text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1451
Datum indiening 17 juni 2020
Datum akkoord 10 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake de inventarisatie
van de brandveiligheid van gebouwen in Amsterdam.
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragensteller:
In 2017 vond er een verschrikkelijke brand plaats in Londen waar meer dan 70 mensen
omkwamen. Al snel rees de vraag hoe het staat met de brandveiligheid van gebouwen in
Nederland. De fractie van D66 stelde destijds schriftelijke vragen om opheldering te
vragen over de brandveiligheid in Amsterdam.
In de beantwoording van de schriftelijke vragen van de fractie van D66 gaf het college
aan reeds een quickscan gedaan te hebben waaruit bleek dat de risico's van
brandgevaarlijke gevels in Amsterdam beperkt zijn. Tegelijk was ook al duidelijk dat de
minister van Binnenlandse Zaken een inventarisatie wil maken van mogelijke
risicopanden in het hele land. Vandaag bericht de Volkskrant dat nu, anderhalf jaar na
dato, van de vijftig grootste gemeenten slechts 28 die inventarisatie hebben afgerond.
Amsterdam geeft daarbij aan nog bezig te zijn.
Gezien vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe kan het dat de quickscan er na een paar weken lag, maar dat een volwaardige
inventarisatie nu al 1,5 jaar op zich laat wachten?
Antwoord:
Naar aanleiding van de brand in de Londense Grenfell toren in juni 2017 is door de
stadsdelen in samenwerking met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en
Brandweer Amsterdam Amstelland een quickscan uitgevoerd naar de brandveiligheid
van hoge woongebouwen in Amsterdam. Bij deze scan was de doelstelling te kijken of
er zich in Amsterdam een situatie zou kunnen voordoen die vergelijkbaar is met de
ramp in de Grenfell toren.
‘https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6791 806/2#search=%22brandveiligheid%20hamm
elburg %22
2 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/meer-dan-honderd-flats-in-nederland-mogelijk-
brandgevaarlijk-b57c7 ccO/?referer=https%3A%2F%2F www.google.com%2F
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Data 10 november 2020 Gemeenteblad
Schriftelijke vragen 17 juni 2020
Bij de quick scan zijn met name de vluchtwegen (met focus op de aanwezigheid van
meer dan één vluchtweg) en brandscheidingen van de hoge woongebouwen
gecontroleerd. Uit de quickscan is af te leiden dat de risico's van brandgevaarlijke
gevels in Amsterdam (onder andere) beperkt zijn vanwege de overige
veiligheidsvoorzieningen. Hoofdconclusie van de scan is dat er geen reden is om aan
te nemen dat er in Amsterdam hoge woongebouwen zijn waarbij dezelfde fatale
combinatie van risicofactoren aanwezig is als bij de Grenfell toren.
De minister van BZK heeft vervolgens eind 2018 alle gemeenten verzocht om de
meest risicovolle gebouwen in hun gemeente te selecteren aan de hand van het
protocol ‘Inventarisatie en onderzoek brandveiligheid gevels’. Het protocol is
onderverdeeld in fase A en fase B. Fase A ziet op de inventarisatie van gebouwen met
mogelijk risicovolle gevels met gebruikmaking van de ‘Rísicotool brandveiligheid
gevels’. Fase B houdt in dat de gemeenten in overleg gaan met de eigenaren om
definitief te bepalen of een bepaald gebouw een mogelijk risicovolle gevel heeft.
De inventariserende fase A van het door de minister voorgeschreven protocol is
nagenoeg gereed. Het was een omvangrijke en complexe klus om de bestanden met
alle Amsterdamse gebouwen terug te brengen tot de door de minister gedefinieerde
risico-categorieën. Daarvoor zijn eerst de 2646 gebouwen geselecteerd die vallen
binnen de gestelde inventarisatie-criteria. Vervolgens heeft dossieronderzoek
plaatsgevonden. Zo zijn de bestanden stapsgewijs teruggebracht tot een lijst van 65
gebouwen. Deze 65 gebouwen zijn tot slot beoordeeld met gebruikmaking van de door
de minister opgestelde Risicotool. Van deze gebouwen vallen er 17 binnen de
gedefinieerde risico-categorieën. Bij enkele gebouwen loopt het onderzoek nog. Zodra
dit is afgerond wordt overgegaan naar Fase B, waarbij de gemeente voor een
diepgaander onderzoek in overleg gaat met de eigenaren van deze gebouwen. Deze
fase wordt in oktober opgestart.
Voor de volledigheid merken wij hierbij nog op dat er tot op heden geen
verontrustende constateringen zijn gedaan. De situatie in Amsterdam verschilt sterk
met de situatie in Londen. Het overgrote deel van de gevels in Amsterdam is
uitgevoerd in metselwerk. De problematiek van de brandgevaarlijke gevels speelt bij
deze gevels niet. Daarnaast is uit de eerder uitgevoerde quickscan af te leiden dat de
risico's van brandgevaarlijke gevels in Amsterdam beperkt zijn vanwege de overige
veiligheidsvoorzieningen. Voorts is er in de Nederlandse regelgeving nadrukkelijk
aandacht besteed aan brandveiligheid in zowel de bouwfase als bij bestaande
gebouwen.
2. Wanneer verwacht het college de inventarisatie af te hebben en is het college het met
fractie van D66 eens dat afronding grote prioriteit heeft?
Antwoord:
Zoals bij de beantwoord van vraag 1 genoemd is de inventarisatiefase A van het
protocol ‘Inventarisatie en onderzoek brandveiligheid gevels’ nagenoeg afgerond. In
oktober 2020 wordt overgegaan naar fase B, waarbij in overleg wordt gegaan met de
eigenaren om definitief te bepalen of een bepaald gebouw een mogelijk risicovolle
gevel heeft. Het college kent aan afronding van het onderzoek grote prioriteit toe.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Nummer 1451 Gemeenteblad
Datum _ 10 november 2020 gepriftelijke vragen 17 juni 2020
3. De directeur van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht is niet verbaasd dat er uit de
inventarisatie tot nu toe al 114 risicopanden naar voren zijn gekomen. Dit terwijl uit de
beantwoording van het college in 2018 blijkt dat er geen aantoonbare risico’s in
Amsterdam zijn die vragen om extra maatregelen. Hoe verhoudt het beeld van de
vereniging Bouw- en Woningtoezicht zich tot dat van het college?
Antwoord:
Bij het huidige onderzoek wordt gedetailleerd name gekeken naar de opbouw van de
gevels. Bij de quick scan is ook gekeken naar de overige brandveiligheids-
voorzieningen (vluchtwegen en brandscheidingen). Uit de quickscan valt af te leiden
dat de risico's van brandgevaarlijke gevels in Amsterdam onder andere beperkt zijn
vanwege deze overige veiligheidsvoorzieningen. Er is geen reden is om aan te nemen
dat er in Amsterdam hoge woongebouwen zijn waarbij dezelfde fatale combinatie van
risicofactoren aanwezig is als bij de Grenfell toren.
Deze bevindingen stemmen overeen met het beeld dat de directeur van de Vereniging
Bouw- en Woningtoezicht Nederland schetst in het door de vragensteller aangehaalde
interview in de Volkskrant (17 juni 2020): “Ankersmit schrikt niet van het getal van 114
risicopanden dat tot nu toe in kaart is gebracht. ‘Ik had er een paar honderd verwacht.”
Maar, benadrukt hij: ‘Dat is nog geen Grenfell materiaal. Daar was veel meer aan de
hand.’ Gebouwen die het predicaat risicopand hebben gekregen worden nader
onderzocht om te zien of er aanvullende brandveiligheidsmaatregelen nodig zijn”.
4. In de beantwoording gaf het college aan dat zij de ontwikkelingen op Europees en
nationaal niveau zal volgen en deze waar nodig zal vertalen naar het Amsterdamse
Handhavingsbeleid en Vergunningenbeleid Wabo. Welke ontwikkelingen hebben er
inmiddels plaatsgevonden die vragen om een inpassing in ons beleid?
Antwoord:
Na de eerdere beantwoording van raadsvragen van raadslid Hammelburg in oktober
2018, heeft de minister bij brief van 30 november 2018 alle gemeenten
aangeschreven in het kader van de brandveiligheid van gevels. Hierbij heeft de
minister de gemeenten verzocht om aan de hand van het protocol ‘Inventarisatie en
onderzoek brandveiligheid gevels’ de meest risicovolle gebouwen te inventariseren en
er vervolgens op toe te zien dat eigenaren van deze gebouwen onderzoek uitvoeren
naar de brandveiligheid van de gevels en indien noodzakelijk maatregelen nemen om
de veiligheid te waarborgen. Zoals bij de beantwoording van vraag 1 reeds genoemd
is dit onderzoek gaande. Het is niet gekomen tot verdere aanpassing van de Europese
of nationale regelgeving aangaande dit onderwerp die kan worden verwerkt in het
gemeentelijke Handhavingsbeleid Wabo of Vergunningenbeleid Wabo. Zodra het
huidige onderzoek naar de brandveiligheid van de gevels is afgerond, kan aan de
hand van de onderzoeksresultaten worden bepaald of aanpassing van het beleid
wenselijk/ noodzakelijk is. Zoals eerder genoemd merken wij hierbij nog op dat er tot
op heden geen verontrustende signalen vanuit de projectgroep zijn ontvangen.
Conform het geldende Handhavingsbeleid Wabo wordt tijdens (ver)bouw toezicht
gehouden op de brandklasse en detaillering van de gevel. De te controleren
gebouwen, de te controleren brandveiligheidsaspecten en de diepgang van deze
controles zijn vastgelegd in het beleid. Toetsing van een aanvraag en toezicht tijdens
de bouw op de brandveiligheidsaspecten bij woongebouwen, wordt conform het
Wabo-beleid op een hoog niveau van diephang en intensiteit uitgevoerd.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Nummer 1451 Gemeenteblad
Datum _ 10 november 2020 gepriftelijke vragen 17 juni 2020
Het beleid omvat de volgende onderdelen in relatie tot brandveiligheid:
* toetsing van aanvragen omgevingsvergunningen bouw;
* toetsing van meldingen en aanvragen omgevingsvergunningen brandveilig gebruik;
* toezicht op de uitvoering van bouwwerkzaamheden;
* toezicht op brandveilig gebruik bestaande bouw.
5. Acht het college het wenselijk om periodiek een quickscan uit te voeren?
Antwoord:
Uit de quickscan is af te leiden dat de risico's van brandgevaarlijke gevels in
Amsterdam beperkt zijn vanwege de overige veiligheidsvoorzieningen. Op dit moment
achten wij het niet noodzakelijk de quickscan periodiek uit te voeren. Zodra een
bouwkundig risico aan een gebouw niet aanwezig is, of is weggenomen, zal dit over
het algemeen niet opnieuw ontstaan.
Daarnaast is het toezicht op de kwaliteit van bestaande bouw een doorlopende
activiteit binnen het VTH domein. Verder valt te vermelden dat er tijdens het
bouwproces van hoge woongebouwen expliciet wordt gecontroleerd op de
brandveiligheidsaspecten. Zodra het huidige onderzoek naar de brandveiligheid van
de gevels is afgerond, kan aan de hand van de onderzoeksresultaten worden bepaald
of het invoeren van een periodieke quickscan wenselijk/noodzakelijk is.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 80
Datum indiening 22 oktober 2018
Datum akkoord 24 januari 2019
Publicatiedatum 25 januari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen inzake de bouw van een
biomassacentrale in Diemen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In september 2018 maakte NUON bekend een vergunning te hebben aangevraagd
voor het bouwen van een biomassacentrale in Diemen en op zoek te zijn naar een
partij die de centrale kan bouwen. In reactie daar op hebben enkele Nederlandse
organisaties, internationale organisaties en hoogleraren een open brief gepubliceerd
waarin zij betrokken overheden oproepen om een betere oplossing te ‘bedenken voor
de warmtevoorziening dan het verbranden van bossen.’
Een bezwaar van deze groep is dat de biomassa die in de centrale wordt verbrand
deels geïmporteerd wordt uit Noord-Amerika. “Amerikaanse milieuorganisaties maken
zich al langere tijd zorgen over het behouden van hun kwetsbare ecosystemen, (zoals
wetlands en laaglandbossen) als de import uit Europa blijft groeien. Bovendien stoten
houtpellets bij verbranding evenveel CO2 uit als kolen. En voordat deze CO2 is
opgenomen door nieuw gegroeide bomen zijn we decennia verder.”
De gemeente Amsterdam stelt zelf bij de inkoop van stroom, wanneer die nog wordt
opgewekt met biomassa, de volgende eisen:
“De biomassa komt uit Nederland. De biomassa is gecertificeerd volgens NTA 8080.
De biomassa bestaat uitsluitend uit reststromen en bijproducten van biomassa zonder
economische waarde (zoals tak- en tophout, snoeisel uit plantsoenen). Deze
biomassa is niet geschikt voor hoogwaardigere toepassingen van biomassa zoals
nieuwe producten, compost of brandstof voor voertuigen.”
De eisen die Amsterdam stelt zijn daarmee strenger dan die van NUON.
Het college heeft aangekondigd een ‘Routekaart Klimaatneutraal’ te ontwikkelen die
ook meer duidelijkheid zal geven over de strategie van Amsterdam om van het
aardgas af te gaan. Met het bouwen van een biomassacentrale lijkt NUON een
voorschot te nemen op de keuzes die Amsterdam maakt.
In antwoorden op eerdere vragen van de fractie van GroenLinks antwoordde
het college:
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jo Gemeenteblad R
Datum 25 januari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 oktober 2018
“Wanneer Nuon warmte levert die niet voldoet aan de verwachtingen die de
gemeente daar op grond van de concessieovereenkomsten van mag hebben, schiet
Nuon te kort in de nakoming van de concessieovereenkomsten en zal de gemeente
Nuon aan de overeenkomst houden.”
Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van Groenlinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het feit dat NUON/Vattenfall nu
daadwerkelijk begonnen is met het voorbereiden van de bouw van een
biomassacentrale?
Antwoord
Ja, daarvan heeft het college kennis genomen.
2. Heeft de gemeente Amsterdam verder nog een rol bij de uitvoering van dit besluit,
als vergunningverlener of anderszins?
Antwoord
De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag. De Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied is gemandateerd door de provincie Noord-Holland om
deze omgevingsvergunning te verlenen.
Voor het realiseren van de biomassacentrale is ook een toestemming nodig voor
het afwijken van het bestemmingsplan. Hiervoor is een verklaring van geen
bedenkingen van de gemeente Diemen vereist. Amsterdam speelt dus geen rol
als bevoegd gezag.
Grote delen van Amsterdam en de regio zijn aangesloten op het warmtenet. In
het kader van een Aardgasvrij Amsterdam, zal wellicht door het opstellen van
Warmteplannen voor de nieuwbouw en in de toekomst op te stellen
Warmtetransitieplannen voor de bestaande bouw, het aantal stadswarmte-
aansluitingen verder worden uitgebreid. Bij de afweging van de keuze voor een
warmtebron speelt de CO2 - reductie een belangrijke rol.
Daarnaast verleent Amsterdam omgevingsvergunningen voor bouwprojecten
waar ook de kwaliteit van de warmte (kwaliteitsverklaring CO2) een rol speelt in
de vereiste energieprestatieberekeningen. Voor de bestaande bouw wordt
gebruik gemaakt van de wettelijke labelsystematiek waarbij ook de CO2 - reductie
van de warmtebron een rol speelt.
3. Heeft de gemeente Amsterdam als (indirect) aandeelhouder van WPW en dus
partner van NUON/Vattenfall nog mogelijkheden om invloed uit te oefenen op dit
besluit?
Antwoord
Nee. Westpoort Warmte B.V. (WPW) is een samenwerking tussen Nuon Warmte
en AEB. De gemeente Amsterdam is 100% aandeelhouder van AEB. AEB en
NUON zijn beiden voor 50% deelnemer in de samenwerking WPW. NUON heeft
net als AEB invloed over WPW. De gemeente Amsterdam heeft als indirect
aandeelhouder van WPW echter geen invloed op NUON en haar beleid.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Jo Gemeenteblad
Datum 25 januari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 oktober 2018
4. Hoe verloopt het verdere traject van vergunningverlening en welke andere
overheden hebben daar een rol in?
Antwoord
NUON heeft afgelopen augustus de omgevingsvergunning aangevraagd bij de
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Het betreft een uitgebreide procedure
(6 maanden), omdat de vergunning zowel bouw als milieu en een afwijking van
het bestemmingsplan betreft. Voor dit laatste zal een verklaring van geen
bedenkingen nodig zijn van de gemeenteraad van Diemen (zie antwoord op vraag
2). Als de vergunning is verleend, wil NUON SDE+ subsidie (Stimulering
Duurzame Energieproductie subsidie) aanvragen bij de rijksoverheid.
5. Kan de gemeente Amsterdam in toekomstige contracten en concessies eisen
stellen aan de duurzaamheid van de warmte uit de biomassacentrale?
Antwoord
Ja. De gemeente kan via toekomstige privaat rechtelijke contracten die ten
grondslag liggen aan warmteovereenkomsten (concessies) invloed uitoefenen op
de warmte uit de biomassa centrale. Dit kan gevolgen hebben voor de gebruikte
kwaliteit en herkomst van de biomassa. Dit vindt plaats op basis van
overeenstemming van beide contractpartners.
6. NUONNattenfall voert aan dat het verbranden van biomassa een
tussenoplossing is in de transitie naar uitstootvrij. Hoe beoordeelt de wethouder
dat een investering in een BMC om de warmte voor het Amsterdamse warmtenet
te leveren een lock-in’ op deze biomassa tot gevolg kan hebben.
Antwoord
NUON/Nattenfall wil in één generatie fossielvrij zijn en NUON beschouwt de
biomassacentrale als een eerste stap daar naar toe. NUON geeft aan de
biomassa-installatie gedurende 12 jaar als vollastinstallatie te gebruiken en
daarna alleen als pieklastcentrale (als het heel koud is of als back-up als een
andere installatie in storing is of in onderhoud). Over de inzet van de installatie wil
NUON afspraken maken met Amsterdam, Diemen, Almere en de provincie Noord-
Holland, waarmee voorkomen wordt dat de biomassa-installatie een lock-in
oplossing wordt en er ruimte blijft voor de inpassing van duurzame(re) bronnen
die er nu nog niet zijn, maar zich in de loop der tijd kunnen aandienen.
7. Biomassacentrales zijn onderdeel van de verduurzamingsstrategie van meerdere
gemeenten in Nederland. Hoe beoordeelt het college het risico dat er op termijn
een tekort kan ontstaan aan duurzame biomassa?
Antwoord
Het college constateert dat er diverse studies zijn gedaan naar de beschik-
baarheid en toepassing van biomassa. Ten behoeve van de onderhandelingen
voor het Klimaatakkoord heeft het Planbureau voor de Leefomgeving in grote
lijnen de implicaties van de inzet van biomassa als oplossingsrichting in
verschillende sectoren binnen het klimaatakkoord geschetst (notitie Structurele
rationele inzet voor inzet van duurzame biomassa, PBL, mei 2018). Recente
inzichten uit studies over beschikbaarheid en toepassing van biomassa in
klimaatstrategieën zijn daarvoor bijeen gebracht. De notitie geeft aan dat
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2 januari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 oktober 2018
biomassa op de korte termijn kan bijdragen aan de reductie van emissies in alle
sectoren maar dat de totale hoeveelheid biomassa die beschikbaar is, nu en op
termijn, de beperkende factor is.
8. Is het college het met de GroenLinksfractie eens dat biomassa bij voorkeur
anders gebruikt wordt dan om warmte op te wekken door verbranding?
Antwoord
Ja, het college deelt deze mening. De realiteit is overigens wel dat hoogwaardige
verwerking van biomassa als grondstof tot producten nog niet op commerciële,
grootschalige schaal beschikbaar is.
9. Is het college het met GroenLinks eens dat biomassa (in welke vorm ook)
importeren om die te verbranden in een BMC onwenselijk is, zolang er geen
garanties zijn over de duurzame herkomst van de biomassa?
Antwoord
Ja, het college deelt deze mening. NUON/Vattenfall is voornemens een beroep te
doen op de SDE+ subsidieregeling. Onderdeel van de subsidievoorwaarden is
een pakket duurzaamheidseisen, die een basis kunnen vormen om het
duurzaamheidsgehalte van de biomassa te beoordelen. Het college heeft uw raad
toegezegd op verzoek van de gemeente Diemen deel te nemen aan een gesprek
met NUON/Vattenfall over het aanscherpen van de duurzaamheidseisen.
10. De gemeente stelt in haar stroomcontract strenge eisen aan het gebruik van
biomassa om elektriciteit op te wekken. Is het college het met de fractie van
Groenlinks eens dat dezelfde strenge eisen zouden moeten gelden voor het
produceren van warmte door biomassa?
Antwoord
Ja, het college deelt deze mening.
11. In een net uitgekomen studie “Het nationale potentieel van aquathermie!” rekent
CEDelft voor dat aquathermie ruim 40% van de nationale warmtevraag in de
gebouwde omgeving in Nederland zou kunnen leveren. Het college geeft
daarnaast aan dat het in gesprek is met de datacenter-branche in Amsterdam
over het leveren van restwarmte.
Antwoord
Zie de beantwoording van vraag 12.
12. Welke noodzaak bestaat er gegeven deze twee overvloedige bronnen van
(rest)warmte om een biomassacentrale te bouwen in Amsterdam?
Antwoord
De studie Nationaal potentieel van aquathermie (CE Delft, september 2018) geeft
aan dat er een groot energetisch potentieel is voor warmte uit oppervlakte water.
Bronnen als aquathermie en benutting restwarmte van datacenters zijn laag
temperatuurbronnen en moeten op voldoende temperatuur worden gebracht met
1 https://www.ce.nl/publicaties/2171/nationaal-potentieel-van-aquathermie
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2 januari 2019 Schriftelijke vragen, maandag 22 oktober 2018
een warmtepomp om te kunnen voorzien in de ruimteverwarmingsvraag en
warmtapwatervraag voor de bestaande gebouwde omgeving en de nieuwbouw.
Er moet dus grootschalig duurzame elektriciteit aan beide bronnen worden
toegevoegd om op de juiste temperatuur te komen. Er is op dit moment
onvoldoende lokaal vermogen en duurzame elektriciteit op nationaal niveau
beschikbaar voor grootschalige inzet van duurzame elektriciteit.
NUON/Nattenfall is in samenwerking met datacenters in Amsterdam bezig met
een pilot project in Zuidoost waarbij ervaring wordt opgedaan met de inzet van
restwarmte afkomstig van een datacenter ten behoeve van de gebouwde
omgeving. Daarnaast onderzoekt NUON/Vattenfall in samenwerking met
provincies Flevoland, Noord-Holland en gemeente Almere en Amsterdam ook de
potentie van geothermie in de regio. De toepassing van aquathermie is
interessante ontwikkeling maar nog wel in de beginfase en de verwachting is dat
deze techniek vooralsnog niet grootschalig kan worden ingezet. Een andere
verwachting is dat waterstofgas niet voor 2030 grootschalig beschikbaar zal zijn.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1763
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder BB
Ingekomen op donderdag 22 december 2016
Behandeld op donderdag 22 december 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Van Osselaer en Dijk inzake de berekening van “opportunity
costs” bij de omzetting van marktwoningen naar sociale woningbouw (financieel
inzicht bij bouwprogramma's).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het afhandelen van de toezegging aan het lid
Van Osselaer inzake de berekening van “opportunity costs” bij de omzetting van
marktwoningen naar sociale woningbouw (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1676).
Overwegende dat:
— grond een schaars bezit van de gemeente is, waar de gemeenteraad
verantwoordelijk mee om dient gaan;
— besluiten over de aanwending van de Amsterdamse grond tot stand zouden
moeten komen op basis van een complete afweging van de maatschappelijke
baten en de financiële baten van een bepaalde aanwending;
— de financiële baten zeer sterk verschillen bij verschillende aanwendingen van
grond en dat een bepaald bouwprogramma tientallen miljoenen meer of minder
kan opbrengen dan een alternatief programma;
— de financiële gevolgen van een keuze voor een bepaalde aanwending op dit
moment niet inzichtelijk worden gemaakt en lastig te achterhalen zijn;
— in de praktijk verschillen in opbrengsten als gevolg van keuzes in
bouwprogramma's voor raadsleden vaak een onbekende zijn en in de discussie
over bouwprogramma's niet aan de orde komen;
— besluiten over bouwprogramma's vaak worden genomen zonder dat de raad
kennis heeft van de financiële implicaties van die keuzes.
Voorts overwegende dat:
— de gemeente grondopbrengsten kan inzetten om maatschappelijke doelen te
verwezenlijken, ook buiten het ruimtelijk domein;
— hetkennen en meewegen van de financiële gevolgen van een keuze voor een
bepaald programma pertinent niet impliceert dat de opbrengst leidend zou
moeten zijn en er voor de aanwending met de hoogste opbrengst moet worden
gekozen.
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1763 Moti
Datum 6 januari 2017 oute
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. ernaarte streven om raadsleden in het ruimtelijke plan- en besluitvormings-
proces meer inzicht te bieden in de verschillen in opbrengsten tussen
verschillende mogelijke aanwendingen van grond zodat zij dat als een van
de factoren in hun afwegingen kunnen meenemen:
2. de raad ten laatste in het tweede kwartaal van 2017 voorstel te doen over hoe dit
te bewerkstelligen en hierbij een afweging te maken tussen de informatiewaarde
en mogelijke extra kosten of doorlooptijd die het beschikbaar stellen van
de informatie teweegbrengen;
3. reeds aan te vangen met het verschaffen van informatie daar waar
het verschaffen van meer inzicht relatief eenvoudig is.
De leden van de gemeenteraad
J.P.D. van Osselaer
T.W. Dijk
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1856
Datum indiening 9 oktober 2019
Datum akkoord 5 november 2019
Publicatiedatum 6 november 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de ‘bezetting’ van een
appartement in Oud-West.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Het Parool berichtte op 9 oktober 2019 over een sociale huurwoning in Oud-West die
zou zijn ‘bezet’ door de actiegroep ‘NietTeKoop’. Deze groep zou volgens de krant
met de bezetting willen voorkomen dat de benedenwoning waar deze sociale
huurwoning gevestigd zit wordt verkocht.’
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het bezetten van een
woning hetzelfde is als kraken?
Antwoord
Het OM heeft geoordeeld dat er in dit geval van “bezetting” sprake was van kraak.
2. Worden de leden van deze actiegroep verdacht van huisvredebreuk of inbraak”?
Antwoord
Het OM gaat over waar deze mensen van verdacht worden. Er is aangifte gedaan
van huisvredebreuk.
3. Klopt het dat de eigenaar aangifte van een inbraak/kraak heeft gedaan”?
Antwoord
De eigenaar heeft aangifte gedaan van huisvredebreuk.
' https://www.parool.nl/amsterdam/actievoerders-bezetten-sociale-huurwoning-in-oud-
west-bbee48f3/
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer A ember 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 oktober 2019
4. Heeft het Openbaar Ministerie een ontruimingsbevel opgesteld voor dit pand?
Zo ja, hoe is hierop gereageerd door de krakers en op welke termijn zal het pand
worden ontruimd?
Antwoord
Het OM heeft besloten over te gaan tot een spoedontruiming. Het pand is 22
oktober 2019 ontruimd.
5. Is er door politie of het college contact geweest met omwonenden of personen die
in de buurt werken? Zo ja, wat is er besproken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan
de pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van
overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
==
6
A.
a. In opdracht van:
5 Gemeente Amsterdam, afdeling Zorg van directie Onderwijs/Jeugd/Zorg
Projectnummer:
Io Oe OE
BELT H
21 december 2021
di
LÁ È
| jl
EE ard
RL, e Pr)
name
Ei A
®
Kd
1. INLEIDING 4
1.1 Aanleiding 4
1.2 Doel van het onderzoek 4
1.3 Leeswijzer 4
2. SAMENVATTING 5
3. ONDERZOEKSMETHODIEK 7
3.1 Doelgroepen 7
3.2 De vragenlijst 7
3.3 Statistische verantwoording 8
4, UITVOERING VAN HET ONDERZOEK 10
41 Steekproefomvang 10
4,2 Opmerkingen per kwartaalonderzoek 10
4,3 Bijzonderheden en aandachtspunten 11
5, RESULTATEN BESCHERMD VERVOER EN DEUR TOT DEUR SAMENREIZEND 12
51 Algemeen gebruik Aanvullend Openbaar Vervoer 12
5.2 Reserveren van de rit 14
5.3 Aankomst bij uw vertrekadres 25
5.4 De rit met het AOV 28
5,5 Stiptheid en rolstoelgebruik 34
5.6 Overige vragen 43
6. BIJLAGEN 52 ce
S
6.1 Bijlage 1: Vragenlijst 52 ú
6.2 Bijlage 2: Algemene opmerkingen en tips voor RMC: Beschermd vervoer 59 E
6.3 Bijlage 3: Algemene opmerkingen en tips voor RMC: Deur tot deur, samenreizend n
vervoer 64 2
=
-
x
oe
>
Pagina 2 van 69 {
ge
Lu
o
>
oe
Lul
>
.
F
Lu
En
—
an
Eee eee eee eee eee eee eee eenen eee eenen eeen eee eeen eeen eneen eenen, o
: ve : =
‘Colofon “__t Copyright : .
: “Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar : wi
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke e
: “andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming De
__ vande uitgever. ee
: : …_No part of this book may be reproduced in any form, by print, :
: photoprint, microfilm or any other means without written :
\___&_permission from the publisher.
Pagina 3 van 69 {
_______Kwartaalrapportage 20214: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreizend dh)
1. INLEIDING
1.1 Aanleiding
De afdeling Zorg van directie Onderwijs/Jeugd/Zorg (hierna afdeling Zorg) van de gemeente Amsterdam levert
de voorziening aanvullend openbaar vervoer (AOV). Er zijn 43.500 cliënten met een AOV-pasje. Daarvan
maken +/- 24.000 cliënten actief gebruik van het AOV. Dit vervoer wordt uitgevoerd door de vervoerders
RMC en Transvision. Jaarlijks gaat het om ca. 1.000.000 ritten voor 75-plussers zonder beperking en een aantal
specialistische doelgroepen, zoals cliënten met een verstandelijke beperking en cliënten met lichte en zware
lichamelijke beperkingen.
De kwaliteit van het vervoer is belangrijk, zeker voor deze specifieke doelgroepen. Deze kwaliteit kan op
verschillende manieren worden gemeten. Een van deze manieren is een klanttevredenheidsonderzoek (KTO)
onder de gebruikers. De afdeling Zorg vindt het vervolgens belangrijk om een doorlopend actueel beeld te
hebben van de klanttevredenheid van de cliënten van het AOV. Dit maakt het mogelijk om te bepalen op welke
aspecten van de dienstverlening moet worden bijgestuurd en vervolgens daarvan ook de effecten inzichtelijk te
maken.
1.2 Doel van het onderzoek
De afdeling Zorg wil tweemaal per jaar een representatief aantal cliënten van het AOV telefonisch bevragen
over hun tevredenheid ten aanzien van de gemaakte ritten met het AOV.
Mobycon heeft tot het laatste kwartaal van 2016 alle klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd en de
afdeling Zorg heeft Mobycon nu ook gevraagd om dit klanttevredenheidsonderzoek in totaal tweemaal uit te
voeren. Voor u ligt de rapportage van het tweeëntwintigste kwartaalonderzoek, dat is uitgevoerd in het vierde
kwartaal van 2021. De resultaten van het huidige onderzoek worden afgezet tegen het vierde kwartaal van
2019 en tegen het eerste en vierde kwartaal van 2020. En het tweede kwartaal van 2021
Het huidige rapport beperkt zich tot de resultaten betreffende de uitvoerder RMC en de vervoersproducten
beschermd vervoer en deur tot deur samenreizend.
1.3 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek betreffende de
vervoersproducten beschermd vervoer en deur tot deur samenreizend gepresenteerd. In hoofdstuk drie rr
behandelen wij de onderzoeksmethodiek die wij hebben gehanteerd. Daarbij gaan wij ook in op de statistische 3
verantwoording daarvan. In het vierde hoofdstuk gaan wij in op de uitvoering van het onderzoek. We =
behandelen daarbij de respons die de enquête heeft opgeleverd en gaan in op eventuele bijzonderheden of E
aandachtspunten bij de interpretatie van de resultaten. De resultaten behandelen we in hoofdstuk vijf. Bij het ke
rapporteren van de resultaten van het onderzoek maken wij onderscheid tussen de vier verschillende 5
vervoersproducten (ofwel doelgroepen) waarvan sprake is. In het huidige rapport wordt vanwege de omvang Ss
van de resultaten slechts de resultaten van de eerste twee vervoersproducten (beschermd vervoer en deur tot e
deur samenreizend) behandeld. De resultaten van de vervoersproducten deur tot deur plus en kamer tot Li
kamer vervoer zijn te vinden in een aparte rapportage. En
>
Pagina 4 van 69 {
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
2. SAMENVATTING
Het klanttevredenheidsonderzoek geeft een uitgebreid overzicht van de ervaring en beleving van de
verschillende vervoersproducten van het aanvullend openbaar vervoer. De respondenten werden gevraagd
naar het algemeen gebruik van het AOV, de reservering van de rit en de uitvoering van de rit. In dit rapport
werden de resultaten van de vervoersproducten beschermd vervoer en deur tot deur samenreizend vervoer
gepresenteerd. Hieronder worden de verschillende onderdelen van het onderzoek kort samengevat.
Algemene oordeel
Het algemene oordeel van beide vervoersproducten ligt afgerond op een 8. De respondenten van beschermd
vervoer oordeelden het reizen met het AOV met een 7,92 als gemiddelde en de respondenten van deur tot
deur samenreizend vervoer gaven een 7,88 gemiddeld als cijfer. Deze waarderingen komen overeen met de
eisen opgegeven in het Programma van Eisen voor het AOV, waarbij de norm voor de klanttevredenheid
minimaal afgerond op een 8 dient uit te komen (eis 121).
Het gemiddelde rapportcijfer is ten opzichte van 2021-k2 is nu licht gedaald met 0,13. De gemiddelde
waardering voor deur tot deur samenreizend vervoer is ten opzichte van 2020-k1 gedaald met 0,23. Er is in het
onderzoek gevraagd naar de motivatie voor een lage waardering. Respondenten die een lage waardering
toekennen aan het AOV (met een cijfer onder de 7) geven als belangrijkste redenen:
Beschermd vervoer
1. Het op tijd rijden van het AOV.
2. Op de hoogte houden eerder of later opgehaald worden of bij vertraging rit.
3. Het minimaal een uur van te voren reserveren van een rit.
Deur tot deur, samenreizend vervoer
1. Het op tijd rijden van het AOV.
2. De vriendelijkheid van de chauffeur.
3. Anders namelijk (communicatie, reistijd algemeen, planning, rijstijl) en het minimaal een uur van te voren
reserveren van een rit
Veel van de bovenstaande redenen betreffen de stiptheid en de communicatie hierover vanuit het RMC. Dit
zijn belangrijke verbeterpunten van de uitvoering van het AOV, wat tevens invloed heeft op de
klanttevredenheid en waardering van het AOV. De resultaten van de kwartaalonderzoeken bieden een
representatief beeld over de beleving, ervaring en bijbehorende verbeterpunten voor het RMC.
u
Reservering rit 3
De meeste respondenten zijn tevreden over de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de telefoniste bij het >
maken van een reservering. Wanneer respondenten niet tevreden zijn, is dit met name omdat men de E
telefoniste onvriendelijk was of dat de telefoniste de vragen niet goed beantwoorden. De aantallen ontevreden =
respondenten is te laag om statistisch representatief te zijn. 5
z
-
Lul
E
>
Pagina 5 van 69 «
_____Kwartaalrapportage 2021-4: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreitend dh)
Uitvoering rit
De meeste respondenten zijn tevreden over de vriendelijkheid en behulpzaamheid en over de rijstijl van de
chauffeur. Wanneer respondenten niet tevreden zijn, is dit met name omdat de chauffeur niet hielp bij het in-
en uitstappen, de chauffeer niet aardig was of andere diverse redenen. Ontevredenheid over de rijstijl kwam
door snelheid, dat de chauffeur de weg niet kende, te snel reed of andere redenen. De aantallen ontevreden
respondenten is te laag om statistisch representatief te zijn. Hoewel het grootste gedeelte van de
respondenten aangaf dat het voertuig binnen de marge van 15 minuten aankwam op de vertreklocatie en op
de bestemming, blijft dit een belangrijk punt voor de respondenten. In opmerkingen noemen respondenten
vaak de planning als oorzaak.
Bij beschermd vervoer is 7% niet op de geplande tijd op de bestemming aangekomen, en is 12% neutraal of
ontevreden over de stiptheid van het voertuig. Bij deur tot deur samenreizend is 9% niet op de geplande tijd op
de bestemming aangekomen, en is ook 15% neutraal of ontevreden over de stiptheid van het voertuig.
Wanneer respondenten te laat aankomen op hun bestemming, is dit in de meeste gevallen < 30 minuten te
laat bij beschermd vervoer net zoals bij deur tot deur samenreizend.
Gebruik AOV
Respondenten van beschermd vervoer geven aan voornamelijk 2 keer per maand met het AOV te reizen. Bij
deur tot deur reiziger geeft men voornamelijk 2 keer per week of vaker met het AOV te reizen. Bij reizigers van
beschermd vervoer geven de meeste respondenten aan dat het AOV vooral makkelijk is. Bij de deur tot deur
reizigers wordt aangegeven dat het reizen met AOV de enige mogelijkheid is of dat het reizen met het AOV
makkelijk is.
De meeste respondenten van beschermd vervoer gebruiken het AOV om te reizen naar
familie/vrienden/kennissen gevolgd door een medische instelling voor eigen behandeling, terwijl het AOV daar
in principe niet voor is bestemd. Hetzelfde geldt voor reizigers van beschermd vervoer waarbij de meerderheid
een bezoek aan familie/vrienden/kennissen als voornaamste bestemming heeft gevolgd door een medische
instelling.
Meer dan de helft van de respondenten van beschermd vervoer geven aan niet met andere vervoersmiddelen
naast het AOV te hebben gereisd in de afgelopen maand. Bij deur tot deur reizigers zit dit op de helft. De
respondenten die dit wel deden, reisden voornamelijk met het openbaar vervoer, Valys of zij werden gebracht
door familie of vrienden.
De belangrijkste reden voor het gebruik van het reguliere openbaar vervoer was voor beide doelgroepen de
route en snelheid van het gewone openbaar vervoer. De meerderheid van de respondenten geeft echter de
voorkeur aan reizen het met het AOV, met name vanwege het gemak.
ge
Lu
Ö
>
DE
Lul
>
FE
Lu
_
[ee]
Ö
=
ce
Lul
Lul
hé
gE
Lu
>
Pagina 6 van 69 {
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
3. ONDERZOEKSMETHODIEK
3.1 Doelgroepen
Het AOV in Amsterdam bestaat in totaal uit vier vervoersproducten:
e Beschermd Vervoer: deze vorm van vervoer is bedoeld voor alle mensen van 75 jaar en ouder in de
gemeente Amsterdam, zonder een lichamelijke beperking;
e Deur tot deur, samenreizend: Deze vorm van vervoer is bedoeld voor Amsterdammers die door een
lichamelijke beperking niet met het reguliere openbaar vervoer kunnen reizen;
e Deur tot deur plus: Deze vervoersvorm is voor Amsterdammers die door een lichamelijke beperking niet
met de vervoersvorm ‘deur tot deur samenreizend’ kunnen reizen. Bij deze vorm is indien nodig begeleiding
bij het in- en uitstappen;
e Kamer tot kamer vervoer: Deze vervoersvorm is voor Amsterdammers die door een lichamelijke beperking
niet met de vervoersvorm ‘deur tot deur plus’ kunnen reizen. Bij deze vorm is er intensieve begeleiding en
worden cliënten binnen opgehaald en gebracht.
De uitvoerder, de mate van begeleiding voor de cliënten en het aantal ritten per maand verschilt per
doelgroep. De onderstaande tabel geeft daarvan een overzicht.
Beschermd vervoer RMC Geen 13.600 2.000
Deur tot deur, RMC Licht 70.800 7.000
samenreizend vervoer
Deur tot deur plus Transvision Intensief 7.000 600
Kamer tot kamer vervoer _Transvision Zeer intensief, cliënt wordt 3.200 3.200
zo nodig achter de
voordeur opgehaald.
Tabel 3.1. Overzicht doelgroepen
3.2 De vragenlijst
Voorafgaand aan het eerste kwartaalonderzoek is een vragenlijst opgesteld die gedurende alle
kwartaalonderzoeken in principe ongewijzigd blijft. Voor de meting van 2018 zijn enkele vragen toegevoegd en
gewijzigd. Door middel van de vraagstelling zijn de cliënten bevraagd over verschillende kwaliteitsaspecten van Wi
het AOV zoals: 3
© op tijd komen van het voertuig; >
e reistijd; 5
e _ communicatie tussen cliënt en vervoerder; E
e serviceniveau van chauffeur alsmede telefoniste; 5
e comfort van het voertuig en rijstijl van de chauffeur; z
e relevante achtergrondgegevens cliënt (reisbestemming); &
e eventueel tijdelijke aanvullende vragen in kader van het meten van effectiviteit maatregelen. u
gE
>
Pagina 7 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
Daarnaast was het een belangrijke eis dat de enquête in maximaal 10 minuten moest kunnen worden
afgenomen. Dit heeft geresulteerd in een vragenlijst die bestaat uit in totaal 28 vragen. U vindt deze vragenlijst
in bijlage 1.
3.3 Statistische verantwoording
Zoals eerder aangegeven verschilt het aantal cliënten dat per kwartaal van één van de verschillende
vervoersvormen gebruik maakt. Daarom verschilt ook het aantal geslaagde enquêtes dat per doelgroep moet
worden afgenomen.
Bij het bepalen van dit aantal hebben wij een betrouwbaarheidspercentage van 95% bij een maximale
onnauwkeurigheidsmarge van +/- 5% als uitgangspunt gehanteerd. De benodigde netto steekproef komt
daarbij voor de eerste twee doelgroepen op 400 (afgerond naar boven). Voor de derde en vierde doelgroep ligt
deze eis lager, echter het aantal cliënten dat hiervoor benaderd kan worden ligt ook substantieel lager. Daarom
hebben we ervoor gekozen om voor deze doelgroepen een grotere onnauwkeurigheidsmarge te accepteren.
In de onderstaande tabel vindt u per doelgroep de vereiste netto respons en de bijbehorende
onnauwkeurigheidsmarge bij een betrouwbaarheid van 95%.
Beschermd vervoer RMC 13.600 400 4,8%
Deur tot deur, RMC 70.800 400 4,89%
samenreizend
Deur tot deur plus Transvision 7.000 100 9,73%
vervoer
Kamer tot kamer Transvision 3.200 100 9,65%
vervoer
Tabel 3.2. Vereiste netto respons en bijbehorende onnauwkeurigheid bij een betrouwbaarheid van 95%
Naast betrouwbaar dienen de resultaten ook representatief te zijn voor de betreffende doelgroep. Daarom
hebben wij per doelgroep een aselecte steekproef getrokken uit de rittenbestanden. Deze bestanden zijn door
de vervoerders aangeleverd.
Voor de eerste twee doelgroepen (Beschermd vervoer en Deur tot deur, samenreizend) zullen de bestanden
van de afgelopen maand altijd voldoende namen bevatten om te voldoen aan de statistische eisen. De derde
en vierde doelgroep (Deur tot deur plus en Kamer tot kamer vervoer) zijn echter duidelijk kleiner van omvang. Li
Daarom is voor deze doelgroepen de mogelijkheid ingebouwd om de steekproef aan te vullen met mensen die n
in de maand voorafgaand aan de afgelopen maand gereisd hebben met het AOV. >
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van reizigers die in september van 2021 een reis hebben gemaakt. Dat et
waren er voor deze meting voldoende om per groep het quotum te behalen. Er zijn daarom geen cases uit de ke
reserve rittenbakken van augustus gebeld. 5
z
Het komt natuurlijk voor dat cliënten in de afgelopen maand meerdere ritten met het AOV hebben gemaakt. In .
dat geval is gevraagd naar de laatste rit. Li
E
>
Pagina 8 van 69 «
Enkele vragen richten zich op een selectie van de respondenten, doordat het een vervolgvraag is op basis van
de gegeven antwoorden. Hierdoor valt de respons op deze vervolgvragen lager uit en zijn deze mogelijk niet
meer statistisch representatief. Dit wordt bij de betreffende vragen genoteerd.
gE
Lu
Ö
>
DE
Lul
>
FE
Lu
_
[ee]
Ö
=
ee
Lul
Lul
hé
LE
Lu
>
Pagina 9 van 69 «
___Kwartaalrapportage 2021-4:Beschermdvervoer,deurtordeursamenreizend er
4. UITVOERING VAN HET ONDERZOEK
4.1 Steekproefomvang
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de gerealiseerde netto respons per doelgroep van de laatste
kwartaalonderzoeken. Aan de hand daarvan hebben we vervolgens de gerealiseerde onnauwkeurigheidmarge
berekend. Daarbij hebben we een betrouwbaarheidspercentage van 95% als uitgangspunt gehanteerd.
nn N N N Marge _N Marge _N Marge _N Marge
Deur tot 405 486% 404 486% 402 487% 403 487% 403 4,87%
deur,
samenreizend
Kamer tot 102 9,55% 101 9,60% 101 9,60% 101 9,60% 101 9,60%
kamer
Tabel 3.1. Steekproefomvang van de vorige, huidige en aankomende kwartaalonderzoeken.
4.2 Opmerkingen per kwartaalonderzoek
4.2.1 Achttiende kwartaalonderzoek (2019-4)
De meting is uitgevoerd in de periode van dinsdag 22 oktober tot en met vrijdag 1 november 2019. Voor alle
doelgroepen zijn daarbij steekproeven getrokken uit de rittenbestanden van augustus en september. Het
betreffende belbestand bevatte voor de groepen 1 tot en met 4 voldoende namen met telefoonnummers om
de benodigde geslaagde gesprekken voor deze groepen te behalen. Per groep is het gestelde quotum
gerealiseerd binnen de genoemde veldwerkperiode.
4.2.2 Negentiende kwartaalonderzoek (2020-1)
De meting is uitgevoerd in de periode van maandag 20 april tot en met woensdag 29 april 2020. Voor alle
doelgroepen zijn daarbij steekproeven getrokken uit de rittenbestanden van maart. Het betreffende
belbestand bevatte voor de groepen 1 tot en met 4 voldoende namen met telefoonnummers om de benodigde ú
geslaagde gesprekken voor deze groepen te behalen. Per groep is het gestelde quotum gerealiseerd binnen de E
Lu
genoemde veldwerkperiode. >
E
4.2.3 Twintigste kwartaalonderzoek (2020-4) Ee
ll
za
De meting is uitgevoerd in de periode van donderdag 22 oktober tot en met vrijdag 6 november 2020. Voor alle 5
doelgroepen zijn daarbij steekproeven getrokken uit de rittenbestanden van augustus en september. Het z
betreffende belbestand bevatte voor de groepen 1 tot en met 4 voldoende namen met telefoonnummers om zi
de benodigde geslaagde gesprekken voor deze groepen te behalen. Per groep is het gestelde quotum x
Lu
gerealiseerd binnen de genoemde veldwerkperiode. >
Pagina 10 van 69 f
_____Kwartaalrapportage 2021-4: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreitend dh)
4.2.4 Eenentwintigste kwartaalonderzoek (2021-2)
De meting is uitgevoerd in de periode van woensdag 21 april tot en met dinsdag 4 mei 2021. Voor alle
doelgroepen zijn daarbij steekproeven getrokken uit de rittenbestanden van februari en maart. Het
betreffende belbestand bevatte voor de groepen 1 tot en met 4 voldoende namen met telefoonnummers om
de benodigde geslaagde gesprekken voor deze groepen te behalen. Per groep is het gestelde quotum
gerealiseerd binnen de genoemde veldwerkperiode.
42.5 _ Tweeëntwintigste kwartaalonderzoek (2021-4)
De meting is uitgevoerd in de periode van dinsdag 19 oktober tot en met vrijdag 26 november 2021. Voor alle
doelgroepen zijn daarbij steekproeven getrokken uit de rittenbestanden van augustus en september. Het
betreffende belbestand bevatte voor de groepen 1 tot en met 4 voldoende namen met telefoonnummers om
de benodigde geslaagde gesprekken voor deze groepen te behalen. Per groep is het gestelde quotum
gerealiseerd binnen de genoemde veldwerkperiode.
4.3 Bijzonderheden en aandachtspunten
Het huidige onderzoek heeft als basis de kwartaalonderzoeken die in 2016 uitgevoerd zijn. De vragenlijst in het
huidige onderzoek is iets aangepast aan de hand van recente ontwikkelingen. Zo heeft RMC Connexxion
vervangen als vervoerder vanaf 1 juli 2017 voor de vervoersproducten beschermd vervoer en deur tot deur
samenreizend vervoer.
Ook zijn er enkele wijzigingen gemaakt in de vragenlijst ten opzichte van de uitgevoerde vragenlijst in 2016, in
bijvoorbeeld de vraagstelling of het toevoegen van antwoordmogelijkheden. Hierdoor kan het voorkomen dat
enkele resultaten van 2016 in hoofdstuk vijf leeg zijn (zie bijvoorbeeld paragraaf 5.2.2).
De complete vragenlijst is weergeven in bijlage 1.
ge
Lu
Ö
>
DE
Lul
>
nd
ui
_
[ee]
Ö
=
ce
Lul
Lul
hé
gE
Lu
>
Pagina 11 van 69 {
______Kwartaalrapportage 20214: Beschermdvervoer, deurtotdeursamenrekend dn
5. RESULTATEN BESCHERMD VERVOER EN DEUR TOT DEUR SAMENREIZEND
In dit hoofdstuk gaan we in op de resultaten van de afgenomen enquêtes. Hierbij gaan we eerst in op de
algemene vragen en daarna over het reisgedrag van de respondenten. Tenslotte behandelen wij de
opmerkingen en tips die de respondenten hebben ingevuld. In het huidige rapport worden de resultaten van
de eerste twee vervoersproducten (Beschermd vervoer en Deur tot deur samenreizend) behandeld, met RMC
als uitvoerder.
De resultaten van het huidige onderzoek (met de aanduiding ’21-k4’ in de vijfde kolom van de grafieken)
worden vergeleken met de resultaten van het onderzoek van 2021 kwartaal 2 (in de vierde kolom de resultaten
van het tweede kwartaal, ’21-k2’). De beschrijving van de resultaten betreffen de resultaten en bijbehorende
percentages van de kolom ’21-k4’,
5.1 Algemeen gebruik Aanvullend Openbaar Vervoer
511 Frequentie
Uit figuur 5.1 blijkt dat de meeste respondenten (27%) die met beschermd vervoer reizen dit ongeveer 2 keer
per maand doen. De groep die 1 keer per week reist zit bij deze doelgroep rond de 21%. In vergelijking met
2021-k2 is te zien dat reizigers die 1 keer per maand reizen het meest is gestegen met 5%. Bij de doelgroep
deur tot deur samenreizend is te zien in figuur 5.2 dat de meeste respondenten (35%) 2 keer per week of vaker
reizen met het AOV. In vergelijking met 2021-k2 is het aandeel dat 2 keer per maand reist het meest
afgenomen met 4%.
Ve TT TT TT |
30% | | | | |
70% | | | | |
50% | nn | | |
50% | | | | |
20% | | | | | |
30% | | ___ nn | |
20% | | | | |
10% | | | ____ | ____ | __|
0% | L______ | | | | |
Figuur 5.1: Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van het Aanvullend Openbaar Vervoer? (Beschermd vervoer)
1 DD DT DD DD |
30% _____| _____| _____| _____| | ce
70% | | | | | | u
50% |___ | _____| | _____ | | 8
50% | | | | _____ | | te
20% | | | | | | [Ei
30% ______| | | | | >
20% | ___ | | ___ | ______ | | °
10% | | | | ___ | __| FE
o% | | | | | ie
=
>
5
:
-
E
Lu
Figuur 5.2: Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van het Aanvullend Openbaar Vervoer? (Deur tot deur, >
samenreizend)
Pagina 12 van 69 {
51.2 Reden dat men reist met het AOV
In figuur 5.3 is te zien dat de meeste respondenten van beschermd vervoer als belangrijkste reden geven dat
met reizen met het AOV de enige mogelijkheid is (58%) Een andere grote groep (43%) geeft aan dat het reizen
met AOV makkelijk is. In vergelijking met 2021-k2 is de groep die aangeeft dat het AOV makkelijk is gedaald
met 10 procentpunten, terwijl de groep die aangeeft dat de enige mogelijkheid is, is gestegen met 10
procentpunten. Bij de groep deur tot deur samenreizend is te zien in figuur 5.4 dat hier de meeste
respondenten (80%) het AOV als enige mogelijkheid zien. In vergelijking met 2021-k2 is dit aandeel gestegen
met 9 procentpunten. De groep die aangeeft dat het AOV makkelijk is, is gedaald met 10 procentpunten.
180%
160% mmm
10% en
120% | | | | | |
100% | | | | | —|
sox | | | | mn
von nm an an mn
ox | | | | mn |
ter _ mm mn nn m
mogelijkheid
Figuur 5.3: Wat is de reden dat u met het Aanvullend Openbaar Vervoer reist? (meerdere antwoorden mogelijk)
(Beschermd vervoer)
160%
120%
<…__R__R__n___n
<A ARR
zo | mn | | m
mn mmm
0%
5
8
5
8
Ee
: s Lu
5
mogelijkheid —
8
. . . … =
Figuur 5.4: Wat is de reden dat u met het Aanvullend Openbaar Vervoer reist? (meerdere antwoorden mogelijk) e
. os
(Deur tot deur, samenreizend). ui
k 4
oe
Lu
>
Pagina 13 van 69 {
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.2 Reserveren van de rit
De volgende vragen gaan over het reserveren van de laatste rit die met het AOV is gemaakt.
5.2.1 Wel of niet gebeld met de vervoerder
De meeste respondenten van beschermd vervoer (87%) hebben, net als in 2021-k2 (84%), gebeld met de
vervoerder om de rit te bestellen, zie figuur 5.5. In de vragenlijst van 2018 en 2019 werd de
antwoordmogelijkheid toegevoegd waarbij anderen de vervoerder hebben gebeld. Bij beschermd vervoer geeft
5% aan via deze manier de rit te hebben besteld. 8% gaf aan niet via de telefoon te hebben gereserveerd. Bij de
doelgroep deur tot deur samenreizend was deze laatste categorie groter (27%), maar het grootste gedeelte
reserveerde ook hier zelf via de telefoon (69%), zie figuur 5.6.
100%
sos OO OO | OO nm
zo OO OO | OO m
zoe OO OO | OO m
on OO OO | OO m
so OO OO | OO m
<n mn mn mn mn
oe OO OO | OO m
ox OO OO | OO m
ox AR n__n
‚‚__Ú…n mmm
mee
Figuur 5.5: Heeft u gebeld met de vervoerder om deze rit te bestellen? (laatste rit met AOV) (Beschermd
vervoer)
100%
son EN | OO m
so _R | OO m
zoe _R | OO m
nnn nn mn BIJ
so ER | OO m
A MA MM :
zoe | | OO | m E
zo | | m >
nnn nn EE
« mn mn | | m Ë
” 7
8
me
5
Figuur 5.6: Heeft u gebeld met de vervoerder om deze rit te bestellen? (laatste rit met AOV) (Deur tot deur, x
samenreizend) >
Pagina 14 van 69 «
CC arotopperngezonte beschermovenegdewrterdeursmenetend
5.2.2 Alternatieve manier boeken rit
In figuur 5.7 wordt het aantal respondenten weergeven dat aangaf niet via de telefoon maar op een andere
manier de rit te hebben geboekt. Hiervan heeft bij beschermd vervoer 77 via de app gereserveerd. 13%
reserveerde via de website. In 2021-k2 waren dit nog respectievelijk 77% en 13% van de ondervraagden. De
optie dat iemand anders via de website besteld is gestegen met 7% ten opzichte van 2021-k2. Bij de doelgroep
deur tot deur samenreizend (zie figuur 5.8) was het gedeelte dat via de app reserveerde een stuk groter (84%).
Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden echter niet statistisch representatief.
100%
<A NR NRN
«NAR nnn _
xn nm
<A n__n
<a BAN
<A
“an Ammann
INR
<…Amnmn__mmn
‚bnn mn EE
Figuur 5.7: U geeft aan dat u niet met de vervoerder heeft gebeld voor het boeken van de rit. Hoe heeft u deze
rit dan wel besteld? (Beschermd vervoer)
100%
<iM _NNR NR R nn
“Rn mmm
<A nnn mn
<A Ann mn
<A nnn nn
<A _
<A Nm
INR
<a
‚_ÜÚ…tmnT ME EE ee
8
E
5
:
5
Figuur 5.8: U geeft aan dat u niet met de vervoerder heeft gebeld voor het boeken van de rit. Hoe heeft u deze =
rit dan wel besteld? (Deur tot deur, samenreizend) 8
e
u
x
oe
>
Pagina 15 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.2.3 Duidelijkheid boeken rit
De resultaten van paragraaf 5.2.3 tot en met 5.2.6 gaan over de respondenten die via de website of app de rit
hebben geboekt. Bij beschermd vervoer vonden alle (100%) respondenten die via de website of app
reserveerden, dat het duidelijk was welke acties vereist waren om de rit te boeken (zie figuur 5.9). Bij de
doelgroep deur tot deur samenreizend gold dit voor 96% van de respondenten (zie figuur 5.10). Vanwege de
lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch representatief.
100%
ze mn | | | mm
oe | | | | mm
Figuur 5.9: Het was voor mij duidelijk wat ik moest doen om de rit te boeken. (Beschermd vervoer)
100%
ze mn | | | mm
so mn | | | mm
zo mn | | | mm
on mn | | | mm
5
8
5
Figuur 5.10: Het was voor mij duidelijk wat ik moest doen om de rit te boeken. (Deur tot deur, samenreizend) Z
E
ll
za
Ö
=
.
os
Lu
x
oe
Lu
>
Pagina 16 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.24 Moeite boeken rit
Van de respondenten van beschermd vervoer die via de website of app reserveerden vond 93% dat het weinig
moeite kostte om de rit te boeken (zie figuur 5.11). In figuur 5.12 is te zien dat 93% van de doelgroep van deur
tot deur samenreizend het hiermee eens was; 7% was neutraal. Vanwege de lage aantallen zijn deze
antwoorden niet statistisch representatief.
100%
zo mn | | | mm
ox mn | | | mm
mn | | | mm
Figuur 5.11: Het kostte weinig moeite om de rit te boeken. (Beschermd vervoer)
100%
mn | | | mm
ox mn | | | mm
5
Figuur 5.12: Het kostte weinig moeite om de rit te boeken. (Deur tot deur, samenreizend) 2
Lu
5
FE
Lu
FE
ll
za
Ö
=
.
os
Lu
x
oe
Lu
>
Pagina 17 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.2.5 Duidelijkheid kosten rit
Zoals te zien is in figuur 5.13 was het voor de meeste respondenten van beschermd vervoer die via de website
of app reserveerden (92%) duidelijk wat ze voor de rit moesten betalen. Bij de respondenten van deur tot deur
samenreizend geldt dit voor 96% (zie figuur 5.14). Die percentages zijn iets gedaald, maar vanwege de lage
aantallen niet statistisch representatief.
100%
zo OO | | | mm
on OO | | | mm
Figuur 5.13: Het was voor mij duidelijk wat ik voor de rit moest betalen. (Beschermd vervoer)
100%
zo OO | | | mm
ox OO | | | mm
OO | | | mm
ox OO | | | mm
=
8
Figuur 5.14: Het was voor mij duidelijk wat ik voor de rit moest betalen. (Deur tot deur, samenreizend) ú
E
Lu
FE
ll
za
Ö
=
.
os
Lu
x
oe
Lu
>
Pagina 18 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.2.6 Duidelijkheid succes reservering
Bijna alle respondenten (93%) van beschermd vervoer waren na het boeken via de website of app zeker dat de
reservering goed was verlopen. Ongeveer 7% was hier neutraal over, zie figuur 5.15. Bij de doelgroep deur tot
deur samenreizend (zie figuur 5.16) gold dit ook voor een groot deel van de respondenten (94%), en was een
klein deel neutraal hierover (5%). Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch
representatief.
100%
ox OO | | | mm
ox || OO | | | mm
ox OO | | | mm
ox OO | | | mm
Figuur 5.15: Na het boeken was ik er zeker van dat de reservering goed was gegaan. (Beschermd vervoer)
100%
ox OO | | | mm
on OO | | | mm
on OO | | | mm
ox | mn mn mn | mm
É
8
É
Figuur 5.16: Na het boeken was ik er zeker van dat de reservering goed was gegaan. (Deur tot deur, Z
samenreizend) wi
—
©
=
.
u
Lu
x
>
Pagina 19 van 69 «
_____Kwartaalrapportage 2021-4: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreitend dh)
5.2.7 Belservice
De resultaten van paragraaf 5.2.7 tot en met 5.2.10 gaan over de respondenten die via de telefoon de rit
hebben geboekt. In de meeste gevallen werden de respondenten gevraagd naar een telefoonnummer. Bij
beschermd vervoer was dit 84%, even hoog als 2020-k4 en 2021-k2 (zie figuur 5.17). Bij deur tot deur
samenreizend is 86% van de respondenten gevraagd naar een telefoonnummer, deze groep is gedaald in
vergelijking met 2021-k2 (91%), zoals te zien is in figuur 5.18.
100%
or OO OO OO |
melee
Figuur 5.17: Heeft de telefoniste u naar een telefoonnummer gevraagd waarop u bereikbaar bent voor de
belservice? (indien van toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
ox OO OO OO |
oe OO OO |
E
5
mee
Lu
>
.
FE
Figuur 5.18: Heeft de telefoniste u naar een telefoonnummer gevraagd waarop u bereikbaar bent voor de Ie
belservice? (indien van toepassing) (Deur tot deur, samenreizend) 7
ga
Ö
=
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 20 van 69 {
_ aroorapperage att beshermevener deuriordeursonenezend
5.2.8 Tevredenheid bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de telefoniste
In figuur 5.19 is te zien dat het grootste gedeelte (61%) van de respondenten van beschermd vervoer tevreden
was over de bereikbaarheid, vriendelijkheid en behulpzaamheid van de medewerkers van de telefooncentrale.
In vergelijking met 2021-k2 is deze groep gestegen, de groep die zeer tevreden is, is iets gedaald van 42% in
2021-k2 naar 33% in 2021-k4. De groep die neutraal, ontevreden of zeer ontevreden is, is ten opzichte van
2021-k2 gelijk gebleven. Bij de doelgroep deur tot deur samenreizend (zie figuur 5.20) is tevens de groep die
tevreden is het grootst (64%). Deze groep is gestegen ten opzichte van 2021-k2 (58%). De groep die zeer
tevreden was is daarentegen licht gedaald (van 32% naar 27% in 2021-k4). Het gedeelte van respondenten dat
neutraal heeft geantwoord is met 1% gedaald naar 5%, terwijl de groep die ontevreden of zeer ontevreden is
over de telefooncentrale gelijk is gebleven.
00%
‘oo | mn mn | m
oon | mn | | m
zou | | OO OO | m
ox | | | | m
sox | OO OO mn m
son mn mn | mn |
zox L_ | OO OO | m
ox mn mn | mn |
ox LJ | OO OO | m
ox | | | mn m
Figuur 5.19: Hoe tevreden of ontevreden was u over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de
medewerkers van de telefooncentrale? (indien van toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
ox | | mn mn | m
so | mn mn | mn |
ox | OO OO | m
ox | mn | | mn |
son L | OO OO | m
son mn mn | mn |
ox | mn | | m
ox LO | | LO mm id
ox | | mn mn m 3
0% | | mn mn mm wi
8
E
Ë
E
8
Figuur 5.20: Hoe tevreden of ontevreden was u over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de ú
medewerkers van de telefooncentrale? (indien van toepassing) (Deur tot deur, samenreizend) De
>
Pagina 21 van 69 «
5.2.9 Reden tevredenheid bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de telefoniste
De respondenten die aangaven tevreden te zijn over de bereikbaarheid, vriendelijkheid en behulpzaamheid
van de telefoniste, gaven bij de doelgroep beschermd vervoer (figuur 5.21) als belangrijkste reden hiervoor aan
dat de telefoniste vriendelijk was (64%). Hiernaast gaf 10% als belangrijkste reden aan, dat de telefoniste
deskundig genoeg was. Ten opzichte van 2021-k2 is te zien dat vaker is aangegeven dat de telefoniste
vriendelijk was (van 54% naar 64%). Er is minder vaak aangegeven dat de telefoniste deskundig genoeg was van
18% naar 10%). Bij de doelgroep deur tot deur samenreizend (zie figuur 5.22) vonden tevens de meeste
respondenten de vriendelijkheid van de telefoniste de belangrijkste reden (55%). 13% vond deskundigheid de
belangrijkste reden. Ten opzichte van 2021-k2 is de reden ‘vriendelijkheid van de telefoniste’ het meest
gedaald (dit was 59%) en de reden ‘de telefonist{e) begreep mij’ het meest gestegen (van 4% naar 6%).
100%
so | | mn mn | m
so% | | mn | | m
zo | | mn | | m
sox | | mn | | m
so% | | mn | | m
zon mn mn | | m
z0% | mn mn mn m
zo | mn mn | m
vox | mn | mn m
o% | | mn | m
=de telefonist(e) kon mijn vragen goed 14% 12% 18% 18% 10%
beantwoorden (deskundig genoeg)
reservering goed was gegaan
Figuur 5.21: U geeft aan dat u tevreden bent over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de
telefoniste. Wat is daarvan de belangrijkste reden? (Beschermd vervoer)
oe
Lu
Ö
>
os
Lu
>
.
FE
Lu
FE
—
ga
Ö
=
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 22 van 69 {
100%
0% | ___| mn ___| ___| m
so% | | mn | | m
zo | | mn | | m
sox | | mn | | m
son mn mn mn | m
son | mn | | m
z0% | mn mn | m
zo% | mn mn | m
vox | mn mn | m
ox | mn mn mn m
19-ká (N=269) 20-k1 (N=247) 20-ká (N=258) 21-k2 (N=234) 21-ká (N=249)
=de telefonist(e) kon mijn vragen goed 11% 0% 14% 12% 13%
beantwoorden (deskundig genoeg)
7 E smerigs f ar as ee zoa ” 7
reservering goed was gegaan
Figuur 5.22: U geeft aan dat u tevreden bent over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de
telefoniste. Wat is daarvan de belangrijkste reden? (Deur tot deur, samenreizend)
oe
Lu
Ö
>
os
Lu
>
.
E
Lu
FE
ml
ga
Ö
=
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 23 van 69 {
5.210 Reden ontevredenheid bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de telefoniste
Voor de ontevreden respondenten van beschermd vervoer gaf 33% als reden dat de telefonist(e) onvriendelijk
was. 33% gaf als reden dat de telefonist(e) degene niet begreep. 33% geeft een andere reden op, zie figuur
5.23. Van de respondenten van deur tot deur samenreizend gaf 36% aan als reden dat de telefonist(e)
onvriendelijk was. Dit aantal is ten opzichte van 2021-k2 met 16% gestegen. Ook is er door 18% van de
respondenten een andere reden opgegeven. Dit is ten opzichte van 2021-k2 sterk gestegen, zie figuur 5.24.
Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch representatief.
100%
00% | | | | | |
g0% |_ | | | | |
70% | | | | | |
60% L_| | | | | |
50% | | | | | |
20% || | | | | |
30% || | | | | |
0% | | | | | |
10% L_| | | | | |
o% | | | | |
beantwoorden
betalen
reservering goed was gegaan
Figuur 5.23: U geeft aan dat u ontevreden bent over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de
telefoniste. Wat is daarvan de belangrijkste reden? (Beschermd vervoer)
100%
o0% L_ _____ | _____ | _____ | _____ | |
go% | | | ____ | ____ | mm
zo% | | | | | |
60% | | | ____| |
50% | | | | | |
zo | | | | |
30% L_| | | | | |
50% | | ____| ____ | |
10% | | | | |
o% | _____| | | |
n
- T 7 ao
m De telefoniste kon mijn vragen niet goed 6% 10% 14% 23% 0% >
beantwoorden rr
5
.
L
B
To - - mn
B Het was onduidelijk wat ik voor de rit moest 31% 10% 0% 23% 27% 5
betalen o
3
reservering goed was gegaan e
5
Figuur 5.24: U geeft aan dat u ontevreden bent over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de xe
telefoniste. Wat is daarvan de belangrijkste reden? (Deur tot deur, samenreizend) en
Pagina 24 van 69 f
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.3 Aankomst bij uw vertrekadres
53.1 Teruggebeld over de verwachte aankomsttijd
De meeste respondenten van beschermd vervoer (84%) geven aan dat RMC over de verwachte aankomsttijd
van het voertuig heeft gebeld. Dit aantal is hetzelfde ten opzichte van 84% in 2021-k2, zoals te zien is in figuur
5.25. Bij de respondenten van deur tot deur samenreizend (zie figuur 5.26) was deze groep ongeveer (84%) en
ten opzichte van 2021-k2 iets gedaald (1 procentpunt).
100%
mel
Figuur 5.25: Heeft RMC u over de verwachte aankomsttijd van het voertuig gebeld? (laatste rit met AOV)
(Beschermd vervoer)
100%
5
8
mel É
Figuur 5.26: Heeft RMC u over de verwachte aankomsttijd van het voertuig gebeld? (laatste rit met AOV) (Deur E
tot deur, samenreizend) 5
5
ga
Ö
=
e
Lu
x
u
>
Pagina 25 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.3.2 Informatie correct
Net als in 2021-k2 gaven verreweg de meeste respondenten van beschermd vervoer (98%) aan, dat de gegeven
informatie over de verwachte aankomsttijd van het voertuig correct was, zie figuur 5.27. Bij de doelgroep deur
tot deur samenreizend gaf 95% aan dat de gegeven informatie correct was, 1 procentpunt lager ten opzichte
van 2021-k2, zie figuur 5.28. Bij beide groepen is weinig verschil te zien.
100%
so | | | |
soe mn | mn mn
6 | | mn mn
ox | | | | |
50% | | mn mn
son | | | |
0% | | mn mn
os mn | | |
ox | | mn mn
ox | | | |
CC
Figuur 5.27: Was de gegeven informatie correct? (indien van toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
son | | | |
ox | | mn mn
zou mn | | |
ox mn | mn mn
ox | | | |
ox | | mn mn
zoe mn | mn mn
wo mn | | |
ox | mn mn
ox | | mn mn
mee
Figuur 5.28: Was de gegeven informatie correct? (indien van toepassing) (Deur tot deur, samenreizend)
oe
Lu
Ö
z
Lu
>
.
FE
Lu
FE
ll
za
Ö
=
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 26 van 69 f
5.3.3 Tijd doorgeven aankomsttijd
Voor 43% van de respondenten bij beschermd vervoer die aangaven dat de informatie incorrect was, was het
verschil groter dan 30 minuten tussen de doorgegeven en werkelijke aankomsttijd van het voertuig. Ten
opzichte van 2021-k2 is dit een stijging van 43% (zie figuur 5.29). Bij deur tot deur samenreizend gaf 40% aan
dat het verschil tussen de 20 en 30 minuten was; een stijging ten opzichte van 2021-k2 (10%), zie figuur 5.30.
Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch representatief.
100%
oo | mn mn | |
sox mn mn | |
zou | mn | |
son mn mn | |
son mn | |
zon | | mn mn
zon mn mn | mn
on mn mn | mn
on mn mn | mn
oe mn LL | |
Figuur 5.29: Hoe lang zat ongeveer tussen de doorgegeven aankomsttijd en de werkelijke aankomsttijd van het
voertuig? (indien van toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
oo | mn OO mn |
sox mn | |
zou | | | |
som | mn | | |
son mn | |
ox | | |
zox mn | |
ox mn | |
vox Ll DO mn | |
ox | | mn mn
E
8
=
Mi
e
Figuur 5.30: Hoe lang zat ongeveer tussen de doorgegeven aankomsttijd en de werkelijke aankomsttijd van het =
voertuig? (indien van toepassing) (Deur tot deur, samenreizend) s
e
Lu
x
u
>
Pagina 27 van 69 «
5.4 De rit met het AOV
541 Bestemming
In figuur 5.31 en 5.32 worden de resultaten weergeven van de bestemming van de laatst gemaakte rit met het
AOV. De bestemmingen van beschermd vervoer hebben voornamelijk familie/vrienden/kennissen (36%) als
insteek van de laatste AOV-rit. Vooral de medische instelling als bestemming is gedaald ten opzichte van 2021-
k2 (van 44% naar 26%). De bestemming vereniging/buurthuis en uitgaan/theater/bioscoop zijn beide het meest
gestegen met 6%. Bij deur tot deur samenreizend is voornamelijk naar familie/vrienden/kennissen reizen (34%)
de belangrijkste insteek van de laatste AOV-rit. Vooral de medische instelling als bestemming is gedaald ten
opzichte van 2021-k2 (van 42% naar 29%).
100%
o0% | _____ | _____ | | | |
g0% | | | | |
70% | | | | |
0% | | | | | |
50% | | | | |
20% | | | | |
30% | | | | |
20% | | | | | |
ox | mn | | | |
o% | | | | _____| mn
Figuur 5.31: Wat is de bestemming van de laatste rit die u met AOV hebt gemaakt? (Beschermd vervoer)
100%
o0% | | | | mm
g0% | | | | mm
z0% | | | | |
go% | | | | | |
50% | | | | |
20% | | | | m
30% | | | | m
20% | | | | m
10% | | | | m
0% | | | | mm
&
8
>
Ë
7
.
n
>
8
7
E
Figuur 5.32: Wat is de bestemming van de laatste rit die u met AOV hebt gemaakt? (Deur tot deur, Ed
samenreizend) >
Pagina 28 van 69 {
_____Kwartaalrapportage 2021-4: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreitend dh)
542 Tevredenheid vriendelijkheid/behulpzaamheid chauffeur
In figuur 5.33 is te zien dat meer de helft (59%) van de respondenten van beschermd vervoer tevreden is over
de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de chauffeur tijdens de rit en 31% is zelfs zeer tevreden. Bij deur tot
deur samenreizend is 60% van de respondenten tevreden en 30% zeer tevreden (zie figuur 5.34). Het aandeel
tevreden is hierbij met 8 procentpunten gestegen bij beschermd vervoer en bij deur tot deur samenreizend
gestegen met 5 procentpunten in vergelijking met 2021-k2.
100%
50% | | | | | |
go% | | | | | |
70% | | | | | |
60% | mn | | mn |
50% | | | | | mm
40% mm | mn | mn mm
30% | | | | | mm
20% | | | | mm
10% mm | | | | mm
o% | | | | mn
Figuur 5.33: Hoe tevreden of ontevreden was u over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur
tijdens de rit? (Beschermd vervoer)
100%
50% | | | | | __|
80% | mn | | mn |
70% | | | | |
s0% | | | | mn
50% | mn | | mn mm
20% | | | | | mm
30% mm | | | | mm
20% | | | | mm
10% | | | | mm
n
Lu
Figuur 5.34: Hoe tevreden of ontevreden was u over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur e
tijdens de rit? (Deur tot deur, samenreizend) ú
.
FE
Lu
| nd
-
ga
Ö
=
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 29 van 69 {
54.3 Reden tevredenheid vriendelijkheid/behulpzaamheid chauffeur
Bij beschermd vervoer was de belangrijkste reden tot tevredenheid het helpen bij in-en/of uitstappen (52%),
gevolgd door de vriendelijkheid van de chauffeur (38%), zie figuur 5.35. Bij 2021-k2 was dit nog respectievelijk
48% en 43%. Bij deur tot deur samenreizend geven de meeste mensen de vriendelijkheid van de chauffeur
(48%) op als voornaamste reden, gevolgd door het helpen bij het in- en/of uitstappen (39%), zie figuur 5.36.
Ten opzichte van 2021-k2 zijn deze percentages met 5 procentpunten verschoven tussen beide
antwoordmogelijkheden.
100%
<A NR NRN
<A mn nn _
<A nm _
«nn nn n__n
<a Em ee me
<_…AR mn mm mm
<a nm mn mn
<A nm mn mn
<A nnn mn
‚Mmm mn
Figuur 5.35: U geeft aan dat u tevreden bent over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur. Wat is
daarvan de belangrijkste reden? (Beschermd vervoer)
100%
<A NR NRN
<A mn nn _
<A nnn mn
<NNR n__n
<a nnn mn
<A mm mn
xam mm mn
<A nm mn mn
“Annam mm _
‚ Ú.en mn mn ú
2
RE >
-
zat -
B
E
ga
5
=
Figuur 5.36: U geeft aan dat u tevreden bent over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur. Wat is z
daarvan de belangrijkste reden? (Deur tot deur, samenreizend) er
k 4
oe
Lu
>
Pagina 30 van 69 {
5.4.4 Reden ontevredenheid vriendelijkheid/behulpzaamheid chauffeur
De belangrijkste redenen van de respondenten van beschermd vervoer waarom zij ontevreden waren over de
vriendelijkheid en behulpzaamheid van de chauffeur (zie figuur 5.37), waren ‘de chauffeur helpt mij niet bij in-
en/of uitstappen’ (50%) en ‘anders namelijk’ (33%). In 2021-k2 was het antwoord ‘anders, namelijk’ juist het
meest voorkomende antwoord (50%). Bij de respondenten van deur tot deur samenreizend vielen de redenen
het vaakst onder ‘anders namelijk’ (47%) (zie figuur 5.38). Circa een derde van de ontevreden respondenten
(35%) gaf aan dat de chauffeur niet aardig was. Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet
statistisch representatief.
100%
aox | | | | |
zox mn mn mn mn m
zon mn mn mn mn m
box | mn mn mn mn m
sox mn mn mn mn m
zon mn mn mn mn m
zox mn mn mn mn m
20% | mn mn mn mn m
vox mn mn mn mn m
ox mn mn mn mn m
geeneen kt ta pen " en In
uitstappen
niet goed
Figuur 5.37: Wat is de belangrijkste reden dat u ontevreden was over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de
chauffeur? (indien van toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
aox | | | | |
zox mn mn mn mn |
zou | mn mn mn mn m
sx | mn mn mn mn m
sox | mn mn mn m
zon mn mn mn mn m
30% | mn mn mn m
zou | mn mn mn m
zon | | | | |
ox mn mn mn mn m -
&
=De chauffeur hielp mij niet bij het in- en/of 25% 17% 23% 17% 18% >
uitstappen rr
0% 0% 0% 0% 0% .
zat ==
5
| nd
5
niet goed ma
8
.
Figuur 5.38: Wat is de belangrijkste reden dat u ontevreden was over de vriendelijkheid /behulpzaamheid van ce
Lu
de chauffeur? (indien van toepassing) (Deur tot deur, samenreizend) n
oe
Lu
>
Pagina 31 van 69 {
_ aroorapperage att beshermevener deuriordeursonenezend
5.4.5 Tevredenheid rijstijl van de chauffeur
Het overgrote gedeelte van de respondenten van zowel beschermd vervoer (91%) als deur tot deur
samenreizend (89%) was ofwel tevreden ofwel zeer tevreden over de rijstijl van de chauffeur. Bij beschermd
vervoer is het aandeel dat zeer tevreden was iets gedaald (van 31% naar 20%), hetzelfde geldt bij deur tot deur
samenreizend was de groep, zij het in iets mindere mate (van 31% naar 25%).
100%
son | | | | mm
ox | mn | mn mm
oe mn | | mn m
ox | | | | m
ox mn mn mn mn |
son | | | | m
zo | mn mn | m
ox | | | | m
on | mn mn | m
ox mn | | mn mm
Figuur 5.39: Hoe tevreden of ontevreden was u over de rijstijl van de chauffeur? (Beschermd vervoer)
100%
son | | | | mm
ox | mn | mn m
zon | | | | mm
son | mn mn | m
so mn mn mn mn m
son | | | | m
zo mn mn mn mn m
ox | | | | m
on | | | | m
ox | | | mn m
5
8
Figuur 5.40: Hoe tevreden of ontevreden was u over de rijstijl van de chauffeur? (Deur tot deur, samenreizend) ú
E
Lu
FE
ll
za
Ö
=
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 32 van 69 f
5.4.6 Reden ontevredenheid rijstijl van de chauffeur
De respondenten van beschermd vervoer die ontevreden waren over de rijstijl van de chauffeur, gaven
voornamelijk (63%) antwoorden in de categorie ‘anders’ (zie figuur 5.41) Ten opzichte van 2021-k2 is de
categorie ‘anders’ met 38% gestegen. De respondenten van deur tot deur samenreizend gaven eveneens voor
het grootste gedeelte een antwoord in de categorie anders aan (zie figuur 5.42). Vanwege de lage aantallen zijn
deze antwoorden niet statistisch representatief.
100%
ox || mn | | | m
so mn mn | | |
ox | | | | m
ox | | | | m
sx | | | | m
ox | | | | m
sx | | | | m
ox | | | | m
ox | | | | m
ox | | | | m
Figuur 5.41: U geeft aan ontevreden te zijn over de rijstijl van de chauffeur. Kun u aangeven wat de reden
hiervan is? (Beschermd vervoer)
100%
aox | | OO OO m
ox | | mn m
zen | | | | mm
son | mn nn OO OO mm
on mn OO | | mm
ox OO | | m
zon OO OO | | mm
oe OO OO | | mm
on OO | | m
oe OO OO nn | mm
E
8
E
Figuur 5.42: U geeft aan ontevreden te zijn over de rijstijl van de chauffeur. Kun u aangeven wat de reden en
hiervan is? (Deur tot deur, samenreizend) 5
5
©
=
.
u
x
oe
>
Pagina 33 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
5.5 Stiptheid en rolstoelgebruik
5.5.1 Aankomsttijd
Het overgrote deel van de respondenten gaf aan dat het voertuig op tijd (ofwel binnen 15 minuten voor of na
de afgesproken tijd) is aangekomen op het vertrekadres (86% bij beschermd vervoer, 82% bij deur tot deur
samenreizend), zie de resultaten in figuur 5.43 en figuur 5.44. Het aandeel ritten binnen de tijd is bij beschermd
vervoer met 1 procentpunten gestegen ten opzichte van 2021-k2. Bij van deur tot deur samenreizend is het
aandeel ritten binnen de tijd met 5 procentpunten gedaald ten opzichte van 2021-k2. Een klein deel gaf aan dat
het voertuig vroeger of later was (respectievelijk 11% en 12%).
100%
<—M _ _NNR ERNnn
<A
zc IN nn _
“Ann
0 n__n _
<A
IN nn _
<A
n__n
Figuur 5.43: Het voertuig mag 15 minuten voor of na de afgesproken tijd aankomen op het vertrekadres. Hoe
was de aankomsttijd in uw geval? (Beschermd vervoer)
100%
<A NN REN nn
In _
<A
IN n__n _
<A
in ___n_
30% m OO OO OO | m rr
am Mmmm
5
E
:
Figuur 5.44: Het voertuig mag 15 minuten voor of na de afgesproken tijd aankomen op het vertrekadres. Hoe Lu
was de aankomsttijd in uw geval? (Deur tot deur, samenreizend) x
En
Pagina 34 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.5.2 Aantal minuten te vroeg
Wanneer het voertuig te vroeg was, gaven respondenten van beschermd vervoer aan dat dit voornamelijk 5 tot
10 minuten te vroeg was (57%), of 10-15 minuten (43%), zie figuur 5.45. In 2021-k2 viel bijna een derde nog
binnen de categorie 0-5 minuten en een derde binnen 10-15 minuten te vroeg (beide 31%). Binnen de
categorie was dit 23%. Ditmaal is er minder spreiding. Respondenten van deur tot deur samenreizend gaven
aan dat het voertuig voornamelijk O tot 5 minuten te vroeg was (50%), zie figuur 5.46. Het aandeel van >30
minuten is daarnaast met 10% toegenomen (van 7% in 2021-k2 naar 17%). Vanwege de lage aantallen zijn deze
antwoorden niet statistisch representatief.
100%
sos | | | |
ox | | | | |
zo | | | |
son | | | |
sox | | | | |
sos | | | |
os | | | |
ox | mn mn mn |
oe | | | |
ox | | | |
Figuur 5.45: Hoeveel minuten voor het afgesproken tijdstip was het voertuig te vroeg? (indien van toepassing)
(Beschermd vervoer)
100%
sos | | | |
ox | | mn | |
zo | | | |
son | | | |
sox | | mn | |
sos | | | |
os | | | |
ox | | mn |
on mn mn mn mn -
ex | | | | W
2
8
5
E
5
8
Figuur 5.46: Hoeveel minuten voor het afgesproken tijdstip was het voertuig te vroeg? (indien van toepassing) ee
(Deur tot deur, samenreizend) wi
u
>
Pagina 35 van 69 «
Vwarotapporgeaorttbeschermevenoer deurierdeursanenetend
5.5.3 Aantal minuten te laat
Wanneer het voertuig te laat was, geven respondenten van beschermd vervoer aan dat dit voornamelijk 0-5
minuten of 10-15 minuten te laat was (beide 31%), zie figuur 5.47. Het aandeel van meer dan 30 minuten is
daarnaast afgenomen (van 29% in 2021-k2 naar 13%). Respondenten van deur tot deur samenreizend (zie
figuur 5.48) geven aan dat het voertuig voornamelijk 10-15 minuten te laat was (31%). Het aandeel 20-30
minuten te laat en >30 minuten is ten opzichte van 2021-k2 met respectievelijk 14% en 10% toegenomen.
Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch representatief.
100%
ox | | mn mn
son mn mn mn mn
zon | | mn mn
son | mn | mn mn
so mn | | mn
son | | | mn
ox LJ | mn mn |
ox | | | mn
vo mn | | |
ox mn | | mn
Figuur 5.47: Hoeveel minuten na het afgesproken tijdstip was het voertuig te laat? (indien van toepassing)
(Beschermd vervoer)
100%
ox mn mn | |
sox mn mn | |
zox | | mn mn
ox | | mn mn
son | nj | |
aon mn | | mn
zon | | AR
ox | | | |
ox mn | mn mn
0% mn | | | -
ú
Ee
5
5
E
2
Figuur 5.48: Hoeveel minuten na het afgesproken tijdstip was het voertuig te laat? (indien van toepassing) a
(Deur tot deur, samenreizend) x
x
u
>
Pagina 36 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
554 Tevredenheid op tijd komen
De meeste respondenten van zowel beschermd vervoer (70%) als deur tot deur samenreizend (64%) waren
tevreden over het op tijd komen van het voertuig. Van beschermd vervoer was 19% zeer tevreden, ten
opzichte van 28% in 2021-k2. Van deur tot deur samenreizend was 22% zeer tevreden, ten opzichte van 31% in
2021-k2.
100%
m OO nn nn OO mm
90%
m OO nn nn OO mm
80%
| | mn OO mn mm
70%
m | | mm
60%
| nn OO OO nn mm
50%
m | | mm
40%
| nn OO OO nn mm
30%
m | | mm
20%
| | mn | mm
10%
ox OO | OO | |
Figuur 5.49: Hoe tevreden of ontevreden was u over het op tijd komen van uw voertuig? (Beschermd vervoer)
100%
m | mn mn | m
90%
s0% | | mn mn | —
70% mn | mn mn
| | | | | mm
60%
m | mn mn | m
50%
m | mn mn | m
40%
m | mn mn | m
30%
m | mn mn | m
20%
| | | mn mn |
10%
ox | | | | m
E
8
ë
7
Figuur 5.50: Hoe tevreden of ontevreden was u over het op tijd komen van uw voertuig? (Deur tot deur, 5
samenreizend) 5
ga
Ö
=
.
os
Lu
3
Lu
>
Pagina 37 van 69 «
_ aroorapperage att beshermevener deuriordeursonenezend
5.5.5 Geplande tijd
Verreweg de meeste respondenten van beschermd vervoer (93%) waren op de geplande tijd aangekomen op
de bestemming, zie figuur 5.51. In vergelijking met 2021-k2 (97%) is dit aandeel iets gedaald. De meeste
respondenten van deur tot deur samenreizend waren eveneens op tijd aangekomen (91%); dit is iets gedaald
ten opzichte 2021-k2 (94%), zie figuur 5.52.
100%
sou | | | |
sou | | | |
zou | | | |
son | | | |
son | | | |
ox | | | |
zou | | | |
ox | | | |
ER EE B
melee
Figuur 5.51: Was u op de door u geplande tijd aanwezig op uw bestemming? (Beschermd vervoer)
100%
ox OO OO | |
zon | | | |
zou | | | |
son | | | |
son | | | |
ox | | | |
zon | | | |
ox | | | |
EC
oe
Figuur 5.52: Was u op de door u geplande tijd aanwezig op uw bestemming? (Deur tot deur, samenreizend) ni
.
FE
Lu
5
ga
Ö
=
.
os
Lu
x
oe
Lu
>
Pagina 38 van 69 «
_ aroorapperage att beshermevener deuriordeursonenezend
5.5.6 Aantal minuten te vroeg
Bij de twee respondenten van beschermd vervoer die te vroeg op hun bestemming aankwamen, was dit
eenmaal 5-10 minuten en eenmaal >30 minuten, zie figuur 5.53. Vanwege de lage aantallen zijn deze
antwoorden niet statistisch representatief. Er is geen respondent van deur tot deur samenreizend die aangeeft
te vroeg op zijn/haar bestemming aan te zijn gekomen, zie figuur 5.54.
100%
oe | OO OO OO
on mn mn | |
zo% | | | |
60% | | | | |
50% | | | |
a0% | | | |
30% | | | | |
20% | | | | |
10% n | | | |
Figuur 5.53: Hoeveel minuten voor het afgesproken tijdstip was u te vroeg op uw bestemming? (indien van
toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
00% | |
0% | |
20% | | |
60% | | |
50% | |
MA | |
20% | | |
20% | | |
10% | | |
É
8
5
Figuur 5.54: Hoeveel minuten voor het afgesproken tijdstip was u te vroeg op uw bestemming? (indien van Z
toepassing) (Deur tot deur, samenreizend) wi
5
ga
Ö
=
.
os
Lu
x
oe
Lu
>
Pagina 39 van 69 «
5.5.7 Aantal minuten te laat
De respondenten van beschermd vervoer die te laat op hun bestemming aankwamen, geven aan voornamelijk
meer dan 30 minuten te laat aan te komen (54%), zie figuur 5.55. Een kwart (25%) van de respondenten geeft
aan 20-30 minuten te laat te komen. Ten opzichte van 2021-k2 was dat nog respectievelijke 33% en 17%. De
respondenten van deur tot deur samenreizend gaven aan dat, wanneer zij te laat op hun bestemming
aankwamen, dit voornamelijk 20-30 en meer dan 30 minuten te laat was (respectievelijk 32% en 35%).
Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch representatief.
100%
oo% | mn | | |
20% | | |
zo% | | |
60% | |
50% | |
20% | | |
30% | |
20% | |
10% | |
0% mm mn mn mn mn
Figuur 5.55: Hoeveel minuten na het afgesproken tijdstip was u te laat op uw bestemming? (indien van
toepassing) (Beschermd vervoer)
100%
o0% | | | |
20% | | |
zo% | | |
60% Ll | | | |
50% | |
zo% | |
30% | | | |
20% | |
10% | |
0% mm mn mn mn mn
-
ë
S
5
8
5
| nd
Figuur 5.56: Hoeveel minuten na het afgesproken tijdstip was u te laat op uw bestemming? (indien van =
ga
toepassing) (Deur tot deur, samenreizend) 8
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 40 van 69 f
_ aroorapperage att beshermevener deuriordeursonenezend
5.5.8 Gebruik rolstoel
De meeste reizigers van zowel beschermd vervoer (97%) als deur tot deur samenreizend (94%) hebben geen
gebruik gemaakt van een rolstoel bij de laatste rit. Vergeleken met 2021-k2 (92%) is er bij beschermd vervoer
een afname van vijf procentpunt van respondenten die aangeven dat ze gebruik hebben gemaakt van een
rolstoel. Bij deur tot deur samenreizend is er een toename, zij het van slechts 1 procentpunt (93% gaf ‘nee’ aan
in 2021-k2).
100%
son | | | mn
zon OO OO OO OO
zon OO OO OO OO
so | | | |
son OO OO OO OO
zou OO OO OO OO
zou OO OO OO OO
zon OO OO OO OO
ox | | | |
ox | | | |
mee
Figuur 5.57: Heeft u bij deze rit gebruik gemaakt van een rolstoel? (Beschermd vervoer)
100%
son | | | mn
sou OO OO OO OO
zou OO OO OO OO
son OO OO OO OO
so | | | |
zou OO OO OO OO
zou OO OO OO OO
ox OO OO OO OO
ox OO OO OO OO
ox | | | |
EC 5
E
>
Figuur 5.58: Heeft u bij deze rit gebruik gemaakt van een rolstoel? (Deur tot deur, samenreizend) Z
o
—
ga
Ö
=
e
Lu
x
oe
Lu
>
Pagina 41 van 69 «
Neoraropporage20attBeshemdvencerdeurttdeursomenetend
5.5.9 Tevredenheid vastzetten rolstoel
De respondenten die van een rolstoel gebruik hebben gemaakt, geven voor het merendeel aan tevreden of
zeer tevreden te zijn over het vastzetten van de rolstoel (92% van beschermd vervoer en 96% van deur tot deur
samenreizend), zie figuren 5.59 en 5.60. Bij beschermd vervoer is dat een afname ten opzichte van 2021-k2
(was 97%). Bij deur tot deur samenreizend is er 3 procentpunt toename te zien over de tevredenheid van het
vastzetten van de rolstoel (was 93% 2021-k2). Vanwege de lage aantallen zijn deze antwoorden niet statistisch
representatief.
100%
m | | m
90%
zou | | | | | mm
zo% | | | | mm
60% | | | | m
50% | | | | mm
zou | | | | mm
20% | | | | mm
20% | | | | mm
10% | | | | m
ox | | | | mm
Figuur 5.59: Hoe tevreden of ontevreden was u over het vastzetten van uw rolstoel? (indien van toepassing)
(Beschermd vervoer)
100%
m | | | | mm
90%
sou | | | | | mm
zou | mn mm
sx | | | | mm
50% | | | | mm
zou | | | | mm
20% | | | | mm
20% | | | | mm
10% | | | | mm
ox LI | | | | _
e
ë
E
5
8
5
Figuur 5.60: Hoe tevreden of ontevreden was u over het vastzetten van uw rolstoel? (indien van toepassing) =
(Deur tot deur, samenreizend) 8
ze
Lu
x
u
>
Pagina 42 van 69 «
CC oreoropportge zoz beschemdvenoerdewrtetdeursamenerend
5.6 Overige vragen
5.6.1 Nog gereisd met andere vervoermiddelen dan het AOV
Ongeveer de helft zowel beschermd vervoer (50%) als deur tot deur samenreizend (43%) heeft de afgelopen
maand nog met andere vervoersmiddelen dan het AOV gereisd, zie figuren 5.61 en 5.62. In 2021-k2 was de
groep die met andere vervoersmiddelen dan het AOV reisde voor beschermd vervoer iets lager (39%) en dit
geldt ook voor deur tot deur samenreizend (32%). De alternatieve vervoersmiddelen waar deze groepen voor
kiezen worden behandeld in paragraaf 5.6.2.
100%
sou | | | |
zon | | | |
ox OO OO OO
son OO | | mn
son OO | OO |
zou OO OO OO OO
zon OO OO OO OO
zon OO OO OO OO
mee ee
Figuur 5.61: Heeft u de afgelopen maand nog met andere vervoermiddelen dan het AOV gereisd? (Beschermd
vervoer)
100%
sou | | | |
sou | | | |
zou | | | |
son | | OO mn
son OO | OO OO
son | OO OO OO
zox OO OO OO OO
NRB
ë
8
EC
FE
—
Figuur 5.62: Heeft u de afgelopen maand nog met andere vervoermiddelen dan het AOV gereisd? (Deur tot 8
deur, samenreizend) z
ui
x
>
Pagina 43 van 69 «
5.6.2 Met welke vervoermiddelen
De respondenten die de afgelopen maand met andere vervoersmiddelen dan het AOV reisden, gaven aan
voornamelijk met openbaar vervoer te reizen (54% van beschermd vervoer en 42% van deur tot deur
samenreizend), zie figuren 5.63 en 5.64. Dit is zowel bij beschermd vervoer (was 58% in 2021-k2) als bij deur
tot deur samenreizend (was 43% in 2021-k2) afgenomen. Hiernaast wordt 32% gebracht en opgehaald door
naasten bij beschermd vervoer (in 2021-k2 was dit 21%). Van de respondenten van deur tot deur samenreizend
wordt 30% gebracht en opgehaald door naasten, dit aandeel was in 2021-k2 gelijk (30%).
100%
50% | | | | | mm
30% | | | | | mm
zo% | | | | |
60% | | | | mm
50% | | | | mm
20% | | | | |
30% | | | | |
20% | | | | | |
10% | | | | |
o% | | | | mm
mGebracht en opgehaald door 14% 28% 18% 21% 32%
familie/vrienden/partner
Figuur 5.63: Met welke vervoersmiddelen reisde u dan? (indien van toepassing en meerdere antwoorden
mogelijk) (Beschermd vervoer)
100%
50% | | | | | |
g0% | | | | |
zo% | | | | | m
60% | | | | mm
50% | | | | |
20% | | | | | mm
30% | | | | |
20% | | | | | |
10% | | | | |
o% | | | | |
m Gebracht en opgehaald door o o o o o ce
S
5
8
5
| nd
Figuur 5.64: Met welke vervoersmiddelen reisde u dan? (indien van toepassing en meerdere antwoorden =
ga
mogelijk) (Deur tot deur, samenreizend) 5
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 44 van 69 {
5.6.3 Belangrijkste reden dat men Openbaar vervoer gebruikte
De belangrijkste reden dat men het openbaar vervoer gebruikte, was voor 55% van beschermd vervoer
vanwege de route (“de route was voor mij goed te reizen met het gewone ov”). Voor de respondenten van
deur tot deur samenreizend was de belangrijkste reden tevens de route (38%) maar ook de snelheid (35%)
(“niet willen wachten op het AOV”).
100%
00% | | | |
s0% | | | | |
zou | | | | |
sou || | | | |
zou LJ | | | |
zou mn | | mn
zou L_| | | | |
zou | | | | |
vox | | | |
ok mn mn | mn
Figuur 5.65: Wat was de belangrijkste reden dat u het openbaar vervoer gebruikte? (indien van toepassing en
meerdere antwoorden mogelijk) (Beschermd vervoer)
100%
oo L | | | |
30% | | | | |
zou | | | | |
sou || | | | |
zou LJ | | | |
zou Ll mn | | mn
zox | | | | |
zo | | | |
vox | | | |
ok mn mn | |
E
8
:
7
8
5
Figuur 5.66: Wat was de belangrijkste reden dat u het openbaar vervoer gebruikte? (indien van toepassing en =
meerdere antwoorden mogelijk) (Deur tot deur, samenreizend) E
ui
k 4
u
>
Pagina 45 van 69 «
5.6.4 Voorkeur voor het reizen met het openbaar vervoer
Ongeveer 57% van de respondenten beschermd vervoer heeft niet de voorkeur om met het openbaar vervoer
te reizen wanneer dat fysiek mogelijk zou zijn. Bij deur tot deur samenreizend geeft hier 59% aan dat dit niet de
voorkeur heeft. Bij beschermd vervoer is het aantal respondenten dat aangeeft niet de voorkeur te hebben
voor het OV wanneer dat fysiek mogelijk zou zijn iets toegenomen (53% in 2021-k2). Bij deur tot deur
samenreizend is de verdeling bijna gelijk gebleven (zie figuren 5.67 en 5.68).
en m
zen OO OO | OO
zee OO OO | OO m
ox OO OO | OO m
" OO mn m
zon mn mn — — —
ex OO OO | OO m
ex OO OO | OO m
ex OO OO | OO m
10%
x | OO OO OO OO m
melee
Figuur 5.67: Heeft u een voorkeur voor het reizen met het Openbaar Vervoer, als dat - rekening houdend met
uw beperkingen - fysiek mogelijk is? (Beschermd vervoer)
on OO OO | OO m
oe OO OO | OO m
zee OO OO | OO m
, OO OO m
son OO OO — — —
ox OO OO | OO m
ex OO OO | OO m
ex OO OO OO OO m
ee OO OO | OO m
ee | | | m ö
Lu
0% ©
2
5
mee ee
| end
Figuur 5.68: Heeft u een voorkeur voor het reizen met het Openbaar Vervoer, als dat - rekening houdend met Ie
uw beperkingen - fysiek mogelijk is? (Deur tot deur, samenreizend) 7
ga
Ö
z
os
Lul
Lul
k 4
oe
Lu
>
Pagina 46 van 69 {
_ aroorapperage att beshermevener deuriordeursonenezend
5.6.5 Indien voorkeur reizen AOV boven ov reden
De respondenten die aangeven de voorkeur te geven aan het reizen met het AOV boven het reizen met het ov,
geven voornamelijk gemak als belangrijkste reden aan (“Ik word thuis opgehaald en gebracht tot aan het
bestemmingsadres”) (59% van beschermd vervoer en 44% van deur tot deur samenreizend). Als tweede reden
wordt veiligheid gegeven (“Ik hoef niet over straat te lopen en/of bij een halte of station te wachten”) (19% van
beschermd vervoer en 20% van deur tot deur samenreizend). In 2021-k2 was voor beschermd vervoer het
aandeel wat gemak koos als belangrijkste reden iets hoger (67%) en het aandeel wat veiligheid koos ook iets
hoger (20%). Voor deur tot deur samenreizend was in 2021-k2 het aandeel wat gemak koos hoger (51%) en het
gedeelte wat veiligheid ook een stuk hoger (31%), zie figuren 5.69 en 5.70.
‘oe | | OO | m
so% LJ | | | | |
zo% | | | | |
box | | | | | mm
so% | | | | |
zo% | | | | mm
zo% | | | | mm
20% | | | | |
vox | | | | | mm
ox | | | | |
Figuur 5.69: Indien u een voorkeur heeft voor het reizen met het aanvullend openbaar vervoer boven een
mogelijke reis met het ov, wat is voor u de belangrijkste reden om toch te kiezen voor het AOV? (Beschermd
vervoer)
100%
ox | | | | m
sox mn mn | mn |
zon mn mn | mn |
0% mn | | | |
sox LJ | | | OO m
ox Ll | mn | | |
zox | | | mn m
zon | | | | m a
ox | | | | m 9
ox | | | | | 5
=
5
=
5
e
E
Figuur 5.70: Indien u een voorkeur heeft voor het reizen met het aanvullend openbaar vervoer boven een %
mogelijke reis met het ov, wat is voor u de belangrijkste reden om toch te kiezen voor het AOV? (Deur tot deur, ú
samenreizend)
Pagina 47 van 69 «
_____Kwartaalrapportage 2021-4: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreitend dh)
5.6.6 Rapportcijfer reizen met het AOV
Het gemiddelde rapportcijfer wat de respondenten gaven voor het reizen met het AOV, ligt voor beschermd
vervoer op een 8,0 afgerond. Dit ligt iets lager dan bij het onderzoek in 2021-k2 (8,1 afgerond). Respondenten
van deur tot deur samenreizend gaven het rapportcijfer 8.0 afgerond, wat iets lager ligt dan bij het onderzoek
in 2021-k2 (8,1 afgerond).
10,00
AR Rm mn mn
NRR mn mn mn
Rn mn mn mn
NR Rn nn mn
An mm mn
‚…an nnn
Figuur 5.71: Welk rapportcijfer zou u geven voor uw reizen met het AOV? (Beschermd vervoer)
10,00
AR Rn mm mn
NR Rn mn mn
Rn mm mn
NR nnn mn
An mm mn
‚…an nnn
Figuur 5.72: Welk rapportcijfer zou u geven voor uw reizen met het AOV? (Deur tot deur, samenreizend)
ge
Lu
Ö
>
DE
Lul
>
F
Lu
_
[ee]
Ö
z
ce
Lul
Lul
hé
gE
Lu
>
Pagina 48 van 69 {
5.6.7 Indien lager cijfer dan een 7 belangrijkste reden
De belangrijkste reden voor het geven van een cijfer lager dan 7 is het op tijd rijden van het ov (59%), zie figuur
5.73. Bij deur tot deur samenreizend geeft 38% het op tijd rijden van het OV op als reden. 16% geeft de
vriendelijkheid/behulpzaamheid van der chauffeur op, zie figuur 5.74. Vanwege de lage aantallen zijn deze
antwoorden niet statistisch representatief.
NAR RR En mn
‚NAR rm mm
RR B
nnn u
cen mn MB
Rn mT mn
AR nm
NR nn mm
nnn nn n
Mmm nn mn
0%
19-ká (N=23) 20-k1 (N=15) 20-ká (N=23) 21-k2 (N=14) 21-ká (N=17)
=De vriendelijkheid en behulpzaamheid van de 1% 7% 0% 0% 0%
telefonistes
m De vriendelijkheid en behulpzaamheid van de 17% 7% 13% 7% 6%
chauffeur
rag akorre pe ii
mag aankomen
van een rit.
m Dat ik door de belservice van RMC niet of niet
goed op de hoogte werd gehouden van eerder of 0% 20% 9% 7% 18%
later opgehaald worden of vertraging bij rit
et epe ent
de app
m Dat ik niet gecompenseerd ben voor gemaakte
kosten bij een rit die extreem te laat werd 0% 0% 0% 0% 0%
uitgevoerd )meer dan een halfuur na afgesproken
ophaaltijd’
wanne eer mi vas 7
begrafenis was
Figuur 5.73: Wat is de belangrijkste reden voor het geven van een laag cijfer? (<7) (Beschermd vervoer) ce
Lu
Ö
>
os
Lu
>
.
5
Lu
5
—
ga
Ö
2
.
os
Lu
Lu
k 4
oe
Lu
>
Pagina 49 van 69 {
100%
<…_N MNEE Nn
NA RNR mm
RDD Dm
60%
on Rn
<NRNRnnn m
30%
Ann mn mn
<NnR nnn mm
0%
m Dat ik door de belservice van RMC niet of niet
goed op de hoogte werd gehouden van eerder of 6% 0% 0% 0% 0%
later opgehaald worden of vertraging bij rit
de app
= Dat ik niet gecompenseerd ben voor gemaakte
kosten bij een rit die extreem te laat werd 0% 7% 0% 0% 3%
uitgevoerd.
begrafenis was
m Dat ik door de belservice van RMC niet of niet
goed op de hoogte werd gehouden van eerder of 8% 11% 6% 5% 3%
later opgehaald
telefonistes
m De vriendelijkheid en behulpzaamheid van de 5% 5% 6% 14% 16%
chauffeur
tijd mag aankomen
van een rit.
Figuur 5.74: Wat is de belangrijkste reden voor het geven van een laag cijfer? (<7) (Deur tot deur,
samenreizend)
5.6.8 Hypothese waardering
De gemeente heeft te maken met een groep gebruikers van het AOV die zich negatief uiten over de dienst. De oe
gemeente heeft het vermoeden dat deze groep mogelijk de reizigers betreft die het AOV gebruiken voor e
bestemmingen waar het AOV niet voor bedoeld is (namelijk de bestemming van een medische instelling voor rr
. . . >
eigen behandeling). Er is onderzocht of deze groep reizigers (van zowel beschermd vervoer als deur tot deur n
samenreizend) gemiddeld een lagere waardering geven aan het AOV dan de groep reizigers die andere mi
bestemmingen hebben. Van de respondenten van beschermd vervoer met een medische instelling voor eigen n
behandeling als bestemming, heeft 5,9% een cijfer lager dan een 7 gegeven en het gemiddelde cijfer wat deze 2
reizigers geven is een 8,1. Van de respondenten van deur tot deur samenreizend met een medische instelling >
voor eigen behandeling als bestemming, heeft 8,2% een cijfer lager dan een 7 gegeven en het gemiddelde cijfer rr
wat deze reizigers geven is een 7,8. Het vermoeden dat de reizigers die een medische instelling voor eigen xc
behandeling als bestemming hebben een lage waardering (een cijfer onder de 7) geven aan het AOV is hiermee En
niet bevestigd.
Pagina 50 van 69 {
Neoraropporage20attBeshemdvencerdeurttdeursomenetend
5.6.9 Bereidheid terugbellen
Het grootste gedeelte van de respondenten geeft aan bereid te zijn om te worden teruggebeld door de
gemeente: 78% van beschermd vervoer, ten opzichte van 75% in 2021-k2 en 75% van deur tot deur
samenreizend, ten opzichte van 71% in 2021-k2), zie figuren 5.75 en 5.76.
100%
son mn mn mn nn m
ox | mn OO | mm
ex mn mn | nn mm
on | mn OO | mm
on mn mn | nn mm
ox | mn OO | mm
oe mn mn mn nn mm
ven nn | OO | mm
ox | | | mm
ex | | | | mm
mel mee
Figuur 5.75: Bereidheid terugbellen (Beschermd vervoer)
100%
ox mn mn mn nn m
ox | mn OO | mm
ex mn mn | nn mm
on | mn OO | mm
on mn mn | nn mm
ox | mn OO | mm
oe mn mn | nn mm
ven | | OO | |
ox mn mn mn OO m
ox | | OO | mm
meel me
Figuur 5.76: Bereidheid terugbellen (Deur tot deur, samenreizend)
5.610 Algemene opmerkingen of tips rr
Ö
Aan het einde van de vragenlijst hadden de respondenten de mogelijkheid om algemene opmerkingen over de 5
vragenlijst te geven, of tips voor het RMC door te geven. De resultaten zijn in de bijlagen toegevoegd, met in z
bijlage 2 de resultaten van de respondenten van beschermd vervoer en in bijlage 3 de resultaten van de Li
respondenten van deur tot deur samenreizend. =
ga
z
5
x
u
>
Pagina 51 van 69 «
aroorapperege202ttBeshemeveneer dewriordeursameneend
6. BIJLAGEN
6.1 Bijlage 1: Vragenlijst
Tevredenheidonderzoek Aanvullend Openbaar Vervoer
Eindversie vragenlijst 2018 (oktober)
e _Goedemorgen/middag/avond,
e U spreekt met… Ik bel u namens de afdeling Zorg van de gemeente Amsterdam.
e Wij bellen mensen die de afgelopen maand gebruik hebben gemaakt van het Aanvullend Openbaar Vervoer
(AOV) uitgevoerd door RMC/Transvision.
e De gemeente wil op deze manier op de hoogte blijven van uw ervaringen met het AOV. De uitkomsten van
dit onderzoek gebruikt de gemeente om de kwaliteit van het AOV te verbeteren.
e Wij willen u een aantal vragen stellen over de laatste rit die u met het AOV hebt gemaakt.
e Het beantwoorden van de vragen duurt ongeveer 13 minuten. Wilt U meedoen aan dit onderzoek?
e Uitleg over de manier van vragenstellen.
Algemeen
1. Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van het Aanvullend Openbaar Vervoer? U kunt kiezen uit de
volgende mogelijkheden.
e 2 keer per week of vaker
e ongeveer 1 keer per week
e ongeveer 2 keer per maand
e ongeveer 1 keer per maand
e minder dan 1 keer per maand
2. Waarom reist u met het Aanvullend Openbaar Vervoer? U kunt meerdere antwoorden geven.
e Aanvullend Openbaar Vervoer is makkelijk
e Aanvullend Openbaar Vervoer is gezellig
e Aanvullend Openbaar Vervoer is goedkoop
© Aanvullend Openbaar Vervoer is snel
e Aanvullend Openbaar Vervoer is veilig
e Aanvullend Openbaar Vervoer is de enige mogelijkheid (bijv. i.v.m. gezondheid)
e Anders, namelijk:
Reserveren van de rit rr
3. Deze vragen gaan over de laatste rit die u met het AOV hebt gemaakt. Heeft u gebeld met de vervoerder 3
om deze rit te bestellen? S
e Ja > ga verder naar vraag 4 z
e Nee > ga verder naar vraag 3.2 wi
e _lemand anders heeft gebeld > ga verder naar vraag 7 d
z
3.2 Ugeeft aan dat u niet met de vervoerder heeft gebeld voor het boeken van de rit. Hoe heeft u deze rit .
dan wel besteld? Li
e Via de website x
e Viade APP >
Pagina 52 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
e _lemand anders heeft via de WEBSITE besteld > ga verder naar vraag 7
e _lemand anders heeft via de APP besteld > ga verder naar vraag 7
U geeft aan dat u de rit via de website of via de app heeft geboekt. Kunt u aangeven of u het eens of bent met
de volgende stellingen of niet?
3.3 Het was voor mij duidelijk wat ik moest doen om de rit te boeken
e mee eens
e neutraal
e mee oneens
e weet ik niet
3.4 Het kostte weinig moeite om de rit te boeken
e mee eens
e neutraal
e mee oneens
e weet ik niet
3.5 Het was voor mij duidelijk wat ik voor de rit moest betalen
e mee eens
e neutraal
e mee oneens
e weet ik niet
3.6 Na het boeken was ik er zeker van dat de reservering goed was gegaan
e mee eens
e neutraal
e mee oneens
e weet ik niet
4, _ Heeft de telefoniste u naar een telefoonnummer gevraagd waarop u bereikbaar bent voor de
belservice?
e Ja
e Nee
e Weet niet, geen antwoord
5. Hoe tevreden of ontevreden was u over de bereikbaarheid/vriendelijkheid /behulpzaamheid van de &
medewerkers van de telefooncentrale? 8
e Zeertevreden > ga verder naar vraag 5.1 Ws
e Tevreden > ga verder naar vraag 5.1 5
e Neutraal > ga verder naar vraag 7 5
e Ontevreden > ga verder naar vraag 6 7
e Zeer ontevreden > ga verder naar vraag 6 2
e Weet niet, geen antwoord > ga verder naar vraag 7 z
8
u
>
Pagina 53 van 69 «
aroorapperege202ttBeshemeveneer dewriordeursameneend
5.1 Ugeeft aan dat u tevreden bent over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/behulpzaamheid van de
telefoniste. Wat is daarvan de belangrijkste reden? Ga verder met vraag 7
e ik kreeg de telefonist(e) snel te spreken
e de telefonist({e) was vriendelijk
e detelefonist(e) liet mij uitpraten
e detelefonist(e) nam genoeg tijd voor mij
e detelefonist(e) kon mijn vragen goed beantwoorden (deskundig genoeg)
e Detelefonist(e) begreep mij
e Ik kon de telefonist(e) goed verstaan
e het was duidelijk wat ik voor de rit moest betalen
e na het boeken was ik er zeker van dat de reservering goed was gegaan
6. _Ugeeft aan dat u ontevreden bent over de bereikbaarheid/vriendelijkheid/ behulpzaamheid van de
telefoniste. Wat is daarvan de belangrijkste reden?
e Ik kreeg de telefonist({e) niet snel te spreken
e Detelefoniste was onvriendelijk
e Detelefoniste liet mij niet uitpraten
e De telefoniste kon mijn vragen niet goed beantwoorden (niet deskundig genoeg)
e Ik kon de telefoniste niet goed verstaan
e Detelefoniste nam niet genoeg tijd voor mij
e Detelefoniste begreep mij niet
e Het was onduidelijk wat ik voor de rit moest betalen
e _Na het boeken was ik er niet zeker van dat de reservering goed was gegaan
e Anders, namelijk:
Aankomst bij uw vertrekadres
7. Ook deze vragen gaan over de laatste rit die u met het AOV hebt gemaakt. Heeft RMC/Transvision u
gebeld over de verwachte aankomsttijd van het voertuig?
e Ja
e Nee > ga naar vraag 10
e Weet niet, geen antwoord > ga naar vraag 10
8. Was de gegeven informatie correct?
e Ja, de informatie was correct > ga naar vraag 10
e Nee, de informatie was incorrect
e Weet niet, geen antwoord» ga naar vraag 10 x
8
9. Hoelang zat ongeveer tussen de doorgegeven aankomsttijd en de werkelijke aankomsttijd van het wi
voertuig? 5
© Ongeveer … minuten 5
e Weet niet. Ss
[ee]
z
5
x
wu
>
Pagina 54 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
De rit met het Aanvullend Openbaar Vervoer
10. Wat is de bestemming van de laatste rit die u met het AOV hebt gemaakt?
e Medische instelling voor eigen behandeling
e (therapeut, arts, ziekenhuis, verpleeghuis, etc.)
e Ziekenbezoek
e _Vereniging/buurthuis
e Winkelen /winkelcentrum
e Uitgaan/theater/bioscoop
e Familie/vrienden/kennissen
e Kerk
e _Dagopvang/dagbesteding
e Anders, namelijk:
11. Hoe tevreden of ontevreden was u over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur tijdens die
rit?
e Zeertevreden > ga verder naar vraag 11.1
e Tevreden > ga verder naar vraag 11.1
e Neutraal > ga verder naar vraag 12.1
e Ontevreden > ga verder naar vraag 12
e Zeer Ontevreden > ga verder naar vraag 12
e Weet niet, geen antwoord > ga verder naar vraag 12.1
11.1 U geeft aan dat u tevreden bent over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur. Wat is
daarvan de belangrijkste reden? Ga verder met vraag 12.1
e _De chauffeur hielp mij bij het in- en/of uitstappen
e De chauffeur reed pas weg nadat ik in mijn stoel zat
e De chauffeur was aardig tegen mij
e De chauffeur beantwoorde mijn vragen goed
e Anders, namelijk
12. Ugeeft aan dat u ontevreden bent over de vriendelijkheid/behulpzaamheid van de chauffeur. Wat is
daarvan de belangrijkste reden?
e _De chauffeur hielp mij niet bij het in- en/of uitstappen
e De chauffeur reed al weg voordat ik in mijn stoel zat
e De chauffeur was niet aardig tegen mij
e De chauffeur beantwoorde mijn vragen niet of niet goed p
e Anders, namelijk: °
DE
Lul
12.1 Hoe tevreden of ontevreden was u over de rijstijl van de chauffeur? 7
e Zeertevreden > ga verder naar vraag 13 5
e Tevreden > ga verder naar vraag 13 n
e Neutraal > ga verder naar vraag 13 2
e Ontevreden > ga verder naar vraag 12.2 .
e Zeer ontevreden > ga verder naar vraag 12.2 Li
e Weet niet, geen antwoord > ga verder naar vraag 13 &
>
Pagina 55 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
12.2 U geeft aan ontevreden te zijn over de rijstijl van de chauffeur. Kun u aangeven wat de reden hiervan is?
e Kende de weg niet
e Reed onveilig
e Reedte snel
© Anders...
Stiptheid
13. Het voertuig mag 15 minuten voor of na de afgesproken tijd aankomen op het vertrekadres. Hoe was de
aankomsttijd in uw geval?
e Binnen de tijd > ga naar vraag 15
e Vroeger of later
e Weet niet, geen antwoord > ga naar vraag 15
14. Hoeveel minuten voor of na het afgesproken tijdstip was het voertuig te vroeg of te laat? Aangegeven
tijd is de werkelijk aantal minuten ongeacht de marge van 15 minuten.
e Aantal minuten te vroeg:
e Aantal minuten te laat:
15. Hoe tevreden of ontevreden was u over het op tijd komen van uw voertuig?
e Zeer tevreden
e Tevreden
e Neutraal
e Ontevreden
e Zeer ontevreden
e Weet niet, geen antwoord
16. Was u op de door u geplande tijd aanwezig op uw bestemming?
e Ja > ga naar vraag 18
e Nee
e Weet niet, geen antwoord > ga naar vraag 18
17. Hoeveel minuten na het afgesproken tijdstip was u te vroeg of te laat op uw bestemming?
© Aantal minuten te vroeg:
e Aantal minuten te laat:
.
18. Heeft u bij deze rit gebruik gemaakt van een rolstoel?
e Ja 5
e Nee > ga naar vraag 20 3
e Weet niet, geen antwoord > ga naar vraag 20 =
E
19. Hoe tevreden of ontevreden was u over het vastzetten van uw rolstoel? ke
e Zeer tevreden >
e Tevreden 2
e Neutraal E
e Ontevreden n
e Zeer ontevreden &
e Weet niet, geen antwoord =
Pagina 56 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
20. Dummy.
Overige vragen
21. Heeftu de afgelopen maand ook nog met andere vervoersmiddelen dan het AOV gereisd?
e Ja > ga naar vraag 22
e Nee > ga naar vraag 24
22. Met welke vervoersmiddelen reisde u dan? U kunt meerdere antwoorden geven.
e Taxi > ga naar vraag 24
e _Gebracht en opgehaald door familie/vrienden/partner > ga naar vraag 24
e Openbaar vervoer > ga naar vraag 23
e Valys > ga naar vraag 24
e Eigen vervoermiddel (auto/fiets) > ga naar vraag 24
e Anders, namelijk: > ga naar vraag 24
23. Wat was belangrijkste reden dat u het openbaar vervoer gebruikte? U kunt meerdere antwoorden
geven.
e Snelheid, niet willen wachten op het AOV
e De route was voor mij goed te reizen met het gewone OV
e Ik had een begeleider mee, zodat ik gebruik kon maken van het OV
e De weersomstandigheden
e Het tijdstip van de reis
e Ik ken deze route met het OV goed, dus ik weet wat ik kan verwachten
e Anders, namelijk:
24. Heeft u een voorkeur voor het reizen met het Openbaar Vervoer, als dat -rekening houdend met uw
beperkingen - fysiek mogelijk is?
e Ja (ga door naar vraag 26A)
e Nee (ga door naar vraag 25)
25. Indien u een voorkeur heeft voor het reizen met het AOV boven een mogelijke reis met het OV, wat is
voor u de belangrijkste reden om toch te kiezen voor het AOV?
Eén antwoord aankruisen:
e Gemak, ik word thuis opgehaald en gebracht tot aan het bestemmingsadres
e Comfort, ik zit warm en droog tijdens de gehele reis
e Veiligheid, ik hoef niet over straat te lopen en/of bij een halte of station te wachten n
e Snelheid, ik hoef niet over te stappen en te wachten op aansluitingen °
e Voorspelbaarheid, ik hoef niet na te denken over mogelijke obstakels of problemen, die ik in het OV 5
kan tegenkomen 5
e Anders, namelijk: 5
—
26A Als u een rapportcijfer van 1 tot en met 10 zou mogen geven voor uw reizen met het AOV, welk cijfer 2
geeft u dan ? .
x
wu
>
Pagina 57 van 69 «
_____Kwartaalrapportage 2021-4: Beschermd vervoer, deurtotdeursamenreitend dh)
26B Als u lager dan een 7 hebt gegeven, wat is daarvoor de belangrijkste reden?
e Het op tijd rijden van het AOV
e De bereikbaarheid van de telefooncentrale
e De vriendelijkheid en behulpzaamheid van de telefonistes
e De vriendelijkheid en behulpzaamheid van de chauffeur
e Het gevoel veilig vervoerd te worden
e Dat het vervoer 15 minuten eerder of later dan de afgesproken tijd mag aankomen op het
vertrekadres
e Dat de reistijd een half uur langer mag duren
e Het minimaal een uur van te voren reserveren van een rit.
e Dat ik door de belservice van RMC niet op of niet goed op de hoogte werd gehouden van eerder of
later opgehaald worden of vertragingen bij rit
e Dat ik de chauffeur niet real time kon volgen op de app
e Dat ik niet gecompenseerd ben voor gemaakte kosten bij een rit die extreem te laat werd uitgevoerd
(d.w.z. meer dan halfuur na afgesproken ophaaltijd)
e Dat ik niet op of niet tijd bij huwelijk of begrafenis was (= prioritaire rit)
e Anders, namelijk:
27. Natuurlijk verwerken wij uw antwoorden anoniem. Mag de gemeente Amsterdam u eventueel terug
bellen?
e Ja. Telefoonnummer noteren:
e Nee
28. Heeft u nog tips voor RMC/Transvision of opmerkingen naar aanleiding van dit onderzoek?
gE
Lu
Ö
>
DE
Lul
>
nd
ui
_
[ee]
Ö
=
ee
Lul
Lul
hé
LE
Lu
>
Pagina 58 van 69 {
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
6.2 Bijlage 2: Algemene opmerkingen en tips voor RMC: Beschermd vervoer
Heeft u nog tips voor RMC of opmerkingen van dit onderzoek?
Groep 1: Beschermd vervoer
1. Afentoe komt het voertuig veel later.
2. Alle chauffeurs zouden een opstapbankje moeten hebben want de drempel is soms heel diep of hoog.
De chauffeurs moeten de rollator op de rem zetten.
3. Alser gevraagd wordt voor een rolstoel taxi moet die gestuurd worden ook al heb ik een rollator.
4. Als ik een klacht indien, hoor ik daar antwoord op te krijgen.
5. Alsik klaar ben bij de dokter, dan moet ik soms een uur wachten. Er komen dan andere busjes van
RMC mensen brengen en die rijden weer leeg weg, terwijl ik zit te wachten. Misschien kan dat
efficiënter.
6. Als ik naar een vergadering moet dan graag rekening houden hiermee. Zeker als er een andere
passagier is die meer ruimte in de agenda heeft.
7. Alsje bijvoorbeeld een afspraak hebt gemaakt dan gaan ze soms ergens anders staan waar het best
druk is,
8. Alstip wil ik meegeven dat de chauffeur misschien wat eerder de mensen die worden opgehaald kan
bellen met dat hij/zij onderweg is, zodat de mensen die worden opgehaald tijdig klaar kunnen staan
om in te kunnen stappen. Ik had laatst namelijk dat we lang moest wachten op een aantal mensen die
werden opgehaald waardoor ik bijna te laat kwam op mijn oogafspraak in het ziekenhuis. Hier raakte
ik een beetje nerveus van.
9. Beter inplannen en minder omrijden.
10. Bij gedeelde ritten heb ik wel eens gehad dat zij langs mijn bestemming reden en dan snap ik niet
waarom zij mij niet gewoon afzetten in plaats van de hele route af te maken.
11. Chauffeurs moeten een mondkapje op.
12. Chauffeurs mogen meer helpen als het regent.
13. Chauffeurs zijn niet altijd plezierig en rijden soms erg hard.
14. Communicatie met de chauffeurs moet verbeterd worden.
15. Dat de chauffeurs bij het ziekenhuis contact opnemen met het kantoor en zeggen dat ze een lege auto
hebben en vragen of ze mensen die wachten kunnen meenemen. Ik moet namelijk een uur ongeveer
wachten tot een auto komt.
16. Dat het zeer ongeregeld is.
17. Dat ze moeten zorgen dat ze binnen dat kwartier aanwezig zijn. De regel is er niet voor niets. Het is
vaak gebeurd dat ik niet op tijd aankom op mijn bestemming of op tijd wordt opgehaald.
18. De app is ook handig heb ik gemerkt. e
19. De chauffeurs kunnen iets vriendelijker zijn, bijvoorbeeld helpen met in- en uitstappen of een praatje o
maken, etc. &
20. De chauffeurs stappen niet altijd uit, wat ik jammer vind. 5
21. De ene chauffeur is wat prettiger dan de ander. Over het algemeen is de RMC correct, behulpzaam en 5
vriendelijk. De laatste tijd wacht ik erg lang voordat het AOV komt. 5
22. De planning moet beter gemaakt worden, er wordt veel omgereden terwijl dat niet nodig zou moeten E
zijn. e
23. De rit die was opgenoemd is te lang geleden om goed te herinneren. Ik heb daarom de vragen n
beantwoord over de meest recente rit terug naar huis. Deze heb ik gisteren gemaakt. x
24. De ritten kunnen wel eens te ver afwijken van mijn eindbestemming. Dus de planning had dan wat -
beter gemogen.
Pagina 59 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
25. De route van de rit kan veel efficiënter worden gemaakt, omdat ik eerder uit kan stappen dan
gepland.
26. De routeplanning is niet logisch.
27. De routes dienen beter gepland te worden.
28. De routes kunnen wat afwijken, maar daar heb ik vrede mee.
29. Een efficiëntere route in plaats van eerder worden opgehaald en later in eigen buurt te rijden. Ik ben
blij dat het AOV er is.
30. Een tip voor het RMC is dat het vervoer vaker op tijd mag komen.
31. Er komen beperkingen wat voor een hoop mensen moeilijk is. Op het aov gaat vanaf 1 januari
bezuinigd worden en we krijgen alleen 1500 kilometer gewezen. Ik snap het allemaal niet zo best. Ik
vind het een slechte beslissing van de gemeente om te bezuinigen.
32. Er moet een regel voor de radio komen.
33. Er zijn wel eens chauffeurs die niet helpen met het in- en uitstappen.
34. Er zitten wel chauffeurs tussen die heel erg omrijden, zodat ik een half uur te laat ben op de
bestemming. Ik heb een keer bij een chauffeur in de auto gezeten die de route planning kwijt was. Hij
bleef maar zoeken op zijn mobiel en vond uiteindelijk het adres waar hij ook heen moest om iemand
anders ook op te halen. Toen hij mij thuis bracht was hij ook mijn adres kwijt. Uiteindelijk bij aankomst
thuis reed hij bijna weg met mijn rollator nog in de auto. Misschien was hij gewoon de kluts kwijt. Het
was een rare situatie. Achteraf is het best grappig.
35. Er zou een optie moeten zijn om rechtstreekse reizen, dus zonder tussenstop aan te moeten vragen. Ik
wil van tevoren graag weten of ik voorin of achterin moet zitten.
36. Extra chauffeurs in dienst nemen.
37. Ga zo door!
38. Gister een rit waar iemand mee moest. Chauffeur heeft erg lang moeten wachten op diegene. Ik vind
dat de chauffeur gewoon met wegrijden als een klant erg laat is.
39. Graag op tijd aankomen.
40. Het duidelijker maken aan de deur dat de auto van het RMC er is.
41. Het gebeurt niet altijd dat de chauffeur het laat weten als zij te vroeg of te laat komen.
42. Het in- en uitstappen gaat niet goed. Tip is om opstapje te plaatsen, dit doen niet alle chauffeurs.
43. Het is voor mij lastig om in te stappen, auto's zijn ongeschikt. Hiermee bedoel ik te laag of te hoog, de
ritten duren te lang. Ik kan niet langer dan 30 minuten in de auto zitten, anders ben ik gebroken. Ik
vind ook dat er geen rekening met mij wordt gehouden en mensen met een handicap. Ik reis liever
met het OV waar ik tenminste normaal kan zitten. Ik ben nog best wel mobiel, maar de andere
mensen die het zwaarder hebben vinden het nog lastiger. En ik kan mijn wensen niet uiten.
44. Het lijkt een beetje oneerlijk dat iedereen toegang heeft tot het RMC.
45. Het RMC mag men wat beter op de hoogte stellen van de status van de rit. _
46. Het was mij niet duidelijk dat ik rekening moest houden met een uur reistijd. Graag had ik dat men dit °
vermeldt tijdens het telefoongesprek. Es
47. Het weekend moet beter. Ik ga vaak naar mijn kind en de Haarlemmermeer is moeilijk te bereiken. Er e
was geen goede navigatie bij sommige chauffeurs. Er zijn ook geen schermen in de auto's. 5
48. Het zou fijn zijn als je niet zo lang in de auto zit, omdat de anderen naar huis moeten worden 5
gebracht. Misschien dat er meerdere auto's worden ingezet, waardoor men sneller thuis is. Het is best E
vermoeiend om een uur in de auto te zitten, terwijl je veel eerder thuis kan zijn. e
49. Ik ben enorm blij dat ik het RMC kan gebruiken, omdat ik anders niet naar buiten zou kunnen gaan. n
50. Ik ben er blij mee dat het er is. Iv
51. Ik ben over het algemeen tevreden. Alleen de laatste terugrit was niet goed geregeld. De heenrit wel. wi
52. Ik ben tevreden.
Pagina 60 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
53. Ik ben wel bang dat er bezuinigd wordt op het AOV.
54, Ik had 1 slechte ervaring, er werd een hele omweg gemaakt en ik kwam te laat. Verder ben ik heel
tevreden.
55. Ik heb de Engelse taxi's liever niet.
56. Ik heb een keer gehad dat ik in een kleine auto zat met vier personen, en dat vond ik ook door corona
niet veilig.
57. Ik heb een van de laatste ritten lang in het busje gezeten. De chauffeur moest een lange omrit maken
waardoor ik een uur te laat op mijn afspraak kwam.
58. Ik heb een van de laatste ritten met de auto van de buren moeten doen want het busje is niet op
komen dagen toen ik naar het ziekenhuis moest.
59. Ik heb een vaste rit morgen, maar soms zit ik niet op de lijst. Dus moet ik iedere keer bellen, terwijl ik
iedere keer een vaste rit heb. Want soms vergeet ik het.
60. Ik heb graag dat ze niet te vroeg komen, omdat we dan nog niet klaar zijn met de kaartclub.
61. Ik heb moeite met het maken van een telefonische afspraak voor het bestellen van een rit. Dit komt
door het menu waar je doorheen moet. Tegen de tijd dat het menu voltooid is weet ik niet meer wat
ik moet kiezen en als ik kies tijdens het menu dan pakt het systeem dit niet en wordt er gezegd dat ik
geen keuze heb gemaakt. Kan dit niet eenvoudiger? Daarom bel ik mijn zoon en laat ik hem de ritten
boeken. Dit heb ik ook gedaan bij de meest recente rit. Dit is de rit waar ik de antwoorden voor heb
gegeven. Dit is een andere rit dan die is opgenoemd. De meest recente rit kan ik beter herinneren.
Mijn zoon boekt de ritten via de website. Ik kan dit niet. In de auto maak ik graag een praatje, omdat
ik mij alleen voel. Nu er door corona een doorzichtige afscheiding is tussen de passagier en de
chauffeur en ik niet meer goed hoor kan de ik chauffeur niet verstaan. Kan hier iets aan gedaan
worden?
62. Ik heb telefonisch meerdere malen aangegeven dat ik een lage voertuig wil, maar er wordt telkens een
hoge voertuig gestuurd.
63. Ik heb wel eens een chauffeur meegemaakt die stond te toeteren en ons niet hielp. Dit was wel 2 jaar
geleden.
64. Ik hoop dat er de aankomende tijd voldoende goede en vriendelijke chauffeurs beschikbaar blijven en
komen. En dat het RMC blijft.
65. Ik hoop dat ze zo doorgaan, maar een keer was het wel misgelopen. Ze moeten rekening houden met
waar ze mensen soms ophalen.
66. Ik kreeg een brief dat het budget niet meer toereikend is en gevraagd wordt of minder gebruik
gemaakt kan worden van het busje. Ik vraag me af hoe ze dat allemaal bekostigen.
67. Ik pak de RMC niet als ik een belangrijke afspraak heb. Ik ben bang dat de auto dusdanig omrijdt dat ik
te laat ben. Soms bel ik ruim van tevoren, een uur van te voren. Maar dit doe ik om ervoor te zorgen
dat ik dan extra vroeg ben en als ik te vroeg op mijn bestemming ben dan wacht ik maar. Dan ben ik _
tenminste op tijd. °
68. Ik vind dat de chauffeurs wat beleefder moeten zijn. Ik heb slechte ervaringen meegemaakt. De n
chauffeur blijft soms in de auto zitten en helpt je niet mee met in- en uitstappen. De chauffeurs zijn e
correctsgewijs niet juist. De planning is niet efficiënt. Je zit veel langer in de auto dan noodzakelijk is. 5
Dit is allemaal van de laatste paar maanden. 5
69. Ik vind dat het RMC zijn uiterste best doet, maar ik vind de lange ritten niet kunnen. De chauffeurs E
volgen het computertje, terwijl zij een hele omweg maken. Ik was een keer een uur onderweg voor e
een ritje van 15 minuten! Hier had ik ook een klacht over ingediend. Mijn tip is dan ook handiger de n
routes inplannen. je,
70. Ik vind dat ze omrijden en dat begrijp ik niet. wi
Pagina 61 van 69 «
aroorapperege202ttBeshemeveneer dewriordeursameneend
71. Ik vind de busjes oud, ze hobbelen erg. Dit is slecht voor mijn rug. Ik ga naar voren hangen in mijn
stoel om pijn te voorkomen.
72. Ik vind de wachttijden van het AOV soms te lang.
73. Ik vind het jammer dat ze zoveel omrijden.
74. Ik vind het prima en allemaal heel vriendelijk.
75. Ik zit bij de oogarts en de behandeling loopt wat uit, wat soms kan gebeuren. Dan rijdt de auto van het
RMC weg, omdat ik wat later klaar ben.
76. Ik zou graag willen dat de dienst verbeterd wordt. Mensen moeten beter geholpen worden met
opstappen en ze moeten de tijd beter regelen, ze komen namelijk vaak veel te vroeg.
77. Ik zou graag willen dat de tijden kloppen in plaats van dat ik veel eerder moet vertrekken, terwijl dat
niet gewenst voor mij is.
78. Ik zou willen vragen of jullie de chauffeurs kunnen instrueren om wat behulpzamer te zijn. Dit geldt
voor een paar chauffeurs.
79. In zo een gewone auto kun je niet met drie mensen achterin zitten.
80. Laat de planning wat redelijker zijn. Ik zat een uur te wachten op de bus omdat ik eerder klaar was
met mijn afspraak.
81. Lange tijd terug plande de afdeling planning een verkeerde planning. Degene die de route
samenstelde deed het verkeerd.
82. Liever eerder bellen zodat ik op mijn gemak naar buiten kan.
83. Mijn man heeft laatst een vervelende rit gehad. Hij loopt op krukken, en de deur werd niet open
gehouden. Ook stond de auto midden op de weg. Verder ben ik best wel tevreden, en ik vind het
fantastisch dat dit bestaat.
84. Mijn vriendin woont 2 straten verderop; graag samen heen- en terugreizen.
85. Na afloop mag er beter rekening gehouden worden met de tijd van het ophalen. Op zijn minst minder
dan een uur en zo snel mogelijk.
86. Neem het niet van ons weg, want ik ben helemaal tevreden.
87. Niet vergeten als ze een hoge auto hebben een bankje mee te nemen. Het is anders lastig om in te
stappen.
88. Planning is slecht.
89. Sommige vragen kan ik niet beantwoorden, omdat de rit te lang geleden is. Ik weet niet meer of ik die
keer gebeld was over de aankomsttijd van het voertuig. Meestal ga ik al naar beneden en dan wacht ik
daar op de auto. Ik weet niet meer of de chauffeur behulpzaam of vriendelijk was. Dit kan ik mij voor
die rit niet meer herinneren. Hierna zijn zoveel dingen gebeurd dat ik dat niet meer weet.
90. Soms ben ik bijna bij bestemming en dan rijdt de chauffeur toch weer een stukje verder om iemand
anders af te zetten.
91. Soms komt een chauffeur later dan 15 min en dan moet hij nog andere mensen ophalen ook. _
92. Soms maken ze een grote omweg. Ze krijgen de route door van de centrale en moeten zich hieraan °
houden. Deze routes zijn vaak onlogisch, dan rijden ze via een omweg naar de bestemming. Als ik n
alleen in de auto ben dan geef ik aan hoe het beste gereden kan worden, want ik ken de weg in e
Amsterdam. Dan zegt de chauffeur dat hij de route moet rijden die hij heeft opgegeven. Hij mag niet 5
anders rijden. Ik weet beter de weg dan chauffeurs die Amsterdam niet kennen. Als ze meerdere 5
mensen moeten ophalen gebeurt het wel eens dat de auto bij een ophaaladres te lang moet wachten E
omdat de klant nog niet klaar is of nog naar de wc moet. Dan wachten we 5 of 10 minuten voordat de e
auto verder kan. Ik vind dat als de chauffeur belt dat hij eraan komt moet zeggen: “We komen over 5 n
of 10 minuten. U moet ervoor zorgen dat u dan klaar staat." Iv
93. Soms zetten zij iemand die veel verder weg moet zijn als eerst af, terwijl we dan langs mijn wi
bestemming rijden dan snap ik niet dat ik niet word afgezet.
Pagina 62 van 69 «
______Kwartaalrapportage 20214: Beschermdvervoer, deurtotdeursamenrekend dn
9A, Soms zit de chauffeur maar met één klant te praten, terwijl er ook andere inzittenden zijn. Graag ook
rekening houden met de andere gasten.
95. Telefonisch een rit boeken gaat heel moeizaam en duurt heel lang.
96. Tip - Altijd een opstapje meenemen als het een busje is.
97. Tip: lange reistijden zijn onnodig. Ik moet twee keer van tevoren boeken.
98. Volgorde van ophalen moet anders. Mensen worden uit verschillende stadsdelen opgehalen door
heen en weer te rijden door Amsterdam. Geen logische route van ophalen van medereizigers.
99. Wat mij opgevallen is, is dat als de chauffeurs te laat komen, ze dit niet altijd telefonisch doorgeven.
Laat ze dit doorgeven of dat de centrale belt om dit te zeggen. Het is niet erg als ze te laat komen, als
je dit maar weet. Dit gebeurt dus niet altijd. Ik heb een brief gekregen over het wel of niet verlengd
worden van het kunnen reizen met RMC. Het is onduidelijk aangegeven of dit voor mij wel of niet
geldt. Ze moeten besparen en je krijgt te maken met een maximaal aantal kilometers die je nog kunt
reizen per jaar. Deze brief geeft onzekerheid. De vraag over het op tijd aankomen op mijn bestemming
kan ik niet beantwoorden, omdat ik dit niet meer kan herinneren. Ik ging gewoon naar huis terug en
dan ben je niet bezig met op tijd thuis komen.
100.Ze mogen wel vaker op tijd komen. Ik heb wel eens meegemaakt dat zij veel later kwamen of zelfs
helemaal niet meer kwamen opdagen.
101.Ze rijden vaak om. Als ik met meerdere mensen in de auto zit dan hebben ze het allemaal daar over.
Bij mij is de ophaaltijd altijd prima in orde, maar het tijdstip dat ik word afgeleverd varieert.
102.Zou een groot gemis zijn als er geen AOV zou zijn.
ge
Lu
Ö
>
DE
Lul
>
nd
ui
_
[ee]
Ö
=
ce
Lul
Lul
hé
gE
Lu
>
Pagina 63 van 69 {
6.3 Bijlage 3: Algemene opmerkingen en tips voor RMC: Deur tot deur,
samenreizend vervoer
Heeft u nog tips voor RMC of opmerkingen van dit onderzoek?
Groep 2: Deur tot deur samenreizend
1. 55+ Sectorenwoningen zijn altijd heel moeilijk te vinden en staan zelf niet in gps, vaak moet ik dan
aangeven om bij een zijstraat te ontmoeten en dat vind ik wel minder. Verder vind ik de regel dat ik
pas 1 of 2 dagen tevoren kan bellen voor reservering jammer, want dat vind ik veel te kort en heb
liever dat ik wat eerder kan bellen. Misschien een tip om dat te veranderen!
2. Als de chauffeurs zeggen dat ze terugbellen doen ze dit niet.
3. Alser iets is dan bel ik altijd. Ik kan mijn kaart niet vinden. Er is 2 jaar niet naar gevraagd.
4. Alsje een rit wil inboeken met een koffer in de app kan je die niet toevoegen. Dat is vervelend.
5. Bepaalde chauffeurs mogen ze beter opleiden, ze zijn namelijk niet allemaal vriendelijk.
6. Beter plannen van de routes.
7. Beter zijn in het op tijd komen. Vaak wacht ik al beneden en moet ik langer wachten dan de bedoeling
is. Daarom plan ik mijn tijd ruim in zodat ik niet te laat kom.
8. Betere bussen bij reservering.
9. Bij weinig personeel komt soms de taxi, dit is te krap i.v.m. met rugklachten.
10. Chauffeurs in dienst liefst vanaf 30 jaar en getrouwd die hebben meer verantwoordelijkheidsgevoel.
Chauffeurs moeten ook geen deodorant vergeten! Ik ben 1.89 lang; kan er met mijn lengte rekening
gehouden worden? Namaak Engelse taxi's zijn het beste.
11. Chauffeurs moeten meer kennis krijgen over de ritten. Ze moeten beter te weten krijgen waar ze
mensen op moeten halen of moeten brengen.
12. Dat de planners beter geïnformeerd zijn over hoe de stad in elkaar zit. En logischerwijs mensen
ophalen.
13. Dat de ritten beter worden ingedeeld. Verder ben ik er ontzettend blij mee.
14. Dat ze goed moeten plannen waar de chauffeur langs rijdt.
15. Dat ze mensen niet te lang in de auto moeten laten zitten. Een keer had ik een rit besteld, ze waren
helemaal niet op komen dagen.
16. Dat ze op tijd vertrekken vanuit een ander adres naar mij toe en dat ze eerder moeten bellen, niet op
het laatste moment. Nu met Corona graag minder mensen in laten stappen, laatst zat ik erin met 4
anderen! En ze moeten niet steeds zo omrijden!
17. De aankomsttijd van de AOV rit is altijd goed, maar vind het jammer dat ik altijd 1 uur of meer moet
zitten in de auto terwijl het sneller kan. Er wordt vaak enorme omweg gemaakt richting mijn De
bestemming en dat vind ik enorm jammer. o
18. De antwoorden hebben betrekking op de meest recente rit die ik met RMC gemaakt had en dus niet &
de rit die is opgenoemd. Dit is een rit die ik vaker maak. Het is de terugrit naar huis toe. e
19. De chauffeur heeft vaak mensen naast zich zitten zonder bescherming. Dat wekt bij mij angst op. 5
Graag meer bescherming voor het personeel en passagiers tegen het coronavirus. 5
20. De chauffeur was meteen snauwerig. Hij hielp me niet de auto in, weigerde mijn gordel vast te maken E
en zei elke imbeciel kan dat zelf. De chauffeur dreigde een meneer in de auto te slaan. e
21. De chauffeurs komen niet door de slagbomen. Voor mij is dit geen problemen, maar voor de anderen n
in de flat wel. Iv
22. De gemeente mag mij wel bellen voor toekomstige onderzoeken, maar mijn Nederlands is niet zo wi
goed.
Pagina 64 van 69 «
aroorapperege202ttBeshemeveneer dewriordeursameneend
23. De moeder van respondent heeft de vragen namens hem beantwoord.
24. De opstap is te hoog. Dat zou misschien anders kunnen.
25. De opstapjes in het busje zijn glad, ik viel laatst bijna op straat.
26. De planners weten vaak niet hoe het zit op de wegen richting de bestemming. Ze plannen niet goed.
Ze hadden veel efficiënter kunnen werken met het plannen wie eerder uitstapt.
27. De planning is niet zo goed, want ik kom soms langs mijn eigen huis en dan rijden ze dus heel vaak erg
om. Veel mensen in de buurt hebben hier last van. Ik weet niet waarom dat niet verbeterd wordt.
28. De planning kan beter.
29. De planning van RMC kan beter worden gemaakt.
30. De reizen dienen beter ingepland te worden.
31. De ritten moeten beter gecombineerd worden. Dat is ook beter voor de chauffeurs.
32. De ritten worden soms niet goed ingedeeld.
33. De routes vind ik vaak zo onlogisch. Zou toch een computerprogramma voor moeten zijn?
34. De telefonisten kunnen wat vriendelijker zijn naar de klanten toe.
35. De telefooncentrale moet beter letten op de routes, het duurt vaak veel te lang voordat ik aankom op
het adres. Ze weten niet te plannen. Er worden erg veel omwegen, extra routes en stops genomen.
36. De vragen zijn beantwoord over de laatste rit.
37. De wachttijd mag wel wat veranderen, moet altijd zolang wachten totdat ik een rit telefonisch kan
bestellen.
38. Een paar weken geleden heb ik een brief ontvangen van de gemeente Amsterdam, maar het is niet
duidelijk waar het over gaat, over RMC of over gratis reizen met het Openbaar Vervoer.
39. Een rit tussentijds wijzigen in plaats van een nieuwe rit bestellen en uur wachten zou ik fijner vinden.
40. Eis meer budget.
41. Er moet rekening worden gehouden met de spits. De chauffeurs moeten niet in discussie gaan met
mensen met verstandelijke beperking. Het adres dat is opgegeven moet worden aangehouden.
42. Er moet toch iets gedaan worden aan de volgorde van de mensen afhalen en afzetten. Je hoeft maar
een korte afstand te rijden, maar je wordt door heel Amsterdam rond gereden. Auto's zitten ook vol
ondanks corona. Dit vind ik niet prettig.
43. Er moeten meer mensen in dienst worden genomen.
44. Er wordt best wel vaak een omweg genomen, we rijden dan langs allemaal steden om andere mensen
op te halen en worden we pas later afgezet. Het kan vaak meer dan 1 uur duren. Stoelen in de bussen
of auto's, moeten ook echt wat comfortabeler. Zeker als we langer in de auto moeten zitten dan
normaal door de hele omweg die we maken.
45. Er wordt erg veel gerotzooid. De pasjes worden ook aan kinderen doorgegeven. Je kan geen bezwaar
indienen tegen de 1500 km, want ik vind dat ik meer dan 1500 km moet krijgen op mijn pasje.
46. Erg onbeschoft en racistisch. Ze kunnen niet wachten en dan wordt er niet eens een minuut gewacht _
en ze bellen veel vaker maar 1 minuut max twee minuten van tevoren en dan kunnen ze niet wachten. o
Ik ben zeer ontevreden met RMC. Vind het zelfs schandalig. &
47. Geen commentaar. Ik ben hartstikke blij. 5
48. Geen tips, chauffeurs doen het prima. 5
49. Graag een OR of vakbeweging, betere pauzes, betere arbeidsvoorwaarden voor de chauffeurs. 5
50. Het duurt soms lang voordat ze komen. Ik ging een keer een prik halen, toen ik klaar was de chauffeur E
vertrokken. e
51. Het ging over de laatste rit. n
52. Het verschilt per chauffeur hoe goed zij het doen. De ene doet het goed, de ander doet het slecht. Iv
53. Houd meer rekening met de medereiziger en met de chauffeur. wi
Pagina 65 van 69 «
aroorapperege202ttBeshemeveneer dewriordeursameneend
54. Ik ben angstig als er 3 mensen tegelijk in een taxi gaan. Ik vind dat RMC zich hierdoor niet aan de
Corona richtlijnen houdt.
55. Ik ben tevreden en ik vind dat het zo door moet gaan.
56. Ik ben tevreden met het RMC.
57. Ik had graag een mogelijkheid om het RMC telefonisch te bereiken voor 9:00, als er iets fout is.
58. Ik had liever dat de chauffeur uitstapt en bij mij aanbelt. Ook dat hij/zij mij helpt met uitstappen, soms
blijft men gewoon zitten. Liever ook geen (te) hoge bus, ik heb moeite met in/uitstappen.
59, Ik heb een brief ontvangen over dat ik nu een beperkt aantal kilometers kan rijden, dat vind ik
jammer.
60. Ik heb een loopfiets en dat leverde weleens problemen op maar dit is inmiddels aangepast in het
dossier.
61. Ik heb een rit eerder gehad en die maakte een grote omrit, veel mensen onderweg opgehaald en het
duurde langer dan een uur. De rit die ik reed was 10 minuten maar er werd een omweg gemaakt.
62. Ik heb graag dat de chauffeurs lief zijn. Ook graag niet zo'n lange route, het duurt soms vrij lang. Dit is
soms pijnlijk voor mij. (notitie eng: Mevrouw kon de rit op de aangegeven datum niet herinneren, wij
hebben het gehad over de laatste rit)
63. Ik heb graag dat de planning goed is, dat men rekening houdt met mij in de route vanwege mijn
gezondheid. Ik moest een paar keer vragen om te stoppen omdat ik onwel werd.
64. Ik heb liever alleen telefonisch contact met RMC.
65. Ik heb liever dat mensen met een muffe geur worden vervoerd met een aparte auto. De ramen van de
auto waren open gedaan en daardoor kreeg ik het koud.
66. Ik heb liever een taxi dan een hoge bus, omdat een hoge bus hobbelig aanvoelt onderweg.
67. Ik hoop dat de chauffeurs de auto uitstappen om mij te helpen met in- en uitstappen. En dat er een
opstapje komt voor het in-en uitstappen.
68. Ik hoop dat het RMC dezelfde service aanhoudt, ook voor andere personen. Ik ben altijd tevreden en
ruim op tijd.
69. Ik kom vaak of te laat of te vroeg aan op mijn bestemming. Een van de oorzaken hiervan is door het
ophalen en afzetten van mensen tijdens mijn rit, waardoor ik er vaak toch naar neig om met andere
vervoersmiddelen te reizen.
70. Ik moet soms wel heel lang wachten voordat ik thuis ben doordat mensen worden opgehaald in een
drukke periode.
71. Ik neem altijd mijn hondje mee en dat staat in het bestand. Maar toch weten sommige chauffeurs dit
niet.
72. Ik neem graag een trolley mee met medicijnen, maar dat is een keer niet goed doorgekomen bij de
chauffeur waardoor de chauffeur weigerde mij mee te nemen. Dus de tip is om dit beter door te
geven zodat de chauffeur hiervan op de hoogte is. De
73. Ik plan mijn reis een uur/anderhalf van tevoren in, omdat de chauffeur nog mensen eventueel moet °
ophalen. Dit is ongemakkelijk. Soms moet ik een taxi of het reguliere openbaar vervoer nemen om dan n
nog op tijd aan te komen. 5
74. Ik vind dat er beter gepland moet worden, hoe mooi en belangrijk AOV ook is. Ze is gemiddeld 1.5 uur 5
onderweg, op een rit van EUR.2.30. Dat duurt dus gewoon veel te lang. 5
75. Ik vind dat ik niet heel lang in de auto kon zitten en wil dat RMC daarvoor maatregelen gaat nemen. E
76. Ik vind dat ze niet langer dan 15+ minuten later mogen zijn en dat ze dan niet mijn gekozen tijd in de e
app wijzigen. De chauffeurs zijn niet altijd even aardig en ze rijden af en toe onveilig. Ik merk dat ze n
vooral in de ochtend vaak een langere wachttijd hanteren, dus ze zouden dan wat beter mogen Iv
communiceren over de vertraging. wi
77. Ik vind dat ze redelijk op tijd zijn en ik vind het handig dat ze bestaan.
Pagina 66 van 69 «
Kwarolapporege zoz Beschermdvenoer deurerdeursameneend
78. Ik vind het belangrijk om gebeld te worden, als je een bepaalde tijd afspreekt, wanneer de auto te laat
is, zodat je er rekening mee kan houden en niet te lang voor de deur op de auto wacht. Verder zou de
planning beter moeten. Soms heb je een rit waar andere mensen worden afgezet, vlak bij waar je zelf
woont. Dan rijd ik mijn huis een aantal keer voorbij. Als ik er iets van zegt dan geloven ze mij meestal
niet. Dan zie ik dat ik vlakbij mijn woning ben en kunnen ze mij op de hoek van straat gewoon
afzetten, maar dan rijden ze door en gaan ze de weg op verder weg van mijn huis om te rijden om
iemand anders af te zetten, voor ze alsnog bij mijn huisadres stoppen om mij af te zetten. Ze moeten
ermee stoppen het goed te vinden dat mensen kort van tevoren nog een rit kunnen boeken. Het komt
voor dat ik al in de auto zit en er een nieuwe rit bij komt. Als je ervoor zorgt dat je in ieder geval een
paar uur van te voren je rit moet bestellen, dan staan de ritten vast en zal het niet gebeuren dat er op
het laatste moment een rit bijkomt zodat de planning in de war komt.
79. Ik vind het fantastisch dat het bestaat, anders kwam ik nergens.
80. Ik vind het heerlijk als ik een normale auto krijg in plaats van een busje, omdat dit makkelijker is met
het in- en uitstappen.
81. Ik vind het minder dat er tijdens de rit steeds mensen in- en uitstappen.
82. Ik vind het niet fijn dat er tijdens de rit mensen worden opgehaald en er boodschappen gedaan
worden etc.
83. Ik wil dat de reis rechtstreeks gaat. Dat is nu niet zo. Ik had een afspraak en ik kwam 45 minuten te
laat, omdat de reis niet gelijk naar mijn eindbestemming ging.
84. Ik wil graag dat men op tijd aankomt, ik moet soms langer wachten.
85. Ik wil graag een hondje meenemen. Kan dit in de app opgenomen worden.
86. Ik wil niet dat de chauffeur om mijn privé leven vraagt.
87. Ik wil weten of mijn kind mag meerijden om te steunen en eventueel hoeveel het kost. Ik zou het fijn
vinden als dat aan mij gemeld kan worden.
88. Ik word liever niet anoniem gebeld door de chauffeur. Als er dan wat is, dan kan ik terugbellen.
89. Ik zou graag willen dat er een pasje komt, waarop een pasfoto staat. Daarmee kan dan gezien worden
of er misbruik wordt gebruikt van het pasje. Het RMC kan misschien iets bedenken om ervoor te
zorgen dat de klanten wel optijd komen, ook al wordt er op tijd gepland. Als ik mee reis dan ben ik de
laatste klant die uitstap, terwijl ik eerste klant ben die instapt.
90. Ik zou willen dat de chauffeurs meer rekening houden met de mensen, ze zijn soms onvriendelijk.
91. In de app meerdere mogelijkheden geven wat betreft bagage. Bijvoorbeeld een boodschappenkar.
92. In de toekomst mag er maar 1500 kilometer gereden worden. Ik vind dat bij de factuur duidelijk moet
staan hoeveel kilometer er is gereden. Daarnaast vind ik dat de kilometerstand weg moet.
93. In een volkswagenbusje zit ik nogal krap dus beter ander vervoer.
94. Kilometerstand is te weinig om dochter te bezoeken. Voorzichtiger met de rollator.
95. Mag beter geregeld worden met de afstanden. De
96. Meer in het belang van de cliënt werken. °
97. Mensen mogen fatsoenlijker gedragen tegenover de chauffeur. Dit is ver te zoeken. Ze moeten n
dankbaar zijn dat zij er alles voor doen. Ze moeten dit waarderen. 5
98. Mensen van de taxi-dienst TCA moeten worden aangesproken op hun gedrag. Ze waren onbeschoft en 5
sommige chauffeurs hebben de radio keihard aan daar moeten ze ook op aangesproken worden. 5
99. Misschien dat ze vooraf aangeven dat er andere mensen moeten worden opgehaald. Zo kan ik E
inschatten hoelang de rit ongeveer duurt. e
100.Neem oudere mensen in dienst als chauffeur, want die jongelui zijn alleen bezig met zichzelf en met n
hun mobiele telefoon. Ze zetten mensen niet eens vast in de stoel. Ze communiceren slecht. Inmiddels Iv
is er wel een verbetering zichtbaar. wi
101.Niet alle chauffeurs tonen altijd humaniteit.
Pagina 67 van 69 «
aroorapperege202ttBeshemeveneer dewriordeursameneend
102. Ongekende luxe dat dit kan.
103.Op de terugrit had ik een chauffeur die constant aan het appen was. Dat ik vind ik een slechte zaak.
104.Op tijd aankomen en ervoor zorgen dat we niet zo lang in zo'n voertuig hoeven te zitten, dus niet zo
omrijden, terwijl je al een paar keer langs je eigen huis komt!
105. Opmerking: Enorm lange reistijd door het ophalen en wegbrengen van andere mensen.
106. Opmerking: Graag van tevoren laten weten als er mensen opgehaald moeten worden tijdens de rit die
ik besteld heb.
107.Pasjescontrole doorgeven zodat ik mijn pasje in het vervolg meeneem en niet vergeet.
108.Ritten mogen beter worden gepland.
109.RMC moet beter plannen om op tijd te zijn.
110.Sommige chauffeurs gaan heel snel of zetten de radio keihard.
111.Sommige chauffeurs gebruiken de telefoon tijdens het rijden en sommige chauffeurs hebben de
muziek van hun eigen taal/andere taal op in de bus, ze zouden Nederlandse muziek op moeten zetten.
112.Sommige chauffeurs helpen je niet bij het in- en uitstappen van de auto.
113.Sommige chauffeurs rijden wild.
114.Soms heb je wel eens dat een ritje van 10 min een half uur duurt. Misschien dat ze anderen eerst
afzetten voordat ze anderen ophalen etc.
115.Soms is de planning niet goed, je maakt soms een omweg voordat je op bestemming bent.
116.Soms is de rit niet goed ingepland, ligt niet altijd op de route, meer rekening houden met de
bestemming. Beter plannen.
117.Soms komen ze te laat. De ritten moeten beter gepland worden.
118.Soms moet ik lang wachten bij het ziekenhuis voordat de chauffeur komt.
119.Soms zit ik in het voertuig en dan rijden ze langs mijn huis zonder te stoppen waardoor ik
noodgedwongen langer in het voertuig zit.
120.Tip: Beter plannen, ik zat een keer vanaf 21:00 tot middernacht in de auto, omdat de route zo slecht
geregeld was. En dit gebeurt vaker.
121.Valys is af en toe slecht, omdat als ik een afspraak maak ze vaak terugbellen met de opmerking dat ze
30 minuten later komen.
122. Wegens corona vind ik het onprettig om met meerdere mensen in het busje te zitten. Ik moet naar het
verpleegtehuis, een gesloten afdeling, om mijn man te bezoeken die kwetsbaar is. Misschien zitten er
ongevaccineerde mensen in het busje.
123.Ze kunnen best wel wat langer wachten en niet na 5 min gelijk wegrijden.
124.Ze kunnen de planning wel beter maken. Daarnaast wordt er soms een kleinere auto gestuurd
waardoor het wat drukker wordt in de auto.
125.Ze maken heel veel fouten met het plannen dus dat kan een stuk beter.
126.Ze moeten de chauffeurs beter screenen, sommigen kunnen niet goed Nederlands en zijn niet _
vriendelijk. °
127.Ze mogen wel meer telefonisten hebben. n
128.Ze rijden soms helemaal om, dit vind ik naar. e
129.Ze zijn beleefd. Ze helpen met het in- en uitstappen. De chauffeurs maken teveel onnodige omwegen. 5
Het zou korter kunnen. 5
©
=
-
Lul
x
>
Pagina 68 van 69 «
E05?
js 4
[EN]
Ö
pl
js 4
EN)
pd
at
[En]
as
=
[sa]
Ö
2
js 4
[EN]
a
DELFT ‘S-HERTOGENBOSCH ZWOLLE OTTAWA ja
Postbus 2873 2601 CW Delft t(015] 214 78 99 [email protected] _ www.mobycon.nl De
| Onderzoeksrapport | 69 | train |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoek
Am ste rd am 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 5 januari 2021
Ons kenmerk
Behandeld door Marian Steenhagen
Bijlage
Onderwerp Bestuurlijke reactie op moties 1256, 1257, 1258 en 1289 met betrekking tot de
investeringsnota Buiksloterham
Geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van woensdag 4 en donderdag 5 november jl. heeft uw
raad bij de behandeling van het agendapunt 6, Instemmen met de investeringsnota Buiksloterham
2020 en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet, de volgende moties aangenomen:
A. Motie 1256.20 van leden van Renssen en Bakker inzake een duurzaamheidsmonitor
voor Buiksloterham
Middels de motie wordt het college verzocht:
1. De ontwikkeling van de duurzame en circulaire ontwikkeling van
Buiksloterham te monitoren;
2. Daarbij de mogelijke beperkingen (voor o.a. de realisatie van duurzame
gemeenschappelijke, kaveloverstijgende infrastructuur) te inventariseren
door een duurzaamheidsmonitor uit te voeren in 2024 en zo mogelijk in 2026.
Antwoord
Buiksloterham ontwikkelt zich tot circulaire stadswijk en leert daarbij door te doen. Die
werkwijze wordt al meerdere jaren gehanteerd. Niet alleen de gemeente is actief , maar
ook vele partners in de wijk. Bij leren door te doen hoort uiteraard ook het volgen van
voortgang en verspreiden van kennis en lessen. Dat gebeurt in Buiksloterham op
projectniveau en door veel verschillende partijen. Gezien de eigenschappen van
Buiksloterham , de breedte van de circulaire opgave en de vele partijen die actief zijn, is
deze projectgerichte monitoring en onderlinge kennisdeling effectief. Door daarnaast ook
gebiedsbreed en thema gericht monitoring en voortgang bewaking een plek te geven
kunnen we het leren door te doen nog verder uitbouwen. Kortom: het monitoren van de
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 5 januari 2021
Kenmerk
Pagina 2 van 4
voortgang van de circulaire wijk en daarbij knelpunten analyseren en oplossingen
bedenken is iets dat in Buiksloterham op projectniveau al gedaan wordt.
Voor 2024, en zo mogelijk in 2026 kan een beknopte monitor rapportage worden
gemaakt die ingaat op met name kaveloverstijgende zaken zoals:
. energie: warmte en koude levering, nieuwe concepten, smart grid
ontwikkelingen,
. grondstoffen en materialen : nieuwe sanitatie,
. overige projecten zoals deelmobiliteit, afvalscheiding , toepassing van grinders.
De rapportage gaat hiermee in op ervaringen, behaalde (deel) resultaten, geleerde lessen
en de beperkingen. De rapportage kan daarbij ook in gaan op juridische aspecten,
financiële aspecten en samenwerkingen in de wijk. De rapportage zal geen volledig beeld
geven, maar een dwarsdoorsnede laten zien. Ook geeft de rapportage een aantal
aanbevelingen.
Er zal op basis van kennis van de gemeente informatie verzameld worden. Daarnaast zal
een aantal actoren geïnterviewd worden: zowel interne medewerkers van de gemeente
als externe betrokkenen bij ontwikkelingen in de wijk (bewoners, ontwikkelaars, waternet,
stichting stadslab, woningcorporaties, architecten, kennisinstituten). Dit leidt tot een
rapportage die ook met de raad gedeeld wordt.
B. Motie 1257.20 van leden van Renssen, Bakker en Biemond inzake meer gebruiksgroen
in Buiksloterham
Middels de motie wordt het college verzocht:
1. Te bewerkstelligen dat op alle nog te ontwikkelen kavels zoveel mogelijk
openbaar gebruiksgroen wordt gerealiseerd;
2. Op de grotere gemeentelijke kavels zoals kavels 25, 18, 19, en 39
gebruiksgroen toe te voegen tot minimaal 9.000 tot 11.000 m2.
Antwoord
De gemeente zet zich in om, waar mogelijk, zoveel mogelijk openbaar groen te (laten)
realiseren. Dit komt de verblijfskwaliteit in het gebied ten goede en is een belangrijke
wens van bewoners van Buiksloterham. In de spelregelkaart, die hoort bij de
investeringsnota Buiksloterham, is aangegeven dat de grote gemeentelijke kavels 18, 19,
25 en 39 moeten worden voorzien van een informele route en een basisschool. Zowel de
informele routes als de bij de basisscholen behorende schoolpleinen bieden
aanknopingspunten voor realisatie van openbaar groen. Op grond van recent uitgevoerde
stedenbouwkundige studies kan worden geconcludeerd dat voor de genoemde kavels
tenminste 9.000 m2 ecosysteemgroen kan worden omgezet naar gebruiksgroen.
C. Motie 1258.20 van leden van Renssen, Bakker en Biemond inzake de snelle aanleg van
gebruiksgroen in Buiksloterham
Middels de motie wordt het college verzocht:
Gemeente Amsterdam Datum 5 januari 2021
Kenmerk
Pagina 3 van 4
1. De tijdelijke inrichting van kavel 25 zo snel mogelijk en zo groen mogelijk te
realiseren, waarbij ruimte is voor bewegen;
2. Zo spoedig mogelijk het openbare groen op 18(a) en 19 te realiseren en zo
mogelijk direct na de realisatie van de tijdelijke basisscholen in 2022 aan te
leggen;
3. In aanvulling daarop in het gebied zo veel mogelijk (tijdelijk) groen toe te
voegen, bijvoorbeeld met ‘pop-up’ parken.
Antwoord
1. Begin 2021 komt een deel van kavel 25 (ca. 3.000m2) beschikbaar zodra het
afvalpunt verwijderd is. Dit terrein leent zich goed voor een tijdelijke invulling met
groen en sport- en spelvoorzieningen. De realisatie hangt mede af van de
resultaten van een bodemonderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd. Op
basis van de huidige fasering blijft het terrein tot eind 2025 beschikbaar, op dat
moment start de uitvoering van het bouwprogramma.
2. Kavel 18a dient ondergronds gesloopt en gesaneerd te worden. Op basis van
contractuele afspraken met de aannemer is kavel 18a begin 2021 bouwrijp. Na
oplevering van de tijdelijke school en de sanering van kavel 18 kan medio eind
2022 / begin 2023 worden gestart met de aanleg van tijdelijk groen en sport. Het is
dus mogelijk om fase 2 van kavel 18a in te richten met tijdelijk groen en sport,
maar pas nadat de tijdelijke school is gerealiseerd.
3. De komende jaren zal tijdens de uitvoering continue gebruik worden gemaakt van
mogelijkheden om (tijdelijk) groen te realiseren. Dit is ook een belangrijke wens
van bewoners, De tijdelijk onbebouwde ruimte in Buiksloterham is echter schaars.
Er is ruimte nodig voor onder andere een materialenhub, gronddepots en
werkterreinen voor ontwikkelaars.
D. motie 1289,20 van lid Bloemberg-lssa inzake een onderzoek naar de risico's van
watervervuiling in Buiksloterham voor omwonenden
Middels de motie wordt het college verzocht de uiteindelijke onderzoeksresultaten over
de gevolgen van het wonen bij vervuild water te delen met de gemeenteraad.
Antwoord
Samen met de bewoners van de drijvende woningen van Schoonschip en het Lichtschip in
het Johan van Hasseltkanaal laat de gemeente op dit moment door een extern
adviesbureau een onderzoek uitvoeren naar de humane risico's van het wonen op- en
rondom het water. De opdrachtformulering van het onderzoek is ook samen met de
bewoners opgesteld. Dit onderzoek is opgepakt om de vragen die bewoners hierover
hebben te kunnen beantwoorden en zorgen hierover weg te nemen. De uitkomsten van
het onderzoek worden gedeeld met de raad. Dit zal naar verwachting in het 2e kwartaal
van 2021 zijn.
E. Motie 1295.20 van lid Timman, van Renssen, Biemond en Bakker inzake zwemmen in
het Johan van Hasseltkanaal in Buiksloterham.
Gemeente Amsterdam Datum 5 januari 2021
Kenmerk
Pagina 4 van 4
Middels de motie wordt het college verzocht bij Rijkswaterstaat aan te dringen op de
sanering van de bodem van het Johan van Hasseltkanaal om zwemmen mogelijk te
maken en de uitkomsten van deze inzet te rapporteren aan de raad.
Antwoord
Het college van B&W vindt het belangrijk dat op zo veel mogelijk plekken in de stad veilig
gezwommen kan worden. Bij voorkeur op officiële zwemplekken, die aan alle eisen
voldoen die de provincie daaraan verbindt. Daarbij speelt niet alleen vervuiling een rol,
maar ook de staat van de bodem, de inrichting van de oevers, de waterkwaliteit en het
voorkomen van conflicten met andere functies zoals de scheepvaart. Bij het Johan van
Hasseltkanaal moeten al deze aspecten getoetst en zo mogelijk aangepast worden om er
een officiële zwemplek van te maken. Of dit kansrijk is, vraagt om een uitgebreidere
verkenning. Een degelijke stadsbrede verkenning is op 1 juli 2020 toegezegd, n.a.v.
schriftelijke vragen van het lid Vroege (D66). Er wordt momenteel onderzocht hoe deze
verkenning het best gestalte kan krijgen. B&W informeert u hierover rond de zomer van
2021.
De moties worden conform bovenvermelde opgepakt en uitgevoerd. Aangezien de uitvoering en
afhandeling wel enige tijd kan duren (soms enkele jaren) stel ik voor om de moties voor nu als
afgehandeld te beschouwen. Te zijner tijd zal ik u verder informeren over de voortgang.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Ce
IW n
(O DO Uv Cn
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
| Motie | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 320
Publicatiedatum 5 juni 2013
Ingekomen op 29 mei 2013
Ingekomen onder o
Te behandelen op 3/4 juli 2013
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Flos inzake de Kadernota 2014
(lastenverlichting ondernemers).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Constaterende dat:
— steeds meer ondernemers in Amsterdam de gevolgen van de economische crisis
ondervinden;
— _ het lokale midden- en kleinbedrijf een belangrijke bron van werkgelegenheid en
de motor van de Amsterdamse economie is;
— in 2012 in Amsterdam een totaal van € 7.164.000 aan reclamebelasting voor
ondernemers werd geïnd;
Overwegende dat:
— _ substantiële vermindering van de reclamebelasting leidt tot lastenverlichting voor
juist het midden- en kleinbedrijf met een positief effect op de Amsterdamse
economie als gevolg;
— de gemeenteraad de tarieven voor de reclamebelasting bepaalt maar de
stadsdelen deze reclamebelasting innen en de inkomsten op hun begroting
binnen krijgen;
— _ vermindering van de reclamebelasting dus leidt tot derving van inkomsten voor
de stadsdelen,
Besluit:
| __aan paragraaf 5.2.2 toe te voegen dat:
— in 2014 de tarieven van de reclamebelasting eenmalig zodanig worden
verlaagd dat dit leidt tot een lastenverlaging van € 3.500.000 voor het
bedrijfsleven.
— in 2014 € 3.500.000 aan de stadsdelen ter beschikking wordt gesteld ter
compensatie van gederfde inkomsten uit de te innen reclamebelasting;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 320 A dement
Datum _ 5 juni 2013 mendem
Il ditte dekken door € 3.500.000 aan rentebaten in 2014 te begroten (als onderdeel
van de in totaal aan € 15 miljoen te begroten rentebaten);
1 het college van burgemeester en wethouders te verzoeken dit amendement te
verwerken in de begroting 2014 en hiervoor een uitvoeringsvoorstel te maken.
Het lid van de gemeenteraad,
R.E. Flos
2
| Motie | 2 | discard |
27 december 2018
Mijne dames en heren van de griffie Gemeenteraad Amsterdam
Sinds 2000 heb ik aan de zijlijn zo een beetje mee gehobbeld in de dat politieke
stadsgebeuren en weet een beetje hoe het werkt en hadden ik goede contacten
destijds met griffie Zuid
Ik heb geen zin meer om wat nu zit in de Gemeenteraad afzonderlijk weer te
benaderen zoals eerder en de inhoud van onderstaande mail zal u wel duidelijk zijn
waarom
Op mijn eerste raadsadres kreeg ik wel netjes antwoord van sommige partijen naar
aanleiding van de ingediende raadsadressen over scooterprobleem maar wat er nu zit
in de raad heb ik totaal geen vertrouwen meer in en de mail speekt voor zich
De griffier van Zuid had de mogelijkheid mijn gegevens in de bakjes te leggen van de
verschillende fracties en zou U misschien een mogelijkheid zien dat deze mail ook
doorkomt in de bakjes Gemeenteraad zodat zijn kennis nemen van vooral de OPEN
BRIEF gericht aan de mevrouw die mij/ons de dood wil injagen al weet ik dat het nu
reces is maar komt het later wel aan
Bij voorbaat vriendelijke dank
Verzonden 27 december 2018
Geachte | dank voor uw mail
Aardig dat u even reageert maar ik geef het verder maar een beetje op en ben het een
beetje zat allemaal en volgens mij zijn ze daar in dat gekkenhuis aan de Amstel
helemaal de weg kwijt en zal er wel een stofje in de hersenen rondwaren wat die
hersenen heeft aangetast zoals vroeger bij ene meneer Em want van die stofjes
die die de hersenen aantasten zijn er nog zat merk ik nu. “(Hoop dat u een grapje
kunt waarderen…)
Die mevrouw uit Enschede die nu helaas wethouder is geworden om ons
Amsterdammers met haar nieuwe club tuinkabouters ons de duimschroeven aan te
draaien als Amsterdammers blijft ziende doof en blind door toch ouderen over de kling
te jagen straks in April volgens de plannen door ze de levensgevaarlijke autoweg op te
jagen.
Had het al verwacht trouwens zo een domme maatregel want de huidige club
“bestuurders” zullen vrees ik mijn mooie Amsterdam totaal de vernieling in gaan jagen
op vele fronten maar is ook ergens de Amsterdammers zelf aan te rekenen door NIET
te gaan stemmen en doordat slechts een minderheid van import-yuppen en
grachtengordelfiguren wel gestemd heeft met het noodlottige gevolg dat zij nu de
macht hebben gegrepen met alle nare gevolgen van dien zoals dit besluit ouderen de
dood in te jagen en denk maar aan de de vernietiging van de Wallen, het Parkeerbeleid
en noem maar op. Overigens zat er m.i eerder ook al niet veel soeps (uitzonderingen
daar gelaten) in de Gemeenteraad vandaar mijn 2 raadsadressen eerder aan de eerste
groep betweters en daarna aan de die nieuwe “raadsleden” die toen de macht greep
helaas doordat de echte Mokummers verzuimden te stemmen zoals ik net aangaf.
Van de eerste groep kreeg ik in ieder geval nog netjes antwoord dat scheelt
Afijn u merkt wel dat ik ontzettend boos ben
Er gaan zeker weten slachtoffers straks vallen onder 65+ ers en ziet u dit bericht maar
als een wanhoopskreet en stel nogmaals die uit de klei van Enschede getrokken
madam bij voorbaat verantwoordelijk voor de doden en slachtoffers die er straks gaan
vallen bij Amsterdamse ouderen door haar kortzichtig beleid. Zie ook vage termen
staan in uw mail dat in uitzonderlijke gevallen men een uitzondering wil maken en zou
wel graag willen weten dan WELKE uitzonderlijke gevallen het betreft en hoor dit
graag van U dan en tevens graag ook bericht of ik nu mijn onlangs aangeschafte
splinternieuwe zipp snorscooter (Zie bijlage*) eventueel kan laten ombouwen naar
een gewone scooter. Reeds eerder gaf de RDW al aan dat ik dat niet kan laten doen
omdat de nieuwe Europese regelgeving dat niet toestaat een bestaande snorscooter
om te bouwen naar een gewone scooter en het keuringstation van de RWD in
Amsterdam in niet daartoe is ingericht????? Men zou gaan bezien ook in het
keuringsstation in Amsterdam men een dergelijke voorziening is te maken en die is er
niet nu en hoe zijn die besprekingen verlopen? Of is het weer allemaal de nodige
ondoordachtige bla bla??? Of heb ik voor Jan met de korte achternaam met 3 van uw
Gemeente ambtenaren een gesprek gehad toen op het Weesperplein nr 3
Ik kan niet straks met mijn huidige snorscooter de autoweg want dat houdt in dat in
met mijn n.b nieuw gekochte snorscooter die niet harder kan als 30 km aangeschoten
wild ga worden op de autoweg waar men veel harder rijdt. Ik heb dus niets aan deze
scooter straks omdat deze niet om te bouwen is terwijl de Gemeente me eerder
dwong via regelgeving mijn eerdere Tomos bromfiets weg te doen n.b… (zie
afbeelding) Een vergoeding van Gemeentewege zou daarom welkom zijn zodat ik
misschien dan een elektrische scooter kan aanschaffen die in ieder geval harder kan
rijden. De door u eerder aangeboden vergoeding van de keuringskosten bij eventuele
ombouw (zie bij de bijlagen) tot ombouwen heb ik niks aan omdat mijn nieuwe
snorscooter niet eens om te bouwen is blijkt nu dus door de afgegeven
keuringsrapporten op Europese leest geschoeid en heeft Amsterdam al sowieso geen
mogelijkheid dergelijke keuringen te verrichten of zo ik naar Lelystad moeten
misschien en waar zijn ze in Godsnaam mee bezig vraag ik me af in dat Politburo!
Onverlet is het gewoon waanzinnig en ronduit MISDADIG van de Gemeente om
ouderen van boven de 65 jaar de gevaarlijke autoweg op te jagen en dacht zo dat ik
netjes zoals het hoort als burger de geiijkte weg heb bewandeld om via twee
raadsadressen de Gemeente of de Gemeenteraad misschien op andere gedachten te
brengen en eventueel een uitzonderingspositie te creëren maar nee dus. Men kiest
ervoor slachtoffers te maken vandaar mijn eerder verzonden open brief aan die
mevrouw en deze aan u verzonden brief ga ik wederom net als de vorige keren sturen
aan alle raadsleden in het laat ik hem maar ludiek zeggen het Politburo aan de Amstel
zodat zij niet kunnen zeggen straks: “ICH HABE HES NICHT GEWUST”
Door medische omstandigheden waar ik alle energie hard voor nodig heb in 2019 als
75 jarige ben ik niet in staat de kwestie aan te kaarten bij de Raad van State en jammer
wel want zou misschien een redelijke kans van slagen hebben om die madam terug in
haar kabouterhok te sturen wat beter past in de Efteling geloof ik want het blijkt
duidelijk dat men in die Amsterdamse Raad volledig de weg kwijt aan het raken is op
vele fronten en totaal onbetrouwbaar aan het worden is
Overigens stelt u nu dat niet de luchtkwaliteit de reden is om ons te verplaatsen van
het fietspad naar de autoweg maar opeens de verkeersveiligheid en hoe dom kun je
het maken en zij willen gewoon stok hebben ons ons mee te slaan en breng ze in de
herinnering toch maar even dit https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/10/als-een-
boeing-747-opstijgt-komt-even-veel-fijnstof-vrij-als-uit-een-miljoen-vrachtwagensnrc-
checkt-a1587736 maar ja DAAR hoor je niet over zo “wijs” zijn ze wel. Mijn eerdere
brommertje vervuilde toch de lucht??
Ik stuur u nog 1 x de bescheiden op en meer kan ik niet doen en hoor graag dan in
welke uitzonderlijke gevallen met een ontheffing kan aanvragen en of er inmiddels bij
het keuringsstation van de RWD in Amsterdam nu wel een mogelijkheid is reeds nieuw
gekochte ZIPP scooters om te laten bouwen tot gewone scooters. Ben van het kastje
naar de muur gestuurd bij RWD en NIEMAND geeft een sluitend antwoord en
misschien kant dat Politburo eens doordringen bij dat Bastion RWD?
Vooralsnog ben ik u dankbaar persoonlijk meneer | dat u wel de moeite heeft
genomen mij alsnog te antwoorden en siert u
Ik behoud me wel het recht voor een en ander wel door te sturen aan anderen en de
media want het is een zaak die veel ouderen aangaat in Amsterdam en in feite van
levensbelang en de ouderen worden toch al zo in een hoek gedrukt in Amsterdam
Ik wens U persoonlijk veel sterkte daar in dat Politburo aan de Amstel zoals het
tegenwoordig vaak gezien wordt door rasechte Mokkumers zoals ik 9
Met vriendelijke groet
Beste
Eind september stuurde u me onderstaand bericht door. Na wat navraag binnen de organisatie
vrees ik dat u hier mogelijk nog geen antwoord op heeft ontvangen. In dat geval allereerst excuses
voor de late reactie op uw open brief. U maakt zich zorgen over de veiligheid van oudere
snorfietsers (65+) op de rijbaan. U stelt voor om 65+'ers een ontheffing te verlenen. Tevens stelt u
dat fijnstofuitstoot van scooters in het niet valt bij de uitstoot van vliegtuigen die boven
Amsterdam vliegen.
We hebben eerder met elkaar over deze onderwerpen gesproken. Een generieke vrijstelling van de
nieuwe wetgeving op grond van leeftijd is helaas niet de oplossing voor de door u geuite zorgen.
Het college kan een ontheffing verlenen voor de verplichting om met een snorfiets op de rijbaan te
rijden (met helmplicht), maar het college wil een dergelijke ontheffing alleen in uitzonderlijke
gevallen verlenen. Of iemand in aanmerking komt voor een dergelijke ontheffing, zal per geval
worden afgewogen aan de hand van de specifieke persoonlijke omstandigheden. Een generieke
ontheffing op grond van leeftijd doet afbreuk aan de eenduidigheid van de maatregel — helderheid
en overzichtelijkheid zijn noodzakelijk voor alle weggebruikers en daarmee de algemene
verkeersveiligheid. We voeren de maatregel zo veilig mogelijk in: waar nodig passen we de
infrastructuur aan, met bebording wijzen we alle weggebruikers op de aanwezigheid van
snorfietsers op de rijbaan, met een communicatiecampagne maken we aan alle weggebruikers
duidelijk wat van hen verwacht wordt in de nieuwe situatie en we gaan de maatregel handhaven:
eerst met verkeersregelaars die snorfietsers op de nieuwe situatie wijzen, later door sanctionering.
We monitoren en evalueren de maatregel zodat we tijdig kunnen bijsturen wanneer nodig. Wat
betreft de uitstoot van snorfietsen in vergelijking met die van vliegtuigen: de verplaatsing van de
snorfiets naar de rijbaan met helmplicht is gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid en
niet op het verbeteren van de luchtkwaliteit.
Maandag 17 december jl. is het definitief verkeersbesluit gepubliceerd waarin is aangegeven dat
de snorfiets per 8 april 2019 met helm naar de rijbaan wordt verplaatst op de meeste wegen
binnen de ring A10. Daarnaast is de Nota van Beantwoording gepubliceerd waarin het college
reageert op de zienswijzen die zijn ingediend op het ontwerpverkeersbesluit. Daarin gaat het
college ook in op de onderwerpen die v aanhaalt in vw open brief. Deze documenten en alle meest
recente informatie over deze maatregel kunt u vinden op www.amsterdam.nl/snorfiets.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet en fijne feestdagen gewenst,
2% Gemeente
% Amsterdam
1 Amsterdam.nl
1.1 Mail wethouder Sharon Dijksma
Naam
Uw bericht
OPENBRIEF1
Dag Mevrouw Dijksma
Er rest mij niet anders dan u een OPEN BRIEF te sturen als 75 jarige
en heb eerder 2 raadsadressen gericht aan de eerdere ploeg
bestuurders en later nog maar eens een raadsadres aan de nieuwe
ploeg die er nu zit
Uit eerdere mails die ik ontving van het D66, VVD, SP naar aanleiding
van mijn eerste raadsadres bleek al spoedig dat men koste wat kost
het wil doordrukken dat de snorscooters van het fietspad af moeten
en heb ik me maar toegespitst in mijn 2e raadsadres op het verzoek
dan maar voor 65+ ers een ONTHEFFING te vragen alsook het het
verzoek het openbaar vervoer vrij te geven voor ALLE ouderen boven
de 65 en niet alleen een beperkte groep die een heel laag inkomen
heeft. Veel ouderen kunnen nl. het openbaar niet betalen en hebben
daarom een scootertje of brommertje (de schattingen zijn 5000
ouderen)
Als de plannen doorgaan om ouderen boven de 65+ de
levensgevaarlijke autoweg op te jagen gaan er 100% zeker weten
slachtoffers vallen door het verschil in snelheid omdat zij niet harder
kunnen als 30 km per uur raken ze in verwarring waar ze nu WEL of
NIET mogen rijden. Ik vrees het ergste als u ook de ouderen van het
fietspad wilt verwijderen met hun scootertje/brommertje naar de
autoweg en stel ik u nu reeds aansprakelijkheid voor de toekomstige
slachtoffers dan en de tijd zal het leren dat het een misdadig plan is
om dat de ouderen die al zo erg in het verdomhoekje zitten deze
maatregel aan te doen en verzoek u dan ook ALLES in het werk te
stellen in ieder geval de ouderen te ontzien en is makkelijk te
handhaven via het kentekenbewijs en het rijbewijs
Tot slot wil ik u nog even wijzen op het feit dat een Jumbo-vliegtuig
die vrijelijk over Amsterdam mag vliegen bij elke start en landing een
veelvoud van fijnstof de lucht in blaast waarbij die scootertjes en
brommertjes een peulenschil zijn en sla de rapporten er maar over op
Heb op 15 maart verleden jaar om 15.00 uur een uitgebreid gesprek
gehad op het Weesperplein met uw ambtenaren aangaande deze
kwestie en vraagt u maar naar
nn
| Raadsadres | 6 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer _ 257
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Broersen inzake Asielzoekers voorbereiden op werk
Onderwerp
Asielzoekers voorbereiden op werk
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023
Constaterende dat:
-_ Slechts ongeveer een derde van alle Amsterdamse statushouders een baan hebben;*
-_ Taalbarrières en ongeldige diploma’s de grootste belemmeringen zijn voor statushouders
bij het vinden van een baan?;
-__ Asielzoekers baat hebben bij het vinden van dagbesteding en voorbereiding op integratie;
-_ Asielzoekers die wachten op een status, na 6 maanden verblijf wettelijk gezien stage
mogen lopen en werken;?
-_ Asielzoekers in de eerste 6 maanden van hun verblijf wel al een opleiding mogen volgen;
-__Een gecombineerde opleiding met stage voor betere integratie kan zorgen, het oefenen
van de taal en het opbouwen van een CV in Nederland;
-__ Veel stages vereisen dat je ingeschreven staat bij een opleiding;*
-__ Meerdere bedrijven erop inzetten om opleidingen in combinatie met stages aan te bieden
waarbij vluchtelingen hun expertise in Nederland kunnen uitoefenen;
-__ De begeleiders van het COA en Vluchtelingenwerk niet altijd op de hoogte zijn van
organisaties die gecombineerde opleiding met stageplek aanbieden voor asielzoekers en
dit dus ook niet actief adviseren;
Overwegende dat:
1 https://onderzoek.amsterdam.nl{publicatie/vluchtelingenmonitor-2022
* Plan van aanpak ‘Statushouders aan het werk! (Tweede Kamer)
3https://www.vaf.nl/ondersteuning/ik-wil-werken/op-weg-naar-werk{nog-geen-verblijfsvergunning-
stage/
4 https:/[ondernemersplein.kvk.nl/stageplaats-of-leerbaan-aanbieden/
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
- De gemeente Amsterdam een belangrijke rol kan spelen bij het aanbieden van kansen aan
asielzoekers;
-_ Asielzoekers die wachten op een status dezelfde kansen zouden moeten hebben op
stages en werk als statushouders;
-_Het daarom belangrijk is dat de gemeente ook aandacht besteedt aan de ontwikkeling en
verrijking van asielzoekers;
-__De gemeente dit deels kan doen door zich in te zetten voor initiatieven die asielzoekers
wettelijk wel mogen volgen, zoals een gecombineerde opleiding met stageplek die
asielzoekers voorbereiden op de Nederlandse arbeidsmarkt, zoals Account Your Future en
Hack Your Future;
-__Ervanuit de stadsdelen nauw wordt samengewerkt met uiteenlopende maatschappelijke
spelers die ook onderling samenwerken en veel vrijwilligers inzetten om asielzoekers te
begeleiden naar een betekenisvolle dagbesteding;
-__ De gemeente in meerdere netwerken van bedrijven deelneemt;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_In kaart brengen welke organisaties een gecombineerde opleiding met stageplek voor
asielzoekers aanbieden, met eventuele mogelijkheid tot doorstromen naar een vaste
functie bij het verkrijgen van een status;
-__In de bedrijvennetwerken waar de gemeente aan deelneemt de mogelijkheden van stages
voor asielzoekers kenbaar te maken;
-__ Bij de stadsdeelnetwerken, bestaande vit maatschappelijke spelers die ook onderling
samenwerken en veel vrijwilligers inzetten voor asielzoekers, de bovenstaande
organisaties onder de aandacht brengen;
-__ Deze organisaties ook onder de aandacht te brengen bij de vrijwilligers en medewerkers
van het COA en Vluchtelingenwerk om deze gecombineerde opleiding met stageplek te
stimuleren bij asielzoekers.
Indiener(s),
J. Broersen
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1149
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 17 oktober 2017
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Torn inzake de Begroting 2018 (camerahandhaving in
het Vondelpark op het brom- en snorfietsverbod).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Constaterende dat:
— Het niet is toegestaan om met brom- en snorfietsen door het Vondelpark te rijden,
maar dat ondanks dit verbod dit park regelmatig als sluiproute wordt gebruikt door
brom- en snorfietsers;
— De huidige handhaving van het brom- en snorfietsverbod veel capaciteit vraagt,
geld kost en bovendien een relatief lage pakkans kent.
Overwegende dat:
— Erbij de Rijksmuseumpassage en de Cuyperspassage onder het Centraal station
intelligente camerasystemen met kentekenherkenning zijn geplaatst die het
verbod op brom- en snorfietsen handhaven met een pakkans van 100%;
— Ersinds de invoering van camerahandhaving bij het Rijksmuseum sprake is van
een overtredingsafname van zestig procent en er een soortgelijke daling van het
aantal overtredingen wordt verwacht bij de Cuyperspassage.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— In kaart te brengen welke in- en uitgangen van het Vondelpark het vaakst worden
gebruikt door brom- en snorfietsers die het brom- en snorfietsverbod negeren;
— Op basis hiervan te inventariseren wat de kosten en baten zijn van het
aanbrengen van camerahandhaving langs de meest gebruikte in- en uitgangen;
— De raad hierover te informeren.
Het lid van de gemeenteraad
R.K. Torn
1
| Motie | 1 | discard |
Vergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 25-08-2021
Aanvang 19:30
Locatie MS Teams
1 Welkom
2 Vaststellen agenda en verslag
3 Bewoners aan het woord
Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale
spreektijd is 3 minuten.
Chris Keulemans over voortgang participatieprotocol
Terra Dakota Stein over signalen van bewoners en hulpverleners uit de wijk de Banne
4 Fietsverbinding Vliegenbos: Rapportage ombudsman en ongevraagd advies stadsdeelcommissie
Insprekers:
Anna Costello Schwartz
John Zondag
Hetty Oorbeek
Mariska Trimbos
Serge Schrier
Monique Egberts (afgemeld)
T. Muller
Eva Bollen
Ronald Hooft
Massih Hutak
Teruggetrokken:
Patty Muller
5 Adviesaanvraag Actieprogramma Banne Zuid
De commissie bespreekt deze vergadering het advies.
Insprekers:
Gerrit Woering
Loek Jehee
6 Adviesaanvraag Groen en Sport NDSM-werf Oost
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
Insprekers:
Tim Vermeulen
7 Adviesaanvraag bestemmingsplan Buiksloterham 7e partiële herziening
De commissie stelt deze vergadering het advies vast.
8 Adviesvraag Afvalinzamellocaties in de Gutserstraat en omgeving
Zoals bekend wordt voor het aanwijzen van locaties voor ondergrondse afvalcontainers de stadsdeelcommissie in
de gelegenheid gesteld advies uit te brengen.
Het DB adviseert de stadsdeelcommissie om geen advies uit te brengen, conform bestaande werkwijze.
De commissie brengt geen advies uit.
9 Presentatie: Nota Veren
10 Bestuurlijk stelsel en ambtelijke ondersteuning
Dit agendapunt is geagendeerd n.a.v. de vergadering van 7 juli 2021.
11 TKN Adviesaanvragen
11.1 Buurtbudgetten 2021 2022
Vaststellen advies SDC: 8 september
11.2 Afvalstoffenverordening
Vaststelling advies SDG: 8 september
Vaststelling advies DB: 21 september
Verzending advies: uiterlijk 24 september.
11.3 Beleidsvoornemen ’30 km/u in de stad
Het college van B&W heeft op 6 juli ingestemd met het beleidsvoornemen ’30 km/u in de stad’. Met
dit voornemen geven we aan hoe Amsterdam verlaging van de maximumsnelheid naar 30 km/u op
veel meer plekken in de stad wil realiseren.
De inspraakprocedure loopt tot en met 3 oktober 2021 vanwege de zomervakantie.
Vaststelling advies commissie: 8 september (evt. uitloop naar 22 september)
Vaststelling advies DB: 28 september
Verzending advies: 3 oktober
11.4 Voorontwerp bestemmingsplan Draka Terrein Hamerkwartier
Bespreken & Vaststellen: 8 september
11.5 Aanpassen gebiedskaart overnachtingsbeleid
Bespreken & Vaststellen: 8 september
11.6 Ongevraagd advies jongerencommissie
Behandeling op 8 september (geagendeerd op verzoek van Niels Ras)
12 TKN Terugkoppelingen
12.1 TKN advies beleidskader participatie
Dit advies wordt ter kennisname geagendeerd.
12.2 TKN Strategisch plan SSOR
Dit onderwerp is ter kennisname geagendeerd n.a.v. de reactie op het adviestraject mbt Strategisch
plan Sporten en Spelen in de openbare ruimte.
13 TKN Focusopgaven
13.1 TKN Monitor uitvoering gebiedsplan 2021
In aansluiting op de mededeling van Erna Berends in de stadsdeelcommissievergadering van 23
juni jl. hierbij ter informatie de monitorlijst (uitvoering gebiedsplan 2021) per gebied. Deze is 22 juli
ook gemaild aan de stadsdeelcommissie.
13.2 TKN Focusopgaven (t.b.v. vergadering 8 september)
14 Mededelingen
15 Update DB
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken.
Mededelingen dagelijks bestuur
Toezeggingenlijst
Vragen aan het DB
16 Termijnagenda
17 Sluiting
| Agenda | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
aubJaar 2020
Afdeling 1
Nummer 805 accent
Behandeld op 2 juli 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Taimounti, Kreuger en Ceder inzake de Voorjaarsbrief (nieuwe
campagne om bezoekers aan te trekken)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsbrief 2020.
Constaterende dat:
- De hotelbranche zwaar lijdt onder de economische gevolgen van de coronacrisis;
- Het essentieel is om de bezoekersstroom weer op gang te brengen, rekening
houdend met de impact hiervan op de leefbaarheid van de stad;
- Een specifieke strategie benodigd is om de gewenste bezoeker aan te trekken
waarbij het van belang is om goed te onderzoeken welke bezoeker past bij de
wensen van de stad.
Overwegende dat:
- __Amsterdam&Partners over voldoende expertise, draagvlak en vertrouwen geniet
onder de horecaondernemers heeft om een dergelijke campagne op te zetten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Amsterdam&Partners het budget, mandaat en ruimte te geven om een nieuwe
campagne op te zetten waarbij wordt onderzocht
- welk type bezoeker gewenst is gezien de huidige wensen van de stad
- welke maatregelen nodig zijn om deze aan te trekken en
= hoe er gepromoot moet worden om de doelstellingen te behalen.
De leden van de gemeenteraad
M. Taimounti
K.M. Kreuger
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | train |
Onderwerp: overlast fietsen bij de dam voor de bijenkorf.
Geachte stadsdeelraad centrum,
Ik woon vlak bij de Dam en erger me iedere dag aan de anarchistische houding
van heel veel fietsers.
Ze rijden over voetgangersgebied. Op de dam zelf ( voetgangersgedeelte }) ,
moet je uitkijken om niet
door een fietser omver te worden gereden. Gisteren werd ik bijna omver
gereden toen ik op het trottoir
even opzij stapte, door zo’n kerel die op het trottoir dacht te kunnen
rijden.,
Ze rijden door rood licht, en boven al de hele dam voor de bijenkorf is één
grote fietsenstalling.
Bij een massale evacuatie van de bijenkorf, kunnen de mensen niet eens de
deur uit rennen zonder in
een woud van fietsen terecht te komen.
Ik vind dit een zeer gevaarlijke situatie, waar tot op heden NIETS aan gedaan
wordt. Moet er een
ernstig ongeluk gebeuren voordat er iets wordt gedaan ?
De zitbankjes voor de bijenkorf worden als stalling gebruikt, je kan er
niet meer normaal zitten
zonder eerst 5 fietsen omver te moeten gooien. ( wat ik met plezier doe }
De Dam oversteken voor krasnapolsky is ook niet mogelijk vanwege de muur van
fietsen. Alles
wordt dicht geparkeerd. De dam ziet er niet uit,. De monumentale
leeuwenbeelden hebben een
voetstuk van geparkeerde fietsen.
Wordt hier iets aan gedaan ? waarom komt er op de dam geen parkeerverbod
voor fietsen ?
Misschien is het tijd om eens flink wat politie te plaatsen die boetes
uitdelen voor fietsers die niet
afstappen op voetgangers gebied. Dit zal flink wat geld opleveren.
Ik wordt er echt niet goed van. En met mij velen. Moet het tot
vechtpartijen komen , voordat er iets
wordt gedaan ? Ik hoop het niet …
Nu wordt bij het leidse plein iets gedaan las ik , maar de dam zou ook aktie
kunnen gebruiken.
Ik doe mijn mond open als iemand op het trottoir fietst. Weliswaar op een
beleefde en vriendelijke
doch dringende manier, maar wie weet , krijg ik ooit wel eens een mes tussen
mijn ribben ?
WAT WORDT HIER AAN GEDAAN ?
LAAT TOCH WAT KLOTEN ZIEN !
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Sector Openbare Ruimte
1000 AE Amsterdam Afdeling Dienstverlening
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www. centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
(……)
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door R. Plugge/ H. van Wijnen
Rechtstreekse nummer _ 06 5171 4579
Faxnummer 020-5524333
Bijlage
Onderwerp Beantwoording raadsadres fietsenoverlast Dam
Geachte (……),
Op 10 december 2011 heeft u per e-mail een raadsadres gestuurd aan de raad van
stadsdeel Centrum. In de stadsdeelraad van 20 december is besloten om uw
raadsadres in handen van het dagelijks bestuur te stellen ter afdoening met afschrift
van het antwoord ter kennisneming aan de commissie openbare ruimte.
Wij berichten u als volgt. Op de eerste plaats bieden wij u onze excuses aan voor het
feit dat de beantwoording zo lang op zich heeft laten wachten.
In uw raadsadres geeft u aan zich te storen aan het fietsparkeren en het gedrag van
fietsers op de Dam. U vraagt waarom geen parkeerverbod wordt ingesteld en dringt
aan op een streng handhavingsregime. U verwijst daarbij naar het Leidseplein, waar
sinds enige tijd verschillende maatregelen zijn getroffen.
Wij delen uw mening dat het fietsparkeren op de Dam een groot probleem is waar een
oplossing voor dient te komen. Het aantal fietsen in Amsterdam is de afgelopen jaren
explosief gestegen en de beschikbare openbare ruimte is schaars.
Wat wij in ieder geval nog dit voorjaar willen inzetten zijn fietscoaches en fietsvakken.
Eind 2011 is een proef met fietscoaches gehouden op het Muntplein. Hier hebben de
fietscoaches fietsers verwezen naar de fietspontons in het Singel en hebben zij een
juist en efficiënt gebruik van de aanwezige fietsvakken gestimuleerd. De effecten zijn
onderzocht en de resultaten zijn positief gebleken. Daarom willen we de fietscoaches
bij wijze van proef ook gaan inzetten op de Dam. Hiermee verwachten wij in ieder geval
de onveilige situaties te voorkomen en de bankjes en leeuwen vrij te houden van
fietsen. Fietsers zullen zoveel mogelijk verwezen worden naar de fietsenstalling op het
Beursplein en ook op de Dam zullen door middel van een niet-permanente markering
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
fietsvakken worden aangegeven.
Het handhaven op overtredingen door fietsers die in het voetgangersgebied fietsen
en/of door rood licht rijden is een gezamenlijke taak van stadsdeel en politie. Bij
constatering van de genoemde overtredingen wordt er wel degelijk handhavend
opgetreden. Tegelijkertijd is het zo dat de beschikbare capaciteit onvoldoende is om
tegen alle overtredingen op elk vlak op te treden waardoor we prioriteiten hebben
moeten stellen.
Om een parkeerverbod te kunnen instellen moet er in de nabije omgeving voldoende
gelegenheid zijn waar bezoekers hun fiets kunnen parkeren. Op dit moment zijn die
alternatieve gelegenheden er nog onvoldoende. Wel wordt onderzocht waar die ruimte
gecreëerd kan worden. Zo onderzoekt het dagelijks bestuur momenteel de mogelijkheid
om een ondergrondse fietsenstalling onder het Beursplein te realiseren. Verder zal een
ondergrondse fietsenstalling gebouwd worden bij de ingang van de nieuw te bouwen
metrohalte op het Rokin. Maar op korte termijn zullen beide nog niet gerealiseerd zijn.
Tot die tijd is het niet mogelijk een fietsparkeerverbod in te stellen en is er, behalve ten
aanzien van fietsen die een veiligheidsgevaar opleveren, onvoldoende grond om te
handhaven op geparkeerde fietsen. Dit is ook meteen de reden waarom er op het
Leidseplein al wel maatregelen getroffen konden worden. Er is daar al een
(klein)ondergrondse fietsenstalling, er zijn fietsvakken gecreëerd en er zijn meerdere
fietspontons afgemeerd. Op en rondom het Leidseplein zijn daardoor genoeg
alternatieve fietsparkeervoorzieningen. Daardoor is het mogelijk het Leidseplein en
omgeving aan te wijzen als gebied waarin het verboden is fietsen buiten de
aangewezen voorziening te parkeren.
Als u nog vragen heeft kunt u op bovengenoemd telefoonnummer rechtstreeks contact
opnemen met de gebiedsbeheerder, de heer Roel Plugge. Ook kunt u een e-mail
sturen aan rplugge @ centrum.amsterdam.nl.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groeten,
het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum,
Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
2
| Raadsadres | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam F EZ
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
% Gewijzigde Agenda, donderdag 3 september 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven
Tijd 09.00 tot 12.00 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
BA Conceptverslag van de openbare vergadering van 25 juni 2009.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5B Conceptverslag van de besloten vergadering van 27 mei 2009.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
7 Actualiteiten
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
Gewijzigde Agenda, donderdag 3 september 2009
WETHOUDER OSSEL-DEEL
Lucht-en Zeehaven
8 Vaststelling voorbereidingsbesluit Amerikahaven Nr. BD2009-004701
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e De commissie ROW is hierbij uitgenodigd.
9 Vaststelling voorbereidingsbesluit Minervahaven Noord Nr. BD2009-004704
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e De commissie ROW is hierbij uitgenodigd.
Algemeen
10 Rondvraag/TKN-lijst wethouder Ossel
WETHOUDER ASSCHER-DEEL
Financiën
11 Toepassing beleid leningen en garanties Nr. BD2009-003406
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
12 Wijziging van de Legesverordening 2009 Nr. BD2009-004628
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
13 Rekeningrapportage Stadsdeelfinanciën 2008 (cie FEZ) Nr. BD2009-005628
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Economische Zaken
14 Kredietcrisis
e _ Mondelinge toelichting door wethouder Asscher.
, Geen stukken.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven F EZ
Gewijzigde Agenda, donderdag 3 september 2009
15 Motie 853 (lvens) inzake ondernemers en renovaties Nr. BD2009-004916
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van de heer lvens (SP).
16 Nulmeting Ontdek Amsterdam 2009 Nr. BD2009-004917
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 25-06-2009.
17 Rapport Resultaten BPE 2006-2008 Nr. BD2009-004918
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 25-06-2009.
18 Schriftelijke vragen D66 inzake poppodia Nr. BD2009-005705
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van mevrouw Hoogerwerf (D66).
Algemeen
19 Rondvraag/TKN/lijst wethouder Asscher
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Economische Zaken
20 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Kaplan en Mulder (PvdA) getiteld; "MKB en
overheidsaanbestedingen” Nr. BD2009-006073
Geagendeerd op verzoek van raadslid Mulder (PvdA)
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel
(Gemeenteraad d.d. 30 september 2009)
3
| Agenda | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 5 april 2023
Ingekomen onder nummer 145
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Van Pijpen en Broersen over Ruimte voor informele en
semiprofessionele organisaties in de Sociale Basis
Onderwerp
Ruimte voor informele en semiprofessionele organisaties in de basisinfrastructuur en te vormen
allianties in de Sociale Basis
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Hoofdlijnenbesluit Sociale Basis
Constaterende dat:
e Inhet hoofdlijnenbesluit Sociale Basis veel nadruk ligt op de basis infrastructuur en de te
vormen allianties op stadsdeelniveau
e In de sociale basis een veelheid aan organisaties werkzaam zijn; van grote professionele
spelers tot kleinschaliger semiprofessionele en informele organisaties
e Deze informele organisaties soms gelijkwaardig danwel essentieel werk doen als professi-
onele organisaties maar daar niet op dezelfde wijze, financieel, in worden ondersteund
e Dat het onwenselijk is dat gelijkwaardige en/of essentiële activiteiten ongelijk worden be-
loond en/of ondersteund vanuit het Kader Sociale Basis
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e Bij de verdere uitwerking van de basis infrastructuur Sociale Basis ruimte te maken en te
houden voor informele en semiprofessionele organisaties die essentiële taken verrichten
voor het bereiken van de doelstellingen zoals in het Kader Sociale Basis wordt vastgelegd.
e Dat in de nadere uitwerking informele en semiprofessionele organisaties de ruimte krijgen
om mee te doen in de te vormen allianties op gelijke basis als professionele organisaties.
En dit in de uitnodiging om allianties te vormen alsmede in de wijze waarop allianties wor-
den vormgegeven, als opdracht wordt mee gegeven.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
e _Indiener(s),
J.F. van Pijpen
J. Broersen
| Motie | 2 | discard |
Stadsregio Amsterdam
AGENDA VAN DE REGIORAAD VAN 28 april 2015
Vergadering: Regioraad
Aanvang regioraad: 21:00 uur
Locatie: Raadszaal van het stadhuis van Amsterdam
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Mededelingen
4. Ingekomen stukken
5. Mondelinge / schriftelijke vragen
6. Lijnennetvisie Openbaar Vervoer 2018
7. Sluiting
N.B. Na afloop van de regioraad is er een borrel voor de regioraadsleden.
| Agenda | 1 | train |
% Aen Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
X Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
X 11 februari 2020
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Locatie: Plein 40-45, nr. 1
Voorzitter SDC: Anissa Bouhassani
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Agendavaststelling
3. Mededelingen
4. Rondje gebieden
5. Vaststelling besluitenlijst SDC van 28 januari 2019
6. Ingekomen stukkenlijst
7. Insprekers: aanmelden maandag voor 12.00 uur
8. Mondelinge vragen
g. Stem van Nieuw-West: 10 extra mobiele afvalbakken op het Sloterstrand
in de lente en zomer
10. Adviesaanvraag b&w Nota van Uitgangspunten Sloterbrug (Bespreking
onder voorbehoud)
11. Adviesaanvraag B&W over Maatregelen milieuzones 2020
12. Ongevraagd advies GroenLinks aan de gemeenteraad over de Risico's
doortrekken Noord-Zuidlijn
13. Sluiting
Inspreken*
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich aanmelden tot maandag 12.00 vur.
U kunt hiervoor contact opnemen met de afdeling bestuursondersteuning op nummer
06-10253833 of via [email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 294
Publicatiedatum 13 april 2017
Ingekomen onder Xx
Ingekomen op donderdag 6 april 2017
Behandeld op donderdag 6 april 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Dantzig inzake de uitwerking van de Samenwerkingsafspraken
(gebiedsgericht liberaliseren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitwerking van de Samenwerkingsafspraken naar
aanleiding van het bestuurlijk overleg (Gemeenteblad afd. 1, nr. 240).
Overwegende dat:
— mensen met een middeninkomen het ontzettend zwaar hebben op de
Amsterdamse woningmarkt;
— het bouwen van nieuwe woningen voor deze groepen een belangrijke en
blijvende prioriteit moet zijn van dit college;
— _ nieuwbouw binnen de ring echter slechts beperkt realiseerbaar is en het om die
reden nodig is om binnen de bestaande voorraad te zoeken naar oplossingen
voor betere menging van de Amsterdamse wijken;
— gebiedsgericht liberaliseren en verkopen daar een belangrijke bijdrage aan kan
leveren.
De raad spreekt uit:
1. binnen de 22 gebieden zoals geformuleerd in de Samenwerkingsafspraken,
woningcorporaties op te roepen het verkopen van woningen te stimuleren in de
gebieden waar meer dan 50% corporatiebezit is;
2. corporaties op te roepen liberalisaties te concentreren binnen de ring, waar
onmogelijk grote nieuwbouwwoningen voor middenhuur gebouwd kunnen worden
én in gebieden waar het corporatiebezit rond de 35% is maar er nog veel
particulieren sociale huur is.
Het lid van de gemeenteraad
R.H. van Dantzig
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam OZ K
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie,
Kunst en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
% Gewijzigde Agenda, woensdag 10 november 2010
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur,
Monumenten en Lokale Media
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie OZK
d.d. 13 oktober 2010
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, [email protected]
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info@raadsgriffie. amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam OZ K
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 10 november 2010
7 Openstaande toezeggingen
e _Toezeggingenlijst niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de
vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
8 Termijnagenda
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de
vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
9 Openstaande Schriftelijke vragen
10 Rondvraag - Tkn lijst
Financiën
11 Begroting 2011 Gemeente Amsterdam Nr. BD2010-005305
Resultaatsgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2011;
Portefeuilles Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media.
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Bespreking begroting 2011 eerste termijn aankondiging moties en amendementen.
e _Hetbegrotingsboek 2011 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden.
Kunst en Cultuur
12 Intendantschap Kunst en Stedelijke Ontwikkeling: vaststellen eindbeschouwing
Nr. BD2010-006655
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 13 oktober 2010.
e De intendant mevrouw Ann Demeester is hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam OZ K
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 10 november 2010
Zorg en Welzijn
13 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA1050023 "Het moment van aanvraag” Nr.
BD2010-005476
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Burke (PvdA).
e Was TKN 5 in de Commissievergadering OZK van 1 september 2010.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 14 en 15.
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
14 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA1050285 "Wachten op een
bruikleenauto” Nr. BD2010-005477
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Burke (PvdA).
e Was TKN6 in de Commissievergadering OZK van 1 september 2010.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 13 en 15.
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
15 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA1053271 Wachten op
aanpassingskosten van een auto Nr. BD2010-005479
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Burke (PvdA).
e Was TKN 9 in de Commissievergadering OZK van 1 september 2010.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 13 en 14,
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
16 rapport Gemeentelijke ombudsman RA1050460 Instroomhuis wekt valse hoop bij
daklozen Nr. BD2010-006577
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Gemeentelijke Ombudsman, de heer Van de Pol is hierbij uitgenodigd.
3
Gemeente Amsterdam OZ K
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 10 november 2010
Sport en Recreatie
17 Plan van Aanpak herinrichting sportpark Amsterdamse Bos en Wagenerstadion
Nr. BD2010-006653
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Gardeniers (PvdA).
Jeugdzaken
18 Overheveling middelen ten behoeve van verhuizing van Circus Elleboog naar
Laan van Spartaan Nr. BD2010-005177
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad 17 november 2010)
19 Initiatiefvoorstel PvdA- Kinderopvang Nr. BD2010-006087
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad 17 november 2010)
, De reactie van het college zal volgende week worden nagezonden.
e Voorgesteld wordt te behandelen met toegevoegd agendapunt 21.
Educatie
20 Resultaten leerstoel Nederlands als tweede taal 2005-2010 Nr. BD2010-006891
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
Gemeente Amsterdam OZ K
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugdzaken, Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Kunst
en Cultuur, Monumenten en Lokale Media
Gewijzigde agenda, woensdag 10 november 2010
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Jeugdzaken
21 Bestuurlijke reactie Initiatiefvoorstel Kinderopvang Nr. BD2010-007322
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad 17 november 2010).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19.
Lokale Media
22 Toekomstplan AT5, bestuurlijke reactie en subsidie 2011 Nr. BD2010-007394
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad 15 december 2010).
BESLOTEN DEEL
5
| Agenda | 5 | val |
Gemeente Bezoekadres
Plein'‘40'45 nr. 1
Äm ste rda A 1064 SW Amsterdam
N ieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
3 Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 17 december 2014
Decos nummer 2014/int/2101
Onderwerp Instellen Sportadviescommissie Nieuw-West |
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West |
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 18 november 2014
Besluit
In te stemmen met het per a januari 2015 instellen van een adviescommissies ex artikel 84 van de
Gemeentewet, zijnde de Sportadviescommissie
STA
A
/ 7 d>
Á oe e |
EE mmaenaneenrnnnn et
& heer H. Wink de heer A. Baâdoud ©
/Abpisdeelsecrari voorzitter
|
|
|
| Besluit | 2 | val |
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 17-9-2021
On Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Termijnagenda: Alle punten behorende tot portefeuille "Juridische Zaken"
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
Motie Bezwaar maken Verzoekt de bezwaarschriftencommissie Poot, 2019/10/10 2020/12/31 Niet
tegen advies van de raad: - De taak op zich te nemen Hammelburg, ingevuld
adviescommmissie om bezwaren van partijen aangaande de Boomsma,
Joodse toekenning van de subsidies beschikbaar Boutkan,
Erfpachttegoeden gesteld door de gemeente in het kader Ceder,
(TA2019-001346) van de Subsidieverordening Joodse Simons,
Erfpachttegoeden af te handelen Ernsting,
= Zich hierbij nadrukkelijk te laten Temmink,
adviseren door de Commissie Joodse van
erfpachttegoeden en indien nodig Lammeren,
ook elders advies in te winnen - De van Soest,
raad te adviseren over de uitkomst Taimounti,
Verzoekt het college van burgemeester en Nanninga
wethouders: - Gericht te communiceren
dat bezwaar maken tegen het besluit van
de gemeenteraad aangaande de verdeling
van de Joodse Erfpachttegoeden mogelijk
is - Partijen die bezwaar willen maken en
zich wenden tot het college of ambtelijke
organisatie, zo goed mogelijk te verwijzen
naar de bezwaarschriftencommissie
Schriftelijke Vergunningen Kuiper 2021/07/01 2021/07/29 Niet
vraag voor festivals ingevuld
AEN ===
Schriftelijke Grijze Campagne Veldhuyzen, 2021/07/25 2021/08/22 svz 20-8: er is vertraging in Niet
vraag (TA2021-000960) Yilmaz de beantwoording opgelopen ingevuld
aangezien er nog afstemming
dient plaats te vinden tussen
OOV, JZ en Bureau Integriteit
Toezegging AZ Namenmonument, N.a.v. een vraag van het lid Ceder over Ceder 2019/02/28 2019/04/16 2019/04/16
aan de nadere informatie. de financiering van het Namenmonument
commissie _ (TA2019-000349) heeft de burgemeester toegezegd dat zij
de commissie zal informeren zodra er
meer bekend is.
Toezegging Volksinitiatief, Op verzoek van het lid Boomsma heeft Boomsma 2020/12/03 2021/01/28 Niet
aan de onderzoek of het de burgemeester toegezegd om te ingevuld
commissie mogelijk is om eerder onderzoeken of het mogelijk is om eerder
met initiatiefnemers met initiatiefnemers te overleggen over
te overleggen als het het al dan niet op de website plaatsen
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 1 of 3
x% Gemeente … , ‘ nn ‘ Stand van zaken op: 17-9-2021
On Termijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
Type Onderwerp Inhoud Indiener Datum Oorspr. Stand van zaken Aangepaste Stand van zaken na uitstel
Ingediend Einddatum einddatum
niet ontvankelijkis. van een initiatief als duidelijk is dat het
(TA2021-000032) initiatief niet ontvankelijk is.
Toezegging WOB verzoek Het lid Van Lammeren heeft vraag gesteld van 2021/01/07 2021/02/18 Niet
aan de emissie uitkomsten over de afwijzing van een WOB verzoek Lammeren ingevuld
commissie AEB, afwijzing. over de emissie uitkomsten van het AEB
(TA2021-000103) en de burgemeester heeft toegezegd
dat zij de leden hierover schriftelijk zal
informeren.
Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Poot heeft Poot 2021/01/28 2021/03/18 Niet
aan de demonstratie de burgemeester toegezegd om te ingevuld
commissie Museumplein, onderzoeken of het mogelijk is om vanuit
schade verhalen de gemeente veroorzakers van de schade
op veroorzakers aansprakelijk gesteld kunnen worden.
(TA2021-000264)
Toezegging AZ Actualiteit Op verzoek van het lid Kreuger heeft de Kreuger 2021/01/28 2021/03/18 Niet
aan de demonstratie burgemeester toegezegd dat zij zal bezien ingevuld
commissie Museumplein, of ondernemers vanuit het landelijke
Ondernemers vanuit fonds geholpen kunnen worden. Mocht
het landelijke fonds dat niet kunnen, dan zal zij het in het
helpen (TA2021-000265) college aan de orde stellen.
Toezegging AZ juridische De leden hebben positief gereageerd op 2021/02/18 2021/06/03 Niet
aan de functie, kwaliteit het aanbod van de burgemeester om haar ingevuld
commissie _(TA2021-000281) opvattingen over de juridische functie van
de gemeente op papier te zetten teneinde
daarover met de leden in debat te gaan.
Toezegging AZ Juridische functie, Op verzoek van het lid De Fockert heeft de de Fockert 2021/04/29 2021/11/18 Niet
aan de advies SDC West burgemeester toegezegd dat zij dit advies zal ingevuld
commissie betrekken in visie betrekken bij de voorbereiding van haar visie
(TA2021-000636) op de juridische functie die zij in het najaar
aan de leden zal voorleggen.
Toezegging AZ-Staat Juridische Op verzoek van het lid Van Schijndel van Schijndel 2021/06/03 2021/06/24 Niet
aan de functie gemeente heeft de burgemeester toegezegd om de ingevuld
commissie _(TA2021-000767) commissie nog voor het zomerreces te
informeren over de staat van de juridische
functie van de gemeente.
Toezegging AZ- Uitspraak N.a.v. een vraag van het lid Boomsma over Boomsma 2021/06/24 2021/09/23 Niet
aan de WOB verzoek WOB verzoek over erfpachtdocumenten en ingevuld
commissie erfpachtdocumenten de uitspraak van de rechter op dit verzoek
(TA2021-000828) heeft de burgemeester toegezegd dat zij zal
onderzoeken of en zo ja hoe gevolg wordt
gegeven aan de rechterlijke uitspraak.
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 2 of 3
x% Gemeente T …. . . Stand van zaken op: 17-9-2021
x ermijnagenda portefeuille ‘Juridische Zaken
%
Gemaakt met gegevens uit Andreas Page 3 of 3
| Actualiteit | 3 | train |
> Gemeente Agenda vergadering
Amsterdam . . . .
Nieuw-West Voorbereidende Commissie Nieuw-West
2x 23 maart 2016
Tijd: 19.30 uur
Voorzitter: A. Dekker Verwachte
Stadsdeelsecretaris: dhr. H. Wink Bespreektijd
Bestuursadviseur: dhr. M. van Rooij
1. Opening
2. Agendavaststelling
3. Mededelingen
4. Mondelinge vragen
5. Verkenning Hotelinitiatief (Mauer) 60 min AB
6. Benoeming stadsdeel dichter met ingang van 1 30 min AB
april 2016 (Mauer)
7. Adviesaanvraag Programma Woningkwaliteit 45 min AB
2016 (Mauer)
8. Jaarrekening 2015 (vervalt)
9. MJOP Verhardingen (Bobeldijk) 30 min AB
10. Extra parkeerplaatsen Eendrachtsparkbuurt 20 min C
(Bobeldijk)
11. Sluiting
AB: hierover wordt door het Algemeen Bestuur besloten;
C: hierover wordt alleen in de voorbereidende commissie gesproken.
Meespreken en inspreken
Deze vergadering is openbaar. Wilt uU uw mening, vraag of opmerking aan de
bestuurscommissieleden kenbaar maken? Neem dan contact op met de afdeling
bestuursondersteuning op nummer 020-2536742 of via
bestuurscommissie @nieuwwest.amsterdam.nl.
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u
vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
2 ae Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 22 juni 2021
Portefeuille(s) Sport
Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim
Behandeld door Sport en Bos+ m.leeuwenkamp@ amsterdam.nl
Onderwerp Uitvoering motie 1399 wachtlijsten zwembaden
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 17-12-2020 heeft uw raad bij de behandeling van
Begroting 2021 de motie 1399 van de leden Poot (VVD), Boomsma (CDA), Flentge (SP) en van
Dantzig (D66) aangenomen en het college verzocht:
1. Te onderzoeken wat de oorzaken zijn van de wachtlijsten voor zwemlessen;
2. Indien mogelijk ook direct (creatieve) oplossingen aan te reiken om deze op te lossen;
3. De bottlenecks en eventuele kosten inzichtelijk te maken;
4. De gemeenteraad bij de voorjaarsnota hierover te informeren
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Door de wachtlijsten voor diplomazwemmen in de gemeentelijke zwembaden binnen 1 jaar terug
te brengen op het beleidsniveau van een maximale duur van 3 maanden (zie deel I) en een
aanvullend vangnet buitenschools diplomazwemmen te organiseren voor kinderen uit groep 6
zonder zwemdiploma (zie deel II). Deze brief richt zich vooral op de uitvoering van de motie
oplopende wachtlijsten diplomazwemmen. In het vierde kwartaal van 2021 wordt de raad
uitgebreider geïnformeerd over de nieuwe aanpak schoolzwemmen.
Deel |. Wachtlijsten zwemlessen.
1. Stand van zaken oplopende wachtlijsten en oorzaken.
Het onderzoek naar de oorzaken van de wachtlijsten bij zwemlessen richt zich op de
aanbieders van zwemlessen in acht gemeentelijke zwembaden. Deze aanbieders
betreffen zowel de gemeentelijke zwembadexploitanten als de zwemscholen en
zwemverenigingen die zwemwater huren in de gemeentelijke zwembaden. Zwemscholen
die zwemlessen geven in particuliere baden van bijvoorbeeld revalidatie- en zorginstel-
lingen, zoals Reade en de stichting Omega, zijn niet in dit onderzoek meegenomen.
De afgelopen periode is door managers van de Amsterdamse zwembaden onderzoek
gedaan naar de oorzaak van de oplopende wachtlijsten voor zwemlessen en is vervolgens
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021Pagina 2
van 7
voor ieder zwembad een plan gemaakt om de opgelopen achterstand in zwemvaardigheid
van de huidige cursisten in te halen en zwemleswachtlijsten weer terug te brengen op het
oude aanvaardbare niveau van een wachtlijstduur van maximaal 3 maanden.
Duidelijk is dat in bijna alle 8 gemeentelijke zwembaden de oplopende wachtlijst is
veroorzaakt door de maatregelen als gevolg van de coronapandemie. De deuren van de
gemeentelijke zwembaden zijn in deze periode drie keer gesloten voor een korte en lange
periode.
Er zijn in Amsterdam 8 gemeentelijke overdekte zwembaden. Hiervan zijn 3 in exploitatie
en beheer bij de directie Sport en Bos, afdeling zwembaden en 5 in beheer bij externe
exploitanten.
In beheer bij Sport en Bos zijn: het Noorderparkbad, het De Mirandabad en het Zuiderbad.
In extern beheer zijn: Sportfondsenbad Oost en Mercator Plaza (SFN); Sloterparkbad en
Bijlmersportcentrum (Optisport); Marnixbad (SpACe)
De zwemleswachtlijsten (5-jarige) in beheer bij de directie Sport en Bos zijn tijdens de
periode van Covid-19 opgelopen van 3 naar ruim 14 maanden in het Noorderparkbad.
Bij externe exploitanten zijn de wachtlijsten in deze periode opgelopen variërend van 2
naar 8 maanden. Zie in de onderstaande tabellen de wachtlijsten per bad.
De wachtlijsten in het Noorderparkbad en De Mirandabad zijn fors opgelopen omdat het
een grote zwembaden zijn. In Het Noorderparkbad zwemmen bij een normale
openstelling 1400 kinderen per week. Door de sluiting en de beperkingen van deze grote
zwemlesvoorzieningen zijn de wachtlijsten hier relatief meer opgelopen.
2. Doelstelling
De managers van de acht gemeentelijke zwembaden hebben afgesproken dat zij er alles
aan doen om de zwemleswachtlijsten op 31-12-2021 op het niveau van 6 maanden te
hebben en dat voor de zomervakantie van 2022 de zwemleswachtlijsten op het oude
niveau van 3 maanden is teruggebracht.
Er is per zwembad gezocht naar passende oplossingen voor het verkorten van de duur van
de zwemleswachttijd en teruglopende zwemvaardigheid.
De verbeterplannen zijn in de meeste zwembaden per direct op 10 mei 2021 ingevoerd op
het moment dat de zwembaden weer opengesteld werden voor het geven van
zwemlessen en richten zich op het behalen van het erkende ZwemABC-diploma.
Volgens sommige zwembadmanagers is de zwemvaardigheid van kinderen die al op
zwemles zaten, sterk afgenomen. Nu de lessen weer zijn begonnen krijgt deze groep
cursisten in alle zwembaden extra aandacht om de achterstand weer terug te brengen
naar het gewenste niveau. In enkele baden, zoals het Sportfondsenbad Oost en
Sportplaza Mercator, viel de achterstand mee en konden kinderen gewoon verder lessen
op het oude niveau.
3. Aanpak
3a. Aanpak gemeentelijke zwembaden ín beheer bij de directie Sport en Bos, afdeling
zwembaden. Dit betreft het Noorderparkbad, De Mirandabad en Zuiderbad.
1. _ Inzetextra groepen d.m.v. samenvoegen lesgroepen en ruimte maken voor
nieuwe lesgroepen
De wachtlijst is in de coronaperiode in het Noorderparkbad en het De
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021Pagina 3
van 7
Mirandabad opgelopen tot 14 maanden. Omdat het geven van zwemlessen
prioriteit heeft, is in de periode voorafgaande aan de openstelling de
programmering in de zwembaden gereorganiseerd en zijn op een paar
momenten extra zwemlesgroepen gecreëerd. Hierdoor is de wachtlijst bij
openstelling van de zwembaden half mei jl. al direct teruggebracht van 14
maanden naar 9 maanden voor het Noorderparkbad en 8 maanden voor het De
Mirandabad. In het Zuiderbad zijn geen extra groepen gecreëerd en is half mei
gestart met een wachtlijst van 9 maanden.
2. _ Aanpassen van de programmering door het uitbreiden van zwemlessen en
zwemlescursussen in weekenden en vakantieperiodes.
De uitbreiding van zwemlessen in de weekenden en vakanties is noodzakelijk
om de doelstelling te kunnen behalen van een maximale wachtlijst van 6
maanden per 31.12.2021 en 3 maanden voor de zomervakantie van 2022. Na
deze periode wordt de programmering weer teruggebracht naar de situatie voor
corona.
3. _ Het (extra) organiseren van oppep zwemlessen.
4. _ Volle groepen en veel aandacht voor no show
Voor de openstelling zijn alle lesklanten intensief benaderd waardoor alle
lesgroepen direct vol zaten. De leerlingen die niet verschenen (no-show) zijn
nagebeld en per brief alsnog verzocht te starten. Dit om geen vervuiling in de
wachtlijst te krijgen.
5. _ Het afzwemmen anderste organiseren
De gebruikelijke procedure voor het behalen van een zwemABC — diploma is dat
de kinderen 14 dagen van tevoren worden aangemeld bij de Nationale Raad
Zwemvaardigheid (NRZ) en dat er een apart (feestelijk) afzwemmoment
georganiseerd wordt. Deze afspraak is met toestemming van de NRZ tijdelijk
losgelaten en wordt er direct na de zwemles afgezwommen.
6. _Hettijdelijk aanpassen van werkroosters van personeelsleden in overleg met
een personeelslid en door aangepaste verlofroosters te maken.
Deze maatregel kan worden doorgevoerd omdat het zwembadpersoneel
hiermee (unaniem) heeft ingestemd.
7. _ Extra inhuurpersoneel per zwembad
Op dit moment kan nog extra personeel worden ingehuurd. Onzekerheid is of
gedurende het gehele jaar voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar is
om in te huren.
Noorderparkbad
Wachtlijst extra Inloop door creëren Overgebleven
extra plekken vanaf … N
Niveau opgelopen | plekken . Wachttijd aantallen wachtlijst na
door corona |vanaf 10 mei openstelling op 10 10 mei
mei
A _|asmeorden| as | smaanden | omaanden | __ase ||
ee meenden [aaa | emeanden | emeanden |
_C __|zomeenden| 143 | s2maanden | 8maandn | 5 ||
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021Pagina 4
van 7
Mirandabad
… extra Inloop door creëren
Wachtlijst ä
. plekken extra plekken vanaf … Overgebleven aantallen
Niveau opgelopen . . Wachttijd … .
direct vanaf | _openstelling op 10 wachtlijst na 10 mei
door corona . .
10 mei mei
48 per dag
IN 14 maanden 6 maanden 8 maanden 250
(4dagen
B | Kinderen kunnen direct starten bij inschrijving B diploma, wachtlijst is max 2 maanden
Kinderen kunnen direct starten bij inschrijving C diploma, wachtlijst is max 2 maanden
Zuiderbad
Extra Inloop door creëren Overgebleven aantallen
Wachttijd ä Ein
. plekken extra plekken vanaf … wachtlijst na plaatsing
Niveau opgelopen . : Wachttijd
direct vanaf | openstelling op 10 extra plekken voor 10
door corona . . .
10 mei mei mei
A [omenten} a | [omde se ||
B mt
1
3b. Aanpak gemeentelijke zwembaden in externe beheer.
» Het Marnixbad: geëxploiteerd door de stichting SpACe en heeft de volgende
aanpak:
o Daar waar mogelijk extra groepen realiseren d.m.v. samenvoegen
lesgroepen. In de periode van Covid-19 zijn wachtlijsten van 4/5 jarigen en
reguliere diplomazwemmers samengevoegd en zijn veel deelnemers
geplaatst voor zwemlessen A diploma. Huidige stand wachtlijst voor het A
diploma is opgelopen met 2 maanden waardoor wachtlijst voor het A diploma
nu 8 maanden is. Voor B en C zijn de wachtlijsten al weggewerkt in 2021
o Het Marnix stuurt op een constante bezettingsgraad van 80%.
o Optimaliseren van de doorstroming door dezelfde week kinderen te plaatsen
naar volgende diplomagroep.
o Inde zomervakantie extra zwemboosters organiseren tbv snellere
doorstroming naar hogere niveaus en hiermee de wachttijd te verkorten.
o _Na zomervakantie andere programmering en creëren van go extra startende
deelnemers voor het A diploma.
Het Marnix
… Extra Inloop door creëren
Wachttijd Overgebleven aantallen
. plekken | extra plekken vanaf … „ .
Niveau opgelopen . . Wachttijd | wachtlijst na plaatsing extra
direct vanaf | openstelling op 10 .
door corona . . plekken voor 10 mei
10 mei mei
8
maanden
B | Deelnemers kunnen direct starten bij inschrijving B diploma, op dit moment geen wachtlijst
Deelnemers kunnen direct starten bij inschrijving C diploma, op dit moment geen wachtlijst
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021Pagina 5
van 7
»__Sportfondsenbad Oost en Sportplaza Mercator.
De zwembaden Sportfondenbad Oost en Sportplaza Mercator worden
geëxploiteerd door Sportfondsen Nederland BV en hebben gekozen voor de
volgende aanpak:
o _Sportfondsenbad Oost en Mercator Plaza roepen 2 keer per jaar grote
groepen kinderen op voor behalen zwemdiploma (resp. 200 en 25oper keer).
Wachtlijsten zijn niet schrikbarend langer en de verwachting is dat door extra
inspanningen en een slimme programmering in zomer 2022 weer het normale
niveau is bereikt. De zwembaden zijn half maart weer gestart met het geven
van zwemlessen.
o In alle vakantieperiodes en op zondag extra zwemlessen, boostlessen en
turbolessen
o Extra zorg voor kinderen uit achterstand gezinnen (ism Jeugdfonds Sport)
Sportfondsenbad Oost
Inloop door creëren
Extra plekken
Wachttijd opgelopen extra plekken vanaf Overgebleven aantallen wachtlijst na
Niveau direct vanaf Wachttijd
door corona openstelling plaatsing extra plekken voor 10 mei
10 mel
half maart
a | omme | smd Joma) sm |
0
A
SportPlaza Mercator
Inloop door
Extra plekken direct creëren extra
Wachttijd opgelopen Overgebleven aantallen wachtlijst na
Niveau vanaf plekken vanaf Wachttijd
door corona plaatsing extra plekken voor 10 mei
10 mei openstelling
half maart
rn | gmt | ze | manden | omeen) a ||
Directe doorstroom na
19
behalen A-diploma
Directe doorstroom na
C 4
behalen B-diploma
= _ Optisport Bijlmersportcentrum en Sloterparkbad
Deze zwembaden worden geëxploiteerd door Optisport Exploitatie BV en is
gekozen voor de volgende aanpak.
o Inhet Sloterparkbad is de wachtlijst tijdens de coronaperiode opgelopen
naar 6 maanden. Optisport biedt in het Sloterparkbad geen extra lessen
aan omdat in de programmering van het bad geen extra ruimte zit. Er
kunnen door Optisport in het Sloterparkbad per week 565 lessen worden
aangeboden en dit aantal is 100% bezet. De 9 zwemscholen in het
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021Pagina 6
van 7
Sloterparkbad bieden wel extra lessen aan om de wachtlijsten binnen een
jaar weer terug te brengen naar het oude niveau.
o Inhet Bijlmersportcentrum is gestart met extra instroomgroepen op
zaterdag waardoor circa 100 extra kinderen zijn opgeroepen.
o Het Bijlmersportcentrum heeft via het JeugdFondsSport (JSF) ouders
geïnformeerd zich aan te melden. Hieruit via het JFS een toename van
aanmeldingen die snel binnen drie maanden worden geplaatst.
4. Consequenties gekozen aanpak (bottlenecks)
De zwembadmanagers hebben aangegeven dat extra inzet op het terugbrengen van de
wachtlijsten voor het diplomazwemmen geen grote consequenties heeft in de
programmering van de zwembaden. In sommige gevallen is het aanbod voor
recreatiezwemmen in de weekenden ingekort ten gunste van het diplomazwemmen.
Financieel kunnen de extra inspanningen om de wachtlijsten diplomazwemmen terug te
brengen naar de duur van maximaal drie maanden budgettair neutraal worden
uitgevoerd. De kosten die hiermee gemoeid zijn worden binnen de begroting van de
zwembaden opgevangen en bovendien worden de kosten voor extra inhuur van
gekwalificeerd personeel gedekt met de inkomsten voor het geven van extra zwemlessen.
Op dit moment is nog voldoende gekwalificeerd personeel te vinden om de extra
zwemlessen te kunnen geven. Onzeker is of in het najaar, wanneer de situatie naar
verwachting weer naar ‘normaal’ gaat, nog steeds voldoende gekwalificeerd personeel te
vinden is om in te huren.
Deel IL. Aanvullend vangnet buitenschools diplomazwemmen.
Schoolzwemmen
Voor 2019-2020 geldt dat gemiddeld zo'n 10% minder diploma's zijn gehaald. Ook voor het
jaar 2021/2022 is de verwachting rond de 10-15% minder diploma’s uit te kunnen geven
omdat de scholen begin 2021 (deels) dicht waren. Dit gaat bij elkaar om ongeveer 250
kinderen. Zij zullen in aanmerking komen voor instroom in het aanvullend vangnet.
Aanvullend vangnet
Kinderen vanaf groep 6 zonder diploma komen in aanmerking voor het aanvullend vangnet. Dit
zijn lessen op buitenschoolse zwemlestijden; vaak ook wat later in de avond, of in het weekend.
Oorspronkelijk waren dit momenten waarop het zwembad leeg lag: geen eigen lessen, geen
zwemscholen, geen verenigingen. Daar waar het zwembad zelf geen personeel had maar wel
water, zijn twee zwemscholen ontstaan die exclusief diplomazwemlessen verzorgen.
Er is budget vanuit schoolzwemmen gereserveerd om deze lessen tot en met schooljaar 20-21 te
verzorgen, daarna is er geen budget meer en worden deze vangnetcursussen gefinancierd uit de
reguliere middelen voor diplomazwemmen.
Ambitie diplomazwemmen in relatie tot diplomabezit en wachtlijsten
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021Pagina 7
van 7
In sommige stadsdelen zoals Zuidoost, Nieuw-West en Noord is schoolzwemmen nog steeds de
belangrijkste manier om een diploma te halen. Het College streeft naar verandering van de aanpak
schoolzwemmen naar een brede aanpak diplomazwemmen. Daarin worden meer
diplomazwemlessen naschools georganiseerd, zodat er zo weinig mogelijk waardevolle
onderwijstijd verloren gaat. Door naschools te gaan zwemmen wordt ongelijkheid met kinderen
op scholen met een hoog diplomabezit die niet zwemmen onder schooltijd tegengegaan. Binnen
de ontwikkelingen rondom deze ambities is het van belang om goed oog te houden op de
wachtlijsten voor het reguliere diplomazwemmen. Daarnaast is ook de — door de gemeente
Amsterdam gesubsidieerde — voorziening van het Jeugdfonds Sport voor zwemlessen voor
kinderen die in armoede leven van groot belang.
Tekort bij het Jeugdfonds Sport voor diplomazwemmen
Door de combinatie van minder deelname aan schoolzwemmen onder schooltijd en het effect van
achterstanden door Corona in het diplomazwemmen is de verwachting dat de grote vraag naar de
vergoeding voor diplomazwemmen via het Jeugdfonds Sport in 2022 verder zal toenemen. De
prognose wijst op een tekort van ca 1 miljoen euro voor 2022. Het oplossen van dit tekort maakt
onderdeel uit van de bovengenoemde verandering van de aanpak diplomazwemmen waarvoor het
College in het vierde kwartaal 2021 concrete voorstellen zal doen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim
Wethouder Zorg, Jeugdzorg en Sport
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 7 | discard |
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X Amsterdam °° september 2014
X Oost
Jaar 2014
Registratienummer Z-14-10364 / UIT-14-07451
Onderwerp Advies Oost aan B&W op WWB-maatregelen 2015
Onderwerp: Advies Oost aan B&W op WWB-maatregelen 2015
mmm WK
eN
—_—_ Ó De raad van Stadsdeel Oost
mm
mmm—
mm
== . …
en Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 25 augustus 2014
mmm C)
mmm C)
m0 Overwegende de bespreking van het concept advies in de AB-vergadering
an N
ek Gelet op het verzoek advies te geven aan B&W op de stukken van 12 juli 2014, met als
deadline de bespreking in de gemeenteraad op 27 augustus 2014.
Besluit:
1. Intestemmen met het conceptadvies zoals opgesteld op 19 augustus
2. Dit advies ter kennis te brengen van het college van B&W.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
4
| Besluit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oost
% Algemeen Bestuur
x Besluit voor de vergadering van
J__27 maart 2014
Jaar 2014
registratienummer Z-14-04558 - INT-14-01003
Onderwerp: Herbenoeming Awb-commissie
ek Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie van Stadsdeel Oost
mm LL
ee
Ed Fa)
eN
zn Gelet op de Verordening op de commissie bezwaarschriften stadsdeel Oost en de
== Verordening op de bestuurscommissies;
mmm )
== 9 Besluit:
mmm)
nn N
et De volgende personen, tot en met 31 december 2014, te (her)benoemen in de
Commissie bezwaarschriften Stadsdeel Oost:
Als voorzitter:
1. Mevrouw mr. S. Okma
2. De heer drs. L. Heijlman
3. Mevrouw mr. dr. A. Herczog
4. Mevrouw mr. M. Guimaraes
Als leden:
5. De heer mr. R. Bindels
6. Mevrouw mr. S. Yüksel
7. Mevrouw mr. E. Oudejans
8. De heer mr. M.H.J. van Riessen
9. Mevrouw mr. H. van Mierlo
10. De heer mr. A.M. Vinjé
11. De heer mr. F. Arends
12. Mevrouw mr. T. van Zundert
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost
Liane Pielanen
secretaris voorzitter
Afschrift:
4
| Besluit | 1 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1177
Publicatiedatum 8 januari 2014
Ingekomen onder P
Ingekomen op donderdag 19 december 2013
Behandeld op donderdag 19 december 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Drooge inzake de inkoopstrategie en
de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 5 november 2013 tot instemmen met de inkoopstrategie en
de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok en
het besluitvormingsproces van de gemeente Amsterdam inzake het project
ZuidasDok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114);
Constaterende dat:
— _in het Masterplan Zuidasdok is opgenomen dat het ‘dok’ oftewel de tunnels op
ten minste 10 meter afstand van de bestaande bebouwing moeten komen;
— het ingenieursbureau Zuidas heeft vastgesteld dat het verschuiven van de
tunnels richting de bebouwing technisch gezien mogelijk is;
Overwegende dat:
— het verkleinen van de afstand van de tunnelbuizen tot de bebouwing aan
de noordkant een tijdbesparing van bouwtijd oplevert van 1 à 2 jaar;
— het verkleinen van de afstand van de tunnelbuizen tot de bebouwing aan de
zuidkant de overlast vermindert omdat de bouwweg dan tussen de te bouwen
tunnel en de A10 kan worden gelegd en meer ruimte biedt voor
vastgoedontwikkeling;
— de gemeente, ondanks de technische mogelijkheden, het extra risico dat het
verschuiven van de tunnels met zich meebrengt niet op zich moet nemen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de eis dat de tunnels op ten minste 10 meter afstand van de bebouwing moeten
komen uit de aanbestedingsleidraad te halen, zodat marktpartijen meer ruimte krijgen
om met slimme voorstellen te komen voor de realisatie van de tunnels, zolang zij
daarbij zelf het risico dragen.
Het lid van de gemeenteraad,
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 454
Datum indiening 18 april 2018
Datum akkoord 22 mei 2018
Publicatiedatum 22 mei 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Schijndel inzake de toepassing
door het college van artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Onderstaande feitelijke vragen betreffen de gevolgen van uitspraken van de Raad
van State van 29 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1782, in het bijzonder r.o. 2.2) en
29 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1025, in het bijzonder r.o. 7) inzake verzoeken
tot het verschaffen van adequate opvang (onderdak en leefgeld) aan vreemdelingen
zonder recht op verblijf hier te lande. In de uitspraak van 29 maart 2018 oordeelde
de Raad van State dat het college binnen twee weken op zulke verzoeken moet
beslissen op straffe van verbeurte van dwangsommen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Schijndel, namens de fractie van Forum
voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van de uitspraken van de Raad van State van
29 juni 2016 en 29 maart 2018?
Antwoord: Ja
2. Deelt het college de opvatting dat uit deze uitspraken volgt dat met ingang van
29 maart 2018 de gemeente verplicht kan zijn zorg te dragen voor een adequate
opvang van vreemdelingen over wie in een asielprocedure is beslist dat zij
het land moeten verlaten”?
Antwoord: Nee, het College deelt die opvatting niet.
3. Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het College is op geen enkele wettelijke of andere grond verplicht om
opvang te bieden aan vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf. Het College heeft
hiervoor niettemin wel beleid ontwikkeld. Het College is gehouden dit beleid
consequent uit te voeren. De RvS onderschrijft deze lijn; zie 4.2 in de door u
genoemde uitspraak van 29 juni 2016. Het College kan op grond van zijn beleid
volstaan met een verwijzing naar de BBB. Over het actuele beleid heb ik u
middels de jaarbrieven etc. geïnformeerd. Ook overweging 7 in de uitspraak van
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer de 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 18 april 2018
29 maart 2018 verplicht niet tot opvang. Het bevat slechts de opdracht conform
het eigen beleid een besluit te nemen. Aan deze opdracht heeft het College
uitvoering gegeven; er is afwijzend beslist.
4. Zo ja, welke criteria moeten naar het oordeel van het college worden aangelegd
inzake de vraag wat ‘adequate opvang’ is, alsmede inzake het vaststellen of
betrokkene naar behoren heeft meegewerkt aan het beoogde vertrek naar het
land van herkomst?
Antwoord: n.v.t.
5. Kan het college aangeven welke maatregelen op juridisch, organisatorisch en
huisvestingsgebied noodzakelijk zijn indien de gemeente gehouden zou zijn om
adequate opvang aan betrokkenen te verschaffen? Kan het college tevens
aangeven welke financiële gevolgen deze maatregelen voor de gemeente zullen
hebben?
Antwoord: Het College hoeft in het geheel geen opvang te bieden. Met de 17-
uurs-BBB wordt voldoende geboden; dit blijkt uit de vaste jurisprudentie waarin
verzoeken om meer of anders worden afgewezen. Zie ook de zaak Hunde van
het EHRM, waarin het totale Nederlandse stelsel in ogenschouw is genomen en
waarover is geoordeeld dat dit ook aan de internationale eisen voldoet.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 581
Publicatiedatum 4 juli 2018
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 27 juni 2018
Behandeld op woensdag 27 juni 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, Kat en De Heer inzake
een broedplaats in de Weespertrekvaart West.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Eerste herziening Weespertrekvaart
West (herstelbesluit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 555).
Overwegende dat:
— het bestemmingsplan Weespertrekvaart West door de raad op 28 november 2017
is vastgesteld;
— de raad nu wordt gevraagd een Eerste Herziening van dit bestemmingsplan vast
te stellen, vanwege een omissie in de regels, te weten het ontbreken van horeca-
categorie 4;
— binnen het plangebied de broedplaats Bajesdorp is gelegen, aan de
H.J. Wenckebachweg 36 van de Vereniging Bajesdorp/Coöperatie Bajesdorp i.o;
— een broedplaats van belang is voor ‘placemaking' in de buurt en een belangrijke
bijdrage kan leveren aan de sociale cohesie, circulariteit en duurzame
(bewoners)initiatieven in de wijk, zowel voor als, tijdens en na de herontwikkeling;
— in de Nota van Uitgangspunten Herontwikkeling PIOA Amsterdam is opgenomen
dat 1000 m2 betaalbare en experimentele werkruimte conform het gemeentelijk
broedplaatsenbeleid zal worden gerealiseerd;
— voordat het bestemmingsplan werd vastgesteld in november 2017 de
initiatiefnemer de wethouder en de raad heeft medegedeeld dat de broedplaats
een plek zal krijgen in het plangebied en dat dit tevens het doel is van het
bestemmingsplan;
— er berichten zijn gekomen dat de onderhandelingen over de huisvesting van deze
broedplaats in het plangebied moeizaam lopen en dat mogelijk zou zijn gesteld
dat het realiseren van een broedplaats niet verplicht zou zijn op grond van het
bestemmingsplan;
— initiatiefnemer de raad en het college toezeggingen heeft gedaan over de
realisatie van een broedplaats in het plangebied en dat deze toezeggingen dienen
te worden nagekomen.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 581 Motie
Datum 4 juli 2018
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Ervoor zorg te dragen dat er een broedplaats wordt gerealiseerd binnen
het plangebied van Weespertrekvaart West.
2. Indien de gesprekken over het behoud van de broedplaats zoals opgenomen in
de Nota van Uitgangspunten, niet lijken te slagen, alleen een uitwerkingsplan vast
te stellen — voor zowel het wonen- als het niet-wonenprogramma — indien tevens
een broedplaats van 1000 m° ("betaalbare en experimentele werkruimte conform
het gemeentelijk broedplaatsenbeleid") is opgenomen in de aanvraag.
De leden van de gemeenteraad
N.A van Renssen
N.T. Bakker
H. Kat
A.C. de Heer
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 4
Datum akkoord college van b&w van 10 januari 2017
Publicatiedatum 12 januari 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boutkan, Groot Wassink en
N.T. Bakker van 29 september 2016 inzake misstanden in Amsterdamse cafés.
Aan de gemeenteraad
Toelichting:
Via sociale media werden de fracties van PvdA Amsterdam, GroenLinks en SP
geattendeerd op een blogpost op de website vloerwerk.org. Hierin staat een verslag
van misstanden op de werkvloer bij 8 ‘in het oog springende cafés van Golak Holding
B.V’, op ‘drukbezochte locaties in Amsterdam’. De site, die zichzelf omschrijft als
‘een groep werkers die de handen ineen heeft geslagen’, meldt het volgende over de
manier waarop de eigenaren omgaan met het personeel:
— cameratoezicht op personeel, inclusief commentaar van de eigenaren in een
groepsapp;
— in diezelfde appgroep krijgen werknemers 24 uur per dag aanwijzingen en
feedback, volgens de site soms in de vorm van beledigende teksten;
— overwerk, zoals opruimen en voorbereiden op de volgende dag in eigen tijd (dus
niet doorbetaald);
— werknemers krijgen een 4-uurscontract, maar de werkgever eist een enorme
flexibiliteit van beschikbaarheid;
— het per brief bedreigen van werknemers die ‘ruim van te voren’ hebben
aangegeven dat ze niet kunnen werken (‘Als je niet komt zijn wij genoodzaakt de
kosten op jou te verhalen’);
— het op het laatste moment veranderen van werktijden en werklocaties,
— en onbetaald op stand-by laten staan van werknemers die niet zijn ingeroosterd
voor die dag.
Vloerwerk schrijft: ‘Die extreme en eenzijdige ‘flexibiliteit’ is een belangrijk onderdeel
van de manier waarop Golak Holding B.V. gerund wordt. De mensen die er werken
worden aan de lopende band ontslagen als ze zelf niet al na een paar weken zijn
opgestapt.’
Het zal het college niet verbazen dat de drie partijen zeer geschrokken zijn van dit
bericht. Werknemers zijn geen wegwerpproducten maar mensen waarvoor een
werkgever zorg dient te dragen en fatsoenlijk dient te behandelen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Boutkan, Groot Wassink en N.T. Bakker,
respectievelijk namens de fracties van de PvdA, GroenLinks en de SP, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng 5 Gemeenteblad
Datum 12 januari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 29 september 2016
1. Heeft het college kennisgenomen van bovenstaande blog? Kan het college
verifiëren dat de inhoud juist is? Wat is de mening van het college over deze
(vermeende) misstanden in deze acht Amsterdamse cafés”?
Antwoord:
Ja. Het college heeft navraag gedaan bij de Inspectie Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (Inspectie SZW). Inspectie SZW is de overheidsinstantie die
bevoegd is om op dergelijke misstanden te controleren. Inspectie SZW controleert
onder andere op de Wet minimumloon, Arbeidstijdenwet en
Arbeidsomstandigheden. In het geval er inderdaad sprake is van misstanden bij
de acht cafés, is het college van mening dat hiertegen opgetreden moet worden.
De Inspectie SZW heeft aangegeven dat zij in principe altijd een controle
uitvoeren als er een melding wordt gedaan van overtredingen van de cao-
bepalingen of andere wetgeving. Wat betreft de genoemde cafés heeft de
Inspectie SZW begin 2016 een melding ontvangen over overtredingen bij een van
de acht cafés van Golak Holding B.V. Naar aanleiding van deze melding heeft de
Inspectie SZW een controle uitgevoerd. Er zijn destijds geen overtredingen
geconstateerd
2. Heeft het college meer signalen ontvangen over misstanden in Amsterdamse
cafés? Zo ja, welke en waar? Op welke manier onderneemt het college dan actie
om de misstanden tegen te gaan”?
Antwoord:
Dergelijke signalen heeft het college niet ontvangen. In het geval er dergelijke
signalen worden ontvangen voert de Inspectie SZW controles uit bij de
horecaondernemingen waarvan melding wordt gedaan. In het geval er sprake is
van veelvuldige signalen van mistanden op het gebeid van overtredingen van
cao- bepalingen en waar daarnaast sprake is van andere misstanden (bijv.
ernstige overlast, illegaal gokken etc.), kan een casus ook worden opgepakt
binnen de werkgroep Malafide Horeca van het Regionaal Expertise- en
Informatiecentrum Amsterdam Amstelland (RIEC-AA). In deze werkgroep zitten
naast de gemeente ook de Inspectie SZW en andere overheidspartners. Deze
werkgroep kan besluiten om een integrale horecacontrole uit te voeren bij de
onderneming waar signalen van zijn binnengekomen.
3. Ziet het college instrumenten om, bijvoorbeeld bij het (al dan niet) verlenen van
een vergunning, of bij het (al dan niet) meewerken aan een bestemmingsplan
wijziging om fatsoenlijk werkgeverschap te borgen in de vergunning of
bestemmingsplanvoorwaarden”?
Antwoord:
In eerste instantie ligt het bij de Inspectie SZW om te handhaven op
arbeidsomstandigheden. In het geval er sprake is van zeer ernstige misstanden
met betrekking tot goed werkgeverschap, bijvoorbeeld doordat medewerkers
onderbetaald worden en er sprake is van uitbuiting, zou dit kunnen betekenen dat
er sprake is van slechte bedrijfsvoering in de zin van artikel 3.24 van de
Algemene Plaatselijke Verordening en kan dit leiden tot het intrekken van de
vergunningen. Hierbij dient aangetoond te worden dat de openbare orde in het
geding is of dat er sprake is van negatieve beïnvloeding van het woon- en
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng 5 Gemeenteblad
Datum 12 januari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 29 september 2016
leefklimaat. Tevens kan dit leiden tot het intrekken van een vergunning op grond
van de Wet Bibob. Het bestemmingsplan biedt hiervoor echter geen
aanknopingspunten.
4. Als het antwoord op bovenstaande vraag nee is, ziet het college dan mogelijk-
heden dit te borgen via afspraken met werkgevers, ondernemersverenigingen
en belangenorganisaties zoals Koninklijke Horeca Nederland Amsterdam?
Antwoord:
Ja. Bij de voorjaarsnota 2016 heeft uw raad de motie ‘Goed werkgeverschap in
de Amsterdamse toeristenbranche’ aangenomen. Deze motie vraagt onder meer
om criteria voor goed werkgeverschap op te stellen met de vertegenwoordigers
van werknemers-, werkgevers- en brancheorganisaties. Binnenkort wordt de
commissie WE geïnformeerd over de wijze waarop deze motie wordt uitgevoerd.
De voorgestelde aanpak is om de verantwoordelijke landelijke instanties en
regionale en lokale stakeholders bijeen te brengen en op deze wijze een aanpak
te ontwikkelen om misstanden inzake arbeidsomstandigheden meer structureel te
borgen. Het college is voornemens de cafés, werkgevers,
ondernemersverenigingen en belangenorganisaties zoals Koninklijke Horeca
Nederland Amsterdam hier ook bij te betrekken.
5. Inde raadsvergadering van 14 juli 2016 is er een motie van het lid Boutkan
aangenomen over goed werkgeverschap in de toeristenbranche, met name in
de hotelsector, en hiervoor een plan te maken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 544).
Is het het college het met ondergetekende eens om ook de cafés bij het plan te
betrekken?
Antwoord:
Ja, zie antwoord vraag 4.
Aanvullende vraag
Wat is er bekend met betrekking tot overlast bij de 8 cafés van Golak Holding B.V.
in 2015 en 2016?
Met betrekking tot de cafés is er een aantal meldingen bekend over overlast. Het
ging hierbij voornamelijk om meldingen over terrasoverlast en geluidsoverlast.
Naar aanleiding hiervan zijn bestuurlijke maatregelen opgelegd op basis van de
Handhavingsstrategie Horeca.
Ten slotte wil het college ingaan op de uitzending van het televisieprogramma
Brandpunt van 5 december jl. In deze uitzending werd naar voren gebracht dat er
in verschillende grote steden, waaronder Amsterdam, veel wordt zwartgewerkt in
de horeca en dat medewerkers worden onderbetaald. Hier zou door
overheidsinstanties, zoals de Inspectie SZW, de gemeente en belastingdienst
niks aan gedaan worden. Zoals hierboven al vermeld, werkt de gemeente samen
met partners als de Inspectie SZW, belastingdienst, douane, politie en Openbaar
Ministerie om misstanden in de horeca aan te pakken. Er worden geregeld
integrale controles uitgevoerd indien er signalen zijn dat er sprake is van malafide
praktijken. Een voorbeeld hiervan zijn de integrale controles in de Leidsebuurt
waar u per brief d.d. 18 november over bent geïnformeerd. De controles hebben
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 5 Gemeenteblad
ummer = =.
Datum 12 januari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 29 september 2016
zicht gegeven op meerdere overtredingen op grond van de Wet Minimumloon en
minimumvakantiebijslag, Wet Arbeid Vreemdelingen etc.
De Inspectie SZW werkt momenteel aan het opleggen van diverse boetes bij een
aantal van de bezochte ondernemingen. De gemeente bekijkt of constateringen
bij drie zaken kunnen leiden tot bestuurlijke maatregelen (intrekking van de
exploitatievergunning).
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam KD D
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale
x Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Agenda, woensdag 4 september 2019
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid,
Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening,
Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Commissiezaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KDD d.d.
26.06.2019,
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieKDD @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en KD D
Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad,
Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Agenda, woensdag 4 september 2019
Personeel en Organisatie
11 Sociaal Jaarverslag 2018 Nr. BD2019-005607
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Martens (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 15.05.2019 en 26.06.2019.
Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed
12 Beantwoording raadsadressen Pianola Museum Nr. BD2019-005606
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA).
e Was TKN 1 in de vergadering van 26.06.2019.
e De niet geanonimiseerde raadsadressen liggen ter inzage bij de griffie.
13 Bespreken uitvoering van de motie ‘Behoud T olhuistuin als cultuurhuis’ Nr.
BD2019-005573
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Democratisering (incl. Bestuurlijk Stelsel)
14 Discussienota samenwerking stadsdeelcommissies en de gemeenteraad Nr.
BD2019-005608
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de indieners.
, Het Presidium en de voorzitters van de stadsdeelcommissies zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 26.06.2019.
15 Evaluatie nieuw bestuurlijk stelsel Nr. BD2019-005799
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
16 Bestuursopdracht voorbereiding bestuurlijke fusie Weesp-Amsterdam Nr.
BD2019-006031
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
17 Werkplan Aanpak Arbeidsmarktdiscriminatie 2019-2020 Nr. BD2019-005861
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissies FEZ, WIO, ZJS en AZ zijn hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam K D D
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad,
Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Agenda, woensdag 4 september 2019
Inkoop
18 Plan van aanpak Bestuursopdracht Inkoop Nr. BD2019-005848
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
| Agenda | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 733
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder Z
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid N.T. Bakker inzake het bestemmingsplan Landlust en
Gibraltar.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Landlust en Gibraltar
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 66).
Constaterende dat:
— het voorliggende bestemmingsplan de bestemming 'gemengd-1' vastlegt voor de
aaneengesloten lint aan de Karel Doormanstraat/Karel Doormanplein en op
hoeken van de De Rijpgracht met de Willem de Zwijgerlaan en de Jan den
Haenstraat;
— de eigenaar van het pand ook de voorkeur geeft aan sociale huurwoningen boven
— bedrijfsruimte;
— ereen grote behoefte is aan woonruimte aan Amsterdam.
Besluit:
— onder beslispunt 2 te verwijderen: “adressant 12";
— onder beslispunt 3 toe te voegen: 'adressant 12";
— onder beslispunt 4 toe te voegen een lid d, luidende:
“4d. De bestemming voor de bedrijfsruimtes in het aaneengesloten lint aan de
Karel Doormanstraat/Karel Doormanplein en op de hoeken van de De Rijpgracht
met de Willem de Zwijgerlaan en de Jan den Haenstraat wordt gewijzigd zodat
deze getransformeerd kunnen worden naar ‘wonen’”;
— de relevante bijlagen op dit punt te wijzigen.
Het lid van de gemeenteraad
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuidoost
v
W.
COMMISSIE: ROVB DATUM: 3 maart 2011
AGENDAPUNT NR.: A6
ONDERWERP:
Raadsadres van de Bewonersvereniging Evergreen betreffende de verkeersveiligheid in
Evergreen | & Il, d.d. 4 november 2010
DOEL VAN DE BEHANDELING:
X Initiatief Raad 0 Controleren
0 Kaderstellen 0 Informeren
GEVRAAGD BESLUIT
X ADVIES AAN RAAD:
O ADVIES AAN DB :
O VOOR KENNISGEVING AANNEMEN
TOELICHTING: In juni 2009 is er met de portefeuillehouder verkeer en de
Bewonersvereniging Evergreen een schouw gelopen, waarbij onder andere zou zijn
geconstateerd dat een aantal verkeersdrempels niet meer voldoen. In een brief van 23
november 2009 geeft de portefeuillehouder verkeer een terugkoppeling over de schouw en
de mogelijke oplossingen.
De bewonersvereniging Evergreen informeert met haar raadsadres naar de stand van
zaken. Een aantal zaken is anders opgepakt dan de bewonersvereniging had verwacht. Dit
komt, omdat bij onderhoud de geldende richtlijnen voor een duurzaam veilige inrichting
worden gevolgd. Kruispuntvlakken worden bijvoorbeeld niet meer toegepast bij de
inrichting van een wijk. Voor het plaatsen van 30-km-borden bestaat een vaste systematiek.
Om dit snelheidsvoorschrift te ondersteunen kan dit voorschrift met verf op het wegdek
worden aangebracht, maar niet met een bord op een andere plaats. De werkzaamheden
aan de verkeersdrempels zijn nog niet opgepakt. In de straten met intensief verkeer zijn de
drempels waarschijnlijk niet meer hoog genoeg. Om een aantal drempels aan te pakken is
een plan van aanpak noodzakelijk, waarbij ook de kosten inzichtelijk moeten zijn.
Financiering voor aanpassing van een aantal drempels is niet in de huidige begroting
opgenomen.
MEEGEZONDEN STUKKEN:
Preadvies dagelijks bestuur aan de stadsdeelraad inzake beantwoording raadsadres
Bewonersvereniging Evergreen d.d. 4 november 2011
STUKKEN TER INZAGE:
GEEN
INLICHTINGEN:
Naam H. Vringer
Sector/Afdeling Projecten en Verkeersmanagement
Toestel 5711
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 781
Publicatiedatum 26 september 2018
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op woensdag 19 september 2018
Behandeld op woensdag 19 september 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Van Schijndel en Van Soest inzake het bestemmingsplan
Stationseiland, 1° herziening (geen blokkade voor de voetgangerspassage).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Stationseiland, 1° herziening
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 710).
Overwegende dat:
— _bestemmingsplannen uitgaan van toelatingsplanologie;
— het (onherroepelijke) bestemmingsplan Stationseiland als ook het voorliggende
bestemmingsplan Stationseiland, 1° herziening geen aanlanding voor een
(ondergrondse) voetgangersverbinding/-passage mogelijk maakt zoals wel is
opgenomen in Sprong’ over het IJ';
— voorkomen dient te worden dat het voorliggende bestemmingsplan
Stationseiland, 1° herziening een voetgangerspassage juridisch planologisch
blokkeert.
Besluit:
1. Om een aanlanding van een (ondergrondse) voetgangersverbinding/-passage
met bijbehorende voorzieningen op te nemen en daartoe de planregels van het
bestemmingsplan Stationseiland, le herziening met identificatienummer
NLIMRO.0363.A1601BPGST-VGO1, als volgt aan te passen door in artikel 3.1
Bestemmingsomschrijving van de bestemming Verkeer een sublid, zijnde artikel
3.1, onder k, toe te voegen die als volgt luidt:
… een aanlanding van een (ondergrondse) voetgangersverbinding/-passage met
bijbehorende voorzieningen’.
2. Inde toelichting (hoofdstuk 4) een addendum op te nemen dat het wenselijk is om
in de regels op te nemen dat een aanlanding voor een (ondergrondse)
voetgangersverbinding/-passage met bijbehorende voorziening is toegestaan.
De leden van de gemeenteraad,
A.H.J. van Schijndel
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 781 Amendement
Datum 26 september
2018
W. van Soest
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 734
Publicatiedatum 20 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw Roodink van 25 juli
2013 inzake de landelijke proef thuis of op het werkadres bezorgen van
reisdocumenten.
Amsterdam, 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Sinds 1 juli 2013 is het in zes gemeenten in Nederland mogelijk om reisdocumenten
thuis te laten bezorgen na aanvraag op het stad- of gemeentehuis. In twee
gemeenten (Dordrecht en Molenwaard) kan er ook op een werkadres bezorgd
worden. Het verzenden gaat op afspraak (tijdvak) en via een speciale bezorgdienst.
Het experiment is in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken
gestart. Deelnemende gemeenten zijn Amersfoort, Arnhem, Den Bosch,
Haarlemmermeer, Dordrecht en Molenwaard (al sinds 1 januari 2013).
De fractie van D66 is benieuwd naar de resultaten van de proef en ziet in het systeem
een mogelijkheid om het serviceniveau van de gemeente voor Amsterdammers te
verhogen. Het scheelt een bezoek aan de gemeentebalie.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 25 juli 2013, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Deelt het college de mening van de fractie van D66 dat de keuze om het
aangetekend versturen via een speciale bezorgdienst van reisdocumenten een
serviceverbetering is voor de Amsterdammer?
Antwoord:
Ja, het college deelt deze mening. Wanneer de Amsterdammer een extra
keuzemogelijkheid krijgt (ophalen bij het stadsloket, of het laten thuisbezorgen),
zal de manier van levering van het reisdocument eerder zijn afgestemd op de
behoefte van de Amsterdammer. Zeker wanneer reisdocumenten ook op het
werkadres kunnen worden bezorgd, kost het de Amsterdammer minder tijd en
moeite om het reisdocument te ontvangen.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 20 september 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 25 juli 2013
2. Kan het college aangeven waarom Amsterdam niet meedoet aan het lopende
experiment?
Antwoord:
De dienstverlening aan de burger wordt de komende jaren verder ontwikkeld in
het project 1 Stad 1 Dienstverlening (1S1D). Hiervoor worden verschillende
alternatieven onderzocht om de dienstverlening rond het afhalen van
reisdocumenten te verbeteren en te vergemakkelijken voor de burger. Ten tijde
van de start van de pilot was onvoldoende duidelijk in hoeverre het thuisbezorgen
zou passen in de concrete uitwerking van het concept van 181D. Nu het project
meer vorm krijgt, is door de projectorganisatie besloten de mogelijkheden om
alsnog deel te nemen aan de pilot verder te onderzoeken. Op dit moment is
de gemeente Amsterdam daarom in gesprek met het Ministerie van Binnenlandse
Zaken.
3. Is het college bereid voorbereidingen te treffen om bij positieve resultaten uit de
zes gemeenten het systeem in Amsterdam zo spoedig mogelijk in te kunnen
voeren?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam volgt de resultaten van de deelnemende gemeenten
aan de pilot nauwlettend. Daarnaast wordt het thuisbezorgen van reisdocumenten
geïntegreerd in het concept van 1 Stad 1 Dienstverlening. Bij positieve resultaten
van de pilot, kan dan de gemeente Amsterdam het thuisbezorgen snel invoeren.
4. Kan het college aangeven wat de extra kosten zijn voor een dergelijk systeem?
Is de in vijf andere gemeenten (in Arnhem bedragen de kosten € 9) gevraagde
€ 4,95 kostendekkend?
Antwoord:
De extra kosten zijn onder andere afhankelijk van de mate waarin gebruik zal
worden gemaakt van het thuisbezorgen en het tarief van thuisbezorgen
(in de pilot 15 euro exclusief btw).
De deelnemende gemeenten aan de pilot geven aan dat er nu nog geen sprake is
van dekkende kosten. Op deze korte termijn wordt er echter nog niet veel gebruik
gemaakt van de mogelijkheid tot thuisbezorgen (het percentage thuisbezorgingen
ligt momenteel nog maar op gemiddeld 5 procent). Door de nieuwe
dienstverlening beter te promoten kan het aantal burgers dat hiervan gebruik
maakt in de toekomst toenemen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
(N20 01370, N Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en ZJ S
nderwijs jeugd en J ‚ .
Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
zorg % Amsterdam $ P
Voordracht voor de Commissie ZJS van 03 juni 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Agendapunt 5
Datum besluit N.v.t. Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de afhandeling motie (nr. 177) van de leden Van Pijpen c.s. inzake noodopvang in
het kader van de lockdown
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de afhandeling motie (nr. 177) van de leden Van Pijpen c.s. inzake
noodopvang in het kader van de lockdown.
Wettelijke grondslag
1. Gemeentewet, artikel 169, lid2; het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor
de uitoefening van zijn taak nodig heeft
2. Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, artikel 80; afhandelen
van een motie
Bestuurlijke achtergrond
Op 6 april 2021 is motie (nr. 177) van de leden Van Pijpen, Veldhuyzen, Kilig, Kuiper, N.T. Bakker,
La Rose en Warmerdam inzake noodopvang in het kader van de lockdown. aangenomen met het
verzoek bij de staatssecretaris van VWS aan te dringen om de door het Rijk bekostigde noodopvang
in het kader van corona niet te beëindigen zolang de lockdown nog van kracht is.
Op 21 april heeft wethouder Kukenheim, namens de gemeenteraad van Amsterdam, de
staatssecretaris een brief verstuurd met het verzoek de noodopvang in het kader van corona niet
te beëindigen zolang de lockdown nog van kracht is. Daarnaast is in de brief ook aandacht besteed
aan de uitvoerbaarheid van de richtlijn en de verantwoordelijkheid van andere gemeenten om ook
noodopvang in het kader van corona te blijven bieden.
Hiermee beschouwt het college de motie als afgedaan.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2021-013270 % Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Z
Onderwijs jeugden 9 Amsterdam jn . .
zorg % Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Voordracht voor de Commissie ZJS van 03 juni 2021
Ter kennisneming
motie (nr. 177) van de leden Van Pijpen, Veldhuyzen, Kilic, Kuiper, N.T. Bakker, La Rose en
Warmerdam inzake noodopvang in het kader van de lockdown
Welke stukken treft v aan?
o Brief aan raad ter afdoening motie 177.21 mw Van Pijpen c.s. inzake
AD2021-049986 ‚
noodopvang ikv lockdown.pdf (pdf)
1 Brief aan stas VWS nav motie van mw Van Pijpen c.s. inzake noodopvang
AD2021-049988 ‚
ikv de lockdown_.pdf (pdf)
2 Motie nr 177.21 van mw Van Pijpen c.s. inzake noodopvang in het kader
AD2021-049987
van de lockdown (oo2).pdf (pdf)
AD2021-048219 Commissie ZJS Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Onderwijs, Jeugd, Zorg & Diversiteit, Hieke Zevering, 0642200880, hieke.zevering@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
ì $ Motie
Datum raadsvergadering 10 mei2023
Ingekomen onder 212
nummer
Status Aangenomen
Onderwerp Motie leden Minderhoud en Van Renssen, Aslami, Alberts, Ahmadi,
Koyuncu, Von Gerhardt, Broersen, Boomsma rapporteren voortgang
aanpak woningnood
Onderwerp
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie Woningbouwplan 2022 — 2028
Constaterende dat:
-__ De stad momenteel in woningnood verkeert, met name met betrekking tot woningen in
het betaalbare segment;
-__ Het college de aankomende vier jaar een stad wil bouwen waarin alle inkomensgroepen
en huishoudsamenstellingen een huis kunnen vinden;
-_ Het college hier invulling aangeeft door middel van gebiedsgericht programmeren,
waarbij per gebied bepaald wordt hoe de woningbouwprogrammering er uit ziet met als
streven een woningbouwproductie van 7.500 woningen per jaar met een woningbouwmix
van 40% sociaal, 40% middenhuur en 20% duur;
-__Het college daarbij inzet op gebiedsgericht programmeren, waarbij per gebied bepaald
wordt hoe de woningbouwopgave wordt ingevuld door de bestaande voorraad af te
zetten tegen de woonbehoefte vanuit verschillende doelgroepen uitgesplitst naar
prijsklasse (sociaal, middenhuur, duur) en demografische doelgroep (jongeren, gezin,
ouderen);
-__ Het aandeel sociale huurwoningen over de afgelopen jaren ondanks deze ambities
aanzienlijk geslonken is terwijl de vraag onverminderd hoog blijft; *
1 https://www.metropoolregioamsterdam.nl/wp-content/uploads/2022/03/2022-03-Factsheet-
Amsterdam-WiMRA2021-totaal.pdf
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
-__ Woningcorporaties regelmatig nog steeds grote aantallen sociale huurwoningen
verkopen of slopen zonder dat duidelijk is wat er daarvoor terugkomt;?
-_Er momenteel meerdere informatiebronnen beschikbaar zijn om inzicht te krijgen in de
woningbouwopgave in Amsterdam:
o Wonen in Amsterdam (WiA) onderzoek: het onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’
brengt sinds 1995 elke 2 jaar het wonen in de stad in beeld. In het onderzoek
wordt een beeld geschetst van de inkomensontwikkeling, de ontwikkeling van de
woningvoorraad, de tevredenheid met de woning en woonomgeving, en de
woon- en verhuiswensen van Amsterdammers op stadsniveau;
o _Dasbboard O&S woningmarkt: het dashboard biedt inzicht in vele verschillende
aspecten het wonen in Amsterdam, op stads, stadsdeel en gebiedsniveau. Denk
hierbij aan het aantal nultredenwoningen, verhuisbehoefte, te krappe woningen,
etc.
o Jaaroverzicht AFWC en overzicht corporatiebezit: informatie over de
corporatievoorraad is jaarlijks beschikbaar. leder jaar rapporteert de
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) over de
corporatievoorraad in Amsterdam in hun Jaarbericht. Deze rapportage bevat een
groot aantal kerncijfers met betrekking tot de verhuur, nieuwbouw en sloop,
verkoop, huurontwikkeling en samenwerkingsafspraken met gemeente en
huurders. Jaarlijks worden deze cijfers gebruikt bij het monitoren van de
Samenwerkingsafspraken tussen gemeente, corporaties en huurders.
o Monitor Samenwerkingsafspraken: De gegevens van de corporaties zijn de
belangrijkste input voor de Monitor Samenwerkingsafspraken. Deze levert
jaarlijks gegevens over de resultaten op de gemaakte afspraken. In deze monitor
wordt in gegaan op aantallen liberalisatie, verkoop, sloop en nieuwbouw van
sociale woningen om de gewenste groei van de sociale voorraad te monitoren.
o _Woningbouwrapportages: Twee keer per jaar wordt de Raadscommissie — middels
de Woningbouwrapportage - geïnformeerd over de voortgang van de
woningbouwproductie en de planvoorraad. Deze rapportages bevatten
productiecijfers per woonsegment (sociaal, middelduur en vrije sector) en geven
inzicht in marktontwikkelingen, ontwikkelingen in de planvoorraad en acties om
de productie aan te jagen. Eén keer per jaar worden cijfers opgenomen met
betrekking tot de oppervlakte van de in aanbouw genomen woningen, en de
ontwikkeling van deze cijfers.
Overwegende dat:
-__ Het in het kader van gebiedsgericht programmeren van groot belang is dat de raad
voldoende inzicht heeft in de woningbehoefte Amsterdammers op stads, stadsdeel en —
en gebiedsniveau uitgesplitst naar prijsklasse (sociaal, middenhuur, duur) en
demografische doelgroep (jongeren, gezin, ouderen);
-__ Het ook van groot belang is dat de raad voldoende inzicht heeft in de samenstelling van
de bestaande woningvoorraad en geplande woningbouwproductie op stads, stadsdeel en
— gebiedsniveau uitgesplitst naar prijsklasse (sociaal, middenhuur, duur) en
demografische doelgroep (jongeren, gezin, ouderen);
2 https://www.parool.nl/amsterdam/woningcorporatie-de-alliantie-wil-140-sociale-huurwoningen-
entrepotdok-verkopen”“b8493855/
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 3 van 1
-_ Het van belang is dat de raad voldoende inzicht krijgt in de effecten van de geplande
sloop, verkoop en bouw van woningen op de totale woningbouwmix op stads, stadsdeel
en gebiedsniveau uitgesplitst naar prijsklasse (sociaal, middenhuur, duur) en
demografische doelgroep (jongeren, gezin, ouderen);
-_Deze informatie momenteel versnipperd wordt verzameld en geanalyseerd, waardoor de
raad niet altijd voldoende informatie heeft m.b.t. de wijze waarop de woningbouwopgave
wordt ingevuld en onvoldoende kan sturen op de woningbouwplannen van het college,
met name in het kader van gebiedsgericht programmeren;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders;
-__ Tot een voorstel te komen voor een monitor van de woningvoorraad waarbij wordt
verkend of het mogelijk is om data inzake de (geplande) toe — en afname van het aantal
woningen per doelgroep (jongeren, gezin, ouderenwoning), prijssegment (sociaal,
middenhuur, duur) en verdeling naar eigendom (huur of koop en corporatie of particulier)
mee te nemen in de monitor en periodiek te analyseren op stads, stadsdeel en —
gebiedsniveau zonder daarvoor nieuwe onderzoeken uit te voeren”;
-__Dit voorstel te betrekken bij het nog te ontwikkelen monitoringsinstrument voor de AAV.
Ondertekenaars
B.M.H. Minderhoud
N.A. van Renssen
A.S. Aslami
R. Alberts
N. Ahmadi
S. Koyuncu
M.S. von Gerhardt
J. Broersen
D.T. Boomsma
| Motie | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1747
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder AL
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake het Stedelijk kader Buitenreclame (het beter
plaatsen van MUPI's).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Stedelijk kader Buitenreclame (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1589).
Overwegende dat:
— MUPI's monofunctionele objecten in de openbare ruimte zijn met communicatie
als enig doel;
— contractueel is vastgelegd dat deze objecten tot 2027 vergund zijn;
— deze objecten op de drukte plekken worden geplaatst om zoveel mogelijk
contacten te maken met passanten;
— de stad echter steeds drukker wordt met voetgangers en vaak hinderlijk in de weg
staan;
— de functie als stadsplattegrond met de opkomst van mobiele technologie steeds
minder nodig is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
MUPI's minder hinderlijk te plaatsen en waar nodig te herplaatsen zodat er
voetgangersruimte vrijkomt.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
4
| Motie | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 40
Datum akkoord 11 januari 2016
Publicatiedatum 15 januari 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren van 3 december 2015
inzake zwanen en vuurwerk op de Wallen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
31 december 2015 is het weer oudejaarsavond. Zoals elk jaar zal deze waarschijnlijk
weer gepaard gaan met ontzettend veel geknal. Op AT5' is te lezen dat de zwanen
op de Wallen dit “Gillend van angst en doodsbang voor het knallen van het vuurwerk
doorstaan”. Metje Blaak is daarom een Facebookactie gestart.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college, naar aanleiding van de toezegging om weer vuurwerkvrije zones
aan te wijzen rondom plekken waar veel dieren zijn, voornemens om de grachten
waar de zwanen zich bevinden en omliggende omgeving tot vuurwerkvrije zone te
verklaren en dit actief te handhaven?
Antwoord:
Het college begrijpt dat het voor dieren een stressvolle periode kan zijn in aanloop
naar en tijdens de jaarwisseling en hecht er belang aan maatregelen te nemen om
deze stress te beperken. Conform de APV is het verboden consumentenvuurwerk
te gebruiken in de directe omgeving van inrichtingen waarin dieren worden
verzorgd of opgevangen’. De grachten en omliggende omgeving vallen hier niet
onder. Het blijft verboden om consumentenvuurwerk op of aan de weg of op een
voor publiek toegankelijke plaats te gebruiken als dit gevaar, schade of overlast
kan veroorzaken® voor mens óf dier. Het college is niet voornemens de grachten
en omliggende omgeving tot vuurwerkvrije zone te verklaren.
1
http://www.at5.nl/artikelen/150309/metje _blaak maakt zich zorgen over zwanen tijdens oud en
nieuw
7 Hoofdstuk 5 Milieu, paragraaf 2 Vuurwerk en explosieven, Artikel 5.2 Gebruik van
consumentenvuurwerk, artikel 2
$ Hoofdstuk 5 Milieu, paragraaf 2 Vuurwerk en explosieven, Artikel 5.2 Gebruik van
consumentenvuurwerk, artikel 1
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 7 januari 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 3 december 2015
Er wordt gehandhaafd (informatiegestuurd en zo snel als mogelijk) indien er
melding gemaakt wordt via het Meldpunt Openbare Ruimte Amsterdam. Bij acuut
gevaar, voor mens of dier kan er melding gemaakt worden bij 112 of 144. Hiermee
wil het college invulling geven aan de behoefte om overlast ook voor dieren te
beperken.
2. Zo nee, kan het college ervoor zorgen dat er een schuilgelegenheid komt voor
de zwanen in de gracht en ook dan in het gebied actieve handhaving te laten
plaatsvinden, zodat er zich geen ongelukken voor zullen doen met
de schuilgelegenheid en het vuurwerk”?
Antwoord:
Voor zover het college heeft kunnen nagaan bestaan er geen fysieke
schuilgelegenheden voor zwanen die effectief zijn tegen vuurwerk. Het college kan
dan ook niet voorzien in schuilgelegenheden die deze vorm van vuurwerkoverlast
tegengaat of oplost. Actieve handhaving van een schuilgelegenheid is dan ook niet
aan de orde. Mogelijkheden om (deels) deze vorm van vuurwerkoverlast tegen te
gaan worden vermeld in de beantwoording van vraag 1.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
VN2021-034612 N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Vavo Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 12 januari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Gemeentelijk Vastgoed
Agendapunt 4
Datum besluit 7 december 2021 college van B&W
Onderwerp
Voortzetten Maatwerkregeling huurders Gemeentelijk Vastgoed
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief zoals verstuurd in de dagmail d.d. 7 december 2021,
waarin het college haar besluit toelicht de regeling voor uitstel van huurbetaling voort te zetten tot
en met 31 maart 2022 voor de groep huurders van Gemeentelijk Vastgoed waarvan duidelijk is dat zij
ernstig getroffen zijn door de coronacrisis en de start van de terugbetalingsregeling te verschuiven
van 1 april 2022 naar 1 juli 2022
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Op 29 september 2021 heeft het college de raad geïnformeerd over de voortgang van de
maatwerkregeling, de voortzetting van de huurkortingsregeling tot en met 31 december 2021 en de
verlenging van de regeling voor uitstel van huurbetaling tot en met 31 december 2021.
Met deze brief d.d. 7 december 2021 informeert het college de raad over het besluit de regeling
voor uitstel van huurbetaling voort te zetten tot en met 31 maart 2022 voor de groep huurders van
Gemeentelijk Vastgoed waarvan duidelijk is dat zij ernstig getroffen zijn door de coronacrisis en de
start van de terugbetalingsregeling te verschuiven van 1 april 2022 naar 1 juli 2022.
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-034612 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
Gemeentelijk % Amsterdam Oe On ‚ -
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed %
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 12 januari 2022
Ter kennisneming
hee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
211207 raadsinformatiebrief bij collegevoordracht voortzetten MWR
AD2021-132545
huurders GV 7 dec '21 DEF ONDERTEKEND. pdf (pdf)
AD2021-132503 Commissie KDD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Gemeentelijk Vastgoed, Henk Goettsch, [email protected], 06-3444 9212
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Agenda, donderdag 16 januari 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer
Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP d.d.
12 december 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (vanaf 13:45 tot 17:00)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 16 januari 2014
Personeel en Organisatie
11 Amsterdam als voorbeeld: meer mensen met arbeidsbeperking aan werk helpen
Nr. BD2013-013841
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
e De commissie WPA is hierbij uitgenodigd.
Bedrijfsvoering en Inkoop
12 Vaststellen voorbereidingskrediet inzake business case Ill - Gemeentelijke
Huisvesting Nr. BD2013-013468
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
Deelnemingen
13 Instemmen met addendum verbonden partijen bij Doelgericht op Afstand Il en
met behoud huidige commissie Amsterdams 4 en 5 mei comité Nr. BD2013-
013577
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
14 Dividendbeleid en prestatiedividend GVB Nr. BD2013-014242
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie JIF is hierbij uitgenodigd.
Economische Zaken
15 Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Ivens (SP) getiteld: Eerlijke handel Nr.
BD2013-014348
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel.
Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer lvens (SP)
e Gevoegd behandelen met agendapunt 16.
e _ Uitgesteld in de vergaderingen van 21.11.2013 en 12.12.2013.
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
2
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 16 januari 2014
16 Bestuurlijke reactie op het Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Ivens
getiteld: Eerlijke handel Nr. BD2013-014349
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 15.
e _ Uitgesteld in de vergaderingen van 21.11.2013 en 12.12.2013.
17 Klanttevredenheidsonderzoek 2013 Expatcenter Amsterdam Nr. BD2013-014346
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Capel (D66).
e Was TKN 3 in de vergadering van 12.12.2013.
3
| Agenda | 3 | discard |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West posts zoo
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
| | amsterdam.nl/nieuwwest
Voordracht en besluit D B-AB
Registratienummer 71522 - 2016/INT/o1679
Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving
Onderwerp
Vaststellen Handhavingsuitvoeringsplan 2017
Portefeuille Handhaving
DB lid A. Baâdoud
Gebied Alle gebieden in Nieuw-West
Vergaderdatum DB 7 maart 2017
Vergaderdata AB 29 maart 2017 (voorbereidende commissie)
5 april 2017 (besluitvormend, algemeen bestuur)
Agenderen College / n.v.t.
Gemeenteraad
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Mw. mr Suzy Visser/ mw. mr R. de By (teammanager Procesuitvoering)
+31620911035 / +31620909963
[email protected]
Pagina 1 van 5
Bezoekadres
Plein'40'45 1
1064 SW Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
amsterdam.nl/nieuwwest
Datum 5 april 2017
Onderwerp Handhavingsuitvoeringsplan 2017
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
1. het algemeen bestuur voor te stellen het handhavingsuitvoeringsplan 2017 vast te stellen.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd 1. het Handhavingsuitvoeringsplan2017 vast te stellen
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
de heer E. A.H. de Rijk de heer A. Baâdoud,
stadsdeelsecretaris (a.i.) voorzitter
Registratienummer 71522 - 2016/INT/o1679
Pagina 2 van 5
Bevoegdheid
De bevoegdheid tot het vaststellen van het handhavingsuitvoeringsplan is niet expliciet
opgenomen in bevoegdheidsregister, maar is inherent aan de handhavingstaken en de
organisatietaak daarvan waarvoor het algemeen bestuur van de bestuurscommissie bevoegd is.
Het gaat in dit stuk dan ook om met name om de verdeling van vren over de prioriteiten en
bepaalde werkzaamheden en bevat geen inhoudelijke beleidsafwegingen.
Bestuurlijke achtergrond
leder jaar stellen de bestuurscommissies een handhavingsuitvoeringsplan (HUP op). In deze
plannen wordt onder meer beschreven hoe de stadsdelen hun capaciteit inzetten op de door
het college vastgestelde handhavingsprioriteiten.
De stedelijke handhavingsprioriteiten voor 2017 en voor 2018 zijn (in willekeurige volgorde):
1. Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions) (f)
2. Woningkwaliteit/achterstallig onderhoud panden
3. Brandveiligheid gebouwen
4. Energiebesparing (+)
5. Prostitutie, escort, massagesalons (f)
6. Overlast van groepen op straat (f)
7. Overlast en veiligheid van evenementen (f)
8. Overlast rond horeca (incl. shishalounges en aanpak zwart werken) (f)
g. Vuurwerkoverlast
10. Overlast scooters en fietsers (f)
11. Afvalproblematiek (f)
12. Parkeeroverlast (voertuigen)
13. Dierenwelzijn (+)
14. Taxiproblematiek (f)
15. Treiteraanpak
16. Overlast op het water (+)
(f) =flexinzet
(+) = nieuwe prioriteit t.o.v. het jaar 2016
Onderbouwing besluit
Beoogd effect Uitvoering van het handhavingsuitvoeringsplan moet leiden tot de gewenste inzet van
handhavingscapaciteit op in ieder geval de 16 door het college van burgemeester en wethouders
vastgestelde handhavingsprioriteiten.
Argumenten Met dit plan geeft stadsdeel Nieuw-West uitvoering aan het Stedelijk Handhavingsprogramma
2017-2018 (hierna ook SHP) van de gemeente Amsterdam. Het college van burgemeester en
wethouders heeft in oktober de stedelijke handhavingsprioriteiten vastgesteld en op 28 februari
2017 het SHP 2017-2018. Dit handhavingsuitvoeringsplan betreft uitsluitend het jaar 2017. In het
licht van mogelijk nieuwe ontwikkelingen binnen Amsterdam zal dan voor 2018 een actueel
nieuw plan kunnen worden vastgesteld.
Beleid voeren op het gebied van handhaving is nodig omdat de gemeente niet alle taken
volledig kan vitvoeren. De capaciteit en middelen waarover de gemeente beschikt zijn beperkt.
Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden.
Registratienummer 71522 - 2016/INT/o1679
Pagina 3 van 5
In dit HUP staat hoe Nieuw-West de toezichts- en handhavingscapaciteit in 2017 inzet op de
stedelijke prioriteiten. Het college en de burgemeester zijn bevoegd om beleid te maken in de
zin van het vaststellen van afwegingskaders en richtlijnen omtrent bijvoorbeeld dwangsommen.
Daarnaast vinden de gemeentetaken steeds meer informatiegestuurd en gebiedsgericht plaats.
Om die redenen is dit HUP beperkt tot een toelichting op de stedelijke handhavingsprioriteiten
en de geplande capaciteitsinzet hierop binnen Nieuw-West.
Het bepalen van het aantal beschikbare vren (1380 en 1305 per fte) is vitgegaan van een
gemiddelde (een fulltime aanstelling minus vakantie-uren en vren voor her- en bijscholing).
Kanttekeningen Mocht zich in 2017 en/of 2018 problematiek voordoen die niet onder de handhavingsprioriteiten
valt, dan kan een bestuurlijke afweging nodig zijn om de nieuwe problematiek met voorrang aan
te pakken in plaats van een geselecteerde prioriteit. Dit is afhankelijk van de omvang van de
problematiek.
Maatschappelijke effecten
Selecteer de maatschappelijke LJJongeren aan het werk
effecten waar hetbesluitaan [Jeugd benut talent
bijdraagt MlGoed veiligheidsgevoel
MlPrettig wonen
(lledereen doet en telt mee
(Prettig samenleven
L]Gezonde leefstijl
Maatschappelijke Met het toezicht op de naleving van regels en de handhaving, met name ten aanzien van de
effecten handhavingsprioriteiten wordt beoogd om het woon- en leefklimaat veiliger en schoner en
aangenamer te maken.
Risico's / Neveneffecten
Er zijn geen risico's verbonden aan de vaststelling van dit handhavingsuitvoeringsplan. Mochten
er zich ontwikkelingen voordoen waardoor een essentiële verschuivingen van vren (capaciteit)
noodzakelijk is (> dan 1380 vur) dan kan een nieuwe (bestuurlijke) afweging nodig zijn.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Dit besluit heeft geen rechtsgevolg en is slechts een nadere vitwerking van het Stedelijk
Handhavingsprogramma van het college van burgemeester en wethouders. Om die reden is
geen juridisch advies ingewonnen.
Financiën Dekking handhaving uit reguliere salarisbegroting is afgestemd met financiën.
Communicatie n.v.t.
Overige n.v.t.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? Nee, kosten
gedekt door
reguliere
salarisbegroting
Registratienummer 71522 -2016/INT/01679
Pagina4 van 5
Indien ja, dekking n.v.t.
aanwezig?
Indien ja, welke
kostenplaats?
Toelichting n.v.t.
Voorlichting en communicatie
Eisen publicatie Geen eisen van toepassing
Communicatiestappen Dit handhavingsuitvoeringsplan zal zowel intern als extern worden gecommuniceerd. Extern via
de website van het stadsdeel. Ook zal het plan intern aan de gebiedsmanagers worden gestuurd,
om de reële uitvoering van de gebiedsplannen, daar waar handhaving een element is, nader te
kunnen afstemmen c.q. te kunnen waarborgen.
Uitkomsten inspraak
n.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
n.v.t.
Geheimhouding
Geheimhouding n.v.t
Einde geheimhouding n.v.t.
Stukken
Meegestuurd 1. Concept Handhavingsuitvoeringsplan 2017
2. Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018, vastgesteld op 28 februari 2017.(nog niet
beschikbaar)
Ter inzage gelegd n.v.t.
Te verzenden stukken n.v.t.
Aangetekend versturen n.v.t.
Akkoord agendering
Datum voorbereidendestaf 27 februari 2017
Portefeuillehouder A. Baâdoud
Portefeuillehouder akkoord? Ja
Verantwoordelijk manager __C. Duman, afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving
Manager akkoord? Ja
Besluit dagelijks bestuur
Registratienummer 71522 -2016/INT/01679
Pagina 5 van 5
| Besluit | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 654
Datum akkoord 10 juni 2016
Publicatiedatum 10 juni 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren van 23 februari 2016
inzake de ambitie voor een fossielvrij Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In een bericht van Het Parool is te lezen dat het gemeentebestuur Amsterdam
fossielvrij wil maken. Dit door middel van een oproep aan het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds (ABP), het pensioenfonds voor ambtenaren, om niet meer te
investeren in bedrijven die handelen in fossiele brandstoffen. Hoe dit zit met
bijvoorbeeld de haven en de investering in de zeesluis is minder duidelijk. Zeker
gezien de Amsterdamse haven een van de grootste benzinehaven ter wereld is.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college aangeven waarom er nog geen jaartal wordt vastgelegd waarin
Amsterdam een fossielvrije stad is?°
Antwoord:
Het college heeft de ambitie om te komen tot een fossielvrije economie. Voor
het realiseren van een fossielvrije economie is Amsterdam afhankelijk van andere
hogere overheden, die via hun beleid en regelgeving ons de ruimte moeten bieden
om de transitie te realiseren, en de ontwikkelingen in de marktsector. Wij benutten
onze rol om de noodzakelijke verandering te bewerkstelligen. Bovendien
vertrouwen wij op de innovatiekracht en verantwoordelijkheid van de markt om de
transitie naar de fossielvrije economie te realiseren. Vanwege de afhankelijkheid
van andere overheden en de markt kunnen wij ons niet vastleggen op een jaartal
waarop de transitie gerealiseerd is.
| http:/www.parool.nl/amsterdam/amsterdam-wil-stad-fossielvrij-maken—a4250191
2 http://www.amsterdamfossielvrij.nl/wp-content/uploads/2016/02/brf-college-antwoord-ff020-
Jan2016.pdf
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing bee Gemeenteblad
Datum 10 juni 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 februari 2016
2. Heeft het college al concrete maatregelen benoemd heeft, om de doorvoer van
fossiele brandstoffen te verminderen? Graag vermelden in welke Agenda en/of
ander beleidsstuk van het college.
Antwoord:
Het Havenbedrijf streeft in de Visie 2030 naar een duurzame groei van de Haven.
Als college delen wij deze ambitie. Het college zal er op toezien dat dit het streven
blijft. Als college hebben we ten aanzien van het strategisch plan 2014-2017 een
nadere concretisering van de duurzaamheidsambitie gevraagd. Ook bij de
beoordeling van het Strategisch Plan 2016-2020 zal het college kijken naar de
mate waarin het Havenbedrijf bijdraagt aan de transitie van de economie.
Als eerste haven in Europa heeft Amsterdam al in 2008 de keuze gemaakt om
geen ruimte beschikbaar te stellen voor de vestiging van nieuwe terminals voor
kolen en olie. Die koers blijft onverminderd van kracht. Het college zal bij de
beoordeling van het Strategisch Plan 2016-2020 meewegen of de groei In niet-
fossiele ladingstromen en een meer diverse, minder fossiele, mix van lading
duidelijk is opgenomen. Hierbij wordt ook bekeken in hoeverre deze ladingstromen
een bijdrage kunnen leveren aan de transitie naar een circulaire economie.
Het college zal bij de beoordeling van het Strategisch Plan 2016-2020 ook de
aangenomen moties D' (ketenverantwoordelijkheid), F (toetsing financieel-
economische effecten fossiele investeringen) en G (afbouw fossiel) betrekken.
3. Vindt het college het geloofwaardig om aan de ene kant te zeggen de ambitie te
hebben om fossielvrij te worden, maar aan de andere kant te investeren in de
fossiele industrie middels een enorme financiële bijdrage aan uitbreiding van de
zeesluis?
Antwoord:
Op 26 november 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met een financiële
bijdrage aan het project Zeetoegang IJmond. Amsterdam draagt bij aan versnelling
van het vergroten van de zeesluis, zodat de nieuwe generatie grotere zeeschepen
kan worden geschut en geen stagnatie optreedt van de groei van ladingstromen.
De nieuwe zeesluis bevordert economische (regionale) groei en werkgelegenheid.
De diversificatie en verduurzaming van ladingstromen is een belangrijke opgave
voor het Havenbedrijf. Zie ook het antwoord op vraag 2.
4. Is het college bereid om te herzien of de grote financiële investeringen in de
zeesluis met deze huidige ontwikkelingen nog wel zo verstandig zijn, en deze
investering terug te draaien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. De bijdrage aan de vergrote en versnelde vernieuwing van de Zeetoegang
IJmond is een robuuste keuze zoals ook onderbouwd in het raadsbesluit van
26 november 2014.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 286
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder AD
Ingekomen op woensdag 12 maart 2014
Behandeld op woensdag 12 maart 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Toonk en de heer Van Drooge inzake
het Uitvoeringsbesluit Leidseplein (toegankelijkheid van de Museumbrug).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 7 januari 2014 inzake het Uitvoeringsbesluit Leidseplein op basis
van het Definitief Ontwerp Leidseplein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 102);
Constaterende dat:
— in het Definitief Ontwerp Leidseplein de Leidsebrug afgesloten wordt voor
autoverkeer (met uitzondering van de Hirschgarage en de taxistandplaats);
Overwegende dat:
— afsluiting van de Leidsebrug een aderlating voor de bereikbaarheid van
het Centrum is;
— dit effect versterkt zal worden als de Museumbrug, als dichtstbijzijnde oostelijke
verbindingsbrug voor autoverkeer tussen de Stadhouderkade en het Centrum
eventueel tot eenrichtingsverkeer gemaakt wordt,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de Museumbrug, als toegangsbrug tot het Centrum, in beide richtingen open te
houden voor autoverkeer zolang de Leidsebrug niet toegankelijk is voor autoverkeer.
De leden van de gemeenteraad,
W.L. Toonk
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 93
Ingekomen onder AT
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Agenda Autoluw (second opinion
luchtkwaliteit meetnet)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Overwegende dat:
— Elke Amsterdammer recht heeft op schone lucht.
— Door veranderende verkeersstromen het zaak is zeker te weten dat de metingen
van de luchtkwaliteit betrouwbaar en relevant zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Door een onafhankelijke partij een second opinion te laten uitvoeren hoe in
Amsterdam de luchtkwaliteit wordt gemeten.
2. Of de opstellingen en aantal meetstations een betrouwbaar en relevant beeld
geven van de luchtkwaliteit in Amsterdam.
3. Deze bevindingen voor te leggen aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Bezoekadres
Plein '40 '45 nr. 1
Amste rdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam
‚nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 17 december 2014
Decos nummer 2014/
Onderwerp Instellen Ouderenadviescommissie Nieuw-West
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 18 november 2014
Besluit
In te stemmen met het per 1 januari 2015 instellen van een adviescommissies
ex artikel 84 van de Gemeentewet, zijnde de Ouderenadviescommissie
de heer H. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving,
x Raadsaangelegenheden en Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 20 juni 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk
Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Boekmanzaal, stadhuis
Algemeen
MIDDAGDEEL
Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 20 juni 2013
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 30 mei 2013
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Financiën
11 Kadernota 2014 Nr. BD2013-006439
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
e Bespreking in tweede termijn.
e _ Stukken reeds in bezit.
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 20 juni 2013
Openbare Orde en Veiligheid
12 Kwartaalmonitor Top600 - tweede kwartaal 2013 Nr. BD2013-006375
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissies voor Kunst, Sport en Zorg en de leden van de
raadcommissie Jeugdzaken, ICT en Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
13 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Flos en Van der Ree; Amsterdam Veilig. Een
krachtige aanpak van drugsdealers Nr. BD2013-005078
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Flos en Van der Ree (VVD).
e Aangehouden in de Commissievergadering van 15 november 2012,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14.
, _ Hierbij te betrekken het op verzoek van het raadslid Flos (VVD) geagendeerde punt
TKN 3: Plan van Aanpak SD Centrum drugsoverlast Waterloopleinbuurt.
14 Evaluatie verwijderingsbevelen Nr. BD2013-006009
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13.
e _ Hierbij te betrekken het op verzoek van het raadslid Flos (VVD) geagendeerde punt
TKN 3: Plan van Aanpak SD Centrum drugsoverlast Waterloopleinbuurt.
15 Jaarverslag 2012 Coördinatiebureau Bibob (Programma Van Traa) Nr. BD2013-
004400
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 jaarrekening 2012 en overdrachtsdocument Nr. BD2013-006437
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid lvens (SP).
e Was TKN 6 in de Commissievergadering AZ van 30 mei 2013.
3
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 20 juni 2013
Raadsaangelegenheden
17 _Controleverordening 2013 Nr. BD2013-002037
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
18 Verordening op de rekeningencommissie 2013 Nr. BD2013-001957
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
Algemene Zaken
19 Aanpassen tarieven wegsleep Nr. BD2013-006443
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Ree (VVD).
e Was TKN 13 in de Commissievergadering AZ van 30 mei 2013.
e Deleden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit zijn hierbij
uitgenodigd.
20 Afwikkeling voucherproject Holendrecht Nr. BD2013-006441
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van der Ree (VVD).
e Was TKN 11 in de Commissievergadering AZ van 30 mei 2013.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Bouwen Wonen en Klimaat zijn hierbij
uitgenodigd.
4
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 20 juni 2013
21 Ontwerpbegroting 2014 en gewijzigde begroting 2013 RMA Nr. BD2013-006445
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
22 Presentatie comité 4 en 5 mei Nr. BD2013-006685
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, _ Hierbij wordt een presentatie gegeven door de voorzitter de heer Noorda.
AVONDDEEL
Project 1012
23 Beantwoording vragen n.a.v. Cie AZ 11 april 2013 Nr. BD2013-006004
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 29.
24 Brief kwartaalrapportage 1012, 1e kwartaal 2013 Nr. BD2013-006003
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
25 Voortgangsrapportage Project 1012 - Jaar 2013 Nr. BD2013-004338
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Aangehouden in de Commissievergadering van 11 april 2013.
5
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 20 juni 2013
Openbare Orde en Veiligheid
26 Initiatiefvoorstel CDA: Nieuwe barrières voor mensenhandel en uitbuiting in de
prostitutie Nr. BD2013-006446
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Shahsavari-Jansen (CDA).
27 Inte stemmen met de uitvoering van de motie over een onafhankelijke intake en
taaltoets voor prostituees en het initiatiefvoorstel over een negatief werkadvies
Nr. BD2013-002415
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
28 aanscherping vergunningsvoorwaarden voor prostitutiebedrijven Nr. BD2013-
005457
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 3 juli 2013).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Kunst, Sport en Zorg zijn hierbij uitgenodigd.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Project 1012
29 Beantwoording schriftelijke vragen nr. 47, nr 48 en nr. 49 Nr. BD2013-006881
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 23.
6
| Agenda | 6 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 464
Publicatiedatum 25 juni 2014
Ingekomen onder J
Ingekomen op woensdag 18 juni 2014
Behandeld op woensdag 18 juni 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Subamendement van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Van der Burg en
de heer Ivens op het amendement, ingekomen onder letter À, van het raadslid
de heer Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464) inzake het Coalitieakkoord
Amsterdam 2014-2018 (dierenwelzijn).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Coalitieakkoord 2014-2018, getiteld: ‘Amsterdam is
van iedereen’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422);
Overwegende dat:
— het dierenwelzijn een actueel politiek thema is.
— het coalitieakkoord op blz. 27 een alinea heeft opgenomen over dierenwelzijn;
— de fractie van de Partij voor de Dieren de wens heeft deze via een amendement
wenst aan te vullen;
— in ieder geval de fracties van D66, de VVD en de SP positief staan tegen het
overgrote deel van deze aanvulling,
Besluit:
in het aangenomen amendement, ingekomen onder letter A, van het raadslid de heer
Van Lammeren (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 453) onder de kop “gericht inzetten
op dierenwelzijn” de volgende zin te schrappen:
“De subsidie aan Artis wordt verstrekt onder voorbehoud van een aantal eisen: geen
uitbreiding; meer aandacht voor dierenwelzijn; transitie naar diervriendelijker
dierentuin.”
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
E, van der Burg
LGF. vens
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 999
Behandeld op 10 september 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Van Renssen, Kat, N.T. Bakker en De Heer inzake het
bestemmingsplan Erasmuspark- en Robert Scottbuurt (Duidelijke regels voor kelders)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Erasmuspark- en Robert Scottbuurt.
Overwegende dat:
— In het bestemmingsplan regels zijn opgenomen het bouwen van kelders onder
hoofdgebouwen;
— Recent een Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders is opgesteld;
— Binnen grondwateraandachtsgebieden aanvullende regels gelden, in diegebieden
is volgens de toelichting maatwerk noodzakelijk. Het is van belang dat de
waterbeheerder (Waternet) de aanleg van kelders vooraf kan toetsen op de
gevolgen voor de grondwaterstand.
— Bij die toets is het van belang dat inzicht is in de lokale situatie, zodat getoetst kan
worden dat de aanleg van een kelder geen nadelige gevolgen voor de
grondwaterstand zal veroorzaken en daarmee (blijvende) schade wordt
voorkomen;
-— Een dergelijke bepaling eveneens is opgenomen in bestemmingsplan Oud-West
2018 (vastgesteld door de raad op 7 november 2019) die dezelfde strekking
heeft, maar de formulering van die bepaling duidelijker is;
— Voor de zorgvuldigheid en rechtszekerheid het van belang is dat de regels in een
bestemmingsplan niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn, maar zo helder mogelijk
zijn geformuleerd.
Besluit:
De bepaling in artikel 25.2 Grondwateraandachtsgebied te schrappen en te wijzigen
in:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding "milieuzone - grondwateraandachtsgebied"
mag een kelder of souterrain alleen worden gebouwd of uitgebreid onder
hoofdgebouwen indien:
a. meteen geohydrologisch onderzoek op basis van lokale grondboringen en
peilbuizen wordt aangetoond dat er geen sprake is van verstoring van de
bestaande grondwaterstromingen en -standen en in de nieuwe situatie de
bestaande grondwaterstromingen en -standen behouden blijven, en
1
b. een positief advies over de aanvraag is afgegeven door de grondwaterbeheerder.
De leden van de gemeenteraad
N.A. van Renssen
H. Kat
N.T. Bakker
A.C. de Heer
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 364
Datum akkoord college van b&w van 12 mei 2015
Publicatiedatum 13 mei 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.A. van der Ree van
24 februari 2015 inzake particuliere erfpacht.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
In Nederland bestaan circa 250.000 particuliere erfpachtcontracten, waarvan circa
10.000 in Amsterdam. Sinds 2010 verstrekken banken in principe geen hypotheken
meer op woningen op particuliere erfpacht waardoor deze woningen de facto
onverkoopbaar zijn. Vele Amsterdammers zijn hierdoor in de problemen gekomen.
Enerzijds is er sinds 2010 een regeling vanuit de gemeente om de bloot eigendom
van particuliere erfpacht te verwerven, nadat erfpachters eerst zelf de mogelijkheid
krijgen de bloot eigendom te verwerven. Voorwaarde van overdracht van de bloot
eigendom is medewerking van de particuliere erfverpachter.
Anderzijds is er de mogelijkheid voor een particuliere erfpachter om zijn voorwaarden
te laten valideren door een notaris. Een ‘groene’ oftewel ‘Positieve Notariële Opinie’
op een erfpachtcontract houdt in dat de bepalingen in het erfpachtcontract voldoen
aan de criteria zoals opgesteld door de Koninklijke Notariële Beroepsvereniging
(KNB) en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Banken zullen in dat geval
gewoon financieren. Naast de groene opinie kan de notaris ook een ‘oranje’
(bepalingen in het erfpachtcontract voldoen niet volledig aan de criteria) of een ‘rode’
(bepalingen in het erfpachtcontract voldoen niet aan de criteria) opinie afgeven.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 24 februari 2015, namens de fractie
van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ek Gemeenteblad
Datum 13 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
1. Kan het college de aankoopregeling uit 2010 evalueren en daarbij in ieder geval
ingaan op de volgende vragen?
Antwoord:
Het college heeft het beleid over de periode 2011 tot en met 2013 in maart 2014
geëvalueerd. Deze evaluatie is ter kennisname kabinet aan de raadscommissie
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken van 3 september 2014 (BD2014-000519)
gezonden.
a. /n hoeveel gevallen heeft de woningeigenaar de bloot eigendom verworven,
in hoeveel gevallen de gemeente en ín hoeveel gevallen is het niet tot een
vergelijk gekomen tussen woningeigenaar of gemeente en eigenaar van
de bloot eigendom. Wat zijn hiervan de redenen?
Antwoord vraag 1a:
Het college heeft geen zicht op het aantal gevallen waarin tussen de
erfverpachter en de erfpachter onderling overeenstemming wordt bereikt over
de aankoop van de bloot-eigendom. De gemeente is bij dergelijke transacties
geen partij en ook niet betrokken.
Op 29 september 2010 heeft de gemeenteraad het Aankoopbeleid Bloot
Eigendom vastgesteld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 386) en op 25 maart 2011
opnieuw met enkele technische wijzigingen vastgesteld (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 208). Op basis van dit beleid zijn in totaal in de periode 2011 tot en met
2014 270 woningen op particuliere erfpacht aangekocht door de gemeente.
In 5 gevallen heeft de gemeente onderhandeld met particuliere erfverpachters
maar is het niet tot een overeenkomst gekomen. Reden hiervoor is in 3
gevallen het feit dat geen overeenstemming kon worden bereikt over de
aankoopprijs. In het voornoemde gemeentelijk aankoopbeleid is vastgelegd
dat de koopprijs die de gemeente bereid is te betalen 22 de jaarcanon betreft.
In 2 gevallen waren particuliere erfverpachters en erfpachters een
eeuwigdurend erfpachtstelsel overeengekomen en heeft de gemeente
voorgesteld om een groene opinie (een verklaring van de notaris dat de
erfpachtvoorwaarden voldoen aan bepaalde, door de bank gestelde criteria
voor financiering van erfpachtrechten) bij de notaris aan te vragen. Of dit later
ook geleid heeft tot hypotheekverstrekking bij de bank is bij de gemeente niet
bekend.
b. Iser in alle gevallen conform de regeling gehandeld door eerst de woning-
eigenaar in de gelegenheid te stellen de bloot eigendom te verwerven?
Antwoord vraag 1b:
Ja de gemeente heeft in alle gevallen behalve 1 de erfpachter in de
gelegenheid gesteld om zelf de bloot-eigendom te verwerven. In één geval is
dit niet gebeurd. De gemeente heeft in dat specifieke geval na verwerving
van de bloot-eigendom echter alsnog direct aan de erfpachter de mogelijkheid
geboden om de bloot-eigendom van de gemeente over te nemen, onder
dezelfde voorwaarden en voor dezelfde prijs als de gemeente de bloot
eigendom had verworven. De erfpachter heeft in dat geval de bloot-eigendom
van de gemeente ook daadwerkelijk overgenomen.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ek Gemeenteblad
Datum 13 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
c. Iser zicht op het aantal keren dat bloot eigendom zonder bemoeienis of
tussenkomst van de gemeente is overgegaan van particuliere erfverpachter
naar woningeigenaar? Gaarne een nadere toelichting.
Antwoord vraag 1c:
Er is geen zicht op het aantal keren dat bloot eigendom zonder bemoeienis of
tussenkomst van de gemeente is overgegaan van particuliere erfverpachter
naar woningeigenaar. Het gaat hier om transacties van twee private partijen
waarbij de gemeente niet betrokken is.
d. Wie neemt in de praktijk het initiatief tot (mogelijke) overdracht van bloot
eigendom? Zijn dat de woningeigenaars of is dat de gemeente? Zijn er ook
gevallen bekend waarin particuliere erfverpachters zelf aangeven bloot
eigendom te willen verkopen? Gaarne een nadere toelichting.
Antwoord vraag 1d:
Het initiatief komt altijd van ofwel de erfpachter, ofwel de erfverpachter.
De gemeente neemt geen actieve rol om verwerving van de bloot-eigendom
door de erfpachter of de gemeente te bewerkstelligen. Aangezien particuliere
erfpacht een transactie is tussen twee private partijen ziet het college geen
reden om hier een actievere rol in te nemen.
e. Watis de prijs — gerelateerd aan de canon — die de gemeente betaalt voor de
bloot eigendom. Wordt daar wel eens van afgeweken? Gaarne nadere uitleg.
Antwoord vraag 1e:
Conform het voornoemde aankoopbeleid is de koopprijs in beginsel 22 keer
de jaarcanon. Op grond van het beleid kan daar in uitzonderlijke gevallen
door het college van worden afgeweken. Dit is in de periode 2011-2013 een
aantal keren voorgevallen. Het college heeft de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken hierover in september 2014 kabinet geïnformeerd.
De commissie is destijds kabinet geïnformeerd omdat openbaarheid nadelig
kan zijn voor de gemeentelijke positie bij nieuwe onderhandelingen over de
aankoop van bloot eigendomen, en met deze zaken de privacy van de
betreffende particuliere erfpachters en particuliere bloot eigenaren gemoeid is.
In 2014 hebben er geen aankopen plaatsgevonden waarbij werd afgeweken
van het beleid.
f. In hoeverre maken particuliere erfverpachters misbruik van de aankoop-
regeling uit 2010, bijvoorbeeld door eerst de canon op te hogen alvorens
de bloot eigendom aan gemeente of woningeigenaar aan te bieden? Gaarne
nadere uitleg. Kan de gemeente hier iets tegen ondernemen, bijvoorbeeld
door de prijs van de bloot eigendom niet langer (alleen) te baseren op de
canon?
Antwoord vraag 1f:
In een aantal gevallen heeft de gemeente de bloot-eigendom aangekocht
nadat recentelijk de canon was verhoogd. Dit leidt, naast een hogere
canonverplichting voor de erfpachter, tot een hogere koopsom voor de
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ek Gemeenteblad
Datum 13 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
gemeente. De erfpachter is vanzelfsprekend niet verplicht om akkoord te gaan
met een canonverhoging. In de gevallen waarbij de erfpachter wel akkoord is
gegaan is dit vrijwillig en in sommige gevallen zelfs op initiatief van de
erfpachter gebeurd.
In geval van particuliere erfpacht zit de erfpachter vaak met een
onverkoopbare woning. Door de bloot eigendom aan de gemeente over te
dragen wordt de woning weer verkoopbaar. Het is gebleken dat dit de
erfpachter letterlijk en figuurlijk gezien “wat waard” is. Door in te stemmen met
een canonverhoging komt de transactie tussen de gemeente en de
erfverpachter tot stand en heeft de erfpachter weer een verkoopbare woning.
De gemeente probeert om in zoveel mogelijk gevallen een oplossing te bieden
bij particuliere erfpacht, om op die manier de woningen weer verkoopbaar te
maken.
De gemeente is conform het aankoopbeleid in beginsel bereid om tegen
22 keer de canon de bloot eigendom aan te kopen maar heeft als bovengrens
dat de aankoopprijs van de bloot eigendom, mede in verband met de inhoud
van het erfpachtcontract, marktconform moet zijn, met als gevolg dat de
canon van de erfpachter marktconform is. Indien aan deze voorwaarden niet
wordt voldaan worden de rechten niet door de gemeente aangekocht.
Of erfverpachters ook de canon verhogen en vervolgens bloot eigendom aan
de woningeigenaren/particuliere erfpachters overdragen is bij het college niet
bekend. De gemeente is bij dergelijke transacties geen partij en ook niet
betrokken.
g. Regelmatig bereiken ons berichten dat de aankoopregeling uit 2010 alleen
mogelijk is als een gehele Vereniging van Eigenaren (VVE) meedoet. Het zou
niet mogelijk zijn als eigenaar van een individueel appartementsrecht de bloot
eigendom te verwerven. Klopt dit? Kan dit probleem ondervangen worden
door de blote eigendom allereerst te splitsen in een blote eigendom-
appartementsrechten? Gaarne nadere uitleg. Klopt het dat er zich in gevallen
waarbij de appartementsrechten zelf al separaat zijn uitgegeven in
erfpachtrechten sowieso geen problemen voordoen en ín al die gevallen
individuele woningeigenaren binnen een WE in de gelegenheid gesteld
worden de bloot eigendom te verwerven alvorens de gemeente over gaat tot
verwerving, los van de beslissing van andere woningeigenaars in de
betrokken WVE dit al dan niet ook te doen?
Antwoord vraag 1g:
Het klopt dat het lastig is voor individuele erfpachters om, in gevallen waarbij
een erfpachtrecht in appartementsrechten is gesplitst, per appartementsrecht
de bloot eigendom te verwerven. Dit komt door het feit dat bij een splitsing van
een erfpachtrecht in appartementsrechten en weliswaar appartementsrechten
ontstaan maar dat daarmee niet het onderliggende erfpachtrecht “in stukjes
wordt opgedeeld”. Hierdoor is men afhankelijk van de overige
appartementsrechten die een aandeel hebben in de erfpacht.
4
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ek Gemeenteblad
Datum 13 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
In gevallen waarbij een perceel grond eerst in appartementsrechten is
gesplitst en de appartementen vervolgens individueel in erfpacht zijn
uitgegeven speelt dit probleem niet. leder appartementsrecht betreft dan een
individueel erfpachtrecht en van ieder appartementsrecht kan door de
erfpachter afzonderlijk de bloot-eigendom worden bijgekocht. leder erfpachter
kan dat dus afzonderlijk beslissen. De gemeente verwerft in deze gevallen
alleen de bloot-eigendom als de bloot-eigendom van alle
appartementsrechten in het betreffende complex in een keer kunnen worden
verworven. Dit vanwege het feit dat de gemeente niet samen met andere
bloot-eigenaars, die zij niet zelf heeft uitgekozen, in een Vereniging van
Eigenaars (VvE) wenst deel te nemen.
2. Hoeveel particuliere erfpachtcontracten zijn er nog in de stad? Hoeveel waren er
op het moment dat de banken stopten met financieren?
Antwoord:
De gemeente heeft in 2010, toen de problematiek rondom particuliere erfpacht
ontstond door de verscherpte financieringscriteria van de banken, navraag bij het
kadaster gedaan over het aantal particuliere erfpachtrecht. Volgens opgave van
het kadaster waren er op dat moment ongeveer 1200 percelen grond in
Amsterdam in erfpacht uitgegeven door andere partijen dan de gemeente.
Aangezien in Amsterdam veel erfpachtrechten in appartementsrechten zijn
gesplitst betreft het aantal woningen/appartementen op particuliere erfpacht een
veelvoud van die 1200.
De vraag hoeveel particuliere erfpachtrechten er nog in Amsterdam zijn moet
worden uitgezocht door het Kadaster. Dat zal enige tijd vergen. De
raadscommissie Grondzaken en Ruimtelijke Ordening zal hierover op een later
moment per brief worden geïnformeerd.
3. ls er nude woningmarkt in Amsterdam aantrekt zicht op het hervatten van het
financieren van woningen op particuliere erípacht door de banken?
Antwoord:
Het financieren van particuliere erfpachtrechten is primair de verantwoordelijkheid
van de banken die in Nederland op de hypotheekmarkt actief zijn. Deze banken
hebben sinds een aantal jaren (zeer) strenge criteria en richtlijnen voor
de financiering van particuliere erfpachtrechten. De banken hebben samen met
de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inmiddels ook een modelerfpacht-
overeenkomst ontwikkeld. Als deze wordt gehanteerd bij nieuwe uitgifte van
particuliere erfpachtrechten is de bank bereid om particuliere erfpacht te
financieren.
Het college heeft nog geen signalen van banken, makelaars en particuliere
erfpachters ontvangen dat de financieringseisen zouden zijn versoepeld nu
de woningmarkt weer aantrekt.
5
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ek Gemeenteblad
Datum 13 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
4. Wat zijn in de praktijk de consequenties van een ‘oranje’ opinie van een notaris?
Kan er in zo'n geval geen hypotheek verleend worden, of zijn er weldegelijk
mogelijkheden?
Antwoord:
Of en zo ja onder welke voorwaarden een bank een hypotheek verstrekt is een
zaak van de betreffende bank. De bank is daarbij tevens gebonden aan de
regelgeving van de toezichthouders als de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en
de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
5. Iserzicht op de validatie van Amsterdamse particuliere erfpachtcontracten door
notarissen? Hoeveel particuliere erfpachters hebben een ‘opinie groen’ gekregen
(absoluut aantal en percentage van de aanvragen) en heeft deze opinie ook
daadwerkelijk geleid tot een hypotheekverstrekking?
Antwoord:
In de afgelopen jaren hebben de banken in samenwerking met de Koninklijke
Notariële Beroepsorganisatie (KNB) een systeem uitgewerkt waarbij de notaris
de inhoud van erfpachtcontracten beoordeeld om na te gaan of deze betreffende
contracten door de banken kunnen worden gefinancierd. Heeft een notariële
opinie “groen” als beoordeling, dan zullen banken een aanvraag voor een
hypothecaire lening op reguliere wijze in behandeling nemen.
Indien over een erfpachtcontract een notariële opinie wordt opgesteld die als
eindbeoordeling “rood” of “oranje” heeft, zullen hypotheekverstrekkende banken
zeker geen hypotheek verstrekken (rood) of mogelijk geen hypotheek verstrekken
(oranje). Banken zullen in principe terughoudend zijn om in geval van een “oranje”
beoordeling een hypothecaire lening te verstrekken.
Het college heeft in principe geen zicht op de validatie van Amsterdamse
erfpachtcontracten door notarissen. Daar staat de gemeente volledig buiten. Of
en zo ja hoeveel groene of oranje opinies er zijn verstrekt en of deze tot
hypotheekverstrekking heeft geleid is niet bekend.
Wel is de gemeente op 26 juni 2014 op ambtelijk niveau aanwezig geweest bij
een door het Ministerie van Binnenlandse zaken georganiseerde bijeenkomst
over particuliere erfpacht. In deze bijeenkomst werd door het ministerie
aangegeven dat landelijk gezien grofweg de helft van de opinies “rood” is, een
kwart “groen” en een kwart “oranje”.
Praktijk is dat een bank een groene opinie in principe zal financieren, en een
rode in principe niet. Bij een oranje resultaat komt naar voren dat een deel van de
grote banken een aanvraag in behandeling neemt. Voor de “prijsvechters” onder
de banken geldt dat deze een aanvraag in de regel niet in behandeling nemen.
De precieze aantallen aanvragen zijn onbekend, evenals het percentage van de
“oranje contracten” dat een bank uiteindelijk financiert
6
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing ek Gemeenteblad
Datum 13 mei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
6. Wanneer heeft het college het laatst contact gehad met de NVB dan wel één of
meerdere hypotheekverstrekkende banken over particuliere erfpacht? Is het
college bereid gesprekken aan te gaan?
Antwoord:
De voormalig wethouder Grondzaken heeft op 27 februari 2014 voor het laatst
contact gehad met de ABN AMRO Bank en ING Bank over de problematiek
rondom particuliere erfpacht. Het college is op dit moment niet van plan om
initiatief te nemen om de problematiek rondom particuliere erfpachtrechten bij de
banken aan te kaarten. Vanzelfsprekend is het college bereid om aan te schuiven
bij gesprekken (op bestuurlijk of ambtelijk niveau) indien banken, belangen-
verenigingen en/of de Rijksoverheid hierom verzoeken.
7. Ís het college bereid de problematiek rond particuliere erfpacht aan te kaarten bij
de rijksoverheid?
Antwoord:
Zowel op bestuurlijk niveau als op ambtelijk niveau heeft de gemeente de
problematiek al diverse malen aangekaart bij zowel banken, de Vereniging Eigen
Huis en de Rijksoverheid. In 2010 heeft er onder leiding van voormalig wethouder
Van Poelgeest een ambtswoninggesprek met de banken en diverse
belangenorganisaties plaatsgevonden.
Op ambtelijk niveau heeft de gemeente de afgelopen jaren diverse malen
deelgenomen aan door de Nederlandse Vereniging van Banken en door
het Ministerie van Binnenlandse zaken georganiseerde gesprekken inzake
de problematiek rondom particuliere erfpacht. In deze gesprekken is ook
de mogelijkheid besproken om door een particuliere erfpachter een juridische
procedure tegen de erfverpachter te beginnen om zo wijziging van
de erfpachtvoorwaarden te bewerkstelligen. De uitkomst van een dergelijke
procedure is echter ongewis. Het college weet niet of een dergelijk proefproces
inmiddels in gang is gezet.
8. Heeft het college zelf plannen en ideeën om particuliere erfpachters die hun
woning niet kunnen verkopen te ondersteunen? Is de gemeente van plan
particuliere erfverpachters uit te nodigen de nieuwe Amsterdamse regeling ook
toe te passen op hun erfpachtcontracten?
Antwoord:
Het aangaan van particuliere erfpachtcontracten en de hypothecaire financiering
daarvan is een aangelegenheid van private partijen (erfverpachters, erfpachters
en banken). Partijen zijn vrij om binnen de kaders van de wet en de bancaire
regelgeving de contracten in te richten op de wijze zoals ze zelf willen. De
gemeentelijk instrumenten om bij te dragen aan de oplossing van de problematiek
zijn derhalve beperkt.
7
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer ei 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 februari 2015
Het college trekt zich vanzelfsprekend het lot van door particuliere erfpacht
gedupeerde erfpachters aan. Door middel van de in de beantwoording van vraag
7 genoemde gesprekken en door het opstellen van het bij de beantwoording van
vraag 1 genoemde aankoopbeleid heeft de gemeente getracht om bij te dragen
aan de oplossing van de problematiek. In de gevallen waarbij de bloot-eigendom
door de gemeente is aangekocht is dit ook gelukt.
Het college ziet geen rol voor zichzelf weggelegd bij het actief bemiddelen tussen
erfverpachters en erfpachters. De uitvoering van het huidige beleid kost Grond &
Ontwikkeling op dit moment ongeveer 1,5 fte per jaar. Een meer actieve rol zou
een veel groter beroep doen op de ambtelijke capaciteit.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 192
Datum indiening 3 december 2019
Datum akkoord 12 februari 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid El Ksaihi inzake de reparatietermijn
voor rolstoelen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Wachten op de reparatie van je vervoersmiddel is vervelend. Je kunt niet fietsend van
huis naar werk, of je moet een oplossing verzinnen voor een kapotte auto terwijl je
kinderen naar voetbal moeten. Maar in de meeste gevallen lossen Amsterdammers
dit soort problemen relatief gemakkelijk op, tenzij je in een rolstoel zit en die
kapotgaat.
Voor Amsterdammers die gebonden zijn aan een rolstoel is er vaak maar één
oplossing: die rolstoel moet worden gemaakt of er moet een vervangende rolstoel
voor in de plaats komen. De organisaties die dit voor de gemeente Amsterdam doen,
Meyra, Welzorg, Medipoint en het Hulpmiddelencentrum doen dit in de meeste
gevallen goed, zo blijkt uit een klanttevredenheidsonderzoek.…'
Maar de fractie van D66 ontvangt signalen dat het in een aantal gevallen toch niet
goed gaat. Dat mensen die hun rolstoel nodig hebben, dagen aan hun bed zijn
gekluisterd terwijl zij wachten op een reparatie of vervangend vervoer.” Daarom dient
de fractie de volgende vragen in.
Gezien het vorenstaande heeft het lid El Ksaihi, namens de fractie van D66, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met deze signalen?
Antwoord
Het college is bekend met signalen dat het soms niet lukt om reparaties binnen de
gestelde termijnen te realiseren.
2. Watis de reactie van het college op deze signalen?
Antwoord
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7642205/1/09012f978296e4e4
2 https://marnixbroekmeier.nl/
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le ebruar 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 3 december 2019
Het college kan alleen maar beamen dat het moeten wachten op een reparatie
van een hulpmiddel waar je afhankelijk van bent heel vervelend is. Hoewel een
reparatie soms niet direct uit te voeren is, is dagenlang aan bed gekluisterd zijn
zeker niet de bedoeling. De gemeente heeft daarom afspraken gemaakt met de
leveranciers over reactie en reparatietermijnen en de inzet van tijdelijke
hulpmiddelen. Deze afspraken zijn contractueel vastgelegd.
De gemeente monitort de prestaties van de leveranciers op bijvoorbeeld
doorlooptijden van leveringen en reparaties en van klachten en voert regelmatig
accountgesprekken met de leveranciers. Ernstige klachten of klachten die worden
ingediend bij de gemeente worden altijd besproken met de leveranciers. Daar
waar nodig intervenieert de gemeente ook op dergelijke klachten. Door de
monitoring blijft de gemeente op de hoogte van de signalen van gebruikers over
de dienstverlening. Ook via belangenbehartigers of de Ombudsman kan de
gemeente signalen ontvangen.
De leveranciers van hulpmiddelen zijn 24 uur per dag bereikbaar voor reparaties.
De afspraak met de leveranciers in Amsterdam is dat er bij spoed binnen een uur
een monteur ter plekke is om het middel te repareren. Er is sprake van spoed bij
pech onderweg of als iemand volledig a” \ankelijk is van het hulpmiddel. Indien
reparatie niet direct mogelijk is wordt waar mogelijk een vervangend hulpmiddel
ingezet of - indien onderweg - verzorgt de leverancier passend vervoer voor de
cliënt naar zijn woon- of verblijfplaats waarna alsnog binnen 24 uur een
vervangend hulpmiddel thuis afgeleverd wordt.
Als iemand thuis is en niet volledig afhankelijk (kan bijvoorbeeld zichzelf ook een
stuk verplaatsen zonder hulpmiddel) is de afspraak dat er binnen 24 uur na
melding een monteur ter plekke is. De reparaties worden zoveel mogelijk bij de
cliënt thuis uitgevoerd.
De monteurs zijn bij meldingen met spoed vaak tijdig ter plekke en het hulpmiddel
kan meestal direct gerepareerd worden door de monteur en met de
meegebrachte reserveonderdelen. Echter geldt, hoe specifieker en meer
aangepast het hulpmiddel, hoe groter de kans dat een onderdeel niet direct
voorhanden is. Soms moeten dergelijke onderdelen op maat gemaakt worden en
is er iets meer tijd nodig. Daarbij komt dat het soms heel lastig is om een tijdelijk
middel in te zetten dat voldoende passend is ter ondersteuning van de gebruiker.
De consequenties voor degene die geheel afhankelijk zijn van het hulpmiddel zijn
besproken met betrokkenen uit de keten in een spiegelgesprek in 2018. De
leveranciers zijn zich bewust van de consequenties voor mensen die geheel
afhankelijk zijn van het hulpmiddel en geven in dergelijke gevallen hoge prioriteit
aan het repareren van hulpmiddelen en het vinden van oplossingen.
Het vergt vooral goede communicatie van de leveranciers naar de gebruikers
over de oplossingen de verwachtingen. Hier wordt door de gemeente extra
aandacht voor gevraagd.
Toelichting door vragenstelster:
in het klanttevredenheidsonderzoek staat dat: “Bij de elektrische rolstoel is er een
duidelijke tweedeling te zien: ofwel je wordt nog binnen een dag geholpen, of de hulp
laat (langer dan) een week op zich wachten.”
3. Wat ziet het college als redelijke termijn waarbinnen reparaties gedaan moeten
worden?
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le ebruar 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 3 december 2019
Antwoord
Zie ook het antwoord bij vraag 2. In geval dat een gebruiker volledig afhankelijk is
van het hulpmiddel, is het essentieel dat er zo snel mogelijk een passende
oplossing wordt gevonden.
De leveranciers worden gevraagd in overleg met de gebruiker tot een zo passend
mogelijke oplossing te komen in de tussentijd. Hierover moet door de leverancier
helder gecommuniceerd worden met de gebruiker.
4. Zo nee, wil het college dit onderzoeken?
Antwoord
Zie antwoord vraag 1. De afspraken over reparatietijden zijn zowel door de
leveranciers de belangenbehartigers als de gemeente onderschreven. Het college
acht het daarom niet zinvol om specifiek onderzoek te doen naar de redelijkheid
van de reeds gestelde eisen ten aanzien van benodigde reparaties, maar in te
zetten op het halen van de afgesproken termijnen en zorgen voor passende
oplossingen en goede communicatie met de gebruiker in alle gevallen. Landelijk
is er eind 2019 aandacht gevraagd voor de dienstverlening rondom hulpmiddelen.
De minister van VWS heeft een taskforce ingesteld om samen met
belangenbehartigers, leveranciers, gemeenten en het Rijk mogelijke
verbeteringen in de dienstverlening te bespreken. Aangezien de Amsterdamse
leveranciers allemaal landelijk werken stelt het college voor de landelijke
aanbevelingen die voortkomen uit de taskforce af te wachten en waar zinvol over
te nemen, in het bijzonder waar het de meest
afhankelijke gebruikers betreft.
Op 31 januari jl. heeft de minister van VWS een brief gestuurd aan de tweede
kamer over het actieplan verbetering verstrekking hulpmiddelen en het
opgestelde normenkader. Er is onder andere afgesproken dat leveranciers gaan
werken aan een betere dienstverlening voor cliënten voor wie geldt dat hun
hulpmiddelen relatief complexe en veel aanpassingen behoeven. Er worden
aparte casemanagers aangesteld door de leveranciers. De wethouder Zorg heeft
aan de raadscommissie Zorg tijdens de vergadering op 9 januari jl. toegezegd te
informeren over de resultaten van de landelijke taskforce en zal de raad hierover
informeren.
5. Is het college het met de fractie van D66 eens dat het zeer onwenselijk is dat
mensen zolang op hun hulpmiddelen moeten wachten?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 2,
woensdag 4 juli en donderdag 5 juli 2007
Datum en tijd woensdag 4 juli en 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 5 juli 2006 13.00 uur en, zo nodig, 19.30 uur
Locatie Raadzaal, Stadhuis
Toegevoegd aan de agenda
Openbare Orde en Veiligheid
15A Actualiteit van de raadsleden mevr. Hoogerwerf en de heer Flos van 29 juni
2007 inzake schrappen van straatfeesten tijdens de Gay Pride.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 312)
Ingekomen stukken
13 Raadsadres van de heer A. Lanson van 7 juni 2007 inzake klacht tegen het
beleid ten aanzien van de hondenbezitter in de gemeente Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar het stadsdeel Centrum.
14 Raadsadres van de heer P. Spruijt, namens Nemo, vereniging van vrije
wandelaars van 21 juni 2007 inzake plan voor een Hoofdnet Wandelen in
Amsterdam
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
15 Raadsadres van mevr. J.C. Steeneik van 17 mei 2007 inzake het plaatsen van
een bloemenstal op het Holendrechtplein
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar het stadsdeel Zuidoost.
16 Raadsadres van mr. J. van Broekhuijze, advocaat van 30 mei 2007 inzake het
met asbest verontreinigde Hedonia-terrein van de stadsnomaden
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie Algemene Zaken, Openbare Orde
en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst,
Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie.
1
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Raadsagenda supplement 2, woensdag 4 juli en donderdag 5 juli 2007
17 Raadsadres van mevr. M.A. Andree van 1 juni 2007 inzake gewijzigde
regelgeving voor het gebruik van de invalidenparkeerkaart.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
2
| Agenda | 2 | train |
eK
SE L WA & Ar
N VEr o sf £) Á LQ 5 eN EN Sp _ ra
5 Lem sf 5 9) Í ®/ ON Kit Rn, 2
2 G NE, \ | INN Ne f
A NL Z | | LF / WE def) NIEUWLAND A
S Lj} \ Lr £ ee warning Á
° / le L ee zZz NS Sy P/4 he GA bA 4) D, f fl Zó nn Er
/ Wd ST Q NW / NE ooo 2 ij Ef & Ief Ee 7
7 VAW Á / en TEE. Uren beden 4 Le GC -O ,
EEN ge mmm // A Ne 1 Ef 7 IGN bd \7 „7
Zj U. f 7 : Nl EC Eos
‚ ZN Vin N \ Vk 7 “ % LJ Sb Saa 18 ie ,
ILT ON 6 5 / 5 p aA weg El Ce ,
Pe VD Mn Nen 7 | Af Sg \ AN 2 Ha „7
Ee Wi U A We en Ke _Â > AF NS AA) PAN ee
EE WIK AN EN n | 4 ) DA id EMD Kn DS D
ES) St EKE" © - H Pa P \S / dg dt NE ° 7 EN Á
EE em Ve 7 N O/T Nam AN TRS SG Our dd
LE ON AAD Z Af — e j Den ED NAMES a
Se A Tp fn Ee Hi) An! / DA „ De 7 Lg z \ er > E
En Ze Er © KAD DS dl L l 4 ze Pp an \ D Av ZA jo pe en
LR == \ Pe \ -{ VA ZN NON PT Lg
Ll rb, A Lr Ed pl KH De / EDEN Ve AE DEE J SF SZ
CER IO TN tale ( C - í , of Ee / dw,
Lln VR En NNS" | Roey GO ON Ze ZA EE
r er Re \ Zi ) q EG 7 -®_ Be \ Ad LANS él muide 7 KE / vl 4 Wd A Lel ï i' SE e
ESO EENS EN vn MER 0 An dd FF mar
n AG Jk ze Nie ANS Sy / Sr C&D ez A, A nl MD af c Ne Ge A5 ' 5 rf re BELLE
PE ne we [o} peor Al GEE = = SI ZE er, / EN AD gr é Pe )
EE LID \ Ss S NT — el AE. À IN {SEE \ Td Ô
Ee DS \ EI | Â en a [ 1e 7 Ds Af et | di EXPERI MEN. \ j
if / Ì \ > S ZÔ ad ci TAS Vi A5 | kl [ES TEREN | Se
BEEN) \ > AN \ \ EN Í DE n Ro Tm de ER ORN A
TO OF z ED ZZ Shi Hy v î
mA SIG Ts ON de NES \
EA, Er) UR EE < No zr / 5 L A ee ‘b : OK A 1 5 f h Ni
Pha A pe ke Ne DIG Wet WEEK / A | A
Go) EN < \ PINSTEN W/E )/ 7 BES
(if BN \ Ds ( GA) ( Kel Me
NE Os _ J/ 7 A ns ee bn
Pe WEESP © ARS E & en
Pe 4 O,S , DEN 2 ne Cn )
4 4 ELN EST / / FEEN S GO Sf Hg 5 Kk | NSE ED
te \ _ S „ EE si AG Eil) PMN} ze
4 \7 AN STUDENTEN] WB =- Ar IN Le Z ) vee Kf SD
/ SS vormge NT (CRL OT bind ER )
/ \ Aen DEN \ EE ISSN /
A \ VPL) “en NC Er ZI
®
Samenwer INGgSsagenda Amsterdam - Almere
Gemeente Almere
el Gemeente
x Amsterdam SS
Es
Deze samenwerkingsagenda is opgesteld in opdracht van de wethouders van
der Burg (Amsterdam) en Herrema (Almere). Het is een samenwerking tussen
Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam en de Dienst Stedelijke
Ontwikkeling van de gemeente Almere. Vanuit Amsterdam zijn daarbij ook Grond
en Ontwikkeling, Verkeer en Openbare Ruimte, Wonen en Economie betrokken.
Vastgesteld in het College van Burgemeester en Wethouders Amsterdam en het
College van Burgemeester en Wethouders Almere op 10 oktober 2017.
Contact
Gemeente Amsterdam Gemeente Almere
Ruimte en Duurzaamheid Dienst Stedelijke ontwikkeling
Weesperplein 8 Stadhuisplein 1
1018 XA Amsterdam 1315 HR Almere
Postbus 2758 Postbus 200
1000 CT Amsterdam 1300 AE Almere
[email protected] [email protected]
Inleidin
Iding
De metropool Amsterdam groeit. In de metropool de metropool barst uit haar voegen. Een woning OV-systeem van de metropool moet de komende
Amsterdam wonen nu tweeëneenhalf miljoen daar lijkt alleen nog weggelegd voor mensen jaren een schaalsprong maken, wil de metropool
mensen. Het is de verwachting dat dit in 2040 met veel geld of voor mensen met extreem veel bereikbaar blijven. Gezien de verstedelijking
rond de drie miljoen mensen zijn. Op dit moment geduld. In datzelfde centrum van de metropool binnen de metropool loopt een van de dragende
draagt de metropool Amsterdam twintig doet de populariteit zich ook gelden in de vervoersassen van west naar oost, van Hoofddorp
procent bij aan het Bruto Nationaal Product. Dit openbare ruimte. Bewoners klagen over drukte, via Amsterdam naar Almere Centrum. Het is de
percentage groeit nog steeds. en de diversiteit van het winkelaanbod staat onder vraag of een treinverbinding op deze vervoersas
druk. op termijn voldoende is. Waarschijnlijk is voor
Wie van enige afstand naar deze metropool het ontsluiten van de gewenste stedelijkheid
kijkt ziet een stedelijke regio met een grote Het is daarom niet vanzelfsprekend dat het (diversiteit van woonmilieus, verdichting rond de
diversiteit. Een rijk aanbod van zeer verschillende goed blijft gaan met de metropool Amsterdam. knopen) eerder een systeem nodig dat frequenter
woonmilieus wordt gecombineerd met bijzondere Gelukkig zijn er genoeg kansen om de druk rijdt en meer haltes heeft. Een dergelijke
historische landschappen. De metropool heeft op het centrum te verminderen, om groei te verbinding zal nooit in één keer gerealiseerd
een sterk centrum binnen de ring A10, maar spreiden en tegelijkertijd bestaande kwaliteiten worden. De kosten zijn hoog. Bovendien lopen
kent daarbuiten nog veel andere stedelijke te behouden en uit te bouwen. Behoud van het ontwikkelingen over de gehele as niet gelijk op.
knooppunten met elk hun eigen karakter en kracht. afwisselende karakter van de metropool en het Het tempo van verstedelijking langs de as van west
De metropool Amsterdam is geen uitgesmeerde tegengaan van het dichtslibben van de kwetsbare naar oost bepaalt daarom mede welke delen van
stedelijke plak, maar wisselt hoge dichtheden op ruimte tussen de knooppunten is daarbij cruciaal. deze dragende verbinding als eerste gerealiseerd
logische, goed ontsloten, plekken af met rustige Op die manier kan de metropool Amsterdam moeten worden. Fasering is dus verstandig,
plekken met veel groen en water. De metropool verder uitgroeien tot duurzame, innovatieve en waarbij op korte termijn de aandacht gericht is op
Amsterdam is dankzij deze veelzijdigheid een concurrerende metropool waar mensen welkom het westelijk deel van deze verbinding (landzijdige
(inter-) nationale magneet voor een brede groep zijn, kansen krijgen en pakken en waar diversiteit ontsluiting van Schiphol).
mensen, voor innovatieve werkgelegenheid en en verdraagzaamheid gekoesterd worden.
populair als toeristische bestemming. Het komende jaar worden de afspraken die
Het vervoerssysteem krijgt met de Noord-Zuidlijn gemaakt zijn in het verband van de Metropool
De groei van de metropool kent ook haar een grote impuls. Tal van berekeningen laten zien Regio Amsterdam (MRA) met de MRA agenda
schaduwzijde. De woningmarkt in het centrum van dat dit nog maar het begin is van wat nodig is. Het verder concreet gemaakt. De gemeente
Amsterdam wil aanvullend op de afspraken binnen uitdrukkelijk uitgenodigd om aan te haken. Deze
de MRA in vier windrichtingen met een aantal samenwerkingsagenda laat zien wat de ambities Afspraak 1
grote gemeenten de verdere samenwerking en doelen van Amsterdam en Almere zijn en legt Er wordt een bestuurlijke stuurgroep
verkennen. In westelijke richting gebeurt dit met in die context concrete samenwerkingsafspraken opgericht die de voortgang van
de gemeente Haarlem, in zuidelijke richting met vast die laten zien hoe we nu gaan werken aan de de samenwerkingsagenda en de
de gemeente Haarlemmermeer, in noordelijke kansen die zich nu voordoen. samenwerkingsafspraken bewaakt. In de
richting met de gemeente Zaanstad en in stuurgroep zitten één Amsterdamse en één
oostelijke richting met de gemeente Almere. De samenwerkingsagenda bestaat uit drie Almeerse bestuurder ruimtelijke ordening
deelthema’s: als vaste leden. Andere bestuurders kunnen,
In deze samenwerkingsagenda wordt, e hetlJmeer, centraal recreatief waterpark afhankelijk van het onderwerp, aanschuiven.
aanvullend op de afspraken binnen de MRA e Eén woningbouwopgave, één woningmarkt De bestuurlijke stuurgroep vergadert
zoals opgenomen in de MRA Ruimtelijk e Duurzaamheid en economie hand in hand twee keer per jaar. In dit overleg zal de
Economische Actie Agenda, ingezoomd op de ontwikkeling op de drie deelthema'’s
oostelijke kant van de metropool Amsterdam. De samenwerkingsagenda is niet uitputtend. Deze centraal staan.
De ontwikkelrichting op langere termijn is eerder agenda kan worden gezien als een ‘groeiagenda’.
vastgelegd in de Rijksstructuurvisie RRAAM. De Nieuwe onderwerpen kunnen op termijn worden Een ambtelijke stuurgroep bewaakt de
uitvoeringsovereenkomst die uitvoering geeft toegevoegd. In de metropolitane samenwerking voortgang van de samenwerkingsagenda en
aan deze structuurvisie, is ondertekend door Rijk, worden onderwerpen op het vlak van cultuur, draagt zorg voor voorstellen voor verdere
provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht en onderwijs, arbeidsmarkt en op sociaal terrein uitbouw van de agenda. De ambtelijke
de gemeenten Amsterdam en Almere. steeds belangrijker. Het is de verwachting dat in stuurgroep vergadert twee keer per jaar
de nabije toekomst steeds meer samengewerkt voorafgaand aan het bestuurlijk overleg.
Met deze samenwerkingsagenda willen moet worden aan deze onderwerpen.
Amsterdam en Almere deze ontwikkeling
versnellen door in gezamenlijkheid het voortouw
te nemen om de kansen aan de oostelijke
zijde van de metropool te verzilveren. Andere
gemeenten en maatschappelijke partijen zijn
| | ief k
Jmeer, centraal recreatief waterpar
De plek Kansen Nationaal park Nieuw Land
Midden in het oostelijk deel van de metropool Met de bouw van IJburg tweede fase, Almere In het oostelijk deel van de metropool krijgt het
Amsterdam ligt het IJmeer. Een unieke plek met Duin en op termijn Almere Pampus aan de randen Nationaal park Nieuw land steeds meer vorm.
kansen voor natuurontwikkeling, recreatie en van het IJmeer wordt een zeer aantrekkelijk In het Markermeer worden de Markenwadden
wonen aan het water. Het is onze ambitie om het woonmilieu aan de metropool toegevoegd: aangelegd. Een groot moerasgebied dat
IJmeer de komende tien jaar te laten uitgroeien wonen aan een groot water in een stedelijke sfeer. het opwervelend slip vastlegt en daarmee
tot een centraal recreatief waterpark van de Deze ontwikkelingen zijn onderling afhankelijk en vertroebeling van het IJmeer/Markermeer
metropool. Er liggen volop kansen om mooie kunnen, mits goed gefaseerd en afgestemd, elkaar tegengaat. Minder vertroebeling betekent meer
plekken aan het IJmeer meer betekenis te geven. opvolgen en versterken. leven en meer voedsel voor vogels. Het gebied
Het zijn heel verschillende plekken, met elk hun Het strand aan de Almeerse zijde is een blijft op die manier in de toekomst behouden als
eigen kwaliteit. Rust en prachtige vergezichten op prachtige plek voor strandplezier op zomerse een belangrijk tussenstation voor trekvogels.
de dijk aan de Noord Hollandse kant, de haven dagen. Bovendien biedt het strand kansen om Een deel van de Markerwadden wordt
van Muiden, het toerisme in Volendam, het brede vooruitlopend op de gebiedsontwikkeling in toegankelijk voor mensen. Daarnaast worden
strand bij Almere, maar ook de stedelijkheid Almere Pampus in het gebied net achter de dijk de Markenwadden, Oostvaardersplassen en
van IJburg, Almere Duin en op termijn Almere een Almeerse variant te starten van camping Lepelaarsplassen met elkaar verbonden en vormen
Pampus. Om de kansen rond het IJmeer te Bakkum: een plek waar stedelingen in de zomer de gezamenlijk het “Nationaal park Nieuw Land”. Het
verzilveren moeten we naar het IJmeer gaan kijken stad even kunnen ontvluchten. Het eiland Pampus nieuwe Nationaal park voegt een nieuwe kwaliteit
als één geheel en niet als optelsom van stukjes kan zich verder ontwikkelen tot het populaire uitje aan de metropool Amsterdam toe. Grootschalige
kust liggend in diverse gemeenten. Wij zien een voor jong en oud. natuur, ongerept en ongetemd, om de hoek.
gebied ontstaan met sterke randen, ruimte voor Het Nationaal park Nieuw Land kan uitgroeien tot
natuurontwikkeling, maar ook voor recreatieve een toeristische trekpleister met internationale
voorzieningen, verbindingen en programma om betekenis en krijgt daarom een prominente plaats
een divers publiek te trekken. in de promotie van de metropool Amsterdam als
toeristische bestemming.
Verbindingen
Een onderlinge veerverbinding is dé katalysator
om het IJmeer meer betekenis te geven. Bij
vervoer over water kan bijvoorbeeld gedacht
worden aan een watertaxi in de zomermaanden,
een woon- werk vaarverbinding Almere-
IJburg en een recreatieve vaarverbinding
Amsterdam-Marken/Volendam-Markerwadden-
Oostvaardersplassen-eiland Pampus.
In het verleden zijn heldere afspraken gemaakt
wanneer een OV-verbinding tussen IJburg en
Almere Pampus in beeld komt. Hierbij is ook
afgesproken dat toekomstige projecten en
ontwikkelingen realisatie van een IJmeerverbinding
niet onmogelijk mogen maken. De versnelling van
de gebiedsontwikkeling op het Zeeburgereiland
en realisatie van IJburg tweede fase maakt dat
ook gekeken wordt naar de ontsluiting van deze
gebieden. Gezien de noodzaak om op termijn
de verbinding over het IJmeer als onderdeel van
een West-Oost verbinding te realiseren, moet de
ontsluiting van het Zeeburgereiland en IJburg ook
beschouwd worden in een breder perspectief.
en:
C KEn WA Sr
VA NH CN ED EA
9 NRA) \\ ze é
T es é) | @/3 jk A8) | A
F 5 B ij Zeg / NIEUWLA ND AD >
5 B / \ Wo / senrtnnnne A ad.
SNN 4, „ LL Í SO IIS WE
5 Ei ND L B, A DO >
SN p ” De EO, 7
4 z £ 7 5 8 Ml en ze \ pe
f p 65 S Ú Sar eh
== MN LS Wed IA fee
Dd s B / 1 Jr
z BO EEN , re
© HA E RF CN S
AN / En: ” z > Oe zo Ai ë EAN Dn VRO Se ó
{ Gn - En Á Wi EE 7 < 4
í F 4 „ Pd En J 4 ©.
S Sf 7 E INGA A
B AS ‚ EE BNN /
ER TA REE N 4 - 4 | dk nT &
Ip Or wend u À ál 4 Ad Dea | 5 Mik Ì
If CNE SS mk \ 9 Af 1 | v ) Î NIEUM -©
IRN See | ied
Ne / eN 2 4 \ wo TT . WEAR OL / HO Ze
ed { DD Nad & Nen (sr ot f De 7 Pe \v
mm f Wa e N 5 ENA IN SSR
\ Se NIN GIA ST It EN Y
Se | ÀN Tr | an, HJ Poo Rr, | EN: mm
Ne: N \ Z TE DE 5 Ns pee PS 8 Ve
| x \ = / Â IN KE 5 /
\ ON î B WT è EN Y ws s \ <
EE S OL EN XN ©, Se | D/ A
Res ( TE fi gn KIN NN weete OA A / % |
2 ETD SA YIN BEENÁ ier l
N. el VAES, S iN A C Sod
NS \ PEDSN EEEN dn
Rl \ 1 AS B | ED Ho / ES
DN AN \ ED ASD A € wy
ad SE De,
Nen A Ee: AD 5 SAAD N AA A mj / í
ep ©. $ 8 > „ El DE SS 2 L ns AN
Ee | OTT ERGEN f
es \ Deer ND ) Ö NK Á
BS \ GON PL et
Sl % Se Er EE
Di ef N
NAARDEN 5
@ Bussum ij
Y
Afspraak 2 Afspraak 3
Amsterdam en Almere stellen een Amsterdam en Almere verkennen de
gezamenlijk ruimtelijk-landschappelijk mogelijkheden naar een (nieuwe) uitvraag
perspectief op voor de ontwikkeling van voor vervoer over water, inclusief de
de randen en oevers van het IJmeer, benodigde afmeerplekken. Waaronder een
inclusief een inventarisatiekaart van watertaxi in de zomermaanden, een woon-
kansrijke plekken voor versterking met werk vaarverbinding Almere-lJburg en een
recreatieve voorzieningen en programma, recreatieve vaarverbinding Amsterdam-
met daarbij onderscheid tussen plekken Marken/Volendam-Markerwadden-
die actief ontwikkeld en activiteiten die Oostvaardersplassen-eiland Pampus.
actief ondersteund worden. Het Plan van
Aanpak voor het perspectief bevat ook een Afspraak 4
voorstel hoe de andere gemeenten rond het Amsterdam, Almere en de organisatie van
IJmeer te betrekken. Het perspectief wordt het Nationaal park Nieuw Land stemmen
gemaakt rekening houdend met MRA- activiteiten af op het vlak van marketing,
actie 3.4 (Verkenning uitvoeren naar de communicatie, programmering (publieks-)
metropolitane potentie van het Markermeer- activiteiten en participatie. Afstemming
IJmeer), en in afstemming met MRA- vindt ook plaats met het MRA-programma
actie 3.1 (Een actieprogramma opstellen “A'dam bezoeken, Holland zien”. Daarnaast
en uitvoeren voor het metropolitane wordt gekeken naar het verbeteren van de
landschap). bereikbaarheid en toegankelijkheid van het
Nationaal park, zowel over land als over
water.
JS . LS OJ .
Eén woningbouwopgave, één woningmarkt
Bouwen: afstemmen van een divers aanbod Daarnaast moet op tijd gestart worden met het Bijbehorende infrastructuur
De druk op de woningmarkt van de metropool versneld kunnen aanbieden van locaties (die nu Infrastructuur is een integraal onderdeel van
is hoog. Vooral in het centrum van de metropool nog ‘slapende’ zijn) op het moment dat de vraag de ruimtelijke opgave. Dat geldt ook voor een
is dat zichtbaar, maar ook buiten dat centrum is daar aanleiding toe geeft. toekomstige IJmeerlijn, zoals reeds vastgelegd
sprake van een groeiende belangstelling en gaan in de uitvoeringsovereenkomst RRAAM. De
woningprijzen omhoog. In het oostelijk deel van de In de MRA-acties 1.1/1.2 (Alle MRA-gemeenten Metropool Amsterdam moet de komende
metropool zijn een paar grote woningbouwlocaties maken afspraken over afstemming en jaren een schaalsprong in haar openbaar
in ontwikkeling: Zeeburgereiland, IJburg programmering woningbouw/ Alle MRA- vervoerssysteem realiseren. De IJmeerlijn als
tweede fase, De Sniep, verschillende locaties gemeenten geven aan welke binnenstedelijke schakel in een grotere West-Oostverbinding
in Amsterdam Zuidoost, Almere Duin, Almere locaties komende 4-10 jaar ter beschikking maakt daar onderdeel vanuit. Op MRA-niveau
Poort, de transformatie en verdichting van Almere komen) en 1.3 (Uitvoering geven aan de moet met het Rijk het gesprek worden gevoerd
centrum en helemaal oostelijk Oosterwold. Bij Vastgoedmarketingstrategie van de MRA om om infrastructuur als integraal onderdeel van de
een aanhoudend groeiende vraag kan, nadat internationale investeerders aan te trekken) ruimtelijke opgave te blijven zien.
IJburg tweede fase grotendeels ontwikkeld wordt reeds gewerkt aan afstemming van de
is, en het Centrum van Almere verdicht, een woningmarkt binnen de metropool en aan
vergelijkbaar stedelijk milieu ontwikkeld worden een vastgoedmarketingstrategie voor de
in Almere Pampus. Een goede OV-verbinding met (internationale) acquisitie van de MRA. De
het hart van de metropool, onder voorwaarden afspraken voor de woningbouwopgaves zullen in
zoals vastgelegd in de Rijksstructuurvisie RRAAM, afstemming met deze acties worden gemaakt.
is dan nodig voor de gewenste stedelijkheid. Dit
alles betekent dat aan de oostelijke kant van de
metropool er geen tekort is aan locaties, maar dat
coördinatie en afstemming op kwaliteit en fasering
wel gewenst is. In de programmering moet er over
gewaakt worden dat het aanbod divers blijft en
dat de verschillende locaties elkaar niet onnodig
beconcurreren met een vergelijkbaar aanbod.
Kansen voor specifieke groepen Woningbouwatelier
Voor een aantal specifieke groepen liggen er Het functioneren van de woningmarkt vraagt altijd
kansen. Huisvesting specifiek voor jongeren en om vernieuwing en experiment. De gemeente
studenten nabij station Almere Centraal past Almere en het ministerie van BZK (in de persoon
goed in de ambitie om Almere Centrum verder van de Rijksbouwmeester) hebben daarom
te verdichten en te verstedelijken. Dit voorziet samen jaren geleden het woningbouwatelier,
in een behoefte vanuit Almere zelf, maar is onderdeel van het programma Almere 2.0,
tegelijk ook een bijdrage aan de huisvesting in het leven geroepen. Almere als ‘living lab’
van studenten in de metropool Amsterdam. waar vernieuwende woonconcepten worden
De plek is goed verbonden met de rest van de gerealiseerd, die ook landelijk in de belangstelling
metropool. Met de trein is men in 21 minuten in staan en elders gerealiseerd kunnen worden.
het centrum van de metropool. Deze kans wordt in Een voorbeeld hiervan is de ‘BouwEXPO Tiny
gemeenschappelijkheid verder onderzocht. Housing’. Het Woningbouwatelier initieert en
begeleidt experimenten en organiseert daarvoor
Specifiek voor de relatief kleine groep expats experimenteerruimte: fysieke ruimte, mentale
kan in Almere een aantrekkelijk woonmilieu ruimte en indien mogelijk ook ruimte in wet-
gerealiseerd worden. Minder duur dan in het en regelgeving. De gemeente Amsterdam
centrum van de metropool, goed bereikbaar en participeert in het woningbouwatelier. Bekeken
met goed internationaal onderwijs. Ook deze kans wordt om de experimenten niet alleen in Almere
wordt gezamenlijk verder onderzocht. uit te voeren, maar ook op locaties binnen de
gemeente Amsterdam.
Zowel in Almere als in Amsterdam krijgen mensen
de kans om — individueel of in een groep - hun
eigen te woning bouwen. Amsterdam en Almere
gaan het aanbod aan potentiele zelfbouwers
gezamenlijk presenteren. Ook andere gemeenten
worden actief uitgenodigd om mee te doen.
ge _ een,
kt | E Ek De
GS E el an d is 7 en Z ê
IT INS CER mf pe d \ - oe 8
MA TEN EN SEN Ade Ed fl On / Ä S Î Di | |
8 P : nn | £ El Ee, Se 5e sE n Eh Markermeer n
TLD me zeef dE dE ED 5 Ie | | |
B ae NE df Je dE, 2 GP AN It REN el 4 Ì
4 hf sE A / Ee 5 wii Er en _Án TE Ae A _ | |
Ve. or Ait g Adf d WE, Ng ne BE zn) 4 Den
ì df er 5 a Ns de Jk il VES es PE Page ez 5 £ À ee EE De
al RE Ai Z fe ue NES Á Sq Te _ T | Emin (ES DE
Bende 2 Sr af a ER _ RE. ir nn 3 BA ER li En |
ene PE Dn) YT id - 2 dn PE tf VAE Ì 5 ie 2 £5 _ HE E | 7 $
dep DE ZE mn alan | vAn Vee dk B BE
el 8 ES EE Cr ZELAN OE B err dd nn E ee s
eh : A EKD Ege 5 , NE Sen Ed | ir TREES ) E
zl os nj RE 4 ad ge HL, lä a EN wreede "LE \ e a Ô
0e eeen DL BE ij En (fe ì Ef la | 8
RVE Re OE de es U ee eg Od Ì l
5 à Ì en IL 5 d re 4 Re ie Ze EN 5 dom Amon — | Kad Ss
BA en RS WE Tg en LZ
Tr Gn EN ed di HE Id 5 Ee oen ie Nee Jo Ì | |
NA À, ET ek / 8 Te N NINE A RON,
ENA NN CSA ed Aj Et ens EEDE zen a sd En k arn 8 A EE EE ee e
ELEN NA pe SEN re AE ä nd ee Ned 2 & > HT Ps DNS d ea e ne
ARN B Á Ee nn = En ee EM KEN Poe ; Á _ PIN ERA, Í |
ON Bata Sn Ke en Ne rn mn Sf NEE Rn ip
ne Dr EE ER AT men nee al EE EP ed PE Ko omen Ì Pe LAN \ 7 ES ZEN NR DU BT NEE
De Be 6 Ree 5 Gen. En TA mien AN ME el de Sf Ee _ LET AN SEN RES SR n en ' :
Ae ee geen heeel sten Ed ERE ODS ï LADE br es = Le 5 : Zr B es SE PO NES AN Ge Ee
AN nnee e En er Sb, ds ie 4 ee mdk / jes, ES B VON an oe EN € AAT ERA DE SEN ee B ES:
re ENEN es X Ee glue 25 (Be EA 6 Hef EN ÜrE Rn eN 8 Markermeer _ PN Ad Aere GIN EO GN Et GL AR We
Sn INGE Ee OP ais Pe ae el Ë jé De ER MEN
ie NE Niet LEN É ) Nee ANA / ET WLS if z EE, GE NVS EN ee Ss
rt == Ned OA OSL Ne ET ae SP a n B MN mir ge PLEN ans AR 0
Ga zj. Sg lS / 4 PE d _ / AP, = ef LS RRS Ne B CE D 5
A mi IIP NNS EN EE fine ie EE É AZ EEMNES Se EN Se 0
d ae ze ID AEN el HEA BE É Ee , Ad ij BA GN Se LR 0
MG Gs BS NAS Hef ln ige / pe TA ITS e 4 5e ENE Ee, ANNE AE NI 5 SZ
Nt Mij EN ij BNS AT AEK E 7 Ae hy zj Ah Dg n %
Di. LAZEN ES 4 AVESNES A BEA 14 EN ' LJ 2 EAN, C el EN GO EE ZN pe A
NE Sh EEND A NE & liked amen ||, z ) zl ; SV EESKS ven ERG A NEN EEEN ONS AN
Ë He NW AST SDN rl ken A % A BEN NS OS
LEE ed PVR NE OAK Sf CANE yy SR Ae, Are TIENEN LTA ANS eN OS ee 5
re As Ha ENT And Dg Ber | ASSER EN A= RO a
Pin Amen 7 md (TAAL 71 EIK Ï AE ee ‚ DAE 7 A EEN ee AAE AN 4 di
Se | ET A Ee 4 SN IN KN dr / 3 De 5 LE df VA Rr ed mmm Nm ke EN 5
Dd MES SSM BNA 7 ESSEN N EN SN i f : Ï £ 5e , VEN ggn ee MEN ZEN EN |
Ne zi Al ee If \ — bep BOUW! ED ES SÂN KEN ian - r Pe NE SEON ZG EN \ ZN Jae en Ze |
ER 5 ZTR ESRA VELEN ISS EEN or Bei Her p % De INS se VDE hs \ Je Se 6 8 )
RD it Oe KR ZES ANN en VA De, EEN NGA ee KO OR _ |
A SE ES OC and 7 ERE INE Ea Ne pe PAN ie ie Ee Te NEA Nc
GE See BEREN Z ESD) VR, Sn DANE ns Dee oe / / L Á ve GAS. A Zen TPE Et eN Gn kg gf
De GP re eN El A le TB EE AK EN NS
Zl EN i pre Wi A Je le ANN NN À. G d - e = 7 4 \ Ve DE A ee hae AEN Mee El rb) set - ON W
En \ B Ee) lt Sn AS eeen ERN EN # En wear L nd Or NDE A Ee eg of VE LBEN \ ef ae
jd gek NN ie en Vr STE ip et mh AN IE vero ff \ A LEN ed ZN JE A 24 B |
He ll Ee A Ken _ TE o ES ú f ud JE NR Ss DS NOM SA RA f
E ij Sn De Rl Bs DNS TEK) Ee Te Ë _ ne Wk \ er) / et SS Be Kr BNO Re KN EA DT 5 ad
Ae NS EN ha Ps ONT BR A TJ Kid EN dl eN 7 Te - Ò ee Use EE ME ETEN Sg NW GA SN Sef 4 f |
i a RN Ge se oi AND get k ile plin (es Sn EE WOE A 4 ; ,
is EERE on * AMSTERDAM. Se DE NN en e vi NR zn a S EA NS EEN eer Ô 5 BE ak \
là B Ee EN Ln es GES Sl te Geh, 4 LN eN 5 0 fd AE SEE Gd) Ameesud CNN NE z SJ \N WE Ö
- sn je ORT rp De: BNL So ek ESSE Be nn de Ne Oe Neede de
a OE nà On ze, BN re 7 Ne - = EC et EEE OC SNE ANDER OO IÉXPE EN
en ee sv ee We Men 7 HORN TN En Ee Cz EG Dd B VO TEN SF AN PELERERG Zr
FEHOR) Te DIAR EEDE) £ SNL USS ET Ear en re e NE be gl EN Dj RD NGE) 20 SAAD A GS nn ee —
ed ek Sil Ik GR AT JEN il Dee ar " = B ESS ST BEE 1d Ne TA AN £ A
EE SD) eg VTS A] Pin pen ed pn WE REEKS pen nn Markermeer Ë er EN ZN a A Er Te nn Nd 5 Nn Ns TiS À Ns et ARÂ
an AA IL li Pe d zn Rite uee Bs _ î : en EN ie G Di zat EA AN ad
el Dee EA Aes AES A REN Je SMSS Ee Et Ee. mn INGEN 21 GE Ne AEN SDN UL, 5 ZA p ENE RE
Ba A SA SE VL PN CA DM NEN PN A NG DN NN ENE RC EN
DA Vn EN en WE It ee Brie fr SON OER 7 / : Temeer Reni. BN 4 RRD We ZN Gem Re IN) len. EI À
OO Se eN ETV ARNE a et EER d\ EDS ef CEN A IE \e
Db EE Bee Kr EAT A B kN 1 IS Se ARD ee S 8, ee 4 Ae
BD ANS me EN GSK SNE 5 TOR NN, FN eN Eg > Dn za er PA TED 1 ee Ean ed et B Ke B | El
4 ee je En GA SA GEN INE Nee. KNS Sn en A hf Sh - JE el PN SE OSS DIER: (ILG , ENEN k ER
B ee REN CAL AO END ie EENES RNN En : ii ze Oe el BL OS EN KU ENE A ON ER
E Ee eN A Re ER LN ee eeN Be WI Ga ls A EN Os 49 AN Le
El B en SS Ze ed: CN SEL) ZS NL NNS, DS, VA UN En VEE: ad a ee hin A NE Ig IR) nn nn EES Re L 5de B 5 ASTON eeN 4 ES |
L gn df E Sn ne SDN Se SPN, ed oh Ï et Dn s| LN € E U Ne EE Kn fa PETE Á re 05/8 Bl BONE
BE ds ee gen Jes AG En NN mj Ei i EAT ee Ss OZ ri BE Er gn nn Lb 4 SL de Ge 8 NS /
DR En EA SS NA ke ENA. EN. 4 Se dh NIMD ls me meco Er me j AN SN ee id
AA GZ B U Se Ae ad GEN BOND 7 Rf OS Ne NEE Sf ne \ Ì AE Bel RS Ln RE ef / ®) BS ee
EE ten en Te NN ESS | OSS EN ONIN S Je B ST, ca ZA Se? 5 oh VI \ Te % Ef ee Re Sn /
je enen al ZM Ne 7 SN EN GENE Ds al erb NN en IPS et BO 8 / TEA EON DERA
ME reken TND, KN BTN Sarie EN Pd EE a , oe Le ER er ROPE
Wa BEEN Re dt een BET NAE Ee FE DT IE
Ren Khen Ee getik OK ee KP > RGS nd En EE ) ze RAE) N Ni EE P, | 5 a ‘ Á | Á o |
ZR A EES Ee Eef. el en A a) Ee Es as = E U EE EN ve SD AD Or 2 = Te Ee et Tk TE 4 ERE AS EN SA Eg
/ A he PF Dd ZN an de > Ee en AEN Deen DN rss) Nn: EON me Ere ne > SE YS (OS
é den en ER NAR DEN Ea EN En EN ae B. seerern Gj 5 NS SE
ce el n ie Sn yv En RD Se Ee ll te 5 0e DD ae en % 8 2 5 4
sj Te il vS Le ENE ENA ® Ai SETS Ie in EEL TJ ARN EK ERE wd =_ 40 en Ns Lt
A zel SES OREN EN Dee EEN JO. AN SEN Sem KS ee SEREN a CE -e mel ed E a ae S
S 5 Ane u EN AEN ROS Re ON Ves Hes BOR re LA Pee a ee RS En Eerlin ee OT BEAN Gre S
rr EN fan doroasn ps Le emee RN EE EE Nad AN HSL Hee) es EE 5 AS OE ED DE an ie en an Ez, Ns
Ee 5 à er Ne BRT EREN Ee ad Ce NSS Kn me ed LR. AOS
ET EN B A de en / EN EE Er NEE, BEN rme En _ BANEN 8 B SZ
TSS oen Sd Et > NK re SDE SAN / Fi) RE Gin ZONNE GE Ee AE he EENS. ö 0 An EE SG Os, b EN OS
j eel ee 2 WU Ee EN S EN DE bej: AM in rs © en, = ae Odd EE dn N n ER
fe Te EAT JE ne (NE ns RD EN Ge a eed BOUBAS RE Ke GEE DS EN DO NE — za BN a je Dn EN
in ian 6 al zl me NN ENG ZS EEEN Cin E NRN 4 4 AE B ON ze E dee Le En De Jes
Hes me gen Ede ANNA EN Ez NG 5 Mt KORE NEEN NT Den EN ra N mn € SA B En ie Re AE sr
a en Re! a ; de A ON ER Ping DENTEN -| de SS Se er = A En Se NK Bs A BRM EN ER Ben Eee es Sn dl (B oe f 04 5 fm Ds,
geen. a ENNE NR Mk TE Ne ENG ze ss eN Ee been Sns A Dn ee CÍS
fen DE DK TONTAN df WONINGEN- Ee TEN B KS le 2 OS PN sf dee ne en EE RE De Te A _
Lie en B el Ke A NNS eN memmen BEN 1 a B 208 Ge NI Me BLS A 5 A WE Ee ee a nn i ef a J Ee |
EER Ale Gra 1 Sie ef SC NN JN Ae Mee Vel Kr en ODE 7 hs Ee) GEE ES ES BEP. BENEN An ES, eN dn | len ej De | 5
NOTE ME me GNS nn a Ee ES. En 2, REE ER — Ne GE Ee Seen ne hee P- ik
Le FE Si NRN 2 MN AN EERS ne 8 Ny Se Ve ie Rek es A ml en \
| 5 ee 3 E sE DA AN en U 4 js TN Ed ER ” Ed Á 5 NE En RE, te IE, EN EN Bt HEK Heel Deseo, d EE VES ee AN = & _
PA Se Ef ZEN en Ne M/S E NEE in Pe Oe NA Ee Be Be | it
Ee AS En ES PE 2 GR Sr NZ nd EN 5 WREE f RS a I5/ DENN NET NN ze se 6 Pen Ee oe Ì bn Gld j PS E _
Been nj EP EE a ADE oudenon zand Amster ANNEE NDE Ln Ei NS App EE ë Mii 7 en 3 mA Ed ne ZEN EN Ra Me f= a dn fs
Zin fen SI Se be KN N GN NN ai He, < GND BS 5 JB OAN DVZ tn EE) NE gE 25 |
ds js EL Ek One : ANS NBE N de: IOA DNS ED A oe nd ES ND AN e En LAT ik de
nn Rf Bel ANT EAN RA LR S A NE Bn Nn 4 Ee 5 j JE IJe
B Cie WE PI lr ESS NN N EN BER. wh Û PE SITA be neh SN NECOEN NEE. NS J A ele DS
2 i Ee sle ble NE gm Rv Cee EN ent ee js Em ON ee Ee rd Oe deg En Dn ne 4 Bohn sE SL D
the EN JE sr ES NEF AN Ee DR Nn 5 Se Ar ESS SN A Ea Re X GR EE De , Ee DS
Tie ef rt EA AN PEEN TE RE WENN A SA he Ee BONE Be
en ad le NN EEN td dl ae IE SENS Ed eN EREN REN ens ts DT Me VIES >
en Ln NAE Tr Lei Wa SS NR En
ij iN He ee Ä A 5 gl Weede EEN Nuis HAAT mer en EN Er “ Zi sn HE gee
ann: — nn De E : == Kad - en - afl ONE | nn er Et Ed
EE stk vmma Se EE a LEN er JA EE € SS
Ss Re DET en \ Jl Eel Wegt
8 len Er Tal LE HS a Pe PA eh | Ô
3 7 f ee idd 4 Er Werk Nas Ref PA
sE SS IS Ly Ees
nn Se ms pen
a En
Afspraak 5 Afspraak 7
Een vast ambtelijk team overlegt periodiek Amsterdam en Almere zetten hun
over afstemming van diverse bouwlocaties samenwerking binnen IN-Amsterdam
in het oostelijk deel van de metropool. Er (voorheen het Expatcenter Amsterdam)
wordt over gewaakt dat het aanbod over voort. Gekoppeld en aanvullend hieraan
de gehele linie divers blijft en voorziet in wordt een verkenning opgesteld naar een
heel verschillende woonmilieus. Onnodige aantrekkelijk woon- en voorzieningenaanbod
concurrentie van verschillende locaties voor expats in Almere.
moet voorkomen worden. Dit doen we
complementair aan de procesafspraken Afspraak 8
en resultaten van MRA-actie 1.1 (Alle Amsterdam en Almere zetten zich in voor
MRA-gemeenten maken afspraken een geïntegreerd publiek aanbod voor
over afstemming en programmering zelfbouw door woningzoekenden via één
woningbouw). platform. Andere gemeenten worden
uitgenodigd om ook hun aanbod te
Afspraak 6 presenteren.
Amsterdam en Almere organiseren een
overleg tussen beide gemeenten en Afspraak 9
relevante partijen (waaronder betrokken De gemeente Amsterdam participeert in
corporaties) over huisvesting van de het woningbouwatelier van de gemeente
specifieke doelgroepen (studenten, Almere en het ministerie van BZK.
(internationale) jongeren en promovendi)
en stellen aan de hand daarvan een
verkenning op voor de realisatie van
studentenhuisvesting aan de oostelijke zijde
van de metropool.
Duurzaamheid en economie hand in han
Uurz heid ie hand in hand
Energietransitie Floriade Met de Floriade in 2022 kan de metropool laten
In internationaal en nationaal verband is Steeds meer mensen wonen in steden. De steden zien hoe de toekomst van steden er uit kan zien.
afgesproken de transitie naar duurzame zullen in de toekomst meer zelfvoorzienend De Floriade is een unieke kans om niet alleen te
energievoorziening te versnellen. Daarvoor is moeten worden; minder energie gebruiken en experimenteren, maar ook om de metropool op
binnen de MRA een extra inspanning noodzakelijk. deze grotendeels zelf opwekken; geen afval de kaart te zetten als een stedelijke regio die de
De komende jaren gaan daarom sterker in produceren, maar van afval grondstoffen maken. wereld kennis en kunde te bieden heeft. Beide
het teken staan van de overgang van fossiele Het directe ommeland moet de steden meer gaan gemeenten zetten zich in om van de Floriade een
brandstof naar hernieuwbare brandstoffen. Dit voeden. Dat voorkomt transport op lange afstand succes te maken en bezien hoe de samenwerking
heeft zowel economisch als ruimtelijk een grote en vermindert CO2 uitstoot. De weg naar deze verder te intensiveren. Bovenstaande in
impact. Binnen de MRA wordt gewerkt aan de toekomst is nog onzeker. Aan de oostzijde van afstemming met de MRA- actiepunten 4.1 (“Plan
Uitvoeringsagenda Duurzaamheid MRA. Deze de metropool ligt in de Flevopolder het meest opstellen met koplopers in bedrijfsleven voor het
heeft vier prioriteiten: circulaire en biobased vruchtbare land van Nederland. In de gemeente circulair maken van grondstoffen in de regio”),
economie, gebouwde omgeving, warmte- Almere wordt nu al de helft minder afval 4.3 (“Westas, grondstoffenrotonde Zaanstad,
en koudenetten en smart grids. Almere en geproduceerd dan in een gemiddelde stad. Gooi en Vechtstreek, Schiphol Trade Park en
Amsterdam werken in het kader van de MRA Floriade Almere aanwijzen als pilotgebieden voor
actie-agenda samen aan de versnelling van de circulaire economie”), en 6.4 (Samenwerken met
energietransitie. kennisinstituten en benutten van manifestaties
zoals Floriade 2022, om innovaties voor
waterbestendigheid en voedselvoorziening in de
regio te stimuleren en start ups aan te trekken).
Versnellen transformatie
In het centrum van de metropool wordt steeds
meer ingezet op transformatie, meer wonen en
meer verdichting. Daardoor moet grootschalige (of
binnenstedelijke) bedrijvigheid verplaatst worden.
Het risico bestaat dat deze bedrijven hierdoor
de regio verlaten, terwijl aan de oostzijde van
de metropool locaties zijn waar een dergelijke
grootschalige bedrijvigheid goed past. Op die
manier kan een bijdrage geleverd worden aan het
versnellen van transformatie zonder dat dit leidt
tot verlies van bedrijvigheid in de metropool. Dit
vraagt om een gemeenschappelijk regie.
MEE
N ES Be £ L
en <9 5
7 pn é
ee if ° | ‚ A
TED mr SG de ATEN] \e Ee EN
EE WER on ú B: j VE RE ME LOCATE \ renden KEEN
Ben A U DN 0 fj VOELDE LE AZ GN Nem
SN Ai > ú dn Á Y- Dl K ) led 0
B Te EP ED md fl WNA en
said, Nils 2 EN TD SNE EN li | A ZN
VLS ADN zi; SN AS WA 0 1 en ED
eN fj Abbe dn RE y | emee #/ en { k JZ
Ee Ed WE Nl Le Omme // Den \ 5
> D A m/ 6 \
Lee al ze Ez
En Ze ee A ea
k < N < N pp ee Pe | ENTE Z id Ai
Nn! OSR A es Se, Ten eN 4 Se h
| N Ee pe N AN ee Z B © vz TS B. < 4 LG ë
Rd ( A 0 £ £ 5 zi Il 5 É JN a f oe AN el Q, Lr
JS Tashi: No Re ”
f Í 6 AS AL S \ . Á Nen Ae
e EN. \ 4 vt ZAO IN ZAME, /s Ne A
Ne N ES A Zn A / el fp
Ze Se i 4 5 à ij A Á A ze De Ip
R emme Abla p Á \ ZA
à N SL / Ke
A ard EN
AN
; Nd SE 5
j GJ E
Afspraak 10 Afspraak 12
Amsterdam en Almere onderzoeken in Amsterdam en Almere verkennen, in overleg
het kader van Plabeka op welke manier met relevante partijen, de mogelijkheden
het aanbod van locaties in Almere voor het gezamenlijk onder de aandacht
voor grootschalige bedrijven die niet brengen van evenementen bij potentiele
langer passen in een hoogstedelijke regionale bezoekers, bijvoorbeeld via een
context kan helpen bij het versnellen van gezamenlijke evenementenkalender. Dit als
transformatieprocessen in de metropool. inbreng voor de MRA- acties 3.3 (“Regionaal
plan voor afstemming van evenementen”),
Afspraak 11 en 3.7 (“Initiatief Stad in Balans van
Amsterdam en Almere trekken gezamenlijk Amsterdam vertalen in een regionaal
op (in de lobby) rond voortgang rijksopgave initiatief”).
Markermeer-IJmeer.
Afspraak 13
Amsterdam en Almere organiseren een
atelier en/of (periodiek) overleg tussen
beide gemeenten en de regionale
hotelloods en stadsloods, met als doel
om initiatieven regionaal te spreiden. Als
inbreng voor MRA actie-3.7 (“Initiatief Stad
in Balans van Amsterdam vertalen in een
regionaal initiatief”).
ee | e | ee
©
Bijlage 1: Actielijst
En nn
gen
En Gerichte opdracht
Actie Bestuurder | Trekker Afdeling/ Relatie MRA-actie Activiteit/ Planning Capaciteit Capaciteit
RvE/ team Almere Amsterdam
1 Er wordt een bestuurlijke stuurgroep opgericht die de Van der Burg/ | Almere Amsterdam: De ambtelijke stuurgroep Voorbereiden | Voorbereiden
voortgang van de samenwerkingsagenda en de Herrema Ruimte en bestaat uit een bestuurlijk bestuurlijk
samenwerkingsafspraken bewaakt. In de stuurgroep zitten Duurzaamheid managementlid van overleg: 20 overleg: 20
één Amsterdamse en één Almeerse bestuurder als vaste (R&D) (team Ruimte en Duurzaamheid vur per vur per
leden. Andere bestuurders kunnen, afhankelijk van het metropool) A'dam, en een vergadering vergadering
onderwerp, aanschuiven. managementlid van Dienst (2x per jaar)
Almere: Stedelijke Ontwikkeling Ambtelijke
(A) De bestuurlijke stuurgroep vergadert 2 keer per jaar. In Dienst Almere. Zij stemmen af stuurgroep: Ambtelijke
dit overleg zal de ontwikkeling op de drie deelthema’s Stedelijke met de andere afdelingen/ | 10 vur per stuurgroep:
centraal staan. Ontwikkeling RvE's, bewaken de vergadering 10 Uur per
(DSO) (afdeling voortgang van (2x per jaar) vergadering
(B) Een ambtelijke stuurgroep bewaakt de voortgang van de G&S) deelprojecten en dragen (2x per jaar)
samenwerkingsagenda en draagt zorg voor voorstellen voor zorg voor voorstellen voor
verdere uitbouw van de agenda (zie hieronder). De (eventuele) verdere
ambtelijke stuurgroep vergadert 2 keer per jaar uitbouw van de agenda
voorafgaand aan het bestuurlijk overleg.
EE
2 Amsterdam en Almere stellen een gezamenlijk ruimtelijk- Van der Burg/ | Amsterdam | Amsterdam: MRA-actie 3.4 In twee gezamenlijke DSO: 2oo vur | R&D:
landschappelijk perspectief op voor de ontwikkeling van de | Huis R&D (team (Verkenning ateliers worden de ruwe (ROM 80 vur, | 200 uur
randen en oevers van het IJmeer, inclusief een metropool), metropolitane potentie | contouren bepaald, hierna | EZ 6o vur,
inventarisatiekaart van kansrijke plekken voor versterking Economie en Markermeer- IJmeer) worden deze in het eerste G&S 60 vur) Economie:
met recreatieve voorzieningen en programma, met daarbij Verkeer en en MRA-actie 3.1 kwartaal van 2018 20 UUr
onderscheid tussen plekken die actief ontwikkeld en Openbare (Actieprogramma uitgewerkt in enerzijds een
activiteiten die actief ondersteund worden. Het Plan van Ruimte (V&OR) | metropolitane perspectief, en anderzijds V&OR:
Aanpak voor het perspectief bevat ook een voorstel hoe de (programma landschap) een inventarisatiekaart van 20 UUr
andere gemeenten rond het IJmeer te betrekken. fiets) kansrijke plekken.
Almere: DSO
(afdeling ROM,
EZ, G&S)
3 Amsterdam en Almere verkennen de mogelijkheden naar Litjens/ Almere Amsterdam: MRA- actie 1.10 Inventariseren van de DSO: 5o vur V&OR:
een (nieuwe) uitvraag voor vervoer over water, inclusief Herrema V&OR (Uitvoering lopende trajecten. (ROM 20 vur, | 30 vur
benodigde afmeerplekken. Bij de te onderzoeken opties (programma Strategische Agenda Eventueel volgt hier in het EZ 20 uur,
horen een watertaxi in de zomermaanden, een woon- werk veren), R&D Toerisme vierde kwartaal van 2017 G&S 10 UUr) R&D:
vaarverbinding Almere-IJburg en een recreatieve (team IJ) en (Actieprogramma)) + een voorstel vit om deze 10 UUr
vaarverbinding Amsterdam-Marken/Volendam- Economie relatie ANWB initiatief | bijeen te brengen en indien
Markerwadden-Oostvaardersplassen —eiland Pampus. (team balans in | B.C. vaarverbinding nodig te optimaliseren ten Economie:
de stad) IJsselmeer (kansen behoeve van het 10 UUr
uitbouw recreatief verbeteren van de
Almere: netwerk, utilitair geen verbinding.
(afdeling ROM, nader onderzoek)
EZ, G&S)
4 Amsterdam, Almere en de organisatie van het Nationaal Ollongrenen | Almere Amsterdam: EZ | MRA Actie 1.10 Na à 2 gezamenlijke DSO: 40 vur Economie:
park Nieuw Land stemmen activiteiten af op het vlak van Litjens/ Huis (team strategie) | (Uitvoering bijeenkomsten, wordteen | (EZ 30 vur, 60 vUr
marketing, communicatie, programmering (publieks-) en V&OR Strategische Agenda memo met afspraken ROM 10 vur)
activiteiten en participatie. Afstemming vindt ook plaats Toerisme MRA) gemaakt, inclusief een PvA V&OR:
met MRA- programma “A'dam bezoeken, Holland zien”. hoe de toegankelijkheid en 10 UUr
Daarnaast wordt gekeken naar het verbeteren van de Almere:DSO bereikbaarheid kan worden
bereikbaarheid en toegankelijkheid van het Nationaal park, (afdeling EZ, verbeterd, ten behoeve van
zowel over land als over water. ROM) Actie 1.10.
De memo wordt in het
vierde kwartaal van 2017
gemaakt.
MN
5 Een vast ambtelijk team overlegt periodiek over Vander Burg/ | Almere Amsterdam: Complementair aan Eerste overleg vierde DSO:startso | R&D:
afstemming van de ontwikkeling van diverse bouwlocaties Herrema R&D (team MRA Actie 1.1 kwartaal 2017, inclusief uur (G&S 30 start 30 Uur,
in het oostelijk deel van de metropool. Er wordt over metropool), (Afstemming & opzet en agenda en uur, ROM 20 daarna 20 vur
gewaakt dat het aanbod over de gehele linie divers blijft en G&O (regie en programmering gedeeld beeld van de vur), daarna per overleg
voorziet in verschillende woonmilieus. Onnodige Advies), Wonen | woningbouw) doelen van dit overleg, en 20 vur per
concurrentie van verschillende locaties moet worden (beleid) hoe dit past binnen de overleg (G&S | G&O: idem
voorkomen. samenwerking in de MRA. 10 Uur, ROM
Almere: DSO 10 Uur) Wonen: idem
(afdeling G&S
en ROM)
Amsterdam en Almere organiseren een overleg tussen Ivens en van Amsterdam | Amsterdam: MRA Actie 2.2 Het resultaat van het DSO: 7o vur R&D:
beide gemeenten en relevante partijen (waaronder der Burg/ R&D (team (afspraken over o.a overleg is een (PBS 50 vur, 20 Uur
betrokken corporaties) over huisvesting van de specifieke Herrema metropool), studentenhuisvesting inventarisatie van kansen ROM 20 vur)
doelgroepen (studenten, (internationale) jongeren en G&O (Regie & en kenniswerkers) voor studentenhuisvesting, G&O:
promovendi) en stellen aan de hand daarvan een verkenning advies), Wonen deze wordt gepresenteerd 50 Uur
op voor de realisatie van studentenhuisvesting aan de (beleid) aan de stuurgroep in het
oostelijke zijde van de metropool. eerste kwartaal van 2018. Wonen:
Almere: DSO 50 UUr
(afdeling PBS,
ROM)
7 Amsterdam en Almere zetten de samenwerking binnen IN Ollongren van | Almere Amsterdam: MRA Actie 2.2 Na een gezamenlijk atelier | DSO: 60 vur R&D:
Amsterdam (voorheen het Expatcenter Amsterdam) voort. der Burg/ Pol R&D (team (afspraken over o.a volgt een presentatie van (EZ 40 uur, 20 Uur
Aanvullend wordt een verkenning opgesteld naar een Stad), studentenhuisvesting de verkenning in het eerste | ROM 20 uur)
aantrekkelijk woon- en voorzieningen aanbod voor expats in Economie (IN en kenniswerkers) kwartaal van 2018. Economie:
Almere. Amsterdam) 50 UUr
Almere: DSO
(afdeling EZ,
ROM)
Amsterdam en Almere zetten zich in vooreen geïntegreerd | VanderBurg/ | Amsterdam | Amsterdam: In afstemming op Om tot een geïntegreerd DSO: 40 vur G&O: 60 vur
publiek aanbod voor zelfbouw door woningzoekenden via Herrema G&O (Regie & bestaande (MRA) aanbod te komen wordt (GO)
één platform. Andere gemeenten worden uitgenodigd om Advies) initiatieven als een PvA opgesteld, dat in
ook hun aanbod te presenteren. www.amsterdamwoont | het vierde kwartaal van
Almere: DSO ‚nl 2017 wordt gepresenteerd.
(afdeling GO)
Amsterdam participeert in het woningbouwatelier van de Vander Burg/ | Almere Amsterdam: Plan van Aanpak wordt DSO: 60 vur R&D:
gemeente Almere en het ministerie van BZK Herrema R&D (team opgesteld, waarin de (Almere 2.0 30 Ur
stad), G&O deelname en de mogelijke | 5o vur, ROM
(team geb. inzet van Amsterdam inde | 10 vur) G&O:
ontwikkeling) bestaande samenwerking 30 vUr
MN
10 Amsterdam en Almere onderzoeken op welke manier het Vander Burg/ | Amsterdam | Amsterdam: MRA-actie 1.5 ( In een à twee gezamenlijke | DSO: 40 vur R&D:
aanbod van locaties in Almere voor grootschalige bedrijven | Pol R&D (team Transformatie van bijeenkomsten (vierde (EZ) 60 UUr
die niet langer passen in een hoogstedelijke context kan metropool) kantoren, bedrijven kwartaal 2017) wordt de
helpen bij het versnellen van transformatieprocessen in de naar (tijdelijke) woon- inbreng ten behoeve van
metropool. Almere: DSO en werkruimte.) de MRA-actie bepaald. De
(afdeling EZ) regie hiervoor ligt in eerste
instantie bij Plabeka.
12 Amsterdam en Almere verkennen, in overleg met relevante | Ollongren/ Amsterdam | Amsterdam: MRA- acties 3.3 In een à twee gezamenlijke | DSO: 30 vur Economie:
partijen, de mogelijkheden voor het gezamenlijk onder de Huis Economie (“Regionaal plan voor bijeenkomsten (vierde (EZ) 60 UUr
aandacht brengen van evenementen bij potentiele afstemming van kwartaal 2017) wordt de
regionale bezoekers, bijvoorbeeld via een gezamenlijke Almere: DSO evenementen”), en 3.7 | inbreng ten behoeve van
evenementenkalender. Dit als inbreng voor de MRA-acties. (afdeling EZ) (“Initiatief Stad in de MRA-actie bepaald.
Balans van Amsterdam
vertalen in een
regionaal initiatief”).
13 Amsterdam en Almere organiseren een atelier en/of Ollongrenen | Amsterdam | Amsterdam: MRA actie-3.7 In een à twee gezamenlijke | DSO: 40 vur R&D:
(periodiek) overleg tussen beide gemeenten en de regionale | van der Burg / R&D (team (“Initiatief Stad in bijeenkomsten wordt de (EZ) 30 UUr
hotelloods en stadsloods, met als doel om initiatieven Pol stad, Balans van Amsterdam | inbreng ten behoeve van
regionaal te spreiden. stadsloods), vertalen in een de MRA-actie bepaald. O4 Economie:
Economie regionaal initiatief”). 2017 1° atelier 30 Uur
(hotelloods)
Almere: DSO
(afdeling EZ)
| Onderzoeksrapport | 22 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1288
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie ID
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Vroege en Alberts inzake de Begroting 2017 (TTO's).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— hetcollege van B&W in een vergadering op 30 oktober 2012 een beslissing heeft
genomen over nadere regels met betrekking tot de registratie van TTO's;
— hier onder andere is besloten dat een TTO de verplichting heeft zich te registeren,
met als belangrijkste beschikbare informatie het tijdstip, de locatie van de
taxichauffeurs tijdens werktijd, het kenteken én de kenmerken van het voertuig;
— ernog steeds veel taxi's rondrijden die aangesloten zijn bij een TTO, maar die
voorzien zijn van een Track & Trace systeem, en dus niet voldoen aan de regels.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
erop toe te zien dat op uiterlijk 1 januari 2017 alle bij TTO aangesloten taxi's
voldoen aan de eisen ten aanzien van Track & Trace apparatuur.
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
R. Alberts
1
| Motie | 1 | discard |
€ G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
€ Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 21 september 2016
Decos nummer 70094
Onderwerp Interne toelichting Najaarsnota 2016
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 13 september 2016
Besluit
1. Kennis te nemen van de interne toelichting op de Najaarsnota 2016, met
daarbij bijzondere aandacht voor het tussentijdse resultaat van de
uitputting van de zogenaamde lvensmiddelen.
2. Kennis te nemen dat onlangs het verzoek om de termijn voor besteding
voor de lvensmiddelen te verlengen met 1 jaar door de vakwethouder is
gehonoreerd, waarmee de aanzet is gegeven tot het wegnemen van het
gesignaleerde knelpunt is.
3. Als besluit voor te leggen aan het college van B&W om de vrijgevallen middelen inburgering
voor een bedrag van € 593.550 in te zetten ter bestrijding van laaggeletterdheid en de
bevordering van burgerschap bij inwoners van Nieuw-West.
4. Als besluit voor te leggen aan het college van B&W om voor
armoedebestrijding het nadeel van 3,5 ton ten gevolge van het bij
de jaarrekening 2015 niet honoreren van de budgetoverheveling
naar 2016 te herstellen door het budget van de BC-NW hiermee op
te hogen.
5. Als besluit voor te leggen aan het college van B&W om het voordeel op
product Algemene middelen ad € 600.000 in 2016 in te zetten voor het
oplossen van het knelpunt uitname vastgoed op product 504.
N.B. Voor 2016 lossen wij het knelpunt vitname vastgoed pragmatisch
op. Dit knelpunt speelt ook nog in latere jaren en loopt op tot 1,1 min.
Voor het vinden van een oplossing zullen we een principiële discussie
voeren met de RVE vastgoed. De aan de RVE vastgoed overgedragen
budgetten moeten daarbij een rol spelen.
de heer H.J. M. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1688
Ingekomen op 17 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie FEZ
Behandeld op 7 november 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Simons, Ceder, Van Soest en Boomsma inzake de Begroting
2020 (Voedseltekort in voedselbanken Amsterdam)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— Er 1300 gezinnen in Amsterdam wekelijks afhankelijk zijn van de voedselbank;
— Zij per week 1 kratje met houdbare producten (met gemiddeld 15 producten)
krijgen om van te leven;
— Amsterdamse voedselbanken gedeeltelijk afhankelijk zijn van supermarkten in de
toevoer van houdbare levensmiddelen;
— Grote supermarktketens zoals Jumbo en Albert Heijn hun houdbare
levensmiddelen door middel van verschillende acties (zoals de 35% stickers en
het weggeven van producten voor 1 euro als de uiterste houdbaarheidsdatum
(bijna) is verstreken) steeds minder overhouden om aan voedselbanken te geven;
— De subsidie die de voedselbanken krijgen van de gemeente niet toereikend is om
producten in te kopen, aangezien deze al niet toereikend is om alle bedrijfskosten
te kunnen dekken;
— De voedselbanken proberen 50% van hun voorraad binnen te halen bij bedrijven
en scholen, die worden gevraagd de kratjes te vullen door zelf de producten in te
kopen, maar dit ook vaak niet lukt.
Voorts overwegende dat:
— Door deze ontwikkelingen het voedseltekort zodanig is opgelopen dat er vrijwel
geen voorraad van houdbare producten meer is in Amsterdam;
— Hierdoor de voedselzekerheid van 1300 gezinnen die afhankelijk zijn van de
voedselbank in Amsterdam ernstig in gevaar komt;
— Voedseltekorten in de voedselbanken structureel een probleem zijn in
Amsterdam.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te inventariseren wat de omvang is van de voedseltekorten bij de voedselbank
Amsterdam;
4
2. De mogelijkheden te onderzoeken om deze voedseltekorten in de Amsterdamse
voedselbanken te verminderen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met partners
van de voedselbank;
3. Over deze onderzoeksresultaten terug te rapporteren naar de raad voor Q1 2020.
De leden van de gemeenteraad
S.H. Simons
D.G.M. Ceder
W. van Soest
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam W B
% Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn,
Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
% Agenda, woensdag 16 januari 2019
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en
Groen, Reiniging
Tijd 09:00 tot 12:30 uur
Locatie De Commissiezaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WB d.d.
12.12.2018.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWB @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Zorg
11 Initiatiefvoorstel van het lid Van Soest (PvdO) van 21 augustus 2018 getiteld:
Verzorgingshuizen nieuwe stijl” Nr. BD2018-016360
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Soest (PvdO).
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 12,
12 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van raadslid Van Soest
“Verzorgingshuizen nieuwe stijl” Nr. BD2018-016361
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 11,
Bouwen en Wonen
13 Afhandeling motie 210 van Dijk (VVD), Hammelburg (D66) en Vink (D66) inzake
Wonen boven winkels Nr. BD2018-016282
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Openbare Ruimte en Groen
14 Kennisnemen van de reactie op motie 324 van 14 maart 2018 van raadslid
Ernsting inzake verbod op full motion reclame op digitale panelen in de openbare
ruimte Nr. BD2018-013919
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie RO is hierbij uitgenodigd.
15 Kennisnemen van de afhandeling motie 1145 d.d. 14 september 2016 Van
Lammeren over “Werkwijze van het gemeentelijk herplantfonds en de
jaarvergunning als uitwerking van de Bomenverordening 2014
(bomendashboard) Nr. BD2018-013651
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Kennisnemen van de reactie op motie 148 d.d. 16 februari 2017 van raadsleden
Groen en Roosma (GroenLinks) inzake de toegankelijkheid van winkelstraten
voor mensen met een beperking (Toegankelijkheidsfonds) Nr. BD2018-013876
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel 'Inzet digitale informatieborden tegen
afvaloverlast' van raadslid Torn (VVD) Nr. BD2018-016434
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Torn (VVD).
2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1076
Datum akkoord college van b&w van 6 oktober 2015
Publicatiedatum 7 oktober 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M.H. Ruigrok en de
heer D.W.S. Peters van 22 mei 2015 inzake de kosten van de bestuurscommissies.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Sinds maart 2014 is een nieuw bestuurlijk stelsel vastgesteld in Amsterdam.
De vroegere stadsdeelraden zijn vervangen door bestuurscommissies met minder
bevoegdheden. De fracties van de VVD en de SP willen een slagvaardig en goed
werkend stadsbestuur en kijken uit naar de eerste evaluatie van het nieuwe stelsel in
2016.
In aanloop naar de evaluatie vinden de fracties van de VVD en de SP het van belang,
vroegtijdig inzicht te verkrijgen in de totale kosten van de bestuurscommissies.
Deze informatie kan vervolgens worden betrokken bij de evaluatie in 2016.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 22 mei 2015, respectievelijk
namens de fracties van de VVD en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Kan het college per stadsdeel aangeven wat de totale jaarlijkse kosten zijn voor
het in stand houden van het stelsel van bestuurscommissies?
Antwoord:
Voor beantwoording van deze vraag is uitgegaan van het raadsbesluit van 12
februari 2014 en het door het college vastgestelde organisatieplan stadsdelen van
18 februari 2014.
Met het raadsbesluit is een bedrag van € 3,7 miljoen toegekend voor
bestuurskosten aan de budgetten van de bestuurscommissies voor de kosten van
het algemeen- en dagelijks bestuur (inclusief fractiebudgetten). Dat betekent dat
het beschikbare budget per stadsdeel afgerond € 0,5 miljoen bedraagt. In tabel 1
staat een overzicht met de onderverdeling van deze € 3,7 miljoen per
bestuurscommissie.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing loze Gemeenteblad R
Datum 7 oktober 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 mei 2015
De budgetten voor de dekking van de uitgaven voor bestuursondersteuning
bestaan hoofdzakelijk uit salarislasten. Voor de kosten bestuursondersteuning is
per stadsdeel uitgegaan van het organisatieplan stadsdelen, onderdeel
bestuursondersteuning (versie 14 februari 2014). De staf bestuursondersteuning
bestaat uit 10 fte en kent de volgende hoofdactiviteiten:
= _de ondersteuning van het besluitvormingsproces (3,1 fte)
= bestuurlijke advisering (2,7 íte)
= secretariële ondersteuning (2,7 fte)
= _ woordvoering (1,5 fte)
In tabel 2 staat een overzicht waarin per functie een raming is gemaakt van de
jaarlijkse lasten. Voor alle stadsdelen gaat het om een bedrag van € 4,9 miljoen.
Op basis hiervan bedragen de jaarlijkse lasten ongeveer € 0,7 miljoen per
bestuurscommissie.
De genoemde bedragen hebben uitsluitend betrekking op de kosten voor het
bestuur- en bestuursondersteuning. Overige kosten kunnen vanwege de
verschillende wijze van administreren niet inzichtelijk worden gemaakt.
Vergelijking met de begroting 2016
Op grond van de Begroting 2016 bedraagt het budget voor uitgaven ten behoeve
van het bestuur en de bestuursondersteuning van de bestuurscommissies in
totaal € 5,4 miljoen. In de Begroting 2016 is door de stadsdelen per saldo (lasten
minus baten) een bedrag van € 2,9 miljoen begroot voor de bekostiging van het
algemeen- en het dagelijks bestuur. Voor bestuursondersteuning is een bedrag
van € 2,5 miljoen opgenomen.
Het totaalbedrag in de begroting (5,4 min) komt niet overeen met het totaalbedrag
op basis van het raadsbesluit en het organisatieplan (8,6 min). Bij een aantal
stadsdelen is een deel van de betreffende budgetten voor bestuurskosten en
bestuursondersteuning niet onder deze posten verwerkt maar meegenomen in
het onderdeel bedrijfsvoering (apparaat).
De inrichting van de (begrotings)administratie en de wijze waarop kosten aan
producten worden doorberekend is gemeentebreed niet uniform. Het gebrek aan
uniformiteit speelt breder en wordt meegenomen in het programma
doorontwikkeling financiële administratie, waar de raad op 30 september kennis
van heeft genomen. Dit programma voorziet in één concernadministratie per
1 januari 2017.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng loze Gemeenteblad
ummer veels n .
Datum 7 oktober 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 mei 2015
Tabel 1; aan budget bc’s toegevoegde bedragen besluit dd. 12 februari 2014
Directe kosten Centrum _ Nieuw- Noord Oost West Zuid Zuid- Totaal
bestuursorganen west oost
Algemeen bestuur 157.500 189.000 157.500 189.000 189.000 189.000 157.500 1.228.500
Dagelijks bestuur 317.508 339.180 317.508 339.180 339.180 339.180 317.508 2.309.243
Fractievergoedingen 23.000 23.000 23.000 23.000 23.000 23000 23.000 161.000
498.008 551.180 498.008 551180 551.180 551180 498.008 3.698.743
Tabel 2; berekening kosten bestuursondersteuning per bestuurscommissie
Functionaris Raming jaarlastinclusief Aantal Jaarlasttotaal per
werkgeverslasten bestuurscommissie
Woordvoerder € 80.000 1,5 € 120.000
Secretariaat € 50.000 2,7 € 135.000
Bestuursondersteuning € 60.000 2,5 € 150.000
Bestuursadvisering € 90.000 2,7 € 270.000
Coördinatie bestuursondersteuning € 90.000 0,6 € 54.000
Totaal € 702.000
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 2 mer 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 22 mei 2015
2. In hoeverre verhouden deze kosten zich tot het vorige stelsel van stadsdeel-
raden? Is er sprake van een toename of afname in kosten? Waaruit kan het
college dit verschil verklaren?
Antwoord:
Op 12 februari 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met de raadsvoordracht
tot vaststellen stedelijke en bestuurscommissie budgetten 2014. In de daarbij
behorende nota is opgenomen dat het college uitgaat van een daling van € 7,5
miljoen voor de lokale kosten voor bestuursorganen. De daling komt voort uit de
afname van het aantal volksvertegenwoordigers (o.a. vergoedingen en
fractievergoedingen) en de afname van kosten voor bestuursondersteuning en de
griffie. Dit bedrag is taakstellend in de budgetten van de Bestuurscommissies
verwerkt. Met het raadsbesluit van 12 februari is op jaarbasis een bedrag van
€ 4,7 miljoen uit de budgetten van de bestuurcommissie gehaald. Omdat het
nieuwe stelsel op 19 maart 2014 in werking trad, ging het om een bedrag van
€ 3,7 miljoen voor de rest van 2014. In de Begroting 2015 is de taakstelling van
€ 7,5 miljoen volledig in de budgetten van de bestuurscommissies verwerkt
(Begroting 2015, blz. 15/16).
3. Wat zijn de financiële effecten van het herroepen van het bevoegdheden- en
takenregister voor de bestuurscommissies? Welke financiële gevolgen ontstaan
er wanneer alle taken die nu door bestuurscommissies en stadsdelen worden
uitgevoerd vanuit de centrale stad zouden worden uitgevoerd?
Antwoord:
De financiële gevolgen van centrale uitvoering van alle taken en bevoegdheden
van bestuurscommissies zijn niet op voorhand te geven. De financiële effecten
zullen met name een besparing op de kosten voor bestuur betekenen. Ook
wanneer taken centraal worden uitgevoerd zijn hier ambtenaren voor nodig die
centraal, dan wel decentraal worden ingezet.
4. Kan het college de gevraagde informatie betrekken bij de evaluatie van
het nieuwe bestuurlijk stelsel in 2016?
Antwoord:
In het najaar van 2015 zal het college een voorstel voor de evaluatie van het
bestuurlijk stelsel aan de gemeenteraad voorleggen. Deze informatie zal ter
beschikking worden gesteld aan de onafhankelijke commissie die de evaluatie zal
gaan uitvoeren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Nummer _BD2010-001701 > Gemeente Amsterdam
Afdeling Concernstaf . R
% Stadsdeel Zuid
% Voordracht voor de raadsvergadering
Datum: dd -mm -jjjj
L
Publicatiedatum 28 januari 2011
Programma 12 Bestuur&Ondersteuning
Agendapunt 8c
Datum besluit DB 21- 12- 2010
Te publiceren tekst Onderwerp
Termijnagenda Zuid
Met deze voordracht stelt het DB de deelraad voor het volgende besluit te nemen:
Te publiceren tekst De deelraad van Stadsdeel Zuid besluit
De termijnagenda stadsdeel Zuid vast te stellen
Wettelijke grondslag
nvt
Bestuurlijke achtergrond
nvt
Resultaat commissiebehandeling
Door naar de raad van 26 januari 2011 als hamerstuk
Korte toelichting op het gevraagde besluit
De termijnagenda stadsdeel Zuid is een werkdocument, waarvan de wijzigingen niet
worden bijgehouden. leder kwartaal ontvangt de raad, via de commissie DFV ter
kennisname een actuele versie. De actuele versie is voor ieder maandelijks agendaoverleg
van een commissie beschikbaar bij de commissiegriffier.
Kanttekeningen en risico’s nvt
Gevolgen
Belanghebbenden De deelraad is geïnformeerd over de actuele planning van het stadsdeel
Stadsdeelorganisatie nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg
nvt
1
Portefeuille _<port> Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid
Agendapunt «nr grif> R
Afdeling __ «<afd= Deelraad
Voordracht voor de vergadering: 26 januari 2011
Financiële paragraaf
nvt
Geheimhouding
nvt
Publicatie/communicatie
nvt
Stukken
Meegezonden 01- termijnagenda DFV
02- termijnagenda LO
03- termijnagenda RW
04- termijnagenda SL
Ter inzage gelegd nvt
2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1739
Ingekomen op 6 november 2019
Ingekomen onder 1708’
Behandeld op 7 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Nominale compensatie
voor kunstinstellingen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— Bij de Voorjaarsnota 2019 is bepaald dat de gemeente nominale compensatie
toepast op de budgetten in 2020 van loon en subsidies van 100%;
— _Kunstinstellingen hebben gerekend op het ontvangen van deze nominale
compensatie bij het opstellen van hun begrotingen;
— Voor veel instellingen geldt dat de kosten volgend jaar wel toenemen;
— De begroting 2020 voorstelt om de nominale compensatie te verlagen naar 45%
voor subsidies;
— In de begroting wel is voorzien om vanaf 2021 in het nieuwe kunstenplan
5 miljoen euro extra per jaar beschikbaar te stellen;
— Het zinniger is om niet eerst instellingen onverwachts te korten om vervolgens
extra budget ter beschikking te stellen.
Besluit:
De Begroting 2020 als volgt aan te passen:
— Op pag. 20 onder het kopje ‘Maatregelen’ bij punt 7 toe te voegen:
“Bij subsidies aan kunstinstellingen in het kunstenplan, inclusief de OBA, passen
we voor 2020 wel de 100% nominale compensatie toe. De hiervoor benodigde
€ 1,4 miljoen dekken we door in 2020 dat bedrag te onttrekken aan de reserve
intertemporele compensatie, voor zover deze reserve dan niet uitkomt op een
negatief saldo, en de rest te dekken uit de Algemene Reserve. Deze worden
vervolgens weer gevuld uit de extra middelen voor het Kunstenplan 2021-2024.
Van de eerder gereserveerde 5 miljoen extra voor het Kunstenplan gaat
gedurende deze periode dan € 360.000 terug naar de reserve intertemporele
compensatie en/of de Algemene Reserve. Voor het nieuwe kunstenplan is dan
een extra bedrag beschikbaar van € 4.640.000. Bij de vaststelling van het
kunstenplan 2021-2024 maken we afspraken over de toepassing van nominale
compensatie voor die periode.
4
— De rest van de begroting en bijbehorende tabellen conform het hier bovenstaande
aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 13 juli 2022
Portefeuille(s) Economische Zaken, gebiedsontwikkeling
Portefeuillehouder(s): _Sofyan Mbarki, Reinier van Dantzig.
Behandeld door Economische Zaken, Frank van de Lustgraaf
Onderwerp Afdoening toezeggingen van wethouder EZ op 17 februari 2022 inzake
Monitor bedrijfsruimte.
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeren wij v over de afhandeling van de toezegging die de wethouder
economische zaken heeft gedaan op de raadsvergadering van 17 februari 2022. Tijdens de
behandeling van de Monitor bedrijfsruimte zijn vragen gesteld door onder andere de raadsleden
Van Soest (PvdO) en Martens (VVD), naar aanleiding van de ervaringen van vier ondernemers op
het bedrijventerrein dat transformeert naar de Klaprozenbuurt. Op 20 februari 2022 hebben drie
van deze ondernemers — Joop Harmans Fietsen en Scooters, De Beddenspecialist en Driehoek
Meubelen — ingesproken bij de vergadering van de commissie FED. Daarnaast is autogarage Appie
& Sen geïnterviewd door het Parool en AT5. Hieraan voorafgaand zijn op initiatief van mevrouw
Van Soest twee bijeenkomsten geweest tussen de ondernemers en het dagelijks bestuur van
Noord.
De Klaprozenbuurt is een transformatieproject in Amsterdam Noord waarbij een bestaand
bedrijventerrein wordt getransformeerd naar een gemengde stadsbuurt met bedrijfs- en
winkelrvimten in de plint en woningen daarboven. De bovengenoemde bedrijven kunnen niet in
het huidige pand gevestigd blijven. De ondernemers geven aan dat de continuïteit van hun
bedrijfsvoering gevaar loopt door de gebiedsontwikkeling en zij geen perspectief voor
voortzetting van hun bedrijf in het gebied zien. Het betreft voornamelijk de beschikbaarheid van
geschikte en betaalbare bedrijfsruimte om hun bedrijf in Amsterdam Noord te kunnen
voortzetten. De bedrijven zoeken een kavel in Noord om een nieuwe bedrijfsvestiging te bouwen
of willen een bedrijfsruimte huren. Passende ruimte is nu niet beschikbaar.
De bedrijven zijn naar eigen zeggen al jarenlang in gesprek met de gemeente over alternatieve
locaties om hun bedrijf voort te zetten. Daarbij is de dienstverlening vanuit de gemeente volgens
hen tekortgeschoten en is er behoefte aan een pro-actievere houding van de gemeente.
In de beantwoording van deze vragen heeft de wethouder economische zaken drie toezeggingen
gedaan, te weten:
1. Een verslag te geven van de communicatie en ondernomen zaken richting de betrokken
bedrijven en de bredere context van gebiedstransformatie.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 2 van8
2. Eenbijeenkomst te organiseren voor de ondernemers in Noord die in de knel zijn gekomen
door de gebiedsontwikkeling, waarin vragen kunnen worden beantwoord en vervolgstappen
kunnen worden bepaald.
3. Een voorstel te doen op welke manier we lering uit de ervaringen trekken en hoe we dergelijke
situaties in toekomstige gebiedsontwikkeling willen voorkomen.
Hieronder een toelichting op de uitvoering van deze toezeggingen.
1. De ontwikkeling van de Klaprozenbuurt in breder perspectief en een verslag van de
eerdere communicatie met de ondernemers
Transformatie Klaprozenbuurt in breder perspectief
Het combineren van wonen en bedrijvigheid in wijken is een van de speerpunten in de
Omgevingsvisie Amsterdam 2050: Een menselijke metropool en van de Bedrijvenstrategie
Amsterdam 2020-2030. Dit wordt op verschillende manieren gestimuleerd. Zo hebben
transformatiegebieden naast een woningdoelstelling ook een bedrijfsruimtedoelstelling, wordt er
gewerkt aan specifieke regelgeving om de balans tussen ondernemersklimaat en leefbaarheid in
deze gebieden te bewaken, en wordt er onder andere via het specifiek bestemmen in het
bestemmingsplan rekening gehouden met de betaalbaarheid van bedrijfsruimte. Ondernemers in
de betreffende gebieden worden betrokken bij de planvorming en hierover geïnformeerd.
De Monitor bedrijfsruimte Amsterdam 2021 (hier in te zien) laat zien dat de eerste concrete
plannen voor deze bedrijfsruimten in transformatiegebieden zijn ingediend, maar nog niet
gerealiseerd zijn. Dit kan ertoe leiden dat de bedrijven die op korte termijn op zoek moeten naar
een nieuwe locatie nu geen ruimte in het gebied kunnen vinden. Daarnaast zal voor nieuwe ruimte
een hogere huurprijs worden gevraagd dan veel ondernemers nu betalen. Deze factoren dragen
eraan bij dat vraag en aanbod (nog) niet matchen en ondernemers in de knel komen.
Naast de Klaprozenbuurt zijn er meer bedrijventerreinen in Noord waar de komende jaren veel zal
veranderen. In de Buiksloterham en NDSM wordt al gebouwd en binnenkort worden ook de eerste
kavels in het Hamerkwartier ontwikkeld. De schaarste aan bedrijfsruimte wordt daarom in heel
Noord gevoeld en uitwijken naar de omgeving is daardoor op het moment erg lastig. Specifiek
voor de Klaprozenbuurt geldt dat het aantal vierkante meter voor bedrijfsruimten in de nieuwe
situatie ongeveer gelijk blijft aan het huidig oppervlak aan bedrijven op het terrein. Er gaat daarom
kwantitatief voldoende ruimte komen voor bedrijven om zich te herhuisvesten.
Gemeente heeft weinig mogelijkheden om ondernemers te herplaatsen in het gebied
De gemeente heeft in de transformatiegebieden zoals de Klaprozenbuurt echter nauwelijks
grondbezit en is voor de ontwikkeling van de gebieden afhankelijk van private grondeigenaren en
erfpachters. Daarom kunnen we niet direct sturen op de herplaatsing van bestaande ondernemers
in het gebied. Voor de ontwikkeling van deze gebieden wordt een ‘passieve grondpolitiek’
gevoerd: de gemeente koopt in principe geen grond op en plaatst bedrijven niet uit naar een
nieuwe locatie. Daar is formeel ook geen aanleiding toe, omdat bedrijven nu ruimtes huren van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 3 van8
erfpachters die conform de plannen zelf over gaan tot herontwikkeling en daarom het
huurcontract niet verlengen of opzeggen.
Sturen op de beschikbaarheid van ruimten en het reguleren van huurprijzen van bedrijfsruimte is
in deze context voor de gemeente niet of nauwelijks mogelijk. Wel kan de gemeente indien
gewenst ondernemers (vraag) en grondeigenaren (aanbod van nieuwbouwruimten) koppelen, dit
is ook meerdere malen gebeurd. Gebiedsmakelaars vanuit stadsdeel Noord hebben veel contacten
met ondernemers en leggen contacten waar zij kunnen. Er is een gemeentelijke bedrijvenadviseur
transformatie die ondernemers ondersteunt en helpt bij het zoeken naar een alternatieve locatie
in bijvoorbeeld Westpoort of andere gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam. Daarnaast is
de Stadsloods actief om bedrijven en maatschappelijke organisaties te koppelen aan aanbieders
van ruimte. Een positief resultaat voor de ondernemer kan echter niet gegarandeerd worden. De
uiteindelijke keus om een bedrijf een ruimte te laten huren ligt bij de erfpachter, en alternatieve
locaties naar de wensen van de ondernemer zijn soms niet beschikbaar.
In totaal worden op dit moment op zeven bedrijventerreinen in Amsterdam (waarvan het
merendeel in Noord) transformaties naar wonen voorbereid of vitgevoerd. De ervaringen van de
bovengenoemde ondernemers zijn in dit grotere geheel belangrijke signalen van knelpunten in het
proces dat bedrijven doorlopen naar nieuwe ruimte, op de huidige - of een andere locatie.
Verslag communicatie naar ondernemers Klaprozenbuurt
Onderstaand een overzicht van de communicatie richting ondernemers in de Klaprozenbuurt in
het kader van de gebiedsontwikkeling. De betrokken ondernemers hebben in een eerder stadium
hun beleving van de communicatie met de gemeente over de gebiedsontwikkeling
Klaprozenbuurt in een tijdslijn van verschillende gesprekken en bijeenkomsten gevoegd. Hierop is
eerder door het projectteam Klaprozenbuurt gereageerd. Onderstaande samenvatting komt
inhoudelijk overeen met deze eerder gegeven reactie aan de ondernemers.
Bijeenkomsten Klaprozenbuurt
De gemeente heeft vanaf 2017 verschillende informatie- en inspreekavonden georganiseerd over
de gebiedsontwikkeling Klaprozenbuurt, waarvoor telkens breed is vitgenodigd (ondernemers,
eigenaren/erfpachters en omwonenden). Deze grote bijeenkomsten zijn onder meer geweest in
juli 2017, juli 2018, maart 2019 en juli 2019. De plannen, die zich langzaam ontwikkelden, werden
op deze bijeenkomsten gepresenteerd en er waren ambtenaren aanwezig om in te gaan op
vragen. Hoewel het tijdens de eerste bijeenkomsten van dit traject veel over de zorgen van
omwonenden ging, heeft de input van ondernemers een bijdrage geleverd aan de eerste
planvorming. Het ging bijvoorbeeld over de verdeling van niet-woonfuncties over het plangebied.
Meerdere van de betrokken ondernemers waren bij deze bijeenkomsten aanwezig. Daarnaast
heeft een aantal participatiebijeenkomsten in kleiner verband plaatsgevonden.
Er zijn ook twee bijeenkomsten georganiseerd voor ondernemers uit de Klaprozenbuurt. In
december 2018 heeft het projectteam Klaprozenbuurt een avond georganiseerd voor
ondernemers, erfpachters en eigenaren. Tijdens deze bijeenkomst is ingegaan op de stand van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 4 van 8
zaken van de planvorming en was er uitgebreid ruimte voor bedrijven om vragen te stellen. Er is
ook ingegaan op de mogelijkheden voor bedrijven om terug te keren in de Klaprozenbuurt. Op
30 juni 2020 is in samenwerking met VEBAN een webinar georganiseerd specifiek voor de
ondernemers in de Klaprozenbuurt. Een kleine 100 ondernemers zijn per brief vitgenodigd en op
de bijeenkomst waren circa 10 bedrijven aanwezig. Tijdens dit webinar zijn ondernemers
geïnformeerd over de stand van zaken van de planvorming. Er is specifiek ingegaan op de positie
van huurders en eigenaar-gebruikers in de gebiedsontwikkeling. Ook is toegelicht dat de
gemeente in principe geen kavels opkoopt, maar grondeigenaren in staat stelt hun kavel te
ontwikkelen. Er is aangegeven dat de gemeente waar mogelijk ondernemers kan helpen bij het
vinden van een nieuwe locatie, maar dat de ondernemers hier zelf verantwoordelijk voor zijn.
Huurders in het plangebied zijn tijdens de bijeenkomst geadviseerd contact op te nemen met hun
verhuurder over de plannen voor het perceel waarop hun bedrijfsruimte gevestigd is. Een klein
aantal bedrijven is eigenaar-gebruiker: zij hadden zelf het recht van erfpacht waarop hun bedrijf
gevestigd is. Meerdere ondernemers hebben tijdens deze bijeenkomst aangegeven zich zorgen te
maken over de mogelijkheden voor herhuisvesting, onder meer omdat de aard van sommige
bedrijfsactiviteiten (zoals veel laad- en losverkeer) zich mogelijk lastig laat mengen met de
toekomstige woonfunctie. Een uitkomst van de bijeenkomst was dat de gemeente een vragenlijst
zou opsturen aan alle bedrijven in het plangebied om de herhuisvestingswensen van bedrijven
beter in kaart te brengen. De lijst is door een handvol bedrijven ingevuld en voor zo ver mogelijk
meegenomen in de uitwerking van de plannen. Bij het webinar was ook de gemeentelijke
bedrijvenadviseur transformatie aanwezig, bedrijven zijn geadviseerd om contact met hem op te
nemen wanneer zij een verplaatsing naar elders overwegen.
Naast door de gemeente georganiseerde avonden zijn er ook ondernemersavonden gehouden
door belangenbehartigers van het MKB, waarbij de gemeente niet aanwezig was. Dit heeft geleid
tot twee brieven aan het college en de raad en die zijn betrokken bij de vaststelling van het
investeringsbesluit begin 2020.
Communicatie over en ondersteuning van bedrijvenadviseur transformatie
De mogelijkheden van de bedrijvenadviseur transformatie om bedrijven te ondersteunen is op de
verschillende informatiebijeenkomsten onder de aandacht gebracht. De bedrijvenadviseur heeft in
de periode 2020 -2021 met twee van de betrokken ondernemers contact gehad over de
mogelijkheden voor een verplaatsing. Een van de ondernemers heeft daarbij aangegeven alleen
toekomst te zien in een verplaatsing in de directe omgeving van de huidige locatie. Met een
andere ondernemer is een verplaatsing naar Sloterdijk Ill onderzocht, waarbij over een specifieke
kavel in het detailhandelscluster is gesproken. Dit leidde om verschillende redenen niet tot een
overeenkomst.
Communicatie in Klaprozenbuurt over rol en verantwoordelijkheid gemeente
De gesprekken met ondernemers (in dit geval: huurders) is vanaf de start van de
gebiedsontwikkeling Klaprozenbuurt gecommuniceerd dat de gemeente de ambitie heeft
bedrijven zo veel mogelijk de mogelijkheid te bieden zich te kunnen herhuisvesten in de nieuwe
situatie. Het bedrijf is uiteindelijk zelf verantwoordelijk om een nieuwe locatie te vinden. In
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 5 van8
meerdere brieven van de betrokken ondernemers wordt beschreven dat de gemeente zou hebben
beloofd een nieuwe plek toe te wijzen aan een bedrijf. Dat is niet het geval.
Er zijn daarnaast vragen gesteld onder welke voorwaarden bedrijven terug zouden willen keren in
het gebied, om hier meer informatie over in te winnen en dit mee te nemen in de vitwerking van
de plannen. Daarbij is meermaals aangegeven onze ‘ogen en oren! open te houden als er ruimtes
beschikbaar zouden komen. Er is ook vaak navraag gedaan voor specifieke locaties, vaak rondom
het NDSM-gebied of het Cornelis Douwesterrein. Op het NDSM-gebied zijn in deze periode alleen
bestaande huurpanden beschikbaar geweest. Op het Cornelis Douwesterrein zijn de laatste kavels
begin 2018 vergeven. Telkens bleken er hier geen passende locaties te zijn. Dit is niet altijd goed
teruggekoppeld aan bedrijven.
Communicatie over pand gestapelde bedrijfsruimte
Tot slot halen de ondernemers een onderzoek naar een gestapeld bedrijfsruimtegebouw aan dat
mogelijk wordt ontwikkeld in de Buiksloterham. De transformatieprojecten in Amsterdam Noord
hebben gezamenlijk onderzocht of het mogelijk is om een gestapeld bedrijfsruimtegebouw te
realiseren, waarbij erop zowel de eerste als tweede verdieping stadsverzorgende bedrijfsruimten
worden gerealiseerd. Conclusie van het onderzoek is dat het een interessant model is, maar hoge
bouwkosten kent. Het is een vitdaging een dergelijk gebouw te ontwikkelen, tegen schappelijke
prijzen te verhuren en te beheren zonder daarbij verlies te maken. Het rapport heeft niettemin
geleid tot een verkenning of een tender op de Buiksloterham mogelijk is. Bij de tender wordt door
de gemeente maatwerk toegepast indien mogelijk om tot een financieel haalbare ontwikkeling te
komen. De daadwerkelijke realisatie hangt af van interesse van marktpartijen. Het is een
complexe ontwikkeling die minimaal enkele jaren in beslag neemt, en daarom niet op tijd gereed
is om de betrokken ondernemers vanuit hun huidige locatie te herhuisvesten.
2. Verslag bijeenkomst ondernemers Klaprozenbuurt / Noord
Op 13 mei 2022 heeft de toegezegde ondernemersbijeenkomst plaatsgevonden, waarbij naast de
vier betrokken ondernemers uit de Klaprozenbuurt ook nog twee ondernemers uit de
Buiksloterham, ORAM, VNO-NCW, VEBAN, Stichting Made up North en Stichting Hamerkwartier
zijn vitgenodigd. Op deze manier kon zowel op de individuele ervaringen van de ondernemers, als
op de bredere uitdaging worden gereflecteerd. Bestuurlijk waren de portefeuillehouder economie
Noord en de wethouder economische zaken aanwezig. Tijdens deze bijeenkomst is gedeeld welke
impact de gebiedsontwikkeling heeft op de ondernemers, vaak familiebedrijven met een lange
geschiedenis en brede klantenkring in Noord. Ook werd duidelijker hoe de ondernemers in dit
stadium concreet geholpen kunnen worden en hoe dergelijke situaties in toekomstige
gebiedsontwikkeling mogelijk te voorkomen zijn. De discussie gaf daarmee richting aan het
voorstel om situaties als deze in toekomstige gebiedsontwikkeling te kunnen voorkomen
(toezegging 3).
De betrokken ondernemers hebben eerst hun verhaal gedaan bij de gespreksleider. Uit de
ervaringen bleek dat de bedrijven verschillende huisvestingsbehoeften hebben. De meeste van deze
bedrijven lopen binnen 1-2 jaar uit hun huurcontract en hebben daarmee een acuut
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 6 van 8
huisvestingsprobleem. Ze zijn allemaal gebonden aan hun locatie in Noord, en kunnen niet of
moeilijk vit het stadsdeel verplaatsen. Ook bleek dat de zoektocht naar passende en betaalbare
ruimte op dit moment heel moeilijk is. Er wordt door de ondernemers verschillend gedacht over het
contact met de gemeente, sommigen zijn kritisch. De gemene deler is dat het contact niet heeft
geleid tot een herhuisvesting in of rond het gebied, ondanks dat het vaak gezonde bedrijven betreft
met een grote lokale klantenkring en lange bestaansgeschiedenis, die passen in het toekomstbeeld
van het gebied.
De wethouder economische zaken heeft in zijn reactie aangegeven dat hij de benarde situatie
waarin de bedrijven zitten begrijpt, en graag ziet dat de gemeente meer grip krijgt op het
vraagstuk van bedrijven in transformatiegebieden die nieuwe huisvesting nodig hebben. Er
gebeurt veel om bedrijfsruimte te plannen en te realiseren, maar het ontbreekt op dit moment aan
voldoende mogelijkheden voor bedrijven om te herhuisvesten in of rond het gebied. Het gaat
hierbij om de beschikbaarheid van (tijdelijke) ruimte voor de huidige bedrijvigheid (bijvoorbeeld
autogarages, meubelzaken en fietsenmakers), om de betaalbaarheid van deze ruimten. Daarbij
verschilt wat betaalbaar is voor ieder bedrijf: een aantal van de bedrijven in de gebieden zijn voor
korte termijn en tegen zeer gunstige huurvoorwaarden in het gebied geland. Dergelijke plekken
en voorwaarden zullen steeds minder worden en sommige bedrijven zullen de stap naar
marktconforme huren niet kunnen maken. Het gaat daarom ook om een duidelijke boodschap
richting de ondernemers over hun toekomstkansen in het gebied en om goede individuele
begeleiding. Dit proces moet beter gaan lopen.
Het verbeteren van het proces van herhuisvesting van bedrijven in transformatiegebieden is
gewenst. Het vergt wijzigingen in projecten en beleid en neemt daarom tijd in beslag. De
wethouder economische zaken heeft aangegeven hier graag op in te willen zetten, in het besef dat
de oplossingen hiervan voor de betrokken bedrijven waarschijnlijk te laat komen.
Hij heeft daarom ook aangegeven dat hij voor ieder van de 6 betrokken bedrijven bekijkt wat de
gemeente nog voor hen kan betekenen, in de wetenschap dat de gemeente geen herhuisvesting
kan forceren of garanderen, en ondernemers waarschijnlijk concessies moeten doen ten opzichte
van hun wensen. De bedrijvenadviseur transformatie en/of de Stadsloods zullen met de
ondernemers verkennen welke herhuisvestingsopties haalbaar en wenselijk zijn, bijvoorbeeld:
e _ Herhuisvesting buiten het transformatiegebied, maar binnen Noord. Bijvoorbeeld de
detailhandel die destijds op een perifere of grootschalige detailhandelslocatie in
Klaprozenbuurt is gevestigd past qua volume en assortiment ook in een winkelcentrum
zoals het Buikslotermeerplein.
e _ Herhuisvesting buiten Noord in een beschikbaar bedrijvenpand, al dan niet via een
bedrijfsmakelaar.
e _ Herhuisvesting op Sloterdijk IIl of een ander bedrijventerrein in Amsterdam door de pacht
van een ontwikkelkavel.
Bij het verkennen van deze opties kijken we ook in hoeverre maatwerk nodig en mogelijk is.
Ondanks dat zal het niet voor iedere ondernemer een bevredigend resultaat opleveren, en de
oplossingen zijn afhankelijk van schaars beschikbaar aanbod.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 7 van8
3. Een voorstel op welke manier we lering uit de ervaringen trekken en hoe we dergelijke
situaties in lopende en toekomstige gebiedsontwikkelingen willen voorkomen.
De ervaringen van de ondernemers hebben aan het licht gebracht dat er voor hen te weinig
mogelijkheden zijn om in of rond het transformatiegebied passende vervangende en betaalbare
huisvesting te vinden. Omdat we in de Klaprozenbuurt en op andere plekken de ambitie hebben
voor een gemengde wijk waarin dit soort bedrijvigheid hun plek kan behouden, zetten wij in op
aanvullende maatregelen ten behoeve van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van
bedrijfsruimten. Wat deze aanvullende maatregelen inhouden moeten we zorgvuldig
onderzoeken, waarbij we rekening houden met al lopende acties en de effectiviteit hiervan. Ook
erkennen we dat de gebieden van karakter veranderen, waarbij sommige bedrijven willen blijven
vanwege de buurtverzorgende functie, terwijl andere juist stadsbreed kijken naar een geschikte
locatie. Ook zullen nieuwe bedrijven geïnteresseerd zijn in de nieuwe bedrijfsruimten in
Klaprozenbuurt, wat de herhuisvestingskansen van bestaande bedrijven kan beïnvloeden.
Wij gaan onder andere de volgende maatregelen onderzoeken om de herhuisvesting van zittende
bedrijven te bevorderen:
1. Meer actieve inzet om de betrokken ondernemers en andere bedrijven in
transformatiegebieden te ondersteunen bij de zoektocht naar een nieuwe plek. Naast
inzet van gemeenteambtenaren onderzoeken we of dit ook neergelegd kan worden bij
intermediaire organisaties. Voor alle duidelijkheid benadrukken wij dat deze zaken een
inspanningsverplichting zijn en geen garanties biedt voor een succesvolle herhuisvesting.
Al streven we daar uiteraard wel naar.
2. Onderzoek of binnen het kader van de wet markt en overheid gestuurd kan worden om
betaalbare bedrijfsruimte te laten realiseren door projectontwikkelaars en beleggers,
waarbij nader wordt afgebakend welke bedrijven hiervoor in aanmerking komen.
3. Bij de planning van transformaties van bedrijventerreinen de herhuisvesting van bedrijven
waar mogelijk meer leidend maken. Op dit moment wordt er in veel
gebiedsontwikkelingen met name gestuurd op de tijdige realisatie van woningbouw. Het
is wenselijk om de gebiedsontwikkeling zodanig te faseren dat niet teveel bedrijven
tegelijkertijd vit hun huurcontract lopen, en dit aspect indien mogelijk ook te laten landen
in de privaatrechtelijke afspraken tussen ontwikkelaars en gemeente. In het verlengde
daarvan onderzoeken we eerder de mogelijkheden voor tijdelijke huisvesting in
afwachting van definitieve herhuisvesting.
4. Voorde gemeente is het belangrijk om ondernemers niet alleen mee te helpen bij het
zoeken naar een nieuwe locatie, maar ook voldoende capaciteit vrij te maken om hen
steun te geven als er eenmaal een plek gevonden is in het gebied. Er is dan namelijk ook
veel meedenken nodig vanuit ook de andere afdelingen van de gemeente, zoals
ruimtelijke ordening, vergunningverlening, toezicht en handhaving, en verkeer en
openbare ruimte.
Wij zijn voornemens u voor het einde van het jaar te informeren over de resultaten van de
inspanning voor de betrokken bedrijven en haalbaarheid van de aanvullende maatregelen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 juli 2022
Pagina 8 van 8
We hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
C ne FZ
LPT
U
Sofyan Mbarki
wethouder Economische Zaken
Reinier van Dantzig
wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 8 | train |
Gemeente Bezoekadres
Pieter Calandlaan 1
Amsterdam zn Kamstra
N ieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 29 oktober 2014
Decos nummer 2014/int/1448
Onderwerp Wijziging mandaatregister AB naar DB n.a.v. veegbesluit centrale
stad
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van g september 2014
Besluit
1. Het mandaatregister 27 maart 2014 behorend bij het
mandaatbesluit algemeen bestuur aan dagelijks bestuur van 24
maart 2014, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 april 2014, in te
trekken en het mandaatregister 29 oktober 2014 conform de
bijlage bij dit besluit vast te stellen;
2. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met terugwerkende
kracht tot 19 maart 2014.
de Weer H. Wink de heer A. Baâdoud
spadsdeelsecretaris voorzitter
Bijlagen:
- ___Mandaatregister 29 oktober 2014
-__ Overizcht wijzigingen
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1080
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 27 september 2017
Behandeld op woensdag 27 september 2017
Status Staken van de stemmen
Onderwerp
Motie van de leden Groot Wassink en Mbarki inzake het Jaarplan 2017
Vreemdelingenbeleid.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief over het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid en
de bestuurlijke reactie op het debat in de raad van 10 mei 2017 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 767).
Overwegende dat:
— Uit recente berichten blijkt dat waarschijnlijk in de toekomst acht faciliteiten
worden ingericht gericht op uitzetting binnen twee maanden ter vervanging van
thans bestaande bed-bad-broodvoorziening:
— Dit de facto betekent dat de Amsterdamse aanpak met voeten wordt getreden
dan wel onmogelijk wordt gemaakt;
— Het glashelder is dat de Amsterdamse bed-bad-broodvoorziening in een grote
behoefte voorziet en eerder dient te worden uitgebreid dan te worden beknot;
— Amsterdam de barmhartige stad dient te blijven die zij pretendeert te zijn.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
Ongeacht wat in een toekomst regeerakkoord staat de thans bestaande bed-bad-
broodvoorziening onverkort in stand te houden.
De leden van de gemeenteraad
B .R. Groot Wassink
S. Mbarki
1
| Motie | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 888
Datum akkoord 7 juli 2016
Publicatiedatum 7 juli 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest van 23 mei 2016 inzake
nadeelcompensatie voor getroffen ondernemers aan het Sarphatipark.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad schiet de zwaar
getroffen ondernemers aan het Sarphatiplein te hulp. Door een gemeentelijke blunder
om midden in het terrassenseizoen de boel open te gooien lijden ondernemers
omzetverliezen tot wél 50 procent.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bericht ‘Klanten weggejaagd door werkzaamheden:
‘Omzet met vijftig procent gekelderd! 2
Antwoord:
Ja.
2. Welk overleg heeft het college met de ondernemers aan het Sarphatiplein gehad
om de werkzaamheden in te plannen zoals u ze ingepland heeft? Graag
gespreksverslagen van deze overleggen bijvoegen
Antwoord.
Het projectteam van het project Sarphatipark heeft bewoners en ondernemers
binnen en rondom het projectgebied schriftelijk van te voren geïnformeerd over de
uitvoering en planning van de werkzaamheden. Deze informatie is tevens te
vinden op de website van de gemeente. Daarnaast zijn de ondernemers binnen
het projectgebied persoonlijk benaderd door dit projectteam. Wanneer
ondernemers ideeën hebben om zelf de schade te bepreken kunnen zij terecht bij
dit projectteam. De twee terrassen binnen het projectgebied zijn grotendeels
intact gebleven en maximaal gefaciliteerd om goed bereikbaar te blijven.
0) nttp://www.at5.nl/artikelen/156312/klanten-weggejaagd-door-werkzaamheden-omzet-met-vijftig-
procent-gekelderd
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 7 joi 2016 Schriftelijke vragen, maandag 23 mei 2016
3. Is het college op de hoogte van het feit dat ondernemers aan het Sarphatiplein
kampen met omzetverliezen van 50 (!) procent, vooral omdat het college heeft
besloten de boel aldaar midden in het terrassenseizoen open te gooien? Zo ja, is
het college bereid, deze ondernemers middels een nadeelcompensatie tegemoet
te komen? Graag duiden hoe het college een en ander tot stand gaat brengen.
Antwoord.
Door werkzaamheden in de openbare ruimte bestaat altijd de mogelijkheid dat
ondernemers tijdelijk minder goed bereikbaar zijn. Doordat er ook
werkzaamheden plaatsvinden van nutsbedrijven (riolering, gas, etc), is het niet
mogelijk deze geheel in de wintermaanden uit te voeren. Door de grote behoefte
aan nieuwe (extra) fietsparkeerplaatsen in de Pijp is besloten om het project in de
zomer uit te voeren. De verwachting is dat de werkzaamheden aan de westzijde
van het Sarphatipark medio augustus zijn afgerond. Voor nadeelcompensatie
geldt dat ondernemers op grond van de AVN (Algemene Verordening
Nadeelcompensatie) een verzoek tot nadeelcompensatie kunnen doen bij het
Schadeloket Algemene Nadeelcompensatie.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
®
Reken op Zuidoost
Een evaluatie van het loopjaar 2019/20 Bridge High Dosage Tutoring op vijf basisscholen in
Amsterdam Zuidoost
31 december 2020
Bowen Paulle (Universiteit van Amsterdam)
Joppe de Ree (Erasmus Universiteit Rotterdam, JDR Analytics)
UNIVERSITEIT
be
VAN AMSTERDAM
Samenvatting
De Onderwijsinspectie (2016; 2017) constateerde een aantal jaren achter elkaar dat de
kansenongelijkheid in het onderwijs toenam. Een gedeeltelijke verklaring hiervoor is het
groeiende ‘“schaduwonderwijs’, waarvan vooral kansrijke groepen profiteren (Elffers &
Jansen, 2019). Deze bevindingen hebben veel losgemaakt in Nederland en hebben geleid tot
meer initiatieven en samenwerking op het gebied van kansen(on)gelijkheid in het onderwijs.
Kansengelijkheid is ook een belangrijk speerpunt van het beleid van de huidige wethouder
onderwijs in Amsterdam, Marjolein Moorman. Het college van burgemeester en wethouders
van de gemeente Amsterdam zet in op het structureel aanpakken van de kansenongelijkheid
in de stad.
In dit rapport beschrijft het onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam de resultaten
van een gerandomiseerd veldexperiment (een randomized controlled trial (of RCT). RCT's
zijn de gouden standaard in evaluatieonderzoek (en bijvoorbeeld medisch onderzoek) omdat
door de goede vergelijkbaarheid van twee groepen dit de meest betrouwbare manier is om
causale relaties tussen een interventie en effecten aan te tonen. In dit rapport presenteren we
de resultaten van het het eerste loopjaar (2019/20) Bridge High Dosage Tutoring (Bridge
HDT) in Amsterdam Zuidoost. De interventie heeft plaatsgevonden op vijf basisscholen in
Zuidoost en in nauwe samenwerking met de deelnemende basisscholen, de Gemeente
Amsterdam, de betrokken schoolbesturen en de uitvoerende organisatie, Stichting The Bridge
Learning Interventions (The Bridge).
Bij Bridge HDT krijgen leerlingen in groep 7 een schooljaar lang vijf dagen in de week extra
rekenondersteuning op maat onder schooltijd in een vast team van één tutor en twee
leerlingen. Daarnaast onderhoudt de tutor wekelijks telefonisch contact met
ouders/verzorgers en is er nauw contact met het schoolpersoneel. De tutoren worden
dagelijks begeleid en ondersteund door de Site Director (projectleider). Bridge HDT richt
zich in eerste instantie op leerlingen die beneden gemiddeld scoren op rekentoetsen en met
name op groepen met een verhoogde kans op onderpresteren.
De doelgroep voor de interventie zijn leerlingen die halverwege groep 6 op, of onder het
landelijk gemiddelde scoorden op op de Cito LVS-toetsen Rekenen/Wiskunde. In totaal
hebben in 56 leerlingen deelgenomen aan Bridge HDT. 49 leerlingen uit dezelfde klassen
vormden de controlegroep. De effectmeting door het onderzoeksteam richt zich hoofdzakelijk
op de rekenprestaties, gemeten aan de hand van de Cito LVS-toetsen Rekenen/Wiskunde.
Verder hebben we onderzocht of deelname aan Bridge HDT negatieve effecten heeft op het
Begrijpend Lezen. Leerlingen missen door Bridge HDT dagelijks 50 minuten van de
reguliere les, waardoor zij voornamelijk talige vakken missen.
We vinden statistisch significante effecten na een half schooljaar Bridge HDT van +0.30
populatiestandaarddeviaties! op de Cito LVS-toets Rekenen/Wiskunde halverwege groep 7.
lm dit rapport drukken we de effecten van Bridge HDT uit in termen van ‘populatiestandaarddeviaties’. De
standaarddevi1atie is een maat voor de spreiding van een uitkomst, in dit geval scores op de Cito LVS toetsen
Rekenen/Wiskunde en Begrijpend Lezen. Met de toevoeging ‘populatie’ refereren aan het feit dat
Projecties op basis van een relevante doelgroep laten zien dat +0.30
populatiestandaarddeviaties betekent dat ongeveer 45% van de leerlingen een half niveau
hoger scoort op de rekentoetsen en 15% een volledig niveau hoger (bijvoorbeeld van vmbo-gt
naar havo-niveau).
Door de landelijke sluiting van de scholen in het tweede deel van het schooljaar 2019/20 is de
uitvoering van de interventie Bridge HDT niet volgens plan verlopen. Tijdens en ook deels na
de eerste loekdown hebben de tutoren van Bridge HDT de contacten en de (online)
tutorlessen beperkt kunnen voortzetten. In deze periode heeft men zich gericht op herhaling
van de rekenstof. Dit heeft invloed gehad op de resultaten van het onderzoek. We vinden
specifiek hieraan gerelateerd dat de effecten richting het eind van het jaar stabiliseren en niet
verder doorontwikkelen (zoals verwacht). Wanneer Bridge HDT het hele jaar zonder
onderbrekingen had kunnen doorgaan, verwachten we op basis van onze bevindingen en
veronderstellingen gebaseerd op literatuur, effecten van rond de +0.40
populatiestandaarddeviaties. Een dergelijk effect betekent dat ongeveer 40% van de
leerlingen een half niveau hoger scoort op de rekentoetsen en 40% een volledig niveau hoger.
Deze effecten zouden logischerwijs kunnen leiden tot een hoger schooladvies voor de
middelbare school.
Op basis van deze projecties laten we zien in hoofdstuk 4.2 dat met effecten van +0.30 en
+0.40 populatiestandaarddeviaties een belangrijk deel van de achterstanden in de
rekenprestaties tussen leerlingen in Amsterdam Zuidoost en de rest van Amsterdam kunnen
worden weggewerkt.
We vinden geen statistisch significante (positieve of negatieve) effecten op de Cito LVS-toets
Begrijpend Lezen.
Recent onderzoek schat de effecten van de learning-loss door de consequenties van de
loekdown in Nederland op -0.08 tot -0.12 standaarddeviaties (Engzell, Freyd & Verhagen,
2020). Dergelijke achterstanden in de rekenprestaties kunnen met Bridge HDT dus
gemakkelijk worden weggewerkt. Hierbij merken we op dat de loekdown waarschijnlijk ook
de ontwikkeling van allerlei andere vaardigheden remt.
Een tweede loopjaar (2020/21) op basis van dezelfde interventie wordt op dit moment
uitgevoerd. In een derde loopjaar verwacht The Bridge - in opdracht van de gemeente - een
soortgelijke, maar minder intensieve interventie te implementeren, tegen lagere kosten per
leerling per jaar. The Bridge is op dit moment ook al actief bij de implementatie van een
model op basis van een ‘halve dosering’ (2,5 in plaats van 5 dagen per week) in Amsterdam.
Dit model wordt geïmplementeerd in het VO in Amsterdam Nieuw-West en in Noord
Een aantal scholen en schoolbestuurders in Amsterdam Zuidoost hebben aangegeven
geïnteresseerd te zijn in dit programma. Ook het tweede en het eventuele derde loopjaar
zullen door het onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam worden geëvalueerd met
standaarddev1atie waarin de effecten worden uitgedrukt, betrekking heeft op de gehele populatie aan
(Nederlandse) basisschoolleerlingen. +0.30 populatiestandaarddeviaties 1s dus 30% van een standaarddeviatie 1n
de vaardigheidsscores van een volledige leeftijdsgroep in het basisonderwijs. Het 1s 1n principe ook mogelijk om
de effecten van interventies tn andere grootheden uit te drukken, bijvoorbeeld mn termen van controlegroep
standaarddevi1aties.
behulp van RCT's. Bij de evaluatie van het tweede loopjaar Bridge HDT, verwachten we (op
basis van de resultaten uit dit onderzoek) richting het einde van het schooljaar, en zonder
grote onderbrekingen door COVID-19, effecten van rond de +0.40
populatiestandaarddeviaties te kunnen meten. Met dergelijke effecten kunnen ook
substantiële stappen worden gezet richting mogelijk belangrijke beleidsdoelstellingen: het
wegwerken van de onderwijsachterstanden tussen Amsterdam Zuidoost en de rest van de
stad. Belangrijk hierbij is om de nauwe samenwerking tussen de betrokken partijen voort te
zetten, de uitvoering en de resultaten te blijven volgen, en samen na te denken over
toekomstige modellen.
| Onderzoeksrapport | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1057
Publicatiedatum 28 juni 2019
Ingekomen onder Al
Ingekomen op donderdag 20 juni 2019
Behandeld op donderdag 20 juni 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Timman inzake de beleidsnota Deelmobiliteit Kansen voor de Stad
(massa om te leren)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsnota Deelmobiliteit Kansen voor de Stad
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 578).
Constaterende dat in Amsterdam slechts een ontheffingsmogelijkheid bestaat om
kleinschalige en/of lokale experimenten mogelijk te maken met (elektrische)
deel(bak)fietsen.
Overwegende dat:
— Diteen zeer vergaande versobering van het oorspronkelijke deelfietsbeleid is;
— Experimenten alleen nut hebben als ze genoeg massa hebben om daadwerkelijk
te kunnen leren of conclusies te kunnen trekken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. In gesprek te gaan met de stadsdelen teneinde van hen te vernemen in welke
wijken zij een deelfietsexperiment met significant omvang als toegevoegde
waarde voor de lokale mobiliteit en leefbaarheid verwachten;
2. Te kijken of deze experimenten mogelijk gemaakt kunnen worden.
Het lid van de gemeenteraad
D. Timman
1
| Motie | 1 | train |
D
oa
3.0 n
>) OD
z88
Sob
53
55%
a)
mr
D
Ä
SAMENWERKINGSVOORSTEL
VAN DE AMSTERDAMSE WONINGCORPORATIES IN HET KADER VAN HET BOD
OP DE GEMEENTELIJKE WOONVISIE AMSTERDAM (AAV) 2024-2027
28 APRIL 2023
Inhoudsopgave
Inteiding 4
1. Duurzame woningen van goede kwaliteit 6
2. Meer betaalbare woningen 8
3. Betaalbaar wonen in een ongedeelde stad 10
4. Een passende woning en meer doorstroming 12
5. Jongeren en studenten horen bij de stad 14
6. Een (t)huis voor mensen met een kwetsbare positie
op de woningmarkt 15
7. Zo lang en zo zelfstandig mogelijk thuis wonen 17
8. Leefbare buurten 18
Bijlage I Tabellen 20
Inleiding
nn Volgende hoofdstukken. Om ook daad-
werkelijk impact te maken, is samen-
. . werking tussen gemeente, huurders en
Elke Amsterdammer verdient een betaalbaar duurzaam huis van goede .
. . . . . corporaties onontbeerlijk. Als corpora-
kwaliteit. Met ruim 186 duizend woningen in de stad, dragen de corpora- . .
. . a. . . ties willen verduurzamen, moet de
ties hieraan bij, juist voor de mensen die dat het hardste nodig hebben. .
. . en gemeente het verhaal over de energie-
Energiearmoede, woningnood en kansenongelijkheid maken het echter ee.
on. ‚ ve: transitie uitdragen en kunnen huurders-
moeilijk voor Amsterdammers om gewoon’ fijn te wonen. Daarom dragen
. . 5 organisaties helpen het draagvlak te
de corporaties de komende jaren bij aan het oplossen van deze opgaven. ‚ -
. . vergroten. Willen we de woningnood
We verbeteren en renoveren woningen en pakken intussen de slechtste ,
. . 5 . . . . oplossen én vasthouden aan de on-
energielabels aan. We bouwen jaarlijks duizenden nieuwe sociale- en mid-
. . . gedeelde stad, dan moeten er ook
deldure huurwoningen. We bieden een thuis aan kwetsbare groepen en . .
L d bindi : lzii hen t derst woningen toegevoegd worden in de
eggen de verbinding met zorg en welzijn om hen te ondersteunen.
99 9 9 J bestaande stad, ook in de ‘dure’ buurten,
en moet ook gewerkt worden aan kan-
LN engelijkheid en de inrichting van de
openbare ruimte. Zonder de inzet van
Als maatschappelijke organisaties inves- maar ook realistisch. We willen waar- onze partners, zijn de plannen die de
teren de corporaties alles wat zij ver- maken wat we beloven. Bovendien han- corporaties in dit voorstel neerleggen
dienen terug in de wijk, de huidige gen alle opgaven met elkaar samen. niet haalbaar. En het allerbelangrijkste:
huurders én de huurders van de toe- Corporaties werken aan de stad door samen moeten we vasthouden aan de
komst. En we willen de komende jaren een mix van maatregelen zoals het gekozen koers. Om te bouwen aan de
nog meer doen dan de afgelopen jaren, weloverwogen slopen en nieuwbouwen _ stad moeten we zicht houden op de lange
met name in verbetering en verduur- van woningen, deze aan te kopen van termijn.
zaming van de bestaande woningen. een ontwikkelaar, soms te verkopen,
Om dit goed te kunnen doen, willen we de waar mogelijk te verbeteren, tijdelijk Aangezien we samen voor hetzelfde
opgaven oppakken vanuit de behoefte neer te zetten of van huurprijs te veran- doel gaan, betaalbaar wonen in een
van de buurt. Samen met bewoners en deren. Keuze voor de ene inzet, heeft ongedeelde stad, staan wij open voor
met de andere partners in de buurten consequenties voor de andere. De hoofd- verbetering van onze voorstellen en
moeten we focussen op de gedeelde stukken in dit voorstel hangen dan ook scherpen wij graag onze keuzes aan in
maatschappelijke belangen en op een allemaal met elkaar samen. En dus samenspraak met de huurdersorgani-
lange adem. Want waar we samen voor hangen onze keuzes en maatregelen saties en gemeente. We zien dan ook uit
staan, is niet gemakkelijk te bereiken. ook met elkaar samen. naar de gesprekken om tot afspraken te
komen.
Wat er moet gebeuren kan niet alle- De corporaties willen maximale impact
maal en het kan niet allemaal nu. De maken op de stad en stellen voor om Proces
corporaties zijn met dit bod ambitieus, dat te doen met de maatregelen in de Normaal gesproken maakt de gemeen-
4 Samen werken aan de stad
so
oog
on
Sy) 0
Ad
See
Ds 3
os
=$ OD
)
a
D
u
te eerst een woonvisie, die de gemeen-
teraad vaststelt en doen de corporaties
daarna een bod op de woonvisie. In Am-
sterdam loopt het proces anders. Het
College van B&W heeft op 13 februari
jongstleden de Amsterdamse Aanpak
Volkshuisvesting (AAV) vastgesteld. De
gemeenteraad stemt naar verwachting
voor de zomer in met de AAV. De corpo-
raties doen met dit Samenwerkings-
voorstel dus hun bod op de concept
woonvisie. Dat betekent dat bij het ver-
nieuwen van de Samenwerkingsafspra-
ken daardoor moties van de gemeente-
raad op tafel kunnen liggen of
onvoorziene omstandigheden kunnen
spelen, waardoor scherper gekeken
moet worden naar wat wel en wat niet
kan. Dit geldt ook wanneer bijvoorbeeld
aanvullend landelijk huurbeleid wordt
doorgevoerd of de economische om-
standigheden zo veranderen dat de in-
vesteringscapaciteit van corporaties
significant achteruit gaat.
Vanwege deze gezamenlijke keuze voor
de verkorte termijn, doen de corpora-
ties dit voorstel onder voorbehoud van
goedkeuring door hun Raden van Com-
missarissen.
Samen werken aan de stad 5
= = .
1. Duurzame woningen van goede kwaliteit
nn We geven aan de gemeente en huur-
dersorganisaties inzicht in hoe wij onze
. . . . EFG-opgave definiëren, prioriteren
Elke huurder verdient een duurzaam huis van goede kwaliteit. De energie- en monitoren.
crisis laat nog eens zien dat we extra tempo op verduurzaming moeten . . " o
maken. Daarom versnellen wij conform de Nationale prestatieafspraken Binnen ons bezit waar Wi 100%
. . . eigenaar zijn pakken we op verschil-
(NPA) de komende periode de verduurzaming en verbetering van de Am- .
. Dn . . . . . lende manieren de EFG-labels aan. Met
sterdamse woningen die wij bezitten. Om dit te bereiken investeren we in renovaties en vastgoedverbetering
de periode 2024-2027 fors in onze bestaande voorraad: anderhalf keer … :
. maar ook bij mutatie en aanvullend
meer dan in de huidige afspraken. .
op planmatig onderhoud werken we
EFG-labels weg. Voor onze huurwo-
Lm ningen met een E, F of G label die tot een
VvE behoren gaan wij met de VvE's
Dat geld investeren we de komende EFG-label uit te faseren. In de periode in gesprek. We helpen waar mogelijk
jaren vooral in het renoveren van com- 2024-2027 hebben de corporaties plan- bij de organisatie van verduurzaming.
plexen en het eerder isoleren van onze nen om het aantal EFG-woningen met Onze huurders binnen VvE complexen
woningen met de slechtste labels. Daar 15.000! te verminderen. De aantallen informeren we over de voornemens
spannen we ons maximaal voor in en hebben betrekking op de zogenaamde van de VvE.
stretchen ons zowel financieel als orga- pre-labels. Die geven een actueler beeld - Woningen met EFG-labels komen ver-
nisatorisch maximaal. Daarnaast werken dan de zogenaamde afgemelde labels. spreid voor in onze complexen. Door
we ook aan de transitie naar aardgas- De labelsystematiek verandert nog tel- een complexmatige aanpak te hante-
vrij, plaatsen we zonnepanelen en be- kens, waardoor het aantal aan te pakken ren verduurzamen wij twee zoveel
reiden we woningen voor op midden- woningen ook kan wijzigen. Om dit aan- woningen als alleen die met een E‚ F
temperatuur. tal EFG-labels te verminderen stretchen of G-label. Ook voeren we renovaties
we ons organisatorisch maximaal en uit in complexen zonder E‚ F of G-la-
De versnelling op verduurzaming en moet alles meezitten. Zo is het nodig dat bel, daarin wordt ook verduurzaamd.
verbetering van ons vastgoed is een in elk complex 70% van de huurders in- _« Veel huurders hebben last van vocht en
complexe opgave die veel vraagt van de stemt met de werkzaamheden en in WE's schimmel in hun woning. Dat kan te ma-
corporaties, gemeente Amsterdam en kunnen corporaties alleen aan de slag ken hebben met bewoning en ventileren,
onze huurders. We hebben de komende als ook de andere eigenaren instemmen maar ook bouwfysische redenen hebben.
periode veel werk te verzetten. Daarbij met de verduurzaming. En dan blijven er, - We pakken meldingen over kwaliteit
hebben we elkaar hard nodig. buiten de monumenten en te slopen wo- van de woning adequaat op.
ningen, toch nog woningen met EFG-la- _ - De komende periode zetten we samen
Dit willen we gaan doen: bels over. En dan blijven er, buiten de met gemeente en bewonersorganisa-
* Conform de NPA richten we ons op het monumenten en te slopen woningen, toch ties In op een gezamenlijke schimmel-
doel om ultimo 2030 woningen met een nog woningen met EFG-labels over. aanpak.
\_Inde bijlage is een overzicht opgenomen van de plannen die de corporaties hebben in de afsprakenperiode om de EFG-abels aan te pakken. Het gaat hier om de bruto opgave, dus inclusief de uitzonderingen opgenomen in de NPA,
? Conditiescore conform NEN2767 en woningen met een planning voor sloop uitgezonderd.
6 Samen werken aan de stad
soSZ
oog
on
Sy) 0
Ad
See
Ds 3
os
=$ OD
)
a
D
u
* Conform de NPA werken we toe naar draagvlak bij particulieren, zodat we
0 woningen met een conditiescore van ook VvE's kunnen verduurzamen.
B of 6 in 20262. - Tijdens de uitvoering vragen we van
de gemeente regie In de afstemming
Dit is hoe we willen samenwerken: met nutsbedrijven en gemeentelijke
e We hebben de huurdersorganisaties werkzaamheden.
nodig voor het vergroten van draagvlak «Wij blijven ons inzetten en werken
bij de bewoners bij renovaties en ver- samen met gemeente en andere partijen
duurzaming om het proces te versnellen. richting een aardgasvrije stad, zoals
* We vragen regie en procesverbetering overeengekomen in de mantelovereen-
van de gemeente om tempo te kunnen komst Warmtemotor. We hebben echter
maken met verduurzaming: zorgen over het tempo waarop we dit
- We vragen om stadsbrede communi- kunnen realiseren, vanwege de toe-
catie en informatie richting alle komstige marktordening voor collec-
Amsterdamse huurders over de tieve warmte (stadswarmte) die de
energietransitie en de infrastructuur- condities voor alle partijen compli-
keuzes in de Transitievisie Warmte. ceert. Wij vinden het belangrijk dat de
Wij verwachten dat dit het verplichte gemeente duidelijk de regie pakt op de
draagvlak bij ingrepen ondersteunt. Transitievisie Warmte en de warmte-
- We vragen om een snellere afhande- keuzes per wijk en alle bewoners in
ing en meer flexibiliteit in vergunning- een buurt daarin meeneemt. We conti-
strajecten (welstand, flora en fauna), nueren en intensiveren het kwaliteits-
inzicht in en regie van de gemeente op overleg tussen gemeente, corporaties
tegenstrijdige belangen, bijvoorbeeld en huurderskoepels. Zodat we knel-
de wet natuurbescherming versus punten in de uitvoering van de verduur-
sneller isoleren. zaming samen op kunnen lossen.
- We vragen om meer tempo in de beoor- «We vragen de gemeente en partijen als
deling van subsidieaanvragen: zodat WOON om te helpen in het blijvend
wij zekerheid hebben over het daad- _ voorlichten van bewoners over hun
werkelijk ontvangen van de subsidie eigen invloed op een comfortabele
zodra we onze investeringsbeslis- woning.
sing nemen. We willen onderzoeken «Om de zonnepaneelprojecten een goed
hoe we samen dit proces kunnen ver- vervolg te kunnen geven is het verlengen
beteren. van de zon-subsidie een voorwaarde.
- We vragen aan de gemeente om re-
gie te nemen in het verkrijgen van
Samen werken aan de stad Vi
B
2. Meer betaalbare woningen
nn * \/e kijken verder vooruit dan 2027. Wij
delen de ambitie uit de Woondeal om
. on . . tot en met 2030 27.000 nieuwe“ sociale
Naast de grote opgave in ons bestaand bezit blijven we investeren in het . …
. . R . huurwoningen te bouwen. Wij hebben
vergroten van de voorraad sociale huurwoningen. Dit is belangrijk gezien . . Nn
. . hiervoor de ruimte en capaciteit, maar
de wooncrisis waardoor te veel mensen, te lang op een betaalbare woning .
. . . voor een deel van deze projecten moet
moeten wachten. Gelukkig is er ook goed nieuws. De afgelopen periode is de .
. . B B . nog een locatie worden gevonden.
voorraad sociale huur weer gegroeid! We zijn blij met de omkering van een .
. 5 . * Conform de NPA zetten we extra in op
langjarige trend en die groei willen we de komende jaren doorzetten. Ons doel .
. . geclusterde ouderenwoningen.
als corporaties is om een maximale impact op de stad te maken. Dat betekent . .
n . . . e De inkomsten uit het verkopen van
zoveel mogelijk mensen huisvesten met een laag of middeninkomen. . … . .
woningen zijn hard nodig om dit voor-
stel waar te maken. Wel voeren we een
maatschappelijk verkoopbeleid. We zijn
:
terughoudend in het verkopen van
schaarse woningen zoals de grootste
Corporaties zien voor zichzelf ook een woningen. Om die ook daadwerkelijk gezinswoningen en rolstoelwoningen.
rol weggelegd in het realiseren van binnen de planning te realiseren moet «In het geval van grootschalige sloop-
middeldure huurwoningen voor de lange echter alles meezitten en moeten alle nieuwbouw houden we het absolute
termijn. We willen er zijn voor iedereen processen vlot verlopen. aantal sociale huurwoningen bij voor-
die ons nodig heeft. Voor jong en oud. «Boven op de voorraadgroei van per- keur in stand. Zo is er blijvend plek voor
Van alleenstaanden tot gezinnen. Voor manente sociale huurwoningen zetten bewoners uit de buurt (om terug te
reguliere huurders en kwetsbare huur- wij ons in voor het realiseren van flex- keren). Gebiedsgericht moet er ruimte
ders. Wij gaan voor een ongedeelde woningen. We omarmen hierin de am- blijven voor maatwerk, bijvoorbeeld als de
stad, waarin huurders in alle wijken in bitie van de gemeente, maar of we concentratie sociale huur zeer hoog is.
de stad een thuis kunnen vinden. hierin kunnen bijdragen is afhankelijk «Bij de nieuwbouwprogrammering willen
van de randvoorwaarden. Het bouwen we waar mogelijk kijken naar effectieve
Dit willen we gaan doen: van flexwoningen heeft alleen zin als manieren om doorstroming te stimuleren. We
e In de periode 2024-2027 laten Amster- dat sneller en goedkoper kan dan als kijken daarbij breed, van onvrijwillig thuis-
damse corporaties de voorraad groeien we permanente woningen realiseren. wonende Jongeren, te groot wonende oude-
met 3.000 permanente sociale huur- «We realiseren een groei van de voor- ren tot gezinnen die niet passend wonen.
woningen? Om deze voorraadgroei te raad middeldure huurwoningen met
behalen, is een hoge dynamiek nodig met 2.000 via nieuwbouw, liberalisatie van Dit is hoe we willen samenwerken:
veel nieuwbouw, sloop, verdichting, sociale huurwoningen en aftoppen van «We zijn blij met het voornemen in het
verkoop, liberalisatie, transformatie en dure huur. Zo werken we aan een Woningbouwplan van de gemeente om
aankopen. We hebben plannen voor __ gemengde stad en meer plek voor ‘gewoon goede woningen’ te bouwen.
de bouw van jaarlijks ongeveer 2.700 lage en middeninkomens. Om de nieuwbouwambitie te realiseren,
$ Het inzicht in de individuele aantallen per corporatie op de realisatie van deze beoogde voorraadgroei van sociale en middeldure huur en tijdelijke woningen is te zien in de bijlage.
& Het betreft hier de bruto nieuw te bouwen woningen, zonder onttrekkingen door sloop, verkoop, liberalisatie etc.
8 Samen werken aan de stad
soSZ
oog
on
Sy) 0
Ad
See
Ds 3
os
=$ OD
@)
a
D
u
bouwen we overal conform het bouw- „We vragen van de gemeente dat zij ners die moeten verhuizen na afloop
besluit zonder allerlei aanvullende eisen. strengere eisen stelt bij ontwikkelingen op van een tijdelijke locatie.
e We werken met een strakke planning en de particuliere grond, zodat ook hier kwali- __- Daarnaast zoeken we de samen-
kortst mogelijke doorlooptijd van projec- _ tatief goede sociale huurwoningen wor- werking om maatwerk te leveren in de
ten. Het doel is dat vergunningen in één keer den gebouwd, denk aan voldoende opper- samenstelling (we plaatsen bijvoor-
en binnen acht weken worden goedgekeurd. vlakte en gezamenlijke voorzieningen. beeld maximaal 30% statushouders)
We vragen om onorthodoxe manieren Als een commerciële partij sociale en zien we een gedeelde verantwoor-
om de vergunningprocedure te versnellen. huur realiseert, zullen ook zij deze wo- delijkheid voor het beheer, zorg en
Daar denken we graag over mee. ningen eerlijk en transparant moeten het waarborgen van de veiligheid.
e Samen met de gemeente beginnen we toewijzen aan lagere inkomens en bij- «Bij sloop-nieuwbouw is er ruimte voor
nu met het zoeken naar concrete, zondere doelgroepen. verdichting. Zo houden we voldoende aan-
nieuwe locaties voor de 27.000 sociale «We blijven werken met een lage sociale bod van sociale huurwoningen en kun-
huurwoningen die we willen bouwen tot grondprijs. Daarnaast is ook een lage ne n we bovendien middenhuur toevoe-
en met 2030, om ook op de langere grondprijs nodig voor eeuwigdurende gen. Het Aanvullend Convenant Erfpacht
termijn de voorraadgroei te continueren middeldure huur. (ACE) zetten we door, zodat sloop-nieuw-
en te zorgen voor voldoende woningen _« Het plaatsen van flexwoningen is enkel bouw ook financieel mogelijk blijft. We
voor Amsterdammers. Het gebrek aan zinvol wanneer ze sneller gerealiseerd gaan flexibel om met de cultuurhisto-
locaties is een van de grootste zorgen kunnen worden dan permanente wonin- rische kaders en maken een lokale af-
voor de komende periode. gen. We vragen aan de gemeente com- weging voor de ruimtelijke kwaliteit.
* Corporaties zijn transparant over hun mitment en de bijbehorende capaciteiten _« Volkshuisvesting stopt niet bij de
verkoop- en liberalisatiebeleid. De ge- locaties voor het toevoegen van flexwo- gemeentegrenzen: We vragen de
meente biedt ruimte voor verkoop en ningen. Het initiatief ‘Stad van Intussen’ gemeente Amsterdam om lobbykracht
beralisaties zodat corporaties blijvend van zes Amsterdamse corporaties in te zetten zodat buurgemeenten in de
kunnen investeren in nieuwbouw en biedt hiervoor goede uitgangspunten. Metropoolregio Amsterdam niet alleen
verduurzaming. Door middel van verkoop Daarnaast vragen we aandacht voor. 30% sociale huur bouwen, maar ook
en liberalisaties werken corporaties _ - Snellere procedures. En de corporaties toegroeien naar minimaal 30% sociale
ook aan het versterken van buurten. rekenen op de gemeente voor een voorraad, die dan voor 30% ingezet
* Ook in de centrale stadsdelen Centrum, bijdrage aan het afdekken van risico's wordt voor huisvesting van mensen in
Oost, West en Zuid willen we woningen voor herplaatsing van flexwoningen. een kwetsbare situatie.
toevoegen. We gaan op zoek naar _-Voor bewoners is het van belang dat «De gemeente Amsterdam is achter-
nieuwe bouwlocaties en manieren om de gemeente zorgt voor voldoende vang voor de leningen die de WSW
daar in de bestaande voorraad sociale ondersteuning vanuit de zorg en an- voor de Amsterdamse corporaties borgt.
huurwoningen toe te voegen. Zo kunnen dere maatschappelijke instellingen Wanneer corporaties meer lenen, moet
we gezamenlijk zorgen voor voldoende voor de doelgroepen in de flexwoningen. de gemeente ook een grotere voorzie-
aanbod van sociale huur, óók in de stads- Bovendien moeten plannen gemaakt ning in haar begroting opnemen.
delen Centrum, Zuid, Oost en West. worden voor de opvang van bewo-
Samen werken aan de stad 9
a nijn, Q)
3. Betaalbaar wonen in een ongedeelde stad SD
oog
2.0 4
$
J OD
le es d
a —_— 8
oP gy
SS
oJ
os
=$ OD
)
ee
D
u
aangeboden onder de hoge aftop-
pingsgrens (aan de primaire doelgroep).
. . . … - Corporaties kunnen hier op stads-
Veel sociale huurders hebben moeite om rond te komen. De inkomens zijn . … .
. deelniveau van afwijken in het be-
laag of niet meegestegen met de toenemende kosten voor levensonder- .
. lang van de leefbaarheid. In buurten
houd en energie. . .
. waar de corporaties zien dat leef-
We staan voor een ongedeelde stad waar iedereen kans moet hebben om .
. baarheid onder druk staat, wijzen de
in elk stadsdeel te wonen. . .
corporaties meer woningen toe tus-
sen de hoge aftoppingsgrens en de
liberalisatiegrens (aan de secundaire
doelgroep). En we maken gebruik
De komende jaren dragen corporaties Tegelijk zoeken we in samenspraak met van de 15% (7,5%+7,5% extra) wette-
veel bij aan de betaalbaarheid van het onze landelijke en lokale partners in ons lijke ruimte om woningen toe te wij-
wonen. Vooral mensen met lage inkomens _ huurprijsbeleid nadrukkelijk de balans zen aan hogere inkomens. Ter com-
profiteren de komende jaren van een tussen betaalbaarheid en kunnen blijven pensatie wijzen we in draagkrachtige
gematigd huurbeleid. We volgen hierbij bijdragen aan de opgaven op het gebied buurten meer woningen toe aan de
de ambitieuze NPAS. De huren stijgen de _ van verduurzaming, nieuwbouw en reno- primaire doelgroep. Zo blijven we
komende jaren 0,5% minder dan de lonen. _vatie. Gemeente én corporaties kunnen stadsbreed minimaal 70% van de wo-
We verbeteren de woonlasten door wo- niet alle oorzaken van betaalbaarheid ningen toewijzen aan de primaire
ningen te isoleren. Daarvoor vragen we en betalingsproblemen oplossen. Het Rijk doelgroep.
geen huurverhoging. In 2023 verlagen is aan zet om te zorgen dat niemand «Mensen met middeninkomens raken
we, een jaar eerder dan gepland, de huren door het sociaal minimum heen zakt. in Amsterdam steeds meer in de knel
voor huurders met een inkomen tot op de woningmarkt. Wij willen een bij-
120% van het sociaal minimum. Door We dragen als volgt bij aan de betaal- drage leveren aan het oplossen van dit
deze huurverlaging én die van 2021 zijn baarheid van het wonen voor hen die probleem. Deze mensen hebben recht
alle sociale huurders in Amsterdam in dat het hardst nodig hebben: op de stad, en de stad heeft hen nodig.
2023 op een huurniveau uitgekomen Door middel van ons huurbeleid zorgen
dat past bij het inkomen. Dit willen we gaan doen: we ervoor dat huurwoningen die betaal-
* Voor huishoudens die op het sociale baar zijn voor huishoudens met een
Wij concentreren ons op wat we kunnen huursegment zijn aangewezen zorgen middeninkomen ook daadwerkelijk bij
doen om te voorkomen dat huishoudens we ervoor dat onze woningen betaal- hen terechtkomen.
in financiële problemen komen. Dat begint baar zijn. Daarbij hebben we oog voor __-We verhuren middenhuurwoningen
met het aanbieden van een betaalbare een goede balans in onze complexen, voor maximaal € 1.131 (op 140% van
huurwoning die past bij het inkomen. wijken en de stad. de liberalisatiegrens) met voorrang
We komen tijdig in actie als er betaal- _- In Amsterdam wordt gemiddeld 70% aan huishoudens met een jaarin-
problemen ontstaan. van de zelfstandige sociale woningen komen tot £ 69.575.
9 De Nationale Prestatieafspraken en het rijksbeleid volgend, houden we hier ook de huurgrenzen en normen van de Rijksoverheid aan om betaalbaarheid te definiëren. Deze passen we aan bij wijzigingen.
10 Samen werken aan de stad
so
oog
on
Sy) 0
Ad
See
Ds 3
os
=$ OD
)
a
D
u
- We verhuren minimaal 50% van onze Dit is hoe we willen samenwerken:
middenhuurwoningen voor een huur- «Voor individuele huurders die in de
prijs onder € 1.010 (geïndexeerd op knel komen is een specifieke aanpak
125% van de liberalisatiegrens). belangrijk. Daarom willen we de maat-
e De komende jaren volgen de corpora- regelen over vroegsignalering en huur-
ties een gematigd huuraanpassings- schulden uit de huidige prestatieaf-
beleid in lijn met de NPA: spraken graag continueren en waar
-In 2024 en 2025 neemt de huursom nodig aanscherpen. Om dit tot een
toe met de CAO-looninflatie -0,5%. succes te maken is samenwerking
-In 2026 en 2027 neemt de huursom met gemeente, huurders en andere
toe met de consumentenprijsindex +1%, belanghouders essentieel.
tenzij door de wetgever anders be- «We waarderen dat de gemeente ook veel
sloten wordt. aan betaalbaarheid doet en dat zicht-
- We maken gebruik van de wettelijke baar maakt via de ‘Pak je Kans'-web-
ruimte om een inkomensafhankelijke pagina van de gemeentelijke website.
huurverhoging te gebruiken voor In- We vragen de gemeente dit door te
komensgroepen die door de wetgever __ zetten en uit te breiden als omstandig-
worden aangewezen. Deze huurver- heden daarom vragen.
hogingen tellen niet mee in de huur- «We vragen de gemeente om de lobby
som. De extra investeringsruimte die te blijven voeren richting het Rijk om
daardoor gecreëerd wordt investe- het inkomensbeleid te laten aansluiten
ren we in verbetering van de kwali- bij te hoge woonlasten voor huurtoe-
teit en verduurzaming van ons bezit. slaggerechtigden.
- We brengen inkomensondersteunings- «Wij vragen onze partners om de NPA
regelingen vanuit de gemeente onder en het landelijke huurbeleid aan te
de aandacht bij huurders die daar houden, en geen aanvullende wensen
mogelijk voor in aanmerking komen. te stellen. Extra's op het gebied van
- De invulling van het huuraanpas- betaalbaarheid hebben direct effect op
singsbeleid is onderwerp van gesprek wensen gericht op beschikbaarheid en
tussen corporatie en de eigen huur- kwaliteit.
dersvertegenwoordiging. Hierbij wordt
het in de Wet Overleg Huurders Ver-
huurders (WOHV) vastgelegde advies-
traject zorgvuldig doorlopen.
Samen werken aan de stad 11
n u nijn, 0)
b. Een passende woning en meer doorstroming 5 ®
oog
Son
2
J OD
OO =$
a _—_— je
oP o
NS 53
©
os
=$ OD
)
ee
D
u
mn © Zekerheid in het wonen vinden we van
groot belang en we zetten daarom in op
. . ee . . verleiden tot doorstroming. Voor een
We willen een stad die toegankelijk is voor bewoners in verschillende fa- .
n . beperkt aantal schaarse woningen,
ses van hun leven. Onze huurders moeten ook op langere termijn prettig . -
. . en n . zoals rolstoelwoningen en grote gezins-
kunnen wonen in een woning met een huurprijs die past bij de woning en . . . .
. . . . woningen, is dat echter niet toereikend.
het inkomen, maar ook in een woning die wat betreft aantal kamers en . :
B . . . We willen samen vormen van tijdelijk-
oppervlakte past bij de samenstelling van het huishouden. We zien dat een . .
. . . heid voor deze schaarse woningen
deel van onze woningen nu niet passend is bewoond. Zo wonen er ouderen .
. . . . . . . nader uitwerken, waarbij de woonzeker-
in woningen met steile trappen en alleenstaanden in woningen die geschikt En
n . heid is gegarandeerd.
zijn voor een gezin
Dit is hoe we willen samenwerken:
LN Het thema doorstroming staat zowel
in de AAV van de gemeente als in de
Áls corporaties dragen we bij aan op- met andere woorden; we willen niet al- visie van de corporaties op een promi-
lossingen hiervoor. In de toewijzing door leen denken in oppervlakte en aantal nente plek. We willen hierbij samen
aan de voorkant te sturen op een pas- kamers, maar kijken naar wat nodig is. met de huurders en de FAH kijken wat
sende verhuring van de vrijkomende We willen in ieder geval het volgende er wél kan, onder welke voorwaarden.
woningen en door in te zetten op het doen: Dat geldt zowel voor het opstellen van
verleiden van huurders die nu niet pas- We breiden de regeling Van Groot Naar een plan van aanpak ter bevordering
send wonen. Dit doen we met passend Beter uit. We sluiten aan bij de NPA van de huidige doorstroomregelingen
aanbod en het bieden van zekerheid in waar het gaat om de doorstroming van en de uitvoering van de regelingen, als
het wonen. ouderen te stimuleren. Hierbij denken we bij het samen bedenken en uitvoeren
onder andere aan huurgewenning, een van nieuwe manieren om doorstroming
Dit willen we gaan doen: wooncoach, bewustwordingscampag- te bevorderen. De behoefte van de
Samen met de gemeente willen de nes, voorrangsregelingen en een ver- huurders, en wat nodig is om hen te
corporaties zowel de uitvoering van de huiskostenvergoeding. Om de regeling verleiden om meer passend te wonen
bestaande regelingen voor doorstroming nóg aantrekkelijker te maken bieden we staat centraal. Ook de zekerheid van
verbeteren als het geheel van regelingen ook als zij naar nieuwbouw verhuizen huurders moet kunnen worden ge-
verbeteren. We kijken waar we met een de verhuizers aan dat de oude huur borgd, wettelijk en bijvoorbeeld door
ruimere toepassing van de bestaande meegenomen wordt naar de nieuwe heldere afspraken aan de voorkant
regelingen een grotere groep huishou- woning. over passende vervolghuisvesting.
dens aan een passende woning kunnen _« We bieden minimaal 50% van onze wo- „We trekken samen beter op in de
helpen. Hierbij kijken we ook naar de ningen in het middensegment aan met actieve Informatievoorziening richting
behoeften van dat huishouden, naast de voorrang voor huurders die een sociale huurders over de regelingen.
kenmerken van een passende woning, huurwoning achterlaten. * Er zijn verschillende drempels voor
12 Samen werken aan de stad
so
oog
on
Sy D
Ad
See
Ds 3
os
=$ OD
)
a
D
u
mensen om te verhuizen. Samen met
gemeente en huurders willen we
breder kijken naar het wegnemen van
drempels.
-We vragen van de gemeente een
ruimere toepassing van de verhuis-
kostenregeling zodat deze meer inge-
zet kan worden.
- Verhuizen is intensief, waardoor veel
mensen hier tegenop zien en de stap
uiteindelijk niet nemen. Daarom wil-
len we in samenwerking tussen de
gemeente en de corporaties een pilot
initiëren, gericht op het opzetten van
een verhuisservice met verhuiscoa-
ches om doorstromers te ontzorgen
rond de verhuizing. We vragen de ge-
meente om waar nodig extra kosten
voor haar rekening te nemen.
Samen werken aan de stad 13
nn nijn, Q)
5. Jongeren en studenten horen bij de stad SD
oog
200
$
J OD
le es d
a —_— 8
oP gy
SS
etri,
os
ST OD
)
ee
D
u
nn Dit is hoe we willen samenwerken:
e We vragen de gemeente om zich te
… . … blijven inzetten voor voldoende voor-
Jongeren en studenten spelen een belangrijke rol in Amsterdam. Zij dragen .
n . . . raad van sociale betaalbare studenten-
bij aan de levendigheid van de stad en vormen de basis voor haar onder- . . .
an . . . . . en jongerenhuisvesting, zoals bij het
wijsinstellingen. De Amsterdamse corporaties willen jongeren, van binnen en .
. . . … gunnen van grond voor nieuwbouw.
buiten de stad, daarom de kans bieden om in Amsterdam hun wooncarrière
. . . . e We vragen van de gemeente de moge-
te starten. En daarom is de groei van het aantal woningen voor jongeren en . . .
. . . lijkheid om als woningcorporatie zelf
studenten in de nieuwbouw essentieel. .
te beoordelen welke woningen en welke
contractvormen het beste passen bij
LN je verschillende groepen jongeren.
e We vragen de gemeente om vergunnings-
De doelgroep jongeren bestaat uit ver- staande voorraad beter te benutten, ook vrij woningdelen voor woningcorpora-
schillende groepen, zoals werkende met woningdelen. ties toe te staan, bij zowel sociale huur
jongeren, studenten en jonge gezinnen, Ook flexwoningen kunnen hiervoor wor- als vrije sector huur.
met elk een eigen, specifieke woon- den gebruikt en bieden in sommige ge- «We willen vasthouden aan de doelstel-
vraag. Met ook elk hun eigen opleiding, vallen een uitkomst. Het is echter wel ngen van het Landelijk Actieplan Stu-
gender, leeftijd en culturele achter- een tijdelijke oplossing, waarbij na 10 tot dentenhuisvesting en vragen ook de
grond. Om al deze jongeren voldoende 15 jaar een dubbele inspanning geleverd gemeente zich hieraan te committeren
kansen te bieden, reserveren we een moet worden voor vervanging én uit- en uitvoering aan te geven.
deel van onze woningvoorraad specifiek breiding om de stijgende behoefte opte «We willen samen met de gemeente de
voor jongeren en studenten. Deze groepen vangen. onderwijsinstellingen en studenten-
blijven we wel scheiden, gezien hun organisaties betrokken houden, in een
verschillende levensfase, levensritmes _ Dit willen we gaan doen: nader af te spreken samenwerkings-
en leefstijlen. We zien dat de voorraad «We zetten ons als corporaties in voor __ vorm.
betaalbare jongeren -en studenten- voldoende permanent betaalbare wo-
woningen krimpt o.a. door het uit exploi- ningen voor jongeren en studenten in
tatie gaan van tijdelijke woningen en de de periode van 2024-2027 in zowel de
focus op dure ‘sociale’ studentenhuis- bestaande voorraad als bij nieuw-
vesting die in de markt is gerealiseerd. bouw, zowel in de stad als in de regio.
Dit terwijl de vraag naar betaalbare «We zetten het jongerencontract in wan-
woonplekken ook voor deze doelgroe- neer dat passend is voor de doelgroep.
pen blijft stijgen. e We onderzoeken hoe we de bestaande
We blijven ons inzetten voor voldoende woningen via woningdelen beter kun-
woningen voor deze groepen, door nen benutten voor onder meer jonge-
nieuwe woningen te bouwen en de be- ren en studenten.
14 Samen werken aan de stad
. on 0)
6. Een (t)huis voor mensen met een SD 5
n n a .
kwetsbare positie op de woningmarkt 2.0 U
J OD
le es d
a —_— 8
oP gy
SS
etri,
os
=$ OD
)
ee
D
u
nn Dit is hoe we willen samenwerken:
e Binnen het Programma Huisvesting
. . . . Kwetsbare Doelgroepen, de gemeng-
ledereen heeft een (t)huis nodig. Sommige woningzoekenden moeten van- .
B er . n de complexen en de projecten Onder de
wege hun persoonlijke situatie een nieuwe of bijzondere start maken op de
. . . Pannen en Tijdelijk onder Dak werken
woningmarkt. Denk aan mensen die uitstromen uit een intramurale (zorg)
. , . . . . . we samen met de gemeente en de
instelling of uit detentie, mensen met sociale of medische urgentie, status- . . . .
. zorgaanbieders, ieder vanuit onze eigen
houders en dak- en thuisloze mensen. 0: 5
… . en: . . rol en verantwoordelijkheid. Wij kun-
Zij hebben extra hulp nodig om tijdig nieuwe woonruimte te vinden. …
nen onze bijdrage aan deze samen-
werking alleen doen als de andere
partners hun verantwoordelijkheid
blijven nemen. Dit gaat onder andere
We werken samen met de gemeente en het Programma Huisvesting Kwetsbare over financiering van de zorg en vol-
zorgaanbieders om te voorzien in pas- Groepen, ongeachtdefinancieringsbron doende te matchen huishoudens en
sende woonplekken en ondersteuning van de zorg. We huisvesten hier im- personeel om cliënten te begeleiden.
voor mensen die dat nodig hebben om mers kwetsbare Amsterdammers die «In de stuurgroep van het Programma
goed te landen in hun nieuwe (thuis in anders in een veel duurdere zorgin- Huisvesting Kwetsbare Doelgroepen
een nieuwe woonomgeving. stellingen moeten verblijven. monitoren we gezamenlijk de toewij-
* Voor de economisch daklozen blijven zing van woningen aan specifieke
Dit willen we gaan doen: we inzetten op tijdelijke huisvesting doelgroepen. Besluiten over het bij-
e We willen maximaal 30% van onze via concepten als Onder de Pannen en stellen van afgesproken aantallen en
jaarlijkse nieuwe verhuringen (uitgaan- Tijdelijk onder Dak. verdeling van doelgroepen worden
de van het voorgaande jaar) bestemmen _ * Voor de complexen met verschillende genomen in de stuurgroep.
voor huurders die zich in een kwets- doelgroepen en de nog te realiseren «Binnen het Programma Huisvesting
bare situatie bevinden zoals die in het flexlocaties willen corporaties per Kwetsbare Doelgroepen werken we
Programma Huisvesting Kwetsbare complex het percentage kwetsbare samen met de gemeente en zorgaan-
Doelgroepen (PHKG), WLZ, rolstoel- doelgroepen (inclusief statushouders) bieders om mensen die begeleiding
gebruikers en slachtoffers van de bepalen, rekening houdend met de aard nodig hebben bij het zelfstandig wonen
toeslagenaffaire. Jaarlijks kunnen we en de grootte van het complex, de voor- zo passend mogelijk te huisvesten. Dit
vervolgens in overleg met elkaar (wo- zieningen in de buurt en de onder- doen we door samen zorgvuldig te
ningcorporaties, gemeente en zorgin- steuning die beschikbaar is. matchen en samen te werken volgens de
stellingen) het absolute aantal toewij- «We evalueren de Tien Werkafspraken Tien Werkafspraken en de Omslagroute.
zingen bepalen voor het volgende jaar. ‘Thuis in de Wijk' in 2024, passen deze «Voor de gemengde wooncomplexen
e Als het gaat om permanente interme- zo nodig aan en zorgen ervoor dat af- voor statushouders en woonstarters
diaire verhuur nemen we de verhuur __ spraken tussen de partijen worden maken we werkafspraken met onze
van deze woningen mee in de 30% van opgevolgd. partners om de samenwerking, het
Samen werken aan de stad 15
beheer en de ondersteuning voor
kwetsbare statushouders op orde te
krijgen. Insteek is dat de kwetsbare
statushouder het recht heeft om ge-
bruik te maken van dezelfde voorzie-
ningen als de kwetsbare Amsterdam-
mer. Onderdeel daarvan is een
escalatiemodel voor het handelen bij
complexere casuïstiek.
* De ondersteuning voor statushouders
door zorg- en welzijnspartners is be-
schikbaar gedurende de gehele loop-
tijd van het gemengde complex/de
flexlocatie.
e We blijven investeren in de werkpro-
cessen en de samenwerking met de
gemeente en zorgaanbieders, onder
andere via de kwartaalbijeenkomsten
van het implementatieteam Tien Werk-
afspraken en Omslagroute. Daarnaast
stellen we een Inwerkprogramma op
voor nieuwe medewerkers van de drie
partijen.
* We monitoren samen met de partners
en de stadsdelen de draagkracht en
de draaglast van een buurt. Als een
buurt of complex te kwetsbaar wordt,
maken we afspraken over extra inter-
venties, waaronder aanpassingen in de
toewijzing om de kwetsbaarheid te
herstellen. De gemeente is hierin on-
misbaar als regisseur en partij die het
overzicht heeft in de buurt. Dit heeft een
relatie met het thema leefbaarheid.
16 Samen werken aan de stad
Ì nn nijn, 0)
7. Zo lang en zo zelfstandig mogelijk SD
oog
a
thuis wonen 2.0 U
J OD
OO =$
a _—_— je
oP o
NS 53
GO
os
ST OD
)
ee
D
u
building maken we structurele afspra-
ken over de financiering. Dat is rand-
. … voorwaardelijk voor het realiseren
ledere Amsterdammer heeft het recht om zo lang en zo zelfstandig mogelijk
. . … van een woonconcept dat voor een
thuis te kunnen wonen. Dat geldt in het bijzonder voor ouderen en mensen …
. : … . langere termijn kan bestaan.
met een (fysieke en/of psychische en/of verstandelijke) beperking. Ons doel
is dat bewoners zelfredzaam kunnen wonen, al dan niet met ondersteuning. . .
. … n Dit is hoe we willen samenwerken:
Huurders moeten goed kunnen landen in de wijk, waar maatschappelijke
… e Samen met de gemeente en zorg- en
voorzieningen op orde zijn en waar ze elkaar kunnen ontmoeten. … .
welzijnsaanbieders zorgen we voor
prettig wonen voor al onze huurders en
:
meer specifiek voor ouderen en men-
sen met een (fysieke en/of psychische
De regierol van de gemeente en toe- Dit willen we gaan doen: en/of verstandelijke) beperking. We
gankelijke maatschappelijke voorzie- «Door het bieden van woningen met hebben elkaar hierin nodig vanuit
ningen, is hierin cruciaal. Goed landen permanente intermediaire verhuur- onze eigen rol en verantwoordelijkheid.
in de wijk draagt bij aan veerkrachtige contracten leveren de corporaties een «De regierol van de gemeente en toe-
wijken waar het prettig wonen en samen- bijdrage aan het woonzorgaanbod in gankelijke maatschappelijke voorzie-
leven is. De nabijheid van zorg en welzijn de stad. Dat continueren we. ningen, van de huisarts tot het Buurt-
in de woonomgeving is essentieel en «Per gebied streven we naar passende team en een ontmoetingsplek in de buurt,
van toegevoegde waarde voor langer __woonconcepten voor diverse doel- zijn cruciaal. Wij kunnen ruimte maken
zelfstandig wonen. Het voorkomt een- groepen, waaronder senioren en sta- in ons vastgoed, de zorg- en welzijns-
zaamheid en de maatschappelijke kosten tushouders. We onderzoeken op basis aanbieder zorgt voor het programma en
zijn lager. van een woonzorganalyse per gebied, de gemeente voor de langdurige finan-
Corporaties zetten zich in voor goede in samenspraak met onze partners, de ciering van de zorg en voorzieningen.
lokale samenwerking met gemeente, behoeften, de mogelijkheden en wat «Bij het geschikt maken en houden van
zorg en welzijn. Wanneer bewoners in nog meer nodig is (denk aan het labe- woningen en wooncomplexen voor ou-
de problemen komen en zorg nodig len van woningen, aanpassing van de deren en mindervaliden werken we
hebben en/of overlast veroorzaken huisvestingsverordening voor pas- samen in het kader van de WMO. Aan-
melden we dit. Woonoverlast is vaak send toewijzen). passingen in de woning en de algemene
een indicatie van onderliggende proble- Ons uitgangspunt is dat het wooncon- ruimte zijn een voorziening vanuit de
men. Het is van belang voor de bewo- cept een middel is en niet een doel op gemeente.
ner én de buurt dat professionals el- zich. Bij het realiseren van een bijzon- «We maken bindende werkafspraken
kaar goed weten te vinden en opschalen der woonconcept In een bestaand met de gemeente over het aanvragen,
als het nodig is. complex nemen we de bewoners mee. plaatsen en verwijderen van aanpas-
Bij het realiseren van een gemeen- singen in woningen en de algemene
schappelijke ruimte en community ruimte via de WMO.
Samen werken aan de stad 17
on 0)
8. Leefbare buurten SD
oog
Son
2
J OD
OO =$
a _—_— je
oP o
NS 53
©
os
=$ OD
)
ee
D
u
| nodig is, maar pakken hierbij niet de
regie van de gemeente over. Doel is het
. aanzwengelen van de samenwerking,
Corporaties staan voor een ongedeelde stad, een stad met buurten waar
. . . en. . het op gang brengen van het proces
het prettig wonen is en waar oud en jong, arm en rijk zich thuis kan voelen,
. on . . en het ondersteunen van andere par-
opgroeien en oud worden. Waar huidige bewoners zich gezien en gehoord ee
. . . . De tijen in het pakken van hun rol.
voelen, maar waar ook ruimte is voor nieuwe bewoners. De diversiteit aan . .
… . * Voor prettig leven in de gemengde
mensen maakt de stad en vraagt tegelijk verdraagzaamheid en zorgzaam- . . .
. complexen zien we community buil-
heid om goed samen te leven. .
ding als een must, zeker als er ook
kwetsbare groepen wonen.
:
* Daarnaast zorgen we in ons beheer
ervoor dat complexen ‘schoon, heel en
In de meest kwetsbare buurten zetten _heidsdomein, ieder vanuit de eigen ver- veilig’ zijn. We handelen bij overlast
we een stap extra om de buurten leef- _antwoordelijkheid. De regie van de ge- en schakelen indien nodig de verant-
baarder te maken. Het verbeteren van meente op de integrale aanpak is woordelijke instanties in.
de leefbaarheid vraagt om een integra- noodzakelijk om te borgen dat elke Am- «We bieden ruimte voor verschillende
le aanpak en ongelijk investeren om het _ sterdammer de mogelijkheid heeft zelf- vormen van bewonersparticipatie. We
geheel te verbeteren. De bijdrage van redzaam te wonen, mee te doen in de ondersteunen bewonerscommissies en
corporaties is in de basis gericht op samenleving en zich te ontwikkelen. andere actieve bewoners die een bij-
kwaliteit van de woningen die ze ver- drage willen leveren aan de leefbaar-
huren en de directe fysieke leefomgeving. Dit willen we gaan doen: heid van hun buurt. We geven wanneer
Naast het vernieuwen en verbeteren Corporaties prioriteren ieder een aantal gewenst huurders regie over bijvoor-
van woningen en ze goed op orde houden interventiebuurten waarvoor ze hun beeld het beheer van (een deel van) hun
is meer nodig. Leefbaarheid is ook elkaar beleid afstemmen om meer impact te complex.
kunnen ontmoeten, het tijdig aanpakken maken op de leefbaarheid. Door een «Corporaties signaleren overlast en zor-
van overlast en woonfraude, het voor- combinatie van een fysieke en sociale gelijke situaties aan de Meldpunten
komen dat buurten vervuilen en onveilig aanpak én in samenwerking andere Zorg en Woonoverlast, of de Buurt-
zijn en dat het voorzieningenniveau en relevante partners zoals de gemeente, teams Amsterdam. We maken graag
het groen op orde is. We sturen ook op zorg- en welzijnspartijen willen wij zo de werkafspraken over het bestendigen
een gebalanceerde bewonerssamen- _ veerkracht van die buurten vergroten. van de samenwerking en een escalatie-
stelling in buurten en complexen en We zetten ons daarnaast in voor geza- model voor het handelen bij complexere
een evenwichtig huurbeleid met een menlijke gebiedsplannen met gemeen- casuïstiek.
mix aan woningen voor verschillende te en maatschappelijke partners. e Bij ernstige overlast en woonfraude
inkomensgroepen. Hierbij werken we «We nemen verantwoordelijkheid om in willen we intensiever samenwerken
altijd samen met onze partners in de deze interventiebuurten de samen- met de gemeente om de last voor /in-
wijk, vooral in het sociale- en veilig- werking op gang te brengen als dat vloed op het woongenot van omwo-
18 Samen werken aan de stad
soSZ
oog
on
Sy) 0
Ad
See
Ds 3
os
=$ OD
@)
a
D
u
nenden te beperken. Daarbij verwach- plannen echt verder willen brengen,
ten we dat de gemeente ons steunt als moeten we hier investeren in het
huisuitzetting onvermijdelijk is. doen. Dit vraagt om mensen met man-
daat die beslissingen kunnen nemen
Dit is hoe we willen samenwerken: en ook echt in de buurten zelf aan de
e De inzet van de partijen in de wijken slag gaan. Dit betekent ook dat de inzet
maakt pas echt impact wanneer die op van de politie op orde is, zodat bewoners
elkaar afgestemd is. Daarom willen en professionals zich veilig voelen.
we de plannen die de corporaties heb- «Als we allemaal onze rol pakken in de
ben voor vernieuwing en verbetering van wijken en ongelijk investeren voor ge-
woningen combineren met plannen lijke kansen, betekent dit dat de cor-
van de gemeente voor de openbare poraties verantwoordelijk zijn voor
ruimte. Zo werken we effectief samen leefbaarheid in de complexen, de ge-
aan de leefbaarheid. meente voor de openbare ruimte en
e Een belangrijke rol in de buurten is de voorzieningen, de welzijn- en zorg-
weggelegd voor het buurtteam, onder aanbieders voor de ondersteuning, de
regie van het stadsdeel. We willen de politie voor de veiligheid, et cetera.
samenwerking verbeteren door op- _ Alleen samen kunnen we de leefbaar-
nieuw te Investeren in het verhelderen heid op orde krijgen en houden.
van de rolverdeling en doelen waar Belangrijk in de samenwerking is dus
het gaat om gebiedsgericht werken. dat alle partners zich aan hun eigen
En hernieuwde, goed uitvoerbare werk- __ verantwoordelijkheid houden. Soms
afspraken formuleren. Daarnaast is het moeten we daardoor ook informatie
voor de continuïteit van ondersteuning delen over bewoners. Dit doen we via
in de wijken belangrijk om de nieuwe de bestaande convenanten.
manieren van werken in het gebieds-
gericht werken te borgen voor de lan-
gere termijn. We stellen de gemeente
voor om in twee of drie buurten als
pilot de bestaande afspraken tegen
het licht te houden en zo nodig aan te
scherpen.
e We verwachten dat de gemeente geld
en capaciteit vrijmaakt voor gebieds-
gericht werken in de masterplange-
bieden. Als we deze lange termijn-
Samen werken aan de stad 19
an nijn, Q)
Bijlage | Tabellen SD 5
na n en
bij het Samenwerkingsvoorstel van de 2.0 U
m m | Qy) D
Amsterdamse woningcorporaties 2024-2027 “@=5
OQ D' a
Ö el)
mi
oJ
os
3 D
@)
ee
D
u
Tabel voorgenomen aanpak EFG-labels 2024-2027
bruto opgave” ultimo 2023 aantal weggewerkte Bruto opgave” ultimo 2027
EFG-labels 2024-2027
Rochdale 4.027 1,384 2.643
Stadgenoot 5.186 2.286 2.900
Eigen Haard 6.818 2.635 4.183
Ymere 8.003 3.052 4951
de Alliantie 4044 1.664 2.380
Lieven de Key 4.383 3649 734
Totaal 32.461 14.670 17.791
*Bruto opgave: totaal aantal woningen met pre-label EFG (volgens NTA8800) inclusief het aantal woningen waarvan geen pre-label berekend is maar het afgemelde label E‚F of G is. In de bruto aantallen staan ook
nog de woningaantallen waarvoor er in de NPA een uitzondering is opgenomen, zoals woningen met een monumentale status, woningen waarvoor sloop gepland staat en zogenoemde kleine woningen die volgens
de voorgaande methodiek een beter label dan EFG zouden hebben. De definitie klein wordt nog nader uitgewerkt in de NPA en dit kan daarom nog niet van de bruto opgave afgetrokken worden.
Tabel voorgenomen voorraadontwikkeling sociale huur per corporatie 2024-2027
De Alliantie DUWO Eigen Habion Lieven Rochdale Stadgenoot Woonzorg Ymere Totaal
Haard de Key
Nieuwbouw 1.792 904 1351 _ 120 1648 1.53 1.624 338 1655 10.968
zelfstandig
Nieuwbouw, 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
onzelfstandig
Verkoop -867 7 -273 0 -631 477 -440 0 -160 -3.455
Sloop 467 0 -267 0 -226 -870 757 0 -192 -3.079
iberalisatie 166 0 -34L 0 84 194 129 2 24 1.193
(saldo)
Saldo sociale 292 897 _ 167 _ 120 _ 707 5 298 336 _ 429 3.241
huurwoningen
20 Samen werken aan de stad
nijn, Q)
SD
oo3
200
$
J OD
WO d
a —_— 8
oP gy
S
oJ
os
=$ OD
)
ee
D
u
Tabel voorgenomen voorraadontwikkeling middenhuur per corporatie 2024-2027
De Alliantie DUWO Eigen Habion Lieven Rochdale Stadgenoot Woonzorg Ymere Totaal
Haard de Key
Nieuwbouw” 458 0 234 0 0 209 407 13 0 1.321
opleveringen
go eralisatie 166 0 344 0 84 194 85 2 24 1.149
Totaal 624 0 578 0 84 403 492 15 274 2.470
Tabel voorgenomen voorraadontwikkeling zelfstandige flexwoningen per corporatie 2024-2027
De Alliantie DUWO Eigen Habion Lieven Rochdale Stadgenoot Woonzorg Ymere Totaal
Haard de Key
Nieuwbouw
Ne 225 0 0 0 188 0 36 0 68 517
tijdelijk
Sloop tijdelijk 0 0 0 0 -486° 0 0 0 0 486
Saldo
tijdelijke 225 0 0 0 -298 0 36 0 68 31
woningen
6 Dit aantal is onder voorbehoud van overeenkomst met de gemeente voor het verlengen van de grondhuurovereenkomst van de locatie Zeeburgereiland tot 2029. Als dat niet mogelijk is komen hier nog 449 te slopen
tijdelijke eenheden bij.
Samen werken aan de stad 21
nijn, Q)
S D
oog
>), D W
5 al MD
o&sSs
a D en
Ss
© 0 3
955
ab)
t
D
u
Derkinderenstraat 20-5
1062 DB Amsterdam
Postbus 9959
1006 AR Amsterdam
www.afwc.nl
[email protected]
T 020 346 0360
A de Alliantie
d
EIGEN HAARD
@® Habion
Pieven de Key
&À RocHDare
Stadgenoot
Ymere
22 Samen werken aan de stad
D
oog
5.00
_, D
z88
Sob
o53
95%
a)
zr
D
u
| Onderzoeksrapport | 24 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 194
Publicatiedatum 22 februari 2019
Ingekomen onder AP
Ingekomen op donderdag 14 februari 2019
Behandeld op donderdag 14 februari 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Hammelburg inzake het Programmaplan
Ouderenhuisvesting 2019-2022 (aandacht voor ouderen met en middeninkomen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Programmaplan Ouderenhuisvesting 2019-2022
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 111).
Overwegende dat:
— Het Programmaplan Ouderenhuisvesting de aanname doet dat ouderen met een
middeninkomen zich in principe goed kunnen redden;
— Dat in steeds mindere mate het geval is, omdat ook voor ouderen met een
middeninkomen in Amsterdam nauwelijks perspectief is op het vinden van een
woning die geschikt is om oud in te worden
Besluit:
De tekst "Ouderen in de vrije sector zijn in principe zelf goed in staat hun plek te
vinden op de woningmarkt” op pagina 9 te veranderen in:
“Dit geldt ook in toenemende mate voor ouderen met een middeninkomen. Zij hebben
door de schaarste aan geschikte middenhuurwoningen steeds meer moeite een
gepaste woning te vinden.”
Het lid van de gemeenteraad
A.R. Hammelburg
1
| Motie | 1 | discard |
4 len Raadsinformatiebrief
m
| Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 juli 2022
Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen
Portefeuillehouder(s): __ Wethouder Melanie van der Horst
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, Anne Marie Cannoo,
Bestuurlijke. Zaken. [email protected]
Onderwerp Afdoening toezegging vit de commissievergadering van 15 december 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de raadsinformatiebrief inzake de bomenboekhouding, behandeld in de commissie WB van 15
december 2021, werd toegezegd om u naast een maandelijkse weergave van de
bomenboekhouding, jaarlijks na het plantseizoen nader te informeren over de stand van zaken ten
aanzien van het beheer van de Amsterdamse bomen.
Conform deze toezegging wordt sinds januari 2022 iedere maand een overzicht van de
bomenboekhouding digitaal gepubliceerd via https://www.amsterdam.nl/bestuur-
organisatie/volg-beleid/groen{/bomen/ vervangingsopgave/bomenboekhouding/. Tevens volgens
toezegging, informeer ik u hierbij over de stand van zaken van het Vervangingsprogramma Bomen
na afronding van het plantseizoen 2021-2022 met een vooruitblik en een prognose.”
Hierbij is te vermelden dat we, evenals vorig plantseizoen, meer bomen hebben geplant dan we
moesten verwijderen vanuit veiligheid. Deze trend van een positieve bomenbalans in het beheer
wordt inmiddels ook weer voorbereid voor het komende plantseizoen.
Inleiding
Bomen in de stad; belang en dilemma
Bomen zijn van belang voor het leefmilieu in de stad. Groen in onze woonomgeving levert op
meerdere manieren een positieve bijdrage aan de gezondheid. We streven dan ook naar een
groene stad met zoveel mogelijk bomen. Andersom is de stad voor bomen zeker geen
gemakkelijke omgeving. In de stenige openbare ruimte zijn er minder voedingstoffen, hebben
bomen meer last van droogte, is er weinig ruimte voor de wortels en zorgt verkeer voor trillingen
waardoor de grond verdicht. Daarnaast wordt de boom soms geraakt bij het inparkeren of doet
deze dienst als steun voor fietsen. Het is daarom moeilijk om straat- en wijkbomen tot hoge
leeftijd te behouden, terwijl nu juist de oudere, flinke bomen met groot bladvolume de meeste
impact hebben op temperatuur, vocht, reductie van (fijn)stof en verkeerslawaai.
Alle reden om zuinig te zijn op onze stadsbomen. Boombeheer in de stad is dan ook een essentiële
maar tegelijkertijd complexe opgave.
* Weesp was nog geen onderdeel van de opgave en zal vanaf plantseizoen 2022-2023 worden meegenomen. Vanaf
september 2022 gaat het Vervangingsprogramma Bomen aan de slag in Weesp zowel met vervanging als inhalen
achterstanden.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 6
Vervangingsprogramma bomen; cyclische opgave vanwege veiligheid
Het betreft hier bomen in de openbare ruimte die vanwege veiligheid of einde levensduur moeten
worden vervangen
Cyclische inspectie en maatregelen
Het uitgangspunt is om onze stadsbomen zo lang mogelijk gezond te houden. Tegelijkertijd
moeten we zorgen dat de omgeving veilig blijft. Vanuit de zorgplicht worden alle bomen periodiek
geïnspecteerd en moeten dode, onveilige bomen worden vervangen. Vanwege de eerder
aangegeven redenen kan een boom instabiel en daarmee gevaarlijk worden. Ook ziektes zoals
iepenziekte, essentaksterfte en gebreken zoals takbreuk bij de Canadese populieren kunnen
noodzaak zijn om een voor de omgeving gevaarlijke boom te verwijderen. In vitzonderlijke
situaties gebeurt dit zelfs acuut door middel van een noodkapbesluit. Het boombeheer in de stad
kent dus het dilemma van de zorg om iedere boom zo lang mogelijk te behouden, maar
tegelijkertijd de zorg om de stad veilig te houden.
= __Omgevingsvergunningen t.b.v. de cyclus boomveiligheid
Het verwijderen van bomen, ook in geval van veiligheid, kan uitsluitend na afronding van de
vergunningsprocedure inclusief aanvullende regelgeving en bezwaartermijnen?. Vanuit
beschikbare inspectiegegevens wordt enkele keren per jaar een lijst opgesteld waarvoor een
omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Deze bomen zullen na de vergunningverlening zo
spoedig mogelijk worden verwijderd. Vervolgens kan binnen ongeveer een jaar herplant
plaatsvinden in het opvolgende plantseizoen. De reden voor deze termijn is de benodigde
voorbereiding op het werk en optimale inrichting van de boomspiegel ten behoeve van optimale
groeiomstandigheden voor de nieuwe boom.
Opgave en actuele stand van zaken
Het Vervangingsprogramma Bomen heeft de opdracht om in een periode van 5 jaar (2019 tot einde
plantseizoen 2023-2024) een aantal van 8.000 tot 10.000 bomen te hebben geplant. Het gaat
hierbij om de jaarlijkse vervanging van de bomen met een veiligheidsrisico, en het wegwerken van
achterstanden van ontbrekende bomen die in het verleden om diverse redenen nooit werden
herplant.
De voortgang van het vervangingsprogramma wordt mede bepaald door vergunningstermijnen,
stagnatie vanwege de Wet natuurbescherming, ingediende bezwaarschriften, bodemsanering,
ruimtegebrek door infrastructurele omstandigheden of onverwachte sterfte door boomziekten en
storm. Hierdoor kan de voorgenomen planning soms wijzigen.
Het afgelopen plantseizoen (november 2021 t/m april 2022) zijn er vanuit het
Vervangingsprogramma Bomen, 2502 bomen aangeplant. Daarnaast werden 1407 bomen
verwijderd omwille van boomveiligheid.
Voor het tweede achtereenvolgende jaar werden meer bomen geplant dan verwijderd. Voor het
aankomend plantseizoen (november 2022 t/m april 2023) wordt hetzelfde tempo aangehouden
met een prognose van 2200-2500 bomen.
* Tenzij de boombeheerder bepaalt dat een noodkapprocedure (zonder termijn) moet worden toegepast.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 3 van 6
Vervangingsprogramma bomen; extra opgave
Naast de cyclische vervanging, waarbij het bomenbestand in evenwicht blijft, houden wij ons bezig
met extra plantopgaven. Er is nog sprake van een achterstand van lege boomspiegels die we willen
vullen met nieuwe bomen. Verder worden er nieuwe locaties onderzocht voor de aanplant van extra
bomen. Dit gebeurt in samenwerking met de stadsdelen.
Meldingen van bewoners
Vanuit bewonersmeldingen (SIA) maken we een selectie van gemelde dode of sinds langere tijd
ontbrekende bomen in de stad die we binnen het Vervangingsprogramma Bomen weer herplanten.
Niet op alle locaties is dit mogelijk, bijvoorbeeld bij te weinig groeirvimte of concurrentie van
andere grote bomen (*).
Het afgelopen plantseizoen werden circa 350 bomen op deze lege plekken geplant. In het plantjaar
2022/2023 verwachten we een gelijk aantal bomen van deze bewonerslijst te planten. Naast de
bewonerswensen in alle stadsdelen is er in dit seizoen extra aandacht voor de ontbrekende bomen
langs de grachten (Unesco Werelderfgoed). Deze worden in afstemming met de vernieuwing van
kademuren aangeplant.
e _(*) Ongeschikte groeiplaatsen
Verspreid door de stad zijn er locaties waar bomen niet kunnen worden herplant. Dit heeft
verschillende oorzaken: een gewijzigd wegprofiel, ongewenste herplant door omringende grote
bomen, onmogelijke herplant door de aanwezigheid van kabels en leidingen of bijvoorbeeld
uitgestelde herplant in afwachting van projecten waarin de herplant is opgenomen. Per locatie
worden alternatieve mogelijkheden bekeken, het liefst in de nabije omgeving. Een deel van deze
bomen werd inmiddels op een andere locatie herplant.
Aantal extra bomen/ monumentale bomen
We richten ons in eerste instantie op een inhaalslag van lege boomspiegels. Tegelijkertijd worden
de mogelijkheden voor 250 extra plantlocaties onderzocht. Er is een inventarisatie gemaakt van
mogelijke plekken die in samenspraak met de stadsdelen zal worden bekeken op wenselijkheid en
haalbaarheid. Daarbij hebben we de intentie om een aantal van de nieuwe locaties te kiezen als
monumentale groeiplaats waar bomen de ruimte hebben om uit te kunnen groeien tot
monumentale bomen. De planning was aanplant in 2022, maar zorgvuldige afstemming met de
stadsdelen kost wat meer tijd. De bomen kunnen dan worden geplant in het plantseizoen
2023/2024.
Ecologische houtopstanden
In 2021 zijn 129 bomen omgevormd tot ecologische houtopstand. Dit zijn dode bomen die op
sommige locaties kunnen blijven staan met een ecologische waarde zonder veiligheidsrisico voor
de omgeving.3 Hoeveel er jaarlijks bijkomen is lastig in te schatten. Het aantal komt voort vit de
inspecties en is afhankelijk van geschikte locaties. Deze vorm van behoud wordt voornamelijk
gerealiseerd in bosplantsoen. Namelijk de keuze tot ecologische houtopstand betekent dat er op
dezelfde plaats geen nieuwe boom kan worden geplant. Er moet dus sprake zijn van omringende
bomen om als geheel voor voldoende groen te kunnen zorgen.
3 Uitvoering conform door de raad aangenomen motie 705-20 ( 11 juni 2020) om de mogelijkheden van ecologische
houtopstanden te benutten.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 4 van 6
Vervangingsprogramma bomen; herplant na storm en vanwege boomziektes
We hebben rekening te houden met jaarlijks onverwachte tegenslag vanwege storm of ziektes. Dit
stelt extra eisen aan de inzet van de aanplant capaciteit.
Stormenreeks februari 2022
De reeks aan zware stormen in februari 2022 heeft gezorgd voor circa 600 omgewaaide bomen.
De planning is om deze in het komende plantseizoen 2022/2023 te herplanten. De evaluatie van
(mogelijke) oorzaken en technische analyse van de omgevallen bomen volgt in het najaar van
2022.
lepenziekte
In het voorjaar en in de zomer hebben we ieder jaar helaas te maken met uitbraken van
iepenziekte. In 2021 betrof het een aantal van 264 aangetaste en verwijderde bomen. Op 1 juli
2022 tellen we 103 via noodkap verwijderde zieke iepen. Als aandeel van het totale aantal van ruim
30.000 iepen betekent dit een vitval van minder dan 2%. Dit is vergelijkbaar met andere jaren en is
goed beheersbaar. De bomen worden herplant als onderdeel van het Vervangingsprogramma
bomen. In het bosplantsoen is een gelijke mate van uitval, maar hier is sprake van natuurlijke
verjonging waardoor de populatie in stand blijft.
Overige boomziektes
Overige schade door boomziektes zoals de kastanjebloedingsziekte, essentaksterfte,
watermerkziekte bij wilgen, roetschorsziekte bij essen of aantasting door de perenprachtkever bij
meidoorns wordt onderzocht en komende jaren gemonitord. Dit geeft ons inzichten om in de
toekomst passende maatregelen te nemen voor het behoud van deze bomen, om beter resistente
soorten terug te planten, en de juiste keuzes in aanplant te kunnen maken.
Projecten en Grootstedelijke ontwikkelingsgebieden
Naast vervanging vanwege veiligheid, worden er bomen vervangen vanwege projecten.
Soms moeten bomen worden verwijderd vanwege (bouw)werkzaamheden, profielwijzigingen
onder of boven de grond, door gemeentelijke beheerorganisaties of door particulieren. Dit betreft
situaties waarin de stedelijke omgeving niet wezenlijk verandert. In deze gevallen gaat het om
boom-door-boom vervanging na afronding van de activiteiten.
Wanneer het gaat om grootschalige gebiedsontwikkeling en bouwprogramma'’s van woningen en
voorzieningen op voormalig onbebouwd grondgebied, is het niet realistisch om alle gekapte
bomen 1 op 1te compenseren en terug te brengen in het plangebied. Er wordt in deze
ontwikkelgebieden compensatie vastgesteld om te zorgen voor optimale kwaliteit en waarde van
het nieuwe groen binnen het plangebied. Daarbij kunnen bomen ook buiten het plangebied
worden gecompenseerd. Een voorbeeld is Elzenhagen Zuid met vitgebreide woningbouw en
ophoging ten behoeve van een robuust en toekomstbestendig watersysteem. Nieuwe bomen in
een projectgebied kunnen niet in één keer worden herplant of gecompenseerd vanwege het feit
dat de bouw afgerond moet zijn om de openbare ruimte in te kunnen richten. Het totaal aan
groencompensatie is over meerdere jaren in de plannen uitgezet met bomen van een grotere
maat dan de standaard aanplantmaat. Ook de Zuidas is een voorbeeld waar de compensatie van
herplant over meerdere jaren is verdeeld en conform een vastgesteld compensatieplan wordt
gerealiseerd.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 5 van 6
Amsterdamse Bos
Bij het beheer van de bomen in het Amsterdamse Bos maken we onderscheid in de bomen in
bosvakken en de bomen die solitair staan en/ of in lanen en groepen.
Bomen in bosverband
Ongeveer 340 hectare van het Amsterdamse Bos bestaat uit bosbeplanting. Het bosbeheer richt
zich op een duurzame instandhouding van het bos en het ontwikkelen van een natuurlijke
bosstructuur. Door periodiek te ‘dunnen’ ontstaat er ruimte voor de groei van oudere bomen en
de natuurlijke vestiging van planten, kruidengewassen en een volgende generatie van bomen.
Hiervoor hoeven dus geen bomen te worden vervangen. Als er op grote schaal bomen wegvallen
als gevolg van ziekten of plagen (bijvoorbeeld essentaksterfte) dan kan herplant overwogen
worden.
Solitaire bomen
De structuur van solitaire bomen en laanbomen in het Amsterdamse Bos maakt onderdeel vit van
het (historisch) ontwerp. Dit houden we duurzaam in stand. Dat betekent dat bomen die als
gevolg van storm, ziekte of ouderdom wegvallen, worden herplant. In het plantseizoen 2021-2022
zijn er 33 bomen geplant, dit betreft met name de linden in de lanen in het Bos. Mede als gevolg
van de februari stormen zullen er in het komende plantseizoen 81 bomen worden herplant. Ook
daarbij gaat het voornamelijk om laanbomen.
Houtveiling operationeel in het Amsterdamse Bos
Na een proefveiling op 9 november 2021 met vier biedende partijen en een tussentijdse afname
met vastgestelde prijzen op 5 april met zes partijen, was de eerste houtveiling in het Amsterdamse
Bos op 18 juni 2022 een feit. Belangstellenden kregen de gelegenheid een bod uit te brengen op
honderdtwintig verschillende boomstammen van aanzienlijk formaat. Zo'n zestig
belangstellenden, vooral lokale meubelmakers deden mee aan de bieding. Hierrnee wordt het
Amsterdamse hout voor de regio behouden. De stammen worden tegen marktconforme prijzen
aangeboden. De veiling is nog niet kostendekkend. Dit zal meerdere jaren duren. Zijn er
opbrengsten, dan gaan die in zijn geheel naar het onderhoud en de bomen in het Amsterdamse
Bos.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 6 van 6
Concluderend
We kunnen concluderen dat er in een tweede jaar op rij een mooi resultaat is behaald waarbij
conform de prognose, meer bomen zijn geplant dan er moesten worden verwijderd. De
verwachting is dat het geplande aantal ook het komende seizoen zal worden gerealiseerd.
Het bomenbestand wordt niet alleen in aantallen met zorg beheerd. Eris ook alle aandacht voor
de juiste herplant in een optimale, bij de omgeving passende, groeiplaats om de bomen goed te
laten uitgroeien en lang gezond en vitaal te houden.
Verder is de wijze van beheer in continue ontwikkeling. De voortschrijdende kennis over ‘de boom
in de stad’ wordt intensief gevolgd en uitgebreid. We doen onderzoek en we experimenteren met
boomsoorten, groeiplaatsen en ecosysteemdiensten. Succesvolle resultaten daarvan worden
vervolgens toegepast. Deze vakgerichte expertise zal ons in de komende jaren helpen om het
bomenbeheer actueel te houden naar de omstandigheden van veranderend klimaat en de
voortschrijdende wensen van wonen en verblijven in de stad.
Kortom, we werken aan een groene stad met een naar aantal en bladvolume volwaardig
bomenbestand, passend binnen de stedelijke ontwikkeling en de aanzienlijke opgaven in bouw en
infrastructuur.
In de verwachting v op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
KA PEEL Dieke)
} 2
Melanie van der Horst
Wethouder Openbare Ruimte en Groen
| Brief | 6 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 614
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 16 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van het lid Boutkan inzake de Voorjaarsnota 2016 (gebruik financiering voor
personeel niet voor externe inhuur).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende:
— de gemeente budgettaire ruimte voor personeel niet geheel inzet voor het
aannemen van personeel;
— dit gebruikt wordt voor de financiering van externe inhuur:
— de verhouding tussen flexibel en vast personeel met een 1:5 verhouding
behoorlijk scheef is gegroeid.
Overwegende dat:
— de omvang van de externe inhuur in 2015 explosief is gestegen;
— de PvdA de kosten en omvang van externe inhuur te groot vindt en wil
terugdringen;
— de Amsterdamse ambtenaren gebaat zijn bij duidelijkheid over hun werksituatie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
financiering die bestemd is voor de inzet van personeel, uitsluitend te gebruiken voor
het aannemen van medewerkers en niet voor externe inhuur.
Het lid van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
1
| Motie | 1 | discard |
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
HSV-middelen Noord-Oost (dekking onder voorbehoud van financiering)
Thema/onderwerp Gebied/Wijk Kosten Maatregelen Voorstel dekking vanuit Dekking HSV- Benodigde inzet
(schatting) RVE/stadsdeelfoverig middelen incidenteel/structureel en
eventuele afbouw van
activiteiten
ifBeheer openbare ruimte en interim [NO € 500.000 [Uitvoering Beheerplannen en handgeld HSV/Stedelijk voor zwerfafval (o.a. € 500.000 [Structureel
zwerfafvalprojecten)
2|Leefbaarheid NO WLPB € 170.000 [Flexibel budget om onverwachte ontwikkelingente [HSV € 170.000 |Structureel
NN
actualiteit
3} Veiligheid NO/WLPB, Buikslotermeer [€ 350.000 |Continveren BVT in WLPB incl projectleider en extra _[HSV/OOV € 350.000 [Incidenteel, afbouwen
Ee 5
Kleine Wereld en Plan van Gool
4|Armoede en werk NO (Waterlandpleinbuurt, [€ go.oo0 |Basis op orde HSV € go.ooo [Structureel
A a
5 [Participatie en zelfredzaamheid NO € 100.000 [Actief burgerschap, versterken dragende HSV/SD romp/RVE WPI € 100.000 [Structureel
samenleving en vrijwilligers, inzet
buurtambassadeurs, ondersteuning
bewonersgestuurde wijkontwikkeling, aanpak
eenzaamheid, verbeteren functionaliteit Huis van de
Wijk
PENS Pew Peper PN PP
Kleine Wereld
7|Gezondheid NO € 25.000 |Buurtaanpak Gezond gewicht Community en Incidenteel HSV/RVE WPI (Armoede). SD [€ 25.000 [Incidenteel, afbouwen
gedrag, pilot GLI
Sport NO € 150.000 [Sportaanbod openbare ruimte, vakantieactiviteiten, [Incidenteel HSV/SD Romp € 50.000 |[Structureel/Incidenteel
sportmix; streetwise; incidentele middelen, Sommige activiteiten
organisatie Waterlandrun/ sport- en afbouwen EUR
gezondheidsmarkt KW, inzet sportmakelaar 100.000 knelpunt.
Jeugd en onderwijs/opgroeien NO/WLPB, Buikslotermeer | € 100.000 |Inzet projectleider Vreedzame wijk en opgroeien in de [HSV € 100.000 [Structureel
wijk, kinderwerk, weekenstudenten/ mentoraten,
huiswerkbegeleiding, talentontwikkeling, zakgeld
dock (EUR 5.000), ontmoetingsruimte jongeren,
opvoedkundige ondersteuning
€ 1.685.000 Totaal Noord-Oost € 1.585.000
Totaal Oud-Noord € 1.915.000
Totale dekking HSV EUR 3.500.000 € 3.500.000
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
HSV Oud-Noord (dekking onder voorbehoud van financiering)
Thema/onderwerp Gebied/Wijk Kosten Maatregelen Voorstel dekking vanuit Dekking HSV- Benodigde inzet
(schatting) RVE/stadsdeel/overig middelen incidenteel/structureel en
eventuele afbouw van
activiteiten
ifBeheer openbare ruimte en interim JON € 500.000 [Handgeld buurtmeester, projectleider Noord Netjes, [HSV/Stedelijk voor zwerfafval (o.a. € 500.000 [Structureel
erase ON Assistent buurtmeester van derPek, uitvoering Nedvangmiddelen)
zwerfafvalprojecten) beheerplannen (VB/IJpl en Volewijck)
2} Veiligheid ON VB/IJplein, Volewijck € 50.000 [Flexibel budget focusplekkenaanpak, HSV € 50.000 [Incidenteel, afbouwen
integrale aanpak fysiek en sociaal om knelpunten aan
te pakken en op actualiteiten te kunnen ingaan.
3 ON € 500.000 [Continveren BVT in Volewijck en Vogelbuurt/ Ijplein, [HSV € 500.000 [Incidenteel, afbouwen
probleempanden aanpak, extra inzet
streetcornerwerk tbv jongerenoverlast, buurtvaders
(5.000)
de Pekbuurt)
Driehoek, Volewijck, begeleidingskosten)
DE
perticipatiemakelaar extern)
7|Gezondheid ON € 50.000 |Aanpak gezond gewicht, extra inzet jgz PM, extra HSV/Aanvalsplan Armoede voor € 50.000 [Incidenteel, afbouwen
Sport ON/Volewijck & € 150.000 [Sportaanbod openbare ruimte HSV/SD Romp € 50.000 [Structureel
Te sportmix; streetwise, sport volwassenen EUR 100.000 knelpunt
ouderen tuindorp
nieuwendam
zo| Jeugd en onderwijsfopgroeien ON/VanderPek & € 100.000 |Vreedzame wijk en opgroeien in de wijk, HSV / SD romp € 100.000 | Structureel
rr EE CEE
Cool, Mentoraten, huiswerkklassen
12|Leefbaarheid ON € 175.000 |Flexibel budget om onverwachte ontwikkelingen te [HSV € 175.000 [Structureel
PEET
actualiteit
€ 2.015.000 Totaal Oud-Noord € 1.915.000
Totaal Noord-Oost € 1.585.000
Totale dekking HSV EUR 3.500.000 € 3.500.000
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
Dekking (onder voorbehoud van financiering)
Themafonderwerp Gebied/Wijk Kosten Maatregelen Voorstel dekking vanuit Dekking Dekking HSV- Opmerkingen
(schatting) RVE/stadsdeel/overig geregeld overig [middelen
ifStedelijke vernieuwing/ NO/Elzenhagen € 87.500 [Extra speelvoorziening Elzenhagen en aanleg kindlint SD € 17.500 | € - [Geen volledige dekking. EUR 217.500 uit reserve 2015.
ontwikkeling/Wonen/tijdelijke
inrichting braakliggende terreinen [NO/Waterland Aanpak parkeerproblematiek dorpen Te 40ooole | Dekking reserve 2015
3 NW/Bongerd € 180.000 |Buurtvoorziening Bongerd Paard van Noord en groen SD € 100.000 [€ - [Co-financiering derden EUR 100.000. EUR 80.000
geen dekking
5|Communicatie (+ NO/ON/NW € 150.000 [Verbeteren bewonerscommunicatie en participatie. Stedelijke middelen € 150.000 | € - [Communicatie zorgt voor aanvraag van budget aan
communicatieplan) Buurtkrant, organisatie bewonersavonden (incl digitale Communicatie de hand van inventarisatie teams. EUR 50.000 per
bewonerscommunicatie). Promotiemiddelen divers o.a. gebied
herbestemming maatschappelijk vastgoed. (ON) Hogeland en
Opgroeien in de Banne, hervorming bewonersinitiatieven
Banne, jaarlijkse Burgertop NW. Ontwikkeling buurtenquete
Kunst en cultuur NO € 45.000 [Stimuleren kleine culturele initiatieven bewoners. SD romp/HSV € 20.000 | € - [Geen volledige dekking.
Intergeneraal project (EUR 20.000) en culturele initiatieven
WLPB (EUR 20.000)
7 NoordWest € 20.000 [Verbinding IJ-oevers West en buurten, meer aanbod (oa SD romp € 20.000 | € - [Dekking geregeld
Twiske Kadoelen, Banne en Molenwijk), collectiecentra
preesmeenseete |
zo|Beheer openbare ruimte en interim NO € 500.000 [Uitvoering Beheerplannen en handgeld HSV/Stedelijk voor € -|€ 500.000 [Via HSV alleen dekking Beheerplan WLPB (EUR
beheer (inclusief zwerfafval (o.a. 300.000). EUR 50.000 voor KW, EUR 100.000 voor
zwerfafvalprojecten) Nedvangmiddelen) PvG, EUR 250.000 voor CAN/Elzenhagen
NO/Waterland Uitvoeren beleid zwaar verkeer je oo|e [Dekking uitreserve 2015
13 Noordwest € 50.000 |Vernieuwende projecten zwerfvuil Nedvangmiddelen € 50.000 | € - Middelen beschikbaar bij beheer
(Banne/Molenwijk)
jn
16 NO € 170.000 [Flexibel budget om onverwachte ontwikkelingen te HSV € -|€ 170.000
ondervangen. Activiteiten die inspelen op de actualiteit
17| Veiligheid NO/WLPB, Buikslotermeer | € 350.000 [Continveren BVT in WLPB incl projectleider en extra inzet HSV/OOV (EUR 100.000 van | € -|€ 350.000 [Alleen dekking voor WLPB (EUR 300.000). Geen
Park Groene Zoom veldwerkers, extra inzet Kleine Werelden |elders? Bv Armoede OJZ) dekking voor PvG (EUR 100.000)
Plan van Gool
Duurzaamheid en groen NO/ON/NW Groengelden voor initiatieven RVE R&D Groengelden Ca EUR 40.000/50.000 dekking voor heel Noord.
20 NO/ON/NW € 60.000 [Faciliteren kleine duurzame initiatieven en milieveducatie RVE R&D € 60.000 | € - [Dekking geregeld.
NME, energie besparingsprojecten;
repaircafe, besparen met de buren
22|Armoede en werk NO (Waterlandpleinbuurt, € 90.000 [Basis op orde HSV/Stedelijke middelen € -|€ 90.000
Buikslotermeer) Ivens aandachtswijken?
24[Participatie en zelfredzaamheid NO € 100.000 [Actief burgerschap, versterken dragende samenleving en HSV/SD romp/RVE WPI € -|€ 100.000
vrijwilligers, inzet buurtambassadeurs, ondersteuning
bewonersgestuurde wijkontwikkeling, aanpak eenzaamheid,
verbeteren functionaliteit Huis van de Wijk
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
Dekking (onder voorbehoud van financiering)
Themafonderwerp Gebied/Wijk Kosten Maatregelen Voorstel dekking vanuit Dekking Dekking HSV- Opmerkingen
(schatting) RVE/stadsdeel/overig geregeld overig [middelen
26|Bewonersinitiatieven NO{WLPB, Plan van Gool, € 200.000 | Uitvoering bewonersinitiatieven Incidenteel HSV € -|€ 200.000 [Bedrag is schatting. EUR 100.000 voor WLPB, EUR
Kleine Wereld 50.000 voor PvG/KW. Deze oppakken in samenhang
met Meedoen en Welzijn/combiwel.
28| Gezondheid NO € 25.000 |Buurtaanpak Gezond gewicht Community en activiteiten, Incidenteel HSV/RVE WPI € -|€ 25.000
watertappunten, stimuleren gezond gedrag, pilot GLI (Armoede). SD
(Buurtmanager)
3ofSport NO € 150.000 [Sportaanbod openbare ruimte, vakantieactiviteiten, sportmix; [Incidenteel HSV/SD Romp [€ -|€ 50.000 [RVE Sport en Bos heeft geen budget. Niet voldoende
streetwise; incidentele middelen, organisatie dekking
Waterlandrun/sport- en gezondheidsmarkt KW, inzet
sportmakelaar
32|Jevgd en onderwijs/opgroeien NOfWLPB, Buikslotermeer [€ 100.000 [Inzet projectleider Vreedzame wijk en opgroeien in de wijk, [HSV € -|€ 100.000 [Belangrijk dat dit doorgaat. EUR 30.000
kinderwerk, weekenstudenten/mentoraten, Buikslotermeer, EUR 60.000 WLPB, EUR
huiswerkbegeleiding, talentontwikkeling, zakgeld dock (EUR huiswerkklassen SD Romp, EUR 30.000 Vreedzame
5.000), ontmoetingsruimte jongeren, opvoedkundige wijk (geen dekking)
ondersteuning
34lJeugdwerkloosheid en voortijdig _ [NO/NW/ON € 350.000 [Aanpak is bovenwijks voor drie gebieden (EUR 115.000 per RVE WPI/SD Romp € 350.000 | € -|Er is nog EUR 100.000 over+ EUR 265.000 vanuit
schoolverlaten gebied). Tekort als gevolg van vitname, bezuinigingen en stad.
wegvallen hsv middelen
Noorderpark
Totaal € 5.167.500 Totaal € 1.232.500 € 3.500.000 Totale dekking HSV EUR 3.500.000
Tekort € -435.000 Totaal mogelijke dekking Ivens EUR 1.5000.000
Financieel overzicht gebiedsplannen 2016
| Actualiteit | 4 | train |
> < Gemee nte Bezoekadres
Weesperstraat 430
Amsterdam 1028 DN Amsterdam
Postbus 12693
1100 AR Amsterdam
Telefoon 14020
> amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 12693, 1100 AR Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 december 2023
Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door Jeroen van Straten, [email protected]
Onderwerp Ontwikkelingen Programma Oranje Loper
Geachte leden van de Gemeenteraad,
In deze brief breng ik v op de hoogte van de ontwikkelingen rond brug 108, de brug over de Da
Costagracht, onderdeel van project corridor Oranje Loper (Raadhuisstraat tot Mercatorplein) van
programma Oranje Loper en daarnaast van de afronding van het noordelijk deel van de
Nieuwezijds Voorburgwal op 20 december 2023.
Brug 108
Hierbij informeer ik v dat de vernieuwing van brug 108 wordt uitgesteld. De brug is stabiel en kan
veilig gebruikt worden door al het verkeer. We blijven de brug actief monitoren. De vernieuwing
van brug 108 wordt overgedragen aan programma Bruggen en Kademuren. Dit programma zal het
moment van vernieuwing opnieuw inplannen.
In juli 2023 heb ik v geïnformeerd over het stilleggen van het werk aan de zijkanten van brug 108
omdat uit controleberekeningen bleek dat het in 2018 vernieuwde middendeel van de brug niet
voldeed aan de vigerende normen. In het afgelopen half jaar is gewerkt aan oplossingsrichtingen.
Daarbij werd duidelijk dat het niet mogelijk is de benodigde werkzaamheden aan brug 108 uit te
voeren binnen de planning, financiën en fasering van het overige werk van project corridor Oranje
Loper, zonder dat de uitvoering hiervan vertraging oploopt. Vertraging van deze werkzaamheden
is niet wenselijk omdat de tramsporen op een aantal delen van Raadhuisstraat tot Mercatorplein
versleten zijn. Vervanging van het spoor is daarom urgent en noodzakelijk.
Vanuit het project corridor Oranje Loper wordt ervoor gezorgd dat het huidige werkterrein van
brug 108 zoveel mogelijk wordt verkleind en verbeterd, zodat bewoners, ondernemers en verkeer
er zo min mogelijk last van hebben. Het werkterrein kan niet helemaal verwijderd worden omdat
het definitieve ontwerp voor de vernieuwing van de brug nog niet klaar is. Het is nu nog niet
duidelijk of dat ontwerp aansluit bij het werk dat nu al aan de brug is verricht. Daarom handhaven
we het al vitgevoerde werk aan de noordelijke zijkant van de brug, we willen het niet voor niets
verwijderen. Gevolg hiervan is dat een beperkte zone niet toegankelijk is totdat de vernieuwing
heeft plaatsgevonden.
Gemeente Amsterdam Datum 11 december 2023
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Eind 2024 wordt een nieuw maaiveld aangebracht op brug 108, zodat de brug goed aansluit op het
maaiveld van de straten aan beide zijden van de brug.
Wat betekent dit voor de omgeving?
De keus voor het monitoren van de brug, gekoppeld aan het opnieuw inplannen van de
vernieuwing ervan, betekent voor de komende periode dat de huidige situatie buiten voor het
verkeer in stand blijft. De bestaande fietspaden blijven in gebruik, de kades aan de noordkant
blijven afgesloten voor doorgaand autoverkeer, net als nu. Ook de vaarweg blijft voorlopig
gestremd omdat we pleziervaart langs de niet-afgeronde bouwwerkzaamheden willen
voorkomen.
Bewoners en ondernemers worden op de hoogte gebracht met een bewonersbrief. Daarnaast
wordt in het eerste kwartaal van 2024 een informatiebijeenkomst georganiseerd waar bewoners
en ondernemers worden geïnformeerd over het voorstel hoe het werkterrein wordt verkleind en
ingericht, inclusief een concrete planning.
Nieuwezijds Voorburgwal
Ik ben blij te kunnen meedelen dat de werkzaamheden op het noordelijk gedeelte van de
Nieuwezijds Voorburgwal, na ruim 1,5 jaar werk, vrijwel klaar zijn. Dit is bijna 6 maanden sneller
dan verwacht. De straat wordt eind van dit jaar volledig in gebruik genomen en na het herstellen
van eventuele restpunten begin 2024, is het werk afgerond. Op 20 december 2023 wordt dit deel
van de Nieuwezijds Voorburgwal feestelijk geopend samen met bewoners en ondernemers uit de
buurt.
Ik verwacht u voor het zomerreces 2024 een nieuw Uitvoerings- en Kredietbesluit voor te leggen
voor de nieuwe scope van het project corridor Oranje Loper, inclusief de laatste
Voortgangsrapportage voor project Nieuwezijds Voorburgwal.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam
(AAL Fes DN
! K
ARS
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1429
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder K
Ingekomen op woensdag 16 december 2015
Behandeld op woensdag 16 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Poorter en Roosma inzake het plan van aanpak bevordering door-
en uitstroom Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen 2016-2018
(huisvesten kwetsbare groepen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het plan van aanpak bevordering door- en uitstroom
Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen 2016 — 2018 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1350).
Constaterende dat:
— het college voornemens is 1000 wooneenheden te creëren in het kader van door-
en uitstroom Maatschappelijke Opvang en Beschermd wonen;
— deze 1000 wooneenheden onderdeel uitmaken van het Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen waarin de doelstelling is opgenomen om tot 2018 9900
wooneenheden te creëren voor kwetsbare groepen.
Overwegende dat:
— wonen in een gemengde buurten bijdraagt aan het vergroten van de kansen op
een succesvolle doorstroming naar een reguliere woning;
— het onwenselijk is om in bijvoorbeeld grote flatgebouwen, leegstaand
zorgvastgoed, of kantoorpanden grote groepen kwetsbare mensen dicht op elkaar
te huisvesten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te voorkomen dat grootschalige woonvoorzieningen worden gecreëerd waarin
(diverse) groepen kwetsbare mensen in hoge dichtheid wonen;
— _aan de raad inzichtelijk te maken op welk schaalniveau de wooneenheden
worden gerealiseerd en hoe wordt omgegaan met het huisvesten van
verschillende kwetsbare groepen op dezelfde locatie.
De leden van de gemeenteraad
M.F. Poorter
F.Roosma
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Amendement
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 040
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake vaststellen van het
beleidskader Hoofdgroenstructuur (geen overnachtingsmogelijkheden in
het groentype ‘landschap’ en sportpark!)
Onderwerp
Geen overnachtingsmogelijkheden in het groentype ‘landschap’ en ‘sportpark’.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader Hoofdgroenstructuur.
Overwegende dat:
-__de rust en stilte in de groentypen ‘landschap’ en ‘sportpark’ zoveel mogelijk behouden die-
nen te blijven ter bevordering van de biodiversiteit.
Besluit:
Op pagina 27 onder ‘niet inpasbaar:’ de volgende passage:
-_ “Overnachtingsmogelijkheden, op een enkele uitzondering na. Zie hiervoor de criteria per
groentype.”
Te wijzigen in:
-_ “Overnachtingsmogelijkheden, op een uitzondering voor het groentype ‘tuinpark’ na.”
En de volgende schuingedrukte passages te verwijderen:
-__ onder groentype ‘sportpark’: “[….] kleinschalige overnachtingsmogelijkheden gelieerd aan
topsport [.…]op p.51.
-__ onder groentype ‘landschap’: “Overnachtingsmogelijkheden, alleen kleinschalig en in be-
staande bebouwing. Geen leisure, indoorrecreatie of andere (grootschalige) recreatieve voor-
zieningen met een verkeersaantrekkende werking en autoverkeer in het bijzonder” op p. 64.
Indiener,
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1472
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder AR
Ingekomen op woensdag 9 november 2016
Behandeld op woensdag 9 november 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake zienswijze "Strategische Visie
Mobiliteit voor de Amsterdamse regio” (groei niet autonoom)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de zienswijze "Strategische Visie Mobiliteit voor de
Amsterdamse regio”;
Constaterende dat:
— deze zienswijze op een goede manier het belang van schoon verkeer benadrukt;
— deze zienswijze op een goede manier innovatie benadrukt;
— deze zienswijze op een goede manier benadrukt dat er een versnelling dient op te
treden naar schone lucht” en “stimuleren actieve vervoerswijzen”.
Overwegende dat:
— de zienswijze de veronderstelde groei van de regio als autonoom aanneemt en
daarbij voorbij gaat aan het feit dat deze groei op zijn minst mede het gevolg is
van (politieke) keuzen
— het van belang is dat dit keuze mechanisme benoemd wordt.
Besluit:
onder besluitpunt 2 de volgende zin als belangrijk punt in de zienswijze toe te voegen:
‘explicieter benoemen dat door het actief te bevorderen van groei het de
consequentie met zich meebrengt dat mobiliteit een knelpunt kan vormen.’
De leden van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
4
| Motie | 1 | train |
OV a >, Kleine Koppel 26
À CE Delft 3812 PH Amersfoort
M O0 as € |J Dj +31 (0)33 3036800
[email protected]
overmorgen.nl
IBAN NL48RABO0145534111
BIC RABONL2U
BTW 8145.82.035.B01
KVK 27243218
AAN ‚Gemeente Amsterdam
VAN Over Morgen, CE Delft
KOPIE [CC]
DATUM : 01-06-2023
ONDERWERP: Hoofdlijnen isolatieopgave en sociaal-maatschappelijke urgentie tbv
Isolatieoffensief
Inleiding
Amsterdam heeft aan de combinatie Over Morgen — CE Delft gevraagd om inzicht te bieden in de
isolatieopgave in Amsterdam. Een deelvraag binnen deze opdracht is om in kaart te brengen waar de
woningen het slechtst geïsoleerd zijn en waar dit een overlap kent met buurten met sociaal-maatschappelijke
opgaven. Om invulling te geven aan ongelijk investeren voor gelijke kansen, wil het college de projecten voor
de korte en middellange termijn meer gaan richten op woningen en complexen waar de isolatieopgave groot is
en die staan in buurten waar sociaal-maatschappelijke opgaven spelen.
Deze notitie behandelt de volgende deelaspecten van de isolatieopgave:
e Huidige isolatiegraad: dit aspect geeft een beeld van de technische component van de opgave:
hoeveel woningen zijn er uiteindelijk te isoleren, waar in de stad en in welke mate?
e _Sociaal-maatschappelijke urgentie: dit aspect geeft een beeld waar er op basis landelijke en
gemeentelijke indicatoren sprake is van sociaal-maatschappelijke opgaven.
Uitspraken doen over de isolatieopgave betekent uitspraken doen over woningen. Daarom zijn zoveel mogelijk
gegevens geaggregeerd vanuit het niveau van individuele woningen. Vaak zijn gegevens echter niet op dat
niveau beschikbaar, en moet worden volstaan met geaggregeerde gegevens op het niveau van statistische
eenheden zoals postcodes, vierkanten of buurten (bijvoorbeeld energieverbruik). Anderzijds, sommige
gegevens zijn wel beschikbaar op individueel woningniveau, maar hebben kwalitatieve gebreken waardoor de
isolatieopgave er niet feilloos uit is af te leiden (bijvoorbeeld energielabels). Ook werken we met modellen om
de werkelijkheid te kunnen benaderen. De onderzoeksresultaten kunnen niet op woningniveau gebruikt
worden omdat deze resultaten significant kunnen afwijken van de werkelijke situatie. Op complexniveau geven
de resultaten een redelijk signalement voor de isolatieopgave, maar is het wel wenselijk om de werkelijke
situatie te schouwen voor een plan wordt gemaakt. Op buurtniveau geeft het een redelijk betrouwbare
inschatting, waarbij in grensgevallen een vertekend beeld kan zijn met de werkelijke situatie. In het algemeen
geldt voor dit onderzoek: hoe hoger het schaalniveau, des te betrouwbaarder de resultaten.
Huidige isolatiegraad
Voor het bepalen van de huidige isolatiegraad zijn drie gangbare methodes onderzocht. Alle drie methodes
hebben voor- en nadelen en zijn uiteindelijk een benadering van de werkelijkheid.
1. Op basis van afgemelde (of: geregistreerde) energielabels. Deze methode probeert een uitspraak te
doen over de theoretische energiezuinigheid van een woningschil aan de hand van het energielabel.
De methode houdt geen rekening met werkelijk energie- en warmteverbruik.
2. De absolute warmtevraag voor ruimteverwarming van woningen, uitgedrukt in GJ/jaar.
Voor deze methode is een model van PBL' (april 2023) gebruikt dat de warmtebehoefte en het
energieverbruik van woningen inschat op basis van gemiddelde praktijkwaarden van woningen met
dezelfde bouwtechnische kenmerken.
3. De relatieve warmtevraag voor ruimteverwarming, uitgedrukt in kWh/m?/jaar.®
Deze methode gebruikt hetzelfde model als methode 2 maar corrigeert de warmtevraag voor
woningoppervlakte (grotere woningen verbruiken in de regel meer energie).
Sociaal-maatschappelijke opgaven
Ongelijkheid werkt door op elk terrein en is hardnekkig om te bestrijden. Vanuit de gemeente is meegegeven
dat er naar verschillende terreinen gekeken moet worden. Een gelijker Amsterdam gaat over een goede
gezondheid, goed onderwijs, een inkomen om van te leven, goed werk, een fijn huis en een veilige buurt.
Deze ongelijkheid kan niet worden opgelost door één van deze onderdelen te verbeteren. Wel kan het zo zijn
dat het verbeteren van één onderdeel, bijvoorbeeld de woning, een positief effect heeft op andere onderdelen.
Vanuit de gemeente is daarom meegegeven dat er in dit onderzoek niet alleen gekeken moet worden naar de
technische staat van woningen, maar ook naar de sociaal-maatschappelijke opgaven in Amsterdam. Dit zijn
gegevens over de hierboven genoemde factoren. Om een volledig beeld te krijgen van de opgaven zijn
verschillende onderzoeken gebruikt.
Voor het bepalen van de sociaal-maatschappelijke opgaven is breed gekeken naar verschillende
onderzoeken die hier betrekking op hebben. Er zijn twee onderzoeken gebruikt die op buurtniveau zijn
uitgedrukt (518 buurten in Amsterdam) en een op wijkniveau. De drie methodes zijn:
a) Energiearmoede, zoals onderzocht door TNO.
In dit onderzoek is gekeken hoeveel huishoudens per wijk voldoen aan minstens één van twee
gangbare definities van energiearmoede, te weten ‘laag inkomen, hoge energierekening’ (LIHE) en
‘laag inkomen, lage energetische kwaliteit’ (LILEK). Dit onderzoek wordt door het Rijk gebruikt in het
beleid rondom energiearmoede. Ook de gemeente gebruikt dit onderzoek om bijvoorbeeld de inzet
van de Energiebespaarservice te sturen.
b) Leefbaarometer, een landelijke indicator voor leefbaarheid van een buurt.
De Leefbaarometer maakt gebruik van vijf dimensies om de leefbaarheid te meten: woningvoorraad,
fysieke omgeving, voorzieningen, sociale samenhang en overlast en onveiligheid.* De
Leefbaarometer wordt door het Rijk gebruikt in het programma Leefbaarheid en Veiligheid. Op basis
van het onderzoek zijn landelijk focusgebieden (in Amsterdam Zuidoost en Nieuw-West) bepaald waar
via het Volkshuisvestingsfonds middelen aan worden toegekend.
‘PBL: https://www.pbl.nl/gemeentebestand-referentieverbruik-warmte-woningen. Meest recent gepubliceerde studie betreft absolute warmtevraag.
2 Warmtevraag uitgedrukt in kilowattuur per vierkante meter woonoppervlak (kWh/m?) per jaar. Een kilowattuur (symbool kWh) is een
hoeveelheid energie. De meeste mensen associëren kWh met elektriciteit. Als je een lamp met een vermogen van 1 kW één uur laat werken heeft
hij een energie van 1 kWh stroom gebruikt. De afspraak is om Europees zoveel als mogelijk alle vormen van energie uit te drukken in kWh, zodat
verschillende soorten energie beter met elkaar vergelijkbaar worden. Zo ook de warmtevraag. Door deze uit te drukken in kWh per vierkante meter
woonoppervlak (kWh/m?) per jaar kan de warmtevraag van verschillende woningtypes en woninggroottes goed met elkaar vergeleken worden, of
ze nu verwarmd worden met een gasketel, middels een warmtenet of met een warmtepomp
3 TNO: https://www.tno.nl/nl/newsroom/2023/01/energiearmoede-onderzoek-2022/
4 Rijksoverheid: https://www.leefbaarometer.nl/home.php
2 MORGEN
c) Het dashboard ‘Buurtfocus'.
Dit is een Amsterdamse methode die inzicht geeft in de stapeling van opgaven op twee thema’s:
sociale en ruimtelijke opgaves. Voor dit onderzoek zijn de gegevens over de sociale thema's
meegenomen. Binnen dit thema zijn scores over de onderwerpen jeugd, meest kwetsbare bewoners,
ouderen, gezondheid en welbevinden van inwoners en werk en inkomen meegenomen. De scores per
buurt worden relatief ten opzichte van het stedelijk gemiddelde uitgedrukt als zeer gunstig tot zeer
ongunstig. Het onderzoek is uitgevoerd door het team onderzoek stadsdelen om een holistisch beeld
te geven van gebiedsgerichte opgaven en dient als aanvulling op Gebied in beeld. Het maakt hiervoor
gebruik van gegevens uit het Basisbestand Gemeente Amsterdam.
Resultaten
Technische opgave
e De eerste stap is het afbakenen van de woningen waar energiebesparing door middel van isolatie
mogelijk of zinvol is. Deze afbakening is gelegd bij woningen gebouwd na 2005, woningen die
beschikken over een afgemeld energielabel À of beter, of woningen met bij de gemeente bekende
plannen tot sloop. Woningen die voldoen aan de eerste twee criteria voldoen al aan de landelijke
isolatiestandaard voor naoorlogse woningen®, en wat in de Transitievisie Warmte het ‘hoge
isolatieniveau’ is genoemd. De relatieve warmtevraag voor ruimteverwarming die past bij dit niveau is
niet hoger dan 50 kWh/m°/jaar. Zo gedefinieerd zijn er ongeveer 356.000 woningen in Amsterdam die
nog niet voldoen aan dit criterium, en waar dus in meer of mindere mate een isolatieopgave is. Dit
bedraagt ca. 74% van de woningvoorraad. Deze woningen komen in vrijwel de hele gemeente voor,
behalve in buurten die uitsluitend uit nieuwbouwwoningen bestaan.
e _Op basis van de afgemelde (geregistreerde) energielabels heeft 66% van de woningen een
isolatieopgave (energielabel B of slechter), en 15% een zeer grote isolatieopgave (energielabel E of
slechter). Afgemelde energielabels zijn echter niet representatief voor de hele voorraad. Ongeveer
één op de drie Amsterdamse woningen heeft nog geen afgemeld energielabel. Er ontstaat een
onderschatting van de isolatieopgave omdat nieuwere of gerenoveerde, en dus goed geïsoleerde
woningen vaker een afgemeld energielabel hebben. Bovendien ontstaat er een onderschatting van de
woningen met een zeer grote isolatieopgave (energielabel E of slechter) omdat het energielabel ook
wordt beïnvloed door factoren die niets met isolatie te maken hebben, zoals aansluiting op een
warmtenet of zonnepanelen. Ook weten we dat de energielabelsystematiek een aantal keer is
gewijzigd en de oude systematiek minder goed is dan de nieuwe. Daarnaast is gebleken dat
energielabels kunnen verschillen door een verschil in opnamekwaliteit tussen bureaus. Van de bijna
46 duizend woningen met een energielabel E‚ F of G (zie kaart 1 in de bijlage) bevindt de helft van de
opgave zich in stadsdelen Zuid (14 duizend) en West (10 duizend). De andere helft van de opgave is
redelijk gelijkmatig verdeeld over de andere stadsdelen. Hierbij valt op dat op basis van afgemelde
energielabels de isolatieopgave in stadsdeel Zuidoost klein lijkt.”
e _Op basis van de absolute warmtevraag is vast te stellen dat een gemiddelde Amsterdamse woning
26,6 GJ warmte per jaar vraagt voor ruimteverwarming. Dit gemiddelde kent een grote spreiding
tussen buurten. Bij de woningen met een sterk hogere absolute warmtevraag van meer dan 35
GJ/jaar (zie kaart 2 in de bijlage) valt op dat deze zeer geconcentreerd zijn in stadsdeel Zuid en
Centrum. Het gaat in totaal om ongeveer 45 duizend woningen, waarvan een kleine 15 duizend in
stadsdeel Zuid en ruim 9 duizend in stadsdeel Centrum. De gemiddelde grootte van deze woningen
9 Rijksoverheid: https://www.rvo.nl/onderwerpen/wetten-en-regels-gebouwen/standaard-streefwaarden-woningisolatie
6 Gemeente Amsterdam: https://overmorgen.nl/wp-content/uploads/2020/09/vw-amsterdam.pdf
7 In de praktijk is gebleken dat dubbelglas in de oude energielabelsystematiek te goed werd beoordeeld waardoor er relatief veel energielabels C
zijn in Zuidoost.
OVER
3 MORGEN
met een warmtevraag van >35 GJ/jaar is 142 m? en dus veel groter dan gemiddeld voor Amsterdam
(77 m?). Vandaar ook dat stadsdelen Zuid en Centrum eruit springen.
e _Op basis van de relatieve warmtevraag stellen we vast dat de gemiddelde Amsterdamse woning
105,8 kWh/m°/jaar verbruikt voor ruimteverwarming. Uit de analyse komt dat >130 kWh/m°/jaar telt als
significante hogere warmtevraag. Dat zijn in totaal ongeveer 52 duizend woningen (zie kaart 3 in de
bijlage). Deze methode laat een minder grote spreiding tussen buurten zien. Dit is te verklaren
doordat deze methode corrigeert voor woningoppervlakte, een van de belangrijkste voorspellers voor
warmteverbruik. Op stadsdeelniveau staat in woningaantallen met een significant hoge relatieve
warmtevraag (2130 kWh/m?/jaar) Centrum (12 duizend) bovenaan gevolgd door Nieuw-West (9
duizend), West (8,5 duizend), Zuid (8,5 duizend) en daarna Noord (7 duizend).
Conclusie methode bepalen isolatieopgave
Vooropgesteld, alle methodes hebben gebreken en doen aannames bij gebrek aan betrouwbare gegevens op
woningniveau. De relatieve warmtevraagmethode (uitgedrukt in kWh/m?/jaar) lijkt de meest geschikte methode
om de isolatieopgave verder mee te kwantificeren. Deze methode dekt de volledige woningvoorraad af, houdt
rekening met de werkelijke woningoppervlakte, en is vanwege het achterliggende model zoveel mogelijk
gecorrigeerd voor praktijkwaarden die invloed hebben op het verbruik, waaronder woningtype, bouwjaar, maar
ook huishoudenssamenstelling en stookgedrag. Bovendien werkt ook de Standaard voor woningisolatie met
een relatieve warmtevraag. Dat betekent overigens niet dat de andere methodes daarmee nutteloos zijn.
Energielabels kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om selecties te verfijnen of aan te vullen, en de absolute
warmtevraagmethode is bijvoorbeeld geschikt om voorspellingen te doen over de hoogte van
energierekeningen.
Dit levert voor Amsterdam het volgende beeld betreft de isolatieopgave:
e Erzijn 52 duizend woningen (14%) met een isolatieopgave en een zeer hoge warmtevraag (meer dan
130 kWh/m?/jaar);
e Erzijn 146 duizend woningen (41%) met een isolatieopgave en een hoge warmtevraag (tussen 100
en 130 kWh/m?/jaar);
e De overige 158 duizend woningen (45%) met een isolatieopgave hebben een matige tot gemiddelde
warmtevraag (minder dan 100 kWh/m?/jaar).
Sociaal-maatschappelijke opgaven
De drie onderzoeken die zijn gebruikt voor het bepalen van de sociaalmaatschappelijke urgentie zijn
gecombineerd. Voor alle onderzoeken geldt dat de uitkomsten aangeven waar er, sociaal-maatschappelijke
opgaven zijn, veelal in verhouding met de rest van Amsterdam. De onderzoeken geven niet aan wat de
oorzaak van die opgaven zijn. Door dit te combineren met gegevens over de isolatiegraad van woningen wil
de gemeente deze onderzoeken gebruiken om te zien waar woningverbetering ook zou kunnen bijdragen aan
het verbeteren van de algehelesociaal-maatschappelijke opgaven. Allereerst kijken we naar de buurten die
naar voren komen uit de drie genoemde studies om zo de buurten in beeld te hebben waar sprake is van een
sociaal-maatschappelijke urgentie:
a) Bezien vanuit de opgave van energiearmoede kampt volgens TNO 10,7% van de huishoudens in
Amsterdam met energiearmoede. Deze huishoudens zijn niet gelijkmatig over de stad verdeeld. In ca.
58 van de 518 buurten komt energiearmoede bovengemiddeld voor (215%, zie kaart 4). In 15 buurten
is het percentage hoger dan 20%. Deze buurten liggen in Noord, Zuid en Nieuw-West. Dit zijn
allemaal buurten met relatief veel woningcorporatiebezit.
b) De Leefbaarometer laat zien dat 36 buurten in Amsterdam een ‘onvoldoende’ tot ‘zeer onvoldoende’
scoren. Dit aantal stijgt naar 69 als ook buurten met score ‘zwak’ meetellen (zie kaart 5 in de bijlage).
Ook deze indicator heeft een sterke vertegenwoordiging van buurten in stadsdelen Nieuw West en
Zuidoost en, in mindere mate, in Noord.
4 ASS
4 MORGEN
c) Het dashboard Buurtfocus geeft 126 buurten aan (zie kaart 6 in de bijlage) waar een stapeling van
opgaves is, aangeduid met iets ongunstig’ tot ‘zeer ongunstig’. Deze buurten concentreren zich in
stadsdelen Nieuw-West, Noord, West en Zuidoost.
Voor het bepalen van de sociaalmaatschappelijke urgentie zijn de drie onderzoeken naast elkaar gelegd. De
scores van verschillende onderzoeken tellen niet op, maar worden naast elkaar gebruikt. Dit werkt als volgt:
e Zeer veel of grote sociaal-maatschappelijk opgaven: buurten die in de Leefbaarometer
onvoldoende t/m zeer onvoldoende scoren plus buurten die in de Buurtfocusstudie ongustig of
zeer ongustig scoren aangevuld met buurten die in de TNO studie 20% of meer energiearmoede
kennen. Dit zijn in totaal 91 buurten (zie kaart 7 in de bijlage);
e Veel of grote sociaal-maatschappelijk opgaven: buurten die in de Leefbaarometer als zwak
naar voren komen plus buurten die in de Buurtfocusstudie iets ongunstig scoren aangevuld met
buurten uit de TNO studie met 15 tot 20% energiearmoede. Dit betreft 74 buurten (zie kaart 8 in
de bijlage).
e Minder of geen sociaal-maatschappelijke opgaven: dit zijn de overige 324 buurten (exclusief
Westpoort).
Als we kijken naar de buurten met een zeer urgente sociaal-maatschappelijke opgave dan zijn deze als volgt
over de stadsdelen verdeeld (tabel 1):
Tabel 1: Verdeling sociaal-maatschappelijke opgaven over stadsdelen
Percentage
Zeer veel of grote
f Minder of geen sociaal- buurten met
sociaal- Veel of grote sociaal-
jn e maatschappelijke sociaal-
Stadsdelen maatschappelijk maatschappelijk jn
opgaven (324 buurten maatschappelijk
opgaven opgaven (74 buurten)
excl. Westpoort) (zeer) veel of
(91 buurten)
grote opgaven
Zuidoost 27 5 18 63%
Nieuw-West 26 12 30 56%
West 4 26 37 45%
Noord 19 9 38 42%
Oost 8 11 57 25%
Zuid 5 11 60 21%
Weesp 1 2 15 17%
Centrum 1 0 69 1%
Combinatie van isolatieopgave en sociaal-maatschappelijke opgaven
e Wanneer de technische opgave (volgens de relatieve warmtevraagmethode) wordt gecombineerd met
de sociaal-maatschappelijke opgaven, ontstaat een beeld van waar de isolatieopgave van Amsterdam
technisch groot is en waar er veel of grote sociaal-maatschappelijk opgaven zijn (zie kaart 9 en 10 in
de bijlage). Het gaat om ongeveer 15,5 duizend woningen (4%) met een grote isolatieopgave in
buurten waar zeer veel of grote sociaal-maatschappelijke opgaven zijn (zie tabel 2). Om ongeveer 68
duizend woningen (19%) met een middelgrote isolatieopgave in buurten waar (zeer) veel of grote
sociaal-maatschappelijke opgaven zijnen ruim 9 duizend woningen (-3%) met een grote
isolatieopgave en veel of grote sociaal-maatschappelijke opgaven.
e Anders bekeken valt 26% van alle woningen met een isolatieopgave in de categorie ‘middelgrote tot
grote isolatieopgave binnen buurten met (zeer) veel of grote sociaal-maatschappelijk opgaven’ (zie
tabel 2). Bijna 30% van de woningen met een isolatieopgave valt in de categorie ‘middelgrote tot grote
isolatieopgave in buurten met geen of weinig sociaal-maatschappelijke opgaven’. In totaal bevindt
ruim de helft (57%) van de woningen met een isolatieopgave zich in buurten met geen of weinig
sociaal-maatschappelijke opgaven.
4 ASS
5 MORGEN
e In stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost vallen de grote en middelgrote isolatieopgave
grotendeels samen met buurten met (zeer) veel of grote sociaal-maatschappelijke opgaven. Vooral in
stadsdelen Centrum en Zuid valt een aanzienlijk deel van de grote en middelgrote isolatieopgave in
buurten met geen of weinig sociaal-maatschappelijke opgaven (zie ook kaart 11 in de bijlage).
e De isolatieopgave van Amsterdam laat zich samenvatten als een piramide met een zeer brede basis
en een smalle top (figuur 1). In de top van de piramide is niet alleen de technische isolatieopgave zeer
groot, maar spelen ook zeer veel of grote sociaal-maatschappelijke opgaven.
Tabel 2: Verdeling van woningen met een isolatieopgave naar sociaal-maatschappelijke urgentie
A 15.492 (4,3%) 9.336 (2,6%) 27.121 (7,6%)
EE | 37.128 (10,4%) 30.892 (8,7%) 71.997 (21,9%)
ee | 38.296 (10,8%) 22.920 (6,4%) 96.819 (27,2%)
Figuur 1: Schematische weergave van de isolatieopgave van Amsterdam
15.000 w 1 buurten
met ee ave en
ze |-
263.000 woningen waar een behoorlijke tot hoge isolatieopgave is
in buurten met geen of wienig sociaal-maatschappelijke opgaven
of waar een matige isolatieopgave is in buurten met (zeer) veel of
weinig sociaal-maatschappelijke opgaven
4 ASS
6 MORGEN
Kaart 1: woningen met afgemeld (geregistreerd) energielabel E‚ F of G binnen de gemeente Amsterdam
Broek in Waterland eer
Landsmeer
k
en INA:
\ ” : 5E el ee ü (9% van totaal)
LEAR p ‘
Ä 4 : “ ed à ” 8 1
ä SAN LS |
k ES Sn rn {e wa ds EN Pa ï
erna eer \ DN Re NTNSÛN :
[ FE ' : B 4 B 4 é \Á '
ETE VEEN NO, NE londen ANO OTN ï
Ë A! ! ne se de NE f es te 1 \ \ N \
Halfweg zi ej k É e B N ern aen TS ‘ h, de Dr!
EE EUN SEE 4 „
LE a, BE 10% der k ip et
Zwanenburg s LF; Kn n el AS 4 hf 1 1 ki -
is m= afde = et lj Pai Be -
BN / Í = len, Os, r A |: Ed in? Ls 8 „” 1
jn dl \ \ t Me Ue EM | : in En 6e. AI « ee E
Nan OS k 4 ‚ ln PN Ede Keke S el zi _—_ J
ED fen rd VE he POR DE Dr d
n sues Í eer hed. er DES, Pu / wepe
GN bat ON A DES DKN [
, 4 Zi eet ne A Mi NS A , 5 \ iN „
Te, a Gi AE en A kj : 6 ò
) CL EA ER -C NN yer
jb Te xj Hf pe wl et en 7
ze. fl Ee 5 NE E », he
BadhoevedWk aen : Taen Bn ï (en Diemen
# - ,
art = ag andre
ye n= ï dd } Bülvendrecht Müiden
ne Hi ,
ke nn # % 7 Of ‚ Nn An ML
NX KA 1 De
EC eK =
RE AS.
AG LS END
\ T arn ï jn me
ERD et Kat” ONE
4 e= Pam je
Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel K zb st et,
Wa 7 =
Energielabels Amsterdam 2023 È gr jk „ei
- £ K /
® | 4
d
„
7 MORGEN
Kaart 2: woningen met een isolatieopgave en een ingeschatte, absolute warmtevraag >35 GJ/jaar binnen de gemeente
Amsterdam
Broek in Waterland een
Landsmeer
\ 1 Ä
% ET 45.263
\ 4 NE @ et, n Ô (9% van totaal)
Á \ Bl Sd kj Ö de e } …Ì er Rs: B “
1 hd . É lt Se eat Pd 1
. \ dd, p Î ú- AEN i 5 Pl stee ij -
men Ns olN 5 D en, . \Á, LEN '
…JÀ EE ENG Ne Sn
te ennn rader TC TTE aAeEN ASPE SS rf a
: rn led ROEL AE De we Pa
Zwanenburg S N 1 Ol ef 6 we Pe. fl ee 55 e= k, B = „7
OA OEREN OS zi AN Ar
4 Í Na id s ” \ 0 we, cs”, JN ers 1 mt se a ij il
vk ke 1 Md Ver | MR PES De a __ í
He j 5 % a - ul En fe WA af zele ee ee ie a 2D (2 €) „ it
£ J „ jd ‘p Fk hl Ln E ng iS gev n eS/ Air mnd |
zl st mt TT a AERDEN 1e |
: We - Ade Miete ï TSN 5e B A \ |
Sen Bt ed ven Lal) NN dea nd re a, GA DE | _
Ss BET . ACR 5 ' kk Ee N ned |
EN ah onvas Á gem Le el „rr k (asl \ en Diemen |
Á De de ae N \
in a: | a Büivendrecht Müiden
k li E JN "
Ei ed £- Nl. „ rk | Mu
zn EAN IS
NN An ed
kn BAN OS (PBE ú
à eren L 7 “
at \ =i en EE :
Abso warmtevr; EN) rale ET RE. E
ze an m aag Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel & B” Er Bae Tie
“= 35 he ” 1
n rak . : £ « _
“24,5 Ì a “ ° %
: 1 i g 8
14 1 ed
8 MORGEN
Kaart 3: woningen met een grote relatieve warmtevraag >130 kWh/m?/jaar binnen de gemeente Amsterdam
Broek in Waterland Woningen
Landsmeer
4 y
e ; 51.950
5 Ns y
ï me nn Ù 11% van totaal
{ Ï Aen - es
\ dE «
Ì he „jl RN u De
CEL a ed kh “ Pol a 1
El oa De AN:
ë pr =| 5 IJ A 5 !
\n B a ek DE "| En 4 1
en __ mn er _ pr id - \ ie
Halfweef : == ee hg er al ‘ H \ N ï 7 Dr!
Ty me FJ UR - ie en k Nt 8 Tl lend Ë oe
Zwanenbur EN: Ll 7 ie-a er rd ae | tf , 8 SS pe „e”
ON FEE) NE AEK LS Ar
; | Nef ad EE Td AG zr INS an:
sn ke LT VERDE PES es ienie !
Ade k _ = at! ECN hers send | Vlot? ° 4, Lr mn:
E 1 Âe Aaf ME 4 eg Aafke ed Mc 5 ES, Br Aser == |
SES B EEN ORN Lt
, k ‚ E\ "ij er Hed Rok nne T In ie e\ „i Í
nt he rt Ta ME ce Er ER PS, nb „3 |
VI ERTL NR BG ES per |
EA kern ep err ED de ges 6 he 7 |
18 achet HA ee Zr JL i& ES) 4 |
Badhoeve am mmn {ie = wel Eek EP Diemen |
f. an frl N Ï
mtr” | == ee ie Bulvendrecht Müiden
3 4 aak vd " Cl mn. Mi
fa eas Je Eh: ban. Pen
h Ms 4e A 1 Topas
END VT
el Ns Dee ve (5 en
AS EN RN
5 ‘ em s TRED
ted s\n "Vidn: B
” ke It " e
Relatieve warmtevraag in kWh per Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel Ns RE en EEN, h£ Fage
7 h' . =i «
vierkante meter \ e=, . /
N £ e
® =150 Î Nd
- Lr
® > 130-150 a De
4 ASS
9 MORGEN
Kaart 4: Buurten in Amsterdam uit de Energiearmoedemonitor van TNO (2022) met 15% of meer huishoudens met laag inkomen,
hoge energierekening (LIHE) of laag inkomen, lage energetische kwaliteit woning (LILEK)
Broek in Waterland
Landsmeer
4
K
k
ì En Tk
1 Gt oi
k Û rd Aes 5 "
\ \ $ N e \
nek] NE 6 } \ A |
L ” nd EN eN dn Na, dns Ps ï
h 5, - 1
rn, geet k 5 f „ B N d AX f NS n \
meen NT pap Net enn fi
Pee r a dr Le _ ï Ln rs C\ „ Î kr “ ï
Halfwee En en „kr eerde Ak ê , „t
k Ë enemies fet WW i 4 dd NL rs : x er
; rer= dan er SE del als ir v le oe
Zwanenburg > rl Li 5 Áo dh 1 \ | et)
\, . Dr d 7 padt _
Ke Ï nd, 1 # _
OMEN EELDE
“ens 1 > : É r _
\ { EE Ns rj Ze Fe NN, , !
Eer de Í A EEEN Tet =k ef EOS ET
a er Tkn see - Ne Smit kf \ =d
# A Dome ek „ € Parel SS eo „l
EN eg 7 L zE 1 ANY ” De
7 5 \ 3 be eel Fi pe” KN =
DE EL ee? A
Er Ten Û Á Ús ee Ci he
Badhoeveder | Pa: en Ve Fe ms dà Diemen
me _ Ed of Büivendrecht Müiden
HEE)
„d gene Mule
s Pas en
\ SN KN 1 Ned
PE ie ! md
NS WAN
À Nee
Percentage huishoudens met Lage ea ei ' A pee leerde
Inkomens en Hage Energierekening a KR _
, en r nnn
(LIHE) OF Lage Energetische Kwaliteit Amstelveen Ouderkerk aan de Arnstel iN \ mr E Nimmer
(LILEK) Ie L Li „ti
N d
Bp 220-237 \ /
k
#
15-20 je \ /
10 elise
Kaart 5: Buurten in Amsterdam uit de landelijke Leefbaarometer met een score vanaf zwak tot zeer onvoldoende
Braek in Waterland
Landsmeer
\
Ï \ 7
ï
1 Er 5
ad
k ï mf E
1 4 ‚it * — x
\ en * Ge À u
rade] 28 KS A z !
L > Î Ds Pd tn me Á Se, Pi ï
7 Z z u
agjn=en E „ \ B f \ u
/ NL ET EN ad ie Date Kaf ej, ereen, \
Pan EEEN TI, de 7 Ar \ Len “ \
ra he 5 " \ " ï
a Sd ek ds Ân :
Halfwep - - Al 4 £ ds a 1 is „
me EIF. SS EN 1% LON De ei A4 er”
nl E «, - -
Zwanenburg Nn, eel = LI e= l \ er
Ns, & = = hee -”
Ns AN. he Á = Á Je Ee _
OREERT IRL EN ded
se / ven rake „== |
To 1 A is | a bet sk 5 A pe E RN B __ }
METTEN held EK Ne
hendeken z= T= Ds Adan -\ \ EN
— FSi enk = > Ë ” :
# S Î Ì De nu £ AS s a ae „dl
ep = _E 1 h
4 OER Se |
ese Á zen, UTD eier Vint
Ig he Aelen IE MG,
Badhoevedarg Pa: a \ „_ lai\ s 1 mnl & Diemen
ee _ Kad Y Düwendrecht Muiden
f
ES Oe) TES 4
: \ men
RT
ú er,
7 | hi \, A ge ljnncfréep
Leefbaarometer : KP
stalvea ee
Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel | , en Nm
Score il
£
ij
Zwak /
u
mn Onvoldoende tot zeer onvoldoende L : Í dl
1 N 5
11 MORGEN
Kaart 6: Buurten in Amsterdam uit de Buurtfocusstudie met een score vanaf iets ongunstig tot zeer ongunstig
Broek in Waterland
Landsmeer
4 5
\ 5
ï El
\ 5 ,
ï ‚ ï mf f ml) 7 \
\ EEN a se Û
[ade | ne oh ‚ zi u
k mn orb Ds Pan Fm d Tan Pt \
Le : Á ln | - 1 Ì
j s % Lt Ë a + si al pe DSN …Á _ Ù ‚
penmiet" ET Vief en et r ‚ Aser" "venr |
1 ; nnn rad Ee On 15 hels A u Ne VL,
p „epen red À | 4 ‚
Halfwedl =| „el À en K's k …t
EN ennn - ct a Sh? „-
! St SAN ce ede : ne Dl
Zwanenburg 4 hef | De en 2 | Ì À St Pl
Nx, A, bn Pig út je tee k p -
N/ | hi tT ] iet" We - te -”
x | De | up 1 V5 el Maf zes 7 Te ze í
ER, ZRD A leed == n
; NAT 4-5 Armed KE Ee \ ampere \ \
\ RR EN J Pe
: T Ee se 5 == Nn en Nl _ N
ÁS 5 a ens a KON SS, | Ee | _
y et Hr Le mz Í E- Nn de rs (5 Er Í N
Rn Á Ien zE Een df ws De | 5
/ a AA la re a
ad E 1e ale TT at 9 Nl
BadhoevedAr „ et jee rg N 10 eN Diemen Á
# RE fr
- Dd _ lam à Dütvendrecht M ko
p stel / , ùiden
Lt
= : he hen M
= m Ce zel { e
fs . Ì ed"
\ Vid ASS
B er | NS
: | AN í ie ver-r
Veerkracht bewoners A, AS
5 a = dt
13 tot 0.4 (lets onaunstia) Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel np en ,
-1,3 tot -0,4 (lets ongunstig) zi
#
r
En -2,1 tat -1,3 (Ongunstig) /
Nm db tot -2,1 (Zeer ongunstig) [ee acen mn Í t
î ed
12 MORGEN
Kaart 7: Buurten in Amsterdam met zeer veel of grote sociaal-maatschappelijke opgaven (3 onderzoeken gecombineerd)
Broek in Waterland
Landsmeer
Ì 5
5
1 p
\ 7 # fg > _
: \ \ ns ï D, “
Ì Se Ô |
Po mf N À u
L ; Psy Ie „ZN pj " sf ne Pd : r
e Tr remt in 4 e en, N f S ï „7
4 aL re ol ij, Nee L nt En 1 „
ET el Nine r Û \ ade Se IJ e
N mn, Ee hes _ N „
_ == 9 4 « u
Halfweg ‚ _ Te es l k =d, B X h % „l
mj = en hie, Nes: Li 7 At 7
Zwanenburg °\ In re ' 5 Pe |
NS n Zie bf = BSE JA Fk A
MI EARL IPIS Dit MNS ard |
Deess Ù B rt NS rr ! 3
N EE _ i ne! r
+ IA DR \ aanreed S
dl ed pe = ij la a
£ \. zi } Ure B is 5 %, SZ Ke re \ i N
f A Aer Í Va ET ek & s AN
- u in \
/, TT - As st Ed { Bs’ \
Badhoevedird em : Er S ons A Diemen
£ —
pe == ; Ì mn Düivendrecht Muiden
Eel, |
d
| pr Al ens Muid
N Ì Tepe
Á :
, Vel
Î EED
7 Ne Fn
: h\ 7 Wa ERG 4
! AE Ouderkerk aan de Amstel / LS Nemef
nh Zeer urgent CN ee
/
re Ei
Minder urgent Ì eem
men \ Ahrauds Ö
Kaart 8: Buurten in Amsterdam met veel of grote sociaal-maatschappelijke opgaven
Broek in Waterland
Landsmeer
î N
\ N \
\ De =,
\ 4 en / a al ‘
: ï i ° £ =
Ë \ Ke a JS / Se 3 Pa \
es K
zel) NON vd pe
E …, Nt NN, ‘z Pin zF : |
Frar , " / /
Af vr ij / ee 2, A: Nee _ ' er
eN Ad SEITEN, WAL NS TTN : „7
e Kd NC AK N al
Halfweg DE Et === _ Es Î Ì ie Se X Nh 5 „-Ì
cre Kn A BMA Zr an A | „7
Zwanenburg °‚ LE Eh ED = Ü X er \
N TTL hf 25 Û en a |
Ns, Ee. 7, id PAN PP \ - I
‘ / 7 A VONDSEE SS en: ‘
Nemas 4 on Zas et ed \
x En Er „ Ì
A EN ki pr eens ,
EA LENA UZ | |
Tesi Hi oe oet \ ee e \ ed N
/ PE piket Bas SS a \ JN S
Ny \ IJ ì fl i TN î Sr 4 „in s
el PS LL pin gs Ki,
_ - di ik en \
/ an ml ZAL ad
À kl
Badhoevedarf Ea PE jl CO Diemen
ze Ì | ON Düivendrecht Müiden
_- f
Á
hr De we
} k £ Sn Ì nr
' ä ,
, < \
EN A Co k en 2
, ern As A Nee 4
pd
A
— Amstelveen Ouderkerk aan de Amstel N Se me: [/ LS sn
nh Zeer urgent 4 NT bene
el 4
A ‚ J
mh Urgent A /
Minder urgent En
k els i el? =
13
Kaart 9: Buurten in Amsterdam met veel en zeer veel sociaal-maatschappelijke opgaven in combinatie met een grote
isolatieopgave (relatieve warmtevraag >130 kWh/m?/jaar) _ _
TS 5 es \ he Broek in Waterland Dl
Ten Ne Ek eN AN Landsmeer | Ee Ke
3 T n { Ten eN Ll wet A Ü
. | mn ir ij é: \ )
ZR EN ) |
\ Dd LB \c ) N
ij K Da \
\ mf
zel EN p
L b SS 7 # : et
5 nes mn EA s: 8 Ô „7
N Ì sin Bl Pr } 3 ú „7 4 Pad KT HeT Ô Pl
LU ej m5 Ne Te 5 en AL \ as
halfweg — n, Ie : ten NA ol
En zt ne “ „7
kn y Rh Ï t HD Là ni rj „7 1
Zwanenbur, I= ge / = ï 1 Ka „-Ì Ï
Ì oi: k my vi _ re
> RANG a: |
Á a ef er UDAEREEN [eN eN 5
/ en Pes PIK OA Ne
ef ; | mg TE KOS ANT en AN
Ae ZEN 7 Le KN =d FN
IKS LS k he a *
pe 7 [me Ee Ae \ „iS il
PS À . r. kie 5 dr I EEN
4 BadhoevedNf “Diemen Den P Ì
Z | NS Nn q df Ek ed Ee __ Múiden
| - eN n ef se 7 SDN ) nn Re Muic
| af ad k kh t kh \ N ) _ han
he Ir ; N {
5 DA ll ; EK Dz
2 FS ÍÌ Nn, = ESES
| ef d 7 | 8 \ Ad kr p
‚ de pet A — dk 4 _ / mt É S
JE il N bre vee mL Ouderkerk aan de Amstel CN A
8 Z \ t F k _ 1 \ Pai
/ Ln Es: / en LS) \ i 1
Ee LEN AS Á. 0, / ne ° /
4 Ld er e , / / / SN pn Á
ee 5 Alet { vlek eN \ Ind 4
5 \ AN / ! Ì \ k Abcoude. Lr Í den
Kaart 10: Buurten in Amsterdam met veel en zeer veel sociaal-maatschappelijke opgaven in combinatie met een grote
isolatieopgave (relatieve warmtevraag 100 tot 130 kWh/m?/jaar)
Ë han ide Te \ fl Ne Broek in Waterland TT
er Nar Aes Landsmeer ne E
\ an e ‘ wy
Ä 1 =
ii NS PA '
EE Z Ì
NS Pin De \
Ü ans ie f rd Ù 2
an inte mee emd | € \ NS 1 -
\ ii Dabe ä 8 Ì Vn P nd NT een : ef
\ ii Pe ] AE ae 5, E \ 1e
u Á ns d n
=Ealfwed {en | Me NA Ka
Z | $ ANKE pe 5 we i
Zwanenburg e Lj - Í ; 4 Ot } El |
", / e Ee el nf ' - 1
2: N/ j PETER Les 7 Dy NM Bet
/ \ pi ef LETSEL LAT NS Tt IN
Á En 0 eN AT Ds 5
Nef ì m TE „= IS == Ren Ey e AZ Z k 27 Ned „
SI EN oe SN 5 On ©
A b 7 & Ae Sn ©
É f OE yr # Pa Sn NA) Es, | he
FN ed wr nn | =N
NS W, “ 7 } { =d | Se Ei ES - Se \ TEN
De - sd AN 7 SN Ae | ST
LZR ä Ü | NJ
LA YS Ei en Á |
17 Badhoevedär ne < NÀ Diemen ie: / |
f A NN ind ed ee sBüvendrecht Anju EN Müiden
‘ 0 5 DE a en A
| gee ne mn ï De) 4 en ’ ke Lr en Mu
| “Jen Ake \ \ NS
| d NK + NN Ni} eN NN Ì NN y oe
ed Js Ï h e= ï pn,
| or zj N I _ } 4 hk nÂr reesp.
V4 vl K ree SmOuderkerk aan de Amstel SN kf a
a SN lS 5 A dag Á ‚N Pas 4
NN, e \ 7 Í en, / \ \ == =$ e | dT U
14 MORGEN
Kaart 11: Totaal aantal woningen met een middelgrote en grote isolatieopgave (>100 kWh/m?/jaar) in combinatie met buurten in
Amsterdam met veel en zeer veel sociaal-maatschappelijke opgaven
] ° Broek in Waterland
Landsmeer
A
| 5 Ni à
\ d eN de Z le B Ò E
. X ee t ie nes bn \ 2 5 \ e 5 8 Á
ë ï dt et JA E he nn. Ei
EG Ne \ Ve { _r p ra '
UE EA SE 2 ü el à ' „í
\f KT mb Det Da ‚N 8 Ee Dd Ned, eN : Did _
wipe! 4 Ds ri ne A Le -
Halfweg —” ne Tr ie oi ij, Nh ke ° et
TR re ” ED Dn
Zwanenburg” LE d Rd nl St „7 I
# } _ ke vig / af ES NS Ni " ee” 7
À < jl WE A a SE Ee i _- Ot A
Tg Pi ke Pe Ed EE ne Së fer) SY pe aar or Se
As MEE AE EINE dk ON
se me! by pd Á- ken Adf [SS KA —_ | a
p ls le zi B: at] jr cr > Teln » IN KeS) iN | an n “
- oi E fi dS Es EN En. ed En | Es
, EE RA A L ae 1 L Ee RN re se |T Te
ks - Aas “f \
aopen Lr: 08
Badhoevedird © ze Diemen |
pi ne | S\) Bulvendreent / MEIS
ep IE, \ _ rn 5 eN
pn en, 5 TE, H
î iN de Tepsrn 5
\ : y
Á 9 CAN mA
Dn: ES
7 En Pi Ì het Re le Lj
4 Ant OE: Ouderkerk aan de Amstel SJ Ö Be Agere ä
E Î els
} 1
‚ NS
TT *
_ NS
’ SOTere \ Ed =
a BES \ Ahraurda Le
15 MORGEN
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
Xx Gemeente Gemeente Amsterdam
% A t d Bestuurscommissie Oost AB
msterdam Besluit van het algemeen bestuur van
3 Oost 10 mei 2016
Jaar 2016
Registratienummer Z-16-26685 / INT-16-08392
Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Eerste herziening het Nieuwe Diep 2012
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost,
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 26 april 2016
Overwegende dat:
e ereen zienswijze is ontvangen op het ontwerpbestemmingsplan;
e __inde Nota van Beantwoording bestemmingsplan Eerste herziening het Nieuwe Diep
2012 de zienswijze is samen gevat en beantwoord;
e _de zienswijze niet heeft geleid tot een wijziging van het vast te stellen bestemmingsplan;
e conform het ‘Procesvoorstel bestemmingsplannen stadsdeel Oost’ het vast te stellen
bestemmingsplan in één vergadering (zowel oriënterend als besluitvormend) door u
behandeld wordt.
Gelet op de Wet ruimtelijke ordening
Besluit:
1. inte stemmen met de Nota van beantwoording;
2. inte stemmen met het vastte stellen bestemmingsplan Eerste Herziening Het Nieuwe
Diep 2012 (plan-ID: NL.IMRO.0363.M1508BPSTD-VGo1);
3. hetcollege van B&W van Amsterdam te adviseren het ongewijzigde bestemmingsplan
Eerste herziening het Nieuwe Diep 2012 aan de Gemeenteraad voor te leggen ter
vaststelling.
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Kees Rozemeijer, Ivar Manvel,
secretaris wnd. voorzitter
Afschrift: B. de Jonge, b.jonge@®amsterdam.nl
xZO0OO0271F5BOE% 1
| Besluit | 1 | val |
Bezoekadres |
2% Gemeente Rask
Am ste rd am 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam,
Telefoon 14 020
2 amsterdam.nl z
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 15 september 2016
Ons kenmerk ,
Uw kenmerk
Behandeld door Nelleke Penninx, Sport en Bos, 06-23427408, [email protected] |
Kopie aan
Bijlage
Onderwerp __Uw email van 28 mei 2016
Dank voor jullie email van 28 mei 2016 waarin jullie aangeven het jammer te vinden dat er geen
echte BMX-baan voor jullie niveau bij jullie in de buurt, in Amsterdam Zuidoost, is. Ik vind het mooi
: dat jullie zo enthousiast zijn over jullie sport en ik waardeer het vooral ook dat jullie dit kenbaar
maken aan ons.
Inmiddels heb ik begrepen dat jullie op 27 juni 2016 samen met jullie ouders een gesprek hebben
gehad met een gebiedsmakelaar en een medewerker van Sport van stadsdeel Zuidoost. Uit dit
gesprek kwam naar voren wat jullie wensen zijn voor een eventuele nieuwe baan en waar deze
minimaal aan moet voldoen. Het gaat om een baan die ook geschikt is voor freestyle en die vooral
ook goed bereikbaar en veilig is. Jullie maken nu af en toe gebruik van de Griffioen baan in de E-
buurt in Zuidoost, maar deze is eigenlijk te klein en vooral recreatief, en verdwijnt mogelijk op
termijn op zijn huidige locatie. De Griffioen baan in Nieuw-West past wel bij jullie niveau, maar ligt
te ver weg om vaak naar toe te gaan.
In het Sportaccommodatieplan 2015-2022, dat op 10 juni 2015 door de gemeenteraad van
Amsterdam is vastgesteld, onderschrijven we de behoefte aan voorzieningen voor urban sporters
en vertalen we dít naar investeringen in nieuwe plekken. Bovendien willen we ook ruimte bieden
aan nieuwe sporten. BMX is zo’n nieuwe opkomende urban sport en jullie mail bewijst dat er
behoefte is aan goede voorzieningen om de sport uit te kunnen oefenen.
Een routebeschrijving vindt-u op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 15 september 2016
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Met het oog op de naderende winterstop is besloten om in 2016 geen activiteit meer op te zetten,
maar in het voorjaar van 2017 op zoek te gaan naar een mogelijke oplossing bij jullie in de buurt.
Daarbij zal worden samengewerkt met Griffioen Outdoor, de eigenaar van de huidige baan in
"5 Zuidoost. De komende periode zullen we gebruiken om een aantal zaken verder uit te zoeken hoe,
…_… waar en onder welke voorwaarden kunnen we een BMX-baan realiseren in Zuidoost. Jullie zullen
daarbij — als echte kenners van de sport — betrokken worden.
Met vriendelijke groet,
Ericarrder Bu J
Wethouder wt . |
|
| Raadsadres | 2 | train |
/ f En
Kk arn Er
Zk bf \
3 ar oN
AT Ean
ea J
jj IN AT N
N S WP a
EN IN
) FL E
MW en IN
À ik NN
S a IN
Van 1 n h
EE 5 rn Î RENT
EE Br k is DN tl EST 8
nn Ü E ed rt EN
Rt | Ë er en Re EN zi eN LR pand
en ‘ ein Nn
„È B> A he
/ on De - \ rn EE one NN f
er hl | rn ADEN P
È Bn S TE
ï D Û TN Pz
S e Dr Ee AG
ee on nn. il Ee AS g
A re ì KD EN De
4 en, | En DE Pd
a EE Id SEL
BTN | Sn AE BEE
id A ES SL EST PEGT EELS BE
» El En | 2 PSE SEE SLS JS
mn i Ze AE Sl
pn N B 4 ET EEEN ee Ld
ra - EE BE Edd
LE SEE z
ON == ì E En dd all
An Oe 7 Ia
4 7 = en Zg PE EEE B Ï De! 5
hi 5 Ë n | Ed A ed A ZE
ó n ES Ed Z gf B ee 5
ye En ad ee ZE Ee Ee EE
Dn En Sd en î IN BN Eee sj EE | DE
mn! > DE Pd eN IK Ie gee | Ni Ee. N zen
bert KN ib Ed . Ee 1 FS u Be) Ls A
emd al AIR VAE BE 5 ze
Sn EDS 7 Ee & E be Bate ed BE DE TE
dn ne UA en gt peen < el BEE | 15 Se ge PE es 5 a
enn dl EN í ml ER EA | Eeen B LEE EE
RE en elf EA 5 ER 5 || 5 LL Eeen cf Ee ee nl
A 4 EN 5 ze Ze 0 eene Ne ee il EER Dc) ef ee
en Sd BANE IK EN sl ll 1 en Eek een en
Dee a A A AL En Er ENT: EE: En Denen Pee een herl
Ze Al Ie de Ee BENN dit IT Eeen Ee
En EEE en ee IN E le en as ME 5 il HIE oee Rd Haaai di 8 | En EEE
Handen ed W Ee NEER ANS Ed BANE / EE B: „ii Eeen Eee re eeen
On er BE bie ET AE LE eed Hi NEE BEE EL wenst Ee 6 enn
Ol Le lk: De A ali bee LE ER Eed | B AA IK Eet Ng EEE eeen, : Siene
EEE fl ES RUK En mm Í E= Ii Red Been eed Weed AIEE rale ikl Lil TE EEn Ee ei Eend Se!
On ee Ie di HIE Ta bn Agere rutte EE Ee Ave
en IN ee BEI | en ne ne Ur w/ EE Te Es ek
nm etn ke Er Ge NM ee Pen EEL Euser
NEE Er WE tn en F3 as = ed rd
$ Es NN Kn a ee Dee Nee) î TE 5 ZN ee Se
SE AE U ne eN [ 2m: RE 5
ne id B En EA ee ( | \ ed BEE werd ae Li Ee
{ car BRR. ED OENE | Ee AO EE | S == Ee B a | i
NSS EEE mln a AE dn Js ES, OGEN d E NS Ae en jr Sn
Kell ba he, A An Sn Re Kn eN E 5 he B a
(Ee SA EE Detng e Te Tet Eeen N al E be ok OD DN! tes Ke | +
eh A te Ee re EERE B 5 Ee We BE Ì
nn En De rlonehiak Eger den en RN E ee be WE n B G Ee
en nen if E% ee Ns en B ARR ee zn
ee VE ne ide EEL Neen SE: det LEE he rs
ee ei EE See En Ee ge he ki EN en. DE RER 2e Ec IN Red Ad En
B eee nn Renn. A En ARE Ree = En
ne nn NE aten a Ee tE ee hr dd
nn Ee An DES wrd be en vn men DAA Nrd SE
nnn en nn) En ; EEN Ee Sr ke) eN ten
an mi EN 5 Pe een, BARN er
Rn nn U U EN Pe
RN es EN Ee Dee
EE ne S DEE pn PER Pr Es Tan
- Ben WEE TTN AN pet
EE
TE AN
m.nl/wonen
Redactie
Joost Bos ([email protected]),
Kees Dignum ([email protected])
Bijdragen gebiedshoofdstukken
Christel Baeten, Koos Gouweloos, Erik Hagens,
Robert Kok, Reinout Vos
Cartografie
Reinout Vos
Foto omslag
Edwin van Eis
Vormgeving
LassooyDesign BNO
Gemeente Amsterdam
Wonen
Postbus 1900, 1000 BX Amsterdam
Samenvatting
Menging ontleed: eigendom, prijs wijken in stadsdeel West waaronder de Frederik
en woningtype Hendrikbuurt en Staatsliedenbuurt, een aantal wijken
in Zuid waaronder de Oude- en Nieuwe Pijp en in Oost
Drie kenmerken van de woningvoorraad zijn betekenis- de wijken Indische Buurt-West en -Oost.
vol voor welke categorieën huishoudens er wonen:
Eigendom (eigenaar-bewoner, particuliere verhuurder, In Noord, Zuidoost en Nieuw-West is een meer hetero-
woningcorporatie), de prijs van de woning en de gene, gemengde voorraad ontstaan. Particuliere
grootte van de woning. De verdeling naar inkomens- huurwoningen en koopwoningen zijn duurder ge-
categorieën en de opbouw naar typen huishoudens worden maar deze ontwikkeling gaat minder ver en
zijn sterk gerelateerd aan deze woningvoorraadken- snel dan in de stad binnen de ring. Zo is er in wijken
merken. De kenmerken van de woningvoorraad zijn in Noord, Zuidoost en Nieuw-West een omvangrijker
niet gelijk over de stad verspreid en dat beïnvloedt de segment middeldure huur en koop ontstaan. In wijken
aard van de gemengdheid van de gebieden en wijken. als Geuzenveld, de Waterlandpleinbuurt, Buiksloter-
Die ruimtelijke verschillen laten zich het makkelijkst meer, Nellestein en Gein, is de voorraad veranderd van
samenvatten als het onderscheid tussen Amsterdam één waarin de (relatief) goedkope voorraad dominant
binnen de ring en ten zuiden van het IJ en de stad is naar een voorraad met vooral sociale huurwoningen én
buiten de ring en ten noorden van het IJ. Grofweg zit middeldure huur- en koopwoningen.
daar een onderscheid in naar de historische stad en
de naoorlogse stad, de verdichte stad en de ruimte-
lijk extensieve stad en de delen van de stad met een Ontwikkeling verklaard
sterke versus een meer gematigde concurrentie op de
woningmarkt. Aan de beschreven verandering van de woningvoor-
raad liggen een aantal oorzaken of mechanismes ten
. … . grondslag:
Eigendom, prijs en menging B Inde gereguleerde huursector wordt bij verhuizing
de huurprijs vastgesteld op basis van het woning-
Een belangrijk verschil tussen beide delen is de eigen- waarderingsstelsel. Hierin heeft de WOZ-waarde
domsverhouding. De koopsector is in beide delen van een zwaar gewicht. De WOZ-waarde is voor een
de stad ongeveer even groot, circa dertig procent. In groot deel van de Amsterdamse woningvoorraad
de stad binnen de ring en ten zuiden van het IJ is de zo hoog dat de huurprijs die, na mutatie wordt
voorraad particuliere huurwoningen echter groter dan berekend aan de hand van het oningwaarderings-
in het overige deel van de stad. In Noord, Zuidoost stelsel, in veel gevallen boven de liberalisatiegrens
en Nieuw-West is juist de voorraad huurwoningen in ligt. Woningen die tot het gereguleerde segment
eigendom van de corporaties groter. De woningvoor- behoorden, kwamen hierdoor in
raad van corporaties behoort voor een groot deel het middeldure of dure huursegment. Deze libe-
tot het gereguleerde deel van de woningmarkt. Een ralisatie vindt vooral plaats bij particuliere huur-
steeds groter deel van de particuliere huurvoorraad woningen. Gezien hun kerntaak en de afspraken
behoort tot de vrije sector en is hiermee gevoelig voor met de gemeente houden woningcorporaties in
prijseffecten op de woningmarkt. de meeste gevallen de woning in het gereguleer-
Zo werkt de eigendomsverhouding door in de prijs- de segment.
segmentering. B __Bij verhuizing van een huurder uit een woning in
het gereguleerde segment kan de eigenaar de
De koop- en particuliere huursector vallen binnen de woning verkopen. Gezien de prijsontwikkeling
ring en ten zuiden van het IJ steeds meer in het duur- komt vrijwel elke (relatief) goedkope woning die
ste prijssegment. De voorraad corporatiewoningen wordt verkocht in het middeldure of dure koop-
blijft als sociale huurwoning in het goedkopere seg- segment terecht.
ment. Hierdoor is de woningvoorraad van wijken in dit B Binnen de niet-gereguleerde (vrije) huursector is
deel van de stad steeds meer ‘tweetoppig’ geworden sprake van een stijging van de huurprijs. Hierdoor
en bestaat uit de combinatie van (relatief) goedkope is een deel van de huurwoningen in het middel-
en dure woningen. Voorbeelden van deze wijken zijn dure segment terecht gekomen in het dure
de Jordaan, de Oostelijke Eilanden/Kadijken, enkele huursegment.
B In nieuwbouwplannen die tot de vaststelling verhuurders rond of onder 45 procent ligt, terughou-
van de Woonagenda 2025 in 2017 zijn vastgesteld dend en in sommige delen niet mag afnemen door
of uitgevoerd, werd de verhouding 30-70, verkoop of liberalisering. Op deze manier wordt bijge-
30 procent gereguleerde huur en 70 procent dragen aan de gemengdheid van de stad. Terwijl het
middelduur en duur segment, gehanteerd als aanbod van gereguleerde huurwoningen van corpo-
uitgangspunt. Onder andere in het kader van raties wordt gestuurd door regels en afspraken, wordt
stedelijke vernieuwing is in wijken met een eenzij- het overige aanbod door de markt georganiseerd. Een
dige voorraad met relatief goedkope huurwonin- deel van de particuliere huur valt echter nog onder de
gen, middeldure en dure voorraad toegevoegd gereguleerde huur. De hoogte van de huur van deze
om tot een zekere menging te komen. woningen wordt vastgesteld op basis van het woning-
B Binnen de koopsector is een verschuiving van waarderingstelsel. De hoogte van de WOZ bepaalt
middelduur naar duur zichtbaar. Dit is een direct voor een belangrijk deel of een woning gereguleerd
gevolg van de waardeontwikkeling op de woning- is of in de vrije sector valt. Omdat de WOZ-waarde
markt. Woningen in Amsterdam blijven onvermin- in Amsterdam hoog is, komen bijna alle vrijkomende
derd populair bij starters en doorstromers op de particuliere huurwoningen in de vrije sector.
woningmarkt maar ook in toenemende mate bij Er is echter een aanpassing van het stelsel in voorberei-
partijen die het als een waardevaste investering ding. Hierin wordt het gewicht van de WOZ-waarde in
zien. Dit zijn zowel institutionele beleggers als de puntentelling gemaximeerd. Als deze wijziging van
particulieren met één of enkele woningen. Naast kracht wordt, zal waarschijnlijk een beperkt deel van de
dit prijsopdrijvende effect op de woningmarkt als woningen die nu nog geliberaliseerd kan worden niet
gevolg van krapte en toenemende vraag, dragen boven de liberalisatiegrens komen en tot het geregu-
investeringen als grootschalige stedelijke vernieu- leerde deel van de voorraad blijven behoren.
wing en de aanleg van de Noord-Zuidlijn bij aan De koopsector, tot slot, is niet gereguleerd. Hier volgt
de waardeontwikkeling van bestaande woningen de segmentale samenstelling de prijs- en waardeont-
in sommige gebieden. wikkeling op de markt. In 2019 viel circa driekwart
van de koopsector in het dure segment en een kwart
in het middensegment. Gezien de ontwikkeling van
Prognose de WOZ-waarde en verkoopprijzen is de verwachting
dat het deel dure koop in de bestaande voorraad de
De segmentale samenstelling van de woningvoorraad komende jaren verder toeneemt.
kan in de toekomst veranderen door nieuwbouw,
transformatie en sloop. Maar ook binnen de bestaande Uitgaande van de woningbouwplannen en de ver-
voorraad kan door verkoop en liberaliseren van huur- wachte verandering binnen de bestaande voorraad,
woningen de samenstelling wijzigen. Op deze ont- is een inschatting gemaakt van de richting waarin de
wikkeling zijn verschillende factoren van invloed. Voor Amsterdamse woningmarkt zich tot 2030 zal ontwikke-
nieuwbouw is uiteraard het woningbouwprogramma len. In komende tien jaar zal de meeste nieuwbouw in
belangrijk. In het nieuwbouwprogramma wordt op dit Oud-Noord; Bijlmer-Centrum, Amstel II; Geuzenveld,
moment uitgegaan van het stedelijke uitgangspunt Slotermeer en IJburg opgeleverd worden. Hierin geldt
40-40-20. In principe wordt op grond uitgegeven door momenteel het uitgangspunt 40-40-20. In de bestaande
de gemeente gebouwd in de verhouding 40 procent woningvoorraad is de grootste verschuiving te ver-
gereguleerde huur, 40 procent middelduur en wachten in de gebieden Centrum West; Oud-West,
20 procent duur. Afhankelijk van de samenstelling van De Baarsjes; Oud-Zuid, De Pijp, Rivierenbuurt. Hier zal
de omliggende buurten of wijken kan van deze verhou- als gevolg van liberalisering en verkoop in de bestaande
ding worden afgeweken. In nieuwbouwprojecten die voorraad het aantal gereguleerde huurwoningen dalen
zijn gestart voordat dit beleid binnen nieuwbouw van en het aantal woningen in het middeldure en dure
kracht was, is een andere segmentale verhouding segment toenemen.
mogelijk omdat hier oudere afspraken of contracten
aan ten grondslag liggen. Maar ook in nieuwbouw- De richting waarin de samenstelling van de woning-
projecten waar de gemeente niet de eigenaar van de voorraad zich op gebiedsniveau de komende tien jaar
grond is, kan in een andere segmentale verhouding zal ontwikkelen hangt dus af van of er op grote schaal
worden gebouwd. nieuwbouw wordt toegevoegd, in welk tempo dit ge-
In de bestaande voorraad die valt binnen het geregu- beurt en wat de sectorale en segmentale samenstelling
leerde deel van de huursector, de sociale huursector, van de bestaande voorraad is. In gebieden aan de rand
in dit rapport aangeduid als goedkope huur, zijn twee van de stad heeft vooral nieuwbouw een effect, terwijl
aspecten van belang. Ten eerste hebben woningcorpo- in de centralere gebieden vooral de verschuivingen
raties, huurders en gemeente met elkaar afgesproken in de bestaande voorraad doorwerken. In vrijwel alle
dat er in gebieden waar het totale aandeel gereguleer- gebieden zal het aandeel gereguleerde huurwoningen
de huur van woningcorporaties en particuliere afnemen. In de gebieden Bos en Lommer; Oud-West,
De Baarsjes; Slotervaart; Oud-Zuid; Oud-Noord en een nijpende verhuiswens. Woningen uit de historische
Bijlmer-Centrum, Amstel Ill is de verwachting dat deze bouwperiodes zijn naar de huidige maatstaven vaak
daling het grootst zal zijn. De verwachting is dat het klein. Die uit recentere bouwperiodes sluiten meer aan
aandeel in het middeldure segment in alle gebieden bij de ruimtebehoefte van grotere huishoudens.
zal groeien.
Dit zal vooral gebeuren in de gebieden Bos en Lom- De samenstelling van de wijken naar kleine en grote
mer; Oud-West, De Baarsjes; Slotervaart; Oud-Noord woningen is sterk bepalend voor de verdeling van kleine
en Bijlmer-Centrum, Amstel III. De ontwikkeling van en grote huishoudens over de stad. Samengevat zijn
het aandeel duur segment laat een minder eenduidig binnen de ring en ten zuiden van het IJ de kinderloze
beeld zien. Er zijn gebieden waarvan verwacht wordt huishoudens en in Noord, Zuidoost en Nieuw-West de
dat het aandeel van dit segment licht afneemt en gezinnen sterker vertegenwoordigd. De gemiddelde
gebieden waarin dit waarschijnlijk zal toenemen. In Amsterdamse huishoudensmix is al langere tijd onge-
Centrum-West; Slotervaart; De Pijp, Rivierenbuurt en veer vijfenvijftig procent eenpersoonshuishoudens,
Bijlmer-Centrum, Amstel Ill wordt een toename van twintig procent stellen en een kwart gezinnen. Die
het dure segment verwacht. In IJburg, Zeeburgereiland mix wordt maar in enkele wijken aangetroffen, onder
zal dit aandeel door verdere voltooiing van het andere in gebied Watergraafsmeer. Binnen de ring en
nieuwbouwprogramma naar verwachting sterk dalen. ten zuiden van het IJ is nog een verschil waarneem-
baar tussen wijken die meer jonge kleine huishoudens
hebben of juist meer oudere kleine huishoudens. Bij
Huishoudens en prijs sommige wijken kan men met recht het label senioren-
wijken opplakken. Buitenveldert en Museumkwartier
Een deel van de analyse gaat over de match van inko- zijn duidelijke voorbeelden. In Noord, Zuidoost en
mens en voorraadsegmenten: Hoe wonen de Amster- Nieuw-West is een verschil waarneembaar in fasering.
dammers met hun lage, midden of hoge inkomen in de Woningen die qua ruimte geschikt zijn voor gezinnen
woningvoorraad naar gereguleerd, middensegment blijven ook bij bewonerswisseling geschikt voor
en duur segment? Het merendeel van de huishoudens gezinnen. Maar sommige wijken zitten duidelijk in een
woont in een woning van het (prijs)segment dat past bij vergrijzende gezinsfase, terwijl in andere wijken de
het inkomen van het huishouden. De opschuiving in de verjonging bezig is of juist al wat verder gevorderd is.
woningvoorraad gaat echter sneller dan de inkomens-
ontwikkeling. Het gevolg is dat de midden- en hogere
inkomens in grotere mate wonen in een woning die Huishoudens en woonkwaliteit
past bij hun inkomenspositie; dat meer huishoudens
wonen in een woning die (te) duur is gezien het inko- Naast het verschil in de samenstelling van de woning-
men (bijvoorbeeld huishouden met een laag inkomen voorraad is er tussen de stad binnen de ring en ten
wonend in een woning van het midden- of het dure zuiden van het IJ en elders in de stad ook een verschil
segment); en dat de omgekeerde situatie (goedkoop in enkele fysieke kenmerken van de gebieden en
wonen) juist minder voorkomt. Die opschuiving naar wijken. Het verschil in woondichtheid werd al genoemd
de dure combinatie vindt in de gebieden in Noord, tussen de twee delen van de stad. Met de naoorlogse
Zuidoost en Nieuw-West in iets sterkere mate plaats wederopbouw werd sterk gebroken met de historische
dan in de overige stadsdelen. Afgezien van het pas- bouwblokkenstructuur, en werd gekozen voor een stro-
send wonen is duidelijk dat in Noord, Zuidoost en kenstructuur met veel parkachtige tussenruimten, wat
Nieuw-West hoge woonlasten veel vaker als een een verschil in woonsfeer heeft opgeleverd. Daarnaast
probleem ervaren worden dan elders in de stad. hebben alle wijken en buurten te maken met een gelei-
delijk verlies aan kwaliteit (zowel in absoute termen als
in vergelijking met nieuwbouw waarin de modernste
Huishoudens en woningtype kwaliteitswensen zijn meegenomen). Dat vraagt om
periodieke acties om de kwaliteit weer op het gewenste
Ook in het andere deel van de analyse, de verdeling niveau te brengen. Een halve eeuw geleden was het
naar woninggrootte en de verdeling naar gezinnen slecht gesteld met de kwaliteit van de woningvoorraad
en kinderloze huishoudens, is het onderscheid tussen en de woonomgeving van de stad binnen de ring en
binnen de ring en ten zuiden van het IJ en Noord, stonden andere delen van de stad er nog relatief nieuw
Zuidoost en Nieuw-West zichtbaar. We gebruiken per bij. Inmiddels zijn in Noord, Zuidoost en Nieuw-West
persoon meer vierkante meters dan in elke eerdere al verschillende verbeteringsprogramma's uitgevoerd
periode en daarom zijn woningen in de opeenvolgende en moet momenteel het programma ontwikkelbuur-
bouwperiodes (meestal) steeds groter geworden. Dat ten in 32 buurten voor een kwaliteitsslag zorgen. De
betekent dat in een woning waar vroeger makkelijk stad binnen de ring is inmiddels het gebied waar de
een gezin paste, tegenwoordig nog soms één of twee grote belangstelling om er te wonen en te verblijven
personen wonen, of een gezin met één kind maar wel zijn maximum lijkt te bereiken. Zo kan de positie en
betekenis van een gebied of wijk in de stad in een paar onder gemiddeld is. Dat is ook terug te zien in lage
decennia kantelen. Toch wordt de woonkwaliteit in de score op indicatoren zoals de omgang tussen ver-
stad binnen de ring en ten zuiden van het IJ nogsteeds __ schillende groepen mensen, de betrokkenheid van
hoger gewaardeerd dan wonen in andere delen van buurtbewoners, veiligheid en overlast van criminaliteit.
de stad! Veel van de wijken met een lage score op verschillende
leefbaarheidsindicatoren, zijn wijken waarin sprake is
Maar de waardering in de gebieden behorend tot van een stapeling van sociale problematiek. Bovendien
de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West gaat zijn het vaak wijken met relatief veel gezinnen met
omhoog. In Nieuw-West gaat die stijging echter lang- opgroeiende kinderen. Een lage waardering voor de
zaam. Het programma ontwikkelbuurten richt zich niet woonkwaliteit en onvoldoende vierkante meters woon-
voor niets op dit deel van de stad. ruimte in de woning maken dat de verhuisgeneigdheid
De factsheet, Wonen in Amsterdam 2019, leefbaarheid, hier hoog is. Gezien de sociaaleconomische positie van
noemt een aantal wijken van Nieuw-West waar de veel huishoudens in deze wijken, zijn de mogelijkheden
algemene buurtwaardering (rapportcijfer) duidelijk om te verhuizen beperkt.
Nieuw-West, Noord en Zuidoost Binnen de ring en ten zuiden van het IJ
Ï |lage ink iets klei -
Hoog aandeel lage inkomens door grote corporatiesector Seringer aandeel lage inkomens door iets kleinere corpora
tiesector
Kleine particuliere huursector Grote particuliere huursector
Relatief beperkte prijsstijging in de niet gereguleerde huur Relatief sterke prijsstijging in de niet gereguleerde huur en in
en in de koopsector de koopsector
Middeninkomens bovengemiddeld door ‘gematigde! prijzen Klein aandeel middeninkomens door hoge prijzen in de niet
in de niet gereguleerde huur en in de koopsector gereguleerde huur en in de koopsector
Hoge inkomens beneden gemiddeld door grote corporatie- Hoog aandeel hoge inkomens door kleinere corporatiesec-
sector en ‘gematigde’ prijzen in de niet gereguleerde huur tor en hoge prijzen in de niet gereguleerde huur en in de
en in de koopsector koopsector
Afgelopen jaren meer gemengde inkomensverdeling door Afgelopen jaren trend naar tweetoppige inkomensverdeling
nieuwbouw en door prijsstijging in niet-gereguleerde huur- door relatief sterke prijsstijging in de niet gereguleerde huur
sector en koopsector en in de koopsector
Voor toekomst: Gemengde nieuwbouw zal bijdragen aan het Voor toekomst beperkte mogelijkheden tot nieuwbouw,
… daardoor weinig mogelijkheid om tegenwicht te bieden aan
behoud/creëren van gemengde voorraad … er ;
de prijsontwikkeling in koop en de niet-gereguleerde huur
Toekomst: blijvende liberalisering in grote particuliere huur-
Toekomst: behoud grote corporatiesector en daarmee per- sector. Geliberaliseerde woningen komen beperkt ten goede
spectief houden op gemengde samenstelling aan middeninkomens omdat ze snel in het dure segment
terechtkomen.
Meer dan gemiddeld gezinnen door grotere woningen en Meer dan gemiddeld een en twee persoonshuishoudens
. . door overwegend kleinere woningen met geringe buiten-
meer buitenruimte .
ruimte
Lagere waardering van de woonomgeving Hogere waardering van de woonomgeving
Lagere waardering van de woonkwaliteit Hogere waardering van de woonkwaliteit
1. Zie factsheet Wonen in Amsterdam 2019, leefbaarheid.
1. Inleiding 11
Eigendom, prijs en grootte 11
Ruimtelijke schaalniveaus 11
Introductie van de hoofdstukken 12
2. Eigendomssectoren 13
Eigendom en inkomen 13
Eigendom in de 400 buurten 14
Dynamiek in de wijken 15
3. Prijssegmenten 17
Dynamiek in de wijken 21
4. Woningmarktsegmenten in ontwikkeling 26
Ontwikkeling in retrospectief 26
Prognose 29
5. Match woningvoorraad en inkomen 32
Woonlasten 35
6. Demografie 37
Gezinnen in Amsterdam 37
7. Woonbeleving 42
Woningmarktsegment en woonkwaliteit 44
Demografische menging en woonkwaliteit 45
8. Vier wijken in perspectief 47
Jordaan 47
Watergraafsmeer 47
Middelveldsche Akerpolder 47
Slotermeer 48
Gemengdheid in perspectief van de tijd 48
Dashboards wonen 50
Gebiedshoofdstukken 51
G1. Centrum-West 52
De woningvoorraad 53
De bewoners 55
Ontwikkeling 2015-2019 56
Toekomstige ontwikkeling 60
G2. Centrum-Oost 61
De woningvoorraad 62
De bewoners 64
Ontwikkeling 2015-2019 65
Toekomstige ontwikkeling 69
G3. Westerpark 70
De woningvoorraad 71
De bewoners 72
Ontwikkeling 2015-2019 73
Toekomstige ontwikkeling 77
G4. Bos en Lommer 78
De woningvoorraad 79
De bewoners 80
Ontwikkeling 2015-2019 81
Toekomstige ontwikkeling 85
G5. Oud-West, De Baarsjes 86
De woningvoorraad 87
De bewoners 89
Ontwikkeling 2015-2019 90
Toekomstige ontwikkeling 96
G6. Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken 97
De woningvoorraad 98
De bewoners 100
Ontwikkeling 2015-2019 101
Toekomstige ontwikkeling 105
G7. Osdorp 106
De woningvoorraad 107
De bewoners 109
Ontwikkeling 2015-2019 110
Toekomstige ontwikkeling 113
G8. De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten 114
De woningvoorraad 115
De bewoners 116
Ontwikkeling 2015-2019 117
Toekomstige ontwikkeling 120
G9. Slotervaart 121
De woningvoorraad 122
De bewoners 124
Ontwikkeling 2015-2019 125
Toekomstige ontwikkeling 128
G10. Oud-Zuid 129
De woningvoorraad 130
De bewoners 132
Ontwikkeling 2015-2019 133
Toekomstige ontwikkeling 137
G11.Buitenveldert, Zuidas 138
De woningvoorraad 139
De bewoners 141
Ontwikkeling 2015-2019 142
Toekomstige ontwikkeling 146
G12. De Pijp, Rivierenbuurt 147
De woningvoorraad 148
De bewoners 150
Ontwikkeling 2015-2019 151
Toekomstige ontwikkeling 155
G13.Oud-Oost 156
De woningvoorraad 157
De bewoners 158
Ontwikkeling 2015-2019 159
Toekomstige ontwikkeling 163
G14. Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied 164
De woningvoorraad 165
De bewoners 167
Ontwikkeling 2015-2019 168
Toekomstige ontwikkeling 171
G15. Watergraafsmeer 172
De woningvoorraad 173
De bewoners 174
Ontwikkeling 2015-2019 175
Toekomstige ontwikkeling 179
G16. IJburg, Zeeburgereiland 180
De woningvoorraad 181
De bewoners 182
Ontwikkeling 2015-2019 183
Toekomstige ontwikkeling 186
G17.Noord-West 187
De woningvoorraad 188
De bewoners 189
Ontwikkeling 2015-2019 190
Toekomstige ontwikkeling 194
G18.Oud-Noord 195
De woningvoorraad 196
De bewoners 198
Ontwikkeling 2015-2019 199
Toekomstige ontwikkeling 203
G19. Noord-Oost 204
De woningvoorraad 205
De bewoners 206
Ontwikkeling 2015-2019 207
Toekomstige ontwikkeling 211
G20. Bijlmer-Centrum,
Amstel III 212
De woningvoorraad 213
De bewoners 214
Ontwikkeling 2015-2019 214
Toekomstige ontwikkeling 217
G21.Bijlmer-Oost 218
De woningvoorraad 219
De bewoners 220
Ontwikkeling 2015-2019 221
Toekomstige ontwikkeling 223
G22. Gaasperdam, Driemond 224
De woningvoorraad 225
De bewoners 226
Ontwikkeling 2015-2019 227
Toekomstige ontwikkeling 231
leidi
1. Inleiding
Rekenkamer Metropool Amsterdam heeft in een onderzoek orde komen. Het kleinste stadsdeel, Centrum, is bovendien
getiteld 'De gemengde stad’! geadviseerd om voor een met ruim 87.000 inwoners maar net iets kleiner dan Hilversum
goede monitoring van demografische, sociaaleconomische en Amstelveen, die als grote gemeenten tellen binnen de
en fysieke menging in de stad te zorgen. Met dit rapport MRA. De 22 gebieden komen al een stuk dichter bij de leef-
‘Wijken in de mix: rapportage 2021’ wordt invulling gegeven wereld van de Amsterdammers, maar die relatie is lang niet
aan de toezegging van B&W om deze aanbeveling uit overal perfect. Bouwperiodes zijn bepalend voor onder meer
te voeren. het soort woningen, door welke groepen de woningvoorraad
op dit moment bewoond wordt, en dus de bevolkingsopbouw.
Binnen gebieden is er een flinke differentiatie in de bouw-
Eigendom, prijs en grootte periodes. De wijken komen dichter bij het idee van een eigen
ruimtelijke identiteit. Maar het zijn er veel en daarmee wordt
Drie kenmerken van de woningvoorraad zijn betekenisvol de rapportage omvangrijk. De buurten herbergen nog meer
voor welke categorieën huishoudens er wonen: Eigendom eigenheid, maar ze zijn vanwege het nog grotere aantal
(eigenaar-bewoner, particuliere verhuurder, woningcorporatie), niet meer geschikt als bespreekkader. Bovendien zijn op
de prijs van de woning en de grootte van de woning. het niveau van buurten niet op alle relevante aspecten data
De verdeling naar sociaaleconomische kenmerken van beschikbaar voor een analyse.
de bevolking en de opbouw naar typen huishoudens zijn
sterk gerelateerd aan deze woningvoorraadkenmerken. Het ruimtelijk schaalniveau van de 22 gebieden is als
De inkomensverdeling is in sterke mate de spiegel van de presentatiekader gekozen. Het gebiedsgericht werken
woningvoorraad (eigendomsectoren en prijssegmenten) en van de gemeente is op deze ruimtelijke maat gericht.
reageert ook met de sectorale en segmentale verschuivingen Ook belangrijke woningmarktinformatie en afspraken
mee. Huishoudenssamenstelling en leeftijdsverdeling volgen (Samenwerkingsafspraken van gemeente met corporaties
in grote lijnen de kenmerken van de woningvoorraad naar en huurders) in dit domein gaan over de 22 gebieden. Dit
woninggrootte. In grote lijnen, want wijken kennen ook een rapport bevat dan ook 22 gebiedshoofdstukken. Informatie
demografische cyclus van jonge instroom, gezinsvorming, over de wijken komt aan de orde in 22 gebiedshoofdstukken.
vergrijzing en later weer verjonging. Dat zijn langjarige, auto- Daarnaast wordt er verwezen naar dashboards en websites
nome processen. Deze sociaal-demografische kenmerken zijn van de gemeente waar wijkinformatie te vinden is.
dus maar in geringe mate stuurbaar en in wisselende mate
een gevolg van de woningmarkt of woningmarktbeleid. De Een verzameling van 22 gebiedshoofdstukken en wijkeninfor-
menging naar migratieachtergond is op een nog indirectere matie daaronder, schiet te kort om zaken in relatie tot elkaar
manier verbonden met de kenmerken van de woningvoor- te zien en ook om veranderingen te zien en te begrijpen.
raad en wordt daarom niet behandeld in de rapportage. Daarom wordt de rapportage begonnen met een analyse
Het zijn namelijk vooral het inkomensniveau en de huis- van de ruimtelijke dimensies van de gehele Amsterdamse
houdensgrootte die bij verschillende migratieachtergronden woningmarkt. Om te zien welke consequenties het heeft dat
uiteenlopen, en daarmee wordt het ruimtelijke patroon naar de corporatiesector in de loop der jaren krimpt en dat de
migratieachtergrond al meegenomen in de analyse van de vrije markt huur (vooral de particuliere huursector) groeit,
woningvoorraad naar eigendom, prijs en grootte. nemen we de gebieden en wijken als uitgangspunt maar
grijpen soms terug naar de kleinste bouwsteen van de
481 buurten of soms naar een simpele dichotomie: de stad
Ruimtelijke schaalniveaus binnen de ring en het IJ en de stad daarbuiten. Er wordt
in- en uitgezoomd om de ruimtelijke bewegingen in
Voor een zinvolle bespreking van de ruimtelijke gemengd- samenhang te zien. Kaarten en diagrammen van de
heid is het van belang het juiste schaalniveau te kiezen. woningmarktsectoren en segmenten en de inkomens-
De officiële indeling van de gemeente Amsterdam en verdeling ondersteunen de analyse van de ruimtelijke
de statistiek van OIS telt momenteel zeven stadsdelen, verschillen (segregatie) en verandering.
22 gebieden, 99 wijken en 481 buurten. Gebied, wijk en
buurt worden makkelijk door elkaar gehaald maar voor de Kern van de materie blijft de woningmarkt. De analyse
makers van een ruimtelijke monitor is het een wezenlijk besteedt aandacht aan de gemengdheid (of ongemengd-
onderscheid. De indeling naar zeven stadsdelen is zo groot- heid) van de bevolking naar inkomensniveau (verdeeld in
schalig dat interessante interne verschillen niet meer aan de klassen) per gebied en wijk en er wordt aangegeven in welke
1. Zie www.rekenkamer.amsterdam.nl/onderzoek/publieksonderzoek-2019-de-gemengde-stad/
11
richting die verdeling zich beweegt op basis van de werking veel grotere delen van de stad afwijkingen bestaan, zowel
van woningvoorraad beïnvloedende factoren in het gebied in termen van huishoudenssamenstelling als in de
of de wijk. Het gaat dan om zaken als: is er in het gebied inkomensopbouw.
of de wijk een substantieel bouwprogramma (eventueel
in combinatie met sloop), is de particuliere huursector die Na deze acht hoofdstukken volgen de 22 gebiedshoofd-
potentieel liberaliseert klein of groot? De stuurbaarheid van stukken, waarin de situatie en trend in de ontwikkeling van
de woningmarkt en woningvoorraad is gering. De jaarlijkse eigendomssectoren, prijssegmenten en de genoemde
nieuwbouw is voor de stad een marginale toevoeging aan combinatie wordt besproken voor de gebieden en de
de voorraad en laat grote delen van de bestaande stad onge- wijken die daar deel vanuit maken. Elk gebiedshoofdstuk
moeid. Maar nieuwbouw is voor sommige locaties in de stad besluit met een toekomstverwachting met betrekking tot
juist een belangrijke ‘draaiknop’. Landelijke regels over huren deze thematiek.
zijn eveneens van belang voor de woningvoorraad en ook dat
geldt voor sommige locaties meer dan op andere. Daarnaast
speelt vraag en aanbod een belangrijke rol in de koopsector
en de vrije markt huur.
De analyse besteedt ook aandacht aan bevolkingskenmerken
per gebied en wijk zoals leeftijd, huishoudenstypen, et cetera,
maar telkens met het besef dat daar geringe stuurbaarheid
op zit. De demografische samenstelling van wijken is wel van
belang voor de voorzieningen die momenteel nodig zijn.
En dat daar verandering in optreedt, hoort bij de eerder-
genoemde demografische cyclus.
Introductie van de hoofdstukken
Het rapport begint met een samenvattende bespreking
van de zaken die in de hoofdstukken aan de orde komen.
De hoofdstukken 2 en 3 gaan over de veranderende samen-
stelling van de Amsterdamse wijken naar eigendomssectoren
en prijssegmenten en de betekenis die dit heeft voor de
verdeling naar huishoudens met een laag een midden- en
een hoog inkomen. Hoofdstuk 4 gaat over de factoren die
de samenstelling van de woningvoorraad naar prijssegmen-
ten beïnvloeden, zoals huur- en waardestijgingen en het
bouwprogramma. Hoofstuk 5 gaat over de combinatie van
inkomensgroepen en prijssegmenten zoals ze zich in de
bewoning voordoen: in hoeverre is die combinatie passend
en in hoeverre wonen huishoudens in een relatief goedkoop
of juist in een duur segment.
In het zesde hoofdstuk wordt de invalshoek ‘prijs en inkomen’
verlaten en komt de thematiek van woninggrootte en huis-
houdenstype aan de orde. De leeftijdsverdeling is daarbij
een extra dimensie. Het zevende hoofdstuk gaat over de
waardering van de omgevingskwaliteit en het voorzieningen-
niveau (per buurt). Wijken hebben een typering naar woning-
soorten, bouwperiode, fysieke opbouw en locatie (centraal of
aan de rand). Dat resulteert in een omgevingskwaliteit waar
de lokale bevolking een (hogere of lagere) waardering voor
heeft: dat geldt ook voor het voorzieningenaanbod van de
wijken. Bij de waardering voor omgeving en voorzieningen
zal het uitmaken hoe de bevolking is samengesteld. Hoe
wordt de omgeving gewaardeerd in wijken die meer uit
gezinnen bestaan of juist meer uit jongere huishoudens of
senioren? Het achtste hoofdstuk laat aan de hand van een
paar wijkvoorbeelden zien dat dé Amsterdamse gemengd-
heid maar op een paar locaties voorkomt en dat er in
12
2. Ei d
. EIGEn omssectoren
Eigendom en inkomen nog steeds een grote voorraad (relatief) goedkope (soci-
ale) particuliere huurwoningen, die hoofdzakelijk worden
De verdeling van de drie eigendomssectoren per buurt is van verhuurd aan huishoudens met een laag inkomen. Er is in de
betekenis voor het inkomensniveau en de inkomensverdeling particuliere sector ook een groot deel dat valt in het middel-
binnen een buurt. Corporatiewoningen tot de liberalisatie- dure- of dure segment waarin woningen worden verhuurd
grens worden toegewezen aan huishoudens met een ‘laag’ aan huishoudens met een midden- of hoog inkomen. Het
inkomen (in 2021 is dat bruto € 40.024)', en uitgezonderd het puntenaantal volgens het nationale woningwaarderings-
deel van de huishoudens met inkomensgroei na deze toe- stelsel bepaalt of de huur van een woning geliberaliseerd
wijzing (scheef wonen) is en blijft het inkomensniveau van de mag worden, ofwel mag verschuiven van het gereguleerde
huishoudens in deze sector relatief laag. De inkomenspositie of sociale deel van de huursector naar het vrije markt deel.
van het gemiddelde Amsterdamse huishouden is de afgelo- Door de liberalisering is er een verschuiving binnen de
pen decennia sterk gestegen. Het gemiddelde inkomen van particuliere sector van gereguleerde huur naar de duurdere
een huurder bij een woningcorporatie is veel minder geste- segmenten. In 2013 was een derde (33%) van de particuliere
gen. In de periode vanaf 1995, zoals weergeven in figuur 2.1, huurwoningen geliberaliseerd, in 2019 ruim de helft (54%)®.
is het gemiddelde inkomen in de corporatiesector hierdoor Bij de vrije sector huur worden hogere inkomens gevraagd
verder van het Amsterdamse gemiddelde komen te liggen. bij mutatie, en met verdere toename van het aandeel geli-
beraliseerde huurwoningen zal het gemiddelde inkomen in
De particuliere huursector lijkt wat betreft het gemiddelde de sector steeds verder boven het gemiddelde uitstijgen.
inkomen het meest op Amsterdam als geheel. In de jaarreeks Tegelijkertijd trekt het toenemende inkomen in de particuliere
vanaf 1995 lag het gemiddelde inkomen van particuliere huursector het gemiddelde inkomen van Amsterdam mee
huurders lange tijd een beetje beneden de Amsterdamse lijn omhoog, wordt de afstand van het stedelijk gemiddelde tot
en in 2013 voor het eerst er net boven (figuur 2.1). In de jaren het gemiddelde inkomen in de corporatiesector groter en tot
daarna stijgt het gemiddeld inkomen in de particuliere huur de koopsector kleiner. Van de drie sectoren is het gemiddelde
boven het Amsterdam gemiddelde uit. Dat zijn ook de jaren inkomen in de koopsector uiteraard veruit het hoogst: inmid-
dat een steeds groter deel van de particuliere huursector dels in 2019 ruim hoger dan vierduizend euro per maand.
geliberaliseerd is.2Er bestaat in sommige delen van de stad
Figuur 2.1. Gemiddeld netto maandinkomen per eigendomssector 1995-2019
4500
3500
3000
2500
2000 - woning
Ee _—_ huurder particuliere
1500 huurwoning
1000 Bron: WiA 1995-2019
1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017 2019
1. Het onderzoek Wonen in Amsterdam heeft als recentste meting het jaar 2019: In dat jaar is de liberalisatiegrens: € 38.035
2. Dat gebeurt in het merendeel van de gevallen als er een huurderswisseling optreedt.
3. Wonen in Amsterdam 2019, Factsheet woningmarkt.
13
Eigendom in de 400 buurten het schommelt tussen acht en elf procent van alle buurten.
Buurten met een dominante corporatiesector zijn er steeds
Of buurten een gemiddeld hoog of laag inkomen hebben minder: vanaf een maximum van veertig procent van de
hangt dus sterk af van het aandeel corporatiewoningen en buurten in de jaren 2001 en 2002, dalend naar een stabiele
koopwoningen. Buurten die in hoge mate uit koopsector 21 procent in recente jaren. Het aandeel buurten met een
bestaan, zijn er in Amsterdam maar weinig, buurten met een dominante particuliere huursector is ook sterk geslonken:
hoog aandeel corporatiehuur komen nog wel veel voor. Om van 21 procent in 1999 naar zeven procent van de buurten
de sectorale samenstelling van buurten te beschrijven wordt în 2012. Daarna vindt een sterke groei plaats van buurten
in deze rapportage een simpele typologie gebruikt: Een van met een grote particuliere huursector naar twaalf procent in
de drie eigendomssectoren in de buurt wordt ‘dominant’ 2020. De sterkste stijging is er van buurten waar alle drie de
genoemd als die sector meer dan zestig procent omvat. sectorenminder dan zestig procent van het geheel uitma-
Amsterdam heeft momenteel 481 statistische buurten. Niet ken, we noemen dit ‘gemengde! of ‘gemixte’ buurten. Wel
alle buurten hebben een voldoende aantal woningen (<50) verschillen de percentuele verdelingen van de drie sectoren
- vaak op industrieterreinen of locaties waar de geplande in deze buurten vaak sterk van elkaar. Het aantal gemixte
woningbouw nog moet starten — maar inmiddels kunnen we buurten is in de jaarreeks gestegen van 33 procent naar
naar bijna 400 buurten kijken hoe deze zijn samengesteld 59 procent in 2018, en pas in 2019 en 2020 treedt er een
naar eigendomssector. Figuur 2.2 geeft de ontwikkeling lichte afname op van het aantal gemixte buurten. Sinds 2009
weer. Het percentage buurten met een dominante koop- is het aantal gemixte buurten groter dan het aantal buurten
sector is klein en vertoont een weinig systematische trend, waarin één van de drie sectoren domineert.
Figuur 2.2. Percentage buurten met een dominante eigendomssector (> 60%) of sectorale mix, 1999-2020
2020 21% Le
____ |
2019 21% Ley
A
2018 22% Ky
A
2017 VAN Ky
2016 PieVA Le
en |
2015 PAR Ky
|
2014 PAR Le
|
2013 PA Le
|
2012 E10 Ley
A
2011 EN Kh
2010 EAS Kh
A
2009 33% Le
2008 NA 11%
2007 elo 11%
|
2006 STe Ley
A
2005 Ke is mn > 60% corporatie-
| woningen
2004 RS Ley
LN mn > 60% particuliere
2003 38% 10% huur
2002 A0 DA Nm > 60% koopsector
een |
2001 Ss 85 < 609
een m elle sechoren < 605
2000 IR vh
B O+S. b ki
58% zee ron: O+S, bewerking
1999 directie Wonen
14
Dynamiek in de WIJ ken huursector, die in opkomst is, zich voordoet. In figuur 2.3
zien we vier kaarten, met de wijzers van de klok linksboven
Omdat vooral de particuliere huursector een sterke liberali- de kaart van 2005, respectievelijk 2015, 2017 en 2019. In de
seringstrend doormaakt is het zinvol om ook op een andere kaart van 2005 zijn de kleuren rood (sociale huur) en paars
manier naar de ruimtelijke mix te kijken. Om te bepalen welk (combinatie sociale huur en koop) beeldbepalend. Wijken
deel sociale huur en welk deel vrije huursector is, kunnen met meer dan zestig procent sociale huur (rood) kwamen
we gebruik maken van het onderzoek Wonen in Amsterdam niet alleen voor in Noord, Nieuw-West en Zuidoost maar ook
en moeten we een schaalniveau omhoog schuiven, naar de grote delen van stadsdeel Centrum, zoals de beide Burgwal-
wijken. We kijken dus niet meer naar corporatiesector en len-wijken en de Jordaan, hadden nog meer dan zestig pro-
particuliere huursector maar naar sociale huur en naar vrije cent sociale huurwoningen. In veel andere wijken in en rond
sectorhuur.* De zestig procentgrens voor een dominante het centrum was sociale huur niet dominant maar trad het in
sector blijft dezelfde als in de voorgaande analyse met combinatie met de koopsector die ook ergens een aandeel
buurten en sectoren, maar de mix wordt meer uiteengelegd. tussen twintig procent en zestig procent bereikte (paars).
Het gaat er vooral om te weten in welke combinaties de vrije De andere typen zijn in het kaartbeeld van minder betekenis.
Figuur 2.3. Type sectorale menging 2005, 2015, 2017, 2019
2005 2015
k on * 7 k on * 7
EM zE
4 4
dm 7 ee :
9 $
É p “ é © «
Ae Ae
2019 2017
6 pn 7 6 AN, 7
EM EM
4 4
e= / ee :
& ®
é & « é s “
Ae We
m > 60% koop
m > 60% sociale huur
— > 60% Vrije sector huur
B > 20% koop, > 20% sociale huur en > 20% vrije sector huur
m 20-60% koop, 20-60% sociale huur, < 20% vrije sector huur
= 20-60% sociale huur, 20-60% vrije sector huur, < 20% koop
m 20-60% koop, 20-60% vrije sector huur, < 20% sociale huur Bron: Wonen in Amsterdam
4. Deze liberalisatiegrens is in de loop der jaren naar boven bijgesteld: in 2019 ligt de overgang van gereguleerde huur naar vrije markthuur bij € 720,42.
Overigens kunnen ook corporatiewoningen geliberaliseerd worden, maar in de Samenwerkingsafspraken van gemeente, corporaties en huurders wordt
dit sterk beperkt.
15
In de tweede kaart (rechts boven) wordt een sprong gemaakt
naar tien jaar later (2015). Er is nog niet veel veranderd,
zij het dat rood (sociale huur) en paars (combinatie sociale
huur en koop) iets minder overheersend zijn. Daarnaast is
het type wijk waarin geen van de drie sectoren een hoofdrol
speelt (bruin: alle drie meer dan 20% maar geen van alle
meer dan 60%), ofwel de gemixte wijk, in opkomst in een
aantal wijken van de stadsdelen Centrum en Zuid. Vrije sector
huur is, vooral in Centrum en Zuid maar ook in Nieuw-West,
zodanig in opkomst dat het in veertien wijken boven de
twintig procent uitkomt (in figuur 2.3 bruin, oranje, groen).
In de twee volgende jaren zien we een snelle opschuiving
van wijken waar de dominantie van sociale huur overgaat
naar een mix met koopsector en later naar een mix van de
drie sectoren samen. Het is het effect van de verkoop van
corporatiewoningen (weliswaar gering in de laatste jaren),
liberalisatie van vooral de particuliere huurwoningen en
omzetting van koop naar huur als recentste trend (buy to let,
leave to let). Op sommige locaties zal het bouwprogramma
een rol gespeeld hebben.
Het resultaat van de ontwikkelingen is dat vrije sector huur,
in combinatie met een niet overheersend aandeel koop en
sociale huur, in 2019 een belangrijke rol speelt in de wijken
van Amsterdam. Het is vooral de paarse combinatie van koop
en sociale huur die door het toenemen van de vrije sector
huur van kleur verandert naar een mix van sociale huur,
koop én vrije sector huur. Overigens is er geen enkele wijk
waar vrije huursector domineert en boven de zestig procent
uitstijgt. Scheldebuurt in Zuid is momenteel de wijk met het
hoogste aandeel vrije sector huur, bijna veertig procent. Dat
lijkt ver weg van de zestig procent maar met een toenemend
aantal buurten (schaalniveau lager) waar de particuliere huur-
sector boven de zestig procent is uitgekomen en de verdere
trend naar liberalisering kan de ontwikkeling snel doorzetten.
16
3 u
‚ Prijssegmenten
In het vorige hoofdstuk is, langs de eigendomssectoren middeldure- of dure segment. Daarom wordt in dit hoofdstuk
(corporatie huur, particuliere huur en koop) en hierbinnen de woningvoorraad beschreven vanuit de prijssegmenten
langs het onderscheid sociale en vrije sectorhuur, de samen- goedkoop, middelduur en duur (zie tekstkader volgende
stelling van wijken en de verandering ervan beschreven. pagina). Dat er een sterk verband is tussen de prijs van de
De eigendomssectoren in een buurt zijn een belangrijke woningvoorraad en de inkomenspositie van de bewoners
voorspeller voor de verschillende inkomensgroepen die laat figuur 3.1 zien voor het aandeel goedkope woningen in
în de buurt wonen: grofweg betekent een buurt met veel wijken. Eenzelfde samenhang is er tussen het aandeel dure
corporatiewoningen, een groot aandeel bewoners met een voorraad en hoge inkomens: wijken met een grote voorraad
laag inkomen en buurten met een grote koopvoorraad een woningen in het dure segment, bestaan voor een groot deel
hoog aandeel huishoudens met een hoog inkomen. Binnen uit huishoudens met een hoog inkomen. Het middeldure
de particuliere huurvoorraad is deze samenhang echter segment wordt bewoond door vooral huishoudens met een
minder eenduidig. Er bestaat in sommige delen van de stad midden- én hoog inkomen. In dit segment is de samenhang
nog steeds een grote voorraad (relatief) goedkope (sociale) met inkomen veel minder sterk.
particuliere huurwoningen die hoofdzakelijk worden verhuurd
aan huishoudens met een laag inkomen, maar er is door
nieuwbouw en liberalisering een groot deel dat valt in het
Figuur 3.1. Aandeel goedkope voorraad en huishoudens met laag inkomen per wijk, 2019
100
90
®
© 80 e
9 70 > ®
5 n €
8 60 © 8, ee
5 ee ®e
® ©. ©®,
E 50 se @
5 loo °
®
8 40 ® yv 2 ®
5 e
En ®
8 30 ee @&,
c ee ®
20 ° ee
®
ê e ee ®@ vir
10
®
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
17
Goedkoop, midden, duur en laag, midden, hoog
In dit rapport is een analyse gemaakt van samen- Voor de beschrijving van de inkomensgroepen
stelling van de woningvoorraad naar prijssegmen- van huishoudens zijn de volgende categorieën
ten en de samenstelling van de huishoudens naar gebruikt (peil 2019):
inkomensgroepen. Voor de leesbaarheid van het
rapport is een driedeling gemaakt voor zowel de B Laag inkomen < € 38.035
woningvoorraad als voor de inkomens. Dit doet niet m Midden inkomen £ 38.035 - € 60.095
altijd recht aan de diversiteit binnen de categorieën. B Hoog inkomen > € 60.095
Voor de analyse van trends en van de verschillen
tussen gebieden en wijken is de driedeling echter Ook hier is gebruik gemaakt van een driedeling.
wel bruikbaar. De groep huishoudens met een ‘laag’ inkomen valt
in een inkomenscategorie die de doelgroep vormt
Voor de beschrijving van de prijssegmenten (prijspeil voor de gereguleerde huursector (in de eerder
2019) in de woningvoorraad worden, van laag naar beschreven indeling behorend tot het goedkope
hoog, de volgende categorieën gebruikt: segment). In deze categorie vallen zowel de huis-
Bm Goedkoop segment Huur < € 720 en koop < houdens die (potentieel) recht hebben op huur-
€ 175.000 (prijspeil 2021: huur < £ 752 en koop toeslag als de groep huishoudens die een inkomen
< £ 188.000) heeft tussen deze (potentiele) huurtoeslaggrens en
m Middensegment Huur € 720 - € 1001 en koop de bovengrens, de zogenoemde EU-grens van
€ 175.000 - € 297.000 (prijspeil 2021: huur € 38.035. Deze laatste groep binnen de categorie
€ 752-£€ 1042 en koop € 188.000 - € 314.000) lage inkomens, wordt soms aangeduid als de lage
B __Duursegment Huur > € 1001 en koop => middeninkomens. Gezien de positie op de woning-
€ 297.000 (prijspeil 2021: huur > € 1042 en koop markt (o.a. toegang tot de gereguleerde huur en
> € 314.000 beperkte bereikbaarheid van het middensegment)
past deze groep in de analyse van de woningmarkt
De labels goedkoop, midden en duur refereren aan meer bij de groep met lage inkomens dan bij de
een landelijk gemiddeld prijspeil en de afwijking groep midden inkomens.
(goedkoop, duur) daarvan. Het woord ‘goedkoop’
ligt gevoelig omdat veel huishoudens kampen met
hoge woonlasten. Goedkoop moet dan ook gelezen
worden als een simpel label in een drietraps schaal-
verdeling, het woord heeft geen normatieve bete-
kenis. Goedkoop betekent dus niet dat een woning
in deze categorie volgens de rapporteurs duurder
zou mogen zijn. Het woord wil ook niet zeggen dat
de bewoner van een woning in deze categorie deze
woning als goedkoop zou ervaren. Dat suggereert
namelijk een vergelijking met het inkomen van het
bewonende huishouden en die vergelijking wordt
met het begrip goedkoop niet gemaakt. Dat maakt
ook het woord ‘betaalbaar’ als label voor de laagste
categorie in de drietraps schaal ongeschikt, omdat
met dit woord nog meer de vergelijking met inko-
men gesuggereerd wordt. Dus, hoewel een kort
label van woningmarktsegmenten niet volledig recht
doet aan de diversiteit binnen de categorieën, is om-
wille van de leesbaarheid gekozen voor de absolute
labels goedkoop, middelduur en duur.
18
De helft van de Amsterdamse woningvoorraad bestaat uit
woningen in het goedkope segment. Een derde is een dure
huur- of koopwoning (zie figuur 3.2).
Net als bij de beschrijving van de sectorale samenstelling van
wijken, wordt in dit hoofdstuk de segmentale samenstelling
van wijken beschreven door de wijken? in te delen naar
‘dominante’ delen van de woningvoorraad (zie figuur 3.3).
Vanuit de these dat de prijs voor een groot deel bepaalt wie
waar woont en een meer gemengde voorraad een gemeng-
dere bevolking betekent, wordt de gemengdheid van de
woningvoorraad beschreven.
Figuur 3.2. Woningmarktsegmenten Amsterdam, 2019
m gereguleerde huur en betaalbare koop
ml middeldure huur en koop
ml dure huur en koop
Bron: WiA 2019
Figuur 3.3. Typering wijken naar segmentale samenstelling (prijs)
Label segment Segmentale samenstelling
Goedkoop dominant > 60% goedkoop
Middelduur dominant > 60% middeldure huur en koop
Duur dominant > 60% dure huur en koop
Gemengd > 20% goedkoop, > 20% middelduur, > 20% duur
Goedkoop en middelduur dominant 20-60% goedkoop, 20-60% middel < 20% duur
Goedkoop en duur dominant 20-60% goedkoop, < 20% middel, 20-60% duur
Middelduur en duur dominant < 20% goedkoop, 20-60% middel, 20-60% duur
2. Bij het gebruik van WiA in de analyses is het laagst bruikbare schaalniveau dat van de wijken.
19
Op het niveau van de wijken is het grootste deel te typeren
als goedkoop-duur (zie figuur3.4): in circa veertig procent
van de wijken bestaat de woningvoorraad uit hoofdzakelijk
woningen in het goedkope en het dure segment. De meeste
van deze wijken maken deel uit van de 19e-eeuwse Ring en
Gordel "20-40. Maar ook IJburg, Slotervaart-Noord,
Osdorp-Midden en het Oostelijk Havengebied vallen in
deze categorie. In een derde van de wijken bestaat het
grootste deel van de voorraad uit woningen in het goedkope
segment. Een groot deel van deze wijken is gebouwd als
onderdeel van het naoorlogse Algemeen Uitbreidingsplan
in Nieuw-West of is in Noord en Zuidoost van een latere
periode. Maar ook wijken met veel stadsvernieuwing uit
de jaren '80 zoals de Dapperbuurt en de tuindorpen in
Noord en Betondorp vallen in de categorie wijken met een
hoofdzakelijk goedkope voorraad.
Figuur 3.4. Wijktype naar prijssegmentering, 2019
Er
3 Pa °
© 5 Ò
Za
S 8
Legenda
e
EJ Duur
EL] Gemengd
EE] Goedkoop
B Goedkoop en duur
EB Goedkoop en middelduur @ a
Ar
Bron: WiA 2019
20
Dynamiek in de wijken Deze toename is te zien in centraal gelegen wijken in de
stadsdelen Centrum, West en Zuid. Maar ook wijken buiten
Data over de segmentale samenstelling van de woningvoor- de centrumring waar veel nieuwbouw is toegevoegd zoals op
raad zijn slechts over een betrekkelijk korte periode van vijf IJburg, Buitenveldert en Omval/Overamstel zijn veranderd
jaar te analyseren.“ Toch wordt in deze periode van 2015 tot naar wijken met vooral goedkope en dure woningen.
en met 2019 een aantal ontwikkelingen duidelijk zichtbaar.
Ten opzichte van 2015 is het aandeel woningen in het dure
segment in de Amsterdamse voorraad met meer dan tien
procentpunt gegroeid (zie figuur 3.5). Het aandeel in zowel
het goedkope als het middeldure segment is afgenomen.
Gezien recente prijsstijgingen zal tussen 2019 en 2021 het
aandeel woningen in het goedkope en middeldure segment
verder zijn gedaald.
Benaderd vanuit de mengingstypologie is Amsterdam veran-
derd in een stad met een woningvoorraad waarin het goed-
kope segment dominant was naar een stad die steeds meer
bestaat uit een goedkope en een dure voorraad. Ook op het
niveau van de wijken is deze dichotomie zichtbaar. Het aantal
wijken met een hoofdzakelijk goedkope en dure voorraad is
tussen 2015 en 2019 sterk toegenomen (zie figuur 3.6).
Figuur 3.5. Woningmarktsegmenten Amsterdam 2015, 2019
Tj gereguleerde huur
en betaalbare koop
2015 middeldure huur
Lj en koop
2019 ml dure huur en koop
Bron: WiA 2015, 2019
Figuur 3.6. Wijken met goedkope en dure voorraad dominant 2015 en 2019
2015 N 2019
er
&, & À
u v
SE ee
CE Kd
® ®
Legenda à
Bron: WiA 2015, 2019
3. In het onderzoek Wonen in Amsterdam (WiA) is vanaf 2015 gewerkt met een nieuwe definitie van de woningvoorraad. Woon- en studenteneenheden
worden hierin gerekend tot de woningvoorraad. Een vergelijking tussen data uit WiA vanaf 2015 en voorgaande WiA-bestanden is hierdoor niet goed
bruikbaar.
21
Het aantal wijken met een hoofdzakelijk goedkope voorraad
is afgenomen (zie figuur 3.7). De meeste van de wijken die in
2015 vooral goedkoop waren en dat in 2019 niet meer, zijn
centraal gelegen wijken als de Jordaan, de Kinkerbuurt,
de Oude Pijp en Indische Buurt-West.
Ook het aantal wijken met een gemengde woningvoorraad
is tussen 2015 en 2019 afgenomen (figuur 3.8). De wijken die
minder heterogeen zijn geworden zijn wijken waar substanti-
eel nieuwbouw is toegevoegd zoals in Buitenveldert, IJburg
en Kadoelen. Overtoomse Veld is door nieuwbouw juist een
gemengde wijk geworden. Terwijl Erasmuspark tussen 2015
en 2019 gemengd is geworden door veranderingen in de
bestaande voorraad.
Figuur 3.7. Wijken met goedkope voorraad dominant 2015 en 2019
\% 2015 \% 2019
fa f
We ee ie We A A
A id m5
EN >
® I's
é 4 é |
ww %
Bron: WiA 2015, 2019
Figuur 3.8. Wijken met gemengde voorraad dominant 2015 en 2019
\ 2015 el 2019
B
k
q q
Bron: WiA 2015, 2019
22
Uitgaande van de typologie van menging van de woning-
voorraad van wijken, zijn er wijken in de periode 2015-2019
gemengder of minder gemengd geworden of min of meer
hetzelfde gebleven (zie figuur 3.9).
Figuur 3.9. Ontwikkeling menging wijken 2015-2019
& we
A
IA?
Za
)
Legenda
EE] Menging
ES] Nieuw
EB Ongewijzigd
EE] Ontmenging
LE] Verschuiving @ da
Ar
Bron: WiA 2015, 2019
23
Bij de meeste wijken waar de woningvoorraad meer vooral goedkope én middeldure woningen. Hier speelt
gemengd is geraakt (zie figuur 3.10), is sprake van een vooral de stijging van de waarde van goedkope koopwonin-
verkleuring van de voorraad met hoofdzakelijk goedkope gen een rol waardoor een deel van de goedkope voorraad in
voorraad naar een voorraad met vooral goedkope en dure het middeldure segment terecht is gekomen. Erasmuspark
woningen. Voorbeelden van deze wijken zijn de Jordaan; en Oostzanerwerf zijn twee wijken die van een voorraad
de Oostelijke Eilanden/Kadijken; enkele wijken in West waar- gedomineerd door goedkope en middeldure woningen zijn
onder de Frederik Hendrikbuurt en Staatsliedenbuurt; een veranderd naar een gemengde wijk met min of meer gelijke
aantal wijken in Zuid waaronder de Oude en Nieuwe Pijp en delen goedkope, middeldure en dure woningen. Zowel de
Indische Buurt-West in -Oost. Bij deze ontwikkelingen spelen liberalisering van sociale huurwoningen als de waardestijging
de liberalisering en verkoop van sociale huurwoningen en de in de koopsector hebben hier een rol in gespeeld. Tot slot
waardestijging in de koopsector een rol (zie hoofdstuk 4 voor zijn er twee wijken waarin de voorraad meer gemengd is
een verdere toelichting). geworden als gevolg van het gereed komen van een nieuw-
bouwprogramma: in Zuidas en Noordelijke IJ-oevers West
In een aantal wijken In Noord, Zuidoost en Nieuw-West, was de voorraad hoofdzakelijk duur, maar is er door nieuw-
Geuzenveld, de Waterlandpleinbuurt, Buikslotermeer, bouw een substantieel aantal woningen in het middeldure
Nellestein en Gein, is de voorraad veranderd van één waarin en goedkope segment toegevoegd. Hierdoor is een meer
de goedkope voorraad dominant is naar een voorraad met gemengde voorraad ontstaan.
Figuur 3.10. Wijken meer heterogeen 2015-2019
2 ZEN
Î _
Ea « | \
e
Bron: WiA 2015, 2019
24
Naast wijken die meer gemengd zijn geworden, zijn er Hoewel de periode te kort is om grote verschuivingen
ook wijken die de andere kant op bewegen en een minder te signaleren, wordt in de periode 2015-2019 toch een
gemengde voorraad hebben gekregen (figuur 3.11). De ontwikkeling zichtbaar. Gemengde wijken ‘ontmengen’ en
grootste groep van deze categorie wijken had een voorraad veranderen in wijken met een goedkope en dure voorraad.
waarin zowel goedkope, middeldure als dure woningen een Daarnaast worden de wijken met een hoofdzakelijk goed-
substantieel deel van de voorraad uitmaakten, maar hebben kope voorraad meer gemengd en veranderen eveneens in
een voorraad gekregen die bestaat uit vooral goedkope wijken met een voorraad die vooral bestaat uit goedkope
en dure woningen. In IJburg-Zuid, Kadoelen en Buitenvel- en dure woningen. Beide ontwikkelingen resulteren dus in
dert-Oost speelt de toegevoegde nieuwbouw in het dure eenzelfde trend waarin steeds meer wijken een woning-
segment een rol in het minder gemengd raken van de wijk. voorraad hebben die bestaat uit woningen in het goedkope
In Hoofddorppleinbuurt en Buitenveldert-West vindt de en dure segment.
verandering hoofdzakelijk plaats in de bestaande woning-
voorraad door prijsstijging in de koopsector en liberalisering
van huurwoningen.
Tot slot is er een aantal wijken getypeerd als ‘verschuiving’
(geel in figuur 3.9). In de wijken Chassébuurt, Geuzenbuurt,
Westindische Buurt en Osdorp Midden is de woningvoor-
raad veranderd in één met vooral goedkope en middeldure
woningen naar een voorraad met hoofdzakelijk goedkope en
dure woningen.
Figuur 3.11. Wijken minder heterogeen 2015-2019
Bron: WiA 2015, 2019
25
4. Won! ic
‚ VVoningmarktsegmenten
in ontwikkeling
Ontwikkeling in retrospectief 2. Bij verhuizing van een huurder uit een woning in
het goedkope, gereguleerde segment kan de
In het vorige hoofdstuk is de verandering van de eigenaar de woning verkopen. Gezien de prijs-
segmentale samenstelling van de woningvoorraad ontwikkeling komt vrijwel elke goedkope woning
besproken: het aandeel goedkope en middeldure die wordt verkocht in het middeldure of dure
segment is geslonken en het aandeel dure woningen koopsegment terecht.
is gegroeid. 3. Binnen de niet-gereguleerde (vrije) huursector
Hier liggen een aantal oorzaken of mechanismes aan is sprake van een stijging van de huurprijs
ten grondslag: (zie figuur 4.1). Hierdoor is een deel van de
huurwoningen in het middeldure segment
1. In de gereguleerde huursector wordt bij verhuizing terecht gekomen in het dure huursegment.
de huurprijs vastgesteld op basis van het woning-
waarderingsstelsel. Hierin heeft de WOZ-waarde
een zwaar gewicht. De WOZ-waarde is voor een
groot deel van de Amsterdamse woningvoorraad
zo hoog dat de huurprijs die, na mutatie wordt be-
rekend aan de hand van het woningwaarderings-
stelsel, in veel gevallen boven de liberalisatiegrens
ligt. Woningen die tot het goedkope, gereguleerde
segment behoorden, kwamen hierdoor in het
middeldure of dure huursegment. Deze liberalisatie
vindt vooral plaats bij particuliere huurwoningen.
Gezien hun kerntaak en de afspraken met de
gemeente houden woningcorporaties in de
meeste gevallen de woning in het goedkope
segment.
Figuur 4.1. Gemiddelde huurprijs (kale huur) naar segment, 2011-2019 (€)
1500
1200
—= Particulier
900 ee vrije sector
== Corporatie
vrije sector
7 ee particulier sociaal
300 —= corporatie sociaal
0 Bron: WiA 2019
2011 2013 2015 2017 2019
26
4. In nieuwbouwplannen die tot de vaststelling van
de Woonagenda 2025 in 2017 zijn vastgesteld
of uitgevoerd, werd de verhouding 30-70,
30 procent, goedkoop en 70 procent middelduur
en duur segment, gehanteerd als uitgangspunt.
Figuur 4.2 geeft een beeld van de segmenten
binnen de nieuwbouw vanaf 2010. Onder andere
in het kader van stedelijke vernieuwing is in wijken
met een eenzijdige voorraad met goedkope
huurwoningen, middeldure en dure voorraad toe-
gevoegd om tot een zekere menging te komen.
Figuur 4.2. Start bouw 2000-2019 naar segment
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017 m gereguleerde huur
2018 ml middeldure huur
2019 ml dure huur
2020 IN ‘oor
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000 9000
Bron: Grond en ontwikkeling, gemeente Amsterdam (actuele stand zie maps.amsterdam.nl/woningbouwplannen)
27
5. Binnen de koopsector is een verschuiving van
middelduur naar duur zichtbaar. Dit is een direct
gevolg van de waardeontwikkeling op de woning-
markt. Figuur 4.3 laat de ontwikkeling van de
verkoopprijs per vierkante meter zien. De ontwik-
keling van de waarde van de totale koopsector
volgt een zelfde patroon. Woningen in Amster-
dam blijven onverminderd populair bij starters
en doorstromers op de woningmarkt maar ook
in toenemende mate bij partijen die het als een
waardevaste investering zien. Dit zijn zowel
institutionele beleggers als particulieren met één
of enkele woningen. Naast dit prijsopdrijvende
effect op de woningmarkt als gevolg van krapte
en toenemende vraag, dragen investeringen
als grootschalige stedelijke vernieuwing en de
aanleg van de Noord-Zuidlijn bij aan de waarde-
ontwikkeling van bestaande woningen in
sommige gebieden.
Figuur 4.3. Verkoopprijs per m?, geïndexeerd 2015-2020
2015 2020
oe 7 Dn * e
en hl
g IN > t à NA En
> MENE AL Dt Ee
Je ANT ee EE
OA Pe en Ee & = es Er Ps x
Tet EE
ter er
m > 8122 euro/m? — 4061-4738
m 6769-8122 _ 3384 - 4061
m 6092-6769 B 2707 - 3384
= 5414-6092 m 2031-2707
_ 4738-5414 m < 2031 Bron: maps.amsterdam.nl/woningwaarde
28
Prognose De koopsector, tot slot, is niet gereguleerd. Hier volgt
de segmentale samenstelling de prijs- en waarde-
Zoals eerder beschreven kan de segmentale ontwikkeling op de markt. In 2019 viel circa driekwart
samenstelling van de woningvoorraad veranderen door __ van de koopsector in het dure segment en een kwart
nieuwbouw, transformatie en sloop. Maar ook binnen in het middensegment. Gezien de ontwikkeling van
de bestaande voorraad kan door verkoop en liberaliseren de WOZ-waarde en verkoopprijzen is de verwachting
van huurwoningen de samenstelling wijzigen. dat het deel dure koop in de bestaande voorraad de
Op deze ontwikkeling zijn verschillende factoren van komende jaren verder toeneemt.
invloed. Voor nieuwbouw is uiteraard het woningbouw-
programma belangrijk. In het nieuwbouwprogramma Uitgaande van de woningbouwplannen en de
wordt op dit moment uitgegaan van het stedelijke verwachte verandering binnen de bestaande voorraad,
uitgangspunt! 40-40-20. In principe wordt op grond is een inschatting gemaakt van de richting waarin de
uitgegeven door de gemeente gebouwd in de verhou- Amsterdamse woningmarkt zich tot 2030 zal ontwikke-
ding 40 procent goedkoop, 40 procent middelduur en len. Figuur 4.4 geeft een indruk van de gebieden waar
20 procent duur. Afhankelijk van de samenstelling van nieuwbouwprojecten tussen 2014 en 2029 zijn, c.q.
de omliggende buurten of wijken kan van deze verhou- worden gestart. In komende tien jaar zal de meeste
ding worden afgeweken? In nieuwbouwprojecten die nieuwbouw in Oud-Noord; Bijlmer-Centrum, Amstel III;
zijn gestart voordat dit beleid binnen nieuwbouw van Geuzenveld, Slotermeer en IJburg opgeleverd worden.
kracht was, is een andere segmentale verhouding Hierin geldt momenteel het uitgangspunt 40-40-20.
mogelijk omdat hier oudere afspraken of contracten In de bestaande woningvoorraad is de grootste
aan ten grondslag liggen. Maar ook in nieuwbouw- verschuiving te verwachten in de gebieden Centrum
projecten waar de gemeente niet de eigenaar van de West; Oud-West, De Baarsjes; Oud-Zuid, De Pijp,
grond is, kan in een andere segmentale verhouding Rivierenbuurt. Hier zal als gevolg van liberalisering en
worden gebouwd. verkoop in de bestaande voorraad het aantal goedkope
In de bestaande voorraad die valt binnen het geregu- woningen dalen en het aantal woningen in het middel-
leerde deel van de huursector, de sociale huursector, dure en dure segment toenemen.
in dit rapport aangeduid als goedkope huur, zijn twee
aspecten van belang. Ten eerste hebben woningcorpo-
raties, huurders en gemeente met elkaar afgesproken
dat er in gebieden waar het totale aandeel goedkope
huur van woningcorporaties en particuliere verhuurders
rond of onder 45 procent ligt, terughoudend en in
sommige delen niet mag afnemen door verkoop of
liberalisering. Op deze manier wordt bijgedragen aan
de gemengdheid van de stad. Terwijl het aanbod van
gereguleerde huurwoningen van corporaties wordt
gestuurd door regels en afspraken, wordt het overige
aanbod door de markt georganiseerd. Een deel van de
particuliere huur valt echter nog onder de gereguleerde
huur. De hoogte van de huur van deze woningen wordt
vastgesteld op basis van het woningwaarderingstelsel.
De hoogte van de WOZ bepaalt voor een belangrijk
deel of een woning gereguleerd is of in de vrije sector
valt. Omdat de WOZ-waarde in Amsterdam hoog is,
komen bijna alle vrijkomende particuliere huurwoningen
in de vrije sector.
Er is echter een aanpassing van het stelsel in voorberei-
ding. Hierin wordt het gewicht van de WOZ-waarde in
de puntentelling gemaximeerd. Als deze wijziging van
kracht wordt, zal een deel van de woningen die
nu nog geliberaliseerd kan worden niet boven de libe-
ralisatiegrens komen en tot het goedkope deel van de
voorraad blijven behoren.
1. Zie woonagenda 2025
2. De directeur van Grond en Ontwikkeling is hiervoor gemandateerd.
29
Figuur 4.4. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de 22 gebieden van Amsterdam
?
Ü & sd
Ö DJ
“ ht
In al 6 | f |
: U De :
= ER LS jr ED lo
Re att
| | Nes
G r |
A 35
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
De richting waarin de samenstelling van de woning- is de verwachting dat deze daling het grootst zal zijn.
voorraad zich op gebiedsniveau de komende tien jaar De verwachting is dat het aandeel in het middeldure
zal ontwikkelen hangt dus af van of er op grote schaal segment in alle gebieden zal groeien. Dit zal vooral
nieuwbouw wordt toegevoegd, in welk tempo dit gebeuren in de gebieden Bos en Lommer; Oud-West,
gebeurt en wat de sectorale en segmentale samen- De Baarsjes; Slotervaart; Oud-Noord en Bijlmer-Cen-
stelling van de bestaande voorraad is. In figuur 4.5 trum, Amstel II. De ontwikkeling van het aandeel duur
wordt globaal beschreven in welke richting de samen- segment laat een minder eenduidig beeld zien. Er zijn
stelling van de woningvoorraad zich naar verwachting gebieden waarvan verwacht wordt dat het aandeel
zal ontwikkelen en hoe groot deze veranderingen van dit segment licht afneemt en gebieden waarin
zijn. In gebieden aan de rand van de stad heeft dit waarschijnlijk zal toenemen. In Centrum-West;
vooral nieuwbouw een effect, terwijl in de centralere Slotervaart; De Pijp, Rivierenbuurt en Bijlmer-Centrum,
gebieden vooral de verschuivingen in de bestaande Amstel Ill wordt een toename van het dure segment
voorraad doorwerken. In vrijwel alle gebieden zal het verwacht. In IJburg, Zeeburgereiland zal dit aandeel
aandeel goedkope woningen afnemen. In de gebieden door verdere voltooiing van het nieuwbouwprogramma
Bos en Lommer; Oud-West, De Baarsjes; Slotervaart; naar verwachting sterk dalen.
Oud-Zuid; Oud-Noord en Bijlmer-Centrum, Amstel III
3. de grootste toe- en afname van de prijssegmenten, als aandeel van de totale voorraad van het gebied, is weergegeven met pijlen. De pijlen geven een
richting en een sterkte/snelheid aan maar zijn geen eenheden die optellen. Met "-" wordt aangegeven dat de verandering van het aandeel klein of nihil is. }
30
Figuur 4.5. Ontwikkelrichting woningvoorraad 2020-2030 naar segment
Gebied Ontwikkelrichting 2020-2030 Ontwikkeling in/door
goedkoop middel duur
Centrum-West v — t bestaande voorraad
Centrum-Oost v — — bestaande voorraad
Westerpark v + _ nieuwbouw en bestaande
voorraad
Bos en Lommer v + _ nieuwbouw en bestaande
voorraad
Oud-West, De Baarsjes v Î — bestaande voorraad
Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken Yv Î = sloop en nieuwbouw
Osdorp — — —
De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten — — —
Slotervaart + v 4 sloop, nieuwbouw en bestaande
voorraad
Oud-Zuid + t t bestaande voorraad
Buitenveldert, Zuidas v t — nieuwbouw
De Pijp, Rivierenbuurt v = t bestaande voorraad
Oud-Oost Y tf — bestaande voorraad
Indische Buurt, Oostelijk Havengebied hd = = bestaande voorraad
Watergraafsmeer v 4 _ nieuwbouw en bestaande
voorraad
IJburg, Zeeburgereiland — t Yv nieuwbouw
Noord-West — — —
Oud-Noord + 4 _ nieuwbouw en bestaande
voorraad
Noord-Oost — — t nieuwbouw
.
Eileen Amel U + 4 & sloop, nieuwbouw en bestaande
voorraad
Bijlmer-Oost — — —
Gaasperdam, Driemond — — — nieuwbouw
31
5. M h Il d
‚ Match woningvoorraa
ink
Zoals al aan de orde kwam, is er in Amsterdam een afname
van het segment van gereguleerde huur en betaalbare koop
en van het middensegment en daartegenover een groei van
het dure segment. Maar ook de inkomensverdeling verandert.
De factsheet Wonen in Amsterdam 2019 woningmarkt laat
zien dat de opschuiving in de woningmarktsegmenten sneller
gegaan is dan de opschuiving in de bijpassende inkomens-
verdeling (zie figuur 5.1).
Figuur 5.1. Woningmarktsegmenten en inkomensgroepen met elkaar vergeleken (2011-2019)
2011 _Inkomengroepen
LO
Woningmarktsegmenten
LO
2013 _Inkomengroepen
|
Woningmarktsegmenten
LO
2015 _Inkomengroepen
LO
Woningmarktsegmenten m gereguleerde huur
dende en
2017 _Inkomengroepen mi middeldure huur
LO en koop
Woningmarktsegmenten ml dure huur en koop
LT
2019 _Inkomengroepen Bron: Wi -
A TOO
. Amsterdam, 2019.
Woningmarktsegmenten Factsheet woningmarkt
32
Dus is het de vraag hoe de verdeling van de inkomens- De trend die in deze typologie te zien is, is de volgende:
groepen over de woningmarktsegmenten in de tijd De grote categorie van lage inkomens die passend woont in
veranderd is. We vatten dit bewoningspatroon samen in het goedkope segment neemt tussen 2015 en 2019 af van
een eenvoudige typologie. afgerond 55 naar 44 procent. Die afname gaat gepaard met
een groei van midden- en hoge inkomens die passend wonen
Lage inkomens passend: lage inkomens wonen passend als in hun segment (middensegment respectievelijk duur seg-
zij in een sociale huurwoning wonen of in het goedkope deel ment): van 19 procent naar 28 procent. Dat de verschuiving
van de koopsector. Anders wonen lage inkomens ‘duur’! van de woningvoorraad naar de duurdere marktsegmenten
Midden en hoge inkomens passend: Hierbij gaat het om niet evenredig gevolgd wordt in de inkomensverdeling is te
middeninkomens die een woning in het middensegment zien in de trend dat de groep lage- en middeninkomens die
(huur of koop) bewonen of hoge inkomens in een woning een woning bewoont in een relatief duur segment is toege-
van het dure huur- of koopsegment. nomen van afgerond negen procent naar zestien procent. De
Lage- en middeninkomens duur? Hierbij gaat het om lage tegenpool van deze trend is de afname van het aandeel huis-
inkomens in het midden- of dure segment en middeninkomens houdens met een midden- of hoog inkomen die woningen
in het dure segment. Zij bewonen een woning behorend tot bewonen in een relatief goedkoper segment: van zeventien
een duurder segment dan het segment dat passend zou zijn. procent in 2015 naar twaalf procent in 2019.
Midden- en hoge inkomens goedkoop: Hierbij gaat het
om hoge inkomens in het goedkope- of middensegment en De conclusie is dat de inkomenspositie van de huishoudens
middeninkomens die wonen in het goedkope segment. Zij het duurder worden van de woningvoorraad niet direct volgt.
bewonen een woning behorend tot een goedkoper segment Het aandeel lage inkomens is minder snel afgenomen dan de
dan het segment dat passend zou zijn. voorraad goedkope woningen. Voor de duurdere segmenten
en hogere inkomensgroepen geldt het omgekeerde. Gevolg
Vanuit deze typologie is de Amsterdamse bevolking als volgt hiervan is dat het deel huishoudens met een laag inkomen
te beschrijven. Meer dan veertig procent van de Amsterdamse dat in een passende woning woont is afgenomen en het deel
huishoudens heeft een laag inkomen en woont in een woning met een laag inkomen dat duur woont is toegenomen. De
die gezien de geldende criteria past bij het inkomen (zie andere kant is dat het (‘te’) goedkoop wonen van midden en
figuur 5.2). Bijna dertig procent heeft een midden- of hoog hoge inkomensgroepen is afgenomen en deze groep meer
inkomen en woont eveneens in een woning die past bij het passend woont. Dus de goed passende match van inkomens
inkomen. Ruim vijftien procent van de huishoudens woont in en prijssegment verschuift van de lage naar de midden- en
woning die behoort tot een duurder segment. Dit zijn zowel hogere inkomens. Daarnaast overtreft in 2019 het percen-
huishoudens met een laag- als huishoudens met een midden- tage huishoudens in dure woonsituaties het percentage
inkomen. Tot slot woont ruim twaalf procent van de huis- huishoudens in goedkope woonsituaties. In 2015 was die
houdens, behorend tot de midden- en de hoge inkomens, verhouding andersom en 2017 was hierin het omslagpunt.
in een woning die behoort tot een goedkoop segment.
Figuur 5.2. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, 2015-2019
2015 PA m lage inkomens
LN passend
2017 14% m lage en midden-
LO inkomens duur
2019 12% ml midden en hoge
inkomens passend
Nm midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015-2019
1.Hierbij is als lage inkomens (in 2019) het bedrag € 42.436 genomen. Maximaal 10% van de vrijkomende woningen mogen immers toegewezen worden aan
huishoudens tot aan dit inkomen. Voor de inkomens tot aan €38.035 is passendheid gedefinieerd tot aan de liberalisatiegrens en de bijpassende goedkope
koopsector (< € 175.000). Voor de inkomens tussen € 38.035 en € 42.436 wordt aan de passendheid ook de middenhuur en het middensegment koop
toegevoegd. Vanwege het feit dat het merendeel van deze inkomens in werkelijkheid buiten de bovengenoemde tien-procentsnorm valt, is de lage
inkomensgroep dus ruim gedefinieerd en daarmee de middeninkomensgroep smal.
2. Om de indeling overzichtelijk te houden zijn midden- en hoge inkomens samengenomen voor de ‘passende situatie’. Hoge inkomens kunnen in deze
indeling niet ‘duur’ wonen en lage inkomens kunnen niet ‘goedkoop’ wonen. Alleen de groep middeninkomens kan zowel ‘duur’ als ‘goedkoop’ wonen.
Daarom wordt ‘duur’ wonen bij de middeninkomens samengevoegd bij ‘duur’ wonen voor de lage inkomens en ‘goedkoop! wonen voor de midden-
inkomens samengenomen met ‘goedkoop! wonen van de hoge inkomens.
33
In het tweede deel van de rapportage komt deze analyse
terug voor 22 gebieden. Om alvast houvast te hebben voor
de vergelijking van de passende, relatief dure of relatief
passende woonsituatie in de gebieden ten opzichte van het
stedelijk gemiddelde presenteren we hier de stad in twee
delen: de stad binnen de ringweg en ten zuiden van het IJ
tegenover Noord, Zuidoost en Nieuw-West. We zien in beide
delen van de stad dezelfde beweging. Het verschil is dat in
Noord, Zuidoost en Nieuw-West het aandeel lage inkomens
in een passend segment in 2019 groter is dan binnen de ring,
maar de afname is groter. Het komt doordat in Noord, Zuid-
oost en Nieuw-West de corporatiesector meer geslonken is,
maar nog altijd ruim groter is dan binnen de ring. Ook het
feit dat de betaalbare koopsector buiten de ring geslonken
is, terwijl deze in Noord, Zuidoost en Nieuw-West in deze
periode al verdwenen was, speelt een rol. Ook de beweging
naar een groter aandeel passend wonen voor de midden- en
hoge inkomens is voor beide delen van de stad ongeveer
van gelijke orde. Het percentage huishoudens dat relatief
goedkoop woont, is binnen de ring iets sterker afgenomen
dan erbuiten. Het deel van de huishoudens dat juist relatief
duur woont, is in Noord, Zuidoost en Nieuw-West iets meer
toegenomen dan binnen de ring.
Dat de dure woonsituatie in Noord, Zuidoost en Nieuw-West
sterker toeneemt dan gemiddeld is geen goed signaal in het
kader dan de woonlastenontwikkeling. Het is bekend dat
daar veel huishoudens wonen die, ook als zij in de sociale
huursector wonen, moeite hebben om rond te komen. Hoge
woonlasten en zorgen over de betaalbaarheid van het wonen
zullen toenemen nu blijkt dat het aandeel huishoudens dat in
een woning woont van het duurdere
segment zo snel toeneemt.
Figuur 5.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten voor twee delen
van Amsterdam
Buiten de ring 2015 60% CA WM reeinkerers
A10+IJ dennen passend
2019 PER Eg WW eos en midden
A Inkomens duur
Binnen de ring 2015 Bik WAS m midden en hoge
A10 A Inkomens passend
2019 PRE 12% B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
34
Woonlasten
De toename van de groep lage- en middeninkomens
die woont in een segment dat gezien het inkomen (te)
duur is, is ook terug te zien in de ontwikkeling van de
zogenoemde woonquote. Deze maat geeft een indica-
tie van de (netto) kosten die huishoudens kwijt zijn aan
huur of hypotheek als percentage van het huishoudin-
komen. De groep huishoudens met een laag inkomen
die huurt, circa veertig procent van de Amsterdamse
huishoudens, heeft relatief de hoogste woonlasten
(circa dertig procent). De huurquote van deze groep
is tussen 2015 en 2019 echter nauwelijks veranderd
(zie figuur 5.4). De eerder beschreven groei van (te)
duur niet-passend wonen, vindt vooral plaats bij de
groep hurende middeninkomens: de huurquote van
deze groep, circa tien procent van alle Amsterdamse
huishoudens, is met drie procentpunt gestegen.
Figuur 5.4. Netto huurquote naar inkomensgroep 2015 en 2019
hoog
inkomen
midden
inkomen
[] 2019
laag me 2015
inkomen
Bron: WiA 2015, 2019
35
Woonlasten als percentage van het huishoudinkomen
is een veel gebruikte indicator die goed te gebruiken
is voor vergelijkingen (in de tijd, tussen gebieden en
internationaal). Het doet echter onvoldoende recht aan
de individuele situatie van huishoudens zoals persoon-
lijke omstandigheden en individuele keuzes. Daarvoor
is een subjectieve indicator bruikbaar waarin de
ervaren betaalbaarheid van de woning de woonlasten
uitdrukt. Figuur 5.5 maakt duidelijk dat de kosten voor
wonen door huishoudens in wijken in Nieuw-West,
Zuidoost en Noord als een grotere last wordt ervaren
dan door huishoudens in wijken van de overige stads-
delen. Veel van de wijken met een laag rapportcijfer
voor betaalbaarheid (rood en oranje) zijn ook de wijken
met een groot aandeel huishoudens met een laag
inkomen en een grote voorraad corporatiewoningen.
Figuur 5.5. Oordeel betaalbaarheid huur of hypotheek van de woning
&
PS
et
dm
‚$
e
Legenda
Hoe beoordeelt u de huur /
hypotheek van uw woning?
B 6 en lager
mm 6- 6,5 @ àl
El 6,5-7
C17-7,5 Ò
m75-8
B 8 en hoger
Bron: WiA 2019
36
6. D fi
‚ Demografie
In onderstaand kader wordt heel precies de verandering van andere huishoudensgroepen beschrijven, wordt duidelijk dat
de aantallen en percentages gezinnen in de stad beschreven. er over een periode van bijna dertig jaar in de verdeling naar
De opgaande en neergaande trend in het aandeel gezinnen huishoudenstypen weinig verandering optreedt.
is gradueel. Als we uitzoomen en ook de ontwikkeling van
Gezinnen in Amsterdam De laatste stijging vanaf 2009 is interessant. Dat is het jaar
dat de financiële crisis begon. Die crisis zorgde voor flinke
Vaak wordt de vraag gesteld of Amsterdam nog wel in vol- vertraging in de verhuisdynamiek, meer mensen maakten
doende mate een gezinnenstad is. Het is maar hoe je naar wat wonen betreft pas op de plaats. Daarmee ging de
de cijfers kijkt. In de twee decennia van de 21ste eeuw gezinsvorming (geboorte van kinderen in huishoudens die
is het aantal gezinnen in Amsterdam met ruim 20.000 daarvoor kinderloos waren) gewoon door, terwijl er minder
gegroeid. Dat is niet zo vreemd want de bevolking en het huishoudens in de gezinsfase (of de fase dat het kind op
totaal aantal huishoudens groeide vrijwel elk jaar van deze komst is) de stad verlieten. In de periode vanaf 2014 is het
21 jaren. Het aantal huishoudens groeide sinds 2000 met vertrek van gezinnen weer op gang gekomen. Als aan-
meer dan 76.000, de bevolking met ruim 141.000. Als alles deel van het totaal is het gezinsgehalte van Amsterdam
groeit is het beter om naar het percentage te kijken. weer ongeveer terug op het niveau van het begin van de
Dan zien we (figuur 6.1) dat het aandeel gezinnen aan het 21ste eeuw, wat nog altijd hoog is ten opzichte van twee
begin van de eeuw een flinke stijging vertoonde, in 2014 decennia daaraan voorafgaand. 2020 is overigens wel een
een maximum bereikte en daarmee enkele procenten h bijzonder jaar. Voor het eerst in de tijdreeks is het aantal
oger lag dan aan het begin van de jaarreeks vanaf 1992. gezinnen per 1-1-2021 aanzienlijk gekrompen ten opzichte
van een jaar eerder: minus 869.
Figuur 6.1. Aandeel gezinshuishoudens in Amsterdam, 1992-2021
26,0
25,9
Le LÂ ____e
nn,
23,5 ns
23,0 .
—= gezinnen
22,5
22,0 Bron: OIS
LO o LO o LD o
On (e) (ee) — — EN
O 5 5 o o ©
— ON ON ON ON NN
37
Meer dan de helft van de Amsterdamse huishoudens
bestaat uit een persoon die alleen woont, iets meer
dan een vijfde zijn stellen zonder kinderen en ongeveer
een kwart van de huishoudens bestaat uit gezinnen.
Deze huishoudensmix van globaal 55-20-25 blijkt dus
voor Amsterdam een licht schommelende constante.
Dat er in die dertig jaar periodes bij waren dat de
Amsterdamse bevolking licht groeide maar soms ook
zeer sterk groeide, maakt daar niet veel voor uit. Er
is bovendien een continu grote dynamiek in de huis-
houdensvorming. Amsterdam kenmerkt zich door
een grote jaarlijkse instroom van jonge mensen die
aangetrokken worden door scholingsmogelijkheden,
arbeidsmarktkansen en de stedelijke cultuur. Partners
worden gevonden, gezinnen gevormd. Op iets hoge-
re leeftijd is er een aanzienlijke uitstroom, vooral van
huishoudens die in de gezinsfase zijn aanbeland en op
zoek zijn naar de ruimere woning die ze in Amsterdam
niet gevonden hebben. Door de continue verjonging
blijft het effect van vergrijzing in Amsterdam beperkt,
al schuift ook hier de babyboomgeneratie door naar
de hogere leeftijdsgroepen.
Figuur 6.2. Aandeel alleenstaanden, paren zonder kinderen en gezinnen in Amsterdam, 1992-2021
60
55
50
45
Ee —= alleenstaand
35
—_- paar zonder
30 kinderen
\ _ Sn
20
15 Bron: OIS
LO oo LO) (en) LO) (e)
& 5 5 5 5 S
— ON ON ON ON NN
38
Die Amsterdamse mix van alleenstaanden, stellen ruimtelijk patroon in het voorkomen van weinig of veel
en gezinnen is echter niet gelijkmatig over de stad grote woningen te laten zien. In sommige wijken, zoals
gespreid. Dat heeft te maken met de verdeling van de tuindorpen Buiksloot en Nieuwendam van stads-
grote en kleine woningen. Simpel het gegeven dat de deel Noord is maar een paar procent van de woning-
woonstandaarden in de loop van de tijd zijn opgerekt voorraad groter dan 80 m?, maar ook de gestapelde
vinden we terug in de bouwperioden. woningen uit de negentiende eeuwse en '20-'40 peri-
ode zijn merendeels klein. Binnen de ringweg en ten
We gebruiken per persoon meer vierkante meters dan zuiden van het IJ zijn natuurlijk de grachtengordel en
in elke eerdere periode en daarom zijn woningen in de delen van Amsterdam Zuid bekende uitzonderingen.
opeenvolgende bouwperiodes (meestal) steeds groter In deze statusrijke woonmilieus is het percentage
geworden. Dat betekent dat in een woning waar grote woningen groot, vooral in Museumkwartier,
vroeger makkelijk een gezin paste, tegenwoordig Apollobuurt en Willemspark.
nog soms één of twee personen wonen, of een gezin In de naoorlogse wijken is het aandeel grote woningen
met één kind maar wel een nijpende verhuiswens. beduidend groter dan in de wijken die voor de Tweede
Woningen uit de historische bouwperiodes zijn naar Wereldoorlog gebouwd werden. Een sprong naar
de huidige maatstaven vaak klein en die uit recentere echt veel grote woningen wordt gemaakt in de wijken
bouwperiodes meer aansluitend bij de ruimtebehoefte die vanaf 1985 werden gebouwd. Toen besloot
van grotere huishoudens. Dat is goed herkenbaar in Amsterdam besloot de concurrentie aan te gaan
figuur 6.3 waar het bekende patroon van de voor- en met de groeikernen: Wijken als de Aker, Nieuw-Sloten,
naoorlogse stad te zien is. In de kaart is 80 vierkante Kadoelen, Het Oostelijk Havengebied zijn daar voor-
meter gebruiksoppervlak per woning gekozen om het beelden van. IJburg is de laatste wijk in die traditie.
Figuur 6.3. Aandeel woningen > 80 vierkante meter gebruiksoppervlak per wijk, 1-1-2021
ERP
3 Pa *
© E ®
2
$
A
Legenda
% grote °
woningen
(>80 m2 gbo)
LT] <13
CI 13-26
EJ] 26-39
mE 29-52 @ a
B 52-65
EN 65-73 Ó
Mm
Bron: OIS
39
De samenstelling van de wijken naar kleine en grote Bm Eenflinke groep wijken wordt getypeerd door het
woningen is sterk bepalend voor de verdeling van meer dan gemiddeld voorkomen van gezinnen.
kleine en grote huishoudens over de stad. Er zijn drie typen: gewone gezinswijken die in de
Daarom wordt de verdeling van ongeveer 55 procent kaart worden aangeduid met ‘gezinnen’. Nieuw-
eenpersoonshuishoudens, twintig procent stellen en bouwijken als IJburg en Elzenhagen behoren
een kwart gezinnen, die al langere tijd de stedelijke hiertoe, maar ook naoorlogse woonwijken van
mix definieert, maar in een beperkt aantal wijken de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost.
teruggevonden. In veel wijken ligt een groter dan Het aandeel gezinnen ligt hier 1,5 keer zo hoog
gemiddeld accent op juiste de kleine huishoudens al in Amsterdam gemiddeld. Alleenwonenden en
en in andere wijken juist op de gezinnen. stellen ontbreken niet in dit type wijken, maar het
aandeel van deze huishoudens ligt ruim onder het
Een andere dimensie is leeftijd. Gezinnen kunnen in stedelijke cijfer.
de leeftijdsverdeling worden gevonden door een over- B Een tweede type komt in dezelfde stadsdelen
vertegenwoordiging van de kinderleeftijden tussen voor, maar daar ligt het accent meer op ‘oude
nul en vijftien en ook van de leeftijdsgroepen van hun gezinnen’. Ten opzichte van de eerste groep
ouders ergens tussen globaal vijfentwintig en vijftig. komen er weinig jonge kinderen voor en juist iets
Maar als een wijk gekenmerkt wordt door veel stellen meer de oudere kinderen (10-19 jaar) en daarnaast
en eenpersoonshuishoudens kan het leeftijdsprofiel is ook de bovenkant van de middelbare leeftijds-
sterk verschillen. Het accent kan liggen op jongeren, groep (> 50 jaar) wat meer gevuld. Het aandeel
middelbare huishoudens of op senioren. Met de demo- stellen ligt op het Amsterdamse niveau en alleen-
grafische kenmerken van wijken per 1 januari 2021 is wonenden zijn er veel minder dan gemiddeld.
een indeling gemaakt naar huishoudenstypen. m Een derde type is ‘gezinnen en vergrijzing’
genoemd. Men kan dat type wijken nog weer een
Figuur 6.4 geeft het kaartbeeld waarin negen typen fase verder positioneren. Er treedt onmiskenbaar
aan de orde komen. vergrijzing op (leeftijdsgroepen van 65 jaar en
m Op de eerste plaats is er een tiental wijken die ouder zijn sterker aanwezig), en er zijn meer dan
we ‘doorsnee Amsterdam! genoemd hebben. gemiddeld gezinnen met jonge kinderen (0-9 jaar).
De samenstelling naar leeftijden en huishoudens- Dit zijn wijken waar de woningvoorraad geschikt
soorten wijkt hier het minst af van het stedelijk is voor gezinnen en waar door het vrijkomen van
gemiddelde. Het zijn wijken die rondom het woningen van senioren een nieuwe, volgende
centrum liggen zoals de Chassébuurt en de gezinsfase is begonnen voor de wijk. Soms heeft
Spaarndammerbuurt aan de westkant, IJplein/ vervangende nieuwbouw hier een stimulerende
Vogelbuurt ten noorden, en een groter aantal rol in gespeeld. Alleenstaanden zijn minder dan
wijken van Oud-Oost en de Watergraafsmeer. gemiddeld woonachtig in dit type wijken, maar het
m Een dertigtal wijken, merendeel vallend onder aandeel stellen ligt op het Amsterdamse niveau.
van de gebieden binnen de ring en ten zuiden B Dan zijn er nog wijken waarbij een sterk accent
van het IJ, behoort tot het type "jonge kleine huis- ligt op de hogere leeftijdsgroepen. Er is geen
houdens!, in overeenstemming met het kaartbeeld duidelijke tegenkracht gaande door de komst
over woninggrootte. Daar ligt het demografische van jongeren of gezinnen: Wijken als Nieuwmarkt/
profiel verder af van het gemiddelde Amsterdam. Lastage, Vondelbuurt, Zuid Pijp, Buitenveldert,
In sommige wijken is die afwijking licht, maar in bij- Museumkwartier, Nellestein, Betondorp zijn
voorbeeld de beide Burgwallen-wijken, de Zuidas, eenvoudig te typeren met ‘senioren’. Het percen-
de beide wijken van de noordelijke IJ-oevers is het tage gezinnen is gering en het aandeel stellen en
accent op jonge kleine huishoudens zeer sterk. In alleenwonenden ligt licht boven het Amsterdamse
wijken zoals Sloterdijk en Omval/Overamstel is gemiddelde. De leeftijdsgroepen vanaf 65 jaar zijn
dat ook zo, maar dat zijn wijken die nog sterk in bovengemiddeld aanwezig. In sommige van deze
ontwikkeling zijn en waar in de beginfase veel wijken is de oververtegenwoordiging van senioren
jongerenwoningen gebouwd zijn. Gemiddeld ligt niet sterk, zoals in Zuid-Pijp maar in Buitenveldert-
in dit type wijk het aandeel alleenwonenden Oost ligt het percentage 65-plussers (26%) dubbel
bijna tien procentpunten boven het stedelijk zo hoog als gemiddeld in Amsterdam (13%).
gemiddelde en het aandeel stellen bijna twintig B _Ineen volgend type, met maar weinig wijken,
procentpunten. Het aandeel gezinnen ligt daar is het aandeel ‘middelbare huishoudens’ over-
dertig punten onder. vertegenwoordigd. Het zijn enkele wijken van
B Erzijn ook wijken waar de jonge kleine huishou- Stadsdeel Centrum: Jordaan, Haarlemmerbuurt,
dens in combinatie voorkomen met aanzienlijke Oostelijke Eilanden/Kadijken en voorts de wijk
vergrijzing. De grachtengordel en Weesperbuurt/ Centrale Markt. Het gaat om wijken met een
Plantage zijn op deze manier te typeren. Het aan- gering aandeel gezinnen. De alleenwonenden en
deel gezinnen is daar nog lager, meer dan veertig stellen zijn van de leeftijdsgroepen vanaf 45 jaar,
procentpunten lager dan in Amsterdam gemiddeld. doorlopend naar de seniorenfase van circa 75 jaar.
40
B Een klein groepje wijken wordt met het woord snelheid waarmee dat gebeurt. In wijken met kleine
‘transformatie’ aangeduid. In Westelijk Haven- woningen zullen gezinnen vaker doorverhuizen en
gebied, Bedrijventerrein Sloterdijk en Amstel II1/ plaatsmaken voor nieuwe jonge kleine huishoudens. In
Bullewijk staan niet alleen bedrijven maar er wijken met grote woningen zullen gezinnen makkelijk
wonen inmiddels ook mensen, maar de demo- langer blijven wonen, waardoor meer huishoudens
grafie ziet er nog uit als een pionierspopulatie: overgaan naar de fase van empty-nest huishouden en
veel mensen in de leeftijdsgroep van studenten. de seniorenfase. In deze wijken met grote woningen zal
de doorstroming daardoor langer uitgesteld worden
De onderverdeling in deze typen laat zien dat dé en als de fase van doorstroming aanbreekt zal dat leiden
gemengdheid van Amsterdam maar in een beperkt tot een structuur waar oude en jonge huishoudens
aantal wijken is terug te vinden. De verdeling naar voor een beperkte periode samen de wijk delen. In de
woninggrootte is redelijk voorspellend voor het voor- typologie die hierboven werd uitgelegd is ‘gezinnen en
komen van kleine en grote huishoudens. Daarnaast vergrijzing’ het belangrijkste voorbeeld van een type
kennen alle wijken een zekere mate van doorstroming: wijk waarin dit proces van samenleven en geleidelijke
huishoudens maken weer plaats voor nieuwe huis- verschuiving naar een nieuwe gezinsfase gaande is.
houdens. De behoefte aan (meer) woonruimte is vaak In het wijktype ‘oude gezinnen’ laat deze verschuiving
het belangrijkste verhuismotief bij huishoudens die zich nog wat langer op zich wachten.
ontwikkelen, soms omdat er personen bijkomen in het
huishouden, soms omdat de financiën hogere ambities De conclusie is dat er weinig wijken zijn die de
toestaan. Vaak boekt een huishouden vooruitgang in gemiddelde Amsterdamse mix hebben. De afwijkingen
het realiseren van de woonambities door te verhuizen. van het gemiddelde Amsterdam leveren een patroon
De woning die wordt verlaten voldoet dan vaak weer van wijken op waarin één of enkele huishoudenstypen
aan de ambities van hun opvolgers. de karakteristiek van de wijk bepalen. In geen van
Hierdoor blijkt de doorstroming in wijken vaak de die wijktypen is er sprake van een sterk eenzijdig
samenstelling naar huishoudens te reproduceren, maar demografisch profiel.
de grootte van de woningen is wel bepalend voor de
Figuur 6.4. Demografische wijktypes in Amsterdam, 2021
& w
el
I [D
… {
nd pT
®
Legenda
EA Gezinnen
EE] Jonge kleine huishoudens B Gezinnen en vergrijzing ®
EZ Jonge kleine huishoudens B Senioren Ke
en vergrijzing B Oude gezinnen Sr
El Doorsnee Amsterdam
B Transformatie
EA Middelbare huishoudens
Bron: OIS, bewerking Wonen
41
7. Woonbelevi
‚ Woonbeleving
Een andere manier om gemengdheid te bespreken is waarderingen voor wijken binnen de ring (met
door de te kijken naar de kwaliteit van de woonomge- uitzondering van de beide Burgwallen) en lagere
ving, de woning en het aanbod van de voorzieningen. waarderingen in overwegend Nieuw-West, Noord en
De ruimtelijke verdeling van de bevolking over de stad Zuidoost is duidelijk zichtbaar. Vijf wijken van de 91
is afhankelijk van de verdeling van de woningvoorraad hebben een rapportcijfer onder de 6,5, en hiervan
naar verschillende kenmerken. De samenstelling van liggen er vier in Nieuw-West. Aan de andere kant
de bevolking in de gebieden, wijken en buurten heeft scoren 28 van de 91 wijken op buurttevredenheid een
te maken met de uiteenlopende kwaliteitskenmerken 8 of hoger. De drie wijken met de hoogste gemiddelde
van die lokale woningvoorraad en die van de woon- tevredenheid zijn de Apollobuurt (8,5), de Museum-
omgeving. pleinbuurt (8,5) en de combinatie van Waterland
(landelijk Noord), Nieuwendammerdijk en Buiksloter-
Figuur 7.1 laat de buurttevredenheid zien in alle wijken dijk (8,6) in Noord.
van Amsterdam. Het bekende patroon van hoge
Figuur 7.1. Buurttevredenheid in wijken 2019
EES . 3
' AC ES
wi Dl
N
en |} en E (_\
' ve
her,
Buurttevredenheid, 2019 nn
M s5totes
B zo tot85
El 75 tot8,0
0 7otot75
El 65 tot7,0
M 60 totes5
Bron: Wonen in Amsterdam, 2019. Factsheet Leefbaarheid
42
Sinds de eerste meting in 2001 is in Amsterdam de
tevredenheid over de buurt geleidelijk gestegen, zoals
te zien is in figuur 7.2. Binnen deze stijgende trend
voor Amsterdam als geheel zijn wel verschillen waar
te nemen tussen de zeven stadsdelen. Zo is de waar-
dering in de stadsdelen West (+1,1) en Oost (+1,0) een
stuk sterker gestegen dan in de andere stadsdelen.
In Noord is de buurttevredenheid sinds 2011 sterk aan
het stijgen, echter een aantal van de wijken binnen het
stadsdeel scoren nog altijd ondergemiddeld. In Nieuw-
West ziet men relatief lage cijfers, daar is de buurt-
tevredenheid sinds de eerste meting in 2001 slechts
met 0,2 punt toegenomen.
De factsheet ‘Wonen in Amsterdam, leefbaarheid’
noemt een aantal wijken van Nieuw-West waar de
algemene buurtwaardering (rapportcijfer) onder de
7 ligt. Slotermeer-Noordoost, Slotermeer-Zuidwest,
Geuzenveld/Bedrijventerrein Sloterdijk, Osdorp-Oost,
maar ook De Punt en Westlandgracht scoren betrekke-
lijk lage cijfers op de algemene buurtwaardering. Dat
is terug te zien in indicatoren zoals de omgang tussen
verschillende groepen mensen, betrokkenheid buurt-
bewoners, veiligheid en overlast van criminaliteit.
De scores op deze indicatoren liggen ver onder het
Amsterdamse gemiddelde. Het gegeven dat in de
wijken met deze lage waardering voor een aantal
omgevingskwaliteiten meestal ook de wijken zijn met
een oververtegenwoordiging van gezinnen, duidt op
een extra kwetsbaarheid.
Figuur 7.2. Ontwikkeling buurttevredenheid stadsdelen 2001-2019
8,50 == Zuidoost
8,25 8,1 == Noord
8,00 nnn
PLZ u
7,50
OO 1,3 == Nieuw-West
7,25
A
7,00 Sal es
6,75 6,7 — Centrum
Ean Bron: Wonen in
6,25 Amsterdam, 2019.
6,00 Factsheet Leefbaarheid
2001 2003 2005 2007 2009 2011 2015 2017 2019
43
Woningmarktsegment en
woonkwaliteit
Huishoudens die in een woning in het goedkope
segment wonen, zijn een stuk minder tevreden over
hun woning dan huishoudens in een middeldure huur-
en koopwoning of in een dure huur-en koopwoning
(zie figuur 7.3). Toch beoordeelt ook de groep huis-
houdens die in een goedkope/betaalbare woning
woont, de woning met een ruime voldoende.
De waardering van de woning schommelt sinds 2015
rond de 7,2. Huishoudens in het goedkope segment
zijn gemiddeld ook minder tevreden over hun buurt.
Maar ook hier ligt het oordeel gemiddeld op een ruime
voldoende. Huishoudens in een dure huur- of koop-
woning zijn het meest tevreden met de kwaliteit van
de woning en met hun buurt.
In de drie woningmarktsegmenten wordt de woning-
kwaliteit dus verschillend gewaardeerd. Dit bepaalt
vervolgens weer het gemiddelde cijfer voor de woning-
kwaliteit in een wijk. Zo zal in een wijk met veel goed-
kope woningen de waardering van de woningkwaliteit
over het algemeen iets lager liggen dan in wijken die
meer gemengd zijn of die meer middeldure huur en of
dure huur en koop bevatten.
Figuur 7.3. Gemiddelde rapportcijfers voor woning en buurt bij bewoners per sector
Goedkoop Middeldure huur en koop Dure huur en koop
woning buurt woning buurt woning buurt
2015 7,1 7,2 8,0 7,3 8,4 8,0
2017 7,3 7,3 8,0 1,9 8,4 7,9
2019 7,2 7,2 7,9 7,4 8,3 7,9
Bron: WiA 2015-2019
44
Demog rafische menging en Geografisch is het echter een bijzondere combina-
PN tie van wijken: welgestelde delen van Oud-Zuid,
woonkwaliteit inbreidingslocaties als de Aker en het Oostelijk Ha-
In hoofdstuk 6 werd uitgelegd hoe de Amsterdamse vengebied, maar ook de stedelijke vernieuwing van
wijken verschillen qua huishoudenssamenstelling Bijlmer-Centrum. Wijken die zich kenmerken door bo-
en leeftijd. Het is interessant om te bekijken hoe in vengemiddeld veel senioren, scoren hoger op buurt-
deze verschillende wijktypes met hun verschillende tevredenheid en op voorzieningen die met cultuur en
demografische menging, de buurt en het aanbod van zorg te maken hebben. Dit is mooi, met name zorg is
voorzieningen in de buurt gewaardeerd wordt. een belangrijke categorie voor ouderen. Echter, voor
openbaar vervoer, ook vaak een
In het vorige hoofdstuk kwam aan de orde dat weinig belangrijke voorziening voor senioren, wordt iets
wijken wat demografische samenstelling op het gemid- minder dan gemiddeld gescoord.
delde Amsterdam lijken, maar vooral in stadsdeel Oost
en verder op andere locaties binnen de ring treffen we Onderstaande analyse geeft een overwegend
het type ‘doorsnee Amsterdam’ aan (zie figuur 6.4). positief beeld van het aanbod van voorzieningen in
De bewoners van dit wijktype zijn in zijn algemeenheid Amsterdam. Over het algemeen wordt het aanbod
bovengemiddeld tevreden over de buurt en ook over van alle voorzieningen en de kwaliteit van de buurt in
een brede verzameling van voorzieningen die men alle wijktypen voldoende gewaardeerd. Gemiddelde
aantreft in de buurt waar men woont. De afwijking van rapportcijfers lager dan een zes komen alleen voor in
doorsnee Amsterdam valt grofweg uiteen in wijken de wijken met gezinnen in combinatie met vergrijzing
waar gezinnen oververtegenwoordigd zijn en wijken op de voorzieningen die te maken hebben met uitgaan
waar ofwel de kleinere huishoudens van senioren of de (cultuur en horeca). Het aanbod van openbaar vervoer
kleinere huishoudens van jongeren meer dan gemid- en het aanbod van dagelijkse boodschappen worden
deld voorkomen. In de wijken waar de kleine, jonge hoog gewaardeerd in alle wijktypen, met geen enkele
en middelbare huishoudens meer dan gemiddeld score onder de zeven.
voorkomen, globaal binnen de ring en ten zuiden
van het IJ, is de waardering voor de buurt hoger dan
in Amsterdam gemiddeld. Dat geldt ook voor voor-
zieningen die met uitgaan te maken hebben (cultuur
en horeca) maar niet voor voorzieningen die met
‘bewegen’ te maken hebben (groen en sport). Dat
is typerend voor deze centraal gelegen buurten.
Wijken waar gemiddeld genomen meer gezinnen
voorkomen, kenmerken zich door een lage waardering
door de bewoners voor het aanbod van horeca en het
aanbod van cultuur. Ook de buurttevredenheid is in
deze wijken met een gemiddeld rapportcijfer van 6,9
lager dan in Amsterdam als geheel (7,5). Voor dagelijkse
boodschappen is het gemiddeld cijfer niet heel laag,
maar wel benedengemiddeld. Het zijn alle zaken die
juist voor gezinnen een belangrijke rol spelen in het
dagelijks leven. Eenzelfde patroon is waar te nemen
in de wijken die zich kenmerken door enerzijds veel
gezinnen maar ook door vergrijzing. In dit wijktype is
men gemiddeld het minst tevreden over het aanbod
van zorgvoorzieningen. De waardering voor de groen-
voorzieningen daarentegen is in dit type wijken juist
het hoogst. Een wijktype is genoemd ‘oude gezinnen’,
hier wonen met name gezinnen met oudere kinderen
(10-19 jaar) en daarnaast is ook de bovenkant van
de middelbare leeftijdsgroep (> 50 jaar) wat sterker
gevuld. Hier valt op dat met uitzondering van het
aanbod van de horeca dit type wijken veelal dezelfde
waarderingen heeft als Amsterdam als geheel. In dat
opzicht zou je dit milieu misschien wel het ‘gemiddelde
Amsterdam’ kunnen noemen.
45
Figuur 7.4. Waardering voor de buurt en voorzieningen per demografisch wijktype, 2019
(gemiddelde rapportcijfers)
CEE Groen | Sport Dagelijkse Cultuur | Zorg
vervoer boodschappen
Doorsnee Amsterdam 1,1 7,6 7,1 7,1 7,5 7,8 6,5 6,9
Gezinnen 6,9 7,1 6,9 6,5 5,6 7,2 5,9 6,6
Gezinnen en vergrijzing 7,2 7,1 7,3 6,6 5,8 7 5,8 6,4
Oude gezinnen 7,6 1,1 7,1 6,6 6,4 7,4 6,3 6,7
Jonge kleine
. 7,8 1,7 6,7 6,6 7,8 8 6,9 6,9
huishoudens
Jonge Keine huis q4 77 6,2 6,1 8,3 7,3 8,3 6,8
houdens en vergrijzing
Senioren 7,8 7,3 7,2 6,8 7 7,9 6,7 7
Middelbare 8 7,4 6,5 6,4 8 7,9 7,3 6,8
huishoudens
Amsterdam geheel 7,5 7,4 6,9 6,6 7 7,6 6,4 6,7
Bron: WiA 2019
46
e ee k ® e f
8. Vier wijken in perspectie
In het voorgaande kwam aan de orde dat dé Amster- al lang verleden tijd. Na die overgang van gezinsrijke
damse gemengdheid misschien maar in een paar volksbuurt naar een buurt voor kleine huishoudens met
wijken is terug te vinden en dat veel meer wijken zowel lage-, midden- als hoge inkomens is de Jordaan
verder weg liggen van het ‘normale Amsterdamse juist al weer lange tijd een redelijk stabiele wijk met
peil’. We kiezen een aantal wijken om ‘normaal’ niet al te hoge doorstroming en een wijk waar de
en ‘afwijking’ te bespreken. yuppen geleidelijk aan jonge senioren geworden zijn.
Jordaan Watergraafsmeer
Wellicht verrassend voor velen is dat De Jordaan als ‘Gemiddeld Amsterdam’ kunnen we ook van de
een typisch Amsterdamse wijk gezien moet worden. demografische kant benaderen. In het hoofdstuk over
Als we kijken naar de verdeling naar woningvoorraad- de demografische gemengdheid van Amsterdam werd
segmenten is er weinig verschil met de stedelijke een tiental wijken ‘doorsnee Amsterdam! genoemd.
verdeling. Het dure segment is iets groter in de Natuurlijk is daar het aandeel kleine huishoudens hoog,
Jordaan en het middensegment iets kleiner. Maar zoals dat al jarenlang normaal is in Amsterdam.
wat het meest opvalt is dat het aandeel goedkope In dat hoofdstuk kwam aan de orde dat een getals-
woningen met meer dan de helft van de voorraad verhouding van globaal 55-20-25 voor Amsterdam
vrijwel identiek is aan het stedelijke cijfer. Wordt de over een lange periode een normale verdeling is: meer
Jordaan door velen gezien als een schoolvoorbeeld dan de helft van de huishoudens is alleenstaand/
van gentrification, de realiteit is dat corporatiesector alleenwonend, iets meer dan een vijfde zijn stellen
in 2020 nog altijd 37 procent van de voorraad omvat. zonder kinderen en ongeveer een kwart van de huis-
Met de afspraken die corporaties, gemeente en huur- houdens bestaat uit gezinnen. Een dergelijke mix
ders met elkaar maken, zal de voorraad corporatie- vinden bij uitstek terug de wijken Middenmeer en
woningen in het goedkope segment grotendeels Frankendael behorend tot gebied Watergraafsmeer.
behouden blijven. Natuurlijk doet de koopsector en Als we echter kijken naar de woningmarktsegmenten
het deel van de grote particuliere huursector dat dan komen er grote verschillen voor. De Van der
geliberaliseerd is wel mee met de prijstrend die al Kunbuurt, Tuindorp Amstelstation en Sportpark
eerder besproken werd. Gentrification is er dan ook Middenmeer-Noord bestaan uit overwegend
beslist, maar niet alleen maar. Bovendien geldt die corporatiewoningen. In de buurten Middenmeer-
prijsstijging in de marktdelen van de woningvoorraad Noord en Middenmeer-Zuid en verder in de Linnaeus-
niet alleen voor de Jordaan, maar voor grote delen parkbuurt en Park de Meer is het eigen woningbezit
van Amsterdam en zeker voor dat deel wat kortweg sterk vertegenwoordigd. In de wijk Frankendael is
wel wordt aangeduid met ‘binnen de ring’. er een oververtegenwoordiging van het goedkope
De Jordaan is echter wel afwijkend wat betreft de segment en de lage inkomens. In Middenmeer zit de
huishoudenssamenstelling. Het kwam al aan de oververtegenwoordiging bij de duurdere delen van
orde dat de oudere delen van Amsterdam vaak de woningvoorraad en de huishoudens met een hoger
kleinere woningen hebben, wat leidt tot een onder- inkomen. Per buurt zijn de verschillen in de beide
vertegenwoordiging van gezinnen en het sterker dan wijken nog aanzienlijk scherper. En dat allemaal in twee
gemiddeld voorkomen van één- en tweepersoonshuis- aangrenzende wijken die demografisch gezien op
houdens. En waar in veel van dit type wijken binnen elkaar en ook op het Amsterdams gemiddelde lijken.
de ring en ten zuiden van het IJ die kleine huishoudens
vaak jong zijn of soms jong gecombineerd met
vergrijzing, is in de Jordaan juist de middelbare Middelveldsche Akerpolder
leeftijdsgroep beeldbepalend. Ook de aangrenzende
Haarlemmerbuurt heeft zo’n profiel. De wijk Middelveldsche Akerpolder (MAP) werd in
de jaren negentig gebouwd om een ander woning-
Een paar decennia geleden werd wel gezegd ‘De marktprofiel, bedoeld voor een andere doelgroep, te
Jordaan is de Jordaan niet meer’. Daarmee werd realiseren dan Amsterdam gewoon was. De migratie
bedoeld dat het karakter van volksbuurt verdween en uit Amsterdam naar dorpen, steden en groeikernen
plaats maakte voor een buurt die werd aangeduid met in de regio was namelijk jarenlang enorm groot.
yuppenbuurt en dergelijke termen. Maar dat proces is Het gemeentebestuur had er jarenlang geen
47
belangstelling voor maar medio jaren tachtig besloot heeft in Slotermeer nog altijd niet plaatsgevonden, al
men het tij te gaan keren. MAP was dan ook bij de zijn wel verschillende delen gerenoveerd. Daarnaast is
bouw in de jaren negentig bedoeld om potentiële het corporatiebezit niet meer alomvattend. Op verschil
vertrekkers naar de regio aan Amsterdam te binden. lende locaties hebben woningcorporaties huurwoningen
Geen typisch Amsterdamse mix maar één die je zou verkocht. Toch is het aandeel corporatiewoningen er
verwachten in bijvoorbeeld de aanliggende gemeen- nog altijd één van de hoogste in Amsterdam, onge-
te Haarlemmermeer. MAP heeft daarom veel, voor veer driekwart. Het aandeel huishoudens met een laag
Amsterdamse begrippen, grote koopwoningen en de inkomen ligt daarom beduidend hoger en het aandeel
bewoners zijn vaak gezinnen. Omdat de woningen al hoge inkomens veel lager dan het stedelijk gemiddelde.
weer een aantal decennia staan, zijn de eerste bewo- Wat de inkomensverdeling betreft lijkt Slotermeer nog
ners al ouder aan het worden en wonen er inmiddels enigszins op de wederopbouwfase van zeventig jaar
veel zogenoemde ‘empty nest-huishoudens’. Er is geleden. De woningen zijn niet groot, maar toch is
verandering in dit het aandeel gezinnen groter dan in Amsterdam gemid-
profiel. De wijk mag op enige termijn een fase van deld. Er is een sterke relatie tussen ruimtebehoefte,
doorstroming verwachten. Maar dat zal vooral veran- de kwaliteitservaring van het wonen en de verhuis-
dering in de leeftijdsverdeling teweegbrengen. geneigdheid. In Slotermeer is die verhuisbehoefte
Dat de nieuwe bewoners weer vaker gezinnen zijn is groot, maar veel van de huishoudens in Slotermeer
logisch met zo veel grote woningen. Dat de wijk ook in hebben slechts geringe financiële armslag en zien
de toekomst een hoog aandeel hoge inkomens en weinig kans om die behoefte te realiseren. Slotermeer
een kleine groep lage inkomens zal hebben, is te is hiermee een wijk (ofwel een combinatie van de twee
verwachten met een woningvoorraad waarin de koop- wijken Slotermeer-Zuidwest en Slotermeer-Noordoost)
sector zo sterk het beeld bepaalt. Het blijft daarmee die ten opzichte van de ontwikkeling die Amsterdam
een wijk met een bevolkingsmix die niet zo represen- sinds de wederopbouw doormaakte, in een relatieve
tatief is voor Amsterdam, maar wel voor de meer achterstand verkeert. Op dit moment wordt met het
suburbane woonmilieus van de Metropoolregio. zogenoemde programma ontwikkelbuurten geïnves-
teerd in sociale en fysieke verbetering van buurten
in Amsterdam die dit het hardst nodig hebben.
Slotermeer Tien van deze 32 geselecteerde ontwikkelbuurten
liggen in Slotermeer.
Zoals MAP representatief is voor de jaren dat Amster-
dam besloot de overloop naar de regio te temperen,
zo is Slotermeer een schoolvoorbeeld van de naoorlogse Gemengdheid in perspectief van
wederopbouw. Veel Amsterdammers waren arm en .
dq Dn aine de tijd
e woonkwaliteit van de woningen in de vooroorlogse
stad was schamel. Met enige aanpassingen op het De wijkvoorbeelden van typerende gemengdheid
Amsterdams Uitbreidingplan van 1935, werd na de zouden makkelijk kunnen worden uitgebreid. De kern
oorlog een tiental tuinsteden gemaakt die de is dat gemengdheid van wijken in sterke mate de
Amsterdamse bevolking mogelijkheden bood om stempel van zijn ontstaansfase draagt en van de
de woonsituatie te verbeteren. Vanaf 1952 konden welvaartsontwikkeling en veranderende woonambities
ze in Slotermeer terecht. Er kwamen verschillende van de periode nadien. Natuurlijk hebben wijken al ver-
soorten woningen, met als novum de duplexwoningen, schillende cycli doorgemaakt als de ontstaansperiode
gestapelde woningen die als de woningnood voorbij verder weg ligt. De oudste woningen in de Jordaan zijn
was, zouden kunnen worden samengevoegd. vier eeuwen oud, en sociale woningbouw al anderhalve
Het merendeel van de woningen was sociale huur, eeuw. De eerste sociale huurwoningen in de welbekende
gebouwd door en in bezit van de woningcorporaties. hofjes ontstonden al midden negentiende eeuw.
Smalle gouden randjes van koopwoningen rondom Tegelijkertijd is 41 procent van de woningvoorraad
de parken waren bedoeld om ook een kleine, rijkere naoorlogs en zelfs vijftien procent van de woningvoor-
groep naar de nieuwe wijken te trekken. raad is in de 21ste eeuw gebouwd.
Vervanging, renovatie en andere kwaliteitsimpulsen om
In de decennia na de eerste bewoning steeg het aan de veranderende vraag te voldoen, zijn geen nieuw
welvaartsniveau van de Amsterdammers geleidelijk, er verschijnsel. Slotermeer werd opgevoerd als een wijk
trad een revolutie op in het autobezit en vele dorpen waar die impuls al begonnen is en er zijn meer delen
en steden in een wijde regio werden bereikbaar voor van Amsterdam die als ontwikkelbuurt zijn aangemerkt.
huishoudens die inmiddels een middeninkomen bereikt
hadden, de aantrekkingskracht van de tuinsteden Verschillende delen van Amsterdam zijn al in eer-
kromp en ook de woonkwaliteit raakte in absolute en dere periodes aangepakt om de woonkwaliteit te
relatieve zin steeds verder achterop bij concurrerende verbeteren en soms ook om de samenstelling van de
woonlocaties. Grootschalige sloop en nieuwbouw woningvoorraad aan te passen: stadsvernieuwing,
48
stedelijke vernieuwing, wijkaanpak zijn voorbeelden
van verbeterprogramma'’s die wijken uit verschillende
bouwperiodes hebben aangedaan. Compacte-stad-
beleid vanaf de jaren negentig en het hedendaagse
bouwprogramma dat zich op de ringzone richt, zijn ten
eerste bedoeld om de totale woningvoorraad uit te
breiden. Maar in elk programma zit een verschillend
accent. De stadvernieuwing van de jaren zeventig ging
gepaard met bouwen voor de buurt en daarom werd
er in de arme buurten die het betrof volop ingezet
op vervanging van sociale huur door sociale huur.
In de stedelijke vernieuwing van enkele decennia
later werden in de wijken met veel sociale huur juist
woningen neergezet die huishoudens met inkomens-
stijging moest vasthouden. Vanaf het compacte
stadsbeleid werd die oriëntatie in het bouwen voor
de hogere inkomensgroepen nog explicieter. In het
bouwbeleid van de laatste jaren klinkt het besef door
dat verdere afname van de sociale huur niet meer
gewenst is en dat het middensegment veel onder-
steuning nodig heeft. Een ander kenmerk van het
hedendaagse bouwen zijn de hoge bouwkosten die
resulteren in kleine woningen waar de vierkante meter-
prijzen hoog zijn. Dit komt tot uitdrukking in het eerder
in deze rapportage versimpelde beeld van ‘binnen de
ring en Noord, Zuidoost, Nieuw-West anderzijds’ waar-
bij de kosten per vierkante meter hoger zijn binnen de
ring. Gezinswoningen bijbouwen voor de middengroep
in de centrale delen van de stad lijkt een paradox te
zijn geworden.
49
Gebied in beeld 4
https://gebiedinbeeld.amsterdam.nl/#/dashboard?gebied=DX01 &wijk&buurt&thema=Gebied%20in%20het%20kort
Kerncijfers gebieden 4
https://data.amsterdam.nl/specials/dashboard/dashboard-kerncijfers/2b48132b-d877-40dí-9c31-Obfc74f3ff54/
Kerncijfers gebieden (tabel) &
https://statistiek.data.amsterdam.nl/t/PO/views/Kerncijfertabel_v2/Dashtabel?:embed=y&:showAppBanner=
false&:showShareOptions=true&:display_count=no&:showVizHome=no&:isGuestRedirectFromVizportal=y
Monitor Woningbouwplannen &
https://maps.amsterdam.nl/woningbouwplannen_monitor/?LANG=enl
Woningbouwplannen &
https://maps.amsterdam.nl/woningbouwplannen/?LANG=nl
Woningwaarde — Verkoopprijs per m? É
https://maps.amsterdam.nl/woningwaarde/?LANG=nl
50
Gebiedshoofdstukken
G1. Centrum-West
Bm _Centrum-West is met zijn historische burgwallen-wijken, de grachtengordel en de Jordaan, naast
woonwijk, economisch en cultureel centrum, uitgaansgebied en internationale toeristentrekker.
Bm Centrum-West is binnen de Amsterdamse woningmarkt een voorloper. De afname van het goedkope
segment en het middensegment en de groei van het dure segment gaat hier minder snel dan de
stedelijke trend.
B Vooral in Grachtengordel-West is dit het geval, maar daar is 70% inmiddels duur segment.
B In Burgwallen-Oude en Nieuwe Zijde is het merendeel van de woningen een particuliere huurwoning.
B Twee derde van de nieuwe huishoudens in Centrum-West heeft een midden of hoog inkomen.
m De tendens van de afgelopen jaren zal zich waarschijnlijk voortzetten: een verdere daling van het
aandeel woningen in het goedkope segment en een groei van het dure segment.
52
De woningvoorraad
Met 29.133 woningen (1-1-2021) heeft Centrum-West
iets meer dan de helft van de woningen binnen stads-
deel Centrum. Van deze woningvoorraad valt bijna
de helft in het goedkope segment,! is tien procent
middelduur en is circa 45 procent van de woningen
een dure woning. Ten opzichte van de stad als geheel
is de dure woningvoorraad oververtegenwoordigd.
De segmentering op wijkniveau toont grote onderlinge
verschillen. In Grachtengordel-West is ruim driekwart
van de woningvoorraad een woning in het dure segment.
In de Jordaan lijkt de verdeling op de stedelijke per-
centages en is het aandeel woningen in het goedkope
segment aanzienlijk. Ook in de Haarlemmerbuurt en
Burgwallen-Oud Zijde valt de helft van de woningen
in het goedkope segment, maar omdat het midden-
segment klein is, is het dure segment aanzienlijk groter
dan stedelijk. Burgwallen-Nieuwe Zijde valt op doordat
het aandeel middeldure woningen juist relatief hoog is
(17%). Het gebied telt nauwelijks tien procent midden-
segment, waarmee de samenstelling van de woning-
voorraad tweetoppig is. Het goedkope segment (47%)
is net iets groter dan het dure segment (44%).
Figuur G1.1. Woningmarktsegmenten in Centrum-West, 2019
Centrum-West
Amsterdam
Jordaan
A
. gereguleerde huur
Burgwallen-Oude Zijde m en betaalbare koop
A ‚
Haarlemmerbuurt mi miele Ur
lll en Koop
Burgwallen-Nieuwe Zijde ml dure huur en koop
|
Grachtengordel-West Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
53
De verdeling naar eigendom (zie figuur G1.2) lijkt op
de verdeling naar woningmarktsegmenten. Goedkope
woningen zijn vaak sociale huurwoningen van corpo-
raties. In de wijk Burgwallen-Oude Zijde is dat anders.
Het aandeel corporatiewoningen is daar relatief laag,
terwijl het aandeel goedkope woningen er relatief
hoog is door de aanwezigheid van sociale huurwo-
ningen van particulieren. De particuliere huursector is
ook sterk aanwezig in de Burgwallen-Nieuwe Zijde en
Grachtengordel-West. In de beide Burgwallen-wijken
is het eigen woningbezit klein. In Grachtengordel-West
en Burgwallen-Nieuwe Zijde is vooral het aandeel
corporatiewoningen laag.
In het gebied Centrum-West ligt het aandeel corporatie-
woningen rond dertig procent, net iets groter dan het
eigen woningbezit (26%). De particuliere huursector is
met 45% de grootste.
Figuur G1.2. Eigendomsverdeling in Centrum-West, 2020
Centrum-West Cek Ax
Amsterdam 41% a
Haarlemmerbuurt 42% rd
LO
Jordaan Kid VISA mn corporatieverhuur
|
Burgwallen-Oude Zijde 19% pA A mn particuliere verhuur
|
Grachtengordel-West MS KAS Nm eigenaar-bewoner
LLL
Burgwallen-Nieuwe Zijde MMA IA Bron: BBGA 2020
54
De bewoners procent van de huishoudens in het gebied behoort tot
de lage inkomensgroep maar woont in een woning in
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) het midden of dure segment (zie figuur G1.3). Deze
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens woningmarktsegmenten in Centrum-West is vrijwel
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope gelijk aan die van de stad als geheel.
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een
duurder segment. In een gebied met een grote goed- De samenstelling naar prijssegmenten (zie figuur G1.4)
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de is voor een groot deel bepalend voor de spreiding
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. van de inkomensgroepen. In de Jordaan is zowel het
Dit verband is er ook in Centrum-West. aandeel lage inkomens als het aandeel woningen in het
goedkope segment hoog. In de Grachtengordel-West
Ongeveer een derde van de huishoudens in is het aandeel lage inkomens net zoals het aandeel
Centrum-West heeft een laag inkomen en woont in het goedkope woningen laag.
goedkope segment. Dertig procent heeft een hoog
inkomen en woont in het dure segment. Bijna tien
Figuur G1.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Centrum-West 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop Lj 9
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: WiA 2019
Figuur G1.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Centrum-West 2019
100
90
5 80
€
2
£ 70
TD
8 60
©
5 50 Haarlemmerbuurt g _ ®Jerdaan
5 10 ®@ Burgwallen-Oude Zijde
E Burgwallen-Nieuwe Zijde @
CC
8 30
E ® Grachtengordel-West
820
® wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
55
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het dure segment met circa tien procent-
punt gegroeid. Het aandeel middelduur segment en
het percentage woningen in het goedkope segment
zijn juist kleiner geworden. De ontwikkeling in Cen-
trum-West laat in algemene zin eenzelfde beweging
zien. Het verschil tussen de stedelijke trend en die in
Centrum-West kan gelezen worden als een faseverschil
waarbij Centrum-West de voorloper is (zie figuur G1.5).
In Centrum-West is de krimp van het middensegment
al tot staan gebracht en is de groei van het dure seg-
ment niet meer zo sterk. In gebieden elders in de stad
is deze trend juist nog zeer sterk, wat doorwerkt in de
cijfers voor Amsterdam als geheel.
Figuur G1.5. Percentage woningen naar prijssegment Centrum-West en Amsterdam
Centrum-West 2015
ll
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
|
2017 mi dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
56
Grachtengordel-West staat het meest model voor
wat hierboven beschreven werd voor het gebied als
geheel: weinig verandering meer in de trend naar het
duur worden van de woningvoorraad (figuur G1.6).
Daarbij moet bedacht worden dat in deze wijk
inmiddels zeventig procent van de voorraad duur is:
er lijkt een plafond bereikt. De tendens van krimp
van het goedkope segment, zonder aanvulling van
het middensegment en overwegend groei van het
dure segment is wel zichtbaar in Burgwallen-Nieuwe
Zijde, Haarlemmerbuurt en Jordaan, terwijl Burgwal-
len-Oude Zijde de stijging van het aandeel woningen
in het goedkope segment tussen 2015 en 2019 opvalt.
Overigens is er in deze wijk een sterke daling van het
aandeel woningen in het middeldure segment.
Figuur G1.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Centrum-West 2015-2019
Burgwallen- 2015
Oude Zijde LO
2017
LO
2019
LO
Burgwallen- 2015
Nieuwe Zijde LO
2017
LO
2019
LO
Grachtengordel- 2015
West LO
2017
LO
2019
LO
Haarlemmerbuurt 2015
LO
2017
LZ
mn gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LZ
middeldure huur
Jordaan 2015 [|] en koo
| d
2017 ml dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
57
Met de verandering van de prijssegmentering van Het tot stilstand komen van de trend moet echter niet
woningvoorraad van Centrum-West, is ook de verwacht worden. Kijkende naar de recent verhuisden
sociaaleconomische verdeling veranderd. Met name (figuur G1.8) dan heeft bijna twee derde van de nieuwe
het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep bewoners van Centrum-West een midden of hoog
(eerst quintiel) is in de periode 2011-2018 met drie inkomen (62%).
procentpunt afgenomen (zie figuur G1.7). De hogere
inkomensgroepen hebben ieder een ongeveer gelijk
deel van die afname geabsorbeerd. Zoals al eerder ter
sprake kwam, gebied Centrum-West is een voorloper,
wat ook merkbaar is in een zekere vertraging van de
sociaaleconomische trend.
Figuur G1.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Centrum-West
50%
45%
40% — Ol
35% mmm — O2
30%
25% = 03
2 9% eene
0% Ne!
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G1.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Centrum-West
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
pe B €22.436- 60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
14% ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
58
Figuur G1.9 geeft de ontwikkeling van de groep
laagste inkomens op wijkniveau weer. In vrijwel alle
wijken is de dalende trend zichtbaar en ligt dit aandeel
nu rond een derde. Vooral Burgwallen- Oude Zijde
en Burgwallen-Nieuwe Zijde laten een relatief sterke
daling zien. De afvlakkende trend in Grachtengor-
del-West kwam al eerder aan de orde. Daar stabiliseert
de laagste inkomensgroep op een niveau juist boven
de twintig procent.
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in Centrum-West volgens de stedelijke trend. Wel is in
dit gebied de afname van midden- en hoge inkomens
in een woning van een goedkoper segment (van 14%
naar 9%) geringer omdat dit percentage in 2015 al laag
was.
Figuur G1.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Centrum-West
50%
45%
_ Burgwallen-
40% Oude Zijde
mmm eneen
35% mn : —. Burgwallen-
30% Nieuwe Zijde
0
25% == Jordaan
20% __ Grachtengordel-
15% West
10% —= Haarlemmerbuurt
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G1.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Centrum-West
Centrum-West 2015 rrcA Ee mn ae namens
LO a
2019 RVD De mi age en migeen
INKOMENS AUUr
|
Amsterdam 2015 54% Dg MW midden en hoge
A inkomens passend
2019 PV Ee midden en hoge
1 inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
59
Toekomstige ontwikkeling
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in Centrum-West zal ontwikkelen!
De verwachting is dat de tendens van de afgelopen
jaren zich zal voortzetten, een verdere daling van het
aandeel woningen in het goedkope segment en een
groei van het dure segment. Nieuwbouw speelt in
Centrum-West bijna geen rol, Het gebied kent slechts
een aantal kleine bouwlocaties (zie figuur G1.11).
Liberalisering van (goedkope) particuliere huurwoningen
naar woningen met een middeldure huur of koopprijs
zal die groei van het dure segment veroorzaken en in
dit gebied mogelijk ook een lichte stijging van het
aandeel middensegment.
Figuur G1.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Centrum-West
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
1. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
60
G2. Centrum-Oost
®
m Centrum-Oost is met de zuidelijke grachtengordel en Weteringschans niet alleen woongebied maar
ook economisch en cultureel centrum, uitgaansgebied en toeristentrekker.
B Inde wijken Weesperbuurt/Plantage, Oostelijke Eilanden/Kadijken en Nieuwmarkt/Lastage is de
woonfunctie belangrijker.
Bm __Centrum-Oost is binnen Amsterdam een voorloper. De percentages goedkope en middeldure woningen
liggen al lager dan stedelijk en het percentage dure woningen hoger (vooral in Grachtengordel-Zuid en
Weteringschans). Tegelijk neemt de trend in deze richting in de recentste jaren af, terwijl die stedelijk
nog doorzet.
B Voor de toekomst wordt geen grote verandering in deze samentelling verwacht, hooguit een licht
doorzetten van de bestaande trend. Voor nieuwbouw is weinig plaats: de effecten hiervan op de
samenstelling zijn dan ook marginaal.
Nieuwmarkt/Lastage
SJ Oostelijke
Pd Eilanden/Kadijken
Jee
, en
K Grachtengordel Á
\ Zuid Weesperbuurt/Plantage
\ N
De
Weteringschans
61
De woningvoorraad
Met 25.962 woningen (1-1-2021) heeft Centrum-Oost
iets minder dan de helft van de woningen binnen
stadsdeel Centrum. De verdeling naar prijssegment in
dit gebied verschilt sterk met de stedelijke verdeling
(zie figuur G2.1). Opvallend is dat Centrum-Oost wei-
nig woningen heeft in het middeldure segment (7%).
De overige woningen in het gebied zijn nagenoeg
gelijk verdeeld over het goedkope segment! (46%) en
het dure segment (47%).
Op wijkniveau zijn er grote verschillen ten opzichte
van zowel het stedelijk gemiddelde als ten opzichte
van het omvattende gebied. Weteringschans en de
Grachtengordel-Zuid contrasteren sterk met de
Oostelijke Eilanden/Kadijken. Het aandeel goedkope
woningen is in de laatstgenoemde wijk aanzienlijk
groter. Het lage aandeel middeldure woningen is
een feit in alle wijken van dit gebied. In de wijk
Nieuwmarkt/Lastage is er zelfs maar drie procent
middensegment. Alleen in Oostelijke Eilanden/
Kadijken komt dit aandeel op tien procent uit: dit is
de wijk die wat segmentale verdeling betreft dicht in
de buurt van de Amsterdamse cijfers komt.
Figuur G2.1. Woningmarktsegmenten in Centrum-Oost, 2019
Centrum-Oost
Amsterdam
Oostelijke Eilanden/
Kadijken lll eerde h
gereguleerde huur
Weesperbuurt/Plantage mi en betaalbare koop
Nieuwmarkt/Lastage mi migde dure nr
LO d
De Weteringschans ml dure huur en koop
|
Grachtengordel-Zuid Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
62
Wat betreft eigendomsverdeling vallen dezelfde wijken
op. In de Weteringsschans en Grachtengordel-Zuid is
het aandeel corporatiewoningen zeer laag. Oostelijke
Eilanden/Kadijken telt juist veel corporatiebezit. Wat
verder opvalt in de wijken Weteringsschans en Grach-
tengordel- Zuid is het hoge aandeel particuliere huur-
woningen. Mede gezien het hoge aandeel woningen in
het dure segment kan ervan uitgegaan worden dat de
particulier huursector hieraan bijdraagt. De enige wijk
die goed overeenkomt met het stedelijk gemiddelde is
Nieuwmarkt/Lastage.
Figuur G2.2. Eigendomsverdeling in Centrum-Oost, 2020
Centrum-Oost KR KAN
Amsterdam hak el
es Eilanden/ 57% 29%
geeen A
Nieuwmarkt/Lastage KEE 28% mn corporatieverhuur
LN
Weesperbuurt/Plantage Cek 33% mn particuliere verhuur
LL
De Weteringschans 11% 36% Nm eigenaar-bewoner
|
Grachtengordel-Zuid V KN Bron: BBGA 2020
63
De bewoners inkomen en woont in het dure segment. Circa zeven
procent van de huishoudens in Centrum-Oost behoort
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) tot de lage inkomensgroep maar woont in een woning
segmenten binnen de woningvoorraad en de in het midden of dure segment (zie figuur G2.3). Deze
(ruimtelijke) verdeling van inkomensgroepen. spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
Huishoudens met een laag inkomen wonen vooral in woningmarktsegmenten in het gebied is vrijwel gelijk
de goedkope voorraad en hoge inkomensgroepen aan die van de stad als geheel.
wonen in een duurder segment. In een gebied met een
grote goedkope voorraad behoort dan ook een groot Figuur G2.4 geeft de verhouding tussen het aandeel
deel van de bevolking tot de lagere inkomensgroepen goedkope woningen en het aandeel lage inkomens.
en andersom. Dit verband is er ook in Centrum-Oost. Hoewel Oostelijke Eilanden/Kadijken het hoogste
Vijfendertig procent van de huishoudens in aandeel goedkope woningen heeft, heeft deze wijk
Centrum-Oost heeft een laag inkomen en woont in niet het hoogste aandeel huishoudens met een laag
het goedkope segment. Een derde heeft een hoog inkomen. Dat is namelijk nipt Weesperbuurt/Plantage.
Figuur G2.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Centrum-Oost 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop Tj
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop mi hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: WiA 2019
Figuur G2.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Centrum-Oost 2019
100
90
5 80
€
2 70
5
D
8 60
9 m Weesperbuurt/Plantage
2 Nieuwmarkt/Lastage @® _@® Oostelijke Eilanden/Kadijken
WY
3 ke De Weteringschans @
CC
8 30 .
E ® Grachtengordel-Zuid
820
@ wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
64
Ontwikkeling 2015-2019
In Amsterdam is in de periode 2015-2019 zowel het
aandeel woningen in het goedkope als in het middel-
dure segment afgenomen. Het aandeel woningen in
het dure segment steeg. Centrum-Oost laat eenzelfde
beweging zien gedurende dit tijdsbestek (zie figuur
G2.5). Net zoals Centrum-West moet Centrum-Oost
als trendsetter voor de stedelijke ontwikkeling gezien
worden. De percentages goedkope en middeldure wo-
ningen liggen al lager dan stedelijk en het percentage
dure woningen hoger. Tegelijk neemt de trend in deze
richting in de recentste jaren af, terwijl die stedelijk
nog doorzet.
Figuur G2.5. Percentage woningen naar prijssegment Centrum-Oost en Amsterdam
Centrum-Oost 2015
DT
2017
LO
nm gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
|
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
65
De stabiliserende trend van de laatste jaren doet zich
in de meeste wijken van Centrum-Oost voor. In Nieuw-
markt-Lastage en Oostelijke Eilanden/Kadijken duurt
de verschuiving naar het dure segment nog wel voort
in de recente jaren. In de laatstgenoemde wijk en in
Weesperbuurt/Plantage is het aandeel middelduur
licht gestegen tussen 2017-2019, maar het aandeel
overstijgt de tien procent niet.
Figuur G2.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Centrum-Oost 2015-2019
De Weteringschans 2015
2017
2019
LO
Grachtengordel- _ 2015
Zuid LO
2017
LO
2019
LO
Nieuwmarkt/ 2015
Lastage LO
2017
LO
2019
DT
Oostelijke 2015
Eilanden/Kadijken DT
2017
LO
| gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO .
Weesperbuurt/ _ 2015 mi migde dure huur
Plantage LO d
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
66
Naast de ontwikkeling van het prijssegment is ook de die afname geabsorbeerd. Voor de toekomst mag een
sociaaleconomische positie van bewoners aan veran- doorzetten van de trend verwacht worden. Kijkend
dering onderhevig. Duidelijk is dat de afname van het naar de recent betrokken woningen (figuur G2.8) dan
aandeel woningen in het goedkope segment er ook heeft twee derde van de nieuwe bewoners van
voor zorgt dat het aandeel huishoudens met een laag Centrum-Oost een midden of hoog inkomen (66%).
inkomen daalt (zie figuur G2.7). De hogere inkomens-
groepen hebben ieder een ongeveer gelijk deel van
Figuur G2.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Centrum-Oost
50%
45%
40% — O1
35% —_ 02
30%
25% = 03
mmm
% gn
20% — oa
15% mm
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G2.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Centrum-Oost
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
a B €22.436- 60.095
WB] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ESA ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
67
Aan de daling van aandeel huishoudens met een laag
inkomen (le quintiel) dragen alle wijken bij. De Wete-
ringschans boekt over de periode van zeven jaren de
sterkste krimp, waarbij de sterkste daling zich voor-
deed tot aan 2014. In de meeste jaren doet zich in
de laatste jaren van de reeks een stabilisatie van het
aandeel lage inkomens voor (figuur G2.9).
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in Centrum-Oost volgens de stedelijke trend. Wel is in
dit gebied de afname van midden- en hoge inkomens
in een woning van een goedkoper segment (van 14%
naar 10%) geringer omdat dit percentage in 2015 al
laag was.
Figuur G2.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Centrum-Oost
50%
45%
o == Oostelijke
20% Eilanden/Kadijken
35% |L ee mn _— Weesperbuurt/-
30% TE ne Plantage
== Grachtengordel-
25% Annen Zuid
2 ©,
0% == Nieuwmarkt/
15% Lastage
10% —= De Weteringschans
5%
0% Bron: BBGA 2020
0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G2.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Centrum-Oost
Centrum-Oost 2015 48% (EE mn ae namens
Ll a .
2019 Ee NeR mi lage en midden
A inkomens duur
Amsterdam 2015 54% DAA m midden en hoge
LN ST lEesSene
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
68
Toekomstige ontwikkeling
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in Centrum-Oost zal ontwikkelen.”
Een lichte daling van het aandeel woningen in het
goedkope segment, een groei van het dure segment
en eveneens een lichte groei van het middeldure
segment is de tendens die voor Centrum-Oost te
verwachten is. Deze groei komt echter niet voort uit
nieuwbouw omdat er maar weinig nieuwe woningen bij
komen maar is met name het gevolg van liberalisering
van particuliere huurwoningen.
Figuur G2.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Centrum-Oost
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
1. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
69
G3. Westerpark
m Westerpark wordt gerekend tot de 19de eeuwse Ring.
B Vanuit historisch perspectief gaat het om betaalbare, kleine woningen.
B __Inbreidingslocaties zijn van een latere periode zoals Marcanti (jaren ‘80) en Ecowijk/GWL-terrein (jaren ‘90),
Spaarndammerhart, Brediuslocatie, Wormerveerstraat en Van Hallstraat (recente inbreidingen).
B Recente nieuwbouwwijk in Houthavens.
B Frederik Hendrikbuurt en Staatsliedenbuurt zijn een betaalbaar alternatief (geweest) voor gentrificerende
centraal gelegen woonbuurten.
B Zowel vernieuwing als gentrificatie zorgen voor instroom van ‘nieuwe stedelingen’ (hoogopgeleid en/of
hoog inkomen).
B Toekomstige nieuwbouw op het Foodcenterterrein.
m De afname van goedkoop- en middensegment en de groei van het dure segment gaan in Westerpark
iets sneller dan gemiddeld in Amsterdam.
Houthavens
Spaarndammer- \
En
Zeeheldenbuurt
\ Staatsliedenbuurt
# Frederik
# Hendrikbuurt
Centrale 4
Markt /
70
De woningvoorraad In de wijken Houthavens en Centrale Markt is ongeveer
de helft een dure koop- of huurwoning.
Westerpark telt per januari 2021 22.072 woningen. Het
grootste deel ervan, bijna zestig procent, bevindt zich De eigendomsverhouding, het bezit van de woning-
in het goedkope(re) segment! De prijssegmentering voorraad, is in Westerpark vrijwel gelijk aan die van
van het gebied is ongeveer dezelfde als die van de Amsterdam als geheel (zie figuur G3.2). Een paar
stad als geheel (zie figuur G3.1). wijken in Westerpark wijken af van dit gemiddelde
beeld. Houthavens bestaat voornamelijk uit particuliere
Binnen Westerpark wijken Houthavens en Centrale huurwoningen en koopwoningen. De Frederik Hendrik
Markt af van het gemiddelde beeld van het gebied. buurt heeft een relatief grote particuliere huursector.
Ongeveer een derde van de woningvoorraad van het In de Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt domineert
gebied Westerpark bestaat uit woningen in het dure de corporatiesector.
huur- en koopsegment.
Figuur G3.1. Woningmarktsegmenten in Westerpark, 2019
Westerpark
Amsterdam
Spaarndammer- en
Zeeheldenbuurt
|
liedenb Tj gereguleerde huur
Staatsliedenbuurt en betaalbare koop
A .
Frederik Hendrikbuurt ml migde dure ue
Tj d
Centrale Markt ml dure huur en koop
|
Houthavens Bron: WiA 2019
Figuur G3.2. Eigendomsverdeling in Westerpark, 2020
Westerpark LE ee
Amsterdam 41% a
Spaarndammer- en zoe zerk
Zeeheldenbuurt
A
Staatsliedenbuurt Eyk A 30% mn corporatieverhuur
A
Centrale Markt 37% 53% mn particuliere verhuur
LO
Frederik Hendrikbuurt 36% 29% Nm eigenaar-bewoner
LL
Houthavens ida GS Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
71
De bewoners Deze spreiding van inkomensgroepen over de
verschillende woningmarktsegmenten in Westerpark
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) is vrijwel gelijk aan die van de stad als geheel.
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim-
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens Ook binnen de wijken van Westerpark is de variatie
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope in woningmarktsegmenten voor een groot deel
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
duurder segment. In een gebied met een grote goed- In de Spaarndammerbuurt en Staatsliedenbuurt, met
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de een relatief grote voorraad goedkope woningen, is
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. het aandeel huishoudens met een laag inkomen groot
Dit verband is er ook in Westerpark. (zie figuur G3.4). Centrale Markt, met een in prijs meer
Vijfenveertig procent van de huishoudens in Westerpark gevarieerde woningvoorraad van aan de ene kant
heeft een laag inkomen en woont in het goedkope Marcanti en aan de andere kant de Ecowijk, heeft ook
segment. Circa twintig procent heeft een hoog inkomen meer variatie in inkomensgroepen. Houthavens kent
en woont in het dure segment. Tien procent van de ook een beperkte voorraad goedkope voorraad en er
huishoudens in Westerpark behoort tot de lage woont een relatief kleine groep huishoudens met een
inkomensgroep maar woont in een woning in het laag inkomen.
midden of dure segment (zie figuur G3.3).
Figuur G3.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Westerpark 2019
gereguleerde huur m laag inkomen
en betaalbare koop
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G3.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Westerpark 2019
100
90
0
€
2
£ 70
2 60 Frederik Hendrikbuurt ® Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt
E ®
re
%
E ®
n si Staatsliedenbuurt
© Centrale Markt @
© 40
©
5
2 30
CC
0
ò 20 ® Houthavens
@ vi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
72
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het dure segment met circa tien procent-
punt gegroeid. Zowel het aandeel middeldure als het
goedkope segment is kleiner geworden. In Westerpark
is sprake van eenzelfde ontwikkeling. Van een woning-
voorraad waarin het goedkope segment de overhand
heeft, ontwikkelt de woningvoorraad van Westerpark
zich de afgelopen jaren in de richting van een meer
duale voorraad met een grote voorraad goedkope
én dure woningen (zie figuur G3.5). De krimp van het
middensegment en de groei van het dure segment
gaat in Westerpark sneller dan in Amsterdam als ge-
heel.
Figuur G3.5. Percentage woningen naar prijssegment Westerpark en Amsterdam
Westerpark 2015
DT
2017
LO
nm gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
|
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
73
De wijken van Westerpark maken een verschillende óf een woning in het goedkope óf een woning in het
ontwikkeling door. In zowel de Spaarndammer-/ dure segment. De Frederik Hendrikbuurt bestaat voor
Zeeheldenbuurt als de Staatsliedenbuurt is het aandeel een groot deel uit particuliere huurwoningen en koop-
dure woningen gegroeid en is de goedkope voorraad woningen. Als gevolg van de ontwikkeling van huur- en
kleiner geworden (zie figuur G3.6). In beide wijken koopprijzen is in deze wijk het dure segment relatief
overheerst nog steeds de goedkope voorraad maar snel gegroeid. De samenstelling van Houthavens
beweegt met name de Staatsliedenbuurt in de richting fluctueert. Deze wijk bestaat voor een groot deel uit
van een voorraad die bestaat uit vooral goedkope en recente nieuwbouw waarbij gefaseerd complexen
dure woningen. Centrale Markt heeft een dergelijke met woningen in verschillende segmenten worden
samenstelling: negentig procent van de woningen is gerealiseerd.
Figuur G3.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Westerpark 2015-2019
Houthavens 2015
LO
2017
A
2019
LO
Spaarndammer- _ 2015
en Zeeheldenbuurt LO
2017
LO
2019
LO
Staatsliedenbuurt 2015
LO
2017
LZ
2019
DT
Centrale Markt _ 2015
DT
2017
|
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Frederik 2015 ml middeldure huur
Hendrikbuurt lll en koop
2017 mi dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
74
Met de verandering van de prijssegmentering van De afgelopen jaren is het aandeel huishoudens met
woningvoorraad van Westerpark, is ook de sociaal- een hoog inkomen (vierde en vijfde quintiel) toegenomen
economische positie van de bewoners veranderd. (zie figuur G3.7). Voor een deel is dit te verklaren uit
Het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep de recente instroom van hogere-inkomensgroepen in
(eerste quintiel) is in de periode 2011-2018 met het hogere segment: circa veertig procent van de
vijf procentpunt afgenomen (zie figuur G3.7). huishoudens die afgelopen vijf jaar een woning in
Toch heeft een kwart van de huishoudens die recent Westerpark heeft betrokken, heeft een inkomen van
naar een woning in Westerpark is verhuisd een laag meer dan twee keer modaal (zie figuur G3.8).
inkomen (zie figuur G3.8). Een deel van de verklaring Maar er is ook sprake van opwaartse mobiliteit van
hiervoor zal liggen in verhuizingen binnen het goedko- huishoudens die al in het Westerpark woonden.
pe segment door huishoudens met een laag inkomen.
Figuur G3.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Westerpark
50%
45%
40% — Ol
35% —_ 02
30%
25% — &
nnn
20%
0% nd Ne!
15%
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G3.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Westerpark
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
hi IN €42.436- €60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
13% ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
75
De daling van het aandeel laagste inkomens is,
afgezien van Houthavens, in de Frederik Hendrikbuurt
en Staatsliedenbuurt het grootst geweest (zie figuur
G3.9) en ligt rond het stedelijk gemiddelde. De sociaal-
economische positie van de bevolking van Houthavens
beweegt zich grillig als gevolg van de eerder beschreven
toevoeging van nieuwbouw in deze wijk.
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling ervan ontwikkelt in
Westerpark volgens de stedelijke trend. Het percentage
lage- en middeninkomens dat in een duurder segment
woont, neemt in ongeveer hetzelfde tempo toe als in
Amsterdam als geheel. Dat geldt ook voor de afname
van het aandeel midden- en hoge inkomens in een
goedkoper segment. De woningvoorraad in Wester-
park past steeds meer bij de inkomenspositie van de
groep huishoudens met een midden- of hoog inkomen
en sluit minder aan op de inkomenspositie van de
lagere inkomensgroepen.
Figuur G3.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Westerpark
50%
45% DN
40% —= Houthavens
en:
Kn — Zeeheldenbuurt
30% he Zeeheldenbuurt
0
ON — Frederik Hendrik
en
TE uu
209 Ne
0% —= Staatsliedenbuurt
15%
10% —= Centrale Markt
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G3.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Westerpark
Westerpark 2015 A en mn age inkomens
LO a .
2019 48% EE mi lage en midden
inkomens duur
Amsterdam 2015 NA WAS m midden en hoge
A Inkomens passend
2019 PV Ee Nn midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
76
Toekomstige ontwikkeling nieuwbouw in het goedkope segment toegevoegd.
Per saldo neemt het aandeel goedkope woningen
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin echter af.
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de De ontwikkeling die eerder is ingezet zal zich in
komende tien jaar in Westerpark zal ontwikkelen.” beperkte mate voortzetten: Westerpark zal van
gebied met meer dan de helft goedkope voorraad
Westerpark is al een dichtbebouwd gebied, maar door veranderen in een gebied met een iets meer
het vrijmaken van voormalige bedrijfsterreinen zoals gedifferentieerde voorraad.
Houthavens en het Foodcenterterrein (figuur G3.11) zal
de voorraad het komende decennium met meer dan Met de verandering van de woningvoorraad zal ook de
duizend woningen groeien. Het aandeel van zowel het sociaaleconomische positie van de bevolking van het
midden als het dure segment zal iets groeien. Dit is het gebied veranderen. De tendens die al langer gaande
gevolg van verkoop en liberalisering van particuliere is, zal worden voortgezet: het aandeel huishoudens
huurwoningen in het goedkope segment en de toe- met een lage sociaaleconomische positie zal afnemen;
voeging van nieuwbouwwoningen in het middeldure het aandeel huishoudens met een hoger inkomen
en dure segment. Tegelijkertijd wordt er ook en/of opleidingsniveau neemt toe.
Figuur G3.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Westerpark
7 mn
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
77
G4. Bos en Lommer
m Bosen Lommer maakt deel uit van de gordel ’20-'40 en van het naoorlogse Algemeen Uitbreidingsplan.
Historisch is de betaalbare voorraad met kleine woningen typerend voor het gebied.
B Eris nieuwe voorraad toegevoegd door stedelijke vernieuwing in de Kolenkitbuurt, nieuwbouw in Laan
van Spartaan en transformatie van kantoorgebouwen.
m Bosen Lommer is een betaalbaar alternatief (geweest) voor gentrificerende centraal gelegen woonbuurten.
B Zowel vernieuwing als gentrificatie zorgt voor instroom ‘nieuwe stedelingen’ (hoogopgeleid en/of
hoog inkomen).
m De afname van goedkoop- en middensegment en de groei van het dure segment gaat in Bos en Lommer
iets sneller dan gemiddeld in Amsterdam.
m Deze trend zal zich in beperkte mate voortzetten: Bos en Lommer zal van een overheersend goedkope
voorraad veranderen in een gebied met een iets meer gedifferentieerde voorraad.
Sloterdijk
Landlust
De
Kolenkit
Erasmuspark |
78
De woningvoorraad Terwijl de wijk Erasmuspark, in vergelijking tot de rest
van het gebied, maar ook in vergelijking tot de stad,
Bos en Lommer telt 18.502 woningen (1-1-2021). gemengd is met ongeveer gelijke delen goedkope
Het grootste deel ervan, zestig procent, bevindt zich in huur en dure huur en koop maar ook een kwart van de
het goedkope(re) segment! De prijssegmentering van woningen in het middeldure segment.
het gebied is ongeveer dezelfde als die van de stad als
geheel (zie figuur G4.1). Wel is het aandeel dure huur De eigendomsverhouding, het bezit van de woning-
en koop in Bos en Lommer iets kleiner dan Amsterdam voorraad, in Bos en Lommer is dezelfde als die van
in totaal. Amsterdam als geheel (zie figuur G4.2). Uitzonderingen
binnen Bos en Lommer vormen Kolenkitbuurt-Noord
Binnen Bos en Lommer zijn er echter grote verschillen en -Zuid waar corporatieverhuur dominant is;
tussen wijken. Het goedkope segment is veel meer Laan van Spartaan met relatief veel particuliere
aanwezig in de wijken De Kolenkit en Landlust. verhuur; en Erasmuspark met veel koopwoningen.
Figuur G4.1. Woningmarktsegmenten in Bos en Lommer, 2019
Bos en Lommer
Amsterdam
En | gereguleerde huur
@ En Sit en betaalbare koop
A
middeldure huur
Landlust en koo
| à
Erasmuspark ml dure huur en koop
Sloterdijk Bron: WiA 2019
Figuur G4.2. Eigendomsverdeling in Bos en Lommer, 2020
Bos en Lommer Kak rk
Amsterdam hae ks
De Kolenkit vh A EA mn corporatieverhuur
A
Landlust Evs A VIA mn particuliere verhuur
A
Erasmuspark KES EIA Nm eigenaar-bewoner
A
Sloterdijk Kk da Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
79
De bewoners Circa zeven procent van de huishoudens in Bos en
Lommer behoort tot de lage inkomensgroep maar
Algemeen is er een sterke samenhang tussen woont in een woning in het midden of dure segment
(prijs)segmenten binnen de woningvoorraad en de (zie figuur G4.3). Deze spreiding van inkomensgroepen
(ruimtelijke) verdeling van inkomensgroepen. over de verschillende woningmarktsegmenten in
Huishoudens met een laag inkomen wonen vooral in Bos en Lommer is in grote lijn gelijk aan die van de
de goedkope voorraad en hoge inkomensgroepen stad als geheel.
wonen in een duurder segment. In een gebied met een
grote goedkope voorraad behoort dan ook een groot Ook binnen de wijken van Bos en Lommer is de
deel van de bevolking tot de lagere inkomensgroepen variatie in woningmarktsegmenten voor een groot
en andersom. Dit verband is er ook in Bos en Lommer. deel bepalend voor de spreiding van de inkomens-
Bijna de helft van de huishoudens in Bos en Lommer groepen. In De Kolenkit en Landlust, met een relatief
heeft een laag inkomen en woont in het goedkope grote voorraad goedkope woningen, is het aandeel
segment. Bijna twintig procent heeft een hoog huishoudens met een laag inkomen het grootst
inkomen en woont in het dure segment. (zie figuur G4.4). Erasmuspark, met een in prijs meer
gevarieerde woningvoorraad, heeft ook meer variatie
in inkomensgroepen.”
Figuur G4.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Bos en Lommer 2019
gereguleerde huur m laag inkomen
en betaalbare koop
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G4.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Bos en Lommer 2019
100
90
5 80
€
2
€ 70
0 De Kolenkit
8 60 a
re
2 50 ® Landlust
e
WY
8 40 Erasmuspark ©
©
5
8 30
CC
820
® vi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
2. De wijk Sloterdijk is buiten beschouwing gelaten vanwege de nog kleine woningvoorraad.
80
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het dure segment met circa tien procent-
punt gegroeid. Zowel het aandeel middeldure als het
goedkope segment is kleiner geworden. In Bos en
Lommer is sprake van eenzelfde ontwikkeling. Wel is
het aandeel in het goedkope segment iets meer
afgenomen dan de stedelijke afname. Van een woning-
voorraad waarin het goedkope segment de overhand
heeft, ontwikkelt de woningvoorraad van Bos en
Lommer zich de afgelopen jaren in de richting van
een meer duale voorraad met een grote voorraad
goedkope én dure woningen (zie figuur G4.5). Het
dure segment bestond kortgeleden amper in Bos en
Lommer maar is in korte tijd gegroeid naar ruim een
vijfde van de woningvoorraad.
Figuur G4.5. Percentage woningen naar prijssegment Bos en Lommer en Amsterdam
Bos en Lommer _ 2015
A
2017
LO
gereguleerde huur
2019 mn en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
81
De drie wijken van Bos en Lommer maken een
verschillende ontwikkeling door. In zowel De Kolenkit
als Landlust is het aandeel dure woningen gegroeid
en is de goedkope voorraad kleiner geworden
(zie figuur G4.6). In De Kolenkit is de verandering van
de woningvoorraad het gevolg van de stedelijke
vernieuwing, waarin met toevoeging van vooral
middensegment gestuurd is op het creëren van een
meer gemengde wijk. In beide wijken overheerst nog
steeds de goedkope voorraad maar beweegt met
name Landlust in de richting van een voorraad die
bestaat uit zowel goedkope als dure woningen.
Erasmuspark maakt een andere ontwikkeling door.
De voorraad is gedifferentieerder geworden. Van een
wijk met een grote voorraad goedkope en middeldure
woningen heeft de voorraad zich ontwikkeld naar één
met min of meer gelijke delen van goedkoop, middel-
duur en duur. De voorraad van Erasmuspark is ook
gemengder dan het stedelijk gemiddelde.
Figuur G4.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Bos en Lommer 2015-2019
Landlust 2015
DT
2017
|
2019
Erasmuspark 2015
A
2017
A
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
. ml middeldure huur
De Kolenkit 2015 en koop
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
82
Met de verandering van de prijssegmentering van De afgelopen jaren is het aandeel huishoudens met
woningvoorraad van Bos en Lommer, is ook de sociaal- een hoog inkomen (vierde en vijfde quintiel) toegenomen
economische positie van de bewoners veranderd. (zie figuur G4.7). Voor een deel is dit te verklaren uit de
Het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep recente instroom van hogere-inkomensgroepen in het
(eerste quintiel) is in de periode 2011-2018 met vijf hogere segment: een derde van de huishoudens die
procentpunt afgenomen (zie figuur G4.7). Toch heeft afgelopen vijf jaar een woning in Bos en Lommer heeft
een kwart van de huishoudens die recent naar een betrokken heeft een inkomen van meer dan twee keer
woning in Bos en Lommer zijn verhuisd een laag modaal (zie figuur G4.8).
inkomen (zie figuur G4.8).
Figuur G4.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Bos en Lommer
50%
45%
40% —
Ke — 02
30%
25% — 03
20% —_ os
15%
10% —= Q5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G4.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Bos en Lommer
m >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
33%
B €22.436-€60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
14% ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
83
De daling van het aandeel laagste inkomens is in in Bos en Lommer volgens de stedelijke trend. Wel is
De Kolenkit het grootst geweest (zie figuur G4.9). in dit gebied de toename van het percentage huis-
Vooral de stedelijke vernieuwing met nieuwbouw van houdens dat in een duurder segment woont dan op
middeldure en dure woningen in de Laan van Spartaan basis van inkomen verwacht mocht worden minder
en Kolenkitbuurt Zuid heeft hieraan bijgedragen. sterk en de afname van het aandeel huishoudens dat in
een goedkoper segment woont juist sterker. Hiermee
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op neemt het aandeel midden- en hoge inkomens in een
de passendheid van woningmarktsegmenten en de prijssegment dat past bij hun inkomen juist sterker toe
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens- dan stedelijk.
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
Figuur G4.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Bos en Lommer
60%
55%
je
B
Ol — Soter
nen
eN ee
BE
OAN a
15% men
109% —= Erasmuspark
0
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G4.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Bos en Lommer
Bos en Lommer _ 2015 SES 19% mn ae namens
A a .
2019 EE PC mi lage en midden
eden inkomens duur
Amsterdam 2015 LE VAA m midden en hoge
inkomens passend
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
84
Toekomstige ontwikkeling goedkope segment toegevoegd. Per saldo neemt
het aandeel goedkope woningen echter af.
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin De ontwikkeling die eerder is ingezet zal zich in be-
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de perkte mate voortzetten: Bos en Lommer zal van een
komende tien jaar in Bos en Lommer zal ontwikkelen? overheersend goedkope voorraad veranderen in een
gebied met een iets meer gedifferentieerde voorraad.
In Bos en Lommer zal de woningvoorraad in dit
decennium met een paar duizend groeien. De meeste Met de verandering van de woningvoorraad zal ook de
woningen worden gerealiseerd in het plangebied sociaaleconomische positie van de bevolking van het
Sloterdijk |l en het voormalig ING-terrein/Westerpark gebied veranderen. De tendens die al langer gaande
West. Het aandeel van zowel het midden als het dure is, zal worden voortgezet: het aandeel huishoudens
segment zal iets groeien. Dit is het gevolg van verkoop met een lage sociaaleconomische positie zal afnemen;
en liberalisering van particuliere huurwoningen in het huishoudens met een hoger inkomen en/of opleidings-
goedkope segment en de toevoeging van nieuwbouw- niveau zullen een groter aandeel gaan vormen.
woningen in het middeldure en dure segment.
Tegelijkertijd wordt er ook nieuwbouw in het
Figuur G4.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Bos en Lommer
5 Nan
|
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
85
G 5 OO fl
ud-VVvest e baarsjes
® Ï
m Oud-West behoort tot de 19de eeuwse stadsuitbreiding met overwegend kwalitatief matige
‘revolutiebouw’. Daarnaast herenhuizen rond Vondelpark, jaren ‘80 stadsvernieuwing in de Borgerbuurt
en een kleine inbreiding rondom De Hallen.
B Particuliere verhuur en eigenaar-bewoning komen in Oud-West veel voor.
m De Kostverlorenvaart is stedenbouwkundig de harde scheiding tussen Oud-West en De Baarsjes.
m De Baarsjes is deel van de gordel ’20-'40, veelal gebouwd in Amsterdamse School-stijl.
B __In De Baarsjes zijn veel buurten van origine corporatiebezit.
m Delen van Oud-West en later delen van De Baarsjes waren een betaalbaar alternatief voor
gentrificerende centrumstedelijke woonbuurten.
B __Gentrificatie zorgt voor instroom van ‘nieuwe stedelingen’ (hoogopgeleid en/of hoog inkomen).
m De afname van goedkoop- en middensegment en de groei van het dure segment gaat in Oud-West,
De Baarsjes veel sneller dan gemiddeld in Amsterdam.
B Door de verwachte toename van middensegment zal Oud-West, De Baarsjes van een gebied met
meer dan de helft goedkope voorraad veranderen in een gebied met een iets meer gedifferentieerde
voorraad.
\ Geuzenbuurt
Van |
Galenbuurt \ a
Ay a Da
\ / N Costabuurt
\ Chassébuurt # '
Re | / Kinkerbuurt \ Dal
E.O. | V, \ |
| # Van n pl
| 4 Lennepbuurt _—_—
pe” Naf Pe 3 3
nn j De ze Helmersbuurt
Westindische / EE
Buurt /
/___ Overtoomse
io Sluis
/
86
De woningvoorraad In vier wijken in het gebied is de voorraad woningen
in het dure segment dominant. In de Vondelbuurt,
Het gebied Oud-West, De Baarsjes telt 40.156 Da Costabuurt, Helmersbuurt en Overtoomse Sluis,
woningen (1-1-2021). De helft bevindt zich in het alle gelegen in Oud-West, is meer dan de helft van
goedkopere) segment! en veertig procent is een dure de woningen een dure woning. In een aantal wijken,
woning. Ten opzichte van de prijssegmentering van hoofdzakelijk in De Baarsjes, is juist het goedkope
de stad als geheel, heeft het gebied een iets grotere segment dominant en is dit deel van de voorraad
voorraad dure en iets minder grote voorraad woningen groter dan gemiddeld in de stad als geheel.
in het middensegment (zie figuur G5.1). In de Van Galenbuurt, Hoofdweg en omgeving, de
Chassébuurt en de Van Lennepbuurt (Oud-West) is
meer dan de helft van de voorraad een woning in het
goedkope segment.
Figuur G5.1. Woningmarktsegmenten in Oud-West, De Baarsjes, 2019
Oud-West, De Baarsjes
Amsterdam
Van Lennepbuurt
A
Kinkerbuurt
LN
Helmersbuurt
A
Da Costabuurt
Tj
Overtoomse Sluis
LO
Vondelbuurt
LO
Hoofdweg e.o.
A
Van Galenb Tj gereguleerde huur
an Glen oink en betaalbare koop
LN ‚
Chassébuurt ml migde dure ie
A P
Geuzenbuurt mi dure huur en koop
LN
Westindische Buurt Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
87
Gebied Oud-West, De Baarsjes kent in vergelijking
tot de stad als geheel een grote voorraad particuliere
huurwoningen. De voorraad woningen verhuurd door
een woningcorporatie is voor Amsterdamse begrippen
relatief klein (zie figuur G5.2). Binnen het gebied zijn
er echter verschillen. Alleen de samenstelling van de
Chassébuurt en de Kinkerbuurt is ongeveer gelijk aan
die van Amsterdam gemiddeld. In de Van Lennepbuurt
en de Van Galenbuurt is de helft van de woningen in
eigendom van een corporatie. In Da Costabuurt,
Overtoomse Sluis, Vondelbuurt, Geuzenbuurt en
Westindische Buurt is de voorraad particuliere huur-
woningen relatief groot.
Figuur G5.2. Eigendomsverdeling in Oud-West, De Baarsjes, 2020
Oud-West, De Baarsjes IRG EG
Amsterdam KAK 29%
Van Lennepbuurt 50% ERG
LN
Kinkerbuurt Kh RS
LN
Helmersbuurt re KEE
LO
Da Costabuurt ek AK
LN
Overtoomse Sluis A KIR
LO
Vondelbuurt 16% KEE
LN
Van Galenbuurt 50% RN
LN
Hoofdweg e.o. KA 23% mn corporatieverhuur
LN
Chassébuurt 41% vib A mn particuliere verhuur
LN
Geuzenbuurt 19% KA mn eigenaar-bewoner
LO
Westindische Buurt IA LA Bron: BBGA 2020
88
De bewoners Ook binnen de wijken van Oud-West, De Baarsjes is de
variatie in woningmarktsegmenten voor een groot deel
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- In de wijken Hoofdweg en omgeving, Van Galen-
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens buurt en Kinkerbuurt, met een relatief grote voorraad
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope goedkope woningen, is het aandeel huishoudens met
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een een laag inkomen groot (zie figuur G5.4). Ook in de
duurder segment. In een gebied met een grote goed- Chassébuurt is het aandeel goedkope woningen groot.
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de Maar in deze wijk is het percentage huishoudens met
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. een laag inkomen nog iets groter dan in de eerder-
Dit verband is er ook in Oud-West, De Baarsjes. genoemde wijken. In de Van Lennepbuurt, ook een
Ongeveer een derde van de huishoudens in Oud-West, wijk met veel goedkope woningen, is juist het aandeel
De Baarsjes heeft een laag inkomen en woont in het huishoudens met een laag inkomen relatief klein.
goedkope segment. Circa dertig procent heeft een Helmersbuurt, Overtoomse Sluis, Westindische buurt
hoog inkomen en woont in het dure segment. Bijna en Vondelbuurt zijn wijken met een kleinere voorraad
tien procent van de huishoudens in het gebied behoort in het goedkope segment. Hier woont ook een relatief
tot de lage inkomensgroep maar woont in een woning kleine groep huishoudens met een laag inkomen.
in het midden of dure segment (zie figuur G5.3). Deze
spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
woningmarktsegmenten in Oud-West, De Baarsjes is
vrijwel gelijk aan die van de stad als geheel.
Figuur G5.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Oud-West, De Baarsjes 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: WiA 2019
Figuur G5.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Oud-West, De Baarsjes 2019
100
90
0
€
2 70
ie Chassébuurt
3 e
© 60 ® Hoofdweg e.o.
©
E50
2 Da Costabuurt @ © DN
E © Van Lennepbuurt
3 40 © Geuzenbuurt b
& 30 Overtoomse Sluis ® © © Helmersbuurt
2 Westindische Buurt
òs
20
® …
Vondelbuurt ® wijk
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
89
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het dure segment met circa tien procent-
punt gegroeid. Zowel het aandeel middeldure als het
goedkope segment is kleiner geworden. In Oud-West,
De Baarsjes gaat deze ontwikkeling nog iets sneller: de
voorraad in het dure segment is met meer dan twintig
procentpunt gegroeid, terwijl het middensegment met
ongeveer tien procentpunt is gekrompen. Het aandeel
goedkope woningen is de laatste jaren gestabiliseerd.
Van een woningvoorraad waarin het goedkope
segment de overhand heeft, ontwikkelt de woning-
voorraad van Oud-West, De Baarsjes zich de afgelopen
jaren in de richting van een meer duale voorraad met
een grote voorraad goedkope én dure woningen
(zie figuur G5.5).
Figuur G5.5. Percentage woningen naar prijssegment Oud-West, De Baarsjes en Amsterdam
Oud-West, 2015
De Baarsjes |
2017
LO
gereguleerde huur
2019 mn en betaalbare koop
A
Amien 2015 ml middeldure huur
en koop
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
90
In alle wijken van Oud-West, De Baarsjes neemt het
aandeel goedkope voorraad af en dure voorraad toe.
De snelheid en de mate waarin dit gebeurt verschilt.
In de wijken van Oud-West is het dure segment met
15 tot 25 procentpunt gegroeid. Als gevolg van de
ontwikkeling van huur- en koopprijzen is in alle wijken
van Oud-West het aandeel goedkope en middeldure
woningen kleiner geworden. In Vondelbuurt,
Da Costabuurt, Helmersbuurt en Overtoomse Sluis
is het segment dure woningen dominant geworden.
Met uitzondering van de Van Lennepbuurt, is het
middensegment in alle wijken van Oud-West vrijwel
verdwenen.
Figuur G5.6a. Ontwikkeling prijssegmenten in Oud-West 2015-2019
Da Costabuurt 2015
DT
2017
DT
2019
A
Kinkerbuurt 2015
LN
2017
DT
2019
Tj
Van Lennepbuurt 2015
|T
2017
|T
2019
DT
Helmersbuurt 2015
|T
2017
Tj
2019
|T
Overtoomse Sluis 2015
LT
2017
Tj
2019 Tj gereguleerde huur
B en betaalbare koop
Tj .
Vondelbuurt 2015 mi migde dure huur
Tj P
2017 ml dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
91
In De Baarsjes is de voorraad in het dure segment
vooral in de Geuzenbuurt en Westindische Buurt sterk
gegroeid. In Westindische Buurt is dit segment het
grootste deel van de woningvoorraad geworden. In de
overige wijken in De Baarsjes overheerst nog steeds
de goedkope voorraad maar heeft de voorraad zich
meer ontwikkeld naar één die bestaat uit vooral, circa
negentig procent, goedkope en dure woningen.
Figuur G5.6b. Ontwikkeling prijssegmenten in De Baarsjes 2015-2019
Geuzenbuurt 2015
A
2017
LO
2019
LO
Van Galenbuurt _ 2015
LO
2017
LO
2019
A
Hoofdwege.o. _ 2015
LO
2017
LO
2019
LO
Westindische 2015
Buurt LO
2017
LO
| gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO .
Chassébuurt 2015 ml migde dure nr
LO P
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
92
Met de verandering van de prijssegmentering van de Voor een deel is dit te verklaren uit de recente instroom
woningvoorraad van Oud-West, De Baarsjes, is ook de van hogere-inkomensgroepen in het hogere segment:
sociaaleconomische positie van de bewoners veranderd. bijna de helft van de huishoudens die afgelopen
Het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep vijf jaar een woning in Oud-West, De Baarsjes heeft
(eerste quintiel) is in de periode 2011-2018 met vijf betrokken heeft een inkomen van meer dan twee keer
procentpunt afgenomen (zie figuur G5.7). modaal (zie figuur G5.8).
De afgelopen jaren is het aandeel huishoudens met
een hoog inkomen (vierde en vijfde quintiel) juist
toegenomen (zie figuur G5.7).
Figuur G5.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Oud-West, De Baarsjes
50%
45%
40% — O1
Ko — 02
30%
25% — 03
nn
20% —_ os
10% —= Q5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G5.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Oud-West, De Baarsjes
m >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436-€60.095
RSA
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
(54
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
93
In de wijken in Oud-West is het aandeel laagste inkomens In de Van Galenbuurt en Hoofdweg e.o. is de daling
met circa vijf procentpunt gedaald (zie figuur G5.9a) van het aandeel huishoudens met een laag inkomen
en ligt het iets onder het stedelijke gemiddelde. In de het grootst (zie figuur G5.9b). Het aandeel blijft echter
Helmersbuurt en de Vondelbuurt is deze daling kleiner. boven het stedelijke gemiddelde. De (tijdelijke) stijging
In deze wijken lag het aandeel huishoudens met een in Van Galenbuurt in 2014 is te verklaren uit de ope-
laag inkomen in 2011 al onder het stedelijk gemiddelde. ning van een locatie van de gemeente waar dak- en
De stijging in de Kinkerbuurt in 2015 is te verklaren uit thuislozen zich kunnen inschrijven om een bijstands-
de opening van een voorziening waar cliënten van de uitkering te kunnen ontvangen. De verandering van
GGD een briefadres hebben gekregen om een het aandeel lage inkomens in de andere wijken van
uitkering te kunnen ontvangen. De Baarsjes is minder groot en beweegt zich iets onder
het stedelijk gemiddelde.
Figuur G5.9a. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Oud-West
60% —= Da Costabuurt
55%
50% == Kinkerbuurt
45%
MZ mh
LS
35%
| — elmesbun
ee
25% —— ==
20% —= Overtoomse Sluis
15%
—= Vondelbuurt
10%
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G5.9b. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken De Baarsjes
60%
55%
a mn
n=
0 eN — Ven Galenbuurt
35%
30% EEn — Hoofdweg e.o.
25% die
A == Westindische
oe Buurt
> —= Chassébuurt
10%
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
94
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in
Oud-West, De Baarsjes sterker dan de stedelijke trend.
Zo is het percentage lage inkomens wonend in het
goedkope segment met 15 procentpunten geslonken,
van 55 procent naar bijna veertig procent (stedelijk
minus 11 procentpunten) en de passende match voor
midden en hoge inkomens gegroeid van circa vijftien
procent naar een derde. Ook de toename van het aan-
deel lage en middeninkomen wonend in een duurder
segment en de tegenpool, de afname van het aandeel
midden- en hoge inkomens in een goedkoper segment
gebeurt in Oud-West, De Baarsjes met sterkere cijfers
dan gemiddeld in Amsterdam.
Figuur G5.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Oud-West, De Baarsjes
Oud-West, 2015 53% EEN Nm lage inkomens
De Baarsjes A passend
2019 EVC PO mi lage en midden
Inkomens duur
Amsterdam 2015 A 17% m Te
LO
2019 PV BDA WW viddenen heee
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
95
Toekomstige ontwikkeling Door de verwachte toename van middensegment zal
Oud-West, De Baarsjes van een gebied met meer dan
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin de helft goedkope voorraad veranderen in een gebied
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de met een iets meer gedifferentieerde voorraad.
komende tien jaar in Oud-West, De Baarsjes zal
ontwikkelen? Met de verandering van de woningvoorraad zal ook de
sociaaleconomische positie van de bevolking van het
Het aandeel van zowel het midden als het dure seg- gebied veranderen. De tendens die al langer gaande
ment zal iets groeien. Er wordt in alle segmenten in is, zal worden voortgezet: het aandeel huishoudens
ongeveer gelijke aantallen nieuwbouw toegevoegd, met een lage sociaaleconomische positie zal afnemen;
maar groot is het effect van nieuwbouw op de voor- het aandeel huishoudens met een hoger inkomen
raadontwikkeling niet in de dicht bebouwde wijken van en/of opleidingsniveau neemt toe.
Oud-West, De Baarsjes. Verkoop en liberalisering van
particuliere huurwoningen in het goedkope segment
vinden op grotere schaal plaats waardoor per saldo
het aandeel goedkope woningen zal afnemen en in het
middensegment zal toenemen.
Figuur G5.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Oud-West, De Baarsjes
| I
|
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
96
G6. Geuzenveld, Slotermeer,
S | ee
oterdijken
B __Geuzenveld-Slotermeer is in de jaren vijftig gebouwd als naoorlogse stadsuitbreiding volgens het
tuinstadprincipe. Rijtjeshuizen en flats in strokenformaties werden afgewisseld, rijkelijk voorzien van
groen en openbare ruimte.
m De sociale huur overheerste van oudsher, maar corporaties hebben op verschillende locaties woningen verkocht.
B _Afnemende woonkwaliteit heeft al eerder tot ingrepen geleid. In Geuzenveld zijn aan het begin van deze
eeuw duizenden woningen gebouwd, onder meer bij de Geuzenbaan. Voor een deel ging dat gepaard
met sloop van oude woningen.
m Sinds enige jaren wordt het programma ‘ontwikkelbuurten’ in Amsterdam uitgevoerd voor buurten die
sociale en fysieke verbetering behoeven. Van de 32 Amsterdamse ontwikkelbuurten ligt de helft in
Slotermeer en Geuzenveld.
B Vernieuwing wordt momenteel uitgevoerd in de buurten rondom het Lambertus Zijlplein: Bakemabuurt,
Wegener Sleeswijkbuurt en Nolensbuurt.
m De Eendracht (Buurt 10) is een toegevoegde wijk uit de jaren ‘90 en wijkt qua sfeer en eigendoms-
verdeling (veel koopsector) sterk af van de naoorlogse tuinstad.
m __Sloterdijken-Centrum transformeert van een bedrijvenlocatie naar een wijk met menging van de
economische en de woonfunctie. Het woningaantal is nu nog klein.
B In Geuzenveld, Slotermeer en Sloterdijken wijkt de prijssegmentering af van de rest van de stad, er is
meer middelduur en meer goedkoop segment.
Bm Het percentage woningen in het middensegment blijft in dit gebied vrij constant en de afname van het
goedkope segment en de groei van het dure segment zijn minder sterk dan stedelijk.
m Detrendzal echter doorzetten en ook nieuwbouw zal bijdragen aan een meer differentiatie in de prijsopbouw.
Bedrijventerrein
Sloterdijk
Eendracht e Slotermeer
Noordoost
| Geuzenveld 7 EN
stammen We 3
Zuidwest
97
De woningvoorraad
Het gebied Geuzenveld, Slotermeer en Sloterdijken
telt 20.037 woningen (1-1-2021). Het goedkopere)
segment! (60%) en het middensegment (22%) zijn er
groter dan het stedelijk gemiddelde en het dure
segment veel kleiner (14% tegenover 33% voor
Amsterdam). De twee wijken Slotermeer-Zuidwest
en Slotermeer-Noordoost ontlopen elkaar niet veel
in samenstelling van de woningvoorraad. Meer dan
zeventig procent is goedkoop segment en de overige
woningvoorraad wordt ongeveer gelijk verdeeld in
middensegment en duur segment. In Geuzenveld is
de stedelijke vernieuwing verder gevorderd waardoor
het percentage goedkoop segment lager ligt (55%)
en het middensegment groter is (29%). In de wijk
Eendracht is het percentage goedkope woningen
relatief laag. De woningen daar zijn gebouwd in de
jaren negentig, toen voor nieuwbouw de formule
“30% sociaal en 70% markt’ gold. Bedrijventerrein
Sloterdijk kent in het deel Sloterdijk-Centrum sinds
kort ook woningen, maar omdat het er nog weinig
zijn, ligt nu het accent nog op kleine particuliere
huurwoningen voor studenten en starters in het
goedkope en middensegment. Dat profiel kan vanaf nu
sterk veranderen met aanvullende nieuwbouw. Voor de
verdeling in het gebied als geheel speelt Sloterdijk en
omgeving nog maar amper een rol.
Figuur G6.1. Woningmarktsegmenten in Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken, 2019
Geuzenveld, Slotermeer,
en A
Amsterdam
Slotermeer-Zuidwest
LO
gereguleerde huur
Slotermeer-Noordoost m en betaalbare koop
| .
Bedrijventerrein Sloterdijk ml ke
lll en koop
Geuzenveld ml dure huur en koop
DT
Eendracht Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
98
Het aandeel corporatiewoningen is in het gebied De wijk Eendracht wijkt sterk af, circa 45 procent van
Geuzenveld-Slotermeer en Sloterdijken groot, bijna de woningen is daar in eigendom van een corporatie
zestig procent. Er is duidelijk minder particuliere huur en de helft is in het bezit van eigenaar-bewoners.
te vinden (14%) en het aandeel eigenaar-bewoners is
met een kwart lager dan het stedelijk gemiddelde.
De wijken Slotermeer-Noordoost, Slotermeer-Zuidwest
en Geuzenveld kennen elk een vergelijkbare verdeling
over de verschillende eigendomsvormen: iets meer
dan zestig procent corporatiehuur, circa vijftien procent
particuliere huur en een kwart eigen woningbezit.
Figuur G6.2. Eigendomsverdeling in Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken, 2020
Geuzenveld, Slotermeer, 61% DIA
Oe A
Amsterdam KaG kk
Slotermeer-Zuidwest Ik 24%
LN
Slotermeer-Noordoost A 28% mn corporatieverhuur
LO
Geuzenveld NA vllA mn particuliere verhuur
A
Eendracht LA 50% Nm eigenaar-bewoner
LL |
Bedrijventerrein Sloterdijk Bron: BBGA 2020
99
De bewoners Circa vijftien procent van de huishoudens met een laag
inkomen woont echter in een woning in het middel-
Algemeen is er een sterke samenhang tussen dure of dure segment. In de dure voorraad, weliswaar
(prijs)segmenten binnen de woningvoorraad en de beperkt in omvang, heeft ongeveer de helft van de
(ruimtelijke) verdeling van inkomensgroepen. huishoudens een inkomen dat past bij dit woning-
Huishoudens met een laag inkomen wonen vooral in marktsegment. De spreiding van inkomensgroepen
de goedkope voorraad en hoge inkomensgroepen over de verschillende woningmarktsegmenten in het
wonen in een duurder segment. In een gebied met een gebied wijkt hiermee af van die van de stad als geheel.
grote goedkope voorraad behoort dan ook een groot
deel van de bevolking tot de lagere inkomensgroepen Het aandeel goedkope woningen en het aandeel
en andersom. Dit verband is veel minder duidelijk in huishoudens met een laag inkomen zijn sterk aan
Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken. elkaar gerelateerd (zie figuur G6.4). In Sloterdijk is het
Meer dan de helft van de huishoudens in Geuzenveld, percentage lage inkomen toch nog wat hoger dan
Slotermeer, Sloterdijken heeft een laag inkomen en verwacht, wat te maken zal hebben met de doelgroep
woont in het goedkope segment. van studenten en starters.
Figuur G6.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Geuzenveld,
Slotermeer, Sloterdijken 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop Lj
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Bron: WiA 2019
Figuur G6.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken 2019
100
90
Bedrijventerrein Sloterdijk ©
5 80
S Slotermeer Zuidwest ®
Ee 70
5 Slotermeer Noordoost ®
TD
8 60 Geuzenveld ®
©
E50
e
8 40
2 Eendracht ®
RS
8 30
CC
820
® wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
100
Ontwikkeling 2015-2019
Het gebied Geuzenveld, Slotermeer en Sloterdijken
volgt in de meeste opzichten de stedelijke trend.
De afname van het goedkope segment is iets sterker
dan in Amsterdam als geheel en de groei van het dure
segment juist minder sterk. Waar het aandeel middel-
duur in de stad als geheel iets is geslonken, stabiliseert
deze zich in het gebied rond twintig procent
(zie figuur G6.5).
Figuur G6.5. Percentage woningen naar prijssegment Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken en Amsterdam
Geuzenveld, 2015
Slotermeer |
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
|
2017 mi dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
101
Dit patroon is Slotermeer-Noordoost, Slotermeer-Zuid-
west en Geuzenveld goed terug te zien. Daar moet
overigens bij gezegd dat het nog bescheiden aandeel
duur segment in vergelijking met stedelijke cijfers voor
de wijken zelf een forse verandering is omdat enkele
jaren geleden het aandeel dure woningen vrijwel nihil
was en in zes jaar tijd tot boven de tien procent gegroeid
is. In Eendracht is het patroon iets grilliger, maar daar
is het aandeel goedkope woningen inmiddels lager
dan dertig procent en wordt de rest ongeveer gelijk
verdeeld tussen midden- en duur segment.
Figuur G6.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken 2015-2019 ?
Slotermeer- 2015
Noordoost LO
2017
LO
2019
LO
Slotermeer- 2015
Zuidwest LT
2017
|
2019
|
Geuzenveld 2015
LT
2017
|
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
A
ml middeldure huur
Eendracht 2015 en koo
LO à
2017 ml dure huur en koop
2019 Bron: WiA 2015-2019
2. De wijk Bedrijventerrein Sloterdijk wordt hier niet weergegeven vanwege het geringe aantal woningen.
102
Ondanks het feit dat het goedkope segment in
Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken vanaf 2015
aanzienlijk is geslonken, is die trend amper terug te
zien in de inkomens. Het aandeel huishoudens in de
laagste en tweede inkomensgroep is zeer licht gedaald
(zie O1 en Q2 in figuur G6.7) en dat van de hoogste
inkomensgroepen licht gestegen. In de inkomensver-
deling van huishoudens in recent betrokken woningen
is het aandeel met een inkomen dat past bij het goed-
kope segment behoorlijk groot, maar dat kan te maken
hebben met de complexen voor starters en studenten
bij Sloterdijk.
Figuur G6.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken
50%
45%
40% — Ol
30%
25% = 03
2 9% mmm
0% —= O4
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G6.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Geuzenveld, Slotermeer,
Sloterdijken
Nm >2x modaal
pi IE £60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
AA [A] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
103
In de beide wijken van Slotermeer behoort minder dan groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
veertig procent tot de laagste inkomensgroep en dat in Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken sterker dan de
verandert bijna niet. In Geuzenveld ligt het percentage stedelijke trend. In dit gebied is de toename van het
iets lager en is er in recente jaren een lichte stijging te percentage huishoudens dat in een duurder segment
zien van de lage inkomens. In de wijk Eendracht is de woont dan op basis van inkomen verwacht mocht
laagste inkomensgroep ook iets groter geworden. worden sterker dan gemiddeld in Amsterdam
In de wijk Bedrijventerrein Sloterdijk is het grillige (+ 12 procentpunten, stedelijk + 7) en ook de afname
patroon te wijten aan de kleine, veranderlijke woning- van het aandeel midden- en hoge inkomens dat in een
voorraad. goedkoper segment woont is sterker. Hierdoor komt
de afname van het passend wonen door lage inkomens
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op (van 71% naar 57%) in geringe mate ten goede van een
de passendheid van woningmarktsegmenten en de passende situatie voor midden- en hoge inkomens:
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens- dat aandeel bedraagt in 2019 maar tien procent.
Figuur G6.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Geuzenveld, Slotermeer,
Sloterdijken
60%
gg
Bedrijventerrein
OON NZ — )
ns Sloterdijk
0
o ON LN —. Slotermeer-
40% mn mn
nn == Noordoost
en slot
e eg mn otermeer-
OON Zuidwest
25% N/
20% | RS
15%
> —= Eendracht
10%
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G6.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Geuzenveld,
Slotermeer, Sloterdijken
Geuzenveld, 2015 DAA 17% mn lage Inkomens
Slotermeer, A an
Sloterdijken 2019 A 14% mi lage en midden
ink
ede Inkomens duur
Amsterdam 2015 54 vh A m ideen en hoge f
LN Oe Dee
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
104
Toekomstige ontwikkeling punt in de woningbouwprogrammering, waarin het
middensegment een belangrijke plaats heeft, zullen
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin nieuwe woonbuurten bij oplevering gedifferentieerder
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de zijn dan de huidige buurten van het gebied, waar het
komende tien jaar in zal ontwikkelen in Geuzenveld, goedkope segment nog sterk domineert. Maar de
Slotermeer, Sloterdijken.® diverse programma’s voor de bestaande wijken en
buurten (vernieuwing, ontwikkelbuurten) zal ook leiden
De ontwikkeling van de nieuwbouw zal van grote bete- tot meer differentiatie.
kenis zijn voor de ontwikkeling van de prijssegmenten
van de woningvoorraad. Door het huidige uitgangs-
Figuur G6.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Geuzenveld, Slotermeer,
Sloterdijken
®
nen [ee
„A
Ds
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
3. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
105
G7. Osdorp
B In Osdorp zijn de eerste woningen gebouwd in de jaren '60 volgens het tuinstad-principe, verschillende
woonvormen in een omgeving met veel groen en openbare ruimte. De woningen in Osdorp zijn groter
dan elders in Nieuw-West, waar de eerste woningen na de oorlog zijn neergezet.
B Toch was de kwaliteit van de woningvoorraad aanleiding om in de jaren negentig te starten met de
stedelijke vernieuwing. De Zuidwestkwadrant was het eerste voorbeeldproject in het kader van de
stedelijke vernieuwing van deze naoorlogse gebieden. De vernieuwing van het Zuidwestkwadrant is
dan ook (op een gebouw na) afgerond.
B In de Reimerswaalbuurt heeft de vernieuwing lange tijd stilgelegen met enkele braakliggende velden
tot gevolg. De vernieuwing is nu weer opgepakt en wordt in de komende jaren afgerond.
In de Wildeman- en Blomwijckerbuurt is de stedelijke vernieuwing net van start gegaan.
B Rond de Sloterplas was er de afgelopen jaren veel nieuwbouw.
m Osdorp Centrum ondergaat met verdichting een transformatie naar een centrummilieu.
m Osdorp heeft een aantal buurten met veel eengezinswoningen. Een deel van de woningen wordt door
oudere, oorspronkelijke bewoners bewoond.
m De sociale huur overheerste van oudsher, maar corporaties hebben op verschillende locaties woningen
verkocht. Toch is in Osdorp nog circa zestig procent een goedkope woning.
Bm Het percentage woningen in het middensegment blijft in Osdorp vrij constant en de afname van het
goedkope segment en de groei van het dure segment zijn minder sterk dan stedelijk. Daarmee onttrekt
dit gebied zich niet aan de stedelijke verschuiving maar het gaat er langzamer.
m Detrend zal echter doorzetten en ook nieuwbouw zal bijdragen aan meer differentiatie in de prijsopbouw.
Lutkemeer/Ookmeer
oe Osdorp
De Oost
Punt Osdorp
Midden
106
De woningvoorraad
In Osdorp staan 17.979 woningen (1-1-2021).
Het goedkope{re) segment is met circa zestig procent
groter dan het stedelijk gemiddelde. Daarbij moet
vermeld worden dat van dit goedkope segment! in
Osdorp bijna vier procent goedkope koopsector is
(woningen met een prijs < €175.000). Stedelijk ligt
dat cijfer op slechts één procent. Osdorp is met een
aantal wijken in stadsdeel Zuidoost één van de weinige
gebieden waar de koopsector iets bijdraagt aan het
goedkope segment. Ook het middensegment is in
Osdorp groter dan het stedelijk gemiddelde en het
dure segment aanzienlijk kleiner.
Binnen Osdorp zijn er verschillen tussen de wijken.
In de drie wijken Osdorp-Midden, Osdorp-Oost en
De Punt ligt het aandeel goedkope woningen rond de
zestig procent. In De Punt is dat zelfs bijna 65 procent
en samen met het hoge aandeel middensegment
(27%) en het lage aandeel dure woningen wijkt deze
wijk het meest af van de stedelijke cijfers. Lutkemeer/
Ookmeer is formeel één van de wijken binnen het
gebied Osdorp, maar er staan maar driehonderd
woningen, weliswaar overwegend in het dure segment,
maar op het totaal van Osdorp weegt dat amper mee.
Figuur G7.1. Woningmarktsegmenten in Osdorp, 2019
Osdorp
Amsterdam
reguleerde huur
De Punt MR eStaatbere koop
DT
te ml middeldure huur
en <oop
Osdorp-Midden ml dure huur en koop
LO
Lutkemeer/Ookmeer Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
107
Meer dan de helft van de woningen in Osdorp is in
bezit van woningcorporaties. Dat is ruim meer dan in
Amsterdam gemiddeld. Woningen in de particuliere
sector komen minder voor in Osdorp. In Osdorp-Oost
en Osdorp-Midden is de verdeling naar eigendom
representatief voor het omvattende gebied Osdorp.
In De Punt hebben woningcorporaties veel van hun
eengezinswoningen verkocht waardoor het corporatie-
bezit geringer is en meer woningen worden bewoond
door eigenaar-bewoners (42%). Ook de particuliere
huur is in De Punt aanzienlijk (21%).
Figuur G7.2. Eigendomsverdeling in Osdorp, 2020
Osdorp EN 32%
Amsterdam KRG ik
Osdorp-Oost vh A 30% mn corporatieverhuur
LL
Osdorp-Midden 57% 28% mn particuliere verhuur
LO
De Punt Eh UvA Nm eigenaar-bewoner
LO
Lutkemeer/Ookmeer hi SED Bron: BBGA 2020
108
De bewoners Bijna twintig procent heeft een hoog inkomen en
woont in het dure segment. Meer dan tien procent
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) van de huishoudens in Osdorp behoort tot de lage
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- inkomensgroep maar woont in een woning in het
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens midden of dure segment (zie figuur G7.3). Deze
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een woningmarktsegmenten in Osdorp is vrijwel gelijk aan
duurder segment. In een gebied met een grote goed- die van de stad als geheel.
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. Het hoge aandeel goedkope woningen is zoals overal
Dit verband is er ook in Osdorp. in de stad een goede voorspeller voor het aandeel lage
Circa 45 procent van de huishoudens in Osdorp heeft inkomens. In De Punt, Osdorp-Midden en Oost liggen
een laag inkomen en woont in het goedkope segment. die aan elkaar gerelateerde cijfers dicht bij elkaar.
Figuur G7.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Osdorp 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop mi hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G7.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Osdorp 2019
100
90
0
€
2 70
5
3
5 60 Osdorp-Midden ©
+ osdte& ’ ® De Punt
5 sdorp-Oos
2 50
WY
© 40
©
5
8 30
CC
820
® Lutkemeer/Ookmeer ®@ wijk
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
109
Ontwikkeling 2015-2019 In vergelijking met Osdorp-Oost en De Punt daalt het
aandeel goedkope woningen in Osdorp-Midden min-
In Osdorp ligt het percentage goedkoop segment der sterk en treedt hier juist een aanzienlijke afname
iets hoger en het percentage duur segment lager dan van het middensegment op. Osdorp-Oost en De Punt
stedelijk gemiddeld. De afname van het goedkope staan juist meer model voor de trend in het omvattende
segment is iets sterker dan in Amsterdam als geheel gebied: stabilisatie of toename van het middensegment.
en de groei van het dure segment juist minder sterk. Opvallend is dat het dure segment in de Punt in de
De afname van de goedkope voorraad komt in Osdorp afgelopen periode is gedaald (zie figuur G7.6).
per saldo meer terecht in het middensegment, waar de De geringe betekenis voor het gebied van Lutkemeer/
laatste jaren zelfs lichte groei optrad naar bijna twintig Ookmeer, met zijn driehonderd vrijwel uitsluitend dure
procent (zie figuur G7.5). woningen, kwam al eerder aan de orde.
Figuur G7.5. Percentage woningen naar prijssegment Osdorp en Amsterdam
Osdorp 2015
LM
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Amsterd 2015 ml middeldure huur
msteraam
k
onp
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
Figuur G7.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Osdorp 2015-2019
Lutkemeer/ 2015
Ookmeer LO
2017
LO
2019
DT
Osdorp-Oost 2015
LO
2017
LO
2019
LO
Osdorp-Midden 2015
LO
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
De Punt 2015 ml middeldure huur
k
A onp
2017 mi dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
110
Ondanks het feit dat het goedkope segment in Osdorp
aanzienlijk is geslonken, is die trend niet terug te zien
in de inkomens. Het aandeel huishoudens in de laag-
ste inkomensgroep is in de afgelopen jaren iets toe-
genomen. Het aandeel huishoudens in de tweede
inkomensgroep (Q2) is iets afgenomen (zie figuur G7.7).
In de inkomensverdeling van huishoudens in recent
betrokken woningen is het aandeel met een inkomen
dat past bij het goedkope segment net wat groter dan
het deel dat op de vrije markt delen van de woning-
voorraad is aangewezen. Daarmee lijken de recente
mutaties niet tot veranderingen te leiden in de
geschetste trend.
Figuur G7.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Osdorp
50%
45%
40% —
30%
25% == 03
DO os
15%
10% — O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G7.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Osdorp
Nm >2x modaal
Ve B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
WB] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
(54
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
111
De lichte stijging van het aandeel lage inkomens in over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in Osdorp
gebied Osdorp is terug te vinden in De Punt, terwijl sterker dan de stedelijke trend. Zo is het percentage
in Osdorp-Midden en Osdorp-Oost is het percentage lage inkomens wonend in het goedkope segment
lage inkomens gelijk gebleven is. De toename van lage geslonken van circa zestig procent naar de helft en
inkomens in De Punt is opmerkelijk omdat juist hier de de passende match voor midden en hoge inkomens
koopsector en particuliere huursector groter zijn dan gegroeid van circa tien procent naar ongeveer een
gemiddeld. kwart. Ook de toename van het aandeel lage- en
middeninkomens wonend in een duurder segment en
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op de de tegenpool, de afname van het aandeel midden- en
passendheid van woningmarktsegmenten en de inko- hoge inkomens in een goedkoper segment gebeurt in
mensgroepen. De verdeling van de inkomensgroepen Osdorp met sterkere cijfers dan gemiddeld.
Figuur G7.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Osdorp
50%
45%
40%
35% a __ Lutkemeer/
k
30% man Ookmeer
25% == Osdorp-Oost
20% == Osdorp-Midden
15%
10% —= De Punt
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G7.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Osdorp
Osdorp 2015 NA a MO ae namens
LN a .
2019 49% EER mi age en midden
eden Inkomens duur
Amsterdam 2015 54% DAA m ideen en hoge Ô
LN Oe Dee
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
112
Toekomstige ontwikkeling
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in Osdorp zal ontwikkelen.
Osdorp zal er in dit decennium meer dan 1.500 woningen
bij krijgen, waarbij het middensegment een belangrijk
aandeel van de programmering zal hebben. De auto-
nome tendensen in de bestaande woningvoorraad
zullen echter vooral het beeld bepalen. Er wordt al
met al een lichte daling van het goedkope segment
verwacht. Het is een voortzetting van de trend die
wel al kennen van de recente jaren.
Figuur G7.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Osdorp
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
1. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
113
G8. De Aker, Sloten,
®
Nieuw-Sloten
Bm Hetgebied De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten (DASNS) bestaat uit drie afzonderlijke gebieden. Sloten is een
oud dorp en de wijken De Aker en Nieuw Sloten zijn in de jaren negentig van de vorige eeuw gebouwd.
De twee wijken van het gebied zijn de Middelveldsche Akerpolder (MAP) en de Sloter-/Riekerpolder.
B Het dorp Sloten kent een grote variatie aan woningtypen, ook een variatie in leeftijd van de gebouwen.
m De Aker en Nieuw-Sloten hebben een suburbaan karakter. Ze waren destijds ook bedoeld om potentiële
vertrekkers naar de regio aan Amsterdam te binden. De woonwijken kennen veel grote koopwoningen
en de huishoudens zijn vaak gezinnen. Omdat de woningen al weer een aantal decennia staan zijn de
eerste bewoners al ouder aan het worden en wonen er inmiddels veel zogenaamde ‘empty nesters’.
B Er ontbreken in deze wijken woningen voor jongeren en ouderen. Er worden veel woningen bijgebouwd
in het Schinkelkwartier en dit biedt mogelijkheden het tekort aan woningen voor jongeren en ouderen
aan te vullen.
B Ook in het dorp Sloten wil men graag woningen voor starters en jonge gezinnen toevoegen.
Bm Het percentage goedkope woningen is laag en daalde nog recent. Ook het middensegment verliest
snel terrein, maar blijft met een vijfde van de woningvoorraad nog boven het stedelijk gemiddelde.
De groei van het dure segment zit echter dicht bij een verdubbeling in de zes jaar vanaf 2013.
m Die verdubbeling is er ruimschoots in de Sloter-/Riekerpolder, waar zes van de tien woningen inmiddels
duur zijn en waar het middensegment in zes jaar tijd halveerde. In de MAP zijn de ontwikkelingen kalmer:
daar stabiliseert het dure segment en herstelt het middensegment enigszins.
B De krimp van het middensegment en groei van het dure segment gaan veel sneller dan de stedelijke
trend. Die trend lijkt zich in Sloter-/Riekerpolder nu wel zijn plafond te bereiken maar in de MAP nog
niet. Voor de toekomst wordt afbuiging van de trend echter voor het gehele gebied wel verwacht.
Middelveldsche
Akerpolder
/ Sloter-/Riekerpolder
114
De woningvoorraad
Het gebied De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten (DASNS) telt
11.135 woningen (1-1-2021). De voorraad woningen in
het goedkope segment! is minder dan de helft kleiner
dan die van Amsterdam als geheel. Het dure segment
is met bijna zestig procent echter veel groter. De twee
wijken van het gebied, Middelveldsche Akerpolder
(de MAP)en Sloter-/Riekerpolder, hebben een min of
meer zelfde verdeling van woningmarktsegmenten in
de woningvoorraad.
In DASNS is het aantal woningen in bezit van woning-
corporaties laag, ongeveer een kwart (Amsterdam:
40%). Het aantal woningen in bezit van eigenaar-
bewoners is heel hoog: circa 55 procent (Amsterdam,
29%). Het aandeel woningen in bezit van particuliere
verhuurders is juist lager dan stedelijk. De twee wijken
verschillen niet veel van het gemiddelde in DASNS,
alleen is in de MAP het percentage sociale huur
hoger en in de Sloter-/Riekerpolder het percentage
particuliere huur hoger.
Figuur G8.1. Woningmarktsegmenten in De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten, 2019
De Aker, Sloten en
Nieuw-Sloten
nm gereguleerde huur
en betaalbare koop
Amsterdam .
ml middeldure huur
en koop
Middelveldsche ml dure huur en koop
Akerpolder
Sloter-/Riekerpolder Bron: WiA 2019
Figuur G8.2. Eigendomsverdeling in De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten, 2020
De Aker, Sloten en 24% AR
Nieuw-Sloten
ennn en
Amsterdam 41% a
Ol eee
Middelveldsche 29% IAA mn eigenaar-bewoner
Akerpolder
Sloter-/Riekerpolder Ike ZN Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
115
De bewoners en woont in een goedkope woning (zie figuur G8.3).
Eenzelfde percentage huishoudens heeft echter een
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) laag inkomen en woont in het dure segment. Ook de
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- huishoudens met een middeninkomen zijn relatief sterk
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens vertegenwoordigd in het dure segment. Wel woont
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope een groot deel van de groep hoge inkomens in het
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een dure segment.
duurder segment. In een gebied met een grote goed-
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de De verhouding tussen het aandeel goedkope woningen
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. en lage inkomens (figuur G8.4), laat ook zien dat beide
Dit verband is in DASNS minder sterk dan dat in wijken sterk op elkaar lijken. Hooguit kan men zeggen
Amsterdam gemiddeld. Circa tien procent van de dat het aandeel lage inkomens in MAP relatief iets
huishoudens in het gebied heeft een laag inkomen hoger ligt.
Figuur G8.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, De Aker, Sloten,
Nieuw-Sloten 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop |
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop mi hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G8.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten 2019
100
90
0
€
2 70
5
D
8 60
©
E50
e
WY
© 40
9 Middelveldsche Akerpolder
E 30 ®
>
CC
Sloter/Riekerpolder ® wijk
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
116
Ontwikkeling 2015-2019 In de Sloter-/Riekerpolder is het aandeel met bijna
25 procentpunt gegroeid en zijn zes van de tien woningen
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel inmiddels duur. Verder is er in deze wijk in het
woningen in het dure segment gegroeid. Zowel het aandeel goedkope woningen nauwelijks ontwikkeling
aandeel middelduur als het goedkope segment is te zien, dat kan erop wijzen dat er geen woningen
kleiner geworden. Ook in DASNS is deze ontwikkeling meer zijn die door marktdruk naar het hogere segment
te zien, maar de tendens is over de hele linie sterker. verschuiven. Dat gebeurt wel in het middensegment,
Het percentage goedkope woningen was aan het begin waar in de periode 2015-2019 een halvering plaats-
van de reeks al niet hoog, maar daalt in hetzelfde vond. In de MAP zijn de ontwikkelingen kalmer: daar
tempo als de stedelijke goedkope voorraad. Dat zal in lijkt zich in de recente jaren een stabilisatie van het
dit gebied met zijn grote koopsector, te maken hebben dure en een licht herstel van het middensegment af
met het snel duurder worden van de koopwoningen en te tekenen (zie figuur G8.6).
het vervliegen van de laatste restjes goedkope koop.
Ook het middensegment verliest snel terrein, maar
blijft met een vijfde van de woningvoorraad nog boven
het stedelijk gemiddelde. Het dure segment is tussen
2015 en 2020 met bijna twintig procentpunt gegroeid.
Figuur G8.5. Percentage woningen naar prijssegment De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten en Amsterdam
De Aker, 2015
Nieuw-Sloten LO
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
A
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
Figuur G8.6. Ontwikkeling prijssegmenten in De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten 2015-2019
Middelveldsche _ 2015
Akerpolder A
2017
A
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Sloter-/ 2015 en koop
Riekerpolder LO
2017 mi dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
117
Het duur worden van de woningvoorraad in DASNS
leidt niet tot een verschuiving in de inkomenssamen-
stelling (figuur G8.7). Waarschijnlijk spelen de transac-
ties op de omvangrijke koopmarkt van het gebied zich
af binnen de hogere inkomensgroepen. De hoogste
inkomensgroep is in DASNS al voor langere tijd de
grootste. Als gekeken wordt naar recent bewoonde
woningen (figuur G8.8), wordt het beeld van roulatie
van hoge inkomens ondersteund.
Daarnaast zullen er in het gebied tegenkrachten in
de inkomensontwikkeling zijn die te maken hebben
met vergrijzing en inkomensachteruitgang door
pensionering.
Figuur G8.7. Ontwikkeling inkomensgroepen De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten
50%
45%
40% — 21
30% mn
25% == O3
% ‘mmm
20% —_ o4
15%
10% — O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G8.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
36% B €22.436- 60.095
WB] Eu-grens (€38.035) - €42.436
21%
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
118
Daar waar de marktwerking sterker is, in Sloter-/
Riekerpolder zien we een lichte afname van de laagste
inkomensgroep. In de MAP speelt mogelijk het andere
effect (vergrijzing) een rol, hier neemt de laagste
inkomensgroep licht toe (figuur G8.9).
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten volgens de stedelijke
trend, maar sterker. Het aandeel lage inkomens in de
goedkope woningvoorraad is er veel meer geslonken
dan in Amsterdam als geheel, waardoor het nog maar
circa vijftien procent van het totaal is. Het aandeel lage
en middeninkomens in een duurder segment haalt met
bijna dertig procent zelfs het hoogste cijfer van alle
gebieden. De tegenpool, midden en hoge inkomens
in een goedkoper segment is meer geslonken dan het
stedelijk gemiddelde.
Figuur G8.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken De Aker, Sloten,
Nieuw-Sloten
25%
20%
15%
©,
10% —= Middelveldsche
Akerpolder
5% == Sloter/Riekerpolder
0% Bron: BBGA 2020
0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G8.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, De Aker,
Sloten, Nieuw-Sloten
De Aker, Sloten _ 2015 zE 1 MO eener
en Nieuw-Sloten LO a
2019 PS PC mi lage en midden
A inkomens duur
Amsterdam 2015 NA WAS m midden en hoge
A Inkomens passend
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
119
Toekomstige ontwikkeling de ontwikkeling die zich in de stad als geheel afspeelt.
Momenteel is te zien dat die overhevelingstrend in
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin Sloter-/Riekerpolder zijn plafond lijkt te bereiken. In de
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de MAP is dat nog niet zo. Het gebied DASNS heeft bijna
komende tien jaar zal ontwikkelen. DASNS is een geen bouwprogramma voor het volgende decennium.
gebied waar de huidige snelle trend van overheveling De nieuwbouw van het Schinkelkwartier (figuur G8.10)
van goedkoop segment naar middensegment en zal pas later tot stand komen. Het bijbouwen van
vervolgens duur segment zal gaan uitdoven, de sociale huur of middensegment zal dus in dit gebied
ontwikkeling zal stabiliseren. Door zijn grote koop- geen tegenkracht kunnen bieden aan de marktwerking
sector moet dit gebied wat marktwerking betreft die al een groot deel van de woningvoorraad duur
gezien worden als een trendsetter of voorloper van gemaakt heeft.
Figuur G8.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten
Ca
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
1. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
120
G9. Slotervaart
m Slotervaart is gebouwd in de jaren vijftig volgens het tuinstadprincipe, verschillende woonvormen in
een omgeving met veel groen en openbare ruimte.
m Slotervaart ligt in het oostelijk deel van stadsdeel Nieuw-West. De noord-zuid lopende tracés van
ringweg en spoorlijn geven het gehele gebied een noord-zuid oriëntatie mee.
B Inde ringspoorzone vindt verdichting plaats. Veel van de oorspronkelijke woningen hebben
plaatsgemaakt voor nieuwbouw met veel woningen voor jongeren en starters.
m__Ook in het zuidelijk deel van Slotervaart worden veel kleine woningen gebouwd, zowel in het sociale
als in het particuliere huursegment.
B Erzijn zorgen over de leefbaarheid en de sociale cohesie in het gebied omdat er vooral starters en
kleine huishoudens wonen, de doorstroming is groot.
B Aan de noordzijde worden de komende jaren veel woningen gebouwd aan de Jan Evertsenstraat.
m Aan de zuidzijde wordt het gebied Schinkelkwartier ontwikkeld met veel nieuwe woningen.
B Grootschalige vernieuwing vindt plaats in de Jacob Geelbuurt (sloop met nieuwbouw) en in de wijk
Westlandgracht.
m Aan de westzijde ligt Slotervaart aan de Sloterplas. De woonbuurten aan het park bestaan vooral uit
eengezinswoningen.
B In Slotervaart is er afname van het goedkope- en middensegment en groei van het dure segment. Maar
in de laatste jaren is ook het goedkope segment weer wat gegroeid. Dit heeft te maken met de wijk
Westlandgracht waar veel kleine studenteneenheden en andere kleine wooneenheden zijn gebouwd.
Bm Tegelijkertijd neemt de omvang van het middensegment snel af en bereikt het aandeel duur segment al
cijfers op het Amsterdams gemiddelde.
m Slotermeer onttrekt zich niet aan de stedelijke verschuiving van goedkoop- en middensegment naar
duur segment maar het gaat er langzamer.
m De trend zal echter doorzetten en ook nieuwbouw zal bijdragen aan meer differentiatie in de prijsopbouw.
|
|
Veld
Slotervaart
Noord |
|
|
Slotervaart |
Zuid
| Westlandgracht
121
De woningvoorraad
Slotervaart telt 21.448 woningen (1-1-2021). De
meeste woningen in Slotervaart (60%) behoren tot het
goedkopelre) segment. Het middensegment is met
circa vijftien procent net iets groter dan het stedelijk
gemiddelde, en het dure segment is met een kwart
beduidend kleiner dan het stedelijke gemiddelde.
Binnen Slotervaart zijn er grote verschillen. In Sloter-
vaart-Noord ligt door stedelijke vernieuwing het
aandeel goedkope woningen iets lager (57%) dan
het gebiedsgemiddelde. De verhouding naar de drie
segmenten, goedkoop — midden — en duur komt nog
het dichtst bij de verdeling van Amsterdam als geheel.
Slotervaart-Zuid is binnen het gebied de wijk met het
hoogste aandeel goedkope woningen (70%). Maar
het zijn overwegend kleine woningen met een huur-
prijsniveau in het goedkope segment. Vooral het dure
segment is in Slotervaart-Zuid verhoudingsgewijs klein
(18%). In Overtooms Veld is het aandeel middelduur
segment opvallend groot en met bijna dertig procent
zelfs het dubbele van het stedelijke cijfer. In de wijk
Westlandgracht is het middensegment juist erg klein.
Het dure segment is er het grootst (30%) van de vier
wijken in Slotervaart, terwijl ook het goedkope
segment boven het gemiddelde van Slotervaart ligt.
Figuur G9.1. Woningmarktsegmenten in Slotervaart, 2019
Slotervaart
Amsterdam
slot EN Tj gereguleerde huur
en en betaalbare koop
Westlandgracht ml migde dure ue
A à
Slotervaart Noord ml dure huur en koop
A
Overtoomse Veld Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
122
Het percentage woningen dat door corporaties
verhuurd wordt ligt in Slotervaart in de buurt van het
stedelijk gemiddelde. Het percentage particuliere huur
ligt met ongeveer een derde aanzienlijk hoger dan
gemiddeld. Hiermee is het percentage woningen in
bezit van eigenaar-bewoners lager dan stedelijk (21%).
Per wijk is het beeld naar eigendomscategorie heel
verschillend. Het percentage particuliere huur is
vooral hoog in de wijken Overtoomse Veld (42%) en
Westlandgracht (49%). Slotervaart-Zuid is de wijk waar
corporatiewoningen overwegend het beeld bepalen
(69%). In Slotervaart-Noord is van de vier wijken het
eigen woningbezit het hoogst (33%) en komt de
verdeling over de drie sectoren het dichtst in de buurt
van de stedelijke verdeling.
Figuur G9.2. Eigendomsverdeling in Slotervaart, 2020
Slotervaart 45% A
Amsterdam 41% a
Slotervaart-Zuid vi0A EA mn corporatieverhuur
LO
Slotervaart-Noord Eik KkhA mn particuliere verhuur
LLL
Overtoomse Veld ed 19% mn eigenaar-bewoner
LLL
Westlandgracht ek és Bron: BBGA 2020
123
De bewoners inkomensgroep maar woont in een woning in het
midden of dure segment (zie figuur G9.3). Deze
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- woningmarktsegmenten in het gebied is in grote lijn
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens gelijk aan die van de stad als geheel.
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een Binnen de wijken van gebied Slotervaart is de variatie
duurder segment. In een gebied met een grote goed- in woningmarktsegmenten voor een groot deel
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. In Slotervaart-Zuid is het aandeel goedkope woningen
Dit verband is er ook in Slotervaart. zeventig procent en het aandeel lage inkomens ook
Bijna de helft van de huishoudens in Slotervaart heeft bijna zeventig procent. In de andere drie wijken heeft
een laag inkomen en woont in het goedkope segment. net iets meer dan de helft van de huishoudens een
Bijna twintig procent heeft een hoog inkomen en laag inkomen, terwijl er wel een verschil is in de match
woont in het dure segment. Bijna tien procent van met goedkope woningen. Bij Westlandgracht is dat
de huishoudens in Slotervaart behoort tot de lage twee derde en bij Overtoomse Veld de helft.
Figuur G9.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Slotervaart 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G9.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Slotervaart 2019
100
90
5 80
5
< 70 Slotervaart Zuid @®
TD
8 60
2 m Overtoomse Velde — © — ® Westlandgracht
pn Slotervaart Noord
5
© 40
©
5
8 30
CC
ON:
® wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
124
Ontwikkeling 2015-2019 In Westlandgracht zijn veel kleine studenteneenheden
en andere kleine wooneenheden bijgebouwd. Tegelij-
De stedelijke trend van afname van goedkoop- en kertijd neemt de omvang van het middensegment er
middensegment en groei van het dure segment is ook snel af en bereikt het aandeel duur segment al cijfers
in Slotervaart te zien. Maar in de laatste jaren is ook het op het Amsterdams gemiddelde. In Slotervaart-Zuid en
goedkope segment weer wat gegroeid (figuur G9.5). -Noord en in Overtoomse Veld neemt het goedkope
segment wel in meer of mindere mate af. Daar leidt
Dalen we af naar het wijkniveau dan is te zien dat er die afname niet tot groei van het middensegment,
in de wijk Westlandgracht sprake is van groei van het hooguit stabilisatie. Het dure segment vertoont wel
goedkope segment. duidelijk groei.
Figuur G9.5. Percentage woningen naar prijssegment Slotervaart en Amsterdam
Slotervaart 2015
|
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Amsterd 2015 ml middeldure huur
msterdam k
onp
2017 mi dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
Figuur G9.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Slotervaart 2015-2019
Slotervaart-Noord 2015
A
2017
LO
2019
LO
Overtoomse Veld 2015
LO
2017
LO
2019
LO
Westlandgracht _ 2015
LO
2017
LO
mn gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Slotervaart-Zuid 2015 mi Ee huur
|
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
125
In Slotervaart is in 2016 een trendbreuk te zien in de
inkomenslijn (figuur G9.7). Daarvoor zat niet alleen de
laagste maar ook de inkomensgroepen daarboven in
een dalende tendens en de hoogste inkomensgroep in
een stijgende. Vanaf 2016 is dat patroon omgedraaid.
Het is waarschijnlijk het effect van de komst van de vele
starterswoningen die al eerder aan de orde kwam. Dat
zien we ook terug bij de inkomens van huishoudens die
recent in Slotervaart een woning betrokken hebben:
ruim de helft heeft een inkomen dat past bij toegang
tot een sociale huurwoning (figuur G9.8).
Figuur G9.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Slotervaart
50%
45%
40% — Ol
35% —_ 02
30%
25% en _— 3
20% nn
0% —= O4
15% nn
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G9.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Slotervaart
Nm >2x modaal
259% B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
9% ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
126
De laagste inkomensgroep vertoont in de meeste
delen van Slotervaart een stabiel niveau. Alleen
in Westlandgracht is het aandeel lage inkomens
gestegen. Dit is het effect van de eerder genoemde
starterswoningen.
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in Slotervaart volgens de stedelijke trend. Ofwel, lage
inkomens wonen minder vaak passend en midden- en
hoge inkomens wonen wel vaker passend. Daarnaast
neemt het percentage lage en middeninkomens dat
in een duurder segment woont toe en het aandeel
midden- en hoge inkomens in een goedkoper segment
af in ongeveer hetzelfde tempo als in Amsterdam als
geheel.
Figuur G9.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Slotervaart
50%
45%
40%
35% men — Slotervaart Noord
Kn
25% == Overtoomse Veld
2 ©,
0% — Westlandgracht
15%
10% —= Slotervaart Noord
5%
0% Bron: BBGA 2020
0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G9.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Slotervaart
Slotervaart 2015 vd (EE mn Gen nsomens
assen
LO a .
2019 51% EER mi lage en midden
A inkomens duur
Amsterdam 2015 54% DAA m midden en hoge
LN inkomens passend
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
127
Toekomstige ontwikkeling
Slotervaart bevindt zich in een fase van herstructurering.
Er zullen veel woningen worden gesloopt, goedkope
woningen worden (terug) gebouwd en substantieel
woningen in het middeldure en dure segment worden
gerealiseerd. Ook de andere mechanismen, liberali-
sering van huurwoningen, prijsontwikkelingen in de
vrije markt delen van de woningvoorraad, zullen verder
bijdragen aan de groei van het middensegment en
van het dure segment. De woningvoorraad zal zich
ontwikkelen van een hoofdzakelijk goedkope voorraad
naar een meer gedifferentieerde voorraad.
Figuur G9.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Slotervaart
|
han
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
128
G10. Oud-Zui
ud-Zul
©
m Oud-Zuid heeft, net zoals de grachtengordel in het naburige stadsdeel Centrum, de reputatie van
gebied met hoge status. Willemspark, Museumkwartier uit de negentiende en begin twintigste eeuw
en de Apollobuurt uit de jaren ‘20 en "30 van de vorige eeuw tellen dan ook werkelijk villa’s.
m Maar Oud-Zuid kent ook meer gemiddelde woonwijken: Schinkelbuurt, Hoofddorppleinbuurt en
Stadionbuurt. Buurten met de bekende gesloten bouwblokken uit merendeels de jaren '30.
B __Toch doet de verzameling van drie statuswijken en drie gewone wijken Oud-Zuid nog niet op het Amster-
dams gemiddelde lijken. Het aandeel duur segment ligt veel hoger (53%) dan stedelijk en maakte in
recente jaren nog een aanzienlijke stijging door. Goedkoop- en middensegment zijn beduidend kleiner.
Bm Het middensegment is met 8% echt klein, maar door bouw in het Havenstraatterrein en de Schinkelbuurt
mag op termijn enige stijging verwacht worden.
m De ontwikkelingen in de bestaande voorraad neigen naar verdere krimp van de goedkope segment,
vooral omdat de particuliere huursector in Oud-Zuid groot (47%) is en verdere liberalisering van het
sociale deel van die sector mogelijk is.
B In Oud-Zuid lig het tempo van de verschuiving van goedkoop- en middensegment naar duur segment
op het stedelijk gemiddelde. Omdat het aandeel duur segment al zo hoog is, zal de trend afbuigen zoals
in de wijken van stadsdeel Centrum al gebeurde.
m Ook in de nabije toekomst zal Oud-Zuid een gebied zijn met een laag aandeel goedkope woningen een
zeer dominant duur segment en een licht groeiend middensegment.
Museumkwartier
Hoofddorppleinbuurt Willemspark
Schinkelbuurt al N
Apollobuurt ì
/ Stadionbuurt
129
De woningvoorraad
Oud-Zuid telt 28.993 woningen (1-1-2021). Het groot-
ste deel ervan, meer dan de helft, bevindt zich in het
dure segment. Hierin verschilt het gebied sterk van de
stad als geheel (zie figuur G10.1). Het aandeel goed-
kope woningen en het middensegment zijn beide
beduidend kleiner dan in Amsterdam als geheel!
Binnen Oud-Zuid zijn er verschillen tussen wijken. Het
goedkope segment is veel meer aanwezig in de wijken
Schinkelbuurt, Stadionbuurt en Hoofddorppleinbuurt.
Terwijl de wijken Apollobuurt, en Museumkwartier,
in vergelijking tot de rest van het gebied maar ook in
vergelijking tot de stad, gekenmerkt worden door een
opvallend hoog aandeel dure huur en koop.
Figuur G10.1. Woningmarktsegmenten in Oud-Zuid, 2019
Oud-Zuid
Amsterdam
Stadionbuurt
|
Schinkelbuurt
A
‚ Tj gereguleerde huur
Hoofddorppleinbuurt en betaalbare koop
|
Museumkwartier ml middeldure huur
en koo
| d
Willemspark mi dure huur en koop
ll
Apollobuurt Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
130
Twintig procent van de woningen in Oud-Zuid wordt
verhuurd door een woningcorporatie; 45 procent door
een particuliere verhuurder en meer dan een derde
wordt bewoond door de eigenaar zelf. Het aandeel
corporatiehuur in Oud-Zuid is slechts de helft van
dat van Amsterdam als geheel. Met name de wijken
Museumkwartier en Apollobuurt vallen op, in beide
wijken is het aandeel corporatiehuur minder dan vijf
procent. Uitzondering binnen Oud-Zuid is de Stadion-
buurt waar het aandeel corporatiehuur bijna de helft
en het aandeel middensegment een derde deel van
de voorraad omvat (beide aanzienlijk hoger dan het
stedelijk gemiddelde). In Willemspark en Apollobuurt
wordt bijna de helft van alle woningen bewoond door
de eigenaar zelf.
Figuur G10.2. Eigendomsverdeling in Oud-Zuid, 2020
Oud-Zuid 18% 35%
Amsterdam 41% ek
Stadionbuurt hk ve
A
Schinkelbuurt KR Ar
LO
Hoofddorppleinbuurt ix 38% mn corporatieverhuur
|
Willemspark U 46% mn particuliere verhuur
|
Museumkwartier ai 38% Nm eigenaar-bewoner
LL
Apollobuurt a Sis Bron: BBGA 2020
131
De bewoners midden of dure segment (zie figuur G10.3). Bijna
tien procent van de huishoudens met een midden-
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) inkomen woont in het dure segment. De spreiding van
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- inkomensgroepen over de verschillende woningmarkt-
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens segmenten in Oud-Zuid is in grote lijn gelijk aan die
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope van de stad als geheel.
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een
duurder segment. In een gebied met een grote goed- Binnen de wijken van Oud-Zuid is de variatie in
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de woningmarktsegmenten voor een groot deel bepa-
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. lend voor de spreiding van de inkomensgroepen. In
Dit verband is er ook in Oud-Zuid. Stadionbuurt, Hoofddorppleinbuurt en Schinkelbuurt,
Ongeveer een kwart van de huishoudens in Oud-Zuid met een relatief grote voorraad goedkope woningen,
heeft een laag inkomen en woont in het goedkope is het aandeel huishoudens met een laag inkomen het
segment. Circa veertig procent heeft een hoog inkomen grootst van Oud-Zuid (zie figuur G10.3).
en woont in het dure segment. Circa vijf procent van In de Apollobuurt zijn weinig goedkope woningen
de huishoudens in het gebied behoort tot de lage en ook weinig lage inkomens, in deze wijk is weinig
inkomensgroep maar woont in een woning in het variatie naar inkomensgroepen.
Figuur G10.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Oud-Zuid 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop Lj
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G10.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Oud-Zuid 2019
100
90
0
€
2 70
5
TD
8 60
©
E50
u
5
3 40 Hoofddorppleinbuurt® © ® Stadionbuurt
5 Schinkelbuurt
S 30 Museumkwartier @
ze Willemspark ©
20
e @ vi
10 Apollobuurt
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
132
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het dure segment met circa tien procent-
punt gegroeid. Zowel het aandeel middeldure als het
goedkope segment is kleiner geworden. In Oud-Zuid
is het dure segment in dezelfde periode ook gegroeid,
maar wel iets minder hard, met elf procentpunt (zie
figuur G10.4). Het aandeel goedkope en middeldure
woningen is, net als in de stad als geheel, in de periode
2015-2019 afgenomen. Oud-Zuid had al een aanzien-
lijke voorraad dure woningen en deze is dus nog verder
gegroeid. Opvallend is dat het aandeel goedkope
woningen in het gebied tussen 2017 en 2019 licht
gegroeid is met twee procentpunt. Dit kan samen-
hangen met verkamering. Ook was er in de periode
2017-2019 geen toename van het aandeel dure
woningen in Oud-Zuid.
Figuur G10.5. Percentage woningen naar prijssegment Oud-Zuid en Amsterdam
Oud-Zuid 2015
LO
2017
|
gereguleerde huur
2019 |] en betaalbare koop
LO
‚ ml middeldure huur
msterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
133
Wanneer er ingezoomd wordt op de wijken in Oud-
Zuid zien we de stedelijke trend terug. In vrijwel alle
wijken krimpt het middensegment waardoor dit
segment in het gebied als geheel in 2019 op slechts
acht procent uitkomt. In sommige van de wijken zien
we een doorgaande daling van het goedkope seg-
ment. Maar in drie wijken (Schinkelbuurt, Museum-
kwartier en Apollobuurt) is in de recente jaren sprake
van een stijging.
Figuur G10.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Oud-Zuid 2015-2019
Hoofddorp- 2015
pleinbuurt LN
2017
LN
2019
Tj
Schinkelbuurt 2015
|T
2017
Tj
2019
LN
Willemspark 2015
Tj
2017
Tj
2019
Tj
Museumkwartier 2015
|
2017
DT
2019
|T
Stadionbuurt 2015
|T
2017
|
2019 mn gereguleerde huur
en betaalbare koop
DT .
pellen 2015 ml migdeldure huur
ll nn
2017 ml dure huur en koop
|T
2019 Bron: WiA 2015-2019
134
Met de verandering van de prijssegmentering van de recent betrokken woningen het beeld domineren:
woningvoorraad van Oud-Zuid, is ook de sociaaleco- zestig procent van de huishoudens die de afgelopen
nomische positie van de bewoners veranderd. De twee vijf jaar een woning in Oud-Zuid heeft betrokken, heeft
laagste-inkomensgroepen (eerste en tweede quintiel) een inkomen van meer dan twee keer modaal (zie
zijn in de periode 2011-2018 met drie procentpunt figuur G10.8). Het middensegment, waarop zowel
afgenomen (zie figuur G10.7). Het aandeel hogere huishoudens met een middeninkomen als huishoudens
inkomens (vierde en vijfde quintiel) is juist met een- met een laag inkomen die niet in de sociale huur
zelfde aandeel gegroeid. De verschuivingen hebben terecht kunnen (wachttijd) zijn aangewezen, is in Oud-
te maken met de nog voortgaande trend naar duur Zuid zodanig klein dat er maar weinig aanvulling van
worden van de vrije- marktdelen van de woningvoor- lage- en middeninkomens kan plaatsvinden.
raad, waardoor ook de hogere-inkomensgroepen in
Figuur G10.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Oud-Zuid
50%
45%
40% — Ol
35% —_ 02
30%
20%
0% ee Ne!
15%
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G10.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Oud-Zuid
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
A [B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
al
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
135
De daling van het aandeel laagste inkomens is in wonen minder vaak passend en midden- en hoge
Museumkwartier, Stadionbuurt en de Schinkelbuurt inkomens wonen wel vaker passend. In Oud-Zuid zien
het grootst geweest (zie figuur G10.9). In Apollobuurt we dat de percentuele verhouding van beide matches
is het aandeel laagste inkomens gelijk gebleven, maar in de periode 2015-2019 inmiddels is omgedraaid. Het
wel op het laagste niveau van alle wijken in Oud-Zuid. aandeel midden- en hoge inkomens in een bijpassend
prijssegment (43%) is inmiddels hoger dan het aandeel
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op de lage inkomens in een goedkope huur- of koopwoning.
passendheid van woningmarktsegmenten en de inko- Daarnaast zien we in Oud-Zuid het aandeel lage inko-
mensgroepen. De verdeling van de inkomensgroepen mens in een duurder segment minder toenemen dan in
over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in Oud- Amsterdam en het aandeel midden- en hoge inkomens
Zuid volgens de stedelijke trend. Ofwel, lage inkomens in een goedkoper segment iets sterker afnemen.
Figuur G10.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Oud-Zuid
50% == Hoofddorpplein-
45% buurt
40% == Schinkelbuurt
35% — Willemspark
30%
25% nn —= Museumkwartier
20%
== Stadionbuurt
15% mn
10% —= Apollobuurt
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G10.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Oud-Zuid
Oud-Zuid 2015 TA EA Me nsomens
assen
LO a .
2019 EA 14% mi lage en midden
eden inkomens duur
Amsterdam 2015 eN WA m ideen en hoge d
A nk an
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
136
Toekomstige ontwikkeling Deze nieuwbouw kan de algemene dalende trend van
het goedkope segment niet keren. De liberalisering in
Uitgaande van het gelijk blijven van de omstandig- de omvangrijke particuliere huursector van Oud-Zuid
heden is een inschatting gemaakt van de richting is daarvoor een te sterke trend. Maar het middenseg-
waarin de prijs(segmenten) van de woningvoorraad ment wordt door nieuwbouw wel geholpen. Al met al
zich de komende tien jaar in Oud-Zuid zal ontwikkelen. is Oud-Zuid in de nabije toekomst een gebied met een
Het aandeel van het goedkope segment zal naar laag aandeel goedkope woningen, een licht groeiend
verwachting nog verder afnemen. Het dure segment middensegment en een zeer dominant duur segment.
en met name het middensegment zal groeien. Er zullen Dat maakt dat de woningmarktkansen blijvend in het
in het Havenstraatterrein en in de Schinkelbuurt goed- voordeel van de hoge inkomens zullen zijn. Deze kan-
kope en middensegment nieuwbouwwoningen worden sen zullen voor de middeninkomens iets verbeteren.
toegevoegd, en in mindere mate dure woningen.
Figuur G10.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Oud-Zuid
4E u
|
5, eÀ
Ee
Lo Ze
iN
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
137
® | ®
G11. Buitenveldert, Zuidas
m Buitenveldert maakt net zoals Slotervaart en Geuzenveld in Nieuw-West deel uit van de naoorlogse
stadsuitbreiding volgens de stedenbouwkundige opzet van de tuinstad. Buitenveldert was echter van
meet af aan iets ‘hoger in de markt gezet’ en zo is dat sinds de bouw in de jaren zestig gebleven.
m Ook de Prinses Irenebuurt is zo'n naoorlogse uitbreiding, maar door de brede verkeersscheiding van de
zuidelijke ringweg en de spoorzone heeft dit wijkje geen connectie met Buitenveldert.
B Zuidas is de ontwikkeling van een gemengde economische en woonzone nabij de zuidelijke verkeers-
zone die vanaf de 21ste eeuw is ingezet en met name vanaf de jaren '10 tot enkele duizenden woningen
geleid heeft.
B Verdere bebouwing van de Zuidas geeft de mogelijkheid Buitenveldert meer te laten aansluiten bij de
Prinses Irenebuurt en verder bij Oud-Zuid en de Rivierenbuurt.
B Bijna de helft van de woningvoorraad is in het dure segment. Het aandeel goedkope woningen! is een
stuk kleiner. Het aandeel middensegment is op het Amsterdams gemiddelde.
B De verschuiving van goedkoop en middensegment naar het dure segment gaat in Buitenveldert, Zuidas
sneller dan in Amsterdam gemiddeld. Waar in 2013 een kwart van de woningen in Buitenveldert, Zuidas
nog uit middeldure woningen bestond is dat in 2019 nog maar 15 procent. In het gebied is de prijs-
opbouw van de woningvoorraad tweetoppig geworden.
B Het aandeel middensegment zal nog groeien in Buitenveldert, Zuidas. Dit komt met name door nieuw-
bouw in de wijk Zuidas. Dat zal een dempend effect hebben op de afname van het middensegment in de
bestaande woningvoorraad.
Prinses
Irenebuurt
E.O.
Zuidas
En El
Buitenveldert
West
\ Buitenveldert
Oost
138
De woningvoorraad
Buitenveldert, Zuidas telt 15.296 woningen (1-1-2021).
De prijssegmentering van het gebied wijkt af van die
van de stad als geheel (zie figuur G11.1). Bijna de helft
van de woningvoorraad bevindt zich in het dure seg-
ment, in Amsterdam als geheel is dat een derde. Het
aandeel goedkope woningen! is een stuk lager (37%
tegenover Amsterdam 53%). Het aandeel middeldu-
re huur en koop is vergelijkbaar met het aandeel van
Amsterdam als geheel. Buitenveldert-West en -Oost
zijn de twee naoorlogse wijken die samen twee derde
van het gebied omvatten met ruim 12.000 woningen
en voor het grootste deel verantwoordelijk zijn voor
bovenstaande samenstelling. De wijk Zuidas is de
21ste eeuwse toevoeging aan het gebied met nu nog
slechts 2.500 woningen, maar in een samenstelling die
iets meer bijdraagt aan het goedkope segment en juist
weinig aan het middensegment van het gebied.
De Prinses Irenebuurt is een kleine wijk met bijna
700 woningen. Met overwegend dure koop en huur
wijkt deze wijk enorm af, maar wat aantallen betreft
zorgt het voor een licht extra accent op het dure
segment van het omvattende gebied.
Figuur G11.1. Woningmarktsegmenten in Buitenveldert, Zuidas, 2019
Buitenveldert, Zuidas
Amsterdam
reguleerde huur
Zuidas || en ee koop
DT .
Buitenveldert-Oost ml Re
ll en koop
Buitenveldert-West ml dure huur en koop
LT
Prinses lrenebuurt e.o. Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
139
Slechts twintig procent van de woningen in Buiten-
veldert, Zuidas wordt verhuurd door een woning-
corporatie; meer dan veertig procent door een
particuliere verhuurder en ongeveer een derde wordt
bewoond door de eigenaar zelf. Deze verhouding is
anders dan de eigendomsverhouding van Amsterdam
als geheel, zo is het aandeel corporatiehuur twee keer
zo laag in Buitenveldert, Zuidas. Opvallend is dat in de
wijk Zuidas geen corporatiehuur te vinden. Dit geldt
ook voor de Prinses Irenebuurt. De wijk Zuidas is
nog volop in ontwikkeling, uitgaande van de huidige
samenstelling van het stedelijke bouwprogramma
zal de wijk Zuidas op termijn voor veertig procent uit
goedkope woningen bestaan, waaronder ook
woningen van corporaties.
Figuur G11.2. Eigendomsverdeling in Buitenveldert, Zuidas, 2020
Buitenveldert, Zuidas 21% Kle
Amsterdam 41% a
Buitenveldert-Oost py kA 35% mn corporatieverhuur
LN
Buitenveldert-West Lik 41% mn particuliere verhuur
LLL
Zuidas ESA mn eigenaar-bewoner
LO
Prinses lrenebuurt e.o. J6% Bron: BBGA 2020
140
De bewoners de lage inkomensgroep maar woont in een woning in
het midden of dure segment (zie figuur G11.3). Deze
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- woningmarktsegmenten in Buitenveldert, Zuidas is in
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens grote lijn gelijk aan die van de stad als geheel.
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een Ook binnen de wijken van Buitenveldert, Zuidas is de
duurder segment. In een gebied met een grote goed- variatie in woningmarktsegmenten voor een groot deel
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. In de Prinses Irenebuurt, met een relatief kleine voor-
Dit verband is er ook in Buitenveldert, Zuidas. raad goedkope woningen, is het aandeel huishoudens
Een kwart van de huishoudens in het gebied heeft een met een laag inkomen het kleinst (zie figuur G11.3).
laag inkomen en woont in het goedkope segment. De wijken Buitenveldert-West, -Oost en Zuidas,
Ongeveer een derde heeft een hoog inkomen en hebben een veel hoger maar vergelijkbaar aandeel
woont in het dure segment. Meer dan tien procent van goedkope woningen en een daarbij passend aandeel
de huishoudens in Buitenveldert, Zuidas behoort tot lage inkomens onder de huishoudens.
Figuur G11.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Buitenveldert,
Zuidas 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop [|
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G11.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Buitenveldert, Zuidas 2019
100
90
5 80
€
2
€ 70
TD
8 60
©
E50
8 Buitenveldert-Oost
5 40 Buitenveldert-Weste® ©
Ee Zuidas
u
8 30
CC
5e
20
eN ® prinses Irenebuurt e.o. ® gils
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
141
Ontwikkeling 2015-2019
In Buitenveldert, Zuidas is in de periode 2015-2019
het aandeel woningen in het dure segment met bijna
twintig procentpunt toegenomen. Zowel het aandeel
middeldure als het goedkope segment is kleiner
geworden. Dit is vergelijkbaar met de ontwikkeling van
de stad als geheel, maar de opschuiving naar het dure
segment gaat in Buitenveldert, Zuidas wel sneller.
Waar in 2015 een kwart van de woningen in Buiten-
veldert, Zuidas nog uit middeldure woningen bestond,
is dat in 2019 nog maar vijftien procent. In het gebied
is de samenstelling van de woningvoorraad naar prijs-
segmenten tweetoppig geworden.
Figuur G11.5. Percentage woningen naar prijssegment Buitenveldert, Zuidas en Amsterdam
Buitenveldert, 2015
Zuidas LO
2017
LO
nm gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Amsterd 2015 ml middeldure huur
msteraam
lll en koop
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
142
De vier wijken van Buitenveldert, Zuidas maken een
verschillende ontwikkeling door. Met elk project dat
jaarlijks wordt toegevoegd kan de samenstelling een
aanzienlijke verandering in de segmentale samen-
stelling teweegbrengen. Dat is ook te zien in de recente
fluctuaties. In de beide Buitenveldert-wijken is de groei
van het dure segment evident, waarbij in Buitenveldert-
West het goedkope segment het meest inlevert en in
Buitenveldert-Oost juist het middensegment.
Figuur G11.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Buitenveldert, Zuidas 2015-2019
Zuidas 2015
A
2017
A
2019
LO
Prinses lrenebuurt 2015
e.o. LO
2017
2019
LO
Buitenveldert- 2015
West A
2017
LO
mn gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
. ml middeldure huur
Buitenveldert- 2015 en koo
Oost LO d
2017 ml dure huur en koop
LZ
2019 Bron: WiA 2015-2019
143
Met de verandering van de prijssegmentering van Dat de lage inkomensgroepen ook stabiliseren,
woningvoorraad van Buitenveldert, Zuidas, is de ondanks de afname van de goedkope voorraad zal
verdeling naar inkomensgroepen niet sterk verschoven. vermoedelijk te maken hebben met de vergrijzing die
Hoge inkomensgroepen (vijfde en vierde quintiel) met name in Buitenveldert en de Prinses lrenebuurt
hadden al een hoog aandeel en daar treedt niet veel speelt. De kansen voor nieuwe bewoners met een
verandering in op. De instroom de afgelopen vijf jaar laag inkomen mogen weliswaar afnemen maar in de
bestaat voor de helft uit huishoudens met een inkomen zittende bevolking treedt overgang naar een lager
van meer dan twee keer modaal (zie figuur G11.8). pensioeninkomen op.
Hiermee verandert niet veel meer aan de inkomens-
structuur met al veel hoge inkomens.
Figuur G11.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Buitenveldert, Zuidas
50%
45%
40% — Ol
35% —_ 02
30%
25% = 03
20% mmm
7 — 4
15% EN
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G11.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Buitenveldert, Zuidas
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436-€60.095
de Eu-grens (€38.035) -€42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
NS
mi lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
144
Het aandeel laagste inkomensgroepen is in Buiten- De verdeling van de inkomensgroepen over de
veldert-Oost licht gestegen en in Buitenveldert-West woningmarktsegmenten ontwikkelt in Buitenveldert,
licht gedaald (zie figuur G11.9). Die van de Prinses Zuidas sterker dan de stedelijke trend. Zo is het
lrenebuurt is gelijk gebleven. De ontwikkeling van de percentage lage inkomens wonend in het goedkope
laagste inkomensgroep op de Zuidas laat een grillig segment geslonken van meer dan veertig procent
patroon zien. Dit komt doordat er stapsgewijs goedko- naar circa dertig procent en de passende match voor
pe, middeldure of dure nieuwbouwcomplexen van aan- midden en hoge inkomens gegroeid van circa twintig
zienlijke omvang worden opgeleverd. Wanneer deze procent naar bijna veertig procent. Ook de toename
worden bewoond dan heeft dit gelijk een grote invloed van het aandeel lage en middeninkomen wonend in
op het aandeel inkomensverdeling in de wijk. een duurder segment en de tegenpool, de afname
van het aandeel midden- en hoge inkomens in een
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op goedkoper segment, gebeurt in Buitenveldert, Zuidas
de passendheid van woningmarktsegmenten en de met sterkere cijfers dan gemiddeld in Amsterdam.
inkomensgroepen.
Figuur G11.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Buitenveldert, Zuidas
50%
45%
40%
35% —= Zuidas
30% î
25% ee Eee == Prinses lrenebuurt
2 ©,
0% ON 4 —= Buitenveldert-West
15% 7
10% GEGEN —= Buitenveldert-Oost
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G11.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Buitenveldert, Zuidas
Buitenveldert, 2015 Pr Lg M renee
Zuidas LO i .
2019 EIA A ml age en migeen
A SOME EEE
Amsterdam 2015 LE VAA m midden en hoge
inkomens passend
__T| ‚
2019 PV Ee midden en hoge
m inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
145
Toekomstige ontwikkeling
Het aandeel van het middensegment zal nog groeien
in Buitenveldert, Zuidas. Dit komt met name door
nieuwbouw in de wijk Zuidas. Daar zijn tot nu toe
met name goedkope en dure woningen toegevoegd,
de komende jaren zal er ook veel middensegment
woningen worden toegevoegd. Voor Buitenveldert,
Zuidas als geheel zal dit een dempend effect hebben
op de afname van het aandeel goedkoop segment
dat we in de afgelopen jaren gezien hebben. Ook de
stijging van het dure segment wordt getemperd en op
den duur zal het dure segment iets kunnen krimpen.
Voor de wijken van Buitenveldert zal deze tendens naar
duur worden echter doorzetten. Daar worden amper
woningen gebouwd en in de particuliere huursector
van deze wijken zal het proces van liberalisatie en
overheveling naar het hogere prijssegment nog
kunnen doorgaan.
Figuur G11.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Buitenveldert, Zuidas
$ | 5
eef
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
146
G12. De Pij Rivi b
. DE FIJD, KIVIEren uurt
m De Pijp, Rivierenbuurt wordt als gebied getypeerd door de gesloten bouwblokken en de lange
oost-west georiënteerde straten tussen oostelijk de Amstel en westelijk de Boerenwetering.
m De Oude Pijp en een deel van de Nieuwe Pijp dateren nog uit het einde van de negentiende eeuw: de
zogenaamde revolutiebouw. De rest en ook de zuidelijke voortzetting naar de Rivierenbuurt werden
overwegend in de jaren ’20 en ‘30 van de vorige eeuw gebouwd, deels in de beroemde Amsterdamse
School-stijl.
m Behalve het Sarphatipark heeft het gebied weinig groene openbare ruimte, alleen aan de randen het
Martin Luther Kingpark en het Beatrixpark.
m De prijssegmentering van de woningvoorraad is gemiddeld Amsterdams. Wel zijn het middensegment
en het dure segment iets groter.
m De verschuiving van goedkoop en middensegment naar duur segment gaat in De Pijp, Rivierenbuurt
sneller dan in de stad als geheel. Het gebied is in korte tijd veranderd van één waar het goedkope
segment de overhand heeft naar een duale samenstelling.
m De grote particuliere huursector is vatbaar voor liberalisering van het goedkope deel, waardoor deze
naar het middensegment of het dure segment wordt overgeheveld. Daardoor wordt een voortzetting
van de bestaande verschuiving verwacht. Voor bouw is in het gebied weinig plaats. Daar mag geen grote
verandering van verwacht worden op de woningvoorraad.
Oude
Pijp
Nieuwe
Pijp
Zuid
Pijp 5
nn IJselbuurt
_
147
De woningvoorraad
De Pijp, Rivierenbuurt telt 38.045 woningen (1-1-2021)
en is hiermee samen met Oud-West, De Baarsjes het
gebied met het grootste aantal woningen. Ruim de
helft bevindt zich in het goedkopere) segment. De
prijssegmentering lijkt op dat van de stad als geheel
(zie figuur G12.1). Wel is het aandeel middeldure huur
en koop vier procentpunt lager dan dat van Amsterdam
als geheel. Het dure segment is iets groter.
Binnen De Pijp, Rivierenbuurt zijn ook verschillen
tussen wijken. Het goedkope segment is veel meer
aanwezig in de wijken Zuid Pijp en in de Rijnbuurt.
In de Scheldebuurt is het goedkope segment juist
klein en omvat het dure segment bijna de helft van
de woningvoorraad. Dat laatste is ook het geval in
de Oude Pijp. In de drie wijken van De Pijp is een
opvallend laag aandeel middeldure huur en koop.
Van de drie wijken van de Rivierenbuurt heeft de
IJselbuurt een samenstelling die sterk op Amsterdam
als geheel lijkt.
Figuur G12.1. Woningmarktsegmenten in De Pijp, Rivierenbuurt, 2019
De Pijp, Rivierenbuurt
Amsterdam
Zuid Pijp
|
Rijnbuurt
LE
. _ Tj gereguleerde huur
Nieuwe Pijp en betaalbare koop
IJselbuurt ml middeldure huur
k
on s00p
Oude Pijp mi dure huur en koop
|
Scheldebuurt Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
148
Een derde van de woningen in De Pijp, Rivierenbuurt
wordt verhuurd door een woningcorporatie; circa
veertig procent door een particuliere verhuurder
en een kwart wordt bewoond door de eigenaar zelf
(figuur G12.2). Vergeleken met Amsterdam als geheel
is er een lager aandeel corporatiewoningen, een
beduidend hoger aandeel particuliere huur en een
lager aandeel eigenaar-bewoners. Op wijkniveau is
er juist wel een hoog aandeel corporatiewoningen
in de Zuid Pijp (70%). In de Scheldebuurt is het
aandeel corporatiewoningen heel laag en het aandeel
particuliere huur dominant (54%). In de Nieuwe Pijp
en Scheldebuurt ligt het eigen woningbezit op bijna
stedelijk niveau. De segmentale samenstelling (prijzen)
van de IJselbuurt is typisch Amsterdams, maar bestaat
wel uit een veel grotere particuliere huursector en een
relatief kleine koopsector.
Figuur G12.2. Eigendomsverdeling in De Pijp, Rivierenbuurt, 2020
De Pijp, Rivierenbuurt RN hd
Amsterdam hak ek
Zuid-Pijp KR U
LO
IJselbuurt 44% IKK
LO
Rijnbuurt 39% VIA mn corporatieverhuur
A
Nieuwe Pijp 30% 26% mn particuliere verhuur
A
Oude Pijp Ly VRA mn eigenaar-bewoner
A
Scheldebuurt Kk ma Bron: BBGA 2020
149
De bewoners maar woont in een woning in het midden of dure
segment (zie figuur G12.3). Deze spreiding van
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) inkomensgroepen over de verschillende woningmarkt-
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- segmenten in De Pijp, Rivierenbuurt is vrijwel gelijk aan
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens die van de stad als geheel.
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een Ook binnen de wijken van het gebied De Pijp, Rivieren-
duurder segment. In een gebied met een grote goed- buurt is de samenstelling naar woningmarktsegmenten
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de voor een groot deel bepalend voor de samenstelling
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. naar inkomensgroepen. In Zuid Pijp, Nieuwe Pijp,
Dit verband is er ook in De Pijp, Rivierenbuurt. IJselbuurt en Rijnbuurt, met een relatief grote voorraad
Bijna veertig procent van de huishoudens in De Pijp, goedkope woningen, is het aandeel huishoudens met
Rivierenbuurt heeft een laag inkomen en woont in het een laag inkomen het grootst (zie figuur G12.3).
goedkope segment. Circa dertig procent heeft een In de Oude Pijp en de Scheldebuurt, waar het goed-
hoog inkomen en woont in het dure segment. Minder kope segment veel kleiner is, is ook het aandeel lage
dan tien procent van de huishoudens in De Pijp, inkomens navenant geringer.
Rivierenbuurt behoort tot de lage inkomensgroep
Figuur G12.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, De Pijp,
Rivierenbuurt 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop Lj
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: WiA 2019
Figuur G12.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in De Pijp, Rivierenbuurt 2019
100
90
0
€
2 70
5
TD
& 60 En
5 ® Zuid Pijp
E 50 IJselbuurt °, ® Rijnbuurt
5 Oude Pijp © Nieuwe Pijp
© 40
9 Scheldebuurt ®
2 30
CC
ON:
@ vi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
150
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het dure segment met circa tien procent-
punt gegroeid. Zowel het aandeel middeldure als het
goedkope segment is kleiner geworden. In De Pijp,
Rivierenbuurt is sprake van eenzelfde ontwikkeling,
maar de verschuiving van goedkoop en middenseg-
ment naar duur segment gaat in De Pijp, Rivierenbuurt
wel met hogere cijfers, ofwel een sneller tempo. Het
dure segment groeide in vijf jaar met circa vijftien
procentpunt. Met momenteel een globale verhouding
van 50-10-40 procent voor het goedkope, midden,
respectievelijk dure segment is de woningvoorraad van
De Pijp, Rivierenbuurt in korte tijd veranderd van één
waar het goedkope segment de overhand heeft naar
een duale samenstelling (zie figuur G12.5).
Figuur G12.5. Percentage woningen naar prijssegment De Pijp, Rivierenbuurt en Amsterdam
De Pijp, 2015
Rivierenbuurt LO
2017
LO
gereguleerde huur
2019 mn en betaalbare koop
LO
Amien 2015 ml middeldure huur
en koop
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
151
De zes wijken van De Pijp, Rivierenbuurt maken een Ook het middensegment is in vijf van de zes wijken
vergelijkbare ontwikkeling door. In alle wijken is het afgenomen. In de Nieuwe Pijp is de afname van het
aandeel dure woningen gegroeid en is de goedkope middensegment het sterkst (tien procentpunt). De
voorraad een stuk kleiner geworden (zie figuur G12.6). Scheldebuurt is de enige wijk in het gebied waar het
In de Oude Pijp is de goedkope voorraad relatief het middensegment gegroeid is. Dit is bovendien de wijk
meest afgenomen (circa 15 procentpunt). Maar ook in waar (sinds 2017) het dure segment het goedkope
Zuid Pijp, Scheldebuurt en IJselbuurt daalt het aandeel segment voorbij gestoken is. Bij elkaar opgeteld geldt:
goedkope segment met tien procentpunt of meer. waar het goedkope segment en het middensegment
Desalniettemin blijft het goedkope segment in de krimpen, groeit het dure segment.
meeste wijken het grootste segment.
Figuur G12.6. Ontwikkeling prijssegmenten in De Pijp, Rivierenbuurt 2015-2019
Oude Pijp 2015
DT
2017
|
2019
DT
Nieuwe Pijp 2015
Tj
2017
Tj
2019
|
Zuid-Pijp 2015
|T
2017
|T
2019
DT
Scheldebuurt 2015
Tj
2017
LO
2019
|T
IJselbuurt 2015
|T
2017
Tj
2019 Tj gereguleerde huur
en betaalbare koop
LN
Rijnbuurt 2015 ml migde dure BEE
DT P
2017 mi dure huur en koop
|T
2019 Bron: WiA 2015-2019
152
Met de verandering van de prijssegmentering van De afgelopen jaren is het aandeel huishoudens met
woningvoorraad van De Pijp, Rivierenbuurt, is ook de een hoog inkomen (vierde en vijfde quintiel) toegeno-
sociaaleconomische samenstelling licht gewijzigd. men (zie figuur G12.7). Gezien de geringe mogelijk-
Het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep heden voor nieuwbouw in dit gebied is dit te verklaren
(eerst quintiel) is in de periode 2011-2018 met drie door de recente instroom van hogere-inkomensgroepen
procentpunt afgenomen (zie figuur G12.7). Bij recent in het hogere segment: meer dan de helft van de
betrokken woningen in De Pijp, Rivierenbuurt heeft huishoudens die de afgelopen vijf jaar een woning in
circa vijftien procent van de huishoudens een laag De Pijp, Rivierenbuurt heeft betrokken heeft een inko-
inkomen (zie figuur G12.8). Een deel van de verklaring men van meer dan twee keer modaal (zie figuur G12.8).
hiervoor zal liggen in verhuizingen binnen het goed- Maar ook zullen inkomensontwikkelingen binnen de
kope segment door inkomens met een laag huishouden. blijvende bevolking een rol spelen.
Figuur G12.7. Ontwikkeling inkomensgroepen De Pijp, Rivierenbuurt
50%
45%
40% — Ol
35% Te — O2
30%
25% — &
mmm
20%
gm — Q4
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G12.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) De Pijp, Rivierenbuurt
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
RSW
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
(NN
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
153
De daling van het aandeel laagste inkomens is in de
wijken Oude Pijp en Nieuw Pijp het grootst geweest.
In alle wijken neemt het aandeel laagste inkomens
echter af (figuur G12.9).
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in
De Pijp, Rivierenbuurt sterker dan de stedelijke trend.
Zo is het percentage lage inkomens wonend in het
goedkope segment geslonken van meer dan de helft
naar circa veertig procent en de passende match voor
midden en hoge inkomens gegroeid van circa twintig
procent naar een derde. De afname van het aandeel
midden- en hoge inkomens in een goedkoper segment
gebeurt in De Pijp, Rivierenbuurt met sterkere cijfers
dan gemiddeld.
Figuur G12.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken De Pijp, Rivierenbuurt
50% — Oude Pijp
45%
40% nn == Nieuwe Pijp
35% nn == Zuid Pijp
30%
25% —= Scheldebuurt
20% —= IJselbuurt
15%
10% —= Rijnbuurt
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G12.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
De Pijp, Rivierenbuurt
De Pijp, 2015 53% DD mn lage inkomens
Rivierenbuurt NN pasen
2019 AD 1% EE age Ei migeen
Omen GE
Amsterdam 2015 NA WAS m midden en hoge
inkomens passend
LO ‚
2019 PV Ee midden en hoge
1 inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
154
Toekomstige ontwikkeling Het goedkope segment in de bestaande voorraad, met
name in de particuliere sector, zal kleiner worden. De
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin ontwikkeling die eerder is ingezet zal zich in beperkte
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de mate voortzetten: De Pijp, Rivierenbuurt zal van een
komende tien jaar in De Pijp, Rivierenbuurt zich zal ont- overheersend goedkope voorraad veranderen in een
wikkelen. Het aandeel van zowel het middensegment gebied met een iets meer gedifferentieerde voorraad.
als het dure segment zal iets groeien. Dit is het gevolg
van verkoop, maar met name van liberalisering van Met de verandering van de woningvoorraad zal ook
woningen in het goedkope segment. De grote parti- de bevolking van het gebied veranderen.
culiere huursector van het gebied is gevoelig voor de De tendens die al langer gaande is, zal worden voort-
mogelijkheid die het woningwaarderingsstelsel biedt gezet/geaccommodeerd: het aandeel huishoudens
om woningen uit het goedkope huursegment over te met een lage sociaaleconomische positie zal afnemen
hevelen naar de vrije markt. Met uitzondering en huishoudens met een hoger inkomen en/of
van enkele transformatieprojecten zijn er weinig opleidingsniveau stromen in.
nieuwbouwmogelijkheden in De Pijp, Rivierenbuurt.
Figuur G12.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied De Pijp, Rivierenbuurt
de 5
ee
eÀ
C e 5
7 A
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
155
G13. Oud-Oost
©
m Oud-Oost bestaat uit vier wijken en een tiental buurten.
B Dapperbuurt en Oosterparkbuurt dateren uit de late negentiende eeuw, maar veel woningen zijn uit de
stadsvernieuwing van de jaren "70 van de twintigste eeuw. De Transvaalbuurt is gebouwd in de jaren "10
en ’20 van de twintigste eeuw, maar kent dezelfde bouwblokkenstructuur.
B Inde wijk Weesperzijde is meer variatie naar bouwgeschiedenis. De wijk volgt van noord naar zuid de
Amstel en daarmee de geleidelijke stadsuitbreiding.
m De Wibautstraat en het spoorwegtracé zorgen voor scherpe scheidingen tussen de wijken van Oud-Oost.
B Ondanks dat Oud-Oost veel corporatiewoningen heeft, bestaat de recente instroom voor een belangrijk
deel uit huishoudens met een hoog inkomen. In de afgelopen jaren is het segment goedkope woningen
gekrompen, maar niet ten gunste van het middensegment. Juist het dure segment is sterk gegroeid.
m De afname van goedkoop- en middensegment en de groei van het dure segment gaat in Oud-Oost veel
sneller dan gemiddeld in Amsterdam.
m Nieuwbouw zal er in Oud-Oost niet veel komen. In de bestaande voorraad zullen recente trends zich
voortzetten, wat leidt tot verdere afname van het goedkope segment.
Dapperbuurt
Oosterparkbuurt
Weesperzijde
Transvaalbuurt
156
De woningvoorraad boven de zestig procent en bedraagt het aandeel duur
segment minder dan dertig procent. De vierde wijk van
Oud-Oost telt 19.489 woningen (januari 2021). Het Oud-Oost, Weesperzijde kent een spiegelbeeldige
grootste deel ervan, bijna zestig procent, bevindt zich samenstelling met slechts een derde goedkoop en
in het goedkope(re) segment, minder dan een tiende bijna twee derde duur segment. Het middensegment
deel in het middensegment en ongeveer een derde in ontbreekt daar nagenoeg.
het dure marktsegment. Daarmee wijkt de verdeling
niet veel af van die in Amsterdam als geheel: een iets Het aandeel corporatiewoningen (52 %) ligt in
groter deel goedkoop en een iets kleiner deel midden- Oud-Oost boven het stedelijk gemiddelde, terwijl de
segment dan stedelijk (zie figuur G13.1). particuliere huursector met circa twintig procent en het
eigen woningbezit met een kwart een relatief kleiner
In de wijken Oosterparkbuurt, Dapperbuurt en Trans- deel vertegenwoordigen
vaalbuurt ligt het aandeel goedkoop marktsegment
Figuur G13.1. Woningmarktsegmenten in Oud-Oost, 2019
Oud-Oost
Amsterdam
| gereguleerde huur
Transvaalbuurt en betaalbare koop
A ‚
Oosterparkbuurt ml migde dure ue
| à
Dapperbuurt ml dure huur en koop
A
Weesperzijde Bron: WiA 2019
Figuur G13.2. Eigendomsverdeling in Oud-Oost, 2020
Oud-Oost Kh ek
Amsterdam 41% a
Treneveellauumrt A py A mn corporatieverhuur
A
Dapperbuurt 56% 24% mn particuliere verhuur
LO
Oosterparkbuurt yd 24% Nm eigenaar-bewoner
LA
Weesperzijde ek 27 Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
157
De bewoners van de huishoudens in Oud-Oost behoort tot de lage
inkomensgroep maar woont in een woning in het mid-
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) den of dure segment (zie figuur G13.3). Deze spreiding
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- van inkomensgroepen over de verschillende woning-
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens marktsegmenten in het gebied is in grote lijn gelijk aan
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope die van de stad als geheel.
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een
duurder segment. In een gebied met een grote goed- Ook binnen de wijken van gebied Oud-Oost is de
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van variatie in woningmarktsegmenten voor een groot deel
de bevolking tot de lagere inkomensgroepen en bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
andersom. Dit verband is er ook in Oud-Oost. In de Transvaalbuurt ligt het aandeel huishoudens met
Circa veertig procent van de huishoudens in Oud-Oost een laag inkomen net iets onder, en in de Oosterpark-
heeft een laag inkomen en woont in het goedkope buurt en de Dapperbuurt net boven de vijftig procent.
segment. Circa dertig procent heeft een hoog inkomen Weesperzijde kent een beduidend lager aandeel
en woont in het dure segment. Minder dan tien procent lage inkomens.
Figuur G13.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Oud-Oost 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G13.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Oud-Oost 2019
100
90
0
€
2 70
5
5
5 60 Dapperbuurt
Ë En en ee Ie
8 eee Transvaalbuurt
B 40 ®
©
5
8 30
CC
820
@ wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
158
Ontwikkeling 2015-2019
Het aandeel woningen in het goedkope en met name
in het middeldure segment is kleiner geworden in
Oud-Oost en het dure segment groeide.
Deze verschuiving gaat in Oud-Oost sneller dan in de
stad als geheel. Het dure segment groeide in de jaren
2015-2019 met achttien procent (Amsterdam +12%).
Figuur G13.5. Percentage woningen naar prijssegment Oud-Oost en Amsterdam
Oud-Oost 2015
LO
2017
LO
nm gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
|
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
159
De afname van het aandeel goedkope woningen is
in alle wijken van Oud-Oost te zien, maar is juist het
sterkst in Weesperzijde, waar dit aandeel aanvankelijk
al lager lag. In geen van de wijken gaat de afname van
het aandeel goedkope woningen gepaard met groei
van het aandeel middeldure woningen. Integendeel,
het middensegment neemt in alle wijken sneller af dan
het goedkope segment. Gevolg is dat de groei van
het dure segment in de jaren 2015-2019 in alle wijken
boven de vijftien procent en in Weesperzijde zelfs bijna
dertig procent was.
Figuur G13.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Oud-Oost 2015-2019
Dapperbuurt 2015
A
2017
LO
2019
LO
Oosterparkbuurt 2015
LO
2017
LZ
2019
|
Transvaalbuurt 2015
LZ
2017
|
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
A
n ml middeldure huur
Weesperzijde 2015 en koop
A
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
160
Het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep groep beduidend kleiner dan in de andere wijken,
(eerste quintiel: O1) ligt in de Dapperbuurt, de Ooster- maar nog altijd ruim boven de twintig procent. In wijk
parkbuurt en de Transvaalbuurt in 2018 op 34 procent, Weesperzijde valt op dat in 2018 de hoogste inko-
maar is in de Dapperbuurt het sterkst gekrompen sinds mensgroep groter is dan de laagste en dat de midden-
2011 (2011: 40%). In alle wijken gaat de afname van de groepen (O1, Q2 en Q3) minder goed gevuld zijn dan
laagste inkomensgroepen per saldo gepaard met in de overige wijken van Oud-Oost.
een groei van de hoogste inkomensgroep, het aan-
deel van de middeninkomens verandert niet veel. Meer dan de helft (53%) van de huishoudens die recent
Natuurlijk spelen zowel vestiging en vertrek als naar een woning in Oud-Oost verhuisd zijn, heeft een
inkomensveranderingen van de blijvende bevolking hoog inkomen (> € 60.095, zie figuur G13.8). Lagere en
een rol bij deze verschuiving. Ook in Weesperzijde is middeninkomens zijn in vergelijking met de stedelijke
die trend te zien, al is in 2018 de laagste inkomens- cijfers minder vertegenwoordigd bij recente vestiging.
Figuur G13.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Oud-Oost
50%
45%
40% — O1
35% —_ o2
30%
25% = 03
nn
20%
0% — O4
15%
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G13.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Oud-Oost
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
hoy 4
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
%% ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
161
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in Oud-Oost sterker dan de stedelijke trend. Zo is het
percentage lage inkomens wonend in het goedkope
segment geslonken van zestig procent naar minder
dan de helft en de passende match voor midden-
en hoge inkomens gegroeid van zestien naar dertig
procent (zie figuur G13.10). De afname van het aandeel
midden- en hoge inkomens in een goedkoper segment
gebeurt in Oud-Oost met sterkere cijfers dan gemid-
deld. De toename van het aandeel lage inkomens
wonend in een duurder segment gaat in Oud-Oost
iets langzamer.
Figuur G13.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Oud-Oost
50%
45%
Te
_ eneen,
35% —= Weesperzijde
30% nn
25% —= Oosterparkbuurt
2 ©,
0% —= Dapperbuurt
15%
10% == Transvaalbuurt
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G13.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Oud-Oost
Oud-Oost 2015 EA EA Nm age Inkomens
LO a .
2019 PE 10% mi lage en midden
inkomens duur
Amsterdam 2015 EA 17% m midden en hoge
A Inkomens passend
2019 PN Ee midden en hoge
[| inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
162
Toekomstige ontwikkeling de stad, maar een bescheiden rol (figuur G13.11). Het
doorzetten van de huidige trend heeft tot gevolg dat
Als de marktomstandigheden en het woningmarkt- het goedkope segment geleidelijk krimpt, maar nog
beleid vergelijkbaar blijven met de recente jaren zal de lang hoger blijft liggen dan het stedelijke cijfer. Met de
trend van een afname van het goedkope segment zich verandering van de woningvoorraad zal ook de be-
voortzetten. Dat is vooral het gevolg van liberalisering volking van het gebied veranderen. De tendens die al
en verkoop. Die mechanismen hebben per saldo in langer gaande is, zal worden voortgezet: het aandeel
de afgelopen jaren niet geleid tot een groei van het huishoudens met een lage sociaaleconomische positie
middensegment en juist wel tot groei van het dure zal afnemen en huishoudens met een hoger inkomen
segment. Nieuwbouw kan deze trend enigszins en/of opleidingsniveau zullen in aandeel toenemen.
compenseren, maar de nieuwbouw speelt in Oud-
Oost, als een ouder en reeds dicht bebouwd deel van
Figuur G13.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Oud-Oost.
U 7
B an NS
0
NR >
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
163
G14. Indische B
‚ Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied
m De oudste delen van de Indische Buurt dateren van begin twintigste eeuw en de latere delen uit de jaren
"20. Maar veel woningen zijn door stadsvernieuwing in de jaren '80 veel jonger. De transformatie van het
Oostelijk Havengebied van verlaten, oude haven naar woonwijk vond overwegend in de jaren ‘90 plaats
en bereikte rond 2000 zijn voltooiing.
B Inde Indische Buurt bepalen de gesloten bouwblokken het straatbeeld en is er maar weinig groen en
openbare ruimte. Oostelijk Havengebied kent een grotere stedenbouwkundige variatie, waarbij het
water een belangrijke verbindende rol speelt.
m De Indische Buurt heeft veel corporatiebezit. Bij de bouw van het Oostelijk Havengebied werd juist
ingezet op koopsector en vrije markthuur.
B In het Oostelijk Havengebied overheerst dan ook het dure segment (60%) en speelt het middensegment
een kleine rol. In Indische Buurt-West gaat de stijging van het dure segment het hardst, van minder dan
10% in 2013 naar 30% in 2019.
m Delage inkomensgroepen zijn in recente jaren gekrompen en de hogere inkomensgroepen juist gegroeid.
m De verschuiving van goedkoop- en middensegment gaat in het gebied sneller dan gemiddeld in de stad.
Met name in de Indische Buurt wordt voor de toekomst nog een verdere afname van het goedkope
segment verwacht, wat kan leiden tot een versteviging van het middensegment.
Oostelijk
Havengebied
Indische
Buurt
Indische
Burt Oost
West
164
De woningvoorraad
Het gebied Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
bestaat uit drie wijken, Indische Buurt-West, Indische
Buurt-Oost en Oostelijk Havengebied. In totaal zijn er
in dit gebied 20.841 woningen (1-1-2021), waarvan
bijna de helft in het Oostelijk Havengebied ligt. Bijna
de helft van de woningen in de Indische Buurt, Ooste-
lijk Havengebied valt binnen het goedkope segment!
Dat is iets minder dan het stedelijk gemiddelde.
Het middensegment omvat elf procent van de woning-
voorraad en circa veertig procent van de woningen
valt in het dure segment. Ten opzichte van het stedelijk
gemiddelde (33%) wijkt met name het aandeel
woningen in het dure segment af.
Het hoge aandeel woningen in het dure prijssegment
is vooral terug te vinden in de wijk Oostelijk Havenge-
bied. Nagenoeg zestig procent van de woningen valt
daar in deze categorie (zie figuur G14.1). Op wijkniveau
zijn er sterke verschillen in het goedkope segment.
Waar in de wijken Indische Buurt-Oost en -West
zes van de tien woningen in dit prijssegment vallen,
is dit in het Oostelijk Havengebied maar een derde.
Daarnaast is in deze laatste wijk ook het midden-
segment opvallend klein (8%).
Figuur G14.1. Woningmarktsegmenten in Indische Buurt, Oostelijk Havengebied, 2019
Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied
Amsterdam
| gereguleerde huur
en betaalbare koop
. middeldure huur
Indische Buurt Oost mi am keep
Indische Buurt West ml dure huur en koop
Oostelijk Havengebied Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
165
Het gebied Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
bestaat voor bijna de helft uit corporatiewoningen,
circa twintig procent wordt particulier verhuurd en
circa dertig procent van de woningvoorraad betreft
een koopwoning. Ten opzichte van het stedelijk
gemiddelde wijkt vooral het hoge aandeel corporatie-
woningen (47% versus Amsterdam, 40%), en het lage
aandeel particuliere huurwoningen af (23% versus
30% stedelijk). Het grote aandeel corporatiewoningen
is terug te vinden in Indische Buurt-West en -Oost,
waar respectievelijk twee derde en ruim de helft van
de woningen van een corporatie is. In het Oostelijk
Havengebied is drie van de tien woningen van een
corporatie en ongeveer een even groot aandeel van
particuliere verhuurders. De koopsector heeft daar
met bijna veertig procent net aan het grootste deel.
Figuur G14.2. Eigendomsverdeling in Indische Buurt, Oostelijk Havengebied, 2020
Indische Buurt, ek SA
Amsterdam 41% ER
Meeter
Indische Buurt-Oost EvA py) mn particuliere verhuur
|
Indische Buurt-West eeh 4 IS Nm eigenaar-bewoner
|
Oostelijk Havengebied SAKS Kie Bron: BBGA 2020
166
De bewoners Buurt, Oostelijk Havengebied behoort tot de lage
inkomensgroep maar woont in een woning in het
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) midden of dure segment (zie figuur G14.3). Deze
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- spreiding van inkomensgroepen over de verschillende
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens woningmarktsegmenten in Indische Buurt, Oostelijk
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope Havengebied is in grote lijn gelijk aan die van de stad
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een als geheel.
duurder segment. In een gebied met een grote goed-
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de Figuur G14.4 laat eveneens het grote contrast zien
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. tussen beide wijken van de Indische Buurt en het
Dit verband is er ook in Indische Buurt, Oostelijk Oostelijk Havengebied. De eerstgenoemde wijken
Havengebied. hebben een relatief hoog aandeel woningen in het
Ongeveer een derde van de huishoudens in Indische goedkope segment, waardoor er ook het aandeel huis-
Buurt, Oostelijk Havengebied heeft een laag inkomen houdens met een laag inkomen hoog is. Het Oostelijk
en woont in het goedkope segment. Circa dertig Havengebied kent juist een relatief laag aandeel goed-
procent heeft een hoog inkomen en woont in het dure kope woningen, waardoor het percentage huishoudens
segment. Tien procent van de huishoudens in Indische met een laag inkomen ook laag is.
Figuur G14.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied 2019
gereguleerde huur m laag inkomen
en betaalbare koop
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: WiA 2019
Figuur G14.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Indische Buurt, Oostelijk Havengebied 2019
100
90
0
€
2 70
< Indische buurt Oost
2 60 Indische buurt West @ he
©
E50
u
C
5 40 Oostelijk
o Havengebied
£ e
2 30
CC
ON:
@ vi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
167
Ontwikkeling 2015-2019 In de drie wijken van het gebied valt op dat gelijk-
tijdig in de jaren 2017 en 2019 de snelle daling van
De algemene trend is dat het aandeel woningen in het de voorgaande jaren in het goedkope segment wordt
goedkope en middeldure segment daalt en het dure omgebogen naar een vlakkere trend en zelfs een lichte
segment groeit. Ook voor de Indische Buurt, Oostelijk stijging in Indische Buurt-Oost. De ontwikkeling van
Havengebied is dit het geval. Het dure segment stijgt het middeldure segment is ook anders in deze wijk.
hier zelfs iets harder. Waar Amsterdam als geheel Waar vanaf 2015 het aandeel in lichte mate stijgt, is
een stijging van circa tien procentpunt laat zien in de bij de andere wijken juist een sterke daling te zien.
periode 2015-2019, is in diezelfde periode het dure Het aandeel woningen in het dure segment stijgt in
segment van de Indische Buurt, Oostelijk Havengebied alle wijken. In Indische Buurt-West gaat deze stijging
gestegen met vijftien procentpunt. Met name in 2017 relatief gezien het hardst, van minder dan tien procent
is een sterke groei te zien. in 2015 naar dertig procent in 2019. De stijging aan het
dure segment is recent gestabiliseerd in het Oostelijk
Havengebied, maar wel op een niveau van maar liefst
zestig procent.
Figuur G14.5. Percentage woningen naar prijssegment Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
en Amsterdam
Indische buurt, 2015
Oostelijk |
Havengebied 2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
|
2017 mi dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
Figuur G14.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Indische Buurt, Oostelijk Havengebied 2015-2019
Indische Buurt- 2015
West
2017
LO
2019
LO
Indische Buurt- 2015
Oost LO
2017
LO
mn gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
n mi middeldure huur
Oostelijk 2015 en koop
Havengebied LO
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
168
Met de verandering van de prijssegmentering van de De trend naar duur worden van de woningvoorraad is
woningvoorraad in Indische Buurt, Oostelijk Haven- ook te zien in de inkomensopbouw van huishoudens
gebied is ook de sociaaleconomische samenstelling die recent een woning betrokken in het gebied. Meer
gewijzigd. Het aandeel huishoudens in de laagste dan zestig procent heeft een middeninkomen of een
inkomensgroepen (eerste en tweede quintiel) is in de hoog inkomen. Maar toch ook nog altijd bijna veertig
periode 2011-2018 met zes procentpunt afgenomen procent heeft een inkomen dat past bij de toegangs-
(zie figuur G14.7). Hiertegenover staat de toename grens tot de sociale huursector (figuur G14.8).
van de hoogste inkomensgroepen (Q3-Q5).
Figuur G14.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
50%
45%
40% — 01
35% — 02
30% Tm
25% =— 03
15%
10% — O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G14.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied
m >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
Mo B €22.436-€60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
4,0 ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
169
De daling van het aandeel laagste inkomens is in de inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
wijken Indische Buurt-Oost en Indische Buurt-West groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in nagenoeg gelijke trend gegaan (zie figuur G14.9). in Indische Buurt, Oostelijk Havengebied volgens de
Afgezien van een paar kleine fluctuaties, laat in het stedelijke trend. Ofwel, lage inkomens wonen minder
Oostelijk Havengebied de laagste inkomensgroep in vaak passend en midden- en hoge inkomens wonen
de jaren 2011-2018 stijging noch daling zien. De stede- wel vaker passend (zie figuur G14.10). Daarnaast
lijke vernieuwing met nieuwbouw van sociale huur- neemt het percentage lage en middeninkomens dat
woningen bij de Cruguiuswerf zal hebben bijgedragen in een duurder segment woont toe en het aandeel
aan het niet laten dalen van de laagste inkomensgroep. midden- en hoge inkomens in een goedkoper segment
af in ongeveer hetzelfde tempo als in Amsterdam
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op als geheel.
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
Figuur G14.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied
50%
45%
40%
35%
30%
o == Indische Buurt
Zos West
20% Dn == Indische Buurt
15% Oost
10% == Oostelijk
Havengebied
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G14.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
Indische Buurt, _ 2015 51% A MN ee nsomens
Oostelijk passen
Havengebied 2019 EA EE mi lage en midden
inkomens duur
| .
Amsterdam 2015 54% AS m midden en hoge
inkomens passend
__T| ‚
2019 PV Ee midden en hoge
m inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
170
Toekomstige ontwikkeling
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in het gebied zal ontwikkelen?
De ontwikkeling die eerder is ingezet zal zich in
beperkte mate voortzetten: met name de wijken
Indische Buurt-West en -Oost zullen van een over-
heersend goedkope voorraad veranderen in een
gebied met een meer gedifferentieerde voorraad.
Dit is het gevolg van verkoop en liberalisering van
particuliere huurwoningen in het goedkope segment.
Nieuwbouw zal geen grote rol meer spelen in dit ge-
bied, maar nog wel kunnen bijdragen aan versteviging
van het middensegment. Per saldo zal aandeel goed-
kope woningen verder afnemen.
Figuur G14.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Indische Buurt,
Oostelijk Havengebied
Te a
: AAS f
/ 0
4
SSR 3
NX
| BVN
Ae, A
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
171
G15. Waterg raafsmeer
Bm Watergraafsmeer is een gevarieerd gebied, met daarbinnen vier wijken en een twintigtal buurten.
m De dorpachtig opgezette buurten als Tuindorp Amstelstation en Betondorp verschillen met bijna honderd
procent. corporatiewoningen sterk van de statusrijke Linnaeuasparkbuurt met veel koop en dure huur.
B Park de Meer, rond de eeuwwisseling gebouwd op het terrein van het voormalige Ajax-stadion, heeft
een grote koopsector. Buurten waar recent veel gebouwd is, Science Park, Weespertrekvaart,
Overamstel, Amstelkwartier, kennen een grote particuliere huursector.
Bm Gebied Watergraafsmeer is met de oude buitenplaats Frankendael, de Oosterbegraafplaats, en de
oevers van de Amstel en de polderringvaart groen en waterrijk.
m Binnen Watergraafsmeer zijn er grote verschillen tussen de vier wijken. Het goedkope segment is groot
in Betondorp (80%) en juist kleiner in Middenmeer (43%). Frankendael zit daar tussenin.
Omval/Overamstel is nog sterk in ontwikkeling door nieuwbouw.
m De aandelen goedkope en middeldure woningen zijn kleiner geworden in de Watergraafsmeer en het
dure segment groeide, maar in een minder snel tempo dan stedelijk.
m Die trend zal voor het gebied Watergraafsmeer nog doorzetten. Wel gaat er enige compensatie uit
van de nieuwbouw in Omval/Overamstel, waar woningen in het goedkope en het middensegment
worden toegevoegd.
\ Middenmeer
Frankendael N
(RT Betondorp
172
De woningvoorraad Er zijn grote verschillen tussen de vier wijken. Het
goedkope segment is groot in Betondorp (80%) en
Watergraafsmeer telt 20.143 woningen (januari 2021). juist klein in Middenmeer (43%). In Frankendael ligt
Het grootste deel ervan, circa 55 procent, bevindt een iets groter accent bij het goedkope segment.
zich in het goedkope(re) segment, een tiende deel in Omval/Overamstel lijkt wat betreft de samenstelling
het middensegment en een derde in het dure markt- het meest op het omvattende gebied Watergraafs-
segment! Daarmee wijkt de verdeling niet veel af van meer, maar het is een wijk die nog sterk in ontwikkeling
die in Amsterdam als geheel. Een iets groter deel dan is door nieuwbouw.
stedelijk is goedkoop en een iets kleiner deel is
middensegment (zie figuur G15.1). Het aandeel corporatiewoningen (38%) wijkt in gebied
Watergraafsmeer niet veel af van het Amsterdams
gemiddelde, maar de particuliere huursector (37%) is er
iets groter en het eigen woningbezit iets kleiner (25%).
Figuur G15.1. Woningmarktsegmenten in Watergraafsmeer, 2019
Watergraafsmeer
Amsterdam
gereguleerde huur
Betondorp mn en betaalbare koop
LE
middeldure huur
Frankendael en koo
| à
Omval/Overamstel ml dure huur en koop
A
Middenmeer Bron: WiA 2019
Figuur G15.2. Eigendomsverdeling in Watergraafsmeer, 2020
Watergraafsmeer TA ek
Amsterdam hak a
Betondorp 80% 15% mn corporatieverhuur
A
Frankendael Lig 16% mn particuliere verhuur
A
Middenmeer ZAK 36% Nm eigenaar-bewoner
A
De Omval/Overamstel _[&à IKKS Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
173
De bewoners behoort tot de lage inkomensgroep maar woont in
g groep
een woning in het midden of dure segment (zie
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) figuur G15.3). Deze spreiding van inkomensgroepen
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- over de verschillende woningmarktsegmenten in
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens Watergraafsmeer is in grote lijn gelijk aan die van
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope de stad als geheel.
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een
duurder segment. In een gebied met een grote goed- Ook binnen de wijken van gebied Watergraafsmeer is
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de de variatie in woningmarktsegmenten voor een groot
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. deel bepalend voor de spreiding van de inkomens-
Dit verband is er ook in Watergraafsmeer. groepen. In Betondorp, met een relatief grote
Circa veertig procent van de huishoudens in Water- voorraad goedkope woningen (80%), is het aandeel
graafsmeer heeft een laag inkomen en woont in het huishoudens met een laag inkomen bijna zeventig
goedkope segment. Een kwart heeft een hoog procent (zie figuur G15.4). In Middenmeer is het
inkomen en woont in het dure segment. Minder dan aandeel lage inkomens het laagst en Frankendael en
tien procent van de huishoudens in Watergraafsmeer Omval/Overamstel zitten hier tussenin.
Figuur G15.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Watergraafsmeer 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G15.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Watergraafsmeer 2019
100
90
5 80
5
£ 70 ® Betondorp
TD
8 60
® so Omval/Overamstel ® © Frankendael
8 Middenmeer ®
© 40
©
5
S 30
CC
ON:
® vi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
174
Ontwikkeling 2015-2019
Het aandeel woningen in het goedkope en in het
middeldure segment is kleiner geworden in de
Watergraafsmeer en het dure segment groeide.
Deze verschuiving gaat in een minder snel tempo
dan de stedelijke cijfers laten zien. Het kleine aandeel
middensegment van de Watergraafsmeer was ook
enkele jaren geleden al een feit.
Figuur G15.5. Percentage woningen naar prijssegment Watergraafsmeer en Amsterdam
Watergraafsmeer 2015
LO
2017
LO
| gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
A
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
175
Het grote aandeel goedkope woningen in Betondorp
kwam al aan de orde. Toch is dat aandeel in de
jaren 2015-2019 van 86 procent naar tachtig procent
iets geslonken. Een soortgelijke beweging was er in
Frankendael, terwijl het aandeel goedkope woningen
er nog altijd bijna twee derde van de voorraad is. De
afname van het middensegment doet zich juist sterk
voor in Middenmeer. Omval/Overamstel is een buurt
met het fluctuerende karakter van een nieuwbouwwijk.
Voor 2015 stond er een beperkt aantal dure woningen
aan de Amstel. In recente jaren wordt het profiel van
deze wijk sterk gekleurd door de duizend goedkope
studentenwoningen. Toevallig levert dat met de cijfers
van 2019 een verdeling op die het minst afwijkt van het
stedelijk gemiddelde. De tijdelijke studentenwoningen
zijn overigens nu al weggehaald en maken plaats voor
nieuwe permanente woningen: ze zullen bij een
volgende rapportage dus niet meer meetellen en
dus zal de samenstelling aanzienlijk veranderen.
Figuur G15.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Watergraafsmeer 2015-2019
Betondorp 2015
|
2017
|
2019
A
Frankendael 2015
LO
2017
2019
LO
Middenmeer 2015
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
DT
ml middeldure huur
De Omval/ 2015 en koop
Overamstel
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
176
Het deel huishoudens in de laagste-inkomensgroep Bijna vier van de tien huishoudens die recent naar een
(eerste quintiel: O1) is in Betondorp in de periode woning in de Watergraafsmeer zijn verhuisd hebben
2011-2018 met vier procentpunt afgenomen (zie figuur een laag inkomen (zie figuur G15.8). Ook bijna dertig
G15.7). Maar nog altijd is de laagste inkomensgroep procent heeft een inkomen dat hoger ligt dan twee
met meer dan veertig procent sterk oververtegen- keer modaal. Die tweetoppigheid in de recente
woordigd. De hoogste inkomensgroep omvat er maar bewoning doet zich in Amsterdam als geheel ook
zes procent. De oververtegenwoordiging van de lage voor, maar in Watergraafsmeer is de lage inkomens-
inkomens en lichte daling in de tijd, doet zich ook groep sterker vertegenwoordigd en de hoogste
voor in Frankendael. In Middenmeer is er door de tijd inkomensgroep iets minder.
heen een duidelijke oververtegenwoordiging van de
hoogste inkomensklasse. Omval/Overamstel is door
de nieuwbouw nog sterk in beweging. In het laatste
meetjaar kleuren de lage inkomens van de studenten
en jongeren nog het patroon, maar zoals gezegd, het
complex van mobiele woningen is inmiddels verdwenen.
Figuur G15.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Watergraafsmeer
50%
45%
40% —
35% —_ 02
25% = 03
20% —_ os
15% mmm
10% —= Q5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G15.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Watergraafsmeer
m >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
Vk
B €22.436-€60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
11%
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
177
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
in de Watergraafsmeer in een iets lager tempo dan
de stedelijke trend. Ofwel, lage inkomens wonen
minder vaak passend en midden- en hoge inkomens
wonen wel vaker passend (zie figuur G15.10). Maar in
de Watergraafsmeer zijn de cijfers die dat aantonen
minder sterk dan in Amsterdam als geheel. Daarnaast
neemt het percentage lage en middeninkomens dat
in een duurder segment woont toe en het aandeel
midden- en hoge inkomens in een goedkoper segment
af en ook dit gebeurt met gematigdere cijfers dan het
stedelijk gemiddelde.
Figuur G15.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Watergraafsmeer
50%
45%
40%
% gn nn
30% nd
25% —= Middenmeer
2 ©,
0% —= Betondorp
15%
10% == Omval/Overamstel
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G15.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Watergraafsmeer
Watergraafsmeer 2015 bk Reh mn ae namens
LO a
2019 PE ER mi age en migeen
INKOMENS AUUr
|
Amsterdam 2015 EA 17% m midden en hoge
Inkomens passend
2019 PN Ee midden en hoge
m inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
178
Toekomstige ontwikkeling is voor het gebied Watergraafsmeer als geheel de
ontwikkeling in de oude woningvoorraad bepalend.
Als de marktomstandigheden en het woningmarkt- De ontwikkelingen hebben tot gevolg dat het goedkope
beleid vergelijkbaar blijven met de recente jaren zal de segment geleidelijk kleiner wordt, en het komende
trend zich doorzetten van een afname van het goedkope decennium richting het stedelijke cijfer beweegt.
segment. Dat is vooral het gevolg van liberalisering en Met de verandering van de woningvoorraad zal ook
verkoop in de bestaande voorraad. Die mechanismen de bevolking van het gebied veranderen. De tendens
hebben per saldo in de afgelopen jaren niet geleid die al langer gaande is, zal worden voortgezet:
tot een groei van het middensegment en juist wel het aandeel huishoudens met een lage sociaaleco-
tot groei van het dure segment. Nieuwbouw kan een nomische positie zal afnemen en huishoudens met
compenserende rol spelen in deze trend, maar ondanks een hoger inkomen en/of opleidingsniveau zullen in
dat Omval/Overamstel aanzienlijke nieuwbouw kent, aandeel toenemen.
Figuur G15.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Watergraafsmeer
nn 0
Je en NS
0
ESPN N
S IN
Se MH
OE
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
179
G16. IJburg, Zeeburger-
® Ï
eiland
m De woningen in dit gebied zijn alle gebouwd in deze eeuw, die op IJburg voor het merendeel in het
eerste decennium en die op Zeeburgereiland/Nieuwe Diep vooral in recente jaren.
Bm Het Oostelijk Havengebied is inspiratiebron geweest voor het creëren van een eilanden-sfeer waardoor
het water van het IJmeer en Nieuwe Diep altijd dichtbij is voor de bewoners.
B Het dure segment is groot, met name op IJburg. De recente bouw in de wijk Zeeburgereiland/Nieuwe
Diep biedt hieraan tegenwicht met meer dan de helft woningen in het goedkope segment. Maar de
samenstelling van de nieuwbouw in dit gebied fluctueert nog sterk.
B Voor de toekomst zal de oververtegenwoordiging van duur segment en hoge inkomens in het gebied als
geheel, minder sterk worden. Lage en middeninkomens zullen een groter aandeel in de samenstelling
gaan krijgen.
Zeeburgereiland/Nieuwe
Diep
IJburg
West
Pr
/
/ IJburg
Zuid
180
De woningvoorraad IJburg, Zeeburgereiland telt veel koopwoningen (40%).
Het aandeel corporatiewoningen ligt op ongeveer een
Gebied IJburg, Zeeburgereiland telt 12.322 woningen derde en het aandeel particuliere huurwoningen is een
(1-1-2021). Het merendeel van deze woningen (53%) kwart. Het aandeel corporatiewoningen
valt in het dure prijssegment. Hiermee contrasteert is in dit gebied iets lager dan stedelijk. Ook bij de
het gebied met het stedelijk gemiddelde (33%). samenstelling naar de eigendomssectoren zien we
Het aandeel van het goedkope segment! is met een dat IJburg-West en -Zuid sterk op elkaar lijken en dat
derde van de voorraad veel kleiner dan in Amsterdam Zeeburgereiland/Nieuwe Diep afwijkt. Opvallend
als geheel (ruim de helft). bij deze laatste wijk is het hoge aandeel particuliere
huurwoningen. Bijna de helft van alle woningen is een
De oververtegenwoordiging van het dure segment particuliere huurwoning. Ook het aandeel corporatie-
is er vooral in IJburg-West en —-Zuid (zie figuur G16.1). woningen is in deze wijk groter dan in de andere twee
De wijk Zeeburgereiland/Nieuwe Diep lijkt op het wijken van IJburg, Zeeburgereiland. Door de woning-
stedelijk gemiddelde. Het aandeel woningen in de corporaties zijn veel woningen gebouwd en er werden
goedkoopste prijsklasse is hier zelfs iets hoger dan ook door particuliere ontwikkelaars (kleine) sociale
stedelijk. Maar het gewicht van deze wijk, met nog huurwoningen gebouwd. Logisch gevolg is dat het
geen 3.000 woningen, is nog gering in het gebied aandeel koopwoningen hiermee een stuk lager is dan
als geheel. in de andere wijken (zie figuur G16.2).
Figuur G16.1. Woningmarktsegmenten in IJburg, Zeeburgereiland, 2019
IJburg, Zeeburgereiland
Amsterdam
Tj gereguleerde huur
en betaalbare koop
Zeeburgereiland/ mi middeldure huur
Nieuwe Diep en koop
IJburg Zuid ml dure huur en koop
IJburg West Bron: WiA 2019
Figuur G16.2. Eigendomsverdeling in IJburg, Zeeburgereiland, 2020
IJburg, Zeeburgereiland 32% Sh
Amsterdam hak ed
meeer
Zeeburgereiland/ 38% PSA mn particuliere verhuur
Nieuwe Diep
IJburg-Zuid 33% Lung mn eigenaar-bewoner
|
IJburg-West 30% es Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
181
De bewoners het goedkope segment. Meer dan veertig procent
heeft een hoog inkomen en woont in het dure
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) segment. lets meer dan tien procent procent van
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- de huishoudens in het gebied behoort tot de lage
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens inkomensgroep maar woont in een woning in het
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope midden of dure segment (zie figuur G16.3).
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een
duurder segment. In een gebied met een grote goed- In IJburg-West en -Zuid, met een relatief kleine voor-
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de raad goedkope woningen, is het aandeel huishoudens
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. met een laag inkomen ook relatief klein (zie figuur G16.4).
Dit verband is er ook in IJburg, Zeeburgereiland. In de wijk Zeeburgereiland/Nieuwe Diep is zowel het
Ongeveer een kwart van de huishoudens in IJburg, aandeel goedkope woningen als het aandeel huis-
Zeeburgereiland heeft een laag inkomen en woont in houdens met een laag inkomen groot.
Figuur G16.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, IJburg,
Zeeburgereiland 2019
gereguleerde huur dl laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop mi hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G16.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in IJburg, Zeeburgereiland 2019
100
90
5 80
€
2 70
5
D
8 60
©
E 50 ®
8 Zeeburgereiland/Nieuwe Diep
© 40
9 Ib West
5 30 19 In ® IJburg Zuid
>
CC
820
@ wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
182
Ontwikkeling 2015-2019 In de wijken IJburg-West en -Zuid is, gelijk aan de
stedelijke trend, de afname van het goedkope en
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel middeldure segment en de toename van het dure
woningen in het dure segment met circa tien procent- segment te zien. De wijk Zeeburgereiland/Nieuwe
punt gegroeid. Zowel het aandeel middensegment, Diep is momenteel nog volop in ontwikkeling.
als het goedkope segment zijn kleiner geworden. In Hierdoor fluctueren de trendcijfers nog enigszins.
IJburg, Zeeburgereiland is sprake van een vergelijkbare De enige duidelijke trend is de sterke afname van het
ontwikkeling in het middeldure en dure segment. De aandeel goedkope woningen. Dit is te verklaren uit het
ontwikkeling van het goedkope segment wijkt echter feit dat de wijk tot 2015 uit hoofdzakelijk studenten-
iets af. In 2017 is het aandeel namelijk iets gegroeid woningen bestond en door toevoegen van nieuwbouw
om daarna te dalen naar het niveau van 2015. een gevarieerdere voorraad krijgt.
Figuur G16.5. Percentage woningen naar prijssegment IJburg, Zeeburgereiland en Amsterdam
IJburg, 2015
Zeeburgeiland
2017
DT
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
|
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
Figuur G16.6. Ontwikkeling prijssegmenten in IJburg, Zeeburgereiland 2015-2019
IJburg-West 2015
LO
2017
LO
2019
LO
IJburg-Zuid 2015
LO
2017
Tj
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
. mi middeldure huur
Zeeburgereiland/ 2015 en koop
Nieuwe Diep LO
2017 mi dure huur en koop
LZ
2019 Bron: WiA 2015-2019
183
De sociaaleconomische samenstelling van de bevol-
king van IJburg, Zeeburgereiland is weinig veranderd.
Het aandeel huishoudens met een hoog inkomen (O5)
fluctueert enigszins. Deze verandering is te verklaren
uit het toevoegen van nieuwbouw. Maar ook opwaartse
mobiliteit kan een deel van de verklaring zijn.
Voor de recente trend kan ook gekeken worden naar
het inkomensniveau van de recent verhuisden in en
naar het gebied. Figuur G16.8 toont dat van deze
huishoudens ongeveer de helft een hoog inkomen
heeft en circa dertig procent een inkomen dat past bij
toegang tot de sociale huursector.
Figuur G16.7. Ontwikkeling inkomensgroepen IJburg, Zeeburgereiland
50%
45%
40% — O1
35% ns mn © V
30%
25% = 03
20% —_ os
15%
10% —= Q5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G16.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) IJburg, Zeeburgereiland
m >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436-€60.095
Lb
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
10%
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
184
De daling van het aandeel woningen in het goedkope inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens-
segment wordt goed zichtbaar wanneer gekeken groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
wordt naar de ontwikkeling van de laagste inkomens- in IJburg, Zeeburgereiland volgens de stedelijke trend.
groep op wijkniveau. Het aandeel van huishoudens met Wel had de passende situatie voor midden- en hoge
dit inkomensniveau daalt in de wijk Zeeburgereiland/ inkomens in 2015 al een hoger percentage bereikt
Nieuwe Diep snel, zoals ook het aandeel goedkope dan de passende situatie voor lage inkomens
woningen sterk gedaald is. Ook hier is de relatieve (zie figuur G16.10).
afname van studentenwoningen een belangrijke In Amsterdam als geheel is die verhouding andersom.
verklaring. In de twee wijken van IJburg stabiliseert Na 2015 werd dat verschil nog iets groter. Opvallend
het aandeel laagste inkomens op of juist boven de in dit gebied is ook het relatief hoge aandeel lage
vijftien procent. inkomens woonachtig in een duurder segment en het
relatief geringe aandeel midden- en hoge inkomens in
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op een goedkoper segment.
de passendheid van woningmarktsegmenten en de
Figuur G16.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken IJburg, Zeeburgereiland
60%
MS
WE
KE
OE
35%
30% a Zeeburgereiland/
Nieuwe diep
25%
20% —= IJburg West
oe —= IJburg Zuid
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G16.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, IJburg,
Zeeburgereiland
IJburg, 2015 EN Een mn lage inkomens
Zeeburgereiland passend
2019 Ie Ee mi lage en midden
Inkomens duur
Amsterdam 2015 NA WAS m midden en hoge
dd Inkomens passend
2019 Pr EA midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
185
Toekomstige ontwikkeling
Uitgaande van het uitblijven van (grote) autonome
macro-economische veranderingen en woningmarkt-
ontwikkelingen en min of meer ongewijzigd (rijks)-
beleid, is een inschatting gemaakt van de richting
waarin de prijs(segmenten) van de woningvoorraad
zich de komende tien jaar in IJburg, Zeeburgereiland
zal ontwikkelen.
Bouw speelt een belangrijke rol voor de toekomst
van IJburg, Zeeburgereiland. De bouw van een paar
duizend woningen de komende tien jaar zal ervoor
zorgen dat het goedkope en het middensegment
zullen groeien en het aandeel dure segment hierdoor
wat zal afnemen. Dat zal tot gevolg hebben dat lage
inkomens en middeninkomens een groter deel van de
bevolking zullen uitmaken.
Figuur G16.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied IJburg, Zeeburgereiland
a à: TN
In iN
De 0
ì
RS
Ons
S:
| 5
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
1. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
186
G17. Noord-West
©
m Noord-West kent een grote variatie tussen buurten naar bouwperiode, woningen en stedenbouwkundige
opzet. Bijvoorbeeld: vooroorlogse lintbebouwing langs de Waterlandse Zeedijk, tuindorp Oostzaan
uit het interbellum, naoorlogse hoogbouw in Molenwijk, AUP-strokenbouw in Banne Zuid, hoven met
gestapelde bouw in Banne Noord en eengezinswoningen van recentere datum in de Walvisbuurt,
vernieuwd Banne Zuid of De Bongerd.
m Noord-West telt drie ontwikkelbuurten: Molenwijk, Banne Noord en Banne Zuid.
m De recent voltooide stedelijke vernieuwingsaanpak in Banne Buiksloot uit 2003, met als doelstelling
onder andere differentiatie maakt dat de voorraad in Banne Zuid al behoorlijk gedifferentieerd is.
m Van 2019-2029 worden enkele duizenden woningen toegevoegd in vooral De Bongerd, Banne Buiksloot,
Klaprozenweg Noord en Twiske Zuid.
m De stedelijke verschuivingstrend van goedkoop- en middensegment naar duur segment treedt in het
gebied Noord-West ook op, maar in een langzamer tempo.
m De afname van het goedkope segment zal in de toekomst meer dan nu bijdragen aan het groei van het
middensegment.
|
Molenwijk
|
Ne Kadoelen
Tuindorp
Oostzaan
Banne
Buiksloot
187
De woningvoorraad daar zijn het duurdere en het middeldure huur en
koopsegment samen het grootst.
Gebied Noord-West telt 16.695 woningen (1-1-2021).
Het grootste deel ervan (57%), bevindt zich in het De eigendomsverhouding, het bezit van de woning-
goedkopere) segment! De prijssegmentering van voorraad, in gebied Noord-West wijkt af van Amsterdam
het gebied wijkt in vergelijking tot de stad als geheel als geheel (zie figuur G17.2). Het aandeel particulier
af door vooral een hoger aandeel middeldure huur en bezit voor de verhuur is in vergelijking tot Amsterdam
koop en een lager aandeel duurdere huur en koop laag in het gebied, de aandelen woningcorporatiebezit
(zie figuur G17.1). en koop hoger. Uitzonderingen binnen Noord-West
vormen de wijken Tuindorp Oostzaan en Banne Buik-
Binnen gebied Noord-West zijn er verschillen tussen sloot met hogere aandelen woningcorporatiebezit
wijken. Het goedkope huursegment domineert in de en de wijken Kadoelen en Oostzanerwerf met relatief
wijken Tuindorp Oostzaan en Banne Buiksloot. In de veel koopwoningen.
wijken Kadoelen en Oostzanerwerf is het omgekeerd,
Figuur G17.1. Woningmarktsegmenten in Noord-West, 2019
Noord-West
Amsterdam
‚ Tj gereguleerde huur
Banne Buiksloot en betaalbare koop
LN ‚
Tuindorp Oostzaan mi migde dure nr
A à
Oostzanerwerf mi dure huur en koop
LN
Kadoelen Bron: WiA 2019
Figuur G17.2. Eigendomsverdeling in Noord-West, 2020
Noord-West Kk Kle
Amsterdam 41% a
Tuindorp Oostzaan 64% KMA mn corporatieverhuur
LA
Banne Buiksloot 62% So A mn particuliere verhuur
A
Oostzanerwerf ed LviA mn eigenaar-bewoner
Ln
Kadoelen SiS BS Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
188
De bewoners en woont in het dure segment. Een groot deel van dit
segment echter wordt bewoond door huishoudens
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) met een laag of middeninkomen (zie figuur G17.3).
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim-
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens Binnen de wijken van Noord-West is de variatie in
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope woningmarktsegmenten voor een groot deel
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
duurder segment. In een gebied met een grote goed- In de wijken met een relatief grote voorraad goedkope
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de huurwoningen, is het aandeel huishoudens met een
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. laag inkomen het grootst (zie figuur G17.4). In de wijk
Dit verband is minder sterk in Noord-West. Kadoelen is het aandeel goedkope woningen ruimer
Veertig procent van de huishoudens in Noord-West dan het aandeel huishoudens met een laag inkomen.
heeft een laag inkomen en woont in het goedkope
segment. Vijftien procent heeft een hoog inkomen
Figuur G17.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Noord-West 2019
gereguleerde huur h laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop mi hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G17.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Noord-West 2019
100
90
5 80
€
2 70
iS
9 Banne Buiksloot
© 60 ®
5 Tuindorp Oostzaan®
E 50
e
8 10 ® Oostzanerwerf
©
CC
8 30
5 ® Kadoelen
& 20
@ wi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
189
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het duurdere segment met circa tien
procentpunt gegroeid. Zowel het goedkope als het
middeldure segment zijn afgenomen, met circa acht
en vier procentpunt. Gebied Noord-West laat een
vergelijkbare trend zien. Het goedkope en middeldure
segment zijn met vijf en vier procentpunt afgenomen.
Het duurdere segment is met negen procentpunt
gegroeid (zie figuur G17.5).
Figuur G17.5. Percentage woningen naar prijssegment Noord-West en Amsterdam
Noord-West 2015
LO
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
|
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
190
Tussen 2015 en 2020 is er in Tuindorp Oostzaan door
grootschalige nieuwbouw (De Bongerd) meer variatie
gekomen in de woningvoorraad naar prijssegment.
Het goedkope segment nam hier met tien procentpunt
af ten gunste van het middeldure en dure koop- en
huursegment. De goedkope huursector is met circa
twee derde echter nog altijd dominant. De woning-
voorraad in de wijken Oostzanerwerf en Kadoelen
was in 2015 al relatief gevarieerd naar prijssegment.
Tussen 2015 en 2020 verdubbelde het aandeel in
het duurdere segment in Oostzanerwerf. Vooral het
middeldure segment is in deze periode gekrompen.
In Kadoelen is een vergelijkbare ontwikkeling geweest.
Hier groeide vooral het aandeel woningen in het dure
segment en kromp het aandeel in het middeldure
segment.
Figuur G17.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Noord-West 2015-2019
Tuindorp 2015
Oostzaan LO
2017
Tj
2019
LO
Oostzanerwerf 2015
LO
2017
LO
2019
LO
Kadoelen 2015
LO
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
|
. middeldure huur
Banne Buiksloot 2015 L en koo
| à
2017 mi dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
191
De verandering van de prijssegmentering van de Het aandeel van de laagste twee inkomensgroepen
woningvoorraad kan van invloed zijn op de aanwezige (O1 en Q2) samen, nam met drie procentpunt af en de
inkomensgroepen (dit zegt echter niets over de hoogste inkomensgroep (O5) met twee procentpunt
verandering van de inkomenspositie van individuele toe (zie figuur G17.7). Dat Noord-West een relatief
huishoudens). De bescheiden verandering in de seg- gevarieerde woningvoorraad heeft is terug te zien
menten van de woningvoorraad tussen 2015 en 2020 in de verdeling van de inkomenspositie van de huis-
in Noord-West leiden ook tot kleine verschuivingen in houdens die daar in de afgelopen vijf jaar een woning
de aandelen van de aanwezige inkomensgroepen. hebben betrokken (zie figuur G17.8).
Figuur G17.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Noord-West
50%
45%
40% — O1 Q5
35% — 02 04
30% nnn
25% ERE _— O3 O3
20% ‘mmm ennen — QA Q2
15%
10% — Q5 Q1
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G17.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Noord-West
mn >2x modaal
ne B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
5 ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
192
Binnen Noord-West laten de wijken een geringe ver- verschuift van de lage naar de midden- en hoger
schuiving zien in het aandeel van de laagste inkomens inkomens (zie figuur G17.10). Zo is het percentage
(zie figuur G17.9). In Oostzanerwerf nam het aandeel lage inkomens wonend in het goedkope segment
toe met twee procentpunt en in de wijken Tuindorp geslonken van circa 55 procent naar 45 procent en
Oostzaan en Kadoelen daalde het aandeel met drie en de passende match voor midden- en hoge inkomens
één procentpunt. gegroeid van circa tien naar meer dan twintig procent.
De afname van het aandeel midden- en hoge inkomens
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op in een goedkoper segment gebeurt in Noord-West
de passendheid van woningmarktsegmenten en de met sterkere cijfers dan gemiddeld (van 26% naar 14%).
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens- De toename van het aandeel lage inkomens wonend
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in een duurder segment gaat in Noord-West eveneens
in Noord-West in lijn met de stedelijke trend. De goed sneller (van 8% naar 19%).
passende match van inkomens en prijssegment
Figuur G17.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Noord-West
50%
45%
40%
35% —= Tuindorp
30% En Oostzaan
25% == Oostzanerwerf
©,
20% == Kadoelen
15% mm
10% == Banne Buiksloot
5%
0% Bron: BBGA 2020
0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G17.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Noord-West
Noord-West 2015 Si A WM eee nsomens
assen
LO a .
2019 ra Ee mi age en mieden
OENE
Amsterdam 2015 LE VAA m midden en hoge
inkomens passend
LO ‚
2019 PV Ee midden en hoge
1 inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
193
Toekomstige ontwikkeling Omdat op gebiedsniveau de prijssegmenten licht
verschuiven door vooral nieuwbouw en de woning-
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin voorraad als geheel toeneemt worden er tot 2029
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de geen grote verschuivingen verwacht in de gemengd-
komende tien jaar in Noord-West zal ontwikkelen. heid of de sociaaleconomische positie van de bevol-
De prognose voor de samenstelling van de woning- king van gebied Noord-West. Uitbreidingswijken
voorraad in 2029 in Noord-West is dat zowel het deel als De Bongerd zullen door het huidige 40-40-20
goedkope huur als het duurdere huur en koopsegment uitgangspunt bij woningbouwprogrammering (en
in de woningvoorraad licht afnemen. Het middeldure het vroegere 30/70 of 20/80) al gedifferentieerder
segment zal hiermee licht groeien. naar prijssegment zijn.”
Figuur G17.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Noord-West
6
Fi
PJ
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
3. Actuele informatie over de planning, planvormingsfase en prijssegmenten van woningbouwprojecten is zichtbaar in de Monitor Woningbouwplannen op
de website maps.amsterdam.nl.
194
G18. Oud-Noord
B _Oud-Noord kenmerkt zich door lintbebouwing langs de Waterlandse zeedijk, tuindorp(achtige)
woonbuurten en de transformatie van de bedrijventerreinen langs de noordelijke IJ-oevers naar hoog
stedelijke woon-werkmilieus. De transformatie van het westelijk deel is op stoom. De bouw op grote
schaal in het oostelijk deel moet nog starten.
m De lintbebouwing langs de Waterlandse zeedijk is divers naar bouwjaar en woningtype. De tuindorp
(achtige) buurten zoals de Van Der Pekbuurt, Bloemenbuurt, Vogelbuurt, Nieuwendam en Buiksloot
met onder andere duplex, grondgebonden en gestapelde woningen zijn in het interbellum gebouwd.
De buurt IJ-plein met rijwoningen, gestapelde stroken en urban villa’s dateert uit de jaren tachtig.
B __Oud-Noord telt twee ontwikkelbuurten: Volewijck en IJ-plein/Vogelbuurt.
B Inde jaren 2019-2029 zullen door vooral transformatie van de westelijke IJ-oevers (Overhoeks,
Buiksloterham, NDSM, Klaprozenweg) en Hamerkwartier aan de Oostelijke IJ-oever een kleine tien
duizend woningen worden toegevoegd.
m De stedelijke verschuiving van goedkoop naar duur segment treedt ook in Oud-Noord op, maar in een
langzamer tempo. Daarnaast blijft het aandeel middensegment op een laag niveau constant en mag
voor de toekomst lichte groei van het middensegment verwacht worden.
Dn
Volewijck Tuindorp Buiksloot <
Nieuwen ijk/Buiksloterdijk
Noordelijke 5)
IJplein/Vogelbuurt
195
De woningvoorraad
Gebied Oud-Noord telt 15.881 woningen (1-1-2021).
Ruim twee derde van de woningen bevindt zich in het
goedkope{re) huursegment.' De prijssegmentering
in Oud-Noord wijkt af van Amsterdam. De woning-
voorraad in Oud-Noord telt vooral een groter aandeel
woningen in het goedkope segment en een kleiner
aandeel dure huur en koop (zie figuur G18.1).
Het aandeel middeldure huur en koop in Oud-Noord
is met twaalf procent iets kleiner dan in Amsterdam.
De transformatie van de wijken aan de IJ-oevers, waar
grote aantallen woningen in ontwikkeling zijn, zal de
segmentering van gebied Oud-Noord in de toekomst
ingrijpend veranderen.
Binnen het oudere deel van Oud-Noord zijn er grote
verschillen in segmentering, vooral tussen de tuin-
dorp(achtige) wijken en de wijk langs de Waterlandse
Zeedijk. Aan de Nieuwendammer- en Buiksloterdijk is
het duurdere huur- en koopsegment met een aandeel
van bijna negentig procent dominant aanwezig en in
de tuindorpachtige wijken het goedkope huursegment
met aandelen van zeventig tot tachtig procent.
Woningen in het middeldure huur- en koopsegment
zijn in vergelijking tot Amsterdam bovengemiddeld
aanwezig in de wijken IJ-plein/Vogelbuurt en de
tuindorpen Nieuwendam en Buiksloot.
Figuur G18.1. Woningmarktsegmenten in Oud-Noord, 2019
Oud-Noord
Amsterdam
Volewijck
A
Tuindorp Nieuwendam
LN
IJplein/Vogelbuurt
A
. . gereguleerde huur
Tuindorp Buiksloot m en betaalbare koop
|
Noordelijke IJ-oevers mi middeldure huur
West en Koop
Nieuwendammerdijk/ ml dure huur en koop
Buiksloterdijk
De IJ-oevers Bron: WiA 2019
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
196
De eigendomsverhouding, het bezit van de woning-
voorraad, in Oud-Noord wijkt af van Amsterdam als
geheel door hoge aandelen woningcorporatiebezit
in de tuindorp(achtige) wijken (73 tot 82%, zie figuur
G18.2). Uitzonderingen binnen Oud-Noord vormen de
dijken met een zeer hoog aandeel koopwoningen en
de in ontwikkeling zijnde IJ-oevers met hoge aandelen
particuliere verhuur. Aan de IJ-oevers is de eigendoms-
verhouding onder invloed van nieuwbouw aan
verandering onderhevig.
Figuur G18.2. Eigendomsverdeling in Oud-Noord, 2020
Oud-Noord LA IEA
Amsterdam Kak ik
Tuindorp Buiksloot Org WEES
LO
Volewijck 0 12%
LO
Tuindorp Nieuwendam AR IKE
LO
IJplein/Vogelbuurt 73% 20% mn corporatieverhuur
LO
Noordelijke IJ-oevers Vik 14% mn particuliere verhuur
West A
Nieuwendammerdijk/ 91% Nm eigenaar-bewoner
Buiksloterdijk deed
De IJ-oevers RE Bron: BBGA 2020
197
De bewoners Vijftien procent heeft een hoog inkomen en woont in
het dure segment. Minder dan tien procent van de
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) huishoudens in Oud-Noord behoort tot de lage
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- inkomensgroep maar woont in een woning in het
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens midden of dure segment (zie figuur G18.3).
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een Binnen de wijken van Oud-Noord is de variatie in
duurder segment. In een gebied met een grote goed- woningmarktsegmenten voor een groot deel
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. In de wijken met een relatief grote voorraad goedkope
Dit verband is er ook in Oud-Noord. huurwoningen, is het aandeel huishoudens met een
De helft van de huishoudens in Oud-Noord heeft een laag inkomen het grootst (zie figuur G18.4).
laag inkomen en woont in het goedkope segment.
Figuur G18.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Oud-Noord 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop ml
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Bron: WiA 2019
Figuur G18.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Oud-Noord 2019
100
90
0
5
< 70 Tuindorp Buiksloot. nn
D Noordelijke IJ-oevers West @® ‚ En
ij 60 © © Tuindorp
® Nieuwendam
E50
e
WY
© 40
©
5
2 30
CC
820
@ wi
10 . … . …
® Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
198
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015 t/m 2019 het aandeel
woningen in het duurdere segment met circa tien
procentpunt gegroeid. Zowel het goedkope als het
middeldure segment zijn afgenomen, met acht en vier
procentpunt.
In gebied Oud-Noord is het goedkope segment, meer
dan stedelijk, met veertien procentpunt afgenomen.
Het duurdere segment is met elf procentpunt onge-
veer net zo snel als stedelijk gegroeid. Het middeldure
segment is in Oud-Noord met drie procentpunt toege-
nomen en wijkt daarmee af van de stedelijke dalende
trend (zie figuur G18.5).
Figuur G18.5. Percentage woningen naar prijssegment Oud-Noord en Amsterdam
Oud-Noord 2015
LO
2017
Lr
nm gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
|
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
199
De zeven wijken van Oud-Noord maakten van 2015 De segmenten in de overige vier tuindorp({achtige)
tot 2020 een verschillende ontwikkeling door. Aan de wijken maakten een min of meer aan elkaar vergelijk-
noordelijke IJ-oevers en dan vooral in het westelijke bare ontwikkeling door: het goedkope segment nam
deel wordt volop gebouwd en ontwikkeld. De variatie af met 6-18 procentpunt, de middeldure segment nam
in prijssegmenten binnen de voorraad van IJ-oevers licht toe en het dure segment groeide met drie tot tien
West komt het dichtst bij die voor de stad als geheel. procentpunt. In deze vier wijken overheerst nog steeds
IJ-oevers Oost wordt hier nog buiten beschouwing de goedkopere huurvoorraad met aandelen van
gelaten omdat de bouw vooral in de toekomst plaats zeventig tot tachtig procent.
vindt. Aan de Nieuwendammer- en Buiksloterdijk blijft
het duurdere segment met bijna negentig procent
dominant.
Figuur G18.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Oud-Noord 2015-2019
Volewijck 2015
DT
2017 6
DT
2019
|
IJplein/ 2015
Vogelbuurt DT
2017
DT
2019
DT
Tuindorp 2015 8
Nieuwendam LT
2017 1%
DT
2019
LO
Tuindorp 2015 1%
Buiksloot |T
2017
DT
2019
LO
Buiksloterdijk/ 2015
Nieuwendammerdijk Tj
2017
LO
2019 Tj gereguleerde huur
en betaalbare koop
LO .
Noordelijke 2015 ml ke
IJ-oevers-West en Koop
2017 ml dure huur en koop
Tj
2019 Bron: WiA 2015-2019
200
De verandering van de prijssegmentering van de Ondanks de afname van de goedkope huursector
woningvoorraad kan van invloed zijn op de aanwezi- heeft de grootste groep met ruim een derde van de
ge inkomensgroepen (dit zegt echter niets over de huishoudens die afgelopen vijf jaar een woning in
verandering van de inkomenspositie van individuele Oud-Noord heeft betrokken een laag inkomen, zie
huishoudens). figuur G18.8. Gevolgd door ruim een kwart van de
De afname van het aandeel van de goedkope huur- huishoudens met een inkomen van meer dan twee
sector ten gunste van vooral de duurdere koop- en keer modaal. De grootste groepen huishoudens in
huursector in Oud-Noord tussen 2015 en 2020 wordt recent betrokken woningen bevinden zich dus aan de
zichtbaar in de ontwikkeling van de aandelen van uiteinden van het inkomensspectrum.
de daar aanwezige inkomensgroepen. De laagste
inkomensgroep (Q1) nam af met drie procentpunt
en de hoogste inkomensgroep (Q5) nam toe met vier
procentpunt, zie figuur G18.7.
Figuur G18.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Oud-Noord
50%
45%
40% — 21
35% —_ 02
30%
25% TT = 03
20%
0% Ne!
15%
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G18.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Oud-Noord
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
Vley A
B €22.436- 60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
10%
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
201
De verschuiving in het aandeel van de laagste inkomens De match van de lage inkomensgroep in het goedkope
binnen Oud-Noord wordt vooral veroorzaakt door het woningmarktsegment is veel sterker geslonken
grillige verloop van de grootschalige transformatie van (van 72% naar 54%) dan stedelijk en dat komt niet
de IJ-oevers. In de wijk Noordelijke IJ-oevers West nam evenredig ten goede aan de match van midden- en
het aandeel af met zestien procentpunt. In de oudere hogere inkomens met hun bijpassende segment
wijken Volewijck en IJ-plein/Vogelbuurt is de afname (van 9% naar 17%). De situatie voor lage inkomens die
beperkt tot vier en twee procentpunt (zie figuur G18.9). woonachtig zijn in een duurder segment groeit in het
gemiddelde stedelijk tempo, maar de tegenpool heeft
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op een andere ontwikkeling. In Oud-Noord neemt het
de passendheid van woningmarktsegmenten en de aandeel midden- en hoge inkomens woonachtig in een
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens- goedkoper segment licht toe, terwijl de stedelijke
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in trend dalend is.
Oud-Noord enigszins afwijkend van de stedelijke trend
(zie figuur G18.10).
Figuur G18.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Oud-Noord
50% == Volewijck
45% -
Ln — IJplein/Vogelbuurt
% == en
20% ON Tuindorp
35% ng =7 Nieuwendam
ee nn manman geeneen
30%
ON — Tuindorp Buiksloot
25% Ne
Nieuwendammer-
20% T dijk/Buiksloterdijk
15% Noordelijke
10% mmm IJ-oevers West
% Noordelijke
ne TT IJ-oevers Oost
0%
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Bron: BBGA 2020
Figuur G18.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Oud-Noord
Oud-Noord 2015 72% EA mn age Inkomens
LO a .
2019 54% 16% EES age Bu migeen
ede SOME EEE
Amsterdam 2015 br WAS m midden en hoge
inkomens passend
__T| ‚
2019 PV Ee midden en hoge
1 inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
202
Toekomstige ontwikkeling Het middeldure huur en koopsegment zal fors groeien.
Het duurdere huur en koopsegment in de woning-
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin voorraad neemt licht toe.
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in Oud-Noord zal ontwikkelen. Omdat op gebiedsniveau de prijssegmenten behoorlijk
Voor heel stadsdeel Noord geldt dat nieuwbouw van verschuiven van het goedkope segment ten gunste van
grote betekenis zal zijn voor de ontwikkeling van de vooral het middeldure segment en de woningvoorraad
prijssegmenten van de woningvoorraad. als geheel door nieuwbouw fors toeneemt, wordt tot
2029 voor gebied Oud-Noord een grotere variatie van
Van 2019 tot 2029 worden er duizenden woningen de momenteel eenzijdig samengestelde woningvoor-
opgeleverd in Oud-Noord, waardoor het totaal aantal raad verwacht. Hierdoor zal ook de inkomensverdeling
woningen in Oud-Noord fors zal toenemen. Woning- gevarieerder worden. Door het huidige 40-40-20
bouwlocaties in Oud-Noord zijn o.a. de transformatie uitgangspunt bij woningbouwprogrammering (en het
van de westelijke IJ-oevers (Overhoeks, Buiksloterham, vroegere 30/70 of 20/80) zullen nieuwe woonbuurten
NDSM, Klaprozenweg) en Hamerkwartier aan de bij oplevering al gedifferentieerder naar prijssegment
Oostelijke IJ-oever. In de verdere toekomst volgen zijn. Ondanks dat zullen op het lagere schaalniveau van
Havenstad en wordt er doorgebouwd aan de de oudere wijk of buurt de veranderingen bescheiden
Oostelijke IJ-oevers.® zijn. Op de onderstaande kaart is goed zichtbaar dat
er weinig woningen worden bijgebouwd in de oudere
De prognose voor de samenstelling van de woning- wijken van Oud-Noord en figuur G18.9 laat zien dat de
voorraad in 2029 in Oud-Noord is dat het goedkope allerlaagste inkomensgroep daar maar licht afneemt.
huursegment fors afneemt tot ongeveer de helft van
de woningvoorraad.
Figuur G18.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Oud-Noord
2
NSR
ee:
te. \
| re
ER En
TE
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
3. Actuele informatie over de planning, planvormingsfase en prijssegmenten van woningbouwprojecten is zichtbaar in de Monitor Woningbouwplannen op
de website maps.amsterdam.nl.
203
G19. Noord-Oost
©
m De ringweg A10 verdeelt Noord-Oost: buiten de ring landelijk Waterland (landelijk Noord) met
dorpskernen, daarbinnen een meer stedelijke woonbebouwing met het Centrumgebied Amsterdam
Noord (CAN: o.a. het regioverzorgende Boven ‘t Y winkelcentrum en het stationsgebied).
m De buurten Plan van Gool, de Kleine Wereld, Waterlandpleinbuurt zijn gerealiseerd tussen 1967 en 1975.
De wijken binnen de A10 variëren in type woonbebouwing, bijvoorbeeld: naoorlogse AUP-stempels in
de Kleine Wereld en Waterlandpleinbuurt, stedenbouwkundig experiment met gestapelde bouw
“Plan van Gool”, recente laagbouw in Elzenhagen en hoogbouw in het stationsgebied.
B _ Tussen 2019-2029 worden ca. vijf duizend woningen in Noord-Oost toegevoegd in vooral het
CAN-gebied, Elzenhagen en de Waterlandpleinbuurt (stedelijke vernieuwing/verdichting).
m Noord-Oost telt twee ontwikkelbuurten: Waterlandpleinbuurt en De Kleine Wereld.
m De stedelijke verschuivingstrend van goedkoop naar duur segment treedt ook in Noord-Oost op,
maar in een aanzienlijk langzamer tempo. Daarnaast ligt in Noord-Oost het middensegment door
recente groei op een hoog niveau (30%) en mag voor de toekomst lichte groei van het dure segment
verwacht worden.
Elzenhagen
Buikslotermeer
/
Waterlandpleinbuurt
Waterland
204
De woningvoorraad huur- of koopsegment en is het aandeel goedkopere
huurwoningen laag.
Gebied Noord-Oost telt 13.866 woningen (1-1-2021).
De helft daarvan bevindt zich in het goedkopefre) De eigendomsverhouding, het bezit van de woning-
segment! De prijssegmentering van het gebied wijkt voorraad, in gebied Noord-Oost wijkt ten opzichte
in vergelijking tot de stad als geheel af door vooral een van Amsterdam als geheel vooral af door een kleiner
hoger aandeel middeldure huur en koop en een lager aandeel particulier eigendom voor de verhuur en iets
aandeel duurdere huur en koop (zie figuur G19.1). grotere aandelen woningcorporatiebezit en eigen
woningbezit (zie figuur G19.2). Uitzonderingen binnen
Binnen Noord-Oost wijken vooral het landelijk gelegen gebied Noor-Oost vormen de wijken Elzenhagen en
Waterland (landelijk Noord) en de nog niet voltooide Waterland, waar het aandeel koop hoog tot zeer hoog
nieuwbouwwijk Elzenhagen af van de gemiddelde is. In Elzenhagen is daarnaast het aandeel particuliere
prijssegmentatie voor het gebied. In deze wijken valt verhuur hoog.
ruim driekwart van de woningen binnen het duurdere
Figuur G19.1. Woningmarktsegmenten in Noord-Oost, 2019
Noord-Oost
Amsterdam
‚ Tj gereguleerde huur
Waterlandpleinbuurt en betaalbare koop
LO
. middeldure huur
Buikslotermeer en koo
LE à
Elzenhagen mi dure huur en koop
A
Waterland Bron: WiA 2019
Figuur G19.2. Eigendomsverdeling in Noord-Oost, 2020
Noord-Oost hele 35%
Amsterdam hae ks
Buikslotermeer 56% 31% mn corporatieverhuur
LO
Waterlandpleinbuurt Ee 32% mn particuliere verhuur
LA
Elzenhagen 34% 37% mn eigenaar-bewoner
LA
Waterland hi Di Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
205
De bewoners ook voor een substantieel deel bewoond door huis-
houdens met lagere inkomens. Het middensegment
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs) wordt in ongeveer gelijke delen bewoond door huis-
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim- houdens met een laag, midden en hoog inkomen.
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope Binnen de wijken van gebied Noord-Oost is de
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een variatie in woningmarktsegmenten voor een groot deel
duurder segment. In een gebied met een grote goed- bepalend voor de spreiding van de inkomensgroepen.
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de In de wijken met een relatief grote voorraad goedkope
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom. huurwoningen is het aandeel huishoudens met een
Dit verband wijkt in Noord-Oost enigszins af. laag inkomen het grootst. De wijken Buikslotermeer,
Ongeveer een derde van de huishoudens in Noord- Waterlandpleinbuurt en Elzenhagen verschilt het
Oost heeft een laag inkomen en woont in het goed- aandeel lage inkomens van elkaar, maar het ligt op
kope segment. Tien procent heeft een hoog inkomen het niveau dat verwacht mag worden op basis van het
en woont in het dure segment. Dit segment wordt echter aandeel goedkoop segment (zie figuur G19.4).
Figuur G19.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Noord-Oost 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: WiA 2019
Figuur G19.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Noord-Oost 2019
100
90
0
€
2
€ 70
3
r 60 Waterlandpleinbuurt ©
E 50 Buikslotermeer ®
e
WY
© 40
©
5 30
E Waterland
° ®
8 20 ® …
Elzenhagen ® wijk
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
206
Ontwikkeling 2015-2019
Stedelijk is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het duurdere segment met circa tien
procentpunt gegroeid. Zowel het goedkope als het
middeldure segment zijn afgenomen, met acht en vier
procentpunt.
Het aandeel in de voorraad van het goedkope
segment in gebied Noord-Oost is met circa twintig
procentpunt sneller afgenomen dan stedelijk. Het
duurdere segment is met vijf procentpunt minder snel
gegroeid. Het middeldure segment wijkt het meest af
van de stedelijke dalende trend: in Noord-Oost is het
middeldure segment met bijna vijftien procentpunt
toegenomen (zie figuur G19.5).
Figuur G19.5. Percentage woningen naar prijssegment Noord-Oost en Amsterdam
Noord-Oost 2015
LO
2017
LO
| gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Amsterdam 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
A
2019 Bron: WiA 2015-2019
207
De vier wijken van Noord-Oost maakten van 2015 t/m
2019 een verschillende ontwikkeling door.
Relevant om te vermelden is dat er in de nieuwbouw-
wijk Elzenhagen nog gebouwd wordt en dat in de
Waterlandpleinbuurt de stedelijke vernieuwing in de
laatste fase verkeert. Eén van de doelen van die
vernieuwing is meer variatie in de door goedkope
huurwoningen gedomineerde woningvoorraad.
Dit verklaart de forse afname van het goedkopere
huursegment in de Waterlandpleinbuurt met circa
twintig procentpunt ten gunste van vooral het
middeldure huur en koopsegment (zie figuur G19.6).
In Buikslotermeer vond geen grootschalige stedelijke
vernieuwing plaats. Daar nam de dominante goedkope
huursector sterkt af en nam de variatie toe door het
uitponden van woningcorporatiebezit en nieuwbouw
op kleinere schaal. In het landelijke buiten de ringweg
A10 gelegen Waterland met haar dorpskernen is
weinig veranderd. De duurdere sector blijft dominant.
Figuur G19.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Noord-Oost 2015-2019
Waterlandplein- _ 2015
buurt LO
2017
|
2019
|
Buikslotermeer _ 2015 P
2017
LO
2019
LO
Waterland 2015
LO
2017
LO
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
LO
ml middeldure huur
Elzenhagen 2015 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
208
De verandering van de prijssegmentering van de één procentpunt en de één na laagste inkomensgroep
woningvoorraad kan van invloed zijn op de aanwezige (O2) daalt met drie procentpunt (zie figuur G19.7).
inkomensgroepen (dit zegt echter niets over de Het aandeel van de twee hoogste inkomensgroepen
verandering van de inkomenspositie van individuele (Q4 en Q5) samen is gestegen met drie procentpunt.
huishoudens). De forse afname van het aandeel van Ondanks de afname van de goedkope huursector
de goedkope huursector in Noord-Oost tussen 2015 heeft nog bijna een derde van de huishoudens die
en 2020 heeft geleid tot lichte verschuivingen in de afgelopen vijf jaar een woning in Noord-Oost heeft
aandelen van de aanwezige inkomensgroepen. betrokken een laag inkomen (zie figuur G19.8).
De laagste inkomensgroep (O1) neemt toe met
Figuur G19.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Noord-Oost
50%
45%
40% —
35% —_ 02
30%
25% TT — 03
20% —_ os
15% ed
10% —= Q5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G19.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Noord-Oost
m >2x modaal
kes B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436-€60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - €42.436
zee ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
209
De verschuiving in het aandeel van de laagste De match van de lage inkomensgroep in het goedkope
inkomens binnen Noord-Oost komt vooral voor woningmarktsegment is veel sterker geslonken
rekening van de wijken Waterland en Elzenhagen (van 66% naar 40%) dan stedelijk en dat komt niet
(zie figuur G19.9). evenredig ten goede aan de match van midden- en
In Waterland (landelijk Noord) neemt het al lage hogere inkomens met hun bijpassende segment
aandeel verder af met twee procentpunt en in de (van 12% naar 16%). De situatie voor lage inkomens
nieuwbouwwijk Elzenhagen toe met vier procentpunt. die woonachtig zijn in een duurder segment groeit in
Noord-Oost juist veel sterker dan het stedelijk gemid-
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op de delde (van 9% naar 22%) en de tegenpool heeft een
passendheid van woningmarktsegmenten en de inko- ontwikkeling die tegengesteld is aan de stedelijke
mensgroepen. De verdeling van de inkomensgroepen trend. In Noord-Oost neemt het aandeel midden- en
over de woningmarktsegmenten ontwikkelt in Noord- hoge inkomens woonachtig in een goedkoper seg-
Oost enigszins afwijkend van de stedelijke trend ment zeven procentpunten toe, terwijl de stedelijke
(zie figuur G19.10). trend dalend is.
Figuur G19.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Noord-Oost
50%
45%
40%
35% gn ee —= Waterlandplein-
30% buurt
25% —= Buikslotermeer
20% —= Waterland
15% ne
10% — Elzenhagen
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G19.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Noord-Oost
Noord-Oost 2015 PA PC mn lage Inkomens
assen
LO a .
2019 PIE IE mi age en midden
A Inkomens duur
Amsterdam 2015 LE VAA m midden en hoge
inkomens passend
__T| ‚
2019 PV Ee midden en hoge
m inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
210
Toekomstige ontwikkeling koopsegment in de woningvoorraad zullen afnemen.
Het duurdere huur- en koopsegment neemt toe.
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de Omdat op gebiedsniveau de prijssegmenten verschuiven
komende tien jaar in Noord-Oost zal ontwikkelen.” door vooral nieuwbouw en de woningvoorraad als
Voor heel stadsdeel Noord geldt dat nieuwbouw in de geheel toeneemt is er meer variatie naar prijssegment
nabije en verdere toekomst van grote betekenis zal zijn in 2029 en wordt de sociaaleconomische opbouw van
voor de ontwikkeling van de prijssegmenten van de Noord-Oost gevarieerder. Dit wil niet automatisch
woningvoorraad. zeggen dat op een lager schaalniveau van de buurt
Van 2019 tot 2029 worden er duizenden woningen (bijvoorbeeld Plan Van Gool waar niet gebouwd wordt)
opgeleverd in Noord-Oost, waardoor het totaal aantal de sociaaleconomische positie van bewoners wijzigt of
woningen in Noord-Oost aanzienlijk zal stijgen. de variatie in de woningvoorraad toeneemt. Bij ver-
Bouw vindt onder andere plaats door uitbreiding in het dichtingsnieuwbouw die vaak woningdifferentiatie in
CAN-gebied/Buiklotermeerplein (inclusief de stations- een wijk tot doel heeft, zoals de stedelijke vernieuwing
omgeving) en Elzenhagen en verdichting in de in de Waterlandpleinbuurt, zal dit eerder wel zo zijn.
Waterlandpleinbuurt en De Kleine Wereld. Uitbreidingswijken als Elzenhagen zullen door het
huidige 40-40-20 uitgangspunt bij woningbouw-
De prognose voor de samenstelling van de woning- programmering (en het vroegere 30/70 of 20/80) al
voorraad in 2029 in Noord-Oost is dat zowel het gedifferentieerder naar prijssegment zijn.
goedkope huur- als het middeldure huur- en
Figuur G19.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Noord-Oost
.
E) 6
5
Ws
65
«
; 2 .
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
3. Actuele informatie over de planning, planvormingsfase en prijssegmenten van woningbouwprojecten is zichtbaar in de Monitor Woningbouwplannen op
de website maps.amsterdam.nl.
211
®®
G20. Bijlmer-Centrum,
Amstel [Il
B _Bijlmer-Centrum is als onderdeel van de Bijlmermeer gebouwd in de jaren ‘60 en ‘70. Het bestaat uit
de woonbuurten Venserpolder, F-/D-buurt, H-buurt, Vogeltjeswei en de woningen op de winkels van de
Amsterdamse Poort.
m De variatie in bouwvormen en woningtypen is groot: van (delen van de) kenmerkende honingraatflats, tot
vier-lagen-middelhoogbouw tot grondgebonden woningen. De genoemde buurten van Bijlmer-Centrum,
Amstel III liggen aan de oostkant van het trein- en metrospoor en hier zijn de meeste voorzieningen waar
de andere gebieden in Zuidoost ook gebruik van maken zoals het stadsdeelkantoor, het Bijlmerpark
Theater, het Bijlmer Sportcentrum, het Nelson Mandelapark en de Amsterdamse Poort.
m_ Aan de andere zijde van het spoor ligt de Johan Cruijff Arena en andere grootschalige (vrijetijds)voorzienin-
gen, zoals de Ziggo Dome. In het naast dit gebied gelegen Amstel II bevinden zich nu nog vooral veel
kantoorpanden. De komende jaren zal dit gebied echter transformeren naar een levendige woon-werk
wijk. De eerste contouren zijn daar al zichtbaar van, onder andere met het woongebouw
Our Domain, tegen het AMC aan. In totaal staan hier ongeveer 15.000 woningen gepland.
m De samenstelling van woningvoorraad van Bijlmer-Centrum, Amstel III is aanzienlijk minder veranderd
dan gemiddeld in de stad. Het aandeel goedkope woningen is nagenoeg gelijk gebleven. Het dure
segment blijft in Bijlmer-Centrum, Amstel II nog steeds een marginaal verschijnsel, met slechts een
paar procenten. Het middensegment is zo klein als in Amsterdam als geheel.
B Inde periode 2020 — 2029 worden er duizenden woningen aan dit gebied toegevoegd. De verwachting
is dat daardoor in het gebied het goedkope segment afneemt tot iets meer dan de helft van de woning-
voorraad. Het middensegment zal groeien naar ruim een kwart en het dure segment naar ongeveer een
vijfde van de woningvoorraad.
m Dat heeft tot gevolg dat de inkomensverdeling van het gebied gemengder zal worden, de grote
oververtegenwoordiging van lage inkomens zal afnemen.
Bijlmer
OE
AA
212
De woningvoorraad Meer dan de helft van de woningen in Bijlmer-Centrum,
Amstel Ill wordt door een woningcorporatie verhuurd;
In Bijlmer-Centrum, Amstel III staan momenteel 13.166 het aandeel koopwoningen is met achttien prcocent
woningen (1-1-2021). Meer dan tachtig procent van de aanzienlijk kleiner dan het stedelijk gemiddelde.
woningen bevindt zich in het goedkope(re) segment! Particuliere verhuurders bezitten bijna een derde van
daartoe behoort ook de drie procent koopwoningen de woningen.De verdeling binnen het gebied is divers
met een prijs beneden de €175.000. In Amsterdam als maar dat komt niet goed tot uitdrukking in de twee
geheel is dit onderdeel van de goedkope woningvoor- wijken binnen het gebied. De ene wijk Bijlmer-Centrum
raad minder dan één procent. De prijssegmentering is namelijk erg groot (12.775 woningen) en Amstel III
wijkt sterk af van Amsterdam, waar circa de helft van begint wat woningbouw pas recent mee te spelen
de woningen in het goedkope segment zijn (figuur (slechts 397 woningen, overwegend particuliere verhuur).
G20.1). Het aandeel middeldure huur en koop in Daarom wordt bij uitzondering ook informatie mee-
Bijlmer-Centrum, Amstel IIl is even groot als in Amster- gegeven over de buurten binnen wijk Bijlmer-Centrum.
dam. Het aandeel dure woningen is echter zeer gering, Zo zijn in Amsterdamse Poort, H-buurt, Venserpolder-
met drie procent, terwijl dat in de stad met een derde West en Hakfort/Huigenbos de corporaties de
aanzienlijk is. Door de transformatie van Amstel III, dominante partij met meer dan twee derde van de
waar grote aantallen woningen in ontwikkeling zijn, woningvoorraad. Koopwoningen komen met name
zal de segmentering van het gebied in de toekomst voor in Huntum en de F-buurt.
ingrijpend veranderen.
Figuur G20.1. Woningmarktsegmenten in Bijlmer-Centrum, Amstel III, 2019
Bijlmer-Centrum, 6
Amstel III
Tj gereguleerde huur
en betaalbare koop
Amsterdam .
ml middeldure huur
en koop
Amstel III/Bullewijk [] dure huur en koop
Bijlmer-Centrum (D,FH) °_Bron: WiA 2019
Figuur G20.2. Eigendomsverdeling in Bijlmer-Centrum, Amstel III, 2020
Bijlmer-Centrum, 51% TA
Amstel III
| eere
Amsterdam 41% a
Ol eee
Bijlmer-Centrum (DFH) eh 19% Nm eigenaar-bewoner
LN
Amstel II1/Bullewijk de Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
213
De bewoners
Bijlmer-Centrum bestaat voornamelijk uit woningen
in het goedkope segment (zie figuur G20.3). Bijna
negentig procent van deze voorraad wordt bewoond
door huishoudens met een laag inkomen. Dat is binnen
Amsterdam relatief hoog.
Ontwikkeling 2015-2019
In de periode 2015-2019 is de samenstelling van de
woningvoorraad van Bijlmer-Centrum, Amstel II aan-
zienlijk minder veranderd dan gemiddeld in de stad.
Het aandeel goedkope woningen is nagenoeg gelijk
gebleven terwijl deze in de stad als geheel met acht
procentpunten is gekrompen. Verder blijft het dure
segment in Bijlmer-Centrum, Amstel Ill nog steeds een
marginaal verschijnsel, met slechts een paar procenten.
In de stad is dat segment juist fors gegroeid van
achttien procent in 2013 naar een derde in 2019.
Figuur G20.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Bijlmer-Centrum,
Amstel Ill 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop 1 9
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Bron: WiA 2019
Figuur G20.4. Percentage woningen naar prijssegment Bijlmer-Centrum, Amstel Ill en Amsterdam
Bijlmer-Centrum 2015 E
|
2017 e
LO
Tj gereguleerde huur
2019 i en betaalbare koop
Amsterd 2015 ml middeldure huur
msteraam
k
onp
2017 mi dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
214
Het aandeel huishoudens met een laag inkomen is
in tien jaar redelijk gelijk gebleven. Omdat de prijs-
segmenten in het gebied maar zeer beperkt zijn
veranderd, zijn er ook geen grote veranderingen waar
te nemen in de verdeling over de inkomensgroepen
(figuur G20.5).
Figuur G20.5. Ontwikkeling inkomensgroepen Bijlmer-Centrum, Amstel III
50%
45%
nennen mm
40% Q1
35% —_ o2
30%
25% = 03
20%
15%
10% ES Em — 05
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G20.6. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Bijlmer-Centrum, Amstel III
Nm >2x modaal
6%
3 B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
215
Het verloop van de laagste inkomensgroep in de wijk De verdeling van de inkomensgroepen over de
Amstel III/Bullewijk is zeer grillig (figuur G20.7). Dit woningmarktsegmenten ontwikkelt in Bijlmer-Centrum
wordt veroorzaakt door het nu nog relatief beperkte volgens de stedelijke trend. Zo is het percentage lage
aantal woningen in dit gebied. De oplevering van een inkomens wonend in het goedkope segment geslonken
complex woningen heeft direct een sterke verschuiving van twee derde naar de helft en de passende match
tot gevolg. De lijn van Bijlmer-Centrum, is daarentegen voor midden- en hoge inkomens gegroeid van twaalf
zeer stabiel op een niveau van ruim veertig procent. procent naar circa twintig procent (zie figuur G20.8).
De groep huishoudens die gezien hun inkomen in een
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op relatief duur segment woont groeit in vergelijkbaar
de passendheid van woningmarktsegmenten en de tempo als in Amsterdam als geheel, de groep huis-
inkomensgroepen. houdens die gezien hun inkomen in een goedkoop
segment woont, slinkt in vergelijkbaar tempo.
Figuur G20.7. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Bijlmer-Centrum,
Amstel II
60%
55%
Te ,
Sf
ig
B ZON
30% Nie
25% Amstel III/
20% Bullewijk
15% — Bijlmer-Centrum
10% (D,EH)
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G20.8. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Bijlmer-Centrum, Amstel III
Bijlmer-Centrum 2015 er 18% mn eeens
passend
2019 4D Ea eoeen midden
Inkomens duur
Amsterdam 2015 LA tg MW miederenhooe
Inkomens passend
2019 Pr BA WM midden enhooe
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
216
Toekomstige ontwikkeling De prognose voor de samenstelling van de woning-
voorraad in 2029 in Bijlmer-Centrum, Amstel III is dat
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin het goedkope segment afneemt tot iets meer dan de
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de helft van de woningvoorraad. Het middeldure huur en
komende tien jaar in Bijlmer-Centrum, Amstel III zal koopsegment neemt toe naar ruim een kwart en het
ontwikkelen? dure segment zal groeien naar ongeveer een vijfde van
de woningvoorraad.
De woningvoorraad in Bijlmer-Centrum, Amstel III zal
de komende periode aanzienlijk veranderen, met name Omdat er een aanzienlijke verschuiving plaatsvindt
door de ontwikkelingen in het deelgebied Amstel III. naar het middeldure en dure segment en de woning-
Daar ontstaat de komende jaren een nieuw woon-werk voorraad als geheel door nieuwbouw fors toeneemt,
gebied. Momenteel staan er nu nog vooral kantoren zal ook de inkomensdifferentiatie binnen dit gebied
maar de eerste contouren van de transformatie van gaan toenemen. Dit wil echter niet zeggen dat op een
dit gebied zijn al zichtbaar, onder andere met de lager schaalniveau van de buurt de sociaaleconomische
oplevering van het wooncomplex Our Domain. positie van bewoners of de variatie naar prijssegment
wijzigt.
In de periode 2020 — 2029 worden er duizenden
woningen aan dit gebied toegevoegd. Dit heeft
aanzienlijke gevolgen voor de ontwikkeling van de
prijssegmenten van de woningvoorraad.
Figuur G20.9. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Bijlmer-Centrum, Amstel III
K | é
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
217
®®
G21. Bijlmer-Oost
m __Bijlmer-Oost vormt samen met Bijlmer-Centrum en Gaasperdam, Driemond stadsdeel Zuidoost.
B __Bijlmer-Oost is een dynamische, jonge en multiculturele wijk met veel groen. Kenmerkend is het
onderdeel ‘Bijlmermuseum’ met de zes honingraatflats zoals er oorspronkelijk dertig stonden in de hele
Bijlmer. De drie buurten E-, G- en K-buurt, hebben een eigen karakter. De E-buurt is vrij nieuw en nog
steeds in aanbouw met veel laagbouw en een grote middenklasse. Hier staan ook grotere koopwoningen
die aantrekkelijk zijn voor gezinnen. In de G-buurt zijn de interne verschillen groot. In de hoogbouwflats
Geldershoofd en Gravestein is de sociaaleconomische positie van de bewoners relatief zwak vergeleken
met laagbouwwijken G-buurt West, G-buurt Oost en Nieuw Grunder met een grote middenklasse.
De K-buurt is minstens zo divers, daar bevindt zich bijvoorbeeld de flat Kleilburg met zijn kluswoningen,
maar ook de eengezinswoningen van Kantershof.
B Zestig procent is goedkoop segment. Het middensegment is met bijna een kwart van de woningen
groter dan in Amsterdam. Dure woningen zijn in de minderheid in dit gebied maar dit segment groeide
in recente jaren juist snel voor Zuid-Oost-begrippen. Vergeleken met de Amsterdamse trend is deze
groei nog altijd matig.
B Voor de toekomst wordt een verdere afname van het goedkope en een versteviging van het
middensegment verwacht. Dat draagt bij aan een gemengdere inkomensverdeling in Bijlmer-Oost.
Bijlmer
660
218
De woningvoorraad De woningcorporaties zijn de grootste woningbezitter
in Bijlmer-Oost, meer dan de helft van de woningen
In Bijlmer-Oost staan 13.145 woningen (1-1-2021). (53%) wordt door corporaties verhuurd. Het aandeel
Ruim zestig procent van de woningen bevindt zich in koopwoningen ligt met meer dan dertig procent bijna
het goedkope({re) segment . Bijzonder aan Bijlmer-Oost op het stedelijk gemiddelde. Particuliere verhuurders
is dat hiertoe ook bijna acht procent goedkope koop- bezitten de rest, wat neerkomt op circa vijftien procent.
woningen (< € 175.000 in 2019) behoren. Van alle Het corporatiebezit is geconcentreerd in een aantal
Amsterdamse gebieden is dat het hoogste cijfer. buurten, waar zij meer dan tachtig procent van de
Gemiddeld in de stad is dat aandeel maar amper één woningen in het bezit hebben. Dit gaat om G-buurt
procent. Het aandeel middeldure huur en koop is in Noord, Bijlmermuseum Noord, Kortvoort en Kelbergen.
Bijlmer-Oost, met bijna een kwart van de woningen, Ook Bijlmermuseum Zuid en K-buurt Midden scoren
bijna tien procent groter dan in Amsterdam. met een percentage rond de zestig procent corporatie-
Het aandeel dure woningen is ongeveer de helft van woningen bovengemiddeld. De gebieden met veel
dat in Amsterdam als geheel. Het gebied Bijlmer-Oost koopwoningen liggen met name aan de randen van
valt geheel samen met de wijk Bijlmer-Oost. Daarom deze wijk: E-buurt, Gooise Kant en G-buurt Oost. Meer
wordt, in afwijking van de gebruikelijke bespreking in dan de helft van de woningen daar is een koopwoning.
deze rapportage, hier en daar informatie gegeven over
de samenstelling van de buurten.
Figuur G21.1. Woningmarktsegmenten in Bijlmer-Oost, 2019
Bijlmer-Oost (E,G,K) nm gereguleerde huur
J 17 en betaalbare koop
ml middeldure huur
en koop
Amsterdam
ml dure huur en koop
Bron: WiA 2019
Figuur G21.2. Eigendomsverdeling in Bijlmer-Oost, 2020
Bijlmer-Oost (E,G,K) 53% rg MM corporatieverhuur
el ) vereieevetur
Amsterdam zj 25%
Nm eigenaar-bewoner
Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
219
De bewoners
Bijna veertig procent van de huishoudens in Bijlmer-Oost
behoort tot de laagste inkomensgroep, het eerste
quintiel. Binnen dit gebied springt G-Buurt Noord er
bovenuit met een percentage van 57 procent in het
laagste quintiel.
Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs)
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruim-
telijke) verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens
met een laag inkomen wonen vooral in de goedkope
voorraad en hoge inkomensgroepen wonen in een
duurder segment. In een gebied met een grote goed-
kope voorraad behoort dan ook een groot deel van de
bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom.
Dit verband is er ook in Bijlmer-Oost.
Ongeveer de helft van de huishoudens in Bijlmer-Oost
heeft een laag inkomen en woont in het goedkope
segment. Circa vijftien procent heeft een hoog inkomen
en woont in het dure segment.
Het middensegment wordt ongeveer in gelijke delen
bewoond door huishoudens met een laag, midden en
hoog inkomen (zie figuur G21.3).
Figuur G21.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Bijlmer-Oost 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop [|
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
220
Ontwikkeling 2015-2019
De samenstelling van de woningvoorraad van Bijlmer-
Oost heeft eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt als
de stad maar de tendens is minder sterk. Het aandeel
goedkope en middeldure woningen neemt enigszins
af, terwijl het dure segment groeit. In Bijlmer-Oost
is sprake van een aanzienlijk groei van vijf procent in
2015 naar 16 procent in 2019. Stedelijk is dat segment
de afgelopen zes jaar gegroeid van 21 procent in 2013
naar 33 procent in 2019.
Het aandeel goedkope woningen is maar licht
geslonken en nog altijd rond zestig procent van de
woningvoorraad. Het aandeel huishoudens met een
laag inkomen is in tien jaar gelijk gebleven op een
percentage juist beneden de veertig procent.
In het gebied is een lichte afname te zien van de één
na laagste inkomensgroep en een lichte stijging van
de hoogste inkomensgroep.
Figuur G21.4. Percentage woningen naar prijssegment Bijlmer-Oost en Amsterdam
Bijlmer-Oost 2015
LT
2017
LT
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Amsterd 2015 ml middeldure huur
msterdam k
el onp
2017 ml dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
Figuur G21.5. Ontwikkeling inkomensgroepen Bijlmer-Oost
50%
45%
40% en en — O1
35% —_ o2
30%
nm — 03
20%
15% A gm
10% nn — 05
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
221
De instroom van hogere inkomens, vanaf circa 1,5 keer De goed passende match van inkomens en prijs-
modaal, ligt op ruim een derde. In vergelijking met segment verschuift van de lage naar de midden- en
bijvoorbeeld Bijlmer-Centrum waar dit percentage op hoger inkomens maar dat gebeurt in Bijlmer-Oost
acht procent ligt, is dit hoog. Maar het segment van met hogere cijfers dan voor Amsterdam gemiddeld
dure woningen is dan ook groter dan in Bijlmer-Cen- (zie figuur G21.7).
trum. Bij meer dan de helft van de recent bewoonde Zo is het percentage lage inkomens wonend in het
woningen gaat het om huishoudens, met een inkomen goedkope segment geslonken van twee derde naar
dat past bij een sociale huurwoning (56%). circa de helft en de passende match voor midden- en
hoge inkomens gegroeid van vijf procent naar twintig
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op procent. De toename van een dure woonsituatie voor
de passendheid van woningmarktsegmenten en de lage inkomens is echter minder groot dan stedelijk en
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens- dat geldt ook voor de afname van de goedkope
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt woonsituatie voor midden- en hoge inkomens.
in Bijlmer-Oost volgens de stedelijke trend.
Figuur G21.6. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Bijlmer-Oost
Nm >2x modaal
re MJ €60.095 - 2x modaal (€76.070)
B €22.436- 60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €38.035
11%
ml lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
Figuur G21.7. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Bijlmer-Oost
Bijlmer-Oost _ 2015 65% A MO ae namens
LO a .
2019 EE PS mi age en migeen
eden SOME EEE
Amsterdam 2015 LE VAA m midden en hoge
inkomens passend
LT ‚
2019 PV Ee B midden en hoge
inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
222
Toekomstige ontwikkeling
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in Bijlmer-Oost zal ontwikkelen?
De verandering in de woningvoorraad in Bijlmer-Oost
zal de komende periode relatief beperkt zijn. De bouw
van woningen zal geen grote aantallen omvatten,
zodat van daaruit geen grote verandering op de
samenstelling verwacht mag worden. Het aantal
woningen in vooral het middeldure segment neemt
toe. Het totale aandeel van dit prijssegment stijgt
met enkele procentpunten. Het aandeel goedkope
en dure woningen daalt licht.
Figuur G21.8. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Bijlmer-Oost
E E
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
223
G22. G erd Driemond
‚ Waasperaam, Lriemon
B Holendrecht, Nellestein, Reigersbos en Gein zijn samen Gaasperdam. Deze delen van Zuidoost werden
in de jaren zeventig en tachtig gebouwd. Er werd gebroken met de stedenbouwkundige opzet van de
Bijlmer met zijn strikte verkeersscheiding. In Gein werden zelfs veel rijtjeshuizen gebouwd. Amsterdam
ging concurreren met de groeikernen waar veel Amsterdammers naartoe trokken.
B Driemond werd als dorp van de voormalige gemeente Weesperkarspel in 1978 officieel toegevoegd aan
Amsterdam en in 1987 aan stadsdeel Zuidoost. De woningvoorraad is gevarieerd maar met nog geen
700 woningen maar een klein onderdeel van het gebied.
m Het aandeel goedkoop segment is groter dan stedelijk. Maar vooral het relatief grote middensegment,
bijna een derde van de woningen, is kenmerkend. Bovendien is dit middensegment in de tijd stabiel
gebleven. Nellestein is de wijk met het grootste middensegment.
B Holendrecht Noordwest en Reigersbos Noord zijn buurten met veel corporatiebezit. Koopwoningen
staan vooral in Holendrecht Oost, Gein Noordoost en Driemond.
B Voor de toekomst wordt geen grote verandering in de segmentale samenstelling verwacht.
Nellestein
Driemond
Holendrecht/Reigersbos | ‚
Gein
224
De woningvoorraad In Gein ligt het percentage goedkope woningen op
het stedelijke gemiddelde maar zijn de percentages
In Gaasperdam, Driemond staan 15.828 woningen middensegment en duursegment ten opzichte van de
(1-1-2021). Zestig procent van de woningen bevindt stad als geheel elkaars spiegelbeeld. De wijken Gein
zich in het goedkope({re) segment (hiervan 2% goed- en Holendrecht/Reigersbos zijn groot. Daarom wordt
kope koopsector). Een derde van de woningen valt in soms ook informatie gegeven over de buurten binnen
het middensegment (Amsterdam 14%). Dure woningen deze wijken.
vormen acht procent van de totale woningvoorraad
(Amsterdam 33%). De prijssegmentering wijkt hiermee Het corporatiebezit is geconcentreerd in verschillende
behoorlijk af van (figuur G22.1). aaneengesloten gebieden. In enkele van deze gebie-
Binnen Gaasperdam, Driemond zijn ook grote ver- den bezitten corporaties meer dan 85 procent van de
schillen waar te nemen. In Holendrecht/Reigersbos woningvoorraad. Het gaat om Holendrecht Noordwest
zijn goedkope woningen dominant (71%), terwijl in en Reigersbos Noord. Koopwoningen staan vooral
Nellestein meer dan de helft van de woningen in in Holendrecht Oost, Gein Noordoost en Driemond.
het middeldure segment zit. Driemond heeft relatief Meer dan de helft van de woningen is daar van een
gezien veel koopwoningen (28%), al zijn het er procen- eigenaar-bewoner.
tueel nog steeds minder dan het stadsgemiddelde.
Figuur G22.1. Woningmarktsegmenten in Gaasperdam, Driemond, 2019
Gaasperdam, Driemond
Amsterdam
Lenen oi
Holendrecht/Reigersbos m en betaalbare koop
A
. middeldure huur
Ben Lj en koop
LT
Denen ml dure huur en koop
LT
Nellestein Bron: WiA 2019
Figuur G22.2. Eigendomsverdeling in Gaasperdam, Driemond, 2020
Gaasperdam, Driemond Kh hi
Amsterdam 41% a
Holendrecht/Reigersbos kle rk m corporatieverhuur
LO
Gein 46% 41% mn particuliere verhuur
LO
Driemond Eh A Nm eigenaar-bewoner
LO
Nellestein Ike Se Bron: BBGA 2020
1. Onder het goedkope segment wordt verstaan de zogenoemde ‘gereguleerde huur’ en ‘betaalbare koop’. Het begrip ‘gereguleerde huur’ wordt
gebruikt voor woningen van woningcorporaties en particuliere verhuurders met een huur tot de liberalisatiegrens. Uitgaande van WiA 2019 is dit € 720,
Voor 2021 zou dit € 752,- zijn. Bij ‘betaalbare koop’ gaat het om woningen met een prijs tot € 175.000 (2019). Voor 2021 zou dit € 188.000 zijn.
In dit rapport wordt omwille van de leesbaarheid de term ‘goedkoop’ gebruikt.
225
De bewoners Algemeen is er een sterke samenhang tussen (prijs)
segmenten binnen de woningvoorraad en de (ruimtelijke)
Van de drie deelgebieden die gezamenlijk stadsdeel verdeling van inkomensgroepen. Huishoudens met een
Zuidoost vormen, heeft Gaasperdam, Driemond de laag inkomen wonen vooral in de goedkope voorraad
meeste inwoners, circa 35.000. Ruim 5.000 bewoners en hoge inkomensgroepen wonen in een duurder
meer dan Bijlmer-Oost en 10.000 meer dan Bijlmer- segment. In een gebied met een grote goedkope
Centrum. voorraad behoort dan ook een groot deel van de
De oververtegenwoordiging van lage inkomens is bevolking tot de lagere inkomensgroepen en andersom.
ook in Gaasperdam, Driemond beeldbepalend maar Dit verband is in Gaasperdam, Driemond zichtbaar in
minder sterk dan in de andere gebieden van Zuidoost. het goedkope segment. De helft van de huishoudens
In het laagste quintiel bevindt zich dertig procent van in het gebied heeft een laag inkomen en woont in een
de huishoudens, waar dat in Bijlmer-Centrum en goedkope woning. Het middensegment echter wordt
Bijlmer Oost rondom veertig procent is. Gein Noord- door ongeveer gelijke delen bewoond door lage,
west en vooral Holendrecht Noordwest hebben de midden en hoge inkomens. Het dure segment is
hoogste percentages lage inkomens. Daar bevinden relatief klein.
zich meer dan veertig procent van de huishoudens
zich in het laagste quintiel.
Figuur G22.3. Verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten, Gaasperdam,
Driemond 2019
gereguleerde huur laag inkomen
en betaalbare koop Lj
middeldure huur en koop ml midden inkomen
dure huur en koop 1 ml hoog inkomen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: WiA 2019
Figuur G22.4. Goedkope voorraad en lage inkomens in Gaasperdam, Driemond 2019
100
90
5 80
5
X 70 Holendrecht/Reigersbos @®
2
> 60 Nellestein ®
® Gein @
E50
u
C
S 40 Driemond @
©
5
2 30
CC
820
@ vi
10
0 Bron: WiA 2019
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
% woningen gereguleerde huur en goedkope koop
226
Ontwikkeling 2015-2019
In Amsterdam is in de periode 2015-2019 het aandeel
woningen in het duurdere segment met circa tien
procentpunten gestegen. Zowel het goedkope als het
middeldure segment zijn afgenomen, met respectieve-
lijk acht en vier procentpunt.
De ontwikkeling in Gaasperdam, Driemond wijkt enigs-
zins af van het stedelijk patroon. Het aandeel woningen
in middeldure segment in de stad daalt, terwijl dit
aandeel in Gaasperdam, Driemond na een toename
tussen 2017-2019 stabiliseert (zie figuur G22.5).
Figuur G22.5. Percentage woningen naar prijssegment Gaasperdam, Driemond en Amsterdam
Gaasperdam, 2015
Driemond LO
2017
|
Tj gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
Amsterd 2015 ml middeldure huur
msteraam k
lll onp
2017 ml dure huur en koop
|
2019 Bron: WiA 2015-2019
227
De vier wijken van Gaasperdam, Driemond maakten in
de periode 2015-2019 een verschillende ontwikkeling
door. In Nellestein is vooral een verschuiving van
goedkoop naar middelduur waar te nemen. Het dure
segment is vrijwel afwezig. In Holendrecht/Reigersbos
doen zich in deze periode maar zeer marginale
verschuivingen voor. In Gein stijgt de voorraad
duursegment aanzienlijk ten koste van de voorraad
goedkoopsegment. Opvallend in Driemond, ten
opzichte van de andere gebieden, is de relatief
gelijke verdeling over de drie prijssegmenten. Waar
in de andere gebieden de goedkope voorraad het
dominante segment is, is de verdeling in Driemond
veel gelijkmatiger.
Figuur G22.6. Ontwikkeling prijssegmenten in Gaasperdam, Driemond 2015-2019
Nellestein 2015 #
2017 2%
A
2019 Is
DT
Holendrecht/ 2015
Reigersbos A
2017 ae
A
2019
LO
Gein 2015 lis
LO
2017 3%
LO
| gereguleerde huur
2019 en betaalbare koop
A
. middeldure huur
Driemond 2015 5 en koop
LO
2017 ml dure huur en koop
LO
2019 Bron: WiA 2015-2019
228
De verandering van de prijssegmentering van de Ruim de helft van de huishoudens die afgelopen
woningvoorraad kan van invloed zijn op de aanwezige vijf jaar een woning in Gaasperdam, Driemond heeft
inkomensgroepen (dit zegt echter niets over de veran- betrokken, heeft een inkomen dat past bij toegang tot
dering van de inkomenspositie van individuele huis- een sociale huurwoning (zie figuur G22.8). Een kwart
houdens). De verschuivingen binnen de quintielen zijn van de huishoudens heeft een inkomen van meer dan
in Gaasperdam, Driemond beperkt. Het eerste quintiel, twee keer modaal.
de laagste inkomens, bevindt zich constant op dertig
procent. De grootste verschuiving vindt plaats tussen
O2 en O3. Q2 neemt af met twee procentpunt terwijl
Q3 juist met twee procentpunt stijgt (zie figuur G22.7).
Figuur G22.7. Ontwikkeling inkomensgroepen Gaasperdam, Driemond
50%
45%
40% —
35% — 02
30%
2 9% gn
0% —= O4
15%
Dn
10% —= O5
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Toelichting: Q1 is aandeel huishoudens dat valt in de laagste-inkomensgroep (20%, landelijk),
Q5 behoort tot de hoogste inkomensgroep.
Figuur G22.8. Inkomens huishoudens recent betrokken woningen (< 5 jaar) Gaasperdam, Driemond
Nm >2x modaal
B €60.095 - 2x modaal (€76.070)
Vley A
B €22.436-€60.095
[B] Eu-grens (€38.035) - 642.436
KA ml inkomens vanaf pot.hts-groep t/m €£38.035
mi lage inkomens tot huurtoeslaggrens
Bron: WiA 2019
229
De verschuiving in het aandeel van de laagste inko- in Gaasperdam, Driemond volgens de stedelijke trend,
mens binnen Gaasperdam, Driemond is beperkt. De maar in een minder snel tempo. Zo is het percentage
daling van de lijn van Driemond is te verklaren door lage inkomens wonend in het goedkope segment
de daling van het aandeel woningen in het goedkope geslonken van twee derde naar minder dan zestig
prijssegment in de periode 2011-2017. Ook de lijn van procent en de passende match voor midden- en hoge
Nellestein loopt behoorlijk gelijk op met deze ontwik- inkomens gegroeid van drie naar twaalf procent.
keling (zie figuur G22.9). Stedelijk is de groei, respectievelijk krimp van beide
grootheden groter. Wat ook afwijkt in dit gebied is
De dynamiek in de woningvoorraad heeft effect op de sterker dan gemiddelde afname van het aandeel
de passendheid van woningmarktsegmenten en de midden- en hoge inkomens woonachtig in een woning
inkomensgroepen. De verdeling van de inkomens- van het goedkopere segment (van 26% naar 17%).
groepen over de woningmarktsegmenten ontwikkelt
Figuur G22.9. Ontwikkeling laagste-inkomensgroep (eerste quintiel) wijken Gaasperdam, Driemond
50%
45%
40%
35% (mmm mmm Nellestein
30% on
© _ Holendrecht/
25% Reigersbos
20% _— Gein
15%
10% —= Driemond
5%
0% Bron: BBGA 2020
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Figuur G22.10. Trend verdeling van de inkomensgroepen over de woningmarktsegmenten,
Gaasperdam, Driemond
Gaasperdam, 2015 eN lek mn Gen nsomens
Driemond dd Ll DASSEN
2019 Er MA MO age Ren
A Inkomens duur
Amsterdam 2015 A vh A m ideen en hoge f
| Oe Dee
2019 PV Ee midden en hoge
m inkomens goedkoop
Bron: WiA 2015, 2019
230
Toekomstige ontwikkeling
Er is een inschatting gemaakt van de richting waarin
de prijs(segmenten) van de woningvoorraad zich de
komende tien jaar in Gaasperdam, Driemond zal ont-
wikkelen.
De veranderingen in de drie prijssegmenten zijn zeer
beperkt, zeker in vergelijking met het gemiddelde van
de stad, maar ook in vergelijking met bijvoorbeeld
Bijlmer Centrum. De voorraad woningen neemt wel toe
met enkele duizenden woningen, maar deze toevoe-
ging heeft maar zeer beperkt effect op de verdeling
naar prijssegmenten.
Figuur G22.11. Woningbouw(plannen) 2014-2029 in de wijken van gebied Gaasperdam, Driemond
PP Ne
Bron: Woningbouwplannen 1 januari 2021, maps.amsterdam.nl
2. De prognose gaat uit van de geplande woningbouw en veranderingen in de bestaande woningvoorraad. Het gaat om een schatting. De ontwikkeling
kan door autonome macro-economische veranderingen en woningmarktontwikkelingen of wijzigingen in uitvoering en beleid worden beïnvloed.
231
_
5
o
N
u
5
| Onderzoeksrapport | 232 | train |
18 april 2019
Geachte Wethouder Sharon Dijksma,
Naar aanleiding van dossier passagiersvergunning (bewoner) vraag ik (mede
namens bezorgde burgers) aandacht voor het volgende.
Voor zover wij en onze achterban konden overzien was het tot voor kort mogelijk
om een kentekenbewijs van de bovengenoemde vergunning via het stadsloket aan
te melden en te activeren. Deze handelswijze wordt tot op heden ook bevestigd
door de website (https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd) van de Gemeente
Amsterdam.
Ook aan de balie van de stadslokketten word deze dienst conform de website
ingevuld. De burger krijgt dienovereenkomstig de bevestiging dat zijn kenteken is
geactiveerd.
Echter, de praktijk leert dat burgers desondanks - sinds enkele maanden - worden
geconfronteerd met naheffingsaanslagen.
Gezien de naheffingsaanslagen - die zorgen voor verwarring bij Amsterdamse
burgers - komen wij tot de slotsom dat de regels in het nadeel van de kwetsbare
groep burgers is veranderd. Er van uitgaande dat het beleid transparant dient te
zijn heb ik een aantal vragen, zodat ik mijn achterban op de juiste wijze kan
informeren, en tevens dat wij burgers in staat zijn om op dit schijnbaar nieuwe
beleid de nodige acties te kunnen ondernemen.
De nieuwe situatie vergt onder meer de aandacht omdat men nu voor het
aanmelden van een kenteken wel naar het stadsloket kan/moet gaan; maar
vervolgens voor het activeren zich moet bedienen van telefoon of internet.
Graag antwoord op de volgende vragen:
Wanneer is het beleid bij kentekenwijziging passagiersvergunning veranderd ?
Wie is verantwoordelijk voor dit soort besluiten?
Waarom alleen bij deze vergunning ?
Hoe komt zo’n ingrijpende beleidsverandering tot stand ?
Waarom wordt aan deze beleidsverandering geen ruchtbaarheid gegeven?
Heeft de burger de mogelijkheid tot inzage van de stukken hieromtrent ?
Gelet op de discrepantie tussen de informatie voorziening op de website van de
gemeente Amsterdam/stadskantoren enerzijds, de praktijk (naheffingsaanslagen)
anderzijds, kan de burger hiervoor schadeloos gesteld worden ?
In het kader van transparantie en openheid van bestuur zien wij gaarne uw
antwoorden op deze problematiek tegemoet.
Vriendelijke groet,
Namens het Anton de Kom Instituut,
| Raadsadres | 2 | train |
3 Berk
5 ee Pd
ä Én Id
i m
en
_ er
| Almar
wd ee a Een de nn ze Hi | : à had LE Ean EA SNE | |
= Nigt Lade EA ZE me ei oe LE ee ( Ee e al Ei ks in
HE ak RES IE — n ten ME
enh B Ee Z: ee Ër a NN Mr EN h ä hi | ; u
A In / K, f É Rd fn Ed js mi R Ae TA EAN N Dn es, al ® kA EL
dE EN en art
EO UEECMMD :
NS en
Inhoud
1. INLEIDING 4
2. EEN BIJZONDER DEEL VAN HET CENTRUM 8
3. HET AANHELEN VAN EEN BESCHADIGDE BUURT 10
4. PRETTIGE STRATEN, LEEFBARE BUURTEN 16
5. ROUTE NAAR EEN LEEFBARE OOSTELIJKE BINNENSTAD 22
2 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 3
Als onderdeel van de Agenda Amsterdam Autoluw van een ingreep in het verkeerssysteem in dit deel
werkt Amsterdam aan een pilot waarbij de van Amsterdam. Ook agendeert de verkenning de
Weesperstraat voor zes weken afgesloten wordt noodzaak om verder na te denken over de toekomst
voor doorgaand autoverkeer, terwijl bestemmingen van de Oostelijke Binnenstad als geheel.
bereikbaar blijven. Doel van die pilot is het in beeld
brengen van de verkeerskundige effecten van In dit gebied kunnen namelijk veel ambities uit de
een dergelijke ingreep. Op basis daarvan kan een Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en de Aanpak
beslissing genomen worden of een ‘knip’ mogelijk Binnenstad handen en voeten krijgen. Met een
en wenselijk is, of dat andere maatregelen nodig minder dominante bezoekerseconomie, kansen voor
zijn om de negatieve impact van het autoverkeer te meer kwaliteit door slimme verdichting, duurzaam
verminderen. en gezond bewegen, rigoureus vergroenen en meer
betrokkenheid van buurtbewoners, ondernemers
We onderzoeken een afsluiting van de Weesperstraat en instellingen. De kansen voor samenwerking en
omdat deze ingreep veel kan betekenen voor het verbetering van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit
verbeteren van de leefbaarheid en luchtkwaliteit en zijn groot. Niet alleen rond de Weesperstraat en
van de kwaliteit van de openbare ruimte en langzaam Valkenburgerstraat. In het hele gebied zit veel energie
verkeerroutes. Bij de gemeenteraad is behoefte bij bewoners, ondernemers en instellingen. Dat is
aan een beeld van wat die kwaliteitsverbetering kan mede duidelijk geworden tijdens twee buurtavonden
zijn. De raad heeft daarom bij het vaststellen van de in juni en tijdens gesprekken die we hebben gevoerd
Agenda Autoluw aan het college van B en W gevraagd met instellingen en samenwerkingsverbanden in de
om naast het verkeersonderzoek ook de kansen voor Oostelijke Binnenstad.
verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit in de
Oostelijke Binnenstad in beeld te brengen. Een breed gedeeld toekomstbeeld is een onmisbare hr De Ws ES B
basis voor een betere Oostelijke Binnenstad voor RK a 5, 3 g RN WP | Dec ADN
De pilot Knip Weesperstraat is als gevolg van de bewoners, gebruikers en instellingen en ondernemers be Ki | le 5 PN Nerd lj sle
coronapandemie uitgesteld tot begin 2023. Maar In zo'n toekomstbeeld zal ook het verkeersvraagstuk Aln Ae A d 0 KD Í iN Á ida en EL EE Ù cald ADE
aan de vraag van de raad om de kansen voor de een plek moeten krijgen. We sluiten deze verkenning Bih dat JN Nan JEAN LI ek RE AD mk js NE E
Oostelijke Binnenstad in beeld te brengen komen af met een korte beschrijving van mogelijke Se ke 28 KA Kie ee il ZN a AE 1 ij ij TTE EEE Ian ein GES TE
we met voorliggende verkenning nu al tegemoet. In verkeersingrepen. Omdat hierover veel vragen leven Ë due ci Rig f À. ON Wd ke Eh f EN TER NE ji L pen LE a age. “-
dit boekje schetsen we aan de hand van impressies bij bewoners en ondernemers en we willen laten JE fl tn ad Et Bld | dij ae IL ha oM EE gl AR, len OT
en kaartbeelden hoe een autoluwere inrichting van zien dat er meer ingrepen mogelijk zijn dan alleen si Bt} tie EE | a Fn 4 pand EE en jm
de Weesperstraat-Valkenburgerstraat eruit kan zien. een harde knip. De uitwerking van deze ingrepen : De en nn EE. mt en ml 5 en a en a
Deze beelden zijn geen ontwerpen of eerste fase in concrete maatregelen zal onderdeel zijn van de d l pr ark NA ik | : E En n ij nt
van een verder planproces. Ze dienen als inspiratie evaluatie van de Pilot Knip Weesperstraat. ee a hm _ en =
en input voor de discussie over nut en noodzaak
4 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 5
. . . 1E
Bu urtontwi kkeling 1 876-201 6: 1: De Rapenburgerstraat in 1898 er DN
vanaf de Muiderstraat richting dia É Ee - í
: : B dense u ( oaf
schaalvergroting en fragmentatie Rapenburgerplein. Deze straat U
fungeerde als verbindingsroute tussen TT bn ERS, a
zn, de Oostelijke Eilanden en de rest van de 1 a tn A EE PE | HEI
Men = binnenstad. Foto: Stadsarchief in ri E Ó TS ha 4, i zi il
% Marineterrein SG pn. Oostelijke Eiland Ô e oe _ Ad Ad Ô | Ad Bee it
& GE ostelijke Eilanden Ü zi Ì TER |E Bid P, RAe a
$ SA pe NE SE Sn |
OE STe aj
& N Ge a ® LAPPEN) His:
PK OE A O anr nst 5
ee CE HS Urval |
EE LS £ MIS CE 7 er Á ye it iN
A A ok SS 4 ® Ë # SN Es # . ei 0 3 £ h
Ste, 3% pd hs ol AN 1
Ns ab a. dl as:
Ve VOL RS |
nn & GS Áo End le, it 7 X / 2: De Weesperstraat in 1954. Met de sloop van de bebouwing
Cà A ä Pae Artis hs LE » “An \ fi ten behoeve van de verbreding was al begonnen. Deze smalle
ge Hortus & 5 nt / MW . Ik straat vol kleine middenstanders veranderde in een brede
: ed ONS # Nn a HR
e AN ef No Am ‘e mt HE Ï verkeersweg, geflakeerd door grote kantoorgebouwen. Foto:
" kn ‘ Schaal van de bebouwi NN Í hief
CE „4E ref chaal van de bebouwing Nei Ri Stadsarchie
t E ad * xs Mm NES Û ab
rt a &e det 2 Ss B AA ho 5 "f EO MN 7 3: De Mozes en Aäronkerk aan het Waterlooplein. Deze kerk
se ee Ta VEN li - \ Pe U , stond ingesloten tussen bebouwing. Een heel andere situatie
ee - Ens l IRA: á huidi IJ … ,
À s ris ee EN _ zi _& Ü Is Pr dan de huidige, waarbij de zijgevel als pleinwand van het Mr.
5 erÂ É - xm „| ph Ged pr Visserplein is komen bloot te liggen. Foto: Stadsarchief
ge Vr Ee Ates
Weesperplein | ie ie oe ij 4 (A
s | 4 fa erts Bi
u en en RN |
Oostelijke Binnenstad 1876: Op deze kaarten is te zien hoe de bebouwing van overwegend kleinschalig (donkerrood) Î fe - 5 27 eh Ren TI
veranderde naar overwegend grootschalig (lichtrood). De historische structuur van straten en grachten werd MES SEA
doorbroken met de sanering van de oude haveneilanden, de aanleg van het IJtunneltracé over de Weesperstraat en 2
Valkenburgerstraat en de bouw van de metro. el RK Ez Pee EE ET
hen I= 4 | F En, ne
L Er A A e È dk Ke Ee wen Gj on 8 a
8 8 5 Nt ze AN Ee Ee …
ma, . rz. En mk half se ï z EE El Ee al ee E od me :
an E De | Vazen Ee | en HER en
on n STe E Ï k A nn WN en Dn are 2 Ê is Ee
On ° Dr Ë in a B hee a A ehm Ne
A Bn En | Enk ee em oe _ eek En a ren ek de Ki —k
n { Ea E Cp Ts es Tr ds nf Ene a | | as IAS zi Ë 5 EE !
LL) … \ à Dm een Bn Ee ned ON Ln Aim. ESR ha J Ee Ee ie rig En
Dj s N 2, “a Mea mmo mr An C | NE RE A
' - ONES Mi Ne B Men
> wien 0 AIR SAS 8 7 TEVON. O2 Geen rk MEN En
” ADN BFN admin EO On
% & 7 ‘ ik: He et En
NS i ke Ys 2 e % 5 an | MEN Bi LL ir „me 7e Eje > id ei k \ ee en en rt en
E P 6 OG SS 4 ent hl le at iP ele, en et
Sr ne ZN SAN Ke Oe Vree en EN
ESE Sir A Din IA % ee sin
“ ) al
LTD e S, Re OS AIS 2 3 ‘
en nr Son SP at _ KLIER 1 PIT
57 Rn AA PEET
| Bs, 3 on „aen f dg ne: ir Pi: Jen creme ef ee de 4: De verbreding van de
S Aa ® Dr “ S & ©, te me en à RE en Ld HIA Re ED U ru he, Valkenburgerstraat en demping van de
oper ge Horij: bg Artis no Dr © ne ra €) R SE) ed tk an Valkenburgergracht tijdens de bouw van
x We & on ® / ES _ me Ne nf Mn er NRE liae de IJtunnel. Foto: Stadsarchief
(\ Rs & it tì Le p Ë Î° Schaal van de bebouwing 5 AN, me 4 jj nen BENEN ir rd
Sen LE Ne ES Dn dE Kk Pm Ea
ee EJ e Dr Dr N AA eN ij je fl kn 5 5: Na de aanleg van het IJtunneltracé
5 Pe, es XS mi ie Ee | a Nap Nt MP NN i 8 Ke g
u ÓR Dn £ ES A , KP Pr | JIER zorgden in de jaren 70 de sanering van
En i *e e < 5 Le Ô ee a VO Ne eN En , .
A Ö 8 5 u = ne ren nl AM het eiland Vlooienburg (nu de Stopera)
zl zi EN _ EE SS ES Pl W nr cal BES en de bouw van de Oostlijn van de
5 ee TI eN 4 UE SN Ae tk nn ns sti. | metro voor nog meer kaalslag. Foto:
Es el XL El % me PE wed} (7 if OS Stadsarchief
Weesperplein il DP Ke A5 PG 4 Db | | fd EN id SS
PN df NOR ) AN „AS
Oostelijke Binnenstad 2016: Dit deel van de stad blijft ondanks de grote veranderingen in de afgelopen 150 jaar een pg ge SAR er PS Lr EL tn GEL
bijzondere verzameling buurten, de meeste met een relatief rustig en groen karakter. Cd Een Sd Ln f
5
6 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 7
1E 1/
ON hi
um) id
U nn a nn,
nn? ann:
df Ban
Te n
í
2. Een bijzonder deel van het centrum . N | L
à A AE E De Ó /,
. . . . . . PA if 2 SO
Amsterdam ontwikkelt zich tot een meerkernige stad. Dat biedt nieuwe perspectieven voor \ à SE Jl
sn: Or: SIL SD
de Oostelijke Binnenstad. Tegenover meer levendigheid in andere delen van Amsterdam staat Sn, 24 Á AN
PS
een mogelijkheid om in dit deel van het centrum de lokale kwaliteit te versterken en tegelijk LON) RS d
j Rf wgn
de betekenis voor Amsterdam als geheel te vergroten. Een autoluwere Weesperstraat en Ti Ee / EN G
« « ST 3 î ne Sn , n
Valkenburgerstraat kan dit aanjagen. B
À Sn
A NEN
. . … ze LJ
Een verzameling buurten De Valkenburgerstraat wordt hierbij vaak als (slecht) A 8 8
De Oostelijke Binnenstad laat zich niet gemakkelijk voorbeeld genoemd, terwijl de Weesperstraat hoog sh 5 a en instellingen
" . Onderwijs instellingen
in één beeld vangen. Ook functioneel bestaat het scoort als lelijkste straat van Amsterdam. De relatieve \nt an IN eeens
gebied uit een aantal zeer verschillende sferen. Zo rust in de Oostelijke Binnenstad is zonder enige twijfel u Ni za Transformatie openbare ruimte
… « et 4 == == P Know Ï ri
is de Waterloopleinbuurt echt onderdeel van het een belangrijke onderscheidende karakteristiek. Maar VLe = deme pKnowledge Mile Park
stadscentrum en trekken de bekende rommelmarkt de geringe ruimtelijke kwaliteit en de primaat van het a
en de maatschappelijke en culturele instellingen wegverkeer maken dat het gebied — met uitzondering stakehold intelik mn bied lend derwisinstelf
. van de Plantage met als groen middelpunt Artis — takeholders en ruimtelijke projecten: In het gebied Is een opvallende concentratie van onderwijsinstellingen en
veel bezoekers. Het beeld van de dichtbebouwde . Ô . 9 it al u h culturele voorzieningen. Nieuwe ontwikkelingen op het Marineterrein en Oostenburg versterken het karakter als
Weesperbuurt wordt sterk bepaald door grote evenmin een functie vervult als tegenhanger van het woonwerkgebied en kenniscluster
kantoorgebouwen langs de Weesperstraat. De dynamische en bruisende stadshart.
groene Plantage is naast aantrekkelijke woonbuurt De _ . „
. d b . . . plannen en initiatieven naar voren gebracht om Voorbij deze lokale winst liggen in de Oostelijke
in toenemende mate een bestemming voor Een gebied in beweging na ‚
cultuurzoekers, terwijl op Roeterseiland de de kwaliteit te verbeteren. De Hogeschool van Binnenstad kansen voor het centrum en Amsterdam als
laatste hand gelegd wordt aan één van de twee De afgelopen jaren hebben belanghebbenden en Amsterdam en de ondernemers langs de as geheel. Een autoluwere Wibautstraat, Weesperstraat
binnenstadcampussen van de Universiteit van bewoners in het gebied zich verenigd en diverse Amstelplein-Wibautstraat-Weesperstraat maken onder en Valkenburgerstraat kan in plaats van een scheidslijn
Amsterdam. De buurt rondom de Valkenburgerstraat de noemer Knowledge Mile werk van de ontwikkeling een verbindend element worden. Binnen dit deel
is vooral woonwijk met aan de Valkenburgerstraat SN SA Kn van deze as tot innovatiedistrict. Culturele instellingen van de stad, waarbij ook andere routes als de
Ik D hotel k NK \ in de Plantage en aan de Amstel werken samen Plantage Middenlaan en Kerkstraat meer kwaliteit
zelf een concentratie aan hotels. Het Oosterdo EE 7 . . :
. . . Ve _ TS onder de noemer Plantage aan de Amstel en Joodse krijgen en instellingen als Artis en de HvA beter
is de laatste jaren sterk op het Centraal Station ss Ar . . | 7 . ’
georiënteerd geraakt. Daar is een stuk stad ontstaan PSN Rn B) culturele instellingen rond het Jonas Daniël Meijerplein verbonden worden met hun ongeving. Maar ook op
waar gewerkt en gewoond wordt en culturele ef nf ZA Ke EE JJ Se eN hebben zich verenigd in het Joods Cultureel de schaal van Amsterdam als geheel. Als stadsstraat
instelli | b k kk ier li k ij AT PS DE A =S, Kwartier. Hier is recent het Namenmonument aan de die buurten en stadsdelen met elkaar verbindt —
nste ingen vee” bezoekers te «en. Hier 'Igt 00 ef) IE Sef v JL E Weesperstraat nog aan toegevoegd Centrum, Oost en op langere termijn via een stadslaan
het Marineterrein, dat zich de komende jaren verder Ne LS 4 ER Sd ' '
EN Er SE | Gooiseweg zelfs met Zuidoost. Figuurlijk kan een
ontwikkelt tot kenniskwartier met ruimte voor wonen, ZEN 4 eN Le a An, Pe em: 7 U | we v Ik b
SEN li Al En iS . . .
innovatie en ondernemen. 8 OR TA e Ee esn De Oostelijke Binnenstad in Amsterdam auto Uwe _ eesperstraat en â enburgerstraat een
Sl Ter A ie . . ___aanjager zijn voor samenwerking tussen culturele
WN Tei VE Ae ON B \ Bewoners vragen al jaren aandacht voor de dominantie . . .
SL Seed St EN, ti : ct het k Bedri voorzieningen, kennisinstellingen, ondernemers en
. … . AC WK ha B , … . .
De ruimtelijke samenhang tussen de verschillende F NA Ì En IN on NEGSTEVE INP et ° ledae ie ° mot oe bewoners, waardoor de Oostelijke Binnenstad binnen
buurten in de Oostelijke Binnenstad is niet altijd \ a DA ; We À EN 4 gemeente venen in het en edge Mi eee methet „msterdam een duidelijk eigen kleuring krijgt. De
ur À \ He NS Ï ij en: eet .
vanzelfsprekend. Routes zijn gefragmenteerd en À Ä NZ Y B # het verras van de ee Vel ruimte De eemjven ne huidige karakteristieken van het gebied geven voor de
weinig logisch of aantrekkelijk. De rijkdom aan sferen z ä U EER S Ke Á et hot W van de elk van es vore mwa S&N invulling daarvan volop inspiratie: een aantrekkelijke
sac: : eas JE À A en. » % De ijk is. Ï . . . _. .
en functies is een gegeven en een gebiedskwaliteit. TT a a k Ee voorschot op wat er mogelijk is. In deze verkenning combinatie van wonen in de luwte, kennisinstellingen
Maar deels is het ook een gevolg van ruimtelijke J ZN if EN Se ‚ laten we zien wat een situatie met minder autoverkeer en innovatieve bedrijvigheid en culturele
ingrepen uit het verleden, waarvan de uitwerking lang \ 8 straks en later op kan leveren: meer groene kwaliteit voorzieningen. Een gebied dat door groene openbare
niet altijd positief is geweest. Bewoners geven aan DD in de openbare ruimte, betere en veilige routes voor ruimten gekenmerkt wordt, straten en pleinen waar je
bepaalde delen in het gebied te mijden, vanwege oo . nd langzaam verkeer en ov, stedenbouwkundige reparatie als buurtbewoner en Amsterdammer graag komt.
sociale (on)veiligheid, slechte oversteekbaarheid en Verbinding met de stad: De ligging van de en nieuwe plekken voor wonen en werken en lokaal
1 Oostelijke Binnenstad in het netwerk van doorgaande d h
het ontbreken van voorzieningen. langzaamverkeerroutes ondernemerschap.
8 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 9
\
1
A Í
2 7 |
3. H hel / mm 5 /
. et aanhelen van een 4 ne bi ken If
4 in li
. Dn. nen En U ii
/ < pn We GS ‚0
beschadigde buurt DY \ NN NA Lan fe
oe B LZ \ ==, == _HLy
NIE N í \ _ nn
. . . . . … 3 Mh Í em
Een situatie met veel minder autoverkeer biedt in de Oostelijke k fo Sas / 2 SR = Huy
! \ SE A UI S= an Ly
. … . / \ ZE Se TS
Binnenstad volop mogelijkheden voor verbetering van de hi \ & Í Sn "
/ \ & | En
kwaliteit van de openbare ruimte, langzaamverkeerroutes en / * SS 5 [ en
N Se
reparatie van rafelranden, die ontstonden na de aanleg van de ‚N kh ak le So
Va, Ù 8 \ ea IN jg =—
IJtunnel. 5) Lj ke #,
[ N z
/ Je { AAN KR RS
De plekken waar een ingreep herstelt hier een historische buurt. TATT me / JC PS 7
in het autonetwerk de meeste En de IJtunnelmond wordt een SS Sti, £y í Ra pe n AN 01 be Zij
mogelijkheden tot een andere aantrekkelijk element in het rondje ie C A S en Se Ö SE d
Ze 5 Pf
inrichting en gebruik van de ruimte Oosterdok. en Í ZZ SK ' RK
. . S= | ZA IN > sn ee -
biedt liggen op het IJtunneltracé. sl DL SS JL eN
. …. . . … STE Ht 27 Ng 5 £ Si
en omnes er ziee Voor de hele Oostelijke B rd N25 AS S En, he
\ pr A Re
ww ting het EEM: Ve ° lei Binnenstad betekent minder IN 5 N NW PE 6 A
6 1 5 S
eesperstraat, het Mr. Isserp ein, doorgaand autoverkeer dat M Vi | . ek} Z BAMA Le IS Ned A
de Valkenburgerstraat, de (nieuwe) r. ISse rp ein De 2e Se pe Sy Nn, A
‚ de interne samenhang en S B es 4 En. Je $ DN en 7
Foeliestraat en de IJtunnelmond. En . NE RE 50 2 4 JE nn > en, #9
4 e h kwaliteit van de openbare ruimte he de De Ae bj A ne. En Le
i Î rg ) 5 > 5 TE Ns
8 eze Ver Sale. 4 en ie ons sterk zal toenemen. Een losse AP A rd G J Sax SE 2
. « S ee Z
aarom speciaa” op Ge Peen. verzameling buurten gaat weer TARS Z Js EE SN Sr f
# SS 8 35 O7 | Mevr ee
een samenhangend deel van JD OS end ‚ft Sr rn
. 4 N EE ps Ee 2
Overal liggen kansen de stad vormen. Straten en SE SL 4 rr 4 # Ser P En EE
. > SLIPS i he Ee Ied
Maar ook in andere delen van de pleinen kunnen een groenere ven, SI oe S 4 5 ENE
… . … . « « == Le LN Ee oe’ — ee ee
Oostelijke Binnenstad ontstaan na en verblijfsvriendelijke inrichting i < g mn C Mi à nt /) A Lp DN
… . . . 1 k AKN a 2
een ingreep in het verkeersnetwerk _ krijgen en door slimme verdichting | ge RN ze 5 ae 6
mogelijkheden. Dit geldt met name kan het beschadigd stedelijk IN | a UL SS en D,
voor de routes die het IJtunneltracé weefsel hersteld worden. Ee ZN SE £
kruisen. Deze worden vanwege een ne Ra Je SS B ES
gemakkelijke oversteekbaarheid Beelden ter inspiratie Nn 1 Ne £
aantrekkelijker, zoals de Nieuwe Oo . ZA k / e ed
Precieze invulling van de ge \ Wie Ì gen IS
Kerkstraat-Plantage Kerklaan, de . Ne, IC B SD gr
openbare ruimte en de vorm ve an ee rt u
Jodenbreestraat-Muiderstraat- en \ sd \ nn a%
van eventuele verdichting \ We k en gn /
Plantage Middenlaan en het . . î Me \ Bt
vraagt om nadere uitwerking he A
Waterlooplein-Zuidzijde. Het . \ KS pe
dt di h en een goede afstemming met \ tn gn
ha en ge K it op het belanghebbenden. De beelden N ee
eiland Kapenburg, dat nu nog die we hier presenteren zijn Wees arr et fS ep
doorsneden wordt door de dive nadrukkelijk ter inspiratie en om de ep” ln Van barrière tot verbinder van buurten
under richting de IJtunnel. Een di . d Be p L Deze verkenning richt zich op de mogelijkheden die
situatie met minder autoverkeer iscussie te voeden. Ee “4 sf een situatie met veel minder autoverkeer biedt langs
het IJtunneltracé; de haak tussen Weesperplein en
IJtunnelmond. Speciale aandacht hebben we voor de
pleinen en tussenliggende straten.
10 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 11
e — een
Pipe ik in. en A a Weesperplein en Weesperstraat
wen E ik Ka : s iiggen ze
kan In een situatie zonder doorgaand de Weesperstraat zijn ver-
r autoverkeer verandert de schillende profielen denkbaar.
en Ane hr: Ed en EN et ij Weesperstraat in een levendige, Een voortzetting van de
Tast | mii EE ei af pn — A et ni arn maar qua autoverkeer veel middenberm met bomen, vanuit
‚ En Egge En TE el NE rustigere stadsstraat met de Wibautstraat richting Mr.
n= 7 San Ei ETM elf GEE EN hr tweerichtingsverkeer en een 30km- _ Visserplein bijvoorbeeld, maar
Ef A PT EE a 1 Liber GEL Tin f ee
E in Nr A rid fl ne ni ln, TI UD Tr: É inrichting. Dat betekent dat in het ook een eenvoudige 30km-straat
AZ \ PE nl \d a Li} Te Wer Sl ildedea ruime profiel plek is voor meer met riante trottoirs is logisch. In
| Tl CD), ik fe 4 [ ei í 8 SS kl groen en verblijfsmogelijkheden. alle gevallen vraagt een autoluwe
mp SN Se mer ES AE | rr or EE Het Weesperplein wordt nu voor Weesperstraat ook om een visie
NET a PR) mii Si &
si EN soo EN EE hin Rijn HN Ei ontdane Eù het overgrote deel in beslag op de functie van gebouwen aan
Lal nt dr noon Reg saaf ‘ ORE Tirage a genomen door verkeersruimte deze straat. Deze bestaat deels
Ntone, dt tig OP ene | : f
EED gea el leeeel de pd Tr | Ie tn MeT EN NAE voor auto, fiets en ov. Deze ruimte _ uit verouderde kantoorgebouwen
Or Ein and Ju 1 goa If pO Ee verandert voor een groot deel in met weinig aantrekkelijke puien
E Ving en 7 | ib 5 5 SIS openbare ruimte waar plek is voor en weinig publieksfuncties. ee
8 Af ENT BERNINI is CR) En ' verblijven bomen en straatgroen. Recente renovaties van het DN
/ WW B 4 À AN he e Het Weesperplein wordt daarmee __Metropoolgebouw over de Mises IN EE en
nn : R it / Os 4 EN ook werkelijk een plein. Nieuwe Kerkstraat laten zien id Jee EA en
EN Al ÁR A SNN Û hoeveel verschil levendigheid inde Rs le A Sd eel
\ nf Nd PE ie
| f\ Nn, AND se . gebouwplint maakt. Een levendige ee ain: HE Te re 3
bh \ ar ON Ke À De inrichting van het Weesperplein ì nd JR Ne
rf De NN es . en aantrekkelijke Weesperstraat fenn ak
\ 7, \ NN g ì met veel schaduwgevende ‚ . PS een RR
od | ” \ J/ bomen ligt voor de hand. In is onmisbaar voor een geslaagde mr EN id
En Le nie N\ N ea ’ Wibautas
0 7 N eG Mn: &N MAA Te
me (A Heh NN |
Impressie IJtunnelmond: Zicht vanaf Nemo richting het Waterlooplein. Ee SES if Eh Tt Ten ui u on re Liere
df 5 ede en TEM COT Ll
ur ef ee gn
= ee Tie IR
mmm er U en
01 Rapenburg en de IJtunnelmond B _NN En zl Bl U WER A far ins
Dn ee en EC | F Ei - Td | [ 5
Ee PF |E) / EER dk 5
EE Ë Er SIN EEEN 5 Fi eN
Als doorgaand verkeer verdwijnt Valkenburgerstraat en het pleintje Ee En amd ’ú AE 4 mi A NA ú ( jn ee Ù SE
Ed MR eN ol 5 5: om | Er Ee EEN
ontstaat de mogelijkheid het naast de brandweerkazerne worden fsf (An Ls rd SATE Pa MN Ef | KN ON br E See
ruimtebeslag van de IJtunnelmond _ aantrekkelijke, groene openbare sr mk AGS hen Zi ui Wi Op ijt | kn ia RTE Aen edejt
ge N \ X h và Es pen = fl Ee R pe yy: al from =d k P TI | I 4
flink te verkleinen. Op het eiland ruimten. eN S NA : \ u k Z 5 Re Ee it Ef Af { el DCE N SB 0 ln CA EN A SE
. 8 tE ReN en „£ U (AARS Std f NE AEN AS NS ES NIC EUT ADL
Rapenburg kan het gat in de 7 h A no un hij Nat in ' :\ ZEN NEE DONE ond) OAD goan
bebouwing, dat in de jaren 50 Op het schiereiland richtin LZ uu oe ep ed en oren Bapa d À 5 NNS
geslagen werd bij de bouw van oe | bit NEMO 9 EN u ui a OE es s oe N ge REK Sem DE De
de IJtunnel, gerepareerd worden Tanne”, Di ‚ontstaat ae GE Ee de NN d pel eN Ù et B, pars Aon dy Hebe:
5 ' ’ de mogelijkheid voor groen ri u Ia E ij Ee, PEN « 3 se intins Cà AT alan arie
e bouwblokken kunnen op en bijzondere voorzieningen Tj A Be, 5 je md ZA plas Me
. ed Ó ) = dl I
vanzelfsprekende wijze afgemaakt Ondergronds zou hier eventueel eeens ff EN ef \ ALS N SD as
worden met nieuwe bebouwing, plek gemaakt kunnen worden TE 5 Ji Pi IN den IN î \ EN PN
EER dn EN ï EE
die begeleiding vormt voor voor een distributiehub, die is) , \ NN | \ ef | È
1 Ì Je ) | a \ 7
aangename straten. Rapenburg direct toegankelijk is vanuit de n N KO | | Td ij} s Á 8
wordt zo weer een eenheid en het IJtunnel. Hier kunnen goederen | ni ü g | \
kruispunt met de Prins Hendrikkade ° . . zj pn p B f
7 Oe met als bestemming de binnenstad | / IED GE: De 5
krijgt een groenere inrichting worden overgeslagen van zware UE ers rj 5 LAN
met veel (oversteek)ruimte voor vrachtwagens op lichte, elektrische En == $ k dà MW Ten
voetgangers en fietsers. De . . . . , -
vervoermiddelen. Impressie Weesperplein en Weesperstraat: Zicht vanaf de Amstelcampus van HvA naar het Mr. Visserplein.
12 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 13
B Í DN j bl k DEE elke
Deze open ruimte in het hart van de a Bie ge 8 gs A sdh ha RE > 5
Sk SS GER EN nn RR Ih (ke PN
vroegere Joodse buurt is in naam een _ i zn il ln zn E he Mr, ‘
ì Sn We : al Re SOA +
plein, maar vervult deze functie slechts 4 D, e lt re A tbe kad Blauwbrug '
. S een SAR ES WR NME MBE pen Â
zeer beperkt. Dat heeft niet alleen te EE Li Cn en te # VOL ZEN KEEK SMEED 2) Oi
ij i hs de 5 E ì í Roe) SN & U d
maken met de zes rijstroken die de We DF al © be Cid Or Rossen
Valkenburgerstraat verbinden met de ba peel rr DRL /
Weesperstraat en het Waterlooplein. es ; A 30 fs Á At EWT Ok
De pleininrichting speelt een rol: een een ir Bed d G A ENE Koen, Ei /
trambaan en het dak van de kelder onder Et bed FE ri BL) \ p
RES rt er 4 )
het plein, waarop geen bomen kunnen LEEN) rte LP ;
groeien. Kellen lead | rd oe
ED S ARK et, Le û É & se pn Pi
lg En hdd We Ee si Ây ‘
re D= Me) Po ‘ D
Ook vormen de gebouwen rondom het Mr. Ts Le nf i 3 4 ks Ee Se i
isserplein nauwelijks echte pleinwanden. en ú ER % an 3 ei) Je NE,
en, lid A 7 RC
Deze ruimte is tot in de jaren 60 dan ook es Ut SSD en & 5 di
altijd bebouwd geweest. De Academie ee Er EE AS red
SAN SL iss Ù
van Bouwkunst en de Portugese Synagoge Se NS) CN A op Sp ,
GAAT WIE U gs À
stonden langs relatief smalle straten, de Mt re ST LS A 8 lg ti : Nieuwmarkt
5 Win ha A Re \ Prins Hendrikkade
Mozes en Aäronkerk werd geflankeerd gE En 4 Vie 2
: A Se dad |
door bebouwing, Zelfs de later gebouwde FA] We
Film- en Televisieacademie lijkt met zijn Detail van de vogelvlucht die L.J.B. Wiessner als tekenaar bij Publieke
gesloten glazen gevel voor te sorteren op Werken maakte van het Schemaplan voor Verkeersverbeteringen (1 931), met nieuwe bebouwing langs Weesperstraat,
toekomstig bebouwing aan de overzijde. Muiderstraat en Valkenburgerstraat en een bouwblok op het Mr. Visserplein. Bron: Stadsarchief
Voor een invulling van het Mr. Visserplein 8 die Pin a La pr an ma
zijn in het verleden veel plannen KE RA, - ke Een 5 a EN ‚_ ea
emaakt. Een nieuwe invulling moet Dn La, aak: bl dj el aa rk ai
g : g Ae, Gi” de , _ _ Valkenburgerstraat ml er
straks omliggende straten omlijsten en eg Î # Ps a 5 B. al pn | 5 Î
- . . - ie ze Kn ol at , A AE En hal Ee n
structuur geven aan de fietsroutes die hier ij SG D iP pe Ee ball
samenkomen. Hoe dat vorm kan krijgen \T- Zp SA Si B Ld er a Bj Dn Ee
‘ ‘ Nd A Waag. 5 a AM P js
vraagt om nadere studie en een stevige ESE (n SET 5 nt en zi 8 |=
maatschappelijke discussie. Om het Ai LL CEN 8 lesee « eeen
gesprek te openen presenteren we hier LB EE mf), et | ai tn OE
. ee „OEE A, EEn en oa hmida ==
drie mogelijke inrichtingsprincipes. 5 CAE hm NI NO’ NO An
mi, En Dn nae Heede f ER 4 TN En 4 B Ber
b
Pi
Rans Era, Ben À FP
Blauwbrug Pd
n P
p P 4
Nog zonder bouwplan voor een nieuw stadhuis op Vlooienburg en met
behoud van de bebouwing op het Mr. Visserplein. In de hieropvolgende jaren werden de plannen voor vernieuwing
steeds radicaler. Foto: Stadsarchief
14 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 15
PEER PAT B Ee
1: In de nieuwe Omgevingsvisie OT ARNE UN En a ; 5
Amsterdam 2050 is rigoureus EREN ZOER nn En
vergroenen één van de strategische Ede Jt AT Oil en
Ee: E ke al iT A LD
keuzes. DE Pa If ER ele Ee
Ee
: . he | CE EN
4. Prettige straten, leefbare buurten Op de Weteringschans en het Ri il Ve ie
Ï Frederiksplein is te zien hoe dat in de En Zed IMT II a bol, ORE: TAN
openbare ruimte zijn beslag kan krijgen. ien Or ee vm De NS
7 ‚ ) ten Aer Li vn 5 Al B ien Ai A praeje SEE
Op straatniveau zal in een situatie met veel minder autoverkeer de verandering met meest Een situatie met minder autoverkeer B en i NN ae S A mma
en lagere snelheden kan in straten en EE Zeg
ingrijpend zijn. Straten en pleinen, waar de sfeer nu grotendeels bepaald wordt door het op pleinen veel ruimte opleveren, die en sen PPE nm
behalve aan verblijven plek biedt aan NE En CS itt ke |
voortrazend autoverkeer, zijn straks groen ingerichte verblijfsgebieden. De auto is daar te gast bomen en planten. RR Ens RL Re vi Aen ch
EN Ee Ek re eN
jui ! k d. kkelijk d. In plaat: barrië DE EED EE ND
en juist voor tangzaam verkeer worden aantrekke IKE routes gevorma. mm piaats van darrieres 1
worden het verbinders: de plek waar de buurten van de Oostelijke Binnenstad elkaar raken en BES ze er
Te Ll 4
& ef 4 ’ : ii
waar bewoners, bezoekers, studenten en werknemers elkaar ontmoeten. 9 de E: Ee 2: In een steeds drukkere stad zijn
IS E Ee rustige plekken van het grootste
g Pr! belang. In de Oostelijk Binnenstad zijn
NEE
De kwaliteit van een straat als ontmoetingsruimte Naast ruimte voor verblijven komt er plek vrij voor d 3 zh Ù de Hoftuin achter de Hermitage en het
hangt niet alleen samen met de inrichting van de groen. Een groenere inrichting van straten in de stad en ek i __ den Gn mn voorneerden van beschutte, in
. . . . … … . h SE ms eN nd Ee Ge uwte gelegen groene ruimten.
openbare ruimte. Ook de functies langs een straat is een uitdrukkelijk doel. In de Oostelijke Binnenstad Ee EE 7 ar eN 2 ° geregen 9
spelen hierin een hoofdrol. In beide opzichten is is met het project Knowledge Mile Park een serieus q ian | 7 IR Ear MES 5 eh E
… . . ET Nt A AN et Í É
er langs de belangrijkste straten in de Oostelijke begin gemaakt met vergroenen van de Weesperstraat An mnd mA Ek A | |
Binnenstad nog een wereld te winnen. en Valkenburgerstraat. Een situatie met veel minder he eN A Aan É
. POE Ee en Zj sh ON mm 5 e
autoverkeer maakt echter een radicaal andere ee 5 ACO Î
Het gevoel dat dit deel van het centrum uit een inrichting van straten en pleinen mogelijk. Met nog welinbnen zr en
verzameling losse buurten bestaat wordt zeer meer groeiruimte voor bomen en planten. 4 Ri, Ne
versterkt door het feit dat de Weesperstraat en 2 _
Valkenburgerstraat op dit moment geen plekken zijn Op de volgende pagina's laten we zien hoe een ‚ ‚
or . à ERE TE NL LW ENNE
waar buurten elkaar raken en bewoners, bezoekers andere inrichting van de Weesperstraat en de OB ne HT 5 â je SEEN EE
LRE es A EN EV
en werknemers van bedrijven en instellingen elkaar Valkenburgerstraat eruit kan zien. Aan de hand van Eee A Re KL hen Bee ER
ontmoeten. Ze vormen juist onaantrekkelijke barrières, een aantal impressies wordt een beeld gegeven KRS de nae ij We el ig De SN JR
waar buurten met hun rug naar toe staan. In de van de mogelijkheden die een autoluwe Oostelijke En Ee SA | BE ante Ì OR.
tin? : : : . RR Lo $ Nc 8 và ee Pd Ee, 5 Ki , Ear en et ie vi hekel, d A Ee We ll Ë
woorden van bewoners: deze straten zijn ‘een litteken Binnenstad biedt om leefbare, levendige en groene d EL red En free a nt se Kas f
in de stad ’, plekken die gemeden worden door de straten te maken. Pe Bie ER A ani | ka alt en We É En 8
…. … p bal En ep : Mn en de ob ek
buurt tenzij je er moet zijn. ee eN kam > in © 85 ele lt
In een autoluwe situatie houdt het verkeer zijn plek EEn EE mnd; Î EI A Ze hi DD MEE
In een autoluwe situatie kan dit radicaal veranderen. in de openbare ruimte. In de meeste straten zullen ad ben d B ‚RN ES Nel LE 4e en -
Minder auto's en langere snelheden betekent in auto’s blijven rijden, al zijn het er veel minder en Es b maman mee gel A IE e= zijd We
straten meer ruimte voor ontmoeten, werken en is de snelheid lager. Noodzakelijk verkeer, zoals | hi " mm ria ASTM Ii.
… . . . . a | | | E 8 3 j ]
verblijven in een omgeving met minder overlast goederenvervoer, nood- en hulpdiensten en mensen Di | ‘NE 1 | k
B | | 3 | IE Sn NOA |
door geluid en geur. In zo'n omgeving kunnen met een beperking houden toegang tot hun pe Pee, | NRU
voorzieningen floreren: winkels, restaurants bestemmingen. Ook fietsers en nieuwe vormen van Oe | £ mate | 5 3: G baan bij h
: . … î Í me | O En EEn : Groene trambaan bij het
en cafés. Dit schept ook mogelijkheden voor licht, schoon vervoer zullen gebruik maken van de Se a: € | _ Wertheimpark. Door deze slimme
lokale ondernemers. Bovenal betekent het een straten. Dat is de reden dat we geen toekomstbeelden El] ET = ingreep zijn het Wertheimpark en
aantrekkelijkere omgeving om in te wonen, te werken, getekend hebben met een erf- of volledig groene ziek 5 . 0 de naastgelegen Hortus visueel
te studeren en om te bezoeken. Nieuwe cafés en inrichting. De Oostelijke Binnenstad is onderdeel van î aen Zar engen ee
' | ERM eworden.
lunchrooms hebben op die manier als leven gebracht het Amsterdamse stadscentrum. In een stedelijke PE EERE ke 9
in gebouwplinten langs de Weesperstraat. omgeving zijn passanten een gegeven. Daarom gaan ri mA en 5 Ei 4: De herinrichting van straten met
we uit van straten en niet van bijvoorbeeld woonerven Ree herkenbare en duurzame materialen is
met een shared space-inrichtin A : niet alleen mooi, maar zorgt ook voor
p 9: Den ee ln ae PT een pretting omgeving voor fietsers en
REE ggn An jj ad J wandelaars.
3
16 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 17
ENE ME Sn En Bn ee
REN ME aen
Be VIA JSA Sn ne Ee imi Twee varianten en benadrukt dat deze straat gebouwen langs de straat anders
Ar ON KEN del et EN . .
ei erg a OE etn Oe SRE nderdeel is van de binnenstad. benut kunnen worden wanneer
ib) IN ban Be nn Voor de Weesperstraatlatenwe Onder de arcad ld wordt met
EAN OE Re e . a . . . e arcade opgevuld wordt me
DN VEND A Met hier twee inrichtingsvarianten zien. pg
OEREN Ee } zo SBR blieksf ies. Di t
KIND ne AZ 1 Met breedte van ca. derti E d + + publiekstuncties. Dit vergroo
EEE | Te UN en An EE ne oe Of 4e s La et een breedte van ca. g en tweede variant gaat uit van
EI DE NEN Me heeft de W traat b de samenhang tussen straat en
KE ee Oe NE OO meter heeft de Weesperstraa het doorzetten van de met bomen
BONNEN WE Gn Cn EE Ak . ‚ . . gebouwen, maar betekent wel
En EH d ÍN 8 À EE Gt Aas A nt EE Be NN ee een riant profiel, dat verschillende beplante middenberm van de ni d .
EN NEED EAN ES eed 8 so - . een versmalling van de ruimte
B EE Ne En ae Ee eV | mogelijkheid biedt. We zijn Wibaustraat tot aan de Nieuwe 9
ár Á a ER B ke EE EA rd U . ee . . die gebruikt kan worden voor
SE | X EN Oe een Ee AET BE. B ee PE Oi uitgegaan van een tweerichtingen Herengracht. Deze variant ziet de bli
In en OM Ne en Aen Bf Ai , : voetgangers, verblijven, groen en
BIN Be) GE At ed: Es A Ee EE a Rt Re 30km-straat waar fietsers en auto’s Weesperstraat meer als onderdeel gangers, ven, 9
ENNE EN ü laden en lossen.
BEN ie Ee nn 5 EE EA EER: BE GR En samen gebruik maken van de van een lange, herkenbare lijn
ER DN ER 5 Ea EE ad Ed zoe he ben 3 nl rijbaan. tussen Amstelstation en Mr.
ze “Ee Be We Bree Ee Z ER KEE) et PED ze 8 ES en IN Visserplein. Een keuze voor een straatprofiel zal
El Ë En ER 24 ; Ket ET , Zi ERE ZA 8 En De B NE ee Wet Eee De eerste variant levert de meeste uiteindelijk ook afhangen van de
el BE Le nj EE e Re Ô Le NN et EE ee PE EE ET ruimte voor verblijven en groen op. : b is al mogelijkheden die de ondergrond
EEn ï RE tgene Ph PE EE nn De middenberm ís als bied | zijn kabels, leidi
A OR Me En ee Nn Ed et | is hi ee: . . iedt, met al zijn kabels, leidingen
1 B he: SS Be Eee Ae nà pe 9 B eN B sl De Weesperstraat is hier getekend verblijfsruimte minder bruikbaar Ô , h 7 e 9 :
EE eri ee NAE Ee BIEN Rt AET EE en deerd i ichti . en het dak van de metrobuis. Oo
TE AE a neee AS re es eN RE We Ee Re ze als een symmetrische tweerichting dan bredere trottoirs, maar geeft \ Ô
de nn. A AS el Ae ED EE En … : : :
Enger lt A ik B : TN MER Rn det E eik A 8 pm A vn De 30km-straat met aan weerszijden wel ruimte aan vaste planten de precieze Invulling van de grote
dea tn MEE 3 Í 3 NEET it ea hi Ee a e B , Er ERD .
et Ee et NN eK KEE Ea er U É E En Det EN brede trottoirs van meer dan bloeiende kruid Ind kantoorpanden speelt een rol. Lukt
ee 3 Ea Ed NE re if ed, È ie ln BIE en bloelende kruiden. In de het d bouwplinten openbaarder
nt Ate A Bk oee Gi teee chEE o. I9 BE ie CTP OTE del le eg K } ij nú Aen Bt AA . .
WE LIN AE en aa Bee ia iis Ee ir d hi Ad | bie bi mmh er zal Le Te tien meter. Een bestrating met tweede variant hebben we ook er DE GEDOUWP Pp
DE AN Nee a BR 3 Ei Ee Pe SR ae Pen 4 ER EAS MER smiet B | > et En OREN UID É . . . k í blijft h hali
a De ene in Pe dee / Enten ha, en “es ER nl en . . te maken, ot bli et grootschalige
6 ek Mien Wii Nen IN CEE dd K id se de, ed OE an, REDE rode klinkers sluit aan op die van laten zien hoe de plinten van de : ) g ” g
wd Enger ed Ik | PS | Oa Ì E ED KE, En an IEA eeN er Mr hi i a
- Ni Elte | 5 in ‚4 En ; 5 if me ge e FRN CN vc mj £ en PE on zi 3) EN ek zal Dh EA RA aangrenzende grachten en straten karakter Juist gehandhaafd $
À agape: WA a ee | | 4 AE end Bak (SS
es Ne RN Ed eee De ee GE kn dn Ae E
Impressie Weesperstraat: Een inrichting met tweerichtingen 30km geeft ruimte aan riante trottoirs en straatgroen | | | U Te iN ee pn
Pe En Sn NEN Le De mmm
| REN Ks! ne Is ie Te
\ it NR Ee En ST : ri Ee IJ |
Weesperstraat RR 4 | | | EE WVE Û ed
KN 5 gf en / 5 AART A Ng, | |
IN kk Il ie gi N | eg Ki Á Sheet FINN IT ASR We IJ
In de huidige sittuatie is er nieuwe winkels en horeca een B : AEN EL dl \ : a 3 LSNA RL ETA | |
ee EN nl HE ner Tj hl HIN AN IRN |
weinig dat doet vermoeden vruchtbare combinatie vormen. OE et Sel | ADSR \ IE Ei a
| F Linn Ne eN Ì : 5 TN À ej Gl el re | |
dat de Weesperstraat ooit een De Weesperstraat kan veranderen ' EERE ENE: PE: HoE OREN | Ì il En CRN Rt PT Il AAA Lr) ol
i : : en, ERS | nn of fl dl —
smalle stadsstraat was vol kleine in een binnenstadsstraat, waar in e — HSS | | en - El iN We JA { f SS 8 |
ï N nn Nes | Te NE WEE |
middenstanders. Deze verkeersweg plaats van de auto, voetgangers, Dn ij il Nn! | Se Ne NUDE ee HE Ze k
inzi ï RE AN Ees TE / d ne | BEEN |
geflankeerd door inzichzelf fietsers en groen op de eerste Et JN | pAn ES en NK We BN NL vd ee 4 Et ea Eh
u RENE EN NA er ee
gekeerde kantoren en enkele grote plaats staan. Het vraagt naast 3 i ln he El She, En Sef AE EEN \ U je el PE Í A
ni el ki (EE É Bek Bra En Ek à NEN ES sr ee | Ps Er EE: Aat) ID
woongebouwen vormt een barrière een visie op de inrichting van Ï ET Ïi é HIE EN I5 ct Ask OP SIN Ak En HE PL À fe
i : Tire REL UNIEE A 7E 2 GEN see Hi „UE |
in de stad en fungeert ook als de openbare ruimte om een . eN, ES ie u te IT ki No EN ij | le dar Ha EE Ji | au 4 le |
2 | Sad Are Ae AE NEN EEN BRORALAEDABE NEA DL EEN bebe
ie . . Sn / REN ED WARE ETE NAKE / | Berat NB: Ki: Ee RN Ker ne kde |
lange lijn tussen Centrum en Oost gerichte vastgoedstrategie. Nu S ee { | UN HR ij Í PAS Ì SVN ENIS fy Í il EN il al f Î ij eh Et je 1: ii ERE
iij Ï î il ERS | AKI 4D NIE a el HI NENDE Ll | | Ii KES PARTI hin Fte EER TENAN al NN
nauwelijks als verbinder. Bewoners _ nog gesloten gebouwplinten | 0 AL IJ IL nT onl Ak =S le PL Een Hit |l EE TN TSN, A8 el 0
\ SS ik ARP zl SEAL EED EEN smd MARLE MIRA GoT U / HE am
ervaren grote overlast van het kunnen plek bieden aan SE ON | NSS B ib SE dS DARE WE WANEN
instel DE AT MM ges
drukke autoverkeer. publieksfuncties, kennisinstellingen > EN 4 Ly EE A ij ET Kr A >) en
. PENS U Je Pre > yÀ EE Old
en buurtvoorzieningen. he B : DE P)
Ate zà Pd
Î Î nk ; Ee U
Dat deze situatie geen gegeven Br A
° 5 W pe ee HO
hoeft te zijn, laat de aangrenzende Op die manier wordt de À g. n Td |
je « « « « \ | Ie En 7
Wibautstraat zien. Hier is sinds Weesperstraat een waardevol B ES D
. . . … \ \ Nee a dà Ja y >
de herinrichting met lommerrijke onderdeel van de Knowledge Mile \ AM nt
. . Ee Jr mj
middenberm een levendige een plek waar buurtbewoners, Lr —îe
ä Er
stadsstraat XL ontstaan, waar studenten en werknemers elkaar ue mT |
de stadscampus van de HvA en ontmoeten. Impressie Weesperstraat: Een voortzetting van de middenberm vanuit de Wibautstraat vergroot de herkenbaarheid
van deze lange lijn die Centrum voor fietsers verbindt met Oost en op lange termijn via de Gooiseweg zelfs Zuidoost.
18 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 19
L } F TN ri FS Ee 1 PT zn Nt A ree AE
RN PER EE Me + ER Ne É rte ld ES en
lt MeT len ne Arn Dun teg Dd En ® gn er Kk ak HA Big Es ant
A he Te ene nn rg MR ANS EEE Tg
re nn en ne Lee GCN 4 EEN KORN Bl
B nt ede Ee een leben BAE Ne eit el or EN ORN BE TTE Ent tn
ee te Tr Nn De eten LA ear a A hef a oeh Erg Ee a ME
Re voe Rein Ze Arn ere 1e A Pi A En. :% PEES Te EM es
EEN NE GE AE te En Pk ENEN ERE DEE „/ 2 % te Ee
\ Te ee Ge en Ar : ee NE NC MRE ATEN, andijiie
EE, ne eG ee 8 EK zee 4 A ee dd
Ae | Ae VAT AO rn
EE en LEN tE s ET ME Ke en dn
AR ER ee ET RT Fa met Se |
â EEE EE ben 3 ORE SN gn . . .
hee ee een ee AE IRN NK EET In de jaren negentig is met de De Valkenburgerstraat is op
In 3 en ee Ee ln. ie We PE EE RM d
ner el „ee ns: ô eN GE Se 8 7 7
“ Ee U Eg ONU a Oe : bouw van het complex deze impressie samen met de
| Emm a A Markenhoven de Valkenburger _Foeliestraat een doorgaande zE.
rr EA ed pe IN Pea En TRT Fa NN straat weer voorzien van een bomenlaan tussen Mr. Visserplein Á
LN ke POKER PENN d De EL Se . . a |
ï NL oe ree di le EEA Lie d EE doorlopende straatwand. Toch en Prins Hendrikkade. Het $ C |
ij VIRE: et ijt et En E ; maa . í i |
I LG hie al NIE 8, sl Gi bleef de straat functioneel vooral kruispunt bij de IJtunnel wordt jk Ps FR
Í r de rhe ei ir : . . ze : : SPEL
| NCS if 8 een verkeersader richting IJtunnel. _ gelijkvloers. De dive under \ il
n E ee Arn eN enkel À\ 5 WER Wi . . Ht > ge
ARE E- Er eed td Leak et OH ER ded Achterliggende buurten liggen met Verdwijnt dus, waarmee de 4 7
ta NE, 8: pa Ee oaf ns Wei: lek: T ú ip s 1 EN it : … . …. 7 4 d
ag ai ‚dn on 4 Á : din PN hun rug naar de Valkenburgerstraat mogelijkheid ontstaat de bij ® PS Z
hr adr 5 ERR MN re ze del MER : se: > 7
pn: é NE 6 PR fn il GE eN ‚0 il en missen verbinding door de de aanleg van de tunnel deels ak Be
… Ee 4 8 E45 od Se iin. Heee AN Ee El A nl AE . Au
tt A PG $ - Ee 4 Bn | > GE w IN slechte oversteekbaarheid en gesloopte bouwblokken op EN
nk ee ae 5 4 ik en ef eV \ em . er. . \
zl A Vo RR Pr ON APT sociale onveiligheid. Rapenburg te herstellen. De AE
En } ni Be EE ARA } Id Ì ee .
4 7 Ep GED Ze El \ nk Foeliestraat verandert van BLA
Ed Ke Se A O- id bg \ dee On onoversteekbare barrière in een tt
ere ZR Í U ij Ie | In een autoluwe situatie blijft de . s Ai
SS ien En A hd j EN \ Valkenb bel k gewone stadsstraat. Het eiland ä Lee
er me dk Ii 1 ME, alkenburgerstraat een belangrijke .
NE l nn ee en (4) 9 ; gr Rapenburg is daarmee hersteld en ue
ak ’ nl CON ER Dan inl toegang tot de binnenstad, Le
£ zee ES \ k 7 gaat weer als één buurt fungeren.
| Fe E Paed ll Ae | maar niet langer een route voor d
Ka 0 5 En é nn ii B N >
Sr rif TR. \ / doorgaand autoverkeer. Dat maakt é
nl ef se een geheel andere inrichtin Het plein voor de En JE
4 7 7 Reen É de 5 p \
zm Si f rn k mogelijk als 30km-straat zonder brandweerkazerne biedt plek aan Ne aes
ventwegen en met veel meer plek verblijven en een nieuw plantsoen. WLM ol
J.D. M | Een nieuwe invulling van het Mr. Visserplein vormt het koppelstuk tussen Waterlooplein en voor voetgangers en straatgroen. Hier blijft natuurlijk ook ruimte enn ni
Jonas Daniël Meijerplein en geeft nieuwe logica aan de fietsroutes die hier samenkomen. gereserveerd voor het uitrukken d k en
. \ e ï
van nood- en hulpdiensten. 5
| TRW Ke COT 7 EEN TEG RSGPENS ENT
" RENTE ED Erle ide De, Pet gk da en 2 KE TC te
. . … . PAR: all NR DE A 8 22 zi P.-: ‚& Ld é Le ie, ee aen PN ij Pie
Minder autoverkeer levert in het Een aantrekkelijke visuele Eden Een Ee et ar rant ke Er ne Erne ned rd neet ES ne . en
« eee A Ee Ka ) NA h | ie VN al {8 « { bre Se Ee ve ; det EN it 4e He al de A BS. 3 Pe
Joods Cultureel Kwartier en rond beëidiging van de open ruimten É EEE ZN EH F ET dS es 0 KPT) ns A iel af ER ee ntt NE ben” s
B AAN es RT A SR A EREN ERE Bd EDE een
het Mr. Visserplein veel ruimte van het Waterlooplein en Jonas kaf rekt A hd} „ AE Art Re es Rans KAAN OL Pe RAE Ne :
ï : ‘deli “u : z NR eer rk cd het Re Ent LON Pae te ESR Ri
op. Hier mist nu een duidelijke Daniël Meijerplein. Creëert een zn 4E Ee ae PR nn KN AET Vac sr tn M
7 ne es VNC AE PNR PE n En en
begeleiding van routes en lopen duidelijk onderscheid tussen deze AES ns ij SAS Ee te eve hin e A ang PEN ee pe | | ME Ket
, . . n . . . Lp A Ok Eb EEEN AAS 7 EN afs . Hie PE B Az à rt
pleinruimten op rommelige wijze in _ twee zeer verschillende pleinen: 5 ro re Ee Kri A np’ VE < 6 ye Ren: eh af EN : BRE tn
. . Cr en Ekeren ps \ OE ORNE Ze ij El nr
elkaar over. het Waterlooplein vol reuring j n Là en 1, Tak 4 RS Ad A 5 Ml 5 en ome BEE
… a AE rde WA nde ht EN: EN rn Pe
en commerciële activiteiten, het Eee EENDEN Ri ze IN ME
‘sl Meiterolei zú IE Mer Rerdd Ne 0 er MeT Ee
. ss . Jonas Daniël Meijerplein als rustige dl et led HI Eg en WA EN Ee a ed I. Ee en a 6
Het Mr. Visserplein is straks niet Ne sch ALS EE A ES ET hen Be
. tegenhanger en plek van bezinning | etend WREE Wee JRA jj ijk Me ES oe En
langer een gat in de stad, maar é ES | nT: Tj ak HI IE PE INT Oale ek | ie ln en NR EA st Î
. en herinnering. € en | td ijk EPEN HI IERAIE ee EE 5 En Ne
een logisch koppelstuk tussen de . Pin: Ne ib EN be EIS HO ia” MN meet err a ee EE ed on
B . ï zi 4 kn Ri ier se R heel 8 sl Hells, EA f tit Ë E ASS EE pit zen a: 1 Me a ig a: gn 8 '
reuring van het Waterlooplein en \ Zl 1, in q le AL ® dd Len REA en EK LE EN
de sfeer van rust en bezinning Welke functie passend is voor NO iS NR oe RAE men Sar De ns!
KE / ä Jedi ij ie ede Mi iK VDE Re zint EN i
es + : f et 5 De / ER: ND ZN VEN zt Lai, pe s Ù ER 4 ER
rond het Jonas Daniël Meijerplein. het Mr. Visserplein is een vraag Ô BS Z Pip A DE in En gen Tee 5 a
. . , . . B e Sz et Ü / | mm di Su A 5 EE en ne =d IN. ie, A
Een nieuwe invulling kan de die we in gesprek met de stad O5 1 Cl a BN } li) ED er en jj fl ú
B sta vi A Le RS nt 8 P Er he sl SRE ie Sef ip PEP Te Ss Se , a: NS KN z ke
beschadigde stedenbouwkundige moeten beantwoorden. Gezien de A Gen 6 4) Am, EJ ak Be Vendee Ne Lj ll Ee
. . v TREE en on ek NES dn en ne le MD
structuur repareren en helpen ontwikkeling van Amsterdam tot B o ma ed Eed ) En keg f ki
. . . . e ra A 4 À ne PN u
de nu onoverzichtelijke routes meerkernige stad ligt een grote BA fin KE EE ek 7 in \
e . . . $ A 1 , 5 5 an ed h 5 De LEE 5 ze en 4 Bed ï en a à x Á kf 7 4 ï à ol 3 Ge 4 8 À f | E À
voor fiets, ov en voetgangers te publiekstrekkende voorziening tt Le PE, Pd : n Aias \ ene Cerna WS RS
. . . B Re zi Ed Te) \ NT We e
structureren De precieze wijze minder voor de hand. Te denken A Ar ( EE Ve en en ed ze Lj idee
waarop het Mr. Visserplein ingevuld valt eerder aan buurtvoorzieningen, ue sd ET 5 Go Ens
e ED A EE Kie RN NRE WEN
wordt laten we in deze verkenning betaalbare woningen of een rustige
open (zie p. 14). openbare ruimte. Een 30km-straat zonder ventwegen en veel ruimte voor straatgroen
20 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 21
Uit gesprekken met bewoners en ondernemers blijkt
Uit deze verkenning wordt duidelijk dat in een dat er zorgen zijn over de bereikbaarheid van dit
situatie met veel minder autoverkeer in dit deel deel van de binnenstad en van het stadshart rond
van de stad doelstellingen uit onder andere de de Oudezijde na een knip in de Weesperstraat.
Omgevingsvisie Amsterdam 2050 gehaald kunnen Het denken heeft sinds de eerste ideeën voor
worden. De Pilot Knip Weesperstraat geeft straks een een verkeersknip ontstonden niet stilgestaan. Er
beeld van de gevolgen van een knip voor reistijd, zijn verschillende opties om tot een aanzienlijke
omrijdbewegingen en drukte op andere plekken, reductie te komen van het autoverkeer op het
een verschuiving in vervoerwijzen en de impact op IJtunneltracé Daarbij gaat het om een ‘zachte’ knip,
geluidsoverlast en luchtvervuiling. De uitkomsten van _ gedeeltelijk of met intelligente toegang of om andere
de pilot zullen mede bepalend zijn voor de keuzes die _ Verkeersremmende maatregelen zoals een versmalling
het stadsbestuur maakt voor het autoluwer maken van _ of verlaging van de snelheid.
de Oostelijke Binnenstad.
Deze maatregelen worden in het verkeersonderzoek
Het Amsterdamse verkeersysteem heeft als voorafgaand aan en tijdens de de Pilot Knip
uitgangspunt dat verkeer tussen de stadsdelen Weesperstraat verder verkend en hierover wordt
zoveel mogelijk gebruik maakt van de Ring A10 en daarna in een evaluatie aan de gemeenteraad
de "Tweede Ring’ A9-A5. Voor Stadsdeel Centrum gerapporteerd. Daarbij zal naast het wat ook aandacht
geldt in het klein een soortgelijk principe: sinds het zijn voor het hoe: op welke wijze bereiken we de
afsluiten van de Munt, de Paleisstraat en de Prins gewenste situatie. Doen we dat in één keer, zoals bij
Hendrikkade voor CS is de binnenstad verdeeld het afsluiten van de Munt, of zijn er tussenstappen
in twee afzonderlijke sectoren, die bereikbaar zijn nodig?
middels ‘inprikkers’ vanaf de Centrumring S100. De
route over Gooiseweg, Wibautstraat, IJtunneltracé en
Nieuwe Leeuwarderweg is zowel op stedelijke schaal Deze verkenning agendeert nadrukkelijk een vervolg.
als in Centrum een uitzondering op dit principe. Deze De Oostelijke Binnenstad is in beweging. Maar een
route fungeert immers niet alleen als toegang tot het duidelijke richting is daarin nog niet gekozen. De
centrum, maar is ook een drukgebruikte autoroute inzet van Knowledge Mile Park en alles wat er nu al in
tussen Oost en Noord en in de praktijk een bypass van het gebied aanwezig is aan functies biedt de nodige
de Ring A10-Oost, dwars door de binnenstad. inspiratie voor een passende kleuring. Eén die past
bij het huidige karakter en onderscheidend bijdraagt
In de omgevingsvisie wordt voor 2050 een aan onze stad. Een kleuring die straks onder andere
autonetwerk voorgesteld dat, nog meer dan nu tegenwicht kan bieden aan de dominantie van de
het geval is, de A10 en A9-A5 benut om verkeer bezoekerseconomie. Het ligt voor de hand daarbij de
tussen de stadsdelen te laten rijden. Daar hoort een woonkwaliteit en de sterke positie van innovatieve
regulatie van het hoofdnetwerk voor de auto bij, die bedrijvigheid, onderwijs, kennis en cultuur als
verder gaat dan nu het geval is. Een onbelemmerde uitgangspunt te nemen. We nodigen de buurt en de
verkeersstroom over het IJtunneltracé past daar niet stad graag uit om met ideeën te komen!
meer in.
22 VERKENNING OOSTELIJKE BINNENSTAD - NOVEMBER 2021 23
Colofon
Opdrachtgever:
Daniëlle Meiboom - Agenda Amsterdam Autoluw/V&OR
Productie:
Errik Buursink — Ruimte en Duurzaamheid
Veronika Meijer-Skouratovskaja — Ruimte en Duurzaamheid
Ilona Pauw — Ruimte en Duurzaamheid
Dirk lede Terpstra — Verkeer en Openbare ruimte
Jurian Voets — Ruimte en Duurzaamheid
Foto’s:
Edwin van Eis, Gemeente Amsterdam, Google Maps
| Onderzoeksrapport | 13 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 812
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder AG
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Jager,
de heer Capel en de heer Evans-Knaup inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0
(eenrichtingsverkeer Prinsengracht).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 3 september 2013 inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 745);
Overwegende dat:
— _al jaren door (woonboot)bewoners op en aan de Prinsengracht gepleit wordt voor
het instellen van een eenrichtingsverkeer;
— dit eenrichtingsverkeer de hoge geluids-, milieu- en ‘passeer‘overlast zou moeten
terugdringen;
— {een proef met) eenrichtingsverkeer op de Prinsengracht wel een onderdeel was
van de nota Varen in Amsterdam 1.0, maar in de nota 2.0 deze (proef met)
eenrichtingsverkeer niet meer is opgenomen;
— de Prinsengracht één van de drukste (maar niet de breedste) grachten van
Amsterdam is;
— deze drukte met name zich manifesteert tijdens de zomermaanden en op
evenementsdagen.
Besluit:
|__in ontwerpbesluit nr. 745, de nota Varen in Amsterdam 2.0, onder beslispunt |,
lid f (ten aanzien van de dienstverlening en handhaving) de volgende tekst toe te
voegen:
‘het nemen van de verkeersmaatregel op de Prinsengracht door een pilot
eenrichtingsverkeer te starten, waarbij deze pilot zich met name richt op de dagen
dat er veel wordt gevaren (tijdens de zomermaanden en tijdens
evenementsdagen)’;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 812 A d t
Datum _ 16 oktober 2013 _“\mendemen
IL deze pilot in het voorjaar van 2014 — wanneer de drukte op het water toeneemt —
uit te voeren.
De leden van de gemeenteraad,
E.T.W. van Roemburg
G. Jager
S.T. Capel
LR. Evans-Knaup
2
| Motie | 2 | train |
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning
van de stadsdeelraadsvergadering op dinsdag 25 april 2006 om 20.00 uur in het
stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten.
Amsterdam Zuidoost, 13 april 2006
De voorzitter van de stadsdeelraad
N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum
Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek.
1. Opening en Mededelingen
1a. Vaststelling van de agenda
2. Ingekomen stukken
Voordrachten uit categorie A: BESPREEKPUNTEN
3. Installatie raadsleden
SDR250406 Vz/19
4. Benoeming en installatie duoleden
SDR250406 Vz/20
5. Instellen raadscommissies
SDR250406 Vz/21
6. Benoeming voorzitters raadscommissies
SDR250406 Vz/22
Voordrachten uit categorie B: HAMERPUNTEN
7. Benoeming leden en plaatsvervangend leden raadscommissies
SDR250406 Vz/23
8. Benoeming leden Commissie voor beroep en bezwaar
SDR250406 CS/24
g. Bevoegdverklaring beroepscommissie personeelszaken
SDR250406 Vz/25
10. Aanpassing regeling presidium
SDR250406 Vz/26
| Agenda | 1 | train |
el MN 5 ze di
an fn va Ee? NE:
er WNA gent NE hd
| À ek | Ik
KETEN tr
E.M Nr
Arte NIET or re
AD ahd ol ie
eri SA of men
nn eme ak
Professionals over spanningen,
radicalisering en extremisme
In Amsterdam
ES EEN
Bn 8 En es ri
art pa RAR
ge k, ni han
gr 4 Ee.
DE | |
In opdracht van: Openbare Orde en Veiligheid (OOV)
Projectnummer: 230485
Auteur: Eliza van der Beek en Leyla Reches, in samenwerking met het programma Radicalisering
en Extremisme
E-mailadres: [email protected], [email protected]
Bezoekadres: Weesperstraat 113-117
Telefoon: 020 251 0333
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam
onderzoek.amsterdam.nl
Amsterdam, juni 2023
Foto voorzijde: Weesperstraat 113, fotograaf Edwin van Eis (2016)
2
Inhoud
Samenvatting 4
1 Inleiding 6
2 Identiteit en verbinding 8
3 Spanningen 9
4 Radicalisering en extremisme 10
5 Ondersteuningsbehoefte 15
Bijlage 1 Begrippenlijst zoals gedefinieerd in de vragenlijst 18
3
Samenvatting
Vanuit de directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) en het programma Radicalisering en
Extremisme (R&E) van de gemeente Amsterdam is behoefte aan zicht op spanningen,
radicalisering en extremisme in de stad. Daarnaast wil het programma R&E weten welke
ondersteuningsbehoeften professionals hebben. Aan Onderzoek en Statistiek (O&S) is gevraagd
om onderzoek uit te voeren onder Amsterdamse professionals die direct in contact staan met
Amsterdammers en daardoor binnen hun werk signalen van radicalisering tegen kunnen komen.
Hiervoor hebben 109 Amsterdamse professionals een online vragenlijst ingevuld, werkend
binnen de politie, stadsdelen, onderwijs, jeugd, sport, welzijn, werk, participatie en inkomen en
zorg. Dit onderzoek is een herhaling van het onderzoek uitgevoerd in 2021.
Professionals zien regelmatig Amsterdammers die instituties of de overheid wantrouwen
Verschillende factoren rondom identiteit en verbinding kunnen in combinatie met elkaar een
voedingsbodem voor radicalisering en extremisme vormen. Dit betekent echter niet dat deze
ook leiden tot radicalisering of extremisme. Het merendeel van de professionals ziet
problematiek rond identiteit en verbinding met de samenleving bij Amsterdammers waarmee zij
werken, zoals ervaren achterstelling, het ontbreken van een sociaal netwerk of problemen met
de identiteitsontwikkeling. Professionals hebben het meest te maken met Amsterdammers die
Nederlandse instituties of de overheid wantrouwen: 82% van de professionals kwam dit de
afgelopen twee jaar soms of vaak tegen in hun werk.
Spanningen tussen Amsterdammers met verschillende etnische of culturele achtergronden
Verschillen in leefstijlen, opvattingen en culturen kunnen leiden tot spanningen. Spanningen
hoeven geen probleem te zijn, maar geven wel de context aan waar professionals in werken. Bij
alle vormen van spanningen tussen groepen Amsterdammers geeft meer dan de helft van de
professionals aan dit soms of vaak te zien. Spanningen tussen Amsterdammers met
verschillende etnische of culturele achtergronden worden het meest gezien door professionals
(76% soms/vaak). In vergelijking met 2021 geeft een groter aandeel van de professionals in 2023
aan binnen hun werk spanningen tussen verschillende groepen Amsterdammers tegen te
komen.
Professionals zien vaker legitimatie van geweld of ondemocratische middelen
De minder vergaande indicatoren voor radicalisering — wij-zij denken, intolerant zijn over andere
opvattingen, zich bedreigd voelen door andere groepen en complotdenken — zien professionals
regelmatig in hun werk. Deze indicatoren kunnen echter ook voorkomen bij mensen die niet
radicaliseren. Het aandeel professionals dat binnen hun werk soms of vaak te maken had met
Amsterdammers die geweld of extreme, ondemocratische middelen legitimeren om een bepaald
doel of ideaal te behalen is in vergelijking met 2021 bijna verdubbeld: van 11% in 2021 naar 20%
in 2023. Deze Amsterdammers zijn al in sterke mate geradicaliseerd. De professionals die dit
zien, geven aan voornamelijk links-extremisme, rechts-extremisme, extremisme vanuit
complotdenken en anti-overheidsextremisme tegen te komen.
4
Extremisme vanuit complotdenken het meest gezien door professionals
Ruim de helft van de professionals (56%) kwam in de afgelopen twee jaar een of meer vormen
van extremisme (of vermoedens daarvan) tegen, in 2021 was dit 48%. Extremisme vanuit
complotdenken wordt het vaakst gezien (35%). Verder zag bijna een derde van de professionals
islamitisch extremisme, anti-overheidsextremisme en rechts-extremisme. Deze vormen van
extremisme werden door een groter aandeel professionals gezien dan in 2021. Ook links-
extremisme, milieu- of dierenrechtenextremisme en extremisme vanuit antisemitisme werden
de afgelopen twee jaar door meer professionals gezien. Professionals maken zich vanuit hun
werk het meeste zorgen om anti-overheidsextremisme en extremisme vanuit complotdenken.
Minderheid professionals voelt zich voldoende ondersteund in omgang met radicalisering
De meeste professionals weten waar ze terechtkunnen bij zorgen om (beginnende) radicalisering
en voelen zich goed in staat om (beginnende) radicalisering te signaleren bij de doelgroep
waarmee zij werken. Tegelijkertijd voelt bijna de helft van de Amsterdamse professionals zich
niet voldoende ondersteund in het omgaan met radicalisering of twijfelt hierover.
Meldingsbereidheid Steunpunt hoog, toch namen weinig professionals contact op bij zorgen
Het Steunpunt Radicalisering van de gemeente Amsterdam is er om professionals te adviseren
bij zorgen of vragen en te ondersteunen in (anonieme) casuïstiek waar radicalisering mogelijk
een rol speelt. In 2023 zijn er meer professionals bekend met het Steunpunt dan in 2021. Een op
de vijf (21%) was voor de enquête nog niet bekend met het Steunpunt Radicalisering. Een klein
deel van de professionals (14%) geeft aan dat zijzelf of een collega weleens contact hebben
gehad met het Steunpunt.
De meeste professionals (88%) zeggen dat ze bij zorgen over radicalisering contact met het
Steunpunt Radicalisering zouden opnemen. In 2021 was dit 94%. Tegelijkertijd heeft slechts een
klein deel (20%) van de professionals die (vermoedens van) extremisme tegenkwamen weleens
contact gehad met het Steunpunt.
5
1 Inleiding
Vanuit de directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) en het programma Radicalisering en
Extremisme (R&E) van de gemeente Amsterdam is behoefte aan zicht op spanningen,
radicalisering en extremisme in de stad. De ervaringen van professionals zijn hierin van groot
belang. Professionals weten namelijk wat er leeft en speelt in de stad doordat ze werkzaam zijn
in Amsterdamse wijken en in direct contact staan met Amsterdammers. Daarnaast wil het
programma R&E weten welke ondersteuningsbehoeften professionals hebben bij het signaleren
van en omgaan met spanningen, radicalisering en extremisme. Aan Onderzoek en Statistiek
(O&S) is gevraagd om onderzoek uit te voeren onder Amsterdamse professionals om deze
vragen te onderzoeken.
Omdat deze thema's steeds veranderen, is het belangrijk deze informatie en behoeften te blijven
ophalen. Dit onderzoek is een vervolg op een onderzoek uit 2021.
Onderzoeksopzet
Voor dit onderzoek is een online vragenlijst voorgelegd aan een brede groep professionals die in
direct contact staan met Amsterdammers en daardoor binnen hun werk signalen van
radicalisering tegen kunnen komen.
Het onderzoek geeft geen antwoord op de omvang van spanningen, radicalisering en
extremisme in Amsterdam. Met dit onderzoek wordt immers slechts een deel van de
professionals die in hun werk signalen van radicalisering en extremisme tegen kunnen komen
bereikt en niet alle Amsterdamse organisaties die hier in hun werk mee te maken kunnen hebben
zijn vertegenwoordigd. Bovendien is dit onderzoek gericht op de ervaringen van professionals.
De inschatting van professionals zal in de praktijk niet precies overeenkomen met de
daadwerkelijke omvang, omdat dit onder meer afhankelijk is van de mate waarin professionals
radicalisering en extremisme herkennen en omdat professionals werken met een specifieke
doelgroep, die niet per se representatief is voor alle Amsterdammers.
De vragenlijst was grotendeels gelijk aan die van de meting in 2021 zodat de uitkomsten
vergeleken konden worden. In de vragenlijst kwamen verschillende thema’s aan bod, oplopend
van milde problematiek tot extremisme. In de vraagstelling is gespecificeerd dat de vragen gaan
over wat professionals zelf zien bij de Amsterdammers waarmee zij binnen hun werk contact
hebben. Daarbij is benadrukt dat de vragenlijst niet bedoeld is voor het doorgeven van (ernstige)
zorgen over specifieke personen. Daarnaast zijn vragen gesteld over de ondersteuningsbehoefte
van professionals als het gaat om het herkennen van en omgaan met radicalisering en
extremisme.
Respondenten zijn benaderd via het professionele netwerk van het programma Radicalisering en
Extremisme. Daarbij is aan professionals gevraagd de vragenlijst verder binnen hun eigen
organisatie te delen, het is hierdoor niet bekend hoeveel professionals de vragenlijst hebben
6
ontvangen. Professionals konden de vragenlijst invullen tussen half februari en eind maart 2023.
Deelname aan het onderzoek was anoniem.
Respons
109 professionals hebben de vragenlijst (deels) ingevuld (zie tabel 1). In 2021 waren dit er 134.
De groep professionals die de vragenlijst heeft ingevuld is gemengd wat betreft hun ervaring
met het onderwerp. Drie op de tien respondenten hebben een actieve rol in de aanpak van
radicalisering en extremisme: zij zijn bijvoorbeeld aandachtsfunctionaris radicalisering of
interventiepleger binnen de persoonsgerichte aanpak (geweest). Een kwart van de respondenten
heeft een training van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) gevolgd of
gaat deze volgen. Op bijna zeven van de tien respondenten zijn geen van deze punten van
toepassing (zie tabel 2), zij hebben vermoedelijk beperkte ervaring met het thema radicalisering
en extremisme.
Dit rapport beschrijft de belangrijkste resultaten uit het vragenlijstonderzoek. Waar relevant
wordt een vergelijking gemaakt met de resultaten uit het onderzoek in 2021. Bij het
interpreteren van de resultaten dient rekening gehouden te worden met het feit dat de
doelgroep in 2023 licht afwijkt van de doelgroep in 2021.
Tabel 1. Aantal respondenten per cluster (absolute aantallen en procenten)
Onderwijs, Jeugd en Sport 43 39
Stadsdelen 23 21
Politie 17 16
Welzijn, Werk, Participatie en Inkomen 13 12
Zorg 4 4
mijn organisatie staat niet in de lijst 4 4
zeg ik liever niet 5 5
totaal 109 100
Tabel 2. Rol en ervaring met het programma Radicalisering en Extremisme (procenten)
ik heb een training van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) gevolgd of ga deze volgen 25
ik ben aandachtsfunctionaris radicalisering (geweest) 17
ik ben interventiepleger binnen de persoonsgerichte aanpak radicalisering van de gemeente Amsterdam (geweest) 14
ik ben projectleider sociale veiligheid 2
geen van bovenstaande opties is op mij van toepassing 67
weet niet / geen antwoord 4
1 In 2021 was de politie geen onderdeel van de doelgroep.
7
2 Identiteit en verbinding
Professionals kregen vragen voorgelegd over verschillende factoren die — in combinatie met
elkaar — een voedingsbodem voor radicalisering en extremisme kunnen vormen. Dit betekent
echter niet dat deze ook leiden tot radicalisering of extremisme. Het gaat dan bijvoorbeeld om
ervaren achterstelling, het ontbreken van een sociaal netwerk of wantrouwen in Nederlandse
instituties of de overheid.
Het merendeel van de professionals ziet soms of vaak problematiek rond identiteit en verbinding
met de samenleving bij Amsterdammers waarmee zij werken (zie figuur 1). Professionals hebben
het meest te maken met Amsterdammers die Nederlandse instituties of de overheid
wantrouwen: 82% van de professionals kwam dit de afgelopen twee jaar soms of vaak tegen in
hun werk. Ervaren achterstelling wordt door driekwart (75%) van de professionals soms of vaak
gezien. Daarnaast zien ruim twee op de drie professionals soms of vaak Amsterdammers zonder
een sociaal netwerk (69%), Amsterdammers met problemen met hun identiteitsontwikkeling
(68%) en Amsterdammers die het gezag van Nederlandse instituties afwijzen of niet accepteren
(67%).
De resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten uit 2021.
Figuur 1. Hoe vaak had u in de afgelopen twee jaar binnen uw werk te maken met Amsterdammers die:
(procenten, n = 109)
Nederlandse instituties / de overheid wantrouwen 10 ds
ervaren dat een groep waarmee ze zich identificeren EN |
wordt achtergesteld of onrecht wordt aangedaan us 12 a
problemen hebben met hun identiteitsontwikkeling 17 H 9
gezag van Nederlandse instituties afwijzen / niet BENN Oe El
27 20 A 9
accepteren
zich (vrijwel) niet verbonden voelen met de samenleving 22 10
0
o 20 40 60 80 100
m vaak = soms zelden Em nooit weet niet / geen antwoord
8
Verschillen in leefstijlen, opvattingen en culturen horen bij een diverse stad. Ook als verschillen
leiden tot spanningen hoeft dit nog geen probleem te zijn, zolang mensen nog openstaan voor
de opvattingen van anderen? Spanningen in de stad zijn dan ook geen indicatie voor
radicalisering of extremisme, maar geven wel de context aan waar professionals in werken.
Daarom kregen professionals vragen over verschillende soorten spanningen voorgelegd.
Professionals zien in hun werk geregeld spanningen tussen verschillende groepen
Amsterdammers. Bij alle vormen van spanningen tussen groepen Amsterdammers geeft meer
dan de helft van de professionals aan dit soms of vaak te zien (zie figuur 2). Spanningen tussen
Amsterdammers met verschillende etnische of culturele achtergronden worden het meest
gezien door professionals (76% soms/vaak). Spanningen tussen Amsterdammers met
verschillende politieke opvattingen zien de professionals het minst, maar alsnog ziet meer dan
de helft dit soms of vaak (57%).
In vergelijking met 2021 geeft een groter aandeel van de professionals in 2023 aan binnen hun
werk spanningen tussen verschillende groepen Amsterdammers tegen te komen. Het aandeel
professionals dat vaak of soms spanningen tegenkwam tussen Amsterdammers uit verschillende
sociale klassen nam het sterkst toe ten opzichte van 2021 (van 53% naar 67%), gevolgd door
spanningen tussen Amsterdammers met verschillende religieuze opvattingen (van 52% naar
63%).
Figuur 2. Hoe vaak zag u in de afgelopen twee jaar binnen uw werk spanningen tussen Amsterdammers:
(procenten, n = 102)
met verschillende etnische of culturele achtergronden 14 ä 4
uit verschillende leeftijdsgroepen 16 ra:
uit verschillende sociale klassen 14 5
met verschillende religieuze opvattingen 19 7
met verschillende opleidingsniveaus 21 6
met verschillende politieke opvattingen 20 10
0
o 20 40 60 80 100
m vaak m soms zelden m nooit weet niet/geen antwoord
2 Gemeente Amsterdam (2022). Wrijving en glans in de stad: Ambtelijke verkenning naar polarisatieprocessen in
Amsterdam. Te raadplegen via https://openresearch.amsterdam/nl/page/86374/ambtelijke-verkenningen-wrijving-
en-glans-in-de-stad
9
4 Radicalisering en extremisme
Dit hoofdstuk gaat in op verschillende kenmerken en vormen van radicalisering en extremisme.
Met radicalisering wordt het proces bedoeld waarbij iemand steeds meer bereid is tot
extremisme. Radicalisering kan dus leiden tot extremisme, maar dit hoeft niet het geval te zijn.
Extremisme is het actief ondersteunen van grote veranderingen in de samenleving, die een
gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde. Daarbij staan mensen niet meer
open voor de opvattingen van anderen en maken mensen gebruik van ondemocratische
methodes, zoals geweld, systematisch haatzaaien, intimideren of het verspreiden van
misleidende informatie.
Indicatoren van radicalisering
De in dit hoofdstuk besproken kenmerken van radicalisering en extremisme lopen op in mate van
ernst en daarmee in de mate waarin ze voorbehouden zijn aan radicalisering. Zo is denken in
termen van ‘wij-zij! een indicator van radicalisering, maar komt dit veel breder voor (ook bij
mensen die niet radicaliseren). Terwijl mensen die geweld of extreme/ondemocratische
middelen legitimeren om een bepaald doel of ideaal te behalen al in sterke mate geradicaliseerd
zijn.
Niet verrassend is dan ook dat de mildere indicatoren vaker door professionals worden gezien.
Zo had driekwart (74%) van de professionals in de afgelopen twee jaar binnen het werk soms of
vaak te maken met Amsterdammers die denken in termen van ‘wij-zij' (zie figuur 3). Vooral
professionals met ervaring met het thema komen gemiddeld meer indicatoren van radicalisering
tegen binnen hun werk dan professionals zonder ervaring. Dit is op zich niet verrassend, omdat
zij hier door hun rol ook vaker mee in aanraking zullen komen en/of beter in staat zullen zijn om
signalen te herkennen dan professionals die geen ervaring met het thema hebben.
De meer extreme uitingen zoals zelf tot actie over willen gaan en het legitimeren van geweld
zien de meeste professionals een stuk minder vaak (zie figuur 3). Toch ziet bijna een derde (31%)
van de professionals binnen het werk soms of vaak Amsterdammers die zelf tot actie over willen
gaan of het gevoel hebben zelf iets te moeten doen aan een bepaald onrecht in de wereld. Deze
vorm zou ook kunnen duiden op vreedzaam protest of activisme, en dus niet op radicalisering.
Maar ook het legitimeren van geweld of extreme, ondemocratische middelen om een bepaald
doel of ideaal te behalen wordt door een aanzienlijk deel (20%) van de professionals binnen hun
werk soms of vaak gezien. Deze professionals zien voornamelijk links-extremisme, rechts-
extremisme, extremisme vanuit complotdenken en anti-overheidsextremisme.
3 De definities voor radicalisering en extremisme die in dit onderzoek worden gehanteerd zijn vereenvoudigde definities
van de AIVD, die de AIVD tot voorjaar 2023 hanteerde. Voor de overige definities zoals voorgelegd in de vragenlijst,
zie bijlage 1.
4 In 2021 werd er niet gevraagd naar de rol die professionals hebben. Het is daardoor onbekend hoeveel professionals
met een actieve rol in de aanpak van radicalisering en extremisme er in de meting van 2021 zaten.
10
Figuur 3. Hoe vaak had u in de afgelopen twee jaar binnen uw werk te maken met Amsterdammers die:
(procenten, n = 94)
niet openstaan voor andere opvattingen 19 5
intolerant zijn tegenover mensen met een andere
menin ú 19 5
g
het gevoel hebben dat hun eigen groep bedreigd wordt EEN Os Le)
20 22 7 WG
door andere groepen
het idee hebben dat ereen strijd tussen groepen met EN == En
andere wereldbeelden is of snel zal komen ke 23 E 10
zelf tot actie over willen gaan / het gevoel hebben zelf B ==
iets te moeten doen aan een bepaald onrecht 33 g 9
andere groepen of personen ontmenselijken 29 15
geweld of extreme/ondemocratische middelen B: 6 Ca
legitimeren om een bepaald doel of ideaal te behalen U 2 Ab dt ox
0
o 20 40 60 80 100
m vaak = soms zelden B nooit weet niet/geen antwoord
Het aandeel professionals dat binnen hun werk soms of vaak te maken had met Amsterdammers
die geweld of extreme, ondemocratische middelen legitimeren is in vergelijking met 2021 bijna
verdubbeld: van 11% in 2021 naar 20% in 2023 (zie figuur 4). Deze toename is opvallend,
aangezien het dreigingsniveau in de afgelopen twee jaar gelijk is gebleven. Het is dan ook
onduidelijk wat de verklaring hiervoor is. Verwacht werd dat ook het aandeel dat legitimatie van
geweld of ondemocratische middelen tegenkomt groter zou zijn onder professionals met een
actieve rol in de aanpak van radicalisering en extremisme dan onder professionals zonder deze
rol. Echter, dit is alleen het geval onder aandachtsfunctionarissen en professionals die een ROR-
training hebben gevolgd en niet onder interventieplegers.
Enkele professionals lichten hun antwoorden toe. De antwoorden lopen uiteen. Een van de
professionals geeft aan dat bij Amsterdammers bij wie hij/zij kenmerken van radicalisering zag er
vaak ook sprake was van psychiatrische problematiek. Echter, het is niet duidelijk of andere
professionals ook vaker signalen van radicalisering tegenkomen in combinatie met
psychiatrische problematiek.
11
Figuur 4. Had in de afgelopen twee jaar binnen het werk vaak/soms te maken met Amsterdammers die:
(procenten)
niet openstaan voor andere opvattingen Er
intolerant zijn tegenover mensen met een andere mening 69
het gevoel hebben dat hun eigen groep bedreigd wordt 65
door andere groepen 56
57 _m2023(n=94)
het idee hebben dat er een strijd tussen groepen met 47
andere wereldbeelden is of snel zal komen 39
zelf tot actie over willen gaan / het gevoel hebben zelf 31
iets te moeten doen aan een bepaald onrecht 21
andere groepen of personen ontmenselijken | 27
geweld of extreme/ondemocratische middelen 20
legitimeren om een bepaald doel of ideaal te behalen 11 %
o 20 40 60 80 100
Verschillende vormen van extremisme
Ruim de helft van de professionals (56%) kwam in de afgelopen twee jaar zelf een of meer
vormen van extremisme (of vermoedens daarvan) tegen. In 2021 was dit 48%. Zoals verwacht,
ligt dit aandeel onder interventieplegers (92%) en aandachtsfunctionarissen (81%) hoger. Onder
professionals zonder actieve rol in de aanpak van radicalisering en extremisme is dit 45%.
De vormen van extremisme (of vermoedens daarvan) die professionals de afgelopen twee jaar
het meest tegenkwamen zijn extremisme vanuit complotdenken (35%), islamitisch extremisme
(33%), anti-overheidsextremisme (32%), rechts-extremisme (31%) en links-extremisme (29%).
Een op de drie professionals (33%) geeft aan geen extremisme of vermoedens daarvan tegen te
zijn gekomen (zie figuur 5).
Het aandeel professionals dat links-extremisme tegenkwam nam sterk toe ten opzichte van 2021
(zie figuur 5). Hetzelfde geldt voor islamitisch extremisme, milieu- of dierenrechtenextremisme
en extremisme vanuit antisemitisme. Ook zagen professionals vaker anti-overheidsextremisme
en extremisme vanuit complotdenken. De toename in deze laatste twee vormen van extremisme
is in lijn met de opkomst van anti-institutioneel extremisme.> Voor de andere vormen van
extremisme komt in het landelijk dreigingsbeeld geen duidelijke ontwikkeling naar voren. Het is
dan ook onduidelijk wat de verklaring is voor het toegenomen aandeel professionals dat
aangeeft deze vormen van extremisme te zijn tegenkomen.
S Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (2022). AIVD Jaarverslag 2022. Te raadplegen via:
https://www.aivd.nl/binaries/aivd_nl/documenten{jaarverslagen/2023/04/17 /aivd-jaarverslag-
2022/AIVD+jaarverslag+2022.pdf
12
Wel valt een nuancering te maken bij deze bevindingen. Een derde van de professionals die in de
afgelopen twee jaar een of meer vormen van extremisme tegenkwamen, geeft (in een andere
vraag) aan niet (goed) in staat te zijn om radicalisering te signaleren bij de doelgroep waar hij of
zij mee werkt, of hierover te twijfelen (34%, n=53). Het is mogelijk dat zij niet goed in staat zijn
signalen van extremisme te herkennen en te duiden of er in de situaties die zij tegenkomen
daadwerkelijk sprake is van extremisme.
Figuur 5. Welke vormen van extremisme — of vermoedens daarvan — bent u zelf tegengekomen in de
afgelopen twee jaar? Meerdere antwoorden mogelijk (procenten)
extremisme vanuit complotdenken en 35
religieus extremisme, namelijk islamitisch extremisme 33
anti-overheidsextremisme 32
rechts-extremisme** . 31
links-extremisme pn 29
10
milieu- of dierenrechtenextremisme mn 23 B 2023 (n=94)
extremisme vanuit antisemitisme pm 1ê m 2021 (n=109)
religieus extremisme, namelijk christelijk extremisme ä:
extremisme vanuit een andere religieuze overtuiging F 3
extremisme vanuit een andere overtuiging m:
*
. 11
weet niet / geen antwoord* _ sl %
o 20 40 60 80
* Niet mogelijk in combinatie met andere antwoorden.
** Voor 2021 zijn de mensen die naast rechts-extremisme ook extremisme vanuit white supremacy hebben
aangevinkt samengenomen. Dit waren in 2021 namelijk nog twee losse categorieën.
Professionals maken zich het meeste zorgen om anti-overheidsextremisme (18%) en
extremisme vanuit complotdenken (14%). Een professional zegt hierover het volgende “Waar
het voorheen het islamitisch extremisme was, (let wel: nog steeds!) zie je nu steeds meer anti-
overheidsextremisme. De complotdenkers die behoorlijk veel invloed hebben op mensen die gevoelig
zijn voor hun manier van denken”. Daarna maken de professionals zich het meeste zorgen over
rechts-extremisme (12%) en islamitisch extremisme (10%). 16% maakt zich nergens zorgen om
(zie figuur 6). Uit de toelichtingen van enkele professionals op hun antwoorden blijkt dat
professionals zich ook in bredere zin zorgen maken. Zo zien zij dat mensen steeds extremer
tegenover elkaar komen te staan rond maatschappelijke onderwerpen en zien zij vermenging
van verschillende vormen van extremisme. Tot slot zien twee professionals ook veel negatieve
uitingen tegen de LHBTIO+-gemeenschap.
13
Figuur 6. Waar maakt u zich vanuit uw werk het meeste zorgen om? De aard en omvang van … (procenten,
één antwoord mogelijk)
. . . 18
anti-overheidsextremisme u
extremisme vanuit complotdenken mn 28
rechtsextremisme* mn
19
religieus extremisme, namelijk islamitischextremisme _ 7
milieu- of dierenrechtenextremisme … 4
m 2023 (n=94)
. . . ee 1
extremisme vanuit antisemitisme L > Em 2021 (n=109)
links-extremisme gp
g>
religieus extremisme, namelijk christelijk extremisme I
anders rr 6
5
. 16
ik maak me nergens zorgen om 18
weet niet/geen antwoord mm 17
13 %
o 20 40 60
*Voor 2021 zijn de mensen die naast rechts-extremisme ook extremisme vanuit white supremacy hebben
aangevinkt samengenomen. Dit waren in 2021 namelijk nog twee losse categorieën.
14
5 Ondersteuningsbehoefte
De gemeente Amsterdam wil professionals zo goed mogelijk ondersteunen met kennis en
handvatten om radicalisering en extremisme te herkennen en ermee om te gaan. De vragenlijst
bevatte daarom tot slot verschillende vragen over de ondersteuningsbehoefte van professionals.
Omgaan met radicalisering
De meeste professionals weten waar ze terechtkunnen bij zorgen om (beginnende) radicalisering
en voelen zich goed in staat om (beginnende) radicalisering te signaleren bij de doelgroep
waarmee zij werken (zie figuur 7). Toch is te zien dat een aanzienlijk deel van de Amsterdamse
professionals niet zeker weet waar hij of zij terechtkan of zich niet goed in staat acht om
radicalisering te signaleren. Ook op het gebied van (ervaren) ondersteuning is nog ruimte voor
verbetering: bijna de helft van de Amsterdamse professionals voelt zich niet voldoende
ondersteund in het omgaan met radicalisering of twijfelt hierover.
Figuur 7. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen: (procenten, n = 93)
ik ben goed in staat om (beginnende) radicalisering
te signaleren bij de doelgroep waarmee ik werk a 27 a?
als ik me zorgen maak om (beginnende)
radicalisering, weet ik waar ik terechtkan ie 1 ne?
ik voel me voldoende ondersteund in het omgaan
RER 15 28 A 12
met radicalisering %
o 20 40 60 80 100
EB helemaal mee eens = mee eens niet mee eens, niet mee oneens
= mee oneens m helemaal mee oneens weet niet / geen antwoord
Bekendheid en meldingsbereidheid Steunpunt
Het Steunpunt Radicalisering van de gemeente Amsterdam is er om professionals te adviseren
bij zorgen of vragen en te ondersteunen in (anonieme) casuïstiek waar radicalisering mogelijk
een rol speelt. Een klein deel van de professionals (14%) geeft aan dat zijzelf of een collega
weleens contact hebben gehad met het Steunpunt (zie figuur 8). De meesten van hen hebben dit
contact als (zeer) goed ervaren. Opvallend is dat de meeste professionals die (vermoedens van)
extremisme tegenkwamen geen contact hebben gehad met het Steunpunt (80%, n=51). Een
deel van hen is ook niet bekend met het Steunpunt (22%). Wel lijken er in 2023 meer
professionals bekend te zijn met het Steunpunt dan in 2021 (74% in 2023 en 67% in 2021). Toch
is er nog winst te behalen als het gaat om de bekendheid van het Steunpunt: een vijfde van de
professionals (21%) was voor de enquête nog niet bekend met het Steunpunt Radicalisering.
15
Figuur 8. Hoe bekend was u, voor deze enquête, met het Steunpunt Radicalisering van de gemeente
Amsterdam? Meerdere antwoorden mogelijk (procenten, n = 89)
ik was nog niet bekend met het Steunpunt Radicalisering | 21
ik wist al dat het Steunpunt Radicalisering bestaat VO 45
ik wist al wat het Steunpunt Radicalisering doet en |
25
waarvoor ik ze kan benaderen
ikzelf of een collega heeft wel eens contact gehad met |
het Steunpunt Radicalisering 1
weet niet / geen antwoord 5
%
o 20 40 60 80
De meeste professionals (88%) zeggen dat zij bij zorgen over radicalisering contact zouden
opnemen met het Steunpunt Radicalisering (zie figuur 9). In 2021 was dit 94%. Het is onduidelijk
waar dit verschil door wordt veroorzaakt. De meldingsbereidheid is er dus, maar zoals hierboven
benoemd is dit niet terug te zien in het aandeel professionals dat bij signalen van radicalisering of
extremisme ook contact heeft gehad met het Steunpunt.
Het is mogelijk dat professionals hun zorgen over radicalisering (ook) ergens anders melden. Zo
geeft bijna een kwart aan dat ze eerst contact met de politie op zouden nemen. Als tweede keuze
wordt ook de projectleider sociale veiligheid van het stadsdeel en de aandachtsfunctionaris van
de eigen organisatie geregeld genoemd.
Figuur 9. Zou u bij zorgen over radicalisering of extremisme bij Amsterdammers contact opnemen met het
Steunpunt Radicalisering? (procenten, n = 91)
3%
9% mja, zeker
mja, misschien
mnee
weet niet / geen antwoord
Aandacht voor extremisme en radicalisering binnen de eigen organisatie
Een klein deel van de professionals (11%) geeft aan dat er binnen hun organisatie geen aandacht
wordt besteed aan radicalisering en extremisme (zie figuur 10). Dit zijn vooral professionals die
werkzaam zijn binnen het cluster Onderwijs, Jeugd en Sport. De professionals die aangeven dat
er binnen hun organisatie wél aandacht wordt besteed aan het thema geven voornamelijk aan
dat er informatie wordt verschaft om radicalisering te herkennen en tegen te gaan of dat de
aandachtsfunctionarissen het thema intern onder de aandacht brengen door middel van
informatiedeling, nieuwsbrieven of presentaties (beide 32%). Daarnaast geeft een deel van de
professionals aan dat er interne en/of externe trainingen worden aangeboden over het thema
radicalisering.
16
Figuur 10. Hoe wordt er binnen uw organisatie aandacht besteed aan radicalisering en extremisme?
(procenten, n = 92)
er wordt informatie verschaft om radicalisering te | >
herkennen en tegen te gaan 3
aandachtsfunctionarissen brengen het thema intern | >
onder de aandacht* 3
er worden intern trainingen aangeboden over | >
radicalisering 3
er worden externe trainingen aangeboden over | >
radicalisering 3
anders mn 12
er wordt binnen mijn organisatie geen aandacht besteed "
aan radicalisering
weet niet / geen antwoord
g 23 %
o 20 40 60 80
* d.m.v. informatiedeling, nieuwsbrief of presentatie.
Ondersteuningsbehoefte
Bijna twee derde van de professionals (63%) geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij
de signalering van of omgang met radicalisering en extremisme, 17% weet niet of hij of zij hier
behoefte aan heeft (zie figuur 11). In 2021 had een groter aandeel van de professionals behoefte
aan ondersteuning (74%) en gaf een kleiner aandeel aan het niet te weten (7%). In beide jaren
had een op de vijf professionals geen behoefte aan ondersteuning. Onder de professionals die
behoefte hebben aan ondersteuning zitten ook personen die een actieve rol hebben binnen de
aanpak radicalisering, zoals aandachtsfunctionarissen. Het type ondersteuning waar
professionals behoefte aan hebben is zeer divers. Professionals willen vooral ondersteuning bij
het herkennen van radicalisering en extremisme. Daarnaast worden het inzetten van interventies
en samenwerking met andere organisaties geregeld genoemd.
Figuur 11. Waar zou v ondersteuning bij willen als het gaat om de signalering van of omgang met
radicalisering en extremisme? Ondersteuning bij. (procenten, n = 92)
herkennen van radicalisering en extremisme | 39
inzetten van interventies om radicalisering of | 28
extremisme te voorkomen of tegen te gaan
samenwerking tussen mijn eigen organisatie en andere | 22
organisaties
samenwerking binnen mijn eigen organisatie | 20
inschakelen van ander hulpaanbod | 15
iets anders | 7
ik heb geen behoefte aan ondersteuning | 20
weet niet / geen antwoord
/g 17 %
o 20 40 60 80
17
Bijlage
Bijlage 1 Begrippenlijst zoals gedefinieerd in de vragenlijst
In de vragenlijst die is voorgelegd aan de professionals werd een aantal begrippen gedefinieerd.
De definities voor radicalisering en extremisme zijn vereenvoudigde definities van de AIVD, die
de AIVD tot voorjaar 2023 hanteerde. Ook de definities voor verschillende vormen van
extremisme zijn (voor zover beschikbaar) gebaseerd op definities van de AIVD.
Radicalisering: met radicalisering wordt het proces bedoeld waarbij iemand steeds meer bereid
is tot extremisme. Radicalisering kan dus leiden tot extremisme, maar dit hoeft niet het geval te
zijn.
Extremisme: extremisme is het actief ondersteunen van grote veranderingen in de samenleving,
die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde. Daarbij staan mensen niet
meer open voor de opvattingen van anderen en maken mensen gebruik van ondemocratische
methodes, zoals geweld, systematisch haatzaaien, intimideren of het verspreiden van
misleidende informatie.
Links-extremisme: extremisme vanuit anarchistische (streven naar een samenleving zonder
regering) of antifascistische (verzet tegen extreemrechtse) denkbeelden.
Rechts-extremisme: extremisme vanuit een sterk wij-zij denken op etnische gronden (ras, volk
of cultuur). Bijvoorbeeld vanuit vreemdelingenhaat, extreem nationalisme, racisme of anti-
islamideeën, soms gecombineerd met vrouwenhaat of uiterst conservatieve denkbeelden.
Islamitisch extremisme: extremisme voortkomend uit een fundamentalistische (zeer strikte,
letterlijke, antiliberale) opvatting van de islam.
Christelijk extremisme: extremisme voortkomend uit een fundamentalistische (zeer strikte,
letterlijke, antiliberale)} opvatting van het christendom.
Milieu- of dierenrechtenextremisme: doorgaans single issue extremisme, vanuit streven naar
bijvoorbeeld een ander klimaatbeleid of verbetering van dierenrechten.
Anti-overheidsextremisme: extremisme waarbij het afwijzen van de overheid, overheidsbeleid
en/of democratische procedures en instituties centraal staat. Anti-overheidsextremisten zien
politieke en bestuurlijke ambtsdragers (en anderen die ze beschouwen als ‘de elite’) als gehate
vijanden van de Nederlandse bevolking.
Aandachtsfunctionaris: een aandachtsfunctionaris Radicalisering is een vakbekwame
professional die het eerste aanspreekpunt is in de organisatie bij vragen over radicalisering.
8 Vanaf april 2023 wordt deze definitie niet meer gehanteerd maar hanteert het programma Radicalisering en
Extremisme, in navolging van de AIVD, de term ‘anti-institutioneel extremisme’.
18
Gemeente
Amsterdam
mn Ni
Onderzoek & Statistiek Ü |L vern
onderzoek-amsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 19 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1222
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen onder AN
Ingekomen op donderdag 5 november 2015
Behandeld op donderdag 5 november 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Duijndam, Roosma, Kaya, Poorter en Van Soest inzake maatwerk
in de huishoudelijke zorg (definitief schoon en leefbaar huis).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake Maatwerk in Huishoudelijke zorg van
de leden Roosma, Duijndam en Poorter (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183);
Overwegende dat:
— er geen definitie is van ‘een schoon en leefbaar huis’ die aan de raad is
voorgelegd;
— maatwerk belangrijk is voor verschillende groepen cliënten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— met de aanbieders afspraken te maken over de definitie van “een schoon en
leefbaar huis” die recht doet aan de specifieke situatie van verschillende groepen
cliënten, opdat maatwerk geleverd wordt;
— te onderzoeken welke methodiek hiervoor het meest geschikt is;
— de WMO-verordening dan wel Nadere Regels op dit punt aan te passen bij
de evaluatie die begin 2016 gehouden wordt;
— de gemeenteraad over de uitkomsten te informeren.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
F. Roosma
M. Kaya
M.F. Poorter
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
907510 % Gemeente Raadscommissie voor Durza. CTO nom, ae DC
einlging, voeaser en Dierenwelzijn
% Amsterdam dl
Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Dierenwelzijn
Agendapunt 3
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam veilige haven voor vissen’ van het lid Krom
(PvdD) en de bestuurlijke reactie
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam veilige haven voor vissen’ van het lid Krom
(PvdD) en de bestuurlijke reactie
Wettelijke grondslag
Art. 147a Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
n.v.t.
Reden bespreking
Op verzoek van het lid Krom (PvdD)
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-007510 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Griffie % Amsterdam On ‚ …
% Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 23 maart 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
1. Raadsinformatiebrief
AD2023-018832 … ‚ : .
bestuurlijke_reactie_op_initiatiefvoorstel_vispacht.pdf (pdf)
AD2023-018881 2. Pachtovereenkomst getekend.pdf (pdf)
AD2023-018882 3. IV Amsterdam veilige haven voor vissen - PvdD 13-01-2023.pdf (pdf)
AD2023-018830 Commissie DC Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Krom (PvdD)
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | discard |
Gemeente Bezoekadres
Plein '40'45 1
Amste rdam 1064 SW Amsterdam
N ieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
> 4 Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 21 december 2016
Decos nummer 2016/int/1663
Onderwerp Gebiedsplannen Nieuw-West 2017
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 6 december 2016
Besluit |
de vijf gebiedsplannen Nieuw-West 2017 vast te stellen.
d H.J.M. Winl de heer A. Baâdoud |
Ü sdeelsecretari voorzitter
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 156
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Poot inzake de politie-inzet tegen drugsbazen
(strafmaat voor het bezit van automatische vuurwapens).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink,
Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet tegen drugsbazen (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 141).
Overwegende dat:
— bij moorden en liquidaties of pogingen daartoe vaak gebruik wordt gemaakt van
automatische vuurwapens, waarbij het risico op onschuldige slachtoffers
aanzienlijk is;
— bij wie door de stad rijdt of loopt met geladen automatische vuurwapens de kans
groot is dat zij van plan zijn om een moord te plegen;
— mensen die op dit moment worden aangehouden met geladen automatische
vuurwapens in hun bezit of voorhanden, zelfs bij recidive, alleen kunnen worden
vervolgd voor een overtreding van de Wet Wapens en Munitie met een maximale
gevangenisstraf van 4 jaar, volgens de richtlijnen bij herhaaldelijke recidive;
— dateen te lage straf is voor mensen van wie er zeer zware aanwijzingen zijn dat
ze van plan waren een moordaanslag te plegen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het Rijk, mede namens de Amsterdamse gemeenteraad, dringend te verzoeken om
de maximale strafmaat voor het bezit van automatische vuurwapens (categorie 2 in
de Wet Wapens en Munitie) te verhogen van maximaal 4 jaar naar maximaal 8 jaar.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
M.C.G. Poot
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
DS Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 576
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 9 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie JC
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2016 (open het depot).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449);
Overwegende dat:
— Amsterdam veel musea van nationale en internationale statuur kent;
— deze musea, naast hun tentoongestelde collectie, ook een aanzienlijke
hoeveelheid kunst in hun depots hebben liggen;
— het zonde is dat deze kunst niet toegankelijk is voor het publiek.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in gesprek te gaan met in Amsterdam gevestigde musea om museumdepots
periodiek open te stellen voor bezoekers.
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Evaluatie verkiezingen 2019
Gecombineerde verkiezingen voor de leden van de
provinciale staten en waterschappen
20 maart 2019
Verkiezing voor de Nederlandse leden van het
Europees Parlement
23 mei 2019
> < Gemeente
Amsterdam
Inleiding
Op woensdag 20 maart 2019 waren in Amsterdam gecombineerde verkiezingen voor de
provinciale staten en drie waterschappen: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV),
Hoogheemraadschap Rijnland (HHR) en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HNK).
Op donderdag 23 mei 2019 vond daarnaast de verkiezing van de Nederlandse leden voor het
Europees Parlement plaats.
Zoals gebruikelijk zijn de verkiezingen na afloop geëvalveerd. In deze evaluatie komen de
belangrijkste punten over het verloop en de organisatie van deze verkiezingen aan de orde.
Opkomst
De opkomst bij de provinciale staten was met 53,2% aanzienlijk hoger dan de opkomst van 43,6%
bij de voorgaande verkiezing in 2015. De (gezamenlijke) opkomst bij de waterschappen was met
44,3% ook hoger dan de opkomst van 37% in 2015. Ook de opkomst bij het Europees Parlement
van 45,3% was aanzienlijk hoger dan de opkomst van 35,7% bij de voorgaande verkiezing in 2014.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal kiesgerechtigden, vitgebrachte stemmen
en opkomstpercentages bij de verkiezingen in 2019. Het aantal kiesgerechtigden verschilt per
soort verkiezing omdat er verschillende voorwaarden voor deelname zijn.
Provinciale Waterschap Waterschap Waterschap Europees
Staten AGV ah HHR Ed lala
Kiesgerechtigden 583.421 664.138 48.317 686 592.365
310.397 295.197 20.219 291 268.329
Opkomstpercentage 53,2% 44,5% 41,9% 42,4% 45,3%
Stemlocaties en stembureaus
Voor de verkiezingen op 20 maart en 23 mei zijn door het college stemlocaties en stembureaus
ingericht. Op een locatie kunnen meerdere stembureaus worden ingericht. De locaties van
stembureaus waren zodanig verspreid over de stad dat zoveel mogelijk voor iedere
kiesgerechtigde een stembureau op loopafstand beschikbaar was. Dit heeft geresulteerd in een
grote dichtheid van stembureaus binnen Amsterdam. Uit een onderzoek van het Financieel
Dagblad’ tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement op 23 mei 2019 bleek dat
Amsterdammers gemiddeld het minst ver van stembureaus afwonen
* https: /{fd.nl/achtergrond/1302038/amsterdammer-stemt-makkelijker-dan-texelaar
2
> < Gemeente
Amsterdam
Er zijn stembureauleden geworven en benoemd. Alle ingezette stembureauleden hebben met
goed gevolg (een 7.5 of hoger) een e-learning afgerond. De voorzitters en plaatsvervangend
voorzitters hebben een 8.5 of hoger behaald en daarnaast een klassikale training gevolgd. Bij het
tellen van de stemmen zijn ook extra tellers ingezet. Voor het tellen van de stemmen en opmaken
van het proces-verbaal was een speciale instructiefilm ontwikkeld.
Onderstaande tabel geeft een weergave van het aantal ingezette locaties, stembureaus,
stembureauleden en tellers. Het grote verschil tussen ingezette tellers valt te verklaren doordat op
23 mei maar voor 1 verkiezing geteld werd en geen voorlopige uitslag bekendgemaakt werd.
Stembureauleden 2.380 2.376
Toegankelijkheid
Op grond van de gewijzigde Kieswet moest het college de raad informeren indien niet alle
stemlocaties toegankelijk waren voor kiezers met een lichamelijke beperking. Per brieven van 1
maart en 1 mei 2019 heeft het college de raad hierover geïnformeerd voor de verkiezingen van 20
maart en 23 mei 2019. Het college maakte daarbij onderscheid in A-locaties (zelfstandig
toegankelijk), B-locaties (met hulp toegankelijk) en C-locaties (niet toegankelijk). In onderstaande
tabel zijn de gecommuniceerde aantallen weergegeven.
Experiment stemmal met audio ondersteuning
In samenwerking met Koninklijke Visio en de Oogvereniging is op zowel 20 maart als 23 mei één
stemlocatie ingericht waar blinden en slechtzienden zelfstandig konden stemmen met behulp van
een stemmal met audio ondersteuning. Het huidige model stembiljet maakt dit echter niet
gemakkelijk en aan het maken van deze mallen zijn hoge kosten verbonden, aangezien de mal
voor elke verkiezing opnieuw gemaakt moet worden. Een nieuw model stembiljet zou dit kunnen
verhelpen.
3
> < Gemeente
Amsterdam
Er heeft een beperkt aantal kiezers gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het stemmen met de
stemmal. Desalniettemin vindt het college het belangrijk om deze specifieke groep kiezers in de
toekomst zodanig te faciliteren dat zij zelfstandig kunnen stemmen. Het college blijft dan ook met
interesse het voornemen van het ministerie van BZK volgen om te experimenteren met een nieuw
model stembiljet in 2021. Mede op basis van deze ontwikkeling zal het college bezien op welke
wijze dit experiment bij de eerstvolgende verkiezing een vervolg krijgt.
Op 20 maart heeft de rekenkamer Amsterdam een onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid
van stemlocaties in Amsterdam. Het college heeft in de bestuurlijk reactie op het rapport
aangegeven de aanbevelingen van de rekenkamer over te nemen. Tijdig voor de eerstvolgende
verkiezing (maart 2021) zal het college de raad informeren over de acties die ondernomen worden
om de toegankelijkheid te verbeteren en eventuele financiële consequenties.
Verzending stempassen
Aan alle kiesgerechtigden is tijdig voor de dag van stemming een stempas verzonden waarmee de
kiezer bij een stembureau zijn of haar stem kon uitbrengen. Voor de verzending van stempassen
zijn afspraken gemaakt met PostNL.
Daarnaast konden kiezers op een Stadsloket, schriftelijk of online een vervangende stempas,
kiezerspas (om te stemmen buiten Amsterdam) of schriftelijke volmacht aanvragen. Voorafgaand
aan de dag van stemming is een Register Ongeldige Stempassen opgemaakt. Hierin staan alle
nummers van de stempassen die ongeldig zijn verklaard, wanneer:
= op verzoek van de kiezer een vervangende stempas is uitgereikt, bijvoorbeeld omdat deze
zijn stempas is kwijtgeraakt of de stempas niet heeft ontvangen
= op verzoek van de kiezer de stempas is omgezet in een kiezerspas of een schriftelijke
volmacht.
n= __de stempas is ingetrokken omdat deze is verstrekt aan een persoon die tussen de dag van
verzending en de dag van stemming is overleden.
n= __de stempas is ingetrokken omdat deze is verstrekt aan een persoon die tussen de dag van
verzending en de dag van stemming is verhuisd en in de nieuwe woonplaats een stempas
heeft aangevraagd.
Onderstaande tabel geeft een weergave van de aantallen bij de verkiezingen in 2019.
4
> < Gemeente
Amsterdam
Provinciale Waterschap | Waterschap | Waterschap Europees
KS al AGV HNK ed Parlement
Verzonden
83. 664.138 8. 686 „36
Vervangende
606 626
Steal IE LK o N
volmachten 232 127 2 329
Ingetrokken
8 8 8 8
Track & Trace bij verzending stempassen
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 is succesvol geëxperimenteerd met het verzenden van
stempassen via Track & Trace. Hiermee kon eerder gesignaleerd worden indien stempassen niet
(tijdig) bezorgd waren. Voor de verkiezingen in 2019 waren hier met PostNL wederom afspraken
over gemaakt. Eind janvari 2019 heeft PostNL echter te kennen gegeven de service niet te kunnen
leveren wegens onvoldoende capaciteit. Hierop zijn wel aanvullende controlemomenten door
PostNL ingepland in het verzendproces. Zorgvuldige bezorging van stempassen is van uitermate
groot belang. Kiezers moeten erop kunnen vertrouwen dat zij tijdig hun stempassen in de bus
krijgen. En als dit onverhoopt mis gaat dat dit snel kan worden gesignaleerd en worden hersteld.
Het college zal daarom PostNL er nadrukkelijk erop wijzen dat het voor de gemeente van
uitermate groot belang is dat deze dienst in de toekomst weer wordt gerealiseerd.
Communicatiemiddelen en kanalen
Voor de verkiezingscommvunicatie zijn de volgende algemene middelen ingezet:
"Op de verkiezingswebsite www.amsterdam.nl/verkiezingen was alle relevante informatie
over de verkiezingen in Amsterdam te vinden. Op de Engelstalige site van amsterdam.nl was
de benodigde procesinformatie ook in het Engels te vinden. Door middel van de functionaliteit
‘Amsterdam Maps’ kon de kiezer zien waar de stembureaus gevestigd waren en welke locaties
rolstoeltoegankelijk waren.
= De verkiezingen zijn overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet aangekondigd met
advertenties in Het Parool, De Echo en De Telegraaf/metro.
5
> < Gemeente
Amsterdam
= _ Voorafgaand aan de verkiezingen werden Amsterdammers via de gemeentelijke social
media kanalen geattendeerd op de verkiezingen en de belangrijke mijlpalen (ontvangen van
de stempas, aanvragen kiezerspas, aanvragen nieuwe stempas etc.).
" __Omde kiezer op tijd te attenderen op de momenten dat de stempas en de verkiezingskrant
in de bus zouden vallen zijn daarnaast advertenties in de kranten (Het Parool, De Echo en De
Telegraaf/metro), A2 en Ao posters, NS spreads, Abri's, Mupi's, AT5 filmpjes, gemeentelijke
nieuwsbrief en nieuwsartikel op amsterdam.nl ingezet.
=De kandidatenlijsten van alle verkiezingen zijn, conform de wettelijke plicht, op ca. 500.000
adressen huis-aan-huis verspreid in de speciale verkiezingsedities van de Amsterdam krant.
Hierin stonden ook alle stemlocaties vermeld en de nodige procesinformatie die de kiezer
moet weten om zijn stem uit te kunnen brengen. De krant was daarnaast ook online
gepubliceerd op de gemeentelijke website.
= Verspreid over de stad zijn er op 7o locaties voorbedrukte verkiezingsborden geplaatst waar
de partijen en kandidaten zich konden presenteren. Daarnaast waren er nog op 28 locaties
traditionele wildplakborden geplaatst.
"Om reizigers te informeren op de mogelijkheid om op en rond bepaalde stations te kunnen
stemmen zijn er op de betreffende stations digitale borden ingezet.
"Gedurende de verkiezingsdag werden via social media updates gegeven over de opkomst en
werden stemgerechtigden opgeroepen om hun stem uit te brengen.
= _ Vragen vanuit kiesgerechtigden die binnenkwamen via sociale media, WhatsApp of 14 020
zijn snel beantwoord.
Naast bovenstaande algemene communicatie zijn onderstaande groepen nog specifiek benaderd:
= _Eriseen brief verstuurd aan personen die volgens de gemeentelijke administratie geen geldig
paspoort of identiteitskaart bezaten en daardoor mogelijk niet zouden kunnen stemmen.
Daarbij is ook de mogelijkheid om iemand te machtigen om voor hen te stemmen toegelicht.
"Eris een brief gestuurd naar zorginstellingen met het verzoek de identificatieplicht en de
mogelijkheid van een schriftelijke volmacht onder de aandacht te brengen bij bewoners.
= __ Uit naam van de burgemeester is een brief naar alle eerste-keer-stemmers verstuurd om
jongeren te wijzen op het belang van hun kiesrecht.
= Bij de verkiezing voor het Europees Parlement is aan alle niet Nederlandse EU ingezetenen
een brief verstuurd met uitleg hoe ze zich konden registreren om te stemmen in Amsterdam.
Incidenten
Provinciale staten en waterschappen
Tijdens de dag van stemming op 20 maart heeft zich onderstaand incident voorgedaan.
Ontbrekende Registers Ongeldige Stempassen in stadsdeel Zuid
Voor opening van de zitting van het stembureau is het noodzakelijk dat het zogeheten Register
Ongeldige Stempassen aanwezig is. Met behulp van het Register kan het stembureau controleren
6
> < Gemeente
Amsterdam
of de kiezer een geldige stempas heeft. Bij de verkiezingen op 20 maart moest elk stembureau de
beschikking hebben over twee Registers: één voor de provinciale staten en één voor de
waterschappen. Door een menselijk fout waren bij de stembureaus in stadsdeel Zuid slechts één
van beide Registers aanwezig. Als gevolg hiervan konden niet alle stembureaus om 7:30 uur
openen en moest een aantal kiezers doorverwezen worden naar andere stembureaus die wel reeds
geopend waren. Rond 8:45 uur was het probleem overal opgelost en waren alle stembureaus in
stadsdeel Zuid geopend.
Europees Parlement
In aanloop naar de dag van stemming op 23 mei heeft zich onderstaand incident voorgedaan.
Straat met niet bezorgde stempassen
Op 20 mei bleek dat in 1 specifieke straat (de UJ. Klarenstraat) geen stempassen waren
ontvangen door kiezers. Dit werd door bureau Verkiezingen van de gemeente gesignaleerd,
omdat er ongewoon veel vervangende stempassen werden aangevraagd door bewoners van deze
straat met de mededeling geen stempas te hebben ontvangen. Het betrof in totaal 53 stempassen.
Controle leverde op dat de stempassen wel waren aangemaakt en aangeboden bij de
postbezorger. Navraag bij PostNL leverde op dat er zeer waarschijnlijk iets mis was gegaan bij de
bezorging. Hierop is diezelfde dag op elk adres in deze straat nog een brief bezorgd door bureau
Verkiezingen waarin de kiezer geïnformeerd werd hoe deze nog een vervangende stempas kon
aanvragen indien hij of zij inderdaad geen stempas had ontvangen (en niet reeds een vervangende
stempas had aangevraagd).
Verder hebben zich geen incidenten voorgedaan in aanloop naar of tijdens de verkiezingen in
2019.
Klachten
Provinciale staten en waterschappen
Bij de verkiezingen voor de provinciale staten en waterschappen zijn in totaal 25 klachten
binnengekomen. Bij de behandeling van deze klachten bleken vijftien daarvan gegrond en tien
ongegrond. De gegronde klachten waren divers van aard.
-_ Drie klachten over het niet ontvangen van stempassen zijn in de evaluatie met PostNL
meegenomen.
-_Vijf klachten over de bezorging van de verkiezingseditie van gemeentekrant Amsterdam,
met daarin de kandidatenlijsten, zijn na beantwoording binnen de gemeente
doorgestuurd naar de bezorgafdeling van die krant.
-_Het ontbreken van een uittreksel vit het Register Ongeldige Stempassen (ROS) in
Stadsdeel Zuid leverde één klacht op.
-_Eén klacht betrof een foutieve vermelding op de stempas van de toegankelijkheid van de
stemlocatie. Deze locatie stond beschreven als niet-rolstoeltoegankelijk, maar was wel
rolstoeltoegankelijk met hulp.
7
> < Gemeente
Amsterdam
-_ Verschillende klachten over niet goed functionerende stembureauleden of medewerkers
van de gemeente zijn met de betreffende personen besproken en waar nodig zijn
maatregelen getroffen.
-_ Andere klachten gingen bijvoorbeeld over muziek in het stemlokaal.
Naar aanleiding van deze situaties zijn of worden maatregelen genomen om dit soort zaken voor
volgende verkiezingen te voorkomen.
Europees Parlement
Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement zijn in totaal 26 klachten binnen gekomen,
waarvan twintig gegrond bleken. Bij dertien daarvan betrof het de postbezorging van stempassen
en andere bescheiden door PostNL. Ook dit is in de evaluatie met PostNL besproken.
-_ Vijf klachten gingen over het niet ontvangen van de gemeentekrant Amsterdam en zijn na
beantwoording binnen de gemeente doorgestuurd naar de bezorgafdeling van die krant
met het verzoek de krant na te bezorgen,
-___Eén klacht betrof de verspilling van papier en overheidsgelden door na een
mailbevestiging tevens per brief te bevestigen. Dit betrof brieven aan EU-onderdanen die
zich hadden laten registreren als kiezer in Nederland. Bij de eerstvolgende verkiezing zal
de procedure hierop worden aangepast. Kiezers die op een digitaal verzoek reeds een
digitale bevestiging hebben ontvangen, krijgen niet tevens nog een brief.
-__ De laatste klacht ging over de ontoegankelijkheid voor slechtzienden van een filmpje over
de uitslag op de gemeentelijke website. Ook dit zal voor volgende verkiezingen worden
opgepakt.
Voorlopige uitslagen
Provinciale staten en waterschappen
Na sluiting van de stemming op 20 maart om 21:00 uur zijn de stembureaus de uitkomsten van de
stemming gaan tellen. Op basis van de voorlopige tellingen van 428 van de 470 stembureaus (91%)
zijn op 20 maart om 23:56 uur de voorlopige uitslagen voor de gemeente Amsterdam bekend
gemaakt voor de verkiezing van de provinciale staten. Deze voorlopige uitslag was gebaseerd op
een representatieve vertegenwoordiging van de stembureaus binnen de diverse stadsdelen.
De uitkomsten van de voorlopige tellingen voor de waterschappen zijn overgedragen aan de drie
waterschappen die in de ochtend van 21 maart zelf de voorlopige uitslagen bekend hebben
gemaakt.
Europees Parlement
Aangezien de verkiezingen voor het Europees Parlement in de lidstaten op verschillende dagen
plaatsvonden, mocht de voorlopige uitslag niet eerder dan zondag 26 mei om 23:00 vur bekend
gemaakt worden. De voorlopige uitslag van de stemming in Amsterdam is zondag 26 mei om
23:01 uUr bekend gemaakt.
8
> < Gemeente
Amsterdam
Definitieve uitslagen
Provinciale staten en waterschappen
Op donderdag 21 maart zijn de uitslagen van de verkiezing voor de provinciale staten verwerkt. De
uitslagen zijn tijdens de zitting van het hoofdstembureau op vrijdag 22 maart om 10:00 vur
vastgesteld. Op vrijdag 22 maart zijn de uitslagen van de verkiezingen voor de waterschapen
verwerkt. De uitslagen zijn vervolgens overgedragen aan de desbetreffende waterschappen die
zelf de definitieve uitslag hebben vastgesteld.
Europees Parlement
Op vrijdag 24 mei zijn de uitslagen van de verkiezing voor het Europees Parlement verwerkt. De
uitslagen zijn tijdens de zitting van het hoofdstembureau op maandag 27 mei om 20:00 uur
vastgesteld.
Publicatie processen-verbaal stembureaus
Op grond van de gewijzigde Kieswet moesten de processen-verbaal van de stembureaus digitaal
gepubliceerd worden.
= De processen-verbaal van de verkiezing voor provinciale staten zijn op donderdagavond 21
maart digitaal beschikbaar gesteld via de website van de gemeente Amsterdam.
= De processen-verbaal van de verkiezingen voor de waterschappen zijn op vrijdagavond 22
maart beschikbaar gesteld via de website van de gemeente Amsterdam.
= De processen-verbaal van de verkiezingen voor het Europees Parlement zijn op
maandagochtend 27 mei digitaal beschikbaar gesteld via de website van de gemeente
Amsterdam.
Financieel
De begroting voor de gecombineerde verkiezingen van de provinciale staten en waterschappen
bedroeg € 2.628.480. De begroting voor de verkiezingen voor het Europees Parlement bedroeg
€ 2.089.450. Eris vastgesteld dat de verkiezingen binnen budget zijn uitgevoerd.
Acties
De bevindingen vit de evaluatie resulteren in onderstaande acties in aanloop naar de
eerstvolgende geplande verkiezing (maart 2021).
Toegankelijkheid
Naar aanleiding van het rapport van de rekenkamer Amsterdam worden er verbeteringen
gerealiseerd in de beoordeling van de toegankelijkheid van stemlocaties, het aanbrengen van
tijdelijke voorzieningen om de toegankelijkheid te vergroten en de informatievoorziening rondom
toegankelijkheid. In het verkiezingsvrije jaar 2020 wordt hiervoor een plan van aanpak ontwikkeld
dat tijdig voor de eerstvolgende landelijke verkiezing (maart 2021) aan de raad wordt voorgelegd.
9
> < Gemeente
Amsterdam
Verzending stempassen
Vervangende stempassen, kiezerspassen en schriftelijke volmachten zijn niet in alle gevallen
(tijdig) bezorgd. Hierdoor hebben enkele kiezers mogelijk geen stem vit kunnen brengen. Alle
gesignaleerde gevallen zijn onderzocht en daaruit bleek dat de betreffende passen wel zijn
aangemaakt en aangeboden voor bezorging bij de postbezorger. Met de postbezorger van de
stempassen zullen verbeterafspraken gemaakt worden, die ertoe moeten leiden dat de
(na)bezorging van stempassen betrouwbaarder wordt. Hierin zal het college gezamenlijk
optrekken met de andere (G4) gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de
Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB). Tevens zal het college er bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op aandringen de mogelijkheid te creëren tot
experimenten met het elektronisch verzenden van de stempas.
Landelijke ontwikkelingen
Momenteel zijn er twee wetsvoorstellen in voorbereiding met betrekking tot de organisatie van
verkiezingen. Deze zien op vernieuwing van de procedure voor het vaststellen van de uitslag en de
mogelijkheid om te experimenteren met een nieuw model stembiljet. Zodra de definitieve inhoud
van deze wetsvoorstellen duidelijk is, zal bezien worden welke gevolgen dit heeft voor de
organisatie van verkiezingen in Amsterdam.
Hierover wordt contact onderhouden met het ministerie van BZK. Ook hierin wordt de
samenwerking gezocht met de andere (G4) gemeenten, de VNG en de NVVB
10
| Onderzoeksrapport | 10 | test |
%
0
Tm SAAEANAARNKET
Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen
Amsterdam, maart 2021
EB Inhoud Samenvatting Cz
Samenvatting 3 Actielijn 3: Sinds 2016 werken zorgaanbieders, woningcorporaties en de gemeente Amsterdam
Zorgzame stad en wijk 21 samen in het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen (PHKG). De hoofddoelstelling
Over het programma in 2020 7 Doel 1: Digitale ondersteuning van de matching _ 21 van het programma is woonoplossingen realiseren voor mensen in een kwetsbare situatie
Samenwerking 7 _Doel 2: Experimenten met matchen op buurtniveau 21 met een urgent woonprobleem, die (op termijn) in staat zijn zelfstandig te wonen.
Doelgroepen 8 Doel 3: Ondersteuning initiatieven van stadsdelen 22 Het streven is mensen binnen drie maanden een passende woonruimte te bieden.
Corporatiewoningen geleverd voor Doel 4: Campagne 'Zorgzame stad en wijk’ 23
kwetsbare groepen 9 Doel 5: Onderzoek naar de woningtoewijzing
Wachttijden 10 per buurt en wijk 23 Mensen in een kwetsbare situatie hebben vaak proble- Actielijn 1:
Financiën 11 men op meerdere domeinen. De doelgroepen van het Preventie van dakloosheid
Actielijn 4: programma kampen ook met een urgent woonpro- en ondersteuning
Actielijn 1: Leren, implementeren en evalueren 25 bleem. De ondersteuning van deze mensen is alleen De behoefte aan woonoplossingen voor kwetsbare
Preventie van dakloosheid en Doel 1: Implementatie van de effectief als het woonprobleem wordt opgelost. mensen is groot en blijft stijgen. Het college, zorgaan-
het bieden van ondersteuning 13 ‘Tien Werkafspraken’ en nieuwe werkprocessen 25 bieders en corporaties willen door preventief handelen
Doel 1: Meer mogelijkheden om woonvragen Doel 2: Gezamenlijk training en De activiteiten van het programma voor de periode voorkomen dat huisvestingsproblemen leiden tot een
te voorkomen en op te lossen 13 deskundigheidsbevordering 25 2019-2022 zijn opgedeeld over vier actielijnen: verzwaring van de zorgvraag. Actielijn 1 van het pro-
Doel 2: Een aanpak ontwikkelen ter Doel 3: Evalueren en monitoren van de 1. Preventie van dakloosheid en ondersteuning gramma heeft tot doel dakloosheid te voorkomen en
ondersteuning van de buurtteams 14 voortgang en effecten 26 2. Voldoende passende woonplekken ondersteuning te bieden aan kwetsbare mensen met
Doel 4: Verbeteren van sturings- en 3. Zorgzame stad en wijk een huisvestingsprobleem.
Actielijn 2: verantwoordingsinformatie 26 4. Implementeren, leren en evalueren In 2019 verscheen de Woonwaaier met een bundeling
Voldoende passende woonplekken 17 Doel 5: Aanpassing huisvestingsverordening van ruim vijftig regelingen en voorzieningen om Amster-
Doel 1. Nieuwe afspraken voor 2020-2024 17 en beleidsregels 26 Vanaf 2020 geldt de afspraak zoals opgenomen in de dammers te ondersteunen bij het behouden of vinden
Doel 2: Realisering (tijdelijke) nieuwbouw Samenwerkingsafspraken 2020-2023 dat corporaties van een passende woonplek. In alle stadsdelen zijn in
voor statushouders 18 _ Tot slot: vooruitblik naar 2021 27 jaarlijks 1.800 sociale huurwoningen voor kwetsbare 2020 workshops over de Woonwaaier gegeven. De work-
Doel 3: Vergroting aanbod gezins- en groepen leveren. Begin 2020 is een verdeling gemaakt shops helpen professionals om woonvragen in een zo
rolstoelwoningen 18 van deze 1.800 woningen over de doelgroepen van licht mogelijke vorm te identificeren, de juiste vragen te
Doel 4: Inzicht in benodigde woningtypes hetprogramma. Uiteindelijk hebben woningcorporaties stellen en mee te denken met Amsterdammers met een
en vertaling naar nieuwbouwplanning 19 1.785 woningen geleverd voor de huisvesting van woonvraag. Ze helpen ook om te bepalen wat nodig is
Doel 5: Vereenvoudiging van het proces van kwetsbare mensen. Dankzij een grote inspanning van de om tot een integrale oplossing te komen. Soms ligt een
intermediaire verhuur 19 samenwerkingspartners in de tweede helft van het jaar is oplossing bij de woningcorporatie, soms bij het inkomen
het afgesproken aantal in 2020 gehaald. Dit is een goede en een andere keer bij het werk dat iemand doet. Door
prestatie van woningcorporaties en zorgaanbieders. een vraag gezamenlijk vanuit alle expertises op te lossen
Daarentegen is het niet gelukt om de afgesproken verde- worden geen alternatieven over het hoofd gezien.
ling tussen de doelgroepen te realiseren. Meer woningen
dan afgesproken gingen naar mensen die geen woonbe- Woningcorporaties, de Regenboog Groep en de ge-
geleiding krijgen (sociaal medisch urgenten), terwijl de meente werken sinds 2020 samen aan ‘Tijdelijk Onder
groepen die gehuisvest worden met begeleiding (voorna- Dak’. Het doel is de groeiende groep woningzoekenden
melijk uit de maatschappelijke opvang en beschermd die economisch dakloos zijn, voor een jaar aan een
wonen) te weinig woningen kregen. Voor de statushouders woning te helpen en zo even ‘adempauze’ te geven.
is het gelukt om alle benodigde woningen toe te wijzen en De eerste 17 woningen zijn in 2020 toegewezen. De wo-
zijn in totaal 767 statushouders (in personen) geplaatst. ningcorporaties verwachten jaarlijks circa 200 woningen
beschikbaar te stellen. Deze woningen staan buiten de
Door de stijgende vraag naar woningen liep in 2020 de afspraak van 1.800 voor het PHKG. De economisch
wachttijd voor de meeste doelgroepen op. Daar waar daklozen vallen als doelgroep niet onder het PHKG.
68% van de kwetsbaren in 2019 binnen drie maanden De Pilot Tijdelijk Onder Dak wordt ingezet als een
@ ® © ® © a © ® ® een woning toegewezen kreeg, lukte dit in 2020 nog preventieve maatregel om te voorkomen dat mensen
maar voor 52%. Verklaring hiervoor is de grotere groep alsnog kwetsbaar worden.
Sociaal Medisch Urgenten: deze mogen zes maanden
zelf zoeken, en door een stijging van deze groep liep de
wachtlijst voor uitstroom uit zorginstellingen op.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 2 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 3
“In april heb ik deze woning gekregen. Ik sprong een
gat in de lucht. Sinds ik hier woon, lijkt het wel of de
mensen aardiger doen. Ik zorg al vanaf mijn
DD vijftiende voor mezelf dus de praktische dingen gaan a
prima. Ik heb nooit geld te kort, mijn huis is schoon.
Voor het eerst van mijn leven ben ik echt gelukkig.
De Buurtteams Amsterdam gaan in 2021 van start. het tweede jaar op rij te weinig woningen beschikbaar Ik heb geen drugs of alcohol nodig. Ik kan doen waar
Onder de noemer Het Verbond van 100 begon eind voor de uitstroom uit de maatschappelijke opvang en ik zin in heb, ik kan lekker eten, heb leuke vrienden
2018 een leerfase met sociale wijkteams in Noord, beschermd wonen (MO/BW). De druk op de MO/BW
Zuidoost, Nieuw-West en Oost. Deze leerfase resulteer- nam daardoor verder toe. en ik heb nu ook weer contact met mijn familie.”
de in 2020 in de Amsterdamse Maatwerk Methode.
Nieuw aan de werkwijze is de inzet van Wonen, Werk & Eind februari 2020 verhuisde in Startblok Riekerhaven
Inkomen en Schuldhulpverlening (de zogenaamde elf moeders en dertien kinderen naar een aparte Moe-
bestaanszekerheden) binnen de multidisciplinaire socia- der- en Kindgang. Bij wijze van pilot werd de aparte 4 huishoudens verhuisd. Via de pilot ‘verbouwd rol- waarvoor ruim 200 aanmeldingen zijn. In 2021 volgen
le wijkteams. Onderdeel van dit proces was te onder- gang ingericht. Uit de evaluatie blijkt dat deze aanpak stoelgeschikt’ zijn er 12 reguliere huurwoningen meer virtuele Netwerksessies in stadsdelen.
zoeken in welke situaties de huidige regels voor het succesvol kan zijn, maar er wel eisen zijn ten aanzien van verbouwd tot rolstoelgeschikt waarvan 1 woning al
verlenen van een woonurgentie het borgen van be- de fysieke kenmerken van de woningen en de benodig- is toegezegd voor 2021. Binnen het programma is een gezamenlijke communica-
staanszekerheid belemmeren. Hiervoor was door het de begeleiding. Dit gaat vooral over de grootte van de tieaanpak opgesteld die moet zorgen voor behoud en
college experimenteerruimte beschikbaar gesteld. Het woning (de wooneenheden zijn geschikt voor éénper- Geclusterde woonvormen voor zorgdoelgroepen heb- versterking van het draagvlak voor het programma,
intensieve leertraject maakte duidelijk dat er in de soons huishoudens) en de mix tussen jonge gezinnen en ben een plek gekregen in de Huisvestingsverordening professionals en vrijwilligers stimuleren in hun samen-
regels voldoende ruimte is ingebouwd voor maatwerk. jongeren/studenten. Op de locatie Riekerhaven wordt die per 1 januari 2021 in werking is getreden. werking aan een goede landing van kwetsbare groepen
Een urgentie hoeft niet altijd de oplossing te zijn als er deze aanpak daarom niet voortgezet. De moeders die in de wijk en professionals informeren over en mee-
woonvragen spelen. De Amsterdamse Maatwerk Me- deelnemen aan de pilot krijgen na het aflopen van hun Een deel van de (dreigend) daklozen met problemen op nemen in de nieuwe ontwikkelingen/werkwijzen. Ter
thode draagt eraan bij dat er eerder en integraler wordt _ vijfjaarscontract een sociale huurwoning met een regu- een aantal leefgebieden ziet een verhuizing buiten ondersteuning is in 2020 ook de gezamenlijke website
samengewerkt tussen verschillende disciplines waardoor _ lier contract aangeboden. Amsterdam als ingewikkeld. In de pilot Wonen buiten huisvestingkwetsbaregroepen.nl opgezet.
mensen in kwetsbare situaties tijdig ondersteund wor- Amsterdam is in 2020 een route met bijbehorende
den waar nodig. Voor statushouders zijn in 2020 diverse projecten van methode ontwikkeld om de kans op het vinden van Afgelopen zomer heeft Onderzoek, Informatie en
(tijdelijke) nieuwbouw en transformatie opgeleverd. Het woonruimte buiten Amsterdam (en eventueel een Statistiek (OIS) het rapport ‘Spreiding en Toewijzing
In 2020 verscheen een vernieuwde versie van De Tien ging in 2020 om 143 wooneenheden. Sinds 2016 zijn er betaalde baan) te vergroten. Sinds de start is er een kwetsbare groepen 2016 t/m 2019’ opgesteld. In de
Werkafspraken Thuis in de Wijk. Nieuw zijn de samen- voor jonge statushouders in totaal 2.378 wooneenhe- klein aantal gezinnen succesvol verhuisd. Deze pilot afrondende fase werd een probleem ontdekt met de
werkingsafspraken voor de periode na de zogenaamde den gerealiseerd of gepland. Doel is het realiseren van wordt daarom ook doorgezet. gegevens in WoningNet, waardoor de cijfers een verte-
‘omklap’ als de bewoner een huurcontract op eigen 2.700 wooneenheden voor deze groep. Voor 322 woon- kend beeld geven. Daarom wordt het rapport over 2016
naam heeft gekregen. Deze afspraken dragen bij aan eenheden moeten nog nieuwe locaties worden gevon- Actielijn 3: t/m 2019 reden niet uitgebracht. Eind 2021 wordt de
het vangnet voor bewoners die het nog niet geheel den. Hiervoor loopt momenteel een verkenning. Zorgzame stad en wijk rapportage over de jaren 2016 t/m 2020 opgesteld.
zelfstandig redden. Daarmee voorkomen we dat bewo- Het is belangrijk dat alle Amsterdammers in hun buurt
ners terug moeten vallen op intramurale zorg. De sa- Dit jaar zijn er aanzienlijk meer rolstoelwoningen toege- toegang hebben tot voorzieningen, contacten onder- Actielijn 4:
menwerkingspartners ervaren dat de Tien Werk- wezen. In totaal 74 woningen ten opzichte van 30 houden en gelegenheid hebben om deel te nemen aan Leren, implementeren
afspraken goed werken; er is een passend aanbod van woningen in 2019. Dit is een gevolg van extra aandacht het leven in hun buurt. Zowel de gemeente als woning- en evalueren
wonen en zorg en bij problemen weten de partijen voor de behoefte aan dit type woningen en nieuwe corporaties zijn bezorgd over de leefbaarheid van buur- Sinds 2019 leggen de partners de nadruk op de verdere
elkaar sneller te vinden. In 2021 worden deze afspraken methodes om dit type woningen te creëren. In de ten met veel kwetsbare bewoners, of die nu behoren tot __ uitwerking, verbreding en invoering van nieuwe werkwij-
geëvalueerd. samenwerkingsafspraken 2020-2023 zijn afspraken de doelgroep van het PHKG, of al langer in de wijk zen, afspraken en processen. In 2020 is de implementa-
gemaakt om het aanbod gezinswoningen en rolstoelwo- wonen. tie van de ‘Tien Werkafspraken Thuis in de Wijk’ verder
Actielijn 2: ningen te vergroten. Voor rolstoelwoningen komt er een vormgegeven. De Werkafspraken zijn herzien en gekop-
Voldoende passende woonplekken plan om te bevorderen dat beter in de behoefte aan In 2019 is onderzocht of het matchen eenvoudiger kan peld aan de Omslagroute. Dit is het proces voor men-
Sinds 2019 is er een stijging van het aantal woningen rolstoelwoningen kan worden voorzien voor bewoners verlopen door digitale ondersteuning. Professionals van sen die gebruikmaken van omslagwoningen.
voor mensen met een sociale of medische urgentie, die daarop zijn aangewezen. Ook wordt er een nieuw- zorginstellingen en corporaties gaven echter aan dat
ondanks aanscherpingen in de urgentiecriteria. De bouwopgave geformuleerd en is afgesproken dat digitale ondersteuning weinig voordelen biedt en geven _ In 2020 is de Omslagroute verder uitgewerkt en is een
corona-crisis leidde voor veel mensen ook tot extra woningcorporaties in principe geen rolstoelwoningen de voorkeur aan direct contact. Begin 2020 is de pilot online platform gebouwd waarop alle informatie over
problematische situaties door bijvoorbeeld onhoudbare verkopen. Daarbij is de regeling ‘verleiden tot verhuizen beëindigd. de Omslagroute is te vinden (Omslagroute.amsterdam.nl)
gezinssituaties door inwonende familieleden. Daardoor uit rolstoelwoningen’ opgezet. Bewoners die geen
werden er meer woonurgenties afgegeven. Omdat rolstoelwoning meer nodig hebben, krijgen dankzij deze Door de Coronacrisis zijn live bijeenkomsten niet
deze mensen zelf en met voorrang kunnen zoeken op regeling een andere woning aangeboden. De regeling mogelijk en is een online format ontwikkeld om
Woningnet, blijven er minder woningen over voor de is eind 2019 gestart. In 2020 toonden 26 huishoudens stadsdeelcongressen te organiseren. Eind januari
andere doelgroepen. Daardoor kwamen in 2020 voor interesse om te verhuizen uit hun rolstoelwoning en zijn 2021 vinden de Netwerksessies Thuis in West plaatst
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 4 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 5
Actielijn 1: Preventie Werkafspraker
Actielijn 4: Leren, van dakloosheid
implementeren en het bieden van
en evalueren ondersteuning
m De ‘Tien werkafspraken Thuis in de Wijk’ = In alle stadsdelen zijn professionals O h Mm Mm 1 20 2 O0 GE
zijn herzien en in juni vastgesteld. getraind om met behulp van de Vve r et Pp rog ra d | n
m De Omslagroute is verder uitgewerkt Woonwaaier woonproblemen op le)
en de werkwijze is gedigitaliseerd te lossen. Respect vec
via omslagroute.amsterdam.nl. m De woningcorporaties leverden sive ele
nm Diverse kleinere doelgroepen zijn de eerste 20 van 200 sloop- en
toegevoegd aan de Omslagroute. renovatiewoningen voor tijdelijke De gemeente Amsterdam staat voor een inclusieve stad, waarin iedereen kan meedoen
m Een gezamenlijke website is opgezet voor huisvesting van economisch daklozen. 9 hul krii ij dat dia hebb Hi di
alle medewerkers betrokken bij de m Ter ondersteuning van de Buurtteams KN GEEL en mensen hup en Zorg nijgen als zij aa ho ig ne en. \Ervoor open er IVErse
huisvesting van kwetsbare groepen is een maatwerkmethodiek voor eh. trajecten zoals de doorontwikkeling van het sociaal domein, het Koersbesluit Thuis in de
. « vinger aan ae pols ee. .
(begin 2021 gereed). woonvragen ontwikkeld. Wijk, de Buurtteams Amsterdam, de aanpak economisch daklozen, het programma
m De monitoring is verder verbeterd en er m Een vangnet is geregeld voor . . , . .
is bijgestuurd op de verdeling van de bewoners van een omslagwoning 8 Ouderenhuisvesting en de aanpak Ontwikkelbuu rten. Het Programma Huisvesting
woningen over de kwetsbare groepen. die het nog niet geheel zelfstandig En Kwetsbare Groepen (PHKG) is onderdeel van deze integrale benadering.
redden. ‘contract op
m Een Nieuwe-Kansregeling biedt eigen naam’
e © perspectief als bewoners ernstige
overlast veroorzaken. vl De hoofddoelstelling van het programma is woonoplos- Samenwerking
| Ondersteuning singen te realiseren voor mensen in een kwetsbare Binnen het PHKG werken woningcorporaties, zorgaan-
ee bij fi ete - . . … - -
es Woon ® situatie met een urgent woonprobleem, die (op termijn) bieders en de gemeente Amsterdam sinds 2016 samen.
\ oplossingen in staat zijn om zelfstandig te wonen. Het streven is Deze samenwerking is van doorslaggevend belang en
0 6 mensen binnen drie maanden een passende woonruim- geldt landelijk als een best practice. Werkafspraken
voor kwetsbare 7 Ve te aan te bieden. Waar mogelijk worden andere projec- dragen bij aan een zorgvuldige match tussen mensen en
on roepen Kdl: ten en programma’s benut om de doelstellingen van het _ woning/woonomgeving en helpen bij een goede lan-
Actielijn 3: | Pp programma te realiseren. ding van mensen in de wijk. Knelpunten in werkproces-
Zorgzame stad 5 De ambities kwamen in 2020 onder druk te staan. Door sen zijn en worden opgelost.
en wijk Meos de nijpende schaarste aan betaalbare woningen in De rol van de stadsdelen in het programma wordt
GA ee Amsterdam stijgt sinds 2018 het aantal kwetsbare steeds prominenter vanwege de aandacht voor preven-
= In de pilot BuurtBalans is geëxperimenteerd B Actielijn 2: Voldoende mensen met een urgent woonprobleem. Daarbij wordt tie, een goede landing van kwetsbaren en leefbaarheid
met matchen op buurtniveau. . .
= In de pilot Buurt4You zijn de mogelijkheden passende woonplekken 4 de vraag naar woningen in 2021 groter door een fors van buurten.
van laagdrempelige ontmoetingsplekken ER: ed toegenomen taakstelling voor statushouders, de her-
onderzocht. b IN . . oo IN . NT
= De projecten Oud-West Thuis Best en het = De woningcorporaties leverden 1.785 woningen voor Wille huisvesting van statushouders die sinds 2016 met tijde Vier actielijnen
project. kwetsbare groepen (afspraak 1.800). lijke contracten zijn gehuisvest, de groei van het aantal De activiteiten van het programma voor de periode
= In plaats van stadsdeelcongressen is een . Door de lors gestegen vraag nam de wachttijd los: 3 mensen met een sociaal medische urgentie en landelijke _ 2019-2022 zijn verdeeld over vier actielijnen:
format voor online 'Netwerksessies' van de kwetsbare groepen is binnen 3 maanden P d . . . . .
ontwikkeld; in de 2e en 3e week van januari gehuisvest: (68% in 2019 en 78% in 2018) patent verdubbeling van het aantal dak- en thuislozen, een 1. Preventie van dakloosheid en ondersteuning
2021 waren de Netwerksessies Thuis in West. m De taakstelling huisvesting statushouders is gehaald en de re verhuur probleem dat zich in vergrote mate in Amsterdam 2. Voldoende passende woonplekken
m_Woningcorporaties, zorgaanbieders en achterstand uit eerdere jaren werd zo goed als ingelopen. voordoet en leidt tot steeds meer wachtenden in de 3. Zorgzame stad en wijk
gemeente hebben een gezamenlijke = Het aantal verhuurde rolstoelwoningen steeg naar 74 (30 in 7
communicatieaanpak afgesproken. 2019), mede dankzij de pilot ‘Verbouwd rolstoelgeschikt’ en 2 ketens van Maatschappelijke opvang en Beschermd 4. Implementeren, leren en evalueren
de regeling ‘Verleiden tot verhuizen uit een rolstoelwoning’. ee Wonen (MO/BW). De wachttijden lopen op en een
m Voor (dreigend) daklozen werd de route Wonen buiten ne . . .
, . - passend woningaanbod binnen drie maanden lukt voor
Amsterdam’ opgezet; de pilot loopt nog.
18 het merendeel van de kwetsbare groepen niet meer.
47 78% 19 1
en Afgestemd Deze sombere constatering laat onverlet dat het pro-
CIA "20 i gramma op andere onderdelen stevige resultaten
n GA Verdeling boekt. Processen verlopen beter, zijn vereenvoudigd en “Ze zeggen dat je moet bouwen
J Bi woningen gedigitaliseerd. De privacy is geborgd. Werkafspraken op je familie. Maar als je die niet
7 zijn geactualiseerd en uitgebreid. De samenwerking hebt? Sind in 11 ik
\ © e Wonen zonder tussen woningcorporaties en zorgaanbieders is ver- eptí „MAS Mijn € ga Ik van
4 A ege'eiding sterkt, waardoor de matching en toewijzing op wijk- en instelling naar instelling.
\ buurtniveau steeds beter gaat. Overal maar een paar maanden.
ea . . .
656 Wonen met Nu heb ik een jongerenwoning.
begeleiding . NN
8 Over vier jaar moet ik hier weg.
Constant verhuizen, ik wil zo graag
515 Statushouders @& O ® een eigen plek.”
mz
Ll
943 B 1.286 | 1.965 | 2.178 [1.943 1.861 B 1.845 En ‚Mf: >,
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 7
ED an
Doelgroepen Mensen met een licht verstandelijke Corporatiewoningen geleverd Uiteindelijk hebben de woningcorporaties 1.785 sociale
Mensen in een kwetsbare situatie hebben meestal beperking voor kwetsbare groepen in 2020 huurwoningen geleverd voor de huisvesting van kwets-
problemen op meerdere domeinen. De doelgroepen Binnen de doelgroepen van het programma bevinden bare mensen. Meer woningen dan afgesproken gingen
van het programma hebben ook een urgent woonpro- zich ook jongeren en volwassenen met een licht verstan- naar mensen die geen woonbegeleiding krijgen (met
bleem. Soms is het huisvestingsprobleem het belangrijk- _ delijke beperking. Zij zijn niet als aparte doelgroep ee Zare) name mensen met een sociale of medische urgentie),
ste obstakel, soms de andere problemen. Hoe dan ook: genoemd, omdat zij terugkomen in meerdere groepen, WONEN ZONDER | 375 | 674 namelijk 674 in plaats van 375. Voor groepen die wor-
de ondersteuning van deze mensen is alleen effectief als zoals de uitstroom uit beschermd wonen, maatschappe- BEGELEIDING E den gehuisvest met begeleiding, met name de Omslag,
het woonprobleem wordt opgelost. Kenmerkend is dat lijke opvang en mensen met een sociaal medische Sociaal Medisch Urgenten 541 was de afspraak 970 woningen, maar er kwamen slechts
zij niet in staat zijn zelf een oplossing te vinden. Zij urgentie. ‘Rolstoelurgenten a 656 woningen beschikbaar. Dit aantal is inclusief de
hebben bijvoorbeeld geen kans gehad om inschrijfduur ZZZ Woningen voor jongvolwassenen en jonge moeders.
op te bouwen of hebben begeleiding nodig bij het Economisch daklozen Gezinnen in crisisopvang 35
zelfstandig wonen. Een grote en groeiende groep Amsterdammers heeft Slachtoffers Huiselijk Geweld 21 Voor het achterblijven van de levering aan de hoofd-
een huisvestingsprobleem, maar komt niet in aanmerking Mantelzorg 1 groep ‘Wonen met begeleiding’ zijn diverse verklarin-
voor een woonurgentie of een plek in de maatschappelij- TT gen:
ke opvang. Economisch daklozen vallen niet onder de te Uittredende sekswerkers 4 m Erzijn meer woningen verhuurd aan mensen met
Kwetsbare groepen in het programma huisvesten doelgroepen van het programma. Wel draagt OOV 0 een sociale of medische urgentie dan vooraf
het programma bij aan de preventieve aanpak van de WONEN MET BEGELEIDING 970 656 afgesproken. Dit is ten koste gegaan van de
Wonen zonder begeleiding gemeente zodat woonproblemen in een vroeg stadium EE beschikbaarheid van woningen voor mensen die
. . . . Omslag MO/BW Volwassenen : 417 nn
m Mensen met een sociale of medische urgentie worden opgemerkt en opgelost om verergering van Si woonbegeleiding ontvangen. Omdat mensen met
(o.a. voor een rolstoelgeschikte woning) problemen en dakloosheid te voorkomen. Omslag MO/BW Gezinnen 165 een sociaal medische urgentie zelf direct kunnen
m Gezinnen in de crisisopvang Omslag Slachtoffers Huiselijk | zoeken in het aanbod op WoningNet, kan een
m Slachtoffers van huiselijk geweld Wlz-cliënten Geweld 4 corporatie niet eenvoudig sturen op het aantal
m Mantelzorgers Sinds 2020 zijn volwassenen die geen zorg meer ontvan- (Overlastgevende) | 0 woningen dat naar deze groep gaat. Na de zomer
m Slachtoffers mensenhandel/uittredende gen vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en (op termijn) Multiprobleemgezinnen heeft de gemeente aan corporaties gevraagd
sekswerkers zelfstandig kunnen wonen, een doelgroep van het Uitstroom MO Volwassenen 1 minder woningen voor deze groep beschikbaar te
m Huisvesting in opdracht van Openbare Orde en PHKG. Zij krijgen de mogelijkheid gebruik te maken van De stellen. Dit heeft geleid tot een daling van het aantal
Veiligheid (OOV) de Omslagroute en hun traject voort te zetten in een Omslag Jonge Moeders _________M verhuringen aan deze groep in het vierde kwartaal.
zelfstandige woning met ambulante begeleiding. In 2020 Omslag Jongvolwassenen 27 m Medewerkers van woningcorporaties vrezen dat
Wonen met begeleiding (via Omslagroute) zijn nog geen woningen toegewezen aan deze groep. Laatste Kans, Treiteraanpak, huisvesting van mensen uit de MO/BW leidt tot
m Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen Het Verbond, Nieuwe Kans, 31 overlast. Hier is geen aanleiding voor in de praktijk.
volwassenen Voor een andere Wlz-groep is geclusterd wonen van Experimenteerruimte/DBT, Via direct contact met coporaties en duidelijke
m Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen grote waarde, maar er is geen perspectief op zelfstan- Wlz-permanent afspraken wordt gewerkt aan het bijstellen van deze
gezinnen dig wonen. Daarom valt deze groep niet onder het STATUSHOUDERS 460 455 beeldvorming.
m Slachtoffers van hs geweld _ PHKG. Wel zijn er, op basis van een eerdere afspraak, in ‘Statushouders Regulier 452 m De module actieve bemiddeling in het nieuwe
m Jonge moeders in de maatschappelijke 2020 eenmalig 24 woningen toegewezen aan cliënten EEE WoningNet systeem werkte in de eerste helft van
opvang (MO) die afhankelijk zullen blijven van Wlz-zorg. Statushouders Ruggensteun 3 2020 nog niet optimaal, waardoor het
m Jongeren na MO en jeugdzorg met verblijf In het kader van de integrale aanpak wordt in 2021 in TOTAAL 1800 1785 matchingsproces tussen gemeente, zorgaanbieders
m (Overlastgevende) multi-probleem gezinnen: kaart gebracht wat de behoefte is aan geclusterd wonen en woningcorporaties hinder ondervond. Dit had
(O)MPG voor Amsterdammers die langdurig zijn aangewezen op invloed op alle groepen van het PHKG en ook op de
m Laatste-Kans- en Nieuwe-Kansbeleid en Wlz-zorg. Hierbij wordt ook een verdeling over aanbie- Begin 2020 is een verdeling gemaakt van de afgespro- MO/BW. Omdat het systeem niet goed
Treiteraanpak ders meegenomen en de mate van urgentie waarmee ken 1.800 sociale huurwoningen over de doelgroepen functioneerde, konden de matches niet gemaakt
m Wlz-cliënten die op termijn zelfstandig de nieuwe huisvesting gerealiseerd dient te zijn. Op van het programma. Duidelijkheid over aantallen wonin- worden. WoningNet heeft de signalen van de
kunnen wonen deze manier wordt gezamenlijk energie gestoken in een gen per doelgroep is belangrijk omdat dit doorwerkt in corporaties en de gemeente opgepakt.
integraal plan in plaats dat zorgaanbieders concurreren het type en aantal woningen dat corporaties leveren, de
Statushouders om schaarse locaties en woningen. Vanaf 2021 is de financiering van de zorgaanbieders en het managen van ®
m Statushouders regulier Wlz-groep opgenomen in de Huisvestingsverordening. de verwachtingen van zowel cliënten als reguliere
m Statushouders Ruggensteunregeling* woningzoekenden.
* vangnet voor jonge statushouders die het op eigen kracht niet
is gelukt woonruimte te vinden na tijdelijke huisvesting
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 8 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 9
“Ik ben heel achterdochtig, schizofrenie
heet dat. Elke week moet ik voor
DD controle naar het ziekenhuis. Ik ben an
moslim en geloof in God. Ik heb respect
voor iedereen. Ik blijf altijd rustig, wil
Jongvolwassenen/jonge moeders met niemand ruzie. Soms voel ik me wel Wachttijden per doelgroep in 2019 en 2020' Financiën
De doorstroom bij jongvolwassenen/jonge moeders uit eens eenzaam. maar de begeleiders Voor de uitvoering van het Programma Huisvesting
de Maatschappelijke Opvang Jongvolwassenen (MOJ) hel … d. Bezia zij ti k Groepen | 2019 Ar 2020 Kwetsbare Groepen in 2020 is een bedrag van
en jeugdhulp met verblijf was in 2019 goed op gang eipen Mij goed. BEZIG zijn MEt Je wer | ed ed KRS € 1,5 miljoen begroot. Dit bedrag is vergelijkbaar met
gekomen, maar stagneerde na de zomer van 2020. IS goed tegen eenzaamheid. Leven is u uksChan u uksChan maanden BEEK uitvoeringskosten van het programma in 2019.
Na overleg met de betrokken corporatie zijn voor de moeilijk, maar je moet het zelf doen. Sociaal Medisch 41% 50%. 36% De werkelijke uitgaven in 2020 waren € 355.500 lager
meest urgente cliënten woningen toegewezen. Soms moet ie vechten om te winnen.” Urgenten** dan begroot. Dit verschil wordt veroorzaakt door min-
Daarnaast zijn afspraken gemaakt om de toewijzing aan J ' Rolstoel- 10%. 5% 11% _ der uitgaven aan fysieke bijeenkomsten en het opschui-
deze doelgroep volgend jaar op schema te houden. geïndiceerden ven van de Netwerksessies naar 2021. Een uitgebreid
_ Gezinnen in 81% 66% 28% _ financieel overzicht staat in de Jaarrekening 2020.
Het is belangrijk jongvolwassenen al vanaf de instroom Wachttijden Crisisopvang
in de Maatschappelijke Opvang Jeugd (MOJ) en tijdens Door de stijgende vraag naar woningen liep in 2020 de Slachtoffers Huiselijk | 88% 58% 32%
hun traject binnen de jeugdhulp met verblijf voor te wachttijd voor de meeste doelgroepen op. In 2019 lukte geweld
bereiden op het vijfjaarscontract en de verantwoorde- het om gemiddeld 68% binnen drie maanden te ERK
„ . - . . . . Mantelzorg -i 0%: 100%
lijkheden die daarbij horen. Daarom is in 2020 informa- huisvesten (was 78% in 2018). In 2020 lukte dit voor ee
tiemateriaal voor jongvolwassenen en hun begeleiders 52%. Als gevolg van de scheve verdeling nam de Uittredende 100% 100% 0%
beschikbaar gekomen. wachttijd voor alle groepen die wonen met begeleiding sekswerkers “Vorig jaar was ik echt kapot. Ik had
op. De feitelijke wachttijd is langer, omdat de tijd wordt Openbare Orde en - - - niks geen huis geen geld geen
Statushouders gemeten vanaf de plaatsing van de cliënt in actieve Veiligheid zwilli k h Dat
In 2020 zijn 455 corporatiewoningen geleverd en 60 sta- bemiddeling tot het moment van ondertekening van het Omslag MO/BW 24% 36% 23% vrijw! \gerswer ’ geen oop: â was
tushouders in projecten geplaatst. Er zijn 767 statushou- huurcontract. In 2020 zijn meer mensen uit de Volwassenen | | moeilijk, want in Syrië had ik een
der door het Centraal Orgaan opvang Asielzoeker hoofdgroep Wonen zonder Begeleiding binnen drie Omslag MO/BW 76% 50% 33% normaal leven. Toen heb ik veel hulp
(COA) geteld (în personen). Daarmee is de taakstelling maanden geplaatst ten opzichte van 2019. Een Gezinnen ekregen. daar ben ik echt dankbaar
statushouders gehaald en zijn de achterstanden op- uitzondering geldt voor de groep ‘Slachtoffers Huiselijk eo | eo | o 9 gen,
. ’ . Omslag Slachtoffers : 67%: 25%: 25% Ik heb blijf :
gelopen uit voorgaande jaren zo goed als weggewerkt. Geweld’. In 2019 werd 88% van deze groep binnen drie Huiselijk Geweld voor. ed nueen verbijtsvergunning,
Op 31 december 2020 was de achterstand nog 21 maanden geplaatst tegenover 57% in 2020. Dit verschil ‘Omslag MO Jonae 97% 0% 45% een uitkering, een woning, een studie,
maar deze waren allemaal al een woning toegewezen. is niet beïnvloed door de tijdelijke beperking van sociaal Poeders 9 Si Si ? vrijwilligerswerk Nu heb ik weer hoop 7
medisch urgenten maar heeft te maken met het EEE EEE ° °
Herziene verdeling matchen of vinden van een passende woning. Omslag Jongeren na 79% 33% 26%
In de zomer van 2020 is besloten de eerdere verdeling MO en Jeugdzorg
- . met verblijf
van de woningen over kwetsbare groepen te herzien EE
door minder woningen toe te wijzen aan kwetsbare Housing First Jeugd 100% 0 0
groepen die wonen zonder begeleiding (onder andere Uitstroom MO 100%. 0% 0%
sociaal medisch urgenten) en meer woningen aan Volwassenen
kwetsbare groepen die wonen met begeleiding. Ook (O)MPG gezinnen 46% | -
werd de taakstelling statushouders voor de tweede helft .
„ . - Treiteraanpak -i 40%: 20%
naar beneden bijgesteld. Deze woningen zijn toege- ee
voegd aan de doelgroep Wonen met begeleiding. Het Laatste Kans & 100%. - -
gewenste effect bleef echter uit. De wachttijd voor de Nieuwe Kans; 5 ® @
hoofdgroep ‘Wonen met begeleiding’ liep op. Om ook Het Verbond/ | 50%. 0%
deze groep te helpen hebben de corporaties vanaf half Experimenteerruimte :
oktober tot eind december minder woningen beschik- Statushouders 97% 30% 13%
baar gesteld voor mensen met een sociale of medische regulier
urgentie. @ Statushouders _ 100% 0% 1 *) Gemeten is de tijd tussen plaatsing cliënt in actieve bemiddeling/datum
Ruggensteun afgifte urgentie en het moment van ondertekening huurcontract.
TOTAAL 68% 52% 26% *) Mensen met een sociaal medische urgentie hebben 6 maanden de tijd
° ° ° om zelf een woning te zoeken. Daarna krijgen zij een passend aanbod.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 10 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 11
Á ® ee . .
vk dr Actielijn 1: Preventie van dakloosheid
“ , .
a en het bieden van ondersteuning mn
_
A,
De behoefte aan woonoplossingen voor kwetsbare mensen is groot en blijft stijgen. Bij
veel mensen leidt de woonsituatie tot een verergering van problemen. Het college en de
partners willen door preventief handelen voorkomen dat huisvestingsproblemen leiden
tot een verzwaring van de zorgvraag.
Actielijn 1 van het programma heeft tot doel dakloos- wanneer delen, terwijl corporaties juist eerder betrok-
heid te voorkomen en ondersteuning te bieden aan ken willen worden. Ze willen graag meedenken over
kwetsbare mensen met een huisvestingsprobleem. oplossingen voordat de situatie escaleert. De work-
M n Preve ntie VAT e) dakloosheid Hieronder staan de resultaten in 2020 voor de drie shops hebben deze samenwerking een impuls gegeven.
doelen van deze actielijn.
Te) Tes bieden AVE e | Tijdelijk Onder Dak
Doel 1: Woningcorporaties, de Regenboog Groep en de ge-
ond ersteu 1 Ì ng Meer mogelijkheden om woonvragen meente werken sinds 2020 samen aan ‘Tijdelijk Onder
te voorkomen en op te lossen Dak’. Het doel is de groeiende groep woningzoekenden
- die economisch dakloos zijn, voor een jaar aan een
. e Woonwaaier woning te helpen en zo even ‘adempauze’ te geven. De
: m In alle stadsdelen zijn professionals getraind om met behulp . In 2019 verscheen de Woonwaaier met een bundeling woningcorporaties verwachten jaarlijks circa 200 wonin-
e van de Woonwaaier woonproblemen op te lossen. . van ruim vijftig regelingen en voorzieningen om Amster- gen beschikbaar te stellen. Het gaat om woningen die
. m De woningcorporaties leverden de eerste 20 van 200 sloop- en ° dammers te ondersteunen bij het behouden of vinden op de nominatie staan voor renovatie of sloop. Op elke
° renovatiewoningen voor tijdelijke huisvesting van economisch . van een passende woonplek. Professionals maakten woning kunnen steeds twee mensen maximaal een jaar
. daklozen. . goed gebruik van Woonwaaier op www.amsterdam.nl, wonen. In 2020 zijn zo’n 20 sloopwoningen geleverd en
. m Ter ondersteuning van de buurtteams is een . maar er was meer nodig. Het is belangrijk dat zij de 17 economisch daklozen daadwerkelijk gaan wonen.
. maatwerkmethodiek voor woonvragen ontwikkeld. . mogelijkheden uit de Woonwaaier creatief weten in te Het project is bedoeld voor mensen die gebonden zijn
e . . ® . . . .
e =_ Een vangnet is geregeld voor bewoners van een omslagwoning _e zetten. Ook bleek intensiever contact tussen de domei- aan Amsterdam maar geen woning meer hebben,
2 die het nog niet geheel zelfstandig redden. . nen Sociaal en Wonen wenselijk om zo elkaars rol te bijvoorbeeld na een scheiding of faillissement. Ze zijn
e m Een Nieuwe-Kansregeling biedt perspectief als bewoners e begrijpen en elkaar beter weten te vinden. niet in staat op korte termijn een woonplek te regelen,
. ernstige overlast veroorzaken. . omdat ze geen grote spaarpot en geen hoog inkomen
% € In alle stadsdelen zijn in 2020 workshops over de Woon- hebben en niet lang genoeg staan ingeschreven bij
eescececsecsoeceseeseeseeseeseeseseseseseeseseseees se . . . 5 .
waaier gegeven. De workshops helpen professionals om WoningNet. Ze zijn niet verslaafd, hebben geen (ernsti-
woonvragen in een zo licht mogelijke vorm te identifice- ge) psychische problemen, hebben een inkomen en
ren, de juiste vragen te stellen en mee te denken met kunnen de huur betalen. Ze zijn gemotiveerd om actief
Amsterdammers met een woonvraag. Ze helpen ook om aan de eigen situatie te werken. Ook zijn ze sociaal
te bepalen wat nodig is om tot een integrale oplossing vaardig genoeg om een woning te delen met een
WE te komen. Bijvoorbeeld: wanneer kun je afwijken van de lotgenoot.
kostendelersnorm en hoe maak je dit bespreekbaar? De
deelnemers kregen een toelichting op voorzieningen als
het briefadres voor daklozen en de woonkostentoeslag.
Ook projecten als Onder de Pannen werden onder de
aandacht gebracht.
De opbrengst van de workshops over de Woonwaaier
bieden aanknopingspunten voor een effectieve organi-
satie van de samenwerking tussen woonspecialisten en
ng @ a © @ generalistische buurtteammedewerkers bij de inrichting ®
® van de Buurtteams. Een voorbeeld: zorgprofessionals
aarzelen om informatie over een huurder te delen met
de woningcorporatie. De aarzeling zit in het of, wat en
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 13
ED “In eerste instantie logeer je een avondje an
hier en een avondje daar. Daar word je
verdrietig en doodmoe van. Je wilt
Bewoners ondertekenen een projectcontract met de gewoon een eigen plek. Je eigen kamer, Doel 3:
Regenboog Groep. Hierin staat wat van hen wordt je eigen keukenblok, koken wat je wilt.” Invoering (woon)maatregelen Als de zorgaanbieder het traject met de bewoner heeft
gevraagd in dat jaar. Zij moeten zelf (blijven) zoeken implementatieplan Thuis in de Wijk afgesloten en er zijn op een later moment zorgen of
naar een meer structurele woonplek (ook buiten Am- In 2020 verscheen een vernieuwde versie van De Tien overlast, dan geldt de reguliere werkwijze van het
sterdam) en eventueel naar betaald werk. Daarbij krij- Werkafspraken Thuis in de Wijk. Nieuw zijn de samen- Meldpunt Zorg en Woonoverlast®.
gen ze begeleiding van De Regenboog Groep samen werkingsafspraken voor na de zogenaamde ‘omklap’ als
met onder meer het Leger des Heils, HvO Querido en de bewoner een huurcontract op eigen naam heeft Een ander nieuw element in de Tien Werkafspraken is
de gemeente. Volgend jaar wordt de balans opgemaakt Tijdens de leerfase hebben de professionals experimen- gekregen. Deze afspraken dragen bij aan het vangnet de in 2020 ingevoerde Nieuwe-Kansregeling voor
en besloten of het project ‘Tijdelijk Onder Dak’ wordt teerruimte. Binnen een afgesproken kader mogen zij voor bewoners die het nog niet geheel zelfstandig bewoners die ernstige overlast veroorzaken. Voor de
verlengd. Daarbij zal vooral aandacht uitgaan naar de afwijken van gemeentelijke regels en procedures om redden. Laatste-Kansregeling is een uitspraak van de rechter
manier waarop het de deelnemers is gelukt een duurza- Amsterdammers met complexe problemen beter te De contactpersonen van de woningcorporatie, zorgaan- vereist. De Nieuwe-Kansregeling is er voor mensen die
me woonoplossing te vinden. ondersteunen. Het verlenen van experimenteerruimte bieder en bewoner bespreken voorafgaand aan de willen meewerken aan een nieuwe start en zorg willen
De coronacrisis bood ook kansen voor onder andere had tot doel maatwerk mogelijk te maken, maar ook de omklap welke vormen van steun en begeleiding nodig accepteren. Als het echt niet mogelijk is de benodigde
economisch daklozen omdat diverse hotels en hostels gemeentelijke regels en procedures kritisch onder de en wenselijk zijn. In de meeste gevallen is er ruimte om zorg op de huidige woning te verlenen, kan er een
opvang boden aan deze groep. Eind december 2020 loep te nemen. Als onderdeel van de experimenteer- bewoners na de omklap nog een tijdlang een lichte andere woning worden aangeboden. Deze regeling is
waren dit meer dan 200 plekken. Er ligt voor het eerste ruimte konden urgenties worden ingezet. Van deze vorm van begeleiding te geven. Het budgetbeheer beschikbaar voor alle huurders dus ook voor ex-cliënten
kwartaal 2021 een opdracht om te bekijken of de aan- mogelijkheid is geen gebruik gemaakt, omdat er binnen door het Financiële begeleiding- en budgetbeheerteam van de Omslagroute.
pak verbeterd kan worden en met een voorstel te gemeentelijk urgentiebeleid voldoende ruimte voor (FIBU) kan in alle gevallen zonder einddatum doorgaan.
komen. maatwerk bleek te zijn. Wijzigingen in de regels waren Bij vragen of (dreigende) terugval kan de bewoner
dus niet nodig. In 2021 wordt de maatwerkmethodiek contact opnemen met de vorige zorgaanbieder.” De
Doel 2: voor woonvragen verder ontwikkeld. buurtteams kunnen ondersteunen indien dit past bij de
Een aanpak ontwikkelen ter vraag van de cliënt.
ondersteuning van de buurtteams
De Buurtteams Amsterdam gaan in 2021 van start.
Onder de noemer Het Verbond van 100 begon eind
2018 een leerfase met sociale wijkteams in Noord,
Zuidoost, Nieuw-West en Oost. Deze leerfase resulteer-
de in 2020 in de Amsterdamse Maatwerk Methode.
Nieuw aan de werkwijze is de inzet van Wonen, Werk &
Inkomen en Schuldhulpverlening (de zogenaamde
bestaanszekerheden) binnen de multidisciplinaire socia-
le wijkteams.
De samenwerking met alle partijen blijkt in de praktijk
tot doorbraken te leiden. Bijvoorbeeld: Een casus uit ®
Geuzenveld/Slotermeer. Het betrof een scheidend paar. ®
Door met alle partijen samen te werken is een door-
braak geforceerd op inkomensgebied, waardoor er
geen urgentieaanvraag ingediend is. Door eerst andere
zaken op te pakken heeft mevrouw zelf een oplossing
gevonden voor haar woonprobleem. Belangrijk is om er 2 Dit geldt niet voor bewoners die bijvoorbeeld via de Blijf Groep en
vanaf het begin bij te zijn, anders worden elementen uit jongerenorganisaties of een omslagwoning zijn gekomen. In de aanloop
de casus gemist. naar de omklap of de afschaling van de zorg is in dat geval extra
3 @ a ® @®@ ® ® aandacht voor de mogelijkheden van steunstructuren in de stad.
3 Binnen de Meldpunten Zorg en Woonoverlast werken de politie,
GGD, zorgaanbieders en woningcorporaties samen aan het verminderen
van overlast en het inregelen van passende zorg / ondersteuning. Zie
https://www.amsterdam.nl/zorg-ondersteuning/contact/meldpunt-zorg/
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 14
Á ® dd
vk dr Actielijn 2: Voldoende passende
( woonplekken CZ
A,
Door de schaarste op de Amsterdamse woningmarkt is het een uitdaging om kwetsbare
groepen passend te laten wonen en tegelijk voldoende aanbod te houden voor andere
woningzoekenden. Tot en met 2019 gold de afspraak tussen gemeente en woningcor-
poraties dat 30% van de vrijkomende sociale huurwoningen beschikbaar kwamen voor
kwetsbare groepen. In de nieuwe samenwerkingsafspraken is geregeld dat de woningcor-
poraties jaarlijks 1.800 sociale huurwoningen leveren voor het programma.
Boven op de al aanwezige schaarste op de Amsterdam- bestaat voor het overgrote deel uit mensen met een
se woningmarkt, heeft de coronacrisis de druk verder sociaal medische urgentie.
2 8 Vold oend e passend =) opgevoerd. De zes doelen van de actielijn ‘Voldoende
passende woonplekken’ moeten zorgen voor voldoende _ In totaal 74 rolstoelwoningen zijn verhuurd. Dit is een
woon CEN passende woonplekken voor kwetsbare groepen. forse stijging ten opzichte van 2019 toen 30 rolstoelwo-
ningen werden verhuurd. Hiermee worden de resultaten
- Doel 1. zichtbaar van de projecten die de afgelopen twee jaar in
: e Nieuwe afspraken voor 2020-2024 gang zijn gezet. Het gaat om de pilot ‘Verbouwd rol-
. m De woningcorporaties leverden 1.785 woningen voor . Op basis van het verwachte aantal woningen wordt stoelgeschikt’, de verhuisregeling om te verhuizen uit
e kwetsbare groepen (afspraak 1.800). ° jaarlijks binnen het programma een verdeling op hoofd- een rolstoelwoning en een toename van rolstoelwonin-
. m Door de fors gestegen vraag nam de wachttijd toe: . lijnen gemaakt. In de praktijk kwam die verdeling en de gen in de nieuwbouw.
° 52% van de kwetsbare groepen is binnen 3 maanden . vraag naar woningen vaak redelijk goed bij elkaar. Het
. gehuisvest: (68% in 2019 en 78% in 2018) . benodigde aantal begon in 2019 het geleverde aantal Voor het tweede jaar op rij bleven de aantallen gelever-
. m De taakstelling huisvesting statushouders is gehaald en . woningen al te overstijgen. Voor 2020 waren naar de woningen voor de groepen ‘Wonen met begelei-
e de achterstand uit eerdere jaren werd zo goed als ingelopen. ° schatting 2.444 woningen nodig. Duidelijke afspraken ding’ achter. Het gaat om alleenstaanden, gezinnen,
. m Het aantal verhuurde rolstoelwoningen steeg naar 74 . waren daarom vereist, zodat partijen weten waarop ze jonge moeders, jongeren en jongvolwassenen die via
° (30 in 2019), mede dankzij de pilot ‘Verbouwd . kunnen rekenen. de Omslagroute met ambulante begeleiding gaan
e rolstoelgeschikt’ en de regeling ‘Verleiden tot verhuizen uit . wonen. De druk op de MO/BW nam daardoor verder
. een rolstoelwoning’. . WE De verdeling van de 1.800 woningen over de kwetsbare _ toe. Voor volwassen uit de MO/BW waren 590 wonin-
e _m Voor (dreigend) daklozen werd de route “Wonen buiten . doelgroepen was in 2020 voortdurend onderwerp van gen gepland en er kwamen 417 woningen beschikbaar.
. Amsterdam’ opgezet; de pilot loopt nog. ° gesprek. Sinds 2019 gaan er meer woningen naar Van de 200 geplande woningen voor Omslag-gezinnen
% ococosecesescscsceseseeeesessseeeee se € mensen met een sociale of medische urgentie dan zijn er 165 gerealiseerd. Voor jeugd, jongvolwassenen
vooraf was beraamd. Daardoor kwamen in 2020 voor en jonge moeders waren 110 omslagwoningen gepland,
het tweede jaar op rij te weinig woningen beschikbaar maar het werden er 38. Dit is minder dan het aantal
voor de uitstroom uit de MOBW. geleverde woningen in 2019.
Vanwege de krapte op de woningmarkt komen meer In de tweede helft van 2020 is regelmatig gesproken over
mensen in de knel. Vaak ook hebben zij problemen met de redenen voor deze achterstanden. Duidelijke afspra-
inkomen en lichte zorg- en ondersteuningsvragen. Door ken moeten nieuwe achterstanden in 2021 voorkomen.
deze combinatie stijgt het aantal toekenningen van een
sociale of medische urgentie. De toename kwam ook Moeder- en kindgang
doordat ‘problematisch inwonendheid met schoolgaan- Eind februari 2020 verhuisde in Startblok Riekerhaven de
de kinderen’ een urgentiecriterium vanaf 2018 was laatste van de 11 moeders (en 13 kinderen) naar een
geworden. Om de stijging van het aantal urgenties aparte Moeder- en kindgang. Een jongerencommunity is
tegen te gaan, is deze verruiming per 1 april 2020 niet bedoeld en ook niet geschikt voor baby's. Het ver-
teruggedraaid. Het effect van de wijziging was echter schil in dagritme tussen jongeren en moeders met kinde-
niet zichtbaar. De corona-crisis leidde voor veel mensen ren zorgde voor overlast over en weer. Bij wijze van pilot
® ® a ® @ tot extra problematische situaties. Daardoor werden er werd de aparte gang ingericht. De overlast voor de
@ meer woonurgenties afgegeven. In plaats van de afge- overige bewoners nam af, terwijl voor de moeders en hun
sproken 370 gingen er 675 woningen in 2020 naar de kinderen extra voorzieningen konden worden getroffen.
hoofdgroep ‘Wonen zonder begeleiding’. Deze groep
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 17
“Ik kom uit Al Haska, een kleine stad in
ED Syrië. Daar kenden we geen vrijheid. GE
Vrouwen al helemaal niet. Mijn hele
leven wist ik niet beter dan dat je nooit
Uit de evaluatie van de pilot blijkt dat de Eritrese moe- voor je mening uitkwam. In Amsterdam Doel 4: Wonen buiten Amsterdam
ders door deze woonvorm (meer) worden teruggewor- is dat anders. Op het schoolplein Inzicht in benodigde woningtypes en Een van de doelstellingen is een regeling te treffen voor
pen op de ‘eigen groep’ en dat is niet alleen maar deelden moeders hun mening. vertaling naar nieuwbouwplanning mensen die graag buiten Amsterdam willen wonen. In
positief. De aanpak is in potentie succesvol, mits de Ook tegen de docenten. Hoe durfden zij Geclusterde woonvormen voor zorgdoelgroepen 2019 lukte het niet hierover regionale afspraken te
groep kleiner is, er voldoende begeleiding is, en de hebben een plek gekregen in de Huisvestingsverorde- maken of met zogenaamde krimpgemeenten tot samen-
woningen bouwkundig passend zijn. Maar een complex dit? Een week lang heb ik hierover ning die per 1 januari 2021 in werking is getreden. werking te komen. In 2020 is gestart met de ondersteu-
als Riekerhaven is niet geschikt. Het complex is al geho- nagedacht. Ik was zo blij deze vrouwen Ook cliënten die levenslang zorg nodig hebben, moeten __ ning van gemotiveerde Amsterdammers bij het vinden
rig en de gang in het midden zorgt voor veel geluids- te horen praten. Ik wil dit ook. in de stad kunnen wonen, De waarde van geclusterd van een woning buiten Amsterdam.
overlast. In juli 2021 lopen de huurcontracten van de wonen is groot voor cliënten die zorg ontvangen vanuit Een deel van de (dreigend) daklozen kampt met proble-
moeders af. Ze maken dan aanspraak op de Ruggen- Soms is het nog moeilijk. Ik ga met de Wiz. Deze groep valt niet onder PHKG, omdat er men op een aantal leefgebieden. Een verhuizing buiten
steunregeling inclusief bemiddeling naar een meer stapjes vooruit.” geen perspectief is op zelfstandig wonen. Een werk- Amsterdam kan daardoor ingewikkeld lijken. Toch zijn
passende woning. groep met deelnemers vanuit de samenwerkingspart- velen gemotiveerd om buiten de stadsgrenzen naar
ners brengt de behoefte aan geclusterd wonen voor woonruimte te zoeken. In 2020 is een route met bijbeho-
Doel 2: De pilot ‘verbouwd rolstoelgeschikt’ heeft in 2020 een deze groep in kaart. Het gaat hier om Wlz-cliënten die rende methode ontwikkeld om hun kansen op het vinden
Realisering (tijdelijke) nieuwbouw vervolg gekregen. Inmiddels zijn of worden twaalf regu- nu niet passend wonen of op de wachtlijst bij het Zorg- van woonruimte buiten Amsterdam - en indien nodig een
voor statushouders liere huurwoningen verbouwd rolstoelgeschikt gemaakt kantoor staan. De voorrang voor deze woningen wordt betaalde baan - te vergroten.
Voor statushouders zijn in 2020 diverse projecten van waarvan één woning is toegezegd voor 2021. Elf van geregeld via de Huisvestingsverordening en valt onder In de vorm van een pilot is de route in de praktijk uitge-
(tijdelijke) nieuwbouw en transformatie opgeleverd. deze woningen waren reguliere woningen die via de het label ‘zorginitiatieven’. voerd. De pilot sluit aan bij de wensen en mogelijkheden
Het ging om 143 wooneenheden. Sinds 2016 zijn er pilot Verbouwd Rolstoelgeschikt voor gemiddeld van (dreigend) daklozen op het gebied van werk, inko-
voor jonge statushouders in totaal 2.378 wooneen- 10.000 euro zijn verbouwd tot rolstoelwoningen. Met bovengenoemde acties wordt een woonaanbod men en wonen met behoud van eigen regie. Lopende
heden gerealiseerd of gepland. De doelstelling uit Binnen de pilot zijn op basis van maatwerk passende gerealiseerd voor Amsterdammers met een langdurige zorg- en ondersteunende trajecten zoals een schuldhulp-
2016 was realisering van 2.700 wooneenheden voor oplossingen voor 12 huishoudens met een ingewikkelde zorgvraag. Hiermee is de eerste aanzet gegeven voor traject worden zoveel mogelijk voortgezet. De pilot ging
deze groep. Voor 322 wooneenheden moeten nog woonvraag gevonden. de realisatie van dit doel. in 2021 wordt onderzocht of in december 2020 echt van start. De evaluatie vindt
nieuwe locaties worden gevonden. In 2020 startte een een vertaling naar nieuwbouwplanning noodzakelijk is. daarom pas na de eerste helft van 2021 plaats. Sinds de
haalbaarheidsonderzoek naar twee tijdelijke Een derde actie ter vergroting van het aanbod aan start zijn 4 gezinnen succesvol verhuisd.
nieuwbouwlocaties voor maximaal 500 wooneenheden. rolstoelwoningen is de regeling ‘Verleiden tot verhuizen Doel 5:
Dit onderzoek wordt in het eerste kwartaal van uit rolstoelwoningen’. Bewoners die geen rolstoelwo- Vereenvoudiging van het proces van Als vast onderdeel wordt bij de centrale toegang tot de
2021 afgerond. ning meer nodig hebben, krijgen dankzij deze regeling intermediaire verhuur maatschappelijke opvang sinds 2020 onderzocht in welke
een andere woning aangeboden. Inmiddels hebben vier Cliënten van de MO/BW werden voorheen stapsgewijs gemeente mensen het meeste perspectief hebben. Als
Doel 3: huishoudens op eigen kracht een nieuwe woning gevon- voorbereid op zelfstandig wonen. Sinds 2016 gaan dat niet in Amsterdam maar elders is, dan worden men-
Vergroting aanbod gezins- en den en 26 huishoudens hebben aangegeven te willen cliënten zo snel mogelijk zelfstandig in de wijk wonen en sen warm overgedragen naar de betreffende gemeente.
rolstoelwoningen verhuizen. krijgen daar de benodigde begeleiding. Zorgaanbieder
Een onderdeel van de samenwerkingsafspraken tussen Het blijkt echter lastig om woonwensen te koppelen aan en cliënt sluiten daarvoor een Woonzorgovereenkomst.
gemeente, woningcorporaties en huurdersverenigingen _ vrijkomende woningen, terwijl regelmatig voorkomt dat Het huurcontract voor de woning staat op naam van de “Mijn zoontje Levin van 8 zit sinds twee jaar
is vergroting van het aanbod aan gezinswoningen en bewoners zelf een geschikte woning zien. Momenteel zorgaanbieder. De cliënt mag de woning bewonen op in een rolstoel. Daarna zaten we eigenlijk
rolstoelwoningen. Gemeente en woningcorporaties wordt onderzocht of het mogelijk is de bewoners zelf voorwaarde dat hij of zij begeleiding accepteert, de huur . , …
8 Een vast in ons huis. Mijn casemanager wees me
gaan gezamenlijk een nieuwbouwopgave formuleren. een andere woning te laten zoeken. Het doel is om in betaalt en geen overlast veroorzaakt. De zorgaanbieder
Met nieuwbouw willen zij de wachtlijst voor rolstoelwo- 2021 zelf zoeken mogelijk te maken. treedt dus op als intermediaire verhuurder. Deze aanpak op een proef van de gemeente en woning-
ningen wegwerken op voorwaarde dat dit een reële werkte goed in de eerste fase van het programma en corporaties. Met voorrang kreeg ik een
opgave is voor woningcorporaties, Ook is afgesproken In 2020 zijn er vier studiowoningen voor rolstoel droeg bij aan de samenwerking tussen woningcorpora- verbouwd rolstoelgeschikte woning. Ons
dat de woningcorporaties in principe geen rolstoelwo- gebruikers opgeleverd. Er staan 17 rolstoelwoningen in ties en zorgaanbieders. Inmiddels ervaren vooral zorg-
ningen verkopen. De afspraken zijn uitgewerkt in de de nieuwbouwplanning waaronder vier 4-kamerwonin- aanbieders ook de nadelen, omdat zij veel woningen nieuwe huis heeft een grote douche met
‘Aanpak rolstoelwoningen’. Deze wordt in het eerste gen. Als onderdeel van de Aanpak Rolstoelwoningen beheren en administratieve lasten hebben. wc, waardoor Levin zelf kan plassen. Er is
kwartaal van 2021 ter besluitvorming aangeboden. kijken corporaties en gemeente samen in welke nieuw- een binnentuin, in de buurt zijn Over
Dit plan van aanpak maakt onderdeel uit van de bouwprojecten deze woningen worden gerealiseerd. In 2020 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor Rn ,
samenwerkingsafspraken 2019-2023. het vereenvoudigen van het proces van intermediaire speeltuintjes en voor mijn Jongste zit de
verhuur. Het onderzoek is in 2020 afgerond en de uitwer- opvang dichtbij. Levin is helemaal opge-
king van de aanbevelingen krijgt een vervolg in 2021. leefd. Ik heb mijn kind weer terug. 7
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 18 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 19
A _ . …. DE
a Actielijn 3: Zorgzame stad en wijk an
_
A,
Het is belangrijk dat alle Amsterdammers in hun buurt toegang hebben tot voorzieningen,
contacten onderhouden en gelegenheid hebben om deel te nemen aan het leven in hun
. buurt. Vooral in buurten met veel corporatiebezit wonen veel mensen met een inkomen
@ op ofonder hetbestaansminimum, weinig of geen sociale aansluiting, lastvan eenzaamheid
en/of zorgvragen. Zowel de gemeente als de woningcorporaties zijn bezorgd over de
leefbaarheid van buurten met veel van deze kwetsbare bewoners. Vanuit het PHKG nemen
we deze zorgen serieus door onder andere initiatieven van stadsdelen te ondersteunen,
men de campagne Zorgzame Stad en Wijk, experimenten te faciliteren en elk jaar onderzoek
te doen naar de spreiding en toewijzing van kwetsbare groepen in buurten en wijken.
4 tad ELS
e orgzame Ss en dk. Abel) De vraagstukken draagkracht en leefbaarheid zijn bre- Doel 2:
der dan het programma. Onder meer met de aanpak Experimenten met matchen
n o Ontwikkelbuurten wil de gemeente hiervoor oplossin- op buurtniveau
. . gen ontwikkelen. Het doel van actielijn 3 is samen met
2 m Inde pilot BuurtBalans is geëxperimenteerd met matchen op 2 betrokken partners initiatieven uit te werken om de Buurtbalans
. buurtniveau. 2 leefbaarheid en draagkracht van de wijken te onder- In de pilot Buurtbalans ligt de focus op het delen van
2 m In de pilots Buurt4You zijn de mogelijkheden van ee steunen. Dit komt de wijk als geheel ten goede en kennis over de kracht en de kwetsbaarheid van een buurt.
2 laagdrempelige ontmoetingsplekken onderzocht. 2 draagt daardoor bij aan een zachte landing van kwets- Buurtpartners werken samen aan buurten die in balans
e _m De projecten Oud-West Thuis Best en het project . bare groepen in de wijk. zijn wat betreft bewoners, ondersteuning en voorzienin-
2 Welkom in Blomwijk zijn zelfstandig voortgezet. : gen. De pilot leidt tot voorstellen voor de uitwisseling van
: m In plaats van stadsdeelcongressen is een format voor online 2 Hieronder staan de resultaten in 2020 voor de doelen informatie en de samenwerking tussen professionals op
e ‘Netwerksessies’ ontwikkeld; in de 2e en 3e week van januari . van deze actielijn. een laag schaalniveau in de wijk. De experimenten met
2 2021 waren de Netwerksessies Thuis in West. 2 Buurtbalans vinden plaats in Slotermeer Zuid (Nieuw
e _m Woningcorporaties, zorgaanbieders en gemeente hebben ° Doel 1: West), Transvaalbuurt (Oost) en H Buurt/Amsterdamse
B 2 een gezamenlijke communicatieaanpak afgesproken. : Digitale ondersteuning van de matching Poort (Zuidoost).
eaonoscscsesscscscsesvescsesecvenes” Voor de doelgroep Wonen met begeleiding’ is een
passende woning in een passende woonomgeving een De experimenten zijn in 2020 nog niet afgerond, maar
belangrijke succesfactor om stabiel te wonen en leven in maken wel al het volgende duidelijk:
de wijk. Corporaties letten bij het selecteren van wonin- __m Partners weten beter hoe zij data en inzichten met
gen op woningkenmerken, buurtinformatie en de woon- elkaar kunnen delen, welke data relevant zijn en tegen
behoeften van de cliënt. De zorgaanbieder ontvangt welke grenzen met betrekking tot bijvoorbeeld priva-
deze informatie over de woning en maakt handmatig cy zij aanlopen.
een match met een cliënt. m Door het delen van informatie en inzichten verdiept
In 2019 is onderzocht of het matchen eenvoudiger zal de kennis van partners. Hierdoor is het mogelijk
verlopen door digitale ondersteuning. Professionals van betere gebiedsplannen en samenwerkingsafspraken
zorginstellingen en corporaties gaven echter aan dat te maken.
digitale ondersteuning weinig voordelen biedt. Zij m De kennis over niet alleen de buurt, maar ook elkaars
geven de voorkeur aan direct contact. Begin 2020 rol in de buurt is waardevol.
eindigde daarom de pilot. m De uitwisseling van informatie is alleen nuttig als de
professionals ook handelingsperspectief hebben. In
Zuidoost wordt daarom geprobeerd de opbrengsten
van Buurtbalans een plek te geven in het masterplan
Zuidoost, waarin gewerkt gaat worden met door-
e ® 5 3 ® a braakteams.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 21
ED an
m De Buurtbalanswerkwijze is wellicht te intensief om Doel 3: Doel 4: Doel 5:
overal in de stad toe te passen. Voor de stadsdelen Ondersteuning initiatieven Campagne ‘Zorgzame stad en wijk’ Onderzoek naar de woningtoewijzing
is het zeker een optie om focusbuurten aan te wijzen van stadsdelen Het vierde doel van deze actielijn gaat over een samen- per buurt en wijk
of aan te sluiten bij vraagstukken in de ontwikkel- hangende inzet op communicatie met als doel professi- Afgelopen zomer heeft OIS het rapport ‘Spreiding en
buurten. Leerkringbijeenkomsten onals en vrijwilligers te informeren over de werkwijze bij Toewijzing kwetsbare groepen 2016 t/m 2019’ opge-
In voorgaande jaren vonden leerkringbijeenkomsten het huisvesten van kwetsbare groepen, het draagvlak bij steld. In de afrondende fase werd een probleem ont-
De resultaten van Buurtbalans komen begin 2021 plaats. In deze bijeenkomsten wisselen professionals en hen te vergroten en initiatieven van de stadsdelen te dekt met de gegevens in WoningNet, waardoor de
beschikbaar. actieve vrijwilligers ervaringen en kennis uit die relevant ondersteunen en verbinden. cijfers een vertekend beeld geven. Daarom is het rap-
is voor het landen van kwetsbare mensen in de buurt. Na stadscongressen in 2017 en 2018 zijn in 2019 de port over 2016 t/m 2019 vertraagd. In 2021 wordt deze
De pilot Buurt4You Als gevolg van de coronacrisis vonden in 2020 geen stadsdeelcongressen ‘Thuis in Zuid’ en ‘Thuis in Oost’ rapportage opgeleverd.
Het idee van Buurt4You was het realiseren van een leerkringbijeenkomsten plaats. In 2021 zullen weer gehouden. Live bijeenkomsten waren in 2020 niet
laagdrempelige ontmoetingsplek voor buurtbewoners activiteiten plaatsvinden om professionals te informeren mogelijk. Samen met stadsdeel West is daarom een
en allerlei organisaties in de buurt. In Zuid, burgemees- en mee te nemen in nieuwe ontwikkelingen. Dit maakt online format uitgewerkt. De laatste twee weken van
ter Tellegenstraat is een sessie gehouden met alle onderdeel uit van de gezamenlijke communicatieaanpak januari 2021 staan in het teken van de Netwerksessies
betrokken partijen. Zij besloten een informatiepunt (zie volgende paragraaf). ‘Thuis in West’. “Ik heb heel veel geblowd, echt veel.
op te zetten, met verschillende samenwerkingspartners. … Dat leidde tot paranoia, sufheid en
In de Schinkelbuurt in Zuid was er eveneens de ambitie Werkpraktijken Met alle partners hebben we in 2020 een gezamenlijke .
een ontmoetingspunt te realiseren voor informele en In samenwerking met Movisie“ zijn vanuit het PHKG in communicatieaanpak uitgewerkt. De belangrijkste angst. Ik durfde het huis niet meer uit.
formele netwerken. De partners hoopten daardoor de 2018 en 2019 twee werkpraktijken ondersteund waarin communicatiedoelen zijn: Op een gegeven moment heb ik hulp
sleutelfiguren in de wijk te ontlasten en professionals partners in de wijk samenwerkten om kwetsbare groe- 1. Professionals informeren over en meenemen in de gezocht. Daarna begint het pas echt.
meer outreachend in de wijk te laten werken. Ook team pen in de wijk te bereiken en ondersteunen en ze te nieuwe ontwikkelingen/werkwijzen en hen stimuleren . .
Ed is betrokken. Team Ed is een uitzendbureau van helpen om te integreren in de wijk. Dit waren het pro- deze toe te passen. Wat je hebt geleerd, moet je volhouden
ervaringsdeskundigen. Dit initiatief is nog niet gestart. ject Oud-West Thuis Best in stadsdeel West en het 2. Professionals en vrijwilligers stimuleren in hun samen- en toepassen. Je kunt niet zomaar alles
In de Dapperbuurt in Oost onderzochten partijen een project Welkom in Blomwijk in Osdorp, stadsdeel Nieuw werking aan een goede landing van kwetsbare groe- opgeven, maar ik wil niet meer met
locatie of buurtpunt voor mensen met een GGZ-achter- West. De stadsdelen hebben beide projecten in 2020 pen in de wijk.
n verslaafden omgaan. Ik ben voor 22 uur
grond en voor buurtgenoten met zorgen of vragen over _ zelfstandig voortgezet. Movisie bleef betrokken, maar 3. Behoud en versterking van het draagvlak voor de
buren met ‘onbegrepen gedrag’. Op diverse manieren directe betrokkenheid vanuit het programma bleek niet huisvesting van kwetsbare groepen onder professio- per week vrijwilliger bij het dierenasiel.
zijn de wensen voor het buurtpunt van professionals en meer nodig. nals en inwoners van Amsterdam. Dit draagvlak lijkt Dat gaat goed. Ik ben wat rustiger
vooral van (potentiële) bezoekers onderzocht. De resul- stevig, maar staat onder druk. Bijvoorbeeld door geworden, a nog eN
taten worden gebruikt bij de inrichting van de locatie. incidenten met verwarde bewoners of door onbe-
kendheid met elkaars leefwereld of werkpraktijk. behoorlijk piekeren over dingen. Ik ben
Beschrijving casuïstiek ernstige overlast hartstikke tevreden met deze plek. Het
In 2020 is een onderzoek gestart naar voorbeelden van Ter ondersteuning van professionals hebben de partners zelfstandig wonen valt me erg mee.
ernstige overlastsituaties waarbij het vermoeden bestaat in 2020 gezamenlijk een website opgezet: huisvesting- /
dat het gaat om iemand uit de doelgroep van het kwetsbaregroepen.nl. Alle actuele, betrouwbare infor- Koken gaat ook goed.
PHKG. Het doel van het onderzoek is aangrijpingspun- matie over onder meer de Tien Werkafspraken, de
ten te vinden om ernstige overlastgevallen in buurten Omslagroute, de Woonwaaier en de samenwerking
en wijken meer in samenhang aan te pakken. Resultaten staat op de website bijeen. Met de website beschikken
worden medio 2021 verwacht. professionals over een centrale informatiebron.
©
® ® a
4 Movisie: landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak
van sociale vraagstukken
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 22 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 23
Á ® ee .
ve dr Actielijn 4: Leren, implementeren en
( evalueren mn
A,
Sinds 2019 leggen de partners de nadruk op de verdere uitwerking, verbreding en
invoering van nieuwe werkwijzen, afspraken en processen. Zij zorgen voor training, interne
en externe communicatie en ondersteunende instrumenten. Ook monitoren zij de
voortgang. De implementatie in de eigen organisatie blijft een eigen verantwoordelijkheid
van elke partner, maar we kunnen leren van elkaar.
In 2020 is de implementatie van de ‘Tien Werkafspraken _Omslagroute
Thuis in de Wijk’ verder vormgegeven. Het Implementa- De Omslagroute vervangt sinds eind 2019 een wirwar
° tieteam bestaat uit vertegenwoordigers van de zorgaan- aan verschillende routes met elk eigen voorwaarden en
4. Le ren, Tan ella re n bieders, woningcorporaties en gemeente Amsterdam werkwijzen. De Omslagroute is een cliëntgerichte en
(directies Wonen, Zorg, Werk Participatie en Inkomen en _ zoveel mogelijk uniforme route voor de doorstroming
en evalueren de GGD). De leden van het team zijn de verbinding naar van alleenstaanden, gezinnen en jongeren van zorg met
hun eigen organisatie of achterban. Sinds het voorjaar verblijf naar zelfstandig wonen in de wijk. In 2020 is de
e . van 2020 houdt het Implementatieteam zich ook bezig Omslagroute verder uitgewerkt. Sommige lastige pro-
° . met de Omslagroute. cesafspraken zijn verfijnd en alle betrokken partijen zijn
e mm De 'Tien werkafspraken Thuis in de Wijk’ zijn herzien . aangehaakt.
. en in juni vastgesteld. . Doel 1: Veel energie is gestoken in heldere informatie over de
e mm De Omslagroute is verder uitgewerkt en de werkwijze . Implementatie van de Omslagroute. Een online platform omslagroute.amster-
. is gedigitaliseerd via omslagroute.amsterdam.nl. . ‘Tien Werkafspraken’ en nieuwe dam.nl is gebouwd. Op het platform maakt een ‘metro-
° m Diverse kleinere doelgroepen zijn toegevoegd aan de . werkprocessen lijn’ de stappen in het proces zichtbaar. Ook is de werk-
. Omslagroute. . wijze gedigitaliseerd. De eerste organisaties zijn
. m Een gezamenlijke website is opgezet voor alle . De Tien Werkafspraken aangesloten op het platform. Medewerkers kunnen
. medewerkers betrokken bij de huisvesting van . Binnen het programma is een werkwijze ontwikkeld voor gebruik maken van digitale gegevensuitwisseling. Dit
. kwetsbare groepen (begin 2021 gereed). . de zogenoemde Omslag MO/BW, waarbij mensen uit krijgt in 2021 een vervolg.
. m De monitoring is verder verbeterd en er is bijgestuurd . de maatschappelijke opvang en beschermd wonen
. op de verdeling van de woningen over de kwetsbare e versneld zelfstandig gaan wonen. De Tien Werkafspra- Alle groepen die gebruikmaken van een omslagwoning,
. groepen. . ken vertalen deze werkwijze naar de praktijk. Ze be- zijn aangesloten op de Omslagroute en de werkwijze
% € schrijven hoe zorgaanbieders, woningcorporaties en de volgens de Tien Werkafspraken. De laatste kleinere
ececcecceccccescseceececeesescecsesseceecseseseseece mt …
gemeente samenwerken aan een op de cliënt afgestem- doelgroepen zijn eind 2020 toegevoegd, namelijk
de combinatie van wonen en zorg. Het doel is de cliënt cliënten van de Blijfgroep; (O)MPG; mensen die onder
een zo groot mogelijke kans op succesvol zelfstandig de Treiteraanpak, de Nieuwe- en Laatste-Kansregeling
wonen te bieden. Nadrukkelijk wordt daarbij rekening vallen; en Wlz-cliënten die naar verwachting in staat zijn
WE gehouden met het recht van álle Amsterdammers op om op termijn zelfstandig te wonen.
een prettige woonomgeving. Daarom is ook een over-
lastprotocol toegevoegd. Doel 2:
Het implementatieteam ‘Tien Werkafspraken & Omslag- Gezamenlijk training en
route! heeft in 2020 de werkafspraken herzien en ge- deskundigheidsbevordering
koppeld aan de Omslagroute. Afspraken zijn toege- Het implementatieteam kwam in 2020 periodiek bij
voegd over het vijfjarencontract voor kwetsbare elkaar om de herziene werkafspraken te laten landen in
jongvolwassenen, de Nieuwe-Kansregeling, woningruil de uitvoerende organisaties. Een proces eigen maken
tijdens de Omslagperiode en verhuizing als het woon- betekent veel herhalen en groeien in je rol. Dit geldt
perspectief wijzigt. De nieuwe werkafspraken zijn in juni voor alle partners en vraagt tijd, geduld en wederzijds
2020 vastgesteld door de wethouders Wonen en Zorg, begrip. Een e-learning is in ontwikkeling, evenals een
@® © 3 ® a het Platform Opvanginstellingen Amsterdam en het voorlichtingsfilm over gepersonaliseerde doelen voor
© Algemeen Bestuur van de Amsterdamse Federatie van cliënten en professionals. Beiden komen begin 2021
Woningcorporaties. Ook de Federatie Amsterdamse beschikbaar.
Huurderskoepels (FAH) heeft ingestemd.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 25
ED Tot slot: vooruitblik naar 2021 CZ
Doel 3: Doel 4: Naast het verantwoorden en reflecteren op 2020, kijken we ook graag vooruit naar 2021,
Evalueren en monitoren van de Verbeteren van sturings- en het derde jaar van dit programmaplan. Per actielijn wordt besproken wat er staat
voortgang en effecten verantwoordingsinformatie te gebeuren en welke ontwikkelingen zijn te verwachten.
Met partners worden periodiek de resultaten en voort- De monitoring wordt continue verbeterd. Verschillende
gang besproken. Het bleek lastig om snel bij te sturen bronnen van data maken het lastig om hier snel stappen
op de toewijzing van woningen voor de groep Wonen in te zetten. In 2020 is met name toegevoegd dat de Hieronder staat de vooruitblik 2021 per actielijn. m De taakstelling huisvesting statushouders stijgt in
met Begeleiding. Aangepaste doelen zijn halverwege betrokken partijen meer informatie ontvangen die 2021 naar 1.300, bijna een verdubbeling vergeleken
het jaar opgesteld, maar het kost tijd voordat corpora- specifiek voor hen relevant is. Actielijn 1: met 2020. Ook in 2022 wordt een forse stijging
ties ook praktisch tot andere toewijzing komen. Komend Preventie dakloosheid en het bieden verwacht. Daarbij komt dat de vijfjarencontracten
jaar wordt daarom met hogere frequentie de toewijzing Doel 5: van ondersteuning van (voormalig) statushouders in Startblok
besproken en sneller aanpassingen doorgevoerd. Aanpassing huisvestingsverordening De Buurtteams Amsterdam starten in 2021. De Woon- Riekerhaven in de zomer van 2021 aflopen.
en beleidsregels waaier wordt onderdeel van het opleidingsaanbod voor Velen van hen kunnen aanspraak maken op een
Een evaluatie van de Omslagroute moet inzicht bieden De werkprocessen van de Omslag en het toevoegen buurtteamprofessionals. Er wordt een overzichtelijke Ruggensteunregeling: als zij geen andere
in de effecten en resultaten van het omslagproces. van nieuwe doelgroepen aan de Omslagroute moeten verbinding gerealiseerd tussen de buurtteams en alle woonruimte kunnen vinden, krijgen zij een
Meer informatie is te vinden in het hoofdstuk worden verwerkt in de Huisvestingsverordening en partijen die met woonvragen te maken hebben. eenmalig woningaanbod van de gemeente.
‘Vooruitblik’. nadere regels. In 2020 zijn de Multi Probleem Gezinnen
(MPG)-route en de Laatste Kans- en Nieuwe Kansrege- De pilot Tijdelijk Onder Dak zal in 2021 op stoom raken. Nog duidelijker dan in 2020 zal in 2021 blijken dat de
ling gewijzigd in de nadere regelurgenties. Deze routes Het streven is om 200 sloop- en renovatiewoningen doelstelling om alle kwetsbare groepen binnen 3 maan-
behoren daardoor nu ook formeel bij de Omslagroute. beschikbaar te stellen aan economische daklozen. den te huisvesten onhaalbaar is. Eind januari is een brief
® ® De partners zullen de pilot evalueren en het welzijn van gestuurd aan de gemeenteraad over de verdeling van
de economisch daklozen tijdens en na de pilot meten. de woningen van het PHKG in 2021. Deze verdeling is
Economisch daklozen zijn geen doelgroep van het de komende jaren extra knellend door de forse extra
PHKG maar de aanpak economisch daklozen wordt toestroom van statushouders, toename van de proble-
wel gezien als preventiemiddel. matiek van dak- en thuisloosheid alsmede een stijging
van het aantal sociaal medisch urgenten. De verwach-
In 2021 zijn de resultaten van de pilot Wonen Buiten ting is dat het komende jaar slechts de helft van de
Thuis in je eigen huis Amsterdam bekend en mogelijk beleidsaanpassingen huishoudens die in aanmerking komen voor huisvesting,
gerealiseerd. De methodiek wordt bij succes gedeeld daadwerkelijk gehuisvest kunnen worden. Dit is een
Eind 2019 werd een enquête gehouden; 47 cliënten Mogelijk is er een drempel om bij een buurthuis met de Buurtteams en alle andere vindplaatsen van zeer pijnlijk gegeven dat leidt tot een verergering van
namen deel. De meerderheid (79%) voelt zich thuis in binnen te stappen. De begeleider kan iemand over (dreigend) dakloze Amsterdammers. situaties zoals overvolle asielzoekerscentra en opvang-
de woning. Het hebben van een eigen plek is de die drempel heen helpen. In de regel gebeurt dit voorzieningen, en problematische situaties met inwo-
belangrijkste reden, gevolgd door jezelf kunnen zijn, echter niet. Het gebrek aan belangstelling kan ook Actielijn 2: nende gezinnen. De focus komt de komende jaren te
rust, geen overlast en herrie, je eigen spullen om je samenhangen met de activiteiten in het buurthuis. Voldoende passende woonplekken liggen op het vergroten van het aanbod van woonruim-
heen hebben en een voordeur die op slot kan. “Na 12 Mogelijk sluit het aanbod niet goed aan. Het aantal kwetsbare Amsterdammers met een urgent te voor kwetsbare groepen, het stroomlijnen en beper-
jaar weer een eigen plekje doet me enorm goed!”, woonprobleem stijgt. In 2021 zijn er 3.770 woningen ken van de vraag naar woningen voor kwetsbare groe-
gaf iemand aan. “Het idee dat ik hier mag blijven Niet iedereen voelt zich (altijd) thuis in de woning of nodig. pen en het verdelen van de beschikbare woningen voor
wonen en weer een positief leven mag leven”, noteer- buurt De belangrijkste redenen hiervoor zijn: ik voel De oorzaken voor de groeiende vraag zijn: 2021 en afspraken over de sturing hierop.
de een ander. me alleen/eenzaam (17%), het is hier te lawaaiig m Het aantal toegekende sociaal medische urgenties
(17%), ik ken niemand in de buurt (10%) en ik heb stijgt - ondanks recente aanscherpingen - door de Het voorstel is daarom om de hoofddoelstelling van
In de buurt voelen de meesten (78%) zich eveneens niets te doen (8%). problematische woningmarkt en vermoedelijk ook het PHKG aan te vullen met :
thuis. De veiligheid van de buurt wordt het belangrijk- corona. De corona-crisis leidde voor veel mensen m Het realiseren van de afgesproken woningen
ste gevonden, gevolgd door een schone buurt, een tot extra problematische situaties door bijvoorbeeld voor kwetsbare groepen en de verdeling tussen
rustige buurt, contact met de buren en ‘er is veel te onhoudbare gezinssituaties door inwonende de groepen
doen in de buurt’. Opvallend veel cliënten (66%) vindt familieleden. m Het verkleinen van de behoefte door criteria aan
een buurthuis of huis van de wijk niet belangrijk, maar m Wonen met begeleiding: de jaarlijkse vraag blijft te scherpen en geen andere groepen toe te laten
een op de drie zou zich nog meer thuis voelen als je gelijk, maar achterstanden uit eerdere jaren kunnen m Zorgvuldige toewijzing en matching tussen woning,
leuke dingen kunt doen in de buurt. niet worden opgelost en zorgen voor verstopping woonomgeving en cliënt.
van de opvangketen.
26 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 27
ED an
Begin 2021 zijn afspraken gemaakt over de verdeling Er wordt ingezet om het administratieve proces beho- Actielijn 4: Aandachtspunten
van de woningen in 2021. Het college gaat de komende _ rende bij de intermediaire verhuur zo eenvoudig moge- Implementeren, evalueren en leren De belangrijkste aandachtspunten in 2021 zijn:
tijd op zoek naar mogelijkheden om nieuwe of tijdelijke lijk te maken om de kosten te verminderen. Ook be- Ook in 2021 ligt de focus op nazorg en controle of alles m Een verdere toename van de krapte op de
woonplekken te realiseren. Daarnaast zal het college spreken de samenwerkingspartners wie welke kosten goed verloopt rondom de Omslagroute. Een systeem Amsterdamse woningmarkt. De gemeente blijft
een beeld voor komende jaren proberen te schetsen, van dit proces moet dragen. Tot slot wordt de samen- van toetsing en evaluatie wordt opgezet. daarom inzetten op het bouwen van tijdelijke
waarbij onder andere wordt bekeken welke maatrege- werking rond ernstige overlast tussen meldpunten Zorg De monitoring vanuit het programma moet zicht gaan woningen en het beschikbaar houden van woningen
len mogelijk zijn om de wachttijd voor de doelgroepen en Woonoverlast, de zorgaanbieders en de woningcor- bieden op de kwaliteit en tevredenheid van cliënten, voor mensen in een kwetsbare positie.
van het PHKG niet verder op te laten lopen. poraties verbeterd. corporaties en zorgverleners in de Omslagroute. Daar- m Een stijging van de zorgvraag zal maken dat ook
aan wordt in 2021 verder gewerkt. meer mensen woningen nodig hebben.
Voor statushouders wordt er samen met corporaties Actielijn 3: De verdeling van woningen voor kwetsbare groepen
gekeken naar creatieve oplossingen om de verhoogde Zorgzame stad en wijk Een externe partij gaat in het eerste kwartaal van is gelet op de toenemende vraag en de blijvende
taakstelling voor 2021 te realiseren. Dit gebeurt naast In deze actielijn worden komend jaar de succesvolle 2021 het proces en de effecten van de Omslagroute krapte in de woningmarkt een steeds ingewikkelder
de opgave die er nog ligt rond (tijdelijke) nieuwbouw. bijeenkomsten in de stadsdelen voortgezet in de vorm evalueren. Dit onderzoek moet een beeld geven van vraagstuk. Het is ook een zwaar maatschappelijk
van online Netwerksessies of stadsdeelcongressen. hoe de Werkafspraken in de praktijk werken en hoe probleem: het grote tekort aan huizen in Nederland
Omdat in 2022 diverse projecten opgeleverd worden, Daarnaast worden nog meer resultaten zichtbaar van de professionals de samenwerking rond een cliënt ervaren. komt op deze manier disproportioneel terecht bij de
kunnen contracten van statushouders die in aanmerking experimenten in de diverse stadsdelen rondom De evaluatie zal in ieder geval omvatten: meest kwetsbaren. Het is cruciaal deze pijn zoveel
komen voor de Ruggensteunregeling in 2021 waar matching, goede landing in de buurt en spreiding. 1. Kwalitatief onderzoek naar uitvoering en (voorlopige) mogelijk te beperken en de beschikbare woningen
mogelijk verlengd worden tot de oplevering van nieuwe _ Een belangrijk doel is het informeren van professionals resultaten van de Omslagroute. zo eerlijk mogelijk verdelen. Hiervoor is de
projecten. De taakstelling statushouders in 2021 is over de werkwijze bij intermediaire verhuur en de Tien 2. Conclusies en scenario’s naar aanleiding van de ondersteuning van het Rijk noodzakelijk. Bij het Rijk
bijzonder hoog. Daarom worden de beschikbare sociale werkafspraken Thuis in de wijk. Bij alle partners is een kwantitatieve monitoring van de Omslagroute. wordt daarom intensief gelobbyd voor landelijke en
huurwoningen voor statushouders zo veel mogelijk inge- _ stevige kern goed op de hoogte van de werkwijze en 3. Suggesties voor verdere verbetering van de monito- samenhangende oplossingen. Zodat de mensen die
zet voor reguliere statushouders. Het onderzoek naar het waarom. Maar deze groep moet groter en breder ring van de Omslagroute. het hardst een woning nodig hebben, deze ook
extra of nieuwe woonvormen loopt nog, hier is nog worden. Het gaat hier om professionals van zowel krijgen.
geen duidelijkheid over. Wel zet het college zich maxi- zorgorganisaties en woningcorporaties als buurt- of De evaluatie zal aansluiten bij en gebruik maken van Behalve een landelijke integrale aanpak, is het
maal in om extra woonruimte te creëren, om zoveel wijkteams. Tot slot wordt het onderzoek naar spreiding bestaande bronnen en bestaand onderzoek, onder belangrijk vanuit de samenwerkingspartners nog
mogelijk kwetsbare inwoners te kunnen huisvesten. en toewijzing in 2021 herhaald. andere het ambulantiseringsonderzoek van de GGD, beter samen te werken, te monitoren en sneller (bij)
De partners in het programma hebben het voornemen de rapportages over spreiding en toewijzing van OIS, te sturen om de afgesproken verdeling in 2021 te
De acties uit de Aanpak Rolstoelwoningen worden, na onder de noemer ‘Zorgzame stad en wijk’ regelmatig en de inzichten uit het project Buurtbalans, de registratie halen. Er wordt alles op alles gezet om dat te
goedkeuring van het college, opgepakt. De inzet is het gestructureerd verhalen naar buiten te brengen via de van onder meer klachten bij zorgaanbieders en woning- realiseren.
realiseren van rolstoelwoningen door de hele stad, eigen communicatiemiddelen en via de media. Verhalen corporaties en effectonderzoek door Housing First
zowel in de nieuwbouw als in de bestaande bouw. Ook van mensen in een kwetsbare situatie nuanceren de Nederland.
wordt er volop ingezet op de verhuisregeling ‘Verhuizen beeldvorming. Verhalen over professionals in de praktijk
uit rolstoelwoningen’. Daarbij is het de ambitie om het maken het samenwerkingsverband en de zorgvuldig-
zelf zoeken via WoningNet mogelijk maken, net als bij heid van werken zichtbaar.
de andere verhuisregelingen.
Bij de stadsdelen en gebieden is behoefte aan het
In het kader van de integrale aanpak wordt in 2021 in voeren van ‘het goede gesprek’ tussen professionals
kaart gebracht wat de behoefte is aan geclusterd wonen _ over de huisvesting van kwetsbare groepen in het
voor mensen die langdurig zijn aangewezen op Wlz- algemeen en de huisvesting van de doelgroepen van
zorg. Hierbij wordt ook een verdeling over aanbieders het PHKG in het bijzonder. In 2021 starten daarom
meegenomen en de mate van urgentie waarmee de dialoogsessies ‘Het gesprek in de wijk’. In deze gesprek-
nieuwe huisvesting gerealiseerd dient te zijn. Op deze ken horen partijen van elkaar wat zij doen om de huis-
manier wordt de gezamenlijke energie gestoken in een vesting en landing van kwetsbare groepen zo goed
samenhangend plan in plaats dat zorgaanbieders con- mogelijk te laten verlopen en hoe contact met de buurt © ® ® @ a 8 @
curreren om schaarse locatie en woningen. Deze groep en de buren wordt gestimuleerd. 8 ®
is geen onderdeel van het programma. Vanaf 2021 is
deze groep opgenomen in de Huisvestingsverordening. ss
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 28 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2020 29
» © „ P& €
Am Sf
Over het programma
| Onderzoeksrapport | 16 | train |
Stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 09-06-2020
Aanvang 20:00
Locatie via MS teams
BELANGRIJKE INFORMATIE:
De stadsdeelcommissie vergadert via livestream met beeld, via MS teams.
De stadsdeelcommissie wilt insprekers de kans geven om in te spreken. Als u wilt inspreken dan ontvangt u
uiterlijk dinsdag 9 juni a.s. de link om deel te nemen aan de livestream vergadering met beeld.
Voor diegene die schriftelijk willen inspreken: U kunt een inspreektekst mailen. Uw tekst wordt geanonimiseerd bij
de vergaderstukken gevoegd;
U kunt zich aanmelden om in te spreken of uw tekst sturen naar: [email protected]
Ook is het verstandig uw telefoonnummer aan ons door te geven. De commissieleden kunnen u dan voorafgaand
aan de vergadering telefonisch benaderen.
Denkt u er aan om de aanmelding of uw schriftelijke tekst en telefoonnummer zo ruim mogelijk voor de
vergadering te sturen. Uiterlijk maandag 8 juni a.s. tot 16.00 uur
1. Opening, vaststellen besluitenlijst
e Vaststelling concept-besluitenlijst van 26 mei jl.
* Vaststelling concept-besluitenlijst van 2 juni jl.
2. Het woord aan bewoners en ondernemers
* Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda.
3. Afdoening ingekomen stukken
* Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda
4. Mededelingen dagelijks bestuur
5. Ontwerp inrichtingsplan Groenmarkt
Doel bespreking: ter advisering aan het DB
6. Nota van Uitgangspunten Marnixstraat Noord
Doel bespreking: ter advisering aan het DB
7. Menukaart Openbare Ruimte
Doel bespreking: ter advisering aan het DB
8. Update tijdelijke terrassen
Doel bespreking: ter informatie
9. Rondvraag en sluiting
INGEKOMEN STUKKEN
À. Termijnagenda
B. Adviesaanvraag huisvestingsverordening en doelgroepenverordening 2021
INFORMATIE
Locatie en beeldopnamen
De stadsdeelcommissie vergadert via livestream met beeld, via MS teams.
De stadsdeelcommissie wilt insprekers de kans geven om in te spreken. Als u wilt inspreken dan ontvangt u
uiterlijk dinsdag 9 juni a.s. de link om deel te nemen aan de livestream vergadering met beeld.
Voor diegene die schriftelijk willen inspreken: U kunt een inspreektekst mailen. Uw tekst wordt geanonimiseerd bij
de vergaderstukken gevoegd;
U kunt zich aanmelden om in te spreken of uw tekst sturen naar: [email protected]
Ook is het verstandig uw telefoonnummer aan ons door te geven. De commissieleden kunnen u dan voorafgaand
aan de vergadering telefonisch benaderen.
Denkt u er aan om de aanmelding of uw schriftelijke tekst en telefoonnummer zo ruim mogelijk voor de
vergadering te sturen. Uiterlijk maandag 8 juni a.s. tot 16.00 uur
Aanmelden om in te spreken
De stadsdeelcommissie vergadert via livestream met beeld, via MS teams.
De stadsdeelcommissie wilt insprekers de kans geven om in te spreken. Als u wilt inspreken dan ontvangt u
uiterlijk dinsdag 9 juni a.s. de link om deel te nemen aan de livestream vergadering met beeld.
Voor diegene die schriftelijk willen inspreken: U kunt een inspreektekst mailen. Uw tekst wordt geanonimiseerd bij
de vergaderstukken gevoegd;
U kunt zich aanmelden om in te spreken of uw tekst sturen naar: [email protected]
Ook is het verstandig uw telefoonnummer aan ons door te geven. De commissieleden kunnen u dan voorafgaand
aan de vergadering telefonisch benaderen.
Denkt u er aan om de aanmelding of uw schriftelijke tekst en telefoonnummer zo ruim mogelijk voor de
vergadering te sturen. Uiterlijk maandag 8 juni a.s. tot 16.00 uur
| Agenda | 3 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 475
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid A.L. Bakker inzake de locatie van de nieuwe Meervaart (geen verdere
bebouwing in de Sloterplas)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de locatie van de nieuwe Meervaart.
Constaterende dat:
— ereen meerderheid in de Amsterdamse gemeenteraad lijkt te bestaan voor het
bouwen van een nieuw theater in de Sloterplas.
Overwegende dat:
— de Sloterplas, juist zonder bebouwing, dé parel van Nieuw-West is door het open
karakter van het landschap;
— de mogelijkheid om in de toekomst nog meer stukken van de iconische Sloterplas te
bebouwen daarom uitgesloten zou moeten worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
geen verdere bebouwing in de Sloterplas toe te staan en dit juridisch te waarborgen in
het Omgevingsplan Amsterdam.
Indiener
A.L. Bakker
| Motie | 1 | train |
VN2023-019714 Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Facilitair Bureau % Gemeente Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn DC
% Amsterdam '
Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 10
Datum besluit B&W 4 juli 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de Verduurzamingsrapportage over 2022 over de voortgang op de
Uitvoeringsagenda 2020-2030 Naar een Duurzame Organisatie
De commissie wordt gevraagd
1. _Kenniste nemen van de bijgevoegde Raadsinformatiebrief.
2. Kennis te nemen van de Verduurzamingsrapportage over 2022.
3. _Kenniste nemen van de Nulmeting Circulariteit en Klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke
organisatie en van het Handelingskader Duurzaam inkopen.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft.
Lid 3: Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen,
tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 108 jo artikel 147, tweede lid, van de Gemeentewet
De gemeenteraad is bevoegd tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente.
Bestuurlijke achtergrond
Bij de vaststelling van de Uitvoeringsagenda Duurzame Organisatie 2020-2030 in maart 2020 door
de raad, is afgesproken dat het college de gemeenteraad jaarlijks informeert over de voortgang
van de verduurzaming van de gemeentelijke organisatie. Aan de hand van indicatoren zoals
de energie- en CO2-voetafdruk én de uitgevoerde maatregelen wordt de voortgang op de 5
verduurzamingsdoelen jaarlijks in kaart gebracht.
Verantwoordelijk wethouders Pels, Van Buren en Groot Wassink hebben ingestemd met het advies
om over 2022 geen uitgebreide Verduurzamingsrapportage op te stellen, omdat de maatregelen uit
de Uitvoeringsagenda vit 2020 zijn verouderd en worden herijkt. Een deel van de maatregelen is al
uitgevoerd en we weten inmiddels dat de hierin opgenomen maatregelen onvoldoende zijn om de
doelen te behalen. De rapportage over 2022 is daarom beknopt.
In 2023 worden aangescherpte doelen en maatregelen geformuleerd en wordt de herijkte
Uitvoeringsagenda opgesteld. Op basis van deze aangescherpte doelen en maatregelen kunt u
over het jaar 2023 weer een volledige Verduurzamingsrapportage verwachten. Bij deze rapportage
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-019714 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Facilitair Bureau % Amsterdam , ‚ _
% Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
ontvangt v gelijktijdig de Klimaatrapportage 2023. De Klimaatrapportage betreft de voortgang op
de energietransitie in de stad Amsterdam.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Nadif (GroenLinks). In commissievergadering DC van 7 september 2023 heeft het lid
Nadif aangegeven hierover vragen te willen stellen aan de wethouder.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
2023-09-07 1. RIB Duurzaamheid Energietransitie en Circulaire Economie
AD2023-066790
2023-07-04.pdf (pdf)
AD2023-066791 2023-09-07 2. Verduurzamingsrapportage 2023. pdf (pdf)
2023-09-07 3. Samenvatting_Nulmeting circulariteit en klimaatvoetafdruk
AD2023-066789
gemeente Amsterdam_20220803_lowres.pdf (pdf)
AD2023-066788 | 2023-09-07 4. Handelingskader_duurzaam_inkopen.pdf (pdf)
AD2023-066793 Commissie DC (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Green Office, Facilitair Bureau, Sanne Loijens, 06 41 34 61 76, [email protected]
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 maart 2023
Ingekomen onder nummer 98
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Broersen, Von Gerhardt, Bakker, Koyuncu en Ahmadi
inzake bekendheid Stichting WOON
Onderwerp
Brief Stichting 'WOON bij eerste inschrijving Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief over het Landelijke Actieplan
Studentenhuisvesting.
Constaterende dat,
-_Ergrote woningnood in de stad heerst;
-_Onder andere uit de expertmeeting studentenhuisvesting van 17 janvari 2023 blijkt dat
jongeren zich vaak niet bewust zijn van hun huurrechten en/of bang zijn voor hun rechten
op te komen;
-_ Onder andere uit de expertmeeting studentenhuisvesting van 17 januari 2023 blijkt dat
jongeren vaak in onveilige of kwalitatief slechte woningen wonen;
-_Onder andere uit de expertmeeting studentenhuisvesting van 17 janvari 2023 blijkt dat
veel jongeren niet bekend zijn met Stichting WOON;
-_ Uitgesprekken die Volt met Stichting WOON heeft gevoerd blijkt dat zij recent het
project UPLIFT*, gefinancierd door de Europese Unie, hebben gedraaid en hieruit bleek
dat jongeren het een goed idee zouden vinden als zij bij hun inschrijving in de stad door de
gemeente worden gewezen op het bestaan van de stichting.
Overwegende dat,
-__Het van belang is dat Amsterdammers zich bewust zijn van hun huurrechten en in staat
zijn naleving hiervan bij hun huis baas af te dwingen;
* Project UPLIFT was een project dat draaide om jongereninspraak omtrent jongerenhuisvesting. Voor
meer informatie, zie https://www.wooninfo.nl/bewonersinvloed/uplift/
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
-_ Stichting !'WOON Amsterdammers en jongeren in het bijzonder hierbij kan helpen;
-__ De gemeente een brief naar Amsterdammers stuurt ter bevestiging van een verhuizing
binnen of naar Amsterdam;
-_ Dit de mogelijkheid biedt nieuwe Amsterdammers direct te wijzen op hun huurrechten en
het bestaan van Stichting !'WOON;
-_Amsterdam al langer met Stichting WOON samenwerkt en hen ondersteunt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij de brief die de gemeente ter bevestiging van verhuizing naar nieuwe Amsterdammers stuurt,
een alinea of aparte informatiebrief toe te voegen met daarin informatie over, en een verwijzing
naar, Stichting WOON.
Indiener(s),
J. Broersen
M.S. von Gerhardt
A.L. Bakker
S. Koyuncu
N. Ahmadi
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 62
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake brandbrief naar de minister
Onderwerp
In G4-verband een brandbrief te sturen naar minister lenW om de Wet personenvervoer 2000 zo
snel mogelijk te moderniseren
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Amsterdamse taxiaanpak.
Constaterende dat:
— De Wet personenvervoer 2000 sterk is verouderd en geen regels heeft voor digitale aanbieders
van taxidiensten;
— Dit een belangrijke reden is voor het ongelijke speelveld in de branche.
Overwegende dat:
— __De oplossing bij de minister ligt om de wet te moderniseren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In Ga-verband een brandbrief te sturen naar de minister (van lenW) met de oproep om de Wet per-
sonenvervoer 2000 zo spoedig mogelijk te moderniseren.
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 1 | discard |
VN2021-034380 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
oractie Veoh 5 Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 4
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Afdoening van de motie 720 dubbelaccent van het lid Boomsma inzake de Begroting 2022 (zet oud-
agenten om de stad veilig te houden) en de voortgang maatregelen politiecapaciteit van de politie
Eenheid Amsterdam.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de voortgang van de maatregelen
politiecapaciteit van de Eenheid Amsterdam en de afdoening van de motie van het lid Boomsma
inzake het verzoek om beschikbare gepensioneerde oud-agenten in te zetten om de stad veilig te
houden.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentwet en artikelen 79 en 80 Reglement van orde gemeenteraad en
raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
In de raadsvergadering van 11 november 2021 is de motie 720 dubbelaccent van het lid Boomsma
inzake de Begroting 2022 aangenomen, waarin wordt verzocht beschikbare gepensioneerde oud-
agenten in te zetten om de stad veilig te houden en over de daarbij optredende knelpunten en
kansen te rapporteren.
De Raad wordt geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen politiecapaciteit van de politie
Eenheid Amsterdam. Dit is toegezegd in de afdoeningsbrief toezegging ‘het capaciteitsgebrek bij
de politie‘ van 25 oktober jl. (TKN4 van de commissie AZ van 18 november 2021).
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.9 1
VN2021-034380 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Directie Openbare 9 Amsterdam Juridische Zaken. C icatie. Raad heden, P
Orde en veiligheid uridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter kennisneming
AD2021-131443 20211126 Raadsbrief _politiecapaciteit 1126 _1000.pdf (pdf)
AD2021-131440 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OOV, secretariaatOOV@ amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 275
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Khan inzake toepassen van de omgekeerde toets bij
aanvragen van bijstandsuitkeringen voor dakloze Amsterdammers.
Onderwerp
Het doel van deze benadering is om het aanvraagproces toegankelijker en effectiever te maken
voor degenen die het meest hulp nodig hebben.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over onderwerp Voorjaarsnota.
— Het van groot belang is dat daklozen de hulp krijgen die zij nodig hebben, waaronder financi-
ele ondersteuning in de vorm van een bijstandsuitkering;
— Het proces van het aanvragen van een bijstandsuitkering complex kan zijn en mogelijk een
barrière vormt voor deze kwetsbare groep;
— Hettoepassen van de omgekeerde toets — eerst kijken naar de behoeften van de persoon en
daarna naar de regelgeving — kan bijdragen aan een mensgerichte en effectieve aanpak.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Onderzoek te doen naar de mogelijkheden en de impact van het toepassen van de omge-
keerde toets bij de aanvraag van bijstandsuitkeringen door daklozen;
— De resultaten van dit onderzoek te delen met de raad binnen een termijn van zes maanden na
de aanneming van deze motie;
— _Op basis van de resultaten van het onderzoek te overwegen om de omgekeerde toets te im-
plementeren in de huidige aanvraagprocedure voor bijstandsuitkeringen voor daklozen.
Indiener(s),
S.Y. Khan
| Motie | 1 | discard |
xX Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 330
Ingekomen onder Z
Ingekomen op woensdag 11 maart 2020
Behandeld op woensdag 11 maart 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boutkan en Roosma inzake de brief over de voortgang Meer kans
op werk (kwaliteit van werk banenplan Schiphol)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief Meer kans op werk
(Gemeenteblad afd. 1, nr.283).
Overwegende dat:
— De wethouder in januari met Schiphol een banenplan heeft ondertekend voor het
aan het werk helpen van 750 mensen;
— Extra banen zeer waardevol zijn, maar de kwaliteit van banen net zo belangrijk is;
— erde afgelopen jaren veel discussie is geweest over de kwaliteit van werk op
Schiphol zoals over de slechte werkomstandigheden van de beveiligers die op
Schiphol werken;
— Veel werk door Schiphol door middel van aanbestedingen bij andere organisaties
wordt ondergebracht;
— Ertevens discussie is over de slechte arbeidsvoorwaarden van medewerkers van
bedrijven die voor Schiphol werken;
— De wethouder o.a. ook met het Havenbedrijf en de werkgevers in de haven een
banenplan wil afspreken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. In gesprekken rond het banenplan Schiphol, kwaliteit van werk nadrukkelijk een
onderwerp te laten zijn en dit ook in andere banenplannen mee te nemen;
2. De raad van de voortgang hierover te rapporteren in de reguliere
voortgangsbrieven over Meer kans op werk.
De leden van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
F. Roosma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 137
Publicatiedatum 24 februari 2017
Ingekomen onder J
Ingekomen op donderdag 16 februari 2017
Behandeld op donderdag 16 februari 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de bestuurlijke reactie op het rapport
Amsterdam Circulair (eiwittransitie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bestuurlijke reactie op het rapport Amsterdam Circulair
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 95).
Constaterende dat:
— het rapport Amsterdam Circulair aandacht besteedt aan het duurzaam
produceren van hoogwaardige eiwitten voor veevoer:
— het als bron voor Amsterdam Circulair gebruikte rapport ‘Circle Scan: current
state and future vision Agri&Food sector’ stelt dat 50% van alle geteelde
gewassen als veevoer wordt gebruikt, voor één kilo vlees 5.000-20.000 liter water
nodig is en 70% van de vissoorten is uitgestorven of uitgeput door de visserij.
Overwegende dat:
— het produceren van hoogwaardige eiwitten voor veevoer een inefficiënte omweg
is als deze eiwitten ook zonder de tussenkomst van de veehouderij door mensen
geconsumeerd kunnen worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te onderzoeken op welke manier de eiwittransitie van dierlijke naar plantaardige
eiwitten gestimuleerd kan worden binnen het Circulair innovatieprogramma.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente
x% Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : dinsdag 23 mei 2023
Aanvang - 19.00 UUr
Locatie : raadzaal (2°** verdieping), Anton de Komplein 150
Voorzitter : Neumine Marshall
Secretaris : Jochem Oostveen
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Bewoners aan het woord 19.05
3. Mededelingen 19.15
4. Vaststellen (concept) besluitenlijst 9 mei 2023 19.20
5. a. Mondelinge vragen 19.25
-_Dhr. Van der Kamp;
-_Dhr. Van der Kamp & dhr. Idsinga
b. Moties
6. Ingekomen stukken 19.55
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
7. _ Adviesaanvraag nota deelvervoer 2023 (vaststellen) 20.00
8. Adviesaanvraag afvalplan stadsdeel Zuidoost 2023 (bespreken) 20.05
9. Adviesaanvraag prioritering programmering openbare ruimte
(bespreken) 20.20
10. Rondvraag en sluiting 20.45
Ter kennisname:
Toezeggingenlijst SDC mei 2023
| Agenda | 1 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.