedendaagse verschijningsvorm (doorgaans) niet racistisch te
noemen en in wezen eerder verbindend. Maar (de geschiedenis van) het feest kan wel tot
Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
Gemeente Amsterdam
Kenmerk Burgemeester
Pagina 2 van 3
racistische uitingen aanleiding geven. Bijvoorbeeld als donkere mensen in het dagelijks
leven Zwarte Piet worden genoemd. Het gaat er om dat dergelijke uitingen pijn doen.
Waar dergelijke pijnlijke ervaringen bestaan en — vanwege het slavernijverleden — mede
7 hun aanleiding vinden in delen van de Sinterklaastraditie, althans in de geschiedenis
daarvan, is er reden om te zien of we dit probleem kunnen oplossen. Want wij mogen
empathie van elkaar verwachten bij het stellen en oplossen van problemen.
‘Wij is niet een burgemeester die de evenementenvergunning voor een intocht verleent.
Reeds omdat dit geen lokale maar een landelijke kwestie is. Maar belangrijker is dat het
geen bestuurlijke kwestie is of zou moeten zijn. Naar zijn aard is de vraag naar de
(on)wenselijkheid van aanpassing van een volkstraditie een vraag voor het volk of de
samenleving. Zo beschouwd is de grootscheepse actuele discussie precies wat gebeuren
moet. Het is vervolgens primair aan alle Sinterklaascomités, die uit vrijwilligers bestaan en
in de samenleving staan, om aan die discussie conclusies te verbinden. Ministers en
burgemeesters, het parlement en de gemeenteraden kunnen hooguit hun best doen deze
discussie in goede banen te helpen leiden, alles om er toe bij te dragen dat het
Sinterklaasfeest een feest voor iedereen is. Dit geldt overigens ook voor een internationale
organisatie als de VN,
Na raadpleging van college en gemeenteraad wil ik voor wat betreft de inhoudelijke inzet
aansluiten bij Hoofdpiet Erik van Muiswinkel. Hij schrijft: Zwarte Piet moet natuurlijk blijven
maar we moeten ermee doorgaan om Piet steeds minder zwart en minder knecht te
maken (NRC Handelsblad 22 oktober 2013).
Krompraat, kroeshaar, dikke lippen, oorringen en onderdanigheid bevestigen de door
menigeen gevoelde band met slavernij en zijn daarom te vermijden. Hoe zwart Zwarte Piet
kan blijven zal wel blijken. Zwarte Pieten met blonde haren, overduidelijk geschminkte
Pieten, Pieten met roetvegen, of gekleurde Pieten, het is allemaal mogelijk.
Onderdanigheid kan op vele manieren verder dan nu worden tegengegaan.
Sinterklaasliedjes kunnen worden ontdaan van dubieuze teksten. Dat kan gerust aan de |
fantasie van de comités worden overgelaten.
Bij dit alles moet geleidelijkheid voorop staan. Dat is ten eerste nodig voor de jonge
kinderen (tussen drie en acht jaar) die door te snelle ingrijpende veranderingen in de war
zouden kunnen worden gebracht. Dat is ook nodig omdat het veel goedwillende mensen |
met warme gevoelens voor het Sinterklaasfeest in zijn huidige vorm zwaar valt dat aan hun |
feest en jeugdherinneringen wordt getornd. Dat past verder bij de aard van de discussie, |
waarbij nu moeilijk te voorzien is wanneer de angel er uit getrokken is. Bovendien is het
nodig dat positieve lokale ervaringen landelijk gedeeld worden om te kunnen worden |
nagedaan, en ook dat vraagt tijd. |
Zou het niet goed zijn om er gezamenlijk naar te streven dat 1) zo snel mogelijk een
volgende stap wordt gezet en dat 2) over bijvoorbeeld vijf of tien jaar het Sinterklaasfeest |
daadwerkelijk een feest is voor iedereen? |
ledere partij in deze discussie, dat zijn in beginsel bijna 17 miljoen mensen, heeft |
respectabele belangen. Het is van het grootste belang dat de discussie niet wordt gevoerd
ten koste van de kinderen om wie het allemaal te doen is. Demonstratievrijheid is een
tamelijk heilig recht in ons land, maar ook voor demonstranten geldt de eis van tolerantie.
Daargelaten wat er juridisch van gezegd kan worden, gaat het verstoren van een
Sinterklaasintocht in moreel opzicht duidelijk te ver. Dat geldt naar mijn oordeel ook voor
het opzettelijk in de war brengen van jonge kinderen door in het openbaar te roepen dat
Sinterklaas niet zou bestaan. Het zou hoe dan ook fijn zijn als de discussie niet, zoals nu
steeds gebeurt, begint kort voor de intocht en ophoudt meteen na het vertrek van de Sint.
Dat kan beter andersom. Ook in de omgang geldt tenslotte dat men elkaar met respect
2
Gemeente Amsterdam
Kenmerk Burgemeester
Pagina 3 van 3
dient te benaderen, ongeacht welke mening iemand is toegedaan over de figuur Zwarte
Piet. Discriminerende uitlatingen zijn vanzelfsprekend niet toelaatbaar.
In 2012 heb ik namens het college drie gesprekken gevoerd, met eerst Quincy Gario,
Kno'Ledge Cesare, Miguel Heilbron en Raoul Balai, daarna met Raymond Borsboom,
Henk Leegte en Jeroen Krabbé van het Amsterdamse Sinterklaascomité, en ten slotte met
beide partijen. Hoewel er over en weer begrip bestond en het gesprek over de aanpassing
van de figuur Zwarte Piet onderling werd vervolgd, heeft dat zoals bekend nog geen
oplossing geboden. Ik heb Quincy Gario en het Amsterdamse Sinterklaascomité opnieuw
gesproken en hen geïnformeerd over de beslissing op de bezwaren, en over de wens om
gezamenlijk de geschetste oplossingsrichting te bespreken en in overleg te treden met de
NTR en andere plaatselijke Sinterklaascomités. Het doet mij deugd dat ieder bereid is het
gesprek voort te zetten.
Ik hoop dat ik u met deze brief voldoende heb geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
E.E. van der Laan
Burgemeester van Amsterdam
|
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 726
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Warmerdam en Van Pijpen inzake Begroting 2022
Onderwerp
Ontwikkel samen met de raad en experts geschikte indicatoren bij de zorgdoelen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Constaterende dat:
— indicatoren in een begroting de voortgang moeten meten van het te bereiken doel;
— _nu bij een aantal doelen van de zorgbegroting niet de geschikte indicatoren zijn opgenomen.
Overwegende dat:
— goede indicatoren van belang zijn voor controle van de voortgang door de raad;
— _ rapportage op basis van goede indicatoren van belang is bij het besluiten van maatregelen en
investeringen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Samen met de raad en experts geschikte indicatoren te ontwikkelen voor de toekomst die de
voortgang van de zorgdoelen meten.
Indieners
S. Warmerdam
J.F. van Pijpen
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Commissieactualiteit voor de TAR
van 7 april 2022
Portefeuille Duurzaamheid
Onderwerp
AEB blijft 150 km-grens schenden
Aan de commissie
Op 1 april stuurde het college een brief naar de raad, waaruit blijkt dat het AEB, ook na een
heroverweging van het eerdere besluit door de directie, de biomassa die is aangetrokken uit
Spanje zal verstoken. Ook heeft de Raad van Commissarissen de directie het mandaat gegeven
om meer biomassa uit het buitenland aan te kopen als er binnen een straal van 150 kilometer
onvoldoende biomassa van goede kwaliteit voor handen is.
Daarmee worden garanties geschonden omtrent het ‘duurzaam’ gebruik van biomassa, die diverse
malen aan de raad zijn gegeven.
Reden van spoedeisendheid
Aangezien het AEB op korte termijn definitief verkocht wordt, en de gemeente daarmee nog meer
sturing verliest, is het van belang dat deze kwestie op korte termijn wordt behandeld in de raad.
Het lid van de commissie
K.M. Kreuger
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 791
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de evaluatie Amsterdamse
maatregelen luchtkwaliteit (onderzoek roetbeleid en het nemen van bijbehorende
maatregelen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 27 augustus 2013 inzake de evaluatie Amsterdamse maatregelen
luchtkwaliteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 748);
Overwegende dat:
— de luchtkwaliteit in de gemeente Amsterdam van onvoldoende kwaliteit is;
— de gemeente Amsterdam maatregelen moet treffen om de Europese normen
voor luchtkwaliteit te halen;
— roet zeer schadelijk is voor de gezondheid van de mens en dat ondanks het
aandeel van roet en zware metalen in fijnstof klein is, de roetdeeltjes gevaarlijker
zijn voor de volksgezondheid dan andere deeltjes fijnstof (Bron: Paul Fischer,
RIVM);
Constaterende dat:
— in de Evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit wordt aangegeven dat
om de lokale invloed van verkeer op de gezondheid te beoordelen roet een
betere indicator is dan PM10 or PM2.5;
— de door het college voorgestelde maatregelen geen betrekking hebben op de
aanpak van roetemissies,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
onderzoek te verrichten naar het voeren van een gemeentelijk roetbeleid en
het nemen van passende maatregelen ter reductie van de roetemissie en dit voor de
zomer 2014 terug te koppelen naar de raad.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 349
Datum indiening 18 februari 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de toename van
antisemitische incidenten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Uit de Monitor Antisemitische Incidenten 2019 blijkt dat anti-Joodse discriminatie vorig
jaar explosief is toegenomen. Het CIDI spreekt over het hoogste aantal incidenten
sinds het dertig jaar geleden is begonnen met metingen. Ten opzichte van 2018 is er
sprake van een toename van 35 procent.
Het incidentenoverzicht uit de monitor staat vol met incidenten die in Amsterdam
plaatsvonden, namelijk ruim vijftig.” Deze schokkende stijging van het aantal
incidenten in Amsterdam is helaas hoger ten opzichte van de landelijke stijging.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouder gesteld:
Woord vooraf:
Racisme en discriminatie — in welke vorm dan ook — accepteert het college van
Amsterdam niet. Niet op straat, niet op het werk, niet op school, niet bij een
demonstratie en niet op het voetbalveld. De Officier van Justitie is daarbij telkens
verantwoordelijk voor de opsporing en handhaving van strafbare discriminatie.
1. Heeft het college een verklaring voor deze toename? En wil het college in de
beantwoording van deze vraag ingaan op de situatie in Amsterdam?
Antwoord:
Amsterdam kent de grootste Joodse gemeenschap van Nederland en dit verklaart
ook deels het relatief hoge aantal signalen uit Amsterdam. Deze signalen
verdienen desondanks onverkort onze volle aandacht. Het negeren van zelfs het
minste signaal verhoudt zich niet met het traumatische Amsterdamse verleden. In
geen andere stad in Nederland zijn immers zoveel Joodse medeburgers door de
nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog afgevoerd en — naar later bleek —
vermoord.
1 https://www.cidi.nl/wp-content/uploads/2020/02/Monitor-2019.pdf
2 https://www.parool.nl/amsterdam/recordaantal-meldingen-antisemitisme-in-amsterdam-be4723b2/
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng jn Gemeenteblad R
Datum 17 maart 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 februari 2020
Een deel van de door het CIDI waargenomen toename is ook te herleiden tot de
demonstraties gericht tegen het beleid van de huidige Israëlische regering. Veel
van deze protesten vinden plaats in Amsterdam. Bepaalde kritiek op de
Israëlische regering is volgens de definitie die het CIDI hanteert ook antisemitisch.
Kritiek op het handelen van de staat Israël is volgens het college echter iets
wezenlijks anders dan strafbare discriminatie, uitsluiting en bedreiging van Joden.
Het laatste zal niet worden geduld door de driehoek, terwijl het eerste
bescherming verdient binnen de
geldende Nederlandse wettelijke kaders.
In de bestuurlijke beantwoording op het initiatiefvoorstel wat door uw raad is
behandeld op 18 december 2019 bent u hier over reeds geïnformeerd.
2. Wil het college (nader) onderzoek doen met het CIDI naar de oorzaken van deze
toename?
Antwoord:
Deze maand was reeds een overleg gepland tussen de burgemeester en een
vertegenwoordiging van de Joodse gemeenschap, waaronder het CIDI. Dit
voorjaar zal de wethouder Diversiteit het gesprek voortzetten met een doorsnede
van de Amsterdamse Joodse bevolking. In beide overleggen zullen we de monitor
bespreken. Ook in onze contacten met het Meldpunt Discriminatie Amsterdam en
het College voor de Rechten van de Mens zullen we de monitor bespreken. Als
uit deze gesprekken blijkt dat meer onderzoek naar de specifieke Amsterdamse
situatie nodig is, zullen we dit doen.
3. In het onlangs aangenomen Actieplan tegen antisemitisme wordt het college
verzocht ‘scholen te stimuleren en faciliteren gebruik te maken van lespakketten
over de Shoah en de geschiedenis van Joden in Nederland en in Amsterdam in
het bijzonder in de strijd tegen vooroordelen, stereotypen en antisemitische
denkbeelden’. Kan het college aangeven welke stappen en maatregelen het heeft
genomen of gaat nemen om uitvoering te geven aan deze opdracht?
Antwoord:
Het college geeft hier aan uitvoering middels het beleid zoals beschreven in de
beleidsbrief ‘Amsterdarnmerschap in het onderwijs’, In de bestuurlijke reactie op
het initiatiefvoorstel Actieplan antisemitisme dat door uw raad is aangenomen
op 18 december 2019 bent u hierover als volgt geïnformeerd:
Scholen kunnen gebruik maken van middelen uit de VLOA burgerschap om extra
projecten in te kopen. Per Amsterdamse leerling is in deze regeling circa 21 euro
beschikbaar om te besteden aan activiteiten rond burgerschapsontwikkeling.
Daarnaast heeft de gemeente bijvoorbeeld Oorlog in mijn Buurt ondersteund, een
ontmoetings-onderwijsprogramma dat ouderen en kinderen en de buurt dichter bij
elkaar brengt rondom persoonlijke buurtverhalen uit de Tweede Wereldoorlog. In
programma's zoals de Vreedzame School worden leerlingen gestimuleerd te
werken aan burgerschapsvaardigheden, verantwoordelijk zijn voor elkaar en voor
de gemeenschap en open te staan voor de verschillen tussen mensen.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer de art 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 februari 2020
Scholen kunnen gebruik maken van middelen uit de VLOA burgerschap om extra
projecten in te kopen. Per Amsterdamse leerling is in deze regeling circa 21 euro
beschikbaar om te besteden aan activiteiten rond burgerschapsontwikkeling.
Verder zetten we in op stevige kennisnetwerken in de stad en onderhouden we
nauw contact met de lerarenopleidingen.
Tot slot heeft de burgemeester onlangs samen de voorzitter van het Nationaal
Comité 4 en 5 mei, Gerdi Verbeet scholen een brief gestuurd in het waarin actief
het initiatief ‘adopteer een oorlogsmonument’ waarin scholen worden uitgenodigd
om een oorlogsmonument te adopteren.
4. Een ander punt uit het Actieplan is het aanmoedigen van scholen om hun
leerlingen tijdens hun basisschoolperiode een bezoek te laten brengen aan
locaties met een historische relevantie met betrekking tot de Shoah en scholen
hierbij te ondersteunen. Hoe moedigt het college deze scholen aan en op welke
wijze wordt er ondersteuning verleent?
Antwoord:
In de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel Actieplan antisemitisme dat door
uw raad is aangenomen op 18 december 2019 bent u hierover als volgt
geïnformeerd:
Het college ziet zeker het nut van bezoeken aan historische plekken, juist ook
voor kinderen die hierover van huis uit minder meekrijgen, en stimuleert dit.
Zo heeft de gemeente bijvoorbeeld financieel bijgedragen aan educatieve
bezoeken aan Auschwitz van leerlingen van het Calandlyceum.
5. Wanneer verwacht het college het onderzoek naar de aard en omvang van
antisemitische incidenten in Amsterdam voltooid te hebben? Kan er al iets worden
gezegd over de wijze waarop dit onderzoek wordt uitgevoerd en georganiseerd?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2. Het is op dit moment niet duidelijk of nader
onderzoek nodig is. Mocht er aanvullend onderzoek plaatsvinden, dan wordt de
raad over de resultaten geïnformeerd. Het thema discriminatie komt daarnaast
prominent terug in de jaarlijkse Veiligheidsmonitor. De uitkomst van de
Veiligheidsmonitor wordt zoals gebruikelijk met u gedeeld aan het eind van het
jaar.
In haar jaarverslag rapporteert ook het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam
over antisemitisme. U krijgt dit jaarverslag in het voorjaar aangeboden.
6. Werkt Amsterdam samen met de andere G4-steden als het gaat om de aanpak
tegen antisemitisme? Zo ja, hoe? En zijn er best practices uit andere G4-steden
overgenomen in Amsterdam? Zo nee, zou het college een G4-top willen
organiseren over dit onderwerp?
Antwoord:
De meerderheid van de Joodse gemeenschap woont in Amsterdam en in
Amstelveen. Met Amstelveen kan indien noodzakelijk direct overleg plaatsvinden.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
weing jn Gemeenteblad
ummer - =: . :
Datum 17 maart 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 februari 2020
Het college is daarnaast uiteraard bereid om in het bestaand netwerk van G4
partners eventueel bestaande best practices te inventariseren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 441
Datum akkoord 17 mei 2016
Publicatiedatum 18 mei 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge (SP) van 25 april 2016 inzake
hetprijsopdrijvende effect van vakantieverhuur.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het Parool berichtte 25 april 2016 over een onderzoek van ING over het
prijsopdrijvend effect van vakantieverhuur.” Woningeigenaren kunnen tot 60 dagen
per jaar hun huis verhuren aan toeristen. De inkomsten hiervan kunnen
woningeigenaren gebruiken om een hogere hypotheek te nemen. ING schat dat dit
kan leiden tot een hypotheek van 100.000 euro extra bij maximaal gebruik van de
verhuurtermijn.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Wat vindt het college van het onderzoek van ING? Welke conclusie trekt
het college hieruit?
Antwoord:
Wij hebben onmiddellijk na het verschijnen van de publicatie contact gezocht met
ING. Op basis van dat gesprek en uit de publicatie zelf heeft het college wat
twijfels over de onderbouwing van het rapport.
Bovendien is het een puur theoretische berekening die niet stoelt op
praktijkervaringen van de bank. Daarbij gaat ING uit van een onveranderd
maximum aantal dagen vakantieverhuur van 60 per jaar terwijl dit geen garantie
is. Ook vergeet ING de extra kosten mee te rekenen van het verblijf elders tijdens
die 60 dagen verhuur.
Dit toont reeds aan dat een goede analyse van de prijsopdrijvende effecten van
vakantieverhuur niet eenvoudig is. Het college zou het beter vinden als
hypotheekverstrekkers juist waarschuwen tegen een mogelijke verleiding van
mensen om onzekere inkomsten uit toeristische verhuur in te zetten voor het
kopen van een te dure woning.
1 ING: Airbnb drijft huizenprijs Amsterdam een ton op. Het Parool, 25/4/2016 via
http://www.parool.nl/amsterdam/ing-airbnb-drijft-huizenprijs-amsterdam-een-ton-op-a4288467/
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing lr Gemeenteblad
Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, maandag 25 april 2016
2. Deelt het college de zorg van de SP dat de combinatie van een krappe
woningmarkt en het feit dat banken extra hypotheek verstrekken aan kopers van
huizen in toeristische buurten, ertoe kan leiden dat huizenkopers gedwongen
worden om hun huis maximaal te verhuren aan toeristen om nog kans te kunnen
maken op een huis in een centrale buurt?
Antwoord:
Als potentiële kopers op deze wijze de inkomsten uit vakantieverhuur zouden
meenemen bij de aanschaf van een nieuwe woning en daarmee bij de aanvraag
van een hypotheek, dan zou dit zorgelijk zijn. Gelukkig geeft ING zelf aan dat een
extra hoge hypotheek op basis van de geraamde inkomsten uit vakantieverhuur
niet verstrekt wordt. Alleen inkomen uit (vast) werk telt mee voor de hoogte van
een hypotheek. Daarnaast kunnen mensen hun eigen vermogen gebruiken voor
het kopen van een woning.
3. Wat vindt het college ervan dat ING aan de ene kant signaleert dat de
huizenprijzen stijgen door vakantieverhuur, maar dat ING aan de andere kant
hiertoe ook de ruimte biedt door het mogelijk maken van een extra hoge
hypotheek?
Antwoord:
Zie het antwoord opj vraag 2, ING geeft geen extra hypotheek. ING berekent
slechts dat door inkomsten uit toeristische verhuur mensen geld kunnen sparen
om een duurdere woning te kopen dan ze eerst van plan waren, dan wel eerder
een tophypotheek op basis van hun (reguliere) inkomen nemen omdat ze
speculeren op meer afloscapaciteit uit toekomstige inkomsten uit toeristische
verhuur. Dat dit tot een prijsopdrijvend effect leidt, is goed mogelijk, maar de
grootte van dit mogelijke effect is bijzonder ingewikkeld vast te stellen. Het college
heeft niet veel instrumenten om de prijzen van (met name bestaande)
koopwoningen te beïnvloeden.
4. Staat ING hiermee op zichzelf of bieden ook andere banken extra financiering
voor huizen die veel verhuurd kunnen worden aan toeristen?
Antwoord:
Het college is niet bekend dat andere hypotheekverstrekkers een extra hoge
hypotheek verstrekken op basis van inkomsten uit toeristische verhuur.
5. Is het college het met de SP eens dat het extra financieren van huizen in
toeristische buurten een groot financieel risico vormt voor de kopers, aangezien
het stadsbestuur de mogelijkheden onderzoekt om de termijn van
vakantieverhuur te beperken? Is het college bereid, dit aan te kaarten bij de
banken, opdat zij terughoudender zullen worden met het extra financieren van
huizen vanwege vakantieverhuur?
Antwoord:
Extra financiering is niet aan de orde. Het college is wel bereid om een brief aan
de grootste hypotheekverstrekkers te schrijven met een dringend verzoek om in
hun voorlichting kopers duidelijk te maken dat inkomsten uit toeristische verhuur
geen basis moeten zijn om een woning te kopen tegen een prijs die zij anders niet
hadden willen betalen. Daarbij kunnen zij wijzen op de voorwaarden die zowel de
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng lr Gemeenteblad
ummer = su -
Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, maandag 25 april 2016
gemeente als de meeste VvE's stellen waardoor extra verdiensten uit verhuur aan
toeristen op legale wijze maar beperkt of zelfs niet mogelijk zijn. Het is niet alleen
voor de betreffende mensen maar ook voor hypotheekverstrekkers onwenselijk
als mensen in problemen komen door achterblijvende of zelfs uitblijvende
inkomsten uit vakantieverhuur en hierdoor hun hypotheek niet langer kunnen
opbrengen. Het college acht het dan ook onverstandig voor zowel potentiele
kopers als voor hypotheekverstrekkers om onverantwoorde schulden aan te gaan
op basis van verwachte inkomsten uit vakantieverhuur.
6. Is het college bereid, deze vragen te beantwoorden voor de volgende
raadsvergadering waar het onderwerp vakantieverhuur op de agenda staat?
Antwoord:
Ja.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 050
Status Aangehouden
Onderwerp Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake vaststellen van het beleidskader
Hoofdgroenstructuur (geen parkeervoorzieningen in het groen)
Onderwerp
Geen parkeervoorzieningen toestaan in het groen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader Hoofdgroenstructuur,
Constaterende dat:
-__in de conceptversie van het beleidskader Hoofdgroenstructuur bij vrijwel alle groentypen
vermeld stond dat er geen extra parkeervoorzieningen bij mochten komen en dat oplos-
singen voor parkeren buiten de groengebieden gevonden moesten worden;
- deze passages niet meer voorkomen in de definitieve versie van het beleidskader Hoofd-
groenstructuur zoals voorgelegd aan de raad.
Overwegende dat:
-__ het schaarse waardevolle groen in onze stad niet verloren mag gaan voor de aanleg van
parkeerplekken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
in geen enkel groentype extra parkeervoorzieningen toe te staan.
Indiener,
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | train |
RAADSVERGADERING 7 en 8 juli
woe 1 ALGEMEEN DEEL
13:00U a. Opening en mededelingen
b. Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 16 juni 2021
C. Vaststellen van de agenda
d. Mededeling van de ingekomen stukken
e. Mondelinge vragen vur
- Vragen van het lid Vroege inzake straat- en pleinfeesten tijdens de komende Pride Amsterdam Halsema
- Vragen van het lid Bosman inzake de politiecapaciteit bij evenementen Halsema
- Vragen van het lid Warmerdam inzake het bericht dat de regio's Noord-Holland en Amsterdam met betrekking Kukenheim
tot jeugdzorg onder verscherpt toezicht zijn gesteld voor een periode van een half jaar
- Vragen van het lid Van Lammeren inzake het bericht ‘Prikafspraken in Amsterdam vervallen wegens festival’ Kukenheim
- Vragen van het lid Mbarki inzake de sluiting van sportschool Pancration in Noord Halsema
- Vragen van het lid Veldhuyzen inzake opnieuw aanval op Westermoskee Halsema
- Vragen van het lid Mbarki inzake snel stijgend aantal coronabesmettingen Halsema
2 INTERPELLATIES EN ACTUALITEITEN
Actualiteit van de leden Blom, Heinhuis, Rooderkerk en Schreuders inzake het lerarentekort medium
AGENDAPUNTEN
3 Kennisnemen van de Voorjaarsnota 2021 en vaststellen enkele begrotingswijzigingen uitgebreid college
woe 4 Instemmen met de verbetering van het bestuurlijk stelsel 2022 conform de Hoofdlijnennotitie uitgebreid Groot Wassink
19:30U 5 Vaststellen van de verordening op lokaal bestuur voor het stadsgebied Weesp en Driemond en overige regelingen kort Groot Wassink
voor de bestuurlijke fusie tussen Weesp en Amsterdam
15 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Actieplan groene ICT Amsterdam van het lid Timman en kort Meliani
kennisnemen van de bestuurlijke reactie
16 Beschikbaar stellen van een vitvoeringskrediet van € 56,2 miljoen voor de renovatie van het Amsterdam Museum kort Meliani
18 Kennisnemen van het rapport van de rekenkamer Afhandeling van meldingen openbare ruimte en het overnemen kort Meliani
van de aanbevelingen
do 19 Instemmen met het initiatiefvoorstel 'Voorkom huiselijk geweld' van het lid El Ksaihi en kennisnemen van de kort Kukenheim
09:00 bestuurlijke reactie
21 Vaststellen van het plan van aanpak gezonde en kansrijke start medium Kukenheim
23 Vaststellen van de Toekomstvisie Sociaal Vervoer kort Kukenheim
24 Vaststellen van het Beleidsprogramma Aanpak Dakloosheid 2021-2025 ‘Een nieuwe start, samen op weg naar medium Kukenheim
perspectief’
26 Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Voorkom eenzaamheid onder jongeren’ van het lid El Ksaihi en kort Kukenheim
kennisnemen van de bestuurlijke reactie.
28 Instemmen met het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte kort Kukenheim
29 Vaststellen van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een menselijke metropool’ uitgebreid Van Doorninck
do 30 Vaststellen van het bestemmingsplan Hamerstraatgebied, ze herziening kort Van Doorninck
13:00U
34 Vaststellen van het bestemmingsplan Bredius ze herziening kort Van Doorninck
36 Instemmen met de conceptbrief met wensen en opvattingen over de tweede versie Verstedelijkingsconcept van _ kort Van Doorninck
de MRA Verstedelijkingsstrategie
37 Vaststellen van het Strategisch Masterplan Universiteitskwartier medium Van Doorninck
42 Vaststellen van de Investeringsnota Struijckenkade en het beschikbaar stellen van een krediet kort Van Doorninck
44 (Gedeeltelijk) opheffen van geheimhouding op documenten inzake de totstandkoming van de vernieuwing van kort Van Doorninck
het erfpachtstelsel in de periode 2014 —-2018 naar aanleiding van herbeoordeling in het kader van actief openbaar
maken.
47 Vaststellen van de Parkeerbelastingverordening 2021 in verband met het invoeren van betaald parkeren in medium De Vries
Geuzenveld e.o.
54 Instemmen met het wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Vervoerregio Amsterdam (VRA) en het viten medium De Vries
van wensen en bedenkingen bij het verwerven door de VRA en het creëren door het College van een
prioriteitsaandeel in GVB Holdina N.V. voor de VRA.
55 Uiten van wensen en bedenkingen inzake de uitplaatsing van gemeentelijke taken in het OV-domein medium De Vries
56 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Meer buurtstallingen voor de fiets van het lid Vroege en kort De Vries
kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel
do installatie van de ombudsman kort voorzitter
19:30U
60 Instemmen met het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze! en daarmee vast te stellen de Verordening op het medium Everhardt
toerisme in balans
61 Vaststellen van de financiële verordening 2022 medium Everhardt
67 AFRONDING COMMISSIEACTUALITEIT(EN)
Actualiteit het salaris van de Carré Top kort Everhardt
BENOEMINGEN
68 Verlenen van eervol ontslag aan de directeur Rekenkamer Metropool Amsterdam presidium
69 Benoemen van de Ombudsman in de Gemeenschappelijke Regeling gezamenlijke Ombudsman Metropool presidium
Amsterdam
7o Herbenoemen van een lid van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) Van Doorninck
71 Benoemen van drie leden in de Raad van Toezicht van OOadA Moorman
72 Benoemen van een lid in de Raad van Toezicht van INNOORD Moorman
73 Benoemen van voorzitters van de raadscommissies MLW en AZ presidium
74 Benoemen van een lid van de enquêtecommissie inzake het Afval Energie Bedrijf presidium
Stemmingen
Burgemeester en wethouders De Vries en Groot Wassink zijn donderdagochtend afwezig.
Burgemeester is donderdagmiddag vanaf 15:00 vur afwezig
| Actualiteit | 5 | train |
X Gemeente
X Amsterdam
D
Resultaten GSA 2015 - 2019
Gezonde Schoolgebouwen —_ vervoloprogramma GSA zo20 - 2022
Amsterdam
ATA 48 eN r kirE nk an cd jeske Hi
HE iN eed s ee Ee Ed | IS hmh he nh in en
Di NE IN u it Js EN 5 | en FE Hin vand
Gemeente Amsterdam n ee
. "We kwamen terug van Je Zed
Projectmanagementbureau (PMB) vaskintie en dn vie. Js hiet ns A
Opdrachtgever: Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) systeem hangen, maar we En
D b weten er niets van he
ECEMDEr 2019 natuurlijk. Het systeem a ’ Es
maakt geen Eens dus we | - F es Te
. vroegen ons af of het wel En RE er + |
Projectteam Gezonde Schoolgebouwen werkte. Maar ook tips en en ed Wi
, | | iid Ee en hd B
uitleg over het gebruik en el EE | hm nn dan
i ne PD LE PM.
Gedelegeerd opdrachtgever: Sonja Pol wat wa de legen rn MRS AT
q p q . J kunnen vertellen. Ik vond BA ITT _ te 5 | u ei
Uitvoerend opdrachtgever: _ Susan Bromm het heel fijn dat er zo snel 5 A Ten \
. . . een aparte Ml
Projectmanager: Rozanne van Vliet (tot 31/12/2019) miermotiebjeenkomst voor ij
Anneke Loeve het team werd
Bouwmanagers: Edwin Dijkhuis georganiseerd” Ge
Steven Veenendaal mn er —n a
Assistent-bouwmanager: Olof Kool B en od Á
me RE att Te
> En (s
EE 5 TE
Contact: [email protected] Oling he w
Kelk f ar ; : mm
ehs, ER -
em RE RT eeN
med TE CIC. ij ss „ 8E EN AO
N! et, ed SS Eg loek / \
É ed IG ns Oa WE re
Bertin > at en = 5 ie
| en EN eN f = jn
J B Er hd Do DS af
Te Se En 4 Mn == ÁÀ,
TA Ge Ad
2
Inhoudsopgave 5 Financien … …….....vvvenovensvensvensvenvenerenerevene vene eeverevernvern 20
5.1 Overzicht budget GSA 2015-2018 … … ae ve neer venn erven. 20
Samenvatting EE 5.2 Investeringsraming vervolgprogramma GSA 2020 -2022 … … 21
1 Inleiding. .....svesserensverenenerenenerenenenenenenenensnsnerenenerene Ö
1.1 Ambitie en uitgangspunten ……….…..envsn vens eeveevvervenvenvenvervverenn en Ô
1.2 Programma Gezonde Schoolgebouwen 2015-2018 .…..….…..……....9
1.3 Scholen in fijnstofzones… sneren ennvenenenenenenenenen eneen Ó
2 Uitgangspunten en organisatie …… … … … … ………….…eveveveneren. 11
21 Doel......nnnnvonnsevvenvenvenvennenveervenenrvenvenverrvenvenvenvenverveevenreene ÎÌ
2.2 Prioriteitscategorieën ……… sove ss voveenonoovesennvrvesenvorervervrree 11
2.3 Maatregelen ………..…...nnun vens enveervenv eren vverveervenvervennenverveevenreere ÎÌ
2.4 Cofinanciering.….….…....nunsnsnsnsnsnsnsn eere nenennrenevenenevenevereverevererene 12
2.5 Opbouw investeringsbudget … … … ven venrsenvenvervvevenrvene 12
2.6 Stappenplan uitvoering … ens sn vens eneenevenvenvennenvervverenrvene 12
2.7 Raamcontracten ……...oss snor onseroenooorssrrnsveorenenenvereenvesnnnrrreeeer 13
28 Project- en uitvoeringsorganisatie … ses vvsovensorvevervrree 13
29 Onderhoud … sons oonoensevoervenveenenveervenvenvensennvereervenverven 1À
2.10 Gezonde luchtkwaliteit vs. klimaatbeheersing … … 14
2.11 Gebruikersenquête: nul- en effectmeting … … nennen. 14
3 Resultaten Gezonde Schoolgebouwen 2015-2019 ….….………. 15
3.1 Uitvoering schoolgebouwen GSA 2015 - 2019 … ………………………………. 15
3.2 Toets Gezonde Schoolgebouwen … essen eeen vereer verversen. 16
3.3 Conclusies na uitvoering 2015-2019 …… nn ennenverveevenreen. 17
4 Vervolgprogramma Gezonde Schoolgebouwen 2020 - 2022 19
4.1 Uitvoeringsprogramma 2020 ……… …….nssee vers veverennsneerenssneerenn 19
4.2 Uitgangspunten … es esssnverennsneerenseeverenssnvervnnsnvervnsneerenn 19
43 Tijdelijke huisvesting … svenn evverrvervenvenvenvervvevenvervenn 20
44 Weesp .…….….......nnvevoaneronserenneersenensnneersersnsnonseversenenensnververrener 2Û
3
Sa menvatti ng schoolbestuur bestaat. Voor schoolgebouwen in een fijnstofzone worden
fijnstofmaatregelen (filters) vitgevoerd. *
Voor u ligt de voortgangsrapportage Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam Het vitgangspunt is om alle deelnemende scholen te laten voldoen aan de
2015 — 2019 en een voorstel voor het vervolgprogramma voor het voortgezet normen voor gezonde schoolgebouwen zoals beschreven in het Programma
onderwijs 2020-202. Deze rapportage geeft een overzicht van: van Eisen Frisse Scholen. Voor GSA wordt een norm gehanteerd van Frisse
e Resultaten in de periode 2015 — 2019 Scholen klasse B (klasse C bij een bestaande installatie)” De gemeente
e _ Vervolgprogramma voor het Voorgezet Onderwijs in de periode Amsterdam loopt met dit programma voorop als het gaat om luchtkwaliteit
2020-2022 in schoolgebouwen.
Doel programma Ambitie
Het programma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015-2018 is in 2015 De oorspronkelijke ambitie voor 2015-2018 was om het binnenklimaat
gestart om er voor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen in de gemeente gezond te maken op 111? scholen voor PO/SO/VO, met als prioriteit het PO
Amsterdam les krijgen in een gezonde leeromgeving met voldoende frisse en SO in een fijnstofzone.
en gezonde lucht (= laag CO2-gehalte en bescherming tegen fijnstof). Uit Eind 2018 heeft de gemeenteraad die ambitie uitgebreid en ingestemd met
wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat een gezond binnenklimaat een vervolgprogramma voor Gezonde Schoolgebouwen voor het voortgezet
bijdraagt aan de prestaties van zowel kinderen als leerkrachten en leidt tot onderwijs in de periode 2020-2022. In 2019 is onderzocht welke VO-scholen
minder gezondheidsklachten. De gemeente investeert daarom samen met aan het programma willen deelnemen en is gestart met de voorbereiding
de schoolbesturen in goede ventilatiesystemen in klaslokalen van het van het uitvoeringsjaar 2020.
primair onderwijs (PO), speciaal onderwijs (SO) en voortgezet onderwijs Nadat het programma GSA 2015-2019 volledig is afgerond (een deel hiervan
(VO). Schoolbesturen melden hun scholen aan voor deelname aan het vindt plaats in 2020) en met het aanvullende programma van 2020 — 2022 is
programma en committeren zich aan de cofinanciering en de naar verwachting het binnenklimaat in ca. 130 Amsterdamse
onderhoudsverplichting als de maatregelen zijn gerealiseerd. Deelname is schoolgebouwen verbeterd.
niet verplicht maar wordt wel sterk gestimuleerd door de gemeente.
Naast de aanpak van het binnenklimaat worden er ook fen olen enaar fe ven dre
verduurzamingsmaatregelen toegepast. De verduurzaming maatregelen zijn ‘Het Programma van Eisen Frisse Scholen (2015) is een publicatie van de Rijksdienst van Ondernemend
I . . … Nederland in opdracht van het Min. van Binnenlandse Zaken en Koningrelaties. Voor ieder thema zijn 3
beter voor het milieu en bieden de oplossing voor de stijgende ambitieniveaus opgesteld waaraan (prestatie)eisen gekoppeld zijn. Klasse A = zeer goed, klasse B = goed
energiekosten en onderhoudskosten aan de ventilatie-units in de en klasse C =acceptabel. Klasse C is het basisniveau, gebaseerd op wet- en regelgeving zoals deze in het
Bouwbesluit 2012 van kracht waren.
schoolgebouwen, waardoor een exploitatieneutraal resultaat voor het 3 20 PO scholen in 2015, 30 in 2016, 2017 en 2018 en 1 pilot VO
4
Resultaten uitvoering 2015-2019 Financiering
Het oorspronkelijke vitvoeringsprogramma GSA 2015-2018 (111 Deelname van schoolbesturen aan het project GSA is in principe vrijwillig
schoolgebouwen) was gebaseerd op alle PO/SO scholen die op basis van de maar wordt wel sterk door de gemeente gestimuleerd. Het project GSA
Toets Gezonde Schoolgebouwen in aanmerking kwamen voor deelname en 2015-2019 is gebaseerd op cofinanciering: 80% van de investeringskosten
zijn aangemeld door hun schoolbestuur. In de loop van de jaren is het zijn voor de gemeente, 20% voor de scholen (voor PO/SO geldt hierbij een
programma regelmatig geactualiseerd: er zijn VO-scholen toegevoegd en maximum van € 50.000 en voor VO een maximum van € 4.400 per leslokaal).
scholen die op basis van het onderzoek Monitoring Binnenklimaat alsnog aan
het programma wilden deelnemen. Alle investeringen voor GSA 2015-2019 zijn gedekt uit de middelen die in het
coalitieakkoord 2014-2018 beschikbaar zijn gesteld. Het investeringsbudget
Tijdens de vitvoering in de periode 2015-2018 bleek dat er bij een aantal voor GSA 2015-2018 bedraagt in totaal € 35.280.000 (exclusief toets
scholen een kleinere ingreep nodig was dan verwacht (‘quick win’). gezonde schoolgebouwen en pilot VO).
Daarnaast zijn er voordelen behaald door het toepassen van slimmere en
daarmee efficiëntere ontwerpen en voordelige aanbestedingsresultaten. De In de Najaarsnota 2018 is binnen de Onderwijsbegroting tevens een bedrag
totale verwachte investeringen voor de budgetjaren 2015 — 2018 bleken van € 9 miljoen gereserveerd voor een vervolgprogramma voor het
hierdoor lager dan verwacht. Hierdoor ontstond een restantbudget voortgezet onderwijs 2020-2022.
waarmee het mogelijk bleek om nog meer klaslokalen van een gezond
binnenklimaat te voorzien. Vervolgens zijn PO/SO en VO scholen die nog in . …
Financiële resultaten
aanmerking kwamen voor deelname maar niet eerder op oproepen hebben
gereageerd, opnieuw aangeschreven met het aanbod meete doen aan het De werkelijke kosten van met name het laatste uitvoeringsjaar 2019 is
programma GSA. Het programma is daarmee een jaar vitgebreid naar 2015 - substantieel lager uitgevallen (doordat bij sommige scholen door
2019. optimalisatie sprake was van een quick win of doordat scholen
doorgeschoven zijn naar 2020). De voor 2019 gereserveerde kosten
In de periode 2015-2019 wordt het binnenklimaat in 94 PO/SO en 10 VO- bedragen ongeveer €1 miljoen, waardoor er nog een overschot is van
scholen verbeterd. Een deel van de uitvoering van het programma GSA ca € 5,4 miljoen van het totale investeringsbudget van € 35,28 miljoen voor
2015-2019 vindt plaats in 2020. Dit hangt deels samen met de planning en Gezonde Schoolgebouwen 2015-2019 dat door de gemeenteraad ter
prioritering van de schoolbesturen. Ook zijn er als gevolg van het in een later beschikking is gesteld.
stadium scholen toegevoegd aan het programma, zoals St Rosa. Dat Voor het vervolgprogramma GSA 2020 — 2022 is een investeringskrediet van
betekent dat circa 80% van de PO/VO scholen en circa 55% van de VO €9 miljoen gereserveerd binnen de Onderwijsbegroting.
voldoen aan de frisse scholen klasse C eis.
5
Vervolgprogramma 2020 — 2022
Na afronding van GSA 2015-2019 heeft ongeveer 80% van de PO/SO scholen
en circa 55 % van de VO scholen een gezond binnenklimaat. De huidige
coalitie heeft in haar coalitieakkoord aangegeven belang te hechten aan een
gezonde leeromgeving voor alle leerlingen en leerkrachten: “We blijven
investeren in schoolgebouwen met een goede luchtkwaliteit”.
De concrete ambitie is om het binnenklimaat ook in alle resterende VO-
schoolgebouwen te verbeteren. Om deze ambitie te realiseren wordt het
programma Gezonde Schoolgebouwen 2020-2022 voorbereid, met als
primaire focus het verbeteren van de luchtkwaliteit in het voortgezet
onderwijs. In de Najaarsnota 2018 is hiervoor een bedrag van € 9 miljoen
gereserveerd binnen de Onderwijsbegroting. Samen met het restbedrag van
2018 — 2019 is er een investeringsbudget van €15.4 miljoen waarvan een deel
al is verplicht voor de uitvoering van schoolgebouwen in 2019. 6 PO/SO en 5
VO-schoolgebouwen hebben al aangegeven mee te willen doen met het
vervolgprogramma GSA 2020 - 2022. Daarnaast wordt momenteel de
potentiele deelname van nog 8 PO/SO en 4 VO- schoolgebouwen
onderzocht. Uitvoering vindt plaats in de jaren 2020-2022.
6
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015 — 2018 “fijnstof 2020 - 2022
GSA 2015 GSA 2016 GSÁ zo17 GSA zo1ë GSA zo1g | GSA zozo
Ambitie zo PO-{SO- Ambitie 30 PO-/50- (bijgestelde) Ambitie Ambitie 16 PO-/5O- Ambitie 5 PO/SO Litvoering
schoolgebouwen schoolgebouwen 25POAD- EMO schoolgebouwen + | PD-/50-
+2 VO schoolgebouw +1VO schoolgebouwen + VO schoolgebouwen
2015 2016 2017 2018 201q | 2020
1. Lotus A Prof. Burgerschaal * 1. Alan Turing 1 Boomgaard 1. As-Soeffah | 6 PO/SO scholen
2. De Morgenster 2, AsSiddieg 2. St Willisrord 2. Zevensprong 2 DeBren 5 VO schelen
3. Holendrecht 3. Jam Woudsma 3 IJplein 3 Joop Westerweel 3. St. Rosa school
4. Van Houten * 4 JP Coen 4 Bowen *t {Kampina 5) 4. Al Wafa (Buskenblaser)* |
5 De Bijlmerdrie 5 Het Spectrum 5. Buikslotermeer 5. Kraal 2020 2021-2022
6. Einsteinschool 5 ASMOschoola deel 6, Krijtmolen 6. 8 Montessori 4. Geert Groote | | Potentiescholen
7. Osdorpse Mont 6. _Bijlmerhorst 7 Twiske 7 Gein 5 Geert Grootel * 8 PO/SO schelen
8, De Achthoek 7. De Brink 8, Weidevogel 19 8. Bron | 4 VO scholen
dg. St, Antonius 8. De Wiltzangh g. Weidevagel 31 VO 2020
10, Mgr. Bekkers g, DeVier Windstreken * 10, Altra College 2019 1. Geert Groote College * |
11. Kinkerbuurt 10. Klimop * 11. Multatuli * g Winterkoninkje
12, Van Det * 1. De Driesprong 12. Dr, Rijk Kramer (Nassau) 10. 1 Openluchtschodl |
13, Pedium 12, De Hasselbraam 13. Springplank 1. Tijl Uilenspiegel *
14, Flevopark 13. Prof. Dumont 14. Vijf Sterren * 12, Lidwina #45 |
14. De Mijlpaal 13. Lidwina #46
2016 15. Zuiderzee 2018 14. Waaier |
15. ASVO-School 15. El Amien 15. Johannes 15. Al Wafa {H.
15, Het Gouden Ei 17. Piet Hein * 15. De Eilanden Koningsoergstraat)
17. Rosj Pina 18. De Achthoek * 17. Evropaschodl |
18, Imstituut Schreuder 18. Springstok 2020
2017 14. Polsstok 16. Hildebrand w Loon |
zo1ë ig. De Bankelaar 20, Shri Laksmi
19 Globe 20. De Valentijn 21. Samenspel MO 2018 |
20. Boekman 21. Frankendael 22. Merkelbach 1 Open Sch. Bijlmer (OSB)
22. Blauwelijn 23. Fiep Westendarp 2 Het. Lwceum West ® |
VOÒzo16 23. Nellestein *
1 P.Nieuwland College 24. Umiversum* 2019 VO 2019 |
2, Over Y College 25. 5e Montessori 23. Dr. Rijk Kramer OLD 3 Amsterdams Lyceum
26. Steigereiland * 24. Mlinderboom 4 Ir, Lelplwceum |
27. De Horizon Brenner 5 Mont. yeeum A'dam
28. De Horizon Calland |
VO zo17
2018 1 CSB Buitenveldert *
29. Olympus |
VO 2020-2022
2. Damstede * |
/
4 Inleiding ventilatie-units inde schoolgebouwen. Voor schoolgebouwen in de
fijnstofzone (schoolgebouwen in een straal van 300 meter van de snelweg of
5o meter vanaf een drukke verkeersstraat waar meer dan 10.000
1.1 Ambitie en vitgangspunten gemotoriseerde voertuigen per etmaal passeren) worden
fijnstofmaatregelen (filters) vitgevoerd.
Het programma Gezonde Schoolgebouwen 2015-2018 is in 2015 opgezet om
er voor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen in de gemeente Amsterdam In 2015 heeft het college het Plan Gezonde Schoolgebouwen vastgesteld.
les krijgen in een gezonde leeromgeving met voldoende frisse lucht (= laag Hierin is opgenomen om 111 schoolgebouwen PO/SO/VO waarvan 1 pilot VO
CO2-gehalte). Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat een gezond te realiseren in 2015 — 2018. De prioriteit lag vanaf het begin van het
binnenklimaat bijdraagt bij aan de prestaties van zowel kinderen als programma bij PO en SO en scholen in de fijnstofzone. Op 15 december
leerkrachten en leidt tot minder gezondheidsklachten. De gemeente 2015 is het Uitvoeringsplan 2016 — 2018 vastgesteld waarin is vitgegaan van
investeert daarom samen met de schoolbesturen in goede de aanpak van 30 schoolgebouwen per jaar. In de laatste
ventilatiesystemen in klaslokalen van het primair onderwijs, speciaal voortgangsrapportage aan de gemeenteraad (december 2018) is
onderwijs en voortgezet onderwijs. Het vitgangspunt is om alle scholen te gerapporteerd over de voortgang van het programma tot op dat moment en
laten voldoen aan de normen voor gezonde schoolgebouwen zoals een prognose gegeven over de uitvoering in 2019. In de huidige
beschreven in het Programma van Eisen Frisse Scholen. Daarbij wordt de voortgangsrapportage wordt een overzicht gegeven van:
landelijke norm voor Frisse Scholen klasse B gehanteerd (bij nieuwe
installatie en klasse C bij bestaande installatie)* e Behaalde resultaten in 2015 — 209
e _Vervolgprogramma voor het Voorgezet Onderwijs in de periode
Naast de aanpak van het binnenklimaat worden er ook 2020-2022
verduurzamingsmaatregelen toegepast, met als doel een energie- en
exploitatieneutraal resultaat voor het schoolbestuur. De In vergelijking met andere grote steden in Nederland loopt Amsterdam met
verduurzamingmaatregelen zijn beter voor het milieu en bieden de het programma Gezonde Schoolgebouwen voorop wat betreft de aandacht
oplossing voor de stijgende energiekosten en onderhoudskosten aan de voor de luchtkwaliteit binnen (oudere) gebouwen. In steden als Rotterdam,
Utrecht en Den Haag worden nieuwe gebouwen conform de norm Frisse
* Het Programma van Eisen Frisse Scholen (2015) is een publicatie van de Rijksdienst van scholen gebouwd en wordt er bij voorkeur niet gebouwd langs drukke
Ondernemend Nederland in opdracht van het Min. van Buitenlandse Zaken. Voor ieder wegen. Bij bestaande bouw richt men zich vooral op verduurzaming van
thema zijn 3 ambitieniveaus opgesteld waaraan (prestatie)eisen gekoppeld zijn. Klasse A = scholen in algemene zin. Een programma zoals GSA dat zich volledig richt
zeer goed, klasse B = goed en klasse C =acceptabel. Klasse Cis het basisniveau, gebaseerd op op verbetering van luchtkwaliteit in klaslokalen is uniek in Nederland.
wet- en regelgeving zoals deze in het Bouwbesluit 2012 van kracht waren.
8
1.2 Programma Gezonde Schoolgebouwen 2015-2019 Hierin is vastgelegd dat er, ongeacht de berekende (of gemeten)
luchtkwaliteit, geen nieuwe gevoelige bestemmingen mogen gerealiseerd
De scope van het programma GSA 2015-2018 bestond oorspronkelijk vit 111 binnen 300 meter van de snelweg of in de eerstelijnsbebouwing van een
schoolgebouwen, voornamelijk PO en 2 VO. Bij aanvang is bepaald dat er ca. drukke weg tot een afstand van 5o m, waarbij een drukke weg is
30 schoolgebouwen per jaar uitgevoerd konden worden. Het programma gedefinieerd als een verkeersintensiteit van meer dan 10.000
zou daarmee ca. vier jaar duren (2015-2018). motorvoertuigbewegingen per etmaal. Deze eisen worden ook gehanteerd
. n in het programma Gezonde Schoolgebouwen. Hiermee zet de gemeente
Eind 2018 bleek een restantbudget van € 11.3 miljoen over. De
. . . Amsterdam een hogere standaard dan de rest van Nederland
gemeenteraad heeft ermee ingestemd dit restantbudget in te zetten om ook
de scholen die niet in een fijnstofzone liggen te voorzien van gezonde lucht.
In 2029 zijn daarom nog meer scholen toegevoegd aan het programma dat Het is niet haalbaar om bestaande scholen in fijnstofzones te verplaatsen. In
daarmee is uitgebreid naar 2015 - 2019. Amsterdam liggen 62 bestaande scholen in een fijnstofzone. Sinds de
aanvang van het programma GSA voldoen 39 van deze scholen aan de eisen,
is bij 8 scholen renovatie danwel GSA gepland en zijn er 2 huurpanden die
1.3 Scholen in fijnstofzones tot nu toe buiten beschouwing zijn gelaten. Tenslotte zijn er 13 panden
. . . gesloopt of vallen niet meer onder gemeentelijke verantwoordelijkheid
In 2019 is vanuit de media en het Amsterdams gemeenbestuur veel … : ee:
h in fi doordat zij een andere bestemming hebben gekregen. Er zijn hiermee geen
aandacht geweest voor de Amsterdamse scholen in fijnstofzones. Deze scholen in de fijnstofzone meer in gebruik die niet beschermd zijn tegen
scholen hebben vanaf het begin prioriteit gehad binnen het programma fijnstof
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam.
In het landelijke besluit ‘Besluit Gevoelige Bestemmingen Luchtkwaliteit’ is
vastgelegd dat er bij de bouw van nieuwe scholen binnen 300 meter van een
snelweg of binnen 5o meter van een provinciale weg moet worden getoetst
of de berekende luchtkwaliteit aan de wettelijke grenswaarden voldoet.
Omdat deze wettelijke grenswaarden niet beschermen tegen het optreden
van schade aan de gezondheid is in Amsterdam sinds 2010 de Richtlijn
Gevoelige Bestemmingen Amsterdam van kracht
https://www.amsterdam.nl{parkeren-verkeer/luchtkwaliteit/lokale-richtlijn/.
9
% Gemeente Aanpak Gezonde Schoolgebouwen
Amsterdam d in fit f
% Amsterdam in fijnstofzones
8 J
Legenda
Type school
© Primair onderwijs
Lu Voortgezet onderwijs
A Speciaal onderwijs (primair) © s
O0 Speciaal onderwijs (voortgezet) ee
Aanpak fijnstof
e® Schoolgebouw voldoet In de kaart zijn alle scholen in Amsterdam opgenomen
ee» Aanpak is gepland . die zich in gebieden met een te hoog fijnstofgehalte
P Tijdelijk pand bevinden. Hierbij wordt uitgegaan van de norm die de
GGD hanteert: “een locatie binnen een straal van 300
211% Schoolgebouw is (binnenkort) geen OHV* meer meter van een snelweg of 50 meter van een
verkeersstraat waar meer dan 10.000 gemotoriseerde
*Onderwijshuisvesting voortuigen per etmaal passeren”.
10
ï Ï i . Schoolgebouwen met ventilatiesysteem dat niet voldoende functioneert
2 Urtgangspunten en organisatie + 3 y ver 10 Dn
om aan Frisse Scholen Klasse Cte voldoen en niet in een fijnstofzone liggen.
2.1 Doel 2.3 Maatregelen
Het Programma Gezonde Schoolgebouwen heeft als doel om de Het programma bestaat uit verschillende maatregelen:
luchtkwaliteit in de klaslokalen van PO-, SO- en waar mogelijk VO-
schoolgebouwen te verbeteren conform Frisse Scholen Klasse B. Bij . oa:
‚ e Aanpassen, vervangen of nieuw balansventilatiesysteem
schoolgebouwen met een bestaand ventilatiesysteem is de ondergrens EN oe:
nn . Ì (luchtbehandeling) in alle leslokalen (dus niet in gangen en andere
Klasse C, tenzij dit systeem als gevolg van achterstallig onderhoud niet ;
Id schoolruimtes)
voldoet. e Scholen in een fijnstofzone krijgen maatregelen tegen fijnstof
(fijnstoffilters in een centraal of decentraal
2.2 Prioriteitscategorieën balansventilatiesysteem)
e Het verbeteren van de luchtkwaliteit leidt vrijwel altijd tot een
De eerste prioriteit van het programma ligt bij het verbeteren van het toename van de energie- en onderhoudslasten voor een school. Om
binnenklimaat van klaslokalen. De secundaire prioriteit ligt bij energie. Er is deze hogere exploitatiekosten te compenseren, worden
een prioritering vastgesteld op basis van de CO2-concentratie in relatie tot verduurzamingsmaatregelen getroffen, zoals het plaatsen van
de al dan niet aanwezige ventilatievoorzieningen. Daarbij wordt de hoogste zonnepanelen of ledverlichting. Hiermee wordt de ingreep
prioriteit gegeven aan scholen die in een fijnstofzone® liggen. De volgende exploitatieneutraal voor het schoolbestuur. Voorafgaand aan het
categorieën zijn vastgesteld: project wordt een energiescan opgesteld om een schoolbestuur
inzicht te geven in de verduurzamingsmogelijkheden.
1. Schoolgebouwen zonder ventilatiesysteem die in een fijnstofzone liggen
2. Schoolgebouwen met ventilatiesysteem die in een fijnstofzone liggen 5
Ie: sr … u -Toename - Energie-
À Schoolgebouwen zonder ventilatiesysteem die níet in een fijnstofzone = energiekostenl besparende ©
Iggen maatregelen
Elk [mm [8
Ü - Toename - Duurzame ua
S onderhouds- energie Lo)
TT S= kosten
$ (fijnstofzone = schoolgebouwen in een straal van 300 meter van de snelweg of 5o meter co
van een drukke verkeersstraat waar meer dan 10.000 gemotoriseerde voertuigen per etmaal
passeren).
11
2.4 Cofinanciering 2.5 Opbouw investeringsbudget
Het onderhoud en beheer van schoolgebouwen valt formeel onder De benodigde investeringen zijn gebaseerd op de ingrepen die nodig zijn om
verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Omdat de gemeente Klasse B (of ondergrens Klasse C) en een neutraal exploitatieresultaat te
Amsterdam het van belang acht dat leerlingen in een gezonde leeromgeving behalen. Het investeringsbudget is opgebouwd uit de bouwkosten,
les krijgen, investeert zij in de luchtkwaliteit van de gebouwen. Deelname voorbereidingskosten, BTW en onvoorziene kosten. De
aan het programma is niet verplicht, maar wordt wel sterk door de voorbereidingskosten zijn gebaseerd op een vast percentage van het totale
gemeente gestimuleerd. Het project wordt daarom uitgevoerd op basis van investeringsbudget voor alle schoolgebouwen.
cofinanciering. De gemeente Amsterdam financiert 80% van het totale In geval van asbestsanering neemt de gemeente deze kosten op zich. Indien
investeringsbudget (incl. BTW). Schoolbesturen betalen 20% van het totale een schoolbestuur extra wensen heeft ten aanzien van bijvoorbeeld
investeringsbudget. Hierbij is een maximum vastgesteld van € 50.000 per verduurzamingsmaatregelen, koeling of inrichting, zijn deze meerkosten
schoolgebouw bij PO en SO en €4.400 per klaslokaal bij het VO. voor het schoolbestuur.
Voor scholen die op termijn worden verlaten, maar toch voor langere tijd in . .
gebruik zijn, kan de gemeente een uitzondering maken en beslissen om zelf 2.6 Stappenplan uitvoering
de financiering op zich te nemen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een Deelname aan het programma is geheel vrijwillig. Schoolbesturen van alle
school gebruikt wordt als wissellocatie, zoals de St Rosa in Amsterdam scholen die niet voldoen aan het Scholen Klasse B eis, worden door de
Noord. De kosten worden in dit geval niet verdisconteerd naar het gemeente benaderd als zij op basis van de CO2-meetresultaten in
schoolbestuur. Scholen in beheer van Gemeentelijk Vastgoed worden ook aanmerking komen voor deelname. Zij tekenen eerst een intentieverklaring,
door gemeente zelf gefinancierd. waarna onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden voor de
A betreffende school. Op basis hiervan wordt een definitief besluit genomen
Totale investering minimaal nodig voor klasse B/C . .
"Gemeente Schoolbestuur over deelname en worden alle afspraken vastgesteld in een afsprakenbrief.
. 80% e 20% (Max) Na ondertekening van de afsprakenbrief is deelname van het schoolbestuur
Maatregelen lucht, licht (PvE), € 50.000, - per schoolgebouw (PO/ SO) definitief en zijn ook de financiële afspraken vastgelegd.
verduurzamingsmaatregelen t.b.v. of € 4.400, - per lokaal (VO)
exploitatieresultaat=0, oe: . . . .
voorbereidingskosten en BTW Er is in dit project sprake van een intensieve samenwerking met de
® Aanvullende wensen schoolbesturen. De doorlooptijd van het project (analyse gebouw t/m
Budget afhankelijk van maatregelen oplevering) is gemiddeld 9 maanden. De uitvoering vindt, afhankelijk van de
te nemen maatregelen, in een vakantieperiode plaats waarbij de voorkeur
12
uitgaat naar de zomervakantie. De verschillende procesfasen worden met tegelijk aan de markt aan te bieden. De aannemers kunnen zich in
een beslisdocument afgesloten. zogeheten 'mini-competities' per tranche inschrijven. De tranche-indeling
Alle fasen van het project zijn schematisch weergegeven in onderstaand waarborgt een maximale flexibiliteit, kwaliteit en continuïteit van het
overzicht. project.
Voor het vervolgprogramma 2020 -2022 zijn nieuwe aanbestedingen
Analyse Onderzoek (varianten) Ontwerp en vergunning Aanbesteding Uitvoering . . . .
uitgevoerd voor aannemers en installatieadviseurs.
Kennismakings Startgesprek Keuzegesprek: Afspraken Afstemmingen
Gesprek brief, Overleg
Opname Voorstel Opties Formalisatie Uitwerking Rekentijd Enginee en . . . . .
+ advies so DIe vankeuze bestek aannemer ta 2.8 Project- en uitvoeringsorganisatie
Zomervakantie
Het Programma Gezonde Schoolgebouwen wordt uitgevoerd onder
SB SB SB* SB/SD SB/SD " n n
55 Schoolbestuur (ij keuzegesprek met tekenbevoegrde namens 55) SD= Schooldicti bestuurlijk opdrachtgeverschap van de wethouder Onderwijs en ambtelijk
opteren teentjes opdrachtgeverschap van de directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ). In 2015
is een projectorganisatie opgericht voor de uitvoering van het programma.
De projectorganisatie is nog steeds opgebouwd volgens dezelfde structuur.
2.7 Raamcontracten Projectorg 9 Pg 9
. . . … … . Bestuurlijke Opdrachtgever
Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan tijdens het uitvoeren van de Wethouder Onderwijs
eerste 20 scholen in 2015 zijn in samenwerking met de afdeling Inkoop van d
de Gemeente Amsterdam twee aanbestedingen uitgevoerd voor de aanpak eneen
. . ir Onderwijs
van de volgende ca. go schoolgebouwen in de periode 2016 - 2018.
Bestuurlijke Opdrachtrever
De eerste aanbesteding bestond uit de opdracht aan een installatieadviseur Wethouder Onderwijs
die een opname doet van de schoolgebouwen en op basis van de uitkomsten ee
in overleg met de gemeente en het schoolbestuur een maatregelenpakket A An
, , . . u bouwer anagers
opstelt. Deze aanbesteding is gewonnen door installatiebedrijf Merosch, dat r e
de }
sindsdien alle opnames doet en maatregelenpakketten opstelt. Hie
De tweede aanbesteding was gericht op uitvoering van het procesmanager geel
. en . Installati é
maatregelenpakket. Er is viteindelijk een raamcontract afgesloten met 6 KEREN besturen + Kn | netatsiendieu)
verschillende aannemers (+ 4 aannemers in de ‘wachtkamer'). Hierdoor is het k aannemers
mogelijk om de schoolgebouwen in tranches van 3 tot 8 schoolgebouwen | | “| Raamcontract
Aannemers
13
2.9 Onderhoud Scholen. Dit betekent dat de lucht in klaslokalen continu wordt ververst
waardoor het CO2-gehalte daalt en het minder benauwd wordt. De
Het onderhoud van de nieuwe ventilatiesystemen is van cruciaal belang voor verversing van de lucht zorgt ook voor enige verkoeling, maar het is niet
het in stand houden van een verbeterd binnenklimaat. Als bijvoorbeeld vergelijkbaar met airco. Het is wel mogelijk om de
filters niet op tijd worden vervangen heeft dit direct invloed op de luchtbehandelingssystemen te koppelen aan koelingssystemen, maar dit
luchtkwaliteit. Het onderhoud is daarom onderdeel van de afspraken die de valt buiten de scope van het project. Dit kan als aanvullende wens door de
gemeente maakt met de schoolbesturen. schoolbesturen worden meegegeven bij vitvoering van GSA.
Een gezond schoolgebouw wordt na oplevering overgedragen aan het Een deel van scholen die meedoen of hebben meegedaan aan GSA hebben
schoolbestuur. Het eerste jaar na oplevering is de betreffende aannemer een centraal balansventilatiesysteem (kasten op het dak) gekregen en
verantwoordelijk voor het onderhoud. Het schoolbestuur committeert zich hierbij is en koppeling aan koeling over het algemeen eenvoudig in te
door deelname aan het project aan de afspraak om voor de daarop volgende passen. De frisse lucht die in de scholen wordt geblazen kan dan ook worden
10 jaar een onderhoudscontract af te sluiten bij een gecertificeerd gekoeld. Het is aan de schoolbesturen om te investeren in een koelsysteem.
onderhoudsbedrijf. Het schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor het Ook de scholen voorzien van een decentraal balansventilatiesysteem
onderhoud van de ventilatiesystemen na oplevering. Zij is vrij om te kiezen (units in de klaslokalen) kunnen deze uitbreiden met een koelsysteem, maar
bij welke gecertificeerde onderhoudspartij zij het onderhoud uitbesteedt. dit vraagt, vooral bij units die deels onder het plafond uitsteken, meer
Een contract mag ook vit meerdere opeenvolgende kortere contracten maatwerk.
bestaan, maar er moet sprake zijn van 10 jaar aansluitend onderhoud.
Overigens is het bij alle scholen met een balansventilatiesysteem (zowel
Alle schoolgebouwen worden na deelname voorzien van een centraal als decentraal) mogelijk om nachtventilatie aan te zetten. Dit
monitoringssysteem (CO2-meter) in klaslokalen. Scholen hebben hierdoor betekent dat de lucht in de klaslokalen ook gedurende de nacht voortdurend
direct zicht op de luchtkwaliteit in de leslokalen en kunnen hiernaar wordt ververst met buitenlucht. Omdat de buitenlucht ’s nachts ook in
handelen. warme periodes afkoelt, zijn de lokalen ‘s morgens koeler en warmen
langzamer op.
2.10 Gezonde luchtkwaliteit vs. klimaatbeheersing
2.11 Gebruikersenquête: nul- en effectmeting
Gedurende het programma is, vooral in de zomer, regelmatig de vraag
gesteld of de temperatuurbeheersing in klaslokalen ook onderdeel is van de Om de effecten van het programma te kunnen meten worden er op twee
scope. Het Programma Gezonde Schoolgebouwen (GSA) heeft tot doel om momenten gebruikersenquêtes afgenomen bij de scholen: een nulmeting
klaslokalen van gezonde lucht te voorzien, conform de normen voor Frisse voorafgaand aan de uitvoering en een effectmeting na ongeveer een jaar.
14
Gebruikers van de deelnemende scholen worden met behulp van een online 3 Resultaten
vragenlijst gevraagd naar hun beleving van het binnenklimaat. De vragenlijst
is speciaal ontwikkeld om de tevredenheid inzichtelijk te maken op de Gezonde Schoolgebouwen 2015-2019
volgende aspecten: algemene tevredenheid, luchtkwaliteit, kunstlicht en
energiebesparende maatregelen. In de vragenlijst van de effectmeting . .
krijgen respondenten tevens de mogelijkheid om te reageren op de 3-1 Uitvoering schoolgebouwen GSA 2015 - 2019
etroffen maatregelen in het kader van Gezonde Schoolgebouwen. De .
3 . 3 . d . . Het programma GSA 2015-2018 is gebaseerd op alle PO/SO scholen die in
nulmeting en effectmeting worden met elkaar vergeleken. Indien hier . . Nn
rn . on 2015 in aanmerking kwamen voor deelname én zich na de oproep van de
aanleiding voor is wordt een gesprek met een schooldirectie gepland. .
gemeente actief hebben aangemeld.
pmm en Ed NT
| Directeur: EN ee d n
ON ne aend ee Se Het was de ambitie om het programma Gezonde Schoolgebouwen in 2018
Me ES , hoofdpijn in de klas” af te ronden. Eind 2018 bleek er echter een restantbudget te zijn. Dit
| | N ee < < overschot is grotendeels ontstaan omdat er bij een aantal scholen een
B fristeid ervaren als ze 's morgens de deur es Ee € é kleinere ingreep nodig was dan verwacht, door het toepassen van slimmere
BE en a 4 en daarmee efficiëntere ontwerpen en/of voordelige
—____— Raactiée ab ikers Si aanbestedingsresultaten. Door dit restbudget deed de kans zich voor om
_ Reacties gebruikers udger:s ch voor
… iT MN ek) 5 nog meer klaslokalen van een gezond binnenklimaat te voorzien. Er is
En daarom door de gemeenteraad besloten het programma GSA 2015-2018
Ds: vakantie me ‚ .
br et AN En mr meteenjaarte verlengen en 2019 toe te voegen. Eris onderzocht of er
de | | | 4 Le alsnog meer PO/SO scholen in aanmerking kwamen voor deelname. Scholen
in | kope pe R \ : oo .
| | vil: Nl ml (eg Pen mal | ndr ln en die niet eerder op oproepen van de gemeente hebben gereageerd om zich
NN di hs en ON ES Zan te melden zijn opnieuw benaderd met als boodschap dat zij nog een
De ad 4e laatste kans hebben om mee te doen.
„ fi Aj p
Vern WEMA U ek
GSA 2015 — 2019
In 2015 is gestart met uitvoering van het Programma Gezonde
Schoolgebouwen. Sindsdien zijn er g1 PO/SO scholen van 30 verschillende
schoolbesturen aangepakt.
15
Naar aanleiding van de Pilot Voortgezet Onderwijs hebben er tussen 2015 en 3-2 Toets Gezonde Schoolgebouwen
2019 nog eens 8 VO scholen van 6 verschillende schoolbesturen meegedaan
aan het Programma GSA. In 2016 is de Toets Gezonde Schoolgebouwen afgenomen, hierover is ook in
Vanaf 2016 is gewerkt conform het raamcontract dat na aanbesteding door de laatste voortgangsrapportage (2017) verslag gedaan. Middels een visvele
de gemeente is afgesloten met 6 verschillende aannemers. Zie paragraaf 2.6 opname en CO2-metingen is inzicht verkregen in de luchtkwaliteit van
voor een nadere toelichting op de uitgangspunten. klaslokalen van 361 schoolgebouwen (276 PO, 24 SO en 7o VO). Deze
Van het programma GSA 2015 - 2019 zijn nog 3 PO/SO en 2 VO scholen zijn vervolgens gecategoriseerd volgens de 4 prioriteitscategorieën
schoolgebouwen voor uitvoering in 2020 gepland. Dit brengt het totaal (zie ook paragraaf 2.2). Vervolgens is per categorie aangegeven of de school
vitvoeringsprogramma 2015 — 2019 op 94 PO/SO en 10 VO scholen. voldoet aan de eisen voor Frisse Scholen klasse B (of C bij bestaande
installatie). Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een school niet
Overzicht Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015-2019 voldoet:
e Gebouwen liggen in een fijnstofzone en hebben geen speciale
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015- 2019 maatregelen (Fg-filters) tegen fijnstof
EE school e Gebouwen hebben geen balansventilatiesysteem
vagetjaar hon gebouwen e Gebouwen hebben wel een balansventilatiesysteerm maar voldoen
GSA 2015 20 PO/SO( + 2 VO in pilot) niet aan klasse C van Frisse Scholen
GSA 2016 29 PO/SO De toets resultaten zijn naar alle schoolbesturen gestuurd. Schoolbesturen
GSA 2017 24PO/SO + 1 VO waarvan (bepaalde) scholen in aanmerking kwamen voor deelname zijn
GSA 2018 15PO/SO + 5 VO actief benaderd met de vraag of zij deel wilden nemen aan het programma.
GSA 2019 3 PO/SO
Totaal 91PO/SO + 8VO Uit de toets bleek ook dat er van de schoolgebouwen met een adequaat
GSA rest uitvoering 2015 -2019 3PO/SO + 2VO ventilatiesysteem toch ca. 8o scholen niet voldeden aan de normen voor
. Klasse B. Deze scholen scoorden klasse D. Om de oorzaak hiervan te
GSA potentie 2020 - 2022 14 PO/SO + gVO ne ‚ On , ,
achterhalen is in 2017 gestart met het project Monitoring Binnenklimaat
Totaal (prognose) 108 PO/SO + 19 VO . : oe:
uitgevoerd (zie volgende paragraaf). Daarnaast zijn, naar aanleiding van de
toets, alle scholen met een balansventilatiesysteem voortaan voorzien van
een CO2-meetset om een niet-functionerend systeem eerder te kunnen
signaleren.
16
3.3 Conclusies na uitvoering 2015-2019
Met het programma Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015 — 2019 is
het mogelijk gemaakt om sinds de start in 2015 bij 94 PO/SO en 10 VO
scholen het binnenklimaat te verbeteren. De aanpassingen varieerden van
het installeren van volledig nieuwe installaties tot kleine aanpassingen aan
bestaande systemen. Het merendeel van de scholen deed mee, voor scholen
die niet aan het programma deelnamen waren duidelijke redenen van
toepassing als een op handen zijnde verhuizing of renovatie.
Het programma is hiermee succesvol gebleken. Het restbudget van GSA
2015 — 2019 en het investeringsbudget voor het vervolgprogramma GSA
2020 — 2022 zullen worden aangewend om in nog potentieel 14, PO/SO en g
VO scholen het binnenklimaat te verbeteren.
17
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2015 — 2019 en vervolgprogramma 2020 - 2022
2020-2022
Budget Budget Budget Budget Budget | Restant budget
GSA 2015 GSA 2016 GSA 2017 GSA 2018 GSA 2019 GSA ao15- 2019 +
Ambitie zo PO{SO Arnbitie 30 PO/SO Ambitie 30 PO/SO Ambitie 16 PO/SO Ambitie 5 PO/SO | Budget avan maas
schoolgebouwen schoolgebouwen +1 VO schoolgebouur +5 VO schoolgebouwen + WO schoolgebouwen Prognose
| 6 PO-/SO-
Realisatie GSA 2015 Realisatie GSA 2015 See a 5 WO schoolgebouwen
ons PO{SO scholen PO/SO +2 VO scholen Realisatie GSA 2015 |
E 4 2 PO/SO scholen
Realisatie GSÀA 2016 en Realisatie GSÀ 2016 |
18FCISO scholen 1 FOISO school |
B Realisatie GSA 2017 Realisatie GSA 2017 Realisatie GSA 2017
E 8 PO/SO scholen 2 PO/SO scholen | 1 VO school
scholen
dae Realisatie GSA 2018 | Realisatie GSA 2018
ee
5 7 POÍSO + 3 VO scholen 1 POÍSO school
scholen |
Keoliete dh zo0 | Realisatie GSA restant
POS scholen 2POSO
a | +2vOscholen
5 } | Realisatie GSA 2020
VÒ- schoolgebouwen 6PO/SO
2VO- schoolgebouwen + vosenlan
é d Potentie GSA 2021 -
Toets Gezonde Schoolgebouwen heen | en
361 PO-, SO- en YO- schoolgebouwen 3 8PO/s0
Amsterdam. | +4 VO scholen
18
4 Ve rvolgprogra mma ventilatiesysteem, zodat het systeem weer voldoet aan de norm of
voldoende beschermd wordt tegen fijnstof. Op basis van de ervaring van de
Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam afgelopen jaren is de voorlopige inschatting dat er 10 PO/VO scholen en 7
2020 - 2022 Vo scholen daadwerkelijk mee zullen doen. Verdeeld over de jaren 2020-
2022 leidt dit tot de volgende vitvoeringsprognose:
Na afronding van GSA 2015-2019 hebben circa 80 % van de PO/SO scholen
circa 55% van de VO scholen een gezond binnenklimaat. De huidige coalitie
heeft in haar coalitieakkoord aangegeven belang te hechten aan een
gezonde leeromgeving voor alle leerlingen en leerkrachten: “We blijven
investeren in schoolgebouwen met een goede luchtkwaliteit”.
De concrete ambitie is om het binnenklimaat ook in alle resterende PO/SO 4.2 Uitgangspunten
en VO-schoolgebouwen te verbeteren. Om deze ambitie te realiseren is het Het vervolgprogramma GSA 2020-2022 wordt, gelet op de positieve
programma Gezonde Schoolgebouwen 2020-2022 voorbereid, met als resultaten, het draagvlak onder de schoolbesturen en de technische
primaire focus het verbeteren van de luchtkwaliteit in het restant van de uitvoerbaarheid, uitgevoerd onder dezelfde voorwaarden en vitgangspunten
scholen in het PO/SO en VO onderwijs. In de Najaarsnota 2018 is hiervoor als GSA 2016-2019 zoals benoemd in hoofdstuk 2, waarbij de focus zowel
een bedrag van € 9 miljoen gereserveerd binnen de Onderwijsbegroting. PO/SO als VO omvat. Dit betekent onder meer dat er sprake is van
cofinanciering (80% gemeente - 20% schoolbestuur), met een maximale
hl Uitvoeringsprogramma 2020 bijdrage van €50.00o per school voor PO/SO en € 4.400 per lokaal voor VO-
scholen.
Na instemming van de gemeenteraad met het vervolgprogramma is
begonnen met het onderzoek naar welke VO scholen deel willen nemen en Het programma GSA 2015-2018 en het restantbudget jaar 2019 is
welke PO/SO scholen die eerder niet hebben meegedaan aan het aanbesteed. Voor het programma 2020-2022 is de aanbesteding van de
programma alsnog deel willen nemen. Dit onderzoek is nog in volle gang. installatieadviseurs afgerond en is in de aanbesteding voor de aannemers de
selectie bijna afgerond.
Er komen in potentie nog 14 PO/SO en 9 VO-scholen in aanmerking voor het
vervolgprogramma. Bij een deel van de scholen gaat het om het integreren
van een balansventilatiesysteem. Bij een aantal scholen gaat het naar
verwachting om een kleinere ingreep i.v.m. aanpassing aan het bestaande
19
4-3 Tijdelijke huisvesting niet voldoen aan Frisse Scholen klasse B. Het is vervolgens aan het
gemeentebestuur van Weesp om op basis van de uitkomsten te bepalen of
Naast het voorgestelde uitvoeringsprogramma wordt ook beoogd om in ze maatregelen willen nemen en deze te financieren. Het gaat hierbij
2020 — 2022 onderzoek te doen naar de luchtkwaliteit en mogelijkheid tot vooralsnog om 3 PO en 2 VO scholen. In 2020 wordt hier een vervolg aan
deelname aan het programma van scholen die momenteel in huurpanden gegeven.
gevestigd zijn. Tot op heden zijn deze scholen buiten beschouwing gelaten
omdat deze panden niet in eigendom zijn van de gemeente en door
schoolbesturen worden gehuurd. Het is echter de ambitie van de wethouder 5 Financien
Onderwijs om alle kinderen in Amsterdam in een gezond schoolgebouw les
te laten krijgen. Daarom is besloten om ook te onderzoeken in hoeverre
verduurzaming van de huidige huurpanden die niet op korte termijn worden 5.1 Overzicht budget GSA 2015-2018
afgestoten een rechtmatige investering is. Ook gebouwen waar momenteel
geen scholen in gevestigd zijn, maar die wel als strategische voorraad te Het totale investeringsbudget voor Gezonde Schoolgebouwen 2015-2018
boek staan, moeten in dit onderzoek worden meegenomen. In 2020 brengt dat door de gemeenteraad ter beschikking is gesteld bedraagt € 35,28
de gemeente de investeringsopgave met betrekking tot deze miljoen (exclusief exploitatie, toets Gezonde Schoolgebouwen en Pilot VO).
schoolgebouwen in kaart. De stand van zaken is als volgt:
Realisatie 2015-2019 € 28,88 miljoen
4-4 Weesp Beschikbaar GSA Restant (‘over’) € 6,40 miljoen
Totaal € 35,28 miljoen
De gemeente Weesp ontwikkelt momenteel beleid over het binnenklimaat
van de schoolgebouwen in Weesp. Een beleidskader is gewenst omdat een De werkelijke kosten van de vitvoeringsjaren 2015 — 2018 zijn substantieel
aantal scholen aanvragen heeft ingediend voor verbetering van het lager vitgevallen (doordat bij sommige scholen door optimalisatie sprake
binnenklimaat en hiervoor de kaders ontbreken. De aanvragen betreffen het was van een quick win etc. of doordat scholen doorgeschoven zijn naar
upgraden van het binnenklimaat naar Frisse Scholen B op de onderdelen 2020). Hierdoor ontstond een overschot van €6,4 miljoen. Voor de
temperatuur, licht en lucht. De gemeente Weesp heeft aangegeven te willen uitvoering van het programma 2019 is ongeveer €1 miljoen verplicht,
harmoniseren met het beleid van Amsterdam. waardoor er voor de uitvoering van het vervolgprogramma 2020 — 2022 nog
een overschot is van
In een eerste verkennend gesprek heeft het projectteam Gezonde ca € 5,4 miljoen.
Schoolgebouwen toelichting gegeven op het programma. Ook heeft zij
aangeboden om de scholen in Weesp te laten toetsen in hoeverre zij al dan
20
5.2 Investeringsraming vervolgprogramma GSA 2020
"2022
De huidige coalitie heeft aangegeven een vervolg te willen geven aan het
programma Gezonde Schoolgebouwen 2015-2018, zodat ook zoveel
mogelijk leerlingen in het voortgezet onderwijs in een gezonde
leeromgeving les krijgen. In de Najaarsnota 2018 is hiervoor een bedrag van
€ 9 miljoen gereserveerd binnen de Onderwijsbegroting.
Doel is om het overgebleven budget van 2015 — 2019 toe te voegen aan het
budget van 2020 — 2022 om met het totaalbudget van € 15,4 miljoen het
restant van alle PO/SO scholen en alle potentiele VO-schoolgebouwen van
een gezond binnenklimaat te kunnen voorzien, ook de scholen die zich in
eerder stadium om verschillende redenen niet hebben aangemeld maar toch
nog mee willen doen.
De gesprekken over deelname van de potentie scholen is nog in volle gang.
In de loop van 2020 zal meer duidelijkheid ontstaan over in hoeverre het
huidige gereserveerde budget al dan niet vitgeput wordt. In 2020 wordt de
investeringsopgave in kaart gebracht met betrekking tot schoolgebouwen in
strategische voorraad en huurpanden waarin scholen gevestigd zijn. Als eind
2020 blijkt dat er weer een restbudget is ontstaan, kan besloten worden om
de raad te vragen de overgebleven middelen aan te wenden voor het
aanpassen van de strategische voorraad en huurpanden. Mogelijkheden om
te investeren in gezonde schoolgebouwen in Weesp worden op dezelfde
manier verkend.
21
| Onderzoeksrapport | 21 | train |
x Gemeente Amsterdam F E Z
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
% Agenda, donderdag 25 juni 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
Tijd 09.00 tot 12.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
BA Conceptverslag van de openbare vergadering van 14 mei 2009.
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
5B Conceptverslag van de openbare vergadering van 27 mei 2009.
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
7 Actualiteiten
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
Agenda, donderdag 25 juni 2009
8 Voorjaarsnota 2009 commissies en Raad Nr. BD2009-003300
e De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
, Voorjaarsnota + brief wethouder Asscher is u reeds toegezonden op 25 mei 2009.
WETHOUDER OSSEL-DEEL
Lucht- en Zeehaven
9 Technische staat Noordersluis IJmuiden Nr. BD2009-004279
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Hierbij wordt een presentatie gegeven door de heer Oudendijk (adviseur van de
Haven Amsterdam).
10 Intrekken Zeehaven- en kadegeldverordening 2009 en per 1 januari 2010
hanteren van Algemene Voorwaarden Zeehavengeld Nr. BD2009-003378
e De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Algemeen
11 Rondvraag/TKN lijst Ossel
WETHOUDER ASSCHER-DEEL
Economische Zaken
12 Kredietcrisis
e _ Mondelinge toelichting door wethouder Asscher.
e Geen stukken.
13 Preadvies op de notitie @Home in Amsterdam van het raadslid Paternotte Nr.
BD2009-004299
e De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
Agenda, donderdag 25 juni 2009
14 Brief ‘Oud en Nieuw feest 2009-2010’ Nr. BD2009-004086
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Geagendeerd op verzoek van de heer Paternotte (D66).
15 Brief reactie Initiatiefvoorstel SP (lvens) oud en nieuw Nr. BD2009-004328
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Nulmeting Ontdek Amsterdam 2009 Nr. BD2009-004087
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66).
17 Rapport Resultaten BPE 2006-2008 Nr. BD2009-004281
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66).
18 Aanwijzingsbesluit 3 kansenzones Nr. BD2009-004176
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Vaststelling van de Bijzondere subsidieverordening economische activiteiten
Amsterdam 2009 (ESA 2009) Nr. BD2009-003390
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
20 Professionalisering regie en organisatie citymarketing Nr. BD2009-003997
_Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie KSB is hierbij uitgenodigd.
Algemeen
21 Rondvraag/TKN-lijst wethouder Asscher.
3
| Agenda | 3 | train |
VN2021-000141 X Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Participatie Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
% Amsterdam Vastooed. ICT en Dii
goed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt (34)
Personeel en Organisatie (4,4)
Economische Zaken (16)
Agendapunt 11
Datum besluit 16 februari 2021
Onderwerp
Werkplan Aanpak Arbeidsmarktdiscriminatie 2021-2022
De commissie wordt gevraagd
Om kennis te nemen van het volgende besluit van het College van B&W en dit te bespreken:
In te stemmen met de brief Werkplan aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2021-2022' aan de
Gemeenteraad, waarmee het College van B&W invulling geeft aan de uitvoering van het programma
in de komende twee jaar. Met de aanpak arbeidsmarktdiscriminatie heeft het college in de
afgelopen twee jaar een flink aantal maatregelen genomen. Toch er is er meer nodig omdat
arbeidsmarktdiscriminatie nog te vaak voorkomt, de coronacrisis het probleem heeft verergerd en er
nieuwe wetgeving voor gelijke kansen bij werving en selectie aankomt. De belangrijkste onderdelen
van het werkplan zijn:
1. Met het werkplan 2021-2022 intensiveert het college het programma Aanpak
Arbeidsmarktdiscriminatie op de volgende punten:
* de aanpak van stagediscriminatie, omdat dit een zeer hardnekkig probleem is dat door de
coronacrisis en het toenemende tekort aan stageplekken nóg nijpender is geworden;
* de ondersteuning van werkgevers via het platform Amsterdam Divers en Inclusief, door
het platform beter te profileren en werkgevers concrete handvatten te bieden waarmee zij
aan de slag kunnen bij hun eigen bedrijf;
e hetsluiten van een bestuurlijk convenant tussen werkgevers met het doel een norm te
stellen door samen te werken aan meer diversiteit en inclusie binnen de eigen organisaties
en
* als aandeelhouder actiever aandacht vragen voor diversiteit en inclusie bij de
deelnemingen van de gemeente.
2. Het voortzetten van de onderdelen van het programma, zoals beschreven in het eerder
vastgestelde werkplan 2019-2020, in de rollen van de gemeente Amsterdam:
* als normsteller, door bestuurlijke communicatie over dit onderwerp en het voeren van een
campagne in de stad gericht op een meer diverse en inclusieve arbeidsmarkt;
* als werkgever, door de uitvoering van de Bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit die in
juni 2020 door de Gemeenteraad is vastgesteld en
* als inkoper en subsidiegever, door een zorgvuldige verkenning van de mogelijkheden om
diversiteit en inclusie te bevorderen via het inkoopproces, het verstrekken van opdrachten
en via het verlenen van subsidies.
3. Het uitgangspunt dat het bevorderen van diversiteit en inclusie op de arbeidsmarkt een
gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, werkgevers en werknemers is. Daarom
vindt vitvoering plaats in samenspraak en samenwerking met bedrijfsleven, het MKB en
onderwijsinstellingen.
Wettelijke grondslag
Gegenereerd: v1.24 1
VN2021-000141 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
ici i msterdam
Participatie % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter kennisneming
Gemeentewet, artikel 160 lid 1 onderdeel b (college is bevoegd beslissingen van de raad voor te
bereiden en vit te voeren).
Gemeentewet, artikel 169 (informatierecht van de Gemeenteraad).
Bestuurlijke achtergrond
De aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie is conform het coalitieakkoord van de gemeente
Amsterdam en maakt onderdeel vit van de vitvoeringsagenda van het college. Op 13
februari 2019 stemde de Amsterdamse Gemeenteraad met de brief ‘Amsterdamse aanpak
arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022' in met de hoofdlijnen van de aanpak. Op 2 juli 2019 stelde het
College van B&W het Werkplan Aanpak Arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2020 vast.
Reden bespreking
Het ‘Werkplan aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2021-2021! is een nadere uitwerking van de
‘Amsterdamse aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022 (8 janvari 2019).
Uitkomsten extern advies
Over de invulling van het programma heeft in 2019 en in 2020 een conferentie plaatsgevonden
in Pakhuis De Zwijger, waarbij werkgevers en experts hun bijdrage leverden en advies gaven
over de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie. In 2019 organiseerde de gemeente verschillende
rondetafelgesprekken met het MKB, grote bedrijven, onderwijsinstellingen en stagebedrijven,
waarvan de opbrengsten gebruikt zijn voor het opzetten van de aanpak. Het creëren van draagvlak,
bijvoorbeeld door het opzetten van een publiek-private samenwerking, is een belangrijk onderdeel
van de aanpak.
De aanpak arbeidsmarktdiscriminatie wordt ook de komende tijd verder ontwikkeld en vitgevoerd
met koepelorganisaties van werkgevers en bedrijven (m.n. het MKB), onderwijsinstellingen en
professionals.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Commissies FEZ, WIO, ZJS en AZ.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.24 2
VN2021-000141 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
Participatie % Amsterdam Or . …
% Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter kennisneming
AD2021-000447 Commissie KDD Voordracht (pdf)
AD2021-018051 brief Werkplan aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2021_2022.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
directie Participatie, Simone Crok, s.crok@®&amsterdam.nl, 06-1204 2318
Gegenereerd: vl.24 3
| Voordracht | 3 | train |
VN2023-019702 Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Parkeran X Gemeente | " MOW
Ruimte en Groen, Water
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MOW van 18 oktober 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 1
Datum besluit 29-08-2023 akkoord wethouder Melanie van der Horst 05-09-2023 akkoord College van B&W
Onderwerp
Gunning opdracht parkeerdienstverlening (Al 2022-0052)
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief aangaande de gunning opdracht
parkeerdienstverlening (Al 2022-0052).
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Het college heeft op 12 juli 2022 ingestemd met de vitgangspunten van een niet openbare Europese
aanbesteding parkeerdienstverlening. De gemeente Amsterdam heeft na een aanbestedingsperiode
van ruim een jaar de opdracht voor parkeerdienstverlening gegund aan OPark Operations
Netherlands VI B.V. (handelend onder de naam Pa). Het contract loopt van 1 januari 2024 tot en
met 31 december 2031. Op 14 augustus 2023 is het contract met Pa door de gemeente Amsterdam
ondertekend
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-019702 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Parkeren % Amsterdam ‚
% Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van 18 oktober 2023
Ter kennisneming
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
20230905 Raadsinformatiebrief Contract nieuwe Parkeerdienstverlening
AD2023-066743 ,
per 1 jan 24. pdf (pdf)
AD2023-066730 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Parkeren, Roj van Baaren, telefoon 06-4,2983637, [email protected] Parkeren, Justin
Luijten, telefoon 06-34182632, j.luijten @ amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, donderdag 18 september 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 09:00 tot 12:30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239. stadhuis
Algemeen
Procedureel gedeelte van 9.00 tot 9.15
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 28 augustus 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 18 september 2014
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 9.15 uur
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Onderwijs
11 Verkenning van de rekenkamer naar toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam
Nr. BD2014-006243
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 oktober 2014).
e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder
is hierbij uitgenodigd.
12 Instemmen jaarrekening 2013 van de Stichting voor het openbaar primair
onderwijs Sirius Nr. BD2014-006055
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 oktober 2014).
, Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 13 toten met 15.
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 18 september 2014
13 Goedkeuring Statuten Stichting Sirius Nr. BD2014-008000
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 oktober 2014).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12 en 14 en 15.
14 Instemmen Jaarrekening 2013 Stichting STAIJ Nr. BD2014-007146
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 oktober 2014).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12 en 13 en 15.
15 Goedkeuring Statuten Stichting STAIJ Nr. BD2014-007999
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 oktober 2014).
, Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12 toten met 14.
16 Vaststellen verordening tot wijziging van de Verordening op het Lokaal
Onderwijsbeleid (toevoegen van de Aanvullende voorziening uitbreiding aanbod
meer- en hoogbegaafdheid) Nr. BD2014-001135
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 oktober 2014).
17 Inspectierapport “De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in
Amsterdam” Nr. BD2014-007879
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Moorman (PvdA), Flentge (SP) en
Bouchibti (VVD).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 28 augustus 2014,
18 Inspectierapport Mundus College Nr. BD2014-008084
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid Moorman (PvdA).
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 18 september 2014
Jeugd
19 Stand van zaken haalbaarheidsonderzoek Organisatievorm ouder- en kindteams
Nr. BD2014-007880
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering JC van 28 augustus 2014.
e Het stuk Marktverkenning OKT'’s inclusief bijlagen ligt ter inzage in de leeskamer
Raad.
e De commissie ZS is hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20.
20 Ontwikkelingen inzake Samenwerkingsovereenkomst en contractering joint
venture ouder- en kindteams Nr. BD2014-007859
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie ZS is hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Onderwijs
21 Stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam Nr. BD2014-008447
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid Moorman (PvdA).
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | discard |
EP
ee
AS
ng hd . e . .
nn E me Voor u ligt het Jaarverslag Deelnemingen over 2021, een jaar waarin
bike n er Ni ik nog geen wethouder Deelnemingen was. Zoals u begrijpt, heb ik dit
DR B ì Mt 7e verslag als nieuwe wethouder Deelnemingen met meer dan normale
Bte ie \ belangstelling gelezen. Ik dank de medewerkers voor hun verslaglegging
PN mr El . _ . ….
] RAU | Ì m \ At en voor de grafische elementen die in een oogopslag duidelijk maken
ED ETI NS Al \ EU .
Bel N En AN \ à hoe de deelnemingen van de stad er voor staan.
REEN à EE as 4 \ vake
BEG Kh di pes, ú Nr À en IJ
El | ee Flat arn AEN
BF ar. ER | Í ri nl WEE id 2 Ei Ì
ENT ik ij NE N/ 5e Corona had in 2021, net als in 2020, grote invloed en
heet if | H/ í Vs A Lj | a kel, op de prestaties van de deelnemingen. Instellingen « .
AET ij: | elf ’ al Sf heren die maandenlang geen publiek, klanten of reizigers Corona had in 202 1,
U a IND Ee 8 ke MEERN konden ontvangen, kampten met financiële tegen-
RR Er ee - | he tlkan gen, p 9 î
d | | el | E Ni AN SLE vallers, die deels door de overheid zijn gecompenseerd. net als In 2020,
Rr | AT likt Ü | ede Á d Ai Doordat de coronacrisis lang aanhield, had deze .
| id; 1 Jif Sd : Lijn aa Ki ik HE det uiteraard ook impact op de bedrijfsvoering. Wat is grote invloed op de
Ni es IE 1 ; | En Uri sas de gepaste omvang van het personeelsbestand als .
B / | RL nn een groot deel van de activiteiten stilligt? En hoe snel prestaties van de
SA 2125 ® | (B Ke! kan een bedrijf op- en afschalen? . 2
me © sf | deelnemingen.
ge EN 2 - / i Waar het werk op sommige plekken stilviel, moesten
nie ei Pi andere deelnemingen extra hard in de benen.
NV Zeedijk en Stadsgoed, bijvoorbeeld, moesten
maatwerk leveren bij het (niet) innen van huren. GVB
d heeft alle zeilen bijgezet om het OV-netwerk op peil
ef te houden en is er ook in geslaagd te investeren in
elektrische bussen. Westpoort Warmte, een nieuwe
En rd
B /
deelneming, die losgemaakt is uit AEB, heeft vorig jaar leden in de raden van commissarissen en directies ZZZ
maar liefst 4.000 nieuwe woningen aangesloten op samen te werken op deze thema's. Onze gezamenlijke « A
stadswarmte en daarmee een echte duurzaamheids- opdracht is een verbetering van de representatie van De raad send uete
impuls gegeven aan de stad. alle Amsterdammers in de besturen, directies en
Ook is in oktober 2021 de Regionale Ontwikkelings- toezichthoudende organen. Als aandeelhouder bied heeft een g root
maatschappij (ROM) InWest opgericht met een ik alle deelnemingen de helpende hand als zij zich in °
startkapitaal van EUR 140 miljoen. ROM InWest helpt dit opzicht willen versterken. aa ntal aan bevelingen
ondernemers bij het versterken van de regionale en e
circulaire economie in Noord-Holland. In 2021 is de raadsengquête AEB gehouden die een opgeleverd, waar ik
groot aantal aanbevelingen heeft opgeleverd, waar ik d | k 9
De deelnemingen hebben in 2021 niet slecht inde komende jaren mee aan de slag kan. mee aan es ag an.
gepresteerd. Slechter dan in 2019, toen er van Ook is er vorig jaar een Nota Beleidskader Verbonden
corona nog geen sprake was, maar de resultaten Partijen vastgesteld, een aanscherping en actualisering
in het tweede coronajaar waren wel conform de van het deelnemingenbeleid, die de komende periode
verwachtingen. verder geïmplementeerd zal worden. Er is dus genoeg
werk aan de winkel.
Zelf zijn de deelnemingen actief bezig geweest met
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij Met vriendelijke groet,
rapporteren dit jaar nog uitgebreider over dit thema,
en besteden extra aandacht aan diversiteit en inclusie. Shula Rijxman,
Vanuit het college van b en w ben ik van plan met alle Wethouder Deelnemingen
3
Overzicht deelnemingen
Aandeel 100% Aandeel 100% Aandeel 25% Aandeel 78% Aandeel 99,7%
Ie Winst € 107 miljoen _ Winst € 5,2 miljoen Winst -_ Winst € 0,9 miljoen Winst -
AEB verbrandt afval GVB verzorgt het Beurs van Berlage is de Nv. Zeedijk verbetert de BAVO is eigenaar van fe)p | TITEL
Aandeel nn 25% en wekt zo energie openbaar vervoer in eigenaar en exploitant leefbaarheid en de bonafide M grond rondom de
Winst € 4,2 miljoen en warmte op voor Amsterdam. van het rijksmonument de B economische activiteiten op Volgermeerpolder. Aandeel 17%
de ged. Raus een het Bemrek. POREUS dn
SADC koopt, ontwikkelt Winst
En) bellis bedrijfs- GPe zreoie evert
terreinen in de
ij schiphol warmte en koude aan
In Oosterdokseiland.
Havenbedrijf
a was eos mien CC
Aandeel 100% Winst € 9,5 miljoen eel
GEM Lutkemeer Winst € 57,7 miljoen WPW levert stads- nn
warmte aan woningen Winst € 0,1 miljoen
Aandeel edel SARS
Winst - Amsterdam beheert, Amsterdam. ele; il
Perneel veele eTg Aandeel 100% Add ak En
GEM Lutkemeer het Amsterdamse , edel
ontwikkelt gronden op havengebied. Winst € 8,6 miljoen san ven slnsellngten
de Lutkemeerpolder tot 3 7 en ondernemingen op
PAT NEE VGA is het verzekerings- het Science Park.
CE bedrijf voor de gemeente
Amsterdam. Stadsgoed
Aandeel 25% Hi
Lancee Aandeel PPN Johan Cruijff ArenA W LSFA
Winst € 4,8 miljoen Aandeel 48% Aandeel 29%
VT A
E E Winst Winst
het RAI congres- en Stadsherstel Stadsgoed richt zich op ns
evenementencomplex. op het versterken van de 7 Ee 5
Aandeel 14% woonfunctie, leefbaarheid el Be de able: ln binn U
JE kelijkheid d is een multifunctioneel startende bedrijven in
Winst € 44,2 miljoen em eeganel A leid voetbalstadion en de de life sciences sector
Amsterdamse binnenstad. 5 5 5 5
NT LAAT a Nr REEN in de metropoolregio
hahha Amsterdam en Alkmaar.
„Aandeel IRA
Winst € 103,7 miljoen monumenten en verhuurt
deze na restauratie.
Esten Tola)
met Amsterdam Airport ef: j
Schiphol als belangrijkste Aandeel 50% Aandeel 32,6% Aandeel 1,4% Aandeel 9,2%
Winst - ne Winst - Winst € 236 miljoen Winst € 242 miljoen
Winst
WRK wint, behandelt en De Clipper Stad Amsterdam BNG is de bank van Alliander beheert het
transporteert drinkwater Carré is de exploitant is gebouwd op initiatief van en voor overheden RSA ed Agere dler-ER=T)
o.a. voor Amsterdam van het Koninklijk uitzendbureau Randstad en en maatschappelijke elektriciteit.
UASC de gemeente Amsterdam. instellingen.
D) Inhoudsopgave
2 Ne Pp
p JN |
N f
Ee je \
met jk Voorwoord 2
ER ‚C :
Ne
a ii SRE OT 1 Inleiding 7
el Aes ne 2 Beleid en overzicht portefeuille 10
nes
Ne, Ann! 3 Ontwikkelingen deelnemingen 15
it en
— nj N 4 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 25
i | U nen A A1 Evenwichtige samenstelling bestuur en Raad van Commissarissen 27
te | A \ 4.2 Goed werkgeverschap en diversiteit en inclusie 29
Ume \ 4.3 Duurzaamheid: CO, uitstoot | 41
Ne VN an \ 4.4 Duurzaamheid: Circulaire Economie 47
hr 8 5 Overzicht per deelneming en beloningen 51
„8 ie Se ì Weren k P
Sn El B: Le Ì
D | sed Bte fe BEN S '
î ETE EE LNE
ETT |
| |
he On. AN
nn SEE Mn an
ok / te ee
men — | 5 mm B Ok ie a hann
Á Ne mT nek 2
nat hj, FAM AA ia mas
L je al EK Ik ARR pl Ren LEL Ex t (he A sl aich
D MW / NS Nek dm ci Nm a fi Ë hi Fl u IN ie
TE CE VA Dn
gn No En} Î ij omdat HE p iN EE IA
À de a => Narren se ike AN
En Ë r [3 Ì Û ies 1 Ta ik i \N Lm ú Ht Ne m Ì -Ä z
hid LAS mige TD Kum JA 4 dane IE Lg
se Ennn
EE ——
Ee ee En ==
B ES EE en
Rn
en
See nne
Bn ennn a
Inleiding
De gemeente Amsterdam is aandeelhouder in 24 ondernemingen. Deze
worden door de gemeente ‘deelnemingen’ genoemd. De gemeente neemt
namelijk met publiek geld deel in een onderneming. Deelnemingen
worden door de gemeente niet aangegaan om winst te maken, ze zijn
er voornamelijk om een specifiek publiek belang te borgen. Dit zijn
belangen die een groter maatschappelijk doel dienen en daarmee voor
inwoners en politici interessant zijn.
De gemeente als aandeelhouder van aandeelhouders van de deelnemingen is een
wethouder of een ambtelijke vertegenwoordiger
Als aandeelhouder beslist de gemeente niet over de aanwezig.
dagelijkse gang van zaken van de onderneming;
dat is een taak van de directie van de deelneming.
Wel heeft de gemeente als aandeelhouder Beleid verbonden partijen
bevoegdheden om te zorgen dat het publiek belang
goed gediend wordt, bijvoorbeeld het vaststellen van De wijze waarop de gemeente haar rol als aandeel-
de jaarrekening, het goedkeuren van een adequate houder invult, is vastgelegd in het deelnemingen-
strategie en het benoemen van bestuurders. beleid. Dit beleid is in 2021 geactualiseerd met de
vaststelling van de Nota beleidskader verbonden
Bij de deelnemingen stelt de gemeente zich op als partijen door de gemeenteraad. Naast deelnemingen
een actieve en betrokken aandeelhouder. Deze die privaatrechtelijke rechtspersonen zijn, heeft
actieve opstelling houdt in dat de gemeente in een de gemeente een belang in publiekrechtelijke
vroeg stadium op de hoogte is van ontwikkelingen. rechtspersonen (stichtingen, verenigingen en
Alle aandeelhoudersbesluiten van de deelnemingen gemeenschappelijke regelingen). Wij duiden hen
worden besproken in het college van b en w‚ voordat aan als ‘overige verbonden partijen’ (zijnde geen
zij worden genomen. Bij de algemene vergaderingen deelneming).
7
Voorbeelden zijn Waternet, WiGo4it en Pantar. In dit Beloningen
jaarverslag zullen wij in hoofdstuk drie kort ingegaan «
op deze overige verbonden partijen. In dit jaarverslag zijn de beloningen van de leden De gemeente stelt
van de directie en RvC opgenomen in Hoofdstuk 5 .
dat een cijfermatig overzicht biedt per deelneming. zich op als een
Opvolging Raadsenquête De gemeente hanteert de WNT-norm als richtsnoer e
p 9n8 3 in de gesprekken met deelnemingen over hun actieve en betrokken
In 2021 is de Raadsenquête Afval Energie Bedrijf (AEB) beloningsbeleid. In 2021 is de maximum bezoldiging
gehouden door de commissie De Grave-Verkerk. volgens de WNT voor bestuurders € 209.000. Voor aandeel houder.”
De raadsenquête is het zwaarste instrument dat de de voorzitter van de RvC is het bezoldigingsmaximum
gemeenteraad in het kader van zijn controlerende voor 2021 € 31.350. Voor commissarissen is dit
taak kan inzetten. Deze enquête vestigt de aandacht € 20.900. Het overgrote deel van de deelnemingen
op de geschiedenis van een belangrijke deelneming. voldoet aan de WNT-norm. Drie deelnemingen geven
geen gehoor aan de roep om meer transparantie. indicatoren en informatie omtrent de governance
De Raadsenguête is vooraf gegaan door de commissie Dit zijn de Beurs van Berlage, de Johan Cruijff ArenA van de deelnemingen.
Winter, die door het college was ingesteld in 2020. en Schiphol Area Development Company (SADC).
Deze commissie heeft specifiek onderzoek gedaan Van deze deelnemingen staan de gegevens in een
naar het stilleggen van vier verbrandingslijnen van AEB vertrouwelijke bijlage voor de gemeenteraad. Leeswijzer
in 2019. De aanbevelingen van deze commissie zijn
verwerkt in het nieuwe beleid voor verbonden partijen. Na deze inleiding gaat het volgende hoofdstuk
De gemeente geeft zich bij het beheren van verbonden Informatiebronnen over de belangrijkste ontwikkelingen in de deel-
partijen meer rekenschap van de verschillende rollen nemingenportefeuille. In hoofdstuk drie worden
en belangen rondom een verbonden partij. Een De deelnemingen rapporteren zelf over 2021 in voor elke deelneming afzonderlijk de belangrijkste
betere afstemming binnen de gemeente leidt tot hun jaarrekeningen en jaarverslagen. Het jaarverslag ontwikkelingen en gebeurtenissen uit 2021
duidelijkheid bij de verbonden partijen. Dat biedt deelnemingen bundelt de belangrijkste informatie uit beschreven. Hoofdstuk vier is gewijd aan maat-
gelegenheid voor een constructieve dialoog over hoe die documenten, vult die waar nodig aan met andere schappelijk verantwoord ondernemen. Het laatste
zij het beste kunnen bijdragen aan de meerdere informatiebronnen en geeft daarmee inzicht in de hoofdstuk biedt een overzicht van de financiële
publieke belangen van de gemeente Amsterdam. ontwikkelingen van de gemeentelijke deelnemingen- kerngegevens, de bestuursstructuur en andere
portefeuille in het afgelopen jaar. Naast financiële basisinformatie van 23 deelnemingen. Van ROM
kerngegevens van de deelnemingen besteedt dit InWest, in oktober 2021 opgericht, zijn nog geen
jaarverslag ook aandacht aan maatschappelijk relevante jaarcijfers beschikbaar.
8
SS En E P -— Ee
San)
le Î f 9 4 oe Se
ER el U NN
A PJ bib A EN EN Ö
ed SA en
> 5 miel : EE 5 NN
5 Em mn EL : n È Was hi A ms
| sb ons nn % ae 3 mn. | An SS nn, Biss e &
En \ we 4 en EN mn, amer | 8 | 5 DM ® | Oe 8 =
Dd Td MN ij TAX Se . SS en en
P” 5 Vaar : Ed 1 var GEIN \
SP\P SS RR S -
Beleid en overzicht
portefeuille
Het beleid ten aanzien van deelnemingen stond in 2021 volop in
de belangstelling. De gemeenteraad rondde in december 2021 de
raadsenquête AEB af met als belangrijkste conclusies dat het publiek
belang van de deelnemingen beter geëxpliciteerd moeten worden.
Ook wil de gemeenteraad meer zicht op financiële geldstromen. In de
praktijk leiden de aanbevelingen van de commissie De Grave-Verkerk
tot een intensivering van de afstemming tussen de vakdirecties en
het team Deelnemingen.
Daarnaast is op 15 september 2021 de Nota beleids- Slechts een deel van de verbonden partijen van
kader verbonden partijen door de gemeenteraad Amsterdam is een deelneming. Overige verbonden
vastgesteld. Het beleid is geactualiseerd naar partijen zijn ingesteld op basis van een gemeen-
aanleiding van relevante (maatschappelijke) schappelijke regeling of zijn een stichting of een
ontwikkelingen, zoals de invoering van de herziene (coöperatieve) vereniging. Voorbeelden hiervan zijn
Corporate Governance Code. Daarnaast hebben Waternet en Pantar. Zij maken geen deel uit van het
aanbevelingen uit rekenkameronderzoeken, de Jaarverslag Deelnemingen.
onderzoekscommissie Winter (over de oorzaken en
leerpunten van het stilleggen van vier verbrandings-
lijnen door AEB in de zomer van 2019), het concern
auditprogramma over het beheer van verbonden
partijen en maatschappelijk verantwoord ondernemen
een plek in deze nota gekregen.
10
Op de volgende bladzijde staat een overzicht van Daar is echter een uitzondering op. Dit betreft het
de ontwikkelingen in de portefeuille. Hieruit blijkt Havenbedrijf Amsterdam. Voor deze deelneming «
hoe de portefeuille zich in 2021 in financieel en geldt dat het dividend wordt verantwoord in de In de breedte van
niet-financieel opzicht heeft ontwikkeld ten opzichte rekening van het boekjaar waarop het betrekking .
van 2020. heeft. Het Havenbedrijf Amsterdam was oorspronkelijk de po rtefeu | le
een gemeentelijke dienst. Door een uitzondering te
De coronacrisis heeft net als in 2020 een grote impact maken op het gemeentelijk dividendbeleid, werd was spra ke van
gehad op de deelnemingen. Wel was er over de voorkomen dat in het jaar van de verzelfstandiging 9
breedte van de portefeuille sprake van een herstel. (2014) een tekort ontstond. een herstel .
Dit is terug te zien in de financiële kerncijfers. Zowel
de bedrijfsomzet als de nettowinst zijn toegenomen De niet-financiële cijfers laten een kleine verbetering
ten opzichte van 2020. Alleen het totaal aan activa blijft zien in 2021. Het aantal Raden van Commissarissen
achter op 2020 (en 2019). Het ontvangen dividend is en besturen die voldoen aan een evenwichtige
licht toegenomen in 2021. De gemeente Amsterdam man-vrouw verdeling is ten opzichte van 2020 met
ontvangt in een boekjaar dividenden die zijn een procentpunt gestegen. De totale CO,-emissie is
gebaseerd op het jaar ervoor. In 2021 betreft het in 2021 licht gedaald en toont een kleine verbetering.
de dividenden die gebaseerd zijn op de resultaten
van 2020.
11
© Financiële © Solvabiliteit van gemeentelijke
kerncijfers deelnemingen in 2021
Totale activa (miljard) Deelneming 2020 2021
€ 173 2 AEB -10,2% 11,5%
’ anusrdam dierbare ook ek
en Nie OPPEREN eeen
boenen ek ee
Eigen vermogen (miljard) MOE
’ KavERBSKARSGAER eeen
ODEERSSE ak ek
Nettobedrijfsomzet (miljard) ODE Energie nf 28% |
RAI 25,4% 24,7%
eek
€ 4,6 schehol oes
Matrix 28,2% 22,5%
BMO a
Nettowinst (miljard) SADC B
Stadion Amsterdam 71,8% 71,8%
dae
€ 0,8 sadsherstel nee ns
nn VGA 43,5% 50,7%
hk a ae
12
TJ O Niet-financiële
(5 \ _ Dividenden OO kerncijfers
ab AE EE
Totale dividendontvangsten uit gemeentelijke deelnemingen (x € 1 miljoen) Deelnemingen met meerkoppig bestuur die voldoen
aan een evenwichtige man-vrouw verdeling
o, B Oo
00 so Hs AA% 45%
111,6 111,8 CT Co 107,1
ET m—_—_ | —_—_ | ET 613 —
gn gs gn gn gn gn img ge Deelnemingen met meerkoppige Raad van
EÁ EÁ _, EA 5 ES _ Ze) Commissarissen die voldoen aan een evenwichtige
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 man-vrouw verdeling
Ö,
71% 72%
Dividendontvangsten 2021 (x € 1 miljoen) Aantal medewerkers
Deelneming Bedrag 13 723 13 422
Alliander NV. 8,6 ° ,
NV. Bank Nederlandse Gemeenten 11
Havenbedrijf Amsterdam NV. 52,9
Stadsherstel Amsterdam NV. 0,4
Totaal vastgestelde dividenden 63,0
1.517.301
13
ZA) en an B À P if 4 8
À 1 ne En Ee La F s ne ng
di ì D en Cn md een wek EERE
£ Pe Ee. ie et EN P ! A ( ESE 2 B
pe P a 8 L p Ee zet, 7 E , p | 4 Pd 5 -
Á 7 p 4 | he Se Ï : kj =| \
4 jd Î 2 Ee ee, Ek beef $ Ee |
4 5 | | f REN ee ait KEE iik te ° \
8 ‚ MA PS ES ee a \
EN Se bne se
1: " ERE ee
elf Pp „ | Npe rn _
eindes 1/0 Tie Hi ne f TO Ze
at IN ins TES “ kk Be ff dd \
ALT VLT en A el
gelten IED Hb jes II TAS a De EO Og s ee EN ie
test Ann Rm Ln ZL Ng
IM HT BT En el hi A an | A : ee rde EN Rt 4 af pr a |
oled Metin nel hab De ; mi ï ed ne Î dk 7 Se 4
Le Sheek ne Bm " AE a” PS |
bal nin nn AN mm Ann TES AP \ ad k
DP ian: nn Dm ee SV a
Ue ie Bent Ee es … if as klm sl Ë 15 ed ed Î
el, Π"ia Al me n he sl A de  Er u 4 bl TL. Î E Es jk e Ve Sper ml B ze
8 FI ni ü Ü er et eN SV Pee if De
7 Û He Lj z in | venten 5 Le De
Fribre ie Ï ed $ IP | a
te a Ei Be ee 4 di | \ Ed 2 } WEE [5
Am en We deld ’ ee Ed | 7 ' L eN
r Ged job 4 | kl h KL
Dn et He ed Un s „ id Ei \ A
e 9 EL MN 5 B mt pr Ee if B e
EEEN IR Ede a WA \
| LD TINT) RE n As Ee WE
ma == LE f zz a )
Nn hi | NG A }
De À | |
td ERS S 5 Eens is lg Lj rb jn ak \
hi ll En ee Ez kn |
Ede Ee ke = hin ME À
IE Nea Ren \
de ze ERN X en ae TE ennn: Ö }
A Ee Th ee … A °
anal id Ee U ; ee 1 \
PE En el IT Bm: mm AU \
Be Ed En TET el mn
ES Eet f Da Le Mt L ri 8 Î
en En A a Y
p Er Er Br = E
En ESA a eN een EN g |
AE deet AE EN HE A len AN ú ES
CS AAF IE La ge NP Ean mk NE A
Sha E ed en Eee Ef ale ne Ea Re ABEL
en EE 4 F7 Ie Ee he er EAD bk en eek 1 AV Aen
GE Ze E 3 Ee ede EA | 5 EL eg Dn de E be Ee a £ BAL Es 7 ES ij Id nn tin dn IS HUlnren btn LNE
TPE NS Ke PE te eed lj Ee ne 4 Er ED Nef RE ite: re em eel hide lek
ze AE En dk Ee dn ART fes ee re oale CARE B 4 B OT zere AE on el gn ven ed Ee À
Ee Eend | sip: E, | É de Pr UL IAS RE EE LE ENE DENN nn A Se Ln 75
ez Sr De En ee A TA 0 EER EN ER Ee RE Nd a Nt ee Ae
et f Os zn 5 Be A A Rr Tet Ea Pe A ne RAE ERE z B ”
"4E A A Bn Pile EA lag  A El 4 ú ze EI Nar NS Ee Er PE Pe NN ams ge
en ei). Eb er Í „en sht in Kemi. A Sr a eer LI Om sE P An eN ej AN Lid ra: iten Í ee
Falke a Gl ane at MAT Ea EP Vr BEA zere nn NT ee ee Nae een EER ot kg TAN AP Nn
7 Ie KBL 5 ie re 2 NEEDE ica | OLE 2 AL eb OAN er F OU NE ER
EP | ed oee sa ADN ORK 5 EN nd a En fj Ti DA jk et en rn EN KE A
IETS Ie an Pi ne Oa he We ea lr ee SEN NOR EEn DAE
EUN OD te HENNEP bea Pee nt Taen Es it Re NEL SE ried EP ar Lt
ZAAT Me kin EBA HB A EAN ee VELA SE BEER NET EEN Nee Ne
NM: OIS EDEN oi OE EN UGS ed BNG Rl EE ë NE, SN De Ee Nn EN ee,
MRE PA ij re gr Mij aj he) Coa Rare AI ln Ee NING EEN SA 7
er he lS OE ea Ne Tegen 0 Are ee en et AN RE Kb A
Nt 1 Ed ie DE var STI NM VENTES SE A he nt PE A A ee IN NSE
ú PE ade KUNDE WE UT: FD PS, Oe B WEE ANA Le A NE KANE A ee ER sE
MENEM oe Se Ies MN EA eN
Fr PE Jif 1ip ï A ste AE Tk de Be :
Ontwikkelingen
deelnemingen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in
de deelnemingenportefeuille in 2021 per deelneming. Net als in 2020 had
de coronacrisis in 2021 een grote impact op de Amsterdamse bedrijven.
De Johan Cruijff ArenA, Beurs van Berlage, RAI en Hierna worden per deelneming in meer detail de
Carré ontvingen het grootste deel van 2021 geen belangrijkste ontwikkelingen van 2021 op een rij
bezoekers. Het aantal passagiers van GVB en Schiphol gezet. Niet opgenomen is ROMinWest BV dat tot doel
bleef op een laag niveau. De meeste deelnemingen heeft de economische ontwikkeling in Noord-Holland
kampten met een significant lagere omzet in te bevorderen. Deze regionale ontwikkelings-
vergelijking met de jaren voor de coronacrisis. maatschappij is in oktober 2021 opgericht en heeft
daarom nog geen jaarcijfers.
15
AEB Alliander BAVO
Versterking Af af De energietransitie is de afgelopen jaren sterk op Natuur- en recreatiegebied
Jaar in het teken NK on gang gekomen. Dit geldt niet alleen voor duurzame Grond rond
van TFS energieproductie, maar ook voor de afhankelijkheid Volgermeerpolder IN
van elektriciteit. De vraag naar elektriciteit groeit verpacht q
E /\ explosief, Alliander heeft het afgelopen jaar een
recordlengte aan kabels en leidingen gelegd.
In alle provincies waar Alliander werkzaam is, neemt
AEB heeft in 2021 verder gewerkt aan de versterking de congestie op het elektriciteitsnet in 2021 fors toe. De Scheepsexploitatie Maatschappij BAVO NV heeft
en verbetering van de operatie, bedrijfsvoering en De exponentieel stijgende vraag naar elektriciteit leidt in Amsterdam-Noord rondom de Volgermeerpolder
onderhoudsregime. tot een gebrek aan transportcapaciteit. Hierdoor gronden in eigendom die worden verpacht.
nemen aansluittermijnen voor grote zakelijke klanten
Daarnaast stond 2021 in het teken van het verkoop- fors toe. In Amsterdam heeft inmiddels de helft van Realisatie van de bodemsanering van de Volger-
proces van het 100% aandelenbelang van de de stad met congestie te maken. Alliander spreekt in meerpolder heeft geleid tot een uniek natuur- en
gemeente in AEB. Op 7 december 2021 heeft de haar jaarverslag de ambitie uit om de achterstanden recreatiegebied. De grond is verpacht aan een
gemeente een voorwaardelijke verkoopovereenkomst in te lopen, zodat deze in 2025 verleden tijd zijn. aantal agrarische bedrijven. Momenteel vindt met
gesloten met AVR. De enige voorwaarde is de verschillende partijen overleg plaats hoe het beheer
goedkeuring van de Autoriteit Consument en Markt. Elektriciteitsnet van het gebied vorm zal krijgen. Deelnemers aan
De toezichthouder heeft het onderzoek nog niet Recordlengte aan dit proces zijn de gemeente Amsterdam, de boeren
afgerond ten tijde van de publicatie van dit kabels en leidingen inde omgeving, het Recreatieschap, de gemeente
jaarverslag. Het college heeft vertrouwen in een Waterland, het Hoogheemraadschap Hollands
goede uitkomst. Noorderkwartier en de bewoners rondom de
Volgermeerpolder.
Als onderdeel van de beoogde verkoop heeft de
gemeente het 50% belang van Westpoort Warmte BV. nnen
(WPW) van AEB overgenomen in 2021. In december 2021 hebben de aandeelhouders een
converteerbare lening van € 600 miljoen verstrekt aan
rn Alliander. Een converteerbare lening is een lening die
kan worden omgezet in aandelen. Door het verstrekken
van deze lening wordt de eigen vermogenspositie van
Alliander versterkt. De gemeente Amsterdam deed
mee voor € 55 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op
het aandelenbelang dat we in Alliander hebben.
16
Beurs van Berlage BNG Bank Carré
Hoewel de Beurs van Berlage een aantal evenementen Krediet in het publieke domein 50% Corona heeft Carré ook in 2021 voor grote
heeft kunnen programmeren, drukten ook in 2021 de Vergroten o uitdagingen gesteld. Het theater is tot en met mei
gevolgen van de coronapandemie op de bedrijfs- maatschappelijke \ } )y gesloten geweest voor publiek. Vanaf juni mocht
voering. De markt trok aan, maar de economie en de impact het theater open met beperkte zaalcapaciteit.
mondiale instabiliteit zorgden nog steeds voor veel In december kreeg Carré wederom te maken met
onzekerheid. Door gebruik te maken van overheids- AN N een volledige lockdown. De gemeente Amsterdam
steun sloot de Beurs van Berlage financieel minder heeft in 2021 een kapitaalstorting van € 3 miljoen euro
slecht af dan voorzien. De periode van de lockdown gedaan om de vermogenspositie en financiële
heeft de Beurs gebruikt voor het ontwikkelen van BNG voerde een nieuwe governance structuur door continuïteit van Carré te borgen.
nieuwe digitale oplossingen. De Beurs heeft acties om invulling te geven aan de speerpunten 'focus'
genomen op het gebied van duurzaamheid en werd en 'klantpartnerschap'. De klanten van BNG kampten Carré
ambassadeur van het Green Light District. ook in 2021 met de gevolgen van de corona- Corona a ON
pandemie, met name bij zorginstellingen en bleef lo oo PSM oo ol
De Beurs van Berlage gemeenten was de financiële druk als gevolg van spelbreker TTT ST Tak
Lockdown O O de pandemie groot. BNG heeft zijn klanten geholpen EEE L IN
gebruikt voor dh ch dh zover dat mogelijk was en zorgde met leningen onder RAAF ITR FA nl
digitalisering en D q O Eon DO q q gunstige voorwaarden voor meer dan de helft van
duurzaamheid Dm de kredietvraag in het publieke domein.
aD - - ao Carré moest bezoekers afzeggen en omboeken.
BNG heeft in 2021 belangrijke stappen gezet in de Na deze teleurstellingen moest het theater het publiek
uitvoering van de aangescherpte strategie, gericht op weer voor zich terugwinnen. Er zijn uiteindelijk
annen het verbinden van spelers in het publieke domein om 203 voorstellingen in Carré gespeeld. Er waren
meer maatschappelijke impact te bereiken. BNG Bank 3 livestreams en 34 rondleidingen. Er zijn 130 duizend
heeft actie ondernomen om de maatschappelijke bezoekers geweest. Het contrast met de 413 duizend
impact van klanten meetbaar te maken en om de bezoekers in 2019 is groot.
eigen bedrijfsvoering goedkoper te maken.
17
Amsterdam Clipper Beheer BV GEM Lutkemeer GVB Holding N.V.
Renovatie In 2021 is GEM Lutkemeer verder gegaan met de Ook voor GVB was 2021 een onzeker jaar als gevolg
De Clipper ontwikkeling van het Business Park Amsterdam van corona. GVB voerde 155 miljoen ritten uit,
Stad Osdorp. Het park heeft als doel bedrijven binnen te 2 miljoen meer dan in 2020, maar nog steeds
Amsterdam halen in groothandel/distributie, logistiek, ambacht, 118 miljoen minder dan in 2019. Belangrijk is dat GVB
de maakindustrie, mode en voedsel. Het bedrijven- is blijven rijden en blijven varen, mede dankzij de
park is minder gericht op Schiphol dan voorheen. beschikbaarheidsvergoeding van de rijksoverheid.
Het openbaar vervoer is zo essentieel, dat het onder
En Verdere ontwikkeling © alle omstandigheden moet blijven functioneren.
De Clipper ‘Stad Amsterdam’ is eigendom van Business Park in
uitzendbureau Randstad en de gemeente. De Clipper Amsterdam Osdorp ‚ GVB werkt hard aan de vergroening van het openbaar
wordt normaal gesproken ingezet voor promotie en vervoer. In juli 2021 is de eerste volledig elektrische
representatie van Amsterdam tijdens buitenlandse mjn Noordzeekanaalpont gedoopt. Ook hebben 13
reizen en in Nederland. Als gevolg van de corona- dieselbussen plaats gemaakt voor schone, elektrische
pandemie heeft de Clipper het grootste gedeelte van bussen. In 2022 komen er nog eens 31 elektrische
2021 niet gevaren. Er is wel gewerkt aan onderhoud bussen bij. De elektriciteit wordt volledig opgewekt
en renovatie van het zeilschip. door windmolens in Nederland. GVB ligt op schema
netten om in 2025 volledig uitstootvrij te rijden en varen.
Milieu Í
Op weg naar
uitstootvrij Pa e
in 2025 Ce IL led
Bella A :
O0
Eind 2021 is de Vervoerregio Amsterdam mede-
aandeelhouder geworden in GVB. Vervoerregio
Amsterdam heeft een prioriteitsaandeel waar
bijzondere zeggenschapsrechten aan verbonden
zijn.
18
Havenbedrijf Amsterdam Johan Cruijff ArenA Life Sciences Fund Amsterdam (LSFA)
De coronapandemie en PFAS- en stikstofbelemme- Johan Cruijff Arena Een aantal van de portfoliobedrijven van LSFA is de
ringen hebben in 2021 opnieuw invloed gehad op Tweede crisisjaar afgelopen jaren uitgegroeid tot biomedische
de omzet en overslag van het Havenbedrijf. De totale op rij doorstaan bedrijven met waardevolle producten. Dit heeft een
goederenoverslag in het havengebied lag in 2021 op gunstig effect op de werkgelegenheid en het life
71,3 miljoen ton, 3 miljoen ton minder dan in 2020. mmm jn sciences-klimaat in de regio. Voorbeelden hiervan
Positief is dat de eerste tekenen van de nieuwe | | zijn R-South met een vaccin tegen het RS-virus,
Havenstrategie 2021-2025 zichtbaar zijn geworden. SigmaScreening met een mammografie-toepassing
De strategie draagt bij aan de energietransitie in en Caelus met probiotica tegen Diabetes. In 2021
de haven. Het verslagjaar 2020-2021 is voor de Johan Cruijff werkte LSFA aan een financieel verstandige
ArenA wederom een bijzonder jaar vanwege de afwikkeling van het fonds.
Het Havenbedrijf gevolgen van de coronapandemie. Er is een beperkt
Nieuwe aantal wedstrijden en evenementen in de kalender LSFA
Havenstrategie blijven staan, meestal zonder publiek op de tribunes. Verstandig
de De organisatie moest afscheid nemen van mede- afwikkelen EXIT
ZE ien werkers die als gevolg van de crisis hun baan verloren. van het fonds me)
Od Ondanks de overheidssteun is het jaar geëindigd met
: : An
een fors negatief resultaat. Dit resultaat was echter
Ook is de Visie Schone Scheepvaart herijkt met als beter dan begroot. Het gereserveerde noodkrediet
uiteindelijk doel dat de scheepvaart in 2050 van ABN AMRO is niet aangesproken. Al met al is het neen
emissievrij is. Koning Willem-Alexander opende in stadion het jaar boven verwachting doorgekomen.
het havengebied de eerste Nederlandse bio-LNG-
installatie. en
19
Matrix Innovation Center ODE Energie RAI Amsterdam
Zuidas ODE Energie beheert het collectieve warmte-koude De RAI was in 2021 grotendeels gesloten. Veel
Succesvol jaar en ambitieuze plannen energiesysteem van het Oosterdokseiland. Hier is energie ging naar het verplaatsen en doorschuiven
onder meer de hoofdvestiging van de Openbare van evenementen. Desalniettemin heeft RAI
mn nn Bibliotheek Amsterdam op aangesloten. In 2021 is Amsterdam 1,52 miljoen bezoekers ontvangen.
© VU ke MN gewerkt aan de wijziging van de statuten om de De 169 evenementen waren meer dan de 95 in
SS Amsterda besluitvorming soepeler te laten verlopen. 2020, maar minder dan de 396 in 2019. Naast de
evenementen zijn de faciliteiten van RAI Amsterdam
Oosterdokseiland ingezet voor het testen op corona. De RAI werd de
2021 is een succesvol jaar geweest. Aan het einde van Simpeler grootste vaccinatielocatie van Nederland.
het jaar was 99% van de laboratoria en kantoorruimte, besluitvorming
die het bedrijf aanbiedt aan bedrijven en kennis- In 2021 heeft RAI Amsterdam gewerkt aan een
instellingen op het Science Park, verhuurd. Daarnaast S toekomstvisie voor 2030. Het is de ambitie om de RAI
is gewerkt aan een nieuwe strategie waarin de  toekomstbestendig te maken en het gebied rond het
beoogde groei en verbreding van het werkterrein van congrescentrum te veranderen in een duurzame en
Matrix naar onder meer de Zuidas wordt uitgewerkt. multifunctionele ontmoetingsplek. Startpunt is een
De overname van het aandelenbelang van NWO door neet tunnel waarmee logistieke processen van de RAI
de VU is in 2021 voorbereid. (vrachtverkeer) minder belastend worden voor het
omliggende wegennet. Dit verbetert de kwaliteit van
annen het leefgebied en vermindert de overlast in de buurt.
Corona
Grootste
vaccinatielocatie
van Nederland
20
Schiphol Area Development Schiphol Stadsgoed NV
Company NV (SADC)
Schiphol es Ook 2021 stond in het teken van de coronapandemie.
De SADC ontwikkelt bedrijfsterreinen. In 2021 is Weer minder ny De langdurige verplichte sluiting van winkels en
14 hectare aan gronden uitgegeven met een transactie- passagiers horecagelegenheden bracht veel huurders in de
waarde van € 43,6 miljoen. Er heeft zich ook een door corona problemen. Stadsgoed heeft hen maatwerk geboden
wisseling in de directie voorgedaan. In mei 2021 is de bij het verlenen van huurkortingen. Voor veel
algemeen directeur vertrokken en eind 2021 is een ondernemers was het tweede jaar van corona-
nieuwe directeur benoemd. Voor een kleine maatregelen zwaarder dan het eerste, sommigen
organisatie als SADC een grote verandering. hadden echt geen geld meer om huur te betalen.
De coronapandemie heeft ook in 2021 een grote
Schiphol ® ® impact op Schiphol gehad. Vergeleken met het Ondanks de pandemie heeft Stadsgoed geschikte
Wisseling pre-coronajaar 2019 lag het aantal passagiers 64% aankopen kunnen doen. In het Sint Annenkwartier
directie lager. Schiphol ziet echter ten opzichte van 2020 een heeft de deelneming naast de Oude Kerk negen
Vld) geleidelijk herstel en een toename van het aantal voormalige raambordelen gekocht. In combinatie met
passagiers met 22%. Op het gebied van connectiviteit eerdere aankopen in die buurt kan er in de komende
heeft Schiphol het in vergelijking met andere lucht- jaren weer een echte woonbuurt gemaakt worden van
havens in 2021 goed gedaan. het Sint Annenkwartier.
nnn arne n Schiphol heeft in het kader van de Noodmaatregel Vastgoed
Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) regeling een Aankopen ©
beroep gedaan op overheidssteun van € 84 miljoen. in het Sint le
Annenkwartier jl A
In 2021 heeft Schiphol € 451 miljoen geïnvesteerd, rene
merendeels in duurzaamheid, innovatie, dienstverlening
en veiligheid. De belangrijkste investeringen betroffen
de verdubbeling van de taxibaan Quebec, de
herinrichting van vertrekhal 1 en de bouw van de nnen
nieuwe A-pier.
De samenwerkingsovereenkomst tussen Aéroports
de Paris en Schiphol is in november 2021 beëindigd.
21
Stadsherstel VGA Watertransportmaatschappij
Kennemerland (WRK)
Vastgoed In 2021 heeft VGA gewerkt aan het versterken van
Maatwerk ® de contacten met de klanten. Deze verlopen nu De WRK-leidingen voeren water aan naar de
huurders grotendeels via het digitale schadeportaal. Amsterdamse Waterleidingduinen. De duinen zijn
Ook de bedrijfscultuur is onder de loep genomen. de bron van ongeveer twee derde van het
En In lijn met de bestuursopdracht Diversiteit en Inclusie Amsterdamse drinkwater. WRK, Waternet en PWN
EN van de gemeente Amsterdam, heeft VGA de tolerantie (het waterbedrijf van Noord-Holland) hebben de
gestimuleerd. Medewerkers zijn meer bewust gemeente in 2020 verzocht om gezamenlijk met PWN
gemaakt van patronen rond diversiteit en inclusie. garant te staan voor de externe financiering die WRK
Ondanks de coronapandemie staat Stadsherstel er De totale netto schadelast is € 8,5 miljoen. De premie de komende jaren moet aantrekken. Investeringen
goed voor. Voor de huurders van horeca-, winkel- inkomsten waren in 2021 € 15,6 miljoen. in productielocaties en leidingwerk zijn nodig om
ruimte en culturele panden, had de pandemie de beschikbaarheid van drinkwater te garanderen.
grote gevolgen. Dit gold zowel voor 2021 als 2020. VGA Se N
Stadsherstel kwam de huurders die steun nodig Versterken EN De gemeente heeft in 2021 ingestemd met het
hadden tegemoet door het aanbieden van digitale EN aangaan van een garantieraamwerkovereenkomst
huurkortingen. klantrelatie QS tussen WRK, de gemeente Amsterdam en PWN.
De overeenkomst loopt 10 jaar. Als voorwaarde
In 2021 werden negen panden aangekocht voor ruim bij deze verplichting heeft de gemeente op
€ 9 miljoen. Verder is ruim € 11 miljoen uitgegeven 29 november 2021 de helft van de aandelen in
aan restauratie van panden zoals de Cromhouthuizen WRK verworven.
en de Hollandsche Manege. nnen
Garantieovereenkomst L{
De aandeelhouders hebben in het verslagjaar Gemeente verwerft
ingestemd met de oprichting van de Stichting belang in WRK
Stadsherstel. Twintig monumenten van Stadsherstel
worden aan de stichting overgedragen. De oprichting
zorgt er voor dat de Vereniging Vrienden van
Stadsherstel belastingvrij kan blijven schenken, wat
door een wijziging in de belastingwetgeving in de
oude constructie niet meer mogelijk was. nnn
22
Westpoort Warmte (WPW) N.V. Zeedijk
Per 1 maart heeft de gemeente Amsterdam het 50% Vastgoed 1
aandeel in WPW overgenomen van AEB. In 2021 heeft Monumenten | Em
WPW 3.516 woningen aangesloten op het warmtenet. verduurzamen NA
Eind 2021 stond de teller van het totaal aantal
woningen dat door WPW is aangesloten op stads-
warmte op 43.000 woningen. Hiermee is in 2021 een
energiebesparing van 77% behaald ten opzichte van
gasgestookte warmte. Dit is goed voor bijna 57.000 ton
CO-reductie. Ook in 2021 had de coronacrisis grote impact op
de commerciële huurders van NV. Zeedijk. Een pand
WPW NIZNIZ dat in gebruik was als luxe hotel heeft NV. Zeedijk in
Nieuwe coronatijd ingezet voor een sociaal doel. In samen-
deelneming werking met de Regenbooggroep werd hier tijdelijke
stadswarmte huisvesting geboden aan economisch daklozen.
Net als in 2020 heeft NV. Zeedijk maatwerk in de
vorm van uitstel en/of huurkortingen.
In 2021 heeft NV. Zeedijk voorbereidingen getroffen
annen voor de aankoop van een aantal panden aan de
Oudebrugsteeg. Deze aankoop is in de eerste
maanden van 2022 gerealiseerd.
Een vooruitstrevende transformatie vond plaats
in een pand aan de Oudezijds Voorburgwal 136.
Het monumentale pand is een van de eerste rijks-
monumenten in een oude binnenstad met een
zonnepaneel op het dak en energiewinning via
grondwarmte.
23
Ke 1 A 1 ' |
NN
N 4 N | vir
il DAK hi |
A EN k sf IJ |
h | \ N N \ Nv 4
: Ni \\ 8 Ä /
Î il ii K Es
| Dh SINE ID NINE LZ £
dae en En hd | f TTR SEN d \ IE IJ IER Pe d: .
fl e 5 Sj BE U HS TIFN RETE) l IE NA Pe EN 3 in
Dm a ES A4 ARK
EA hi ST Si | SOE INES |’ NN TA li 4 dt
_N \ Ee Ee Srh GIN Bi „ ie IL Se ps pn
nr) SE Orr En ma 4 IE bl eel ER
ef en |} me OE a ME ek KAN or Ball | _ | Ò
B OE AvA mol rik hb LA
Amal ED le oef Yr pj A BE er = et FM re IN |
ER HNE d IJ IN Ee p | Ë IN HT ur EAI Í Ee iik Er
45 Rt WK BN 0 TL. OI TRE A0 NS
baal = 5, ee mel en. fan : E . | B Ee E îl 5 “LG 5 ps N ì =r Í
NE Ì Ô |E |H = ; Td
f 5 DR IL jee pe fl E ä- ms TE SE en Te ei 9 __ 1 5 PAN p wed RN
Maatschappelijk
Dit hoofdstuk is gewijd aan de inspanningen van de Amsterdamse deel-
nemingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen
(MVO). MVO wordt gekenmerkt door het creëren van waarde op langere
termijn op drie verschillende vlakken: financieel-economisch, ecologisch
en sociaal. Het gaat om het vinden van een goede balans tussen groei,
duurzaamheid en sociale factoren. Bij MVO laat een onderneming zich
leiden door de resultaten op elk van deze dimensies.
Amsterdam en MVO Ook vindt dit plaats bij het goedkeuren van
investeringen, het benoemen en ontslaan van
Het college hecht veel waarde aan MVO en vindt bestuurders en bij het bezoldigingsbeleid. Een andere
het belangrijk dat de deelnemingen waarin de stad wijze om MVO breder toepasbaar te krijgen is door
participeert dit ook doen. Dit is in 2021 tot te appelleren aan maatschappelijke en ethische
uitdrukking gekomen in het nieuwe gemeentelijke normen tijdens aandeelhoudersvergaderingen. Ten
beleidskader voor de deelnemingen. In dit document slotte kan de gemeente met een deelneming het
is de verwachting geformuleerd dat deelnemingen gesprek aangaan over de belangenafwegingen bij
een voorbeeldfunctie vervullen in hun eigen sector het al dan niet doorvoeren van MVO-initiatieven.
op gebied van MVO.
De gemeente kan echter als aandeelhouder geen
Het college wil maximaal gebruikmaken van de wensen op het gebied van MVO aan bedrijven
bestaande beleidsinstrumenten om MVO te opleggen. MVO heeft namelijk betrekking op de
bevorderen. Dit gebeurt onder meer via de invloed bedrijfsvoering van de deelnemingen en een
die de gemeente als aandeelhouder heeft bij het aandeelhouder heeft hier geen formele zeggenschap
vaststellen van de strategie van een deelneming. over. Desondanks is er wel degelijk ruimte voor de
25
gemeente om in haar rol als aandeelhouder Dit past binnen de filosofie van een actief aandeel- de top wordt wel voor alle deelnemingen (met
MVO meer onder de aandacht te brengen van houderschap. bestuur en/of Raad van Commissarissen) gegeven.
de deelnemingen. Ook wordt sinds dit jaar, nu dit wettelijk verplicht is,
door deelnemingen met meer dan 25 werknemers
De gemeenteraad heeft de afgelopen jaren meerdere Aanpak MVO-rapportage 2021 eenduidig gerapporteerd over het bestaan van
moties aangenomen om deelnemingen aan te sporen beleid op het gebied van diversiteit en inclusie en
ook in ecologische en sociale zin een positieve In dit hoofdstuk is informatie op het gebied van MVO het percentage bestuurders en managers dat op
bijdrage aan Amsterdam te leveren. Een voorbeeld over 2021 opgenomen. De gegevens worden waar inclusieve wijze is geworven.
hiervan is de motie over arbeidsdiscriminatie waarin mogelijk vergeleken met de uitkomsten van de jaren
het college wordt opgeroepen om serieus werk van ervoor. We baseren ons daarbij voornamelijk op
dit thema te maken bij de deelnemingen. Ook in deze documenten die al in het bezit zijn van de gemeente Opbouw hoofdstuk
coalitieperiode wordt de aanpak tegen discriminatie of openbaar toegankelijk zijn, zoals jaarverslagen
op de arbeidsmarkt voortgezet. van de deelnemingen. Vanwege de verschillende Het hoofdstuk is onderverdeeld in de volgende
informatiebronnen en de soms grote verschillen thema's:
Een van de manieren om aandacht op het belang van tussen de deelnemingen is onderstaande informatie m Evenwichtige samenstelling bestuur en
MVO te vestigen is deze rapportage. Dit hoofdstuk niet altijd een-op-een vergelijkbaar. Raad van Commissarissen
toont de zaken die de gemeente op het gebied van m Goed werkgeverschap en diversiteit en inclusie
MVO belangrijk vindt. Het MRI-rapportage beoogt In de rapportage maken we onderscheid tussen = Duurzaamheid: CO,-uitstoot en circulaire economie
trends te ontwaren en deelnemingen bewust te de deelnemingen onderling omdat ze in grootte
maken van hun prestaties op dit vlak ten opzichte verschillen en anders van aard zijn. Zo is informatie Per thema gaan we in op de beleidsmatige achter-
van de andere bedrijven waarvan de gemeente over duurzaamheid of goed werkgeverschap voor grond en ontwikkelingen en vervolgens op de
aandeelhouder is. Daarnaast beschikt het college over deelnemingen met weinig of geen werknemers resultaten en initiatieven van de deelnemingen.
informatie waarmee het MVO bij de deelnemingen niet altijd goed te meten, niet representatief of
verder kan bevorderen. niet aan de orde. De man-vrouwverhouding in
26
® ® . ® ®
A1 Evenwichtige samenstelling bestuur en Raad van Commissarissen
Inleiding Achttien deelnemingen hadden in 2021 een meer- Indien deze man-vrouwverhouding in het bestuur
koppige RvC. Dertien deelnemingen kenden in 2021 of de RvC niet evenwichtig was diende in het
Sinds januari 2013 regelt de Wet Bestuur en Toezicht minimaal 30% mannen en 30% vrouwen. Dat waren bestuursverslag uiteengezet te worden waarom de
(WBT) voor grote bedrijven dat zetels in de Raad van er in 2020 twaalf van de zeventien deelnemingen met zetels niet evenwichtig waren verdeeld, op welke
Bestuur (RvB) en Raad van Commissarissen (RvC) een meerkoppige RvC. wijze de vennootschap trachtte tot een evenwichtige
evenwichtig verdeeld moeten zijn. Van een even- verdeling van de zetels te komen en op welke wijze
wichtige verdeling is volgens de WBT sprake als ten de vennootschap beoogde in de toekomst een
minste 30% van de zetels door vrouwen en ten minste Nieuwe wet evenwichtige verdeling van de zetels te realiseren.
30% van de zetels door mannen wordt bezet. De
gemeente hanteert deze streefcijfers voor de RvB In 2021 is het Burgerlijk Wetboek gewijzigd met het Onder het streefcijfer- en transparantiegedeelte van
en RvC in haar deelnemingenbeheer. oogmerk een evenwichtiger samenstelling aan de de nieuwe wet vallen alle naamloze en besloten
top van Nederlands bedrijfsleven te bewerkstelligen. vennootschappen die worden aangemerkt als een
Op grond van deze wet moeten beursgenoteerde grote rechtspersoon. Dit is het geval als een
Evenwichtige verdeling in 2021 bedrijven er voor zorgen dat hun RvC in de toekomst vennootschap op twee opeenvolgende balansdata
voor minimaal 30% uit vrouwen en minimaal voldoet aan ten minste twee van de volgende drie
De afgelopen jaren is bij het overgrote deel van de 30% uit mannen bestaat. Daarnaast moeten grote NV's criteria: de waarde van de activa bedraagt meer dan
gemeentelijke deelnemingen het streven geweest en BV’s ambitieuze en passende doelen vaststellen in € 20 miljoen; de netto-omzet is meer dan € 40 miljoen;
om meer vrouwen in de RvB en de RvC te benoemen. de vorm van streefcijfers om genderdiversiteit in het het gemiddeld aantal werknemers is 250 of meer.
Hiernaast staan de deelnemingen gepresenteerd bestuur, RvC en senior management te bevorderen.
die een meerkoppig bestuur en RvC hebben. Voor Met de komst van de nieuwe wet moeten grote
deelnemingen die een klein aantal bestuurders De Wet ingroeiguotum en streefcijfers vervangt naamloze en besloten vennootschappen passende
in dienst hebben, is het onmogelijk om zich te de op 1 januari 2020 vervallen streefcijferregeling. en ambitieuze streefcijfers formuleren voor de
conformeren aan WBT. Zo heeft de Beurs van Berlage Op grond van deze wettelijke regeling gold voor verhouding tussen mannen en vrouwen in het
bijvoorbeeld één directeur en geen RvC en hetzelfde grote NV’s en BV's dat zij bij benoemingen, voor- bestuur, de raad van commissarissen en het hogere
geldt voor BAVO en Clipper. drachten en het opstellen van een profielschets management. Daarover dienen zij te rapporteren aan
zoveel mogelijk rekening moesten houden met een de Sociaal Economische Raad (SER).
Ultimo 2021 hadden tien van de 23 deelnemingen evenwichtige verdeling van zetels van het bestuur
een meerkoppig bestuur. Van die tien voldeden en de RvC tussen mannen en vrouwen (ten minste
vijf deelnemingen in 2021 aan een evenwichtige 30% vrouw en ten minste 30% man).
man-vrouwverhouding (50%). In 2020 was dat vier
van de negen (44%).
27
Diversiteit Bestuur Diversiteit Raad van Commissarissen
® per deelneming ® per deelneming
2020 G Q 2021 q Q 2020 q Q 2021 dq Q
AEB 00% 0% AEB 0% 0% AEB 0% 0% AEB 0% 0%
Alliander 2% 25% Alliander 2% 25% Alliander 20% 50% Alliander 60% 40%
GVB 7% 33% GVB 67% 33% Carré 60% 40% Carré 60% 40%
Havenbedrijf Amsterdam 100% 0% Havenbedrijf Amsterdam _ 67% 33%, GVB €0% 40% GVB 7% 33%
BNG ©/%, 33% BNG 7% 33% Havenbedrijf Amsterdam 40% 60% Havenbedrijf Amsterdam 40% 60%
RAI 00% 0% RAI 0% 0% BNG /% 43% BNG 43%
LSFA 0% 0% LSPA 00% 0% RAI 20% 50% RAI 60% 40%
Schiphol 40% 60% Schiphol 20% 50% LSFA € 0% 40% LSPA 2% 23%
MGA nn 20% 50% VGA nn 20% 50% Schiphol 71% 29% Schiphol 27% 43%
WPW nen WPW 00% 0% Matrix €7% 33% Matrix 7% 33%
ODE 00% 0% ODE 00% 0%
SADC € 0% 40% SADC nn 0%, 40%
Johan Cruijff ArenA 75% 25% Johan Cruijff ArenA 80% 20%
Stadsgoed NM. 75% 25% Stadsgoed NM. 75% 25%
Stadsherstel 60% 40% Stadsherstel 50% 50%
VGA 0% 50% VGA nn 1%, 33%
WPW nen WPW 3 67%
Zeedijk 67% 33% Zeedijk 67% 33%
Deelnemingen met meerkoppig Deelnemingen met meerkoppige
bestuur die voldoen aan een Deelnemingen met meerkoppige Raad van Commissarissen die voldoen aan
Deelnemingen met meerkoppig bestuur evenwichtige man-vrouw verdeling Raad van Commissarissen een evenwichtige man-vrouw verdeling
2021 2021 2021 2021
©% 50% 78% 72%
48% 6 o 6
28
® . ® ® ®
4.2 Goed werkgeverschap en diversiteit en inclusie
Inleiding Diversiteit gaat om de verschillen tussen mensen, roepen bedrijven, waarvan de gemeente aandeel-
zoals geslacht, leeftijd, taal, huidskleur, arbeids- houder is, op om arbeidsmarktdiscriminatie tegen te
Goed werkgeverschap is een breed begrip dat op beperking, seksuele geaardheid, religie en culturele gaan. In dit jaarverslag brengt het college de raad
verschillende manieren wordt geïnterpreteerd. In achtergrond. Inclusie gaat over de manier waarop jaarlijks op de hoogte over de voortgang hieromtrent.
deze MVO-rapportage gaat goed werkgeverschap we met deze verschillen omgaan.
over de wijze waarop deelnemingen zich inspannen Op 16 februari 2021 is het werkplan voor de aanpak
om van hun bedrijf een diverse en inclusieve arbeidsmarktdiscriminatie in de periode 2021-2022
werkomgeving te maken, de kansen die zij bieden Beleidsmatige achtergrond en gepubliceerd. In dit werkplan is bepaald op welke
aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en ontwikkelingen vlakken een intensivering van het programma het meest
de arbeidsmarktbijdrage van deelnemingen door zinvol is. Dat betreft de aanpak van stagediscriminatie,
het aanbieden van stageplekken. De doelstellingen op het gebied van goed werkgever- het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie en de
schap zijn vertaald in een aantal beleidsdocumenten wens van het college dat meer bedrijven aan de slag
en brieven. In de beleidsbrief ‘Diversiteit en gaan met diversiteit en inclusie. In het huidige coalitie-
Definitie Inclusiviteit’ van 18 december 2018 spreekt wethouder akkoord staat dat de aanpak tegen discriminatie op de
Groot Wassink de ambitie uit om arbeidsdiscriminatie arbeidsmarkt wordt voortgezet.
Onder mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te verminderen en daarbij samen te werken met
verstaan wij mensen die langdurig werkloos zijn bedrijven. De brief meldt de doelstelling van onder-
geweest en lastig aan het werk komen. Dit zijn nemend Amsterdam (ORAM) om diversiteit te promoten
bijvoorbeeld mensen die onder de Participatiewet onder haar leden. Meerdere deelnemingen, waaronder
vallen omdat zij niet zelfstandig het minimumloon GVB, AEB en de Johan Cruijff ArenA zijn lid van ORAM.
kunnen verdienen, mensen met een Wsw-indicatie
of mensen met een medische beperking. Een Wsw- Een nadere uitwerking van dit beleid is te vinden in de
indicatie is voor mensen die door hun arbeids- brief ‘Aanpak arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2022’,
beperking alleen in een beschutte omgeving kunnen waarin wordt stilgestaan bij deelnemingen. Deze brief
werken. en de door de gemeenteraad aangenomen motie 842
29
OCO Werknemers In deze paragraaf rapporteren we over de deel- De eerste indicator komt voort uit de ambities van
mmm nemingen met 25 of meer werknemers. De reden het wetsvoorstel ‘Toezicht gelijke kansen bij werving
Rom InWest is niet meegenomen hiervoor is dat bij deelnemingen met een relatief en selectie’, dat in 2021 door de Raad van State is
in dit overzicht. klein personeelsbestand de mogelijkheden om behandeld. Het wetsvoorstel beoogt bedrijven met
werkplekken voor mensen met een afstand tot de meer dan 25 werknemers te verplichten om een
Deelnemingen Deelnemingen arbeidsmarkt te creëren of stageplekken aan te werkwijze te hebben die discriminatie voorkomt bij
met meer dan met minder dan bieden beperkt(er) zijn. werving en selectie van werknemers en stagiairs.
25 werknemers 25 werknemers Ook komt er een meldplicht voor discriminerende
verzoeken bij uitzendbureaus.
57% 43 0% Nieuwe indicatoren vanaf
o o Jaarverslag 2021 De tweede indicator biedt inzicht in de mate waarop
ee het werven en selecteren van leidinggevend personeel,
AEB Oe BAVO Bij de bespreking van het Jaarverslag Deelnemingen bestuurders en commissarissen op inclusieve wijze ter
Alliander Clipper 2019 is gevraagd om de inspanningen op het gebied hand genomen wordt, bijvoorbeeld aan de hand van
ennn neen van goed werkgeverschap op meer uniforme wijze een bestaand beleidskader of door in het wervings- en
BeursvanBerlage GEM Lutkemeer te rapporteren. Dit zal plaatsvinden door vanaf het selectieproces waarneembaar aandacht te besteden
BNG LSFA Jaarverslag Deelnemingen 2021 de volgende aan het onderwerp.
ene nnn In indicatoren op te nemen:
ennn nnn 1. Aanwezigheid beleid voor divers werven en
Havenbedrijf Amsterdam Stadsgoed 2. Het percentage vacatures voor managers,
aaneen nende dan bestuurders en commissarissen dat in het afgelopen
Johan Cruijff ArenA _ en a JVPW jaar is ingevuld met inclusieve werving en selectie.
RAI WRK
SADC NV. Zeedijk
Schiphol
Stadsherstel
VGA
30
4.21 Toelichting goed werkgeverschap
Hieronder worden de ontwikkelingen van de Er is wereldwijd een maatschappelijke discussie gaande Tabel 1. Kengetallen Goed Werkgeverschap
deelnemingen op het gebied van goed werkgever- over de transparantie rond salarisverhoudingen in Beurs van Berlage
schap verantwoord en toegelicht. Dit betreft organisaties. Alliander wil hier open over rapporteren. Verdeling 2021
initiatieven van deelnemingen om mensen met een Het totale inkomen van de CEO bedraagt 3,7 maal de Ae Te Ee EK ARIE
Verdeling vrouw/man in organisatie 46/54
afstand tot de arbeidsmarkt, jongeren en andere mediaan van de salarissen van alle medewerkers van eenen eneen entente eener eneen
kwetsbare groepen zoals statushouders een kans te Alliander in Nederland (2020: 3,6). Op het gebied van Verdeling vrouw/man in Management Team 43/57 _
bieden. Daarnaast wordt ook aangegeven welke arbeidsvoorwaarden deed Alliander een ‘gelijk werk- Verdeling vast/flex_____________________ 59/41
deelnemingen initiatieven ontplooien om stage- gelijk loon’-analyse. Door de belangrijkste veroorzakers Medewerkers jonger dan 30 jaar 42%
plekken aan te bieden. De gemeente vindt het van op de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden
groot belang dat jongeren de kans krijgen om aan te pakken wil Alliander het geconstateerde
werkervaring op te doen en stimuleert deelnemingen verschil in gelijk werk-gelijke beloning van 4,6% BNG
om stageplekken aan te bieden. terugbrengen naar 0%. In 2021 heeft een medewerkersonderzoek plaats-
gevonden. Het onderzoek had een hoge respons van
AEB In 2021 kwam het verzuim van medewerkers uit op ruim 85%. Daaruit blijkt dat medewerkers betrokken
AEB is in 2021 verkocht na een crisis. Als gevolg van het 4,6% (2020: 3,9%). Dit is lager dan het Nederlandse en bevlogen zijn, maar moeite hebben met de
verkoopproces dat in 2021 liep en na de grote gemiddelde van de sector (5,1%). werkdruk en de balans tussen werk en privé. BNG
problemen die zich in 2019 voordeden, heeft de focus heeft om deze reden een bankbreed vitaliteits-
op het herstel en de verkoop gelegen. Hierdoor vond Beurs van Berlage programma aangeboden, waaraan op vrijwillige basis
op het gebied van goed werkgeverschap geen Bij Beurs van Berlage zijn ongeveer 89 personen in ruim 150 medewerkers hebben deelgenomen. Verder
verantwoording plaats, evenals andere zaken op het dienst van de vennootschappen. Vanwege de grote zijn instrumenten als coaching en vitaliteitsverlof
gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. diversiteit aan diensten en de golfbewegingen van ingezet om te werken aan inzetbaarheid en vitaliteit
activiteiten, inherent aan de evenementenindustrie, van medewerkers, en kunnen medewerkers deelnemen
Alliander werkt de Beurs samen met verschillende partner- aan yogalessen of gebruik maken van een sport-
In juli hebben cao-partijen een akkoord bereikt over bedrijven op verschillende gebieden als bewaking budget. Daarnaast biedt BNG Bank ondersteuning aan
een nieuwe cao voor de Netwerkbedrijven. Deze cao en catering. Zij leveren bij hun activiteiten eigen medewerkers die de bank verlaten. Medewerkers die
heeft een looptijd van 1 mei 2021 tot en met medewerkers. Daarnaast gebruikt de Beurs van Berlage met pensioen gaan kunnen de training ‘Pensioen in
31 december 2022. Medewerkers die op 1 september oproepkrachten in de bediening en keuken via Zicht’ volgen. Medewerkers van wie het dienstverband
fulltime in dienst waren, ontvingen in september een gespecialiseerde uitzendbureaus of ZZP-platforms. wordt beëindigd kunnen coaching en outplacement-
eenmalige uitkering van € 350 bruto. Per 1 april 2022 begeleiding krijgen.
worden de salarissen verhoogd met 2%. Hiernaast zijn belangrijke kengetallen van de Beurs
weergegeven op het gebied van goed werkgeverschap:
31
BNG kende in 2021 een hoge mobiliteit, onder meer Carré GVB organiseerde voorheen elke twee jaar een
door de instroom van 32 medewerkers waardoor het Ultimo 2021 waren er 43 medewerkers in dienst ten medewerkersonderzoek. Om beter de vinger aan de
totale personeelsbestand op 362 medewerkers opzichte van 42 werknemers eind 2020. De verdeling pols te houden is besloten tot een jaarlijks onderzoek.
uitkwam. De gestegen mobiliteit en de daarmee fulltime versus parttime is 63% versus 37%, met een
gepaard gaande instroom hebben tot gevolg dat de genderverdeling van 22 mannen naast 21 vrouwen. Het verzuimpercentage van GVB is vanaf het begin
gemiddelde leeftijd van de medewerkers is gedaald In leidinggevende posities is de vrouw-manverdeling van de coronacrisis in maart 2020 sterk gestegen.
ten opzichte van 2020 (2021: 45,9, ten opzichte van 3 om 2. Er zijn bij het sluiten van het verslagjaar 2021 In 2019 bedroeg het verzuimpercentage nog 7,0%,
2020: 46,6). Ondanks de toegenomen in-, door- en 26 medewerkers in dienst voor onbepaalde tijd en en in 2020 steeg het naar 7,9%. In 2021 is het verder
uitstroom zijn er forse uitdagingen op de arbeidsmarkt 17 voor bepaalde tijd. Het verzuimpercentage bedroeg gestegen naar 8,4%. In dezelfde periode daalde het
voor BNG. Vacatures voor IT'ers, financieel specialisten in 2021 10,8%. Twee medewerkers hadden gedurende gemiddelde aantal ziekmeldingen per medewerker
en risicomanagers staan relatief lang open. 2021 zwangerschapsverlof. Het aantal verzuimdagen per jaar. Medewerkers van GVB melden zich iets
is gestegen ten opzichte van 2020. Het kort verzuim minder vaak ziek dan gemiddeld in Nederland, maar
De arbeidsvoorwaarden zijn in veel gevallen voldoende (< 7 dagen) en het middellang verzuim (7-42 dagen) hun gemiddelde verzuimduur is een stuk langer. Dit
competitief. De CAO Banken, die op 97% van de is gedaald, het lang verzuim (vanaf 43 dagen) is sterk stuwt het verzuimpercentage omhoog.
medewerkers van toepassing is, biedt naast een gestegen.
beloningsstructuur een goed pakket aan secundaire Verder heeft GVB de nodige maatregelen genomen
arbeidsvoorwaarden. Dit pakket wordt op het niveau GVB om werknemers veilig te laten werken. Werkplekken
van BNG Bank aangevuld met bedrijfseigen regelingen In het begin van de coronacrisis heeft GVB alles op en werkmethoden zijn aangepast en iedereen is goed
voor alle medewerkers en diverse doelgroepen. alles gezet om het personeel te behouden. voorgelicht. De arbodienst heeft actie ondernomen,
De aanhoudende terugloop in passagiers dwingt GVB onder meer met een digitaal (spoed)spreekuur door
Tabel 2. Kengetallen Goed Werkgeverschap echter om zorgvuldige afwegingen te maken over het de bedrijfsartsen. Ook is begeleiding door bedrijfs-
BNG personeelsbestand, mede omdat de dienstregeling maatschappelijk werk en bedrijfspsychologen
Verdeling 2021 met 12% is afgeschaald. GVB probeert gedwongen geregeld.
Verdeling vrouw/man in organisatie 32/68 ontslagen te voorkomen.
Verdeling vrouw/man in Executive 40/60 In 2021 vond een medewerkersonderzoek plaats. mogelijkheden geboden om aan hun loopbaan te
Committee . … . …
ennen nennen eenen eneen eneen ennen nn Medewerkers gaven gemiddeld een 7,02 als cijfer werken. Zo konden medewerkers advies krijgen van
Verdelingvast/flex_________ 82/18 voor tevredenheid over het werken bij GVB. Dit cijfer loopbaancoaches van GVB. Ook konden ze deelnemen
is lager dan het gemiddelde tevredenheidscijfer van aan sollicitatietrainingen em hun vaardigheden te
andere bedrijven in de sector: 7,36 (transport en verbeteren. Hierdoor hoopt het bedrijf dat personeel
logistiek) en 7,73 (professionele dienstverlening). zo lang mogelijk inzetbaar blijft.
32
Als uitwerking van het landelijk pensioenakkoord heeft Havenbedrijf Amsterdam Johan Cruijff ArenA
GVB in 2021 de zwareberoepenregeling ingevoerd. In het jaarlijkse medewerkersonderzoek wordt de De coronacrisis had op het personeel en de organisatie
Daarmee kunnen medewerkers die minstens 10 jaar werkbeleving en motivatie onderzocht. Er is een een grote impact. Gedurende het gehele jaar hebben
bij GVB werken in een zwaar beroep, uiterlijk 3 jaar significante stijging te zien in de motivatie (het de meeste werknemers thuisgewerkt. Als gevolg van de
voor de AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met gemiddelde van betrokkenheid en bevlogenheid) crisis zijn elf medewerkers vertrokken. Eén medewerker
werken met een uitkering van GVB. De regeling is en het werkgeverschap (de mate waarin mensen heeft zelf ontslag genomen, waarmee het personeels-
tijdelijk en geldt tot 1 januari 2026. Jaarlijks in het bedrijf als werkgever waarderen). Het gevoel bestand is teruggelopen van 71 naar 59 werknemers.
september bepalen de cao-partijen of de regeling van autonomie is bij een aantal bedrijfsonderdelen Het vertrek van collega’s heeft grote impact gehad
voor het daaropvolgende jaar wordt opengesteld. De gestegen en bij een aantal andere juist gedaald. op het gehele team. Het personeelsverloop kwam
regeling voorziet in een behoefte: 56 medewerkers logischerwijs hoger uit, namelijk op 17,4% ten opzichte
hebben er gebruik van gemaakt. Dat is zo'n 17% van In 2021 was het ziekteverzuim 3,8%. Ten opzichte van 1,5% een jaar eerder. Het ziekteverzuim is in 2021
de medewerkers die er in 2021 voor in aanmerking van 2020 (3,9%) is het verzuimpercentage licht uitgekomen op 0,5% (was 1,4%).
kwamen. gedaald. Arbeidsongeschikte medewerkers worden
actief gemonitord en het Havenbedrijf volgt de Wet De Johan Cruijff ArenA hecht sterk aan maatschappelijk
Tabel 3. Kengetallen Goed Werkgeverschap verbetering poortwachter nauwgezet op. Toch is verantwoord ondernemerschap. Dit gebeurt aan de
GVB het percentage ten opzichte van de doelstelling hand van de contracten die worden aangegaan met
Verdeling 2020 2021 van 3,1% nog steeds te hoog. huurders, leveranciers en andere zakelijke relaties.
Verdeling vrouw/man in RvC 33/67 40/60 Sociale inclusiviteit is daarbij van groot belang. Mede
eenen ornata nennen Tabel 4. Kengetallen Goed Werkgeverschap door de coronacrisis is de bijdrage aan sociaal-
varden vrouw/man in 40/60 29/71 Havenbedrijf Amsterdam maatschappelijke activiteiten minder groot geweest
k \ Vv Vv War EPT Het stadion is beschikbaar gesteld en/of er is steun
Geen last van ongewenste organisatie : gende organsanes:
81,7% 81,0% : m Zuidoost Werkt/1.000 banenplan
omgangsvormen ’ ’ Verdeling vast/flex 92/8 92/8 .
DE aarnaast aaneen aenescens wonenden anness annae en anas aanne vennen m Amsterdam Smart City School
Nieuwe medewerkers jonger 8,5% 13,3% Medewerkers jonger dan 30jaar 15% 12% m Stichting Steun Emma Kinderziekenhuis AMC
dan 25 jaar Ziekteverzuim 3,9% 3,8% =m Johan Cruyff Foundation
Medewerkerstevredenheid 702 m Prinses Maxima Ziekenhuis
Ziekteverzuim 7% 84% m_ #GEEFJEDRANKJEDOOR (ten behoeve van
Kandidaten Participatiewet 12 7 onder meer Voedselbanken, Leger des Heils
TO en Rode Kruis)
m Witha touch of green | Stichting Wereld
Zonder Kinderkanker
33
De Johan Cruijff ArenA verbindt talent uit het Operationele medewerkers van de RAI werden SADC
stadsdeel aan moeilijk vervulbare vacatures middels ingezet om diensten te draaien voor de GGD. Door De gemiddelde bezetting van de organisatie bestaat
de Amsterdam Smart City School. In april 2020 is het succes werd de inzet in 2021 verbreed naar alle uit 25 fte en is daarmee met 2 fte afgenomen ten
een groep van 25 jongeren uit Zuidoost gestart aan medewerkers van de RAL. In alle gevallen betreft het opzichte van 2020. Het personeelsbestand bestaat
een drie maanden durende opleiding tot AWS Cloud operationele diensten die niet door de GGD zelf kon voor 45% (2020: 39%) uit vrouwen en voor 55%
Operator, verzorgd door de opleidingspartner worden uitgevoerd, zoals traffic- en crowd control (2020: 61%) uit mannen.
Techgrounds. Met Techgrounds en hun netwerk bij de teststraten en een host bij entree's.
hebben deze jongeren inmiddels relevant werk In 2019 is een samenwerking aangegaan met JINC.
gevonden in de informatietechnologie. Amsterdam In 2021 is de tevredenheid van medewerkers twee- JINC helpt kinderen tussen de 8 en 16 jaar aan een
Smart City School is mede mogelijk gemaakt door maal gemeten, waarbij op beide meetmomenten goede start op de arbeidsmarkt. Ondanks de
verschillende bedrijven en de gemeente Amsterdam. ook naar andere thema’s is gevraagd. De algemene coronacrisis hebben er in 2021 twee online sessies
Het succes van de eerste lichting Amsterdam Smart tevredenheid van medewerkers is onder de plaatsgevonden en één live sessie plaatsgevonden.
City School roept om een vervolg en daarvoor is een omstandigheden als positief te bestempelen. Ook voor 2022 worden er afspraken gemaakt om
subsidieaanvraag ingediend. Met deze inzet levert de activiteiten voort te zetten.
de Johan Cruijff ArenA een bijdrage aan het Het HR-beleid beoogt het creëren van meer social
Masterplan Zuidoost. return voor de stad Amsterdam. RAI draagt bij aan Schiphol
initiatieven gericht op het bieden van meer kansen De coronacrisis is ingrijpend voor het personeel van
RAI voor jeugdwerklozen en voor mensen met een Schiphol. De luchthaven schrapt ongeveer 330
RAI streeft naar diversiteit binnen het bedrijf qua afstand tot de arbeidsmarkt. Vanuit het programma arbeidsplaatsen op een totaal van rond de 2.500 fte.
leeftijd, ervaring, sekse en competenties. Hier is, ‘Hartverwarmend Amsterdam’ worden lokale en Daarnaast krijgt veel personeel een nieuwe functie.
in samenspraak met de Ondernemingsraad, bij eerlijke ingrediënten ingekocht. De Employee Promoter Score (EPS), die de mede-
de reorganisatie in 2020 rekening mee gehouden. werkerstevredenheid weergeeft, is desondanks in
In samenwerking met het ROC van Amsterdam is gestart 2020 41 punten hoger dan in 2019 (39,2).
Behoud van betrokkenheid en verbondenheid waren met een hybride leeromgeving om gezamenlijk een In overleg met de vakbonden is een afvloeiingsplan
in 2020 en 2021 belangrijke thema’s. Een groot deel kwalitatief hoogwaardige standaard in hospitality ontwikkeld. Het plan omvat regels en procedures over
van de organisatie werkte ook in 2021 het overgrote te waarborgen. Dit is uitgemond in een tweejarige baanverlies, vacatures, het herplaatsingsproces en
deel vanuit huis. Een taskforce heeft in 2021 meerdere opleiding (BBL) op het gebied van Food & Beverage. uitdiensttreding. Werknemers krijgen ondersteuning
initiatieven genomen om de interne verbondenheid De RAI presenteert deze opleiding aan nieuwe bij het vinden van een nieuwe baan en kunnen
te borgen zoals een live praatprogramma met statushouders. Begin 2021 zijn 16 studenten van gebruik maken van de plaatsmakersregeling: een
bestuurs- en directieleden en virtuele en hybride verschillende niveaus gestart. positie kan aangeboden worden aan collega’s die
koffiemomenten, borrels en een kerstviering. anders zouden worden ontslagen.
34
Schiphol wil graag dat medewerkers zich binnen medewerkerstevredenheid weergeeft, is een Het boeien en binden van medewerkers stond nog
het bedrijf langdurig in professionele zin kunnen belangrijke indicator van Schiphol. In 2021 daalde meer dan voorheen centraal door de invloed van
ontwikkelen. In 2020 deden ze mee aan een pilot met 12,3 punten naar 31, en ligt daarmee onder het corona maar ook door krapte op de arbeidsmarkt.
met ‘skills paspoorten’. Deze zijn ontwikkeld door streefcijfer voor 2021 (45). In 2021 is veel aandacht besteed aan de instroom,
Werkgeversvereniging AWVN, House of Skills en doorstroom, ontwikkeling en uitstroom van een
Luchtvaart Community Schiphol. Deze paspoorten Alle werknemers van Schiphol Group krijgen een aantal medewerkers. Zo zijn er vier nieuwe collega’s
bieden inzicht in competenties en talenten. Ze helpen persoonlijk budget dat ze kunnen gebruiken voor hun geworven, drie medewerkers intern doorgestroomd
medewerkers zich bewust te worden van hun vaardig- persoonlijke en professionele ontwikkeling of om hun vanwege een promotie en drie collega’s uit dienst
heden. Schiphol krijgt een beter beeld van het gezondheid en vitaliteit op peil te houden. In 2021 gegaan. Stadsherstel heeft dit jaar vier stagiaires
beschikbare talent en waar verdere ontwikkeling zette Schiphol € 2,7 miljoen opzij voor de mede- kunnen verwelkomen binnen de organisatie.
kan worden ondersteund. werkers; aan het eind van het jaar kwam het totaal van
beschikbare middelen voor de personeelsleden op Zorgen voor het opleiden van leerlingen is van groot
Schiphol streeft naar een gelijke genderverdeling € 12,1 miljoen. belang voor de instandhouding van het restauratie-
op alle niveaus en alle posities binnen de groep. ambacht. Stadsherstel schrijft daarom voor dat op elk
De directie van Schiphol voldoet aan de doelstelling Stadsherstel restauratieproject een leerlingbouwplaats gewenst is.
van de Wet bestuur en toezicht, die voorschrijft dat Gedurende 2021 stonden er 52 medewerkers op de Een ervaren leermeester zorgt dan voor de begeleiding
minimaal 30% van de leden vrouw is. Tot 2018 heeft loonlijst voor 42,5 fte. 2021 stond wederom in het van een jongere medewerker.
de Raad van Commissarissen ook de doelstelling van teken van corona. Het in 2020 opgestelde, corona-
30% vrouwen gehaald; vanwege een vacature blijft en thuiswerkbeleid bleef van kracht. Eind 2021 is Het werk van Stadsherstel omvat meer dan alleen
het percentage vrouwen momenteel steken op 33% een medewerkerstevredenheidsonderzoek restaureren. Het gaat ook over maatschappelijke
(twee van de zes leden). De overall man-vrouw uitgevoerd onder het personeel, waarin ook het betrokkenheid. Stadsherstel werkt daarbij samen
verhouding binnen de Schiphol Group is 69% man en coronabeleid is geëvalueerd. De gemiddelde score met instanties die zich toeleggen op het verzorgen
31% vrouw. kwam uit op 7,8. Medewerkers konden anoniem van begeleid wonen van ouderen met dementie en
deelnemen. In dialoog met de medewerkers zal jongeren met een autisme. Dit leidde in 2021 tot een
Schiphol streeft naar een stimulerende werkomgeving. Stadsherstel in 2022 met de belangrijkste conclusies paar nieuwe sociale woonplekken. Stadsherstel laat
Tijdens de aanhoudende pandemie bleef het helpen uit het onderzoek aan de slag gaan, met name op zich ook van haar sociale kant zien door actief de
van de medewerkers om gezond en wel te blijven een het gebied van samenwerking & werksfeer en huurders van bedrijfsruimten, die door de maat-
prioriteit. De Employee Promoter Score (EPS), die de opleiding & ontwikkeling. regelen het hardst getroffen werden, te helpen.
35
VGA
Alle medewerkers die activiteiten voor VGA verrichten
zijn in dienst van de gemeente Amsterdam. Het aantal
fte in 2021 bedroeg gemiddeld 44,6.
De bedrijfsvoering van VGA is in 2021 geconfronteerd
met grote uitdagingen. Naast de coronapandemie die
ervoor zorgde dat er voornamelijk op afstand is
gewerkt, zorgde de afwezigheid door ziekte van de
bestuursvoorzitter en de compliance officer voor extra
druk op de organisatie. Er was eveneens sprake van
een groot verloop van personeel op andere, cruciale
posities.
Er was in 2021 veel inspanning nodig om de formatie
en de bezetting op orde te houden. Door de krappe
arbeidsmarkt bleek het lastig om deskundig personeel
aan te trekken. Daarom is een extern bureau gevraagd
onderzoek te doen naar de beloningsstructuur en het
functiehuis binnen VGA.
36
4.2.2 Toelichting diversiteit en inclusie
Deze paragraaf gaat over de inspanningen van Prestaties deelnemingen op het gebied dertien deelnemingen met meer dan 25 werknemers
de deelnemingen met meer dan 25 werknemers van diversiteit en inclusie op het gebied van diversiteit en inclusie uit de doeken
op het gebied van diversiteit en inclusie. Vanaf gedaan. Een aantal deelnemingen biedt aanvullende
het Jaarverslag Deelnemingen 2021 wordt op een In onderstaande tabel worden de prestaties van de toelichtingen op de diversiteit en inclusie inspanningen.
standaardwijze gerapporteerd en verantwoording
afgelegd over diversiteit en inclusie middels
twee indicatoren: Tabel 5. Stand van zaken deelnemingen op het gebied van diversiteit en inclusie 2021
1. Aanwezigheid beleid voor divers werven Deelneming Aanwezigheid % managers, bestuurders Aantal wervingen
en selecteren. intern beleid diversiteit en commissarissen
2. Het percentage vacatures voor managers, en inclusie? inclusief geworven
bestuurders en commissarissen dat in het AEB Onbekend Onbekend Onbekend
afgelopen jaar is ingevuld met een inclusief Alliander Ja 100% 257
Beurs van Berlage Ja Niet van toepassing 0
De eerste indicator komt voort uit de inwerkingtreding BNG JA 10% Een
van het wetsvoorstel ‘Toezicht gelijke kansen bij Carré Ja 100% 1
werving en selectie’ dat rond het zomerreces van va eenen Re oenen onbekend one Vanaf 2022 bijgehouden.
2022 naar de Tweede Kamer is opgestuurd. Het Havenbedrijf Amsterdam oe eg
n . Johan Cruijff ArenA Ja 100% 4
discriminatie voorkomt bij werving en selectie van RAL nn Ne® CNbekend Vanaf 2022 bijgehouden.
werknemers en stagiairs. Ook komt er een meldplicht SADC en TA OM eenn
voor discriminerende verzoeken bij uitzendbureaus. Schiphol Ja 100% 5
En . Stadsherstel Ja Niet van toepassing 0
De tweede indicator biedt inzicht in de mate waarop VGA Ja 100% ì
het werven en selecteren van leidinggevend _——————————————————————————————————————————
personeel, bestuurders en commissarissen op
inclusieve wijze plaatsvindt. Dit kan gebeuren aan de Tabel 6. Deelnemingen met meer dan 25 fte met
hand van een bestaand beleidskader of door hier in intern beleid op het gebied van diversiteit en inclusie
het wervings- en selectieproces zichtbaar aandacht 2020 202
aan te besteden. 7 85%
37
AEB Beurs van Berlage BNG
AEB is in 2021 verkocht na een crisis. Na de crisis van De Beurs van Berlage stuurt op een inclusieve BNG Bank stimuleert het aantrekken, behouden en
2019 en de raadsenquête over de problemen bij het samenstelling van teams en de algehele organisatie benutten van divers talent en gelooft in de
AEB vond op het gebied van diversiteit en inclusie door inclusief te werven en het stimuleren van meerwaarde hiervan. Een optimaal team heeft een
geen verantwoording plaats, evenals andere zaken bewustwording over dit onderwerp. In wervings- mix van mannen en vrouwen, verschillende leeftijden
op het gebied van maatschappelijk verantwoord teksten worden profielen geschetst met feitelijk en verschillende achtergronden, zowel met
ondernemen. benodigde vereisten. Er worden realistische eisen betrekking tot etniciteit als wat betreft opleidingen
gesteld. Daar waar beheersing van een taal niet en competenties. BNG Bank voldoet aan haar eigen
Alliander uitmuntend hoeft te zijn, wordt dit ook niet geëist. doelstelling om ten minste 33% mannen en ten minste
Alliander streeft naar een goede diversiteitsbalans op Ook wordt in wervingsteksten expliciet vermeld dat 33% vrouwen te hebben in de RvB en RvC.
alle niveaus en een gevarieerd personeelsbestand. iedereen van harte verwelkom is, ongeacht afkomst,
Alliander heeft met gerichte werving en selectie het geboorteland, partnervoorkeur. Carré
aantal vrouwen in leidinggevenden posities Carré streeft ernaar een zo divers mogelijk publiek
bestendigd. Het aandeel vrouwen in leidinggevende In september 2021 is een campagne gestart voor aan te trekken door in de volle breedte te
posities is eind 2021 28,1% (2020: 29,0%). In 2021 het aantrekken van horeca medewerkers. Vanuit de programmeren en door drempels te verlagen die
zijn er 257 nieuwe leidinggevende, managers, aanname ‘als je graag wilt leren, is ervaring niet nodig’, bezoekers mogelijk ervaren op financieel en/of fysiek
directeuren, en commissarissen aangesteld. Hiervan konden geïnteresseerden gedurende zes weken, vlak. Ook wat betreft personeel heeft Carré diversiteit
waren er 77 vrouw. Doordat dit een 30% instroom van zonder aanmelding vooraf, langskomen. en inclusie hoog op de agenda staan. Dit betreft alle
vrouwelijke managers betekent, is Alliander in 2021 Zij kregen een rondleiding en uitleg over de werk- medewerkers, zowel achter de schermen als op het
meer inclusief samengesteld op managementniveau. zaamheden en gelijk een contract voor bepaalde tijd podium en in de ondersteunende diensten
De doelstelling is dat in 2024 33% van de leidende aangeboden. Van de 25 nieuwe collega’s die zijn
posities door vrouwen wordt vervuld, aangenomen, zijn er twee op eigen verzoek gestopt Diversiteit en inclusie hebben een natuurlijke plaats
en 23 nog steeds in dienst. in de bedrijfsvoering van Carré. Om dit structureel
Verder probeert Alliander medewerkers met een te verankeren binnen de organisatie en waar mogelijk
migratieachtergrond te werven door middel van de Het draagvlak voor diversiteit en inclusiviteit is binnen ook meetbaar te maken, is diversiteit en inclusie
netwerken Wij zijn Nexus, Echo (mentorprogramma het management en middenmanagement groot, uitgewerkt in een beleidsnotitie die aan de hand van
voor afgestudeerden met een migratieachtergrond) maar bij enkele operationele functies nog niet. Er zijn intern overleg is opgesteld.
en Agora (netwerkorganisatie voor diversiteit en meerdere teamgesprekken geweest om het bewust-
inclusie). Alliander plaatst ook mensen met een zijn te verhogen en zodra er ruimte is, zal er een In lijn hiermee besteedt Carré bij het invullen van alle
arbeidsbeperking op volwaardige werkplekken. training op het gebied van diversiteit en inclusie vacatures aandacht aan inclusieve werving en selectie.
In 2021 zijn in totaal 77 (62 fte) personen op een worden gegeven vanuit de gemeente Amsterdam. Voor de groep van managers, bestuurders en
werk- of ervaringsplek ingestroomd (2020: 108).
38
commissarissen geldt dat in 2021 één vacature vlak. Ook is er een streven naar een gelijke verdeling De wens om een goede en gezonde balans te vinden
(commissaris) is ingevuld, de werving en selectie heeft van mannen en vrouwen. qua diversiteit van het personeel is groot. De
op inclusieve wijze plaatsgevonden. medewerkers zijn het gezicht van de RAI en fungeren
In 2021 was er één managementvacature en één als gastvrouw en gastheer tijdens evenementen.
GVB directievacature. Beide zijn vervuld door een vrouw. RAI wil graag dat gasten zich prettig voelen en zich in
GVB heeft een beleid voor diversiteit en inclusie en Er is één vacature vrijgekomen voor een lid van de RAI herkennen. Daarom streeft RAI diversiteit na in de
voert personeelsbeleid op basis van diversiteit. GVB RvC en die is vervuld door een man. Verder wordt het samenstelling van alle afdelingen, qua leeftijd, sekse
wil een afspiegeling zijn van de bevolking van de stad. werving- en selectiebeleid aangepast, onder meer en etniciteit. RAI is ervan overtuigd dat divers
Bij GVB telt iedereen mee. Voor diversiteit en inclusie door teksten inclusiever te maken en te kijken of ze samengestelde teams een positieve invloed hebben
zijn doelen gesteld waar indicatoren aan zijn in beeld diverser kunnen zijn. op de resultaten. Om subjectiviteit te reduceren en
verbonden. Over de voortgang van het diversiteits- meer mensen dezelfde kans te geven, laat RAI alle
beleid wordt twee keer per jaar gerapporteerd aan de Eind 2021 is gestart met het Future Proof Governance- kandidaten een assessment maken. Daarnaast maakt
renumeratiecommissie van de RvC. programma, een initiatief om jonge medewerkers RAI geen gebruik van Nederlandse taaltesten.
een stem te geven. Samen met het directieteam
Bij werving en selectie past GVB de sollicitatiecode werkt een Young Future Board bestaande uit vijf jonge Het doel is om minimaal 30% van het midden en
toe, die voorschrijft dat er geen discriminatie medewerkers onder meer aan een toekomst- hoger management uit vrouwen te laten bestaan.
plaatsvindt op grond van afkomst, overtuiging, sekse, bestendige manier van besturen. Om diversiteit Organisatie breed is het aandeel vrouwen momenteel
of politieke keuze. Vanaf 2022 wordt bijgehouden en inclusie verder te activeren is recent een 51%. Dit is (ongeveer) gelijk aan de situatie voor de
hoeveel managers, bestuurders en commissarissen op organisatiebreed dialoog gestart onder leiding van reorganisatie in 2020. Bij medewerkers is dit 52% en
grond van diversiteit en inclusie zijn geworven. ervaren consultants. Dit vormt de basis voor een bij middenmanagement is dit 59%, Bij het hoger
aangescherpt diversiteit- en inclusiebeleid. management is het doel niet behaald. Door de
Daarnaast eist GVB waar mogelijk van de leveranciers reorganisatie is het percentage gedaald van 33% naar
een social-return-prestatie. Dit betekent dat zij banen RAI 25%. Het bestuur is niet meegenomen in deze laag.
creëren voor mensen met een afstand tot de Voor RAI Amsterdam stond 2021 in het teken van De doelstelling op het gebied van man-vrouw
arbeidsmarkt. corona en de opgelegde beperkingen ten aanzien diversiteit, zoals onderschreven in de charter Talent
van het organiseren van beurzen en congressen. naar de Top, is gehaald: het aandeel vrouwen in het
Havenbedrijf Amsterdam 2021 was een overlevingsjaar voor de RAI, waarbij de beleidsteam en het tweede echelon leidinggevenden
Het Havenbedrijf vindt het belangrijk dat de mede- focus, na een grootscheepse reorganisatie in 2020, bedraagt 47%.
werkers een afspiegeling zijn van de samenleving en werd gelegd op een doorstart van de business. Het
zich veilig en gewaardeerd voelen. Daarom verzamelt doorontwikkelen van beleid kreeg geen prioriteit.
de interne werkgroep Divers en Inclusief inzichten Dat houdt niet in dat diversiteit en inclusie
over deze thematiek en initieert het activiteiten op dit onbelangrijk zouden zijn voor RAI Amsterdam.
39
Tabel 7. Man-vrouw verhouding personeel RAI De voortgang van bovenstaande doelen wordt gedeeld Stadsherstel
Gender Aantal Percentage met het bestuur en de RvC van RAI Amsterdam. In het Bij de werving en selectie hanteert Stadsherstel een
Man 146 48,7% jaarverslag 2022 wordt gerapporteerd in hoeverre beleid voor diversiteit en inclusie.
vrouw 154 513% jaar. VGA
Totaal 300 100% VGA spant zich in om diversiteit en inclusie te
Schiphol bevorderen op de werkvloer. Dit uit zich in het
In 2022 verrijkt RAI het beleid ten aanzien van Diversiteit & Inclusie (D&I) is een belangrijk element wervingsproces voor zowel vaste plekken, tijdelijke
diversiteit en inclusie. Thema's die worden onderzocht van de cultuur van Schiphol. In 2021 is de D&I-ambitie plekken als stages. Het is een gevolg van een
en meegenomen in dit beleid zijn: gender, cultuur, opnieuw gedefinieerd, de strategie geformuleerd programma dat tot doel heeft om de gemeente een
LHBTIQ+ en (dis)ability. Het doel om minimaal 30% en de D&I-governance versterkt. Dit alles is overzien juiste afspiegeling te laten zijn van de samenleving.
van het midden en hoger management uit vrouwen door de speciale D&I-Board van Schiphol. Alle vacatures zijn in 2021 conform de richtlijnen van
te laten bestaan wordt verhoogd naar 33%, waarbij Op 5 oktober, Diversiteitsdag, is de officiële D&I- de gemeente vervuld. Het gaat hierbij om zowel
gelijkheid in salaris, beoordeling en promotie in- en ambitie bekendgemaakt met meer aandacht en vacatures op management- als op medewerkers-
doorstroom behouden blijft. metingen op dit thema en een aangepaste niveau. In 2021 heeft VGA een nieuwe manager
wervingsstrategie. verzekeringen geworven volgens de gemeentelijke
Een breed gedragsontwikkelingsprogramma wordt richtlijnen met betrekking tot diversiteit en inclusie.
uitgevoerd door de organisatie. Ook worden culturele Na een periode waarin veel werknemers op Schiphol
awareness trainingen beschikbaar gesteld aan alle hun baan verloren, neemt de vraag naar personeel VGA heeft daarnaast een ambassadeur diversiteit en
medewerkers. RAI beoogt om de arbeidsvoorwaarden sinds het voorjaar van 2021 weer toe. Ook door de inclusie benoemd. Aan de hand van de uitgangs-
aan te vullen met regelingen voor regenboog- groeiende tekorten aan talent in Nederland en elders, punten van de gemeente, heeft VGA in 2021 een
gezinnen. De exacte invulling zal in samenspraak met is de aandacht verschoven naar de werving van ‘startfoto' gemaakt en een actieplan uitgewerkt. Het
de ondernemingsraad worden opgepakt. nieuwe medewerkers. Deze verandering van aanpak managementteam heeft als onderdeel van dit plan
biedt ook ruimte om een kans te geven aan mensen trainingen gevolgd op het gebied van diversiteit en
RAL is geïnteresseerd in het talent van mensen met die beperkt toegang hebben tot de arbeidsmarkt. inclusie bij de werving van personeel op alle niveaus.
een lichamelijke beperking, en houdt rekening Sinds januari 2020 maakt Schiphol deel uit van de
met hun behoeften. Het beurs- en congrescomplex Luchtvaart Community Schiphol. Dit biedt mensen
is reeds rolstoelvriendelijk. Er wordt komend jaar werk via het Aviation Inclusive-programma. In 2021
onderzoek gedaan naar hoe RAI Amsterdam als konden 158 personen worden geplaatst in een
vriendelijk kan worden beschouwd voor mensen functie op de locatie Schiphol.
met andere vormen van lichamelijke beperkingen.
40
Perre
® ® d
. / 2050
4.3 Duurzaamheid: CO =Uitstoot en IJ En » Alle gebouwen in de stad
2 # zijn COz-neutraal
ij 3, ö » Haven & Industrie
Dd klimaatneutraal en circulair
sij g ' 2040
et Ee, ' » Alle wijken in Amsterdam
Ie . f aardgasvrij
Inleiding plaatsgevonden en is de routekaart
Amsterdam Klimaatneutraal rn id
Het terugdringen van de CO -uitstoot is een belangrijk voorbereid. Begin 2019 heeft de opgewekt
en en ee : f ï
onderdeel van het huidige coalitieakkoord. Hierin gemeenteraad ingestemd met de n printen
staat dat Amsterdam een wezenlijke bijdrage wil “Routekaart Amsterdam Klimaat- KON ends En
\ 1 „ Gemeentelijke organisatie
leveren aan het halen van de doelstellingen van Parijs, neutraal, gesprek met de stad”, \ Betomup klimaatneutraal
Kk processen gi sterdam: ilitei
en daarom de ambitie heeft de CO,-uitstoot in Hiermee zijn de reductiedoelstellingen | Simwiren , en nn
Amsterdam terug te dringen met 60% in 2030 en 95% voor 2030 en 2050 bevestigd en is gen, * Label A voor kantoren
in 2050. In 2040 moet Amsterdam aardgasvrij zijn. de grootte van de opgave en de DA K\ 2025
energietransitie inzichtelijk gemaakt. ns “Aleen en
Ee kh verleend voor nieuwe
Amsterdam streeft er naar de groene koploper van / & windturbines
Nederland en Europa te worden. Het college kiest Op 22 april 2020 heeft de ka ë andil
voor aardgasvrije wijken, voor verdere verduurzaming gemeenteraad ingestemd met de Ù AEB
en energiebesparing en het verbeteren van de Routekaart Amsterdam Klimaat- N Ta 2024
luchtkwaliteit. Omdat de openbare ruimte steeds neutraal 2050. Hierin staat wat sidie 5 5 vronie
nitiatieven steunen Fi ri
drukker wordt, moet die groen en gezond zijn. Amsterdam doet en nog gaat doen, i | H2ermes, Tata Steel
Het terugdringen van de CO -uitstoot gebeurt welke tussenstappen we onderweg \4 f N 2023
door minder fossiele energie te verbruiken en door zien en wie er aan zet is. Ook is de Uk . eene
KS verminderd van 1.5% in
duurzaam opgewekte energie toe te passen. Transitievisie Warmte vastgesteld. A | 2019 tot 3% in 2023
Bedrijven en organisaties kunnen CO‚-uitstoot Om duurzaam uit de coronacrisis te A \ ' nz
reduceren door bedrijfsprocessen, bedrijfsvoering en komen is in de gemeentelijke EN 2 ® Drie wijken/12 buurten in
hun vastgoed te verduurzamen en deze, waar begroting 2021 een bedrag hed Be en
mogelijk, in te zetten voor het opwekken van opgenomen voor de investeringen in EE
duurzame energie. duurzaamheid in combinatie met het e 8 , 2 e Aangescherpte landelijke
stimuleren van werkgelegenheid en Í Dn rr wesgenng Sjna Energie
ever indintes Neutrale Gebouwen
(om)scholingsmogelijkheden. [BENG)
Beleidsmatige achtergrond Abn eiwatasdlavoer
. ° iti i ls, een duurzame haven
en ontwikkelingen In het coalitieakkoord van 25 mei Âas Herm 2 GYN nemen
2022 is bevestigd dat de uitvoering Mabiitoit uitstootvrij
Niemand kan de energietransitie afzonderlijk realiseren, van de routekaart Klimaatneutraal
ook de gemeente niet. Dit moet in gezamenlijkheid ook in de aankomende jaren een
gebeuren. In 2019 heeft daarom het gesprek met stad prioriteit blijft. Grafiek 1. Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050
41
Op 13 februari 2013 is door de gemeenteraad CO,-uitstoot en de deelnemingen CM CO,‚-emissie (ton)
het Amsterdams Klimaat en Energiefonds (AKEF) mmm
ingesteld, voor risicodragende investeringen en Wet- en regelgeving bepalen in toenemende mate
leningen die een aantoonbare significante de wijze waarop de bedrijven verduurzamen.
CO‚-reductie teweegbrengen. Het fonds heeft een Daarnaast beschikt de gemeente over een gevarieerd Deelneming 2020 2021
budget van € 150 miljoen. Ter uitvoering van het palet aan financiële instrumenten om initiatiefnemers
internationale klimaatakkoord van Parijs is landelijk in de stad te faciliteren, zoals subsidies, leningen en
een klimaatakkoord gesloten. belastingkortingen. Ook maatregelen in de sfeer van AEB 289498 1242256
erfpacht en gronduitgifte, opdrachtverstrekking en Alliander* 176.000 115.000
Analoog aan de landelijke systematiek onderscheidt inkoop, garanties en deelnemingen kunnen bijdragen ave
de gemeente Amsterdam in de Routekaart Klimaat- aan een klimaatneutrale stad. Als aandeelhouder GVB 33526 29536
neutraal een aantal domeinen waarbinnen de kan de gemeente duurzaamheid stimuleren bij de eenen nennen nnn ennen
nn : . : : : Havenbedrijf Amsterdam 1.970 1.710
transitie plaats moet vinden: de gebouwde deelnemingen. Van acht deelnemingen is de CO,- Mennen antennen nanne enen annen eneen
omgeving, mobiliteit, elektriciteit en industrie & uitstoot bekend. Zeven deelnemingen rapporteren Johan Cruijff ArenA 00
haven. Uitgangspunt voor Amsterdam is klimaatrecht- over CO, in hun jaarverslag. RAP 0 2984
vaardigheid. Samen met partners in de stad is een Schiphol? 122.021 125.637
scala aan maatregelen uitgewerkt, waarmee de Totaal 7 1623.236 1.517.301
doelstellingen voor CO,-reductie in de komende Te
jaren gerealiseerd kunnen worden. Het realiseren 1 De netto CO,-uitstoot van Alliander voor 2020 is herberekend
van deze doelen is alleen mogelijk als alle volgens de meest recente emissiefactoren, en is lager dan vorig
Amsterdammers, bewoners, bedrijven en instellingen jaar gerapporteerd.
er samen aan werken. Het college faciliteert anderen 2 RAI rapporteerde niet over CO uitstoot in 2020. Dat komt
om hun teentje bij te dragen en geeft zel het goede en EE
voorbeeld door de eigen organisatie te verduur- uitstoot 4.491 ton.
zamen. Om de voortgang te monitoren vindt een 3 De emissiebedragen van Schiphol bevatten niet volledig de
jaarlijkse Klimaatrapportage plaats. Daaruit blijkt uitstoot door derden. Wel zijn de cijfers opgenomen van de
onder andere binnen welke portefeuille de co kerosine uitstoot door landende en vertrekkende vliegtuigen.
Volgens de onafhankelijke duurzaamheidsbenchmark
uitstoot plaatsvindt en welk effect de voorgenomen (TPI Sustainability) stootte Schiphol in 2021 14% minder
acties en maatregelen hebben op vermindering CO2-emissies uit ten opzichte van 2019.
van die uitstoot.
42
4.3.1 Verantwoording CO‚-uitstoot
Hieronder worden de ontwikkelingen van de deel- De daling van de CO,-voetdruk in 2021 is grotendeels Carré
nemingen op het gebied van CO,-uitstoot verantwoord bereikt door vergroening van de netverliezen. Als gevolg Bureau de Groene Grachten heeft in opdracht van
en toegelicht. van het verschil tussen de invoeding en afname van Carré aan adviesrapport opgesteld met een roadmap
energie doen zich bij elektriciteitstransport namelijk om in 2050, volgens de richtlijnen van de gemeente,
AEB altijd netverliezen voor. Alliander compenseert deze klimaatneutraal te zijn. Bij de aanschaf van nieuwe
In 2021 daalde de CO‚-uitstoot licht naar 1.242.256 netverliezen op een duurzame manier. Dit gebeurt apparatuur wordt zoveel mogelijk ingezet op
(2020: 1.289.498). AEB heeft in 2021 een aanvraag door de aankoop van zogenoemde Garanties van duurzaamheidsaspecten. Er zijn waterbesparende
voor de SDE++ subsidie gedaan om een CO,-afvang Oorsprong (GvOs), waarmee de inkoop van elektriciteit kranen, en lampen zijn voor het grootste gedeelte
installatie te kunnen realiseren. Eind 2021 is bekend vergroend kan worden. Een GvO is het enige bewijs vervangen door LED.
geworden dat dit subsidieloket sterk overvraagd is. dat elektriciteit ergens op duurzame wijze is opgewekt.
Omdat AEB een behoorlijk bedrag aan subsidie Het Carré Fonds heeft budget beschikbaar gesteld
nodig had, was het niet waarschijnlijk dat de aanvraag De uitstoot is ook gedaald door het verder vervangen om verdere energiebesparende maatregelen te
(volledig) werd gehonoreerd. In januari 2022 is van de grijs gietijzeren gasleidingen en een lager net- realiseren, zoals de transitie naar energiezuinige
eveneens duidelijk geworden dat de Rijksdienst verlies door een toename van lokale duurzame opwek. motoren, het dichten van kieren in het glas en lood en
voor Ondernemend Nederland (RVO) de aanvragen het verder aanpassen van de verlichting van halogeen
gebaseerd op ‘carbon capture & storage’ (CCS), BNG naar LED.
zoals die van AEB, zal afwijzen. Het is nog onvoldoende De coronapandemie had in 2021, evenals het jaar
duidelijk of partijen de CO, in de gasvelden gaan ervoor, een groot effect op de CO,-emissies van de GVB
opslaan. bank. In 2021 kwam de totale CO,-emissie uit op 178 In 2025 wil GVB volledig uitstootvrij openbaar vervoer
ton. BNG Bank heeft met CO,-compensatiemaatregelen bieden. Dat gebeurt door alle vormen van openbaar
Alliander (in totaal 300 ton) de eigen CO,-footprint ruimschoots vervoer te elektrificeren en 100% Nederlandse wind-
In 2021 daalt de CO,‚-voetafdruk van Alliander naar gecompenseerd. De daling van de eigen CO,-emissies stroom in te kopen. De belangrijkste maatregelen om
115 kiloton. In 2020 bedroeg deze 176 kiloton. De komt voor een groot deel voort uit een herziening van te verduurzamen zijn de elektrificering van de busvloot
CO‚-voetafdruk is de laatste jaren sterk verminderd de emissiewaarde voor stadsverwarming. en de inzet van hybride en elektrisch aangestuurde
door gerichte maatregelen. Het bedrijf streeft naar veren. In 2021 is een nieuw hybride IJveer gedoopt
een klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2023 door geen Daarnaast nam het verbruik van fossiele brandstoffen en is begonnen met de nieuwe aanbestedingen voor
CO, uit te stoten als gevolg van de netactiviteiten, door leaseauto'’s verder af. De vliegkilometers zijn volledig elektrische veren. Ook zijn dertien elektrische
kantoren en voertuigen. vrijwel geheel weggevallen. Het elektriciteitsverbruik bussen aangeschaft.
van de bank is met 6% verminderd in vergelijking met
2020. Het warmteverbruik steeg daarentegen met 25%. In 2021 bedroeg de CO‚-uitstoot 29.536 ton. Dat is
BNG Bank maakt voor de elektriciteitsvoorziening van ruim 12% minder dan in 2020 en bijna 24% minder
het kantoor in Den Haag gebruik van groene energie. dan in 2019. De zonnepanelen hebben in 2021
43
46.559 kWh stroom opgewekt. Door gebruik te maken uitvoeren. Zo is de Divisie Havenmeester druk bezig die nu als back-up fungeren, in de toekomst uit te
van groene stroom en zonnepanelen heeft GVB in 2021 de brandstof van de patrouillevaartuigen te faseren. De batterij heeft in het boekjaar een positief
84.056 ton CO‚-uitstoot vermeden. verduurzamen om uiteindelijk toe te werken naar resultaat geboekt, met name vanwege de gestegen
elektrische aandrijving. kosten voor elektriciteit.
GVB heeft in januari 2021 het certificaat voor niveau 3
van de CO,-Prestatieladder behaald. Voor de komende In 2021 is de Visie Schone Scheepvaart herijkt met de RAI
jaren is een plan voor de verdere reductie van ambitie om in 2050 een emissievrije scheepvaart te Met het langdurig uitblijven van evenementen als
CO-uitstoot en energieverbruik vastgelegd. Dit plan is hebben. Scheepvaart is een fundamentele pijler van gevolg van de coronapandemie zijn alle vormen van
goedgekeurd in een formele audit. In november 2021 dit streven. Het Havenbedrijf Amsterdam is geruime verbruik in 2021 sterk verminderd. In het kader van
is de tussentijdse audit positief afgerond. In alle inkoop- tijd bezig met de aanleg van walstroom in het bezuinigingen is zoveel mogelijk apparatuur uitgezet.
trajecten voert GVB een toets uit op duurzaamheid, havengebied. Zo is in 2021 een walstroomproject Uitgezonderd de apparaten die nodig zijn om het
door waar mogelijk van de leveranciers het CO,- gestart voor de Passenger Terminal Amsterdam (PTA) beurs- en congrescentrum veilig open te houden.
Prestatieladder-certificaat te eisen. om zee- en riviercruiseschepen van schone stroom te Tevens is per saldo voor het eerst elektra, opgewekt
kunnen voorzien tijdens het aanmeren. Ook wordt door zonnepanelen, teruggeleverd aan het net. Het
Havenbedrijf Amsterdam gepoogd om andere partijen walstroom aan te bieden betreft 8.968 kWh.
In 2021 is de CO,-footprint van het Havenbedrijf als er geen cruiseschepen aangemeerd zijn. Verder is
Amsterdam iets toegenomen. Dat is een verwachte door een onafhankelijke expert op het gebied van Alle stroom die wordt verbruikt, is groene stroom.
toename die te maken heeft met versoepelingen in risicomanagement en kwaliteitszorg een veiligheids- Deze heeft geen CO,-footprint. RAI ontvangt
het coronabeleid. In vergelijking met het eerste studie uitgevoerd naar toekomstige alternatieve certificaten van Centriq waarop afboeking van
coronajaar, 2020, zijn medewerkers vaker naar brandstoffen. duurzame stroom bij energieleverancier Vattenfall
internationale bestemmingen gevlogen en is meer wordt bevestigd. Deze stroom is op basis van
op kantoor gewerkt. De footprint is ten opzichte van Johan Cruijff ArenA waterkracht opgewekt in Scandinavië.
2019 sterker gedaald dan van tevoren ingeschat. Net als in 2020 is de Johan Cruijff ArenA in 2021
Ook dat heeft te maken met de gevolgen van de CO‚-neutraal. Als eerste stadion ter wereld heeft Net als vele andere bedrijven is RAI door verscherpte
coronacrisis. Ten opzichte van de nulmeting in 2014 de Johan Cruijff ArenA — samen met Nissan, Eaton, Europese energie wet- en regelgeving (EED)
is een reductie van 40% gerealiseerd. BAM en The Mobility House, en ondersteund door onderworpen aan energieaudits om aan te tonen dat
het Amsterdams Klimaat en Energiefonds (AKEF) en ze duurzame energiebesparingen doorvoeren. Door
In het strategisch plan 2021-2025 staat het doel om in Interreg — een energieopslagsysteem ontwikkeld de transitie naar het EarthCheck 4.0-certificaat hoeven
2030 klimaatneutraal te zijn. In 2021 is een werkgroep en geïmplementeerd in 2019. Het opslagsysteem er geen energieaudits meer plaats te vinden.
opgericht waarin medewerkers van diverse afdelingen vergroot de back-upcapaciteit en geeft de
de reductiekansen in kaart brengen en concrete acties mogelijkheid om de traditionele dieselaggregaten,
44
Samen met 55 andere partijen op de Zuidas zette RAI De doelstelling is om de bereikbaarheid van Groot De luchthaven ziet steeds meer innovatie en vooruit-
Amsterdam in maart 2021 haar handtekening onder de Schiphol te verbeteren, uitgedrukt in 550 spits- gang op de gebieden van bio- en synthetische
ambitieverklaring Green Business Club Zuidas 2021 — mijdingen (auto) per werkdag en een reductie van brandstoffen, en ook elektrische en hybride
2025, met daarin concrete ambities waar komende 0,225 kiloton CO. In 2021 hebben 68 forenzen vliegtuigen. Technologie zal steeds belangrijker
jaren aan gewerkt wordt. De Zuidas van het aardgas, deelgenomen aan de e-bike fietspropositie. Minder worden, zeker nu ondernemingen kosten moeten
een grotendeels emissievrij wagenpark, 25.000 m? dan 10% va de deelnemers hebben daadwerkelijk besparen en efficiënter willen werken om de
waterbergend groen dak, een plan voor meer groen een e-bike gekocht. Verder is onderzoek gedaan naar concurrentie het hoofd te bieden.
en nestkasten en een Zero Waste Zuidas. De ambitie- de leefstijlen van forenzen in het gebied om gerichter
verklaring past volledig binnen de duurzame visie van te communiceren en proposities in te zetten met een Het totale energieverbruik van Schiphol steeg van
RAI Amsterdam. Maatschappelijk verantwoord grotere impact. Op drie SADC terreinen is een forenzen 1598 TJ in 2020 tot 1609 TJ in 2021. De stijging was
ondernemen heeft een integrale plek in de organisatie shuttledienst wederom voortgezet. De shuttle is sinds het gevolg van meer aardgasverbruik: het was in 2021
en bedrijfsstrategie. Met het ondertekenen van de de zomer van 2021 elektrisch, wat een extra bijdrage kouder dan in 2020. Wel daalde het elektriciteits-
verklaring onderschrijft de RAI het belang van een levert aan schone mobiliteit. verbruik van Schiphol opnieuw dankzij een aantal
eigen duurzame bedrijfsvoering en een duurzame energiebesparende activiteiten. Schiphol maakt veel
omgeving. Schiphol gebruik van hernieuwbare energie. Alle elektriciteit
De uitstoot van Schiphol is in 2021 125.637 ton. Dit is die Schiphol Group koopt, komt van windmolenparken
Schiphol Area Development Company (SADC) hoger dan de 122.021 ton in 2020. In deze cijfers is in Nederland. Van het gas dat Schiphol Group koopt is
SADC creëert maatschappelijk rendement door zo niet het grootste deel van de CO‚-uitstoot op Schiphol 17% groen; het gasverbruik bij Eindhoven Airport is al
duurzaam mogelijk bedrijfsterreinen te ontwikkelen opgenomen. Dat wordt namelijk veroorzaakt door 100% groen. Het doel is om uiterlijk in 2030 geen
en door bedrijven aan te trekken met een duurzame, activiteiten van derden. In het cijfer is de CO,-uitstoot aardgas te gebruiken. Schiphol heeft een groot aantal
toekomstbestendige bedrijfsvoering die waarde en door het landen en opstijgen opgenomen, maar niet zonnepanelen die in 2021 gezamenlijk 2,3 miljoen
arbeidsplaatsen toevoegen aan stad en regio. de afhandeling van vliegtuigen en het wegverkeer op kWh hebben geproduceerd. De energie-efficiëntie
en rond het terrein. van de luchthaven Schiphol is gestegen tot 7,8% in
In het programma Groot Schiphol Bereikbaar (GSB) 2021, hoger dan de doelstelling van 7,0%.
bundelen Schiphol Group, gemeente Haarlemmermeer, De grote Europese luchthavens hebben de vliegtuig- Aanpassingen aan de gebouwen op de luchthaven
provincie Noord-Holland, SADC, de Vervoerregio industrie opgeroepen zich in te spannen sneller de Schiphol hebben bijgedragen aan de verbetering.
Amsterdam en het Ministerie van I&W hun krachten klimaatovereenkomsten van Parijs te halen. Dit doen
om het reisgedrag te beïnvloeden en om maatregelen ze door zich te houden aan het ‘Slim en Duurzaam’- De luchtkwaliteit op Schiphol wordt voortdurend
te nemen die op korte termijn bijdragen aan de actieplan, dat Schiphol samen met de partners in de gecontroleerd door de overheid. In 2021 voldeed
transitie naar slimme en duurzame mobiliteit. Nederlandse luchtvaartsector heeft opgesteld. Schiphol aan alle luchtkwaliteitseisen van de overheid.
45
Om een hoge luchtkwaliteit te bevorderen, hanteert Inmiddels heeft de gemeente haar aanpak voor het
Schiphol prestatie-indicatoren. Daaronder vallen het aardgasvrij maken van de diverse wijken gepubliceerd.
installeren van walstroom op de vliegtuigopstel- In het centrum van Amsterdam is gekozen voor een
plaatsen en het elektrificeren van het wagenpark. duurzaam gasnet. Het bestaande net zal worden
omgebouwd en hergebruikt voor het transport van
Schiphol bevordert het gebruik van schoon vervoer een emissievrije gassoort, zoals biogas. Het voordeel
wat betreft het eigen wagenpark en bij bedrijven die van deze keuze is dat er blijvend sprake is van een
op het terrein werken. Dit gebeurt door het vervangen hoogcalorische energiebron, waardoor de cv-
van voertuigen die op fossiele brandstoffen rijden door installaties in de eigen panden niet hoeven te worden
emissievrije alternatieven en door het verminderen van omgebouwd naar lage temperatuurverwarming.
het brandstofverbruik.
Stadsherstel
Bij restauraties en huurderswisselingen bekijkt
Stadsherstel hoe de panden zo energiezuinig mogelijk
gemaakt kunnen worden. Dat gebeurt ook op verzoek
van een huurder. In 2021 werd bij restauratieprojecten
fors geïnvesteerd in gevel- en dakisolatie en in het
aanbrengen van zonnepanelen, warmtepompen en
warmte terugwin (WTW) installaties.
46
® ® ® ®
4.4 Duurzaamheid: Circulaire Economie
Inleiding Beleidsmatige achtergrond Circulaire economie en de
en ontwikkelingen deelnemingen
Er is een fundamentele verandering nodig in de
manier waarop we produceren en consumeren. Het vorige college heeft in januari 2017 samen met Niet alle deelnemingen rapporteren over circulair
Daarom kiest het college voor het realiseren van een 350 partners, vooral uit het bedrijfsleven en kennis- ondernemen. Daarvoor zijn verschillende redenen.
circulaire economie en stad. Dit betekent dat we in instellingen, het Nationale Grondstoffenakkoord Sommige deelnemingen zijn bijvoorbeeld klein
2030 50% minder primaire grondstoffen willen getekend. Met deze ondertekening heeft de en hebben gua omvang een verwaarloosbare
verbruiken om uiterlijk in 2050 volledig circulair te gemeente zich gecommitteerd aan de landelijke bedrijfsvoering. Bij andere deelnemingen wordt
zijn. De gemeente kiest daarbij voor een focus op de doelstelling om in 2030 50% minder primaire er in de jaarverslagen (nog) niet gerapporteerd
waardeketens voedsel en organische reststromen, grondstoffen te gebruiken en in 2050 volledig over dit onderwerp. De gemeente zal ook in 2022
consumptiegoederen en de bouw. Deze ketens zijn circulair te zijn. aandacht vragen voor dit onderwerp.
gekozen vanwege hun economische betekenis voor
de stad, hun impact op ecologie en klimaat én de In maart 2018 is het rapport “Amsterdam Circulair.
mogelijkheden voor Amsterdam om invloed uit te Evaluatie en Handelingsperspectieven” vastgesteld.
oefenen. Hierin zijn de destijds aanwezige circulaire . .
programma’s geëvalueerd en zijn handvatten Circulair
In een circulaire economie blijft de waarde van aangereikt voor het vervolg. Deze vormden het mm
grondstoffen zoveel mogelijk behouden tijdens de vertrekpunt voor de nieuwe “Strategie circulaire
gehele levensloop van een product: van ontwerp economie 2020 — 2025” en het “Uitvoerings-
tot en met afdanking. Door materialen en grond- programma circulaire economie 2020 — 2021”. Percentage deelnemingen dat over circulaire
stoffen hoogwaardig te verwerken, sluiten we onze economie rapporteert
kringlopen en voorkomen we dat ze afval worden. In het coalitieakkoord van 25 mei 2022 is bevestigd
Maar ook door slimmer te produceren en te dat de uitvoering van de routekaart Klimaatneutraal 2021
consumeren kunnen we grondstoffen behouden en Agenda Circulair ook in de aankomende jaren een
en terugwinnen. prioriteit blijft. 3 9) 0%
47
4.4.1 Initiatieven circulaire economie
Hieronder worden de initiatieven van de deelnemingen Alliander in een sectordatabase, waarin alle paspoorten centraal
op het gebied van circulaire economie uiteengezet. Als netbeheerder gebruikt Alliander grote hoeveel- geregistreerd staan. Dit doet Alliander via het platform
heden materialen. In 2021 lag het percentage KSANDR, waar netbeheerders ook alle storingsdata
AEB ‘circulair ingekocht’ op 27%, tegen 23% in 2020. bijhouden van de belangrijkste componenten. KSANDR
De missie en strategie van AEB is dat het bedrijf ‘Circulair ingekocht’ is gedefinieerd als de inkoop van is een non-profit stichting.
bijdraagt aan een duurzame, circulaire economie door materialen die grotendeels uit recycled materialen
slimme verwerking van restafval. AEB ziet afval als de bestaan en/of materialen die na gebruik recyclebaar Om verdere invulling te geven aan circulaire
bron voor grondstoffen en energie. AEB is onderdeel zijn. Dit gebeurt voor belangrijke activa als laag- bedrijfsvoering stuurt Alliander ook op de volgende
van een hele keten. Een keten van afvalpreventie tot spannings- en middenspanningskabels, gasbuizen, stromen: optimaal gebruik maken van de spullen die
betere inzameling, van slimmer hergebruik en distributie- en vermogenstransformatoren en al in huis zijn, het voorkomen van het verspillen van
recycling tot het benutten van energie uit niet- elektriciteits- en gasmeters. Om vast te stellen welke grondstoffen en 90% van het overgebleven afval
recyclebaar materiaal. AEB draagt bij aan het sluiten percentage gerecycled dan wel recyclebaar is, hoogwaardig recyclen.
van de circulaire cirkel door de nascheiding van afval, verstrekken leveranciers een grondstofpaspoort
het omzetten van restafval tot energie en het winnen waarin deze percentage zijn opgenomen. Carré
van grondstoffen uit de bodemassen. Carré wil een duurzaam theater zijn op het gebied van
In 2021 is extra aandacht besteed aan de juistheid van bedrijfsvoering en huisvesting. Een projectteam met
AEB ziet mogelijkheden in het leveren van industriële de grondstofpaspoorten. Alliander heeft bij een aantal medewerkers van verschillende afdelingen houdt zich
warmte, naast de verdere optimalisatie van de bepalende leveranciers via een audit de onder- bezig met beheer, gebruik en intern bewustzijn, op
warmtelevering aan Westpoort Warmte BV. Ook het bouwing van de aangeleverde cijfers gecontroleerd. de korte en middellange termijn. Op korte termijn
afvangen van CO, en deze op termijn toepassen als Daarbij is de rekenmethode voor ‘circulair ingekocht’ wil Carré zijn aandeel leveren op het gebied van
grondstof voor andere producten zijn onderdeel van aangescherpt. Bij het bepalen van de ‘recyclebaarheid afvalvermindering, afvalscheiding en het werken
de ambitie. AEB sluit hiermee aan op de doel- einde levensduur’ is voortaan de ‘stand der techniek met duurzame materialen en producten. Het podium
stellingen van de Havenbedrijf Amsterdam, dat streeft nu’ bepalend in plaats van de door leveranciers vaak doet mee aan het initiatief de Duurzame Plantage
naar meer circulaire bedrijven in het havengebied. gebruikte benadering, stand der techniek einde dat streeft naar de gezamenlijke doelstelling om in
Deze bedrijven kunnen hun stoom en warmte van AEB levensduur’ (over 50 jaar). Dit sluit aan bij wat in 2022 maximaal 16% restafval af te voeren. Door dit
betrekken. Een aantal van deze bedrijven kan ook Nederland gebruikelijk is bij levenscyclusanalyses. collectief van culturele instellingen in de Plantage-
andere grondstoffen van AEB gebruiken voor verdere buurt worden in samenwerking met de Zero Waste
verwerking in de circulaire keten. Ter verhoging van de datakwaliteit én voor het beheer Expeditie de verschillende afvalstromen apart
van grondstofpaspoorten is er vanaf 2020 geïnvesteerd opgehaald via de gracht.
48
GVB herbestemming van materialen en producten. Tijdens SADC maakt met de projecten De President,
Het aandeel hergebruikt afval in 2021 is 86%. Dat is diverse evenementen is sprake van een donatie- PolanenPark en Business Park Amsterdam Osdorp
nagenoeg gelijk aan het percentage van een jaar programma, items die zijn overgebleven na een beurs deel uit van het landelijk praktijkprogramma
eerder. Wel is de totale hoeveelheid ingezameld afval worden geschonken aan maatschappelijke initiatieven Circulaire werklocaties. Dit samenwerkingsverband
sterk gedaald. Dit komt mede doordat er in 2021 in de regio. levert producten op, zoals een wetgevings- en
minder infraprojecten zijn uitgevoerd dan in 2020. subsidiewijzer. Daarnaast is een circulaire academie
Daar waar afval nog niet voorkomen kan worden, werkt opgezet waarin kennis wordt gedeeld over het
Havenbedrijf Amsterdam RAI samen met CSU en Beelen aan de hoogwaardige circulair ontwikkelen van werklocaties.
Voor 2021 bedraagt het percentage duurzame inkopen recycling en bereikt RAI 0% landfill. Er is op de
74% ten opzichte van 81% in 2020. In 2021 is gewerkt beursvloer veel aandacht voor afvalscheiding. Voor Schiphol
aan een professionele inkoopfunctie vanuit een afval wordt waar mogelijk het principe ‘de vervuiler Schiphol onderschrijft het belang van de omschakeling
visie op centraal inkopen en decentraal bestellen. betaalt’ gehanteerd. naar een circulaire economie. Het doel is om in 2030
De afdeling Inkoop heeft als missie om decentrale de luchthavens afvalvrij en in 2050 volledig circulair
afdelingen te faciliteren vanuit een gecontracteerd De koks van RAI Amsterdam werken nauw samen met te laten functioneren. Daarbij is het verminderen van
kernassortiment van voorkeursleveranciers. Dat stelt lokale Amsterdamse leveranciers. Deze hebben vaak materiaalgebruik en het in omloop houden van
het bedrijf in staat te sturen op duurzaamheid. een biologische of sociale focus. Onder de titel bestaande materialen van belang. Reststoffen worden
‘Hartverwarmend Amsterdam’ verwerken de chefs zoveel mogelijk hergebruikt in hoogwaardige
Johan Cruijff ArenA steeds meer versproducten van lokale aanbieders. toepassingen.
De Johan Cruijff ArenA hecht sterk aan maatschappelijk Het idee hierachter is om met meer biologische en
verantwoord ondernemerschap. Circulariteit is daarbij lokaal geteelde producten de internationaal georiën- Het scheidingspercentage van de operationele
van groot belang. Het percentage restafval bedroeg in teerde RAI-bezoekers de ‘smaak van Amsterdam’ mee reststromen bedraagt in 2021 48,7% (2020: 50,3%).
2021 54,0% (2020: 59,2%). te geven. Dit leidt ook tot besparing op transport. Dit voldoet niet aan de eigen doelstelling van 50%.
Om het aantal plastic flessen te verminderen en
RAI Schiphol Area Development Company (SADC) hergebruik te stimuleren, zijn nieuwe watertappunten
RAI wil het produceren van afval voor zijn. Dit gebeurt Begin 2019 is een afwegingskader voor gronduitgifte met sensoren op en rond Schiphol geïnstalleerd.
door organisatoren, exposanten en medewerkers gelanceerd om gemakkelijker en gerichter circulaire Ook speelt circulariteit een belangrijke rol bij
bewust te maken van het belang om te voorkomen dat werklocaties te ontwikkelen. Binnen de bedrijfsvoering bouwprojecten en in de samenwerking met
afval ontstaat. RAI kiest waar mogelijk voor herbruik- is deze werkwijze in alle fasen verankerd, van het bouwbedrijven.
bare materialen en werkt aan circulaire oplossingen startgesprek met de klant tot daadwerkelijke bouw en
voor bijvoorbeeld standbouw en tapijt. Het bedrijf oplevering. In 2021 zijn meer panden met een hoger
zoekt actief naar behoeften buiten de RAI voor duurzaamheidsniveau ontwikkeld dan in 2020.
49
E it k A df Oy / Y De 3
Es r d d er z
\ # / Eene"
ef / Í OR De Nee
mi an j fi == en A el ii
Pp p { sl A Pr f / Ns ú, t
4 dn A Pa
-_ ld f î eN
VPE
, 7 l
| | | | | | Br
| | | | | | laces eend
| | | f 4 Á
ATRAL |
NN | EL ENE OL NEE Ta NA BANE: Aan) EVA An , Re 1
> en BE km ' mm B sh hed,
| Sk à ee | | e 5: Ei en | me > a k FN kj Ri | mi ai | el É | EE 3
1 | He : À pe Ee IE. ir …e er en Al A B vi Ld SA mijten Ì Ei Er
B ij E Ne a RE 2 ard _E On EE sian |
8 E je Ei " en | En, ee: Ee] Í 4 = ans
„AE | ent o : Re TT En df 5 ra ee EN 5 En jn Pe
Rs RD | ot: ij AS B
SD gt 2 En OVER An a Ri ==} ARN MR rermges
…I ES if oi EEE Sn me mn 25 B 2 Hi lll gn
en er mmm en En Sn REE TTN taboe oren ee nn Erm mn
td grot, Et ETALAGES DAdg dan opend ann Ee
en dm ANETTA
Pen == E - — . UE EEM 4d
manat aa ant ae EN KS een je emg : _
md | 1 5 We, ET aL | ij 8 TRES ne Ee Nn
a 48, En! age” Î | Rl an en nu
ml SER eÌ J en ne bell en.
8 EE _— Ni En lans IN k } pe $ U ES
Ee, 4 IS hd EE | dl Ee, if E o 8 A | : ze
ee 4 EE el B — JAE a en D
Ee == N gE et | IIR Nt mm
GRÉ Ü Men ef KP | A en
Ee EE ie ss KEE 15 ennen
ee Ee ne Te en vn ET Ree
en en dd B
ne er ee En en nn Bak ma Ee ne ET
nn Ee
— 5 mn = ne En Sn me en 5 e= mi 5 = ee Ee s ne Ee en
Overzicht per deelneming
en beloningen
Eind 2020 was de gemeente aandeelhouder in 21 deelnemingen.
Dit hoofdstuk bestaat uit de factsheets van de afzonderlijke
deelnemingen. Iedere factsheet bestaat uit een algemene omschrijving
van de deelneming, een toelichting op de invulling van de corporate
governance en een financieel overzicht.
1. AEB 52 13. Matrix Innovation Center 89
2. Alliander 55 14. ODE Energie 92
3. Scheepsexploitatie BAVO 58 15. RAI 95
4. Beurs van Berlage 61 16. Schiphol Area Development Company (SADC) 98
5. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 65 17. Schiphol 101
6. Exploitatiemaatschappij Carré 68 18. Stadsgoed 105
7. Amsterdam Clipper Beheer (Clipper) 71 19. Stadsherstel Amsterdam 108
8. GEM Lutkemeer 74 20. Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA) 111
9. GVB 77 21. Watertransportmaatschappij Rijn-
10. Havenbedrijf Amsterdam 80 Kennemerland 114
11. Stadion Amsterdam (Johan Cruijff ArenA) 83 22. Westpoort Warmte 117
12. Life Sciences Fund Amsterdam (LSFA) 86 23. Zeedijk 120
51
En gegevens
Deelnemingsgegevens Beschrijving
Het Afval Energie Bedrijf (AEB) is per 1 januari 2014
Volledige naam deelneming verzelfstandigd en heet vanaf die datum AEB
AEB Holding N.V. Amsterdam. Als gemeentelijke dienst gaat de
ve vegen Ji venen geschiedenis van AEB terug tot 1919. AEB Amsterdam
estigingsplaats is een duurzaam energie- en grondstoffenbedrijf.
f Amsterdam De deelneming is inmiddels onder voorwaarde van
ia Kanal werknemer goedkeuring van de Autoriteit Consument en Markt
labr verkocht aan een grote marktpartij.
352
Oprichting
01-01-2014 Publiek belang
a Deelneming sinds Het bij AEB betrokken publieke belang is het
M 01-01-2014 voorzien in de behoefte aan een betrouwbare
website bartner op de gebieden van duurzame afvalwerking,
| | b d warmtevoorziening, de verwerking van slib alsmede
www.ae!. amsterdam.n’ nnn de productie, distributie en levering van duurzame
Belang gemeente Amsterdam energie.
100%
Í pf | | _& Portefeuillehouder
mT Wethouder Deelnemingen
4
2 4 Vn | er
zn Fe e | Î las
HN OER Oe Cf ON BO ROE CO ke CU EN AN et,
Es ä Li dl | RE E rme mem ee . es
ee ee A
52
mn en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
‚ ‚ ‚ ‚ Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 100% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
AEB Holding NV. en heeft daarmee de volledige
zeggenschap. Dhr. P.M.E. Dirix CEO 185 - 24 200 189
Dhr. R. Klaassen! CFO 180 - 24 189 -
Raad van Bestuur 1 Aangetreden per 1 januari 2020
In 2021 bestond het bestuur uit twee mannen.
Er hebben geen mutaties plaats gevonden. Raad van Commissarissen
Vergoedin Vergoedin
Bedragen x € 1.000 Functie 9 J020 9 Jore
Raad van Commissarissen
Dhr. P.C. Molengraaf* Voorzitter 24 6
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen SR
uit vier mannen. Er hebben geen mutaties plaats Dhr. 63. BOO EER
gevonden. Dhr. H.S.A.G. Cuypers? Lid 18 5
Dhr. W.C.H. van Lieshout* Lid 9 -
1 Aangetreden per 17 september 2019
2 Aangetreden per 17 september 2019
3 Aangetreden per 17 september 2019
4 Aangetreden per 1 juli 2020
53
mn gegevens
Het resultaat 2021 van € 107 miljoen is met name Financieel overzicht
beïnvloed door de boekwinst van € 53,3 miljoen
op de verkoop van het 50% aandeel in Westpoort Bedragen x € 1.000 2020 2019
Warmte BV, de terugname van het bijzonder ”
waardeverminderingsverlies op de AEC en de HRC van Totaal acta 443688 449800
€ 99,8 miljoen en de bijzondere waardeverminderingen Eigen vermogen -45.432 -54.225
op de bio-energiecentrale en de scheidingsinstallatie vatranranssnansansstren arran aar arrearsanrnsn arrrrrarrnrnrrrnr arr rrrrrrnrnr een
van respectievelijk € 26,1 miljoen en € 3,1 miljoen. Vreemd vermogen 489120 504025
Netto bedrijfsopbrengst 179.872 147.282
Netto Winst -1153 -82.201
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio -10,2% -12,1%
Rendement op gemiddeld EV -1,6% -18,2%
54
el
B H5 Overzicht per deelneming
er
N Alliander
Algemene gegevens
ennen de: an
re. SN 7 |
4 he a, Î a Deelnemingsgegevens Beschrijving
y 4 7 _ | k Alliander is als netwerkbedrijf verantwoordelijk
/ 4 \ 1 f Volledige naam deelneming voor de distributie van energie, zoals elektriciteit,
br, 4 k \ } . (bio)gas en warmte. Alliander zorgt voor onderhoud,
Ps RR Alliander NN. vernieuwing, uitbreiding en aanpassing van het
8 ' | 18 Vestigingsplaats energienetwerk in een derde van Nederland,
PS 5 R d | waaronder in Amsterdam.
3 3 l ; Î Arnhem
S nee | Aantal werknemers .
S EES UM Publiek belang
Dr en 4 Ì 5.991
| B p 9 porteerd naar klanten in Nederland. Voor burgers en
df Ë ER à IJ % 17-12-1998 ondernemers is een goed werkend en betaalbaar
| | d ' eenn distributienetwerk cruciaal. Alliander heeft hierbij een
z PA AE (| Deelneming sinds belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere
: # HN | 17-12-1998 verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Th’ \ N Website
j HN | .
| www.alliander.com
\ Belang gemeente Amsterdam
In a
ed
| eK 9,16%
se IN 8 | Portefeuillehouder
Se k Wethouder Deelnemingen
4 |,
« ' je E \ 5
2 MANG |A 55
id
Alliander
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: - - : Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 9,2% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
. … 2020 2019
Alliander NV. Andere aandeelhouders zijn onder
andere Provincie Gelderland, Provincie Fryslân Dhr. M.J. Otto* CEO 245 - 26 164 -
en Provincie Noord-Holland. Besluitvorming op wenn en
aandeelhoudersvergaderingen vindt met Mw. ML Visser” €020 ER 27
meerderheid plaats. Dhr. W. Th. Bien? CFO 251 - 26 263 57
Dhr. F.D. Schut* CTO 252 - 26 262 192
Raad van Bestuur
1 Aangetreden per 20 mei 2020
2 Aangetreden per 1 mei 2020
Het bestuur bestond eind 2021 uit drie mannen en 3 Aangetreden per 7 oktober 2019
een vrouw. De beloning van de raad van bestuur 4 Aangetreden per 1 april 2019
voldoet niet aan het gemeentelijk beloningsbeleid.
De gemeente Amsterdam heeft op meerdere Raad van Commissarissen
gelegenheden haar standpunt hierover te kennen . .
. Vergoeding Vergoeding
gegeven, maar heeft als 9,2% aandeelhouder geen Bedragen x € 1.000 Functie 2020 2019
doorslaggevende stem.
Mw. A. Jorritsma-Lebbink Voorzitter 30 29
Raad van Commissarissen Dhr. B. Roetert nn ER
Mw. T. Menssen* Lid 20 5
De Raad van Commissarissen bestond eind 2021 ven Ee
uit vijf leden, drie mannen en twee vrouwen. Dhr. F Eulderink® de
De bezoldiging van de Raad van Commissarissen Dhr. G. Penning? Lid - -
voldoet aan de WNT-II.
1 Met ingang van 26 september 2019 benoemd
2 Met ingang van 26 september 2019 benoemd
3 Met ingang van 20 januari 2021 benoemd
56
id
Alliander
Financiële gegevens
Het resultaat na belastingen kwam uit op € 242 miljoen, Financieel overzicht
18 miljoen hoger dan in 2021. De goede krediet-
waardigheid van Alliander is bevestigd door Bedragen x € 1.000 2020 2019
kredietbeoordelaars S&P (AA-) en Moody's (Aa2).
Totaal activa 9.422.000 8.791.000
Eigen vermogen 4.328.000 4.224.000
Vreemd vermogen 5.094.000 4.567.000
Netto bedrijfsopbrengst 2.055.000 1.970.000
Netto Winst 224.000 253.000
Dividend 93.800 113.600
Solvabiliteitsratio 45,9% 48,0%
Rendement op gemiddeld EV 2,5% 3,0%
57
H5 Overzicht per deelneming
Scheepsexploitatie BAVO
Algemene gegevens
BAVO is in 1922 opgericht in Haarlem door een
Volledige naam deelneming aantal particulieren voor de koop, verkoop, verbouw
zn en Scheepsexploitatie BAVO NV. en verhuur van schepen en baggerwerktuigen.
« dh Ed AARS Vestiainosblaats BAVO is in de jaren zestig aangekocht toen de
Ee" : Bazen estigingsplaats Volgermeerpolder als stortplaats diende voor
Amsterdam Amsterdams (huis)vuil.
= Aantal werknemers
0
Oprichting
24-01-1922 Het publiek belang is dat BAVO eigenaar is van
Deeinemina sinds verpachte ag rarische grond in de controlezone van
eememing Sinds de Volgermeerpolder. Deze polder is aan sanering
en 24-01-1922 onderworpen. In april 2011 is dit gebied officieel
bie website weer opengesteld.
ADs
Geen
7 Eil Belang gemeente Amsterdam
RA de 100%
PA } Portefeuillehouder
\ ennn e Wethouder Vastgoed
58
Ld 4
Scheepsexploitatie BAVO
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 99,7% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
Scheepsexploitatiemaatschappij BAVO NV. en heeft
daarmee de volledige zeggenschap. Dhr. D. Stillewagt Directeur - - - - -
Eerder was er een belang van 0,3% uitgegeven in
de vorm van een aandeel aan toonder, dat in handen
was van de inmiddels overleden directeur
Stadsreiniging. Met de wet omzetting aandelen aan
toonder voor NV/s, heeft een dergelijk aandeel per
1 januari 2020 geen waarde meer.
Op 1 januari 2021 heeft de NV. de aandelen ver-
kregen waarvan de toonderstukken niet uiterlijk op
31 december 2020 zijn ingeleverd. De aandeelhouder
kan daarna tot 2 januari 2026 een vervangend aandeel
op naam krijgen. Tot die tijd dient de NV. de om
niet verkregen omgezette toonderaandelen aan te
houden. Gedurende deze termijn mag de NV. deze
aandelen niet vervreemden of intrekken.
Raad van Bestuur
De directie van BAVO wordt gevoerd door de gemeente.
In 2020 is dhr. Gravelotte met pensioen gegaan en
vervangen door dhr. Stillewagt.
Raad van Commissarissen
BAVO heeft geen Raad van Commissarissen.
59
Ld 4
Scheepsexploitatie BAVO
Financiële gegevens
Ten tijde van het opstellen van het Jaarverslag Financieel overzicht
Deelnemingen heeft BAVO nog geen jaarrekening
2021 gepubliceerd. De gepresenteerde cijfers komen Bedragen x € 1.000 2020 2019
uit een concept en zijn nog niet door de accountant
goedgekeurd. Totaal activa 432 441
Eigen vermogen 420 428
Vreemd vermogen 0 21
Netto bedrijfsopbrengst 40 42
Netto Winst 12 -9
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 100,0% 95,2%
Rendement op gemiddeld kapitaal 2,7% -21%
60
H5 Overzicht per deelneming
Algemene gegevens
rn 4 De Beurs van Berlage vennootschappen zijn eigenaar
| Volledige naam deelneming en exploitant van het rijksmonument de Beurs
Beurs van Berlage Exploitatie B.V, (1898-1902 door H.P. Berlage) aan het Damrak. Doel
| A | Beurs van Berlage Vastgoed BV., en Palazzo van deze vennootschappen is het in stand houden van
| ZA | Publico Amsterdam BV. de Beurs en het versterken van de culturele, creatieve,
AREPTNR jd ! wennen publieke en maatschappelijke functie van de Beurs,
EN S Vestigingsplaats door middel van het faciliteren van (internationale)
df El î Amsterdam congressen en evenementen en hierbij te streven naar
Wd | Aantal werknemers een marktconform rendement.
Ik | 67
| | EEN “Ie 14-07-2008
| Ran - ennen nnen nnen De Beurs van Berlage staat op een belangrijke
| E | 4 ode ; S Deelneming sinds strategische plek in de stad. De Beurs werkt mee
| j5 In A kn 14-07-2008 aan het scheppen van economische bedrijvigheid als
hek en ee TTT — Website EE bijproduct van de georganiseerde beurzen en
rtct ae || E | | | | ik evenementen. Ook heeft de Beurs een culturele,
TIMTT: wwwbeursvanberlage.nl creatieve, publieke en maatschappelijke functie
mm | ii Í | | d Belang gemeente Amsterdam waaronder ook behoud van cultureel erfgoed in de
RE f L 1 OTT || 25% stad. Deze functies van de Beurs zijn het met de Beurs
B me | | | | | | wennen verbonden publieke belang. Daarnaast waren de
jn en jl zer ip Portefeuillehouder private aandeelhouders van de Beurs zonder mede-
| ZR Ri | In Í : EEE he Ki TT Wethouder Deelnemingen aandeelhouderschap van de gemeente niet bereid
A Co) ein ln NN aan het reddingsplan van de Beurs mee te werken,
fi f ERIN : \ dl È zodat een andere manier van behartiging van het
Ed 1 ; ef En | blieke bel bij d ichti d
Î Id 5 | publieke belang bij de oprichting van deze
8 ij8: Hi an il deelneming niet mogelijk was.
it BENK En if Pt f Eed il k ‚l Ee
el || HE nd | ke It ij
Li Ke : I Á ; RE
ANN 7 Ee Ms zh 6 4
ee kt f
Kir
ere 61
en
Beurs van Berlage
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . . totaal Totaal
Amsterdam heeft een 25% belang in de Beurs van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
Berlage. De andere aandeelhouders zijn De Key,
Amvest en BPD Nederland BV. Besluitvorming is Dhr. M.C.B. Schonenberg Directeur 171 0 35 209 229
bij unanimiteit.
Raad van Bestuur
In 2021 hebben geen mutaties plaats gevonden.
De heer Schonenberg is directeur sinds juni 2009
en benoemd voor onbepaalde tijd. De beloning van
de bestuurder voldeed in 2021 aan het gemeentelijk
Beloningsbeleid Deelnemingen 2016.
Raad van Commissarissen
De Beurs van Berlage heeft geen Raad van
Commissarissen.
62
Beurs van Berlage
Financiële gegevens
Onderstaande financiële gegevens van Beurs van Financieel overzicht Beurs van Berlage Exploitatie B.V.
Berlage Exploitatie BV. geven de geconsolideerde
cijfers weer van Beurs van Berlage CV., Beurs van Bedragen x € 1.000 2020 2019
Berlage Café BV. en Beurs van Berlage CMV. In deze ”
tabel is het aandeel van de gemeente (via de 100% Totaal activa 36 20265
gemeentelijke deelneming Palazzo Pubblico Eigen vermogen 3.590 5.734
Amsterdam BM) in Beurs van Berlage CV. verwerkt A
in het aandeel derden. De financiële gegevens van Vreemd vermogen A46 49
Beurs van Berlage Vastgoed BV. zijn onderstaand Netto bedrijfsopbrengst 5112 15.674
samen het complete financiële beeld bij de deel- Netto Resultaat voor aandeelderden mm ER 2
neming. Netto Resultaat na aandeel derden -418 250
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 45,8% 55,9%
Rendement op gemiddeld kapitaal voor aandeel derden -4,6% 10,4%
Rendement op gemiddeld kapitaal -4,6% 2,6%
63
Beurs van Berlage
Financiële gegevens
Financieel overzicht Beurs van Berlage Vastgoed B.V.
Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 7.979 7.467
Eigen vermogen 809 860
Vreemd vermogen 7170 6.607
Netto bedrijfsopbrengst 1.010 1.390
Netto Winst -51 203
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 10,1% 11,5%
Rendement op gemiddeld kapitaal -0,7% 2,7%
64
H5 Overzicht per deelneming
Algemene gegevens
SSS SD SS ' Deelnemingsgegevens Beschrijving
Pp E g Ee Ps | \ ee PS P ; se
, WS A aes BNG, opgericht in 1914, is de bank van en voor
p p PL ii Er En ee . .
# % SP en Volledige naam deelneming overheden en instellingen voor het maatschappelijke
ef dd Pp OR N.V. Bank Nederlandse Gemeenten belang. Door gespecialiseerde financiële dienst-
ze 6 PP SJ AN ME vestiainesolaats verlening draagt de BNG bij aan het zo laag mogelijk
tk Tan LE 4 SS B estigingsp'aats houden van de financieringskosten voor
ak eek 5 Aa el Â Ï pr d pr -
ATEN Tg ee Ef pg ® TL Den Haag maatschappelijke voorzieningen.
RE ef a A dd nnn een arennnnereanraenenrnaeneneene
PRE Jg ie ee Sb Al Aantal werknemers
En He ks, LE ir he U al if | | en |
Wet dr Ê S A 5 Ze | .
£ eat ” SA | 362 Publiek belang
SEN Ca AZ | Oprichting
\ Ed dl | | | 23-12-1914 Het publiek belang dat wordt behartigd door de BNG
WE zl Î | | weeen mennen is dat zij optreden op de geld- en kapitaalmarkt als
nd | | Deelneming sinds : oe
PE | | | centrale inkooporganisatie voor lagere overheden.
A Onbekend Hierdoor ontstaat een groter inkoopvolume wat zich
: be er De website U, vertaalt in scherpere (rente)tarieven voor haar klanten,
al ze waaronder de gemeente Amsterdam.
eg www.bng.nl
Belang gemeente Amsterdam
| 1,11%
ee ker | He Wethouder Financiën
EME ES e mn Kan nd TT
NE it dr Er _
EEE MEE RN Ee
een vree ed EE ee en en ne
EE SAN CNE TO AAA ENNE jk
fe NN te A en ll RE eg
WEE EE tn ea
mrd RP TE) EAR a READ LOER Dn
DE EE TN - We et is Es RE re 1 A EN el E E
ADN De Ee AN RE
AE NEA Ra Sint a NE
en Ee DATE Ene di \P IJ es AETR ar Ti end
} AAE DE dal A INNER WAD \ VAL), PERELAAR
NEER ISU NEN OA NEE IL
EN EE, EEEN ON ENE VE EOD Nr E50
RE AT ERO NON IND igadt 65
det, Orte ct Vee Rain Greet ik Br ed her AE Kf 7 Nn
Nad en Nn iS Se Dek BAE
Alg NE RAGE" en ee ik
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam heeft 1,1% van de aandelen en Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
daardoor beperkt zeggenschap. Grootaandeelhouder
is het Rijk met 50%, de overige aandelen zijn verdeeld Mw. G.J. Salden CEO 318 0 29 343 334
over verschillende gemeentes In Nederland. waaneer titaan atas starre ananas nrs ansrrsense err vnrr nr GE
Dhr. O.J. Labe CFO 344 0 69 398 388
Dhr. J.C. Reichardt CRO 112 0 19 451 439
Raad van Bestuur
In 2021 bestond het bestuur uit drie personen, twee Raad van Commissarissen
mannen en een vrouw. De heer Reichardt is afgetreden . .
‚ ‚ . Vergoeding Vergoeding
per 14 april 2021. De beloning van de raad van bestuur Bedragen x € 1.000 Functie
. … , , 2020 2019
voldoet niet aan het gemeentelijk beloningsbeleid.
De gemeente Amsterdam heeft op meerdere Mw. M. Sint! Voorzitter 49 48
gelegenheden haar standpunt hierover te kennen NO
gegeven, maar heeft als 1,1 % aandeelhouder geen Dhr. H. Arendse Voorzitter “Re
doorslaggevende stem. Dhr. C.J. Beuving Lid 34 33
Dhr. J.B.S. Conijn Lid 31 30
Raad van Commissarissen Mw. M.E.R. van Elst Lid 34 33
Eind 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit Mw} Kriens” dn en
zeven personen, drie vrouwen en vier mannen. Mw. F. de Vries? Lid - -
vervangen door mevrouw De Vries en de heer Geluk. Dhr. LK. Geluk Lid 7 7
1 Afgetreden per 14 april 2021
2 Afgetreden per 14 april 2021
3 Aangetreden per 14 april 2021
4 Aangetreden per 14 april 2021
66
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Financiële gegevens
De gerealiseerde nettowinst van is € 236 miljoen over Financieel overzicht
het verslagjaar 2021. Het rendement op het eigen
vermogen is met 5,5% boven de doelstelling van 3,7% Bedragen x € 1.000 2020 2019
uitgekomen.
Totaal activa 160.359.000 149.689.000
Eigen vermogen 5.097.000 4.887.000
Vreemd vermogen 155.262.000 144.802.000
Nettobedrijfsopbrengst 489.000 506.000
Nettowinst 221.000 163.000
Dividend 101.000 71.000
Solvabiliteitsratio 3,2% 3,3%
Rendement op gemiddeld kapitaal 0,1% 0,1%
67
H5 Overzicht per deelneming
| LJ Gj h LE Vd
Exploitatiemaatschappij Carre
Algemene gegevens
al eN . eee
LLN Deelnemingsgegevens Beschrijving
ON oe Er PINS dr en En
geld En cl LLL vd in B.V. Exploitatie Maatschappij Carré richt zich op
1 en EE Volledige naam deelneming het exploiteren van het Koninklijk Theater Carré.
Rn: nd en EN B 5 Kar
en Tt ed nf in i ï 14 Ze B.V. Exploitatie Maatschappij Carré Het theater aan de Amstel presenteert cultureel
mi K eni bn 5 à Re re apr dee df 5 estigingsplaats van cabaret en musicals tot aan toneel en dans.
ge KM EL en Á eld ole Amsterdam
RS Ee GO ee Aantal werknemers .
Ei | | Ë Ir tE Publiek belang
7 et AE ee A, Se ee EE 43
cil / ze \ AE S ERR Oprichting Het publieke belang is het behoud van cultureel
2 / ie \ Se H | Ì N Ee E 20-05-1925 erfgoed op een prominente plek in de stad.
Bra dS aa ze En St ML : Deelneming sinds . … _ .
El din li Dvor. ans 15 is een rijksmonument, waarbij de theaterfunctie
5 Ee AN le Zi ijk rk En 21-12-1977 onlosmakelijk verbonden is aan het karakteristieke
MS St er) LN te TT website een band. Carré biedt cultureel aanbod voor een breed
EN _ eN Ir: publiek middels een gevarieerde programmering.
En ES _ ij E Î www.carre.nl
ij izin ned Belang gemeente Amsterdam
ns A ze tn 100%
Se ie ee. Ne Portefeuillehouder
mk kn
el es rd a en Wethouder Deelnemingen
Es EL 68
KJ . . Ld
Exploitatiemaatschappij Carré
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: : : . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 100% aandeelhouder Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
van Carré Exploitatie BV. en heeft daarmee de
volledige zeggenschap. Mw. M.S. van der Zwaan Directeur 163 2 35 200 194
Raad van Bestuur
Raad van Commissarissen
In 2021 hebben geen mutaties plaats gevonden. gedracen x€ 1.000 vunctie Vergoeding Vergoeding
9 2020 2019
Raad van Commissarissen Dhr. F. Rövekamp Voorzitter - -
1 i _ _
Eind 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit Mw. V. Bergkamp? Hd annen
vijf leden: drie mannen en twee vrouwen. De leden Dhr. C. Kuyl Lid - -
van de Raad van Commissarissen zijn onbezoldigd. we avn nnn nen een vn en RER mennen ven
Mevrouw Bergkamp is teruggetreden nadat zij Mw.J Schulp Hd
werd verkozen tot voorzitter van de Tweede Kamer Dhr. R. Louter Lid - -
en is opgevolgd door mevrouw Sylvester. aen nnn nnn
Mw. J. Sylvester? Lid 0 - -
1 Afgetreden per 27 mei 2021
2 Aangetreden per 24 augustus 2021
69
. Ld LA Ld
Exploitatiemaatschappij Carré
Financiële gegevens
Als gevolg van de Coronacrisis is het aantal bezoekers Financieel overzicht
drastisch gedaald. De financiële impact als gevolg van
het grotendeels wegvallen van de omzet is groot. Bedragen x € 1.000 2020 2019
Carré sluit het boekjaar 2020 af met een verlies van ”
€ 996 duizend. Carré heeft aanspraak gemaakt op Totaal activa 366 25554
de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid Eigen vermogen -65 1148
(NOW). De gemeente heeft een kapitaalstorting van A
€ 3 miljoen gedaan om continuïteit te garanderen. Vreemd vermogen OR 24124406
Netto bedrijfsopbrengsten 6.312 20.366
Netto Winst -946 499
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio -0,3% 4,5%
Rendement op gemiddeld kapitaal -4,0% 2,0%
70
H5 Overzicht per deelneming
Amsterdam Clipper Beheer (Clipper)
7
A Algemene gegevens
| WD ij En:
Ld DUA Î . ve
SEEN Sel Deelnemingsgegevens Beschrijving
NS
AE SEEN ME K bene De Clipper Stad Amsterdam is gebouwd op initiatief
4 ii PJ al NS 4 Ps fi Volledige naam deelneming van Randstad en de gemeente Amsterdam in het
Af IN 4 | Ni Ne Teff Zi l Amsterdam Clipper Beheer B.V. en kader van een werkgelegenheidsproject. Het schip
Zi ins gl Ô sr FT pr Gl / 4 Clipper Stad Amsterdam Beheer V.o.F vaart onder de Nederlandse Vlag als zeilend
Tl fi HE Ì Ä Û Vestigingsplaats
Zed Oi RT 0 Amsterdam
hi il | IN PE Sa ) ln Aantal werknemers Publiek belang
iN jh | Vennen Middels de bouw van het schip met een werkgelegen-
Ì po nl Á Í P AS f if Oprichting heidsproject heeft deze deelneming haar publiek
0 EL ú Á { | Ja / / 17-12-1997 belang reeds behartigd. De gemeente neemt nog
ge $ En d | | i OD d 0 woman oeren vennen wel jaarlijks vaardagen af, waarmee voor de gemeente
ny W TE Di A 1 di VI) / PN f Deelneming sinds promotionele en sociaal maatschappelijke doel-
/ /\ Ï6, B) ‚ LA CN Á 17-12-1997 stellingen worden gerealiseerd.
alt ni U RN Pf /À Í Wibeig en
aal ij | NA Ke zl sl ad „@ TI www.stadamsterdam.com/nl/
/ AA 4 Mn iN Á gn OI Belane gemeente Amsterdam U
Ne WEA 1 LA MET Vl . O Belang gemeente Amsterdam
Aal Sf Sr ooeeoeteee 32,6%
Jr a TN 7 Portefeuillehouder
ee i 7 re, - Poi D= .
ES Re be fp U Wethouder Economie
DE er E / EE
b nd /
een ne DN & AS en me ï
4 hit
/) TE: EE
N 71
4 e
Amsterdam Clipper Beheer (Clipper)
Bestuur en toezicht
Gemeente Amsterdam participeert via Amsterdam Raad van Bestuur
Clipper Beheer BV. in Clipper Stad Amsterdam Beheer Totaal Totaal
V.o.F. voor 32,6%. De andere participant is Randstad Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
via Randstad Clipper Beheer BV, met 67,4%. In de
V.o.F. is het schip ondergebracht. Dhr. JW. Flohil Directeur - - - -
De exploitatie en onderhoud van het schip is voor
rekening en risico van Randstad ondergebracht in
Rederij Clipper stad Amsterdam BV.
Raad van bestuur
De vennoten in de Clipper Stad Amsterdam Beheer
V.O.F. zijn Amsterdam Clipper Beheer BV. en Randstad
Clipper Beheer BV. De vennoten ontvangen geen
vergoeding. De heer Flohil is vanuit zijn functie
als directeur Economische Zaken van gemeente
Amsterdam statutair directeur bij Amsterdam Clipper
Beheer BV. (Economische Zaken is inhoudelijk
verantwoordelijk voor het beleid rondom de
Amsterdam Clipper). Hiervoor ontving hij geen
beloning.
Raad van Commissarissen
Amsterdam Clipper beheer BV. heeft geen Raad van
Commissarissen.
72
4 e
Amsterdam Clipper Beheer (Clipper)
Financiële gegevens
Amsterdam Clipper Beheer BV. heeft geen activiteiten Financieel overzicht
en daardoor geen resultaat. De totale activa is in 2021
gelijk aan de voorgaande jaren. Kosten en onderhoud Bedragen x € 1.000 2020 2019
van het schip zijn voor de rekening van medeaandeel- ”
houder Randstad. Totaal acta 2608 2608
Eigen vermogen 2.608 2.608
Vreemd vermogen 0 0
Netto bedrijfsopbrengst 0 0
Netto Winst 0 0
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 100% 100%
Rendement op gemiddeld EV - -
73
H5 Overzicht per deelneming
KE gegevens
Deelnemingsgegevens Beschrijving
dl Le In 2012 zijn de GEM Lutkemeer Beheer BV. en de
| Volledige naam deelneming GEM Lutkemeer CM. opgericht door de gemeente
fj IE GEM Lutkemeer Beheer B.V., en Schiphol Area Development Company (SADC,
AE EE a GEM Lutkemeer CV. en GAP Lutkemeer BV. eveneens een deelneming van de gemeente). Gronden
Ë SES tl Vestigingsplaats Nieuw-West zijn in deze Gemeenschappelijke
PE A Re Re Amsterdam Exploitatie Maatschappij (GEM) ingebracht en worden
fd B. hl de Te vre ee En Aantal werknemers ontwikkeld tot een bedrijventerrein.
ír en
|, N EE ede Vn
1 \ Ee Ren SRE Oprichting Publiek belang
re PRE RN ZOE Re vreem nnn Het publieke belang is de ontwikkeling van gronden
j Ae Je EE Et Deelneming sinds rondom Schiphol en het bevorderen van de
OEE ns LEE ME te 09-02-2012 economische ontwikkeling en concurrentiepositie
De AE EP at RN Website van deze regio. De GEM Lutkemeer BV heeft van
nn Ot ddr edt haar aandeelhouders de opdracht gekregen een
En 5 Belang gemeente Amsterdam principes, waaronder het circulair inrichten van de
Ke Ee ee En = > 20% openbare ruimte en energieleverend en natuur-
NE | Portefeuillehouder zorgen voor een goede landschappelijke inpassing
DE Wethouder Grond & Ontwikkeling van het bedrijventerrein.
En Ee Nn Ee
dn En Ee : TT
hef Ee FN a
En
Dt ee ef
ET Kn
me MT | A
Ne ek € SR. „il ES
RE RE et
dn EN Nene À # E Er eeh mt S 3 8 5 sl
B en Nl ere 2
Ee tenen 74
p=: k al if 4 3 RE
En Ek ale en B
OL ER dt eet TSE
GEM Lutkemeer
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam heeft (indirect) een belang Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
van 20% in de CV. SADC heeft (indirect) een belang
van 80% in de CV. Amsterdam en SADC hebben SADC Management BV. Directie - - - - -
beiden 50% stemrecht in de beheer-BV. Daarnaast
is er een samenwerkingsovereenkomst tussen SADC
en de Gemeente Amsterdam voor de uitvoering van
de grondontwikkeling.
Raad van Bestuur
Het bestuur van GEM Lutkemeer wordt gevoerd door
SADC Management BV. Op basis van een integrale
kostprijs worden de werkelijk gemaakte uren van
medewerkers van SADC toegerekend aan het project
GEM Lutkemeer.
Raad van Commissarissen
GEM Lutkemeer heeft geen Raad van Commissarissen.
75
GEM Lutkemeer
Financiële gegevens
GEM Lutkemeer heeft een CV-BV constructie. Financieel overzicht GEM Lutkemeer BV
Beide entiteiten hebben een eigen jaarrekening.
Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 22 25
tioen vermogen annen en 6 nn 05
OO 0
eg ennn ee
vee nrnennennnnnnnnnnnn EE
weerge En
wegg nn az en ene
we Te a
Financieel overzicht GEM Lutkemeer CV
Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 47.901 40.931
eggen en eee
veerd vermoeen ennen eee gee
wets bedrifsopbrenast en oes oen aaa
venen ee
BOO °° Re
Wenen Tk ee
endemen op enigen ora oo ge
76
H5 Overzicht per deelneming
Algemene gegevens
nn a
' Ez EF PE f Deelnemingsgegevens Beschrijving
: Ka | Í —d \N
st | | U GVB verzorgt het openbaar vervoer in het concessie-
mek TT Á El in Ss WM Volledige naam deelneming gebied Amsterdam en overige vormen van collectief
maken | GVB Holding N.V. vervoer, zoals de IJ-veren.
ede NM | | Vestigingsplaats
LEZEN f Amsterdam Publiek belang
KES / Aantal werknemers
N \ | li f 3.239 Het publieke belang is voorzien in de behoefte aan
E ke RE ans Ennn openbaar en overig collectief vervoer. Vanwege de
| : | ' | ' dede 4 Oprichting grote waarde die de gemeente Amsterdam hecht aan
el | De dd 26-10-2006 het publieke belang dat via GVB behartigd wordt en
ze eneen e e en
ee ER en A ee meming slnds is deelneming in GVB voor Amsterdam essentieel.
DRE Ds Ke En E es 26-10-2006
e N De HA m. mm: : | website
Re ©)
ZEN me — mn rs www.gvb.nl
ak | ' Î Ln Belang gemeente Amsterdam
Y balk ak Ee 99,9%
be Ra TS nn Se nn Portefeuillehouder
Dn Ee NS Wethouder Deelnemingen
gee nd _
Ne Ri) 5
ad nnn Ee rs En,
kod
nr OEL 77
B TE 5 ‚ > Ks En Ts pr
Pe hs nt Dj B a 4 air Bi
mn en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
‚ . . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is voor 99,9% aandeelhouder Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
van GVB. De vervoerregio heeft in 2021 een
prioriteitsaandeel verkregen. Vanwege de inbesteding _ nn Algemeen
van de OV concessie vanuit de Vervoerregio in GVB Mw. C. Zuiderwijk directeur 185 7 24 20 7
zeggenschap bij GVB Exploitatie. Alle besluiten die Dhr. K. Beeckmans? Financieel 185 - 24 201 65
GVB Exploitatie BV raken worden eerst voorgelegd Directeur
aan de Vervoerregio, voordat de gemeente Directeur
Amsterdam als aandeelhouder haar stem uitbrengt. Dhr. M.C.J.M. Lohmeijer T&O 185 - 24 206 206
1 Aangetreden per 1 oktober 2020
Raad van Bestuur 2 Aangetreden per 1 september 2019
In 2021 bestond het bestuur uit 2 mannen en
1 vrouw. Er hebben geen mutaties plaats gevonden. Raad van Commissarissen
Vergoedin Vergoedin
Bedragen x € 1.000 Functie 9 J020 9 Jore
Raad van Commissarissen
Mw. E. van Galen Voorzitter 30 29
In mei en december 2021 zijn respectievelijk vn en
de heer Bruin Slot en mevrouw Van Aken afgetreden. Mw. 5.) van Aken” Re
Mevrouw De Ruiter is aangetreden per december 2021. Dhr. A.H. Bruins Slot? Lid 20 19
Zo bestond de Raad van Commissarissen eind 2021 vn eenen eenen enen ven EERE eee eenen eenn
uit drie mannen en twee vrouwen. Tijdens de corona- Dhr. B Schmink Ed Re
pandemie is de Raad van Commissarissen tijdelijk Dhr. D.J. Anbeek? Lid 1 -
uitgebreid met een persoon. wennen rete eer ee EE en
Dhr. P. Meijer“ Lid 1 -
Mw. P. de Ruiter” Lid 1 -
1 Afgetreden per 22 december 2021
2 Afgetreden per 20 mei 2021
3 Aangetreden per 16 december 2020
4 Aangetreden per 16 december 2020
5 Aangetreden per 22 december 2021 78
mn gegevens
Ook in 2021 kampte het GVB met minder reizigers, Financieel overzicht
er waren minder toeristen. Het rijk droeg bij aan de
exploitatie. GVB kon het jaar afsluiten met een winst Bedragen x € 1.000 2020 2019
van EUROTEKEN 5,2 miljoen.
Totaal activa 507.283 413.622
Eigen vermogen 94128 96.544
Vreemd vermogen 413.155 317.078
Netto bedrijfsopbrengst 462150 462.515
Netto Winst -2,416 1952
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 18,6% 23,3%
Rendement op gemiddeld kapitaal -0,5% 0,5%
79
Tj
Havenbedrijf Amsterdam
Algemene gegevens
 Deelnemingsgegevens Beschrijving
7 jo Le Het Havenbedrijf Amsterdam beheert, exploiteert
; PS Volledige naam deelneming en ontwikkelt het Amsterdamse havengebied en
( ‚4 /f \ \ Havenbedrijf Amsterdam N.V. regisseert de duurzame economische ontwikkeling
AN 7 Á KEN veeneeenenennenennenenen rnaar in de havenregio Amsterdam.
bi á / LB AN Vestigingsplaats
B / A a Ze / fi it Amsterdam
f B JA À Jae EN, Aantal werknemers Publiek belang
i 1 jl hj EN / / 376
74 EMA E ij V/ j ï | nnn De haven is van grote betekenis voor de Amsterdamse
Bn a A A ea 1 È Oprichting economie. Het publieke belang is gelegen in het
| A, Ni RN] ij LEEN 06-03-2013 bevorderen van continuïteit en duurzame kwaliteit van
Bn ar. EA 6d en ® ge ee'neming sinas het bevorderen van duurzaam ruimtegebruik en het
“hm Pe j WE | ARE id 06-03-2013 waarborgen van de nautische veiligheid.
ER Praat 2 B Me A Website
Ti Û TN (7 ij d ä ,
. e Kin | BV \ der www.portofamsterdam.nl
' we A \ N D/ Belang gemeente Amsterdam
4 AED VR ALA L
de OK MO OH
5 Bi Oe | | Eh Portefeuillehouder
5 EML Pe
AEN doa Min Lt pelon Pen ikan Iain et Ti
NR Ee Hes ite ONES Derbi e Wethouder Lucht- en Zeehaven
a Ii} AA Er hi TO
I hi , Ee | 8 ien ES E
Ea | n B EN nele „kl ee ei
Nn
Ee
n en ee En En Ee En
en En en
En en en
en 80
en er
een
AJ
Havenbedrijf Amsterdam
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 100% aandeelhouder Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
… 2020 2019
van Havenbedrijf Amsterdam en heeft daarmee
de volledige zeggenschap. Aanvullend aan de COO/
gebruikelijke zeggenschap die 100% aandeelhouders Dhr. KJ. Overtoom CEO 195 7 23 205 188
hebben is in de afspraken tussen de gemeente en Oe
Havenbedrijf Amsterdam vastgelegd dat (wijzigingen Dhr. A. Kousbroek” CO MZ AR
van) de strategie aan het college en de raad worden Mw. D.F Bosman? CIO 44 - 6 - -
voorgelegd voor wensen en bedenkingen.
1 Aangetreden per 1 februari 2020
2 Aangetreden per 1 oktober 2021
Raad van Bestuur
Het bestuur bestond eind 2021 uit 3 personen. De Raad van Commissarissen
heer Kousbroek is in februari benoemd als CFO na een vergoedin vergoedin
interim periode en in oktober is de directie uitgebreid Bedragen x € 1.000 Functie 9 J020 9 Jore
met een CIO-functie. Mevrouw Bosman is benoemd
voor deze functie. In het beloningsbeleid van het Dhr. K. van der Steenhoven Voorzitter 30,15 29,1
Havenbedrijf Is vastgelegd dat de beloningen binnen nnen nnen annen even BERBER eeen nen
de grenzen van de WNT vallen. Dhr. JEM, de Haas ld N24
Mw. W.J. Maas Lid 20,1 19,4
. . iel i
Raad van Commissarissen MW. AM. MagiS SE
Mw. M.ET. Pigeaud-Wijdeveld? Lid 20,1 6,5
Eind 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit eeen nnn arasann
vijf personen, drie vrouwen en twee mannen. Dhr. £‚G. den Boer Lid 20 7 7
De heer Van der Steenhoven is in februari afgetreden 1 Aangetreden per 1 september 2019
als voorzitter van de Raad van Commissarissen. De 2 Aangetreden per 1 september 2021
heer Den Boer is aangetreden per 1 september 2021. 3 Afgetreden per 1 september 2021
81
AJ
Havenbedrijf Amsterdam
Financiële gegevens
Door de coronacrisis is de netto-omzet licht gedaald Financieel overzicht
ten opzichte van 2019. De hogere winst is het gevolg
van een toekomstige wijziging in de belastingdruk. Bedragen x € 1.000 2020 2019
Gecorrigeerd hiervoor is de winst van het havenbedrijf ”
€ 57,7 miljoen. Totaal acta 846 8877
Eigen vermogen 655.655 638.683
Vreemd vermogen 262.691 248.464
Netto bedrijfsopbrengst 158.443 169.371
Netto Winst 82.255 67.536
Dividend 50.852 61.400
Solvabiliteitsratio 71,4% 72,0%
Rendement op gemiddeld EV 9,1% 7,8%
82
H5 Overzicht per deelneming
di le D Tai
Stadion Amsterdam (Johan Cruijff ArenA)
Algemene gegevens
ae nn Me oe
7 \ me 7 ennn dN PNT Elie,
IA AN Ban lln EE Stadion Amsterdam NV. (Johan Cruijff ArenA) is een
eN en ge B IN Volledige naam deelneming multifunctioneel voetbalstadion en de thuishaven van
7 En d TL EE ES En Stadion Amsterdam N.V. Ajax. Naast voetbalwedstrijden verschaft het stadion
nn en Ve Er l eee onderdak aan groot- en kleinschalige evenementen,
Ean zE _ gi n estigingsplaats waarbij een hoge mate van service en publieks-
mi == rn Amsterdam vriendelijkheid wordt geboden. Stadion Amsterdam NV.
En == nn Í == | Aantal werknemers hanteert een gebroken boekjaar.
er Hi | |
» = EN ens = 2 Oprichting
\ Pv i 17-07-1992
hale ie En id en emmen besinemina sinds Het publieke belang is de instandhouding van
fi Na le eemneming sinds een multifunctioneel voetbalstadion in Amsterdam.
de 5 Î Tae REE ij
man bm ha zen is A r 17-07-1992 Naast het economisch belang dient het stadion als
ál Er | VN Ae vennen nas een visitekaartie voor de stad. Het bublieke belana zit
In Bwin. dn Website ] p g
Ï De Pond ENE | ich itt ook in de omgevingsvragen rond het stadion, zoals
el ) ir Ge a WWW-JONANCrUIgTarenA. MN” openbare orde en veiligheid en de ontwikkeling van
| 8 ter EE | hee s In Belang gemeente Amsterdam het gebied. Het stadion is voor milieu, duurzaamheid
el Ten ee in Des Ï i f i Is thuish
EN it Eese Wens EN Sg 48% en innovatie van belang en functioneert als thuishaven
od fenol ranked dE | -E h . KS MDN bi De, wneer nnn nnen voor Ajax en haar supporters. In overleg met Ajax
Dt s ee Ei Tien nd e Ee Portefeuillehouder heeft de gemeente in 2018 besloten om een belang
_ Wethouder Deelnemingen van 23 % ter verkoop aan te bieden aan Ajax.
83
e A
Stadion Amsterdam (Johan Cruijff ArenA)
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
‚ . . . Totaal Totaal
De Gemeente Amsterdam bezit 48% van de Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2019/ 2018/
certificaten met stemrecht. De andere belangrijke 2020 2019
stemgerechtigden zijn Ajax (13%) en het Stichting
Administratiekantoor Stadion Amsterdam (39%). Dhr. H. Markerink! Directeur - - - - -
Verder mogen zowel de gemeente als Ajax eene eneen ennen nana asss
een commissaris voordragen. Mw. T. Dik Directeur 7 7 7 7 7
1 Afgetreden per 1 september 2021
2 Aangetreden per 1 september 2021
Raad van Bestuur
De heer Markerink is na een dienstverband van 26 jaar Raad van Commissarissen
per 1 september 2021 afgetreden. Hij is vervangen Vergoeding Vergoeding
mevrouw Dik. De beloning van de bestuurders Bedragen x € 1.000 Functie
. … . . 2019/2020 2018/2019
voldoet niet aan het gemeentelijk Beloningsbeleid
Deelnemingen 2016. De gemeente Amsterdam heeft Dhr. H. van der Noordaa Voorzitter 0 0
op meerdere gelegenheden haar standpunt hierover nnn va aan wanne er EERE eee een venen
te kennen gegeven, maar heeft als 48% aandeel Dhr. A, Schouwenaar Ld RR
houder geen doorslaggevende stem. Vanwege de Mw. H.C. van Ketwich Verschuur Lid 0 0
vertrouwelijkheid van de gegevens is de belonings- nnen ERR EER
informatie van 2021 te vinden in de vertrouwelijke Dhr. H. Gerson dE?
bijlage. Dhr. D. Karsten Lid 0 0
Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen bestond in 2020/2021
uit vijf leden: vier mannen en één vrouw. In het
verslagjaar hebben geen mutaties plaatsgevonden.
De commissarissen zijn onbezoldigd.
84
Stadion Amsterdam (Johan Cruijff ArenA)
Financiële gegevens
De coronacrisis heeft geleid tot een significate Financieel overzicht
omzetdaling. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd
in een netto verlies van € 1,3 miljoen. Bedragen x € 1.000 2019/2020 2018/2019
Totaal activa 146.665 149.091
tioen vermogen annen en 05200 nn oe
nnn a 50
eg ennn oe 0
vee nrnenennnnnnnnnnnn en re
overe NN er nnn In
wegen nn re en a
we Te ak
85
KL) e
Life Sciences Fund Amsterdam (LSFA)
Algemene gegevens
En
d d
rd Deelnemingsgegevens Beschrijving
| 5 Ì < LSFA is een investeringsfonds met een professioneel
Ë ke ij Volledige naam deelneming fondsmanagement. De oprichting is ter versterking
\ úl Life Sciences Fund Amsterdam BV. van economisch potentieel van het Life Sciences
Ee rl d d eeen cluster in de regio Amsterdam.
er Vestigingsplaats
ij HT E 5: Amsterdam
df Ee Kanal werknemer Publiek belang
Ii es Se Pennen Het publiek belang is gelegen in het creëren van
« | ad Oprichting hoogwaardige, innovatieve bedrijvigheid in de
Í | N | | a 03-02-2009 (bio-)medische sector. Deze bedrijvigheid vormt
| | | | es zl beeinemine sinds tevens een bron van nieuwe werkgelegenheid en
Kh | | | | Ee Deelneming sinds heeft een direct maatschappelijk nut dat voortkomt
k IJ | | | io Pi 03-02-2009 uit de ontwikkeling van bijvoorbeeld nieuwe
| | II | | | | pe | | " Website medicijnen.
1: I Í Hal | | Ad HI www.lsfamsterdam.nl
ln Ri ij | Ll | | Û Belang gemeente Amsterdam
[[ 4 àl ID U Mi | 29%
i El ia amo es ER ,
Pe | & TN | bs | | iu | at | | | Portefeuillehouder
ie Ln | | Wethouder Economie
| | | Mot NE if i el | |
DEE | he
| | Khel 1 | | | | |
— ’ 5 | LN | | In n
ARNE TIENEN
Kd | | ud Ce [ Ì
RI AREN H. | | B, j B
ikke mrs ä
el Di ä A Ie | | L | ie T° | 1= |
De 86
en
4 KJ
Life Sciences Fund Amsterdam (LSFA)
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Management
. . 3 . . . Totaal Totaal
Deelnemende investeerders in het fonds zijn Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
Rabobank (33,4%), Gemeente Amsterdam (29,46%),
Provincie Noord-Holland (20%), ING Bank (11,1%), Seed Fund Management BV Fundmanager - - - 0 74
private partijen (incl. management, 6%).
Management Raad van Commissarissen
In 2021 hebben geen mutaties plaatsgevonden in Bedragen x € 1.000 Functie Vergoeding Vergoeding
het bestuur. De twee directeuren (de heren De Vries 2020 2019
en Schwarz) zijn via Seed Fund Management BV. ”
aangesteld voor onbepaalde tijd. Het bestuur heeft Dhr. WHM. Jansen Voorzitter DR
besloten om de management fee af te bouwen en Mw. B.F. Quint Lid -
te beëindigen. III in
Dhr. P.J. Kievit Lid -
. . Dhr. W. Stevens Lid -
Raad van
Totaal c . . 23
De Raad van Commissarissen bestond in 2021 uit vier OommiIssarissen
personen, drie mannen en een vrouw. Er hebben geen
mutaties plaats gevonden.
87
4 KJ
Life Sciences Fund Amsterdam (LSFA)
Financiële gegevens
LSFA heeft in 2021 een verlies gemaakt van Financieel overzicht
€ 4,6 miljoen (2020: € 1,5 miljoen) doordat een
aantal bedrijven in het portfolio lagere winsten Bedragen x € 1.000 2020 2019
heeft behaald dan verwacht.
Totaal activa 11.944 13.470
Eigen vermogen 11.917 13.408
Vreemd vermogen 27 62
Netto bedrijfsopbrengst -1.444 273
Netto Winst -1.492 163
Dividend 0 150
Solvabiliteitsratio 99,8% 99,5%
Rendement op gemiddeld kapitaal -11,7% 1,2%
88
H5 Overzicht per deelneming
| | e Lj
Ii Matrix Innovation Center
|
| | Algemene gegevens
Le Nm PE else ee Le Ld |
pe pe Á e 4
nr re ele Matrix Innovation Center (MIC) — voorheen
Jl | | Volledige naam deelneming Amsterdam Science Park NV. en CV. — is opgericht in
ij | dl | Matrix Innovation Center N.N./CN. 1989 en is een initiatief van de gemeente Amsterdam,
| | We eenen zi eenen eneen eneen de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk
| ee | estigingsplaats Onderzoek, de Rabobank Amsterdam en de
IJ | Amsterdam Universiteit van Amsterdam.
d _n mr Aantal werknemers
|| | Lel 1f 1
| | | | | | | | Oprichting
| | | | | 1 | | 12-12-1989 Het publieke belang van MIC is laagdrempelige
| | | | | | besinemina sinds UT huisvesting bieden aan startende, kleinere flexibele
| | | || | eememing Sinds ruimte vragende ondernemingen in de ICT, nieuwe
1 | Kij | | | | 12-12-1989 media en life-science sector op het Science Park-terrein
_. we _ ge pur website en en zo als kennisstation te functioneren.
www.matrixic.nl
Belang gemeente Amsterdam
25%
Portefeuillehouder
Wethouder Economie
|
NN BRENEE 89
pn _— De Ee 5 De |
| | Ee Be
! Ë Ee " EI
8 el EK |
id ®
Matrix Innovation Center
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: - . . Totaal Totaal
De gemeente houdt 25% van de aandelen in MIC. Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
… . En 2020 2019
In totaal zijn er vier aandeelhouders die ieder voor
gelijke delen participeren in MIC. Besluiten worden Dhr. LW.J. Sweep Directeur 150 0 15 162 173
met meerderheid genomen.
Raad van Bestuur Raad van Commissarissen
Vergoedin Vergoedin
In 2019 is de heer Sweep als nieuwe directeur Bedragen x € 1.000 Functie 9 Z020 9 Jore
aangetreden.Hij is benoemd voor een periode
van vier jaar, waarna hij door de Raad van Dhr. J.J. Engelen Voorzitter 16 16
Commissarissen kan worden voorgedragen voor wenn nn en eenen GEBORE eenen
een volgende termijn. Mw. B QUNE_——— EER
Dhr. J. Buijs Lid 12 12
Raad van Commissarissen
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen
uit drie personen: twee mannen en één vrouw.
Er hebben geen mutaties plaats gevonden.
90
Matrix Innovation Center
Financiële gegevens
MIC heeft een NV-CV constructie. Beide entiteiten Financieel overzicht MIC NV
hebben een eigen jaarrekening. In lijn met de
voorgaande jaren en conform verwachting was er Bedragen x € 1.000 2020 2019
sprake van verdere groei van de activiteiten.
Totaal activa 1.303 1145
tioen vermogen annen nn aes en an
eenn ee
eg ennn Ee
vee nrnennnnnnnnnnnnnn En ge
overe A ee nnn 0
weeggennnnnnnnnnnn nn ee en een
ws Te ek a
Financieel overzicht MIC CV
Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 53.092 52.276
eggen ee
veerd vermoeen ennen ee es
wets bedrifsopbrenast en eo nn eoce
venen ee ee
BOO Ee
Wenen Ik ee
endemen op enigen ora a wo ee
91
H5 Overzicht per deelneming
ODE Energie
Algemene gegevens
ij A
pn 8 1 & Á D
TN EN n | î ijvi
5 Ed he ) Deelnemingsgegevens Beschrijving
Le 1 ê € À
4 ie Me gy 4 Ae In ODE Energie is een milieuvriendelijke warmte- en
il B fl d \ Volledige naam deelneming koude installatie gerealiseerd. Deze installatie levert
EE i 4 =
if me MN OW Hi ODE Energie B.V. warmte en koude aan de gebouwen op het
ij La Ì ha EN HE we vegen Ji wenen verversen vennen eenen vennen vennen Oosterdokseiland (ODE), waaronder de openbare
b IE 2d Te HU estigingsplaats bibliotheek. Het aandeelhouderschap in ODE Energie
‚& Kes ds Ji Amsterdam is gekoppeld aan het eigenaarschap van de gebouwen
f | t 5 Aantal werknemers op het Oosterdokseiland.
Ir EEE mm: : ee fe pe -
ind NE 4 E À Oprichting Publiek belang
Weer: eren 5 ERAAN Eene 301 Ri Dd B ze
eh pee HET AAN: B EE En 02-11-2006
ceren | ma ul WE : ij nn Beeineming sinds Het publiek belang is het zo goedkoop en effectief
EN OEE Ei gmt! pe sn ee neming sinds mogelijk exploiteren van een milieuvriendelijke
Sf Ï Î AIN PION RS Hf NE if pr 02-11-2006 warmte- en koude installatie.
Fn A en tE AAN VANS Website
DE en et Geen
e nn gen — ne Belang gemeente Amsterdam
EE en L= nen Portefeuillehouder
mA nn .
mee 5 SE EE Wethouder Deelnemingen
annen, mn a LE
}
92
id
ODE Energie
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: - - : Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 16,9% aandeelhouder Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
van ODE Energie BV. en heeft daarmee
beperkte zeggenschap. Bouwfonds MAB Participations B.V. Directie - - - - -
Stichting Amsterdamse Hogeschool . .
de kunsten Directie ° ° ° ° °
Raad van Bestuur voor
De directie wordt gevormd door Bouwfonds
MAB Participations BV. en Stichting Amsterdamse Raad van Commissarissen
Hogeschool voor de Kunsten. Beide entiteiten . .
8 : : . Vergoeding Vergoeding
zijn eveneens aandeelhouder in ODE Energie. Bedragen x € 1.000 Functie
. En . 2020 2019
De directie is onbezoldigd.
Dhr. H.H. Janssen Voorzitter - -
Raad van Commissarissen Dhr. GE. Veerman td AR
Dhr. J.J.A.M. Galle Lid - -
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit anna vn en nnn ev en EERE mennen ven
vier leden. De commissarissen zijn aangesteld voor Dhr. PA.R.J. Vismans Lid _ _
onbepaalde tijd en zijn onbezoldigd.
93
id
ODE Energie
Financiële gegevens
ODE Energie is niet gericht op winst. Het negatieve Financieel overzicht
resultaat is het gevolg van boekhoudkundige effecten,
zoals afschrijvingen en vrijval. Dit is mogelijk doordat Bedragen x € 1.000 2020 2019
het eigen vermogen van ODE groot genoeg is om 7
deze effecten op te vangen. Totaal activa ed
Eigen vermogen 1184 1.239
Vreemd vermogen 2.981 3144
Netto bedrijfsopbrengst 192 173
Netto Winst -56 -53
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 28,4% 28,3%
Rendement op gemiddeld kapitaal -1,3% -1,2%
94
H5 Overzicht per deelneming
Algemene gegevens
i, ed
| a - Deelnemingsgegevens Beschrijving
dl B RAI Holding BV. (RAI) exploiteert een congres- en
DE IN RAT ne kt ed Volledige naam deelneming evenementencomplex voor nationale en internationale
rn | E pr | Jon EE mtl Tere RAI Holding B.V. congressen, beurzen en evenementen.
| FI Î a | en rin LE Vestigingsplaats
E 4 Wenn Amsterdam Publiek belang
| | JN NE en Aantal werknemers
| Kl Ap) 8 £ 5 Nen tz 327 RAI draagt bij aan het creëren van economische
| ] En Te n bedrijvigheid als spin-off van de georganiseerde
Fe ler fl Len Sne kt Oprichting beurzen en evenementen in het complex.
| GET ij se 4 En : n cz Elei: ME iden 22-12-1955 RAI werkt aan plannen om de directe verbinding
IJ zb Sn Eiisne Te inns OEE besinemina sinds met de omgeving en de stad te ontwikkelen.
on Ù NC ARES EEMNES eeme = ln eelneming sinas
- y B | | tn A Ü HN lant ne ij 22
f et eten Website
5 Hee a | EN | NN www.rai.nl
| Hoi j- : Í vid B NN Belang gemeente Amsterdam
| ils be PE Ek Í | | kl it Ï b || EES
JRR 25%
u Ee Th tara! Lm zi Portefeuillehouder
me ae me : Wethouder Deelnemingen
e= | :
RNR de nT
= KORT 4 \ hl
fj | Lm a! Û ht Nn pp
Nn ie bd pede ij Mi me: AR 7
Hd IE 14 Ki 5 za Á en
7 95
mn en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 25% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
RAI Holding BV. en de RAI Vereniging heeft 75%.
De gemeente Amsterdam heeft beperkte zeggenschap. Dhr. P. Riemens CEO - - - -
Dhr. M. van der Sluis COO - - - -
Raad van Bestuur Totaal Bestuur - - - 777.000 771.000
Het bestuur van RAI wordt uitgeoefend door de heer
Riemens en de heer Van der Sluis. De totale bezoldiging
2021 (inclusief secundaire arbeidsvoorwaarden) van Raad van Commissarissen
de bestuurders bedroeg € 766.000 (2020: € 777.000). . .
: br En . Vergoeding Vergoeding
RAI rapporteert niet over individuele bezoldigingen. Bedragen x € 1.000 Functie 2020 2019
In 2016 heeft de gemeente tegen het bezoldigings-
beleid van de directie van RAI gestemd omdat dit Mw. A.M.H. van Gaal Voorzitter - -
beleid op meerdere punten afweek van het gemeen- nanne REBBE eenen
telijk beloningsbeleid, waaronder de toepassing van Dhr. JWJh. van der Steen Ld ER
de WNT-norm. Omdat de gemeente met 25% aandeel Mw. M. de Macker Lid - -
beperkte zeggenschap heeft, is het nieuwe nnn BERRRERRAREE eenen
bezoldigingsbeleid alsnog vastgesteld met steun van Dhr. ©. Ambachtsheer Hd
de meerderheidsaandeelhouder RAI Vereniging. Dhr. R. Takens* Lid - -
Raad
Totaal Con miscar 99.000 106.000
Raad van Commissarissen ommissarissen
1 Aangetreden per 28 oktober
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit
vier commissarissen, twee mannen en twee vrouwen.
De totale bezoldiging van commissarissen in 2021
bedroeg € 124.000 (2020: € 99.000). RAI rapporteert
niet over individuele bezoldigingen.
96
mn gegevens
De Rai is hard geraakt door de coronacrisis. De Financieel overzicht
deuren bleven het grootste deel van 2021 dicht.
Dit heeft geresulteerd in een omzet van 54 miljoen Bedragen x € 1.000 2020 2019
(2020: € 42 miljoen) en een netto verlies van ”
2,4 miljoen (2019: € 29 miljoen negatief). Totaal acta 4909 219269
Eigen vermogen 62.233 91.878
Vreemd vermogen 182.676 127.391
Netto bedrijfsopbrengst 42.310 135.438
Netto Winst -29,171 3.562
Dividend 0 2.500
Solvabiliteitsratio 25,4% 41,9%
Rendement op gemiddeld kapitaal -12,6% 3,7 %
97
H5 Overzicht per deelneming
Schiphol Area Development Company (SADC)
DE
f Algemene gegevens
en
EE nn E nn Deelnemingsgegevens Beschrijving
ein me Re ee = Er
ni eaf ee ee Schiphol Area Development Company NV. (SADC)
° ar Dn E E _—_s da - n « «
en = NE Volledige naam deelneming richt zich op het verkrijgen, ontwikkelen, exploiteren
Ee {| EE Pe Schiphol Area Development Company NV. en vervreemden van hoogwaardige bedrijfsterreinen
pe a if NN" (SADC) en andere onroerende goederen in de omgeving van
nn an ne, ie Vestigingsplaats
te in Schiphol
TE ee Ps SE rd ej Aantal werknemers Publiek belang
NE SA ZE
nn PT Fom Mk” hi 25 On Het publieke belang is het ontwikkelen van bedrijven-
en zn en B nd Td 0) Oprichting terreinen rondom Schiphol om de economische
jn Sd Sd Sd Ps = Ep 01-07-1987 ontwikkeling en de concurrentiepositie van de
LL ES OD Ps Pd Deelneming sinds
- En d 5e Te B Ee /
E Ed SJ de 01-07-1987
En a EI Ove
Te ne men Ee, pe 9 www.sadc.nl
U ne Dn: De gg 4 Belang gemeente Amsterdam
RS, PR En le ' Portefeuillehouder
ct ee 8 En K JF re Wethouder Luchthaven
ie Mr a N u EE
Ee. La pe k E hi S
' hen MS Ee Dd
ke he Af es
Pik < he SM dede
BA Kk % 4. ie
0 Rs VT CN
PS ER er 98
dee Ei Kl bn RE Sj LS
Sr OP WEES
RP SA RN 1 Oes
Ld
Schiphol Area Development Company (SADC)
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: - - : Totaal Totaal
De gemeente is 25% aandeelhouder van SADC. Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
, 2020 2019
De andere drie aandeelhouders (gemeente
Haarlemmermeer, provincie Noord-Holland en Schiphol) Mw. J.A. van Antwerpen! Directeur - - - - -
bezitten ook 25%. SADC beheert zeven proiectvennoot- ennn an nnn asss
schappen, waarin telkens één of meerdere aandeel- Totaal
houders van SADC (naast SADC) participeren. 1 Afgetreden per 1 mei 2021
Raad van Bestuur
Raad van Commissarissen
Mevrouw Van Antwerpen is in mei 2021 afgetreden . .
. Vergoeding Vergoeding
als bestuurder bij SADC. De rest van 2021 zijn haar Bedragen x € 1.000 Functie
. 2020 2019
werkzaamheden intern overgenomen door 3 mede-
werkers van SADC in verschillende tijdvakken. Met de Dhr. J.C.M. Gillis Voorzitter - -
nieuwe directeur is bij haar benoeming In februari 2021 wenn ann venen en ennn en GREEN ee eeen
afgesproken dat de beloning vanaf volgend jaar Mw. EKL de Jong Hd
openbaar wordt. Mw. M.B.E. Maarsen Lid - -
Dhr. C.H.M. Steenhoven Lid - -
Raad van Commissarissen Dhr. M. van der Sleen? Lid - -
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit Dhr. P. Meulenberg? Lid _ _
vijf commissarissen: drie mannen en twee vrouwen. 1 Afgetreden per 30 juni 2021
Elk van de aandeelhouders draagt een lid van de 2 Aangetreden per 30 juni 2021
Raad van Commissarissen voor. Mevrouw Maarsen
is voorgedragen door de gemeente Amsterdam.
In 2021 is een nieuw RvC-lid door de provincie
Noord-Holland voorgedragen.
99
Ld
Schiphol Area Development Company (SADC)
Financiële gegevens
De netto winst is in 2021 gedaald naar € 4,2 miljoen Financieel overzicht
(2021: € 4,5 miljoen). De netto-omzet is nagenoeg
gelijk gebleven. De lichte daling van de winst is Bedragen x € 1.000 2020 2019
voornamelijk te wijten aan een stijging van de kosten.
Totaal activa 142.396 134.429
Eigen vermogen 116.330 111.826
Vreemd vermogen 26.066 22.603
Netto bedrijfsopbrengst 10.991 11.035
Netto Winst 4,504 5.429
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 81,7% 83,2%
Rendement op gemiddeld kapitaal 3,3% 41%
100
Schiphol
Algemene gegevens
Deelnemingsgegevens Beschrijving
Royal Schiphol Group (hierna “Schiphol” is een
Volledige naam deelneming luchthavenonderneming met Amsterdam Airport
Royal Schiphol Group N.V Schiphol als belangrijkste luchthaven.
Vestia en
Amsterdam Publiek belang
Aantal werknemers
2.474 Het publiek belang is dat Schiphol als multimodaal
On knooppunt met een uitgebreid netwerk bijdraagt aan
1 Oprichting de internationale verbondenheid van Amsterdam.
ge 22-01-1958 Met name deze ‘bestemmingsmachine’ is van groot
7 wenen belang voor de internationale positionering (het
z 7 a / ® Deelneming sinds vestigingsklimaat en de concurrentiepositie) van de
/ EA rÎ hed 22-01-1958 Metropoolregio Amsterdam en de hiermee gepaard
website en gaande werkgelegenheid en economische
E . ontwikkeling van Amsterdam.
www.schipholgroup.nl
Belang gemeente Amsterdam
20,03%
Portefeuillehouder
Wethouder Luchthaven
EL |
k E 101
1 ï
Ld
Schiphol
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . . Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 20,03% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
. … 2020 2019
Luchthaven Schiphol NV. Andere aandeelhouders zijn
het Rijk (69,77%), Aéroports de Paris (8%) en gemeente Dhr. D.A. Benschop CEO 479 - 106 591 629
Rotterdam (2,2%). Het Rijk heeft als grootaandeelhouder II
op de meeste onderwerpen een doorslaggevende Mw. JTM. van de Meijs”________€FO 494 ne 4954
stem. Schiphol is een structuurvennootschap, daarmee Mw. BI. Otto COO 399 - 79 483 514
is benoeming en ontslag van bestuurders een zaak van Gn
de Raad van Commissarissen. Dhr. R. Carsouw” OER
Mw. H. Buis? CPAO 406 - 63 253 -
Raad van Bestuur 1 Afgetreden per 1 april 2021
2 Aangetreden per 1 april 2021
Het bestuur bestond eind 2021 uit vier personen: 3 Aangetreden per 1 juni 2020
twee mannen en twee vrouwen. Mevrouw Van
de Meijs is afgetreden en vervangen door de heer De gerapporteerde bedragen bestaan vooral uit toelagen aan het management die als beloning gelden. Wanneer er sprake is van een
Carsouw. beloning geldt dat deze in deze categorie wordt opgenomen en gewaardeerd. De methodiek zoals gehanteerd door de Belastingdienst
geldt hier als uitgangspunt.
De gemeente heeft bij de vaststelling van het
beloningsbeleid van Schiphol een stemverklaring
afgelegd waarin wordt vermeld dat het afwijken
van de WNT-norm niet conform het gemeentelijk
beloningsbeleid is. Omdat er echter breed draagvlak
is bij de overige aandeelhouders voor dit beleid
en omdat de overige uitgangspunten uit het
gemeentelijke beloningsbeleid duidelijk zijn
meegewogen heeft de gemeente besloten om in
te stemmen met het beloningsbeleid van Schiphol.
De gemeente Amsterdam heeft als 20% aandeel-
houder geen doorslaggevende stem.
102
.
Schiphol
Bestuur en toezicht
Raad van Commissarissen Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen bestond eind 2021 Bedragen x € 1.000 Functie Vergoeding 2020 Vergoeding 2019
uit zeven personen, drie vrouwen en vier mannen. ” ”
Doordat de bezoldiging van de Raad van Mw. L.J. Gunning-Schepers ___ Voorzitter 80500
Commissarissen een afgeleide is van de bezoldiging Dhr. E. Arkwright Lid - -
van het bestuur, voldoet deze ook niet aan het wen nm nnen vann an vem oe EEE en nn vanen
gemeentelijk Deelnemingenbeleid. Dhr. RJ. van de Kraats Wd ER
Dhr. A.B.M. Olsson? Lid 42 42
Dhr. J.G. Wijn Lid 38 38
Mw. S.G. Brummelhuis Lid 37 37
Dhr. D. Collier Lid 38 38
Mw. E. van Galen? Lid - -
1 Afgetreden per 13 april 2021
2 Aangetreden per 13 april 2021
103
Ld
Schiphol
Financiële gegevens
Na de forse daling van passagiersaantallen in het Financieel overzicht
eerste coronajaar liet 2021 een herstel zien van 22%
naar 25,5 miljoen passagiers. Dit lag nog steeds 64% Bedragen x € 1.000 2020 2019
onder dat van 2019. Als gevolg hiervan kwam het ”
onderliggende netto resultaat uit op - € 287 miljoen, Totaal activa 280122 7796551
na een verlies van EUR 521 miljoen in 2020. Vanwege Eigen vermogen 3.726.431 4.372.036
een aantal herwaarderingen op de balans kwam de varaan trees aars arsanrnnen aarrarrrarrnrnnsanr arr rrrrrrnrnrr A e
nettowinst alsnog positief uit, op EUR 104 miljoen. Vreemd vermogen 560033 OS9536N 3424515
Netto bedrijfsopbrengsten 688.276 1.614.674
Netto Winst -567./45 362.062
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 40,2% 56,1%
Rendement op gemiddeld kapitaal -6,6% 4,8%
104
H5 Overzicht per deelneming
FM Algemene gegevens
4 en \
ii Se | in B \ Stadsgoed NV. is als maatschappelijk vastgoed-
| Zere ws wai \ Volledige naam deelneming belegger specifiek gericht op het versterken van de
RG: meene Stadsgoed N.V. woonfunctie, leefbaarheid en toegankelijkheid van de
nn Vestiainesoiaats binnenstad, door het verkrijgen, beheren, exploiteren,
es ne: en en 5 estigingsplaats huren en verhuren van panden. Dit geldt in het
an - IN — Amsterdam bijzonder voor postcodegebied 1012. NV. Stadsgoed
== 8 | REE welkome en is op 1 januari 2000 opgericht om de leefbaarheid van
Ze EER 6e ken d de binnenstad te verbeteren. In 2016
ET ee EI BER e oude '
A . OERS ee Ten veranderde de naam in 1012Inc, wat in 2019 weer
ERE en | | Oprichting Stadsgoed NV. werd. Stadgenoot houdt nog altijd een
Í | En EE Zr Û
| Aij al Ni Re A | | 01-01-2000 deel van de aandelen, daarnaast zijn ook twee
/ Ex en 5 \ nne d ie’ N Ei | \ beelnemina sinds pensioenfondsen toegetreden, vertegenwoordigd
gant jn A EE gn _— eeneming sinds door Syntrus Achmea Real Estate & Finance (SAREF).
en en N ge rn En nn nd TT 08-07-2016
zi P Website
nnn EE www.stadsgoed.amsterdam/
ammnend le L | Belang gemeente Amsterdam Het publieke belang is het behouden en vergroten
ee haan 17% van een leefbare, veilige en duurzame binnenstad
LE Ei, sorteteuiilehouder UT van Amsterdam. Hierbij legitimeert Stadsgoed zich
nn : e ortefeuillehouder actief naar bewoners, ondernemers, de buurt
en | Wethouder Deelnemingen en aandeelhouders.
ae co = Kl eeen
Nm a en RE
Ee Br PS Tl
Rt he DEE
Ze Es Ee TA kf
BEK ie HOP EN Ot
DE FOR Ea EEN
oen B ‘ ae GD ke, tired Eben | A
PEA IE Eek ER |
= kd Á…) Es Ln Nn Sn, 4 a tn 105
Stadsgoed
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
Totaal Totaal
Bij oprichting is gekozen voor een stichting Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
administratiekantoor (“STAK”), waarbij de gemeente,
Stadgenoot en de twee pensioenfondsen certificaat- Dhr. J.A. Wiggers Directeur 152 - 21 173 173
houders zijn. Belangrijke besluiten kunnen slechts
worden genomen met een versterkte meerderheid
van 90%.
Raad van Commissarissen
. Vergoeding Vergoeding
Raad van Bestuur Bedragen x € 1.000 Functie 2020 2019
In 2021 hebben geen mutaties plaats gevonden. Dhr. J.H.R. Bergh Voorzitter 12 12
De heer Wiggers is benoemd tot statutair directeur nnn en eee eer ERR eeen
van Stadsgoed Nv. vanaf de toetreding van de Mw. 5. Laseur-Eelman_ Ld
gemeente en de pensioenfondsen in 2016. De Dhr. PO. Vermeulen Lid g g
beloning van de directeur valt binnen de kaders we vn ann ven vn nn en vn BEEREN eenn en venen
van het gemeentelijk beloningsbeleid. Dhr. M. van Haelst Buurtcommissaris 9 9
Raad van Commissarissen
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit
vier commissarissen, drie mannen en één vrouw. Er
hebben geen mutaties plaats gevonden. De Raad van
Commissarissen kent één buurtcommissaris. Daarmee
wordt invulling gegeven aan de bij oprichting gestelde
voorwaarde van buurtbetrokkenheid. De Raad van
Commissarissen kent geen afzonderlijke commissies.
106
Stadsgoed
Financiële gegevens
Het jaarresultaat over 2021 bedraagt € 4,8 miljoen Financieel overzicht
(2020: € 257 duizend). Het hogere jaarresultaat ten
opzichte van voorgaand jaar is vooral het gevolg van Bedragen x € 1.000 2020 2019
een positieve waardeverandering van het vastgoed.
Totaal activa 293.227 286.487
Eigen vermogen 227.011 222.555
Vreemd vermogen 66.216 63.932
Netto omzet 10.851 10.713
Netto winst? 257 20.809
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 77,4% 77,7%
Rendement op gemiddeld EV 0,1% 7,6%
1 Inclusief waardeverandering
107
H5 Overzicht per deelneming
val Algemene gegevens
LEANGEN Te y
TENS 1 AVI FL WZ er
Wd KN Ì RS 1 (7) el rb
RRA NO EV ES
EAN A NE 5 hi lr nn Deelnemingsgegevens Beschrijving
EN CTA NZA Ar Said Ee,
GAAN A DTTL AR 0, ON d, 00 TANNE
ee B ki A ON ed 2 Nn Ön Sa Stadsherstel Amsterdam NV. is in 1956 opgericht.
NN Eh A de CA A KL OE Volledige naam deelneming Stadsherstel koopt en restaureert in verval geraakte
RER PA PON AEN NN lend erfgoed
k ef 5 Bh DES EN | JSN es Stadsherstel Amsterdam N.V. monumenten, waardoor beeldbepalen en g
Da ER Re Le Ln eef 0, RN NE oee eee in Amsterdam en omstreken behouden blijft.
2 ke Es ie ko Ed Ar FE ie À er el NT Vestigingsplaats Daarnaast beheert zij de gerestaureerde panden
Re PES EP AN os, en ede Amsterdam en zoekt er een geschikte bestemming voor.
WE) mk Amsterdam
PND TA oid A heg AAV eee, Aantal knemers
ONE OR 20 NE RNN PANC antal werkne
ka EN ken ant bl is perd! ken ink =
Re Pr) EE rn DE BESI .
EEN UNS ef 43 Publiek belang
EE eN Ï Ed Lille Bt Ede vet ON wi he eet i htin
LN ar ue (on AEN gen Het publieke belang is het herstellen en bewaren van
ik kelk oe 5 …& En £ ij Ke g Ô ee 21-11-2013 et Publleke De g
ii Ak 4 ù NZ 4 / hk | naaa historische Amsterdamse panden. Door verloederde
8 RAE TE Je DS ns AAE Deelneming sinds panden uit het straatbeeld te verwijderen en deze na
men a Se be 4 Aran E Er 21-11-2013 restauratie een passende bestemming te geven wordt
he EZ ANT ri wennen en tad verbeterd.
SS 14 ® Í B AE, gr Le + n Bir mn Ì Website de leefbaarheid in de stad ver
EN A S Mae aaan U
A En OS EE U www.stadsherstel.nl eenen
ar arr Belang gemeente Amsterdam
DU ORO Ec HA 9
Et y ne 1 a ki Lb BEL Ae 0 14%
KAMA Kr ‚ JEL ‚| ij — Ht Portefeuillehouder
HANNE HL Ii 4 / i ij ad Ü k U Ij Ij gai ee Wethouder Deelnemingen
ee LR ke
en 108
Stadsherstel Amsterdam
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
. . . . nm Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 13,6% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
2020 2019
Stadsherstel Amsterdam NV. Andere aandeelhouders
zijn verschillende private investeerders, waaronder Dhr. A. Meerstadt Directeur 193 29 5O 268 266
banken en verzekeraars. Besluiten worden met
meerderheid genomen.
Raad van Commissarissen
Raad van Bestuur
Bedragen x € 1.000 Functie Vergoeding Vergoeding
‚ 2020 2019
In 2021 hebben geen mutaties plaats gevonden.
Volgens het gemeentelijk beloningsbeleid uit 2016 Dhr. JV. Timmermans Voorzitter - -
respecteert de gemeente bestaande contracten en nen en
afspraken. Gemeente Amsterdam heeft in 2017 als Dhr GHT Koetsier” td ER
enige aandeelhouder niet ingestemd met het Mw. J.E.M. Brinkman? Lid - -
beloningsbeleid van Stadsherstel, evenwel is het II iN
beloningsbeleid door de algemene vergadering van Mw. DC. de Kuis bd ER
aandeelhouders aangenomen, omdat gemeente Mw. J. Kiers Lid - -
Amsterdam met 13,6% geen doorslaggevende een en
stem heeft. Dhr. G.J. Alberts Lid Oe - -
1 Aangetreden per 19 juni 201
2 Aangetreden per 19 juni 201
Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen bestond in 2021
uit zes leden: drie mannen en drie vrouwen.
De commissarissen zijn onbezoldigd.
109
Stadsherstel Amsterdam
Financiële gegevens
De netto winst is € 44,2 miljoen waarvan € 40,1 miljoen Financieel overzicht
het effect is van de waardeveranderingen van de
vastgoed portefeuille. Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 574.373 568.360
tioen vermogen annen en 258 nn an zer
gen en ses
eg ennn oa ge
vee nrnennennnnnnnnnnnnn oen 000
overe A eo ee
weneggennnnnnnnnnnn nn ne en rea
we Te ek Te
110
|
H5 Overzicht per deelneming
Set
ES keringsbedrijf d
Ee Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA)
TE
Rn Kn
Ra”
Deh Algemene gegevens
eh re . ee
e. == ë Ed Deelnemingsgegevens Beschrijving
En Ee EL e
EN af sE AN 4 EE Het Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam is het
NE ed IE B Dr A K Volledige naam deelneming verzekeringsbedrijf voor de gemeente Amsterdam.
NE ON | WET dte £ N.V. Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam
lm A EN | Wd 5 ge (VGA)
en nd EN zaline estigingsplaats
en £ f dd
En AN rra 1 u rt À
| 1 di | | ij 9 Et Ë ho ke if Amsterdam Het publieke belang van VGA is dat de gemeente
| =S Ht B an, | GE we kr he Aantal werknemers geld bespaart en/of beter verzekerd is met dit eigen
IN Saan 8 ' 1) Ze 2 verzekeringsbedrijf. De gemeente zelf, werknemers
A eh SA 95 en verbonden partijen kunnen gebruik maken van de
8 É Á LI nn ed | | | Kin Oprichting dienstverlening van VGA. De verzekerbaarheid van
HE mi En | ER ne 08-01-1970 gemeentelijke risico’s neemt bovendien toe door dit
B Ïe d U re Eer ej) r ze | eenen ennen als een eenheid aan te bieden op de verzekerings-
! HE Ei | En an E Deelneming sinds markt. Er is sprake van een wettelijke verplichting om
er an a En re en ng En 08-01-1970 een schadeverzekeringsbedrijf onder te brengen in
NE nil Eg EO een schadeverzekeringsbediif onderte brengen Ì
En PL ie NV. opgericht.
en ain dh n- ie - | E Nl gun www.amsterdam.nl/vga
Ee Fi in nn U HN fj il Belang gemeente Amsterdam
zr ak: \ EEE 100%
h ELTK A A \ EE Ï IJi Portefeuillehouder
B | Be: ! Benel = Ä Ei Wethouder Financiën
mn ER Na 3 | u NR „ {
Oke EEE
dl Rel he k| Ü Hin Lj ii
| £ (A zf es \ é A 1 m- }
AD INN Pari,
E 111
id ee.
Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA)
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: - - : Totaal Totaal
Gemeente Amsterdam is 100% aandeelhouder van Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam NV. en heeft
daarmee de volledige zeggenschap. Mw. MLC. Heijnen Directeur - - - - -
Adjunct-
Dhr. E.M.J. Jacobs Di JRE - - - - -
Raad van Bestuur irecteur
In 2021 bestond het bestuur uit een man en een
vrouw. Er hebben geen mutaties plaats gevonden. Raad van Commissarissen
Allebei de bestuurders hebben een contract voor vergoedin vergoedin
onbepaalde tijd. Het bestuur van VGA valt onder de Bedragen x € 1.000 Functie 9 Z020 9 Jore
Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam
(NRGA) en is dus in dienst van de gemeente. Dhr. H.H. Raué Voorzitter 13 12
Dhr. O.R. Bekouw Lid 8 8
Raad van Commissarissen Mw. J. de Ranitz Lid 8 1
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit
één vrouw en twee mannen. Er hebben geen mutaties
plaats gevonden.
112
id ee.
Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA)
Financiële gegevens
De verdiende premies zijn in 2021 nagenoeg gelijk Financieel overzicht
gebleven ten opzichte van 2020. Besloten is om de
volledige winst toe te voegen aan het eigen vermogen Bedragen x € 1.000 2020 2019
van VGA om daarmee de beoogde afschaffing van de
kapitaalinstandhoudingsverklaring te ondervangen. Totaal acta 62979 2981
Eigen vermogen 27.417 25.330
Vreemd vermogen 35.562 34.251
Verdiende premies! 15.950 15.034
Netto Winst 1.540 4,996
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 43,5% 42,5%
Rendement op gemiddeld kapitaal 2,5% 9,0%
1 In plaats van netto bedrijfsopbrengst wordt bij VGA de hoeveelheid verdiende premies gebruikt.
113
H5 Overzicht per deelneming
LE LX
Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerlan
Algemene gegevens
ee Oe en
EL age ee WRK is oorspronkelijk een joint venture van Stichting
Bet Mp ae Ra sr je Eni Volledige naam deelneming Waternet en N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-
Nn En eg: kes ere 2d KE N.V. Watertransportmaatschappij Holland (PWN). In 2021 is het eigendom van Waternet
pi ME nk red Er Gig! add
Ma WS FE OS On Rijn-kennemerland over gegaan naar de gemeente Amsterdam. De
Ee ee zi Er ee Ni gen re e EE hes R 2e he En eenen ennen doelstelling van WRK is het winnen, behandelen,
we nes peer Pad Ge ee Vestigingsplaats transporteren en verkopen van water, alsmede het
DE in Ten Sn ER ziel Velserbroek verrichten van alle werkzaamheden die daarmee in
gere Tr re Aantal werknemers verband staan. Tussen 1952 en 2014 was WRK ook
rd ger en ie EE eter :
iT enn 0 een deelneming van Amsterdam.
Te enne PE . :
ea Md se tege el Oprichting
or Re Oef ER Ee eel
EE EE . . :
En EEEN, Af Deelneming sinds Het publieke belang van WRK is schoon drinkwater voor
ar Ae
nete ee En Ee ek 29-11-2021 de stad en de regio.
e ie) E zen edes 5 ete
tn ane 5 en Eri mk É re rene it AE ene en
Website
rn de ER er EE B ge
en een Et Ee a AAN gede rs wenreneernennneneneeneesnenennenneennenenerennennnerneeveneerneeeenensenensnenenereneennserneesennerneneeveevenneesnenne
wie Lea il er ni pr NE de NE, Ted trd wij
" Ee dn Re le Belang gemeente Amsterdam
LEEN NE 50%
LEE Em BONA DO en
ee Me _ vorefeuilehouder
ERMEE ree Af ENAME KA fj WAANT: OK Nader te b I
Ne ROAS SEON ZERO EMA POL ader te bepalen
u, AVAN Lan A 4 16 RV (7 ( jh 7 id Cd Of
et AND ONE EADE EE A AT ANO MELS HOF LOE ODIE
Be. NEN ae Lr CAE AD ve LZ AIM RAA Pe)
Se RE ij el be lk Fl fi Ae HI AAD
EN A ANDERE / AOP
NE a verngn Za SPOR TIE SOE
NN INN
DVM en en eek rd 4 Pi AKI, CO ANTOINE DD AD
Ree ER TA dek CAERE Ai MU
5 RS VE, De ij dit rr 5 en ji
NEE DSE NC et 1 At NANON RE SANG
TE Á Dr, Be Ki ln Aen ten RER oe B hj LA P
Es Hee ME en Er ge ien AE ir AN AE AAE Mij Aj, eri
TS Le NT SAN el 0D Ki vd
een AEN bd 114
a nn EN WEL LANE
ENNE IAN 479
5 EEK Vn EN ONE TE NNI en HDN (70 2
Ee ER edn RAND Ae2t 5 An pi 1)
ee | ed eN 4 NEN M
ee. LA
Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
- Dt En - : . Totaal Totaal
WRK is een joint venture tussen N.V. PWN Waterleiding- Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen
… 2020 2019
bedrijf Noord-Holland (PWN) en de gemeente
Amsterdam waarin beide partijen voor 50% eigenaar President-
zijn. In oktober 2021 is het eigendom van Waternet Dhr. RJ. van Houten directeur 7 7 7 7 7
over gegaan naar de gemeente Amsterdam. ana aan nana asss
Dhr. G. ten Bosch Directeur - - - - -
Raad van Bestuur
De bestuurders zijn in dienst bij Waternet en PWN
en zijn bij WRK onbezoldigd.
Raad van Commissarissen
WRK heeft geen Raad van Commissarissen.
115
ee. LA
Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland
Financiële gegevens
De omzet bedraagt € 22,6 miljoen, in 2020 was dit Financieel overzicht
€ 20,8 miljoen. Het resultaat is in beide jaren nihil,
omdat de kosten met de beide afnemers worden Bedragen x € 1.000 2020 2019
verrekend. Bij de overname van het aandeel door de ”
gemeente in 2021 is besloten dat WRK in de komende Totaal acta 18803 127146
jaren eigen vermogen opbouwt, zodat garantstelling Eigen vermogen 640 640
door de gemeente op termijn niet meer nodig is. A
Vreemd vermogen 138.163 126.506
Netto omzet 20.842 22.297
Netto Winst 0 0
Dividend 0 0
Solvabiliteitsratio 0,5% 0,5%
Rendement op gemiddeld kapitaal 0,0% 0%
116
h H5 Overzicht per deelneming
EE
AT
sE
Sal Westpoort Warmte
zm
ee
En
Algemene gegevens
Î Ï Es lan nr = eennn en
E= nnn ed kil ln nnn
Wm Ennn ESS ine
mn Se
EN Eni: EEn ne ISS!
5 EEEN EE A NES 5 1E
EN EEN El EN VERN EEN NEZ
sel SES EE zh NER IE: 2 EE Westpoort Warmte is een joint venture waarin de
El En AE = en ge Volledige naam deelneming gemeente Amsterdam en Vattenfall Warmte NV.
| NE Ee Se lt ej iT Westpoort Warmte NN. beiden voor 50% eigenaar zijn. De kernactiviteiten
Eeen % vereen nennen eeen ennen aen eenen zijn het opslaan, distribueren en leveren van stads-
NEE dk Kres Vestigingsplaats : Hi :
ne HE TE ee warmte aan woningen en bedrijven in Amsterdam.
NN ae DF rn B en EN ne EE = . n
A Mrne en ie Amsterdam Westpoort Warmte levert momenteel in vijf deel-
ee ge dn mt n En bn 6 Tussen 1999 en 2013 was WPW ook een deelneming
ET nd Ee mms We ennn ennn van Amsterdam. Daarna werd het onderdeel van AEB.
enn erdee Oprichting
an nn EE en aak
en . af nt he En 7 3 a _ _
En: EL an, 8 len 8E 01-12-1999
A br en eef Al Kn ln Deelneming sinds
Beren te oe ee enn
en NE ES, la Mi 01-03-2021 Het bij Westpoort Warmte betrokken publiek belang
nn ie Den Ma Website is het reduceren van CO ,-uitstoot in de stad en het
rn oan en en Caf: ke verbeteren van de luchtkwaliteit. Door restwarmte van
Me al ij Me _ ‚
en ET Dn Ee: bb Erp te nennen eee eeen de afvalverbrandinginstallaties van AEB en andere
Ne ee ne Ee ie: rd F Demer EPT ‚ ‚
a Ne Tr ien Belang gemeente Amsterdam bronnen realiseert Westpoort Warmte CO,‚-reductie.
a B CN s en EE BENK 50% door het aantrekken van duurzame warmtebronnen en
en ee Ha Le are , . … .
5 Pr bes. Sl Te E ene ne 7 el or Bird ennn het aansluiten van meer woningen en bedrijven groeit
Ee B El, Ee SE , ERE omereurenouder de CO‚-besparing ten opzichte van deze gebouwen
Sk ik een hen Wethouder Duurzaamheid met gas.
Em . Me
Ge ki We Ne
TN on RN is Koe. es
ORE O5 en en he
NE en
eer EE, 4 ee ln
Tt : ; Pe re en
Re Me en
ER es : en nd nn D : ei 8
ee . Ee VE 0 ann „
SE ne nan A nn üin î a
gens hs miet ed en rs Berrk ï Foto: Vattenfall, Hans-Peter van Velthoven
5 dE MN ne
En ne 117
SE is 5 Ed Wa ge de en: Aal 5 ai, de zel
mre EN WI Ss
Westpoort Warmte
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
- ee : . : . Totaal Totaal
Westpoort Warmte is een joint venture waarin de Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
gemeente Amsterdam en Vattenfall Warmte NV.
beiden voor 50% eigenaar zijn. De gemeente Dhr. M. Buiijck CEO/COO - - - - -
Amsterdam is sinds 1 maart 2021 aandeelhouder nnn nn
nadat de aandelen zijn overgenomen van AEB Dhr. R. van Straten” OR
Amsterdam. Totaal 71
1 Aangetreden per 1 april 2021
Raad van Bestuur
De CEO is in dienst van Vattenfall Warmte NV. en de Raad van Commissarissen
CFO is ingehuurd vanaf 1 april 2021 door Westpoort . .
ee - : : Vergoeding Vergoeding
Warmte. De totale bezoldiging 2021 (inclusief Bedragen x € 1.000 Functie
. ‚ 2020 2019
secundaire arbeidsvoorwaarden) van de bestuurders
bedroeg € 216.271. WPW rapporteert niet over Dhr. H. Bolscher? Voorzitter - -
Individuele bezoldigingen. De beloningen van beide wa ann vn wenn evene REESE eee een eneen
bestuurders zitten onder de WNT-norm en voldoen Mw. A.D. Vijselaar Hd
daarmee aan het gemeentelijk beloningsbeleid 2016. Mw. F. Marring Lid - -
Totaal - -
Raad van Commissarissen 1 Aangetreden per 1 november 2021
Eind 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit
drie leden, twee vrouwen en een man. Beide leden
zijn benoemd per 1 juni 2021 en de voorzitter is
benoemd per 1 november 2021. De totale
bezoldiging van commissarissen in 2021 bedroeg
€ 14.238. WPW rapporteert niet over individuele
bezoldigingen.
118
Westpoort Warmte
Financiële gegevens
De netto winst in 2021 bedroeg € 9,5 miljoen Financieel overzicht
(2020 € 8,5 miljoen).
Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 263.385 225.944
aen vermooen nn ne eas on 0053
vd eee
weer AN a ge
vR es en
oere rn EN nn o
vere 0 on en on ne
ee rk a
119
H5 Overzicht per deelneming
S Zeedijk
KE Algemene gegevens
hl hd lar
hek 3 AD Se Í Le . …
N Rai} Í EE (Bel — Es Deelnemingsgegevens Beschrijving
an OR PNA
an B L OARBPT | | | gt # De NV. Zeedijk werd in 1985 opgericht met als doel
DEES: If Í | | e re | Volledige naam deelneming de verloedering van de Zeedijk een halt toe te roepen
: _ E ; el td É ii door het opkopen van panden, deze te restaureren
Ì re dhl Leden. EH N.V. Zeedijk
N RIE A a 4 zr Mik Eer wenen Wa eenen eenander eveneens en de bedrijfsruimtes te verhuren aan bonafide
| E k 8 Ed Weg | Il | | eri Vestigingsplaats ondernemers. De laatste jaren is dit verschoven naar
| | TA hann EN | | | iin Amsterdam het zorgen voor goede balans tussen bewoners- en
| | RDSE MIJ. af | | | | a mantal werknemer bezoekersgerichte functies In in het gebied van en
| 4 EE a Ì Ser en kel : rond de Zeedijk, als tegenwicht voor de toegenomen
| Bk SEAL [ZN On N 6 drukte in de stad.
NRS. EE mr FE il ik en 5 Oprichting
(rm | Tm Tl im
MR nil MAIN soes
| it NE Nn dn ed ETS g — Deelneming sinds
7 Mia er & F 5 Î | AN Am 1 hx 5-11-1985 Het publieke belang dat met de NV. Zeedijk wordt
= | B es k k Ih E | Î 1 wennen ornata on nannnnnnnen behartigd is het vergroten van de leefbaarheid en van
ie | ee ijn — Website
NGE On in 4 a KE ik.nl de (bonafide) economische activiteiten op en nabij
BERT NE Ï it el, | www.nvzeedijk.nl de Zeedijk.
rf ee Si ln, aan ==
Eert U Ei Ee EE | EE Belang gemeente Amsterdam
IRAS ek De 78%
ae Ke E GERE Ea E g if ie in Portefeuillehouder
\ OER ee A ten E IN:
£ bren Ee Te
SE Ee
Ft LP
EN OG
NR Rn
Gd er NN B
Eem GE -
B ODO FEE 120
EE nnn CN ee
…
Zeedijk
Bestuur en toezicht
Zeggenschap Raad van Bestuur
: : : . Totaal Totaal
De gemeente houdt 78,5% van de aandelen in Bedragen x € 1.000 Functie Vast Variabel Pensioen 2020 2019
NV. Zeedijk, waarvan ongeveer 55,5% bestaande uit
reguliere aandelen en 23% aandelen die recht geven Mw. J. Alberts Directeur 111 - 20 131 131
op cumulatief preferent dividend. De andere aandeel-
houders hebben elk een klein aandeel; ABN AMRO
Bank houdt met 5,2% na de gemeente het grootste
aandeel. Raad van Commissarissen
Vi di Vi di
Bedragen x € 1.000 Functie No Ne
Raad van Bestuur
Dhr. H.G.M. Blocks Voorzitter 6 6
In 2021 hebben geen mutaties plaats gevonden. nanne neven EBER eenen
Mevrouw Alberts is directeur vanaf september 2005 Dhr. K Blok SS
en is benoemd voor onbepaalde tijd. Mw. AV.M. Schlüter Lid 6 6
Raad van Commissarissen
In 2021 bestond de Raad van Commissarissen uit
drie personen, twee mannen en een vrouw. Er hebben
geen mutaties plaats gevonden.
121
Zeedijk
Financiële gegevens
De netto winst bedroeg in 2021 € 0,9 miljoen Financieel overzicht
(2020: € 1 miljoen).
Bedragen x € 1.000 2020 2019
Totaal activa 42.772 38.072
aen vermooen nn ne oes on ne
vd een aen
vern AN aa oe
vee NR ro ee
oere nnn EN Nn nn o
vere 0 on ne on ms
ee sk zen
122
Colofon
Jaarverslag Deelnemingen 2021
is een publicatie van de gemeente Amsterdam
Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
www.amsterdam.nl
Ó
ie}
Vormgeving Ontwerpwerk, Den Haag IN
Fotografie Fotobank Gemeente Amsterdam 5
e)
| Onderzoeksrapport | 123 | train |
X Gemeente Amsterdam l D
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT
% Agenda, woensdag 12 oktober 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT
Tijd 19.30 uur tot 22,30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _TKN-lijst
5 Opening inhoudelijk gedeelte
6 _Inspreekhalfuur Publiek
7 _ Actualiteiten en mededelingen
8 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Agenda, woensdag 12 oktober 2016
Financiën
9 Instemmen met de budgettair neutrale begrotingswijziging 2016 Nr. BD2016-
013342
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 9 en 10 november 2016).
10 De Begroting 2017 Nr. BD2016-013326
Resultaatgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2017. Portefeuilles
Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 9 en 10 november 2016).
e Tweede termijn wordt besproken in de brede commissie FIN, d.d. 2 november 2016.
e indienen van moties en amendementen.
e Het begrotingsboek 2017 is separaat aan alle (duo) raadsleden gezonden.
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 9, 11, 12 en 13.
11 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2016 en
vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2017 Nr.
BD2016-013314
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 9 en 10 november 2016).
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 9, 10, 12 en 13.
Duurzaamheid
12 Wijzigen van verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2016 met
betrekking tot de vaststelling van de tarieven afvalstoffenheffing en
reinigingsrecht 2017 Nr. BD2016-012818
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 9 en 10 november 2016).
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 9, 10, 11 en 13.
Verkeer en Vervoer
13 Bestuurlijke reactie op zes moties bij de voorjaarsnota (549, 563, 568, 632, 906,
914) Nr. BD2016-012986
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt dit te behandelen met agendapunten 9, 10, 11 en 12.
2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 142
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder u
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Shahsavari-Jansen inzake de uitwerking van het stelsel voor
eeuwigdurende erfpacht (duidelijkheid over verandering netto contante waarde van
de canon na herziening).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de rapportage “Het eeuwigdurende erfpachtstelsel
uitgewerkt”, de rapportage “Financiële effecten van voorstel eeuwigdurend
erfpachtstelsel Amsterdam” en de vervolgstappen van het college (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 97).
Overwegende dat:
— de stijging van de woonlasten voor huiseigenaren in Amsterdam bij een
herziening in het huidige voortdurende stelsel al zeer hoog zijn;
— het belangrijk is dat de verandering van de woonlasten voor huiseigenaren
als gevolg van de stelselwijziging goed in de gaten te houden.
Spreekt uit:
— bij de uitwerking van de overstapregeling inzichtelijk te maken hoe de netto
contante waarde van de te betalen canon verandert door overstap naar:
eeuwigdurende erfpacht:
e voor alle contracten als geheel, en
e voor groepen waarvoor de netto contante waarde ontwikkeling sterk afwijkend
is van het gemiddelde.
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
Pieter Calandlaan 1 e
1065 KH Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 6009
www.nieuwwest.amsterdam.nl N
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 4 juni 2014
Reg.nr./DECOS nr. 2014/int/
Onderwerp Besluit benoeming buitengewoon commissielid
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West;
Gehoord het hoorverslag van de geloofsbrievencommissie op 7 mei 2014 van het
onderzoek naar de geloofsbrieven van het door de fractie van GroenLinks voorgedragen
buitengewoon commissielid;
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 5 van de Verordening op de bestuurscommissies
2013;
Besluit
De heer R. Stamkot (Bert) te benoemen als buitengewoon commissielid van stadsdeel
Nieuw-West:
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de
bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West d.d. 4 juni 2014.
De sdeelsecre Á De voorzitter,
heer-H- Wi De heer A. Baâdoud
Ë
| Besluit | 1 | test |
Van: E En
Verzonden: dinsdag 23 april 2013 18:07 CS
Aan: Raadsgriffie
CG:
Onderwerp: spoed Raadsadres
Categorieën: Raadsadres op-afstapvoorz.
RAADSADRES
Geachte leden van de Deelraad Centrum,
Als bewoners van Prinsengracht 640 ondersteunen wij het raadsadres van de initiatiefgroep “Weiger de Steiger” uit
de Weteringbuurt. Met genoemde initiatiefgroep maken wij bezwaar tegen de verlening van een vergunning voor
het realiseren van een op- en afstapvoorziening voor rondvaartboten in de gracht ter hoogte van Prinsengracht 592
tot en met 606. De vergunning is aangevraagd onder nummer 789117, zoals vermeld in Centrum.amsterdam.nl, d.d.
18 april 2013. Wij vragen u alles in het werk te stellen om deze steiger niet te gerealiseerd te laten worden.
Wij vrezen met “Weiger de Steiger” voor overlast door fijnstof, lawaai en drukte en voorzien een toenemend
aantal, van de toch al sterk aanwezige toeristen in en om de buurt. Voordelen van het stimuleren van vervoer over
water (personen- en vrachtvervoer) zien wij niet. De vervoersmogelijkheid is niet uitgewerkt in het in ontwikkeling
zijnde mobiliteitsplan. Een afweging van de verschillende vervoersmogelijkheden
(bovengronds/ondergronds/water)en de keuze voor een gebalanceerd palet aan voorzieningen maakt geen deel uit
van de plannen.
Uitsluitend commercieel belanghebbende partijen zijn gehoord in de planfase. Bewoners zijn bij de ontwikkeling van
de plannen niet actief betrokken geweest.
Wij vragen u alsnog in het proces te worden betrokken en gehoord te worden over de bovengenoemde vergunning.
-__Wij vragen u als belanghebbenden serieus genomen te worden.
-__ Wij vragen u in het kader van de door het stadsdeel gewenste bewonersparticipatie een serieuze stem te
kunnen inbrengen.
-__ Wij vragen u de plannen voor vervoer over water zorgvuldig en transparant af te stemmen met de verdere
mobiliteitsplannen.
Wij vragen u de verwachte toename van de druk op de Weteringbuurt als woonbuurt, door toename van
fijnstof, lawaai en door de toevloed van toeristen, samen met de bewoners van de Weteringbuurt af te
wegen tegen de vermeende voordelen van het steigerplan.
Met vriendelijke groeten,
1
| Raadsadres | 1 | train |
VN2021-003835 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
do ruimte en Marineterrein, Energietransitie
vurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 11
Datum besluit 2 maart 2021, college van B&W
Onderwerp
Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan August Allébeplein, blok 6
De commissie wordt gevraagd
Aan de gemeenteraad het volgende advies uit te brengen
1. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming:
a. dat naar aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan August
Allébeplein, blok 6 geen zienswijzen zijn ingebracht;
b. het bijgevoegde positieve advies van de bestuurscommissie Nieuw-West op het
ontwerpbestemmingsplan August Allébeplein, blok 6 ter afronding van de voorbereiding door de
stadsdeelcommissie.
2. Het bestemmingsplan August Allébeplein, blok 6 bestaande uit de verbeelding en regels
en vergezeld van een toelichting, met identificatienummer NL.IMRO.0363.F1704BPSTD-
VGo1 in elektronische en analoge vorm gewijzigd vast te stellen ten opzichte van het
ontwerpbestemmingsplan zoals dat ter inzage heeft gelegen vastte stellen, overeenkomstig de van
dit besluit onderdeel vitmakende nota van wijzigingen, waarbij voor de locatie van de geometrische
planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie
Grootschalige Topografie, versie 28 september 2018;
3. Geen exploitatieplan vast te stellen;
Wettelijke grondslag
Wet ruimtelijke ordening (Wro), artikel 3.1.
De gemeenteraad is bevoegd om een bestemmingsplan vast te stellen.
Crisis- en herstelwet (Chw), artikel 1.1, eerste lid jo bijlage 1, categorie 3.1 is van toepassing, omdat
de ontwikkeling ziet op een project als bedoeld in bijlage | van deze wet (meer dan 11 woningen in
een aaneengesloten gebied). De Crisis- en herstelwet beoogt een versnelling in de verwezenlijking
van ruimtelijke projecten te bewerkstelligen.
Bestuurlijke achtergrond
Voor de toelichting wordt v verwezen naar de raadsvoordracht.
Reden bespreking
Nvt.
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-003835 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en R
re ruimte en X Amsterdam Marineterrein, Energietransiti
duurzaamheid % anmeterrem, Energlëtransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 24 maart 2021
Ter advisering aan de raad
Uitkomsten extern advies
N.v.t.
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-022870 1. Verbeelding bestemmingsplan August Allebeplein blok 6.pdf (pdf)
2. Toelichting, regels, verbeelding bestemmingsplan August Allebéplein
AD2021-022871 9: TEJ 9 gap 9 p
blok 6.pdf (pdf)
3. Nota van wijzigingen bestemmingsplan August Allebeplein blok 6.pdf
AD2021-022872
(pdf)
4. Advies stadsdeelcommissie bestemmingsplan August Allebeplein blok
AD2021-022873
6 .pdf (pdf)
AD2021-022874 5. Planschaderapport August Allbéplein Blok 6.pdf (pdf)
AD2021-013680 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2021-022875 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
K. Vreeker, [email protected], 06 21125506
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | val |
Raadsvergadering van 12 oktober
Het presidium gaat vit van twee dagdelen, met reservering van een derde dagdeel. U dient er rekening mee te houden dat er op
woensdag 11 oktober vanaf 21.00 vur gestemd kan worden
Agendanr Onderwerp op agenda intensiteit College
Woe. 1 ALGEMEEN DEEL
13:00 1a. Opening en mededelingen
1b. Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering van 20 september
1c. Vaststellen van de agenda
1d. Mededeling van de ingekomen stukken
1e. Afscheid Diederik Boomsma
af. Installatie van raadsleden (Norbruis van D66 en Havelaar van het CDA)
1g. Installatie van fractievertegenwoordigers namens het CDA
ih. Mondelinge vragenuur
Vragen van het lid Hofland inzake verduurzaming van honderdduizenden VVE-woningen stokt Pels
Vragen van het lid Martens-America inzake geen ijsbaan op Museumplein Halsema
Vragen van het lid Nanninga inzake het Twittergedrag van een bestuursadviseur van Stadsdeel Nieuw-West Van Buren
2 INTERPELLATIES EN ACTUALITEITEN
2a. Actualiteit van de leden Khan, Ahmadi en Kabamba inzake de ongelijkwaardige herdenking van de slachtoffers van afgevoerd Halsema
het recent opgelaaide geweld in Israël en Palestina
AGENDAPUNTEN
3 Vaststellen van de reparatieverordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 en de delegatie van medium Groot Wassink
raadsbevoegdheden aan stadsdeelcommissie naar aanleiding van het advies van Rijksuniversiteit Groningen / Van Dantzig
4 Vaststellen van de zienswijze op het Ambitiedocument Sprong naar de Toekomst — Ambities 2023-2033 van kort Van Dantzig
recreatieschap Groengebied Amstelland.
5 Vaststellen van het bestemmingsplan Kostverlorenstraat Weesp hameren Van Dantzig
6 Vaststellen van de propositie voor deelregio Amsterdam voor de nieuwe MRA agenda 2024 — 2028 kort Halsema /
Van Dantzig
7 Bekrachtigen van het besluit van het college tot het wijzigen van de Voorziening Brede Brugklas Bonus 2023-2027 van hameren Moorman
de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019
8 Instemmen met het initiatiefvoorstel Bekend maakt Bemind van de leden Garmy en Khan en kennisnemen van de kort Meliani
bestuurlijke reactie
9 Instemmen met de zienswijze van de gemeente Amsterdam op de Ontwerpbegroting 2024 — 2027 en het kort Van der Horst
Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2024 — 2032 van de Vervoerregio
10 Overhevelen van 1 miljoen euro vanuit het vereveningsfonds naar bestemmingsreserve Kwaliteitsimpuls Groen t.b.v. hameren Van der Horst
een kwaliteitsimpuls in het Westerpark
11 Beschikbaar stellen van een krediet vit het Klimaatfonds voor een lening voor de ontwikkeling van bewonersinitiatief kort Pels
MeerEnergie voor een warmtenetwerk
12 Vaststellen van de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam hameren presidium
13 Vaststellen van wijzigingen in het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies, Besluit werkgeversfunctie hameren presidium
griffie en Instructie voor de griffier
14 Kennisnemen van het ongevraagde advies van stadsdeelcommissie Oost inzake Zwembad IJburg en de bestuurlijke kort Mbarki
reactie.
15 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief Staat van de uitvoering dienstverlening en jaarbeschouwing Ombudsman medium Van Buren
2022
16 Kennisnemen van het bericht over de overslag van Colombiaanse bloedkolen in de Amsterdamse haven kort/ Van Buren
medium
17 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief Uitvoering van de nieuwe inburgeringswet afvoeren Groot Wassink
18 Kennisnemen van het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand kort Groot Wassink
19 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief samenwerking met stichting Collectief Kapitaal kort Groot Wassink
20 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging van het totstandkomingsproces keuze kort Van Dantzig
energiesysteem Hamerkwartier
woe 21 Kennisnemen van de Demonstratiebrief 2023 kort Halsema
19.30 22 Kennisnemen van het actieplan Aanpak anti Ihbtig+ geweld medium Halsema
23 Kennisnemen van het rapport Fietsdiefstal in Nederland medium Halsema
24 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de voortgang agenda Touringcar medium Van der Horst
25 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afdoening van diverse moties en vervolgproces project Sloterweg- kort Van der Horst
West
26 Kennisnemen van de Startnotities verkenning uitbreiding standplaatsen woonwagens voor zes bestaande locaties kort Pels
27 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief en de conceptovereenkomst voor verhuur van het visrecht kort Pels
27A Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over het Regiobeeld Amsterdam-Diemen en Raamwerk: van zorg(en) naar medium Scholtes
gezondheid
28 AFRONDING COMMISSIEACTUALITEIT(EN)
a Commissieactualiteit Dramatische bouwcijfers nieuwe woningen college kort Van Dantzig
b Commissieactualiteit MIRT-project en de gevolgen voor de OV Verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer kort Van der Horst
c Commissieactualiteit Toename van het aantal explosies in Amsterdam kort Halsema
BENOEMINGEN
29 Benoemen van leden in raadscommissies Presidium
Stemmen wo vanaf 21.00 uur
| Actualiteit | 2 | train |
| Bl EE Ee de ii De ES: bp es SN Pan
di OEE AD _ Sn
Me it Sat
5 ad me Wase, deo, hj : re end A nn.
a ad GSR D
den Jd SR haken | 6
EL k A
Ad rt N
ee En Den
Amsterdam Bay Area
Eindrapport MIRT-Onderzoek 24d4-24d1
FEBRUARI 28de
Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Zicht op Almere Pampus vanaf binnenmeer.
En hi zj vete SEE
rn « TE |
NN Ak gere gn
Hd UE ilk 4 Kn hk EEN ha
Kr ERN) EE Ks Ef 5
il, SEN AO ii EN | Ee
IN | I 5 GET AN a ä Ht NE EEE TE B a
EN SOE OENE ee, UPE ME ha
INN EP 8 | ML, n T OL hl. 6 ‚Nn
ld NLA 14 KA ii ek li dele, / ATA EE a Saddle Se
\, ET: KA lS | Í des cn È
EA e \ n\n: N NN
ee MIRT-Onderzoek 2824-2821
FEBRUARI 2Be2e
INHOUDSOPGAVE
A _ Bestuurlijke samenvatting
9 1 Inleiding
13 2 De meerwaarde van de Amsterdam Bay Area
28 3 Terugblik resultaten MIRT-Onderzoek 2020
24 4 Beantwoording onderzoeksvragen
31 5 Alternatievenonderzoek
57 6 Haalbaarheidsonderzoek
639 7 Gevoeligheidsanalyses
7d 8 Conclusies en vervolg
SAMEN BOUWEN AAN HET GEBIEDSGERIGHTE alen
© BEREIKBAARHEIDSPROGRAMMA
BEREIKBAARHEID METROPOOLREGIO AMSTERDAM Almere 2.0
5
en e S
ide Pet TRAD
Er nebe ie
ee et.
1 Bede
NE
Fr tl AN
se RR
+ Le d Td Tj
5 n hg d 6 be
= rdnr e= 3
Ei Er ; Pane, Da El 5 5 À d …
d, ANNEE ten = en, = : > = _ 5
ns k GES ADEL Bnr = RE - == SN S en = =
da ELP Pe PE SN - Tee - - en 5 nn en _n Een
- Ë tE TE ET EL nn nn ee
À er 5 ee en
Se AN En ee
ET en == : 5 Ee Es
: == = : ZZ
— ” me ES = ==
EEn in
En ne S| ge =
on en == En
_ Er pe — es Ee Ee En
EEE mm
5 E d 5
DT Se Ì
en 5 zr Menen
EE en p= 5
f — — en
k ee ee == ed
TE nn
Ken mn;
md ze * nd
be Wrs pm en
Ee >
Fi ef Ee
rk tn En er me £
ger 1
AANLEIDING MIRT-ONDERZOEK CONCLUSIES MIRT-ONDERZOEK
AMSTERDAM BAY AREA 2828-2821 AANPAK ONDERZOEK 2geg-egel
De Metropoolregio Amsterdam werkt aan grote In 2020 zijn negen onderzoeksperspectieven onderzocht Hoofdconclusie van het MIRT-onderzoek is dat de Amsterdam
maatschappelijke opgaven op het gebied van woningbouw, en is op basis van de onderzoeksresultaten een Bay Area aanleiding geeft voor vervolg. Het uitgevoerde
ecologie en bereikbaarheid. In het kader van RRAAM zijn Voorbeeldperspectief opgesteld met een mogelijk onderzoek geeft voldoende aanknopingspunten om de
in 2013 afspraken gemaakt tussen Rijk en regio over een toekomstbeeld voor de Amsterdam Bay Area. Dit deel van ontwikkeling van Amsterdam Bay Area verder te onderzoeken.
adaptieve strategie. Hierin wordt in samenhang met de drie het MIRT-Onderzoek heeft geresulteerd in de rapportage Op basis van het MIRT-onderzoek worden de volgende
pijlers woningbouw, bereikbaarheid en ecologie en (water) ‘Naar een ontwikkelstrategie voor de Amsterdam Bay Area’ inhoudelijke conclusies getrokken:
kwaliteit ontwikkeld aan de oostzijde van de Metropoolregio die in het BO MIRT van november 2020 is vastgesteld. Rijk
Amsterdam (MRA). De opgaven vragen, gezien de urgente en regio constateren daarin dat de doorontwikkeling van 1. Amsterdam Bay Area biedt fysieke ruimte om tot 2050
woningbouwopgave in de Metropoolregio Amsterdam, Almere belangrijk is om in de grote woningbehoefte in de een programma met 100.000 woningen en 40.000
inmiddels om keuzes over investeringen van Rijk en regio. Om Metropoolregio Amsterdam na 2030 te voorzien en dat de arbeidsplaatsen te realiseren. Verdere economische
die reden is in het BO MIRT van november 2019 afgesproken IJmeerverbinding bij de onderzochte programma's van ontwikkeling van Almere moet bijdragen aan een betere
om binnen het programma Samen Bouwen Aan Bereikbaarheid wonen en werken een kansrijke oplossing vormt. Het BO woon-werkbalans.
(SBAB) te starten met een MIRT-Onderzoek. Vanaf begin 2020 MIRT, de programmaraad SBAB en het BO Almere 2.0 gaven 2. De ecologie levert randvoorwaarden voor de ontwikkeling
werken SBAB en het Handelingsperspectief Oostflank MRA vervolgvragen mee om binnen het MIRT-Onderzoek te van woningbouw, infrastructuur en recreatie in de
samen aan het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area. beantwoorden. Deze vervolgvragen bestaan uit verdiepende Amsterdam Bay Area. Het integraal meenemen van
onderzoeksvragen, vergelijkende onderzoeksvragen en natuurontwikkeling draagt bij aan de ambities voor een
Organisatie en samenhang met andere trajecten vragen ten aanzien van haalbaarheid. Alle vervolgvragen Toekomstbestendig Ecologisch Systeem en de ontwikkeling
Dit rapport bevat de resultaten van het MIRT-Onderzoek zijn in 2021 beantwoord. Om de vragen te beantwoorden van een gebied met hoge ruimtelijke kwaliteit.
Amsterdam Bay Area, dat in 2020 en 2021 is uitgevoerd. De is een alternatievenstudie uitgevoerd waarbij gekeken is 3. Amsterdam Bay Area kan een showcase zijn voor duurzame
opgave (problemen en kansen), scope en stakeholders in naar ruimtelijke-economische ontwikkeling, bereikbaarheid, gebiedsontwikkeling door vanaf de start circulair,
het gebied zijn in beeld gebracht. Opdrachtgever voor het natuur en ecologie, werelderfgoed, duurzaamheid en klimaatadaptief, natuurinclusief en energieneutraal te
onderzoek is het BO MIRT, opdrachtnemer het projectteam landschap. Er zijn drie Alternatieven uitgewerkt met als ontwikkelen.
Amsterdam Bay Area. Aansturing vond plaats vanuit SBAB en doel om zicht te krijgen op de effecten en deze onderling 4. Hettoevoegen van het programma van Amsterdam Bay
Almere 2.0. Het onderzoek is opgepakt in samenwerking met te kunnen vergelijken. De Alternatieven hangen samen Area en het programma elders in de Metropoolregio
een kernteam met vertegenwoordigers van de overheden, met het type bereikbaarheidsoplossing: 1) Jmeermetro, 2) Amsterdam leidt tot een sterke toename van de druk op
verschillende expertteams en gespecialiseerde bureaus. IJmeermetro+lIJmeerweg en 3) Uitbreiding hoofdspoor. zowel het OV-systeem als op het wegennet, waardoor
Het onderzoek kent inhoudelijke samenhang met de MRA knelpunten ontstaan.
Verstedelijkingsstrategie, het Perspectief Oostflank MRA en 5. De IJmeermetro of in mindere mate de uitbreiding van
bijbehorende Uitvoeringsagenda, het programma SBAB en de het hoofdspoor biedt een oplossing om de capaciteit
Stuurgroep Markermeer-IJmeer. van het OV-systeem sterk te verhogen en daarmee de
OV-bereikbaarheid te verbeteren. De OV-knelpunten
kunnen met dergelijke investeringen verminderen of zelfs
worden opgelost.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 5
VERVOLGPROCES
6. De aansluiting van de IJmeermetro op het Amsterdamse Het in 2020 en 2021 uitgevoerde onderzoek naar Amsterdam De resultaten van het uitgevoerde MIRT-Onderzoek zoals
metronet is globaal onderzocht. De aansluiting kan op Bay Area voldoet aan de doelstelling van een MIRT-Onderzoek opgenomen in dit rapport worden begin 2022 aangeboden
uiteenlopende manieren plaatsvinden met mogelijk om de opgave (problemen en kansen), scope en stakeholders aan het BO MIRT. Naar verwachting besluit het BO MIRT op dat
grote effecten op het metronetwerk. In de volgende fase in het gebied in kaart te brengen en gaat op onderdelen verder. moment over de vervolgstappen.
wordt daarom onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting, Zo zijn meerdere Alternatieven uitgewerkt en is op hoofdlijnen
toekomstige lijnvoering en exploitatie. De uitkomsten van de maatschappelijke haalbaarheid van de Alternatieven
dit onderzoek worden toegevoegd aan het projectdossier onderzocht. Het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area geeft
en meegewogen in verdere besluitvorming. aanleiding tot een vervolg. In de systematiek van het MIRT volgt
7. De onderzochte oplossingsrichtingen bieden geen na de fase van het MIRT-Onderzoek een MIRT-Verkenning. Over
oplossing voor de knelpunten op de weg. Inzetten op het starten van een eventuele MIRT-Verkenning wordt besloten B
openbaar vervoer en een mobiliteitstransitie kan de groei door het BO MIRT. %-
van wegenknelpunten op de corridor Amsterdam-Almere fn pn pr
beperken, maar kan deze knelpunten niet oplossen. Om een MIRT-Verkenning te kunnen starten, moet zicht zijn dl
Onderzoek is nodig op het schaalniveau van de MRA en op op 75% bekostiging van de meest voor de hand liggende Jam head
gebiedsniveau. variant. Afspraken over bekostiging zijn op dit moment nog hat em
8. De integrale MKBA op hoofdlijnen is positief en laat niet gemaakt. Ook vragen de wegknelpunten voorafgaand nd Gm
maatschappelijke meerwaarde van de ontwikkeling van aan een MIRT-Verkenning om aanvullend onderzoek: de
Amsterdam Bay Area met een IJmeermetro zien. De MKBA knelpunten zijn onderdeel van een bredere opgave op het
bevat nog onzekerheden. Er is verdere studie nodig om te schaalniveau van de Metropoolregio Amsterdam en volgen
komen tot een meer gedetailleerde MKBA die past bij het uit de woningbouwambities Het project Amsterdam Bay pen;
niveau van de MIRT-Verkenningsfase. Area voert in 2022 onderzoek uit naar de wegknelpunten op Taen de zen
9. Eris inzicht in potentiële dekkingsbronnen voor de het schaalniveau van het gebied (oostflank MRA) en zal dit on Î
benodigde publieke investeringen, maar afspraken over in nauwe samenwerking en samenhang doen met de SBAB-
bekostiging zijn nog niet gemaakt. programmalijn Multimodaal Toekomstbeeld die dit voor de
gehele MRA verzorgt. Uitkomsten van dit onderzoek worden ==
daar waar logisch meegenomen in een eventuele MIRT-
Verkenning Amsterdam Bay Area. De regio is voornemens
om in 2022 verdiepend onderzoek uit te voeren naar de
OV-exploitatie en governance van de IJmeermetro en de
inpassing op het Amsterdamse metronet.
6 _ EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Zicht op Almere Pampus vanaf IJmeer
Í hi f
" f | ie ;
Rd /
k À vd dn É ze
ha 4 eh , dal EL: s k 4 Ee F , aak ad m lac =5 EC | A : ras BA da
, ô ll h ar CF oe mn ,, jn bel Dn 7E di BE ' ll ali
p ’ V/W At Ee U ye dir hid
EN d| AV cl À ús 4 1 1, / fn jn \ | Wi IR
ip | Un f v/e W NA vi Í hi bl vene a u
EN (ORI mT EN
BDG EV n Ss OO
r k
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 7
Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Metropolitaan park met IJmeerverbinding in nabijheid
a D N Dr GD VA | WO /
î / À ams NN j 4 PL En U hé
Wi en ; kT En. 4 Ì Î F é En
fn. L A | ee 4 er
| 3 a B 4 De L 4
fi M | ú EN On Ì Á Pan
Ì he Dn 4 1 | ì % re
2 ij __ Ô A ' k 4 Á
4 4 En: EN RN en " IJ hk
GE 4 ij EE mn , É : /
k 0 A Nl nT | B À A me!
N ak HN Ke ew El
= Tr == ( Í E Û DN Pe : Be pe pe an f En Aen
, m/ p | A 8 EN R aaf D ï nl ee. B 4
NE Ee ee) heel i ij on 5 s 4 5 rk tn
ei ee it KONNAAR . MET MEI Hi OE OO Br Sh
Ä mmm U a Rean hd SER Ô Dn SM > 2e eN Ï B te nme st ARR A ® ( B j\,
et IDE ED Ee Md MER | ARLES SYS AORMINKa
ge KR Ob 4 4 Î il ie Al kj if vn bnc Sr hS ia veh ONE ETE SS 5 Rn de B af eel ’ d
Zie A SAR ZEN kN i Ln RS en Ct ACR AE ED en LERT AT ENA ID TT RS KaP 8 U
El N| Pear EN JAN | Re de ANO Vn ee 4 ij: NEP SE a EEP i
dn LEY ve ae std \ | en kel Mi Std at Le le rt Pi é |
an } En | | k E 7 3 En Nee ma = den mn Tar Bn ante De 5 p na : - En en mr — ed a | 5 Ü
pe ES Kain B js ij tn Misa: Ee. WR
f cet Ore Dn EN A ST. NN SE Ze Ze EN
GE El LT Ü ha ij pet KT OEREN ne in
7 NT LOE TETNA en A Ee pe
ie RLN me ab ME en nnen é te ze
Aep 8 ad ; Em
sl 3 Fo CER
LA E ann WEE en En Deh eee Ar
d | } EN N En _E eden dee
| 5 | nn 3 A
/ | : | ns ee
md 3 i hm Eed
; A KE rd
Li We : er ENE
ie nn Dn ei
HT Ee Ë = las
Kd Ann En a mt
SE, A ij Es el ne
ot Wa | Á En In DTT
GL lamme en An:
_ dl 9 : 1 ri ke Ee id ed _ Be ri Pab “
dt ed p l ‚} Pe hann © Sn u
Pi Varen a : : ; B En
8 _ EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Ì | | d
In 2020 is het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area gestart. Dit hoofdstuk
beschrijft de aanleiding om met het MIRT-Onderzoek te starten en de status
van dit rapport. Ook wordt de samenhang met andere trajecten geduid en is
een leeswijzer voor het rapport opgenomen.
f IE
5 |
Scope MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area
Natuurgebied:
Markermeer-IJmeer
Studiegebied: de omgeving
van Amsterdam Bay Area voor
effectenonderzoek
Plangebied:
Amsterdam
Bay Area
De Metropoolregio Amsterdam werkt aan grote Een MIRT-Onderzoek is gericht op het in kaart brengen van Opdrachtgever voor dit onderzoek is het Bestuurlijk Overleg
maatschappelijke opgaven op het gebied van woningbouw, de opgave (problemen en kansen), scope en stakeholders in MIRT (BO MIRT). Opdrachtnemer is het projectteam Amsterdam
ecologie en bereikbaarheid. In het kader van RRAAM zijn een gebied: wat is de opgave, hoe groot is het probleem (of Bay Area. Aansturing vindt plaats vanuit SBAB en Almere
al in 2013 afspraken gemaakt tussen Rijk en regio over een de ambitie), wie heeft er last van of baat bij? Met een brede 2.0. Een kernteam bestaand uit vertegenwoordigers van
adaptieve strategie. Hierin wordt in samenhang tussen de drie blik worden korte en lange termijn opgaven in een gebied de overheden vormt een klankbord en is bedoeld voor
pijlers woningbouw, bereikbaarheid en ecologie en (water) en hun onderlinge samenhang onderzocht. Er wordt, met coördinatie, afstemming, advies en draagvlak. Inhoudelijke
kwaliteit aan de oostzijde van de Metropoolregio Amsterdam de omgeving en vanuit verschillende belangen, gezocht begeleiding van de door gespecialiseerde bureaus uitgevoerde
(MRA) ontwikkeld. Die opgaven vragen gezien de urgente naar oplossingsrichtingen en kansen. Als vervolg op een (deel) onderzoeken vond plaats door verschillende
woningbouwopgave in de Metropoolregio Amsterdam, MIRT-Onderzoek kan besloten worden een MIRT-Verkenning expertteams.
inmiddels om keuzes over investeringen van Rijk en regio. Om te starten, waarin oplossingsrichtingen breed worden
die reden is in het BO MIRT van november 2019 afgesproken geanalyseerd en grondig worden geïnventariseerd, alvorens Besluitvorming over de uitkomsten van het MIRT-Onderzoek en
om binnen het programma Samen Bouwen Aan Bereikbaarheid wordt toegewerkt naar één Voorkeursbeslissing. Het MIRT- het vervolg vindt plaats in het BO MIRT.
(SBAB) te starten met een MIRT-Onderzoek. Vanaf begin Onderzoek is daarmee een belangrijke eerste stap in het MIRT-
2020 werken SBAB en het Handelingsperspectief Oostflank besluitvormingsproces en (mede) basis voor besluitvorming
MRA samen aan het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area. over vervolgstappen.
Dit rapport bevat de resultaten van het MIRT-Onderzoek
Amsterdam Bay Area, dat in 2020 en 2021 is uitgevoerd.
Samenhang Amsterdam Bay Area met grote ontwikkelingsrichtingen in de Metropoolregio Amsterdam
WESTKANT AMSTERDAM __
A) Á Se
RSD
D En
MS
ZWASH 1 INN
3
ÂS zuipoost 5 AMSTERDAM BAY AREA
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 11
TRAJECTEN LEEGWIJZER
Hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de meerwaarde die
Parallel aan het MIRT-Onderzoek naar de ontwikkeling van de * _ Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Het MIRT-onderzoek en
. , n , in hoofdstuk 3 de opbrengsten van het onderzoek in
Amsterdam Bay Area lopen enkele onderzoekstrajecten die Amsterdam Bay Area is één van de programmalijnen in het : ,
2020 samengevat, op basis van het rapport ‘Naar een
inhoudelijke samenhang kennen met de Amsterdam Bay Area: Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Andere ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay Area’. Doel is om
« _MRA Verstedelijkingsstrategie: de verstedelijkingsstrategie programmalijnen zijn Zuidwest Amsterdam-Schiphol- de lezer kort mee te nemen in de inzichten uit 2020, zodat
beschrijft de manier waarop de Metropoolregio Amsterdam Hoofddorp (ZWASH) het Multimodaal Toekomstbeeld dit rapport leest als een bundeling van het gehele MIRT-
invulling wil geven aan de verstedelijking, de noodzakelijke MRA en het uitvoeringsprogramma, waaronder Bereikbare Onderzoek uit 2020 en 2021. Dit hoofdstuk eindigt met de
. sal: on: . . . . di de ond k die zij teld i b
woningbouwontwikkeling die hiermee gepaard gaat en de Steden. ZWASH is gericht op bereikbaarheidsmaatregelen ver epen © oncerzoesvragen ie zijn geste'e Im november
2020 en die worden beantwoord in dit rapport.
locaties die daarvoor op het oog zijn. Dit MIRT-Onderzoek aan de zuidwestkant van Amsterdam. Het Multimodaal
levert input voor de verstedelijkingsstrategie. toekomstbeeld MRA maakt inzichtelijk wat alle Hoofdstuk 4, 5 en 6 vormen de kern van dit
* _ Perspectief Oostflank MRA en Perspectief Almere en ontwikkelingen in de Metropoolregio Amsterdam onderzoeksrapport en geven antwoord op de verdiepende
bijbehorende Uitvoeringsagenda: deze perspectieven betekenen voor de toekomstige mobiliteit en netwerken onderzoeksvragen die in 2021 zijn beantwoord. Deze vragen
beschrijven het toekomstbeeld voor de Oostflank tot 2050 in de regio, onder andere door het aanpakken van zijn in twee delen opgepakt: hoofdstuk 4 beantwoordt
, en , , de vragen die via algemeen verdiepend onderzoek zijn
en vormen input voor de MRA Verstedelijkingsstrategie. wegknelpunten, het uitwerken van de samenhang tussen .
beantwoord. In hoofdstuk 5 komen de vragen aan bod die
Daarbij wordt een aantal pijlers en gebieden benoemd modaliteiten en de transitie naar een slim, duurzaam en zijn beantwoord door middel van een alternatievenstudie.
die de komende jaren ontwikkeld worden. In de veilig mobiliteitssyteem. Via het programma SBAB wordt de Hoofdstuk 6 bevat het haalbaarheidsonderzoek dat voor de
Uitvoeringsagenda worden daarbij de eerste acties (2022- afstemming tussen deze lijnen geborgd. drie alternatieven is uitgevoerd. De opbrengsten uit deze
2024) afgesproken zodat nu de juiste bewegingen in gang * _ Stuurgroep Markermeer-IJmeer (SMIJ). Voor de natuur hoofdstukken volgen uit de verdiepende, haalbaarheid en
worden gezet en vanaf 2025 verdere ontwikkelingen in in en om het Markermeer-IJmeer én voor de ruimtelijk- alternatievenstudie die is uitgevoerd door verschillende
advies-, ingenieurs- en stedenbouwkundige bureaus. Nadere
gang kunnen worden gezet. Deze strategische interventies economische ontwikkeling van steden als Almere, Lelystad se . . „
onderbouwing is te vinden in de bijbehorende rapporten, een
passen binnen de contouren van het MIRT-Onderzoek en Hoorn is het van belang dat de natuur het Markermeer- overzicht daarvan is opgenomen in de bijlage van dit rapport.
Amsterdam Bay Area. IJmeer veerkrachtiger wordt. Binnen deze stuurgroep
werken de provincies Flevoland, Noord-Holland, de Met behulp van de resultaten van het onderzoek in
Rijksoverheid, de gemeenten Edam-Volemdam, Lelystad, hoofdstuk 4, 5 en 6 enkele gevoeligheidsanalyses uitgevoerd,
waarvan de resultaten zijn opgenomen in hoofdstuk 7: wat
Almere en Amsterdam en het Hoogheemraadschap . ,
‚ ‚ als ontwikkelingen zich anders voordoen dan verwacht?
Hollands Noorderkwarier aan een toekomstbestendig Bijvoorbeeld een snellere mobiliteitstransitie of een
Markermeer-IJmeer, met een Toekomstbestendig andere ontwikkeling van de vraag naar woningen? De
Ecologisch Systeem (TBES). gevoeligheidsanalyses geven inzicht in de eventuele effecten
daarvan op de Amsterdam Bay Area.
Hoofdstuk 8 tot slot bevat een samenvatting van de
onderzoeksresultaten, de conclusies op basis van het
uitgevoerde onderzoek, de kern van de adviezen van de
belangrijkste externe adviesorganen die betrokken zijn bij
Amsterdam Bay Area en de vragen en proces voor het vervolg.
12 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022
De Amsterdam Bay Area kan een belangrijke bijdrage leveren aan een aantal urgente
maatschappelijke opgaven in de Metropoolregio Amsterdam. Dit hoofdstuk zoomt in op die
opgaven en hoe de ontwikkeling van Amsterdam Bay Area hieraan bij kan dragen.
B en
je eee Ta rd
ede eenn REEN Á B
ee nn ET ze
et Een nn er Ee
eee en EEE ne = ne ò \ y ö :
En en nn en ee ee _n = Fat Ee. E Î rs -
en Er Fn ee id 5 ARN 5 Een
en en nn Net As
ech nn En Te Ne: EEE MN
nn eel ERE IT ANN ek 5, SE
a ien Aen | BA
en AEN Ee ne DT
eN ei | EN es) TERRA
en REGE aen Ser nen BN EN eh Pin eel
ne. zi ES hs A ne, \ Le al
ne el ge ee en en nn ze ke ne N ê { + ni 3 ii. il Kik 4 = a
Ee en Ee En Nt en a RIK ON s ä EEn Ee re En : NR ; ee
dn en en a Mak ek Me en ì ei ee eek a den af Ì EN
ee A 1 GR KN in S 4e DIESER AEN, ORENATN JN EES
| kf RE Ml einde en ne PEREN nsi El ets ASAP:
en ed ee eet AE EE en EN Un FR vatten Eh ni AEK rdt
ef Kr ke nn en MK Nii U Fn 9; EN EN B : ge a's Mafe é ES TES
hd Rhee . Bis, WE in TEE , U ; kt deer VN 5 nd ii Dan
ne. a ES at. ke) 8 Em 2 he en à Ge A } AE l # Sf AEN RR in nk E e /
En WM en | nn r NS A, den wen é 4 0 ie NE. E 7 } 3 k en nar nj Een J ra
A in 4 â Ke Ee an | } REROK d Aet ï MADAME EN) RE ee Et en art Ì
l k s kd à 4 a, Pen : j ht PN ï H NN ; a vb A/R E | S 7 : ol : We e 1
dE f + » B PRE Ltd En 7 ' PN Nt eeN 5E TE a é Ek d = kp is
Er is de komende decennia een grote woningbouwbehoefte Amsterdam Bay Area draagt bij aan urgente Impressie mogelijk toekomstbeeld:
in de Metropoolregio Amsterdam. Tot 2040 moeten woningbouwopgave en maakt nieuwe banen mogelijk Vogelvlucht over Amsterdam Bay Area In
350.000 woningen worden bijgebouwd. In de MRA De Amsterdam Bay Area ligt in het hart van de Metropoolregio
Verstedelijkingsstrategie is geconstateerd dat de oostkant van Amsterdam, op een locatie waar de woningbehoefte groot is.
de Metropoolregio Amsterdam een substantiële bijdrage kan Amsterdam Bay Area kan bijdragen aan de woningbouwopgave
leveren aan deze woningbouwopgave. Daarnaast spelen in en door 100.000 woningen toe te voegen in met name Amsterdam
om het Markermeer-IJmeer opgaven rond natuur en ecologie. en Almere. Het gaat om gevarieerde woon-werkmilieus die
Op dit moment wordt hier nog niet voldaan aan de wettelijke aansluiten bij de vraag in de Metropoolregio Amsterdam.
normen. Maatregelen in en om het Markermeer-IJmeer Daarnaast kan de ontwikkeling van de Amsterdam Bay Area
zijn nodig om toe te werken naar een Toekomstbestendig een economische impuls van 40.000 banen geven. De gronden e 6
Ecologisch Systeem (TBES). Om woningen en werkgelegenheid in het gebied zijn grotendeels in publieke handen en veel Af B À
toe te kunnen voegen is tot slot goede bereikbaarheid voor gebieden zijn al als woningbouwlocatie aangemerkt, waardoor Pr % ® / st "
alle modaliteiten van belang. Om bestaande en nieuwe een snelle start mogelijk is. Uit onderzoek blijkt dat de % ® Pd u ten ®
gebieden te verbinden met kortere reistijden en om gebiedsontwikkeling een positieve grondexploitatie kent. je * ® » alen
knelpunten te verlichten of het ontstaan daarvan af te remmen. em. ee R In EN 8
De samenhang tussen de opgaven is groot: een integrale Een impuls aan natuur, ecologie en landschap End En je pe id
aanpak voor verstedelijking, economie, natuur en ecologie en De nabijheid van water en groen maken Amsterdam Bay Area en S Ae Ee Zen
bereikbaarheid is nodig. tot een ontwikkellocatie met potentie. Door het integraal e ed 8
meenemen van natuurontwikkeling in de gebiedsontwikkeling ") > en sr
Het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area richt zich daarom wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van TBES in het jn a, Ge as
op een integrale ontwikkeling van het gebied. Het onderzoek Markermeer-IJmeer en wordt bovendien een aantrekkelijk P. el Ka td
laat zien dat de Amsterdam Bay Area een belangrijke bijdrage gebied gecreëerd voor de toekomstige bewoners. Op het land À ha Bn B
kan leveren aan een duurzame, economisch sterke en liggen kansen om vanaf de start van de ontwikkeling natuur he f
toekomstbestendige metropoolregio waar het goed wonen, en ecologie en duurzaamheid een volwaardige plek te geven. & Aes
werken en recreëren is. Dit doet de Amsterdam Bay Area door in Dat kan door binnen de woon-werkmilieus natuurinclusief te B A
te zetten op ontwikkeling van woningbouw, economie, natuur ontwikkelen en door natuur te realiseren zoals een parkenreeks wt ns: od
en ecologie, duurzaamheid, recreatie en bereikbaarheid. of binnenmeer. De gevarieerde landschappen en extra wnd oe 8 Al
voorzieningen maken de Amsterdam Bay Area een geliefd : : 3 8 EN {
gebied om te recreëren. De UNESCO-werelderfgoederen Zi X It
bieden kansen voor recreatie en de Amsterdam Bay kan a
bijdragen aan de beleefbaarheid van het landschap. B
ed
Nen EE.
14 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
RE rg PS 0
Ane nn ee eV Tar &
Naarden ve ae he ee Ge VT 4 enen Amsterdam
0 Mg Klemann. 7e De
EAO RES Pen
mn mes ee MPF sE a Dh
pn A Î 3 En „ nt Er OSDL Ld p Nip ú zr Ee
rn Ar ed je 8 Pr í
Ee MOEN " 8 Ee == |
6 Ve ad DI # DZ Ns
’ or A el ARD - > kk
hr OE pre Ap
’ A Pampus | pris ke elis den 4 & te df
zn f Ll 0 Or 1 B BE ee el ì „
AE Ne En hae ee Pe k eN”
A) sg 5 4
a B ee
ë: ve al p= | = 8
nn . 2%, pe
PE ’ „® TI e 8 ,
pn 8 0 Á Mannickendam
Xy | De: A
Le )
jn
D |
k
A
Showcase voor duurzame gebiedsontwikkeling De investeringen in nieuwe openbaar vervoerverbindingen
De Amsterdam Bay Area kan een showcase zijn voor integrale kunnen echter niet voorkomen dat op verschillende wegen in
duurzame ontwikkeling: een state of the art gebied waar de Metropoolregio Amsterdam knelpunten blijven bestaan.
circulair, energieneutraal, klimaatadaptief en natuurinclusief Door de toename van het aantal inwoners en werkgelegenheid
ontwikkeld wordt. Bij de uitwerking van de nieuwe woon- en in de Metropoolregio Amsterdam wordt het wegennetwerk
werkmilieus is daarom vanaf de start al ruimte gereserveerd rondom Amsterdam nog zwaarder belast. Binnen de
voor een groen-blauw grid door het gebied, de realisatie van Amsterdam Bay Area ontstaan knelpunten op de Al en A6
energienetwerken en circulair bouwen. Ook bij de verdichting richting Amsterdam. Het inzetten op een mobiliteitstransitie
van bestaande stedelijke gebieden speelt duurzaamheid een binnen de Amsterdam Bay Area remt het ontstaan van de
grote rol, bijvoorbeeld door circulair te bouwen, energie in het wegknelpunten af‚ maar lost deze niet op. Dit vraagt om
gebied op te wekken en water op te vangen en op te slaan op aanvullende maatregelen op het niveau van de Metropoolregio
gebouwen. Amsterdam.
Verbetering OV-bereikbaarheid, nog geen oplossing van
alle wegknelpunten
Om te ontwikkelen is een goede bereikbaarheid noodzakelijk.
Alleen als gebieden goed zijn ontsloten zijn ze aantrekkelijk
om te wonen en te werken. Dit vraagt om snelle, frequente Opgaven en ambities Amsterdam Bay Area
verbindingen tussen de nieuw ontwikkelde gebieden en de
economische centra. Door werkgelegenheid en voorzieningen ®
: hai : : Economische
in de nabijheid van woongebieden te ontwikkelen, wordt Er ep
voorkomen dat inwoners over lange afstanden moeten reizen. natuur en ecologie (ee) UTI ®)
Ook kan het bijdragen aan een evenwichtigere pendel tussen adik
Duurzaamheid
Amsterdam en Almere. Recreatiegebied
MENT \
Uit het onderzoek blijkt dat het bereikbaarheidssysteem met pe) ce)
Kela Ld ee Lala
toevoeging van circa 25.000 woningen in Almere tegen de Verbeterde bereikbaarheid en onderwijs
, , , , , Ee Ri © El lid daf la
grenzen aanloopt. Aanvullende investeringen in bereikbaarheid ue eee En Elit 8
HE uimte op
zijn dan ook noodzakelijk. Door te investeren in goede EN hoofdspoor
openbaar vervoerverbindingen wordt het hoofdspoor ontlast : Onderscheidende
en het openbaar vervoer aantrekkelijker, wat zorgt voor een woningbouwopgaven in de MRA an
ï ï Realiseren natuur in
modal shift van de auto naar het openbaar vervoer. Dit draagt
bij aan een duurzame gebiedsontwikkeling.
16 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022
Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Knoaoppuntantwikkeling langs HOV-assen
; le : EK ik A heim ie ik enim IED anas 5 5 zi ï Ë
Ye LM: nn 2
— ns RE En == SS EE nm jn
- Ee, ee f en _ 0
_— Dm mnd | NITE í F | II | hi BETTEN Sa mm
an En ij en : E = | mm di Bg e 2 | HIN | À | EEEN | Er =E Ì
si TTT ien n 1 Ì ven ne ne ELL LI Hi LET 1 LZ en i Fi
er | | LEE M nn Ae i= Ee EN en | 1 IN | | Ke || Ie EE |
EELDE Rs HT ind nn EE De IUD Sa je on 7
| | | 1 Mrs n — SPORTScHopt. EET | $, ed | EAN _
ne, 5 T Ei | EEEN || [| : Ì 7
| | R _ Be EEE E IEI Il I BEELDEN HEEN — nn En SS nr
| | | nt d Me a dd fn EEEEELENEELIE EIN De eK P
| Û pe ° EI LEL EEEN HEIEN Í | | | A
| | | | | k teen E. ta ER ef El BEEN HEUL HE | ar ge) É | Ö
ecn Bes De Bee EEEN EEEN af nn
en HER : zc er - eN py EEE COO :
| es TK EN de — : NG df
Ki! k 5 LR Kk p: 8 Ea , E | Í | B Pi DO
derd PK | PA] $ -
ahd End 4 Ee Nep Jen u y j
p OE EEE bt | Tp w GJ Wannnantnn an
RE & 5 ne Ore kas? seer ater? aen L e 5 am EE ES h Rn
| mu ee DP UK Ì
OE ENT ed IN |E Bins et FT Pd Wi: a NN ‚
Ei Ger AN Hi ten he p Denn 5 11 Pe P, d Î eN it RN ie
« EELT | |E LE | Dn one 4 mr se Was N dee 0%
Ei, 1 —_/ 4 ERN Dd He ee
ie. | LN ERRINA EI ra lS
TE ( | a EIDER | 5
0 il | | KEELEEEEEE ELDON Miete
Y | | / ER re ij Pp | Le EE
a P di BEER Eb NAA En
& | L || rip EK K | Re - PE
4 [ ORK IK } KK 4 à ki 3
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 17
Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Cultuur, landschap en recreatie langs het IJmeer
® Rn
Ae
| N | |
a 0 ij
| | HEEN EE DEN Es '
a EE A de da @ Á he,
EO ek BE Oe OO en Di jn Ne
OEE En SER EE OOR RER in er KA zh EE n En
a ER Ek Oi. A EE: N E 3 De zi nne „|
eN We On kre 4 ô AEN Aieut, ORE nent He
EE EE MA 8 PT EE 4 RE ORI nn ag var en Ô
veen Ni Kee q R/S IRE B Ke haan * ord Cai A8 an Rn BE hs * À || k
Ki WO P EO Nl Pr Ka 0 HE ee |
En Ù a OE Te Re | PE...
EE En K EK ad! 5 _ ij EN
SS he rt | : RN, 4
O g= re ED) re
zin vere yv
en U Á
id et" re Sd À ne en Ee dt enn za k a
dvb ze . Bree . Ee Ed - - iN
Ps u A Wk te ta 7 Ë
rr 0 Ec É Aen B a EE - rena EI ij ete len Mane ct ta
\ HA y' ie G # k \” bj Í et sd dk AL MNN es k gn RE ss din es Se se ee,
Ak ns | AN TN mat Be A. PO. LL A Vi ES: tes De EE : 2 A
pe | Ì ä p En 9 i hike Ri Ä 8 k DN AR Re E a Ge AE Dn es, Ee Hi
iN | | hi U rl ä RR Ee er
i VT TEE IR LD A en, _ 4 Oee 8 ae Annee Ee es
OS 400 Ver en he set re
kb À Nl í 4 E ET £ . Mi ha _ De a 8 En ee 8 ae de ö
Ei AMSTERDAM 12KM
d P] Te l Een DK TE al me 4 5 en ee nn TN
“ a | NA ANNA Oker Diks >
ANA, J 2 k
Ae 9 A
nl Ï
| ú
Mi
pen
Ee HI
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste resultaten van het MIRT-Onderzoek in 2020. em EN
ik An
Naast de conclusies van het onderzoek in 2020 zijn in het BO MIRT van 2020 ook -
vervolgvragen voor aanvullend en onderbouwend onderzoek in 2021 vastgesteld. ==
í ie al k à i 6 AR i EN EK en =
Nn: ee de zj EE 2 ; ne enn er en
EE TG | EE ps nnn
en BE Dm BEE en En, n= mn Ee eeen ESA : en 7 Er me,
EP Ea Eme WC 0: Te 5 ne hs ä mmm = 2 > me en in : 5 EE En ee Pen Dr EE DEE
ns , mn Í == nn en
Ie PE eee en
sn = En es B OD 5 Te
En ga} ht 7 ee
5 - nn _ x
EE en i REE me ie En
6 A ms
7 nd E n= LI en ne me Ea E '
E. pe eer En _ eel EE En ee en zen i
en _ Ee -
ee ee nn à BEES
En Le - er = 5 ee B On En a ee = ì
EN ee ze Ee En net :
nn mn ee en Ee ee EE ie nn - ee =
= =. En De Te en Dee Te eg nn = en sh Bren 5 - ‚
nne ne 5 EE EE en ne
ET Ee ES e d a TE DEE Ee, et TT aide 3 : TE ee
— ee pe a ed Ek be
Et = mr: En nT » ml = er Ee ien Es Be ee geen. niv Ee ae : EEE 5 te B,
Ee N dln î el Ee TE enn We See: 5
rt ME en ne Ge E £ 7
_— ene. zn ek ae tn ik Ben gaen eee ne BES ; El en en re *. Ee -
5 Ee E ei EES Er Ed, en * ee ak q a E 5 e= , E at xk ar!
ze enen en 5 en en en A ET hen
ee gn en ED ee
a Ee ee | Ct
3.1 PERSPECTIEVENONDERZOEK 2828 3.2 CONCLUSIES 0.B.V. ONDERZOEK
EN VOORBEELOPERSPECTIEF dgeg
In 2019 is in het BO MIRT en vanuit SBAB besloten om De rapportage ‘Naar een ontwikkelstrategie voor Amsterdam
een MIRT-Onderzoek te starten naar de ontwikkeling Bay Area’ bevat een aantal conclusies op basis van de in 2020
van de Amsterdam Bay Area. In 2020 is dit onderzoek uitgevoerde onderzoeken.
gestart. Destijds zijn negen perspectieven onderzocht met
verschillende omvang van programma, maar ook verschillende
bereikbaarheidsoplossingen (HOV rond de baai, Hollandse CONCLUSIES 2828 ‘NAAR EEN ONTWIKKELSTRATEGIE VOOR AMSTERDAM BAY AREA
Brug, IJmeerverbinding). Deze perspectieven zijn opgenomen + __ Landschap biedt kansen voor duurzame gebiedsontwikkeling en recreatie
in een perspectievenboek (september 2020). + _ Amsterdam Bay Area biedt ruimte voor 100.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen
* __nvesteren in bereikbaarheid is nodig om de groei te accommoderen
* _ De IJmeerlijn is een goede oplossing als onderdeel van mobiliteitstransitie bij het programma van Amsterdam Bay Area
Vervolgens is op basis van de onderzoeksresultaten een * _ Vanuit de ontwikkeling kan bijgedragen worden aan een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem in Markermeer-IJmeer
Voorbeeldperspectief opgesteld. Dit Voorbeeldperspectief + __ Maatschappelijke meerwaarde blijkt uit een positieve MKBA
is een mogelijk toekomstbeeld voor de Amsterdam Bay Area. * _ Potentiële dekking publieke investeringen is deels voorhanden
Het bevat een selectie van meest logische maatregelen uit
de verschillende perspectieven. Het Voorbeeldperspectief
start met investeren in bestaande gebieden en afronden
van bestaande plannen in Almere en Amsterdam. In het
Voorbeeldperspectief is uitgegaan van de ontwikkeling van
Pampus als nieuw stadsdeel van Almere die via de IJmeerlijn
wordt aangetakt op enerzijds het hoofdspoor en anderzijds het
metronet van Amsterdam. Deze ontwikkeling start rond 2030.
Het Voorbeeldperspectief gaat uit van een ontwikkeling met
ca. 100.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen in het gehele
gebied tot 2050. Rond bereikbaarheid bevat het maatregelen
die leiden tot een mobiliteitstransitie, onder andere door
te investeren in een goede OV-verbinding waaronder een
IJmeerlijn in de vorm van een brug (IJmeer) en tunnel (in
IJburg). Het Voorbeeldperspectief is opgenomen in het
document ‘Naar een ontwikkelstrategie voor de Amsterdam
Bay Area’ van 22 oktober 2020.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 21
Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Straatbeeld toekomstbestige
bestaande wijken Almere
ol ; wi A De iN b 7
ei i hi not Ld 1 A PE X pi
ai ha Al 3 | 5e EE On { Id l nn wd b Ì Ek 2 pe p |
Ô Im 7 , 8 Ma Re
U U N Ni 8 ea
Il en
| am | BALLOONS m
dn | ei i E EN Ee a
MM ì EN: == En 48 1
ne 5 EE ' = zn mar Zn | |
| 2 À L re Kk OD
EN , e A B A En | == Fr ee | U |
ie ï Ms p Al == B U Kamen En, |
- IE Ee 4e en LD Te
Aj ET SM = Ge ‘ vm
kn 4 Dd a ze *- WE a
Ne Een r SWB sl P |
een ne mm s en zj |
me De TR Ile
el i NE CEE ee Bie ne en Pun
EN P PS isp rr ROA, ee Ke Er nen
Ef Ee BEEN Pen me EE ie BEA
NO EPAR En ET et EES A
ee Gee Eens mh Ne ARSGEEREN
Pe Sd ER )N a le. AN
O6 a VN Vil beet Fi ane Beene
a EEN De (n bz Oe Te
BE EEN EEA
22 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
3.3 VERVOLGVRAGEN OP BASIS VAN HET
IN 2428 UITGEVOERDE ONDERZOEK
In november 2020 heeft het BO MIRT het rapport ‘Naar een Vergelijkende onderzoeksvragen (alternatievenonderzoek) Hoofdstuk 5 van dit rapport bevat de resultaten van het
ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay Area’ vastgesteld. Naast inhoudelijke verdiepingsvragen is ook gevraagd om alternatievenonderzoek.
Daarbij hebben Rijk en regio geconstateerd dat de als onderdeel van de ontwikkelstrategie een financieel beeld
ontwikkeling van Almere Pampus belangrijk is om in de grote te ontwikkelen, met een overzicht van de kosten, baten en Vragen ten aanzien van de haalbaarheid
woningbehoefte in de Metropoolregio Amsterdam na 2030 te (alternatieve) bekostiging van de maatregelenpakketten. Op Om het gevraagde financiële beeld te ontwikkelen is de
voorzien. Maar er was ook nog een aantal vervolgvragen vanuit basis van het in 2020 uitgevoerde onderzoek is weliswaar een haalbaarheid inzichtelijk gemaakt voor de drie alternatieven,
het BO MIRT, de Programmaraad SBAB en het BO Almere 2.0. geïntegreerd voorbeeldperspectief beschreven, maar er zijn waarbij de volgende vragen zijn onderzocht:
Een deel van de vragen betrof verdiepende onderzoeksvragen, geen keuzes gemaakt ten aanzien van de exacte invulling « _ Welke investeringskosten brengen de alternatieven met
een deel betrof vergelijkende vragen en een deel betrof vragen van het bouwprogramma en de bereikbaarheidsoplossing. zich mee?
ten aanzien van de haalbaarheid. Het ging om de volgende Die keuzes zijn echter sterk bepalend voor maatregelen « _ Welke kosten zijn al gedekt en welke nog niet?
vragen: en effecten van Amsterdam Bay Area op het gebied van « _ Welke bekostigingsopties zijn er voor de nog niet afgedekte
bijvoorbeeld bereikbaarheid, natuur en ecologie en daarmee investeringen?
Verdiepende onderzoeksvragen voor het financiële beeld. Daarnaast heeft de Programmaraad + Hoe scoren de alternatieven op het punt van
Er is aanvullend onderzoek en onderbouwing gevraagd op de SBAB gevraagd om te onderzoeken wat de effecten van een maatschappelijke haalbaarheid?
volgende punten: IJmeerweg (naast een IJmeermetro) zijn en welke maatregelen
*__In hoeverre is het toevoegen van 40.000 extra op het bestaande spoor nodig zijn om de bereikbaarheid van In hoofdstuk 6 van dit rapport zijn de resultaten van het
arbeidsplaatsen, waarvan 35.000 in Almere, realistisch en Almere te borgen. haalbaarheidsonderzoek opgenomen.
welk economisch profiel past daarbij?
« _Op welke wijze kan Amsterdam Bay Area bijdragen aan Om deze vragen te kunnen beantwoorden zijn er drie integrale
de ontwikkeling van het Toekomstbestendig Ecologisch alternatieven voor de ontwikkeling van Amsterdam Bay
Systeem in het Markermeer-IJmeer? Area uitgewerkt. Vervolgens zijn per alternatief de volgende
* _ Welke effecten heeft de ontwikkeling van Amsterdam Bay onderzoeksvragen beantwoord:
Area op het hoofdwegennet? « _ Wat zijn de ruimtelijk-economische effecten? Welk type
* _ Welke kantelpunten zijn er te identificeren in de fasering: woon- en werkmilieus wordt ontwikkeld en hoe verhoudt
op welk(e) moment(en) is investeren in bereikbaarheid dat zich tot de vraag?Wat zijn de effecten op het gebied van
noodzakelijk in relatie tot de realisatie van woningbouw? bereikbaarheid?
« _ Welke investeringen zijn sowieso nodig (no-regret) om de * _ Wat zijn de effecten op het gebied van natuur en ecologie,
eerste 25.000 woningen te kunnen ontwikkelen? welke mitigerende en compenserende maatregelen zijn
nodig en wat betekent dit voor de vergunbaarheid?
In hoofdstuk 4 van dit rapport worden de onderzoeksvragen « _ Wat zijn de effecten op het gebied van landschappelijke
beantwoord. inpassing en het UNESCO-werelderfgoed van de Stelling
van Amsterdam en de nieuwe Hollandse Waterlinie?
* _ Wat zijn de effecten op het gebied van duurzaamheid en
welk type duurzaamheidsmaatregelen wordt genomen?
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 23
| B d
Oe le
EBA (ip
5 Ea 8 @
ina 5 Ek OO N Eb n En Beantwoording van de onderzoeksvragen is opgepakt door middel van ij 0 ef ie ne
ef À an rit Eelt 2 b-äá thematisch verdiepend onderzoek. Dit hoofdstuk bevat de antwoorden Beal B
EL EEE e= 5 ER
‚ en Sui u! 14 î sn op de onderzoeksvragen op basis van de onderzoeksresultaten. ze Rd
me 5 De)
Te NS Î nd EE 5 mn 8
of Eeen Beede ome ee
Ë _ s
é ï
4.1 ANTWOORD VRAAG T: IN HOEVERRE 15 HET TOEVOEGEN VAN 48.808 EXTRA
ARBEIDSPLAATSEN REALISTISCH EN WELK ECONOMISCH PROFIEL PAST DAARBIJ?
Het economisch onderzoek heeft als hoofddoel het nader daarbij uit van een hogere economische groei en verdergaande De werkgelegenheidstoename van 35.000 arbeidsplaatsen
uitwerken en onderbouwen van de haalbaarheid van een agglomeratievorming en ruimtelijke concentratie dan het wordt dan gedreven door drie ontwikkelingen:
programma met 40.000 arbeidsplaatsen, waarvan 35.000 in WLO Laag scenario. Conclusie is dat het Amsterdam Bay Area * _ Bevolkingsgroei leidt tot extra verzorgende diensten in
Almere. Conclusie van het uitgevoerde onderzoek is dat dit programma voor werken past binnen de bandbreedte die de Almere zelf
programma haalbaar is en noodzakelijk om een positieve WLO in het lage en hoge scenario aangeeft: de verwachting « Het human capital-effect: de nieuwe bewoners starten
bijdrage te leveren aan de bestaande situatie met een scheve is dat de economie en werkgelegenheid in de Amsterdam stuwende bedrijven in Almere en nieuwe bedrijven die het
woon-werkverhouding in Almere/Flevoland. Een tweede Bay Area zich zullen ontwikkelen volgens een groeipad dat extra arbeidsaanbod volgen.
onderzoeksvraag richt zich op het economisch profiel van ongeveer in het midden van WLO Hoog en WLO Laag ligt. «Een duurzame bouwimpuls via het profiel Tech, Transitie
Almere. Een kansrijk profiel voor Almere is “Tech, Transitie en en Energie in Almere, uitgevoerd door een consortium van
Energie’. Dit profiel past het beste bij de economische structuur Vervolgens is onderzocht wat een kansrijk economisch Almeerse bedrijven.
van de stad, maar vraagt wel gerichte overheidssturing ten profiel van Almere is. Daarvoor is in beeld gebracht hoe de
aanzien van de locatie van een innovatiecampus, het opzetten verschillende economische sectoren zich in de afgelopen Sturing op deze ontwikkeling vergt verankering van beleid voor
van een triple helix projectbureau en het afdekken van de jaren hebben ontwikkeld, ook in relatie tot de rest van de de lange termijn, zodat het voor de Almeerse gemeenschap
onrendabele top van het gevraagde hoger- en universitair Metropoolregio Amsterdam. Vervolgens is gekeken welke gewenste beleid een langere houdbaarheid heeft en integraal
onderwijs. sectoren het snelst groeien. Het profiel Tech, Transitie en uitgevoerd kan worden. Dit vraagt om het opzetten van een
Energie komt als meest kansrijke profiel naar voren. Dit is triplex helix projectorganisatie, onder andere gericht op het
Almere heeft in de huidige situatie een relatief laag aantal aan de hand van bedrijvenonderzoek, rondetafelgesprekken gevraagde technisch onderwijs (MBO, HBO, TU), het bevorderen
arbeidsplaatsen ten opzichte van de hoeveelheid inwoners. Op en beleidsonderzoek verder uitgediept. Conclusie is dat een van netwerken en het ruimte bieden voor innovatie en
basis van een vergelijking met andere plaatsen in Nederland cluster voor Tech, Transitie en Energie kansrijk is gezien de start-ups.
zou ook bij het huidige aantal inwoners een toename van aanwezigheid van innovatieve bedrijven en de groei van
25.000 arbeidsplaatsen noodzakelijk zijn om de balans te deze sectoren in Almere en omgeving in de laatste vijf jaar.
herstellen. De ontwikkeling van Amsterdam Bay Area bouwt Er gelden daarbij wel randvoorwaarden. Ontwikkeling van
voort op het huidige — lage — aantal arbeidsplaatsen in een dergelijk cluster vergt afspraken over de locatie van een
relatie tot de bevolkingsomvang. De huidige verhoudingen Innovatiecampus Tech, Transitie en Energie in Almere en
tussen wonen en werken veranderen echter in de toekomst. financiering door de overheid van een onrendabele top van
Zo is er bijvoorbeeld een aanhoudende vergrijzing die de het gevraagde hogere en universitaire onderwijs. Ook de vorm
verhouding van werken en wonen beïnvloedt. PBL/CPB van een innovatiecampus (bijvoorbeeld dependance een
hebben zulke toekomstige ontwikkelingen met scenario’s bestaande onderwijsinstelling) vergt nog uitwerking. In de
over welvaart en leefomgeving (WLO) in beeld gebracht. MRA Verstedelijkingsstrategie zijn afspraken in de maak over de
Het programma voor wonen en werken is getoetst aan de versterking van het kennisprofiel van Almere. Ook is investeren
formele WLO-scenario’s Laag en Hoog. Deze scenario’s zijn in bereikbaarheid en kwalitatief hoogstaande woonmilieus
naar provincie geregionaliseerd en onlangs geactualiseerd noodzakelijk.
voor een aantal sleutelvariabelen. Het WLO Hoog scenario gaat
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 25
ONTWIKKELING VAN HET TOEKOMSTBESTENDIG ECOLOGISCH SYSTEEM IN HET MARKERMEER-IJMEER?
In het RRAAM zijn afspraken gemaakt over de samenhang Om de ruimtelijke bijdrage van Amsterdam Bay Area aan het zal in het vervolgtraject met experts verder aangescherpt
tussen woningbouwontwikkeling, bereikbaarheid en natuur. TBES te concretiseren is een eerste beeld gegeven van een moeten worden, zowel inhoudelijk als in relatie tot de
Ecologische maatregelen zijn gericht op het versterken van maatregelenpakket, waaronder 250 ha helder ondiep water locatiekeuze voor specifieke maatregelen.
toekomstbestendig ecologisch systeem (TBES) in het IJmeer met waterplanten en 150 ha geleidelijke landwaterovergangen.
en Markermeer*. Het TBES houdt in dat het ecologisch systeem Deze maatregelen dragen bij aan de voedselbeschikbaarheid Naast maatregelen op, in en nabij het water die bijdragen
vitaal, gevarieerd en robuust moet worden. Hiertoe wordt voor waterplanten, alle organismen die op de bodem leven aan het TBES zijn separaat ook natuurmaatregelen op
er door (rijks)overheden en gebiedspartijen geïnvesteerd (benthos) en visetende vogels. Realisatie van achteroevers land uitgewerkt die zorgen voor een natuurinclusieve
in ecologische maatregelen. Om de onderzoeksvraag te draagt bij aan ontwikkeling van land-waterovergangen van gebiedsontwikkeling of een betere ecologische verbinding
beantwoorden is een pakket aan maatregelen uitgewerkt om formaat. Andere maatregelen zijn gericht op het verbinden tussen het Markermeer-IJmeer en omringende natuurgebieden
natuur en ecologie te realiseren en bij te dragen aan het TBES. van het Markermeer met binnenwateren, waardoor vissen zoals het Naardermeer. Het gaat daarbij vooral om het
Conclusie is dat Amsterdam Bay Area in samenhang met de meer paai- en opgroeimogelijkheden krijgen en er meer realiseren van een fijnmazig groen-blauw netwerk met
gebiedsontwikkeling natuur kan realiseren in het water en op nutriënten in het Markermeer komen, wat de voedselsituatie hoge biodiversiteitswaarde in het te bebouwen gebied. Een
het land en een forse impuls kan geven aan TBES als wordt voor mosselen en watervogels kan verbeteren. Voordat het voorbeeld is het vernatten van ca. 1.000 ha van (delen van) de
ingestemd met het pakket aan maatregelen. De ecologie levert maatregelenpakket uitgevoerd kan worden, moeten eerste de Keverdijkse-, Noord-, Noord- en/of BOBM-polder bij Muiden,
randvoorwaarden voor de ontwikkeling van woningbouw, investeringen nog worden gedekt (zie 6.2). Dit maatregelpakket Muiderberg en Weesp.
infrastructuur en recreatie in de Amsterdam Bay Area.
Magelijke bijdrage Amsterdam Bay Area aan TBES met indicatieve locaties
* Naast het versterken van het TBES staat Amsterdam Bay Area aan
de lat om de negatieve consequenties van de ontwikkeling op natuur
en ecologie te mitigeren of te compenseren. Deze mitigerende en
compenserende maatregelen zijn ook onderzocht en komen aan de orde in ©
de alternatievenstudie (hoofdstuk 5, paragraaf 4). @7 ri \
TBES maatregelen EEK Ve: A
&): Zoekgebied: eiland/ondiepte/mosselen &: zie es zó
Be en nd G) J …
ad: Ondiep helder water met waterplanten td 7 ©
O2 Schacts/innundatieveld (vernatten tbv tegengaan bodemdaling / natuur) werg tiek reenne aats dd (lu)
7 ì gant - …. : El 5
//__Land-waterovergang eN EN ® TA 1
____Natuurinclusieve inrichting pampus 5 NE we
8 Pampushout als ecologisch stadsbos 4 5 S 0 ij ®
== _Binnenmeer Pampus kh. jp Ze Zj
—= Nieuwe luwtedam/eiland (oever natuurvriendelijk) % Te
— Bestaande luwtedam AE
@) Vis-en waterverbinding Gl
qd Versterken ecologische verbinding
— _ IJmeermetro, IJmeerweg, uitbreiding hoofdspoor
26 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
4.3 ANTWOORD VRAAG 3: WELKE EFFECTEN HEEFT DE ONTWIKKELING
VAN AMSTERDAM BAY AREA OP HET HOOFDWEGENNET?
De woningbouwambities van de Metropoolregio Amsterdam De opgave voor de Amsterdam Bay Area is om de toename van goede OV-verbindingen noodzakelijk.
in combinatie met de grote scheve woon-werkverhouding van het autogebruik als gevolg van de gebiedsontwikkeling * De afgelopen periode, waarin COVID een grote
Almere-Flevoland leiden tot knelpunten op het te beperken, in lijn met de opgaven van de Metropoolregio maatschappelijke impact had, heeft laten zien dat het
hoofdwegennet. Binnen de Amsterdam Bay Area ontstaan als Amsterdam: anders kan. Door meer thuis te werken en reistijden aan te
gevolg hiervan grootschalige knelpunten op Al en A6. Met een * _ Een betere verdeling van wonen en werken in de regio passen, verdween de hyperspits in het openbaar vervoer en
IJmeermetro kan de OV-bereikbaarheid in de relatie Almere- zorgt voor een betere verspreiding van verkeer over de de files op de wegen. De opgave is naar de toekomst deze
regio Amsterdam sterk verbeteren. Deze OV-voorziening wordt wegen en zou daarmee bij kunnen bijdragen aan het effecten zoveel mogelijk vast te houden. Uit onderzoek
goed benut en kan de druk op de weg enigszins verlichten, verlichten van wegknelpunten en een positieve bijdrage blijkt dat dit kan leiden tot een reductie van het autoverkeer
maar niet oplossen. Ook zonder grootschalige ontwikkeling aan de bezetting in het OV. Het toevoegen van 35.000 met circa 9%. Een mobiliteitstransitie en tot op zekere
van de Amsterdam Bay Area zullen aanzienlijke wegknelpunten arbeidsplaatsen in Almere betekent niet dat het aantal hoogte het vasthouden van het COVID-effect zorgen ervoor
ontstaan, maar in mindere mate. reizigers vanuit Almere met eenzelfde aantal daalt: er dat de kantelpunten een aantal jaren later optreden, maar
komen immers ook inwoners bij (70.000 woningen) en lossen de knelpunten niet op.
Een echte verbetering van de weg-bereikbaarheid is een deel van de arbeidsplaatsen wordt ingevuld door
verkend maar noch een oplossing met een IJmeerweg noch werknemers die niet in Almere wonen. Een afname van het Conclusie op basis van de huidige inzichten is dat (nog) geen
een verbreding van de Al en A6 geven een fundamentele verkeer wordt daarom niet verwacht. Toevoegen van 35.000 oplossing is gevonden voor de aanzienlijke wegknelpunten
verbetering en vergen forse investeringen. Zo laat een arbeidsplaatsen draagt wel bij aan een minder eenzijdige tussen Almere en Amsterdam, die met de voorziene
gevoeligheidsanalyse naar een mogelijke verbreding van de Al spits (meer reizigers in de ochtendspits richting van Almere). ontwikkeling van de Amsterdam Bay Area ontstaan. Het
en A6 zien dat dit plaatselijk kan zorgen voor een verlichting * _ Vanuit beleid kan gestuurd worden door in te zetten op een verbeteren van de OV-bereikbaarheid en beleid gericht op
van de problemen, maar verplaatst het probleem richting mobiliteitstransitie. Deze mobiliteitstransitie is gericht op een mobiliteitstransitie en het vasthouden van het COVID-
Amsterdam: want waar Almere beter bereikbaar wordt, de toepassing van Smart Mobility voor alle modaliteiten; effect kan de gorie van het autoverkeer licht dempen, maar
vermindert door de extra toestroom van verkeer uit Flevoland gebiedsinrichting rond knooppunten en kantoor aan huis; wegknelpunten blijven bestaan. Het is gebruikelijk om
en ‘t Gooi de bereikbaarheid van gebieden aan de kant van parkeerbeleid en; het stimuleren gedragsverandering het oplossen van wegknelpunten op het hoofdwegennet
Amsterdam. en reizen buiten de spits. Een mobiliteitstransitie biedt te onderzoeken in regionale context, in samenhang met
alternatieven voor de auto, zoals lopen, fietsen en OV. Om andere ontwikkelingen in de regio. Nader onderzoek op
te komen tot een mobiliteitstransitie is de beschikbaarheid hoger schaalnuveau naar oplossingsmogelijkheden voor de
wegknelpunten die ontstaan in de Metropoolregio Amsterdam
als gevolg van verstedelijking is nodig. Waarbij wordt gekeken
naar effecten in de Metropoolregio Amsterdam, waaronder
Amsterdam en Flevoland.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 27
4.4 ANTWOORD VRAAG 4: WELKE KANTELPUNTEN ZIJN ER TE IDENTIFICEREN IN
DE FASERING: OP WELK(E) MOMENT(EN) 15 INVESTEREN IN BEREIKBAARHEID
NOODZAKELIJK IN RELATIE TOT DE REALISATIE VAN WONINGBOUW?
Om in beeld te brengen wanneer knelpunten ontstaan en Uit het onderzoek blijkt dat het eerste kantelpunt al ontstaat Als het overschrijden van de normen tijdelijk wordt
bereikbaarheidsmaatregelen nodig zijn vanwege de groei van bij autonome groei van 25.000 extra woningen in Almere. geaccepteerd kunnen er circa 35.000 woningen in Almere
het aantal woningen, is een kantelpuntenstudie uitgevoerd. Op dat moment kan het OV-systeem de reizigers weliswaar worden gebouwd. Vanaf dit aantal extra woningen in Almere
Een kantelpunt ontstaat bij een bepaalde omvang van het nog verwerken, maar moeten reizigers in de Intercity's tussen begint de trein nog voller te raken: in de Intercity's tussen
programma, waarbij normen voor bereikbaarheid worden Almere Centrum en Amsterdam Zuid in de spits wel langer dan Almere en Amsterdam zijn alle zitplaatsen en 70% van de
bereikt of overschreden. 15 minuten staan. Het wegsysteem is al wel zwaar belast met staplaatsen bezet. De vertraging op de weg is hier opgelopen
een vertraging van 13 minuten tussen Almere en Amsterdam. tot 18 minuten en komt in de buurt van de situatie van 2017,
Daarbij zijn vier invalshoeken gebruikt om te bepalen wanneer Hiermee is de reistijd 50% langer dan in een situatie zonder file. vóór de verbredingen die in het kader van SAA* zijn uitgevoerd.
sprake is van een kantelpunt: Deze 25.000 woningen zijn de bestaande plannen van Almere
1. _Capaciteitsknelpunten in het openbaar vervoer, aan de tot 2030. * Het wegenprogramma Schiphol-Amsterdam-Almere
hand van een doorrekening van verkeersmodellen en
capaciteitsgrenzen.
2. Mate van bereikbaarheid, gerelateerd aan de Integrale
Mobiliteitsanalyse (IMA) en het aantal banen dat binnen Bereikbaarheidsknelpunten in de tijd (kantelpunten)
45 minuten bereikbaar is. Kwaliteit van OV-ontsluiting KANTELPUNT
bij gebiedsontwikkelingen elders in Nederland (welk N KANTELPUNT Bij 50.000 woningen vormen zowel de weg als het OV een
j 25.000 extra woningen knelpunt en blijft Pampus qua OV-ontsluiting achter bij andere.
type OV-ontsluiting is gangbaar bij een bepaalde in Almere functioneert het
woningbouwomvang). OV-systeem in ABA behoorlijk KANTELPUNT
3. Kwaliteit van OV-ontsluiting bij gebiedsontwikkelingen EXTRA goed maar raakt de weg vol. Bij 75.000 extra woningen scoort de mobiliteit slecht qua
elders in Nederland (welk type OV-ontsluiting is gangbaar WONINGEN knelpunten, bereikbaarheid, reistijd en OV- ontsluiting
bij een bepaalde woningbouwomvang). ALMERE
4. De benodigde frequentie van de IJmeerlijn en de 75.000
aansluiting op het Amsterdamse metronet.
Bij het bepalen van de kantelpunten is rekening gehouden met 50.000
de ontwikkeling van de arbeidsplaatsen, deze is gekoppeld
aan de groei van het aantal woningen. Deze vier invalshoeken 25.000
leiden ieder tot ‘eigen’ kantelpunten. De analyse laat zien dat
op verschillende momenten in de ontwikkeling van Amsterdam
Bay Area (in tijd en aantallen woningen) de kantelpunten vanuit
de vier invalshoeken dicht bij elkaar liggen.
2020 2030 2040 2050 TIJD
28 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
4.5 ANTWODRD VRAAG 5: WELKE
INVESTERINGEN ZIJN SOWIESD
NOOIG (NO-REGRET) OM DE
Bij 52.000 extra woningen in Almere is de situatie zonder Onderzoek naar de fasering heeft in beeld gebracht wat EERSTE c5.404 WONINGEN TE
aanvullende maatregelen onhoudbaar. Waar het OV eerst een de doorlooptijd is voor de realisatie van grootschalige KUNNEN ONTWIKKELEN?
alternatief was om de Flevopolder uit te komen, is dit vanaf infrastructuur. Hierbij is rekening gehouden met
52.000 extra woningen in Almere niet meer goed mogelijk. doorlooptijden voor planontwikkeling, ruimtelijke procedures Tot 2030 zullen er al zo’n 25.000 nieuwe woningen in Almere en
Dit komt omdat de treinen vol zijn. Er zijn geen staanplaatsen en realisatie. Uit deze studie volgt het inzicht dat de periode 14.000 in Amsterdam worden gebouwd. Om deze woningen
meer in de IC waardoor reizigers achterblijven op de perrons of van start planuitwerking tot en met indienststelling ten in de bestaande stad te bouwen zijn er geen grootschalige
tussen Almere en Amsterdam moeten staan in de Sprinters. minste 15 jaar in beslag neemt. Besluitvorming over de investeringen in infrastructuur noodzakelijk, maar wel een
bereikbaarheidsoplossing is daardoor urgent, om vastlopen van aantal maatregelen om deze ontwikkeling mogelijk te
Voorgaande leidt tot de conclusie dat het eerste kantelpunt het mobiliteitssysteem (of vastlopen van woningbouw) vanaf maken. Daar waar deze maatregelen passen binnen alle drie
ontstaat bij 25.000 extra woningen. Er zijn dan al stevige 35.000 extra woningen (in 2035) te voorkomen. de onderzochte alternatieven voor Amsterdam Bay Area is
knelpunten op de weg, na 25.000 woningen wordt op basis er sprake van ‘no-regret-maatregelen’. Onderzocht is welke
van de berekeningen de wegbereikbaarheid overschreden. De onderzochte bereikbaarheidsvarianten IJmeermetro, maatregelen dit zijn.
Door tijdelijk het overschrijden van bereikbaarheidsnormen IJmeermetro+lIJmeerweg en Uitbreiding hoofdspoor
te accepteren kan dit kantelpunt worden doorgeschoven (hoofdstuk 5) bieden voor de openbaar vervoerontsluiting Doel van het onderzoek was om te komen tot een integraal,
tot 35.000 woningen. Vanaf 35.000 extra woningen voldoet een oplossing tijdens de gehele looptijd en ontwikkeling van afgewogen en gedragen pakket van no-regret maatregelen
de huidige infrastructuur niet langer en moet nieuwe Amsterdam Bay Area. En kan de reizigers verwerken in de voor de Amsterdam Bay Area. Dit pakket bevat maatregelen
OV-infrastructuur operationeel zijn (zie alternatievenstudie eindsituatie met 75.000 extra woningen in Almere in 2050. op het gebied van wonen, bereikbaarheid, economie, natuur,
in hoofdstuk 5). Voor de weg ontstaan deze knelpunten al landschap en duurzaamheid. Alle maatregelen dragen bij aan
eerder: bij 25.000 extra woningen is de I/C-waarde op veel De openbaar vervoerontsluiting biedt echter onvoldoende het realiseren van de doelen en ambities van Amsterdam Bay
locaties rondom de Amsterdam Bay Area al 0,9-1,0 (structurele oplossing voor de knelpunten op het wegennet. Weliswaar Area.
file). Hiermee wordt het kantelpunt voor wegbereikbaarheid zal er een overstap plaatsvinden van de auto naar het
al bereikt bij uitvoering van de bestaande plannen uit de openbaar vervoer, maar als gevolg van de bevolkings- en Om te komen tot een dergelijk pakket is een longlist van
Woonvisie van Almere. werkgelegenheidsgroei neemt ook het aantal autobewegingen maatregelen opgesteld. De longlist is getoetst op basis van
verder toe. bovenstaande criteria (noodzakelijk voor de eerste 25.000
woningen, past in elk van de alternatieven, uitvoerbaar binnen
10 jaar). Dat leidt tot een maatregelenpakket ‘bestaande stad’
van € 89,5 min. Voorbeelden van maatregelen in dit pakket
zijn het aanpassen van lokale infrastructuur, opwaarderen
van OV-knooppunten, versterken van de biodiversiteit in
bestaand stedelijk gebied en ontwikkeling van recreatieve
hubs bij Muiden, Durgerdam en Pampushaven. Belangrijke
kanttekening bij dit pakket is dat het niet álle maatregelen
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 29
No-regretmaatregelen, met maatregelenpakket bestaande stad en maatregelenpakket doorontwikkeling Amsterdam Bay Area
Reêle waarden in miljoen Eura, incl. BTW, prijspeil £81 bevat die noodzakelijk zijn voor de eerste 25.000 woningen,
maar alleen die maatregelen die in alle drie de alternatieven
A
Tijdelijke woningbouw als placemaking 0 die onderdeel uitmaken van alle drie de onderzochte
Ees WERKEN | 3 | | ontwikkelalternatieven (hoofdstuk 5), maar niet noodzakelijk
Consortium met Almeerse bedrijven op het gebied van 1,5 Investering in onderwijs door technische universiteit / 100 voor de eerste 25.000 woningen. Het gaat om maatregelen die
duurzame bouw hogeschool dependance de verdere doorontwikkeling van de Amsterdam Bay Area na
Projectbureau Tech & Transitie 1,5 Innovatiecampus 15 2030 mogelijk maken, zoals de realisatie van veel ecologische
@ DUURZAAMHEID | 24 | | maatregelen (eilanden, ondieptes etc) en investeringen in
Biodiversiteit versterken bestaand stedelijk gebied 3 Circulair gewassen (voedselbos) en productiebos 1 onderwijs. In totaal komt dat pakket op € 410,5 min. Nadere
Groen en openbare ruimte Almere Centrum 21 Groenblauw grid Pampus 7 uitwerking van het no-regretpakket is nodig en is voorzien in
se BEREIKBAARHEID | 37 | | 2022.
Opwaarderen OV-knooppunten fase 1 10 Opwaarderen OV-knooppunten fase 2 10
aatomdeemdiet
Aanpassen A6 rijstroken 15
„& NATUUR & ECOLOGIE | 1 | |
Opstellen zoneringsplan recreatie** 1 Uitvoeren zoneringsplan** 4
OE
ET
Visverbinding** 3
XP RECREATIE | 6 | |
Recreatieve hubs en opwaarderen bestaande routes 6 Veerverbinding (rondje IJmeer) 30
Versterken groenstructuren: Pampushout als 1,5
ecologisch stadspark
LE PLACEMAKING | | |
Ideeën omzetten in initiatieven 1
eme LT
“Opgenomen in programmalijn Bereikbare steden (SBAB)
“Stuurgroep Markermeer-IJmeer
30 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Achterliggende onderzoeksvraag bij de verdiepende vragen (hoofdstuk 4) is om de
kansrijke oplossingen op het gebied van bereikbaarheid te vergelijken in drie alternatieven.
Dit hoofdstuk bevat de resultaten van die alternatievenstudie.
Ene EE rm Ì nen
Pen Ee ER
En Ennn zn BIE men
Ee ER Is en
ie Ten en ei en k
GE Zinin 25: E er
RE sen K: ee EN | /
if ij Al 1 add ne e lié En $ Í — , Î he
ad el Ln NE Ee n DE - Te Eper en TE: in zn De dE
ee EE eee
TEE Eg ne en
Ee ens Ennn en
De en
en enen
enen
en nnen en eeen
zE ennn nn
en nen
ee eee ee ne nn Renn ln
nnen en ene eneen ne en = en
nge eene en
Ee mmm —— me en nee tee en De ne en mn. na Dn
nr == ee enn __ nm Te En mn mee en - mm nn en Ten aen:
nn En ae nn Ten == Ee Mn En TT en
nnee en ene enn es
Ts en == En ns == ene mg ge me Te nn
nn EE nn Ee
ne en mmm ee. = ma mn En nn meed pn nn gen In
eee ee en en
Ne _— ne en ee ne me mn Gn — ee
nn en Ee End Mm eg mm en a
ee en en, ET mn _—= — en ne — mgee
ee Te en === en ee
ee ne en en
ee en mg nn zn eZ
enne ee en ee ee ee
en ee nn en =
me gn etn, Ee _— nn nn == Ee _ 8 Dn
en en en mn
nnee nn en ES s __ u Bn sd mm ne
en nnn en me - mn nn
en a nn _ == En De _ meen nn o
n mm mm m en == DD en nn _ … . DN en
me Dn en = ns en => nd ” __ nd pe r = en
_ - ann pm re m_ en mmm NE - nn mm …_
== _ mn ne nn ennn .
_ _ _ gm Ee E nn me p mn en Me" î Ne en
Dn pn el TT _ _ en en — 4 ee _ an
en eene Mn nn ne É a
E DE en en en mmm
= dn e mmm - es ‚
_ n en en pe n es en ee 5 tn pl 5 mam
_ pe gg" en _ . = = „ ==
5. KORTE OMSCHRIJVING
ALTERNATIEVEN
Een MIRT-Onderzoek kijkt met een brede blik naar opgaven De tabel op de volgende bladzijde toont de kenmerken van de brug-tunnel, uitstraling en inpassing en de effecten die dat
op de korte en lange termijn en zoekt met de omgeving alternatieven en de autonome ontwikkeling. heeft op onder andere natuur (een belangrijk aspect in de
naar oplossingsrichtingen en kansen. Een keuze in vergunbaarheid). Dit vraagt om betrokkenheid van zowel
oplossingsrichting wordt nog niet gemaakt. In lijn met de brede Er worden in het MIRT-Onderzoek nog geen keuzes gemaakt in ontwerpers als ecologen.
scope en op basis van de onderzoeksperspectieven uit de 2020, variatie in tracés (ligging en lengte) en verschijningsvorm infra
is gekozen om in een alternatievenstudie drie alternatieve (brug, tunnel, combinatie); wel worden aandachtspunten voor De kaarten op de volgende pagina's bevatten de belangrijkste
ontwikkelstrategieën te onderzoeken, te onderbouwen en te het vervolg meegegeven. Dit geldt voor alle drie alternatieven. kenmerken van de alternatieven. De overeenkomsten en
vergelijken voor de verschillende opgaven in de Amsterdam Nader onderzoek naar tracé en verschijningsvorm vindt plaats verschillen tussen de alternatieven worden per thema geduid in
Bay Area. Het meest sturend voor de gebiedsontwikkeling in een volgende fase. Dan gaat het o.a. over de verhouding de volgende paragrafen.
is de keuze voor een bepaalde mobiliteitsoplossing. De
mobiliteitsoplossing is bepalend voor effecten op natuur en
landschap, type woningbouwprogramma, investeringskosten
en maatschappelijke baten. Om die reden zijn alternatieven
gedefinieerd vanuit drie verschillende mobiliteitsoplossingen:
1. IJmeermetro Autonome ontwikkeling
2. IJmeermetrotiJmeerweg vosgstacalik sadriventorrin
3. Uitbreiding hoofdspoor B gemengd zakendistrict bestaande bebouwing
®_ centrumstedelijk Genanteld nk
Ò buitenstedelijk open groen
Deze alternatieven zijn telkens afgezet tegen een referentie- & innoeatiedietrict & opgaand groen
scenario, dat uitgaat van autonome ontwikkeling in de eam ee
Amsterdam Bay Area (zie kaart en tabel). Om de alternatieven 6 ns
goed te kunnen vergelijken heeft elk alternatief eenzelfde
omvang qua bouwprogramma (100.000 extra woningen en { se ,
40.000 extra banen), eenzelfde verhouding sociaal/middelduur/ mt % se N
duur segment woningbouw en eenzelfde fasering. Bij het ‚ et KS s see
definiëren van de alternatieven was het uitgangspunt dat alle 8 a SS es a
alternatieven (in principe) uitvoerbaar zijn. De alternatieven Ad 5 BIS a „es
schetsen een mogelijk eindsituatie van de Amsterdam Bay vs ee ee, ze so 5e
Area; het betreft geen harde plannen. De alternatievenstudie S 0e, * pst sters,
startte met het uitwerken van het ruimtelijke programma 6 OS € ie, Bena’ eten ej
inclusief woon-werkmilieus; daaropvolgende studies zijn op het p o p it ee rt,
ruimtelijke programma afgestemd. DS SAS wete”
rat
32 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
SAMENHANG BINNEN DE ALTERNATIEVEN
In dit hoofdstuk worden de alternatieven per thema
vergeleken. Dit tekstkader schetst de samenhang tussen de
thema's binnen de alternatieven.
* __ Alle thema’s hangen nauw samen met het type
bereikbaarheidsoplossing. Een metroverbinding geeft de
meeste kansen voor hoogstedelijke woon-werkmilieus
en OV-knooppuntontwikkeling binnen Almere Pampus.
Daarom is voor de alternatieven IJmeermetro en
Imeermetro+lJmeerweg uitgegaan van een meer
hoogstedelijk ruimtelijk profiel voor Almere Pampus,
met meer compacte en hoogbouwmilieus. Voor het
alternatief Uitbreiding hoofdspoor is een profiel met
laagbouwmilieus passender. Kansen voor hoge hoge
dichtheden doen zich vooral voor bij nieuwe stations; Kenmerken alternatieven en
verdichting rond bestaande stations is beperkt mogelijk autonome ontwikkeling Be
aangezien het hier bestaande plannen betreft. (BEN
* _ Maatregelen op het gebied van duurzaamheid hangen vl NN, (5) TT
vooral samen met het te realiseren bouwprogramma. Se Se
Door hoogstedelijk te bouwen, is er ruimte om een IJMEERMETRO + UITBREIDING AUTONOME
binnenmeer bij Almere Pampus én een groenblauw grid IJMEERMETRO IJMEERWEG HOOFDSPOOR ONTWIKKELING
te realiseren binnen de alternatieven IJmeermetro en
IJmeermetro+IJmeerweg. Vanwege het hogere aandeel BEREIKBAARHEIDS- IJmeerverbinding met IJmeerverbinding met Verbeteren verbinding over OV-SAAL conform
grondgeboden woningen in het alternatief Uitbreiding OPLOSSING metro en fiets metro, fiets en auto Hollandsebrug afspraken eind 2020
hoofdspoor is een binnenmeer ruimtelijk niet in te passen VORM EN TRACÉ Combi Tunnel + Brug Vier sporen Oostvaarders - Zonder 8-sporigheid
en is alleen een uitgebreid groen-blauw grid voor Almere Tracé (conform Voorbeeldperspectief) Duivendrecht Weesp
Pampus voorgesteld. RUIMTELIJKE VULLING | Hoogstedelijke dichtheden Stedelijke bouw en Woon-werkmilieus Wonen en werken:
»_Elk alternatief biedt kansen voor het versterken van rond metro, compacte dichtheden rond metro, in lagere dichtheden Bestaande plannen
het profiel Tech, Transitie en Energie voor Almere, met opzet en grote intensieve daarbuiten lagere en wijds op Pampus. (Perspectief autonome
Centraal Almere als basis. Een metrolijn en hoogstedelijke groen- en watergebieden. dichtheden. Grote Verdichten rond centrum ontwikkeling ABA, 2020)
woon-werkmilieus in Almere Pampus hebben een andere Bijpassende intensieve groen- en en station. Bijpassend
aantrekkingskracht op bedrijven en (potentiële) bewoners duurzaamheidspakket. watergebieden. duurzaamheidspakket.
dan een wijk zonder metro en met meer laagbouwmilieus. Bijpassende
Het profiel van de alternatieven IJmeermetro en duurzaamheidspakket.
IJmeermetro+IJmeerweg biedt kansen voor mogelijke
nieuwe campus- en clusterontwikkeling. NATUUR EN ECOLOGIE Intensieve natuur in Intensieve natuur in Groen/blauw grid, water
- __Mitigerende maatregelen om het gebied van landschap contrast naast bebouwing, | contrast naast bebouwing, en grote parken verspreid
en natuur hangen vooral samen met het type meren/bossen/parken. meren/bossen/parken. over het wijdse bebouwde
bereikbaarheidsoplossing. Dit geldt ook voor effecten Natuurontwikkeling in Natuurontwikkeling in gebied. Natuurontwikkeling
op (Wereld)erfgoed. De mogelijke TBES-maatregelen zijn IJmeer Compenseren/ IJmeer Compenseren/ in IJmeer. Compenseren/
gelijk in elk van de alternatieven. mitigeren en bijdragen mitigeren en bijdragen mitigeren en bijdragen aan
aan TBES aan TBES TBES
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 33
Age ar = rd es Ar 7
| JE | SN u
et en Ad là d
> ee ms KE Ë H LE T ] TT an | C BIE Bilt ee E, a Ees
Ee sh EI He ee Ld De [
- e he (PS ds id BEE, or ê Ee Le Dn
RE ee Ld ie P\
en: ie 3 NN S et: a p ij 44 Hi &
ed É 8 Ee At ’ ae De ® Fr dd 3 aaan dr © e ú 7
SPEL re q DS
\ Re E Ne if NT AE nd sein Er B ï He
hie | HNG 4 VE Ek
Á /h ki aí B A al PR se 3
\ N# Dr Ad Ee A NE Der ES V/À __ da @ zal Pin eN Pd |
Ì ì Ò & / KE Í 4 / 5 zi OP: Er HER * e j s
Sn enn \ z , af] J L A id aad B BEU #5 ed di Ei Ë L
Zi er ie) ol Ì el gui 4 i ze ad AE. EN
CAN \ 2 IE \ ü BE Tees 5 PE e « pe ZN
ROL EN SS A Teen p Ss es ee B
ZN 7, OT EN 4 ja sc NT oel B f 4
ISN ne Pad el B NAS DA Ge EN:
LDD Emm EEN 2 A 4 | CPE a 0 ke PN
1 NRS nd NA kf eZ NE: ISEEN
OEI LANS Er Á f à A en Rn Te „5 A N + dE. IC 3 f y ne ie \ Kn KC
CJ | If pp SIL 7 || NS EE Ne ve ee úf / EA EN RN
LS A En NM Eje An : ' FN Ts mn ” Ne ' De s° SA nd WL BO A isa ZA
NS PII í * TN Hi en ES Ee ie hals 5 T Po V Hel Be 2
ir Ar) Ne TE NS / ij AE IEN OO
# | R e rs n ii Den et E 5 G Cm Br bees mr taan à E ; | p Î CW es / A B rs a „ B pe
Pe Ki en ASN E E / DS Ne A Fi î PNA Mee U eN oe
N k ‚& & Ne P il Su, dS it el ú Ô @D N Ne A8 Ì reen ZS d “ n GE
| h ee SN EN / de TEE De ee NN ON Nd 7 Bed
| ' 5 ' id 5 k he ) Ë N ii NN / e= 5 „ir 5 zor 5 4
A: . A 5 oe Ke OnS 0 de HE 5 | Ie a ei hef | $ E / | el
: UA N \ Bins Be zin 5 er B A 4 h N/ Ô 7 k re i Ï
IJ | SE : di NJ Fi k NE DNC 5 z je sen k Af Ne En = 5, NE 4 dé Ô Td
me Nie À SZ & 4 RS e en Do EE 2
j: 5 A \ S N, DN B N A E SN ATS , k es: ee enn e Se # nen
en ==) { ol | Are ee 3 ú „u Ì B Ke gt — ef nd \S X ;
Ee mn. Ô RR Ge | Nede 4 Nn be 4D nn Dan ON
en EA m by NN k À ei 5 We B N C D Ard A Zen 6 5 EE
Hs NS N a. en el RS ag OJ
Á À Nl AN El Ke % ie Ba rk |
Nm: de nt il En ik L nd SS kr Ge Die Js — BB zand Bd
ä 7 \\ 4 E sE 8 & hi Ee 3
Ere U A Ef Ea RS ca Bd
 ne p Ee / N Li r ZE WT en #4 Ä EDO Ee 4 pe Er Dj
Legenda IJmeermetro
Bertansce abon 5 ; Kannie. / onderwijscampus
15 Nieuwe ontwikkelingen ë ® _
C) Knooppuntverdiehting 3 Onderzoeksinstituut Tech-campus
open landschap [Ss] Accent stuwende werkgelegenheid
È BE ao: QQ Accent volgende werkgelegenheid
5 S Strand :
ED E Wmeerverbinding HOV ligging en hoogte
Ë En Maberieman ë Pans
ZE 5 Rietland -helofyten 8 Â Wmeerverbinding HOV op kolommen
2 P_ Waterverschillande dieptes B EE Hub - station met mobilityhub
ee O0 armen lepe waterfrontentwikkeling & Z_Hoveus . _
ANNEN zE men Impressie mogelijk toekomstbeeld:
Exelusief
‚ns {Metro bestaand Stadsboulevard
8 {__Weonlandschappen fe Twinepser
8 e Eamgaë: gene Z_ Matrospoor RRS 1
s a Snelweg ‘ringweg Almere ek Le ER Mede!
8 WM intense lsagbouw € dn ) Eee | I k eN EPE
5 Hoofd uitingeweg on HN U il d 7
Stadstuinen B kl AN e] 6 EEE À
B Parketad _<_Fiate f vaat veerverbinding h N IEI Benten î a
EE Stecsolokeen Mointoitenuws met uurtlogietiek En OM ER jn Kl rf rs
B Miced use @ opsreteeerain meorvorbinding eb NE he ie Al E} ge: ú Dn
MB innevatiecampus E dà Fiets/voetveer GO Af In B Nh me
8 A Bostaande mastraute bruine vlaat ie dl in kij ' per sshg B 2
en En ON BEN VAE 1
5 EE Land-water overgang h Watersportcentrum kite/surf/catamaran NE Een | 1 Ii H } B Le z E 5 m f fn gm”
5 BB Land-water overgang d‚mv. achteroevars/mooras ED cuituur leisure En Min MME ESS J | K he u E BE B en _N LZ INGANG | a
Ep vereren ampamou ten tene) avan 5 U, NN an dee
B PD uitereiden vaarroute blauwe as p E EE A me Lj ä e EE BV Ee nm AL mmm
ee Eilanden (exacte omvang an locatie Jntb sell ESS KEMA EI: \ f| f dj 8 NN / SNE Ù | pmm
— Bestaande luwtedam natuurvriende lijk inrichten @ saal ner P a H ei Ú 5 ichi AT | | | T | | { es
ie MBA * Nm: | | £ ik Kl A A
— Heure lawtedam Eiland natorviendelik @ te RE u hel D af EE! 4 Di ef ze ik dh, he lS | Nn
EE haf CG MAR AA 4 z E £ ij NE ip Âa, eid
Getrag E ° Aqusthermie locatie ntb Á Kr en 1 | Ke / p # j. I ai i B toa =en he . Mi Leffe.
MD verdieping- verondieping ca 250ha nt Ë @ aeotnermie locatie ntb : Db Ün, | en a ef LE
ping ieping S : hd Ue == Ì / ln Ï \
@ standen fezacte omvang on locatie Jrtb E @ Windmolens locatie ntb. ' ee, ee Pl : Na Hi
à it e U mad PN mms Tt p
@ Vaardever en achteroevera met eigen peilbeheer î ee Zon op water le LJ en ee 5 ed dat le In En, he te in
@ oestaandeluwtedam voorzien van DD Coliectieve wro ge — Pe a Ny À _ Te
Betnldaljke nn earoverdenid E 0 Waterbergend binnenmeer ah A Ai me „ Pf Ki ee
® Mieuwe luwtedam met geleidelijke 1 a, Î dn DN
landwaterovergangen : © Graan Blauw grid ke Ne =, Nl Dn en
(DP aereigeijke landwater overgang met eigen peilseheer OD Bouwen met nout / i Ee he nn En d
@ Eectogische verbinding bos en/of water ï pie dlaktiaden) r € DN er ú he
Te ON Na
zonering meravergeoruik gemee ed ee een Ì
(@ Binnenmeer Pampus met natuurlijke oevers 5 CD Netuuretrand
Ee
DP Matuurlijk peltbeheer Kromslootpark 2 @ eta ema
Verbeteren biodiversiteit bestaand
0 Zoeklocatie mosselrif @ lijk gebied
__ Galeidelijke land-wateravergang
_”_ Geleidelijke land-waterovergang met mmm
opgaande beplanting 2 (P voedsel inde stad woedsetbos ed)
7 Geleidelijke land-waterovergang-over- ë
stromingegrasland met natuurlijk peilbeheer 2
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 35
En PE Oe Wi Ee
ie  Ee: ne B, nn en / z
ES | K2NmMe lte 1 Ì IJmeerweg met mogelij tregelen /-/ 5
Ze _ (Ga = epen 1 BAS Ca 5 p
Ne Ll ad ij À B ne Ge. Ma al bh
_ Nr 3 vi es Mer anr fj ee de d 7 pi bell
« IJ L me Tr lk Te B per ve Ka nn aan } k R B d
Nn NG | ee pe OO VG, Q g
he DA en ke NER 5 SS fi DS 4 É En
Er OO ee ij EET al ee B
hi HM 7 4 NE e ; ge dE
/Á 4 aí d NE a Pak
Se N Á 5 Leg 7 N ' k p _ £ en ES A f Pr @ D Pi gn p 4 Ù f Ê
DN Ta), 9 Sheng ’ em ; ES
s 5 " nq \ /e E ie Veres 5 | f eik ns ide Te En eg NEO \e en „ 8
NR k Sed 23 On A ON
mp \ { D ki ú KR rd Ee Jd Er BL) bi 3 LB Oo
Sim 7 ND | 4 EK - Les CK PN B
> EN _ . En rel / _ UE EO Ee IO c . LEZEN
N SS Ames den ' 0 Eh A ee Ù Ee op EN Ks B f Big
| NN (4 rt Ge fi El Ven En. En sn k al LP) MS d nf
ID Km Se é 2 ER Eil ZO ‚ SSR
/ MI) Né nen es (2 Ae | E 5 5 q „eN 6 ik je Ë NAA Le, A dn Ds 7 Zal ON 5 SC Á K
A ZA TM NA NE SLO |
8 Ik WZ SZ JS ee 8 / / a Ä A EEE 7 ee ze _ ze Ie be > 8 Ed I/ 5 e 5 Í /f pe NI Aralee DX iS
IT ; ne En net en AE Ne OR TE SC Tof en se
KENNEN DSS í é \ Me, à nie mn C) ee Slee / Ps E e/ / 2
IA Sad en 5) NN en. DN ee da EN AE BENEL Mer
8 Dd Et 6 S eis TEE fi Ed eed D Te eN (rp IE, An
EA ( ES EEEN ee A SE he
eN dS
| K ï 2 md NS DN Re SS S8 5 7 Dm pe ze \ me ON Î he \ Ë PN Le
zi \ A kN A A En eN Ee Rf ze a B si / d Ják LE eld ye C- re e
SP NOL
À é Â N à D 1 ee NS LD EN 7 ° brt = En es / HE ed 5 NE id k
EN en AN hi Se S EN ne MEN A5 B == Kn B, + 5 Do
NS Ee en TE EN SA - k | @ Bi
il 2e ke ne \ Rd é d 5 Ke Rm + £ Ù
re O% ANT VP
\ > [74 \ A vi k En ONT : Se EL e ent al
5 ==) { sl 28 B E _# k | B Es En %/ pe E — er > ES nt LN
El =. he: 1 : Ne , \ d 7 is Zo Î SE B 2e , Ee E mj, k 5 rd
bake Paak A NO NN / GEE EN Pad OA 3.
= 5 / # 4 jk $ fe we 5 d ee dl A B id Zn - ge ee TEE Rr
aA EE ; EF We At AE 7 Es oe B en: B
ZN KR B En « ge : DE. rd
Pe, 5 EE Ì he en 5 B Ee Is pr EE
Ken. £ en an Af | Er # = — DvS B „e 5 } bk de tú BE, | g
Tg \ 5 | ASSEN ej De ef MN
g te he OWN he fi Be SW Se ES É PE 7 EO
| TS AN hang: eK NS ed B
} et ' ee. N f zr 5 ee =e # ed an EL | | DOO Si DE
ek dM r ei A =P 4 mm H SEE ed pe OE FE
Legenda IJmeermetro en IJmeerweg
Bestaande bebouwing 5 sy Kennis. / onderwijscampus
Nieuwe ontwikkelingen 8 @ Onderzoeksinatituut Tech-campus
Kneeppuntwerdichting ® @ accent stuwende werkgelegenheid
3 Open landschap (DP accent volgende warkgetegenheia
EM es
5 Strand en
a r IJmaerverbinding HOV ligging en
EW
È zi RAE 2 2 hoogte (boven/ondergronds)
8 ze Rietland -helofyten E d IJmaaerverbinding HOV op kelemmen
ZS P_ Water verschillende dieptes 2
ee. n Oe B # Iimeerverbinding auto ligging en
0 Verbreden dijkprafiel tbv waterfrantontwikkeling & heegte (beven/ondergronde) nto
vermchilnnGe lnpine EE) Hub-— station met mobil
en EE Ee = ityhub . zn .
s Exclusief pe Impressie mogelijk toekomstbeeld:
3 Woonlandschappen Á Tram Wonen, werken en recreeren aan kust Almere Pampus
ä WM Compact suburbaan „Metro bestaand
E EE Woon werk > Treinapoar
5 Intense laagbouw f Snatwag / ringweg Almere
Brama en Z_ Hoofdanteluitingsweg e
Parkstad
EE Hoofdfletsroute 8 jh eN B
IM Stuosbloken Fiets / voet veerverbinding re Ni m5 N
u Hoogbouw @ Meeiutertshubs met buurtloglstiek b neet PAI
Mixed Use AI A 11 5
stelterrain IJ binding ntb ee ee
NM tnnevatiecampus © SRAD en Pi 5 Ld k 2 I I | me \ Ë
DN Ze Fieto/voetveer LT Ad RE |
E 5 Vernatting È Ah Bestaande maatroute bruine vlaot Ee Se 4E San B Ì v
E WU Land-wator overgang B Lt Jachthaven ER nn AE
5 eD RE of
8 BB Lans-water overgang d‚mav. achteroovera/moeraa Dh Waters portcentrum kite/surf/catamaran & AZ ae Uik Wea Ki e dT
8 a Verbeteren Pampushout (eco stadabos) ED euttuor/ teievre BEE if He Ake en
“57 Eilanden (exacte omvang en locatie ntb F_sportwelden nnn j Er nue vpt Ld Nl
nn QD _urtereiden vaarroute blauwe as Bananen Û bil) — nm
— Bestaande luwtedam natuurvriendelijk inrichten nne \ 5 „ES ==
. 8 Ee Ee ® Rondje IJmeer menan oe ij 4 An
— Nieuwe luwtedamn / Eiland natuurvriendelijk en EE d
inrichten @ a rar naer saikonit ATEN 4 A
e, Visverbinding harde houtsoorten rn Ee Pd
@ verdieping verondieping ca 250ha.ntb Z {VD Aausthermie iocatie ntb | | es
8 | \ RE ANA kh
0 Eilanden lexacte omvang en locatie Intb 8 Geothermie locatie ntb Î | N d En En A ef dk dh . df kan
at pen sl Er $ E DD 5 a me
@ voaroever an achteroavars mat eigen pellbeheer ï Windmolens locatie ntb TE ì Lie ie Al , ik ze |
ens KE A F] de
® Bestaande luwtedam voorzien van ï Zon op water ( 5 Sf EN X & Ei € [=
mang tancwasrorne 5D otto e AP -/ AL \
(B Nieuwe luwtedam mat geleidelijke ee …: Ee EE NN
landwaterovergangen ED werervergend binnenmeer A, dj ed Pf Ì -
(Ì getsiaelijke tandwater overgang mat eigan peilbeheer É © sreenvtauw grid f | : DN Pd EN
h Ni 1 Es n ” Pe Î nn kie Kit Bi end
O soongeenn verneemt wr Oei ; ANWERKCA BAN Pit E B lerclhen RSE
@ Zomering recraatief gebruik 7 EA stadsbos r 5 © ie rs ENEN Dd EE Ered En EE
CP Binnenmaar Pampus mat natuurlijke oevers 8 Ch Hetuürkrand J
5 ee
DP Natuurlijk peilbeheer Kramslootpark Ë ©} arcen blauw grid Ee le an PB
ie ‚ u =
@ zoekcntie mosserrif SD verbeteren biodiversiteit bestaande î Kien
‚=_Geleigelijke land-waterovergang Gromnrtrueturen S ge | j
Geleidelijke land-waterovergang met Pedals eean :
“opgaande beplanting ee Ce '
_Geleidelijke land-waterovergang-over- 8 0 Vaadsel in de stad (voedselbos ed) ha
*__stromingsgrasland met natuurlijk pellbehaar î Ô
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 37
Pr r L RE en E al - PR É Wa 2 De — 4 a
pe SE DE pn ken alte T i dING 15po0 tm u ze b he Leen Cd De 5 ee
Ee 5 TAAI EEN ee EP \
TS sl B elle SAP [ Er : }
ef TN á
k ef = Ie ie el Deden DP en © 5 |
RE ad Z | Bs
NN ZG MDS Á
N ip En k, - Ae zi Ë Í K Á nf 5 EE EE ì
Ks HMT 4 A PN
B WE Le ED © À Pe MA | Le 4
N 4 Dry Sh vs tied A 4 OP: 05 007 & Ld
Ee. en, )/& eel Talked Ba nd En A PAS NN
AA S Vr / y dd K A el ll Bi d sE Pd a \ Z ; Ws
AGN \ fe A Bn x 4 a ae 5 ze Jd 15 El o B nd 5 el
=S \ \ | a k Là 4 E 5 B enn EADE Bee eN
= Ne \ S En, tú 5 a 7 _ B) # in En 9 0, DS AS b zu
N IT EE mien ne A ' If / en nikk & EAS he HB Fe Bane Âr RC Pr
„ NEN NS D 4 Et in En ke. A, Ï \ EK nd Se zl Ee E 5 Á OA af 5 D, a 4 Ce: A
DEE AA Z LO ee PAR Ef
PAIN A Al Vonn nr En Á et sn 8 df EE be D O ï IC, 7 Li Wen NED \
Í ( 1675 A SPN en |: Se aal} EN ES Den NS sere W / - De LX ke
SIE | SAN | ne LL AGMEEK ©
Nil A5 pr / 5 A Ô mn \ 5 | htt 9 CN LA EEN
ERN BN NNS lek ENE Se \ AM AED \
| 4 E ed 3 d NE NN nk en n N 2 & d De ee A N Si | bs kr ER 1 AD j 9 4 e |
| BNR SPSS Nd E IN A A AMA
FS ' L ge ENGS zÂ, 5 Nd / N ed À 7 ' gn ie Í D 0D € Den fl SA (O ee : OAN / p / be ED
a \ ee 4 dé NN BR & EE BCH EN 5 é P B Gah — ie:
dis ) EREN ES Ad NG ; RR
Rs ZN À 5 EN = mmm 5 EE E B & Ü DJ eG
LE) Le SE Ne Zeer ES : in Ei ms 8 zr \ d
à SS î 1e ZZ à \é 8 5 B | - Ee Se ® B) ee == Kk d B \ g me
IS KAD ma SP ll
Dd Ù he En Ok 2 0 B a Ee — nn EF =sl £
5 Ae C Mi A ee bs | 3 En en PE En 5 En E Sn A 1 7 ‚
en È 5 s\ E é N N 4 Ne 5 EA Ge î @ Ke zE IN En = = e e 5 5 ES SSN 8 Zg E } ad É
TN ke , ë 8 Pe Lr ik : REE k Nn - A
A nen rs ; EREA re f de mk Ee EE, em È od
4 Th k ki he EE 5 5 DA ej 9
# Ne dt EN k ge E en RE EE hk Ë ff VEE EE e
me een BP ó ls Pi ix se tn Pf
á nn kn A \ Ö dj Le P an in EN Pen an IS 2e) ht d E Ë
' 7 A À À Ee pr
Legenda uitbreiding hoofdspoor
Baetanidde eouAfig ry Kennlac, / onderwijscampus
Hi Nieuwe ontwikkelingen m Ò
@ Knooppuntverdichting 5 Onderzoeksinstituut Tech-campus
EE 8
z Open landschap À © Ascent stuwende werkgelegenheid
8 MN ee 0 Accent volgende werkgelegenheid
5 “Strand a
B 2% Waterplanten 8 2 hal ree
8 C2s_ Riatland - helofyten Ë Hub = station mat mobilityhub
5 PF _ Verschillende water dieptes E HOV Bus
EIN EEE a / Tram ‚ _
5 MN eur E_ Matro bestaand Impressie mogelijk toekomstbeeld:
_Weenlandschappen mi . …
IE compact uburbaan 5 Ear Zicht op centraal almere nabij weerwater
5 Matrospeer
E ER veen verk ff _ Snelweg! ringweg Almere
= WM intenselaagbouw
Stadstuinen #_Hortaomenstengkeg
— _ Hoofdfietsroute
ME Para «__Fiete / voet veerverbinding
MM Stacsttekken knaapsunt e stat
B Hoogbouw @ Opwaarderen ppunt wans us
EN Niked Use (Q Mobiutertshubs met buurtlogietiek Î
MN ineevetiecampus F di Fiete/voetveer \ care /
8 4 Bootaande maatroute bruine vloot \ ALN gaal, k
EE & £ _Jachthaven/Muiderstrand ' rn Sa
E — Wernatting
E B wrd Fi EU ECuttuur/ weisure |
3 * Sportvelden
B B Land-waterovergangd.ma. achtervevers/moeras
8 P_urtereiden vaarroute blauwe an L er
2 Gs Verbeteren Pampushout (eco stadsbos) _ Tr 8 é Ii |
Q Pondjemeer hi III Î B |
"js Eilanden (exacte omvang en locatie Jntb " Ei Í Î lm | B ” 2
n @ Omvermen naar parkbos mat ban DE Hak he eN 3
— Bestaande luwtedam natuurvriendelijk inrichten harde houtsoorten = 5 | Ï | | ==: De
— Nieuwe luwtedam / Eiland natuurvriendelijk ë ° Aguatherrie locatie ntb a ed == En | : id Ei # f
inrichten _ If nm En
Geethermi i A fl Sans nn he kr
ey Visverbinding to ha Dl a/b a Nan a 1 mi
CP verdieping - verandieping ca 250ha ntb ë O) Wandmetens catie ntb | ZIEN | KN OE n Hi | É | | Po ü | re Tr ae
@ Ertanden (exacte omvang en Locatie) ntb 8 zon op water Ten oa ernaar gl EAA EL ME meeeevaanserveenteennenvensevennenservsvesendjeesenenennn en jendegeennn …Ij O Ï E
CD Caliectieve WKO ‚Nn Na &: En mn | ed
(@ veorvavar en achteroovers met algen peltbeheer ani Ì à & = EN _ ar EN am EE
(@_ Bestaande wwtedam voorzien van E (M waterbergena binnenmaar lj panmnnmner” manman (Sl fe. U Ne, A en m
geleidelijke land-waterovergang £° ne = 5 mln br Ln A mn
(B rieuwe uwtedarm met geleidelijke _ _ f - j b LL En |
landwaterovergangen È © Bouwen met hout (bij lagere dichtheden) 3 \ ii : h Ì en —
@ Geleidelijke landwater overgang met eigen peilbeheer E ee Stadabos | HEEE Il i | 8 ' | ë
D Ecologische verbinding bos en/of water 5 0 Natuurstrand af - > en
@ zonering recreatief gebruik 5 @ aroenbiauw grid Zee DN |; " ij s
5 ed Eb Een BPN
(DP Natuurlijk peilbeheer Kromstootpark CD Verbeteren biodiversiteit bestaande ee 4 Ee e granen LL LLL
groenstructuren We eN 5 Î ’ T| 8 ee end annet aan gg gard! Lm
@ zoeksoorte moveerrt (DD Verbeteren biodiversiteit bestaand Een Pt dn. mT gaanndld goggga ha ndhe eee ener
… Geleidelijke land-waterovergang stedelijk gebied A E: Ee 7 “ | Dn ie B ETL ant U l s
Geleidelijke land-waterovergang met ne aen ENE Nj AED el
en 8 QD voedsel in de stad (voadsalbos ed) : ae A RN
‚s_Gelsidelijke land-waterovergang-over- £ KE Et CERA E
stromingsgraaland met natuurlijk peilbeheer ee at: J E Senn Ee À hen - de E
Ee Een 5 Be De va „8 AV Pm 8
AE EN PE de en in
EN ee EN, ee
Ar Bn 4 di mk fl enh he
B rd re Am
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 39
Fasering per alternatief
tot 2825 2425-c038 2030-2040 2048-2058
Alternatief IJmeermetro
E SE M KE ON GeV tk
NM is } Pe an ) je f. CL 4, VE / 2% Ko ee OM / PE 5
GS Et GS ES Ben GS mé eN GS KS $ SRO
A Ee KA ie “ EN SA e \ s ed DN B = \ Re, s == DN e je AS,
EN Ne. - 2e 8 TN
Re. Ge A Ee. Ei 5 a le \4 Ja Ce
ie Ke OER k „re Tide
Legenda Alternatief IJmeermetro+IJmeerweg
— Bereikbaarheidsoplossing
Bestaand bebouwd gebied
ER Locaties gebiedsontwikkeling
EE Eerdere fasen locaties gebiedsontwikkeling ) 1 ee ) a SS
VN ORN OL
EN. Lent OV OR a
4 DG n Zit: Ee De 9
> m Ge NN Ce
EN _… S an $
le Ki > 5 el Ik \ 0
Alternatief Uitbreiding hoofdspaor
ll a 2 ll â Ze
c 5 5 4 ES c = bh. d £ ES eh
[25 Nam AT (25 Kmú Î 4 ZR
SEN a TON G ORS
Je 5 p K9 EL Je GE N " Ko en
EC A
ze js ze IS
le Ë ) o 4 AN \ ei
40 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
5.2 VERGELIJKING RUIMTELIJK-
ECONOMISCHE ONTWIKKELING
Eerste inzichten rond fasering In samenhang met de vraag naar woningen in de Belangrijk verschil tussen de alternatieven is de mogelijke
Op basis van de kantelpunten (zie 4.4) is een fasering per Metropoolregio Amsterdam, stedenbouwkundige kwaliteit, realisatie van een binnenmeer. Dit binnenmeer kan
alternatief opgesteld. Deze fasering biedt de volgende de capaciteit van (potentiële) ontwikkellocaties, natuur- en naast landschappelijk kwaliteiten ook belangrijk zijn
inzichten: ecologische doelen en randvoorwaarden en mogelijke voor wateropslag (zie ook 5.6). Bij de alternatieven met
* _ Een IJmeerverbinding is technisch op zijn vroegst bereikbaarheidsoplossingen is bij het opstellen van de IJmeerverbinding past een hogere stedelijk dichtheid en is
gerealiseerd rond 2035 (het Amsterdamse deel 1 á 2 jaar alternatieven een waaier van woon-werkmilieus opgesteld. ruimte voor een binnenmeer én een groen-blauw grid. In het
eerder); Dit is gedaan in een stedenbouwkundig onderzoek en in lijn alternatief met Uitbreiding hoofdspoor past een profiel met
* _ De realisatie van de uitbreiding van het hoofdspoor via de met het onderzoek naar de woningbehoefte in de Amsterdam een hogere aandeel grondgebonden woningen, waardoor er
Hollandse Brug kent een langere doorlooptijd. Deze kan Bay Area. Omdat deze samenhang per alternatief verschilt, geen ruimte is voor een binnenmeer; voldoende groen kan
op zijn vroegst rond 2040 gereed zijn. Dit is ruim na het verschilt ook de vulling van woon-werkmilieus per alternatief. gegarandeerd worden door een uitgebreid groen-blauw grid
bereiken van het eerste kantelpunt. De grootste contrasten tussen de alternatieven zijn te vinden door de wijk en meer groen op privéterrein.
* _ Uit inhoudelijke onderzoeken rond gebiedsontwikkeling, in de deelgebieden Almere Pampus, Centraal Almere en rond
economie en bereikbaarheid volgt dat extra de Flevolijn-knooppunten. In alle alternatieven wordt ervan
werkgelegenheid in Almere noodzakelijk is voor de uitgegaan dat lopende plannen in het Noord-Hollandse deel
ontwikkeling van de Amsterdam Bay Areae. Dit verbetert (inclusief IJburg) en Almeerse deel van de Amsterdam Bay Area
de woon-werkbalans en robuustheid van de economie volgens bestaande plannen worden gerealiseerd*.
van Almere en de Metropoolregio Amsterdam. En draagt
bij aan een meer evenwichtiger pendel. Dit betekent dat * Het gaat hier om plannen in en grenzend aan de bestaande Almeerse
werkgelegenheid op korte termijn aandacht vraagt, in ieder wijken, Almere Poort, Nobelhorst, Oosterwold, Krijgsman Muiden,
geval al vóór de ontwikkeling van Almere Pampus. Deze Weespersluis, IJburg fase Il, Zeeburg en Sluisbuurt.
inzichten ondersteunen eerdere inzichten: beginnen met
het doorontwikkelen van bestaande gebieden voordat
nieuwe gebieden starten. Waaier woon-werkmilieus
* _Er moet op korte termijn worden gestart met het realiseren 5 Ee S f
van natuur- en ecologische maatregelen in en om het AE, SS Thx RS 4 5 SSN nn ej.
Markermeer-IJmeer. tn SS 4 oee EE NE a eN ie
Exclusief Woon-werk Woonlandschappen Intense laagbouw Compact suburbaan Stadstuinen
es >
me Ee cn
WE AE WS AL &
Parkstad Mixed-use Stadsblokken Innovatiecampus Hoogbouw Buurthub
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 «+ FEBRUARI 2022 41
Alternatief IJmeermetro De IJmeermetro vergroot het economisch potentieel van de Alternatief Uitbreiding hoofdspoor
Het ruimtelijke onderzoek laat zien dat voor Almere Pampus, Amsterdam Bay Area omdat de bereikbaarheid van banen Het ruimtelijke onderzoek laat zien dat een passend woon-
de grootste woningbouwlocatie binnen de Amsterdam toeneemt. Centraal Almere leent zich, in alle alternatieven, werkprofiel in dit alternatief in lijn ligt met de bestaande wijken:
Bay Area, een accent op stedelijke milieus passend is voor de ontwikkeling van talent, kennis en formele de focus ligt met uitzondering van Centraal Almere en de
vanwege de snelle verbindingen. Hoge dichtheden kunnen instituties op een campus voor onderwijs/bedrijfsleven in ontwikkelingen rond de knooppunten van de Flevolijn meer
worden gecombineerd met groen. Daarnaast is er ruimte Centraal Almere. De hogere stedelijkheid en mogelijkheid op groenstedelijke woon-werkmilieus en appartementen in
voor compacte laagbouwmilieus, hetzij in beperktere tot knooppuntontwikkeling rond de metrostations in dit een bijzondere landschappelijke setting. Het meer suburbane
mate dan elders in Almere. Een verhouding van een kwart alternatief maken Almere Pampus op de langere termijn karakter kan als kwaliteit en tegenhanger van de andere
grondgebonden woningen en driekwart appartementen in een geschikte locatie voor mogelijke verdere (innovatieve) grote ontwikkelingen binnen de Metropoolregio Amsterdam,
Almere Pampus is opgenomen. De grondgebonden milieus campusontwikkeling. De kust van Almere biedt kansen voor zoals Havenstad en Zuidas, worden gezien. Compacte
passen bij de vraag naar betaalbare grondgebonden woningen bedrijvigheid met een recreatief en nautisch profiel, inclusief laagbouwmilieus in Almere Pampus hebben in dit alternatief
binnen de Metropoolregio Amsterdam. De hoogstedelijke hotels. in het ruimtegebruik de overhand met, in lijn met de Almeerse
ontwikkeling hangt direct samen met de IJmeermetro. Deze traditie, veel ruimte voor zelfbouw en samenbouw.
leidt tot een verstedelijking met grote contrasten in Almere Alternatief IJmeermetro+IJmeerweg
Pampus: een stadsdeel met hogere dichtheden rond de Het ontwikkelde woon-werk profiel van dit alternatief kent Voor Almere Pampus is uitgegaan van de helft
stations en met ‘intense laagbouwmilieus’ (zeer compacte sterke gelijkenissen met het alternatief IJmeermetro. De eengezinswoningen in suburbane woon-werkmilieus, het
rijtjes eengezinswoningen) op plekken die wat verder van de bereikbaarheid van Almere Pampus via metro en IJmeerweg grootste deel van de andere helft bestaat uit appartementen
OV-knooppunten af liggen. bieden de condities om op een breed palet aan woon-werk in stedelijke milieus. Passend bij Centraal Almere is een profiel
milieus in te zetten die zowel met auto als OV goed bereikbaar dat zich vooral richt op de kwaliteit van wonen in en nabij
Bij Centraal Almere past een focus op kwaliteit van wonen in zijn. In vergelijking met het alternatief IJmeermetro kent de levendige binnenstad. De in dit alternatief opgenomen
en nabij de levendige binnenstad. Optimaal ontsloten met dit alternatief minder hoogbouw en stadsblokken woon- geïntensiveerde Flevolijn geeft Centraal Almere een snelle
de regio en specifiek met Amsterdam via de Flevolijn en de werkmilieus. Dit omdat door de aanwezigheid van de verbinding met de regio en specifiek met Amsterdam. De
IJmeermetro. Woonmilieus rond het station en binnenstad zijn IJmeerweg de verwachting is dat het gebied meer (bewoners Flevolijn maakt het ook mogelijk knooppunten bij het spoor te
sterk verstedelijkt, in de buurten daaromheen is meer ruimte met) auto's aantrekt, waardoor er meer vraag is naar minder verdichten, met name rond station Almere Poort.
voor compacte laagbouwmilieus. De knooppunten van de hoogstedelijke woonmilieus waarin ook plek is voor deze
Flevolijn laten in beperktere mate verdichtingsmogelijkheden auto’s. Ook zijn er geen exclusieve en woonlandschap woon- Vanwege het minder hoogstedelijke karakter in Almere
met stedelijke woonmilieus zien. werkmilieus opgenomen. Daarentegen biedt dit alternatief Pampus en ontbreken van een metrolijn, is de verwachting
wel meer ruimte voor het ontwikkelen van “intense laagbouw’ dat het economisch profiel meer in lijn ligt met het bestaande
woon-werkmilieus. Voor Almere Pampus is uitgegaan van een profiel van Almere. Grote werkgelegenheidsmagneten en
verhouding van ruim een derde eengezinswoningen binnen campusontwikkeling lijken in Almere Pampus minder voor de
de suburbane milieus en twee derde appartementen. Het hand te liggen. De verwachting is dat de economisch impuls
economisch profiel is grotendeels gelijk aan het alternatief zich met name concentreren in Centraal Almere en langs de
IJmeermetro. knooppunten van de Flevolijn.
42 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Doorsnede waon-werkmilieus IJmeermetro
AMSTERDAM WBURG IJMEER PAMPUS CENTRAAL ALMERE
EEH TJ
mee TT
LH zanr Li 7:
‚ b HE EHH TTT LL KANTOOR
Cot Mk ÛS EEEN . LN TTE
EE iS oet EEE LEE ale Kie ;
at E diel TT Ek EE Wk ge
Einar é ascia HE REECE En ER O5 RE KE
, LEN rr En BEEN = L ET EE Ss 5 S En ra = nn En 8 }
OEE Te ‚ OLE Ee EE an ETT TE Is Ak MFS
DT EN en Tad es nme | an je WL USE ed:
EM KEEL EE Ee A CK) IA ej
Doorsnede waon-werkmilieus IJmeermetro+IJmeerweg
AMSTERDAM WBURG IJMEER PAMPUS CENTRAAL ALMERE
PT
HEE HH
geit | Ì 3 n _H ITE pasen mn
| El 4 8 Á en if Ke en PETN ede eit, PE, Ets
vs | mn Ee N =E El E, z he É
mn) muk F ad TL fi Ì En NS n= HE TTK 5 MM Fati ante Denk
ii ME wt A TTI: / ze z= EET ATH ON CERES. : EEEN
EPE Ki Ep ti JD en STe KEU HERD Or MORE SE 5 : ie
EEN ET 8 IE KE. 8 IE ti eid ONE el Hitt n n N=
Or mr: IR IN Te al eremigee il J fri Ii ries MP:
Ede Wiee ze a BE Ean , Eren — GE u ui DE (Ea KE f
En EN kes Ì : Pf EE Ì et man iS ak el a da) n= 4
eN: J k | OEE En ar) | pf bh
Doorsnede waon-werkmilieus Uitbreiding hoofdspaor
AMSTERDAM LIBURG IJMEER PAMPUS CENTRAAL ALMERE
nT
Ld _
4 EERE IH E KANTOOR
dE E jn EN eek 1
ol ek A Ò TES f
EE d me - TELT 4 Ë jd eeen * Î e É. Ï AK hd le En Uignns ’
al A in B Jm er si k dein Bs zn iS HH I- H p , ETEN KELE
IE te Bi: j: DL G Ar Ee Ë dd Pr. b ed Ik
it re Ll Mi p ’ ei MN en agen gr en je U 1 gr
arken een, Ee Te nr en e mt = vranaantektnd Pl e nen 4 Kd en CRK | tes, MEE orTT)
dg Td ph us Eed ne en amen tld |
5 be LN KEES n En _T_- En ee VIE end b
mmm ,
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 43
5.3 VERGELIJKING BEREIKBAARHEID
In het bereikbaarheidsonderzoek is het oplossend vermogen deze metroverbining loopt van Almere Centrum, via Pampus, Het alternatief IJmeermetro+IJmeerweg heeft dezelfde
van de drie alternatieven in beeld gebracht. Daarbij is gekeken IJburg en vervolgens bij station Diemen Zuid aantakt op eigenschappen als het alternatief IJmeermetro, plus een nieuwe
naar knelpunten, bereikbaarheid van banen en reistijden. het bestaande Amsterdamse metronet om te eindigen bij wegverbinding door het IJmeer. Deze 2x2 (100 km/h) autoweg
Uitgangspunt voor het alternatief IJmeermetro (en de metro Isolatorweg. Dit vraagt aanpassingen in het Amsterdamse loopt van knooppunt Diemen langs IJburg en Almere Pampus
in alternatief IJmeermetro+IJmeerweg) is een verbinding metronetwerk (zie tekstkader). Als uitgangspunt voor parkeren tot een nieuwe aansluiting op de Hogering.
door het IJmeer tussen Almere en Amsterdam voor metro is een norm van 0,9 parkeerplaats per woning gebruikt.
en fiets. In het onderzoek is als uitgangpunt gehanteerd dat
MAATREGELEN AMSTERDAMSE METRONET
Aansluiting van de IJmeerlijn op het Amsterdamse metronet vraagt om aanvullende maatregelen
waarvoor aanvullend onderzoek in een eventuele Verkenningsfase nodig is. De maatregelen
hangen samen met de wijze van aansluiting op —en toekomstige ontwikkeling van — het
OV-EXPLOITATIE IJMEERLIJN Amsterdamse metronet. Grofweg zijn er twee opties:
In het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area is als uitgangspunt gehanteerd dat de IJmeermetro 1. De IJmeerlijn sluit aan op het bestaande (vervlochten) metronet. Dat houdt in dat de
rijdt van Almere Centrum tot aan Isolatorweg in Amsterdam. De metrolijn doet vanaf Almere IJmeerlijn wordt toegevoegd aan het huidige lijnvoering en dienstregeling. Aanpassingen
Centraal tot met Diemen-Zuid 8 haltes aan, inclusief twee nieuwe haltes in Almere Pampus en die in dat geval nodig zijn betreffen het vergroten van de capaciteit van de bestaande
IJburg en de nieuwe halte Diemen Sniep. Na aansluiting op het Amsterdamse metronetwerk bij metroinfrastructuur. Voorbeelden hiervan zijn de aanleg van extra sporen en/of het aanpassen
Diemen-Zuid loopt de IJmeerlijn verder via het bestaande metronet aan de Zuid- en Westkant van van het beveiligingssysteem van de Amsterdamse Metro.
Amsterdam, eindigend op Isolatorweg. 2. Het Amsterdamse metronet wordt ontvlochten om ruimte te maken voor de IJmeerlijn: metro's
vanuit Amstel rijden dan alleen nog richting Gein en niet langer richting Zuid. Daardoor vervalt
De IJmeermetro zorgt voor een nieuwe, hoogfrequente rechtstreekse openbaar de rechtstreekse verbinding tussen Amstel en Zuid en de lijn van Gaasperplas naar Van der
vervoerverbinding tussen Amsterdam en Almere. De IJmeermetro heeft een operationele Madeweg. Om de effecten daarvan te mitigeren zijn in de kostenraming twee aanvullende
snelheid van 70 km/h en frequentie tot 20x/uur. Deze hoge frequentie is passend om toekomstige HOV-verbindingen opgenomen, die deze rechtstreekse verbindingen herstellen.
ontwikkelingen mogelijk te maken. Doordat de lijn rechtstreeks aantakt op het Amsterdamse
metronet zullen veel reizigers van deze verbinding gebruik gaan maken. Het gaat op de Een keuze tussen beide opties vraagt nader onderzoek (zie ook desbetreffend tekstkader in
doorsnede IJmeerverbinding om zo'n 84.000 reizigers per dag tussen Almere en Amsterdam. Ook hoofdstuk 8). Voor beide opties geldt dat deze moeten worden beschouwd in samenhang met
vanuit IJburg zullen veel reizigers gebruik maken van de nieuwe metroverbinding. Vooral voor andere ontwikkelingen met impact op het metronetwerk, zoals het sluiten van de kleine ring en
Almere Pampus en IJburg ontstaan er fors korte reistijden richting de Zuidas. De deur tot deur het doortrekken van de Noord/Zuidlijn.
reistijd neemt hierdoor met ca. 18 minuten af.
Voor de kostenraming is nu uitgegaan van optie 2 ‘ontvlechten’, waarbij aanvullende maatregelen
Een deel van de reizigers komt uit het bestaande openbaar vervoer en kiest nu voor de zijn genomen om de rechstreekse verbinding tussen Gaasperplas en Van der Madeweg en tussen
IJmeermetro omdat deze aantrekkelijker is. Maar er worden ook ca. 25.000 nieuwe reizigers in Amstel en Zuid te herstellen. Hiervoor is een stelpost van € 350 mln. opgenomen. Daarnaast is
het openbaar vervoer verwacht. Dagelijks worden er met een IJmeermetro 2,5 miljoen extra rekening gehouden met de aanleg van extra opstelterreinen en werkplaatsvoorzieningen. Hiervoor
reizigerskilometers in het openbaar vervoer gemaakt. is een bedrag van € 300 min. als stelpost opgenomen.
De IJmeermetro ontlast het hoofdspoor en de IJtram, waar zonder aanvullende maatregelen Eventuele inzet op het alternatief Uitbreiding hoofdspoor vraagt om beperkte aanvullende
knelpunten worden verwacht. maatregelen.
44 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
In het alternatief Uitbreiding hoofdspoor is gekozen om spoorverdubbeling kunnen in dit alternatief tot zes extra Om de mobiliteitseffecten en knelpunten in beeld te brengen
investeringen in de bestaande hoofdspoorcorridor Almere — treinen (Sprinters) per uur, per richting over de Hollandse Brug is gebruik gemaakt van het verkeersmodel VENOM 2018. Dit is
Amsterdam te onderzoeken: de ontwikkelstrategie zet zo veel rijden en kunnen Intercity's vlotter doorrijden. Almere Pampus een gebruikelijk model in MIRT-Onderzoeken.
mogelijk in op het versterken van het bestaande hoofdspoor wordt ontsloten met een HOV-verbinding via Almere Centraal
tussen Almere Oostvaarders en Duivendrecht. Door een en Almere Poort.
Verschil in reistijd tussen alternatieven ten opzichte van reistijd in referentiescenario, Effect bereikbaarheid per alternatief ten opzichte van referentiescenaria
bij BBk extra woningen in Almere, in minuten waarin 88k woningen worden gebouwd zonder investeringen in infrastructuur
Gass PA
TIW MT | |D
REFERENTIE IJMEERMETRO | UITBREIDING IJMEERMETRO | UITBREIDING
SCENARIO +IJMEERWEG | HOOFDSPOOR +IJMEERWEG | HOOFDSPOOR
Amsterdam IJburg + Amsterdam Zuidas KNELPUNTEN OV ++
VOERTUIGVERLIESUREN (VVU'S) 0 |
KNELPUNTEN WEG ot |
Samenvatting effecten
++ positief effect
+ _ licht positief effect
0 _geen/neutraal effect
-_ negatief effect
? onduidelijk, meer
onderzoek nodig
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 45
Effecten bereikbaarheid Alternatief IJmeermetro of verlicht. Naast positieve effecten op het hoofdspoor ontlast als gevolg hiervan grootschalige knelpunten op Al en A6. De
De IJmeermetro draagt fors bij aan het verbeteren van de IJmeermetro ook de IJtram en de HOV-bus tussen Almere en IJmeermetro biedt een alternatief voor reizigers, maar lost
de OV-bereikbaarheid. De IJmeermetro creëert nieuwe Amsterdam. problemen op de weg niet op. Vrijgekomen ruimte op de weg
verbindingen tussen de ontwikkelgebieden in de Amsterdam wordt weer opgevuld door latente vraag, waardoor er geen
Bay Area (Almere Centrum, Pampus en Amsterdam IJburg) en Uitgangspunt in het MIRT-onderzoek is dat een noemenswaardige afname is van het autoverkeer. De in dit
de economische centra van de Metropoolregio Amsterdam. IJmeerverbinding voor 30-70% uit een tunnelverbinding alternatief onderzochte oplossingsrichtingen bieden daarmee
Hierdoor groeit de bereikbaarheid van de regio: bewoners bestaat. Effecten op de scheepvaart zijn daardoor beperkt. Daar geen oplossing voor (tbenemende) knelpunten op de Al en A6.
van Almere kunnen direct gebruik maken van het fijnmazige waar een brug ligt is er hinder voor de pleziervaart.
metronet van Amsterdam. Er worden hierdoor per dag zo’n Door een investering in de IJmeermetro, komen de
30% meer OV-reizen tussen Almere en Amsterdam gemaakt De woningbouwambities van de Metropoolregio knooppunten langs het Amsterdamse metronet en de (nieuwe)
ten opzichte van referentie bij toename van 75.000 woningen Amsterdam in combinatie met de grote scheve woon- knooppunten in Almere dichter bij elkaar te liggen. Dit geeft
in Almere. Hiernaast wordt het OV-knelpunt op de Hollandse werkverhouding Almere-Flevoland leiden tot knelpunten op mogelijkheden voor een gedifferentieerde ontwikkeling van
Brug samen met een aantal andere spoorknelpunten opgelost het hoofdwegennet. Binnen de Amsterdam Bay Area ontstaan de knopen, waarbij ze elkaar gaan aanvullen. Denk hierbij aan
Bereikbaarheid banen met OV bij realisatie IJmeermetro. Bereikbaarheid banen met auto bij realisatie IJmeerweg.
De blauwe blokken geven het effect van de IJmeermetro weer, de groene blokken het effect op overig OV. Door De rode blokken tonen het verschil in aantal bereikbare banen per auto. De figuur laat zien dat de
realisatie van de IJmeermetro zijn er kortere reistijden naar toplocaties, een toename van het aantal bereikbare autobereikbaarheid van Almere Pampus verbeterd, maar dat wegknelpunten ontstaan in Amsterdam
banen en meer ruimte op het hoofdspoor door het afvangen van reizigers. en Diemen en het knelpunt op de A1 blijft.
in Sas
\ | EZ Beed N ; Pe
usreizigers mere
Toename bereikbare nine
NL banen met OV DN SL,
FE Ee De
eh ele a Ë 7 Verschil bereikbare
\ ee N banen auto eam".
| © a 5 en Oan :
—(CELEFTE ee D
Kn KT / EK ele Ê
en in’ LE se ene nn
AT krieoppunt lr dd Knelpunt A1 blijft
e Zwaardere bolasting Ad :
Sprinter knelpunt Almere - Amsterdam CS opgelost
IC knelpunt Almere - Amsterdam Zuid verlicht
46 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
bepaalde werkgelegenheid of voorzieningen in Almere, die Hoewel de IJmeerweg gunstige bereikbaarheidseffecten laat Effecten bereikbaarheid Alternatief Uitbreiding hoofdspoor
op dit moment niet elders op de corridor aanwezig zijn en vice zien voor Almere, pakt deze voor andere gebieden ongunstig Een spoorverdubbeling tussen Almere Oostvaarders en
versa. uit. De IJmeerwegverbinding leidt tot een toename van Duivendrecht maakt het mogelijk met meer Sprinters te rijden
het autoverkeer op het hoofd- en onderliggend wegennet tussen Almere en Amsterdam CS/Duivendrecht. De nieuwe
Effecten bereikbaarheid Alternatief in de directe omgeving aan de Noord-Hollandse zijde. Zo spoorbediening zorgt voor verlichting van de spoorknelpunten.
IJmeermetro+iJmeerweg neemt als gevolg van files de reistijd over de weg van IJburg De knelpunten op het bus en tramnetwerk, zoals de IJtram en
Het alternatief IJmeermetro+IJmeerweg scoort op veel naar de Zuidas toe met 9 minuten. Netto blijft het aantal de HOV-bus Almere-Amsterdam Bijlmer, worden niet verlicht.
aspecten gelijk aan het alternatief IJmeermetro. De effecten voertuigverliesuren (VVU's) zo goed als gelijk. Daartegenover De spoorverdubbeling zorgt voor een beperkte reistijdwinst
van de IJmeermetro gelden ook voor het alternatief staat dat de investeringen in dit alternatief een stuk hoger voor de Intercity's (2 minuten). Maar er worden geen nieuwe
IJmeermetro+lJmeerweg. De bereikbaarheidseffecten van liggen dan in het alternatief IJmeermetro (zie hoofdstuk verbindingen geboden, waardoor de reistijdwinst minder is dan
de IJmeerweg op de wegbereikbaarheid laten een positieve 7). Ook leidt een IJmeerweg tot meer autoverkeer en meer bij een IJmeermetro. Voor het Gooi neemt de bereikbaarheid af
en negatieve kant zien, maar bieden geen oplossing voor autokilometers. De auto wordt meer gebruikt. Het alternatief omdat voor deze reiziger een extra overstap nodig gaat zijn.
(toenemende) knelpunten op de Al en A6. IJmeermetro+lJmeerweg is het enige alternatief waar de
CO2-emissie toeneemt, met 28 Kton CO2/jaar. De impact op de wegproblemen is evenals de IJmeermetro
beperkt, vanwege de latente vraag. Daarmee bieden in dit
alternatief onderzochte oplossingenrichtingen geen oplossing
Bereikbaarheid banen met OV bij realisatie Uitbreiding hoofdspaor. voor (toenemende) knelpunten op de A1 en A6. Omdat de
De groene blokken tonen de ontwikkeling van het aantal bereikbare banen met het OV. Het comfort dubbel de Hollandse B dezelfde h t
en de capaciteit op het hoofdspoor nemen toen, het aantal bereikbare banen met het OV neemt met spoorverduobe'ing op de ToTandse brug op deze de hoogte
name toe langs het hoofdspoor. wordt aangelegd als de huidige brug is er geen effect op de
scheepvaart.
X | Pd
_
Meer sprinters tot
ms Almere Oostvaarders
‚ Toename bereikbare #
Ml ) banen met OV gee de
| / FTD Pd
ron. Be EE 5 EC 138.000 -> 146.000
Ee Pan Ven 5 VT Eur
Meer sprinters De, #
naar Duivendrecht K N
En
\
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 47
5.4 VERGELIJKING NATUUR- EN
Wegknelpunten bij 24.808 (hoven) en 84.488 (onder) woningen in Almere:: E L Û L Û h | 7 E H E E F F E CT E N
De kaart toont de knelpunten op het hoofdwegennet bij 20.000 en 80.000 in Almere woningen zonder maatregelen. In de Amsterdam Bay Area kan op meerdere manieren
Ten maat warden geveerd bijval dooreen
model kunnen geen uitspraken gedaan worden over mogelijke knelpunten op het onderliggend wegennet. In een natuurinclusieve gebiedsontwikkeling in Almere Pampus en
nadere uitwerking in de volgende fase kan een dynamisch model worden gebruikt dat hier inzicht in kan bieden. door te investeren in natuurmaatregelen in het Markermeer/
IJmeer. Voor alle drie alternatieven is eenzelfde pakket met
natuur- en ecologische maatregelen opgesteld dat bijdraagt
SS aan het Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (zie ook
hoofdstuk 4.2). Dit betreft onder andere 250 ha helder water
met waterplanten en 150 ha land-waterovergangen (moeras
en plas-dras aansluitend op (kale) eilanden en luwtedammen).
Deze maatregelen dragen bij aan de voedselbeschikbaarheid
LZ voor waterplanten-, mossel- en visetende vogels. Realisatie van
f achteroeververbindingen draagt ook bij aan ontwikkeling van
land-waterovergangen van formaat. Andere TBES-maatregelen
N zijn gericht op het verbinden van het Markermeer-IJmeer met
andere wateren, wat knelpunten in vismigratie kan oplossen
en de voedselsituatie voor watervogles kan verbeteren. Bij de
selectie van TBES-maatregelen is o.a. gekeken naar concrete en
werkende maatregelen binnen de begrezing en invloedsfeer
van het plangebied van de Amsterdam Bay Area, maatregelen
P' 4 waar nog geen lopend project voor is en die passen bij
a de doelstelling van voedselbeschikbaarheid, verbeteren
9 N ecologische waterkwaliteit en het bervorderen van rust. Ook is
we ), k: rekening gehouden met de 10 ecologische ontwikkelprincipes
/ ' zt AN 5 van het Panorama Markeermeer-IJmeer en de 10 Gouden
al 4 $ ; Regels voor het IJsselmeergebied (Van Eesteren Leerstoel,
ú JE: Frits Palmboom). De precieze invulling en uitvoering van de
TBES-maatregelen — zoals eiland of luwtedam, met of zonder
bomen, hoog oplopend strand, of mosselbank met schelpen
‘ of rifballen, of ander substraat — is voor nader onderzoek en
IC (intenziteits en capaciteits verhouding) detaillering.
mmm |
mn 5-1
mmm 0,8-0,9
48 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Naast deze positieve impuls heeft de gebiedsontwikkeling verstoringscontour nieuw rust- en foerageergebied te worden IJmeerverbinding vergunbaar is in relatie tot effecten op de
en bijbehorende bereikbaarheidsoplossing ook negatieve aangelegd. Noch in de aanlegfase, noch in de gebruiksfase natuur.
effecten op de natuur (Natura2000 en Kaderrichtlijn Water) wordt verwacht dat de impact van de alternatieven groot
die op voorhand moeten worden gemitigeerd (voorkomen) genoeg is om wezenlijk effect te hebben op de Kaderrichtlijn Bij mitigatie is het van belang dat de mitigerende maatregelen
of - waar dat echt niet kan, gecompenseerd*. Als onderdeel van Water (KRW)-score. Mitigerende maatregelen zijn met name ‘functioneren’ voordat de te mitigeren effecten optreden.
de alternatievenstudie is daarom gekeken naar de effecten die afschermende maatregelen, gericht op tegengaan van geluid-, Met uitzondering van directe bronmaatregelen (zoals
de verschillende alternatieven kunnen hebben op de natuur en licht- en visuele verstoring. Daarnaast kan rust verkregen geluidsschermen) dienen alle aan de IJmeerverbinding
hoe deze gemitigeerd of gecompenseerd kunnen worden. worden door het zoneren van recreatie in het Markermeer- gerelateerde mitigerende maatregelen gerealiseerd te zijn en
IJmeer. te functioneren tegen de tijd dat de IJmeerverbinding wordt
Alle onderzochte alternatieven zullen impact hebben op gerealiseerd.
natuur en ecologie en zonder mitigerende maatregelen De vergunbaarheid van de onderzochte alternatieven
zijn significante gevolgen voor de natuur en ecologie niet voor de Amsterdam Bay Area verschilt, waarbij vooral de Het wegverkeer in alle drie de alternatieven leidt tot een
uit te sluiten. Per alternatief zijn maatregelen uitgewerkt bereikbaarheidsvarianten verschillen laten zien. Woningbouw geringe toename aan stikstofdepositie in verschillende Natura
om deze effecten te mitigeren. Hierbij wordt onderscheid is in alle alternatieven waarschijnlijk vergunbaar door bij de 2000-gebieden. Deze toename moet extern gesaldeerd
gemaakt tussen brongerichte en effectgerichte maatregelen. uitwerking van de gebiedsontwikkeling rekening te houden worden. Vergunbaarheid op stikstof is niet van tevoren met
Voor wat betreft de Natura 2000-doelstellingen zijn er met de effecten op de ecologie van het Markermeer-IJmeer. zekerheid vast te stellen, maar er bestaan mogelijkheden om
voornamelijk effecten op enkele soorten niet-broedvogels te De vergunbaarheid van een marina, die is opgenomen in te salderen en gezien de lange looptijd van de ontwikkeling
verwachten (kuifeend, brilduiker en nonnetje). Woningbouw alternatieven IJmeermetro en IJmeermetro+IJmeerweg, is het aannemelijk dat een oplossing kan worden gevonden.
en recreatiefuncties (strand, boulevard en vooral een is afhankelijk van uitwerking; in het alternatief Uitbreiding In de alternatieven IJmeermetro en Uitbreiding hoofdspoor
marina) leiden naar verwachting tot een toename van hoofdspoor is geen marina voorzien. Het alternatief Uitbreiding is er een afname van de emissies van CO2. In het alternatief
verstoring van overwinterende watervogels, voornamelijk hoofdspoor, zonder verbinding door het IJmeer, is waarschijnlijk IJmeermetro+lJmeerweg neemt de emissie toe vanwege
langs de Flevolandse kust. Een eventuele IJmeerbrug heeft vergunbaar in combinatie met mitigerende maatregelen. In de de toename van het autoverkeer: het vergt een aanzienlijk
een verstorend effect op het rust- en foerageergebied alternatieven IJmeermetro en IJmeermetro+IJmeerweg is als bosareaal (2.800 ha Nederlands bos) om voldoende koolstof
van watervogels en er is sprake van barrièrewerking. Een uitgangspunt een IJmeerverbinding meegenomen die deels vast te leggen om deze toename te compenseren.
aanzienlijk deel van de IJmeerverbinding ondertunnelen uit een brug, deels uit een tunnel bestaat. Waarschijnlijk is een
kan deze verstoring beperken. Daarnaast dient er buiten de aandeel van 30% brug in een IJmeerverbinding vergunbaar. In deze fase van het onderzoek lag de focus op de ecologische
Een aandeel van 70% brug is dat waarschijnlijk niet omdat effecten op het Markermeer-IJmeer en direct omgeving. In een
“Amsterdam Bay Area is verantwoordelijk voor de wettelijk verplichte dan de impact van het brugdeel op vogels te groot is. Het vervolg is nader onderzoek nodig naar de ecologische effecten
mitigatie van door het project veroorzaakte schade aan natuur en water. brugdeel behoeft bovendien geluid- en lichtafschermende op land, zowel aan Noord-Hollandse als Flevolandse zijde.
Het behalen van de wettelijke normen, waaraan op dit moment niet __ maatregelen om verstoring zoveel mogelijk te voorkomen. In
wordt voldaan, is géén directe verantwoordelijkheid van het project. Dit
is een opgave waar SMIJ aan werkt. In de bestuursovereenkomst RRAAM nadere uitwerking moet — in samenhang met ruimtelijke en
(2013) is afgesproken dat naast verstedelijking en bereikbaarheid in landschappelijke inpassing en op basis van nader onderzoek
ecologie in het Markermeer-IJmeer wordt geïnvesteerd. ABA levert hier , , n n ,
een bijdrage aan door het integraal opnemen van TBES-maatregelen in de naar de ecologische impact — blijken bij welke verhouding
gebiedsontwikkeling. brug/tunnel (of: bij welke ontwerpuitgangspunten) een
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 49
Effecten natuur zonder mitigatie alternatief IJmeermetra
Effecten op natuur en ecologie
Geluidscontour brugdeel
£… _Barrièrewerking brug
mw Verstoring vogels door Marina
5 *__Ruimtebeslag Foerageergebier grasetende vogels
WM Verstoring (licht, geluid, optisch) en beperkt (e) P:
ruimtebeslag foerageergebied Pe, r:
me Verstoring Oostvaardersdijk < 4 its a
zb! Marina -
Effecten natuur met mitigatie alternatief IJmeermetra
Mitigerende maatregelen
5 Geluidscherm brugdeel
S. ; Zoekgebied mosselen
@: Zoekgebied ondiepte met waterplanten 4
Voorkomen uitstraling op IJmeer Ns.
<_ __Natuurinclusieve inrichting pampus En) SN,
— Verkeer niet over Oostvaardersdijk p KC gr
ee
®- CO2 compensatie AN ik
gee Co 8 Î
50 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Effecten natuur zonder mitigatie alternatief IJmeermetro+IJmeerweg Effecten natuur zonder mitigatie alternatief Uitbreiding hoofdspaor
fe) P. P::
ee ri
„ern
Effecten natuur met mitigatie alternatief IJmeermetra+IJmeerweg Effecten natuur met mitigatie alternatief Witbreiding hoofdspaor
og
As |
eert rie & 5 5
a” CEO NES
3 Wenen, s_@
CED REL
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 » FEBRUARI 2022 51
5.5 VERGELIJKING UNESCO-
WERELDERFGOED
Voor de vergunbaarheid van de alternatieven is ook de een ontwerpopgave met aandacht voor inpassing, vorm en
mogelijke impact op het UNESCO-werelderfgoed van de tracé van een IJmeerverbinding. Ook de mogelijke symbolische
Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie van waarde, uitstraling en beleefbaarheid van het landschap bij een
belang. Die is daarom voor de drie alternatieven onderzocht. IJmeerverbinding moet daarbij in de afweging meegenomen
Belangrijkste conclusie is dat de ontwikkelingen binnen worden. Voor de IJmeerweg geldt dat ook een mogelijk tracé
Amsterdam Bay Area de unieke waarden (Outstandig Unique via de Diemerscheg vraagt om een zorgvuldige inpassing om
Values) van het werelderfgoed beïnvloeden. de unieke waarden van Fort Diemerdam te behouden. Het
alternatief Uitbreiding hoofdspoor kent aandachtspunten ten
De impact van de gebiedsontwikkeling op het werelderfgoed aanzien van schaal en accessen.
is beperkt. Voor mobiliteit is in een quick scan gekeken naar
welke aandachtspunten voor de vervolgfase de verschillende De Amsterdam Bay Area verkeert in de unieke positie dat in het
verschijningsvormen van de infrastructuur en tracé hebben. gebied twee landschappelijke werelderfgoederen liggen. Voor
Daaruit blijkt dat mobiliteit en de daarbij horende infrastructuur alle drie alternatieven geldt dan ook dat de aanwezigheid van
naar verwachting impact hebben op de kernkwaliteiten van het werelderfgoed een boost geeft aan de landschappelijke en
het werelderfgoed vanwege hun zichtbaarheid. Dit geldt met recreatieve aantrekkelijkheid van de Amsterdam Bay Area. Door
name voor een mogelijke IJmeerverbinding met brug en/ het werelderfgoed beter beleefbaar en toegankelijk te maken
of een IJmeerweg. Een (gedeeltelijke) tunnel laat zichtlijnen van het inundatielandschap, kunnen de erfgoedwaarden bij
(grotendeels) intact en zal daarom gemakkelijker in te passen een groter publiek kenbaar gemaakt worden.
zijn. Bij een brug(deel) is het ontwerp essentieel. Dit leidt tot
OUTSTANDING UNIDUE VALUES WERELDERFGOED AMSTERDAM BAY AREA
De Outstanding Unique Values van het werelderfgoed in de Amsterdam Bay Area zijn het
strategisch landschap, de waterstaatkundige werken en de militaire versterkingen. Binnen
Amsterdam Bay Area zijn de OUV onder andere te herkennen in de fortendriehoek van
forteneiland Pampus en de kustbatterijen bij Durgerdam (Vuurtoreneiland) en Diemerdam, met
deels nog intacte onderlinge zichtrelaties en de openheid van de watervlakte van de vroeger
Zuiderzee (nu het IJmeer). En ook in de hoofdverdedigingslijn gevormd door de Vechtdijk, tussen
de vestingsteden Muiden en Weesp, met aan de onveilige oostzijde de nog grotendeels open
inundatiegebieden.
52 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
5.6 VERGELIJKING DUURZAAMHEID
De Amsterdam Bay Area beschikt met Almere Pampus over De hogere dichtheden binnen de alternatieven IJmeermetro groen-blauwe netwerken en op blauw-groene daken. Voor de
een grote uitleglocatie, die letterlijk ruimte biedt om vanaf en IJmeermetro+lJmeerweg, lenen zich goed voor grotere, alternatieven IJmeermetro en IJmeermetro+lJmeerweg kan dit
de bodem duurzaam te ontwikkelen. Nieuwe gebieden centrale warmte-koude opslag (WKO)-voorzieningen. door het realiseren van een binnenmeer en een groen-blauw
worden bij realisatie klimaatadaptief, natuurinclusief, In dezelfde alternatieven is een warmte- (en koude)net grid. De waterkwaliteit van een binnenmeer in stedelijk gebied
energieneutraal en met circulaire maatregelen opgeleverd, daarnaast goed toepasbaar. Omdat er compact gebouwd is een aandachtspunt bij de verdere uitwerking. Omdat in het
bij bestaande gebieden wordt hiernaar toegewerkt. Het bij wordt is het voorstelbaar dat op enkele plekken nog ruimte alternatief Uitbreiding hoofdspoor vanwege het hoge aandeel
Almere passende economische profiel van Tech, Transitie en is voor energieopwekking in de buitenruimte. Voor alle drie eengezinswoningen en bijbehorend ruimtebeslag geen plek
Energie kan deze ontwikkeling versterken. De Amsterdam Bay alternatieven geldt dat om energieneutraliteit te behalen is voor een binnenmeer, moet het groen-blauwe grid in dit
kan op haar beurt ruimte bieden voor het experimenteren, het noodzakelijk is naast lokale maatregelen, ook buiten het alternatief breder en robuuster moet worden uitgevoerd.
piloten en implementeren van de kennis en kunde en het plangebied extra ruimte te zoeken voor het opwekken van Samen met de fijnmazige groenstructuur binnen de
benutten van het talent vanuit het Tech, Transitie en Energie duurzame energie. woonbuurten vormt het met de parken een krachtige structuur
onderwijs. Samen met het bedrijfsleven kan daarnaast ingezet met de rest van de stad. Ook betekent dit waar mogelijk een
worden op een duurzame bouwimpuls. Per alternatief zijn De klimaatopgave is het voorkomen van wateroverlast, grotere waterbergingsopgave voor de woonbuurten zelf. De
duurzaamheidsmaatregelen voor vier thema's in beeld bodemdaling, droogte, hittestress en het borgen van maatregelen voor klimaatadaptie bieden tevens mogelijkheden
gebracht: energietransitie, klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit waterveiligheid. Door klimaatadaptief te ontwikkelen kan om natuurinclusiviteit te realiseren.
en circulariteit. waterlast zowel mogelijk voorkomen worden, onder ander door
hevige buien op privaatterrein op te vangen en vertraagd af De exacte keuze voor maatregelen en oplossingen en
Voor nieuwe gebieden is duurzaamheid vanaf de start te voeren, zoveel mogelijk natuurlijk afwatering in het gebied de uitwerking daarvan (bijvoorbeeld ten aanzien van
geïntegreerd in de woon-werkmilieus en is voldoende te organiseren en hemelwater vast te houden, in de bodem warmtenetten, doelsoorten voor biodiversiteit etc.) volgt in
ruimte gereserveerd voor duurzaamheidsmaatregelen te brengen en hergebruiken. De inrichting van het gebied latere fases. Dan dienen ook de duurzaamheidsambities nader
in de uitgewerkte alternatieven. De alternatieven zijn moet afgestemd zijn op verwachte grondwaterstanden en uitgewerkt te worden.
voor alle duurzaamheidsthema’s doorgerekend wat zoetwaterbeschikbaarheid. Ook wordt rekening gehouden
betreft ruimtebeslag. Hoofdconclusie is dat er in alle met voldoende koele plekken en warmtewerende en koelende
alternatieven voldoende ruimte gereserveerd lijkt voor gebouwen. Bij overstromingen moet vitale infrastructuur zo
duurzaamheidsmaatregelen. Met name op het gebied worden aangelegd dat deze blijft werken.
van klimaatadaptatie en energie zijn de alternatieven
onderscheidend. In alle alternatieven is in het kader van Indicatieve berekeningen voor het gebied Almere Pampus
natuurinclusiviteit rekening gehouden met voldoende groen. tonen aan dat niet alle type woon-werkmilieus (zie ook 5.4)
Ook is voor nieuwe te bouwen gebieden rekening gehouden altijd voldoende klimaatbestendig en water-robuust zijn, met
met voldoende ruimte voor opslag en verwerking om circulair name als het gaat om het voorkomen van wateroverlast. Extra
te kunnen bouwen. benodigde berging is gevonden in bovenwijkse
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 53
hd
VERSCHILLENDE KUSTEN LAKE DISTRICT
* __De Gooise en Amsterdamse kust als ‘pop-up-kust’ met eilanden en het De reeks van binnenmeren, met Weerwater, Noorderplassen en
we B cultuurhistorisch waardevolle open gebied rond Muiden. Pd een nieuw binnenmeer in Almere Pampus, biedt kansen voor
il a «__ De grillige Waterlandse kust als continuüm van land en water met vergezichten SRS recreatie en vormt de basis voor unieke woonmilieus.
en een hoge natuurwaarde als uitloopgebied van de metropool. 4
5 « __De rationele rechtlijnige Flevokust met inpolderingsdijk als recreatielocatie. El p Ss » #
a mm:
OUD EN NIEUW ERFGOED | (a 7 _BINNENRING EN BUITENRING
« __Destelling van Amsterdam, de Hollande waterlinie (beide UNESCO- ee Sf” _« _De binnenring van het IJmeer als het blauwe hart van de
Ds Nd bn werelderfgoed) en de groenstructuren van Almere verdienen een Nek gn pe MRA. Het IJmeer wordt omringd door achterland.
EA S s ZN zorgvuldige behandeling. ee ED), + _De buitenring heeft door nabijheid van het blauwe hart
En « Een goede inpassing en vorm van de IJmeerverbinding die rekening houdt De” EE } potentie voor het doorzetten van het open landschap,
P See met de erfgoedwaarden is een cruciale opgave. | 0 recreatie, natuur en stedelijke ontwikkeling
hd hd
PARKENREEKS METROPOLITAAN WATERPARK
De ruimtelijke reeks van stadspark naar wijkpark naar stadsbos naar IJmeer kan ' « _Het water als centrale openbare ruimte tussen de
ok verder worden versterkt door het verbeteren van routes en programmering. A verschillende steden rond het IJmeer.
(Do prag 9 SK
En in ed . * __ Goed toegankelijk en geschikt voor de ‘beleving’ van het
d water en recreatie.
[7 Ö
54 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Impressie magelijk toekomstbeeld: Groenblauw grid
' Ht EE EEP ora: SS Ie ER OO Pin
ns RER en Jh 4} ek e ne, a His wh: rj u
‘ Ne Ve hi che ER Oye ; Ki ON
ESC NE, AAA IE RN Ln »
ER rs O4 ne nj 8 mn nn td EL NE
Wi) ele Ed dl krt nn mn LO RR: A PAS, \ ,
Ok le hbc F 4 F Ll Hi er 4 nn E Eerd Á e 45 =
Ke NE NE ER i
fi tn Bn 7 Ee tt A ; FS Ee En ' D- \ Pd Ò Ae
EEE A VE B f NE OD
an E En ’ ' hi ine | Î a, jk | ke \ }
sf en Fa k 2 E, t pe Ë 5 B f | hl \ ' te }
EER A eci rz MUK
ri NARE ee a î E el nl A mani
B , on " : en 7 p 5 E B de, hl ú Ees 4 E ei 7 Rl ij À us e ME be Re pn ie — zi hc a Á Ke 1 ht LD : En 1 k Í
_ Te d 4 WN Et: ° ie “ 3 in e 4 ä of na \ A dd Pa KE, vd : het r
a NS N wiee A OON. CPE SOR ME SE MENT
ef afd Blur. veel AR je dt A N se ek est 4 EE zelde den EEE Ef IE ds, ijs NEREUS
heels ale VT Mee NN Ee Ve 7 ne Tee Gad le MADD HE eeen eet et ed
oen ON Nn etui Bme ei Dn EE
veg dd Tej Sn eins
5 3 + je
il KA OR n (
en Te i Wrts BL A TTN A 0 EDA nn:
e e 7 d at Es „| Â Ke LI | E \ N &
: - À ze le E 3 1 L E T à À En te ES
7 RA EN mesi ! E mn Kl "|
f f En . | u | ik 8 h
À AV Rl V der, ke
Ee En NE 4 SE de,
5 EE E | ti, MP je
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 55
5.7 MAATREGELEN PER THEMA
Voorbeelden van maatregelen per thema
| ze :
en ed 0) Ge E wl
WONEN WERKEN BEREIKBAARHEID DUURZAAMHEID RECREATIE NATUUR, LANDSCHAP EN
ECOLOGIE
+- 100.000 woningen, als volgt +- 40.000 arbeidsplaatsen: IJmeerverbinding (met of zonder Energieneutraal Rondje IJmeer, fietssnelweg Vernatting polders
verdeeld over het plangebied: als volgt verdeeld over het auto) óf Hollandse brug « Warmte en koudenet
plangebied: * _Elektranetten Jachthaven Pampushout Versterken groenstructuren
Almeerse zijde Nieuwe stations/haltes * _Energieleverende gebouwen
+- 75.000 woningen Almeerse zijde Recreatieve vaarroutes Reclameren eilanden
(tot 2050) +- 35.000 arbeidsplaatsen Auto en fietsverbindingen Klimaatadaptief
(tot 2050) « __op het vastenland « _Hoogteverschillen aanbrengen Stadsstranden Pampus Bosaanplanting
Amsterdamse zijde « __Binnenmeer t.b.v. waterberging
+- 25.000 woningen Amsterdamse zijde Busnetwerken « _Meerlaagse veiligheid Golfbrekers/riffen Opwaardering parkeren
(tot 2040) +- 5.000 arbeidsplaatsen
(tot 2040) Logistiek Natruurinclusief Voet/fiets veerverbinding Ontwikkeling hardhoutbos
« _ Voedsel- en productiebos
OV-Hubs met P+R *_ Versterken groenstructuren Sportvoorzieningen Stilte/luwtegebieden
Verbeteren Pampushout
Smart mobility Circulair
« _ Deelmobiliteit «Circulaire beton- en houtketen Verlon)diepen IJmeer
+ __Shuttleservice *_ Circulaire infrastructuur
«__lvRI's fietsnetwerk * _ Waterfabriek Extra maatregelen stikstof/CO2
«Automatische metro « _Afval- en waterscheiding
56 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Lt - kc 1 ä - Een = n .
ap En n k ee q 2 hd De en, ,
En Ie ss EE
he 8 8 in , H Pe d
Ee: Di … é E ì EL E zi En 1 an en
4 n 3 Ee ee ie { wijd 5 } 5e $ en £ 5 Ru d ats ea ERE En, EE en ie LN
p 3 TE zi 5 Wi: . A ie Et: . MES Lek) ht Aen : el ä k, ir nh S. a Rr EE Se
hk Ë ee de en? heen PRE 4 ze 5 De ds tE ë be ZE dr
ì ie an” £ EPE An Tg) ienie re WN 0 ER
} r ij pikke. LE ve mann re T == & pe ME et
IJ RE ej A Re 5 EL EEE
sal je EEND gd À En Fee
5 ef eer Dnevni teen dd nd Er EEn | el /
a in ET. 00 kT 3
| te, | hat es AM : In k :
8 à ul | zi i 3 Ü rd ne zl
nn esi Ee Se EE En
nn EE Eee EE ee nd sati Een nd EEE
_— E Ee nn Es nn
pn 5 Ee en en
De DE BEE Ee Ere En En
ne Te ne en En
ee ee
DE ee en
nn Ë En es.
en
mp Ee Ee n en
En Ee
DE Te Ee
ne EE Oe —E el
EE zm Te
en ee : SE 5 a . za en Ee
EE Ze EE SE Nadere onderzoeksvraag bij de alternatieven is om de financiële en En
EE B en en
ed se = ee 7 Die 5 . . En
_ Ee EE maatschappelijke haalbaarheid van de alternatieven in beeld te brengen. mn 3
8 Er en
me - ú TT EEE je 2 Ee Ri
SF 4 —_ nn ne Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek. en
Ee le En nn
3 rr AE 2 ne - ET en
me Pa Zi . 5 Î TE Ee ie se S= nn
= er - Ee Te : ee
p= == EK, De, — nn de En er hd En enen en
S . En Ee Ees EE ann Ek nde En ek 5 TE = NE er nt Ki
ä : En ie ke n Et en en Se
hen EE Sn Es a: Se ma: nnen o ne en ns
\ s En ho Se Ee ne EE mn Se in-en
den en — pd mn En - - Tee enn st nete = n
nm Ee, min enn we en Ens ES
me U En. ve a a ee En. en,
en an: nn en eenn ==
bl INLEIDING EN UITGANGSPUNTEN
De alternatieven zijn onderzocht op financiële en indexering, kostenstijging etc. Bij de IJmeerverbinding is in
maatschappelijke haalbaarheid. Daarbij stonden vier de kostenberekeningen uitgegaan van een bandbreedte van
onderzoeksvragen centraal: 30% brug en 70% tunnel. Nadere uitwerking moet duiden
1. Welke investeringen vinden er plaats in het gebied? welke verhouding qua inpasbaarheid en vergunbaarheid
2. Welke investeringen maken geen deel uit voor de minimaal noodzakelijk is. In de uitgevoerde integrale MKBA op
grondexploitatie en moeten (dus) nog worden afgedekt? hoofdlijnen is uitgegaan van de kosten van de verhouding 70%
3. Welke bekostigingsmogelijkheden zijn er om het tekort te tunnel en 30% brug: een tunnel kent hogere investeringskosten
dekken? dan een brug, veiligheidshalve is gerekend met het grootste
4. Wat is de maatschappelijke haalbaarheid van de aandeel tunnel.
verschillende alternatieven?
Voor de aansluiting op het Amsterdamse metronetwerk is
Voor de berekeningen zijn in alle alternatieven telkens dezelfde uitgegaan van een aantal aanvullende maatregelen, die een
uitgangspunten gehanteerd: programma en fasering conform eventuele achteruitgang van bestaande metroreizigers moet
de verschillende ontwikkelalternatieven en er is gerekend compenseren.
met dezelfde financiële uitgangspunten ten aanzien van
Alternatief IJmeermetro: vitgangspunt IJmeermetro voor haalbaarheidsanderzoeken Alternatief IJmeermetro+IJmeerweg: uitgangspunt IJmeermetro+lJmeerweg vaor haalbaarheidsonderzoeken
Nr nr
Pe
2 ee en RE AR, re Ne — Alitapas,
fe EE Ek EE ” all
58 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
VINDEN ER PLAATS IN HET GEBIED?
Startpunt van dit onderzoek is het opstellen van een (SSK) De bereikbaarheidskosten in alternatief Uitbreiding hoofdspoor kostenraming (S55K) per thema bij 38%-brug - 74% tunnel.
raming van alle kosten. In deze ramingen zijn per alternatief zijn een resultaat van een complexe inpassing van de Reële waarden in miljoen Euro, incl. BTW, prijspeil edel
alle investeringskosten meegenomen die samenhangen spooruitbreiding in bestaand stedelijk gebied, inclusief de MB Umeermetro
met het bouwprogramma, duurzaamheidsmaatregelen, kunstwerken (bruggen en tunnels) die daarbij nodig zijn; zie B Imeermetro + IJmeerweg
bereikbaarheidsmaatregelen, natuurontwikkeling en recreatie. hiervoor de kaart Uitbreiding hoofdspoor in 6.1. IM Uitbreiding Hoofdspoor
Dat resulteert in onderstaand overzicht van kosten. Deze kosten Me 8.000
zijn weergegeven in miljoenen Euro's reële waarde, prijspeil Indien wordt uitgegaan van 30% tunnel van de Me 7000
2021 en incl. BTW en opslagen, bij P50*, uitgaande van 70% IJmeerverbinding (i.p.v. 70%) dalen de kosten van de ME 6.000
tunnel van de IJmeerverbinding bij alternatief 1 en 2. hoofdinfrastructuur, maar de kosten van mitigerende M€ 5.000
maatregelen (onderdeel landschap, natuur en ecologie) nemen M€ 4,000
: … : M€ 3.000
*Dit is de mediaan van de kostenraming. Er bestaat een kans van 50 % op toe. Resultante is dat de totaalkosten bij alternatief 1 en 2 ME 2.000
onder- of overschrijding van dit bedrag. respectievelijk € 330 miljoen en € 318 miljoen dalen. M€ 1.000
ME-
N Ò „Ò & ©
& & Na e & e &
SN S ® EP £
A & & Se &
al Ke SE
©
Uitbreiding haofdspaoor: vitgangspunt Uitbreiding haofdspoor voor haalbaarheidsonderzoeken
Kostenraming (55K) per alternatief, per thema en totaal. Reële waarden in miljoen Euro, incl. BTW, prijspeil 2821
Gas) (ma)
3 ni Ti AJ EE
aen Ken Ep,
EET IJMEERMETRO + UITBREIDING
IJMEERWEG HOOFDSPOOR
= nnn 5
ha,
mwn, rr WONEN EN WERKEN M€ 1.312 M€ 1.341 M€ 1.370
DUURZAAMHEID ME 614 M€ 682 M€ 619
BEREIKBAARHEID M€ 5.222 M€ 7.104 M€ 6.402
LANDSCHAP, NATUUR EN ECOLOGIE M€ 354 ME 557 M€ 347
F==A ev nn ies RECREATIE M€ 150 M€ 150 ME 150
&l&] 3 — @& ….. _ Faal a 8 _—_
ge Er [eel 28 oe TOTAAL M€ 7.653 M€ 9.834 M€ 8.888
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 59
INVESTERINGEN IN NATUUR, RECREATIE EN De kosten die bovenstaand thematisch zijn ingedeeld zijn
DUURZAAMHEID vervolgens toegedeeld aan de onderdelen:
In het gebied vinden forse investeringen plaats in landschap, « __ Grond. Dit betreft alle kosten die zijn opgenomen
natuur, recreatie en duurzaamheid. Deze investeringen in de grondexploîtaties en worden gedekt door
bedragen bij alternatief IJmeermetro in totaal € 1.128 miljoen.
. . . grondopbrengsten. Het gaat met name om kosten rond
Onderstaand een overzicht van deze investeringen.
wonen en werken, duurzaamheid en deels van landschap,
natuur en ecologie en recreatie.
Kostenraming (55K) in natuur, recreatie en duurzaamheid in alternatief * _ Bereikbaarheid. Dit betreft kosten die samenhangen
IJmeermetro. Reële waarden in miljaen Euro, incl. BTW, prijspeil 2821 met bereikbaarheid. Het gaat met name om kosten
van infrastructuur, maatregelen samenhangende met
ONDERDEEL INVESTERING . . B
de inpassing van de IJmeerlijn op het Amsterdamse
DUURZAAMHEID Bei metronet (bij alternatief 1 en 2), circulaire maatregelen
Energienetraal 286 samenhangend met bereikbaarheid, mitigerende en
Klimaatadaptief 21 .
‚ ‚ compenserende ecologische maatregelen.
Natuurinclusief 4
Circulair bereikbaarheid 104 * _ Ecologie en recreatie IJmeer. Het betreft de kosten van
Circulair gebied 119 maatregelen op het vlak van natuur die bijdragen aan het
LANDSCHAP, NATUUR EN ECOLOGIE 353 Toekomstbestending Ecologisch Systeem (€ 247 min.) en
In/om IJmeer 247 recreatieve maatregelen in en om het IJmeer (€ 99 min).
In/{rond Almere 10
Mitigerend bereikbaarheid 81 De investeringen rond Bereikbaarheid en Natuur en recreatie
Stikstof 5 IJmeer moeten nog worden gedekt. De investeringen rond
REESE (al Grond worden gedekt door de grondopbrengsten in de
Pampus 52 grondexploitatie.
In/om IJmeer 99
TOTAAL 1.128
60 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
NOG WORDEN AFGEDEKT?
De onderstaande tabel geeft de nog te dekken investeringen De te dekken kosten rond bereikbaarheid zijn gestegen
rond Bereikbaarheid en Natuur en recreatie in reële waarde en ten opzichte van de raming van vorig jaar. De kosten bij
in Netto Contante Waarden (NCW). De reële waarden geven alternatieven 1 en 2 zijn gestegen door een extra halte op
inzicht in de benodigde investeringen, waarbij is gecorrigeerd de IJmeerlijn, een groter aandeel tunnel in verband met
voor prijsinflatie. NCW ontstaan door de huidige waarde de vergunbaarheid, maatregelen rond de aanpassing van
van kosten (en opbrengsten) uit te rekenen, met behulp het Amsterdamse metronet en uitgebreidere mitigerende
van een discontovoet. Bij infrastructurele projecten is het maatregelen. De kosten van alternatief 3 zijn gestegen door
gebruikelijk om met reële waarden te rekenen; bij integrale een ander tracé, hogere inpassingskosten en kosten van
gebiedsontwikkeling rekenen we met NCW. Ook bij eerdere mitigerende maatregelen in verband met de vergunbaarheid.
besluitvorming zijn bedragen altijd in NCW gepresenteerd.
Investeringen in bereikbaarheid en natuur en recreatie per alternatief. Reële en Netto Contante Waarden in miljoen Euro, incl. BTW, prijspeil 2821
(oase) (5)
SD ND CD,
IJMEERMETRO + IJMEERWEG UITBREIDING HOOFDSPOOR
Bereikbaarheid 5156-5486 (*) 7.315-7.633 (*) 6.649
Bereikbaarheid 4.036-4,292 (*) 5.732-5.974 (*) 5.204
®) range 30%-70% tunnel
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 61
GRONDDPBRENGSTEN
In de grondexploitatie zijn alle kosten en opbrengsten groter dan bij het alternatief Uitbreiding hoofdspoor door hogere met 8.000 woningen stort in het Verstedelijkingsfonds Almere.
opgenomen die te maken hebben met de gebiedsontwikkeling. grondopbrengsten. Over de mogelijke inzet van de overige grondopbrengsten op
Opbrengsten van ‘bestaande’ ontwikkelingen en plannen, Pampus moeten nog nadere afspraken worden gemaakt. De
waarover reeds besluitvorming door Raden geeft plaats Onderzocht kan worden of deze plus op de grondexploitaties kan andere publieke gronden zijn veelal in handen van gemeenten.
gevonden, zijn niet meegenomen in de grondexploitatie. worden ingezet ter bekostiging van de investeringen. Daarvoor De gemeenten geven aan de grondopbrengsten deels nodig
De grondexploitatie verschilt per deelgebied en kent overall staan de grondeigenaren aan de lat. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) te hebben nodig om de stedelijke voorzieningen op peil te
een positief resultaat. De plus bij een IJmeerverbinding is is grondeigenaar van Almere Pampus. In 2013 is al een afspraak brengen. In de volgende paragraaf doen we een voorstel voor
gemaakt dat het RVB de grondopbrengsten samenhangende welk deel kan worden gebruikt voor alternatieve bekostiging.
Grandexploitatiekasten en -opbrengsten per alternatief. Netto contante waarden, GREX-kasten
en opbrengsten exct. BTW, bovenregionale investeringen incl. BTW en opslagen, prijspeil 2821.
Gass) (2)
eee Ren ed 5)
GREX-KOSTEN EN OPBRENGSTEN IJMEERMETRO + IJMEERWEG UITBREIDING HOOFDSPOOR
Opbrengsten Amsterdam 69.000.000 69.000.000 5.000.000
Kosten Amsterdam 4.000.000 4.000.000 4.000.000
SALDO AMSTERDAM 65,000.000 65.000.000 1.000.000
Opbrengsten Almere Centrum 209.000.000 228.000.000 190.000.000
Kosten Almere Centrum 57.000.000 57.000.000 57.000.000
SALDO ALMERE CENTRUM 152.000.000 171.000.000 133.000.000
Opbrengsten Almere Overig 70.000.000 70.000.000 79,000.000
Kosten Almere Overig 73.000.000 73.000.000 80.000.000
SALDO ALMERE OVERIG (3.000.000) (3.000.000) (1.000.000)
Opbrengsten Almere Pampus 1.309.000.000 1.546.000.000 1.087.000.000
Kosten Almere Pampus 683.000.000 709.000.000 736.000.000
SALDO ALMERE PAMPUS 625.000.000 837.000.000 351.000.000
Opbrengsten tussengebied 15.000.000 15.000.000 15.000.000
Kosten tussengebied 4.000.000 4.000.000 (2.000.000)
SALDO TUSSENGEBIED 12.000.000 12.000.000 16.000.000
TOTALE DELTA 850.000.000 1.081.000.000 501.000.000
GREX-kosten en opbrengen exclusief BTW, bovenregionale investeringen inclusief BTW + opslagen
62 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
MM Exploitatieopbrengsten IJmeerlijn Nen
B Exploitatiekosten IJmeerlijn (excl. B&O infra)
MM Totaal saldo IJmeerlijn
€300.000.000 —
sooo heden
ooo lede EELDE
eos de EEKLKEE EEE
“esooooooo AEALELEEEEEEAEEOECELEEEEEOELELEELAEELELEEE EEL
ee KEEK LEECEE EEDE LEED EDELEN
€0
esoocoooo HA AAN HEEE
ED \O In lee) DD > Kand ON on st LD \O In oo 5 > —_ ON on st En \O In 09 DD >
an an an an an st st st st st st st st st st LD LD LD LD LD LD LD LD LD LD el
> > jn > jn je} Ln] je Ln] je} Ln] je} Ln] je} je} [nd > [nd [nd je) [nd [nd je) [nd [nd >
ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON ON
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 63
6.4 ANTWOORD VRAAG 3: WELKE BEKOSTIGINGSMOGELIJKHEDEN
ZIJN ER OM HET TEKORT AF TE DEKKEN?
Een deel van de investeringskosten is nog niet gedekt. Er is In het geval van de OV-exploitatie is dat 75% en is gerekend De opbrengsten van alternatieve bekostiging zijn substantieel.
onderzoek verricht naar mogelijke dekkingsbronnen voor die met de opbrengsten in de periode van 2035-2060. In twee Combineren van opties kan, maar aandachtspunt is wel het
investeringen. Daarbij zijn drie invalshoeken onderzocht: afzonderlijke kaders (zie vorige pagina’s) is nadere informatie stapelen van lasten waarbij partijen via meerdere instrumenten
1. Alternatieve bekostiging opgenomen over de grondexploitatie en de financiën rond de om een bijdrage wordt gevraagd waardoor de lasten te
2. Bekostiging uit fondsen en subsidies OV-exploitatie. hoog kunnen worden. Voor alle alternatieven geldt dat er
3. Particuliere bekostiging vanuit natuurorganisaties uitvoerbaarheidsvragen spelen, bijvoorbeeld met betrekking
Naast deze voor de hand liggende bekostigingsopties zijn tot wet- en regelgeving, het profijtbeginsel, doelmatigheid
Ad 1: Alternatieve bekostiging ook alternatieven in beeld gebracht zoals opbrengsten uit de of draagvlak. Voor alle opties geldt dat bestuurlijke afspraken
Ten aanzien van bekostiging is in eerste instantie gekeken WOZ en opbrengsten uit parkeergeld. Daarnaast is onderzocht nodig zijn. Vooralsnog lijkt het bestuurlijk haalbaar om
naar het surplus uit de grondexploitatie en de OV-exploitatie of aanvullende inkomsten kunnen worden gegenereerd investeringen te dekken uit het saldo van de grondexploitatie
(in alternatieven met een IJmeerverbinding). In beide ter dekking van de investeringen, door het invoeren van en het exploitatiesaldo van de IJmeerlijn. Andere opties liggen
gevallen kan het surplus niet geheel worden aangemerkt als cordonheffing en/of tariefdifferentiatie van het OV via een gevoeliger.
potentiële bron voor alternatieve bekostiging. In het geval IJmeerverbinding. Dat resulteert in onderstaande tabel met
van de grondexploitatie is 50% van het surplus opgenomen. alternatieve bekostigingsopties. Ad 2: Fondsen en subsidies
Om te onderzoeken welke bekostigingsmogelijkheden
er zijn vanuit fondsen en subsidies is een subsidiescan
uitgevoerd. Ten aanzien van bekostiging uit fondsen en
Potentie alternatieve bekostiging per alternatief. Netto contante waarden, incl. BTW, prijspeil 2421
subsidies is gekeken naar middelen vanuit het Rijk, de EU en
provincies en regio. Beschikbare Rijkssubsidies richten zich
PL vooral op natuur, water en ondersteunende infrastructuur/
Nas” Nes” 5) mobiliteit. Al met al vallen directe Rijkssubsidiemogelijkheden
At IJMEERMETRO + UITBREIDING bescheiden uit in vergelijking tot de investeringsagenda voor
INSTRUMENT IJMEERWEG HOOFDSPOOR de Amsterdam Bay Area, het gaat om een ordegrootte van
Grondopbrengsten + privaat 50 min 50 min 50 min € 7-12 min. tot 2030. Vanuit Rijksfondsen en -programma'’s
Grondopbrengsten « publiek 425 min 541 min 251 min zijn het Infrastructuurfonds (vanaf 2022 het Mobiliteitsfonds)
Accres 160 min 160 min a9 min en het Nationaal Groeifonds het meest aangewezen, met de
0ZB 45 min 45 min 30 min kanttekening dat het groeifonds een strenge selectie kent
Ingezetenenheffing BE En LE en dat er op de korte termijn weinig ruimte is in de fondsen.
Cordonheffing « toeg.angswegen 1.015 min 1.087 min 1.090 min De Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) en het
Cordonheffing - A-wegen TOE RR TOER TOE RIE Deltafonds (onderdeel Deltaprogramma, o.a. gericht op een
surplus exploitatie OV (IJmeer) 634 min 623 min _ robuust zoetwatervoorziening) kunnen respectievelijk enkele
nn nn nn _ miljoenen tot wellicht honderd(en) miljoen(en) opleveren.
Parkeeropbrengsten (Almere Centrum en Pampus en Amsterdam) 148 min 148 mIn 148 min
64 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
EU-subsidies zijn vooral te vinden in de hoek van natuur, Meest kansrijke bekostingingsopties
ecologie, landschap en duurzaamheid. Mogelijke financiering Het meest kansrijk is om te kijken naar bekostigingsopties
bedraagt ordegrootte € 10-20 min. waarbij sprake is van grote bedragen en waarvan het realistisch
is om te veronderstellen dat Amsterdam Bay Area er aanspraak
De financiële middelen van de provincies Noord-Holland en op kan maken. Alle opties overziend lijkt de meest kansrijke
Flevoland en de vervoerregio Amsterdam zijn ten opzichte strategie om te onderzoeken of nationale fondsen tot de
van EU en Rijk beperkt. Subsidieregelingen zijn veelal beperkt benodigde bedragen aangevuld (gematcht’) kunnen worden
tot maximaal € 0,5 tot € 1 min. per jaar. Meer middelen uit een combinatie van regionale fondsen en alternatieve
zitten er in de grotere infrafondsen: de Investeringsagenda bekostiging uit grondopbrengsten en het surplus uit de
van de Vervoerregio Amsterdam (€ 1 mrd.), het Integraal OV-exploitatie.
meerjarenprogramma infrastructuur van de provincie Noord-
Holland1 (€ 486 min.) en het Provinciaal Meerjarenprogramma ‚ n ‚
Overzicht bekostigingsopties
Infrastructuur van de provincie Flevoland (€ 135 min). Andere,
enigszins substantiële fondsen en programma's zijn het Fonds
verstedelijking Almere / Almere 2.0 en het Economisch Herstel- Oe
en Duurzaamheidsfonds van de provincie Noord-Holland. ON. NATIONALE
Voor Amsterdam Bay Area zou een eventuele bekostiging Woningbouwimpuls FONDSEN
vanuit regionale fondsen kunnen oplopen tot maximaal €200 Nationaal Groeifonds (*)
min. Daarbij past wel de opmerking dat €80 mln. daarvan Regeerakkoord - verstedelijking
betrekking heeft op het Fonds Verstedelijking Almere/Almere
2.0; dit geld is al gelabeld voor Almere en kan ook voor andere Economisch herstel/duurzaamheidsfonds PNH REGIONALE
Almeerse projecten worden ingezet. Voor het Integraal Fonds verstedelijking Almere FONDSEN
Meerjarenprogramma Infrastructuur 2021-2028 PNH geldt dat Investeringsagenda Mobiliteit VRA 2
deze middelen alleen betrekking kunnen hebben op de Noord- ö
Hollandse zijde van de Amsterdam Bay Area. Publieke grondopbrengsten ALTERNATIEVE =
MAATEN swomane
Ad 3: Private financiering door groenpartijen
Ten aanzien van bekostiging vanuit private financiering voor
natuur en ecologie zijn de verwachte bijdragen beperkt. Zicht op 75% bekostiging
Een bijdrage vanuit de Nationale Postcode Loterij en het Deze bovenstaande opties kunnen door Rijk en regio nader
Droomfonds kan mogelijk oplopen tot € 15-20 min. en vraagt worden uitgewerkt om de komen tot afspraken rond de
om een overtuigende bijdrage van de Amsterdam Bay Area aan bekostiging. Om een MIRT-Verkenning te starten is zicht nodig
het ecologisch systeem en de duurzaamheidtransities. op 75% van de bekostiging.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 65
b . 3 WAT IS ne MAasse Gape EL | K E Eindtabel integrale MKBA ap haafdlijnen Amsterdam Bay Area, effecten.
Netto contante waarden in miljoen Euro, incl. BTW, prijspeil 2821
HAALBAARHEID?? — Gas
Ge a
IJMEERMETRO UITBREIDING
Naast de financiële kosten en baten zijn ook de integrale ed +IJMEERWEG | HOOFDSPOOR
maatschappelijke kosten en baten (MKBA) in beeld gebracht RUIMTELIJK PROGRAMMA (EXTRA T.O.V. NULALTERNATIEF)
aan de hand van een integrale MKBA op hoofdlijnen voor ieder Binnen ABA Woningen 39.771 39.771 39.206
ontwikkelalternatief. Conclusies vanuit deze MKBA: Arbeidsplaatsen 34.949 34.949 35.130
* _ Het ontwikkelalternatief IJmeermetro scoort ruim boven GEBIEDSONTWIKKELING € 3.743 € 3.764 € 3.499
1,21 en is daarmee maatschappelijk haalbaar Financieel Kosten GREX | €991 | 61.025 | € 1.064
* _ Ontwikkelalternatief IJmeermetro+IJmeerweg scoort 0,9. Opbrengsten GREX € 1385 € 1.440 € 1.503
De maatschappelijke kosten zijn marginaal groter dan de Maatschappelijk Agglomeratie € 3,079 € 3,079 € 3,024
baten. Consumentensurplus €97 €97 €12
* _ Ontwikkelalternatief Uitbreiding hoofdspoor scoort 0,5. Dat Woongenot nw. bewoners (vastgoedwaarde) €47 €47 €24
komt met name doordat dit alternatief een minimaal effect Klimaatadaptief € 16/4 E16 4 eo
heeft op de bereikbaarheid (dit alternatief voegt vooral Natuurinclusief en en en
comfort toe). Bovendien zijn de benodigde investeringen BEREIKBAARHEIDSEFFECTEN VERDICHTING EN INVESTERINGEN INFRASTRUCTUUR -€ 1.323 -€ 4,547 -€ 8.717
hoog. Financieel Eenmalige investeringen -€ 4,317 -€ 5.909 -€ 5.235
B&O -€ 3.734 -€ 5.310 -€ 4,528
De onderbouwing van deze eindscores ziet er als volgt uit (zie ‚ ‚ ‚
Verwervingskosten bereikbaarheid -€ 105 -€ 105 -€ 176
tabel op deze en volgende pagina).
Mitigerende maatregelen -€ 20 -€ 20 €0
Compenserende maatregelen -€ 63 -€ 239 -€ 82
B&O mitigerend en compenserend -€ 74 -€ 232 -€ 74
Investeringen duurzaamheid -€ 155 -€ 213 -€ 156
B&O duurzaamheid -€ 137 -€ 188 -€ 138
OV-exploitatie kosten -€ 1.322 -€ 1.322 -€ 251
OV-exploitatie opbrengsten € 4487 € 4415 €427
Vermeden investeringen elders PM PM PM
Directe maatschappelijke effecten Auto reistijden H- €784 +/- H-
Auto betrouwbaarheid +/- € 196 +/- +/-
Auto reiskosten +/-? €22 H/- +/-
OV reistijden € 2219 € 2.216 €3
OV reiskosten € 403 € 406 -€7
OV comfort € 1.130 € 1148 € 1.327
Opties aanvullend mobiliteitsbeleid + + +
66 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
(vervolg tabel vorige pagina)
ze GO aa OE
Lel . . . . 7
Nan Ne (TT) De overzichtstabel is ingedeeld naar de alternatieven én naar
IJMEERMETRO | UITBREIDING de drie investeringsposten zoals benoemd in paragraaf 6.2. Wat
+IJMEERWEG | HOOFDSPOOR opvalt ten aanzien van deze posten is:
BEREIKBAARHEIDSEFFECTEN VERDICHTING EN INVESTERINGEN INFRASTRUCTUUR _ De gebiedsontwikkeling kent in alle drie de alternatieven
Externe maatschappelijke effecten Lucht €3 -€ 112 € 10 een positieve MKBA. Dit positieve effect is groter in de
Klimaat €6 €212 €19 varianten met een IJmeerverbinding, vanwege de hogere
Geluid €2 €54 €5 grondopbrengsten.
Verkeersveiligheid €171 € 655 €26 * _ Het grootste verschil tussen de alternatieven treedt op bij
Indirecte effecten Agglomeratie € 563 €686 €198 de bereikbaarheidseffecten. In alle alternatieven scoort
Accijnzen €38 € 952 €85 de bereikbaarheid (zonder rekening te houden met de
NATUUR / RECREATIE (IJMEER / MARKERMEER) -€ 268 -€ 267 -€310 effecten van gebiedsontwikkeling en natuur) negatief.
Financieel Investeringen …€ 305 € 305 € 305 Het alternatief IJmeermetro scoort evenwel aanzienlijk
B&O €78 €27 €78 beter dan de andere alternatieven. Het alternatief
Maatschappelijk Recreatie (stadsstrand) jn jn €0 IJmeermetro+IJmeerweg scoort niet goed vanwege de
. . hoge investeringskosten en hoge kosten van beheer en
Recreatie (overig) AH AH +
. onderhoud.
Koolstofvastlegging €23 €23 €23
a * _ Voorde bereikbaarheidsscore voor wegverkeer geldt
Milieu ABA (TBES, Pampus) AH AH +
‚ een kanttekening: deze is tot stand gekomen door te
Vermeden ruimtebeslag elders + ++ ++
vergelijken met de bereikbaarheidseffecten van andere
TOTALE KOSTEN: INVESTERINGEN EN B&O -€ 9,929 -€ 13.373 -€ 11.786 , ,
locaties waar deze woningen gebouwd zouden kunnen
TOTALE EFFECTEN € 12.081 € 12.322 €6.259 ,
worden. De druk op het wegennet rond Almere is
Saldo maatschappelijke kosten en baten ,
groot en extra woningen vergroten deze druk. Aan de
Verhouding baten en kosten , ‚ ,
andere kant is overal in de Metropoolregio Amsterdam
de druk op het wegennet groot, dus geldt voor vrijwel
iedere locatie in de Metropoolregio Amsterdam dat er
meer congestie zal ontstaan als er extra inwoners en
arbeidsplaatsen bij komen. Op dit moment is het te vroeg
om een volledige doorrekening te kunnen maken van
de bereikbaarheidseffecten van woningbouw in Almere
Pampus (t.o.v. een of meerdere alternatieve locatie(s) waar
deze woningen moeten komen). Daardoor kent de score
plussen en minnen.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 67
* Effecten op natuur scoren ook negatief. Dat komt omdat
de maatschappelijke baten van meer natuur niet of
nauwelijks financieel te vertalen zijn als gevolg van de
MKBA-systematiek. Dit terwijl juist vestigingsklimaat en
een hoogwaardige leefomgeving grote factoren zijn bij het
aantrekken van werkgelegenheid.
INTEGRALE MKBA OP HOOFDLIJNEN VERGELIJKBAARHEID RESULTATEN RRAAM 2812 - MIRT-ONDERZOEK 2821
In het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Areea is een integrale Ook in het Rijk-Regioprogramma Amsterdam — Almere — Markermeer (RRAAM) uit 2012 zijn de aanleg van een IJmeerverbinding en
MKBA op hoofdlijnen uitgevoerd, die past bij het karakter uitbreiding van het OV onderzocht. Net als in 2021 was de ambitie drievoudig: een fors woningbouwprogramma, het realiseren van
en abstractieniveau van het MIRT-Onderzoek. In de MKBA de bijbehorende ontsluiting en het realiseren van TBES. Het naast elkaar leggen van de onderzoeken om verschillen in kosten te
is het programma van de Amsterdam Bay Area aangesloten ontdekken ligt voor de hand. Echter, de onderzoeken zijn niet goed te vergelijken. Belangrijkste redenen hiervoor zijn:
bij het scenario van WLO Hoog. Het Amsterdam Bay Area- « _ De investeringskosten liggen in 2021 fors hoger. Dat komt voor wat betreft de IJmeerverbinding omdat meer investeringen zijn
programma bestaat uit 100.000 extra woningen en 40.000 meegenomen: meer haltes, meer reizigers, hogere frequentie, en groter woningbouwprogramma in 2021. Bovendien is in 2012
extra arbeidsplaatsen in het plangebied. De MKBA bevat geen rekening gehouden met de aansluiting op het Amsterdamse metronet, een mobiliteitstransitie en zijn minder mitigerende
nog onzekerheden over met name de aantakking op het maatregelen opgenomen.
Amsterdamse metronet en de exploitatie. In de komende * _ De hogere investeringskosten in het alternatief Uitbreiding hoofdspoor zijn hoger in 2021 omdat in 2012 werd uitgegaan van een
periode zullen deze cijfers worden gehard. In een eventuele optimale invulling van de Flevolijn en geïnvesteerd in het HOV naar de stations. Er was geen spooruitbreiding voorzien. In 2021 is,
MIRT-Verkenningsfase wordt de MKBA op hoofdlijnen naast de HOV-aansluiting, ruim 30 km extra spoor voorzien, inclusief kunstwerken en mitigerende maatregelen. De investeringen
opgewerkt tot een gedetailleerde MKBA zoals gebruikelijk in liggen daarom flink hoger dan in 2012.
een Verkenningsfase. « __Naast inhoudelijke verschillen zijn er technische verschillen: in 2021 is gerekend met een hogere onzekerheidsopslag en een lagere
discontovoet. Ook zijn de bouwkosten tussen 2012-2021 gestegen.
68 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
/ ho | h d |
AS
‘
Y
%
r Het uitvoeren van een aantal gevoeligheidsanalyses had als doel om gevoel te krijgen
Kk voor de effecten op de resultaten bij een variatie op de uitgangspunten of situatie. De
uitkomsten van deze gevoeligheidsanalyse zijn in dit hoofdstuk opgenomen.
ö ie hd : 7 ke 5 E &
ba gn EN et ee A ennen a
à bk Sind Ne gn en ne
Eee eenen
En Se n _ en en en Ee ee Ag BE Dn Ee en ne Ee en ee ee >
ee = == ne TT enn"
ennn nnn nn
ee Ee Se en nn en
lms 5 Ba END ee ee en nn en = E
zn ee nen nn en En ee - me
Ee me eeen ee zz nne — ee en en en = en, a Ee
En en en
en neen en enen nn
Ee Te En ee im ee _E = nn es == = n : En
ee = . Ee en a mT Nm en en en
bn en, en Ee al ee 5 a Te Ee ze nn. 7 a nn ee ES = ns Er — _ Pan
nn ede ‚ en D=
en nn ne een 5 Een Se
ee Ee _ p _ en nl — _n ml et e= ed
== p as, en er
_ e= en ne k ed en
er er: - E Ten in en en En — _ = - ze Ee a nn 2 = N : En r ee ee
= ee nn ran En
ennen en on en tn Em mT Ten man =
= —_ ne ze On mn n nT ee mn ma
nn = een EO T
ä > Ean = n__n ee, _ : se
n - ES ee en _ , -
Ene m
Mobiliteitstransitie Rendabiliteit bij lagere programma-omvang IJmeerverbinding 70% brug, 30% tunnel
Wat als door mobiliteitsbeleid reizigers in plaats van met Wat zijn de gevolgen van een lager groeiscenario? Hiervoor is Als uitgangspunt voor de kostenberekening is een
de auto voor duurzamere manieren van vervoer kiezen? gerekend met het Welzijnsmonitor Leefomgeving (WLO) Laag verhouding van 70% tunnel — 30% brug genomen. In deze
Deze gevoeligheidsanalyse toont dat bij een zwaarder scenario. In een lager groeiscenario volgens WLO zijn er een gevoeligheidsanalyse is voor de alternatieven IJmeermetro en
beleidsscenario voor de mobiliteitstransitie kantelpunten aantal parameters en uitgangspunten die veranderen. Daarmee IJmeermetro+lIJmeerweg een aangepaste IJmeerverbinding
later optreden. Een mobiliteitstransitie kan de vraag naar wijzigen ook de berekeningen van onderliggende effecten voor geraamd waarbij is uitgegaan van 70% brug en 30% tunnel.
autogebruik minder snel doen toenemen. Dit kan door het de integrale MKBA op hoofdlijnen. Conclusie is dat bij een WLO Aanpalend hieraan zijn de kosten voor de betreffende
aanbieden van volwaardige alternatieven voor de auto, zoals Laag scenario sprake is van een onrendabel project. Het is ook mitigerende maatregelen aangepast. Conclusie: in beide
lopen, fietsen, OV en tot op zekere hoogte door Smart Mobility de vraag of het realistisch is dat je in een laag groeiscenario alternatieven zijn de investeringen lager, zie de tabel.
toepassingen; gebiedsinrichting rond knooppunten en kantoor een IJmeerverbinding aanlegt, want ook in deze analyse met
aan huis (incl. lagere parkeernormen) en; het stimuleren het lage WLO scenario blijkt dat het blok ‘bereikbaarheid’ in de IJmeerverbinding 100% tunnel
gedragsverandering en reizen buiten de spits. Het hangt af MKBA bepalend is voor het negatieve effect. Wat zijn de effecten op de investeringen als de
van beleid in de gehele Metropoolregio Amsterdam en vooral IJmeerverbinding geheel als tunnel wordt gerealiseerd?
in Amsterdam, wat de belangrijkste bestemming voor veel Investeringen Al en A6 Conclusie: bij een volledige tunnel stijgen de infrastructurele
verkeer is. Bij een regionaal brede inzet op mobiliteitstransitie Wat als we deze wegen verbreden? In een gevoeligheidsanalyse investeringskosten voor de verbinding ten opzichte van
kan de vraag naar OV verder toenemen. Daarmee nemen is hier een eerste verkenning naar gedaan om hier meer een verbinding met combinatie tunnel (70%) en brug (30%)
de baten van de investeringen in de IJmeerlijn ook toe. gevoel bij te krijgen. De conclusie daaruit wijst in de richting — het uitgangspunt voor de haalbaarheidsonderzoeken —,
Investeringen in weginfrastructuur renderen dan juist minder. dat een verbreding zorgt voor een geringe verlichting van maar dalen de kosten voor mitigerende en compenserende
de knelpunten op de weg, maar deze niet kan oplossen. Het maatregelen. In totaliteit stijgen de kosten, zie de tabel.
Corona/COVID19 probleem verplaatst zich van Almere naar Amsterdam. De
Welke langetermijneffecten kan COVID19 hebben op het kosten van verbreding zijn opgenomen in de tabel. IJmeerlijn zonder gebiedsontwikkeling in WLO Laag
gebruik van verschillende modaliteiten? Om deze impact van scenario
in te schatten is gebruik gemaakt van de uitgangspunten Extra bouwprogramma fysiek mogelijk met Amsterdam Bay De gevoeligheidsanalyse maakt duidelijk dat zonder
uit de Integrale Mobiliteits-Analyse (IMA). Hieruit blijkt dat Area-investeringen? gebiedsontwikkeling in Almere Pampus en de rest van de
COVID een forse impact heeft op de mobiliteit in 2040 (afname Hoeveel woningen zouden er extra gebouwd kunnen worden Amsterdam Bay Area het aanleggen van een IJmeerverbinding
van 5%-10% van de ritten in de spits). Dit effect is echter wel tot de grenzen van het bereikbaarheidssysteem bereikt niet zinvol is. Knelpunten in het OV zijn klein en de nieuwe
een stuk minder dan aan het begin van de pandemie en de zijn, gegeven de voorziene maatregelen per alternatief? verbinding wordt door minder mensen gebruikt, waarmee ook
uitdaging is de effecten zo lang mogelijk vast te houden. Conclusie: deze restcapaciteit is er alleen voor de alternatieven de toegevoegde waarde beperkt is. Deze analyse onderstreept
Tezamen met een mobiliteitstransitie kan het COVID-effect IJmeermetro (+18k woningen) en IJmeermetro+lJmeerweg daarmee vooral de samenhang met de gebiedsontwikkeling:
zorgen dat knelpunten op de Al en A6 worden verlicht; ze (-20k woningen). Daarbij wordt uitgegaan van realisatie van de gebiedsontwikkeling en de investeringen in het OV zijn geen
lossen de knelpunten echter niet op. Ook OV-knelpunten woningen in Almere. De grondopbrengsten van publieke losstaande beslissingen.
kennen een afname, maar blijven nog steeds knelpunten. gronden/private gronden en de grondexploitatiekosten
nemen toe. Op totaalniveau is er een positief effect op
grondexploitatie, zie de tabel.
70 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Effect ‘losse’ IJmeerweg
Voor IJmeermetro + IJmeerweg is een gevoeligheidsanalyse
uitgevoerd om zicht te krijgen op de geïsoleerde effecten
van de weg. Deze gevoeligheidsanalyse geeft zicht op de
effectiviteit van de IJmeerweg als onderdeel van de totale
ontwikkeling van ABA. De gevoeligheidsanalyse toont aan de
IJmeerweg een negatieve verhouding van maatschappelijke
kosten en baten heeft van 0,4. Dit betekent dat op basis
van investeringen en verwachte effecten, de IJmeerweg
maatschappelijk niet rendabel is.
Uitkomsten gevoeligheidsanalyses
ND eg CD,
GEVOELIGHEIDSANALYSE IJMEERMETRO + IJMEERWEG UITBREIDING HOOFDSPOOR
Extra woningen bij restcapaciteit van Grondexploitatie Grondexploitatie Geen restcapaciteit
de verkeersinfrastructuur € 306 min. (reëel) € 421 min. (reëel) verkeersinfrastructuur
€ 201 min. (NCW) € 277 min. (NCW)
IJmeerverbinding geheel als tunnel Meerkosten incl. BTW Meerkosten incl. BTW nvt.
€ 173 min. (reëel) € 79 min. (reëel)
€ 146 mIn.(NCW) € 66 mln. (NCW)
Verhouding 70% brug, 30% tunnel Afname investering Afname investering nv.t.
€ 330 mln. (reëel) € 318 min. (reëel)
€ 255 min. (NCW) € 241 min. (NCW)
€ 682 mln. (reëel)
€ 512 min. (NCW)
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 71
Hoofdstuk 3.2 bevatte de belangrijkste conclusies uit de rapportage ‘Naar een
ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay Area’ uit 2020. In 2021 heeft
verdiepend onderzoek (hoofdstuk 4), een alternatievenonderzoek (hoofdstuk k
5) en haalbaarheidsonderzoek (hoofdstuk 6) beantwoording van k adat Ko
plaatsgevonden om die conclusies nader te onderbouwen en aanvullende Ee wad : np k En En
E inzichten te komen. In dit hoofdstuk worden aanvullende conclusies voor het de
Eel IRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area 2020-2021 getrokken en vragen voor pre EE zk
_ het vervolg geïdentificeerd. Ook is de kern van de adviezen van het EE
_w e! enschappelijk kennisteam, de AMIJ/SMIJ en het maatschappelijk klankbord es:
__ opgenomen. Tot slot wordt ingegaan op het vervolgproces. Es
eenn en EN
nn ge ein ten mnd in
E Jak Di
tr î DN ES ee : f ie NE ks
pr id ed a 5 en np ke - zn Ô ie ol ” : ie En) ss 3 Fn lr
In hoofdstuk 4, 5 en 6 zijn de onderzoeksvragen uit 2021
beantwoord. Onderstaande tabel bevat een samenvatting van
de antwoorden:
Tabel samenvatting beantwoording onderzoeksvragen
Zijn 40.000 arbeidsplaatsen realistisch en welk | Een programma van 40.000 banen (waarvan 35.000 in Almere) is haalbaar en is ook noodzakelijk om een positieve bijdrage te
economisch profiel past daarbij? | leveren aan de bestaande situatie met een scheve woon-werkverhouding in Almere/Flevoland. Een kansrijk economisch profiel voor
Almere is “Tech, Transitie en Energie’. Naast een kwalitatief hoogstaande gebiedsontwikkeling in stedelijke milieus met een goede
bereikbaarheid is ook overheidssturing op o.a. onderwijsvoorzieningen nodig om dit economisch profiel te realiseren.
Hoe kan Amsterdam Bay Area bijdragen aan het | In samenhang met de gebiedsontwikkeling van Amsterdam Bay Area kan natuur worden gerealiseerd in het water en op het land. Er
Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES)? | is een maatregelenpakket uitgewerkt waarmee Amsterdam Bay Area bijdraagt aan het TBES, onder andere door het toevoegen van
250 ha. helder water met waterplanten en 150 ha. landwaterovergangen.
Welke effecten heeft Amsterdam Bay Area op het | De woningbouwambities van de Metropoolregio Amsterdam in combinatie met de grote scheve woon-werkverhouding Almere-
hoofdwegennet? | Flevoland leiden tot knelpunten op het hoofdwegennet. Binnen de Amsterdam Bay Area ontstaan als gevolg hiervan grootschalige
knelpunten op Al en A6. Door in te zetten op OV en mobiliteitstransitie kan de groei van het autoverkeer licht gedempt worden,
maar met de in het MIRT-Onderzoek onderzochte oplossingen gericht op capaciteitsuitbreiding (IJmeerweg en/of verbreding Al en
A6) zullen de knelpunten op het hoofdwegennet niet kunnen worden opgelost. Nader onderzoek hiernaar is nodig op een hoger
schaalniveau. Waarbij wordt gekeken naar effecten in de Metropoolregio Amsterdam, waaronder Flevoland.
Welke kantelpunten inde fasering? | Knelpunten rond OV-bereikbaarheid ontstaan al bij de autonome groei van 25.000 extra woningen in Almere in 2030. Als wordt
geaccepteerd dat bereikbaarheidsnormen tijdelijk worden overschreden dan kan maximaal worden gegroeid met 35.000 woningen
tot 2035. Vanaf dat moment voldoet de huidige infrastructuur niet langer en moet nieuwe OV-infrastructuur operationeel zijn. Gezien
de lange ontwikkeltijd is starten met de voorbereidingen urgent. Voor de weg ontstaan deze knelpunten al eerder: bij 25.000 extra
woningen is de I/C waarde op veel locaties rondom de Amsterdam Bay Area al 0.9-1,0 (structurele file). Hiermee wordt het kantelpunt
voor de wegbereikbaarheid al bereikt bij uitvoering van de bestaande plannen uit de Woonvisie van Almere.
Welke investeringen zijn no-regret voor deeerste | Een No-regretpakket is uitgewerkt met maatregelen die horen bij de eerste 25.000 extra woningen in de bestaande stad. Het betreft
25.000 woningen? | maatregelen rond wonen, werken, bereikbaarheid, natuur en duurzaamheid. Dit pakket kost ca. € 90 mln. Aanvullend zijn binnen het
No-regretpakket maatregelen uitgewerkt die passen in elk van de drie Alternatieven, en het plangebied voorbereiden op de groei na
de eerste 25.000 woningen. Deze maatregelen bereiden het plangebied voor op verdere ontwikkeling. Dit pakket met aanvullende
maatregelen kost ca € 410 mln. Nadere uitwerking van het No-regretpakket is nodig en is voorzien in 2022.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 73
Samenvatting uitkomsten alternatievenstudie
EN Caan a
Ey Ne GD.
IJMEERMETRO IJMEERMETRO + IJMEERWEG UITBREIDING HOOFDSPOOR
Wonen 100.000 woningen 100.000 woningen 100.000 woningen
Hoogstedelijk Hoog- en compact stedelijk Compact stedelijk en groenstedelijk
25% grondgebonden 37% grondgebonden 46% grondgeboden
75% appartementen 63% appartementen 54% appartementen
Werken 40.000 arbeidsplaatsen 40.000 arbeidsplaatsen 40.000 arbeidsplaatsen
Hoogstedelijk milieu biedt de beste kansen voor gewenst
profiel
Natuur & ecologie +op TBES +op TBES +op TBES
0 Effecten natuur (mitigeerbaar) 0 Effecten natuur (mitigeerbaar) 0 Effecten natuur (mitigeerbaar)
Nader onderzoek naar verhouding tunnel/brug i.v.m. Nader onderzoek naar verhouding tunnel/brug i.v.m.
vergunbaarheid vergunbaarheid
Bereikbaarheid weg | De in het MIRT-Onderzoek onderzochte oplossingsrichtingen De in het MIRT-Onderzoek onderzochte oplossingsrichtingen De in het MIRT-Onderzoek onderzochte oplossingsrichtingen
bieden geen oplossing voor (toenemende) knelpunten op bieden geen oplossing voor (toenemende) knelpunten op Al en A6. bieden geen oplossing voor (toenemende) knelpunten op Al
Al en A6. De IJmeerweg heeft een positief effect op reistijd Almere Centrum/ en A6.
Pampus naar Zuidas, maar een negatief effect op reistijd IJburg
naar Zuidas.
Bereikbaarheid OV Positief effect op OV-bereikbaarheid Almere, IJburg, overig Positief effect op OV-bereikbaarheid Almere, IJburg, overig Licht positief effect; kleine reistijdwinst en groei bereik.
Amsterdam. Amsterdam. Bereikbaarheid vanuit het Gooi kent afname
Knelpunten OV Positief effect, ontlast knelpunten op hoofdspoor en bus-, Positief effect, ontlast knelpunten op hoofdspoor en bus-, tram-, Licht positief effect; verlichting van de spoorknelpunten,
tram-, metronetwerk. metronetwerk. maar
niet op bus- tram- en metronetwerk.
Effecten op metronet Aansluiting IJmeerlijn vraagt aanvullende maatregelen Aansluiting IJmeerlijn vraagt aanvullende maatregelen waarvoor Vraagt beperkte aanvullende maatregelen.
Amsterdam waarvoor aanvullend onderzoek in een eventuele aanvullend onderzoek in een eventuele Verkenningsfase nodig is.
Verkenningsfase nodig is. De maatregelen hangen De maatregelen hangen samen met de wijze van aansluiting op -en
samen met de wijze van aansluiting op -en toekomstige toekomstige ontwikkeling van- het Amsterdamse metronet.
ontwikkeling van- het Amsterdamse metronet.
Landschap Mogelijk mits tunnel of Mogelijk mits tunnel of Mogelijk
brugverbinding goed ingepast brugverbinding goed ingepast
Duurzaamheid Duurzaamheid inpasbaar, binnenmeer voor ecologie en Duurzaamheid inpasbaar, binnenmeer voor ecologie en Duurzaamheid inpasbaar, brede watergang voor
klimaatbestendigheid klimaatbestendigheid ecologie en klimaatbestendigheid
74 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
Tabel samenvatting uitkomsten haalbaarheidsanderzoek
Bedragen in Netto Contante Waarden, incl. BTW, prijspeil 2421
SD eg ED,
IJMEERMETRO + IJMEERWEG UITBREIDING HOOFDSPOOR
CL
omen
emmemenorsooroumer |_e |
* In het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area is een integrale MKBA op hoofdlijnen uitgevoerd, die past bij het karakter en abstractieniveau van het MIRT-Onderzoek.
In de MKBA is het programma van de Amsterdam Bay Area aangesloten bij het scenario van WLO Hoog. Het Amsterdam Bay Area-programma bestaat uit 100.000 extra
woningen en 40.000 extra arbeidsplaatsen in het plangebied. De MKBA bevat nog onzekerheden over met name de aantakking op het Amsterdamse metronet en
de exploitatie. In de komende periode zullen deze cijfers worden gehard. In een eventuele MIRT-Verkenningsfase wordt de MKBA op hoofdlijnen opgewerkt tot een
gedetailleerde MKBA zoals gebruikelijk in een Verkenningsfase.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 75
B.? CONCLUSIES UIT HET MIRT-
ONDERZOEK 24E EN 2821
In hoofdstuk 3 zijn al de conclusies uit het onderzoek van 2020 5. De IJmeermetro of in mindere mate de uitbreiding van Procesmatige hoofdconclusie
(rapport ‘Naar een ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay het hoofdspoor biedt een oplossing om de capaciteit Zoals in de inleiding is opgenomen is het doel van een MIRT-
Area!) opgenomen. Het aanvullende onderzoek dat in 2021 van het OV-systeem sterk te verhogen en daarmee de Onderzoek het in kaart brengen van de opgave (problemen en
heeft plaatsgevonden leidt tot onderbouwing, aanvulling en OV-bereikbaarheid te verbeteren. De OV-knelpunten kansen), scope en stakeholders in een gebied: wat is de opgave,
aanscherping van die conclusies. kunnen met dergelijke investeringen verminderen of zelfs hoe groot is het probleem (of de ambitie), wie heeft er last van
worden opgelost. of baat bij? Het in 2020 en 2021 uitgevoerde onderzoek naar
Inhoudelijke hoofdconclusie: MIRT-Onderzoek Amsterdam 6. De aansluiting van de IJmeermetro op het Amsterdamse Amsterdam Bay Area voldoet aan deze doelstelling en gaat
Bay Area geeft aanleiding voor vervolg metronet is globaal onderzocht. De aansluiting kan op op onderdelen verder dan alleen het in kaart brengen van de
Het uitgevoerde MIRT-onderzoek geeft voldoende uiteenlopende manieren plaatsvinden met mogelijk opgave, scope en stakeholders. Zo zijn meerdere alternatieven
aanknopingspunten om de ontwikkeling van Amsterdam Bay grote effecten op het metronetwerk. In de volgende fase uitgewerkt en is de maatschappelijke haalbaarheid van de
Area verder te onderzoeken. Op basis van het MIRT-onderzoek wordt daarom onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting, alternatieven onderzocht. Een MKBA is in het stadium van een
worden de volgende inhoudelijke conclusies getrokken: toekomstige lijnvoering en exploitatie. De uitkomsten van MIRT-Onderzoek geen vereiste.
1. Amsterdam Bay Area biedt fysieke ruimte om tot 2050 dit onderzoek worden toegevoegd aan het projectdossier
een programma met 100.000 woningen en 40.000 en meegewogen in verdere besluitvorming.
arbeidsplaatsen te realiseren. Verdere economische 7. De onderzochte oplossingsrichtingen bieden geen
ontwikkeling van Almere moet bijdragen aan een betere oplossing voor de knelpunten op de weg. Inzetten op
woon-werkbalans. openbaar vervoer en een mobiliteitstransitie kan de groei
2. De ecologie levert randvoorwaarden voor de ontwikkeling van wegenknelpunten op de corridor Amsterdam-Almere
van woningbouw, infrastructuur en recreatie in de beperken, maar kan deze knelpunten niet oplossen.
Amsterdam Bay Area. Het integraal meenemen van Onderzoek is nodig op het schaalniveau van de MRA en op
natuurontwikkeling draagt bij aan de ambities voor een gebiedsniveau.
Toekomstbestendig Ecologisch Systeem en de ontwikkeling 8. De integrale MKBA op hoofdlijnen is positief en laat
van een gebied met hoge ruimtelijke kwaliteit. maatschappelijke meerwaarde van de ontwikkeling van
3. Amsterdam Bay Area kan een showcase zijn voor duurzame Amsterdam Bay Area met een IJmeermetro zien. De MKBA
gebiedsontwikkeling door vanaf de start circulair, bevat nog onzekerheden. Er is verdere studie nodig om te
klimaatadaptief, natuurinclusief en energieneutraal te komen tot een meer gedetailleerde MKBA die past bij het
ontwikkelen. niveau van de MIRT-Verkenningsfase.
4. Het toevoegen van het programma van Amsterdam Bay 9. Eris inzicht in potentiële dekkingsbronnen voor de
Area en het programma elders in de Metropoolregio benodigde publieke investeringen, maar afspraken over
Amsterdam leidt tot een sterke toename van de druk op bekostiging zijn nog niet gemaakt.
zowel het OV-systeem als op het wegennet, waardoor
knelpunten ontstaan.
76 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
In de systematiek van het MIRT volgt na de fase van het MIRT-
Onderzoek — en indien dit aanleiding geeft tot een vervolg
— een MIRT-Verkenning. Om een MIRT-Verkenning te kunnen
starten, moet zicht zijn op 75% bekostiging van de meest voor
de hand liggende variant. INVESTERINGSKOSTEN EN EXPLOITATIEOPBRENGSTEN VAN DE IJMEERVERBINDING VERGEN NADER ONDERZOEK IN DE
EVENTUELE VERKENNINGSFASE
Wegknelpunten vergen nader onderzoek In twee van de drie alternatieven is sprake van een IJmeerlijn. Deze heeft grote impact op zowel de investeringskosten (aanleg van
Zoals uit de hoofdconclusies van Amsterdam Bay Area blijkt de lijn en benodigde aanpassing van het Amsterdamse metronetwerk) als de mogelijke dekkingsbronnen (de exploitatie van de
‚ n ‚ IJmeerlijn heeft potentieel een positief saldo). De investeringskosten en exploitatieopbrengsten van de IJmeerlijn vragen om nader
is een kansrijke oplossing gevonden voor de knelpunten … . . „
onderzoek. Dat hangt samen met de wijze van inpassing van de IJmeerlijn op het Amsterdamse metronet.
in het openbaar vervoer. Echter bieden de onderzochte
oplossingsrichtingen geen oplossing voor de knelpunten op Er spelen twee zaken:
het wegennet. Ze zijn onderdeel van een bredere opgave 1. _In dit MIRT-Onderzoek is uitgegaan van 20 metro's per uur tussen Almere en Amsterdam. Deze frequentie is nodig om de
op het schaalniveau van de Metropoolregio Amsterdam vervoervraag in de spitsen te kunnen verwerken. Deze metro's takken bij Diemen Zuid aan op het drukke Amsterdamse metronet.
. . ee … Dit vraagt om aanvullende investeringen. In het MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area is uitgegaan van een ontvlochten systeem,
volgend uit de woningbouwambities. De knelpunten zijn En ,
… waardoor een aantal rechtstreekse verbindingen op het metronet komen te vervallen. Om deze negatieve effecten zoveel
daarom mede afhankelijk van keuzes en maatregelen die in mogelijk te beperken, is in de kostenraming rekening gehouden met aanvullende maatregelen om deze verbindingen zo goed
de Metropoolregio Amsterdam genomen worden. Daarbij is mogelijk in stand te houden. Hiervoor is rekening gehouden met investeringen á € 350 mIn*. Daarnaast zijn investeringen á € 300
er behoefte aan een analyse van de wegknelpunten op het min*. opgenomen voor de uitbreiding van werkplaatsen en opstelterreinen. Dit uitgangspunt vraagt nadere verdieping, want
schaalniveau van het gebied (Flevoland en Almere). er zijn ook alternatieve lijnvoeringen denkbaar. Dit moet in breder verband worden beschouwd, want er lopen nu ook studies
naar het doortrekken van de Noord-Zuid lijn en het sluiten van de “kleine ring” van Amsterdam. Verschillende varianten voor de
‚ ‚ ‚ aansluiting van de IJmeerlijn op het metronetwerk van Amsterdam zijn denkbaar. Deze varianten kunnen in een eventuele MIRT-
Het project Amsterdam Bay Area, het project Multimodaal . .
Verkenningsfase worden uitgewerkt en onderworpen aan effectenonderzoek.
Toekomstbeeld en het programma Samen Bouwen aan 2. De exploitatie van de IJmeerlijn heeft potentieel een positief saldo. Dit is één van de potentiële dekkingsbronnen/
Bereikbaarheid bereiden begin 2022 een projectvoorstel voor bekostigingsmogelijkheden voor de noodzakelijke investeringen. Bij de huidige modelberekeningen is uitgegaan van een
om de wegknelpunten op beide schaalniveaus te onderzoeken. eindbeeld waarbij IJmeerlijn en Amsterdams metronet vervlochten zijn (IJmeerlijn wordt toegevoegd aan het bestaande
Uitkomsten van dit onderzoek worden daar waar logisch netwerk). Dat is een discrepantie met de wijze waarop de benodigde investeringen zijn geraamd, waarbij rekening is gehouden
meegenomen in een eventuele MIRT-Verkenning Amsterdam met een ontvlochten netwerk. Nader onderzoek is nodig om investeringskosten en exploitatieopbrengsten op basis van
hetzelfde eindbeeld te berekenen. Vanuit een experttoets is gebleken dat de exploitatieresultaten van een ontvlochten systeem
Bay Area. . . … . . . .
(waar de investeringen op zijn bepaald) naar verwachting niet slechter zal scoren dan in een vervlochten systeem waar in de
exploitatieberekeningen vanuit is gegaan.
De bij de OV-exploitatie van de IJmeerlijn betrokken overheden voeren in de eerste maanden van 2022 een verkennend onderzoek
uit naar governance en exploitatie van de IJmeerlijn. Hierin worden verschillende varianten van aansluiting van de IJmeerlijn op
het Amsterdamse metronet in beeld gebracht. Zo kan het exploitatiesaldo van verschillende varianten worden gehard, evenals de
mogelijke bijdrage uit de OV-exploitatie aan de bekostiging.
*Netto Contante Waarde, prijspeil 2021, incl. BTW
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 77
8.4 KERN ADVIEZEN WETENSCHAPPELIJK KENNISTEAM,
GMIJ EN MAATSCHAPPELIJK KLANKBORD
Drie adviesorganen zijn gevraagd om hun advies en te geven graag voort en adviseert om ook in aanloop naar een mogelijke De SMIJ benadrukt de urgentie om aan de slag te gaan, met
op het eindrapport MIRT-Onderzoek Amsterdam Bay Area en startbeslissing voor een MIRT-Verkenning duidelijke afspraken inzet op het no-regretpakket voor tijdige mitigatie en omdat
vervolgvragen mee te geven. te maken over samenwerking, rol en inzet van de AMIJ- effecten van natuurrealisatie pas op lange termijn zichtbaar
SMIJ in het vervolgtraject. Daarbij constateert de SMIJ dat zijn. Voor de (middel)lange termijn stelt de SMIJ dat deze,
ADVIES STUURGROEP MARKERMEER-IJMEER het natuurbelang niet vertegenwoordigd is in het huidige indien het gaat om grote(re) systeemingrepen, om een
De Stuurgroep Markermeer-IJmeer (hierna: SMIJ) is in de opdrachtgeverschap voor de Amsterdam Bay Area en vraagt zorgvuldige onderbouwing vragen. De SMIJ werkt in dat kader
bestuursovereenkomst RRAAM ingesteld als verantwoordelijke de SMIJ om de beleidsverantwoordelijke hiervoor in het zelf aan de ‘Trendanalyse Natuurthermometer’ en stelt de
voor het coördineren en realiseren van een Toekomstbestendig vervolgtraject op te nemen in de overleg- en afstemstructuur resultaten hiervan beschikbaar aan Amsterdam Bay Area.
Ecologisch Systeem (TBES) in het Markermeer-IJmeer. Vanuit voor de Amsterdam Bay Area.
deze verantwoordelijkheid is de SMIJ gevraagd haar advies uit Financiering
te brengen. Samengevat geeft de SMIJ de volgende adviezen: Ecologische onderdelen van de ontwikkelstrategie De SMIJ beschikt niet zelf over financiële middelen voor de
De SMIJ onderschrijft de ecologische ambitie en de inzet aanleg van natuur, maar bij de SMIJ betrokken partijen hebben
Rol en verwachtingen SMIJ ten aanzien van de ontwikkeling op TBES-maatregelen voor de Amsterdam Bay Area. in het directeurenoverleg van december 2021 afgesproken
van de Amsterdam Bay Area Een nadere uitwerking van maatregelen in de volgende mee te zullen kijken naar financieringsmogelijkheden voor
Er ligt in het Markermeer-IJmeer een forse opgave om een MIRT-fase is nodig om de kansrijkheid te bepalen. Daarbij natuur. De SMIJ verwacht een duidelijke visie en strategie
veerkrachtig ecologisch systeem te realiseren. Daarom is adviseert de SMIJ o.a. te kijken naar kosteneffectiviteit, vanuit de organisatie van de gebiedsontwikkeling op de vraag
het meenemen van de ecologische ambitie bij ruimtelijke vorm en locatie en de aanbevelingen uit het ecologische wat vanuit de gebiedsontwikkeling reëel is om bij te dragen
ontwikkelingsprojecten van belang. De SMIJ verwacht onderzoek van Sweco (2021). Specifiek noemt de SMIJ hierbij aan de realisatie van de ecologische opgave. Het door de SMIJ
daarbij dat de Amsterdam Bay Area-bijdrage aan de ecologie het zoeken naar natuurmaatregelen die in samenhang met geplande onderzoek naar een ‘Spelregelkader’, waarin vragen
substantieel groter is dan het mitigeren en/of compenseren woningbouw en bereikbaarheid te realiseren zijn, waaronder over de financiering van de TBES-opgave aan bod komen, is
van eventuele negatieve effecten van woningbouw, de binnendijkse maatregelen en het eventueel koppelen van hierbij relevant.
toenemende gebruiksdruk en een mogelijke IJmeerverbinding. natuurmaatregelen aan de aanleg van een IJmeerverbinding.
Door het slim en integraal combineren van natuur- en ADVIES WETENSCHAPPELIJK KENNISTEAM
gebiedsontwikkeling kan ABA een belangrijke bijdrage leveren De SMIJ hecht belang aan de conclusie van het MIRT- Het Wetenschappelijk Kennisteam (hierna: WKT) van het
aan het tot stand komen van TBES en de aantrekkelijkheid van Onderzoek dat waarschijnlijk niet alle alternatieven in elke vorm programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid bracht advies
het gebied. vanuit ecologisch oogpunt mogelijk zijn, wat onder andere uit over het eindrapport en vervolg van het MIRT-Onderzoek
heeft geleid tot een voorlopige bijstelling van de brug-tunnel Amsterdam Bay Area. Het WKT bestaat uit dr. ir. Tom Daamen
Doorlopen proces verhouding voor de IJmeerverbinding. De SMIJ verzoekt in het (TU Delft), dr. Esther Geuting (Stec Groep), prof. dr. Pieter
De SMIJ spreekt haar waardering uit voor het in het MIRT- vervolgonderzoek de haalbaarheid van alle alternatieven vanuit Tordoir (Universiteit van Amsterdam) en prof. dr. Erik Verhoef
Onderzoek doorlopen proces. Door goede interactie tussen ecologisch perspectief nader uit te werken. Ook ziet de SMIJ (VU Amsterdam).
het projectteam Amsterdam Bay Area, de ambtelijke groep graag dat de baten van natuur integraal meegenomen worden
Markermeer-IJmeer (AMIJ) en de SMIJ heeft de ecologische bij de economische analyses binnen een toekomstige MIRT- Het WKT constateert dat de Amsterdam Bay Area mogelijk
ambitie steeds beter een plek in het proces gekregen. De SMIJ Verkenning. één van de grootste en meest uitdagende integrale
zet deze goede en constructieve onderlinge samenwerking ruimtelijke project(en) van Nederland in de 21e eeuw is
78 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
en zeer waarschijnlijk de laatste, grotendeels publieke een Tech-campus vraagt om verdere uitwerking. gescheiden te evalueren.
grondontwikkeling in Nederland. Het WKT onderschrijft * _ Onderbouw nader waarom de Amsterdam Bay Area een * _ Integrale gebiedsontwikkeling vraagt om brede afweging
het potentiële nut en de noodzaak van integrale ‘showcase voor duurzaamheid’ kan zijn en neem de impact en geeft aanleiding om van MIRT-systematiek af te wijken.
gebiedsontwikkeling. Op enkele fundamentele punten is meer van klimaatverandering op het gebied nadrukkelijker mee Fundamenteel is dat de huidige wijze waarop het traject
onderzoek en onderbouwing nodig om te kunnen spreken van (o.a. bouwen onder zeeniveau, effecten bodemdaling). rond het MIRT is georganiseerd, niet bijdraagt aan het
een ‘state of the art’ gebiedsontwikkeling. Werk uit waarom Amsterdam Bay Area op het gebied nemen van strategische beslissingen over de Amsterdam
van duurzaamheid meer is dan een reguliere, moderne Bay Area. De focus van het MIRT is sterk gericht op thema’s
De kern van het advies van het WKT is: gebiedsontwikkeling. Dit gaat verder dan maatregelen zoals als woningbouwontwikkeling en het oplossen van
« _ Werk de economische kracht Almere met de doelstelling een groenblauw grid en moet beginnen met een bepaalde bereikbaarheidsknelpunten. De integrale aanpak heeft
van 40.000 extra banen sterker uit. Koppel deze aan een dichtheid, ambitie van mengen of een filosofie van Nieuwe nadrukkelijk aandacht voor thema's als natuur, ecologie,
duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor de Amsterdam Stedelijkheid. economische ontwikkeling, onderwijs en duurzaamheid.
Bay Area en geef meer visie op werklocaties en type * _ Kijk op een nieuwe manier naar mobiliteit en richt Het belang van de gebiedsontwikkeling van de aard en
banen/bedrijven en sturing daarop. Geef aandacht aan het op het vergroten van effectieve wegcapaciteit en de omvang van de Amsterdam Bay Area geeft aanleiding
verbeteren van de woon-werkbalans en versterking van de mobiliteitstransitie met gedragsverandering, spreiding over om van de MIRT-systematiek af te wijken c.q. de MIRT-
verzorgingsstructuur. modaliteiten en digitale bereikbaarheid. Laat knelpunten systematiek in lijn te brengen met het werken aan integrale
* _ Verbreed de scope door in de volgende fase economische die volgen uit de huidige modellen niet vertragend werken opgaven.
relaties met het oosten en noorden uit te werken. Oost- voor de verdere planuitwerking van Amsterdam Bay Area.
Nederland is op dit moment een sterk groeigebied, waarbij * _ Verhelder de samenhang met (plannen voor) de Lelylijn. De Drs. Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de Fysieke
Almere mogelijk als scharnierpunt tussen het oosten en mogelijke ontwikkeling van de Lelylijn kan een ander licht Leefomgeving en lid van het College van Rijksadviseurs nam
de Randstad kan fungeren. Met de mogelijke aanleg van werpen op het ontwikkelpotentieel op de bestaande lijn. deel aan het WKT, maar wil het advies van het WKT niet mede
de Lelylijn intensiveert in de toekomst ook de relatie met * _ Werk in de fasering van de Amsterdam Bay Area toe ondertekenen. De opvattingen van de Rijksadviseur zijn
Noord-Nederland. naar adaptieve ontwikkelpaden, waarin opties worden verwoord in een separate reactie met de volgende kernpunten:
* Economisch groei in Almere vergt een langdurige opengehouden zolang het proces dat toestaat. * _ Fundamentele punten moeten leiden tot heroverweging
inspanning, samenwerking en duidelijke sturing. Werk + _ Verhelder waarom de aannames over de relatie tussen het van uitgangspunten en doelstellingen in het onderzoek.
uit wie hierop gaat sturen en kijk daarbij ook naar hoofspoor en laagbouwmilieus logisch zijn. Deze uitspraak wordt in het advies van het Kennisteam niet
welke rol de private sector kan en wil spelen en naar * _ Geef duiding aan de voorwaarden en inbrengwaarde van gedaan.
interdepartementale samenwerking op Rijksniveau. de opbrengsten van publieke gronden en werk ook andere + _ Uit de huidige onderzoeken naar de gebiedsontwikkeling
* __ Denk in termen van strategische samenwerking voor bronnen dan grondopbrengsten uit. van de Amsterdam Bay Area komen wat de Rijksadviseur
onderwijs en campusontwikkeling. Nieuw onderwijs in « _ Hanteer een brede blik in de MKBA. Zoek naar methodes betreft geen conclusies die nut en noodzaak ondersteunen.
Almere moet niet gaat concurreren met het bestaande om de effecten rond thema’s als natuur, ecologie en « _ Nederland loopt steeds vaker tegen sociale, economische,
onderwijslandschap in Nederland. Ga daarom strategische duurzaamheid te concretiseren, om zo de resultaten mee ecologische en technische grenzen aan. Hierdoor is de
samenwerkingen aan met bestaande (technische) te wegen in de scoring van de onderzochte Alternatieven. context van een omvangrijke integrale gebiedsontwikkeling
universiteiten en hbo’s en bedrijven in Almere. Zorg voor methodische hygiëne in de MKBA-evaluatie in korte tijd wezenlijk veranderd.
*__ Inhoudelijke vulling en onderbouwing voor het succes van door scenario’s rond ruimtegebruik en OV-aanbod ook « _ Het is nodig om te investeren in werkgelegenheid en
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 79
het voorzieningenniveau van Almere. De economische ADVIES MAATSCHAPPELIJK KLANKBORD Bereikbaarheid
doelstelling van 40.000 banen zorgt voor verslechtering Het Maatschappelijk Klankbord (MK) bestaat uit een brede * _De mobiliteitsopgave binnen de Amsterdam Bay Area
van de woon/werkbalans. Koppel economie los van het afvaardiging van maatschappelijke organisaties die betrokken is onderdeel van de grotere mobiliteitsopgave van de
woningbouwvraagstuk om structureel aan de economische zijn bij de onderwerpen en het plangebied van het MIRT- Metropoolregio Amsterdam. Deze is het gevolg van de
groei van Almere te werken. Onderzoek. Samengevat geeft het MK de volgende adviezen bouw van veel extra woningen. Het MK vindt het geen
* __ De fundamentele vraag “wat is het ons nu en op lange mee: optie om de woningen niet te bouwen. Dat betekent
termijn waard om op een van de diepere plekken van de wel dat het bereikbaarheidsvraagstuk op verschillende
Nederlandse delta door te blijven ontwikkelen?” vraagt niet Ecologie schaalniveaus moet worden aangepakt.
om meer onderzoek, maar gesprek over doelstellingen. «Scherp de ecologie-ambitie aan. Ga uit van een inzet gericht * _ Een eerste stap in de oplossing van het
* Richt de mens- en denkkracht om te komen tot een op robuust ecologisch systeemherstel door het vraagstuk bereikbaarheidsvraagstuk is het verkleinen van het
‘showcase voor duurzaamheid’ op doorontwikkeling van in een groter verband te plaatsen en door meer dan nu uit vraagstuk. Binnen de Amsterdam Bay Area betekent dat het
stedelijkheid in bestaande wijken en niet op een nieuw te te gaan van een gewenste volgordelijkheid. Investeringen optimaliseren van het bestaande OV-net en investeren in
ontwikkelen uitbreiding. zijn nu nodig om bouw van woningen en aanleg van de fiets.
* Door woningbouwambities in de MRA ontstaan infrastructuur straks mogelijk te maken. * _ Kijken handel bij de aanleg van de noodzakelijke
verkeersknelpunten. Het WKT doet de suggestie deze * _ Maak meer geld vrij voor de verbetering van de ecologische OV-infra vooruit, omdat deze te vaak achterloopt op de
knelpunten niet vertragend te laten werken voor kwaliteit. Het mitigerende en compenserende karakter van gebiedsontwikkeling. Daardoor is OV-infra vrijwel altijd
verdere planuitwerking. De Rijksadviseur stelt dat voorziene maatregelen alleen maakt robuust ecologisch suboptimaal ingericht en kan deze niet bijdragen aan een
mobiliteitsknelpunten vragen om een andere manier systeemherstel niet mogelijk. goede start van een gewenste ontwikkeling.
van kijken, maar ook een belangrijke aanleiding zijn om « _ Wees in de communicatie zeer duidelijk over de locaties voor _« _Ondertunnel de volledige IJmeerverbinding voor het
ambities van de gebiedsontwikkeling aan te passen. de eilanden in het IJmeer, die nu niet op de ecologisch en tracé dat door het IJmeer gaat. Dit doet recht aan de
« _ Het WKT stelt dat de huidige wijze waarop het MIRT landschappelijk wenselijke plekken zijn ingetekend. ecologische situatie, landschappelijke kwaliteiten en het
is georganiseerd, niet bijdraagt aan het nemen van multifunctionele gebruik van het IJmeer.
strategische beslissingen over ABA, en dat dit aanleiding Verstedelijking * _ Betrek in de MIRT-Verkenning daarbij ook de aansluiting
geeft om van de MIRT-systematiek af te wijken. De * _ Houd vast aan de stedelijkheid en dichtheid zoals op het Amsterdamse metronet als onbekende maar
opvatting van de Rijksadviseur is dat het onderzoek leidt tot opgenomen in de huidige plannen. belangrijke schakel in het slagen van deze verbinding.
voldoende bruikbare conclusies, namelijk heroverweging * Respecteer de volgordelijkheid van de benodigde * _Pas de OV-infra op de Hollandse Brug niet aan.
van huidige doelstellingen uitgangspunten voor de ontwikkelingen: eerst verdere ontwikkeling en afronding * _ Zorg voor een zorgvuldig vormgegeven mobiliteitstransitie
ontwikkeling van Amsterdam Bay Area. binnen de gebouwde omgeving van Almere, dan Almere MRA-breed. Hier horen gerichte investeringen in de
« _ Vraagstukken uit het MIRT-Onderzoek geven aanleiding om Pampus (waarvan de voorbereidingen wel al kunnen starten). weginfrastructuur bij (naast betalen naar gebruik,
nieuwe afwegingen op regionale of zelfs nationale schaal te « Heb aandacht voor het functioneel groen-blauwe casco in de parkeernormen, etc). Het MK is verdeeld over de vraag naar
maken. ontwikkeling van de Amsterdam Bay Area. de wenselijkheid en relevantie van de IJmeerweg.
* Hou in de gehele ontwikkeling van de Amsterdam Bay Area
én Almere oog voor de leefbaarheid van de stad Almere en in
het bijzonder voor de groei van de werkgelegenheid.
80 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
8.5 VERVOLGPROCES
Landschappelijke kwaliteit De resultaten van het uitgevoerde MIRT-Onderzoek zoals
* _Maak landschappelijke kwaliteit een belangrijker punt opgenomen in dit rapport worden in het voorjaar van 2022
in de afweging en neem normen op om deze te borgen. aangeboden aan het BO MIRT. Het BO MIRT besluit dan ook over
Inrichtingskeuzes zouden met respect voor het landschap te nemen vervolgstappen.
gemaakt moeten worden (uitgangspunten van Palmboom).
Tot slot
Het MK gaat ervan uit dat met het rapport deze onderzoeksfase
wordt afgesloten en vindt dat verstandig. Vervolgvragen
horen voor een deel thuis in een eventueel te starten MIRT-
Verkenning.
Van andere adviezen hoopt het MK dat deze al eerder
worden opgepakt: de ecologie in een breder verband
plaatsen, de monitoring van ecologie, de focus op het
bereikbaarheidsvraagstuk in MRA-verband en het geven
van een prominentere plek voor landschappelijk kwaliteit in
afwegingskaders.
Het MK roept verschillende betrokken overheden op om
duidelijker met elkaar af te spreken wie op welke manier voor
het vervolg verantwoordelijkheid neemt en dat zij gezamenlijk
verantwoordelijkheid nemen voor een meer integrale
benadering van de inhoudelijk vraagstukken (ecologie,
verstedelijking, bereikbaarheid) binnen de overlegstructuur.
Ook vraagt het MK voor het creëren van een bestuurlijke trekker
voor de pijler ecologie.
Partijen in het MK blijven graag nauw betrokken bij eventuele
vervolgstappen.
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 + FEBRUARI 2022 81
COLOFON
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 MAATSCHAPPELIJK KLANKBORD PROCESMANAGEMENT EN REDACTIE EINDRAPPORT
Een gezamenlijk resultaat van het programma Almere 2.0 en het Sijas Akkerman (Milieufederatie Noord-Holland) Rutger van Raalten (Bureau BUITEN) en Jenny May (VINU.)
programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Freek Bos, Marinus de Jong (Rover)
Jaap Darwinkel (De Alliantie) BEELDMATERIAAL EN VORMGEVING
PROJECTTEAM AMSTERDAM BAY AREA Vera Dam (Milieufederatie Flevoland) Maarten Lankester, Sophie van Eeden, Milan Oosterling en Josje-Marie
Jelle Postma (VINU, projectleider Almere 2.0), Wim Kaljouw (Flevoland, Arjan Deutekom (Goede Stede) Vrolijk (Urhahn | Stedenbouw & strategie).
projectleider SBAB), Bart Heinz (lenW, projectleider SBAB), Tatjana Stenfert Flos Fleischer (Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk)
Kroese, Marie-José Deckers, Rutger van Raalten, Joost Lankester, Anne Ben Huisman (Flevolandschap) FOTO'S + DISCLAIMER
Blankert, Harold Lek, Saskia Korevaar, Sophie van der Meer, Kevin van Mirjam Knol, Willem Hellevoort (Natuurmonumenten) Foto's zijn eigendom van Urhahn | stedenbouw & strategie.
Engelshoven en Stijn Lechner. Gerdina Krijger (HISWA) Dit document is niet voor commercieel gebruik en informatie uit het
Peter Leonhart, Jonathan Weegink (ANWB) rapport mag niet overgenomen worden voor andere dan direct aan het
KERNTEAM AMSTERDAM BAY AREA Marleen Maarleveld (Waterrecreatie Nederland) onderzoek gerelateerde doeleinden, tenzij hiervoor toestemming is
Faron Melisse (Ministerie van EZK) Maarten van Poelgeest, Yannick Latester (AEF; begeleiding) gegeven. Neem hiervoor contact op met de auteurs.
Bas Schimmel, Simon de Crom en Vincent Balai (Ministerie van lenW) Kim Ronner (Ymere)
Saskia Newrly (Ministerie van BZK) Rob van der Veeren (Rijkswaterstaat) DATUM
Wouter den Dekker (Rijksvastgoedbedrijf) Leen Verbeek (Vereniging Deltametropool) Februari 2022
Christiaan van Zanten (Regio Gooi- en Vechtstreek) Robert Tieman (VNO-NCW)
Mark Eker en Jantine van Veldhuizen (Provincie Noord-Holland) Koen Westhoff (Alliantie)
Yvonne van Remmen (provincie Flevoland)
Joris Feis (Vervoerregio Amsterdam) WETENSCHAPPELIJK KENNISTEAM SBAB
Harry Zondag (gemeente Almere) Tom Daamen (TU Delft)
Thijs de Wit (gemeente Amsterdam) Esther Geuting (Stec Groep)
Pieter Tordoir (Universiteit van Amsterdam)
KERNTEAM PLUS AMSTERDAM BAY AREA Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving)
Fulco van de Berg (gemeente Waterland) Erik Verhoef (Vrije Universiteit Amsterdam)
Peter van de Mortel (gemeente Diemen)
Jankees Salverda (Waterschap Amstel, Gooi en Vecht) INBRENG EXPERTISE EN BEGELEIDING
Gaston Tchang (Port of Amsterdam) Ambtelijke groep Markermeer-IJmeer
Margeet Vermeer en Harry Bouwhuis (Waterschap Zuiderzeeland) Werk- en expertgroepen Amsterdam Bay Area
Gert-Jan Vreeke (gemeente Gooise Meren)
82 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
BRONNEN
Alternatieve bekostiging | Aanvullende studie Alternatieve bekostiging perspectieven Amsterdam Bay Area (Rebel Group, november 2021)
Alternatieve bekostiging perspectieven Amsterdam Bay Area, Rapportage Quick Scan (Rebel Group, september
2020)
Alternatievenboek | Alternatievenboek ontwikkelstrategie Amsterdam Bay Area (Urhahn, oktober 2021)
Bereikbaarheid | Amsterdam Bay Area — bereikbaarheid (Goudappel Coffeng, oktober 2021)
Mobiliteitsonderzoek Amsterdam Bay Area (Goudappel Coffeng en RHDHV, september 2020),
bereikbaarheidsonderzoek
Businesscase | Rapportage Amsterdam Bay Area — Businesscase Alternatieven (Fakton, november 2021)
Amsterdam Bay Area, Rapportage businesscase (Fakton, september 2020)
Duurzaamheid | Onderzoek ruimtebeslag duurzaamheidsmaatregelen Amsterdam Bay Area (Sweco, augustus 2021)
Klimaatnotitie MRA-Oostflank/Amsterdam Bay Area (One architecture, augustus 2020)
Economie | Naareen wenkend perspectief: Advies economische ontwikkeling Amsterdam Bay Area (NEO Observatory, juli
2021)
ABA banengroei Almere (Bureau BUITEN, oktober 2020)
Erfgoed | Quickscan UNESCO Werelderfgoed Amsterdam Bay Area (The Missing Link, september 2021)
Kostenraming en fasering | Kostenrapport, SSK-ramingen en fasering Amsterdam Bay Area (Witteveen+Bos, november 2021)
SSK-raming Amsterdam Bay Area (Witteveen+Bos, augustus 2020)
Fasering Amsterdam Bay Area (Witteveen+Bos, september 2020)
Milieu | Amsterdam Bay Area Mini-MER, quick scan milieueffecten (Witteveen-+Bos, september 2020)
MKBA | MKBA Amsterdam Bay Area (Decisio, november 2021)
Mini-MKBA Amsterdam Bay Area (Decisio, september 2020)
Natuur & ecologie | Amsterdam Bay Area: Natuuronderzoek (Sweco, oktober 2021)
Landschappelijke/ecologische studie ABA (Smartland, opgenomen in Perspectievenboek Amsterdam Bay Area,
september 2020)
No-regret | No-regret maatregelen pakket ABA (Ecorys, november 2021)
Ontwikkelstrategie | Naareen ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay Area — onderzoek geeft kaders voor verdere uitwerking
(Projectteam, oktober 2020)
Perspectievenboek | Perspectievenboek Amsterdam Bay Area — uitwerking perspectieven Amsterdam Bay Area (Werkplaats Rond de
Baai (Handelingsperspectief) en MIRT-Onderzoek (SBAB), september 2020)
Private financiering natuur & ecologie | Amsterdam Bay Area Verkenning private financiering Natuur en ecologie (Lysias, oktober 2021)
Ruimtelijke richtlijnen | Verkenning woningbehoefte en plancapaciteit in het kader van de ontwikkeling van Almere Pampus en Almere
Centraal (Urhahn & ABF Research, juli 2021)
Startdocument | Startdocument Amsterdam Bay Area — Startpunt voor gezamenlijk onderzoek (Werkplaats Rond de Baai
(Handelingsperspectief) en MIRT-Onderzoek (SBAB), mei 2020)
Subsidiescan | Subsidiescan Amsterdam Bay Area (Bureau BUITEN, oktober 2021)
Voorbeeldperspectief | Voorbeeldperspectief Amsterdam Bay Area (Projectteam, oktober 2020)
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 83
AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN
ABA | Amsterdam Bay Area
Almere 2.0 | Programma van Rijk-provincies-gemeenten en waterschap om groei van Almere en internationale concurrentiepositie te versterken
BO | Bestuurlijk Overleg
HOV | Hoogwaardig Openbaar Vervoer
Grex | Grondexploitatie
IMA | Integrale Mobiliteits-Analyse
KRW | Kaderrichtlijn Water; Europese richtlijn die voorschrijft dat de waterkwaliteit van de Europese wateren vanaf 2015 aan bepaalde eisen moet voldoen.
IJmeermetro | Metroverbinding door IJmeer tussen Amsterdam en Almere
Imeerlijn [ Zie Ilmeermetro
IJmeerweg | Wegverbinding door IJmeer tussen Amsterdam en Almere
IJmeerverbinding | Verbinding door IJmeer tussen Amsterdam en Almere met metro en/of weg
MIRT | Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport; Rijksprogramma om bereikbaarheid, veiligheid en ruimtelijke inrichting te bevorderen
MKBA | Integrale maatschappelijke kosten-baten analyse op hoofdlijnen. Zie ook pag. 60.
MRA | Metropoolregio Amsterdam
NCW | Netto Contante Waarde; zie paragraaf 6.3.
No-regretpakket | Pakket met noodzakelijke investeringen voor de eerste 25.000 woningen (tot ca. 2030)
Natura2000 | Europees netwerk van beschermde natuurgebieden
NGF | Nationaal Groeifonds
OV SAAL | Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad: spoorproject op capaciteit Schiphollijn en Flevolijn te verhogen.
OZB | Onroerende-zaakbelasting
PAGW | Programmatische Aanpak Grote Wateren; programma voor toekomstbestendige grote wateren waar hoogwaardige natuur goed samengaat met een krachtige economie
PBL/CPB | Planbureau voor de Leefomgeving en Centraal Planbureau; opstellers WLO
Reële waarden | Zie paragraaf 6.3.
RRAAM | Rijk-regioprogramma Amsterdam — Almere — Markermeer
RVB | Rijksvastgoedbedrijf
SAA | Wegenprogramma Schiphol-Amsterdam-Almere
SBAB | Samen Bouwen Aan Bereikbaarheid; Programma van Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Metropoolregio Amsterdam om de Metropoolregio Amsterdam bereikbaar te houden.
TBES | Toekomstbestendig Ecologisch Systeem
UNESCO | United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization
Voorbeeldperspectief | In 2020 ontwikkeld mogelijk toekomstbeeld voor de Amsterdam Bay Area
VVU | Voertuigverliesuren; totaal aantal uren reistijdverlies als gevolg van beperking in de wegcapaciteit
WKO | Warmte Koude Opslag
WLO | Welvaart en Leefomgeving scenario’s: toekomstverkenningen als basis voor veel beleidsbeslissingen op het gebied van fysieke leefomgeving in Nederland.
WOZ | Waardering Onroerende Zaken
ZWASH | Zuidwest Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp; MIRT-onderzoek ter verbetering bereikbaarheid in de corridor
84 EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022
EINDRAPPORT MIRT-ONDERZOEK AMSTERDAM BAY AREA 2020-2021 « FEBRUARI 2022 85
ë
wee
SSS
Ze
Re
Ben
B
B
En
ú
OO
OO
OO
OO
nn
OO
OO
EO
EO
EO
EO
EO
4
Er
EK
: Pd
in
ed
B
En
En
En u
s- 8 OO ee
s° s _ En oi
eee Ba -
Sn ok
en OO OO s k
En OO os
B ok
EO on
B a la
Ee a -
A En á.
Áo OO 8 …
an .
a Ed
a =
Ps ‘
EO \
EO er s
ZO we OO *
ed x ste’
e .
EO 1® Sn \ wetn
EO …® f \ we
OO é es e 4 \ es
EO a Se \ Ben
OO ' \ Bn
OO » x en
OO On : © é 4 en
EO ' CN N Oe
OO a ' we \
Oe je AS N OO
Je er jr - he”
Oe geer eo \ OO
EO ú 1 = ie 1 OO
on OO
is hu © Ee
gn a 1
en OO sss „ Oe
EO te “ OO
« t 7 28 OO
8 en PS Oe
Pr OO
OO OO OO
‚ „4 „5 il 5 … st is gl
Ee Ee de a
* ' -
SE Ee Nees …. Zo a
Ee a Áo ” dn
OO EO Áo “ Bn
OO EO Ee at Ee
PP e Ae
A Ee rt eneen
EO de «- N u ee
OO En 1 ee “ ei
EO st e= N SSS
EO m se
EO de DA
EO de. ze
_ Ee
OO dd SS
10
“
3 a es
de
EO 0
OO de
de
OO de s
%
OO de s®
OO De
OO Od : PS
OO 4 ets
OO ee
sd ee en
OO ee EE WSS
OO $ - “ so” f en
a er 5 de
eK . Ë - ë
Zo
a
dn, Ll
0 A
„id
_ fo
se
ee
SO
el
0
ee
ee
OO
EO
EO
EO
EO
EO
OO
OO
OO
OO
OO
OO
Oe
OO
OO
OO
OO
GS
a
en
en
B
en
ae
0e,
“es
Pe '
| Onderzoeksrapport | 86 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 493
Publicatiedatum 28 juli 2017
Ingekomen op 14 juni 2017
Ingekomen in raadscommissie ID
Behandeld op 20 juli 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groen en Bosman inzake de Voorjaarsnota 2017 (versnellen
LED).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Constaterende dat:
— Het voorstel van B&W om alle onderdelen van de openbare verlichting (100%) in
een keer af te schrijven de mogelijkheid biedt om alle lampen en armaturen
waarvoor een geschikt LED-alternatief bestaat versneld te vervangen door LED;
— investeringen in versneld vervangen door LED rendabel zijn, nu de armaturen al
zijn afgeschreven;
— Uit de beantwoording van technische vragen over de voorjaarsnota blijkt dat het
huidige vervangingstempo ongeveer 5% is en het nog de vraag is welke ruimte er
bestaat binnen toegekende kredieten om zo snel mogelijk over te stappen op
LED;
Overwegende dat:
— Investeringen in de vervanging door LED, in principe rendabele investeringen zijn,
waardoor de verhoging van een investeringskrediet geen saldo-effect heeft;
— Versnelde vervanging door LED ook een versnelling in CO2 besparing realiseert.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Het tempo waarin straatverlichting wordt vervangen door LED op te voeren naar
ten minste 20% per jaar;
2. Uiterlijk bij de begroting 2018 aan de raad een voorstel te doen voor het
realiseren van deze versnelde LED-transitie in de openbare verlichting;
3. Daarbij uit te gaan van vervanging van alle lampen en armaturen waarvoor een
geschikt LED-alternatief bestaat;
4. Indien noodzakelijk aan de raad bij de begroting 2018 voorstellen te doen voor
aangepaste investeringskredieten:;
5. Bij de Begroting 2018 tevens inzicht te bieden in de eventuele (structurele)
begrotingsruimte die ontstaat als gevolg van lagere exploitatielasten na de
vervanging door LED.
1
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
A.M. Bosman
2
| Motie | 2 | discard |
Fietsersbond Amsterdam
WG-plein 84
Teen aM Fietsersbond
E: [email protected] Amsterdam
Aan Gemeenteraad van Amsterdam Datum: 22 oktober 2017
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Betreft: Raadsadres
geen bromfietsen op
fietspaden
Zuiderzeeweg
Geachte Raad,
Amsterdam is van plan volgend jaar de snorfietsers zoveel mogelijk op de rijbaan te laten rijden. Een
prima idee! Wij kijken al lange tijd uit naar het nieuwe beleid, zeker ook wat betreft de bruggen op de
Zuiderzeeweg (Amsterdamse brug, Schellingwouderbrug). De fietspaden over deze weg zijn namelijk
smal, met name bij de bruggen, en druk in de spits. In het project ‘Snorfiets naar de rijbaan’ staat de
Zuiderzeeweg gelukkig ook gepland als een weg waar de snorfiets naar de rijbaan gaat. Zie
bijgevoegd kaartje, groene streep. Dus alles leek goed te gaan.
Wie schetst echter onze verbazing dat de CVC, met name vanwege de standpunten van GVB en
politie, op 27 juni jl. heeft besloten dat op de Zuiderzeeweg de snorfiets niet naar de rijbaan gaat,
maar de bromfiets terug naar het fietspad! Gemeenteraad, hou dit alstublieft tegen!
Waarom de bromfiets op de Zuiderzeeweg niet naar het fietspad?
1. De bromfiets is op deze weg enkele jaren geleden om veiligheidsredenen juist
verplaatst naar de rijbaan en de maximumsnelheid op de weg/bruggen is toen verlaagd
naar 50 km/u.
Daar heeft de gemeente geld aan uitgegeven, dat zou nu weggegooid geld zijn. De
bromfietsers en de automobilisten zijn net gewend aan de situatie. Gelukkig wordt hier ook
regelmatig op gehandhaafd. Het is er zeker veiliger op geworden sindsdien.
2. Het besluit gaat in tegen de eigen CVC-leidraad.
De leidraad CVC is ervoor bedoeld om een veilige verkeersdoorstroming in de stad te
realiseren. In artikel 5.2.1. van de leidraad staat: “De gewenste breedte van een
éénrichtingfietspad is minimaal 2,50 m. Wanneer tevens bromfietsen gebruik maken van het
fietspad geldt een gewenste minimumbreedte van 3,00 m.”
In de CVC-vergadering is ingebracht dat het fietspad op de bruggen tussen de 2,60 en 4,00 m
breed is. Dit is een verkeerde voorstelling van zaken, want hierbij wordt het voetpad als
onderdeel van het fietspad meegerekend. Dat kan natuurlijk niet! De werkelijke breedte van
het fietspad is tussen de 1,45 en 1,95 meter. Met name boven bij de bruggen zijn de
fietspaden smal. Zie bijgevoegde foto van de Schellingwouderbrug: een heel stuk van 1,45
dt Eistsersbond
meter breed. Onbegrijpelijk dat de CVC denkt dat fietsers, snorfietsers, bromfietsers en
canta’s hier veilig samen over heen kunnen.
3. Ook voetpad wordt met de voorgenomen maatregel onveiliger.
In artikel 5.2.1. van de CVC-leidraad staat verder: “Met het oog op goed onderscheid voor
zowel fietsers als voetgangers (met name t.b.v. blinden en slechtzienden) wordt een
naastliggend trottoir op zowel wegen als bruggen zodanig uitgevoerd dat het verschil tussen
fietspad en trottoir duidelijk voelbaar is. Uitgangspunt is toepassing van een hoogteverschil
tussen voet- en fietspad van 5 cm. De verhoogde rand wordt in vooralsnog als rechte rand
uitgevoerd.” Dit uitgangspunt is niet toegepast op het fietspad Zuiderzeeweg (vanwege de
beperkte ruimte). Er is geen hoogteverschil, alleen maar een kleurverschil. De CVC erkent dit
gevaar. Uit het CVC-verslag van 27 juni: “Kanttekening hierbij is dat er op de bruggen geen
hoogteverschil is aangebracht tussen het fietspad en voetpad. Het risico bestaat dus dat de
voetgangers in de knel komen als gevolg van het veranderen van fietspad naar bromfietspad.”
Bovenop de bruggen is het voetpad zo smal dat twee voetgangers niet naast elkaar kunnen
lopen. Veel voetgangers doen dat toch en lopen dan gedeeltelijk op het fietspad. Dat daar ook
al erg smal is!
Het netto effect is dat (snor)fietsers nu al vaak op het voetpad rijden en voetgangers op het
fietspad lopen. Dit wordt alleen maar gevaarlijker als daar de bromfietsen weer bijkomen.
4. Vele soorten gebruikers
Het fietspad op de Zuiderzeeweg is dus veel te smal voor bromfietsen en ook voor
snorfietsen. Vooral omdat er veel verschillende verkeersgebruikers van fiets- en voetpad
gebruik maken, zoals:
e woon-werkverkeer tijdens de spits in veel wisselende snelheden van snelle E-bikes tot
slingerende groepjes scholieren
e recreatief verkeer, van wandelaars tot hardlopers en racefietsers (vanwege camping
Zeeburg zijn hier ook behoorlijk veel voetgangers en onervaren huurfietsers)
e ook canta’s maken veelvuldig gebruik van de fietspaden
Kortom: op te smalle fiets- en voetpaden is het nu al te druk met allerlei verschillende
verkeersdeelnemers. Bovendien nodigen deze lange, rechte fietspaden zonder obstakels
scooters bij uitstek uit om vol gas te geven. Daarnaast rijden er helaas ook fietsers en
snorfietsers aan de verkeerde kant, wat extra gevaarlijke situaties geeft.
Het is onverantwoord bij al deze verschillende gebruikers de bromfietsen toe te voegen. De
snelheidsverschillen en de grotere breedte van scooters brengen zowel fietsers als
voetgangers in gevaar. De wethouder lijkt dat te erkennen. In een Parool-artikel over de komst
van een nieuwe Amsterdamse brug voor bussen en trams zegt de wethouder: “Het ís op
sommige momenten passen en meten op het fietspad.”
5. Bebouwing Zeeburgereiland / Sluisbuurt
Juist nu er flink gebouwd wordt op Zeeburgereiland wordt de fietsverbinding met de overkant
steeds belangrijker. Het fietspad zal straks nog veel intensiever gebruikt worden, dus daar
passen geen brommers op!
6. Geen onderzoek gedaan door GVB en politie
De omvang van de mogelijke vertraging voor de bus, specifiek veroorzaakt door bromfietsers,
is onduidelijk. Door de stoplichten aan beide zijden van de brug en door veelvuldige opening
van de brug (3x per uur) ondervindt de bus ook vertraging. De bus heeft meer hinder van
opengaande bruggen dan van een trage bromfiets.
Begin met een betere afstelling van de stoplichten voor zowel bus als fietsers. Daar valt meer
tijdwinst te behalen.
Stelling van o.a. het GVB/ Vervoerregio Amsterdam en verkeerspolitie is dat die brommers het
auto- en busverkeer belemmeren omdat ze te langzaam zouden rijden. Dit wordt echter
nergens onderbouwd. Er zijn geen snelheidsmetingen van de brommers gedaan op de
bruggen. Het GVB is sowieso niet akkoord met brede invoering op o.a. ov-routes van snorfiets
2
B reren
Amsterdam
naar de rijbaan en herhaalt dat standpunt in elke discussie. Het is onbegrijpelijk dat de CVC
deze keer is meegegaan.
De snelheidsverschillen op het fietspad zullen groter zijn dan de verschillen nu op de rijbaan.
Uit een oogpunt van verkeersveiligheid dus een foute maatregel.
De Plusnet ov-route over de bruggen, waar het GVB zich op beroept, stelt niet veel voor:
overdag elk kwartier één bus en verder elk half uur. En een nachtbus.
7. Snorfietsen worden bromfietsen.
Met de “trage” snorfiets op de rijbaan zal het verder ook wel meevallen. Een groot deel van de
snorfietsers zal, als men naar de rijbaan moet met een helmplicht, naar verwachting de
snorfiets laten ombouwen en registreren als een bromfiets.
Kortom, leden van de gemeenteraad, neemt u daarom alstublieft de volgende twee besluiten:
1. Op de Zuiderzeeweg blijft de bromfiets op de rijbaan, zoals nu.
2. Als het plan ‘Snorfiets naar de rijbaan’ wordt doorgevoerd, geldt dit ook op de
Zuiderzeeweg, zoals voorgenomen in het plan.
Met vriendelijke groet,
Namens de Fietsersbond Amsterdam
Caro Beerhorst, wijkcontactpersoon Fietsersbond Noord-Oost
Joris Vermeulen, wijkcontactpersoon Fietsersbond IJburg
Tineke Hulsebosch, wijkcontactpersoon Fietsersbond Oost
Namen contactpersonen Fietsersbond Amsterdam in Noord-Oost, IJburg en Oost met verzoek
correspondentie behalve aan het kantoor van de Fietsersbond Amsterdam te zenden aan:
Caro Beerhorst, carobeerhorst @ gmail.com
Joris Vermeulen, info @hotpot-amsterdam.com
Tineke Hulsebosch, hulsebosch24@ zonnet.nl
3
B reren
Amsterdam
Afbeelding: plankaart “Snorfiets naar de rijbaan”
In het gemeentelijk project “Snorfiets naar de rijbaan” is de Zuiderzeeweg gepland als weg waarop de
snorfiets naar de rijbaan gaat (groene streep). Dat de CVC nu heeft besloten dat de bromfiets naar het
fietspad gaat, is de omgekeerde wereld!
ee A Jee EZ - 3 À Bl
en Ae — | TE
Sf 2 JS 5
/ DN |
dr 5 Zn ne Ze) Er Me A E
nn | ik N A f: } Kn Á ke
Pe \ ÁET NS N
! AE nn 5
Bee ANN Fn Pm En Ld
r ASA Ë 7 eeh | 2 ee d |
Get ie pen |
AA LER en (3
DEET USE
EN de
Ee
ELN
Sars Nen SS
L 1} en Ne Kn a N ee A
EH _e ae _— = | 5 Ens, 4
Projectgebied _ 3 ES hete Re £ z
B oet in oh AE 5 Ür 2 i
5 Pe 5 7e het : ; £
OD eee reren er reso ni R 4 5 k ee et ,
ï 8 : AMS i /
A
B reren
Amsterdam
Schellingwouderbrug
3 AVAN
en gn 7 k \
eG Ak 5
mn Ee A he
_= EEn \ |
en LS
A *
- A he
Eon & N
nn % kh
4 |
Fiets- en voetpad op Schellingwouderbrug: fietspad is slechts 1,45 meter breed. Voetgangers
die naast elkaar lopen, komen over de witte streep heen. Vanwege deze onveilige situatie zijn
de bromfietsen enkele jaren geleden juist naar de rijbaan verplaatst.
5
| Raadsadres | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam F EZ
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Lucht- en
Zeehaven
% Agenda, donderdag 17 januari 2019
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Lucht- en Zeehaven
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Commissiezaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie FEZ d.d.
13 december 2018
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam F FZ
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Lucht- en Zeehaven
Agenda, donderdag 17 januari 2019
Economische Zaken
11 Kennisnemen van de eindrapportage van het programma Startup Amsterdam
2015-2018 en instemmen met het nieuwe actieprogramma Startup Amsterdam
2019-2022, als vervolg op het programma Startup Amsterdam Nr. BD2018-
016363
e _ De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d.
23.01.2019).
Lucht- en Zeehaven
12 Vaststellen van een verordening tot wijziging van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 in verband met invoering van de
mogelijkheid tot het bunkeren van LNG. Nr. BD2018-016329
e _ De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d.
23.01.2019).
2
| Agenda | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 505
Publicatiedatum 26 juni 2015
Ingekomen op 25 juni 2015
Ingekomen in raadscommissie FIN
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Groen en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake
de Voorjaarsnota 2015 (schoonheidsgraad grachten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— bij de behandeling van de begroting 2015 is geconstateerd dat een
schoonheidsgraad van de grachten van 7 als streven voor de Amsterdamse
grachten lager is dan wat de voorkeur heeft van raad of college, maar dit
streefcijfer echter voor 2015 onvermijdelijk is gegeven de huidige capaciteit van
Waternet;
— de wethouder heeft toegezegd te onderzoeken wat voor mogelijkheden er zijn om
de schoonheidsgraad van de grachten te verbeteren voor na 2015; het echter op
deze termijn niet mogelijk of wenselijk is de capaciteit bij waternet daarvoor uit te
breiden;
— de aanwezigheid van afval in het water voor een groot deel wordt veroorzaakt
doordat afval van de walkant in het water valt, of zelfs actief het water in wordt
geblazen bij het schoonmaken van de straten;
— er verschillende particulieren en maatschappelijke initiatieven zijn om drijfvuil uit de
grachten te vissen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in samenspraak tussen de wethouders Openbare Ruimte en Water te
onderzoeken of de wijze waarop de straten worden schoongemaakt zo kan
worden aangepast dat er minder vuil in de grachten terechtkomt;
— contact te zoeken met maatschappelijke initiatieven op het gebied van drijfvuil, en
zwerfvuil en te onderzoeken hoe de gemeente en deze initiatieven kan faciliteren.
De leden van de gemeenteraad,
RJ. Groen
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 2,
woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
Datum en tijd woensdag 18 december 2019 13.00 en 19.30 uur
donderdag 19 december 2019 09.00 en 13.00 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Algemeen
BA Onderzoek van de geloofsbrieven en installatie van het kandidaat-lid
D. Schreuders.
5bB Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het
kandidaat-duoraadslid A.T. de Boer.
Benoemingen
6B Benoemen van leden in raadscommissies.
TOEGEVOEGDE ACTUALITEITEN
Onderwijs
33AA Actualiteit van het lid Yilmaz inzake vooringenomen bestuurlijk handelen met
betrekking tot het Cornelius Haga Lyceum. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2066)
GEWIJZIGD:
Grondzaken
24 Instemmen met de beëindiging van de Samenwerkingsovereenkomst Lutkemeer
Deelgebied III met SEKU B.V. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2036)
De voordracht is gewijzigd.
Luchtkwaliteit
26 Vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2020.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 2046)
De vast te stellen verordening is gewijzigd.
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
33 Brief van A. Nanninga, fractievoorzitter van Forum voor Democratie, van
9 december 2019 inzake het voordragen van A.T. de Boer tot installatie
als duoraadslid en te benoemen als lid van alle raadscommissies.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 5B,
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het
kandidaat-duoraadslid A.T. de Boer, en agendapunt 6B, Benoemen van leden
in raadscommissies.
34 Raadsadres van een burger van 14 december 2019 inzake het vermijden van de
sloop van betaalbare en sociale huurwoningen.
Voorgesteld wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 18, Vaststellen van het Beleidskader Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020 en het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam
2020.
35 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 12 december 2019 inzake
beantwoording van de in de raadscommissie RO van 11 december 2019 gestelde
vragen over de rekenkamerbrief Canonherziening einde tijdvak en Verlengde
afkoop erfpacht.
Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 23,
Kennisnemen van het onderzoek naar Canonherziening einde tijdvak en
Verlengde afkoop erfpacht van de rekenkamer en het overnemen van
de aanbevelingen.
36 Brief van Recreatieschap Groengebied Amstelland van 12 december 2019 inzake
aanbieding van de Kadernota 2021 van Recreatieschap Groengebied
Amstelland.
Voorgesteld wordt deze kadernota in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
3/7 Brief van Recreatieschap Twiske-Waterland van 12 december 2019 inzake
aanbieding van de Kadernota 2021 van Recreatieschap Twiske-Waterland.
Voorgesteld wordt deze kadernota in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om een voordracht voor te leggen aan de raad.
38 Raadsadres van een burger van 13 december 2019 inzake het versturen van een
moratorium van de overstapaanbiedingen voor iedere erfpachter.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 18 en donderdag 19 december 2019
39 Raadsadres van het Comité Dierennoodhulp van 13 december 2019 inzake een
klacht over het meenemen van dieren tijdens de demonstratie van boeren op
de Dam op 13 december 2019.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
40 Raadsadres van een burger van 14 december 2019 inzake het verzoek om een
vuurwerkverbod voor particulieren.
Voorgesteld wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
3
| Actualiteit | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 441
Publicatiedatum 12 juni 2015
Ingekomen op 10 juni 2015
Ingekomen onder X
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2015
(ongelijkheid als prioriteit).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— Amsterdam geconfronteerd wordt met groeiende ongelijkheid;
— Amsterdam een stad dreigt te worden voor de rijksten en de allerarmsten;
— de lagere middenklasse en de middenklasse onder druk staan doordat de
voorraad betaalbare woningen snel afneemt en de WMO in toenemende mate een
armoedevoorziening dreigt te worden;
— de groei van de ongelijkheid in de stad onwenselijk is en door het college actief
bestreden dient te worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— voor de begroting 2016 een visie te ontwikkelen ten aanzien van de groeiende
ongelijkheid in de stad op het gebied van in ieder geval: inkomen,
vermogen/schulden, zorgbehoefte, toegang tot betaalbaar wonen, zorg en werk;
— met die visie een plan van aanpak te presenteren hoe die ongelijkheid op die
verschillende aspecten kan worden teruggedrongen en de tweedeling (veryupping
en verarming) kan worden tegengegaan.
Het lid van de gemeenteraad,
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
RE EEE
Crey pakten kee | Wm
„Amsterdam > iS
An ì EA |
de > iis U he. =
Dn Sh ZA NN
5 Pp } TE hard Ur ie
es GR a NS _ PARE
" pmm AE B
mi _ Al ee 4 rl ee
FER BOM
À # Ek. Dh
(8 lia EE ji dd ve 5 N 4
DES ed Paid D 8 AP | | \
Ee à 4 je 0 / r | 5 & \
Ps ki / 74 Te D-
Nn D PL A. A d Á | El \ Û
Straatintimidatie in Amsterdam
Onderzoek naar slachtoffers en daders van straatintimidatie
' Ei u S anr ER
Ë BE-- Ff
ssl c /
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
In opdracht van: directie Openbare Orde en Veiligheid
Projectnummer: 17064
Sara de Wilde Harry Smeets
Daan Schmitz Willem Bosveld
Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0307 /020 251 0426
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Www.ois.amsterdam.nl
s.wilde@&amsterdam.nl [email protected]
Amsterdam, februari 2018
Foto voorzijde: Damrak, fotograaf Edwin van Eis (2017)
2
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Inhoud
Samenvatting en conclusie 5
1 Inleiding 8
1.1 Aanleiding en doel onderzoek 8
1.2 Methode slachtofferonderzoek 8
1.2.1 Steekproefkader 8
1.2.2 Steekproef, werving en respons 9
1.3 Methode daderonderzoek 10
1.3.1 Veiligheidsmonitor Amsterdam Amstelland 10
1.3.2 Literatuurstudie 10
1.3.3 Interviews met professionals 10
1.4 Rapport 11
2 Resultaten slachtofferonderzoek: individuele interviews 12
2.1 Ervaringen 12
2.1.1 Seksuele straatintimidatie 12
2.1.2 Inde eigen woonbuurt 14
2.1.3 Verkeer en drukte 15
2.1.4 Intimidatie in publiek toegankelijke gebouwen 17
2.1.5 Ingrijpen bij gebeurtenissen op straat 18
2.2 Reacties op straatintimidatie 20
2.3 Wat maakt situaties intimiderend? 21
2.4 Maatregelen tegen straatintimidatie 22
3 Resultaten slachtofferonderzoek: focusgroepen 24
3.1 Focusgroep met vrouwen 24
3.1.1 Meegemaakte gebeurtenissen 24
3.1.2 Wat maakt ervaringen intimiderend? 24
3.1.3 Daders 25
3.1.4 Reacties op straatintimidatie 25
3.1.5 Vermijdingsgedrag 26
3.1.6 Maatregelen tegen straatintimidatie 26
3.2 Focusgroep met mannen 26
3.2.1 Meegemaakte gebeurtenissen 27
3.2.2 Wat maakt ervaringen intimiderend? 27
3.2.3 Daders 28
3.2.4 Reacties op straatintimidatie 28
3.2.5 Vermijdingsgedrag 28
3.2.6 Maatregelen tegen straatintimidatie 29
3
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
4 Resultaten daderonderzoek: Amsterdamse cijfers 30
5 Resultaten daderonderzoek: literatuuronderzoek 32
5.1 Daders van seksuele straatintimidatie 32
5.2 Oorzaken en motieven voor seksueel intimiderend gedrag 33
5.3 Aanpak straatintimidatie 34
6 Resultaten daderonderzoek: interviews met professionals 36
6.1 Interview met straatcoaches 36
6.2 Interview met een politieagente 37
Bijlage 1 Topiclijsten slachtofferonderzoek 39
Bijlage 2 Topiclijst daderonderzoek 41
Bijlage 3 Literatuurlijst 42
4
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Samenvatting en conclusie
Naar aanleiding van eerder onderzoek van OIS waaruit bleek dat ruim de helft van de
Amsterdamse vrouwen tussen de zomer van 2015 en de zomer van 2016 is geconfronteerd met
één of meerdere vormen van straatintimidatie heeft de directie OOV aan OIS gevraagd om
nader onderzoek te doen naar dit onderwerp. Het onderzoek richt zich op slachtoffers (mannen
en vrouwen) en daders van straatintimidatie waarbij de volgende vragen centraal staan:
=__ Wat zijn ervaringen van slachtoffers van straatintimidatie?
= _ Wat is de context waarin het plaatsvindt?
= Welke lessen kunnen worden geleerd om straatintimidatie aan te pakken?
"Wie zijn de daders en wat zijn hun motieven?
Om dichterbij een antwoord te komen op deze vragen heeft OIS individuele interviews en
focusgroepen gehouden met slachtoffers van straatintimidatie. Om meer te weten te komen
over daders, is een aantal vragen uit de Veiligheidsmonitor Amsterdam Amstelland (YVMAA)
geanalyseerd, is er gesproken met professionals en is een literatuurstudie vitgevoerd. De
beschikbare literatuur is voornamelijk gericht op seksuele straatintimidatie
Ervaringen van slachtoffers van straatintimidatie en de context waarin het plaatsvindt
Straatintimidatie omvat een grote variëteit aan gebeurtenissen
Uit de gesprekken met slachtoffers blijkt dat straatintimidatie geen eenduidige afbakening kent:
slachtoffers vertellen over veel verschillende gebeurtenissen die uiteenlopen in concrete
gebeurtenis (wat gebeurde er) en in context (waar en wanneer gebeurde het en wie was de
dader). Ervaringen gaan onder meer over seksuele straatintimidatie, intimidatie in de eigen
woonbuurt en intimidatie in het verkeer. Ook noemen slachtoffers gebeurtenissen die niet op
straat maar in publiek toegankelijke gebouwen, zoals winkels of vitgaansgelegenheden,
voorvallen en situaties waarin het om een misdrijf gaat, zoals geweld. Bovendien blijkt dat
straatintimidatie mensen plotseling kan overkomen maar dat het ook plaatsvindt in interacties
waarbij het slachtoffer de eerste kan zijn die contact maakt, bijvoorbeeld door iemand aan te
spreken op gedrag of door in te grijpen bij een situatie.
Vooral fysieke dreiging maakt situaties intimiderend
Hoewel respondenten over veel verschillende gebeurtenissen vertellen, is er een rode draad te
zien in wanneer zij situaties intimiderend vinden. Dat is het geval als een incident persoonlijk is
gericht op het slachtoffer en wanneer slachtoffers een situatie, vaak op basis van gevoel,
inschatten als een fysieke dreiging. Elementen die dat gevoel teweeg brengen zijn bijvoorbeeld
wanneer het slachtoffer alleen is, het avond is en rustig op straat of wanneer het slachtoffer het
idee heeft niet weg te kunnen uit de situatie.
Wel vinden slachtoffers het lastig om aan te geven wanneer sprake is van intimidatie en wanneer
van ‘gewone! interactie op straat of zelfs van een compliment. Het blijkt vaak een gevoelskwestie
te zijn die voor iedereen anders is en waarbij veel verschillende factoren een rol spelen. Dat kan
net een nuanceverschil in een opmerking zijn, een bepaalde intonatie waarmee iets wordt
5
| Straatintimidatie in Amsterdam
gezegd maar ook eerdere ervaringen van slachtoffers of verhalen die zij hebben gehoord
behoren tot die factoren.
Vermijding gebeurt vaak op basis van inschatting en gevoel
De meeste slachtoffers kiezen er op basis van hun gevoel en een inschatting van de situatie soms
voor om bepaalde plekken of (groepen) mensen te vermijden, bijvoorbeeld door om te lopen of
aan de andere kant van de straat te lopen. Sommigen vermijden bij voorbaat plekken,
bijvoorbeeld in het donker. Verder worden er ook specifieke maatregelen genoemd, zoals jezelf
wapenen met een verdedigingsmiddel of doen alsof je iemand belt.
Aanpak van straatintimidatie volgens geïnterviewden en literatuur
Suggesties voor de aanpak richten zich vooral op toezicht, opvoeding en bewustzijn voor normen en
waarden
Suggesties die geïnterviewde slachtoffers noemen voor de aanpak van straatintimidatie zijn
globaal in drie categorieën te delen. Allereerst de aanwezigheid van politie en handhaving, zowel
ter preventie als om in te grijpen. Een tweede, meermaals gehoorde suggestie, is opvoeding:
zowel van kinderen (op school en door ouders) als opvoeding van daders. De laatste categorie
suggesties sluit daar op aan: het bijbrengen van normen en waarden in campagnes en debatten
om bewustzijn te creëren over hoe men met elkaar om hoort te gaan. Uit de literatuurstudie
blijkt dat er nog weinig bekend is over welke maatregelen effectief zijn tegen het terugdringen
van seksuele straatintimidatie. De professionals geïnterviewd voor het onderzoek naar
straatintimidatie aan de Erasmus Universiteit geven echter wel aan dat zij bewustwording en
goede seksuele voorlichting zien als de beste maatregelen tegen straatintimidatie.
Wie zijn de daders van straatintimidatie?
Slachtoffers beschrijven een grote diversiteit aan daders
Slachtoffers noemen niet alleen verschillende situaties waarin intimidatie plaatsvindt maar ook
veel verschillende daders. Slachtoffers vertelden in hun verhalen uit zichzelf iets over de dader(s)
of er is aan hen gevraagd of ze iets over de dader(s) konden vertellen. Meerderen geven expliciet
aan dat zij straatintimidatie ervaren door allerlei verschillende daders. Sommige slachtoffers
noemen wel specifieke daders. Een aantal keren komen groepjes jongeren aan bod die als
intimiderend worden ervaren, maar ook Amsterdammers met een Noord-Afrikaanse of
Marokkaanse herkomst worden genoemd. Verder worden mensen onder invloed van alcohol of
drugs genoemd of mensen met psychiatrische problematiek. Deze daders vindt men vooral
intimiderend omdat zij een bepaalde mate van onberekenbaarheid hebben.
Enquête, literatuur en professionals wijzen vooral mannen aan als daders van (seksuele)
straatintimidatie
Uit zowel de analyse van de VMAA, de literatuurstudie en de gesprekken met de professionals
blijkt dat met name jongens/mannen zich schuldig maken aan (seksuele) straatintimidatie, zowel
alleen als in groepen. Volgens de analyse van VMAA en de gesprekken met de professionals
betreft het voornamelijk jongens/mannen tussen de 15 en 30 jaar. Daarnaast is de dader in de
meeste gevallen een onbekende van het slachtoffer. Als sprake is van een intimiderende groep,
is de samenstelling volgens de professionals sterk afhankelijk van het stadsdeel.
6
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Motieven van daders van straatintimidatie
Uit de literatuur komen vele verschillende mogelijke oorzaken voor het plegen van seksuele
straatintimidatie naar voren zoals groepsdruk, beperkte zelfcontrole, regelmatige blootstelling
aan seksuele stereotypes of een context waarin de geldende normen en waarden tolerant of
zelfs ondersteunend zijn aan seksueel intimiderend gedrag. Opvallend is dat het merendeel van
de mannen die intimiderend gedrag vertoont geen kwaadaardige bedoelingen heeft.
7
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel onderzoek
Ruim de helft van de Amsterdamse vrouwen is tussen de zomer van 2015 en de zomer van 2016
geconfronteerd met één of meerdere vormen van straatintimidatie. Dat blijkt vit onderzoek van
Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) in opdracht van de directie Openbare Orde en
Veiligheid (OOV) om in kaart te brengen hoe vaak en waar in Amsterdam vrouwen te maken
hebben met (seksuele) straatintimidatie.' Het onderzoek is gebaseerd op de resultaten van de
Veiligheidsmonitor Amsterdam Amstelland (/VMAA) die tussen mei en augustus 2016 is
afgenomen. Uit hetzelfde onderzoek bleek dat het aandeel vrouwen dat een vorm van
straatintimidatie meemaakte het hoogst is onder vrouwen tussen 15 en 34 jaar oud. Van hen
maakte 83% straatintimidatie mee. De mate waarin vrouwen de diverse vormen van
straatintimidatie intimiderend vonden, hing sterk af van de wijze waarop zij waren
geïntimideerd. Het onderzoek laat bovendien zien dat zeer intimiderende voorvallen gerelateerd
zijn aan hogere onveiligheidsgevoelens.
Naar aanleiding van deze uitkomsten is er, onder andere vanuit de gemeenteraad, behoefte aan
nader onderzoek onder zowel vrouwelijke als ook mannelijke slachtoffers van straatintimidatie.
OOV heeft aan OIS gevraagd om kwalitatief onderzoek te doen onder slachtoffers van
straatintimidatie. Daarbij gaat het om een preciezer beeld van de ervaringen van slachtoffers van
straatintimidatie, wat zij over de daders en de context kunnen vertellen en welke lessen geleerd
kunnen worden om straatintimidatie aan te pakken. Daarnaast heeft OOV gevraagd om
onderzoek te doen naar de daders van straatintimidatie en hun motieven. Dit rapport bevat de
resultaten van beide onderzoeken. Om het onderscheid tussen beide onderzoeken aan te geven,
wordt er in het rapport gesproken over het slachtofferonderzoek en het daderonderzoek.
1.2 Methode slachtofferonderzoek
1.2.1 Steekproefkader
Het slachtofferonderzoek richt zich op Amsterdamse mannen en vrouwen die tussen januari en
april 2017 in de VMAA hebben aangegeven dat zij in de afgelopen 12 maanden slachtoffer zijn
geworden van straatintimidatie in de stad. Uit de groep slachtoffers die aangaf er geen bezwaar
tegen te hebben om nogmaals over dit onderwerp te worden benaderd, zijn steekproeven
getrokken om deelnemers voor individuele interviews en focusgroepen te werven.
Respondenten die een ernstig incident hadden meegemaakt, zijn benaderd voor een individueel
interview omdat dit minder goed bespreekbaar is in een focusgroep. Respondenten die een
minder ernstig incident meemaakten, zijn benaderd voor focusgroepen die gelegenheid geven
voor interactie tussen de deelnemers. Het onderscheid tussen ernstige en minder ernstige
lois (2016). Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam. Amsterdam: Onderzoek, Informatie en Statistiek.
8
| Straatintimidatie in Amsterdam
incidenten is in lijn met de factsheet Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam en gebaseerd
op de ervaren mate van intimidatie bij de diverse gebeurtenissen (tabel 1). Het is mogelijk dat er
respondenten zijn die minder ernstige vormen als zeer intimiderend ervaren en andersom. De
aanname is echter dat ernstige incidenten vaker als intimiderend worden ervaren.
Tabel 1 Vormen van straatintimidatie en indeling naar ernst (op basis van ervaren intimidatie,
Veiligheidsmonitor 2016)
nagefloten bespuugd
nagesist achterna gelopen
nageroepen met seksuele opmerkingen betast
nageroepen met beledigende opmerkingen in het nauw gedreven
bron: OIS
1.2.2 Steekproef, werving en respons
Individuele interviews
Voor de individuele interviews zijn in eerste instantie 36 uitnodigingen verstuurd. Vanwege
onvoldoende respons is een tweede lichting brieven gestuurd naar 36 anderen (in totaal 72). De
respons hierop was zo hoog, dat een selectie heeft plaatsgevonden op achtergrondkenmerken®
om een zo gevarieerd mogelijke groep mensen te interviewen.
Vanuit beleid is aandacht voor de ervaringen van Ihbti+ Amsterdammers met straatintimidatie.
Daarom bestond de steekproef uit 24 hetero mannen, 24 hetero vrouwen en 24 Ihb mannen en
vrouwen.” De interviewer was van tevoren niet op de hoogte van de seksuele gerichtheid van de
respondenten en heeft daar niet naar gevraagd. Het uitgangspunt was dat respondenten zelf
aangeven wanneer hun seksuele gerichtheid een rol speelde in wat zij hebben meegemaakt.
Hetzelfde geldt voor de vorm van straatintimidatie die men had ingevuld in de enquête: ook daar
was de interviewer niet van op de hoogte, enkel dat het in de categorie ‘ernstig’ viel. Aan de
respondenten is (onder andere) open gevraagd wat zij hebben meegemaakt en of zij iets over de
dader(s) konden vertellen. In bijlage 1 is de gehele topiclijst met alle besproken onderwerpen te
vinden die is gebruikt bij de interviews.
In juli en augustus 2017 zijn acht individuele interviews van ongeveer een vur gehouden met
slachtoffers van straatintimidatie. Er is gesproken met vier mannen (tussen de 55 en 70 jaar oud)
en vier vrouwen (tussen de 23 en 36 jaar oud). Respondenten deden vooral mee omdat zij het
belangrijk vonden voor de stad of omdat zij wilden vertellen over iets wat zij hadden
meegemaakt. Alle deelnemers ontvingen een VVV-cadeaubon van €35,00.
? peze selectie is uitgevoerd door een andere onderzoeker dan de interviewer, om bekendheid met
achtergrondkenmerken voorafgaand aan het interview te beperken. Het gaat hierbij om achtergrondkenmerken die
zijn ingevuld door de respondent in de VMAA zoals geslacht, leeftijd, herkomst en seksuele gerichtheid.
3 Hierbij realiseren we ons dat er een veel grotere diversiteit is binnen Ihbti+ Amsterdammers dan hier wordt
aangehouden. Aan respondenten van de VMAA wordt echter enkel gevraagd naar seksuele gerichtheid (lhb).
9
| Straatintimidatie in Amsterdam
Focusgroepen
Voor het werven van respondenten voor twee focusgroepen (een met mannen en een met
vrouwen) zijn er naar beide groepen 32 brieven gestuurd. De respons hierop was, waarschijnlijk
vanwege de zomerperiode, onvoldoende. Daarom is een (veel) grotere nieuwe groep
aangeschreven (112 mannen en 112 vrouwen) en zijn de focusgroepen verplaatst. Voor vrouwen
leverde deze nieuwe wervingsronde voldoende aanmeldingen op, voor mannen waren er nog 51
wervingsbrieven aan een nieuwe groep en 108 herinneringsbrieven aan eerder benaderde
mannen nodig voor voldoende aanmeldingen. Op 12 en 13 september vonden er anderhalf vur
durende focusgroepen plaats met zeven vrouwen en negen mannen. De topiclijst die daarbij is
gehanteerd is te vinden in bijlage 1. Deelnemers ontvingen een VVV-cadeaubon van €35,00.
1.3 Methode daderonderzoek
Problematisch in onderzoek naar daders is dat het een moeilijk te onderzoeken doelgroep
betreft. Om toch meer over hen te weten te komen, zijn drie onderzoeksmethoden toegepast:
analyses van vragen uit de VMAA, een literatuurstudie en twee gesprekken met professionals.
1.3.1 Veiligheidsmonitor Amsterdam Amstelland
Als mannen of vrouwen in de VMAA aangaven dat zij slachtoffer zijn geworden van
straatintimidatie, is aan hen gevraagd of zij iets kunnen vertellen over de daders, zoals geslacht
en leeftijd. Daarnaast is gevraagd of het een of meerdere daders waren en of het slachtoffer de
dader(s) kende. De VMAA die is ingevuld tussen mei en augustus 2017 is gebruikt om deze
vragen te analyseren. Het gaat om 468 mannen en 934 vrouwen die slachtoffer werden van
straatintimidatie en die de vragen hebben beantwoord.
1.3.2 Literatuurstudie
Naast de enquête is een literatuurstudie vitgevoerd om meer te weten te komen over daders van
straatintimidatie en hun motieven. Er is gezocht naar beschikbare en relevante Nederlandse en
internationale wetenschappelijke en beleidsmatige literatuur die een eerste verkenning boden in
dit relatief onbekende onderwerp. De literatuurstudie richt zich vooral op seksuele
straatintimidatie omdat daar tot nu toe voornamelijk onderzoek naar is gedaan.
1.3.3 Interviews met professionals
Omdat de huidige literatuur naar daders van straatintimidatie naar verwachting beperkt was, is
besloten om ook een aantal professionals te interviewen die voor hun werk veel aanwezig zijn in
de openbare ruimte en daardoor zicht hebben op straatintimidatie. OOV heeft OIS in contact
gebracht met de professionals. Er is een focusgroep gehouden met drie medewerkers van
Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA): twee teamleiders van straatcoaches en één
coördinator. Daarnaast is een individueel interview gehouden met een politiemedewerker van
een uitgaansplein. In de gesprekken zijn onder meer de context waarin straatintimidatie
plaatsvindt, de kenmerken van de daders en de mogelijke maatregelen die kunnen worden
10
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
getroffen om straatintimidatie te voorkomen besproken. De topiclijst met alle onderwerpen die
aan bod kwamen in de gespreken is te vinden in bijlage 2.
1.4 Rapport
In het volgende hoofdstuk worden de resultaten van de individuele interviews met slachtoffers
besproken, geïllustreerd met citaten van respondenten waarbij het geslacht en de leeftijd van de
respondent zijn vermeld.“ Het derde hoofdstuk bevat de resultaten van de twee focusgroepen
met slachtoffers. In het vierde hoofdstuk worden de resultaten besproken van de analyse van de
dadervragen uit de VMAA. Hoofdstuk vijf bevat de resultaten van de literatuurstudie naar de
daders van straatintimidatie. In het laatste hoofdstuk gaat het over de resultaten van interviews
met professionals die vanuit hun beroep te maken hebben met straatintimidatie.
Voor alle hoofdstukken (met uitzondering van hoofdstuk vier) geldt dat er gebruik is gemaakt
van kwalitatieve data en dat er zo dicht mogelijk bij de letterlijke uitspraken van respondenten is
gebleven om hun ervaringen en ideeën over te brengen.
* Twee vrouwen waren allebei 36 jaar, bij hen staat er ook een nummer vermeld om aan te geven dat het om
verschillende respondenten gaat.
11
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
2 Resultaten slachtofferonderzoek:
individuele interviews
De respondenten die we hebben gesproken liepen uiteen (qua achtergrondkenmerken; mannen
en vrouwen van allerlei leeftijden) maar ook de gebeurtenissen waarover zij vertelden en hoe
vaak zij iets meemaakten. Deze verhalen illustreren de diversiteit van straatintimidatie. De
incidenten worden op casuïstische wijze beschreven. In deze beschrijvingen wordt aandacht
besteed aan de context, de daders en andere relevante zaken. Verder wordt ingegaan op de
gevolgen die straatintimidatie kan hebben voor slachtoffers en wat situaties intimiderend maakt.
Het hoofdstuk wordt afgesloten met suggesties voor maatregelen die respondenten aandragen
tegen straatintimidatie.
2.1 Ervaringen
2.1.1 Seksuele straatintimidatie
In recent onderzoek van de Erasmus Universiteit werd seksuele straatintimidatie gedefinieerd
als: ‘Seksuele uitlatingen of gedragingen van mannen of jongens op straat waarmee zij (…) irriteren,
tot last zijn, kwetsen, beledigen, bedreigen, of beperken in (…) gevoel van persoonlijke vrijheid’”
Hoewel in ons onderzoek niet op voorhand definities zijn gebruikt voor intimidatievormen,
kwam uit de interviews met twee jongere vrouwen onder de 30 jaar een aantal gebeurtenissen
die aansluiten op deze definitie. De verhalen variëren van nafluiten tot betast worden tijdens het
vitgaan. Wel geven beide vrouwen aan dat het vaker voorkwam toen zij jonger waren.
Desalniettemin zegt één van hen dat naroepen en nafluiten vaak voorkomt maar dat het voor
haar sterk afhangt van de context en van wat er wordt gezegd:
Het verschil in de lading van uitspraken kan volgens haar al zitten in één woord:
® Fische r‚T.& Sprado, N. (2017). Seksuele straatintimidatie in Rotterdam. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.
12
| Straatintimidatie in Amsterdam
Bovendien maakt het volgens haar ook uit wie iets doet. Een sterk en fit persoon van rond haar
eigen leeftijd vindt zij meer intimiderend dan een veel jonger of ouder persoon. De respondent
verwacht in het algemeen meer dreiging van iemand die ‘doordeweeks van negen tot vijf gewoon
op zijn kantoor zit en dan een beetje losgaat in de avond’ dan bijvoorbeeld van een dakloze die
minder voor zichzelf instaat omdat hij onder invloed is: dat wekt bij haar eerder medelijden.
Twee gebeurtenissen die zij meemaakte, illustreren dat. In beide gevallen werd ze ‘s avonds laat
gevolgd door een man, eenmaal toen zij lopend was en een jonge man van begin 30 naast haar
kwam lopen en eenmaal toen zij fietste en gevolgd werd door een man die zij beschreef als
slecht verzorgd en onder invloed. Het eerste voorval vond zij enger dan het tweede.
De andere vrouw maakte mee dat zij op een kruispunt stond te wachten en door een mannelijke
voorbijganger, vermoedelijk verward, werd gevraagd om seks tegen betaling:
Ook maakt zij wel eens mee dat er jonge jongens in haar buurt in auto’s zitten die naar haar
schreeuwen of fluiten. Dat vindt zij minder vervelend dan intimidatie door daklozen en
verslaafden in haar buurt. Hier wordt in de volgende paragraaf verder op ingegaan. Deze
respondent vindt naroepen en fluiten respectloos maar zegt ook wat gewend te zijn omdat ze al
lang in Amsterdam woont: ‘Dan ken je dat allemaal wel.’ Bouwvakkers doen het ook wel eens en
dat hoort er volgens haar een beetje bij. Wel blijkt uit gesprekken met beide vrouwen dat de
grens bij gebeurtenissen zoals nafluiten lastig is: sommige situaties worden ook (voorzichtig) als
complimenteus benoemd:
13
| Straatintimidatie in Amsterdam
2.1.2 In de eigen woonbuurt
Groepjes jongeren
Uit de verhalen blijkt dat groepjes, vaak jongeren, een intimiderend gevoel of een intimiderende
sfeer kunnen veroorzaken. Een voorbeeld daarvan is een respondent die vertelt over groepjes
jongeren in haar buurt (voornamelijk jongens maar soms ook meisjes). Hun aanwezigheid kan al
intimiderend zijn:
De groepsleden variëren in leeftijd van 12 tot ongeveer 25 jaar oud, waarbij de ouderen volgens
haar ‘lastiger’ zijn. De groepen bestaan volgens haar vooral uit jongeren van Arabische of
Surinaamse herkomst. Sommigen (her)kent zij vit de buurt. Zij vindt de groepjes jongeren vooral
intimiderend als ze erg uitbundig zijn of elkaar ‘pushen’. Als iemand willekeurig iets roept, vindt
de geïnterviewde dat minder intimiderend dan gerichtere uitingen naar mensen persoonlijk.
Intimidatie en conflicten
Een van de respondenten (man, 57 jaar) vertelt over een aantal
intimidaties en conflicten in zijn woonbuurt met één of meerdere
mannen die hij beschrijft als van niet-westerse of Marokkaanse
herkomst. Zo vertelt hij over een aantal incidenten waarbij hij
werd uitgescholden en/of bespuugd. Bij één van de
gebeurtenissen waarover hij vertelde, is hij lastiggevallen en
uitgescholden door een groepje dat hij beschrijft als vier jongens
van Marokkaanse herkomst tussen de 11 en 16 jaar. De
respondent werd voor zijn woning lastig gevallen door de groep.
De spanning liep op en er werd over en weer gescholden. Toen er
een andere buurtbewoner met een hond aan kwam, ging de groep
weg bij zijn woning maar bleef in de buurt. De respondent is zijn
huis ingegaan maar heeft na een tijdje de politie gebeld omdat hij
de deur uit moest en de groep er nog steeds was. Hij vond het gedrag van de groep agressief,
intimiderend en uitlokkend. Hoe groter de groepen, hoe intimiderender volgens hem. Deze en
de andere incidenten maken de respondent boos en ze ontaarden in conflicten waarbij over en
weer wordt gescholden, onder meer over herkomst.
Verslaafden en daklozen
Een van de respondenten (vrouw, 29 jaar) vertelt over structurele, dagelijkse overlast en
intimidatie in haar buurt door een daklozenopvang. Zij merkt veel van de opvang: deze mensen
hangen elke dag rond in de buurt, bedelen, zijn soms erg verward en/of onder invloed. Het
14
| Straatintimidatie in Amsterdam
verschilt volgens haar hoe intimiderend de situaties zijn. Soms is het vooral vervelend, met name
bedelen. Het gebeurt ook dat de personen schreeuwen of dat zij met de haar meelopen om te
bedelen of blijven praten. Dan wordt het meer intimiderend, ook naarmate het later op de avond
is en er minder mensen op straat zijn of wanneer zij alcohol of drugs hebben gebruikt.
Hoewel de respondent aangeeft gewend te zijn aan de situatie omdat deze mensen dagelijks
aanwezig zijn in de buurt, geeft zij ook aan haar gedrag in met name de avonden aan te passen:
ze loopt dan langs een andere kant van de straat naar huis (omdat daar een café is) en heeft haar
sleutel tussen haar vingers als eventueel verdedigingsmiddel. Hoewel de respondent niet weet of
de betreffende personen in staat zijn iets naars te doen, heeft zij wel het idee dat ze
onberekenbaar kunnen zijn.
2.1.3 Verkeer en drukte
Het verkeer blijkt een setting te zijn waarin respondenten intimidatie vaak meemaken. Het gaat
dan veelal om irritatie en agressie. Eén van de geïnterviewden (man, 69 jaar) vertelt een verhaal
waarbij hij stopte voor een zebrapad bij een school en door een man, hij vermoedt van
Marokkaanse herkomst, werd uitgescholden omdat hij niet doorreed. Ook anderen vertellen
over verkeerssituaties die intimiderend waren of een sterke indruk achterlieten. Zoals een
respondent (vrouw, 36 jaar (2)) die kort voor het interview was uitgescholden in het verkeer. Een
andere vrouw (23 jaar) die wij spraken vond sommige gevallen van naroepen minder
intimiderend dan bepaalde situaties in het verkeer, zoals een keer dat zij is bespuugd door een
jongen op een scooter. Volgens haar zijn verkeersconflicten onderdeel van Amsterdam.
15
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Man, 69 jaar
‘Laatst was het ergens in, achterin West, dat ik stopte voor de X school in West waar de meisjes
overstaken en ik werd gewoon helemaal verrot gescholden door [een] Noord-Afrikaanse
meneer, Marokkaansachtig uiterlijk. En die scheldt me helemaal verrot dat ik niet doorrijd, dan
denk ik: ja waar zijn we nou mee bezig.’
Vrouw, 36 jaar (2)
(…) ik ben laatst een keer uitgescholden maar dat was meer inderdaad naar aanleiding van een
verkeerssituatie en was ik echt even zo van: ja, moet dat nou? Toen dacht ik ook van: goh
waarom komt dat nou weer zo binnen? Maar toch kan het inderdaad wel zo’n dag, twee of drie
nog even blijven doorzeuren zo in mijn hoofd op de een of andere manier, onbewust.’
Vrouw, 23 jaar
En ik denk, kijk ik heb wel liever dat [naroepen] bijvoorbeeld weer dan mensen die in het
verkeer heel hard schelden maar echt heel grof bijvoorbeeld. Dat vind ik soms wel ook
intimiderend want dat wordt misschien meer gezien als een normaal onderdeel van op straat
zijn. (…) dat heb ik heel vaak en dat is natuurlijk ook een beetje onderdeel van deze stad dat
iedereen druk zich erdoor heen beweegt en elkaar verrot scheldt ondertussen.
Een van de respondenten (man, 55 jaar) heeft een zichtbare fysieke beperking en kan zich
verbaal niet uitdrukken. Hij geeft aan zo’n vijf of zes keer per week non-verbale intimidatie te
ondervinden van vooral toeristen, doordat zij in grote groepen op de stoep staan, niet aan de
kant gaan en er vaak alcohol en drugs in het spel is. Het intimiderende daarvan is volgens hem
dat deze non-verbale intimidatie kan uitlopen op fysieke intimidatie. Deze situaties ontwijkt hij
door om te lopen. Ook maakte hij andere gebeurtenissen mee, zoals twee meisjes die op de
stoep tegen hem aanreden en hem vervolgens uitscholden en een vrouw die hem uitschold
vanwege iets gerelateerd aan zijn beperking. Daarnaast was hij getuige van intimidatie door
twee meisjes tegen een ouder echtpaar:
Il RN elo
‘Scootertjes die op en af rijden in de stegen. Onlangs sprak een ouder echtpaar twee meisjes
hierop aan. U wilt niet weten wat voor vuiligheid die mensen op leeftijd over zich heen kregen,
terwijl ik hoorde dat de man alleen heel beschaafd zei: YU mag hier niet rijden.’ Ik had het echt te
doen met de mensen die heel geïntimideerd waren, dus ik ben er tussen gaan staan. De scooter
“ladies” schrokken waarschijnlijk, of van mijn kwade look, of van mijn handicap. Ze dropen af’
Scooters en fietsers op de stoep is iets wat hij dan ook echt intimiderend vindt: deze zijn
gevaarlijk voor zichzelf maar ook voor kleine kinderen op de stoep. Hij denkt niet dat hij vaker
straatintimidatie ervaart sinds hij een handicap heeft maar dat hij zich minder kan uiten en de
straatintimidatie daardoor als vervelender ervaart:
16
| Straatintimidatie in Amsterdam
2.1.4 Intimidatie in publiek toegankelijke gebouwen
Naast intimidatie en gebeurtenissen die daadwerkelijk op straat plaatsvonden, waren er ook
verhalen van mensen die iets meemaakten in een publiek toegankelijk gebouw, zoals in horeca
of winkels. Het betreft locaties die weliswaar niet buiten in de openbare ruimte zijn, maar wel
toegankelijk zijn voor publiek. Daarom worden gebeurtenissen die in zo'n gebouw plaatsvinden
ook tot straatintimidaties gerekend in dit onderzoek.
Intimidatie in horeca
Een van de respondenten (vrouw, 36 jaar (1) heeft incidenten met klanten meegemaakt terwijl
zij aan het werk was in een coffeeshop. Eén keer heeft een ongeduldige klant haar in het gezicht
gespuugd, waarop zij hem een klap gaf en hij haar vervolgens in het gezicht sloeg. Zowel zij als
de klant heeft de politie gebeld. Van dit incident heeft zij ook aangifte gedaan, maar heeft daar
niets meer over gehoord. Bij een ander incident dat zij heeft meegemaakt, werd een klant boos
omdat iets niet geruild kon worden, hij wilde niet weggaan en werd intimiderend. Dit kwam
volgens haar vooral doordat hij te dichtbij kwam:
Bij dit incident heeft de respondent, in tegenstelling tot het eerste incident, niet de politie
gebeld. Deze afweging heeft volgens haar te maken met het feit dat de ene klant haar had
gespuugd en geslagen en de ander alleen te dichtbij kwam. Over beide situaties vertelt de
respondent dat zij vermoedde dat de daders een ‘buitenlandse’, wellicht Egyptische,
achtergrond hadden. In haar ogen hebben zij minder respect voor vrouwen.
Een andere, jonge vrouw (23 jaar) vertelt dat zij tijdens het vitgaan in clubs wel eens meemaakt
dat zij wordt betast:
17
| Straatintimidatie in Amsterdam
De respondent vindt het vooral intimiderend dat zij geen controle heeft over de situatie. Zoals
hierboven beschreven komt het voor dat gebeurtenissen plotseling zijn en zij niet in staat is om
te reageren, bijvoorbeeld omdat de dader al voorbij is gelopen of doordat het erg druk is en het
lastig te achterhalen is wie het deed. Erger dan dat vindt zij situaties waarin iemand niet luistert:
‘Dan weet je dus ook dat [het] iemand niet kan schelen wat jij belangrijk vindt.”
Intimidatie en overlast van hangjongeren
Een man (69 jaar) vertelde over zijn atelierruimte die hij deelt met anderen en die open
toegankelijk is voor publiek. Daar hebben ze geregeld te maken met ‘chilling kids’ en andere
mensen die in de avond, als het atelier sluit, niet weg willen gaan. Mensen worden dan boos en
dat levert lastige situaties op. De jongeren (tussen de 12 en 17 jaar) zitten op het dak, joints te
roken en bier te drinken. De respondent begrijpt wel dat de jongeren daar willen ‘chillen’. Eris
een draaiboek om de jongeren 's avonds op normale wijze weg te laten gaan, omdat er een
incident is geweest met één van de atelierhouders. Dat werkt positief volgens de respondent.
intimidatie in het openbaar vervoer
Ook in het openbaar vervoer maken respondenten intimiderende situaties mee. Zo vertelt een
geïnterviewde (vrouw, 36 jaar (1) over een keer dat zij alleen op de pont van centraal station
naar Noord stond in de nacht en een naar gevoel kreeg bij een groep jongeren: door hoe de
jongeren zich gedroegen, vermoedde de respondent dat zij plannen hadden te beroven. Omdat
zij alleen en te voet was, is ze weer met de pont terug gegaan en is met de nachtbus gegaan.
Desgevraagd geeft ze aan dat het anders was geweest als ze niet alleen was geweest en/of met
de fiets.
Een andere respondent (vrouw, 36 jaar (2)) beschrijft ook een situatie in het openbaar vervoer die
zij heel intimiderend vond: een verwarde en agressieve verslaafde kwam met een stuk hout de
metro in. In deze situatie was zij bang dat het fout zou gaan en dat alles wat ze op dat moment
zou doen een vervelende reactie op zou leveren. Uiteindelijk stapte de persoon weer uit en
verdween de angstige sfeer, maar de respondent heeft nog dagen gedacht aan dit voorval.
2.1.5 Ingrijpen bij gebeurtenissen op straat
In de verhalen die we hebben gehoord, werd een aantal keren verteld over situaties waarin
respondenten getuige waren van gebeurtenissen die zij beschouwden als straatintimidatie (zoals
18
| Straatintimidatie in Amsterdam
ruzie en geweld) en waarbij zij soms zelf ingrepen. Voor een van de respondenten was dit de
voornaamste gebeurtenis waarover hij vertelde: in zijn woonbuurt hoorde en zag hij hoe een,
naar zijn omschrijving, man van Surinaamse herkomst erg kwaad was op drie jongens van
Marokkaanse herkomst omdat zij discriminerende uitspraken tegen hem hadden gedaan. De
respondent probeerde de situatie te kalmeren en werd geholpen door een voorbijkomende
agent van Marokkaanse herkomst die de jongens aansprak en rust in de situatie bracht:
Hoewel de respondent dit noemde als een van de redenen om mee te doen aan het onderzoek,
vond hij de situatie zelf niet intimiderend maar indrukwekkend en ‘bevrijdend’. Hier lagen mede
persoonlijke ervaringen aan ten grondslag vanwege een geadopteerde zoon die veel is
gediscrimineerd. Dergelijke situaties, waarin respondenten ingrijpen bij iets wat zij zien
gebeuren op straat, kunnen ook intimiderend voor de ander zijn. Dat blijkt vit het verhaal van
een respondent die ingreep toen een homoseksueel stel werd uitgescholden door een jonge
jongen en hij agressief tegen hen dreigde te worden:
Niet iedereen grijpt in bij dingen die zij zien gebeuren.
Respondenten verschillen in de mate waarin ze ingrijpen of situaties
juist vermijden. Zo vertelde iemand over een incident dat indruk op
haar maakte waarbij een meisje werd uitgescholden door een
alcoholist, zoals in het kader hiernaast is beschreven. Voor haar is
het punt van ingrijpen wanneer er sprake is van fysiek geweld, dan
heeft zij het gevoel dat ze iets moet doen omdat het gevaarlijk
wordt.
19
| Straatintimidatie in Amsterdam
Een ander (man, 69 jaar) vertelt over een situatie waarin hij op straat zag gebeuren dat iemand
bijna werd aangereden door een taxi en vervolgens door de taxichauffeur werd uitgescholden.
Op het moment zelf greep hij niet in, maar toen de politie ter plekke kwam en vroeg naar
getuigen, heeft hij meegewerkt om het slachtoffer te sterken tegenover de officier van justitie.
Hij had de indruk dat alle andere omstanders niets deden.
2.2 Reacties op straatintimidatie
ledere persoon reageert anders op plotselinge gebeurtenissen die zij meemaken of zien
gebeuren. In algemene zin is bij de geïnterviewden in die reacties in eerste instantie een
driedeling te maken: een aantal vertelt dat zij confrontaties en conflicten het liefst vermijden,
een aantal maakt een bewuste afweging per situatie of zij al dan niet actie ondernemen en
anderen geven aan dat zij assertief reageren en niet over zich heen laten lopen. Bij deze
laatstgenoemde respondenten blijkt uiteindelijk, wanneer hierover wordt doorgepraat, dat zij
toch ook vaak een afweging maken per situatie. Die afweging is vaak gebaseerd op hun gevoel
en een inschatting van de situatie.
Als een gebeurtenis voorbij is, praten sommige respondenten er even over met vrienden of
familie. Ook gaven respondenten soms aan dat zij na gebeurtenissen op hun hoede of oplettend
waren of er nog over nadachten. Vaak duurde dat een paar dagen tot enkele weken, afhankelijk
van wat men meemaakte:
Sommige respondenten passen hun gedrag structureel aan. Zoals ook het verhaal van de vrouw
in paragraaf 2.1.2, die vertelde over de maatregelen die zij in de avond neemt vanwege
20
| Straatintimidatie in Amsterdam
intimidatie door daklozen en verslaafden in haar buurt: in de avond loopt zij via een andere kant
van de straat naar huis, pakt haar telefoon of houdt een sleutel in haar hand ter verdediging. Een
andere respondent met een zichtbare fysieke beperking ervaart vaak non-verbale intimidatie en
past daar soms zijn gedrag op aan, zoals er omheen lopen.
2.3 Wat maakt situaties intimiderend?
Factoren díe situaties intimiderend maken
Uit bovenstaande beschreven situaties blijkt dat de mate van intimidatie varieert. Verschillende
(combinaties van) factoren kwamen aan bod. Zo wordt benoemd dat het intimiderend is als
respondenten in een situatie alleen waren en/of de daders met meerderen. Als respondenten
lopend zijn, hebben zij het idee dat zij minder snel vit de situatie kunnen komen. Ook het idee
dat een dader bewust en doelgericht de confrontatie opzoekt wordt als intimiderend
beschouwd, meer dan wanneer men het gevoel heeft dat er willekeurig iets wordt gedaan.
Daarnaast kunnen situaties volgens geïnterviewden intimiderend zijn wanneer het in de eigen
woonbuurt is, het in de avond (en dan rustiger op straat) is, daders onvoorspelbaar zijn
(bijvoorbeeld bij verslaafden), als iemand een grens niet herkent wanneer die wordt aangegeven,
het slachtoffer niet de mogelijkheid heeft (gehad) om de situatie te voorkomen of wanneer er
een kans bestaat dat de gebeurtenis uitloopt op fysieke intimidatie of fysiek geweld. Dit
laatstgenoemde lijkt terug te komen in veel van de genoemde factoren: geïnterviewden vinden
het intimiderend wanneer zij het gevoel hebben dat er een fysieke dreiging uitgaat van een
situatie, hun kans om daaraan te ontkomen klein wordt geschat en wanneer zij geen controle
over de situatie hebben.
Subjectiviteit van de grens
Naast de mate van intimidatie in de diverse beschreven gebeurtenissen is ook met de
respondenten gesproken over wanneer situaties nog acceptabel zijn en onderdeel zijn van
sociale interacties op straat en wanneer er volgens hen sprake is van intimidatie. Er wordt
namelijk ook aangegeven dat interactie op straat nog wel mogelijk moet zijn. Niet geheel
onverwacht blijkt dit zeer subjectief te zijn en voor een groot deel een gevoelskwestie, zoals
blijkt vit de volgende citaten:
21
| Straatintimidatie in Amsterdam
2.4 Maatregelen tegen straatintimidatie
Er komt een grote variëteit aan oplossingen naar voren wanneer aan respondenten wordt
gevraagd wat zij denken dat er kan worden gedaan in de aanpak van straatintimidatie. Wat in
veel oplossingen (onderliggend) wordt aangedragen is ‘opvoeding’, zowel van kinderen op jonge
leeftijd als van daders. Bij jonge kinderen kan dat op school zijn maar ook thuis, waarbij één
respondent denkt dat er meer betrokkenheid van vaders in de opvoeding moet zijn om als
rolmodel te fungeren voor jongens. Opvoeding van daders varieert in suggesties van daders een
tijdsbesteding en hulpverlening geven tot bemiddelen in situaties en het aanspreken van daders.
Aanspreken kan door de overheid, zoals handhaving, politie of straatcoaches en eventueel door
het strenger handhaven van de regels en het opleggen van sancties. Politie en handhaving
moeten daarbij volgens sommigen aansluiten bij belevingswereld van degene die zij aanspreken:
zo pleit één van de respondenten voor meer diversiteit bij de politie omdat de
bevolkingssamenstelling dat ook is en een ander geeft aan dat handhavers en politie goed
getraind moeten worden in hun houding naar burgers en hun inschattingsvermogen. Van politie
en handhaving wordt vooral verwacht dat ze rust brengen in situaties of dat hun aanwezigheid
zorgt voor minder problemen. Nog een ander geeft aan dat straatcoaches bij jongeren meer
invloed zullen hebben dan politie of handhaving:
22
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Ook worden het houden van campagnes of debatten genoemd om meer bewustzijn te creëren
en normen bij te brengen. Daarnaast worden niet alleen de overheid maar ook burgers zelf
genoemd om elkaar aan te spreken. Sommige respondenten vragen zich wel af in hoeverre dat
(nog) kan.
Vrouw, 23 jaar
‘Ja, dat als een samenleving gewoon vrij seksistisch is en dat door allerlei culturele uitingen, veel
uitingen, boeken, dingen op televisie, dat het heel normaal is op een bepaalde manier tegen
vrouwen, over vrouwen te praten. En zolang dat daar, weet je wel, heel normaal is in onze
cultuur dus, en onze, maar ook kunst en cultuur, ja blijft dat ook hangen natuurlijk. Maar hoe
meer debatten erover worden gevoerd, en dat gebeurt natuurlijk nu ook wel, hoe meer hopelijk
mensen dus ook inzien dat het bijvoorbeeld niet normaal is om in een club zomaar aan iedereen
te zitten. (…)’
Ile Lo
(…) Ik mis het Amsterdam van weleer, wanneer er iets onbeschofts werd waargenomen, je in
raszuiver Amsterdams al snel op je misdragingen werd gewezen. Wie durft dat nog? Ik denk dat
dat het enige is dat mensen elkaar erop aanspraken. Maar ik ken helaas maar weinigen die dat
durven, en van die mensen de meesten er ook wat na herhaaldelijk geïntimideerd te zijn
geweest mee gestopt.’
Daarnaast wordt nog een aantal andere suggesties gegeven zoals een app ontwikkelen waar
men melding kan doen van straatintimidatie en meer (wetenschappelijk) onderzoek doen. In
relatie tot drukte en verkeer worden een beter terrassenbeleid en het geven van verkeersles op
school genoemd. Ook het serieus nemen van aangifte van fysieke intimidatie wordt aanbevolen.
23
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
3 Resultaten slachtofferonderzoek:
focusgroepen
In de individuele gesprekken is vrij gedetailleerd ingegaan op ervaringen met straatintimidatie. In
de groepsgesprekken is meer gesproken over de ervaringen in het algemeen van de mannen en
vrouwen en op hun opvattingen over straatintimidatie.
3.1 Focusgroep met vrouwen
Tijdens de focusgroep met vrouwen waren er zeven deelnemers aanwezig tussen de 40 en 69
jaar oud. Sommige vrouwen geven aan dat zij het idee hebben dat straatintimidatie vaker
voorkwam toen zij jonger waren of dat zij vermoeden dat jongere vrouwen er meer last van
hebben dan zij. Desondanks hebben de vrouwen zelf diverse ervaringen met straatintimidatie.
3.1.1 Meegemaakte gebeurtenissen
Als het gaat om de gebeurtenissen die vrouwen hebben meegemaakt, worden verkeerssitvaties
een aantal keer genoemd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om opmerkingen, uitschelden
(bijvoorbeeld als de dader vindt dat het slachtoffer te langzaam fietst) en gevaarlijke situaties
zoals fietsers die anderen bijna aanrijden op de pont. Wat ook een aantal keer wordt genoemd, is
een agressieve reactie bij het aanspreken van een ander op zijn of haar gedrag. Andere
incidenten waarover respondenten vertellen zijn bespugen, achtervolgen, lastigvallen, agressie
en uitschelden (soms omdat zij niet reageren op opmerkingen). Twee respondenten geven aan
dat zij intimiderende situaties zoveel mogelijk proberen te vermijden en (daardoor) niet veel
meemaken.
3.1.2 Wat maakt ervaringen intimiderend?
Respondenten noemen verschillende elementen die volgens hen een gebeurtenis tot
straatintimidatie maken. Het gaat bijvoorbeeld om gedragingen die specifiek op het slachtoffer
persoonlijk zijn gericht. Daarnaast is het volgens de respondenten intimiderend wanneer de
dader het slachtoffer als ‘voorwerp’ ziet, het seksistisch wordt, als een persoon te dichtbij komt
of als de dader niet stopt. Een van de vrouwen noemt een gebeurtenis straatintimidatie als het
slachtoffer zich oncomfortabel of bedreigd voelt. Ook wordt gesteld dat het om de intonatie
gaat waarmee iemand iets zegt en het gevoel dat daaruit voortkomt, soms kan iets ook een
compliment zijn. Beide opmerkingen, over het gevoel van het slachtoffer bij een situatie en de
intonatie waarmee opmerkingen worden gemaakt, laten de subjectiviteit van straatintimidatie
zien.
24
| Straatintimidatie in Amsterdam
Sommigen vinden groepjes jongeren intimideren en/of vinden het intimiderend als er weinig
mensen in de omgeving zijn. Daarnaast wordt een onverwachte of agressieve reactie van
mensen genoemd als intimiderend. Ook spugen vinden de vrouwen intimiderend: dat gaat
verder dan een verbale uiting, het komt dichterbij. Naroepen of nafluiten door bouwvakkers
vinden de respondenten geen straatintimidatie. Een van de respondenten zegt: ‘Bouwvakkers
doen het naar iedereen. Dan is het niet gericht op jou.’
3.1.3 Daders
Bij de ervaringen die respondenten hebben met straatintimidatie zijn er van allerlei verschillende
daders: het kunnen jongeren zijn maar ook ouderen en zowel groepjes als individuen. Voor
groepen wordt met name de dynamiek als probleem genoemd: de jongeren willen allemaal
meedoen en er is sprake van machtsverhoudingen. Een van de vrouwen vindt één op één
situaties juist bedreigend, volgens haar is er in een groep altijd wel iemand die ‘niet zo’ is.
Sommige respondenten noemen specifieke daders, zoals één respondent die voornamelijk
jongeren van Marokkaanse herkomst intimiderend vindt. Een ander geeft aan dat zij een
intimiderende ervaring had met twee jongens van Noord-Afrikaanse herkomst, maar dat zij
wellicht door verhalen over deze groep een vooroordeel had wat haar angst versterkte. Een
ander vindt intimidatie van mensen met psychiatrische problematiek heftig en onberekenbaar.
Een ander geeft ook aan dat zij deze mensen mijdt.
Een van de respondenten ervaart vooral intimidatie op de pont, van groepjes (jong en oud) onder
invloed van alcohol en van mensen op brommers. Wel gaat het vrijwel altijd over mannen
wanneer de respondenten het hebben over daders. Wanneer één van de respondenten oppert of
iemand wel eens is geïntimideerd door een groepje meiden, komen er twee verhalen waarbij
groepjes meiden intimiderend waren: eenmaal op de pont en een keer in de metro.
3.1.4 Reacties op straatintimidatie
De antwoorden op de vraag hoe men reageert op straatintimidatie gingen vooral over situaties
waarin respondenten een groepje moeten passeren dat intimiderend is of hen naroept. Hoewel
de vrouwen in enkele gevallen reageren of door rechtop te lopen een assertieve en krachtige
houding aannemen, geeft een groot deel aan dit niet te doen. Sommigen negeren het, doen
alsof zij iets vergeten zijn en draaien om of doen alsof ze aan het bellen zijn. Een aantal geeft aan
situaties bewust te vermijden of het voor te zijn, bijvoorbeeld door te doen alsof ze iets anders
zien: Ik probeer het voor te zijn. Ik zou niet durven te reageren, ik zou bang zijn dat ík een mes in m’n
rug krijg. Ik doe net alsof ik iets zie.’Een van de respondenten vertelt over een situatie waarin
iemand die zij beschrijft als een psychiatrische patiënt met haar meeliep, zich opdrong en
grenzen over ging. Ze is om haar woning heengelopen zodat hij niet wist waar zij woonde en
heeft hem afgewimpeld.
De reacties zijn verdeeld als het gaat om ingrijpen bij situaties die mensen zien gebeuren op
straat en waar ze niet direct zelf slachtoffer van zijn. Sommige vrouwen geven bijvoorbeeld aan
dat ze doorlopen als er al veel mensen omheen staan of dat ze zich er niet mee bemoeien als
mensen ruzie hebben. Anderen vertellen van situaties waarin ze wel iets deden, bijvoorbeeld
25
| Straatintimidatie in Amsterdam
toen iemand zijn hond een schop gaf of toen twee vrouwen discriminerend waren over
medereizigers in de tram. In veel gevallen wanneer respondenten anderen aanspreken op
gedrag, krijgen ze een boze of agressieve reactie wat zij intimiderend vinden.
3.1.5 Vermijdingsgedrag
Een aantal vrouwen maakt een heel bewuste keuze naast wie zij gaan zitten in bijvoorbeeld een
park of in het openbaar vervoer. Zo kiest een van de vrouwen altijd een plek in de buurt van
stelletjes, gezinnen of vrouwen en niet bij twee mannen. Een ander kiest mensen die ‘neutraal’
zijn om naast te gaan zitten en weer een ander laat het afhangen van haar gevoel: een man kan
op een bepaalde manier kijken en dan gaat zij daar niet bij zitten. Een ander let er juist niet op,
haar maakt het niet uit. Sommigen vermijden mensen die onder invloed zijn van drank of drugs.
Ander vermijdingsgedrag dat wordt genoemd is het in het donker vermijden van routes zoals het
Vondelpark en van verlate plekken. Eén respondent zegt: Ik vind het normaal om te vermijden.”
Een van de vrouwen zegt blij te zijn als zij met de fiets is wanneer zij een groepje tegenkomt als
het donker en verlaten is, dan is zij sneller als er iets gebeurt. Een ander vermijdt kleine straatjes
sinds een intimiderende gebeurtenis. Ook alvast vooruit kijken en omfietsen als je iets ziet
worden genoemd. Een van de vrouwen vertelt dat zij preventieve maatregelen neemt om
zichzelf te beschermen: zij heeft een ketting in haar fietstas en doet alsof zij belt op de fiets.
3.1.6 Maatregelen tegen straatintimidatie
Een aantal vrouwen oppert vrij concrete maatregelen tegen straatintimidatie. Zo worden goede
verlichting, cameratoezicht, een bewustzijnscampagne en meer respect creëren voor vrouwen
genoemd. Een respondent oppert een televisiespotje met ‘laat meiden meiden zijn’: meiden
moeten ook kunnen doen wat ze willen. Ook vinden de deelnemers dat vrouwen moeten kunnen
dragen wat zij willen en veilig over straat moeten kunnen, ook op hakken en in korte rokjes.
lemand geeft het idee van een weerbaarheidstraining voor meiden. Een van de vrouwen noemt
een website waar mensen straatintimidatie kunnen rapporteren, inclusief details zoals de locatie,
tijd en het profiel van de daders. Verder wordt toezicht genoemd: bijvoorbeeld alleen al
aanwezig zijn kan preventief werken of anders gelijkwaardig optreden tegen daders. Een van de
respondenten noemt het bieden van perspectief aan de daders omdat het gedrag volgens haar
uit verveling voortkomt.
3.2 Focusgroep met mannen
De focusgroep met mannen bestond vit negen deelnemers tussen de 17 en 71 jaar oud, een
grote variatie aan leeftijden. Zij hebben allemaal op een of andere wijze te maken gehad met
straatintimidatie.
26
| Straatintimidatie in Amsterdam
3.2.1 Meegemaakte gebeurtenissen
In veel van de gebeurtenissen waarover de respondenten vertellen gaat het over iemand met een
‘kort lontje’. Het gaat vaak om situaties waarin zij iemand aanspreken op gedrag en een grote
mond of scheldwoorden terugkrijgen, bijvoorbeeld als ze iemand aanspreken die afval op straat
gooit. Ook in het verkeer vinden zulke intimiderende situaties plaats: ‘Als je niet snel genoeg naar
rechts gaat als er een scooter langs wil, wordt er meteen getoeterd. Als je dan zegt ‘even rustig aan’,
gaan ze bijna naast je rijden om even verhaal te halen.‘ Dezelfde respondent vertelt over fietsers
die slingeren omdat zij met hun telefoon bezig zijn en ook iets naar zijn hoofd slingeren als hij
belt om in te halen. Een ander noemt het verkeer ook als bron van agressie en komt bijna elke
dag in een situatie terecht waar wrijving ontstaat.
Twee respondenten hebben in het onderwijs gewerkt en daar te maken gehad met intimidatie.
Een van hen is manager geweest op een MBO school en had daar ervaringen met boze ouders en
fysieke bedreigingen. Ook vindt hij dat ‘de jeugd’ steeds mondiger en brutaler wordt. De ander
heeft op een Joodse scholengemeenschap gewerkt en is daar regelmatig geconfronteerd met
verhalen van leerlingen die gebeurtenissen meemaakten vanwege het feit dat zij Joods zijn,
zoals geweld en keppeltjes die van het hoofd worden getrokken. Zelf heeft hij daar ook ervaring
mee. Daarnaast vertelt deze respondent dat hij het intimiderend vindt dat er een groep jongeren
‘s avonds vlakbij zijn raam staat te praten en af en aan rijdt met scooters.
Een ander maakt wel eens mee dat hij op straat wordt uitgelachen of een ‘dissende’ opmerking
krijgt. Eén van de mannen had voorheen een snackbar waar jongeren voor de deur stonden
waardoor klanten niet meer naar binnen durfden. Hij had het idee dat het inschakelen van politie
en straatcoaches geen zin had of het alleen maar erger maakte. Tot slot is er een 20-jarige
respondent die zegt dat hij vaker met straatintimidatie te maken had toen hij jonger was, waarbij
hij vertelt over een coffeeshop in zijn buurt die, zoals hij beschrijft, imposante figuren’ vit de
Bijlmer aantrok.
3.2.2 Wat maakt ervaringen intimiderend?
Bovenstaande gedragingen waarbij de mannen iemand aanspreken en een agressieve reactie
krijgen, ervaren zij als intimidatie. lemand noemt hierbij dat het intimiderend is als iemand
agressief reageert omdat hij ‘de verhalen uit de krant’ kent. Verder blijkt, wanneer wordt
gesproken over wat situaties intimiderend maakt, dat dronken mensen intimiderend kunnen
zijn. Een van de mannen geeft aan dat mensen tijdens het vitgaan over een grens gaan wanneer
ze veel gedronken hebben en agressief worden. Anderen beamen dat dronken mensen
intimiderend kunnen zijn. Zo wordt genoemd dat dronken mensen je zomaar kunnen uitlachen
en zich in een groep moeten bewijzen. Bovendien denken zij volgens de mannen anders door de
drank, beïnvloedt drank de grip op realiteit en vernauwt alcohol het bewustzijn. Ook geeft
iemand aan dat een groep dronken mensen al vanaf een afstand te zien is door hun manier van
lopen.
27
| Straatintimidatie in Amsterdam
3.2.3 Daders
Een aantal respondenten ervaart meestal straatintimidatie door groepen. Daarnaast geeft een
van de respondenten aan dat bij zijn ervaringen de daders vaak jongeren van Turkse, Arabische
maar meestal Marokkaanse herkomst zijn. Een ander beaamt dat de vervelende ervaringen die
hij meemaakt in de stad meestal door een dader van Marokkaanse herkomst waren. Anderen
zijn het daar niet mee eens en geven aan dat ze geen duidelijk beeld van een type dader hebben
naar herkomst en dat straatintimidatie door allerlei mensen met diverse achtergronden en
leeftijden wordt gepleegd: de hele doorsnee van Amsterdam, ook toeristen.
3.2.4 Reacties op straatintimidatie
Wanneer het gaat over reacties op straatintimidatie, ontstaat er een discussie over hoe de
mannen reageren op situaties waarin ze iets zien gebeuren op straat: grijpen ze in of niet? Een
respondent geeft aan bijvoorbeeld bij gebeurtenissen in de tram wel er iets van te zeggen en in
te grijpen, maar dat hij dat niet doet bij jongens met motoren in het centrum die hij intimiderend
vindt. Het gesprek leidt op den duur naar de vraag tussen respondenten: is ingrijpen een kwestie
van moed of intuïtie? Een van de respondenten vindt dat het te maken heeft met hoe moedig je
bent, anderen geven aan dat het intuïtief is maar ook een rationele afweging en inschatting van
de situatie, mede op basis van ervaring: Je moet altijd inschatten of je overwicht hebt.” Ook zegt
een van de mannen: 'Je maakt een inschatting van hoe het kan eindigen. Dat maak je in je hoofd.’
Een ander merkt op dat het aanspreken makkelijker gaat als je beleefd en bescheiden bent. Ook
geven sommigen aan dat het makkelijker is wanneer er iemand in de buurt is waarmee je samen
kunt ingrijpen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat het op den duur met name ging over
ingrijpen bij misdrijven zoals geweld en diefstal.
3.2.5 Vermijdingsgedrag
De meeste mannen geven aan dat ze op basis van hun inschatting bepaalde plekken of situaties
vermijden: Ik kijk naar de omgeving, als ik denk: dit kan fout gaan, dan loop ik weg.” Sommigen
nemen een zijstraat of gaan aan de andere kant van de weg lopen als zij een situatie inschatten
als onveilig of bijvoorbeeld een ‘ongure’ groep zien.
Een van de respondenten kaart het hand in hand lopen van homoseksuele mannen aan,
waardoor het gesprek komt op wat er voor Ihbti Amsterdammers (nog) wel en niet kan op straat
met betrekking tot de kans op intimidatie. Een van de deelnemers is een homoseksuele
Amsterdammer, hij loopt niet hand in hand met zijn vriend op straat en denkt dat hij dat ook niet
zou doen in zijn buurt maar weet niet of hij dat wel zou doen als hij een vriendin had. Een van de
mannen reageert hierop dat je je moet bedenken dat er mensen zijn die dat niet accepteren en
kunnen gaan intimideren. Sommigen denken dat er minder mogelijk is dan vroeger, waarvoor
diverse verklaringen worden gegeven zoals dat het een golfbeweging is, er een veranderende
bevolkingssamenstelling is en dat er veel maatschappelijke veranderingen gaande zijn.
28
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
3.2.6 Maatregelen tegen straatintimidatie
Een van de respondenten vraagt zich af of straatintimidatie en het korte lontje waar veel over
wordt gesproken een fenomeen is van de grote stad: is het te vol? Als hij in een kleinere plaats
jongeren aanspreekt, krijgt hij andere reacties. Een ander antwoordt daarop dat er een ander
gevoel van vertrouwen is doordat Amsterdam veel toeristen en immigranten kent.
Op de vraag wat er tegen straatintimidatie kan worden gedaan, wordt onder andere geopperd
om meer te handhaven, door aanwezig zijn maar ook door in te grijpen. Ook is het idee om meer
bewustzijn te creëren door een mentaliteitsslag te maken: men moet zich realiseren dat ze
rekening met elkaar moeten houden. De overheid kan volgens een van de respondenten daarbij
helpen door slogans via billboards en ATS te verspreiden. Een aantal vindt dat het al begint op
jonge leeftijd. Enerzijds in het onderwijs, daar moet men consequent zijn en moeten dit soort
normen worden bijgebracht. Anderzijds zijn ook ouders belangrijk. Een van de respondenten
geeft bijvoorbeeld aan dat jonge kinderen soms tot laat op straat zijn en dat dit een taak van de
ouders is.
29
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
4 Resultaten daderonderzoek: Amsterdamse
cijfers
Aan respondenten van de VMAA die in de periode mei tot augustus 2017 aangaven in de
afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geworden van straatintimidatie is gevraagd naar een
aantal kenmerken van de dader(s). Hieruit blijkt dat mannen overwegend de daders zijn van
straatintimidatie bij zowel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers (82% en 84% respectievelijk;
zie tabel 4.1).
Tabel 4.1 Hoe was de groep samengesteld? (procenten)
alleen mannen 82 84 83
alleen vrouwen 3 2 2
gemengd 7 5 6
weet ik niet meer/geen antwoord 9 9 9
totaal 100 100 100
Als slachtoffers wordt gevraagd of zij de daders al eens eerder hebben gezien, blijkt dat in de
meeste gevallen (81%) de dader een onbekende was (zie tabel 4.2).
Tabel 4.2 Had u de dader(s) wel eens eerder gezien? (procenten)
nooit eerder gezien 79 82 81
wel eens eerder gezien, maar kende hem/haar/hen verder niet 8 7 8
had hem/haar/hen al eerder gezien en weet (van enkelen) ook wie het is/zijn 5 3 3
weet ik niet meer/geen antwoord 8 8 8
totaal 100 100 100
De respondenten zijn in de helft van de gevallen geïntimideerd door één persoon (48%) en in
21% van de gevallen door twee personen (tabel 4.3). In de 20% van de gevallen dat het meerdere
personen betreft, gaat het voornamelijk om groepen van drie tot zes personen.
Tabel 4.3 Betrof het één persoon of waren het er meer? (procenten)
een persoon 43 50 48
twee personen 23 20 21
meer dan twee personen 23 18 20
weet ik niet meer/geen antwoord 11 12 12
totaal 100 100 100
Gevraagd naar de leeftijd van de daders rapporteren de slachtoffers van straatintimidatie dat de
daders meestal tussen de 18 en 30 jaar oud zijn (48%, tabel 4.4).
30
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Tabel 4.4 Wat was de leeftijd van de dader(s)? (procenten)
jonger dan 18 23 15 18
tussen de 18 en 30 jaar 50 46 48
tussen de 31 en 60 jaar 20 29 26
ouder dan 60 jaar 2 1 1
weet ik niet meer/geen antwoord 8 7 8
totaal 100 100 100
31
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
5 Resultaten daderonderzoek:
literatuuronderzoek
5.1 Daders van seksuele straatintimidatie
In deze literatuurstudie over de daders van straatintimidatie zal eerst de beschikbare
internationale literatuur over de daders van straatintimidatie worden besproken. Daarna zal naar
de Nederlandse situatie worden gekeken aan de hand van recent onderzoek vitgevoerd aan de
Erasmus Universiteit naar seksuele straatintimidatie. Het blijkt dat de meeste literatuur is gericht
op seksuele straatintimidatie, waardoor deze literatuurstudie zich daar voornamelijk op richt.
Bovendien ligt de focus in veruit het meeste wetenschappelijk onderzoek naar seksuele
straatintimidatie op slachtoffers van seksuele straatintimidatie en niet op de daders. Hierdoor is
de beschikbare literatuur vanuit het perspectief van de daders beperkt. Daarnaast komt de wel
beschikbare literatuur over de daders van seksuele straatintimidatie veelal vit de Verenigde
Staten waardoor niet duidelijk is in hoeverre dit onderzoek is te generaliseren naar de
Nederlandse context, omdat blijkt dat de seksuele moraal die heerst in de Verenigde Staten
afwijkt van de in Nederland heersende moraal (Schalet, 2011).
Seksuele straatintimidatie is een moeilijk af te bakenen begrip dat vele verschijningsvormen
kent, bijvoorbeeld: nafluiten, nasissen, het naroepen met seksuele opmerkingen, het naroepen
met beledigende opmerkingen, bespugen, achterna lopen, betasten of in het nauw drijven.
Hoewel verschillende definities bestaan van straatintimidatie kunnen deze in de kern worden
samengevat als: 'Seksvele uitlatingen of gedragingen van personen op straat waarmee zij u
irriteren, tot last zijn, kwetsen, beledigen, bedreigen, of beperken in uw gevoel van persoonlijke
vrijheid. “(definitie uit het onderzoek van de Erasmus Universiteit naar straatintimidatie zodanig
aangepast zodat ook mannen als slachtoffer van straatintimidatie kunnen worden aangemerkt
(Fischer, 2017)).
Het beeld dat vit internationaal onderzoek naar daders van seksuele (straat)intimidatie komt is
dat onafhankelijk van het geslacht van de slachtoffers mannen de voornaamste daders zijn van
seksuele (straat)intimidatie (Benard, 1984; Gardner, 1995; Hitlan, 2009; Kearl, 2010; Wesselman,
2010;). Daarnaast blijkt dat het seksueel intimiderende gedrag zich voordoet bij mannen van
elke leeftijd, sociale klasse en opleidingsniveau (Gardner, 1980; Benard, 1984). In een
Amerikaans onderzoek waarin de daders van straatintimidatie in kaart worden gebracht, wordt
seksuele straatintimidatie door één man als de meest voorkomende gebeurtenis gerapporteerd.
Daarnaast wordt ook vaak intimidatie door twee of meer mannen gerapporteerd. Als één of
meerdere vrouwen als dader worden aangewezen zijn hiervan vaker mannen dan vrouwen het
slachtoffer (Kearl, 2014).
In onderzoek naar seksuele straatintimidatie van vrouwen door mannen van de Erasmus
Universiteit komt ook geen strak omlijnd profiel van de daders tevoorschijn. De intimidatie komt
32
| Straatintimidatie in Amsterdam
volgens de vrouwen die hebben deelgenomen aan het onderzoek even vaak voor door individuen
als door groepen. Daarnaast blijkt het overgrote deel van de daders van straatintimidatie een
onbekende van het slachtoffer te zijn (92%). Zij geven ook aan dat de daders altijd of vaak jong
zijn en met name tussen 15 en 25 jaar oud zijn. Desondanks heeft veertig procent van de
vrouwen te maken gehad met zowel jonge als oudere daders. Zeventien procent van de vrouwen
heeft nooit met jonge daders te maken gehad (Fischer, 2017). De vrouwen in dit onderzoek
waren met name slachtoffer van intimidatie door daders uit een andere bevolkingsgroep. Dit
geldt voor zowel vrouwen met een Nederlandse herkomst als voor vrouwen met een andere
etnische herkomst. Hoewel sommige respondenten specifieke etnische groepen aanwijzen,
geven andere aan dat het om een heterogene populatie gaat en dat de groepen vaak etnisch
gemengd zijn (Fischer, 2017). Daar waar in het onderzoek vitgevoerd aan de Erasmus
Universiteit specifiek etnische groepen worden genoemd, benoemen vrouwelijke respondenten
vaak een direct verband met omstandigheden die gelegenheid of aanleiding geven voor het
gedrag zoals: verveling, gebrek ondersteunend toezicht door ouders en professionals, de
straatcultuur en de afwezigheid van een bij de Nederlandse omgangsvormen passende seksuele
opvoeding. Deze (combinatie van) factoren komt volgens vrouwen en professionals vaker voor
bij sommige etnische groepen. Volgens de vrouwelijke respondenten worden de grootste
problemen veroorzaakt door een klein deel van deze etnische groepen waar meerdere van deze
factoren aanwezig zijn. Vaak vertonen deze groepen ook andere vormen van problematisch
gedrag.
5.2 Oorzaken en motieven voor seksueel intimiderend gedrag
Uit interviews met mannen waarin wordt gevraagd waarom zij intimiderend verdrag vertonen
komen verschillende verklaringen naar voren zoals: omdat ze het ‘leuk’ vinden of omdat het
niemand ‘pijn’ doet. Uit ditzelfde onderzoek blijkt dat een kleine minderheid (15%) van de
respondenten kwaadaardige en vernederende bedoelingen heeft bij de seksuele intimidatie
(Benard, 1984; Berdahl, 2007; Hitlan, 2009). Veel mannen zien deze seksueel getinte
opmerkingen juist als compliment (Benard, 1984; Houston, 1988), (Quinn, 2002).
Uit de onderzoeken waarin wordt gekeken naar de oorzaken en motieven voor seksuele
straatintimidatie komen controle of groepsbinding bij mannen als motieven naar voren (Logan,
2015; Quinn, 2002; Wesselman, 2010). Wesselmann en Kelly (2010) concluderen dat sociale en
culturele context een rol spelen in het faciliteren en vóórkomen van seksuele (straat)intimidatie,
in samenhang met iemands aanleg om deel te nemen in seksuele (straat)intimidatie. Het
seksueel intimiderende gedrag hing samen met een context waarin de geldende normen en
waarden tolerant, ambigu zijn of zelfs ondersteunend zijn aan zulk gedrag. Daarnaast liet dit
onderzoek zien dat het waarschijnlijker was voor mannen om tot seksuele intimiderend gedrag
over te gaan wanneer zij zich in een groep bevonden, of wanneer zij regelmatig waren
geconfronteerd met seksuele stereotypes (Hitlan, 2009).
In de verschillende verklaringen voor het gedrag wordt in de literatuur vaak onderscheid
gemaakt tussen daders in de volgende levensfasen: adolescentie, jongvolwassenheid en de
volwassenheid. Een beperkte zelfcontrole is een factor die in al deze levensfasen aanwezig is
(Gruber en Morgan, 2005; Gottfredson en Hirschi, 1990). Tijdens de adolescentie komt
straatintimidatie volgens de literatuur voort uit onwetendheid en onkunde in het omgaan met de
33
| Straatintimidatie in Amsterdam
gevoelens die samengaan met lichamelijke veranderingen en toegenomen interesse in
seksualiteit in deze levensfase (Pellerini, 2000). Er is nog weinig onderzoek naar de mechanismen
die tijdens de jongvolwassenheid tot seksuele intimidatie leiden, maar er is wel onderzoek dat
laat zien dat jongere studenten meer seksuele gedragingen tolereren dan oudere studenten of
werkende volwassen (Gutek, 1995). De focus van het onderzoek naar seksuele intimidatie door
volwassenen ligt met name op seksuele intimidatie op de werkvloer en niet seksuele intimidatie
op straat. Uit onderzoek van Cleveland en Kerst (1993) blijkt echter wel dat mannen die
vasthouden aan de traditionele masculiene genderrol meer geneigd zijn om vrouwen seksueel te
intimideren.
Het gedrag van jeugdige daders wordt door de professionals die geïnterviewd zijn voor het
onderzoek van de Erasmus Universiteit veelal geduid als een onderdeel van het proces van
seksuele ontwikkeling waarbij ‘spelenderwijs’ geleerd wordt om contact te leggen met het
andere geslacht (Fischer, 2017). Naar aanleiding van genoemd onderzoek naar straatintimidatie
zijn twee masterscripties geschreven waarin is gekeken naar het mannelijke perspectief ten
aanzien van straatintimidatie. Hieruit blijkt ook dat mannen niet alle gedragingen als seksueel
intimiderend beschouwen. Zo blijken deze mannen het maken van geluiden (klakken, sissen) en
het nakijken van vrouwen slechts onder bepaalde omstandigheden te zien als seksuele
straatintimidatie. Daarentegen beschouwen wel bijna alle mannen geïnterviewd voor deze
studies fysiek seksueel getinte gedragingen als seksuele straatintimidatie. Ook verbaal seksueel
getinte gedragingen worden door vrijwel alle mannen als seksueel intimiderende gedragingen
gezien (Bakx, 2017; Soumokil, 2017).
5.3 Aanpak straatintimidatie
Over welke maatregelen het meest effectief zijn in de aanpak van straatintimidatie is nog weinig
geschreven in de wetenschappelijke literatuur. Hieronder worden kort de aanbevelingen uit het
onderzoek van de Erasmus Universiteit besproken. De aanbevelingen van de professionals zijn
niet in de praktijk onderzocht en kunnen daarom nog niet met feiten en cijfers worden gestaafd.
Uit deze verkenning blijkt dat de geïnterviewde professionals het aanspreken van de daders op
hun gedrag om hiermee de bewustwording te vergroten dat het gedrag ongewenst is, als een
goede methode zien. Het meeste wordt volgens de professionals geïnterviewd voor het
onderzoek aan de Erasmus Universiteit bereikt door de daders te confronteren met het feit dat
het hun eigen zus, moeder, dochter of nichtje te maken zou kunnen krijgen met seksuele
straatintimidatie (spiegelen) (aanpak Antwerpen, Ipsos 2016). Ook het uitleggen aan de jongens
dat het gedrag door meisje als vervelend wordt ervaren en zij zich hierdoor minder veilig voelen
wordt als effectief beschouwd, omdat dit besef niet bij alle daders aanwezig is. Daarnaast
merken de geïnterviewde professionals op dat seksuele voorlichting op scholen niet voldoende
is. Inde eerder besproken masterscripties is de geïnterviewde mannen gevraagd naar wat zij als
wenselijke aanpak voor het terugdringen van seksuele straatintimidatie zien. Deze mannen
geven aan dat volgens hen de aanpak tegen seksuele straatintimidatie moet bestaan uit een
integrale aanpak, waarbij de focus moet liggen op het creëren van bewustwording (onderwijs,
(media)campagnes) (Bakx, 2017; Soumokil, 2017). Het invoeren van strafrechtelijke
maatregelen wordt in het onderzoek van de Erasmus Universiteit door een deel van de
respondenten omarmd, maar tegelijkertijd verwacht een even groot deel van de respondenten
34
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
(vrouwen, mannen en professionals) maar een beperkt effect van deze strafrechtelijke
maatregelen.
35
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
6 Resultaten daderonderzoek: interviews met
professionals
Om een beter zicht te krijgen op wie de daders zijn van straatintimidatie is een aantal
professionals gevraagd naar hun ervaringen met straatintimidatie en meer specifiek naar de
daders van straatintimidatie. In deze eerste verkenning is gesproken met een aantal
straatcoaches en een politieagente.
6.1 Interview met straatcoaches
Tijdens een groepsgesprek is met de teamleider regio Zuidoost, de coördinator stadsdeel Oost
en de coördinator die verantwoordelijk is voor Zuid, Zuidoost en Diemen gesproken. Daarnaast
heeft een straatcoach actief in stadsdeel Zuid een schriftelijke bijdrage gedaan die is besproken
tijdens het gesprek.
Uit de verhalen die de straatcoaches vertelden blijkt dat het type overlast en het type daders
sterk verschilt per stadsdeel. Ook komt een beeld naar voren van met name jongens/mannen die
in groepsverband intimiderend gedrag vertonen. Alleen in Diemen bestaan de groepen die
intimiderend gedrag vertonen vit zowel jongens/mannen en meisjes/vrouwen. Hoewel de
groepen die intimiderend gedrag vertonen in de stadsdelen Oost en Zuidoost voornamelijk vit
jongeren bestaan komen in Zuidoost ook groepen voor waarbij de leeftijd tussen de 30 en 60 jaar
ligt. Deze oudere groepen maken zich voornamelijk schuldig aan het maken van seksueel getinte
opmerkingen naar vrouwen die voorbij lopen. Vrouwen die niet ingaan op deze opmerkingen
worden slachtoffer van verdere verbale intimidatie. De overlast veroorzaakt door deze oudere
groepen gaat bijna altijd samen met het gebruik van alcohol.
Als tijdens het gesprek dieper wordt ingegaan op de hangjongeren wordt opgemerkt dat de
aanwezigheid van deze groepen op zichzelf al als intimiderend wordt ervaren. Volgens de
straatcoaches zijn deze jongens lastig aanspreekbaar, vaak betrokken bij criminaliteit en komen
deelnemers aan deze groepen vaak voor in de Top1000. In sommige gevallen ontstaat de
intimiderende situatie als een buurtbewoner de jongeren aanspreekt op de overlast die zij
veroorzaken. Ook is er bij de daders volgens de straatcoaches vaak sprake van jongeren met een
licht verstandelijke beperking. Gevraagd naar de herkomst van de groepen die intimiderend
gedrag vertonen blijkt dat deze per stadsdeel sterk verschillen.
De aanpak van intimiderende jeugdgroepen is vaak lastig omdat ze heel goed weten waar de
grenzen van de wet liggen, waardoor optreden door politie en justitie lastig is.
36
| Straatintimidatie in Amsterdam
In de jeugdgroepen is volgens de straatcoaches vaak een sterke hiërarchie aanwezig die door de
straatcoaches wordt vergeleken met de hiërarchie die ook bij motorclubs aanwezig is.
Desgevraagd geven de straatcoaches aan dat de straatcultuur, waarbij het belangrijk is om je te
bewijzen, een van de oorzaken is van het gedrag.
Een andere groep die volgens de straatcoaches als heel intimiderend over kan komen zijn
alcoholverslaafden. Een aantal plekken die specifiek worden benoemd als locaties waar overlast
is van alcoholverslaafden zijn de passage tussen het Marie Heinekenplein en de Eerste van der
Helststraat, de passage tussen de Stadhouderskade en de Gerard Doustraat. In Zuidoost komt
overlast van alcoholverslaafden vaak voor bij het Leger des Heils of bij Mentrum.
6.2 Interview met een politieagente
Een van de professionals waar ook mee is gesproken is een medewerker van de politie die actief
is als buurtregisseur van een uitgaansplein en het omliggende uitgaansgebied. Door de agente
worden verschillende vormen van straatintimidatie genoemd die zij waarneemt tijdens haar
werk. Deze variëren van intimiderend gedrag door nep- en drugdealers die proberen hun waar te
slijten aan bezoekers van het plein tot het lastigvallen van vrouwen, Ihbti personen en drag
queens. De daders van straatintimidatie op en in de omgeving van het plein zijn volgens de
agente overwegend mannen die zowel alleen als in groepen intimiderend gedrag vertonen. Vaak
zijn zij hierbij onder de invloed van drank en/of drugs. Gevraagd naar de leeftijd wordt deze
geschat tussen de 20 en 30 jaar. Hoewel er veel toeristen rondlopen in het gebied rond het plein
lijken zij zich zelden schuldig te maken aan straatintimidatie. De verschillende vormen van
intimidatie komen voornamelijk voor tijdens de nachtelijke uren.
Een specifieke groep die slachtoffer wordt van straatintimidatie zijn drag queens. Zij worden
nageroepen, maar soms neemt de intimidatie meer fysieke vormen aan die volgens haar niet
direct strafbaar zijn, zoals duwen en trekken.
Vrouwen op het plein worden nageroepen, nagefloten of krijgen ongevraagd een arm om zich
heen geslagen. Hierbij wordt door de agente de kanttekening geplaatst dat het sterk per
persoon verschilt of deze gedragingen als intimiderend worden ervaren. Als de agente wordt
37
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
gevraagd wanneer zij ingrijpt, geeft zij aan dat ze vooral afgaat op het gevoel dat en daarbij let
op signalen waaruit blijkt dat meisje of vrouw het onprettig vindt.
‘Op het moment dat ik het gevoel krijg, als voorbeeld meisje of vrouw, dat zij signalen uitstraalt dat
ze het onprettig vindt en zich onveilig voelt en dan tast ik af of ik goed zit, want het is reuze lastige
problematiek. En dan merk je heel goed of iemand het vervelend vindt.
38
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Bijlage 1 Topiclijsten slachtofferonderzoek
Topiclijst individuele interviews slachtoffers straatintimidatie
1. Uitleggen doel onderzoek
-__ Welkom, introductie
-__ Onderzoek voor de gemeente, OOV
-_ Preciezer beeld van ervaringen; lessen die de gemeente kan leren om straatintimidatie
aan te pakken
-__ Deelname is anoniem en antwoorden alleen als men dat zelf wil
-__ Opnemen?
2. Voorstellen
-_ Leeftijd, studie/beroep, woonplek (in de stad), motivatie om mee te doen
3. De gebeu rtenis In geval van meerdere incidenten: meest heftige incident in afgelopen 12 maanden
-__Kuntu kort vertellen wat er is gebeurd?
- __ Watwas de context van het incident (waar, wanneer, was het slachtoffer alleen etc.)
-_Hoe intimiderend was de ervaring? Wat maakte de ervaring intimiderend?
-__ Hoe reageerde de omgeving (omstanders, politie/handhaving)
A. De dader
-_ Wie waren er betrokken bij het incident? (één of meerdere daders?)
- Wat weet u over de dader?
5. Na de gebeurtenis
-__ Wat heeft u gedaan na het incident?
-__ Heeftu dat goed geholpen?
-__ Waar had u vooral behoefte aan na het incident?
-__ Wat zijn voor vu gevolgen geweest na het incident? (veiligheidsbeleving,
vermijdingsgedrag etc.)
-__Wat zou iemand adviseren die zo'n incident meemaakt?
6. Maatregelen tegen straatintimidatie
-__ Wat moet er gedaan worden tegen straatintimidatie?
-__Wat kunnen politie en handhaving op straat betekenen?
39
| Straatintimidatie in Amsterdam
Topiclijst groepsgesprek slachtoffers straatintimidatie
1. Uitleggen doel onderzoek
-__ Welkom, introductie, aanleiding: onderzoek voor de gemeente, OOV
-__Preciezer beeld van ervaringen en meningen; lessen die de gemeente kan leren om
straatintimidatie aan te pakken
-__ Deelname is anoniem en antwoorden alleen als men dat zelf wil
-__ Gesprek overstijgt verhalen van individuele ervaringen met straatintimidatie: komen aan
bod bij de onderwerpen die we bespreken maar zijn niet het hoofddoel.
2. Voorstelronde
-__ Leeftijd, studie/beroep, woonplek (in de stad), kort ervaring(en) met straatintimidatie
3. Ervaringen met straatintimidatie
-_In wat voor contexten komt straatintimidatie voor? (specifieke plaatsen, tijdstippen, als
slachtoffer alleen is of juist niet? etc.)
-_Hoe intimiderend zijn verschillende ervaringen?
-__ Wat maakt een ervaring intimiderend?
-_Hoe reageren slachtoffers op wat zij meemaken (iets terugzeggen, situatie ontvluchten,
hulp inschakelen) en wat is het gevolg van verschillende reacties?
-__ Hoe reageert de omgeving in gevallen van straatintimidatie (omstanders,
politiefhandhaving)?
A. De dader
-_ Wie waren er betrokken bij incidenten? (één of meerdere daders?)
- Wat weet u over de dader(s)?
-_lser verschil tussen daders/dadergroepen?
5. Na de gebeurtenis
-__Wat zijn gevolgen van incidenten voor het slachtoffer? (veiligheidsbeleving)
-__ Treft men zelf maatregelen (omlopen, andere kleding; telefoon gebruiken voor
nepgesprekken of koptelefoon op) om incidenten te voorkomen?
-_ Hebben slachtoffers adviezen voor anderen die zo’n incident meemaken? (bijv.
strategieën om uit die situaties te komen)
6. Maatregelen tegen straatintimidatie
-__ Waar ligt grens van wel/niet straatintimidatie, zowel voor slachtoffers als vanuit het
overheidsperspectief? Wanneer is iets straatintimidatie?
-__ Wat moet er gedaan worden tegen straatintimidatie?
-__Wat kunnen politie en handhaving op straat betekenen?
40
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Bijlage 2 Topiclijst daderonderzoek
1. Uitleggen doel onderzoek
-__ Welkom, introductie, aanleiding: onderzoek voor de gemeente, OOV
-___Preciezer beeld van daders van straatintimidatie; lessen die de gemeente kan leren om
straatintimidatie aan te pakken
-_Ervaringen van agenten in functie (focus ligt op waarnemen van straatintimidatie bij
anderen)
-__ Deelname is anoniem en antwoorden alleen als men dat zelf wil
2. Voorstelronde
-__ Wat voor functie bekleedt u?
-__ Waarin de stad bent u actief?
-__ Bent u vaak op straat actief?
3. Ervaringen met straatintimidatie
-_In wat voor contexten komt straatintimidatie voor? (specifieke plaatsen, tijdstippen, als
slachtoffer alleen is of juist niet? etc.)
-__ Welke vormen hebben de meeste impact op de slachtoffers?
-__Hoe reageert de omgeving in gevallen van straatintimidatie (omstanders, handhaving)?
A. De dader
-_ Wie waren er betrokken bij incidenten? (één of meerdere daders?)
o Hoe was de samenstelling in het geval van een groep?
-__ Wat voor gedrag vertoonden de verschillende daders?
-__ Wat voor gedrag vertoonden de verschillende daders?
- Wat weet u over de dader(s)?
-_lser verschil tussen daders/dadergroepen?
-_ Zijn er verschillende daders{dadergroepen op verschillende locaties en tijdstippen?
5. Maatregelen tegen straatintimidatie
-__ Waarligt grens van wel/niet straatintimidatie? Wanneer is iets straatintimidatie?
-__ Wanneer grijpt u in?
-__ Wat kan handhaving op straat betekenen?
-__ Wat vindt u van de nieuwe aanpak van straatintimidatie?
41
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Bijlage 3 Literatuurlijst
Bakx, Y. (2017) 'De kijk van de Rotterdamse man op straatintimidatie'.
Benard, C. and Schlaffer, E. (1984) ‘The Man in the Street: Why He Harasses’, Feminist
Frameworks, pp. 313-348.
Berdahl, J. L. (2007) 'Harassment based on sex: Protecting social status in the context of gender
hierarchy', Academy of Management Review. Academy of Management, 32(2), pp. 641-658.
Cleveland, J.N, & Kerst, M. E. (1993). 'Sexual harassment and perceptions of power: An under-
articulated relationship’. Journal of Vocational Behavior, 42(1), 49-67.
Fischer, T. & Sprado, N. (2017) 'Seksuele Straatintimidatie in Rotterdam’.
Gardner, B. (1980) ‘Passing By: Gender and Public Harassment’, Sociological Inquiry, 50, 328-356
Gottfredson, M. R., & Hirschi, T. (1990). A general theory of crime. Stanford, Calif: Stanford
University Press.
Gruber, J. Morgan, P. (1993) 'In the company of men: Male dominace and sexual harassment.
Boston: Northeastern Univeristy Press.
Gutek, B. and O'Connor, M. (1995) 'The empirical Basis for the Reasonable Woman Standard’,
Journal of Social Issues, 51, 151-166.
Hitlan, R. T. et al. (2009) ‘Antecedents of Gender Harassment: An Analysis of Person and
Situation Factors’, Sex Roles, 61(11), pp. 794-807.
Houston, B. (1988) ‘What's wrong with sexual harassment’, Atlantis, pp. 4447.
Ipsos (2016). 'Hoffelijkheid: seksuele intimidatie'. Ipsos, Amsterdam.
Kearl, H. (2010) Stop Street Harassment: Making Public Places Safe and Welcoming for Women.
Kearl, H. (2014) Unsafe and harassed in public spaces: a national street harassment report.
Logan, L. S. (2015) ‘Street Harassment: Current and Promising Avenues for Researchers and
Activists’, Sociology Compass, 9(3), pp. 196-211.
Pellegrini, D. and Bartini, M. (2000) ‘An empirical comparison of methods of sampling aggression
and victimization in school settings’, Journal of Educational Psychology, 92, pp. 360-366.
Quinn, B. A. (2002) ‘Sexual Harassment and Masculinity: The Power and Meaning of “Girl
Watching”, Gender and Society. Sage Publications, Inc, 16(3), pp. 386-402.
42
Onderzoek, Informatie en Statistiek | Straatintimidatie in Amsterdam
Rotundo, M., Nguyen, D.-H. and Sackett, P. R. (2001) ‘A meta-analytic review of gender
differences in perceptions of sexual harassment.’, Journal of Applied Psychology, 86(5), pp. 914-
922.
Schalet, T. (2011) ‘Not Under My Roof: Parents, Teens, and the Culture of Sex' Chicago: University
of Chicago Press.
Soumokil (2017) 'Seksuele straatintimdatie vanuit een Rotterdams mannenperspectief: Over
definiëring en een wenselijke aanpak’.
Wesselmann, E. D. and Kelly, J. R. (2010) ‘Cat-Calls and Culpability: Investigating the Frequency
and Functions of Stranger Harassment’, Sex Roles, 63(7), pp. 451-462.
43
Bezoekadres:
n Oudezijds Voorburgwal 300
1012 GL Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek ï ij Postbus 658
1000 AR Amsterdam
www.ois.amsterdam.nl
| Factsheet | 44 | test |
VN2023-016736 X Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
Sums An Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
vurzaamheid NX Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van o7 september 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 3
Datum besluit College van B&W 18 juli 2023
Onderwerp
Nota van Beantwoording van zienswijzen en adviezen over de Notitie Reikwijdte en Detailniveau
(NRD) voor het ‘PlanMER Programma Windenergie Amsterdam.’
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over Nota van Beantwoording inzake Notitie
Reikwijdte en Detailniveau (NRD) voor ‘PlanMER Programma Windenergie Amsterdam’.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Bestuurlijke achtergrond
e Inde RES1.0 NHZ, door de raad in mei 2021 vastgesteld, zijn zoekgebieden voor wind en zon
vastgesteld.
e Inde Omgevingsvisie Amsterdam 2050, zoals door de raad vastgesteld op 8 juli 2021, heeft
de gemeenteraad het college opgedragen een programma voor duurzame energie vast te
stellen. Het op te stellen PWA is een uitwerking hiervan op het thema windenergie.
* Inhet collegebesluit van 14 februari 2023 heeft het College van B&W ingestemd met het
vrijgeven van de NRD voor inspraak.
e Vanaf december 2022 informeert het college de raad per kwartaal over de voortgang van het
plan-mer en het PWA.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.14 1
VN2023-016736 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 07 september 2023
Ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-059812 1. RIB vaststelling NvB_NRD_230720.pdf (pdf)
AD2023-059571 Bijlage 2 NvB NRD. pdf (pdf)
AD2023-059572 Bijlage 2 NRD planMER windenergie Amsterdam.pdf (pdf)
AD2023-059568 Bijlage 3 Advies commissie MER.pdf (pdf)
Bijlage „a Anoniem Zienswijzen NRD Programma Windenergie Amsterdam
AD2023-059570
- Deel | pdf (pdf)
Bijlage 4b Anoniem Zienswijzen NRD Programma Windenergie Amsterdam
AD2023-059569
- Deel Il.pdf (pdf)
AD2023-055176 Commissie DC Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, team RES Wind, [email protected]
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 661
Datum akkoord 25 juni 2015
Publicatiedatum 26 juni 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer J.M. Paternotte en
mevrouw À. Verheul van 13 april 2015 inzake discriminatie door de Nationale Politie.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
De fractie van D66 is zeer geschrokken van het bericht in het NRC dat de Korpschef
van de Nationale Politie in een intern blog schrijft dat moslimagenten door collega's
worden uitgesloten, gekleineerd en zonder respect worden behandeld
(http://www.nre.nl/nieuws/2015/04/1 1/korpschef-moslimagenten-door-collegas-
uitgesloten-en-gekleineerd/). „Het gif van de uitsluiting sluipt onze organisatie binnen”,
schreef hij. Moslims zouden willekeurig van straat worden geplukt.
Vertrouwenspersonen zouden een dagtaak hebben om zulke uitwassen op te
vangen, aldus de korpschef. Hij hekelt de politiecultuur waarin „iedereen die afwijkt
van het gemiddelde” het moeilijk wordt gemaakt. Juist de politie zou moeten zorgen
voor verbinding en veiligheid in onze stad.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 13 april 2015, beiden namens
de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college op de hoogte van dit bericht? Worden deze ernstige signalen van
discriminatie ook binnen de Amsterdamse politie herkend?
Antwoord:
Ja, het college is op de hoogte van het bericht. De politie Amsterdam herkent de
signalen zoals verwoord in de blog van de heer Bouman. Sommige
gebeurtenissen in de wereld leiden tot spanningen, ook binnen de
politieorganisatie. Dit was bijvoorbeeld ook het geval na de aanslagen van 11
september 2001, in Amerika. Na de aanslagen in Parijs eerder dit jaar hebben de
interne netwerken van de politie-eenheid Amsterdam signalen over uitsluiting
ontvangen en bespreekbaar gemaakt. Dit heeft geleid tot de blog van de
Korpschef.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing det Gemeenteblad
Datum 26 juni 2015 Schriftelijke vragen, maandag 13 april 2015
2. Zijn er gevallen bekend dat in Amsterdam moslims willekeurig van straat worden
gepikt? Zo ja, hoeveel?
Antwoord:
Nee, in de politie-eenheid Amsterdam vinden geen willekeurige aanhoudingen
van moslims plaats. Er worden geen personen aangehouden op basis van hun
geloofsovertuiging. Voor het staande houden en controleren op de identiteit van
specifieke groepen, onbewust geselecteerd op uiterlijke kenmerken en bepaalde
stereotype daderbeelden vanuit het oogpunt van criminaliteitsbestrijding, wordt
verwezen naar bespreking van het onderwerp etnisch profileren in de
raadscommissie Algemene Zaken van 20 februari 2014 en de brief die de
burgemeester u heeft gestuurd op 1 juni 2015.
3. Zijn er het laatste jaar klachten gekomen bij de Amsterdamse politie over moslims
die zich gediscrimineerd voelen door de politie? Zo ja, hoeveel, wat is daaraan
gedaan?
Antwoord:
Naar schatting van de politie vinden er jaarlijks enkele miljoenen contacten plaats
tussen de politie en bewoners / bezoekers van Amsterdam. Het overgrote deel
van deze contacten verloopt correct. Als het contact naar het oordeel van de
betrokken persoon niet correct is verlopen, kan hij of zij een klacht indienen die
door een onafhankelijke Klachtencommissie wordt beoordeeld. In 2013 en 2014
werden in totaal 2687 klachten ingediend. Een groot deel daarvan (2051 klachten)
werd naar tevredenheid bemiddeld en leidde niet tot een oordeel van de
Klachtencommissie.
In 2013 en 2014 zijn in totaal 42 klachten binnengekomen waarbij discriminatie
als klachtgrond wordt genoemd. Geen enkele van deze klachten is gegrond
verklaard. De klacht blijkt vaak te gaan over bejegening, partijdigheid of
objectiviteit.
Bij de afdeling klachten zijn in 2013 en 2014 geen klachten binnengekomen
waarbij de klager heeft aangegeven zich gediscrimineerd te voelen in verband
met het zijn van moslim. Bij de registratie van de klachtgrond is de inhoud van de
klacht richtinggevend en het geloof van de klager wordt hierbij niet geregistreerd.
4. Zijn er meldingen dat ook in Amsterdam moslimagenten worden uitgesloten door
collega's?
Antwoord:
Ja, in de politie-eenheid Amsterdam zijn voorbeelden bekend waarbij moslims
worden uitgesloten door collega's. Deze signalen zijn na de aanslagen in Parijs bij
het Marokkaanse en het Turkse netwerk van de politie-eenheid Amsterdam
binnengekomen. Politiemedewerkers van het Marokkaanse en het Turkse
netwerk hebben in een aantal bijeenkomsten hun recente ervaringen met
uitsluiting gedeeld met de politiechef van de politie-eenheid Amsterdam.
De burgemeester en de hoofdcommissaris hebben binnenkort een ontmoeting
met de diversiteitsnetwerken.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing det Gemeenteblad
Datum 26 juni 2015 Schriftelijke vragen, maandag 13 april 2015
5. Zijn er bij het Meldpunt Discriminatie meldingen bekend van (moslim)discriminatie
door de politie of binnen de politieorganisatie?
Antwoord:
Uit navraag bij het Meldpunt Discriminatie blijkt dat er over 2014 en 2015 geen
meldingen zijn geregistreerd die te maken hebben met moslimdiseriminatie door
de politie of binnen de politieorganisatie.
6. Op welke manier wordt opgetreden tegen agenten die zich schuldig maken aan
discriminatie?
Antwoord:
De politie ontvangt signalen over discriminatie in de vorm van meldingen of
aangiften tegen agenten. Afhankelijk van de beoordeling van deze signalen wordt
preventief (zoals voorlichting, volgen van een cursus) dan wel repressief
(tuchtrechtelijk) opgetreden. Bij een interdisciplinair onderzoek zal het
onderzoeksrapport naar de eenheidsleiding, sectorhoofd en de afdeling juridische
zaken gaan voor besluitvorming rond de op te leggen maatregel of straf. Als het
OM besluit tot een strafrechtelijk onderzoek zal de Officier van Justitie beslissen
of de verdachte voor de rechter moet verschijnen of dat deze een schikking krijgt.
Dit laatste houdt in dat de verdachte niet voor de rechter moet verschijnen, maar
wel een boete krijgt.
7. Waar kunnen moslimagenten binnen het korps terecht met klachten over
discriminatie?
Antwoord:
Moslimagenten binnen de politie-eenheid Amsterdam kunnen terecht bij hun
leidinggevende. Zij fungeren als eerste aanspreekpunt voor politiemedewerkers
die zich gediscrimineerd voelen. Tevens kunnen moslimagenten met signalen of
klachten over discriminatie terecht bij de vertrouwenspersoon en bij de interne
netwerken (zoals het Marokkaanse of het Turkse netwerk). Ten slotte kunnen
klachten over discriminatie bij de Ondernemingsraad worden neergelegd.
8. Op welke manier wordt — ook in de preventieve sfeer — aandacht besteed aan
deze problematiek — specifiek moslimdiseriminatie — binnen de Amsterdamse
politie?
Antwoord:
Bewustwording van in- en uitsluiting en ervoor zorgen dat diversiteit binnen de
politieorganisatie aanwezig is, vragen permanente aandacht. De politie
Amsterdam heeft met het programma Divers Samenleven en Samenwerken
(DSS) de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in onderwerpen als multicultureel
vakmanschap, diversiteit, veilig klimaat en het werken in een multiculturele stad.
Zo vond een traject voor leidinggevenden plaats (diversiteit in leiderschap), zijn
vertrouwenspersonen aangesteld, zijn de interne netwerken opgericht en zijn
activiteiten ontplooid gericht op een diverse instroom. De interne netwerken
vormen een belangrijke spil binnen deze problematiek: zij fungeren als een
‘veilige haven’ voor politiemedewerkers en proberen proactief bij te dragen aan
een veilig werkklimaat door te signaleren en het bespreekbaar maken van
ongewenste omgangsvormen.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng í Gemeenteblad
Datum 26 uni 2015 Schriftelijke vragen, maandag 13 april 2015
Vanuit het programma DSS is destijds het onderzoek naar etnisch profileren
gestart, waarna de politie-eenheid Amsterdam koos voor openheid en het
opstellen van een plan van aanpak op selectiemechanismen. Activiteiten die
hieruit zijn voortgekomen passen bij waar de politie Amsterdam voor staat:
waakzaam en dienstbaar aan de waarden van de rechtsstaat en artikel 1 van de
grondwet hoog in het vaandel hebben. De activiteiten vragen evenwel een lange
adem en zijn een zoektocht naar interne en externe verbinding.
Bovenop inspanningen van de afgelopen jaren heeft de eenheidsleiding naar
aanleiding van de signalen van in- en uitsluiting besloten tot extra interventies
waarin wordt ingezet op een Veilig (werk)Klimaat. Hierin wordt aandacht besteed
aan: casuïstiek en norm; leiderschap; verhogen van de onderlinge kennis en
begrip; versterken van het vakmanschap en het vergroten van diversiteit.
Op 19 maart 2015 is de raad geïnformeerd over de pilot van de politie-eenheid
Amsterdam met als doelstelling om minimaal 25% van de opleidingsplaatsen door
diversiteitskandidaten te laten vullen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
VN2023-023411 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkelin
Grond en x% Gemeente J 9 g RO
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Agendapunt 2
Datum besluit college van B&W, 14 november 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de Koersnota Gezonde Bodem
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de Koersnota gezonde bodem
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 lid 1 en 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn
leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn
taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
e EU Bodemstrategie 2030 en de reactie daarop van het college van B&W (VN2022-033418)
waarin de gemeente de Europese ambities onderschrijft en aangeeft te werken aan een
gezonde stedelijke bodem
* _Omgevingsvisie Amsterdam 2050
* Bestuursopdracht Duurzame Toekomst Stad en Organisatie
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2023-023411 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Grond en % Amsterdam
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter kennisneming
AD2023-080796 Bijlage 1. 20231030 Koersnota Gezonde Bodem 2023.pdf (pdf)
AD2023-080797 Bijlage 2. Koersnota gezonde bodem 2023 als presentatie.pdf (pdf)
AD2023-080637 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2023-085542 Raadsinformatiebrief koersnota gezonde bodem.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
G& O, Thijs Vlaar, 0628504155, thijs. [email protected]
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2019 Vergaderdatum 10 en 11 juli 2019
Afdeling 1 Agendapunt 19B
Nummer 1225
Publicatiedatum 8 juli 2019
Onderwerp
Actualiteit van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Van Schijndel en Van Soest
inzake de strategie en inzet van het college rondom de afwikkeling van het failliete
Slotervaart Ziekenhuis.
Aan de gemeenteraad
Het faillissement van het Slotervaart Ziekenhuis heeft de gemoederen in onze stad
flink bezig gehouden. Het had ingrijpende gevolgen voor het personeel, de patiënten
en de omgeving. Na het mislukken van een doorstart, waarvan onduidelijk is welke rol
de gemeente hierin heeft gespeeld en of de gemeente een doorstart mogelijk wilde
maken dan wel wilde frustreren, is de focus snel geschoven naar het recht op eerste
koop dat de gemeente voor zichzelf heeft opgeëist. Toen met een onderhandse
lening het faillissement 100% leek te worden opgelost waardoor alle 1400
schuldeisers zouden worden betaald, incl. Het personeel en veel kleine
toeleveranciers, dreigde de gemeente met een de facto onteigening.
Wat in deze zaak opvalt, is dat de gemeente haar verschillende petten en rollen door
elkaar mengt en telkens die pet gebruikt die haar het beste uitkomt. Inmers de
gemeente is in deze zaak de overheid (najager van het algemeen belang), de
erfpachter, de ruimtelijke planoloog en klaarblijkelijk een schuldeiser.
Reden van spoedeisendheid
De uitspraak van de rechter-commissaris van 5 juni 2019 waarbij de gemeente nul op
het rekest kreeg op al haar verzoeken, is een teken aan de wand over de afloop van
het hoger beroep dat de gemeente heeft ingesteld en waarvan de uitspraak ieder
moment verwacht kan worden.
Een spoedige opheffing van het faillissement is in het algemeen belang. De fracties
van VVD, CDA, Forum voor Democratie en Partij van de Ouderen willen zo snel
mogelijk in debat om het college te manen een andere koers te varen. De
aankomende raad van 10 en 11 juli 2019 is de laatste kans voor de Gemeenteraad
om voor het zomerreces het college op te roepen om een andere koers te varen.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
A.H.J.W. van Schijndel
W. van Soest
1
| Actualiteit | 1 | train |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Onderwerpen
6-jan-2021
2december2020}(wordt geagendeerd zodra beantwoording aan
commissie is gemaild)
- Adviesaanvraag Buiteneiland (tkn gepubliceerd op 16 december
2020)
- Bespreking behandeling adviesvraag omgevingsvisie
- Onder voorbehoud: bespreken meegeven wensen/suggesties n.a.v.
evaluatierapport bestuurlijk stelsel
2021 \ vergadering
20-jan- = Adviesaanvraag Regels voor het aanbrengen van
2021 feestverlichting (tkn gepubliceerd op 16 december 2020)
= Adviesaanvraag Bijstelling 2020 van het handhavingsgebied
WABO 2° helft 2017-2018 (tkn gepubliceerd op 2 december 2020)
- Kader buurtbudgetten
- Buurtbudgetten 2021
- Presentatie aanpak bijplaatsingen
2021 \ vergadering
3-feb-2021 Adviesaanvraag Mebiliteitsplan-(wordt uitgesteld)
- Adviesaanvraag kader hondenlosloopgebieden (tkn gepubliceerd
op 16 december 2020)
- Adviesaanvraag verkeersbesluit en beleidsregels 7,5t-zone (tkn
gepubliceerd op 16 december 2020)
En en
2021 \ vergadering
17-feb- - Presentatie Sportpark Elzenhagen
2021 - Presentatie Pilot knip Weesperstraat (Agenda Amsterdam Autoluw)
= Adviesaanvraag strategisch plan sporten en spelen in openbare
ruimte
2021 \ vergadering
EE
2021
2021 \ vergadering
Me
2021
2021 \ vergadering
B
2021
2021 \ vergadering
21-apr- - Onder voorbehoud: adviseren over concept-hoofdlijnenbesluit bestuurlijk
2021 stelsel 2022/2026.
B
2021
2021 \ vergadering
nn
A
vergadering
mmm nn
2021 | vergadering
al
2021
2021 \ vergadering
mmm
SM
2021
as
2021 \ vergadering
B
Se
2021t
Em |
2021 | vergadering
al
2021
VEL veraden |
2021 \ vergadering
Si
2021
Ema |
2021 | vergadering
EL
2021
SEE
2021 | vergadering
OM
2021
BE
2022
2022 |vergadering __ |___On
26 jan-
2022
vergadering
16 feb-
2022
2 mrt- Geen
2022 | vergadering
9 mrt-
2022
16 mrt- | Verkiezingen
2022
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp EEKE Bijzonderheden
16-okt | Verloedering straatbeeld Canan Uyar, Dennis
Overweg
n.n.b. |n.n.b. Participatie Nicoline van der Voorgesteld in
Torre, Canan Uyar SDC 14 nov
2018
n.n.b. |n.n.b. Gevaarlijke kruispunten in NoordWest Régine Anmuth,
Dennis Overweg
n.n.b. |n.n.b. Meer sportmogelijkheden in Noord Canan Uyar, Dennis |In
Overweg, Fatin samenwerking
Bouali & Peter met Robert
Willing Klinkenberg
(Stem van
Noord).
n.n.b. [n.n.b. Culturele locatie Hamerstraatgebied Canan Uyar, Dennis
Overweg
n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis
mensen met een beperking/ Overweg, Paul
toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels
Ras
Evaluatie bestuurlijk stelstel Esther Lagendijk
Ambitiedocument Cultuur in Noord Esther Lagendijk
Kader Buurtbudgetten Esther Lagendijk
n.n.b. |n.n.b. Buurtbudgetten 2021 Esther Lagendijk
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp EEK CT Bijzonderhed
en
Only Friends nn
12-jul |n.n.b. Bezoek opvanglocatie
Dwergvinvisstraat 69-75
n.n.b. [n.n.b. Sixhaven Canan Uyar & Wijbe
Langeveld
Oe
| Agenda | 4 | train |
€ Gemeente
Amsterdam
> < Actualiteit voor de
raadsvergadering
van 22 juni 2022
Van Kreuger
Datum 13 juni 2022
Portefeuille Verkeer en vervoer
Agendapunt 2a
Onderwerp
Het inkrimpen van het openbaar vervoer
Aan de gemeenteraad
Op 13 juni verscheen een artikel in Het Parool waarin wordt aangekondigd dat
het openbaar vervoer in Amsterdam flink moet krimpen. Dit is het gevolg van
de beslissing van het Rijk om de beschikbaarheidsvergoeding voor ov bedrijven
per 2023 te stoppen. De beschikbaarheidsvergoeding werd tijdens de Corona
pandemie uitgekeerd aan de ov bedrijven om het ov op peil te houden, bij
gebrek aan reizigersinkomsten.
De nieuwe wethouder zegt dat dit kan betekenen dat er ‘s avonds geen metro's
meer rijden, er minder bussen rijden naar de randen van de stad, en dat
tramlijnen geschrapt kunnen worden.
Verder is een beperkte investeringsruimte voor het ov een probleem voor de
woningbouw.
Reden van spoedeisendheid
Als het Rijk de beslissing om de vergoeding stop te zetten niet terugdraait en
het Amsterdamse ov moet gaan krimpen, moeten er volgens ov bedrijven en de
vervoerregio nog deze maand onomkeerbare besluiten worden genomen. De
fractie van JA21 wil dat de raad wordt geïnformeerd over de keuzes die daarbij
gemaakt moeten worden, en dat de raad wordt betrokken bij de invulling
daarvan.
| Actualiteit | 1 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.